Annual Report • Mar 27, 2015
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Pg. 1-27 Lees meer over onze vooruitgang op vlak van duurzaamheid
Pg. 28-43 Ontdek meer over onze verschillende activiteiten
Pg. 44-196 Volledige fi nanciële en duurzaamheidsverklaringen
Raadpleeg het online verslag http://annualreport.umicore.com/
| Inleiding | |
|---|---|
| Umicore in het kort | 1-3 |
| Kerncijfers | 4-5 |
Overzicht van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder 6-7 Economisch overzicht 8-13 Aantrekkelijke werkplek 14-19 Eco-effi ciëntie 20-23 Communicatie met belanghebbenden 24-27
| 28-31 |
|---|
| 32-35 |
| 36-39 |
| 40-43 |
| Economische & fi nanciële verklaringen | 44-124 |
|---|---|
| Milieuverklaringen | 125-135 |
| Sociale verklaringen | 136-153 |
| Verklaringen inzake deugdelijk bestuur | 154-179 |
| Raad van Bestuur, | |
| Directiecomité & Senior Management | 180-183 |
| Betrouwbaarheidsverklaringen | 184-185 |
| Glossarium | 186-189 |
| GRI Index | 190-194 |
Dit jaarverslag geeft een geïntegreerd overzicht van onze economische, sociale en milieuprestaties in 2014. Voor mobiele gebruikers: de QR codes brengen u onmiddellijk naar de relevante delen van ons online verslag. Ons verslag is extern nagekeken en bereikt het GRI-rapporteringniveau B+. Een volledig overzicht van de reikwijdte van onze rapportering kan gevonden worden op pagina 196.
Raadpleeg het online verslag http://annualreport.umicore.com/
Over Umicore 1
Over Umicore
Umicore | Jaarverslag 2014
We zijn een materiaaltechnologie- en recyclagegroep op wereldschaal. We richten ons op toepassingen waar onze expertise in scheikunde, materiaalwetenschappen, metallurgie en recyclage een verschil maken.
Onze activiteiten zijn geconcentreerd rond vier business groups – Catalysis, Energy Materials, Performance Materials en Recycling. Iedere business group is opgedeeld in marktgerichte business units die materialen en oplossingen aanbieden die aan de top van nieuwe technologische ontwikkelingen staan en noodzakelijk zijn in het dagelijkse leven.
Umicore | Jaarverslag 2014
Onze groeistrategie Vision 2015 richt zich op het leveren van oplossingen voor wereldwijde trends op vlak van economie, maatschappij en leefmilieu. Onze competentie, marktpositie en expertise in metallurgie, materiaalwetenschappen, toepassingen en recyclage geven ons een sterk groeipotentieel in de volgende domeinen:
Grondstoffenschaarste: in de wereld van vandaag zijn metalen gegeerd maar ook schaarser aan het worden. Umicore's recyclagecapaciteiten herwinnen 26 elementen waarvan edele en andere metalen.
Schonere lucht: de strengere uitstootwetgeving biedt wereldwijde groeiopportuniteiten voor autokatalysatoren voor personenwagens en zware dieselvoertuigen.
Elektrifi catie van het wagenpark: de groeiende markt voor lithium-ion batterijen in elektrische wagens verhoogt de vraag naar onze herlaadbare-batterijkathodematerialen.
Hernieuwbare energie: Umicore ontwikkelt materialen die de basis vormen van hoog-effi ciënte zonnetechnologieën en die andere energie-effi ciënte producten mogelijk maken.
Onze Vision 2015-doelstellingen omvatten economische ambities maar ook uitdagende doelen op het vlak van onze sociale en leefmilieuprestaties:
Groei en rendement: onze belangrijkste groeiprojecten hebben het potentieel om een 'double digit' inkomstengroei te realiseren. Onze langetermijndoelstelling is om een gemiddeld rendement op aangewend kapitaal te realiseren van 15-20%.
Veiligheid: we streven naar nul ongevallen met werkverlet.
Vermindering blootstelling op het werk: we willen de concentratie in het lichaam verminderen van specifi eke metalen waaraan onze werknemers zijn blootgesteld, met name Cd, Pb, Co, Ni, As en Pt.
Persoonlijke ontwikkeling: alle werknemers wereldwijd zullen een jaarlijkse evaluatie krijgen waarin hun individuele ontwikkeling besproken wordt.
Aantrekkelijke werkgever: we zullen onze acties richten op basis van de personeelsenquête 2010.
Vermindering van de CO2 -voetafdruk: we streven ernaar onze CO2 -emissies met 20% te verminderen in vergelijking met het niveau in 2006 en met hetzelfde bereik als toen.
Vermindering emissies: we streven ernaar de impact van metaalemissies naar water en lucht met 20% te verminderen in vergelijking met het niveau in 2009.
Productduurzaamheid: we investeren in middelen om de levenscyclus en de impact van onze producten beter te begrijpen en te meten.
Duurzaam aankoopbeleid: we integreren het nieuwe Charter voor duurzame aankopen in onze activiteiten.
Lokale gemeenschap: we verwachten dat al onze sites verdere stappen zetten in de identifi catie van belangrijke belanghebbenden en het betrekken van de lokale gemeenschap.
| Economische prestaties | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoen € tenzij anders vermeld) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
| Omzet | 9.691,1 | 14.480,9 | 12.548,0 | 9.819,3 | 8.828,5 |
| Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 1.999,7 | 2.318,6 | 2.421,4 | 2.363,4 | 2.380,6 |
| Recurrente EBIT | 342,5 | 416,1 | 372,1 | 304,0 | 273,7 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 30,1 | 22,9 | 22,2 | 11,8 | 28,3 |
| Totale EBIT | 324,0 | 432,7 | 328,6 | 260,0 | 249,3 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 15,6 | 16,9 | 14,4 | 12,4 | 10,3 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 17,5 | 18,6 | 16,7 | 13,6 | 12,2 |
| Recurrent nettoresultaat, aandeel van de Groep | 158,0 | 304,6 | 275,2 | 218,0 | 193,1 |
| Nettoresultaat, aandeel van de Groep | 248,7 | 325,0 | 233,4 | 179,0 | 170,6 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 119,2 | 136,7 | 149,0 | 140,6 | 143,3 |
| Investeringen | 156,6 | 196,2 | 235,7 | 279,6 | 202,4 |
| Netto toename/afname van de kasstromen vóór fi nancieringsoperaties |
(68,2) | 308,6 | 150,3 | 185,9 | 139,9 |
| Geconsolideerde netto fi nanciële schuld uit bedrijfsactiviteiten, einde periode |
360,4 | 266,6 | 222,5 | 215,0 | 298,3 |
| Schuldratio uit bedrijfsactiviteiten, einde periode (in %) | 18,6 | 13,4 | 11,0 | 11,1 | 14,6 |
| Eigen vermogen van de Groep, einde periode | 1.517,0 | 1.667,5 | 1.751,7 | 1.677,1 | 1.704,6 |
| Recurrente winst per aandeel (in €/aandeel) | 2,33 | 2,69 | 2,47 | 1,96 | 1,79 |
| Winst per aandeel met afgesplitste activiteiten, basisberekening (in €/aandeel) |
2,20 | 2,87 | 2,09 | 1,61 | 1,58 |
| Brutodividend (in €/aandeel) | 0,80 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 |
| Aantrekkelijke werkplek | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand (inclusief geassocieerde ondernemingen) | 14.386 | 14.572 | 14.438 | 14.057 | 14.074 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 4.828 | 4.408 | 4.042 | 3.867 | 3.706 |
| Ongevallen met werkverlet | 56 | 60 | 49 | 35 | 37 |
| Frequentiegraad ongevallen met werkverlet | 3,54 | 3,61 | 2,86 | 2,08 | 2,16 |
| Ernstgraad ongevallen met werkverlet | 0,13 | 0,11 | 0,11 | 0,10 | 0,94 |
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (in %) | - | 5,15 | 4,32 | 2,60 | 1,91 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | 43,30 | 51,94 | 50,72 | 45,18 | 45,59 |
| Vrijwillige vertrekkers | 3,78 | 3,84 | 3,20 | 3,33 | 3,42 |
| Eco-effi ciëntie | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| CO2 e-emissies (Scope 1+2) (in ton) |
543.807 | 695.733 | 701.898 | 690.767 | 663.959 |
| Metaaluitstoot naar water (volume in kg) | 6.495 | 5.782 | 5.701 | 5.560 | 5.639 |
| Metaaluitstoot naar water (impact eenheid) | 389.676 | 306.627 | 245.935 | 313.883 | 543.332 |
| Metaaluitstoot naar lucht (volume in kg) | 13.582 | 13.868 | 16.615 | 12.522 | 13.309 |
| Metaaluitstoot naar lucht (impact eenheid) | 184.066 | 130.440 | 135.670 | 130.169 | 128.466 |
| Relaties met de belanghebbenden | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
| Donaties (in duizend €) | 1.009,4 | 1.751,0 | 1.759,2 | 1.612,8 | 1.409,3 |
Thomas Leysen, Voorzitter van Umicore, en Marc Grynberg, Gedelegeerd Bestuurder, blikken terug op 2014 en maken de balans op van de uitdagingen en opportuniteiten in 2015 en daarna.
In 2014 bleef de economische omgeving uitdagend voor Umicore. Dat was voornamelijk te wijten aan het effect van lagere metaalprijzen en ongunstige wisselkoersen. In veel regio's wereldwijd bleef de globale economische groei ook zwak, met als gevolg een aanhoudend zwakke industriële vraag. In deze context slaagden we erin de inkomsten te stabiliseren en zelfs te laten groeien in een groot aantal activiteiten. Hoewel de maatregelen om de kosten te verminderen de prestaties
van verscheidene business units steunden, had de globale impact van de externe factoren – vooral de minder gunstige metaalprijzen – tot gevolg dat de recurrente EBIT 10% lager lag dan in 2013 en overeenstemde met een rendement op aangewend kapitaal van 12,2%.
Hoewel, zoals verwacht, de impact van de nadelige metaalprijzen het zwaarst woog op de Recycling activiteiten, bereikten die niettemin een bijzonder hoog rendement op aangewend kapitaal van 40%, ver boven het resultaat van de sectorgenoten. De andere drie segmenten konden hun winst verhogen. In Catalysis klom de recurrente EBIT met 13% dankzij de productieverhoging in katalysatoren voor zware dieselvoertuigen die in de tweede jaarhelft begon en de toegenomen verkoop van katalysatoren voor personenwagens. De winst in Energy Materials herstelde verder. Alle business units presteerden beter dan in 2013 en samen genereerden ze een winstgroei van 59%, inclusief de bijdrage van de recent overgenomen activiteiten. Ook in Performance Materials tekenden de meeste business units een winstgroei op, gesteund door de moeilijke maar noodzakelijke inspanningen, die in de voorbije
jaren werden opgestart, om de kosten te verminderen. Mede dankzij de hogere bijdrage van onze Element Six Abrasives joint venture steeg de recurrente EBIT van Performance Materials met 12%.
2014 was opnieuw een belangrijk jaar voor het uitvoeren van onze Vision 2015-strategie. We hebben de eerste grote fase van de capaciteitsuitbreiding in Hoboken met succes afgerond en we hebben er alle vertrouwen in dat we de resterende belangrijke investeringen dit jaar zullen kunnen voltooien. Ook in Automotive Catalysts hebben we belangrijke groei-initiatieven afgerond of aangekondigd, zoals de nieuwe fabriek in India die de productie startte op het einde van het jaar en de verwachte opstart van nieuwe installaties in Polen en Zuid-Korea in 2015. We kondigden tevens investeringen aan in een nieuwe fabriek in Thailand om in te spelen op de snel groeiende vraag in de Zuidoost-Aziatische markten. De groei in Rechargeable Battery Materials wordt verder ondersteund met een vrijwel aanhoudende stroom van capaciteits- en competentieverbeteringen, voornamelijk in Zuid-Korea en China. In 2014 werden onze initiatieven voor organische groei in Energy Materials
mooi aangevuld met externe groei en konden we nieuwe collega's verwelkomen na de overnames van Todini and Co en CP Chemicals. Onze stevige balans laat ruimte voor verdere belangrijke expansies, zowel via organische groei als via overnames en we blijven op zoek gaan naar transacties die reële waarde genereren voor Umicore en onze aandeelhouders. Gezien de sterke fi nanciële positie van de Groep kunnen die transacties gaan van potentieel transformerende overnames tot kleinere complementaire overnames voor individuele business units.
Onze fi nanciële slagkracht stelde ons ook in staat om een aanhoudend hoog niveau van groei-investeringen te combineren met hoge uitkeringen aan onze aandeelhouders in 2014. In totaal vertegenwoordigden de inkoop van eigen aandelen en de uitkering van dividenden € 187 miljoen, ongeveer het niveau van 2013 en goed voor meer dan 40% van de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten. In september hebben we tevens acht miljoen eigen aandelen vernietigd. De Raad van Bestuur van Umicore zal een stabiel dividend voor het volledige jaar van € 1,00 per aandeel ter goedkeuring
om een optimale basis voor
voorleggen aan de aandeelhouders in april. Op basis van een recurrente winst per aandeel van € 1,79 in 2014 stemt dit overeen met een uitkeringspercentage van 56%.
Hoewel we op het vlak van duurzaamheid verdere vooruitgang hebben geboekt, werd dit overschaduwd door het verlies van twee collega's bij een ongeval in Olen, België, in januari 2014. We zijn vastberaden om het risico dat zich ooit weer een dergelijk ongeval voordoet bij Umicore te verminderen. Daarom hebben we ons onmiddellijk en sterk geëngageerd om de procesveiligheid meer systematisch aan te pakken in heel het bedrijf. In de loop van 2014 heeft een projectteam samengewerkt met alle business units en meer dan 20 sites bezocht om de medewerkers meer bewust te maken van procesveiligheid en de uitwisseling van voorbeeldpraktijken te bevorderen. Deze praktijken worden voortaan gedeeld door de sites en de business units en geconsolideerd in praktische richtlijnen om de implementatie te vergemakkelijken. Buiten de effecten van het ongeval in Olen was de veiligheidsprestatie niet bevredigend want de ongevallenfrequentie op jaarbasis is licht gestegen. Hoewel dit geen positieve evolutie is, waren er toch voldoende bemoedigende signalen die aangaven dat we een doorbraak kunnen bereiken. In 2014 heeft zich in zeven business units bijvoorbeeld geen enkel ongeval met werkverlet voorgedaan en meer sites dan ooit tevoren konden het jaar beëindigen zonder ongevallen met werkverlet.
Op het vlak van milieuprestaties hebben we onze CO2 -emissies verder verminderd ten opzichte van het referentiejaar en hadden we eind 2014 de Vision 2015-doelstellingen van 2010 overtroffen. De impact van de metaalemissies naar lucht daalden verder in 2014 maar de metaalemissies naar water stegen aanzienlijk als gevolg van een overstromingsincident in de fabriek van Hoboken. We hebben er echter alle vertrouwen in dat de maatregelen die werden getroffen ons in staat zullen stellen onze doelstelling voor het verminderen van de metaalemissies naar water tegen eind 2015 te bereiken.
De resultaten van onze personeelsenquête waren een goede barometer voor de vooruitgang inzake persoonlijke ontwikkeling en werknemerstevredenheid ten opzichte van de vorige enquête in 2010. Gemiddeld lagen de scores iets lager dan bij de vorige enquête maar dat was het geval voor bijna alle bedrijven in de referentiegroep omdat de economische crisis in de meeste sectoren een aanzienlijke impact heeft op de tevredenheid van de werknemers. We zagen niettemin een stabiele of betere score in ongeveer een derde van de categorieën en, belangrijker nog, de resultaten lagen hoger dan de "Chemical Industry Norm" en toonden aan dat we de achterstand ten opzichte van de best presterende bedrijven in alle sectoren kleiner maakten. Onze inspanningen in het domein van de gezondheid op het werk leverden ook in 2014 resultaat op, vooral inzake de blootstelling aan metalen op de werkvloer.
Wanneer we vooruitblikken op 2015 zien we positieve signalen voor de evolutie van onze fi nanciële resultaten. In de vooruitzichten die we in februari publiceerden, gaven we aan dat 2014 een moeilijk jaar was voor Umicore en dat we een hogere globale winstgevendheid verwachten in 2015. We beginnen de impact van de recente groei-investeringen en de maatregelen om de kosten te verminderen te voelen. In 2015 verwachten we een hogere bijdrage van de business groups Catalysis en Energy Materials. In Catalysis verwachten we verbetering dankzij de toegenomen productie van katalysatoren voor zware dieselvoertuigen in Europa en China en de groeiende vraag in de verschillende regio's naar katalysatoren voor het verminderen van de uitstoot van personenwagens. In Energy Materials zullen de inkomsten en de winstgevendheid naar verwachting verder toenemen als gevolg van de bijdrage van de recent overgenomen activiteiten en de groei van de vraag in alle business units. We mogen echter
succes te leggen voor de komende jaren. Begin 2015 hebben we onze plannen al voorgesteld om de activiteitenportefeuille te herschikken om de groeifocus van Umicore aan te scherpen en voor vier van onze business units de beste voorwaarden te creëren voor een succesvolle ontwikkeling in de toekomst. Voor de twee zink-gerelateerde business units Zinc Chemicals en Building Products betekent dit dat we desinvesteringsopties zullen onderzoeken. In Thin Film Products en Electro-Optic Materials zullen we strategische samenwerkingsverbanden en allianties overwegen om hen in staat te stellen een kritische massa te bereiken en hun aanwezigheid in de markt te verhogen. We hopen de herschikkingen van de portfolio te kunnen voltooien tegen het einde van 2016. We zullen ons bij de uitvoering ervan laten leiden door de kwaliteit en de verdiensten van elk project en de timing blijft, uiteraard, afhankelijk van het feit of er zich geschikte opportuniteiten aandienen en de juiste
niet vergeten dat de wereldeconomie onvoorspelbaar blijft. De aanhoudende onzekerheden in de eurozone en de impact van het gewijzigde monetaire beleid met betrekking tot de groei van de opkomende markten zijn slechts twee elementen die een schaduw werpen over de bredere context van geleidelijk herstel.
In 2015 zullen we de strategische aanpak van Umicore verfi jnen
marktvoorwaarden aanwezig zijn. We willen van deze gelegenheid gebruikmaken om onze dank en waardering uit te drukken aan onze medewerkers voor hun inzet in 2014, aan onze aandeelhouders voor hun onafgebroken steun en aan onze klanten, leveranciers en andere zakenpartners voor hun niet-aflatende loyaliteit tegenover Umicore.
8
De winst daalde als gevolg van de impact van lagere metaalprijzen en ongunstige wisselkoersen.
"Onze inkomsten stegen met 1% in vergelijking met 2013 en bedroegen € 2,4 miljard. Een toename bij Catalysis en Energy Materials compenseerde een daling bij Recycling en Performance Materials. "
Hoewel de meeste business units positieve resultaten neerzetten tijdens het jaar, volstond dit niet om de impact van lagere metaalprijzen op de recyclage-inkomsten en marges te compenseren. De recurrente EBIT daalde op jaarbasis als gevolg van een combinatie van dit metaalprijseffect, ongunstige wisselkoersen en hogere afschrijvingskosten gekoppeld aan de Vision 2015 groei-initiatieven.
(zie de grafi eken op pg. 9-10).
De inkomsten zijn ten opzichte van 2013 met 1% gestegen tot € 2,4 miljard. De groei in Catalysis en Energy Materials compenseerde een daling in Recycling en Performance Materials.
De omzet (inclusief metaalwaarden) daalde met 10% op jaarbasis door de daling van een aantal metaalprijzen in de loop van het jaar. Voor Umicore zijn de inkomsten een meer betekenisvolle maat voor de 'top-line' prestatie dan de omzet, omdat de metaalprijzen die aan de klanten worden doorgerekend niet in de inkomsten zijn opgenomen.
De recurrente EBIT daalde met 10% ten opzichte van 2013 en bedroeg € 274 miljoen. Dit weerspiegelde voornamelijk de impact van lagere edelmetaalprijzen, nadelige wisselkoersen en hogere afschrijvings kosten. In Catalysis steeg de recurrente EBIT met 13% dankzij de toegenomen productie van katalysatoren voor zware dieselvoertuigen in Europa en China en de hogere verkoop van
katalysatoren voor personenwagens. Energy Materials zag haar inkomsten fors toenemen dankzij de overnames in Cobalt & Specialty Materials, de volumegroei in alle business units en effi ciëntieverbeteringen. De recurrente winst in Energy Materials steeg met 59%. In Performance Materials daalden de inkomsten met 3% maar de recurrente EBIT steeg met 12% door de hogere bijdrage van Element Six Abrasives en als gevolg van de kosten besparende maatregelen die in 2013 werden ingevoerd. In Recycling daalden de inkomsten en de recurrente EBIT respectievelijk met 10% en 30%, voornamelijk
door de impact van lagere metaalprijzen. De afgenomen vraag in bepaalde eindmarkten van de business units Jewellery & Industrial Metals en Precious Metals Management droegen eveneens bij tot lagere inkomsten en winstgevendheid van de business group. De netto recurrente bedrijfskosten bevonden zich op het niveau van 2013 en bedroegen € 48 miljoen. De gedetailleerde bespreking van de economische prestaties per segment vindt u op de pagina's 28 tot 43.
De niet-recurrente elementen hadden een negatieve impact van € 22 miljoen op de EBIT. De meerderheid van de herstructureringskosten had betrekking op de sluiting van de fabriek van Element Six Abrasives in Zweden, kostenbesparende maatregelen in corporate- en ondersteunende functies en aanpassingen van de productie in een aantal business units. Umicore boekte ook milieuvoorzieningen voor € 7 miljoen, verbonden aan de sanering van historische vervuiling. Terugboeking van waardeverminderingen op permanent vaste metaalvoorraden die voortvloeiden uit een stijging van metaalprijzen tegen het einde van het jaar, hadden een positieve impact van € 8 miljoen. De impact van de niet-recurrente kosten op het nettoresultaat (aandeel van de Groep) bedroeg € 22 miljoen.
De afschrijvingslasten op materiële en immateriële vaste activa bedroegen in totaal € 169 miljoen ten opzichte van € 159 miljoen in 2013. Dit was te wijten aan het feit dat er in 2014 meer nieuwe groei-investeringen werden afgerond. De globale recurrente EBITDA daalde met 4% tot € 442 miljoen.
Het gemiddeld aangewend kapitaal bevond zich bijna op precies hetzelfde niveau als in 2013. Umicore genereerde een rendement op aangewend kapitaal (ROCE) van
Nettoschuld / (Nettoschuld + eigen vermogen)
INVESTERINGEN
12,2% tegenover 13,6% in 2013. Dit was lager dan onze Vision 2015-doelstelling van een rendement op aangewend kapitaal van meer dan 15%.
De netto recurrente fi nanciële kosten bedroegen in totaal € 25 miljoen, vergelijkbaar met het niveau van 2013. Negatieve wisselkoersresultaten deden het effect van lagere rentelasten teniet. De gemiddelde gewogen nettorente daalde verder naar 1,56% (vergeleken met 1,61% in 2013).
De recurrente belastingen voor de periode bedroegen € 48 miljoen. De totale recurrente effectieve belastingsvoet voor de periode was 21,8%, vergeleken met 21,3% in 2013 .
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten daalde met 11,8% tot € 432 miljoen. Umicore optimaliseerde haar werkkapitaal verder, wat leidde tot een instroom van kasmiddelen ten bedrage van € 56 miljoen.
De netto kasstroom vóór fi nanciering nam af tot € 140 miljoen, met inbegrip van het bedrag betaald voor twee overnames in Cobalt & Specialty Materials. De totale netto kasstroom voor de periode bedroeg € -18 miljoen, met inbegrip van € 187 miljoen cash dat aan de aandeelhouders werd uitgekeerd in de vorm van inkoop van eigen aandelen en dividenden. Dit kwam overeen met 43% van de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten.
Op 31 december 2014 bedroeg de netto financiële schuld van Umicore € 298 miljoen ten opzichte van
€ 215 miljoen aan het begin van het jaar. Het vermogen van de Groep bedroeg € 1.705 miljoen en de schuldgraad (nettoschuld / nettoschuld + eigen vermogen) was 14,6%. De ratio nettoschuld tot recurrente EBITDA ratio bedroeg 0.5x.
De investeringen bedroegen in totaal € 202 miljoen. Dit lag aanzienlijk onder het niveau van 2013. De overgrote meerderheid van de investeringen heeft betrekking op Vision 2015-groeiprojecten. In vergelijking met 2013 daalden de investeringen in Catalysis en Energy Materials als gevolg van timingeffecten na de voltooiing van een golf van investeringen in de productie van katalysatoren voor zware dieselvoertuigen en kathodematerialen in het voorgaande jaar. In Recycling richtten de investeringen zich voornamelijk op de succesvolle voltooiing van een eerste golf van investeringen om de
capaciteit in de fabriek in Hoboken in België met 40% te verhogen. In Performance Materials bleven de investeringen overwegend stabiel.
De O&O-investeringen in de volledig geconsolideerde ondernemingen bedroegen € 143 miljoen, wat overeenkomt met een stabiele ratio O&O-uitgaven/inkomsten van 6%. De O&O-inkomsten bleven stabiel tussen 2013 en 2014.
Globaal lagen de netto O&Ouitgaven 2% hoger in 2014 dan in 2013 en dat was voornamelijk het gevolg van de investeringen in Recycling en Catalysis.
De belangrijkste domeinen van productgerelateerde O&Ouitgaven bevonden zich in autokatalysatoren, brandstofcelkatalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen. De meerderheid van procesgerelateerde O&O-uitgaven was gewijd aan recyclagetechnologieën alsook processen voor de productie van katalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen. We trekken ontvangen onderzoeksubsidies van derden af van de gerapporteerde O&O-cijfers. We passen ook de internationaal erkende defi nities voor R&D-uitgaven van het Frascati-handboek toe. De O&O-uitgaven van de verbonden bedrijven zijn niet in de gerapporteerde O&O-uitgaven van dit verslag opgenomen.
De joint venture voor brandstofcelmaterialen, SolviCore, breidde haar deelname aan projecten voor duurzame mobiliteit en stationaire energieopslag verder uit.
In totaal werden 43 nieuwe patentfamilies geregistreerd in de loop van 2014, tegenover 36 in 2013. De meeste ervan hebben betrekking op autokatalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen.
Vijftien hoogkwalitatieve projecten uit de hele wereld haalden de fi nale van de vierde editie van de Umicore Innovation Awards. Ze waren het resultaat van een intensieve samenwerking tussen medewerkers uit verschillende landen, business units en Group O&O. De vijf winnende innovaties werden ontwikkeld op basis van de vraag van klanten en onbeantwoorde behoeften in de markt. De awards spelen een sleutelrol in de aanmoediging van de toekomstige groei en ontwikkeling van Umicore.
In 2014 werd groen licht gegeven voor een investering van € 100 miljoen in de fabriek van Precious Metals Refi ning in Hoboken, België. De raffi nage- en recyclagecapaciteit wordt opgetrokken van 350.000 tot ongeveer 500.000 ton per jaar – een stijging van circa 40%.
bevatten", legt Luc Gellens, Senior Vice-President Precious Metals Refi ning, uit. "Bij de verwerking van deze complexe concentraten door onze leveranciers ontstaan er ook meer complexe bijproducten." Bovendien komen er steeds meer eindproducten op de markt die alsmaar complexere combinaties van metalen bevatten, zoals gsm's, elektronische componenten en industriële katalysatoren.
Het uitbreidingsprogramma neemt twee jaar in beslag en zal de capaciteit van de gehele fabriek verhogen dankzij innovatieve technische verbeteringen. Deze investeringen stellen Umicore Precious Metals Refi ning in staat verder te bouwen op haar unieke competentie voor de behandeling van het uitgebreide assortiment complexe materialen uit de hele wereld.
De expansie zal de business unit toelaten om meer complexe residustromen uit de non-ferrometaalindustrie te verwerken. Een aanzienlijk deel van de input in Hoboken bestaat al uit dergelijke materialen en de beschikbaarheid ervan zal in de komende jaren ongetwijfeld nog toenemen. "De natuurlijke hulpbronnen worden schaarser en daarom worden er meer complexe ertslagen ontgonnen. Dat geeft concentraten die meer onzuiverheden
Een bijkomend voordeel van het uitbreidingsproject is de verhoogde productiviteit, die de concurrentiekracht van Umicore in een steeds hardere marktomgeving zal versterken. De technische voorbereidingen in 2014 en de investeringen van het afgelopen jaar hebben de doorvoer van materiaal al verhoogd.
Tegelijkertijd zal de expansie ook nieuwe banen creëren. Bij dit
investeringsprogramma zijn medewerkers op alle niveaus van de organisatie betrokken: operaties, engineering, logistiek, O&O en de ondersteunende functies in het labo en de fabriek. "Onze uitermate competente medewerkers spelen een essentiële rol in het bereiken van onze productiviteits- en effi ciëntiedoelstellingen", voegt Luc hieraan toe.
Umicore wil de impact van de capaciteitsverhoging op het milieu tot het minimum beperken en ervoor zorgen dat de fabriek aan de strengste normen voor emissies naar water en lucht blijft voldoen. In dat opzicht worden er in een aantal domeinen verbeteringen aangebracht met nieuwe installaties en technologieën, bijvoorbeeld voor biologische waterzuivering en gaswassing.
Umicore innoveert ook op logistiek vlak. Om de aanzienlijk grotere volumes materiaal aan te kunnen die in de fabriek in Hoboken zullen arriveren, werd er een volledig nieuw transportkanaal ontwikkeld: per boot vanuit de haven van Antwerpen over de Schelde. Daardoor moeten er jaarlijks minstens 5.000 containers minder over de weg naar de fabriek worden vervoerd en dat draagt bij tot een vermindering van verkeersopstoppingen, lawaai, vervuiling en CO2 -emissies.
De fabriek blijft ook nauwe relaties met de omliggende gemeenschap onderhouden via regelmatige communicaties, open en transparante informatiesessies en een speciaal telefoonnummer waar de omwonenden met opmerkingen en vragen terechtkunnen.
Umicore | Jaarverslag 2014
Umicore heeft voorrang gegeven aan de O&O-programma's die de Vision 2015-ambities maximaal ondersteunen, met focus op de ontwikkeling van innovatieve materialen en processen in Catalysis, Recycling en Energy Materials. Het Directiecomité focust zijn technologie-evaluaties op de elf belangrijkste innovatieprojecten vervat in de Vision 2015-groei-ambities om de kwaliteit van de implementatie en de snelle uitvoering te garanderen. Deze topprojecten hebben betrekking op producten in autokatalysatoren, brandstofcelkatalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen. Ze omvatten ook recyclagetechnologieën en processen voor de productie van katalysatoren, herlaadbare-batterijmaterialen en de vermindering van wateremissies. In 2014 voerde het Directiecomité vijf specifieke technologie-evaluaties uit.
Vanuit een open innovatieperspectief hebben we ons samenwerkingsnetwerk met universiteiten en onderzoeksinstituten uit de hele wereld in 2014 verder ontwikkeld. We boden opnieuw bijna honderd stageplaatsen aan voor studenten in het kader van hun master- en bacheloropleiding en sponsorden 23 doctoraats- en post-doctoraatsstudenten rechtstreeks tijdens hun studie. Umicore heeft zes gastprofessoraten aan universiteiten en de onderzoeks- en technische medewerkers van Umicore gaven vele lezingen aan universiteiten in de hele wereld. We hebben ook talrijke samenwerkingen met universiteiten voor onderzoek en het delen van diensten en infrastructuur.
In maart 2014 kenden we de Umicore Scientifi c Award toe aan Mehtap Ozaslan, een wetenschapper aan de Technische Universiteit van Berlijn, voor haar doctoraatsverhandeling over de katalytische eigenschappen van kathode brandstofcel-elektrokatalysatoren. De inzending van Mehtap was één van de 25 inzendingen die we uit heel Europa hebben ontvangen. Ook vier masterstudenten die in België werken, werden voor hun werk beloond. De Award wordt toegekend aan een doctor (PhD) die door zijn of haar onderzoek bijdraagt aan de wetenschap in domeinen die cruciaal zijn voor de groei van de activiteiten van Umicore en voor de ontwikkeling van een duurzame maatschappij. Het gaat om domeinen zoals fijnedeeltjestechnologie en -toepassingen, technologie voor metaalhoudende verbindingen zoals recyclage, thema's in verband met duurzame energie, katalyse en tot slot economische of maatschappelijke vraagstukken in verband met metaalhoudende verbindingen. Sinds de lancering van de Award in 2007 hebben Umicore en haar partners meer dan 220 inzendingen beoordeeld en ongeveer € 135.000 toegekend aan 34 wetenschappers uit heel Europa.
In juni 2014 werd de Umicore Innovation Award voor de vierde keer uitgereikt in Brussel. Dit was het hoogtepunt van een proces dat zes maanden in beslag nam en dat tot doel had uitmuntende innovaties bij Umicore te identifi ceren, te erkennen en te belonen. De inzendingen werden onderverdeeld in vijf grote categorieën: Technical Process Improvement,
Non-technical Process Improvement, New Business Development, Environment Health & Safety en Science & Technology. Vijftien hoogkwalitatieve projecten uit de hele wereld haalden de fi nale. Ze waren het resultaat van een intensieve samenwerking tussen medewerkers uit verschillende landen, business units en Group O&O. De vijf winnende innovaties werden ontwikkeld op basis van de vraag van de klanten en onbeantwoorde behoeften in de markt en hadden een tastbare impact op de groei van Umicore. Deze awards spelen een sleutelrol in het bevorderen van de toekomstige groei en ontwikkeling van Umicore.
De koers van het Umicore-aandeel lag op het einde van het jaar 1,9% lager dan op het einde van 2013 (€ 33,31 t.o.v. € 33,96). Dit in vergelijking met een stijging van 3,7% van de Euronext 100 Index die de 100 grootste op de Euronext beurzen genoteerde bedrijven omvat en een stijging van de index van onze "thuismarkt", de Bel20-index, van 12,4%. De daling is voornamelijk te wijten aan de negatieve evolutie van de edelmetaalprijzen in de loop van het jaar. We behielden onze plaats in de FTSE4Good sustainability index en een aantal andere op duurzaamheid gerichte fondsen.
Eind 2014 hadden 3 investeringsbedrijven meer Umicore-aandelen in bezit dan de aangiftedrempel van 3%. Op het einde van het jaar bezaten deze bedrijven gezamenlijk 18,62% aangegeven aandelen. In
de loop van 2014 kocht Umicore 2.029.345 eigen aandelen in. In de loop van het jaar gebruikte Umicore 314.500 eigen aandelen in het kader van uitgeoefende aandelenopties en werden er 25.834 aandelen toegewezen aan de leden van de Raad van Bestuur en het Directiecomité. Umicore vernietigde eveneens 8.000.000 aandelen en het totaal aantal uitstaande aandelen bedroeg 112.000.000 op het einde van het jaar, waarvan we 3.914.272 of 3,49% eigen aandelen in bezit hebben.
Als de voorgestelde winstbestemming door de aandeelhouders wordt goedgekeurd, wordt er voor het boekjaar 2014 een stabiel brutodividend van € 1,00 per aandeel uitbetaald. Rekening houdend met het bruto-interimdividend van € 0,50 dat in september 2014 werd uitbetaald, zal er in mei 2015 een resterend brutobedrag van € 0,50 per aandeel worden uitbetaald.
Terugblik door het Management
In 2014 boekten we mooie vooruitgang in de meeste domeinen, waaronder persoonlijke ontwikkeling, onze status als aantrekkelijke werkgever en gezondheid op de werkplek.
Peter Verbraeken, winnaar van de Safety Award 2014, geeft Marc Grynberg een rondleiding.
In januari 2014 kostte een ongeval in de fabriek van Olen in België twee Umicore-medewerkers het leven. Uit het onderzoek is gebleken dat het ongeval zich heeft voorgedaan door een onverwachte opeenstapeling van waterstof in de opslagtank waarop twee werknemers onderhoudswerken aan het uitvoeren waren. Onmiddellijk na het ongeval engageerde Umicore zich om de procesveiligheid meer systematisch aan te pakken in heel het bedrijf. Er werd een specifi ek team samengesteld om een procesveiligheidsproject op te starten in de hele Groep. Het project heeft tot doel om de focus op
procesveiligheid in alle industriële sites te verhogen door de beste praktijken inzake procesveiligheid te integreren in Umicore's bestaande managementsystemen. In de loop van 2014 heeft het team contact opgenomen met alle business units en meer dan 20 sites bezocht om medewerkers bewuster te maken van procesveiligheid en de uitwisseling van voorbeeldpraktijken te bevorderen. Deze praktijken werden gedeeld met sites en business units en geconsolideerd in praktische richtlijnen om de implementatie te vergemakkelijken. In lijn met onze doelstelling om tot een gemeenschappelijke defi nitie van procesveiligheid te komen heeft het projectteam ook een eenvoudige maar effectieve e-learning
over procesveiligheid ontwikkeld voor alle medewerkers die hierbij betrokken zijn.
Het ongeval in Olen werpt een schaduw over onze prestaties inzake veiligheid op het werk in 2014. Dat geldt specifi ek voor de ernstgraad. Op het vlak van ongevallenfrequentie is het aantal ongevallen met werkverlet in 2014 (37) gestegen ten opzichte van 2013 (35). Daardoor is de frequentiegraad toegenomen van 2,08 tot 2,16. Door het ongeval met dodelijke afl oop voor twee medewerkers is de ernstgraad tot 0,94 gestegen. Hoewel dit geen positieve evolutie is, waren er toch enkele bemoedigende signalen. In 2014 had 84% van de rapporterende sites geen enkel ongeval met werkverlet, tegenover 79% in 2013 en zeven business units hadden geen ongevallen met werkverlet over het volledige jaar. Rechargeable Battery Materials slaagde erin haar omvangrijke industriële activiteiten uit te voeren zonder ongevallen met werkver let in 2014 en Zinc Chemicals registreerde slechts een ongeval met werkverlet in haar zeven sites, ondanks de risico's van haar industriële activiteiten, waarbij onder meer gesmolten metaal wordt gebruikt. Deze voorbeelden tonen aan dat alle sites de doelstelling «nul ongevallen» kunnen bereiken. Dit werd nog onderstreept door het feit dat november 2014 de tweede maand ooit was zonder
Umicore | Jaarverslag 2014
GEMIDDELD AANTAL OPLEIDINGSUREN
PER WERKNEMER
2010 2011 2012 2013 2014
0,13 0,11 0,11 0,10
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0
2011 2012 2013 2014 Doelstelling 2015
0
0
één ongeval in de business units van Umicore.
De sites die de kaap van drie, vijf of tien jaar zonder ongevallen met werkverlet, registreerbare verwondingen bij Umicore-werknemers en ongevallen met werkverlet bij onderaannemers hebben gehaald, krijgen een interne erkenning. Eind 2014 hadden 9 sites de benchmark van drie jaar bereikt. Vijf ervan haalden ook de benchmark van vijf jaar.
In 2014 reikten we onze Safety Award voor de vierde keer uit en de winnaar van dit jaar was Peter Verbraeken, coach in het onder houdsdepartement van de smelter in Hoboken, België. De jury koos hem uit de 50 inzendingen die in totaal meer dan 200 medewerkers nomineerden. De jury besloot ook om Ricardo Kurihara, productie supervisor in de fabriek van Guarulhos, Brazilië, een speciale vermelding toe te kennen. De award heeft tot doel alle mede werkers aan te moedigen om hun ver antwoordelijkheid te nemen voor de veiligheid op hun werkplaats en de beste praktijken in heel het bedrijf met elkaar te delen.
Als werkgever hebben we de verantwoordelijkheid om onze collega's de mogelijkheid te bieden zich te ontwikkelen en te groeien. Dat kan verschillende aspecten omvatten – van leer- en ontwikkelingsmogelijkheden, tot regelmatige feedback, talentbeheer en successieplanning. Eén van de doelstellingen die we tegen 2015 willen bereiken, is ervoor zorgen dat alle medewerkers minstens één keer per jaar worden geëvalueerd met betrekking tot hun persoonlijke ontwikkeling.
ERNSTGRAAD ONGEVALLEN
0,94
In 2011 stelden we vast dat 87% van alle medewerkers reeds werd geëvalueerd. Eind 2014 hadden 95,8% van de medewerkers hun evaluatie gekregen. Dit was een iets hoger percentage dan vorig jaar.
De resultaten van de personeelsenquête geven aan hoe Umicore presteert op het vlak van persoonlijke ontwikkeling. In de vragencategorie "Ontwikkelingsmogelijkheden» lag de score iets lager dan die van de best presterende organisaties die gelijkaardige surveys organiseren, iets hoger dan de resultaten van de enquête uit 2010 en hoger dan de Global Chemical Norm. Voor de categorie opleidingen scoren we hoger dan de High Performance Norm en de Global Chemical Norm. Deze resultaten tonen aan dat de inspanningen van Umicore inzake persoonlijke ontwikkeling resultaat opleveren.
Een van de indicatoren voor persoonlijke ontwikkeling is de intensiteit van de opleidingen. In 2014 bedroeg het gemiddelde aantal
opleidingsuren per werknemer 45,6 ten opzichte van 45,2 uur in 2013. De daling ten opzichte van de hoge niveaus van 2011/2012 is gedeeltelijk het gevolg van het feit dat er minder medewerkers werden aangeworven en er dus aanzienlijk minder on-boarding trainingen werden georganiseerd. In 2014 bleven we focussen op opleidingen op de werkvloer, die zich toespitsen op het verwerven van praktische ervaring en/of integratie van de opleiding in de dagelijkse werkomgeving. We organiseerden meer dan 20 'Lunch & Learn'-seminaries gedurende het jaar, rond een groot aantal thema's, van elektrische mobiliteit tot röntgendiffractie.
In 2014 hebben we het learning management platform, My Campus, verder uitgerold. Het platform werd eerst geïnstalleerd in de sites in België en de grotere sites in Duitsland en vervolgens in 2014 in Noord- en Zuid-Amerika. Het doel van dit platform is de samenwerking te verbeteren – een aspect dat als een belangrijk ontwikkelingsdomein werd aangeduid in de personeelsenquête in 2010.
My Campus is een online platform dat de medewerkers toegang geeft tot verschillende soorten training en persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden, zoals e-learning modules voor duurzame aankopen en prestatiebeheer. Het platform bevat ook het prestatiebeheersplatform en een collaborative networking tool. Eind 2014 had ongeveer 80% van alle Umicore-medewerkers toegang tot het platform.
Het platform voor commerciële functies bij Umicore organiseerde een meeting in Noord-Amerika als aanvulling op de sessies in Europa en Azië van het voorgaande jaar. Dit platform heeft onder meer tot doel de verkoop- en marketingcompetenties in de onderneming verder te ontwikkelen .
Medewerkers aantrekken en behouden is een constante uitdaging, vooral in technologie-intensieve sectoren zoals die waarin Umicore actief is. We hebben onze 2015-doelstellingen als aantrekkelijke werkgever gebaseerd op de resultaten van de personeelsenquête in 2010. Elke site moet een plan opstellen om in de omgeving waar hij actief is als aantrekkelijke werkgever te worden beschouwd. In sommige landen worden de beste werkgevers verkozen, een positie die de zichtbaarheid en de erkenning van de winnaars sterk verhoogt. Dit is vooral het geval in de Europese Unie.
In 2014 organiseerden we opnieuw een editie van de Umicore-brede personeelsenquête. Dat gaf alle medewerkers de kans om via een aantal thema's hun visie te geven op werken bij Umicore. Gemiddeld lagen de scores iets lager dan in de enquête in 2010. Dat was in de meeste bedrijven het geval, omdat de economische crisis in de meeste sectoren een
aanzienlijke impact heeft op de tevredenheid van de werknemers. We zagen wel een stabiele of betere score in ongeveer een derde van de categorieën. Een van de belangrijkste indicatoren voor onze aantrekkelijkheid als werkgever is hoe we presteren ten opzichte van gelijkaardige bedrijven. Hier zetten we sterke resultaten neer. De resultaten toonden aan dat Umicore in de meeste categorieën hoger scoort dan de Chemical Industry Norm en dat we de achterstand ten opzichte van de best presterende bedrijven in alle sectoren inhalen. Elke business unit en site heeft actieplannen ontwikkeld om de meest relevante elementen in hun specifi eke context aan te pakken. Meer informatie over de resultaten van de personeelsenquête vindt u in de casestudie op de pagina hiernaast
Alle sites in België, Frankrijk en Brazilië en de grootste sites in Duitsland verkregen nationale erkenning als Beste Werkgever. Tegen eind 2014 werkte 70% van de medewerkers in een site die in de lokale omgeving als een aantrekkelijke werkgever wordt beschouwd. In 2013 was dit 73%. Tegen eind 2014 beschikten 81% van de sites over een plan om als aantrekkelijke werkgever te worden beschouwd, tegenover 82% in 2013. De reden voor de lichte daling in deze twee categorieën is de integratie van een nieuwe over genomen site in de loop van het jaar. De site van Hanau werd nogmaals bekroond met het Berufundfamilie-certificaat voor haar gezinsgerichte beleid. De site heeft deze award sinds 2007 al elk jaar ontvangen.
In 2014 bleef het personeelsverloop stabiel op 3,4%. Net als in de vorige jaren – en in lijn met de regionale verschillen – was het verloop het sterkst in Azië, waar de arbeidsmarkt in veel landen erg concurrentieel en in beweging is.
Erkend worden als een aantrekkelijke werkplek is een essentieel onderdeel van de Vision 2015-strategie van Umicore. De personeelsenquête van 2014 gaf de medewerkers de kans om hun mening te geven over een aantal belangrijke thema's in verband met hun werk en Umicore.
en erkenning, en empowerment. De resultaten tonen aan dat de inspanningen inzake onze sociale en milieuverantwoordelijkheid een bron van trots zijn voor onze medewerkers. "Het is een goed teken dat de domeinen waarin we het best scoren, veel aspecten omvatten die een centrale rol spelen in een aantrekkelijke werkplek», voegt Mark hieraan toe.
De deelname aan de survey was ook dit keer uitzonderlijk hoog, want maar liefst 8.721 medewerkers vulden de vragenlijst in. Dat is 83% van de personeelsleden, wat aangeeft dat de medewerkers deze enquête bijzonder ernstig nemen.
«"Voor het eerst sinds we in 1998 met de personeelsenquêtes begonnen, behalen we betere resultaten dan onze referentiegroep", zegt Mark Dolfyn, Development
Director bij Corporate Human Resources. "In bijna alle categorieën stijgen we uit boven de norm van de chemische industrie. Dat was ook onze ambitie en het is een belangrijke prestatie." Uit de enquête blijkt ook dat Umicore de kloof geleidelijk dicht met de hoge-performantienorm, die de bedrijven met de beste prestaties vertegenwoordigt.
Umicore scoorde het hoogst in de domeinen kwaliteit en klantgerichtheid, veiligheid, respect
De enquête geeft aan dat er een sterke behoefte is aan meer uitleg over de strategische richting die Umicore uitgaat. Dat is geen verrassing voor Mark, want het bedrijf bevindt zich dicht bij de horizon van Vision 2015: "Collega's in het hele bedrijf willen duidelijk meer inzicht in de weg die Umicore straks wil inslaan."
De vraag naar meer duidelijkheid en informatie geldt niet alleen voor de visie van Umicore, maar
ook voor de units en afdelingen. De medewerkers willen niet alleen weten wat ze moeten doen en hoe, maar ook waarom.
Een andere duidelijke boodschap is dat veel medewerkers graag meer tot Umicore willen bijdragen door nieuwe taken en verantwoordelijkheden op te nemen, in of buiten hun huidige functie.
De resultaten verschillen soms sterk tussen de business units, regio's en sites. De gedetailleerde resultaten werden in heel het bedrijf bekendgemaakt, zodat iedereen kan meewerken aan de actieplannen, verder kan bouwen op sterke punten en de verbeterpunten kan aanpakken.
De Umicore-site in Olen, België, besloot bijvoorbeeld om de resultaten van de personeelsenquête op een innovatieve manier met de medewerkers te bespreken. In plaats van de aandachtspunten op de klassieke manier te bespreken door de zwakke punten te bekijken en ze aan acties te koppelen, kozen ze voor een methode die 'Waarderend Onderzoek' wordt genoemd. Ze concentreert zich op de positieve aspecten van de organisatie en maakt van deze aspecten gebruik om de minder positieve aspecten te corrigeren.
"Voor de domeinen waarin we minder goed scoren, gingen we op zoek naar goede voorbeelden in het bedrijf en de business units", legt Geert Walschap, Manager HR & Communication, uit. "Dat hielp ons om van elkaar te leren en een positieve aanpak te creëren. En wanneer teams van elkaar leren, stimuleren ze de samenwerking."
Een wereldwijd project voor het verbeteren van de procesveiligheid heeft tot doel de veiligheid in dit domein in alle industriële sites verder te verhogen.
Umicore heeft de voorbije jaren aanzienlijk geïnvesteerd om de arbeidsveiligheid te verbeteren en het aantal ongevallen met werkverlet te verlagen – en die inspanningen worden voortgezet. In januari 2014 kwamen twee medewerkers om het leven bij een ongeval in de fabriek van Olen in België. Dat ongeval toonde aan hoe kritisch procesveiligheid is. Daarna werd een grootschalig project opgestart om de procesveiligheid in de hele Groep te evalueren en te verbeteren.
"We willen het risico dat zich opnieuw een dergelijk ongeval voordoet in de toekomst
beperken", zegt Guy Haesebroek, Project Director Process Safety.
«Procesveiligheid is niet nieuw voor Umicore. Maar we bieden meer ondersteuning om ze op een globale, gestructureerde manier te implementeren in al onze industriële sites", zegt Marc Massant, Group Leader Process Safety.
Het project zal de focus op procesveiligheid in alle industriële sites verhogen door voorbeeldpraktijken inzake procesveiligheid pragmatisch in de bestaande management systemen te integreren.
Dit omvat alle bestaande activiteiten, nieuwe sites en toekomstige overnames, evenals onderaan nemers en bezoekers die de proces veiligheid kunnen beïnvloeden.
Alle sites ontvangen gedetailleerde documentatie over procesveiligheid en worden ondersteund met richtlijnen, benchmarking, opleidingen, implementatie en hulp bij het oplossen van problemen.
Een managementsysteem voor procesveiligheid ontwerpen en implementeren is essentieel
om de procesveiligheid te verbeteren. Dat zal helpen om de risico's en gevaren als gevolg van fouten in processen, menselijk gedrag of installaties te identifi ceren. Het omvat integriteitscontroles zoals controle van de technische, operationele en ontwerpintegriteit. Ook de bestaande richtlijnen over procesveiligheid, die beschrijven wat er noodzakelijk is om optimale procesveiligheid te garanderen, worden bijgewerkt.
Umicore wil ook tot een gemeenschappelijk begrip komen van wat procesveiligheid voor de onderneming en haar sites betekent. Met dat doel bezochten Guy en Marc in 2014 meer dan 20 sites in de hele wereld om meer bewustzijn te creëren rond procesveiligheid, na te gaan wat er moet gebeuren en de uitwisseling van voorbeeldpraktijken in dit domein te stimuleren. De prioriteit ging naar de sites met de potentieel meest risicovolle activiteiten.
"De focus kan verschillen afhankelijk van de activiteit van de site", legt Marc uit. "In bepaalde gevallen zullen we veiligheidskritische apparatuur identifi ceren en procedures invoeren om ervoor te zorgen dat ze correct wordt gebruikt en onderhouden. In andere gevallen moeten we misschien de risicopreventiemaatregelen verbeteren", zegt Guy.
In het kader van de Duurzame Ontwikkelingsovereenkomst met de internationale vakbond IndustriALL namen we deel aan een vergadering van het Monitoring Committee in Umicore's Jewellery & Industrial Metals site in Amsterdam, Nederland, waar we informatie deelden over thema's zoals arbeidsomstandigheden, opleiding, educatie en sociaal beleid.
Het pilootprogramma dat vrouwelijke mid-career managers koppelt aan mentors uit het senior management werd zowel door de mentors als de mentees positief beoordeeld. Ook andere sectoren in het bedrijf profi teren van de lessen die we uit dit initiatief trekken en zullen mentoring opnemen in de ontwikkelingsplannen voor beginnende en mid-career managers.
Umicore levert continu inspanningen om werkgerelateerde ziekten te elimineren en het welzijn op het werk te bevorderen. De belangrijkste gezondheidsrisico's op het werk zijn de blootstelling aan gevaarlijke stoffen (vooral arseen, cadmium, kobalt, lood, nikkel en platinazouten) en aan fysische factoren (hoofdzakelijk geluidsoverlast). We hebben streefwaardes vastgelegd voor de blootstelling aan mogelijke gevaarlijke stoffen op het werk. Deze zijn gebaseerd op de niveaus die de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ACGIH) heeft bepaald en zijn minstens even streng als de wettelijke drempels in de landen waar we actief zijn. De Vision 2015-doel stelling voor gezondheid is het tot nul herleiden van het aantal individuele metingen van blootgestelde werknemers die de interne streefwaardes overschrijden. Hoewel deze verhoogde meetwaardes niet noodzakelijk betekenen dat de betrokkene
gevaar loopt, zijn ze belangrijke indicatoren van recente of langdurige blootstelling en worden ze als basis gebruikt om de werkomstandigheden in die bepaalde omgeving nog verder te verbeteren. Alle medewerkers die op het werk aan één van de gevaarlijke metalen (arseen, cadmium, kobalt, nikkel, lood en platinazouten) of andere metalen kunnen worden blootgesteld, worden opgevolgd via het bedrijfsgezondheidsprogramma.
In 2014 overschreden op het niveau van de Groep 1,9% van alle analyses de referentiewaarde, een verbetering ten opzichte van het niveau van 2,6% in 2013 en te vergelijken met 5,2% in 2011. Van de 4.303 metingen bij medewerkers die aan de bovengenoemde metalen (behalve platinazouten) op het werk zijn blootgesteld, gaven de resultaten bij 82 medewerkers aan dat de blootstelling aan het metaal boven ons referentieniveau lag. Opnieuw stelden we de belangrijkste dalingen vast bij de business group Energy Materials dankzij de vermindering van het aantal te hoge waarden voor kobalt en nikkel. Dit was het resultaat van de systematische implementatie van programma's voor het verbeteren van de arbeidshygiëne in een aantal sites van de business units Cobalt & Specialty Materials en Rechargeable Battery Materials.
In 2014 werd bij vier medewerkers overgevoeligheid aan platinazouten vastgesteld. Zij werden overgeplaatst naar een werkomgeving zonder blootstelling aan platinazout of ontvingen werkkleding en uitrusting die nog meer bescherming bieden.
In onze fabriek in Providence, VS, hebben Umicore en het Amerikaanse National Institute for Occupational Safety & Health (NIOSH) verder gewerkt aan een project om de doeltreffendheid te beoordelen van de preventieve
Toen werd vastgesteld dat het nikkelgehalte in de urine van de medewerkers van de Cobalt & Specialty Materials fabriek in Subic (Filippijnen) hoger was dan normaal, diende actie te worden ondernomen en dat gebeurde ook.
Er werden een reeks technische verbeteringen aangebracht om de blootstelling aan nikkelhoudend stof en de emissie ervan naar de omgeving te verminderen. Het ging onder meer om ultramoderne stoffi lters, gestroomlijnde verpakking, scheiding van zones en de renovatie van de maalinstallatie voor nikkeloxide. Tegelijk werden ook maatregelen genomen om te vermijden dat de medewerkers het nikkelstof zelf verspreiden.
In de kantine werd nieuw sanitair geïnstalleerd. "We stelden vast dat veel arbeiders in de kantine, of zelfs op een andere plaats in de fabriek, aten zonder eerst hun gezicht en handen te wassen,» zegt Tony Wong, General Manager van Umicore Subic. "We hebben dus meer en betere wasbekkens geïnstalleerd aan de ingang van de kantine en een regel ingevoerd 'niet eten buiten de kantine'." Ni
maatregelen die genomen worden om de blootstelling van werk nemers aan indiumtinoxide (ITO) te beperken. Het NIOSH voerde verdere evaluaties van de medewerkers en industriële hygiënetesten uit, waarvan de resultaten worden verwacht in 2015.
Tot slot leerde het tekenfi lmfi guurtje BokBok Alikabok de arbeiders in 3 korte fi lmpjes hoe ze een betere hygiëne in acht kunnen nemen om de veiligheid op het werk te verbeteren. In de eerste afl evering zie je hem eten zonder zich te wassen. Het tweede fi lmpje toont hoe gemakkelijk je nikkelstof naar je collega's in het laboratorium of het kantoor kunt verspreiden en het derde fi lmpje focust op persoonlijke hygiëne in de kleedkamer en thuis bij je gezin.
Het resultaat van al die maatregelen was een signifi cante daling van het nikkelgehalte in de urinestalen. Het percentage medewerkers bij wie het streefniveau werd overschreden, daalde van 61% in 2012 tot net 4% in 2014.
Terugblik door het Management
We blijven op de goede weg om onze Vision 2015-doelstellingen inzake emissies en de duurzaamheid van onze producten te halen.
(zie de grafieken op pg. 21)
In heel wat landen overal ter wereld neemt de overheid maatregelen als antwoord op de klimaatsverandering en de uitdaging om de ecologische voetafdruk van de samenleving te verminderen. Dat blijkt uit internationale overeenkomsten zoals het Kyotoprotocol en talrijke nationale en regionale initiatieven en verbintenissen. Umicore is actief in verschillende producten dienstensectoren die kunnen bijdragen tot oplossingen voor de wereldwijde uitdagingen met betrekking tot energie en koolstofemissies. Onze Vision 2015-strategie identifi ceert belangrijke groeimogelijkheden in sectoren zoals elektrische auto's, zonnecellen en recyclage die oplossingen bieden voor die problemen.
Voor onze operationele activiteiten nemen we specifieke maatregelen om koolstofemissies te verminderen en onze energie-efficiëntie verder te verhogen. Om deze benadering te omkaderen, hebben we in 2011 een energie-effi ciëntiebeleid opgestart.
De belangrijkste pijler van dit beleid is de groepsdoelstelling om onze CO2 -equivalente emissies tegen 2015 met 20% te verminderen ten opzichte van het referentiejaar
2006 en dit op basis van hetzelfde activiteitenniveau als in 2006.
Andere aspecten die in dit beleid werden opgenomen, zijn:
vervoermiddelen zonder of met een lage koolstofemissie.
• Scope 3 CO2 -emissies: we zullen actief meewerken aan de ontwikkeling van een aangepast boekhoudsysteem voor onze Scope 3-emissies, om te kunnen aantonen hoeveel onze producten en diensten bijdragen aan een economie met een lage koolstofemissie.
Op het einde van 2014 verminderden we de koolstofemissies met 25% ten opzichte van het referentiejaar 2006. Dit betekent dat we bij gelijkwaardige productieniveaus 25% minder CO2 -equivalenten hebben uitgestoten. Dit resultaat
Umicore | Jaarverslag 2014
voor het evalueren van onze doelstelling, hebben we sinds 2006 de absolute emissies met 8% verminderd, ten opzichte van 4% eind 2013. Meer informatie hierover vindt u in de milieuverklaring E3 .
In het kader van onze aanpak inzake leefmilieubeheer controleren we sinds lange tijd metaalemissies naar water en lucht en nemen we maatregelen om die te verminderen. De emissies van onze sites blijven ver onder de wettelijke limieten en vergunningsvoorwaarden.
De metalen die we uitstoten hebben ieder een sterk verschillende toxiciteit voor het milieu en de gezondheid. Daarom hebben we ons tot doel gesteld om tegen 2015 de impact van de metaalemissies met 20% te verminderen ten opzichte van 2009. Hoewel we ons hierbij vooral concentreren op metalen met de hoogste potentiële toxiciteit, nemen we uiteraard ook maatregelen om de emissievolumes van de andere metalen te verminderen.
We ontwikkelden een specifi eke methodologie om de impact van metaalemissies naar lucht en water te bepalen. Voor emissies naar lucht zijn de impactfactoren gebaseerd op de op de werkplaats geldende grenswaardes zoals bepaald door de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ACGIH). Voor emissies naar water zijn de impactfactoren gebaseerd op de PNEC's (predicted no-effect concentrations) die onder andere in de Europese REACH-richtlijn worden gebruikt.
In 2014 bedroegen metaalemissies naar lucht 13.309 kg. Dit vertegenwoordigde een stijging van 6% ten opzichte van 2013 en was bijna uitsluitend te wijten
CO2E-REDUCTIE
moet vergeleken worden met de vermindering van 17% die we eind 2013 hadden bereikt. Net als in 2013 was de verbetering in 2014 grotendeels te danken aan de fabriek in Hoboken in België. De grondstoffenmix speelt hier een belangrijke rol in het bepalen van de CO2 -e-emissies, want het recyclageproces voor sommige residustromen – vooral de stromen afkomstig van primaire bronnen – vereist
minder energie en stoot minder CO2 -equivalenten uit dan voor andere residustromen. We registreerden ook lagere emissies van onze activiteit autokatalysatoren, omdat we naar meer effi ciënte productieprocessen zijn overgeschakeld in de voormalige Delphi-operaties en we bovendien profi teren van een energie-effi ciëntere productmix. We boekten ook verdere vooruitgang in de andere sites die, samen met
Hoboken, voor de hoogste uitstoot in de Groep zorgen. Het niveau van de Scope 2-emissies is eveneens gedaald, dankzij een gemiddeld minder koolstofi ntensieve energiemix in de landen waar Umicore actief is, vooral in Europa.
Voor de sites die aan het einde van 2010 deel uitmaakten van Umicore en geen rekening houdend met de activiteitsfactor die we toepassen
In het kader van de doelstellingen voor de duurzaamheid van haar producten investeert Umicore in tools om de levenscyclus en de impact van de producten beter te begrijpen en te meten.
Met het oog hierop werden in 2014 twee duurzaamheidsprojecten voltooid. De resultaten stellen ons essentiële gegevens ter beschikking om onze milieuprestaties continu te blijven verbeteren.
Umicore is al jarenlang lid van de International Platinum Association (IPA) en was een van de elf ondernemingen die meewerkten aan de IPA-studie Levenscyclusanalyse van de ecologische voetafdruk van platinagroepmetalen (PGM) in katalysatoren voor benzine- en dieselvoertuigen. Drie business units werkten mee aan de studie – Precious Metals Chemistry, Automotive Catalysts en Precious Metals Refi ning.
Samen hielpen ze bij het opstellen van een betrouwbare, actuele en onafhankelijke dataset op het niveau van de gehele sector van de ecologische voetafdruk van PGM en PGM-houdende producten. Ook gingen ze na in welke onderdelen van de PGMlevenscyclus de milieuprestaties kunnen worden verbeterd.
"De resultaten tonen duidelijk aan dat platina, palladium en rodium bijdragen aan schone lucht en onze levenskwaliteit verbeteren", zegt Benedicte Robertz, Scientist Product Sustainability. "Bovendien kan tot 95% van de PGM worden gerecupereerd voor hergebruik en die secundaire productie spaart energie en beperkt de globale milieu-impact."
Germanium is een kritische grondstof in Europa en de hoge prijs van geraffi neerd germanium moedigt recyclage aan. Die factoren zetten Electro-Optic Materials (EOM) ertoe aan een interne levenscyclusanalyse van germanium uit te voeren.
"Het hoofddoel was de mogelijke milieu-impact van de productie van germanium uit productieresten van de fotovoltaïsche industrie te kwantifi ceren en te vergelijken met de mogelijke impact van de primaire productie van germanium uit steenkool», legt Maarten Schurmans uit, die het project voor EOM leidde. De studie werd intern uitgevoerd door het EHScompetentieplatform van Umicore volgens de ISO 14040:14044 LCA-methode en werd extern gereviseerd voor ze in The Journal of the Minerals, Metals & Materials Society werd gepubliceerd.
De resultaten tonen de voordelen aan van de recyclage van germanium. Net als bij andere metalen, zoals koper, lood en zilver, is de impact van de secundaire productie van germanium lager dan die van de primaire productie – minstens 95% lager voor de meeste impactcategorieën van germanium.
aan de hogere emissies in onze business unit Zinc Chemicals. Van alle metalen die Umicore uitstoot, heeft zink de kleinste impact op de gezondheid en daarom hadden de hogere zinkemissies geen belangrijk effect op de globale milieu-impact van onze emissies naar lucht, die met 1% daalden ten opzichte van 2013. Dit was vooral het gevolg van verminderingen in Energy Materials, waar de business unit Rechargeable Battery Materials lagere kobaltemissies registreerde en in Recycling, waar de fabriek in Hoboken lagere emissies van een aantal metalen optekende. In vergelijking met het referentiejaar 2009 was de globale impact van onze emissies naar lucht tegen eind 2014 met 40% verminderd (35% op het einde van 2013), een veel beter resultaat dan de doelstelling van 20% die we in het kader van Vision 2015 hadden bepaald.
In 2014 bedroegen onze metaalemissies naar water in volume 5.639 kg. Dat is een stijging met 1% in vergelijking met 2013. De enige activiteit die een aanzienlijke stijging in absolute termen registreerde, was Energy Materials, als gevolg van de hogere nikkelemissies die gedeeltelijk te wijten waren aan een nieuw aangekochte fabriek in de loop van het jaar. In termen van impact van metaalemissies naar water stegen onze emissies met 73% ten opzichte van 2013. Dit was voornamelijk het gevolg van de impact van de overstroming in de fabriek van Hoboken tijdens zeer felle regenbuien in de zomer. Het volume water dat door de fabriek stroomde, deed de buffertanks met ongezuiverd afvalwater overstromen. Daardoor werd bijna een ton metalen weggespoeld naar de rivier de Schelde. Als we de impact van dit overstromingsincident buiten beschouwing laten, is de impact van de metaalemissies naar water van de fabriek in Hoboken aanzienlijk
gedaald op jaarbasis. De impact
van de emissies naar water steeg ook bij Energy Materials door de hogere nikkelemissies in een aantal fabrieken. In vergelijking met het referentiejaar 2009 was de globale impact van onze emissies naar water tegen eind 2014 met 23% verminderd (29% op het einde van 2013 in vergelijking met 2009). Er staat een project op stapel om de fabriek van Hoboken beter te beschermen tegen overstromingen als gevolg van stormen en Umicore heeft er alle vertrouwen in dat de globale doelstelling van 20% vermindering in het kader van Vision 2015 zal worden bereikt.
Meer informatie over de inspanningen van de business groups om de emissies te verminderen vindt u op pg. 28-43.
Het is voor ons essentieel om de impact van onze producten vanuit ecologisch, sociaal en economisch standpunt volledig te doorgronden. Daarom hebben we een specifi eke doelstelling met betrekking tot de duurzaamheid van onze producten geïntegreerd in onze Vision 2015-strategie. Deze doelstelling omvat de ontwikkeling van methodes die de levenscyclus en de impact van onze producten onderzoeken en meten. Deze kennis kan van kritisch belang zijn om de duurzaamheid van ons productaanbod aan te tonen, dat een essentieel element is om onze producten van de concurrentie te onderscheiden en een concurrentieel voordeel te behalen voor bepaalde toepassingen.
In de voorbije vijf jaar hebben Groep O&O en Corporate EHS een specifieke methodologie ontwikkeld om de duurzaamheid van producten en diensten te beoordelen. Deze methodologie wordt 'Assessment of Product
(and services) Sustainability' (APS) genoemd. In deze methodologie wordt gebruik gemaakt van een instrument dat bestaat uit een geheel van vooraf gedefinieerde vragen en antwoorden met scoreen wegingsfactoren, gegroepeerd rond acht thema's. In 2011 voerde een team van O&O, EHS en experten uit de business units drie proefevaluaties uit om de werkbaarheid van APS te controleren. Het was de bedoeling om tussen 2012 en 2015 elk jaar zes producten of diensten te testen, waarbij elke business unit er twee levert voor het onderzoek.
In 2014 werden er zeven testen uitgevoerd in de business units Electro-Optic Materials, Platinum Engineered Materials, Zinc Chemicals, Precious Metals Chemistry, Precious Metals Refi ning en Rechargeable Battery Materials. De 23 gevallen die we in de periode 2011-2014 hebben beoordeeld, omvatten producten en diensten
die in nichemarkten worden aangeboden, 'vlaggenschip' producten en diensten en producten in ontwikkeling. Tegen het einde van 2014 vertegenwoordigde het aantal producten en diensten dat met deze methodologie was gescreend 18% van de inkomsten van Umicore.
Nu we een representatief staal van producten en diensten hebben getest met behulp van de APS-tool, zal Umicore in 2015 nagaan hoe de methodologie in de toekomst optimaal kan worden toegepast en hoe de inzichten die we hebben verkregen over de duurzaamheid van onze producten, de waarde voor de klanten en andere belanghebbenden kunnen verhogen.
In 2014 was 46% van de inkomende materialen van Umicore van primaire oorsprong. 54% van de materialen was van secundaire oorsprong of afkomstig van producten op het einde van hun
levensduur. De primaire aanvoer is in de voorbije jaren toegenomen door de gewijzigde aanvoermix in de fabriek van Hoboken.
Met betrekking tot REACH heeft Umicore in 2014 twintig bijgewerkte dossiers ingediend voor complexe intermediaire stoffen, opgesteld door verschillende metalenconsortia, volgens een methodologie die werd ontwikkeld in samenwerking met Eurometaux en in dialoog met het ECHA (European Chemicals Agency). Bovendien werden meer dan 30 dossiers bijgewerkt met bijkomende informatie of nieuwe beschikbare gegevens. De meeste van deze updates werden door de metaalconsortia zelf voorgesteld en één op verzoek van het ECHA na de evaluatie van een testvoorstel. Meer informatie over onze werkzaamheden in verband met het naleven van REACH vindt u in Milieuverklaring E6.
De site van Umicore in Eijsden, Nederland, ontving als eerste fabriek ter wereld het 'Certifi cate of suitability to the monographs of the European Pharmacopoeia (CEP)' voor zinkoxide. Het certifi caat bevestigt de inspanningen van Umicore om de klanten de hoogste kwaliteit zinkoxide te garanderen voor hun farmaceutische producten. Het behalen van dit certifi caat is een belangrijke stap voor de activiteiten van Umicore in zinkoxide API's (active pharmaceutical ingredients). De CEP-certifi caten worden uitgereikt door het Europees Directoraat voor de Kwaliteit van Geneesmiddelen & Gezondheidszorg.
Ons engagement naar belanghebbenden omvat de dialoog met allerlei partners en op alle niveaus van het bedrijf.
Het Charter voor duurzame aankopen beschrijft Umicore's engagement omtrent gedrag en praktijken ten opzichte van haar leveranciers. In ruil daarvoor vraagt Umicore dat de leveranciers specifieke normen naleven op het gebied van verantwoord milieubeheer, arbeidspraktijken en mensenrechten, zakelijke integriteit en engagement in de bevoorradingsketen.
Umicore's Purchasing & Transportation departement werd geselecteerd als de meest geschikte entiteit om de eerste fase van intensieve en systematische toepassing van het charter uit te voeren. De lessen uit dit proces en de opgedane ervaringen helpen de business units bij hun toepassing van het charter.
In de loop van 2014 gingen onze regionale aankoopcentra verder met de selectie van de belangrijkste leveranciers aan de hand van criteria zoals omvang, geografi sche locatie en het type producten of diensten (en hun kritische belang voor de werking van een Umicore-entiteit).
Bij de geselecteerde ondernemingen waren veel leveranciers van goederen en diensten en enkele leveranciers van grondstoffen (bv. metalen). In totaal werden 1.226 leveranciers geselecteerd, tegenover 1.067 eind 2013. Tegen het einde van 2014 had 83% van deze 1.226 leveranciers formeel bevestigd de voorwaarden van het charter te zullen naleven. De business units selecteerden 429 leveranciers, van wie 73% tegen eind 2014 formeel had bevestigd de voorwaarden van het charter te zullen naleven.
In 2014 heeft Umicore Ecovadis gevraagd om de duurzaamheidprestaties van 100 van de 1.226 bovenvermelde leveranciers te evalueren. De selectie van die leveranciers door Umicore was gebaseerd op de bovenvermelde risicobeoordeling met betrekking tot kritische afhankelijkheid, geografi sche aanwezigheid en uitgaven aan die leveranciers. Dit resulteerde in een scorekaart met een globale score en een score voor elk van de vier duurzaamheidcategorieën: milieu, arbeid, eerlijke handelspraktijken en bevoorradingsketen. Er werden scores toegekend van 1 tot 100, waarbij 1 een hoog duurzaamheidrisico vertegenwoordigt.
Van de 100 geselecteerde leveranciers hebben er 10 de vragenlijst niet ingevuld. Van de 90 ontvangen scorekaarten hadden 44 bedrijven een score tussen 25 en 44, wat betekent dat ze basismaatregelen hebben genomen voor thema's in
verband met duurzaamheid. Slechts 1 bedrijf kreeg een score van 20, wat een hoog risico op problemen in verband met duurzaamheid vertegenwoordigt. 42 bedrijven kregen een globale score tussen 45 en 64, wat betekent dat ze over 'een degelijk duurzaamheidbeheersysteem' beschikken en 3 bedrijven kregen een nog hogere score omdat ze geavanceerde duurzaamheidpraktijken toepassen. Wat de gemiddelde score in elke categorie betreft, haalden de leveranciers de hoogste gemiddelde score voor milieu en scoorden ze het laagst voor het promoten van duurzaamheid in hun bevoorradingsketen.
De Umicore Group werd door Ecovadis geëvalueerd en haalde een score van 67. Dat plaatst de onderneming in de categorie gevorderden met een "gestructureerde en proactieve CSR-aanpak, engagementen/policies en concrete acties voor belangrijke problemen, met
24
Umicore | Jaarverslag 2014
De site van Umicore in Hanau, Duitsland, verleende fi nanciële steun aan het milieucentrum van Hanau, dat kinderen onderricht geeft via praktische experimenten. Op het einde van een jaarprogramma over water en het kringloopconcept van recyclage,
brachten collega's van Umicore een mini-auto met afstandsbediening, aangedreven door brandstofcellen mee. Ze vulden de tank van de auto aan een mini-tankstation dat waterstof aan water onttrekt met behulp van zonneenergie. De auto was uiteraard een groot succes bij de kinderen.
gedetailleerde informatie over de implementatie en een signifi cante CSR-rapportering over de acties en de prestatie-indicatoren".
In 2014 heeft Purchasing & Transportation de eerdervermelde methodologie voor de screening van leveranciers op duurzaamheid en andere criteria verder verfi jnd. Er wordt meer nadruk gelegd op een gestructureerde screening van alle leveranciers vooraleer Umicore ze als zakenpartner accepteert.
Umicore voerde een survey van alle business units uit in het kader van de jaarlijkse beoordeling van de bedrijfsrisico's (zie pagina 171) om na te gaan in hoeverre het Charter voor duurzame aankopen werd aanvaard voor directe aankopen, voornamelijk metalen. Uit de rondvraag bleek dat het charter in verschillende mate door de business units werd aanvaard. In 2015 zullen we focussen op het
ontwikkelen van een beter inzicht in de behoeften inzake duurzame aankopen in de business units die specifi eke duurzaamheidsrisico's hebben vastgesteld in hun aanvoerketen voor metalen.
Om iedereen in het bedrijf beter vertrouwd te maken met duurzame aankopen, is er een online learning tool ter beschikking op het My Campus-platform.
In 2012 publiceerde de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) een defi nitieve richtlijn over confl ictmineralen op basis van sectie 1502 van de Dodd-Frank Act. Deze richtlijn verplicht bedrijven die op de Amerikaanse beurs zijn genoteerd om te rapporteren of het tin, tantalium, wolfraam en goud in hun producten afkomstig is van de Democratische Republiek Congo of een aangrenzend land. Hoewel Umicore niet
onderworpen is aan de Dodd-Frankrapporteringsvereisten, volgen we de bovenvermelde richtlijn voor onze activiteiten. In het kader hiervan werden onze Precious Metals Refi ning activiteiten in Hoboken en Guarulhos in 2014 door de London Bullion Market Association (LBMA) gecertifi ceerd als confl ictvrije smelters voor hun activiteiten in het voorgaande jaar. De Jewellery & Industrial Metals activiteiten in Pforzheim, Wenen en Bangkok zijn gecertifi ceerd in het kader van het Chain of Custody-programma van de Responsible Jewellery Council (RJC) tot 2016. De sites in Guarulhos, Amsterdam, Pforzheim en Bangkok werden tevens door de LBMA geaccrediteerd als «Good Delivery Refi ners». In 2014 slaagde de business unit voor de audit voor verantwoorde sourcing van platina van de RJC. Dankzij de RJC Chain of Custody en de LBMA Good Delivery accreditaties komen de geaccrediteerde sites in aanmerking om te worden opgenomen in de lijst van confl ictvrije smelters van de EICC (Electronic Industry Citizenship Coalition).
Naast de bestaande policies en charters zoals de Umicore Gedragscode, het Mensenrechtenbeleid en het Charter voor duurzame aankopen heeft Umicore ook een specifi ek beleid voor 'Verantwoorde wereldwijde bevoorradingsketen van mineralen uit confl ictzones en zones met hoog risico'.
http://www.umicore.com/ en/media/topicsofi nterest/ confl ictMinerals/
De doelstelling 2006-2010 van Umicore vereiste dat alle industriële vestigingen een lokaal plan zouden ontwikkelen en uitvoeren aangaande de verantwoordelijkheid tegenover de lokale gemeenschap. In de context van Vision 2015 werd besloten dat betrokkenheid bij de lokale gemeenschap voldoende belangrijk is om onze dialoog met de gemeenschappen waar we werken verder te verbeteren. Er werd meer aandacht gevestigd op de diepgaande analyse van de belanghebbenden en het proces van betrokkenheid van de sites. Eind 2014 beschikten ongeveer 74% van onze sites over een lokaal plan. Dat zijn er meer dan in 2013. In 2014 daalde het aantal sites dat gestructureerde communicatie toepast in het kader van deze plannen voor de contacten met de lokale gemeenschap, onder meer door de integratie van nieuwe overgenomen sites die nog niet over zo'n plan beschikten. Naargelang de omvang van de site bestaat lokale
Samen met tien andere leiders van internationale ondernemingen ontmoette Ravila Gupta, voorzitter van Umicore USA, de Amerikaanse President Barack Obama in het Witte Huis. De ontmoeting vond plaats in het kader van SelectUSA, een overheidsinitiatief om bedrijven aan te moedigen om in de Verenigde Staten te investeren. De bespreking focuste op wat de Amerikaanse overheid doet om meer banen te creëren en hoe ze jonge mensen aanmoedigt om een technische opleiding te volgen. Ravila vertelde de President dat ze zich al jaren inzet om een loopbaan als ingenieur te promoten bij jonge vrouwen.
Het programma Powered by Umicore werd in 2013 opgestart om ingenieursstudenten te steunen die aan projecten voor schone mobiliteit werken. Twee nieuwe teams, uit België en Duitsland, namen deel aan het programma van dit jaar.
Maar liefst 61 ingenieursstudenten van vier universiteiten maken deel uit van Powered by Umicore. In 2014 gingen ze de uitdaging aan om milieuvriendelijke voertuigen te bouwen en deel te nemen aan internationale wedstrijden, zoals Formula Student, Shell Eco-Marathon en de Dong Energy Solar Challenge.
De studenten zetten zich maximaal in en gaven blijk van een sterk engagement inzake duurzaamheid bij de uitvoering van hun projecten. Hun innovatieve voertuigen toonden aan dat duurzame mobiliteit geen ijdele droom is.
De nieuwe e-cars zijn de Duitse Umicore EcoBee en de Belgische Umicore Electra. De Umicore EcoBee werd ontwikkeld door 25 studenten van de technische universiteit van Chemnitz, Duitsland. Ze ontwierpen een brandstofcelauto waarmee ze deelnamen aan de Shell Eco-Marathon in de categorie 'urban concept car'.
De Umicore Electra werd gebouwd door zeven studenten van de universiteit van Luik, België. Hun door batterijen aangedreven urban concept car nam eveneens deel aan de Shell Eco-Marathon in Rotterdam, maar in een andere categorie dan de Umicore EcoBee.
Naast deze twee nieuwe teams namen ook de twee bestaande teams deel aan het programma. De Thomas More hogeschool en de KU Leuven ontwierpen samen de Umicore Thomas More E-car. Deze nieuwe elektrische auto nam deel aan het grootste motorsportevenement voor studenten in Europa – de Formula Student competitie, die o.a. plaatsvond op het circuit van Silverstone in het VK en het Catalunya-circuit in Spanje.
Ondertussen nam een team van de Universiteit Antwerpen met de Umicore Solar Boat deel aan de tweejaarlijkse Dong Energy Solar Challenge in Nederland.
Dankzij de inzet van deze teams blijft het programma Powered by Umicore schone mobiliteit verder onder de aandacht brengen en het onderzoek naar duurzame technologieën stimuleren, en draagt het zo bij aan het imago van Umicore als een duurzame, innovatieve en verantwoordelijke onderneming.
communicatie uit nieuwsbrieven, hoorzittingen, ontmoetingen met de autoriteiten, fabrieksbezoeken voor de gemeenschap en persberichten voor de media.
Van onze grotere sites organiseerde Hoboken, België, 561 bezoeken voor 3.821 mensen in 2014. De initiatieven omvatten onder meer een vijfde jaar van steun aan de Ecomagie-goochelshow over milieu bewustzijn die in 100 scholen uit de omgeving werd opgevoerd en de sponsoring van het Antwerpse Museum aan de Stroom. De site steunde ook het initiatief Engage+ van de stad Antwerpen om jeugdwerkloosheid aan te pakken. De site organiseerde een initiatief inzake engagement tegenover de lokale gemeenschap waarbij de vragen van omwonenden over de uitbreiding van de productiecapaciteit van de site werden beantwoord. De site van Olen, België, zette zijn programma voor bezoeken van lokale scholen en buren "Umicore te kijk" verder. De site organiseerde een grondige huis-aan-huis buurtenquête waarbij 600 persoonlijke interviews plaatsvonden met omwonenden van de fabriek. Er werd ook een nieuw magazine gelanceerd om de gemeenschap te informeren over de ontwikkelingen in de fabriek. In Guarulhos, Brazilië, zetten we de besprekingen met de lokale autoriteiten verder over het probleem van bodem- en grondwatervervuiling rond de site en steunden we de projecten 'Better Life' voor meer dan 100 minderbedeelde kinderen uit de buurt. U vindt een casestudie over het engagement tegenover de lokale gemeenschap op de pagina hiernaast. De site van Hanau, Duitsland, hield in 2014 een opendeurdag als onderdeel van een groter evenement in het Wolfgang industriepark. Er werden ook stageplaatsen aangeboden voor lokale studenten. Talrijke medewerkers van de site namen deel aan lokale sportevenementen zoals
de JP Morgan Corporate Challenge en de Hanau City Run, waarvan Umicore hoofdsponsor is. De site steunde ook het provinciale Albert Schweitzer-Kinderdorf dat in Hanau is gevestigd. Die instelling vangt kinderen op die om een of andere reden niet in hun eigen gezin kunnen opgroeien.
Donaties aan goede doelen maken deel uit van de programma's voor betrokkenheid van de sites bij de gemeenschap. Van de business units wordt verwacht dat ze ongeveer een derde van een procent van hun gemiddelde jaarlijkse recurrente geconsolideerde EBIT over de voorbij drie jaar bijdragen aan goede doelen en dit in de vorm van fi nanciële middelen, vrijwilligerswerk, goederen of diensten. De sites ontwikkelen zelf initiatieven en bijdragen met de steun van de overkoepelende business unit. In totaal droegen de business units € 872.416 bij in 2014 ten opzichte van € 1.044.840 in 2013. Meer informatie over de donaties van de verschillende business units vindt u in het hoofdstuk met het overzicht van de business groups op pagina 28 en 43 van dit verslag.
Naast de bijdragen van de business groups doneerde de Groep € 536.929, hoofdzakelijk in de vorm van fi nanciële bijdragen. In tegenstelling tot de donaties van de sites, die aan lokale initiatieven worden besteed, hebben de donaties op groepsniveau een internationaal bereik. De meeste van deze bijdragen gaan naar initiatieven die educatieve projecten realiseren of die schone technologieën beter bekendmaken. Ongeveer 22% van het totale gedoneerde bedrag (Groep en business units samen) bestond uit vrijwilligerswerk en giften in natura. Het totale gedoneerde bedrag als percentage van de volledige geconsolideerde recurrente EBIT van Umicore bleef stabiel ten opzichte van 2013 en bedroeg 0,6%.
In 2011 gingen we een samenwerking van drie jaar aan met UNICEF voor de ondersteuning van educatieve projecten in verschillende delen van de wereld. De eerste projecten die we hebben gesteund, zijn een initiatief om kansarme meisjes uit de provincie Rajasthan in India toegang te geven tot kwaliteitsvol onderwijs en de campagne "Back to School" in Haïti, waarvoor we de bouw fi nancierden van een school voor de kinderen die het slachtoffer waren van de aardbeving in 2010. In 2014 waren de scholen in Haïti voltooid en we besloten een nieuw educatief project te steunen in Madagascar en het project in Rajasthan verder te ondersteunen.
We bleven de initiatieven van Ondernemers voor Ondernemers (www.ondernemersvoorondernemers.be) steunen in de Filippijnen, Cambodja, Togo en Haïti en het programma van Humasol waarbij groepen van ingenieursstudenten zonne-energie installeren in afgelegen gebieden in Oeganda (www.humasol.be). In 2014 hebben we ons initiatief voor duurzame mobiliteit "Powered by Umicore" verder ontwikkeld. Het verleent financiële en andere steun aan studentenprojecten voor de ontwikkeling van voertuigen, aangedreven door batterijen, zonne-energie of brandstofcellen. Meer informatie over Powered by Umicore vindt u op onze website http://www.umicore.com/en/ cases/powered-by-you/ of op de Facebookpagina https://www.facebook.com/#!/ UmicorePoweredByYou.
Toen de medewerkers in Guarulhos, Brazilië, vernamen dat de familie van de 10-jarige David Valdir Santos uit het huurhuis in de lokale wijk zou worden gezet, kwamen ze onmiddellijk in actie. Ze wilden niet dat de veelbelovende toekomst van de jongen in rook zou opgaan en sloten een akkoord met de eigenaar. Zij zouden helpen met de betalingen en de woning
renoveren als de eigenaar beloofde om af te zien van de uitzetting. Het team van Umicore Guarulhos werkte keihard om de woning volledig te renoveren en David en zijn familie een betere toekomst te bieden.
Catalysis speelt een belangrijke rol in de vermindering van voertuigenemissies wereldwijd. Umicore ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en andere zware voertuigen. De business group produceert ook verbindingen op edelmetaalbasis voor gebruik in de sectoren fi jne chemicaliën, life sciences en farmaceutica.
Precious Metals Chemistry
De inkomsten en de winst in Catalysis stegen dankzij de hogere verkoop van katalysatoren voor zowel personenwagens als zware dieselvoertuigen.
(zie de grafieken op pg. 29)
De inkomsten en de winst van de business unit Automotive Catalysts stegen op jaarbasis dankzij de verhoogde productie van katalysatoren voor zware dieselvoertuigen in Europa en China en de toegenomen verkoop van katalysatoren voor personenwagens.
De sterkste groei voor katalysatoren voor zware dieselvoertuigen situeerde zich in Europa als gevolg van de invoering van Euro VI-compatibele platformen en de
lancering van een derde productielijn voor zware dieselvoertuigen in Florange, Frankrijk die in gebruik werd genomen op het einde van het jaar.
De productie van personenwagens klom wereldwijd met 3% dankzij het herstel van de Europese markt en de aanhoudende groei in Noord-Amerika en China. De verkoopvolumes van Umicore volgden globaal de groei van de wereldwijde markt. De inkomsten stegen eveneens, ondanks de minder gunstige mix.
In Europa lagen Umicore's verkoopvolumes voor personenwagens
iets boven het niveau van de markt, die 3% steeg. Umicore's inkomstengroei bleef echter achter als gevolg van een minder gunstige productmix. Hoewel het globale aandeel van diesel in de verkopen van Umicore in 2014 kleiner was dan het jaar voordien, werden een aantal Euro 6-platformen, na het uitstel in het derde kwartaal, met succes gelanceerd in het vierde kwartaal van 2014. Het segment benzinekatalysatoren van Umicore groeide sneller dan de markt en Umicore sloot met een aantal grote Europese spelers belangrijke contracten af voor nieuwe benzineplatformen. De bouw van de nieuwe
28
Umicore | Jaarverslag 2014
RECURRENTE EBIT & ROCE
Umicore | Jaarverslag 2014
productie-installatie in Nowa Ruda, Polen, vorderde goed tijdens het jaar en de productie wordt er naar verwachting begin 2016 opgestart.
In Noord-Amerika daalden de verkoopvolumes en inkomsten, hoewel de productie van personenwagens er een groei kende van 5%. De oorzaak van de daling was een ongunstige voertuigenmix, want de kleine en middelgrote wagens wonnen marktaandeel en Umicore is minder actief in dit segment. Umicore voelde de aanhoudende impact van de zwakke vraag in Zuid-Amerika, waar de autoproductie met 16% daalde. Hoewel de markt in deze regio zwak blijft, werden tegen het einde van 2014 de eerste signalen van stabilisatie waargenomen.
Umicore presteerde zowel op het niveau van inkomsten als van volumes beter dan de bloeiende Chinese markt, omdat Umicore sterk is blootgesteld aan internationale merken, die marktaandeel blijven veroveren op de binnenlandse fabrikanten, en dankzij een gunstige motorenmix. In Zuid-Korea bleven Umicore's volumes en inkomsten in lijn met de vrij stabiele markt. De bouw van het nieuwe technologieontwikkelingscentrum van Ordeg in Incheon City vorderde goed en zal naar verwachting eind 2015 worden opgeleverd. Umicore slaagde erin om haar marktaandeel bij Japanse OEM's wereldwijd te verhogen. In 2014 kondigde Umicore aan dat er een nieuwe fabriek zal worden gebouwd in Hemaraj, Thailand, voor de productie van katalysatoren voor personenwagens, waarvan de oplevering is gepland in de tweede helft van 2016. Die investering zal Umicore in staat stellen om aan de toenemende vraag naar autokatalysatoren in de snel groeiende markt in Zuidoost-Azië te voldoen. De nieuwe fabriek zal vooral aan Japanse OEM's leveren,
INKOMSTEN (METAAL NIET INBEGREPEN)
Umicore Precious Metals Chemistry (PMC) heeft in 2014 haar productiecapaciteit uitgebreid met de succesvolle oplevering van een ultramoderne fabriek in Tulsa, Oklahoma, voor de productie van de meest geavanceerde organometaalkatalysatoren. Die katalysatoren worden onder meer gebruikt in de industriële synthese van nieuwe farmaceutische ingrediënten en nieuwe generaties polymeren en insecticiden. De fabriek in Tulsa zal de groei van PMC in Noord-Amerika ondersteunen en de fl exibiliteit van de wereldwijde productie verhogen om de klanten van Umicore overal ter wereld effi ciënter te bedienen.
die sterk aanwezig zijn in de regio. De nieuwe fabriek in Pune, India, werd opgeleverd in 2014 en de productie van katalysatoren voor personenwagens werd begin 2015 opgestart.
De inkomsten van de business unit Precious Metals Chemistry zijn gedaald op jaarbasis. Dat was te wijten aan de daling van de vraag naar precursoren die worden gebruikt in katalytische toepassingen, vooral in de Braziliaanse automarkt, die aanzienlijk kromp in 2014. De vraag naar precursoren die in niet-katalytische toepassingen worden gebruikt, groeide ten opzichte van het jaar voordien, vooral in de tweede jaarhelft. Dat was vooral het geval voor toepassingen in bulkchemicaliën, zoals de synthese van siliconen. De verkoop van API's (Active Pharmaceutical Ingredients) bleef aanzienlijk groeien in volume en de business unit slaagde erin om nieuwe verkoopcontracten af te sluiten in de Europese en Zuidoost-Aziatische markten.
In de nieuwe fabriek in Duitsland voor chemicaliën voor metaalafzetting en hoogzuivere MOCVD (Metal Organic Chemical Vapour Deposition)-precursoren werd de productkwalifi catie voor de klanten voortgezet. De opstartkosten voor die fabriek en de nieuwe fabriek in Tulsa, Oklahoma, wogen op de winst.
De business group Catalysis rapporteerde opnieuw veruit de beste veiligheidsprestatie van al onze business groups. Net als in 2013 vonden er in totaal vier ongevallen met werkverlet plaats. De resulterende frequentiegraad van 1,1 ongevallen per miljoen gewerkte uren was een lichte verbetering ten opzichte van 2013. De ernstgraad van 0,01 was een duidelijke verbetering tegenover het voorgaande jaar. De business units Automotive Catalysts en Precious Metals Chemistry werkten verder aan de invoering van het veiligheidsprogramma SafeStart® om het aantal ongevallen te verminderen. Op het einde van 2014 hadden er op de site Karlskoga in Zweden meer dan vijf jaar geen ongevallen met werkverlet, registreerbare verwondingen bij Umicore-werknemers of ongevallen met werkverlet bij onderaannemers plaatsgevonden. De sites in Port Elizabeth (Zuid-Afrika), Tsukuba (Japan) en Suzhou (China) bereikten de mijlpaal van drie jaar.
Op het vlak van beroepsmatige metaalblootstelling zijn er in de business group Catalysis geen werkplaatsen met blootstelling aan de vijf gevaarlijke metalen die in onze Vision 2015-doelstelling zijn opgenomen. Het belangrijkste gezondheidsprobleem voor de activiteit Catalysis is het gevaar voor overgevoeligheid voor platinazouten die beroepsastma kan veroorzaken. In 2014 werd bij drie werknemers deze overgevoeligheid vastgesteld, tegenover twee
in 2013. Deze werknemers werden overgeplaatst naar een ander deel van de site waar er geen blootstelling is aan platinazout.
De business group Catalysis genereerde de laagste CO2 -emissie en was in totaal verantwoordelijk voor 13% van onze CO2 -equivalente emissies in 2014, hetzij 87.118 ton CO2 -equivalent. In 2013 bedroegen de emissies 86.928 ton in Catalysis.
Het industriële profiel van Catalysis geeft geen aanleiding tot een significante impact van metalen op water of lucht, die beide minder dan een half procent van de totale impact van de Groep op water of lucht vertegenwoordigen.
Een productfamilie van Precious Metals Chemistry werd gescreend in de vierde reeks duurzaamheidsevaluaties uitgevoerd met de APStool van Umicore. Dat gebeurde in het kader van het permanente duurzaamheidsevaluatieproces. Automotive Catalysts en Precious Metals Chemistry namen ook deel aan een Life Cycle Assessment om de ecologische voetafdruk van metalen van de platinagroep in benzine- en dieselkatalysatoren te bepalen, georganiseerd door de International Platinum Association (zie casestudie op pg. 22).
De business units maakten verdere vooruitgang met de uitrol van het charter duurzame aankopen. In 2012 had 26% van de geselecteerde leveranciers naar wie het charter werd gestuurd het onder tekend. Tegen eind 2014 bedroeg dit 76%. De business unit Automotive Catalysts beschikt over een systeem dat de belangrijkste leveranciers over de hele wereld elke drie jaar aan een audit onderwerpt met
specifieke aandacht voor kwaliteit, milieu, gezondheid en veiligheid.
Op het vlak van verantwoordelijkheid ten opzichte van de lokale gemeenschap droeg de business group € 259.263 bij aan donaties voor goede doelen in 2014. Belangrijke projecten waren de steun aan SOS Kinderdorpen, het Umicare-onderwijsproject in Port Elizabeth, Zuid-Afrika, en de Boaischool voor kinderen met speciale educatieve behoeften in Suzhou, China. De site van Burlington, Canada verleende verdere steun aan United Way – een organisatie die mensen mobiliseert en gemeenschappelijke acties organiseert om geld in te zamelen voor de meest kwetsbare leden van de gemeenschap. In 2014 koppelde de site zijn sponsoring aan de veiligheidscampagne op de site. De site in Florange, Frankrijk, bood vier studenten uit lokale scholen een stageplaats aan om werkervaring op te doen.
Umicore bouwt in Polen een nieuwe productieinstallatie voor katalysatoren die in auto's en vrachtwagens worden gebruikt.
De markt voor autokatalysatoren in Europa blijft groeien, voornamelijk als gevolg van de recente invoering van een nieuwe emissiewetgeving in de EU. Om aan de toenemende vraag te voldoen, investeert Umicore in een nieuwe katalysatorfabriek in Europa. De bouw ging van start in juli en de oplevering is gepland voor begin 2016. In een eerste fase worden er meer dan 80 nieuwe banen gecreëerd.
De keuze voor de nieuwe fabriek viel op Polen omwille van het aantrekkelijk investeringsklimaat. De fabriek wordt opgetrokken in Nowa Ruda, in Neder-Silezië – een regio waar de auto-industrie sterk aanwezig is en waar bijgevolg geschoolde werknemers te vinden zijn. Nowa Ruda bevindt zich dicht bij de belangrijkste Europese klanten van Umicore in de autosector en heeft goede transportverbindingen met de rest van Europa.
"De beslissing om in Nowa Ruda te investeren is het resultaat van de uitstekende samenwerking met de lokale Speciale Economische Zone, de autoriteiten en de Poolse overheid", zegt Plant Manager Roman Dyrcz. "We zijn nu op zoek naar de juiste medewerkers om een professioneel en effi ciënt team samen te stellen om onze ambitieuze plannen uit te voeren."
De fabriek is de eerste industriële site van Umicore in Polen. Ze vormt een aanvulling op de bestaande Europese productiecapaciteit voor katalysatoren in Duitsland (Rheinfelden en Bad Säckingen), Frankrijk (Florange) en Zweden (Karlskoga). De fabriek zal katalysatorsystemen produceren voor lichte en zware dieselvoertuigen. Ze wordt uitgerust met de modernste apparatuur: twee productielijnen en alle bijkomende installaties en apparatuur voor logistieke operaties, kwaliteitscontrole en analytische inspectie van de producten.
"Het verheugt ons dat de investering van Umicore zal bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio", voegt Roman hieraan toe. "We willen bovendien een goede buur en een goede werkgever zijn. We zullen dus veel aandacht besteden aan veilig gedrag en veilige processen en de installatie zelf wordt ontworpen met het oog op een laag energieverbruik en minimale geluidshinder en emissies."
De materialen geproduceerd door Energy Materials worden aangetroffen in een aantal toepassingen die gebruikt worden bij de productie en opslag van schone energie, zoals herlaadbare batterijen en zonnepanelen en in een reeks andere toepassingen. De meeste producten zijn hoogzuivere metalen, legeringen, verbindingen en technische producten op basis van kobalt, germanium, nikkel en indium.
(zie de grafieken op pg. 33)
aanzienlijk hogere inkomsten, voornamelijk dankzij de integratie van Palm Commodities en de hogere verkoopvolumes in de activiteit keramiek & chemicaliën.
In keramiek & chemicaliën stegen de orders voor precursoren en metaalcarboxylaten fors op jaarbasis. De distributieactiviteiten bleven goed presteren en profi teerden van de overname van Palm Commodities in de VS eind 2013. De verkoopvolumes voor
kobaltverbindingen bleven stabiel. In de kobalt- en nikkelraffi nage zijn de inkomsten licht gestegen op jaarbasis. De overname van het Amerikaanse bedrijf CP Chemicals in het derde kwartaal van 2014 had een positieve impact op de raffi nagevolumes van kobalt en nikkel en stelde Umicore tevens in staat om rheniumrecyclage aan haar activiteiten toe te voegen. De markt voor harde metalen voor de fabricage van werktuigmaterialen bleef uitdagend en de vraag was zwak. Eind 2014 verwierf Umicore de volledige eigendom van Todini and Co, een voormalige Umicore joint venture en een leider in de distributie van industriële chemische producten in Europa.
De inkomsten in Electro-Optic Materials stegen dankzij de volumegroei in afgewerkte optische producten en de verhoogde bijdrage van de recyclage- en raffi nageactiviteiten. De maatregelen om kosten te verminderen en de operationele effi ciëntie te verhogen, droegen verder bij aan de winst. De inkomsten van afgewerkte optische producten vertoonden een sterke groei die voornamelijk het resultaat was van de aanzienlijke vraag voor commerciële infraroodtoepassingen. De vraag naar zuivere germaniumlenzen bleef beperkt in een algemeen zwakke markt. Umicore bleef haar marges in dit segment verdedigen met een selectieve aanpak.
De verkoop van germaniumtetrachloride voor de glasvezelindustrie bleef stabiel en de gunstige productmix droeg bij aan de inkomsten. In de activiteit germaniumsubstraten werd de zwakkere vraag naar fotovoltaïsche concentratoren voor aardse toepassingen gecompenseerd door de hogere vraag voor ruimtevaarttoepassingen, waar een overschakeling naar grotere en effi ciëntere germaniumwafers, waarin Umicore een leider is, zich verderzette. In het LED-segment bleven de inkomsten stabiel.
1,3
39,2
7,8%
Materials groeide de markt van de Li-ionbatterijen verder in 2014 en Umicore registreerde aanzienlijk hogere verkoopvolumes en inkomsten ten opzichte van het jaar voordien. Het segment draagbare elektronica is nog steeds veruit het grootste segment en bleef groeien. De introductie van nieuwe toepassingen en apparaten, zoals huishoudapparaten op batterijen en power banks, steunden de groei van de markt eveneens. De verkoop van elektrische en hybride wagens groeide gestaag en zal dat waarschijnlijk blijven doen omdat er steeds meer elektrische en hybride wagens op de markt worden gebracht. De verkoopvolumes van het door Umicore ontwikkelde High Energy LCO (lithium kobaltiet) dat in hoogperformante Li-ionbatterijen voor smartphones en tablets wordt gebruikt, stegen aanzienlijk op jaarbasis. In dit segment neemt de gemiddelde grootte van de batterijen toe omdat de apparaten steeds meer energie verbruiken (grotere schermen en 4G-connectiviteit) en er meer gebruik wordt gemaakt van de mobiele gadgets. De globale verkoop van NMC (nikkel mangaan kobalt)-kathodematerialen daalde op jaarbasis door de verminderde leveringen van NMC-materialen die in draagbare elektronica worden gebruikt. Umicore heeft haar
kobalt- en nikkelverbindingen (CSM) haar positie consolideren sche doelstellingen.
het proces vanaf de aanvoer van kobalt, nikkel en andere metalen, beterde beschikbaarheid van de producten, producten van derden
fabriek zet voornamelijk nikkel, kobalt en koper om in een ruim producten voor de oppervlaktebehandelingssector. Ze produceert grepen, dat de capaciteiten van CSM in deze markt zal versterken.
In 2014 rondde de business unit nog drie andere bedrijfsoverwaardeketen te verhogen. De overname van CP Chemicals, gevestigd in Wickliffe, Ohio in de VS, zal de wereldwijde aanwezigheid van de business kreeg de naam Umicore Specialty Materials Recycling (USMR) en resuperlegeringen die kobalt, nikkel,
CSM kocht vervolgens de pro-Faci Metalest. Die apparatuur voor van Umicore Brugge geïntegreerd,
overname van de resterende eindklanten te versterken.
aanwezigheid in dit subsegment verder verminderd vanwege de agressieve prijsniveaus voor deze materialen en de veralgemening ervan. De NMC-verkoop voor autoen elektrische werktuigtoepassingen steeg op jaarbasis, hoewel het vraagpatroon doorheen het jaar eerder grillig verliep. Umicore heeft sterk ingezet op productkwalifi catieprogramma's voor autoplatformen en kwalifi ceerde zich met succes voor nieuwe platformen die in de komende jaren worden gelanceerd en alle vormen van elektrifi catie dekken (EV, pHEV en HEV).
De uitbreiding van de productiecapaciteit in Korea en China werd volgens plan voltooid en in de loop van het jaar in gebruik genomen.
In Thin Film Products stegen de inkomsten in vergelijking met het voorgaande jaar dankzij de hogere vraag naar Umicore's zeer effi ciënte indiumtinoxide roterende targets die in grote beeldschermen worden gebruikt. De marges waren echter niet in lijn met de volumegroei en leden onder de prijsdruk in Azië en de hogere indiumprijs. Medio 2014 werd er een nieuwe joint venture opgericht met First Rare Materials Co Ltd. Dit partnerschap zal Umicore toelaten om aan de groeiende vraag in de markt van de grote beeldschermen in China te voldoen. In de activiteiten van optiek en elektronica bleven de inkomsten stabiel op jaarbasis en de marges profi teerden van de stroomlijning van de productportefeuille.
Umicore | Jaarverslag 2014
De business units maakten verdere vooruitgang met de uitrol van het Charter voor duurzame aankopen. In 2012 had 9% van de geselecteerde leveranciers naar wie het charter werd gestuurd het ondertekend. Tegen eind 2014 bedroeg dit 72%. De business unit Cobalt & Specialty Materials heeft haar aanpak voor het bevorderen van een duurzame bevoorradingsketen verder verfi jnd en heeft drie potentiële zakenpartners geweigerd vanwege risico's of onzekerheden in verband met hun bevoorradingspraktijken.
De business units in Energy Materials droegen in totaal € 130.254 bij aan donaties voor het goede doel in 2014. De sites van de business group namen initiatieven zoals steun aan de slachtoffers van de overstromingen in de Filipijnen door de Subic site en een beurs voor een leerling uit het technisch secundair onderwijs om zijn technologische studies voort te zetten aan de universiteit (Quapaw, VS). De site van Fort Saskatchewan in Canada nam deel aan de Heartland Challenge in het kader van haar relatie met The United Way.
http://wemagazine.ca/straightfrom-the-heart/.
Cobalt & Specialty Materials in Olen, België, steunde de Special Olympics voor kinderen en volwassenen met een intellectuele handicap. De editie van 2014 vond plaats in België en 60 Umicore-medewerkers hielpen bij de organisatie van het evenement, onder wie een manager die voor een jaar naar het project werd gedetacheerd.
indiumtinoxide te produceren voor componenten in het productieproces Qingyuan en zal aan de groeiende behoeften van de snel uitbreidende beeldschermproducenten deze targets
De veiligheidsprestatie van de business group werd sterk beïnvloed door het fatale ongeval in Olen waarbij twee collega's het leven lieten. Er werden vier ongevallen met werkverlet geregistreerd tegenover zes in 2013. Dat komt overeen met een frequentiegraad van 1,3 tegenover 2,0 in 2013. De ernstgraad voor deze ongevallen bedroeg 4,75 en weerspiegelt de twee overlijdens in Olen. Meer informatie over de maatregelen
die worden genomen om de procesveiligheid te verbeteren na het ongeval vindt u op pagina 18. In de business units Thin Film Products, Rechargeable Batteries en Electro-Optic Materials vonden geen ongevallen met werkverlet plaats. Net als in 2013 bereikten drie sites in Energy Materials de mijlpaal van vijf jaar zonder ongevallen met arbeidsverlet of registreerbare verwondingen bij Umicore-werknemers of ongevallen met werkverlet bij onderaannemers: Dundee (VK), Fort Saskatchewan (Canada) en Hsinchu Hsien (Taiwan). Acigne (Frankrijk) en Beijing (China) werkten minstens drie jaar zonder ongevallen met werkverlet, registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of ongevallen met werkverlet met onderaannemers op de site.
Op het vlak van blootstelling aan metalen op het werk vormen in Energy Materials vooral arseen, kobalt en nikkel een potentieel gevaar voor de gezondheid. Het aantal te hoge gemeten waarden voor de drie metalen verminderde opnieuw aanzienlijk in 2014. Dat is te danken aan de systematische en continue implementatie van procesverbeteringen en programma's voor hygiëne op het werk. In de fabriek in Providence, VS, werd
het onderzoek naar de effecten van blootstelling aan indiumtinoxide op de gezondheid en de vermindering van de blootstelling op het werk voortgezet in 2014.
In 2014 was de business group Energy Materials verantwoordelijk voor 26,8% van onze CO2 equivalente emissies of in totaal 177.863 ton, ten opzichte van 176.005 ton in 2013. Van alle sites in Energy Materials produceerden de sites van Olen, België en Cheonan, Zuid-Korea, het grootste aandeel van de emissies. Sedert de toetreding in 2003 tot de Vlaamse Energiebenchmarking heeft de site van Olen een aantal energie-efficiëntiemaatregelen ingevoerd die beantwoorden aan de beste internationale standaarden.
Een productfamilie van Electro-Optic Materials en een van Rechargeable Battery Materials werd gescreend in de vierde reeks duurzaamheidsevaluaties uitgevoerd met de APStool van Umicore. Deze evaluaties maken deel uit van een lopend project om de duurzaamheid van een representatief staal van producten en diensten van Umicore te evalueren (zie pg. 22-23).
De metaalemissies naar lucht van Energy Materials daalden met 6% in volume en met 4% in termen van impact ten opzichte van 2013. De voornaamste reden voor deze daling was de hogere betrouwbaarheid van de gerapporteerde kobaltemissies in de fabriek van Cheonan in Zuid-Korea. Het volume wateremissies steeg met 52% op jaarbasis en de impact lag 43% hoger. Dat was het gevolg van de hogere kobaltemissies op de site van Olen in België.
Performance Materials past zijn technologie en knowhow toe op de unieke eigenschappen van metalen om materialen te produceren waardoor klanten betere, meer gesofisticeerde en veiligere producten kunnen ontwikkelen. Zijn zinkproducten staan bekend om hun beschermende eigenschappen terwijl zijn verbindingen en materialen op edelmetaalbasis essentieel zijn voor uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica. Performance Materials is georganiseerd rond vijf business units.
Hoewel de inkomsten licht daalden, groeide de winst, voornamelijk dankzij een hogere bijdrage van Element Six Abrasives.
(zie de grafieken op pg. 37)
De inkomsten van Performance Materials daalden met 3% op jaarbasis. De recurrente EBIT nam toe met 12% door een hogere bijdrage van Element Six Abrasives en als gevolg van de kostenbesparende maatregelen die in 2013 werden ingevoerd.
In Building Products bleven de inkomsten en de verkoopvolumes globaal stabiel op jaarbasis. De winstgevendheid verbeterde omdat de maatregelen om kosten te besparen en de productie-effi ciëntie te verhogen die in 2013 werden gelanceerd en in de loop van 2014 geïmplementeerd, een positieve impact hadden op de winst. Mede dankzij de relatief zachtere winter lagen de inkomsten hoger in Europa. De vraag naar zinkmaterialen voor de bouwsector in de markten buiten Europa nam af als gevolg van vertragingen bij de lancering van nieuwe projecten in Azië en Oceanië. De sterkere concurrentie in de rijpere Europese markten en de hogere zinkprijs wogen op de productpremies. De productmix bleef globaal stabiel op jaarbasis en de verkoop van
oppervlaktebehandelde producten met hogere toegevoegde waarde vertegenwoordigde een aanzienlijk deel van de activiteit.
In Electroplating bleven de inkomsten grotendeels stabiel op jaarbasis. De inkomsten van edelmetaalelektrolyten voor decoratieve toepassingen klommen fors hoger dankzij de aanhoudend hoge vraag voor goud-koperverbindingen die worden gebruikt voor de productie van roze goud voor juwelen en lifestyletoepassingen. De inkomsten van producten voor technische toepassingen daalden ten opzichte van 2013, toen er bijzonder veel
36
vraag was in China naar zilverplateringsoplossingen voor de productie van hoogperformante LED's. De verkoopvolumes en de inkomsten van geplatiniseerde producten voor de plateringsindustrie, zoals anodes voor het plateren van chroom, en van de edelmetaalproducten die in de productie van printplaten worden gebruikt, namen toe. De business unit ging een joint venture aan met Jianmen Changxin Technology Co. Ltd. in Jiangmen, China, die Umicore in staat zal stellen om producten en diensten voor oppervlaktebehandeling te leveren aan haar groeiende aantal Chinese klanten.
Materials daalden licht ten opzichte van 2013. De vraag naar platinaapparatuur die wordt gebruikt in de productie van beeldschermglas en technische glastoepassingen bleef stabiel; de vraag van het segment optisch glas was zwak. In de activiteit van platinumgaas katalysatoren daalde de verkoop als gevolg van de onstabiele politieke situatie in Oekraïne en de impact daarvan op de meststoffenproductie. In december bracht de business unit een nieuw gaas op de markt, MPAC, dat de klanten in staat stelt om het productrendement te verbeteren, het gebruik van pgm's te verminderen, de campagneduur te verlengen en, in bepaalde omstandigheden, de emissie van broeikasgassen te verlagen.
Materials daalden op jaarbasis omdat de globale verkoopvolumes afnamen, vooral in Brazilië en China. De verkoopvolumes voor contact- en stroomtechnologiematerialen voor middenspanningstoepassingen leden onder de vertraging in elektrische infrastructuurprojecten in China. De orderniveaus voor contactmaterialen voor laagspanningstoepassingen
bleven stabiel waarbij de zwakke vraag in Brazilië werd gecompenseerd door de hogere vraag in Noord-Amerika en Europa. De globale vraag naar soldeerproducten bleef zwak.
In Zinc Chemicals stegen de inkomsten op jaarbasis. Ondanks de krappe aanvoer van zinkhoudende galvaniseringsresiduen, wat de recyclagemarges beïnvloedde, herstelde de winst dankzij de hogere verkopen en de recente maatregelen om de kosten te verminderen. De verkoopvolumes van fi jne zinkpoeders verbeterden dankzij het herstel van de vraag naar poeders voor roestwerende verf in Azië. De nieuwe fabriek voor de productie van hoogwaardige fi jne zinkpoeders en recyclage van zinkresiduen in Changsha, China, zal de productie opstarten in de tweede helft van 2015. De verkoopvolumes van zinkpoeders die in primaire batterijen worden gebruikt, namen sterk toe en ook voor zinkoxide stegen de verkoopvolumes, vooral voor de producten voor gebruik in diervoeders. In mei ontving de fabriek in Eijsden, Nederland, de CEP-certifi cering van het Europees Directoraat voor de Kwaliteit van Geneesmiddelen & Gezondheidszorg (EDQM) en slaagde ze ook voor de eerste audit van de Amerikaanse FDA (Food and Drug Administration) voor de kwalifi catie van de producten voor gebruik in farmaceutische toepassingen in de VS.
In Element Six Abrasives (40% Umicore-aandeel) stegen de inkomsten aanzienlijk dankzij de uitstekende verkoop van producten voor de olie- en gasboorindustrie en precisiemachines, door het gewonnen marktaandeel in de vrij stabiele markten. De verkoopvolumes namen toe dankzij de hogere investeringen in productinnovatie en de succesvolle positionering van de producten van
De expansie en de technologieupgrade van de fabriek in Pasir Gudang, Maleisië, die zinkmetaalpigment produceert, werden in de tweede helft van 2014 volledig operationeel. De verwachte volumestijging werd gerealiseerd en de kwaliteit, de operationele performantie en de energieeffi ciëntie zijn aanzienlijk verbeterd. Dit project is voor de business unit Zinc Chemicals in Maleisië een belangrijke stap om haar aanbod voor klanten in Zuidoost-Azië verder te optimaliseren.
Element Six Abrasives op basis van diamanten en haar knowhow in de olie- en gasmarkt en de markt van de precisiewerktuigen. De inkomsten van producten op basis van carbide daalden in de zeer uitdagende markten. De vraag naar mijnbouwproducten bleef het hele jaar laag als gevolg van de zwakke activiteit in die markt. De globale winst steeg aanzienlijk dankzij de ver beterde productmix en de verhoogde operationele effi ciëntie.
De veiligheidsprestatie van de business group Performance Materials lag op hetzelfde niveau als in 2013. Net als in 2013 vonden er negen ongevallen met werkverlet plaats. Dit vertegenwoordigde een frequentiegraad van 2,00 en een ernstgraad van 0,1. In de business units Platinum Engineered Materials en Electroplating vonden geen ongevallen met werkverlet plaats tijdens het jaar. Dankzij haar programma 'Safety for a Better Life' kon de business unit Zinc Chemicals het aantal ongevallen
met werkverlet verminderen van 5 in 2013 tot slechts 1 in 2014. Eind 2013 hadden er op de site in Vicenza, Italië, in meer dan vijf jaar geen ongevallen met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicorewerknemers of ongevallen met werkverlet bij onderaannemers plaatsgevonden en de site in Vilvoorde, België, en Pasir Gudang, Maleisië, bereikten de mijlpaal van drie jaar.
Op het vlak van blootstelling aan metalen op het werk bedroeg het aantal overschrijdingen van de drempelwaarden voor Performance Materials 1%, iets hoger dan vorig jaar maar onder het Umicore-gemiddelde.
De business group Performance Materials was in 2014 verantwoordelijk voor 20,5% van de CO2 -equivalente emissies van de Groep of 135.860 ton CO2 equivalent. in 2013 was dit nog 161.817 ton en de belangrijkste reden voor de daling is de sluiting van een fabriek in de business unit Zinc Chemicals. De emissies waren gespreid over ongeveer 30 industriële sites. De sites van de business unit Zinc Chemicals waren verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van de totale emissies van de business group.
Producten van Zinc Chemicals en Platinum Engineered Materials werden in de vierde reeks duurzaamheidsevaluaties onderzocht met de APS-tool van Umicore. Deze evaluaties maken deel uit van een lopend project om de duurzaamheid van een representatief staal van producten en diensten van Umicore te evalueren (zie pg. 22-23).
De metaalemissies naar lucht van de business unit Performance Materials stegen met 10% in volume ten opzichte van 2013 en met 21% in termen van impact. Dat was te wijten aan de hogere loodemissies op de site Pasir Gudang Zinc Chemicals in Maleisië. Het volume water emissies daalde met 10% ten opzichte van 2013. De impact daalde echter met 18%
dankzij de verbeterde effi ciëntie van de externe afvalwaterbehandeling in de fabriek van Hanau in Duitsland.
De business units maakten verdere vooruitgang met de uitrol van het charter duurzame aankopen. In 2012 had 38% van de geselecteerde leveranciers naar wie het charter werd gestuurd het ondertekend. Tegen eind 2014 bedroeg dit 77%.
Op het vlak van engagement tegenover de gemeenschap naderde het bodemsaneringsproject in de omgeving van de Building Products activiteit in Viviez, Frankrijk, de voltooiing in 2014. Globaal droegen de business units in Performance Materials € 167.797 bij aan donaties voor het goede doel in 2014. Dit was het resultaat van talrijke acties die de 30 sites van deze business units ondernamen. Enkele voorbeelden hiervan zijn de steun aan het Metallurgiemuseum in Luik bij de site van Angleur, België, steun in de vorm van training in sollicitatiegesprekken voor werkloze jongeren in de buurt van de site van Auby, Frankrijk, en bijdragen aan een wegenbouwproject in de buurt van de fabriek in Changsha, China.
Jiangmen is de thuisbasis van een nieuwe joint venture die Umicore heeft opgericht met het Chinese bedrijf Jiangmen ChangXin Technology (JCX) voor de activiteit Electroplating.
De nieuwe entiteit – Umicore ChangXin Surface Technology (UCST) – zal chemicaliën op de markt brengen die worden gebruikt om zeer dunne laagjes edelmetaal aan te brengen op juwelen en elektrische componenten.
JCX beschikt over een aanzienlijke expertise in chemische engineering en verwerking. "Ze hebben ook een uitstekende reputatie en goede relaties met de lokale overheid", zegt Thomas Engert, Senior Vice-President Electroplating. "Umicore heeft in feite al twee joint ventures met JCX in Jiangmen en het nieuwe
labo wordt in een van hun gebouwen ondergebracht."
UCST telt ongeveer 20 medewerkers en zal geen chemicaliën voor elektrolytische bekleding produceren maar ze importeren van de fabriek van Umicore in Schwäbisch Gmünd, Duitsland. "De waarde van UCST schuilt in de dienstverlening", voegt Thomas hieraan toe. "We leren de klanten hoe ze chemicaliën effi ciënt kunnen gebruiken. Een laboratorium zal analysediensten verstrekken en kleinschalige bekledingstesten uitvoeren om de klanten de eigenschappen van coatings te tonen en de coatings aan hun behoeften aan te passen."
Wanneer de nieuwe onderneming begin 2015 operationeel zal zijn, zal Umicore de vruchten plukken van het feit dat we dichter bij de noden van de klanten staan en hun taal spreken in deze groeiende markt.
Recycling behandelt complexe afvalstromen die edele en andere non-ferrometalen bevatten. De activiteiten kunnen ongeveer 20 van deze metalen herwinnen uit een groot gamma materialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Recycling is uniek door de waaier van materialen die het kan recycleren en de fl exibiliteit van zijn activiteiten.
Precious Metals Refi ning Battery Recycling Jewellery & Industrial Metals Precious Metals Management
De inkomsten en de winst daalden op jaarbasis als gevolg van lagere prijzen voor edel- en speciale metalen en een iets minder gunstige aanvoermix.
(zie de grafieken op pg. 41)
De inkomsten en recurrente EBIT van Recycling daalden respectievelijk met 10% en 30%, voornamelijk door lagere metaalprijzen. De afgenomen vraag in bepaalde eindmarkten van Jewellery & Industrial Metals en Precious Metals Management droegen eveneens bij tot lagere inkomsten en winstgevendheid van de business group.
In Precious Metals Refi ning daalden de inkomsten en de winst ten
opzichte van het voorgaande jaar als gevolg van lagere prijzen voor edel- en speciale metalen en een iets minder gunstige aanvoermix. De business unit verwerkte hogere volumes dankzij de toegenomen doorvoerratio, die bovenstaande negatieve effecten gedeeltelijk kon compenseren.
De verwerkte volumes stegen op jaarbasis, ondanks het voorbereidende werk en de eerste grote investeringsfase voor de capaciteitsuitbreiding in Hoboken. Die investeringen verhoogden de doorvoersnelheid en dat
compenseerde meer dan voldoende het volumeverlies dat door de stilstand werd veroorzaakt.
De beschikbaarheid van aanvoermateriaal was solide in de meeste segmenten wat leidde tot hogere opname van materiaal. De aanvoermix was echter minder gunstig omdat er minder pgm-houdend materiaal beschikbaar was – gedeeltelijk als gevolg van de staking in de Zuid-Afrikaanse pgmindustrie in de eerste helft van het jaar – en de fractie rijker en meer complex elektronisch schroot iets kleiner was. Umicore versterkte
40
haar positie in de markt van gebruikte industriële katalysatoren verder terwijl de commerciële voorwaarden voor gebruikte autokatalysatoren het hele jaar door zeer competitief bleven.
Het expansieprogramma in Hoboken vorderde goed in 2014 en de gevolgen van de doorvoer- en effi ciëntieverbeteringen werden al voelbaar. Er zullen nog belangrijke investeringen gerealiseerd worden tijdens twee uitgebreidere stilstanden in 2015. De productie zal in het totaal langer worden stilgelegd dan in 2014, maar Umicore verwacht dat de verhoogde doorvoer na de investeringen het verlies aan productiedagen zal compenseren. In 2014 werden er in de fabriek van Hoboken andere logistieke wijzigingen aangebracht om de doorvoer van materialen te verhogen. Eén daarvan was de ingebruikname van een nieuwe laadinstallatie om de toevoer van grondstoffen via de Schelde te verhogen en zo het volume vrachtvervoer over de weg te verminderen (zie casestudie op pg. 43).
daalden de inkomsten op jaarbasis. De bijdrage van de tradingactiviteit was lager door het gecombineerde effect van minder gunstige marktvoorwaarden en lagere metaalprijzen die gemiddeld onder het niveau van 2013 lagen.
Voor de meeste metalen was er ook minder vraag uit de industrie tijdens het jaar. De enige uitzondering was platina, waarnaar iets meer vraag was in de auto-industrie. Dat kon echter de lagere volumes voor de andere metalen niet compenseren. In vergelijking met 2013 was er ook een terugval in de markt voor goud- en zilverstaven omdat de beleggers naar andere beleggingen overgingen.
258,8
88,0%
RECURRENTE EBIT & ROCE
199,6
58,2%
138,7
39,5%
2010 2011 2012 2013 2014 Frequentiegraad ongevallen met verlet 0,15 0,16
0,0 0,1 0,2
0 2 4
50
195,5
64,8%
267,2
69,8%
Ernstgraad ongevallen met verlet
Umicore is een van de grootste zilverraffi nagebedrijven ter wereld en beschikt over een groot aantal innovatieve en milieuvriendelijke technologieën, een ruime productportefeuille en uitgebreide leveringsdiensten.
Umicore recycleert oude juwelen, industrieel productieschroot en bijproducten die het volledige gamma materialen met laag, middelhoog en hoog zilvergehalte omvatten. "Onze grote kracht is ons gesloten kringloopmodel," zegt Dietmar Becker, Senior Vice-President Jewellery and Industrial Metals (JIM). "We maken zilverproducten voor diverse industriële toepassing in gemalen en bewerkte vorm, evenals hoogwaardige zilverkatalysatoren. We hebben ook een grote afzet mogelijkheid. Naast korrels van hoge kwaliteit produceren we zilverstaven van 1.000 ounce die zijn goedgekeurd door de London Bullion Market Association (LBMA) en zilverstaven voor beleggers die we wereldwijd kunnen verhandelen."
De zilverraffi nagecapaciteit van de fabriek van de business unit Precious Metals Refi ning in Hoboken wordt aangevuld met JIM's zilverraffi nagefabrieken in Bangkok (Thailand), Pforzheim (Duitsland) en Manaus (Brazilië). In 2014 heeft Umicore in elk van deze JIM sites aanzienlijke investeringen uitgevoerd en met succes voltooid.
Investeringen in diverse regio's Umicore breidde haar zilverraffi nageactiviteit uit in Bangkok om aan de toenemende vraag van de klanten in Zuidoost-Azië te voldoen. Na een onafhankelijke beoordeling van haar analysecapaciteiten en zilverstaven werd Umicore Precious Metals (Thailand) Ltd nu opgenomen in de LBMA's Good Delivery List voor zilver.
In Pforzheim werd de capaciteit met 33% versterkt en werd de globale concurrentiekracht verbeterd om aan alle types klanten te leveren voor industriële toepassingen en juwelen. In 2015 wordt er een nieuwe technologie voor het oplossen van zilver geïntroduceerd. De investering in Manaus stelt de fabriek in staat om zilver te raffi neren afkomstig uit heel Zuid-Amerika en intern schroot van de business unit Technical Materials.
Als deel van de investeringen werden de nieuwste milieuvriendelijke technologieën ontwikkeld. Het gaat om een interne NOx oplossingstechniek, verantwoorde processen voor afvalwaterzuivering en maatregelen om de energie-effi ciëntie te verbeteren.
"Al onze recente investeringen hebben het concurrentieel voordeel van Umicore aanzienlijk versterkt, zowel in ons one-stopshop edelmetaalrecyclageaanbod als in onze dienstverlening aan de klanten," besluit Dietmar.
De business unit Jewellery & Industrial Metals tekende iets lagere inkomsten op, omdat de hogere inkomsten van de producten ruimschoots werden teniet gedaan door de lagere bijdrage van de recyclageactiviteit. De raffi nagevolumes leden onder de forse afname van het beschikbare goudschroot in vergelijking met het voorgaande jaar, hoewel het lijkt dat de volumes het bodempeil hadden bereikt tegen het einde van het jaar. De volumes zilver- en pgmhoudende residuen bleven stabiel.
De inkomsten van juwelen en lifestyleproducten bleven relatief stabiel in een uitdagende markt, door Umicore's goede klanten- en productmix in dit segment. De inkomsten voor op zilver gebaseerde industriële toepassingen namen licht toe dankzij de hogere vraag in de autoen chemische industrie. De vraag naar beleggingsproducten steeg, dankzij de vraag naar zilverplaatjes bij de Europese muntfabrikanten. De vraag van beleggers naar goud- en zilver staven bleef zwak.
De business unit bracht verdere capaciteitsverbeteringen aan in de zilverrecyclageactiviteiten in Bangkok, Thailand, om op de vraag van haar Aziatische klanten in te spelen.
In Battery Recycling kon Umicore haar positie voor de recyclage van gebruikte herlaadbare batterijen van elektrische en hybride wagens verder versterken en sloot nieuwe contracten af met (H)EV-fabrikanten. Umicore blijft haar processen optimaliseren voor deze marktopportuniteit op lange termijn voor auto- en draagbare batterijen.
De business group Recycling had ook dit jaar een groot aandeel (49%) in het totale aantal ongevallen met werkverlet bij Umicore. Het totale aantal ongevallen is gestegen in 2014, met 18 ongevallen met werkverlet ten opzichte van 15 in 2013. De frequentiegraad van de ongevallen bij de business group (5,20 t.o. 4,20) verslechterde tegenover het voorgaande jaar en dat geldt ook voor de ernstgraad (0,16 t.o. 0,15). De business unit Precious Metals Refining verbeterde de veiligheidsprestaties via het SafeStart® programma, vooral op de site in Hoboken, waar alle managers en supervisors een SafeMap® leiderschapstraining volgden. Op het einde van 2014 hadden zich op de site van Maxton (VS) in de voorbije 3 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.
Met betrekking tot de blootstelling aan metalen presteerde Recycling beter dan het Umicore-gemiddelde, met een overschrijdingspercentage van 0,7%. De belangrijkste stoffen die een potentieel gevaar vormen in Recycling zijn lood, arseen, nikkel, kobalt en cadmium. Voor nikkel en kobalt werden geen verhoogde waarden vastgesteld. In de voorbije jaren werd de blootstelling aan andere metalen aanzienlijk verbeterd en in 2014 boekten we verdere vooruitgang, vooral voor arseen en cadmium. Bij een medewerker werd overgevoeligheid voor platina zouten vastgesteld. Hij ontving werkkleding en -uitrusting die meer bescherming bieden .
Umicore | Jaarverslag 2014
site in Hoboken, België - zie nota S5 voor meer informatie. Umicore Precious Metals Refining heeft zijn samenwerking met WorldLoop verder uitgebreid. Het doel van die samenwerking is een milieuvriendelijke oplossing ter beschikking te stellen voor elektronisch schroot dat in Afrika wordt verzameld en ontmanteld. Het partnerschap was een fi nalist van de European Business Awards for the Environment en won de eerste Ondernemers voor Ondernemers Trofee in België. U vindt een casestudie over de samenwerking hieronder.
In 2014 won het samenwerkingsverband tussen Umicore en WorldLoop de eerste Ondernemers voor Ondernemers Trofee. Umicore werkt samen met WorldLoop om lokale duurzame bedrijven en richten via het delen van kennis, coaching en ondersteuning van de opleiding van lokale onder nemers in Afrika. Die activiteiten worden ook gecombineerd met bewustmaking in Afrika en Europa. Het doel is het ongecontroleerd dumpen, onoordeelkundig ontmantelen, verbranden en uitlogen van elektronisch afval te helpen voorkomen.
Elk jaar recycleert Umicore in Hoboken (België) ongeveer 350.000 ton nevenproducten van de non-ferrometaalindustrie, elektronisch schroot en katalysatoren. Ongeveer een derde van dat materiaal wordt met vrachtwagens naar de fabriek gebracht. Om meer materiaal over het water te kunnen vervoeren, werd een kraan met een hefkracht van 63 ton aan de kade langs de Schelde in Hoboken geïnstalleerd. Dankzij de kraan kunnen ongeveer 5.000 containers via het water worden vervoerd. Dat betekent 10.000 vrachtwagenritten minder en dus een aanzienlijke vermindering van de CO2
van Recycling met 17% gedaald ten opzichte van 2013, voornamelijk dankzij de lagere emissies van seleen .
de impact van de metaalemissies
Umicore Precious Metals Refining zette de invoering verder van strikte leverancierscontroles op basis van een intern ontwikkeld systeem, Business Partner Screening (BPS), waarin alle grondstoffenleveranciers zijn opgenomen. We ondernamen ook verdere stappen om onze klanten garanties te bieden voor de conflictvrije herkomst van het goud dat we recycleren en produceren. De Precious Metals Refi ning activiteiten in Hoboken en Guarulhos werden in 2014 door de London Bullion Market Association (LBMA) gecertifi ceerd als confl ictvrije smelters voor hun activiteiten in het voorgaande jaar. De Jewellery & Industrial Metals activiteiten in Pforzheim, Wenen en Bangkok zijn gecertifi ceerd in het kader van het Chain of Custody programma van de Responsible Jewellery Council (RJC) tot 2016. De sites in Guarulhos, Amsterdam, Pforzheim en Bangkok werden tevens door de LBMA geaccrediteerd als 'Good Delivery Refi ners'. In 2014 slaagde de business unit voor de audit voor verantwoorde sourcing van platina van de RJC. Dankzij de RJC Chain of Custody en de LBMA Good Delivery accreditaties komen de geaccrediteerde sites in aanmerking om te worden opgenomen in de lijst van confl ictvrije smelters van de EICC (Electronic Industry Citizenship Coalition).
In 2014 droegen de sites van de business group Recycling in totaal € 315.102 bij aan donaties, waarvan het grootste bedrag afkomstig was van de
Recycling was verantwoordelijk voor in totaal 40% van onze CO2 -equivalente emissies in 2014, hetzij 262.752 ton CO2 -equivalent. In 2013 bedroeg dit 265.526 ton. De verbetering in 2014 is bijna volledig te danken aan de site van Hoboken in België. De grond stoffenmix speelt hier een belangrijke rol in het bepalen van de CO2 -emissies, want het recyclageproces voor sommige residustromen vereist meer energie en stoot meer CO2 -equivalenten uit dan voor andere residustromen. De inputmix in 2014 was in dit opzicht opnieuw positief.
De producten en diensten van Battery Recycling en Precious Metals Refi ning werden opgenomen in de vierde reeks duurzaamheidsevaluaties die werden uitgevoerd met de APS-tool van Umicore. Deze evaluaties maken deel uit van een lopend project om de duurzaamheid van een representatief staal van producten en diensten van Umicore te evalueren (zie pg. 22-23).
De emissies naar lucht van Recycling daalden met 5% in volume en met 4% in termen van impact ten opzichte van 2013. De lagere emissie naar lucht van arseen en cadmium in de site van Hoboken was de belangrijkste reden voor de aanhoudende daling van de emissie-impact naar lucht voor de business group. In termen van impact van metaalemissies naar water stegen de emissies met 86% ten opzichte van 2013. De resultaten van 2014 worden sterk beïnvloed door de lozing van een aantal elementen met een hoge impactfactor, zoals zilver en cadmium, in de site van Hoboken gedurende een periode van vijf dagen. Hevige regenval in zeer korte tijd en een verstopte leiding hadden een onvoorziene lozing van nog niet volledig gezuiverd afvalwater tot gevolg. De oorzaak van dit incident werd grondig onderzocht en er werden maatregelen genomen op de site om ervoor te zorgen dat de doelstelling van de Groep wordt bereikt in 2015. Als we geen rekening houden met de metaalemissie die het gevolg was van dit eenmalige incident, is
| KERNCIJFERS | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | Toelichting | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
| Omzet | 9.691,1 | 14.480,9 | 12.548,0 | 9.819,3 | 8.828,5 | |
| Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 1.999,7 | 2.318,6 | 2.421,4 | 2.363,4 | 2.380,6 | |
| Recurrente EBITDA | F9 | 468,7 | 553,0 | 524,1 | 462,6 | 442,2 |
| Recurrente EBIT | F9 | 342,5 | 416,1 | 372,1 | 304,0 | 273,7 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | F9 | 30,1 | 22,9 | 22,2 | 11,8 | 28,3 |
| Niet-recurrente EBIT | F9 | -9,1 | 1,0 | -46,7 | -43,4 | -21,6 |
| IAS 39 effect op EBIT | F9 | -9,4 | 15,6 | 3,2 | -0,5 | -2,7 |
| Totale EBIT | F9 | 324,0 | 432,7 | 328,6 | 260,0 | 249,3 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 15,6 | 16,9 | 14,4 | 12,4 | 10,3 | |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | F31 | 17,5 | 18,6 | 16,7 | 13,6 | 12,2 |
| Gemiddelde gewogen nettorente (in %) | F11 | 3,8 | 3,7 | 1,9 | 1,6 | 1,6 |
| Recurrente belastingsgraad (in %) | F13 | 19,1 | 19,9 | 20,6 | 21,3 | 21,8 |
| Recurrent nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 158,0 | 304,6 | 275,2 | 218,0 | 193,1 |
| Resultaat van afgesplitste activiteiten, aandeel van de Groep | 74,2 | -0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
| Nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 248,7 | 325,0 | 233,4 | 179,0 | 170,6 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | F9 | 119,2 | 136,7 | 149,0 | 140,6 | 143,3 |
| Investeringen | F34 | 156,6 | 196,2 | 235,7 | 279,6 | 202,4 |
| Netto toename/afname van de kasstromen vóór fi nancieringsoperaties |
F34 | -68,2 | 308,6 | 150,3 | 185,9 | 139,9 |
| Totaal der activa van de bedrijfsactiviteiten, einde periode | 3.511,6 | 3.713,2 | 3.667,9 | 3.512,3 | 3.851,4 | |
| Eigen vermogen van de Groep, einde periode | 1.517,0 | 1.667,5 | 1.751,7 | 1.677,1 | 1.704,6 | |
| Geconsolideerde netto fi nanciële schuld uit bedrijfsactiviteiten, einde periode |
F24 | 360,4 | 266,6 | 222,5 | 215,0 | 298,3 |
| Schuldratio uit bedrijfsactiviteiten, einde periode (in %) | F24 | 18,6 | 13,4 | 11,0 | 11,1 | 14,6 |
| Gemiddelde nettoschuld / recurrente EBITDA (in %) | 54,3 | 59,8 | 47,7 | 44,2 | 51,9 | |
| Aangewend kapitaal, einde periode | F31 | 2.181,8 | 2.168,8 | 2.259,4 | 2.233,6 | 2.335,3 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | F31 | 1.961,6 | 2.233,0 | 2.224,5 | 2.241,3 | 2.240,1 |
| GEGEVENS PER AANDEEL | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (in EUR / aandeel) | Toelichting | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
| Winst per aandeel | ||||||
| Recurrente winst per aandeel | F39 | 2,33 | 2,69 | 2,47 | 1,96 | 1,79 |
| Winst per aandeel, aangepast, zonder afgesplitste activiteiten | F39 | |||||
| basisberekening | F39 | 2,20 | 2,87 | 2,09 | 1,61 | 1,58 |
| na verwateringseffect | F39 | 2,19 | 2,85 | 2,08 | 1,60 | 1,57 |
| Winst per aandeel met afgesplitste activiteiten | F39 | |||||
| basisberekening | F39 | 2,20 | 2,87 | 2,09 | 1,61 | 1,58 |
| na verwateringseffect | F39 | 2,19 | 2,85 | 2,08 | 1,60 | 1,57 |
| Brutodividend | 0,80 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,00 | |
| Netto toename/afname van de kasstromen vóór fi nancieringsoperaties, basisberekening |
F34 | -0,60 | 2,72 | 1,35 | 1,67 | 1,29 |
| Totaal der activa van de bedrijfsactiviteiten, einde periode | 30,93 | 33,53 | 32,78 | 32,00 | 35,63 | |
| Eigen vermogen van de Groep, einde periode | 13,36 | 15,06 | 15,66 | 15,28 | 15,77 | |
| Koers van het aandeel | ||||||
| Hoogste | 40,37 | 40,09 | 44,12 | 42,12 | 38,21 | |
| Laagste | 21,19 | 25,35 | 32,30 | 31,54 | 30,42 | |
| Gemiddelde | 28,58 | 34,21 | 38,57 | 35,72 | 34,32 | |
| Slot | 38,92 | 31,87 | 41,69 | 33,96 | 33,31 | |
| (in EUR / aandeel) | Toelichting | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal aantal uitgegeven aandelen, einde periode | F39 | 120.000.000 | 120.000.000 | 120.000.000 | 120.000.000 | 112.000.000 |
| waarvan uitstaande aandelen | F39 | 113.523.353 | 110.756.062 | 111.886.512 | 109.771.339 | 108.085.728 |
| waarvan aandelen in eigen bezit | F39 | 6.476.647 | 9.243.938 | 8.113.488 | 10.228.661 | 3.914.272 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen, basisrekening | F39 | 113.001.404 | 113.304.188 | 111.593.474 | 111.257.259 | 108.062.085 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen, na verwateringseffect | F39 | 113.724.891 | 114.208.275 | 112.346.081 | 111.733.165 | 108.451.847 |
O&O-UITGAVEN
2010 2011 2012 2013 2014
BRUTODIVIDEND
NETTO FINANCIËLE SCHULD
2010 2011 2012 2013 2014
16,7%
13,6%
17,5% 18,6%
AANDELENKOERS
RENDEMENT OP AANGEWEND KAPITAAL (ROCE) SCHULDRATIO & GEMIDDELDE NETTOSCHULD/RECURRENTE EBITDA
12,2%
Gemiddelde nettoschuld / recurrente EBITDA
GEWOGEN RENTE & BELASTINGSGRAAD
2010 2011 2012 2013 2014
0
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 1.548,3 | 1.932,0 | 1.871,9 | 2.020,2 | 2.181,3 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 698,7 | 814,2 | 860,1 | 866,9 | 917,1 |
| Recurrente EBITDA | 104,6 | 119,4 | 124,4 | 112,8 | 124,9 |
| Recurrente EBIT | 77,7 | 89,5 | 91,0 | 73,3 | 82,6 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 4,8 | 5,7 | 10,5 | 2,5 | 7,0 |
| Totale EBIT | 72,4 | 96,8 | 83,8 | 73,7 | 79,9 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 10,4 | 10,3 | 9,3 | 8,2 | 8,2 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 73,6 | 78,8 | 85,8 | 82,0 | 83,2 |
| Investeringen | 32,3 | 36,9 | 75,7 | 84,4 | 59,8 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 640,3 | 768,2 | 795,5 | 809,5 | 851,4 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 611,3 | 718,7 | 797,6 | 804,6 | 811,4 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 12,7 | 12,4 | 11,4 | 9,1 | 10,2 |
| Personeelsbestand, einde periode | 1.921 | 2.182 | 2.281 | 2.340 | 2.457 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 225 | 239 | 161 | 167 | 167 |
2010 2011 2012 2013 2014
2010 2011 2012 2013 2014
0 2
0 10
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 702,3 | 729,3 | 763,7 | 825,7 | 907,3 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 347,6 | 358,3 | 366,3 | 402,6 | 445,0 |
| Recurrente EBITDA | 67,5 | 67,7 | 50,6 | 55,2 | 73,9 |
| Recurrente EBIT | 43,9 | 41,0 | 18,2 | 24,7 | 39,2 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen * | 5,7 | 6,3 | 4,2 | 2,7 | 4,7 |
| Totale EBIT | 43,1 | 34,2 | -11,3 | 21,4 | 38,5 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 11,0 | 9,7 | 3,8 | 5,5 | 7,8 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 12,1 | 16,9 | 15,8 | 16,2 | 17,4 |
| Investeringen | 37,0 | 64,4 | 52,8 | 64,3 | 45,0 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 390,1 | 457,4 | 476,3 | 470,2 | 588,9 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 371,5 | 430,2 | 475,2 | 476,2 | 503,3 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 11,8 | 9,5 | 3,8 | 5,2 | 7,8 |
| Personeelsbestand, einde periode | 3.035 | 3.033 | 2.933 | 2.884 | 2.857 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen * | 1.314 | 1.206 | 1.057 | 1.056 | 930 |
* Cobalt & Specialty Materials: Ganzhou Yi Hao Umicore Industries Co. Ltd., Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co. Ltd., Todini and Co.; Rechargeable Battery Materials: beLife
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 1.296,3 | 1.618,4 | 1.508,4 | 1.388,4 | 1.347,3 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 446,3 | 519,5 | 523,2 | 509,7 | 493,2 |
| Recurrente EBITDA | 101,3 | 93,6 | 82,9 | 83,4 | 88,9 |
| Recurrente EBIT | 75,2 | 67,0 | 54,5 | 54,7 | 61,2 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen * | 23,2 | 13,4 | 9,9 | 9,1 | 18,6 |
| Totale EBIT | 78,6 | 65,1 | 57,1 | 24,9 | 53,4 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 11,7 | 10,2 | 8,5 | 8,9 | 8,6 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 9,2 | 11,3 | 11,9 | 10,8 | 10,1 |
| Investeringen | 23,9 | 31,6 | 29,3 | 29,4 | 28,4 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 612,5 | 572,0 | 572,9 | 504,8 | 526,3 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 589,7 | 603,9 | 587,3 | 555,5 | 521,5 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 12,8 | 11,1 | 9,3 | 9,8 | 11,7 |
| Personeelsbestand, einde periode | 6.121 | 5.845 | 5.629 | 5.331 | 5.294 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen * | 3.244 | 2.915 | 2.775 | 2.594 | 2.563 |
* Zinc Chemicals: Rezinal; Building Products: Ieqsa; Element Six Abrasives
Umicore | Jaarverslag 2014
miljoen €
9,1
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2010 2011 2012 2013 2014 6.120,9 11.649,3 9.589,6 6.663,3 5.203,6 506,1 636,8 681,2 590,2 532,7 236,7 310,7 306,2 248,7 190,5 195,5 267,2 258,8 199,6 138,7 182,2 274,3 251,8 200,0 132,7 38,6 42,0 38,0 33,8 26,0 9,1 14,2 18,6 18,4 20,1 49,6 55,1 67,8 87,0 58,3 |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | |||||
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | |||||
| Recurrente EBITDA | |||||
| Recurrente EBIT | |||||
| Totale EBIT | |||||
| Recurrente operationele marge (in %) | |||||
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | |||||
| Investeringen | |||||
| Aangewend kapitaal, einde periode | 421,0 | 321,4 | 327,3 | 397,2 | 294,6 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 301,8 | 383,0 | 294,2 | 342,8 | 351,5 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 64,8 | 69,8 | 88,0 | 58,2 | 39,5 |
| Personeelsbestand, einde periode | 2.168 | 2.329 | 2.394 | 2.345 | 2.330 |
50 Financiële toelichtingen
F6 Waardering vreemde deviezen 71
F7 Segmentinformatie 72
F8 Bedrijfsacquisities 77
F9 Bedrijfsresultaat 78 F10 Bezoldigingen en aanverwante voordelen 80 F11 Netto fi nanciële kost 82 F12 Opbrengsten van andere fi nanciële activa 82
F13 Belastingen 83 F14 Immateriële vaste activa (uitgezonderd goodwill) 84 F15 Goodwill 85 F16 Materiële vaste activa 86 F17 Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode 87 F18 Financiële activa beschikbaar voor verkoop en leningen 88 F19 Voorraden 89 F20 Handels- en overige vorderingen 90 F21 Uitgestelde belastingactiva en -passiva 91 F22 Kas en kasequivalenten 92 F23 Valuta omrekeningsverschillen en andere reserves 93
| F24 Financiële schulden | |
|---|---|
| F25 Handels- en overige schulden | |
| F26 Liquiditeit van de fi nanciële schulden | |
| F27 Voorzieningen voor personeelsvoordelen | |
| F28 Aandelenoptieplannen toegekend door de onderneming | 104 |
| F29 Voorzieningen leefmilieu | 105 |
| F30 Voorzieningen voor overige risico's en kosten | 106 |
| F31 Aangewend kapitaal | 107 |
| F32 Financiële instrumenten per categorie | 108 |
| F33 Reële waarde van fi nanciële instrumenten | 111 |
| F34 Toelichting bij de kasstromentabel | 114 |
| F35 Rechten en verplichtingen | 116 |
| F36 Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen | 117 |
| F37 Verbonden partijen | 118 |
| F38 Gebeurtenissen na balansdatum | 119 |
| F39 Winst per aandeel | 119 |
| F40 IFRS-ontwikkelingen | 120 |
| F41 Audit vergoeding | 120 |
| Beknopte jaarrekening van de moederonderneming | 121 |
| Verklaring over verantwoordelijkheid van het management | 124 |
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2013 | 2014 | |
| Omzet | F9 | 9.819.255 | 8.828.512 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | F9 | 76.232 | 56.429 |
| Bedrijfsopbrengsten | 9.895.487 | 8.884.941 | |
| Verbruikte handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | F9 | -8.344.694 | -7.387.423 |
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | F10 | -707.151 | -702.767 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | F9 | -169.862 | -182.187 |
| Andere bedrijfskosten | F9 | -411.179 | -394.307 |
| Bedrijfskosten | -9.632.886 | -8.666.684 | |
| Opbrengsten van andere fi nanciële activa | F12 | -2.074 | 9.763 |
| BEDRIJFSRESULTAAT | 260.527 | 228.019 | |
| Financiële baten | F11 | 4.332 | 3.671 |
| Financiële lasten | F11 | -19.052 | -21.828 |
| Wisselkoersverliezen en -winsten | F11 | -8.131 | -6.556 |
| Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F17 | -511 | 21.294 |
| Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting | 237.165 | 224.601 | |
| Belastingen op het resultaat | F13 | -52.386 | -46.506 |
| RESULTAAT VAN DE PERIODE | 184.779 | 178.095 | |
| waarvan: Aandeel van de Groep | 179.029 | 170.603 | |
| Minderheidsbelangen | 5.750 | 7.492 | |
| (EUR) | |||
| Totale winst per aandeel, basisberekening | F39 | 1,61 | 1,58 |
| Totale winst per aandeel na verwatering | F39 | 1,60 | 1,57 |
| Dividend per aandeel | 1,00 | 1,00 |
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 56 tot 123 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde fi nanciële rekeningen.
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2013 | 2014 | |
| Resultaat van de periode | 184.779 | 178.095 | |
| Elementen in de niet-gerealiseerde resultaten die niet in de resultatenrekening overgeboekt zullen worden |
|||
| Bewegingen in personeelsvoordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters |
-1.319 | -64.577 | |
| Bewegingen in uitgestelde belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen | 1.333 | 17.250 | |
| Elementen in de niet-gerealiseerde resultaten die vervolgens in de resultatenrekening | |||
| overgeboekt kunnen worden | |||
| Bewegingen in reserves van fi nanciële vaste activa beschikbaar voor verkoop | -12.102 | 14.992 | |
| Bewegingen in kasstroomindekkingsreserves | 1.914 | -15.249 | |
| Bewegingen in uitgestelde belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen | -428 | 4.427 | |
| Bewegingen in omrekeningsverschillen van valuta | -61.545 | 72.199 | |
| Componenten van niet-gerealiseerde resultaten | F23 | -72.146 | 29.042 |
| GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN VOOR DE PERIODE | 112.633 | 207.137 | |
| waarvan: Aandeel van de Groep | 112.108 | 196.411 | |
| Minderheidsbelangen | 524 | 10.727 |
De impact van de latente belastingen op het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten heeft te maken met de indekkingsreserves met betrekking tot de kasstromen voor een bedrag van EUR 4,4 miljoen en met de personeelsvoordelenreserves ten bedrage van EUR 17,2 miljoen.
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 56 tot 123maken integraal deel uit van deze geconsolideerde fi nanciële rekeningen.
| Umicore Jaarverslag 2014 | |||
|---|---|---|---|
| Geconsolideerde balans | |||
| (EUR duizend) | |||
| Toelichting | 31/12/2013 | 31/12/2014 | |
| Vaste activa | 1.551.228 | 1.710.503 | |
| Immateriële vaste activa | F14, F15 | 218.251 | 266.073 |
| Materiële vaste activa Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
F16 F17 |
998.563 201.391 |
1.061.735 208.847 |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | F18 | 21.183 | 50.258 |
| Leningen | F18 | 4.971 | 1.212 |
| Handels- en overige vorderingen | F20 | 16.339 | 17.555 |
| Uitgestelde belastingactiva | F21 | 90.530 | 104.823 |
| Vlottende activa | 1.961.069 | 2.140.866 | |
| Toegekende leningen | F18 | 5.933 | 6.876 |
| Voorraden | F19 | 1.106.259 | 1.182.946 |
| Handels- en overige vorderingen | F20 | 716.405 | 826.989 |
| Terug te vorderen belastingen | 33.227 | 34.264 | |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | F18 | 0 | 0 |
| Kas en kasequivalenten | F22 | 99.245 | 89.791 |
| TOTAAL DER ACTIVA | 3.512.297 | 3.851.368 | |
| Eigen vermogen | 1.723.428 | 1.750.133 | |
| Eigen vermogen van de groep | 1.677.141 | 1.704.551 | |
| Kapitaal en uitgiftepremies | 502.862 | 502.862 | |
| Overgedragen resultaten en reserves | 1.647.378 | 1.472.660 | |
| Omrekeningsverschillen en overige reserves | F23 | -167.438 | -140.100 |
| Eigen aandelen (-) | -305.661 | -130.871 | |
| Minderheidsbelangen | 46.287 | 45.582 | |
| Verplichtingen op meer dan één jaar | 439.054 | 493.957 | |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen | F27 | 267.837 | 331.702 |
| Financiële schulden | F24 | 26.396 | 22.571 |
| Handels- en overige schulden | F25 | 12.908 | 21.490 |
| Uitgestelde belastingpassiva | F21 | 28.164 | 17.520 |
| Voorzieningen | F29, F30 | 103.749 | 100.673 |
| Verplichtingen op ten hoogste één jaar | 1.349.814 | 1.607.278 | |
| Financiële schulden | F24 | 287.839 | 365.513 |
| Handels- en overige schulden | F25 | 966.767 | 1.148.599 |
| Te betalen belastingen | 64.697 | 63.958 | |
| Voorzieningen | F29, F30 | 30.511 | 29.208 |
| TOTAAL DER PASSIVA | 3.512.297 | 3.851.368 |
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 56 tot 123 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde fi nanciële rekeningen.
(EUR duizend)
| Aandeel van de Groep | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kapitaal en uitgifte premies |
Overge dragen resultaten |
Omrekenings verschillen en overige reserves |
Eigen aandelen |
Minder heids belangen |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
|
| Begin van het vorige boekjaar | 502.862 | 1.577.658 | -102.020 | -226.832 | 54.141 | 1.805.805 |
| Resultaat van de periode | 179.030 | 5.749 | 184.779 | |||
| Componenten van niet-gerealiseerde resultaten | -66.921 | -5.225 | -72.146 | |||
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode |
179.030 | -66.921 | 524 | 112.633 | ||
| Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen |
4.337 | 4.337 | ||||
| Kapitaalvermindering | -5.848 | -5.848 | ||||
| Wijzigingen in boekhoudkundige regels | 525 | -1.296 | -771 | |||
| Dividenden | -111.373 | -3.764 | -115.137 | |||
| Overboekingen | 1.538 | -1.538 | 0 | |||
| Wijzigingen eigen aandelen | -78.825 | -78.825 | ||||
| Andere wijzigingen | 112 | 112 | ||||
| Perimeterwijzigingen | 1.121 | 1.121 | ||||
| Per einde van het vorige boekjaar | 502.862 | 1.647.378 | -167.438 | -305.661 | 46.287 | 1.723.428 |
| Resultaat van de periode | 170.603 | 7.492 | 178.095 | |||
| Componenten van niet-gerealiseerde resultaten | 25.808 | 3.235 | 29.042 | |||
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode |
170.603 | 25.808 | 10.727 | 207.137 | ||
| Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen |
3.598 | 3.598 | ||||
| Kapitaalvermindering | -5.652 | -5.652 | ||||
| Dividenden | -108.659 | -7.050 | -115.709 | |||
| Overboekingen | -236.662 | -2.068 | 238.730 | 0 | ||
| Wijzigingen eigen aandelen | -63.941 | -63.941 | ||||
| Perimeterwijzigingen | 1.271 | 1.271 | ||||
| Per einde van het jaar | 502.862 | 1.472.660 | -140.100 | -130.871 | 45.582 | 1.750.133 |
De wettelijke reserve van EUR 50.000 duizend, die inbegrepen is in de overgedragen winst, is niet beschikbaar voor uitkering.
Het aandelenkapitaal van de Groep op 31 december 2014 bestond uit 112.000.000 aandelen zonder nominale waarde.
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 56 tot 123 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde fi nanciële rekeningen.
| Umicore Jaarverslag 2014 | |||
|---|---|---|---|
| Geconsolideerde kasstromentabel | |||
| (EUR duizend) | |||
| Toelichting | 2013 | 2014 | |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | 184.779 | 178.095 | |
| Resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | 511 | -21.294 | |
| Aanpassing voor niet-kastransacties | F34 | 188.618 | 169.024 |
| Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of fi nancieringskasstromen |
F34 | 51.811 | 49.729 |
| Wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal | F34 | 96.873 | 56.043 |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 522.592 | 431.597 | |
| Ontvangen dividenden | 15.249 | 16.982 | |
| Belastingen betaald in de loop van het boekjaar | -37.556 | -56.509 | |
| Ontvangen kapitaalsubsidies | 485 | 10.474 | |
| KASSTROMEN VOORTKOMEND UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN | F34 | 500.770 | 402.545 |
| Verwerving van materiële vaste activa | F16 | -266.741 | -190.797 |
| Verwerving van immateriële vaste activa | F14 | -26.970 | -24.262 |
| Verwerving van nieuwe dochterondernemingen (na aftrek van hun liquide middelen) | F8 | -21.968 | -35.160 |
| Verwerving / kapitaalverhoging van ondernemingen opgenomen volgens de | -7.573 | -180 | |
| vermogensmutatiemethode Verwerving van fi nanciële vaste activa |
F18 | -173 | -18.842 |
| Nieuwe toegekende leningen | F18 | -1.158 | -2.115 |
| Subtotaal van de verwervingen | -324.583 | -271.355 | |
| Overdracht van materiële vaste activa | 7.800 | 3.020 | |
| Overdracht van immateriële vaste activa | 1.874 | 579 | |
| Overdracht van dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen (na aftrek van hun liquide middelen) |
11 | 0 | |
| Overdracht van fi nanciële vaste activa | 14 | 5.141 | |
| Afl ossing van leningen | F18 | 7 | 0 |
| Subtotaal van de overdrachten | 9.706 | 8.740 | |
| KASSTROMEN VOORTKOMEND UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | F34 | -314.877 | -262.614 |
| Kapitaalverhoging minderheden | -5.848 | -4.537 | |
| Verkoop (aankoop) van eigen aandelen | -78.825 | -63.941 | |
| Ontvangen interesten | 4.035 | 3.298 | |
| Betaalde interesten Nieuwe leningen (afl ossing) |
-6.607 -38.547 |
-6.453 38.642 |
|
| Dividenden uitgekeerd aan Umicore-aandeelhouders | -111.427 | -107.926 | |
| Dividenden uitgekeerd aan minderheidsaandeelhouders | -3.764 | -7.050 | |
| KASSTROMEN VOORTKOMEND UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN | F34 | -240.983 | -147.967 |
| Invloed van de wisselkoers op de aangehouden liquide middelen | 22.415 | -10.391 | |
| NETTOKAS EN - KASEQUIVALENTEN UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN | -32.675 | -18.427 | |
| Nettokas en -kasequivalenten bij het begin van het boekjaar | F22 | 130.988 | 98.313 |
| Nettokas en -kasequivalenten op het einde van het boekjaar | F22 | 98.313 | 79.886 |
| waarvan kas en kasequivalenten | 99.245 | 89.791 | |
| waarvan krediet op bankrekeningen | -932 | -9.905 |
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 56 tot 123 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde fi nanciële rekeningen.
De geconsolideerde jaarrekening voor de periode eindigend op 31 december 2014 en het jaarverslag, opgesteld in overeenstemming met artikel 119 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en opgenomen op de pagina's 1 tot 124 , werd voor publicatie goedgekeurd door de Raad Van Bestuur van 12 maart 2015. De jaarrekening werd voorbereid overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen voor het opmaken van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat de rekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belangen in ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
De Groep presenteert de geconsolideerde jaarrekening volgens alle Internationale Financiële Rapporteringstandaarden (IFRS) zoals voorgeschreven door de Europese Unie (EU).
De geconsolideerde fi nanciële staten worden uitgedrukt in duizenden euro, afgerond op het dichtste duizendtal, en werden opgemaakt op basis van het principe van de historische kost, met uitzondering van de onderdelen gewaardeerd aan reële waarde.
Dochtermaatschappijen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entitieten) waarover de Groep controle heeft. De Groep controleert een entiteit wanneer deze blootgesteld is aan, of de rechten heeft op, het variabel rendement ten gevolge van zijn betrokkenheid in de entiteit, alsook de mogelijkheid heeft om dit rendement te beïnvloeden met zijn macht over de entiteit. Dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle overgedragen wordt aan de Groep en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop deze controle ophoudt te bestaan.
Toelichting F5 geeft een overzicht van de betekenisvolle dochterondernemingen van de Groep op balansdatum.
De Group past de overnamemethode toe voor het boeken van bedrijfsacquisities. De overgedragen vergoeding voor de overname van een dochteronderneming is de reële waarde van de overgedragen activa, de verplichtingen opgelopen door de vroegere eigenaars van het overgenomen bedrijf en de aandelenbelangen uitgegeven door de Groep. De overgedragen vergoeding bestaat uit de reële waarde van elk actief of passief op grond van een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Identifi ceerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfsacquisitie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. De Groep erkent enig minderheidsbelang in de overgenomen partij op een overname per overname basis, ofwel tegen reële waarde ofwel tegen proportioneel aandeel in de minderheidsbelangen van de erkende bedragen van de identifi ceerbare netto-activa van de overgenomen partij. De aan de overname gerelateerde kosten worden ten laste genomen wanneer ze opgelopen worden.
Indien de bedrijfsacquisitie in fasen plaatsvindt, wordt de boekwaarde op overnamedatum van het voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemende partij in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit dergelijke nieuwe meting worden in de resultatenrekening opgenomen.
Elke voorwaardelijke vergoeding die door de Groep wordt overgedragen, dient opgenomen te worden tegen de reële waarde op de overnamedatum. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als actief of passief wordt geacht, wordt opgenomen in overeenstemming met IAS 39 hetzij in de resultatenrekening of als een wijziging in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Een voorwaardelijke vergoeding die wordt geclassifi ceerd als eigen vermogen wordt niet geherwaardeerd, en de daaropvolgende afwikkeling wordt geboekt in het eigen vermogen.
Alle intragroepsverrichtingen, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op intragroepsverrichtingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Indien noodzakelijk werden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de samenhang te garanderen met de principes aangenomen door de Groep.
Transacties met minderheidsbelangen die niet leiden tot verlies van controle, worden geboekt als transacties binnen het eigen vermogen - dat wil zeggen, zoals transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. Het verschil tussen de reële waarde van de betaalde vergoeding en het verkregen aandeel van de boekwaarde van de netto -activa van de dochteronderneming wordt opgenomen in het eigen vermogen. Winsten of verliezen op verkopen aan minderheidsbelangen worden ook opgenomen in het eigen vermogen.
Wanneer de Groep niet langer de controle heeft, wordt een eventueel resterend belang in de entiteit geherwaardeerd aan de reële waarde op de datum waarop de controle verloren is, met de verandering in de boekwaarde opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde is de initiële boekwaarde met het oog op een toekomstige opname van het behouden belang als een geassocieerde deelneming, joint venture of fi nancieel actief. Daarnaast worden alle eerder opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten uit hoofde van die entiteit geboekt alsof de Groep direct de betrokken activa of passiva had verkocht. Dit kan betekenen dat de bedragen die voorheen in in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen waren, worden overgeboekt naar de resultatenrekening.
In een geassocieerde onderneming heeft de Groep een betekenisvolle invloed, maar geen controle, In het algemeen gaat dit samen met het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden in de consolidatie opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, en de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel in het resultaat van de geassocieerde onderneming na de datum van de overname te herkennen. De investering van de Groep in geassocieerde ondernemingen bevat de goodwill vastgesteld bij aankoop. Als het belang in een geassocieerde deelneming wordt verminderd, maar een betekenisvolle invloed wordt behouden, wordt slechts een evenredig deel van de voorheen opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten overgeboekt naar de resultatenrekening, waar toepasbaar. Het aandeel van de Groep in de post-acquisitie resultaten wordt opgenomen in de resultatenrekening, en haar aandeel in de post-acquisitie bewegingen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen met een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van de investering. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een deelneming gelijk is aan haar belang in de deelneming of deze overschrijdt, inbegrepen ongedekte vorderingen, moet de Groep geen verdere verliezen opnemen, tenzij deze wettelijke of feitelijke verplichtingen aangegaan heeft of betaald heeft namens de geassocieerde deelneming. De groep bepaalt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn dat de investering in de geassocieerde onderneming een bijzondere waardevermindering ondergaat. Als dit het geval is, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde deelneming en de boekwaarde ervan en erkent het bedrag grenzend aan ' aandeel in de winst / (verlies) van geassocieerde deelnemingen in de resultatenrekening.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream en downstream transacties tussen de Groep en haar geassocieerde onderneming worden opgenomen in de jaarrekening van de Groep enkel voor het gedeelte van de belangen van niet-verwante investeerders in de geassocieerde onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij de transactie aanwijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van geassocieerde deelnemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren. Verwateringswinsten en -verliezen die voortvloeien uit investeringen in geassocieerde ondernemingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
De groep past IFRS 11 voor alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden investeringen in gezamenlijke overeenkomsten geclassifi ceerd als gezamenlijke operaties of joint ventures, afhankelijk van de contractuele rechten en plichten van elke belegger. De Groep heeft het karakter van zijn gezamenlijke overeenkomsten beoordeeld en bepaalt dat het joint ventures zijn. Joint ventures worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Onder de vermogensmutatiemethode, zijn belangen in joint ventures initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de post-acquisitie winsten of verliezen en mutaties in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten te herkennen.
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture gelijk is aan haar belangen in de joint venture of deze overschrijdt (dit houdt lange termijn belangen in die in wezen deel uit maken van de netto- investering van de Groep in de joint ventures), herkent de Groep geen verdere verliezen, tenzij zij verplichtingen is aangegaan of betaald heeft namens de joint ventures. Niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en haar joint ventures worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie aanwijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van joint ventures zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren.
Toelichting F7 toont de segmentinformatie van de Groep, in lijn met IFRS 8. Umicore is georganiseerd in business units. Onder IFRS 8 zijn de operationele segmenten van Umicore ingedeeld naar hun groeidomeinen op gebied van Catalysis, Energy Materials, Performance Materials en Recycling.
Het segment Catalysis produceert zowel autokatalysatoren voor emissiecontrole bij lichte en zware gebruiksvoertuigen als katalysatoren gebruikt bij chemische processen in de chemiesector en de sector van life sciences. Deze katalysatoren zijn vooral gebaseerd op de metalen van de platinagroep.
Het segment Energy Materials is vooral gericht op materialen die gebruikt worden enerzijds in de groeiende markt van herlaadbare batterijen voor zowel draagbare elektronicatoepassingen als voor hybride elektrische voertuigen en anderzijds in de markt van zonne-energie. De producten zijn voornamelijk gebaseerd op kobalt, germanium en indium.
Het segment Recycling wint een groot aantal edele en andere metalen terug uit een brede waaier van afvalstromen en industriële residuen. De Recyclingoperaties omvatten ook de productie van materialen voor de juwelenindustrie (inclusief recyclage-diensten) en de recyclage van herlaadbare batterijen.
Het segment Performance Materials bestaat uit een breed portfolio voor verschillende industrieën zoals de bouw- en automobielindustrie en voor elektriciteits- en elektronicatoepassingen. Al deze activiteiten gebruiken edele metalen of zink om de specifi eke eigenschappen van de producten te verbeteren.
De wijze waarop de operationele segmenten worden gerapporteerd is consistent met de interne rapportering aan de Raad van Bestuur en aan het Directiecomité. Het Directiecomité evalueert de prestatie van de operationele segmenten hoofdzakelijk op basis van het resultaat voor interesten en belastingen (EBIT), het aangewend kapitaal en het rendement op aangewend kapitaal (ROCE).
De resultaten van het segment, de activa en passiva bevatten elementen die direct aan het segment kunnen toegewezen worden, of er op een redelijke wijze aan kunnen toegewezen worden.
De prijszetting van verkopen tussen de segmenten is gebaseerd op marktconforme transferprijzen. Indien onvoldoende marktreferenties beschikbaar zijn wordt een 'kost-plus' mechanisme toegepast. De verbonden ondernemingen worden toegevoegd aan die segmenten waarmee hun activiteit het beste overeenstemt.
Op balansdatum was er binnen de Umicore Groep geen enkele dochteronderneming die haar fi nanciële verslaggeving opstelde in de valuta van een economie met hyperinfl atie.
Functionele munt: de posten in de fi nanciële staten van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt. De geconsolideerde fi nanciële staten worden opgesteld in euro, de functionele munt van de moederonderneming. Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van de periode, worden geboekt als deel van het eigen vermogen onder 'Omrekeningsverschillen'.
Wanneer een buitenlandse activiteit gedeeltelijk buiten gebruik wordt gesteld of verkocht, worden wisselkoersverschillen die geboekt werden in het eigen vermogen, erkend in de resultatenrekening.
Goodwill en alle aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen aan de reële waarde, die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit, worden verwerkt als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden bijgevolg omgerekend op basis van de slotkoers.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt in de functionele munt van elke entiteit tegen de wisselkoersen die van kracht zijn op de datum van de afsluiting van de transacties. De datum van de afsluiting van de transactie is de datum waarop de transactie voor erkenning in aanmerking komt. Voor praktische redenen kan een wisselkoers worden gebruikt die kort aansluit bij de koers op de datum van de afsluiting van de transacties, bijvoorbeeld de gemiddelde koers van de week of de maand waarin de transacties voorkomen.
Vervolgens worden bij de jaarafsluiting alle monetaire activa en passiva gebaseerd op deze transacties in vreemde valuta, omgerekend tegen de slotkoers op het einde van de periode.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en passiva in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen als een fi nancieel resultaat.
Om zich tegen bepaalde valutarisico's in te dekken heeft de onderneming een aantal termijncontracten afgesloten (zie verder punt 2.21, Financiële instrumenten).
Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kost verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en het toewijsbare gedeelte van de indirecte kosten die nodig waren om de activa bedrijfsklaar te maken.
Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan investeringen worden geactiveerd samen met de kost van de activa, in overeenstemming met IAS 23. Financieringskosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een investering worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze ontstaan.
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||
|---|---|---|
| De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast over de geschatte economische levensduur van de activa. De economische levensduur is de periode tijdens dewelke men verwacht de activa te gebruiken in de onderneming. |
||
| Herstellings- en onderhoudskosten worden ten laste genomen in de periode waarin ze werden uitgevoerd, indien ze niet bijdragen tot een verhoging van het toekomstige economische rendement van de activa. Zoniet worden ze beschouwd als een afzonderlijke component van de materiële vaste activa. Componenten van de materiële vaste activa zijn elementen die op regelmatige basis worden vervangen. Zij worden beschouwd als afzonderlijke activa, omdat hun economische levensduur verschilt van de materiële vaste activa waartoe zij behoren. De materiële vaste activa van Umicore, vaak complexe en gespecialiseerde industriële activa, hebben over het algemeen geen individuele restwaarde buiten de specifi eke omgeving van de operaties. Daarom wordt geen restwaarde in beschouwing genomen bij het bepalen van de afschrijfbare waarde. |
||
| Als standaardleidraad is de geschatte economische levensduur van de respectievelijke materiële activa als volgt gedefi nieerd: | ||
| Terreinen | Niet afschrijfbaar | |
| Gebouwen | ||
| - Industriële gebouwen | 20 jaar | |
| - Aanpassingen aan gebouwen | 10 jaar | |
| - Andere gebouwen, zoals kantoren en laboratoria | 40 jaar | |
| - Onroerend goed | 40 jaar | |
| Installaties, machines en uitrustingen: | 10 jaar | |
| - Ovens | 7 jaar | |
| - Kleinere uitrustingen | 5 jaar | |
| Meubilair en materieel: | ||
| - Rollend materieel | 5 jaar | |
| - Mobiel materieel voor intern transport - Informaticamaterieel |
3 tot 5 jaar | 7 jaar |
| - Meubilair en kantoormaterieel | 5 tot 10 jaar | |
Voor belangrijke nieuw aangekochte of gebouwde investeringen wordt de economische levensduur expliciet ingeschat op het moment van de investeringsaanvraag waarbij deze kan afwijken van bovenstaande standaarden.
Het management bepaalt de geschatte levensduur en gerelateerde afschrijvingen voor de materiële vaste activa. Ze gebruikt hiervoor standaardschattingen gebaseerd op een combinatie van fysieke duurzaamheid en ingeschatte industriële of productlevencycli. De geschatte levensduur kan in grote mate wijzigen ten gevolge van technische vernieuwingen, marktontwikkelingen en/of handelingen gesteld door de concurrentie. Het management zal ofwel de afschrijvingslast verhogen wanneer de levensduur korter is dan voordien werd ingeschat, ofwel zal zij technisch onbruikbare of niet-strategische activa, die verwijderd of verkocht zijn, volledig of gedeeltelijk afschrijven.
Uitgaven voor oprichting en kapitaalverhoging worden afgetrokken van het kapitaal.
Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identifi ceerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op de datum van de overname. Goodwill wordt geboekt aan kost verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen.
Goodwill van geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder 'Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode', samen met de investering zelf.
Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Als de boekwaarde van de goodwill niet volledig recupereerbaar is, wordt de nodige waardevermindering opgenomen in de resultatenrekening. Deze waardeverminderingen worden nooit teruggenomen.
Het overschot van het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identifi ceerbare netto-activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs, wordt onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
Onderzoekskosten met betrekking tot het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten, worden ten laste van het resultaat genomen in de periode waarin ze werden gemaakt.
Ontwikkelingskosten worden gedefi nieerd als kosten voor het ontwerpen van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen voorafgaand aan de commerciële productie of het gebruik. Ze worden geactiveerd als, onder andere, aan de volgende voorwaarden voldaan is:
Indien het moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken tussen onderzoeks- of ontwikkelingskosten, worden de kosten beschouwd als onderzoekskosten. Als ontwikkelingskosten geactiveerd worden, worden ze lineair afgeschreven over de periode van het verwachte voordeel.
In het kader van het Kyoto-protocol werd er een derde emissieperiode geopend, voor de periode 2013-2020. De Vlaamse overheid heeft in dat kader emissierechten toegekend aan de Vlaamse sites van een aantal bedrijven, waaronder Umicore. Ieder jaar, op het einde van februari, wordt één vijfde van deze emissierechten overgedragen aan een offi cieel register. De overdracht van de emissierechten aan dit register leidt tot de activering in de immateriële activa, conform de richtlijnen van de Belgische Commissie voor boekhoudkundige normen.
Winsten die voortvloeien uit het erkennen van emissierechten aan reële waarde worden uitgesteld tot de certifi caten gebruikt worden. Emissierechten in eigendom zijn onderhevig aan een test op bijzondere waardeverminderingen maar worden niet afgeschreven. Als op een bepaalde afsluitingsdatum de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt een waardevermindering geboekt. Op elke afsluitingsdatum maakt de Groep een schatting van het reële gebruik van de emissierechten voor de periode en erkent een voorziening voor de rechten die moet gestort worden aan de overheid. De last verbonden aan de bijzondere waardevermindering of de erkenning van deze provisies wordt volledig gecompenseerd in de resultatenrekening door het vrijmaken van de uitgestelde ontvangsten. Umicore beschikt over de noodzakelijke emissierechten om een normale werking van haar installaties toe te laten.
Alle volgende categorieën worden geboekt tegen historische kost, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen:
Leasing waarbij de onderneming vrijwel alle voordelen en risico's verbonden aan de eigendom van de betrokken activa overneemt, wordt beschouwd als fi nanciële leasing. Financiële leasingcontracten worden in de balans opgenomen aan de reële waarde op het moment van het aangaan van de leasingovereenkomst of, indien deze lager is, tegen de geschatte geactualiseerde waarde van de minimale leasingbetalingen, min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
Elke afl ossing wordt deels beschouwd als terugbetaling van de leasingschuld, deels als interestbetaling in een verhouding die maakt dat er over de volledige looptijd een constante interestlast ontstaat in vergelijking met het openstaand kapitaal. De overeenkomstige huurschulden, exclusief de fi nanciële lasten, worden geboekt in de rubriek 'Overige langetermijnschulden'. Het interestgedeelte wordt over de termijn van de leasingperiode in de resultatenrekening opgenomen. Activa die het voorwerp uitmaken van fi nanciële leasing worden afgeschreven over de kortste termijn van hetzij de verwachte economische levensduur van deze activa, hetzij de duur van het leasingcontract.
Leasingovereenkomsten waarbij vrijwel alle wezenlijke voordelen en risico's verbonden aan de eigendom van de activa bij de verhuurder berusten, worden als operationele leasing beschouwd. Operationele leasingbetalingen of ontvangsten worden respectievelijk als een bedrijfskost of -opbrengst geboekt in de resultatenrekening op basis van de lineaire methode.
De Groep gaat over tot de leasing van metalen van en aan derden voor een specifi eke termijn waarvoor de Groep vergoedingen ontvangt of betaalt. Metaal-leasecontracten worden voornamelijk afgesloten voor periodes van minder dan één jaar. De leasing van metalen van en aan derden wordt gerapporteerd onder 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen'.
Alle bewegingen in fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop, leningen en langetermijnvorderingen worden geboekt op de verhandelingsdatum.
Financiële activa beschikbaar voor verkoop worden gewaardeerd aan reële waarde. Ongerealiseerde winsten en verliezen uit veranderingen in de reële waarde van dergelijke activa worden opgenomen in het eigen vermogen als fi nanciële vaste activareserves. Wanneer de activa verkocht worden of wanneer er een bijzondere waardevermindering op deze activa dient opgenomen te worden, worden de in het eigen vermogen gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde opgenomen in de resultatenrekening als winst of verlies.
Financiële activa worden afgeboekt wanneer de rechten op kasstromen van investeringen tot een einde gekomen zijn of wanneer ze getransfereerd zijn en de Groep vrijwel alle voordelen en risico's verbonden aan de eigendom hiervan getransfereerd heeft.
Leningen en vorderingen worden opgenomen aan afgeschreven kostprijs na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
Alle waardeverminderingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gecompenseerd met de bruto waarde van het ogenblik er geen enkele kans meer bestaat om de activa te recupereren.
Eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal.
Voorraden worden geboekt tegen kostprijs of, indien die lager is, de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe aankoop- of productiekosten en een toewijsbaar deel van de algemene kosten.
Voorraden worden opgesplitst in:
Basisproducten met metaaldekking zijn metaalhoudende producten waarbij Umicore blootgesteld is aan metaalprijsschommelingen en waarvoor Umicore een actief en structureel risicobeheer toepast teneinde de mogelijke negatieve effecten op de fi nanciële prestatie van de Groep tot een minimum te beperken. De metaalinhoud wordt gegroepeerd in categorieën die hun specifi eke aard en operationele toepassing weerspiegelen, zoals metaalvoorraden die permanent in gebruik zijn of metaalvoorraden die beschikbaar zijn voor commercieel gebruik. Afhankelijk van de metaalvoorraadcategorie, worden gepaste indekkingsmechanismen toegepast. Deze voorraden worden gewaardeerd met de methode van het gewogen gemiddelde, toegepast per voorraadcategorie.
Basisproducten zonder metaaldekking en verbruiksgoederen worden gewaardeerd volgens de methode van het gewogen gemiddelde.
Waardeverminderingen op voorraden worden geboekt in geval van lage voorraadrotatie en wanneer de nettoboekwaarde de marktwaarde overschrijdt, zijnde de geschatte verkoopprijs verminderd met de geschatte kosten voor afwerking en de geschatte kost noodzakelijk voor het afsluiten van een verkoop. Waardeverminderingen worden afzonderlijk vermeld.
Betaalde voorschotten zijn voorafbetalingen op contracten met leveranciers, waarbij de fysieke levering van het onderliggende goed nog niet heeft plaatsgevonden. Zij worden geboekt tegen nominale waarde.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd volgens de methode van de 'winstname volgende vordering van de werken'.
Handelsvorderingen worden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs, d.i. aan de netto huidige waarde van de handelsvordering. Tenzij de impact van actualisatie materieel is, worden vorderingen aan nominale waarde geboekt en afgeschreven indien oninbaar. Alle afschrijven worden op aparte rekeningen gevolgd, en deze worden pas met de boekwaarde gecompenseerd als er geen kans meer is op recuperatie van de vordering.
Handelsvorderingen voor dewelke de risico's en de opbrengsten grotendeels getransfereerd werden, worden van de balans afgeboekt.
Reële waardewinsten uit afgeleide fi nanciële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige vorderingen.
Kasmiddelen omvatten de beschikbare geldmiddelen in contanten en uitstaande bedragen bij banken. Kasequivalenten zijn uiterst liquide kortetermijnbeleggingen die op elk ogenblik kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is, een looptijd hebben van maximum drie maanden en niet onderhevig zijn aan een materieel risico op waardeschommelingen.
Deze elementen worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde of afgeschreven kostprijs. Krediet op bankrekeningen bij de banken worden in de balans opgenomen als fi nanciële schulden op korte termijn.
Materiële vaste activa en andere vaste activa, met inbegrip van immateriële activa en fi nanciële activa niet aangehouden voor handelsdoeleinden, worden geëvalueerd op de noodzaak tot boeking van bijzondere waardeverminderingen indien bepaalde gebeurtenissen of veranderde omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijkerwijs niet kan gerecupereerd worden. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, moet de recupereerbare waarde van de activa geschat worden.
De recupereerbare waarde is de nettoverkoopprijs van de activa of, wanneer deze hoger is, de gebruikswaarde van de activa. Om de recupereerbare waarde van individuele activa te kunnen schatten, bepaalt de onderneming vaak de recupereerbare waarde van de kasstroom genererende eenheid waartoe de activa behoren.
Als de boekwaarde van de activa de recupereerbare waarde overschrijdt, dan wordt onmiddellijk een bijzondere waardevermindering als kost geboekt.
Bijzondere waardeverminderingen worden teruggenomen indien de reden voor de bijzondere waardeverminderingen geboekt voor activa of voor een kasstroom genererende eenheid, niet langer bestaat of verminderd is. Een bijzondere waardevermindering wordt maximaal teruggenomen voor zover de boekwaarde van de activa niet groter wordt dan de theoretische nettoboekwaarde na afschrijving, bepaald alsof er in de voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering zou zijn opgenomen.
A. Inkoop van eigen aandelen
Wanneer de onderneming een deel van haar eigen aandelen inkoopt, wordt de betaalde prijs, inclusief de toewijsbare nettotransactiekosten na belasting, afgetrokken van het eigen vermogen en opgenomen als 'Eigen aandelen'. Er wordt geen winst of verlies geboekt in de resultatenrekening bij aankoop, verkoop, uitgifte of vernietiging. Indien deze aandelen vervolgens verkocht of heruitgegeven worden, wordt elk ontvangen bedrag als eigen vermogen opgenomen.
B. Bijkomende kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen en in mindering gebracht van het ontvangen bedrag, na aftrek van belastingen.
C. Dividenden van de moederonderneming uitkeerbaar aan de gewone uitstaande aandelen worden opgenomen als verplichting nadat ze goedgekeurd zijn door de aandeelhouders.
Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identifi ceerbare activa en passiva die geboekt worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstige deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes.
In de resultatenrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart van het geconsolideerd resultaat van de Groep getoond.
Voorzieningen worden aangelegd in de balans indien:
Een feitelijke verplichting is een verplichting die ontstaat uit de handelingen van een onderneming, waarbij deze door een consistent gedrag of door bepaalde gepubliceerde beleidsregels te kennen geeft dat zij bepaalde verantwoordelijkheden aanvaardt, en de onderneming als gevolg daarvan een terecht verwachtingspatroon gecreëerd heeft dat zij die verantwoordelijkheden daadwerkelijk zal opnemen.
Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting op het einde van de rapporteringsperiode van de uitgaven die vereist zijn om aan de bestaande verplichting te voldoen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Indien de tijdswaarde van het geld belangrijk is, wordt als voorziening de huidige waarde genomen van de verwachte toekomstige vereiste uitgaven om aan de verplichting te voldoen. Het resultaat van de jaarlijkse verdiscontering van de voorzieningen, als ze verricht wordt, wordt opgenomen in de fi nanciële resultaten.
De belangrijkste types van voorzieningen zijn de volgende:
Milieuvoorzieningen zijn gebaseerd op wettelijke en feitelijke verplichtingen ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, in overeenstemming met het milieubeleid van de onderneming en de geldende wettelijke verplichtingen. Het volledige bedrag van de geschatte verplichting wordt onmiddellijk
Umicore | Jaarverslag 2014
opgenomen op het ogenblik dat de verplichting plaats vindt. Wanneer de verplichting productiegerelateerd is, wordt de verplichting stapsgewijs opgenomen volgens het normaal gebruik/productieniveau.
Deze omvatten voorzieningen voor geschillen, verlieslatende contracten, garanties, risico's op fi nanciële deelnemingen en herstructureringen. Een voorziening voor herstructurering wordt opgenomen als de onderneming een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de herstructurering al gestart of publiek aangekondigd is voor het einde van de rapporteringsperiode. Elke herstructureringsvoorziening omvat enkel de directe uitgaven die voortvloeien uit de herstructurering, welke duidelijk afgebakend zijn en die geen verband houden met de lopende activiteiten van de onderneming.
Ze omvatten lonen, salarissen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld, doorbetaling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in natura. Deze worden als kost geboekt in de betreffende periode. Alle kaderleden van de onderneming komen in aanmerking voor bonussen op basis van individuele prestaties en fi nanciële doelstellingen. Het bedrag van de bonus wordt ten laste genomen, op basis van een raming op het einde van de rapporteringsperiode.
De onderneming heeft verschillende pensioenprogramma's en programma's voor medische zorgverlening in overeenstemming met de voorwaarden en de praktijken in de landen waar ze actief is. De programma's worden in principe via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of apart beheerde fondsen gefi nancierd.
De onderneming neemt alle wettelijke en feitelijke verplichtingen in de boeken op, zowel op basis van de formele bepalingen van de 'te bereiken doel' plannen als van de eerder informele gewoonten van de onderneming.
Het bedrag dat opgenomen wordt in de balans is gebaseerd op actuariële berekeningen (op basis van de 'projected unit credit method') en vertegenwoordigt de huidige waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen. De voorzieningen worden verminderd met de reële waarde van de eventuele activa van het pensioenplan.
Niet-opgenomen pensioenkosten van verleden diensttijd resulteren uit de invoering van nieuwe toekomstige uitkeringsverplichtingen of wijzigingen aan de voordelen die betaalbaar zijn volgens het bestaande plan. De pensioenkosten van verleden diensttijd worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening sinds IAS 19 (herzien).
De actuariële winsten en verliezen resulteren uit verschillen tussen werkelijke en geschatte actuariële parameters zoals weerspiegeld in de jaarlijkse bijwerking van de actuariële berekeningen. Deze winsten en verliezen worden opgenomen via de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin ze ontstaan en ze worden opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als reserves voor personeelsvoordelen na uitdiensttreding.
De onderneming betaalt vaste bijdragen aan openbare of privéverzekeringsplannen. De betalingen worden ten laste genomen op het moment dat ze verschuldigd zijn en zijn als dusdanig opgenomen in de personeelskosten.
Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de 'te bereiken doel'-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle actuariële verliezen of winsten worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Deze vergoedingen zijn verschuldigd als gevolg van de beslissing van de onderneming om het dienstverband van een werknemer te beëindigen vóór de normale pensioendatum of van de beslissing van een werknemer om in ruil voor deze vergoeding vrijwillig ontslag te nemen. Als ze redelijkerwijs voorspelbaar zijn, overeenkomstig de voorwaarden en praktijken in de landen waar de onderneming actief is, worden ook potentieel toekomstige verplichtingen opgenomen.
Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de 'te bereiken doel'-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle actuariële verliezen of winsten worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Dankzij verschillende aandelenoptie- of aandelenprogramma's kunnen zowel de werknemers als het senior management van de onderneming aandelen van Umicore aankopen of verwerven. De optie- of aandelenuitoefenprijs is gelijk aan de marktprijs van de (onderliggende) aandelen op de datum van
de toekenning. Als de opties uitgeoefend worden, worden aandelen komende van de bestaande voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld van de begunstigden. In beide gevallen wordt het kapitaal verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. Voor de aandelenprogramma's, worden aandelen uit de voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden.
De opties en de aandelen worden standaard verworven op de datum van de toekenning en hun reële waarde wordt opgenomen als een uitgave voor personeelsvoordelen met als tegenpost het eigen vermogen onder de vorm van reserves van de op aandelen gebaseerde vergoedingen. Voor de opties wordt de kost die moet geboekt worden, berekend door een actuaris die daarvoor een waarderingsmodel gebruikt dat rekening houdt met de karakteristieken van de aandelenopties, de volatiliteit van het onderliggende aandeel en het veronderstelde uitoefenpatroon.
Zolang de verleende opties niet zijn uitgeoefend wordt hun waarde gerapporteerd onder de geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen van de Groep als 'reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen'. De waarde van de uitgeoefende opties gedurende de periode wordt getransfereerd naar 'overgedragen resultaten'.
De personeelsvoordelen worden geboekt als bedrijfsresultaat in de resultatenrekening, met uitzondering van interest en verdisconteringsresultaten die opgenomen worden in de fi nanciële resultaten.
Alle bewegingen in fi nanciële schulden worden geboekt op de verhandelingsdatum.
Voor leningen worden de initieel ontvangen bedragen geboekt, verminderd met transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen nettowaarde na afschrijving, op basis van de effectieve interestmethode. De nettowaarde na afschrijving wordt berekend rekening houdend met alle uitgiftekosten en elke korting of premie op het moment van uitgifte. Alle verschillen tussen het geleende bedrag en de terugbetalingswaarde worden opgenomen in de resultatenrekening bij terugbetaling.
Handelsschulden worden geboekt aan kost na afschrijving, met andere woorden aan de netto actuele waarde van het te betalen bedrag. Tenzij de impact van verdiscontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen.
Reële waardeverliezen uit afgeleide fi nanciële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige schulden.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar betreffen de effectieve belastingen alsook de latente belastingen. Deze belastingen worden berekend in overeenstemming met de belastingwetgeving die van toepassing is in elk land waar de onderneming actief is.
De effectieve belastingen omvatten deze die verschuldigd zijn op het belastbaar inkomen van het jaar, op basis van de belastingpercentages die gelden op het einde van de rapporteringsperiode, evenals elke herziening van de belastingen die verschuldigd (of terugbetaalbaar) zijn voor voorgaande jaren.
Latente belastingen worden berekend volgens de 'liability method', op tijdelijke verschillen die bestaan tussen enerzijds de fi scale waarde van de activa en passiva en anderzijds hun boekwaarde in de jaarrekening. Deze belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingpercentages die van kracht zijn op het einde van de rapporteringsperiode of toekomstige belastingpercentages indien formeel aangekondigd door de autoriteiten in het land waar de onderneming actief is.
Latente belastingactiva worden enkel geboekt als het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.
Latente belastingactiva en -passiva worden gecompenseerd en netto voorgesteld enkel en alleen als ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastinginstantie op dezelfde belastbare entiteit.
De opbrengsten uit de verkoop van goederen uit de verwerkingsactiviteiten worden opgenomen wanneer de belangrijkste voordelen en risico's inzake eigendom ten laste vallen van de koper en er niet langer onzekerheid bestaat over de ontvangst van de overeengekomen vergoeding en de daaraan verbonden transactiekosten of de mogelijke teruggave van de goederen.
Opbrengsten uit raffi nage-activiteiten en de levering van diensten worden opgenomen in verhouding tot het niveau van de afwerking van de transactie, als dit op een betrouwbare manier kan gewaardeerd worden.
Overheidssubsidies worden aanvankelijk geboekt in de balans als over te dragen opbrengsten indien er een redelijke garantie is dat de subsidies ontvangen zullen worden en dat de onderneming zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Subsidies worden vervolgens in de resultatenrekening opgenomen in dezelfde periode als, en proportioneel aan, de te compenseren kosten.
De onderneming gebruikt afgeleide fi nanciële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen om de blootstelling aan negatieve schommelingen van wisselkoersen, metaalprijzen, rentevoeten en andere marktrisico's te beperken. De onderneming gebruikt voornamelijk spot- en termijncontracten voor de indekking van het metaal- en valutarisico en swapcontracten om het renterisico in te dekken. De transacties uitgevoerd op de termijnmarkt zijn niet van speculatieve aard.
Afgeleide fi nanciële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gebruikt om de reële waarde van de onderliggende ingedekte elementen (activa, passiva en vaste overeenkomsten) te beschermen. Deze worden oorspronkelijk aan reële waarde geboekt op de verhandelingsdatum.
Alle afgeleide fi nanciële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gewaardeerd op het einde van de rapporteringsperiode aan de reële waarde, volgens het marktwaardevergelijkingsmechanisme ('mark-to-market'). Alle winsten en verliezen worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening – als een bedrijfsresultaat – indien gerelateerd aan metaal en als een fi nancieel resultaat in alle andere gevallen.
Ingedekte elementen (vooral fysische vaste overeenkomsten en commerciële voorraad) worden ook gewaardeerd aan reële waarde wanneer 'hedge accounting' kan gedocumenteerd worden in overeenstemming met de IAS 39-criteria.
In de afwezigheid van het verkrijgen van 'hedge accounting' bij de creatie in overeenstemming met de IAS 39-criteria, worden de ingedekte elementen aan kost opgenomen en vervolgens onderworpen aan de waarderingsregels die van toepassing zijn voor gelijkaardige niet-ingedekte elementen, o.a. de waardering aan de laagste van kostprijs en marktwaarde (IAS 2) voor wat de voorraden betreft, of het boeken van voorzieningen voor verlieslatende contracten (IAS 37) voor de fysieke vaste overeenkomsten (zie hoofdstuk 2.22 IAS 39- impact).
Wanneer er een consistente praktijk bestaat bij een dochteronderneming of een kasstroomgenererende eenheid van de Groep om het onderliggende item geleverd te krijgen om het terug te verkopen op korte termijn met als doel een winst te realiseren op basis van de kortetermijnschommelingen in de prijs of de handelsmarges, dan worden in die gevallen de voorraden gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening en worden de verbonden fysieke en/of handelsgoederen engagementen geklasseerd als afgeleide fi nanciële instrumenten eveneens met een waardering aan reële waarde via de resultatenrekening.
Afgeleide fi nanciële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen die gebruikt worden voor de indekking van toekomstige kasstromen, worden toegewezen als indekkingen te behandelen onder 'cash fl ow hedge accounting'. Wijzigingen in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten die voldoen als effectieve kasstroomindekkingen, worden opgenomen in het eigen vermogen van de Groep. Dit gebeurt onder de vorm van kasstroomindekkingsreserves totdat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (d.i. een invloed hebben op de resultatenrekening). Op dat moment worden de opgenomen winsten en verliezen van de indekkingsinstrumenten getransfereerd van eigen vermogen naar de resultatenrekening.
Als de ingedekte transacties niet meer waarschijnlijk zijn of wanneer de dekkingsoperaties geen voorwerp meer hebben, dan worden de hieraan verbonden hedginginstrumenten onmiddellijk stopgezet en worden alle winsten of verliezen, initieel opgenomen in het eigen vermogen onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
In afwezigheid van het verkrijgen van 'hedge accounting' bij de creatie in overeenstemming met de IAS 39-criteria, worden de wijzigingen in reële waarde van de hedgingelementen in de resultatenrekening opgenomen in plaats van in het eigen vermogen en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (zie ook paragraaf 2.22 IAS 39-impact).
Uitvoerende contracten ('basiscontract') bevatten soms besloten derivaten. Besloten derivaten veroorzaken dat sommige of alle kasstromen die anders kunnen verwacht worden van het basiscontract, worden gewijzigd in functie van een specifi eke rentevoet, de prijs van een fi nancieel instrument, de prijs van een handelsgoed, een wisselkoersprijs of andere variabelen. Als het vaststaat dat dergelijk besloten derivaat niet dicht verbonden is met het basiscontract, dan wordt het afgezonderd van het basiscontract onder de regels van IAS 39 (reële waarde via resultatenrekening). Het basiscontract wordt geboekt volgens de regels van de uitvoerende contracten, wat wil zeggen dat dergelijk contract niet wordt erkend in de balans of de resultatenrekening voor de contractuele levering plaatsvindt (zie ook hoofdstuk 2.22 IAS 39-impact).
Bevat niet-recurrente elementen voornamelijk met betrekking tot herstructureringsmaatregelen, bijzondere waardeverminderingen van activa en andere kosten en opbrengsten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming.
De IAS 39-impact heeft betrekking op de tijdsverschillen (zonder invloed op de kasstromen) in het boeken van inkomsten als gevolg van het niet toepassen of het niet kunnen bekomen van IAS 39 'hedge accounting' op:
a) transactionele indekking, wat met zich meebrengt dat de ingedekte elementen niet langer aan reële waarde gewaardeerd kunnen worden maar gewaardeerd moeten worden volgens waarderingsregels toepasbaar voor vergelijkbare, niet ingedekte elementen, zoals waardering aan de laagste van kostprijs of marktwaarde (IAS 2) voor voorraden of voorzieningen voor verlieslatende contracten (IAS 37) voor de commerciële fysieke engagementen;
b) structurele indekking, wat impliceert dat de reële waarde van de betrokken hedginginstrumenten in de resultatenrekening wordt opgenomen in plaats van het eigen vermogen, en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen;
c) in uitvoerende contracten besloten derivaten, wat impliceert dat de reële waarde op de besloten derivaten moet toegepast worden en in de resultatenrekening opgenomen, in tegenstelling tot de uitvoerende component waar geen reële waardemeting is toegelaten.
Alle activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan verschillende risico's, waaronder metaalprijsschommelingen, de wisselkoersen, bepaalde marktgedefi nieerde commerciële voorwaarden, en rentevoeten alsook krediet- en liquiditeitsrisico's. Het globale risicobeheer van de Groep tracht de negatieve invloed op de fi nanciële resultaten van de Groep tot een minimum te beperken, door deze risico's in te dekken met fi nanciële en verzekeringsinstrumenten.
Het wisselkoersrisico waaraan Umicore blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele, transactionele en omrekeningsrisico's.
De inkomsten van Umicore zijn gedeeltelijk in USD uitgedrukt, alhoewel vele activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (voornamelijk in Europa en Azië). Elke wijziging in de USD-wisselkoers versus EUR of andere deviezen die niet aan de USD gekoppeld zijn, heeft daardoor een invloed op de resultaten van de onderneming.
Het grootste deel van deze blootstelling aan de wisselkoers vloeit voort uit de in USD uitgedrukte metaalprijzen, die inwerken op de in euro uitgedrukte metaalbonussen die gehaald worden uit recycleerbare materialen.
Een ander deel van deze blootstelling vloeit voort uit niet metaal gerelateerde inkomsten uitgedrukt in USD, zoals aangerekende raffi nage- en verwerkingskosten en productpremies. Op basis van de wisselkoersen op het einde van 2014 geldt dat voor deze blootstelling iedere stijging van 1 US dollarcent ten opzichte van de euro naar schatting een stijging van iets meer dan EUR 1 miljoen in inkomsten en operationeel resultaat op jaarbasis voort brengt. Omgekeerd resulteert iedere daling van 1 US dollarcent ten opzichte van de euro naar schatting in een daling van iets meer dan EUR 1 miljoen in inkomsten en operationeel resultaat op jaarbasis. Deze niet metaal gerelateerd sensitiviteit is een schatting die eerder theoretisch van aard is aangezien het wisselkoersniveau vaak een zware invloed heeft op wijzigingen in commerciële voorwaarden die in USD worden onderhandeld.
In mindere mate bestaat naast de blootstelling aan de USD ook een structurele gevoeligheid tegenover enkele andere deviezen zoals de Braziliaanse real, de Koreaanse won, de Chinese yuan en de Zuid-Afrikaanse rand.
Het indekkingsbeleid van Umicore laat toe om zich tegen haar structurele wisselkoersblootstelling op termijn in te dekken, zij het in combinatie met de indekking tegen de structurele metaalprijsblootstelling of geïsoleerd, wanneer een wisselkoers of een in EUR uitgedrukte metaalprijs boven het historische gemiddelde ligt en zich op een niveau bevindt waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden.
Op het einde van 2014 is Umicore in het bezit van enkele structurele wisselkoersindekkingen die gerelateerd zijn met niet-metaalprijsgerelateerde wisselkoerssensitiviteit: EUR/NOK en USD/NOK contracten bij Umicore Noorwegen, USD/KRW transacties bij Umicore Korea en EUR/ZAR bij Umicore AG & Co KG in Duitsland. Begin 2015 heeft Umicore bijkomende indekkingen afgesloten.
Het bedrijf is ook onderhevig aan transactionele risico's met betrekking tot deviezen, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs met de klant of leverancier wordt bepaald en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Umicore dekt zich systematisch in tegen dergelijke transactionele risico's, voornamelijk via termijncontracten.
Umicore is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in EUR rapporteren. Wanneer dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, is het omgerekende bedrag blootgesteld aan waardeschommelingen van zulke lokale valuta's ten opzichte van de EUR. Het betreft
voornamelijk de Amerikaanse dollar, de Braziliaanse real, de Koreaanse won, de Chinese yuan en de Zuid-Afrikaanse rand. In principe dekt Umicore zich niet in tegen dit soort risico.
Het metaalprijsrisico van Umicore kan opgedeeld worden in 3 categorieën: structureel risico, transactioneel risico en risico op metaalvoorraden.
Umicore is blootgesteld aan structurele metaalprijsrisico's. Die risico's vloeien voornamelijk voort uit de metaalprijzen die inwerken op de metaalbonussen die gehaald worden op de voor verwerking geleverde materialen of andere inkomstenelementen die afhangen van de metaalprijzen. Het beleid van Umicore laat toe om dergelijke blootstelling aan metaalprijzen op termijn in te dekken wanneer de forward-metaalprijzen uitgedrukt in de functionele wisselkoers van de desbetreffende activiteit boven hun historisch gemiddelde liggen en zich op een niveau bevinden waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. In welke mate het metaalprijsrisico op termijn ingedekt kan worden hangt af van de liquiditeit van de desbetreffende markten.
In het segment Recycling, recycleert de Groep voornamelijk platina, palladium, rhodium, goud en zilver en andere basis- en speciale metalen. In dit segment is de gevoeligheid op de korte termijn van inkomsten en operationele resultaten aan metaalkoersen belangrijk. Gezien de variabiliteit in het soort aangevoerde materialen in de loop der jaren, blijft het moeilijk om een specifi eke sensitiviteit uit te drukken voor één welbepaald metaal. In het algemeen geldt dat hogere prijzen in een stijging van de inkomsten in het Recycling segment resulteren. Umicore bezit ook een metaalprijssensitiviteit die vooral gelinkt is aan verschillende verwerkings- of raffi nage-activiteiten die werken binnen haar andere segmenten (Catalysis, Energy Materials en Performance Materials). Deze sensitiviteit is vooral gerelateerd aan recyclage- en raffi nageduur van metalen in elke activiteit – hoofdzakelijk kobalt, goud, metalen van de platinagroep en zink. Over het algemeen draagt een hogere metaalprijs bij tot voordelen op korte termijn voor de winstgevendheid van elke activiteit. Nochtans, andere commerciële voorwaarden die grotendeels onafhankelijk zijn van de metaalprijs, zoals productpremies, zijn evenzeer signifi cant en onafhankelijk bepalend voor de opbrengsten en de resultaten.
Umicore dekt een deel van haar toekomstige blootstelling aan forward metaalkoersen in, en dit voor sommige metalen die genoteerd zijn op termijnmarkten en voor zover toekomstige op de metaalprijs gebaseerde inkomsten uit gekende en gedocumenteerde commerciële overeenkomsten kunnen aangetoond worden. Op het einde van 2014 bezat Umicore zulke dekkingsovereenkomsten ter indekking van toekomstige prijsrisico's. Deze contracten zijn vooral verbonden met de terugwinning van edele metalen (platina, palladium, goud en zilver). Begin 2015 heeft Umicore bijkomende indekkingen afgesloten.
De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico's op aangekochte en verkochte metalen.
De meerderheid van de transacties in metalen gebruiken wereldwijde marktreferenties zoals deze van de London Metal Exchange. Als de onderliggende metaalprijs constant zou blijven, dan zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de grondstoffen terug aan de klant worden doorgerekend als een deel van de verkoopprijs. Gezien de tijd die nodig is voor de conversie van aangekochte grondstoffen tot eindproducten en de verkoop ervan, zal de volatiliteit in de metaalkoers die als referentie dient, verschillen doen ontstaan tussen de aankoopprijs van de metalen en de verkoopprijs. Er is dus een transactioneel risico ingevolge elke prijswijziging tussen het moment waarop grondstoffen worden aangekocht (meer specifi ek, wanneer de aankoopprijs wordt gefi xeerd) en het moment waarop producten worden verkocht (meer bepaald, wanneer de verkoopprijs wordt gefi xeerd).
Het beleid van de Groep bestaat er in om dit transactioneel risico zo veel mogelijk in te dekken, voornamelijk met termijnoperaties.
De Groep is blootgesteld aan metaalkoersrisico's op de permanente metaalvoorraden. Het risico heeft te maken met de kans dat metaalkoersen dalen tot onder de boekwaarde van deze voorraden. Umicore dekt zich niet in tegen dit risico.
De blootstelling van de Groep aan de rentevoetschommelingen houdt verband met de verplichtingen in het kader van de fi nanciële schulden van de Groep. Eind december 2014 bedroeg de netto fi nanciële schuld van de Groep EUR 388 miljoen, waarvan 26 miljoen met een vaste rentevoet. In januari 2013 heeft de Groep een rentevoetswap aangegaan, en daarmee de interestvoet gefi xeerd voor EUR 150 miljoen.
Kredietrisico is het risico op wanbetalingen door eender welke tegenpartij, met betrekking tot de verkoop van goederen of metaalleasingoperaties. Om de kredietblootstelling te beheren, heeft Umicore een kredietbeleid opgesteld met aanvragen voor kredietlimieten, goedkeuringsprocedures, ononderbroken toezicht van de kredietblootstelling en aanmaningsprocedures in het geval van uitstel.
Het kredietrisico ten gevolge van verkopen is tot een bepaalde grens ingedekt via kredietverzekeringen, accreditieven of andere gelijkaardige betalingswijzen. Hiervoor werd één wereldwijd kredietverzekeringscontract aangegaan. Dit contract beschermt de maatschappijen van de Groep tegen insolventie, politieke en commerciële risico's met een individualiseerbare franchise van 5% per factuur. De jaarlijkse globale maximale schadeloosstelling beloopt EUR 20 miljoen.
Umicore heeft bepaald dat in een aantal gevallen waar de kredietverzekeringskosten onevenredig zijn met het risico dat verzekerd moet worden, geen dergelijke wereldwijde kredietverzekeringsindekking gezocht wordt. Voor deze bedrijven, gekarakteriseerd door een signifi cante klantenconcentratie of door een specifi eke en nauwe band met de klanten, kunnen specifi eke verzekeringscontracten afgesloten worden voor een bepaalde tijdspanne.
Er valt op te merken dat enkele omvangrijke transacties, zoals de verkoop van edele metalen door de business group Recycling, een beperkt kredietrisico hebben, aangezien het een gangbare praktijk is om te betalen vóór levering.
Met betrekking tot het risico tegenover fi nanciële instellingen zoals banken en brokers, past Umicore ook interne kredietlijnen toe. Er worden specifi eke limieten gesteld, per fi nancieel instrument, die de diverse risico's moeten indekken die verbonden zijn aan het handelen met deze tegenpartijen.
Liquiditeitsrisico wordt behandeld door een voldoende mate van gediversifi eerde fi nancieringsbronnen aan te houden. Deze bevatten vastgelegde en niet vastgelegde bilaterale bankfaciliteiten op korte termijn, twee gesyndiceerde bankfaciliteiten op middellange termijn, en een 'commercial paper'- programma (deze laatste met een bovengrens van EUR 300 miljoen).
De belastinglast opgenomen in de fi nanciële rapportering is gebaseerd op de door de Groep naar best vermogen berekende belastingschuld. De defi nitieve belastingschuld komt evenwel slechts vast te staan nadat er belastingcontroles hebben plaatsgevonden. Tot op dat moment hangt er een zekere graad van onzekerheid over de uiteindelijke belastingschuld van deze periode. Het Groepsbeleid is er op gericht om belastingaangiftes binnen de wettelijke termijnen in te dienen en om belastingadministraties tegemoet te komen door te verzekeren dat de belastingposities van de Groep getrouw en actueel zijn en dat alle verschillen in interpretatie van de fi scale wetgeving en regelgeving zo snel mogelijk besproken en opgelost worden. Rekening houdend met de omvang en het internationale karakter van de Groepsactiviteiten en zoals het geval is voor andere internationale bedrijven, vormen BTW, andere omzetbelastingen en intra-groepverrekenprijzen een inherent belastingrisico voor de Groep. Wijzigingen in de belastingwetgeving of in de toepassing ervan inzake verrekenprijzen, BTW, buitenlandse dividenden, O&O-belastingkredieten en belastingverminderingen kunnen mogelijkerwijze de werkelijke belastingvoet verhogen en de fi nanciële resultaten van de Groep ongunstig beïnvloeden.
In het beheer van haar middelen zal de Groep de continuïteit van de bedrijfsvoering bewaren, de rentabiliteit voor de aandeelhouders en de belangen van de andere belanghebbenden onderhouden en een optimale kapitaalstructuur hanteren om zo de kapitaalkost te verminderen.
Om de kapitaalstructuur te handhaven of aan te passen, kan de Groep bijvoorbeeld de dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders aanpassen, kapitaal uitkeren aan de aandeelhouders, eigen aandelen inkopen of nieuwe aandelen uitgeven.
De Groep controleert haar kapitaalstructuur door onder meer de 'hefboomratio' te hanteren. Deze ratio wordt berekend door de netto fi nanciële schuld te delen door de som van de netto fi nanciële schuld en het totaal eigen vermogen van de Groep. De netto fi nanciële schuld wordt berekend als de som van de fi nanciële schulden op lange termijn en de fi nanciële schulden op korte termijn, verminderd met de kas en kasequivalenten en leningen toegekend in een niet-operationele context. De cijfers voor de gepresenteerde periodes worden gedetailleerd in de toelichting F24 Financiële schulden.
In normale bedrijfsomstandigheden zal de Groep streven naar een kapitaalstructuur die overeenstemt met een voor investeringen aantrekkelijke kredietwaardigheidscore ('investment grade'). De Groep kan overwegen om de hiermee overeenstemmende schuldgraad tijdelijk te overschrijden in het kader van een bijzonder gebeurtenis, zoals een belangrijke acquisitie.
Umicore is blootgesteld aan diverse strategische en operationele risico's, die niet noodzakelijk een fi nancieel karakter hebben, maar die niettemin de fi nanciële prestatie van de Groep kunnen schaden. Het betreft bevoorradingsrisico's, technologische risico's, en het risico van productsubstitutie bij klanten. We verwijzen naar de pagina's 171 tot 174 over risicobeheer in het hoofdstuk over Corporate Governance voor een beschrijving van deze risico's en een overzicht van de wijze waarop Umicore deze risico's benadert.
De gebruikte schattingen en beoordelingen bij de opstelling en de toepassing van de fi nanciële verslagen van de geconsolideerde Groep worden voortdurend geëvalueerd en zijn gebaseerd op ervaringshistorieken en andere elementen. Toekomstige gebeurtenissen die een fi nanciële impact kunnen hebben op de entiteit en voorzover die onder de gegeven omstandigheden aannemelijk lijken zijn hierin inbegrepen. De geschatte resultaten die hieruit voortvloeien zijn per defi nitie dan ook maar zelden identiek aan de actuele resultaten.
Hypotheses en inschattingen worden onder andere gemaakt bij:
Hieronder worden de inschattingen en beoordelingen vermeld die een betekenisvolle kans hebben om tijdens het volgende boekjaar een materiele aanpassing in de waarde van de activa en passiva te veroorzaken.
De recupereerbare waarde van de kasstroom genererende activiteiten werd bepaald als de hoogste van de reële waarde van de activa verminderd met de realisatiekosten of hun gebruikswaarde in overeenstemming met de waarderingsregels. Deze berekeningen, waardeverminderingstesten, vereisen het gebruik van schattingen en hypotheses zoals verdisconteringvoeten, wisselkoersen, prijzen van eenheidsproducten, toekomstige kapitaalbehoeften en de verwachte operationele prestatie. De interne schatting van de toekomstige bedrijfsprestaties is gebaseerd op de analyse van een combinatie van factoren, zoals de verwachte marktgroei, geschat marktaandeel, competitieve omgeving, prijsniveau en evolutie van de kosten. Zulke analyses combineren zowel intern gegenereerde schattingen als gegevens van externe bronnen. Op 31 december 2014 beliep de waarde van de goodwill voor de geconsolideerde groep EUR 140.336 duizend tegen EUR 108.475 duizend in 2013.
Provisies worden aangelegd voor de verwachte kost van de toekomstige sanering van de industriële sites en hun omgeving, voor zover een wettelijke of feitelijke verplichting bestaat in overeenstemming met paragraaf 2.15 van de waarderingsregels. Deze provisies bevatten een schatting van de toekomstige kost verbonden aan herwinning, sluiting van vestigingen, de sluiting van stortplaatsen, bewaking, afbraakkosten, decontaminatie, waterzuivering en permanente opslag van historische residuen. De schatting van deze toekomstige kosten werden verdisconteerd naar hun huidige waarde. De berekening van deze geschatte provisies vereist dat veronderstellingen worden gemaakt over de toepassing van de milieuwetgeving, van de datum waarop vestigingen worden gesloten, van de beschikbare technologie, en de studiekosten. Een wijziging in een van de gebruikte veronderstellingen kan een materiële impact hebben op de effectieve waarde van de provisies voor sanering. Op 31 december 2014 is de waarde van de provisies voor sanering EUR 68.347 duizend tegen EUR 76.732 duizend in 2013.
Activa of passiva, in verband met pensioenplannen met een 'te bereiken doel', worden in de balans opgenomen in overeenstemming met paragraaf 2.16 van de waarderingsregels. De huidige waarde van een verplichting in functie van een plan met een 'te bereiken doel' is afhankelijk van een aantal factoren die bepaald worden op een actuariële basis. De geconsolideerde groep bepaalt de toepasselijke verdisconteringvoet die op het einde van ieder jaar moet gebruikt worden. De verplichtingen van de geconsolideerde groep in verband met vergoedingen aan het personeel worden meer uitvoerig behandeld in toelichting F27. Op 31 december 2014 was een provisie als gevolg van verplichtingen aan het personeel opgenomen van EUR 331.702 duizend tegenover EUR 267.837 duizend in 2013.
Uitgestelde belastingactiva voor tijdelijke verschillen, ongebruikte fi scale verliezen en reële waardereserves worden maar opgenomen indien er toekomstige belastbare winsten (gebaseerd op de het operationeel plan van de Groep) beschikbaar zullen zijn om deze tijdelijke verschillen en verliezen te recupereren. Het effectieve belastingresultaat in toekomstige periodes kan verschillen van de veronderstelling gemaakt op het ogenblik van de opname van de uitgestelde belastingen.
Andere veronderstellingen en schattingen worden besproken in de respectievelijke toelichtingsnota's waar deze veronderstellingen en schattingen werden gebruikt voor de waardering van de respectievelijke elementen.
Hierna volgt een lijst van de belangrijkste operationele ondernemingen die in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen zijn:
| % deelneming in 2013 | % deelneming in 2014 | ||
|---|---|---|---|
| Argentinië | Umicore Argentina S.A. | 100,00 | 100,00 |
| Australië | Umicore Australia Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Marketing Services Australia Pty Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Oostenrijk | Oegussa GmbH | 91,29 | 91,29 |
| België | Umicore Financial Services (BE 0428.179.081) | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Marketing Services Belgium (BE 0402.964.625) | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Abrasives (BE 0881.426.726) | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Specialty Materials Brugge (BE 0405.150.984) | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Long Term Finance (BE 0404.867.211) | 100,00 | 100,00 | |
| Brazilië | Coimpa Industrial Ltda | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Brasil Ltda | 100,00 | 100,00 | |
| Clarex Ltda | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Shokubai Brasil Industrial Ltda | 60,00 | 60,00 | |
| Canada | Umicore Canada Inc. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Autocat Canada Corp. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Precious Metals Canada Inc, | 100,00 | 100,00 | |
| China | Umicore Hunan Fuhong Zinc Chemicals Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Marketing Services (Shanghai) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Marketing Services (Hong Kong) Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Shanghai Co., Ltd. | 75,00 | 75,00 | |
| Umicore Autocat (China) Co. Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Technical Materials (Suzhou) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Jiangmen Umicore Changxin New Materials Co., Ltd. | 70,00 | 70,00 | |
| Umicore Jubo Thin Film Products (Beijing) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Shokubai China Co Ltd | 60,00 | 60,00 | |
| Frankrijk | Umicore France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Building Products France S.A.S | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Climeta S.A.S. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore IR Glass S.A.S. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Autocat France S.A.S. | 100,00 | 100,00 | |
| Duitsland | Umicore AG & Co. KG (*) | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Bausysteme GmbH | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Metalle & Oberfl ächen GmbH | 100,00 | 100,00 | |
| Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG | 91,21 | 91,21 | |
| Umicore Galvanotechnik GmbH | 91,21 | 91,21 | |
| Umicore Shokubai Germany GmbH | 60,00 | 60,00 | |
| Hongarije | Umicore Building Products Hungary kft. | 100,00 | 100,00 |
| Italië | Italbras S.p.A. | 100,00 | 100,00 |
| Indië | Umicore Autocat India Pvt Ltd | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Anandeya India Private Ltd | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore India Private Limited | 100,00 | 100,00 | |
| Japan | Umicore Japan KK | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Shokubai Japan Co Ltd | 60,00 | 60,00 | |
| Liechtenstein | Umicore Thin Film Products AG | 100,00 | 100,00 |
| Luxemburg | Umicore International | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Autocat Luxembourg | 100,00 | 100,00 | |
| Maleisië | Umicore Malaysia Sdn Bhd | 100,00 | 100,00 |
| Nederland | Schöne Edelmetaal BV | 91,21 | 91,21 |
| Umicore Nederland BV | 100,00 | 100,00 | |
| Noorwegen | Umicore Norway AS | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Jaarverslag 2014 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| % deelneming in 2013 | % deelneming in 2014 | ||||
| Filippijnen | Umicore Specialty Chemicals Subic Inc. | 78,20 | 78,20 | ||
| Polen | Umicore Building Products Polska | 100,00 | 100,00 | ||
| Portugal | Umicore Portugal S.A. | 100,00 | 100,00 | ||
| Umicore Marketing Services Lusitana Metais Lda | 100,00 | 100,00 | |||
| Zuid-Afrika | Umicore Marketing Services Africa (Pty) Ltd. | 100,00 | 100,00 | ||
| Umicore Catalyst South Africa (Pty) Ltd. | 100,00 | 100,00 | |||
| Zuid-Korea | Umicore Korea Ltd. | 100,00 | 100,00 | ||
| Umicore Marketing Services Korea Co., Ltd. Umicore Materials Korea Ltd |
100,00 100,00 |
100,00 100,00 |
|||
| Spanje | Umicore Building Products Iberica S.L. | 100,00 | 100,00 | ||
| Zweden | Umicore Autocat Sweden AB | 100,00 | 100,00 | ||
| Zwitserland | Umicore Strub | 100,00 | 100,00 | ||
| Allgemeine Suisse SA | 91,21 | 91,21 | |||
| Taiwan | Umicore Thin Fim Products Taiwan Co Ltd | 100,00 | 100,00 | ||
| Thailand | Umicore Precious Metals Thailand Ltd | 91,21 | 91,21 | ||
| Verenigd Koninkrijk | Umicore Coating Services Ltd. | 100,00 | 100,00 | ||
| Umicore Marketing Services UK Ltd | 100,00 | 100,00 | |||
| VS | Umicore USA Inc. | 100,00 | 100,00 | ||
| Umicore Autocat USA Inc. Umicore Building Products USA Inc. |
100,00 100,00 |
100,00 100,00 |
|||
| Umicore Precious Metals NJ LLC | 100,00 | 100,00 | |||
| Umicore Precious Metal Chemistry USA LLC | 100,00 | 100,00 | |||
| Umicore Precious Metals USA Inc. | 100,00 | 100,00 | |||
| Umicore Marketing Services USA Inc. | 100,00 | 100,00 | |||
| Umicore Optical Materials USA Inc. | 100,00 | 100,00 | |||
| Umicore Shokubai USA Inc, | 60,00 | 60,00 | |||
| Palm Commodities International | 100,00 | 100,00 | |||
| Umicore Technical Materials North America | 100,00 | 100,00 | |||
| F6 Waardering vreemde deviezen Abrasives (Ierland) die de Amerikaanse dollar gebruikt. |
Een gedetailleerde lijst van de Groepsondernemingen met hun adressen zal ingediend worden bij de Nationale Bank van België samen met de jaarrekening. (*) Als gevolg van de integratie van Umicore AG & Co. KG in de geconsolideerde jaarrekening van Umicore en de toelichting van de jaarrekening volgens § 325 HGB (Duitse handelswetgeving) is Umicore AG & Co. KG volgens artikel 264b van de Duitse handelswetgeving vrijgesteld van de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen. Met betrekking tot de belangrijkste gangbare deviezen gebruikt door de geconsolideerde entiteiten en participaties van de Groep zijn de gebruikte koersen voor de omzetting naar de munt waarin de Groep haar fi nancieel verslag opstelt (euro) de hiernavolgende. Alle dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures hebben als functionele waarderingsmunt de munt van het land waarin zij actief zijn, uitgezonderd voor Element Six |
||||
| Slotkoers | Gemiddelde koers | ||||
| 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | ||
| Amerikaanse dollar | USD | 1,379 | 1,214 | 1,328 | 1,329 |
| Britse pond Canadese dollar |
GBP CAD |
0,834 1,467 |
0,779 1,406 |
0,849 1,368 |
0,806 1,466 |
| Zwitserse frank | CHF | 1,228 | 1,202 | 1,231 | 1,215 |
| Japanse yen | JPY | 144,720 | 145,230 | 129,663 | 140,306 |
| Braziliaanse real | BRL | 3,231 | 3,225 | 2,866 | 3,127 |
| Zuid-Afrikaanse rand | ZAR | 14,566 | 14,035 | 12,833 | 14,404 |
| Chinese yuan | CNY | 8,349 | 7,536 | 8,165 | 8,186 |
| Thailandese Baht | THB | 45,178 | 39,910 | 40,830 | 43,147 |
| Zuid-Koreaanse won (100) | KRW | 14,509 | 13,248 | 14,539 | 13,981 |
| Slotkoers | Gemiddelde koers | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | ||
| Amerikaanse dollar | USD | 1,379 | 1,214 | 1,328 | 1,329 |
| Britse pond | GBP | 0,834 | 0,779 | 0,849 | 0,806 |
| Canadese dollar | CAD | 1,467 | 1,406 | 1,368 | 1,466 |
| Zwitserse frank | CHF | 1,228 | 1,202 | 1,231 | 1,215 |
| Japanse yen | JPY | 144,720 | 145,230 | 129,663 | 140,306 |
| Braziliaanse real | BRL | 3,231 | 3,225 | 2,866 | 3,127 |
| Zuid-Afrikaanse rand | ZAR | 14,566 | 14,035 | 12,833 | 14,404 |
| Chinese yuan | CNY | 8,349 | 7,536 | 8,165 | 8,186 |
| Thailandese Baht | THB | 45,178 | 39,910 | 40,830 | 43,147 |
(EUR duizend)
| Corporate & | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Energy | Performance | Niet toe | ||||||
| Toelichting | Catalysis | Materials | Materials | Recycling | gewezen | Eliminaties | Totaal | |
| Totale omzet | 2.020.189 | 825.732 | 1.388.441 | 6.663.286 | 33.020 | -1.111.413 | 9.819.255 | |
| Externe omzet | 1.990.567 | 820.108 | 1.256.605 | 5.718.955 | 33.020 | 9.819.255 | ||
| Omzet tussen segmenten | 29.622 | 5.624 | 131.836 | 944.330 | 0 | -1.111.413 | 0 | |
| Totale inkomsten (zonder | 893.530 | 402.587 | 509.736 | 590.210 | 0 | -6.050 | 2.390.013 | |
| metaal) | ||||||||
| Externe inkomsten | 892.800 | 402.587 | 509.736 | 584.890 | 0 | 2.390.013 | ||
| Inkomsten tussen segmenten | 730 | 5.320 | -6.050 | 0 | ||||
| Bedrijfsresultaat | F9 | 70.728 | 18.662 | 28.598 | 200.042 | -57.503 | 260.527 | |
| Recurrent bedrijfsresultaat | 70.800 | 22.028 | 45.602 | 199.552 | -45.848 | 292.134 | ||
| Niet-recurrent bedrijfsresultaat | -324 | -3.569 | -16.832 | 1.767 | -11.655 | -30.613 | ||
| IAS 39-effect op bedrijfsresultaat | 252 | 203 | -172 | -1.277 | 0 | -994 | ||
| Ondernemingen | ||||||||
| opgenomen volgens de | F9 | 2.962 | 2.702 | -3.709 | 0 | -2.467 | -512 | |
| vermogensmutatiemethode | ||||||||
| Recurrent | 2.534 | 2.702 | 9.064 | 0 | -2.467 | 11.833 | ||
| Niet-recurrent | -49 | 0 | -12.773 | 0 | 0 | -12.822 | ||
| IAS 39-effect | 477 | 0 | 0 | 0 | 0 | 477 | ||
| EBIT | F9 | 73.690 | 21.364 | 24.889 | 200.042 | -59.970 | 0 | 260.015 |
| Recurrente EBIT | 73.334 | 24.730 | 54.666 | 199.552 | -48.315 | 0 | 303.967 | |
| Niet-recurrente EBIT | -373 | -3.569 | -29.605 | 1.767 | -11.655 | 0 | -43.435 | |
| IAS 39-effect op EBIT | 729 | 203 | -172 | -1.277 | 0 | 0 | -517 | |
| Afschrijvingen | F9 | 39.427 | 30.452 | 28.702 | 49.122 | 10.919 | 158.622 | |
| EBITDA | F9 | 113.117 | 51.816 | 53.591 | 249.164 | -49.051 | 0 | 418.637 |
| Recurrente EBITDA | 112.761 | 55.182 | 83.368 | 248.674 | -37.396 | 0 | 462.589 | |
| Geconsolideerd totaal der activa | 1.172.091 | 798.157 | 683.405 | 907.787 | 407.927 | -457.070 | 3.512.297 | |
| Segmentactiva | 1.118.681 | 764.139 | 571.945 | 907.787 | 405.362 | -457.070 | 3.310.843 | |
| Investeringen in geassocieerde | 53.410 | 34.018 | 111.460 | 0 | 2.565 | 0 | 201.454 | |
| ondernemingen | ||||||||
| Geconsolideerd totaal der passiva |
396.070 | 332.953 | 210.786 | 517.347 | 2.512.211 | -457.070 | 3.512.297 | |
| Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar |
F31 | 795.496 | 476.273 | 572.949 | 327.338 | 87.341 | 2.259.397 | |
| Aangewend kapitaal op 30/06 | F31 | 806.703 | 479.141 | 572.031 | 323.290 | 54.939 | 2.236.103 | |
| Aangewend kapitaal op 31/12 | F31 | 809.472 | 470.175 | 504.834 | 397.161 | 51.926 | 2.233.568 | |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester |
F31 | 801.100 | 477.707 | 572.490 | 325.314 | 71.140 | 2.247.750 | |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester |
F31 | 808.088 | 474.658 | 538.433 | 360.226 | 53.433 | 2.234.836 | |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar |
F31 | 804.594 | 476.183 | 555.461 | 342.770 | 62.286 | 2.241.293 | |
| ROCE | F31 | 9,11% | 5,19% | 9,84% | 58,22% | -77,57% | 13,56% | |
| Investeringen | F34 | 84.423 | 64.283 | 29.432 | 87.015 | 14.440 | 279.614 | |
| Totaal O&O | F9 | 81.991 | 16.150 | 10.780 | 18.379 | 13.249 | 140.549 | |
| O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 71.565 | 13.047 | 10.741 | 18.379 | 12.722 | 126.453 | |
| O&O gekapitaliseerd in | ||||||||
| immateriële vaste activa | F34 | 10.427 | 3.103 | 39 | 0 | 527 | 14.096 |
Umicore | Jaarverslag 2014
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| INFORMATIE 2014 PER BUSINESS GROUP | (EUR duizend) | |||||||
| Corporate & | ||||||||
| Energy | Performance | Niet toe | ||||||
| Toelichting | Catalysis | Materials | Materials | Recycling | gewezen | Eliminaties | Totaal | |
| Totale omzet | 2.181.312 | 907.313 | 1.347.271 | 5.203.572 | 30.871 | -841.828 | 8.828.512 | |
| Externe omzet | 2.162.153 | 902.955 | 1.260.569 | 4.471.964 | 30.871 | 8.828.512 | ||
| Omzet tussen segmenten | 19.159 | 4.358 | 86.703 | 731.608 | 0 | -841.828 | 0 | |
| Totale inkomsten | 917.111 | 445.026 | 493.167 | 532.705 | 0 | -7.379 | 2.380.630 | |
| (zonder metaal) | ||||||||
| Externe inkomsten | 916.309 | 445.026 | 492.834 | 526.461 | 0 | 2.380.630 | ||
| Inkomsten tussen segmenten | 802 | 0 | 333 | 6.244 | 0 | -7.379 | 0 | |
| Bedrijfsresultaat | F9 | 73.108 | 33.778 | 41.580 | 132.674 | -53.122 | 228.018 | |
| Recurrent bedrijfsresultaat Niet-recurrent bedrijfsresultaat |
75.529 -1.882 |
34.519 911 |
42.582 -1.719 |
138.697 -5.550 |
-46.002 -7.119 |
245.325 -15.359 |
||
| IAS 39-effect op bedrijfsresultaat | -539 | -1.652 | 717 | -473 | -1.948 | |||
| Ondernemingen | ||||||||
| opgenomen volgens de | F9 | 6.811 | 4.686 | 11.808 | 0 | -2.010 | 21.295 | |
| vermogensmutatiemethode | ||||||||
| Recurrent | 7.024 | 4.686 | 18.644 | 0 | -2.010 | 28.344 | ||
| Niet-recurrent | -211 | 0 | -6.049 | 0 | 0 | -6.260 | ||
| IAS 39-effect | -2 | 0 | -787 | 0 | 0 | -789 | ||
| EBIT | F9 | 79.919 | 38.464 | 53.388 | 132.674 | -55.132 | 0 | 249.313 |
| Recurrente EBIT | 82.553 | 39.205 | 61.226 | 138.697 | -48.012 | 0 | 273.669 | |
| Niet-recurrente EBIT | -2.093 | 911 | -7.768 | -5.550 | -7.119 | -21.619 | ||
| IAS 39-effect op EBIT Afschrijvingen |
F9 | -541 43.192 |
-1.652 34.727 |
-70 27.723 |
-473 51.792 |
11.901 | -2.737 169.335 |
|
| Recurrente afschrijvingen | 42.380 | 34.727 | 27.723 | 51.792 | 11.901 | 168.523 | ||
| EBITDA | F9 | 123.111 | 73.191 | 81.111 | 184.466 | -43.231 | 418.648 | |
| Recurrente EBITDA | 124.933 | 73.932 | 88.949 | 190.489 | -36.111 | 442.192 | ||
| Geconsolideerd totaal der activa | 1.312.315 | 1.046.721 | 746.957 | 816.368 | 476.755 | -547.749 | 3.851.369 | |
| Segmentactiva | 1.251.611 | 1.015.758 | 628.921 | 816.368 | 477.612 | -547.749 | 3.642.522 | |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen |
60.704 | 30.963 | 118.036 | 0 | -857 | 0 | 208.847 | |
| Geconsolideerd totaal der | 462.414 | 439.922 | 236.293 | 523.461 | 2.737.028 | -547.749 | 3.851.369 | |
| passiva | ||||||||
| Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar |
F31 | 809.472 | 470.175 | 504.834 | 397.161 | 51.926 | 2.233.568 | |
| Aangewend kapitaal op 30/06 | F31 | 792.310 | 477.046 | 527.455 | 357.179 | 41.766 | 2.195.757 | |
| Aangewend kapitaal op 31/12 | F31 | 851.378 | 588.931 | 526.285 | 294.600 | 74.119 | 2.335.314 | |
| Gemiddeld aangewend kapitaal | ||||||||
| in eerste semester | F31 | 800.891 | 473.611 | 516.145 | 377.170 | 46.846 | 2.214.663 | |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester |
F31 | 821.844 | 532.989 | 526.870 | 325.890 | 57.943 | 2.265.536 | |
| Gemiddeld aangewend | F31 | 811.368 | 503.300 | 521.507 | 351.530 | 52.394 | 2.240.099 | |
| kapitaal in het jaar ROCE |
F31 | 10,17% | 7,79% | 11,74% | 39,46% | -91,64% | 12,22% | |
| Investeringen | F34 | 59.779 | 45.042 | 28.422 | 58.265 | 10.868 | 202.376 | |
| Totaal O&O | F9 | 83.151 | 17.383 | 10.068 | 20.108 | 12.629 | 143.339 | |
| O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 72.908 | 14.939 | 10.068 | 20.108 | 12.629 | 130.652 | |
| O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa |
F34 | 10.243 | 2.444 | 0 | 0 | 0 | 12.687 |
| (EUR duizend) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| waarvan | Azië/ | Noord | Zuid | |||||
| Toelichting | Europa | Belgïe | Oceanië | Amerika | Amerika | Afrika | Totaal | |
| Totale omzet | 6.881.672 | 258.911 | 1.450.249 | 949.677 | 383.466 | 154.191 | 9.819.255 | |
| Vlottende activa | 905.679 | 415.162 | 325.828 | 137.207 | 56.156 | 9.188 | 1.434.060 | |
| Investeringen | F34 | 167.116 | 106.598 | 84.880 | 17.053 | 9.527 | 1.039 | 279.614 |
| (EUR duizend) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| waarvan | Azië/ | Noord | Zuid | |||||
| Toelichting | Europa | Belgïe | Oceanië | Amerika | Amerika | Afrika | Totaal | |
| Totale omzet | 5.619.440 | 249.904 | 1.558.735 | 1.149.855 | 335.540 | 164.942 | 8.828.512 | |
| Vlottende activa | 943.135 | 412.679 | 380.826 | 161.835 | 59.053 | 8.930 | 1.553.778 | |
| Investeringen | F34 | 123.644 | 66.311 | 53.163 | 15.837 | 8.482 | 1.250 | 202.376 |
De segmentinformatie wordt voorgesteld volgens de industriële activiteiten waarin de Groep actief is zoals hieronder beschreven.
De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten elementen die direct toewijsbaar zijn alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegewezen.
De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op een transferprijs volgens het 'arm's length'-principe. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties worden 'cost plus'- mechanismen gebruikt. Intragroep transacties worden mee opgenomen in omzet en opbrengsten van elk segment. Deze hebben vooral te maken met recyclagediensten en -verkopen van geraffi neerd metaal aan andere groepssegmenten en zijn van belang om de prestaties van de betrokken segmenten correct in te schatten. Omdat deze transacties niet als externe verrichtingen kunnen beschouwd worden, worden ze op Groepsniveau geëlimineerd, om zodoende een nettocijfer weer te geven.
De Groep is georganiseerd in de volgende segmenten voor rapportering:
Het segment bestaat uit de business units Automotive Catalysts en Precious Metals Chemistry. Hun activiteiten richten zich op de ontwikkeling en productie van katalysatorformuleringen en -systemen die worden gebruikt om de uitstoot van verbrandingsmotoren te verminderen, evenals in chemische en life science toepassingen. Dit segment omvat de joint venture Ordeg.
Het segment bestaat uit de business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials, Rechargeable Battery Materials en Thin Film Products. Deze units ontwikkelen en produceren materialen die vooral gebruikt worden in energie-opslag (oplaadbare batterijen) en de productie van groene energie. Het raffi neren van metalen gebruikt in deze toepassingen en afkomstig uit secundaire bronnen behoort ook tot de activiteiten van deze eenheden. Dit segment omvat de geassocieerde ondernemingen beLife, beLife intermediates, Ganzhou Yi Hao Umicore Industries en Jiangmen Chancsun Umicore Industry. Umicore kocht de resterende 52% van Todini op 30 december 2014.
Het segment bestaat uit de business units Building Products, Electroplating, Platinum Engineered Materials, Technical Materials en Zinc Chemicals. Deze units ontwikkelen en produceren functionele materialen die voornamelijk worden gebruikt in decoratieve, elektronische, elektrische, hoogzuiver glas en bouwtoepassingen. De Zinc Chemicals business unit recycleert ook secundaire zinkproducten om in een deel van haar bevoorrading te voorzien. Het segment omvat ook Umicore's deelneming in Element Six Abrasives Rezinal en Ieqsa.
Het segment bestaat uit de business units Precious Metals Refi ning, Jewellery & Industrial Metals, Precious Metals Management en Battery Recycling. Hun activiteiten richten zich op de recyclage van producten die het einde van hun levenscyclus bereikt hebben en de raffi nage van industriële afvalstromen die edele en speciale metalen bevatten.
Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de gecentraliseerde activiteiten in onderzoek en ontwikkeling en in de innovatie activiteiten. Deze bevatten ook het ontwikkelingsprogramma voor brandstofcellen, met ondermeer de joint ventures Solvicore GmbH en Solvicore Management GmbH.
Deze toelichting refereert enkel naar voortgezette activiteiten, met uitzondering van de balanscijfers. In de secundaire segmentinformatie worden voor de vaste activa de langetermijninvesteringen, de langetermijnleningen, de langetermijnvorderingen, uitgestelde belastingactiva en de activa voor personeelsvoordelen niet opgenomen, conform IFRS 8. De prestaties van de segmenten wordt geëvalueerd door het hoogste operationele beslissingsorgaan waarbij de evaluatie voornamelijk gebeurt op basis van de recurrente EBIT/operationeel resultaat. Zoals afgeleid kan worden uit bovenstaande tabel, wordt het verschil tussen het recurrente operationeel resultaat en de totale operationeel resultaat in de resultatenrekening verklaard door het niet-recurrente operationeel resultaat en de IFRS 39- effecten waarvoor de defi nities worden weergeven in de toelichting.
Geassocieerde ondernemingen zijn toegewezen aan de segmenten waarbij zij vanuit een marktperspectief het nauwst aansluiten.
| Umicore Jaarverslag 2014 | |
|---|---|
| F8 Bedrijfsacquisities | (EUR duizend) |
| Toelichting | Reële waarde |
| Immateriële vaste activa | 13.164 |
| Materiële vaste activa | 4.782 |
| Andere vaste activa | 66 |
| Vaste activa | 18.013 |
| Voorraden | 21.590 |
| Handels- en overige vorderingen | 34.159 |
| Terug te vorderen belastingen | 2.596 |
| Kas en kasequivalenten | 5.503 |
| Vlottende activa | 63.849 |
| Uitgestelde belastingpassiva | 3.519 |
| Voorzieningen voor leefmilieu | 753 |
| Verplichtingen op meer dan één jaar | 4.272 |
| Financiële schulden | 23.783 |
| Te betalen belastingen | 5.355 |
| Handels- en overige schulden | 17.931 |
| Verplichtingen op ten hoogste één jaar | 47.069 |
| Netto verworven activa | 30.522 |
| Goodwill F15 |
32.477 |
| Meerwaarde op fi nanciële deelnemingen | 14.152 |
| Boekwaarde van de fi nanciële deelnemingen | 8.183 |
| Aankoopprijs | -40.664 |
| Aandeel van de Groep in aankoopprijs | -40.664 |
| Netto verworven kas en kasequivalenten | 5.503 |
| Netto bestede kasmiddelen voor dochterondernemingen | -35.160 |
Op 11 augustus 2014 kocht Umicore de activiteiten en activa van CP Chemicals in Wickliffe, Ohio. CP Chemicals raffi neert en recycleert secundaire materialen die kobalt en nikkel bevatten (zoals restafval van superlegeringen) en zet die om in chemische stoffen voor de katalyse en petrochemische raffi nagesectoren. CP Chemicals recycleert ook rhenium uit superlegeringen in turbineschoepen die gebruikt worden in de luchtvaartindustrie. De activiteit wordt voor 100% geïntegreerd in de Cobalt & Specialty Materials (CSM) business unit van Umicore. Met die overname kan Umicore in Noord-Amerika nieuwe kobalt- en nikkelrecyclagecapaciteit opstarten die haar bestaande productactiviteit zal bevoorraden. Dit sluit aan bij Umicore's algemene strategie om de kringloop te sluiten en bij de strategie van de business unit om zijn positie in de waardeketen van kobalt en nikkel te versterken, van recyclage over transformatie tot distributie. Door de aankoop van CP Chemicals heeft Umicore ook de gepatenteerde technologie verworven om rhenium te raffi neren alsook de toegang tot de hiertoe gerelateerde know-how. Door die acquisitie heeft Umicore toegang verworven tot de luchtvaartindustrie en is ze in staat om een kringloop oplossing aan te bieden voor scraps van harde metalen en materialen op het einde van hun levensduur. De waarde van de intellectuele eigendom met betrekking tot de rhenium raffi nage in de openingsbalans bedraagt 4 miljoen USD. Dit bedrag werd berekend gebruik makend van een verdisconteerd kasstroommodel. Geen goodwill werd toegekend voor de acquisitie omdat de netto actiefwaarde overeenstemde met de totale aankoopprijs van 8,1 miljoen USD. Vanaf de opname in de geconsolideerde jaarrekening bedraagt het netto-resultaat voor de periode in 2014 een verlies van EUR 1,3 miljoen (inclusief bepaalde integratiekosten). Het is niet gebruikelijk om de resultaten over 12 maanden van een nieuwe acquisitie weer te geven.
Op 30 december 2014 kocht Umicore het resterend aandeel van 52% in Todini and Co (Italië). Dit brengt het aandeel van Umicore in het bedrijf op 100%. Umicore en de Todini Group spa werken sinds 2005 samen in een joint venture die zich toespitst op de verdeling in Europe van chemische producten zoals metaalzouten en niet-ijzerhoudende metaaloxides. Todini and Co is gebaseerd in Monza, Italië, en heeft zes dochterbedrijven buiten Italië. Het is een Europese leider in de distributie van industriële chemische producten. Haar klanten zijn werkzaam in heel wat industriële sectoren waaronder oppervlaktebehandeling, pigmenten, glas en keramiek en dierenvoeders. Todini and Co maakt sindsdien deel uit van Umicore's business unit Cobalt & Specialty Materials en zal Umicore toelaten haar distributieactiviteiten verder uit te breiden en haar aanvoerketen van ruwe materialen naar de eindgebruiker te verstevigen. Door de acquisitie behoudt Umicore een directe toegang tot de industriële en eindgebruikersmarkt.
De waarde van die klantenportefeuille werd berekend gebruik makend van een verdisconteerd kasstroommodel. Deze waarde werd opgenomen in de openingsbalans voor een bedrag van EUR 10 miljoen. In de toekomst wil de business unit Cobalt & Specialty Materials verdere synergiën halen uit de distributieactiviteiten zoals Palm Commodities International (VSA) en Umicore Metalle & Oberfl achen (Duitsland).
De netto-actief waarde van Todini in de openingsbalans loopt op tot 24,4 miljoen en een goodwill van 32,5 werd opgenomen. Op de historische boekwaarde van de bestaande participatie van 48% werd een meerwaarde geboekt ten belope van EUR 14,2 miljoen. De bijdrage van Todini en Co (EUR 5 miljoen aan de recurrente EBIT van Umicore) in de resultaten van 2014 werd verder getoond volgens de vermogensmutatiemethode.
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN | (EUR duizend) | |
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| Verkopen | 9.717.176 | 8.742.158 |
| Diensten | 102.079 | 86.354 |
| Omzet (1) | 9.819.255 | 8.828.512 |
| Andere bedrijfsopbrengsten (2) | 76.232 | 56.429 |
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 9.895.487 | 8.884.941 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (3) | -8.344.694 | -7.387.423 |
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | -707.151 | -702.767 |
| Afschrijvingen op vaste activa | -158.622 | -169.335 |
| Waardeverinderingen op vaste activa | -11.392 | -18.921 |
| Voorraden en voorziening voor dubieuze debiteuren | 151 | 6.070 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (4) | -169.862 | -182.187 |
| Diensten en uitbestede raffi nage en productiekosten | -380.095 | -365.811 |
| Royalties, licenties, consultancy en commissies | -23.665 | -28.733 |
| Andere bedrijfskosten | -4.878 | -8.552 |
| Toevoegingen / Afname aan voorzieningen | -20.820 | -12.118 |
| Besteding van voorzieningen | 21.217 | 21.814 |
| Minwaarden bij de realisatie van activa | -2.938 | -909 |
| Andere bedrijfskosten (5) | -411.179 | -394.307 |
| BEDRIJFSKOSTEN | -9.632.886 | -8.666.684 |
1) Diensten omvatten voornamelijk inkomsten uit maaklooncontracten.
2) Andere bedrijfsopbrengsten bevatten voornamelijk de herfacturatie van kosten aan derden (EUR 23,7 miljoen), operationele subsidies (EUR 7,6 miljoen), royalty's en licentievergoedingen voor EUR 7,6 miljoen, EUR 1,9 miljoen die voortkomen uit emmissierechten, EUR 0,9 miljoen van uitkeringen in verzekeringsdossiers, EUR 0,6 miljoen voor de verkoop van activa en EUR 1,8 miljoen van gerecupereerde belastingen.
3) Verbruikte grondstoffen en hulpstoffen omvatten water, gas en elektriciteit voor EUR 89,8 miljoen in 2014 (EUR 91,2 miljoen in 2013).
4) De in het resultaat opgenomen afwaarderingen van de vaste activa werden naar het niet-recurrente resultaat getransfereerd. Deze zijn hoofdzakelijk het gevolg van aanpassingen van de productie in verschillende business units.
5) Belastingen, andere dan inkomensbelastingen die zijn inbegrepen in de andere bedrijfskosten, bedragen EUR 19,0 miljoen (EUR 17,1 miljoen in 2013).
| O&O-UITGAVEN | (EUR duizend) | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2013 | 2014 | |
| O&O opgenomen in 'andere bedrijfskosten' | 126.453 | 130.652 | |
| O&O gekapitaliseerd in immateriële vase activa | F14 | 14.096 | 12.687 |
| Totale O&O-uitgaven | 140.549 | 143.339 |
De totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling bedroegen EUR 143,3 miljoen in de volledig geconsolideerde fi lialen. Het deel van de rechtstreeks in overige operationele kosten opgenomen O&O-inspanningen beloopt EUR 130,7 miljoen.
De niet-recurrente elementen hadden een negatieve impact van EUR 21,6 miljoen op de EBIT. Herstructureringskosten hebben voornamelijk betrekking op de sluiting van Element Six Abrasives' productiefaciliteit in Robertsfors, Zweden, kostenbesparende maatregelen in Corporate en ondersteunende functies en aanpassingen van de productie in verschillende business units.
Terugboeking van waardeverminderingen op permanent vaste metaalvoorraden hadden een positieve impact van EUR 8 miljoen, terwijl bijkomende milieuvoorzieningen verbonden aan de sanering van historische vervuiling EUR 7 miljoen bedroegen. De impact van de niet-recurrente kosten op het nettoresultaat (aandeel van de Groep) bedroeg EUR 21,9 miljoen.
Andere niet-recurrente elementen hebben betrekking op de meerwaarde op de fi nanciële deelnemingen (zie toelichting F8 over acquisities) en tot verschillende bijzondere waardeverminderingen op onder andere leningen (zie toelichting F18 over fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop en leningen).
De IAS 39-boekhoudregels hadden een negatief effect van EUR 2,7 miljoen op EBIT, en een negatief effect van EUR 0,6 miljoen op het nettoresultaat (aandeel van de Groep alleen). Dit bedrag heeft te maken met tijdsverschillen in het boeken van opbrengsten, zoals opgelegd door IFRS, die vooral op de transactionele en structurele indekking van deviezen en metalen betrekking hebben. Alle IAS 39-effecten hebben inherent geen impact op kasstromen.
| BEZOLDIGINGEN EN AANVERWANTE VOORDELEN | (EUR duizend) | |
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen | -515.260 | -515.449 |
| Overige personeelskosten | -28.311 | -27.327 |
| Tijdelijk personeel | -11.867 | -12.249 |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | -4.337 | -3.598 |
| Bezoldigingen | -559.775 | -558.623 |
| Werknemersbijdragen | -113.794 | -113.930 |
| Bijdragen aan 'te bereiken doel' -plannen | -11.411 | -13.029 |
| Bijdragen tot pensioenplannen met een vaste bijdrage | -16.712 | -16.032 |
| Vrijwillige bijdragen van de werkgever - andere | -3.662 | -3.509 |
| Pensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan begunstigden | -4.220 | -3.826 |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen (- toevoegingen / + bestedingen en terugnemingen) | 2.420 | 6.180 |
| Pensioenen en andere personeelsvorrdelen | -33.585 | -30.216 |
| BEZOLDIGINGEN EN AANVERWANTE VOORDELEN | -707.151 | -702.767 |
| 2013 | 2014 | |
|---|---|---|
| Kaderleden | 1.901 | 1.908 |
| Niet-kaderleden | 8.392 | 8.371 |
| Totaal | 10.293 | 10.279 |
Umicore | Jaarverslag 2014
| Umicore Jaarverslag 2014 | |||
|---|---|---|---|
| OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN | (EUR duizend) | ||
| Toelichting | 2013 | 2014 | |
| Aantal toegekende aandelenopties | F28 | 589.250 | 623.875 |
| Waarderingsmodel | Present Economic Value | ||
| Veronderstelde volatiliteit (% pa) | 25,00 | 20,00 | |
| Risicovrije interestvoet (% pa) | 0,83 | 0,80 | |
| Verhoging dividend (% pa) | 0,10 | 0,10 | |
| Vertrekkans voor het verwerven van recht op uitoefening (% pa) | NA | NA | |
| Vertrekkans na het verwerven van recht op uitoefening (% pa) | 10,00 | 10,00 | |
| Minimale winstdrempel (% pa) | 30,00 | 30,00 | |
| Populatiedeel dat uitoefent bij het overschrijden van de minimale winstdrempel | 100,00 | 100,00 | |
| Reële waarde per toegekend instrument op toekenningsdatum (EUR) | 5,80 | 4,25 | |
| Totale reële waarde van de toegekende opties | 3.416 | 2.654 | |
| 2.900 aandelen aan 36,725 EUR | 107 | ||
| 19.000 aandelen aan 36,36 EUR | 691 | ||
| 3.400 aandelen aan 36,185 EUR | 123 | ||
| 3.400 aandelen aan 32,98 EUR | 112 | ||
| 21.000 aandelen aan 31,595 EUR | 664 | ||
| 4.834 aandelen aan 34,66 EUR | 168 | ||
| Totaal reële waarde van de toegekende aandelen | 920 | 944 | |
| OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN | 4.337 | 3.598 |
De Groep heeft gedurende het lopende jaar een last van EUR 3.598 duizend op aandelen gebaseerde vergoedingen erkend.
Het deel van deze onkosten met betrekking tot aandelenoptieplannen is berekend door een externe actuaris, die gebruik maakt van het 'Present Economic Value'-model dat rekening houdt met alle kenmerkende elementen van het aandelenoptieplan en de volatiliteit van het onderliggende aandeel. De volatiliteit is berekend op basis van de historische volatiliteit van de aandeelhoudersvergoeding gespreid over verschillende gemiddelde periodes en verschillende voorwaarden. Er zijn geen andere marktomstandigheden meegenomen in de basis voor de berekening van de reële marktwaarde.
Het deel vrije aandelen in de kost wordt gewaardeerd aan de marktprijs van de aandelen op de dag van de toekenning. In 2014 werden aandelen aan het topmanagement toegekend, wat resulteerde in een last van EUR 944 duizend.
De kortingen die de autoriteiten aan Umicore België toekennen op de bijdragen voor sociale zekerheid, die betrekking hebben op premies voor ploegwerk, overuren en O&O, worden opgenomen in de globale kost van sociale zekerheidsbijdragen onder deze toelichting.
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| Interestbaten | 4.004 | 3.116 |
| Interestlasten | -6.613 | -6.379 |
| Actualisatie van voorzieningen | -8.601 | -9.402 |
| Wisselkoersverliezen en -winsten | -8.131 | -6.556 |
| Andere fi nanciële baten | 328 | 555 |
| Andere fi nanciële lasten | -3.838 | -6.047 |
| Totaal | -22.851 | -24.712 |
De netto-interestlasten in 2014 bedroegen EUR 3.263 duizend. De netto-intrestlasten bleven stabiel op een laag niveau omdat de gewogen gemiddelde rentevoet verder daalde naar 1,56%.
De actualisatie van voorzieningen op meer dan één jaar heeft voornamelijk betrekking op personeelsvoordelen en in mindere mate op voorzieningen voor leefmilieu. De omvang van dit bedrag wordt beïnvloed door de huidige waarde van de verplichtingen. De verdisconteringvoet, de uitbetaling en de toevoeging van nieuwe verplichtingen op meer dan één jaar beïnvloeden op hun beurt deze huidige waarde. De meeste van die actualisatieresultaten in 2014 zijn geboekt in België, Duitsland en Frankrijk.
Wisselkoersresultaten omvatten de gerealiseerde wisselkoersresultaten en de niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op monetaire activa en passiva ten opzichte van de slotkoers van het boekjaar. Deze omvatten ook de reële waardewinsten en -verliezen van overige fi nanciële instrumenten (zie toelichting F33).
Andere fi nanciële kosten betreffen toegestane betalingskortingen, bankkosten en andere fi nanciële bijdragen.
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| Meerwaarden en minwaarden op de verkoop van fi nanciële participaties | 964 | 155 |
| Meerwaarde op fi nanciële deelnemingen | 14.152 | |
| Ontvangen dividenden | 918 | 131 |
| Interesten van fi nanciële activa | 9 | 48 |
| Bijzondere waardeverminderingen op fi nanciële participaties | -3.965 | -4.723 |
| Totaal | -2.074 | 9.763 |
De resultaten van de bijzondere waardeverminderingen op fi nanciële activa bevatten hoofdzakelijk de bijzondere waardeverminderingen op de leningen verschaft aan joint ventures. De meerwaarde op fi nanciële deelnemingen heeft betrekking tot the waardewinsten die gerealiseerd werden op de bestaande 48% van de aandelen in Todini (zie toelichting F8 Bedrijfsacquisities).
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||
|---|---|---|
| F13 Belastingen | ||
| (EUR duizend) | ||
| 2013 | 2014 | |
| INKOMSTENBELASTING | ||
| Opgenomen in de resultatenrekening | ||
| Belastingen op het resultaat | -63.490 | -51.310 |
| Uitgestelde belastingkost (opbrengst) | 11.104 | 4.804 |
| Totale belastingen | -52.386 | -46.506 |
| VERBAND TUSSEN DE BELASTINGSKOST (OPBRENGST) EN HET BOEKHOUDKUNDIG RESULTAAT | ||
| Bedrijfsresultaat | 260.526 | 228.019 |
| Netto fi nanciële kosten | -22.851 | -24.712 |
| Resultaat voor belasting van volledige geconsolideerde participaties | 237.676 | 203.307 |
| Gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet (%) | -30,33 | -29,31 |
| Belastingen berekend aan de gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet | -72.077 | -59.597 |
| Aanpassingen | ||
| Verworpen uitgaven | -11.825 | -11.495 |
| Vrijgestelde inkomsten | 5.134 | 15.565 |
| Vrijgestelde dividenden van geconsolideerde en geassocieerde ondernemingen | -331 | -1.496 |
| Winsten en verliezen belast tegen verlaagd tarief | 0 | 0 |
| Fiscale aftrekbare stimuli | 31.723 | 25.751 |
| Belastingen berekend op andere basis | -886 | -1.457 |
| Aanwending van voordien niet geboekte fi scale verliezen | 12.350 | 2.730 |
| Waardevermindering van fi scale uitgestelde activa | -11.019 | -7.971 |
| Verandering in toepasbare aanslagvoet | 484 | 20 |
| Fiscale vrijstellingen | 1.068 | 1.805 |
| Andere belastingkredieten (met uitzondering van de kredieten m.b.t. onderzoek & ontwikkeling) | 1.137 | 1.715 |
| Niet imputeerbare buitenlandse voorheffi ngen | -5.023 | -5.012 |
| Correcties met betrekking tot voorgaand boekjaar | -7.038 | -7.717 |
| Diverse | 3.916 | 654 |
| Belastingskost voor het jaar aan het werkelijke belastingstarief | -52.386 | -46.506 |
De theoretische gewogen gemiddelde aanslagvoet van de Groep is geëvolueerd van 30,33% in 2013 naar 29,31% in 2014.
De invloed van de niet-recurrente uitgestelde belastingen en van de uitgestelde belastingen op de IAS 39-impact buiten beschouwing gelaten, bedroeg het effectieve recurrente belastingtarief voor 2014 21,8%. Dit is vergelijkbaar met de 21,3% in 2013.
(EUR duizend) Geactiveerde ontwikkelingskosten Concessies, octrooien, licenties, enz. Software CO2 emissie rechten Andere immateriele vaste activa Totaal Begin van het vorige boekjaar Brutowaarde 58.959 12.889 122.068 9.522 10.568 214.006 Gecumuleerde afschrijvingen -8.552 -10.368 -84.169 -3.679 -5.684 -112.452 Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar 50.407 2.521 37.898 5.843 4.884 101.554 . Aankoop door bedrijfsacquisities 2.861 2.861 . Toevoegingen 14.096 11 5.673 2.617 4.291 26.689 . Verkopen 0 0 0 -64 -64 . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') -9.869 -446 -8.746 -99 -19.159 . Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') -859 0 -34 -549 0 -1.442 . Terugneming van geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') 0 0 -569 0 -569 . Emissierechten 1.574 1.574 . Omrekeningsverschillen -676 -36 -688 0 -172 -1.572 . Andere wijzigingen 716 0 1.101 0 -1.917 -100 Per einde van het vorige boekjaar 53.816 2.050 35.205 8.916 9.787 109.775 Brutowaarde 72.853 12.792 126.578 11.325 15.559 239.108 Gecumuleerde afschrijvingen -19.037 -10.742 -91.373 -2.409 -5.772 -129.333 Nettoboekwaarde begin van het boekjaar 53.816 2.050 35.205 8.916 9.787 109.775 . Aankoop door bedrijfsacquisities 133 19 0 13.012 13.164 . Toevoegingen 12.687 127 4.655 0 6.793 24.261 . Verkopen -3 -607 -5 -615 . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') -12.557 -427 -8.116 0 -846 -21.946 . Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') -2.781 0 -13 0 -14 -2.808 . Terugneming van geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') 800 800 . Emissierechten 1.058 1.058 . Omrekeningsverschillen 1.111 76 433 0 1.081 2.701 . Andere wijzigingen -6.986 25 3.964 0 2.342 -655 Per einde van het boekjaar 45.290 1.983 36.144 10.168 32.150 125.737 Brutowaarde 77.937 13.258 133.140 10.736 38.786 273.857 Gecumuleerde afschrijvingen -32.646 -11.275 -96.996 -567 -6.636 -148.121 Nettoboekwaarde 45.290 1.983 36.144 10.168 32.150 125.737
De lijn 'Toevoegingen' bevat voor het grootste deel geactiveerde kosten voor de ontwikkeling van nieuwe informaticasystemen en geactiveerde interne ontwikkelingskosten. EUR 14,5 miljoen is gerealiseerd door eigen productie. Hiervan zijn EUR 12,4 miljoen ontwikkelingskosten.
In de andere immateriële vaste activa omvat de lijn 'Aankoop door bedrijfsacquisities' hoofdzakelijk de klantenportfolio aangeworven in Todini (Italië) en de waarde van intellectuele eigendom verworven in Umicore Specialty Materials Recycling (VS).
Umicore | Jaarverslag 2014
| Umicore Jaarverslag 2014 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| De lijn 'Andere wijzigingen' bevat vooral de overdrachten tussen immateriële activa in aanbouw (geboekt onder overige immateriële activa) en de andere categorieën van immateriële activa. |
|||||
| Er zijn geen hypotheken of beperkingen op de eigendom van de immateriële vaste activa dan deze vermeld in toelichting F35. | |||||
| F15 Goodwill | |||||
| 31/12/2013 | (EUR duizend) 31/12/2014 |
||||
| Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar | |||||
| Brutowaarde | 101.353 | 115.788 | |||
| Gecumuleerde afschrijvingen | -2.005 | -7.313 | |||
| Nettoboekwaarde begin van het boekjaar | 99.348 | 108.475 | |||
| . Aankoop door bedrijfsacquisities . Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen |
18.071 | 32.477 | |||
| en bijzondere waardeverminderingen') | -5.958 | -4.142 | |||
| . Omrekeningsverschillen | -2.986 | 3.526 | |||
| . Andere wijzigingen | |||||
| Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar | 108.475 | 140.336 | |||
| Brutowaarde Gecumuleerde afschrijvingen |
115.788 -7.313 |
152.402 -12.066 |
|||
| Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar | 108.475 | 140.336 | |||
| Deze tabel bevat enkel de goodwill gerelateerd aan integraal geconsolideerde ondernemingen. De goodwill met betrekking tot ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt besproken in toelichting F17. |
|||||
| De wijziging van de periode houdt verband met de nieuwe goodwill toegewezen aan de overname van de resterende 52% van Todini (uitgelegd in toelichting F8), aan de bijzondere waardeverminderingen in de entiteiten in Liechtenstein en India en aan wisselkoersverschillen. |
|||||
| De goodwill werd als volgt aan de segmenten toegewezen: | |||||
| (EUR duizend) | |||||
| Energy | Performance | ||||
| Catalysis | Materials | Materials | Recycling | Totaal | |
| 31/12/2013 31/12/2014 |
37.062 37.074 |
44.185 77.851 |
8.922 7.062 |
18.306 18.349 |
108.475 140.336 |
| (EUR duizend) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Totaal | |
| 31/12/2013 | 37.062 | 44.185 | 8.922 | 18.306 | 108.475 |
Jaarlijks wordt door het management geverifi eerd of de goodwill aan enige waardevermindering is blootgesteld, in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting F2. De recupereerbare waarde van de kasstroomgenererende entiteiten waaraan goodwill werd toegekend, werd bepaald met een berekening van de waarde-in-gebruik gebaseerd op een 'discounted cash-fl ow'-model en vertrekkende van de operationele plannen van de Groep die vijf jaar vooruit kijken. Voor macro-economische parameters zoals deviezen- en metaalkoersen worden in deze test de op dat ogenblik geldende marktvoorwaarden gehanteerd. Het in 2014 opgestelde model was gebaseerd op een gemiddelde aanslagvoet van 25% (ook 25% in 2013) voor de inkomstenbelasting en een gemiddelde gewogen kapitaalkost na belastingen van 8,5% (zoals in 2013). Deze ratio's sluiten aan bij de verwachtingen van de evolutie van de effectieve belastingvoet en de kapitaalstructuur van de Groep. De terminale waarde in het discounted cash-fl ow model is gebaseerd op een perpetuele groei van gemiddeld 2% (zoals in 2013). De infl atiepercentages zijn gebaseerd op de indicaties van nationale en internationale instellingen, zoals de NBB en de ECB.
Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel materiële vaste activa in aanbouw en voorafbetalingen Totaal Begin van het vorige boekjaar Brutowaarde 691.172 1.473.474 186.519 30.379 117.070 2.498.615 Gecumuleerde afschrijvingen -370.164 -1.061.879 -128.099 -26.204 -1.586.346 Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar 321.008 411.595 58.420 4.174 117.070 912.268 aankoop door bedrijfsacquisities 2.872 2.872 . Toevoegingen 7.886 36.030 10.077 187 212.610 266.790 . Verkopen -2.223 -810 -884 -74 -2.661 -6.653 . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') -28.341 -93.751 -16.829 -553 -139.474 . Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrij vingen en bijzondere waardeverminderingen') -2.893 -454 -54 0 -3.402 . Omrekeningsverschillen -9.233 -16.149 -2.362 -559 -5.487 -33.790 . Andere wijzigingen 40.967 96.666 10.964 460 -149.105 -49 Per einde van het vorige boekjaar 327.171 435.999 59.332 3.633 172.427 998.563 waarvan leasing 1.447 0 82 1.529 Brutowaarde 715.044 1.528.248 192.939 29.965 172.427 2.638.623 Gecumuleerde afschrijvingen -387.874 -1.092.249 -133.606 -26.332 -1.640.060 Nettoboekwaarde begin van het boekjaar 327.171 435.999 59.332 3.633 172.427 998.563 . Aankoop door bedrijfsacquisities 753 3.819 210 4.782 . Toevoegingen 26.348 25.838 8.718 378 129.513 190.797 . Verkopen -313 -1.154 -774 4 -1.016 -3.253 . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') -30.311 -100.733 -18.010 -246 -149.301 . Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') -2.704 -8.116 -530 -11.350 . Omrekeningsverschillen 9.181 13.426 694 178 7.601 31.080 . Andere wijzigingen 33.265 104.317 12.063 -1.852 -147.376 418 Per einde van het boekjaar 363.390 473.396 61.703 2.095 161.150 1.061.735 waarvan leasing 1.312 77 1.389 Brutowaarde 784.638 1.644.985 205.446 27.140 161.150 2.823.358 Gecumuleerde afschrijvingen -421.248 -1.171.589 -143.742 -25.045 -1.761.624 Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 363.390 473.396 61.703 2.095 161.150 1.061.735
(EUR duizend)
Vaste activa
Overige
Leasing Brutowaarde 2.406 59 144 2.609 Gecumuleerde afschrijvingen -1.094 -59 -66 -1.220 Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 1.312 0 77 0 0 1.389
De niet-onderhoudsgerelateerde toevoegingen aan de materiële vaste activa zijn vooral gelinkt aan de groeiprojecten van Umicore. In het segment Recycling werd de eerste fase in de investering om de capaciteit in Hoboken uit te breiden succesvol beëindigd. In het segment Catalysis waren de investeringen gelinkt aan de verhoging van de capaciteit in katalysatoren voor zware dieselvoertuigen en personenwagens. In het segment Energy Materials werd de investering in de verhoging van de capaciteit in de productie van kathodematerialen in Korea en China beëindigd.
De lijn 'Aankoop door bedrijfsacquisities' bevat voornamelijk de materële vaste activa die werd aangekocht van CP Chemicals in Wickliffe (VS).
De lijn 'Andere wijzigingen' bevat voornamelijk de overdrachten van materiële vaste activa in aanbouw naar de andere categorieën van materiële vaste activa.
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendomsrechten op de materiële vaste activa, uitgezonderd diegene vermeld in toelichting F35.
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||
|---|---|---|---|---|
| F17 Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | ||||
| De deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode bestaan uit de volgende dochterondernemingen of joint ventures: | ||||
| DEELNEMINGEN OPGENOMEN VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE | ||||
| Functionele | Deelnemings | Deelnemings | ||
| Land | waarderingsmunt | percentage | percentage | |
| 2013 | 2014 | |||
| GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN | ||||
| Ganzhou Yi Hao Umicore Industries | China | CNY | 40,00 | 40,00 |
| IEQSA | Peru | PEN | 40,00 | 40,00 |
| Element Six Abrasives | Luxemburg | USD | 40,22 | 40,22 |
| Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co., Ltd. Todini |
China Italië |
CNY EUR |
40,00 48,00 |
40,00 100,00* |
| JOINT VENTURES | ||||
| Ordeg | Zuid-Korea | KRW | 50,00 | 50,00 |
| Rezinal | België | EUR | 50,00 | 50,00 |
| SolviCore GmbH & Co KG | Duitsland | EUR | 50,00 | 50,00 |
| SolviCore Management GmbH | Duitsland | EUR | 50,00 | 50,00 |
| BeLife | België | EUR | 49,00 | 49,00 |
| BeLife intermediate | België | EUR | 51,00 | 51,00 |
| * Umicore verwierf op 30 december de resterende 52% van Todini. Het resultaat van 2014 neemt enkel de 48% in beschouwing. Meer informatie kan in toelichting F8 gevonden worden. | ||||
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden weergegeven gebruik makend van de vermogensmutatiemethode en vertegenwoordigen ongeveer 5% van het geconsolideerde balanstotaal. Umicore heeft geen individuele materiële investeringen in geassocieerde ondernemingen. Rekening houdend met de doelstellingen van de vereisten uit IFRS 12, is Element Six Abrasives de belangrijkste geassiocieerde onderneming. Umicore heeft 40,22% van de aandelen. Element Six is een synthetische diamant supermaterialengroep, die onderdeel uitmaakt van de 'De Beers' groep. De groep werkt wereldwijd met productiefaciliteiten in China, Ierland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten van Amerika en Zuid-Afrika. Element Six is een winstgevende groep die positieve kastromen genereert en een stabiel recurrent dividend oplevert voor Umicore. De functionele munt van de groep is de USD. Umicore is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur en in het Auditcomité van Element Six Abrasives. Umicore kan hierdoor haar belang in de geassocieerde onder neming beschermen. Buiten haar aandeel in het kapitaal heeft Umicore geen verdere verplichtingen, garanties of engagementen die voorspruiten uit het aandeelhouderschap in deze geassocieerde onderneming. Niet recurrente resultaten en materiële voorwaardelijke vorderingen met betrekking tot Element Six Abrasives, voor zover die bestaan, staan apart vermeld in de betrekkelijke relevante hoofdstukken van het jaarverslag van Umicore. |
||||
| (EUR duizend) | ||||
| Nettoboekwaarde | Goodwill | Totaal | ||
| Begin van het boekjaar | 155.001 | 46.390 | 201.390 | |
| . Perimeterwijzigingen | -7.699 | -484 | -8.183 | |
| . Kapitaalsverhoging . Resultaat van het boekjaar |
180 21.294 |
180 21.294 |
||
| . Dividenden | -16.851 | -16.851 | ||
| . Bewegingen in overige reserves | -1.605 | -1.605 | ||
| . Omrekeningsverschillen | 11.909 | 715 | 12.624 | |
| . Andere wijzigingen | -2 | -2 | ||
| Per einde van het boekjaar | 162.226 | 46.622 | 208.846 | |
| waarvan joint ventures | 66.065 | 355 | 66.420 |
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Nettoboekwaarde | Goodwill | Totaal | |
| Begin van het boekjaar | 155.001 | 46.390 | 201.390 |
| . Perimeterwijzigingen | -7.699 | -484 | -8.183 |
| . Kapitaalsverhoging | 180 | 180 | |
| . Resultaat van het boekjaar | 21.294 | 21.294 | |
| . Dividenden | -16.851 | -16.851 | |
| . Bewegingen in overige reserves | -1.605 | -1.605 | |
| . Omrekeningsverschillen | 11.909 | 715 | 12.624 |
| . Andere wijzigingen | -2 | -2 | |
| Per einde van het boekjaar | 162.226 | 46.622 | 208.846 |
Het deel van Umicore in de totale balans en resultatenrekening van de geassocieerde ondernemingen zou het volgende geweest zijn:
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 31/12/13 | 31/12/14 | |
| Activa | 220.395 | 246.127 |
| Schulden | 109.314 | 131.380 |
| Omzet | 277.239 | 311.510 |
| Nettoresultaat | 1.426 | 17.707 |
Het deel van Umicore in de totale balans van de joint ventures zou het volgende geweest zijn:
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 31/12/13 | 31/12/14 | |
| Vlottende activa | 90.529 | 105.426 |
| Vaste activa | 27.158 | 32.272 |
| Vlottende passiva | 44.369 | 59.072 |
| Vaste passiva | 7.279 | 6.858 |
Het deel van Umicore in de resultatenrekening van de joint ventures zou het volgende geweest zijn:
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 31/12/13 | 31/12/14 | |
| Bedrijfsresultaat | -167 | 5.951 |
| Financiële resultaat | -1.069 | -254 |
| Belastingen | -700 | -2.110 |
| Aandeel van de Groep in het resultaat | -1.936 | 3.588 |
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Financiële activa | Leningen toegekend op | ||
| beschikbaar voor verkoop | lange termijn | ||
| FINANCIELE VASTE ACTIVA | |||
| Begin van het vorige bookjaar | 37.105 | 5.087 | |
| . Toename | 190 | 41 | |
| . Afname | -12 | -7 | |
| . Geboekte waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere fi nanciële activa') |
-3.967 | 0 | |
| . Terugneming van bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere fi nanciële activa') |
0 | ||
| . Omrekeningsverschillen | -29 | -149 | |
| . Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen | -12.102 | 0 | |
| . Andere wijzigingen | 0 | 0 | |
| Per einde van het vorige boekjaar | 21.183 | 4.971 | |
| . Toename | (a) | 18.842 | 0 |
| . Afname | (b) | -4.985 | -7 |
| . Geboekte waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere fi nanciële activa') |
(c) | 0 | -3.800 |
| . Terugneming van bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere fi nanciële activa') |
226 | ||
| . Omrekeningsverschillen | 152 | ||
| . Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen | (d) | 14.992 | 0 |
| . Andere wijzigingen | -105 | ||
| Per einde van het boekjaar | 50.258 | 1.212 | |
| FINANCIELE VLOTTENDE ACTIVA | |||
| Per einde van het vorig boekjaar | 0 | 5.933 | |
| . Perimeterwijzigingen | 0 | 0 | |
| . Toename | 0 | 2.051 | |
| . Geboekte waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere fi nanciële activa') |
(c) | 0 | -1.200 |
| . Omrekeningsverschillen | 0 | 10 | |
| . Andere wijzigingen | 0 | 82 | |
| Per einde van het boekjaar | 0 | 6.876 | |
| (a) Betreft voornamelijk de verhoging van de Nyrstar aandelen. | (c) Betreft voornamelijk de afwaardering van leningen aan joint ventures. |
(b) Betreft voornamelijk de terugbetaling van de Nyrstar obligatie.
(d) Betreft voornamelijk de aanpassing aan reële waarde van de Nyrstar aandelen.
| Umicore Jaarverslag 2014 | |
|---|---|
| (EUR duizend) | |
| 31/12/14 | |
| 1.006.912 | |
| 145.368 | |
| 64.402 | 68.423 |
| -52.629 | |
| 2.508 | |
| 12.363 | |
| 1.106.259 | 1.182.945 |
| 31/12/13 962.710 129.497 -59.084 1.866 6.869 |
De waarde van de voorraden is gestegen met EUR 76,7 miljoen. Dit is vooral te wijten aan hogere volumes doorheen het jaar en hogere metaalprijzen in december 2014 in vergelijking met december 2013. Het tegenboeken van een bijzondere waardeverminderingen op de permanente metaalvoorraad had een positieve impact op het resultaat van EUR 8,3 miljoen.
Indien men zou rekening houden met de metaal- en deviezenkoersen op het ogenblik van de afsluiting, zou de waarde van de metalen in de inventaris ongeveer EUR 825,8 miljoen hoger zijn dan de huidige boekwaarde. Echter, het merendeel van deze voorraden kan niet gerealiseerd worden, omdat ze vastzitten in productie- en commerciële cycli.
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendom van de voorraden.
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 31/12/13 | 31/12/14 | |
| OP MEER DAN ÉÉN JAAR | |||
| Garanties en deposito's | 8.193 | 9.481 | |
| Overige vorderingen op meer dan 1 jaar | 7.662 | 7.643 | |
| Personeelsvoordelen | 483 | 431 | |
| Totaal | 16.338 | 17.555 | |
| OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR | |||
| Handelsvorderingen (bruto) | 622.472 | 739.569 | |
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | -8.275 | -7.060 | |
| Overige vorderingen (bruto) | 71.488 | 65.417 | |
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | -5.801 | -6.097 | |
| Te ontvangen interesten | 92 | 124 | |
| Reële waarde van te vorderen fi nanciële instrumenten voor kasstroomafdekking | F33 | 9.248 | 2.437 |
| Reële waarde van te vorderen andere fi nanciële instrumenten | F33 | 6.863 | 9.799 |
| Overlopende rekeningen | 20.324 | 22.800 | |
| Totaal | 716.412 | 826.989 |
Handelsvorderingen op ten hoogste één jaar zijn gestegen met EUR 110,6 miljoen. Deze stijging is in grote mate te wijten aan hogere activiteit doorheen het jaar en hogere metaalprijzen in december 2014 in vergelijking met december 2013.
Overige vorderingen op meer dan één jaar bevatten een bedrag van EUR 6.556 duizend met betrekking tot 'recht op terugbetaling' binnen het kader van medische kosten dat Umicore Frankrijk heeft overgenomen van Nyrstar Frankrijk in 2007, dewelke Nyrstar Frankrijk zal compenseren tijdens de levensduur van deze schulden (zie ook nota F27 over Personeelsvoordelen).
| Vervallen tussen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | Niet vervallen |
0-30 dagen |
30-60 dagen |
60-90 dagen |
>90 dagen |
|
| UITSTAANDE BALANS VAN HET VORIGE BOEKJAAR | ||||||
| Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren) - bruto | 612.390 | 513.422 | 67.360 | 13.738 | 2.939 | 14.933 |
| Overige vorderingen (bruto) | 71.487 | 69.219 | 520 | 1.261 | -187 | 674 |
| UITSTAANDE BALANS VAN HET BOEKJAAR | ||||||
| Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren) - bruto | 721.381 | 578.352 | 104.825 | 20.182 | 8.376 | 9.646 |
| Overige vorderingen (bruto) | 65.418 | 62.042 | 235 | 1.730 | 0 | 1.411 |
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Handelsvorderingen (bruto) |
Overige vorderingen (bruto) |
Totaal | |
| BEGIN VAN HET VORIGE BOEKJAAR | -10.202 | -6.905 | -17.105 |
| . Perimeterwijzigingen | 70 | 70 | |
| . Waardeverminderingen erkend in resultaat | -2.849 | -462 | -3.311 |
| . Terugneming waardevermindering | 3.346 | 1.558 | 4.904 |
| . Afboeken waardevermindering met de brutowaarde | 43 | 43 | |
| . Andere wijzigingen | 413 | -3 | 410 |
| . Omrekeningsverschillen | 899 | 10 | 909 |
| Per einde van het vorige boekjaar | -8.282 | -5.802 | -14.082 |
| BEGIN VAN HET BOEKJAAR | -8.282 | -5.802 | -14.082 |
| . Waardevermindereingen erkend in resultaat | -1.096 | -296 | -1.392 |
| . Terugnemingen waardeverminderingen | 1.713 | 1 | 1.715 |
| . Afboeken waardevermindering met de brutowaarde | 566 | 566 | |
| . Andere wijzigingen | 171 | 170 | |
| . Omrekeningsverschillen | -139 | -139 | |
| Per einde van het boekjaar | -7.067 | -6.098 | -13.165 |
In principe gebruikt Umicore kredietverzekering om het kredietrisico betreffende de handelsvorderingen te beperken. Twee kredietpolissen zijn afgesloten met twee verschillende verzekeraars. Op groepsniveau zijn EUR 446 miljoen handelsvorderingen gedekt door een polis waarbij de schadeloosstelling in geval van niet-betaling oploopt tot 95% met een jaarlijkse maximale limiet van EUR 20 miljoen. De andere polis dekt EUR 127 miljoen handelsvorderingen met een wereldwijde jaarlijkse aftrek van EUR 5 miljoen en een jaarlijkse maximale limiet van EUR 50 miljoen.
Tenslotte functioneren sommige van onze bedrijven zonder kredietverzekering, maar worden in plaats daarvan kredietlimieten ingesteld gebaseerd op fi nanciële informatie en kennis van de activiteiten. Deze kredietlimieten worden goedgekeurd door het management.
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| F21 Uitgestelde belastingactiva en -passiva | ||||||
| 31/12/2013 | (EUR duizend) 31/12/2014 |
|||||
| BELASTINGACTIVA EN -PASSIVA | ||||||
| Belastingvorderingen van het jaar Uitgestelde belastingactiva |
33.227 90.530 |
34.264 104.823 |
||||
| Belastingschulden van het jaar | -64.696 | -63.958 | ||||
| Uitgestelde belastingpassiva | -28.164 | -17.520 | ||||
| Aktiva | Passiva | Netto | ||||
| Per einde van het vorige boekjaar | 2013 91.772 |
2014 90.530 |
2013 -36.417 |
2014 -28.164 |
2013 55.355 |
2014 62.366 |
| Uitgestelde belastingen geboekt in de resultatenrekening | 3.567 | 744 | 7.537 | 4.059 | 11.104 | 4.804 |
| Uitgestelde belastingen geboekt in het eigen vermogen | 715 | 12.559 | 848 | 10.153 | 1.563 | 22.711 |
| Aankoop door bedrijfsacquisities | -2.259 | 21 | 0 | -3.519 | -2.259 | -3.498 |
| Omrekeningsverschillen | -3.820 | 970 | 430 | -48 | -3.390 | 922 |
| Overboekingen Andere wijzigingen |
561 -6 |
0 0 |
-562 0 |
0 -2 |
-6 | 0 -2 |
| Per einde van het boekjaar | 90.530 | 104.823 | -28.164 | -17.520 | 62.366 | 87.303 |
| UITGESTELDE BELASTINGEN VOOR ELK TYPE VAN | ||||||
| TIJDELIJKE VERSCHILLEN | ||||||
| Immateriële vaste activa Goodwill van volledige geconsolideerde participaties |
14.931 174 |
16.915 182 |
-16.302 -1.657 |
-19.435 -1.976 |
-1.371 -1.483 |
-2.520 -1.794 |
| Materiële vaste activa | 4.379 | 4.639 | -21.998 | -20.843 | -17.619 | -16.204 |
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar | 339 | 159 | -3.318 | -3.597 | -2.972 | -3.438 |
| Voorraden | 22.187 | 28.343 | -26.720 | -24.110 | -4.533 | 4.233 |
| Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 6.052 | 4.114 | -6.808 | -6.477 | -756 | -2.363 |
| Eigen vermogen Financiële schulden op lange termijn en overige schulden |
95 331 |
162 390 |
-6.447 -1.335 |
-6.205 -1.356 |
-6.352 -1.004 |
-6.043 -966 |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn | 50.725 | 68.726 | -975 | -749 | 49.750 | 67.977 |
| Voorzieningen voor leefmilieu op lange termijn | 19.120 | 18.516 | -2.828 | -1.710 | 16.292 | 16.806 |
| Voorzieningen voor overige risico's en kosten op lange | 7.673 | 7.194 | -612 | -449 | 7.061 | 6.745 |
| termijn | ||||||
| Financiële schulden op korte termijn Voorzieningen voor leefmilieu op korte termijn |
2.015 5.135 |
2.618 3.802 |
0 0 |
-4 0 |
2.015 5.135 |
2.614 3.802 |
| Voorzieningen voor overige risico's en kosten op korte | 3.622 | 3.152 | -51 | -48 | 3.571 | 3.104 |
| termijn | ||||||
| Handels- en overige schulden Totale uitgestelde belastingen voor tijdelijke |
13.664 | 18.513 | -2.532 | -3.586 | 11.132 | 14.927 |
| verschillen | 150.442 | 177.425 | -91.583 | -90.545 | 58.859 | 86.880 |
| Over te dragen verliezen | 47.923 | 46.272 | 47.923 | 46.272 | ||
| Investeringsaftrek | 3.771 | 4.647 | 3.771 | 4.647 | ||
| Over te dragen notionele interesten Over te dragen belaste inkomsten |
10.425 1.117 |
8.891 0 |
10.425 1.117 |
8.891 0 |
||
| Overige | -670 | 2.718 | -670 | 2.718 | ||
| Niet-geboekte uitgestelde belastingen | -59.059 | -62.105 | -59.059 | -62.105 | ||
| Totaal belastingactiva/-passiva | 153.949 | 177.848 | -91.583 | -90.545 | 62.366 | 87.303 |
| Compensatie van activa en passiva binnen ezelfde juridische entiteit |
-63.419 | -73.025 | 63.419 | 73.025 | 0 | 0 |
| Nettobedrag | 90.530 | 104.823 | -28.164 | -17.520 | 62.366 | 87.303 |
| 2013 | 2014 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|
| Basis | Basis | Belasting | Belasting | |
| BEDRAG AAN AFTREKBARE TIJDELIJKE VERSCHILLEN, FISCALE VERLIEZEN EN BELASTINGKREDIETEN WAARVOOR GEEN BELASTINGSACTIVA WERDEN GEBOEKT |
||||
| Vervaldatum zonder tijdslimiet | 207.629 | 220.226 | 59.059 | 62.105 |
De bewegingen van de tijdelijke verschillen zijn geboekt in de resultatenrekening uitgezonderd deze komende van bewegingen die direct geboekt zijn in 'componenten van niet gerealiseerd resultaten'.
De grote bewegingen in uitgestelde belastingen direct geboekt in 'componenten van niet gerealiseerd resultaten' zijn uitgestelde belastingen die het gevolg zijn van tijdelijke verschillen in de lijnen 'Handels - en overige schulden op ten hoogste één jaar' (positieve impact ten belope van EUR 2.476 duizend), 'Handels - en overige vorderingen op ten hoogste één jaar' (positieve impact ten belope van EUR 1.947 duizend) en 'Voorzieningen voor personeelsvoordelen' (positieve impact van EUR 18.139 duizend).
Uitgestelde belastingactiva worden enkel geboekt in de mate dat het gebruik ervan waarschijnlijk is, m.a.w indien belastbare inkomsten verwacht worden in toekomstige perioden. De Groep gaat uit van een gebruik van uitgestelde belastingactiva over een periode van 5 tot 10 jaar. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de gemaakte schattingen op het moment dat de uitgestelde belastingen werden geboekt.
Niet geboekte uitgestelde belastingen op de activa voor een bedrag van EUR 62.105 duizend komen voornamelijk voort uit fi scale verliezen ( EUR 42.945 duizend ), overgedragen notionele interesten (EUR 8.891 duizend), investeringsaftrek (EUR 4.647 duizend) en tijdelijke verschillen op materiële vaste activa (EUR 3.944 duizend).
In overeenstemming met IAS 12, werden geen uitgestelde belastingpassiva geboekt op de niet-belaste reserves van de Belgische vennootschappen omdat het management bevestigt dat deze belastingspassiva niet zullen gerealiseerd worden in de nabije toekomst. Deze belastingpassiva zouden potentieel EUR 56 miljoen kunnen bedragen.
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 31/12/13 | 31/12/14 | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN | ||
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 13.636 | 3.857 |
| Beleggingen op korte termijn (andere) | -21 | 128 |
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten | 85.630 | 85.807 |
| Totaal kas en kasequivalenten | 99.245 | 89.791 |
| Krediet op bankrekeningen | 932 | 9.905 |
| (inbegrepen in fi nanciële schulden op ten hoogste één jaar op de balans) | ||
| Nettokas en -kasequivalenten zoals in de kasstromentabel | 98.313 | 79.886 |
Alle kas en kasequivalenten zijn volledig beschikbaar voor de Groep.
Een voorzichtig management van het liquiditeitsrisico veronderstelt het aanhouden van voldoende liquide middelen en verhandelbare effecten, het beschikbaar zijn van fi nanciering door een deugdelijk bedrag aan contractueel vastgelegde kredietlijnen en de mogelijkheid om marktposities te sluiten. Door het dynamische karakter van de onderliggende transacties, behoudt de Groep de fl exibiliteit van de fi nanciering door het beschikbaar houden van vastgelegde kredietlijnen.
Een overschot aan liquiditeiten wordt belegd voor zeer korte termijn en dit gespreid over een beperkt aantal kredietwaardige bankrelaties.
Financiële vaste activa reserves Kasstroomindekkingsreserves Latente belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen Personeelsvoordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters Reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen Omrekeningsverschillen Totaal Begin van het vorige boekjaar 12 886 3 939 33 237 -135 728 29 748 -46 101 -102 020 Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen -12 102 6 306 -725 -2 701 4 337 -4 884 Winst (verlies) rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen -4 459 1 779 -2 680 Transfer van/naar overgedragen resultaten 4 -1 538 -1 534 Wijzigingen in boekhoudkundige regels -1 296 -1 296 Andere wijzigingen -11 -12 Omrekeningsverschillen 67 -100 1 389 -56 368 -55 012 Per einde van het vorige boekjaar 784 5 853 34 191 -138 343 32 547 -102 469 -167 437 Begin van het vorige boekjaar 784 5 853 34 191 -138 343 32 547 -102 469 -167 437 Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen 14 992 -9 809 19 628 -61 268 3 598 0 -32 860 Winst/verlies rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen 0 -5 450 2 893 0 0 0 -2 557 Transfer van/naar overgedragen resultaten -2 068 -2 068 Omrekeningsverschillen 0 10 -95 -3 309 0 68 216 64 822 Per einde van het boekjaar 15 777 -9 396 56 616 -202 920 34 077 -34 254 -140 100Umicore | Jaarverslag 2014
Hieronder volgt de detail van het aandeel van de Groep in de valuta omrekeningsverschillen en andere reserves:
Winsten en verliezen opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten op fi nanciële activa beschikbaar voor verkoop hebben betrekking op de reële waardeaanpassing van de Nyrstar aandelen (zie toelichting F18, Financiële activa beschikbaar voor verkoop en leningen).
De nettoverliezen opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten betreffende kasstroomindekkingen (EUR 9.809 duizend) zijn de veranderingen in reële waarde van nieuwe of bij de opening bestaande kasstroomindekkingsinstrumenten, maar die nog niet vervallen zijn op jaareinde. De nettowinsten afgeboekt uit het eigen vermogen (EUR 5.450 duizend) zijn de reële waarde van de kasstroomindekkingsinstrumenten die bestonden bij de opening en die vervielen tijdens het jaar. Een winst van EUR 3,0 miljoen werd gerealiseerd via de resultatenrekening bij het vervallen van kasstroomindekkingenscontracten.
Nieuwe netto actuariële verliezen op de 'te bereiken doel'-plannen na uitdiensttreding werden weergegeven in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten voor EUR 61.268 duizend.
De toekenning van het optieplan van 2014 heeft geleid tot een toename van de reserve voor op aandelen gebaseerde vergoedingen van EUR 3.598 duizend (zie toelichting F10, Bezoldigingen en aanverwante voordelen). EUR 2.068 duizend werden getransfereerd naar het overgedragen resultaat als gevolg van de uitoefening van aandelen opties.
De wijziging in omrekeningsverschillen is vooral te wijten aan de appreciatie van de ZAR, CNY, USD, BRL, KRW, INR en CAD tegenover de EUR.
(EUR duizend)
| Bankleningen op lange termijn |
Overige langetermijn leningen |
Totaal | |
|---|---|---|---|
| OP MEER DAN ÉÉN JAAR | |||
| Begin van het vorige boekjaar | 0 | 2.862 | 2.861 |
| . Toename | 20.000 | 4.229 | 24.229 |
| . Afname | 0 | -689 | -689 |
| . Omrekeningsverschillen | 0 | -3 | -3 |
| . Overboekingen | 0 | -2 | -2 |
| Per einde van het vorige boekjaar | 20.000 | 6.397 | 26.396 |
| . Toename | 525 | 525 | |
| . Afname | -488 | -488 | |
| . Omrekeningsverschillen | -8 | -8 | |
| . Overboekingen | -3.854 | -3.854 | |
| Per einde van het boekjaar | 20.000 | 2.572 | 22.571 |
| Bankleningen op lange termijn |
Overige langetermijn leningen |
Totaal | |
|---|---|---|---|
| OP MEER DAN ÉÉN JAAR DIE BINNEN HET JAAR VERVALLEN | |||
| Per einde van het vorige boekjaar | 0 | 680 | 680 |
| . Toename/afname | 3.848 | 3.848 | |
| Per einde van het boekjaar | 4.528 | 4.528 | |
| Bankleningen op korte termijn |
Krediet op bank rekeningen |
Korte termijn lening: commercial paper |
Overige leningen |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| OP TEN HOOGSTE EEN JAAR | |||||
| Per einde van het vorige boekjaar | 72.551 | 932 | 205.794 | 7.882 | 287.159 |
| . Toename / afname (inclusief omrekeningsverschillen) | 47.197 | 8.973 | 23.128 | -5.471 | 73.826 |
| Per einde van het boekjaar | 119.747 | 9.905 | 228.922 | 2.411 | 360.985 |
De netto fi nanciële schuld van de Groep is toegenomen met EUR 83 miljoen. Dit is inclusief de inkoop van eigen aandelen ten belope van EUR 63,9 miljoen in 2014. Voorts speelden de acquisities en de uitbetaalde dividenden ook een rol.
De leningen bij de bank bestaan vooral uit:
EUR 228,9 miljoen 'Commercial Paper' met een termijn onder één jaar zijn inbegrepen in de fi nanciële schulden op ten hoogste één jaar.
Op 31 december 2014 waren er geen voorschotten op de kredietfaciliteit van EUR 250 miljoen met een Syndicaat van Banken, vervallend in juli 2016, evenmin op nieuwe kredietfaciliteit van EUR 215 miljoen met een Syndicaat van Banken, vervallend in september 2018.
De voorgemelde kredietfaciliteiten met een Syndicaat van Banken verplichten de Groep om te voldoen aan standaard fi nanciële verdragen.
Umicore heeft geen verdrag overtreden, niet in 2014 noch in vorige jaren.
De langetermijnleningen bevatten voornamelijk schulden in euro, behalve voor EUR 4,1 miljoen, die oorspronkelijk een JPY lening is.
De nettoverhouding eigen vermogen/vreemd vermogen (net gearing ratio) op het einde van 2014 bedroeg 14,6% (11,1% in 2013) en is helemaal binnen de vooropgestelde limieten van de kapitaalstructuur van de Groep.
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||
|---|---|---|---|---|
| BRUTO UITSTAANDE SCHULD | ||||
| 5% 59% 31% 3% 2% Krediet op Bankleningen op bankrekeningen korte termijn Leningen op Andere bankfaciliteiten lange termijn Commercial paper |
(EUR duizend) | |||
| EUR | USD | Overige | ||
| euro | US Dollar | munten | Totaal | |
| Uitsplitsing van de schulden per munteenheid (inclusief die die vervallen binnen het jaar) |
||||
| Bankleningen | 20.000 | 20.000 | ||
| Overige leningen | 2.912 | 4.187 | 7.099 | |
| Financiële schulden op lange termijn (inclusief die die vervallen binnen het jaar) | 22.912 | 4.187 | 27.099 |
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 26.396 | 22.571 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 680 | 4.528 |
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 287.159 | 360.985 |
| Kas en kasequivalenten | -99.245 | -89.791 |
| Netto fi nanciële schulden | 214.990 | 298.293 |
| (EUR miljoen) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| Netto fi nanciële schuld | 215,0 | 298,3 |
| Eigen Vermogen | 1.723,4 | 1.750,1 |
| Totaal | 1.938,4 | 2.048,4 |
| Hefboomratio (%) | 11,1 | 14,6 |
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 31/12/13 | 31/12/14 | |
| OP MEER DAN EEN JAAR | |||
| Overige schulden | 4.461 | 3.208 | |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van kapitaalsubsidies | 8.447 | 18.282 | |
| 12.908 | 21.490 | ||
| OP TEN HOOGSTE EEN JAAR | |||
| Handelsschulden | 710.729 | 855.877 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 17.937 | 17.128 | |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 8.796 | 16.946 | |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 118.271 | 115.642 | |
| Overige schulden | 16.639 | 19.394 | |
| Verschuldigde dividenden | 7.485 | 8.220 | |
| Te betalen interesten | 373 | 488 | |
| Reële waarde van verschuldigde fi nanciële instrumenten voor kasstroomindekking | F33 | 3.382 | 11.571 |
| Reële waarde van verschuldigde andere fi nanciële instrumenten | F33 | 7.938 | 13.651 |
| Overlopende rekeningen | 75.218 | 89.682 | |
| 966.767 | 1.148.599 |
De handelsschulden zijn gestegen met EUR 181,8 miljoen, vooral door hogere volumes.
De belastingsschulden (andere dan inkomstbelastingen) betreffen vooral BTW schulden.
| (EUR duizend) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Contractuele vervaldag | ||||||
| < 1 | 1 - 3 | 3 maand - | ||||
| Van het vorige boekjaar | maand | maand | 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
| FINANCIËLE SCHULDEN | ||||||
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Bankleningen op korte termijn | 69.515 | 2.626 | 410 | 72.551 | ||
| Krediet op bankrekeningen | 932 | 932 | ||||
| Kortetermijnlening: commercial paper | 50.840 | 20.206 | 134.748 | 205.794 | ||
| Overige leningen | 7.882 | 7.882 | ||||
| Bankleningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen |
||||||
| Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen |
39 | 78 | 563 | 680 | ||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Bankleningen op meer dan één jaar | 20.000 | 20.000 | ||||
| Overige leningen op meer dan één jaar | 6.396 | 6.396 | ||||
| HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | ||||||
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 470.663 | 219.383 | 20.683 | 710.729 | ||
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 700 | 3.284 | 13.953 | 17.937 | ||
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 9.037 | -871 | 630 | 8.796 | ||
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 44.777 | 26.709 | 46.785 | 118.271 | ||
| Overige schulden | 6.100 | 1.765 | 8.774 | 16.639 | ||
| Verschuldigde dividenden | 7.485 | 0 | 0 | 7.485 |
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | ||||||
| Contractuele vervaldag | ||||||
| < 1 | 1 - 3 | 3 maand - | ||||
| Van het vorige boekjaar | maand | maand | 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
| Te betalen interesten | 14 | 356 | 3 | 373 | ||
| Reële waarde schulden fi nanciële instrumenten kasstroomafdekking |
251 | 842 | 1.992 | 297 | 3.382 | |
| Reële waarde schulden andere fi nanciële instrumenten | 1.842 | 4.391 | 1.656 | 49 | 7.938 | |
| Overlopende rekeningen | 61.907 | 7.226 | 6.086 | 75.218 | ||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Handelsschulden | ||||||
| Overige schulden | 2.031 | 2.429 | 4.461 | |||
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies |
1.745 | 6.702 | 8.447 |
| Contractuele vervaldag | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| < 1 | 1 - 3 | 3 maand - | ||||
| Van het boekjaar | maand | maand | 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
| FINANCIËLE SCHULDEN | ||||||
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Bankleningen op korte termijn | 76.744 | 35.485 | 7.519 | 119.747 | ||
| Krediet op bankrekeningen | 8.464 | 1.440 | 0 | 9.905 | ||
| Kortetermijnlening: commercial paper | 43.899 | 16.386 | 168.636 | 228.922 | ||
| Overige leningen | 0 | 1.495 | 916 | 2.411 | ||
| Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het | ||||||
| jaar vervallen | 11 | 22 | 4.495 | 4.528 | ||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Bankleningen op meer dan één jaar | 20.000 | 20.000 | ||||
| Overige leningen op meer dan één jaar | 2.571 | 2.571 | ||||
| HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | ||||||
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 602.016 | 243.003 | 10.857 | 855.877 | ||
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 552 | 2.392 | 14.184 | 17.128 | ||
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 5.819 | 2.247 | 8.880 | 16.946 | ||
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 47.380 | 21.610 | 46.653 | 115.642 | ||
| Overige schulden | 8.135 | 1.383 | 9.877 | 19.394 | ||
| Verschuldigde dividenden | 8.220 | 8.220 | ||||
| Te betalen interesten | 106 | 370 | 12 | 488 | ||
| Reële waarde van verschuldigde fi nanciële instrumenten | ||||||
| kasstroomafdekking | 330 | 811 | 5.362 | 5.068 | 11.571 | |
| Reële waarde van verschuldigde andere fi nanciële | ||||||
| instrumenten | 5.574 | 4.506 | 3.418 | 153 | 13.651 | |
| Overlopende rekeningen | 66.073 | 17.279 | 6.330 | 89.682 | ||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Overige schulden | 236 | 2.972 | 3.208 | |||
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van kapitaalsubsidies |
4.849 | 13.433 | 18.282 |
De Groep heeft diverse wettelijke en feitelijke verplichtingen aangaande plannen met een 'te bereiken doel', voornamelijk met betrekking tot de Belgische, Franse en Duitse activiteiten.
| (EUR duizend) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Vergoedingen na uitdienst treding - pensioenen en aanverwante |
Vergoe dingen na uitdienst treding - overige |
Vergoedingen loopbaan beëindiging - brugpen sioenen en aanverwante |
Andere lange termijn personeels vergoedin gen |
Totaal | |
| Per einde van het vorige boekjaar | 198.474 | 21.489 | 30.855 | 17.020 | 267.837 |
| . Wijzigingen in boekhoudkundige regels | |||||
| . Toename (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | 15.888 | 611 | 6.731 | 2.219 | 25.448 |
| . Terugnemingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') |
-812 | 0 | 0 | -44 | -856 |
| . Bestedingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') |
-19.847 | -784 | -8.952 | -1.191 | -30.774 |
| . Impact interestvoet en actualisering (inbegrepen in 'Financiële kosten') |
6.993 | 632 | 496 | 477 | 8.598 |
| . Omrekeningsverschillen | -204 | 72 | 336 | -1 | 204 |
| . Overboekingen | -1.215 | 806 | 409 | 0 | |
| . Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | 55.223 | 6.089 | 0 | 0 | 61.312 |
| . Andere wijzigingen | -96 | 29 | 0 | 0 | -67 |
| Per einde van het boekjaar | 255.618 | 26.922 | 30.272 | 18.890 | 331.702 |
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| 31/12/13 | Bewegingen 2014 | 31/12/14 | |
| België | 43.997 | 9.185 | 53.182 |
| Frankrijk | 27.660 | 6.748 | 34.408 |
| Duitsland | 182.593 | 42.981 | 225.574 |
| Subtotaal | 254.250 | 58.914 | 313.164 |
| Overige entiteiten | 13.587 | 4.951 | 18.538 |
| Totaal | 267.837 | 63.865 | 331.702 |
| Recht op terugbetaling | (EUR duizend) |
|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 6.240 |
| Feitelijke terugbetaling | -395 |
| Verwacht rendement | 196 |
| Actuariële winsten en verliezen op terugbetalingsrechten | 515 |
| Per einde van het boekjaar | 6.556 |
Bovenstaande tabel geeft de waarden van en de bewegingen op de voorzieningen voor personeelsvoordelen van de dochterondernemingen, die onder de integrale consolidatiemethode opgenomen zijn, weer. Er is een verschil tussen de bedragen op de lijn 'opgenomen in eigen vermogen' en de bedragen weergegeven in toelichting F23, daar deze bijlage eveneens de waarden van de geassocieerde ondernemingen en de joint ventures, opgenomen in de consolidatie volgens de vermogensmutatiemethode, bevat.
Zoals beschreven in nota F20 werd er een vordering op meer dan één jaar geboekt als 'recht op terugbetaling' binnen het kader van medische kosten die Umicore Frankrijk heeft overgenomen van Nyrstar Frankrijk in 2007, dewelke Nyrstar Frankrijk zal compenseren gedurende de levensduur van deze schulden. Wanneer er een verandering voorkomt in deze schulden zal deze verandering het recht op terugbetaling onder de langetermijnvorderingen op dezelfde manier beïnvloeden. Als de verandering van de periode gerelateerd is met de verandering van de actuariële veronderstellingen, worden zowel de schulden als de activa aangepast langs de geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de Groep.
De hierna volgende toelichtingen onder IAS 19 werden overgenomen uit de verslagen opgemaakt door externe actuarissen.
| Umicore's 'te bereiken doel'-pensioenplannen voor de 3 belangrijkste landen zijn als volgt: | |
|---|---|
| België | Karakteristieke n van de 'te bereiken doe l '-plann en Um ic o r e-be drij ven in België h a n tere n 't e bere i k e n doe l '-pla n n e n die pensioenvoor d e l en geven welke af han kelijk z ijn van het salaris en l ee ftijd o f ancië nnit eit. D eze pen s ioenplann e n v erteg enwoo r di ge n v e rp li c h ting en v erbo n den aan h e t ' teb e r e i k e n doe l'- p l an v an E UR 188,4 miljoen e n activa v an E UR 135 ,2 miljoen. Ze voorzien i n e e n for f ai taire be t al ing o p p ensioner i ng e n voorde le n in geval v an overl ijden of o nb e k waamheid voorafgaand aan het pensioen. |
| Financiering De plannenwor d e n extern gefi nancierd d o or o fwel ve r ze k e ringsmaatsch ap pijen o f o n a fh ank elijke instellingen die p e n sio e nplannen b e h ere n ("IORP"). V oor d e IORP wo rd en de noodzak e lijke d eug de li j kbest uur sproces se n inz a k e risicobehee r t o egepast. Eénva n de ri s i comaat regelen is om rege lmat ig e e n 'Continuiteitstest' uitt e voere n waarbij de gevo l gen van het s t r a tegi s ch e investeringsbeleid gea na lyseerd wo rden inza k e ris ico-e n rend eme n t p r ofi elen en solvabilit e i t sma at re gele n. Een v e r k larin g va n i n ves t eringspri n cipes en het fi nancieringsbeleid word en h i e ruit afgeleid. Het is de bedoeling om een g oed gediversifi eerde t o e w i jzing v an a ctiva te v e r k rij gen om z o het ri s i c o te b e he e rsen . |
|
| Reële waarde van planactiva De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald (Niveau 1 reële waarde classifi catie). De plannen houden geen directe positie in van Umicore-aandelen of -obligaties, evenmin bezitten ze eigendommen gebruikt door een entiteit van Umicore. De beleggingen zijn goed gediversifi eerd zodat het falen van enige belegging geen materiële invloed zou hebben op het globale niveau van activa. |
|
| Duitsland | Karakteristieken van de 'te bereiken doel'-plannen De personeelsvoordelen na uitdiensttreding zijn voornamelijk niet-gefi nancierde pensioenplannen van het type 'te bereiken doel', die voordelen verschaffen in geval van pensioen, onbekwaamheid en overlijden. Alle plannen zijn gebaseerd op het uiteindelijke of gemid delde uiteindelijke salaris, behalve het uitgesteld compensatieplan. De voordelen van het uitgesteld compensatieplan zijn gebaseerd op de jaarlijkse omgezette salaris en zorgt voor een gegarandeerde interestvoet van 3,0% p.a. (6,0% p.a. voor salarisomzettingen voor 2014). De gezamenlijke pensioenplannen vertegenwoordigen verplichtingen aangaande de 'te bereiken doel'- plannen van EUR 232,6 miljoen en activa van EUR 7,0 miljoen. |
| Financiering Zoals hierboven vermeld, zijn de personeelsvoordelen na uitdiensttreding voornamelijk niet-gefi nancierde plannen. Een minderheid wordt gefi nancierd door gewaardborgde herverzekeringscontracten. |
|
| Reële waarde van planactiva Alle planactiva houden verband met gewaarborgde verzekeringscontracten en hebben geen beurskoers. |
|
| Frankrijk | Karakteristieken van de 'te bereiken doel'-plannen In Frankrijk zijn er 3 belangrijke 'te bereiken doel'-plannen in plaats. |
| • De pensioenplannen: bovenop de Staatsplannen, is het bedrijf wettelijk verplicht om een forfaitair bedrag te betalen aan de werkne mers wanneer ze met pensioen gaan. De bedragen zijn gebaseerd op anciënniteit en basissalaris, volgens de collectieve arbeidsover eenkomst die van kracht is. Deze regeling omvat alle werknemers met een vast contract in het bedrijf. • Het bijkomend pensioenplan: een annuïteit wordt aan sommige gepensioneerden uitbetaald. Deelnemers aan dit plan zijn enkel reeds gepensioneerden. Het plan is niet meer toegankelijk voor nieuwe deelnemers. • Het medisch plan: een werkgever betaalt een bijdrage voor hospitalisatieplannen voor gepensioneerden. Deze voordelen gaan over naar de echtgenoten wanneer de gepensionneerde overlijdt. De gezamenlijke pensioenplannen vertegenwoordigen verplichtingen aangaande 'te bereiken doel'-plannen van EUR 36,0 miljoen en activa van EUR 1,6 miljoen. |
|
| Karakteristieken van de Overige Lange Termijn plan In Frankrijk bestaat een jubileeplan . Een bedrag wordt uitbetaald met de 20, 30, 35 en 40 jaar anciënniteit. Dit plan is toepasbaar op alle werknemers met een vast contract in het bedrijf. |
|
| Financiering De fi nanciering gebeurt via een algemeen EURO fonds van een levensverzekeringsmaatschappij. Dit fonds bestaat hoofdzakelijk uit vaste rentevoetobligaties (79%), aandelen (10%) en onroerend goed (3%) van hoge kwaliteit. |
|
| Reële waarde van planactiva De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald. |
|
| Planinperking of -afwikkeling Een herstructureringsplan vond plaats vanaf 18 december 2013. Dit betreft 28 werknemers. Voor 8 van deze werknemers werd een schadeloosstelling betaald door het fonds. Deze betaling wikkelde de verplichting af. |
De belangrijkste risico's met betrekking tot de 'te bereiken doel'-plannen zijn:
Er zijn bijkomende risico's in Duitsland:
Volgend risico's gelinkt aan België:
• Onder de Belgische wetgeving die van toepassing is op de 2e pijler van de pensioenplannen (de zogenaamde 'Wet Vandenbroucke'), moeten alle Belgische plannen met 'vaste bijdrage' onder IFRS beschouwd worden als 'te bereiken doel'-plannen. De wet Vandenbroucke verklaart dat in het kader van plannen met 'vaste bijdrage', de werkgever een minimum rendement van 3,75% moet garanderen op de bijdrage van de werknemers en 3,25% op de bijdrage van de werknemer. Vanwege dit minimum rendement is de werkgever blootgesteld aan een fi nancieel risico. Verdere bijdragen kunnen nodig zijn mochten de activa ontoereikend blijken om de minimum voordelen uit te betalen. De groep heeft plannen die gefi nancierd worden door verzekeringscontracten als door IORP. De 'te bereiken doel' verplichtingen hierboven zijn samengevoegd met de andere 'te bereiken doel' plannen. De 'Project Unit Credit' (PUC) methodologie is gebruikt om te beoordelen of een betrouwbare schatting gemaakt kon worden waarbij de aannames volledig in lijn waren met andere 'te bereiken doel' plannen. De totale 'te bereiken doel' verplichtingen met betrekking tot deze plannen liepen op tot EUR 62,9 miljoen op het einde van december 2014 en activa ten belope van EUR 59,2 miljoen.
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| WIJZIGING IN DE VERPLICHTINGEN VOOR PERSONEELSVOORDELEN | ||
| Verplichting bij het begin van het boekjaar | 399.193 | 440.757 |
| Wijzigingen in boekhoudkundige regels | -835 | |
| Kosten van diensten geleverd in het jaar | 21.781 | 23.766 |
| Interestkosten | 13.250 | 14.797 |
| Bijdragen van de planparticipanten | 464 | 450 |
| Planwijzigingen | 0 | |
| Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de demografi sche veronderstellingen | 3.088 | -168 |
| Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de fi nanciële veronderstellingen | 27.421 | 76.837 |
| Actuariële verliezen en winsten – ervaringsaanpassingen | 5.274 | -4.543 |
| Uitbetaalde voordelen | -25.056 | -25.237 |
| Betaalde onkosten | -983 | -1.568 |
| Nettotransfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) | 3 | |
| Combinaties | 329 | |
| Omrekeningsverschillen | -2.843 | 1.608 |
| Verplichting per einde van het boekjaar | 440.757 | 527.028 |
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||
|---|---|---|
| (EUR duizend) | ||
| 2013 | 2014 | |
| VERANDERINGEN IN DE PLANACTIVA | ||
| Reële waarde van de planactiva bij begin van het boekjaar | 139.573 | 172.954 |
| Wijzigingen in boekhoudkundige regels | -920 | |
| Verwacht rendement op de planactiva | 4.586 | 6.171 |
| Actuariële verliezen en winsten | 31.125 | 10.444 |
| Bijdragen van de werkgever | 26.036 | 30.973 |
| Bijdragen van de planparticipanten | 464 | 450 |
| Uitkeringen van het plan/bedrijf | -25.056 | -25.237 |
| Betaalde onkosten | -1.057 | -1.638 |
| Omrekeningsverschillen | -1.797 | 1.209 |
| Reële waarde van de planactiva per einde van het boekjaar | 172.954 | 195.326 |
De pensioenplannen in België, Frankrijk, Liechtenstein, Nederland, USA, Japan en Noorwegen zijn geheel of gedeeltelijk gefi nancierd met planactiva die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van toegezegde pensioenrechten. Alle andere plannen zijn gedeeltelijk en niet-gefi nancierde plannen.
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| BEDRAGEN OPGENOMEN IN DE BALANS | ||
| Verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 440.757 | 527.028 |
| Reële waarde van de planactiva van de fondsen | 172.954 | 195.326 |
| Tekort/overschot van gefi nancierde plannen | 267.803 | 331.702 |
| Effecten van het activaplafond / verlieslatende verplichtingen | ||
| Netto passiva/activa | 267.803 | 331.702 |
| COMPONENTEN VAN DE PENSIOENKOST | ||
| Bedragen geboekt in de resultatenrekening van de periode | ||
| Kosten van diensttijd van het jaar | 21.781 | 23.766 |
| Interestkost | 13.250 | 14.797 |
| Interestbaten van planactiva Verwacht rendement op de terugbetalingsrechten |
-4.586 -210 |
-6.171 -196 |
| Herwaarderingen van Andere langetermijnvoordelen | 1.287 | 999 |
| Administratieve kosten en belastingen | 71 | 74 |
| Totale pensioenkost opgenomen in de winst/verlies rekening | 31.593 | 33.269 |
| Bedragen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | ||
| Gecumuleerde actuariële verliezen en winsten bij het begin van het boekjaar | 110.872 | 115.408 |
| Wijzigingen in boekhoudkundige regels | 1.296 | |
| Actuariële verliezen en winsten van het boekjaar | 3.689 | 60.827 |
| Minderheidsbelangen | -96 | -974 |
| Andere wijzigingen | 7 | 18 |
| Omrekeningsverschillen | -360 | 127 |
| Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten door geconsolideerde ondernemingen | 115.408 | 175.406 |
| Actuariële verliezen en winsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 22.934 | 27.514 |
| Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | 138.342 | 202.920 |
| Herwaarderingen (geboekt in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten) | ||
| Effect van wijzigingen in de demografi sche veronderstellingen | 2.984 | -168 |
| Effect van wijzigingen in de fi nanciële veronderstellingen | 27.284 | 75.333 |
| Effect van ervaringsaanpassingen | 4.205 | -4.018 |
| Rendement op de planactiva (exclusief interestbaten) Rendement op rechten op terugbetaling (exclusief interestbaten) |
-31.100 237 |
-10.468 -515 |
| Totaal herwaarderingen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten | 3.610 | 60.164 |
De interestkost, het rendement op de planactiva en de impact door verdiscontering van de andere 'na dienstuittreding voordelenplannen' worden geboekt onder de fi nanciële resultaten in de resultatenrekening (zie toelichting F11). Alle andere elementen van de jaarlijkse kost worden geboekt onder het bedrijfsresultaat onder de rubriek 'bezoldigingen en personeelsvoordelen'.
De actuariële winsten van het jaar opgenomen in het eigen vermogen hebben hun oorsprong in een verandering van de verdisconteringvoet op de pensioenplannen en verschillen tussen het verwachte en actuele rendement op de planactiva.
| 2013 | 2014 | |
|---|---|---|
| VOORNAAMSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN | ||
| Gewogen gemiddelde veronderstellingen ter bepaling van de verplichtingen per einde van het jaar | ||
| Actualisatievoet (%) | 3,38 | 2,31 |
| Percentage van salarisverhogingen (%) | 2,99 | 2,76 |
| Percentage van de infl atie (%) | 2,05 | 1,98 |
| Percentage van pensioenverhogingen (%) | 1,64 | 1,23 |
| Gewogen gemiddele veronderstellingen ter bepaling van de nettokost | ||
| Actualisatievoet (%) | 3,30 | 3,38 |
| Verwachte toename van salarissen (%) | 2,96 | 2,71 |
| Percentage van de infl atie (%) | 2,07 | 2,03 |
| Percentage van pensioenverhogingen (%) | 1,60 | 0,79 |
| 2014 | |||
|---|---|---|---|
| Reële waarde van alle planactiva |
Reële waarde van planactiva met beurskoers |
||
| Planactiva | |||
| Kas en kasequivalenten | 19.245 | 19.161 | |
| aandeleninstrumenten | 32.207 | 32.054 | |
| Schuldinstrumenten | 69.181 | 67.934 | |
| Onroerend goed | 9.215 | 9.160 | |
| Activa aangehouden door verzekeringsmaatschappijen | 63.972 | 8.213 | |
| Overige | 1.506 | 895 | |
| Totaal planactiva | 195.326 | 137.417 |
De veronderstellingen worden aanbevolen door de lokale actuarissen in lijn met IAS 19 herzien. De standaardreferentie voor de Eurozone is de iBOXX AA Index opbrengst en gelijkaardige indexen worden gebruikt voor de andere regio's. De tabellen voor de levensverwachting zijn specifi ek voor elk land.
Andere planactiva zijn grotendeels geïnvesteerd in verzekeringscontracten en banktermijndeposito's. De veronderstelling inzake de verwachte langetermijnrendementsvoet op de activa is gedocumenteerd voor elk individueel plan zoals aanbevolen door de lokale actuarissen.
| 2014 | ||
|---|---|---|
| Sensitiviteit +0,25% |
Sensitiviteit -0,25% |
|
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op actualisatievoet | ||
| Effect op de verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 508.488 | 546.719 |
| Gewogen gemiddelde periode van toegezegde pensioenrechten | 15,26 | 14,89 |
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op infl atiepercentage | ||
| Effect op de verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 538.374 | 516.325 |
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op verhogingspercentage | ||
| Effect op de verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 534.030 | 520.906 |
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||
|---|---|---|
| 2014 | ||
| Sensitiviteit | Sensitiviteit | |
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op actualisatievoet | +0,25% | -0,25% |
| Effect op de verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 508.488 | 546.719 |
| Gewogen gemiddelde periode van toegezegde pensioenrechten | 15,26 | 14,89 |
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op infl atiepercentage | ||
| Effect op de verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 538.374 | 516.325 |
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op verhogingspercentage | ||
| Effect op de verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 534.030 | 520.906 |
| (EUR duizend) | ||
| 2013 | 2014 | |
| AANSLUITING BALANS | ||
| Balans verplichtingen (activa) bij het begin van het boekjaar | 258.975 | 267.837 |
| Wijzigingen in boekhoudkundige regels | 753 | 160 |
| Opgenomen pensioenkosten in W&V van het boekjaar | 31.593 | 33.269 |
| Bedragen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen van het boekjaar | 3.610 | 60.164 |
| Werkgeversbijdragen via fondsen gestort in het boekjaar | -12.528 | -17.612 |
| Werkgeversbijdragen onmiddellijk gestort in het boekjaar | -13.508 | -13.361 |
| Terugbetaling van kredieten | -27 | 711 |
| Netto transfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) | 0 | 329 |
| Omrekeningsverschillen | -1.031 | 205 |
| Balans verplichtingen/activa op het jaareinde | 267.837 | 331.702 |
| Op 31 december | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Huidige waarde van de verplichting | 312.573 | 319.517 | 399.193 | 440.757 | 527.028 |
| Reële waarde planactiva | 120.945 | 125.785 | 139.573 | 172.954 | 195.326 |
| Tekort/overschot van plannen | 191.628 | 193.732 | 259.620 | 267.803 | 331.702 |
| Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen | -780 | 6.871 | -5.834 | -31.125 | -10.444 |
| Ervaringsaanpassingen op de verplichtingen | -476 | 6.929 | 5.515 | 5.274 | -4.543 |
| 2014 | |
|---|---|
| VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGENDE JAREN | |
| Verwachte bijdragen van de werkgever | 30.326 |
| Verwachte totaal pensioenrechtenbetalingen | |
| Jaar 1 | 31.569 |
| Jaar 2 | 18.621 |
| Jaar 3 | 20.037 |
| Jaar 4 | 19.953 |
| Jaar 5 | 22.784 |
| De volgende 5 jaren | 125.100 |
| Uitoefenprijs (EUR) | ||||
|---|---|---|---|---|
| (de uitoefenprijs | Aantal opties dat | |||
| kan hoger zijn in | nog uitgeoefend | |||
| Plan | Vervaldatum | Uitoefening | bepaalde landen) | moet worden |
| ISOP 2006 | 02/03/2016 | alle werkdagen van | 22,55 | 77.000 |
| Euronext Brussels | 24,00 | 5.000 | ||
| 82.000 | ||||
| ISOP 2007 | 16/02/2017 | alle werkdagen van | 26,55 | 159.000 |
| Euronext Brussels | 27,36 | 10.000 | ||
| 169.000 | ||||
| ISOP 2008 | 14/04/2018 | alle werkdagen van | 32,57 | 218.250 |
| Euronext Brussels | 32,71 | 26.000 | ||
| 14/04/2015 | 32,57 | 52.750 | ||
| 32,71 | 1.250 | |||
| 298.250 | ||||
| ISOP 2009 | 15/02/2016 | alle werkdagen van | 14,44 | 209.750 |
| Euronext Brussels | 14,68 | 13.000 | ||
| 222.750 | ||||
| ISOP 2010 | 14/02/2017 | alle werkdagen van | 22,30 | 419.588 |
| Euronext Brussels | ||||
| 419.588 | ||||
| ISOP 2011 | 13/02/2018 | alle werkdagen van | 38,07 | 577.875 |
| Euronext Brussels | 39,25 | 65.000 | ||
| 38,54 | 28.500 | |||
| 671.375 | ||||
| ISOP 2012 | 12/02/2019 | alle werkdagen van | 35,32 | 514.500 |
| Euronext Brussels | 37,67 | 56.500 | ||
| 36,00 | 32.375 | |||
| 603.375 | ||||
| ISOP 2013 | 12/02/2020 | alle werkdagen van | 36,38 | 551.250 |
| Euronext Brussels | 37,67 | 38.000 | ||
| 589.250 | ||||
| ISOP 2014 | 10/02/2021 | alle werkdagen van | 32,29 | 558.875 |
| Euronext Brussels | 31,60 | 38.000 | ||
| 32,98 | 27.000 | |||
| 623.875 | ||||
| Totaal | 3.679.463 | |||
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||
|---|---|---|---|---|
| ISOP verwijst naar 'Incentive Stock Option Plan' (wereldwijd plan voor kaders). | ||||
| Aandelenopties, waarvan typisch de rechten werden verworven op de datum van toekenning, worden verwacht om vereffend te worden met bestaande | ||||
| aandelen. Opties die niet uitgeoefend werden voor de vervaldatum vervallen automatisch. | ||||
| (EUR duizend) | ||||
| 2013 | 2014 | |||
| Gewogen gemiddelde |
Gewogen gemiddelde |
|||
| Aantal opties | uitoefenprijs | Aantal opties | uitoefenprijs | |
| UITSTAANDE AANDELENOPTIES GEDURENDE HET JAAR Uitstaande begin van het boekjaar |
3.090.750 | 29,17 | 3.378.088 | 31,18 |
| Toegekend tijdens boekjaar | 589.250 | 36,59 | 623.875 | 32,27 |
| Uitgeoefend tijdens het boekjaar | 301.912 | 21,23 | 322.500 | 24,81 |
| Vervallen tijdens het boekjaar | ||||
| Uitstaande einde boekjaar | 3.378.088 | 31,18 | 3.679.463 | 31,91 |
De nog niet vervallen opties op het einde van het boekjaar, hebben een gemiddelde gewogen looptijd tot oktober 2018.
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Voorzieningen voor bodemsanering en landschapsherstel |
Overige voorzieningen voor leefmilieu |
Totaal | |
| Per einde van het vorige boekjaar | 76.732 | 3.252 | 79.984 |
| aankoop door bedrijfsacquisities | 753 | 753 | |
| . Toename | 5.167 | 2.264 | 7.431 |
| . Terugnemingen | -63 | -319 | -382 |
| . Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | -15.593 | -1.402 | -16.994 |
| . Actualisering (begrepen in 'Netto fi nanciële kosten') | 799 | 799 | |
| . Omrekeningsverschillen | 565 | 565 | |
| . Andere wijzigingen | -14 | -14 | |
| Per einde van het boekjaar | 68.347 | 3.795 | 72.142 |
| waarvan: - op meer dan één jaar | 60.000 | 1.341 | 61.341 |
| - op ten hoogste één jaar | 8.348 | 2.454 | 10.802 |
Voorzieningen voor leefmilieu, volgens wettelijke en feitelijke verplichtingen zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen evenals historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden gekend op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
De voorzieningen verminderden met EUR 7.842 duizend, waarbij bijkomende voorzieningen meer dan gecompenseerd werden door bestedingen of terugnemingen van bestaande voorzieningen. Dit is een goede weergave van de bestendige uitvoering van de geïdentifi ceerde en aangegane saneringsprogramma's.
De toename van de voorzieningen voor bodem- en watersanering komt gedeeltelijk door niewe voorzieningen genomen in Brazilië om toekomstige legale en communicatie uitgaven voor de komende 10 jaar af te dekken. Zoals gepubliceerd in voorgaande jaren bestaat in Guarulhos (Brazilië) bodem- en grondwatervervuiling zowel rond de site als in een publiek gebied bestemd voor herverstedelijking. Deel van de vervuiling werd veroorzaakt voordat de site door Umicore in 2003 werd gekocht. In 2010 werd beslist om de bodem- en grondwatervervuiling op de site aan te pakken om het saneringsproces te versnellen. Hierbij werd een waterbarrière opgeworpen om verdere verspreiding te verhinderen en werd tegelijkertijd op grote schaal saneringssystemen opgezet centraal in het vervuilde gebied. Voorts heeft Umicore de gevolgen van de historische vervuiling ingeschat op het gebied buiten de operationele site en kwam een programma overeen met de lokale autoriteiten.
Door bepalingen die werden opgesteld in het verkoopcontract gelooft Umicore dat het ten minste een gedeelte van noodzakelijke betalingen zou kunnen recupereren van de verkopende partij.
De milieuvoorzieningen werden ook verhoogd voor de gesloten sites van Maxton en Platoro in de VS. Hierdoor kunnen operationele kosten, o.a. waterzuiveringskosten, opgevangen worden. Ook in Hoboken, België, werden bijkomende voorzieningen genomen voor het verwijderen van vervuilde gronden.
Gedurende 2014 vonden geen belangrijke bewegingen plaats op de voorzieningen die werden aangelegd voor het historische radioactief afvalmateriaal in Olen, België. De onderhandelingen met alle bevoegde instanties om een duurzame en aanvaardbare opslagoplossing te vinden duren voort, zij het op een langzaam tempo.
De bestedingen van de voorzieningen van de periode zijn voor het grootste deel verbonden met de realisatie van saneringsprogramma's in Brazilië (Guarulhos en omgeving), Frankrijk (Viviez), in de VSA (Maxton en Platoro) en in België.
De beweging in de 'overige milieuvoorzieningen' hebben vooral betrekking op afwikkeling van CO2 emissierechten in België.
Het management verwacht dat de belangrijkste kasuitgaven met betrekking tot deze projecten zullen gebeuren binnen de vijf jaar.
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Voorzieningen voor herstructurering en reorganisatie |
Overige voorzieningen |
Totaal | |
| Per einde van het vorige boekjaar | 14.831 | 39.443 | 54.270 |
| . Perimeterwijzigingen | |||
| . Toename | 4.854 | 13.772 | 18.626 |
| . Terugnemingen | -1.151 | -7.094 | -8.245 |
| . Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | -4.873 | -2.665 | -7.538 |
| . Actualisering (begrepen in 'Netto fi nanciële kosten') | -4 | -4 | |
| . Omrekeningsverschillen | 270 | 261 | 531 |
| . Overboekingen | 0 | -35 | -35 |
| . Financiële lasten | |||
| . Andere wijzigingen | 130 | 0 | 130 |
| Per einde van het boekjaar | 14.062 | 43.678 | 57.735 |
| waarvan: - op meer dan één jaar | 10.348 | 28.983 | 39.331 |
| - op ten hoogste één jaar | 3.713 | 14.693 | 18.406 |
Voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen, voor risico's met betrekking tot belastingen, garanties en geschillen, voor verlieslatende contracten en productterugnames, zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen, alsook historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden die gekend zijn op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
Voorzieningen zijn in het totaal met EUR 3.466 duizend toegenomen. De nieuwe voorzieningen waren groter dan de aanwendingen, terugnames en omrekeningsverschillen.
De bijkomende voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen werden vooral aangelegd België, Duitsland, Japan en Liechtenstein.
De toename en terugname van de andere voorzieningen voor overige risico's en kosten betreffen garanties, verlieslatende contracten en geschillen. Deze beïnvloeden een wijde reeks van dochterondernemingen voornamelijk in Brazilië, India, China en Korea.
Ze omvatten ook voorzieningen voor verlieslatende contracten met betrekking tot het IAS 39-effect (zie Economische kerncijfers). De netto-toename gedurende de periode voor deze voorzieningen bedroeg EUR 206 duizend. Het eindsaldo van deze voorzieningen bedraagt EUR 5.063 duizend.
Er kan geen schatting gemaakt worden wanneer de kasuitstroom voor de voorziening voor overige risico's en kosten op meer dan één jaar zal plaatsvinden.
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||
|---|---|---|---|---|
| F31 Aangewend kapitaal | ||||
| AANGEWEND KAPITAAL EN ROCE | (EUR duizend) | |||
| Toelichting | 31/12/2013 | 30/06/2014 | 31/12/2014 | |
| Immateriële vaste activa | F14, F15 | 218.251 | 216.817 | 266.073 |
| Materiële vaste activa | F16 | 998.563 | 1.000.142 | 1.061.735 |
| Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F17 | 201.391 | 200.285 | 208.847 |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop - op meer dan één jaar | F18 | 21.183 | 20.493 | 50.258 |
| Voorraden | F19 | 1.106.259 | 1.094.823 | 1.182.946 |
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar (zonder personeelsvoordelen) | F20 | 15.856 | 16.264 | 17.124 |
| Bijgestelde handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 705.591 | 840.303 | 824.430 | |
| Terug te vorderen belastingen | 33.227 | 27.962 | 34.264 | |
| Activa opgenomen in het aangewend kapitaal | 3.300.319 | 3.417.088 | 3.645.677 | |
| Handels- en overige schulden op meer dan één jaar | F25 | 12.907 | 23.795 | 21.490 |
| Bijgestelde handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | 963.385 | 1.104.858 | 1.137.028 | |
| Omrekeningsverschillen | F23 | -102.471 | -81.957 | -34.255 |
| Voorzieningen op meer dan een jaar | F29, F30 | 103.749 | 95.605 | 100.673 |
| Voorzieningen op then hoogste een jaar | F29, F30 | 30.511 | 27.562 | 29.208 |
| Te betalen belastingen | 64.696 | 65.018 | 63.958 | |
| Passiva opgenomen in het aangewend kapitaal | 1.072.778 | 1.234.882 | 1.318.101 | |
| Aangewend kapitaal | 2.227.542 | 2.182.206 | 2.327.577 | |
| IAS 39 en eliminaties | -6.026 | -13.551 | -7.737 | |
| Aangewend kapitaal zoals gepubliceerd | 2.233.568 | 2.195.757 | 2.335.314 | |
| Gemiddeld aangewend kapitaal, in semester voor afsluitingsdatum | 2.234.836 | 2.265.536 | ||
| Gemiddeld aangewend kapitaal, in jaar | 2.241.293 | 2.240.099 | ||
| Recurrente EBIT | F9 | 303.967 | 273.669 | |
| ROCE | 13,56% | 12,22% |
Handelsvorderingen en -schulden opgenomen in 'Aangewend Kapitaal' omvatten niet de 'margin calls' noch de geboekte winsten of verliezen op de aanpassing naar reële waarde op de strategische indekkingsinstrumenten.
Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het halve jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal op het einde van de periode en het aangewend kapitaal van de vorige periode. Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het hele jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het gemiddeld aangewend kapitaal van beide half-jaren.
| (EUR duizend) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde | ||||||
| Aangehouden | Cash fl ow | Leningen, | Beschik | |||
| voor verkoop zon | indek | handels | baar | |||
| Reële | der indekkings | kingsboek | vorderingen | voor | ||
| Per einde van het vorige boekjaar | Niveau | waarde | boekhouding | houding | en schulden | verkoop |
| ACTIVA | ||||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | 21.183 | 21.183 | ||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop - Aandelen | 1 - 2 | 21.183 | 21.183 | |||
| Leningen toegekend | 10.904 | 10.904 | ||||
| Leningen toegekend | 2 | 10.904 | 10.904 | |||
| Handels- en overige vorderingen | 732.750 | 6.863 | 9.248 | 716.639 | ||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Garanties en deposito's | 3 | 8.193 | 8.193 | |||
| Overige vorderingen op meer dan één jaar | 3 | 7.662 | 7.662 | |||
| Personeelsvoordelen | 3 | 483 | 483 | |||
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsvorderingen (bruto) | 3 | 622.472 | 622.472 | |||
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | 3 | -8.275 | -8.275 | |||
| Overige vorderingen (bruto) | 3 | 71.488 | 71.488 | |||
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | 3 | -5.801 | -5.801 | |||
| Te ontvangen interesten | 3 | 92 | 92 | |||
| Reële waarde vordering fi nanciële instrumenten | ||||||
| kasstroomindekking | 2 | 9.248 | 9.248 | |||
| Reële waarde vordering andere fi nanciële instrumenten | 2 | 6.863 | 6.863 | |||
| Overlopende rekeningen | 3 | 20.324 | 20.324 | |||
| Kas en kasequivalenten | 99.245 | 99.245 | ||||
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 13.636 | 13.636 | ||||
| Beleggingen op korte termijn (andere) | -21 | -21 | ||||
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere | ||||||
| kasequivalenten | 85.630 | 85.630 | ||||
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (ACTIVA) | 864.082 | 6.863 | 9.248 | 826.788 | 21.183 | |
| PASSIVA | ||||||
| Financiële schulden | 314.136 | 314.236 | ||||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Bankleningen | 2 | 19.900 | 20.000 | |||
| Overige leningen | 2 | 6.397 | 6.397 | |||
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Bankleningen | 2 | 72.551 | 72.551 | |||
| Krediet op bankrekeningen | 2 | 932 | 932 | |||
| Commercial paper | 2 | 205.794 | 205.794 | |||
| Overige leningen | 2 | 8.562 | 8.562 | |||
| Handels- en overige schulden | 979.676 | 7.938 | 3.382 | 968.356 | ||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 0 | |||||
| Overige schulden | 3 | 4.461 | 4.461 | |||
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | 3 | 8.447 | 8.447 | |||
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 3 | 710.729 | 710.729 | |||
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in | ||||||
| uitvoering | 3 | 17.937 | 17.937 | |||
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 3 | 8.796 | 8.796 | |||
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten |
3 | 118.271 | 118.271 |
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | ||||||
| Boekwaarde | ||||||
| Aangehouden | Cash fl ow | Leningen, | Beschik | |||
| voor verkoop zon | indek | handels | baar | |||
| Reële | der indekkings | kingsboek | vorderingen | voor | ||
| Per einde van het vorige boekjaar | Niveau | waarde | boekhouding | houding | en schulden | verkoop |
| Overige schulden | 3 | 16.639 | 16.639 | |||
| Verschuldigde dividenden | 3 | 7.485 | 7.485 | |||
| Te betalen interesten | 3 | 373 | 373 | |||
| Reële waarde schulden fi nanciële instrumenten | 2 | 3.382 | 3.382 | |||
| kasstroomindekking | ||||||
| Reële waarde schulden andere fi nanciële instrumenten | 2 | 7.938 | 7.938 | |||
| Overlopende rekeningen | 3 | 75.218 | 75.218 | |||
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PASSIVA) | 1.293.812 | 7.938 | 3.382 | 1.282.592 | 0 |
| (EUR duizend) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde | ||||||
| Aangehouden | Cash fl ow | Leningen, | Beschik | |||
| voor verkoop zon | indek | handels | baar | |||
| Reële | der indekkings | kingsboek | vorderingen | voor | ||
| Per einde van het boekjaar | Niveau | waarde | boekhouding | houding | en schulden | verkoop |
| ACTIVA | ||||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | 50.258 | 50.258 | ||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop - Aandelen | 1 | 50.258 | 50.258 | |||
| Leningen toegekend | 8.088 | 8.088 | ||||
| Leningen toegekend | 2 | 8.088 | 8.088 | |||
| Handels- en overige vorderingen | 844.544 | 9.756 | 2.437 | 832.352 | ||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Garanties en deposito's | 3 | 9.481 | 9.481 | |||
| Overige vorderingen op meer dan één jaar | 3 | 7.643 | 7.643 | |||
| Personeelsvoordelen | 3 | 431 | 431 | |||
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsvorderingen (bruto) | 3 | 739.569 | 739.569 | |||
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | 3 | -7.060 | -7.060 | |||
| Overige vorderingen (bruto) | 3 | 65.417 | 65.417 | |||
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | 3 | -6.097 | -6.097 | |||
| Te ontvangen interesten | 3 | 124 | 124 | |||
| Reële waarde vordering fi nanciële instrumenten | ||||||
| kasstroomindekking | 2 | 2.437 | 2.437 | |||
| Reële waarde vordering andere fi nanciële instrumenten | 2 | 9.756 | 9.756 | |||
| Overlopende rekeningen | 3 | 22.843 | 22.843 | |||
| Kas en kasequivalenten | 89.792 | 89.792 | ||||
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 3.857 | 3.857 | ||||
| Beleggingen op korte termijn (andere) | 128 | 128 | ||||
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere | 85.807 | 85.807 | ||||
| kasequivalenten | ||||||
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (ACTIVA) | 992.682 | 9.756 | 2.437 | 930.232 | 50.258 | |
| PASSIVA | ||||||
| Financiële schulden | 389.385 | 388.085 | ||||
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Bankleningen | 2 | 21.300 | 20.000 | |||
| Overige leningen | 2 | 2.572 | 2.572 | |||
| Op ten hoogste één jaar |
Bankleningen 2 119.747 119.747
(EUR duizend)
De leningen en schulden zijn uitgegeven aan een marktrentevoet welke geen grote verschillen met zich meebrengt vergeleken met de effectieve markrentevoet. Alle categorieën van fi nanciële instrumenten van Umicore worden aan hun reële waarde weergeven behalve de langlopende bank- en andere leningen. De boekwaarde van deze verschilt van de reële marktwaarde (zie toelichting F24).
De reële waarde van de fi nanciële instrumenten die verhandeld worden in actieve markten is gebaseerd op de koers in de desbetreffende markt op het einde van het boekjaar.
De reële waarde van de fi nanciële instrumenten die niet vrij verhandeld worden in een actieve markt wordt bepaald door middel van valorisatietechnieken. Meest gebruikte techniek is de 'discounted cash-fl ow' waarbij de marktomstandigheden deze zijn zoals ze gekend waren op het einde van het boekjaar.
De reële waarde van rentevoetswap, in bijzonder, wordt berekend door de huidige waarde te nemen van de geschatte toekomstige kasstromen. De reële waarde van forward wisselkoers- en metaalcontracten wordt bepaald door de genoteerde wissel- en metaalkoersen op het einde van het boekjaar te nemen.
De reële waarde van de vrij verhandelde fi nanciële vaste activa welke door de groep gehouden worden, is de genoteerde marktwaarde op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de passiva wordt geschat door de toekomstige contractuele kasstromen te verdisconteren aan de huidige marktrentevoet. De genomen markrentevoet is deze rentevoet die beschikbaar is voor de groep voor gelijkaardige fi nanciële instrumenten.
Door van de nominale waarde van de handelsvordering en schulden de desbetreffende waardevermindering af te trekken, wordt hun reële waarde benaderd.
De Groep heeft de wijzigingen in IFRS 7 betreffende de waardering van fi nanciële instrumenten in de balans aan werkelijke waarde, aangenomen vanaf januari 2009. De wijzigingen hebben tot gevolg dat de aanpassing naar reële waarde gerapporteerd worden volgens volgende hiërarchie:
Niveau 1: Waardering gebaseerd op beurskoersen op actieve markten voor identieke activa of passiva.
Niveau 2: Waardering gebaseerd op waarneembare gegevens andere dan beurskoersen.
Niveau 3: Waardering gebaseerd op niet-waarneembare gegevens.
Binnen de Groep zijn de fi nanciële activa gewaardeerd volgens niveau 1. Uitzondering is echter de Nyrstar obligatie, welke een niveau 2 was (voor een bedrag van EUR 5,0 miljoen in 2013, maar werd terugbetaald in 2014). Alle afgeleide producten voor metaal en wisselkoersen zijn gewaardeerd volgens niveau 2.
Umicore is blootgesteld aan fl uctuaties van grondstofprijzen, wisselkoersen en rentevoeten.
De reële waarde van de fi nanciële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (verkoopcontracten) zou EUR 3,1 miljoen lager/hoger zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële waarde van de fi nanciële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou EUR 4,7 miljoen hoger/lager zijn als de energieprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële marktwaarde van andere fi nanciële verkoopinstrumenten zou EUR 15,4 miljoen lager/hoger zijn en deze van andere fi nanciële aankoopinstrumenten zou 16,8 miljoen hoger/lager zijn indien de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 1,1 miljoen hoger zijn als de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 1,3 miljoen lager zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 2,5 miljoen hoger zijn als de euro 10% apprecieert ten opzichte van de ZAR en zou EUR 2,1 miljoen lager zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de ZAR.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 4,4 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou EUR 4,5 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere fi nanciële instrumenten zou EUR 42,3 miljoen hoger zijn als de euro 10% zou apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 51,9 miljoen lager zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere fi nanciële instrumenten zou EUR 13,6 miljoen lager zijn indien de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 16,6 miljoen hoger zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de USD zou EUR 17,5 miljoen lager zijn indien de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 21,4 miljoen hoger zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
Umicore dekt zijn structureel en transactiegebonden goederen- (metaal en energie), valuta- en rentevoetrisico's in door gebruik te maken van metaalinstrumenten (voornamelijk deze genoteerd op de London Metal Exchange), valuta-instrumenten en rentevoet-swaps met erkende makelaars en banken.
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| 31/12/2014 | |||
| 76.635 | 31.502 | 8.051 | 61 |
| -42.678 | -51.482 | -1.695 | -3.855 |
| 121.471 | 84.138 | -377 | -1.851 |
| 3.115 | 0 | 0 | 0 |
| -113 | -3.489 | ||
| 5.866 | -9.135 | ||
| 2.437 | |||
| -3.382 | -11.571 | ||
| Totaal reële waarde-impact (voor geassocieerde onderne | -13 | -261 | |
| 5.853 | -9.395 | ||
| 31/12/2013 | Nominaal of contractueel bedrag 31/12/2014 |
Reële waarde 31/12/2013 9.248 |
De principes en de documentatie over de ingedekte risico's als ook de timing gerelateerd aan de kasstroomindekkingsactiviteiten van de Groep zijn vermeld in toelichting F3, Beheer van fi nanciële risico's.
De reële waarden van de effectieve indekkingsinstrumenten worden in eerste instantie erkend in de reële waardereserves opgenomen onder het eigen vermogen. Nadat de onderliggende of aangegane transacties zich voordoen, worden ze afgeboekt uit het eigen vermogen (zie toelichting F23).
De termijnovereenkomsten voor verkochte goederen werden opgezet voor de indekking van oa volgende goederen: goud, zilver, platina en palladium.
De termijnovereenkomsten voor aangekochte goederen werden opgezet voor de indekking van prijsrisico's op elektriciteit, gas en stookolie.
De termijnovereenkomsten voor verkochte deviezen werden opgezet voor de indekking van de USD ten opzichte van de EUR, KRW, BRL en NOK en de EUR ten opzichte van de NOK en ZAR.
De gemiddelde vervaldag van de fi nanciële instrumenten gerelateerd aan kasstroomindekking is juli 2015 voor de termijnovereenkomsten voor verkochte goederen en augustus 2015 voor de termijnovereenkomsten voor verkochte deviezen.
De condities voor alle termijncontracten zijn gangbare marktcondities.
In die omstandigheden waar documentatie voor hedge accounting zoals gedefi nieerd onder IAS 39 niet beschikbaar is, worden fi nanciële instrumenten, gebruikt voor het indekken van structurele risico's van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter weldegelijk gebruikt om toekomstige waarschijnlijke kasstromen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.
De kasstroomindekking van Umicore is op geen enkele manier ineffectief geweest in 2013, noch in 2014.
| (EUR duizend) | ||||
|---|---|---|---|---|
| Nominaal of contractueel bedrag | Reële waarde | |||
| 31/12/2013 | 31/12/2014 | 31/12/2013 | 31/12/2014 | |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht | 139.201 | 157.300 | -591 | 2.855 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht | -120.116 | -171.872 | -2.002 | -3.465 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht | 305.893 | 474.004 | 3.463 | -9.359 |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht | -77.691 | -158.305 | -1.944 | 6.119 |
| Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen) |
-1.074 | -3.852 | ||
| Erkend in handels- en overige vorderingen | 6.863 | 9.799 | ||
| Erkend in handels- en overige schulden | -7.938 | -13.651 | ||
| Totaal | -1.074 | -3.852 |
De principes en de documentatie over de transactiegebonden indekkingen door de Groep zijn beschreven in toelichting F3, Beheer van fi nanciële risico's. Bij gebrek aan documentatie voor hedge accounting voor deze indekkingsactiviteit zoals gedefi nieerd onder IAS 39, worden fi nanciële instrumenten, gebruikt voor het indekken van transactierisico's van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter wel degelijk gebruikt om bestaande transacties en vaste engagementen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.
De reële waarden zijn rechtstreeks onderkend in de resultatenrekening onder 'Andere bedrijfsopbrengsten' voor de basismaterialen gerelateerde instrumenten en onder 'Netto fi nanciële kosten' voor de valuta-gerelateerde instrumenten.
| Umicore Jaarverslag 2014 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Contractuele vervaldag | (EUR duizend) | ||||
| 1 tot 3 | 3 maand | ||||
| Per einde van het vorige boekjaar | < 1 maand | maand | - 1 jaar | 1 tot 5 jaar | Totaal |
| ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | |||||
| Risico verbonden aan metaalprijzen | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 578 | 577 | 3.538 | 3.336 | 8.029 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (CFH) | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) | 91 | 1.168 | 19 | 0 | 1.278 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) | 899 | 871 | 344 | 8 | 2.122 |
| Risico verbonden aan deviezen | |||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 116 | 216 | 861 | 26 | 1.219 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) | 2.033 | 444 | 541 | 445 | 3.463 |
| Termijncontracten: deviezen aankoop (overige) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | |||||
| Renterisico | |||||
| Rentevoetswaps | 0 | 0 | 0 | -113 | -113 |
| Risico verbonden aan metaalprijzen | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 0 | 2 | 8 | 13 | 23 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | 6 | 36 | -735 | -1.002 | -1.695 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) | -1.036 | -636 | -198 | 0 | -1.870 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) | -720 | -3.401 | -2 | 0 | -4.124 |
| Risico verbonden aan deviezen | |||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | -257 | -880 | -1.266 | 805 | -1.596 |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (CFH) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (overige) | -86 | -354 | -1.456 | -49 | -1.944 |
| (EUR duizend) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Contractuele vervaldag | |||||
| Per einde van het boekjaar | < 1 maand | 1 tot 3 maand |
3 maand - 1 jaar |
1 tot 5 jaar | Totaal |
| ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | |||||
| Risico verbonden aan metaalprijzen | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (CFH) | 368 | 28 | 1.187 | 0 | 1.584 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) | 1.537 | 1.480 | 448 | 0 | 3.465 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) | 81 | 0 | 0 | 80 | |
| Risico verbonden aan deviezen | |||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 79 | 158 | 616 | 0 | 853 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) | 59 | 59 | |||
| Termijncontracten: deviezen aankoop (overige) | 1.048 | 1.965 | 3.121 | 62 | 6.195 |
| PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | |||||
| Renterisico | |||||
| Rentevoetswaps | 0 | 0 | 0 | -3.489 | -3.489 |
| Risico verbonden aan metaalprijzen | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 0 | -465 | -1.058 | 0 | -1.523 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | 0 | 0 | -2.195 | -1.660 | -3.855 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) | -403 | -201 | -6 | 0 | -610 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) | -1.857 | -1.573 | -91 | -24 | -3.546 |
| Risico verbonden aan deviezen | |||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | -330 | -346 | -2.110 | 82 | -2.704 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) | -3.236 | -2.734 | -3.320 | -129 | -9.418 |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (overige) | -78 | 2 | 0 | 0 | -76 |
Umicore | Jaarverslag 2014
De kasstromentabel bestaat uit de kasstromen afkomstig van respectievelijk de bedrijfs-, de investerings- en de fi nancieringsactiviteiten van de betreffende periode.
Voor de opmaak van de bedrijfskasstromen werd de indirecte methode toegepast. Het nettoresultaat werd aangepast voor:
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| AANPASSING VOOR NIET-KASTRANSACTIES | ||
| Afschrijvingen | 158.622 | 169.335 |
| Aanpassing IAS 39 | 1.022 | 45 |
| (Terugneming van) Bijzondere waardeverminderingen | 15.356 | 9.492 |
| Waardering aan marktwaarde van de voorraden en engagementen | 2.663 | -4.447 |
| Koersverschillen op leningen langetermijnleningen | 742 | 798 |
| Voorraden en voorzieningen voor dubieuze debiteuren | 885 | -4.985 |
| Afschrijving van kapitaalsubsidies | -385 | -705 |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 4.337 | 3.598 |
| Wijziging in voorzieningen | 5.375 | -4.107 |
| 188.618 | 169.024 | |
| AANPASSING VOOR ELEMENTEN DIE AFZONDERLIJK VERMELD OF GEKLASSEERD MOETEN WORDEN ONDER DE IN VESTERINGS- OF FINANCIERINGSKASSTROMEN |
||
| Belastingen van de periode | 52.386 | 46.506 |
| Interestkosten (-opbrengsten) | 2.609 | 3.263 |
| (Meerwaarde) Minwaarde op overdracht van vaste activa | -2.267 | 92 |
| Opbrengsten uit dividenden | -918 | -131 |
| 51.811 | 49.729 | |
| WIJZIGINGEN IN DE BEHOEFTE AAN BEDRIJFSKAPITAAL | ||
| Voorraden | 128.847 | -76.686 |
| Handels- en overige vorderingen | 69.310 | -112.883 |
| Handels- en overige schulden | -27.432 | 189.676 |
| Zoals in de geconsolideerde balans | 170.725 | 107 |
| Transacties zonder impact op kasstromen (*) | -3.314 | -9.779 |
| Elders gepubliceerde transacties (**) | -24.746 | -9.057 |
| Impact van bedrijsfacquisities | 6.509 | 38.050 |
| Omrekeningsverschillen | -52.300 | 36.722 |
| Zoals in de geconsolideerde kasstromentabel | 96.873 | 56.043 |
(*) De transacties zonder impact op kasstromen komen in de meeste gevallen van de waardering aan marktwaarde van voorraden en engagementen, van strategische en transactionele hedging resultaten en waardeverminderingen van voorraden en dubieuze debiteuren.
(**) De transacties die elders gepubliceerd worden zijn het gevolg van gewijzigde te ontvangen en nog te betalen interesten, dividenden en belastingen.
| (EUR duizend) | |||
|---|---|---|---|
| Netto kas en -kasequivalenten |
Leningen (zonder krediet op bankrekeningen) |
Netto fi nanciële schulden |
|
| Per einde van het vorige boekjaar | 98.313 | 313.303 | 214.990 |
| Kassstromen van de periode | -18.427 | 64.876 | 83.303 |
| Per einde van het boekjaar | 79.886 | 378.179 | 298.293 |
| Umicore Jaarverslag 2014 | |
|---|---|
| 34.2 Toename van de kasstromen uit bedrijfsactiviteit | |
| De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten na belastingen bedroegen EUR 402,5 miljoen. De bedrijfskapitaalbehoeften daalden met EUR 56,0 miljoen door verdere optimalisatie van deze bedrijfskapitaalbehoeften. |
|
| 34.3 Toename van de kasstromen uit investeringsactiviteit | |
| De netto-kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten daalden met EUR 52,3 miljoen toe in 2014. De investeringen bedroegen EUR 202 miljoen als de gekapitaliseerde O&O-kosten uitgesloten zijn, zoals in de Umicore-defi nitie over investeringen (zie Glossarium). Investeringen waren voornamelijk gerelateerd aan de strategische groeiprojecten van Umicore. In het segment Recycling is de eerste fase van de uitbreidingsinvestering in Hoboken afgerond. In het segment Catalysis zijn de investeringen gelinkt aan de uitbreiding van de capaciteit voor katalysatoren voor zware dieselmotoren en personenwagens in onder andere Europa en India. In Korea wordt een technisch ontwikkelingscentrum opgericht. In het segment Energy Materials werden de investeringen voor extra capaciteit voor kathodematerialen in Korea en China afgerond. |
|
| De acquisities bevatten ook EUR 24,3 miljoen immateriële vaste activa welke vooral voortkomen uit de kapitalisatie van O&O-ontwikkelingskosten en informatiesystemen (zie ook toelichting F14). De acquisitie van nieuwe dochterondernemingen heeft betrekking tot de overname van Umicore Specialty Materials and Recycling (VSA) en Todini (Italië) (zie ook toelichting 8 bedrijfsacquisities). |
|
| 34.4 Afname van de kasstromen uit fi nancieringsactiviteit | |
| De kasstroom gebruikt in fi nancieringsactiviteiten is vooral te wijten aan de nettostijging van de schuldgraad (EUR 38,6 miljoen), de inkoop van eigen aandelen verminderd met eigen aandelen die gebruikt werden om opties uit te oefenen (EUR 63,9 miljoen), de netto kapitaalvermindering in minderheden (EUR 4,5 miljoen), de betaling van dividenden (EUR 115,0 miljoen) en de betaling van intresten (EUR 3,1 miljoen). |
|
| (EUR duizend) | |
| 2013 | 2014 |
| Verwerving van materiële vaste activa 266.741 |
190.797 |
| Verwerving van immateriële vaste activa 26.970 Verwerving van vaste activa 293.711 |
24.262 215.059 |
| O&O-investeringen 14.096 |
12.687 |
| Investeringen 279.615 |
202.372 |
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de Groep | 48.258 | 49.937 |
| Door de Groep gestelde zekerheden voor rekening van derden | 4.746 | 4.899 |
| Ontvangen zekerheden | 103.955 | 91.858 |
| Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de Groep | 293.442 | 348.644 |
| Verplichtingen tot aankoop en verkoop van vaste activa | 2.060 | 4.479 |
| Commerciële engagementen voor aangekochte te ontvangen basismaterialen | 214.094 | 131.398 |
| Commerciële engagementen voor verkochte te leveren basismaterialen | 365.310 | 374.149 |
| Goederen en waarden van derden gehouden door de Groep | 1.080.004 | 1.397.160 |
| Diverse rechten en verbintenissen | 3.542 | 2.759 |
| Totaal | 2.115.412 | 2.405.283 |
Deze zijn gewaarborgde en niet-gewaarborgde zekerheden gegeven door derden aan de schuldeisers van de Groep ter garantie van de afl ossing van de actuele en toekomstige schulden en verplichtingen van de Groep.
Deze zijn zekerheden of onomkeerbare verbintenissen gegeven door de Groep ten voordele van derden ter garantie van de voldoende afl ossing van schulden en bestaande of toekomstige verplichtingen door derden jegens hun schuldeisers.
Er zijn geen engagementen tot leningen aan derde partijen.
Dit zijn ontvangen panden en zekerheden die het toereikend voldoen van schulden en bestaande of potentiële engagementen van derden tegenover de onderneming en haar dochterondernemingen garanderen, met uitzondering van kasgaranties en obligaties.
De ontvangen zekerheden hebben betrekking tot crediteurenzekerheden gedekt door fi nanciële instellingen. Deze zekerheden zijn opgemaakt voor het indekken van de goede uitwerking van werken door de crediteuren. Sommige delen van de ontvangen zekerheden hebben ook betrekking tot klantenzekerheden voornamelijk ontvangen van de moedermaatschappij in naam van één van de fi lialen. Een klein deel ervan van dit bedrag heeft betrekking op huurgaranties.
Deze garanties zijn opgenomen aan normale marktvoorwaarden en de reële waarde van deze items zijn gelijkwaardig aan de nettoboekwaarde. Geen enkele van deze zekerheden zijn in onderpand gegeven.
Deze vertegenwoordigen goederen en waarden opgenomen in de balans van de Groep voor dewelke de onderneming en haar dochterondernemingen de risico's dragen en de opbrengst behouden, maar deze goederen en waarden bevinden zich niet in de panden van de onderneming en haar dochterondernemingen. Het betreft vooral geleasde voorraden aan derden, consignatievoorraden of over voorraden onder maakloonovereenkomsten bij derden.
Dit zijn engagementen gemaakt om metalen te leveren aan klanten of aangeleverd te krijgen van leveranciers tegen vastgestelde prijzen.
Dit zijn goederen en waarden die tijdelijk door de onderneming en haar dochterondernemingen bijgehouden worden, maar die de onderneming niet bezit. Het betreft voornamelijk geleasede voorraden, consignatievoorraden of voorraden onder maakloonovereenkomsten met derden.
De lijnen betreffende de engagementen voor aangekochte en verkochte goederen werden bijgewerkt in 2013, en houden nu rekening met de volledige reikwijdte van de entiteiten.
De Groep leaset metaal (meer specifi ek goud en zilver) van en aan banken of andere derde partijen voor specifi eke, meestal korte periodes. De Groep betaalt of ontvangt hiervoor leasevergoedingen. Op 31 december 2014 was het nettosaldo van deze leaseschuld EUR 400 miljoen tegenover EUR 248 miljoen op het einde van 2013. De toename is vooral te wijten aan hogere volumes.
De Groep heeft bepaalde hangende dossiers die volgens de IFRS-normen beschouwd kunnen worden als voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen.
De zaak rond de voorwaardelijke pensioenverplichting bij Element Six in Ierland is volledig opgelost. De uitspraak van februari 2014 in het voordeel van de beheerders van het plan kan niet meer aangevochten worden. Alle schadevergoedingen of kosten werden betaald waarmee de afhandeling van de zaak rond is.
In de loop van de eerste jaarhelft van 2014 hebben de Franse mededingingsautoriteiten een klacht uitgevaardigd met betrekking tot de handelspraktijken van Building Products ten opzichte van haar verdelers. Umicore betwist sterk de aantijgingen. Umicore verwerpt onder andere de beperkte marktdefi nitie die gebruikt wordt door de Franse mededingingsautoriteiten en daardoor de aantijging dat Umicore een dominante positie in de desbetreffende markt heeft. Hierbij verwijst Umicore naar bestaande jurisprudentie van de Europese Commissie en de Bundeskartellamt.
In aanvulling op het voorgaande zijn tegen de Groep een aantal dagvaardingen ingediend die samenhangen met het normale verloop van haar activiteiten. De directie gelooft niet dat dergelijke dagvaardingen globaal genomen van aard zijn om een wezenlijke ongunstige invloed te hebben op de fi nanciële positie van Umicore.
| (EUR duizend) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| TRANSACTIES MET JOINT VENTURES EN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN | ||
| Bedrijfsopbrengsten | 136.598 | 148.018 |
| Bedrijfskosten | -77.285 | -107.735 |
| Financiële opbrengsten | 240 | 275 |
| Financiële kosten | -47 | -1 |
| Ontvangen dividenden | -14.331 | -16.851 |
| 2013 | 2014 | |
| OPENSTAANDE POSTEN MET JOINT VENTURES EN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN | ||
| Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 2.558 | 9.954 |
| Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | 32.222 | 44.878 |
Op 30 december 2014 kocht Umicore de resterende 52% van de aandelen van Todini.
| (EUR) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| RAAD VAN BESTUUR | ||
| Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen | 535.952 | 614.570 |
| Vast gedeelte | 230.833 | 213.334 |
| Variabel gedeelte (op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen) | 191.000 | 226.000 |
| Waarden van de toegekende aandelen | 106.507 | 167.546 |
| Voordeel in natura bedrijfswagen voorzitter | 7.612 | 3.378 |
| Contributie tot de Zwitzerse sociale zekerheid | 4.312 |
Geen enkel variabel vergoedingselement (uitgezonderd de aanwezigheidsvergoeding) is voorzien in het bestuurdersstatuut. Geen enkele lening of waarborg werd door de onderneming aan de leden van de Raad van Bestuur toegekend.
| (EUR) | ||
|---|---|---|
| 2013 | 2014 | |
| DIRECTIECOMITÉ | ||
| Vergoedingen en andere voordelen | 7.504.592 | 7.641.180 |
| Kortetermijnpersoneelsvoordelen | 3.291.796 | 4.410.344 |
| Personeelsvoordelen na uitdiensttreding | 1.576.470 | 1.104.328 |
| Andere langetermijnvoordelen | 877.512 | 585.008 |
| Aandelengebaseerde betalingen | 1.758.814 | 1.541.500 |
De gegevens hierboven bieden een boekhoudkundig zicht op de vergoeding van de Raad van Bestuur en het Directiecomité en verschillen enigszins van de informatie vervat in het Remuneratieverslag onder het Corporate Governance hoofdstuk.
In de hierboven weergegeven tabellen worden de werkgeversbijdragen op het vlak van de sociale zekerheid, indien toepasselijk, weergegeven en opgenomen onder de kortetermijnpersoneelsvoordelen. Deze zijn niet vermeld in het Remuneratieverslag.
In verband met de op aandelengebaseerde incentives vertegenwoordigen de cijfers met betrekking tot de toekenning van aandelen, zoals opgenomen in de op aandelengebaseerde betalingen, de waarde van de aandelen toegekend in 2014 voor diensten gepresteerd in 2013. Het Remuneratieverslag vermeldt de waarde van de aandelen toegekend in 2015 voor diensten gepresteerd in het besproken jaar, d.w.z. 2014.
De cijfers met betrekking tot het niet-uitgestelde deel van cash-vergoedingen, gerelateerd aan de individuele prestaties van 2014 zijn opgenomen in de kortetermijnpersoneelsvoordelen, vertegenwoordigen het niveau van de voorzieningen op het einde van het boekjaar. Het Remuneratieverslag vermeldt de werkelijk betaalde bedragen.
De voorzieningen geboekt voor het uitgestelde deel van variabele cash-vergoeding met als referentiejaar 2014, zijn opgenomen in de andere langetermijnvoordelen. De in 2016 en 2017 te betalen bedragen zullen afhankelijk zijn van prestaties gemeten over een langere termijn en de juiste bedragen zullen opgenomen worden in het Remuneratieverslag van de betrokken jaren.
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||
|---|---|---|
| F38 Gebeurtenissen na balansdatum Umicore kondigde na de Raad van Bestuur van 5 februari 2015 aan dat ze aan de algemene vergadering van aandeelhouders de uitkering van een brutodividend van EUR 1,00 per aandeel zal voorstellen, wat overeenkomt met de totale uitbetaling van dividenden ten bedrage van EUR 108.180 duizend. Hiervan werd reeds EUR 0,50 per aandeel uitbetaald als interimdividend in september 2014. |
||
| In januari 2015 heeft Umicore aangekondigd dat het haar activiteitenportefeuille herbekijkt en mogelijkheden onderzoekt om de groei en waardecreatie te optimaliseren. Een proces werd opgestart om de business units Zinc Chemicals en Building Products voor te bereiden op een toekomst buiten de Umicore Groep. Beide business units hebben hun winstgevendheid aanzienlijk verbeterd en staan voldoende sterk om hun activiteiten verder te ontwikkelen in een omgeving die specifi ek aansluit bij hun respectievelijke producten, diensten en toepassingen. Umicore wil ook de activiteiten Electro-Optic Materials en Thin Film Products in aparte juridische entiteiten onderbrengen om strategische allianties mogelijk te maken met het doel de groei te versnellen. Het is de intentie om de portefeuille tegen eind 2016 te herschikken, afhankelijk van de marktopportuniteiten. |
||
| F39 Winst per aandeel | ||
| WINST PER AANDEEL | (EUR) | |
| Zonder afgesplitste activiteiten | 2013 | 2014 |
| Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect |
1,61 1,60 |
1,58 1,57 |
| Met afgesplitste activiteiten | ||
| Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening | 1,61 | 1,58 |
| Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect Recurrente winst per aandeel |
1,60 1,96 |
1,57 1,79 |
| De hiernavolgende resultaten worden als teller gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering: |
||
| CIJFERS IN DE TELLER | (EUR duizend) | |
| Toelichting | 2013 | 2014 |
| Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep F9 |
179.029 | 170.603 |
| Zonder afgesplitste activiteiten | 179.029 | 170.603 |
| Met afgesplitste activiteiten | 179.029 | 170.603 |
| Recurrent geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep F9 |
218.042 | 193.105 |
| De hiernavolgende aandelenaantallen worden gebruikt als noemer voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering: |
||
| CIJFERS IN DE NOEMER | ||
| 2013 | 2014 | |
| Aantal uitstaande aandelen per 31 december | 120.000.000 | 112.000.000 |
| waarvan aandelen in eigen bezit waarvan uitstaande aandelen |
10.228.661 109.771.339 |
3.914.272 108.085.728 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | 111.257.259 | 108.062.085 |
| Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen | 475.906 | 389.762 |
| Aangepast gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen | 111.733.165 | 108.451.847 |
| CIJFERS IN DE TELLER | (EUR duizend) | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2013 | 2014 | |
| Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 179.029 | 170.603 |
| Zonder afgesplitste activiteiten | 179.029 | 170.603 | |
| Met afgesplitste activiteiten | 179.029 | 170.603 | |
| Recurrent geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 218.042 | 193.105 |
| 2013 | 2014 |
|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen per 31 december 120.000.000 |
112.000.000 |
| waarvan aandelen in eigen bezit 10.228.661 |
3.914.272 |
| waarvan uitstaande aandelen 109.771.339 |
108.085.728 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen 111.257.259 |
108.062.085 |
| Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen 475.906 |
389.762 |
Het totaal aantal uitstaande aandelen is exclusief de eigen aandelen, die aangehouden worden voor bestaande aandelenoptieplannen of beschikbaar zijn voor verkoop. De noemer voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel houdt rekening met een wijziging in de aandelenopties.
In 2014 zijn geen nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de uitoefening van aandelenoptieplannen met daaraan verbonden inschrijvingsrechten. Tijdens het jaar heeft Umicore 314.500 eigen aandelen gebruikt voor de uitoefening van aandelenopties en 29.234 voor de toegekende aandelen. Gedurende 2014 heeft Umicore 2.029.345 eigen aandelen ingekocht en 8.000.000 eigen aandelen vernietigd. Per 31 december 2014 bezat Umicore 3.914.272 eigen aandelen, wat overeenstemt met 3,49% van de totale uitgegeven aandelen op dat moment.
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen aan standaarden en interpretaties zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2014:
Deze nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden hebben geen materiële invloed gehad op de geconsolideerde jaarrekeningen van de Groep.
Voor alle nieuwe interpretaties en standaarden die nog niet verplicht zijn vanaf 1 januari 2014, gaat het management momenteel na of deze een materiële impact gaan hebben op de geconsolideerde jaarrekeningen van de Groep.
De globale auditvergoeding voor de statutaire auditor en zijn fi lialen bedroeg EUR 2,3 miljoen, inclusief een bedrag van EUR 1,8 miljoen voor de statutaire auditmissies (EUR 0,5 miljoen voor de audit van de moedermaatschappij) en EUR 0,4 miljoen voor de niet-statutaire auditdiensten. Deze omvatten auditgerelateerde en andere certifi ëringsdiensten (EUR 0,2 miljoen) en andere niet-auditgerelateerde diensten (EUR 0,2 miljoen).
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||
|---|---|---|---|---|
| Beknopte jaarrekening van de moederonderneming | ||||
| De jaarrekening van Umicore wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld. | ||||
| Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van Umicore evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris bij de Nationale Bank van België neergelegd worden. |
||||
| Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij: | ||||
| UMICORE Broekstraat 31 |
||||
| B-1000 Brussel (België) | ||||
| In zijn verslag heeft de commissaris geen voorbehoud gemaakt betreffende de jaarrekening van Umicore. | ||||
| De wettelijke reserve van EUR 50.000 duizend die inbegrepen is in de overgedragen winst is niet beschikbaar voor uitkering. | ||||
| (EUR duizend) | ||||
| 31/12/2012 | 31/12/2013 | 31/12/2014 | ||
| BEKNOPTE BALANS PER 31 DECEMBER | ||||
| 1. ACTIVA Vaste activa |
3.787.362 | 3.793.411 | 3.813.172 | |
| I. | Oprichtingskosten | |||
| II. | Immateriële vaste activa | 79.483 | 84.042 | 88.202 |
| III. | Materiële vaste activa | 317.085 | 347.946 | 347.625 |
| IV. | Financiële vaste activa | 3.390.794 | 3.361.423 | 3.377.345 |
| Vlottende activa | 957.086 | 923.789 | 811.395 | |
| V. | Vorderingen op meer dan één jaar | 783 | 773 | 373 |
| VI. | Voorraden en bestellingen in uitvoering | 465.396 | 394.039 | 411.793 |
| VII. | Vorderingen op ten hoogste één jaar | 259.283 | 220.493 | 258.740 |
| VIII. | Geldbeleggingen | 219.265 | 299.215 | 131.290 |
| IX. X. |
Liquide middelen Overlopende rekeningen |
1.348 11.011 |
1.131 8.134 |
712 8.487 |
| Totaal activa | 4.744.448 | 4.717.197 | 4.624.567 | |
| 2. PASSIVA | ||||
| Eigen vermogen | 1.449.756 | 1.427.123 | 1.211.651 | |
| I. | Kapitaal | 500.000 | 500.000 | 500.000 |
| II. | Uitgiftepremies | 6.610 | 6.610 | 6.610 |
| III. IV. |
Herwaarderingsmeerwaarden Reserves |
91 419.413 |
91 497.318 |
91 321.585 |
| V. | Overgedragen resultaat | 368.999 | 327.866 | 244.679 |
| Vbis. | Resultaat van de periode | 146.723 | 87.990 | 131.238 |
| VI. | Kapitaalsubsidies | 7.920 | 7.248 | 7.448 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | ||||
| VII.A. | Voorzieningen voor risico's en kosten | 96.967 | 105.843 | 115.233 |
| Schulden | 3.197.725 | 3.184.231 | 3.297.683 | |
| VIII. | Schulden op meer dan één jaar | 1.664.000 | 2.082.000 | 1.582.000 |
| IX. | Schulden op ten hoogste één jaar | 1.464.758 | 1.052.831 | 1.653.636 |
| X. Totaal passiva |
Overlopende rekeningen | 68.967 4.744.448 |
49.400 4.717.197 |
62.047 4.624.567 |
| (EUR duizend) | ||||
|---|---|---|---|---|
| 31/12/2012 | 31/12/2013 | 31/12/2014 | ||
| RESULTATENREKENING | ||||
| I. | Bedrijfsopbrengsten | 4.473.315 | 3.157.820 | 2.937.535 |
| II. | Bedrijfskosten | -4.313.756 | -3.047.883 | -2.869.762 |
| III. | Bedrijfsresultaat | 159.559 | 109.937 | 67.773 |
| IV. | Financiële opbrengsten | 78.640 | 103.076 | 112.789 |
| V. | Financiële kosten | -94.046 | -94.259 | -83.183 |
| VI. | Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening | 144.152 | 118.754 | 97.379 |
| VII. | Uitzonderlijke opbrengsten | 52.678 | 911 | 44.176 |
| VIII. | Uitzonderlijke kosten | -50.129 | -27.351 | -10.973 |
| IX. | Resultaat van het boekjaar voor belasting | 146.701 | 92.314 | 130.582 |
| X. | Belastingen op het resultaat | 22 | 4.324 | 656 |
| XI. | Resultaat van het boekjaar | 146.723 | 87.990 | 131.238 |
| XII. | Onttrekking/overboeking naar belastingvrije reserves | |||
| XIII. | Te bestemmen resultaat v/h Boekjaar | 146.723 | 87.990 | 131.238 |
| (EUR duizend) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2012 | 2013 | 2014 | |||
| RESULTAATVERWERKING | |||||
| A. | Resultaatverwerking | 600.668 | 603.778 | 547.094 | |
| 1. | Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar | 146.723 | 87.990 | 131.238 | |
| 2. | Overgedragen winst/verlies (-) | 453.945 | 515.788 | 415.856 | |
| C. | Toevoeging aan het eigen vermogen | 26.882 | -77.905 | -62.997 | |
| 2. | Aan de wettelijke reserve | 0 | 0 | 0 | |
| 3. | Aan de reserve voor eigen aandelen | 26.882 | -77.905 | -62.997 | |
| 4. | Aan het kapitaal | 0 | 0 | 0 | |
| D. | Over te dragen resultaat (1) | 515.788 | 415.856 | 375.917 | |
| 2. | Over te dragen winst/verlies (-) | 515.788 | 415.856 | 375.917 | |
| F. | Uit te keren winst (1) | -111.762 | -110.017 | -108.180 | |
| 1. | Vergoeding van het kapitaal | ||||
| - gewone aandelen | -111.762 | -110.017 | -108.180 |
(1) Het totaal bedrag van deze twee rubrieken zal worden aangepast om rekening te houden met het aantal eigen aandelen aangehouden door Umicore op de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders van 29 april 2014. Het brutodividend van EUR 1,00 per aandeel blijft ongewijzigd.
| (EUR duizend) | Aantal aandelen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| STAAT VAN HET KAPITAAL | ||||||
| A. | Maatschappelijk kapitaal | |||||
| 1. | Geplaatst kapitaal | |||||
| Per einde van het vorig boekjaar | 500.000 | 120.000.000 | ||||
| Per einde van het boekjaar | 500.000 | 112.000.000 | ||||
| 2. | Samenstelling van het kapitaal | |||||
| 2.1. | Soorten aandelen | |||||
| Gewone aandelen | 500.000 | 112.000.000 | ||||
| 2.2. | Aandelen op naam of aan toonder | |||||
| Op naam | 17.239.569 | |||||
| Aan toonder | 94.760.431 | |||||
| E. | Toegelaten maar niet geplaatst kapitaal | 50.000 | ||||
| % kapitaal | Aantal aandelen | Bekendmaking |
| G. Aandeelhouderstructuur (1) |
||||
|---|---|---|---|---|
| BlackRock Inc. | 5,32 | 5.957.971 | 14/12/2012 | |
| Family Trust Desmarais, Albert Frère, Groupe Bruxelles Lambert (S.A.) & LTI Two S.A. |
10,61 | 11.883.643 | 30/09/2014 | |
| Norges Bank | 3,05 | 3.419.154 | 22/12/2014 | |
| Overige aandeelhouders | 77,52 | 86.824.960 | 31/12/2014 | |
| Eigen aandelen in het bezit van Umicore | 3,49 | 3.914.272 | 31/12/2014 | |
| 100,00 | 112.000.000 | |||
| waarvan free fl oat | 100,00 | 112.000.000 |
(1) Op 31 december 2014 zijn er nog 3.679.463 opties op aandelen uitstaande. In deze opties zijn er 3.679.463 met recht tot aankoop op bestaande aandelen weerhouden door Umicore.
Hierbij verklaren wij – voorzover ons bekend – dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2014 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de fi nanciële toestand en van de resultaten van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
12 maart 2015,
Marc Grynberg Gedelegeerd Bestuurder
| Kerncijfers milieu | 126 |
|---|---|
| Toelichtingen bij de kerncijfers milieu | 126 |
| E1 Reikwijdte van de milieuverklaringen | 126 |
| E2 Emissies naar water en lucht | 127 |
| E3 Broeikasgassen | 128 |
| E4 Energie | 131 |
| E5 Waterverbruik | 131 |
| E6 Producten en materialen | 132 |
| E7 Afval | 133 |
| E8 Historische vervuiling | 134 |
| E9 Naleving van de regelgeving en beheerssysteem | 135 |
| E10 Biodiversiteit | 135 |
| eenheid | toelichting | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Metaaluitstoot naar water (volume) | kg | E2 | 6.495 | 5.782 | 5.701 | 5.560 | 5.639 |
| Metaaluitstoot naar water (impact eenheid) | E2 | 389.676 | 306.627 | 245.935 | 313.883 | 543.332 | |
| Chemisch zuurstofverbruik | kg | E2 | 258.309 | 252.681 | 278.131 | 297.490 | 130.759 |
| Metaaluitstoot naar lucht (volume) | kg | E2 | 13.582 | 13.868 | 16.615 | 12.522 | 13.309 |
| Metaaluitstoot naar lucht (impact eenheid) | E2 | 184.066 | 130.440 | 135.670 | 130.169 | 128.466 | |
| SOx -emissies |
ton | E2 | 468 | 511 | 487 | 686 | 1.189 |
| NOx -emissies |
ton | E2 | 426 | 412 | 399 | 386 | 425 |
| CO2 e-emissies (Scope 1+2) |
ton | E3 | 543.807 | 695.733 | 701.898 | 690.767 | 663.959 |
| Energieverbruik | terajoule | E4 | 7.597 | 7.807 | 7.315 | 7.557 | 7.297 |
| Waterverbruik | duizend m3 | E5 | 4.617 | 4.567 | 4.310 | 4.343 | 4.645 |
| Duurzaamheidsanalyse producten | aantal | E6 | - | 3 | 7 | 6 | 7 |
| Totale afvalproductie | ton | E7 | 63.993 | 71.426 | 69.702 | 68.575 | 78.059 |
| Gevaarlijk afval | ton | E7 | 38.533 | 43.588 | 47.789 | 45.668 | 55.218 |
| waarvan gerecycleerd | % | E7 | 7,7 | 9,8 | 7,5 | 16,9 | 7,8 |
| Ongevaarlijk afval | ton | E7 | 25.460 | 27.837 | 21.914 | 22.906 | 22.840 |
| waarvan gerecycleerd | % | E7 | 59,8 | 64,9 | 54,7 | 60,2 | 58,1 |
| Metingen met limietoverschrijding | aantal | E9 | 878 | 798 | 926 | 775 | 792 |
| Normoverschrijding | % | E9 | 1,4 | 1,4 | 1,1 | 0,8 | 0,9 |
| Milieuklachten | aantal | - | - | 24 | 25 | 31 | |
| ISO 14001 gecertifi ceerde sites | % | E9 | 86 | 92 | 93 | 97 | 97 |
| Sites die mogelijk een impact kun nen hebben op een gebied met hoge biodiversiteitswaarde |
aantal | E10 | 8 | 11 | 15 | 16 | 16 |
De kerncijfers voor het milieu omvatten de gegevens van de geconsolideerde productiesites waarover Umicore operationele controle heeft. In vergelijking met 2013 werden de gegevens van drie sites niet meer gerapporteerd (Kobe, Japan, Cobalt & Specialty / Rechargeable Battery Materials; Melbourne, Australië, Zinc Chemicals; South Plainfi eld, VS, Precious Metals Chemistry / Management en waarvan de PMC-activiteiten werden geïntegreerd in de site van Tulsa, VS). Twee sites werden aan de rapportering toegevoegd: LaVergne (VS, Cobalt & Specialty Materials) en Bad Säckingen (Duitsland, Automotive Catalysts). Dat brengt het totaal van de rapporterende sites op 65 ten opzichte van 66 in 2013. De gegevens over het energieverbruik zijn inclusief de data van de twee belangrijkste kantoren in Brussel, België, en Bagnolet, Frankrijk.
Volgens Umicore's huidige rapporteringssysteem rapporteert het overgrote deel van de sites hun milieuprestaties op het einde van het derde kwartaal samen met de prognose voor het vierde kwartaal. In januari controleert de site de voorspelde waarden op belangrijke afwijkingen die, indien nodig, worden gecorrigeerd. De vijf sites met de grootste milieu-impact voor 2014: Hanau (Duitsland, Catalysis, Performance Materials & Recycling), Olen (België, Energy Materials & Group R&D), Hoboken (België, Recycling & Group P&T), Changsha (China, Performance Materials) en Cheonan, (Zuid-Korea, Energy Materials) rapporteren hun cijfers over het volledige jaar. Uit een gevoeligheidsanalyse van de gegevens van 2013 blijkt dat de potentiële afwijking van de milieuprestaties voor metaalemissies naar lucht en water en energieverbruik van de Groep minder dan 5% zou bedragen in geval van een fout van 20% in de prognosegegevens.
We wijzen erop dat een aantal gegevens die in het jaarverslag 2013 werden gepubliceerd, in het jaarverslag 2014 herberekend werden als gevolg van de verbeterde analyse- en rapporteringsmethoden.
Meer informatie over Umicore's milieubeheerstrategie is beschikbaar op http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/management-approach/environment/Approach/
Umicore stelt zich tot doel om op Groepsniveau de impact van metaalemissies naar lucht en water met 20% te verminderen ten opzichte van 2009.
Metaalemissies naar water zijn het totale gewicht – uitgedrukt in kg/jaar – aan metalen uit afvalwater dat na behandeling terechtkomt in het oppervlaktewater.
Als de site gebruikmaakt van een extern waterzuiveringsstation wordt er rekening gehouden met de effi ciëntie van deze zuivering als dit door de site bekend is.
Metaalemissies naar lucht – uitgedrukt in kg/jaar – worden gedefi nieerd als het totale gewicht aan metalen dat naar lucht wordt uitgestoten in vaste fractie door alle puntbronnen. Voor kwik en arseen worden ook bijkomende damp- of rookfracties meegerekend.
Voor elk metaal dat naar water en lucht wordt uitgestoten, wordt er een impactfactor toegepast om de verschillende toxiciteits- en ecotoxiciteitsniveaus van de verschillende metalen, wanneer ze in het milieu terechtkomen, in rekening te brengen. Hoe hoger de impactfactor, des te hoger is de toxiciteit voor het ontvangende waterlichaam (voor wateremissies) of voor de menselijke gezondheid (voor luchtemissies).
De impactfactoren voor wateremissies zijn gebaseerd op wetenschappelijke gegevens ('predicted no effect concentrations' of PNEC's) gegenereerd voor de REACH-richtlijn. Er werd een impactfactor 1 toegekend aan de PNEC voor antimoon (113 μg/l). De impactfactoren voor emissies naar lucht zijn gebaseerd op de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling (referentie: American Conference of Industrial and Governmental Hygienists, 2011). Er werd een impactfactor 1 toegekend aan de zink(oxide) OEL van 2 mg/m³. Daarna werd voor alle relevante metalen een impactfactor berekend op basis van deze referenties.
De metaalimpact op lucht en water wordt uitgedrukt in 'impacteenheden/jaar'. De gegevens over de metaalemissies zijn niet genormaliseerd voor het activiteitsniveau.
SOx - en NOx -emissies worden uitgedrukt in ton/jaar.
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Metaaluitstoot naar water (volume) | kg | 6.495 | 5.781 | 5.701 | 5.560 | 5.639 |
| Metaaluitstoot naar lucht (volume) | kg | 13.582 | 13.868 | 16.615 | 12.522 | 13.309 |
De totale metaalemissies naar water van de Groep stegen licht van 5.560 kg in 2013 tot 5.639 kg in 2014, een toename van 1%. Als we geen rekening houden met de totale metaalimpact worden de resultaten van de Groep voor 2014 sterk beïnvloed door een plaatselijk en in de tijd zeer beperkt lozingsincident op één site (Hoboken, België, Precious Metals Refi ning) gedurende een periode van 5 dagen, waarbij elementen met een hoge impactfactor betrokken waren.
Uitzonderlijk hevige regenval in een zeer korte tijd leidde op de site van Hoboken tot een onvoorziene lozing van nog niet volledig gezuiverd afvalwater omdat de waterbehandelingscapaciteit van de site werd overschreden. Een dergelijk incident heeft zich nooit op een site voorgedaan sinds het opstellen van de referentienorm in 2009 voor de Vision 2015-doelstelling inzake de metaalemissies naar water van de Groep. De oorzaak van het incident werd grondig onderzocht en er werden maatregelen genomen op de site om dergelijke incidenten onmogelijk te maken in de toekomst. De monitoring van de prestaties van de afvalwaterzuivering van de fabriek en de waterbalans wordt in 2015 voortgezet om de effi ciëntie van de aangebrachte verbeteringen te garanderen.
De totale metaalimpact voor de Groep steeg van 313.883 impacteenheden in 2013 tot 543.332 impacteenheden in 2014, een stijging die vrijwel volledig te wijten aan is het incident. Deze stijging stemt overeen met een toename van de impact met 73% in vergelijking met 2013. In vergelijking met het referentiejaar 2009 is dit een stijging van de metaalimpact met 23%. Als we geen rekening houden met het metaalvolume dat in de omgeving werd geloosd als gevolg van het eenmalige incident, zijn de metaalemissies van de Groep met 16% gedaald van 5.560 kg in 2013 tot 4.656 kg in 2014. Dat zou overeenstemmen met een daling van de metaalimpact naar water met 2% van 313.883 impacteenheden (2013) tot 306.139 impacteenheden (2014). In vergelijking met het referentiejaar 2009 zou dit een daling betekenen van ongeveer 31%, aanzienlijk meer dan de doelstelling van 20%. Gezien de unieke aard van het incident dat de aanzienlijke piek in metaalemissies veroorzaakte in 2014 zijn we ervan overtuigd dat de getroffen maatregelen vergelijkbare incidenten in de toekomst zullen voorkomen en dat we de eerder bereikte vermindering van de metaalemissies in 2015 kunnen evenaren, in lijn met de Vision 2015-doelstelling voor deze kritieke prestatie-indicator.
Meer details per business group vindt u in de sectie met de bespreking van de business groups.
Het totale volume metaalemissies naar lucht van de Groep steeg van 12.522 kg in 2013 tot 13.309 kg in 2014, een stijging met 6%. De overeenkomstige impact daalde echter licht van 130.169 impacteenheden in 2013 tot 128.466 impacteenheden in 2014, een daling met 1%. In vergelijking met het referentiejaar 2009 is de impact van de metaalemissies naar lucht met 40% gedaald, een vermindering die aanzienlijk groter is dan de doelstelling van 20%.
Dankzij een verbeterde schattingsmethode werden de emissies naar lucht voor de site in Sancoale (India, Zinc Chemicals) herberekend voor de periode 2010-2013, met een daling van de emissies in 2013 en 2014 tot gevolg. Voor de site in Cheonan (Zuid-Korea, Rechargeable Battery Materials) kan de lancering van een meer uitgebreid meetprogramma voor de emissies naar lucht een belangrijke daling verklaren in de cijfers van 2014 voor de emissies naar lucht voor kobalt, in vergelijking met de gerapporteerde cijfers uit 2013 en eerdere jaren.
Meer details per business group vindt u in de sectie met de bespreking van de business groups.
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Chemisch zuurstofverbruik | kg | 8.183 | 75.295 | 8.267 | 39.013 | 130.759 |
| SOx -emissies |
ton | 1 | 7 | 105 | 1.076 | 1.189 |
| NOx -emissies |
ton | 80 | 92 | 78 | 176 | 425 |
De totale COD (chemical oxygen demand)-emissies bedroegen 130.758 kg, een daling ten opzichte van de 297.490 kg in 2013 dankzij de verbeterde analysetechnieken op een grote site. De totale SOx -emissies bedroegen 1.189 ton ten opzichte van 686 ton in 2013. De NOx -emissies bedroegen 425 ton in 2014 tegenover 386 ton in 2013. Vision
Umicore engageerde zich om gerichte acties te ondernemen om de koolstofemissies te verminderen en onze energie-effi ciëntie verder te verhogen. Deze beslissing kadert in een energie-effi ciëntiebeleid dat we in 2011 opstelden.
De belangrijkste pijler van dit beleid is de doelstelling van de Groep om onze CO2 -equivalente emissies tegen 2015 met 20% te verminderen ten opzichte van het referentiejaar 2006 op basis van dezelfde activiteiten als in 2006 (zie gedetailleerde uitleg hierna).
Umicore rapporteert ook haar absolute CO2 e-emissies (bv. zoals per reikwijdte of scope, toegelicht in E1).
| Umicore Jaarverslag 2014 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gegevens voor de Groep – in de context van de doelstelling voor de vermindering van de CO2 | e-emissies | ||||||
| eenheid | uitgangswaarde 2006 |
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
| CO2 e-emissies (Scope 1+2, doelstelling) |
ton | 816.918 | 597.226(1) | 635.136(2) | 655.246(3) | 643.800(4) | 616.685 |
REDUCTIERESULTAAT CO2E
Defi nitie van de CO2 e-emissies in het kader van de doelstelling voor de vermindering van de CO2 e-emissies:
De CO2 -equivalente (CO2 e) emissies worden gedefi nieerd als de Scope 1-emissies van CO2 e inclusief de belangrijkste proces-emissies (maar beperkt tot CO2 , CH4 en N2 O) en Scope 2-emissies van CO2 . Er werd rekening gehouden met een beperkt aantal aanpassingen die volgens het broeikasgasprotocol als optionele informatie mogen worden gerapporteerd (bv. uitsluiting van stoom die aan derden wordt verkocht). Dit meetgegeven wordt afgekort tot: CO2 e (Scope1+2, doelstelling).
Om in de context van onze doelstelling Vision 2015 de vermindering van de emissies te berekenen, hebben we voor elke site een baseline 2006 opgesteld door het huidige activiteitenniveau van het rapporteringsjaar (nl. 2014) te vermenigvuldigen met de CO2 e-emissie-intensiteit van 2006 (zie voorbeeld). De baseline 2006 van de Groep wordt dan berekend door de baselines van alle sites op te tellen. Voorbeelden van activiteitenfactoren van sites zijn: geproduceerd aantal ton per jaar, machine-uren per jaar, ton toevoermateriaal voor recyclageprocessen per jaar.
(1) De baseline 2006 in relatie met 2010 bedroeg 677.542, dit geeft een vermindering van 12% in 2010 ten opzichte van 2006.
(2) De baseline 2006 in relatie met 2011 bedroeg 740.886, dit geeft een vermindering van 14% in 2011 ten opzichte van 2006.
(3) De baseline 2006 in relatie met 2012 bedroeg 745.002, dit geeft een vermindering van 12% in 2012 ten opzichte van 2006.
(4) De baseline 2006 in relatie met 2013 bedroeg 778.718, dit geeft een vermindering van 17% in 2013 ten opzichte van 2006.
In 2006 produceerde site A 1.000 ton van metaal X en stootte 100 ton CO2 e uit = intensiteit van 0,1 ton CO2 e / ton van metaal X.
In 2014 produceerde site A 1.100 ton van metaal X en stootte 100 ton CO2 e uit = intensiteit van 0,09 ton CO2 e / ton van metaal X.
De 2006 baseline gerapporteerd in 2013 is: activiteitenniveau van 2014 (1.100 ton) x intensiteit 2006 van 0,1 ton CO2 e / ton = 110 ton CO2 e.
De gemeten 100 ton die in 2014 werd uitgestoten, vertegenwoordigt dus een vermindering van 9% ten opzichte van de uitstoot in de operationele omstandigheden van 2006.
De baseline 2006 wordt jaarlijks herberekend. Ze wordt gedefi nieerd als de CO2 e -emissies die we hadden mogen verwachten met de activiteitsvolumes van het rapporteringsjaar (nl. 2014) maar met de CO2 e -intensiteit van het referentiejaar 2006. Het resultaat voor elk jaar wordt uitgedrukt als een percentage ten opzichte van de berekende baseline 2006 voor de Groep die voor elk jaar van toepassing is.
De berekening van deze doelstelling omvat de volledig geconsolideerde operaties en activiteiten die deel uitmaken van de Groep op 31 december van elk rapporteringsjaar (tussen 2011 en 2015) en die ook deel uitmaakten van de Groep op 31 december 2010. De resultaten worden gerapporteerd op groepsniveau.
In 2014 bedroegen de CO2 e-emissies volgens de doelstellingsreikwijdte 616.685 ton. In 2006 bedroegen de CO2 e-emissies volgens de doelstellingsreikwijdte 673.801 ton. Om de vooruitgang van onze doelstelling te beoordelen werd dit CO2 e-emissieniveau genormaliseerd voor de activiteit van 2014. Dit resulteerde in een CO2 e-emissie van 816.918 ton. Op het einde van 2014 hadden we de koolstofemissies dus met 25% verminderd ten opzichte van het referentiejaar 2006. Dat betekent dat we bij gelijkwaardige productieniveaus 25% minder CO2 -equivalenten hebben uitgestoten ten opzichte van 2006. Dit resultaat moet vergeleken worden met de vermindering van 17% die we eind 2013 hadden bereikt. De vooruitgang in 2014 in vergelijking met 2013 is te danken aan een combinatie van 3 belangrijke bijdragen. De fabriek in Hoboken blijft haar CO2 e-emissies verminderen dankzij een combinatie van grondstoffen – voornamelijk primaire grondstoffen – die minder energie vereist en minder CO2 e uitstoot, en de aanhoudende effecten van de energie-effi ciëntiemaatregelen in de sites. We registreerden ook lagere emissies van onze activiteit Automotive Catalysts omdat we naar meer effi ciënte
productieprocessen zijn overgeschakeld in de voormalige Delphi-operaties en we bovendien profi teren van een energie-effi ciëntere productmix. Het niveau van de Scope 2-emissies is eveneens gedaald dankzij een gemiddeld minder koolstofi ntensieve energiemix in de landen waar Umicore actief is, vooral in Europa.
Als we geen rekening houden met de activiteitenfactor van onze doelstelling hebben we een vermindering van 8% in absolute emissies bereikt sinds 2006, gelijk aan de vermindering die eind 2013 werd geregistreerd.
In 2012 hebben we energie-effi ciëntieaudits uitgevoerd in de 25 sites die het sterkst bijdragen aan onze CO2 -emissies en meer dan 90% van de CO2 eemissies voor hun rekening nemen. Deze audits hebben tot doel om opportuniteiten te identifi ceren om de energie-effi ciëntie te verhogen en de CO2 e-emissies te verlagen. In dit proces werden meer dan 100 energie-effi ciëntieprojecten geïdentifi ceerd die zowel de energie-intensiteit als de kosten kunnen verminderen. Er werden bijkomende audits uitgevoerd en projecten opgestart in sites met een lagere emissie-voetafdruk. Verschillende van die projecten beginnen stilaan bij te dragen aan de globale doelstelling voor het verminderen van de CO2 -emissies van de Groep en verhogen de effi ciëntie en verminderen de kosten op het niveau van de sites en de business units.
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Absolute CO2 e-emissies (Scope 1+2) |
ton | 543.262 | 695.733 | 701.898 | 690.767 | 663.959 |
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Umicore Group | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Absolute CO2 e-emissies (Scope 1+2) |
ton | 87.118 | 177.863 | 135.860 | 262.752 | 663.959 |
Defi nitie van absolute CO2 e-emissies (Scope1+2) in de context van de Scope 1+2 rapportering voor broeikasgassen:
De absolute CO2 e-emissievolumes worden gerapporteerd op business group- en Groepsniveau. De CO2 e-emissie wordt berekend op basis van de defi nitie en de rapporteringsmethodologie van het broeikasgasprotocol (WBCSD en WRI, herziene editie 2004) voor Scope 1 en 2. Scope 2 omvat voor Umicore niet alleen aangekochte elektriciteit, maar ook stoom en perslucht die van derden (bv. industrieparken) worden aangekocht. CO2 e omvat de broeikasgassen CO2 , N2 O en CH4 voor Scope 1 en belangrijke procesemissies. Andere broeikasgassen zijn niet relevant voor de activiteiten van Umicore. De Scope 2-emissies houden enkel rekening met CO2 .
De WBCSD Chemical Sector Working Group on GHG Measurement and Reporting waarin Umicore actief deelnam, heeft bijkomende richtlijnen opgesteld om de tekortkomingen in de GHG-rapportering op te lossen. Als actief lid van deze werkgroep heeft Umicore deze richtlijnen toegepast in de rapportering voor 2012. De publicatie van de richtlijnen voor de sector kan op de website van de WBCSD geraadpleegd worden (http://www.wbcsd.org/Pages/EDocument/ EDocumentDetails.aspx?ID=15375&NoSearchContextKey=true).
Context: de rapportering 2011 werd aangepast aan een strikte implementatie van de herziene versie van het broeikasgasprotocol van 2004. Vanaf 2011 werden procesemissies gerapporteerd en in gevallen waarin tot 2010 'groene stroom' werd gerapporteerd met een CO2 -emissiefactor van 0 ton CO2 /MWh werd als standaardemissiefactor de gemiddelde koppelnet CO2 -factor voor elektriciteit gebruikt.
Om tot een duidelijke en stabiele CO2 e-rapportering te komen, werden in de rapportering van 2011 nog andere kleine correcties aangebracht. We hebben inspanningen geleverd om voor de sites duidelijke richtlijnen op te stellen om zo een gemeenschappelijke interpretatie en implementatie van de rapporteringsregels te garanderen. Deze wijzigingen aan de rapportering werden opgelegd om een langdurige, accurate en reproduceerbare CO2 erapportering te ontwikkelen als basis voor kwantitatieve doelstellingen tot het verminderen van de CO2 e-emissies. Het nadeel van deze beslissing is dat er discontinuïteit optreedt tussen de gerapporteerde cijfers van 2011 en de cijfers van de vorige jaren in de absolute CO2 e-waarden (Scope1+2).
De Chemical Sector Guideline van de WBCSD zorgde voor een bijkomende wijziging van de rapporteringsrichtlijnen voor broeikasgasemissies. Die wijziging had voor 2012 een invloed op de rapportering van de absolute CO2 e-emissie.
E4 Energie
De WBCSD Chemical Sector Working Group on GHG Measurement and Reporting waarin Umicore actief deelnam, heeft bijkomende richtlijnen opgesteld om de tekortkomingen in de GHGrapportering op te lossen. Als actief lid van deze werkgroep heeft Umicore deze richtlijnen toegepast in de rapportering voor 2012. De publicatie van de richtlijnen voor de sector kan op de website van de WBCSD geraadpleegd worden.
Door de aanbevelingen van deze richtlijn te volgen, is er een discontinuïteit ontstaan tussen de cijfers voor energieverbruik van 2011 en 2012, waardoor de vergelijking van het energieverbruik minder zinvol wordt. Het effect bedraagt ongeveer 300 terajoules in de business group Energy Materials.
In het kader van onze duurzaamheiddoelstellingen voor de periode 2006-2010 werden er energieeffi ciëntieprojecten ingevoerd in de belangrijkste sites. Bovenop deze duurzaamheidprojecten werden er bijkomende energie-effi ciëntieprojecten geïdentifi ceerd tijdens de evaluaties in 2011 en 2012. Kleinere projecten die beperkte investeringen vragen, maar ook een beperkte impact hebben, konden meteen worden geïmplementeerd. Enkele belangrijke projecten werden al geïmplementeerd, andere worden nog onderzocht.
| Energy | Performance | Umicore | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | Catalysis | Materials | Materials | Recycling | Group | |
| Energieverbruik | terajoule | 816.475 | 2.172.991 | 1.826.607 | 2.472.912 | 7.297.045 |
De belangrijkste energie-effi ciëntieprojecten werden gerealiseerd in de sites te Hoboken en Olen in het kader van het Vlaamse Convenant Energiebenchmarking, die de twee sites eind 2003 ondertekenden. Het type grondstoffen dat de business group Recycling verwerkt, speelde eveneens een rol; we ontvangen nu grotere volumes materialen – voornamelijk primaire grondstoffen – waarvan de verwerking minder energie verbruikt.
Het indirecte energieverbruik van primaire energiebronnen (aangekochte elektriciteit, stoom en perslucht) voor de productiesites en de kantoorgebouwen bedroeg 2.669 terajoules. Het directe energieverbruik van primaire energiebronnen (stookolie, diesel, aardgas, LPG, steenkool en cokes) bedroeg 4.628 terajoules.
In vergelijking met 2013 is het energieverbruik in Catalysis met 3% gestegen, in Energy Materials en Performance Materials met 3% gedaald en in Recycling met 6% gedaald. De lichte stijging van het energieverbruik in Catalysis weerspiegelt de globale toename van het activiteitsniveau van de business units. De vermindering in Recycling is een direct gevolg van de stijging van de hoeveelheid primaire grondstoffen in Hoboken. In Energy Materials en Performance Materials is de vermindering het gevolg van een combinatie van wijzigingen in de sites en de invoering van energiebesparingsprojecten.
Het waterverbruik wordt gedefi nieerd als het totale volume water, uitgedrukt in duizend m³/jaar afkomstig van leidingwater, grondwaterputten, oppervlakte- en regenwater. Grondwaterextractie voor saneringsdoeleinden en koelwater dat naar het oorspronkelijke waterlichaam wordt afgevoerd, worden niet meegerekend.
Het totale waterverbruik van de Groep steeg licht van 4.343.000 m³ in 2013 tot 4.645.000 m³ in 2014. Dit was voornamelijk te wijten aan de capaciteitsverhoging op de site in Hoboken (België, Recycling). We registreerden een toename van het waterverbruik met 1% tot 14% voor de verschillende business groups.
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Waterverbruik | duizend m3 | 338 | 1.775 | 736 | 1.796 | 4.645 |
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Duurzaamheidsanalyse producten | aantal | - | 3 | 7 | 6 | 7 |
In de voorbije vijf jaar hebben Groep O&O en Corporate EHS een specifieke methodologie ontwikkeld om de duurzaamheid van onze producten en diensten te beoordelen. Die methodologie wordt 'Assessment of Product (and services) Sustainability' (APS) genoemd. In deze methodologie wordt gebruik gemaakt van een instrument dat bestaat uit een geheel van vooraf gedefinieerde vragen en antwoorden met score- en wegingsfactoren, gegroepeerd rond acht thema's. In 2011 voerde een team van O&O, EHS en experten uit de business units drie proefevaluaties uit om de werkbaarheid van APS te controleren.
Het was de bedoeling om tussen 2012 en 2015 elk jaar zes producten of diensten te testen, waarbij elke business unit er twee levert voor het onderzoek.
In 2014 werden nog zeven testen uitgevoerd in de business units Electro-Optic Materials, Platinum Engineered Materials, Battery Recycling, Precious Metals Chemistry, Precious Metals Refi ning en Rechargeable Battery Materials. De drieëntwintig gevallen die we in de periode 2011-2014 hebben beoordeeld, omvatten producten en diensten die in nichemarkten worden aangeboden, 'vlaggenschip'-producten en -diensten en producten in ontwikkeling. Tegen het einde van 2014 vertegenwoordigde het aantal producten en diensten dat met deze methodologie was gescreend 18% van de inkomsten van Umicore.
Nu we een representatief staal van producten en diensten hebben getest met behulp van de APS-tool, zal Umicore in 2015 nagaan hoe de methodologie in de toekomst optimaal kan worden toegepast en hoe de inzichten die we hebben verkregen over de duurzaamheid van onze producten de waarde voor de klanten en andere belanghebbenden kunnen verhogen.
Umicore volgt nauwgezet alle interpretatiewijzigingen op, evenals begeleidende documenten die een impact kunnen hebben op haar REACHimplementatiestrategie. Umicore is actief betrokken bij werkgroepen van sectorale groeperingen om ervoor te zorgen dat er een consistente benadering wordt gehanteerd en dat de metaalspecifi eke aspecten duidelijk zijn voor regulatoren en bedrijven.
In 2014 heeft Umicore twintig bijgewerkte dossiers ingediend voor complexe intermediaire stoffen, opgesteld door verschillende metalenconsortia, volgens een methodologie die werd ontwikkeld in samenwerking met Eurometaux en in dialoog met het ECHA (European Chemicals Agency). Bovendien werden in 2014 meer dan 30 dossiers aangevuld met bijkomende informatie of nieuwe beschikbare gegevens. De meeste van deze updates werden door de metaalconsortia zelf voorgesteld en één werd op verzoek van het ECHA uitgevoerd na de evaluatie van een testvoorstel.
Hoewel de regelgeving in de toekomst nog kan veranderen, komen slechts enkele van de stoffen die we vandaag gebruiken voor op de kandidaatlijst voor mogelijke REACH-autorisatie. De verkochte producten die deze stoffen bevatten, vertegenwoordigen in totaal minder dan 0,5% van Umicore's inkomsten. De opname van een stof in de REACH 'Kandidaatlijst' is een eerste stap om deze stof aan een robuuste en gedetailleerde wetenschappelijke risicobeoordeling te onderwerpen die zal bepalen of de stof verder mag worden gebruikt of moet worden vervangen als er economisch en technisch haalbare alternatieven voor deze stof bestaan.
Als voorbereiding op de implementatie van een nieuwe toepassing voor onze veiligheidsinformatiebladen hebben we onze database gerationaliseerd. Dit resulteerde eind 2014 in 3.656 producten en ongeveer 290.000 veiligheidsinformatiebladen voor 119 landen in 40 talen.
Primaire grondstoffen Secundaire grondstoffen
Materialen aan het einde van hun levensduur
Primaire grondstoffen zijn grondstoffen die een directe relatie hebben met hun eerste levensduur, met uitsluiting van stromen van bijproducten.
Secundaire grondstoffen zijn bijproducten van primaire materiaalstromen.
Materialen op het einde van hun levensduur zijn materialen die het einde van hun eerste levenscyclus hebben bereikt en na recyclage aan een tweede, derde … leven zullen beginnen.
Als de oorsprong van de materialen niet gekend is, worden ze standaard als primaire materialen beschouwd. De ingezamelde gegevens worden uitgedrukt in totaal aantal ton inkomend materiaal.
In 2014 was 46% van de inkomende materialen van Umicore van primaire oorsprong. 54% van de materialen was afkomstig van recyclage of van secundaire oorsprong. Deze niveaus zijn vergelijkbaar met 2013.
Gegevens voor de Groep Afval wordt gedefi nieerd als het totale volume gegenereerd afval, uitgedrukt in ton/jaar.
De recyclagegraad is de verhouding tussen de hoeveelheid door derden gerecupereerd afval (inclusief het afval dat door middel van verbranding als energie wordt gerecupereerd) en de totale hoeveelheid afval.
Het onderscheid tussen gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval wordt gemaakt op basis van de lokale regelgeving van de regio waar de rapporterende entiteit is gevestigd.
In 2014 werd in totaal 78.059 ton afval gegenereerd in vergelijking met 68.575 ton in 2013, een stijging van 14%. Deze stijging is grotendeels toe te schrijven aan de capaciteitsuitbreiding op de site in Hoboken (België, Recycling). Voor de business groups Energy Materials en Catalysis steeg de hoeveelheid geproduceerd afval respectievelijk met 13% en 38% in 2014. Performance Materials genereerde 29% minder afval dan in 2013.
Het totale volume gevaarlijk afval steeg van 45.668 ton in 2013 tot 55.218 ton in 2014, een toename met 21%. Deze stijging is grotendeels te wijten aan de expansie op de site in Hoboken (België, Recycling). De recyclagegraad voor gevaarlijk afval daalde van 17% in 2013 tot ongeveer 8% in 2014. Deze daling van de recyclagegraad is grotendeels te wijten aan een grote hoeveelheid eenmalig gevaarlijk afval dat in Eijsden (Nederland) werd gerecupereerd in 2013.
Het totale volume niet-gevaarlijk afval daalde van 22.906 ton in 2013 tot 22.840 ton in 2014. Er werd in totaal 58% niet-gevaarlijk afval gerecycleerd in 2014, in vergelijking met 60% in 2013.
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale afvalproductie | ton | 4.103 | 27.897 | 10.152 | 35.907 | 78.059 |
| Gevaarlijk afval | ton | 1.556 | 17.779 | 5.468 | 30.415 | 55.218 |
| waarvan gerecycleerd | % | 10,51 | 1,00 | 54,02 | 3,35 | 7,81 |
| Ongevaarlijk afval | ton | 2.547 | 10.117 | 4.684 | 5.492 | 22.840 |
| waarvan gerecycleerd | % | 26,91 | 37,38 | 77,45 | 94,05 | 58,06 |
Actief meewerken aan het beheer en de behandeling van risico's die het gevolg zijn van activiteiten in het verleden is een integraal onderdeel van de Umicore Way. In de voorbije tien jaar heeft het proactieve programma van Umicore voor de evaluatie en, waar nodig, de sanering van bodem- en grondwatervervuiling een aanzienlijke vooruitgang gemaakt. In dit hoofdstuk bespreken we de belangrijkste lopende programma's en de vooruitgang die in 2014 werd gemaakt.
Context: Op 23 april 2004 ondertekende Umicore een covenant met de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de minister van Leefmilieu van het Vlaams Gewest waarbij het bedrijf zich ertoe verbond de volgende 15 jaar € 62 miljoen te besteden aan de sanering van de historische vervuiling in vier Vlaamse vestigingen waarvan er twee – Balen en Overpelt – nu behoren tot Nyrstar, een activiteit die in 2007 door Umicore werd verkocht.
Activiteiten in 2014: In Hoboken werd met de bevoegde autoriteiten een overeenkomst gesloten om de opslagfaciliteit op de site uit te breiden, zodat de saneringswerken (afgraving) op de site kunnen worden hervat. Het defi nitieve actieplan voor de sanering van het grondwater werd voltooid en bij de overheid ingediend ter goedkeuring.
Het actieve programma voor grondwatersanering op de site in Olen, dat in 2007 werd opgestart, werd voortgezet in 2014. In samenwerking met de autoriteiten (FANC en NIRAS/ONDRAF) werkt Umicore aan een visiedocument waarin de basisprincipes worden vastgelegd voor de ontwikkeling, goedkeuring en implementatie van een algemeen afvalbeheerplan voor radiumhoudend afval dat op de site is opgeslagen. Ondertussen werd er een tijdelijke opslagruimte gebouwd om het gecontamineerde materiaal dat bij de infrastructuurwerken werd afgegraven, veilig op te slaan.
In het kader van het convenant werkte Umicore verder aan het actieplan, zoals het verwijderen van zinkas van alle privé-opritten in de perimeter van 9 km, die in de overeenkomst is opgenomen. Die werkzaamheden zullen waarschijnlijk voltooid zijn in 2015 en het afgegraven materiaal wordt veilig opgeslagen in de fabriek van Nyrstar in Balen. In 2014 hebben Umicore en de bevoegde overheden een overeenkomst gesloten om de periode voor de uitvoering van de noodzakelijke risicoverminderingsmaatregelen in de perimeter van 9 km met 5 jaar te verlengen. De overeenkomst bevat ook een belangrijke clausule waarmee Umicore en de overheid de sanering van de site in Bocholt, een voormalige arseenfabriek die in het begin van de jaren 1970 werd gesloten, zullen aanpakken.
In Viviez heeft Umicore het grootschalige saneringsprogramma voortgezet dat in 2011 werd opgestart. Het project bestaat hoofdzakelijk uit het verwijderen, het inert maken en veilig opslaan van meer dan één miljoen m³ vervuilde grond en afval. Op het einde van 2014 was 950.000 m³ vervuilde grond en afval verwijderd en behandeld. We verwachten dat het project voltooid zal zijn in 2016.
Op de voormalige mijnsite in Colorado werd de sanering van het drainagewater verdergezet. Umicore onderzoekt alternatieve technologieën om de metaalconcentraties in het afval te verminderen en zo het volume vast afvalmateriaal te beperken.
Na de sluiting van de kobaltactiviteit in de Maxton-fabriek in North Carolina werd er bodem- en grondwatervervuiling vastgesteld. Umicore startte met een vrijwillig saneringsprogramma in samenwerking met de autoriteiten.
Ook in Wickliffe, Ohio, een recent overgenomen site, is Umicore met een vrijwillig saneringsprogramma gestart met de steun van JobsOhio.
Tijdens de milieurisicobeoordeling die werd uitgevoerd na de aankoop werd in de site van Guarulhos in Brazilië grondwatervervuiling vastgesteld. Die historische vervuiling dateert van vóór de aankoop van de site door Umicore in 2003. Na het eerste onderzoek heeft Umicore maatregelen getroffen om de verspreiding van de vervuiling naar de omgeving te stoppen. Met dat doel werd in 2011 een hydraulische barrière geïnstalleerd en in werking gesteld om het vervuilde grondwater op te vangen aan de grenzen van het terrein. Om het saneringsproces te versnellen, werd in 2012 beslist om de sterkst vervuilde gedeelten van het grondwater op de site aan te pakken. Er werden eerst piloottesten uitgevoerd en vervolgens werden de volledige saneringsoperaties gestart. Umicore onderzocht tevens de impact van de historische vervuiling op percelen buiten de fabriek en is in 2013 met de lokale overheid overeengekomen om een saneringsprogramma te ontwikkelen.
De normoverschrijding is de verhouding tussen het totale aantal overschrijdingen en het totale aantal uitgevoerde metingen. Een overschrijding is een monitoringresultaat dat een drempelwaarde overschrijdt zoals vastgelegd in een vergunning, richtlijn of een andere wettelijke norm.
Het totale aantal uit te voeren metingen wordt bepaald in de uitbatingsvergunning, de milieuvergunning of een vergelijkbare norm in de regio waar de rapporterende entiteit actief is. Het totale aantal metingen is het totale aantal staalnames, vermenigvuldigd met het aantal parameters per staalname.
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Umicore Group | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Metingen met limietoverschrijding | aantal | 35 | 13 | 706 | 38 | 792 |
| Normoverschrijding | % | 0,19 | 0,10 | 1,60 | 0,36 | 0,93 |
In 2014 werden ongeveer 86.000 milieumetingen uitgevoerd in alle industriële sites van Umicore, ten opzichte van ongeveer 100.000 het voorgaande jaar. Die daling is voornamelijk te danken aan een gemoderniseerd luchtfi ltersysteem, met een verminderde metingsfrequentie, opgelegd door de regulator, op de site in Rheinfelden (Duitsland, Catalysis). Die metingen hebben tot doel te controleren of de plaatselijke wettelijke vereisten, vergunningen en/of lokale milieunormen worden nageleefd. Het aantal metingen dat niet aan de wettelijke vereisten of de vergunningen voldeed, is zeer klein maar steeg toch licht tot 0,93% voor de Groep, tegenover 0,78% in 2013. Er werden geen signifi cante trends vastgesteld voor de verschillende business groups.
Drie van de 63 productiesites zijn vrijgesteld van de implementatie van een gecertifi ceerd milieubeheerssysteem. Het verkrijgen van die vrijstelling is gebaseerd op een strikte procedure die bevestigt dat die sites geen signifi cante milieu-impact hebben. Daar heeft de implementatie van een dergelijk systeem geen toegevoegde waarde. Van de 60 resterende industriële sites hebben er 58 een ISO 14001-gecertifi ceerd milieubeheerssysteem geïmplementeerd. Een van de resterende twee sites is een overgenomen bedrijf dat in 2014 voor het eerst aan de Umicore-rapportering deelnam en waar een milieubeheerssysteem zal worden geïmplementeerd tegen 2018. De andere site plant de implementatie van een milieubeheerssysteem in 2015. Alle belangrijke sites met een signifi cante milieu-impact beschikken al vele jaren over een ISO 14001-certifi cering.
In totaal ontving Umicore 31 milieuklachten in 2014. Het ging vooral om geluidsoverlast en geurhinder. Achtentwintig klachtendossiers zijn ondertussen afgesloten.
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Sites die mogelijk een impact kunnen hebben op een gebied met hoge biodiversiteitswaarde |
aantal | 9 | 11 | 15 | 16 | 16 |
De biodiversiteitsindicator geeft aan hoeveel sites er actief zijn in of naast een gebied dat door regionale, nationale autoriteiten of internationale conventies als een gebied met hoge biodiversiteitswaarde wordt erkend.
Umicore is van mening dat haar huidige activiteiten slechts een geringe nadelige invloed hebben op de biodiversiteit van de omgeving rondom de sites. De historische vervuiling veroorzaakt door activiteiten in het verleden wordt aangepakt met gerichte projecten voor bodem- en grondwatersanering (zie toelichting E8). Zestien sites rapporteerden dat ze dicht bij een gebied opereren dat als een gebied met kwetsbare biodiversiteit is geclassifi ceerd.
Umicore's beleid vereist dat er bij alle belangrijke investeringen, overnames en transfers van gronden een gedetailleerde milieu-impactbeoordeling wordt uitgevoerd.
136 Sociale verklaringen
| Sociale kerncijfers | 138 |
|---|---|
| Toelichtingen bij de sociale kerncijfers | 138 |
| S1 Reikwijdte van de sociale verklaringen | 138 |
| S2 Personeel | 139 |
| S3 Ontwikkeling van medewerkers | 142 |
| S4 Aantrekkelijke werkgever | 143 |
| S5 Verantwoordelijkheid tegenover de lokale gemeenschap | 144 |
| S6 Werknemersrelaties | 145 |
| S7 Gedragscode | 146 |
| S8 Duurzame aankopen | 146 |
| S9 Gezondheid op het werk | 149 |
| S10 Veiligheid op het werk | 151 |
| toe | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | lichting | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
| Personeelsbestand (inclusief geassocieerde | aantal | S2 | 14.386 | 14.572 | 14.438 | 14.057 | 14.074 |
| ondernemingen) | |||||||
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand | S2 | 4,01 | 4,77 | 4,21 | 3,42 | 3,62 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | uren/werknemer | S3 | 43,30 | 51,94 | 50,72 | 45,18 | 45,59 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben | % personeelsbestand | S3 | - | 87,16 | 91,80 | 95,65 | 95,82 |
| Vrijwillige vertrekkers | % personeelsbestand | S4 | 3,78 | 3,84 | 3,20 | 3,33 | 3,42 |
| Werknemers die in een site werken die een externe | |||||||
| erkenning hebben ontvangen in het kader van | % personeelsbestand | S4 | - | 52,64 | 68,31 | 72,63 | 69,66 |
| aantrekkelijke werkgever | |||||||
| Donaties | € duizend | S5 | 1.009,38 | 1.751,02 | 1.759,18 | 1.612,80 | 1.409,35 |
| Sites met extern communicatieplan | % sites | S5 | - | 59,70 | 62,69 | 63,24 | 50,00 |
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of | |||||||
| gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst | % personeelsbestand | S6 | 68,92 | 69,81 | 70,80 | 71,33 | 71,44 |
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (1) | % | S9 | - | 5,2 | 4,3 | 2,6 | 1,9 |
| Aantal werkgerelateerde aandoeningen | aantal | S9 | - | 22 | 20 | 14 | 21 |
| Mensen met platina overgevoeligheid | aantal | S9 | - | 4 | 6 | 4 | 4 |
| Dodelijke ongevallen | aantal | S10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Ongevallen met werkverlet | aantal | S10 | 56 | 60 | 49 | 35 | 37 |
| Ongevallen met werkverlet contractors | aantal | S10 | 20 | 17 | 33 | 22 | 11 |
| ongevallen/miljoen | |||||||
| Frequentiegraad ongevallen met werkverlet | gewerkte uren | S10 | 3,54 | 3,61 | 2,86 | 2,08 | 2,16 |
| verloren dagen/duizend | |||||||
| Ernstgraad ongevallen met werkverlet | gewerkte uren | S10 | 0,13 | 0,11 | 0,11 | 0,10 | 0,94 |
(1) Verhouding tussen het aantal monitoringresultaten die Umicore's streefwaarde, die gedefi nieerd werd voor relevante gevaarlijke stoffen, overschrijden en het totaal aantal monitoringresultaten.
In totaal zijn 116 geconsolideerde sites opgenomen in de sociale rapportering. De volgende nieuwe sites werden toegevoegd: Catalysis opende een nieuwe productiesite in Shirwal (India) en sloot daar het tijdelijke kantoor in Pune, opende een nieuw testcentrum in Tokoname (Japan) en begon met de bouw van een nieuwe fabriek in Nowa Ruda (Polen). Energy Materials creëerde verscheidene nieuwe sites via overnames: in La Vergne en Wickliffe (VS), in Monza (Italië) en in Quingyan (China). Performance Materials opende een nieuwe site in Jiangmen (China)
Vierenveertig kleine sites (sites met minder dan 20 werknemers) werden vrijgesteld van de rapportering van de uitsplitsing van het aantal opleidingsuren volgens man/vrouw en per werknemerscategorie en de rapportering van de status van het verbeteringsplan voor de doelstelling van aantrekkelijke werkgever en de verantwoordelijkheid ten opzichte van de lokale gemeenschap.
De sites rapporteren gegevens over het volledige jaar voor de sociale indicatoren. De gegevens in verband met de vorderingen ten opzichte van de sociale doelstellingen worden in het derde kwartaal gerapporteerd en ook de acties die voor het vierde kwartaal zijn gepland, worden in deze rapportering opgenomen.
De voorgestelde indicatoren zijn gebaseerd op gegevens van volledig geconsolideerde bedrijven, tenzij anders vermeld. Onder de betreffende tabel of grafi ek werd een opmerking geplaatst om de indicatoren aan te geven die in 2011 voor het eerst werden toegevoegd – ze hebben vooral betrekking op de rapporteringsreikwijdte voor de Vision 2015-strategie. Bij de categorieën van indicatoren die specifi ek relevant zijn voor Vision 2015, werd 'Vision 2015' vermeld naast de titel om ze gemakkelijk terug te vinden. Meer informatie over de vorderingen ten opzichte van deze doelstellingen vindt u in de terugblik door het management van pagina 8 tot 27 en in het overzicht van de business groups van pagina 28 tot 43 van dit verslag. Meer informatie over de sociale beheerstrategie van Umicore is beschikbaar op onze website:
http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/management-approach/social/Approach/
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand (inclusief geassocieerde ondernemingen) |
aantal | 14.386 | 14.572 | 14.438 | 14.057 | 14.074 |
| Personeelsbestand geconsolideerde ondernemingen | aantal | 9.558 | 10.164 | 10.396 | 10.190 | 10.368 |
| Personeelsbestand geassocieerde ondernemingen | aantal | 4.828 | 4.408 | 4.042 | 3.867 | 3.706 |
| Mannelijke werknemers | aantal | 7.546 | 7.972 | 8.121 | 7.996 | 8.120 |
| Vrouwelijke werknemers | aantal | 2.012 | 2.192 | 2.275 | 2.194 | 2.248 |
| Voltijdse werknemers | aantal | - | 9.494 | 9.699 | 9.491 | 9.631 |
| Deeltijdse werknemers | aantal | - | 670 | 697 | 699 | 737 |
| Werknemers < 25 jaar | aantal | - | 718 | 675 | 603 | 584 |
| Werknemers tussen 25 en 35 jaar | aantal | - | 2.796 | 2.968 | 2.909 | 3.000 |
| Werknemers tussen 36 en 45 jaar | aantal | - | 2.749 | 2.753 | 2.646 | 2.721 |
| Werknemers tussen 46 en 55 jaar | aantal | - | 2.951 | 2.982 | 2.937 | 2.916 |
| Werknemers > 55 jaar | aantal | - | 950 | 1.018 | 1.095 | 1.147 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
4,01 | 4,77 | 4,21 | 3,42 | 3,62 |
Totaal aantal personeelsleden: aantal personeelsleden op de loonlijst van Umicore voor de volledig geconsolideerde bedrijven en de geassocieerde ondernemingen aan het einde van de periode.
Dit aantal omvat deeltijdse en tijdelijke werknemers maar geen werknemers met een geschorst contract, langdurig zieke werknemers en werknemers in onderaanneming.
Tijdelijk contract: Umicore-medewerkers met een tijdelijk contract die deel uitmaken van het personeel van de volledig geconsolideerde bedrijven.
Deeltijds: werknemers die minder ploegendiensten, werkdagen of werkuren presteren in het kader van vrijwillige arbeidsduurvermindering.
| Noord | Zuid | Azië/ | Umicore | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | Europa | Amerika | Amerika | Oceanië | Afrika | Group | |
| Personeelsbestand | aantal | 7 694 | 936 | 1 128 | 3 034 | 1 282 | 14 074 |
| Personeelsbestand geconsolideerde ondernemingen |
aantal | 6 627 | 912 | 691 | 1 810 | 328 | 10 368 |
| Personeelsbestand geassocieerde ondernemingen |
aantal | 1 067 | 24 | 437 | 1 224 | 954 | 3 706 |
| Mannelijke werknemers | aantal | 5 312 | 700 | 514 | 1 391 | 203 | 8 120 |
| Vrouwelijke werknemers | aantal | 1 315 | 212 | 177 | 419 | 125 | 2 248 |
| Voltijdse werknemers | aantal | 5 920 | 897 | 691 | 1 795 | 328 | 9 631 |
| Deeltijdse werknemers | aantal | 707 | 15 | 0 | 15 | 0 | 737 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
4,98 | 0,44 | 1,30 | 1,49 | 0,00 | 3,62 |
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand | aantal | 2.457 | 2.857 | 5.294 | 2.330 | 1.136 | 14.074 |
| Personeelsbestand geconsoli deerde ondernemingen |
aantal | 2.290 | 1.927 | 2.731 | 2.330 | 1.090 | 10.368 |
| Personeelsbestand geassocieerde ondernemingen |
aantal | 167 | 930 | 2.563 | 0 | 46 | 3.706 |
| Mannelijke werknemers | aantal | 1.796 | 1.584 | 2.151 | 1.941 | 648 | 8.120 |
| Vrouwelijke werknemers | aantal | 494 | 343 | 580 | 389 | 442 | 2.248 |
| Voltijdse werknemers | aantal | 2.183 | 1.791 | 2.570 | 2.138 | 949 | 9.631 |
| Deeltijdse werknemers | aantal | 107 | 136 | 161 | 192 | 141 | 737 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
5,11 | 2,39 | 3,84 | 3,78 | 1,74 | 3,62 |
Het totaal aantal personeelsleden steeg met 17 medewerkers tot in totaal 14.074. Voor de volledig geconsolideerde ondernemingen steeg het aantal personeelsleden met 178 medewerkers tot 10.368. De groei van het aantal personeelsleden deed zich vooral voor in de business groups Catalysis en Energy Materials. Bij de geassocieerde ondernemingen daalde het aantal personeelsleden met 161 als gevolg van herschikkingen van de productie en door het feit dat een ervan een volledig geconsolideerde onderneming werd.
Het aandeel vrouwen in de werknemerspopulatie van de volledig geconsolideerde ondernemingen bedroeg 21,7%. In de voorbije vijf jaar bleef dit percentage op een niveau van 21% tot 22%. Vrouwen zijn meer vertegenwoordigd in administratieve en commerciële functies dan in de industriële operaties. Er zijn aanzienlijke regionale verschillen: in België en Noord-Europa ligt het percentage vrouwen lager dan in de rest van de wereld.
Het percentage tijdelijke contracten in de volledig geconsolideerde bedrijven steeg licht tot 3,62% in 2014.
Hoewel het totale percentage vrouwelijke werknemers vrijwel stabiel is gebleven (zie hoger), is het percentage vrouwelijke managers geleidelijk aan gestegen van 18,7% in 2010 tot 21,3% in 2014. Ook het percentage vrouwen bij het senior management is gestegen van 6,4% in 2010 tot 8,3% in 2014.
| Productiesites | Andere sites | Aantal werknemers | |
|---|---|---|---|
| Europa | |||
| Oostenrijk | 1 | 133 | |
| België | 8 (1) | 3 (1) | 3.085 (73) |
| Tsjechië | 1 | 2 | |
| Denemarken | 1 | 12 | |
| Frankrijk | 5 | 3 | 774 |
| Duitsland | 8 (2) | 3 (1) | 2.545 (416) |
| Hongarije | 1 | 4 | |
| Ierland | 1 (1) | 244 (244) | |
| Italië | 1 | 3 | 84 |
| Liechtenstein | 1 | 75 | |
| Luxemburg | 2 | 9 | |
| Nederland | 2 | 117 | |
| Noorwegen | 1 | 56 | |
| Polen | 1 | 2 | 21 |
| Portugal | 1 | 11 | |
| Rusland | 1 | 6 | |
| Slovakije | 1 | 38 | |
| Spanje | 2 | 14 | |
| Zweden | 2 (1) | 1 | 227 (185) |
| Zwitserland | 1 | 2 | 33 |
| Turkije | 1 | 3 | |
| Verenigd Koninkrijk | 2 (1) | 3 | 197 (145) |
| Azië/Oceanië | |||
| Australië | 3 | 15 | |
| China | 13 (4) | 6 (1) | 1.960 (1046) |
| India | 2 | 1 | 109 |
| Japan | 5 | 3 (1) | 171 (11) |
| Maleisië | 1 | 71 | |
| Filippijnen | 1 | 79 | |
| Zuid-Korea | 3 (1) | 1 | 486 (167) |
| Taiwan | 1 | 1 | 23 |
| Thailand | 2 | 120 | |
| Verenigde Arabische Emiraten | 1 (1) | 4(4) | |
| Noord-Amerika | |||
| Canada | 3 | 231 | |
| Mexico | 1 | 4 | |
| Verenigde Staten | 11 | 3 (2) | 701 (24) |
| Zuid-Amerika | |||
| Argentinië | 1 | 52 | |
| Brazilië | 3 | 1 (1) | 640 (1) |
| Peru | 1 (1) | 436 (436) | |
| Afrika | |||
| Zuid-Afrika | 3 (1) | 1 | 1.282 (954) |
| Totaal | 86 (14) | 51 (7) | 14.074 (3706) |
De cijfers tussen haakjes betekenen 'waarvan geassocieerde en joint-ventureondernemingen'. Sites die zowel over productie-installaties als over kantoren beschikken (bv. Hanau, Duitsland) worden enkel als productiesite geclassifi ceerd.
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Sites die een lokaal plan ontwikkelen om de opleiding en ontwikkeling van de werknemers te bevordereren |
% sites | - | 67,16 | 76,12 | 76,47 | 79,73 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben | % personeelsbes tand (geconsoli deerde ondernemi ngen) |
- | 87,16 | 91,80 | 95,65 | 95,82 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | uren/werknemer | 43,30 | 51,94 | 50,72 | 45,18 | 45,59 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - mannen | uren/werknemer | - | 53,20 | 51,75 | 45,82 | 48,09 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - vrouwen | uren/werknemer | - | 47,37 | 46,04 | 42,26 | 39,76 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - kaderpersoneel | uren/werknemer | - | 61,84 | 64,15 | 41,41 | 37,18 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - andere werknemerscategorieën |
uren/werknemer | - | 48,55 | 45,57 | 44,82 | 46,29 |
Opleidingsuren: gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer voor alle soorten opleidingen (formeel, training op de werkvloer, e-learning, enz.) die het bedrijf ondersteunt en die relevant zijn voor de business unit of het bedrijf. Het totale aantal opleidingsuren wordt gedeeld door het totale aantal werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven.
| eenheid | Europa | Noord Amerika |
Zuid Amerika |
Azië/ Oceanië |
Afrika | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer |
uren/werknemer | 41,72 | 38,29 | 59,04 | 60,07 | 36,99 | 45,59 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben |
% personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
98,49 | 93,74 | 80,37 | 90,82 | 100,00 | 95,82 |
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer |
uren/werknemer | 49,78 | 56,44 | 38,27 | 46,08 | 35,58 | 45,59 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben |
% personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
95,14 | 92,04 | 95,25 | 98,81 | 98,81 | 95,82 |
Umicore | Jaarverslag 2014
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Opleidingsuren | ||||||
| In 2014 bedroeg het gemiddelde aantal opleidingsuren per werknemer 45,59 uur. Dit was in lijn met het gemiddelde aantal opleidingsuren in 2013 en 2010. In 2011 en 2012 is het gemiddelde gestegen onder invloed van het grotere aantal nieuwe aanwervingen en de start van nieuwe operationele activiteiten. |
||||||
| Uit de gegevens blijkt dat managers minder uren opleiding krijgen (37,2 uur) dan andere medewerkers (46,3 uur). In 2013 werd het Learning Management System gelanceerd voor alle managers wereldwijd en voor andere medewerkers in België en Duitsland. In 2014 werd het systeem geïmplementeerd voor alle medewerkers in Noord- en Zuid-Amerika en werd de voortzetting van de roll-out voorbereid om het systeem geleidelijk toegankelijk te maken voor alle medewerkers. |
||||||
| Jaarlijkse evaluatie | ||||||
| In 2014 heeft bijna 96% van alle werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven minstens één keer per jaar een evaluatiegesprek om hun ontwik keling te bespreken. Hoewel dit een hoog percentage is, zullen er nog meer inspanningen worden geleverd om 100% te bereiken in 2015. Vision |
||||||
| S4 Aantrekkelijke werkgever 2015 |
||||||
| Gegevens voor de Groep | ||||||
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
| Sites die een lokaal plan ontwikkelen aangaande aantrekkelijke werkgever |
% sites | - | 70,15 | 76,12 | 82,35 | 81,08 |
| Vrijwillige vertrekkers - ratio | % personeelsbestand (gecon solideerde ondernemingen) |
3,78 | 3,84 | 3,20 | 3,33 | 3,42 |
| Vrijwillige vertrekkers - mannen | aantal | - | 287 | 251 | 253 | 273 |
| Vrijwillige vertrekkers - vrouwen | aantal | - | 96 | 81 | 89 | 80 |
| Vrijwillige vertrekkers anciënniteit < 3 jaar | aantal | - | 222 | 214 | 217 | 209 |
| Vrijwillige vertrekkers anciënniteit > 3 jaar Werknemers die in een site werken die een externe erkenning hebben ontvangen in het kader van aantrekkelijke werkgever |
aantal % personeelsbestand (gecon solideerde ondernemingen) |
- - |
161 52,64 |
118 68,31 |
125 72,63 |
144 69,66 |
| Externe erkenningen ontvangen in het kader van aantrekkelijke werkgever |
aantal | - | 18 | 31 | 33 | 34 |
Vrijwillig vertrek: aantal werknemers dat het bedrijf uit vrije wil verlaat (exclusief pensionering en afl oop van een contract van bepaalde duur). Dit cijfer heeft betrekking op de werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven.
Externe erkenning als aantrekkelijke werkgever: externe erkenningen of awards die de reputatie van de site of van Umicore als aantrekkelijke werkgever versterken.
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vrijwillige vertrekkers - ratio |
% personeelsbestand (gecon solideerde ondernemingen) |
4,19 | 6,28 | 2,40 | 1,96 | 2,55 | 3,42 |
In de voorbije vijf jaar lag het percentage medewerkers dat het bedrijf vrijwillig verliet tussen 3,2 en 3,8. De 3,4% voor 2014 valt binnen dit bereik. Net als de voorbije jaren stellen we belangrijke regionale verschillen vast. Azië Pacifi c rapporteert het hoogste percentage personeelsverloop (10,5%) en Europa (1,5%) het laagste. Het hoge personeelsverloop in Azië Pacifi c beperkt zich niet tot Umicore en kan worden verklaard door de zeer concurrentiële en beweeglijke arbeidsmarkt in bepaalde groeilanden.
23% van de werknemers die het bedrijf vrijwillig verlieten, zijn vrouwen. Dat cijfer ligt zeer dicht bij het percentage vrouwen (21%) in het personeelsbestand van de volledige geconsolideerde bedrijven. 59% van de medewerkers die het bedrijf vrijwillig verlieten in 2014 deed dat in de eerste drie dienstjaren.
Umicore stimuleert de sites om externe erkenning te verwerven als aantrekkelijke werkgever. In sommige landen waar Umicore veel werknemers telt, worden door externe instanties de beste werkgevers verkozen. Zo'n positie verhoogt sterk de zichtbaarheid en de erkenning van de winnaars, vooral in Europa. Alle sites in België, Frankrijk, Brazilië en de grootste sites in Duitsland verkregen nationale erkenning als Beste Werkgever. Veel sites van Umicore zijn klein tot middelgroot en hun inspanningen om als aantrekkelijke werkgever te worden erkend, zijn beperkt tot de lokale stad of regio, waar zelden offi ciële erkenningsprogramma's worden georganiseerd. In deze gevallen is de erkenning vaak afkomstig van lokale verenigingen, zoals sectorgroeperingen of een lokale krant. In totaal is 70% van de medewerkers actief in een site die in 2014 formele externe erkenning kreeg.
Umicore organiseert regelmatig een wereldwijde personeelsenquête om personeelsleden hun mening te kunnen laten geven. In 2014 werd opnieuw een wereldwijde enquête georganiseerd. Meer informatie hierover vindt u in de casestudie op pagina 17. Alle sites implementeren actieplannen op basis van de feedback van de enquête om de betrokkenheid en het welzijn van de werknemers verder te verbeteren. Vision
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Sites die een lokaal plan ontwikkelen aangaande lokale gemeenschap |
% sites | - | 57,58 | 60,82 | 65,69 | 74,31 |
| Totaal donaties | € duizend | 1.009,38 | 1.751,02 | 1.759,18 | 1.612,80 | 1.409,35 |
| Geldelijke donaties | € duizend | 865,34 | 1.568,80 | 1.514,60 | 1.373,82 | 1.103,47 |
| Donaties in natura | € duizend | 73,59 | 104,97 | 159,98 | 152,27 | 200,88 |
| Werknemers vrijgemaakte tijd | € duizend | 70,46 | 77,24 | 84,60 | 86,71 | 104,99 |
| Sites die een extern communicatieplan hebben ontwikkeld | % sites | - | 59,70 | 62,69 | 63,24 | 50,00 |
Van elke business unit wordt verwacht dat het in zijn jaarlijkse budget voldoende donaties en sponsoring opneemt om het programma voor engagement ten opzichte van de lokale gemeenschap van de site te ondersteunen. Als richtlijn zou dit budget een bedrag moeten zijn dat overeenstemt met een derde van een procent van de gemiddelde jaarlijkse recurrente geconsolideerde EBIT van de business units (exclusief geassocieerde bedrijven) van de voorbije drie jaar.
Sinds 2009 zijn de donaties onderverdeeld in fi nanciële donaties, donaties in natura en tijd van de medewerkers. De donaties op Groepsniveau worden gecoördineerd door een Comité dat rapporteert aan de Gedelegeerd Bestuurder.
| eenheid | Europa | Noord Amerika |
Zuid Amerika |
Azië/ Oceanië |
Afrika | Umicore Group | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal donaties | € duizend | 1.100,37 | 152,89 | 82,72 | 43,57 | 29,80 | 1.409,35 |
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Corporate | Umicore Group | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal donaties | € duizend | 259,26 | 130,25 | 167,80 | 315,10 | 536,93 | 1.409,35 |
In 2014 droeg Umicore in totaal € 1.409.000 bij aan donaties. Voor de business units is het totale bedrag van € 872.000 in lijn met de richtlijn van ongeveer een derde van een procent van hun gemiddelde jaarlijkse recurrente geconsolideerde EBIT over de voorbij drie jaar. Er werden nog bijkomende donaties op groepsniveau geschonken voor een bedrag van € 537.000.
De donaties van de business units gaan hoofdzakelijk naar goede doelen in de buurt van de sites en dit ter ondersteuning van de lokale gemeenschap. Sommige hoofdkantoren van business units ondersteunen echter ook goede doelen in andere continenten. Op Groepsniveau hebben de donaties een wereldwijd bereik. In 2014 gingen de Groepsdonaties voornamelijk naar steun voor twee grote educatieve projecten van UNICEF in Madagascar en in India, naar projecten die werden gecoördineerd door Ondernemers voor Ondernemers (in de Filippijnen, Cambodja, Haïti en Togo) en naar steun voor duurzame mobiliteitsprojecten van studenten.
50% van de sites beschikt over een extern communicatieplan om op een adequate manier contacten te onderhouden met de lokale gemeenschap. Naargelang de omvang van de activiteiten en de link met de lokale gemeenschap bestaan die communicatieplannen uit nieuwsbrieven, publieke informatievergaderingen, vergaderingen met de lokale autoriteiten, fabrieksbezoeken voor de lokale gemeenschap en persberichten voor de lokale media.
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst |
% personeelsbestand (gecon solideerde ondernemingen) |
68,92 | 69,81 | 70,80 | 71,33 | 71,44 |
WERKNEMERS VERTEGENWOORDIGD DOOR EEN VAKBOND OF GEDEKT DOOR EEN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
| Noord | Zuid | Azië/ | Umicore | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | Europa | Amerika | Amerika | Oceanië | Afrika | Group | |
| Werknemers vertegenwoordigd door | % personeelsbestand | ||||||
| een vakbond of gedekt door een | (geconsolideerde | 87,34 | 8,11 | 93,63 | 39,61 | 55,18 | 71,44 |
| collectieve arbeidsovereenkomst | ondernemingen) |
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Werknemers vertegenwoordigd door | % personeelsbestand | ||||||
| een vakbond of gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst |
(geconsolideerde ondernemingen) |
61,88 | 55,58 | 75,65 | 89,57 | 70,28 | 71,44 |
In totaal is 71,4% van de Umicore-werknemers lid van een vakbondsorganisatie en/of wordt over hun loonniveau onderhandeld via een collectieve overeenkomst. Regionaal zijn er grote verschillen in de vakbondsvertegenwoordiging, die het grootst is in Zuid-Amerika en Europa en het kleinst in Noord-Amerika en Azië Pacifi c.
In 2007 ondertekende Umicore een Akkoord voor Duurzame Ontwikkeling met de Internationale vakbond IndustriALL, dat in 2011 werd hernieuwd voor een periode van vier jaar. In dit akkoord verbindt Umicore zich tot een aantal principes, zoals het verbod op kinder- en gedwongen arbeid, erkenning van het recht van haar werknemers om zich te organiseren en deel te nemen aan de collectieve onderhandelingen.
Alle sites worden jaarlijks intern doorgelicht. Uit deze doorlichting bleek dat geen enkele site van Umicore een specifi ek risico loopt om een inbreuk te plegen op één van de principes van dit akkoord.
In 2011 organiseerde Umicore voor het eerst een systematische rapportering over problemen in verband met de gedragscode in de hele Groep. In 2014 werden in totaal 15 gevallen gerapporteerd, waarbij in totaal 16 werknemers betrokken waren. De acties die werden ondernomen, varieerden van een waarschuwingsbrief tot ontslag.
| Directe en indirecte aankoop | Indirecte aankoop |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | Catalysis | Energy Materials |
Performance Materials |
Recycling | Corporate(2) | |
| Leveranciers (1) die het charter voor duurzame aankoop hebben goedgekeurd |
% leveranciers | 76 | 72 | 77 | 69 | 86 |
(1) Van de leveranciers naar wie Umicore het Charter voor duurzame aankopen heeft verzonden (alleen de belangrijkste leveranciers van elke business unit). (2) Corporate omvat het departement Procurement & Transportation en UMS Taiwan.
In de loop van 2014 gingen onze regionale aankoopcentra verder met de selectie van de belangrijkste leveranciers aan de hand van criteria zoals omvang, geografi sche locatie en het type producten of diensten (en hun kritisch belang voor de werking van een Umicore-entiteit).
Bij de geselecteerde ondernemingen waren veel leveranciers van goederen en diensten en enkele leveranciers van grondstoffen (bv. metalen). In totaal werden 1.226 leveranciers geselecteerd. Tegen het einde van 2014 had 83% van deze 1.226 leveranciers formeel bevestigd de voorwaarden van het charter te zullen naleven. De business units selecteerden 429 leveranciers, van wie 73% tegen eind 2014 formeel had bevestigd de voorwaarden van het charter te zullen naleven.
In 2014 heeft Umicore Ecovadis gevraagd om de duurzaamheidprestaties van 100 van de 1.226 bovenvermelde leveranciers te evalueren. Deze leveranciers werden geselecteerd aan de hand van een risicobeoordeling die Ecovadis uitvoerde met betrekking tot kriticiteit, afhankelijkheid, duur van de relatie en uitgaven aan deze leveranciers. Dit resulteerde in een scorekaart met een globale score en een score voor elk van de vier duurzaamheidcategorieën: milieu, arbeid, eerlijke handelspraktijken en bevoorradingsketen. Er werden scores toegekend van 1 tot 100, waarbij 1 een hoog duurzaamheidrisico vertegenwoordigt.
| Group | |
|---|---|
| Leefmilieu | 46 |
| Arbeidspraktijken en mensenrechten | 45 |
| Zakelijke integriteit | 40 |
| Bevoorradingsketen | 37 |
| Totaal | 44 |
Van de 100 geselecteerde leveranciers hebben er 10 de vragenlijst niet ingevuld. Van de 90 ontvangen scorekaarten hadden 44 bedrijven een score tussen 25 en 44, wat betekent dat ze basismaatregelen hebben genomen voor thema's in verband met duurzaamheid. Slechts 1 bedrijf kreeg een score van 20, wat een hoog risico op problemen in verband met duurzaamheid vertegenwoordigt. 42 bedrijven behaalden een algemene score tussen 45 en 64. Dit betekent dat ze over 'een degelijk duurzaamheidbeheersysteem' beschikken. 3 bedrijven kregen een nog hogere score omdat ze 'geavanceerde duurzaamheidpraktijken' toepassen. Wat de gemiddelde score in elke categorie betreft, haalden de leveranciers de hoogste gemiddelde score voor milieu en scoorden ze het laagst voor het promoten van duurzaamheid in hun bevoorradingsketen.
De Umicore Group werd in 2013 door Ecovadis geëvalueerd en haalde een score van 67. Dat plaatst de onderneming in de categorie gevorderden met een "gestructureerde en proactieve CSR-aanpak, engagementen / policies en concrete acties voor belangrijke problemen, met gedetailleerde informatie over de implementatie en een signifi cante CSR-rapportering over de acties en de prestatie-indicatoren".
In 2014 heeft Purchasing & Transportation de bovenvermelde methodologie voor de screening van leveranciers op duurzaamheid en andere criteria verder verfi jnd. Er wordt nu meer nadruk gelegd op een gestructureerde screening van alle leveranciers vooraleer Umicore ze als zakenpartner accepteert.
Umicore voerde een rondvraag in alle business units uit in het kader van de jaarlijkse beoordeling van de bedrijfsrisico's (zie pagina 171) om na te gaan in hoeverre het Charter voor duurzame aankopen werd aanvaard voor directe aankopen, voornamelijk metalen. Uit de rondvraag bleek dat het Charter in verschillende mate door de business units werd aanvaard. In 2015 zullen we focussen op het ontwikkelen van een beter inzicht in de behoeften inzake duurzame aankopen in de business units die specifi eke duurzaamheidsrisico's hebben vastgesteld in hun aanvoerketen voor metalen.
Om iedereen in het bedrijf beter vertrouwd te maken met duurzame aankopen in het bedrijf, is er een online learning tool ter beschikking op het nieuwe My Campus-platform. In 2014 volgden 57 medewerkers die e-learningmodule.
In 2012 publiceerde de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) een defi nitieve richtlijn over confl ictmineralen op basis van sectie 1502 van de Dodd-Frank Act. Deze richtlijn verplicht bedrijven die op de Amerikaanse beurs zijn genoteerd om te rapporteren of het tin, tantalium, wolfraam en goud in hun producten afkomstig is van de Democratische Republiek Congo of een aangrenzend land. Hoewel Umicore niet onderworpen is aan de Dodd-Frankrapporteringsvereisten, volgen we de bovenvermelde richtlijn voor onze activiteiten. In het kader hiervan werden onze Precious Metals Refi ning activiteiten in Hoboken en Guarulhos in 2014 door de London Bullion Market Association (LBMA) gecertifi ceerd als confl ictvrije smelters voor hun activiteiten in het voorgaande jaar. De Jewellery & Industrial Metals activiteiten in Pforzheim, Wenen en Bangkok zijn gecertifi ceerd in het kader van het Chain of Custody-programma van de Responsible Jewellery Council (RJC) tot 2016. De sites in Guarulhos, Amsterdam, Pforzheim en Bangkok werden tevens door de LBMA geaccrediteerd als "Good Delivery refi ners". In 2014 slaagde de business unit voor de audit voor verantwoorde sourcing van platina van de RJC. Dankzij de RJC Chain of Custody en de LBMA Good Delivery accreditaties komen de geaccrediteerde sites in aanmerking om te worden opgenomen in de lijst van confl ictvrije smelters van de EICC (Electronic Industry Citizenship Coalition).
Bovenop de bestaande policies en charters zoals de Umicore Gedragscode, het Mensenrechtenbeleid en het Charter voor duurzame aankopen heeft Umicore ook een specifi ek beleid voor 'Verantwoorde wereldwijde bevoorradingsketen van mineralen uit confl ictzones en zones met hoog risico'. Zie ook
U vindt meer informatie over de relatie van Umicore met haar leveranciers in het onderdeel Relaties met belanghebbenden in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur op pagina 175 en in het overzicht door het management op pagina's 8 tot 27.
Alle geconsolideerde productiesites waarover Umicore operationele controle heeft, zijn opgenomen in het bereik van de rapportering over gezondheid op het werk. In vergelijking met 2013 werden de gegevens van drie sites niet meer gerapporteerd (South Plainfi eld, VS, Catalysis; Melbourne, Australië, Performance Materials; Kobe, Japan, Energy Materials). Twee sites werden aan de rapportering toegevoegd: Bad-Sackingen (Catalysis, Duitsland) en La Vergne (Energy Materials, VS). Dat brengt het totale aantal rapporterende sites op 63.
De informatie in deze toelichting heeft uitsluitend betrekking op Umicore-werknemers. Ze bevat geen gegevens over gezondheid op het werk bij de onderaannemers.
Meer informatie over het beleid van Umicore inzake gezondheid op het werk vindt u op de website
http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/management-approach/social/Approach/
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (1) | % | - | 5,2 | 4,3 | 2,6 | 1,9 |
| Blootstellingsgraad lood (bloed) (2) | % | - | 1,4 | 0,5 | 0,9 | 1,0 |
| Blootstellingsgraad arseen (urine) (2) | % | - | 2,2 | 1,4 | 1,6 | 1,1 |
| Blootstellingsgraad kobalt (urine) (2) | % | - | 22,1 | 14,8 | 10,7 | 7,3 |
| Blootstellingsgraad cadmium (bloed) (2) | % | - | 0,8 | 1,7 | 0,6 | 0,6 |
| Blootstellingsgraad cadmium (urine) (2) | % | - | 1,5 | 3,0 | 1,0 | 0,6 |
| Blootstellingsgraad nikkel (urine) (2) | % | - | 6 | 7 | 1 | 0,4 |
| Mensen met platina overgevoeligheid | aantal | - | 4 | 6 | 4 | 4 |
| Mensen met door lawaai veroorzaakt gehoorverlies | aantal | - | 9 | 4 | 3 | 5 |
| Mensen met contactdermatitis | aantal | - | 2 | 2 | 2 | 2 |
| Mensen met beroepsmatige asthma door andere producten |
aantal | - | 0 | 1 | 0 | 0 |
| Mensen met musculoskeletale aandoeningen | aantal | - | 11 | 7 | 5 | 14 |
(1) Verhouding tussen het aantal monitoringresultaten die Umicore's streefwaarde, die gedefi nieerd werd voor relevante gevaarlijke stoffen, overschrijden en het totale aantal monitoringresultaten.
(2) De blootstellingsratio voor een specifi ek metaal wordt gedefi nieerd als de verhouding tussen het aantal medewerkers van wie het biologische monitoringresultaat hoger ligt dan de drempelwaarde en het totale aantal blootgestelde werknemers. De drempelwaarden van Umicore zijn gebaseerd op de biologische blootstellingsindices van de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ref. 2011) en zijn minstens even streng als de bestaande wettelijk opgelegde limieten in de landen waar we actief zijn.
Umicore heeft zich tot doel gesteld om tegen 2015 de biomarkerconcentratie voor iedere blootgestelde werknemer onder Umicore's drempelwaarde te houden. De volgende drempelwaarden werden gedefi nieerd:
Cadmium: 2 microgram per gram creatinine in urine en 0,5 microgram per 100 ml bloed.
Lood: 30 microgram per 100 ml bloed.
Kobalt: 15 microgram per gram creatinine.
Arseen en nikkel: 30 microgram per gram creatinine.
Platinazouten: geen nieuwe gevallen van overgevoeligheid voor platinazout.
Het aantal beroepsziekten is het aantal medewerkers met een beroepsziekte of met symptomen die aan het werk gerelateerd zijn en waarvan de diagnose tijdens deze rapporteringscyclus werd vastgesteld.
In 2014 werden in totaal 4.303 biologische monsters genomen van werknemers die op het werk zijn blootgesteld aan één van de bovenvermelde metalen (exclusief platinazouten). Het resultaat van 82 metingen lag hoger dan de interne drempelwaarde. Dat brengt de totale overschrijdingsgraad op 1,9% ten opzichte van 2,6% in 2013. Alle werknemers met beroepsmatige metaalblootstelling worden regelmatig gecontroleerd door een arbeidsgeneesheer.
In de business groups Energy Materials, Performance Materials en Recycling is beroepsmatige blootstelling aan lood een potentieel gezondheidsrisico. In totaal werd bij 14 van de 1.405 werknemers met beroepsmatige loodblootstelling een hogere waarde dan de drempelwaarde van 30μg/100ml gemeten. Dat brengt de overschrijdingsgraad voor loodblootstelling op 1,0%, vergelijkbaar met de overschrijdingsgraad in 2013.
Het grootste deel van de te hoge waarden werd in Hoboken (België, Recycling) geregistreerd.Werknemers met te hoge gemeten waarden werden naar een andere werkplek overgeplaatst en worden verder gevolgd door een arbeidsgeneesheer.
Blootstelling aan arseen kan voorkomen in de business groups Energy Materials, Performance Materials en Recycling. In totaal had 1,1% van de 864 werknemers die aan arseen zijn blootgesteld te hoge waarden in het bloed in 2014, ten opzichte van 1,6% in 2013.
In totaal zijn 715 medewerkers op het werk blootgesteld aan kobalt, voornamelijk in de business group Energy Materials. Bij 52 werknemers werd een overschrijding van de drempelwaarde vastgesteld. Dit verlaagt de overschrijdingsgraad nog verder tot 7,3%, wat aanzienlijk lager is dan het gemiddelde van 10,7% in 2013.
Alle overschrijdingen werden gemeten in de business units Cobalt & Specialty Materials en Rechargeable Battery Materials. Deze business units voeren al vele jaren een beleid – inclusief biologische monitoring – om de blootstelling aan kobalt op het werk te verlagen. In 2011 werd de biologische drempelwaarde in urine verlaagd van 30 tot 15 microgram per gram creatinine, in lijn met de meest recente gegevens in de wetenschappelijke literatuur over de toxiciteit van kobalt en de blootstelling aan kobalt op het werk. De business units implementeren actieplannen om de blootstelling aan kobalt op het werk sterk te verminderen, bijvoorbeeld de nieuwe kobaltovens op de site in Olen (België, Energy Materials) werden ontworpen om ze te kunnen bedienen zonder persoonlijke beschermingsmiddelen.
Blootstelling aan cadmium op het werk vormt een potentieel gezondheidsrisico in de business groups Performance Materials en Recycling.
Cadmium in urine is een effi ciënte biomarker voor levenslange blootstelling, terwijl het cadmiumgehalte in het bloed meer de recente blootstelling op het werk weergeeft.
In 2014 waren in totaal 483 werknemers op het werk blootgesteld aan cadmium.
Bij 3 medewerkers werd een hoger urinair cadmiumgehalte gemeten dan de drempelwaarde. Dat brengt de overschrijdingsgraad op 0,6% ten opzichte van 1,0% in 2013.
Er worden bijkomende technische maatregelen genomen om de blootstelling verder te verminderen. Daarnaast worden er voorzorgsmaatregelen genomen, zoals de rotatie van medewerkers, een strikte naleving van het programma voor de bescherming van de ademhaling en persoonlijke hygiënemaatregelen om de blootstelling tot een minimum te beperken.
De overschrijdingsgraad voor het cadmiumgehalte in het bloed bedroeg 0,6%.
In de business groups Energy Materials, Performance Materials en Recycling zijn er werknemers die worden blootgesteld aan nikkel. In 2014 waren er in totaal 806 werknemers aan nikkel blootgesteld. In 2014 werd de drempelwaarde bij drie van de blootgestelde werknemers overschreden, wat resulteerde in een overschrijdingsgraad van amper 0,4%.
Deze aanzienlijke verbetering is voornamelijk het resultaat van de voltooiing van een ambitieus actieplan op de site Subic, Filippijnen (Energy Materials) dat focust op het verbeteren van de engineeringcontroles in de nikkelcarbonaat- en oxide-installaties en van de voortgezette campagnes voor persoonlijke hygiëne op het werk.
In de business groups Catalysis en Recycling zijn werknemers blootgesteld aan platinazouten.
In 2014 werd bij 4 werknemers voor de eerste maal een overgevoeligheid voor platinazouten vastgesteld, hetzelfde aantal als in 2013. Drie van deze werknemers werkten in de business group Catalysis, de andere in de business group Recycling. Deze werknemers werden overgeplaatst naar een werkomgeving zonder blootstelling aan platinazout of werden gevraagd striktere persoonlijke beschermmiddelen te dragen. Alle medewerkers die aan platinazouten zijn blootgesteld, worden opgevolgd via een programma voor de verbetering van de gezondheid op het werk en worden regelmatig getest op allergieën.
In 2014 hadden 2 werknemers een contactdermatitis, bij 5 werknemers werd gehoorverlies door industrieel lawaai vastgesteld en 14 werknemers ontwikkelden een musculoskeletale aandoening als gevolg van hun beroepsactiviteit. Alle betrokkenen worden gevolgd door een arbeidsgeneesheer en er werden maatregelen genomen om een verergering van hun toestand te voorkomen.
2015
Au In totaal nemen 83 geconsolideerde sites deel aan de veiligheidsrapportering. In vergelijking met 2013 werden 5 sites toegevoegd aan de veiligheidsrapportering (La Vergne en Wickliffe, VS, Energy Materials; Qingyuan, China, Energy Materials; Shirwal, India, Catalysis; Nowa Ruda, Polen, Catalysis). Bovendien nam Umicore ook kleinere commerciële sites op in de veiligheidscijfers. Meer informatie over het beleid van Umicore inzake veiligheid op het werk vindt u op de website
De informatie in deze toelichting heeft uitsluitend betrekking op Umicore-werknemers. Ze bevat geen data over arbeidsveiligheid bij de onderaannemers.
Umicore streeft naar nul ongevallen met werkverlet tegen 2015.
| eenheid | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Dodelijke ongevallen | aantal | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Dodelijke ongevallen onderaannemers | aantal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Ongevallen met werkverlet | aantal | 56 | 60 | 49 | 35 | 37 |
| Ongevallen met werkverlet onderaannemers | aantal | 20 | 17 | 33 | 22 | 11 |
| Frequentiegraad | 3,54 | 3,61 | 2,86 | 2,08 | 2,16 | |
| Frequentiegraad contractors | 7,91 | 5,50 | 10,06 | 5,76 | 2,91 | |
| Aantal verloren kalenderdagen | aantal | 2.090 | 1.771 | 1.897 | 1.726 | 16.122 |
| Ernstgraad | 0,13 | 0,11 | 0,11 | 0,10 | 0,94 | |
| Registreerbare ongevallen zonder werkverlet | aantal | 210 | 221 | 160 | 146 | 112 |
| Frequentiegraad RI | 13,3 | 13,3 | 9,3 | 8,7 | 6,5 | |
| Verhouding aantal sites zonder LTA/ totaal aantal rapporterende sites |
% | - | 77 | 85 | 79 | 84 |
| OHSAS 18001 gercertifi eerde sites | % | 28,0 | 30,0 | 32,0 | 32,8 | 40,0 |
Umicore-werknemer: een personeelslid van het totale personeelsbestand van Umicore. Een Umicore-werknemer kan een voltijdse, deeltijdse of tijdelijke werknemer zijn.
Onderaannemer: een persoon die geen deel uitmaakt van het totale personeelsbestand van Umicore en die diensten verleent aan Umicore op één van haar sites volgens contractvoorwaarden.
Dodelijk ongeval: een werkgerelateerd ongeval met dodelijke afl oop.
Ongeval met werkverlet: een werkgerelateerd ongeval waarbij de werknemer niet kan werken gedurende meer dan één ploegendienst.
Registreerbaar letsel: een werkgerelateerd letsel dat leidt tot meer dan één eerstehulpbehandeling of tot een aangepast werkprogramma, ongevallen met werkverlet niet meegerekend.
Frequentiegraad: aantal ongevallen met werkverlet per miljoen gewerkte uren.
Ernstgraad: aantal verloren kalenderdagen als gevolg van een ongeval met werkverlet per duizend gewerkte uren.
Ongevallen op de weg van en naar het werk zijn niet opgenomen in de veiligheidsgegevens.
| eenheid | Europa | Noord Amerika |
Zuid Amerika |
Azië/ Oceanië |
Afrika | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Ongevallen met werkverlet | aantal | 30 | 3 | 2 | 2 | 0 | 37 |
| Energy | Performance | Umicore | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | Catalysis | Materials | Materials | Recycling | Corporate | Group | |
| Dodelijke ongevallen | aantal | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Ongevallen met werkverlet | aantal | 4 | 4 | 9 | 18 | 2 | 37 |
| Frequentiegraad | per miljoen gewerkte uren |
1,0 | 1,3 | 2,0 | 5,2 | 1,0 | 2,2 |
| Verloren kalenderdagen | aantal | 20 | 15.029 | 449 | 559 | 65 | 16.122 |
| Ernstgraad | per duizend gewerkte uren |
0,01 | 4,75 | 0,10 | 0,16 | 0,03 | 0,94 |
In januari 2014 kostte een ongeval in de fabriek van Olen in België twee Umicore-medewerkers het leven. Uit het onderzoek is gebleken dat het ongeval zich heeft voorgedaan door een onverwachte opeenstapeling van waterstof in een opslagtank voor hydrochloorzuur waaraan de twee werknemers onderhoudswerken uitvoerden. Om te voorkomen dat zich gelijkaardige ongevallen voordoen op de site van Olen of elders bij Umicore, heeft het bedrijf zich sterk geëngageerd om de procesveiligheid meer systematisch aan te pakken in de gehele onderneming. Er werd een team van twee voltijdse professionals aangesteld om een procesveiligheidsproject te organiseren en uit te rollen in de gehele Groep. Het project heeft tot doel een geavanceerde benadering van procesveiligheid te installeren in alle industriële sites door de beste praktijken inzake procesveiligheid te integreren in Umicore's bestaande managementsystemen. In de loop van 2014 heeft het team contact opgenomen met alle business units en meer dan 20 sites bezocht om de medewerkers meer bewust te maken van procesveiligheid en de uitwisseling van voorbeeldpraktijken te bevorderen. Deze praktijken werden gedeeld doorheen de sites en de business units en worden geconsolideerd in praktische richtlijnen om de implementatie te vergemakkelijken. In lijn met onze doelstellingen om tot een gemeenschappelijke defi nitie van procesveiligheid te komen, heeft het projectteam ook een eenvoudige maar effectieve e-learning over procesveiligheid ontwikkeld voor alle medewerkers die hierbij betrokken zijn.
In 2014 registreerden we in totaal 37 ongevallen met werkverlet ten opzichte van 35 in 2013. Dit resulteerde in een frequentiegraad van 2,16 ten opzichte van 2,08 in 2013. In totaal gingen 16.122 kalenderdagen verloren als gevolg van deze ongevallen met werkverlet, hierin zijn 7.500 verloren dagen opgenomen voor elk dodelijk ongeval. Dit resulteerde in een ernstgraad van 0,94 ten opzichte van 0,10 in 2013. Zonder de dodelijke ongevallen zou de ernstgraad tot 0,07 zijn gedaald.
Het aantal registreerbare letsels daalde aanzienlijk tot 112 ten opzichte van 146 in 2013. De frequentiegraad van de registreerbare letsels bedroeg 6,5 in 2014 ten opzichte van 8,7 in 2013.
In totaal werden er 11 ongevallen met werkverlet geregistreerd voor onderaannemers ten opzichte van 22 in 2013. Dat komt overeen met een frequentiegraad van 2,9 tegenover 5,8 in 2013.
In 2014 vond in 84% van de rapporterende sites geen enkel ongeval met werkverlet plaats ten opzichte van 79% in 2013. Vijfentwintig sites zijn gecertifi ceerd via het gezondheids- en veiligheidsbeheerssysteem OHSAS 18001 tegenover 21 in 2013.
Dertig ongevallen met werkverlet, of 81% van het totale aantal ongevallen met werkverlet, deden zich voor in Europa. Daarvan deden er zich 16 voor in Belgische en 11 in Duitse sites. In Noord- en Zuid-Amerika waren er 5 ongevallen en in de regio Azië Pacifi c werden 2 ongevallen geregistreerd.
In 2014 registreerde de business group Catalysis 4 ongevallen met werkverlet, waarvan 3 in de business unit Automotive Catalysts en 1 in de business unit Precious Metals Chemistry. Het totale aantal verloren dagen daalde tot 20 ten opzichte van 416 in 2013. Dit resulteerde in een frequentiegraad van 1,0 en een zeer lage ernstgraad van 0,01. De business group heeft het SafeStart®-programma geïmplementeerd in al zijn operationele sites. Dit programma concentreert zich op onveilige gewoontes en onopzettelijk onveilig gedrag. Daarnaast investeert de business group sterk in het delen van voorbeeldpraktijken voor veiligheid en ontwikkelde het veiligheidstrainingmatrices voor elke functie. Vorderingen worden gemeten aan de hand van een aantal essentiële veiligheidsindicatoren. Alle productiesites van Automotive Catalysts moeten OHSAS 18001-gecertifi ceerd zijn. Op de site in Karlskoga (Zweden) had zich op het einde van het jaar gedurende vijf jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan. Op de sites in Suzhou (China), Port Elizabeth (Zuid-Afrika) en Tsukuba (Japan) heeft zich
gedurende minstens 3 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.
In de business group Energy Materials hebben zich 4 ongevallen met werkverlet voorgedaan, waarvan 2 met dodelijke afl oop. Alle ongevallen deden zich voor in de business unit Cobalt & Specialty Materials. In totaal gingen 15.029 kalenderdagen verloren. Dit resulteerde in een frequentiegraad van 1,26 en een ernstgraad van 4,75. Als we de dodelijke ongevallen buiten beschouwing laten, zouden er slechts 23 dagen verloren zijn gegaan. In de business units Thin Film Products, Rechargeable Battery Materials en Electro-Optic Materials vonden geen ongevallen met werkverlet plaats. De business unit Rechargeable Battery Materials heeft nu in het kader van haar veiligheidsprogramma ACCE (Awareness, Competence, Compliance, Excellence) in al haar sites een effectief en pragmatisch intern ontwikkeld veiligheidsleiderschapsprogramma geïmplementeerd, dat is gebaseerd een gedragsobservatie- en interventietechniek. Drie sites werden erkend voor hun uitmuntende en aanhoudende veiligheidsprestatie, met minstens 5 jaar zonder ongevallen met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of ongevallen met werkverlet met onderaannemers op de site: Dundee (VK), Hsinchu Hsien (Taiwan) en Fort Saskatchewan (Canada). Acigne (Frankrijk) en Beijing (China) werkten minstens 3 jaar zonder ongevallen met werkverlet, registreerbare letsels bij Umicorewerknemers of ongevallen met werkverlet met onderaannemers op de site.
De business group Performance Materials registreerde 9 ongevallen met werkverlet, hetzelfde als in 2013. In totaal gingen 449 kalenderdagen verloren. De frequentiegraad bedroeg 2,0 en de ernstgraad 0,1. In de business units Platinum Engineered Materials en Electroplating vonden geen ongevallen met werkverlet plaats. Dankzij hun programma 'Safety for a Better Life', kon de business unit Zinc Chemicals het aantal ongevallen met werkverlet verminderen van 6 in 2013 tot slechts 1 in 2014, ondanks de vele risico's in haar 7 industriële operaties, waar onder meer met gesmolten metaal wordt gewerkt. De business unit Building Products registreerde 3 ongevallen met werkverlet. Vijf ongevallen met werkverlet deden zich voor in de business unit Technical Materials. Op het einde van 2014 had zich op de site van Vicenza, Italië, in meer dan 5 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan. Op de sites in Vilvoorde (België) en Pasir Gudang (Maleisië) heeft zich gedurende minstens 3 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.
De business group Recycling noteerde 18 ongevallen met werkverlet ten opzichte van 15 in 2013. In totaal gingen 559 kalenderdagen verloren. Dit vertegenwoordigt een frequentiegraad van 5,2 en een ernstgraad van 0,16. De business unit Precious Metal Refi ning registreerde 12 ongevallen met werkverlet en gaat verder met de implementatie van het programma SafeStart® in alle afdelingen. In de site in Hoboken, België, hebben alle managers en supervisors een SafeMap®-leiderschapstraining gevolgd. De business unit Jewellery & Industrial Materials, met 6 ongevallen met werkverlet, voltooide de implementatie van een veiligheidsprogramma dat focust op vier pijlers: rollen en verantwoordelijkheden, normen en opleiding, veiligheidsdialogen en onderzoek van incidenten.
Op het einde van 2014 had zich op de site van Maxton, VS, in de voorbije drie jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicorewerknemers of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.
In algemene diensten en de corporate kantoren deden zich 2 ongevallen met werkverlet voor.
154 Verklaring inzake deugdelijk bestuur
| Overzicht deugdelijk bestuur | 156 |
|---|---|
| G1 Context deugdelijk bestuur | 156 |
| G2 Vennootschapsstructuur | 156 |
| G3 Aandeelhouders | 156 |
| G4 Raad van Bestuur | 157 |
| G5 Directiecomité | 159 |
| G6 Relevante informatie in geval van een overnamebod | 159 |
| G7 Belangenconfl icten (artikel 523 – 524ter Wetboek van vennootschappen) |
160 |
| G8 Commissaris | 161 |
| G9 Gedragscode | 161 |
| G10 Marktmisbruik en handel met voorkennis | 161 |
| G11 Naleving van de Belgische Corporate Governance Code 2009 | 161 |
| Remuneratieverslag 2014 | 162 |
| G12 Vergoeding van de Raad van Bestuur | 162 |
| G13 Vergoeding Gedelegeerd Bestuurder en Directiecomité | 164 |
| G14 Eigendom van aandelen en aandelenopties en transacties in 2014 168 | |
| G15 Wijzigingen aan de remuneratiepolitiek sinds eind 2014 | 170 |
| Risicobeheer en interne controle | 171 |
| G16 Risicobeheer | 171 |
| G17 Risicocategorisatie | 172 |
| G18 Beschrijving van de risico's | 172 |
| Umicore Jaarverslag 2014 | |
|---|---|
| Relaties met belanghebbenden | 175 |
| G19 Leveranciers | 175 |
| G20 Klanten | 175 |
| G21 Werknemers | 176 |
| G22 Investeerders en aandeelhouders | 176 |
| G23 Samenleving | 177 |
| G24 Geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 177 |
| G25 Overheidssector en autoriteiten | 177 |
| G26 Verdeling van de economische meerwaarde | 179 |
| Raad van Bestuur | 180 |
| Directiecomité | 182 |
| Senior Management | 183 |
Umicore heeft de Belgische Corporate Governance Code 2009 aangenomen als haar referentiecode.
De Engelstalige, Nederlandstalige en Franstalige versie van deze Code kunnen geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance ( www.corporategovernancecommittee.be ).
Het Corporate Governance Charter geeft een gedetailleerde beschrijving van de bestuursstructuur van de Vennootschap en de beleidslijnen en procedures van de Umicore Groep. Het Charter is beschikbaar op de website van Umicore ( http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/corporate-governance-charter/ ), of kan op verzoek verkregen worden bij het departement Group Communications van Umicore.
Umicore heeft haar beleidsverklaring, waarden en organisatorische basisfi losofi e uiteengezet in een document met de titel 'The Umicore Way'. Dit document licht toe hoe Umicore haar relaties met haar klanten, aandeelhouders, werknemers en de samenleving ziet.
Wat de organisatiefi losofi e betreft, gelooft Umicore in decentralisatie en in een ruime mate van autonomie voor elke business unit. De business units zijn op hun beurt dan weer verantwoordelijk voor hun eigen bijdrage tot de waardencreatie voor de Groep en voor het vasthouden aan de strategische oriëntaties, de beleidslijnen, de normen en de duurzaamheidbenadering van de Groep.
In deze context meent Umicore dat een goede corporate governance structuur een noodzakelijke voorwaarde is voor haar succes op lange termijn. Dit veronderstelt een doelmatig besluitvormingsproces dat steunt op een duidelijke toewijzing van verantwoordelijkheden. Hierdoor wordt een optimaal evenwicht betracht tussen een cultuur van ondernemerschap op het niveau van de business units enerzijds en doeltreffende sturing- en toezichtprocessen anderzijds. Het Corporate Governance Charter gaat dieper in op de verantwoordelijkheden van de aandeelhouders, de Raad van Bestuur, de Gedelegeerd Bestuurder en het Directiecomité, alsook de specifi eke rol van het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité. Deze Verklaring bevat informatie over onderwerpen van deugdelijk bestuur die vooral betrekking hebben op het boekjaar 2014.
De Raad van Bestuur is het hoogste beslissingsorgaan van Umicore, behalve voor die materies die op grond van het Wetboek van vennootschappen of de statuten van Umicore voorbehouden zijn aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De Raad wordt bijgestaan door een Auditcomité en een Benoemings- en Remuneratiecomité. Het dagelijks bestuur van Umicore is toevertrouwd aan de Gedelegeerd Bestuurder, die tevens voorzitter is van het Directiecomité. Het Directiecomité is verantwoordelijk voor de uitwerking van de algemene strategie van Umicore en het overmaken voor bespreking en goedkeuring ervan aan de Raad van Bestuur. Het is verantwoordelijk voor de implementatie van die strategie en voor het verzekeren van een effectief toezicht op de business units en corporate functies. Het Directiecomité staat ook in voor het screenen van de verschillende risico's en opportuniteiten waarmee het bedrijf op korte, middellange en lange termijn geconfronteerd kan worden (zie hoofdstuk Risicobeheer) en zorgt voor de aanwezigheid van systemen om die te beheren. Het Directiecomité is collegiaal verantwoordelijk voor het bepalen en toepassen van de strategie voor duurzame ontwikkeling van Umicore.
Umicore is georganiseerd in business groups die op hun beurt bestaan uit business units met gemeenschappelijke kenmerken inzake producten, technologieën en afzetmarkten. Sommige business units zijn verder onderverdeeld in marktgerichte business lines. Als ondersteunende structuur op het niveau van de Groep beschikt Umicore over regionale managementplatformen in Zuid-Amerika, China, Noord-Amerika en Japan. De hoofdzetel van Umicore is gevestigd in België. Die zetel biedt een aantal algemene en ondersteunende functies op het gebied van fi nanciën, human resources, interne audit, juridische en fi scale zaken, externe relaties en relaties met de beleggers.
Op 31 december 2014 waren er 112.000.000 Umicore-aandelen in omloop. De identiteit van de aandeelhouders die per 31 december 2014 een belang van 3% of meer hadden aangegeven, kan u vinden in de rubriek 'beknopte jaarrekening van de moederonderneming' (pg. 121).
Umicore | Jaarverslag 2014
Umicore bezat 3.914.272 eigen aandelen op 31 december 2014, hetzij 3,49% van het kapitaal. Informatie over de door de aandeelhouders aan Umicore verleende machtiging om eigen aandelen in te kopen, alsook de stand van zaken inzake deze inkopen kan u vinden in het Corporate Governance Charter en op de website van Umicore.
Tijdens het jaar werden 314.500 eigen aandelen gebruikt in de context van de uitoefening van aandelenopties voor het personeel en werden 25.834 aandelen gebruikt voor toekenningen van aandelen, waarvan 4.834 aan de leden van de Raad van Bestuur, 21.000 aan de leden van het Directiecomité en 3.400 in het kader van de partiële omzetting van de bonus van de Gedelegeerd Bestuurder.
Umicore streeft naar de uitbetaling van een stabiel of geleidelijk stijgend dividend. Er is geen vaste uitkeringsverhouding. Het dividend wordt door de Raad van Bestuur voorgesteld op de gewone (of jaarlijkse) algemene vergadering van aandeelhouders. Er zal geen dividend worden uitbetaald als dit de fi nanciële stabiliteit van de Vennootschap in gevaar zou brengen.
In 2014 heeft Umicore een brutodividend uitgekeerd van € 1,00 per aandeel voor het boekjaar 2013. Dit is hetzelfde bedrag als het brutodividend dat met betrekking tot het boekjaar 2012 werd uitgekeerd.
In juli 2014 heeft de Raad van Bestuur, in overeenstemming met het dividendbeleid van Umicore, beslist tot de uitkering van een interimdividend ter waarde van 50% van het totale dividend dat voor het vorige boekjaar werd uitbetaald. Bijgevolg werd op 4 september 2014 een bruto interimdividend betaald van € 0,50 per aandeel. Op 5 februari 2015 heeft de Raad beslist om de aandeelhouders een totaal brutodividend van € 1,00 per aandeel voor te stellen voor het boekjaar 2014. Indien de voorgestelde winstbestemming door de aandeelhouders wordt goedgekeurd, zal er dus in mei 2015 een brutodividend van € 0,50 per aandeel worden uitgekeerd (dit is het totale dividend verminderd met het reeds betaalde interimdividend).
De System Paying Agent die werd aangesteld voor de uitbetaling van het dividend van 2014 is:
KBC Bank Havenlaan 2 1080 Brussel
De jaarvergadering van Umicore vond plaats op 29 april 2014. Op de vergadering werden de klassieke besluiten goedgekeurd betreffende de jaarrekening, de resultaatbestemming alsook de kwijtingen voor de bestuurders en de commissaris voor hun respectieve mandaten in 2013. Op dezelfde algemene vergadering werden Ines Kolmsee en Jonathan Oppenheimer herbenoemd tot respectievelijk onafhankelijk bestuurder en bestuurder voor een periode van drie jaar; verder werden de mandaten van Arnoud de Pret en Uwe-Ernst Bufe als bestuurder met één jaar verlengd. De jaarvergadering keurde verder de vergoeding van de Raad van Bestuur voor 2014 goed. Details van de vergoeding die in 2014 aan de bestuurders werd betaald, zijn beschikbaar in het Remuneratieverslag. Tenslotte verlengde de jaarvergadering het mandaat van de commissaris, PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren BCVBA voor een duur van drie jaar.
Op 26 september 2014 werden een buitengewone en een bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders gehouden, waarbij onder meer beslist werd om 8.000.000 eigen aandelen te vernietigen zonder vermindering van het kapitaal of van de post "uitgiftepremies" en om de machtiging aan de Vennootschap en haar dochterondernemingen om Umicore-aandelen op de gereglementeerde markt te verwerven binnen een grens van 10% van het geplaatste kapitaal, aan een prijs per aandeel van € 4 tot € 75, te hernieuwen voor een periode eindigend op 31 mei 2017.
De Raad van Bestuur, waarvan de leden worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders met een eenvoudige meerderheid van stemmen zonder aanwezigheidsvereiste moet uit tenminste zes leden bestaan. De bestuurders mogen niet langer dan 4 jaar zetelen. In de praktijk worden ze verkozen voor een periode van drie jaar en zijn ze herverkiesbaar.
Bestuurders kunnen op elk moment worden ontslagen na een besluit van een algemene vergadering die beslist met een eenvoudige meerderheid van stemmen. Er is geen aanwezigheidsvereiste voor het ontslag van bestuurders. De statuten bieden de Raad de mogelijkheid om bestuurders te coöpteren wanneer een plaats vrijkomt. De eerstvolgende algemene vergadering van aandeelhouders moet beslissen over de defi nitieve benoeming van de gecoöpteerde bestuurder. De nieuwe bestuurder vervolledigt de termijn van zijn of haar voorganger.
Op 31 december 2014 was de Raad van Bestuur samengesteld uit negen leden: acht niet-uitvoerende bestuurders en één uitvoerend bestuurder. Op dezelfde datum waren drie bestuurders onafhankelijk in de betekenis van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en bepaling 2.3 van de Belgische Corporate Governance Code 2009.
Drie (hetzij één derde) van de negen leden van de Raad van Bestuur die in functie waren op 31 december 2014 zijn vrouwen. Umicore heeft zo het minimum vertegenwoordigingsniveau van één derde, zoals opgelegd door het Wetboek van vennootschappen en de aanbevelingen van de Belgische Commissie Corporate Governance, binnen de opgelegde termijn bereikt, dit wil zeggen vóór 1 januari 2017. Zowel het Benoemings- en Remuneratiecomité als de Raad van Bestuur zullen in de toekomst blijven rekening houden met de vereiste van genderdiversiteit bij de behandeling van vacante bestuursmandaten.
De samenstelling van de Raad van Bestuur onderging de volgende wijzigingen in 2014:
De Raad van Bestuur heeft zeven gewone vergaderingen gehouden in 2014. Dit is een verhoging met één ten opzichte van 2013 maar dit kan verklaard worden door de verdaging van een oorspronkelijk in december 2013 geplande vergadering naar begin januari 2014. De Raad nam ook één maal beslissingen bij eenparig schriftelijk besluit.
De Raad behandelde onder meer de volgende onderwerpen in 2014:
De Raad bezocht ook de Specialty Materials fabriek van Umicore in Brugge.
Om de twee jaar organiseert de Voorzitter een evaluatieonderzoek in verband met de samenstelling, de functionering en de prestaties van de Raad van Bestuur en zijn Comités.
Het laatste evaluatieproces vond plaats in 2013, aan de hand van een individueel evaluatieformulier. Hierbij werd aan de bestuurders gevraagd om de volgende punten te evalueren: de samenstelling van de Raad, de selectie en benoeming van bestuurders, de werking van de Raad (agenda, vergaderingen, voorzitterschap en secretariaat), de kwaliteit van de informatieverstrekking, de cultuur binnen de Raad, de prestaties van de Raad, de verhouding met het Directiecomité en tot slot het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité.
De resultaten van de evaluatie werden besproken tijdens de in september 2013 en februari 2014 gehouden vergaderingen van de Raad .
Umicore | Jaarverslag 2014
De samenstelling van het Auditcomité en de kwalifi caties van zijn leden zijn volledig in lijn met de vereisten van artikel 526bis van het Wetboek van vennootschappen en de Belgische Corporate Governance Code 2009.
Het Auditcomité bestaat uit drie niet-uitvoerende bestuurders van wie er twee onafhankelijk zijn. Alle leden van het Auditcomité hebben een ruime ervaring op het gebied van boekhouding en audit zoals uit hun curriculum blijkt.
Het Comité heeft vier maal vergaderd in 2014. Naast de fi nanciële rekeningen van 2013 en die van het eerste halfjaar 2014, besprak het Comité de volgende onderwerpen: treasury-onderwerpen, de boekhoudkundige verwerking van "kern"voorraden, de stand van zaken en planning inzake minimum interne-controlevereisten ('MICR'), een overzicht van de verplichtingen verbonden aan de werknemersvoordelen binnen de Umicore-Groep, de activiteitenverslagen van de interne audit en het auditcharter. Het Auditcomité voerde ook een zelfevaluatie uit, waarbij geconcludeerd werd dat het Auditcomité naar behoren functioneert en er ook aanbevelingen voor de toekomst werden geformuleerd .
Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestaat uit drie niet-uitvoerende bestuurders, van wie er twee onafhankelijk zijn. Het Comité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad. Barbara Kux werd benoemd tot lid van het Comité te rekenen vanaf 1 januari 2014; als gevolg van de beëindiging van zijn bestuurdersmandaat verliet Shohei Naito het Benoemings- en remuneratiecomité per 29 april 2014.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft twee vergaderingen gehouden in 2014. Tijdens dezelfde periode besprak het Comité het remuneratiebeleid voor de leden van de Raad van Bestuur, de leden van de Comités van de Raad en die van het Directiecomité, en de regels van de aandelen- en optieplannen die in 2014 werden aangeboden. Het Comité besprak ook de opvolgingsplanning op het niveau van de Raad en het Directiecomité .
Het Directiecomité beantwoordt aan de defi nitie van artikel 524bis van het Wetboek van vennootschappen.
Het Directiecomité is samengesteld uit minstens vier leden. Het wordt voorgezeten door de Gedelegeerd Bestuurder, die benoemd is door de Raad van Bestuur. De leden van het Directiecomité worden door de Raad van Bestuur benoemd op voorstel van de Gedelegeerd Bestuurder en op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité.
Op 31 december 2014 bestond het Directiecomité uit zeven leden, inclusief de Gedelegeerd Bestuurder.
De prestaties van de leden van het Directiecomité worden jaarlijks individueel beoordeeld door de Gedelegeerd Bestuurder en besproken met het Benoemings- en Remuneratiecomité. De resultaten worden voorgelegd aan en besproken door de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur komt tevens jaarlijks in een niet-uitvoerende sessie (d.w.z. zonder de Gedelegeerd Bestuurder) samen om de prestaties van de Gedelegeerd Bestuurder te beoordelen en te bespreken.
Deze evaluaties vonden plaats op 5 februari 2014.
De statuten van Umicore leggen geen beperkingen op voor de overdracht van aandelen of andere effecten.
Er zijn de Vennootschap tevens geen beperkingen bekend die door de wet worden opgelegd, behalve in het kader van de wetgeving betreffende marktmisbruik.
De opties op Umicore-aandelen die aan de Gedelegeerd Bestuurder, de leden van het Directiecomité en aangewezen Umicore-werknemers werden toe gekend in uitvoering van verschillende Umicore-incentiveringprogramma's mogen niet onder levenden overgedragen worden .
Er zijn geen houders van effecten met bijzondere zeggenschapsrechten.
De statuten van de Vennootschap leggen geen beperkingen op betreffende de uitoefening van stemrecht door de aandeelhouders, op voorwaarde dat de betrokken aandeelhouders tot de algemene vergadering werden toegelaten en hun rechten niet werden geschorst. De toelatingsvoorwaarden met betrekking tot de algemene vergaderingen worden beschreven in artikel 17 van de statuten. Luidens artikel 7 van de statuten worden de rechten verbonden aan aandelen die eigendom zijn van verschillende aandeelhouders geschorst tot er één persoon als eigenaar werd aangeduid tegenover de Vennootschap.
Voor zover de Raad van Bestuur bekend, waren geen van de aan Umicore aandelen verbonden stemrechten wettelijk geschorst op 31 december 2014, behalve deze met betrekking tot de 3.914.272 aandelen die op deze datum eigendom waren van de Vennootschap zelf (Artikel 622 §1 van het Wetboek van vennootschappen).
De Vennootschap heeft geen dergelijke aandelenplannen uitgegeven.
Voor zover de Raad bekend, zijn er geen aandeelhoudersovereenkomsten die kunnen leiden tot beperkingen van de overdracht van effecten en/of de uitoefening van stemrechten.
Behalve voor de kapitaalverhogingen waartoe door de Raad van Bestuur worden beslist binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal, is alleen een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd om de statuten van de Vennootschap te wijzigen. Een algemene vergadering mag alleen beslissen over statutenwijzigingen (zoals kapitaalverhogingen of -verminderingen, fusies, splitsingen en ontbindingen) wanneer minstens 50% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is. Als dit quorum niet bereikt is, moet een nieuwe buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen, die zal beslissen ongeacht het vertegenwoordigde deel van het geplaatste kapitaal. In principe worden statutenwijzigingen enkel aangenomen als ze 75% van de stemmen hebben verkregen. Het Wetboek van vennootschappen voorziet strengere meerderheidsvereisten in specifi eke gevallen, zoals de wijziging van het maatschappelijk doel of de vennootschapsvorm.
De statuten van de Vennootschap werden op 26 september 2014 gewijzigd tengevolge van de vernietiging van 8.000.000 eigen aandelen en een kleine terminologische wijziging in een bepaald artikel.
Het kapitaal van de Vennootschap kan worden verhoogd na een beslissing van de Raad, binnen de grenzen van het zogenoemde toegestaan kapitaal. Hiervoor moet toestemming worden verleend door een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders; deze machtiging is beperkt in tijd en omvang en onderworpen aan specifi eke vereisten op het vlak van rechtvaardiging en doeleinden. De buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 26 april 2011 (besluiten gepubliceerd op 10 juni 2011) heeft de Raad van Bestuur machtiging verleend om het kapitaal van de Vennootschap in één of meer keren te verhogen met een maximumbedrag van € 50.000.000. Op 31 december 2014 was van deze toestemming nog geen gebruik gemaakt. De huidige machtiging zal op 9 juni 2016 vervallen.
Op grond van een besluit van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 26 september 2014 is de Raad gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap in te kopen op een gereglementeerde markt binnen een grens van 10% van het geplaatste kapitaal, aan een prijs per aandeel van € 4,00 tot € 75,00 tot en met 31 mei 2017. Deze machtiging werd ook aan de rechtstreekse dochterondernemingen van de Vennootschap verleend. De Vennootschap heeft in totaal 2.029.345 eigen aandelen ingekocht in 2014 in uitvoering van voormelde machtiging (en van de vorige machtiging de dato 30 april 2013).
Alle Senior Vice-Presidents van de Groep hebben recht op een compensatie ter waarde van 36 maanden basisloon in geval van ontslag binnen de twaalf maanden na een overname van de Vennootschap. Voor de leden van het Directiecomité wordt verwezen naar het Remuneratieverslag (pg. 162).
Op 5 februari 2014, voorafgaand aan de bespreking of het nemen van eender welke beslissing in dat verband, verklaarde Marc Grynberg dat hij een rechtstreeks tegenstrijdig belang van vermogensrechtelijke aard had bij de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur in verband met zijn prestatiebeoordeling en zijn bezoldiging (inclusief de toekenning van aandelen en opties). In overeenstemming met artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen nam Marc Grynberg niet deel aan de beraadslaging door de Raad van Bestuur en nam hij evenmin deel aan de stemming.
Voormelde beslissingen hadden (zullen) de volgende vermogensrechtelijke gevolgen (hebben):
De Gedelegeerd Bestuurder ontving een vaste bezoldiging van € 660.000 in 2014. Eveneens in 2014 ontving hij een bruto variabele cash vergoeding van € 175.000 als niet-uitgesteld deel van zijn variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2013.
Verder ontving hij in 2014 een bruto bedrag van € 103.950 als eerste helft van de uitgestelde variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2012 op basis van de gemiddelde ROCE van de Umicore groep over twee jaren voor de referentiejaren 2012 en 2013 (d.w.z. 15,2% aanleiding gevend tot een uitbetaling van 77%) evenals een bruto bedrag ad € 114.4000 als tweede helft van de uitgestelde betaling van zijn variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2011 op basis van de gemiddelde ROCE van de Umicore groep over drie jaren voor de referentiejaren 2011, 2012 en 2013 (d.w.z. 16,3% aanleiding gevend tot een uitbetaling van 88%).
In 2015 zal hij de eerste helft van zijn uitgestelde variabele cash vergoeding ontvangen voor referentiejaar 2013 op basis van de gemiddelde ROCE van de Umicore groep over twee jaren voor de referentiejaren 2013 en 2014. De tweede helft van de uitgestelde variabele cash vergoeding met betrekking tot referentiejaar 2013 zal in 2016 uitbetaald worden en zal berekend worden op basis van de gemiddelde ROCE van de Umicore groep over drie jaren voor de referentiejaren 2013, 2014 en 2015. De minimale ROCE wordt daarbij bepaald op 7,5% (= uitbetaling van 0%) en het maximum op 17,5 (= uitbetaling van 100%). Als het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde niveaus bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast.
De vermogensrechtelijke gevolgen hiervan behelzen: ofwel, 1) zolang de Vennootschap beslist de aandelen die ze momenteel in portefeuille heeft, te behouden: de fi nancierings- en opportuniteitskosten met betrekking tot het aanhouden van deze aandelen tot de levering van de aandelen, respectievelijk de uitoefening van de opties, ofwel, 2) indien de Vennootschap op een latere datum beslist om deze aandelen te verkopen: het verschil op datum van uitoefening van de opties , tussen de uitoefenprijs van de opties en de marktwaarde van de aandelen die Umicore op die dag zou moeten aankopen.
In 2014 vonden er geen specifi eke transacties of contractuele verbintenissen plaats tussen een lid van de Raad van Bestuur of het Directiecomité enerzijds en Umicore of één van haar verbonden ondernemingen anderzijds.
De jaarvergadering van 29 april 2014 heeft het mandaat als commissaris van PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises BCVBA/ SCCRL hernieuwd voor een periode van drie jaar. De commissaris wordt vertegenwoordigd door BVBA Marc Daelman, zelf vertegenwoordigd door Marc Daelman.
Een document met de onafhankelijkheidscriteria die Umicore hanteert voor haar commissaris kan worden aangevraagd bij de Vennootschap.
Umicore hanteert een Gedragscode voor alle medewerkers, vertegenwoordigers en bestuurders. Deze Gedragscode is fundamenteel voor de creatie en het behoud van een vertrouwens- en professionele relatie met haar voornaamste belanghebbenden, namelijk haar personeelsleden, haar handelspartners, haar aandeelhouders, de overheidsdiensten en het publiek.
De belangrijkste doelstelling van de Gedragscode van Umicore is ervoor te zorgen dat alle personen die optreden in naam van Umicore hun activiteiten uitvoeren op een ethische manier, in overeenstemming met de wetten en reglementen en met de normen die Umicore bepaalt op basis van haar huidige en toekomstige beleidslijnen, richtlijnen en regels. De Gedragscode bevat een specifi eke sectie over klachten en uitingen van bezorgdheid van de kant van de werknemers, alsook over de bescherming van klokkenluiders.
De Gedragscode werd gepubliceerd in Bijlage 4 van het Corporate Governance Charter van Umicore.
Het door Umicore gevoerde beleid inzake marktmisbruik met inbegrip van handel met voorkennis kan geraadpleegd worden in bijlage 5 van het Corporate Governance Charter.
De systemen en procedures voor deugdelijk bestuur van Umicore stemmen overeen met de Belgische Corporate Governance Code 2009.
In principe moet de vergoeding voor de niet-uitvoerende leden van de Raad volstaan om personen met het door de Raad gedefi nieerde profi el aan te trekken, te behouden en te motiveren. Het remuneratieniveau moet rekening houden met de verantwoordelijkheden en de betrokkenheid van de leden van de Raad, evenals de gangbare internationale marktvoorwaarden. De Raad van Bestuur bepaalt het remuneratiebeleid voor de niet-uitvoerende bestuurders op basis van de aanbevelingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité inzake remuneratievorm en -structuur. Het Benoemings- en Remuneratiecomité baseert zijn voorstellen op een onderzoek van de geldende marktomstandigheden voor beursgenoteerde ondernemingen die in de BEL 20-index zijn opgenomen en voor andere Europese ondernemingen van gelijkaardige omvang in de sectoren chemie, metaal en materialen. De resultaten van het onderzoek worden in de schoot van het Benoemings- en Remuneratiecomité besproken en de Raad bepaalt de vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders en leden van de Raad die aan de jaarvergadering zal worden voorgesteld.
Met het oog op de vaststelling van adequate vergoedingsniveaus voor haar niet-uitvoerende Bestuurders heeft Umicore eind 2013 een onderzoek uitgevoerd naar de bestuurdersvergoedingen van Umicore in vergelijking met deze van beursgenoteerde ondernemingen van de BEL 20 evenals van andere Europese ondernemingen van vergelijkbare omvang in de sectoren chemie, metaal en materialen. De resultaten van dit onderzoek, die op 4 februari 2014 door het Benoemings- en Remuneratiecomité werden besproken, toonden aan dat zowel de vergoeding van de Voorzitter als deze van de leden van de Raad eerder laag waren in vergelijking met gelijkaardige ondernemingen.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft aan de Raad aanbevolen om met ingang van 2014 het aantal Umicore-aandelen dat aan iedere nietuitvoerend bestuurder wordt toegekend te verhogen van 300 naar 500, en voor wat betreft de Voorzitter van de Raad van 500 naar 1.000. Op 5 februari 2014 heeft de Raad deze aanbeveling gevolgd en besliste hij om deze wijzigingen aan de Algemene Vergadering voor te leggen. De Algemene Vergadering heeft deze voorstellen op 29 april 2014 goedgekeurd.
De vaste jaarlijkse vergoeding en de vergoeding per bijgewoonde vergadering bleven in 2014 op hetzelfde niveau als in het vorige jaar.
In 2014 was de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders als volgt:
De vergoeding van de leden van de Comités was als volgt in 2014:
| Bijgewoonde | |||
|---|---|---|---|
| Naam | (in €) | vergaderingen | |
| Thomas Leysen (Voorzitter) | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 40.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 5.000 | 7/7 | |
| Waarde van de 1.000 toegewezen aandelen | 34.660 | ||
| Benoemings- en bezoldingscomité | |||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 5.000 | 2/2 | |
| Totale bezoldiging | 119.660 | ||
| Voordelen van alle aard bedrijfswagen | 3.378 | ||
| Marc Grynberg | Raad van Bestuur | ||
| (uitvoerend bestuurder) | Geen bezoldiging als bestuurder | - | 7/7 |
| (zie verder bezoldiging Gedelegeerd | |||
| Bestuurder 2014) | |||
| Isabelle Bouillot | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 5/7 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 17.330 | ||
| Totale bezoldiging | 49.830 | ||
| Uwe-Ernst Bufe | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 5/7 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 17.330 | ||
| Totale bezoldiging | 49.830 | ||
| Arnoud de Pret | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 7/7 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 17.330 | ||
| Auditcomité | |||
| Vaste jaarlijkse vergoeding | 10.000 | ||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 5.000 | 4/4 | |
| Totale bezoldiging | 84.830 | ||
| Ines Kolmsee | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 7/7 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 17.330 | ||
| Auditcomité | |||
| Vaste jaarlijkse vergoeding | 5.000 | ||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 3/4 | |
| Totale bezoldiging | 68.830 | ||
| Barbara Kux | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Liv van de Raad van Bestuur sinds 1 januari 2014 | Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 7/7 |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 17.330 | ||
| Benoemings- en bezoldingscomité | |||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 2/2 | |
| Totale bezoldiging | 60.830 | ||
| Umicore bijdrage aan de Zwitserse sociale | 4.312 | ||
| verzekeringswetgeving |
| Bijgewoonde | |||
|---|---|---|---|
| Naam | (in €) | vergaderingen | |
| Shohei Naito | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 6.667 | |
| Bestuurdermandaat beëindigd na de GAV van 29 april 2014 | Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 3/3 |
| Waarde van de 167 toegewezen aandelen | 5.788 | ||
| Benoemings- en bezoldingscomité | |||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 1/1 | |
| Totale bezoldiging | 22.955 | ||
| Jonathan Oppenheimer | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 7/7 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 17.330 | ||
| Totale bezoldiging | 54.830 | ||
| Rudi Thomaes | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 7/7 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 17.330 | ||
| Benoemings- en bezoldingscomité | |||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 2/2 | |
| Auditcomité | |||
| Vaste jaarlijkse vergoeding | 5.000 | ||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 4/4 | |
| Totale bezoldiging | 77.830 | ||
| Klaus Wendel | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 6.667 | |
| Bestuurdermandaat beëindigd na de GAV van 29 april 2014 | Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 3/3 |
| Waarde van de 167 toegewezen aandelen | 5.788 | ||
| Totale bezoldiging | 19.955 |
Het Benoemings- en Remuneratiecomité legt de principes vast van het vergoedingsbeleid voor de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité en legt deze ter goedkeuring voor aan de Raad van Bestuur. Het Comité streeft naar een vaste vergoeding in overeenstemming met het verantwoordelijkheidsniveau en de gangbare marktpraktijken en een aantrekkelijke variabele vergoeding als beloning voor de fi nanciële en duurzaamheidsprestaties van de onderneming.
De vergoeding en de voordelen voor de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité bestaan uit de volgende componenten: een vaste vergoeding, een variabele vergoeding, aandelengebaseerde incentives (toekenning van gratis aandelen en aandelenoptieplannen) onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar, pensioenplannen en andere voordelen.
De opname van Umicore-aandelen en aandelenopties als deel van de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité illustreert de wil van de Raad van Bestuur om aandeelhouderswaarde te creëren. Aandelen en aandelenopties zijn niet gekoppeld aan prestatiecriteria op individueel of ondernemingsvlak. Bijgevolg kunnen de op aandelen gebaseerde incentives niet beschouwd worden als een variabele vergoeding zoals bedoeld in de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 en zijn ze verworven vanaf hun toekenning.
De vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Ieder jaar wordt een onderzoek uitgevoerd naar de competitiviteit van de remuneratiepakketten. Umicore vergelijkt de totale vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité met deze van de BEL 20-bedrijven en vergelijkbare Europese ondernemingen.
In overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 wordt de betaling van de helft van de jaarlijkse variabele vergoeding gespreid uitbetaald en is deze onderworpen aan meerjarendoelstellingen of -criteria.
| Tijdsverloop voor cash conversie | |||
|---|---|---|---|
| Huidig jaar | Vast | Jaarlijkse herziening op basis van marktpraktijken BEL 20 en vergelijkbare Europese ondernemingen | |
| 15 maanden | Niet-uitgesteld variabel 50% | Vast discretionair op basis van individuele objectieven | |
| 27 maanden | Uitgesteld variabel 25% | Op basis van Groep ROCE en prestaties tegenover een 2-jaren plan (y, y-1) voor Gedelegeerd Bestuurder / CFO / CTO; voor EVP prestaties tegenover een 2-jaren Business Group plan |
|
| 39 maanden | Uitgesteld variabel 25% | Op basis van Groep ROCE en prestaties tegenover een 3-jaren plan (y, y-1, y-2) voor Gedelegeerd Bestuurder / CFO / CTO; voor EVP prestaties tegenover een 3-jaren Business Group plan |
|
| 3 jaren | Aandelen | Toekenning als erkenning voor bewezen diensten tijdens het referentiejaar – niet gelieerd aan individuele of ondernemingsprestatiecriteria – onderworpen aan een lock-up van 3 jaar |
|
| 3 tot 7 jaren | Aandelenopties | Voorafgaande toekenning voor het referentiejaar - niet gelieerd aan individuele of ondernemingsprestatiecriteria – onderworpen aan een lock-up van 3 jaar |
De hierboven vermelde vergoedingscomponenten zijn gedefi nieerd en/of beoordeeld door het Benoemings- en Remuneratiecomité, en zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Raad.
De vaste vergoeding van de CEO wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité .
De potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder bedraagt thans € 540.000, waarvan de helft met niet-uitgestelde uitbetaling op basis van de jaarlijkse individuele prestaties, inclusief de jaarlijkse algemene fi nanciële prestaties van de Groep, het bereiken van de strategische en duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Groep en de aansluiting bij de waarden van de Groep.
De andere helft van de variabele vergoeding – met uitgestelde betaling – is gebaseerd op (1) het rentabiliteitscriterium van de Umicore Groep, nl. het rendement op aangewend kapitaal (ROCE), dat in het jaarverslag wordt gepubliceerd, en (2) de mate waarin de prestatiedoelstellingen, zoals vastgesteld door de Raad, worden uitgevoerd. De uitgestelde betaling wordt geëvalueerd over een tijdsperiode van enkele jaren. De eerste helft van de betaling gebeurt na een periode van twee jaar op basis van de gemiddelde ROCE over twee jaar en de prestatiedoelstellingen. De andere helft wordt uitbetaald na een periode van drie jaar met de gemiddelde ROCE over die drie jaar en de prestatiedoelstellingen als referentie. De minimale ROCE is vastgesteld op 7,5% (= uitbetaling van 0%) en het maximum op 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de prestatiedoelstellingen). Als het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde niveaus bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. Daarnaast worden de uitgestelde betalingen naar boven of naar beneden aangepast afhankelijk van de mate waarin de door de Raad vastgelegde prestatiedoelstellingen worden bereikt.
Ingeval van relevante structurele wijziging heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité het recht om de variabele vergoeding op passende wijze te evalueren en te wijzigen.
Aan het begin van elk referentiejaar worden de individuele doelstellingen van de Gedelegeerd Bestuurder besproken tijdens een vergadering van het Benoemings- en Remuneratiecomité. Ze worden tijdens een vergadering van de Raad van Bestuur voorgelegd door de Voorzitter en vervolgens besproken en goedgekeurd door de Raad.
De prestaties van de Gedelegeerd Bestuurder over het jaar worden beoordeeld door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Tijdens een vergadering waarop de Gedelegeerd Bestuurder niet aanwezig is, licht de Voorzitter de resultaten van deze beoordeling toe aan de Raad van Bestuur, die ze vervolgens bespreekt.
De Gedelegeerd Bestuurder kan naar eigen goeddunken de variabele cashvergoeding geheel of gedeeltelijk in Umicore-aandelen laten omzetten.
Er zijn geen bepalingen die de Vennootschap toelaten om enige aan de Gedelegeerd Bestuurder uitbetaalde variabele vergoeding terug te vorderen.
De Raad van Bestuur kent op discretionaire wijze Umicore-aandelen toe aan de Gedelegeerd Bestuurder als erkenning voor de diensten die in het vorige jaar werden verleend. Het aantal aandelen dat aan de Gedelegeerd Bestuurder werd toegekend voor diensten verleend in 2014 bedraagt 4.400. De toegekende aandelen zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar doch zonder vervalbepalingen.
Er worden aandelenopties aan de Gedelegeerd Bestuurder toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan, dat door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd. Het aantal aan de Gedelegeerd Bestuurder toegekende aandelenopties bedraagt thans 75.000. Er is geen verwervingsperiode ('vesting period') en de opties zijn onderworpen aan een lock-up van drie jaar. Aandelenopties stellen de begunstigde in staat om een specifi ek aantal Umicore-aandelen te verwerven voor een vaste prijs (uitoefenprijs) binnen een specifi eke periode .
De pensioenvoordelen omvatten zowel vaste bijdrageplannen als de kosten van toegezegde pensioenregelingen. De andere voordelen bestaan uit representatiekosten, voordelen van alle aard (bedrijfswagen) en verzekeringen.
De vaste vergoeding van de leden van het Directiecomité wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité. De vaste vergoeding kan voor elk lid van het Directiecomité verschillend zijn en is afhankelijk van criteria zoals ervaring .
Umicore heeft een variabel cashvergoedingsschema aangenomen dat tot doel heeft alle leden van het Directiecomité te belonen in overeenstemming met hun jaarlijkse individuele prestatie en de globale prestatie van de Umicore Groep. Alle leden van het Directiecomité komen in aanmerking voor dezelfde potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding die thans € 300.000 bedraagt, waarvan de helft op niet-uitgestelde basis wordt uitbetaald op basis van de individuele prestaties (aansluiting bij de waarden van de Groep, evenals milieu- en maatschappelijke prestaties).
De andere helft – met uitgestelde betaling – is gebaseerd op (1) het ROCE-rentabiliteitscriterium van de Umicore Groep, nl. het rendement op aangewend kapitaal (ROCE), dat in het jaarverslag wordt gepubliceerd, en (2) de mate waarin de prestatiedoelstellingen, zoals vastgesteld door de Raad, worden uitgevoerd. Voor de Chief Financial Offi cer en de Chief Technology Offi cer zijn de prestatiedoelstellingen op Groepsniveau gedefi nieerd, terwijl ze voor de Executive Vice-Presidents op het niveau van de betrokken Business Group zijn bepaald. De uitgestelde betaling wordt geëvalueerd over een tijdsperiode van enkele jaren, waarbij de helft van de betaling gebeurt na een periode van twee jaar op basis van de gemiddelde ROCE over twee jaar en de prestatiedoelstellingen. De andere helft wordt uitbetaald na een periode van drie jaar met de gemiddelde ROCE over drie jaar en de prestatiedoelstellingen als referentie. De minimale ROCE is vastgesteld op 7,5% (= uitbetaling van 0%) en het maximum op 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de prestatiedoelstellingen). Indien het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde niveaus bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. Daarnaast worden de uitgestelde betalingen naar boven of naar beneden aangepast afhankelijk van de mate waarin de door de Raad vastgelegde prestatiedoelstellingen worden bereikt.
Ingeval van relevante structurele wijziging heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité het recht om de variabele vergoeding op passende wijze te evalueren en te wijzigen.
Aan het begin van elk referentiejaar bepaalt de Gedelegeerd Bestuurder de jaarlijkse individuele doelstellingen voor elk lid van het Directiecomité op basis van zijn verantwoordelijkheidsdomein. De jaarlijkse individuele doelstellingen zijn specifi ek, meetbaar, overeengekomen, realistisch en tijdsgebonden, en houden rekening met de duurzaamheidsdoelstellingen op groepsniveau.
De jaarlijkse prestatie van ieder lid van het Directiecomité wordt eerst geëvalueerd door de Gedelegeerd Bestuurder. De resultaten van de evaluaties en de voorstellen van individuele variabele cashvergoeding worden door de Gedelegeerd Bestuurder aan het Benoemings- en Remuneratiecomité voorgelegd en daarna door de Raad goedgekeurd.
Er zijn geen bepalingen die de vennootschap toelaten om enige aan de leden van het Directiecomité uitbetaalde variabele vergoeding terug te vorderen.
De Raad van Bestuur kent op discretionaire wijze Umicore-aandelen toe aan de leden van het Directiecomité als erkenning voor de diensten die in het vorige jaar werden verleend. Het aantal aandelen dat aan ieder lid van het Directiecomité werd toegekend voor diensten verleend in 2014 bedraagt 3.700. De toegekende aandelen zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar, doch niet aan vervalbepalingen.
Aan de leden van het Directiecomité worden aandelenopties toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan, dat door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd. Het aantal opties dat aan ieder lid van het Directiecomité wordt toegekend bedraagt thans 17.500. Er is geen verwervingsperiode ('vesting period') en de opties zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar. Aandelenopties stellen de begunstigde in staat om een specifi ek aantal Umicore-aandelen te verwerven voor een vaste prijs (uitoefenprijs) binnen een specifi eke periode.
De pensioenvoordelen omvatten zowel vaste bijdrageplannen als de kosten van toegezegde pensioenregelingen. De andere voordelen bestaan uit representatiekosten, bedrijfswagens en verzekeringvoordelen .
In de tabel hieronder worden alle componenten van de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité in detail weergegeven:
| (in €) | Gedelegeerd Bestuurder |
Leden van het Directiecomité (globaal) |
|
|---|---|---|---|
| Statuut | Zelfstandige | ||
| Tijdsverloop voor cash conversie | |||
| Huidig jaar | Vaste vergoeding | 660.000 | 2.420.000 |
| 15 maanden | Niet-uitgesteld variabel 50% (referentiejaar 2014) |
175.000 | 600.000 |
| 27 maanden | Uitgesteld variabel 25% (referentiejaar 2013) |
72.900 | 243.000 |
| 39 maanden | Uitgesteld variabel 25% (referentiejaar 2012) |
90.450 | 217.750 |
| 3 jaren | Aandelen | 166.320 | 839.160 |
| 3 tot 7 jaren | Aandelenopties | 319.113 | 446.760 |
| Vast bijdrageplan | 201.630 | 207.600 | |
| Pensioen | Toegezegde pensioenregelingen (kost) | 98.002 | 461.631 |
| Andere voordelen | Representatievergoeding, voordeel in natura bedrijfswagen, verzekeringvoordelen |
47.584 | 335.654 |
| Totaal | 1.830.999 | 5.771.555 |
Bezit van aandelenopties en transacties van het Directiecomité in 2014
| Naam | Aantal opties op 31/12/2013 |
Aantal toegekende opties in 2014 |
Aantal uitgeoefen de opties |
Gemiddelde uitoefen prijs (in €) |
Jaar van toe kenning van de uitgeoe fende opties |
Aantal verbeurde opties |
Aantal opties op 31/12/2014* |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marc Grynberg | 465.000 | 75.000 | 0 | 0 | 540.000 | ||
| Stephan Csoma | 16.000 | 17.500 | 2.500 | 22,30 | 2010 | 0 | 31.000 |
| Denis Goffaux | 63.500 | 17.500 | 3.500 | 22,30 | 2010 | 0 | 77.500 |
| Hugo Morel | 60.000 | 17.500 | 0 | 0 | 77.500 | ||
| Filip Platteeuw | 35.000 | 17.500 | 7.000 | 14,44/22,30 | 2009/2010 | 0 | 45.500 |
| Pascal Reymondet | 95.000 | 17.500 | 10.000 | 22,30 | 2010 | 0 | 102.500 |
| Marc Van Sande | 88.838 | 17.500 | 0 | 0 | 106.338 |
* Deze opties kunnen worden uitgeoefend aan een uitoefenprijs van € 14.44 tot € 39.25
Meer informatie over uitgeoefende opties en andere aandelentransacties van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur vindt u op www.fsma.be .
| Naam | Aantal aandelen aangehouden op 31/12/2013 |
Aantal aandelen aangehouden op 31/12/2014 |
|---|---|---|
| Marc Grynberg | 152.400 | 158.800 |
| Stephan Csoma | 500 | 3.500 |
| Denis Goffaux | 7.500 | 10.500 |
| Hugo Morel | 9.000 | 12.000 |
| Filip Platteeuw | 1.500 | 4.500 |
| Pascal Reymondet | 20.750 | 20.750 |
| Marc Van Sande | 9.000 | 12.000 |
| Totaal | 200.650 | 222.050 |
| Naam | Aantal aandelen aangehouden op 31/12/2013 |
Aantal aandelen aangehouden op 31/12/2014 |
|---|---|---|
| Thomas Leysen | 676.920 | 572.920 |
| Isabelle Bouillot | 900 | 1.400 |
| Uwe-Ernst Bufe | 900 | 1.400 |
| Arnoud de Pret | 5.900 | 6.400 |
| Ines Kolmsee | 805 | 1.305 |
| Barbara Kux | 0 | 500 |
| Jonathan Oppenheimer | 900 | 1400 |
| Rudi Thomaes | 1.205 | 1.705 |
| Totaal | 687.530 | 587.030 |
Rekening houdend met de anciënniteit van Marc Grynberg in de Umicore Groep heeft de Raad in 2008 het volgende beslist:
Als gevolg van een beslissing van de Raad van Bestuur uit 2007 zal een lid van het Directiecomité, indien hij uit zijn functie zou worden ontheven binnen twaalf maanden na een wijziging van controle over de vennootschap, recht hebben op een totale vergoeding ter waarde van 36 maanden van zijn basissalaris. Dat geldt voor alle leden van het Directiecomité, met uitzondering van Denis Goffaux, wiens arbeidsovereenkomst werd ondertekend op 1 juli 2010, evenals Stephan Csoma en Filip Platteeuw wier arbeidsovereenkomsten op 1 november 2012 werden ondertekend.
Stephan Csoma en Filip Platteeuw werden op 1 november 2012 benoemd tot lid van het Directiecomité. Rekening houdend met hun anciënniteit binnen de Umicore Groep zal hen in geval van beëindiging van hun overeenkomst een totale vergoeding worden uitbetaald van 18 maanden basissalaris. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft deze regeling aanbevolen in lijn met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 en deze regeling werd op 18 september 2012 door het Benoemings- en Remuneratiecomité goedgekeurd onder voorbehoud van bezwaren van de Raad van Bestuur, die niet werden geformuleerd. De Raad van Bestuur beslist of de variabele cashvergoeding deel uitmaakt van een eventuele fi nale vergoeding.
Denis Goffaux werd op 1 juli 2010 tot Chief Technology Offi cer benoemd. Rekening houdend met de anciënniteit van Denis Goffaux binnen de Umicore Groep zal hem in geval van beëindiging van zijn overeenkomst een totale vergoeding worden uitbetaald van achttien maanden basissalaris. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft deze regeling aanbevolen in lijn met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 en deze regeling werd op 1 juni 2010 door de Raad van Bestuur goedgekeurd. De Raad van Bestuur beslist of de variabele cashvergoeding deel uitmaakt van een eventuele fi nale vergoeding.
De overeenkomsten van Hugo Morel en Marc Van Sande werden ondertekend vóór de inwerkingtreding van de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010. Hun beëindigingsvergoeding is gebaseerd op hun leeftijd, hun anciënniteit binnen Umicore Groep en het geheel van hun salaris en de voordelen.
De arbeidsovereenkomst van Pascal Reymondet dateert van 1 maart 1989 en is onderworpen aan het Duitse recht. Er is geen contractuele regeling in geval van beëindiging van de overeenkomst en bijgevolg zal de Duitse wet van toepassing zijn.
Op verzoek van het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft Umicore in 2014 onderzocht hoe de bestuurdersvergoedingen van Umicore zich positioneren tegenover deze van de BEL 20-ondernemingen en van andere Europese ondernemingen van gelijkaardige omvang in de sectoren chemie, metaal en materialen. De resultaten van dit onderzoek, die op 4 februari 2015 door het Benoemings- en Remuneratiecomité werden besproken, geven aan dat het huidige remuneratiepakket van de niet-uitvoerende bestuurders in lijn ligt met de heersende marktvoorwaarden. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de Raad aanbevolen om het remuneratiepakket van de niet-uitvoerende bestuurders op het hetzelfde niveau te handhaven in 2015 en om een extra vergoeding van € 1.000 per bijgewoonde vergadering van de Raad toe te kennen aan iedere niet-uitvoerende bestuurder met woonplaats in het buitenland. De Raad van Bestuur is op 5 februari 2015 ingegaan op dit voorstel en heeft beslist om deze wijzigingen ter goedkeuring voor te leggen aan de aandeelhouders .
Op 4 februari 2015 heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité het vergoedingspakket van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité geëvalueerd op basis van een vergelijkend onderzoek van gelijkaardige Europese ondernemingen en BEL-20 ondernemingen.
Op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de Raad van Bestuur op 5 februari 2015 beslist om de vaste brutovergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité ongewijzigd te laten in 2015 en om het aantal Umicore-aandelen dat aan de leden van het Directiecomité wordt toegekend te verhogen van 3.000 naar 3.700 en dat van de Gedelegeerd Bestuurder van 3.000 naar 4.400.
Berekende risico's nemen maakt integraal deel uit van de ontwikkeling van elke onderneming. De Raad van Bestuur van Umicore heeft de eindverantwoordelijkheid om het risicoprofi el van de onderneming te beoordelen in de context van de bedrijfsstrategie en externe factoren, zoals marktomstandigheden, de positionering van de concurrentie, technologische ontwikkelingen enz. en om ervoor te zorgen dat de onderneming over de juiste processen beschikt om deze risico's te beheren. De directie van Umicore heeft tot taak de economische opportuniteiten maximaal te benutten en tegelijk mogelijke verliezen te beperken. Om dat te bereiken maakt Umicore gebruik van een uitgebreid risicobeheerssysteem. Dit systeem moet het bedrijf in staat stellen risico's op een proactieve en dynamische manier te identifi ceren en die geïdentifi ceerde risico's waar mogelijk tot een aanvaardbaar niveau te beperken. In alle departementen van de onderneming zijn interne controlemechanismen aanwezig om de directie een aanzienlijke garantie te bieden dat de onderneming in staat is om haar doelstellingen te bereiken. Die mechanismen controleren de effectiviteit en effi ciëntie van operaties, de betrouwbaarheid van fi nanciële processen en rapportering, de naleving van wetten en regelgeving en ze beperken fouten en frauderisico's.
Alle business units van Umicore zijn onderhevig aan specifi eke groeiverwachtingen en verschillende niveaus van markt- en technologische onzekerheid. De belangrijkste bron van risico-identifi catie bevindt zich bijgevolg in de business units zelf.
De eerste stap in het systeem voor risicobeheer bestaat erin de verschillende risico's te identifi ceren en af te bakenen. Umicore heeft een systeem voor risicobeoordeling ontwikkeld dat elke business unit en elk departement moet toepassen. Dit proces vereist dat alle units de risico's in kaart brengen om zo alle belangrijke (fi nanciële en andere) risico's te identifi ceren die de business unit kunnen verhinderen de doelstellingen te bereiken die in de strategische plannen werden vastgelegd. Volgens dit proces moet elk van deze risico's vervolgens gedetailleerd worden beschreven in een risicofi che. Naast een potentiële impact en waarschijnlijkheidsevaluatie bevat de risicofi che ook informatie over de status van management actieplannen om risico's te beheren of te beperken en over de verantwoordelijkheid hiervoor.
De risicofi ches worden dan overgemaakt aan het lid van het Directiecomité dat verantwoordelijk is voor dit activiteitendomein. Het Directiecomité consolideert deze evaluaties en de resultaten worden aan het Auditcomité en de Raad van Bestuur voorgelegd. In opdracht van de Raad van Bestuur stelt het Auditcomité een jaarlijkse evaluatie op van de interne controle- en risicobeheerssystemen van de onderneming en houdt het permanent toezicht op specifi eke aspecten van de interne controle en het risicobeheer.
De business units en business groups zijn verantwoordelijk voor het beperken van hun risico's. Het Directiecomité zal echter ingrijpen in gevallen waarin het beheer van een bepaald risico de capaciteiten van een bepaalde business unit overstijgt. Het Directiecomité en de CEO zijn in een bredere context ook verantwoordelijk voor de identifi catie en het beheer van de risico's die de hele Groep betreffen, zoals strategische positionering, fi nanciering of macro-economische risico's. Het departement Interne Audit van Umicore vervult een specifi eke controlerende rol om een overzicht van het risicobeheersproces te behouden.
Umicore gebruikt het COSO-framework voor haar risicobeheer en heeft de verschillende controlecomponenten van dit model aangepast in haar organisatie en processen. De 'Umicore Way' ( http://www.umicore.com/en/vision/values/ ) en de Gedragscode van Umicore zijn de hoekstenen van de interne controleomgeving. Ze vormen het operationele kader voor de onderneming samen met het op doelstellingen gebaseerde managementconcept en de duidelijke afbakening van rollen en verantwoordelijkheden.
De business units ontwikkelden specifi eke interne controlemechanismen op hun activiteitenniveau, terwijl gedeelde operationele functies en corporate services richtlijnen ontwikkelen en controles vastleggen voor activiteiten tussen de organisaties. Hieruit zijn specifi eke beleidsregels, procedures en charters ontstaan voor domeinen zoals supply chain management, human resources, informatiesystemen, milieu, veiligheid en gezondheid, juridische zaken, veiligheid van de onderneming en onderzoek en ontwikkeling.
Umicore werkt met een systeem van minimale interne controlevereisten (MICR - Minimum Internal Control Requirements), die specifi ek gericht zijn op de beperking van de fi nanciële risico's en een verhoogde betrouwbaarheid van de fi nanciële rapportering.
Het MICR-framework van Umicore vereist dat alle entiteiten van de Groep voldoen aan een uniform geheel van interne controles die 165 controleactiviteiten omvatten in 12 'cycli' en 129 controle-entiteiten van de Groep. Binnen het MICR-framework wordt speciale aandacht besteed aan de scheiding van verplichtingen en de defi nitie van duidelijke rollen en verantwoordelijkheden. Er werd een nalevingsdrempel ingesteld voor elke controleactiviteit. De meeste entiteiten hebben in 2014 hun nalevingsscore gehandhaafd of verbeterd. De naleving van het MICR wordt opgevolgd door middel van jaarlijkse zelfevaluaties die door het senior management moeten worden goedgekeurd en waarvan het resultaat aan het Directiecomité en het Auditcomité van de Raad van Bestuur wordt gerapporteerd. Het departement Interne Audit controleert de nalevingsevaluaties bij de uitvoering van zijn opdrachten. In 2015 wordt het proces van zelfevaluaties hertekend om te evolueren van een beoordeling naar een objectieve methodologie en om de implementering van het MICR-framework op een intelligente manier af te stemmen op de activiteiten en de scope van elke entiteit. De eerste testen met de nieuwe zelfevaluaties worden gepland op het einde van 2015.
De risico's waarmee Umicore wordt geconfronteerd, kunnen in het algemeen in de volgende categorieën worden ondergebracht:
Strategische risico's zoals macro-economische en fi nanciële omstandigheden, technologische veranderingen, reputatie van het bedrijf, politieke en wetgevende ontwikkelingen.
Operationele risico's zoals wijzigingen in de vraag van de klanten, aanvoer van grondstoffen, verzending van producten, kredieten, productie, arbeidsrelaties, human resources, IT-infrastructuur, gezondheid en veiligheid op het werk, emissiecontrole, impact van huidige of vroegere activiteiten op het milieu, productveiligheid, veiligheid van activa en gegevens, herstel na rampen.
Financiële risico's zoals thesaurie, belastingen, prognoses en budgettering, accurate en tijdige rapportering, naleven van de boekhoudnormen, schommelingen in de metaalprijzen en de valuta, indekking.
De meeste industriële bedrijven worden normaliter geconfronteerd met een combinatie van de bovenvermelde risico's. Het is niet de bedoeling elk risico waaraan de onderneming is blootgesteld gedetailleerd in dit verslag te beschrijven. Hieronder bespreken we wel de belangrijkste strategische en operationele risico's die relevant zijn voor Umicore en de Vision 2015-doelstellingen of voor de manier waarop de onderneming ze aanpakt. De fi nanciële risico's worden meer gedetailleerd besproken in toelichting F3 bij de geconsolideerde jaarrekeningen.
Umicore beschikt over een gediversifi eerde portefeuille van activiteiten die een aantal verschillende marktsegmenten bedienen en is voor de meeste van haar activiteiten wereldwijd aanwezig. Geen enkel marktsegment is goed voor meer dan 50% van de verkoop van Umicore. In termen van algemene blootstelling zijn de belangrijkste eindgebruikersmarkten die door Umicore worden bediend de autosector, consumentenelektronica en de bouw. Het bedrijfs model van Umicore richt zich tevens op de inkoop van secundaire materialen en materialen op het einde van hun levensduur voor recyclage. In vele gevallen is de beschikbaarheid van deze materialen afhankelijk van het activiteitenniveau in specifi eke sectoren of bij specifi eke klanten waar Umicore kringlooprecyclagediensten levert. Een gediversifi eerde portefeuille en een brede geografi sche aanwezigheid helpen om het risico van een te grote blootstelling aan één markt te verminderen.
Opmerkingen over 2014: De economische omstandigheden verbeterden in de meeste eindmarkten van Umicore en de inkomsten verhoogden licht tegenover 2013. De winstgevendheid lag iets lager, vooral als gevolg van het effect van lagere metaalprijzen op de inkomsten van de business group Recycling.
Umicore is een materiaaltechnologiegroep met een sterke focus op de ontwikkeling van innovatieve materialen en processen. De keuze en de ontwikkeling van deze technologieën vormen op zich zowel de grootste opportuniteit als het grootste risico voor Umicore. Om dit risico te beheersen en de doeltreffendheid van de technologische evaluatie- en implementatieprocessen te verbeteren, heeft Umicore een proces voor het beheer van technologische innovatie op groepsniveau geïmplementeerd en voert het elk jaar technologische evaluaties uit op het niveau van het Directiecomité. Van de business units wordt eveneens verwacht dat ze jaarlijks een technologische evaluatie uitvoeren. Deze evaluaties hebben tot doel de geschiktheid, het potentieel en de risico's van de gekozen en onderzochte technologieën te verifi ëren en hun overeenstemming met de strategische visie van Umicore te garanderen. In 2009 zette Umicore een systeem op om de kwaliteit van haar onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op te volgen. Dit systeem is in de eerste plaats gebaseerd op een zelfevaluatie-instrument voor de business units en de O&O-afdeling van de Groep.
Op organisatorisch vlak omvatten de O&O-inspanningen van Umicore zowel initiatieven op het niveau van de Groep als op het niveau van de business units. In 2005 creëerde Umicore de functie van Chief Technology Offi cer (CTO) met als doel de verschillende O&O-inspanningen in de Groep te stimuleren, de overeenstemming van de O&O-planning met de strategische prioriteiten te garanderen en een evenwicht te bereiken tussen de actuele technologiebehoeften en de opportuniteiten op langere termijn. Vijf O&O-platformen bieden een kader voor de meest relevante technologieën in de Groep, namelijk Fine Particle Technology, Recycling & Extraction Technology, Scientifi c & Technical Operations Support, Environment, Health & Safety en Analytical Competences. Er worden tevens inspanningen geleverd om de beste praktijken te promoten op het vlak van kennisbeheer, het uitwisselen van informatie, opleiding en netwerking in de O&O-gemeenschap bij Umicore.
De fi nanciële ondersteuning voor de O&O-activiteiten van de Groep wordt zoveel mogelijk behouden, ongeacht de schommelingen in de fi nanciële prestaties van de Groep op korte termijn. Een IP-comité op groepsniveau coördineert de bescherming van de intellectuele eigendom en bevordert het gebruik van de voorbeeldpraktijken op het niveau van de business units, die over een eigen IP-comité beschikken.
Opmerkingen over 2014: Nu de voornaamste technologieprojecten goed geïmplementeerd zijn, voerde het Directiecomité in 2014 vijf specifi eke technologie-evaluaties uit, tegenover zes in 2013. Deze evaluaties hadden betrekking op de technologische ontwikkelingen die essentieel zijn om de Vision 2015-groeiambities te bereiken en omvatten zowel product- als procesontwikkelingen in autokatalysatoren, brandstofcelkatalysatoren, herlaadbare-batterijmaterialen en recyclagetechnologieën.
Umicore is afhankelijk van bepaalde metalen of metaalhoudende grondstoffen om haar producten te kunnen vervaardigen. Sommige van deze grondstoffen zijn eerder zeldzaam. Om het risico van bevoorradingsschaarste te beperken tracht Umicore waar mogelijk langetermijncontracten aan te gaan met de leveranciers. In sommige gevallen legt de onderneming strategische reservevoorraden aan van bepaalde essentiële grondstoffen. Umicore tracht ook de geografi sche herkomst van haar grondstoffen te diversifi ëren. Omdat Umicore zich op recyclage concentreert, is de bevoorrading slechts gedeeltelijk afhankelijk van natuurlijke bodemrijkdommen en is een aanzienlijk deel van de bevoorrading afkomstig van secundaire industriële bronnen of materialen op het einde van hun levensduur. Umicore tracht met haar klanten zoveel mogelijk een samenwerking aan te gaan in een kringloopmodel waarbij de verkoop en de recyclage van de residuen van de klanten in één pakket worden geïntegreerd. Umicore heeft een Charter voor duurzame aankopen ontwikkeld dat tot doel heeft het beleid voor duurzame aankopen van de onderneming nog verder te verbeteren en dit bij de leveranciers van Umicore te implementeren.
Opmerkingen over 2014: Umicore boekte in 2014 verdere vooruitgang met haar inspanningen om te bewijzen dat de onderneming zich houdt aan de Dodd-Frank Act in de VS. Hoewel Umicore geen mineralen uit confl ictzones aankoopt en zelf niet aan de Dodd-Frank Act is onderworpen, pakt de onderneming het probleem proactief aan met een aantal van haar klanten en leveranciers. De Precious Metals Refi ning activiteit van Hoboken en Guarulhos werd in 2013 na een audit van hun processen en aanvoerstromen erkend als confl ictvrije smelter door de London Bullion Market Association (LBMA). Een gelijkaardig proces en erkenning ondernamen de Jewellery & Industrial Metals activiteiten van Pforzheim en Bangkok samen met de Responsible Jewellery Council (RJC). Voor meer informatie verwijzen we u door naar pagina 25. U vindt meer informatie over Umicore's beleid inzake confl ictmineralen op http://www.umicore.com/en/media/topicsofi nterest/confl ictMinerals/. Een algemene bespreking van de vooruitgang die geboekt werd bij de implementatie van het Charter voor duurzame aankopen van Umicore vindt u op pagina 24-25 en in de toelichting S8.
Het creëren van een ideale verhouding kosten versus prestaties is een prioriteit voor Umicore en haar klanten. Het is altijd mogelijk dat de klanten op zoek gaan naar andere materialen om in hun producten te integreren als ze deze ideale verhouding niet bereiken met de producten van Umicore. Dat risico is vooral aanwezig in sectoren die dure edelmetaalhoudende materialen produceren (vooral de sectoren die historisch gezien een volatiele prijszetting hebben). Umicore tracht actief te voorkomen dat haar klanten op zoek gaan naar vervangingsmaterialen door ze zelf te produceren met behulp van goedkopere materialen met minder prijsvolatiliteit en waar mogelijk zonder prestatieverlies voor de producten van de klant.
Opmerkingen over 2014: In 2014 waren er geen specifi eke ontwikkelingen in verband met het vervangingsrisico.
Net als alle bedrijven krijgt Umicore te maken met de evolutie van de wetgeving in de landen of regio's waar ze actief is. Daarbij dient opgemerkt dat de activiteiten van Umicore profi teren van bepaalde trends op het vlak van regelgeving, vooral die trends die te maken hebben met strengere emissiecontrole voor voertuigen en de opgelegde recyclage van producten aan het einde van hun levensduur, zoals elektronica.
Bepaalde milieuwetgevingen zorgen echter ook voor operationele uitdagingen. Zo trad in juni 2007 de REACH-richtlijn in werking in de Europese Unie die leidde tot de noodzaak aan nieuwe operationele procedures op het vlak van de registratie, evaluatie en goedkeuring van chemische stoffen. Umicore heeft een operationeel netwerk van REACH-managers uit alle business units opgezet, dat gecoördineerd wordt door een REACH-implementatiemanager.
Umicore volgt nauwgezet alle veranderingen op vlak van zowel de interpretatie als de begeleidende documenten die haar REACH-implementatiestrategie zouden kunnen beïnvloeden. Umicore is actief betrokken bij werkgroepen van sectorverenigingen om ervoor te zorgen dat een consistente aanpak wordt gevolgd en dat de specifi eke metaalkenmerken door de toezichthouders en de bedrijven worden begrepen.
Hoewel het regelgevende landschap kan veranderen in de toekomst, komen vandaag slechts een paar van onze stoffen voor op de kandidatenlijst voor potentiële REACH-autorisatie. In totaal vertegenwoordigen de verkochte producten die deze stoffen bevatten minder dan 0,5% van de inkomsten van Umicore. De plaatsing van een stof op de REACH-kandidatenlijst is bedoeld als een eerste stap in het onderwerpen van die stof aan een robuuste en gedetailleerde wetenschappelijke risico-evaluatie. Dit dient als basis voor het voortgezette gebruik of ter vervanging wanneer economisch en technisch haalbare alternatieven voor die stof bestaan.
Opmerkingen over 2014: In 2014 diende Umicore 20 verbeterde dossiers in voor complexe halffabricaten. Deze dossiers werden gezamenlijk voorbereid met andere metalenconsortia en volgen een methodologie die werd ontwikkeld samen met Eurometaux en in nauwe samenspraak met het European Chemicals Agency (ECHA). Bovendien werden meer dan 30 dossiers bijgewerkt met aanvullende informatie of nieuw beschikbare gegevens. De meeste van deze bijwerkingen werden voorgesteld door de metaalconsortia zelf of in één geval op aanvraag van het ECHA na evaluatie van een testvoorstel.
Zoals reeds vermeld, heeft Umicore een aantal specifi eke minimale controlevereisten geïmplementeerd om de fi nanciële risico's te beperken. Deze MICRvereisten dekken de volgende 12 specifi eke domeinen: Interne Controle-omgeving, Financiële Afsluiting & Rapportering, Vaste Activa, Procure-to-Pay, Order-To-Cash, Stockbeheer, Hedging, Treasury, Tax, Beheer van de Informatiesystemen, Human Resources, Travel & Entertainment. Een interne richtlijn – de Umicore fi nanciële rapporteringsstandaard – biedt het kader voor een gemeenschappelijk begrip van het boekhoudbeleid van Umicore, de toepassing van IFRS en de algemene rapporteringspraktijken. Hieronder worden de drie belangrijkste fi nanciële risico's kort besproken. Een volledige beschrijving van de zuiver fi nanciële risico's en het beheer ervan vindt u in toelichting F3 bij de geconsolideerde jaarrekeningen.
Umicore wenst haar activiteiten te beschermen via een gezond fi nancieel beheer en een sterke balans. Hoewel er geen vaste doelstelling bestaat voor de schuldgraad, wil de onderneming te allen tijde een status van 'investment grade'-kwaliteit behouden. We streven ook naar een gezond evenwicht tussen schuld op korte en lange termijn en tussen schuld aangegaan tegen vaste en vlottende interestvoeten. Umicore beschikt over een monitoringproces om banken te screenen op tegenpartijrisico. Umicore is blootgesteld aan het risico van niet-betaling door derden met betrekking tot de verkoop van goederen of andere commerciële transacties. Umicore beheert dit risico door een kredietrisicobeleid toe te passen. Een kredietverzekering wordt vaak toegepast om het globale risiconiveau te verlagen maar in bepaalde activiteiten wordt geen verzekering aangegaan. Dat gebeurt vooral in activiteiten met een belangrijke klantenconcentratie of met een specifi eke en nauwe relatie met de klanten en wanneer verzekeringskosten niet gerechtvaardigd zijn in verhouding tot de gelopen risico's. De business managers worden tevens aangemoedigd bijzondere aandacht te besteden aan de evolutie van de handelsvorderingen. Dit geschiedt in de bredere context van het beheer van het werkkapitaal en de inspanningen van de Groep om het aangewend kapitaal te verminderen. Het grootste deel van de variabele verloning van managers is gekoppeld aan het rendement op aangewend kapitaal (ROCE).
Het wisselkoersrisico waaraan Umicore is blootgesteld omvat zowel structurele als transactionele en omrekeningsrisico's. Structurele risico's ontstaan wanneer een bedrijf meer inkomsten in een bepaalde valuta genereert, dan dat ze kosten in dezelfde valuta maakt. De belangrijkste gevoeligheid hier is de blootstelling aan de Amerikaanse dollar. De transactionele wisselkoersblootstelling wordt systematisch afgedekt en de onderneming voorziet soms ook structurele valuta-afdekkingen om de toekomstige kasstromen veilig te stellen.
Umicore wordt ook geconfronteerd met omrekeningsrisico's bij de consolidatie van de opbrengsten van dochterbedrijven die niet in euro rapporteren. Dit risico wordt doorgaans niet ingedekt.
Umicore is blootgesteld aan risico's die verbonden zijn aan de prijzen van de metalen die het verwerkt of recycleert. De structurele metaalprijsrisico's hebben vooral te maken met de impact die metaalprijzen kunnen hebben op het overschot aan teruggewonnen metalen uit materialen die voor verwerking worden aangeleverd. Transactionele metaalprijsrisico's hebben dan weer te maken met de blootstelling aan prijsveranderingen tussen het moment waarop de grondstoffen worden aangekocht (d.w.z. wanneer het metaal 'ingeprijsd' wordt) en het moment waarop de producten worden verkocht (d.w.z. wanneer het metaal 'uitgeprijsd' wordt). Verder is er ook een risico verbonden met de permanente metaalvoorraden van de onderneming. Dit risico heeft betrekking op het feit dat de marktmetaalprijs tot onder de boekwaarde van deze voorraden kan dalen. De transactionele metaalprijsblootstelling wordt systematisch afgedekt en de onderneming voorziet soms ook structurele metaalprijsafdekkingen om de toekomstige kasstromen veilig te stellen.
De belastingkosten die in de jaarrekening zijn opgenomen, zijn de beste inschatting van de belastingen die de Groep moet betalen. De uiteindelijk verschuldigde belasting voor de periode blijft onzeker tot na de belastingcontrole door de autoriteiten. Het beleid van de Groep bestaat erin de belastingaangifte binnen de statutair bepaalde termijnen in te dienen en de belastingautoriteiten te vragen ervoor te zorgen dat de belastingzaken van de Groep zo actueel mogelijk zijn en dat eventuele verschillen in de interpretatie van de fi scale wetgeving zo snel mogelijk worden opgelost. Gezien de omvang en het internationale karakter van de activiteiten van de Groep zijn btw, omzetbelasting en transferprijzen binnen de Groep een inherent belastingrisico, net zoals bij alle internationale bedrijven. Wijzigingen in de belastingwetgeving of de toepassing ervan met betrekking tot transferprijzen, btw, buitenlandse dividenden, belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling en belastingaftrek kunnen de effectieve belastingvoet voor de Groep verhogen en de fi nanciële resultaten negatief beïnvloeden.
Opmerkingen over 2014: Er vonden in 2014 geen belangrijke wijzigingen plaats met betrekking tot de aard of het beheer van de fi nanciële risico's waarmee Umicore wordt geconfronteerd.
Umicore is een beursgenoteerde onderneming. In die hoedanigheid onderhoudt ze relaties met een aantal partijen die belang hebben bij de manier waarop zij zaken doet. De relatie die de onderneming met deze belanghebbenden opbouwt, heeft een rechtstreekse impact op het succes van de onderneming.
De relaties met belanghebbenden zijn bij Umicore in de eerste plaats gebaseerd op een lokale benadering, waarbij alle sites hun respectieve belanghebbenden moeten identifi ceren en geschikte manieren dienen te ontwikkelen om hen bij hun activiteiten te betrekken. Die benadering werd geformaliseerd in de Vision 2015-doelstelling met betrekking tot de lokale gemeenschappen. In vele gevallen, zoals in de dialoog met klanten en leveranciers, worden de relaties met belanghebbenden op de eerste plaats door de business units zelf beheerd, in overeenstemming met de gedecentraliseerde wijze waarop Umicore haar activiteiten beheert.
Op groepsniveau werden de Vision 2015-doelstellingen gedeeltelijk ontwikkeld op basis van de getrokken lessen uit de evaluatie van de duurzaamheidsbenadering en -verslaggeving van Umicore door een extern klankbord in 2009. Dat klankbord vervolledigde een interne oefening met vertegenwoordigers van de business units, de gedeelde operationele functies en de corporate departementen.
Umicore is een actief lid van verscheidene sectorverenigingen, waar ze met beleidsmakers in contact komt om bij te dragen aan een beter begrip van sectorgerelateerde kwesties. Die verenigingen zijn bovendien belangrijke platformen om mee te werken aan bredere acties voor duurzame ontwikkeling op sectorniveau. Op een minder formeel niveau wordt dikwijls een beroep gedaan op de leden van het senior management van Umicore of ze zijn zelf kandidaat om deel te nemen aan publieke vergaderingen waar de economische prestatie van Umicore of haar duurzaamheidsaanpak worden besproken. Dergelijke evenementen bieden de mogelijkheid om met een reeks groepen in contact te komen, inclusief leidende fi guren uit de zakenwereld, academici en de burgerlijke samenleving.
Hieronder beschrijven we de belangrijkste belangengroepen van Umicore. Ze werden zeer algemeen geclassifi ceerd aan de hand van algemene categorieën van belanghebbenden die voor de meeste industriële organisaties gelden. De beschrijving geeft ook meer inzicht in de aard van de transacties tussen deze belanghebbenden en Umicore en de manier waarop de dialoog verloopt.
Umicore beschikt over vier business groups in vijf continenten. Deze business groups hebben niet alleen grondstoffen nodig voor de aanmaak van hun producten maar ook energie, transport en een aantal andere diensten. Wereldwijd werkt Umicore met meer dan 10.000 leveranciers. Die leveranciers profi teren van de aanwezigheid van Umicore als klant; in 2014 betaalde Umicore de leveranciers ongeveer € 7,8 miljard (inclusief de metaalinhoud van grondstoffen).
Umicore staat permanent in contact met haar leveranciers, in de eerste plaats om technische specifi caties te bepalen, en ook om wederzijds aanvaardbare voorwaarden te bespreken voor een langdurige samenwerking, zoals snelle en ononderbroken levering van materialen en diensten en tijdige betaling. De business units zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de aankoop van grondstoffen, het departement Purchasing & Transportation staat in voor het transport, energie en andere bevoorradingsnoden van de Groep.
De benadering van Umicore is beschreven in het Charter voor duurzame aankopen ( http://www.umicore.com/en/sustainable-procurement-charter/ ). Dit charter werd in 2010 opgesteld en vormt de basis voor de Vision 2015-doelstelling voor duurzame aankopen. Meer informatie over de vorderingen in het bereiken van deze doelstelling vindt u op pagina 24-25 van dit verslag.
De ambitie van Umicore bestaat erin materialen voor een beter leven ('materials for a better life') te vervaardigen. Die materialen worden teruggevonden in een ruim gamma toepassingen die het dagelijkse leven comfortabeler maken en een bijdrage leveren aan een schoner milieu.
Umicore heeft een internationale klantenbasis: 48% van de inkomsten van 2014 werd buiten Europa gegenereerd.
De klanten van Umicore zijn hoofdzakelijk industriële bedrijven die de materialen van Umicore gebruiken voor de aanmaak van hun producten. Slechts enkele van de producten die Umicore vervaardigt, worden rechtstreeks aan het publiek verkocht. De business units zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van hun klanten teneinde de gevaren en risico's van producten die ofwel al op de markt zijn of nog in ontwikkeling zijn, beter te kunnen begrijpen. De interactie met de klanten is een continu proces dat door de business units wordt beheerd. Alle business units beschikken over een terugkoppelingsproces om de tevredenheid van de klanten over hun producten en diensten geregeld te controleren. In de meer technologisch geavanceerde activiteiten is de relatie met de klant vaak sterk geïntegreerd. Het ontwikkelen van geavanceerde producten vergt vaak jaren van onderzoek en ontwikkeling in directe samenwerking met deze klanten.
Umicore en haar geassocieerde ondernemingen stellen wereldwijd zo'n 14.000 mensen tewerk. De onderneming investeert aanzienlijke middelen in haar status als aantrekkelijke werkgever in alle regio's waar zij actief is. In 2014 betaalde Umicore in totaal € 559 miljoen lonen en andere personeelsvoordelen uit aan de werknemers van haar volledig geconsolideerde ondernemingen. De sociale lasten bedroegen in totaal € 114 miljoen.
Umicore wil haar werknemers niet alleen competitieve loon- en arbeidsvoorwaarden maar ook de noodzakelijke professionele opleiding aanbieden. Van de werknemers wordt verwacht dat ze de principes en de beleidslijnen van The Umicore Way en de Gedragscode van Umicore naleven. Umicore hecht veel belang aan een open dialoog met haar medewerkers en organiseert in het kader daarvan een driejaarlijkse personeelsenquête (zie pg 17 voor meer details over de personeelsenquête die in 2014 werd gehouden).
Waar vereist, respecteert Umicore het principe van de collectieve onderhandeling. Hoewel dit een gangbare praktijk is in Europa, zijn mechanismen voor collectieve onderhandelingen en vakbonden in andere locaties minder gebruikelijk of zijn ze onderworpen aan lokale wettelijke beperkingen. Umicore ondertekende een duurzaam ontwikkelingsakkoord met de internationale vakbond IndustriALL over de wereldwijde toepassing doorheen de Groep van haar beleid op het vlak van mensenrechten, gelijke kansen, arbeidsvoorwaarden, ethisch gedrag en bescherming van het milieu. Dit akkoord laat vakbonden toe constructief deel te nemen aan het nastreven van die doelstellingen. Een gemeenschappelijk controlecomité, dat uit beide partijen bestaat, ziet toe op de implementatie van het duurzaam ontwikkelingsakkoord.
Het intranet van de Groep, nieuwsbrieven van Umicore en haar business units en het wereldwijde interne magazine 'umicore.link', dat gepubliceerd wordt in zes talen, zijn bijkomende communicatiekanalen op bedrijfsniveau. Umicore gebruikt een 'learning management platform' voor de hele Groep genaamd 'My Campus' om haar Vision 2015-doelstellingen met betrekking tot persoonlijke ontwikkeling en aantrekkelijke werkgever te ondersteunen. Dit platform omvat ook een sociaal samenwerkingsinstrument dat het delen van kennis binnen de onderneming bevordert.
De investeerders van Umicore zijn grotendeels gediversifi eerd. Op het einde van 2014 situeerden zich de meeste aandeelhouders in Europa en Noord-Amerika. De meest recente informatie over Umicore's aandeelhouders vindt u op http://www.umicore.com/en/investors/ .
Umicore streeft ernaar tijdig nauwkeurige bedrijfsinformatie ter beschikking te stellen van de beleggersgemeenschap. Deze communicatie-inspanningen omvatten management roadshows en bedrijfsbezoeken, conferenties, beurzen voor individuele beleggers, webcasts en conference calls. In 2014 publiceerden 22 beurshuizen analyserapporten over Umicore.
De schuldeisers van Umicore zijn hoofdzakelijk banken. Umicore beschikt over kredietlijnen bij talrijke banken in België en het buitenland.
De relaties met de banken worden vooral beheerd door het departement Financiën, hoewel elke juridische entiteit van Umicore zakelijke relaties onderhoudt met de fi nanciële wereld.
Via tewerkstelling draagt Umicore bij tot de welvaart in de regio's waar ze actief is. Hoewel het creëren van welvaart een duidelijk voordeel is, is ook de manier waarop dit gebeurt erg belangrijk. Uiteindelijk kan Umicore haar activiteiten maar blijven ontplooien als de samenleving dit toelaat. Om deze toestemming te behouden, tracht Umicore zoveel mogelijk te werken op een manier die de duurzame ontwikkeling bevordert. Dat gaat verder dan zich houden aan de wettelijke grenzen die aan elk bedrijf worden opgelegd. Umicore bepaalt haar eigen normen die in de hele Groep worden toegepast en die vaak veel verder gaan dan de wettelijke vereisten in de domeinen waar de onderneming actief is. Naast die inzet voor duurzame operationele praktijken streeft Umicore er ook naar materialen te ontwikkelen die de levenskwaliteit verhogen. Contact met de gemeenschappen waar Umicore haar activiteiten ontplooit, is de meest directe manier waarop de onderneming met de samenleving kan interageren. Een open en transparante dialoog met die gemeenschappen maakt integraal deel uit van de verbintenis van Umicore tegenover haar belanghebbenden en is een van de doelstellingen van Vision 2015. Bepaalde maatschappelijke groeperingen (zoals niet-gouvernementele organisaties) vragen ook geregeld inspraak in de operaties van Umicore en de manier waarop zij zaken doet. Umicore waardeert deze belangstelling en tracht op een open en constructieve manier met die groepen in dialoog te treden.
Umicore schenkt op site- en groepsniveau vrijwillige bijdragen aan een aantal goede doelen, in lijn met het interne beleid en de interne richtlijnen. Umicore beheert betrokkenheidsinspanningen die op groepsniveau geleverd worden via een Groep Donatiecomité, dat bevoegd is voor de contacten met de maatschappelijke groeperingen en het bepalen van de dimensie van de samenwerkingsverbanden op groepsniveau. Meer informatie over deze initiatieven in 2014 vindt u op pagina 25-27 van dit verslag.
Umicore investeert in verschillende economische activiteiten waarin ze geen volledige managementcontrole heeft. Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin Umicore een belangrijke invloed heeft op het fi nanciële en operationele beleid maar waarover ze geen controle heeft. Meestal bezit Umicore 20% tot 50% van de stemrechten, terwijl bij joint ventures het eigendom en de controle meestal volgens een 50:50 regeling zijn verdeeld. Het bundelen van krachten wordt gezien als een manier om technologische ontwikkelingen te versnellen of toegang te krijgen tot specifi eke markten. Van de 10 geassocieerde ondernemingen en joint ventures heeft Umicore de effectieve controle van het management in de helft van de gevallen. Door een vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur van geassocieerde ondernemingen of joint ventures kan Umicore het management controleren en richting geven of de ontwikkeling van de activiteiten opvolgen. Hoewel Umicore niet haar eigen beleidskeuzes en procedures kan opleggen aan geassocieerde ondernemingen (of joint ventures waar ze niet over de meerderheid van de stemrechten beschikt), wordt wel duidelijk gecommuniceerd dat Umicore verwacht dat de activiteiten worden gevoerd in overeenstemming met The Umicore Way.
Umicore is zeer strikt in het beschermen van eender welke intellectuele eigendom die ze deelt met geassocieerde ondernemingen of joint-venturepartners. Een volledige lijst van geassocieerde ondernemingen en joint-venturebedrijven is terug te vinden op pagina 70 van dit verslag.
Umicore betaalde in totaal € 66 miljoen belastingen als resultaat van haar activiteiten in 2014. Umicore en haar werknemers betaalden in totaal ongeveer € 114 miljoen aan sociale bijdragen. Umicore gaat geregeld samenwerkingen aan met openbare instellingen zoals universiteiten om bepaalde onderzoeksprojecten te bevorderen. Af en toe worden er samenwerkingen aangegaan met en onderzoekstoelagen verkregen van publieke organisaties. In totaal werden er in 2014 ongeveer € 7.6 miljoen toelagen toegekend, hoofdzakelijk voor geplande O&O-projecten. In 2014 ontving Umicore ongeveer € 8.6 miljoen uit hoofde van eerder toegekende toelagen. Het beleid van de onderneming sluit schenkingen aan politieke partijen en organisaties uit.
In 2014 versterkte Umicore verder haar inspanningen om beleidsmaking te begeleiden en de contacten met de publieke overheden wereldwijd te bevorderen. Deze inspanningen worden gecoördineerd via het departement Government Affairs en zijn hoofdzakelijk gericht op Europa, Noord-Amerika en de Volksrepubliek China. Umicore wil het profi el van en het inzicht in haar technologieën verhogen en deelnemen aan besprekingen over materiaalgerelateerde thema's. In Europa omvat dit drie centrale onderwerpen: het effi ciënte gebruik van grondstoffen via beleid over afval en ruwe grondstoffen alsook via aandacht voor de ontwikkelingen in de circulaire economie in de EU; geavanceerde materialen als een sleuteltechnologie die koolstofarme technologieën
mogelijk maken; materiaaltechnologieën voor de zuivering van uitlaatgassen van auto's en vrachtwagens met brandstofmotoren. De initiatieven van Umicore hebben ook betrekking op de toegang tot Europese en nationale overheidsfi nanciering en innovatienetwerken, vooral voor programma's die baanbrekende technologieën met een gunstig milieu-effect ondersteunen.
In een aantal gevallen worden Umicore-experts uitgenodigd als lid van werkgroepen en panels geïnitieerd door Europese of nationale autoriteiten. Zo spelen wij een actieve rol, onder meer in het 'European Innovation Partnership for Raw Materials', het 'European Resource Effi ciency Platform', de 'High Level Group on Key Enabling Technologies en het ERA-MIN netwerk voor de industriële verwerking van grondstoffen voor de Europese industrieën. Recenter werd het project RawMatTERS van het consortium Knowledge and Innovation Community on Raw Materials gelauwerd door het European Institute of Innovation and Technology. Umicore is een van de meer dan 100 partners in dit consortium dat de toegang tot, de beschikbaarheid en het effi ciënt gebruik van grondstoffen in Europa aanpakt.
Als er bepaalde problemen ontstaan die Umicore aanbelangen, deelt Umicore haar standpunt meestal mee via de sectorverenigingen waarvan ze deel uitmaakt. De onderneming is zich bewust van de gevoeligheden verbonden aan het innemen van standpunten over zaken die van openbaar belang zijn. Met dit in het achterhoofd heeft Umicore richtlijnen voor heel de Groep aangenomen die verduidelijken hoe dit dient te gebeuren op een verantwoorde manier (beschikbaar op de website). Hieronder worden de belangrijkste organisaties weergegeven waarin Umicore momenteel vertegenwoordigd is (zowel op het niveau van de Groep als van de business units):
Verschillende business units van Umicore ondertekenden het programma 'Responsible Care' van de chemische industrie en sommige zijn ook lid van de European Chemical Industry Council (CEFIC).
Umicore gebruikte het grootste deel van haar totale inkomen voor het metaalgedeelte van grondstoffen (deze kost wordt meestal doorgerekend aan de klant). Na aftrek van andere grondstofkosten, energiekosten en afschrijvingen bedroeg de economische meerwaarde voor verdere verdeling € 949 miljoen.
Het grootste deel (€ 703 miljoen) werd verdeeld onder de werknemers in de vorm van lonen en andere werknemersvoordelen. Het grootste deel van de werknemersvoordelen werd in de vorm van lonen uitbetaald. De rest omvatte nationale sociale zekerheidsbijdragen, pensioenen en andere voordelen. Netto-interesten aan crediteuren bedroegen € 3 miljoen en de belastingen aan de overheden en autoriteiten waar Umicore actief is bedroegen in het totaal € 66 miljoen. De winst die aan de minderheidsaandeelhouders werd uitgekeerd, bedroeg € 8 miljoen.
Onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders op de algemene aandeelhoudersvergadering in april 2015 zal een brutodividend van € 1,00 per aandeel voor het jaar 2013 uitbetaald worden. Dit zal leiden tot een totale voorlopige uitbetaling van € 108 miljoen (gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen aan het einde van 2014). Een deel van dit bedrag werd al uitbetaald in september 2014 onder de vorm van een interimdividend en het resterende bedrag zal in 2015 worden uitbetaald. Dit is conform het beleid van Umicore om een stabiel of geleidelijk groeiend dividend te betalen. Umicore kocht meer dan 10 miljoen eigen aandelen terug in 2014 voor een totaal bedrag van € 64 miljoen. Ook al maakt dit geen deel uit van de grafi eken, het kan beschouwd worden als een onrechtstreekse opbrengst voor de aandeelhouders. Umicore besteedde ongeveer € 1,3 miljoen aan donaties voor goede doelen.
Voorzitter, niet-uitvoerend bestuurder
Thomas Leysen is Voorzitter van Umicore sinds november 2008. Daarvoor was hij sinds 2000 Gedelegeerd Bestuurder van Umicore. Sinds 1 oktober 2011 is hij Voorzitter van KBC Groep, een bank- en verzekeringsgroep. Hij is tevens Voorzitter van Corelio, een Belgische mediagroep, en lid van de raad van toezicht van de Koning Boudewijnstichting.
10 mei 2000 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2015 Voorzitter sinds: 19 november 2008 Voorzitter van het Benoemingsen Remuneratiecomité sinds: 19 november 2008
Gedelegeerd Bestuurder, uitvoerend bestuurder
Marc Grynberg is Gedelegeerd Bestuurder van Umicore sinds november 2008. Hij stond aan het hoofd van Umicore's Automotive Catalysts business unit van 2006 tot 2008 en was Chief Financial Offi cer (CFO) van Umicore van 2000 tot 2006. Hij kwam bij Umicore in dienst in 1996 als Group Controller. Marc heeft een diploma handelsingenieur van de Universiteit van Brussel (Ecole de Commerce Solvay) en, voorafgaand aan zijn
indiensttreding bij Umicore, was hij werkzaam bij DuPont de Nemours in Brussel en Genève.
19 november 2008 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2015 Gedelegeerd Bestuurder sinds: 19 november 2008
Niet-uitvoerend bestuurder
Isabelle Bouillot studeerde aan de Franse Ecole Nationale d'Administration. Zij bekleedde verscheidene functies in Franse openbare besturen, waaronder economisch adviseur van de Franse President van 1989 tot 1991 en Begrotingsdirecteur bij het Franse Ministerie van Economie en Financiën van 1991 tot 1995. In 1995 vervoegde ze de Caisse des Dépôts et Consignations als waarnemend Gedelegeerd Bestuurder waar zij was belast met fi nanciële en bankactiviteiten. Van 2000 tot 2003 was zij Gedelegeerd Bestuurder van de investeringsbank van de Groep CDC IXIS. Zij is momenteel voorzitster van China Equity Links en lid van de Raad van Bestuur van Saint-Gobain en Air France-KLM.
Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2016 Uwe-Ernst Bufe, 70 Niet-uitvoerend bestuurder
Uwe-Ernst Bufe was Gedelegeerd Bestuurder van Degussa tot mei 2000. Hij is lid van de raad van commissarissen van Akzo Nobel N.V. (Nederland).
Niet-uitvoerend bestuurder
Arnoud de Pret werkte van 1972 tot 1978 bij Morgan Guaranty Trust Company in New York. Van 1978 tot 1981 was hij fi nancieel directeur bij Cockerill-Sambre en tot en met 1990 fi nancieel directeur van de groep en lid van het Directiecomité van UCB. Van 1991 tot mei 2000 was hij fi nancieel directeur bij Umicore en lid van het Directiecomité. Hij is lid van de Raad van Bestuur van Sibelco, UCB en L'Intégrale. Hij is lid van de Raad van commissarissen van Euronext N.V.
ABestuurder sinds: 10 mei 2000 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2015 Lid van het Auditcomité sinds: 1 januari 2001 (Voorzitter sinds 26 april 2011)
Ines Kolmsee bezit meerdere ingenieursdiploma's (TU Berlijn, Duitsland en Ecole des Mines de Saint-Etienne, Frankrijk), evenals een MBA-diploma (Business School INSEAD – Frankrijk/ Singapore). Van 2004 tot 2014 was zij Chief Executive Offi cer van SKW Stahl-Metallurgie Group, een specialty chemicals bedrijf dat wereldwijd actief is. Zij is thans ondernemer in de energiesector (Rurale Elektrifi catie). Zij is ook Lid van de Raad van Toezicht van Fuchs Petrolub AG en Bestuurder van Suez Environnement S.A. In het verleden
bekleedde zij meerdere posities, waaronder deze van Chief Financial Offi cer bij Arques Industries AG. Bestuurder sinds:
26 april 2011 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2017 Lid van het Auditcomité sinds: 26 april 2011
Barbara Kux, 60 Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Barbara Kux behaalde met onderscheiding een MBA aan INSEAD. Ze is lid van de Raad van Bestuur van Total, Frankrijk evenals van Firmenich en Pargesa Holding, Zwitserland. Ze is ook lid van de Raad van Toezicht van Henkel, Duitsland. In het verleden was ze directielid van Siemens AG, waar ze zetelde als Head of Supply Chain Management en Chief Sustainability Offi cer. Daarvóór bekleedde ze topfuncties bij leiding gevende internationale bedrijven en was Managementconsultant bij McKinsey.
Bestuurder sinds: 1 januari 2014 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2017 Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité sinds: 1 januari 2014
Jonathan Oppenheimer is verantwoordelijk voor diverse investeringsactiviteiten van de familie Oppenheimer verdeeld over verschillende categorieën van activa. Binnen de groep is hij Voorzitter van Tana Africa Capital, een op Afrika toegespitste joint venture met Temasek, en zetelt hij in verschillende andere raden van bestuur. Hij bekleedde het mandaat van Uitvoerend Bestuurder van De Beers S.A. tussen 2006-2012 waarbij hij een reeks andere functies uitoefende.
5 september 2001 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2017
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Rudi Thomaes studeerde rechten aan de Universiteit Antwerpen. Tussen 2004 en september 2012 was hij Gedelegeerd Bestuurder van de Belgische werkgeversorganisatie VBO en Regent van de Nationale Bank van België. Daarvoor was hij actief als Gedelegeerd Bestuurder en Voorzitter van het Directiecomité van Alcatel Bell NV. Momenteel is hij Voorzitter van de Belgian Chapter van de International Chamber of Commerce, Voorzitter
van de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) NV, Voorzitter van Restore NV, een Antwerps start-upbedrijf in energie technologie, en onafhankelijk Bestuurder bij Armonea NV.
Bestuurder sinds: 24 april 2012 Einde ambtsperiode: gewone algemene vergadering van 2015 Lid van het Auditcomité sinds: 30 april 2013 Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité sinds: 24 april 2012
Marc Grynberg werd benoemd tot Gedelegeerd Bestuurder van Umicore in november 2008. Hij stond aan het hoofd van Umicore's Automotive Catalysts business unit van 2006 tot 2008 en was Chief Financial Offi cer (CFO) van Umicore van 2000 tot 2006. Hij kwam bij Umicore in dienst in 1996 als Group Controller. Marc heeft een diploma handelsingenieur van de Universiteit van Brussel (Ecole de Commerce Solvay) en, voorafgaand aan zijn indiensttreding bij Umicore, was hij werkzaam bij DuPont de Nemours in Brussel en Genève.
Executive Vice-President Recycling
Hugo Morel behaalde een diploma burgerlijk ingenieur metaalkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 1974 kwam hij in dienst bij Umicore waar hij in de loop der jaren diverse functies bekleedde in de productie, de handel, de strategie en de algemene directie. Hij leidde de Zinc Chemicals business unit van 1996 tot 1997 en neemt zijn huidige functie waar sinds 1998. Hij werd lid van het Directiecomité in 2002. Naast zijn functie als hoofd van de Recycling business group is hij ook verantwoordelijk voor Purchasing & Transportation.
Marc Van Sande behaalde een diploma van doctor in de fysica aan de Universitaire Instelling Antwerpen, evenals een MBA. In 1980 kwam hij in dienst bij Umicore en bekleedde er diverse functies in de research-, marketing- en productiediensten. In 1993 werd hij Vice-President van de business unit Electro-Optic Materials en in 1999 werd hij lid van het Directiecomité als Executive Vice-President Advanced Materials. Tussen 2005 en 2010 nam hij de functie aan van Chief Technology Offi cer, waarna hij aan het hoofd kwam te staan van de business group Energy Materials.
Executive Vice-President Catalysis
Pascal Reymondet bezit een Master of Science diploma van de Stanford University en een ingenieursdiploma van de Ecole Centrale te Parijs. Hij oefende verschillende managementfuncties uit binnen de Degussagroep inclusief het management van de autokatalysatorenfabrieken in Port Elizabeth en Burlington. In 2003 werd hij lid van het Directiecomité van Umicore als hoofd van de Precious Metals Products activiteit. In september 2007 werd hij aangesteld als hoofd van de business group Zinc Specialties. Tussen juni 2010 en oktober 2012 leidde hij
de business group Performance Materials. In november 2012 nam hij de functie op van Executive Vice-President Catalysis.
Denis Goffaux behaalde een diploma burgerlijk ingenieur mijnbouwkunde aan de Universiteit van Luik. Hij kwam in dienst bij Umicore Research in 1995 en woonde en werkte in België, Chili, China en Zuid-Korea. In het verleden leidde Denis de business line Rechargeable Battery Materials en was hij Country Manager Japan, waar hij een stevige basis gelegd heeft voor Umicore om haar economische aanwezigheid en commerciële activiteiten in het land te doen groeien. Hij nam zijn huidige functie in juli 2010 op. Naast zijn functie van Chief Technology Offi cer is hij ook verantwoordelijk voor Environment, Health & Safety.
Executive Vice-President Performance Materials
Stephan Csoma kwam in dienst bij Umicore in 1992. Hij behaalde een diploma economie van de Université Catholique de Louvain (UCL) en een diploma Chinees/Mandarijns van de Fudan University in Shanghai. Hij bezit een uitgebreide strategische, operationele en commerciële ervaring. Hij startte Umicore's eerste industriële operaties op in China
midden de jaren '90 en leidde Umicore's vroegere kobaltindustrie in Zuid-Afrika. Tussen 2001 en 2005 stond hij aan het hoofd van de Zinc Chemicals business unit en van 2005 tot 2009 was hij Senior Vice-President voor Umicore Zuid-Amerika. Daarna werd hij Senior Vice-President Government Affairs. In november 2012 nam hij de functie op van Executive Vice-President Performance Materials; Tevens behield hij verantwoordelijkheid voor het toezicht op Government Affairs.
Chief Financial Offi cer
Filip Platteeuw kwam in dienst bij Umicore in 2004 en speelde een grote rol in de afsplitsing van Cumerio in 2005. Daarna leidde hij het projectteam bij de oprichting van Nyrstar en haar succesvolle beursgang in 2007. Hij werd Vice-President Corporate Development in 2010. Hij nam de positie van Chief Financial Offi cer (CFO) op in november 2012. Filip heeft een masterdiploma Economische Wetenschappen van de Universtiteit Gent en een masterdiploma Financial Management van de Vlerick Management School. Filip heeft een uitgebreide fi nanciële ervaring waaronder negen jaar in investment banking, corporate banking en equity research bij KBC bank. Hij is ook verantwoordelijk voor Corporate Development.
Matthias Grehl Precious Metals Chemistry Franz-Josef Kron Automotive Catalysts Operations Michel Cauwe Thin Film Products Egbert Lox Government Affairs Ignace De Ruijter Human Resources Géraldine Nolens Legal Affairs Guy Ethier Environment, Health & Safety Wilfried Müller Group R&D Guy Beke Strategic Projects Catalysis Joerg Von Roden Automotive Catalysts Sales & Marketing David Fong China Andreas Tiefenbacher Japan Bernhard Fuchs Precious Metals Management Marcos Lucchese South America Ravila Gupta North America Performance Materials Pierre Van de Bruaene Building Products Koen Demesmaeker Zinc Chemicals Joerg Beuers Technical Materials Jürgen Leyrer Platinum Engineered Materials Thomas Engert Electroplating Energy Materials Klaus Ostgathe Rechargeable Battery Materials Arjang Roshan Electro-Optic Materials Jan Vliegen Cobalt & Specialty Materials Recycling Luc Gellens Precious Metals Refi ning Dietmar Becker Jewellery & Industrial Metals Sybolt Brouwer Battery Recycling Corporate & Regions
| De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BCVBA |
|
|---|---|
| Vertegenwoordigd door Marc Daelman* Bedrijfsrevisor |
|
| *Marc Daelman BVBA Lid van de Raad van Bestuur, vertegenwoordigd door zijn vaste vertegenwoordiger. Marc Daelman |
Biologisch actieve substantie gebruikt in farmaceutische producten.
Bruto binnenlands product (erkende indicator voor economische groei).
Een carboxylaat is een zout van een carboxylzuur.
Materialen (die gewoonlijk zilver bevatten) die omwille van hun geleidende eigenschappen worden gebruikt in elektrische toepassingen, bv. voor schakelaars.
Een apparaat dat werd ontworpen om diesel- of roetdeeltjes uit de uitlaatgassen van een dieselmotor te verwijderen.
Volledige benaming: 'Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act'. De Dodd-Frank Act heeft tot doel de fi nanciële stabiliteit van de Verenigde Staten te bevorderen door de aansprakelijkheid en de transparantie in het fi nanciële systeem te verbeteren.
Dit is een donatie aan een non-profi torganisatie zonder commerciële voordelen voor Umicore. Donaties kunnen in geld of in natura worden geschonken. Politieke donaties zijn niet toegelaten.
In de scheikunde is elektrolyse een methode waarbij directe elektrische stroom (DC) wordt gebruikt om een anders niet-spontane chemische reactie uit te lokken.
Electroplating is een proces waarbij metaalionen in een oplossing in beweging worden gebracht door een elektrisch veld om een ander materiaal te coaten. Het proces wordt vooral gebruikt om een laag materiaal te deponeren om dat andere materiaal een bepaalde eigenschap te verlenen.
Europese emissienorm voor uitlaatgassen van zware dieselvoertuigen die in januari 2014 in werking trad.
Europese emissienorm voor uitlaat gassen van nieuwe personenvoertuigen die in 2014 in werking treedt.
Een techniek om zonne-energie te concentreren in een zonnepaneel met behulp van vergrotende lenzen of spiegels.
De Frascati Manual is een document dat werd opgesteld en gepubliceerd door de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) waarin de methodologie wordt beschreven voor het verzamelen van statistische gegevens over onderzoek en ontwikkeling.
Een entiteit waarin Umicore een aanzienlijke invloed heeft op het fi nanciële en operationele beleid maar waarover Umicore geen controle uitoefent. Meestal wordt dit vertegenwoordigd door het bezit van 20% tot 50% van de aandelen. Geassocieerde ondernemingen worden in de boekhouding opgenomen via de methode van vermogensmutatie.
Voor Umicore betekent de gesloten kringloop de terugname van secundaire materialen van klanten (bv. productieresiduen) of materialen op het einde van hun levensduur (bv. gebruikte gsm's, autokatalysatoren) om de metalen te recupereren en ze opnieuw in de economische cyclus te brengen.
Zware dieselvoertuigen, zowel voor het wegverkeer zoals vrachtwagens en bussen, als voor naast de weg, zoals zware machines voor fabrieken en mijnbouw of nog locomotieven en landbouwmachines.
Voertuig (personenwagen of een ander voertuig) dat geheel of gedeeltelijk (hybride) op elektriciteit in plaats van traditionele brandstof rijdt. pHEV is een 'plugin' hybride voertuig waarvan de batterij kan opgeladen worden door het aan te sluiten op een externe elektriciteitsbron.
Indiumtinoxide, een transparant geleidend oxide dat in welbepaalde lagen gebruikt wordt voor haar elektrische geleidbaarheid en optische doorzichtbaarheid. Het wordt in diverse toepassingen gebruikt, zoals dunne beeldschermen, zonnecellen en architecturaal glas.
Een contractuele overeenkomst waarbij Umicore en een andere partij een economische activiteit uitvoeren die onderworpen is aan gezamenlijke controle. Joint ventures worden in de boekhouding opgenomen via de methode van vermogensmutatie.
Katalyse is een chemisch proces waarbij de katalysator, één van de elementen in het reactieproces, de chemische reactie mogelijk maakt of het proces versnelt zonder dat het daarbij wordt opgebruikt zodat het opnieuw in het proces gebruikt kan worden.
De kathode is de positieve kant van een (herlaadbare) batterij. In de oplaadfase geeft de kathode ionen vrij en migreren die naar de anode (negatieve kant van de batterij). Hierdoor wordt er elektriciteit opgeslagen. In de ontlaadfase keren de ionen weer naar de kathode en wordt er elektriciteit vrijgegeven.
Kathodemateriaal gebruikt in lithium ion herlaadbare batterijen, specifi ek gepast voor draagbare elektronische toepassingen.
Vooral personenwagens, die op diesel, benzine of een andere brandstof rijden.
LED's zijn op halfgeleiders gebaseerde lichtbronnen die vele voordelen bieden tegenover de traditionele gloeilampen, zoals een langere levensduur en een hogere energie-effi ciëntie.
Lithium ion is een technologie voor herlaadbare batterijen waarbij lithium ionen van de positieve elektrode (de kathode) naar de negatieve elektrode (de anode) bewegen tijdens het opladen en in de andere richting bij het ontladen.
Relatief nieuw kathodemateriaal dat gebruikt wordt in (hybride) elektrische voertuigen, maar ook meer en meer in draagbare elektronica.
Een product dat bijna is afgewerkt en dat slechts weinig bewerking vraagt van de klant. Enkele voorbeelden hiervan zijn germaniumplaatjes die nog moeten worden gepolijst voor gebruik in optische toepassingen of zilvermuntplaatjes die nog moeten worden gegraveerd.
Methode gebruikt voor de productie van enkel- of polycrystalline dunnefi lmen op een substraat.
Letterwoord, te vertalen als 'producent van originele onderdelen', dat in de auto-industrie wordt gebruikt om autoproducenten aan te duiden.
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Een combinatie van een type chassis en motor dat voor één of meer modellen van een personenwagen wordt gebruikt, soms door verschillende fabrikanten.
Platinum, palladium, rhodium, ruthenium, iridium en osmium (in het geval van Umicore verwijst dit hoofdzakelijk naar de eerste drie metalen).
Chemische substantie die deelneemt aan de chemische reactie dewelke een ander component produceert.
Fotovoltaïsche technologie is een methode voor het produceren van elektriciteit waarbij zonnestralen rechtstreeks worden omgezet in elektriciteit.
Techniek om metalen met elkaar te verbinden, waarbij een vulmetaal tot boven het smeltpunt wordt verhit en wordt verdeeld over de twee of meer metalen delen.
Een oppervlak waarop een laag van een andere substantie wordt aangebracht. In autokatalysatoren is het substraat een honingraatstructuur die de effectieve oppervlakte waarop de katalytische oplossing wordt aangebracht, vergroot. In fotovoltaïsche technologie worden halfgeleiders, zoals germanium, als substraat gebruikt. Hierop worden dan actieve lagen op gedeponeerd die samen de zonnecel maken.
Totaal vermogen – reële waarde reserve + netto fi nanciële schuld + voorzieningen voor personeelsvoordelen – uitgestelde belastingactiva en -passiva – IAS 39-effect.
Slotkoers x totaal aantal uitstaande aandelen.
Bedrijfsresultaat van integraal geconsolideerde ondernemingen (opbrengsten van andere fi nanciële activa inbegrepen) + aandeel van de Groep in het nettoresultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatie.
Voor een half jaar: gemiddelde van het aangewend kapitaal aan het begin en aan het einde van de periode; voor het volledige jaar: gemiddelde van de halfjaargemiddelden.
Tijdsverschillen (zonder invloed op de kasstromen) in het boeken van opbrengsten in geval van niettoepassing of de onmogelijkheid van het bekomen van IAS hedge accounting op:
a) transactionele indekking, wat met zich meebrengt dat de ingedekte elementen niet langer aan reële waarde gewaardeerd kunnen worden, of
b) structurele indekking, wat impliceert dat de reële waarde van betrokken hedging instrumenten in de resultatenrekening wordt opgenomen in plaats van het eigen vermogen en dit voor de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen, of
c) in uitvoerende contracten besloten derivaten, wat impliceert dat de wijziging in de reële waarde op de besloten derivaten in de resultatenrekening moet worden opgenomen, in tegenstelling tot de uitvoerende component waar de wijziging in reële waarde niet in de resultatenrekening kan worden opgenomen.
Alle elementen van de inkomsten – de waarde van de aangekochte metalen.
Inkomsten die men aan een regio kan toeschrijven, inclusief geassocieerde ondernemingen en joint ventures, rekening houdend met Umicore's deelnemingspercentage. Dit betekent dat voor recyclageactiviteiten de inkomsten verdeeld zijn op basis van de plaats waar de leverancier van de grondstoffen is gevestigd, zoals bepaald door de raffi nagepremies.
Gekapitaliseerde investeringen in immateriële en materiële vaste activa, exclusief gekapitaliseerde O&O-kosten.
Toename / afname van de bedrijfsthesaurie + toename / afname van de investeringsthesaurie.
Financiële schulden op meer dan één jaar + fi nanciële schulden op ten hoogste één jaar – kas en kasequivalenten.
Bevat niet-recurrente elementen met betrekking tot herstructureringsmaatregelen, waardeverminderingen van activa en andere
opbrengsten of kosten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming. Waardeverminderingen op permanent vastgezette metaalvoorraden maken deel uit van de niet-recurrente EBIT van de business groups.
Netto onderzoek-& ontwikkelingsuitgaven van de volledig geconsolideerde activiteiten (exclusief de O&O-inkomsten zoals onderzoeksubsidies).
EBIT – niet-recurrente EBIT – IAS 39-effect.
Recurrente EBIT + recurrente afschrijvingen van integraal geconsolideerde ondernemingen.
Recurrente effectieve belastingskost / recurrent resultaat vóór belasting van de integraal geconsolideerde ondernemingen.
Recurrente EBIT van integraal geconsolideerde ondernemingen / opbrengsten (metaal niet inbegrepen).
Recurrent nettoresultaat, aandeel van de Groep / gemiddeld aantal uitstaande aandelen.
Recurrente EBIT / gemiddeld aangewend kapitaal.
Netto fi nanciële schuld / (Netto fi nanciële schuld + eigen vermogen).
Uitgegeven aandelen – eigen aandelen.
Nettoresultaat, aandeel van de Groep / gemiddeld aantal uitstaande aandelen.
Nettoresultaat, aandeel van de Groep / (gemiddeld aantal uitstaande aandelen + aantal mogelijke nieuwe aandelen die uitgegeven moeten worden in het kader van de bestaande aandelenoptieplannen x verwateringseffect van de aandelenoptieplannen).
Bovenstaande fi nanciële defi nities betreffen prestatie-indicatoren die niet gelinkt zijn met IFRS, behalve 'Winst per aandeel, basisberekening' en 'Winst per aandeel, na verwateringseffect'.
Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer – inclusief interne en externe opleiding en opleiding op de werkvloer. Opleiding op de werkvloer kan het aantal uren inhouden wanneer iemand wordt opgeleid op de werkvloer, zonder dat deze volledig productief is. Het totale aantal opleidingsuren wordt gedeeld door het personeelsbestand.
Specifi eke methodologie van Umicore om de duurzaamheid van de eigen producten en diensten te beoordelen. APS gebruikt een tool van 58 voorgeformatteerde vragen en antwoorden met scores en gewichtfactoren, georganiseerd rond acht thema's.
De variatie tussen levende organismen uit alle bronnen, waaronder land, zee en andere aquatische ecosystemen, alsook de ecologische complexen waar zij deel van uitmaken; met inbegrip van diversiteit binnen de soorten, tussen soorten onderling en van ecosystemen.
Stof of metaboliet gemeten in biologische vloeistoffen (bv. bloed) om de interne lichaamsblootstelling te meten.
De zes gassen die in het Kyotoprotocol zijn opgenomen: koolstofdioxide (CO2 ), methaan (CH4 ), stikstofoxide (N2 O), gefl uoreerde koolwaterstoffen (HFK), perfl uorkoolwaterstoffen (PFK) en zwavelhexafl uoride (SF6 ).
Indirecte maatstaf van de hoeveelheid natuurlijke vervuiling die niet biologisch geoxideerd kan worden in een waterstaal.
De universele meeteenheid om het globale opwarmingspotentieel (GWP) van elk van de zes broeikasgassen weer te geven, uitgedrukt in GWP van één eenheid kooldioxide. Ze wordt gebruikt om de emissies (of het voorkomen van emissies) van verschillende broeikasgassen te evalueren ten opzichte van een gemeenschappelijke basis.
Erts of metaal afgescheiden van erts- of metaalhoudend gesteente of aarde.
Delfstoffen die worden ontgonnen in een context van gewapende confl icten of schendingen van mensenrechten en waar de Dodd-Frank Act (cf. hoger) betrekking op heeft; dit geldt in het bijzonder voor goud, tin, wolfram en tantalium.
The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO) is een organisatie van de private sector die op vrijwillige basis werkt. Zij heeft een gemeenschappelijk intern controlemodel opgezet waaraan bedrijven en organisaties hun controlesystemen kunnen toetsen.
Een bepaalde set gegevens over de fysische, chemische en toxicologische eigenschappen van een product.
Eenheid van geluidsniveau.
Environment, health & safety (milieu, gezondheid en veiligheid).
Aantal verletdagen door arbeids ongevallen per duizend werkuren. Ongevallen op de weg van en naar het werk worden niet meegerekend.
Aantal arbeidsongevallen met verlet per miljoen werkuren. Ongevallen op de weg van en naar het werk worden niet meegerekend.
Een proces dat gebruik maakt van controleapparatuur rond luchtverontreiniging om bepaalde deeltjes en/of gassen te verwijderen uit industriële uitstootstromen.
Een factor die de stralingsimpact (schade aan de atmosfeer) beschrijft van één eenheid van een bepaald broeikasgas ten opzichte van één eenheid CO2 .
Specifi catie voor milieubeheersystemen van de International Standards Organisation (ref. ISO).
Het protocol van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). Het vraagt van de landen die in Bijlage B zijn opgenomen (ontwikkelde landen) in de periode 2008–12 om doelstellingen te behalen voor het verminderen van hun broeikasgasemissies ten opzichte van hun emissies in 1990.
Analyse van de som van de effecten van een product (bv. broeikasgasemissies) bij elke stap in zijn levenscyclus, inclusief de winning van de grondstoffen, de productie, het gebruik en het verwijderen van afval.
Eenheid voor het metaalgehalte in het bloed.
Eenheid voor het metaalgehalte in urine.
'Occupational Health and Safety Assessment Series': een beheersysteem voor veiligheid en gezondheid op het werk.
Een ongeval dat leidt tot het verlies van minstens één arbeidsdag.
Een resultaat van een biologische monitoringanalyse dat de (interne) drempelwaarde overschrijdt.
Uitgedrukt in termen van vrijwillige ontslagen: het aantal werknemers dat uit eigen beweging het bedrijf verlaat (exclusief ontslagen, pensioen en einde van contracten van bepaalde duur). Dit aantal wordt gerelateerd aan het totale personeelsbestand.
Letterwoord, te vertalen als 'verwachte effectloze concentraties', dat aanduidt dat de concentratie van een chemische stof geen te verwachten effect heeft op het milieu.
Emissies die worden gegenereerd bij productieprocessen, zoals CO2 dat ontstaat uit de ontbinding van calciumcarbonaat (CaCO3 ).
Veiligheid met betrekking tot het gebruik en de opslag van gevaarlijke chemische stoffen die een bedreiging kunnen vormen voor werknemers, buurtbewoners en het leefmilieu.
'Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische Stoffen', nieuw EU-beleid inzake chemische stoffen.
Materialen die hun eerste levenscyclus beëindigd hebben en via recyclage herverwerkt zullen worden waardoor een tweede, derde... levenscyclus wordt ingezet.
Een letsel als gevolg van een arbeidsongeval waarvoor meer dan één verzorging nodig is of dat leidt tot een aangepast arbeidsprogramma maar exclusief ongevallen met werkverlet.
De evaluatie van risico's uitgaande van bestaande stoffen voor de mens, zowel werknemers als consumenten, en het milieu, met het oog op een beter risicobeheer.
Een geavanceerd programma van training en vaardigheidsontwikkeling rond veiligheidsbewustzijn.
Scope 1 CO2 e-emissies: de directe broeikasgasemissies van een rapporterende organisatie.
Scope 2 CO2 e-emissies: de broeikasgasemissies van een rapporterende organisatie gerelateerd aan de productie van elektriciteit/verwarming/koeling, perslucht of stoom die voor eigen gebruik worden aangekocht.
Scope 3 CO2 e-emissies: de indirecte broeikasgasemissies van een rapporterende organisatie, exclusief de emissies die zijn opgenomen in Scope 2.
Nevenproducten van primaire materiaalstromen.
Umicore werknemers met een tijdelijk contract. Ze worden niet beschouwd als onderdeel van het vaste personeelsbestand maar worden wel opgenomen in het totale personeelsbestand.
Een stof die wordt geproduceerd voor, en gebruikt of verbruikt bij chemische processen om ze te transformeren tot een andere stof.
Aantal werknemers die het bedrijf vrijwillig verlaten (exclusief afvloeiingen, pensionering en het beëindigen van een vast contract). Dit cijfer is verbonden met het totale personeelsbestand.
Het gebruik van warmte om elektriciteit te genereren.
| Referentie | Indicator | Pagina in het jaarverslag 2014 |
|---|---|---|
| Algemeen | ||
| Strategie en analyse | ||
| 1.1 1.2 |
Verklaring van de Gedelegeerd Bestuurder en de Voorzitter Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico's en mogelijkheden 6-7; 3; 4; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G18 |
6-7 |
| Organisatieprofi el | ||
| 2.1 | Naam van de organisatie | Omslag |
| 2.2 | Voornaamste merken, producten en diensten | 1; 3; 5; 8-13; 28; 32; 36; 40 |
| 2.3 | Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van | 1; 3-5; 28; 32; 36; 40; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G2; |
| divisies, werkmaatschappijen, dochterondernemingen en | Economische en fi nanciële toelichtingen: F5, F17 | |
| samenwerkingsverbanden | ||
| 2.4 | Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie | Binnenomslag achterkant; achterkant |
| 2.5 | Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen van landen met grootschalige activiteiten |
5; Sociale verklaringen: S2 |
| 2.6 | Eigendomsstructuur en de rechtsvorm | Binnenomslag achterkant |
| 2.7 | Afzetmarkten | 1-3; 5; 8-13; 28-43 |
| 2.8 | Omvang van de verslaggevende organisatie | 4-5; Sociale verklaringen: S2; Economische en fi nanciële toelichtingen: geconsolideerde balans |
| 2.9 | Signifi cante veranderingen wat betreft omvang, structuur of eigendom |
4-5; Sociale verklaringen: S2; Economische en fi nanciële toelichtingen: geconsolideerde balans |
| 2.10 | Onderscheidingen toegekend in 2014 | 13; 16; 43; Sociale verklaringen: S4 |
| Verslagparameters | ||
| 3.1 | Verslagperiode | Omslag; binnenomslag; 196; Milieuverklaringen: E2 |
| 3.2 3.3 |
Datum van het meest recente verslag Verslaggevingscyclus |
Jaarverslagen: http://annualreport.umicore.com/home/ Omslag; binnenomslag; Jaarverslagen: |
| http://annualreport.umicore.com/home/ | ||
| 3.4 | Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan | Binnenomslag achterkant; |
| Algemeen: [email protected]; | ||
| Financieel: [email protected]; | ||
| Sociale: [email protected]; | ||
| Milieu: [email protected]; | ||
| 3.5 | Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag | 196; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: relaties met de belanghebbenden |
| 3.6 | Afbakening van het verslag | 196; Sociale verklaringen: S1, S8, S9, S10; |
| Milieuverklaringen: E1, E3, E8, E9 | ||
| 3.7 | Vermelding eventuele specifi eke beperkingen voor de | 196; Sociale verklaringen: S1, S8, S9, S10; |
| reikwijdte of afbakening van het verslag | Milieuverklaringen: E1, E3, E8, E9 | |
| 3.8 | Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden en | 196; Sociale verklaringen: S1; Milieuverklaringen: E1; |
| dochterondernemingen | Economische en fi nanciële toelichtingen: F17; Verklaring inzake | |
| 3.9 | deugdelijk bestuur: G24 | |
| De technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen |
196; Sociale verklaringen: S1-S10; Milieuverklaringen: E1-E10; Economische en fi nanciële toelichtingen: F1 |
|
| 3.10 | Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen | 196; Sociale verklaringen: S1, S9, S10; Milieuverklaringen: E1; |
| van eerder verstrekte informatie en de reden voor deze | Algemene beleidsaanpak: http://annualreport.umicore.com/ | |
| herformuleringen | management-review/group-review/management-approach/ | |
| Referentie | Indicator | Pagina in het jaarverslag 2014 |
|---|---|---|
| 3.11 | Signifi cante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperi odes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of meetmethoden |
196; Sociale verklaringen: S1, S8, S9, S10; Milieuverklaringen: E1, E2, E3 |
| 3.12 | GRI Index | 196; Deze pagina |
| 3.13 | Betrekken van externe assurance | 196; Algemene beleidsaanpak: http://annualreport.umicore.com/ |
| management-review/group-review/management-approach/ | ||
| general-approach/; Controle en naleving: | ||
| http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/toezicht/ | ||
| Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid | ||
| 4.1 | De bestuursstructuur van de organisatie | Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G2, G4, G5; |
| Algemene beleidsaanpak: http://annualreport.umicore.com/ | ||
| management-review/group-review/management-approach/ | ||
| 4.2 | Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam | 180; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G2 |
| eveneens een leidinggevende functie heeft | ||
| 4.3 | Aantal en genderverdeling van de leden van de Raad van | 180-181; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G2, G4 |
| Bestuur en hun status met betrekking tot onafhankelijkheid en | ||
| 4.4 | een uitvoerend/niet-uitvoerend mandaat Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers de |
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G3, G9, G10, G11, G21; |
| gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan de Raad | Deugdelijk Bestuur Handvest en Gedragscode: | |
| van Bestuur | http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/ | |
| 4.5 | Koppeling tussen vergoedingen en de prestaties van de | Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G12-G15; |
| organisatie (met inbegrip van sociale en milieu-gerelateerde | Deugdelijk Bestuur Handvest en Gedragscode: | |
| prestaties) | http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/ | |
| 4.6 | Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt | Verklaring inzake deugdelijk bestuur:G7, G9-G11; |
| dat strijdige belangen worden vermeden | Deugdelijk Bestuur Handvest en Gedragscode: http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/ |
|
| 4.7 | Proces voor het bepalen van de kwalifi caties en expertise van | Deugdelijk Bestuur Handvest: |
| de leden van het hoogste bestuurslichaam | http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/ | |
| corporate-governance-charter/ | ||
| 4.8 | Interne richtlijnen en beleidslijnen | Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G1, G9; The Umicore Way: |
| http://www.umicore.com/en/vision/values/#materialsforabetter | ||
| life; Deugdelijk Bestuur Handvest en Gedragscode: | ||
| http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/ | ||
| 4.9 4.10 |
Processen om risico's en opportuniteiten te identifi ceren Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van |
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G16-G18 Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G4, G5; Deugdelijk Bestuur |
| de Raad van Bestuur | Handvest: http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/ | |
| corporate-governance-charter/ | ||
| 4.11 | Toelichting over de toepassing van het voorzorgsprincipe | Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G16, G18 |
| 4.12 | Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en | COSO; OECD Richtlijnen; ILO Human Rights; Responsible Care; SRI; |
| sociale handvesten, principes of andere initiatieven die de | FTSE; PACI; GRI | |
| organisatie onderschrijft | ||
| 4.13 | Lidmaatschap van industriële verenigingen | Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25 |
| 4.14 | Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft betrokken |
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G19-G26 |
| 4.15 | Basis voor de inventarisatie en selectie van belanghebbenden | Verklaring inzake deugdelijk bestuur: relaties met de belanghebben |
| den, G19-G26; Aanpak betrokkenheid belanghebbenden: | ||
| http://www.umicore.com/en/vision/our-vision/sustainability/ | ||
| 4.16 | Benadering van het betrekken van belanghebbenden, | Verklaring inzake deugdelijk bestuur: relaties met de belanghebben |
| waaronder de frequentie ervan | den, G19 - G26; Aanpak betrokkenheid belanghebbenden: | |
| http://www.umicore.com/en/vision/our-vision/sustainability/ | ||
| 192 | GRI Index | |
|---|---|---|
| Umicore Jaarverslag 2014 | ||
| Referentie | Indicator | Pagina in het jaarverslag 2014 |
| 4.17 | Voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en hoe de organisatie hierop heeft gereageerd, onder meer via haar verslaggeving |
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: relaties met de belanghebben den; Algemene beleidsaanpak: http://annualreport.umicore.com/ management-review/group-review/management-approach/ general-approach/; Aanpak betrokkenheid belanghebbenden: http://www.umicore.com/en/vision/our-vision/sustainability/ |
| Managementbenadering | ||
| 5 | Managementbenadering: http://annualreport.umicore.com/ | |
| Economische prestatie-indicatoren | management-review/group-review/management-approach/ | |
| Economische prestatie | ||
| EC1 (KERN) | Economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd | 4-5; 8-13; 28-43; Economische en fi nanciële toelichtingen: F8, F9, F39; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G26 |
| EC2 (KERN) | Financiële implicaties en andere risico's en mogelijkheden | 20-21; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G18; |
| voor de activiteiten van de organisatie als gevolg van klimaatverandering |
Milieubeleidsaanpak: http://annualreport.umicore.com/manage ment-review/group-review/management-approach/ environment/ |
|
| Approach/; The Umicore Way: http://www.umicore.com/en/vision/ | ||
| EC3 (KERN) | Dekking van de verplichtingen in verband met het vastgestelde | values/#materialsforabetterlife Economische en fi nanciële toelichtingen: F27 |
| uitkeringenplan van de organisatie | ||
| EC4 (KERN) | Signifi cante fi nanciële steun van de overheid | Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25 |
| Indirecte economische effecten | ||
| EC8 (KERN) | Ontwikkeling en gevolgen van investeringen ten behoeve van het algemeen nut |
4; 25-27; Sociale verklaringen: S5; Milieuverklaringen: E8; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25 |
| Milieuprestatie-indicatoren | ||
| Materialen EN2 (KERN) |
Percentage van de gebruikte materialen dat bestaat uit afval | 5; Milieuverklaringen: E6 |
| uit externe bronnen | ||
| Energie | ||
| EN3 (KERN) | Direct energieverbruik door primaire energiebron | Milieuverklaringen: E4 |
| EN4 (KERN) EN5 (OVERIGE) |
Indirect energieverbruik door primaire bron Energie die bespaard is door besparingen en |
Milieuverklaringen: E4 Milieuverklaringen: E4 |
| effi ciëntieverbeteringen | ||
| EN6 (OVERIGE) | Initiatieven ten behoeve van energie-effi ciënte of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten |
10-12; 20-22; 32-34; Milieuverklaringen: E4; Umicore's positie verklaringen over de vermindering van haar CO2-voetafdruk: |
| http://annualreport.umicore.com/management-review/group | ||
| review/management-approach/ environment/positionStatements/ | ||
| EN7 (OVERIGE) | Initiatieven ter verlaging van het indirecte energieverbruik | carbonReduction.htm (indicator gedeeltelijk gerapporteerd) 20-22; Sociale verklaringen: S8; Umicore's positieverklaringen over |
| en reeds gerealiseerde verlaging | de vermindering van haar CO2 voetdruk: http://annualreport. | |
| umicore.com/management-review/group-review/management approach/ environment/positionStatements/carbonReduction.htm |
||
| (indicator gedeeltelijk gerapporteerd) | ||
| Water | ||
| EN8 (KERN) | Totale wateronttrekking per bron | Milieuverklaringen: E5 |
| Biodiversiteit | ||
| EN11 (KERN) | Locatie en oppervlakte van land in of aangrenzend aan | Milieuverklaringen: E10 (indicator gedeeltelijk gerapporteerd) |
| beschermde gebieden en gebieden met hoge biodiversiteitswaarde buiten de beschermde gebieden |
||
| Referentie | Indicator | Pagina in het jaarverslag 2014 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| EN16 (KERN) | Luchtemissies, afvalwater en afvalstoffen Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen |
Milieuverklaringen statements: E3 | |||
| naar gewicht | |||||
| EN17 (KERN) | Andere relevante indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht |
Milieuverklaringen statements: E3 | |||
| EN18 (OVERIGE) | Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen |
20-21; 30; 35; 38; 42-43; Milieuverklaringen: E3 | |||
| EN20 (KERN) | NOx , SOx en andere signifi cante luchtemissies naar type en gewicht |
Milieuverklaringen: E2 | |||
| EN21 (KERN) | Totale waterafvoer naar kwaliteit en bestemming | Milieuverklaringen: E2 | |||
| EN22 (KERN) | Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode | Milieuverklaringen: E7 | |||
| Producten en diensten EN26 (KERN) |
Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van | 20-23; 30-31; 35; 38; 42-43; Milieuverklaringen: E2, E6 (indicator | |||
| producten en diensten Arbeidsomstandigheden en indicatoren voor volwaardig werk |
gedeeltelijk gerapporteerd) | ||||
| Werkgelegenheid | |||||
| LA1 (KERN) | Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio |
4-5; Sociale verklaringen: S2 | |||
| LA2 (KERN) | Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop | 4-5; 16; 19; Sociale verklaringen: S4 | |||
| Verhouding tussen werkgever en werknemer | |||||
| LA4 (KERN) | Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt |
Sociale verklaringen: S6 | |||
| LA7 (KERN) | Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio |
4; 14-15; 18; 29-30; 33-35; 37-38; 41-42; Sociale verklaringen: S9, S10 (indicator gedeeltelijk gerapporteerd) |
|||
| LA9 (OVERIGE) | Gezondheids-en veiligheidstopics vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden |
19; Sociale verklaringen: S6; Duurzaam Ontwikkelingsakkoord: http://annualreport.umicore.com/management-review/ group-review/management-approach/ social/sustDevAgreement/ 2011SDAgreement.pdf |
|||
| Opleiding en onderwijs LA10 (KERN) |
Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt | 4; 15-16; Sociale verklaringen: S3 | |||
| aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie | |||||
| LA12 (OVERIGE) | Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht om trent prestatie- en loopbaanontwikkeling |
16; Sociale verklaringen: S3 (indicator gedeeltelijk gerapporteerd) | |||
| Diversiteit en kansen | |||||
| LA13 (KERN) | Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en andere indicatoren van diversiteit |
180-183; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G4, G5; Sociale verklaringen: S2. Minderheden worden niet geïdentifi ceerd omdat het verboden is in bepaalde landen waar Umicore werkzaam is vragen te stellen omtrent dit onderwerp (bv. U.S.A en Frankrijk) |
|||
| Mensenrechten | |||||
| Investerings- en inkoopbeleid HR2 (KERN) |
Percentage belangrijke leveranciers, onderaannemers en zakenpartners die getoetst zijn op naleving van de |
24-25; Sociale verklaringen: S8; Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G18 |
|||
| HR3 (KERN) | mensenrechten en op getroffen maatregelen Percentage van en totaal aantal aanmerkelijke investeringsovereenkomsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen of waarvan de naleving van de mensenrechten is getoetst |
15-16; Sociale verklaringen: S8; Alle medewerkers krijgen informele training over de Gedragscode: http://www.umicore.com/nl/ deugdelijk-bestuur/gedragscode/ |
| 194 | GRI Index |
|---|---|
| ----- | ----------- |
| Referentie | Indicator | Pagina in het jaarverslag 2014 |
|---|---|---|
| HR5 (KERN) | Vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen Activiteiten waarvan is vastgesteld dat daarbij een aanzienlijk risico zou kunnen gelden voor het recht op de uitoefening van de vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen, alsmede de maatregelen die zijn getroffen ter ondersteuning van deze rechten |
Sociale verklaringen: S6, S8; Duurzame Ontwikkelingsakkoord: http://annualreport.umicore.com/management-review/ group-review/management-approach/ social/sustDevAgreement/ 2011SDAgreement.pdf |
| Kinderarbeid | ||
| HR6 (KERN) | Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van kinderarbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van kinderarbeid |
Sociale verklaringen: S6, S8; Duurzame ontwikkelingsakkoord: http://annualreport.umicore.com/management-review/ group-review/management-approach/ social/sustDevAgreement/ 2011SDAgreement.pdf |
| Gedwongen en verplichte arbeid | ||
| HR7 (KERN) | Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van gedwongen of verplichte arbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van gedwongen of verplichte arbeid |
Sociale verklaringen: S6, S8; Duurzaam ontwikkelingsakkoord: http://annualreport.umicore.com/management-review/ group-review/management-approach/ social/sustDevAgreement/ 2011SDAgreement.pdf |
| Maatschappij | ||
| Gemeenschap SO1 (KERN) |
Percentage van activiteiten met ingevoerde engagementen | 25-27; Sociale verklaringen: S5 |
| ten aanzien van de lokale gemeenschap, impactanalyses en ontwikkelingsprogramma's |
||
| Corruptie | ||
| SO2 (KERN) | Percentage van en totaal aantal bedrijfseenheden geanalyseerd op corruptiegerelateerde risico's |
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G15; G24; Umicore is ondertekenaar van PACI |
| SO3 (KERN) | Percentage van het personeel dat training in anticorruptiebeleid en -procedures van de organisatie heeft gevolgd |
Alle medewerkers ontvangen informele training over de Gedragscode: http://www.umicore.com/nl/deugdelijk-bestuur/ gedragscode/ |
| Publiek beleid | ||
| SO5 (KERN) | Standpunten betreffende publiek beleid en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen |
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25 |
| SO6 (OVERIGE) | Totale waarde van fi nanciële en in-naturabijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen |
Verklaring inzake deugdelijk bestuur: G25 |
| Productverantwoordelijkheid | ||
| Gezondheid en veiligheid van consumenten | ||
| PR1 (KERN) | Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld met het oog op verbetering en het percentage van belangrijke product- en dienstencategorieën die aan dergelijke procedures onderhevig zijn |
22-23; Milieuverklaringen: E6 (indicator gedeeltelijk gerapporteerd) |
| Etikettering van producten en diensten | ||
| PR3 (KERN) | Type informatie over producten en diensten dat verplicht wordt gesteld door procedures en het percentage van belangrijke producten en diensten die onderhevig zijn aan dergelijke informatie-eisen |
22-23; Milieuverklaringen: E6 |
| Notities 195 |
|
|---|---|
| Umicore $\Big $ Jaarverslag 2014 | |
| Notities | |
Het Jaarverslag 2014 van Umicore bevat een uitgebreid en geïntegreerd overzicht van de economische, fi nanciële, sociale en milieuprestaties in 2014.
Het verslag bestaat uit twee delen: de terugblik door het management en de verklaringen. Het deel waar het management terugblikt (pagina 1 tot 43) bevat een inleiding tot Umicore en zoemt in op de belangrijkste prestaties van 2014 met betrekking tot het strategisch plan Vision 2015. Het deel met de verklaringen (pagina 44 tot 196) bevat alle economische, fi nanciële, sociale, milieu- en governanceverklaringen en de toelichtingen. Alle elementen van het Jaarverslag 2014 kunnen worden geraadpleegd in het online reporting centre van Umicore op http://annualreport.umicore. com/.
Eén van de belangrijkste doelstellingen van het Jaarverslag van Umicore bestaat erin een overzicht te geven van de strategische benadering van de onderneming – Vision 2015 – waarin specifi eke economische, sociale en milieudoelstellingen zijn opgenomen. Umicore streeft ernaar geïntegreerd te rapporteren over haar economische, sociale en milieuresultaten. Deze benadering van rapporteren werd op punt gesteld na een periode van overleg met de interne en externe belanghebbenden tussen 2009 en 2011 en is geïnspireerd op het concept 'integrated reporting' dat door de International Integrated Reporting Council werd ontwikkeld.
Globaal heeft het Jaarverslag 2014 van Umicore betrekking op de activiteiten in het boek-/kalenderjaar 2014. Er werden geen belangrijke wijzigingen aan de reikwijdte aangebracht in 2014. Dit verslag bespreekt het vierde jaar waarin Umicore haar vorderingen rapporteert ten opzichte van de Vision 2015 doelstellingen. Het deel van het verslag met de verklaringen, bevat alle doelstellingen en een korte beschrijving van de methodologie die voor alle sleutelprestatie- indicatoren werd toegepast. Daar waar data voorhanden is, worden prestatie-indicatoren in het document gerapporteerd ten opzichte van een periode van vijf jaar die teruggaat tot 2010.
De economische reikwijdte van het verslag omvat alle volledig geconsolideerde activiteiten. Daarnaast zijn ook de fi nanciële bijdragen van alle geassocieerde ondernemingen en joint venture bedrijven in de fi nanciële rapportering opgenomen. De scope van de sociale en milieu-elementen van het verslag is beperkt tot de volledig geconsolideerde entiteiten – elke afwijking van deze reikwijdte wordt in het overeenkomstige hoofdstuk of in de toelichting in het verslag uitgelegd.
De gegevens voor de economische en fi nanciële elementen van het verslag worden ingezameld via het fi nanciële beheers- en consolidatieproces. De milieu- en sociale gegevens worden ingezameld via milieu- en sociale datamanagementsystemen en samen met de economische en fi nanciële gegevens geïntegreerd in een centrale rapporteringstool.
Dit verslag werd onafhankelijk gecontroleerd door PwC Bedrijfsrevisoren/ Reviseurs d'Entreprises (PwC). De audit van de fi nanciële informatie door PwC is gebaseerd op de volledige IFRS geconsolideerde fi nanciële rekeningen waarover PwC een goedkeurend oordeel heeft uitgesproken. Deze volledige IFRS geconsolideerde fi nanciële rekeningen en het verslag van de bedrijfsrevisor werden in het verslag opgenomen op pagina 52 tot 123 en 184. De sociale en milieu-informatie in dit document is samengesteld op basis van de zelfde erkennings- en meetprincipes gebruikt voor de sociale en milieuresultaten die u vindt op pagina 125 tot 153 van het volledige Jaarverslag. Het onafhankelijke auditverslag van PwC over de sociale en milieuresultaten vindt u op pagina 185 van het Jaarverslag.
Het verslag rapporteert op het B+ niveau van het Global Reporting Initiative (GRI). U vindt een volledige GRI-index op pagina 190 - 194. Het Global Reporting Initiative (GRI) is een netwerkorganisatie die een pioniersrol heeft vervuld in de ontwikkeling van het wereldwijd meest gebruikte kader voor rapportering over duurzaamheid. Het beschrijft de principes en de prestatie-indicatoren beschrijft die organisaties kunnen gebruiken om hun economische, sociale en milieuprestaties te meten en te rapporteren.
Umicore wil haar rapportering verbeteren via een permanent proces van betrokkenheid van en dialoog met haar belanghebbenden. De belangrijkste sociale elementen van het verslag worden aan de internationale vakbonden voorgelegd tijdens het gezamenlijke monitoringcomité in maart en het volledige document wordt aan de aandeelhouders gepresenteerd op de Jaarlijkse Algemene Vergadering eind april. Umicore verbindt zich er ook toe om in de opeenvolgende rapporteringcycli rekening te houden met alle te verbeteren punten die de bedrijfsrevisor (PwC) aanbeveelt. Algemene feedback van de lezers wordt aangemoedigd door de gedrukte en de online versies van het verslag (zie de pagina hiernaast voor meer details).
De overige bijkomende informatie bevat een overzicht van de benadering van Umicore voor het economische, sociale en milieubeheer. Deze elementen werden gepubliceerd op de website van Umicore (http://annualreport.umicore.com/management-review/group-review/ management-approach/) en dienen als een onderdeel van dit verslag te worden beschouwd.
Algemene vergadering van aandeelhouders (fi nancieel jaar 2014) Kwartaalupdate eerste kwartaal 2015
Aandeel zonder dividend verhandeld
31 juli 2015 Resultaten eerste jaarhelft 2015
22 october 2015 Kwartaalupdate derde kwartaal 2015
Tim Weekes Telefoon: +32 2 227 73 98 E-mail: [email protected]
Evelien Goovaerts Telefoon: +32 2 227 78 38 E-mail: [email protected]
Mark Dolfyn Telefoon: +32 2 227 73 22 E-mail: [email protected]
Bert Swennen Telefoon: +32 2 227 74 45 E-mail: [email protected]
Dit jaarverslag is eveneens beschikbaar in het Frans en het Engels.
Dit jaarverslag kan gedownload worden op de website http://annualreport.umicore.com
Broekstraat 31, B-1000 Brussel – België Telefoon: +32 2 227 71 11 Fax: +32 2 227 79 00 Internet: www.umicore.com E-mail: [email protected] Ondernemingsnummer: 0401574852 BTW-nummer: BE 0401 574 852
Umicore Group Communications Tim Weekes Telefoon: +32 2 227 73 98 E-mail: [email protected] Concept & realisaties
The Crew - www.thecrewcommunication.com
Dimitri Lowette, Jean-Michel Byl, Shutterstock, Umicore, White House Photo Offi ce – Pete Souza (pg. 25).
Umicore Naamloze Vennootschap Broekstraat 31 B-1000 Brussel, België
Tel: +32 2 227 71 11 Fax: +32 2 227 79 00 E-mail: [email protected] www.umicore.com
BTW: BE 0401 574 852 Ondernemingnummer: 0401574852 Maatschappelijke zetel: Broekstraat 31 B-1000 Brussel - België
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.