AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Umicore

Annual Report Mar 25, 2016

4018_10-k_2016-03-25_506eb47e-c351-4575-94fd-7cc44b6ac582.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

2 0 1 5

Pg. 1-33 Lees meer over onze vooruitgang op vlak van duurzaamheid

Pg. 34-37 Ontdek onze Horizon 2020-strategie

Pg. 38-192 Volledige fi nanciële en duurzaamheidsverklaringen

Raadpleeg het online verslag http://annualreport.umicore.com/

Inhoud

Inleiding
Umicore in het kort 1
Vision 2015 Resultaten 2-3
Kerncijfers 4-5
Terugblik door het Management
Overzicht van de Voorzitter en
de Gedelegeerd Bestuurder 6-7
Economisch overzicht 8-17
Aantrekkelijke werkplek 18-23
Eco-effi ciëntie 24-29
Relaties met belanghebbenden 30-33
Horizon 2020 34- 37
Verklaringen
Economische & fi nanciële verklaringen 38-122
Milieuverklaringen 123-133
Sociale verklaringen 134-151
Verklaringen inzake deugdelijk bestuur 152-177
Raad van Bestuur, Directiecomité 178-181
Betrouwbaarheidsverklaringen 182-183
Glossarium 184-187
GRI Index 188-192

Over dit verslag

Dit jaarverslag geeft een geïntegreerd overzicht van onze economische, sociale en milieuprestaties in 2015. Het volledige verslag vindt u online op de speciaal hiervoor aangemaakt website http://annualreport.umicore.com/.

Ons verslag is extern nagekeken. Dit verslag is het sluitstuk van de rapportering over de Vision 2015 strategie en maakt daarom nog gebruik van de GRI G3.1 richtlijnen.

Een volledig overzicht van de reikwijdte van onze rapportering kan gevonden worden op pagina 194.

Raadpleeg het online verslag http://annualreport.umicore.com/

1

Umicore | Jaarverslag 2015

Over Umicore

Umicore is een wereldwijde materiaaltechnologie- en recyclagegroep. Umicore legt zich toe op toepassingsgebieden waar haar expertise inzake materiaalkunde, scheikunde en metallurgie een verschil maakt. Haar activiteiten zijn georganiseerd in 3 business groups: Catalysis, Energy & Surface Technologies en Recycling. Elke business group is opgedeeld in verschillende marktgerichte business units, met materialen en oplossingen die aan de top staan van nieuwe, technologische ontwikkelingen en noodzakelijk zijn in het dagelijkse leven.

Het merendeel van Umicore's inkomsten is afkomstig uit, en het grootste deel van haar O&O inspanningen wordt uitgegeven aan projecten op het vlak van 'schone' technologieën, zoals uitstootkatalysatoren, materialen voor herlaadbare batterijen en recyclage. De allesoverheersende doelstelling van Umicore – duurzame waarde creëren – is gebaseerd op de ambitie om materialen te ontwikkelen, te produceren en te recycleren op een wijze die in overeenstemming is met haar beleidsverklaring: 'materials for a better life'.

26%

37%

26%

Wij ontwikkelden de deskundigheid en de instrumenten om de duurzaamheid

Impact van metaalemissies naar water verminderen

Impact van metaalemissies naar lucht verminderen

van producten en diensten in alle business units te meten

VISION 2015 DOELSTELLING

VISION 2015 DOELSTELLING

2

Umicore | Jaarverslag 2015

1,2 mia 714 mio voor investeringen en voor O&O

Inkomstengroei uit sterkst groeiende activiteiten

VISION 2015 DOELSTELLING

bereikt

7%

Inkomstengroei uit andere activiteiten in lijn met globaal BBP

bereikt

2%

ROCE-ambitie

Gemiddelde ROCE bereikt

15%

Economisch Eco-effi ciëntie

-emissies verminderen

VISION 2015 DOELSTELLING

CO2

Resultaten

Aantrekkelijke werkplek Belanghebbenden overschrijding in 2015 tegenover 5,2% in 2011 eind 2015 overschrijdingen Blootstelling op het werk verminderen van medewerkers werkt in een site die als een aantrekkelijke werkgever werd erkend 69% Veiligheid Persoonlijke ontwikkeling Aantrekkelijke werkgever ongevallen VISION 2015 DOELSTELLING Alle medewerkers krijgen een jaarlijkse evaluatie jg VISION 2015 DOELSTELLING VISION 2015 DOELSTELLING 2,3% 96% ongevallen in 2015 tegenover 60 in 2011 47

Lokale gemeenschap

van alle industriële sites heeft een 99%

plan inzake verantwoordelijkheid tegenover de lokale gemeenschap

Duurzame bevoorradingsketen

83%

van geselecteerde leveranciers bevestigde de voorwaarden van Umicore's Charter na te leven

Kerncijfers

Economische prestaties
(in miljoen € tenzij anders vermeld)
2011 2012 2013 2014 2015
Omzet 14.480,9 12.548,0 9.819,3 8.828,5 10.441,9
Inkomsten (metaal niet inbegrepen) 2.323,2 2.421,4 2.363,4 2.366,5 2.629,0
Recurrente EBIT 416,1 372,1 304,0 273,7 330,3
waarvan geassocieerde ondernemingen 22,9 22,2 11,8 28,3 14,3
Totale EBIT 432,7 328,6 260,0 249,3 252,7
Recurrente operationele marge (in %) 16,9 14,4 12,4 10,4 12,0
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) 18,6 16,7 13,6 12,2 13,7
Recurrent nettoresultaat, aandeel van de Groep 304,6 275,2 218,0 193,1 246,0
Nettoresultaat, aandeel van de Groep 325,0 233,4 179,0 170,6 169,2
Onderzoek- & Ontwikkelingskosten 136,7 149,0 140,6 143,3 144,5
Investeringen 196,2 235,9 279,6 202,4 240,3
Netto toename/afname van de kasstromen
vóór fi nancieringsoperaties
308,6 150,3 185,9 139,9 119,0
Geconsolideerde netto fi nanciële schuld, einde periode 266,6 222,5 215,0 298,3 321,3
Schuldratio uit bedrijfsactiviteiten, einde periode (in %) 13,4 11,0 11,1 14,6 15,3
Eigen vermogen van de Groep, einde periode 1.667,5 1.751,7 1.677,1 1.704,6 1.731,6
Recurrente winst per aandeel (in €/aandeel) 2,69 2,47 1,96 1,79 2,27
Winst per aandeel met afgesplitste activiteiten, basisberekening
(in €/aandeel)
2,87 2,09 1,61 1,58 1,56
Brutodividend (in €/aandeel) 1,00 1,00 1,00 1,00 1,20
Aantrekkelijke werkplek 2011 2012 2013 2014 2015
Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) 10.164 10.396 10.190 10.368 10.429
Ongevallen met werkverlet 60 49 35 37 47
Frequentiegraad ongevallen met werkverlet 3,61 2,86 2,08 2,16 2,66
Ernstgraad ongevallen met werkverlet 0,11 0,11 0,10 0,94 0,12
Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (in %) 5,2 4,3 2,6 1,8 2,3
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer 51,94 50,72 45,18 45,59 45,06
Vrijwillige vertrekkers 3,84 3,20 3,33 3,42 3,35
Eco-effi ciëntie 2011 2012 2013 2014 2015
CO2
e-emissies (Scope 1+2) (in ton)
695.733 701.898 690.767 664.568 714.225
Metaaluitstoot naar water (volume in kg) 5.782 5.701 5.560 5.639 4.459
Metaaluitstoot naar water (impact eenheid) 306.627 245.935 313.883 543.332 328.013
Metaaluitstoot naar lucht (volume in kg) 13.868 16.615 12.522 13.309 14.544
Metaaluitstoot naar lucht (impact eenheid) 130.440 135.670 130.169 128.465 135.660
Relaties met de belanghebbenden 2011 2012 2013 2014 2015
Donaties (in duizend €) 1.751,0 1.759,2 1.612,8 1.409,3 1.219,4

Thomas Leysen, voorzitter van Umicore, en Marc Grynberg, CEO, blikken terug op 2015 en de verwezenlijkingen in het kader van de Vision 2015-strategie, en werpen een blik op de toekomst van Umicore.

Het voorbije jaar was doorslaggevend voor de ontwikkeling van Umicore. Ondanks de uitdagende macro-economische context en de evolutie van de metaalprijzen in de laatste periode van 2015 slaagde Umicore erin om de dynamiek in stand te houden, wat zich vertaalde in een groei van twee cijfers in inkomsten en winst. In vergelijking met vorig jaar stegen de inkomsten met 11% naar € 2,6 miljard, terwijl de recurrente EBIT naar € 330 miljoen klom, goed voor een stijging van 21%. Hiermee werd de dalende tendens in de winst van de laatste jaren gekeerd. De vaststelling dat een groot deel van deze stijging het gevolg was van de grote vraag in activiteiten waaraan we opnieuw aanzienlijke middelen hebben toegekend, zoals Automotive Catalysts en Rechargeable Battery Materials, was bijzonder lonend. Het herstel werd verder in de hand gewerkt door verbeteringen in de productiviteit en selectieve herstructureringsinitiatieven.

Voor de meeste business units die voor hun rendabiliteit deels van de winstmarges van metalen afhangen, werden de marktomstandigheden steeds uitdagender naarmate het jaar vorderde. Onder invloed van de onzekerheid rond China en andere opkomende landen stevenden de tegenvallende metaalprijzen in de loop van het jaar regelrecht op een instorting af. Sommige metalen bereikten prijsniveaus die we niet meer hadden gezien sinds het begin van de fi nanciële crisis. De negatieve impact van de lage metaalprijzen werd ruimschoots gecompenseerd door de combinatie van grotere verkoopvolumes, verbeteringen in de bevoorrading en de productmix en enkele meevallers in de wisselkoersen.

De cashfl ow bleef in 2015 heel positief. We fi nancierden opnieuw belangrijke groei-investeringen op lange termijn, waarmee we het grootste deel van het expansieproject in Hoboken afrondden en een aantal vermogens- en capaciteitsverhogingen in Automotive Catalysts en Rechargeable Battery Materials op gang brachten, bovenop kleinere investeringen in de andere business units. We slaagden er ook in de aandeelhouders cash te blijven uitkeren via de uitbetaling van dividenden en door de terugkoop van bijna 1 miljoen van onze eigen aandelen in de loop van het jaar. De Raad van Bestuur heeft voor 2015 een jaarlijks bruto dividend van € 1,20 per aandeel voorgesteld. Dit betekent een toename van 20% en is, in de context van het beleid van Umicore om een stabiel of stapsgewijs stijgend dividend uit te betalen, een sterk signaal van vertrouwen in het potentieel van de onderneming.

2015 was het slotjaar van onze Vision 2015-strategie en tegelijk formuleerden we onze nieuwe doelstellingen voor de komende vijf jaar, gebundeld in het Horizon 2020-programma. Terugblikkend op de afgelopen vijf jaar kunnen we terecht zeggen dat we de juiste strategische keuzes gemaakt hebben. Vanuit economisch perspectief zijn de strategische prioriteiten van Horizon 2020 in grote mate te beschouwen als een voortzetting van de agenda voor Umicore die we enkele jaren geleden opstelden. De fotovoltaïsche omzetting terzijde gelaten, zijn de megatrends die onze activiteit voortstuwen zelfs nog sterker dan in 2010. We hebben een solide basis gelegd voor groei in de activiteiten die worden gestimuleerd door de tendens naar schonere mobiliteit en recyclage, en terwijl de negatieve evolutie van de metaalprijzen in 2015 ons belette het in 2010 geformuleerde groeipotentieel waar te maken, verwachten we dat de bijdrage van de investeringen, die in 2015 al zichtbaar waren, vanaf 2016 echt goed voelbaar zullen zijn. Onze algemene doelstellingen voor 2020 zijn een duidelijke leider te worden in materialen voor schone mobiliteit en recyclage, het volume van de activiteiten in termen van winst te verdubbelen en te verzekeren dat de business units Catalysis en Energy & Surface Technologies tegen 2020 een groter aandeel krijgen in onze winst om zo meer evenwicht in onze portefeuille te creëren.

Overzicht van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder

"Terugblikkend op de afgelopen vijf jaar van Vision 2015 kunnen we terecht stellen dat we de juiste strategische keuzes gemaakt hebben. "

Om onze slaagkansen voor het komende jaar te verzekeren, zullen we de focus van de activiteiten verder moeten verscherpen. Hiervan uitgaande kondigden we in het begin van 2015 onze intentie aan om de op zink gebaseerde business units, Building Products en Zinc Chemicals, te verkopen. Beide business units hebben hun positie de afgelopen jaar verstevigd en zijn klaar om verder te groeien in een omgeving die specifi ek in de lijn van hun respectieve producten, diensten en toepassingen ligt. Hoewel het de bedoeling is om beide transacties tegen het einde van 2016 te voltooien, willen we ons in een eerste fase op de verkoop van Zinc Chemicals concentreren. Het is nog niet duidelijk welke impact de beweringen van de Franse mededingingsraad inzake de activiteiten van Building Products zouden kunnen hebben op die business unit.

Onze vooruitgang op het gebied van duurzaamheidsprestaties in het kader van onze Vision 2015-doelstellingen is globaal gezien heel positief. Inzake milieu wisten we onze CO2 -emissies met 26% terug te dringen tegenover het basisjaar 2006; ons streefcijfer was een daling van 20%. Op het vlak van de daling van de metaalemissies was ons succes zelfs nog meer uitgesproken. De impact van emissies naar water en lucht daalde met respectievelijk 26% en 37%, een uitstekende prestatie tegenover ons streefcijfer van 20%.

We zetten ook grote stappen vooruit op het gebied van de ontwikkeling van onze medewerkers en de relaties met onze belanghebbenden. Uit de medewerkersenquête van 2014 bleek de hoge graad van engagement en tevredenheid onder onze werknemers en in 2015 boekten de business units en de vestigingen vooruitgang in hun actieplannen voor verdere verbeteringen. Tegen 2015 had de grote meerderheid van de werknemers van Umicore een jaarlijkse evaluatie en ontwikkelingsplan gekregen. Daarnaast konden we ook de blootstellingsniveaus van onze werknemers aan diverse metalen terugdringen. Op het gebied van duurzame aankopen hebben we onze reputatie als voortrekker verder verstevigd. Zo verzekerden we een gestage invoering van ons Charter voor duurzame aankopen en een nauwgezette implementatie van maatregelen om te garanderen dat de door Umicore verwerkte materialen confl ictvrij zijn en op een duurzame, ethische manier werden aangekocht.

Het enige aspect waar de prestaties ondermaats bleven, was veiligheid. We hadden onszelf het doel opgelegd om tegen 2015 een ongevalvrije onderneming te worden en hoewel onze veiligheidsprestaties sinds de start van het programma in 2010 verbeterd zijn, hebben we dat doel niet gehaald. In 2015 registreerden we 47 ongevallen met werkverlet, tegenover 37 het jaar ervoor. Hoewel we trots mogen zijn op onze vooruitgang in bepaalde delen van Umicore - in 84% van onze productievestigingen deed zich gedurende een jaar of langer geen enkel ongeval voor – is het

duidelijk dat we onze aanpak moeten aanpassen, willen we onze ambitie van nul ongevallen waarmaken.

In dit verslag publiceren we ook onze nieuwe milieu- en sociale doelstellingen, die integraal deel uitmaken van onze Horizon 2020-strategie. We hebben bepaalde doelstellingen van de Groep overgenomen waartoe alle business units verwacht worden bij te dragen; de meest dringende daarvan is verder streven naar nul ongevallen. Op andere gebieden hanteren we een bredere kijk op de bijdrage van Umicore doorheen de hele waardeketen en hebben we een aantal doelstellingen geformuleerd die in grote mate werden samengesteld op basis van de prioriteiten van de business units. Al deze doelstellingen hebben gemeen dat ze het potentieel hebben de business units een grotere concurrentievoorsprong te bieden, hetzij via de levering van duurzaam metaal, eco-effi ciëntere operaties,

"Onze nieuwe milieu- en sociale doelstellingen maken integraal deel uit van onze Horizon 2020-strategie. "

een hogere toegang tot talent of betere producten en diensten. Meer over deze doelstellingen vindt u op de pagina's 34 tot 37 van dit verslag.

Op het ogenblik van publicatie neemt 2016 een wispelturige start en blijkt de globale macro-economische omgeving onzeker. De markten vrezen de mogelijkheid van een economische harde landing in China en deze nervositeit wordt verder aangewakkerd door diverse, goed gedocumenteerde

geopolitieke risico's. De grondstoffenprijzen en in het bijzonder de metaalprijzen blijven laag en aankondigingen van een beperking van de bevoorrading hebben nauwelijks enige positieve impact. Hoewel we een aanzienlijke volumegroei verwachten over onze voornaamste groeiplatformen blijven de metaalprijzen momenteel onder het gemiddelde niveau van vorig jaar. Gezien de hoge marktvolatiliteit is het moeilijk om de impact van de metaalprijzen op de verwachte voordelen van de sterke volumegroei te voorspellen. Zoals gewoonlijk zullen we tegen eind april, wanneer we de eerste driemaandelijkse trading update publiceren, meer informatie verstrekken.

We maken van de gelegenheid graag ook gebruik om onze dankbaarheid en waardering voor al onze belanghebbenden uit te drukken voor hun bijdrage aan ons succes in 2015. We hebben een duidelijk uitgestippelde weg voor

ogen en kijken ernaar uit om de diverse kansen optimaal te benutten in samenwerking met onze klanten, werknemers, aandeelhouders, leveranciers en andere zakenpartners.

Het rendement steeg aanzienlijk dankzij hogere inkomsten.

" De inkomsten kenden een fl inke stijging van 11% tegenover 2014. De sterke groei in Catalysis en Energy & Surface Technologies compenseerde ruimschoots de impact van de lagere metaalprijzen. "

Overzicht

De inkomsten noteerden een fl inke stijging van 11% tegenover 2014. De sterke groei in Catalysis en Energy & Surface Technologies compenseerde ruimschoots de impact van de lagere metaalprijzen op de recyclageactiviteiten. De inkomstengroei, deels te danken aan de hogere bijdrage van de recente groei-investeringen, was de belangrijkste drijfveer van de stijging van de recurrente EBIT (+21%). De nettowinst op geïnvesteerd vermogen bedroeg 13,7%.

In vergelijking met 2010 zag Umicore haar inkomsten in haar sterkst groeiende activiteiten stijgen met 7% tegenover het gestelde potentieel van 10%. De inkomstengroei van de activiteiten waarin het globale BBP steeg, bedroeg 2% ten overstaan van de globale BBP-groei tijdens die periode, die 3%* bedroeg. De globale inkomstengroei werd afgeremd door de daling van de metaalprijzen sinds 2012, wat aanleiding gaf tot een nog grotere rem op de groei van de REBIT, vooral in 2015, op een ogenblik dat veel van de belangrijkste groei-investeringen vruchten begonnen af te werpen. De gemiddelde nettowinst op geïnvesteerd vermogen voor de vijf jaar bedroeg 15% en bleef dus binnen de streefwaarden van 15-20%.

Overzicht per segment

Catalysis

De inkomsten en winst voor Catalysis stegen respectievelijk met 19% en 50% door sterke groei van Automotive Catalysts en, in mindere mate, groei van de kleinere business unit Precious Metals Chemistry.

De inkomsten en de winst voor Automotive Catalysts stegen sterk tegenover het voorgaande jaar, een gevolg van de grote vraag

* Gebaseerd op gegevens van het IMF en de Wereldbank

11% 4%

33%

en een gunstigere productmix in toepassingen voor lichte voertuigen. De stijgende verkoop van katalysatoren voor zware dieselvoertuigen in Europa en Azië droeg verder bij tot de positieve evolutie.

De globale markt van lichte voertuigen vertoonde een matige groei van 1%. Het herstel in Europa en de aanhoudende groei in Noord-Amerika en China werden in belangrijke mate getemperd door de terugval op de Japanse en de Zuid-Amerikaanse automarkten. De verkoopvolumes en de inkomsten van Umicore deden het een stuk beter dan de automarkt, zowel globaal als in de afzonderlijke regio's.

In Europa gingen de volumes en inkomsten van Umicore aanzienlijk omhoog en groeiden sneller dan de autoproductie, waar een stijging van 3,3% te noteren viel. Het aandeel van katalysatoren voor dieselvoertuigen in de verkoopmix steeg ten gevolge van de invoering van platformen die aan Euro 6b voldoen. Ook de verkoopvolumes van katalysatoren voor benzinevoertuigen kenden een stijging, dankzij het succes van de platformen die in het begin van 2015 werden ingevoerd. De productie in de nieuwe fabriek van Umicore in Polen ging van start in het derde kwartaal van 2015, eerder dan oorspronkelijk gepland, en wordt opgevoerd.

In Noord-Amerika lag de groei van Umicore een stuk hoger dan die van de automarkt, die met 2,7% toenam, dankzij een gunstig platform en klantenmix. In Zuid-Amerika, waar de autoproductie opnieuw drastisch daalde, slaagde Umicore erin om haar inkomsten te verhogen dankzij de succesvolle lancering van nieuwe platformen.

Umicore deed het beter dan de Chinese automarkt dankzij een goede platformmix en een sterke positie bij internationale autobouwers. De autoproductie in China

groeide 3%, met dank aan de opleving in het vierde kwartaal na de beslissing van de regering om de verkoopbelasting voor voertuigen met een kleine motor te verlagen. De gunstige productmix in Zuid-Korea, waar de markt zich licht herstelde, had een positief effect op de inkomsten van Umicore. De bouw van het technologieontwikkelingscentrum in Incheon City werd voltooid en de oplevering ervan is begonnen. Umicore verhoogde opnieuw haar aanwezigheid bij Japanse wagenfabrikanten wereldwijd. In Indië groeide de automarkt sterk en Umicore is er de productie van katalysatoren voor personenwagens in haar nieuwe productievestiging bij Pune aan het opdrijven. De bouw van de nieuwe katalysatorenfabriek in Thailand gaat vooruit. De oplevering ligt op schema en is voorzien voor het derde kwartaal van 2016.

De inkomsten voor Precious Metals Chemistry stegen sterk

tegenover het voorgaande jaar. Dit was hoofdzakelijk te danken aan de grotere vraag van de automobielindustrie naar precursoren voor katalytische toepassingen, in het bijzonder in Europa. De verkoop van API's (Active Pharmaceutical Ingredients) groeide verder dankzij de nieuwe activiteiten op de Noord-Amerikaanse en de Europese markten, evenals in Azië en Oceanië. Ook de bestellingen voor organische samenstellingen namen toe, in de eerste plaats door de stijgende verkoop van materialen voor gebruik in life science toepassingen.

Energy & Surface Technologies

De inkomsten en de winst voor Energy & Surface Technologies stegen respectievelijk met 20% en 30%, hoofdzakelijk met dank aan de sterke volumegroei in Rechargeable Battery Materials en de hogere inkomsten in Cobalt & Specialty Materials. De impact van hogere inkomsten op de winst werd gedeeltelijk tenietgedaan door de negatieve impact van de lagere nikkel- en kobaltprijzen in Cobalt & Specialty Materials. De segmentresultaten omvatten de kosten gerelateerd aan het geschil bij de Amerikaanse International Trade Commission (ITC) (zie pagina 113).

De markt van Li-ionbatterijen zette de sterke groei verder en Umicore's verkoopvolumes en inkomsten voor Rechargeable Battery Materials stegen aanzienlijk tegenover het voorgaande jaar.

De globale leveringen van hoogwaardige draagbare toestellen bleven sterk in 2015. Umicore behield haar sterke positie binnen dit marktsegment dankzij haar brede klantenbestand en haar eigen aanbod van High Energy LCO (lithiumkobaltiet) producten.

De vraag naar Li-ion kathodematerialen, gebruikt in het transportsegment, kreeg een fl inke duw in de rug door het toenemende aantal elektrisch aangedreven voertuigen. Dit was in het bijzonder het geval in China, waar de overheid de verkoop van elektrisch aangedreven voertuigen ondersteunt. Dankzij haar gediversifi eerd klantenbestand kon Umicore blijven genieten van de trends in het transportsegment en een sterke groei optekenen in de vraag naar haar ruime aanbod van NMC (nikkel mangaan kobalt)- kathodematerialen. De inspanningen op het gebied van productkwalifi catieschema's werden onverminderd voortgezet, wat leidde tot een succesvolle kwalifi catie voor nieuwe platformen die de komende jaren gelanceerd zullen worden en die alle niveaus van elektrifi catie dekken (EV, pHEV en HEV).

Eind 2015 en begin 2016 werden de capaciteitsuitbreidingen in

Zuid-Korea en China voltooid. In november verkocht Umicore haar aandeel in beLife, de joint venture voor LFP (lithium ijzerfosfaat), aan Prayon. Dit bewijst dat Umicore haar aandacht en inspanningen meer zal richten op NMC (nikkel-mangaan-kobalt) en High Energy LCO (lithiumkobaltiet) kathodematerialen, waarnaar een grote vraag is in de snelgroeiende segmenten van de automobielindustrie en draagbare elektronische apparatuur.

De inkomsten voor Cobalt & Specialty Materials namen toe in vergelijking met het voorgaande jaar. Het is het resultaat van de bijdrage van de in 2014 overgenomen activiteiten en de stijgende verkoopvolumes in verschillende productgroepen. De winst ondervond echter een negatieve impact van de lagere nikkel- en kobaltprijzen en de competitieve prijzendruk in bepaalde eindmarkten.

De stijging van de inkomsten in producten voor keramische en chemische toepassingen was te danken aan de bijdrage van de Europese distributieactiviteiten die eind 2014 werden overgenomen. Daarnaast weerspiegelde de groei ook de grote vraag naar metaalcarboxylaten, gebruikt in diverse katalytische toepassingen, en grotere bestellingen voor nikkelsulfaat, gebruikt als precursor voor kathoden.

Ook de bijdrage van de raffi nage van kobalt en nikkel aan de inkomsten ging omhoog. Een sleutelfactor in deze groei was de overname van CP Chemicals in het derde kwartaal van 2014, wat de volumes van kobalt- en nikkelraffi nage deed stijgen. In de fabriek van Olen, België, werden hogere raffi nageniveaus geregistreerd. De inkomsten en verkoopvolumes voor materialen voor werktuigen bleven grotendeels stabiel op een nochtans bijzonder competitieve markt.

Economisch overzicht

De inkomsten voor Electroplating namen toe tegenover het voorgaande jaar, hoofdzakelijk dankzij de stijgende vraag naar rodium-, zilver- en goudproducten, gebruikt in decoratieve toepassingen en toepassingen ter voorkoming van het aanslaan van metaaloppervlakken. Dit was zowel het geval in Azië als in Europa. Ook de verkoop van materialen voor antislijtagetoepassingen ging erop vooruit. De verkoop van materialen voor gebruik in de elektronicasector daarentegen daalde wegens de beperktere vraag van klanten in Azië, hoewel sommige subsegmenten, zoals materiaal voor refl ecterende coatings in LED's, het goed deden.

De inkomsten voor Electro-Optic Materials stegen aanzienlijk als gevolg van de hogere bijdrage van de recyclage- en raffi nageactiviteiten en hogere verkoopvolumes in de diverse productgroepen. De verkoop van substraten voor fotovoltaïsche ruimtevaarttoepassingen ging er goed op vooruit en de business unit verstevigde met succes zijn positie in dat segment door een uitbreiding van zijn productenaanbod. De inkomsten voor optische infraroodtoepassingen stegen dankzij de snel groeiende vraag naar afgewerkte optische producten. De hogere verkoopvolumes van chemicaliën met een hoge zuiverheidsgraad voor gebruik in glasvezels droegen verder bij tot de positieve evolutie van de inkomsten.

Thin Film Products registreerde hogere inkomsten dan het voorgaande jaar, hoofdzakelijk dankzij de stijgende vraag, in het bijzonder in China, naar Umicore's roterende ITO (indium tin oxide) -targets, gebruikt in het segment van beeldschermen. De inkomsten uit producten voor de micro-elektronicasector namen toe ten gevolge van de stijgende vraag in Europa en Azië. De bouw van de fabriek in China voor de productie en recyclage van ITO-targets zal naar

verwachting in de eerste helft van 2016 opgeleverd worden.

Recycling

De inkomsten en de winst voor Recycling daalden respectievelijk met 2% en 5% en weerspiegelden de impact van de lagere metaalprijzen en de kleinere vraag in bepaalde eindmarkten van de business units Platinum Engineered Materials en Technical Materials.

De inkomsten voor Precious Metals Refi ning bleven stabiel tegenover het voorgaande jaar, ondanks de dalende metaalprijzen. Een verbeterde aanvoermix, zowel voor industriële bijproducten als voor materialen op het einde van hun levensduur, kon het effect van de lagere metaalprijzen op de inkomsten compenseren. Zoals verwacht waren de verwerkte volumes vrijwel identiek met die van het voorgaande jaar. In het vierde kwartaal steeg de doorvoer dankzij de uitbreidingsinvesteringen in de Hoboken-fabriek. Die hogere doorvoer maakte het mogelijk om het volumeverlies, veroorzaakt door de twee lange stilstanden voor de uitvoering van de investerings werken, goed te maken.

De aanvoer van materiaal was goed in alle segmenten, zowel in termen van volumes als van kwaliteit. De aanvoer van materialen op het einde van hun levensduur was van een hogere complexiteit. In het segment van de industriële bijproducten werden meer PGM-rijk materiaal en complexe residuen ontvangen uit de non-ferro metaalmijnen- en smeltindustrieën.

De prijzen op de metaalmarkten waren ongunstig: de prijzen van de meeste metalen daalden in de tweede helft van het jaar en de vraag naar bepaalde speciale metalen was extreem laag. Umicore beperkte de impact van de daling

Hoboken: complexiteit beheersen

In 2015 werd bij Precious Metals Refi ning in Hoboken de meest intensieve fase van een expansieproject van € 100 miljoen afgerond. Naarmate de activiteiten opgevoerd worden, is de fabriek goed op weg om de capaciteit met 40% uit te breiden.

De vraag naar metalen neemt toe. Sommige metalen worden schaarser. De milieuregelgeving wordt strenger. Het volume van metaalhoudende afvalstoffen uit de mijnbouw- en de smeltindustrie blijft groeien en hun verwerking wordt steeds complexer. De recyclage van materialen aan het einde van hun levensduur zal belangrijk blijven. Dit zijn de drijfveren achter het driejarige expansieproject in Hoboken.

Na een eerste werkfase in 2014 ging vorig jaar een deel van de fabriek tijdelijk dicht voor enkele belangrijke capaciteitswijzigingen in twee essentiële activiteiten: de smelter en de hoogoven. Zowel de installaties als de

opslagruimten werden uitgebreid. Processen werden aangepast en de technologie werd verbeterd wat gepaard ging met heel wat O&O in de verhoging van de verwerkings capaciteit en het beheer van steeds complexere grondstoffen.

De stijging van 350.000 naar 500.000 ton per jaar geeft Umicore een nog grotere voorsprong op haar concurrenten. Hoboken speelt ook een voortrekkersrol op het gebied van technologie. Zo wil O&O bijvoorbeeld de huidige 17 metalen die de onderneming raffi neert tot 20 of meer optrekken. Umicore investeert hiermee duidelijk in een sterke, duurzame toekomst.

Meer hierover vindt u in deze korte animatie.

Catalysis Energy & Surface Technologies Recycling Stopgezette activiteiten Corporate & Niet toegewezen 39% 27% 9% 7% 19% AANGEWEND KAPITAAL, GEMIDDELDE PER BUSINESS GROUP

O&O-UITGAVEN

van de spotprijzen van edele metalen door vooraf vastgelegde prijzen. De prijzen voor speciale metalen daarentegen kunnen niet worden ingedekt en hadden een aanzienlijke impact op de winst, vooral in de tweede helft van het jaar.

Het programma voor de capaciteitsuitbreiding van Hoboken boekte grote vooruitgang in 2015. In de loop van het jaar werden twee grote investeringen met succes uitgevoerd, wat resulteerde in een hogere doorvoer.

De inkomsten voor Jewellery & Industrial Metals daalden

wegens een lagere bijdrage van de recyclage activiteit. Hoewel de raffi nagevolumes stegen dankzij de hogere beschikbaarheid van zilverhoudende residuen, werd dit voordeel volledig tenietgedaan door de daling van de metaalprijzen. De inkomsten van de productactiviteiten gingen omhoog dankzij de grotere vraag naar investeringsproducten en in het bijzonder de grote vraag naar zilveren munten vanwege Europese en Noord-Amerikaanse muntproducenten.

De inkomsten voor Platinum Engineered Materials daalden tegenover het voorgaande jaar. De bestellingen voor platina-uitrusting voor de productie van glas bleven beperkt doordat de glasproducenten hun platina-uitrusting langer gebruiken, in het bijzonder in het beeldschermensegment. Ook de verkoopvolumes voor platinagaas, gebruikt in de meststoffenindustrie, kenden een terugval. De business unit verminderde zijn kostenbasis verder in 2015.

Precious Metals Management

kende een stijging in de leveringen van fysiek metaal. De vraag naar PGM's ging omhoog dankzij toegenomen bestellingen van de automobielindustrie. De verkoopvolumes voor goudstaven lagen iets hoger omdat de vraag van de

RECURRENTE WINST PER AANDEEL

Economisch overzichtUmicore | Jaarverslag 2015

investeerders zich in de tweede helft van het jaar herpakte. De bijdrage van de trading activiteit bleef stabiel.

De inkomsten voor Technical Materials lagen lager dan in het voorgaande jaar en weerspiegelden de lagere verkoopvolumes in de verschillende productgroepen. In Europa bleef de druk van de substitutie en de miniaturisering aanhouden en de vraag in Brazilië werd aanzienlijk getroffen door de inventarisaanpassingen van de klanten in het vierde kwartaal.

Stopgezette activiteiten

In het begin van 2015 kondigde Umicore haar intentie aan om haar twee business units voor zink, Zinc Chemicals en Building Products, te verkopen. Die divisies werden vervolgens als 'stopgezette activiteiten' gerapporteerd.

De inkomsten en winst voor Building Products kenden een terugval op jaarbasis. De Europese bouwmarkt bleef slabakken, in het bijzonder in Frankrijk, de grootste markt voor de business unit. Op de niet-Europese markten leidde de lancering van meerdere projecten tot een stijging van de inkomsten, wat echter niet volstond om de lagere verkoopvolumes in Europa

te compenseren. Het invoeren van programma's die de kosten aanzienlijk drukten en de productiviteit verbeterden, compenseerde in zekere mate de impact van de lagere inkomsten op de winst.

De inkomsten en winst voor Zinc Chemicals waren aanzienlijk hoger dan het voorgaande jaar; alle productgroepen haalden hogere verkoopvolumes. De business unit profi teerde van een hogere toelevering van zinkbevattende residuen van de galvanisatie-industrie in vergelijking met 2014. De verbeterde inputmix kon de impact van de dalende zinkprijs in de tweede helft van het jaar ruimschoots compenseren, wat tot hogere recyclagemarges leidde.

Corporate elementen

De totale corporate kosten bleven grotendeels op hetzelfde niveau als in 2014.

De inkomsten en de winst voor Element Six Abrasives daalden aanzienlijk op jaarbasis door de uitdagende marktsituatie, in het bijzonder in de olie- en gasboringsindustrie en, in mindere mate, de kleinere vraag naar materialen voor de mijnbouwsector. De impact van de lagere inkomsten op de winst werd gedeeltelijk gecompenseerd door kostenverminderingen en herstructureringsprogramma's in de hele organisatie.

CASESTUDIE

Naar een nieuwe toekomst

Sinds het begin van 2015 zijn drie business units van Umicore – Zinc Chemicals, Building Products en Thin Film Products – nieuwe strategische trajecten aan het uitstippelen. Een woordje uitleg van de business heads.

BUILDING PRODUCTS EN ZINC CHEMICALS: STERKE SPELERS

Stephan Csoma, Executive Vice-President, vindt het belangrijk de huidige positie van deze twee business units binnen Umicore te begrijpen: "Beide zijn sterke spelers in hun segmenten, maar ze passen niet langer in de groeiambities van Umicore op het gebied van schone mobiliteit en recyclage. Ze zouden meer toekomst hebben als kernactiviteit buiten Umicore."

De laatste jaren heeft Umicore grote inspanningen geleverd om Building Products, een leider in de ontwikkeling van zinkmaterialen met hoge toegevoegde waarde voor de bouwsector, te versterken. "In 2013 verkleinden we de structuur om ons aan de beperkte verwachte groei aan te passen", vertelt Stephan. "Maar tegelijk deden we ook de nodige investeringen om competitief te blijven." Een mooi voorbeeld daarvan is de laklijn in Viviez, Frankrijk. Ze werd in 2014 opgeleverd waardoor activiteiten die voorheen werden uitbesteed, nu door de business unit worden uitgevoerd wat de fl exibiliteit verhoogt en de kosten verlaagt.

Een eerste optie voor deze business unit is de krachten te bundelen met een andere fabrikant van dakbedekkings-, gevel- of regenwatersystemen. Als kernactiviteit zou hij op die manier meer

verkoopondersteuning krijgen en schaalvoordelen ondervinden. Een tweede optie is de business unit onder te brengen in een grote bouwgroep met een breder aanbod. Hij zou een hoofdrolspeler blijven in zinkmaterialen en tegelijk voordeel halen uit de synergie met andere producten. "Beide opties zouden het bedrijf in een sterkere positie plaatsen", aldus Stephan. Een derde mogelijkheid is een autonoom bedrijf te worden.

Concurrentieel voordeel

Zinc Chemicals is nog zo'n sterke business unit. Het is een wereldwijde leider in zinkpoeders voor alkalinebatterijen, beschermende coatings en de recyclage van bijproducten uit zinkgalvanisatieindustrie. Daarnaast is Zinc Chemicals ook Europees leider in zinkoxide. Zijn geavanceerde procestechnologieën geven Zinc Chemicals een sterk concurrentievoordeel. "De business unit beschikt bovendien over een uitgebreid commercieel netwerk, trouwe klanten en een lichte structuur", gaat Stephan verder. Ook op dit vlak waren permanente investeringen cruciaal. Voorbeelden zijn de expansie in Pasir Gudang, Maleisië, een nieuwe fabriek met ultramoderne technologie in Changsha, China, en de renovaties van oudere fabrieken in België en Nederland.

De meest voor de hand liggende optie, merkt Stephan op, is een

fusie of een overname door een bedrijf met gelijkaardige activiteiten, om zo een sterkere onderneming met een breder geografi sch bereik te creëren. Een tweede mogelijkheid is de integratie met een partner lager in de keten, bijvoorbeeld een zinksmelterij, die zekerheid kan bieden in de bevoorrading van grondstoffen. Een autonoom bedrijf worden is ook een optie.

THIN FILM PRODUCTS: EEN NICHESPECIALIST

Deze business unit maakt integraal deel uit van de portefeuille van Umicore maar vereist een specifi eke strategische aanpak. Marc Van Sande, Executive Vice-President, legt uit dat Umicore volledig of gedeeltelijk eigenaar van deze activiteit wil blijven en ze wil helpen zijn marktvertegenwoordiging te verhogen via een strategisch partnerschap.

"We willen de business unit meer kritische massa geven voor de volgende fase van zijn ontwikkeling. Of dat als meerderheids- of als minderheidsaandeelhouder is, valt nog af te wachten." Marc vertelt dat Thin Film Products aan gespecialiseerde niches verkoopt.

"Het zijn sterke business units, die zich op een geschikt moment in hun bedrijfscyclus bevinden om deze stap te zetten. "

Stephan Csoma

Umicore | Jaarverslag 2015

Economisch overzichtUmicore | Jaarverslag 2015

Aantrekkelijke samenwerkingsverbanden

De business unit heeft aanzienlijk geïnvesteerd. Marc verwijst naar de recente joint venture in Qingyuan, China, om een nieuwe fabriek voor coatingtoepassingen voor grote oppervlakken te bouwen. De business unit is goed geplaatst om op zoek te gaan naar aantrekkelijke samenwerkingsverbanden. Een van de mogelijkheden is uitkijken naar partners lager in de keten die gemakkelijk toegang hebben tot grondstoffen. Een andere mogelijkheid is een partner hogerop in de keten, die de toegang tot de volgende stap in de waardeketen vergemakkelijkt. "Een derde optie", vervolgt Marc, "is een partner met expertise in complementaire metalen om nieuwe toepassingen te ontwikkelen".

"Kansen grijpen, dat is waar het om gaat." Marc Van Sande

VOLGENDE STAPPEN

"Sinds de aankondiging in januari voeren de business unit managers en ik gesprekken met ondernemingsraden en bezoeken we de sites om de veranderingen toe te lichten en vragen te beantwoorden", vertelt Stephan. Ook creëerden we verschillende juridische entiteiten voor de activiteiten in België, Frankrijk en de VS, die voorheen bij andere activiteiten van Umicore waren ondergebracht.

De volgende stap is op zoek gaan naar aantrekkelijke overnemers voor Building Products en Zinc Chemicals en naar een partner

voor Thin Film Products. "We willen dit tegen het einde van 2016 rond hebben. Het is uiteraard wel de bedoeling dat we voor elke business unit de beste optie verzekeren", zegt Stephan. Marc besluit: "Het zal een tijdje duren voor de mensen de veranderingen assimileren. Maar met de juiste technologie en met mensen en producten van wereldklasse ziet de toekomst er goed uit. Dit is het moment bij uitstek voor deze business units om hun toekomst richting te geven."

Niet-recurrente elementen

De niet-recurrente elementen hadden een negatieve impact van € 75 miljoen op de EBIT. De grootste post, € 26 miljoen, bestond uit waardeverminderingen op permanent vaste metaalvoorraden in verschillende business units als gevolg van lagere metaalprijzen. Herstructureringskosten bedroegen € 23 miljoen en hadden betrekking op kostenbesparende maatregelen en aanpassingen aan de productie in bepaalde business units zoals Technical Materials, evenals in de Element Six Abrasives joint venture. Er werden ook milieuvoorzieningen, verbonden aan de sanering van historische vervuiling, voor € 11 miljoen geboekt. Andere niet-recurrente kosten hadden

onder andere betrekking op de bijzondere waardevermindering geboekt op de participatie van Umicore in Nyrstar. De boekwaarde van deze participatie werd aangepast, in overeenstemming met IFRS, aan de slotkoers van Nyrstar op 31 december 2015 (€ 1,60). De impact van de niet-recurrente kosten op het nettoresultaat (aandeel van de Groep) bedroeg € 63 miljoen .

Financiële resultaten en belastingen

Netto recurrente fi nanciële kosten bedroegen € 10 miljoen, waarbij een positief wisselkoersresultaat de hogere interestkosten ruimschoots compenseerde. De gemiddelde gewogen nettorente bleef stabiel en bedroeg 1,54%. De recurrente

belastingen voor de periode bedroegen € 66 miljoen. De recurrente effectieve belastingsvoet voor de periode bedroeg 21,4%, in vergelijking met 21,8% in 2014.

Kasstromen

De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg € 432 miljoen. Deze omvatte een stijging van het werk kapitaal van € 43 miljoen door de groei van de activiteiten in de verschillende business groups. De stijging werd deels gecompenseerd door een daling van het werk kapitaal in de stopgezette activiteiten.

De investeringen bedroegen € 240 miljoen. Het overgrote deel van de investeringen had betrekking op Umicore's groeiprojecten.

In Recycling werden aanzienlijke investeringen met betrekking tot de capaciteitsuitbreiding in Hoboken met succes uitgevoerd tijdens het jaar. In Catalysis hadden de investeringen voornamelijk betrekking op de bouw van de fabrieken in Polen en Thailand, evenals de bouw van Ordeg's nieuw technologieontwikkelingscentrum in Zuid-Korea. In Energy & Surface Technologies waren de investeringen voornamelijk verbonden aan de doorlopende uitbreidingen van de productiecapaciteit voor Rechargeable Battery Materials in China en Zuid-Korea.

Financiële schuld

Op 31 december 2015 bedroeg de netto fi nanciële schuld € 321 miljoen, slechts een kleine stijging ten opzichte van € 298 miljoen aan het begin van het jaar, ondanks de aanzienlijke investeringen in de periode. Het vermogen van de Groep bedroeg € 1,732 miljoen, resulterend in een netto schuldgraad (nettoschuld / nettoschuld + eigen vermogen) van 15.3%. De ratio nettoschuld tot recurrente EBITDA bedroeg 0.6x.

Onderzoek, ontwikkeling en innovatie

De uitgaven voor O&O in de volledig geconsolideerde ondernemingen, inclusief stopgezette activiteiten, bedroegen € 145 miljoen, i.e. iets meer dan in 2014. De hogere uitgaven in Catalysis werden grotendeels gecompenseerd door de lagere uitgaven voor O&O in Recycling omdat de uitbreidingswerken in de vestiging van Hoboken naar de uitvoeringsfase overgingen. De uitgaven voor O&O bedroegen 5.5% van de inkomsten, tegenover 6% in 2014.

De belangrijkste domeinen van productgerelateerde O&O-uitgaven bevonden zich in autokatalysatoren, brandstofcelkatalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen. De meeste procesgerelateerde O&O-uitgaven zijn gewijd aan recyclagetechnologieën en processen voor de productie van katalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen. Umicore trekt ontvangen onderzoeksubsidies van derden af van de gerapporteerde O&O-cijfers. We passen ook de internationaal erkende definities voor O&O-uitgaven van het Frascati-handboek toe. De O&O-uitgaven van de verbonden bedrijven zijn niet in de gerapporteerde O&O-uitgaven van dit verslag opgenomen.

Op 1 juli 2015 kondigden Umicore en Solvay aan dat ze hun respectieve 50% aandelen in de joint venture SolviCore aan het Japanse chemiebedrijf Toray hadden verkocht. De expertise van Toray in brandstofcelmaterialen en de ervaring van dit bedrijf in massaproductie zullen in het voordeel van SolviCore spelen. Umicore blijft zich toeleggen op haar belangrijkste competentie in katalyse en gaat verder met de ontwikkeling en verkoop van elektrokatalysatoren voor de brandstofcelindustrie.

In totaal werden 46 nieuwe patentfamilies geregistreerd in de loop van 2015, tegenover 43 in 2014. De meeste ervan hebben betrekking op autokatalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen.

Umicore heeft voorrang gegeven aan de O&O-programma's om de ambities van Horizon 2020 maximaal te ondersteunen, met focus op de ontwikkeling van innovatieve materialen en processen op het gebied van schone mobiliteit en recyclage. Op een evenement voor kapitaalmarkten in september werd aan investeerders een allesomvattend overzicht van de projecten voorgesteld; het overzicht is te bekijken op onze website http://www.umicore.com/en/ cases/horizon-2020/.

In 2015 voerde het Directiecomité vier specifi eke technologie-evaluaties uit. De onderneming richtte ook een Innovation Excellence Board (IEB) op, bestaande uit senior O&O managers. Het doel van de IEB is het innovatiemanagement in de groep verder te verbeteren.

Umicore steunt open innovatie en in 2015 hebben we ons samenwerkingsnetwerk met universiteiten en onderzoeksinstituten over de hele wereld verder ontwikkeld. We boden bijna 130 stageplaatsen aan voor studenten in het kader van hun master- en bacheloropleiding en sponsorden 18 doctoraats- en post-doctoraatsstudenten rechtstreeks tijdens hun studie. Umicore heeft zes gastprofessoraten aan universiteiten lopen en de onderzoeks- en technische medewerkers van Umicore gaven vele lezingen aan universiteiten over de hele wereld. We hebben ook talrijke samenwerkingen met universiteiten voor onderzoek en het delen van diensten en infrastructuur.

In maart 2015 bekroonden we Stefan Knoppe met de Umicore Scientific Award voor zijn doctoraatswerk aan de Universiteit van Genêve over de synthese, grootteselectie en stereochemische karakterisering van met thiolaat beschermde goudclusters. De inzending van Stefan was één van de 40 inzendingen die we uit heel Europa mochten ontvangen. Ook

vier masterstudenten die in België werken, werden voor hun werk beloond. De Award wordt toegekend aan een doctor (PhD) die met zijn of haar onderzoek bijdraagt aan de wetenschap in domeinen die cruciaal zijn voor de groei van de activiteiten van Umicore en voor de ontwikkeling van een duurzame maatschappij. Deze domeinen zijn: fijnedeeltjestechnologie en -toepassingen, recyclagetechnologie, thema's in verband met duurzame energie, katalyse en tot slot economische of maatschappelijke vraagstukken in verband met metaalhoudende verbindingen. Sinds de lancering van de Award in 2007 hebben Umicore en haar partners meer dan 360 inzendingen beoordeeld en € 155.000 toegekend aan 38 wetenschappers uit heel Europa.

Het Umicore-aandeel

De koers van het Umicore-aandeel lag op het einde van het jaar 16% hoger dan op het einde van 2014 (€ 38,67 t.o.v. € 33,31). Hiernaast staat een stijging van 8% in de Euronext 100 Index van de 100 grootste op de Euronextbeurzen genoteerde bedrijven en een stijging van 13% in de Bel20 Index, die de grootste Belgische bedrijven omvat. Het afgelopen jaar behielden we onze plaats in de FTSE4Good Sustainability Index en een aantal andere op duurzaamheid gerichte fondsen.

Economisch overzicht

Eind 2015 hadden vier investeringsmaatschappijen meer Umicoreaandelen in handen dan de aangiftedrempel van 3%. Op het einde van het jaar hadden deze bedrijven gezamenlijk 26,17% aangegeven, waarvan GBL veruit het grootste was met een aandeel van 15%. Umicore verwierf 920.000 eigen aandelen in 2015. Tijdens het jaar werden 873.338 aandelen gebruikt in het kader van uitgeoefende aandelenopties en werden 33.400 aandelen toegewezen aan de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité. Op het einde van 2015 had Umicore 3,51% eigen aandelen in bezit.

Dividend

Op de Jaarlijkse Algemene Vergadering van 26 april 2016 zal de Raad van Bestuur een bruto jaarlijks dividend van € 1,20 per aandeel voorstellen. Dit kende een stijging van 20% in vergelijking met 2014, een pay-out ratio van 53% op basis van een recurrente EPS van € 2,27 per aandeel en een opbrengst van 3% op basis van de gemiddelde aandelenprijs van 2015. Gezien het interim-dividend van € 0,50 per aandeel dat op 3 september 2015 werd uitbetaald en onder voorbehoud van de goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 2 mei 2016 een bruto bedrag van € 0,70 per aandeel betaald worden.

In 2015 haalden we de meeste van onze Vision 2015 doelstellingen met uitzondering van onze prestaties op het gebied van veiligheid.

" Er zijn enkele bemoedigende signalen die aantonen dat een werkplek zonder ongevallen een haalbaar j gg streefdoel is." p

Aantrekkelijke werkplek

GEMIDDELD AANTAL OPLEIDINGSUREN PER WERKNEMER

2011 2012 2013 2014 2015

ONGEVALLEN MET WERKVERLET

2011 2012 2013 2014 2015

35

60

49

37

47

Umicore stelde zich ten doel

Nul ongevallen

tegen 2015 een werkplek zonder ongevallen te worden. Over het algemeen vertonen de resultaten inzake veiligheid voor de periode 2011 tot 2015 een merkbare verbetering in vergelijking met 2010 en alle voorgaande jaren maar dit volstond niet om het uiteindelijke doel te halen. Na een grote verbetering van 2011 tot 2013 kenden de veiligheidsprestaties de twee laatste jaren zelfs een terugval.

Op het vlak van ongevallenfrequentie is het aantal ongevallen met werkverlet in 2015 (47) gestegen ten opzichte van 2014 (37). Daardoor is de frequentiegraad toegenomen van 2,16 tot 2,66. De ernstgraad van de ongevallen bedroeg 0,12. De business group met het hoogste aantal ongevallen met werkverlet is Recycling.

Maar hoewel de algemene evolutie niet bevredigend is, zijn er toch enkele bemoedigende signalen, die aantonen dat een werkplek zonder ongevallen een haalbaar streefdoel is. Het percentage vestigingen zonder een enkel ongeval met werkverlet bleef hoog: 85% (tegenover 84% in 2014). Zes business units slaagden erin een volledig jaar te werken zonder ongevallen met werkverlet en voor het eerst haalde een vestiging de kaap van de 10 jaar zonder ongeval met werkverlet of registreerbare verwondingen waarbij Umicorepersoneel betrokken is en geen ongevallen met werkverlet met onderaannemers. Zes vestigingen haalden de drie jaar en vier vestigingen de vijf jaar.

In 2015 vond de vijfde editie van de Umicore Safety Awards plaats. De winnaar was Joseph Branch, die in de vestiging van Thin Film Products in Providence, VS, werkt. De jury koos hem uit 50 inzendingen, goed voor in totaal meer dan 200 genomineerde mede werkers. De jury reikte ook een speciale erkenning uit aan Carole Mehl, plant manager in de fabriek van Cobalt & Specialty Materials in Arab, VS. De award wil alle medewerkers aanmoedigen om de verantwoordelijkheid te nemen voor de veiligheid op hun werkplaats en de beste praktijken met heel het bedrijf te delen.

In de context van de Horizon 2020 doelstellingen zal Umicore het doel van nul ongevallen met werkverlet verder nastreven.

In 2015 kreeg het groepsproject rond veiligheid van de processen verder vorm met een aantal terreinbezoeken en inspecties, en daarnaast ook de ontwikkeling van veiligheidsstandaarden en richtsnoeren voor de hele groep. Het projectteam hield workshops met alle industriële vestigingen, waaraan honderden collega's deelnamen. Naast de e-learningcursussen rond de veiligheid van de processen voor de betrokken werknemers zette het projectteam tevens de schouders onder de ontwikkeling van interne software om de risicoidentifi catie en de invoering van risicobeperkende maatregelen te vergemakkelijken.

Ontwikkeling van de medewerkers

Als werkgever hebben we de verantwoordelijkheid om onze collega's de mogelijkheid te bieden zich te ontwikkelen en te groeien. Dat kan verschillende aspecten omvatten – van leer- en ontwikkelingsmogelijkheden tot regelmatige feedback, talentbeheer en successieplanning. Een van de doelstellingen die we tegen 2015 wilden bereiken, was ervoor te zorgen dat alle medewerkers minstens een keer per jaar worden geëvalueerd

met betrekking tot hun persoonlijke ontwikkeling.

Bij ons eerste onderzoek in 2011, toen we begonnen met de inzameling van gegevens op groepsniveau, bleek dat 87% van alle medewerkers zo'n evaluatie kreeg. Eind 2015 had 96% van de medewerkers zijn evaluatie gekregen. Dat we de maximumscore van 100% niet haalden, kwam enkel door recente overnames en aanwervingen in het kader van groei-investeringen, een teken dat het kleine tekort slechts van tijdelijke aard is. Daarom kunnen we terecht stellen dat het streven om de toegang tot leer- en ontwikkelingsmogelijkheden te verbreden en te verdiepen in de vijf jaar dat Vision 2015 liep, een succes was.

Een aanwijzing van de ontwikkeling van de medewerkers is de intensiteit van de opleiding. Het gemiddelde aantal uren training per persoon is al enkele jaren rond de 45 blijven hangen. In 2015 bleven we voorrang geven aan opleidingen op de werkvloer, die zich toespitsen op het verwerven van praktische ervaring en/of integratie van de opleiding in de dagelijkse werkomgeving. In de talrijke Lunch & Learn-seminaries in de loop van het jaar kwam een brede waaier aan onderwerpen aan bod, van kenniscreatie en kennisbeheer tot de bijdrage van de materialen van Umicore aan een beter leven.

In 2015 voltooide Umicore de uitrol van het learning management platform, My Campus. Het doel van dit platform is de samenwerking op de werkvloer te verbeteren – een aspect dat als een belangrijk ontwikkelingsdomein werd aangeduid in de personeelsenquête van 2010. My Campus is een online platform dat de medewerkers toegang geeft tot verschillende soorten training en persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden, zoals e-learning modules voor duurzame aankopen

en prestatiebeheer. Het platform ondersteunt ook de talent- en prestatiebeheerprocessen en omvat een collaborative networking tool. Eind 2015 had ongeveer 85% van alle Umicore-medewerkers toegang tot het platform, tegenover 80% op het einde van 2014.

In 2015 hield Umicore haar tweejaarlijkse talentevaluatie voor managers. Dit proces biedt een degelijk kader voor de begeleiding van loopbaanontwikkeling en successieplanning bij Umicore. Met betrekking tot de ontwikkeling van leiderschap lanceerde de onderneming een nieuw senior leiderschapsprogramma aan de INSEAD businessschool, bedoeld om de vaardigheden van de managers in aspecten zoals strategisch zakelijk denken, de Aziatische bedrijfscontext en persoonlijk leiderschap verder uit te bouwen. Aan de eerste editie van dit programma namen alvast 36 senior executives deel .

Aantrekkelijke werkplek

Medewerkers aantrekken en behouden is een constante uitdaging, vooral in technologie-intensieve sectoren zoals die waarin Umicore actief is. We hebben onze 2015-doelstellingen als aantrekkelijke werkgever gebaseerd op de resultaten van de personeelsenquête 2010. Elke site moest een plan opstellen om in de omgeving waar ze actief is als aantrekkelijke werkgever te worden beschouwd.

Tegen eind 2015 beschikte 97% van de sites over een plan om als aantrekkelijke werkgever beschouwd te worden, tegenover 70% in 2011. Dit is een heel hoog slaagcijfer voor deze doelstelling van Vision 2015. Tegen eind 2015 werkte 69% van de medewerkers in een site die in de lokale omgeving als een aantrekkelijke werkgever wordt beschouwd, een score die de 53% van 2011 ruimschoots overtreft.

In sommige landen worden beste werkgevers verkozen, een positie die de zichtbaarheid en de erkenning van de winnaars een fl inke boost geeft.

Alle sites in België, Frankrijk en Brazilië en de grootste sites in Duitsland kregen in 2015 opnieuw nationale erkenning als Beste Werkgever. Om voor deze certifi catie in aanmerking te komen en aan de vereiste standaarden te voldoen, moeten een streng onderzoeksproces en een audit worden uitgevoerd. Het Top Employers Institute evalueerde het aanbod voor het personeel van Umicore op criteria zoals talentstrategie, personeelsplanning, het onthaal van nieuwe werknemers, leren en groeimogelijkheden, prestatie beheer, ontwikkeling van leiderschap, loopbaan- en successiebeheer, lonen en voordelen, en bedrijfscultuur. Het Top Employers Institute besloot dat Umicore een uitstekende werkomgeving biedt, met een brede waaier aan creatieve initiatieven, van extralegale

Umicore | Jaarverslag 2015

voordelen en goede arbeidsvoorwaarden tot doordachte prestatiebeheerprogramma's die goed op de bedrijfscultuur aansluiten.

De site van Hanau werd nogmaals bekroond met het Berufundfamiliecertificaat voor haar gezinsgerichte beleid. Sinds 2007 mocht de site deze award al elk jaar ontvangen.

In 2015 bleef het personeelsverloop stabiel op 3,4%. Net als de vorige jaren – en in lijn met de regionale verschillen – was het verloop het sterkst in het Stille-Oceaangebied (Azië), waar de arbeidsmarkt in veel landen erg concurrentieel en in beweging is.

In 2015 vernieuwden Umicore en de IndustriALL Global Union hun globale kaderovereenkomst inzake duurzame ontwikkeling voor een periode van vier jaar. De overeenkomst dekt mensenrechten (ook collectieve onderhandelingen en gelijke kansen), veilige en gezonde arbeidsvoorwaarden en milieuaspecten. Umicore kreeg op

de Cobalt & Specialty Materials Operations site in Subic, de Filippijnen, een inspectiecomité over de vloer. De voornaamste aandachtspunten tijdens het bezoek waren arbeidsvoorwaarden, veiligheid en hygiëne, milieu en engagement t.a.v. de lokale gemeenschap. Tijdens een rondleiding door de fabriek en ontmoetingen met lokale vakbondsafgevaardigden kon de delegatie bevestigen dat Umicore de verbintenissen van de globale overeenkomst volledig naleeft.

De pilootversie van het mentorprogramma in 2014 inspireerde het 'Focus op vrouwen'-netwerk van Umicore om een 'Coaching Circles'-programma te starten dat in december 2015 gelanceerd werd. Coaching Circles is een ontwikkelingsprogramma in vijf stappen voor vrouwelijke managers en draait rond training, netwerken, coaching en mentoring. In die zin maakt het deel uit van de diversiteits- en inclusie-initiatieven bij Umicore. De selectie van de kandidaten voor de eerste versie

was bedoeld om te verzekeren dat de deelnemers een mooie mix vormden in termen van business unit, site en ervaringsniveau.

Blootstelling aan beroepsziekten

Umicore levert continu inspanningen om werkgerelateerde ziekten te elimineren en het welzijn op het werk te bevorderen. De belangrijkste risico's in verband met de gezondheid op het werk zijn blootstelling aan gevaarlijke stoffen (vooral arsenicum, cadmium, kobalt, lood, nikkel en platinazouten) en fysieke gevaren (hoofdzakelijk geluidsoverlast). We hebben streefwaarden vastgelegd voor de blootstelling aan mogelijk gevaarlijke stoffen op het werk. Deze zijn gebaseerd op de niveaus die de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ACGIH) heeft bepaald en zijn minstens even streng als de wettelijke drempels in de landen waar we actief zijn. De Vision 2015-doelstelling voor beroepsmatige blootstelling was het aantal individuele blootstellingen per werknemer die de interne streefwaarden overschrijden, tot nul te herleiden. Hoewel deze verhoogde meetwaarden niet noodzakelijk betekenen dat de betrokkene gevaar loopt, zijn ze belangrijke indicatoren van recente of langdurige blootstelling en worden ze als basis gebruikt om de werkomstandigheden in die bepaalde omgeving nog verder te verbeteren. Alle medewerkers die op het werk aan één van de gevaarlijke metalen (arseen, cadmium, kobalt, nikkel, lood en platinazouten) of andere metalen kunnen worden blootgesteld, worden opgevolgd via het bedrijfsgezondheidsprogramma.

Over het algemeen boekten we tussen 2011 en 2015 veel vooruitgang op het gebied van blootstelling aan beroepsziekten. Op groepsniveau stelden we in 2015

Aantrekkelijke werkplekUmicore | Jaarverslag 2015

een overschrijding van 2,3% vast, een aanzienlijke daling in vergelijking met de 5,2% van 2011, het eerste jaar waarvoor we gegevens op groepsniveau verzamelden. Van de 4764 metingen bij medewerkers die op het werk aan de boven genoemde metalen (behalve platina zouten) zijn blootgesteld, gaven de resultaten bij 110 medewerkers aan dat de blootstelling aan het metaal minstens eenmaal boven ons referentieniveau lag. Tegenover het niveau van 2014 stelden we een stijging van 1,8% vast. Dit was in de eerste plaats te wijten aan het hoger aantal overschrijdingen van de blootstelling aan kobalt bij Energy & Surface Technologies. Deze evolutie werd waarschijnlijk veroorzaakt door de aanzienlijke productiestijging.

In 2015 werden er geen nieuwe gevallen van overgevoeligheid aan platinazout vastgesteld.

In onze fabriek in Providence, VS, hebben Umicore en het Amerikaanse National Institute for Occupational Safety & Health (NIOSH) verdergewerkt aan een project om de doeltreffendheid te beoordelen van de preventieve maatregelen om de blootstelling van werknemers aan indiumtinoxide (ITO) te beperken. Het NIOSH voerde verdere evaluaties van de medewerkers en industriële hygiënet esten uit. De resultaten hievan worden verwacht in 2016.

Er werd al een fl inke vooruitgang geboekt en de beroepsmatige blootstelling is al sterk afgenomen maar dit punt blijft voor de periode 2016-2020 een van de prioriteiten van Umicore in het kader van de Horizon 2020-strategie.

CASESTUDIE

Horizon 2020: een kennismaking

In het begin van juni 2015 kondigde Umicore haar Horizon 2020-strategie aan. Gedurende enkele weken organiseerde de onderneming wereldwijd roadshows om te verzekeren dat alle werknemers de nieuwe strategie en hun rol daarin begrepen.

Een enquête uit 2014 had uitgewezen dat werknemers de strategische koers van Umicore beter wilden kennen. In deze context werd een grootschalige communicatiecampagne gevoerd als antwoord op het verlangen van de medewerkers om meer te weten over de toekomstige bedrijfsplannen van Umicore.

De voorbereidingen van deze communicatiecampagne gingen campagne was de roadshow van het senior management. In juni vonden in alle sites en alle business units van Umicore wereldwijd meer dan 100 informatiesessies over Horizon 2020 plaats. Het doel was in een korte tijdspanne met zoveel mogelijk mensen te praten.

Persoonlijk contact

Het was een onderneming van formaat. CEO Marc Grynberg en

"Maar liefst 92% van de respondenten verklaarde de strategie en de doelstellingen goed te begrijpen."

van start in het begin van 2015. Veel voorbeeldpraktijken van de vorige strategielancering werden aangepast voor Horizon 2020. Het senior management werd al in een vroege fase van het proces betrokken om zo meer tijd te creëren om de globale strategie te vertalen in specifi eke boodschappen voor elke business unit en regio. Ze beschikten daarbij over een communicatiekit op maat, zodat de communicatie eenvormig kon verlopen.

Op 3 juni ontvingen alle werknemers een interne communicatie met een toelichtende video over Horizon 2020. Essentieel in de

leden van het directiecomité trokken naar de grootste sites, terwijl leden van het senior management team andere sites bezochten. In de grootste sites waren soms meer dan tien opeenvolgende sessies nodig om te verzekeren dat alle werknemers aan bod kwamen.

CEO Marc Grynberg leidde de sessies in, soms live, soms met een videoboodschap. Daarna volgde een animatiefi lm over Horizon 2020, die de link legde tussen de vorige vijfjarenstrategie en de nieuwe. Daarna volgde een specifi eke presentatie voor de betrokken business unit.

Elke sessie eindigde met een vragenronde, waarin de werknemers de senior managers rechtstreeks vragen konden stellen. Dit persoonlijke, rechtstreekse contact kon op veel bijval rekenen. De mensen wilden in de eerste plaats weten welke impact Horizon 2020 op hun werk zou hebben. In een supplement over Horizon 2020 bij het wereldwijde werknemersmagazine, umicore.link, stonden de meest gestelde vragen en de antwoorden van de CEO.

Positieve resultaten

Na afl oop van de roadshows vond een enquête plaats om de kijk van de mensen op Horizon 2020 te evalueren. Maar liefst 92% van de respondenten verklaarde de strategie en de doelstellingen goed te begrijpen. 86% geloofde dat het de juiste koers is voor de onderneming en 80% was van mening dat de strategie gunstig is voor hun eigen business unit.

De roadshows liepen in het begin van de zomer dan wel ten einde maar de campagne was nog lang niet voorbij. Het hele jaar door werd er naarstig doorgewerkt aan de omzetting van de nieuwe strategie in specifi eke boodschappen voor de business units, afdelingen en kleinere divisies. Via regelmatige updates blijven de werknemers op de hoogte van de veranderingen die Horizon 2020 nu al in de onder neming teweegbrengt.

Tijdens de campagne werden grote inspanningen geleverd om iedereen in de organisatie persoonlijk te ontmoeten. Dit bewijst hoe sterk het senior management in Horizon 2020 gelooft. Het toont ook aan dat Umicore de juiste mensen in huis heeft om de strategie waar te maken en dat iedereen een rol te spelen heeft.

Umicore | Jaarverslag 2015

Aantrekkelijke werkplek

In Guarulhos, Brazilië, maakten de werknemers kennis met Horizon 2020 tijdens interactieve informatiesessies met het senior management. Twee werknemers geven hun indrukken weer.

SOLANGE MANTOVANI, Accounting Manager

Ik kwam meer over Horizon 2020 te weten tijdens een goed voor bereide presentatie voor managers van de fabrieken van Guarulhos, Americana en Manaus. Dat was goed, want we krijgen niet vaak de gelegenheid om rechtstreeks informatie te ontvangen van de mensen die de beslissingen nemen. Het is moeilijk om deel uit te maken van een strategie als je ze niet begrijpt. De doelstellingen kennen is belangrijk om te weten hoe je kunt bijdragen.

Als ik drie sleutelwoorden moest kiezen om de Horizon 2020-strategie te beschrijven, zou ik kiezen voor focus, productiviteit en eenvoud. Volgens mij zijn er twee grote uitdagingen, willen we de doelstellingen waarmaken. Eerst moet er een culturele verandering plaatsvinden. Veranderingen zijn niet altijd gemakkelijk, maar je moet ze zien als een kans voor verbetering, niet als een bedreiging. Ten tweede, als we productiever en effi ciënter willen werken, moeten we onze methoden en processen aanpassen om nog beter gestructureerd en nog veerkrachtiger te worden.

GABRIEL NOGUEIRA, Senior Engineer

In juni hield onze Executive Vice-President, Stephan Csoma, in onze site een algemene presentatie over Horizon 2020 voor alle werknemers. In augustus stelde de Senior Vice-President Precious Metals Refi ning, Luc Gellens, specifi eke doelstellingen voor de business unit voor. Het was een heel duidelijk en transparant communicatieproces, eerst voor iedereen, ongeacht het niveau, en later kreeg elke business unit nog verdere details.

In een enquête na de communicatiecampagne rond Horizon 2020 vatten werknemers de strategie van Umicore in drie woorden samen.

Ik waardeer het dat het senior management de tijd nam om de strategie uit te leggen. Het bevordert motivatie, vertrouwen en respect. De mensen moeten met de strategie vertrouwd zijn, zodat ze hun dagelijkse activiteiten erop kunnen afstemmen. Ik vind Horizon 2020 als strategie goed gestructureerd, ze ligt immers in de lijn van Vision 2015 en strookt met de waarden van de onderneming; doelgericht want ze koppelt betere resultaten aan acties om de effi ciëntie te verhogen; en motiverend want de doelstellingen zijn ambitieus.

We hebben onze Vision 2015-milieudoelstellingen inzake emissies en de duurzaamheid van onze producten gehaald.

" We overtroffen ruimschoots ons streefcijfer om de impact van onze metaalemissies naar lucht en water met 20% te verminderen."

Eco-efficiëntie

Koolstofemissies

In heel wat landen overal ter wereld neemt de overheid maatregelen als antwoord op de klimaatverandering en de uitdaging om de ecologische voetafdruk van de samenleving te verkleinen. Dat blijkt uit internationale overeenkomsten en talrijke nationale en regionale initiatieven en engagementen. Umicore is actief in verschillende product- en dienstensectoren die kunnen bijdragen tot oplossingen voor de wereldwijde uitdagingen met betrekking tot energie en koolstofemissies. Onze Vision 2015-strategie identificeerde belangrijke groeimogelijkheden in sectoren zoals elektrische auto's en recyclage, die oplossingen bieden voor die problemen.

Voor onze operationele activiteiten nemen we specifieke maatregelen om onze koolstofvoetafdruk te verminderen en onze energie-efficiëntie verder te verhogen. In deze context voerden we in 2011 een beleid rond energie-efficiëntie en koolstofemissies in.

De belangrijkste pijler van dit beleid was de groepsdoelstelling om onze CO2 -equivalente emissies tegen 2015 met 20% te verminderen ten opzichte van het referentiejaar 2006 en dit op basis van hetzelfde activiteitenniveau als in 2006 (zie nota E3 voor meer details).

Andere aspecten die in dit beleid werden opgenomen, zijn:

  • Kapitaalinvesteringen: alle kapitaalinvesteringen moeten op koolstofneutraliteit worden geëvalueerd.
  • Overnames: we zullen koolstofintensiteitscriteria opnemen in de beoordeling van overnames.
  • Medewerkers en mobiliteit: alle medewerkers moeten

worden aangemoedigd om gebruik te maken van vervoermiddelen zonder of met een lage koolstofemissie.

• Scope 3 CO2 -emissies: we zullen actief meewerken aan de ontwikkeling van een aangepast boekhoudsysteem voor onze Scope 3-emissies, om te kunnen aantonen hoeveel onze producten en diensten bijdragen aan een economie met een lage koolstofemissie.

Op het einde van 2015 hadden we de koolstofemissies met 26% verminderd ten opzichte van het referentiejaar 2006. Dit betekent dat we bij gelijkwaardige productieniveaus 26% minder CO2 equivalenten hebben uitgestoten.

Dat we de doelstelling haalden, was te danken aan een combinatie van specifi eke, interne projecten en externe factoren. Energieeffi ciëntieprojecten, veranderingen in onze eigen brandstofmix en projecten voor een beter gebruik van onze productiecapaciteit waren sleutelfactoren in de vermindering van onze koolstofemissies. De grondstoffenmix speelde een belangrijke rol in de bepaling van de CO2 -emissies, want de recyclageprocessen voor sommige reststromen vereisen minder energie en stoten lagere niveaus van CO2 -equivalenten uit dan voor andere reststromen. Het niveau van de Scope 2-emissies droeg eveneens bij tot de daling, dankzij een gemiddeld minder koolstofintensieve energiemix in de landen waar Umicore actief is, vooral in Europa.

Voor de vestigingen die op het einde van 2010 deel uitmaakten van Umicore bevonden de absolute CO2 -emissies op het einde van 2015 zich op hetzelfde niveau als in 2006, ondanks de productiestijging. De aanpassingen aan de activiteit om de vooruitgang te meten t.o.v.

het streefdoel werden hierin niet meegerekend. Meer informatie hierover vindt u in de milieuverklaring E3.

In het kader van Horizon 2020 zal Umicore zich nu concentreren op verdere verbeteringen in energieeffi ciëntie en de bijhorende rapportering. De ervaring van de afgelopen vijf jaar leert ons dat het niet langer zinvol is om specifi eke doelstellingen te formuleren voor de vermindering van koolstofemissies, gezien de aanzienlijke rol van externe factoren die buiten de invloed van Umicore vallen .

Metaalemissies

In het kader van onze aanpak inzake leefmilieubeheer controleren we al jarenlang de metaalemissies naar water en lucht en nemen we maatregelen om die te verminderen. De emissies van onze sites blijven ver onder de wettelijke limieten en vergunningsvoorwaarden van de landen waar we aanwezig zijn.

De metalen die we uitstoten, hebben ieder een sterk verschillende potentiële toxiciteit voor het milieu en de gezondheid. Daarom stelden

we ons tot doel om de milieuimpact van onze metaalemissies tegen 2015 met 20% te verminderen ten opzichte van 2009. Hoewel we vooral de emissies van de metalen met de hoogste potentiële toxiciteit wilden verminderen, namen we ook maatregelen om de emissievolumes van de andere metalen te beperken.

We ontwikkelden een specifieke methodologie om de milieu-impact van metaalemissies naar lucht en water te bepalen. Voor de berekening van de gezondheidsimpact van de emissies naar lucht baseerden we ons op de voor de werkplaats geldende grenswaarden van de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ACGIH). Voor emissies naar water zijn de impactfactoren gebaseerd op de PNEC's (predicted no-effect concentrations) die onder andere in de Europese REACH-richtlijn worden gebruikt.

In vergelijking met het referentiejaar 2009 was de globale impact van onze emissies naar lucht tegen eind 2015 met 37% verminderd. Dit betekent dat we ons streefcijfer van een vermindering van 20%, gedefi nieerd in het kader van

Vision 2015, ruimschoots overschreden hebben. In die vijf jaar was deze aanzienlijke vermindering hoofdzakelijk te danken aan de vermindering van de kobaltemissies in Energy & Surface Technologies en van de arseen- en cadmiumemissies in Recycling.

In vergelijking met het referentiejaar 2009 was de globale impact van onze emissies naar water tegen eind 2015 met 26% verminderd. Net als voor de emissies naar lucht (zie hierboven) betekent dit dat we ons streefcijfer van een vermindering van 20%, gedefi nieerd in het kader van Vision 2015, ruimschoots overschreden hebben. De belangrijkste bijdrage aan deze positieve evolutie komt van de vermindering van de kobalt-, nikkel en zilveremissies in Energy & Surface Technologies. Zoals verwacht, boekte de fabriek van Hoboken van 2014 tot 2015 grote vorderingen dankzij de succesvolle implementatie van het project om het stormwaterprobleem aan te pakken.

Umicore wil deze aanzienlijke verbeteringen consolideren en verzekeren dat de prestaties minstens op de huidige, duurzame niveaus blijven.

Duurzaamheid van de producten

Het is voor ons essentieel om de impact van onze producten vanuit ecologisch, sociaal en economisch standpunt volledig te doorgronden. Daarom integreerden we in onze Vision 2015-strategie een specifieke doelstelling met betrekking tot de duurzaamheid van elk product. Deze doelstelling omvatte de ontwikkeling van methodes die de levenscyclus en de impact van onze producten onderzoeken en meten. Dergelijke kennis kan van kritisch belang zijn om de duurzaamheid van ons productaanbod aan te tonen. Dit is een essentieel element

om onze producten van de concurrentie te onderscheiden en een concurrentieel voordeel te behalen voor bepaalde toepassingen.

In de voorbije vijf jaar hebben Groep O&O en Corporate EHS een specifieke methodologie voor Umicore ontwikkeld om de duurzaamheid van producten en diensten te beoordelen. Deze methodologie wordt 'Assessment of Product (and services) Sustainability' (APS) genoemd. De methodologie omvat een instrument dat bestaat uit een reeks vooraf gedefi nieerde vragen en antwoorden met score- en wegingsfactoren, gegroepeerd rond acht thema's. In 2011 voerde een team van O&O, EHS en experts uit de business units drie proefevaluaties uit om de werkbaarheid van APS te controleren. Het was de bedoeling om tussen 2012 en 2015 elk jaar zes producten of diensten te testen, waarbij elke business unit er twee leverde voor het onderzoek.

De 23 gevallen die we in de periode 2011-2014 beoordeelden, omvatten producten en diensten die in nichemarkten worden aangeboden, 'vlaggenschip'-producten en -diensten en producten in ontwikkeling. Tegen het einde van 2014 vertegenwoordigde het aantal producten en diensten dat met deze methodologie was gescreend 18% van de inkomsten 2014 van Umicore. In 2015 zetten we onze kennis over duurzaamheid en de levenscycli in als input in de ontwikkeling van de duurzaamheidsdoelstellingen van Horizon 2020.

In 2015 was 48% van de inkomende materialen van Umicore van primaire oorsprong. 52% van de materialen was van secundaire oorsprong of afkomstig van producten op het einde van hun levensduur.

In het kader van REACH en van het regelmatige onderhoudsplan

Eco-efficiëntieUmicore | Jaarverslag 2015

werden in 2015 zo'n 20 REACHdossiers geüpdatet met nieuwe informatie over de samenstelling, het gebruik of het Chemische veiligheidsverslag. Vier daarvan werden op verzoek van ECHA geüpdatet en aangevuld met bijkomende studieresultaten. Er werden ook zes nieuwe registraties ingediend. Meer informatie over onze inspanningen in verband met het naleven van REACH vindt u in Milieuverklaring E6.

CASESTUDIE

Het verminderen van metaalemissies naar lucht en water was een van de prioriteiten van Vision 2015. Onze inspanningen om de metaalemissies met een hoge milieu-impact terug te dringen, hebben betekenisvolle resultaten opgeleverd.

Het strategieplan van Vision 2015 bevatte een reeks duurzaamheidsdoelstellingen, waaronder verbeteringen van de metaalemissies naar lucht en water. Umicore had deze emissies voordien al aanzienlijk kunnen verminderen. Het verschil deze keer was dat we een objectievere, op cijfers gebaseerde manier gezocht hebben om de vooruitgang te meten.

Focus op de impact

Metaalemissies kunnen op verschillende manieren worden gemeten. Een daarvan is de hoeveelheid: hoeveel metaal bevat lucht of water? De methodologie van Umicore steunt op een andere aanpak, waarbij de impact centraal staat.

Elk metaal heeft een verschillend effect op mens en milieu. Zo wordt zink bijvoorbeeld niet als bijzonder giftig beschouwd. Kleine hoeveelheden ervan zijn zelfs essentieel voor de gezondheid. Arseen heeft daarentegen een grotere impact op de gezondheid en het milieu dan dezelfde hoeveelheid zink. Daarom is het emissieverminderingsplan van Umicore in de eerste plaats gericht op de metalen met de grootste impact. Zo gebruiken we onze middelen voor emissievermindering op de meest effi ciënte manier.

De methodologie van Umicore meet dit op een kwantifi ceerbare manier. Voor elk metaal dat naar water en lucht wordt uitgestoten, wordt er een

impactfactor toegepast. Die brengt de verschillende toxiciteits- en ecotoxiciteitsniveaus, wanneer ze in het milieu terechtkomen, in

chemische stoffen. Deze Europese verordening voor veiligheid van chemische stoffen defi nieert emissies van giftige stoffen naar water. Ze wordt als de strengste wetgeving van dit type ter wereld beschouwd.

Omdat de vermindering van de luchtemissies tot doel heeft nadelige effecten op de gezondheid te voorkomen, werd de methodologie voor het

"Onze ecologische voetafdruk verkleinen is een van onze belangrijkste doelstellingen als duurzame onderneming."

kaart. Hoe hoger de impactfactor, des te hoger is de toxiciteit voor het ontvangende waterlichaam (voor wateremissies) of voor de menselijke gezondheid (voor luchtemissies).

Nieuwe methodologie

De O&O-afdeling van de Groep ontwikkelde een wetenschappelijk verdedigbare methodologie.

Om de impactfactoren voor wateremissies te defi niëren, adviseerden de O&O-experten van Umicore om de methodologie te baseren op de REACH-vereisten, zijnde registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van

afl eiden van impactfactoren voor luchtemissies geïnspireerd op de vaststellingen van de American Conference of Governmental Industrial Hygienists. Die organisatie bepaalt al meer dan 75 jaar de grenswaarden voor blootstelling aan toxische stoffen op het werk.

Realisatie van de doelstellingen

In vergelijking met onze cijfers van 2009, die als referentie gelden, is Umicore erin geslaagd om de doelstellingen voor de vermindering van de emissies naar lucht en water, zoals gedefi nieerd in het Vision 2015-plan, ruimschoots te overtreffen (zie tabel).

Umicore | Jaarverslag 2015

Eco-efficiëntie

Lucht & water

Dit zijn twee voorbeelden van de manier waarop Umicore-sites overal ter wereld de kwaliteit van hun lucht- en wateremissies verbeteren.

GLENS FALLS, VS

Toen Umicore in 2009 haar duurzaamheidsdoelstellingen formuleerde in het kader van haar Vision 2015-plan, werd cadmium als een van de meest zorgwekkende metalen gedefi nieerd. Dit was in het bijzonder van toepassing op de Technical Materials vestiging in Glens Falls, New York, in de VS. De EHS Manager van de vestiging, Terry McCormack, geeft een woordje uitleg: "Om het cadmiumniveau in de luchtemissies hier te verminderen, hebben de onderhouds- en engineeringteams samengewerkt aan een project om de bestaande stofcollector te verbouwen en zijn effi ciëntie te

verbeteren." In enkele maanden was het werk klaar, zo stelt hij. Samen met de verbouwing werd een strenger, preventief onderhoudsplan met dagelijkse metingen ingevoerd. Daarbij komt dat een nieuw alarmsysteem ons een waarschuwing stuurt wanneer de luchtstroom naar de collector geblokkeerd is. En dankzij de nieuwe reservegenerator blijft de collector draaien als de elektriciteit uitvalt. "De nieuwe stofcollector bespaart ook kosten omdat we minder afval moeten verwijderen"; zo besluit Terry. "We zijn ervan overtuigd dat we de cadmiumemissies in de toekomst nog verder kunnen verminderen."

OLEN, België

"In het kader van een ruimer project voor de vermindering van onze emissies konden we de kobaltemissies naar water met 76% verlagen, die van zilver met 83% en die van nikkel met 67% in vergelijking met de niveaus van 2009", aldus Jan Casteels, Senior Manager Milieu in Olen. Deze uitmuntende prestatie is te danken aan de verbeteringen aan de afvalwaterzuiveringsinstallatie in de vestiging, die in 2009 van start gingen en in verschillende fasen werden uitgevoerd. Het laatste stadium, dat we in april

2015 hebben voltooid, betrof de bouw van een nieuwe voorbezinkingstank om meer sediment uit het afvalwater te verwijderen. Sindsdien voeren interne, externe en overheidspartners samen grootschalige evaluaties van het afvalwater in Olen, die het succes van het project voor de vermindering van metaalemissies bevestigen. "We bestuderen nu aanvullende projecten om de emissies van andere metalen en chemische stoffen verder terug te dringen", besluit Jan.

Relaties met belanghebbenden

Ons engagement tegenover belanghebbenden omvat de dialoog met partners van diverse aard en op alle niveaus van het bedrijf.

Duurzame bevoorradingsketen

Het Charter voor duurzame aankopen beschrijft Umicore's engagement omtrent gedrag en praktijken ten opzichte van haar leveranciers. In ruil daarvoor vraagt Umicore dat de leveranciers specifieke normen naleven op het gebied van verantwoord milieubeheer, arbeidspraktijken en mensenrechten, zakelijke integriteit en engagement in de bevoorradingsketen.

In de loop van 2015 gingen onze aankoopcentra en business units verder met de selectie van de belangrijkste leveranciers op basis van criteria zoals omvang, geografische locatie en het type aangeboden producten of diensten (en hun kritisch belang voor de werking van een Umicore-entiteit).

De geselecteerde ondernemingen omvatten leveranciers van goederen en diensten en ook een aantal leveranciers van grondstoffen. In totaal werden 1.336 leveranciers

uitgenodigd om het charter te onderschrijven, tegenover 1.226 op het einde van 2014. Tegen het einde van 2015 had 83% van deze 1.336 leveranciers formeel bevestigd de voorwaarden van het charter te zullen naleven.

Naast de toepassing van het charter worden de prestaties van specifi eke leveranciers op het gebied van duurzaamheid geëvalueerd door Ecovadis. In 2015 stelden de aankoopteams een lijst van 47 leveranciers voor CSR-evaluatie op.

De selectie van die leveranciers door Umicore was gebaseerd op de bovenvermelde risicobeoordeling met betrekking tot kritische afhankelijkheid, geografi sche aanwezigheid en uitgaven aan deze leveranciers.

Het resultaat van de evaluatie is een scorekaart met een globale score en een score voor elk van de vier duurzaamheidscategorieën: milieu, arbeidspraktijken, eerlijke handelspraktijken en duurzaam aankopen. Er werden

Umicore | Jaarverslag 2015

scores toegekend van 1 tot 100, waarbij 1 staat voor een hoog duurzaamheidrisico.

Van de 47 geselecteerde leveranciers hebben 7 de vragenlijst niet ingevuld of het evaluatieproces niet afgewerkt. Van de 40 ontvangen scorekaarten behaalden 22 bedrijven een score tussen 25 en 44, wat betekent dat ze basismaatregelen hebben genomen voor thema's in verband met duurzaamheid. Slechts 1 bedrijf behaalde maar 20 punten, wat een hoog risico op problemen in verband met duurzaamheid betekent. 14 bedrijven behaalden een globale score tussen 45 en 64, wat betekent dat ze over 'een gepast duurzaamheidbeheersysteem' beschikken en 3 bedrijven kregen een nog hogere score omdat ze geavanceerde duurzaamheidpraktijken toepassen.

Sinds 2011 liggen de scores van de geëvalueerde leveranciers in 44% van de gevallen boven het huidige gemiddelde van de Ecovadis-gemeenschap, dat 42 bedraagt, wat betekent dat deze leveranciers in hun algemene zakelijke aanpak als maatschappelijk verantwoorde ondernemingen te beschouwen zijn.

In een nieuwe evaluatie door Ecovadis in oktober 2015 behaalde de Umicore Group een score van 73, een bevestiging van de geavanceerde praktijken van de onderneming met een 'gestructureerde en proactieve aanpak van maatschappelijk verantwoord ondernemen, verbintenissen, beleidslijnen en tastbare acties rond belangrijke kwesties met gedetailleerde informatie over de implementatie en een signifi cante CSR-rapportering over de acties en prestatie-indicatoren op dit gebied'. De stijging tegenover de score van 2013, die 67 bedroeg, vloeit voort uit de verbeteringen op het gebied van milieu en duurzaam aankopen. Sinds 2011 is op het web en

meer bepaald op het leerplatform 'My Campus' een leerinstrument voor alle werknemers beschikbaar om het bewustzijn rond duurzaam aankopen te bevorderen. In de loop van deze periode hebben 219 mensen de leermodule gevolgd.

In het kader van Horizon 2020 zal nog meer de nadruk worden gelegd op het beheer van de vereisten voor de bevoorrading van onze voornaamste grondstoffen en op de garantie dat de inspanningen van Umicore inzake ethische bevoorrading zich kunnen vertalen in een concurrentievoordeel voor de onderneming. Aangezien de grondstoffencontext voor elk van de business units sterk verschilt, zullen zij deze aspecten zelf vormgeven en beheren. De teams van Purchasing en Transportation zullen hun sinds 2011 opgebouwde ervaring met de toepassing van het Charter voor duurzaam aankopen en de duurzaamheidsevaluatie van Ecovadis verder delen met de verschillende business units.

In 2012 publiceerde de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) een definitieve richtlijn over conflictmineralen op basis van sectie 1502 van de Dodd-Frank Act. Deze richtlijn verplicht bedrijven die op de Amerikaanse beurs zijn genoteerd om te rapporteren of het tin, tantalium, wolfraam of goud in hun producten afkomstig is van de Democratische Republiek Congo of een aangrenzend land. Hoewel Umicore zelf niet onderworpen is aan de rapporteringsvereisten van de Dodd-Frank Act, gebruiken we deze regels als richtlijn voor onze activiteiten. In deze context werden onze Precious Metals Refining activiteiten in Hoboken en Guarulhos in 2015 door de London Bullion Market Association (LBMA) gecertificeerd als conflictvrije smelters voor hun activiteiten in het voorgaande jaar. De Jewellery & Industrial Metals activiteiten in Pforzheim, Wenen

Relaties met belanghebbenden

Slachtofferhulp in Nepal

Op 25 april 2015 werd Nepal door een zware aardbeving getroffen. De tol was bijzonder zwaar: meer dan 8.000 mensen lieten het leven en nog eens honderdduizenden anderen raakten dakloos.

Werknemers van Umicore in India toonden zich erg begaan met het lot van de mensen in het buurland en lanceerden

een oproep. Zo kwam het dat vrijgevige werknemers van alle niveaus een dagloon schonken aan een regeringsfonds, het Prime Minister's National Relief Fund. Met het geld steunt de stichting verschillende projecten in Nepal, van hulp voor de kinderen tot wederopbouw.

32

en Bangkok zijn tot 2016 gecertificeerd in het kader van het Chain of Custody-programma van de Responsible Jewellery Council (RJC). De sites in Guarulhos, Amsterdam, Pforzheim en Bangkok werden door de LBMA tevens geaccrediteerd als 'Good Delivery Refiners'. In 2014 slaagde de business unit Jewellery & Industrial Metals voor de RJC-audit voor verantwoorde bevoorrading van platina. Dankzij de RJC Chain of Custody en de LBMA Good Delivery accreditaties komen de betreffende sites in aanmerking om te worden opgenomen in de lijst van conflictvrije smelters van de EICC (Electronic Industry Citizenship Coalition).

Naast de bestaande beleidsverklaringen en charters zoals de

Umicore Gedragscode, het Mensenrechtenbeleid en het Charter voor duurzaam aankopen heeft Umicore ook een specifiek beleid voor 'Verantwoorde wereldwijde bevoorradingsketen van mineralen uit conflictzones en zones met hoog risico'.

http://www.umicore.com/ en/media/topics-of-interest/ confl ict-minerals/

De lokale gemeenschap

In de context van Vision 2015 besloot Umicore dat engagement tegenover de lokale gemeenschap voldoende belangrijk is om onze dialoog met de gemeenschappen waar we werken verder te

Vrijwilligers in China

"Liefde zonder grenzen."

Het motto van de Boai School in Suzhou was overal voelbaar toen koningin Mathilde van België er vorig jaar langskwam tijdens een offi cieel bezoek aan China. De school biedt gezondheidszorg, onderwijs, accommodatie en revalidatie aan gehandicapte kinderen.

Sinds 2009 krijgt de school fi nanciële steun van Umicore Automotive Catalysts China. Werknemers stellen er bovendien vrijwillig hun tijd ter beschikking. Net als onze vrijwilligers van Umicore bracht koningin Mathilde wat tijd door met de kinderen en las ze hen verhaaltjes voor.

verbeteren. Er werd meer aandacht gevestigd op de diepgaande analyse van de belanghebbenden en het betrokkenheidsproces van de sites. De Vision 2015-doelstelling hieromtrent was dat alle industriële sites een degelijk plan inzake hun verantwoordelijkheid tegenover hun lokale gemeenschap zouden kunnen voorleggen. Tegen het einde van 2015 had ongeveer 99% van onze sites zo'n plan, tegenover 58% in 2011. Dit is een uitstekend resultaat voor deze vijfjarendoelstelling.

Het communicatieproces zelf varieert van site tot site. Naargelang de omvang van de site bestaan deze communicaties uit nieuwsbrieven, hoorzittingen, ontmoetingen met de lokale overheden, fabrieksbezoeken voor de lokale gemeenschap en persberichten voor de lokale media.

Dit gold ook voor onze grotere sites. Zo ontving Hoboken, België, in 2015 maar liefst 3.535 bezoekers (verspreid over 444 bezoeken). Dit waren voornamelijk studenten en scholen uit de buurt maar ook organisaties van naburige gemeenschappen. In samenwerking met de vzw Arkades ontwikkelde de site van Olen, België, een educatief pakket dat werd aangeboden aan scholen uit de streek. Het pakket is bestemd voor leerlingen van het laatste jaar basisonderwijs. Aan de hand van lesopdrachten en praktische proefjes brengt het de leerlingen spelenderwijs de basisbeginselen van ondernemen bij en laat het hen kennismaken met duurzame technologieën. De site steunde het gemeentebestuur in de organisatie van een boomplantingsinitiatief, waarbij een boom werd geplant voor alle kinderen van lokale inwoners en van werknemers die in 2011 en 2012 geboren werden. Dit evenement lokte zo'n 600 bezoekers naar de site. In Guarulhos, Brazilië, zetten we de besprekingen met de

lokale overheden verder over het probleem van grondwatervervuiling rond de site en steunden we de 'Better Life'-projecten voor meer dan 120 minderbedeelde kinderen uit de buurt.

In de vestiging van Hanau organiseerden de werknemers van Umicore voor de vijfde keer een kerstmarkt, waaraan 400 collega's deelnamen. De markt leverde een recordopbrengst op. Deze ging naar een organisatie die kerstcadeautjes aanbiedt aan gezinnen uit de buurt die het niet zo breed hebben, zoals warme kinderkleding of de betaling van hun energierekening. Umicore bood ook opnieuw stageplaatsen aan aan studenten van buurtscholen en werkte samen met het Umweltzentrum Hanau en het Zentrum für Chemie voor de sponsoring van wetenschappelijk onderricht voor kinderen.

Donaties aan goede doelen maken deel uit van de programma's voor betrokkenheid van de sites bij de gemeenschap. Van de business units wordt verwacht dat ze ongeveer 0,3% van hun gemiddelde jaarlijkse recurrente geconsolideerde EBIT over de voorbije drie jaar aan goede doelen schenken en dit in de vorm van fi nanciële middelen, vrijwilligerswerk, goederen of diensten. De sites ontwikkelen zelf initiatieven en bijdragen met de steun van de overkoepelende business unit. In 2015 schonken de verschillende business units samen een totaalbedrag van € 747.390.

Naast de bijdragen van de business groups doneerde de Groep € 471.991, hoofdzakelijk in de vorm van financiële bijdragen. In tegenstelling tot de donaties van de sites, die aan lokale initiatieven worden besteed, hebben de donaties op groepsniveau een internationaal bereik. Umicore streeft ernaar dat de meeste van deze bijdragen besteed worden aan educatieve projecten of initiatieven

die het bewustzijn rond duurzame technologieën promoten. Ongeveer 15% van het totale gedoneerde bedrag (Groep en business units samen) bestond uit vrijwilligerswerk en giften in natura. Het totale bedrag van de schenking bedroeg 0,4% van Umicore's gemiddelde geconsolideerde recurrente EBIT van de afgelopen drie jaar, i.e. een gelijkaardig bedrag als in 2014.

In 2011 ging Umicore een partnerschap van drie jaar aan met UNICEF, voor de ondersteuning van educatieve projecten in verschillende delen van de wereld. Dit partnerschap werd in 2015 vernieuwd. De twee lopende projecten die we dit jaar steunden, waren een initiatief om de toegang tot kwaliteitsvol onderwijs voor achtergestelde meisjes in de Indiase provincie Rajasthan te verbeteren en een onderwijsproject in Madagascar.

Umicore steunt verder de initiatieven van Ondernemers voor Ondernemers (www.ondernemersvoorondernemers.be) in de Filippijnen, Cambodja, de Democratische Republiek Congo en Haïti, evenals het programma van Humasol waarbij ingenieursstudenten zonne-energie installeren in afgelegen gebieden in Oeganda en Cambodja (www.humasol.be). In 2015 bouwde Umicore verder aan 'Powered by Umicore', een initiatief rond duurzame mobiliteit, en trad er ook in de VS een team tot het project toe. Het initiatief verleent financiële en andere steun aan studentenprojecten voor de ontwikkeling van voertuigen, aangedreven door batterijen, zonne-energie of brandstofcellen. Meer informatie over Powered by Umicore vindt u op onze website http://www.umicore. com/en/cases/powered-by-you/ of op de Facebookpagina van de teams https://www.facebook. com/#!/UmicorePoweredByYou

CASESTUDIE Relaties met belanghebbenden © UNICEF/Madagascar/Ramasomanana

Scholen op Madagaskar

In 2011 ging Umicore een samenwerking op lange termijn aan met UNICEF voor de fi nanciering van educatieve projecten in ontwikkelingslanden. Een nieuw project brengt nieuwe klaslokalen in een van de armste landen ter wereld.

Madagaskar, het op drie na grootste eiland ter wereld, ligt ten oosten van Zuidoost-Afrika. Het is een van de plaatsen met de grootste biodiversiteit van onze planeet, maar tegelijk een land met een snel groeiende bevolking, waarvan 90% met minder dan twee dollar per dag moet overleven.

UNICEF heeft de strijd aangebonden met de kindersterfte en de armoede op het eiland. "Onderwijs vormt een belangrijk onderdeel van dit programma", vertelt Matthias Lansard, hoofd van de educatieve missie van UNICEF in Madagaskar. "We schatten dat meer dan 1,5 miljoen kinderen er niet naar school gaan. De onderwijsinfrastructuur is er dan ook heel gebrekkig."

Milieuvriendelijke constructie

UNICEF heeft zeven regio's gedefi nieerd die voorrang krijgen in een programma voor de bouw van scholen. Een daarvan is Boeny, aan de noordwestelijke kust. In 2015 bouwde UNICEF 12 scholen in lande lijke dorpen; één daarvan wordt door Umicore gefi nancierd.

De scholen worden op een milieuvriendelijke manier gebouwd. In de plaats van materialen uit andere landen te importeren, worden lokale materialen gebruikt. Zo genieten gecomprimeerde aardeblokken, die heel sterk en duurzaam zijn, de voorkeur boven betonblokken. Alle scholen van UNICEF zijn voorzien van sanitaire installaties, aldus Matthias. "Basishygiëne maakt integraal deel uit van de aanpak van UNICEF. Een gebrek aan middelen om zich te wassen, kan leiden tot een uitbraak van besmettelijke ziekten."

Gemeenschapseigendom

Elke school heeft twee klaslokalen. Met een gemiddelde van 43 leerlingen per klas en afzonderlijke ochtend- en namiddagsessies kunnen in één school meer dan 170 kinderen terecht. De scholen worden volledig uitgerust met lessenaars, stoelen en een schoolbord. Buiten wordt er een speelplaats aangelegd. Er worden bomen en zelfs moestuinen aangeplant.

"We trachten de lokale bewoners bij het project te betrekken", vertelt Matthias. "Het is belangrijk dat de gemeenschappen voelen dat de school van hen is, zodat ze het gebouw goed onderhouden. We zijn Umicore dan ook heel dankbaar. Elke nieuwe school betekent een groot verschil in het leven van de gemeenschap."

Terugblik door het Management

Horizon 2020 is een vervolg op de strategische keuzes van Umicore van de afgelopen tien jaar en omvat een reeks uitdagende economische, sociale en milieudoelstellingen voor de onderneming.

Vanuit economisch perspectief bleek in de periode 2011- 2015, waarin we ook de Vision 2015-doelstellingen nastreefden, duidelijk dat de grote mega trends die de groeivooruitzichten ondersteunden, kracht aan het winnen waren. De nood aan schonere mobiliteit en de toenemende schaarste aan middelen zijn twee van de meest prangende kwesties waarop samenlevingen over de hele wereld een antwoord moeten vinden. De enige sector waar het landschap aanzienlijk evolueerde, was die van de fotovoltaïsche energie, waar de markt voor de hoogwaardige oplossingen van Umicore wegens een combinatie van economische en technologische keuzes minder gunstig werd. Umicore heeft evenwel uitstekende groeivooruitzichten wat betreft de producten en diensten die ge baseerd zijn op het streven naar schonere mobiliteit (autokatalysatoren en

herlaadbare-batterijmaterialen). Hetzelfde geldt voor gebieden waar een effi ciënt grondstoffengebruik centraal staat, via ons bedrijfsmodel in gesloten kringloop, dat de recyclage van edele en speciale metalen verzekert. Deze activiteiten zullen een vitale rol spelen in onze ambitie om de opbrengsten van Umicore tegen 2020 te verdubbelen.

In termen van milieu- en sociale prestaties hebben we de afgelopen 10 tot 15 jaar grote vorderingen gemaakt. Onze successen in het kader van Vision 2015 hebben de lat heel hoog gelegd op diverse gebieden, zoals metaal- en koolstofemissies, het engagement van werknemers en belanghebbenden, en het streven naar een duurzame bevoorradingsketen. De uitdaging voor de komende vijf jaar is te verzekeren dat we de vooruitgang die we in bepaalde aspecten

hebben geboekt in stand houden, dat we blijvend aandacht hebben voor veiligheid, waar we onze doelstellingen nog niet volledig konden waarmaken, en dat we doelstellingen formuleren die de concurrentiepositie van Umicore duidelijker kunnen verstevigen. De volgende drie voorbeelden zijn een mooie illustratie van die aanpak:

Vasthouden aan geboekte

vooruitgang – metaalemissies. Tussen 2011 en 2015 konden we de impact van metaalemissies naar lucht en water gemiddeld met ongeveer 30% verlagen. Dit resultaat overtrof ruimschoots het streefcijfer van 20% dat we bij het begin van het proces hadden vooropgesteld. Onze emissieniveaus liggen niet alleen ver onder de wettelijke norm in alle landen waar we actief zijn, maar zijn zelfs een standaard aan het worden voor onze industrie.

Hoewel het niet meer nodig is om een nog lager streefcijfer voor de impact van metaalemissies voorop te stellen, blijven we die uiteraard nog wel meten en rapporteren wanneer dit relevant is vanuit materieel standpunt.

Kan beter... – veiligheid. Het doel van Umicore is een ongevalvrije onderneming te worden. Dit werd in de meeste fabrieken bereikt, wat bewijst dat het een haalbaar doel is. De cijfers voor 2011-2015 leren ons echter dat veiligheid op een beperkt aantal sites nog altijd een grote uitdaging vormt. Daarom blijven we ernaar streven om het aantal ongevallen de komende vijf jaar tot nul te herleiden.

Concurrentievoordeel – duurzame bevoorrading. In de periode 2011-2015 maakte Umicore goede vorderingen in de verspreiding van haar Charter voor duurzame

aankopen onder haar leveranciers en bouwde de onderneming een stevige reputatie op het gebied van ethische bevoorrading op. Deze aanpak ligt in de lijn van de Umicore-waarden en is onget wijfeld de juiste weg. Er gaat echter ook een economische kost mee gepaard, die voorlopig niet gecompenseerd wordt door de prijs die de consumenten bereid zijn te betalen voor dergelijke materialen van ethische herkomst. Met Horizon 2020 wil Umicore die benadering van duurzame bevoorrading benutten om het concurrentievoordeel in specifi eke business units te verhogen.

Benadering van de waardeketen

Horizon 2020 weerspiegelt ook onze bewustere visie op Umicore's aanwezigheid in de algemene waardeketen. De doelstellingen die u op de volgende bladzijde kunt lezen, hebben betrekking op de aanwezigheid en impact van Umicore stroomopwaarts, bijvoorbeeld in de wisselwerking met onze leveranciers en in onze eigen operaties, en stroomafwaarts, met name de impact van onze producten en diensten. Voor elk van deze gebieden hebben we specifi eke doelstellingen ontwikkeld. Om de continuïteit met wat we tot nu deden te verzekeren, hebben we de groepering van de diverse thema's grotendeels behouden: Economisch, Eco-effi ciëntie, Aantrekkelijke werkplek, Waardeketen & Maatschappij. Uiteraard zijn deze thema's nauw met elkaar verbonden en overlappen ze elkaar zelfs. Zo heeft een grotere operationele effi ciëntie een positieve economische impact, verhoogt het succes van milieuvriendelijke producten het gevoel van trots en het engagement onder de werknemers en leidt verantwoordelijk beheer van de bevoorradingsketen tot economische winst.

Aandacht voor de materiaalrisico's en -kansen van Umicore

Horizon 2020 legt sterk de nadruk op wat de komende vijf jaar van materieel belang is in termen van kansen en risico's. In die zin biedt het programma een goede maatstaf om te bepalen of Umicore haar potentieel waarmaakt. Bij de samenstelling van de strategie voerde het Directiecomité een grondige evaluatie uit van de successen en tekortkomingen van Vision 2015. Het bestudeerde en testte of de megatrends die de bedrijfsvoering van Umicore aansturen, nog steeds geldig waren. Die evaluatie werd in de lente van 2015 met het senior management team afgetoetst. Kort daarop werd de strategie aan alle werknemers voorgesteld. Meer over dit proces kunt u lezen op

pagina 22. In september 2015 werd de strategie op een doelgericht evenement voor kapitaalmarkten in Londen voorgelegd aan de aandeelhouders en andere investeerders, die positief reageerden. Aangezien we meer tijd nodig hadden om te analyseren in hoeverre de sociale en milieudoelstellingen van Vision 2015 waren bereikt, werden de doelstellingen van Horizon 2020 op deze gebieden pas begin 2016 geformuleerd. Het proces omvatte een gestructureerde dialoog met het management van elke business unit, in het bijzonder om de sociale en milieuthema's die een groter concurrentievoordeel met zich kunnen brengen te bepalen. Om te verzekeren dat de strategie voldoende beantwoordt aan de verwachtingen van buitenaf, voerden we ook een online enquête onder de belanghebbenden. In februari werden de doelstellingen

door het Directiecomité besproken en goedgekeurd.

Rapportering

De eerste rapportering omtrent de doelstellingen van Horizon 2020 zal verschijnen in het jaarverslag 2016 van Umicore, dat in maart 2017 wordt gepubliceerd. De thema's en bepaalde specifi eke doelstellingen zijn al uitgewerkt en daarnaast zullen we in de loop van 2016 ook een aantal bijkomende key performance indicators ontwikkelen, samen met de herziening van het rapporteringskader. Gezien de timing hebben we beslist om voor dit verslag van 2015 de GRI G3 rapportering te gebruiken omwille van de continuïteit en samenhang met de aanpak van de vorige vier verslagen over de doelstellingen van Vision 2015.

Horizon 2020 | Duurzaamheid omgezet in ee

ECONOMISCH

Tegen 2020 hebben we ...

Leiderschap

Onmiskenbaar leiderschap in materialen voor schone mobiliteit en recyclage

Umicore beschikt over een uniek aanbod van materialen om het wereldwijde streven naar schone mobiliteit te ondersteunen. Dit omvat autokatalysatoren, kathodematerialen voor herlaadbare batterijen en brandstofcelkatalysatoren. Umicore heeft ook de breedste en technologisch meest geavanceerde bekwaamheid in de recyclage van edele en speciale metalen.

Winst

De winst van het bedrijf verdubbeld

Umicore streeft ernaar de recurrente EBIT tussen 2014 en 2020 te verdubbelen. Dit zal grotendeels mogelijk worden gemaakt door zich duidelijk te profileren als leider in materialen voor schone mobiliteit en recyclage.

Portefeuille

Ons aanbod van activiteiten en de winstbijdragen weer in evenwicht gebracht

Catalysis en Energy & Surface Technologies hebben het potentieel om de komende jaren sneller te groeien. Dit zou moeten leiden tot een nieuw evenwicht in onze portefeuille, waarbij de drie business groups tegen 2020 een gelijker aandeel in de winst bijdragen.

Umicore | Jaarverslag 2015

Doelstellingen en groter concurrentievoordeel

SOCIAAL EN MILIEU

Tegen 2020 hebben we ...

Waardeketen en maatschappij

DUURZAME BEVOORRADING Onze duurzaamheidsexpertise in de bevoorradingsketen optimaal benutten

Umicore wil een groter concurrentievoordeel opbouwen door haar inspanningen inzake ethische bevoorrading en haar bedrijfsmodel met een gesloten kringloop te promoten.

Eco-efficiëntie

EFFICIËNTE OPERATIES

Een nog effi ciënter gebruik van metalen, energie en andere middelen in onze operaties

Aantrekkelijke werkplek

GEZONDHEID

Onze reputatie als aantrekkelijke werkplek verder verstevigen

DUURZAME PRODUCTEN EN DIENSTEN Ontwikkeling van selectieve, op duurzaamheid gerichte producten en diensten

Umicore wil haar concurrentievoordeel verder verstevigen door de ontwikkeling van producten met specifi eke voordelen inzake duurzaamheid, zoals de vermindering van schadelijke substanties of de verbetering van de materiaal- of energie-effi ciëntie.

Umicore zal verdergaan met selectieve, op eco-effi ciëntie gerichte initiatieven in business units en sites waar ze een overtuigende waarde creëren, bijvoorbeeld door lagere kosten of een geconsolideerde vergunning.

BETROKKENHEID VAN DE MEDEWERKERS

Umicore streeft ernaar het aantal ongevallen met werkverlet tot nul te herleiden en de blootstelling aan specifi eke metalen verder te verminderen. Ook wil Umicore vooruitgang boeken in een aantal specifi eke thema's van strategisch belang, met name talentbeheer, diversiteit en inzetbaarheid.

Economische toelichtingen

Groep

KERNCIJFERS

(in miljoen EUR tenzij anders vermeld) Toelichting 2011 2012 2013 2014 2015
Omzet* 14.480,9 12.548,0 9.819,3 8.828,5 10.441,9
Inkomsten (metaal niet inbegrepen) 2.323,2 2.421,4 2.363,4 2.366,5 2.629,0
Recurrente EBITDA F9 553,0 524,1 462,6 442,2 504,7
Recurrente EBIT F9 416,1 372,1 304,0 273,7 330,3
waarvan geassocieerde ondernemingen F9 22,9 22,2 11,8 28,3 14,3
Niet-recurrente EBIT F9 1,0 (46,7) (43,4) (21,6) (74,9)
IAS 39 effect op EBIT F9 15,6 3,2 (0,5) (2,7) (2,7)
Totale EBIT F9 432,7 328,6 260,0 249,3 252,7
Recurrente operationele marge (in %) 16,9 14,4 12,4 10,4 12,0
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) F31 18,6 16,7 13,6 12,2 13,7
Gemiddelde gewogen nettorente (in %) F11 3,7 1,9 1,6 1,6 1,5
Recurrente belastingsgraad (in %) F13 19,9 20,6 21,3 21,8 21,4
Recurrent nettoresultaat, aandeel van de Groep F9 304,6 275,2 218,0 193,1 246,0
Resultaat van afgesplitste activiteiten, aandeel van de Groep 0,0 0,0 0,0 28,6 32,0
Nettoresultaat, aandeel van de Groep F9 325,0 233,4 179,0 170,6 169,2
Onderzoek- & Ontwikkelingskosten F9 136,7 149,0 140,6 143,3 144,5
Investeringen F34 196,2 235,9 279,6 202,4 240,3
Netto toename/afname van de kasstromen vóór
fi nancieringsoperaties
F34 308,6 150,3 185,9 139,9 119,0
Totaal der activa van de bedrijfsactiviteiten, einde periode 3.713,2 3.667,9 3.512,3 3.851,4 4.030,1
Eigen vermogen van de Groep, einde periode 1.667,5 1.751,7 1.677,1 1.704,6 1.731,6
Geconsolideerde netto fi nanciële schuld uit bedrijfsactivit
eiten, einde periode
F24 266,6 222,5 215,0 298,3 321,3
Schuldratio uit bedrijfsactiviteiten, einde periode (in %) F24 13,4 11,0 11,1 14,6 15,3
Gemiddelde nettoschuld / recurrente EBITDA (in %) 59,8 47,7 44,2 51,9 61,8
Aangewend kapitaal, einde periode F31 2.168,8 2.259,4 2.233,6 2.335,3 2.414,5
Aangewend kapitaal, gemiddelde F31 2.233,0 2.224,6 2.241,3 2.240,1 2.402,2

* inclusief de eliminatie van transacties tussen voortgezette en stopgezette activiteiten

GEGEVENS PER AANDEEL

(in EUR / aandeel) Toelichting 2011 2012 2013 2014 2015
Winst per aandeel
Recurrente winst per aandeel F39 2,69 2,47 1,96 1,79 2,27
Winst per aandeel, aangepast, zonder afgesplitste activiteiten F39
basisberekening F39 2,87 2,09 1,61 1,58 1,56
na verwateringseffect F39 2,85 2,08 1,60 1,57 1,55
Winst per aandeel met afgesplitste activiteiten F39
basisberekening F39 2,87 2,09 1,61 1,58 1,56
na verwateringseffect F39 2,85 2,08 1,60 1,57 1,55
Brutodividend 1,00 1,00 1,00 1,00 1,20
Netto toename/afname van de kasstromen vóór
fi nancieringsoperaties, basisberekening
F34 2,72 1,35 1,67 1,29 1,10
Totaal der activa van de bedrijfsactiviteiten, einde periode 33,53 32,78 32,00 35,63 37,29
Eigen vermogen van de Groep, einde periode 15,06 15,66 15,28 15,77 16,02
Koers van het aandeel
Hoogste 40,09 44,12 42,12 38,21 45,55
Laagste 25,35 32,30 31,54 30,42 31,82
Gemiddelde 34,21 38,57 35,72 34,32 39,12
Slot 31,87 41,69 33,96 33,31 38,67

AANTAL AANDELEN

Toelichting 2011 2012 2013 2014 2015
Totaal aantal uitgegeven aandelen, einde periode F39 120.000.000 120.000.000 120.000.000 112.000.000 112.000.000
waarvan uitstaande aandelen F39 110.756.062 111.886.512 109.771.339 108.085.728 108.072.466
waarvan aandelen in eigen bezit F39 9.243.938 8.113.488 10.228.661 3.914.272 3.927.534
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen, basisrekening F39 113.304.188 111.593.474 111.257.259 108.062.085 108.445.128
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen, na
verwateringseffect
F39 114.208.275 112.346.081 111.733.165 108.451.847 108.927.245

Catalysis

(in miljoen EUR tenzij anders vermeld) 2011 2012 2013 2014 2015
Totale omzet 1.932,0 1.871,9 2.020,2 2.181,3 2.749,3
Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) 814,2 860,1 866,9 917,1 1.093,7
Recurrente EBITDA 119,4 124,4 112,8 124,9 172,3
Recurrente EBIT 89,5 91,0 73,3 82,6 124,2
waarvan geassocieerde ondernemingen 5,7 10,5 2,5 7,0 8,8
Totale EBIT 96,8 83,8 73,7 79,9 115,9
Recurrente operationele marge (in %) 10,3 9,3 8,2 8,2 10,6
Onderzoek- & Ontwikkelingskosten 78,8 85,8 82,0 83,2 91,1
Investeringen 36,9 75,7 84,4 59,8 78,7
Aangewend kapitaal, einde periode 768,2 795,5 809,5 851,4 968,2
Aangewend kapitaal, gemiddelde 718,6 797,6 804,6 811,4 929,6
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) 12,4 11,4 9,1 10,2 13,4
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde
ondernemingen)
1.943 2.120 2.173 2.290 2.443
Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen) 239 161 167 167 168

Energy & Surface Technologies

(in miljoen EUR tenzij anders vermeld) 2011 2012 2013 2014 2
2015
0
1
5
Totale omzet 1.054,4 1.078,9 1.132,3 1.191,6 1.4
1.475,1
.4
475
75,
5,1
,1
Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) 411,9 424,1 460,1 487,7 586
58
5
586,9
86,
6,9
,9
9
Recurrente EBITDA 83,0 67,9 72,1 90,4 112
11
1
112,6
12,
2,6
6
Recurrente EBIT 54,4 33,8 40,0 54,1 70
7
70,2
0,2
2
waarvan geassocieerde ondernemingen 6,3 4,2 2,7 4,7 (3,
(3
(
(3,5)
3,5
,5)
5)
)
Totale EBIT 47,6 3,4 36,6 53,4 37,
37
3
37,3
7,3
,3
3
Recurrente operationele marge (in %) 11,7 7,0 8,1 10,1 12,
12
1
12,6
2,6
6
Onderzoek- & Ontwikkelingskosten 18,8 18,3 18,6 19,9 20
2
20,3
0,3
3
Investeringen 65,9 54,4 65,6 46,6 42,
42
4
42,5
2,5
,5
Aangewend kapitaal, einde periode 486,8 510,6 502,8 618,6 633
63
6
633,4
33,
3,4
,4
4
Aangewend kapitaal, gemiddelde 466,5 509,6 512,5 535,8 640
64
6
640,0
40,
0,0
0
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) 11,7 6,6 7,8 10,1 11
1
11,0
1,0
,0
0
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde
ondernemingen)
2.071 2.111 2.061 2.181 2.258
2.2
2
.258
8
Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen) 1.206 1.057 1.056 930 9
936

42,5

Recycling

(in miljoen EUR tenzij anders vermeld) 2011 2012 2013 2014 2015
Totale omzet 11.450,8 9.572,1 6.603,4 5.326,2 6.252,1
Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) 815,2 862,4 756,8 678,4 662,9
Recurrente EBITDA 335,9 335,1 278,3 208,7 204,3
Recurrente EBIT 285,8 279,6 220,5 148,6 141,5
Totale EBIT 297,2 272,3 220,5 141,2 132,5
Recurrente operationele marge (in %) 35,1 32,4 29,1 21,9 21,3
Onderzoek- & Ontwikkelingskosten 19,5 24,5 23,7 24,3 21,2
Investeringen 67,3 78,1 93,7 63,8 83,0
Aangewend kapitaal, einde periode 467,7 495,4 520,5 411,7 465,9
Aangewend kapitaal, gemiddelde 538,1 465,9 496,1 472,6 460,2
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) 53,1 60,0 44,4 31,4 30,7
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde
ondernemingen)
3.340 3.371 3.304 3.302 3.211

Stopgezette activiteiten

(in miljoen EUR tenzij anders vermeld) 2011 2012 2013 2014 2
2015
01
5
Totale omzet 720,8 664,9 647,4 709,0 744
7
744,7
44,
4,7
7
Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) 291,4 283,8 285,4 288,1 29
2
291,8
91,
91
1,8
,8
8
Recurrente EBITDA 40,6 27,4 28,3 36,9 39,
39
3
39,6
9,6
,6
6
Recurrente EBIT 22,4 8,8 9,8 19,1 31,
31
3
31,0
1,0
0
waarvan geassocieerde ondernemingen 0,8 0,6 0,4 1,3 0,7
0
7
Totale EBIT 12,4 12,1 (6,8) 19,7 19
1
19,6
9,6
9,
,6
6
Recurrente operationele marge (in %) 7,4 2,9 3,3 6,2 10,
10
1
10,4
0,4
4
Onderzoek- & Ontwikkelingskosten 4,1 3,6 3,0 3,4 3
3,0
0
Investeringen 17,8 17,5 21,5 21,3 27
2
27,5
7,5
5
Aangewend kapitaal, einde periode 263,3 243,4 231,2 264,2 19
1
199,3
99,3
99
9,3
3
Aangewend kapitaal, gemiddelde 287,2 253,3 244,4 251,2 207
20
2
207,6
07,
7,6
,6
6
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) 7,8 3,5 4,0 7,6 14,
14
1
14,9
4,9
,9
9
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde
ondernemingen)
1.675 1.642 1.545 1.505 1.517
1.5
1
.517
7
Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen) 545 488 502 501 5
508

27,5

44 Financiële toelichtingen

Financiële toelichtingen

Inhoud

Geconsolideerde jaarrekening 46

Geconsolideerde resultatenrekening 46
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde
en niet-gerealiseerde resultaten 46
Geconsolideerde balans 47
Geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen 48
Geconsolideerde kasstromentabel 49

Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 50

F1 Voorstellingsbasis 50 F2 Waarderingsregels 50

  • F3 Beheer van fi nanciële risico's 62 F4 Belangrijke boekhoudkundige inschattingen en beoordelingen 65 F5 Groepsondernemingen 66 F6 Waardering vreemde deviezen 67
  • F7 Segmentinformatie 68
  • F8 Bedrijfsacquisities 73
  • F9 Bedrijfsresultaat 73
  • F10 Bezoldigingen en aanverwante voordelen 75
  • F11 Netto fi nanciële kost 77 F12 Opbrengsten van andere fi nanciële activa 77 F13 Belastingen 78 F14 Immateriële vaste activa (uitgezonderd goodwill) 79 F15 Goodwill 80 F16 Materiële vaste activa 81
  • F17 Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode 82 F18 Financiële activa beschikbaar voor verkoop en leningen 84 F19 Voorraden 85 F20 Handels- en overige vorderingen 85 F21 Uitgestelde belastingactiva en -passiva 87 F22 Kas en kasequivalenten 88 F23 Valuta omrekeningsverschillen en andere reserves 89
F24 Financiële schulden
F25 Handels- en overige schulden
F26 Liquiditeit van de fi nanciële schulden
F27 Voorzieningen voor personeelsvoordelen
F28 Aandelenoptieplannen toegekend door de onderneming 100
F29 Voorzieningen leefmilieu 101
F30 Voorzieningen voor overige risico's en kosten 102
F31 Aangewend kapitaal 103
F32 Financiële instrumenten per categorie 104
F33 Reële waarde van fi nanciële instrumenten 107
F34 Toelichting bij de kasstromentabel 110
F35 Rechten en verplichtingen 112
F36 Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen 113
F37 Verbonden partijen 114
F38 Gebeurtenissen na balansdatum 115
F39 Winst per aandeel 115
F40 IFRS-ontwikkelingen 116
F41 Audit vergoeding 116
F42 Stopgezette activiteiten 117
Beknopte jaarrekening van de moederonderneming 119

Geconsolideerde jaarrekening Umicore | Jaarverslag 2015

Geconsolideerde resultatenrekening

(EUR duizend)
Toelichting 2014 2015
Omzet F9 8.125.325 9.697.685
Andere bedrijfsopbrengsten F9 46.731 58.030
Bedrijfsopbrengsten 8.172.056 9.755.715
Verbruikte handelsgoederen, grond- en hulpstoffen F9 (6.890.258) (8.316.333)
Bezoldigingen en personeelsvoordelen F10 (603.346) (640.390)
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen F9 (162.309) (218.842)
Andere bedrijfskosten F9 (316.055) (354.338)
Bedrijfskosten (7.971.968) (9.529.903)
Opbrengsten van andere fi nanciële activa F12 9.731 (2.579)
BEDRIJFSRESULTAAT 209.819 223.232
Financiële baten F11 4.035 4.063
Financiële lasten F11 (19.118) (16.578)
Wisselkoersverliezen en -winsten F11 (6.498) (12.070)
Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de F17 19.775 9.827
vermogensmutatiemethode
Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting 208.013 208.472
Belastingen op het resultaat F13 (44.355) (47.736)
Resultaat uit voortgezette activiteiten 163.658 160.736
Resultaat uit stopgezette activiteiten (*) F42 14.437 16.424
RESULTAAT VAN DE PERIODE 178.095 177.160
waarvan: Aandeel van de Groep 170.603 169.225
Minderheidsbelangen 7.492 7.934
(EUR)
Winst per aandeel uit voortgezette activiteiten F39 1,45 1,41
Totale winst per aandeel, basisberekening F39 1,58 1,56
Winst per aandeel na verwatering uit voortgezette activiteiten F39 1,44 1,41
Totale winst per aandeel na verwatering F39 1,57 1,55
Dividend per aandeel 1,00 1,20

* Toerekenbaar aan aandeelhouders van deze bedrijven

De begeleidende toelichtingen op de pagina's 50 tot 121 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

(EUR duizend)
Toelichting 2014 2015
Resultaat van de periode uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 163.660 160.736
Elementen in de niet-gerealiseerde resultaten die niet in de resultatenrekening
overgeboekt zullen worden
Bewegingen in personeelsvoordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in
actuariële parameters
(55.838) (16.450)
Bewegingen in uitgestelde belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen 16.607 2.873
Elementen in de niet-gerealiseerde resultaten die vervolgens in de
resultatenrekening overgeboekt kunnen worden
Bewegingen in reserves van fi nanciële vaste activa beschikbaar voor verkoop 14.992 (15.776)
Bewegingen in kasstroomindekkingsreserves (14.636) (13.090)
Bewegingen in uitgestelde belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen 4.326 4.474
Bewegingen in omrekeningsverschillen van valuta 67.576 (656)
Componenten van niet-gerealiseerde resultaten uit voortgezette bedrijfsactiviteiten F23 33.027 (38.625)
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten uit stopgezette bedrijfsactiviteiten 10.451 23.218
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode 207.137 145.329
waarvan: Aandeel van de Groep 196.411 140.089
Minderheidsbelangen 10.727 5.240

De impact van de latente belastingen op het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten heeft te maken met de indekkingsreserves met betrekking tot de kasstromen voor een bedrag van EUR 4,5 miljoen en met de personeelsvoordelenreserves ten bedrage van EUR 2,9 miljoen. De begeleidende toelichtingen op de pagina's 50 tot 121 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

Geconsolideerde balans

(EUR duizend)
Toelichting 31/12/2014 31/12/2015
Vaste activa 1.710.503 1.614.204
Immateriële vaste activa F14, F15 266.073 251.790
Materiële vaste activa F16 1.061.735 1.022.591
Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode F17 208.847 189.802
Financiële activa beschikbaar voor verkoop F18 50.258 29.236
Leningen F18 1.212 1.534
Handels- en overige vorderingen F20 17.555 15.194
Uitgestelde belastingactiva F21 104.823 104.057
Vlottende activa 2.140.866 1.996.272
Toegekende leningen F18 6.876 2.654
Voorraden F19 1.182.946 1.053.669
Handels- en overige vorderingen F20 826.989 829.805
Terug te vorderen belastingen 34.264 35.659
Kas en kasequivalenten F22 89.791 74.486
Activa uit stopgezette activiteiten F42 419.599
TOTAAL DER ACTIVA 3.851.368 4.030.075
Eigen vermogen 1.750.133 1.784.970
Eigen vermogen van de groep 1.694.380 1.698.721
Kapitaal en uitgiftepremies 502.862 502.862
Overgedragen resultaten en reserves 1.458.344 1.501.290
Omrekeningsverschillen en overige reserves F23 (135.955) (175.518)
Eigen aandelen (-) (130.871) (129.913)
Minderheidsbelangen 45.301 52.577
Elementen van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten uit stopgezette
bedrijfsactiviteiten
10.452 33.671
Verplichtingen op meer dan één jaar 493.957 490.243
Voorzieningen voor personeelsvoordelen F27 331.702 312.357
Financiële schulden F24 22.571 71.298
Handels- en overige schulden F25 21.490 24.654
Uitgestelde belastingpassiva F21 17.520 6.235
Voorzieningen F29, F30 100.673 75.699
Verplichtingen op ten hoogste één jaar 1.607.278 1.525.669
Financiële schulden F24 365.513 338.871
Handels- en overige schulden F25 1.148.599 1.095.371
Te betalen belastingen 63.958 54.889
Voorzieningen F29, F30 29.208 36.538
Passiva uit stopgezette activiteiten F42 229.193
TOTAAL DER PASSIVA 3.851.368 4.030.075

De begeleidende toelichtingen op de pagina's 50 tot 121 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

Geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen

(EUR duizend)

Aandeel van de Groep
Kapitaal
en
uitgifte
premies
Over
gedragen
resultaten
Omreke
nings
verschillen
en overige
reserves
Eigen
aandelen
Minder
heids
belangen
Totaal
voort
gezette
bedrijfs
activiteiten
Resultaten
elemen
ten uit
stopgezette
activiteiten
TOTAAL
EIGEN
VERMOGEN
Begin van het vorige boekjaar 502.862 1.647.378 (167.438) (305.661) 46.287 1.723.428 0 1.723.428
Resultaat van de periode 156.287 7.371 163.658 14.437 178.095
Componenten van niet-gerealiseerde
resultaten
29.954 3.074 33.027 (3.985) 29.042
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten voor de periode
156.287 29.954 10.445 196.685 10.452 207.137
Bewegingen in reserves voor op aandelen
gebaseerde vergoedingen
3.598 3.598 3.598
Kapitaalvermindering (5.652) (5.652) (5.652)
Dividenden (108.659) (7.050) (115.709) (115.709)
Overboekingen (236.662) (2.068) 238.730 0 0
Wijzigingen eigen aandelen (63.941) (63.941) (63.941)
Perimeterwijzigingen 1.271 1.271 1.271
Per einde van het vorige boekjaar 502.862 1.458.344 (135.955) (130.871) 45.301 1.739.680 10.452 1.750.133
Resultaat van de periode 153.203 7.530 160.733 16.424 177.157
Componenten van niet-gerealiseerde
resultaten
(36.335) (2.290) (38.625) 6.794 (31.831)
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde
resultaten voor de periode
153.203 (36.335) 5.240 122.108 23.218 145.325
Bewegingen in reserves voor op aandelen
gebaseerde vergoedingen
5.841 5.841 5.841
Kapitaalsverhoging 7.414 7.414 7.414
Dividenden (108.601) (5.377) (113.978) (113.978)
Overboekingen (1.655) (9.070) 10.725 0 0
Wijzigingen eigen aandelen (9.767) (9.767) (9.767)
Per einde van het jaar 502.862 1.501.290 (175.518) (129.913) 52.577 1.751.299 33.671 1.784.970

De wettelijke reserve van EUR 50.000 duizend, die inbegrepen is in de overgedragen winst, is niet beschikbaar voor uitkering. Het aandelenkapitaal van de Groep op 31 december 2015 bestond uit 112.000.000 aandelen zonder nominale waarde.

De Groep voldeed aan de vereisten van artikel 11 van de Wet van 14 december 2005 betreffende de dematerialisatie van effecten aan toonder. De statutaire auditor heeft daarvoor een certifi caat uitgegeven (rapport van overeengekomen procedures) op 18 december 2015.

Op 31 december 2014 bedroeg het aantal effecten aan toonder met eigenaars waarvan de identiteit onbekend is 57.317 stuks. Op 16 september 2015 en op 28 oktober 2015 heeft de Groep een notifi catie gepubliceerd op de website van Euronext om de effecten aan toonder te verkopen. De initiële publicatie van deze notifi catie van 16 september 2015 is ook gepubliceerd in het Belgisch Staatsbald. Na het verlopen van de wachtperiode bedroeg het aantal effecten aan toonder 97.627 en werden verkocht op 30 oktober 2015 met een netto opbrengst van EUR 3.768.539. Het aantal effecten aan toonder te koop aangeboden bij de tweede notifi catie bedroeg 24 en leverden bij de verkoop op 30 november 2015 EUR 926 op. De totale verkoopopbrengsten van de verkoop van al deze aandelen werden overgemaakt aan de Deposito- en Consignatiekas.

De begeleidende toelichtingen op de pagina's 50 tot 121 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

Geconsolideerde kasstromentabel

Umicore Jaarverslag 2015
Geconsolideerde kasstromentabel
(EUR duizend)
Toelichting 2014 2015
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten 163.656 160.736
Resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (19.775) (9.827)
Aanpassing voor niet-kastransacties F34 147.507 234.635
Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of
geklasseerd moeten worden onder de investerings- of fi nancieringskasstromen
F34 47.074 50.707
Wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal F34 87.753 (113.111)
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten 426.215 323.139
Ontvangen dividenden 15.063 23.921
Belastingen betaald in de loop van het boekjaar (53.250) (80.931)
Ontvangen kapitaalsubsidies 8.083 (981)
KASSTROMEN VOORTKOMEND UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN F34 396.111 265.148
Verwerving van materiële vaste activa F16 (169.486) (204.494)
Verwerving van immateriële vaste activa F14 (24.138) (20.856)
Verwerving van nieuwe dochterondernemingen (na aftrek van hun liquide middelen) F8 (35.160) 458
Verwerving/kapitaalverhoging van ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
Verwerving van fi nanciële vaste activa
F18 (180)
(18.842)
(1.764)
(76)
Nieuwe toegekende leningen F18 (2.115) (3.252)
Subtotaal van de verwervingen (249.920) (229.984)
Overdracht van materiële vaste activa 2.445 2.121
Overdracht van immateriële vaste activa 579 1.739
Overdracht van dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen (na aftrek van hun liquide middelen) 0 644
Kapitaalvermindering van geassocieerde ondernemingen 220
Overdracht van fi nanciële vaste activa 5.141
Afl ossing van leningen F18 0 3.364
Subtotaal van de overdrachten 8.165 8.088
KASSTROMEN VOORTKOMEND UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
Kapitaalverhoging minderheden
F34 (241.754)
(4.537)
(221.896)
3.457
Verkoop (aankoop) van eigen aandelen (63.941) (9.767)
Ontvangen interesten 3.298 3.714
Betaalde interesten (6.453) (9.331)
Nieuwe leningen (afl ossing) 38.642 26.837
Dividenden uitgekeerd aan Umicore-aandeelhouders (107.926) (108.638)
Dividenden uitgekeerd aan minderheidsaandeelhouders (7.050) (5.377)
KASSTROMEN VOORTKOMEND UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN F34 (147.967) (99.104)
Invloed van de wisselkoers op de aangehouden liquide middelen (9.222) (17.300)
NETTOKAS EN - KASEQUIVALENTEN UIT VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN
Nettokas en -kasequivalenten bij het begin van het boekjaar uit voorgezette
(2.831) (73.153)
bedrijfsactiviteiten F22 105.787 102.943
Impact van fi nale fi nanciering voor stopgezette activiteiten 36.378
Nettokas en -kasequivalenten op het einde van het boekjaar uit voortgezette
bedrijfsactiviteiten F22 102.943 66.167
Kas uit stopgezette activiteiten (23.057) 37.872
waarvan kas en kasequivalenten 89.791 112.358
waarvan krediet op bankrekeningen (9.905) (8.318)

De begeleidende toelichtingen op de pagina's 50 tot 121 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening

De geconsolideerde jaarrekening voor de periode eindigend op 31 december 2015 en het jaarverslag, opgesteld in overeenstemming met artikel 119 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en opgenomen op de pagina's 1 tot 121, werd voor publicatie goedgekeurd door de Raad Van Bestuur van 10 maart 2016. De jaarrekening werd voorbereid overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen voor het opmaken van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat de rekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belangen in ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.

F1 Voorstellingsbasis

De Groep presenteert de geconsolideerde jaarrekening volgens alle Internationale Financiële Rapporteringstandaarden (IFRS) zoals voorgeschreven door de Europese Unie (EU).

De geconsolideerde financiële staten worden uitgedrukt in duizenden euro, afgerond op het dichtste duizendtal, en werden opgemaakt op basis van het principe van de historische kost, met uitzondering van de onderdelen gewaardeerd aan reële waarde.

F2 Waarderingsregels

2.1 Consolidatie en segmenteringprincipes

2.1.1 Dochtermaatschappijen

Dochtermaatschappijen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover de Groep controle heeft. De Groep controleert een entiteit wanneer deze blootgesteld is aan, of de rechten heeft op, het variabel rendement ten gevolge van zijn betrokkenheid in de entiteit, alsook de mogelijkheid heeft om dit rendement te beïnvloeden met zijn macht over de entiteit. Dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle overgedragen wordt aan de Groep en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop deze controle ophoudt te bestaan.

Toelichting F5 geeft een overzicht van de betekenisvolle dochterondernemingen van de Groep op balansdatum.

De Group past de overnamemethode toe voor het boeken van bedrijfsacquisities. De overgedragen vergoeding voor de overname van een dochteronderneming is de reële waarde van de overgedragen activa, de verplichtingen opgelopen door de vroegere eigenaars van het overgenomen bedrijf en de aandelenbelangen uitgegeven door de Groep. De overgedragen vergoeding bestaat uit de reële waarde van elk actief of passief op grond van een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfsacquisitie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. De Groep erkent enig minderheidsbelang in de overgenomen partij op een overname per overname basis, ofwel tegen reële waarde ofwel tegen proportioneel aandeel in de minderheidsbelangen van de erkende bedragen van de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De aan de overname gerelateerde kosten worden ten laste genomen wanneer ze opgelopen worden.

Indien de bedrijfsacquisitie in fasen plaatsvindt, wordt de boekwaarde op overnamedatum van het voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemende partij in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit dergelijke nieuwe meting worden in de resultatenrekening opgenomen.

Elke voorwaardelijke vergoeding die door de Groep wordt overgedragen, dient opgenomen te worden tegen de reële waarde op de overnamedatum. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als actief of passief wordt geacht, wordt opgenomen in overeenstemming met IAS 39 hetzij in de resultatenrekening of als een wijziging in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Een voorwaardelijke vergoeding die wordt geclassificeerd als eigen vermogen wordt niet geherwaardeerd, en de daaropvolgende afwikkeling wordt geboekt in het eigen vermogen.

Alle intragroepsverrichtingen, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op intragroepsverrichtingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Indien noodzakelijk werden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de samenhang te garanderen met de principes aangenomen door de Groep.

IFRS 5 (vaste activa aangehouden voor verkoop en stopgezette bedrijfsactiviteiten) specifi eert de behandeling van de transacties binnen de groep voor de eliminatie van de onderlinge balansen tussen voortgezette en stopgezette activiteiten niet. Umicore heeft voor de keuze geopteerd waarbij de transacties binnen de groep niet geëlimineerd worden in de resultatenrekening tussen de voorgezette en stopgezette activiteiten. Voor de presentatie van de balans is dit anders, IFRS 10 (geconsolideerde jaarrekening) overtreft IFRS 5 en vereist dat alle balansen tussen entiteiten binnen de groep geëlimineerd worden inclusief deze tussen voorgezette en stopgezette bedrijfsactiviteiten.

2.1.2 Wijzigingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen, zonder controlewijziging

Transacties met minderheidsbelangen die niet leiden tot verlies van controle, worden geboekt als transacties binnen het eigen vermogen - dat wil zeggen, zoals transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. Het verschil tussen de reële waarde van de betaalde vergoeding en het verkregen aandeel van de boekwaarde van de netto -activa van de dochteronderneming wordt opgenomen in het eigen vermogen. Winsten of verliezen op verkopen aan minderheidsbelangen worden ook opgenomen in het eigen vermogen.

2.1.3 Verkoop van dochterondernemingen

Wanneer de Groep niet langer de controle heeft, wordt een eventueel resterend belang in de entiteit geherwaardeerd aan de reële waarde op de datum waarop de controle verloren is, met de verandering in de boekwaarde opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde is de initiële boekwaarde met het oog op een toekomstige opname van het behouden belang als een geassocieerde deelneming, joint venture of fioekwaard actief. Daarnaast worden alle eerder opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten uit hoofde van die entiteit geboekt alsof de Groep direct de betrokken activa of passiva had verkocht. Dit kan betekenen dat de bedragen die voorheen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen waren, worden overgeboekt naar de resultatenrekening.

2.1.4 Geassocieerde ondernemingen

In een geassocieerde onderneming heeft de Groep een betekenisvolle invloed, maar geen controle, In het algemeen gaat dit samen met het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden in de consolidatie opgenomen volgens de vermogens- mutatiemethode. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, en de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel in het resultaat van de geassocieerde onderneming na de datum van de overname te herkennen. De investering van de Groep in geassocieerde ondernemingen bevat de goodwill vastgesteld bij aankoop. Als het belang in een geassocieerde deelneming wordt verminderd, maar een betekenisvolle invloed wordt behouden, wordt slechts een evenredig deel van de voorheen opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten overgeboekt naar de resultatenrekening, waar toepasbaar. Het aandeel van de Groep in de post-acquisitie resultaten wordt opgenomen in de resultatenrekening, en haar aandeel in de post-acquisitie bewegingen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen met een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van de investering. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een deelneming gelijk is aan haar belang in de deelneming of deze overschrijdt, inbegrepen ongedekte vorderingen, moet de Groep geen verdere verliezen opnemen, tenzij deze wettelijke of feitelijke verplichtingen aangegaan heeft of betaald heeft namens de geassocieerde deelneming. De groep bepaalt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn dat de investering in de geassocieerde onderneming een bijzondere waardevermindering ondergaat. Als dit het geval is, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde deelneming en de boekwaarde ervan en erkent het bedrag grenzend aan ' aandeel in de winst / (verlies) van geassocieerde deelnemingen in de resultatenrekening.

Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream en downstream transacties tussen de Groep en haar geassocieerde onderneming worden opgenomen in de jaarrekening van de Groep enkel voor het gedeelte van de belangen van niet-verwante investeerders in de geassocieerde onderneming. Nietgerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij de transactie aanwijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van geassocieerde deelnemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren. Verwateringswinsten en -verliezen die voortvloeien uit investeringen in geassocieerde ondernemingen worden opgenomen in de resultatenrekening.

2.1.5 Gezamenlijke overeenkomsten

De groep past IFRS 11 voor alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden investeringen in gezamenlijke overeenkomsten geclassificeerd als gezamenlijke operaties of joint ventures, afhankelijk van de contractuele rechten en plichten van elke belegger. De Groep heeft het karakter van zijn gezamenlijke overeenkomsten beoordeeld en bepaalt dat het joint ventures zijn. Joint ventures worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Onder de vermogensmutatiemethode, zijn belangen in joint ventures initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de post-acquisitie winsten of verliezen en mutaties in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten te herkennen.

Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture gelijk is aan haar belangen in de joint venture of deze overschrijdt (dit houdt lange termijn belangen in die in wezen deel uit maken van de netto- investering van de Groep in de joint ventures), herkent de Groep geen verdere verliezen, tenzij zij verplichtingen is aangegaan of betaald heeft namens de joint ventures. Niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en haar joint ventures worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie aanwijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van joint ventures zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren.

2.1.6 Segmentrapportering

Toelichting F7 toont de segmentinformatie van de Groep, in lijn met IFRS 8. Umicore is georganiseerd in business units. Onder IFRS 8 zijn de operationele segmenten van Umicore ingedeeld naar hun groeidomeinen op gebied van Catalysis, Energy & Surface Technologies en Recycling.

De hergroepering anticipeert de geplande desinvestering van de zinkactiviteiten van de Groep. De business units Building Products en Zinc Chemicals worden weergegeven als stopgezette activiteiten tot hun effectieve desinvestering.

Catalysis speelt een belangrijke rol in de vermindering van voertuigenemissies wereldwijd. Umicore ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en andere zware voertuigen. De business group produceert ook verbindingen op edelmetaalbasis voor gebruik in de sectoren fi jne chemicaliën, life sciences en farmaceutica. Het Energy & Surface Technologies segment is toegespitst op onder andere materialen die worden aangetroffen in de groeiende markt van herlaadbare batterijen, zowel in draagbare elektronica als in elektrische voertuigen en zonnepanelen. Het bevat ook materiaaloplossingen voor de behandeling van oppervlaktes in industrieën zoals de bouw en elektronica. De producten binnen dit segment bevatten grotendeels kobalt, germanium en indium. Het Recycling segment herwint een groot aantal edele en andere metalen uit een waaier van afvalstromen en industriële residuen. De Recycling activiteiten omvat ook zowel de productie van materialen voor de juwelenindustrie (inclusief recyclagediensten) als de recyclage van herlaadbare batterijen. Het segment biedt ook een aantal producten aan voor een breed gamma van toepassingen binnen de chemische, elektrische, elektronische, automotive en glastoepassingen. Al deze producten gebruiken edelmetalen om de specifi eke producteigenschappen te versterken.

Corporate omvat corporate activiteiten, gedeelde operationele functies en onderzoek, ontwikkeling en innovatie van de Groep. Het minderheidsbelang van Umicore in Element Six Abrasives wordt ook opgenomen in Corporate.

De wijze waarop de operationele segmenten worden gerapporteerd is consistent met de interne rapportering aan de Raad van Bestuur en aan het Directiecomité. Het Directiecomité evalueert de prestatie van de operationele segmenten hoofdzakelijk op basis van het resultaat voor interesten en belastingen (EBIT), het aangewend kapitaal en het rendement op aangewend kapitaal (ROCE).

De resultaten van het segment, de activa en passiva bevatten elementen die direct aan het segment kunnen toegewezen worden, of er op een redelijke wijze aan kunnen toegewezen worden.

De prijszetting van verkopen tussen de segmenten is gebaseerd op marktconforme transferprijzen. Indien onvoldoende marktreferenties beschikbaar zijn wordt een 'kost-plus' mechanisme toegepast. De verbonden ondernemingen worden toegevoegd aan die segmenten waarmee hun activiteit het beste overeenstemt.

2.2 Inflatieboekhouding

Op balansdatum was er binnen de Umicore Groep geen enkele dochteronderneming die haar financiële verslaggeving opstelde in de valuta van een economie met hyperinflatie.

2.3 Omrekening van vreemde valuta

Functionele munt: de posten in de financiële staten van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt. De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld in euro, de functionele munt van de moederonderneming. Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:

  • activa en passiva aan de koers op het einde van de periode, zoals die gepubliceerd wordt door de Europese Centrale Bank;
  • de resultatenrekening aan de gemiddelde wisselkoers van de periode;
  • het eigen vermogen aan de historische wisselkoers.

Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van de periode, worden geboekt als deel van het eigen vermogen onder 'Omrekeningsverschillen'.

Wanneer een buitenlandse activiteit gedeeltelijk buiten gebruik wordt gesteld of verkocht, worden wisselkoersverschillen die geboekt werden in het eigen vermogen, erkend in de resultatenrekening.

Goodwill en alle aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen aan de reële waarde, die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit, worden verwerkt als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden bijgevolg omgerekend op basis van de slotkoers.

2.4 Transacties in vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta worden geboekt in de functionele munt van elke entiteit tegen de wisselkoersen die van kracht zijn op de datum van de afsluiting van de transacties. De datum van de afsluiting van de transactie is de datum waarop de transactie voor erkenning in aanmerking komt.

2.5 Materiële vaste activa

Umicore Jaarverslag 2015
Voor praktische redenen kan een wisselkoers worden gebruikt die kort aansluit bij de koers op de datum van de afsluiting van de transacties, bijvoorbeeld
de gemiddelde koers van de week of de maand waarin de transacties voorkomen.
Vervolgens worden bij de jaarafsluiting alle monetaire activa en passiva gebaseerd op deze transacties in vreemde valuta, omgerekend tegen de slotkoers
op het einde van de periode.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en passiva in vreemde valuta, worden in
de resultatenrekening opgenomen als een financieel resultaat.
Om zich tegen bepaalde valutarisico's in te dekken heeft de onderneming een aantal termijncontracten afgesloten (zie verder punt 2.21,
Financiële instrumenten).
2.5 Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kost verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
De kostprijs omvat alle directe kosten en het toewijsbare gedeelte van de indirecte kosten die nodig waren om de activa bedrijfsklaar te maken.
Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan investeringen worden geactiveerd samen met de kost van de activa, in overeenstemming met IAS 23.
Financieringskosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een investering worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze ontstaan.
De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast over de geschatte economische levensduur van de activa. De economische levensduur is de periode
tijdens dewelke men verwacht de activa te gebruiken in de onderneming.
Herstellings- en onderhoudskosten worden ten laste genomen in de periode waarin ze werden uitgevoerd, indien ze niet bijdragen tot een verhoging van
het toekomstige economische rendement van de activa. Zoniet worden ze beschouwd als een afzonderlijke component van de materiële vaste activa.
Componenten van de materiële vaste activa zijn elementen die op regelmatige basis worden vervangen. Zij worden beschouwd als afzonderlijke activa,
omdat hun economische levensduur verschilt van de materiële vaste activa waartoe zij behoren. De materiële vaste activa van Umicore, vaak complexe en
gespecialiseerde industriële activa, hebben over het algemeen geen individuele restwaarde buiten de specifieke omgeving van de operaties. Daarom wordt
geen restwaarde in beschouwing genomen bij het bepalen van de afschrijfbare waarde.
Als standaardleidraad is de geschatte economische levensduur van de respectievelijke materiële activa als volgt gedefinieerd:
Terreinen
Niet afschrijfbaar
Gebouwen
- Industriële gebouwen 20 jaar
- Aanpassingen aan gebouwen 10 jaar
- Andere gebouwen, zoals kantoren en laboratoria 40 jaar
- Onroerend goed
Installaties, machines en uitrustingen
40 jaar
10 jaar
- Ovens 7 jaar
- Kleinere uitrustingen 5 jaar
Meubilair en materieel
- Rollend materieel 5 jaar
- Mobiel materieel voor intern transport 7 jaar
- Informaticamaterieel
3 tot 5 jaar
- Meubilair en kantoormaterieel
5 tot 10 jaar

Voor belangrijke nieuw aangekochte of gebouwde investeringen wordt de economische levensduur expliciet ingeschat op het moment van de investeringsaanvraag waarbij deze kan afwijken van bovenstaande standaarden.

Het management bepaalt de geschatte levensduur en gerelateerde afschrijvingen voor de materiële vaste activa. Ze gebruikt hiervoor standaardschattingen gebaseerd op een combinatie van fysieke duurzaamheid en ingeschatte industriële of productlevencycli. De geschatte levensduur kan in grote mate wijzigen ten gevolge van technische vernieuwingen, marktontwikkelingen en/of handelingen gesteld door de concurrentie. Het management zal ofwel de afschrijvingslast verhogen wanneer de levensduur korter is dan voordien werd ingeschat, ofwel zal zij technisch onbruikbare of niet-strategische activa, die verwijderd of verkocht zijn, volledig of gedeeltelijk afschrijven.

Gebruiksrechten van terreinen maken deel uit van de materiële vaste activa en worden standaard afgeschreven over de contractuele periode.

2.6 Immateriële vaste activa

2.6.1 Kapitaaltransactiekosten

Uitgaven voor oprichting en kapitaalverhoging worden afgetrokken van het kapitaal.

2.6.2 Goodwill

Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op de datum van de overname. Goodwill wordt geboekt aan kost verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen.

Goodwill van geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder 'Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode', samen met de investering zelf.

Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Als de boekwaarde van de goodwill niet volledig recupereerbaar is, wordt de nodige waardevermindering opgenomen in de resultatenrekening. Deze waardeverminderingen worden nooit teruggenomen.

Het overschot van het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs, wordt onmiddellijk in het resultaat opgenomen.

2.6.3 Onderzoek en ontwikkeling

Onderzoekskosten met betrekking tot het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten, worden ten laste van het resultaat genomen in de periode waarin ze werden gemaakt.

Ontwikkelingskosten worden gedefinieerd als kosten voor het ontwerpen van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen voorafgaand aan de commerciële productie of het gebruik. Ze worden geactiveerd als, onder andere, aan de volgende voorwaarden voldaan is:

  • de immateriële activa zullen aanleiding geven tot toekomstige economische voordelen, of met andere woorden, het marktpotentieel is duidelijk aangetoond;
  • de kosten met betrekking tot het proces of product kunnen duidelijk geïdentificeerd en betrouwbaar gewaardeerd worden.

Indien het moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken tussen onderzoeks- of ontwikkelingskosten, worden de kosten beschouwd als onderzoekskosten. Als ontwikkelingskosten geactiveerd worden, worden ze lineair afgeschreven over de periode van het verwachte voordeel, standaard op vijf jaar.

2.6.4 CO2 -emissierechten

In het kader van het Kyoto-protocol werd er een derde emissieperiode geopend, voor de periode 2013-2020. De Vlaamse overheid heeft in dat kader emissierechten toegekend aan de Vlaamse sites van een aantal bedrijven, waaronder Umicore. Ieder jaar, op het einde van februari, wordt één vijfde van deze emissierechten overgedragen aan een offi cieel register. De overdracht van de emissierechten aan dit register leidt tot de activering in de immateriële activa, conform de richtlijnen van de Belgische Commissie voor boekhoudkundige normen.

Winsten die voortvloeien uit het erkennen van emissierechten aan reële waarde worden uitgesteld tot de certificaten gebruikt worden. Emissierechten in eigendom zijn onderhevig aan een test op bijzondere waardeverminderingen maar worden niet afgeschreven. Als op een bepaalde afsluitingsdatum de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt een waardevermindering geboekt. Op elke afsluitingsdatum maakt de Groep een schatting van het reële gebruik van de emissierechten voor de periode en erkent een voorziening voor de rechten die moet gestort worden aan de overheid. De last verbonden aan de bijzondere waardevermindering of de erkenning van deze provisies wordt volledig gecompenseerd in de resultatenrekening door het vrijmaken van de uitgestelde ontvangsten. Umicore beschikt over de noodzakelijke emissierechten om een normale werking van haar installaties toe te laten.

2.6.5 Andere immateriële activa

Alle volgende categorieën worden geboekt tegen historische kost, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen:

  • concessies, octrooien en licenties worden afgeschreven over de periode van hun juridische bescherming; met een minimum van 5% (standaard op vijf jaar basis).
  • Klanten portfolio's worden standaard afgeschreven over een periode van vijf jaar.
  • ERP systemen worden standaard afgeschreven over een periode van tien jaar;
  • Kleinere software pakketten worden standaard afgeschreven over een periode van vijf jaar.

Umicore heeft momenteel geen immateriële activa met een onbeperkte gebruiksperiode.

2.7 Lease

2.7.1 Financiële leasing

Leasing waarbij de onderneming vrijwel alle voordelen en risico's verbonden aan de eigendom van de betrokken activa overneemt, wordt beschouwd als financiële leasing. Financiële leasingcontracten worden in de balans opgenomen aan de reële waarde op het moment van het aangaan van de leasingovereenkomst of, indien deze lager is, tegen de geschatte geactualiseerde waarde van de minimale leasingbetalingen, min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.

Elke aflossing wordt deels beschouwd als terugbetaling van de leasingschuld, deels als interestbetaling in een verhouding die maakt dat er over de volledige looptijd een constante interestlast ontstaat in vergelijking met het openstaand kapitaal. De overeenkomstige huurschulden, exclusief de fi nanciële lasten, worden geboekt in de rubriek 'Overige langetermijnschulden'. Het interestgedeelte wordt over de termijn van de leasingperiode in de resultatenrekening opgenomen. Activa die het voorwerp uitmaken van fi. Het in leasing worden afgeschreven over de kortste termijn van hetzij de verwachte economische levensduur van deze activa, hetzij de duur van het leasingcontract.

2.7.2 Operationele leasing

Leasingovereenkomsten waarbij vrijwel alle wezenlijke voordelen en risico's verbonden aan de eigendom van de activa bij de verhuurder berusten, worden als operationele leasing beschouwd. Operationele leasingbetalingen of ontvangsten worden respectievelijk als een bedrijfskost of -opbrengst geboekt in de resultatenrekening op basis van de lineaire methode.

De Groep gaat over tot de leasing van metalen van en aan derden voor een specifieke termijn waarvoor de Groep vergoedingen ontvangt of betaalt. Metaal-leasecontracten worden voornamelijk afgesloten voor periodes van minder dan één jaar. De leasing van metalen van en aan derden wordt gerapporteerd onder 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen'.

2.8 Financiële activa beschikbaar voor verkoop, leningen en langetermijnvorderingen

Alle bewegingen in financiële activa beschikbaar voor verkoop, leningen en langetermijnvorderingen worden geboekt op de verhandelingsdatum.

Financiële activa beschikbaar voor verkoop worden gewaardeerd aan reële waarde. Ongerealiseerde winsten en verliezen uit veranderingen in de reële waarde van dergelijke activa worden opgenomen in het eigen vermogen als financiële vaste activareserves. Wanneer de activa verkocht worden of wanneer er een bijzondere waardevermindering op deze activa dient opgenomen te worden, worden de in het eigen vermogen gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde opgenomen in de resultatenrekening als winst of verlies.

Financiële activa worden afgeboekt wanneer de rechten op kasstromen van investeringen tot een einde gekomen zijn of wanneer ze getransfereerd zijn en de Groep vrijwel alle voordelen en risico's verbonden aan de eigendom hiervan getransfereerd heeft.

Leningen en vorderingen worden opgenomen aan afgeschreven kostprijs na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.

Alle waardeverminderingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gecompenseerd met de bruto waarde van het ogenblik er geen enkele kans meer bestaat om de activa te recupereren.

Eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal.

2.9 Voorraden

Voorraden worden geboekt tegen kostprijs of, indien die lager is, de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe aankoop- of productiekosten en een toewijsbaar deel van de algemene kosten.

Voorraden worden opgesplitst in:

    1. Basisproducten met metaaldekking
    1. Basisproducten zonder metaaldekking
    1. Verbruiksgoederen
    1. Betaalde voorschotten
    1. Bestellingen in uitvoering

Basisproducten met metaaldekking zijn metaalhoudende producten waarbij Umicore blootgesteld is aan metaalprijsschommelingen en waarvoor Umicore een actief en structureel risicobeheer toepast teneinde de mogelijke negatieve effecten op de fi nanciële prestatie van de Groep tot een minimum te beperken. De metaalinhoud wordt gegroepeerd in categorieën die hun specifieke aard en operationele toepassing weerspiegelen, zoals metaalvoorraden die permanent in gebruik zijn of metaalvoorraden die beschikbaar zijn voor commercieel gebruik. Afhankelijk van de metaalvoorraadcategorie, worden gepaste indekkingsmechanismen toegepast. Deze voorraden worden gewaardeerd met de methode van het gewogen gemiddelde, toegepast per voorraadcategorie.

Basisproducten zonder metaaldekking en verbruiksgoederen worden gewaardeerd volgens de methode van het gewogen gemiddelde.

Waardeverminderingen op voorraden worden geboekt in geval van lage voorraadrotatie en wanneer de nettoboekwaarde de marktwaarde overschrijdt, zijnde de geschatte verkoopprijs verminderd met de geschatte kosten voor afwerking en de geschatte kost noodzakelijk voor het afsluiten van een verkoop. Waardeverminderingen worden afzonderlijk vermeld.

Betaalde voorschotten zijn voorafbetalingen op contracten met leveranciers, waarbij de fysieke levering van het onderliggende goed nog niet heeft plaatsgevonden. Zij worden geboekt tegen nominale waarde.

Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd volgens de methode van de 'winstname volgende vordering van de werken'.

2.10 Handels- en overige vorderingen

Handelsvorderingen worden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs, d.i. aan de netto huidige waarde van de handelsvordering. Tenzij de impact van actualisatie materieel is, worden vorderingen aan nominale waarde geboekt en afgeschreven indien oninbaar. Alle afschrijven worden op aparte rekeningen gevolgd, en deze worden pas met de boekwaarde gecompenseerd als er geen kans meer is op recuperatie van de vordering.

Handelsvorderingen voor dewelke de risico's en de opbrengsten grotendeels getransfereerd werden, worden van de balans afgeboekt. Reële waardewinsten uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige vorderingen.

2.11 Kas en kasequivalenten

Kasmiddelen omvatten de beschikbare geldmiddelen in contanten en uitstaande bedragen bij banken. Kasequivalenten zijn uiterst liquide kortetermijnbeleggingen die op elk ogenblik kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is, een looptijd hebben van maximum drie maanden en niet onderhevig zijn aan een materieel risico op waardeschommelingen.

Deze elementen worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde of afgeschreven kostprijs. Krediet op bankrekeningen bij de banken worden in de balans opgenomen als financiële schulden op korte termijn.

2.12 Bijzondere waardevermindering van activa

Materiële vaste activa en andere vaste activa, met inbegrip van immateriële activa en financiële activa niet aangehouden voor handelsdoeleinden, worden geëvalueerd op de noodzaak tot boeking van bijzondere waardeverminderingen indien bepaalde gebeurtenissen of veranderde omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijkerwijs niet kan gerecupereerd worden. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, moet de recupereerbare waarde van de activa geschat worden.

De recupereerbare waarde is de nettoverkoopprijs van de activa of, wanneer deze hoger is, de gebruikswaarde van de activa. Om de recupereerbare waarde van individuele activa te kunnen schatten, bepaalt de onderneming vaak de recupereerbare waarde van de kasstroom genererende eenheid waartoe de activa behoren.

Als de boekwaarde van de activa de recupereerbare waarde overschrijdt, dan wordt onmiddellijk een bijzondere waardevermindering als kost geboekt.

Bijzondere waardeverminderingen worden teruggenomen indien de reden voor de bijzondere waardeverminderingen geboekt voor activa of voor een kasstroom genererende eenheid, niet langer bestaat of verminderd is. Een bijzondere waardevermindering wordt maximaal teruggenomen voor zover de boekwaarde van de activa niet groter wordt dan de theoretische nettoboekwaarde na afschrijving, bepaald alsof er in de voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering zou zijn opgenomen.

2.13 Kapitaal en overgedragen resultaten

A. Inkoop van eigen aandelen

Wanneer de onderneming een deel van haar eigen aandelen inkoopt, wordt de betaalde prijs, inclusief de toewijsbare nettotransactiekosten na belasting, afgetrokken van het eigen vermogen en opgenomen als 'Eigen aandelen'. Er wordt geen winst of verlies geboekt in de resultatenrekening bij aankoop, verkoop, uitgifte of vernietiging. Indien deze aandelen vervolgens verkocht of heruitgegeven worden, wordt elk ontvangen bedrag als eigen vermogen opgenomen.

  • B. Bijkomende kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen en in mindering gebracht van het ontvangen bedrag, na aftrek van belastingen.
  • C. Dividenden van de moederonderneming uitkeerbaar aan de gewone uitstaande aandelen worden opgenomen als verplichting nadat ze goedgekeurd zijn door de aandeelhouders.

2.14 Minderheidsbelangen

Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identificeerbare activa en passiva die geboekt worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstige deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes.

In de resultatenrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart van het geconsolideerd resultaat van de Groep getoond.

2.15 Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd in de balans indien:

  • er een huidige (wettelijke of feitelijke) verplichting bestaat ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden;
  • het waarschijnlijk is dat er kasuitgaven vereist zijn om de verplichting af te wikkelen;
  • er een betrouwbare schatting van het bedrag van deze uitgave kan gemaakt worden.

Een feitelijke verplichting is een verplichting die ontstaat uit de handelingen van een onderneming, waarbij deze door een consistent gedrag of door bepaalde gepubliceerde beleidsregels te kennen geeft dat zij bepaalde verantwoordelijkheden aanvaardt, en de onderneming als gevolg daarvan een terecht verwachtingspatroon gecreëerd heeft dat zij die verantwoordelijkheden daadwerkelijk zal opnemen.

Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting op het einde van de rapporteringsperiode van de uitgaven die vereist zijn om aan de bestaande verplichting te voldoen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Indien de tijdswaarde van het geld belangrijk is, wordt als voorziening de huidige waarde genomen van de verwachte toekomstige vereiste uitgaven om aan de verplichting te voldoen. Het resultaat van de jaarlijkse verdiscontering van de voorzieningen, als ze verricht wordt, wordt opgenomen in de financiële resultaten.

De belangrijkste types van voorzieningen zijn de volgende:

1. Voorzieningen voor personeelsvoordelen (zie 2.16, Personeelsvoordelen)

2. Voorzieningen voor milieuverplichtingen

Milieuvoorzieningen zijn gebaseerd op wettelijke en feitelijke verplichtingen ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, in overeenstemming met het milieubeleid van de onderneming en de geldende wettelijke verplichtingen. Het volledige bedrag van de geschatte verplichting wordt onmiddellijk opgenomen op het ogenblik dat de verplichting plaats vindt. Wanneer de verplichting productiegerelateerd is, wordt de verplichting stapsgewijs opgenomen volgens het normaal gebruik/productieniveau.

3. Overige voorzieningen

Deze omvatten voorzieningen voor geschillen, verlieslatende contracten, garanties, risico's op financiële deelnemingen en herstructureringen. Een voorziening voor herstructurering wordt opgenomen als de onderneming een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de herstructurering al gestart of publiek aangekondigd is voor het einde van de rapporteringsperiode. Elke herstructureringsvoorziening omvat enkel de directe uitgaven die voortvloeien uit de herstructurering, welke duidelijk afgebakend zijn en die geen verband houden met de lopende activiteiten van de onderneming.

2.16 Personeelsvoordelen

2.16.1 Personeelsvoordelen op korte termijn

Ze omvatten lonen, salarissen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld, doorbetaling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in natura. Deze worden als kost geboekt in de betreffende periode. Alle kaderleden van de onderneming komen in aanmerking voor bonussen op basis van individuele prestaties en financiële doelstellingen. Het bedrag van de bonus wordt ten laste genomen, op basis van een raming op het einde van de rapporteringsperiode.

2.16.2 Vergoeding na uitdiensttreding (pensioenen, medische zorgverlening)

De onderneming heeft verschillende pensioenprogramma's en programma's voor medische zorgverlening in overeenstemming met de voorwaarden en de praktijken in de landen waar ze actief is. De programma's worden in principe via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of apart beheerde fondsen gefinancierd.

2.16.2.1 'Te bereiken doel'-plannen

De onderneming neemt alle wettelijke en feitelijke verplichtingen in de boeken op, zowel op basis van de formele bepalingen van de 'te bereiken doel' plannen als van de eerder informele gewoonten van de onderneming.

Het bedrag dat opgenomen wordt in de balans is gebaseerd op actuariële berekeningen (op basis van de 'projected unit credit method') en vertegenwoordigt de huidige waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen. De voorzieningen worden verminderd met de reële waarde van de eventuele activa van het pensioenplan.

Niet-opgenomen pensioenkosten van verleden diensttijd resulteren uit de invoering van nieuwe toekomstige uitkeringsverplichtingen of wijzigingen aan de voordelen die betaalbaar zijn volgens het bestaande plan. De pensioenkosten van verleden diensttijd worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening sinds IAS 19 (herzien).

De actuariële winsten en verliezen resulteren uit verschillen tussen werkelijke en geschatte actuariële parameters zoals weerspiegeld in de jaarlijkse bijwerking van de actuariële berekeningen. Deze winsten en verliezen worden opgenomen via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin ze ontstaan en ze worden opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als reserves voor personeelsvoordelen na uitdiensttreding.

2.16.2.2 Plannen met 'vaste bijdrage'

De onderneming betaalt vaste bijdragen aan openbare of privéverzekeringsplannen. De betalingen worden ten laste genomen op het moment dat ze verschuldigd zijn en zijn als dusdanig opgenomen in de personeelskosten.

2.16.3 Andere personeelsvoordelen op lange termijn (anciënniteitspremies)

Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de 'te bereiken doel'-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle actuariële verliezen of winsten worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.

2.16.4 Loopbaanbeëindigingsvoordelen (brugpensioenplannen, andere gelijkaardige verplichtingen)

Deze vergoedingen zijn verschuldigd als gevolg van de beslissing van de onderneming om het dienstverband van een werknemer te beëindigen vóór de normale pensioendatum of van de beslissing van een werknemer om in ruil voor deze vergoeding vrijwillig ontslag te nemen. Als ze redelijkerwijs voorspelbaar zijn, overeenkomstig de voorwaarden en praktijken in de landen waar de onderneming actief is, worden ook potentieel toekomstige verplichtingen opgenomen.

Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de 'te bereiken doel'-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle actuariële verliezen of winsten worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.

2.16.5 Vergoedingen in aandelen en aanverwante voordelen (op aandelen gebaseerde vergoedingen IFRS 2)

Dankzij verschillende aandelenoptie- of aandelenprogramma's kunnen zowel de werknemers als het senior management van de onderneming aandelen van Umicore aankopen of verwerven. De optie- of aandelenuitoefenprijs is gelijk aan de marktprijs van de (onderliggende) aandelen op de datum van de toekenning. Als de opties uitgeoefend worden, worden aandelen komende van de bestaande voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld van de begunstigden. In beide gevallen wordt het kapitaal verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. Voor de aandelenprogramma's, worden aandelen uit de voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden.

De opties en de aandelen worden standaard verworven op de datum van de toekenning en hun reële waarde wordt opgenomen als een uitgave voor personeelsvoordelen met als tegenpost het eigen vermogen onder de vorm van reserves van de op aandelen gebaseerde vergoedingen. Voor de opties wordt de kost die moet geboekt worden, berekend door een actuaris die daarvoor een waarderingsmodel gebruikt dat rekening houdt met de karakteristieken van de aandelenopties, de volatiliteit van het onderliggende aandeel en het veronderstelde uitoefenpatroon.

Zolang de verleende opties niet zijn uitgeoefend wordt hun waarde gerapporteerd onder de geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen van de Groep als 'reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen'. De waarde van de uitgeoefende opties gedurende de periode wordt getransfereerd naar 'overgedragen resultaten'.

2.16.6 Presentatie

De personeelsvoordelen worden geboekt als bedrijfsresultaat in de resultatenrekening, met uitzondering van interest en verdisconteringsresultaten die opgenomen worden in de financiële resultaten.

2.17 Financiële schulden

Alle bewegingen in financiële schulden worden geboekt op de verhandelingsdatum.

Voor leningen worden de initieel ontvangen bedragen geboekt, verminderd met transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen nettowaarde na afschrijving, op basis van de effectieve interestmethode. De nettowaarde na afschrijving wordt berekend rekening houdend met alle uitgiftekosten en elke korting of premie op het moment van uitgifte. Alle verschillen tussen het geleende bedrag en de terugbetalingswaarde worden opgenomen in de resultatenrekening bij terugbetaling.

2.18 Handels- en overige schulden

Handelsschulden worden geboekt aan kost na afschrijving, met andere woorden aan de netto actuele waarde van het te betalen bedrag. Tenzij de impact van verdiscontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen.

Reële waardeverliezen uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige schulden.

2.19 Belastingen op het resultaat

De belastingen op het resultaat van het boekjaar betreffen de effectieve belastingen alsook de latente belastingen. Deze belastingen worden berekend in overeenstemming met de belastingwetgeving die van toepassing is in elk land waar de onderneming actief is.

De effectieve belastingen omvatten deze die verschuldigd zijn op het belastbaar inkomen van het jaar, op basis van de belastingpercentages die gelden op het einde van de rapporteringsperiode, evenals elke herziening van de belastingen die verschuldigd (of terugbetaalbaar) zijn voor voorgaande jaren.

De verschuldigde belastingen worden bepaald op basis van de belastingswetten en –reglementeringen in elk van de vele jurisdicties in dewelke de Groep opereert. De genomen winstbelastingstandpunten worden door de Groep beschouwd als verdedigbaar en hebben de bedoeling eventuele betwistingen van belastingsautoriteiten te doorstaan. Desalniettemin is het aanvaard dat sommige van de standpunten onzeker kunnen zijn, terwijl ze ook het gevolg zijn van interpretaties van complexe belastingswetten. Daarnaast kunnen sommige entiteiten binnen de groep betrokken zijn belastingsaudits die nog betrekking hebben op vorige jaren en enige tijd vergen om af te fi naliseren. De Groep bepaalt de belastingsstatus individueel en op regelmatige basis. Mocht de belastingsschuld toch afwijken van de initieel geschatte bedragen, dan wordt het verschil gedragen in de rekeningen van het jaar waarin het vastgesteld wordt.

Latente belastingen worden berekend volgens de 'liability method', op tijdelijke verschillen die bestaan tussen enerzijds de fi, op waarde van de activa en passiva en anderzijds hun boekwaarde in de jaarrekening. Deze belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingpercentages die van kracht zijn op het einde van de rapporteringsperiode of toekomstige belastingpercentages indien formeel aangekondigd door de autoriteiten in het land waar de onderneming actief is.

Latente belastingactiva worden enkel geboekt als het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.

Latente belastingactiva en -passiva worden gecompenseerd en netto voorgesteld enkel en alleen als ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastinginstantie op dezelfde belastbare entiteit.

2.20 Boeking van opbrengsten

2.20.1 Verkoop van goederen en verlening van diensten

De opbrengsten uit de verkoop van goederen uit de verwerkingsactiviteiten worden opgenomen wanneer de belangrijkste voordelen en risico's inzake eigendom ten laste vallen van de koper en er niet langer onzekerheid bestaat over de ontvangst van de overeengekomen vergoeding en de daaraan verbonden transactiekosten of de mogelijke teruggave van de goederen.

Opbrengsten uit raffinage-activiteiten en de levering van diensten worden opgenomen in verhouding tot het niveau van de afwerking van de transactie, als dit op een betrouwbare manier kan gewaardeerd worden.

2.20.2 Overheidssubsidies

Overheidssubsidies worden aanvankelijk geboekt in de balans als over te dragen opbrengsten indien er een redelijke garantie is dat de subsidies ontvangen zullen worden en dat de onderneming zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Subsidies worden vervolgens in de resultatenrekening opgenomen in dezelfde periode als, en proportioneel aan, de te compenseren kosten.

2.21 Financiële instrumenten

De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen om de blootstelling aan negatieve schom melingen van wisselkoersen, metaalprijzen, rentevoeten en andere marktrisico's te beperken. De onderneming gebruikt voornamelijk spot- en termijncontracten voor de indekking van het metaal- en valutarisico en swapcontracten om het renterisico in te dekken. De transacties uitgevoerd op de termijnmarkt zijn niet van speculatieve aard.

2.21.1 Transactionele risico's en reële-waarde indekking

Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gebruikt om de reële waarde van de onderliggende ingedekte elementen (activa, passiva en vaste overeenkomsten) te beschermen. Deze worden oorspronkelijk aan reële waarde geboekt op de verhandelingsdatum.

Alle afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gewaardeerd op het einde van de rapporteringsperiode aan de reële waarde, volgens het marktwaardevergelijkingsmechanisme ('mark-to-market'). Alle winsten en verliezen worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening – als een bedrijfsresultaat – indien gerelateerd aan metaal en als een financieel resultaat in alle andere gevallen.

Ingedekte elementen (vooral fysische vaste overeenkomsten en commerciële voorraad) worden ook gewaardeerd aan reële waarde wanneer 'hedge accounting' kan gedocumenteerd worden in overeenstemming met de IAS 39-criteria.

In de afwezigheid van het verkrijgen van 'hedge accounting' bij de creatie in overeenstemming met de IAS 39-criteria, worden de ingedekte elementen aan kost opgenomen en vervolgens onderworpen aan de waarderingsregels die van toepassing zijn voor gelijkaardige niet-ingedekte elementen, o.a. de waardering aan de laagste van kostprijs en marktwaarde (IAS 2) voor wat de voorraden betreft, of het boeken van voorzieningen voor verlieslatende contracten (IAS 37) voor de fysieke vaste overeenkomsten (zie hoofdstuk 2.22 IAS 39- impact).

Wanneer er een consistente praktijk bestaat bij een dochteronderneming of een kasstroomgenererende eenheid van de Groep om het onderliggende item geleverd te krijgen om het terug te verkopen op korte termijn met als doel een winst te realiseren op basis van de kortetermijnschommelingen in de prijs of de handelsmarges, dan worden in die gevallen de voorraden gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening en worden de verbonden fysieke en/of handelsgoederen engagementen geklasseerd als afgeleide financiële instrumenten eveneens met een waardering aan reële waarde via de resultatenrekening.

2.21.2 Structurele risico's en kasstroomindekking

Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen die gebruikt worden voor de indekking van toekomstige kasstromen, worden toegewezen als indekkingen te behandelen onder 'cash flow hedge accounting'. Wijzigingen in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten die voldoen als effectieve kasstroomindekkingen, worden opgenomen in het eigen vermogen van de Groep. Dit gebeurt onder de vorm van kasstroomindekkingsreserves totdat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (d.i. een invloed hebben op de resultatenrekening). Op dat moment worden de opgenomen winsten en verliezen van de indekkingsinstrumenten getransfereerd van eigen vermogen naar de resultatenrekening.

Als de ingedekte transacties niet meer waarschijnlijk zijn of wanneer de dekkingsoperaties geen voorwerp meer hebben, dan worden de hieraan verbonden hedginginstrumenten onmiddellijk stopgezet en worden alle winsten of verliezen, initieel opgenomen in het eigen vermogen onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.

In afwezigheid van het verkrijgen van 'hedge accounting' bij de creatie in overeenstemming met de IAS 39-criteria, worden de wijzigingen in reële waarde van de hedgingelementen in de resultatenrekening opgenomen in plaats van in het eigen vermogen en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (zie ook paragraaf 2.22 IAS 39-impact).

2.21.3 In uitvoerende contracten besloten derivaten

Uitvoerende contracten ('basiscontract') bevatten soms besloten derivaten. Besloten derivaten veroorzaken dat sommige of alle kasstromen die anders kunnen verwacht worden van het basiscontract, worden gewijzigd in functie van een specifieke rentevoet, de prijs van een financieel instrument, de prijs van een handelsgoed, een wisselkoersprijs of andere variabelen. Als het vaststaat dat dergelijk besloten derivaat niet dicht verbonden is met het basiscontract, dan wordt het afgezonderd van het basiscontract onder de regels van IAS 39 (reële waarde via resultatenrekening). Het basiscontract wordt geboekt volgens de regels van de uitvoerende contracten, wat wil zeggen dat dergelijk contract niet wordt erkend in de balans of de resultatenrekening voor de contractuele levering plaatsvindt (zie ook hoofdstuk 2.22 IAS 39-impact).

2.22 Niet-recurrente resultaten en impact van IAS 39 opgenomen in het resultaat

Bevat niet-recurrente elementen voornamelijk met betrekking tot herstructureringsmaatregelen, bijzondere waardeverminderingen van activa en andere kosten en opbrengsten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming.

De IAS 39-impact heeft betrekking op de tijdsverschillen (zonder invloed op de kasstromen) in het boeken van inkomsten als gevolg van het niet toepassen of het niet kunnen bekomen van IAS 39 'hedge accounting' op:

  • a) transactionele indekking, wat met zich meebrengt dat de ingedekte elementen niet langer aan reële waarde gewaardeerd kunnen worden maar gewaardeerd moeten worden volgens waarderingsregels toepasbaar voor vergelijkbare, niet ingedekte elementen, zoals waardering aan de laagste van kostprijs of marktwaarde (IAS 2) voor voorraden of voorzieningen voor verlieslatende contracten (IAS 37) voor de commerciële fysieke engagementen;
  • b) structurele indekking, wat impliceert dat de reële waarde van de betrokken hedginginstrumenten in de resultatenrekening wordt opgenomen in plaats van het eigen vermogen, en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen;
  • c) in uitvoerende contracten besloten derivaten, wat impliceert dat de reële waarde op de besloten derivaten moet toegepast worden en in de resultatenrekening opgenomen, in tegenstelling tot de uitvoerende component waar geen reële waardemeting is toegelaten.

F3 Beheer van financiële risico's

Alle activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan verschillende risico's, waaronder metaalprijsschommelingen, de wisselkoersen, bepaalde marktgedefinieerde commerciële voorwaarden, en rentevoeten alsook krediet- en liquiditeitsrisico's. Het globale risicobeheer van de Groep tracht de negatieve invloed op de financiële resultaten van de Groep tot een minimum te beperken, door deze risico's in te dekken met financiële en verzekeringsinstrumenten.

3.1 Wisselkoersrisico

Het wisselkoersrisico waaraan Umicore blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele, transactionele en omrekeningsrisico's.

3.1.1 Structureel risico

De inkomsten van Umicore zijn gedeeltelijk in USD uitgedrukt, alhoewel vele activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (voornamelijk in Europa en Azië).

Elke wijziging in de USD-wisselkoers versus EUR of andere deviezen die niet aan de USD gekoppeld zijn, heeft daardoor een invloed op de resultaten van de onderneming.

Het grootste deel van deze blootstelling aan de wisselkoers vloeit voort uit de in USD uitgedrukte metaalprijzen, die inwerken op de in euro uitgedrukte metaalbonussen die gehaald worden uit recycleerbare materialen.

Een ander deel van deze blootstelling vloeit voort uit niet metaal gerelateerde inkomsten uitgedrukt in USD, zoals aangerekende raffinage- en verwerkingskosten en productpremies. Op basis van de wisselkoersen op het einde van 2015 en exclusief indekkingen geldt dat voor deze blootstelling iedere stijging van 1 US dollarcent ten opzichte van de euro naar schatting een ongeveer EUR 1,5 miljoen in inkomsten en operationeel resultaat op jaarbasis voort brengt. Omgekeerd resulteert iedere daling van 1 US dollarcent ten opzichte van de euro naar schatting in een daling van dezelfde grootte-orde in inkomsten en operationeel resultaat op jaarbasis. Deze niet metaal gerelateerd sensitiviteit is een schatting die eerder theoretisch van aard is aangezien het wisselkoersniveau vaak een zware invloed heeft op wijzigingen in commerciële voorwaarden die in USD worden onderhandeld.

In mindere mate bestaat naast de blootstelling aan de USD ook een structurele gevoeligheid tegenover enkele andere deviezen zoals de Braziliaanse real, de Koreaanse won, de Chinese yuan en de Zuid-Afrikaanse rand.

Structurele wisselkoersindekking

Het indekkingsbeleid van Umicore laat toe om zich tegen haar structurele wisselkoersblootstelling op termijn in te dekken, zij het in combinatie met de indekking tegen de structurele metaalprijsblootstelling of geïsoleerd, doorgaans wanneer een wisselkoers of een in EUR uitgedrukte metaalprijs boven het historische gemiddelde ligt en zich op een niveau bevindt waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden.

Op het einde van 2015, was Umicore in het bezit van enkele structurele wisselkoersindekkingen die gerelateerd zijn met niet-metaalprijsgerelateerde wisselkoerssensitivieit voor o.a. devolgende contracten: EUR/USD, USD/KRW, EUR/ZAR, USD/ZAR en EUR/CNY.

3.1.2 Transactioneel risico

Het bedrijf is ook onderhevig aan transactionele risico's met betrekking tot deviezen, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs met de klant of leverancier wordt bepaald en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Umicore dekt zich systematisch in tegen dergelijke transactionele risico's, voornamelijk via termijncontracten.

3.1.3 Omrekeningsrisico

Umicore is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in EUR rapporteren. Wanneer dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, is het omgerekende bedrag blootgesteld aan waardeschommelingen van zulke lokale valuta's ten opzichte van de EUR. Het betreft voornamelijk de Amerikaanse dollar, de Braziliaanse real, de Koreaanse won, de Chinese yuan en de Zuid-Afrikaanse rand. Hoewel Umicore zich niet systematisch indekt tegen dit soort risico, kunnen wel indekkingen op ad hoc basis afgesloten worden.

3.2 Metaalprijsrisico

Het metaalprijsrisico van Umicore kan opgedeeld worden in 3 categorieën: structureel risico, transactioneel risico en risico op metaalvoorraden.

3.2.1 Structureel risico

Umicore is blootgesteld aan structurele metaalprijsrisico's. Die risico's vloeien voornamelijk voort uit de metaalprijzen die inwerken op de metaalbonussen die gehaald worden op de voor verwerking geleverde materialen of andere inkomstenelementen die afhangen van de metaalprijzen. Het beleid van Umicore laat toe om dergelijke blootstelling aan metaalprijzen op termijn in te dekken doorgaans wanneer de forward-metaalprijzen uitgedrukt in de functionele wisselkoers van de desbetreffende activiteit boven hun historisch gemiddelde liggen en zich op een niveau bevinden waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. In welke mate het metaalprijsrisico op termijn ingedekt kan worden hangt af van de liquiditeit van de desbetreffende markten en de beschikbaarheid van de nodige indekkingsinstrumenten.

In het segment Recycling, recycleert de Groep voornamelijk platina, palladium, rhodium, goud en zilver en andere basis- en speciale metalen. In dit segment is de gevoeligheid op de korte termijn van inkomsten en operationele resultaten aan metaalkoersen belangrijk. Gezien de variabiliteit in het soort aangevoerde materialen in de loop der jaren, blijft het moeilijk om een specifieke sensitiviteit uit te drukken voor één welbepaald metaal. In het algemeen geldt dat hogere prijzen in een stijging van de inkomsten in het Recycling segment resulteren. Umicore bezit ook een metaalprijssensitiviteit in de andere segmenten Catalysis, Energy & Surface Technologies en de stopgezette activiteiten die vooral gelinkt is aan de metaal gerelateerde inkomsten en afhankelijk van de gebruikte metalen in de desbetreffende segmenten. Over het algemeen draagt een hogere metaalprijs bij tot voordelen op korte termijn voor de winstgevendheid van elke activiteit. Echter, andere commerciële voorwaarden die grotendeels onafhankelijk zijn van de metaalprijs, zoals productpremies, zijn evenzeer significant en onafhankelijk bepalend voor de opbrengsten en de resultaten.

Structurele metaalprijsindekking

Umicore dekt een deel van haar toekomstige blootstelling aan forward metaalkoersen in, en dit voor sommige metalen die genoteerd zijn op termijnmarkten en voor zover toekomstige op de metaalprijs gebaseerde inkomsten uit gekende en gedocumenteerde commerciële overeenkomsten kunnen aangetoond worden. Op het einde van 2015 bezat Umicore zulke dekkingsovereenkomsten ter indekking van toekomstige prijsrisico's. Deze contracten zijn vooral verbonden met de terugwinning van edele metalen (platina, goud en zilver).

3.2.2 Transactioneel risico

De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico's op aangekochte en verkochte metalen.

De meerderheid van de transacties in metalen gebruiken wereldwijde marktreferenties zoals deze van de London Metal Exchange. Als de onderliggende metaalprijs constant zou blijven, dan zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de grondstoffen terug aan de klant worden doorgerekend als een deel van de verkoopprijs. Gezien de tijd die nodig is voor de conversie van aangekochte grondstoffen tot eindproducten en de verkoop ervan, zal de volatiliteit in de metaalkoers die als referentie dient, verschillen doen ontstaan tussen de aankoopprijs van de metalen en de verkoopprijs. Er is dus een transactioneel risico ingevolge elke prijswijziging tussen het moment waarop grondstoffen worden aangekocht (meer specifiek, wanneer de aankoopprijs wordt gefixeerd) en het moment waarop producten worden verkocht (meer bepaald, wanneer de verkoopprijs wordt gefixeerd).

Het beleid van de Groep bestaat er in om dit transactioneel risico zo veel mogelijk in te dekken, voornamelijk met termijnoperaties.

3.2.3 Risico op metaalvoorraden

De Groep is blootgesteld aan metaalkoersrisico's op de permanente metaalvoorraden. Het risico heeft te maken met de kans dat metaalkoersen dalen tot onder de boekwaarde van deze voorraden. Umicore dekt zich niet in tegen dit risico.

3.3 Renterisico

De blootstelling van de Groep aan de rentevoetschommelingen houdt verband met de verplichtingen in het kader van de financiële schulden van de Groep. Eind december 2015 bedroeg de netto financiële schuld van de Groep EUR 410 miljoen, waarvan 20 miljoen met een vaste rentevoet. In januari 2013 heeft de Groep een rentevoetswap aangegaan, en daarmee de interestvoet gefixeerd voor EUR 150 miljoen.

3.4 Kredietrisico

Kredietrisico en concentratie van kredietrisico

Kredietrisico is het risico op wanbetalingen door eender welke tegenpartij, met betrekking tot de verkoop van goederen of metaalleasingoperaties. Om de kredietblootstelling te beheren, heeft Umicore een kredietbeleid opgesteld met aanvragen voor kredietlimieten, goedkeuringsprocedures, ononderbroken toezicht van de kredietblootstelling en aanmaningsprocedures in het geval van uitstel.

Het kredietrisico ten gevolge van verkopen is tot een bepaalde grens ingedekt via kredietverzekeringen, accreditieven of andere gelijkaardige betalingswijzen. Hiervoor werd één wereldwijd kredietverzekeringscontract aangegaan. Dit contract beschermt de maatschappijen van de Groep tegen insolventie, politieke en commerciële risico's met een individualiseerbare franchise van 5% per factuur. De jaarlijkse globale maximale schadeloosstelling beloopt EUR 20 miljoen.

Umicore heeft bepaald dat in een aantal gevallen waar de kredietverzekeringskosten onevenredig zijn met het risico dat verzekerd moet worden, geen dergelijke wereldwijde kredietverzekeringsindekking gezocht wordt. Voor deze bedrijven, gekarakteriseerd door een significante klantenconcentratie of door een specifieke en nauwe band met de klanten, kunnen specifieke verzekeringscontracten afgesloten worden voor een bepaalde tijdspanne.

Er valt op te merken dat enkele omvangrijke transacties, zoals de verkoop van edele metalen door de business group Recycling, een beperkt kredietrisico hebben, aangezien het een gangbare praktijk is om te betalen vóór levering.

Met betrekking tot het risico tegenover financiële instellingen zoals banken en brokers, past Umicore ook interne kredietlijnen toe. Er worden specifieke limieten gesteld, per financieel instrument, die de diverse risico's moeten indekken die verbonden zijn aan het handelen met deze tegenpartijen.

3.5 Liquiditeitsrisico

Liquiditeitsrisico wordt behandeld door een voldoende mate van gediversifieerde financieringsbronnen aan te houden. Deze bevatten vastgelegde en niet vastgelegde bilaterale bankfaciliteiten op korte termijn, twee gesyndiceerde bankfaciliteiten op middellange termijn, en een 'commercial paper'- programma (deze laatste met een bovengrens van EUR 300 miljoen).

3.6 Belastingrisico

De belastinglast opgenomen in de financiële rapportering is gebaseerd op de door de Groep naar best vermogen berekende belastingschuld. De definitieve belastingschuld komt evenwel slechts vast te staan nadat er belastingcontroles hebben plaatsgevonden. Tot op dat moment hangt er een zekere graad van onzekerheid over de uiteindelijke belastingschuld van deze periode. Het Groepsbeleid is er op gericht om belastingaangiftes binnen de wettelijke termijnen in te dienen en om belastingadministraties tegemoet te komen door te verzekeren dat de belastingposities van de Groep getrouw en actueel zijn en dat alle verschillen in interpretatie van de fiingsc wetgeving en regelgeving zo snel mogelijk besproken en opgelost worden. Rekening houdend met de omvang en het internationale karakter van de Groepsactiviteiten en zoals het geval is voor andere internationale bedrijven, vormen BTW, andere omzetbelastingen en intra-groepverrekenprijzen een inherent belastingrisico voor de Groep. Wijzigingen in de belastingwetgeving of in de toepassing ervan inzake verrekenprijzen, BTW, buitenlandse dividenden, O&O-belastingkredieten en belastingverminderingen kunnen mogelijkerwijze de werkelijke belastingvoet verhogen en de netto resultaten van de Groep ongunstig beïnvloeden.

3.7 Kapitaalrisico

In het beheer van haar middelen zal de Groep de continuïteit van de bedrijfsvoering bewaren, de rentabiliteit voor de aandeelhouders en de belangen van de andere belanghebbenden onderhouden en een optimale kapitaalstructuur hanteren om zo de kapitaalkost te verminderen.

Om de kapitaalstructuur te handhaven of aan te passen, kan de Groep bijvoorbeeld de dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders aanpassen, kapitaal uitkeren aan de aandeelhouders, eigen aandelen inkopen of nieuwe aandelen uitgeven.

De Groep controleert haar kapitaalstructuur door onder meer de 'hefboomratio' en de ratio van de netto fi nanciële schuld ten opzichte van de recurrente bedrijfskasstroom te hanteren. De hefboomratio ratio wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door de som van de netto financiële schuld en het totaal eigen vermogen van de Groep. De netto financiële schuld wordt berekend als de som van de financiële schulden op lange termijn en de financiële schulden op korte termijn, verminderd met de kas en kasequivalenten en leningen toegekend in een niet-operationele context. De cijfers voor de gepresenteerde periodes worden gedetailleerd in de toelichting F24 Financiële schulden.

In normale bedrijfsomstandigheden zal de Groep streven naar een kapitaalstructuur die overeenstemt met een voor investeringen aantrekkelijke kredietwaardigheidsscore ('investment grade'). De Groep kan overwegen om de hiermee overeenstemmende schuldgraad tijdelijk te overschrijden in het kader van een bijzonder gebeurtenis, zoals een belangrijke acquisitie.

3.8 Strategische en operationele risico's

Umicore is blootgesteld aan diverse strategische en operationele risico's, die niet noodzakelijk een financieel karakter hebben, maar die niettemin de financiële prestatie van de Groep kunnen schaden. Het betreft bevoorradingsrisico's, technologische risico's, en het risico van productsubstitutie bij klanten. We verwijzen naar de pagina's 173 tot 176 over risicobeheer in het hoofdstuk over Corporate Governance voor een beschrijving van deze risico's en een overzicht van de wijze waarop Umicore deze risico's benadert.

F4 Belangrijke boekhoudkundige inschattingen en beoordelingen

De gebruikte schattingen en beoordelingen bij de opstelling en de toepassing van de financiële verslagen van de geconsolideerde Groep worden voortdurend geëvalueerd en zijn gebaseerd op ervaringshistorieken en andere elementen. Toekomstige gebeurtenissen die een fiverslage impact kunnen hebben op de entiteit en voor zover die onder de gegeven omstandigheden aannemelijk lijken zijn hierin inbegrepen. De geschatte resultaten die hieruit voortvloeien zijn per definitie dan ook maar zelden identiek aan de actuele resultaten.

Hypotheses en inschattingen worden onder andere gemaakt bij:

  • de beoordeling van de noodzaak tot bijzondere waardeverminderingen op vaste activa en een raming hiervan;
  • de waardering van voorzieningen voor personeelsvoordelen;
  • het boeken en berekenen van voorzieningen voor belastings-, milieu-, garantie- en geschilrisico's alsook voor teruggezonden producten en herstructureringen;
  • het bepalen van waardeverminderingen op voorraden;
  • het beoordelen in welke mate uitgestelde belastingactiva gebruikt zullen worden;
  • de economische levensduur van materiële vaste activa; en immateriële vaste activa met uitsluiting van de goodwill.

Hieronder worden de inschattingen en beoordelingen vermeld die een betekenisvolle kans hebben om tijdens het volgende boekjaar een materiele aanpassing in de waarde van de activa en passiva te veroorzaken.

4.1 Waardevermindering van de goodwill

De recupereerbare waarde van de kasstroom genererende activiteiten werd bepaald als de hoogste van de reële waarde van de activa verminderd met de realisatiekosten of hun gebruikswaarde in overeenstemming met de waarderingsregels. Deze berekeningen, waardeverminderingstesten, vereisen het gebruik van schattingen en hypotheses zoals verdisconteringvoeten, wisselkoersen, prijzen van eenheidsproducten, toekomstige kapitaalbehoeften en de verwachte operationele prestatie. De interne schatting van de toekomstige bedrijfsprestaties is gebaseerd op de analyse van een combinatie van factoren, zoals de verwachte marktgroei, geschat marktaandeel, competitieve omgeving, prijsniveau en evolutie van de kosten. Zulke analyses combineren zowel intern gegenereerde schattingen als gegevens van externe bronnen. Op 31 december 2015 beliep de waarde van de goodwill voor de geconsolideerde groep EUR 131.860 duizend tegen EUR 140.336 duizend in 2014.

4.2 Verplichtingen tot sanering

Provisies worden aangelegd voor de verwachte kost van de toekomstige sanering van de industriële sites en hun omgeving, voor zover een wettelijke of feitelijke verplichting bestaat in overeenstemming met paragraaf 2.15 van de waarderingsregels. Deze provisies bevatten een schatting van de toekomstige kost verbonden aan herwinning, sluiting van vestigingen, de sluiting van stortplaatsen, bewaking, afbraakkosten, decontaminatie, waterzuivering en permanente opslag van historische residuen. De schatting van deze toekomstige kosten werden verdisconteerd naar hun huidige waarde. De berekening van deze geschatte provisies vereist dat veronderstellingen worden gemaakt over de toepassing van de milieuwetgeving, van de datum waarop vestigingen worden gesloten, van de beschikbare technologie, en de studiekosten. Een wijziging in een van de gebruikte veronderstellingen kan een materiële impact hebben op de effectieve waarde van de provisies voor sanering. Op 31 december 2015 is de waarde van de provisies voor sanering EUR 63.738 duizend tegen EUR 68.347 duizend in 2014.

4.3 Verplichtingen van een 'te bereiken doel'-plan

Activa of passiva, in verband met pensioenplannen met een 'te bereiken doel', worden in de balans opgenomen in overeenstemming met paragraaf 2.16 van de waarderingsregels. De huidige waarde van een verplichting in functie van een plan met een 'te bereiken doel' is afhankelijk van een aantal factoren die bepaald worden op een actuariële basis. De geconsolideerde groep bepaalt de toepasselijke verdisconteringvoet die op het einde van ieder jaar moet gebruikt worden. De verplichtingen van de geconsolideerde groep in verband met vergoedingen aan het personeel worden meer uitvoerig behandeld in toelichting F27. Op 31 december 2015 was een provisie als gevolg van verplichtingen aan het personeel opgenomen van EUR 312.357 duizend tegenover EUR 331.702 duizend in 2014.

4.4 Recupereerbaarheid van uitgestelde belastingactiva

Uitgestelde belastingactiva voor tijdelijke verschillen, ongebruikte fiscale verliezen en reële waardereserves worden maar opgenomen indien er toekomstige belastbare winsten (gebaseerd op de het operationeel plan van de Groep) beschikbaar zullen zijn om deze tijdelijke verschillen en verliezen te recupereren. Het effectieve belastingresultaat in toekomstige periodes kan verschillen van de veronderstelling gemaakt op het ogenblik van de opname van de uitgestelde belastingen.

Andere veronderstellingen en schattingen worden besproken in de respectievelijke toelichtingsnota's waar deze veronderstellingen en schattingen werden gebruikt voor de waardering van de respectievelijke elementen.

F5 Groepsondernemingen

Hierna volgt een lijst van de belangrijkste operationele ondernemingen die in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen zijn:

% deelneming in 2014
% deelneming in 2015
Voortgezette activiteiten
Argentinië
Umicore Argentina S.A.
100,00
100,00
Australië
Umicore Marketing Services Australia Pty Ltd.
100,00
100,00
Oostenrijk
Oegussa GmbH
91,29
91,29
België
Umicore Financial Services (BE 0428.179.081)
100,00
100,00
Umicore Marketing Services Belgium (BE 0402.964.625)
100,00
100,00
Umicore Abrasives (BE 0881.426.726)
100,00
100,00
Umicore Specialty Materials Brugge (BE 0405.150.984)
100,00
100,00
Umicore Long Term Finance (BE 0404.867.211)
100,00
100,00
Todini (BE 0834.075.185)
100,00
100,00
Brazilië
Coimpa Industrial Ltda
100,00
100,00
Umicore Brasil Ltda
100,00
100,00
Clarex Ltda
100,00
100,00
Umicore Shokubai Brasil Industrial Ltda
60,00
60,00
Canada
Umicore Canada Inc.
100,00
100,00
Umicore Autocat Canada Corp.
100,00
100,00
Umicore Precious Metals Canada Inc,
100,00
100,00
China
Umicore Marketing Services (Shanghai) Co., Ltd.
100,00
100,00
Umicore Marketing Services (Hong Kong) Ltd.
100,00
100,00
Umicore Autocat (China) Co. Ltd.
100,00
100,00
Umicore Technical Materials (Suzhou) Co., Ltd.
100,00
100,00
Jiangmen Umicore Changxin New Materials Co., Ltd.
70,00
70,00
Umicore Jubo Thin Film Products (Beijing) Co., Ltd.
100,00
100,00
Umicore Shokubai China Co Ltd
60,00
60,00
Frankrijk
Umicore France S.A.S.
100,00
100,00
Umicore IR Glass S.A.S.
100,00
100,00
Umicore Autocat France S.A.S.
100,00
100,00
Duitsland
Umicore AG & Co. KG (*)
100,00
100,00
Umicore Metalle & Oberfl ächen GmbH
100,00
100,00
Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG
91,21
91,21
Umicore Galvanotechnik GmbH
91,21
91,21
Umicore Shokubai Germany GmbH
60,00
60,00
Todini GmbH
100,00
100,00
Italië
Italbras S.p.A.
100,00
100,00
TODINI AND CO. S.P.A.
100,00
100,00
Indië
Umicore Autocat India Pvt Ltd
100,00
100,00
Umicore India Private Limited
100,00
100,00
Japan
Umicore Japan KK
100,00
100,00
Umicore Shokubai Japan Co Ltd
60,00
60,00
Liechtenstein
Umicore Thin Film Products AG
100,00
100,00
Luxemburg
Umicore International
100,00
100,00
Umicore Autocat Luxembourg
100,00
100,00
Nederland
Schöne Edelmetaal BV
91,21
91,21
Filippijnen
Umicore Specialty Chemicals Subic Inc.
78,20
78,20
Portugal
Umicore Marketing Services Lusitana Metais Lda
100,00
100,00
Zuid-Afrika
Umicore Marketing Services Africa (Pty) Ltd.
100,00
100,00
Umicore Catalyst South Africa (Pty) Ltd.
100,00
100,00
Zuid-Korea
Umicore Korea Ltd.
100,00
100,00
Umicore Marketing Services Korea Co., Ltd.
100,00
100,00
Umicore Materials Korea Ltd
100,00
100,00
Zweden
Umicore Autocat Sweden AB
100,00
100,00
Zwitserland
Allgemeine Suisse SA
91,21
91,21
Taiwan
Umicore Thin Fim Products Taiwan Co Ltd
100,00
100,00
Thailand
Umicore Precious Metals Thailand Ltd
91,21
91,21
% deelneming in 2014 % deelneming in 2015
Verenigd Koninkrijk Umicore Coating Services Ltd. 100,00 100,00
Umicore Marketing Services UK Ltd 100,00 100,00
VS Umicore USA Inc. 100,00 100,00
Umicore Autocat USA Inc. 100,00 100,00
Umicore Precious Metals NJ LLC 100,00 100,00
Umicore Precious Metal Chemistry USA LLC 100,00 100,00
Umicore Precious Metals USA Inc. 100,00 100,00
Umicore Marketing Services USA Inc. 100,00 100,00
Umicore Optical Materials USA Inc. 100,00 100,00
Umicore Shokubai USA Inc, 60,00 60,00
Palm Commodities International 100,00 100,00
Umicore Technical Materials North America 100,00 100,00
Umicore Thin Film Products USA Inc. 100,00 100,00
Umicore Specialty Materials Recycling, LLC. 100,00 100,00
Stopgezette activiteiten
Australië Umicore Australia Ltd. 100,00 100,00
België Umicore Zinc Chemicals Belgium (BE 0631.891.157) 100,00
VMZINC BENELUX & UK (BE 0631.891.256) 100,00
China Umicore Hunan Fuhong Zinc Chemicals Co., Ltd. 100,00 100,00
Umicore Shanghai Co., Ltd. 75,00 75,00
Frankrijk Umicore Building Products France S.A.S 100,00 100,00
Duitsland Umicore Bausysteme GmbH 100,00 100,00
Hongarije Umicore Building Products Hungary kft. 100,00 100,00
Maleisië Umicore Malaysia Sdn Bhd 100,00 100,00
Nederland Umicore Nederland BV 100,00 100,00
Noorwegen Umicore Norway AS 100,00 100,00
Polen Umicore Building Products Polska 100,00 100,00
Portugal Umicore Portugal S.A. 100,00 100,00
Spanje Umicore Building Products Iberica S.L. 100,00 100,00
Zwitserland Umicore Strub SA 100,00 100,00
VS Umicore Building Products USA Inc. 100,00 100,00

Een gedetailleerde lijst van de Groepsondernemingen met hun adressen zal ingediend worden bij de Nationale Bank van België samen met de jaarrekening.

(*) Als gevolg van de integratie van Umicore AG & Co. KG in de geconsolideerde jaarrekening van Umicore en de toelichting van de jaarrekening volgens § 325 HGB (Duitse handelswetgeving) is Umicore AG & Co. KG volgens artikel 264b van de Duitse handelswetgeving vrijgesteld van de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen.

F6 Waardering vreemde deviezen

Met betrekking tot de belangrijkste gangbare deviezen gebruikt door de geconsolideerde entiteiten en participaties van de Groep zijn de gebruikte koersen voor de omzetting naar de munt waarin de Groep haar financieel verslag opstelt (euro) de hiernavolgende. Alle dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures hebben als functionele waarderingsmunt de munt van het land waarin zij actief zijn, uitgezonderd voor Element Six Abrasives (Ierland) die de Amerikaanse dollar gebruikt.

Slotkoers Gemiddelde koers
2014 2015 2014 2015
Amerikaanse dollar USD 1,214 1,089 1,329 1,110
Britse pond GBP 0,779 0,734 0,806 0,726
Canadese dollar CAD 1,406 1,512 1,466 1,419
Zwitserse frank CHF 1,202 1,084 1,215 1,068
Japanse yen JPY 145,230 131,070 140,306 134,314
Braziliaanse real BRL 3,225 4,251 3,127 3,697
Zuid-Afrikaanse rand ZAR 14,035 16,953 14,404 14,172
Chinese yuan CNY 7,536 7,061 8,186 6,973
Thailandese Baht THB 39,910 39,248 43,147 38,028
Zuid-Koreaanse won (100) KRW 13,248 12,808 13,981 12,565

F7 Segmentinformatie

INFORMATIE 2014 PER BUSINESS GROUP

(EUR duizend)
Energy &
Surface
Corporate
& Niet toe
Elimina Totaal voort
gezette
Stop
gezette
Toelichting Catalysis Technologies Recycling gewezen ties activiteiten activiteiten Totaal
Totale omzet 2.181.312 1.191.586 5.326.157 31.197 (604.929) 8.125.323 708.945 8.834.270
Externe omzet 2.162.153 1.136.735 4.795.238 31.197 8.125.323 708.945 8.834.270
Omzet tussen segmenten 19.159 54.851 530.919 (604.929) 0 0 0
Totale inkomsten (zonder metaal) 917.111 487.669 678.352 0 (4.752) 2.078.380 288.100 2.366.480
Externe inkomsten 916.308 487.339 674.733 0 2.078.380 288.100 2.366.480
Inkomsten tussen segmenten 803 330 3.619 (4.752) 0 0 0
Bedrijfsresultaat 73.108
F9
48.676 141.155 (53.120) 209.819 18.200 228.019
Recurrent bedrijfsresultaat 75.529 49.428 148.582 (46.001) 227.538 17.787 245.325
Niet-recurrent bedrijfsresultaat (1.882) 911 (7.163) (7.119) (15.253) (105) (15.358)
IAS 39-effect op
bedrijfsresultaat
(539) (1.663) (264) 0 (2.466) 518 (1.948)
Ondernemingen
opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode
F9
6.811
4.686 0 8.278 19.775 1.519 21.294
Recurrent 7.024 4.686 0 15.362 27.072 1.271 28.343
Niet-recurrent (211) 0 0 (6.297) (6.508) 248 (6.260)
IAS 39-effect (2) (787) (789) (789)
EBIT 79.919
F9
53.362 141.155 (44.842) 229.594 19.719 249.313
Recurrente EBIT 82.553 54.114 148.582 (30.639) 254.610 19.058 273.668
Niet-recurrente EBIT (2.093) 911 (7.163) (13.416) (21.761) 143 (21.618)
IAS 39-effect op EBIT (541) (1.663) (264) (787) (3.255) 518 (2.737)
Afschrijvingen F9
43.192
36.241 60.157 11.901 151.491 17.844 169.335
Recurrente afschrijvingen 42.380 36.241 60.157 11.901 150.679 17.844 168.523
EBITDA 123.111 89.603 201.312 (32.941) 0 381.085 37.563 418.648
F9
Recurrente EBITDA 124.933 90.355 208.739 (18.738) 0 405.289 36.902 442.191
Geconsolideerd totaal der activa 1.312.316 1.046.721 816.368 476.756 (547.749) 3.104.412 746.957 3.851.369
Segmentactiva 1.251.611 1.015.758 816.368 476.433 (547.749) 3.012.422 628.921 3.641.343
Investeringen in geassocieerde
ondernemingen
60.704 30.963 0 322 0 91.990 118.036 210.026
Geconsolideerd totaal der passiva 462.414 439.922 523.461 986.894 (547.749) 1.864.943 236.293 2.101.236
Aangewend kapitaal op 31/12
F31
van voorgaand jaar
809.472 502.824 520.511 169.590 2.002.397 231.172 2.233.568
F31
Aangewend kapitaal op 30/06
792.310 510.818 479.165 158.772 1.941.065 254.692 2.195.757
Aangewend kapitaal op 31/12
F31
851.378 618.636 411.708 189.409 2.071.131 264.183 2.335.314
Gemiddeld aangewend kapitaal
F31
in eerste semester
800.891 506.821 499.838 164.181 1.971.731 242.932 2.214.663
Gemiddeld aangewend kapitaal
F31
in tweede semester
821.844 564.727 445.437 174.090 2.006.098 259.438 2.265.535
Gemiddeld aangewend
F31
kapitaal in het jaar
811.367 535.774 472.637 169.135 1.988.914 251.185 2.240.099
ROCE
F31
10,17% 10,10% 31,44% (18,12%) 12,80% 7,59% 12,22%
Investeringen
F34
59.778 46.584 63.798 10.868 181.028 21.348 202.376
Totaal O&O 83.151
F9
19.868 24.344 12.629 139.992 3.348 143.340
O&O opgenomen in
bedrijfskosten
F9
72.908
17.424 24.344 12.629 127.305 3.348 130.653
O&O gekapitaliseerd in
F34
immateriële vaste activa
10.243 2.444 0 0 0 12.687 0 12.687

Umicore | Jaarverslag 2015

(EUR duizend)

INFORMATIE 2015 PER BUSINESS GROUP

Toelichting Catalysis Energy & Surface Technologies Recycling Corporate & Niet toegewezen Eliminaties Totaal voortgezette activiteiten Stopgezette activiteiten Totaal Totale omzet 2.749.322 1.474.419 6.251.959 26.179 (804.193) 9.697.685 744.742 10.442.427 Externe omzet 2.728.292 1.422.058 5.521.157 26.179 9.697.685 744.742 10.442.427 Omzet tussen segmenten 21.030 52.362 730.802 0 (804.193) 0 0 0 Totale inkomsten (zonder metaal) 1.093.651 586.877 662.935 0 (6.327) 2.337.136 291.826 2.628.962 Externe inkomsten 1.092.848 586.625 657.663 0 2.337.136 291.826 2.628.962 Inkomsten tussen segmenten 803 252 5.272 (6.327) 0 0 0 Bedrijfsresultaat F9 109.226 40.799 132.483 (59.281) 223.227 19.272 242.499 Recurrent bedrijfsresultaat 115.404 73.726 141.503 (44.982) 285.651 30.294 315.945 Niet-recurrent bedrijfsresultaat (5.016) (32.646) (11.687) (14.299) (63.648) (6.917) (70.565) IAS 39-effect op bedrijfsresultaat (1.162) (281) 2.667 0 1.224 (4.105) (2.881) Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode F9 6.679 (3.484) 0 6.632 9.827 347 10.174 Recurrent 8.756 (3.484) 0 8.372 13.644 672 14.316 Niet-recurrent (1.972) 0 0 (2.030) (4.002) (325) (4.327) IAS 39-effect (105) 0 0 290 185 0 185 EBIT F9 115.905 37.315 132.483 (52.649) 0 233.054 19.619 252.673 Recurrente EBIT 124.160 70.242 141.503 (36.610) 0 299.295 30.966 330.261 Niet-recurrente EBIT (6.988) (32.646) (11.687) (16.329) 0 (67.650) (7.242) (74.892) IAS 39-effect op EBIT (1.267) (281) 2.667 290 0 1.409 (4.105) (2.696) Afschrijvingen F9 48.174 42.327 62.802 12.560 165.863 8.608 174.471 Recurrente afschrijvingen 48.174 42.327 62.802 12.560 165.863 8.608 174.471 EBITDA F9 164.079 79.642 195.285 (40.089) 0 398.917 28.227 427.144 Recurrente EBITDA 172.334 112.569 204.305 (24.050) 0 465.158 39.574 504.732 Geconsolideerd totaal der activa 1.490.487 1.111.989 955.271 575.433 (522.703) 3.610.477 419.599 4.030.076 Segmentactiva 1.425.224 1.085.361 955.271 478.093 (522.703) 3.421.246 396.747 3.817.992 Investeringen in geassocieerde ondernemingen 65.263 26.628 0 97.340 0 189.231 22.852 212.084 Geconsolideerd totaal der passiva 540.663 456.074 502.436 1.039.443 (522.703) 2.015.913 229.193 2.245.106 Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar F31 851.378 618.636 411.708 189.409 0 2.071.131 264.183 2.335.314 Aangewend kapitaal op 30/06 F31 949.351 653.928 481.663 161.195 2.246.137 183.422 2.429.559 Aangewend kapitaal op 31/12 F31 968.200 633.382 465.879 147.715 2.215.176 199.325 2.414.501 Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester F31 900.364 636.282 446.686 175.302 2.158.634 223.802 2.382.436 Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester F31 958.776 643.655 473.771 154.455 2.230.657 191.374 2.422.030 Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar F31 929.570 639.969 460.228 164.878 2.194.645 207.588 2.402.233 ROCE F31 13,36% 10,98% 30,75% (22,20%) 13,64% 14,92% 13,75% Investeringen F34 78.762 42.465 82.984 8.534 212.745 27.544 240.289 Totaal O&O F9 91.140 20.246 21.177 8.980 141.543 2.956 144.499 O&O opgenomen in bedrijfskosten F9 80.781 18.155 21.177 8.980 129.093 2.956 132.049 O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa F34 10.359 2.091 0 0 0 12.450 0 12.450Umicore | Jaarverslag 2015

INFORMATIE 2014 PER GEOGRAFISCH GEBIED

(EUR duizend)
waarvan Azië/ Noord Zuid
Toelichting Europa Belgïe Oceanië Amerika Amerika Afrika Totaal
Totale omzet 5.110.415 160.119 1.430.953 1.089.479 331.192 163.286 8.125.325
Vlottende activa 844.571 391.646 362.402 161.784 43.649 8.930 1.421.335
Investeringen F34 113.863 64.248 41.614 15.819 8.482 1.250 181.028

INFORMATIE 2015 PER GEOGRAFISCH GEBIED

(EUR duizend)
Toelichting Europa waarvan
Belgïe
Azië/
Oceanië
Noord
Amerika
Zuid
Amerika
Afrika Totaal
Totale omzet 6.299.535 152.925 1.660.849 1.294.596 273.208 169.497 9.697.685
Vlottende activa 887.683 407.243 395.881 154.941 33.713 6.736 1.478.954
Investeringen F34 142.512 87.562 40.847 21.209 6.793 1.384 212.745

De segmentinformatie wordt voorgesteld volgens de industriële activiteiten waarin de Groep actief is zoals hieronder beschreven.

De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten elementen die direct toewijsbaar zijn alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegewezen.

De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op een transferprijs volgens het 'arm's length'-principe. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties worden 'cost plus'- mechanismen gebruikt. Intragroep transacties worden mee opgenomen in omzet en opbrengsten van elk segment. Deze hebben vooral te maken met recyclagediensten en -verkopen van geraffineerd metaal aan andere groepssegmenten en zijn van belang om de prestaties van de betrokken segmenten correct in te schatten. Omdat deze transacties niet als externe verrichtingen kunnen beschouwd worden, worden ze op Groepsniveau geëlimineerd, om zodoende een nettocijfer weer te geven.

Geen van de segmenten van de Groep heeft een externe klant die meer dan 10% van de opbrengsten van dat segment vertegenwoordigt.

Business groups

De Groep is georganiseerd in de volgende segmenten voor rapportering:

Catalysis

Het segment bestaat uit de business units Automotive Catalysts en Precious Metals Chemistry. Hun activiteiten richten zich op de ontwikkeling en productie van katalysatorformuleringen en -systemen die worden gebruikt om de uitstoot van verbrandingsmotoren te verminderen, evenals in chemische en life science toepassingen. Dit segment omvat de joint venture Ordeg.

Energy & Surface Technologies

Het segment bestaat uit de business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials, Electroplating, Rechargeable Battery Materials en Thin Film Products. Het Energy & Surface Technology segment is gefocust o.a. op materialen gebruikt in de groeiende markt van heroplaadbare batterijen, zowel in draagbare elektronica als in elektrische voertuigen en zonne-energie. De producten van het segment zijn hoofdzakelijk gebaseerd op kobalt, germanium en indium. Dit segment omvat eveneens de geassocieerde ondernemingen Ganzhou Yi Hao Umicore Industries en Jiangmen Chancsun Umicore Industry.

Recycling

Het segment bestaat uit de business units Precious Metals Refining, Jewellery & Industrial Metals, Precious Metals Management, Technical Materials, Platum Engineered Materials en Battery Recycling. Het Recycling segment omvat een groot aantal edele en andere metalen van een brede waaier aan afvalstromen en industriële residuen. De recyclage activiteiten strekken zich ook uit tot de productie van materialen gebruikt in juwelen (inclusief recyclage) als het recycleren van heroplaadbare batterijen. Dit segment biedt ook producten aan voor verschillende toepassingen waaronder chemische, elektrische, elektronische, automotive en specialiteitsglas toepassingen. Al de producten gebruiken edele metalen om specifi eke productkenmerken te verbeteren.

Corporate

Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de gecentraliseerde activiteiten in onderzoek en ontwikkeling en in de innovatie activiteiten. Het belang van de Groep in Element Six Abrasives is hier ook inbegrepen.

De units Building Products en Zinc Chemicals worden als stopgezette activiteiten gerapporteerd tot hun effectieve verkoop.

In de geografi sche segmentinformatie worden voor de vaste activa de langetermijninvesteringen, de langetermijnleningen, de langetermijnvorderingen, uitgestelde belastingactiva en de activa voor personeelsvoordelen niet opgenomen, conform IFRS 8. De prestaties van de segmenten wordt geëvalueerd door het hoogste operationele beslissingsorgaan waarbij de evaluatie voornamelijk gebeurt op basis van de recurrente EBIT/operationeel resultaat. Zoals afgeleid kan worden uit bovenstaande tabel, wordt het verschil tussen het recurrente operationeel resultaat en de totale operationeel resultaat in de resultatenrekening verklaard door het niet-recurrente operationeel resultaat en de IFRS 39- effecten waarvoor de definities worden weergeven in de toelichting.

Geassocieerde ondernemingen zijn toegewezen aan de segmenten waarbij zij vanuit een marktperspectief het nauwst aansluiten.

F8 Bedrijfsacquisities

F9 Bedrijfsresultaat

Umicore Jaarverslag 2015
F8 Bedrijfsacquisities
In 2015 waren er geen nieuwe unit combinaties of overnames van geassocieerde ondernemingen of joint ventures. De goodwill op Todini daalde in 2015
echter met EUR 806 duizend ten gevolge van kleine wijzigingen in de openingsbalans en een correctie van de overnameprijs. De fair value winst op
aandelenbelangen is ook gedaald met EUR 296 duizend, met inachtneming van het niet-recurrente resultaat.
F9 Bedrijfsresultaat
BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN (EUR duizend)
2014 2015
Verkopen 8.039.938 9.614.101
Diensten 85.387 83.584
Omzet (1) 8.125.325 9.697.685
Andere bedrijfsopbrengsten (2) 46.731 58.030
BEDRIJFSOPBRENGSTEN UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (3)
8.172.056
(6.890.258)
9.755.715
(8.316.333)
Bezoldigingen en personeelsvoordelen (603.346) (640.390)
Afschrijvingen op vaste activa (151.491) (165.863)
Waardeverinderingen op vaste activa (13.386) (15.286)
Voorraden en voorziening voor dubieuze debiteuren 2.567 (37.693)
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (4) (162.309) (218.842)
Diensten en uitbestede raffi nage en productiekosten (297.769) (317.547)
Royalties, licenties, consultancy en commissies (25.436) (34.401)
Andere bedrijfskosten 367 1.224
Toevoegingen / Afname aan voorzieningen
Besteding van voorzieningen
(12.552)
20.127
(24.711)
22.972
Minwaarden bij de realisatie van activa (791) (1.876)
Andere bedrijfskosten (5) (316.055) (354.338)
BEDRIJFSKOSTEN UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN (7.971.968) (9.529.903)
Bedrijfsopbrengsten uit stopgezette activiteiten 713.046 748.440
Bedrijfskosten uit stopgezette activiteiten (694.881) (729.200)
1) Diensten omvatten voornamelijk inkomsten uit maaklooncontracten.
2) Andere bedrijfsopbrengsten bevatten voornamelijk de herfacturatie van kosten aan derden (EUR 27,5 miljoen), operationele subsidies (EUR 8,4 miljoen),
royalty's en licentievergoedingen voor EUR 7,2 miljoen, EUR 3,1 miljoen die voortkomen uit emmissierechten, EUR 0,8 miljoen van uitkeringen in
verzekeringsdossiers en EUR 0,7 miljoen voor de verkoop van activa
3) Verbruikte grondstoffen en hulpstoffen omvatten water, gas en elektriciteit voor EUR 86,8 miljoen in 2015 (EUR 80,0 miljoen in 2014) wat betreft de
voortgezette activiteiten.
4) De in het resultaat opgenomen afwaarderingen van de vaste activa werden naar het niet-recurrente resultaat getransfereerd. Deze zijn hoofdzakelijk het
gevolg van aanpassingen van de productie in verschillende business units.
5) Belastingen, andere dan inkomensbelastingen die zijn inbegrepen in de andere bedrijfskosten, bedragen EUR 13,4 miljoen (EUR 13,3 miljoen in 2014)
wat betreft de voortgezette activiteiten.
O&O-UITGAVEN (EUR duizend)
Toelichting
2014
2015
O&O opgenomen in 'andere bedrijfskosten' 127.304 129.093
O&O gekapitaliseerd in immateriële vase activa F14
12.687
12.450
Totale O&O-uitgaven uit voortgezette activiteiten 139.991 141.543
Totale O&O-uitgaven uit stopgezette activiteiten 3.348 2.956
O&O-UITGAVEN (EUR duizend)
Toelichting 2014 2015
O&O opgenomen in 'andere bedrijfskosten' 127.304 129.093
O&O gekapitaliseerd in immateriële vase activa F14 12.687 12.450
Totale O&O-uitgaven uit voortgezette activiteiten 139.991 141.543

De totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling bedroegen EUR 141,5 miljoen in de volledig geconsolideerde filialen (EUR 144,5 miljoen inclusief de stopgezette activiteiten). Het deel van de rechtstreeks in overige operationele kosten opgenomen O&O-inspanningen beloopt EUR 129,1 miljoen (EUR 132,1 miljoen inclusief de stopgezette activiteiten).

NIET-RECURRENTE ELEMENTEN EN IAS 39- IMPACT OPGENOMEN IN HET RESULTAAT, STOPGEZETTE ACTIVITEITEN INBEGREPEN (EUR duizend)
2014 2015
Niet IAS 39- Niet IAS 39-
Toelichting Totaal Recurrent recurrent impact Totaal Recurrent recurrent impact
Omzet 8.834.270 8.834.262 8 10.442.427 10.437.613 4.814 0
Andere bedrijfsopbrengsten 50.834 51.624 274 (1.065) 61.727 59.414 2.057 256
Bedrijfsopbrengsten 8.885.104 8.885.886 282 (1.065) 10.504.154 10.497.027 6.871 256
Handelsgoederen, grond- en
hulpstoffen
(7.381.209) (7.378.939) (530) (1.741) (8.839.300) (8.843.386) (7.239) 11.324
Bezoldigingen en
personeelsvoordelen
(703.139) (699.927) (3.213) 0 (741.290) (738.162) (3.128) 0
Afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen
(182.187) (173.902) (9.369) 1.084 (234.581) (188.612) (40.740) (5.229)
waarvan afschrijvingen (169.335) (168.523) (812) 0 (174.471) (174.471) 0 0
Andere bedrijfskosten (400.312) (388.151) (11.935) (226) (443.933) (410.883) (23.817) (9.233)
Bedrijfskosten (8.666.848) (8.640.918) (25.047) (883) (10.259.104) (10.181.043) (74.923) (3.137)
Opbrengsten van andere
fi nanciële activa
9.763 357 9.406 0 (2.546) (34) (2.512) 0
Bedrijfsresultaat 228.019 245.326 (15.359) (1.948) 242.504 315.950 (70.565) (2.881)
Nettobijdrage van de onderne
mingen opgenomen volgens de
vermogensmutatiemethode
21.294 28.344 (6.260) (789) 10.175 14.316 (4.326) 185
EBIT 249.313 273.669 (21.619) (2.737) 252.674 330.266 (74.891) (2.696)
EBITDA 418.648 442.192 (20.807) (2.737) 427.145 504.733 (74.891) (2.696)
Financiële kost
F11
(24.713) (25.090) (1.526) 1.903 (26.455) (9.552) 337 (17.242)
Belastingen op het resultaat
F13
(46.506) (48.027) 1.356 165 (49.062) (65.587) 10.335 6.190
Nettoresultaat 178.094 200.553 (21.789) (669) 177.161 255.127 (64.219) (13.749)
waarvan minderheidsbelangen 7.492 7.448 139 (94) 7.934 9.128 (1.105) (89)
waarvan aandeel van de Groep 170.603 193.105 (21.927) (575) 169.225 245.999 (63.114) (13.660)

De niet-recurrente activiteiten hadden een negatieve impact van EUR 74,9 miljoen op de EBIT. Dit was grotendeels te wijten aan afboekingen op permanente metaalvoorraden bij verschillende units als gevolg van lagere metaalprijzen, voor een totaalbedrag van EUR 25,7 miljoen. De herstructureringskosten bedroegen EUR 23,1 miljoen en omvatten de kostenverlagende maatregelen en aanpassingen aan de productie voetafdruk in specifi eke units zoals Technical Materials maar ook in de Element Six Abrasives joint venture. De geboekte milieu provisies bedroegen EUR 11,2 miljoen voor het herstellen van historische vervuiling. Andere niet-recurrente kosten waren o.a. gelinkt aan een afboeking op Umicore's aandeelbelang in Nyrstar. De boekwaarde van dit belang was aangepast in lijn met IFRS naar Nyrstar's slotkoers op 31 December 2015 van EUR 1,6. De impact van niet-recurrente kosten op het netto resultaat (groep aandeel) bedroeg EUR 63,1, inclusief stopgezette activiteiten.

De IAS 39 boekhoudregels hadden een negatief effect van EUR 2,7 miljoen op EBIT en EUR 13,7 miljoen op het netto resultaat (groep aandeel), inclusief stopgezette activiteiten. De impact betreft timing verschillen opgelegd door IFRS die vooral gaan over transactionele en structurele metaal en wisselkoers indekkingen. De IAS 39 aanpassingen hebben van nature geen directe cash invloed.

F10 Bezoldigingen en aanverwante voordelen

BEZOLDIGINGEN EN AANVERWANTE VOORDELEN (EUR duizend)

Umicore Jaarverslag 2015
F10 Bezoldigingen en aanverwante voordelen
BEZOLDIGINGEN EN AANVERWANTE VOORDELEN (EUR duizend)
2014 2015
Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen (447.532) (475.149)
Overige personeelskosten (24.688) (24.844)
Tijdelijk personeel (9.316) (10.567)
Op aandelen gebaseerde vergoedingen (3.314) (5.400)
Bezoldigingen (484.850) (515.960)
Werknemersbijdragen (93.156) (96.333)
Bijdragen aan 'te bereiken doel' -plannen (10.420) (9.404)
Bijdragen tot pensioenplannen met een vaste bijdrage (15.468) (15.169)
Vrijwillige bijdragen van de werkgever - andere (2.172) (2.363)
Pensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan begunstigden (3.431) (3.091)
Voorzieningen voor personeelsvoordelen (- toevoegingen / + bestedingen en terugnemingen) 6.149 1.931
Pensioenen en andere personeelsvorrdelen (25.342) (28.096)
BEZOLDIGINGEN EN AANVERWANTE VOORDELEN, UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN (603.346) (640.390)
Bezoldigingen en aanverwante voordelen, uit stopgezette activiteiten (99.794) (100.900)
GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND IN DE INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE DOCHTERONDERNEMINGEN
2014 2015
Kaderleden 1.908 1.921
Niet-kaderleden 8.371 8.478
Totaal 10.279 10.399
waarvan stopgezette activiteiten (1.519) (1.463)
Totaal van voortgezette activiteiten 8.760 8.936

GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND IN DE INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE DOCHTERONDERNEMINGEN

2014 2015
Kaderleden 1.908 1.921
Niet-kaderleden 8.371 8.478
Totaal 10.279 10.399
waarvan stopgezette activiteiten (1.519) (1.463)
OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN (EUR duizend)
Toelichting 2014 2015
Aantal toegekende aandelenopties F28 623.875 608.750
Waarderingsmodel Present Economic Value
Veronderstelde volatiliteit (% pa) 20,00 20,00
Risicovrije interestvoet (% pa) 0,80 (0,03)
Verhoging dividend (% pa) 0,10 0,10
Vertrekkans voor het verwerven van recht op uitoefening (%pa) NA NA
Vertrekkans na het verwerven van recht op uitoefening (% pa) 10,00 10,00
Minimale winstdrempel (% pa) 30,00 30,00
Populatiedeel dat uitoefent bij het overschrijden van de minimale winstdrempel 100,00 100,00
Reële waarde per toegekend instrument op toekenningsdatum (EUR) 4,25 5,38
Totale reële waarde van de toegekende opties 2.654 3.278
28.900 aandelen aan 37,80 EUR 1.092
28.000 aandelen aan 38,67 EUR(*) 1.278
4.500 aandelen aan 42,815 EUR 193
3.400 aandelen aan 32,98 EUR 112
21.000 aandelen aan 31,595 EUR 664
4.834 aandelen aan 34,66 EUR 168
Totaal reële waarde van de toegekende aandelen 944 2.563
OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN 3.598 5.841
Op aandelen gebaseerde vergoedingen voor stopgezette activiteiten (284) (441)
Totaal van op aandelen gebaseerde vergoedingen voor voortgezette activiteiten 3.314 5.400

* Inclusief de bjikomende kosten ten laste van de werkgever

De Groep heeft gedurende het lopende jaar een last van EUR 5.400 duizend op aandelen gebaseerde vergoedingen erkend voor de voortgezette activiteiten.

Het deel van deze onkosten met betrekking tot aandelenoptieplannen is berekend door een externe actuaris, die gebruik maakt van het 'Present Economic Value'-model dat rekening houdt met alle kenmerkende elementen van het aandelenoptieplan en de volatiliteit van het onderliggende aandeel. De volatiliteit is berekend op basis van de historische volatiliteit van de aandeelhoudersvergoeding gespreid over verschillende gemiddelde periodes en verschillende voorwaarden. Er zijn geen andere marktomstandigheden meegenomen in de basis voor de berekening van de reële marktwaarde.

Het deel vrije aandelen in de kost wordt gewaardeerd aan de marktprijs van de aandelen op de dag van de toekenning. In 2015 werden aandelen aan het topmanagement toegekend, wat resulteerde in een last van EUR 2.122 duizend voor de voortgezette activiteiten.

De kortingen die de autoriteiten aan Umicore België toekennen op de bijdragen voor sociale zekerheid, die betrekking hebben op premies voor ploegwerk, overuren en O&O, worden opgenomen in de globale kost van sociale zekerheidsbijdragen onder deze toelichting.

F11 Netto financiële kost

Umicore Jaarverslag 2015
F11 Netto financiële kost
(EUR duizend)
2014 2015
Interestbaten 3.589 3.671
Interestlasten (6.371) (8.489)
Actualisatie van voorzieningen (8.581) (6.376)
Wisselkoersverliezen en -winsten (6.498) (12.070)
Andere fi nanciële baten
Andere fi nanciële lasten
446
(4.166)
392
(1.713)
Totaal uit voortgezette activiteiten (21.581) (24.587)
Totaal uit stopgezette activiteiten (3.131) (1.870)
rentevoet bleef stabiel op 1,54%.
De actualisatie van voorzieningen op meer dan één jaar heeft voornamelijk betrekking op personeelsvoordelen en de voorzieningen voor andere risico's en
lasten. De omvang van dit bedrag wordt beïnvloed door de huidige waarde van de verplichtingen. De verdisconteringvoet, de uitbetaling en de toevoeging
van nieuwe verplichtingen op meer dan één jaar beïnvloeden op hun beurt deze huidige waarde. De meeste van die actualisatieresultaten in 2015 zijn
geboekt in België, Duitsland, Brazilië en Frankrijk.
Wisselkoersresultaten omvatten de gerealiseerde wisselkoersresultaten en de niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op monetaire activa en passiva
ten opzichte van de slotkoers van het boekjaar. Deze omvatten ook de reële waardewinsten en -verliezen van overige financiële instrumenten (zie
toelichting F33).
Andere financiële kosten betreffen toegestane betalingskortingen, bankkosten en andere financiële bijdragen.
F12 Opbrengsten van andere financiële activa
(EUR duizend)
Meerwaarden en minwaarden op de verkoop van fi nanciële participaties 2014
155
2015
2.975
Meerwaarde op fi nanciële deelnemingen 14.152
Ontvangen dividenden 99 31
Interesten van fi nanciële activa 48 2
Bijzondere waardeverminderingen op fi nanciële participaties (4.723) (5.588)
Totaal uit voortgezette activiteiten 9.731 (2.579)
Totaal uit stopgezette activiteiten 33 33

F12 Opbrengsten van andere financiële activa

(EUR duizend)
2014 2015
Meerwaarden en minwaarden op de verkoop van fi nanciële participaties 155 2.975
Meerwaarde op fi nanciële deelnemingen 14.152
Ontvangen dividenden 99 31
Interesten van fi nanciële activa 48 2
Bijzondere waardeverminderingen op fi nanciële participaties (4.723) (5.588)
Totaal uit voortgezette activiteiten 9.731 (2.579)

De resultaten van de bijzondere waardeverminderingen op financiële activa hebben vooral betrekking op het belang in Nyrstar. De meerwaarde op financiële deelnemingen heeft betrekking tot de waardewinsten die gerealiseerd werden op de verkoop van SolviCore en de anticipatie van de liquidatie van de BeLife joint ventures.

F13 Belastingen

(EUR duizend)
2014 2015
INKOMSTENBELASTING
Opgenomen in de resultatenrekening
Belastingen op het resultaat (49.323) (67.708)
Uitgestelde belastingkost (opbrengst) 4.969 19.972
Totale belastingen uit voortgezette activiteiten (44.355) (47.736)
Totale belastingen uit stopgezette activiteiten (2.151) (1.326)
VERBAND TUSSEN DE BELASTINGSKOST (OPBRENGST) EN HET BOEKHOUDKUNDIG RESULTAAT
Bedrijfsresultaat 209.819 223.232
Netto fi nanciële kosten (21.581) (24.587)
Resultaat voor belasting van volledige geconsolideerde participaties 188.238 198.645
Gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet (%) (30,29) (28,55)
Belastingen berekend aan de gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet uit
voortgezette activiteiten
(57.018) (56.705)
Aanpassingen
Verworpen uitgaven (11.322) (11.080)
Vrijgestelde inkomsten 14.357 11.364
Vrijgestelde dividenden van geconsolideerde en geassocieerde ondernemingen (1.496) 264
Winsten en verliezen belast tegen verlaagd tarief 0
Fiscale aftrekbare stimuli 25.751 22.465
Belastingen berekend op andere basis (1.457) (1.457)
Aanwending van voordien niet geboekte fi scale verliezen 2.740 7.100
Waardevermindering van fi scale uitgestelde activa (8.317) (10.510)
Verandering in toepasbare aanslagvoet 331 5.814
Fiscale vrijstellingen 1.806 562
Andere belastingkredieten (met uitzondering van de kredieten m.b.t. onderzoek & ontwikkeling) 1.715 983
Niet imputeerbare buitenlandse voorheffi ngen (5.012) (6.891)
Correcties met betrekking tot voorgaand boekjaar (6.785) (10.767)
Diverse 352 1.121
Belastingskost voor het jaar aan het werkelijke belastingstarief (44.355) (47.736)

De theoretische gewogen gemiddelde aanslagvoet van de Groep is geëvolueerd van 30,29% in 2014 naar 28,55% in 2015 voor de voortgezette activiteiten

De invloed van de niet-recurrente uitgestelde belastingen en van de uitgestelde belastingen op de IAS 39-impact buiten beschouwing gelaten, bedroeg het effectieve recurrente belastingtarief voor 2015 21,84% voor de voortgezette activiteiten (21,41% inclusief de stopgezette activiteiten). Dit is vergelijkbaar met de 23,4% in 2014 (21,81% inclusief de stopgezette activiteiten).

F14 Immateriële vaste activa (uitgezonderd goodwill)

Umicore Jaarverslag 2015
F14 Immateriële vaste activa (uitgezonderd goodwill)
Geactiveerde
ontwikkelings
Concessies,
octrooien,
CO2
emissie
Andere
immateriele
(EUR duizend)
kosten licenties, enz. Software rechten vaste activa Totaal
Begin van het vorige boekjaar 53.816 2.050 35.205 8.916 9.787 109.775
Brutowaarde 72.853 12.792 126.578 11.325 15.559 239.108
Gecumuleerde afschrijvingen (19.037) (10.742) (91.373) (2.409) (5.772) (129.333)
Nettoboekwaarde begin van het vorige 53.816 2.050 35.205 8.916 9.787 109.775
boekjaar
. Aankoop door bedrijfsacquisities 133 19 0 13.012 13.164
. Toevoegingen 12.687 127 4.655 0 6.793 24.261
. Verkopen (3) (607) (5) (615)
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen
en bijzondere waardeverminderingen')
(12.557) (427) (8.116) 0 (846) (21.946)
. Geboekte bijzondere waardeverminderingen
(opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen')
(2.781) 0 (13) 0 (14) (2.808)
. Terugneming van geboekte bijzondere waarde
verminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen
en bijzondere waardeverminderingen')
800 800
. Emissierechten 1.058 1.058
. Omrekeningsverschillen 1.111 76 433 0 1.081 2.701
. Andere wijzigingen (6.986) 25 3.964 0 2.342 (655)
Per einde van het vorige boekjaar 45.290 1.983 36.144 10.168 32.150 125.737
Brutowaarde 77.937 13.258 133.140 10.736 38.786 273.857
Gecumuleerde afschrijvingen (32.646) (11.275) (96.996) (567) (6.636) (148.121)
Nettoboekwaarde begin van het boekjaar 45.290 1.983 36.144 10.168 32.150 125.737
. Stopgezette activiteiten in openingbalans (721) (1.014) 0 (307) (2.042)
. Toevoegingen 12.450 0 1.232 48 7.127 20.856
. Verkopen 156 (10) (1.718) (143) (1.715)
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen
en bijzondere waardeverminderingen')
(11.930) (497) (8.422) 0 (3.922) (24.771)
. Geboekte bijzondere waardeverminderingen
(opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere
waardeverminderingen')
(3.137) (11) (3.147)
. Terugneming van geboekte bijzondere waarde
verminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen
en bijzondere waardeverminderingen')
307 307
. Emissierechten 876 876
. Omrekeningsverschillen 1.236 (14) 413 1.225 2.860
. Andere wijzigingen (3.276) 5.887 9.387 0 (11.026) 972
Per einde van het boekjaar 40.632 6.795 37.720 9.680 25.104 119.930
Brutowaarde 88.705 18.395 129.538 9.702 35.090 281.429
Gecumuleerde afschrijvingen (48.073) (11.600) (91.819) (21) (9.986) (161.499)
Nettoboekwaarde uit voortgezette activiteiten 40.632 6.795 37.720 9.680 25.104 119.930
Nettoboekwaarde uit stopgezette activiteiten 681 935 0 1.313 2.929

De lijn 'Toevoegingen' bevat voor het grootste deel geactiveerde kosten voor de ontwikkeling van nieuwe informaticasystemen en geactiveerde interne ontwikkelingskosten. EUR 16,3 miljoen is gerealiseerd door eigen productie. Hiervan zijn EUR 11,3 miljoen ontwikkelingskosten.

De lijn 'Andere wijzigingen' bevat vooral de overdrachten tussen immateriële activa in aanbouw (geboekt onder overige immateriële activa) en de andere categorieën van immateriële activa.

Er zijn geen hypotheken of beperkingen op de eigendom van de immateriële vaste activa dan deze vermeld in toelichting F35.

F15 Goodwill

(EUR duizend)
31/12/2014 31/12/2015
Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar
Brutowaarde 115.788 152.402
Gecumuleerde afschrijvingen (7.313) (12.066)
Nettoboekwaarde begin van het boekjaar 108.475 140.336
. Stopgezette activiteiten in openingsbalans (7.062)
. Aankoop door bedrijfsacquisities 32.477 (806)
. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') (4.142) (5.042)
. Omrekeningsverschillen 3.526 4.435
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 140.336 131.860
Brutowaarde 152.402 144.935
Gecumuleerde afschrijvingen (12.066) (13.075)
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezetten activiteiten 140.336 131.860
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit stopgezetten activiteiten 6.836

Deze tabel bevat enkel de goodwill gerelateerd aan integraal geconsolideerde ondernemingen. De goodwill met betrekking tot ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt besproken in toelichting F17.

De wijziging van de periode houdt vooral verband met Afboekingen in de VS, wisselkoersverschillen en ook op kleine verschillen in de openingsbalans en overnameprijs van Todini (zie nota F8).De goodwill werd als volgt aan de segmenten toegewezen:

(EUR duizend)
Energy & Surface Stopgezette
Catalysis Technologies Recycling activiteiten Totaal
31/12/2014 37.074 77.851 18.349 7.062 140.336
31/12/2015 37.155 76.428 18.277 6.836 138.696

Jaarlijks wordt door het management geverifieerd of de goodwill aan enige waardevermindering is blootgesteld, in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting F2. De recupereerbare waarde van de kasstroomgenererende entiteiten waaraan goodwill werd toegekend, werd bepaald met een berekening van de waarde-in-gebruik gebaseerd op een 'discounted cash-flow'-model en vertrekkende van de operationele plannen van de Groep die vijf jaar vooruit kijken. Voor macro-economische parameters zoals deviezen- en metaalkoersen worden in deze test de op dat ogenblik geldende marktvoorwaarden gehanteerd. De prijzen die gebruikt worden zijn normaal gezien de gemiddelden van op internationale beurzen gedurende het laatste kwartaal van het jaar.

Het in 2015 opgestelde model was gebaseerd op gemiddelde aanslagvoeten van 25% tot 30% (in 2014 werd een aanslagvoet van 25% gebruikt) voor de inkomstenbelasting en een gemiddelde gewogen kapitaalkost na belastingen van 8,5% (zoals in 2014). Deze ratio's sluiten aan bij de verwachtingen van de evolutie van de effectieve belastingvoet en de kapitaalstructuur van de Groep. De terminale waarde in het discounted cash-flow model is gebaseerd op een perpetuele groei van gemiddeld 2% (zoals in 2014). De inflatiepercentages zijn gebaseerd op de indicaties van nationale en internationale instellingen, zoals de NBB en de ECB.

F16 Materiële vaste activa

Umicore Jaarverslag 2015
F16 Materiële vaste activa (EUR duizend)
Terreinen
en ge
bouwen
Installaties,
machines en
uitrusting
Meubilair
en rollend
materieel
Overige
materiële
vaste
activa
Vaste activa
in aanbouw
en vooraf
betalingen
Totaal
Begin van het vorige boekjaar 327.171 435.999 59.332 3.633 172.427 998.563
waarvan leasing 1.447 0 82 1.529
Brutowaarde 715.044 1.528.248 192.939 29.965 172.427 2.638.623
Gecumuleerde afschrijvingen (387.874) (1.092.249) (133.606) (26.332) (1.640.060)
Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar 327.171 435.999 59.332 3.633 172.427 998.563
aankoop door bedrijfsacquisities 753 3.819 210 4.782
. Toevoegingen 26.348 25.838 8.718 378 129.513 190.797
. Verkopen (313) (1.154) (774) 4 (1.016) (3.253)
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en
bijzondere waardeverminderingen') (30.311) (100.733) (18.010) (246) (149.301)
. Nettowaardeverminderingen (opgenomen in
'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')
(2.704) (8.116) (530) (11.350)
. Omrekeningsverschillen 9.181 13.426 694 178 7.601 31.080
. Andere wijzigingen 33.265 104.317 12.063 (1.852) (147.376) 418
Per einde van het vorige boekjaar 363.390 473.396 61.703 2.095 161.150 1.061.735
waarvan leasing 1.312 77 1.389
Brutowaarde 784.638 1.644.985 205.446 27.140 161.150 2.823.358
Gecumuleerde afschrijvingen (421.248) (1.171.589) (143.742) (25.045) (1.761.624)
Nettoboekwaarde begin van het boekjaar 363.390 473.396 61.703 2.095 161.150 1.061.735
. Stopgezette activiteiten in openingsbalans (34.882) (48.622) (4.094) (712) (12.312) (100.622)
. Toevoegingen 4.616 26.678 6.702 797 165.701 204.494
. Verkopen (868) (1.483) (482) 0 (388) (3.221)
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en
bijzondere waardeverminderingen')
(26.695) (95.641) (16.854) (279) (139.470)
. Nettowaardeverminderingen (opgenomen in
'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')
(699) (8.620) 279 0 0 (9.041)
. Omrekeningsverschillen 4.396 3.545 (642) 74 2.427 9.800
. Andere wijzigingen 36.033 114.938 7.398 47 (159.499) (1.083)
Per einde van het boekjaar 345.290 464.192 54.009 2.021 157.079 1.022.591
waarvan leasing 157 (4) 12 165
Brutowaarde 740.014 1.529.768 192.541 16.481 157.079 2.635.882
Gecumuleerde afschrijvingen (394.724) (1.065.576) (138.531) (14.459) (1.613.291)
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
uit voortgezette activiteiten
345.290 464.192 54.009 2.021 157.079 1.022.591
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
uit stopgezette activiteiten
31.496 51.535 3.494 838 29.139 116.502
Leasing
Brutowaarde 490 59 33 583
Gecumuleerde afschrijvingen (334) (63) (21) (417)
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
uit voorgezette activiteiten
157 (4) 12 165

De niet-onderhoudsgerelateerde toevoegingen aan de materiële vaste activa zijn vooral gelinkt aan de groeiprojecten van Umicore. In het segment Recycling werden in de loop van het jaar grote investeringen succesvol uitgevoerd. Investeringen in het Catalysis segment zijn gelinkt aan zowel de bouw van de productie sites in Polen en Thailand als de bouw van Ordeg's nieuw technologie-ontwikkelingscentrum in Zuid-Korea. In het segment Energy & Surface Technologies waren de investeringen vooral gerelateerd aan de productiecapaciteitsuitbreidingen voor Rechargeable Battery Materials in China en Zuid-Korea.

De lijn 'Andere wijzigingen' bevat voornamelijk de overdrachten van materiële vaste activa in aanbouw naar de andere categorieën van materiële vaste activa. Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendomsrechten op de materiële vaste activa, uitgezonderd diegene vermeld in toelichting F35.

F17 Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

De deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode bestaan uit de volgende dochterondernemingen of joint ventures:

DEELNEMINGEN OPGENOMEN VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE

Functionele Deelnemings Deelnemings
Land waarderingsmunt percentage percentage
2014 2015
Voortgezette activiteiten
GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN
Ganzhou Yi Hao Umicore Industries
China
CNY 40,00 40,00
Element Six Abrasives
Luxemburg
USD 40,22 40,22
Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co., Ltd.
China
CNY 40,00 40,00
JOINT VENTURES
Ordeg
Zuid-Korea
KRW 50,00 50,00
SolviCore GmbH & Co KG
Duitsland
EUR 50,00
SolviCore Management GmbH
Duitsland
EUR 50,00
BeLife
België
EUR 49,00
BeLife intermediate
België
EUR 51,00
Stopgezette activiteiten
GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN
IEQSA
Peru
PEN 40,00 40,00
JOINT VENTURES
Rezinal
België
EUR 50,00 50,00

Op het einde van juni 2015 hebben Umicore & Solvay aangekondigd een akkoord te hebben ondertekend voor de verkoop van SolviCore aan Toray, een toonaangevend Japans gespecialiseerd chemieconcern. Begin januari 2016 verkocht Umicore de aandelen in BeLife en BeLife Intermediates aan de partner Prayon. De deconsolidatie is reeds geanticipeerd in de afsluiting in december van beide joint ventures.

Rezinal en Ieqsa maken deel uit van de stopgezette activiteiten en de resultatenrekening van 2014 is aangepast om de voortgezette activiteiten afzonderlijk te tonen.

De elementen in de niet-gerealiseerde resultaten voor investeringen via de 'eigen vermogen'-methode hebben hoofdzakelijk betrekking tot de reserves voor werknemersvoordelen en voor vertalingsreserves.

Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden weergegeven gebruik makend van de vermogensmutatiemethode en vertegenwoordigen ongeveer 5% van het geconsolideerde balanstotaal. Umicore heeft geen individuele materiële investeringen in geassocieerde ondernemingen. Rekening houdend met de doelstellingen van de vereisten uit IFRS 12, is Element Six Abrasives de belangrijkste geassocieerde onderneming. Umicore heeft 40,22% van de aandelen. Element Six is een synthetische diamant supermaterialengroep, die onderdeel uitmaakt van de 'De Beers' groep. De groep werkt wereldwijd met productiefaciliteiten in China, Ierland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten van Amerika en Zuid-Afrika. Element Six is een winstgevende groep die positieve kastromen genereert en een stabiel recurrent dividend oplevert voor Umicore. De functionele munt van de groep is de USD. Umicore is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur en in het Auditcomité van Element Six Abrasives. Umicore kan hierdoor haar belang in de geassocieerde onderneming beschermen. Buiten haar aandeel in het kapitaal heeft Umicore geen verdere verplichtingen, garanties of engagementen die voorspruiten uit het aandeelhouderschap in deze geassocieerde onderneming. Niet-recurrente resultaten en materiële voorwaardelijke vorderingen met betrekking tot Element Six Abrasives, voor zover die bestaan, staan apart vermeld in de betrekkelijke relevante hoofdstukken van het jaarverslag van Umicore.

Umicore Jaarverslag 2015
(EUR duizend)
Totaal
208.846
(22.498)
1.764
9.827
9.827
(16.862) (16.862)
2.315 2.315
799 799
5.300 310 5.610
147.823
65.263
41.980
0
189.801
65.263
Nettoboekwaarde
162.226
(17.546)
1.764
Goodwill
46.622
(4.952)

Het deel van Umicore in de totale balans en resultatenrekening van de geassocieerde ondernemingen zou het volgende geweest zijn:

(EUR duizend)
31/12/14 31/12/15
Activa 246.127 225.059
Schulden 131.380 125.628
Omzet 276.426 196.424
Nettoresultaat 17.155 6.397

Het deel van Umicore in de totale balans van de joint ventures zou het volgende geweest zijn:

(EUR duizend)
31/12/14 31/12/15
Vlottende activa 105.426 77.819
Vaste activa 32.272 30.764
Vlottende passiva 59.072 42.970
Vaste passiva 6.858 349

Het deel van Umicore in de resultatenrekening van de joint ventures zou het volgende geweest zijn:

(EUR duizend)
31/12/14 31/12/15
Bedrijfsresultaat 4.532 4.449
Financiële resultaat (248) (513)
Belastingen (1.663) (506)
Aandeel van de Groep in het resultaat 2.620 3.430

F18 Financiële activa beschikbaar voor verkoop en leningen

(EUR duizend)
Financiële activa Leningen toegekend
beschikbaar voor verkoop op lange termijn
FINANCIELE VASTE ACTIVA
Begin van het vorige bookjaar 21.183 4.971
. Toename 18.842 0
. Afname (4.985) (7)
. Geboekte waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere
fi nanciële activa')
0 (3.800)
. Terugneming van bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in
'Opbrengsten van andere fi nanciële activa')
226
. Omrekeningsverschillen 152
. Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen 14.992 0
. Andere wijzigingen (105)
Per einde van het vorige boekjaar 50.258 1.212
. Stopgezette activiteiten in openingsbalans (18)
. Toename 76 77
. Geboekte waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere
fi nanciële activa')
(a)
(5.292)
0
. Omrekeningsverschillen (31) 93
. Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen (b)
(15.776)
0
. Andere wijzigingen 19 152
Per einde van het boekjaar 29.236 1.534
FINANCIELE VLOTTENDE ACTIVA
Per einde van het vorig boekjaar 0 6.876
. Toename 3.184
. Afname (3.364)
. Geboekte waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere
fi nanciële activa')
(c) (4.050)
. Omrekeningsverschillen 10
. Andere wijzigingen
Per einde van het boekjaar 0 2.654

(a) Betreft voornamelijk de afboekingen van de Nyrstar aandelen.

(b) Betreft voornamelijk de fair value aanpassing van de Nyrstar aandelen.

(c) Betreft voornamelijk de afwaardering van leningen aan joint ventures.

F19 Voorraden

Umicore Jaarverslag 2015
F19 Voorraden
(EUR duizend)
31/12/14 31/12/15
ANALYSE VAN DE VOORRADEN
Basisproducten met metaalindekking, brutowaarde 1.006.912 923.193
Basisproducten zonder metaaldindekking, brutowaarde 145.368 143.983
Verbruiksgoederen, brutowaarde 68.423 55.398
Waardeverminderingen (52.629) (71.614)
Betaalde voorschotten 2.508 1.950
Bestellingen in uitvoering
Totaal voorraden
12.363
1.182.945
760
1.053.669

De waarde van de voorraden is gedaald met EUR 129,3 miljoen vergeleken met december 2014. Deze daling is vooral te wijten aan het feit dat de voorraad van EUR 139,3 miljoen gelinkt aan de stopgezette activiteiten in 2015 geïsoleerd zijn. De afboekingen op permanente metaalvoorraden had een negatieve impact van EUR 18,0 miljoen op de voortgezette activiteiten.

Indien men rekening zou houden met de metaal- en deviezenkoersen op het ogenblik van de afsluiting, zou de waarde van de metalen in de inventaris ongeveer EUR 553,9 miljoen hoger zijn dan de huidige boekwaarde. Echter, het merendeel van deze voorraden kan niet gerealiseerd worden, omdat ze vastzitten in productie- en commerciële cycli.

Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendom van de voorraden.

F20 Handels- en overige vorderingen

(EUR duizend)
Toelichting 31/12/14 31/12/15
OP MEER DAN ÉÉN JAAR
Garanties en deposito's 9.481 7.682
Overige vorderingen op meer dan 1 jaar 7.643 7.089
Personeelsvoordelen 431 423
Totaal uit voortgezette activiteiten 17.555 15.194
Totaal uit stopgezette activiteiten 224
OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR
Handelsvorderingen (bruto) 739.569 701.815
Handelsvorderingen (waardeverminderingen) (7.060) (8.570)
Overige vorderingen (bruto) 65.417 70.833
Overige vorderingen (waardeverminderingen) (6.097) (5.252)
Te ontvangen interesten 124 (80)
Reële waarde van te vorderen fi nanciële instrumenten voor kasstroomafdekking F33 2.437 2.801
Reële waarde van te vorderen andere fi nanciële instrumenten F33 9.799 7.070
Overlopende rekeningen 22.800 61.187
Totaal uit voortgezette activiteiten 826.989 829.805
Totaal uit stopgezette activiteiten 91.546

Handelsvorderingen op ten hoogste één jaar zijn gestegen met EUR 2,8 miljoen. Deze toename zou veel grote zijn als de balans op december 2014 de stopgezette activiteiten niet omvatte, zoals in 2015. De stijging is in grote mate te wijten aan hogere activiteit doorheen het jaar.

Overige vorderingen op meer dan één jaar bevatten een bedrag van EUR 6.207 duizend met betrekking tot 'recht op terugbetaling' binnen het kader van medische kosten dat Umicore Frankrijk heeft overgenomen van Nyrstar Frankrijk in 2007, dewelke Nyrstar Frankrijk zal compenseren tijdens de levensduur van deze schulden (zie ook nota F27 over Personeelsvoordelen).

(EUR duizend) Totaal Niet vervallen Vervallen tussen 0-30 dagen 30-60 dagen 60-90 dagen >90 dagen UITSTAANDE BALANS VAN HET VORIGE BOEKJAAR Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto 721.381 578.352 104.825 20.182 8.376 9.646 Overige vorderingen (bruto) 65.418 62.042 235 1.730 0 1.411 UITSTAANDE BALANS VAN HET BOEKJAAR Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto 685.205 494.306 114.663 61.363 8.569 6.303 Overige vorderingen (bruto) 66.956 66.067 (764) 623 32 997

Kredietrisico - handelsvorderingen

(EUR duizend)
Handelsvorderingen
(bruto)
Overige
vorderingen
(bruto)
Totaal
BEGIN VAN HET VORIGE BOEKJAAR (8.282) (5.802) (14.082)
. Waardeverminderingen erkend in resultaat (1.096) (296) (1.392)
. Terugneming waardevermindering 1.713 1 1.715
. Afboeken waardevermindering met de brutowaarde 566 566
. Andere wijzigingen 171 170
. Omrekeningsverschillen (139) (139)
Per einde van het vorige boekjaar (7.067) (6.098) (13.165)
Begin van het boekjaar (7.067) (6.098) (13.165)
. Stopgezette activiteiten in openingsbalans 1.632 462 2.094
. Waardevermindereingen erkend in resultaat (4.722) 232 (4.490)
. Terugnemingen waardeverminderingen 550 139 688
. Afboeken waardevermindering met de brutowaarde 115 115
. Andere wijzigingen (14) (14)
. Omrekeningsverschillen 937 13 949
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten (8.570) (5.253) (13.818)
Totaal uit stopgezette activiteiten (1677) (462) (2.139)

In principe gebruikt Umicore kredietverzekering om het kredietrisico betreffende de handelsvorderingen te beperken. Twee kredietpolissen zijn afgesloten met twee verschillende verzekeraars. Op groepsniveau zijn EUR 306 miljoen handelsvorderingen voor de voortgezette activiteiten gedekt door een polis waarbij de schadeloosstelling in geval van niet-betaling oploopt tot 95% met een jaarlijkse maximale limiet van EUR 20 miljoen. De andere polis dekt EUR 230 miljoen handelsvorderingen met een wereldwijde jaarlijkse aftrek van EUR 5 miljoen en een jaarlijkse maximale limiet van EUR 70 miljoen.

Tenslotte functioneren sommige van onze bedrijven zonder kredietverzekering, maar worden in plaats daarvan kredietlimieten ingesteld gebaseerd op financiële informatie en kennis van de activiteiten. Deze kredietlimieten worden goedgekeurd door het management.

(EUR duizend)

F21 Uitgestelde belastingactiva en -passiva

(EUR duizend)
31/12/2014 31/12/2015
BELASTINGACTIVA EN -PASSIVA
Belastingvorderingen van het jaar 34.264 35.659
Uitgestelde belastingactiva 104.823 104.057
Belastingschulden van het jaar (63.958) (54.889)
Uitgestelde belastingpassiva (17.520) (6.235)
Netto uitgestelde belastingschulden uit stopgezette activiteiten 14.232
Umicore Jaarverslag 2015
F21 Uitgestelde belastingactiva en -passiva
(EUR duizend)
BELASTINGACTIVA EN -PASSIVA 31/12/2014 31/12/2015
Belastingvorderingen van het jaar
Uitgestelde belastingactiva
Belastingschulden van het jaar
Uitgestelde belastingpassiva
Netto uitgestelde belastingschulden uit stopgezette activiteiten
34.264
104.823
(63.958)
(17.520)
35.659
104.057
(54.889)
(6.235)
14.232
Activa Passiva Netto
Per einde van het vorige boekjaar 2014
90.530
2015
104.823
2014
(28.164)
2015
(17.520)
2014
62.366
2015
87.303
Stopgezette activiteiten in openingsbalans (13.344) (164) (13.507)
Uitgestelde belastingen geboekt in de resultatenrekening 744 10.564 4.059 9.407 4.804 19.971
Uitgestelde belastingen geboekt in het eigen vermogen 12.559 5.597 10.153 2.051 22.711 7.648
Aankoop door bedrijfsacquisities 21 21 (3.519) (191) (3.498) (170)
Omrekeningsverschillen 970 (3.550) (48) 182 922 (3.368)
Andere wijzigingen 0 (55) (2) 0 (2) (55)
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten 104.823 104.057 (17.520) (6.235) 87.303 97.822
Totaal uit stopgezette activiteiten 23.224 (8.992) 14.232
UITGESTELDE BELASTINGEN VOOR ELK TYPE VAN
TIJDELIJKE VERSCHILLEN
Immateriële vaste activa 16.915 18.881 (19.435) (19.151) (2.520) (270)
Goodwill van volledige geconsolideerde participaties 182 187 (1.976) (408) (1.794) (221)
Materiële vaste activa 4.639 5.015 (20.843) (17.773) (16.204) (12.758)
Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar 159 48 (3.597) (37) (3.438) 11
Voorraden 28.343 19.486 (24.110) (21.060) 4.233 (1.574)
Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar 4.114 11.552 (6.477) (2.529) (2.363) 9.023
Eigen vermogen 162 108 (6.205) (93) (6.043) 15
Financiële schulden op lange termijn en overige schulden 390 5.616 (1.356) (977) (966) 4.639
Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn 68.726 62.431 (749) (1.748) 67.977 60.683
Voorzieningen voor leefmilieu op lange termijn 18.516 17.888 (1.710) (506) 16.806 17.382
Voorzieningen voor overige risico's en kosten op lange
termijn
7.194 5.543 (449) (402) 6.745 5.141
Financiële schulden op korte termijn 2.618 35 (4) (3) 2.614 32
Voorzieningen voor leefmilieu op korte termijn 3.802 2.582 0 3.802 2.582
Voorzieningen voor overige risico's en kosten op korte
termijn 3.152 4.189 (48) (13) 3.104 4.176
Handels- en overige schulden 18.513 19.523 (3.586) (2.068) 14.927 17.455
Totale uitgestelde belastingen voor tijdelijke verschillen 177.425 173.084 (90.545) (66.768) 86.880 106.316
Over te dragen verliezen 46.272 84.032 46.272 84.032
Investeringsaftrek
Over te dragen notionele interesten
4.647
8.891
2.095
11.258
4.647
8.891
2.095
11.258
Overige 2.718 5.934 2.718 5.934
Niet-geboekte uitgestelde belastingen (62.105) (111.814) (62.105) (111.814)
Totaal belastingactiva/-passiva 177.848 164.590 (90.545) (66.768) 87.303 97.822
Compensatie van activa en passiva binnen dezelfde
juridische entiteit
(73.025) (60.533) 73.025 60.533 0 0
Nettobedrag 104.823 104.057 (17.520) (6.235) 87.303 97.822
2014 2015 2014 2015
Basis Basis Belasting Belasting
BEDRAG AAN AFTREKBARE TIJDELIJKE VERSCHILLEN, FISCALE VERLIEZEN EN
BELASTINGKREDIETEN WAARVOOR GEEN BELASTINGSACTIVA WERDEN GEBOEKT
Vervaldatum zonder tijdslimiet 220.226 350.564 62.105 111.814

De bewegingen van de tijdelijke verschillen zijn geboekt in de resultatenrekening uitgezonderd deze komende van bewegingen die direct geboekt zijn in 'componenten van niet gerealiseerd resultaten'.

De grote bewegingen in uitgestelde belastingen direct geboekt in 'componenten van niet gerealiseerd resultaten' zijn uitgestelde belastingen die het gevolg zijn van tijdelijke verschillen in de lijnen 'Handels - en overige schulden op ten hoogste één jaar' (positieve impact ten belope van EUR 4.963 duizend) en 'Voorzieningen voor personeelsvoordelen' (positieve impact van EUR 2.364 duizend).

Uitgestelde belastingactiva worden enkel geboekt in de mate dat het gebruik ervan waarschijnlijk is, m.a.w. indien belastbare inkomsten verwacht worden in toekomstige perioden. De Groep gaat uit van een gebruik van uitgestelde belastingactiva over een periode van 5 tot 10 jaar. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de gemaakte schattingen op het moment dat de uitgestelde belastingen werden geboekt.

Niet geboekte uitgestelde belastingen op de activa voor een bedrag van EUR 111.814 duizend komen voornamelijk voort uit fiscale verliezen (EUR 81.904 duizend), overgedragen notionele interesten (EUR 11.257 duizend), investeringsaftrek (EUR 2.061 duizend) en tijdelijke verschillen op materiële vaste activa (EUR 6.597 duizend), voorraden (EUR 6.239 duizend) en immateriële vaste activa (EUR 2.605 duizend)

In overeenstemming met IAS 12, werden geen uitgestelde belastingpassiva geboekt op de niet-belaste reserves van de Belgische vennootschappen omdat het management bevestigt dat deze belastingspassiva niet zullen gerealiseerd worden in de nabije toekomst. Deze belastingpassiva zouden potentieel EUR 56 miljoen kunnen bedragen.

F22 Kas en kasequivalenten

(EUR duizend)
31/12/14 31/12/15
KAS EN KASEQUIVALENTEN
Beleggingen op korte termijn bij banken 3.857 12.280
Beleggingen op korte termijn (andere) 128 0
Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten 85.807 62.207
Totaal kas en kasequivalenten 89.791 74.486
Krediet op bankrekeningen 9.905 8.318
(inbegrepen in fi nanciële schulden op ten hoogste één jaar op de balans)
Nettokas en -kasequivalenten zoals in de kasstromentabel uit voortgezette activiteiten 102.943 66.167
Totaal uit stopgezette activiteiten (23.057) 37.872

Alle kas en kasequivalenten zijn volledig beschikbaar voor de Groep.

Een voorzichtig management van het liquiditeitsrisico veronderstelt het aanhouden van voldoende liquide middelen en verhandelbare effecten, het beschikbaar zijn van financiering door een deugdelijk bedrag aan contractueel vastgelegde kredietlijnen en de mogelijkheid om marktposities te sluiten. Door het dynamische karakter van de onderliggende transacties, behoudt de Groep de fl exibiliteit van de financiering door het beschikbaar houden van vastgelegde kredietlijnen.

Een overschot aan liquiditeiten wordt belegd voor zeer korte termijn en dit gespreid over een beperkt aantal kredietwaardige bankrelaties.

F23 Valuta omrekeningsverschillen en andere reserves

Financiële vaste activa reserves Kasstroomindekkingsreserves Latente belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen Personeelsvoordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters Reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen Omrekeningsverschillen Totaal Begin van het vorige boekjaar 784 5.853 34.191 (138.343) 32.547 (102.469) (167.437) Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen 14.992 (9.173) 18.791 (52.289) 3.598 (24.081) Winst (verlies) rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen 0 (5.435) 2.920 0 0 (2.515) Transfer van/naar overgedragen resultaten (2.068) (2.068) Andere wijzigingen (36) (36) Omrekeningsverschillen 0 (28) (30) (3.513) 0 63.755 60.184 Per einde van het vorige boekjaar 15.777 (8.783) 55.871 (194.181) 34.077 (38.715) (135.954) Begin van het vorige boekjaar 15.777 (8.783) 55.871 (194.181) 34.077 (38.715) (135.954) Stopgezette activiteiten in openingsbalans 0 0 0 (3.140) 0 0 (3.140) Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen (15.776) (17.566) 8.597 (10.469) 5.841 (29.372) Winst/verlies rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen 0 3.983 (812) 0 0 3.171 Transfer van/naar overgedragen resultaten 2.159 (11.228) (9.069) Perimeterwijzigingen 590 590 Andere wijzigingen (100) (100) Omrekeningsverschillen 0 492 (226) (3.432) 0 1.523 (1.642) Per einde van het boekjaar 0 (21.873) 63.330 (208.483) 28.690 (37.191) (175.517)Umicore | Jaarverslag 2015

Hieronder volgt de detail van het aandeel van de Groep in de valuta omrekeningsverschillen en andere reserves.

Winsten en verliezen opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten op financiële activa beschikbaar voor verkoop hebben betrekking op de reële waardeaanpassing van de Nyrstar aandelen (zie toelichting F18, Financiële activa beschikbaar voor verkoop en leningen).

De nettoverliezen opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten betreffende kasstroomindekkingen (EUR 17.566 duizend) zijn de veranderingen in reële waarde van nieuwe of bij de opening bestaande kasstroomindekkingsinstrumenten, maar die nog niet vervallen zijn op jaareinde. De nettoverliezen afgeboekt uit het eigen vermogen (EUR 3.983 duizend) zijn de reële waarde van de kasstroomindekkingsinstrumenten die bestonden bij de opening en die vervielen tijdens het jaar. Een verlies van EUR 4,5 miljoen werd gerealiseerd via de resultatenrekening bij het vervallen van kas stroomindekkingenscontracten.

Nieuwe netto actuariële verliezen op de 'te bereiken doel'-plannen na uitdiensttreding werden weergegeven in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten voor EUR 10.469 duizend.

De toekenning van het optieplan van 2015 heeft geleid tot een toename van de reserve voor op aandelen gebaseerde vergoedingen van EUR 5.841 duizend inclusief de stopgezette activiteiten (zie toelichting F10, Bezoldigingen en aanverwante voordelen). EUR 11.228 duizend werden getransfereerd naar het overgedragen resultaat als gevolg van de uitoefening van aandelen opties en gratis aandelen plannen.

De wijziging in omrekeningsverschillen is vooral te wijten aan het gecombineerde effect van de depreciatie van de ZAR, BRL, NOK, CAD en ARS tegenover de EUR en de appreciatie van de CNY, USD, KRW, INR, JPY, HKD en CHF tegenover de EUR.

(EUR duizend)

F24 Financiële schulden

(EUR duizend)
Bankleningen Overige langetermijn Totaal
26.396
525
(488)
(8)
(3.854)
22.571
(1.120)
50.000
(148)
(4)
71.298
0 803 803
op lange termijn
20.000
20.000
50.000
(13)
25
70.013
leningen
6.397
525
(488)
(8)
(3.854)
2.572
(1.120)
(136)
(30)
1.286
Bankleningen op
lange termijn
Overige langetermijn
leningen
Totaal
OP MEER DAN ÉÉN JAAR DIE BINNEN HET JAAR VERVALLEN
Per einde van het vorige boekjaar 0 4.528 4.528
. Stopgezette activiteiten in openingbalans 0 (211) (211)
. Toename/afname (4.178) (4.178)
Per einde van het boekjaar 139 139
Totaal uit stopgezette activiteiten 0 335 335
Bankleningen op
korte termijn
Krediet op
bankreke
ningen
Korte termijn
lening: commer
cial paper
Overige
leningen
Totaal
OP TEN HOOGSTE EEN JAAR
Per einde van het vorige boekjaar 119.747 9.905 228.922 2.411 360.985
. Toename / afname (inclusief omrekeningsverschillen) (14.816) (1.586) (3.437) (2.414) (22.253)
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten 104.932 8.318 225.485 (3) 338.732
Totaal uit stopgezette activiteiten 22.377 0 0 0 22.377

De netto financiële schuld van de Groep is toegenomen met EUR 37 miljoen. Dit is inclusief de inkoop van eigen aandelen ten belope van EUR 9,8 miljoen in 2015. Voorts speelden de acquisities en de uitbetaalde dividenden ook een rol, maar ook de isolatie van de voortgezette activiteiten.

De leningen bij de bank bestaan vooral uit:

• een langetermijnbanklening van EUR 20 miljoen met vervaldag in 2018. De reële waarde bedroeg EUR 21,4 miljoen op 31 december 2015 op basis van de DCF methode.

• kortetermijnleningen van EUR 104,9 miljoen. De vervaldagen van deze bankleningen zijn erg kort en worden beslist in functie van de behoeftes van het thesaurie-departement en marktcondities, als onderdeel van hun dagelijks beheer van de thesaurie-operaties.

• Krediet op bankrekeningen ten belope van EUR 8,3 miljoen voornamelijk wegens gebruik van zeer kortlopende kredietfaciliteiten.

EUR 225,5 miljoen 'Commercial Paper' met een termijn onder één jaar zijn inbegrepen in de financiële schulden op ten hoogste één jaar.

Op 31 december 2015 waren er EUR 50 miljoen uitstaande voorschotten onder de EUR 300 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken met vervaldag in oktober 2015 en geen uitstaande voorschotten onder de kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken vervallend in juli 2018.

De voorgemelde kredietfaciliteiten met een Syndicaat van Banken verplichten de Groep om te voldoen aan standaard financiële verdragen. Umicore heeft geen verdrag overtreden, niet in 2015 noch in vorige jaren.

De langetermijnleningen bevatten enkel schulden in euro. De nettoverhouding eigen vermogen/vreemd vermogen (net gearing ratio) op het einde van 2015 bedroeg 15,3% (14,6% in 2014) en is helemaal binnen de vooropgestelde limieten van de kapitaalstructuur van de Groep.

(EUR duizend)

BRUTO UITSTAANDE SCHULD Umicore Jaarverslag 2015
17%
55%
26%
2%
0%
Bankleningen op
Krediet op
bankrekeningen
korte termijn
Bankleningen op
Andere
bankfaciliteiten
lange termijn
Commercial paper
(EUR duizend)
EUR
Euro Totaal
Uitsplitsing van de schulden per munteenheid (inclusief die die vervallen binnen het jaar)
Bankleningen
Overige leningen
70.013
1.424
70.013
1.424
Financiële schulden op lange termijn (inclusief die die vervallen binnen het jaar) 71.437 71.437
(EUR duizend)
2014 2015
Financiële schulden op meer dan één jaar
22.571
71.298
Financiële schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
4.528
139
Financiële schulden op ten hoogste één jaar
360.985
338.732
Kas en kasequivalenten
(89.791)
(74.486)
Netto fi nanciële schulden
298.293
335.683
Totaal uit stopgezette activiteiten
0
(14.357)
Totaal Netto fi nanciële schulden inclusief stopgezette activiteiten 321.326
(EUR miljoen)
2014 2015
Netto fi nanciële schuld 298,3 321,3
Eigen Vermogen 1.750,1 1.785,0
Totaal 2.048,4 2.106,3
Hefboomratio (%) 14,6 15,3

F25 Handels- en overige schulden

(EUR duizend)
Toelichting 31/12/14 31/12/15
OP MEER DAN ÉÉN JAAR
Overige schulden 3.208 9.942
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van kapitaalsubsidies 18.282 14.712
Totaal uit voortgezette activiteiten 21.490 24.654
Totaal uit stopgezette activiteiten 3.045
OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR
Handelsschulden 855.877 737.505
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering 17.128 16.707
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat 16.946 30.657
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten 115.642 101.765
Overige schulden 19.394 28.171
Verschuldigde dividenden 8.220 8.183
Te betalen interesten 488 306
Reële waarde van verschuldigde fi nanciële instrumenten voor kasstroomindekking F33 11.571 24.565
Reële waarde van verschuldigde andere fi nanciële instrumenten F33 13.651 14.909
Overlopende rekeningen 89.682 132.603
Totaal uit voortgezette activiteiten 1.148.599 1.095.371
Totaal uit stopgezette activiteiten 157.648

De handelsschulden zijn gedaald met EUR 53,2 miljoen. Deze daling is vooral de wijten aan het feit dat de stopgezette activiteiten in 2014 nog steeds inbegrepen waren in de balans, terwijl dat in 2015 niet meer het geval is.

De belastingsschulden (andere dan inkomstbelastingen) betreffen vooral BTW schulden.

F26 Liquiditeit van de financiële schulden

(EUR duizend)
Contractuele vervaldag
< 1 1 - 3 3 maand
Van het vorige boekjaar maand maand - 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal
FINANCIËLE SCHULDEN 129.118 54.829 181.566 22.571 388.084
Op ten hoogste één jaar 129.118 54.829 181.566 365.513
Bankleningen op korte termijn 76.744 35.485 7.519 119.747
Krediet op bankrekeningen 8.464 1.440 0 9.905
Kortetermijnlening: commercial paper 43.899 16.386 168.636 228.922
Overige leningen 0 1.495 916 2.411
Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het
jaar vervallen
11 22 4.495 4.528
Op meer dan één jaar 22.571 22.571
Bankleningen op meer dan één jaar 20.000 20.000
Overige leningen op meer dan één jaar 2.571 2.571
HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN 744.204 293.600 105.574 10.306 16.406 1.170.089
Op ten hoogste één jaar 744.204 293.600 105.574 5.221 1.148.599
Handelsschulden 602.016 243.003 10.857 855.877
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering 552 2.392 14.184 17.128
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat 5.819 2.247 8.880 16.946
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten 47.380 21.610 46.653 115.642
Overige schulden 8.135 1.383 9.877 19.394

Umicore | Jaarverslag 2015

(EUR duizend)

Umicore Jaarverslag 2015
(EUR duizend)
Contractuele vervaldag
< 1 1 - 3 3 maand
Van het vorige boekjaar maand maand - 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal
Verschuldigde dividenden 8.220 8.220
Te betalen interesten 106 370 12 488
Reële waarde van verschuldigde fi nanciële instrumenten
kasstroomafdekking
330 811 5.362 5.068 11.571
Reële waarde van verschuldigde andere fi nanciële
instrumenten
5.574 4.506 3.418 153 13.651
Overlopende rekeningen 66.073 17.279 6.330 89.682
Op meer dan één jaar 5.085 16.406 21.490
Overige schulden 236 2.972 3.208
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van
kapitaalsubsidies
4.849 13.433 18.282

(EUR duizend)

Contractuele vervaldag
< 1 1 - 3 3 maand
Van het boekjaar maand maand - 1 jaar 1 - 5 jaar > 5 jaar Totaal
FINANCIËLE SCHULDEN 88.371 84.833 165.667 71.298 0 410.169
Op ten hoogste één jaar 88.371 84.833 165.667 338.871
Bankleningen op korte termijn 63.632 34.846 6.454 104.932
Krediet op bankrekeningen 8.283 36 8.318
Kortetermijnlening: commercial paper 16.445 49.932 159.108 225.485
Overige leningen (3) (3)
Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het
jaar vervallen
12 23 105 139
Op meer dan één jaar 71.298 71.298
Bankleningen op meer dan één jaar 70.013 70.013
Overige leningen op meer dan één jaar 1.285 1.285
HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN 671.370 259.365 152.465 19.733 17.094 1.120.027
Op ten hoogste één jaar 671.370 259.365 152.465 12.172 1.095.372
Handelsschulden 505.144 205.656 26.705 737.505
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering 54 3.169 13.484 16.707
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat 15.939 6.255 8.464 30.657
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten 29.595 21.585 50.585 101.765
Overige schulden 5.675 6.248 16.248 28.171
Verschuldigde dividenden 8.183 0 0 8.183
Te betalen interesten 84 172 50 306
Reële waarde schulden fi nanciële instrumenten 688 2.656 12.371 8.850 24.565
kasstroomafdekking
Reële waarde schulden andere fi nanciële instrumenten 4.339 2.335 4.913 3.322 14.909
Overlopende rekeningen 101.669 11.289 19.645 132.603
Op meer dan één jaar 7.561 17.094 24.654
Overige schulden 129 9.813 9.942
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies 7.432 7.280 14.712

F27 Voorzieningen voor personeelsvoordelen

De Groep heeft diverse wettelijke en feitelijke verplichtingen aangaande plannen met een 'te bereiken doel', voornamelijk met betrekking tot de Belgische, Franse en Duitse activiteiten.

(EUR duizend)
Vergoedingen
na uitdienst
treding -
pensioenen en
aanverwante
Vergoedingen
na uitdienst
treding -
overige
Vergoedingen
loopbaan
beëindiging -
brugpensioenen
en aanverwante
Andere
langetermijn
personeels
vergoedingen
Totaal
Per einde van het vorige boekjaar 255.618 26.922 30.272 18.890 331.702
. Stopgezette activiteiten in openingsbalans (14.239) (17.027) (1.472) (5.233) (37.970)
. Toename (inbegrepen in 'Bezoldigingen en
personeelsvoordelen')
19.547 754 5.163 1.566 27.030
. Terugnemingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en
personeelsvoordelen')
(176) (30) 0 (16) (221)
. Bestedingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en
personeelsvoordelen')
(18.043) (458) (9.313) (760) (28.573)
. Impact interestvoet en actualisering (inbegrepen in
'Financiële kosten')
5.663 168 244 265 6.340
. Omrekeningsverschillen 110 (367) 119 16 (121)
. Overboekingen (1.433) (12) 4.919 (81) 3.394
. Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten 10.930 (153) 0 0 10.777
Per einde van het boekjaar uit voortgezette
activiteiten
257.978 9.798 29.932 14.649 312.357
Totaal uit stopgezette activiteiten 14.489 15.752 814 5.569 36.624

(EUR duizend)

Bewegingen
31/12/14 2015 31/12/15
België 49.011 650 49.661
Frankrijk 7.290 777 8.067
Duitsland 225.333 14.096 239.429
Subtotaal 281.634 15.523 297.157
Overige entiteiten 12.098 3.102 15.200
Totaal uit voortgezette activiteiten 293.732 18.625 312.357
Uit stopgezette activiteiten 37.970 (1.346) 36.624
Recht op terugbetaling (EUR duizend)
Per einde van het vorige boekjaar 6.556
Feitelijke terugbetaling (379)
Verwacht rendement 137
Actuariële winsten en verliezen op terugbetalingsrechten (108)
Per einde van het boekjaar 6.206

Bovenstaande tabel geeft de waarden van en de bewegingen op de voorzieningen voor personeelsvoordelen van de dochterondernemingen, die onder de integrale consolidatiemethode opgenomen zijn, weer. Er is een verschil tussen de bedragen op de lijn 'opgenomen in eigen vermogen' en de bedragen weergegeven in toelichting F23, daar deze bijlage eveneens de waarden van de geassocieerde ondernemingen en de joint ventures, opgenomen in de consolidatie volgens de vermogensmutatiemethode, bevat.

Zoals beschreven in nota F20 werd er een vordering op meer dan één jaar geboekt als 'recht op terugbetaling' binnen het kader van medische kosten die Umicore Frankrijk heeft overgenomen van Nyrstar Frankrijk in 2007, dewelke Nyrstar Frankrijk zal compenseren gedurende de levensduur van deze schulden. Wanneer er een verandering voorkomt in deze schulden zal deze verandering het recht op terugbetaling onder de langetermijnvorderingen op dezelfde manier beïnvloeden. Als de verandering van de periode gerelateerd is met de verandering van de actuariële veronderstellingen, worden zowel de schulden als de activa aangepast langs de geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de Groep.

De hierna volgende toelichtingen onder IAS 19 werden overgenomen uit de verslagen opgemaakt door externe actuarissen.

Umicore | Jaarverslag 2015

Umicore's 'te bereiken doel'-pensioenplannen voor de 3 belangrijkste landen zijn als volgt:

België Karakteristieken van de 'te bereiken doel'-plannen Umicore-bedrijven in België hanteren 'te bereiken doel'-plannen die pensioenvoordelen geven welke afhankelijk zijn van het salaris en leeftijd of anciënniteit. Deze pensioenplannen vertegenwoordigen verplichtingen verbonden aan het 'te bereiken doel'-plan van EUR 176,4 miljoen en activa van EUR 126,7 miljoen. Ze voorzien in een forfaitaire betaling op pensionering en voordelen in geval van overlijden of onbekwaamheid voorafgaand aan het pensioen.

Financiering

De plannen worden extern gefinancierd door ofwel verzekeringsmaatschappijen of onafhankelijke instellingen die pensioenplannen beheren ("IORP"). Voor de IORP worden de noodzakelijke deugdelijk bestuursprocessen inzake risicobeheer toegepast. Eén van de risicomaatregelen is om regelmatig een 'Continuiteitstest' uit te voeren waarbij de gevolgen van het strategische investeringsbeleid geanalyseerd worden inzake risico-en rendementprofielen en solvabiliteitsmaatregelen. Een verklaring van investeringsprincipes en het fien solvabiliteits worden hieruit afgeleid. Het is de bedoeling om een goed gediversifieerde toewijzing van activa te verkrijgen om zo het risico te beheersen.

Reële waarde van planactiva

De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald (Niveau 1 reële waarde classificatie). De plannen houden geen directe positie in van Umicore-aandelen of -obligaties, evenmin bezitten ze eigendommen gebruikt door een entiteit van Umicore. De beleggingen zijn goed gediversifieerd zodat het falen van enige belegging geen materiële invloed zou hebben op het globale niveau van activa.

Duitsland Karakteristieken van de 'te bereiken doel'-plannen

De personeelsvoordelen na uitdiensttreding zijn voornamelijk niet-gefinancierde pensioenplannen van het type 'te bereiken doel', die voordelen verschaffen in geval van pensioen, onbekwaamheid en overlijden. Alle plannen zijn gebaseerd op het uiteindelijke of gemiddelde uiteindelijke salaris, behalve het uitgesteld compensatieplan. De voordelen van het uitgesteld compensatieplan zijn gebaseerd op de jaarlijkse omgezette salaris en zorgt voor een gegarandeerde interestvoet van 3,0% p.a. (6,0% p.a. voor salarisomzettingen voor 2014). De gezamenlijke pensioenplannen vertegenwoordigen verplichtingen aangaande de 'te bereiken doel'- plannen van EUR 245,9 miljoen en activa van EUR 6,5 miljoen.

Financiering

Zoals hierboven vermeld, zijn de personeelsvoordelen na uitdiensttreding voornamelijk niet-gefinancierde plannen. Een minderheid wordt gefinancierd door gewaarborgde herverzekeringscontracten.

Reële waarde van planactiva

Alle planactiva houden verband met gewaarborgde verzekeringscontracten en hebben geen beurskoers.

Frankrijk Karakteristieken van de 'te bereiken doel'-plannen

In Frankrijk zijn er 2 belangrijke 'te bereiken doel'-plannen in plaats.

  • De pensioenplannen: bovenop de Staatsplannen, is het bedrijf wettelijk verplicht om een forfaitair bedrag te betalen aan de werknemers wanneer ze met pensioen gaan. De bedragen zijn gebaseerd op anciënniteit en basissalaris, volgens de collectieve arbeidsovereenkomst die van kracht is. Deze regeling omvat alle werknemers met een vast contract in het bedrijf.
  • Het medisch plan: een werkgever betaalt een bijdrage voor hospitalisatieplannen voor gepensioneerden. Deze voordelen gaan over naar de echtgenoten wanneer de gepensionneerde overlijdt.

De gezamenlijke pensioenplannen vertegenwoordigen verplichtingen aangaande 'te bereiken doel'-plannen van EUR 8,3 miljoen en activa van EUR 0,2 miljoen.

Karakteristieken van de Overige Lange Termijn plan

In Frankrijk bestaat een jubileeplan. Een bedrag wordt uitbetaald met de 20, 30, 35 en 40 jaar anciënniteit. Dit plan is toepasbaar op alle werknemers met een vast contract in het bedrijf.

Financiering

De financiering gebeurt via een algemeen EURO fonds van een levensverzekeringsmaatschappij. Dit fonds bestaat hoofdzakelijk uit vaste rentevoetobligaties (79%), aandelen (10%) en onroerend goed (3%) van hoge kwaliteit.

Reële waarde van planactiva

De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald.

De belangrijkste risico's met betrekking tot de 'te bereiken doel'-plannen zijn:

  • De volatiliteit van de activa: de plankosten worden aan de hand van een verdisconteringsvoet berekend, die refereert naar rendementen van bedrijfsobligaties. Indien de planactiva onder dit rendement presteren, zal dit een tekort creëren.
  • Wijzigingen in het rendement van obligaties: een verminderingen in het rendement van bedrijfsobligaties zal de planverplichtingen doen stijgen, hoewel dit gedeeltelijk gecompenseerd zal worden door een stijging van de waarde van de obligaties van het plan.
  • Salarisrisico: het merendeel van de verplichtingen aangaande de 'te bereiken doel'-plannen worden berekend met referentie aan de toekomstige salarissen van de planleden. Hoger dan verwachte salarisverhogingen van planleden zullen dus leiden tot hogere verplichtingen.
  • Risico van levensduur: alle pensioenplannen, met uitzondering van het uitgestelde compensatieplan vanaf 2014, voorziet lijfrenten die het risico van de levensduur met zich meebrengen, dwz het risico van een verlenging van de betalingsperiode door de verlenging van de levensduur. Het bedrijf hanteert cijfers van de levensverwachtingen die afhangen van het geboortejaar om dit risico in de pensioenverplichtingen te omvatten.
  • Risico van uitgaande kasstroom: bij overlijden voor pensionering en door de te verschaffen voordelen bij werkonbekwaamheid is er een risico van uitgaande kasstroom voorafgaand aan de pensionering.
  • Wetgevingsrisico: indien de wet inzake de pensioenvoordelen wijzigt, kan dit leiden tot een wijziging in de verplichtingen.

Er zijn bijkomende risico's in Duitsland:

  • Het risico bestaat dat de aanpassingen van de pensioenen die betaald worden door 'Pensionskasse Degussa' niet volledig wordt gedragen door de 'Pensionskasse'. Dit kan leiden tot een bijkomende niet-gefinancierde pensioenverplichting vanwege de gegarandeerde intrestvoet van 3,5%. Aangezien het niet mogelijk is om de volledige IAS 19 berekeningsmethode toe te passen, wordt het plan opgevat als een 'vast bijdrage' plan. Het risico werd beoordeeld en de verwachte bijkomende verplichting tot en met 2022 is inbegrepen in de pensioenverplichting.
  • Het vorige uitgesteld compensatieplan voorziet een gegarandeerde interestvoet van 6,0% p.a. Dit doet het risico voor pensioenkosten stijgen bovenop het herleide salaris. Het plan werd op 31 december 2013 afgesloten en door een nieuw plan vervangen zonder aanzienlijk risico in dat opzicht.

Volgend risico's gelinkt aan België:

• Onder de Belgische wetgeving die van toepassing is op de 2e pijler van de pensioenplannen (de zogenaamde 'Wet Vandenbroucke'), moeten alle Belgische plannen met 'vaste bijdrage' onder IFRS beschouwd worden als 'te bereiken doel'-plannen. De wet Vandenbroucke verklaart dat in het kader van plannen met 'vaste bijdrage', de werkgever een minimum rendement van 3,75% moet garanderen op de bijdrage van de werknemers en 3,25% op de bijdrage van de werknemer. Echter, kort voor het einde van 2015 werd een Belgische wetswijziging van kracht die een daling van het gegarandeerde minimum van 3,25% voorziet. Het nieuwe minimum hangt af van de Belgische 10 jaars-OLO obligaties, maar wel binnen een bereik van 1,75%-3,25%. Momenteel bedraagt het 1,75% is van toepassing voor de jaren na 2015 voor toekomstige bijdragen en ook op de gecumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015 als de fi nancieringsorganisatie geen garanties geeft over het resultaat op de bijdragen tot de pensioenleeftijd. Als de fi nancieringsorganisatie die wel garandeert, zijn de tarieven van 3,25%/3,75% nog steeds van toepassing. Vanwege dit minimum rendement is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Verdere bijdragen kunnen nodig zijn mochten de activa ontoereikend blijken om de minimum voordelen uit te betalen. De groep heeft plannen die gefinancierd worden door verzekeringscontracten als door IORP. De 'te bereiken doel' verplichtingen hierboven zijn samengevoegd met de andere 'te bereiken doel' plannen. De 'Project Unit Credit' (PUC) methodologie is gebruikt om te beoordelen of een betrouwbare schatting gemaakt kon worden waarbij de aannames volledig in lijn waren met andere 'te bereiken doel' plannen. De totale 'te bereiken doel' verplichtingen met betrekking tot deze plannen liepen op tot EUR 59,2 miljoen op het einde van december 2015 en activa ten belope van EUR 56,5 miljoen.

(EUR duizend)
2014 2015
WIJZIGING IN DE VERPLICHTINGEN VOOR PERSONEELSVOORDELEN
Verplichting bij het begin van het boekjaar 440.757 527.028
Stopgezette activiteiten in openingbalans (78.391)
Kosten van diensten geleverd in het jaar 23.766 27.350
Interestkosten 14.797 10.488
Bijdragen van de planparticipanten 450 763
Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de demografi sche veronderstellingen (168) 147
Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de fi nanciële veronderstellingen 76.837 8.552
Actuariële verliezen en winsten – ervaringsaanpassingen (4.543) 5.399
Uitbetaalde voordelen (25.237) (35.027)
Betaalde onkosten (1.568) (1.322)
Combinaties 329 1.461
Omrekeningsverschillen 1.608 2.579
Verplichting per einde van het boekjaar 527.028 469.027

Umicore | Annual report 2015

(EUR duizend)

2014 2015
VERANDERINGEN IN DE PLANACTIVA
Reële waarde van de planactiva bij begin van het boekjaar 172.954 195.326
Stopgezette activiteiten in openingsbalans (40.421)
Verwacht rendement op de planactiva 6.171 3.676
Actuariële verliezen en winsten 10.444 3.320
Bijdragen van de werkgever 30.973 27.766
Bijdragen van de planparticipanten 450 763
Uitkeringen van het plan/bedrijf (25.237) (35.027)
Betaalde onkosten (1.638) (1.355)
Nettotransfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) 184
Omrekeningsverschillen 1.209 2.438
Reële waarde van de planactiva per einde van het boekjaar 195.326 156.670

De pensioenplannen in België, Liechtenstein en Japanzijn geheel of gedeeltelijk gefinancierd met planactiva die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van toegezegde pensioenrechten. Alle andere plannen zijn gedeeltelijk en niet-gefinancierde plannen.

(EUR duizend)
2014 2015
BEDRAGEN OPGENOMEN IN DE BALANS
Verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten 527.028 469.027
Reële waarde van de planactiva van de fondsen 195.326 156.670
Tekort/overschot van gefi nancierde plannen 331.702 312.357
Effecten van het activaplafond / verlieslatende verplichtingen
Netto passiva/activa 331.702 312.357
COMPONENTEN VAN DE PENSIOENKOST
Bedragen geboekt in de resultatenrekening van de periode
Kosten van diensttijd van het jaar 21.359 27.350
Interestkost 13.247 10.488
Interestbaten van planactiva (5.009) (3.676)
Verwacht rendement op de terugbetalingsrechten (196) (137)
Herwaarderingen van Andere langetermijnvoordelen 782 114
Administratieve kosten en belastingen 30 33
Totale pensioenkost opgenomen in de winst/verlies rekening 30.213 34.172
Totaal uit stopgezette activiteiten 3.056 4.759
Bedragen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten
Gecumuleerde actuariële verliezen en winsten bij het begin van het boekjaar 115.408 175.406
Stopgezette activiteiten in openingsbalans (15.127)
Actuariële verliezen en winsten van het boekjaar 60.827 10.644
Minderheidsbelangen (974) 120
Andere wijzigingen 18 (2.159)
Omrekeningsverschillen 127 335
Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten door geconsolideerde ondernemingen 175.406 169.220
Actuariële verliezen en winsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 27.514 29.725
Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten 202.920 198.945
Totaal uit stopgezette activiteiten 13.148
Herwaarderingen (geboekt in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten)
Effect van wijzigingen in de demografi sche veronderstellingen (168) 137
Effect van wijzigingen in de fi nanciële veronderstellingen 65.269 8.335
Effect van ervaringsaanpassingen (4.829) 5.632
Rendement op de planactiva (exclusief interestbaten) (7.334) (3.440)
Rendement op rechten op terugbetaling (exclusief interestbaten) (515) 108
Totaal herwaarderingen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten 52.423 10.772
Totaal uit stopgezette activiteiten 7.741 (1.895)

De interestkost, het rendement op de planactiva en de impact door verdiscontering van de andere 'na dienstuittreding voordelenplannen' worden geboekt onder de financiële resultaten in de resultatenrekening (zie toelichting F11). Alle andere elementen van de jaarlijkse kost worden geboekt onder het bedrijfs resultaat onder de rubriek 'bezoldigingen en personeelsvoordelen'.

De actuariële winsten van het jaar opgenomen in het eigen vermogen hebben hun oorsprong in een verandering van de verdisconteringvoet op de pensioen plannen en verschillen tussen het verwachte en actuele rendement op de planactiva.

2014 2015
VOORNAAMSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN
Gewogen gemiddelde veronderstellingen ter bepaling van de verplichtingen per einde van het jaar
Actualisatievoet (%) 2,31 2,12
Percentage van salarisverhogingen (%) 2,76 2,94
Percentage van de infl atie (%) 1,98 2,00
Percentage van pensioenverhogingen (%) 1,23 1,61
Gewogen gemiddele veronderstellingen ter bepaling van de nettokost
Actualisatievoet (%) 3,38 2,33
Verwachte toename van salarissen (%) 2,71 2,90
Percentage van de infl atie (%) 2,03 1,98
Percentage van pensioenverhogingen (%) 0,79 1,47
2015
Reële waarde
van alle
planactiva
Reële waarde van
planactiva met
beurskoers
Planactiva
Kas en kasequivalenten 23.907 23.902
aandeleninstrumenten 33.075 33.047
Schuldinstrumenten 46.802 46.661
Onroerend goed 8.983 8.978
Activa aangehouden door verzekeringsmaatschappijen 40.743 5.987
Overige 3.160 2.913
Totaal planactiva 156.670 121.488

De veronderstellingen worden aanbevolen door de lokale actuarissen in lijn met IAS 19 herzien. De standaardreferentie voor de Eurozone is de iBOXX AA Index opbrengst en gelijkaardige indexen worden gebruikt voor de andere regio's. De tabellen voor de levensverwachting zijn specifiek voor elk land.

Andere planactiva zijn grotendeels geïnvesteerd in verzekeringscontracten en banktermijndeposito's. De veronderstelling inzake de verwachte langetermijnrendementsvoet op de activa is gedocumenteerd voor elk individueel plan zoals aanbevolen door de lokale actuarissen.

Umicore Jaarverslag 2015
2015
Sensitiviteit Sensitiviteit
+0,25% -0,25%
Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op actualisatievoet
Huidige waarde van de verplichting
Gewogen gemiddelde periode van toegezegde pensioenrechten
452.583
14,33
487.426
15,71
Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op infl atiepercentage
Huidige waarde van de verplichting
475.359 454.090
Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op verhogingspercentage
Huidige waarde van de verplichting 475.182 463.472
(EUR duizend)
AANSLUITING BALANS 2014 2015
Balans verplichtingen (activa) bij het begin van het boekjaar 267.837 331.702
Wijzigingen in boekhoudkundige regels 160
Stopgezette activiteiten in openingbalans (37.970)
Opgenomen pensioenkosten in W&V van het boekjaar 33.269 34.172
Bedragen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen van het boekjaar 60.164 10.772
Werkgeversbijdragen via fondsen gestort in het boekjaar
Werkgeversbijdragen onmiddellijk gestort in het boekjaar
(17.612)
(13.361)
(15.515)
(12.251)
Terugbetaling van kredieten 711 29
Netto transfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) 329 1.277
Omrekeningsverschillen 205 141
Balans verplichtingen/activa op het jaareinde 331.702 312.357
Op 31 december 2011 2012 2013 2014 2015
Huidige waarde van de verplichting 319.517 399.193 440.757 527.028 469.027
Reële waarde planactiva
Tekort/overschot van plannen
125.785
193.732
139.573
259.620
172.954
267.803
195.326
331.702
156.670
312.357
Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen 6.871 (5.834) (31.125) (10.444) (3.320)
Ervaringsaanpassingen op de verplichtingen 6.929 5.515 5.274 (4.543) 5.399
(EUR duizend)
2015
VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGENDE JAREN
Verwachte bijdragen van de werkgever 26.275
Verwachte totaal pensioenrechtenbetalingen
Jaar 1
25.711
Jaar 2 18.712
Jaar 3 18.270
Jaar 4 21.354
Jaar 5 20.810
De volgende 5 jaren 118.069
2014 2015
AANSLUITING BALANS
Balans verplichtingen (activa) bij het begin van het boekjaar
267.837
331.702
Wijzigingen in boekhoudkundige regels
160
Stopgezette activiteiten in openingbalans (37.970)
Opgenomen pensioenkosten in W&V van het boekjaar
33.269
34.172
Bedragen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen van het boekjaar
60.164
10.772
Werkgeversbijdragen via fondsen gestort in het boekjaar
(17.612)
(15.515)
Werkgeversbijdragen onmiddellijk gestort in het boekjaar
(13.361)
(12.251)
Terugbetaling van kredieten
711
29
Netto transfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen)
329
1.277
Omrekeningsverschillen
205
141
Balans verplichtingen/activa op het jaareinde
331.702
312.357
Op 31 december 2011 2012 2013 2014 2015
Huidige waarde van de verplichting 319.517 399.193 440.757 527.028 469.027
Reële waarde planactiva 125.785 139.573 172.954 195.326 156.670
Tekort/overschot van plannen 193.732 259.620 267.803 331.702 312.357
Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen 6.871 (5.834) (31.125) (10.444) (3.320)
Ervaringsaanpassingen op de verplichtingen 6.929 5.515 5.274 (4.543) 5.399
(EUR duizend)
2015
VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGENDE JAREN
Verwachte bijdragen van de werkgever 26.275
Verwachte totaal pensioenrechtenbetalingen
Jaar 1 25.711
Jaar 2 18.712
Jaar 3 18.270
Jaar 4 21.354
Jaar 5 20.810

F28 Aandelenoptieplannen toegekend door de onderneming

Uitoefenprijs (EUR)
(de uitoefenprijs
Aantal opties dat nog
kan hoger zijn in uitgeoefend moet
Plan Vervaldatum Uitoefening bepaalde landen) worden
ISOP 2006 02/03/2016 alle werkdagen van 22,55 22.500
Euronext Brussels 24,00 2.500
25.000
ISOP 2007 16/02/2017 alle werkdagen van 26,55 120.500
Euronext Brussels 27,36 10.000
130.500
ISOP 2008 14/04/2018 alle werkdagen van 32,57 136.500
Euronext Brussels 32,71 23.500
160.000
ISOP 2009 15/02/2016 alle werkdagen van 14,44 38.500
Euronext Brussels 14,68 4.500
43.000
ISOP 2010 14/02/2017 alle werkdagen van
Euronext Brussels
22,30 228.500
228.500
ISOP 2011 13/02/2018 alle werkdagen van 38,07 404.625
Euronext Brussels 39,25 60.750
38,54 23.500
488.875
ISOP 2012 12/02/2019 alle werkdagen van 35,32 431.375
Euronext Brussels 37,67 52.375
36,00 27.375
511.125
ISOP 2013 12/02/2020 alle werkdagen van 36,38 551.250
Euronext Brussels 37,67 38.000
589.250
ISOP 2014 10/02/2021 alle werkdagen van 32,29 558.875
Euronext Brussels 31,60 38.000
32,98 27.000
623.875
ISOP 2015 09/02/2022 alle werkdagen van 34,58 555.500
Euronext Brussels 37,80 27.000
39,01 26.250
608.750
Totaal 3.408.875

ISOP verwijst naar 'Incentive Stock Option Plan' (wereldwijd plan voor kaders).

Aandelenopties, waarvan typisch de rechten werden verworven op de datum van toekenning, worden verwacht om vereffend te worden met bestaande aandelen. Opties die niet uitgeoefend werden voor de vervaldatum vervallen automatisch.

(EUR duizend)

Umicore Jaarverslag 2015
(EUR duizend)
2014 2015
Aantal opties Gewogen
gemiddelde
uitoefenprijs
Aantal opties Gewogen
gemiddelde
uitoefenprijs
UITSTAANDE AANDELENOPTIES GEDURENDE HET JAAR
Uitstaande begin van het boekjaar 3.378.088 31,18 3.679.463 31,91
Toegekend tijdens boekjaar 623.875 32,27 608.750 34,91
Uitgeoefend tijdens het boekjaar 322.500 24,81 873.338 27,12
Vervallen tijdens het boekjaar 6.000
Uitstaande einde boekjaar 3.679.463 31,91 3.408.875 33,67
Uitoefenbaar einde boekjaar 3.679.463 31,91 3.408.875 34

De nog niet vervallen opties op het einde van het boekjaar, hebben een gemiddelde gewogen looptijd tot september 2019.

De details betreffende de berekening van de nettoboekwaarde van de toegekende opties zijn voorzien onder nota F10 betreffende bezoldigingen en aanverwante voordelen.

F29 Voorzieningen leefmilieu

(EUR duizend)
Voorzieningen voor
bodemsanering en
landschapsherstel
Overige
voorzieningen voor
leefmilieu
Totaal
Per einde van het vorige boekjaar 68.347 3.795 72.142
. Stopgezette activiteiten in openingsbalans (955) (955)
. Aankoop door bedrijfsacquisities 10 10
. Toename 5.754 2.723 8.477
. Terugnemingen (327) (347) (674)
. Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') (7.989) (3.229) (11.218)
. Actualisering (begrepen in 'Netto fi nanciële kosten') 35 0 35
. Omrekeningsverschillen (1.128) (1.128)
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten 63.738 2.951 66.690
waarvan: - op meer dan één jaar 56.857 152 57.009
- op ten hoogste één jaar 6.881 2.800 9.681
Totaal uit stopgezette activiteiten 486 0 486

Voorzieningen voor leefmilieu, volgens wettelijke en feitelijke verplichtingen zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen evenals historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden gekend op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.

De voorzieningen verminderden met EUR 5.452 duizend, waarbij bijkomende voorzieningen meer dan gecompenseerd werden door besteding of terugnemingen van bestaande voorzieningen. Dit is een goede weergave van de bestendige uitvoering van de geïdentificeerde en aangegane sanerings programma's.

De toename van de voorzieningen voor bodem- en watersanering komt hoofdzakelijk door nieuwe voorzieningen genomen voor de gesloten sites van Maxton, Platoro (VS), Arab (VS) en in Viviez (Frankrijk). Het merendeel van het provisie gebruik in 2015 heeft betrekking tot de realisatie van de site reme diatieprogramma's in Brazilië (Guarulhos en omgeving), in Frankrijk (Viviez), in de VS (Maxton en Platoro) en in België.

Gedurende 2015 vonden geen belangrijke bewegingen plaats op de voorzieningen die werden aangelegd voor het historische radioactief afvalmateriaal in Olen, België. De onderhandelingen met alle bevoegde instanties om een duurzame en aanvaardbare opslagoplossing te vinden duren voort, zij het op een langzaam tempo.

De beweging in de 'overige milieuvoorzieningen' hebben vooral betrekking op aanpassing van CO2 emissierechten in België.

Het management verwacht dat de belangrijkste kasuitgaven met betrekking tot deze projecten zullen gebeuren binnen de vijf jaar.

F30 Voorzieningen voor overige risico's en kosten

(EUR duizend)

Voorzieningen voor
herstructurering en
Overige
reorganisatie
voorzieningen
Totaal
Per einde van het vorige boekjaar
14.062
43.678
57.735
. Stopgezette activiteiten in openingsbalans
(2.399)
(3870)
(6269)
. Toename
11.142
18.751
29.892
. Terugnemingen
(2.226)
(12.500)
(14.726)
. Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')
(4.354)
(6.265)
(10.619)
. Actualisering (begrepen in 'Netto fi nanciële kosten')
0
(2.386)
(2.386)
. Omrekeningsverschillen
139
(4.656)
(4.518)
. Overboekingen
(3.795)
201
(3.594)
. Andere wijzigingen
0
27
27
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten
12.568
32.979
45.543
waarvan : - op meer dan één jaar
9.009
9.680
18.689
- op ten hoogste één jaar
3.559
23.298
26.857
Totaal uit stopgezette activiteiten
550
6.370
6.920

Voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen, voor risico's met betrekking tot belastingen, garanties en geschillen, voor verlieslatende contracten en productterugnames, zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen, alsook historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden die gekend zijn op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.

Voorzieningen zijn in het totaal met EUR 12.192 duizend toegenomen. De nieuwe of verhoogde provisies zijn niet volledig gecompenseerd door de terugnames en het gebruiken van de bestaande provisies wat betreft de voortgezette activiteiten. De impact van de stopgezette activiteiten (provisies verwijderd), omrekeningsverschilllen (verlaging van de provisies uitgedrukt in euro) en transfers (vooral naar provisies voor werknemersvoordelen) zorgen ervoor dat de totale provisie balans daalt.

De bijkomende voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen werden vooral aangelegd in Duitsland en Zuid-Afrika. Er waren ook bepaalde terugnames van bestaande provisies in België en Duitsland.

De toename en terugname van de andere voorzieningen voor overige risico's en kosten betreffen voornamelijk geschillen in België en Brazilië respectievelijk. Ze omvatten ook voorzieningen voor verlieslatende contracten met betrekking tot het IAS 39-effect (zie Economische kerncijfers). De netto-toename gedurende de periode voor deze voorzieningen bedroeg EUR 6.584 duizend. Het eindsaldo van deze voorzieningen bedraagt EUR 11.647 duizend.

Er kan geen schatting gemaakt worden wanneer de kasuitstroom voor de voorziening voor overige risico's en kosten op meer dan één jaar zal plaatsvinden.

F31 Aangewend kapitaal

Umicore Jaarverslag 2015
F31 Aangewend kapitaal
AANGEWEND KAPITAAL EN ROCE (EUR duizend)
Toelichting 31/12/2014 30/06/2015 31/12/2015
Immateriële vaste activa F14, F15 266.073 255.980 251.791
Materiële vaste activa F16 1.061.735 993.620 1.022.591
Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode F17 208.847 189.959 189.802
Financiële activa beschikbaar voor verkoop - op meer dan één jaar F18 50.258 49.953 29.236
Voorraden F19 1.182.946 1.107.795 1.053.669
Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar (zonder personeelsvoordelen) F20 17.124 15.791 14.771
Bijgestelde handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar 824.430 855.782 823.684
Terug te vorderen belastingen 34.264 32.942 35.659
Activa opgenomen in het aangewend kapitaal 3.645.677 3.501.823 3.421.202
Handels- en overige schulden op meer dan één jaar F25 21.490 19.159 24.654
Bijgestelde handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar 1.137.028 1.070.381 1.070.803
Omrekeningsverschillen F23 (38.715) (6.541) (37.191)
Voorzieningen op meer dan een jaar F29, F30 100.673 93.932 75.699
Voorzieningen op then hoogste een jaar F29, F30 29.208 34.753 36.538
Te betalen belastingen
Passiva opgenomen in het aangewend kapitaal
63.958
1.313.642
73.829
1.285.512
54.889
1.225.392
Aangewend kapitaal 2.332.035 2.216.310 2.195.810
IAS 39 en eliminaties 3.278 29.827 19.365
Aangewend kapitaal uit stopgezette activiteiten 183.422 199.325
Aangewend kapitaal zoals gepubliceerd 2.335.314 2.429.559 2.414.500
Gemiddeld aangewend kapitaal, in semester voor afsluitingsdatum 2.265.536 2.422.030
Gemiddeld aangewend kapitaal, in jaar 2.240.099 2.402.233
Recurrente EBIT F9 273.669 330.261
ROCE 12,22% 13,75%

Handelsvorderingen en -schulden opgenomen in 'Aangewend Kapitaal' omvatten niet de 'margin calls' noch de geboekte winsten of verliezen op de aanpassing naar reële waarde op de strategische indekkingsinstrumenten.

Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het halve jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal op het einde van de periode en het aangewend kapitaal van de vorige periode. Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het hele jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het gemiddeld aangewend kapitaal van beide halfjaren.

F32 Financiële instrumenten per categorie

(EUR duizend)

Boekwaarde
Aangehou
den voor ver Cash fl ow Leningen,
koop zonder indekkings handels Beschik
Reële indekkings boekhou vorderingen baar voor
Per einde van het vorige boekjaar Niveau waarde boekhouding ding en schulden verkoop
ACTIVA
Financiële activa beschikbaar voor verkoop 50.258 50.258
Financiële activa beschikbaar voor verkoop - Aandelen 1 50.258 50.258
Leningen toegekend 8.088 8.088
Leningen toegekend 8.088 8.088
Handels- en overige vorderingen 844.544 9.756 2.437 832.352
Op meer dan één jaar
Garanties en deposito's 9.481 9.481
Overige vorderingen op meer dan één jaar 7.643 7.643
Personeelsvoordelen 431 431
Op ten hoogste één jaar
Handelsvorderingen (bruto) 739.569 739.569
Handelsvorderingen (waardeverminderingen) (7.060) (7.060)
Overige vorderingen (bruto) 65.417 65.417
Overige vorderingen (waardeverminderingen) (6.097) (6.097)
Te ontvangen interesten 124 124
Reële waarde vordering fi nanciële instrumenten
kasstroomindekking
2 2.437 2.437
Reële waarde vordering andere fi nanciële instrumenten 2 9.756 9.756
Overlopende rekeningen 22.843 22.843
Kas en kasequivalenten 89.792 89.792
Beleggingen op korte termijn bij banken 3.857 3.857
Beleggingen op korte termijn (andere) 128 128
Financiële instellingen, liquide middelen en andere
kasequivalenten 85.807 85.807
TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (ACTIVA) 992.682 9.756 2.437 930.232 50.258
PASSIVA
Financiële schulden 389.385 388.085
Op meer dan één jaar
Bankleningen 21.300 20.000
Overige leningen 2.572 2.572
Op ten hoogste één jaar
Bankleningen 119.747 119.747
Krediet op bankrekeningen 9.905 9.905
Commercial paper 228.922 228.922
Overige leningen 6.939 6.939
Handels- en overige schulden 1.170.089 13.651 11.571 1.144.867
Op meer dan één jaar
Overige schulden 3.208 3.208
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies 18.282 18.282
Op ten hoogste één jaar
Handelsschulden 855.877 855.877
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering 17.128 17.128
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat 16.946 16.946

(EUR duizend)

Boekwaarde
Per einde van het vorige boekjaar Niveau Reële
waarde
Aangehou
den voor ver
koop zonder
indekkings
boekhouding
Cash fl ow
indekkings
boekhou
ding
Leningen,
handels
vorderingen
en schulden
Beschik
baar voor
verkoop
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale
lasten
115.642 115.642
Overige schulden 19.394 19.394
Verschuldigde dividenden 8.220 8.220
Te betalen interesten 488 488
Reële waarde schulden fi nanciële instrumenten
kasstroomindekking
2 11.571 11.571
Reële waarde schulden andere fi nanciële instrumenten 2 13.651 13.651
Overlopende rekeningen 89.682 89.682
TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PASSIVA) 1.559.474 13.651 11.571 1.532.952
(EUR duizend)
Boekwaarde
Aangehou
den voor ver Cash fl ow Leningen,
koop zonder indekkings handels Beschik
Reële indekkings boekhou vorderingen baar voor
Per einde van het boekjaar Niveau waarde boekhouding ding en schulden verkoop
ACTIVA
Financiële activa beschikbaar voor verkoop 29.236 29.236
Financiële activa beschikbaar voor verkoop - Aandelen 1 29.236 29.236
Leningen toegekend 4.188 4.188
Leningen toegekend 4.188 4.188
Handels- en overige vorderingen 844.999 7.070 2.801 835.128
Op meer dan één jaar
Garanties en deposito's 7.682 7.682
Overige vorderingen op meer dan één jaar 7.089 7.089
Personeelsvoordelen 423 423
Op ten hoogste één jaar
Handelsvorderingen (bruto) 701.815 701.815
Handelsvorderingen (waardeverminderingen) (8.570) (8.570)
Overige vorderingen (bruto) 70.833 70.833
Overige vorderingen (waardeverminderingen) (5.252) (5.252)
Te ontvangen interesten (80) (80)
Reële waarde vordering fi nanciële instrumenten 2 2.801 2.801
kasstroomindekking
Reële waarde vordering andere fi nanciële instrumenten 2 7.070 7.070
Overlopende rekeningen 61.187 61.187
Kas en kasequivalenten 74.487 74.487
Beleggingen op korte termijn bij banken 12.280 12.280
Beleggingen op korte termijn (andere)
Financiële instellingen, liquide middelen en andere 62.207 62.207
kasequivalenten
TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (ACTIVA) 952.910 7.070 2.801 913.803 29.236
PASSIVA
Financiële schulden 411.570 410.170
Op meer dan één jaar
Bankleningen 71.413 70.013
Boekwaarde
Reële Aangehou
den voor ver
koop zonder
indekkings
Cash fl ow
indekkings
boekhou
Leningen,
handels
vorderingen
Beschik
baar voor
Per einde van het boekjaar Niveau waarde boekhouding ding en schulden verkoop
Overige leningen 1.286 1.286
Op ten hoogste één jaar
Bankleningen 104.932 104.932
Krediet op bankrekeningen 8.318 8.318
Commercial paper 225.485 225.485
Overige leningen 136 136
Handels- en overige schulden 1.120.025 14.909 24.565 1.080.551
Op meer dan één jaar
Handelsschulden 0 0
Overige schulden 9.942 9.942
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies 14.712 14.712
Op ten hoogste één jaar
Handelsschulden 737.505 737.505
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering 16.707 16.707
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat 30.657 30.657
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale
lasten
101.765 101.765
Overige schulden 28.171 28.171
Verschuldigde dividenden 8.183 8.183
Te betalen interesten 306 306
Reële waarde schulden fi nanciële instrumenten
kasstroomindekking
2 24.565 24.565

(EUR duizend)

De leningen en schulden zijn uitgegeven aan een marktrentevoet welke geen grote verschillen met zich meebrengt vergeleken met de effectieve marktrentevoet. Alle categorieën van financiële instrumenten van Umicore worden aan hun reële waarde weergeven behalve de langlopende bank- en andere leningen. De boekwaarde van deze verschilt van de reële marktwaarde (zie toelichting F24).

Overlopende rekeningen 132.603 132.603 TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PASSIVA) 1.531.595 14.909 24.565 1.490.721

De reële waarde van de financiële instrumenten die verhandeld worden in actieve markten is gebaseerd op de koers in de desbetreffende markt op het einde van het boekjaar.

De reële waarde van de financiële instrumenten die niet vrij verhandeld worden in een actieve markt wordt bepaald door middel van valorisatietechnieken. Meest gebruikte techniek is de 'discounted cash-flca' waarbij de marktomstandigheden deze zijn zoals ze gekend waren op het einde van het boekjaar.

De reële waarde van rentevoetswap, in bijzonder, wordt berekend door de huidige waarde te nemen van de geschatte toekomstige kasstromen. De reële waarde van forward wisselkoers- en metaalcontracten wordt bepaald door de genoteerde wissel- en metaalkoersen op het einde van het boekjaar te nemen.

De reële waarde van de vrij verhandelde financiële vaste activa welke door de groep gehouden worden, is de genoteerde marktwaarde op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de passiva wordt geschat door de toekomstige contractuele kasstromen te verdisconteren aan de huidige marktrentevoet. De genomen markrentevoet is deze rentevoet die beschikbaar is voor de groep voor gelijkaardige fi nanciële instrumenten.

Door van de nominale waarde van de handelsvordering en schulden de desbetreffende waardevermindering af te trekken, wordt hun reële waarde benaderd.

32.1 Reële waarde hiërarchie

.

De Groep heeft de wijzigingen in IFRS 7 betreffende de waardering van financiële instrumenten in de balans aan werkelijke waarde, aangenomen vanaf januari 2009. De wijzigingen hebben tot gevolg dat de aanpassing naar reële waarde gerapporteerd worden volgens volgende hiërarchie:

Niveau 1: Waardering gebaseerd op beurskoersen op actieve markten voor identieke activa of passiva.

Reële waarde schulden andere fi nanciële instrumenten 2 14.909 14.909

Niveau 2: Waardering gebaseerd op waarneembare gegevens andere dan beurskoersen.

Niveau 3: Waardering gebaseerd op niet-waarneembare gegevens.

Binnen de Groep zijn de financiële activa gewaardeerd volgens niveau 1. Alle afgeleide producten voor metaal en wisselkoersen zijn gewaardeerd volgens niveau 2.

32.2 Sensitiviteitsanalyse betreffende fi nanciële instrumenten

Umicore is blootgesteld aan fluctuaties van grondstofprijzen, wisselkoersen en rentevoeten.

32.2.1 Grondstofprijzen

De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (verkoopcontracten) zou EUR 0,8 miljoen lager/hoger zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou EUR 2,7 miljoen hoger/lager zijn als de energieprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

De reële marktwaarde van andere financiële verkoopinstrumenten zou EUR 9,4 miljoen lager/hoger zijn en deze van andere financiële aankoopinstrumenten zou 14,1 miljoen hoger/lager zijn indien de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

32.2.2 Wisselkoersen

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 8,5 miljoen hoger zijn als de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 10,4 miljoen lager zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 4,4 miljoen hoger zijn als de euro 10% apprecieert ten opzichte van de ZAR en zou EUR 3,6 miljoen lager zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de ZAR.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 3,3 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou EUR 4,1 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou EUR 41,4 miljoen hoger zijn als de euro 10% zou apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 50,6 miljoen lager zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou EUR 16,5 miljoen lager zijn indien de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 20,1 miljoen hoger zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de USD zou EUR 18,6 miljoen lager zijn indien de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 22,8 miljoen hoger zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

F33 Reële waarde van financiële instrumenten

Umicore dekt zijn structureel en transactiegebonden goederen- (metaal en energie), valuta- en rentevoetrisico's in door gebruik te maken van metaalinstrumenten (voornamelijk deze genoteerd op de London Metal Exchange), valuta-instrumenten en rentevoet-swaps met erkende makelaars en banken.

33.1 Financiële instrumenten gerelateerd aan kasstroomindekking

(EUR duizend)
Nominaal of contractueel bedrag Reële waarde
31/12/2014 31/12/2015 31/12/2014 31/12/2015
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht 31.502 9.276 61 2.089
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (51.482) (36.618) (3.855) (9.599)
Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht 84.138 234.689 (1.851) (11.090)
Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht 0 0
Forward rentevoet swapscontracten (3.489) (3.164)
Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde
dochterondernemingen)
(9.135) (21.764)
Erkend in handels- en overige vorderingen 2.437 2.801
Erkend in handels- en overige schulden (11.571) (24.565)
Totaal reële waarde-impact (voor geassocieerde
ondernemingen en joint ventures)
(261) 0
Totaal (9.395) 21.764

De principes en de documentatie over de ingedekte risico's als ook de timing gerelateerd aan de kasstroomindekkingsactiviteiten van de Groep zijn vermeld in toelichting F3, Beheer van fivan de G risico's.

De reële waarden van de effectieve indekkingsinstrumenten worden in eerste instantie erkend in de reële waardereserves opgenomen onder het eigen vermogen. Nadat de onderliggende of aangegane transacties zich voordoen, worden ze afgeboekt uit het eigen vermogen (zie toelichting F23).

De termijnovereenkomsten voor verkochte goederen werden opgezet voor de indekking van oa volgende goederen: zilver en platina. De termijnovereenkomsten voor aangekochte goederen werden opgezet voor de indekking van prijsrisico's op elektriciteit, gas en stookolie.

De termijnovereenkomsten voor verkochte deviezen werden opgezet onder andere voor de indekking van de USD ten opzichte van de EUR, KRW en BRL en de EUR ten opzichte van de ZAR.

De gemiddelde vervaldag van de financiële instrumenten gerelateerd aan kasstroomindekking is juli 2016 voor de termijnovereenkomsten voor verkochte goederen en oktober 2016 voor de termijnovereenkomsten voor verkochte deviezen.

De condities voor alle termijncontracten zijn gangbare marktcondities.

In die omstandigheden waar documentatie voor hedge accounting zoals gedefinieerd onder IAS 39 niet beschikbaar is, worden fi nanciële instrumenten, gebruikt voor het indekken van structurele risico's van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter weldegelijk gebruikt om toekomstige waarschijnlijke kasstromen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.

De kasstroomindekking van Umicore is op geen enkele manier ineffectief geweest in 2014, noch in 2015.

33.2 Andere financiële instrumenten

(EUR duizend)
Nominaal of contractueel bedrag Reële waarde
31/12/2014 31/12/2015 31/12/2014 31/12/2015
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht 157.300 108.512 2.855 4.567
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (171.872) (147.819) (3.465) (6.903)
Termijncontracten: deviezen verkocht 474.004 457.039 (9.359) (6.477)
Termijncontracten: deviezen aangekocht (158.305) (206.120) 6.119 973
Totaal reële waarde-impact (integraal
geconsolideerde dochterondernemingen)
(3.852) (7.840)
Erkend in handels- en overige vorderingen 9.799 7.070
Erkend in handels- en overige schulden (13.651) (14.909)
Totaal (3.852) (7.840)

De principes en de documentatie over de transactiegebonden indekkingen door de Groep zijn beschreven in toelichting F3, Beheer van fidoor de risico's. Bij gebrek aan documentatie voor hedge accounting voor deze indekkingsactiviteit zoals gedefinieerd onder IAS 39, worden financiële instrumenten, gebruikt voor het indekken van transactierisico's van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter wel degelijk gebruikt om bestaande transacties en vaste engagementen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.

De reële waarden zijn rechtstreeks onderkend in de resultatenrekening onder 'Andere bedrijfsopbrengsten' voor de basismaterialen gerelateerde instrumenten en onder 'Netto financiële kosten' voor de valuta-gerelateerde instrumenten.

(EUR duizend)
-- ---------------
Umicore Jaarverslag 2015
Contractuele vervaldag (niet verdisconteerd) (EUR duizend)
1 tot 3 3 maand -
Per einde van het vorige boekjaar < 1 maand maand 1 jaar 1 tot 5 jaar Totaal
ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE)
Risico verbonden aan metaalprijzen
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (CFH) 368 28 1.187 0 1.584
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) 1.537 1.480 448 0 3.465
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) 81 0 0 80
Risico verbonden aan deviezen
Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) 79 158 616 0 853
Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) 59 59
Termijncontracten: deviezen aankoop (overige) 1.048 1.964 3.121 62 6.195
PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE)
Renterisico
Rentevoetswaps 0 0 0 (3.489) (3.489)
Risico verbonden aan metaalprijzen
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) 0 (465) (1.058) 0 (1.523)
Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) 0 0 (2.195) (1.660) (3.855)
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) (403) (201) (6) 0 (610)
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige)
Risico verbonden aan deviezen
(1.857) (1.573) (91) (24) (3.546)
Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) (330) (346) (2.110) 82 (2.704)
Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) (3.236) (2.734) (3.320) (129) (9.418)
Termijncontracten: deviezen aangekocht (overige) (78) 2 0 0 (76)
(EUR duizend)
Contractuele vervaldag (niet verdisconteerd)
1 tot 3 3 maand -
Per einde van het boekjaar < 1 maand maand 1 jaar 1 tot 5 jaar Totaal
ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE)
Risico verbonden aan metaalprijzen
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) 0 534 1.555 0 2.089
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (CFH)
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) 3.408 2.148 105 0 5.662
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) 354 0 0 0 354
Risico verbonden aan deviezen
Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) 10 45 394 263 712
Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) 4 6 10
Termijncontracten: deviezen aankoop (overige) (153) 350 766 80 1.044
PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE)
Renterisico
Rentevoetswaps 0 0 0 (3.164) (3.164)
Risico verbonden aan metaalprijzen
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH)
Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) 0 (1.288) (5.866) (2.445) (9.599)
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) (62) (324) (709) 0 (1.095)
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) (2.721) (1.146) (1.570) (1.824) (7.261)
Risico verbonden aan deviezen
Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) (688) (1.368) (6.505) (3.241) (11.802)
Termijncontracten: deviezen aangekocht (CFH)
Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) (1.490) (864) (2.635) (1.498) (6.487)
Termijncontracten: deviezen aangekocht (overige) (67) 0 0 0 (67)

F34 Toelichting bij de kasstromentabel

34.1 Definities

De kasstromentabel bestaat uit de kasstromen afkomstig van respectievelijk de bedrijfs-, de investerings- en de financieringsactiviteiten van de betreffende periode.

Voor de opmaak van de bedrijfskasstromen werd de indirecte methode toegepast. Het nettoresultaat werd aangepast voor:

  • de impact van operaties die geen kasuitgaven inhouden zoals voorzieningen, waardeverminderingen, waardering aan marktwaarde, enz., evenals de wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal;
  • elementen van de opbrengsten en kosten verbonden aan de investerings- en de fielementen van de opbren.
(EUR duizend)
2014 2015
AANPASSING VOOR NIET-KASTRANSACTIES
Afschrijvingen 151.491 165.863
Aanpassing IAS 39 562 16.018
(Terugneming van) Bijzondere waardeverminderingen 3.957 20.873
Waardering aan marktwaarde van de voorraden en engagementen (5.895) (532)
Koersverschillen op leningen langetermijnleningen 251 (1.300)
Voorraden en voorzieningen voor dubieuze debiteuren (1.063) 33.389
Afschrijving van kapitaalsubsidies (669) (756)
Op aandelen gebaseerde vergoedingen 3.314 5.400
Wijziging in voorzieningen (4.440) (4.322)
147.508 234.635
AANPASSING VOOR ELEMENTEN DIE AFZONDERLIJK VERMELD OF GEKLASSEERD MOETEN WORDEN
ONDER DE INVESTERINGS- OF FINANCIERINGSKASSTROMEN
Belastingen van de periode 44.355 47.736
Interestkosten (-opbrengsten) 2.781 4.818
(Meerwaarde) Minwaarde op overdracht van vaste activa 36 (1.817)
Opbrengsten uit dividenden (99) (31)
47.073 50.707
WIJZIGINGEN IN DE BEHOEFTE AAN BEDRIJFSKAPITAAL
Voorraden (76.686) 129.277
Handels- en overige vorderingen (112.883) (1.852)
Handels- en overige schulden 189.676 (59.136)
Zoals in de geconsolideerde balans 107 68.289
Stopgezette activiteiten in openingbalans 31.710 (144.276)
Transacties zonder impact op kasstromen (*) (9.779) (55.344)
Elders gepubliceerde transacties (**) (9.057) 21.181
Impact van bedrijsfacquisities 38.050
Omrekeningsverschillen 36.722 (2.960)
Zoals in de geconsolideerde kasstromentabel 87.753 113.111

(*) De transacties zonder impact op kasstromen komen in de meeste gevallen van de waardering aan marktwaarde van voorraden en engagementen, van strategische en transactionele hedging resultaten en waardeverminderingen van voorraden en dubieuze debiteuren.

(**) De transacties die elders gepubliceerd worden zijn het gevolg van gewijzigde te ontvangen en nog te betalen interesten, dividenden en belastingen.

De impact van de voortgezette activiteiten is te wijten aan het feit dat de balans van 2015 is aangepast om het effect van de voortgezette activiteiten te tonen, maar niet de balans van 2014. De kasstroomoverzichten voor 2014 en 2015 werden echter wel beide aangepast.

Umicore Jaarverslag 2015
Netto kas en
-kasequivalenten
Leningen (zonder krediet
op bankrekeningen)
(EUR duizend)
Netto fi nanciële
schulden
Per einde van het vorige boekjaar 79.886 378.179 298.293
Stopgezette activiteiten in openingsbalans 23.057 (1.331) (24.388)
Kassstromen van de periode (73.154) 25.003 98.157
36.378 (36.378)
Per einde van het boekjaar 66.167 401.851 335.684

34.2 Toename van de kasstromen uit bedrijfsactiviteit

De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten na belastingen bedroegen EUR 265,1 miljoen. De bedrijfskapitaalbehoeften stegen met EUR 113,1 miljoen in lijn met de stijging van de volume- en omzetgroei.

34.3 Toename van de kasstromen uit investeringsactiviteit

De netto-kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten daalden met EUR 19,9 miljoen in 2015. De investeringen voor de voorgezette activiteiten bedroegen EUR 213 miljoen als de gekapitaliseerde O&O-kosten uitgesloten zijn, zoals in de Umicore-definitie over investeringen (zie Glossarium). Investeringen waren voornamelijk gerelateerd aan de strategische groeiprojecten van Umicore.

In het segment Recycling zin in 2015 signifi cante uitbreidingsinvesteringen succesvol uitgevoerd. In Catalysis waren de investeringen grotendeels gerelateerd aan de bouw van de productie faciliteiten in Polen en Thailand, maar ook aan de bouw van Ordeg's nieuw technologie-ontwikkelingscentrum in Zuid-Korea. Investeringen in het segment Energy & Surface Technologies waren de investeringen vooral gerelateerd met de verderzetting van de productieuitbreidingen voor Rechargeable Battery Materials in China en Zuid-Korea.

De acquisities bevatten ook EUR 20,9 miljoen immateriële vaste activa welke vooral voortkomen uit de kapitalisatie van O&O-ontwikkelingskosten en informatiesystemen (zie ook toelichting F14).

34.4 Afname van de kasstromen uit financieringsactiviteit

De kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten is vooral te wijten aan de nettostijging van de schuldgraad (EUR 26,8 miljoen), de inkoop van eigen aandelen verminderd met eigen aandelen die gebruikt werden om opties uit te oefenen (EUR 9,8 miljoen), de netto kapitaalvermindering in minderheden (EUR 3,5 miljoen), de betaling van dividenden (EUR 114,0 miljoen) en de betaling van intresten (EUR 5,6 miljoen).

(EUR duizend)
2014 2015
Verwerving van materiële vaste activa 169.486 204.494
Verwerving van immateriële vaste activa 24.138 20.856
Verwerving van vaste activa 193.624 225.350
O&O-investeringen 12.687 12.450
Investering uit voortgezette activiteiten 180.937 212.900
Verwerving van vaste activa uit stopgezette activiteiten 21.435 27.395
Investeringen, inclusief de stopgezette activiteiten 202.372 240.295

F35 Rechten en verplichtingen

(EUR duizend)
2014 2015
Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de Groep
49.937
25.093
Door de Groep gestelde zekerheden voor rekening van derden
4.899
3.872
Ontvangen zekerheden
91.858
85.395
Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de Groep
348.644
210.255
Verplichtingen tot aankoop en verkoop van vaste activa
4.479
3.791
Commerciële engagementen voor aangekochte te ontvangen basismaterialen
131.398
169.104
Commerciële engagementen voor verkochte te leveren basismaterialen
374.149
366.039
Goederen en waarden van derden gehouden door de Groep
1.397.160
1.383.289
Diverse rechten en verbintenissen
2.759
3.075
Totaal
2.405.283
2.249.913

35.1 Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de Groep

Dit zijn gewaarborgde en niet-gewaarborgde zekerheden gegeven door derden aan de schuldeisers van de Groep ter garantie van de aflossing van de actuele en toekomstige schulden en verplichtingen van de Groep.

35.2 Door de Groep gestelde zekerheden voor rekening van derden

Dit zijn zekerheden of onomkeerbare verbintenissen gegeven door de Groep ten voordele van derden ter garantie van de voldoende aflossing van schulden en bestaande of toekomstige verplichtingen door derden jegens hun schuldeisers.

Er zijn geen engagementen tot leningen aan derde partijen.

35.3 Ontvangen zekerheden

Dit zijn ontvangen panden en zekerheden die het toereikend voldoen van schulden en bestaande of potentiële engagementen van derden tegenover de onderneming en haar dochterondernemingen garanderen, met uitzondering van kasgaranties en obligaties.

De ontvangen zekerheden hebben betrekking tot crediteurenzekerheden gedekt door financiële instellingen. Deze zekerheden zijn opgemaakt voor het indekken van de goede uitwerking van werken door de crediteuren. Sommige delen van de ontvangen zekerheden hebben ook betrekking tot klantenzekerheden voornamelijk ontvangen van de moedermaatschappij in naam van één van de fi lialen. Een klein deel ervan van dit bedrag heeft betrekking op huurgaranties.

Deze garanties zijn opgenomen aan normale marktvoorwaarden en de reële waarde van deze items zijn gelijkwaardig aan de nettoboekwaarde. Geen enkele van deze zekerheden zijn in onderpand gegeven.

35.4 Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de Groep

Deze vertegenwoordigen goederen en waarden opgenomen in de balans van de Groep voor dewelke de onderneming en haar dochterondernemingen de risico's dragen en de opbrengst behouden, maar deze goederen en waarden bevinden zich niet in de panden van de onderneming en haar dochterondernemingen. Het betreft vooral geleasde voorraden aan derden, consignatievoorraden of over voorraden onder maakloonovereenkomsten bij derden.

35.5 Commerciële engagementen

Dit zijn engagementen gemaakt om metalen te leveren aan klanten of aangeleverd te krijgen van leveranciers tegen vastgestelde prijzen.

35.6 Goederen en waarden van derden gehouden door de Groep

Dit zijn goederen en waarden die tijdelijk door de onderneming en haar dochterondernemingen bijgehouden worden, maar die de onderneming niet bezit. Het betreft voornamelijk geleasede voorraden, consignatievoorraden of voorraden onder maakloonovereenkomsten met derden.

De lijnen betreffende de engagementen voor aangekochte en verkochte goederen werden bijgewerkt in 2013, en houden nu rekening met de volledige reikwijdte van de entiteiten.

De Groep leaset metaal (meer specifiek goud en zilver) van en aan banken of andere derde partijen voor specifieke, meestal korte periodes. De Groep betaalt of ontvangt hiervoor leasevergoedingen. Op 31 december 2015 was het nettosaldo van deze leaseschuld EUR 475 miljoen tegenover EUR 400 miljoen op het einde van 2014. De toename is vooral te wijten aan hogere volumes.

F36 Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen

De Groep heeft bepaalde hangende dossiers die volgens de IFRS-normen beschouwd kunnen worden als voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen.

36.1 Franse mededingingsautoriteiten

Deze zaak is nu besproken onder nota F42 over de stopgezette activiteiten gezien het hier gaat om de Building Products unit.

36.2 ITC vordering

Op 20 februari 2015 hebben BASF Corp. en de University of Chicago Argonne twee rechtszaken aangespannen tegen Umicore. Eén vordering werd ingediend bij de Amerikaanse International Trade Commission (ITC). De andere werd ingediend bij de federale districtsrechtbank in Wilmington, Delaware en werd opgeschort. De vordering bij de ITC beschuldigt Umicore ervan twee VS octrooien rond materialen gebruikt in batterijkathodes te schenden. Een hoorzitting werd gehouden in oktober 2015 en een eerste uitspraak werd gedaan op 29 februari 2016. In deze eerste uitspraak van een administratieve rechter van de Amerikaanse International Trade Commission (ITC), werd bevestigd dat Umicore niet rechtstreeks inbreuk pleegde of een inbreuk veroorzaakte op octrooien. De eerste uitspraak stelt echter wel dat Umicore heeft bijgedragen tot de schending van deze octrooien met betrekking tot bepaalde activiteiten, waaronder het testen en evalueren, en dit uitsluitend in de Verenigde Staten. In een volgende stap zal de zaak onderworpen worden aan het oordeel van de volledige Commissie, die naar verwachting in juni 2016 een fi nale uitspraak zal doen. Gelijktijdig met de ITC procedure betwist Umicore de geldigheid van de betrokken octrooien bij het United States Patent and Trademark Offi ce (USPTO).

36.3 Overige

In aanvulling op het voorgaande zijn tegen de Groep een aantal dagvaardingen ingediend die samenhangen met het normale verloop van haar activiteiten. De directie gelooft niet dat dergelijke dagvaardingen van aard zijn om een wezenlijke ongunstige invloed te hebben op de fi nanciële positie van Umicore.

F37 Verbonden partijen

(EUR duizend)
2014 2015
TRANSACTIES MET JOINT VENTURES EN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN
Bedrijfsopbrengsten 147.523 157.468
Bedrijfskosten (99.764) (124.027)
Financiële opbrengsten 275 323
Financiële kosten (5)
Ontvangen dividenden (16.502) (16.862)
2014 2015
OPENSTAANDE POSTEN MET JOINT VENTURES EN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN
Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar 9.954 33.032
Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar 44.878 44.263

De transacties met de minderheidsbelangen en joint ventures van de Groep zijn hoofdzakelijk commerciële transacties, verkopen een aankopen van goederen en diensten.

Te ontvangen leningen op ten hoogste één jaar 2.450

Er zijn geen transacties met entiteiten die eigendom zijn van de kerndirectie.

(EUR)
2014 2015
RAAD VAN BESTUUR
Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen 614.570 607.234
Vast gedeelte 213.334 199.999
Variabel gedeelte (op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen) 226.000 208.500
Waarden van de toegekende aandelen 167.546 192.668
Voordeel in natura bedrijfswagen voorzitter 3.378 3.175
Contributie tot de Zwitzerse sociale zekerheid 4.312 2.892

Geen enkel variabel vergoedingselement (uitgezonderd de aanwezigheidsvergoeding) is voorzien in het bestuurdersstatuut. Geen enkele lening of waarborg werd door de onderneming aan de leden van de Raad van Bestuur toegekend.

(EUR)
2014 2015
DIRECTIECOMITÉ
Vergoedingen en andere voordelen 7.641.180 7.792.233
Kortetermijnpersoneelsvoordelen 4.410.344 3.784.972
Personeelsvoordelen na uitdiensttreding 1.104.328 1.220.993
Andere langetermijnvoordelen 585.008 724.500
Aandelengebaseerde betalingen 1.541.500 2.061.768

De gegevens hierboven bieden een boekhoudkundig zicht op de vergoeding van de Raad van Bestuur en het Directiecomité en verschillen enigszins van de informatie vervat in het Remuneratieverslag onder het Corporate Governance hoofdstuk.

In de hierboven weergegeven tabellen worden de werkgeversbijdragen op het vlak van de sociale zekerheid, indien toepasselijk, weergegeven en opgenomen onder de kortetermijnpersoneelsvoordelen. Deze zijn niet vermeld in het Remuneratieverslag.

In verband met de op aandelengebaseerde incentives vertegenwoordigen de cijfers met betrekking tot de toekenning van aandelen, zoals opgenomen in de op aandelengebaseerde betalingen, de waarde van de aandelen toegekend in 2015 voor diensten gepresteerd in 2014. Het Remuneratieverslag vermeldt de waarde van de aandelen toegekend in 2016 voor diensten gepresteerd in het besproken jaar, d.w.z. 2015

De cijfers met betrekking tot het niet-uitgestelde deel van cash-vergoedingen, gerelateerd aan de individuele prestaties van 2015 zijn opgenomen in de kortetermijnpersoneelsvoordelen, vertegenwoordigen het niveau van de voorzieningen op het einde van het boekjaar. Het Remuneratieverslag vermeldt de werkelijk betaalde bedragen.

F38 Gebeurtenissen na balansdatum

F39 Winst per aandeel

Umicore Jaarverslag 2015
De voorzieningen geboekt voor het uitgestelde deel van variabele cash-vergoeding met als referentiejaar 2014, zijn opgenomen in de andere langetermijn
voordelen. De in 2017 en 2018 te betalen bedragen zullen afhankelijk zijn van prestaties gemeten over een langere termijn en de juiste bedragen zullen
opgenomen worden in het Remuneratieverslag van de betrokken jaren.
F38 Gebeurtenissen na balansdatum
Umicore kondigde na de Raad van Bestuur van 4 februari 2016 aan dat ze aan de algemene vergadering van aandeelhouders de uitkering van een bruto
dividend van EUR 1,20 per aandeel zal voorstellen, wat overeenkomt met de totale uitbetaling van dividenden ten bedrage van EUR 129.902 duizend.
Hiervan werd reeds EUR 0,50 per aandeel uitbetaald als interim dividend in september 2015.
F39 Winst per aandeel
WINST PER AANDEEL (EUR)
2014 2015
Zonder afgesplitste activiteiten
Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening
Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect
1,58
1,57
1,41
1,41
Met afgesplitste activiteiten
Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening
Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect
Recurrente winst per aandeel
1,58
1,57
1,79
1,56
1,55
2,27
De hiernavolgende resultaten worden als teller gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening
na verwatering:
CIJFERS IN DE TELLER (EUR duizend)
Toelichting 2014 2015
Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep
Zonder afgesplitste activiteiten
Met afgesplitste activiteiten
Recurrent geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep
F9
156.287
170.603
F9
193.105
153.205
169.225
245.999
De hiernavolgende aandelenaantallen worden gebruikt als noemer voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de
berekening na verwatering:
CIJFERS IN DE NOEMER
2014 2015
Aantal uitstaande aandelen per 31 december 112.000.000 112.000.000
waarvan aandelen in eigen bezit 3.914.272 3.927.534
waarvan uitstaande aandelen
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen
108.085.728
108.062.085
108.072.466
108.445.128
Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen 389.762 482.117
Aangepast gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen 108.451.847 108.927.245
CIJFERS IN DE TELLER (EUR duizend)
Toelichting 2014 2015
Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep F9
Zonder afgesplitste activiteiten 156.287 153.205
Met afgesplitste activiteiten 170.603 169.225
Recurrent geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep F9 193.105 245.999

CIJFERS IN DE NOEMER

2014 2015
Aantal uitstaande aandelen per 31 december
112.000.000
112.000.000
waarvan aandelen in eigen bezit
3.914.272
3.927.534
waarvan uitstaande aandelen
108.085.728
108.072.466
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen
108.062.085
108.445.128
Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen
389.762
482.117

Het totaal aantal uitstaande aandelen is exclusief de eigen aandelen, die aangehouden worden voor bestaande aandelenoptieplannen of beschikbaar zijn voor verkoop. De noemer voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel houdt rekening met een wijziging in de aandelenopties.

In 2015 zijn geen nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de uitoefening van aandelenoptieplannen met daaraan verbonden inschrijvingsrechten. Tijdens het jaar heeft Umicore 873.338 eigen aandelen gebruikt voor de uitoefening van aandelenopties en 33.400 voor de toegekende aandelen in 2015. Gedurende 2015 heeft Umicore 920.000 eigen aandelen ingekocht. Per 31 december 2015 bezat Umicore 3.927.534 eigen aandelen, wat overeenstemt met 3,51% van de totale uitgegeven aandelen op dat moment.

F40 IFRS- ontwikkelingen

De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2015 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU:

  • IFRS 9 'Financiële instrumenten', ingangsdatum: 1 januari 2018. De standaard behandelt de classifi catie, waardering en het niet langer in de balans opnemen van fi nanciële activa en verplichtingen.
  • IFRS 15 'Opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten'. De IASB en FASB hebben gezamenlijk een standaard gepubliceerd betreffende de opname van opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten. De standaard zal resulteren in een betere fi nanciële verslaggeving van opbrengsten en een betere globale vergelijkbaarheid van de opbrengsten die gerapporteerd worden in de jaarrekening. Entiteiten die IFRS toepassen zijn verplicht deze standaard toe te passen met ingangsdatum: 1 januari 2018, onder de voorwaarde van goedkeuring door de EU.
  • Wijziging aan IFRS 9 'Financiële instrumenten' inzake hedge accounting, ingangsdatum: 1 januari 2018. De wijziging omvat het nieuwe model voor hedge accounting. Onder dit model zullen de verslaggevers hun activiteiten inzake risicobeheer beter kunnen weergeven in de jaarrekening aangezien de wijziging meer mogelijkheden biedt voor het toepassen van hedge accounting. Deze wijzigingen hebben eveneens een impact op IAS 39 en introduceren nieuwe vereisten inzake informatieverschaffi ng voor hedge accounting (waarbij ook IFRS 7 wordt geïmpacteerd) onafhankelijk van het feit of de hedge accounting vereisten onder IFRS 9 of IAS 39 gebruikt worden.

Voor alle nieuwe interpretaties en standaarden die nog niet verplicht zijn vanaf 1 januari 2015, gaat het management momenteel na of deze een materiële impact gaan hebben op de geconsolideerde jaarrekeningen van de Groep.

F41 Audit vergoeding

De globale auditvergoeding voor de statutaire auditor en zijn filialen bedroeg EUR 2,8 miljoen, inclusief een bedrag van EUR 1,9 miljoen voor de statutaire auditmissies (EUR 0,5 miljoen voor de audit van de moedermaatschappij) en EUR 0,9 miljoen voor de niet-statutaire auditdiensten. Deze omvatten auditgerelateerde en andere certifiëringsdiensten (EUR 0,2 miljoen) en andere niet-auditgerelateerde diensten (EUR 0,7 miljoen).

F42 Stopgezette activiteiten

Binnen het kader van Umicore's herziening van de activiteitenportefeuille werd een proces opgestart om de Zinc Chemicals en Building Products business units voor te bereiden op een toekomst buiten de Umicore Groep. Beide business units hebben hun winstgevendheid verbeterd en staan voldoende sterk om hun activiteiten verder te ontwikkelen in een omgeving die specifi ek aansluit bij hun respectievelijke producten, diensten en toepassingen.

Het management heeft onderzocht of aan bepaalde criteria werd voldaan om beide activiteiten als stopgezette bedrijfsactiviteiten weer te geven. Aan deze criteria werd voldaan in juni 2015. Op basis van deze analyse is besloten om beide business units te presenteren als stopgezette bedrijfsactiviteiten vanaf 30 juni 2015. Dit werd reeds zo gecommuniceerd op 3 juni 2015. Dit werd gecombineerd met de aankondiging van de nieuwe vereenvoudigde rapporteringsstructuur. Deze vereenvoudigde structuur bevat drie segmenten welke in lijn liggen met de strategische prioriteiten van de Groep. Bijgevolg worden Zinc Chemicals en Building Products niet langer ondergebracht binnen een segment maar worden ze afzonderlijk getoond als stopgezette activiteiten in segmentrapportering.

Als gevolg hiervan worden de stopgezette bedrijfsactiviteiten weergegeven in een post op de balans en word deze hieronder verder toegelicht. Dit gebeurt zonder enige aanpassing in overeenstemming met IFRS 5 en met eliminatie van balansposities tussen de voortgezette en stopgezette bedrijfsactiviteiten. Er werden geen aanpassingen gemaakt waarbij de netto boekwaarde van de stopgezette activiteiten vergeleken worden met de werkelijke waarde minus de verkoopkosten.

(EUR duizend)
31/12/2014 31/12/2015
ACTIVA EN PASSIVA UIT STOPGEZETTE ACTIVITEITEN
Vaste activa 163.575
Materiële vaste activa 116.502
Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode 22.852
Handels- en overige vorderingen 24.221
Vlottende activa 256.024
Voorraden 124.893
Handels- en overige vorderingen 91.546
Kas en kasequivalenten 37.872
Overige vlottende activa 1.713
TOTAAL DER ACTIVA 419.599
Verplichtingen op meer dan één jaar 44.105
Voorzieningen voor personeelsvoordelen 36.624
Financiële schulden 803
Handels- en overige schulden 6.679
Verplichtingen op ten hoogste één jaar 185.088
Financiële schulden 22.712
Handels- en overige schulden 157.648
Overige schulden op ten hoogste één jaar 4.727
TOTAAL DER PASSIVA 229.193

De analyse van de resultaten van de stopgezette bedrijfsactiviteiten en de kasstromen worden hieronder weergegeven. Deze bevatten een aanpassing van de voorgaande perioden in overeenstemming met IFRS 5:

(EUR duizend)
2014 2015
VERKORTE RESULTATENREKENING VAN DE STOPGEZETTE ACTIVITEITEN
Bedrijfsopbrengsten 713.046 748.440
Bedrijfskosten (694.848) (729.167)
Bedrijfsresultaat 18.200 19.272
Netto fi nanciële kosten (3.131) (1.870)
Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode 1.519 348
Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting 16.588 17.750
Belastingen op het resultaat (2.151) (1.326)
Resultaat van de periode 14.437 16.424
Winst per aandeel uit stopgezette activiteiten 0,13 0,15
Winst per aandeel na verwatering uit stopgezette activiteiten 0,13 0,15
(EUR duizend)
2014 2015
VERKORTE KASSTROMENTABEL VAN DE STOPGEZETTE ACTIVITEITEN
Kasstromen voortkomend uit bedrijfsactiviteiten 4.895 108.768
Kasstromen voortkomend uit investeringsactiviteiten (20.860) (26.030)
Kasstromen voortkomend uit fi nancieringsactiviteiten 1.538 15.164
Invloed van de wisselkoers op de aangehouden liquide middelen (1.169) (595)
Nettokas en - kasequivalenten uit stopgezette bedrijfsactiviteiten (15.596) 97.307
Nettokas en -kasequivalenten bij het begin van het boekjaar uit stopgezette bedrijfsactiviteiten (7.474) (23.057)
Impact van fi nale fi nanciering voor stopgezette activiteiten 13 (36.378)
Nettokas en -kasequivalenten op het einde van het boekjaar uit stopgezette bedrijfsactiviteiten (23.057) 37.872

In overeenstemming met de boekhoudnormen worden de transacties binnen de groep tussen de voortgezette en stopgezette activiteiten niet geëlimineerd

De commerciële transacties tussen de voorgezette en de stopgezette activiteiten zijn vrij beperkt (EUR 4,1 miljoen in de operationele kosten van de stopgezette activiteiten en EUR 0,3 miljoen in het operationeel resultaat van de stopgezette activiteiten). Er zijn echter nog steeds signifi cante leningen uitstaand ten opzichte van de stopgezette activiteiten (EUR 31,6 miljoen). In de balans zijn deze leningen geëlimineerd in lijn met het rapporteringsbeleid.

Het totaal van de elementen van de niet-gerealiseerde resultaten van de stopgezette activiteiten die eventueel naar de resultatenrekening verschoven kunnen worden hebben hoofdzakelijk betrekking tot wisselkoers vertalingsverschillen (EUR 5,4 miljoen) en negatieve kasstromen met betrekking tot indekkingsreserves (EUR 1,1 miljoen).

De stopgezette activiteiten hebben commerciële verbintenissen na te level (EUR 68,0 miljoen) of te ontvangen (EUR 4,8 miljoen) met betrekking tot metalen aan klanten of leveranciers aan reeds vastgelegde prijzen. De externe garanties namens derde partijen van de stopgezette activiteiten bedragen EUR 7,6 miljoen.

In de loop van de eerste helft van 2015 heeft de Franse Mededingingsautoriteit een rapport over de observaties door Umicore afgegeven als antwoord op de bezwaren met betrekking tot de handelspraktijken van de business unit Building Products ten opzichte van haar distributeurs. Umicore betwist sterk de beweringen in de punten van bezwaar. Met verwijzing naar de bestaande jurisprudentie van de Europese Commissie en de Bundeskartellamt betwist Umicore ondermeer de nauwe marktdefi nitie van de Franse Autoriteit en bijgevolg de bewering dat Umicore een dominante positie in de relevante markt zou hebben.

Financiële toelichtingen 119

Beknopte jaarrekening van de moederonderneming

Umicore Jaarverslag 2015
Beknopte jaarrekening van de moederonderneming
De jaarrekening van Umicore wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld.
Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van Umicore evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris bij de
Nationale Bank van België neergelegd worden.
Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:
UMICORE
Broekstraat 31
B-1000 Brussel (België)
In zijn verslag heeft de commissaris geen voorbehoud gemaakt betreffende de jaarrekening van Umicore.
De wettelijke reserve van EUR 50.000 duizend die inbegrepen is in de overgedragen winst is niet beschikbaar voor uitkering.
(EUR duizend)
BEKNOPTE BALANS PER 31 DECEMBER 31/12/2013 31/12/2014 31/12/2015
1. ACTIVA
Vaste activa 3.793.411 3.813.172 3.835.808
I. Oprichtingskosten
II. Immateriële vaste activa 84.042 88.202 88.287
III. Materiële vaste activa 347.946 347.625 353.974
IV.
Vlottende activa
Financiële vaste activa 3.361.423
923.789
3.377.345
811.395
3.393.547
684.601
V. Vorderingen op meer dan één jaar 773 373 373
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering 394.039 411.793 343.868
VII. Vorderingen op ten hoogste een jaar 220.493 258.740 163.725
VIII. Geldbeleggingen 299.215 131.290 162.043
IX. Liquide middelen 1.131 712 951
X. Overlopende rekeningen 8.134 8.487 13.641
Totaal activa 4.717.197 4.624.567 4.520.409
2. PASSIVA
Eigen vermogen 1.427.123 1.211.343 1.214.762
I. Kapitaal 500.000 500.000 500.000
II. Uitgiftepremies 6.610 6.610 6.610
III. Herwaarderingsmeerwaarden 91 91 91
IV. Reserves 497.318 321.585 330.067
V. Overgedragen resultaat 327.866 244.371 237.225
Vbis. Resultaat van de periode 87.990 131.238 135.456
VI. Kapitaalsubsidies 7.248 7.448 5.313
VII.A. Voorzieningen en uitgestelde belastingen
Voorzieningen voor risico's en kosten
105.843 115.233 109.685
Schulden 3.184.231 3.297.991 3.195.962
VIII. Schulden op meer dan één jaar 2.082.000 1.582.000 1.572.000
IX. Schulden op ten hoogste één jaar 1.052.831 1.653.944 1.563.088
X. Overlopende rekeningen 49.400 62.047 60.873
Totaal passiva 4.717.197 4.624.567 4.520.409
(EUR duizend)
31/12/2013 31/12/2014 31/12/2015
RESULTATENREKENING
I. Bedrijfsopbrengsten 3.157.820 2.937.535 2.960.770
II. Bedrijfskosten (3.047.883) (2.869.762) (2.888.281)
III. Bedrijfsresultaat 109.937 67.773 72.489
IV. Financiële opbrengsten 103.076 112.789 179.178
V. Financiële kosten (94.259) (83.183) (75.985)
VI. Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening 118.754 97.379 175.682
VII. Uitzonderlijke opbrengsten 911 44.176 3.439
VIII. Uitzonderlijke kosten (27.351) (10.973) (30.585)
IX. Resultaat van het boekjaar voor belasting 92.314 130.582 148.536
X. Belastingen op het resultaat 4.324 656 (13.080)
XI. Resultaat van het boekjaar 87.990 131.238 135.456
XII. Onttrekking/overboeking naar belastingvrije reserves
XIII. Te bestemmen resultaat v/h Boekjaar 87.990 131.238 135.456
(EUR duizend)
2013 2014 2015
RESULTAATVERWERKING
A. Resultaatverwerking 603.778 547.094 511.065
1. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar 87.990 131.238 135.456
2. Overgedragen winst/verlies (-) 515.788 415.856 375.609
C. Toevoeging aan het eigen vermogen (77.905) (62.997) (8.482)
2. Aan de wettelijke reserve 0 0
3. Aan de reserve voor eigen aandelen (77.905) (62.997) (8.482)
4. Aan het kapitaal 0 0
D. Over te dragen resultaat (1) 415.856 375.609 372.681
2. Over te dragen winst/verlies (-) 415.856 375.609 372.681
F. Uit te keren winst (1) (110.017) (108.488) (129.902)
1. Vergoeding van het kapitaal
- gewone aandelen (110.017) (108.488) (129.902)

(1) Het totaal bedrag van deze twee rubrieken zal worden aangepast om rekening te houden met het aantal eigen aandelen aangehouden door Umicore op de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders van 26 april 2016. Het brutodividend van EUR 1,20 per aandeel blijft ongewijzigd.

(EUR duizend) Aantal aandelen
STAAT VAN HET KAPITAAL
A. Maatschappelijk kapitaal
1. Geplaatst kapitaal
Per einde van het vorig boekjaar 500.000 112.000.000
Per einde van het boekjaar 500.000 112.000.000
2. Samenstelling van het kapitaal
2.1. Soorten aandelen
Gewone aandelen 500.000 112.000.000
2.2. Aandelen op naam of aan toonder
Op naam 22.588.381
Aan toonder 89.411.619
E. Toegelaten maar niet geplaatst kapitaal 50.000
% kapitaal Aantal aandelen Bekendmaking
G. Aandeelhouderstructuur (1)
Norges Bank 3,06 3.431.306 10/09/2015
Capfi Delen Asset Management SA 3,08 3.453.000 22/09/2015
Family Trust Desmarais, Albert Frère, Groupe Bruxelles Lambert (S.A.)
& LTI Two S.A.
15,00 16.802.836 24/09/2015
BlackRock Inc. 5,03 5.638.752 06/10/2015
Overige aandeelhouders 70,31 78.746.572 31/12/2015
Eigen aandelen in het bezit van Umicore 3,51 3.927.534 31/12/2015
100,00 112.000.000
waarvan free fl oat 85,00 95.200.000

(1) Op 31 december 2015 zijn er nog 3.408.875 opties op aandelen uitstaande. In deze opties zijn er 3.408.875 met recht tot aankoop op bestaande aandelen weerhouden door Umicore.

Verklaring over verantwoordelijkheid van het management

Hierbij verklaren wij – voorzover ons bekend – dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2015 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de fions beke toestand en van de resultaten van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

22 maart 2016,

Marc Grynberg Gedelegeerd Bestuurder

Milieuverklaringen

Inhoud

Kerncijfers milieu 124
Toelichtingen bij de kerncijfers milieu 124
E1 Reikwijdte van de milieuverklaringen 124
E2 Emissies naar water en lucht 125
E3 Broeikasgassen 126
E4 Energie 128
E5 Waterverbruik 129
E6 Producten en materialen 129
E7 Afval 131
E8 Historische vervuiling 131
E9 Naleving van de regelgeving en beheerssysteem 132
E10 Biodiversiteit 133

Kerncijfers milieu

toelich
eenheid ting 2011 2012 2013 2014 2015
Metaaluitstoot naar water (volume) kg E2 5.782 5.701 5.560 5.639 4.459
Metaaluitstoot naar water (impact eenheid) E2 306.627 245.935 313.883 543.332 328.013
Chemisch zuurstofverbruik kg E2 252.681 278.131 297.490 130.759 148.217
Metaaluitstoot naar lucht (volume) kg E2 13.868 16.615 12.522 13.309 14.544
Metaaluitstoot naar lucht (impact eenheid) E2 130.440 135.670 130.169 128.465 135.660
SOx
-emissies
ton E2 511 487 686 1.189 1.197
NOx
-emissies
ton E2 412 399 386 425 452
CO2
e-emissies (Scope 1+2)
ton E3 695.733 701.898 690.767 664.568 714.225
Energieverbruik terajoule E4 7.807 7.315 7.557 7.304 7.816
Waterverbruik duizend m3 E5 4.567 4.310 4.343 4.645 4.904
Duurzaamheidsanalyse producten aantal E6 3 7 6 7 0
Totale afvalproductie ton E7 71.426 69.702 68.575 76.810 72.664
Gevaarlijk afval ton E7 43.588 47.789 45.668 54.824 51.524
waarvan gerecycleerd % E7 9,8 7,5 16,9 7,5 7,8
Ongevaarlijk afval ton E7 27.837 21.914 22.906 21.986 21.140
waarvan gerecycleerd % E7 64,9 54,7 60,2 60,4 56,3
Metingen met limietoverschrijding aantal E9 798 926 775 792 673
Normoverschrijding % E9 1,4 1,1 0,8 0,9 0,8
Milieuklachten aantal - 24 25 31 25
ISO 14001 gecertifi ceerde sites % E9 92 93 97 97 92
Sites die mogelijk een impact kunnen hebben
op een gebied met hoge biodiversiteitswaarde
aantal E10 11 15 16 16 15

Toelichtingen bij de kerncijfers milieu

E1 Reikwijdte van de milieuverklaringen

De kerncijfers voor het milieu omvatten de gegevens van geconsolideerde productiesites waarover Umicore operationele controle heeft. In vergelijking met 2014 werden de gegevens van twee sites niet meer gerapporteerd: Maxton (VS, Precious Metals Recycling) en Sancoale (India, Zinc Chemicals). Er zijn vier nieuwe sites bijgekomen: Cheonan (Zuid-Korea, Rechargeable Battery Materials; vervoegt de reeds bestaande site in Cheonan), Shirwal (India, Automotive Catalysts), Tokoname (Japan, Automotive Catalysts) en Wickliffe (VS, Cobalt & Specialty Materials). Dat brengt het totaal van de rapporterende sites op 67 ten opzichte van 65 in 2014. De gegevens over het energieverbruik zijn inclusief de data van de twee belangrijkste kantoren in Brussel, België, en Bagnolet, Frankrijk.

Volgens Umicore's huidige rapporteringssysteem hebben de meeste sites hun milieuprestaties gerapporteerd op het einde van het derde kwartaal samen met de prognose voor het vierde kwartaal. In januari controleert de site de voorspelde waarden op belangrijke afwijkingen die, indien nodig, worden gecorrigeerd. De vijf sites met de grootste milieu-impact voor 2015: Hanau (Duitsland; Catalysis, Recycling), Olen (België; Energy & Surface Technologies, Group R&D), Hoboken (België; Recycling, Group P&T), Changsha (China; Stopgezette activiteiten) en Cheonan (Zuid-Korea; Energy & Surface Technologies) rapporteren hun cijfers voor het hele jaar. Uit een gevoeligheidsanalyse van de gegevens van 2015 blijkt dat de potentiële afwijking van de milieuprestaties voor metaalemissies naar lucht en water en energieverbruik van de Groep minder dan 4% zou bedragen in geval van een fout van 20% in de prognosegegevens.

We wijzen erop dat een aantal gegevens die in het jaarverslag 2014 werden gepubliceerd, in het jaarverslag 2015 herberekend werden als gevolg van de verbeterde analyse- en rapporteringsmethoden.

Meer informatie over Umicore's milieubeheerstrategie is beschikbaar op http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/management-approach/environment/Approach/

E2 Emissies naar water en lucht

Umicore stelt zich tot doel om op Groepsniveau de impact van metaalemissies naar lucht en water met 20% te verminderen ten opzichte van 2009.

Metaalemissies naar water zijn het totale gewicht – uitgedrukt in kg/jaar – aan metalen uit afvalwater dat na behandeling terechtkomt in het oppervlaktewater. Als de site gebruikmaakt van een extern waterzuiveringsstation wordt er rekening gehouden met de efficiëntie van deze zuivering als dit door de site bekend is.

Metaalemissies naar lucht – uitgedrukt in kg/jaar – worden gedefinieerd als het totale gewicht aan metalen dat naar lucht wordt uitgestoten in vaste fractie door alle puntbronnen. Voor kwik en arseen worden ook bijkomende stoom-/rookfracties meegerekend.

Voor elk metaal dat naar water en lucht wordt uitgestoten, wordt er een impactfactor toegepast om hun verschillende toxiciteits- en ecotoxiciteitsniveaus, wanneer ze in het milieu terechtkomen, in rekening te brengen. Hoe hoger de impactfactor, des te hoger is de toxiciteit voor het ontvangende waterlichaam (voor wateremissies) of voor de menselijke gezondheid (voor luchtemissies).

De impactfactoren voor wateremissies zijn gebaseerd op wetenschappelijke gegevens ('predicted no effect concentrations' of PNEC's) gegenereerd voor de REACH-richtlijn. Er werd een impactfactor 1 toegekend aan de PNEC voor antimoon (113 μg/l). De impactfactoren voor emissies naar lucht zijn gebaseerd op de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling (referentie: American Conference of Governmental and Industrial Hygienists, 2011). Er werd een impactfactor 1 toegekend aan de grenswaarde voor zink (oxide) van 2 mg/m³. Vervolgens werd voor alle relevante metalen een impactfactor berekend op basis van deze referentiewaardes.. Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen we ook naar paginas 28-29. Metaaluitstoot naar lucht (volume) kg 13.868 16.615 12.522 13.309 14.544Umicore | Jaarverslag 2015

De metaalimpact op lucht en water wordt uitgedrukt in 'impacteenheden/jaar'. De gegevens over de metaalemissies zijn niet genormaliseerd voor het activiteitsniveau. De SOx - en NOx -emissies worden uitgedrukt in ton/jaar.

Gegevens van de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Metaaluitstoot naar water (volume) kg 5.781 5.701 5.560 5.639 4.459

METAALUITSTOOT NAAR LUCHT (VOLUME)

Metaalemissies naar water

De totale metaalemissies naar water van de Groep daalden licht van 5.639 kg in 2014 naar 4.459 kg in 2015, een afname van 21%. Tegelijk daalde ook de totale impact van metaal sterk van 543.332 impacteenheden in 2014 naar 328.013 impacteenheden in 2015, een daling van 40%. Deze daling in totale metaalemissies en de totale metaalimpact kan worden toegeschreven aan verdere dalingen in de metaalemissies in de vestiging van Olen (België, Energy & Surface Technologies en Group R&D) en aan het feit dat de totale metaalemissies in 2014 sterk werden beïnvloed door een onvoorzien, eenmalig incident, met name de lozing van metaal, met een hoge impactfactor op de site van Hoboken (België, Recycling). De oorzaak van het incident van 2014 in Hoboken werd grondig onderzocht en er werden onmiddellijk risicobeperkende maatregelen genomen op de site om een dergelijk incident in de toekomst te voorkomen. De werking van de afvalwaterzuiveringsinstallatie en de waterbalans van de fabriek werden onder de loep genomen, een controle die ook in de toekomst voortgezet zal worden om de effi ciëntie van de geïmplementeerde verbeteringen op lange termijn te verzekeren. De sterke daling van de metaalemissies op de site van Hoboken is een bewijs van die ondernomen verbeteringen.

Ten opzichte van het referentiejaar 2009 stellen we een daling van de totale metaalimpact van 26% vast, een uitstekend resultaat t.o.v. het streefcijfer van 20% dat voor deze Key Performance Indicator werd vastgelegd in de Vision 2015-strategie.

Metaalemissies naar lucht

Het totale volume metaalemissies naar lucht van de Groep steeg van 13.309 kg in 2014 tot 14.544 kg in 2015, een stijging met 9%. De overeenkomstige impact steeg van 128.465 eenheden in 2014 tot 135.660 in 2015, een stijging van 6%. Deze stijgingen zijn hoofdzakelijk te wijten aan een verschillende mix van inputmaterialen in Olen (België, Energy & Surface Technologies en Group R&D) en de capaciteitsstijging in Hoboken (België, Recycling). In vergelijking met het referentiejaar 2009 is de impact van de metaalemissies naar lucht met 37% gedaald, een vermindering die aanzienlijk groter is dan de doelstelling van 20%.

Gegevens voor de business groups 2015 – andere emissies

Energy & Surface Stopgezette Umicore
eenheid Catalysis Technologies Recycling activiteiten Group
Chemisch zuurstofverbruik kg 8.965 93.530 32.879 12.843 148.217
SOx
-emissies
ton 2 40 1.059 96 1.197
NOx
-emissies
ton 105 88 165 94 452

De totale COD-emissies (chemical oxygen demand) in 2015 bedroegen 148.217 kg, een stijging van 13% tegenover de 130.759 kg in 2014. De totale SOx -emissies bedroegen 1.197 ton ten opzichte van 1.189 ton in 2014. De NOx -emissies bedroegen 452 ton in 2015 tegenover 425 ton in 2014.

E3 Broeikasgassen

Umicore engageerde zich om gerichte acties te ondernemen om de koolstofvoetafdruk te verkleinen en onze energie-efficiëntie verder te verbeteren. In deze context voerden we in 2011 een beleid rond energie-efficiëntie en koolstofemissies in.

De belangrijkste pijler van dit beleid is de doelstelling van de Groep om onze CO2 -equivalente emissies tegen 2015 met 20% te verminderen ten opzichte van het referentiejaar 2006 op basis van dezelfde activiteiten als in 2006 (zie gedetailleerde uitleg hierna).

Umicore rapporteert ook haar absolute CO2 e-emissies (bv. per reikwijdte of scope, toegelicht in E1).

Gegevens voor de Groep – in het kader van de doelstelling voor de vermindering van de CO2 e-emissies

uitgangswaarde
eenheid 2006 2011 2012 2013 2014 2015
CO2
e-emissies (Scope 1+2, doelstelling)
ton 859.563 635.136 655.246 643.800 616.685 639.843

Defi nitie van de CO2 e-emissies in het kader van de doelstelling voor de vermindering van de CO2 -emissies:

De CO2 -equivalente (CO2 e) emissies worden gedefi nieerd als de scope 1-emissies van CO2 e inclusief de belangrijkste proces-emissies (maar beperkt tot CO2 , CH4 en N2 O) en scope 2-emissies van CO2 . Er werd rekening gehouden met een beperkt aantal aanpassingen die volgens het broeikasgasprotocol als optionele informatie mogen worden gerapporteerd (bv. uitsluiting van stoom die aan derden wordt verkocht). Dit meetgegeven wordt afgekort tot: CO2 e (scope1+2, doelstelling)

Om de vermindering van de emissies te berekenen in de context van onze doelstelling Vision 2015 hebben we voor elke site een baseline 2006 opgesteld door het huidige activiteitsniveau van het rapporteringsjaar (nl. 2015) te vermenigvuldigen met de CO2 e-emissie-intensiteit van 2006 (zie voorbeeld). De baseline 2006 van de groep wordt dan berekend door de baselines van alle sites op te tellen. Voorbeelden van activiteitenfactoren van sites zijn: geproduceerd aantal ton per jaar, machine-uren per jaar, ton toevoermateriaal voor recyclageprocessen per jaar.

(1) De baseline 2006 in relatie met 2011 bedroeg 740.886, dit geeft een vermindering van 14% in 2011 ten opzichte van 2006. (2) De baseline 2006 in relatie met 2012 bedroeg 745.002, dit geeft een vermindering van 12% in 2012 ten opzichte van 2006. (3) De baseline 2006 in relatie met 2013 bedroeg 778.718, dit geeft een vermindering van 17% in 2013 ten opzichte van 2006.

(4) De baseline 2006 in relatie met 2014 bedroeg 816.918, dit geeft een vermindering van 25% in 2014 ten opzichte van 2006.

Voorbeeld:

In 2006 produceerde site A 1000 ton van metaal X en stootte 100 ton CO2 e uit = intensiteit van 0,1 ton CO2 e / ton van metaal X. In 2015 produceerde site A 1.100 ton van metaal X en stootte 100 ton CO2 e uit = intensiteit van 0,09 ton CO2 e / ton van metaal X.

De 2006 baseline gerapporteerd in 2015 is: activiteitenniveau van 2015 (1.100 ton) x intensiteit 2006 van 0,1 ton CO2 e / ton = 110 ton CO2 e.

De gemeten 100 ton die in 2015 werd uitgestoten, vertegenwoordigt dus een vermindering van 9% ten opzichte van de uitstoot in de operationele omstandigheden van 2006.

De baseline 2006 wordt jaarlijks herberekend. Ze wordt gedefinieerd als de CO2 e -emissies die we hadden mogen verwachten met de activiteitsvolumes van het rapporteringsjaar (nl. 2015) maar met de CO2 e -intensiteit van het referentiejaar 2006. Het resultaat voor elk jaar wordt uitgedrukt als een percentage ten opzichte van de berekende baseline 2006 voor de Groep die voor elk jaar van toepassing is.

De berekening van deze doelstelling omvat de volledig geconsolideerde operaties en activiteiten die deel uitmaken van de Groep op 31 december van elk rapporteringsjaar (tussen 2011 en 2015) en die ook deel uitmaakten van de Groep op 31 december 2010. De resultaten worden gerapporteerd op groepsniveau.

Doelstelling CO2 e-emissies

In 2015 bedroegen de CO2 e-emissies volgens de doelstellingsscope 639.843 ton. In 2006 bedroegen de CO2 e-emissies volgens de doelstellingsscope 641.727 ton. Voor de beoordeling van de vooruitgang ten opzichte van onze doelstelling werd dit CO2 e-emissieniveau genormaliseerd voor de activiteit van 2015 en bedroeg het 859.563 ton. Op het einde van 2015 hadden we de koolstofemissies dus met 26% verminderd ten opzichte van het referentiejaar 2006. Dit betekent dat we bij gelijkwaardige productieniveaus 26% minder CO2 -equivalenten hebben uitgestoten. Dit resultaat moet vergeleken worden met de vermindering van 25% die we eind 2014 hadden bereikt.

Dat we de doelstelling haalden, was te danken aan een combinatie van specifi eke, interne projecten en externe factoren. Energie-effi ciëntieprojecten, veranderingen in onze eigen brandstofmix en projecten voor een beter gebruik van onze productiecapaciteit waren sleutelfactoren in de vermindering van onze koolstofemissies. De grondstoffenmix speelde een belangrijke rol in de bepaling van de CO2 -emissies, want de recyclageprocessen voor sommige rest stromen vereisen minder energie en stoten lagere niveaus van CO2 -equivalenten uit dan voor andere reststromen. Het niveau van de Scope 2-emissies droeg eveneens bij tot de daling, dankzij een gemiddeld minder koolstofintensieve energiemix in de landen waar Umicore actief is, vooral in Europa.

Voor de vestigingen die op het einde van 2010 deel uitmaakten van Umicore bevonden de absolute CO2 -emissies op het einde van 2015 zich op hetzelfde niveau als in 2006, ondanks de productiestijging. De aanpassingen aan de activiteit om de vooruitgang te meten t.o.v. het streefdoel werden hierin niet meegerekend. (639.843 ton CO2 e in 2015 tegenover 641.727 ton CO2 e in 2006)

In 2012 hebben we energie-efficiëntieaudits uitgevoerd in de 25 sites die het sterkst bijdragen aan onze CO2 -emissies en meer dan 90% van de CO2 e- emissies voor hun rekening nemen. Deze audits hebben tot doel om opportuniteiten te identificeren om de energie-efficiëntie te verhogen en de CO2 e-emissies te verlagen. In dit proces werden meer dan 100 energie-efficiëntieprojecten geïdentificeerd die zowel de energie-intensiteit als de kosten kunnen verminderen. Er werden bijkomende audits uitgevoerd en projecten opgestart in sites met een lagere emissievoetafdruk. Verschillende van die projecten hebben een steentje bijgedragen aan de globale doelstelling voor het verminderen van de CO2 -emissies van de Groep en verhogen de efficiëntie en drukken de kosten op het niveau van de sites en de business units.

Absolute CO2 e-emissies

Gegevens van de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Absolute CO2
e-emissies (Scope 1+2)
ton 695.733 701.898 690.767 664.568 714.225

Gegevens van de business groups 2015

Energy & Surface Stopgezette Umicore
eenheid Catalysis Technologies Recycling activiteiten Group
Absolute CO2
e-emissies (Scope 1+2)
ton 94.588 209.475 281.835 127.908 714.225

Definitie van absolute CO2 e-emissies (Scope1+2) in de context van de Scope 1+2 rapportering voor broeikasgassen:

De absolute CO2 e-emissievolumes worden gerapporteerd op het niveau van de Groep en van de business groups. De CO2 e-emissie wordt berekend op basis van de definitie en de rapporteringsmethodologie van het broeikasgasprotocol (WBCSD en WRI, herziene editie 2004) voor Scope 1 en 2. Scope 2 omvat voor Umicore niet alleen aangekochte elektriciteit, maar ook stoom en perslucht die van derden (bv. industrieparken) worden aangekocht. CO2 e omvat de broeikasgassen CO2 , N2 O en CH4 voor scope 1 en belangrijke proces-emissies. Andere broeikasgassen zijn niet relevant in de activiteiten van Umicore. De scope 2-emissies houden enkel rekening met CO2 .

De WBCSD Chemical Sector Working Group on GHG Measurement and Reporting waaraan Umicore actief deelnam, heeft bijkomende richtlijnen opgesteld om de tekortkomingen in de GHG-rapportering op te lossen. Als actief lid van deze werkgroep heeft Umicore deze richtlijnen toegepast in de rapportering voor 2012. De publicatie van de richtlijnen voor de sector kan op de website van de WBCSD geraadpleegd worden (http://www.wbcsd.org/Pages/ EDocument/ EDocumentDetails.aspx?ID=15375&NoSearchContextKey=true).

Context: in 2011 paste Umicore een strikte implementatie toe van de herziene versie van het broeikasgasprotocol van 2004. Vanaf 2011 werden procesemissies gerapporteerd en in gevallen waarin tot 2010 'groene stroom' werd gerapporteerd met een CO2 -emissiefactor van 0 ton CO2 /MWh werd als standaardemissiefactor de gemiddelde koppelnet CO2 -factor voor elektriciteit gebruikt.

Om tot een duidelijke en stabiele CO2 e-rapportering te komen, werden in de rapportering van 2011 nog andere kleine correcties aangebracht. We hebben inspanningen geleverd om voor de sites duidelijke richtlijnen op te stellen om zo een gemeenschappelijke interpretatie en implementatie van de rapporteringsregels te garanderen. Deze wijzigingen aan de rapportering werden opgelegd met het doel een langdurige, accurate en reproduceerbare CO2 e-rapportering te ontwikkelen als basis voor de kwantitatieve doelstelling voor het verminderen van de CO2 e-emissies. Het nadeel van deze beslissing is dat er discontinuïteit optreedt tussen de gerapporteerde cijfers van 2011 en de cijfers van de vorige jaren in de absolute CO2 e-waarden (Scope1+2).

De Chemical Sector Guideline van de WBCSD zorgde voor een bijkomende wijziging van de rapporteringsrichtlijnen voor broeikasgasemissies. Die wijziging had voor 2012 een invloed op de rapportering van de absolute CO2 e-emissie.

E4 Energie

Gegevens van de Groep

De WBCSD Chemical Sector Working Group on GHG Measurement and Reporting waaraan Umicore actief deelnam, heeft bijkomende richtlijnen opgesteld om de tekortkomingen in de GHGrapportering op te lossen. Als actief lid van deze werkgroep heeft Umicore deze richtlijnen toegepast in de rapportering voor 2012. De publicatie van de richtlijnen voor de sector kan op de website van de WBCSD geraadpleegd worden.

Door de aanbevelingen van deze richtlijn te volgen, is er een discontinuïteit ontstaan tussen de cijfers voor energieverbruik van 2011 en 2012, waardoor de vergelijking van het energieverbruik minder zinvol wordt. Het effect is ongeveer 300 terajoule in de business unit Energy & Surface Technologies.

In het kader van onze duurzaamheidsdoelstellingen voor de periode 2006-2010 werden er energieeffi ciëntieprojecten ingevoerd in de belangrijkste sites. Bovenop deze duurzaamheidsprojecten werden er bijkomende energie-effi ciëntieprojecten bepaald tijdens de evaluaties in 2011 en 2012. Kleinere projecten die beperkte investeringen vragen, maar ook een beperkte impact hebben, konden meteen worden geïmplementeerd. Er werden al enkele belangrijke projecten geïmplementeerd en er komen ook meer en meer kleinere projecten op gang.

Gegevens van de business groups 2015

eenheid Catalysis Energy & Surface
Technologies
Recycling Stopgezette
activiteiten
Umicore
Group
Energieverbruik terajoule 932 2.518 2.680 1.677 7.816

De belangrijkste energie-efficiëntieprojecten werden gerealiseerd in de sites te Hoboken en Olen in het kader van het Vlaamse Convenant Energiebenchmarking, die de twee sites eind 2003 ondertekenden. Het type grondstoffen dat de business group Recycling verwerkt, speelde eveneens een rol. We ontvangen nu grotere volumes materialen – voornamelijk primaire grondstoffen – waarvan de verwerking minder energie vergt.

Het indirecte energieverbruik van primaire energiebronnen (aangekochte elektriciteit, stoom en perslucht) voor de productiesites en de kantoorgebouwen bedroeg 2.866 terajoule. Het directe energieverbruik van primaire energiebronnen (stookolie, diesel, aardgas, LPG, steenkool en cokes) bedroeg 4.949 terajoule.

E5 Waterverbruik

Gegevens van de Groep

Het waterverbruik wordt gedefi nieerd als het totale volume water, uitgedrukt in duizend m³/jaar afkomstig van leidingwater, grondwaterputten, oppervlakte- en regenwater. Grondwaterextractie voor saneringsdoeleinden en koelwater dat naar het oorspronkelijke waterlichaam wordt afgevoerd, worden niet meegerekend.

Het totale waterverbruik van de Groep steeg licht van 4.645.000 m³ in 2014 tot 4.904.000 m³ in 2015. Dit was hoofdzakelijk te wijten aan een groei van de activiteit in de vestiging van Olen (België, Energy & Surface Technologies en Group R&D).

Gegevens van de business groups 2015

2011 2012 2013 2014 2015

eenheid Catalysis Energy & Surface
Technologies
Recycling Stopgezette
activiteiten
Umicore
Group
Waterverbruik duizend m3 559 2.041 1.706 598 4.904

E6 Producten en materialen

Gegevens van de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Duurzaamheidsanalyse producten aantal 3 7 6 7 0

In de voorbije vijf jaar hebben Groep O&O en Corporate EHS een specifieke methodologie ontwikkeld om de duurzaamheid van onze producten en diensten te beoordelen. Deze methodologie wordt 'Assessment of Product (and services) Sustainability' (APS) genoemd. De methodologie omvat een instrument dat bestaat uit een reeks vooraf gedefi nieerde vragen en antwoorden met score- en wegingsfactoren, gegroepeerd rond acht thema's. In 2011 voerde een team van R&D, EHS en experten uit de business units drie proefevaluaties uit om de werkbaarheid van APS te controleren.

Het was de bedoeling om tussen 2012 en 2015 elk jaar zes producten of diensten te testen, waarbij elke business unit er twee levert voor het onderzoek.

De 23 gevallen die we in de periode 2011-2014 beoordeelden, omvatten producten en diensten die in nichemarkten worden aangeboden, 'vlaggenschip' producten en -diensten en producten in ontwikkeling. Tegen het einde van 2014 vertegenwoordigde het aantal producten en diensten dat met deze methodologie was gescreend 18% van de inkomsten van Umicore. In 2015 zetten we onze kennis over duurzaamheid en de levenscycli in als input in de ontwikkeling van de duurzaamheidsdoelstellingen van Horizon 2020.

Umicore volgt nauwgezet alle interpretatiewijzigingen op, evenals begeleidende documenten die een impact kunnen hebben op haar REACHimplementatiestrategie. Umicore is actief betrokken bij werkgroepen van sectorale groeperingen om ervoor te zorgen dat er een consistente benadering wordt gehanteerd en dat de metaalspecifieke aspecten duidelijk zijn voor regulatoren en bedrijven.

In het kader van REACH en van het regelmatige onderhoudsplan werden in 2015 zo'n 20 REACH-dossiers geüpdatet met nieuwe informatie over de samenstelling, het gebruik of het Chemische veiligheidsverslag. Vier daarvan werden op verzoek van ECHA geüpdatet en aangevuld met bijkomende studieresultaten. Er werden ook zes nieuwe registraties ingediend.

Hoewel de regelgeving in de toekomst nog kan veranderen, komen slechts enkele van de stoffen die we vandaag gebruiken voor op de kandidaatlijst voor mogelijke REACH-autorisatie. De verkochte producten die deze stoffen bevatten, vertegenwoordigen in totaal minder dan 0,5% van Umicore's inkomsten. De opname van een stof in de REACH 'Kandidaatlijst' is een eerste stap om deze stof aan een robuuste en gedetailleerde wetenschappelijke risicobeoordeling te onderwerpen die zal bepalen of de stof verder mag worden gebruikt of moet worden vervangen als er economisch en technisch haalbare alternatieven voor deze stof bestaan.

Umicore heeft de implementatie van een nieuwe toepassing voor Safety Data Sheets voltooid. De nieuwe database bevat 3.900 producten en beschikt over Safety Data Sheets in 41 talen voor 130 landen.

Materialeneffi ciëntie

GEBRUIKTE MATERIALEN UMICORE

Primaire grondstoffen Secundaire grondstoffen Materialen aan het einde van hun levensduur Primaire grondstoffen zijn grondstoffen die een directe relatie hebben met hun eerste levensduur, met uitsluiting van stromen van bijproducten.

Secundaire grondstoffen zijn bijproducten van primaire materiaalstromen.

Materialen op het einde van hun levensduur zijn materialen die het einde van hun eerste levenscyclus hebben bereikt en na recyclage aan een tweede, derde … leven zullen beginnen.

Als de oorsprong van de materialen niet gekend is, worden ze standaard als primaire materialen beschouwd. De ingezamelde gegevens worden uitgedrukt in totaal aantal ton inkomend materiaal.

In 2015 was 48% van de inkomende materialen van Umicore van primaire oorsprong. 52% van de materialen was afkomstig van recyclage of van secundaire oorsprong. Deze niveaus zijn vergelijkbaar met die van 2014.

E7 Afval

Gegevens van de Groep

Afval wordt gedefi nieerd als het totale volume gegenereerd afval, uitgedrukt in ton/jaar.

De recyclagegraad is de verhouding tussen de hoeveelheid afval dat door derden wordt gerecupereerd (inclusief het afval dat als energie wordt gerecupereerd door middel van verbranding) en de totale hoeveelheid afval.

Het onderscheid tussen gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval wordt gemaakt op basis van de lokale regelgeving voor de regio waar de rapporterende entiteit is gevestigd.

In 2015 werd in totaal 72.664 ton afval gegenereerd in vergelijking met 76.810 ton in 2014, een daling van 5%.

Het totale volume gevaarlijk afval liep terug van 54.824 ton in 2014 tot 51.524 ton in 2015, een daling van 6%. Het recyclagepercentage van gevaarlijk afval bleef 8%, hetzelfde als in 2014.

Het totale volume niet-gevaarlijk afval daalde lichtjes van 21.986 ton in 2014 tot 21.140 ton in 2015. Er werd in totaal 56% niet-gevaarlijk afval gerecycleerd in 2015, in vergelijking met 60% in 2014.

Gegevens van de business groups 2015

Energy & Surface Stopgezette Umicore
eenheid Catalysis Technologies Recycling activiteiten Group
Totale afvalproductie ton 3.995 27.189 33.110 8.370 72.664
Gevaarlijk afval ton 2.252 18.094 26.940 4.237 51.524
waarvan gerecycleerd % 11,12 1,34 4,30 55,67 7,78
Ongevaarlijk afval ton 1.743 9.095 6.170 4.132 21.140
waarvan gerecycleerd % 48,34 24,19 93,36 74,90 56,28

E8 Historische vervuiling

Actief meewerken aan het beheer en de behandeling van risico's die het gevolg zijn van activiteiten in het verleden is een integraal onderdeel van de Umicore Way. In de voorbije tien jaar heeft het proactieve programma van Umicore voor de evaluatie en, waar nodig, de sanering van bodem- en grondwatervervuiling een aanzienlijke vooruitgang gemaakt. In dit hoofdstuk bespreken we de belangrijkste lopende programma's en de vooruitgang die in 2015 werd gemaakt.

België

Context: Op 23 april 2004 ondertekende Umicore een overeenkomst met de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de minister van Leefmilieu van het Vlaams Gewest, waarbij het bedrijf zich ertoe verbond de volgende 15 jaar Ð 62 miljoen te besteden aan de sanering van de historische vervuiling in vier Vlaamse vestigingen – waarvan er twee, Balen en Overpelt, nu behoren tot Nyrstar, een activiteit die door Umicore in 2007 werd verkocht.

Activiteiten in 2015: In Hoboken werd met de bevoegde autoriteiten een overeenkomst gesloten om de opslagfaciliteit op de site uit te breiden, zodat de saneringswerken (afgraving) op de site kunnen worden hervat. Het definitieve actieplan voor de sanering van het grondwater werd voltooid en bij de overheid ingediend ter goedkeuring.

Het actieve programma voor grondwatersanering op de site in Olen, dat in 2007 werd opgestart, werd voortgezet in 2015.

Umicore werkte verder aan andere acties zoals voorzien in de overeenkomst, onder meer het verwijderen van zinkas van alle privéopritten in een perimeter van 9 km zoals voorzien in de overeenkomst. Deze werkzaamheden werden voltooid in 2015 en het afgegraven materiaal wordt veilig opgeslagen in de fabriek van Nyrstar in Balen.

In 2014 hebben Umicore en de bevoegde overheden een overeenkomst gesloten om de periode voor de uitvoering van de noodzakelijke risicoverminderingsmaatregelen in de perimeter van 9 km met 5 jaar te verlengen. De overeenkomst bevat ook een belangrijke clausule waarmee Umicore en de overheid de sanering van de site in Bocholt, een voormalige arseenfabriek die in het begin van de jaren 1970 werd gesloten, zullen aanpakken.

Frankrijk

In Viviez heeft Umicore het grootschalige saneringsprogramma voortgezet dat in 2011 werd opgestart. Het project bestaat hoofdzakelijk uit het verwijderen, inert maken en veilig opslaan van meer dan één miljoen m³ vervuilde grond en afval. Eind 2015 was er 1.213.000 m³ vervuilde grond en afval verwijderd en behandeld. We verwachten dat het project voltooid zal zijn in 2016.

VS

Op de voormalige mijnsite in Colorado werd de sanering van het drainagewater verdergezet. Het bedrijf onderzoekt andere technologieën om de metaalconcentraties in het afval te verminderen en zo het volume vast afvalmateriaal te beperken.

Er zal een nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallatie worden gebouwd om te kunnen beantwoorden aan de nieuwe, strengere lozingslimieten, terwijl de operationele kosten zullen dalen.

Na de sluiting van de kobaltactiviteit in de Maxton-fabriek in North Carolina werd bodem- en grondwatervervuiling vastgesteld. Umicore startte met een vrijwillig saneringsprogramma in samenwerking met de autoriteiten. Op basis van een modelstudie wordt verwacht dat dit project tot 2030 zal duren.

Brazilië

Tijdens de milieurisicobeoordeling die werd uitgevoerd na de aankoop werd op de site van Guarulhos in Brazilië grondwatervervuiling vastgesteld.

Deze historische vervuiling dateert van voor de aankoop van deze activiteit door Umicore in 2003. Na het eerste onderzoek trof Umicore onmiddellijk maatregelen om de uitbreiding van de vervuiling naar de naburige gebieden te stoppen door de installatie van een hydraulische barrière, die nu sinds 2011 volledig operationeel is. Ter plaatse werden doelgerichte pompsystemen in werking gesteld om de sanering te versnellen. Beide systemen (dubbele fase en venting) hebben hun effi ciëntie bewezen, gezien de hoeveelheid vervuilde massa die tot nu toe werd verwijderd. Verder heeft Umicore de impact van de historische vervuiling op de gebieden buiten de fabriek geëvalueerd en werkt de onderneming met de plaatselijke overheden aan de ontwikkeling van een saneringsprogramma en de implementatie van bepaalde voorzorgsmaatregelen voor de lokale gemeenschap, waaronder een nieuwe locatie voor de school.

E9 Naleving van de regelgeving en beheersysteem

Gegevens van de Groep

De normoverschrijding is de verhouding tussen het totale aantal overschrijdingen en het totale aantal uitgevoerde metingen. Een overschrijding is een monitoringresultaat dat een drempelwaarde overschrijdt zoals vastgelegd in een vergunning, richtlijn of een andere wettelijke norm.

Het totale aantal metingen is het totale aantal metingen van de milieu-impact die vereist zijn door de uitbatingsvergunning, de milieuvergunning of een vergelijkbare norm in de regio waar de rapporterende entiteit actief is. Het totale aantal betekent het totale aantal staalnames vermenigvuldigd met het aantal parameters per staalname.

Gegevens van de business groups 2015

Energy & Surface Stopgezette
eenheid Catalysis Technologies Recycling activiteiten Umicore Group
Metingen met
limietoverschrijding
aantal 16 7 28 622 673
Normoverschrijding % 0,11 0,04 0,27 1,65 0,81

In 2015 werden ongeveer 83.000 milieumetingen uitgevoerd in alle industriële sites van Umicore, ten opzichte van ongeveer 86.000 het voorgaande jaar.

Deze daling is hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat de vestiging van Sancoale (India, Discontinued Operations) de Groep heeft verlaten en aan de daling van de metingsfrequenties- en parameters in veel individuele vestigingen. Het aantal metingen dat niet aan de wettelijke vereisten of de vergunningen voldeed, is zeer klein en daalde nog verder tot 0,81% voor de Groep, tegenover 0,93% in 2014.

Drie van de 65 productiesites zijn vrijgesteld van de implementatie van een gecertificeerd milieubeheersysteem. Het verkrijgen van die vrijstelling is gebaseerd op een strikte procedure die bevestigt dat deze sites geen significante milieu-impact hebben en dat de implementatie van een dergelijk systeem derhalve geen toegevoegde waarde zou hebben. Van de 62 resterende industriële sites hebben er 57 een ISO 14001-gecertificeerd milieubeheersysteem geïmplementeerd. Drie van de vijf resterende sites zijn overnames die in 2015 in de rapportering van Umicore werden opgenomen en de implementatie van een milieubeheersysteem plannen tegen 2018. De twee overige resterende sites plannen de implementatie van een milieubeheersysteem in 2016/17. Alle belangrijke sites met een significante milieu-impact beschikken al vele jaren over een ISO 14001-certificering.

In totaal ontving Umicore 25 milieuklachten in 2015. Het ging vooral om geluidsoverlast en geurhinder. 15 van de klachtendossiers werden intussen al afgesloten.

E10 Biodiversiteit

Gegevens van de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Sites die mogelijk een impact kunnen hebben
op een gebied met hoge biodiversiteitswaarde
aantal 11 15 16 16 15

De biodiversiteitsindicator geeft aan hoeveel sites er actief zijn in of naast een gebied dat door regionale, nationale autoriteiten of internationale conventies als een gebied met hoge biodiversiteitswaarde wordt erkend.

Umicore is van mening dat haar huidige activiteiten slechts een geringe nadelige invloed hebben op de biodiversiteit van de omgeving van de sites. De historische vervuiling veroorzaakt door activiteiten in het verleden wordt aangepakt met gerichte projecten voor bodem- en grondwatersanering (zie toelichting E8).

Vijftien sites rapporteerden dat ze dicht bij een gebied opereren dat als een gebied met kwetsbare biodiversiteit is geclassificeerd.

Het beleid van Umicore bepaalt dat er bij alle belangrijke investeringen, overnames en transfers van gronden een gedetailleerde milieu-impactbeoordeling wordt uitgevoerd.

Sociale verklaringen

Inhoud

Sociale kerncijfers 136
Toelichtingen bij de sociale kerncijfers 136
S1 Reikwijdte van de sociale verklaringen 136
S2 Personeel 137
S3 Ontwikkeling van medewerkers 140
S4 Aantrekkelijke werkgever 141
S5 Verantwoordelijkheid tegenover de lokale gemeenschap 142
S6 Werknemersrelaties 143
S7 Gedragscode 144
S8 Duurzame aankopen 144
S9 Gezondheid op het werk 147
S10 Veiligheid op het werk 149

Sociale kerncijfers

eenheid toelichting 2011 2012 2013 2014 2015
Personeelsbestand (geconsolideerde
ondernemingen) aantal S2 14.572 14.438 14.057 14.074 13.730
Tijdelijke contracten % personeelsbestand S2 4,77 4,21 3,42 3,62 3,91
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer uren/werknemer S3 51,94 50,72 45,18 45,59 45,06
Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben % personeelsbestand S3 87,16 91,80 95,65 95,82 95,97
Vrijwillige vertrekkers % personeelsbestand S4 3,84 3,20 3,33 3,42 3,35
Werknemers die in een site werken die een externe
erkenning hebben ontvangen in het kader van % personeelsbestand S4 52,64 68,31 72,63 69,66 69,25
aantrekkelijke werkgever
Donaties € duizend S5 1.751,02 1.759,18 1.612,80 1.409,35 1.219,38
Sites met extern communicatieplan % sites S5 59,70 62,69 63,24 50,00 52,24
Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond
of gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst % personeelsbestand S6 69,81 70,80 71,33 71,44 71,11
Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (1) % S9 5,2 4,3 2,6 1,8 2,3
Aantal werkgerelateerde aandoeningen aantal S9 22 20 14 21 12
Mensen met platina overgevoeligheid aantal S9 4 6 4 4 0
Dodelijke ongevallen aantal S10 0 0 0 2 0
Ongevallen met werkverlet aantal S10 60 49 35 37 47
Ongevallen met werkverlet contractors aantal S10 17 33 22 11 9
ongevallen/miljoen
Frequentiegraad ongevallen met werkverlet gewerkte uren S10 3,61 2,86 2,08 2,16 2,66
verloren dagen/duizend
Ernstgraad ongevallen met werkverlet gewerkte uren S10 0,11 0,11 0,10 0,94 0,12

(1) Verhouding tussen het aantal monitoringresultaten die Umicore's streefwaarde, die gedefi nieerd werd voor relevante gevaarlijke stoffen, overschrijden en het totaal aantal monitoringresultaten.

Toelichtingen bij de sociale kerncijfers

S1 Reikwijdte van de sociale verklaringen

In totaal zijn 115 geconsolideerde sites opgenomen in de sociale rapportering. De volgende nieuwe sites werden toegevoegd: Rayong (Thailand) waar een nieuwe productiesite voor Catalysis wordt gebouwd, twee verkoopkantoren werden opgestart in Parijs (Frankrijk) en Kuala Lumpur (Maleisië) tengevolge van de toekomstige verkoop van de zinkgerelateerde activiteiten. Een productiesite werd gesloten (Sancoale, India, Zinc Chemicals) en twee werden verkocht: Maxton (VS, Recycling) en de joint venture Solvicore met basis in Hanau (Duitsland). Element Six Abrasives sloot twee kantoren, in New York (VS) en Sao Paolo (Brazilië).

Vijfenveertig kleine sites (sites met minder dan 20 werknemers) werden vrijgesteld van de rapportering van de uitsplitsing van het aantal opleidingsuren volgens man/vrouw en per werknemerscategorie, van de rapportering van de status van het verbeteringsplan voor de doelstelling van aantrekkelijke werkgever en van een leer- en ontwikkelingsplan. Drie grotere sites die de Groep vervoegden in 2014 werden ook vrijgesteld van sociale rapportering, met uitzondering van de indicatoren verbonden aan het personeelsbestand.

De sites rapporteren gegevens over het volledige jaar voor de sociale indicatoren. De gegevens in verband met de vorderingen ten opzichte van de sociale doelstellingen worden in het derde kwartaal gerapporteerd en ook de acties die voor het vierde kwartaal zijn gepland, worden in deze rapportering opgenomen.

De voorgestelde indicatoren zijn gebaseerd op gegevens van volledig geconsolideerde bedrijven, tenzij anders vermeld. Onder de betreffende tabel of grafiek werd een opmerking geplaatst om de indicatoren aan te geven die in 2011 voor het eerst werden toegevoegd – ze hebben vooral betrekking op de rapporteringsreikwijdte voor de Vision 2015-strategie. Meer informatie over de vorderingen ten opzichte van deze doelstellingen vindt u in de terugblik door het management van pagina 8 tot 23. Meer informatie over de sociale beheerstrategie van Umicore is beschikbaar op onze website: http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/management-approach/social/Approach/

S2 Personeel

Gegevens voor de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Personeelsbestand (geconsolideerde
ondernemingen)
aantal 10.164 10.396 10.190 10.368 10.429
Personeelsbestand geassocieerde
ondernemingen
aantal 4.408 4.042 3.867 3.706 3.301
Mannelijke werknemers aantal 7.972 8.121 7.996 8.120 8.164
Vrouwelijke werknemers aantal 2.192 2.275 2.194 2.248 2.265
Voltijdse werknemers aantal 9.494 9.699 9.491 9.631 9.697
Deeltijdse werknemers aantal 670 697 699 737 732
Werknemers < 25 jaar aantal 718 675 603 584 544
Werknemers tussen 25 en 35 jaar aantal 2.796 2.968 2.909 3.000 3.026
Werknemers tussen 36 en 45 jaar aantal 2.749 2.753 2.646 2.721 2.663
Werknemers tussen 46 en 55 jaar aantal 2.951 2.982 2.937 2.916 2.984
Werknemers > 55 jaar aantal 950 1.018 1.095 1.147 1.212
Tijdelijke contracten % personeelsbestand 4,77 4,21 3,42 3,62 3,91

Personeelsbestand: aantal personeelsleden op de loonlijst van Umicore voor de volledig geconsolideerde bedrijven aan het einde van de periode.

Dit aantal omvat deeltijdse en tijdelijke werknemers maar geen werknemers met een geschorst contract, langdurig zieke werknemers en werknemers in onderaanneming.

Tijdelijk contract: Umicore-medewerkers met een tijdelijk contract die deel uitmaken van het personeel van de volledig geconsolideerde bedrijven.

Deeltijds: werknemers die minder ploegendiensten, werkdagen of werkuren presteren in het kader van vrijwillige arbeidsduurvermindering.

Regionale gegevens 2015

Noord Zuid Azië/ Umicore
eenheid Europa Amerika Amerika Oceanië Afrika Group
Personeelsbestand (geconsolideerde
ondernemingen)
aantal 6.694 857 692 1.877 309 10.429
Personeelsbestand geassocieerde
ondernemingen
aantal 976 21 444 1.220 640 3.301
Mannelijke werknemers aantal 5.379 655 507 1.435 188 8.164
Vrouwelijke werknemers aantal 1.315 202 185 442 121 2.265
Voltijdse werknemers aantal 5.989 841 692 1.866 309 9.697
Deeltijdse werknemers aantal 705 16 0 11 0 732
Tijdelijke contracten % personeelsbestand 5,44 0,70 0,43 1,86 0,00 3,91

Gegevens voor de business groups 2015

Energy & Surface Stopgezette Umicore
eenheid Catalysis Technologies Recycling activiteiten Corporate Group
Personeelsbestand
(geconsolideerde aantal 2.443 2.258 3.211 1.517 1.000 10.429
ondernemingen)
Personeelsbestand
geassocieerde ondernemingen aantal 168 936 0 508 1.689 3.301
Mannelijke werknemers aantal 1.918 1.799 2.622 1.231 594 8.164
Vrouwelijke werknemers aantal 525 459 589 286 406 2.265
Voltijdse werknemers aantal 2.333 2.099 2.967 1.443 855 9.697
Deeltijdse werknemers aantal 110 159 244 74 145 732
Tijdelijke contracten % personeels
bestand
6,75 3,28 2,49 4,35 2,30 3,91

Totaal aantal personeelsleden

Het totaal aantal personeelsleden daalde met 344 medewerkers tot in totaal 13.730. Voor de volledig geconsolideerde ondernemingen steeg het aantal personeelsleden met 61 medewerkers tot 10.429. De groei van het aantal personeelsleden deed zich vooral voor in de business groups Catalysis en Energy & Surface Technologies. Bij de geassocieerde ondernemingen daalde het aantal personeelsleden met 405 als gevolg van herschikkingen van de productie en door het feit dat twee geassocieerde ondernemingen verkocht werden.

Genderspreiding

Het aandeel vrouwen in de werknemerspopulatie van de volledig geconsolideerde ondernemingen bedroeg 21,7%. In de voorbije vijf jaar bleef dit percentage op een niveau van 21% tot 22%. Vrouwen zijn meer vertegenwoordigd in administratieve en commerciële functies dan in de industriële operaties. Er zijn aanzienlijke regionale verschillen: in België en Noord-Europa ligt het percentage vrouwen lager dan in de rest van de wereld.

Tijdelijke contracten

Het percentage tijdelijke contracten in de volledig geconsolideerde bedrijven steeg licht tot 3,91% in 2015.

Man/vrouw spreiding – senior managers

Hoewel het totale percentage vrouwelijke werknemers vrijwel stabiel is gebleven (zie hoger), is het percentage vrouwelijke managers geleidelijk aan gestegen van 18,7% in 2010 tot 22,2% in 2015. Ook het percentage vrouwen bij het senior management is gestegen van 6,4% in 2010 tot 9,5% in 2015.

Globaal overzicht van de sites en de werknemers

Productiesites Andere sites Aantal werknemers
Europa
Oostenrijk 1 135
België 7 (1) 2 (1) 2.999 (72)
Tsjechië 1 3
Denemarken 1 12
Frankrijk 5 2 783
Duitsland 6 (1) 2 (1) 2.131 (378)
Hongarije 1 5
Ierland (1) (400)
Italië 1 3 85
Liechtenstein 1 73
Luxemburg 2 10
Nederland 2 123
Noorwegen 1 59
Polen 1 2 76
Portugal 1 6
Rusland 1 6
Slovakije 1 43
Spanje 2 16
Zweden 1 (1) 1 40 (68)
Zwitserland 1 2 32
Turkije 1 3
Verenigd Koninkrijk 1 (1) 3 54 (58)
Azië/Oceanië
Australië 3 13
China 8 (4) 6 (1) 998 (1.038)
India 1 1 72
Japan 3 4 (1) 160 (10)
Maleisië 1 1 70
Filippijnen 1 78
Zuid-Korea 2 (1) 1 330 (168)
Taiwan 1 1 23
Thailand 3 133
Verenigde Arabische Emiraten (1) (4)
Noord-Amerika
Canada 3 235
Mexico 1 6
Verenigde Staten 8 3 (1) 616 (21)
Zuid-Amerika
Argentinië 1 53
Brazilië 3 639
Peru (1) (444)
Afrika
Zuid-Afrika 2 (1) 1 309 (640)
Totaal 68 (13) 52 (5) 10.429 (3.301)

De cijfers tussen haakjes betekenen 'waarvan geassocieerde en joint-ventureondernemingen'. Sites die zowel over productie-installaties als over kantoren beschikken (bv. Hanau, Duitsland) worden enkel als industriële site geclassifi ceerd.

S3 Ontwikkeling van medewerkers

Gegevens voor de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Sites die een lokaal plan ontwikkelen om de opleiding en
ontwikkeling van de werknemers te bevordereren
% sites 67,16 76,12 76,47 79,73 97,01
Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben % personeelsbestand 87,16 91,80 95,65 95,82 95,97
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer uren/werknemer 51,94 50,72 45,18 45,59 45,06
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - mannen uren/werknemer 53,20 51,75 45,82 48,09 45,32
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - vrouwen uren/werknemer 47,37 46,04 42,26 39,76 47,39
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer -
kaderpersoneel
uren/werknemer 61,84 64,15 41,41 37,18 34,24
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - andere
werknemerscategorieën
uren/werknemer 48,55 45,57 44,82 46,29 46,09

Opleidingsuren: gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer voor alle soorten opleidingen (formeel, training op de werkvloer, e-learning, enz.) die het bedrijf ondersteunt en die relevant zijn voor de business unit of het bedrijf. Het totale aantal opleidingsuren wordt gedeeld door het totale aantal werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven.

Regionale gegevens 2015

Noord Zuid Azië/ Umicore
eenheid Europa Amerika Amerika Oceanië Afrika Group
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer uren/werknemer 37,93 42,54 95,64 56,88 23,23 45,06
Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben % personeelsbestand 98,67 94,80 97,30 85,54 100,00 95,97

Gegevens voor de business groups 2015

eenheid Catalysis Energy &
Surface
Technologies
Recycling Stopgezette
activiteiten
Corporate Umicore
Group
Gemiddeld aantal opleidingsuren
per werknemer
uren/werknemer 46,20 55,12 42,06 40,28 37,13 45,06
Werknemers die een jaarlijkse
evaluatie hebben
% personeelsbestand 94,04 89,11 99,97 93,27 100,00 95,97

Opleidingsuren

In 2015 bedroeg het gemiddelde aantal opleidingsuren per werknemer 45,06 uur. Dit was in lijn met het gemiddelde aantal opleidingsuren in 2013 en 2014. In 2011 en 2012 was het gemiddelde hoger onder invloed van het grotere aantal nieuwe aanwervingen en de start van nieuwe operationele activiteiten.

Uit de gegevens blijkt dat managers minder uren opleiding krijgen (34,2 uur) dan andere medewerkers (46,1 uur). In 2013 werd het Learning Management System gelanceerd voor alle managers wereldwijd en voor andere medewerkers in België en Duitsland. In 2014 werd het systeem toegankelijk gemaakt voor alle medewerkers in Noord- en Zuid-Amerika. In 2015 werd het verder uitgerold naar extra sites en op het einde van 2015 bereikt het systeem ongeveer 85% van alle werknemers.

Jaarlijkse evaluatie

In 2015 heeft bijna 96% van alle werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven minstens één keer per jaar een evaluatiegesprek om hun ontwikkeling te bespreken.

S4 Aantrekkelijke werkgever

Gegevens voor de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Sites die een lokaal plan ontwikkelen aangaande aantrekkelijke
werkgever
% sites 70,15 76,12 82,35 81,08 95,52
Vrijwillige vertrekkers - ratio % personeelsbestand 3,84 3,20 3,33 3,42 3,35
Vrijwillige vertrekkers - mannen aantal 287 251 253 273 280
Vrijwillige vertrekkers - vrouwen aantal 96 81 89 80 69
Vrijwillige vertrekkers anciënniteit < 3 jaar aantal 222 214 217 209 202
Vrijwillige vertrekkers anciënniteit > 3 jaar aantal 161 118 125 144 147
Werknemers die in een site werken die een externe erkenning
hebben ontvangen in het kader van aantrekkelijke werkgever
% personeelsbestand 52,64 68,31 72,63 69,66 69,25
Externe erkenningen ontvangen in het kader van aantrekkelijke
werkgever
aantal 18 31 33 34 30

Vrijwillig vertrek: aantal werknemers dat het bedrijf uit vrije wil verlaat (exclusief pensionering en afloop van een contract van bepaalde duur). Dit cijfer heeft betrekking op de werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven.

Externe erkenning als aantrekkelijke werkgever: externe erkenningen of awards die de reputatie van de site of van Umicore als aantrekkelijke werkgever versterken.

Gegevens voor de business groups 2015

Energy & Surface Stopgezette Umicore
eenheid Catalysis Technologies Recycling activiteiten Corporate Group
Vrijwillige vertrekkers - ratio % personeelsbestand 4,28 5,23 1,91 2,52 2,87 3,35

Vrijwillig vertrek

In de voorbije vijf jaar lag het percentage medewerkers dat het bedrijf vrijwillig verliet tussen 3,2 en 3,8. De 3,35% voor 2015 valt binnen dit bereik. Net als de voorbije jaren stellen we belangrijke regionale verschillen vast. Azië Pacific rapporteert het hoogste percentage personeelsverloop (8,8%) en Europa (1,6%) het laagste. Het hoge personeelsverloop in Azië Pacific beperkt zich niet tot Umicore en kan worden verklaard door de zeer concurrentiële en beweeglijke arbeidsmarkt in bepaalde groeilanden.

Vrijwillig vertrek – man/vrouw en anciënniteit

19,8% van de werknemers die het bedrijf vrijwillig verlieten, zijn vrouwen. Dat cijfer ligt iets lager dan het percentage vrouwen (21,7%) in het personeelsbestand van de volledige geconsolideerde bedrijven. 57,9% van de medewerkers die het bedrijf vrijwillig verlieten in 2015 deed dat in de eerste drie dienstjaren.

Externe erkenning

Umicore stimuleert de sites om externe erkenning te verwerven als aantrekkelijke werkgever. In sommige landen waar Umicore veel werknemers telt, worden door externe instanties de beste werkgevers verkozen. Zo'n positie verhoogt sterk de zichtbaarheid en de erkenning van de winnaars, vooral in Europa. Alle sites in België, Frankrijk, Brazilië en de grootste sites in Duitsland verkregen nationale erkenning als Beste Werkgever. Veel sites van Umicore zijn klein tot middelgroot en hun inspanningen om als aantrekkelijke werkgever te worden erkend, zijn beperkt tot de lokale stad of regio, waar zelden officiële erkenningsprogramma's worden georganiseerd. In deze gevallen is de erkenning vaak afkomstig van lokale verenigingen, zoals sectorgroeperingen of een lokale krant. In totaal is 69% van de medewerkers actief in een site die in 2015 formele externe erkenning kreeg.

Resultaten personeelsenquête

Umicore organiseert regelmatig een wereldwijde personeelsenquête om personeelsleden hun mening te kunnen laten geven. In 2014 werd opnieuw een wereldwijde enquête georganiseerd. In 2015 implementeerden alle sites actieplannen op basis van de feedback van de enquête om de betrokkenheid en het welzijn van de werknemers verder te verbeteren.

S5 Verantwoordelijkheid tegenover de lokale gemeenschap

Gegevens voor de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Sites die een lokaal plan ontwikkelen aangaande lokale
gemeenschap
% sites 57,58 60,82 65,69 74,31 99,03
Totaal donaties € duizend 1.751,02 1.759,18 1.612,80 1.409,35 1.219,38
Geldelijke donaties € duizend 1.568,80 1.514,60 1.373,82 1.103,47 1.034,91
Donaties in natura € duizend 104,97 159,98 152,27 200,88 135,11
Werknemers vrijgemaakte tijd € duizend 77,24 84,60 86,71 104,99 49,36
Sites die een extern communicatieplan hebben ontwikkeld % sites 59,70 62,69 63,24 50,00 52,24

Van elke business unit wordt verwacht dat het in zijn jaarlijkse budget voldoende donaties en sponsoring opneemt om het programma voor engagement ten opzichte van de lokale gemeenschap van de site te ondersteunen. Als richtlijn zou dit budget een bedrag moeten zijn dat overeenstemt met een derde van een procent van de gemiddelde jaarlijkse recurrente geconsolideerde EBIT van de business units (exclusief geassocieerde bedrijven) van de voorbije drie jaar.

Sinds 2009 zijn de donaties onderverdeeld in fi nanciële donaties, donaties in natura en tijd van de medewerkers. De donaties op Groepsniveau worden gecoördineerd door een Comité dat rapporteert aan de Gedelegeerd Bestuurder.

Regionale gegevens 2015

eenheid Europa Noord
Amerika
Zuid
Amerika
Azië/
Oceanië
Afrika Umicore Group
Totaal donaties € duizend 931,04 129,94 63,77 70,74 23,89 1.219,38

Gegevens voor de business groups 2015

Energy & Surface Stopgezette
eenheid Catalysis Technologies Recycling activiteiten Corporate Umicore Group
Totaal donaties € duizend 222,08 183,33 292,62 49,37 471,99 1.219,38

Donaties

In 2015 droeg Umicore in totaal € 1.219.000 bij aan donaties. Voor de business units is het totale bedrag van € 747.000 in lijn met de richtlijn van ongeveer een derde van een procent van hun gemiddelde jaarlijkse recurrente geconsolideerde EBIT over de voorbij drie jaar. Er werden nog bijkomende donaties op groepsniveau geschonken voor een bedrag van € 472.000.

De donaties van de business units gaan hoofdzakelijk naar goede doelen in de buurt van de sites en dit ter ondersteuning van de lokale gemeenschap. Sommige hoofdkantoren van business units ondersteunen echter ook goede doelen in andere continenten. Op Groepsniveau hebben de donaties een wereldwijd bereik. In 2015 gingen de Groepsdonaties voornamelijk naar steun voor twee grote educatieve projecten van UNICEF in Madagascar en in India, naar vier projecten die werden gecoördineerd door Ondernemers voor Ondernemers (in de Filippijnen, Cambodja, Democratische Republiek Congo en Togo) en naar steun voor duurzame mobiliteitsprojecten van studenten.

Externe communicatie

52% van de sites beschikt over een extern communicatieplan om op een adequate manier contacten te onderhouden met de lokale gemeenschap. Naargelang de omvang van de activiteiten en de link met de lokale gemeenschap bestaan die communicatieplannen uit nieuwsbrieven, publieke informatievergaderingen, vergaderingen met de lokale autoriteiten, fabrieksbezoeken voor de lokale gemeenschap en persberichten voor de lokale media.

S6 Werknemersrelaties

Gegevens voor de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Werknemers vertegenwoordigd door een
vakbond of gedekt door een collectieve
arbeidsovereenkomst
% personeelsbestand 69,81 70,80 71,33 71,44 71,11

Regionale gegevens 2015

eenheid Europa Noord
Amerika
Zuid
Amerika
Azië/
Oceanië
Afrika Umicore
Group
Werknemers vertegenwoordigd door een
vakbond of gedekt door een collectieve
arbeidsovereenkomst
%
personeelsbestand
86,44 8,17 93,35 39,53 55,66 71,11

Gegevens voor de business groups 2015

eenheid Catalysis Energy & Surface
Technologies
Recycling Stopgezette
activiteiten
Corporate Umicore
Group
Werknemers vertegenwoordigd door
een vakbond of gedekt door een
collectieve arbeidsovereenkomst
% personeels
bestand
60,79 56,38 83,71 79,30 76,70 71,11

Vakbonden en collectieve arbeidsovereenkomst

In totaal is 71,1% van de Umicore-werknemers lid van een vakbondsorganisatie en/of wordt over hun loonniveau onderhandeld via een collectieve overeenkomst. Regionaal zijn er grote verschillen in de vakbondsvertegenwoordiging, die het grootst is in Zuid-Amerika en Europa en het kleinst in Noord-Amerika en Azië Pacific.

Akkoord voor Duurzame Ontwikkeling

In 2007 ondertekende Umicore een Akkoord voor Duurzame Ontwikkeling met de Internationale vakbond IndustriALL, dat in 2015 werd hernieuwd voor een periode van vier jaar. In dit akkoord verbindt Umicore zich tot een aantal principes, zoals het verbod op kinder- en gedwongen arbeid, erkenning van het recht van haar werknemers om zich te organiseren en deel te nemen aan de collectieve onderhandelingen.

Alle sites worden jaarlijks intern doorgelicht. Uit deze doorlichting bleek dat geen enkele site van Umicore een specifiek risico loopt om een inbreuk te plegen op één van de principes van dit akkoord.

S7 Gedragscode

In 2011 organiseerde Umicore voor het eerst een systematische rapportering over problemen in verband met de gedragscode in de hele Groep. In 2015 werden in totaal 19 gevallen gerapporteerd, waarbij in totaal 22 werknemers betrokken waren. De acties die werden ondernomen, varieerden van een waarschuwingsbrief tot ontslag.

S8 Duurzame aankopen

Gegevens van de business groups 2015

Directe en indirecte aankoop Indirecte
aankoop
eenheid Catalysis Energy & Surface
Technologies
Recycling Stopgezette
activiteiten
Corporate(2)
Leveranciers (1) die het charter
voor duurzame aankoop hebben
goedgekeurd
%
leveranciers
75 84 91 91 81

(1) Van de leveranciers naar wie Umicore het Charter voor duurzame aankopen heeft verzonden (alleen de belangrijkste leveranciers van elke business unit). (2) Corporate omvat het departement Procurement & Transportation en UMS Taiwan

Charter voor duurzame aankopen

In de loop van 2015 gingen onze aankoopcentra en business units verder met de selectie van de belangrijkste leveranciers op basis van criteria zoals omvang, geografische locatie en het type aangeboden producten of diensten (en hun kritisch belang voor de werking van een Umicore-entiteit).

De geselecteerde ondernemingen telden heel wat leveranciers van goederen en diensten en ook een aantal leveranciers van grondstoffen. In totaal werden 1.336 leveranciers uitgenodigd om het charter te onderschrijven, tegenover 1.226 op het einde van 2014. Tegen het einde van 2015 had 83% van deze 1.336 leveranciers formeel bevestigd de voorwaarden van het charter te zullen naleven.

LEVERANCIERS' SCORE IN DE ECOVADIS EVALUATIE

Evaluatie van de leveranciers

Naast de toepassing van het charter worden de prestaties van specifi eke leveranciers op het gebied van duurzaamheid geëvalueerd door Ecovadis.

In 2015 stelden de aankoopteams een lijst van 47 leveranciers voor CSR-evaluatie op. De selectie van die leveranciers was gebaseerd op de bovenvermelde risicobeoordeling met betrekking tot kritische afhankelijkheid, geografi sche aanwezigheid en uitgaven aan deze leveranciers.

Gemiddelde score van de geëvalueerde leveranciers per thema – gegevens voor de Groep 2015

Group
Leefmilieu 45
Arbeidspraktijken en mensenrechten 45
Zakelijke integriteit 41
Bevoorradingsketen 36
Totaal 43

Van de 47 geselecteerde leveranciers hebben er 7 de vragenlijst niet ingevuld of het evaluatieproces niet afgewerkt. Van de 40 ontvangen scorekaarten behaalden 22 bedrijven een score tussen 25 en 44, wat betekent dat ze basismaatregelen hebben genomen voor thema's in verband met duurzaamheid. Slechts 1 bedrijf kreeg een score van 20, wat een hoog risico op problemen in verband met duurzaamheid inhoudt. 14 bedrijven behaalden een globale score tussen 45 en 64, wat betekent dat ze over 'een gepast duurzaamheidbeheersysteem' beschikken en 3 bedrijven kregen een nog hogere score omdat ze geavanceerde duurzaamheidpraktijken toepassen.

Sinds 2011 liggen de scores van de geëvalueerde leveranciers in 44% van de gevallen boven het huidige gemiddelde van de Ecovadis-gemeenschap, dat 42 bedraagt, wat betekent dat deze leveranciers in hun algemene zakelijke aanpak streven naar maatschappelijke verantwoordelijkheid.

In een nieuwe evaluatie door Ecovadis in oktober 2015 behaalde de Umicore Group een score van 73, een bevestiging van de geavanceerde praktijken van de onderneming met een 'gestructureerde en proactieve aanpak van maatschappelijk verantwoord ondernemen, verbintenissen, beleidslijnen en tastbare acties rond belangrijke kwesties met gedetailleerde informatie over de implementatie en een signifi cante CSR-rapportering over de acties en prestatieindicatoren op dit gebied'. De stijging tegenover de score van 2013, die 67 bedroeg, vloeit voort uit de verbeteringen op het gebied van milieu en duurzaam aankopen.

Opleiding duurzame ontwikkeling en aankopen

Sinds 2011 is op het web en meer bepaald op het leerplatform 'My Campus' een leerinstrument voor alle werknemers beschikbaar om het bewustzijn rond duurzaam aankopen te bevorderen. In de loop van deze periode hebben 219 mensen de leermodule gevolgd.

Beleid inzake confl ictmineralen

In 2012 publiceerde de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) een definitieve richtlijn over conflictmineralen op basis van sectie 1502 van de Dodd-Frank Act. Deze richtlijn verplicht bedrijven die op de Amerikaanse beurs zijn genoteerd om te rapporteren of het tin, tantalium, wolfraam of goud in hun producten afkomstig is van de Democratische Republiek Congo of een aangrenzend land. Hoewel Umicore zelf niet onderworpen is aan de rapporteringsvereisten van de Dodd-Frank Act, gebruiken we deze regels als richtlijn voor onze activiteiten. In het kader hiervan werden onze Precious Metals Refining activiteiten in Hoboken en Guarulhos in 2015 door de London Bullion Market Association (LBMA) gecertificeerd als conflictvrije smelters voor hun activiteiten in het voorgaande jaar. De Jewellery & Industrial Metals activiteiten in Pforzheim, Wenen en Bangkok zijn tot 2016 gecertificeerd in het kader van het Chain of Custody-programma van de Responsible Jewellery Council (RJC). De sites in Guarulhos, Amsterdam, Pforzheim en Bangkok werden door de LBMA tevens geaccrediteerd als 'Good Delivery Refiners'. In 2014 slaagde de business unit voor de audit voor verantwoorde sourcing van platina van de RJC. Dankzij de RJC Chain of Custody en de LBMA Good Delivery accreditaties komen de betreffende sites in aanmerking om te worden opgenomen in de lijst van conflictvrije smelters van de EICC (Electronic Industry Citizenship Coalition).

Naast de bestaande beleidsverklaringen en charters zoals de Umicore Gedragscode, het Mensenrechtenbeleid en het Charter voor duurzaam aankopen heeft Umicore ook een specifiek beleid voor 'Verantwoorde wereldwijde bevoorradingsketen van mineralen uit conflictzones en zones met hoog risico'.

http://www.umicore.com/en/media/topics-of-interest/confl ict-minerals/

U vindt meer informatie over de relatie van Umicore met haar leveranciers in het onderdeel Relaties met belanghebbenden in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur op pagina 171 en in het overzicht door het management op pagina's 30 tot 32.

S9 Gezondheid op het werk

Alle geconsolideerde productiesites waarover Umicore operationele controle heeft, zijn opgenomen in het bereik van de rapportering over gezondheid op het werk. In vergelijking met 2014 werden de gegevens van twee sites niet meer gerapporteerd: Sancoale (India, Stopgezette activiteiten) en Maxton (USA, Recycling). Er zijn vier nieuwe sites bijgekomen: Wickliffe (VS, Energy & Surface Technologies); een tweede fabriek in Cheonan (Zuid-Korea, Energy & Surface Technologies); Tokoname (Japan, Catalysis) en Shirwal (India, Catalysis). Dat brengt het totale aantal rapporterende sites op 65.

We wijzen erop dat een aantal gegevens die in het jaarverslag 2014 werden gepubliceerd, in het jaarverslag 2015 herberekend werden als gevolg van de verbeterde analyse- en rapporteringsmethoden.

De informatie in deze toelichting heeft uitsluitend betrekking op Umicore-werknemers. Ze bevat geen gegevens over gezondheid op het werk bij de onderaannemers. Meer informatie over het beleid van Umicore inzake gezondheid op het werk vindt u op de website

http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/management-approach/social/Approach/

Gegevens van de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (1) % 5,2 4,3 2,6 1,8 2,3
Blootstellingsgraad lood (bloed) (2) % 1,4 0,5 0,9 1,0 0,8
Blootstellingsgraad arseen (urine) (2) % 2,2 1,4 1,6 1,1 1,3
Blootstellingsgraad kobalt (urine) (2) % 22,1 14,8 10,7 7,3 8,7
Blootstellingsgraad cadmium (bloed) (2) % 0,8 1,7 0,6 0,6 0,2
Blootstellingsgraad cadmium (urine) (2) % 1,5 3,0 1,0 0,6 1,1
Blootstellingsgraad nikkel (urine) (2) % 6 7 1 0,3 1,3
Mensen met platina overgevoeligheid aantal 4 6 4 4 0
Mensen met door lawaai veroorzaakt gehoorverlies aantal 9 4 3 5 2
Mensen met contactdermatitis aantal 2 2 2 2 3
Mensen met beroepsmatige asthma door andere producten aantal 0 1 0 0 1
Mensen met musculoskeletale aandoeningen aantal 11 7 5 14 7

(1) Verhouding tussen het aantal monitoringresultaten die Umicore's streefwaarde, die gedefi nieerd werd voor relevante gevaarlijke stoffen, overschrijden en het totale aantal monitoringresultaten.

(2) De blootstellingsratio voor een specifi ek metaal wordt gedefi nieerd als de verhouding tussen het aantal medewerkers van wie het biologische monitoringresultaat hoger ligt dan de drempelwaarde en het totale aantal blootgestelde werknemers. De drempelwaarden van Umicore zijn gebaseerd op de biologische blootstellingsindices van de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ref. 2011) en zijn minstens even streng als de bestaande wettelijk opgelegde limieten in de landen waar we actief zijn.

Umicore stelt zich tot doel om in 2015 voor elk blootgestelde werknemer een biomarker van blootstellingsconcentratie te bereiken die lager ligt dan de drempelwaarde van Umicore. De volgende drempelwaarden werden gedefinieerd:

Cadmium: 2 microgram per gram creatinine in urine en 0,5 microgram per 100 ml bloed. Lood: 30 microgram per 100 ml bloed.

Kobalt: 15 microgram per gram creatinine.

Arsenicum en nikkel: 30 microgram per gram creatinine. Platinazouten: geen nieuwe gevallen van overgevoeligheid voor platinazout.

Het aantal beroepsziekten is het aantal medewerkers met een beroepsziekte of met symptomen die aan het werk gerelateerd zijn en waarvan de diagnose tijdens deze rapporteringscyclus werd vastgesteld.

In 2015 werden in totaal 4.764 biologische monsters genomen van werknemers die op het werk zijn blootgesteld aan ten minste een van de bovenvermelde metalen (exclusief platinazouten). Het resultaat van 110 metingen lag hoger dan de interne drempelwaarde. Dit brengt het totale overschrijdingscijfer op 2,3% tegenover 1,8% in 2014, maar we blijven een fl ink stuk onder de 5,2% van 2011. Alle werknemers die op het werk aan metalen zijn blootgesteld, worden regelmatig gecontroleerd door een arbeidsgeneesheer.

Lood

Blootstelling aan lood op het werk is een potentieel gezondheidsrisico in de business groups Energy & Surface Technologies en Recycling. In totaal werd bij 12 van de 1512 werknemers die op het werk aan lood zijn blootgesteld een hogere waarde dan de drempelwaarde van 30μg/100ml gemeten. Dat brengt de overschrijdingsgraad voor blootstelling aan lood op 0,8%, een lichte daling ten opzichte van de 1,0% in 2014 en een stuk onder de 1,4% in 2011.

De meeste overschrijdingen werden genoteerd in de vestiging van Hoboken (België, Recycling). In drie gevallen werd Umicore opgeroepen de overschrijdingen aan de Belgische overheden uit te leggen.

Werknemers met te hoge gemeten waarden werden naar een andere werkplek overgeplaatst en worden verder opgevolgd door een arbeidsgeneesheer.

Arseen

Blootstelling aan arseen kan voorkomen in de business groups Energy & Surface Technologies en Recycling. In totaal had 1,3% van de 902 werknemers die aan arseen zijn blootgesteld te hoge waarden in het bloed in 2015, tegenover 1,1% in 2014 en 2,2% in 2001.

Kobalt

In totaal zijn 762 medewerkers op het werk blootgesteld aan kobalt, voornamelijk in de business group Energy & Surface Technologies. Het aantal werknemers waarvoor de drempelwaarde werd overschreden, bedroeg 66, i.e. een overschrijdingscijfer van 8,7%. Dit is een lichte stijging tegenover de 7,3% van 2014, maar een aanzienlijke daling tegenover de 22,1% van 2011.

De overschrijdingen in de business unit Cobalt & Specialty Materials daalde lichtjes van 37 in 2014 naar 32 in 2015. In de business unit Rechargeable Battery Materials is het aantal overschrijdingen echter gestegen van 15 in 2014 naar 34 in 2015. Die evolutie wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de aanzienlijke productiestijging. De business units voeren al vele jaren een beleid – inclusief biologische monitoring - om de blootstelling aan kobalt op het werk te verlagen. De business units ontwikkelen actieplannen om de blootstelling aan kobalt op de werkplaats de komende jaren aanzienlijk te verminderen.

Cadmium

Blootstelling aan cadmium op het werk is een potentieel gezondheidsrisico in de business groups Energy & Surface Technologies en Recycling. Cadmium in urine is een uitstekende biomarker voor levenslange blootstelling, terwijl het cadmiumgehalte in het bloed meer de recente blootstelling op het werk weergeeft. In 2015 waren in totaal 472 werknemers op het werk blootgesteld aan cadmium.

Bij vijf medewerkers werd een hoger urinair cadmiumgehalte gemeten dan de drempelwaarde. Dat brengt de overschrijdingsgraad op 1,1% ten opzichte van 0,6% in 2014 en 1,5% in 2011.

Er worden bijkomende technische maatregelen genomen om de blootstelling verder terug te dringen. Daarnaast worden er voorzorgsmaatregelen genomen, zoals de rotatie van medewerkers, een strikte naleving van het programma voor de bescherming van de ademhaling en persoonlijke hygiënemaatregelen om de blootstelling tot een minimum te beperken.

De overschrijdingsgraad voor cadmiumgehalte in het bloed bedroeg 0,2%.

Nikkel

In de business groups Energy & Surface Technologies en Recycling zijn werknemers die worden blootgesteld aan nikkel. In 2015 waren er in totaal 1.116 werknemers aan nikkel blootgesteld. In 2015 werd de drempelwaarde bij 15 van de blootgestelde werknemers overschreden, wat resulteerde in een overschrijdingsgraad van 1,3%, tegenover 0,3% in 2014 en 6% in 2011.

Deze stijging werd waarschijnlijk veroorzaakt door de hogere productievolumes in de business unit Rechargeable Battery Materials.

Platinazouten

In de business groups Catalysis en Recycling zijn werknemers blootgesteld aan platinazouten.

In 2015 waren er geen nieuwe gevallen van diagnose van overgevoeligheid voor platinazouten, boven op de vier gevallen die in 2014 werden vastgesteld. Alle medewerkers die aan platinazouten zijn blootgesteld, worden opgevolgd via een programma voor de verbetering van de gezondheid op het werk en worden regelmatig getest op allergie.

Andere gezondheidsrisico's op het werk

In 2015 hadden 3 werknemers een contactdermatitis, bij 2 werknemers werd gehoorverlies door industrieel lawaai vastgesteld en 7 werknemers ontwikkelden een musculoskeletale aandoening als gevolg van hun beroepsactiviteit. 1 werknemer ontwikkelde beroepsgebonden overgevoeligheid als gevolg van blootstelling aan organische solventen. Alle betrokkenen worden opgevolgd door een arbeidsgeneesheer en er werden maatregelen genomen om een verergering van hun toestand te voorkomen.

S10 Veiligheid op het werk

In totaal nemen 85 geconsolideerde sites deel aan de veiligheidsrapportering. In vergelijking met 2014 werden 2 sites aan de veiligheidsrapportering toegevoegd: Rayong (Thailand, Catalysis) en een tweede activiteit in Jiangmen (China, Energy & Surface Technologies). Bovendien nam Umicore ook kleinere commerciële sites op in de veiligheidscijfers. Meer informatie over het beleid van Umicore inzake veiligheid op het werk vindt u op de website http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/management-approach/social/Approach/.

De Umicore informatie in deze toelichting heeft uitsluitend betrekking op Umicore-werknemers. Ze bevat geen gegevens over arbeidsveiligheid bij de onderaannemers. Umicore streeft naar nul ongevallen met werkverlet tegen 2015.

Gegevens van de Groep

eenheid 2011 2012 2013 2014 2015
Dodelijke ongevallen aantal 0 0 0 2 0
Dodelijke ongevallen onderaannemers aantal 0 0 0 0 0
Ongevallen met werkverlet aantal 60 49 35 37 47
Ongevallen met werkverlet onderaannemers aantal 17 33 22 11 9
Frequentiegraad 3,61 2,86 2,08 2,16 2,66
Frequentiegraad contractors 5,50 10,06 5,76 2,91 2,05
Aantal verloren kalenderdagen aantal 1.771 1.897 1.726 16.122 2.134
Ernstgraad 0,11 0,11 0,10 0,94 0,12
Registreerbare ongevallen zonder werkverlet aantal 221 160 146 112 148
Frequentiegraad RI 13,3 9,3 8,7 6,5 8,4
Verhouding aantal sites zonder LTA/ totaal aantal
rapporterende sites
% 77 85 79 84 84
OHSAS 18001 gercertifi eerde sites % 30,0 32,0 32,8 40,0 36,6

Defi nitie

Defi nitie Umicore-werknemer: een personeelslid van het totale personeelsbestand van Umicore. Een Umicore-werknemer kan een voltijdse, deeltijdse of tijdelijke werknemer zijn.

Onderaannemer: een persoon die geen deel uitmaakt van het totale personeelsbestand van Umicore en die diensten verleent aan Umicore op één van haar sites volgens contractvoorwaarden.

Dodelijk ongeval: een werkgerelateerd ongeval met dodelijke afl oop.

Ongeval met werkverlet: een werkgerelateerd ongeval waarbij de werknemer niet kan werken gedurende meer dan één ploegendienst.

Registreerbaar letsel: een werkgerelateerd letsel dat leidt tot meer dan één eerstehulpbehandeling of tot een aangepast werkprogramma, ongevallen met werkverlet niet meegerekend.

Frequentiegraad: aantal ongevallen met werkverlet per miljoen gewerkte uren.

Ernstgraad: aantal verloren kalenderdagen als gevolg van een ongeval met werkverlet per duizend gewerkte uren. Ongevallen op de weg van en naar het werk zijn niet opgenomen in de veiligheidsgegevens.

Regionale gegevens 2015

eenheid Europa Noord
Amerika
Zuid
Amerika
Azië/
Oceanië
Afrika Umicore
Group
Ongevallen met werkverlet aantal 40 4 0 3 0 47

Gegevens van de business groups 2015

eenheid Catalysis Energy & Surface
Technologies
Recycling Stopgezette
activiteiten
Corporate Umicore
Group
Dodelijke ongevallen aantal 0 0 0 0 0 0
Ongevallen met werkverlet aantal 4 9 24 8 2 47
Frequentiegraad per miljoen
gewerkte uren
1,0 2,4 4,7 3,2 0,9 2,7
Verloren kalenderdagen aantal 38 333 1.272 426 65 2.134
Ernstgraad per duizend
gewerkte uren
0,01 0,09 0,25 0,17 0,03 0,12

In 2015 registreerden we in totaal 47 ongevallen met werkverlet ten opzichte van 37 in 2014. Dit resulteerde in een frequentiegraad van 2,66 ten opzichte van 2,16 in 2014. In totaal gingen er 2134 kalenderdagen verloren als gevolg van deze ongevallen met werkverlet. Dit resulteerde in een ernstgraad van 0,12.

Het aantal registreerbare letsels nam aanzienlijk toe tot 148 ten opzichte van 112 in 2014. De frequentiegraad van de registreerbare letsels bedroeg 8,38 in 2015 ten opzichte van 6,5 in 2014.

In totaal werden er 9 ongevallen met werkverlet geregistreerd voor onderaannemers ten opzichte van 11 in 2014. Dat komt overeen met een frequentiegraad van 2,05 tegenover 2,91 in 2014.

In 2015 vond in 84% van de rapporterende sites geen enkel ongeval met werkverlet plaats, hetzelfde percentage als in 2014. Zesentwintig sites zijn gecertificeerd via het gezondheids- en veiligheidsbeheerssysteem OHSAS 18001 tegenover 25 in 2014.

40 ongevallen met werkverlet, of 85% van het totale aantal ongevallen met werkverlet, deden zich voor in Europa. Daarvan vonden er 24 plaats in Belgische en 12 in Duitse sites. In Noord- en Zuid-Amerika waren er 4 ongevallen en in de regio Azië Pacific werden 3 ongevallen geregistreerd.

In 2015 registreerde de business group Catalysis 4 ongevallen met werkverlet, allemaal in de business unit Automotive Catalyst. Het totale aantal verloren dagen bedroeg 38 ten opzichte van 20 in 2014. Dit resulteerde in een frequentiegraad van 0,97 en een zeer lage ernstgraad van 0,01. De business group heeft het SafeStart®-programma geïmplementeerd in al zijn operationele sites. Dit programma concentreert zich op onveilige gewoontes en onopzettelijk onveilig gedrag. Daarnaast investeert de business group sterk in het delen van de beste veiligheidspraktijken en ontwikkelde hij veiligheidstrainingmatrices voor elke functie. Vorderingen worden gemeten aan de hand van een aantal essentiële veiligheidsindicatoren. Alle productiesites van Automotive Catalysts moeten OHSAS 18001-gecertificeerd zijn. Op de site in Karlskoga (Zweden) en Tsukuba (Japan) had zich op het einde van het jaar gedurende vijf jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan. Op de sites in Burlington (Canada), Himeiji (Japan), Port Elizabeth (Zuid-Afrika) en Suzhou (China) heeft zich gedurende minstens 3 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.

De business group Energy & Surface Technologies registreerde 9 ongevallen met werkverlet: 8 bij de business unit Cobalt & Specialty Materials en 1 bij de business unit Thin fi lm Products. In totaal gingen er 333 kalenderdagen verloren. Dit resulteerde in een frequentiegraad van 2,38 en een ernstgraad van 0,09. In de business units Electroplating, Rechargeable Battery Materials en Electro-Optic Materials vonden geen ongevallen met werkverlet plaats. De business unit Rechargeable Battery Materials heeft nu in het kader van zijn veiligheidsprogramma ACCE (Awareness, Competence, Compliance, Excellence) een effectief en pragmatisch intern ontwikkeld veiligheidsleiderschapsprogramma geïmplementeerd, dat is gebaseerd op een gedragsobservatie- en interventietechniek. Op het einde van 2015 had de business unit meer dan 930 dagen gewerkt zonder ongevallen met werkverlet, terwijl het de activiteiten en operaties constant uitbreidde. De site in Dundee, UK, werd erkend voor zijn uitmuntende en aanhoudende veiligheidsprestatie, met minstens 10 jaar zonder ongevallen met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of ongevallen met werkverlet met onderaannemers. Beijing, China, werkte minstens 3 jaar zonder ongevallen met werkverlet, registreerbare letsels bij Umicore- werknemers of ongevallen met werkverlet met onderaannemers op de site.

De business group Recycling noteerde 24 ongevallen met werkverlet. In totaal gingen er 1.272 kalenderdagen verloren. Dit betekent een frequentiegraad van 4,72 en een ernstgraad van 0,25. De business unit Precious Metal Refining registreerde 15 ongevallen met werkverlet en heeft het programma SafeStart® in alle afdelingen geïmplementeerd. In de site in Hoboken, België, hebben alle managers en supervisors een SafeMap®-leiderschapstraining gevolgd. Na de training ontwikkelt de site nu verdere maatregelen om zijn veiligheidsprestaties te verbeteren. De business unit Jewellery & Industrial Materials registreerde 7 ongevallen met werkverlet, bij de business unit Technical Materials waren dat er 2.

Op het einde van 2015 had zich op de site van Vicenza, Italië, in de voorbije 5 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicorewerknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.

Stopgezette activiteiten registreerde 8 ongevallen met werkverlet. In totaal gingen er 426 kalenderdagen verloren. De frequentiegraad bedroeg 3,21 en de ernstgraad 0,17. De business unit Zinc Chemicals registreerde 5 ongevallen met werkverlet, de business unit Building Products kende er 3. Op het einde van 2015 had zich op de site van Vilvoorde, België, in meer dan 5 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan. Op de site in Pasir Gudang, Maleisië, heeft zich gedurende minstens 3 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.

In algemene diensten en de corporate kantoren deden zich 2 ongevallen met werkverlet voor.

In 2015 kreeg het groepsproject rond procesveiligheid verder vorm met een aantal terreinbezoeken en inspecties, en daarnaast ook de ontwikkeling van veiligheidsstandaarden en richtsnoeren rond 'integriteit van design' voor de hele groep. Om die standaarden en richtsnoeren aan te leren en te implementeren, organiseerde het projectteam workshops met alle industriële sites in alle regio's, waaraan honderden collega's deelnamen. Naast de e-learningcursussen rond procesveiligheid voor de betrokken werknemers zette het projectteam ook de schouders onder de ontwikkeling van interne software om de risicoidentifi catie en de invoering van risicobeperkende maatregelen te vergemakkelijken. Momenteel ontwikkelt het projectteam ook bijkomende richtlijnen rond 'technische en operationele integriteit'.

152 Verklaring inzake deugdelijk bestuur

Verklaring deugdelijk bestuur

Inhoudsopgave

Overzicht deugdelijk bestuur 154
G1 Context deugdelijk bestuur 154
G2 Vennootschapsstructuur 154
G3 Aandeelhouders 154
G4 Raad van Bestuur 155
G5 Directiecomité 157
G6 Relevante informatie in geval van een overnamebod 157
G7 Belangenconfl icten
(artikel 523 – 524ter Wetboek van vennootschappen)
158
G8 Commissaris 159
G9 Gedragscode 159
G10 Marktmisbruik en handel met voorkennis 159
G11 Naleving van de Belgische Corporate Governance Code 2009 159
Remuneratieverslag 2015 160
G12 Vergoeding van de Raad van Bestuur 160
G13 Vergoeding Gedelegeerd Bestuurder en Directiecomité 162
G14 Eigendom van aandelen en aandelenopties en transacties in 2015 166
G15 Wijzigingen aan de remuneratiepolitiek sinds eind 2015 168
Risicobeheer en interne controle 169
G16 Risicobeheer 169
G17 Risicocategorisatie 170
G18 Beschrijving van de risico's 170
Umicore Jaarverslag 2015
Relaties met belanghebbenden 173
G19 Leveranciers 173
G20 Klanten 173
G21 Werknemers 174
G22 Investeerders en aandeelhouders 174
G23 Samenleving 175
G24 Geassocieerde ondernemingen en joint ventures 175
G25 Overheidssector en autoriteiten 175
G26 Verdeling van de economische meerwaarde 177
Raad van Bestuur 178
Directiecomité 180

Overzicht deugdelijk bestuur

G1 Context deugdelijk bestuur

Umicore heeft de Belgische Corporate Governance Code 2009 aangenomen als haar referentiecode.

De Engelstalige, Nederlandstalige en Franstalige versie van deze Code kunnen geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance ( www.corporategovernancecommittee.be ).

Het Corporate Governance Charter geeft een gedetailleerde beschrijving van de bestuursstructuur van de Vennootschap en de beleidslijnen en procedures van de Umicore Groep. Het Charter is beschikbaar op de website van Umicore ( http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/corporate-governance-charter/ ) of kan op verzoek verkregen worden bij het Group Communications departement van Umicore.

Umicore heeft haar beleidsverklaring, waarden en organisatorische basisfilosofie uiteengezet in een document met de titel 'The Umicore Way'. Dit document licht toe hoe Umicore haar relaties met haar klanten, aandeelhouders, werknemers en de samenleving ziet.

Wat de organisatiefilosofie betreft, gelooft Umicore in decentralisatie en in een ruime mate van autonomie voor elke business unit. De business units zijn op hun beurt dan weer verantwoordelijk voor hun eigen bijdrage tot de waardencreatie voor de Groep en voor het vasthouden aan de strategische oriëntaties, de beleidslijnen, de normen en de duurzaamheidbenadering van de Groep.

In deze context meent Umicore dat een goede corporate governance structuur een noodzakelijke voorwaarde is voor haar succes op lange termijn. Dit veronderstelt een doelmatig besluitvormingsproces dat steunt op een duidelijke toewijzing van verantwoordelijkheden. Hierdoor wordt een optimaal evenwicht betracht tussen een cultuur van ondernemerschap op het niveau van de business units enerzijds en doeltreffende sturing- en toezichtprocessen anderzijds. Het Corporate Governance Charter gaat dieper in op de verantwoordelijkheden van de aandeelhouders, de Raad van Bestuur, de Gedelegeerd Bestuurder en het Directiecomité, alsook de specifieke rol van het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité. Deze Verklaring bevat informatie over onderwerpen van deugdelijk bestuur die hoofdzakelijk betrekking hebben op het boekjaar 2015.

G2 Vennootschapsstructuur

De Raad van Bestuur is het hoogste beslissingsorgaan van Umicore, behalve voor die materies die op grond van het Wetboek van vennootschappen of de statuten van Umicore voorbehouden zijn aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De Raad van Bestuur wordt bijgestaan door een Auditcomité en een Benoemings- en Remuneratiecomité. Het dagelijks bestuur van Umicore is toevertrouwd aan de Gedelegeerd Bestuurder, die tevens voorzitter is van het Directiecomité. Het Directiecomité is verantwoordelijk voor de uitwerking van de algemene strategie van Umicore en de voorlegging ervan aan de Raad van Bestuur voor bespreking en goedkeuring. Het is verantwoordelijk voor de implementatie van die strategie en voor het verzekeren van een effectief toezicht op de business units en corporate functies. Het Directiecomité staat ook in voor het screenen van de verschillende risico's en opportuniteiten waarmee het bedrijf op korte, middellange en lange termijn geconfronteerd kan worden (zie hoofdstuk Risicobeheer) en zorgt voor de aanwezigheid van systemen om die te beheren. Het Directiecomité is collegiaal verantwoordelijk voor het bepalen en toepassen van de strategie voor duurzame ontwikkeling van Umicore.

Umicore is georganiseerd in business groups die op hun beurt bestaan uit business units met gemeenschappelijke kenmerken inzake producten, technologieën en afzetmarkten. Sommige business units zijn verder onderverdeeld in marktgerichte business lines. Als ondersteunende structuur op het niveau van de Groep beschikt Umicore over regionale managementplatformen in Zuid-Amerika, China, Noord-Amerika en Japan. De hoofdzetel van Umicore is gevestigd in België. Die zetel biedt een aantal algemene en ondersteunende functies op het gebied van financiën, human resources, interne audit, juridische en fiscale zaken, externe relaties en relaties met de beleggers.

G3 Aandeelhouders

3.1 Aandelen in omloop – kapitaalstructuur

Op 31 december 2015 waren er 112.000.000 Umicore-aandelen in omloop. De identiteit van de aandeelhouders die per 31 december 2015 een belang van 3% of meer hadden aangegeven, kan u vinden in de rubriek 'beknopte jaarrekening van de moederonderneming' (pg. 121).

Umicore | Jaarverslag 2015

Umicore bezat 3.927.534 eigen aandelen op 31 december 2015, hetzij 3,51% van het kapitaal. Informatie over de door de aandeelhouders aan Umicore verleende machtiging om eigen aandelen in te kopen, alsook de stand van zaken inzake deze inkopen kan u vinden in het Corporate Governance Charter en op de website van Umicore.

Tijdens het jaar werden 873.338 eigen aandelen gebruikt in de context van de uitoefening van aandelenopties voor het personeel en werden 33.400 aandelen gebruikt voor toekenningen van aandelen, waarvan 4.500 aan de leden van de Raad van Bestuur, 26.600 aan de leden van het Directiecomité en 2.300 in het kader van de partiële omzetting in aandelen van de bonus van de Gedelegeerd Bestuurder.

3.2 Dividendbeleid en uitkering

Umicore streeft naar de uitbetaling van een stabiel of geleidelijk stijgend dividend. Er is geen vaste uitkeringsverhouding. Het dividend wordt door de Raad van Bestuur voorgesteld op de Gewone Algemene Vergadering (of Jaarvergadering) van Aandeelhouders. Er zal geen dividend worden uitbetaald als dit de financiële stabiliteit van de Vennootschap in gevaar zou brengen.

In 2015 heeft Umicore een brutodividend uitgekeerd van € 1,00 per aandeel voor het boekjaar 2014. Dit is hetzelfde bedrag als het brutodividend dat voor het boekjaar 2013 werd uitgekeerd.

In juli 2015 heeft de Raad van Bestuur, in overeenstemming met het dividendbeleid van Umicore, beslist tot de uitkering van een interimdividend ter waarde van 50% van het totale dividend dat voor het vorige boekjaar werd uitbetaald. Bijgevolg werd op 3 september 2015 een bruto interimdividend betaald van € 0,50 per aandeel. Op 4 februari 2016 heeft de Raad van Bestuur beslist om de aandeelhouders een totaal brutodividend van € 1,20 per aandeel voor te stellen voor het boekjaar 2015. Indien de voorgestelde winstbestemming door de aandeelhouders wordt goedgekeurd, zal er dus in mei 2016 een brutodividend van € 0,70 per aandeel worden uitgekeerd (dit is het totale dividend verminderd met het reeds betaalde interimdividend).

De System Paying Agent die werd aangesteld voor de uitbetaling van het dividend van 2015 is:

KBC Bank Havenlaan 2 1080 Brussel

3.3 Algemene vergaderingen van aandeelhouders in 2015

De Jaarvergadering vond plaats op 28 april 2015. Op deze Vergadering keurden de aandeelhouders de klassieke besluiten goed betreffende de jaarrekening, de resultaatbestemming alsook de kwijtingen voor de bestuurders en de commissaris voor hun respectieve mandaten in 2014. Op dezelfde Algemene Vergadering werden Thomas Leysen en Marc Grynberg herbenoemd tot bestuurder voor een periode van drie jaar; het mandaat van Rudi Thomaes als onafhankelijk bestuurder werd eveneens met drie jaar verlengd. Ook op de Jaarvergadering werden Mark Garrett en Eric Meurice tot nieuwe, onafhankelijke bestuurders benoemd voor een periode van drie jaar, en werd Ian Gallienne tot nieuwe bestuurder benoemd, eveneens voor een termijn van drie jaar.

De Jaarvergadering keurde tenslotte de vergoeding van de Raad van Bestuur voor 2015 goed. Details betreffende de vergoeding die in 2015 aan de bestuurders werd betaald, zijn beschikbaar in het Remuneratieverslag.

G4 Raad van Bestuur

4.1 Samenstelling

De Raad van Bestuur, waarvan de leden worden benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders met een eenvoudige meerderheid van stemmen zonder aanwezigheidsvereiste moet uit tenminste zes leden bestaan. De bestuurders mogen niet langer dan vier jaar zetelen. In de praktijk worden ze verkozen voor een periode van drie jaar en zijn ze herverkiesbaar.

Bestuurders kunnen op elk moment worden ontslagen na een besluit van een Algemene Vergadering die beslist met een eenvoudige meerderheid van stemmen. Er is geen aanwezigheidsquorum voor het ontslag van bestuurders. De statuten bieden de Raad van Bestuur de mogelijkheid om bestuurders te coöpteren wanneer een plaats vrijkomt. De eerstvolgende Algemene Vergadering moet beslissen over de definitieve benoeming van de gecoöpteerde bestuurder. De nieuwe bestuurder vervolledigt de termijn van zijn of haar voorganger.

Op 31 december 2015 was de Raad van Bestuur samengesteld uit negen leden: acht niet-uitvoerende bestuurders en één uitvoerend bestuurder.

Op dezelfde datum waren vijf bestuurders onafhankelijk in de betekenis van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en bepaling 2.3 van de Belgische Corporate Governance Code 2009.

Twee van de negen leden van de Raad van Bestuur die in functie waren op 31 december 2015, zijn vrouwen. Umicore bereikt zo niet langer het minimum vertegenwoordigingsniveau van één derde, zoals opgelegd door het Wetboek van vennootschappen en de aanbevelingen van de Belgische Commissie Corporate Governance, dat op 1 januari 2017 in werking zal treden. Deze toestand is slechts tijdelijk. Zowel het Benoemings- en Remuneratiecomité als de Raad van Bestuur zullen rekening houden met de vereiste van genderdiversiteit bij de behandeling van vacante bestuursmandaten om tijdig te voldoen aan de bovenvermelde minimum vertegenwoordigingsvereiste.

De samenstelling van de Raad van Bestuur onderging de volgende wijzigingen in 2015:

  • De bestuurdersmandaten van Uwe-Ernst Bufe en Arnoud de Pret namen een einde op de Jaarvergadering van 28 april 2015 als gevolg van het bereiken van de door het Corporate Governance Charter opgelegde leeftijdsgrens;
  • Isabelle Bouillot nam ontslag als bestuurder per 28 april 2015;
  • Mark Garrett en Eric Meurice werden op de Jaarvergadering van 28 april 2015 benoemd tot onafhankelijke bestuurders voor een periode van drie jaar;
  • Ian Gallienne werd op dezelfde Jaarvergadering benoemd tot bestuurder voor een termijn van drie jaar.

4.2 Vergaderingen en onderwerpen

De Raad van Bestuur hield vijf gewone vergaderingen in 2015. Dit is een vermindering met twee ten opzichte van 2014. De Raad van Bestuur nam ook twee keer beslissingen bij eenparig schriftelijk besluit.

De Raad van Bestuur behandelde onder meer de volgende onderwerpen in 2015:

  • financiële prestaties van de Groep;
  • goedkeuring van de jaarlijkse en de halfjaarlijkse financiële rekeningen;
  • vaststelling van de statutaire en geconsolideerde jaarrekeningen, evenals de statutaire en geconsolideerde jaarverslagen;
  • goedkeuring van de agenda en de bijeenroeping van de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders;
  • investeringsprojecten;
  • EHS review, inclusief beoordeling inzake duurzame ontwikkeling;
  • beoordeling van de bedrijfsrisico's;
  • strategische opportuniteiten en operationele uitdagingen;
  • business reviews;
  • M&A-projecten;
  • review human resources;
  • jaarlijks evaluatieproces van de Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het Directiecomité voor 2014;
  • goedkeuring van inbrengvoorstellen in het kader van de carve-out van de Zinc Chemicals en Building Products activiteiten in België;
  • opvolgingsplanning op het niveau van de Raad van Bestuur en het Directiecomité;
  • uitkering van een interimdividend.

De Raad van Bestuur bezocht ook verschillende sites in China: de Cobalt Specialty Materials sites in Guangzhou, evenals de oude en de nieuwe Zinc Chemicals fabrieken in Fuhong en de Automotive Catalyst sites in Shanghai.

4.3 Evaluatie van de Raad van Bestuur en zijn comités

Om de twee à drie jaar organiseert de Voorzitter een evaluatieonderzoek in verband met het functioneren van de Raad van Bestuur en zijn Comités.

Het volgende evaluatieproces zal plaatsvinden begin 2016, aan de hand van een individueel evaluatieformulier .

4.4 Auditcomité

De samenstelling van het Auditcomité en de kwalificaties van zijn leden zijn volledig in lijn met de vereisten van artikel 526bis van het Wetboek van vennootschappen en de Belgische Corporate Governance Code 2009.

Het Auditcomité bestaat uit drie niet-uitvoerende bestuurders van wie er twee onafhankelijk zijn. Als gevolg van het verstrijken van zijn bestuurdersmandaat verliet Arnoud de Pret het Auditcomité per 28 april 2015. Mark Garrett werd benoemd tot lid van het Auditcomité en Ines Kolmsee werd benoemd tot voorzitter van het Auditcomité, beiden per 28 april 2015.

Alle leden van het Auditcomité hebben een ruime ervaring op het gebied van boekhouding en audit zoals uit hun curriculum blijkt.

Het Comité heeft vier maal vergaderd in 2015. Naast de financiële rekeningen van 2014 en die van het eerste halfjaar 2015, besprak het Comité de volgende onderwerpen: treasury-onderwerpen, corporate security, groepsfi scale onderwerpen, de activiteitenverslagen van de interne audit, het auditplan voor 2016 en een voorbespreking van het auditcharter.

Umicore | Jaarverslag 2015

Het Auditcomité voerde ook een zelfevaluatie uit, waarbij geconcludeerd werd dat het Auditcomité naar behoren functioneert .

4.5 Benoemings- en Remuneratiecomité

Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestaat uit drie niet-uitvoerende bestuurders, van wie er twee onafhankelijk zijn. Het Comité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur.

Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft drie vergaderingen gehouden in 2015. Tijdens dezelfde periode besprak het Comité het remuneratiebeleid voor de leden van de Raad van Bestuur, de leden van de Comités van de Raad van Bestuur en die van het Directiecomité, en de regels van de aandelen- en optieplannen die in 2015 werden aangeboden. Het Comité besprak ook de opvolgingsplanning op het niveau van de Raad van Bestuur en het Directiecomité .

G5 Directiecomité

5.1 Samenstelling

Het Directiecomité beantwoordt aan de definitie van artikel 524bis van het Wetboek van vennootschappen.

Het Directiecomité is samengesteld uit minstens vier leden. Het wordt voorgezeten door de Gedelegeerd Bestuurder, die benoemd is door de Raad van Bestuur. De leden van het Directiecomité worden door de Raad van Bestuur benoemd op voorstel van de Gedelegeerd Bestuurder en op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité.

In 2015 onderging het Directiecomité de volgende wijzigingen:

• Géraldine Nolens werd benoemd tot Chief Counsel en tot lid van het Directiecomité per 1 juli 2015;

• Hugo Morel ging op pensioen en verliet het Directiecomité per 1 oktober 2015.

Op 31 december 2015 bestond het Directiecomité uit zeven leden, inclusief de Gedelegeerd Bestuurder.

5.2 Evaluatie

De prestaties van de leden van het Directiecomité worden jaarlijks individueel beoordeeld door de Gedelegeerd Bestuurder en besproken met het Benoemings- en Remuneratiecomité. De resultaten worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur, die deze verder bespreekt.

De Raad van Bestuur komt tevens jaarlijks in een niet-uitvoerende sessie (d.w.z. zonder de Gedelegeerd Bestuurder) samen om de prestaties van de Gedelegeerd Bestuurder te bespreken en te beoordelen.

Deze evaluaties vonden plaats op 5 februari 2015.

G6 Relevante informatie in geval van een overnamebod

6.1 Beperkingen van overdracht van effecten

De statuten van Umicore leggen geen beperkingen op voor de overdracht van aandelen of andere effecten.

Er zijn de Vennootschap tevens geen beperkingen bekend die door de wet worden opgelegd, behalve in het kader van de wetgeving betreffende marktmisbruik.

De opties op Umicore-aandelen die aan de Gedelegeerd Bestuurder, de leden van het Directiecomité en aangewezen Umicore-werknemers werden toegekend in uitvoering van verschillende Umicore-incentiveringprogramma's mogen niet onder levenden overgedragen worden .

6.2 Houders van effecten met bijzondere zeggenschapsrechten

Er zijn geen houders van effecten met bijzondere zeggenschapsrechten.

6.3 Beperking van het stemrecht

De statuten van de Vennootschap leggen geen beperkingen op betreffende de uitoefening van stemrecht door de aandeelhouders, op voorwaarde dat de betrokken aandeelhouders tot de Algemene Vergadering werden toegelaten en hun rechten niet werden geschorst. De toelatingsvoorwaarden met betrekking tot de Algemene Vergaderingen worden beschreven in artikel 17 van de statuten. Luidens artikel 7 van de statuten worden de rechten verbonden aan aandelen die eigendom zijn van verschillende aandeelhouders geschorst tot er één persoon als eigenaar werd aangeduid tegenover de Vennootschap.

Voor zover de Raad van Bestuur bekend, waren geen van de aan Umicore aandelen verbonden stemrechten wettelijk geschorst op 31 december 2015, behalve deze met betrekking tot de 3.927.534 aandelen die op deze datum eigendom waren van de Vennootschap zelf (Artikel 622 §1 van het Wetboek van vennootschappen).

6.4 Aandelenplannen voor werknemers waarbij de controlerechten niet direct door de werknemers worden uitgeoefend

De Vennootschap heeft geen dergelijke aandelenplannen uitgegeven.

6.5 Aandeelhoudersovereenkomsten

Voor zover de Raad van Bestuur bekend, zijn er geen aandeelhoudersovereenkomsten die kunnen leiden tot beperkingen van de overdracht van effecten en/of de uitoefening van stemrechten.

6.6 Statutenwijzigingen

Behalve voor de kapitaalverhogingen waartoe door de Raad van Bestuur worden beslist binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal, is alleen een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders bevoegd om de statuten van de Vennootschap te wijzigen. Een Algemene Vergadering mag alleen beslissen over statutenwijzigingen (zoals kapitaalverhogingen of -verminderingen, fusies, splitsingen en ontbindingen) wanneer minstens 50% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is. Als dit quorum niet bereikt is, moet een nieuwe Buitengewone Algemene Vergadering worden bijeengeroepen, die zal beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde deel van het geplaatste kapitaal. In principe worden statutenwijzigingen enkel aangenomen als ze 75% van de stemmen hebben verkregen. Het Wetboek van vennootschappen voorziet strengere meerderheidsvereisten in specifieke gevallen, zoals de wijziging van het doel of de vorm van de vennootschap.

De statuten van de Vennootschap bleven ongewijzigd in 2015.

6.7 Toegestaan kapitaal – inkoop van eigen aandelen

Het kapitaal van de Vennootschap kan worden verhoogd na een beslissing van de Raad, binnen de grenzen van het zogenoemde toegestaan kapitaal. Hiervoor moet uitdrukkelijk toestemming worden verleend door een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders; deze machtiging is beperkt in tijd en omvang en onderworpen aan specifieke vereisten op het vlak van rechtvaardiging en doeleinden. De Buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders van 26 april 2011 (besluiten gepubliceerd op 10 juni 2011) heeft de Raad van Bestuur machtiging verleend om het kapitaal van de Vennootschap in één of meer keren te verhogen met een maximumbedrag van € 50.000.000. Op 31 december 2015 was er nog geen gebruik gemaakt van deze machtiging. De huidige machtiging zal op 9 juni 2016 vervallen.

De Buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders van 26 september 2014 heeft de Raad van Bestuur gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap in te kopen op een gereglementeerde markt binnen een grens van 10% van het geplaatste kapitaal, aan een prijs per aandeel van € 4,00 tot € 75,00 tot en met 31 mei 2017. Deze machtiging werd ook aan de rechtstreekse dochterondernemingen van de Vennootschap verleend. De Vennootschap heeft in 2015 in totaal 920.000 eigen aandelen ingekocht in uitvoering van voormelde machtiging.

6.8 Overeenkomsten tussen de Vennootschap en haar bestuurders of werknemers die in een vergoeding voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, deze laatsten ontslag nemen of zonder geldige reden worden ontslagen, dan wel wanneer hun tewerkstelling wordt beëindigd

Alle Senior Vice-Presidents van de Groep hebben recht op een compensatie ter waarde van 36 maanden basisloon in geval van ontslag binnen de twaalf maanden na een overname van de Vennootschap. Voor de leden van het Directiecomité wordt verwezen naar het Remuneratieverslag (pg. 160).

G7 Belangenconfl icten (artikel 523 – 524ter Wetboek van vennootschappen)

Op 5 februari 2015, voorafgaand aan de bespreking of het nemen van eender welke beslissing in dat verband, verklaarde Marc Grynberg dat hij een rechtstreeks tegenstrijdig belang van vermogensrechtelijke aard had bij de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur in verband met zijn evaluatie en zijn bezoldiging (inclusief de toekenning van aandelen en opties). In overeenstemming met artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen nam Marc Grynberg niet deel aan de beraadslaging door de Raad van Bestuur en nam hij evenmin deel aan de stemming.

Voormelde beslissingen hadden (zullen) de volgende vermogensrechtelijke gevolgen (hebben):

a) Bezoldiging in geld:

De Gedelegeerd Bestuurder ontving een vaste bezoldiging van € 660.000 in 2015. Eveneens in 2015 ontving hij een bruto variabele cash vergoeding van € 175.000 als niet-uitgesteld deel van zijn variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2014.

Verder ontving hij in 2015 een bruto bedrag van € 72.900 als eerste helft van de uitgestelde variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2013 op basis van het toepasselijke rentabiliteitscriterium van de Umicore Groep over twee jaar, met name de gemiddelde winstmarge op het geïnvesteerde kapitaal ("return on capital employed" of ROCE) voor de referentiejaren 2013 en 2014 (d.w.z. 12,9% aanleiding gevend tot een uitbetaling van 54%) evenals een bruto bedrag ad € 92.450 als tweede helft van de uitgestelde betaling van zijn variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2012 op basis van de gemiddelde ROCE van de Umicore Groep over drie jaren voor de referentiejaren 2012, 2013 en 2014 (d.w.z. 14,2% aanleiding gevend tot een uitbetaling van 67%).

In 2016 zal hij de eerste helft van zijn uitgestelde variabele cash vergoeding ontvangen voor referentiejaar 2014 op basis van (1) de gemiddelde ROCE van de Umicore Groep over de referentiejaren 2014 en 2015 en (2) de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde doelstellingen voor dezelfde referentiejaren 2014 en 2015 zijn bereikt. De tweede helft van de uitgestelde betaling van zijn jaarlijkse variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2014 zal in 2017 betaald worden op basis van (1) de gemiddelde ROCE van de Umicore Groep over de referentiejaren 2014, 2015 en 2016 en (2) de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde doelstellingen voor dezelfde referentiejaren 2014, 2015 en 2016 zullen bereikt zijn.

De ROCE-waarden zijn vastgelegd tussen minimum 7,5% (= uitbetaling van 0%) en maximum 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de doelstellingen). Indien het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde niveaus bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. Bovendien zullen de uitgestelde betalingen verder naar boven of naar onder worden aangepast, afhankelijk van de mate waarin de door de Raad van Bestuur goedgekeurde doelstellingen zijn bereikt voor de toepasselijke referentiejaren.

b) Toekenning van aandelen en aandelenopties:

De vermogensrechtelijke gevolgen hiervan behelzen: ofwel, 1) zolang de Vennootschap beslist de aandelen die ze momenteel in portefeuille heeft, te behouden: de financierings- en opportuniteitskosten met betrekking tot het aanhouden van deze aandelen tot de levering van de aandelen, respectievelijk de uitoefening van de opties, ofwel, 2) indien de Vennootschap op een latere datum beslist om deze aandelen te verkopen: het verschil op datum van uitoefening van de opties, tussen de uitoefenprijs van de opties en de marktwaarde van de aandelen die Umicore op die dag zou moeten aankopen.

In 2015 vonden er geen specifieke transacties of contractuele verbintenissen plaats tussen een lid van de Raad van Bestuur of het Directiecomité enerzijds en Umicore of één van haar verbonden ondernemingen anderzijds.

G8 Commissaris

De Jaarvergadering van 29 april 2014 heeft het mandaat als commissaris van PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises BCVBA/ SCCRL hernieuwd voor een periode van drie jaar. De commissaris wordt vertegenwoordigd door BVBA Marc Daelman, zelf vertegenwoordigd door Marc Daelman.

Een document met de onafhankelijkheidscriteria die Umicore hanteert voor haar commissaris kan worden aangevraagd bij de Vennootschap.

G9 Gedragscode

Umicore hanteert een Gedragscode voor al haar medewerkers, vertegenwoordigers en bestuurders. Deze Gedragscode is fundamenteel voor de creatie en het behoud van een vertrouwens- en professionele relatie met haar voornaamste belanghebbenden, namelijk haar personeelsleden, haar handelspartners, haar aandeelhouders, de overheidsdiensten en het publiek.

De belangrijkste doelstelling van de Gedragscode van Umicore is ervoor te zorgen dat alle personen die optreden in naam van Umicore hun activiteiten uitvoeren op een ethische manier, in overeenstemming met de wetten en reglementen en met de normen die Umicore vastlegt op basis van haar huidige en toekomstige beleidslijnen, richtlijnen en regels. De Gedragscode bevat een afzonderlijk hoofdstuk over klachten en uitingen van bezorgdheid van de kant van de werknemers, alsook over de bescherming van klokkenluiders.

De Gedragscode werd gepubliceerd in Bijlage 4 van het Corporate Governance Charter van Umicore.

G10 Marktmisbruik en handel met voorkennis

Het door Umicore gevoerde beleid inzake marktmisbruik met inbegrip van handel met voorkennis kan geraadpleegd worden in bijlage 5 van het Corporate Governance Charter.

G11 Naleving van de Belgische Corporate Governance Code 2009

De systemen en procedures voor deugdelijk bestuur van Umicore stemmen overeen met de Belgische Corporate Governance Code 2009.

Remuneratieverslag 2015

G12 Vergoeding van de Raad van Bestuur

Remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur

In principe moet de vergoeding voor de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur voldoende hoog zijn om personen met het door de Raad van Bestuur gedefi nieerde profi el aan te trekken, te behouden en te motiveren. Het remuneratieniveau moet rekening houden met de verantwoordelijkheden en de betrokkenheid van de leden van de Raad van Bestuur, evenals de gangbare internationale marktvoorwaarden. De Raad van Bestuur bepaalt het remuneratiebeleid voor de niet-uitvoerende bestuurders op basis van de aanbevelingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité inzake remuneratievorm en -structuur. Het Benoemings- en Remuneratiecomité formuleert zijn voorstellen op basis van een onderzoek van de geldende marktomstandigheden voor beursgenoteerde ondernemingen die in de BEL 20-index zijn opgenomen en voor andere Europese ondernemingen van gelijkaardige omvang in de chemie-, metaal- en materialensectoren. De resultaten van het onderzoek worden het niveau van het Benoemings- en Remuneratiecomité besproken, terwijl de Raad van Bestuur de aan de jaarvergadering voor te stellen vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders en leden van de Comités binnen de Raad van Bestuur vastlegt.

Vergoeding niet-uitvoerende bestuurders

Met het oog op de vaststelling van passende vergoedingsniveaus voor haar niet-uitvoerende Bestuurders heeft Umicore eind 2014 een onderzoek uitgevoerd naar de bestuurdersvergoedingen van Umicore in vergelijking met deze van beursgenoteerde ondernemingen van de BEL 20 evenals van andere Europese ondernemingen van vergelijkbare omvang in de sectoren chemie, metaal en materialen. De resultaten van dit onderzoek, die op 4 februari 2015 door het Benoemings- en Remuneratiecomité werden besproken, hebben aangetoond dat de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders in lijn is met de marktpraktijken. Daarom heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité aan de Raad van Bestuur aanbevolen om de vergoeding op hetzelfde niveau te laten voor 2015 en om bijkomende presentiegelden ad € 1.000 per vergadering toe te kennen aan de niet-uitvoerende bestuurders met woonplaats in het buitenland.

Op 5 februari 2015 heeft de Raad van Bestuur deze aanbeveling gevolgd en heeft hij beslist om deze wijziging aan de Algemene Vergadering voor te leggen. De Algemene Vergadering heeft dit voorstel en de vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders op 28 april 2015 goedgekeurd.

De vaste jaarlijkse vergoeding bleef in 2015 op hetzelfde niveau als in het vorige jaar.

In 2015 was de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders als volgt:

  • Voorzitter : vaste jaarlijkse vergoeding: € 40.000 + € 5.000 per bijgewoonde vergadering + 1.000 Umicore-aandelen.
  • Bestuurder : vaste jaarlijkse vergoeding: € 20.000 + € 2.500 per bijgewoonde vergadering + € 1.000 per bijgewoonde vergadering voor bestuurders met woonplaats in het buitenland + 500 Umicore-aandelen.

De vergoeding van de leden van de Comités was als volgt in 2015:

Auditcomité

  • Voorzitter : vaste jaarlijkse vergoeding: € 10.000 + € 5.000 per bijgewoonde vergadering.
  • Lid : vaste jaarlijkse vergoeding: € 5.000 + € 3.000 per bijgewoonde vergadering.

Benoemings- en Remuneratiecomité

  • Voorzitter : € 5.000 per bijgewoonde vergadering.
  • Lid : € 3.000 per bijgewoonde vergadering.

Overzicht vergoeding Raad van Bestuur in 2015

Bijgewoonde
Naam (in €) vergaderingen
Thomas Leysen (Voorzitter) Raad van Bestuur
(niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 40.000
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 5.000 5/5
Waarde van de 1.000 toegewezen aandelen 42.815
Benoemings- en bezoldingscomité
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 5.000 3/3
Totale bezoldiging 122.815
Voordelen van alle aard bedrijfswagen 3.175
Marc Grynberg Raad van Bestuur
(uitvoerend bestuurder) Geen bezoldiging als bestuurder 5/5
(zie verder bezoldiging Gedelegeerd Bestuurder 2015)
Isabelle Bouillot Raad van Bestuur
(niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 6.667
Aftreden op de GAV van 28 april 2015 Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.500 2/2
Waarde van de 167 toegewezen aandelen 7.150
Totale bezoldiging 20.817
Uwe-Ernst Bufe Raad van Bestuur
(niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 6.667
Bestuurdermandaat beëindigd na de GAV van 28 april 2015 Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.500 2/2
Waarde van de 167 toegewezen aandelen 7.150
Totale bezoldiging 20.817
Arnoud de Pret Raad van Bestuur
(niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 6.667
Bestuurdermandaat beëindigd na de GAV van 28 april 2015 Vergoeding per bijgewoonde vergadering 2.500 2/2
Waarde van de 167 toegewezen aandelen 7.150
Auditcomité
Vaste jaarlijkse vergoeding 3.333
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 5.000 2/2
Totale bezoldiging 32.150
Ian Gallienne Raad van Bestuur
(niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 13.333
Benoemd door de GAV van 28 april 2015 Vergoeding per bijgewoonde vergadering 2.500 2/3
Waarde van de 333 toegewezen aandelen en geretro 14.257
cedeerd aan GBL
Mark Garrett Totale bezoldiging
Raad van Bestuur
32.590
(onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 13.333
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.500 3/3
Waarde van de 333 toegewezen aandelen 14.257
Auditcomité
Vaste jaarlijkse vergoeding 3.333
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.000 2/2
Totale bezoldiging 47.423
Ines Kolmsee Raad van Bestuur
(onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 20.000
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.500 5/5
Waarde van de 500 toegewezen aandelen 21.408
Auditcomité
Vaste jaarlijkse vergoeding 8.333
Vergoeding per bijgewoonde vergadering als lid 3.000 2/2
Vergoeding per bijgewoonde vergadering als Voorzitter 5.000 2/2
Totale bezoldiging 83.241
Bijgewoonde
Naam (in €) vergaderingen
Barbara Kux Raad van Bestuur
(onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 20.000
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.500 5/5
Waarde van de 500 toegewezen aandelen 21.408
Benoemings- en bezoldingscomité
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.000 3/3
Totale bezoldiging 67.908
Verplichte bijdrage aan de Zwitserse sociale
verzekeringswetgeving
2.892
Eric Meurice Raad van Bestuur
(onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 13.333
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.500 3/3
Waarde van de 333 toegewezen aandelen 14.257
Totale bezoldiging 38.090
Jonathan Oppenheimer Raad van Bestuur
(niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 20.000
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.500 4/5
Waarde van de 500 toegewezen aandelen 21.408
Totale bezoldiging 55.408
Rudi Thomaes Raad van Bestuur
(onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) Vaste jaarlijkse vergoeding 20.000
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 2.500 5/5
Waarde van de 500 toegewezen aandelen 21.408
Benoemings- en bezoldingscomité
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.000 3/3
Auditcomité
Vaste jaarlijkse vergoeding 5.000
Vergoeding per bijgewoonde vergadering 3.000 4/4
Totale bezoldiging 79.908

G13 Vergoeding Gedelegeerd Bestuurder en Directiecomité

Remuneratiebeleid voor de Gedelegeerd Bestuurder en het Directiecomité

Het Benoemings- en Remuneratiecomité legt de principes vast van het vergoedingsbeleid voor de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité en legt deze ter goedkeuring voor aan de Raad van Bestuur. Het Comité streeft naar een vaste vergoeding in overeenstemming met het verantwoordelijkheidsniveau en de gangbare marktpraktijken en een aantrekkelijke variabele vergoeding als beloning voor de fi nanciële en duurzaamheidsprestaties van de onderneming.

Het vergoedings- en de voordelenpakket voor de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité omvat de volgende componenten: een vaste vergoeding, een variabele vergoeding, aandelengebaseerde incentives (toekenning van aandelen en aandelenoptieplannen) onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar, pensioenplannen en andere voordelen.

De opname van Umicore-aandelen en aandelenopties als deel van de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité illustreert de wil van de Raad van Bestuur om aandeelhouderswaarde te creëren. Aandelen en aandelenopties zijn niet gekoppeld aan prestatiecriteria op individueel of ondernemingsvlak. Bijgevolg kunnen de op aandelen gebaseerde incentives niet beschouwd worden als een variabele vergoeding zoals bedoeld in de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 en zijn ze verworven vanaf hun toekenning.

De vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Ieder jaar wordt een onderzoek uitgevoerd naar de competitiviteit van de remuneratiepakketten. Umicore vergelijkt de totale vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité met deze van de BEL 20-bedrijven en vergelijkbare Europese ondernemingen.

In overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 wordt de betaling van de helft van de jaarlijkse variabele vergoeding gespreid uitbetaald en is deze onderworpen aan meerjarendoelstellingen of -criteria.

Synthetische samenvatting van de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité

Tijdsverloop voor cash conversie
Huidig jaar Vast Jaarlijkse herziening op basis van marktpraktijken BEL 20 en vergelijkbare Europese
ondernemingen
15 maanden Niet-uitgesteld variabel 50% Vast discretionair op basis van individuele objectieven
27 maanden Uitgesteld variabel 25% Op basis van Groep ROCE en prestaties tegenover een 2-jaren plan (j, j-1) voor Gedelegeerd
Bestuurder / CFO / CTO / Corporate EVP; voor EVP prestaties tegenover een 2-jaren Business
Group plan
39 maanden Uitgesteld variabel 25% Op basis van Groep ROCE en prestaties tegenover een 3-jaren plan (j, j-1, j-2) voor
Gedelegeerd Bestuurder / CFO / CTO / Corporate EVP; voor EVP prestaties tegenover een
3-jaren Business Group plan
3 jaren Aandelen Toekenning als erkenning voor bewezen diensten tijdens het referentiejaar – niet gelieerd
aan individuele of ondernemingsprestatiecriteria – onderworpen aan een lock-up van 3 jaar
3 tot 7 jaren Aandelenopties Voorafgaande toekenning voor het referentiejaar - niet gelieerd aan individuele of
ondernemingsprestatiecriteria – onderworpen aan een lock-up van 3 jaar

De hierboven vermelde vergoedingscomponenten zijn gedefi nieerd en/of beoordeeld door het Benoemings- en Remuneratiecomité, en zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Raad van Bestuur.

Vergoeding Gedelegeerd Bestuurder

Vaste vergoeding

De vaste vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité .

Variabel cashvergoedingsschema en evaluatiecriteria

De potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder bedraagt thans € 540.000, waarvan de helft met niet-uitgestelde uitbetaling op basis van de jaarlijkse individuele prestaties, inclusief de jaarlijkse algemene fi nanciële prestaties van de Groep, het bereiken van strategische en duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Groep en de aansluiting bij de waarden van de Groep.

De andere helft van de variabele vergoeding – met uitgestelde betaling – is gebaseerd op (1) het rentabiliteitscriterium van de Umicore Groep, nl. het rendement op aangewend kapitaal (ROCE), dat in het jaarverslag wordt gepubliceerd, en (2) de mate waarin de prestatiedoelstellingen, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur, worden uitgevoerd. De uitgestelde betaling wordt geëvalueerd over een tijdsperiode van enkele jaren. De betaling van de eerste helft vindt plaats na een periode van twee jaar op basis van de gemiddelde ROCE over twee jaar en van de prestatiedoelstellingen. De andere helft wordt uitbetaald na een periode van drie jaar met als referentie de gemiddelde ROCE over die drie jaar en de prestatiedoelstellingen. De ROCE-maatstaf situeert zich tussen 7,5% (= uitbetaling van 0%) en 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de prestatiedoelstellingen). Als het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde niveaus bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. Daarnaast worden de uitgestelde betalingen naar boven of naar beneden aangepast afhankelijk van de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde prestatiedoelstellingen worden bereikt.

Bij een relevante structurele wijziging behoudt het Benoemings- en Remuneratiecomité zich het recht voor om de variabele vergoeding op passende wijze te evalueren en te wijzigen.

Aan het begin van elk referentiejaar worden de individuele doelstellingen van de Gedelegeerd Bestuurder besproken tijdens een vergadering van het Benoemings- en Remuneratiecomité. Ze worden tijdens een vergadering van de Raad van Bestuur voorgelegd door de Voorzitter en vervolgens besproken en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.

De jaarprestaties van de Gedelegeerd Bestuurder worden beoordeeld door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Tijdens een vergadering waarop de Gedelegeerd Bestuurder niet aanwezig is, licht de Voorzitter de resultaten van deze beoordeling toe aan de Raad van Bestuur, die ze vervolgens bespreekt.

De Gedelegeerd Bestuurder kan naar eigen goeddunken de variabele cashvergoeding geheel of gedeeltelijk in Umicore-aandelen laten omzetten. Er zijn geen bepalingen die de Vennootschap toelaten om enige aan de Gedelegeerd Bestuurder uitbetaalde variabele vergoeding terug te vorderen.

Aandelengebaseerde incentives (toekenning van aandelen en aandelenopties)

De Raad van Bestuur kent op discretionaire wijze Umicore-aandelen toe aan de Gedelegeerd Bestuurder als erkenning voor de diensten die in het voorbije jaar werden verleend. Het aantal aandelen dat aan de Gedelegeerd Bestuurder werd toegekend voor diensten verleend in 2015 bedroeg 5.200. De toegekende aandelen zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar doch zonder vervalbepalingen.

Er worden aandelenopties aan de Gedelegeerd Bestuurder toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan, dat door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd. Het aantal aan de Gedelegeerd Bestuurder toegekende aandelenopties bedraagt thans 75.000.

Er is geen verwervingsperiode ('vesting period') en de opties zijn onderworpen aan een lock-up van drie jaar. Aandelenopties stellen de begunstigde in staat om een specifi ek aantal Umicore-aandelen te verwerven voor een vaste prijs (uitoefenprijs) binnen een welbepaalde termijn.

Pensioen- en andere voordelen

De pensioenvoordelen omvatten zowel vaste bijdrageplannen als de kosten van een toegezegde pensioenregeling. De andere voordelen bestaan uit representatiekosten, voordelen van alle aard (bedrijfswagen) en verzekeringen.

Vergoeding leden van het Directiecomité

Vaste vergoeding

De vaste vergoeding van de leden van het Directiecomité wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité. De vaste vergoeding kan voor elk lid van het Directiecomité verschillend zijn en is afhankelijk van criteria zoals ervaring .

Variabel cashvergoedingsschema en evaluatiecriteria

Umicore heeft een variabel cashvergoedingsschema aangenomen dat tot doel heeft alle leden van het Directiecomité te belonen in overeenstemming met hun jaarlijkse individuele prestatie en de globale prestatie van de Umicore Groep. Alle leden van het Directiecomité komen in aanmerking voor dezelfde potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding die thans € 300.000 bedraagt, waarvan de helft op niet-uitgestelde basis wordt uitbetaald op basis van de individuele prestaties (aansluiting bij de waarden van de Groep, evenals milieu- en maatschappelijke prestaties).

De andere helft – met uitgestelde betaling – is gebaseerd op (1) het ROCE-rentabiliteitscriterium van de Umicore Groep, nl. het rendement op aangewend kapitaal (ROCE), dat in het jaarverslag wordt gepubliceerd, en (2) de mate waarin de prestatiedoelstellingen, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur, worden uitgevoerd. Voor de leden van het Directiecomité met een verantwoordelijkheden op het niveau van de Groep, zoals de Chief Financial Offi cer, de Chief Technology Offi cer en de Corporate Exectuive Vice-President, zijn de prestatiedoelstellingen op Groepsniveau gedefi nieerd, terwijl ze voor de Executive Vice-Presidents met verantwoordelijkheden volledig op het niveau van een Business Group, op het niveau van de betrokken Business Group zijn bepaald. De uitgestelde betaling wordt geëvalueerd over een tijdsperiode van enkele jaren, waarbij de betaling van de eerste helft plaatsvindt na een periode van twee jaar op basis van de gemiddelde ROCE over twee jaar en van de prestatiedoelstellingen. De andere helft wordt uitbetaald na een periode van drie jaar met als referentie de gemiddelde ROCE over drie jaar en de prestatiedoelstellingen. De ROCE-maatstaf situeert zich tussen 7,5% (= uitbetaling van 0%) en 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de prestatiedoelstellingen). Indien het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde niveaus bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. Daarnaast worden de uitgestelde betalingen naar boven of naar beneden aangepast afhankelijk van de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde prestatiedoelstellingen worden bereikt.

Bij een relevante structurele wijziging behoudt het Benoemings- en Remuneratiecomité zich het recht voor om de variabele vergoeding op passende wijze te evalueren en te wijzigen.

Aan het begin van elk referentiejaar bepaalt de Gedelegeerd Bestuurder de jaarlijkse individuele doelstellingen voor elk lid van het Directiecomité op basis van zijn verantwoordelijkheidsdomein. De jaarlijkse individuele doelstellingen zijn specifi ek, meetbaar, overeengekomen, realistisch en tijdsgebonden, en houden rekening met de duurzaamheidsdoelstellingen op groepsniveau.

De jaarlijkse prestatie van ieder lid van het Directiecomité wordt eerst geëvalueerd door de Gedelegeerd Bestuurder. De resultaten van de evaluaties en de voorstellen van individuele variabele cashvergoeding worden door de Gedelegeerd Bestuurder aan het Benoemings- en Remuneratiecomité voorgelegd en daarna door de Raad van Bestuur goedgekeurd.

Er zijn geen bepalingen die de Vennootschap toelaten om enige aan de leden van het Directiecomité uitbetaalde variabele vergoeding terug te vorderen.

Aandelengebaseerde incentives (toekenning van aandelen en aandelenopties)

De Raad van Bestuur kent op discretionaire wijze Umicore-aandelen toe aan de leden van het Directiecomité als erkenning voor de diensten die in het voorbije jaar werden verleend. Het aantal aandelen dat aan ieder lid van het Directiecomité werd toegekend voor diensten verleend in 2015 bedraagt 3.700. De toegekende aandelen zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar, doch niet aan vervalbepalingen.

Aan de leden van het Directiecomité worden aandelenopties toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan, dat door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd. Het aantal opties dat aan ieder lid van het Directiecomité wordt toegekend bedraagt thans 17.500. Er is geen verwervingsperiode ('vesting period') en de opties zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar. Aandelenopties stellen de begunstigde in staat om een specifi ek aantal Umicore-aandelen te verwerven voor een vaste prijs (uitoefenprijs) binnen een specifi eke periode.

Pensioen en andere voordelen

De pensioenvoordelen omvatten zowel vaste bijdrageplannen als de kosten van een toegezegde pensioenregeling. De andere voordelen bestaan uit representatiekosten, bedrijfswagens en verzekeringsvoordelen.

Totale vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité voor 2015

Umicore Jaarverslag 2015
Totale vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité voor 2015
weergegeven: In de tabel hieronder worden alle componenten van de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité in detail
Gedelegeerd Leden van het
(in €) Bestuurder Directiecomité (globaal)
Statuut
Tijdsverloop voor cash conversie
Zelfstandige
Huidig jaar Vaste vergoeding 660.000 2.471.250
15 maanden Niet-uitgesteld variabel 50%
(referentiejaar 2015)
220.000 690.000
27 maanden Uitgesteld variabel 25%
(referentiejaar 2014)
74.250 272.250
39 maanden Uitgesteld variabel 25%
(referentiejaar 2013)
76.950 256.500
3 jaren Aandelen 172.978 773.527
3 tot 7 jaren Aandelenopties 403.896 565.452
Vast bijdrageplan 201.630 201.409
Pensioen Toegezegde pensioenregelingen (kost) 114.019 471.275
Andere voordelen Representatievergoeding, voordeel in natura bedrijfswagen,
verzekeringvoordelen
47.388 334.146
Totaal 1.971.111 6.035.809

G14 Bezit van aandelen en aandelenopties en transacties in 2015

Bezit van aandelenopties en transacties van het Directiecomité in 2015

Aantal Aantal
toegekende
Aantal uit Gemiddelde Jaar van toe
kenning van de
Aantal Aantal
Naam opties op
31/12/2014
opties in
2015
geoefende
opties
uitoefen
prijs (in €)
uitgeoefende
opties
verbeurde
opties
opties op
31/12/2015*
Marc Grynberg 540.000 75.000 112.000 18,19 2006 / 2008 / 2009 0 503.000
Stephan Csoma 31.000 17.500 7.500 38,07 2011 0 41.000
Denis Goffaux 77.500 17.500 10.000 38,07 2011 0 85.000
Géraldine Nolens** 33.000 6.000 15.000 30,19 2010 / 2011 0 24.000
Filip Platteeuw 45.500 17.500 10.500 36,89 2011 / 2012 0 52.500
Pascal Reymondet 102.500 17.500 25.000 32,57 2008 0 95.000
Marc Van Sande 106.338 17.500 28.838 31,20 2008 / 2010 0 95.000

* Deze opties kunnen worden uitgeoefend aan een uitoefenprijs van22.30 tot39.25

** Opties toegekend in haar functie voor haar benoeming als lid van het Directiecomité

Meer informatie over uitgeoefende opties en andere aandelentransacties van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur vindt u op www.fsma.be .

Bezit van aandelen op het niveau van het Directiecomité in 2015

Naam Aantal aandelen
aangehouden op
31/12/2014
Aantal aandelen
aangehouden op
31/12/2015
Marc Grynberg 158.800 240.500
Stephan Csoma 3.500 7.200
Denis Goffaux 10.500 12.700
Géraldine Nolens - -
Filip Platteeuw 4.500 8.200
Pascal Reymondet 20.750 24.450
Marc Van Sande 12.000 15.700
Totaal 210.050 308.750

Bezit van aandelen op het niveau van de Raad van Bestuur in 2015

Naam Aantal aandelen
aangehouden op
31/12/2014
Aantal aandelen
aangehouden op
31/12/2015
Thomas Leysen 572.920 573.920
Ian Gallienne - -
Mark Garrett - 333
Ines Kolmsee 1.305 1.805
Barbara Kux 500 1.000
Eric Meurice - 333
Jonathan Oppenheimer 1.400 1.900
Rudi Thomaes 1.705 2.205
Totaal 577.830 581.496

Contractuele relaties

Contract tussen Umicore en Marc Grynberg, Gedelegeerd Bestuurder

Rekening houdend met de anciënniteit van Marc Grynberg in de Umicore Groep heeft de Raad van Bestuur in 2008 het volgende beslist:

  • In geval van beëindiging van de overeenkomst door Umicore zal aan Marc Grynberg een totale vertrekvergoeding van 18 maanden basissalaris worden uitbetaald.
  • Aan de Gedelegeerd Bestuurder zal ten titel van minimumschadevergoeding een totale vertrekvergoeding van drie jaar van zijn jaarlijks basissalaris worden uitgekeerd indien hij binnen een periode van 12 maanden na een wijziging van controle als gevolg van een overnamebod wordt ontheven van zijn functie als Gedelegeerd Bestuurder (niet cumulatief met de vorige bepaling).
  • De Raad van Bestuur beslist vrij of de variabele cashvergoeding deel uitmaakt van een eventuele defi nitieve vertrekvergoeding.

Overeenkomsten tussen Umicore en leden van het Directiecomité

Als gevolg van een beslissing van de Raad van Bestuur uit 2007 zal een lid van het Directiecomité, indien hij uit zijn functie zou worden ontheven binnen twaalf maanden na een wijziging van controle over de vennootschap, recht hebben op een totale vergoeding ter waarde van 36 maanden van zijn basissalaris. Dat geldt enkel voor Pascal Reymondet en Marc Van Sande, die lid waren van het Directiecomité op datum van deze beslissing.

Individuele regelingen in geval van beëindiging van de overeenkomst door Umicore

Denis Goffaux is op 1 juli 2010 tot Chief Technology Offi cer benoemd. Rekening houdend met zijn anciënniteit binnen de Umicore Groep zal hem in geval van beëindiging van zijn overeenkomst een totale vergoeding worden uitbetaald van achttien maanden basissalaris. Deze regeling werd door het Benoemings- en Remuneratiecomité aanbevolen in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010; zij werd op 1 juni 2010 door de Raad van Bestuur goedgekeurd.

Stephan Csoma en Filip Platteeuw zijn op 1 november 2012 benoemd tot lid van het Directiecomité. Rekening houdend met hun anciënniteit binnen de Umicore Groep zal hen in geval van beëindiging van hun overeenkomst een totale vergoeding worden uitbetaald van 18 maanden basissalaris. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft deze regeling aanbevolen in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 en deze regeling werd op 18 september 2012 door het Benoemings- en Remuneratiecomité goedgekeurd onder voorbehoud van bezwaren van de Raad van Bestuur, die niet werden geformuleerd.

Géraldine Nolens is op 1 juli 2015 tot lid van het Directiecomité benoemd. Rekening houdend met haar anciënniteit binnen de Umicore Groep zal haar in geval van beëindiging van haar overeenkomst een totale vergoeding worden uitbetaald van achttien maanden basissalaris. Deze regeling werd door het Benoemings- en Remuneratiecomité aanbevolen in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010; zij is op 28 april 2015 door de Raad van Bestuur goedgekeurd.

Voor alle voormelde leden van het Directiecomité geldt dat de Raad van Bestuur beslist of de variabele cashvergoeding deel uitmaakt van een eventuele fi nale vergoeding.

De overeenkomst van Marc Van Sande werd ondertekend vóór de inwerkingtreding van de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010. Zijn beëindigingsvergoeding is gebaseerd op zijn leeftijd, zijn anciënniteit binnen Umicore Groep en het geheel van zijn salaris en voordelen.

De arbeidsovereenkomst van Pascal Reymondet dateert van 1 maart 1989 en is onderworpen aan het Duitse recht. Er is geen contractuele regeling in geval van beëindiging van de overeenkomst en bijgevolg zal de Duitse wetgeving van toepassing zijn.

G15 Wijzigingen aan de vergoeding sinds eind 2015

Vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders

Op verzoek van het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft Umicore in 2015 onderzocht hoe de bestuurdersvergoedingen van Umicore zich positioneren tegenover deze van de BEL 20-ondernemingen en van andere Europese ondernemingen van gelijkaardige omvang in de chemie-, metaal- en materialensectoren. De resultaten van dit onderzoek werden op 3 februari 2016 door het Benoemings- en Remuneratiecomité besproken. Het Benoemings- en Remuneratiecomité kwam tot de conclusie dat Umicore redelijk gepositioneerd blijft tegenover de referentiepunten en beval derhalve de Raad van Bestuur aan om de vergoeding niet te wijzigen, maar om de remuneratiestructuur volgend jaar opnieuw te evalueren.

De Raad van Bestuur is op 4 februari 2016 ingegaan op deze aanbeveling .

Vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder

Op 3 februari 2016 heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder geëvalueerd op basis van een vergelijkend onderzoek van gelijkaardige Europese ondernemingen en de BEL-20 ondernemingen.

Op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de Raad van Bestuur op 4 februari 2016 beslist om de vaste brutovergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder ongewijzigd te laten en om het aantal Umicore-aandelen dat aan de Gedelegeerd Bestuurder wordt toegekend te verhogen van 4.400 naar 5.200.

Vergoeding van de leden van het Directiecomité

Op 3 februari 2016 heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité de vergoeding van de leden van het Directiecomité geëvalueerd. Op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité en rekening houdend met het feit dat er geen remuneratieverhoging was toegekend in 2015 heeft de Raad van Bestuur op 4 februari 2016 beslist om de vaste jaarlijkse vergoeding van de leden van het Remuneratiecomité licht te verhogen.

Risicobeheer en interne controle

G16 Risicobeheer

Berekende risico's nemen maakt integraal deel uit van de ontwikkeling van elke onderneming. De Raad van Bestuur van Umicore draagt de eindverantwoordelijkheid voor de beoordeling van het risicoprofiel van de onderneming rekening houdend met de bedrijfsstrategie en externe factoren zoals marktomstandigheden, de positionering van de concurrentie, technologische ontwikkelingen enz. Hij moet er ook voor zorgen dat de onderneming over de juiste processen beschikt om deze risico's te beheren. Het is de taak van het management van Umicore om de economische opportuniteiten maximaal te benutten en om tegelijkertijd mogelijke verliezen te beperken. Om dat te bereiken maakt Umicore gebruik van een uitgebreid risicobeheerssysteem. Dit systeem moet de onderneming in staat stellen om risico's op een proactieve en dynamische manier te identificeren en die geïdentificeerde risico's waar mogelijk tot een aanvaardbaar niveau te herleiden. Op alle niveaus van de onderneming zijn interne controlemechanismen voorzien die het management redelijkerwijze garanderen dat de onderneming in staat is om haar doelstellingen te bereiken. Die mechanismen controleren de effectiviteit en efficiëntie van operaties, de betrouwbaarheid van financiële processen en rapportering, de naleving van de wet- en regelgeving; ze dragen verder bij tot het beperken van fouten en frauderisico's. lende nalevingsbeoordelingen tijdens haar missies. Umicore | Jaarverslag 2015

16.1 Risicobeheersproces

Alle business units van Umicore zijn onderhevig aan specifieke groeiverwachtingen en verschillende niveaus van markt- en technologische onzekerheid. De risico's worden bijgevolg in de eerste plaats op het niveau van de business units zelf geïdentifi ceerd.

De eerste stap in het risicobeheerproces bestaat in het identifi ceren en afbakenen van de verschillende risico's. Umicore heeft een systeem voor risicobeoordeling ontwikkeld dat elke business unit en elk departement moet toepassen. Dit proces vereist dat alle units de risico's in kaart brengen om zo alle belangrijke (financiële en andere) risico's te identificeren die de business unit kunnen verhinderen de doelstellingen te bereiken die in de strategische plannen werden vastgelegd. Volgens dit proces moet elk van deze risico's vervolgens gedetailleerd worden beschreven in een risicofiche. Naast een potentiële impact en waarschijnlijkheidsevaluatie bevat de risicofiche ook informatie over de status van de verschillende actieplannen van het management in het kader van de risicobeheersing en -beperking en over de verantwoordelijkheid hiervoor.

De risicofiches worden dan overgemaakt aan het lid van het Directiecomité dat verantwoordelijk is voor het betreffende activiteitendomein. Het Directiecomité consolideert deze evaluaties en de resultaten worden aan het Auditcomité en de Raad van Bestuur voorgelegd. In opdracht van de Raad van Bestuur stelt het Auditcomité een jaarlijkse evaluatie op van de interne controle- en risicobeheerssystemen van de onderneming en houdt het permanent toezicht op specifieke aspecten van de interne controle en het risicobeheer.

Iedere business units en corporate departement is verantwoordelijk voor het beperken van zijn eigen risico's. Het Directiecomité zal echter ingrijpen in die gevallen waarin het beheer van een bepaald risico de capaciteiten van een bepaalde business unit overstijgt. Het Directiecomité en de CEO zijn in een bredere context ook verantwoordelijk voor de identificatie en het beheer van de risico's die de hele Groep betreffen, zoals strategische positionering, financiering of macro-economische risico's. Het departement Interne Audit van Umicore vervult een specifieke controlerende rol om een overzicht van het risicobeheersproces te behouden.

16.2 Intern controlesysteem

Umicore hanteert het COSO-framework voor haar risicobeheer en heeft de verschillende controlecomponenten van dit model aangepast in haar organisatie en processen. De "Umicore Way" ( http://www.umicore.com/en/vision/values/ ) en de Gedragscode van Umicore zijn de hoekstenen van de interne controleomgeving. Ze vormen het operationele kader voor de onderneming samen met het op doelstellingen gebaseerde managementconcept en de duidelijke afbakening van rollen en verantwoordelijkheden.

De business units ontwikkelden specifieke interne controlemechanismen op hun activiteitenniveau, terwijl gedeelde operationele functies en corporate services richtlijnen ontwikkelen en controles vastleggen voor activiteiten tussen de organisaties. Hieruit zijn specifieke beleidsregels, procedures en charters ontstaan voor domeinen zoals beheer van de toeleveringsketen, human resources, informatiesystemen, milieu, veiligheid en gezondheid, juridische zaken, veiligheid van de onderneming evenals onderzoek en ontwikkeling.

Umicore werkt met een systeem van minimale interne controlevereisten (MICR – "Minimum Internal Control Requirements"), die specifiek gericht zijn op de beperking van de financiële risico's en een verhoogde betrouwbaarheid van de financiële rapportering.

Het Umicore MICR kader verplicht alle entiteiten van de Groep tot de naleving van een eenvormige reeks van interne controle onderverdeeld in 12 processen. Binnen het kader van de interne controle gaat een bijzondere aandacht naar de scheiding van functies en de defi nitie van duidelijke taken en verantwoordelijkheden. De naleving van de MICR wordt opgevolgd door middel van jaarlijkse zelfevaluaties die door het senior management gevalideerd worden. Het resultaat wordt gerapporteerd aan het Directiecomité en het Auditcomité binnen de Raad van Bestuur. Tot 2014 streefden de gecontroleerde entiteiten (gemiddeld 130 entiteiten) ernaar de voor iedere controle-activiteit vastgelegde drempel te bereiken. Het departement Interne Audit onderzocht de verschil-

In 2015 werd de zelfevaluatie procedure hertekend met het oog op een verschuiving van een beoordelende aanpak naar een objectieve methodologie aan de hand van vragenlijsten. De eerste testen van de nieuwe zelfevaluatie vonden met succes plaats eind 2015. Tegelijkertijd worden de vereisten herschreven met het oog op meer eenvoud en een grotere focus op de scheiding van incompatibele functies.

G17 Risicocategorisatie

De risico's waarmee Umicore wordt geconfronteerd, kunnen in het algemeen in de volgende categorieën worden ondergebracht:

Strategische risico's zoals macro-economische en financiële omstandigheden, technologische veranderingen, reputatie van het bedrijf, politieke en wetgevende ontwikkelingen.

Operationele risico's zoals wijzigingen in de vraag van de klanten, aanvoer van grondstoffen, verzending van producten, kredieten, productie, arbeidsrelaties, human resources, IT-infrastructuur, gezondheid en veiligheid op het werk, emissiecontrole, impact van huidige of vroegere activiteiten op het milieu, productveiligheid, veiligheid van activa en gegevens, herstel na rampen.

Financiële risico's zoals thesaurie, belastingen, prognoses en budgettering, accurate en tijdige rapportering, naleven van de boekhoudnormen, schommelingen in de metaalprijzen en de valuta, indekking.

De meeste industriële bedrijven worden normaliter geconfronteerd met een combinatie van de bovenvermelde risico's. Het is niet de bedoeling elk risico waaraan de onderneming is blootgesteld gedetailleerd in dit verslag te beschrijven. Hieronder bespreken we wel de belangrijkste strategische en operationele risico's die relevant zijn voor Umicore en haar strategische doelstellingen of voor de manier waarop de onderneming ze aanpakt. De financiële risico's worden meer gedetailleerd besproken in toelichting F3 bij de geconsolideerde jaarrekeningen.

G18 Beschrijving van de risico's

18.1 Strategische en operationele risico's

18.1.1 Marktrisico

Umicore beschikt over een gediversifieerde portefeuille van activiteiten die een aantal verschillende marktsegmenten bedienen en is voor de meeste van haar activiteiten wereldwijd aanwezig. Geen enkel marktsegment of industrie is goed voor meer dan 50% van de verkoop van Umicore. In termen van algemene blootstelling zijn de belangrijkste eindgebruikersmarkten die door Umicore worden bediend de autosector, consumentenelektronica en de bouw. Het bedrijfsmodel van Umicore richt zich tevens op de inkoop van secundaire materialen en materialen op het einde van hun levensduur voor recyclage. In vele gevallen is de beschikbaarheid van deze materialen afhankelijk van het activiteitenniveau in specifieke sectoren of bij specifieke klanten waar Umicore kring- looprecyclagediensten levert. Een gediversifieerde portefeuille en een brede geografische aanwezigheid helpen om het risico van een te grote blootstelling aan één markt te verminderen.

Opmerkingen over 2015: In het algemeen verbeterden de omstandigheden voor de meeste van onze productactiviteiten in 2015. De sterke groei in Catalysis en Energy & Surface Technologies compenseerde ruimschoots de impact van de lagere metaalprijzen op de recyclageactiviteiten. De inkomstengroei, deels te danken aan de hogere bijdrage van de recente groei-investeringen, was de belangrijkste drijfveer van de stijging van de recurrente EBIT (+21%).

18.1.2 Technologisch risico

Umicore is een materiaaltechnologiegroep met een sterke focus op de ontwikkeling van innovatieve materialen en processen. De keuze en de ontwikkeling van deze technologieën vormen op zich zowel de grootste opportuniteit als het grootste risico voor Umicore. Om dit risico te beheersen en de doeltreffendheid van de technologische evaluatie- en implementatieprocessen te verbeteren, heeft Umicore een proces voor het beheer van technologische innovatie op groepsniveau geïmplementeerd en voert het elk jaar technologische evaluaties uit op het niveau van het Directiecomité. Van de business units wordt eveneens verwacht dat ze jaarlijks een technologische evaluatie uitvoeren. Deze evaluaties hebben tot doel de geschiktheid, het potentieel en de risico's van de gekozen en onderzochte technologieën te verifiëren en hun overeenstemming met de strategische visie van Umicore te garanderen. In 2015 heeft Umicore een "Innovation Excellence Board" ("IEB") opgericht dat samengesteld is uit senior O&O managers en dat tot doel heeft het innovatiemanagement in de Groep te verbeteren. De IEB heeft specifi eke tools voor zelfevaluatie geïdentifi ceerd met het oog op een verbetering van de O&O effi ciëntie en een verduidelijking van de technologie roadmaps. Dit systeem is in de eerste plaats gebaseerd op een zelfevaluatie-instrument voor de business units en de O&O-afdeling van de Groep.

Op organisatorisch vlak omvatten de O&O-inspanningen van Umicore zowel initiatieven op het niveau van de Groep als op het niveau van de business units. In 2005 creëerde Umicore de functie van Chief Technology Officer (CTO) met als doel de verschillende O&O-inspanningen in de Groep te stimuleren, de overeenstemming van de O&O-planning met de strategische prioriteiten te garanderen en een evenwicht te bereiken tussen de actuele technologiebehoeften en de opportuniteiten op langere termijn. Vijf O&O-platformen bieden een kader voor de meest relevante technologieën in de Groep, namelijk Functional Materials, Recycling & Extraction Technology, Expert Services, Analytical Competence Centres en Support Functions. Er worden tevens inspanningen geleverd om voorbeeldpraktijken te promoten op het vlak van kennisbeheer, het uitwisselen van informatie, opleiding en netwerking in de O&O-gemeenschap bij Umicore.

De financiële ondersteuning voor de O&O-activiteiten van de Groep wordt zoveel mogelijk behouden, ongeacht de schommelingen in de financiële prestaties van de Groep op korte termijn. Een IP-comité op groepsniveau coördineert de bescherming van de intellectuele eigendom en bevordert het gebruik van de voorbeeldpraktijken op het niveau van de business units, die over een eigen IP-comité beschikken.

Opmerkingen over 2015: Het Directiecomité heeft in 2015 vier specifieke technologie-evaluaties uitgevoerd, tegenover vijf in 2014. Deze evaluaties hadden betrekking op de technologische ontwikkelingen die essentieel zijn om de Horizon 2020-groeiambities te bereiken en omvatten product- en procesontwikkelingen maar ook bepaalde ondersteunende functies en het innovatiemanagement op Groepsniveau.

18.1.3 Bevoorradingsrisico

Umicore is afhankelijk van bepaalde metalen of metaalhoudende grondstoffen om haar producten te kunnen vervaardigen. Sommige van deze grondstoffen zijn eerder zeldzaam. Om het risico van bevoorradingsschaarste te beperken, tracht Umicore waar mogelijk langetermijncontracten aan te gaan met haar leveranciers. In sommige gevallen legt de onderneming strategische reservevoorraden aan van bepaalde essentiële grondstoffen. Umicore tracht ook de geografische herkomst van haar grondstoffen te diversifiëren. Omdat Umicore zich op recyclage concentreert, is de bevoorrading slechts gedeeltelijk afhankelijk van natuurlijke bodemrijkdommen en is een aanzienlijk deel van de bevoorrading afkomstig van secundaire industriële bronnen of materialen op het einde van hun levensduur. Waar mogelijk tracht Umicore met haar klanten samen te werken in een kringloopmodel waarbij de verkoop en de recyclage van de residuen van de klanten in één pakket worden geïntegreerd. Umicore heeft een Charter voor duurzame aankopen ontwikkeld dat tot doel heeft het beleid voor duurzame aankopen van de onderneming nog verder te verbeteren en dit bij de leveranciers van Umicore te implementeren.

Opmerkingen over 2015: Umicore heeft aangetoond dat het zich blijft houden aan de Dodd-Frank Act in de VS. Hoewel Umicore geen mineralen uit conflictzones aankoopt en zelf niet aan de Dodd-Frank Act is onderworpen, pakt de onderneming het probleem proactief aan met een aantal van haar klanten en leveranciers. De Precious Metals Refining activiteit van Hoboken en Guarulhos werd in 2013 na een audit van hun processen en aanvoerstromen erkend als conflictvrije smelter door de London Bullion Market Association (LBMA). De Jewellery & Industrial Metals activiteiten van Pforzheim, Wenen en Bangkok zijn gecertifi ceerd als deel van de controleketen van de Responsible Jewellery Council's (RJC). Voor meer informatie verwijzen we u door naar pagina 31. U vindt meer informatie over Umicore's beleid inzake conflictmineralen op http://www.umicore.com/en/media/topics-of-interest/ confl ict-minerals/. Een algemene bespreking van de vooruitgang die geboekt werd bij de implementatie van het Charter voor duurzame aankopen van Umicore vindt u op pagina 30-31 en in de toelichting S8.

18.1.4 Vervangingsrisico

Het creëren van een ideale verhouding kosten versus prestaties is een prioriteit voor Umicore en haar klanten. Het is altijd mogelijk dat klanten op zoek gaan naar andere materialen om in hun producten te integreren als ze deze ideale verhouding niet bereiken met de producten van Umicore. Dat risico is vooral aanwezig in sectoren die dure metaalhoudende materialen produceren (vooral de sectoren die historisch gezien een volatiele prijszetting hebben). Umicore tracht actief te voorkomen dat haar klanten op zoek gaan naar vervangingsmaterialen door ze zelf te produceren met behulp van goedkopere materialen met minder prijsvolatiliteit en waar mogelijk zonder prestatieverlies voor de producten van de klant.

Opmerkingen over 2015: In 2015 hebben zich geen specifieke ontwikkelingen voorgedaan in verband met het vervangingsrisico.

18.1.5 Risico van wetswijzigingen

Net als alle ondernemingen krijgt Umicore te maken met de evolutie van de wetgeving in de landen of regio's waar ze actief is. Daarbij dient opgemerkt dat de activiteiten van Umicore voordeel halen uit bepaalde trends op het vlak van regelgeving, vooral die trends die te maken hebben met strengere emissiecontrole voor voertuigen en de opgelegde recyclage van producten aan het einde van hun levensduur, zoals elektronica.

Bepaalde milieuwetgevingen zorgen echter ook voor operationele uitdagingen. Zo trad in juni 2007 de REACH-richtlijn in werking in de Europese Unie die leidde tot de noodzaak aan nieuwe operationele procedures op het vlak van de registratie, evaluatie en goedkeuring van chemische stoffen. Umicore heeft een operationeel netwerk van REACH-managers uit alle business units opgezet, dat gecoördineerd wordt door een REACH-implementatiemanager.

Umicore volgt nauwgezet alle veranderingen op vlak van zowel de interpretatie als de begeleidende documenten die haar REACH-implementatiestrategie zouden kunnen beïnvloeden. Umicore is actief betrokken bij werkgroepen van sectorverenigingen om ervoor te zorgen dat een consistente aanpak wordt gevolgd en dat de specifieke metaalkenmerken door de toezichthouders en de bedrijven worden begrepen.

Hoewel het regelgevende landschap kan veranderen in de toekomst, komen vandaag slechts een paar van onze stoffen voor op de kandidatenlijst voor potentiële REACH-autorisatie. In totaal vertegenwoordigen de verkochte producten die deze stoffen bevatten minder dan 0,5% van de inkomsten van Umicore. De plaatsing van een stof op de REACH-kandidatenlijst is bedoeld als een eerste stap in het onderwerpen van die stof aan een robuuste en gedetailleerde wetenschappelijke risico-evaluatie. Dit dient als basis voor het voortgezette gebruik of ter vervanging wanneer economisch en technisch haalbare alternatieven voor die stof bestaan.

Opmerkingen over 2015: Als deel van een regelmatige update werden ongeveer 20 REACH dossiers bijgewerkt met nieuwe informatie inzake samenstelling, gebruik en chemisch veiligheidsrapport. Vier ervan werden bijgewerkt op aanvraag van het European Chemicals Agency (ECHA), met inbegrip van bijkomende onderzoeksresultaten. Bovendien werden 6 nieuwe registratieaanvragen ingediend.

18.2 Financieel risico

Zoals reeds vermeld, heeft Umicore een aantal specifieke minimale controlevereisten geïmplementeerd om de financiële risico's te beperken. Deze MICRvereisten dekken de volgende 12 specifieke domeinen: Interne Controle-omgeving, Financiële Afsluiting & Rapportering, Vaste Activa, Procure-to-Pay, Order-To-Cash, Stockbeheer, Hedging, Treasury, Tax, Beheer van de Informatiesystemen, Human Resources, Travel & Entertainment. Een interne richtlijn – de Umicore financiële rapporteringsstandaard – biedt het kader voor een gemeenschappelijk begrip van het boekhoudbeleid van Umicore, de toepassing van IFRS en de algemene rapporteringspraktijken. Hieronder worden de drie belangrijkste financiële risico's kort besproken. Een volledige beschrijving van de zuiver financiële risico's en het beheer ervan vindt u in toelichting F3 bij de geconsolideerde jaarrekeningen.

18.2.1 Schuld- en kredietrisico

Umicore wenst haar activiteiten te beschermen via een gezond financieel beheer en een sterke balans. Hoewel er geen vaste doelstelling bestaat voor de schuldgraad, wil de onderneming te allen tijde een status van 'investment grade'-kwaliteit behouden. We streven ook naar een gezond evenwicht tussen schuld op korte en lange termijn en tussen schuld aangegaan tegen vaste en vlottende interestvoeten. Umicore beschikt over een monitoringproces om banken te screenen op tegenpartijrisico. Umicore is blootgesteld aan het risico van niet-betaling door derden met betrekking tot de verkoop van goederen of andere commerciële transacties. Umicore beheert dit risico door een kredietrisicobeleid toe te passen. Een kredietverzekering wordt vaak toegepast om het globale risiconiveau te verlagen maar in bepaalde activiteiten wordt geen verzekering aangegaan. Dat gebeurt vooral in activiteiten met een belangrijke klantenconcentratie of met een specifieke en nauwe relatie met de klanten en wanneer verzekeringskosten niet gerechtvaardigd zijn in verhouding tot de gelopen risico's. De business managers worden tevens aangemoedigd bijzondere aandacht te besteden aan de evolutie van de handelsvorderingen. Dit geschiedt in de bredere context van het beheer van het werkkapitaal en de inspanningen van de Groep om het aangewend kapitaal te verminderen. Een groot deel van de variabele verloning van managers is gekoppeld aan het rendement op aangewend kapitaal (ROCE).

18.2.2 Wisselkoersrisico

Het wisselkoersrisico waaraan Umicore is blootgesteld omvat zowel structurele als transactionele en omrekeningsrisico's. Structurele risico's ontstaan wanneer een bedrijf meer inkomsten in een bepaalde valuta genereert dan dat ze kosten in dezelfde valuta maakt. De belangrijkste gevoeligheid hier is de blootstelling aan de Amerikaanse dollar. De transactionele wisselkoersblootstelling wordt systematisch afgedekt en de onderneming voorziet soms ook structurele valuta-afdekkingen om de toekomstige kasstromen veilig te stellen.

Umicore wordt ook geconfronteerd met omrekeningsrisico's bij de consolidatie van de opbrengsten van dochterbedrijven die niet in euro rapporteren. Hoewel Umicore dit omrekeningsrisico niet systematisch indekt, gebeurt het dat ze dit wel doet in ad hoc gevallen.

18.2.3 Metaalprijsrisico

Umicore is blootgesteld aan risico's die verbonden zijn aan de prijzen van de metalen die het verwerkt of recycleert. De structurele metaalprijsrisico's hebben vooral te maken met de impact die metaalprijzen kunnen hebben op het overschot aan teruggewonnen metalen uit materialen die voor verwerking worden aangeleverd. Transactionele metaalprijsrisico's hebben dan weer te maken met de blootstelling aan prijsveranderingen tussen het moment waarop de grondstoffen worden aangekocht (d.w.z. wanneer het metaal 'ingeprijsd' wordt) en het moment waarop de producten worden verkocht (d.w.z. wanneer het metaal 'uitgeprijsd' wordt). Verder is er ook een risico verbonden aan de permanente metaalvoorraden van de onderneming. Dit risico heeft betrekking op het feit dat de marktmetaalprijs tot onder de boekwaarde van deze voorraden kan dalen. De transactionele metaalprijsblootstelling wordt systematisch zoveel mogelijk afgedekt. Bovendien voorziet de onderneming soms ook structurele metaalprijsafdekkingen om de toekomstige kasstromen veilig te stellen.

18.2.4 Taxatie

De belastingkosten die in de jaarrekening zijn opgenomen, vormen de beste inschatting van de belastingen die de Groep moet betalen. De uiteindelijk verschuldigde belasting voor de periode blijft onzeker tot na de belastingcontrole door de autoriteiten. Het beleid van de Groep bestaat erin de belastingaangifte binnen de statutair bepaalde termijnen in te dienen en de belastingautoriteiten te vragen ervoor te zorgen dat de belastingzaken van de Groep zo actueel mogelijk zijn en dat eventuele verschillen in de interpretatie van de fiscale wetgeving zo snel mogelijk worden opgelost. Gelet op de omvang en het internationale karakter van de activiteiten van de Groep vormen de BTW, de omzetbelasting en de transferprijzen binnen de Groep een inherent belastingrisico, net zoals voor alle internationale ondernemingen. Wijzigingen in de fi scale wetgeving of de toepassing ervan met betrekking tot transferprijzen, BTW, buitenlandse dividenden, be- lastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling en belastingaftrek kunnen de effectieve belastingvoet voor de Groep verhogen en de financiële resultaten negatief beïnvloeden.

Opmerkingen over 2015: Er vonden in 2015 geen belangrijke wijzigingen plaats met betrekking tot de aard van de financiële risico's waarmee Umicore wordt geconfronteerd.

Relaties met belanghebbenden

Umicore is een beursgenoteerde onderneming. In die hoedanigheid onderhoudt ze relaties met een aantal partijen die belang hebben bij de manier waarop zij zaken doet. De relatie die de onderneming met die belanghebbenden opbouwt, heeft een rechtstreekse impact op het succes van de onderneming.

De relaties met belanghebbenden zijn bij Umicore in de eerste plaats gebaseerd op een lokale benadering, waarbij alle sites hun respectieve belanghebbenden moeten identificeren en geschikte manieren dienen te ontwikkelen om hen bij hun activiteiten te betrekken. Die benadering werd geformaliseerd in de Vision 2015-doelstelling met betrekking tot de lokale gemeenschappen. In vele gevallen, zoals in de dialoog met klanten en leveranciers, worden de relaties met belanghebbenden op de eerste plaats door de business units zelf beheerd, in overeenstemming met de gedecentraliseerde wijze waarop Umicore haar activiteiten beheert.

Op groepsniveau werden de Vision 2015-doelstellingen gedeeltelijk ontwikkeld op basis van de getrokken lessen uit de evaluatie van de duurzaamheidbenadering en -verslaggeving van Umicore door een extern klankbord in 2009. Dat klankbord vervolledigde een interne oefening met vertegenwoordigers van de business units, de gedeelde operationele functies en de corporate departementen. U vindt meer over Umicore's aanpak met belanghebbenden in het licht van haar Horizon 2020-strategie op pagina's page 34-37.

Umicore is een actief lid van verscheidene sectorverenigingen, waar ze met beleidsmakers in contact komt om bij te dragen aan een beter begrip van sectorgerelateerde kwesties. Die verenigingen zijn bovendien belangrijke platformen om mee te werken aan bredere acties voor duurzame ontwikkeling op sectorniveau. Op een minder formeel niveau wordt dikwijls een beroep gedaan op de leden van het senior management van Umicore of ze zijn zelf kandidaat om deel te nemen aan publieke vergaderingen waar de economische prestatie van Umicore of haar duurzaamheidsaanpak worden besproken. Dergelijke evenementen bieden de mogelijkheid om met een reeks groepen in contact te komen, inclusief leidende figuren uit de zakenwereld, academici en de burgerlijke samenleving.

Hieronder beschrijven we de belangrijkste belangengroepen van Umicore. Ze werden zeer algemeen geclassificeerd aan de hand van algemene categorieën van belanghebbenden die voor de meeste industriële organisaties gelden. De beschrijving geeft ook meer inzicht in de aard van de transacties tussen deze belanghebbenden en Umicore en de manier waarop de dialoog verloopt.

G19 Leveranciers

Bijdrage van Umicore: inkomsten

Bijdrage van de leveranciers: grondstoffen, transport, energie en andere goederen en diensten

Umicore beschikt over drie business groups in vijf continenten. Die business groups hebben niet alleen grondstoffen nodig voor de aanmaak van hun producten maar ook energie, transport en een aantal andere diensten. Wereldwijd werkt Umicore met meer dan 10.000 leveranciers. Die leveranciers plukken de vruchten van de aanwezigheid van Umicore als klant; in 2015 betaalde Umicore de leveranciers ongeveer € 8,7 miljard (inclusief de metaalinhoud van grondstoffen).

Umicore staat permanent in contact met haar leveranciers, in de eerste plaats om technische specificaties te bepalen, en ook om wederzijds aanvaardbare voorwaarden te bespreken voor een langdurige samenwerking, zoals snelle en ononderbroken levering van materialen en diensten en tijdige betaling. De business units zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de aankoop van grondstoffen, het departement Purchasing & Transportation staat in voor het transport, energie en andere bevoorradingsnoden van de Groep.

De benadering van Umicore is beschreven in het Charter voor duurzame aankopen ( http://www.umicore.com/en/sustainable-procurement-charter/ ). Dit charter werd in 2010 opgesteld en vormt de basis voor de Vision 2015-doelstelling voor duurzame aankopen. Meer informatie over de behaalde resultaten van die doelstelling vindt u op pagina 30-32 van dit verslag.

G20 Klanten

Bijdrage van Umicore: materialen en diensten

Bijdrage van de klanten: inkomsten

De ambitie van Umicore bestaat erin materialen voor een beter leven ('materials for a better life') te vervaardigen. Die materialen worden teruggevonden in een ruim gamma toepassingen die het dagelijkse leven comfortabeler maken en een bijdrage leveren aan een schoner milieu.

Umicore heeft een internationale klantenbasis: 49% van de inkomsten van 2015 werd buiten Europa gegenereerd.

De klanten van Umicore zijn hoofdzakelijk industriële bedrijven die de materialen van Umicore gebruiken voor de aanmaak van hun producten. Slechts enkele van de producten die Umicore vervaardigt, worden rechtstreeks aan het publiek verkocht. De business units zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van hun klanten om de gevaren en risico's van producten die ofwel al op de markt zijn of nog in ontwikkeling zijn, beter te kunnen begrijpen. De interactie met de klanten is een continu proces dat door de business units wordt beheerd. Alle business units beschikken over een terugkoppelingsproces om de tevredenheid van de klanten over hun producten en diensten geregeld te controleren. In de meer technologisch geavanceerde activiteiten is de relatie met de klant vaak sterk geïntegreerd. Het ontwikkelen van geavanceerde producten vergt vaak jaren van onderzoek en ontwikkeling in directe samenwerking met deze klanten.

G21 Werknemers

Bijdrage van Umicore: bezoldiging, opleiding en leeropportuniteiten

Bijdrage van de werknemers: vaardigheden, bekwaamheden en productiviteit

Umicore en haar geassocieerde ondernemingen stellen wereldwijd zo'n 10.000 mensen tewerk. De onderneming investeert aanzienlijke middelen in haar status als aantrekkelijke werkgever in alle regio's waar zij actief is. In 2015 betaalde Umicore in totaal € 516 miljoen lonen en andere personeelsvoordelen uit aan de werknemers van haar volledig geconsolideerde ondernemingen. De sociale lasten bedroegen in totaal € 96 miljoen.

Umicore wil haar werknemers niet alleen competitieve loon- en arbeidsvoorwaarden maar ook de noodzakelijke professionele opleiding aanbieden. Van de werknemers wordt verwacht dat ze de principes en de beleidslijnen van The Umicore Way en de Gedragscode van Umicore naleven. Umicore hecht veel belang aan een open dialoog met haar medewerkers en organiseert in het kader daarvan een driejaarlijkse personeelsenquête.

Waar vereist, respecteert Umicore het principe van de collectieve onderhandeling. Hoewel dit een gangbare praktijk is in Europa, zijn mechanismen voor collectieve onderhandelingen en vakbonden in andere locaties minder gebruikelijk of zijn ze onderworpen aan lokale wettelijke beperkingen. Umicore ondertekende een duurzaam ontwikkelingsakkoord met de internationale vakbond IndustriALL over de wereldwijde toepassing doorheen de Groep van haar beleid op het vlak van mensenrechten, gelijke kansen, arbeidsvoorwaarden, ethisch gedrag en bescherming van het milieu. Dit akkoord laat vakbonden toe constructief deel te nemen aan het nastreven van die doelstellingen. Een gemeenschappelijk controlecomité, dat uit beide partijen bestaat, ziet toe op de implementatie van het duurzaam ontwikkelingsakkoord.

Het intranet van de Groep, nieuwsbrieven van Umicore en haar business units en het wereldwijde interne magazine 'umicore.link', dat gepubliceerd wordt in zes talen, zijn bijkomende communicatiekanalen op bedrijfsniveau. Umicore gebruikt een 'learning management platform' voor de hele Groep genaamd 'My Campus'. Dit platform omvat ook een sociaal samenwerkingsinstrument dat het delen van kennis binnen de onderneming bevordert.

G22 Investeerders en aandeelhouders

Bijdrage van Umicore: rendement van de investeringen

Bijdrage van de investeerders: kapitaal en fondsen

De investeerders van Umicore zijn sterk gediversifieerd. Op het einde van 2015 situeerden zich de meeste aandeelhouders in Europa en Noord-Amerika. De meest recente informatie over Umicore's aandeelhouders vindt u op http://www.umicore.com/en/investors/ .

Umicore streeft ernaar tijdig nauwkeurige bedrijfsinformatie ter beschikking te stellen van de beleggersgemeenschap. Deze communicatie-inspanningen omvatten management roadshows en bedrijfsbezoeken, conferenties, beurzen voor individuele beleggers, webcasts en conference calls. In 2015 publiceerden 20 beurshuizen analyserapporten over Umicore.

De schuldeisers van Umicore zijn hoofdzakelijk banken. Umicore beschikt over kredietlijnen bij talrijke banken in België en het buitenland.

De relaties met de banken worden vooral beheerd door het departement Financiën, hoewel elke juridische entiteit van Umicore zakelijke relaties onderhoudt met de financiële wereld.

G23 Samenleving

Bijdrage van Umicore: welvaart en innovatieve producten en processen

Bijdrage van de samenleving: uitbatingsvergunningen

Via tewerkstelling draagt Umicore bij tot de welvaart in de regio's waar ze actief is. Hoewel het creëren van welvaart een duidelijk voordeel is, is ook de manier waarop dit gebeurt erg belangrijk. Uiteindelijk kan Umicore haar activiteiten maar blijven ontplooien als de samenleving dit toelaat. Om deze toestemming te behouden, tracht Umicore zoveel mogelijk te werken op een manier die de duurzame ontwikkeling bevordert. Dat gaat verder dan zich houden aan de wettelijke grenzen die aan elk bedrijf worden opgelegd. Umicore bepaalt haar eigen normen die in de hele Groep worden toegepast en die vaak veel verder gaan dan de wettelijke vereisten in de domeinen waar de onderneming actief is. Naast die inzet voor duurzame operationele praktijken streeft Umicore er ook naar materialen te ontwikkelen die de levenskwaliteit verhogen. Contact met de gemeenschappen waar Umicore haar activiteiten ontplooit, is de meest directe manier waarop de onderneming met de samenleving kan interageren. Een open en transparante dialoog met die gemeenschappen maakt integraal deel uit van de verbintenis van Umicore tegenover haar belanghebbenden en is een van de doelstellingen van Vision 2015. Bepaalde maatschappelijke groeperingen (zoals niet-gouvernementele organisaties) vragen ook geregeld inspraak in de operaties van Umicore en de manier waarop zij zaken doet. Umicore waardeert deze belangstelling en tracht op een open en constructieve manier met die groepen in dialoog te treden.

Umicore schenkt op site- en groepsniveau vrijwillige bijdragen aan een aantal goede doelen, in lijn met het interne beleid en de interne richtlijnen. Umicore beheert betrokkenheidsinspanningen die op groepsniveau geleverd worden via een Groep Donatiecomité, dat bevoegd is voor de contacten met de maatschappelijke groeperingen en het bepalen van de dimensie van de samenwerkingsverbanden op groepsniveau. Meer informatie over deze initiatieven in 2015 vindt u op pagina 32-33 van dit verslag.

G24 Geassocieerde ondernemingen en joint ventures

Bijdrage van Umicore: investeringen en richting aangeven

Bijdrage van de geassocieerde ondernemingen en joint ventures: bijdrage aan de winst van Umicore, technologische complementariteiten, markttoegang

Umicore investeert in verschillende economische activiteiten waarin ze geen volledige managementcontrole heeft. Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin Umicore een belangrijke invloed heeft op het financiële en operationele beleid maar waarover ze geen controle heeft. Meestal bezit Umicore 20% tot 50% van de stemrechten, terwijl bij joint ventures het eigendom en de controle meestal volgens een 50:50 regeling zijn verdeeld. Het bundelen van krachten wordt gezien als een manier om technologische ontwikkelingen te versnellen of toegang te krijgen tot specifieke markten. Van de 10 geassocieerde ondernemingen en joint ventures heeft Umicore de effectieve controle van het management in de helft van de gevallen. Door een vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur van geassocieerde ondernemingen of joint ventures kan Umicore het management controleren en richting geven of de ontwikkeling van de activiteiten opvolgen. Hoewel Umicore niet haar eigen beleidskeuzes en procedures kan opleggen aan geassocieerde ondernemingen (of joint ventures waar ze niet over de meerderheid van de stemrechten beschikt), wordt wel duidelijk gecommuniceerd dat Umicore verwacht dat de activiteiten worden gevoerd in overeenstemming met The Umicore Way.

Umicore is zeer strikt in het beschermen van eender welke intellectuele eigendom die ze deelt met geassocieerde ondernemingen of joint-venturepartners. Een volledige lijst van geassocieerde ondernemingen en joint-venturebedrijven vindt u op pagina 64 van dit verslag.

G25 Overheidssector en autoriteiten

Bijdrage van Umicore: belastingen

Bijdrage van de overheidssector en de autoriteiten: diensten en formele toestemming om activiteiten te ontplooien

Umicore betaalde in totaal € 61 miljoen belastingen als resultaat van haar activiteiten in 2014. Umicore en haar werknemers betaalden in totaal ongeveer € 96 miljoen aan sociale bijdragen. Umicore gaat geregeld samenwerkingen aan met openbare instellingen zoals universiteiten om bepaalde onderzoeksprojecten te bevorderen. Af en toe worden er samenwerkingen aangegaan met en onderzoekstoelagen verkregen van publieke organisaties. In totaal werden in 2015 ongeveer € 7,4 miljoen toelagen toegekend, hoofdzakelijk voor geplande O&O-projecten. In 2015 ontving Umicore bovendien € 7,2 miljoen uit hoofde van eerder toegekende toelagen. Het beleid van de onderneming sluit schenkingen aan politieke partijen en organisaties uit.

In 2015 bleef Umicore inspanningen leveren om beleidsmaking te begeleiden en contacten met publieke overheden wereldwijd te bevorderen. Die inspanningen worden gecoördineerd via het departement Government Affairs en zijn hoofdzakelijk gericht op Europa, Noord-Amerika en op China. Umicore wil het profiel van en het inzicht in haar technologieën verhogen en deelnemen aan besprekingen over materiaalgerelateerde thema's. In Europa omvat dit

drie centrale onderwerpen: het effi ciënt gebruik van grondstoffen via beleid over afval en grondstoffen alsook via aandacht voor de ontwikkelingen in de circulaire economie in de EU; geavanceerde materialen als een sleuteltechnologie die koolstofarme technologieën mogelijk maken; materiaaltechnologieën voor de zuivering van uitlaatgassen van auto's en vrachtwagens met brandstofmotoren. De initiatieven van Umicore hebben ook betrekking op de toegang tot Europese en nationale overheidsfinanciering en innovatienetwerken, vooral voor programma's die baanbrekende technologieën met een gunstig milieueffect ondersteunen.

In een aantal gevallen worden Umicore-experts uitgenodigd als lid van werkgroepen en panels geïnitieerd door Europese of nationale autoriteiten. Zo maken we onder andere deel uit van het 'European Innovation Partnership for Raw Materials', het 'European Resource Efficiency Platform', de 'High Level Group on Key Enabling Technologies en het ERA-MIN netwerk voor de industriële verwerking van grondstoffen voor de Europese industrieën. Bovendien is Umicore een van de meer dan 100 partners in 'Knowledge and Innovation Community on Raw Materials', een consortium dat de toegang tot, de beschikbaarheid en het efficiënt gebruik van grondstoffen in Europa aanpakt.

Als er bepaalde problemen ontstaan die Umicore aanbelangen, deelt Umicore haar standpunt meestal mee via de sectorverenigingen waarvan ze deel uitmaakt. De onderneming is zich bewust van de gevoeligheden verbonden aan het innemen van standpunten over zaken die van openbaar belang zijn. Met dit in het achterhoofd heeft Umicore richtlijnen voor heel de Groep aangenomen die verduidelijken hoe dit dient te gebeuren op een verantwoorde manier (beschikbaar op de website). Hieronder worden de belangrijkste organisaties weergegeven waarin Umicore momenteel vertegenwoordigd is (zowel op het niveau van de Groep als van de business units):

Corporate

  • European Round Table of Industrialists (ERT)
  • Eurometaux (European Non-Ferrous Metals Association)
  • European Technology Platform for Advanced Engineering Materials and Technologies (EuMaT)
  • TransAtlantic Business Council
  • Agoria (Belgische multisectorfederatie van de technologische industrie)

Catalysis

  • Emissiecontroleverenigingen op regionaal en nationaal vlak (VS, Zuid-Afrika, Brazilië, China, Europese Unie) zie www.automotivecatalysts.umicore.com/en/links/
  • Duitse Federatie van Chemiebedrijven (VCI)

Energy & Surface Technologies

  • Cobalt Development Institute
  • Nickel Institute
  • Energy Materials Industrial Research Initiative (EMIRI)
  • European Association for Battery, Hybrid and Fuel Cell Electric Vehicles (AVERE)

Recycling

  • European Electronics Recyclers Association (EERA)
  • European Battery Recycling Association (EBRA)
  • International Association of Portable Rechargeable Batteries (RECHARGE)
  • International Platinum Group Metals Association
  • International Precious Metals Institute
  • European Precious Metals Federation

G26 Verdeling van de economische meerwaarde

Umicore gebruikte het grootste deel van haar totale inkomen voor het metaalgedeelte van grondstoffen (deze kost wordt meestal doorgerekend aan de klant). Na aftrek van andere grondstofkosten, energiekosten en afschrijvingen bedroeg de economische meerwaarde voor verdere verdeling € 905 miljoen.

Het grootste deel (€ 640 miljoen) werd verdeeld onder de werknemers in de vorm van lonen en andere werknemersvoordelen. Het grootste deel van de werknemersvoordelen werd in de vorm van lonen uitbetaald. De rest omvatte nationale sociale zekerheidsbijdragen, pensioenen en andere voordelen. Netto-interesten aan crediteuren bedroegen € 5 miljoen en de belastingen aan de overheden en autoriteiten waar Umicore actief is bedroegen in het total € 61 miljoen. De winst die aan de minderheidsaandeelhouders werd uitgekeerd, bedroeg € 8 miljoen.

Onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders op de algemene aandeelhoudersvergadering in april 2016 zal een brutodividend van € 1,20 per aandeel voor het jaar 2015 uitbetaald worden. Dit zal leiden tot een totale voorlopige uitbetaling van € 130 miljoen (gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen aan het einde van 2015). Een deel van dit bedrag werd al uitbetaald in september 2015 onder de vorm van een interimdividend en het resterende bedrag zal in 2016 worden uitbetaald. Dit is conform het beleid van Umicore om een stabiel of geleidelijk groeiend dividend te betalen. Umicore kocht 920.000 eigen aandelen terug in 2015 voor een totaal bedrag van € 33 miljoen. Ook al maakt dit geen deel uit van de grafieken, het kan beschouwd worden als een onrechtstreekse opbrengst voor de aandeelhouders. Umicore besteedde ongeveer € 1,2 miljoen aan donaties voor goede doelen.

Raad van Bestuur

Thomas Leysen, 55

Voorzitter, niet-uitvoerend bestuurder

Thomas Leysen is Voorzitter van Umicore sinds november 2008; daarvóór was hij Gedelegeerd Bestuurder van Umicore sinds 2000. Sinds oktober 2011 is hij Voorzitter van de raad van bestuur van KBC Group, een bank- en verzekeringsgroep. Thomas is tevens Voorzitter van Corelio, een Belgische mediagroep. Hij is ook Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Koning Boudewijnstichting.

Bestuurder sinds: 10 mei 2000 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2018 Voorzitter sinds: 19 november 2008 Voorzitter van het Benoemingsen Remuneratiecomité sinds: 19 november 2008

Marc Grynberg, 50

Gedelegeerd Bestuurder, uitvoerend bestuurder

Marc Grynberg werd benoemd tot Gedelegeerd Bestuurder van Umicore in november 2008. Hij stond aan het hoofd van Umicore's Automotive Catalysts business unit van 2006 tot 2008 en was de Chief Financial Offi cer (CFO) van Umicore van 2000 tot 2006. Hij kwam bij Umicore in 1996 als Group Controller. Marc heeft een diploma van handelsingenieur aan de Universiteit van Brussel (Ecole de

Commerce Solvay) en, voorafgaand aan zijn toetreding tot Umicore, werkte hij bij DuPont de Nemours in Brussel en Genève.

Bestuurder sinds : 19 november 2008 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2018 Gedelegeerd Bestuurder sinds: 19 november 2008

Ines Kolmsee, 45

Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Ines Kolmsee bezit meerdere ingenieursdiploma's (TU Berlijn, Duitsland en Ecole des Mines de Saint-Etienne, Frankrijk), evenals een MBA-diploma (Business School INSEAD – Frankrijk/ Singapore). Van 2004 tot 2014 was zij Chief Executive Offi cer van SKW Stahl-Metallurgie Group, een specialty chemicals bedrijf dat wereldwijd actief is. Ines was vervolgens actief als ondernemer in de energiesector (rurale elektrifi catie) alvorens in mei 2015 EWE AG, een groot Duits nutsbedrijf, te vervoegen als CTO. Zij is ook Lid van de Raad van Bestuur van Suez Environnement S.A. In het verleden bekleedde zij meerdere posities, waaronder deze van Chief Financial Offi cer bij Arques Industries AG.

Bestuurder sinds: 26 april 2011

Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2017 Lid van het Auditcomité sinds: 26 april 2011 Voorzitter van het Auditcomité sinds: 28 april 2015

Barbara Kux, 59

Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Barbara Kux behaalde met onderscheiding een MBA aan INSEAD. Ze is lid van de Raad van Bestuur van Engie en Total in Frankrijk en van Firmenich en Pargesa Holding in Zwitserland. Ze is ook lid van de Raad van Toezicht van Henkel, Duitsland. Ze was directielid van Siemens AG, waar ze verantwoordelijk was voor een aanzienlijke verbetering van het beheer van de toeleveringsketen en duurzaamheid. Daarvóór bekleedde ze topfuncties bij leidinggevende internationale bedrijven en was Managementconsultant bij McKinsey.

Bestuurder sinds:

1 januari 2014 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2017 Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité sinds: 1 januari 2014

Rudi Thomaes, 63

Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Rudi Thomaes, van Belgische nationaliteit, studeerde rechten aan de Universiteit Antwerpen. Tussen 2004 en 2012 was hij Gedelegeerd Bestuurder van de Belgische werkgeversorganisatie VBO en lid van de regentenraad van de Nationale Bank van België. Daarvóór was hij actief als Afgevaardigd Bestuurder en Voorzitter van het directiecomité van Alcatel Bell NV. Momenteel is hij Voorzitter van de Belgische afdeling van de International Chamber of Commerce, Voorzitter van Restore NV, een Antwerps startup bedrijf in energie technologie en onafhankelijk bestuurder bij Armonea NV.

Bestuurder sinds:

24 april 2012 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2018 Lid van het Auditcomité sinds: 30 april 2013 Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité sinds: 24 april 2012

Eric Meurice, 59

Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Eric Meurice, van Franse nationaliteit, was voorheen President en Chief Executive Offi cer van het Nederlandse ASML Holding, een grote leverancier van geavanceerde technologiesystemen voor de halfgeleiderindustrie. Onder zijn leiderschap tussen 2004 en 2013 bereikte ASML een zeer indrukwekkende groei in winst en rendement

voor de aandeelhouders en werd erkend als industriële leider in innovatie. Eric was voordien als Executive Vice-President verantwoordelijk voor de TV Divisie van Thomson Multimedia en nog eerder bekleedde hij senior posities in verschillende technologiegroepen zoals Intel, ITT en Dell Computers. Hij is niet-uitvoerend bestuurder bij NXP Semiconductors en IPG Photonics. Hij bezit een master in Economie en Werktuigbouwkunde van respectievelijk de Sorbonne en Ecole Centrale de Paris in Frankrijk, en een MBA van Stanford (VS).

Bestuurder sinds: 28 april 2015

Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2018

Mark Garrett, 53

Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Mark Garrett, van Australisch/ Zwitserse nationaliteit, studeerde af in Economie aan de Universiteit van Melbourne en in Systeemanalyse aan het Koninklijk Technologisch Instituut van Melbourne. Hij genoot een lange carrière in de chemische industrie en werkte in bekende bedrijven zoals Ciba-Geigy and DuPont. Hij is sinds 2007 CEO en Voorzitter van het directiecomité van Borealis, een Oostenrijkse toonaangevende leverancier van innovatieve oplossingen op het vlak van polyolefi nen, basis chemicaliën en kunstmest. Mark is eveneens

lid van de raad van bestuur / raad van commissarissen van Abu Dhabi Polymers Ltd. (Borouge ADP, een joint venture tussen Borealis en Abu Dhabi National Oil Company), NOVA Chemicals en Webster University.

Bestuurder sinds:

28 april 2015 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2018 Lid van het Auditcomité sinds: 28 april 2015

Jonathan Oppenheimer, 46

Niet-uitvoerend bestuurder

Jonathan Oppenheimer is verantwoordelijk voor verschillende investeringsactiviteiten van de familie Oppenheimer verdeeld over verschillende categorieën van activa. Binnen de groep is hij Voorzitter van Tana Africa Capital, een op Afrika toegespitste joint venture met Temasek, en zetelt hij in verschillende andere raden van bestuur. Hij focust zich in de eerste plaats op de rechtstreekse investeringen van de groep in Afrika. Jonathan bekleedde het mandaat van Uitvoerend Bestuurder van De Beers S.A. tussen 2006-2012 waarbij hij verschillende functies uitoefende.

Bestuurder sinds: 5 september 2001

Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2017

Ian Gallienne, 44

Niet-uitvoerend bestuurder

Ian Gallienne, van Franse nationaliteit, is Gedelegeerd Bestuurder van Groupe Bruxelles Lambert (GBL), Umicore's grootste aandeelhouder. Hij is bestuurder bij GBL sinds 2009 en gedelegeerd bestuurder sinds januari 2012. Ian begon zijn loopbaan in Spanje, in 1992, als medestichter van een handelsvennootschap. Van 1995 tot 1997 beheerde hij een adviesbureau gespecialiseerd in het herstructureren van ondernemingen in Frankrijk. Van 1998 tot 2005 was hij directeur van de privateequityfondsen Rhône Capital LLC in New York en Londen. In 2005 richtte hij de private-equityfondsen Ergon Capital Partners in Brussel op en hij was gedelegeerd bestuurder van die fondsen tot 2012. Ian is een niet-uitvoerend bestuurder bij Lafarge, Imerys, Pernod Ricard en SGS. Hij bezit een diploma "Management and Administration" van de Ecole Supérieure des Dirigeants d'Entreprises (E.S.D.E.) in Parijs en een MBA van INSEAD in Fontainebleau.

Bestuurder sinds: 28 april 2015

Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2018

Karel Vinck

Ere-voorzitter

Directiecomité

1. Marc Grynberg, 50 Gedelegeerd Bestuurder

Marc Grynberg werd tot Gedelegeerd Bestuurder van Umicore benoemd in november 2008. Hij stond aan het hoofd van de business unit Automotive Catalysts van de Groep van 2006 tot 2008 en was CFO van Umicore van 2000 tot 2006. Hij vervoegde Umicore in 1996 als

Group Controller. Marc bezit een diploma handelsingenieur van de Universiteit van Brussel (Ecole de Commerce Solvay) en voorafgaand aan zijn loopbaan bij Umicore werkte hij bij DuPont de Nemours in Brussel en Genève.

2. Filip Platteeuw, 43 Chief Financial Offi cer

Filip Platteeuw vervoegde Umicore in 2004 en speelde een belangrijke rol in de afsplitsing van Cumerio in 2005. Daarna leidde hij het projectteam dat instond voor de oprichting van Nyrstar en haar succesvolle beursgang in 2007. In 2010 werd hij Vice-President van Corporate Development. In november

2012 werd hij benoemd tot Chief Financial Offi cer (CFO). Filip heeft een masterdiploma toegepaste economische wetenschappen van de Universiteit Gent en een masterdiploma Financial Management van de Vlerick Management School. Filip heeft bij KBC Bank grondige ervaring verworven in investment banking, corporate banking en equity research. Hij

is tevens verantwoordelijk voor Corporate Development, InfoDoc en Procurement & Transportation.

3. Denis Goffaux, 48

Chief Technology Offi cer

Denis Goffaux studeerde af als burgerlijk ingenieur mijnbouwkunde aan de Universiteit van Luik. Hij vervoegde Umicore Research in 1995. Hij woonde en werkte in België, Chili, China en Zuid-Korea. Hij stond aan het hoofd van de business line Rechargeable Battery Materials, die hij met succes uitbouwde tot een wereldleider in kathodematerialen voor gebruik in herlaadbare lithium-ionbatterijen. In zijn hoedanigheid als Country Manager Japan heeft Denis Goffaux een stevige basis gelegd voor Umicore om haar economische aanwezigheid en commerciële activiteiten in Japan te doen groeien. Hij nam zijn huidige functie op in juli 2010. Naast zijn functie als Chief Technology Offi cer is hij tevens verantwoordelijk voor de Precious Metals Refi ning business (een onderdeel van Recycling).

4. Pascal Reymondet, 56

Executive Vice-President Catalysis

Pascal Reymondet bezit een Master of Science diploma van de Stanford University en een ingenieursdiploma van de Ecole Centrale te Parijs. Hij oefende verschillende managementfuncties uit binnen de Degussa groep, inclusief het management van de autokatalysatorenfabrieken in Port Elizabeth en Burlington. Hij vervoegde het Directiecomité van Umicore in 2003 als hoofd van de Precious Metals Productsactiviteit. In september 2007 werd hij aangesteld als hoofd van Zinc Specialties. In juni 2010

werd hij verantwoordelijk voor de Performance Materials business group. Sinds november 2012 is hij verantwoordelijk voor de business group Catalysis.

5. Marc Van Sande, 63

Executive Vice-President Energy & Surface Technologies

Marc Van Sande behaalde een diploma van doctor in de fysica aan de Universitaire Instelling Antwerpen, evenals een MBA. In 1980 vervoegde hij Umicore en bekleedde er diverse functies in de research-, marketing- en productiediensten. In 1993 werd hij Vice-President van de business unit Electro-Optic Materials: in 1999 vervoegde hij het Directiecomité als Executive Vice-President Advanced Materials. Hij was Chief Technology Offi cer van 2005 tot 2010 en nam daarna de leiding over de business group Energy & Surface Technologies (voorheen Energy Materials).

6. Stephan Csoma, 51

Executive Vice-President Recycling

Stephan Csoma vervoegde Umicore in 1992. Hij beschikt over een diploma economie van de Université Catholique de Louvain (UCL) en een diploma Chinees/Mandarijns van de Fudan University in Shanghai. In het midden van de jaren 1990 startte hij de eerste activiteiten van Umicore in China op. Tussen 2001 en 2005 stond hij aan het hoofd van de business unit Zinc Chemicals en van 2005 tot 2009 was hij Senior Vice-President van Umicore South America. Tussen 2009 en 2012 was hij SVP van de nieuwe afdeling Government Affairs. In 2012 vervoegde hij het Directiecomité als Executive Vice-President van de voormalige business group

Performance Materials. Hij nam zijn huidige verantwoordelijkheden op in 2015 en blijft toezicht houden op Government Affairs en Umicore Marketing Services.

7. Géraldine Nolens, 44

Executive Vice-President

Géraldine Nolens vervoegde Umicore in 2009. Ze studeerde rechten in België en Duitsland en behaalde daarna haar LL.M aan de universiteit van Chicago. Ze begon haar loopbaan bij het internationale advocatenkantoor Cleary Gottlieb Steen & Hamilton en trad in 2001 in dienst bij GDF Suez (nu Engie), waar ze Electrabels Chief Legal Offi cer werd voor Zuid-Europa, Frankrijk en de nieuwe Europese markten. Tijdens haar loopbaan werkte en woonde ze in de VS, Duitsland, Italië en België. Ze vervoegde het Directiecomité in 2015. Ze is Chief Counsel van Umicore en is verantwoordelijk voor Environment Health & Safety, Corporate Security en Internal Audit.

Betrouwbaarheidsverklaringen

Glossarium

Economische defi nities

API – active pharmaceutical ingredient

Biologisch actieve substantie gebruikt in farmaceutische producten.

BBP

Bruto binnenlands product (erkende indicator voor economische groei).

Carboxylaat

Een carboxylaat is een zout van een carboxylzuur.

Dodd-Frank Act

Volledige benaming: 'Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act'. De Dodd-Frank Act heeft tot doel de fi nanciële stabiliteit van de Verenigde Staten te bevorderen door de aansprakelijkheid en de transparantie in het fi nanciële systeem te verbeteren.

Donatie voor het goede doel

Dit is een donatie aan een nonprofi torganisatie zonder commerciële voordelen voor Umicore. Donaties kunnen in geld of in natura worden geschonken. Politieke donaties zijn niet toegelaten.

Electroplating

Electroplating is een proces waarbij metaalionen in een oplossing in beweging worden gebracht door een elektrisch veld om een ander materiaal te coaten. Het proces wordt vooral gebruikt om een laag materiaal te deponeren om dat andere materiaal een bepaalde eigenschap te verlenen.

Euro 6

Europese emissienorm voor uitlaat gassen van nieuwe personenvoertuigen die in 2014 in werking treedt.

Frascati Manual

De Frascati Manual is een document dat werd opgesteld en gepubliceerd door de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) waarin de methodologie wordt beschreven voor het verzamelen van statistische gegevens over onderzoek en ontwikkeling.

Geassocieerde onderneming

Een entiteit waarin Umicore een aanzienlijke invloed heeft op het fi nanciële en operationele beleid maar waarover Umicore geen controle uitoefent. Meestal wordt dit vertegenwoordigd door het bezit van 20% tot 50% van de aandelen. Geassocieerde ondernemingen worden in de boekhouding opgenomen via de methode van vermogensmutatie.

Gesloten kringloop

Voor Umicore betekent de gesloten kringloop de terugname van secundaire materialen van klanten (bv. productieresiduen) of materialen op het einde van hun levensduur (bv. gebruikte gsm's, autokatalysatoren) om de metalen te recupereren en ze opnieuw in de economische cyclus te brengen.

HDD – Heavy Duty Diesel

Zware dieselvoertuigen, zowel voor het wegverkeer zoals vrachtwagens en bussen, als voor naast de weg, zoals zware machines voor fabrieken en mijnbouw of nog locomotieven en landbouwmachines.

(H)EV – (Hybride) Elektrisch Voertuig

Voertuig (personenwagen of een ander voertuig) dat geheel of gedeeltelijk (hybride) op elektriciteit in plaats van traditionele brandstof rijdt. pHEV is een 'plugin' hybride voertuig waarvan de batterij kan opgeladen worden door het aan te sluiten op een externe elektriciteitsbron.

ITO – Indium Tin Oxide

Indiumtinoxide, een transparant geleidend oxide dat in welbepaalde lagen gebruikt wordt voor haar elektrische geleidbaarheid en optische doorzichtbaarheid. Het wordt in diverse toepassingen gebruikt, zoals dunne beeldschermen, zonnecellen en architecturaal glas.

Joint venture

Een contractuele overeenkomst waarbij Umicore en een andere partij een economische activiteit uitvoeren die onderworpen is aan gezamenlijke controle. Joint ventures worden in de boek houding opgenomen via de methode van vermogensmutatie.

Katalyse/katalysator

Katalyse is een chemisch proces waarbij de katalysator, één van de elementen in het reactieproces, de chemische reactie mogelijk maakt of het proces versnelt zonder dat het daarbij wordt opgebruikt zodat het opnieuw in het proces gebruikt kan worden.

Kathode

De kathode is de positieve kant van een (herlaadbare) batterij. In de oplaadfase geeft de kathode ionen vrij en migreren die naar de anode (negatieve kant van de batterij).

Hierdoor wordt er elektriciteit opgeslagen. In de ontlaadfase keren de ionen weer naar de kathode en wordt er elektriciteit vrijgegeven.

LCO – Lithium Cobaltite

Kathodemateriaal gebruikt in lithium ion herlaadbare batterijen, specifi ek gepast voor draagbare elektronische toepassingen.

LDV – Light Duty Vehicle

Vooral personenwagens, die op diesel, benzine of een andere brandstof rijden.

LED – Licht Emitterende Diode

LED's zijn op halfgeleiders gebaseerde lichtbronnen die vele voordelen bieden tegenover de traditionele gloeilampen, zoals een langere levensduur en een hogere energie-effi ciëntie.

LFP Lithium-ijzer-fosfaat

Een soort kathodechemie voor herlaadbare lithium-ionbatterijen.

Li-ion – Lithium ion batterij

Lithium ion is een technologie voor herlaadbare batterijen waarbij lithium ionen van de positieve elektrode (de kathode) naar de negatieve elektrode (de anode) bewegen tijdens het opladen en in de andere richting bij het ontladen.

NMC – Lithium (Nikkel Mangaan Kobalt) oxide

Relatief nieuw kathodemateriaal dat gebruikt wordt in (hybride) elektrische voertuigen, maar ook meer en meer in draagbare elektronica.

OEM - Original equipment manufacturer

Letterwoord, te vertalen als 'producent van originele onderdelen', dat in de auto-industrie wordt gebruikt om autoproducenten aan te duiden.

Platform (auto's)

Een combinatie van een type chassis en motor dat voor één of meer modellen van een personenwagen wordt gebruikt, soms door verschillende fabrikanten.

PGM – Platinum Groep Metalen

Platinum, palladium, rhodium, ruthenium, iridium en osmium (in het geval van Umicore verwijst dit hoofdzakelijk naar de eerste drie metalen).

Precursor

Chemische substantie die deelneemt aan de chemische reactie dewelke een ander component produceert.

PV – Fotovoltaïsche technologie

Fotovoltaïsche technologie is een methode voor het produceren van elektriciteit waarbij zonnestralen rechtstreeks worden omgezet in elektriciteit.

Substraat

Een oppervlak waarop een laag van een andere substantie wordt aangebracht. In autokatalysatoren is het substraat een honingraatstructuur die de effectieve oppervlakte waarop de katalytische oplossing wordt aangebracht, vergroot. In fotovoltaïsche technologie worden halfgeleiders, zoals germanium, als substraat gebruikt. Hierop worden dan actieve lagen op gedeponeerd die samen de zonnecel maken.

Financiële defi nities

Aangewend kapitaal

Totaal vermogen – reële waarde reserve + netto fi nanciële schuld + voorzieningen voor personeelsvoordelen – uitgestelde belastingactiva en -passiva – IAS 39-effect.

Beurskapitalisatie

Slotkoers x totaal aantal uitstaande aandelen.

EBIT

Bedrijfsresultaat van integraal geconsolideerde ondernemingen (opbrengsten van andere fi nanciële activa inbegrepen) + aandeel van de Groep in het nettoresultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatie.

Gemiddeld aangewend kapitaal

Voor een half jaar: gemiddelde van het aangewend kapitaal aan het begin en aan het einde van de periode; voor het volledige jaar: gemiddelde van de halfjaargemiddelden.

IAS 39-effect

Tijdsverschillen (zonder invloed op de kasstromen) in het boeken van opbrengsten in geval van niettoepassing of de onmogelijkheid van het bekomen van IAS hedge accounting op:

a) transactionele indekking, wat met zich meebrengt dat de ingedekte elementen niet langer aan reële waarde gewaardeerd kunnen worden, of

b) structurele indekking, wat impliceert dat de reële waarde van betrokken hedging instrumenten in de resultatenrekening wordt opgenomen in plaats van het eigen vermogen en dit voor de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen, of

c) in uitvoerende contracten besloten derivaten, wat impliceert dat de wijziging in de reële waarde op de besloten derivaten in de resultatenrekening moet worden opgenomen, in tegenstelling tot de uitvoerende component waar de wijziging in reële waarde niet in de resultatenrekening kan worden opgenomen.

Inkomsten (metaal niet inbegrepen)

Alle elementen van de inkomsten – de waarde van de aangekochte metalen.

Inkomsten per regio

Inkomsten die men aan een regio kan toeschrijven, inclusief geassocieerde ondernemingen en joint ventures, rekening houdend met Umicore's deelnemingspercentage. Dit betekent dat voor recyclageactiviteiten de inkomsten verdeeld zijn op basis van de plaats waar de leverancier van de grondstoffen is gevestigd, zoals bepaald door de raffi nagepremies.

Investeringen

Gekapitaliseerde investeringen in immateriële en materiële vaste activa, exclusief gekapitaliseerde O&O-kosten.

Kasstromen vóór fi nancieringsactiviteiten

Toename / afname van de bedrijfsthesaurie + toename / afname van de investeringsthesaurie.

Netto fi nanciële schuld

Financiële schulden op meer dan één jaar + fi nanciële schulden op ten hoogste één jaar – kas en kasequivalenten.

Niet-recurrente EBIT

Bevat niet-recurrente elementen met betrekking tot herstructureringsmaatregelen, waardeverminderingen van activa en andere opbrengsten of kosten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming. Waardeverminderingen op permanent vastgezette metaalvoorraden maken deel uit van de niet-recurrente EBIT van de business groups.

Onderzoek- & ontwikkelingsuitgaven

Netto onderzoek-& ontwikkelingsuitgaven van de volledig geconsolideerde activiteiten (exclusief de O&O-inkomsten zoals onderzoeksubsidies).

Recurrente EBIT

EBIT – niet-recurrente EBIT – IAS 39-effect.

Recurrente EBITDA

Recurrente EBIT + recurrente afschrijvingen van integraal geconsolideerde ondernemingen.

Recurrente effectieve belastingvoet

Recurrente effectieve belastingskost / recurrent resultaat vóór belasting van de integraal geconsolideerde ondernemingen.

Recurrente operationele marge

Recurrente EBIT van integraal geconsolideerde ondernemingen / opbrengsten (metaal niet inbegrepen).

Recurrente winst per aandeel

Recurrent nettoresultaat, aandeel van de Groep / gemiddeld aantal uitstaande aandelen.

Rendement op aangewend kapitaal (ROCE)

Recurrente EBIT / gemiddeld aangewend kapitaal.

Schuldratio

Netto fi nanciële schuld / (Netto fi nanciële schuld + eigen vermogen).

Uitstaande aandelen

Uitgegeven aandelen – eigen aandelen.

Winst per aandeel, basisberekening

Nettoresultaat, aandeel van de Groep / gemiddeld aantal uitstaande aandelen.

Winst per aandeel, na verwateringseffect

Nettoresultaat, aandeel van de Groep / (gemiddeld aantal uitstaande aandelen + aantal mogelijke nieuwe aandelen die uitgegeven moeten worden in het kader van de bestaande aandelenoptieplannen x verwateringseffect van de aandelenoptieplannen).

Bovenstaande fi nanciële defi nities betreffen prestatie-indicatoren die niet gelinkt zijn met IFRS, behalve 'Winst per aandeel, basisberekening' en 'Winst per aandeel, na verwateringseffect'.

Sociale, milieuen andere defi nities

Aantal opleidingsuren per persoon

Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer – inclusief interne en externe opleiding en opleiding op de werkvloer. Opleiding op de werkvloer kan het aantal uren inhouden wanneer iemand wordt opgeleid op de werkvloer, zonder dat deze volledig productief is. Het totale aantal opleidingsuren wordt gedeeld door het personeelsbestand.

APS (Assessment of Product (and services) Sustainability – beoordeling van duurzaamheid van producten en diensten)

Specifi eke methodologie van Umicore om de duurzaamheid van de eigen producten en diensten te beoordelen. APS gebruikt een tool van 58 voorgeformatteerde vragen en antwoorden met scores en gewichtfactoren, georganiseerd rond acht thema's.

Biodiversiteit

De variatie tussen levende organismen uit alle bronnen, waaronder land, zee en andere aquatische ecosystemen, alsook de ecologische complexen waar zij deel van uitmaken; met inbegrip van diversiteit binnen de soorten, tussen soorten onderling en van ecosystemen.

Blootstellingsbiomarker

Stof of metaboliet gemeten in biologische vloeistoffen (bv. bloed) om de interne lichaamsblootstelling te meten.

Broeikasgassen

De zes gassen die in het Kyotoprotocol zijn opgenomen: koolstofdioxide (CO2 ), methaan (CH4 ), stikstofoxide (N2 O), gefl uoreerde koolwaterstoffen (HFK), perfl uorkoolwaterstoffen (PFK) en zwavelhexafl uoride (SF6 ).

Chemisch zuurstofverbruik (COD)

Indirecte maatstaf van de hoeveelheid natuurlijke vervuiling die niet biologisch geoxideerd kan worden in een waterstaal.

CO2 -equivalent

De universele meeteenheid om het globale opwarmingspotentieel (GWP) van elk van de zes broeikasgassen weer te geven, uitgedrukt in GWP van één eenheid kooldioxide. Ze wordt gebruikt om de emissies (of het voorkomen van emissies) van verschillende broeikasgassen te evalueren ten opzichte van een gemeenschappelijke basis.

Confl ictmineralen

Delfstoffen die worden ontgonnen in een context van gewapende confl icten of schendingen van mensenrechten en waar de Dodd-Frank Act (cf. hoger) betrekking op heeft; dit geldt in het bijzonder voor goud, tin, wolfram en tantalium.

COSO-framework

The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO) is een organisatie van de private sector die op vrijwillige basis werkt. Zij heeft een gemeenschappelijk intern controlemodel opgezet waaraan bedrijven en organisaties hun controlesystemen kunnen toetsen.

Decibel

Eenheid van geluidsniveau.

EHS

Environment, health & safety (milieu, gezondheid en veiligheid).

Ernstgraad ongevallen met werkverlet

Aantal verletdagen door arbeids ongevallen per duizend werkuren. Ongevallen op de weg van en naar het werk worden niet meegerekend.

Frequentiegraad ongevallen met werkverlet

Aantal arbeidsongevallen met verlet per miljoen werkuren. Ongevallen op de weg van en naar het werk worden niet meegerekend.

Globaal opwarmingspotentieel

Een factor die de stralingsimpact (schade aan de atmosfeer) beschrijft van één eenheid van een bepaald broeikasgas ten opzichte van één eenheid CO2 .

ISO 14001

Specifi catie voor milieubeheersystemen van de International Standards Organisation (ref. ISO).

Microgram per deciliter bloed

Eenheid voor het metaalgehalte in het bloed.

Microgram per gram creatinine

Eenheid voor het metaalgehalte in urine.

OHSAS 18001

'Occupational Health and Safety Assessment Series': een beheersysteem voor veiligheid en gezondheid op het werk.

Ongeval met werkverlet

Een ongeval dat leidt tot het verlies van minstens één arbeidsdag.

Overschrijding

Een resultaat van een biologische monitoringanalyse dat de (interne) drempelwaarde overschrijdt.

Personeelsverloop

Uitgedrukt in termen van vrijwillige ontslagen: het aantal werknemers dat uit eigen beweging het bedrijf verlaat (exclusief ontslagen, pensioen en einde van contracten van bepaalde duur). Dit aantal wordt gerelateerd aan het totale personeelsbestand.

PNEC - Predicted no effect concentrations

Letterwoord, te vertalen als 'verwachte effectloze concentraties', dat aanduidt dat de concentratie van een chemische stof geen te verwachten effect heeft op het milieu.

Procesemissies

Emissies die worden gegenereerd bij productieprocessen, zoals CO 2 dat ontstaat uit de ontbinding van calciumcarbonaat (CaCO 3 ).

Procesveiligheid

Veiligheid met betrekking tot het gebruik en de opslag van gevaarlijke chemische stoffen die een bedreiging kunnen vormen voor werknemers, buurtbewoners en het leefmilieu.

REACH

'Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische Stoffen', nieuw EU-beleid inzake chemische stoffen.

Recyclagematerialen

Materialen die hun eerste levenscyclus beëindigd hebben en via recyclage herverwerkt zullen worden waardoor een tweede, derde... levenscyclus wordt ingezet.

Registreerbaar letsel

Een letsel als gevolg van een arbeidsongeval waarvoor meer dan één verzorging nodig is of dat leidt tot een aangepast arbeidsprogramma maar exclusief ongevallen met werkverlet.

SafeStart ®

Een geavanceerd programma van training en vaardigheidsontwikkeling rond veiligheidsbewustzijn.

Scope 1, 2, 3 CO 2 e-emissies

Scope 1 CO 2 e-emissies: de directe broeikasgasemissies van een rapporterende organisatie.

Scope 2 CO 2 e-emissies: de broeikasgasemissies van een rapporterende organisatie gerelateerd aan de productie van elektriciteit/ verwarming/koeling, perslucht of stoom die voor eigen gebruik worden aangekocht.

Scope 3 CO 2 e-emissies: de indirecte broeikasgasemissies van een rapporterende organisatie, exclusief de emissies die zijn opgenomen in Scope 2.

Secundaire grondstoffen

Nevenproducten van primaire materiaalstromen.

Tijdelijke contracten

Umicore werknemers met een tijdelijk contract. Ze worden niet beschouwd als onderdeel van het vaste personeelsbestand maar worden wel opgenomen in het totale personeelsbestand.

Vrijwillige vertrekkers

Aantal werknemers die het bedrijf vrijwillig verlaten (exclusief afvloeiingen, pensionering en het beëindigen van een vast contract). Dit cijfer is verbonden met het totale personeelsbestand.

GRI Index

Referentie Indicator Pagina in het jaarverslag 2015
Algemeen
Strategie en analyse
1.1
Verklaring van de Gedelegeerd Bestuurder en de Voorzitter 6-7
1.2 Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico's en mogelijkheden 6-7; 34-37; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G18
Organisatieprofi el
2.1 Naam van de organisatie Omslag
2.2 Voornaamste merken, producten en diensten 1; 5; 8-17
2.3 Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van 1; 4-5; 8-17; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G2; Economische
divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en
samenwerkingsverbanden
en fi nanciële toelichtingen: F5, F17
2.4 Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie Binnenomslag achterkant; achterkant
2.5 Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen van 5; Sociale verklaringen: S2
landen met grootschalige activiteiten
2.6 Eigendomsstructuur en de rechtsvorm Binnenomslag achterkant
2.7 Afzetmarkten 1; 5; 8-17; 34-37
2.8 Omvang van de verslaggevende organisatie 4-5; Sociale verklaringen: S2; Economische en fi nanciële
toelichtingen: geconsolideerde balans
2.9 Signifi cante veranderingen wat betreft omvang, structuur of
eigendom
4-5; 6-7; 14-15; Sociale verklaringen: S2; Economische en fi nanciële
toelichtingen: geconsolideerde balans
2.10 Onderscheidingen toegekend in 2014 17; 20; Sociale verklaringen: S4
Verslagparameters
3.1 Verslagperiode Omslag; binnenomslag; 194; Milieuverklaringen: E2
3.2 Datum van het meest recente verslag Jaarverslagen: http://annualreport.umicore.com/home/
3.3 Verslaggevingscyclus Omslag; binnenomslag; Jaarverslagen:
http://annualreport.umicore.com/home/
3.4 Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan Binnenomslag achterkant;
Algemeen: [email protected];
Financieel: [email protected];
Sociale: [email protected];
Milieu: [email protected];
3.5 Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag 194; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: relaties met de
belanghebbenden
3.6 Afbakening van het verslag 194; Sociale verklaringen: S1, S8, S9, S10; Milieuverklaringen: E1, E3,
E8, E9
3.7 Vermelding eventuele specifi eke beperkingen voor de 194; Sociale verklaringen: S1, S8, S9, S10; Milieuverklaringen: E1, E3,
reikwijdte of afbakening van het verslag E8, E9
3.8 Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden en 194; Sociale verklaringen: S1; Milieuverklaringen: E1; Economische
dochterondernemingen en fi nanciële toelichtingen: F17; Verklaring inzake deugdelijk bestuur:
G24
3.9 De technieken en berekeningsgrondslagen voor 194; Sociale verklaringen: S1-S10; Milieuverklaringen: E1-E10;
gegevensmetingen Economische en fi nanciële toelichtingen: F1
3.10 Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen van 194; Sociale verklaringen: S1, S9, S10; Milieuverklaringen: E1;
eerder verstrekte informatie en de reden voor deze Algemene beleidsaanpak: http://annualreport.umicore.com/
herformuleringen management-review/group-review/management-approach/
Referentie Indicator Pagina in het jaarverslag 2015
3.11 Signifi cante veranderingen ten opzichte van vorige
verslagperiodes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of
194; Sociale verklaringen: S1, S8, S9, S10; Milieuverklaringen: E1, E2,
E3
meetmethoden
3.12 GRI Index 194; Deze pagina
3.13 Betrekken van externe assurance 194; Algemene beleidsaanpak: http://annualreport.umicore.com/
management-review/group-review/management-approach/gene
ral-approach/ ; Controle en naleving: http://www.umicore.com/nl/
deugdelijk-bestuur/toezicht/
Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid
4.1 De bestuursstructuur van de organisatie Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G2, G4, G5; Algemene beleids
aanpak: http://annualreport.umicore.com/management-review/
group-review/management-approach/
4.2 Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam 176; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G2
eveneens een leidinggevende functie heeft
4.3 Aantal en genderverdeling van de leden van de Raad van 176-177; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G2, G4
Bestuur en hun status met betrekking tot onafhankelijkheid en
een uitvoerend/niet-uitvoerend mandaat
4.4 Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers de Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G3, G9, G10, G11, G21;
gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan de Raad Deugdelijk Bestuur Handvest en Gedragscode:
van Bestuur http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/
4.5 Koppeling tussen vergoedingen en de prestaties van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G12-G15; Deugdelijk Bestuur
organisatie (met inbegrip van sociale en milieu-gerelateerde Handvest en Gedragscode: http://www.umicore.com/nl/
4.6 prestaties)
Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt
deugdelijk-bestuur/
Verklaring inzake deugdelijk bestuur:G7, G9-G11; Deugdelijk Bestuur
dat strijdige belangen worden vermeden Handvest en Gedragscode: http://www.umicore.com/nl/
deugdelijk-bestuur/
4.7 Proces voor het bepalen van de kwalifi caties en expertise van Deugdelijk Bestuur Handvest: http://www.umicore.com/nl/
de leden van het hoogste bestuurslichaam deugdelijk-bestuur/corporate-governance-charter/
4.8 Interne richtlijnen en beleidslijnen Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G1, G9; The Umicore Way:
http://www.umicore.com/en/vision/values/
#materialsforabetterlife; Deugdelijk Bestuur Handvest en
Gedragscode: http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/
4.9 Processen om risico's en opportuniteiten te identifi ceren Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G16-G18
4.10 Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G4, G5; Deugdelijk Bestuur
Raad van Bestuur Handvest: http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/
corporate-governance-charter/
4.11 Toelichting over de toepassing van het voorzorgsprincipe Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G16, G18
4.12 Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en sociale
handvesten, principes of andere initiatieven die de organisatie
COSO; OECD Richtlijnen ; ILO Human Rights; SRI; FTSE; PACI; GRI
onderschrijft
4.13 Lidmaatschap van industriële verenigingen Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25
4.14 Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G19-G26
betrokken
4.15 Basis voor de inventarisatie en selectie van belanghebbenden Verklaring inzake deugdelijk bestuur: relaties met de belanghebben
den, G19-G26; Aanpak betrokkenheid belanghebbenden:
4.16 http://www.umicore.com/en/vision/our-vision/sustainability/
Benadering van het betrekken van belanghebbenden,
waaronder de frequentie ervan
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: relaties met de belanghebben
den, G19 - G26; Aanpak betrokkenheid belanghebbenden:
http://www.umicore.com/en/vision/our-vision/sustainability/
190 GRI Index
Umicore Jaarverslag 2015
Referentie Indicator Pagina in het jaarverslag 2015
4.17 Voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn
gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en hoe
de organisatie hierop heeft gereageerd, onder meer via haar
verslaggeving
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: relaties met de belanghebben
den; Algemene beleidsaanpak: http://annualreport.umicore.com/
management-review/group-review/management-approach/
general-approach/; Aanpak betrokkenheid belanghebbenden:
http://www.umicore.com/en/vision/our-vision/sustainability/
Managementbenadering
5 Managementbenadering: http://annualreport.umicore.com/
management-review/group-review/management-approach/
Economische prestatie-indicatoren
Economische prestatie
EC1 (KERN) Economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd 4-5; 8-17; Economische en fi nanciële toelichtingen: F8, F9, F39;
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G26
EC2 (KERN) Financiële implicaties en andere risico's en mogelijkheden voor
de activiteiten van de organisatie als gevolg van
klimaatverandering
25; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G18; Milieubeleidsaanpak:
http://annualreport.umicore.com/management-review/group
review/management-approach/ environment/Approach/;
The Umicore Way: http://www.umicore.com/en/vision/
values/#materialsforabetterlife
EC3 (KERN) Dekking van de verplichtingen in verband met het vastgestelde
uitkeringenplan van de organisatie
Economische en fi nanciële toelichtingen: F27
EC4 (KERN) Signifi cante fi nanciële steun van de overheid Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25
Indirecte economische effecten
EC8 (KERN)
Ontwikkeling en gevolgen van investeringen ten behoeve van
het algemeen nut
4; 31-33; Sociale verklaringen: S5; Milieuverklaringen: E8; Verklaring
inzake deugdelijk bestuur: G25
Milieuprestatie-indicatoren
Materialen
EN2 (KERN)
Percentage van de gebruikte materialen dat bestaat uit afval
uit externe bronnen
5; Milieuverklaringen: E6
Energie
EN3 (KERN)
EN4 (KERN)
Direct energieverbruik door primaire energiebron
Indirect energieverbruik door primaire bron
Milieuverklaringen: E4
Milieuverklaringen: E4
EN5 (OVERIGE) Energie die bespaard is door besparingen en Milieuverklaringen: E4
EN6 (OVERIGE) effi ciëntieverbeteringen
Initiatieven ten behoeve van energie-effi ciënte of op duurzame
energie gebaseerde producten en diensten
10; 16-17; 25; Milieuverklaringen: E4; Umicore's positieverklaringen
over de vermindering van haar CO2-voetafdruk: http://annualreport.
umicore.com/management-review/group-review/management
approach/ environment/positionStatements/carbonReduction.htm
EN7 (OVERIGE) Initiatieven ter verlaging van het indirecte energieverbruik en
reeds gerealiseerde verlaging
(indicator gedeeltelijk gerapporteerd)
25; Sociale verklaringen: S8; Umicore's positieverklaringen over de
vermindering van haar CO2 voetdruk: http://annualreport.umicore.
com/management-review/group-review/management-approach/
environment/positionStatements/carbonReduction.htm (indicator
gedeeltelijk gerapporteerd)
Water
EN8 (KERN)
Totale wateronttrekking per bron Milieuverklaringen: E5
Biodiversiteit
EN11 (KERN)
Locatie en oppervlakte van land in of aangrenzend aan
beschermde gebieden en gebieden met hoge
biodiversiteitswaarde buiten de beschermde gebieden
Milieuverklaringen: E10 (indicator gedeeltelijk gerapporteerd)
Referentie Indicator Pagina in het jaarverslag 2015
EN16 (KERN) Luchtemissies, afvalwater en afvalstoffen
Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen naar
Milieuverklaringen statements: E3
gewicht
EN17 (KERN) Andere relevante indirecte emissie van broeikasgassen naar
gewicht
Milieuverklaringen statements: E3
EN18 (OVERIGE) Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en
gerealiseerde verlagingen
25; Milieuverklaringen: E3
EN20 (KERN) NO, SO en andere signifi cante luchtemissies naar type en
gewicht
Milieuverklaringen: E2
EN21 (KERN) Totale waterafvoer naar kwaliteit en bestemming Milieuverklaringen: E2
EN22 (KERN) Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode Milieuverklaringen: E7
Producten en diensten
EN26 (KERN) Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van 24-29; Milieuverklaringen: E2, E6 (indicator gedeeltelijk
producten en diensten gerapporteerd)
Arbeidsomstandigheden en indicatoren voor volwaardig werk
Werkgelegenheid
LA1 (KERN) Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereen
komst en regio
4-5; Sociale verklaringen: S2
LA2 (KERN) Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop 4-5; 19-21; Sociale verklaringen: S4
LA4 (KERN) Verhouding tussen werkgever en werknemer
Percentage medewerkers dat onder een collectieve
Sociale verklaringen: S6
arbeidsovereenkomst valt
LA7 (KERN) Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het 4; 19-21; Sociale verklaringen: S9, S10 (indicator gedeeltelijk
aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio gerapporteerd)
LA9 (OVERIGE) Gezondheids-en veiligheidstopics vastgelegd in formele
overeenkomsten met vakbonden
21; Sociale verklaringen: S6; Globaal Raamakkoord over Duurzaame
Ontwikkeling: http://annualreport.umicore.com/
management-review/group-review/management-approach/social/
GFA_SustDev/GFA_SustDev2015.pdf
Opleiding en onderwijs
LA10 (KERN) Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt 4; 19-20; Sociale verklaringen: S3
LA12 (OVERIGE) aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie
Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht
20; Sociale verklaringen: S3 (indicator gedeeltelijk gerapporteerd)
omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling
Diversiteit en kansen
LA13 (KERN)
Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van 176-179; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G4, G5; Sociale ver
medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het klaringen: S2. Minderheden worden niet geïdentifi ceerd omdat het
behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en verboden is in bepaalde landen waar Umicore werkzaam is vragen
andere indicatoren van diversiteit te stellen omtrent dit onderwerp (bv. U.S.A en Frankrijk)
Mensenrechten
Investerings- en inkoopbeleid
HR2 (KERN) Percentage belangrijke leveranciers, onderaannemers en 30-31; Sociale verklaringen: S8; Verklaring inzake deugdelijk bestuur:
zakenpartners die getoetst zijn op naleving van de
mensenrechten en op getroffen maatregelen
G18
HR3 (KERN) Percentage van en totaal aantal aanmerkelijke investeringsover 20; Sociale verklaringen: S8; Alle medewerkers krijgen informele
eenkomsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgeno training over de Gedragscode: http://www.umicore.com/nl/
men of waarvan de naleving van de mensenrechten is getoetst deugdelijk-bestuur/gedragscode/
192 GRI Index
----- ----------- --
Referentie Indicator Pagina in het jaarverslag 2015
HR5 (KERN) Vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen
Activiteiten waarvan is vastgesteld dat daarbij een aanzienlijk
risico zou kunnen gelden voor het recht op de
uitoefening van de vrijheid van vereniging en collectieve
arbeidsonderhandelingen, alsmede de maatregelen die zijn
getroffen ter ondersteuning van deze rechten
Sociale verklaringen: S6, S8; Globaal Raamakkoord over Duurzaame
Ontwikkeling: http://annualreport.umicore.com/management
review/group-review/management-approach/social/GFA_SustDev/
GFA_SustDev2015.pdf
Kinderarbeid
HR6 (KERN) Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico
is van gevallen van kinderarbeid, alsmede de maatregelen die
zijn getroffen gericht op de uitbanning van kinderarbeid
Sociale verklaringen: S6, S8; Globaal Raamakkoord over Duurzaame
Ontwikkeling: http://annualreport.umicore.com/management
review/group-review/management-approach/social/GFA_SustDev/
GFA_SustDev2015.pdf
Gedwongen en verplichte arbeid
HR7 (KERN) Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico
is van gevallen van gedwongen of verplichte arbeid, alsmede
de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van
gedwongen of verplichte arbeid
Sociale verklaringen: S6, S8; Globaal Raamakkoord over Duurzaame
Ontwikkeling: http://annualreport.umicore.com/management
review/group-review/management-approach/social/GFA_SustDev/
GFA_SustDev2015.pdf
Maatschappij
Gemeenschap
SO1 (KERN) Percentage van activiteiten met ingevoerde engagementen
ten aanzien van de lokale gemeenschap, impactanalyses en
ontwikkelingsprogramma's
3; 32; Sociale verklaringen: S5
Corruptie
SO2 (KERN) Percentage van en totaal aantal bedrijfseenheden geanalyseerd
op corruptiegerelateerde risico's
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G15; G24; Umicore is
ondertekenaar van PACI
SO3 (KERN) Percentage van het personeel dat training in anticorruptiebeleid
en -procedures van de organisatie heeft gevolgd
Alle medewerkers ontvangen informele training over de
Gedragscode: http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/
gedragscode/
Publiek beleid
SO5 (KERN) Standpunten betreffende publiek beleid
en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25
SO6 (OVERIGE) Totale waarde van fi nanciële en in-naturabijdragen aan
politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25
Productverantwoordelijkheid
Gezondheid en veiligheid van consumenten
PR1 (KERN) Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en
diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld
met het oog op verbetering en het percentage van belangrijke
product- en dienstencategorieën die aan dergelijke procedures
onderhevig zijn
26; Milieuverklaringen: E6 (indicator gedeeltelijk gerapporteerd)
Etikettering van producten en diensten
PR3 (KERN) Type informatie over producten en diensten dat verplicht
wordt gesteld door procedures en het percentage van
belangrijke producten en diensten die onderhevig zijn aan
dergelijke informatie-eisen
26; Milieuverklaringen: E6
Umicore $\Big $ Jaarverslag 2015
Notities

Notities 193

Over dit verslag

Het Jaarverslag 2015 van Umicore bevat een uitgebreid en geïntegreerd overzicht van de economische, fi nanciële, sociale en milieuprestaties in 2015.

Het verslag bestaat uit twee delen: de terugblik door het management en de verklaringen. Het deel waar het management terugblikt (pagina 1 tot 37) bevat een inleiding op Umicore en zoemt in op de belangrijkste prestaties van 2015, wat we bereikten met het strategisch plan Vision 2015 en wat we beogen met Horizon 2020. Het deel met de verklaringen (pagina 38 tot 194) bevat alle economische, fi nanciële, sociale, milieu- en governanceverklaringen en de toelichtingen. Alle elementen van het Jaarverslag 2015 kunnen worden geraadpleegd in het online reporting centre van Umicore op http://annualreport.umicore.com/.

Een geïntegreerde benadering

Eén van de belangrijkste doelstellingen van het Jaarverslag van Umicore bestaat erin een overzicht te geven van de geïntegreerde strategische benadering van de onderneming – Vision 2015 – dat onze economische, sociale en milieudoelstellingen combineert. Die benadering van rapporteren werd op punt gesteld na een periode van overleg met interne en externe belanghebbenden tussen 2009 en 2011 en is geïnspireerd op het concept 'integrated reporting' dat door de International Integrated Reporting Council werd ontwikkeld.

Reikwijdte van de rapportering

Globaal heeft het Jaarverslag 2015 van Umicore betrekking op de activiteiten in het boek-/kalenderjaar 2015. De geplande verkoop van de business units Zinc Chemicals en Building Products, die werd aangekondigd in de loop van 2015, heeft geen signifi cante invloed op de de rapportering. Dit verslag kan beschouwd worden als het sluitstuk van de rapportering over onze Vision 2015 doelstellingen. Het deel van het verslag met de verklaringen bevat alle doelstellingen en een korte beschrijving van de methodologie die voor alle sleutelprestatie-indicatoren werd toegepast. Waar data voorhanden is, worden vergelijkende prestatie-indicatoren in het document gerapporteerd over een periode van vijf jaar die teruggaat tot 2011.

De economische reikwijdte van het verslag omvat alle volledig geconsolideerde activiteiten. Daarnaast zijn ook de fi nanciële bijdragen van alle geassocieerde ondernemingen en joint venture bedrijven in de fi nanciële rapportering opgenomen. De scope van de sociale en milieuelementen van het verslag is beperkt tot de volledig geconsolideerde entiteiten (met inbegrip van de geplande verkoop van de business units Zinc Chemicals en Building Products). Elke afwijking van die reikwijdte

wordt in het overeenkomstige hoofdstuk of in de toelichting in het verslag uitgelegd.

Gegevens

De gegevens voor de economische en fi nanciële elementen van het verslag worden ingezameld via het fi nanciële beheers- en consolidatieproces. De milieu- en sociale gegevens worden ingezameld via milieu- en sociale datamanagementsystemen en samen met de economische en fi nanciële gegevens geïntegreerd in een centrale rapporteringstool.

Controle

Dit verslag werd onafhankelijk gecontroleerd door PwC Bedrijfsrevisoren/ Reviseurs d'Entreprises (PwC). De audit van de fi nanciële informatie door PwC is gebaseerd op de volledige IFRS geconsolideerde fi nanciële rekeningen waarover PwC een goedkeurend oordeel heeft uitgesproken. Deze volledige IFRS geconsolideerde fi nanciële rekeningen en het verslag van de bedrijfsrevisor werden in het verslag opgenomen op pagina 46 tot 121 en 182. De sociale en milieu-informatie in dit document is samengesteld op basis van de zelfde erkennings- en meetprincipes gebruikt voor de sociale en milieuresultaten die u vindt op pagina 123 tot 151 van het volledige Jaarverslag. Het onafhankelijke auditverslag van PwC over de sociale en milieuresultaten vindt u op pagina 183 van het Jaarverslag.

Umicore volgt het Global Reporting Initiative (GRI) rapporteringskader sinds 2007. Hoewel GRI dit jaar overstapte naar de G4 richtlijnen, baseerden wij dit jaar onze rapportering nog op GRI G3.1 zodat een consequente vergelijking mogelijk is over de gehele Vision 2015 rapporteringsperiode. U vindt de GRI-index op pagina 188 - 192. Umicore evalueert geschikte rapporteringskaders voor haar geboekte resultaten inzake de Horizon 2020 doelstellingen voor de periode 2016-2020.

Presentatie en feedback

Umicore wil haar rapportering verbeteren via een permanent proces van betrokkenheid van en dialoog met haar belanghebbenden. De belangrijkste sociale elementen van het verslag worden aan de internationale vakbonden voorgelegd tijdens het gezamenlijke monitoringcomité in maart en het volledige document wordt aan de aandeelhouders gepresenteerd op de Jaarlijkse Algemene Vergadering eind april. Umicore verbindt zich er ook toe om in de opeenvolgende rapporteringcycli rekening te houden met alle te verbeteren punten die de bedrijfsrevisor (PwC) aanbeveelt. Algemene feedback van de lezers wordt aangemoedigd door de gedrukte en de online versies van het verslag (zie de pagina hiernaast voor meer details).

Overige informatie

De overige bijkomende informatie bevat een overzicht van de benadering van Umicore voor het economische, sociale en milieubeheer. Deze elementen werden gepubliceerd op de website van Umicore (http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/ management-approach/) en dienen als een onderdeel van dit verslag te worden beschouwd.

Financiële kalender (1)

26 april 2016

Algemene vergadering van aandeelhouders (fi nancieel jaar 2015) Kwartaalupdate eerste kwartaal 2016

28 april 2016

Aandeel zonder dividend verhandeld

2 mei 2016 Start uitkering dividend

29 juli 2016 Resultaten eerste jaarhelft 2016

21 october 2016 Kwartaalupdate derde kwartaal 2016

Bijkomende informatie

Beursnotering Euronext Brussels

Algemene informatie

Bénédicte Robertz Telefoon: +32 2 227 71 02 E-mail: [email protected]

Financiële informatie

Evelien Goovaerts Telefoon: +32 2 227 78 38 E-mail: [email protected]

Sociale informatie

Mark Dolfyn Telefoon: +32 2 227 73 22 E-mail: [email protected]

Leefmilieu informatie

Bert Swennen Telefoon: +32 2 227 74 45 E-mail: [email protected]

Talen

Dit jaarverslag is eveneens beschikbaar in het Frans en het Engels.

Internet

Dit jaarverslag kan gedownload worden op de website http://annualreport.umicore.com

Maatschappelijke zetel

Broekstraat 31, B-1000 Brussel – België Telefoon: +32 2 227 71 11 Fax: +32 2 227 79 00 Internet: www.umicore.com E-mail: [email protected] Ondernemingsnummer: 0401574852 BTW-nummer: BE 0401 574 852

Verantwoordelijke uitgever

Umicore Group Communications Tim Weekes Telefoon: +32 2 227 73 98 E-mail: [email protected]

Concept & realisatie s The Crew - www.thecrewcommunication.com

Fotografi e Jean-Michel Byl, Umicore, UNICEF.

Umicore Naamloze Vennootschap Broekstraat 31 B-1000 Brussel, België

Tel: +32 2 227 71 11 Fax: +32 2 227 79 00 E-mail: [email protected] www.umicore.com

BTW: BE 0401 574 852 Ondernemingnummer: 0401574852 Maatschappelijke zetel: Broekstraat 31 B-1000 Brussel - België

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.