Audit Report / Information • Apr 18, 2025
Audit Report / Information
Open in ViewerOpens in native device viewer

TINC NV
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (Geconsolideerde jaarrekening)
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van TINC NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt een geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 15 mei 2024, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2026 Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep uitgevoerd voor de eerste maal dit boekjaar.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2024 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, waarvan het totaal van de geconsolideerde balans 514.657.485 EUR bedraagt en waarvan het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten afsluit met een winst van het boekjaar van 42.491.060 EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de Groep op 31 december 2024 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag.
BDO Bedrijfsrevisoren BV / BTW BE 0431.088.289 / RPR Brussel BDO Réviseurs d'Entreprises SRL / TVA BE 0431.088.289 / RPM Bruxelles
BDO Bedrijfsrevisoren - BDO Réviseurs d'Entreprises BV/SRL, a company under Belgian law in the form of a private limited liability company, is a member of BDO International Limited, a UK company limited by guarantee, and forms part of the international BDO network of independent member firms. BDO is the brand name for the BDO network and for each of the BDO Member Firms.

Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Beschrijving van het kernpunt Als investeringsmaatschappij neemt TINC NV belangen in vennootschappen die actief zijn in het realiseren en uitbaten van infrastructuurprojecten. Deze worden gewaardeerd tegen reële waarde en gepresenteerd onder de post "investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening" van de geconsolideerde balans voor een bedrag van 512.070.034 EUR, goed voor 99% van het geconsolideerde balanstotaal.
Zoals beschreven in toelichting 7 van de geconsolideerde jaarrekening worden de financiële vaste activa gewaardeerd in overeenstemming met IFRS 10 aan reële waarde. De vaststelling van de reële waarde gebeurt op basis van inschattingen van het management. Wijzigingen in de onderliggende assumpties en inschattingen zouden kunnen leiden tot een significante verandering inzake de reële waarde.
De huidige volatiele socio-economische situatie veroorzaakt onzekerheid in de markt omtrent de huidige en toekomstige prestaties van bedrijven, wat eveneens kan leiden tot een verhoogde volatiliteit in toekomstige kasstromen. Hierdoor verhoogt het risico op een significante afwijking inzake de reële waarde.
Wij zijn van oordeel dat de waardering van de post "investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening " een kernonderdeel vormt van onze controle, niet alleen vanwege het belang ervan in de geconsolideerde jaarrekening, maar ook rekening houdend met:
Met betrekking tot voormeld kernpunt hebben wij volgende
controlewerkzaamheden uitgevoerd:

De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2023 werd door een andere commissaris gecontroleerd die op 5 maart 2024 een oordeel zonder voorbehoud over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking heeft gebracht.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de IFRS
Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk,
TINC NV:
de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
• het identificeren en inschatten van de risico's dat de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken.
Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening met inbegrip van de duurzaamheidsinformatie en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (herziene versie 2025 in ontwerp) bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, en verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle,
TINC NV:

of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Wij hebben ook, overeenkomstig de Ontwerpnorm van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren inzake de controle van de overeenstemming van het jaarrapport met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de
Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna "Gedelegeerde Verordening") en met het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarrapport, in overeenstemming met de ESEF-vereisten, met inbegrip van de geconsolideerde jaarrekening in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde jaarrekening").
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat van het jaarrapport en de markeertaal XBRL van de digitale geconsolideerde jaarrekening in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening en het koninklijk besluit van 14 november 2007.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het digitale formaat van het jaarrapport en de markering van informatie in de officiële versie van de geconsolideerde jaarrekening opgenomen in het jaarrapport van TINC NV per 31 december 2024 en die beschikbaar zullen zijn in het Belgische officiële mechanisme voor de opslag van gereglementeerde informatie (STORI) van de FSMA in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEFvereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening en het koninklijk besluit van 14 november 2007.
TINC NV:

• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Antwerpen, 11 maart 2025 Digitally signed by Veerle Catry (Authentication) DN: cn=Veerle Catry (Authentication), c=BE Date: 2025.03.11 19:46:30 +01'00'
BDO Bedrijfsrevisoren BV Commissaris Vertegenwoordigd door Veerle Catry* Bedrijfsrevisor *Optredend voor een vennootschap


| Kerncijfers | 4 | Segmenten | 20 | Duurzaamheid | 104 |
|---|---|---|---|---|---|
| Voorwoord | 8 | Resultaten | 72 | Jaarrekening | 118 |
| Hoogtepunten | 12 | Het aandeel TINC | 86 | ||
| TINC in een oogopslag | 14 | Corporate governance | 87 |

Eigen vermogen (NAV)
506 (in miljoen €)
Reële waarde (FV) portefeuille

Portefeuilleresultaat

Netto-resultaat

Eigen vermogen per aandeel

Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet

Portefeuillerendement
10,84%
Netto-resultaat per aandeel
€ 1,17
4 TINC Jaarverslag 2024



België Nederland Frankrijk Ierland
(in miljoen €)

Gecontracteerde investeringstoezeggingen Portefeuillerendement Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet * geannualiseerd
(in %)

0 5 10 15 20 juni 2015 juni 2016 (18m) juni 2017 juni 2018 juni 2019 juni 2020 juni 2021 juni 2022 dec 2023 (18m) dec 2024 0,95 4,35 11 12,14 12,87 13,59 14,20 15,04 15,72 17,11 3,51 2,97 2,45 1,94 1,44 11,67 0,47 11,57 18,28 13,93 11 11,57 12,26 11,67 11,92 12,15 12,59 12,75 13,60
(in eurocent)

NAV per aandeel Gecumuleerde uitkering Uitkering per aandeel Netto-resultaat per aandeel Pay-out ratio
6 TINC Jaarverslag 2024
| Kerncijfers (in '000 €) | jun 2020 | jun 2021 | jun 2022 | dec 2023* | dec 2024 |
|---|---|---|---|---|---|
| Marktkapitalisatie | 469.091 | 454.545 | 478.545 | 427.273 | 400.727 |
| Eigen vermogen (NAV) | 445.697 | 457.863 | 463.624 | 494.596 | 506.422 |
| Reële waarde portefeuille (FV) | 340.317 | 396.890 | 415.437 | 468.357 | 512.070 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,82% | 7,59% | 7,81% | 8,10% | 8,40% |
| Netto kaspositie/(schuldpositie) | 103.269 | 60.257 | 48.436 | 27.365 | -6.010 |
| Investeringen | 86.077 | 47.871 | 23.951 | 117.444 | 37.785 |
| Investeringstoezeggingen | 107.000 | 10.320 | 62.300 | 171.497 | 141.273 |
| Portefeuilleresultaat | 22.503 | 36.479 | 30.444 | 61.507 | 50.748 |
| Portefeuillerendement | 8,42% | 10,72% | 7,67% | 9,87% | 10,84% |
| Kasontvangsten uit portefeuille | 35.418 | 27.778 | 35.848 | 126.031 | 44.820 |
| Netto resultaat | 17.842 | 31.071 | 24.974 | 50.899 | 42.491 |
| Totale uitkering (voorgesteld) | 18.545 | 18.909 | 19.636 | 30.545 | 21.091 |
| Kostenratio | 0,87% | 0,98% | 1,05% | 1,22% | 1,34% |
| 700 | 680 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 600 | |||||
| 500 | |||||
| 400 | 475 | ||||
| 300 | |||||
| 200 | |||||
| 100 | |||||
| 0 | |||||
| jun 2020 |
jun 2021 |
jun 2022 |
dec 2023* |
dec 2024 |
|
| Cumulatieve investeringen sinds IPO (in m€) | |||||
| Cumulatieve toezeggingen sinds IPO (in m€) |

| * boekjaar van 18 maanden | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| -- | --------------------------- | -- | -- | -- | -- |
| Per aandeel | jun 2020 | jun 2021 | juni 2022 | dec 2023* | dec 2024 |
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal aandelen (einde periode) | 36.363.637 | 36.363.637 | 36.363.637 | 36.363.637 | 36.363.637 |
| NAV per aandeel | 12,26 | 12,59 | 12,75 | 13,60 | 13,93 |
| Netto resultaat per aandeel | 0,55 | 0,85 | 0,69 | 1,40 | 1,17 |
| Uitkering per aandeel (voorgesteld) | 0,51 | 0,52 | 0,54 | 0,84 | 0,58 |
| Pay-out ratio | 92,76% | 60,86% | 78,63% | 60,00% | 49,64% |
| Beurskoers per einde periode | 12,90 | 12,50 | 13,16 | 11,75 | 11,02 |
| Bruto rendement uitkering t.o.v. beurskoers | 3,95% | 4,16% | 4,10% | 4,77% | 5,26% |
| Bruto rendement op eigen vermogen (NAV) | 5,01% | 6,89% | 5,39% | 7,27% | 8,58% |
Met trots presenteren we u het jaarverslag van TINC over het boekjaar 2024, een jaar waarin onze strategische investeringen en operationele inzet opnieuw bekroond werden met voortreffelijke resultaten.
Deze resultaten bekrachtigen ons motto "duurzame waarde creëren door te investeren in de infrastructuur voor de wereld van morgen". Inderdaad, onze investeringen in toekomstgerichte infrastructuur creëren tastbare en duurzame waarde – voor de samenleving én voor onze aandeelhouders. Op basis van dit voortreffelijke resultaat kan TINC voor het achtste jaar op rij de uitkering aan haar aandeelhouders verhogen.
Dit onderlijnt ons vermogen om door middel van doordachte investeringen financieel succes te bereiken met een positieve impact op de toekomst.
TINC legt voor het voorbije boekjaar opnieuw sterke resultaten voor. De spreiding van de portefeuille, met participaties over verschillende segmenten en landen – elk met hun eigen dynamiek – versterkt aantoonbaar de robuustheid van de portefeuille.
Met 50,7 miljoen euro behaalt TINC opnieuw een uitstekend portefeuilleresultaat. Dit resultaat vertaalt zich in een rendement op de portefeuille van 10,8%.
De nettowinst over het voorbije boekjaar bedraagt 42,5 miljoen euro of 1,17 euro per aandeel.
TINC stelt een uitkering aan haar aandeelhouders voor van 0,58 euro per aandeel, een stijging van 3,6% ten opzichte van de vorige uitkering. Dit is een stijging voor het achtste jaar op rij. De uitkering vertegenwoordigt een bruto-rendement van 5,26% op de slotkoers van het aandeel op het einde van het boekjaar. Deze uitkering bedraagt 49,6% van het nettoresultaat en is volledig afgedekt door kasstromen die TINC ontvangt uit haar investeringsportefeuille.
Het investeringsbeleid van TINC is ingebed in vier ingrijpende maatschappelijke evoluties: de overgang naar een koolstofarme samenleving, de verbetering van publieke infrastructuur, de toenemende digitalisering en de groeiende aandacht voor zorg en welzijn. Deze evoluties vormen voor TINC het kader voor investeringen in vier segmenten, met name Publieke Infrastructuur, Energie Infrastructuur, Digitale Infrastructuur en Sociale Infrastructuur.
Het was opnieuw een sterk investeringsjaar met 141,3 miljoen euro aan nieuwe investeringstoezeggingen. De portefeuille groeit met bijkomende toe zeggingen aan drie bestaande participaties (Datacenter United, GlasDraad en De Haan Vakantiehuizen) en aan vier nieuwe participaties (PPS Hortus Conclusus, PPS SPI.R0, het waterbedrijf Azulatis en het groene energiebedrijf Storm Group). Deze investeringstoezeggingen zijn mooi gespreid over de vier segmenten heen, en geven vorm aan de ambitie om in te zetten op de rendabele groei en verdere diversificatie van de portefeuille.
TINC investeerde verder effectief 37,8 miljoen euro in bestaande en nieuwe participaties onder haar investeringstoezeggingen.
TINC verwierf in 2020 een belang van 75% in Datacenter United. Na een aantal overnames is het bedrijf uitgegroeid van een kleine lokale speler tot een gevestigde waarde in het Belgische datacenter landschap met 9 state-of-the-art Tier III/IV datacenters die strategisch gelegen zijn op 8 locaties in Vlaanderen en Brussel, en colocatie diensten aanbieden. Hierbij worden kritieke applicaties en data van bedrijven in optimale omstandigheden gehuisvest in beveiligde server racks. Tijdens het boekjaar heeft TINC een akkoord bereikt om haar belang in Datacenter United af te bouwen tot 50% met een gedeeltelijke verkoop aan Cordiant Digital Infrastructure Limited, een investeerder gespecialiseerd in digitale infrastructuur. Samen met Cordiant zal TINC aan Datacenter United bijkomend kapitaal verschaffen voor de overname van de Belgische datacenteractiviteiten van Proximus waardoor Datacenter United voortaan zal beschikken over 13 datacenters, met een sterkere positie in Brussel en met de mogelijkheid om nog verder uit te breiden op verschillende locaties. Het bedrijf is aldus goed gepositioneerd om in te spelen op de toenemende vraag naar digitale infrastructuur. Met een sterke balans en ambitieuze aandeelhouders bevindt Datacenter United zich in een uitstekende positie om consolidatiekansen te benutten en haar klantenbestand uit te breiden van colocatie naar hyperscale oplossingen.
Deze baanbrekende transactie die werd afgerond op 28 februari 2025 getuigt van de mogelijkheid om vanuit een complexe situatie een waardevolle combinatie te creëren. Hiermee realiseert TINC niet enkel een bovengemiddeld rendement, maar maakt het op deze manier ook middelen vrij voor bijkomende nieuwe investeringen.
De investeringsportefeuille omvat éénendertig participaties op het einde van het boekjaar, een netto aangroei van drie participaties.
De reële waarde van de portefeuille neemt toe met 43,7 miljoen euro tot 512,1 miljoen euro. Deze stijging van 9,3% tegenover het einde van vorig boekjaar is voornamelijk het resultaat van investeringen in bestaande en nieuwe participaties (37,8 miljoen euro), terugbetalingen uit en de verkoop van participaties (13,9 miljoen euro) en een stijging van de reële waarde van de portefeuille (18,0 miljoen euro). De vier segmenten zijn evenwichtig vertegenwoordigd in de reële waarde van de portefeuille met 27% Publieke Infrastructuur, 24% Energie Infrastructuur, 26% Digitale Infrastructuur en 23% Sociale Infrastructuur.
De reële waarde van de portefeuille wordt bepaald door toepassing van een verdisconteringsvoet op de toekomstige kasstromen van elke individuele participatie. De gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet bedraagt 8,40% op het einde van het boekjaar, tegenover 8,10% op het einde van het vorige boekjaar. Deze stijging is het gevolg van wijzigingen in de samenstelling van de investeringsportefeuille, en de toepassing van een meer granulaire benadering in de segmenten Publieke Infrastructuur en Energie Infrastructuur. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de toegenomen volatiliteit van stroomprijzen voor energie participaties, en het afgenomen risico van een mogelijke subsidieknip voor de Vlaamse zonneparken.
TINC ontving 44,8 miljoen euro aan kasstromen uit haar investeringsportefeuille. Dit omvat voornamelijk dividenden en interesten, en kapitaalterugbetalingen door participaties.
Op het einde van het boekjaar heeft TINC voor 205,0 miljoen euro gecontracteerde investeringstoezeggingen uitstaan, die in de periode 2025-2028 effectief uitgevoerd zullen worden. Hiervan is 65,5 miljoen euro toe te kennen aan het segment Publieke Infrastructuur, 30,3 miljoen euro aan het segment Energie Infrastructuur, 73,3 miljoen euro aan het segment Digitale Infrastructuur en 35,9 miljoen euro aan het segment Sociale Infrastructuur.
Door de combinatie van de huidige participaties en de 205 miljoen euro aan uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen evolueert de portefeuille van TINC op termijn tot circa 700 miljoen euro.
Voor de financiering van haar gecontracteerde investeringstoezeggingen maakt TINC gebruik van de kasstromen vanuit haar investeringsportefeuille – waaronder de opbrengst van de eventuele verkoop van participaties – en schuldfinanciering. TINC beschikt over een bankkredietlijn ten belope van 200 miljoen euro die beschikbaar is voor de uitvoering van haar uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen en voor algemene investeringsdoeleinden. Hiervan is nog 193,1 miljoen euro beschikbaar op het einde van het boekjaar. De netto-schuldpositie van TINC bedraagt 6,0 miljoen euro op het einde van het boekjaar.
TINC beschikt eveneens over een Sustainable Finance Framework. Dit kader is specifiek uitgewerkt om schuldfinanciering aan te trekken voor duurzame investeringen binnen de segmenten waarin TINC actief is.
Als investeerder in de infrastructuur voor de wereld van morgen heeft TINC een uitgesproken langetermijnvisie die onlosmakelijk verbonden is met aandacht voor maatschappelijke relevantie en duurzaamheid. TINC streeft ernaar om via haar investeringsbeleid en participaties bij te dragen aan een samenleving die koolstofarm, gezond, verbonden, veilig en welvarend is. Deze visie is uitgewerkt in de duurzaamheidsstrategie van TINC voor de identificatie van nieuwe kansen en het beheer van haar participaties.
In juni 2024 eindigde het mandaat van mevrouw Helga Van Peer als onafhankelijk bestuurder. We danken haar van harte voor haar bijdrage aan de ontwikkeling van TINC. De raad van toezicht is een onafhankelijk en divers samengesteld orgaan dat zeven leden telt op het einde van het boekjaar.
Het voorbije jaar heeft Infravest – een nieuwe 100% dochteronderneming van Gimv – 21,32% van de aandelen van TINC verworven na overname van de aandelen van Belfius en Gimv. Infravest heeft eveneens een akkoord bereikt om het belang van Belfius en Gimv in TDP NV over te nemen in ruil voor nieuwe aandelen Infravest. Tevens heeft Gimv een akkoord gesloten met WorxInvest tot overdracht van de helft van de participatie die Gimv zal aanhouden in Infravest na afronding van de inbreng van TDP NV.
Na het bekomen van de vereiste goedkeuringen, werden deze transacties van kracht op 10 maart, 2025. Deze herschikking versterkt het referentieaandeelhouderschap van TINC en laat toe om de ambitie van TINC om haar portefeuille te verdubbelen mee vorm te geven.

We danken onze aandeelhouders voor het vertrouwen, en kijken de toekomst met vertrouwen tegemoet. Onze robuuste portefeuille en ruime financieringsmogelijkheden zijn een solide basis waarop we de groei van TINC kunnen verderzetten.

Philip Maeyaert Voorzitter Raad van Toezicht

Manu Vandenbulcke
CEO


€ 110 miljoen herfinanciering GlasDraad (NL) Januari 2024
€ 30 miljoen investeringstoezegging aan Storm Group (B) Februari 2024

€ 8 miljoen investeringstoezegging aan Azulatis (B) April 2024
Algemene vergadering TINC gevolgd door € 30,5 miljoen uitkering aan de aandeelhouders Mei 2024


€ 13 miljoen investeringstoezegging aan PPS Hortus Conclusus (B) September 2024
€ 17 miljoen investeringstoezegging aan SPI.R0 (B) Oktober 2024

Strategisch partnerschap voor Datacenter United en de overname van de datacenters van Proximus (B) Oktober 2024

Add-on investering in De Haan Vakantiehuizen voor € 0,8 miljoen (B) December 2024
TINC participeert in bedrijven die actief zijn in het realiseren en uitbaten van infrastructuur. TINC wil duurzame waarde creëren door te investeren in de infrastructuur voor de wereld van morgen.
TINC werd opgericht in 2007 en noteert sedert 12 mei 2015 op Euronext Brussels. Als beursgenoteerde investeringsmaatschappij beschikt TINC over een platform voor de verdere financiering van haar groei. Dit platform is toegankelijk voor zowel particuliere als institutionele beleggers en laat hen toe om op een liquide, transparante en gediversifieerde wijze te beleggen in kapitaalintensieve infrastructuur.
TINC is momenteel actief in België, Nederland, Ierland en Frankrijk, en beoogt een verdere geografische expansie naar andere Europese landen, bij voorkeur via gevestigde en beproefde samenwerkingsverbanden met industriële, operationele of financiële partners.

Corporate Infrastructuur







22- Datacenter United
23- GlasDraad
24- NGE Fibre


TINC investeert in toekomstgerichte Publieke Infrastructuur zoals wegen, sluizen, openbaar vervoer, sociale woningen en detentiecentra. Zij vormen immers de ruggengraat van een goed functionerende, inclusieve en moderne samenleving.
Investeringen in Publieke Infrastructuur nemen doorgaans de vorm aan van een participatie in een publiek-privaat samenwerkingsverband (PPS). Een consortium van zowel industriële als financiële partners ontwerpt, bouwt en financiert Publieke Infrastructuur. Gedurende een contractueel vastgelegde periode wordt het ook door het consortium onderhouden en ter beschikking gesteld van een publieke partner tegen een vergoeding. Op het einde van de overeenkomst wordt de infrastructuur overgedragen aan de publieke partner.
Bij alle projecten gaat het om publiek-private samenwerkingen op basis van beschikbaarheidsvergoedingen, meestal in een DBFM(O)-contractvorm (Design, Build, Finance, Maintain (& Operate)). Dat is een geïntegreerde contractvorm waarbij de opdrachtnemer niet alleen verantwoordelijk is voor de financiering, het ontwerp en de bouw van een object, maar ook voor het onderhoud. Alle aspecten van een project, van ontwerp tot onderhoud, worden samengevoegd en toegewezen aan één enkele partij, wat leidt tot efficiëntere uitvoering van projecten.
Gedurende de looptijd van de overeenkomst ontvangen de PPS-participaties van TINC een vaste vergoeding van publieke overheden voor de beschikbaarheid van de infrastructuur, de beschikbaarheidsvergoeding. Deze vergoeding is niet gekoppeld aan het effectieve gebruik ervan. De periodieke vergoeding dekt de operationele kosten voor het onderhoud van de infrastructuur en de financieringskosten ervan.


De financiering verloopt zowel via vreemd vermogen van kredietverstrekkers als via de inbreng van eigen vermogen door TINC. Dit laatste is een wezenlijk onderdeel van de PPS-structuur. TINC stelt haar partners op deze manier in staat om zich te concentreren op de ontwikkeling, de realisatie en het onderhoud van deze projecten.
TINC houdt de Publieke Infrastructuur aan gedurende de volledige levens cyclus: van ontwikkeling en ontwerp, over de bouw, tot het onderhoud en de operaties. Voor de realisatie en het onderhoud werkt TINC samen met lokale en internationale aannemersgroepen.
Tot op vandaag droeg TINC via de PPS-structuur bij tot de realisatie van ongeveer 3 miljard euro aan vitale Publieke Infrastructuur.
Publieke Infrastructuur evolueert onontkoombaar mee in de complexe en uitdagende samenleving van vandaag. Flexibele, effectieve en inclusieve onderwijsvormen, of veilige en efficiënte mobiliteit zijn slechts enkele voorbeelden. Overheden staan voor belangrijke investeringen, en die bieden aantrekkelijke groeimogelijkheden voor TINC.
TINC volgt de ontwikkelingen rond publieke aanbestedingen en publiek-private financiering dan ook nauw op, in samenwerking met haar partners.


| Land | Participatie | Categorie | Publieke tegenpartij |
Status | Resterende contractduur |
Industriële partners |
|---|---|---|---|---|---|---|
| België | Brabo I | Vlaams Gewest | Operationeel | 23 | Besix NV, Frateur-De-Pourcq NV en Willemen NV (Franki) |
|
| Hortus Conclusus | Federale overheid België | In realisatie | 27 | Jan De Nul NV, EEG NV | ||
| L'Hourgnette | Federale overheid België | Operationeel | 14 | Eiffage SA, Sodexo Belgium m SA | ||
| SPI.R0 | Vlaams Gewest | In Realisatie | 33 | Jan De Nul NV, Willemen Infra NV, Aclagro NV | ||
| VIA A11 | Vlaams Gewest | Operationeel | 23 | Jan De Nul NV, Willemen NV (Franki, Aswebo), Aclagro NV, Algemene Aannemingen Van Laere NV |
||
| VIA R4 GENT | Vlaams Gewest | Operationeel | 20 | Besix NV, Stadsbader NV en Eiffage SA | ||
| Nederland | A15 Maasvlakte Vaanplein |
De Staat der Nederlanden |
Operationeel | 12 | Ballast Nedam Infra BV, Strukton Civiel Projecten BV, Strabag AG |
|
| Prinses Beatrixsluis | De Staat der Nederlanden |
Operationeel | 23 | Besix NV, Jan De Nul NV, Martens & Van Oord Aannemingsbedrijf BV, Heijmans Infra BV |
||
| Ierland | Higher Education Buildings |
Ministry of Education | In realisatie | 27 | JJ Rhatigan & Company Unlimited Company, Sodexo Ireland Ltd |
|
| Social Housing Ireland | Dublin City Council | Operationeel | 23 | Choice Ltd, John Sisk & Son Ltd | ||
De participaties zetten goede operationele prestaties neer tijdens het boekjaar. Prestatiekortingen en boetes opgelegd door publieke opdrachtgevers bleven met 0,5% van de totale inkomsten minimaal en worden contractueel integraal verlegd naar de onderaannemers. De meerderheid van de participaties binnen het segment Publieke Infrastructuur is in het bezit van een beschikbaarheidscertificaat en is dus volledig operationeel, met uitzondering van de participaties Higher Education Buildings (IER), SPI.R0 (B) en Hortus Conclusus (B). Deze drie participaties bevinden zich momenteel in verschillende stadia van realisatie.
TINC investeerde in het voorjaar van 2023 in het Ierse DBFM PPS project Higher Education Buildings dat de realisatie van 6 nieuwe universitaire gebouwen doorheen Ierland beoogd. De investeringstoezegging voor TINC bedraagt circa 42 miljoen euro voor een 100% belang. Het project met een waarde van 250 miljoen euro ontvangt, van zodra de gebouwen operationeel zijn, een beschikbaarheidsvergoeding. Het project wordt gerealiseerd door een consortium dat bestaat uit de Ierse bouwgroep JJ Rhatigan & Company en Sodexo die zal instaan voor het onderhoud en de facilitaire diensten.
De bouw bevindt zich in de eindfase met een beoogde beschikbaarheid van de gebouwen in de loop van 2025.
TINC heeft reeds 6 miljoen euro geïnvesteerd in het project. Het saldo van de toezegging (36 miljoen euro) wordt geïnvesteerd in 2026, één jaar na de geplande ingebruikname.

TINC nam in september 2024 een belang in het consortium Hortus Conclusus van de bouwondernemingen Jan De Nul en EEG. Hortus Conclusus staat in voor de uitvoering van het PPS DBFM-project dat de realisatie beoogt van een nieuw detentiecomplex in Antwerpen voor 440 gedetineerden. Dit PPS project met een waarde van 200 miljoen euro heeft een looptijd van 25 jaar en ontvangt beschikbaarheidsvergoedingen van de Regie der Gebouwen van de Federale Overheid.
De werkzaamheden zijn aangevat in november 2023 met een geplande beschikbaarheid in 2026.
Dit is een investeringtoezegging voor TINC van ongeveer € 13 miljoen voor een indirect belang van 50 % in de projectvennootschap. De eigenlijke investering door TINC zal plaatsvinden in 2027.
TINC nam in oktober 2024 een belang in het consortium SPI.R0 van de bouwondernemingen Jan De Nul en Willemen. SPI.R0 staat in voor de uitvoering van het PPS DBFM-project R0xA201 dat de herinrichting en instandhouding beoogt van de verkeerswisselaar op de Ring rond Brussel ter hoogte van Brussels Airport. Dit PPS project met een waarde van 350 miljoen euro heeft een looptijd van 34 jaar en ontvangt beschikbaarheidsvergoedingen van het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse Overheid.
De werkzaamheden zijn aangevat in oktober 2024 met een geplande beschikbaarheid in 2028.
Dit is een investeringtoezegging voor TINC van ongeveer € 17 miljoen voor een indirect belang van 45% in de projectvennootschap. De eigenlijke investering door TINC zal plaatsvinden in 2028 bij beschikbaarheid van de infrastructuur.
Het segment Publieke Infrastructuur omvat tien participaties met een reële waarde van 140,8 miljoen euro. Tijdens het boekjaar heeft TINC voor 30 miljoen euro aan nieuwe investeringen toegezegd. Dit betreft een toezegging van 13 miljoen euro voor de overname van 50 % van de aandelen van Jan De Nul en EEG in de projectvennootschap Hortus Conclusus (B) en een toezegging van 17 miljoen euro voor een 45 % belang in het consortium SPI.R0 (B). Aan het einde van het boekjaar bedraagt het totaal aan uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen in het segment Publieke Infrastructuur 65,5 miljoen euro.
Het portefeuilleresultaat van het segment Publieke Infrastructuur over het afgelopen boekjaar bedraagt 4,9 miljoen euro. De daling ten opzichte van het vorige boekjaar houdt verband met de opwaartse aanpassing van de toepasselijke gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet van 7% naar 7,7%. De kasontvangsten bedragen 18,6 miljoen euro.
Indicatieve jaarlijkse kasstromen naar TINC (in miljoenen €) op 31/12/2024
2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050
Financiële kerncijfers van het segment
19,3
Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet
7,7%


Gewogen gemiddelde resterende contractduur
Kerncijfers Voorwoord Hoogtepunten TINC in een oogopslag Segmenten Resultaten Het aandeel TINC Corporate governance Duurzaamheid Jaarrekening
Publieke Infrastructuur
schuldgraad
Inflatie
2%
Hortus Conclusus is een publiek-private samenwerking voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFMstructuur) van een gevangenis voor 440 gedetineerden in Antwerpen.
De gevangenis komt op het voormalige bedrijventerrein Petroleum-Zuid, nu bekend als de 'Blue Gate' en zal het verouderde complex aan de Begijnenstraat vervangen. Het ontwerp voorziet in een arresthuis voor mensen in afwachting van hun proces, en bestaat uit afzonderlijke wooneenheden, die het gemeenschapsleven onder gedetineerden bevorderen en buitenactiviteiten stimuleren. In totaal kunnen er 440 gedetineerden gehuisvest worden, verspreid over drie entiteiten: 330 mannen, 66 vrouwen en 44 personen in de gezondheidszorg of afdeling zorgbehoevenden. Het terrein beslaat ongeveer 7 hectare, waarvan meer dan de helft ingericht wordt als groene ruimte. De nieuwe gevangenis is een duurzaam en toekomstgericht ontwerp, waarbij de naam 'Hortus Conclusus', letterlijk 'omsloten binnentuin', symbool staat voor een veilige en groene oase die een succesvolle herintegratie van gedetineerden centraal stelt. Het consortium Hortus Conclusus waartoe TINC is toegetreden is verantwoordelijk voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur en de verstrekking van een aantal ondersteunende diensten en ontvangt daarvoor een beschikbaarheidsvergoeding van de Regie der Gebouwen. Hortus Conclusus doet hiervoor beroep op een consortium van de aannemers Jan De Nul en EEG. Het project met een realisatiewaarde van circa 200 miljoen euro zal operationeel zijn midden 2026 en heeft een looptijd van 25 jaar (tot 2051).

SPI.R0 is een publiek private samenwerking voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) voor de herinrichting en instandhouding van de verkeerswisselaar op de Ring rond Brussel (België) ter hoogte van Brussels Airport.
Het consortium dat bestaat uit Jan De Nul, Willemen en TINC staat in voor het 30-jarig onderhoud van de infrastructuur tegen betaling van een beschikbaarheidsvergoeding door het Vlaamse Agentschap Wegen en Verkeer.
Het project met een realisatiewaarde van circa 350 miljoen euro heeft een looptijd van 34 jaar (tot 2058). De werkzaamheden zijn gestart in oktober 2024 met verwachte beschikbaarheid in 2028.


De A15 Maasvlakte-Vaanplein is een publiek-private samenwerking voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) van wegenwerken ter verbetering van de verkeersstromen en de verkeersveiligheid van en naar de haven op de A15-snelweg ten zuiden van Rotterdam over een totale lengte van 37 kilometer. Het project is een PPS op basis van een beschikbaarheidscontract met een totale realisatiewaarde van circa 750 miljoen euro. De publieke tegenpartij is Rijkswaterstaat. De realisatie gebeurde door een consortium van bouwbedrijven met inbegrip van Ballast Nedam, Strukton en Strabag. De infrastructuur werd in 2016 voltooid en is volledig operationeel, sindsdien ging de onderhoudsperiode van 20 jaar in (tot 2036).

Brabo 1 is een publiek-private samenwerking opgericht voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) van traminfrastructuur in het oostelijke deel van Antwerpen (uitbreidingen tot Wijnegem en Mortsel/Boechout) en van een onderhoudsdepot voor trams, gevestigd in Wijnegem. Brabo 1 zorgt voor een vlottere tramverbinding tussen het stadscentrum en de meer afgelegen gemeenten. De tramlijn loopt bijvoorbeeld tot aan het winkelcentrum in Wijnegem, goed bereikbaar vanuit het centrum van Antwerpen. Het project met een realisatiewaarde van circa 125 miljoen euro is gerealiseerd door een consortium van bouwbedrijven met inbegrip van Besix, Frateur-De-Pourcq en Willemen en is operationeel sinds 2012. Het project ontvangt gedurende 35 jaar (tot 2047) een vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur van de openbare vervoermaatschappij De Lijn en het Agentschap Wegen en Verkeer.
Aandeel participatie





L'Hourgnette is een publiek-private samenwerking voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) van een gevangenis voor 300 gedetineerden in het Belgische Marche-en-Famenne. L'Hourgnette is verantwoordelijk voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur en de verstrekking van een aantal ondersteunende diensten en ontvangt daarvoor een beschikbaarheidsvergoeding van de Regie der Gebouwen. L'Hourgnette doet hiervoor een beroep op een consortium van aannemers, onder andere Eiffage en Sodexo. Het project met een realisatiewaarde van circa 60 miljoen euro is operationeel sinds 2013 en heeft een looptijd van 25 jaar (tot 2038).

Higher Education Buildings is een publiek-private samenwerking opgericht voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) van nieuwe universiteitsgebouwen op zes locaties in Ierland. Het totale budget voor dit project is 250 miljoen euro en het zal ongeveer 38.000 m2 nieuwe ruimte op de campussen opleveren, die plaats biedt aan 5.000 extra studenten.
Het project wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit de Ierse bouwgroep JJ Rhatigan & Company en Sodexo, dat verantwoordelijk is voor het onderhoud en de facilitaire diensten. Het project met een looptijd van 25 jaar (tot 2050) wordt momenteel gerealiseerd met een beoogde beschikbaarheid in de loop van 2025
Aandeel participatie 81%



De Prinses Beatrixsluis is een publiek-private samenwerking voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) van de grootste binnenvaartsluis van Nederland en ligt in het Lekkanaal, de belangrijkste verbinding tussen de havens van Rotterdam en Amsterdam. Jaarlijks passeren er zo'n 50.000 schepen.
Het project is een PPS op basis van een beschikbaarheidscontract met een totale nominale waarde van ongeveer 178 miljoen euro. De publieke tegenpartij is Rijkswaterstaat. De realisatie gebeurde door een consortium van bouwbedrijven met inbegrip van Besix, Jan De Nul, Heijmans Infra en Martens & Van Oord Aannemingsbedrijf. De infrastructuur werd in 2016 voltooid en is volledig operationeel, sindsdien ging de onderhoudsperiode van 30 jaar in (tot 2046).

Social Housing Ireland is een publiek-private samenwerking voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) voor de realisatie van de eerste bundel van sociale wooneenheden rond Dublin. De bouw werd in 2021 afgerond.
De publiek-private samenwerking met het departement van huisvesting en Dublin City Council omvat 534 wooneenheden op zes verschillende locaties aan de oostkust van Ierland, in de omgeving van Dublin. De hoognodige nieuwe woningen, onderdeel van een breder plan om de woningnood in Ierland aan te pakken, zijn gebouwd door John Sisk & Son. Choice Housing is verantwoordelijk voor het onderhoud en de dienstverlening.
Het project heeft een realisatiewaarde van circa 120 miljoen euro en ontvangt een vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de wooneenheden tijdens de 25-jarige looptijd van de overeenkomst (tot 2046).
Aandeel participatie




Via A11 is een publiek-private samenwerking voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) van een 12 kilometer lange snelweg die zorgt voor een vlottere verbinding van de haven van Zeebrugge met het binnenland. Deze snelweg werd begin september 2017 in gebruik genomen.
Het project heeft een realisatiewaarde van circa 450 miljoen euro. Via A11 NV is verantwoordelijk voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur en doet hiervoor een beroep op een consortium van aannemers, zoals de bedrijven Jan De Nul, Aswebo, Franki Construct, Aclagro en Algemene Aannemingen Van Laere. Het project heeft een looptijd van 30 jaar (tot 2047).

Via R4 Gent is een publiek-private samenwerking voor de realisatie, financiering en het langetermijnonderhoud (DBFM-structuur) van de sluiting en renovatie van de R4 ringweg rond Gent. Het project heeft een realisatiewaarde van circa 70 miljoen euro en is operationeel sinds 2012. De publieke tegenpartij is het Agentschap Wegen en Verkeer. Via R4 Gent NV is verantwoordelijk voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur en doet hiervoor een beroep op een consortium van aannemers, onder andere Antwerpse Bouwwerken (Eiffage), Besix en Stadsbader. Het project heeft een looptijd van 30 jaar (tot 2044).
Aandeel participatie


Aandeel participatie 74,99%


TINC erkent sinds lang de urgentie en draagwijdte van het klimaatvraagstuk en de rol die energietransitie daarin heeft. TINC investeert in talrijke participaties gefocust op hernieuwbare energie, waarmee ze voluit inzet op de overgang naar een koolstofarme samenleving.
De participaties van TINC omvatten windparken op land en zonneparken en dit in Belgie, Nederland en Ierland met een totaal vermogen van circa 400 MW (waarvan 53 MW zonneparken). Dit is het equivalent van het jaarlijks stroomverbruik van circa 340.000 huishoudens. TINC financiert ook via een achtergestelde lening een off-shore windpark in België met een geïnstalleerd vermogen van in totaal circa 165 MW.
Deze participaties halen overwegend inkomsten uit de verkoop van de stroomproductie, vergoedingen uit steunmaatregelen of een combinatie van beide. Het resultaat wordt hierbij sterk bepaald door de stroomproductie, de evolutie van de stroomprijzen op korte en lange termijn, en de vergoeding uit steunmaatregelen.
Een solide en samenhangend duurzaamheidsbeleid op Europees, nationaal en regionaal niveau, creëert belangrijke kansen voor investeringen en groei in de energie-infrastructuur.
TINC volgt de ontwikkelingen rond de energie transitie van nabij op, en heeft de ambitie om ook in de toekomst een actieve investeerder te blijven. TINC werkt hiervoor samen met gerenommeerde ontwikkelaars en uitbaters binnen de wereld van de energietransitie.




| België | • Het subsidiebedrag voor windparken op land in Vlaanderen is een bedrag per MWh geproduceerd dat gedurende een periode van 10 tot 15 jaar onder de vorm van Groenestroomcertificaten (GSC) wordt betaald door de Vlaamse overheid. Het subsidiebedrag per MWh is verschillend per windpark, is niet geïndexeerd en wordt betaald bovenop de verkoop van de geproduceerde electriciteitsprijs. Voor windparken gebouwd vanaf 2014 is het mechanisme variabel in de tijd, en dit afhankelijk van onder andere de evolutie van stroom prijzen in de markt. Wanneer de stroomprijzen in de markt hoger zijn, is het subsidiebedrag lager, en omgekeerd. • Het steunmechanisme in Wallonië laat toe dat producenten van hernieuwbare energie genieten van Groenestroomcertificaten (GSC) gedurende 20 jaar naast de verkoop van de gepro duceerde elektriciteit. Het aantal ontvangen GSC dat ontvangen wordt per MWh hangt af van drie factoren: de bespaarde hoveveelheid CO2, de evolutie van de ENDEX-prijzen en een cap ( plafond genoemd) die rekening houdt met het moment waarop de GSC gereserveerd worden. |
|---|---|
| Het subsidiebedrag voor windparken op zee in België is een vast bedrag per MWh geproduceerd dat betaald wordt door de Federale Overheid. Dit subsidiebedrag wordt gedurende een langere periode betaald dan de looptijd van de achtergestelde leningen van TINC. Het subsidiebedrag per MWh geproduceerd is niet geïndexeerd. De geproduceerde stroom wordt in de markt verkocht. |
|
| Het subsidiebedrag voor zonneparken in Vlaanderen is een vast bedrag per MWh geproduceerd dat gedurende een periode van 20 jaar onder de vorm van Groenestroomcertificaten betaald wordt door de Vlaamse Overheid. Het subsidiebedrag per MWh is verschillend per zonnepark en is niet geïndexeerd. Daarnaast ontvangt de eigenaar van het zonnepark ook nog een prijs voor de lokaal- of in de markt verkochte stroom. |
|
| Nederland | Het subsidiebedrag voor windparken op land in Nederland is een bedrag per MWh geproduceerd dat gedurende een periode van 15 jaar betaald wordt door de Nederlandse Overheid onder de "Subsidie Duurzame Energie" of "SDE". Het subsidiebedrag per MWh is verschillend per windpark en is niet geïndexeerd. Het subsidiebedrag is variabel in de tijd en afhankelijk van de stroomprijzen in de markt waarbij de eigenaar van het windpark ook een prijs voor de verkochte stroom in de markt ontvangt. Wanneer de stroomprijzen in de markt hoger zijn, is het subsidiebedrag lager, en omgekeerd. Bovendien is er per windpark een minimum- en maximum bedrag bepaald voor het subsidiebedrag per MWh geproduceerd. |
| Ierland | Het subsidiebedrag voor windparken op land in Ierland is een vast bedrag per MWh geproduceerd dat gedurende een periode van 15 jaar door de Ierse overheid wordt betaald onder de vorm van een vaste "Renewable Energy Feed-in Tariff" of "REFIT". Het subsidiebedrag per MWh is verschillend per windpark, is geïndexeerd, en omvat ook de marktprijs voor de stroom. Wanneer deze laatste hoger is dan het subsidiebedrag wordt de hogere marktprijs ontvangen. |

40 TINC Jaarverslag 2024
Tijdens het voorbije boekjaar hebben de windparken op land in totaal 447 GWh (pro rata het aandeel van TINC) aan stroom opgewekt. Het jaar werd gekenmerkt door windcondities die globaal licht beneden de verwachtingen lagen.
Tijdens het voorbije boekjaar hebben de zonneparken in totaal 24 GWh (pro rata het aandeel van TINC) aan stroom opgewekt. Het jaar werd gekenmerkt door minder zonne-uren dan geprojecteerd, waardoor de stroomproductie onder de verwachtingen ligt.
De evolutie van de marktstroomprijs is een belangrijke factor voor het resultaat van de energie participaties. De marktstroomprijs was in het afgelopen boekjaar volatiel met een neerwaartse trend in vergelijking met het vorige boekjaar.
Van de bruto geprojecteerde inkomsten die de energie participaties verwachten te ontvangen uit de verkoop van de geproduceerde stroom, wordt gebruikelijk een bedrag in mindering gebracht. Dit bedrag bestaat uit twee componenten. Enerzijds wordt er rekening gehouden met het profiel risico, met name het risico dat bij veel wind of zon het stroomaanbod in de markt soms groter is dan de vraag, met een lagere stroomprijs in die periode tot gevolg. Aangezien het aantal windparken en zonne-installaties jaar na jaar toeneemt, neemt het profiel risico ook toe waardoor de discount op de geprojecteerde stroomprijs in de toekomst naar verwachting zal toenemen.

Kerncijfers Voorwoord Hoogtepunten TINC in een oogopslag Segmenten Resultaten Het aandeel TINC Corporate governance Duurzaamheid Jaarrekening
Anderzijds wordt er rekening gehouden met het onbalans risico. Dit is een discount die in rekening wordt gebracht wanneer de effectieve stroomproductie op een bepaald moment afwijkt van de kort voordien vooropgestelde productie. De afnemer van deze stroom zal daarom een discount nemen op de stroomprijs in de markt om de kost te dekken om het netwerk op elk moment in evenwicht te houden.
In februari 2024 hebben TINC en de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV samen (elk voor de helft) € 60 miljoen aan groeifinanciering toegezegd aan Storm Group voor de realisatie van een ambitieus investeringsprogramma. De effectieve investering onder deze toezegging zal plaatsvinden in de periode 2024-2025, waarbij de middelen onder meer aangewend worden voor de bouw van batterij-opslagcapaciteit en de uitrol van een netwerk van snellaadstations. Op het einde van het boekjaar heeft TINC reeds € 12,5 miljoen geïnvesteerd.
Tijdens het boekjaar heeft Storm Wind België twee nieuwe windparken in gebruik genomen. Voorts werden in het windpark in Wachtebeke de bestaande turbines vervangen door een model met meer vermogen (een proces dat "repowering" wordt genoemd). Hierdoor verdubbelt de capaciteit van het windpark van 5 MW naar 11,2 MW. De oude turbines krijgen elders een tweede leven, in lijn met het principe van circulaire economie. Tijdens het boekjaar werd ook het eerste windpark in Wallonie operationeel. Dit windpark met een capaciteit van 11 MW bevindt zich in Courrière.
De voorbije jaren namen de inkomsten van Storm Wind Ierland sterk toe omwille van de hoge stroomprijzen. Dit resulteerde tijdens het boekjaar in een belangrijke dividenduitkering naar TINC. Niettegenstaande de sterke kasstroom, ligt de effectieve stroomproductie van het windpark onder de originele projecties. De oorzaak hiervan ligt onder meer bij een aantal technische problemen die verholpen kunnen worden. Storm Wind Ierland richt zich hiervoor tot de leverancier en de onderhoudspartijen van het windpark die bepaalde prestatiegaranties hebben gegeven. Het windpark ervaart verder klachten wegens geluidsoverlast van een omwonende familie alhoewel het park voldoet aan haar verplichtingen onder de vergunningen voor de uitbating van het windpark. Storm Wind Ierland zoekt hiervoor een constructieve oplossing.
TINC heeft in overleg met Zelfstroom haar bestaande investeringstoezegging van 17 miljoen euro verminderd tot 6,1 miljoen euro. De vaststelling van een sterke afname in de vraag naar nieuwe zonnestroominstallaties in Nederland noopt Zelfstroom haar verkoop- en investeringsambities te herzien. Deze vermindering heeft geen impact op de reeds bestaande investeringen. Op het einde van het boekjaar is deze toezegging volledig geïnvesteerd in zonnestroominstallaties die worden verhuurd aan particuliere klanten.
Op 5 augustus ontving TINC een bedrag van 3,37 miljoen euro van haar participatie Northwind NV. Dit bedrag betreft de volledige terugbetaling van de hoofdsom van de uitstaande mezzanine lening, inclusief verworven interest en een vergoeding voor de vroegtijdige terugbetaling. Norhwind NV maakt bijgevolg geen deel meer uit van de investeringsportefeuille van TINC.
Het segment Energie Infrastructuur omvat elf participaties met een reële waarde van 121,8 miljoen euro. Tijdens het boekjaar heeft TINC voor 30,0 miljoen euro nieuwe investeringen toegezegd. Dit betreft een toezegging van 30,0 miljoen euro als deel van een 60,0 miljoen euro financiering aan Storm Group. De uitstaande investeringstoezegging aan Zelfstroom werd verminderd met 10,9 miljoen euro. Op het einde van het boekjaar bedraagt het totaal aan uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen in het segment Energie Infrastructuur 30,3 miljoen euro.
TINC heeft tijdens het boekjaar effectief 12,5 miljoen euro geïnvesteerd in Storm Group. Het portefeuilleresultaat van het segment Energie Infrastructuur bedraagt 3,6 miljoen euro. De kasopbrengsten bedragen 18,7 miljoen euro.
De historisch hoge stroomprijzen van de voorbije jaren resulteerden in hogere inkomsten bij de energieparticipaties, met een opwaartse trend in de waardering en sterke kasinkomsten tot gevolg. Tijdens het voorbije boekjaar zijn de stroomprijs projecties op korte termijn afgenomen naar meer gebruikelijke niveaus, wat zich heeft vertaald in een lagere waardering van een aantal energieparticipaties en een daling van het portefeuilleresultaat ten opzichte van het vorige boekjaar.
Inflatie
2%
Inflatie
38 TINC Jaarverslag 2022-2023
Kerncijfers 2022-2023 Voorwoord Hoogtepunten 2022-2023 TINC in een oogopslag Segmenten Resultaten 2022-2023 Het aandeel TINC Corporate governance Duurzaamheid Jaarrekening
Energie Infrastructuur
Energie Infrastructuur
30 juni 2022: 43,4% 30 juni 2022: 13
2%
Financiële kerncijfers van het segment Gewogen gemiddelde schuldgraad (excl. off-shore)
Gewogen gemiddelde schuldgraad (excl. off-shore) 51,8% 52,5% (in jaren)
31 december 2023: 51,8%
Gewogen gemiddelde resterende looptijd schuld1
Gewogen gemiddelde
Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet
8,18%
Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet
(in jaren)
afbouwend over de looptijd van de infrastructuur over de looptijd van de infrastructuur met vaste interestvoet 31 december 2023: 13,2
met vaste interestvoet
boekjaar 2024 nadien Langjarige kasstromen - Energie Infrastructuur
8,18% 3%
Langjarige kasstromen - Energie Infrastructuur Indicatieve jaarlijkse kasstromen naar TINC (in miljoenen €) op 31 december 2024


Reële waarde in '000 €
| Energieproductie | Het P50-probabiliteitscenario komt overeen met een |
|---|---|
| geschatte productie afhankelijk van toekomstige | |
| instraling of windkracht) die met 50% kans daad | |
| werkelijk gerealiseerd wordt. | |
| Energieprijzen | Assumpties op basis van toekomstige marktprijzen en |
projecties van onafhankelijke adviseurs.
Dec '50
Dec '49
Dec '48
Dec '47
Dec '46
Dec '45
Dec '44
Dec '43
Dec '42
Dec '41
Dec '40
Dec '39
Dec '38
Dec '37
Dec '36
Dec '35
Dec '34
Dec '33
Dec '32
Dec '31
Dec '30
Dec '29
Dec '28
Dec '27
Dec '26
TINC en de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV hebben samen elk voor de helft 60 miljoen euro aan groeifinanciering toegezegd aan Storm Group voor de realisatie van een ambitieus investeringsprogramma.
Storm Group is een Belgische ontwikkelaar en exploitant van duurzame energieprojecten. Naast de realisatie van nieuwe windparken, die sinds 2011 ondergebracht zijn onder Storm Wind België en Storm Wind Ierland, plant Storm Group ook enkele grootschalige batterij-opslagprojecten en een netwerk van snellaadstations voor elektrische voertuigen in partnership met Q8. Voor TINC bedraagt de toezegging aan Storm Group 30 miljoen euro. Deze investeringstoezegging wordt naar verwachting in de loop van 2025 effectief geïnvesteerd.
Participatie Nieuw

Achtergestelde lening NVT

Windpark Kroningswind is een onshore windpark op het eiland Goeree-Overflakkee in Zuid-Holland, in agrarisch gebied tussen Stellendam en Middelharnis. Het windpark omvat 19 Vestas turbines met een totale capaciteit van circa 80 MW.

Zelfstroom is een portefeuille van zonnestroominstallaties geïnstalleerd op residentiële daken in Nederland die geopereerd worden door Zelfstroom. De zonnepanelen worden verhuurd aan particuliere eigenaars. Via een huurkoopconcept heeft Zelfstroom de uitrol van zonnestroominstallaties bevorderd en zo de energietransitie en energieonafhankelijkheid versnelt. Het bedrijf doet geen beroep op steunmechanismes of subsidies.
Sinds 2014 heeft Zelfstroom via het huurkoopmodel zonnestroomsystemen gerealiseerd bij circa 25.000 particuliere eigenaars en KMO-ondernemers voor het verduurzamen van hun woning of bedrijfspand.
De portefeuille waarin TINC geïnvesteerd heeft telt circa 1.520 huurovereenkomsten voor een capaciteit van 19MWp.
Aandeel participatie 100%




Berlare Wind is een onshore windpark in de gemeente Berlare in België. Het windpark omvat vier Enercon E-82 2,3 MW windturbines met een totale capaciteit van 9,5 MW.

Windpark Kreekraksluis is een onshore windpark op en nabij de Kreekraksluizen gelegen in het Schelde-Rijnkanaal in de Zeeuwse gemeente Reimerswaal in Nederland. Het windpark omvat 16 Nordex turbines met een totale capaciteit van 40 MW.
Aandeel participatie





Lowtide omvat 23 installaties voor de productie van zonnestroom in Vlaanderen met een totale productiecapaciteit van 6,7 MWp. Deze stroom wordt grotendeels lokaal gebruikt door industriële klanten.

Nobelwind is een offshore windpark op 46 km voor de Belgische kust. Het windpark omvat 50 MHI Vestas windmolens met een totale capaciteit van 165 MW.
Aandeel participatie 99,99%




Solar Finance omvat 48 installaties voor de productie van zonnestroom in Vlaanderen met een totale productiecapaciteit van 18,9 MWp. Deze stroom wordt grotendeels lokaal gebruikt door industriële klanten.

Storm Wind Ierland is een onshore windpark in Offaly County, Ierland. Het windpark bestaat uit vier turbines met een totale capaciteit van circa 11 MW.
Aandeel participatie





Storm Wind België omvat een portefeuille van onshore windparken in België. De portefeuille bestaat uit 56 turbines met een totale capaciteit van circa 185 MW.

Sunroof bestaat uit 19 installaties voor de opwekking van zonnestroom: 17 in Vlaanderen en 2 in Wallonië. Samen hebben deze installaties een totale productiecapaciteit van 11,7 MW. Deze stroom wordt voor een substantieel deel lokaal gebruikt, het overschot wordt geïnjecteerd in het net.




51 TINC Jaarverslag 2024 2024

Digitale Infrastructuur omvat de technologieën en systemen die de productie, het beheer en het gebruik van digitale gegevens, diensten en toepassingen ondersteunen. Digitale Infrastructuur is van cruciaal belang voor moderne economische activiteiten, sociale interactie en openbare diensten en legt de basis voor een geconnecteerde en data gestuurde wereld.
Belangrijke componenten zijn netwerkinfrastructuur (zoals performante glasvezelnetwerken en zendmasten voor mobiele netwerken) en datacenters (voor databeheer en -opslag). De ontwikkeling van Digitale Infrastructuur wordt sterk aangedreven door de alsmaar groeiende vraag naar technologische diensten en dataopslag.
Het verdienmodel van Digitale Infrastructuur bestaat doorgaans uit inkomsten uit de verhuur van netwerk- of opslagcapaciteit aan diverse klanten en gebruikers.
Digitale Infrastructuur verbetert vaak de bestaande klassieke infrastructuur. Zo levert slimme mobiliteit extra toegevoegde waarde dankzij de real-time gegevensuitwisseling via geconnecteerde netwerken. De inzet van digitale infrastructuur kan bijgevolg in diverse sectoren, inclusief traditionele infrastructuur, leiden tot efficienter en effectiever gebruik.
Digitalisering vereist belangrijke investeringen, en is daarom een speerpunt in de investerings- en groeiambities van TINC.

Datanetwerken
Datacentra


In januari 2024 heeft GlasDraad zich financieel versterkt door haar bestaande kredietfaciliteit met ABN AMRO en Belfius te verhogen tot 110 miljoen euro. Hiermee kan GlasDraad verder inzetten op de uitrol en het aanleggen van hoogwaardige glasvezelnetwerken voor residentieel gebruik in de buitengebieden en kleine kernen van Nederland.
Gedurende het boekjaar is met succes de vraagbundeling verder uitgerold met nieuwe clusters in Zeeland en Groningen waardoor GlasDraad nu zicht heeft op de realisatie van aansluitingen voor circa 120.000 woningen.
Daarnaast is de joint venture tussen de gemeente Edam-Volendam en GlasDraad officieel bekrachtigd. Dit vormt een belangrijke mijlpaal voor GlasDraad, omdat op dit netwerk zowel VodafoneZiggo, KPN als kleinere telecomaanbieders hun diensten kunnen leveren wat uniek is in Nederland en de consumenten maximale keuzevrijheid krijgen.
TINC heeft tijdens het boekjaar bijkomend 5,8 miljoen euro toegezegd aan GlasDraad.

NGE Fibre is de uitbater van twee operationele glasvezelconcessies in het Noordoosten van Frankrijk met circa 1,4 miljoen aansluitingen op het einde van het boekjaar. TINC investeert samen met NGE Concessions en de vermogensbeheerder Abrdn. TINC heeft tijdens het boekjaar bijkomend 0,6 miljoen euro geïnvesteerd in NGE Fibre.
In oktober 2024 kondigde TINC een strategische transactie aan rond haar participatie Datacenter United.
TINC en de CEO van Datacenter United verkochten elk 50% van hun belang in Datacenter United aan Cordiant Digital Infrastructure Limited (CORD), waarna TINC en CORD elk 47,5% van de economische rechten bezitten, met 5% in handen van CEO Friso Haringsma.
Terzelfdertijd nam Datacenter United de Belgische datacenteractiviteiten van Proximus over voor 128 miljoen euro, inclusief vier datacenters op drie locaties in Brussel en omgeving. Door deze overname zal Datacenter United voortaan 13 datacenters uitbaten, waarmee Datacenter United de grootste aanbieder van colocatie-diensten in België wordt. Dankzij haar schaalbare capaciteit en een inflatie-gerelateerde overeenkomst met Proximus voor minstens 10 jaar, is de groep goed gepositioneerd om in te spelen op de groeiende vraag naar digitale infrastructuur en diensten.
Beide transacties waren onderhevig aan gebruikelijke voorwaarden, waaronder de goedkeuring door de mededingingsautoriteit. De transacties werden afgerond op 28 februari 2025. Zie hiervoor verder onder gebeurtenissen na balansdatum op pagina 78.
Het segment Digitale Infrastructuur omvat drie participaties met een reële waarde van 133,2 miljoen euro.
Tijdens het boekjaar zegde TINC voor 73,3 miljoen euro aan investeringstoezeggingen in Digitale Infrastuctuur toe. Dit betreft een bijkomende toezegging van 5,8 miljoen euro aan GlasDraad en een toezegging van 67,5 miljoen euro aan Datacenter United voor de overname van de Belgische datacenters van Proximus. Op het einde van het boekjaar bedraagt het totaal aan uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen in het segment Digitale Infrastructuur 73,3 miljoen euro.
TINC investeerde tijdens het boekjaar 9,3 miljoen euro in GlasDraad en 0,6 miljoen euro in NGE Fibre.
Het portefeuilleresultaat van het segment Digitale Infrastructuur bedraagt 28,9 miljoen euro, en bevat de niet-gerealiseerde meerwaarde zowel op de verkoop van een gedeelte van de participatie in Datacenter United als op de resterende participatie die TINC aanhoudt. De kasontvangsten bedragen 4,1 miljoen euro.
Gewogen gemiddelde schuldgraad

31 december 2023: 45,0%
Gewogen gemiddelde resterende looptijd schuld




Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet

De concessies maken deel uit van het Franse investeringsprogramma 'Plan Très Haut Débit', dat gericht is op de uitrol van supersnelle internettoegang in Franse regio's. De netwerken hebben samen een bereik van ongeveer 1,4 miljoen woningen. Ze worden geëxploiteerd als 'neutrale en open netwerken', wat betekent dat de infrastructuur verhuurd of geleased kan worden aan elke netwerkoperator die zijn netwerkcapaciteit wil opschalen.

Aandeel participatie
7,26%


GlasDraad is in 2017 opgericht op initiatief van TINC met de ambitie om bewoners en bedrijven in rurale gebieden in Nederland toegang te geven tot een supersnel, betrouwbaar en betaalbaar glasvezelnetwerk.
GlasDraad realiseert netwerkaansluitingen in functie van de werkelijke vraag van bewoners en bedrijven die nog geen toegang hebben tot breedbandinternet. GlasDraad exploiteert deze netwerken vervolgens via een 'open access' model. Dat komt erop neer dat meerdere serviceproviders via het netwerk van GlasDraad content en pakketten op maat kunnen aanbieden aan hun klanten. GlasDraad ontvangt terugkerende vergoedingen van internetserviceproviders die hun content via het netwerk aan eindgebruikers leveren, evenals vergoedingen van eindgebruikers.
GlasDraad ging in april 2023 een samenwerking aan met het Nederlandse bedrijf Glaspoort, een joint venture van KPN en APG (de pensioenuitvoerder van ABP) die ook actief is in de uitrol van glasvezelnetwerken in Nederland. Dankzij de geografische complementariteit kunnen beide partners de levering van supersnel glasvezelinternet in Nederland aanzienlijk versnellen. GlasDraad is immers vooral actief in rurale gebieden, terwijl Glaspoort in kleinere gemeenten, dorpen en bedrijventerreinen opereert. Als onderdeel van deze samenwerking verwierf Glaspoort een belang van 50% in GlasDraad, met de mogelijkheid om GlasDraad op termijn volledig in eigendom te verwerven. Dit zal gebeuren tegen een nader te bepalen prijs op basis van onder andere het aantal aansluitingen en het aantal actieve gebruikers van het netwerk.
TINC en Glaspoort gaan samen investeren in de ontwikkelcapaciteit van GlasDraad om gezamenlijk de uitrolambities in Nederland te realiseren. De gebundelde expertise van Glaspoort en GlasDraad en de inzet van de nieuwste technologieën zullen de klantenervaring ongetwijfeld ten goede komen. Dankzij het open netwerk van beide bedrijven krijgen telecomproviders toegang.

Aandeel participatie
50,01%
Datacenter United bezit en beheert 13 datacenters in België en levert schaalbare en betrouwbare colocatiediensten en aanverwante diensten (zoals connectiviteit) aan een breed scala aan klanten. Als enige Belgische speler heeft Datacenter United een TIER IV datacenter, het hoogst bereikbare securityniveau.
TINC verwierf in 2020 een belang van 75% in Datacenter United. Na een aantal overnames is het bedrijf uitgegroeid van een kleine lokale speler tot een gevestigde waarde in het Belgische datacenter landschap met 9 state-of-theart Tier III/IV datacenters die strategisch gelegen zijn op 8 locaties in Vlaanderen en Brussel en colocatie diensten aanbieden. Hierbij worden kritieke applicaties en data van bedrijven in optimale omstandigheden gehuisvest in beveiligde server racks. In oktober 2024 heeft TINC een akkoord bereikt om haar belang in Datacenter United af te bouwen tot 50% met een gedeeltelijke verkoop aan Cordiant Digital Infrastructure Limited, een investeerder gespecialiseerd in digitale infrastructuur. Samen met Cordiant verschaft TINC aan Datacenter United bijkomend kapitaal voor de overname van de Belgische datacenteractiviteiten van Proximus waardoor Datacenter United voortaan beschikt over 13 datacenters, met de mogelijkheid om uit te breiden op de bestaande locaties. Het bedrijf is aldus goed gepositioneerd om in te spelen op de toenemende vraag naar digitale infrastructuur. Met een sterke balans, minimale schuldpositie en ambitieuze aandeelhouders bevindt Datacenter United zich in een uitstekende positie om consolidatiekansen te benutten en haar klantenbestand uit te breiden van colocatie naar hyperscale oplossingen



Sociale Infrastructuur Selectief Vastgoed
SELECTIEF VASTGOED

Sociale Infrastructuur omvat een verscheidenheid aan gebouwen met maatschappelijke functies in sectoren zoals gezondheid, welzijn, huisvesting, mobiliteit en wetenschappelijk onderzoek.
De investeringen van TINC in Sociale Infrastructuur ontlasten bedrijven, organisaties en gebruikers, waardoor zij zich kunnen focussen op hun kernactiviteiten en dienstverlening. Dit verhoogt het maatschappelijk rendement van dit vastgoed.
Het verdienmodel van Sociale Infrastructuur bestaat overwegend uit relatief voorspelbare vergoedingen die vaak meegroeien met de evolutie van inflatie.




TINC heeft tijdens het boekjaar 11,4 miljoen euro geïnvesteerd onder haar bestaande 40 miljoen euro toezegging aan Yally. Yally heeft intussen een portefeuille opgebouwd van een 180 wooneenheden verspreid over een twintigtal panden in Vlaanderen. Deze panden worden onder handen genomen om de energie-efficiëntie en het wooncomfort van de bewoners te verbeteren. Yally zet ook in op de verdichting van de stedelijke omgeving, en maakt hiervoor onder meer gebruik van innovatieve oplossingen die de moderne prefab bouw mogelijk maakt. Hiermee wordt niet enkel de overlast binnen een drukke stedelijke omgeving tot een minimum beperkt, maar ook de snelheid verhoogd waarmee nieuwe wooneenheden op de markt worden gebracht.
TINC heeft tijdens het boekjaar 3,1 miljoen euro geïnvesteerd onder haar bestaande 25 miljoen euro toezegging voor de realisatie van nieuwe GaragePark sites in Noordwijk en Sittard. In totaal heeft TINC reeds 12 miljoen euro geïnvesteerd voor sites op een tiental locaties doorheen Nederland.
TINC heeft tijdens het boekjaar bijkomend 0,8 miljoen euro geïnvesteerd in De Haan Vakantiehuizen.
In april 2024 heeft TINC een toezegging gedaan om een participatie te nemen in Azulatis, een bedrijf gespecialiseerd in industrieel waterbeheer. Azulatis is sinds 1 januari 2023 een verzelfstandigd dochterbedrijf van het publiek drinkwaterbedrijf De Watergroep. Daarnaast treedt ook publiek waterbedrijf Farys toe als derde aandeelhouder met inbreng van haar industriewateractiviteiten. TINC investeert circa 8 miljoen euro en verwerft een participatie van 33,33% in Azulatis. De uitvoering van de transactie is onderhevig aan de goedkeuring door de Mededingingsautoriteiten, verwacht voor het voorjaar van 2025.
Het segment Sociale Infrastructuur omvat zeven participaties met een reële waarde van 116,2 miljoen euro.
Tijdens het boekjaar zegde TINC voor 8,1 miljoen euro aan nieuwe investeringen toe. Op het einde van het boekjaar bedraagt het totaal aan uitstaande contractuele investeringstoezeggingen in dit segment 35,9 miljoen euro. Dit betreft toezeggingen aan de participaties Yally, GaragePark en Azulatis.
TINC heeft tijdens het boekjaar onder haar toezeggingen effectief 15,3 miljoen euro geïnvesteerd in de participaties Yally, De Haan Vakantiehuizen en Garagepark.
Het portefeuilleresultaat van het segment Sociale Infrastructuur bedraagt 13,3 miljoen euro. De kasontvangsten bedragen 3,5 miljoen euro.

Gewogen gemiddelde schuldgraad

31 december 2023: 47,3%
Gewogen gemiddelde resterende looptijd schuld


Inflatie

Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet

In april 2024 heeft TINC een toezegging gedaan om een participatie te nemen in Azulatis, een bedrijf gespecialiseerd in industrieel waterbeheer.
Azulatis is marktleider in Vlaanderen voor de uitvoering (ontwerp, constructie, financiering en onderhoud) van op maat gemaakte waterprojecten onder de vorm van een Water-as-a-Service (WaaS) model. Bedrijven die een groot waterverbruik hebben, zien waterbeheer vaak niet als hun primaire taak. Ze wenden zich daarom tot waterspecialisten om hen te ontzorgen en hun waterbeheer te optimaliseren, bijvoorbeeld via het hergebruik van afvalwater. Intussen bedient Azulatis een 50-tal klanten in verschillende sectoren zoals voeding, chemie, landbouw, retail en logistiek, gezondheidszorg en industriele productie.
Azulatis is sinds 1 januari 2023 een verzelfstandigd dochterbedrijf van De Watergroep. Daarnaast treedt ook publiek waterbedrijf Farys toe als derde aandeelhouder met inbreng van haar industriewateractiviteiten.
TINC investeert circa 8 miljoen euro en verwerft een participatie van 33,33 % in Azulatis. De uitvoering van de transactie is onderhevig aan de goedkeuring door de Mededingingsautoriteiten, verwacht in het voorjaar van 2025.
* Onderhevig aan finale goedkeuring van de mededingingsautoriteiten.

33,33%

TINC lanceerde in september 2022 Yally, een initiatief dat erop gericht is om bestaande woningen in en rond centrale steden in België te kopen, energiezuiniger en toekomstbestendiger te maken en vervolgens te verhuren.
De doelstelling van het Yally-inititatief is om maximaal in te zetten op comfort en om de totale woonlast van de huurder te verlagen door integratie van slimme technieken in de woningen, verlaging van de energierekening door renovaties en een all-in service via het online portaal MijnYally.be. TINC engageert zich om € 40 miljoen te investeren in de periode 2024-2026 in functie van de ontwikkeling van Yally.

In het hart van de grootste biotechcluster van België in Gent ligt Obelisc, een geavanceerd bedrijvencentrum dat zich toelegt op het ondersteunen van biotechbedrijven.
Dit ultramodern bedrijvencentrum verhuurt afzonderlijke ruimtes en biedt ambitieuze bedrijven uitgebreide ondersteuning en middelen, zodat ze optimaal kunnen groeien en de baanbrekende medische vooruitgang van morgen kunnen ontwikkelen. Obelisc biedt 7.500 m² volledig modulaire laboratorium- en kantoorruimte en telt onder haar klanten bedrijven als Johnson & Johnson.
www.obelisc.be





De Haan Vakantiehuizen is eigenaar van 347 vakantiehuisjes in het vakantiepark Center Parcs in De Haan.
Het vakantiepark is gelegen in de Belgische kustgemeente De Haan, op 500 meter van het strand, en omvat een domein van 333 hectare met een groot tropisch waterpark en vrijetijdsactiviteiten zoals winkelen, dineren, bowlen en vele buitensporten. Het vakantiepark wordt operationeel uitgebaat door Pierre & Vacances, de Europese leider op het gebied van toerisme accommodatie en dit onder het label Center Parcs in De Haan.
De Haan Vakantiehuizen ontvangt op basis van een langetermijnovereenkomst een vaste huurvergoeding van Pierre & Vacances, die zelf instaat voor de uitbating, het onderhoud en herstellingen van de vakantiehuizen. De huurvergoeding is gekoppeld aan de inflatie.
Aandeel participatie



Parkeergararage Eemplein is gelegen in het Nederlandse Amersfoort en heeft 625 ondergrondse parkeerplaatsen. Het bovenliggende plein heeft een combinatie van winkels, kantoren, appartementen en recreatie. Boven de parkeergarage bevinden zich onder meer een Pathebioscoop, een Albert Heijn, een Mediamarkt en meerdere appartement complexen.
De inkomsten komen voort uit de verkoop van tickets voor kort parkeren, prepaid parkeerkaarten en abonnementen voor bewoners en bedrijven. De varieteit aan bovenliggende functies te midden van een omgeving in volle ontwikkeling maken de parkeergarage een aantrekkelijke participatie.


Reseau Abilis omvat een groeiend netwerk van gespecialiseerde residenties die levenslange woonzorg verstrekken aan personen met bijzondere noden op 26 locaties in Belgie (Wallonie en Brussel), Frankrijk en Nederland. De residenties huisvesten een 1.100-tal bewoners met een breed spectrum aan mentale beperkingen. De bewoners verblijven in zorgeenheden gaande van eenpersoonsappartementen tot grotere wooneenheden, afhankelijk van hun autonomie. De ambitie is om de bewoners te integreren in de lokale gemeenschap, hen goede banden te laten onderhouden met familie en verwanten en een kwalitatieve zorg te verzekeren. De uitbating van de residenties gebeurt door een 800-tal voltijdse medewerkers van Reseau Abilis. Voor de vaak levenslange opvang van de bewoners, ontvangt Reseau Abilis bijdragen van publieke overheden. Reseau Abilis betaalt vervolgens een huurvergoeding aan TINC voor het gebruik van de residenties op basis van een langjarige overeenkomst. Deze vergoeding is gekoppeld aan inflatie. TINC bezit tevens een minderheidsparticipatie in Reseau Abilis zelf, wat onder meer toelaat om de kwaliteit van de zorgverstrekking te bewaken.
www.abilis.be
Aandeel participatie 67,5%


GaragePark is een ontwikkelaar en exploitant van innovatieve multifunctionele opslag- en werkruimtes met hoofdkantoor in Blaricum, Nederland.
GaragePark heeft in Nederland meer dan 50 parken gerealiseerd en ontwikkeld, met circa 5.000 individuele garageboxen. De boxen worden door kmo's als een ideale plek beschouwd om er veilig bedrijfsmaterialen in op te slaan en om er kleine werkzaamheden in uit te voeren. GaragePark onderscheidt zich door in te zetten op nabijheid, 24/7 toegankelijkheid, beveiligde en onderhoudsarme ruimtes en zelfvoorziening in energie door zonnepanelen. Het concept van GaragePark is een efficiente maatoplossing voor klein zakelijk gebruik, zoals voor stukadoors, schilders, loodgieters, maar ook webshops, eventbureaus, stadslogistiek en in het algemeen voor alle ondernemers van kmo's. TINC heeft een investeringsbedrag van 25 miljoen euro toegezegd, een bedrag dat in de periode 2022-2025 effectief zal worden geïnvesteerd in functie van de realisatie van nieuwe parken door GaragePark.


De nettowinst bedraagt 42,5 miljoen euro of 1,17 euro per aandeel voor het boekjaar. Deze nettowinst volgt uit een sterk portefeuilleresultaat dat de goede operationele en financiële prestatie van de investeringsportefeuille weerspiegelt. De vergelijkende cijfers per 31 december 2023 betreffen een verlengd boekjaar van 18 maanden.

Het portefeuilleresultaat over het boekjaar bedraagt 50,7 miljoen euro. Dit komt overeen met een portefeuillerendement van 10,84%.
Dit portefeuilleresultaat is de netto vertaling van een aantal elementen:
• De wijziging van de gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet van 8,10% tot 8,40%, voornamelijk ten gevolge van de toepassing van een meer granulaire benadering in de segmenten Publieke Infrastructuur en Energie Infrastructuur. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de toegenomen volatiliteit van stroomprijzen voor energie participaties, en het afgenomen risico van een mogelijke subsidieknip voor de Vlaamse zonneparken.

Publieke Infrastructuur Energie Infrastructuur Digitale Infrastructuur Sociale Infrastructuur
Het portefeuilleresultaat van 50,7 miljoen euro bestaat uit twee componenten:
De operationele kosten over het boekjaar bedragen 6,8 miljoen euro.
Deze operationele kosten bestaan uit:
TINC heeft tijdens het boekjaar 44,8 miljoen euro aan kasmiddelen ontvangen vanuit haar investeringsportefeuille. Deze kasontvangsten omvatten:

Publieke Infrastructuur Energie Infrastructuur Digitale Infrastructuur Sociale Infrastructuur
De reële waarde van de investeringsportefeuille bedraagt 512,1 miljoen euro op 31 december 2024. Dit is een stijging met 43,7 miljoen euro (+ 9,3 %) ten opzichte van het einde van het vorige boekjaar. De grafiek hieronder geeft de evolutie weer van de reële waarde of fair value (FV) van de portefeuille tijdens het boekjaar.
| 600.000 | |||
|---|---|---|---|
| 500.000 | 512.070 | ||
| 468.357 | |||
| 450.000 | |||
| 400.000 | |||
| 350.000 | |||
| 300.000 | |||
| 250.000 | |||
| 200.000 | |||
| 150.000 | |||
| 100.000 | |||
| 50.000 | |||
| 0 | |||
| (in '000 €) | 31 december 2023 | 31 december 2024 |
Publieke Infrastructuur Energie Infrastructuur Digitale Infrastructuur Sociale Infrastructuur
De stijging van de reële waarde is het nettoresultaat van:
De reële waarde van de investeringsportefeuille wordt bepaald door toepassing van een specifieke verdisconteringsvoet op de toekomstige kasstromen van elke individuele participatie. De gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet bedraagt 8,40% voor het afgelopen boekjaar, tegenover 8,10% op het einde van het vorige boekjaar. Deze stijging is het gevolg van wijzigingen in de samenstelling van de investeringsportefeuille, en de toepassing van een meer granulaire benadering in de segmenten Publieke Infrastructuur en Energie Infrastructuur. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de toegenomen volatiliteit van stroomprijzen voor energie participaties, en het afgenomen risico van een mogelijke subsidieknip voor de Vlaamse zonneparken.
De tabel hieronder vat de gewogen gemiddelde verdisconteringsvoeten samen die van toepassing zijn op de vier segmenten op 31 december 2024, vergeleken met het einde van het vorige boekjaar.
| Periode eindigend op: | 31 december 2023 |
31 december 2024 |
|---|---|---|
| Publieke Infrastructuur | 7,00% | 7,70% |
| Energie Infrastructuur | 8,90% | 8,18% |
| Digitale Infrastructuur | 8,91% | 9,27% |
| Sociale Infrastructuur | 8,18% | 8,53% |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 8,10% | 8,40% |
De volgende grafiek toont de sensitiviteit van de reele waarde (FV) van de portefeuille ten aanzien van veranderingen in vier parameters, met name stroomprijzen, stroomproductie, inflatie en verdisconteringsvoeten. Deze analyse:

Reële waarde in €
Het eigen vermogen (NAV) bedraagt 506,4 miljoen euro of 13,93 euro per aandeel op 31 december 2024. De NAV is de som van de reële waarde van de portefeuille (512,1 miljoen euro), de netto schuldpositie (6,0 miljoen euro) en ander werkkapitaal (0,4 miljoen euro), zoals weergegeven in de tabel hieronder.
| Periode eindigend op: Balans (k€) |
31 december 2023 |
31 december 2024 |
|---|---|---|
| Reële waarde portefeuillevennootschappen (FV) | 468.357 | 512.070 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 119 | 0 |
| Netto schuldpositie | 27.365 | (6.010) |
| Ander werkkapitaal* | (1.245) | 363 |
| Netto-actief waarde (NAV) | 494.596 | 506.422 |
| Netto-actief waarde per aandeel (€)** | 13,60 | 13,93 |
* Ander werkkapitaal = Handelsvorderingen en overige vorderingen (-) Verplichtingen op korte termijn
** Gebaseerd op het totaal aantal uitstaande aandelen op 31/12/2024 (36.363.637) en 31/12/2023 (36.363.637)
De stijging van de NAV ten opzichte van de NAV op het einde van het vorige boekjaar (+2,4%) is het netto-effect van enerzijds het nettoresultaat over het boekjaar (42,5 miljoen euro of 1,17 euro per aandeel) en anderzijds de uitkering aan de aandeelhouders in mei 2024 over het vorige verlengd boekjaar van 18 maanden (30,5 miljoen euro of 0,84 euro per aandeel).
TINC beschikt op het einde van het boekjaar over 200 miljoen euro aan gecontracteerde bankkredietlijnen. De interest marge hierop bedraagt 125 basispunten. De kredietlijnen zijn beschikbaar om te voldoen aan de gecontracteerde investeringstoezeggingen en voor algemene investeringsdoeleinden. Op 31 december 2024 is hiervan 6,9 miljoen euro opgenomen. Rekening houdend met de kasmiddelen, bedraagt de netto schuldpositie van TINC 6,0 miljoen euro op 31 december 2024.
Tijdens het boekjaar zegde TINC nieuwe investeringen toe voor een bedrag van 141,3 miljoen euro, en dit voor de participaties Storm Group, Azulatis, Hortus Conclusus, SPI.R0, De Haan Vakantiehuizen, GlasDraad en Datacenter United. TINC investeerde verder effectief 37,8 miljoen euro in bestaande participaties (GlasDraad, Garagepark, NGE Fibre, De Haan Vakantiehuizen en Yally) en in nieuwe participaties (Hortus Conclusus, SPI.R0 en Storm Group).
Op het einde van het boekjaar staan er nog gecontracteerde investeringstoezeggingen uit voor een bedrag van 205,0 miljoen euro. Naar verwachting worden deze toezeggingen over de komende jaren uitgevoerd zoals uiteengezet in de tabel hieronder.
| Totaal | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
|---|---|---|---|---|---|
| (in m€) | 205,0 | 117,4 | 56,7 | 13,8 | 17,0 |
| Totaal | Publieke Infrastructuur | Energie Infrastructuur | Digitale Infrastructuur | Sociale Infrastructuur | |
| (in m€) | 205,0 | 65,5 | 30,3 | 73,3 | 35,9 |
TINC beschikt op het einde van het boekjaar over voldoende middelen om aan de uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen te voldoen. Door de combinatie van de huidige participaties en de uitstaande gecontracteerde investeringstoezeggingen evolueert de portefeuille van TINC op termijn tot circa 700 miljoen euro.
Op 17 februari 2025 heeft TINC een investering aangekondigd ten belope van € 61 miljoen aan in Project Mufasa, een van de grootste batterijopslagsystemen (BESS) in de EU. Het project wordt gerealiseerd in de North Sea Port Vlissingen, een belangrijk knooppunt voor hernieuwbare energie in Nederland. Het vervangt een voormalige kolencentrale met toegang tot het hoogspanningsnet van TenneT, en vormt een belangrijke stap voorwaarts in de ondersteuning van de overgang naar hernieuwbare energie in Nederland door het versterken van de kritieke energie infrastructuur. TINC investeert € 61 miljoen in Project Mufasa voor een preferent aandelenbelang van 36,67%. De investering wordt door TINC gefinancierd onder haar € 200 miljoen bancaire kredietfaciliteit
Op 28 februari 2025 werd de in oktober 2024 aangekondigde gedeeltelijke verkoop van een belang in Datacenter United en de overname van de Belgische datacentra van Proximus afgerond. De financiële impact van de transactie is verwerkt in de per 31 december 2024 gepubliceerde jaarresultaten. De combinatie van de opbrengst van gedeeltelijke verkoop en de extra kapitaalinvestering in Datacenter United om de overname van de Proximus datacentra te financieren, resulteert in een netto-investering van circa € 45 miljoen voor TINC. TINC heeft deze investering gefinancierd onder haar € 200 miljoen bancaire kredietfaciliteit.
Op 10 maart werd de goedkeuring van de strategische krachtenbundeling tussen Gimv, WorxInvest en Belfius als partner voor de verdere groei van TINC aangekondigd. Op 19 september 2024 werd een akkoord aangekondigd waarbij WorxInvest de helft van het belang van Gimv NV in Infravest NV zou verwerven. Infravest NV – opgericht als een 100% dochter van Gimv – is met een belang van 21,32% de grootste aandeelhouder van TINC NV en is eveneens de indirecte aandeelhouder van TINC Manager NV, de statutaire bestuurder van TINC NV.
Als onderdeel van deze transactie zouden Gimv NV en Belfius Bank NV hun respectievelijke belangen in TDP NV, de joint venture die Gimv en Belfius oprichtten om een brede waaier aan infrastructuurprojecten te ontwikkelen en te beheren, eveneens inbrengen in Infravest NV. De volledige transactie was onderhevig aan gebruikelijke opschortende voorwaarden waaronder de goedkeuring door de relevante autoriteiten. Inmiddels werden alle goedkeuringen verkregen en kan met ingang van 10 maart 2025 de strategische krachtenbundeling van start gaan. WorxInvest en Gimv houden voortaan elk een belang van 40,8% aan in Infravest NV, en ook Belfius treedt toe als een minderheidsaandeelhouder met een belang van 18,4%. In navolging van deze transactie treden de heren Filip Dierckx en Nils de Bremaeker op voordracht van Infravest NV toe tot de raad van toezicht van TINC Manager NV, statutair bestuurder van TINC NV. Het mandaat de heer Peter Vermeiren eindigt. De raad van toezicht wenst Peter die vanaf het eerste uur heeft meegeschreven aan het TINC verhaal uitdrukkelijk te bedanken voor zijn bijdrage tot het succes van TINC. Voortaan telt de raad van toezicht 8 leden waaronder drie onafhankelijke bestuurders inclusief de heer Philip Maeyaert, onafhankelijk voorzitter.
In de uitvoering van haar activiteiten als investeringsmaatschappij is TINC onderhevig aan risico's zowel op het niveau van TINC zelf als op het niveau van de participaties waarin TINC investeert.
Binnen het raamwerk uitgewerkt door de Raad van Toezicht, op voorstel van de Directieraad en op advies van het Audit Comité, is de Directieraad verantwoordelijk voor het risicobeheer, de interne controle en de naleving van wetten en regels. Risico's worden beheerd via een proces van doorlopende identificatie, inschatting, evaluatie en mitigatie. Minstens éénmaal per jaar rapporteert de Directieraad aan de Raad van Toezicht over de algemene en financiële risico's en de beheers- en controlesystemen.
De risicofactoren die hieronder worden beschreven zijn beperkt tot die risico's die TINC als wezenlijk en specifiek beschouwt voor TINC en haar participaties omdat ze een nadelig effect zouden kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten, de reputatie en de vooruitzichten van TINC en/of haar participaties, op het vermogen van TINC om haar investeringsverplichtingen te financieren en bijgevolg ook de aandelenkoers.
Hoewel een groot aantal participaties hun inkomsten zien toenemen bij een stijgend prijspeil, kan een aanhoudend inflatoire omgeving wegen op de kostenstructuur en bijgevolg op het resultaat van zowel TINC als de participaties.
TINC heeft geen participaties met infrastructuur die gelegen is in gebieden die momenteel een toestand van oorlogsverrichtingen, aanhoudend geweld of politieke onrust kennen. Geopolitieke gebeurtenissen en spanningen kunnen niettemin een impact hebben op de stabiliteit van de financiële markten of het economisch systeem en op de beschikbaarheid van schuld- en/of kapitaalinstrumenten voor TINC ter financiering van haar investeringstoezeggingen.
Adequate opportuniteiten om waarde te creëren voor TINC door te investeren in infrastructuurbedrijven die kasstromen kunnen genereren, realiseren en uitkeren aan TINC, kunnen onvoldoende aanwezig zijn, of aanwezig zijn maar op een onvoldoende gediversifieerde manier, tegen onaantrekkelijke voorwaarden, of beperkt of verhinderd worden door macro-economische en cyclische omstandigheden, veranderende reglementeringen of politieke ontwikkelingen. De groei van TINC hangt gedeeltelijk af van haar vermogen om de toekomstige uitbreiding van haar portefeuille van participaties te beheren en om aantrekkelijke investeringsopportuniteiten op gepaste wijze te identificeren, te selecteren en uit te voeren in overeenstemming met de strategie van TINC.
De beschikbaarheid van toekomstige investeringsopportuniteiten hangt gedeeltelijk af van de marktomstandigheden en er kan bijgevolg geen zekerheid worden geboden dat TINC in staat zal zijn om een voldoende aantal toekomstige investeringsopportuniteiten te identificeren en uit te voeren om TINC toe te laten haar portefeuille uit te breiden.
Verdere groei van TINC en haar portefeuille zal naar verwachting ook bijkomende eisen stellen aan management, ondersteuning, boekhouding en financiële controle en andere middelen en zou een aantal gerelateerde risico's met zich meebrengen, waaronder de mogelijke verstoring van de lopende activiteiten en afleiding van het management en verhoogde operationele kosten op het niveau van TINC.
TINC heeft zich contractueel verbonden tot een aantal financiële verbintenissen met betrekking tot bestaande en toekomstige participaties. Deze omvatten enerzijds toezeggingen om bijkomend te investeren in bestaande participaties, en anderzijds toezeggingen om op een later tijdstip nieuwe participaties te verwerven.
Indien de financiële middelen van TINC ontoereikend blijken om dergelijke verbintenissen en verdere groei te financieren, zal TINC bijkomende financiering moeten aantrekken in de vorm van een uitgifte van nieuwe aandelen of schuldinstrumenten of in de vorm van een kredietfaciliteit (of een combinatie). Er is geen garantie dat dergelijke opties altijd beschikbaar zullen zijn tegen aanvaardbare voorwaarden.
Financieringsbehoeften kunnen ook worden aangepakt door de meer liquide participaties in portefeuille te verkopen. De meerderheid van de participaties die door TINC worden gehouden, omvatten echter belangen in participaties die niet openbaar of vrij verhandelbaar zijn en die vaak onderworpen zijn aan beperkingen op overdracht (bv. goedkeuring van de overdracht door andere partijen) en die daarom mogelijk moeten worden gerealiseerd tegen een waarde die lager is dan de waarde die aan dergelijke investeringen is toegekend.
TINC houdt kasreserves aan op bankrekeningen bij verschillende financiële instellingen. De systemen van de relevante financiële instellingen zouden kunnen worden beïnvloed door externe omstandigheden, waaronder storingen in de IT-systemen of cyberaanvallen. Soortgelijke risico's in verband met financiële instellingen zijn van toepassing op de participaties van TINC.
TINC neemt investeringsbeslissingen op basis van schattingen en/of prognoses van investeringskasstromen die door de participaties worden gegenereerd, met inbegrip van veronderstellingen over het bedrag en de timing van de kosten over de levensduur van de relevante participaties (die tot 35 jaar kan bedragen). Dergelijke schattingen, projecties en prognoses kunnen, ten minste gedeeltelijk, gebaseerd zijn op grote en gedetailleerde financiële modellen, en er bestaat altijd een risico dat er fouten worden gemaakt in de veronderstellingen, berekeningen of methodologieën die in dergelijke modellen worden gebruikt, of dat de relevante hypothetische parameters afwijken van de werkelijke resultaten.
TINC is zowel als verantwoordelijke onderneming en als duurzame investeerder blootgesteld aan duurzaamheid-gerelateerde risico's. Dit geldt voornamelijk met betrekking tot haar investeringsportefeuille (zie verder). De niet-naleving van steeds strengere duurzaamheidsregelgeving door TINC zelf kan leiden tot juridische sancties, hogere operationele kosten en strikter toezicht. Verder kunnen niet-ingeloste duurzaamheidsverwachtingen van stakeholders (incl. het niet (volledig) voldoen aan standaarden en ESG-scores en duurzaamheidscriteria) het vertrouwen in TINC en haar reputatie schaden.
TINC investeert in participaties die actief zijn in sterk gereglementeerde sectoren zoals energie, publiek private samenwerking, gespecialiseerde residentiële zorg en onderzoek en ontwikkeling in de biowetenschappenindustrie. Wijzigingen in de toepasselijke wetten, reglementeringen of overheidsbeleidslijnen, met inbegrip van de momenteel toepasselijke belastingwetten, belastingregimes (zoals de toepasselijke belastingtarieven, het gebruik van overgedragen fiscale verliezen, de aftrek van rentelasten, de belasting van ontvangen dividenden en de belasting van meerwaarden op aandelen) en/of de (directe of indirecte) belastingstatus van TINC of een participatie, boekhoudpraktijken en boekhoudnormen, kunnen een (negatieve) invloed hebben op TINC of (de kasstromen gegenereerd uit) een specifieke participatie. Overheden zouden ook kunnen trachten opnieuw te onderhandelen over bestaande contracten.
TINC heeft de rechtsvorm van een naamloze vennootschap met als bestuursmodel een enige, in de statuten aangestelde Statutaire Bestuurder. Het mandaat van de Statutair Bestuurder kan, zonder haar toestemming, enkel worden beëindigd door (i) de algemene vergadering van aandeelhouders in overeenstemming met de vereisten voor het wijzigen van de statuten om gegronde redenen, of (ii) een gerechtelijk bevel op een verzoek om gegronde redenen door een bijzondere lasthebber die is aangesteld door aandeelhouders die stemgerechtigde aandelen houden die ten minste 3% van het aandelenkapitaal van TINC vertegenwoordigen. Het bovenvermelde bestuursmodel laat de Statutaire Bestuurder toe om een controlerende invloed uit te oefenen op de besluitvorming. Bijgevolg zal de invloed van andere houders van aandelen in TINC beperkt zijn.
TINC is voor haar investeringsactiviteiten en het beheer van haar investeringsportefeuille grotendeels afhankelijk van TDP NV, aan wie de verantwoordelijkheid voor het leveren van investerings- en administratieve diensten is toevertrouwd. Het wegvallen van TDP of belangrijke wijzigingen in het management of team van medewerkers kunnen een (tijdelijke) negatieve impact hebben.
Er bestaan geen regelingen met de belangrijkste aandeelhouders van TINC met betrekking tot aangeboden investeringsopportuniteiten, bijgevolg is het mogelijk dat de belangrijkste aandeelhouders zelf dergelijke investeringsopportuniteiten nastreven. Niettegenstaande het voorgaande werden bepaalde principes met betrekking tot de toewijzing van investeringsopportuniteiten overeengekomen in een partnerschapsovereenkomst tussen TINC en TDP NV (zoals elders beschreven in het Jaarverslag 2024).
Voor het beheer van haar IT-systemen (hardware, software, netwerk, opslagsystemen) is TINC afhankelijk van derde partijen. Menselijke fouten, natuurrampen of storingenin de IT-systemen kunnen de vertrouwelijkheid, beschikbaarheid en integriteit van gegevens in het gedrang brengen. Bovendien zou TINC het slachtoffer kunnen zijn van cyber-aanvallen op de integriteit van de systemen en data (computervirussen, malware, phishing) waardoor de IT-systemen niet (behoorlijk) functioneren, gegevens niet beschikbaar zijn en/of onbevoegden toegang hebben tot de gegevens.
Soortgelijke IT-gerelateerde risico's zijn van toepassing op de participaties van TINC.
Als beursgenoteerd bedrijf op Euronext Brussel is TINC onderworpen aan regelgeving met betrekking tot informatievereisten, transparantierapportage, overnamebiedingen, corporate governance en handel met voorkennis. De (niet-)naleving van deze regelgeving kan leiden tot juridische sancties, hogere operationele kosten en strikter toezicht wat een impact kan op de beurskoers. Daarnaast kan volatiliteit van de financiële markten een impact hebben op de waarde van de aandelen van TINC. Hoewel TINC ernaar streeft om systematisch aandeelhouderswaarde op lange termijn te creëren kunnen er zich op kortere termijn koersschommelingen voordoen.
TINC houdt investeringen in participaties vaak ook aan in de vorm van achtergestelde leningen (in combinatie met aandeleninvesteringen of op een stand-alone basis), die een lagere rangorde hebben dan de andere schulden van die participaties. In het geval van liquiditeitsproblemen bij een participatie bestaat het risico dat achtergestelde leningen niet (tijdig) worden terugbetaald, aangezien deze pas worden terugbetaald nadat aan alle andere schuldverplichtingen is voldaan.
TINC vertrouwt voor het succes van zijn investeringen in participaties op verschillende tegenpartijen, zoals financiële en operationele partners (met inbegrip van onderaannemers, openbare rechtspersonen, klanten die een vraagrisico genereren, financiële instellingen en verzekeraars en externe gebruikers van infrastructuur). Het kan gebeuren dat deze tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet kunnen nakomen, een kredietspecifiek risico lopen als gevolg van allerhande omstandigheden zoals wanbetaling, bijzondere waardevermindering of insolventie, of na verloop van tijd vervangen (moeten)
worden. Dergelijke gebeurtenissen kunnen resulteren in onverwachte kosten, (niet-recupereerbare) toeslagen, beperkte financiële aansprakelijkheidsbedragen, verliezen of een vermindering van de verwachte inkomsten voor de participaties.
Participaties hebben vaak geld geleend van externe schuldeisers. Inbreuken op financiële verbintenissen door participaties, zouden kunnen leiden tot een opschorting van betalingen aan TINC en zouden de relevante schuldeisers bepaalde bestuurs- en afdwingingsrechten kunnen verlenen over de participaties.
Wijzigingen in de toepasselijke rentevoeten kunnen ook de kosten van schuldfinanciering voor de participaties verhogen en bijgevolg de waardering en rentabiliteit van de participaties beïnvloeden.
Bij investeringen in Publieke Infrastructuur (DBFM/PPS) zijn de tegenpartijen doorgaans publieke rechtspersonen, die kunnen genieten van (een beperkte) immuniteit van tenuitvoerlegging, waardoor hun goederen niet in beslag kunnen worden genomen, wat een impact kan hebben op de verwachte inkomsten voor de participaties.
Een belangrijk deel van de participaties is actief in een gereguleerde omgeving (bijvoorbeeld energie-infrastructuur, publiek-private samenwerkingen en zorg) en geniet van steunregelingen (bijvoorbeeld groenstroomcertificaten). Infrastructuur is verder onderworpen aan specifieke regelgeving zoals gezondheids-, veiligheids- en milieuregels, belasting- en boekhoudregels.
Zorginstellingen zoals gespecialiseerde residenties voor personen met bijzondere noden zijn onderworpen aan specifieke wettelijke kaders en risico's.
De aangerekende tarieven gereguleerd waardoor wijzigingen in het sociale en uitkeringsbeleid een negatieve impact kunnen hebben.
Elke (toekomstige en/of retroactieve) wijziging, herroeping, intrekking, verscherping of striktere handhaving van de bovenvermelde reglementeringen, beleidslijnen en steunregelingen (met inbegrip van energieondersteuningssystemen) kan een impact hebben op de inkomsten of kan extra kapitaaluitgaven of bedrijfskosten met zich meebrengen (in het bijzonder aangezien bepaalde tarieven gereglementeerd zijn), en kan bijgevolg een invloed hebben op de verwachte inkomsten voor de participaties.
Bepaalde portefeuilleactiviteiten vereisen ook specifieke vergunningen en licenties. Het kan gebeuren dat vereiste vergunningen en licenties niet toegekend, niet verlengd, opgeschort of ingetrokken worden door de relevante autoriteiten.
Vergelijkbare klimaat- en duurzaamheidsgerelateerde risico's als hoger beschreven voor TINC zijn van toepassing op de participaties van TINC. Klimaatverandering en risico's op het vlak van milieu, maatschappij en bestuur, die onnauwkeurig ingeschat worden en niet gemitigeerd (kunnen) worden, kunnen een materieel risico vormen voor bepaalde portefeuillebedrijven, op het vlak van fysieke integriteit, reputatie en operationele continuïteit van hun bedrijfsmodel. Dit kan financiële gevolgen hebben, zoals hogere operationele kosten, en verzekeringsrisico's, tot reputatieschade leiden en bijgevolg een negatieve impact hebben op de waarderingen van deze bedrijven. Fysieke risico's variëren van kortetermijneffecten door extreme weersomstandigheden (bijv. de beschadiging van activa, de verstoring van energieproductie) tot langetermijneffecten zoals grondstoffenschaarste en stijgende energiekosten.
De ontwikkeling, bouw en exploitatie van infrastructuur kan hinder en overlast veroorzaken, zoals lawaai, stof, trillingen, verkeershinder en andere (milieu) effecten die een invloed kunnen hebben op omwonenden en bedrijven. Dergelijke gebeurtenissen kunnen leiden tot klachten, verzet en/of juridische claims van lokale gemeenschappen, regelgevende instanties of andere belanghebbenden. Toegenomen toezicht door de regelgevende instanties, publieke tegenstand en/of juridische stappen kunnen leiden tot vertragingen in het project, hogere bouw- en exploitatiekosten, wijzigingen in bouwmethoden, aanvullende risicobeperkende maatregelen en/of opschorting of beëindiging van bepaalde activiteiten.
Het is mogelijk dat de infrastructuur niet of onvoldoende beschikbaar is of produceert wat een nadelige invloed zou kunnen hebben op de waardering van de participaties en de kasstromen naar TINC.
De participaties doen voor de exploitatie in belangrijke mate een beroep op toeleveranciers en onderaannemers die zorgvuldig geselecteerd worden op basis van onder meer hun ervaring, kwaliteit van geleverd werk, solvabiliteit, enzovoort.
Het kan gebeuren dat dergelijke onderaannemers hun verbintenissen om allerhande reden niet (kunnen) nakomen. Meerdere participaties zouden een beroep hebben kunnen gedaan op dergelijke onderaannemers. De aansprakelijkheid van dergelijke onderaannemers kan onderworpen aan financiële begrenzingen die niet de werkelijke schade vergoeden wat kan leiden tot verliezen voor de betrokken participaties. Waar mogelijk worden de nodige verzekeringen afgesloten om bijvoorbeeld bedrijfsonderbrekingen te dekken, maar het is mogelijk dat deze niet voldoende zijn.
In de zorgsector bestaat het risico dat er zich moeilijkheden voordoen met betrekking tot het handhaven van een passende kwaliteit van dienstverlening en het aanwerven en behouden van deskundig zorgpersoneel, wat een negatieve invloed zou kunnen hebben op het imago en de groeivooruitzichten van de zorginstelling of op de kostenstructuur.
TINC houdt belangen in participaties die actief zijn in hernieuwbare energie, zoals zonne-energie, on-shore en offshore windparken en energieopslagsystemen. De stroomproductie van zonne-installaties en windparken is onder andere afhankelijk van de instraling van de zon en de windsnelheid, die kunnen schommelen in de tijd. Dergelijke schommelingen zullen een impact hebben op de inkomsten van de participaties en bijgevolg op de kasstromen naar TINC.
Eenmaal operationeel en tijdens de levensduur van een participatie, kan niet worden uitgesloten dat de infrastructuur of bepaalde onderdelen defecten vertonen en niet (volledig) beschikbaar zijn, waardoor ze moeten worden vervangen of een grote opknapbeurt moeten ondergaan. Hoewel de verantwoordelijkheid hiervoor grotendeels ligt bij de partijen op wie de participaties voor de realisatie en het onderhoud van de infrastructuur een beroep doen, is het mogelijk dat deze partijen om technische, organisatorische of financiële redenen bepaalde technische problemen niet oplossen waardoor de resultaten van de participaties negatief kunnen worden beïnvloed,
De portefeuille bevat participaties waarvan het verdienmodel afhankelijk is van de vraag door klanten en zorgbehoevenden of waarbij het verdienmodel onderhevig is aan evoluties in de prijszetting (bv. elektriciteitsprijzen). Er zal altijd een risico zijn dat de mate van gebruik van de infrastructuur en dus de opbrengsten van dergelijke participaties anders zullen zijn dan verwacht.
TINC heeft belangen verworven en kan belangen verwerven in participaties met infrastructuur of activa in een ontwikkelings- of bouwfase. Het kan gebeuren dat TINC voor deze participaties financiering verstrekt vanaf de vroege ontwikkelingsfase, terwijl de kasstromen uit deze participaties gewoonlijk pas in een later stadium komen wanneer de infrastructuur operationeel is. Verbonden risico's omvatten mogelijke kostenoverschrijdingen en vertragingen in de voltooiing (waarvan vele vaak worden veroorzaakt door factoren waarover TINC geen directe controle heeft), gemaakte ontwikkelingskosten voor het ontwerp en het onderzoek, zonder dat er kan worden gegarandeerd dat de ontwikkeling voltooiing zal bereiken.
Wanneer TINC overweegt om te investeren in de ontwikkeling van infrastructuur, zal zij bepaalde inschattingen doen van de economische, markten andere omstandigheden waaronder schattingen met betrekking tot de (operationele en andere) kosten en de (potentiële) waarde van de infrastructuur. Het zou kunnen blijken dat deze inschattingen onjuist zijn.
Bij investeringen in Publieke Infrastructuur (DBFM/PPS) vereisen contracten vaak dat de infrastructuur aan het einde van haar levensduur in een vooraf bepaalde staat verkeert en de werkelijke kosten om aan deze verplichting te voldoen zijn vaak moeilijk te berekenen of te voorzien. Wanneer het risico om te voldoen aan de vereiste om de infrastructuur terug te geven in de overeengekomen staat bij de participatie ligt, kunnen de daaraan verbonden kosten hoger zijn dan verwacht. Zelfs wanneer dit risico werd doorgegeven aan onderaannemers, bestaat het risico dat de onderaannemer de vereiste verplichtingen niet nakomt.
Bij investeringen in Publieke Infrastructuur (DBFM/PPS) geven contracten de relevante tegenpartij uit de publieke sector doorgaans het recht om de overeenkomst op te zeggen in bepaalde omstandigheden. Indien dit gebeurt kan het zijn dat (het gebrek aan) een financiële afwikkeling niet beantwoordt aan het vooropgestelde rendement of het geïnvesteerde bedrag aantast. Dit bijvoorbeeld in bepaalde scenario's (bv. oorlog of terroristische daden) waarbij alleen de nominale waarde van het eigen vermogen wordt gecompenseerd).
Het aandeel TINC
Op 22 mei 2024 werd een uitkering aan de aandeelhouders over het vorige boekjaar (eindigend op 31 december 2023) betaald ten belope van € 30,5 miljoen (€ 8,4 miljoen in de vorm van een dividend en € 22,1 miljoen in de vorm van een kapitaalvermindering). Dit bedrag stemt overeen met € 0,84 per aandeel. De uitkering van € 0,84 per aandeel bestond uit een dividend van € 0,23 per aandeel (of 27,4% van het totaal uitgekeerde bedrag) en een kapitaalvermindering van € 0,61 per aandeel (of 72,6% van het totaal uitgekeerde bedrag).
NAV per aandeel / Prijs per aandeel

NAV per aandeel Prijs per aandeel Premie/(discount) prijs per aandeel ten aanzien van NAV per aandeel
TINC beoogt voor het voorbije boekjaar eindigend op 31 december 2024 een bruto uitkering van € 21,1 miljoen of € 0,58 per aandeel. Dit is, geannualiseerd, een stijging met 3,6% ten opzichte van de uitkering met betrekking tot het vorige boekjaar. De uitkering vindt in principe plaats in mei 2025, na goedkeuring door de algemene vergadering.
Het totaal aantal uitstaande aandelen bedraagt 36.363.637 op het einde van het boekjaar.
(in eurocent)

Uitkering per aandeel Netto-resultaat per aandeel Pay-out ratio
* over een boekjaar van 18 maanden
Corporate Governance
Deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur bevat de informatie vereist door het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (het "WVV") en de Belgische Corporate Governance Code voor beursgenoteerde ondernemingen 2020 (de "Code 2020").
TINC hanteert de Code 2020 als referentiecode voor de organisatie van haar corporate governance structuur, zoals wettelijk voorgeschreven. De Code 2020 is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en is ook terug te vinden op: www.corporategovernancecommittee.be.
TINC heeft de voornaamste aspecten van haar corporate governance beleid in het Corporate Governance Charter opgenomen. Het Corporate Governance Charter is, samen met andere reglementen en gedragscodes, te vinden op haar website (www.tincinvest.com) en is vrij te verkrijgen op haar maatschappelijke zetel.
Belgische beursgenoteerde vennootschappen dienen de Code 2020 na te leven, maar kunnen, met uitzondering van de principes, afwijken van de bepalingen en richtlijnen voor zover dit wordt aangegeven, samen met de redenen daartoe, in de verklaring inzake deugdelijk bestuur (het 'pas toe of leg uit'-principe).
In het afgelopen boekjaar afgesloten op 31 december 2024 heeft TINC de Corporate Governance Code toegepast, maar gelet op de specifieke situatie van TINC, is afgeweken van de volgende aanbevelingen:
• Bepalingen 2.11 en 4.18 van de Code 2020 stellen dat de raad van toezicht het remuneratiebeleid bepaalt voor niet-uitvoerende bestuurders en leden van
het uitvoerend management en dat het remuneratiecomité voorstellen doet aan de raad omtrent het remuneratiebeleid voor en de jaarlijkse evaluatie van niet-uitvoerende bestuurders en leden van het uitvoerend management.
TINC Manager ontvangt van TINC als enige en statutaire bestuurder een vergoeding van TINC. Binnen TINC Manager zelf worden de leden van de Raad van Toezicht vergoed, doch niet de leden van de Directieraad, die een vergoeding ontvangen binnen TDP NV. Bijgevolg verstrekt het Benoemingsen Remuneratiecomité enkel advies omtrent het remuneratiebeleid voor de bestuurders van TINC Manager en beschrijft het remuneratiebeleid enkel de vergoedingsregeling voor bestuurders (bepaling 7.7.).
aandeelhouder van TINC. Elk van de leden van de Directieraad houdt aandelen van TINC aan (>10.000 aandelen individueel).
• Bepaling 7.9 van de Code 2020: De Raad van Toezicht heeft geen minimumdrempel bepaald van aandelen die aangehouden moeten worden door de leden van de Directieraad aangezien alle leden reeds aandeelhouder zijn van bij de beursgang in 2015 en telkenmale deelgenomen hebben aan de achtereenvolgende kapitaalverhogingen.
Wat betreft het toepasselijk wettelijk kader, TINC is een holding in de zin van artikel 3, 48° van de Belgische wet van 19 april 2014 betreffende alternatieve instellingen voor collectieve beleggingen en hun beheerders, en is als zodanig niet onderworpen aan de bepalingen van deze wet.
Onderstaande tabel geeft, op basis van ontvangen transparantiemeldingen, de aandeelhoudersstructuur van TINC weer:
| Aandeelhouder (31/12/2024) | Aantal aandelen |
% |
|---|---|---|
| Infravest NV | 7.753.604 | 21,32 |
| Overige aandelen | 28.610.033 | 78,68 |
| Totaal | 36.363.637 | 100,00 |
Conform de bepaling van de Wet van 2 mei 2007 (de "Transparantiewet") voorzien de statuten van TINC in de wettelijke drempels voor transparantiemeldingen (5% en veelvouden van 5% van het totaal aantal stemrechten).
In het afgelopen boekjaar ontving TINC op 26 augustus 2024 gedateerde transparantiekennisgevingen, waaruit blijkt dat (i) Infravest, als gevolg van de verwerving van aandelen op 23 augustus 2024, 21,32% van de stemrechten van de Vennootschap bezit, (ii) Belfius Insurance niet langer aandelen van de Vennootschap bezit, en (iii) Gimv niet langer rechtstreeks aandelen van de Vennootschap bezit. Infravest, op datum van afsluiting van het afgelopen boekjaar een 100%-dochter van Gimv, heeft aldus de deelnemingsdrempel van 20% overschreden.
Transparantiemeldingen zijn te raadplegen op de website van TINC (www.tincinvest.com).
De aandelen van de Vennootschap zijn vrij overdraagbaar en hebben alle dezelfde rechten, zonder statutaire beperkingen aan de uitoefening van het stemrecht.
Op het einde van het boekjaar bedroeg het statutaire kapitaal van TINC € 113.268.771,34 vertegenwoordigd door 36.363.637 aandelen. In de loop van het boekjaar vond een kapitaalvermindering plaats (mei 2024). Het kapitaal werd verminderd met € 22.181.818,57 zonder annulering van de bestaande aandelen. Er werden geen andere effecten uitgegeven die een invloed zouden kunnen hebben op het kapitaal of het aantal aandelen. Alle aandelen betreffen aandelen met stemrecht.
Bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 21 oktober 2020 werd de machtiging aan het bestuur vernieuwd om gedurende 5 jaar vanaf de datum van bekendmaking van deze bevoegdheid (d.i. tot 16 november 2025) het maatschappelijk kapitaal van TINC te verhogen met een bedrag gelijk aan ten hoogste het maatschappelijk kapitaal door inbreng in geld, in natura of door omzetting van reserves, uitgiftepremies of door uitgifte van converteerbare obligaties en warrants. Het bestuur kan daarbij het voorkeurrecht beperken of opheffen. De Vennootschap heeft in het afgelopen boekjaar geen gebruik gemaakt van deze machtiging.
Bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 21 oktober 2020 werd eveneens de machtiging aan het bestuur vernieuwd om gedurende 5 jaar vanaf de datum van bekendmaking van deze bevoegdheid (d.i. tot 16 november 2025) over te gaan tot verwerving, inpandneming of vervreemding van aandelen van de Vennootschap, zonder voorafgaandelijke goedkeuring van de algemene vergadering. Dit kan gebeuren aan een prijs per aandeel die niet lager mag zijn dan 80% noch hoger dan 120% van de beurskoers van de slotnotering van de dag vóór de datum van de transactie, en tot een maximum van twintig percent van het totaal aantal uitgegeven aandelen. De Vennootschap heeft in het voorbije boekjaar geen gebruik gemaakt van deze machtiging.
De jaarlijkse gewone algemene vergadering vindt in overeenstemming met de statuten van de Vennootschap plaats op de derde woensdag van de maand mei om 10 uur. In 2025 zal dit op 21 mei zijn.
De regels voor de bijeenroeping, de deelname, het verloop van de vergadering, de uitoefening van het stemrecht en andere details zijn opgenomen in de statuten van de Vennootschap en in het Corporate Governance Charter, die beide beschikbaar zijn op de website van de Vennootschap (www.tincinvest.com).
De aandelen van TINC zijn sedert 12 mei 2015 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel (ISIN code BE0974282148).
De financiële dienstverlening wordt verzorgd door Belfius Bank.
TINC werkt aan het op peil houden van de liquiditeit van het aandeel door deel te nemen aan roadshows en events voor beleggers met zowel institutionele als particuliere beleggers. TINC onderhoudt ook een correcte communicatie met de analisten die het aandeel opvolgen. Gedurende het afgelopen boekjaar betrof dit analisten van Degroof Petercam, KBC Securities, Kepler Cheuvreux en Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB). Daarnaast heeft TINC KBC Securities aangesteld als liquidity provider met het oog op het toezien op een voldoende actieve markt in het aandeel TINC door het handhaven van een adequate liquiditeit in normale marktomstandigheden.
De website van TINC bevat een afzonderlijk luik met informatie bestemd voor de beleggers en aandeelhouders van TINC (www.tincinvest.com).
TINC is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht met een enige bestuurder.
TINC Manager NV werd benoemd als statutaire bestuurder voor onbepaalde duur.

Organisatiestructuur
* Zie ook Gebeurtenissen na balansdatum (p. 78)
*
In de statuten van TINC is TINC Manager benoemd als enige bestuurder (de "Statutaire Bestuurder"). TINC Manager is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht waarvan de aandelen worden aangehouden door TDP NV, een samenwerkingsverband oorspronkelijk opgericht door Gimv en Belfius.
In overeenstemming met artikel 2:55, eerste lid en tweede lid van het wetboek van vennootschappen en verenigingen heeft de Statutaire Bestuurder de heer Manu Vandenbulcke, voorzitter van de directieraad, aangesteld als haar vaste vertegenwoordiger.
De Statutaire Bestuurder heeft een duaal bestuur, samengesteld uit een raad van toezicht en een directieraad die samen het mandaat van statutaire, enige bestuurder van TINC uitoefenen.
In de uitvoering van hun mandaat, handelen de Raad van Toezicht en de Directieraad van TINC Manager in overeenstemming met de corporate governance regels die van toepassing zijn op beursgenoteerde vennootschappen. Binnen de Raad van Toezicht van TINC Manager zijn er twee comités opgericht: het Auditcomité en het Benoemings-en Remuneratiecomité.
Op het einde van het boekjaar, telt de Raad van Toezicht van TINC Manager, als Statutaire Bestuurder, zeven bestuurders, waarvan drie onafhankelijke bestuurders en vier niet-uitvoerende bestuurders.
De vier niet-uitvoerende bestuurders worden, overeenkomstig de statuten van de Statutair Bestuurder, benoemd op voordracht van Gimv en Belfius (of een vennootschap uit hun groep aan wie de aandelen zouden zijn overgedragen) die elk het recht hebben om kandidaten voor te dragen voor twee nietuitvoerende bestuurders van de Raad van Toezicht van de Statutaire Bestuurder, zolang zij samen minstens 10% van de stemrechten in TINC bezitten. Indien het gezamenlijke aandeelhouderschap van Gimv en Belfius Bank daalt tot onder 10% van de stemrechten in TINC, zullen zij elk afstand doen van hun respectieve rechten met betrekking tot één van de twee bestuurders. Dit zal ertoe leiden dat Gimv en Belfius Bank elk kandidaten voor nog slechts één bestuursmandaat zullen kunnen voordragen aan de algemene vergadering van aandeelhouders van de Statutaire Bestuurder. In dat geval zal het Benoemings- en Remuneratiecomité, onder het toezicht van de voorzitter van de Raad van Toezicht, kandidaat-leden kunnen identificeren, aanbevelen en voordragen, voor de aanstelling door de algemene vergadering van aandeelhouders van twee nieuwe bestuurders.
Daarnaast bestaat de Raad van Toezicht uit drie bestuurders die voldoen aan de criteria voor onafhankelijkheid overeenkomstig artikel 7:87 van het wetboek van vennootschappen en verenigingen en de Code 2020.
De huidige samenstelling weerspiegelt het diversiteitsbeleid op het vlak van competenties, achtergronden, leeftijden en geslachten. Bestuurders hebben onder meer een achtergrond in het revisoraat, de academische, bancaire, investerings– en/of bedrijfswereld. Drie van de zeven bestuurders behoren tot een ander geslacht dan de andere bestuurders.
TINC is van oordeel dat het samenbrengen van mensen met verschillende achtergronden, ervaringen en perspectieven leidt tot een bredere en creatievere benadering van problemen en besluitvorming. Samen met het Benoemings- en Remuneratiecomité waakt de Raad van Toezicht over het diversiteitsgehalte, in het bijzonder bij de aanbeveling aan de aandeelhouder van TINC Manager inzake de (her)benoeming van bestuurders.
Bestuurders worden benoemd voor een maximum duur van vier jaar overeenkomstig de statuten (onverminderd de mogelijkheid tot herbenoeming).
In juni 2024 eindigde het mandaat van twee bestuurders, met name dat van mevr. Helga Van Peer en dhr. Philip Maeyaert. Op advies van het Benoemings- en remuneratiecomité en aanbeveling van de Raad van Toezicht overeenkomstig het Corporate Governance Charter, werd dhr. Philip Maeyaert herbenoemd als bestuurder door de algemene vergadering van de Statutaire Bestuurder, TINC Manager. Hij werd tevens herbenoemd als voorzitter van de Raad van Toezicht en het Benoemings- en remuneratiecomité.
Bij afsluiting van het voorbije boekjaar, is de Raad van Toezicht van de Statutaire Bestuurder als volgt samengesteld:
| Naam | Geboortejaar | Functie | Termijn | Comités |
|---|---|---|---|---|
| Philip Maeyaert | 1961 | Onafhankelijk bestuurder - voorzitter | 2027 | Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Kathleen Defreyn | 1970 | Onafhankelijk bestuurder | 2027 | Voorzitter van het Auditcomité |
| Martine De Rouck | 1956 | Niet-uitvoerend bestuurder | 2026 | |
| Elvira Haezendonck | 1973 | Onafhankelijk bestuurder | 2026 | Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Kristof Vande Capelle | 1969 | Niet-uitvoerend Bestuurder | 2026 | |
| Marc Vercruysse | 1959 | Niet-uitvoerend Bestuurder | 2026 | Lid van het Auditcomité Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Peter Vermeiren | 1965 | Niet-uitvoerend Bestuurder | 2026 | Lid van het Auditcomité Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->

Elvira Haezendonck

Philip Maeyaert Voorzitter Raad van Toezicht Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité

Kathleen Defreyn Voorzitter van het Auditcomité

Marc Vercruysse


Raad van Toezicht
Martine De Rouck

Lid van het Auditcomité
Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité
Philip Maeyaert behaalde een diploma licentiaat in de Rechten aan de Vrije Universiteit Brussel en een MBA aan de Vlerick Management School. Hij werkte quasi zijn hele loopbaan bij Deloitte als (bank)revisor, onder meer bij beursgenoteerde en multinationale ondernemingen, waaronder energiebedrijven en financiële instellingen, zowel in België als Frankrijk, vanaf 1999 als partner. Hij geeft les aan de EHSAL Management School. Philip heeft momenteel bestuursmandaten bij Beobank, Federale Verzekeringen en FinFactor.
Kathleen Defreyn behaalde een diploma van licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen aan de Lessius hogeschool Antwerpen. Zij startte haar loopbaan bij Ernst & Young België. Vanaf 1999 was zij achtereenvolgens werkzaam als financial controller bij Willemen Groep, financieel directeur bij Franki en CFO bij Willemen Groep, Viabuild! en Van Laere. Sedert midden 2024 is zij CFO van Besix Infra en Besix Unitec.
Martine De Rouck behaalde een licentie in de Wiskundige Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel en een licentie in de actuariële wetenschappen aan de Université Libre de Bruxelles. Zij werkte in verschillende directiefuncties bij BNP Paribas Fortis Bank en was onder meer CEO van de Bank van de Post en van BCC Corporate (Alpha Card Group). Martine was bestuurder bij een aantal vennootschappen (o.m. Belfius Bank, Orange Belgium), heeft momenteel bestuursmandaten bij Patronale Life, Sun Child en Stichting tegen Kanker en is lid van het auditcomité van de Vrije Universiteit Brussel.
Prof. dr. Elvira Haezendonck behaalde een doctoraat in de Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Zij is voltijds gewoon hoogleraar aan de VUB, gastprofessor aan de Universiteit van Antwerpen (UA) en gast lector aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze geeft les over management, (concurrentie) strategie, projectmanagement en havenstrategie en is promotor van meerdere leerstoelen aangaande o.a. infrastructuur en duurzaamheid. Haar onderzoek situeert zich op het gebied van (haven en infrastructuur) management, strategie en beleid: complexe project evaluatie, circulaire economie, milieustrategie, concurrentieanalyse en stakeholder management. Elvira bekleedt daarnaast ook diverse bestuursfuncties binnen en buiten de academische wereld.
Kristof Vande Capelle behaalde een diploma van licenciaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen (specialisatie in Corporate Finance) en een Master of Arts in Economics, beide aan de KU Leuven. Hij is momenteel CFO van Gimv. Voor hij bij Gimv aan de slag ging in september 2007, werkte hij bij Mobistar als Directeur Strategische Planning en Investor Relations. Verder werkte hij als Kredietanalist bij KBC en als academisch assistent aan de Universiteit van Leuven. Kristof is tevens bestuurder bij Infravest NV.
Marc Vercruysse behaalde een diploma licentiaat in de Toegepaste Economie aan de Universiteit van Gent. Sedert 1982 werkt Marc voor Gimv, opeenvolgend als Interne Auditor, Investeringsbeheerder, Hoofd van het Departement Gestructureerde Financieringen, Chief Financial Officer (1998-2012) en hoofd van het Departement Financiering (2012-2015). Momenteel is hij zelfstandig
adviseur van de CEO van Gimv. Vanuit zijn verschillende functies bij Gimv heeft Marc veel ervaring met betrekking tot beursgenoteerde vennootschappen en hun functioneren. Marc is tevens bestuurder bij Infravest NV.
Peter Vermeiren behaalde een diploma licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen aan de Lessius Hogeschool Antwerpen (KU Leuven), een Certification Advanced Valuation aan het Amsterdam Institute of Finance, een MBA Lead an organization in de context van Dexia Corporate University aan de Vlerick Leuven Gent Management School en volgde diverse cursussen met betrekking tot bedrijfswaardering . Peter werkte achtereenvolgens voor Paribas Banque Belgium, Artesia Bank en Belfius in verschillende adviserende en managementfuncties. Zo was hij tot maart 2024 Directeur Wealth Management Vlaanderen nadat hij 4 jaar Directeur Corporate Banking was voor zone Brussels/ Brabant bij Belfius. Momenteel is hij partner bij Private CFO, een onafhankelijk adviesbureau. Peter is verder bestuurder in vennootschappen, alsook van Voka Metropolitan.
De Raad van Toezicht is bevoegd voor het algemeen beleid en de strategie van TINC en voor alle handelingen die op grond van wettelijke bepalingen specifiek aan een raad van toezicht zijn voorbehouden. De Raad van Toezicht is verder verantwoordelijk voor de aanstelling van en het houden van toezicht op de Directieraad.
Daarnaast werd aan de Raad van Toezicht door de statuten van TINC Manager uitdrukkelijk de bevoegdheid toegekend om beslissingen te nemen inzake investeringen, desinvesteringen en kapitaaloperaties van bedrijven die reeds tot de investeringsportefeuille behoren.
Tijdens het afgelopen boekjaar heeft de Raad van Toezicht in de uitoefening van zijn mandaat van Statutaire Bestuurder van TINC vijf keer vergaderd, 4 reguliere vergaderingen en één ad hoc. De aanwezigheid van de bestuurders op de vergaderingen en in de comités wordt weergegeven verderop in het remuneratieverslag.
In zijn vergaderingen in het voorbije boekjaar boog de Raad van Toezicht zich voornamelijk over de volgende onderwerpen:
• de vaststelling van de agenda van de algemene en buitengewone vergadering (incl. het voorstel tot uitkering aan de aandeelhouders);
• het opvolgen van de liquiditeitspositie en de toekomstplanning inzake financiering;
Bij de behandeling van deze onderwerpen is de toepassing van de procedure inzake belangenconflicten in hoofde van de individuele bestuurders of verbonden partijen niet aan de orde geweest.
De Raad van Toezicht maakt periodiek een evaluatie van zijn samenstelling, werking en doeltreffendheid. Dit gebeurde laatst nog in het boekjaar dat eindigde op 31 december 2023.
Binnen de Raad van Toezicht worden twee comités ingericht, met name het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité.
Het Auditcomité bestaat uit één onafhankelijke bestuurder en twee nietuitvoerende bestuurders van de Statutaire Bestuurder. De voorzitter is een onafhankelijk bestuurder die niet de voorzitter van de Raad van Toezicht is. In het voorbije boekjaar bestond het Auditcomité uit de voorzitter, Kathleen Defreyn, Marc Vercruysse en Peter Vermeiren. Met een voorzitter die als CFO bij verschillende bedrijven een jarenlange accounting en audit-ervaring heeft, en andere leden met een bancaire of CFO achtergrond beschikt het Auditcomité over de nodige ervaring en expertise voor het waarnemen van zijn taak.
Het Auditcomité vergadert telkens met het oog op de bekendmaking van resultaten of wanneer omstandigheden dit noodzaken. TINC maakt tweemaal per jaar haar resultaten bekend (halfjaar- en jaarresultaten). Het Auditcomité vergaderde bijgevolg twee keer, telkens in volledige aanwezigheid van alle leden. Er vonden geen ad hoc vergaderingen plaats.
Het Auditcomité boog zich over het proces van financiële rapportering en de waardering van de investeringsportefeuille zowel voor de halfjaar-als jaarresultaten en de onafhankelijkheid van de commissaris. De commissaris van de vennootschap was aanwezig bij de bespreking van de halfjaar- en jaarrapportering en deelde het comité zijn bevindingen mee inzake het controleproces bij elk van deze rapporteringen.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité is per einde van het afgelopen boekjaar samengesteld uit twee onafhankelijke bestuurders en twee nietuitvoerende bestuurders, in afwachting van een eventuele herschikking naar aanleiding van de wijziging in de aandeelhouders- en beheerstructuur van TINC. Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestond in het voorbije boekjaar uit Philip Maeyaert (de voorzitter), Elvira Haezendonck, Helga Van Peer (tot 15 juni), Marc Vercruysse en Peter Vermeiren.
In het afgelopen boekjaar vergaderde het Benoemings- en Remuneratiecomité drie keer, telkens in volledige aanwezigheid van de leden (met uitzondering van één vergadering waarop leden wiens mogelijke herbenoeming voorwerp van gesprek was, zich onthielden van de beraadslaging). Het Benoemings- en Remuneratiecomité behandelde daarbij het ontwerp van remuneratieverslag overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV, de evaluatie van de Raad van Toezicht en zijn comités, de samenstelling van de Raad in het licht van de (her)benoeming van bestuurders en de naleving van de corporate governance code.
De Directieraad bestaat uit minstens drie leden, die geen bestuurder mogen zijn. De leden worden benoemd en ontslagen door de Raad van Toezicht, na advies van de CEO (met uitzondering voor zichzelf), voor onbepaalde duur.
De Directieraad is, in uitvoering van het mandaat van TINC Manager als Statutair Bestuurder, bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van de vennootschap en die niet bij wet of de statuten aan de Raad van Toezicht zijn voorbehouden. Zo voorzien de statuten van TINC Manager dat de bevoegdheid voor het nemen van beslissingen inzake investeringen, desinvesteringen en kapitaaloperaties van bedrijven die reeds tot de investeringsportefeuille behoren, wordt toevertrouwd aan de Raad van Toezicht.
De voorzitter van de Directieraad is de CEO die de Directieraad leidt en de organisatie en de correcte werking ervan verzekert. Onverminderd het feit dat de Directieraad een collegiaal orgaan is en collectieve verantwoordelijkheid heeft, heeft elk lid van de Directieraad specifieke taken en verantwoordelijkheden.
De Directieraad is op datum van dit jaarverslag samengesteld als volgt:
Manu Vandenbulcke behaalde een diploma licentiaat in de Rechten aan de KU Leuven in 1995, een LLM aan de Universiteit van Stellenbosch (Zuid-Afrika) in 1997 en een postgraduaat Vastgoed (1999) en Economie (2000) aan de KU Leuven. In 1998 vatte hij zijn loopbaan aan bij Petercam Securities in Brussel. Vanaf 2000 was hij actief bij Macquarie Bank Ltd. in London, alwaar hij opeenvolgend werkte in de teams structured finance en corporate finance. Sinds 2007 is Manu Vandenbulcke CEO van TDP NV.
Manu Vandenbulcke is sinds 2015 voorzitter van de Directieraad en CEO van de Statutaire Bestuurder en is verantwoordelijk voor het algemeen management.
Filip Audenaert behaalde een diploma Computerwetenschappen en een diploma Handelsingenieur aan de KU Leuven en startte zijn loopbaan in 1994 bij KBC, waar hij onder meer werkte in de afdeling Corporate Banking. Voor hij in 2010 TDP NV vervoegde, heeft hij ook gewerkt in de afdeling Corporate Finance van KBC Securities.
Filip Audenaert is sinds 2015 lid van de Directieraad van de Statutair Bestuurder en verantwoordelijk voor het financieel beheer.
Bruno Laforce behaalde een diploma licentiaat in de Rechten aan de KU Leuven in 1992 en een LLM aan de Universiteit van Californië, Los Angeles (VS) in 1997. Hij vatte zijn loopbaan aan als advocaat gespecialiseerd in corporate, M&A en kapitaalmarkttransacties. Hij trad ook op als adviseur bij private equity investeringen en beurstransacties. Hij vervulde verder de functie van corporate counsel bij Telenet. Voordat hij TDP vervoegde, werkte hij bij Gimv opeenvolgend als Senior Legal Counsel en Fund Manager.
Bruno Laforce is sinds 2015 lid van de Directieraad en secretaris van de Statutaire Bestuurder en verantwoordelijk voor juridische aangelegenheden, compliance en public affairs.

Manu Vandenbulcke CEO en voorzitter
Filip Audenaert CFO

Bruno Laforce CLO
Voor de ondersteuning van haar investeringsactiviteiten en het beheer van haar investeringsportefeuille doet TINC een beroep op TDP NV. TDP NV is actief in het ontwikkelen en beheren van en investeren in infrastructuur, heeft als aandeelhouders Belfius en Gimv per einde boekjaar en voor de toekomst Infravest (zie organisatiestructuur op pagina 90) en is tevens de aandeelhouder van TINC Manager, de statutaire enige bestuurder van TINC. TINC sloot daartoe twee dienstenovereenkomsten met TDP.
Op grond van deze overeenkomst staat TDP NV in voor het verstrekken van ondersteunende diensten zoals het aanbrengen en analyseren van investeringsopportuniteiten, de coördinatie van de uitvoering van investeringsbeslissingen en het opvolgen van de juridische, fiscale, financiële aangelegenheden met betrekking tot het aanhouden van de investeringen in de investeringsportefeuille.
TDP kan daarvoor een beroep doen op haar medewerkers, zie ook het hoofdstuk over Duurzaamheid, verderop in dit jaarverslag.
TDP krijgt voor haar diensten onder de overeenkomst voor investeringsdiensten een jaarlijkse vergoeding bestaande uit (i) een vast bedrag (geïndexeerd) en (ii) een variabel bedrag van 0,75% van de uitstaande investeringen, d.w.z. de som van de bedragen: (a) die daadwerkelijk zijn geïnvesteerd, (b) waarvoor verplichtingen zijn aangegaan om te worden geïnvesteerd (c) die als transactiekosten zijn betaald; verminderd met alle ontvangen terugbetalingen of bijzondere waardeverminderingen (volgens BGAAP) met betrekking tot dergelijke investeringen.1
Daarnaast verzorgt TDP ook de administratie van TINC (o.a. boekhouding en rapportering, corporate housekeeping, communicatie en relaties met investeerders) onder een Administratieve Dienstenovereenkomst waarvoor TINC jaarlijks een vast bedrag (geïndexeerd) betaalt.1
Naast de voormelde dienstenovereenkomsten heeft TINC ook een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met TDP NV.
De samenwerkingsovereenkomst voorziet dat TDP fungeert als een centraal platform voor investeringsopportuniteiten en bevat principes met betrekking tot de toewijzing van investeringsopportuniteiten. Van elke investeringsopportuniteit die bij TDP gecentraliseerd wordt, heeft TINC de mogelijkheid om voor 50% te investeren. De overige 50% van dergelijke Investeringsopportuniteit is beschikbaar voor investering door TDP en/of door met TDP verbonden vennootschappen.
De samenwerkingsovereenkomst beoogt een synergie tot stand te brengen waaruit een sterkere marktpositie inzake infrastructuurinvesteringen voortvloeit. Het laat onder meer toe om grotere investeringsmogelijkheden via co-investering te kunnen aangaan.
1 Voor de bedragen die onder deze overeenkomst betaald worden, zie hoofdstuk Jaarrekening, p. 143.
In de mate investeringsopportuniteiten voor TINC betrekking hebben op de overname van participaties rechtstreeks van TDP of met haar verbonden partijen, zal de wettelijke procedure voor belangenconflicten toegepast worden.
Op de algemene vergadering van 15 mei 2024 verliep de wettelijk voorziene maximumduur van het commissarismandaat van EY Bedrijfsrevisoren BV. De algemene vergadering van 15 mei 2024heeft vervolgens BDO Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door mevrouw Veerle Catry , bedrijfsrevisor, benoemd tot commissaris. Het mandaat komt ten einde na de jaarvergadering van de algemene vergadering die zal oordelen over de jaarrekening per 31 december 2026.
De honoraria met betrekking tot het voorbije boekjaar bedroegen in totaal € 137.869 samengesteld uit honoraria voor de uitoefening van het commissarismandaat in TINC en haar dochtervennootschappen voor een bedrag van € 104.119, andere auditgerelateerde diensten voor een bedrag van € 1.500 en voor non-audit diensten voor een bedrag van € 32.250.
De Raad van Toezicht heeft beslist om voorlopig geen interne auditfunctie te creëren, aangezien de omvang van de bedrijfsactiviteiten geen voltijdse functie rechtvaardigt, maar beoordeelt jaarlijks de noodzaak daartoe.
Dit belet evenwel niet dat TINC, als beursgenoteerde vennootschap, aandacht besteedt aan ondernemingsrisicomanagement. Dit is een proces waarbij alle geledingen van de onderneming betrokken zijn bij het identificeren van potentiële gebeurtenissen die een invloed kunnen hebben op de onderneming. TINC waakt erover deze te beheren, zodat ze binnen de risicoacceptatiegraad vallen en zo een redelijke zekerheid kan worden geboden voor het behalen van de ondernemingsdoelstellingen (cfr. de definitie gehanteerd door COSO, Committee of Sponsoring Organisation of the Treadway Commission).
Aansluitend bij het COSO-raamwerk voor ondernemingsrisicomanagement gaat TINC onder andere als volgt te werk met betrekking tot de volgende categorieën van ondernemingsdoelstellingen:
• Operationeel: binnen de Directieraad wordt op periodieke basis een Portfolio Status Report (een matrix van controles, actie- en aandachtspunten) overlopen en besproken. Dit Portfolio Status Report komt tot stand op basis van bevraging van de personen verantwoordelijk voor de opvolging en het beheren van de participaties in portefeuille;
• Rapportering: TINC heeft strikte systemen ontwikkeld om de tijdige verwerking en accuraatheid van beschikbare data te optimaliseren en om operationele en financiële gegevens, de boekhoudkundige verwerking en vervolgens de rapportering ervan op elkaar aan te sluiten. Een samenvatting van operationele en financiële kerngegevens wordt periodiek gerapporteerd aan en besproken met de Raad van Toezicht en, waar toepasselijk, zijn adviserende comités;
Een overzicht van de voornaamste risico's waaraan TINC onderhevig is, wordt beschreven elders in dit jaarverslag.
De Statutaire Bestuurder van TINC heeft recht op een jaarlijkse vergoeding die vastgelegd is in de statuten van TINC en bestaat uit de volgende componenten:
dividendrendement van de aandeelhouder, berekend als het brutodividend per aandeel uitgekeerd in een bepaald boekjaar gedeeld door de uitgifteprijs bij de beursgang (IPO) nl. € 11, een bepaald niveau overschrijdt, met name als volgt:
De variabele vergoeding voor de Statutaire Bestuurder bedroeg voor het afgelopen boekjaar € 1.038.694 (zie p. 143). De over-performantievergoeding is in voege sedert de beursgang maar werd dusver nog geen enkele keer uitgekeerd wegens het niet vervuld zijn van de voorwaarden. Met name bedroeg het dividendgedeelte van de uitkering die TINC jaarlijks deed, nooit meer dan 4,5% van de uitgifteprijs bij de beursgang.
De bestuurders van TINC Manager worden vergoed door TINC Manager zelf op basis van de vergoeding die zij ontvangt als statutaire bestuurder van TINC (zie het vorige punt). Hun vergoeding is dus niet rechtstreeks ten laste van TINC. De algemene vergadering van TINC Manager beslist over deze vergoeding.
Het vergoedingsbeleid voor de bestuurders van de Statutaire Bestuurder is op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité, door de Raad van Toezicht vastgesteld als volgt:
De bestuurders worden niet vergoed in aandelen (zie 1.1. van deze Corporate Governance Verklaring).
Er zijn door TINC Manager geen contracten of regelingen met bestuurders afgesloten die specifieke opzegtermijnen, aanvullende pensioenregelingen, beëindigingsvoorwaarden of vertrekvergoedingen bevatten.
Dit vergoedingsbeleid is van toepassing vanaf 1 januari 2024 en kwam tot stand na een evaluatie aan de hand van enerzijds het laatst beschikbare rapport van Guberna inzake de vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders in Belgische genoteerde bedrijven en anderzijds een vergelijking met het vergoedingsbeleid van een aantal op Euronext België genoteerde bedrijven van een gelijkaardige omvang of aard.
Voor het voorbije boekjaar werden de volgende aanwezigheden geregistreerd en bijhorende vergoedingen uitgekeerd:
| Bestuurder | Vaste vergoeding* | Raad van Bestuur | Comités | Totale vergoeding* | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanwezigheid | Zitpenning* | Aanwezigheid AC | Aanwezigheid B&RC | Zitpenning* | |||
| Philip Maeyaert (vz.) | 50.000 | 5/5 | - | 2/3** | - | 50.000 | |
| Kathleen Defreyn | 30.000 | 5/5 | 4.000 | 2/2 | 2.000 | 36.000 | |
| Martine De Rouck | 25.000 | 5/5 | 4.000 | - | - | 29.000 | |
| Elvira Haezendonck | 25.000 | 5/5 | 4.000 | 3/3 | 3.000 | 32.000 | |
| Helga Van Peer | 11.460 | 3/3 | 2.000 | 1/2** | 1.000 | 14.460 | |
| Kristof Vande Capelle | 25.000 | 4/5 | 3.000 | - | - | 28.000*** | |
| Marc Vercruysse | 25.000 | 5/5 | 4.000 | 2/2 | 3/3 | 5.000 | 34.000 |
| Peter Vermeiren | 25.000 | 5/5 | 4.000 | 2/2 | 3/3 | 5.000 | 34.000 |
| 257.460 |
* In €.
** Afwezigheid wegens onthouding omwille van beraadslaging in verband met eigen herbenoeming.
*** Uitbetaald aan de instelling op wiens voordracht de bestuurder benoemd werd, via afstand van vergoeding.
De leden van de Directieraad worden door TINC Manager niet vergoed voor het mandaat dat zij uitoefenen binnen TINC Manager maar ontvangen een vergoeding van TDP NV. Er zijn bijgevolg door TINC Manager geen contracten of regelingen met leden van de Directieraad afgesloten die specifieke opzegtermijnen, aanvullende pensioenregelingen, beëindigingsvoorwaarden of vertrekvergoedingen bevatten.
Infrastructuur vormt de ruggengraat van een moderne samenleving, en is vaak de katalysator voor diverse vormen van ontwikkeling – op economisch, sociaal en persoonlijk vlak. Ontwikkeling is een geleidelijk proces en krijgt maar betekenis als het voortdurend verbetering brengt en als het verankerd is in een duurzame filosofie.
TINC zet zich in voor duurzame ontwikkeling door mee te zorgen voor de aanleg van infrastructuur die niet alleen gericht is op de noden van vandaag, maar ook anticipeert op de behoeftes van toekomstige generaties. Die ambitie vat TINC samen in haar motto: "Investeren in de wereld van morgen". Infrastructuur die duurzame ontwikkeling mogelijk maakt, moet vanzelfsprekend ook zelf duurzaamheid belichamen. Dit betekent dat elke fase van de levenscyclus - van planning en ontwerp tot exploitatie en uiteindelijke ontmanteling - moet voldoen aan principes die economische, financiële, sociale, ecologische en institutionele houdbaarheid garanderen1 . De kern van TINC's duurzaamheidsbeleid is gebaseerd op de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (UN Sustainable Development Goals of UN SDG's), een omvattend geheel van doelstellingen die een duurzame ontwikkeling beogen en tevens een referentiemodel zijn (sdgs.un.org/goals).
De investeringsstrategie van TINC is gestoeld op vier thema's, vier belangrijke pijlers die duurzame ontwikkeling schragen. Deze omvatten:
De investeringen in de portefeuille van TINC situeren zich daarom in vier focusgebieden, met name publieke infrastructuur, energie-infrastructuur, digitale infrastructuur en sociale infrastructuur.
Vanuit haar investeringsactiviteit in deze focusgebieden draagt TINC als langetermijninvesteerder bij tot de invulling van diverse ontwikkelingsdoelen zoals gedefinieerd in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.
TINC hanteert deze Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen als referentiemodel en maakte een selectie van de ontwikkelingsdoelen die het sterkst aanleunen bij haar activiteiten en waarop de organisatie een zekere impact kan hebben. Het gaat daarbij zowel over TINC's eigen organisatie als over haar investeringsportefeuille die zij als verantwoorde investeerder aanhoudt.
Duurzaamheid

• het voeren van een deugdelijk bestuur en het respecteren van de rechtsorde (o.a. door beleid inzake integer handelen, anticorruptie, etc.) als een verantwoorde investeerder

TINC erkent het belang van de EU Green Deal wetgeving, die rapporteringsinitiatieven bevat zoals de EU Taxonomy en CSRD, ter bevordering van transparantie en duurzame investeringen. Aangezien TINC geen grote onderneming is in de zin van de Corporate Sustainability Reporting Directive, valt TINC (nog) niet onder het toepassingsgebied deze wetgeving. TINC volgt van nabij hoe het toepassingsgebied de komende tijd zal evolueren.
Niettemin is TINC vrijwillig gestart met een materialiteitsanalyse (in lijn met de Double Materiality Assessment (DMA) gehanteerd in het kader van CSRD en ESRS) waarbij zowel de impact van duurzaamheidsfactoren op haar activiteiten als de impact van haar activiteiten op milieu- en sociale factoren in kaart worden gebracht, om een vollediger beeld te krijgen van impacten, risico's en kansen inzake duurzaamheid.
TINC is een beursgenoteerde investeringsentiteit waarvan het bestuur toevertrouwd is aan één enkele bestuurder, TINC Manager NV. Voor een meer gedetailleerde beschrijving, zie hoofdstuk "Corporate Governance Verklaring".
Als verantwoordelijke organisatie zet TINC zich in om hoge ethische normen te handhaven door corruptie te voorkomen, incidenten van wangedrag aan te pakken, een transparante klokkenluiderscultuur te bevorderen, naleving van wettelijke voorschriften te garanderen en het risico op onethisch gedrag doorheen alle activiteiten en partnerschappen te beperken.
Daartoe onderschrijven de leden van de raad van toezicht en de directieraad van TINC Manager, de statutaire bestuurder in het kader van de uitvoering van het bedrijfsethische programma:
| Type bestuur | Dualistisch bestuursmodel |
|---|---|
| Raad van toezicht | 7 niet-uitvoerende bestuurders |
| Onafhankelijke bestuurders | 3 bestuurders |
| Gediversifieerd bestuur | • Leeftijd : tussen 51-68; gemiddeld 59 • Geslacht : 3 vrouwelijke, 4 mannelijke bestuurders • Achtergrond : investeringen, management, audit, bankwezen, academische sector |
| Bestuurscomités | • Auditcomité • Benoemings- en remuneratiecomité |
| Directieraad | 3 leden |
| ESG comité | • Bestaande uit de directieraad • Rapporteert aan de Auditcomité • Auditcomité adviseert de raad van toezicht die de uiteindelijke toezichtsbevoegdheid heeft |
| Bestuursinstrumenten | • Gedragscode • Verhandelingscode • Klokkenluidersbeleid • Antiwitwas- en antiterrorismebeleid • Duurzaam financieringskader Deze documenten kunnen worden geraadpleegd op de website |
| (www.tincinvest.com) |

TINC heeft geen eigen personeel maar doet een beroep op TDP NV om een aantal beheerstaken uit te voeren (zie ook Corporate Governance Verklaring).
| Voltijds equivalent | 19 personen (100%) |
|---|---|
| Geslacht | 7 vrouwelijk 12 mannelijk |
| % vrouwen – leidinggevende positie | 20% |
| Personeelsverloop exclusief pensioneringen in 2024 (in %) | 0% |
| Aantal jaren investerings- en infrastructuurervaring van het huidige personeel |
219 |
| Naleving • Het personeel onderschrijft individueel alle hoger genoemde beleidsinstrumenten van TINC: − Gedragscode − Verhandelingscode − Klokkenluidersbeleid − Antiwitwas- en antiterrorismebeleid |
100% |
| • Medewerkers volgen jaarlijkse training over naleving beleidsinstrumenten |
100% |
| Gemiddelde externe trainingskost per werknemer | ca. € 1.000 |
Bij het uitvoeren van haar taken voor TINC, engageert TDP zich op vraag van TINC tot de naleving van de volgende principes:
Aangezien TINC geen eigen personeel heeft en niet over kantoorgebouwen beschikt, heeft TINC geen directe broeikasgassen-uitstoot en dus ook geen scope 1 of scope 2 emissies.
Niettemin staat milieubewustzijn hoog op de agenda van haar beheerder TDP. TDP zet zich in voor een duurzaam milieu en het verminderen van kooldioxideemissies. Het wagenpark is al grotendeels geëlektrificeerd en zal dat de komende jaren blijven doen. Bovendien is het hoofdkantoor van TDP gevestigd in een gebouw dat is uitgerust met zonnepanelen en een groen stroomcontract heeft, waardoor de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk wordt beperkt.
CO2-uitstoot van TINC als organisatie3
| TINC als organisatie - emissie (in ton CO2 ) |
2022 | 2023* | 2024* |
|---|---|---|---|
| Scope 1 | 0 | 0 | 0 |
| Scope 2 | 0 | 0 | 0 |
| Scope 3 (gedeeltelijk) | 151,97 | 146,95 | 143,06 |
| Totale uitstoot | 151,97 | 146,95 | 143,06 |
* gebaseerd op een volledige scope 1, 2 en 3 analyse bij TDP
De tabel bevat een overzicht van de broeikasgassen-uitstoot op het niveau van TINC. Gelet op haar beheersstructuur en activiteiten zijn slechts 2 scope 3 categorieën van toepassing:
De uitstoot wordt berekend volgens het GHG Protocol (market based).
Voor TINC betekent investeren in infrastructuur meer dan het ontwikkelen van essentiële voorzieningen, het gaat om het creëren van kansen voor gemeenschappen om te groeien. Geleid door haar missie om te investeren in de wereld van morgen, richt TINC zich op investeringen die inspelen op de veranderende behoeften van de samenleving en die tegelijkertijd zorgen voor economische, sociale en ecologische vooruitgang. De investeringsstrategie van TINC is gebaseerd op vier segmenten – energie, publieke, digitale en sociale infrastructuur – die allemaal gericht zijn op het creëren van duurzame waarde.
Deze segmenten worden verbonden door de overkoepelende principes van het stimuleren van een koolstofarme wereld en het verbeteren van het maatschappelijk welzijn. Door te investeren in projecten voor hernieuwbare energie draagt TINC actief bij aan het decarboniseren en ondersteunt zij de overgang naar een koolstofarme economie. Ook investeringen in openbare voorzieningen, digitale infrastructuur en duurzaam vastgoed dragen bij aan inclusiviteit, connectiviteit en veerkracht.
Als beursgenoteerde investeringsmaatschappij in infrastructuur tracht TINC daarbij een open en integere relatie te onderhouden met haar stakeholders. In de uitoefening van haar activiteiten implementeert TINC duurzaamheid zowel bij de aanwending van de financieringsmiddelen in de investeringsportefeuille (activazijde) als in het aantrekken van de financieringsmiddelen (passivazijde). TINC integreert duurzaamheidsaspecten in haar investeringsprocessen door uitsluitingscriteria toe te passen, due diligence uit te voeren om het duurzaamheidsprofiel van investeringsmogelijkheden te beoordelen en door SDG (Sustainable Development Goals) impactanalyses uit te voeren.
Daarnaast richt TINC zich op investeringen die een positieve, meetbare en duurzame impact hebben op de samenleving en tegelijkertijd een concurrerend financieel rendement opleveren.
Door deze geïntegreerde aanpak stemt TINC zijn inspanningen af op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN, door bij te dragen aan doelen als Betaalbare en Duurzame Energie (SDG 7), Eerlijk Werk en Economische Groei (SDG 8), en Bouwen aan Veerkrachtige Infrastructuur (SDG 9).
Door zich te richten op infrastructuur die de uitdagingen van vandaag aanpakt en tegelijkertijd anticipeert op de behoeften van morgen, zet TINC zich in voor een gezondere, meer verbonden en duurzame toekomst voor de komende generaties.
TINC is actief betrokken bij verschillende fasen in de levenscyclus van de infrastructuur binnen haar participaties. Elke fase heeft haar eigen dynamiek, karakteristieken en uitdagingen op het vlak van duurzaam en verantwoord investeren.
Aan een nieuwe investering in een infrastructuurbedrijf gaat een doorgaans langdurig traject vooraf van zorgvuldige beoordeling en afweging van de verdiensten en de daarmee samenhangende risico's. In dit investeringsproces komen een aantal aspecten aan bod die raken aan duurzaamheid.
Bij elke nieuwe investeringsopportuniteit wordt nagegaan of deze past binnen het investeringsbeleid van TINC. TINC hanteert daarbij een aantal uitsluitingsgronden. Zo zal TINC, in overeenstemming met haar duurzaamheidsbeleid, niet investeren in of investeringsmiddelen toezeggen aan:
Indien er geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn en TINC oordeelt dat de investering potentieel past binnen het investeringsbeleid, wordt in een volgende fase de investeringsopportuniteit aan een grondig onderzoek onderworpen ('due diligence'). Als deel van dit onderzoek gebruikt TINC vragenlijsten die peilen naar het duurzaamheidsgehalte van de investeringsopportuniteit aan de hand van algemene en sectorspecifieke vragen. De analyse van de antwoorden neemt TINC mee in de finale beoordeling van het investeringsvoorstel door de bevoegde organen.
Daarnaast wordt voor elke nieuwe investering een analyse gemaakt van de impact (positief of negatief) die de investering heeft ten aanzien van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Deze analyse stelt TINC in staat om de impact op te volgen en acties te ondernemen om negatieve invloeden te vermijden of positieve invloeden te versterken. (zie hierna voor een voorbeeld voor een recente nieuwe investering.)

Ook tijdens het aanhouden van de investeringen in portefeuille heeft TINC aandacht voor duurzaamheidsaspecten eigen aan of verbonden met de participaties. TINC maakt daarbij, waar mogelijk, gebruik van de vaak centrale en sturende rol die ze vervult in haar participaties.
Met name in participaties waar TINC de enige aandeelhouder is, neemt TINC doorgaans de verantwoordelijkheid voor het bestuur en beheer van de infrastructuurvennootschap, daarin bijgestaan door gespecialiseerde onderaannemers (zowel op het vlak van operationele als financiële, juridische en administratieve zaken).
In de participaties waarin TINC medeaandeelhouder is, bekleedt TINC (of haar vertegenwoordigers) één of meerdere bestuursmandaten, waardoor ze actief betrokken is bij de besluitvorming. In het geval van kleinere minderheidsparticipaties, worden er afspraken gemaakt met andere aandeelhouders over inspraak bij belangrijke beslissingen. TINC is niet vertegenwoordigd in de bestuursorganen van investeringen waarbij enkel schuldfinanciering wordt verstrekt.
Bij het aanhouden van haar participaties engageert TINC zich als deel van haar duurzaamheidsbeleid om, waar mogelijk,
Vanuit die actieve rol als bestuurder en aandeelhouder heeft TINC ook interactie met haar participaties over duurzaamheid om verdere bewustwording en actie te stimuleren. Gedreven door haar inzet om een gegevensgestuurde dialoog over duurzaamheid binnen haar portefeuille te bevorderen, streeft TINC ernaar om periodiek portefeuillebevragingen uit te voeren om te waken over de implementatie door de participaties van TINC's engagementen.
De bevraging omvat een Portefeuille Duurzaamheidsvragenlijst, die de duurzaamheidspraktijken en het bewustzijn binnen de deelnemingen evalueert, met de nadruk op milieu-, sociale en bestuursaspecten (ESG), en een GHG-vragenlijst, die informatie verzamelt over het profiel van de broeikasgasemissies van de deelnemingen, waardoor een grondiger beoordeling van de milieueffecten in de hele portefeuille mogelijk wordt.
TINC verbetert de analyse van de SDG-impact van elke nieuwe investering verder door de bijdrage aan de SDG-doelstellingen tijdens de investeringsfase bij te houden. De onderstaande grafiek geeft een overzicht van de bijdragen van TINC's participaties aan het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.
De participaties in de investeringsportefeuille dragen bij tot het vervullen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.*

* www.undg.org/sustainable-development-goals
In het voorbije boekjaar zijn een toenemend aantal participaties overgegaan tot een meting van hun CO2 uitstoot om in een volgende fase de mogelijkheden tot reductie te bestuderen.
Daaruit volgen reeds een aantal vaststellingen:
• De uitstoot van CO2 is uiteraard onvermijdelijk bij de realisatie van infrastructuur, zowel ten gevolge van de productie van de benodigde materialen als tijdens het bouwproces.
• Bijgevolg hebben een heel aantal van de participaties in portefeuille geen scope 1 of scope 2 uitstoot tijdens hun levensduur. Scope 3 emissies (d.i. de onrechtstreekse uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt door bedrijfsactiviteit en van oudere organisaties waarover portfoliobedrijven geen onmiddellijke invloed hebben), zijn voornamelijk afkomstig van diensten verstrekt door derde partijen voor de instandhouding, het onderhoud en herstellingen van de infrastructuur en worden dus gegenereerd in de toeleveringsketen.
• Een aantal participaties bezitten infrastructuur die wordt geëxploiteerd binnen strikte contractuele kaders die dateren van vóór de koolstofarme bekommernissen, initiatieven, normen en verwachtingen, waardoor er weinig tot geen flexibiliteit is om het energieverbruik aan te passen en te optimaliseren.
TINC beoogt investeringen aan te houden over een lange periode zo mogelijk over de volledige levensduur van de onderliggende infrastructuur. Op dit ogenblik en in de onmiddellijke toekomst zijn er geen participaties waarvan de infrastructuur het einde van de levensduur bereikt heeft. TINC neemt zich voor in de komende periode hieromtrent een beleid te ontwikkelen. In de mate dat een desinvestering toch aan de orde is, bijvoorbeeld via een verkoop, wordt het desinvesteringsproces begeleid met adequate voorzorgen, waaronder de toepassing van het beleid inzake anti-witwas en terrorismefinanciering.
Ook aan de financieringszijde heeft TINC stappen genomen richting duurzaamheid wat betreft de financiering die nodig is voor de verdere groei van de portefeuille. TINC heeft een raamwerk uitgewerkt voor het aantrekken van schuldfinanciering met een duurzaam karakter met het oog op investeringen binnen het investeringsbeleid en de focusgebieden van TINC (het "Sustainable Finance Framework"). Beoogd worden investeringen die bijdragen tot de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, specifiek met betrekking tot sociale en milieu-aspecten.
Het Sustainable Finance Framework ("SFF") werd opgesteld in lijn met de ICMA Green Bond Principles 2021, de Social Bond Principles 2021, de Sustainability Bond Guidelines 2021 en de LMA Green Loan Principles 2021 en Social Loan Principles 2021. Het kader van het SFF werd beoordeeld door een onafhankelijke organisatie (ISS Corporate Services).
Op basis van het Sustainable Finance Framework kan TINC schuldinstrumenten uitgeven zoals handelspapier (commercial paper), schuldbewijzen, leningen, obligaties etc. specifiek bedoeld voor investeringen met een duurzaam karakter.
Zowel het Sustainable Finance Framework als de onafhankelijke beoordeling ervan zijn beschikbaar op de website van TINC.
Op het einde van het voorbije boekjaar heeft TINC nog geen gebruik gemaakt van dit kader om schuldinstrumenten uit te geven.
Bij het uitvoeren van haar activiteiten gaat TINC het gesprek aan met verschillende belanghebbenden, gericht op transparante communicatie en een wederzijds verrijkende gedachtenuitwisseling ter bevordering van de samenwerking. Hierbij wordt onder andere ook aandacht besteed aan topics inzake duurzaamheid.
| Belanghebbende/stakeholder | Beschrijving van de interactie |
|---|---|
| Aandeelhouders | TINC treedt in interactie met haar aandeelhouders. Dit gebeurt niet alleen op de jaarlijkse algemene vergadering, open voor alle aandeelhouders maar ook op contactmomenten met zowel institutionele aandeelhouders (op roadshows) als met de particuliere belegger op beurzen of beleggersdagen. |
| Raad van Toezicht (Bestuurders) |
TINC heeft een enige bestuurder met een duale bestuur (zie Corporate Governance Verklaring). Deze structuur en het feit dat de raad van toezicht ook bevoegd is voor de investeringsbeslissingen, zorgt voor een goede interactie tussen enerzijds de bestuurders met een diverse achtergrond, ervaring en vaardigheden en anderzijds de leden van de directieraad in wier handen de operationele verantwoordelijkheid ligt. |
| Participaties | In de meeste participaties is TINC vertegenwoordigd in de raad van bestuur, van waaruit het in interactie treedt met de overige bestuurders en aandeelhouders. |
| Schuldfinanciers | TINC voorziet via het Sustainable Finance Framework (nagekeken door een onafhankelijke partij), in de mogelijkheid om schuldfinanciering aan te trekken binnen een duurzaam kader. De participaties in de portefeuille maken doorgaans wel gebruik van schuldfinanciering verstrekt door verschillende banken of bankconsortia. Via o.a. periodieke en ad hoc rapporteringen vanuit de participaties worden contacten met hen onderhouden. |
| Financiële instellingen | TINC en haar participaties communiceren frequent met de financiële instellingen waarmee relaties bestaan in het kader van de regels ter voorkoming van witwassen. |
| Sectororganisaties en belangengroepen |
TINC houdt voeling met wat er leeft in de sector van de infrastructuur en hecht belang aan de uitwisseling van ideeën: TINC en/of TDP zijn lid van o.a. de BVBV (Belgische vereniging van beursgenoteerde vennootschappen), GLIO (Global Listed Infrastructure Organisation), WEI (Windenergie Ierland), IBEC (Irish Business and Employers' Confederation) IPFA (International Project Finance Association), BVA (Belgian Venture Capital and Private Equity Association), en het Guberna-instituut. |
| Overheid en administratie | Als beursgenoteerde vennootschap valt TINC onder het toezicht van de FSMA en onderhoudt het periodiek contact met de regelgever. |
| Analisten | Bij de aankondiging van de (half-)jaarresultaten en andere persberichten onderhoudt TINC een periodieke en correcte relatie met de analisten die het aandeel opvolgen. |

Ratingbureaus nemen TINC regelmatig onder de loep, waarbij ze investeerders inzicht bieden in de duurzaamheidsaspecten die zij belangrijk vinden. TINC engageert zich, waar dit zinvol en haalbaar is, om met deze ratingbureaus in dialoog te gaan. Het doel is om een zo nauw - keurig en compleet mogelijke weergave van haar duurzaamheids kenmerken te stimuleren.
Sinds 2022 is TINC/TDP ondertekenaar van de United Nations Principles of Responsible Investment (UNPRI), een organisatie zonder winstoogmerk die zich richt op het begrijpen van de implicaties van investeringenvan duurzaamheidsfactoren (ESG) en op het ondersteunen van haar internationale netwerk van ondertekenaars bij het integreren van deze factoren in hun investerings- en beheers beslissingen.
In het voorbije boekjaar heeft TDP/TINC gerappor teerd onder het rapporteringskader van UN PRI. Dit resulteerde in een eerste Public Assessment Report. Het rapport kan worden geraadpleegd op de website van TINC (www.tincinvest.com).
Storm is een Belgische ontwikkelaar en exploitant van duurzame energieprojecten en heeft de ambitie om de energietransitie in België te blijven versnellen. Storm berekent daarbij de emissie van broeikasgassen van haar ontwikkelingsactiviteit (bouwfase en uitbatingsfase) en stelt in functie daarvan broeikasgasuitstoot-doelstellingen. Andere aandachtspunten zijn de bescherming van biodiversiteit, de impact op stakeholders en het
welzijn van de medewerkers.

Datacenter United bouwt en beheert data centers om haar klanten te ontzorgen met kwalitatieve (tot Tier IV), efficiënte, veilige en flexibele oplossingen voor databeheer en -opslag. Het bedrijf schrijft zich daarbij in in diverse initiatieven om tot een zo hoog mogelijke graad van duurzaamheid te komen. Datacenter United heeft een zilveren duurzaamheidsbeoordeling van Ecovadis.


Réseau Abilis biedt een kwalitatief en inclusief antwoord op zeer specifieke zorgbehoeften op lange termijn met de ambitie om personen met een breed spectrum aan mentale beperkingen te integreren in de lokale gemeenschap, hen de banden met familie en verwanten te laten onderhouden en een kwalitatieve zorg te verzekeren. Daarnaast hanteert Réseau Abilis daarbij een Groenbeleid dat inzet op het reduceren van energieverbruik, groene mobiliteit en een duurzaam water- en afvalbeleid.

GlasDraad helpt mee de digitalisering van de samenleving te versnellen door gezinnen en bedrijven in het buitengebied en de kleine kernen toegang te geven tot een supersnelle en betrouwbare internetverbinding via de aanleg van glasvezelnetwerken op een duurzame wijze. GlasDraad is in 2023 gestart met een GRESB Infrastructure Asset assessment en heeft in 2024 haar GRESB-score verder verbeterd (tot 6.9) als beloning voor haar toegenomen inspanningen op het gebied van duurzaamheid en verantwoord ondernemen.

De A11 is een nieuwe wegverbinding die de haven van Zeebrugge en de oostkust beter bereikbaar maakt en tegelijk de leefbaarheid en de woonkwaliteit van de regio vergroot. Het hele project combineert een ontlasting van de gewestwegen van zwaar vrachtvervoer en toeristisch verkeer met extra fietsvoorzieningen, de beperking van geluids- en lichthinder en de aanleg van buffergroen, faunapassages en een rietmoeras.





| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden geauditeerd |
31 december 2023 18 maanden geauditeerd |
|---|---|---|---|
| Interesten | 7.795.253 | 11.745.044 | |
| Dividenden | 20.989.812 | 35.634.123 | |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | 2.508.500 | 9.523.933 | |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten uit financiële vaste activa | 39.075.133 | 25.104.519 | |
| Vergoedingen | 1.407.980 | 1.207.033 | |
| Operationele opbrengsten | 11 | 71.776.678 | 83.214.652 |
| Niet-gerealiseerde kosten uit financiële vaste activa | (21.028.418) | (21.707.323) | |
| Portefeuilleresultaat | 11 | 50.748.260 | 61.507.330 |
| Diensten en diverse goederen | (6.505.970) | (10.323.753) | |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | (3.727) | (5.606) | |
| Overige operationele kosten | (251.433) | (353.676) | |
| Operationele kosten (-) | 12 | (6.761.130) | (10.683.035) |
| Operationeel resultaat, winst (verlies) | 43.987.130 | 50.824.294 | |
| Financiële opbrengsten | 13 | 62.552 | 973.666 |
| Financiële kosten (-) | 13 | (1.242.989) | (406.430) |
| Resultaat voor belasting, winst (verlies) | 42.806.692 | 51.391.530 | |
| Belastingen (-) | 14 | (315.633) | (492.516) |
| Totaal geconsolideerd resultaat | 42.491.060 | 50.899.013 | |
| Niet-gerealiseerd resultaat | - | - | |
| Totaal gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat | 42.491.060 | 50.899.013 | |
| Winst op aandeel (€) | |||
| 1. Gewone winst per aandeel* | 15 | 1,17 | 1,40 |
| 2. Verwaterde winst per aandeel** | 15 | - | - |
| Het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 36.363.637 | 36.363.637 |
* Gebaseerd op het gewogen gemiddeld aantal aandelen: 36.363.637 (31/12/2024) en 36.363.637 (31/12/2023). De Vennootschap heeft geen uitstaande opties/warranten gedurende de gerapporteerde boekjaren.
** Veronderstellende dat alle aandelenopties/warranten die in the money waren op het einde van het boekjaar uitgeoefend zouden worden. De Vennootschap heeft geen uitstaande opties/warranten gedurende de gerapporteerde boekjaren.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 geauditeerd |
31 december 2023 geauditeerd |
|---|---|---|---|
| I. VASTE ACTIVA | 512.073.740 | 468.483.322 | |
| Immateriële vaste activa | 3.706 | 7.434 | |
| Investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening |
17 | 512.070.034 | 468.356.669 |
| Belastinglatenties | - | 119.219 | |
| II. VLOTTENDE ACTIVA | 2.583.745 | 28.923.078 | |
| Handelsvorderingen en overige vorderingen |
18 | 1.694.134 | 1.558.508 |
| Liquide middelen en bankdeposito's | 4, 19 | 889.611 | 27.364.570 |
| Andere vlottende activa | - | - | |
| TOTAAL VAN DE ACTIVA | 514.657.485 | 497.406.399 |
|---|---|---|
| ---------------------- | ------------- | ------------- |
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 geauditeerd |
31 december 2023 geauditeerd |
|---|---|---|---|
| I. EIGEN VERMOGEN | 3 | 506.422.240 | 494.595.854 |
| Geplaatst kapitaal | 20 | 113.268.771 | 135.450.590 |
| Uitgiftepremies | 174.688.537 | 174.688.537 | |
| Reserves | 104.933.808 | 86.194.900 | |
| Overgedragen resultaat | 113.531.123 | 98.261.827 | |
| II. VERPLICHTINGEN | 8.235.246 | 2.810.546 | |
| A. Verplichtingen op lange termijn | - | - | |
| B. Verplichtingen op korte termijn | 8.235.246 | 2.810.546 | |
| Financiële verplichtingen | 21 | 6.900.000 | - |
| Handels- en overige schulden | 22 | 1.030.165 | 2.776.098 |
| Belastingsschulden | - | - | |
| Overige schulden | 305.080 | 34.448 | |
| TOTAAL VAN DE PASSIVA | 514.657.485 | 497.406.399 |
| Boekjaar 2024 (€) |
Notes | Geplaatst kapitaal |
Uitgifte premies |
Reserves | Overgedragen resultaat |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2023 (geauditeerd) | 2 | 135.450.590 | 174.688.537 | 86.194.900 | 98.261.827 | 494.595.854 |
| Totaal gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat van het boekjaar | 1 | - | - | - | 42.491.060 | 42.491.060 |
| Kapitaalverhoging | - | - | - | - | - | |
| Uitkering aan aandeelhouders | 15 | (22.181.819) | - | (8.363.637) | - | (30.545.455) |
| Toename (afname) door wijziging latente belastingvorderingen | - | - | (119.219) | - | (119.219) | |
| Stijging (daling) als gevolg van de overdrachten naar een wettelijk opgelegde reserve, eigen vermogen |
- | - | 27.221.764 | (27.221.764) | - | |
| Stijging (daling) van eigen vermogen | (22.181.819) | - | 18.738.909 | 15.269.296 | 11.826.386 | |
| 31 december 2024 (geauditeerd) | 113.268.771 | 174.688.537 | 104.933.808 | 113.531.123 | 506.422.240 |
De volgende tabel geeft ter vergelijking de wijzigingen in het eigen vermogen weer van het vorige boekjaar.
| Boekjaar 2022-2023 (€) |
Notes | Geplaatst kapitaal |
Uitgifte premies |
Reserves | Overgedragen resultaat |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 30 Juni 2022 (geauditeerd) | 2 | 151.814.227 | 174.688.537 | 30.424.719 | 106.696.933 | 463.624.416 |
| Totaal gerealiseerd en niet-gerealiseerd resultaat van het boekjaar | 1 | - | - | - | 50.899.013 | 50.899.013 |
| Kapitaalverhoging | - | - | - | - | - | |
| Uitkering aan aandeelhouders | 15 | (16.363.637) | - | (3.272.727) | - | (19.636.364) |
| Toename (afname) door wijziging latente belastingvorderingen | - | - | (291.211) | - | (291.211) | |
| Stijging (daling) als gevolg van de overdrachten naar een wettelijk opgelegde reserve, eigen vermogen |
- | - | 59.334.119 | (59.334.119) | - | |
| Stijging (daling) van eigen vermogen | (16.363.637) | - | 55.770.181 | (8.435.106) | 30.971.438 | |
| 31 december 2023 (geauditeerd) | 135.450.590 | 174.688.537 | 86.194.900 | 98.261.827 | 494.595.854 |
| 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
|---|---|---|
| Boekjaar eindigend op: | 12 maanden | 18 maanden |
| (€) Notes |
geauditeerd | geauditeerd |
| Liquide middelen bij het begin van de rapporteringsperiode | 27.364.570 | 48.435.807 |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | (23.852.999) | (19.636.364) | |
|---|---|---|---|
| Ontvangsten uit kapitaalverhoging | - | - | |
| Ontvangsten uit leningen | 13 | 88.900.000 | - |
| Terugbetaling van leningen | 13 | (82.000.000) | - |
| Betaalde interesten | 13 | (207.544) | - |
| Uitkering aan aandeelhouders | 16 | (30.545.455) | (19.636.364) |
| Andere kasstromen uit financieringsactiviteiten | - | - | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | 17 | 6.433.502 | 8.722.457 |
| Investeringen in FVA | (37.785.006) | (117.443.610) | |
| Ontvangsten uit FVA | 16.430.416 | 79.002.285 | |
| Ontvangen interesten | 8.732.993 | 10.404.573 | |
| Ontvangen dividenden | 18.276.383 | 35.222.909 | |
| Andere kasstromen uit investeringsactiviteiten | 778.716 | 1.536.299 | |
| Kasstromen uit operationele activiteiten | 12 | (9.055.462) | (10.157.330) |
| Managementvergoeding | (8.741.695) | (7.845.899) | |
| Operationele kosten | (1.002.552) | (1.955.608) | |
| Terugvordering BTW | 688.784 | 694.177 | |
| Betaalde winstbelasting | - | (1.050.000) | |
| Liquide middelen op het einde van de rapporteringsperiode | 889.611 | 27.364.570 |
De geconsolideerde jaarrekening van TINC NV (hierna "TINC") voor het boekjaar van 12 maanden eindigend op 31 december 2024 werd voor publicatie goedgekeurd bij besluit van de Statutaire Bestuurder op 10 maart 2025. TINC is een naamloze vennootschap die opgericht en gevestigd is in België, wiens aandelen publiek verhandeld worden. De maatschappelijke zetel is gevestigd op Karel Oomsstraat 37, 2018 Antwerpen, België.
TINC is een investeringsmaatschappij die belangen neemt in participaties die actief zijn in het realiseren en uitbaten van infrastructuur.
De geconsolideerde jaarrekening van TINC werd voorbereid in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals uitgevaardigd door de International Accounting Standards Board (IASB) en zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening blijft TINC IFRS 10 (Geconsolideerde Jaarrekening) voor investeringsentiteiten toepassen, aangezien TINC nog steeds voldoet aan de definitie van een investeringsentiteit. TINC waardeert alle participaties aan hun reële waarde of fair value (FV) met verwerking van waardewijzigingen in de resultatenrekening in overeenstemming met IFRS 9 (Financiële instrumenten).
De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, met uitzondering van investeringen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (FVPL). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro, de functionele munt van TINC en alle waarden worden afgerond tot de dichtstbijzijnde euro, behalve indien anders vermeld. TINC stelt haar balans voor in volgorde van langlopende en kortlopende activa en passiva.
Bij de eerste toepassing van IFRS zoals goedgekeurd door de Europese Unie, analyseerde TINC de toepassing van de wijzigingen aan IFRS 10 (Geconsolideerde Jaarrekening), IFRS 12 (Informatieverschaffing over Belangen in Andere Entiteiten) en IAS 27 (Geconsolideerde en Enkelvoudige Jaarrekening) betreffende investeringsentiteiten (de "Wijzigingen") en werd besloten dat TINC voldoet aan de definitie van een investeringsentiteit zoals gedefinieerd binnen IFRS 10. Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024 is dit nog steeds het geval.
Volgens IFRS 10 is een investeringsentiteit een entiteit die:
Wanneer een entiteit beoordeelt of ze voldoet aan de definitie van een investeringsentiteit, moet ze overwegen of ze de volgende typische kenmerken van een investeringsentiteit heeft:
TINC past de Wijzigingen toe sinds het boekjaar eindigend per 31 december 2014 als gevolg van een beoordeling gebaseerd op de volgende feiten:
Dit laatste is het geval met betrekking tot alle DBFM/PPS-participaties (waarbij de infrastructuur op het eind van de levensduur van het project zal terugkeren naar de publieke overheid) en ook voor de participaties in energie (waarbij de infrastructuur op het eind van de levensduur van het project zal overgedragen worden aan de eigenaar van het perceel of zal worden verwijderd) en in grote mate voor de Digitale Infrastructuur en Sociale Infrastructuur participaties.
Aanvullend, met betrekking tot die laatste twee segmenten (Digitale Infrastructuur en Sociale Infrastructuur), en specifiek waar het participaties betreft met een meer bedrijfsmatige organisatie en aanpak (i.e. geen loutere project finance benadering) en die andere aandeelhouders tellen naast TINC, sluit TINC met deze mede-aandeelhouders (vaak met een korteretermijninsteek ten aanzien van de betreffende participatie) overeenkomsten af die doorgaans ook afspraken omvatten met betrekking tot de overdracht van de financiële
instrumenten van de participatie en een mogelijke, al dan niet gemeenschappelijke, exit. Dit kan heel concreet zijn, bijv. met een tijdsbepaling, of meer opengelaten worden in functie van omstandigheden en interne- of marktdynamieken.
Daardoor waardeert TINC, als een investeringsentiteit, alle participaties (met inbegrip van dochtervennootschappen daarvan die ze controleert en joint ventures) aan hun reële waarde met verwerking van waardenwijzigingen in de resultatenrekening in overeenstemming met IFRS 9 Financiële Instrumenten.
De reële waarde wordt berekend door de toekomstige kasstromen gerelateerd aan elke participatie van TINC, en die door de bedrijven waarin TINC participeert worden gegenereerd, te verdisconteren aan een gepaste verdisconteringsvoet. De gebruikte verdisconteringsvoeten zijn gebaseerd op de marktconforme verdisconteringsvoeten voor vergelijkbare activa, aangepast met een geschikte premie of discount om specifieke risico's te weerspiegelen.
Zie hieronder (Financiële Vaste Activa) voor meer informatie rond de waardering van participaties.
Financieringskosten worden opgenomen in de resultatenrekening zodra ze worden gemaakt.
TINC, als investeringsentiteit onder IFRS 10, waardeert alle participaties (inclusief haar gecontroleerde dochterondernemingen en joint ventures en geassocieerde deelnemingen) tegen hun reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening in overeenstemming met IFRS 9 Financiële Instrumenten.
De reële waarde van de participaties wordt halfjaarlijks bepaald. De definitie van reële waarde volgens IFRS 13 is: "De prijs die zou worden ontvangen om een
actief te verkopen of betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum". Bij gebreke aan een actieve markt voor de financiële instrumenten waarin TINC investeert, wordt er gebruik gemaakt van eigen waarderingsmodellen voor haar participaties. Hier volgt TINC de International Private Equity and Venture Capital Valuation Guidelines. De waarderingsmethodes worden consistent toegepast van periode tot periode, tenzij een wijziging zou leiden tot een betere inschatting van de reële waarde.
Alle courante aankopen en verkopen van financiële vaste activa worden erkend op transactiedatum. Een courante aankoop of verkoop van een financieel vast actief vereist de levering van het actief binnen de algemeen aanvaarde termijn in de markt als gevolg van regelgeving of handelspraktijk.
De reële waarde of 'Fair Value' ('FV') van de participaties worden opgenomen onder de post 'Investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening'. In geval van een recente investering, wordt aanvankelijk de transactiewaarde als reële waarde gehanteerd, waarbij de transactiekosten afzonderlijk in de resultatenrekening worden geboekt.
Veranderingen in reële waarde worden in de resultatenrekening opgenomen als niet-gerealiseerde winst of verlies.
Bij de verkoop van een participatie wordt de winst of het verlies op de verkoop – berekend als het verschil tussen de verkoopprijs na eventuele verkoopkosten te dragen door TINC en de reële waarde op de balans bij aanvang van het boekjaar – als gerealiseerde winst of verlies in de resultatenrekening opgenomen.
Wanneer TINC een lening geeft aan een bedrijf zonder deel te nemen in het kapitaal, wordt ook deze lening gewaardeerd aan reële waarde en opgenomen onder de post 'Investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening'.
TINC hanteert de volgende hiërarchie bij het bepalen en vermelden van de reële waarde van financiële instrumenten, per gebruikte waarderingsmethode.
Alle participaties van TINC worden geclassificeerd als activa van niveau 3 in de hiërarchie van de reële waarde.
Participaties in infrastructuur worden gebruikelijk gekenmerkt door een goede zichtbaarheid op toekomstige kasstromen. Dit is omwille van de aanwezigheid van langlopende overeenkomsten, een gereguleerd kader en/of de strategische positie van de infrastructuur. Vanwege deze sterke zichtbaarheid op de toekomstige kasstromen wordt voor de meeste participaties de 'Discounted Cash Flow methode' (DCF-methode) toegepast voor de periodieke waardering. Hierbij worden per participatie de toekomstige langetermijnkasstromen in kaart gebracht, zoals opbrengsten, kosten, investeringen, en terugbetalingen van schuldfinanciering. Op deze manier worden ook de verwachte langetermijnkasstromen bepaald die TINC uit de participatie zal ontvangen, gerelateerd aan de investeringsinstrumenten van TINC, waaronder de deelname in het eigen vermogen van een participatie en de aandeelhoudersleningen of leningen aan een participatie.
De verwachte toekomstige kasstromen op lange termijn met betrekking tot de participaties van TINC worden per participatie verdisconteerd tegen een marktconforme verdisconteringsvoet. Zo wordt de reële waarde van iedere participatie in TINC vastgesteld. De marktconforme verdisconteringsvoet is
afhankelijk van het risicoprofiel van de participatie enerzijds en van de investeringsinstrumenten bij TINC anderzijds. Het profiel van een bedrijf dat actief is in infrastructuur wordt onder meer bepaald door de mogelijke schommelingen in inkomsten en kosten, de aanwezigheid en robuustheid van langetermijncontracten en de kwaliteit van de tegenpartijen daarbij, en het herfinancieringsrisico van schuldfinanciering. Recente transacties tussen marktdeelnemers kunnen een indicatie geven van een marktconforme verdisconteringsvoet.
Bij elke periodieke update van de waardering worden per participatie de verwachte toekomstige kasstromen op lange termijn, en daaraan gekoppeld de verwachte toekomstige kasstromen op lange termijn gerelateerd aan de investeringsinstrumenten bij TINC, geüpdatet, en dit onder meer aan de hand van recente financiële cijfers en geüpdatet assumpties. Ook de verdisconteringsvoet per participatie wordt hierbij periodiek geëvalueerd en indien nodig aangepast.
Voor sommige participaties kan al dan niet tijdelijk een andere waarderingsmethodologie worden toegepast voor het bepalen van de reële waarde van de participatie bij TINC, en dit om specifieke redenen. In voorkomend geval wordt dit vermeld bij de toelichting van de Financiële Vaste Activa.
Bij een participatie in het kapitaal van een portefeuillebedrijf, waarbij zowel in het eigen vermogen als in de aandeelhouderslening van het portefeuillebedrijf wordt geïnvesteerd, worden alle verwachte toekomstige kasstromen gerelateerd aan beide investeringsinstrumenten samen verdisconteerd aan een marktconforme verdisconteringsvoet. Aangezien TINC een investeringsmaatschappij is zoals gedefinieerd door IFRS 10, waardeert zij haar aandeelhoudersleningen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, en dit in overeenstemming met IFRS 9. Interesten op aandeelhoudersleningen worden aldus erkend onder ontvangen interesten enerzijds, en wijzigingen in de reële waarde, inclusief gekapitaliseerde
interesten, anderzijds. Bovendien beschouwt TINC de investering in het aandelenkapitaal en in de aandeelhouderslening van een portefeuillebedrijf als een 'single unit of account', aangezien beide investeringsinstrumenten onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Beslissingen over de verwerving en vervreemding van beide instrumenten worden niet onafhankelijk van elkaar genomen en beide instrumenten hebben hetzelfde risicoprofiel.
Het waarderingsproces, net als de voorbereiding van de financiële staten van TINC, wordt waargenomen door de financiële functie bij TDP NV (zie p. 99) onder leiding van het verantwoordelijke lid van de Directieraad en onder toezicht van het Auditcomité.
Vertrekpunt zijn de financiële modellen die worden opgesteld voor elke participatie en die een gedetailleerde projectie bevatten van de te verwachten kasstromen op basis van onderliggende assumpties. Deze financiële modellen worden doorgaans bij aanvang van de investering onderworpen aan een model audit door een onafhankelijke partij. Tijdens de levensduur van de infrastructuur worden de financiële modellen naar aanleiding van elke afsluiting van TINC in lijn gebracht met recente ontwikkelingen die zich zouden voordoen in de onderliggende assumpties (ten gevolge van marktevoluties of evoluties bij de participatie zelf). De waardering gebeurt vervolgens aan de hand van de DCF-methode op grond van een verdisconteringsvoet.
De resultaten voor elke rapporteringsperiode worden besproken met de leden van het Auditcomité. Vervolgens brengt het Auditcomité verslag uit aan de Raad van Toezicht die uiteindelijk de financiële staten op grond van de waarderingen definitief vaststelt.
Andere vaste en vlottende activa worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
Actuele belastingen zijn gebaseerd op de resultaten van TINC en worden berekend volgens de lokale belastingregels.
Uitgestelde belastingen worden geboekt op basis van de liability-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis van activa en passiva en hun boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden.
Uitgestelde belastingvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen.
Een uitgestelde belastingvordering wordt opgenomen voor fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden in zoverre het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden verrekend.
Geldmiddelen en kasequivalenten zijn cash, bankdeposito's en liquide middelen. Deze omvatten alle thesauriemiddelen die in cash of op een bankdeposito worden aangehouden. Deze producten worden dan ook aan nominale waarde weergegeven.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer TINC verplichtingen is aangegaan (in rechte afdwingbaar of feitelijk) als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen noodzakelijk is en wanneer een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang van deze verplichtingen. Als TINC een terugbetaling verwacht van een bedrag dat werd voorzien, wordt deze terugbetaling pas geboekt als een actief indien de terugbetaling bijna zeker is.
Rentedragende leningen en overige financieringsverplichtingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de leningen en overige financieringsverplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
Dividenden worden herkend op de datum waarop TINC de rechten krijgt op de betaling ervan. Dividenden worden bruto voorgesteld, zonder rekening te houden met niet-recupereerbare belastingen. Deze laatste worden apart weergegeven in de verlies-en winstrekening.
TINC berekent zowel de gewone winst als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De gewone winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens het boekjaar. De verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens het boekjaar plus het verwateringseffect van warrants en aandelenopties (indien van toepassing) uitstaand tijdens het boekjaar.
TINC maakt meestal verscheidene kosten bij de uitgifte of verwerving van haar aandeleninstrumenten. Die kosten kunnen registratie- en andere regelgevingskosten omvatten, bedragen betaald aan juridische, boekhoudkundige en andere professionele adviseurs, drukkosten en zegelrechten. Voor Belgische belastingdoeleinden mogen bepaalde transactiekosten met betrekking tot de uitgifte of verwerving van eigenvermogensinstrumenten worden geactiveerd en afgeschreven over een bepaalde periode, zoals toegestaan door de Belgische algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (BE GAAP). Dit verschil in boekhoudkundige behandeling tussen IFRS en
BE GAAP creëert een tijdelijk verschil, wat resulteert in een uitgestelde belastingvordering.
Aangezien de onderliggende transactie betrekking heeft op het eigen vermogen, wordt de uitgestelde belastingvordering die voortvloeit uit dit tijdelijke verschil opgenomen in het eigen vermogen.
Overige kosten in verband met openbare aanbiedingen van aandeleninstrumenten (zoals road shows en andere marketinginitiatieven) worden als kost verwerkt.
Operationele segmenten worden consistent met de interne rapportering gerapporteerd aan de chief operating decision-maker, zijnde de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de toewijzing van middelen en de beoordeling van de resultaten van de operationele segmenten. Op dit moment is er sprake van 4 segmenten, Publieke Infrastructuur, Energie Infrastructuur, Digitale Infrastructuur en Sociale Infrastructuur.
TINC heeft gedurende het huidige boekjaar alle nieuwe en herziene Standaarden en Interpretaties, uitgevaardigd door het International Accounting Standards Board (IASB) en het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) van de IASB, zoals onderschreven door de Europese Unie en die van kracht zijn voor het boekjaar dat start op 1 januari 2024, toegepast. TINC heeft geen nieuwe IFRS-richtlijnen toegepast die nog niet van kracht zijn per 31 december 2024.
De volgende nieuwe en herziene Standaarden en Interpretaties, uitgevaardigd door het IASB en het IFRIC, zoals onderschreven door de Europese Unie, zijn van kracht voor het huidige boekjaar:
De toepassing van deze nieuwe Standaarden, Interpretaties en Wijzigingen heeft niet geleid tot belangrijke wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving van TINC.
TINC heeft ervoor gekozen om de volgende nieuwe Standaarden, Interpretaties en Wijzigingen, dewelke werden uitgevaardigd door het IASB en het IFRIC maar die nog niet verplicht waren voor 31 december 2024 en/of nog niet onderschreven zijn door de Europese Unie voor 31 december 2024, en waarvan de impact relevant zou kunnen zijn, niet vroegtijdig toe te passen:
De bovenvermelde nieuwe en herziende Standaarden en Interpretaties, die niet in deze jaarrekening toegepast werden, zullen vermoedelijk geen materiële impact hebben op de volgende periodes, tenzij met betrekking tot IFRS 18 waarvoor TINC momenteel de analyse aan het maken is van de mogelijke impact van IFRS 18.
*Nog niet onderschreven door de Europese Unie per 31 december 2024
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening worden schattingen en veronderstellingen gemaakt die de bedragen in de jaarrekening beïnvloeden.
De significante oordelen hebben voornamelijk betrekking op:
De significante inschattingen hebben voornamelijk betrekking op:
• De bepaling van de reële waarde van aandelen in participaties en schuldvorderingen van participaties die worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (toelichting 17).
| Participatie | Land | Type | Project infrastructuur/ Corporate infrastructuur |
Belang | Wijziging tegenover 31 december 2023 |
Status |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Publieke Infrastructuur | ||||||
| A15 Maasvlakte-Vaanplein | NL | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 24,00% | 0,00% | Operationeel |
| Sociale Huisvesting Ierland | IER | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 100,00% | 0,00% | Operationeel |
| Higher Education Buildings | IER | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 100,00% | 0,00% | In Realisatie |
| Hortus Conclusus | BE | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 50,00% | 50,00% | In Realisatie |
| L'Hourgnette | BE | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 81,00% | 0,00% | Operationeel |
| SPI.R0 | BE | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 45,00% | 45,00% | In Realisatie |
| Prinses Beatrixsluis | NL | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 40,63% | 0,00% | Operationeel |
| Brabo I | BE | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 52,00% | 0,00% | Operationeel |
| Via A11 | BE | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 39,06% | 0,00% | Operationeel |
| Via R4 Gent | BE | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 74,99% | 0,00% | Operationeel |
| Energie Infrastructuur | ||||||
| Berlare Wind | BE | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 49,00% | 0,00% | Operationeel |
| Kroningswind | NL | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 100,00% | 0,00% | Operationeel |
| Lowtide | BE | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 100,00% | 0,00% | Operationeel |
| Nobelwind | BE | Leninggever | Project infrastructuur | N.v.t. | N.v.t. | Operationeel |
| Solar Finance | BE | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 87,43% | 0,00% | Operationeel |
| Storm Wind Ierland | IER | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 95,60% | 0,00% | Operationeel |
| Storm Wind België | BE | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 39,47% - 45% | 0,00% | Oper. / In Real. |
| Storm Group | BE | Leninggever | Corporate infrastructuur | N.v.t. | N.v.t. | Oper. / In Real. |
| Kreekraksluis | NL | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 43,65% | 0,00% | Operationeel |
| Sunroof | BE | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 50,00% | 0,00% | Operationeel |
| Zelfstroom | NL | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 90,00% | 0,00% | Oper. / In Real. |
* AHL: aandeelhouderslening
| Participatie | Land | Type | Project infrastructuur/ Corporate infrastructuur |
Belang | Wijziging tegenover 31 december 2023 |
Status |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Digitale Infrastructuur | ||||||
| Glasdraad | NL | Aandeelhouder | Corporate infrastructuur | 50,01% | 0,00% | Oper. / In Real. |
| Datacenter United | BE | Aandeelhouder | Corporate infrastructuur | 75,00% | 0,00% | Operationeel |
| NGE Fibre | FR | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 7,26% | 0,00% | Operationeel |
| Sociale Infrastructuur | ||||||
| De Haan Vakantiehuizen | BE | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 12,50% | 0,00% | Operationeel |
| Réseau Abilis | BE | Aandeelhouder | Corporate infrastructuur | 67,50% | 0,00% | Operationeel |
| Eemplein | NL | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 100,00% | 0,00% | Operationeel |
| Yally | BE | Aandeelhouder | Corporate infrastructuur | 66,67% | 0,00% | Oper. / In Real. |
| Obelisc | BE | Aandeelhouder (+AHL*) | Project infrastructuur | 50,00% | 0,00% | Operationeel |
| Garagepark | NL | Aandeelhouder | Project infrastructuur | 62,50% | 0,00% | Oper. / In Real. |
* AHL: aandeelhouderslening
Azulatis is nog niet opgenomen in de cijfers aangezien zij nog geen participatie is per 31/12/2024.
Northwind is niet meer opgenomen in de tabel omdat de lening in het afgelopen boekjaar volledig is terugbetaald.
Dit overzicht bevat niet-geconsolideerde dochterondernemingen, zoals gedefinieerd in IFRS 10. *
| Niet-geconsolideerde dochter ondernemingen |
Stad / Land | % participatie | Wijziging t.o.v. vorig jaar |
% stemrechten | Wijziging t.o.v. vorig jaar |
|---|---|---|---|---|---|
| Comhar Housing Holdings Limited | Dublin, Ierland | 100% | - | 100% | - |
| Comhar Housing Limited | Dublin, Ierland | 100% | - | 100% | - |
| DG Infra+ Parkinvest BV | s-Gravenhaege, Nederland | 100% | - | 100% | - |
| Eemplein Parkeergarage BV | s-Gravenhaege, Nederland | 100% | - | 100% | - |
| Kroningswind Holding BV | Den Haag, Nederland | 100% | - | 100% | - |
| Kroningswind BV | Den Haag, Nederland | 100% | - | 100% | - |
| Lowtide NV | Antwerpen, België | 100% | - | 100% | - |
| Hightide NV | Antwerpen, België | 100% | - | 100% | - |
| Silvius NV | Antwerpen, België | 100% | - | 100% | - |
| Fil de Verre | Rueil-Malmaison, France | 100% | - | 100% | - |
* een entiteit waarover TINC zeggenschap heeft, d.w.z. een deelneming waarin TINC blootgesteld is, of waarin TINC rechten heeft, op variabele rendementen uit haar betrokkenheid bij de deelneming en de mogelijkheid heeft om dit rendement te beïnvloeden via haar invloed over de deelneming.
Dit overzicht bevat participaties waarover TINC gezamenlijke controle heeft, zoals gedefinieerd in IFRS 11*.
| Niet-geconsolideerde participaties | Stad / Land | Aard van de relatie | % participatie | Wijziging t.o.v. vorig jaar |
% stemrechten | Wijziging t.o.v. vorig jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|
| A-Lanes A15 Holding BV | Nieuwegein, Nederland | Shared decision-making rights | 24,00% | - | 24,00% | - |
| Brabo I | Antwerpen, België | Shared decision-making rights | 52,00% | - | 52,00% | - |
| DCU Invest NV | Antwerpen, België | Shared decision-making rights | 75,00% | - | 75,00% | - |
| De Haan Vakantiehuizen NV | Sint-Lambrechts-Woluwe, België | Shared decision-making rights | 12,50% | - | 12,50% | - |
| Niet-geconsolideerde participaties | Stad / Land | Aard van de relatie | % participatie | Wijziging t.o.v. vorig jaar |
% stemrechten | Wijziging t.o.v. vorig jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|
| G.P. Invest BV | Den Haag, Nederland | Shared decision-making rights | 62,50% | - | 62,50% | - |
| GlasDraad BV | s-Gravenhaege, Nederland | Shared decision-making rights | 50,00% | - | 50,00% | - |
| Hortus Conclusus NV | Aalst, België | Shared decision-making rights | 50,00% | - | 50,00% | 50,00% |
| L'Hourgnette NV | Sint-Gillis, België | Shared decision-making rights | 81,00% | - | 81,00% | - |
| Obelisc NV | Zwijnaarde, België | Shared decision-making rights | 50,00% | - | 50,00% | - |
| SPI.R0 Holdco NV | Aalst, België | Shared decision-making rights | 50,00% | - | 50,00% | 50,00% |
| SAS Invest BV | s-Gravenhaege, Nederland | Shared decision-making rights | 50,00% | - | 50,00% | - |
| Solar Finance NV | Antwerpen, België | Shared decision-making rights | 87,43% | - | 87,43% | - |
| Storm Holding 4 NV | Antwerpen, België | Shared decision-making rights | 95,60% | - | 95,60% | - |
| Storm Holding 5 NV | Shared decision-making rights | 45,00% | - | 45,00% | - | |
| Sunroof BV | Antwerpen, België | Shared decision-making rights | 50,00% | - | 50,00% | - |
| T&D Invest NV | Antwerpen, België | Shared decision-making rights | 67,50% | - | 67,50% | - |
| Via Brugge NV | Aalst, België | Shared decision-making rights | 64,37% | - | 64,37% | - |
| Via A11 NV | Aalst, België | Shared decision-making rights | 39,05% | - | 39,05% | - |
| Via R4-Gent NV | Brussel, België | Shared decision-making rights | 74,99% | - | 74,99% | - |
| Windpark Kreekraksluis Holding BV | s-Gravenhaege, Nederland | Shared decision-making rights | 43,65% | - | 43,65% | - |
| Yally NV | Antwerpen, België | Shared decision-making rights | 66,67% | - | 66,67% | - |
| Zelfstroom Invest BV | s-Hertogenbosch, Nederland | Shared decision-making rights | 90,00% | - | 90,00% | - |
* Twee of meer investeerders hebben gezamenlijk de zeggenschap over een deelneming wanneer ze samen moeten handelen om de relevante activiteiten te sturen. Omdat geen enkele investeerder de activiteiten kan sturen zonder de medewerking van de anderen, heeft in dergelijke gevallen geen enkele investeerder individueel zeggenschap over de deelneming.
Een overzicht van de contractuele verplichtingen of huidige investeringstoezeggingen om financiële of andere steun te verlenen aan haar dochtervennootschappen en participaties onder gezamelijke controle wordt verstrekt in toelichting 23: Buitenbalansverplichtingen.
TINC ontvangt betalingen en uitkeringen vanuit haar participaties in de vorm van dividenden, interesten en vergoedingen, en in de vorm van terugbetalingen van kapitaal en terugbetalingen van aandeelhoudersleningen en leningen.
Er kunnen beperkingen van toepassing zijn op de mogelijkheid van participaties om betalingen of uitkeringen te doen aan TINC. Deze beperkingen kunnen voortvloeien uit algemene vennootschapsrechtelijke bepalingen omtrent uitkeringen, of uit afspraken vervat in financieringsovereenkomsten.
Beperkingen op uitkeringen kunnen ook het gevolg zijn van werkkapitaalof investeringsnoden van de participaties. TINC houdt rekening met deze eventuele beperkingen in haar projecties van de toekomstige kasstromen die de basis vormen voor de waardering van de participaties. Specifieke nog ongekende gebeurtenissen kunnen leiden tot bijkomende beperkingen op betalingen of uitkeringen, en zitten nog niet vervat in de huidige projectie van toekomstige kasstromen. Een wijziging in de waarderingsregels, in de werkwijze of in de richtlijnen die relevant zijn voor TINC of voor haar participaties kan eveneens de toekomstige kasstromen naar TINC verminderen of vertragen.
Per 31 december 2024 zijn er geen bijkomende materiële beperkingen.
TINC rapporteert de investeringsactiviteiten volgens vier segmenten. De managementrapportering volgt eveneens deze structuur conform de vereisten onder IFRS 8. Er is geen sprake van transacties tussen segmenten.
De vier segmenten betreffen:
• Publieke infrastructuur: Hieronder vallen volgende participaties: A15 Maasvlakte-Vaanplein, L'hourgnette, Prinses Beatrixsluis, Brabo I, Sociale Huisvesting Ierland, Higher Education Buildings, Via R4-Gent, SPI.R0, Hortus Conclusus en Via A11.
Een overzicht van de evolutie van de reële waarde van de portefeuille per segment kan teruggevonden worden onder toelichting 17.
De portefeuille van TINC kan worden onderverdeeld in project infrastructuur en corporate infrastructuur.
Project infrastructuur wordt gekenmerkt door volgende kenmerken:
Corporate infrastructuur wordt gekenmerkt door volgende kenmerken:
De tabel hierboven op pagina 131 vermeldt voor elke participatie of dit projectrespectievelijk corporate infrastructuur betreft.
| Boekjaar eindigend op 31 december 2024 (geauditeerd) (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Business Services & General |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Interesten | 5.705.333 | 1.755.551 | (88.000) | 422.369 | - | 7.795.253 |
| Dividenden | 3.913.692 | 14.404.871 | - | 2.671.250 | - | 20.989.812 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | - | - | 2.508.500 | - | - | 2.508.500 |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa |
(5.655.658) | (12.909.623) | 26.448.820 | 10.163.175 | - | 18.046.715 |
| Vergoedingen | 901.807 | 388.173 | 37.500 | 80.500 | - | 1.407.980 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 4.865.173 | 3.638.973 | 28.906.820 | 13.337.294 | - | 50.748.260 |
| Diensten en diverse goederen | - | - | - | - | (6.505.970) | (6.505.970) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | - | - | - | - | (3.727) | (3.727) |
| Overige operationele kosten | - | - | - | - | (251.433) | (251.433) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 4.865.173 | 3.638.973 | 28.906.820 | 13.337.294 | (6.761.130) | 43.987.130 |
| Financieel resultaat | - | - | - | - | (1.180.437) | (1.180.437) |
| Belastingen | - | - | - | - | (315.633) | (315.633) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 4.865.173 | 3.638.973 | 28.906.820 | 13.337.294 | (8.257.200) | 42.491.060 |
| Activa, Eigen Vermogen en Verplichtingen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | 140.827.743 | 121.813.911 | 133.201.670 | 116.226.710 | 2.587.451 | 514.657.485 |
| Eigen Vermogen en Verplichtingen | - | - | - | - | 514.657.485 | 514.657.485 |
| Kasstromen | 18.592.474 | 18.680.177 | 4.067.931 | 3.479.568 | - | 44.820.150 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kas-inkomsten | 12.318.259 | 12.787.675 | 2.546.000 | 3.246.301 | - | 30.898.234 |
| Terugbetalingen | 6.274.215 | 5.892.502 | 1.521.931 | 233.268 | - | 13.921.916 |
| Boekjaar eindigend op 31 december 2023 (geauditeerd) (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Business Services & General |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Interesten | 8.461.371 | 2.854.922 | 88.000 | 340.751 | - | 11.745.044 |
| Dividenden | 4.685.781 | 18.964.591 | 325.000 | 11.658.750 | - | 35.634.123 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | 5.320.054 | 4.203.879 | - | 9.523.933 | ||
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa |
90.665 | (1.920.084) | 9.436.029 | (4.209.414) | - | 3.397.196 |
| Vergoedingen | 520.287 | 520.246 | 56.250 | 110.250 | - | 1.207.033 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 13.758.104 | 20.419.675 | 15.225.334 | 12.104.216 | - | 61.507.330 |
| Diensten en diverse goederen | - | - | - | - | (10.323.753) | (10.323.753) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | - | - | - | - | (5.606) | (5.606) |
| Overige operationele kosten | - | - | - | - | (353.676) | (353.676) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 13.758.104 | 20.419.675 | 15.225.334 | 12.104.216 | (10.683.035) | 50.824.294 |
| Financieel resultaat | - | - | - | - | 567.235 | 567.235 |
| Belastingen | - | - | - | - | (492.516) | (492.516) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 13.758.104 | 20.419.675 | 15.225.334 | 12.104.216 | (10.608.316) | 50.899.013 |
| Activa, Eigen Vermogen en Verplichtingen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | 154.493.544 | 124.355.120 | 98.415.427 | 91.092.577 | 29.049.731 | 497.406.399 |
| Eigen Vermogen en Verplichtingen | - | - | - | - | 497.406.399 | 497.406.399 |
| Kasstromen | 14.608.742 | 39.008.332 | 40.013.953 | 32.399.737 | - | 126.030.764 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Kas-inkomsten | 11.957.652 | 22.717.549 | 5.380.054 | 16.497.091 | - | 56.552.346 |
| Terugbetalingen | 2.651.090 | 16.290.783 | 34.633.899 | 15.902.646 | - | 69.478.418 |
| België | Nederland | Ierland | Frankrijk | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 5.927.278 | 1.955.975 | - | (88.000) | 7.795.253 |
| 11.867.764 | 3.346.423 | 5.775.626 | - | 20.989.812 |
| - | 2.508.500 | - | - | 2.508.500 |
| 15.884.609 | 2.686.817 | (1.732.175) | 1.207.464 | 18.046.715 |
| 448.569 | 182.724 | 776.687 | - | 1.407.980 |
| 34.128.220 | 10.680.438 | 4.820.137 | 1.119.464 | 50.748.260 |
| (6.505.970) | - | - | - | (6.505.970) |
| (3.727) | - | - | - | (3.727) |
| (251.433) | - | - | - | (251.433) |
| 27.367.090 | 10.680.438 | 4.820.137 | 1.119.464 | 43.987.130 |
| (1.180.437) | - | - | - | (1.180.437) |
| (315.633) | - | - | - | (315.633) |
| 25.871.020 | 10.680.438 | 4.820.137 | 1.119.464 | 42.491.060 |
| 304.597.268 | 162.320.516 | 23.454.316 | 24.285.385 | 514.657.485 |
| 514.657.485 | - | - | - | 514.657.485 |
| Kasstromen | 24.653.643 | 11.222.707 | 7.421.869 | 1.521.931 | 44.820.150 |
|---|---|---|---|---|---|
| Kas-inkomsten | 14.654.306 | 9.616.519 | 6.627.409 | - | 30.898.234 |
| Terugbetalingen | 9.999.337 | 1.606.188 | 794.460 | 1.521.931 | 13.921.916 |
| (€) | België | Nederland | Ierland | Frankrijk | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Interesten | 8.970.388 | 2.686.656 | - | 88.000 | 11.745.044 |
| Dividenden | 10.071.131 | 23.898.461 | 1.664.530 | - | 35.634.123 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | 4.203.879 | 5.320.054 | - | - | 9.523.933 |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa | 8.992.659 | 2.585.402 | (8.180.865) | - | 3.397.196 |
| Vergoedingen | 573.892 | 294.492 | 338.650 | - | 1.207.033 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 32.811.949 | 34.785.066 | (6.177.685) | 88.000 | 61.507.330 |
| Diensten en diverse goederen | (10.323.753) | - | - | - | (10.323.753) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | (5.606) | - | - | - | (5.606) |
| Overige operationele kosten | (353.676) | - | - | - | (353.676) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 22.128.914 | 34.785.066 | (6.177.685) | 88.000 | 50.824.294 |
| Financieel resultaat | 567.235 | - | - | - | 567.235 |
| Belastingen | (492.516) | - | - | - | (492.516) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 22.203.632 | 34.785.066 | (6.177.685) | 88.000 | 50.899.013 |
| Activa, Eigen Vermogen en Verplichtingen | |||||
| Activa | 296.863.471 | 150.398.880 | 26.056.047 | 24.088.001 | 497.406.399 |
| Eigen Vermogen en Verplichtingen | 497.406.399 | - | - | - | 497.406.399 |
| Kasstromen | 56.311.665 | 65.845.581 | 3.873.518 | - | 126.030.764 |
|---|---|---|---|---|---|
| Kas-inkomsten | 24.071.886 | 30.556.932 | 1.923.528 | - | 56.552.346 |
| Terugbetalingen | 32.239.779 | 35.288.649 | 1.949.990 | - | 69.478.418 |
| Boekjaar eindigend op 31 december 2024 (geauditeerd) (€) |
Project Infrastructuur |
Corporate Infrastructuur |
Business Services & General |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Interesten | 7.293.169 | 502.083 | - | 7.795.253 |
| Dividenden | 18.627.312 | 2.362.500 | - | 20.989.812 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | - | 2.508.500 | - | 2.508.500 |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa | (12.518.418) | 30.565.132 | - | 18.046.715 |
| Vergoedingen | 1.360.480 | 47.500 | - | 1.407.980 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 14.762.544 | 35.985.716 | - | 50.748.260 |
| Diensten en diverse goederen | - | - | (6.505.970) | (6.505.970) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | - | - | (3.727) | (3.727) |
| Overige operationele kosten | - | - | (251.433) | (251.433) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 14.762.544 | 35.985.716 | (6.761.130) | 43.987.130 |
| Financieel resultaat | - | - | (1.180.437) | (1.180.437) |
| Belastingen | - | - | (315.633) | (315.633) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 14.762.544 | 35.985.716 | (8.257.200) | 42.491.060 |
| Activa, Eigen Vermogen en Verplichtingen | ||||
| Activa | 316.073.812 | 195.996.221 | 2.587.452 | 514.657.485 |
| Eigen Vermogen en Verplichtingen | - | - | 514.657.485 | 514.657.485 |
| Overige segmentinformatie | ||||
| Kasstromen | 39.901.650 | 4.918.500 | - | 44.820.150 |
| Kas-inkomsten | 25.979.734 | 4.918.500 | - | 30.898.234 |
| Terugbetalingen | 13.921.916 | - | - | 13.921.916 |
| Boekjaar eindigend op 31 december 2023 (geauditeerd) (€) |
Project Infrastructuur |
Corporate Infrastructuur |
Business Services & General |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Interesten | 11.745.044 | - | - | 11.745.044 |
| Dividenden | 35.309.123 | 325.000 | - | 35.634.123 |
| Meerwaarde op realisatie van investeringen | 4.203.879 | 5.320.054 | - | 9.523.933 |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten/kosten uit financiële vaste activa | (7.934.281) | 11.331.477 | - | 3.397.196 |
| Vergoedingen | 1.135.783 | 71.250 | - | 1.207.033 |
| Portefeuilleresultaat: winst (verlies) | 44.459.549 | 17.047.781 | - | 61.507.330 |
| Diensten en diverse goederen | - | - | (10.323.753) | (10.323.753) |
| Afschrijvingen en waarderverminderingen | - | - | (5.606) | (5.606) |
| Overige operationele kosten | - | - | (353.676) | (353.676) |
| Operationeel resultaat: winst (verlies) | 44.459.549 | 17.047.781 | (10.683.035) | 50.824.294 |
| Financieel resultaat | - | - | 567.235 | 567.235 |
| Belastingen | - | - | (492.516) | (492.516) |
| Nettoresultaat van het jaar: winst (verlies) | 44.459.549 | 17.047.781 | (10.608.316) | 50.899.013 |
| Activa, Eigen Vermogen en Verplichtingen | ||||
| Activa | 336.685.164 | 131.671.504 | 29.049.731 | 497.406.399 |
| Eigen Vermogen en Verplichtingen | - | - | 497.406.399 | 497.406.399 |
| Overige segmentinformatie | ||||
| Kasstromen | 86.006.811 | 40.023.953 | - | 126.030.764 |
| Kas-inkomsten | 51.162.291 | 5.390.054 | - | 56.552.346 |
| Terugbetalingen | 34.844.519 | 34.633.899 | - | 69.478.418 |
Het portefeuilleresultaat kan gedefinieerd worden als het totaal van a) interesten, dividenden, vergoedingen b) gerealiseerde opbrengsten minus gerealiseerde kosten op realisatie van investeringen en c) niet-gerealiseerde opbrengsten minus niet-gerealiseerde kosten uit financiële vaste activa. Het netto niet-gerealiseerd resultaat betreft de waarde wijziging van de portefeuille gedurende het afgelopen boekjaar zonder rekening te houden met investeringen in nieuwe of bestaande participaties of terugbetalingen uit participaties. Deze waarde wijziging is de som van de individuele waarde wijzingen per participatie, en is het resultaat van geüpdatet verdisconteringsvoeten en geüpdatet generieke en specifieke assumpties die de basis vormen voor de verwachte kasstromen uit de participaties, daarbij ook rekening houdend met de wijzigingen van de tijdswaarde van deze kasstromen.
In de tabellen hieronder worden de verschillende componenten van het portefeuilleresultaat weergegeven.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Interesten, dividenden en vergoedingen |
1 | 30.193.045 | 48.586.200 |
| Meerwaarde (minwaarde) op realisatie van investeringen |
1 | 2.508.500 | 9.523.933 |
| Niet-gerealiseerde resultaten uit financiële vaste activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardenwijzigingen in de resultaten rekening. |
1 | 18.046.715 | 3.397.196 |
| TOTAAL | 50.748.260 | 61.507.330 |
Het totale portefeuilleresultaat bedraagt € 50.748.260 (of een portefeuillerendement van 10,84%), een daling van € 10.759.070 ten opzichte van het vorige boekjaar. Dit portefeuilleresultaat is de netto vertaling van een aantal elementen:
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Interesten | 1 | 7.795.253 | 11.745.044 |
| Dividenden | 1 | 20.989.812 | 35.634.123 |
| Omzet | 1 | 1.407.980 | 1.207.033 |
| TOTAAL | 30.193.045 | 48.586.200 |
De som van de interesten, dividenden en vergoedingen uit de participaties tijdens het afgelopen boekjaar bedraagt € 30.193.045. Dit is een daling met € 18.393.156 ten opzichte van het vorige boekjaar.
Deze daling is in belangrijke mate toe te schrijven aan het verlengde boekjaar 2022-2023 dat 18 maanden omvat.
De ontvangen dividenden bedragen € 20.989.812, een daling van € 14.644.310 ten opzichte van het vorige boekjaar dat 18 maanden betrof. Naast de reguliere ontvangsten van dividenden binnen de participaties van TINC zijn hogere dividenden ontvangen ten gevolge van hogere stroomprijzen in het verleden.
De opbrengsten uit interesten bedragen € 7.795.253, een daling van € 3.949.791 ten opzichte van het vorige boekjaar dat 18 maanden betrof. Opbrengsten uit interesten omvatten (i) gekapitaliseerde interesten die opgenomen zijn in de reële waarde van de participaties en (ii) interesten, ofwel ontvangen in cash, ofwel voorzien om kort na het einde van het afgelopen boekjaar te worden ontvangen in cash.
De rubriek vergoedingen bedraagt € 1.407.980, een stijging ten opzichte van het vorige boekjaar. Deze som bestaat uit vergoedingen uit participaties waaronder mandaatvergoedingen of vergoedingen in het kader van transacties. TINC heeft een aantal specifieke bijkomende vergoedingen ontvangen uit een aantal participaties omwille van een aantal garanties die zij stelt. Daarnaast is de achtergestelde lening aan Northwind in augustus 2024 vervroegd terugbetaald, wat aanleiding gaf tot een bijkomende vergoeding.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Gerealiseerde opbrengsten op financiële activa |
1 | 2.508.500 | 9.523.933 |
| Gerealiseerde kosten op financiële activa |
- | - | |
| TOTAAL | 2.508.500 | 9.523.933 |
De gerealiseerde opbrengst op financiële activa betreft een nabetaling van de eerdere gedeeltelijke verkoop van de participatie GlasDraad. De gerealiseerde meerwaarde in het vorig boekjaar had betrekking op de verkoop van het belang in Bioversneller en de gedeeltelijke verkoop van het belang in GlasDraad.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Niet-gerealiseerde opbrengsten uit financiële vaste activa |
1 | 39.075.133 | 25.104.519 |
| Niet-gerealiseerde kosten uit financiële vaste activa |
1 | (21.028.418) | (21.707.323) |
| TOTAAL | 18.046.715 | 3.397.196 |
Het netto niet-gerealiseerd resultaat (niet gerealiseerde opbrengsten minus niet-gerealiseerde kosten) bedraagt € 18.046.715 over het afgelopen boekjaar. Dit bestaat uit € 39.075.133 niet gerealiseerde opbrengsten en € 21.028.418 niet-gerealiseerde kosten.
De diensten en diverse goederen bedragen € 6.505.970 over het afgelopen boekjaar. Dit is een daling van € 3.817.784 in vergelijking met het vorige boekjaar dat 18 maanden betrof.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Vergoedingen aan TDP | (4.698.607) | (5.836.439) | |
| Vergoeding aan enige bestuurder TINC Manager NV |
(1.038.694) | (2.525.934) | |
| Andere operationele kosten | (768.668) | (1.961.380) | |
| TOTAAL | 1 | (6.505.970) | (10.323.753) |
De kost van diensten en diverse goederen omvat de volgende posten:
Een toelichting bij de vergoedingen voor TDP en TINC Manager NV bevindt zich op pagina 99 in het hoofdstuk Corporate Governance.
| TOTAAL | (251.433) | (353.676) | |
|---|---|---|---|
| Belastingen en bedrijfskosten | 1 | (251.433) | (353.676) |
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
De andere bedrijfskosten bedragen € 251.433 en omvatten voornamelijk niet-aftrekbare BTW voor een bedrag van € 245.743.
De kostenratio voor het huidige boekjaar berekend op jaarbasis en exclusief éénmalige transactiekosten bedraagt 1,34%.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Financiële opbrengsten | 1 | 62.552 | 973.666 |
| Financiële kosten | 1 | (1.242.989) | (406.430) |
| TOTAAL | (1.180.437) | 567.235 |
Het financieel resultaat bedraagt € 1.180.437, een stijging van de kosten ten opzichte van het vorige boekjaar.
Financiële opbrengsten betreffen voornamelijk opbrengsten gerelateerd aan het beleggen onder de vorm van termijndeposito's van kasmiddelen op de balans. De financiële opbrengsten bedragen € 62.552, een afname van € 911.114. De financiële kosten omvatten interesten op leningen en andere bankkosten op niveau van TINC. De financiële kosten bedragen € 1.242.989, een toename van € 836.559. Deze stijging wordt voornamelijk verklaard door de interestkosten verbonden aan het ter beschikking hebben van een kredietlijn. Op 31 december 2024 is er € 6.900.000 opgenomen onder een kredietlijn van € 200.000.000.
De berekeningsbasis voor de berekening van de belastbare basis is het BGAAPresultaat voor belastingen. In de tabel hieronder wordt daarom vooreerst het BGAAP-resultaat voor belastingen berekend, en dit vertrekkend van het IFRS-resultaat voor belastingen. Van het BGAAP-resultaat voor belastingen worden vervolgens de vrijgestelde opbrengsten afgetrokken, wat resulteert in een bedrag van € 1.262.530 effectief belastbare basis.
| Boekjaar eindigend op: (€) Notes |
31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|
| Resultaat voor belasting, winst (verlies) IFRS | 42.806.692 | 51.391.530 |
| Niet-gerealiseerde opbrengsten / kosten uit financiële vaste activa |
(17.878.028) | 11.978.083 |
| Afschrijvingen en waardeverminderin gen, oprichtingskosten, IMVA en MAV |
(476.876) | (1.164.916) |
| Resultaat voor belasting BGAAP | 24.451.788 | 62.204.697 |
| Verworpen uitgaven | 305 | 5.294 |
| Meerwaarde op aandelen | - | (24.080.171) |
| Terugname waardevermindering aandelen belastbare moratorium interesten |
- | (829.382) |
| Vrijgestelde giften - (5.000) Definitief belaste inkomsten en (23.189.562) (35.325.373) vrijgestelde roerende inkomsten Notionele interestaftrek (NIA) - - Compensatie belastingsverliezen uit - - het verleden Belastbare basis tegen het normaal 1.262.530 1.970.066 tarief Van toepassing zijnde belastingtarief 25,00% 25,00% Volgens het lokaal statutair winst 315.633 492.516 belastingstarief Vermeerdering voor onvoldoende - - voorafbetaling Waardering uitgestelde belasting - - Aanwending uitgestelde belastingen - - Herwaardering fiscaal verrekenbare - - verliezen Afname uitgestelde belastings - - vordering Belastingen 315.633 492.516 1 Effectieve belastingsvoet 0,74% 0,96% |
Boekjaar eindigend op: (€) |
31 december 2024 Notes 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Winstbelasting | |||
| Winstbelasting van het huidige jaaar | 315.633 | 492.516 | |
| Aanpassing aan de winstbelasting van een voorgaand jaar |
- | - | |
| Uitgestelde belasting | |||
| Betrekking hebbende op tijdelijke verschillen |
- | - | |
| Actieve belastinglatentie op fiscaal overdraagbare verliezen |
- | - | |
| Belastingen | 315.633 | 492.516 |
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 2024 12 maanden |
2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Beginsaldo (per 1 januari) | 119.219 | 410.430 | |
| Erkend als belasting in de huidige periode |
0 | - | |
| Aanpassing in het eigen vermogen | (119.219) | (291.211) | |
| Eindsaldo (per 31 december) | 2 | - | 119.219 |
Gedurende het afgelopen boekjaar waren de volgende inkomsten van TINC fiscaal vrijgestelde opbrengsten:
Na toepassing van het statutaire winstbelastingtarief van €25% op de € 1.262.530 miljoen effectief belastbare basis, resulteert dit in een door TINC te betalen bedrag aan vennootschapsbelastingen van €315.633.
De uitgestelde belastingvordering op de IFRS-balans daalde van € 119.219 naar € 0. De uitgestelde belastingvorderingen waren het resultaat van afschrijvingen in BGAAP van een aantal geactiveerde kosten gerelateerd aan de kapitaalverhogingen uit het verleden.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Nettowinst toe te rekenen aan gewone aandelen |
1 | 42.491.060 | 50.899.013 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (exclusief ingekochte eigen aandelen) voor gewone winst per aandeel |
36.363.637 | 36.363.637 | |
| Verwateringseffect | - | - | |
| Aandelenopties | - | - | |
| Aflosbare preferente aandelen | - | - | |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (exclusief ingekochte eigen aandelen) gecorrigeerd voor het verwateringseffect |
36.363.637 | 36.363.637 | |
| Winst per aandeel | 1,17 | 1,40 | |
| Winst per aandeel, rekening houdend met het verwateringseffect |
1,17 | 1,40 |
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Betaalde uitkering | 1 | ||
| Slotuitkering: (totale waarde) | 30.545.455 | 19.636.364 | |
| Slotuitkering: (waarde per aandeel) | 0,84 | 0,54 | |
| Voorgestelde uitkering | |||
| Uitkering: totale waarde | 21.090.909 | 30.545.455 | |
| Uitkering: waarde per aandeel | 0,58 | 0,84 | |
| Kapitaalvermindering | 0,4000 | 0,6100 | |
| Dividend | 0,1800 | 0,2300 | |
| Aantal aandelen | 36.363.637 | 36.363.637 |
Aan de aandeelhouders wordt in mei 2025 een uitkering voorgesteld van € 0,58 per aandeel. De voorgestelde uitkering neemt de vorm aan van een combinatie van een dividend en een kapitaalvermindering. Het voorgestelde bedrag van het dividend zal gelijk zijn aan € 0,18 per aandeel (of 31,0% van de uitkering), dat van de kapitaalvermindering aan € 0,40 per aandeel (of 69,0% van het totale uitgekeerde bedrag). De kapitaalvermindering behoeft een beslissing van de buitengewone algemene vergadering met een quorum en bijzondere meerderheid.
De totale voorgestelde uitkering bedraagt € 21.090.909, bestaande uit een dividend van € 6.545.455 en een kapitaalvermindering van € 14.545.455. Dit is een pay-out ratio van 49,64% tegenover het netto-resultaat.
De reële waarde of Fair Value ('FV') van de investeringsportefeuille is als volgt geëvolueerd tussen begin en einde van het afgelopen boekjaar:
| Boekjaar eindigend op: (€) |
31 december 2024 geauditeerd |
31 december 2023 geauditeerd |
|---|---|---|
| Openingsbalans | 468.356.669 | 415.436.602 |
| + Investeringen | 37.785.261 | 117.443.610 |
| - Terugbetalingen uit investeringen (-) | (13.921.916) | (69.478.352) |
| +/- Netto niet-gerealiseerde winsten/(verliezen) | 18.046.714 | 3.397.196 |
| +/- Korte termijn vorderingen | 1.803.306 | 1.557.613 |
| Eindbalans* | 512.070.034 | 468.356.669 |
| Wijziging in reële waarde verwerkt in de resultatenrekening gedurende de periode |
18.046.715 | 3.397.196 |
* Inclusief aandeelhoudersleningen voor een nominaal uitstaand bedrag van: € 94.608.656 (31/12/2024) en € 108.763.602 (31/12/2023)
Op 31 december 2024 bedroeg de FV van de portefeuille € 512.070.034.
Tijdens het afgelopen boekjaar werd € 37.785.261 geïnvesteerd in bestaande en nieuwe participaties: Storm Group, Hortus Conclusus, SPI.R0, GlasDraad, NGE Fibre, De Haan Vakantiehuizen, Garagepark en Yally.
Over het afgelopen boekjaar ontving TINC € 13.921.916 in het kader van terugbetalingen van geïnvesteerd kapitaal vanuit volgende participaties: Berlare Wind, Kreekraksluis, Nobelwind, Northwind (volledige terugbetaling van de achtergestelde lening), Storm Wind België, Zelfstroom, A15 Maasvlakte-Vaanplein, Brabo 1, L'Hourgnette, Social Housing Ireland, Via A11, Via R4 Gent, NGE Fibre en Obelisc.
De netto niet-gerealiseerde toename van de reële waarde van € 18.046.715 over het afgelopen boekjaar bestaat uit € 39.075.133 niet-gerealiseerde opbrengsten en € 21.028.418 niet-gerealiseerde kosten.
Het resterende bedrag van € 1.803.306 betreft een toename van het uitstaande bedrag aan inkomsten uit de portefeuille die reeds verworven waren op het einde van de verslagperiode maar nog niet werden ontvangen.
TINC hanteert de volgende hiërarchie bij het bepalen en vermelden van de reële marktwaarde van financiële instrumenten, per gebruikte waarderingsmethode.
| 31 december 2024 (geauditeerd) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | ||
| Investeringsportefeuille | - | - | 512.070.034 | 512.070.034 | |
| 31 december 2023 (geauditeerd) | |||||
| Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | ||
| Investeringsportefeuille | - | - | 468.356.669 | 468.356.669 |
Alle participaties van TINC worden geclassificeerd als activa van niveau 3 in de hiërarchie van de reële waarde. Alle participaties, met uitzondering van SPI.R0, Hortus Conclusus en Yally worden gewaardeerd volgens een verdisconteerd cashflow model, waarbij de verwachte toekomstige kasstromen van de participaties die ten goede komen aan TINC, verdisconteerd worden aan een marktconforme verdisconteringsvoet. Deze waarderingstechniek werd consistent gebruikt voor alle investeringen. Voor SPI.R0 en Hortus Conclusus wordt de transactieprijs beschouwd als de reële waarde.
De reële waarde van de participatie van TINC in Yally is bepaald aan de hand van de waarde van de vastgoed-portefeuille van Yally enerzijds, en de netto som van de overige balansposten op de actief- en passiefzijde van de geconsolideerde groep anderzijds, daarbij rekening houdend met het percentage aan aandelen dat TINC in Yally aanhoudt. Voor de bepaling van de waarde van het vastgoed van Yally wordt het gemiddelde genomen van twee waarderingstechnieken.
De reële waarde van Datacenter United is op het einde van het afgelopen boekjaar gebaseerd op de transactieprijs die is vastgelegd bij de ondertekening van de gedeeltelijke verkoop van Datacenter United. Er is een aangepast businessplan opgemaakt naar aanleiding van deze transactie, met onder meer aangepaste verwachte toekomstige kasstromen naar TINC. Rekening houdend met de transactieprijzen in de verschillende overeenkomsten en met de aangepaste verwachte toekomstige kasstromen naar TINC, is er een aangepaste verdisconteringsvoet bepaald. Deze participatie blijft dan ook geclassificeerd als actief van niveau 3 in de hiërarchie van de reële waarde.
TINC definieert de volgende categorieën van investeringen:
• Publieke Infrastructuur (Eigen Vermogen + AHL), waaronder de volgende participaties: A15 Maasvlakte-Vaanplein, Brabo I, Sociale Huisvesting Ierland, Higher Education Buildings, Via R4 Gent, L'Hourgnette, Hortus Conclusus, SPI.R0, Prinses Beatrixsluis en Via A11.
De berekening van de reële waarde van de participaties van TINC is gebaseerd op:
De verwachte toekomstige kasstromen naar TINC worden berekend op basis van een specifiek en gedetailleerd financieel model per participatie. In elk financieel model worden alle verwachte toekomstige inkomsten en kosten over de gehele levensduur van de onderliggende infrastructuur weergegeven. De verwachte toekomstige kasstromen naar TINC zijn dan de netto-kasstromen uit de participaties van TINC, na de betaling van alle operationele kosten en schuldverplichtingen binnen de participaties. Schuldverplichtingen op niveau van de participaties worden typisch vastgelegd voor de ganse looptijd van de onderliggende infrastructuur, zonder herfinancieringsrisico. De interest op de schuldverplichtingen wordt, via indekking, typisch vastgelegd voor de ganse looptijd van
de financiering, om te vermijden dat toekomstige kasstromen voor TINC aangetast zouden worden door stijgende rentevoeten.
Over de afgelopen periode heeft TINC € 44.820.150 aan kasstromen ontvangen in de vorm van dividenden, interesten, vergoedingen, gerealiseerde meerwaarden, terugbetalingen en desinvesteringen van kapitaal en leningen. Deze kasstromen onderbouwen mee het uitkeringsbeleid van TINC.
De verwachte toekomstige inkomsten en kosten van elke participatie zijn gebaseerd op het specifieke verdienmodel van de betreffende participatie.
Het verdienmodel van participaties in Publieke Infrastructuur is gebruikelijk gebaseerd op een DBFM-overeenkomst tussen een aanbestedende overheid en de projectvennootschap waarin verschillende private partners (bouwbedrijven, financiers en investeerders) hun krachten bundelen. 'DBFM' staat voor 'Design, Build, Finance and Maintain' (ontwerpen, bouwen, financieren en onderhouden) en vat de verantwoordelijkheden van de private partners in de projectvennootschap samen. Onder de DBFM-overeenkomst betaalt de aanbestedende overheid periodiek een beschikbaarheidsvergoeding aan de projectvennootschap gedurende de gehele levensduur van het project, mits de infrastructuur daadwerkelijk beschikbaar is volgens de bepalingen van de overeenkomst.
Bij onbeschikbaarheid van de infrastructuur past de aanbestedende overheid boetepunten of kortingen toe op de vergoeding, die contractueel worden doorgerekend aan de betrokken onderaannemers of operationele partners die verantwoordelijk zijn voor de langlopende onderhoudsverplichtingen. Participaties in Publieke Infrastructuur hebben een maximale levensduur van 20 tot 35 jaar, overeenkomend met de looptijd van de DBFM-overeenkomst. Na afloop van de projectduur wordt de infrastructuur kosteloos overgedragen aan de aanbestedende overheid of publieke partner.
De geprojecteerde aanzienlijke stijging van kasstromen voor de aandeelhouder aan het einde van de levensduur (zoals weergegeven in de bijgevoegde grafiek) is het resultaat van de verplichting van de projectvennootschap om met de beschikbare kasmiddelen eerst de schuldfinanciering af te bouwen alvorens belangrijke uitkeringen voor de aandeelhouder mogelijk zijn.
Het verdienmodel van de participaties in Energie Infrastructuur is voornamelijk gebaseerd op de verkoop van hernieuwbare stroom die wordt geproduceerd door windparken op land op of zee en zonneparken.
De economische levensduur van deze participaties is afhankelijk van de gebruikte technologie en de grond- of landrechten waarover de projectvennootschap beschikt om haar infrastructuur te bouwen en uit te baten. Na het verstrijken van deze rechten moet de infrastructuur worden verwijderd of overgedragen aan de eigenaar van de grond (of in voorkomend geval de dakeigenaar). Alhoewel in de praktijk een verlenging van deze rechten kan worden onderhandeld, hanteert TINC voor participaties in Energie Infrastructuur doorgaans een levensduur van 20 tot 25 jaar. Tijdens deze duur wordt de beschikbaarheid van de installaties gegarandeerd door beschikbaarheidsgaranties van leveranciers en fabrikanten.
De inkomsten van de projectvennootschappen worden bepaald door de hoeveelheid geproduceerde stroom en de ontvangen prijs per eenheid elektriciteit. De stroomproductie hangt af van de hoeveelheid wind en zon, en de beschikbaarheid van de installatie. De inkomsten per eenheid stroomproductie is een combinatie van de marktstroomprijs en eventuele inkomsten uit steunmaatregelen. De markstroomprijs is de prijs die geldt op het moment van productie. Daar de productie onzeker is omwille van de afhankelijkheid van wind en zon, wordt gebruikelijk een korting toegepast op de effectief ontvangen stroomprijs om de kost te dekken om het stroomnetwerk in balans te houden.
Inkomsten uit steunmaatregelen hangen af van diverse overheidsmechanismen en variëren per land en per technologie. Het steunbedrag is meestal variabel in de tijd en is hoger bij een lagere marktprijs en lager bij een hogere marktprijs. Dit steunbedrag wordt zodanig vastgesteld dat het totale bedrag (marktprijs en steun samen) per eenheid stroomproductie gedurende de looptijd van de steunmaatregelen onder normale marktomstandigheden ongeveer gelijk blijft. Steunmaatregelen hebben doorgaans een looptijd van 10, 15, of 20 jaar, afhankelijk van het land of de regio en het moment van realisatie van de installatie, terwijl de effectieve levensduur van een wind- of zonnepark langer is. Na afloop van de steunmaatregelen ontvangt de projectvennootschap de marktstroomprijs voor de geproduceerde stroom. Het risico op prijsschommelingen van stroomprijzen na de subsidieperiode wordt niet ingedekt.
De participaties in Energie Infrastructuur maken gebruik van schuldfinanciering die volledig wordt terugbetaald binnen de periode van de toepasselijke steunmaatregelen.
De verdienmodellen binnen het segment Digitale Infrastructuur verschillen per participatie zoals hieronder individueel toegelicht.
Datacenter United (DCU) biedt hoogwaardige colocatie datacenterdiensten aan in België, met negen eigen datacenters verspreid over Vlaanderen en Brussel. DCU verhuurt beveiligde serverracks waar klanten hun servers kunnen plaatsen. De infrastructuur garandeert hoge beschikbaarheid, goede connectiviteit via glasvezelnetwerken en energievoorziening. De inkomsten van DCU komen voort uit vergoedingen betaald door een gediversifieerde klantenbasis voor het gebruik van serverruimte.
Glasdraad is de eigenaar en uitbater van glasvezelnetwerken in voornamelijk landelijke gebieden in Nederland. Deze netwerken bieden FTTH-aansluitingen aan bij residentiële en professionele klanten. Deze netwerken zijn toegankelijk
voor meerdere internetserviceproviders die hun diensten aanbieden aan eindgebruikers. Glasdraad ontvangt vergoedingen van zowel deze providers als van de eindgebruikers. Het bedrijf groeit door nieuwe netwerken te ontwikkelen, gebaseerd op de vraag van bewoners, in samenwerking met KPN, dat via Glaspoort sinds 2023 mede-eigenaar is.
NGE Fibre is de eigenaar en uitbater van enkele operationele glasvezelnetwerkconcessies in de regio Grand Est in Frankrijk. De netwerken worden uitgebaat als open netwerken, met inkomsten voornamelijk afkomstig van de lange termijn huur of lease van het netwerk aan verschillende netwerkoperatoren die hun netwerkcapaciteit willen uitbreiden.
De verdienmodellen binnen het segment Sociale Infrastructuur verschillen per participatie zoals hieronder individueel toegelicht.
Yally koopt, renoveert en verhuurt woningen in Vlaamse steden aan particulieren. Yally streeft naar energiezuinige en toekomstbestendige woningen, en wil de woonlasten verlagen via slimme technieken en digitalisering. De inkomsten komen voort uit geïndexeerde huuropbrengsten.
Obelisc is de eigenaar en uitbater van een geavanceerd bedrijvencentrum, strategisch gelegen in het hart van België's grootste biotechcluster in Gent. Het centrum biedt 7.500 m² volledig modulaire laboratorium- en kantoorruimtes aan, beschikbaar voor zowel middellange als lange termijn verhuur. Deze faciliteiten zijn ideaal voor biotech- en farmaceutische bedrijven, waaronder gerenommeerde ondernemingen zoals Johnson & Johnson. De inkomsten komen voort uit geïndexeerde huuropbrengsten.
De Haan Vakantiehuizen bezit 347 vakantiehuisjes aan de Belgische kust in De Haan, gelegen op een domein van 333 hectare met onder andere een groot tropisch waterpark en diverse vrijetijdsactiviteiten. Dit domein wordt beheerd, onderhouden en geëxploiteerd door Pierre & Vacances onder het label Center
Parks. De Haan Vakantiehuizen ontvangt hiervoor geïndexeerde huurinkomsten op basis van een langlopende overeenkomst.
Parkeergarage Eemplein is een ondergrondse parkeergarage in Amersfoort, Nederland, met 625 parkeerplaatsen. Het bovengelegen Eemplein heeft diverse winkels, kantoren en een bioscoop. In de omgeving bevinden zich meerdere woonappartementen. De inkomsten van de parkeergarage zijn afkomstig uit kort parkeren, parkeerkaarten aangeboden door commerciële partijen aan hun klanten, en abonnementen voor bewoners en bedrijven.
Réseau Abilis is een netwerk van gespecialiseerde zorgresidenties in België (Wallonië en Brussel), Frankrijk en Nederland, dat zorg biedt aan ongeveer 1.100 personen met een mentale beperking. Ongeveer 800 voltijdse medewerkers zijn verantwoordelijk voor de levenslange woonzorg van de bewoners, die verblijven in residenties variërend van eenpersoonsappartementen tot grotere wooneenheden, en dit afhankelijk van hun mate van autonomie. De inkomsten van Réseau Abilis bestaan uit vergoedingen die worden gefinancierd door overheidsinstanties, en dan voornamelijk Franse overheden, aangezien het merendeel van de residenten uit Frankrijk afkomstig is. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald in functie van de specifieke noden van elke resident. TINC is volledig eigenaar van de zorginfrastructuur van het netwerk en bezit daarnaast een minderheidsbelang in de zorguitbater. De inkomsten die voortkomen uit de zorginfrastructuur zijn geïndexeerde huurinkomsten op basis van een huurovereenkomst op lange termijn met de zorguitbater.
Garagepark beheert in Nederland parken die innovatieve en goed beveiligde ruimte aanbieden voor opslag- en werkruimte aan particulieren en ondernemers. Garagepark ontwikkelt en realiseert deze parken zelf en blijft dat doen. TINC investeert in de portefeuille aan parken die Garagepark ontwikkelt en beheert. De inkomsten van deze parken bestaan uit geïndexeerde huurgelden betaald door de gebruikers van de opslagruimtes.
Azulatis is een Belgisch bedrijf dat zich richt op het ontwerp, de bouw, de financiering, het beheer en de exploitatie van op maat gemaakte installaties voor de levering van geconditioneerd water aan diverse industriële bedrijven. Dit businessmodel valt onder het Water-As-A-Service (WaaS) model. Azulatis bezit ongeveer 50 bestaande installaties bij verschillende industriële bedrijven waarmee het lange termijn overeenkomsten heeft voor de levering van geconditioneerd water. De inkomsten van Azulatis komen voort uit vergoedingen betaald door haar industriële klanten op basis van lange-termijn overeenkomsten.
De verwachte kasstromen binnen elk van de participaties in de vier segmenten zijn gebaseerd op langetermijncontracten, een gereguleerde omgeving en/of een strategische positie, wat eigen is aan infrastructuur.
Bij het bepalen van de geschatte toekomstige kasstromen in functie van de waardering van de participaties worden onder andere volgende assumpties gebruikt:
Inflatie is een significante input voor bijna alle participaties met een belangrijke schattingsonzekerheid. Daarom wordt verder in deze toelichting de sensitiviteit van deze parameter op de reële waarde van de portefeuille weergegeven.
Zoals hierboven aangegeven bij de beschrijving van het verdienmodel van de participaties in Energie Infrastructuur, zijn de hoeveelheid stroomproductie enerzijds en het bedrag dat wordt ontvangen per eenheid van stroomproductie anderzijds significante inputs voor de waardebepaling van deze participaties met een belangrijke schattingsonzekerheid. Verder in deze note wordt de sensitiviteit van deze parameters op de reële waarde van de portefeuille weergegeven.
aangevende adviseurs. De grafiek hieronder geeft de verwachte gemiddelde stroomprijs vòòr inflatie en na profiel en onbalans risico weer die de energie participaties netto verwachten te ontvangen per MWh geproduceerd, en houdt geen rekening met enig subsidiebedrag (zie hierna). Het profiel risico ontstaat door de fluctuerende aard van hernieuwbare energie waarin periodes van hoge productie een daling van de energieprijs kunnen betekenen. De onbalans discount reflecteert het feit dat de stroomproductie uit zon en wind niet nauwkeuring voorspelbaar is. Deze afslag is een vergoeding voor de koper van de stroom voor zijn verantwoordelijkheid om het elektriciteitsnetwerk op elk ogenblik in 'balans' of in evenwicht te houden. Beide discounts zijn een afslag op de stroomprijs die de kopers van de geproduceerde stroom in mindering brengen.

de participaties van TINC ontvangen een verwachte gewogen gemiddelde prijs van € 322, gewogen naar de capaciteit van de installaties.
onshore windpark in portefeuille bedraagt momenteel ca. € 93 per MWh en wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de consumptieprijsindex in Ierland. De geproduceerde elektriciteit wordt verkocht in de markt. Indien de verkoopprijs in de markt lager ligt dan de REFIT-prijs, betaalt de overheid aan de producent het verschil tussen de verkoopprijs en de REFITprijs. Zo wordt aan de producent gegarandeerd dat deze de vooropgestelde prijs ontvangt. Als de prijs in de markt hoger ligt dan de REFIT-prijs, wordt enkel de marktprijs ontvangen.
De verdienmodellen van de participaties in elk van deze segmenten zijn onderling verschillend, waardoor er geen bijkomende significante inputs zijn, andere dan inflatie en verdisconteringsvoet (zie verder), die in functie van de waardebepaling van elk van deze participaties dezelfde zijn over verschillende participaties heen, en die dus een schattingsonzekerheid met zich meebrengen.
De grafieken hieronder geven een indicatief overzicht van de som van de kasstromen die TINC verwacht te ontvangen van de participaties in segmenten Publieke Infrastructuur en Energie Infrastructuur, en dit over de verwachte eindige levensduur van de infrastructuur, berekend op 31 december 2024 en 31 december 2023. Deze grafieken houden geen rekening met participaties aan transactiewaarde zoals SPI.R0 en Hortus Conclusus, de achtergestelde lening aan Storm Group, en gecontracteerde buitenbalans investeringstoezeggingen ten aanzien van zowel bestaande participaties als gecontracteerde nieuwe participaties, noch met enig andere mogelijke nieuwe bijkomende investering.
De reële waarde van de investeringsportefeuille wordt bepaald door toepassing van een specifieke verdisconteringsvoet op de toekomstige kasstromen van elke individuele participatie. De gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet bedraagt 8,40% voor het afgelopen boekjaar, tegenover 8,10% op het einde van het vorige boekjaar. Deze stijging is het gevolg van wijzigingen in de samenstelling van de investeringsportefeuille, en de toepassing van een meer granulaire benadering in de segmenten Publieke Infrastructuur en Energie Infrastructuur. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de toegenomen volatiliteit van stroomprijzen voor energie participaties, en het afgenomen risico van een mogelijke subsidieknip voor de Vlaamse zonneparken.
De tabel hieronder bevat een overzicht van de gewogen gemiddelde verdisconteringsvoeten die van toepassing zijn op de vier segmenten en dit op datum van 31 december 2024, en in vergelijking met de cijfers op 31 december 2023. De minimum verdisconteringsvoet die toegepast wordt in onze portefeuille is 7,00% en de maximum verdisconteringsvoet die toegepast wordt op onze portefeuille is 10,35%.
| Boekjaar eindigend op: | 31 december 2024 (geauditeerd) |
31 december 2023 (geauditeerd) |
|---|---|---|
| Publieke Infrastructuur | 7,70% | 7,00% |
| Energie Infrastructuur | 8,18% | 8,90% |
| Digitale Infrastructuur | 9,27% | 8,91% |
| Sociale Infrastructuur | 8,53% | 8,18% |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 8,40% | 8,10% |
Aangezien verdisconteringsvoeten belangrijke inputs zijn voor het bepalen van de reële waarde van de participaties en gepaard gaan met inschattingen, wordt verder in deze toelichting de sensitiviteit van deze input op de reële waarde van de portefeuille weergegeven.


De onderstaande tabellen tonen de reële waarde (FV) van de portefeuille ingedeeld volgens soort infrastructuur op 31 december 2024 en 31 december 2023.
| Reële waarde op 31 december 2024 (geauditeerd) (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Investeringen in Eigen Vermogen (*) | 140.827.743 | 107.109.709 | 133.201.669 | 116.226.710 | 497.365.831 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,70% | 8,28% | 9,27% | 8,53% | 8,43% |
| Investeringen in Leningen | - | 14.704.202 | - | - | 14.704.202 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | - | 7,44% | - | - | 7,44% |
| Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst en verliesrekening |
140.827.743 | 121.813.911 | 133.201.670 | 116.226.710 | 512.070.034 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,70% | 8,18% | 9,27% | 8,53% | 8,40% |
| * Inclusief aandeelhoudersleningen voor een nominaal uitstaand bedrag van: |
59.925.535 | 13.806.702 | 660.000 | 6.014.300 | 80.406.537 |
| Nominaal uitstaand bedrag Leningen: | - | 14.202.119 | - | - | - |
| Reële waarde op 31 december 2023 (geauditeerd) (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Investeringen in Eigen Vermogen (*) | 154.493.544 | 118.252.556 | 98.415.427 | 91.092.577 | 462.254.105 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,00% | 8,94% | 8,91% | 8,18% | 8,10% |
| Investeringen in Leningen | - | 6.102.564 | - | - | 6.102.564 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | - | 6,77% | - | - | 6,77% |
| Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening |
154.493.544 | 124.355.121 | 98.415.427 | 91.092.577 | 468.356.669 |
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 7,00% | 8,90% | 8,91% | 8,18% | 8,10% |
| * Inclusief aandeelhoudersleningen voor een nominaal uitstaand bedrag van: |
67.202.718 | 10.493.135 | 24.748.000 | 6.319.750 | 108.763.602 |
| Nominaal uitstaand bedrag Leningen: | - | 6.023.954 | - | - | - |
De onderstaande tabellen geven de evolutie weer van de reële waarde van de portefeuille over de afgelopen verslagperiodes per soort infrastructuur en per investeringsinstrument:
| Evolutie reële waarde op 31 december 2024 (geauditeerd) (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Investeringen in Eigen Vermogen | |||||
| Beginsaldo 31 december 2023 | 154.493.544 | 118.252.631 | 98.415.427 | 91.092.577 | 462.254.179 |
| + Investeringen | 61.500 | - | 9.947.353 | 15.276.408 | 25.285.261 |
| + Investeringen in Eigen vermogen | 61.500 | - | 9.947.353 | 15.276.408 | 25.285.261 |
| + Investeringen in Aandeelhoudersleningen | - | - | - | - | - |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen | (6.274.215) | (1.761.715) | (1.521.931) | (233.268) | (9.791.129) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Eigen vermogen | (794.460) | (1.123.318) | (1.521.931) | - | (3.439.710) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Aandeelhoudersleningen | (5.479.755) | (638.397) | - | (233.268) | (6.351.420) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | (5.655.658) | (12.831.012) | 26.448.819 | 10.163.175 | 18.125.325 |
| + Niet-gerealiseerde opbrengsten | 1.114.631 | 1.348.506 | 26.448.819 | 10.163.175 | 39.075.132 |
| - Niet-gerealiseerde kosten | (6.770.289) | (14.179.518) | - | - | (20.949.807) |
| +/- Overige | (1.797.428) | 3.449.881 | (88.000) | (72.182) | 1.492.271 |
| Eindsaldo 31 december 2024 | 140.827.743 | 107.109.785 | 133.201.669 | 116.226.710 | 497.365.907 |
| Investeringen in Leningen | |||||
| Beginsaldo 31 december 2023 | - | 6.102.490 | - | - | 6.102.490 |
| + Investeringen | - | 12.500.000 | - | - | 12.500.000 |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen | - | (4.130.787) | - | - | (4.130.787) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | - | (78.611) | - | - | (78.611) |
| + Niet-gerealiseerde opbrengsten | - | - | - | - | - |
| - Niet-gerealiseerde kosten | - | (78.611) | - | - | (78.611) |
| +/- Overige | - | 311.035 | - | - | 311.035 |
| Eindsaldo 31 december 2024 | - | 14.704.128 | - | - | 14.704.128 |
| Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| Portefeuille | |||||
| Beginsaldo 31 december 2023 | 154.493.544 | 124.355.120 | 98.415.427 | 91.092.577 | 468.356.669 |
| + Investeringen | 61.500 | 12.500.000 | 9.947.353 | 15.276.408 | 37.785.261 |
| + Investeringen in Eigen vermogen | 61.500 | - | 9.947.353 | 15.276.408 | 25.285.261 |
| + Investeringen in Aandeelhoudersleningen | - | - | - | - | - |
| + Investeringen in Leningen | - | 12.500.000 | - | - | 12.500.000 |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen | (6.274.215) | (5.892.502) | (1.521.931) | (233.268) | (13.921.916) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Eigen vermogen | (794.460) | (1.123.318) | (1.521.931) | - | (3.439.710) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Aandeelhoudersleningen | (5.479.755) | (638.397) | - | (233.268) | (6.351.420) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Leningen | - | (4.130.787) | - | - | (4.130.787) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | (5.655.658) | (12.909.623) | 26.448.819 | 10.163.175 | 18.046.714 |
| + Niet-gerealiseerde opbrengsten | 1.114.631 | 1.348.506 | 26.448.819 | 10.163.175 | 39.075.132 |
| - Niet-gerealiseerde kosten | (6.770.289) | (14.258.129) | - | - | (21.028.418) |
| +/- Overige | (1.797.428) | 3.760.916 | (88.000) | (72.182) | 1.803.306 |
| Eindsaldo 31 december 2024 | 140.827.743 | 121.813.911 | 133.201.669 | 116.226.710 | 512.070.034 |
De reële waarde van de portefeuille is toegenomen met € 43.713.365 tot € 512.070.034 op 31 december 2024, een stijging van 9,33% ten opzichte van 31 december 2023. Deze stijging is het resultaat van investeringen voor een bedrag van € 37.785.261 enerzijds en terugbetalingen voor een bedrag van € 13.921.916 anderzijds.
De netto niet-gerealiseerde toename van de reële waarde van € 18.046.714 over de afgelopen periode bestaat uit € 39.075.133 niet-gerealiseerde opbrengsten en € 21.028.418 niet-gerealiseerde kosten. Het resterende bedrag van € 1.803.306 betreft een toename van het uitstaande bedrag aan inkomsten uit de portefeuille die reeds verworven waren op het einde van de verslagperiode maar nog niet werden ontvangen.
| Evolutie reële waarde op 31 december 2023 (geauditeerd) (€) |
Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Investeringen in Eigen Vermogen | |||||
| Beginsaldo 30 juni 2022 | 133.043.372 | 109.668.450 | 86.580.631 | 78.696.298 | 407.988.752 |
| + Investeringen | 22.300.799 | 25.827.574 | 36.623.415 | 32.691.822 | 117.443.610 |
| + Investeringen in Eigen vermogen | 22.300.799 | 25.827.573 | 36.623.415 | 28.458.555 | 113.210.342 |
| + Investeringen in Aandeelhoudersleningen | - | - | - | 4.233.268 | 4.233.268 |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen | (2.651.090) | (15.007.709) | (34.633.899) | (15.902.646) | (68.195.344) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Eigen vermogen | (768.793) | (867.480) | (34.633.899) | (15.902.646) | (52.172.818) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Aandeelhoudersleningen | (1.882.297) | (14.140.229) | - | - | (16.022.526) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | 90.665 | (1.900.410) | 9.436.029 | (4.209.414) | 3.416.870 |
| + Niet-gerealiseerde opbrengsten | 5.816.278 | 6.293.655 | 9.436.029 | 2.579.626 | 24.125.589 |
| - Niet-gerealiseerde kosten | (5.725.613) | (8.194.065) | - | (6.789.040) | (20.708.718) |
| +/- Overige | 1.709.798 | (335.275) | 409.250 | (183.460) | 1.600.313 |
| Eindsaldo 31 december 2023 | 154.493.544 | 118.252.631 | 98.415.427 | 91.092.577 | 462.254.179 |
| Investeringen in Leningen | |||||
| Beginsaldo 30 juni 2022 | - | 7.447.851 | - | - | 7.447.851 |
| + Investeringen | - | - | - | - | - |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen | - | (1.283.008) | - | - | (1.283.008) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | - | (19.653) | - | - | (19.653) |
| + Niet-gerealiseerde opbrengsten | - | - | - | - | - |
| - Niet-gerealiseerde kosten | - | (19.653) | - | - | (19.653) |
| +/- Overige | - | (42.700) | - | - | (42.700) |
| Eindsaldo 31 december 2023 | - | 6.102.490 | - | - | 6.102.490 |
| Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| Portefeuille | |||||
| Beginsaldo 30 juni 2022 | 133.043.372 | 117.116.301 | 86.580.631 | 78.696.298 | 415.436.602 |
| + Investeringen | 22.300.799 | 25.827.574 | 36.623.415 | 32.691.822 | 117.443.610 |
| + Investeringen in Eigen vermogen | 22.300.799 | 25.827.573 | 36.623.415 | 28.458.555 | 113.210.342 |
| + Investeringen in Aandeelhoudersleningen | - | - | - | 4.233.268 | 4.233.268 |
| + Investeringen in Leningen | - | - | - | - | - |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen | (2.651.090) | (16.290.717) | (34.633.899) | (15.902.646) | (69.478.352) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Eigen vermogen | (768.793) | (867.480) | (34.633.899) | (15.902.646) | (52.172.818) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Aandeelhoudersleningen | (1.882.297) | (14.140.229) | - | - | (16.022.526) |
| - Terugbetalingen en desinvesteringen van Leningen | - | (1.283.008) | - | - | (1.283.008) |
| +/- Niet-gerealiseerde waardeschommelingen | 90.665 | (1.920.063) | 9.436.029 | (4.209.436) | 3.397.196 |
| + Niet-gerealiseerde opbrengsten | 5.816.278 | 6.293.655 | 9.436.029 | 2.579.626 | 24.125.589 |
| - Niet-gerealiseerde kosten | (5.725.613) | (8.213.717) | - | (6.789.040) | (20.728.371) |
| +/- Overige | 1.709.798 | (377.975) | 409.250 | (183.460) | 1.557.613 |
| Eindsaldo 31 december 2023 | 154.493.544 | 124.355.120 | 98.415.427 | 91.092.577 | 468.356.669 |

De vijf grootste participaties binnen de portefeuille van TINC zijn: GlasDraad, Via A11, Réseau Abilis, Datacenter United en Kroningswind. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze investeringen een nominale waarde van 248.175.055 euro, wat 48% van de totale reële waarde van de portefeuille per 31 december 2024 uitmaakt, zoals hierboven weergegeven.
De tien grootste participaties binnen de portefeuille van TINC zijn: GlasDraad, Via A11, Réseau Abilis, Datacenter United, Kroningswind, Brabo 1, Yally, NGE Fibre, A15 Maasvlakte-Vaanplein en Solar Finance. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze investeringen een nominale waarde van 364.350.308 euro, wat 71% van de totale reële waarde van de portefeuille per 31 december 2024 uitmaakt, zoals hierboven weergegeven.
Op 31 december 2024 vertegenwoordigt de participatie GlasDraad meer dan 10% van de reële waarde van de portefeuille.
De volgende grafiek toont de sensitiviteit van de reële waarde van de portefeuille voor veranderingen in de energieprijzen, energieproductie, inflatie en verdisconteringsvoet. Deze analyse geeft een beeld van de sensitiviteit van de reële waarde voor een bepaald criterium, terwijl alle andere variabelen gelijk blijven. Deze sensitiviteiten worden immers verondersteld onafhankelijk te zijn van elkaar. Gecombineerde sensitiviteiten worden hier niet weergegeven.

| Sensitiviteiten FV 31 december 2023 | Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
Totaal | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verdisconteringsvoet | ||||||||||
| Verdisconteringsvoet: -0,5% | ▲ | 7.943.875 | ▲ | 3.595.925 | ▲ | 7.475.302 | ▲ | 3.987.990 | ▲ | 23.003.092 |
| Verdisconteringsvoet: +0,5% | ▼ | 7.356.859 | ▼ | 3.370.817 | ▼ | 6.989.902 | ▼ | 3.681.316 | ▼ | 21.398.894 |
| Inflatie | ||||||||||
| Inflatie: -0,5% | ▼ | 2.627.317 | ▼ | 2.151.526 | ▼ | 1.145.431 | ▼ | 3.061.923 | ▼ | 8.986.196 |
| Inflatie: +0,5% | ▲ | 2.588.899 | ▲ | 2.426.296 | ▲ | 2.189.528 | ▲ | 3.155.464 | ▲ | 10.360.187 |
| Energieprijzen | ||||||||||
| Energieprijzen: -10% | - | ▼ | 9.323.441 | - | - | ▼ | 9.323.441 | |||
| Energieprijzen: +10% | - | ▲ | 12.125.321 | - | - | ▲ | 12.125.321 | |||
| Energieproductie | ||||||||||
| Energieproductie: P90 | - | ▼ | 24.606.676 | - | - | ▼ | 24.606.676 | |||
| Energieproductie: P10 | - | ▲ | 25.832.968 | - | - | ▲ | 25.832.968 |
Positief ▲ Negatief ▼
Indien gedurende de volledige levensduur van de energieparticipaties de stroomproductie overeenkomt met een P90 scenario op de probabiliteitsschaal, dan daalt de reële waarde van de energieparticipaties met € 24.606.676. Indien gedurende de volledige levensduur de stroomproductie overeenkomt met een P10 scenario op de probabiliteitsschaal, stijgt de reële waarde van de energieparticipaties met € 25.832.968.
Indien gedurende de volledige levensduur van de energieparticipaties de stroomprijs 10% lager is dan de huidige geprojecteerde stroomprijzen, dan daalt de reële waarde van de energieparticipaties met € 9.323.441. Indien gedurende de volledige levensduur van de energieparticipaties de stroomprijs 10% hoger is dan de huidige geprojecteerde stroomprijs, stijgt de reële waarde van de
energieparticipaties met € 12.125.321. Merk op dat deze berekeningen rekening houden met eventuele wijzigingen van inkomsten uit steunmaatregelen in functie van wijzigende stroomprijzen (hogere steunbedragen bij lage stroomprijzen en lagere steunbedragen bij hoge stroomprijzen).
Indien gedurende de volledige levensduur van elk van de participaties de inflatie 0,5% hoger is dan de veronderstelde inflatie van 2%, dan stijgt de reële waarde van de portefeuille met € 10.360.187. Bij een inflatie die 0,5% lager is dan de veronderstelde inflatie van 2%, en dit gedurende de volledige levensduur van elk van de participaties, dan daalt de reële waarde van de portefeuille met € 8.986.196.
Indien voor de berekening van de reële waarde van de participaties, telkens een verdisconteringsvoet wordt gehanteerd die 0,5% hoger is dan in de basisassumptie, dan daalt de reële waarde van de portefeuille met € 21.398.894. Bij het hanteren van een verdisconteringsvoet die 0,5% lager is, stijgt de reële waarde van de portefeuille met € 23.003.092.
| Looptijd | <1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 2.677.007 | 19.917.503 | 72.014.146 | 94.608.656 | |
| Toegepaste rentevoet | Variabele Rente | Vaste rente | Totaal | |
| - | 94.608.656 | 94.608.656 | ||
| Gewogen Gem rentevoet | 8,53% |
| Looptijd | <1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| 8.673.512 | 20.092.038 | 86.100.617 | 114.866.167 | |
| Toegepaste rentevoet | Variabele Rente | Vaste rente | Totaal | |
| - | 114.866.167 | 114.866.167 | ||
| Gewogen Gem rentevoet | 8,51% |
Alle achtergestelde leningen die uitstaan op 31 december 2024 zijn aan vaste rente. Ze bestaan zowel uit aandeelhoudersleningen als uit gewone leningen waarbij TINC niet deelneemt in het aandeelhouderschap. Per 31 december 2024 bedraagt de post achtergestelde leningen 94.608.656 euro. Het verschil met 31 december 2023 is het gevolg van de volledige terugbetaling van de achtergestelde lening van Northwind en het overdragen van het geïnvesteerde bedrag in de participatie NGE Fibre van een achtergestelde lening naar eigen vermogen.
De interestbetalingen en terugbetalingen in hoofdsom van achtergestelde leningen zijn meestal onderhevig aan voorwaarden opgelegd door de senior schuldfinanciers. De interestbetalingen op achtergestelde leningen vinden periodiek plaats. Indien de interest niet kan betaald worden, wordt deze gekapitaliseerd en aldus bijgeteld bij de hoofdsom. Terugbetalingen van aandeelhoudersleningen zijn typisch flexibel. Er is wel de verplichting om, indien van toepassing, de aandeelhouderslening terug te betalen vóór het einde van de verwachte levensduur van de infrastructuur. Terugbetalingen van achtergestelde leningen die geen aandeelhoudersleningen zijn, gebeuren volgens een vast periodiek terugbetalingsschema. Indien dit schema niet kan gevolgd worden, dienen achterstallige terugbetalingen zo snel mogelijk te gebeuren. De overeengekomen eindvervaldag van een dergelijke lening is typisch enkele jaren vroeger dan de verwachte levensduur van de infrastructuur in de vennootschap die deze lening heeft uitgegeven.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 18.184 | 70.475 | |
| Te vorderen belasting | 1.675.862 | 1.346.762 | |
| Overige vorderingen | 89 | 141.272 | |
| TOTAAL | 2 | 1.694.134 | 1.558.508 |
De handelsvorderingen voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024 bedragen € 1.694.134. De boekwaarde van handels- en overige vorderingen tegen geamortiseerde kostprijs benadert de reële waarde vanwege hun kortlopende karakter.
| Boekjaar eindigend op: (€) |
Notes | 31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|---|
| Kortetermijnbankdeposito's | 25.982 | 6.028.308 | |
| Contant | 863.628 | 21.336.261 | |
| TOTAAL | 2,4 | 889.611 | 27.364.570 |
Banksaldi en -deposito's omvat alle thesauriemiddelen, vrij opneembaar, die in contanten of op een bankdeposito worden aangehouden. Tijdens het afgelopen boekjaar daalde de kaspositie met € 26.474.959 ten gevolge van € 23.852.999 uitgaande kasstromen ten gevolge van financieringsactiviteiten samengesteld uit de uitkering aan de aandeelhouders voor € 30.545.455, de opname van de kredietlijn van € 6.900.000 en de kosten verbonden aan de kredietlijn voor € 207.544. Daarnaast zijn er € 6.433.502 netto inkomende kasstromen ten gevolge van investeringsactiviteiten en € 9.055.462 netto uitgaande kasstromen ten gevolge van de kosten voor de exploitatie.
| Aantal | Bedrag | |||
|---|---|---|---|---|
| Uitstaand kapitaal & Reserves | 31 december 2024 | 31 december 2023 | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
| Toegestaan aantal aandelen | 36.363.637 | 36.363.637 | 113.268.771 | 135.450.590 |
| Uitgegeven en volledig volgestorte aandelen bij het begin van het boekjaar | 36.363.637 | 36.363.637 | 135.450.590 | 151.814.227 |
| Toename / afname | 0 | 0 | -22.181.819 | -16.363.637 |
| Uitgegeven en volledig volgestorte aandelen bij het einde van het boekjaar | 36.363.637 | 36.363.637 | 113.268.771 | 135.450.590 |
Op 31 december 2024 bedroeg het aantal volgestorte aandelen 36.363.637. Er vonden geen wijzigingen plaats ten opzichte van het vorige boekjaar. De afname van het uitstaand kapitaal ten belope van 22.181.819 is het gevolg van de kapitaalvermindering als onderdeel van de uitkering tijdens het afgelopen boekjaar. De aandelen hebben geen nominale waarde.
| Boekjaar eindigend op: (€) Notes |
31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|
| Rentedragende verplichtingen en leningen |
6.900.000 | 0 |
| Overige leningen | 0 | 0 |
| TOTAAL | 6.900.000 | 0 |
TINC beschikt op 31 december 2024 over € 200.000.000 aan gecontracteerde bancaire kredietlijnen waarvan op 31 december 2024 € 6.900.000 opgenomen is. Per 31 december 2024 zijn alle convenanten voldaan. De boekwaarde van de lening wordt aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs. De interest marge op de kredietlijn is 125 basispunten. Deze boekwaarde weerspiegelt de marktwaarde.
Op 31 december 2024 bedroegen de handels- en overige schulden € 1.030.165. De voornaamste post hierin bestaat uit de vergoeding aan TINC Manager voor een bedrag van € 1.040.054. De boekwaarde van handels- en overige schulden tegen geamortiseerde kostprijs benadert de reële waarde vanwege hun kortlopende karakter.
| Boekjaar eindigend op: (€) Notes |
31 december 2024 (geauditeerd) |
31 december 2023 (geauditeerd) |
|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen | 36.363.637 | 36.363.637 |
| Netto-actief waarde (NAV) | 506.422.240 | 494.595.854 |
| NAV per aandeel | 13,93 | 13,60 |
| Reële waarde portefeuille (FV) | 512.070.034 | 468.356.669 |
| FV per aandeel | 14,08 | 12,88 |
| Netto schuld | -6.010.389 | 27.364.570 |
| Netto schuld per aandeel | -0,17 | 0,75 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 119.219 |
| Uitgestelde belastingen per aandeel | 0,00 | 0,00 |
| Overige vorderingen & schulden | 362.595 | (1.252.038) |
| Overige vorderingen & schulden per aandeel |
0,01 | -0,03 |
| Nettowinst/(Verlies) | 42.491.060 | 50.899.013 |
| Winst per aandeel* | 1,17 | 1,40 |
* Gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen op het einde van de periode.
| Periode eindigend op: | 31 december 2024 (geauditeerd) |
31 december 2023 (geauditeerd) |
|---|---|---|
| 1. Verbintenissen ten aanzien van portefeuille bedrijven |
197.556.760 | 112.233.518 |
| 2. Verbintenissen voor gecontracteerde participaties |
7.395.794 | - |
| Totaal | 204.952.554 | 112.233.518 |
| 1. Cash verbintenissen Eigen Vermogen | 144.645.142 | 112.233.518 |
| 2. Cash verbintenissen Aandeelhouders Leningen |
42.807.412 | - |
| 3. Cash verbintenissen Leningen | 17.500.000 | - |
| TOTAAL | 204.952.554 | 112.233.518 |
| (€) | Totaal | Publieke Infrastructuur |
Energie Infrastructuur |
Digitale Infrastructuur |
Sociale Infrastructuur |
|---|---|---|---|---|---|
| 204.952.554 | 65.530.742 | 30.269.248 | 73.300.000 | 35.852.565 | |
| (€) | Totaal | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
| 204.952.554 | 117.421.812 | 56.703.496 | 13.803.917 | 17.023.329 |
Verbintenissen van TINC ten aanzien van nieuwe en bestaande participaties en gerelateerde financieringsverplichtingen van TINC zullen worden geïnvesteerd overeenkomstig de contractuele bepalingen.
De verbintenissen voor gecontracteerde participaties zijn in het afgelopen boekjaar met € 92.719.036 toegenomen. Deze toename is toe te schrijven aan de investeringen in het afgelopen boekjaar van € 37.785.006 in nieuwe en bestaande investeringen, nieuwe toezeggingen van € 141.273.040 in nieuwe en bestaande investeringen, en een daling van de toezegging in Zelfstroom. De uitstaande investeringstoezeggingen hebben betrekking op de volgende participaties: Higher Education Buildings, Hortus Conclusus, SPI.R0, Storm Wind België, Storm Group, Datacenter United, GlasDraad, Garagepark, Yally en Azulatis. In de bovenstaande tabellen wordt weergegeven wanneer en voor welke segmenten de investeringstoezeggingen worden gerealiseerd.
Verbintenissen voor gecontracteerde participaties omvatten investeringstoezeggingen voor de toekomstige verwerving van bijkomende participaties die reeds gecontracteerd zijn.
Op 31 december 2024 bedraagt het totale bedrag aan investeringstoezeggingen €204.952.554, samengesteld uit € 144.645.142 eigen vermogen, € 42.807.412 aandeelhoudersleningen en € 17.500.00 leningen.
TINC beschikt op 31 december 2024 over € 200.000.000 aan contractuele bancaire kredietlijnen. Op 31 december 2024 is € 6.900.000 opgenomen.
In de uitvoering van haar activiteiten als investeringsmaatschappij is TINC onderhevig aan risico's zowel op het niveau van TINC zelf als op het niveau van de participaties waarin TINC investeert.
Binnen het raamwerk uitgewerkt door de Raad van Toezicht, op voorstel van de Directieraad en op advies van het Audit Comité, is de Directieraad verantwoordelijk voor het risicobeheer, de interne controle en de naleving van wetten en regels. Risico's worden beheerd via een proces van doorlopende identificatie, inschatting, evaluatie en mitigatie. Minstens éénmaal per jaar rapporteert de Directieraad aan de Raad van Toezicht over de algemene en financiële risico's en de beheers- en controlesystemen.
De risicofactoren die hieronder worden beschreven zijn beperkt tot die risico's die TINC als wezenlijk en specifiek beschouwt voor TINC en haar participaties omdat ze een nadelig effect zouden kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten, de reputatie en de vooruitzichten van TINC en/of haar participaties, op het vermogen van TINC om haar investeringsverplichtingen te financieren en bijgevolg ook de aandelenkoers.
Hoewel een groot aantal participaties hun inkomsten zien toenemen bij een stijgend prijspeil, kan een aanhoudend inflatoire omgeving wegen op de kostenstructuur en bijgevolg op het resultaat van zowel TINC als de participaties.
TINC heeft geen participaties met infrastructuur die gelegen is in gebieden die momenteel een toestand van oorlogsverrichtingen, aanhoudend geweld of
politieke onrust kennen. Geopolitieke gebeurtenissen en spanningen kunnen niettemin een impact hebben op de stabiliteit van de financiële markten of het economisch systeem en op de beschikbaarheid van schuld- en/of kapitaalinstrumenten voor TINC ter financiering van haar investeringstoezeggingen.
Adequate opportuniteiten om waarde te creëren voor TINC door te investeren in infrastructuurbedrijven die kasstromen kunnen genereren, realiseren en uitkeren aan TINC, kunnen onvoldoende aanwezig zijn, of aanwezig zijn maar op een onvoldoende gediversifieerde manier, tegen onaantrekkelijke voorwaarden, of beperkt of verhinderd worden door macro-economische en cyclische omstandigheden, veranderende reglementeringen of politieke ontwikkelingen. De groei van TINC hangt gedeeltelijk af van haar vermogen om de toekomstige uitbreiding van haar portefeuille van participaties te beheren en om aantrekkelijke investeringsopportuniteiten op gepaste wijze te identificeren, te selecteren en uit te voeren in overeenstemming met de strategie van TINC.
De beschikbaarheid van toekomstige investeringsopportuniteiten hangt gedeeltelijk af van de marktomstandigheden en er kan bijgevolg geen zekerheid worden geboden dat TINC in staat zal zijn om een voldoende aantal toekomstige investeringsopportuniteiten te identificeren en uit te voeren om TINC toe te laten haar portefeuille uit te breiden.
Verdere groei van TINC en haar portefeuille zal naar verwachting ook bijkomende eisen stellen aan management, ondersteuning, boekhouding en financiële controle en andere middelen en zou een aantal gerelateerde risico's met zich meebrengen, waaronder de mogelijke verstoring van de lopende activiteiten en afleiding van het management en verhoogde operationele kosten op het niveau van TINC.
TINC heeft zich contractueel verbonden tot een aantal financiële verbintenissen met betrekking tot bestaande en toekomstige participaties. Deze omvatten enerzijds toezeggingen om bijkomend te investeren in bestaande participaties, en anderzijds toezeggingen om op een later tijdstip nieuwe participaties te verwerven.
Indien de financiële middelen van TINC ontoereikend blijken om dergelijke verbintenissen en verdere groei te financieren, zal TINC bijkomende financiering moeten aantrekken in de vorm van een uitgifte van nieuwe aandelen of schuldinstrumenten of in de vorm van een kredietfaciliteit (of een combinatie). Er is geen garantie dat dergelijke opties altijd beschikbaar zullen zijn tegen aanvaardbare voorwaarden.
Financieringsbehoeften kunnen ook worden aangepakt door de meer liquide participaties in portefeuille te verkopen. De meerderheid van de participaties die door TINC worden gehouden, omvatten echter belangen in participaties die niet openbaar of vrij verhandelbaar zijn en die vaak onderworpen zijn aan beperkingen op overdracht (bv. goedkeuring van de overdracht door andere partijen) en die daarom mogelijk moeten worden gerealiseerd tegen een waarde die lager is dan de waarde die aan dergelijke investeringen is toegekend.
TINC houdt kasreserves aan op bankrekeningen bij verschillende financiële instellingen. De systemen van de relevante financiële instellingen zouden kunnen worden beïnvloed door externe omstandigheden, waaronder storingen in de IT-systemen of cyberaanvallen. Soortgelijke risico's in verband met financiële instellingen zijn van toepassing op de participaties van TINC.
TINC neemt investeringsbeslissingen op basis van schattingen en/of prognoses van investeringskasstromen die door de participaties worden gegenereerd, met inbegrip van veronderstellingen over het bedrag en de timing van de kosten over de levensduur van de relevante participaties (die tot 35 jaar kan bedragen).
Dergelijke schattingen, projecties en prognoses kunnen, ten minste gedeeltelijk, gebaseerd zijn op grote en gedetailleerde financiële modellen, en er bestaat altijd een risico dat er fouten worden gemaakt in de veronderstellingen, berekeningen of methodologieën die in dergelijke modellen worden gebruikt, of dat de relevante hypothetische parameters afwijken van de werkelijke resultaten.
TINC is zowel als verantwoordelijke onderneming en als duurzame investeerder blootgesteld aan duurzaamheid-gerelateerde risico's. Dit geldt voornamelijk met betrekking tot haar investeringsportefeuille (zie verder). De niet-naleving van steeds strengere duurzaamheidsregelgeving door TINC zelf kan leiden tot juridische sancties, hogere operationele kosten en strikter toezicht. Verder kunnen niet-ingeloste duurzaamheidsverwachtingen van stakeholders (incl. het niet (volledig) voldoen aan standaarden en ESG-scores en duurzaamheidscriteria) het vertrouwen in TINC en haar reputatie schaden.
TINC investeert in participaties die actief zijn in sterk gereglementeerde sectoren zoals energie, publiek private samenwerking, gespecialiseerde residentiële zorg en onderzoek en ontwikkeling in de biowetenschappenindustrie. Wijzigingen in de toepasselijke wetten, reglementeringen of overheidsbeleidslijnen, met inbegrip van de momenteel toepasselijke belastingwetten, belastingregimes (zoals de toepasselijke belastingtarieven, het gebruik van overgedragen fiscale verliezen, de aftrek van rentelasten, de belasting van ontvangen dividenden en de belasting van meerwaarden op aandelen) en/of de (directe of indirecte) belastingstatus van TINC of een participatie, boekhoudpraktijken en boekhoudnormen, kunnen een (negatieve) invloed hebben op TINC of (de kasstromen gegenereerd uit) een specifieke participatie. Overheden zouden ook kunnen trachten opnieuw te onderhandelen over bestaande contracten.
TINC heeft de rechtsvorm van een naamloze vennootschap met als bestuursmodel een enige, in de statuten aangestelde Statutaire Bestuurder. Het mandaat van de Statutair Bestuurder kan, zonder haar toestemming, enkel worden beëindigd door (i) de algemene vergadering van aandeelhouders in overeenstemming met de vereisten voor het wijzigen van de statuten om gegronde redenen, of (ii) een gerechtelijk bevel op een verzoek om gegronde redenen door een bijzondere lasthebber die is aangesteld door aandeelhouders die stemgerechtigde aandelen houden die ten minste 3% van het aandelenkapitaal van TINC vertegenwoordigen. Het bovenvermelde bestuursmodel laat de Statutaire Bestuurder toe om een controlerende invloed uit te oefenen op de besluitvorming. Bijgevolg zal de invloed van andere houders van aandelen in TINC beperkt zijn.
TINC is voor haar investeringsactiviteiten en het beheer van haar investeringsportefeuille grotendeels afhankelijk van TDP NV, aan wie de verantwoordelijkheid voor het leveren van investerings- en administratieve diensten is toevertrouwd. Het wegvallen van TDP of belangrijke wijzigingen in het management of team van medewerkers kunnen een (tijdelijke) negatieve impact hebben.
Er bestaan geen regelingen met de belangrijkste aandeelhouders van TINC met betrekking tot aangeboden investeringsopportuniteiten, bijgevolg is het mogelijk dat de belangrijkste aandeelhouders zelf dergelijke investeringsopportuniteiten nastreven. Niettegenstaande het voorgaande werden bepaalde principes met betrekking tot de toewijzing van investeringsopportuniteiten overeengekomen in een partnerschapsovereenkomst tussen TINC en TDP NV (zoals elders beschreven in het Jaarverslag 2024).
Voor het beheer van haar IT-systemen (hardware, software, netwerk, opslagsystemen) is TINC afhankelijk van derde partijen. Menselijke fouten, natuurrampen of storingen in de IT-systemen kunnen de vertrouwelijkheid, beschikbaarheid en integriteit van gegevens in het gedrang brengen.
Bovendien zou TINC het slachtoffer kunnen zijn van cyber-aanvallen op de integriteit van de systemen en data (computervirussen, malware, phishing) waardoor de IT-systemen niet (behoorlijk) functioneren, gegevens niet beschikbaar zijn en/of onbevoegden toegang hebben tot de gegevens.
Soortgelijke IT-gerelateerde risico's zijn van toepassing op de participaties van TINC.
Als beursgenoteerd bedrijf op Euronext Brussel is TINC onderworpen aan regelgeving met betrekking tot informatievereisten, transparantierapportage, overnamebiedingen, corporate governance en handel met voorkennis. De (niet-)naleving van deze regelgeving kan leiden tot juridische sancties, hogere operationele kosten en strikter toezicht wat een impact kan op de beurskoers. Daarnaast kan volatiliteit van de financiële markten een impact hebben op de waarde van de aandelen van TINC. Hoewel TINC ernaar streeft om systematisch aandeelhouderswaarde op lange termijn te creëren kunnen er zich op kortere termijn koersschommelingen voordoen.
TINC houdt investeringen in participaties vaak ook aan in de vorm van achtergestelde leningen (in combinatie met aandeleninvesteringen of op een standalone basis), die een lagere rangorde hebben dan de andere schulden van die participaties. In het geval van liquiditeitsproblemen bij een participatie bestaat het risico dat achtergestelde leningen niet (tijdig) worden terugbetaald, aangezien deze pas worden terugbetaald nadat aan alle andere schuldverplichtingen is voldaan.
TINC vertrouwt voor het succes van zijn investeringen in Participaties op verschillende tegenpartijen, zoals financiële en operationele partners (met inbegrip van onderaannemers, openbare rechtspersonen, klanten die een vraagrisico genereren, financiële instellingen en verzekeraars en externe
gebruikers van infrastructuur). Het kan gebeuren dat deze tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet kunnen nakomen, een kredietspecifiek risico lopen als gevolg van allerhande omstandigheden zoals wanbetaling, bijzondere waardevermindering of insolventie, of na verloop van tijd vervangen (moeten) worden. Dergelijke gebeurtenissen kunnen resulteren in onverwachte kosten, (niet-recupereerbare) toeslagen, beperkte financiële aansprakelijkheidsbedragen, verliezen of een vermindering van de verwachte inkomsten voor de participaties.
Participaties hebben vaak geld geleend van externe schuldeisers. Inbreuken op financiële verbintenissen door participaties, zouden kunnen leiden tot een opschorting van betalingen aan TINC en zouden de relevante schuldeisers bepaalde bestuurs- en afdwingingsrechten kunnen verlenen over de participaties.
Wijzigingen in de toepasselijke rentevoeten kunnen ook de kosten van schuldfinanciering voor de participaties verhogen en bijgevolg de waardering en rentabiliteit van de participaties beïnvloeden.
Bij investeringen in Publieke Infrastructuur (DBFM/PPS) zijn de tegenpartijen doorgaans publieke rechtspersonen, die kunnen genieten van (een beperkte) immuniteit van tenuitvoerlegging, waardoor hun goederen niet in beslag kunnen worden genomen, wat een impact kan hebben op de verwachte inkomsten voor de participaties.
Een belangrijk deel van de participaties is actief in een gereguleerde omgeving (bijvoorbeeld energie-infrastructuur, publiek-private samenwerkingen en zorg) en geniet van steunregelingen (bijvoorbeeld groenstroomcertificaten). Infrastructuur is verder onderworpen aan specifieke regelgeving zoals gezondheids-, veiligheids- en milieuregels, belasting- en boekhoudregels.
Zorginstellingen zoals gespecialiseerde residenties voor personen met bijzondere noden zijn onderworpen aan specifieke wettelijke kaders en risico's. De aangerekende tarieven gereguleerd waardoor wijzigingen in het sociale en uitkeringsbeleid een negatieve impact kunnen hebben.
Elke (toekomstige en/of retroactieve) wijziging, herroeping, intrekking, verscherping of striktere handhaving van de bovenvermelde reglementeringen, beleidslijnen en steunregelingen (met inbegrip van energieondersteuningssystemen) kan een impact hebben op de inkomsten of kan extra kapitaaluitgaven of bedrijfskosten met zich meebrengen (in het bijzonder aangezien bepaalde tarieven gereglementeerd zijn), en kan bijgevolg een invloed hebben op de verwachte inkomsten voor de participaties.
Bepaalde portefeuilleactiviteiten vereisen ook specifieke vergunningen en licenties. Het kan gebeuren dat vereiste vergunningen en licenties niet toegekend, niet verlengd, opgeschort of ingetrokken worden door de relevante autoriteiten.
Vergelijkbare klimaat- en duurzaamheidsgerelateerde risico's als hoger beschreven voor TINC zijn van toepassing op de participaties van TINC. Klimaatverandering en risico's op het vlak van milieu, maatschappij en bestuur, die onnauwkeurig ingeschat worden en niet gemitigeerd (kunnen) worden, kunnen een materieel risico vormen voor bepaalde portefeuillebedrijven, op het vlak van fysieke integriteit, reputatie en operationele continuïteit van hun bedrijfsmodel. Dit kan financiële gevolgen hebben, zoals hogere operationele kosten, en verzekeringsrisico's, tot reputatieschade leiden en bijgevolg een negatieve impact hebben op de waarderingen van deze bedrijven. Fysieke risico's variëren van kortetermijneffecten door extreme weersomstandigheden (bijv. de beschadiging van activa, de verstoring van energieproductie) tot langetermijneffecten zoals grondstoffenschaarste en stijgende energiekosten.
De ontwikkeling, bouw en exploitatie van infrastructuur kan hinder en overlast veroorzaken, zoals lawaai, stof, trillingen, verkeershinder en andere (milieu) effecten die een invloed kunnen hebben op omwonenden en bedrijven. Dergelijke gebeurtenissen kunnen leiden tot klachten, verzet en/of juridische claims van lokale gemeenschappen, regelgevende instanties of andere belanghebbenden. Toegenomen toezicht door de regelgevende instanties, publieke tegenstand en/of juridische stappen kunnen leiden tot vertragingen in het project, hogere bouw- en exploitatiekosten, wijzigingen in bouwmethoden, aanvullende risicobeperkende maatregelen en/of opschorting of beëindiging van bepaalde activiteiten.
Het is mogelijk dat de infrastructuur niet of onvoldoende beschikbaar is of produceert wat een nadelige invloed zou kunnen hebben op de waardering van de participaties en de kasstromen naar TINC.
De participaties doen voor de exploitatie in belangrijke mate een beroep op toeleveranciers en onderaannemers die zorgvuldig geselecteerd worden op basis van onder meer hun ervaring, kwaliteit van geleverd werk, solvabiliteit, enzovoort.
Het kan gebeuren dat dergelijke onderaannemers hun verbintenissen om allerhande reden niet (kunnen) nakomen. Meerdere participaties zouden een beroep hebben kunnen gedaan op dergelijke onderaannemers. De aansprakelijkheid van dergelijke onderaannemers kan onderworpen aan financiële begrenzingen die niet de werkelijke schade vergoeden wat kan leiden tot verliezen voor de betrokken participaties. Waar mogelijk worden de nodige verzekeringen afgesloten om bijvoorbeeld bedrijfsonderbrekingen te dekken, maar het is mogelijk dat deze niet voldoende zijn.
In de zorgsector bestaat het risico dat er zich moeilijkheden voordoen met betrekking tot het handhaven van een passende kwaliteit van dienstverlening en het aanwerven en behouden van deskundig zorgpersoneel, wat een negatieve invloed zou kunnen hebben op het imago en de groeivooruitzichten van de zorginstelling of op de kostenstructuur.
TINC houdt belangen in participaties die actief zijn in hernieuwbare energie, zoals zonne-energie, on-shore en offshore windparken en energieopslagsystemen. De stroomproductie van zonne-installaties en windparken is onder andere afhankelijk van de instraling van de zon en de windsnelheid, die kunnen schommelen in de tijd. Dergelijke schommelingen zullen een impact hebben op de inkomsten van de participaties en bijgevolg op de kasstromen naar TINC.
Eenmaal operationeel en tijdens de levensduur van een participatie, kan niet worden uitgesloten dat de infrastructuur of bepaalde onderdelen defecten vertonen en niet (volledig) beschikbaar zijn, waardoor ze moeten worden vervangen of een grote opknapbeurt moeten ondergaan. Hoewel de verantwoordelijkheid hiervoor grotendeels ligt bij de partijen op wie de participaties voor de realisatie en het onderhoud van de infrastructuur een beroep doen, is het mogelijk dat deze partijen om technische, organisatorische of financiële redenen bepaalde technische problemen niet oplossen waardoor de resultaten van de participaties negatief kunnen worden beïnvloed.
De portefeuille bevat participaties waarvan het verdienmodel afhankelijk is van de vraag door klanten en zorgbehoevenden of waarbij het verdienmodel onderhevig is aan evoluties in de prijszetting (bv. elektriciteitsprijzen). Er zal altijd een risico zijn dat de mate van gebruik van de infrastructuur en dus de opbrengsten van dergelijke participaties anders zullen zijn dan verwacht.
TINC heeft belangen verworven en kan belangen verwerven in participaties met infrastructuur of activa in een ontwikkelings- of bouwfase. Het kan gebeuren dat TINC voor deze participaties financiering verstrekt vanaf de vroege ontwikkelingsfase, terwijl de kasstromen uit deze participaties gewoonlijk pas in een later stadium komen wanneer de infrastructuur operationeel is. Verbonden risico's omvatten mogelijke kostenoverschrijdingen en vertragingen in de
voltooiing (waarvan vele vaak worden veroorzaakt door factoren waarover TINC geen directe controle heeft), gemaakte ontwikkelingskosten voor het ontwerp en het onderzoek, zonder dat er kan worden gegarandeerd dat de ontwikkeling voltooiing zal bereiken.
Wanneer TINC overweegt om te investeren in de ontwikkeling van infrastructuur, zal zij bepaalde inschattingen doen van de economische, markten andere omstandigheden waaronder schattingen met betrekking tot de (operationele en andere) kosten en de (potentiële) waarde van de infrastructuur. Het zou kunnen blijken dat deze inschattingen onjuist zijn.
Bij investeringen in Publieke Infrastructuur (DBFM/PPS) vereisen contracten vaak dat de infrastructuur aan het einde van haar levensduur in een vooraf bepaalde staat verkeert en de werkelijke kosten om aan deze verplichting te voldoen zijn vaak moeilijk te berekenen of te voorzien. Wanneer het risico om te voldoen aan de vereiste om de infrastructuur terug te geven in de overeengekomen staat bij de participatie ligt, kunnen de daaraan verbonden kosten hoger zijn dan verwacht. Zelfs wanneer dit risico werd doorgegeven aan onderaannemers, bestaat het risico dat de onderaannemer de vereiste verplichtingen niet nakomt.
Bij investeringen in Publieke Infrastructuur (DBFM/PPS) geven contracten de relevante tegenpartij uit de publieke sector doorgaans het recht om de overeenkomst op te zeggen in bepaalde omstandigheden. Indien dit gebeurt kan het zijn dat (het gebrek aan) een financiële afwikkeling niet beantwoordt aan het vooropgestelde rendement of het geïnvesteerde bedrag aantast. Dit bijvoorbeeld in bepaalde scenario's (bv. oorlog of terroristische daden) waarbij alleen de nominale waarde van het eigen vermogen wordt gecompenseerd),
| Bedragen verschuldigd door verbonden partijen (€) |
Niet -geconsolideerde dochterondernemingen |
Niet -geconsolideerde participaties met gezamenlijke controle |
Overige verbonden partijen |
Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2024 |
31 december 2023 |
31 december 2024 |
31 december 2023 |
31 december 2024 |
31 december 2023 |
31 december 2024 |
31 december 2023 |
|
| I. Financiële activa | 11.189.154 | 38.256.869 | 68.715.300 | 70.506.734 | 14.704.202 | 6.102.564 | 94.608.656 | 114.866.167 |
| 1. Financiële activa - achtergestelde leningen | 10.041.591 | 37.961.018 | 64.670.559 | 67.102.551 | 14.202.119 | 5.911.516 | 88.914.268 | 110.975.085 |
| 2. Financiële activa - achtergestelde leningen KT | 1.147.564 | 295.851 | 4.044.741 | 3.404.183 | 502.083 | 191.048 | 5.694.388 | 3.891.082 |
| 3. Financiële activa - overige | - | - | - | - | - | - | ||
| II. Bedragen verschuldigd aan verbonden partijen | - | - | - | - | - | - | - | - |
| 1. Financiële verplichtingen | - | - | - | - | - | - | - | - |
| 2. Schulden | - | - | - | - | - | - | - | - |
| III. Transacties met verbonden partijen | 5.123.950 | 26.854.615 | 24.171.231 | 20.904.703 | 6.635.166 | 9.231.967 | 35.930.347 | 56.948.573 |
| 1. Vergoeding TDP | - | - | - | - | 4.698.607 | 5.836.439 | 4.698.607 | 5.836.439 |
| 2. Vergoeding TINC Manager | - | - | - | - | 1.038.694 | 2.525.934 | 1.038.694 | 2.525.934 |
| 3. Dividenden, interesten & vergoedingen | 5.123.950 | 26.854.615 | 24.171.231 | 20.904.703 | 897.864 | 826.883 | 30.193.045 | 48.586.200 |
Voor informatie over transacties met verbonden partijen wordt er verwezen naar het hoofdstuk Corporate governance.
Op 17 februari 2025 heeft TINC een investering aangekondigd ten belope van € 61 miljoen aan in Project Mufasa, een van de grootste batterijopslagsystemen (BESS) in de EU. Het project wordt gerealiseerd in de North Sea Port Vlissingen, een belangrijk knooppunt voor hernieuwbare energie in Nederland. Het vervangt een voormalige kolencentrale met toegang tot het hoogspanningsnet van TenneT, en vormt een belangrijke stap voorwaarts in de ondersteuning van de overgang naar hernieuwbare energie in Nederland door het versterken van de kritieke energie infrastructuur. TINC investeert € 61 miljoen in Project Mufasa voor een preferent aandelenbelang van 36,67%. De investering wordt door TINC gefinancierd onder haar € 200 miljoen bancaire kredietfaciliteit.
Op 28 februari 2025 werd de in oktober 2024 aangekondigde gedeeltelijke verkoop van een belang in Datacenter United en de overname van de Belgische datacentra van Proximus afgerond. De financiële impact van de transactie is verwerkt in de per 31 december 2024 gepubliceerde jaarresultaten. De combinatie van de opbrengst van gedeeltelijke verkoop en de extra kapitaalinvestering in Datacenter United om de overname van de Proximus datacentra te financieren, resulteert in een netto-investering van circa € 45 miljoen voor TINC. TINC heeft deze investering gefinancierd onder haar € 200 miljoen bancaire kredietfaciliteit.
Op 10 maart werd de goedkeuring van de strategische krachtenbundeling tussen Gimv, WorxInvest en Belfius als partner voor de verdere groei van TINC aangekondigd. Op 19 september 2024 werd een akkoord aangekondigd waarbij WorxInvest de helft van het belang van Gimv NV in Infravest NV zou verwerven. Infravest NV – opgericht als een 100% dochter van Gimv – is met een belang van 21,32% de grootste aandeelhouder van TINC NV en is eveneens de indirecte aandeelhouder van TINC Manager NV, de statutaire bestuurder van TINC NV. Als onderdeel van deze transactie zouden Gimv NV en Belfius Bank NV hun respectievelijke belangen in TDP NV, de joint venture die Gimv en Belfius oprichtten om een brede waaier aan infrastructuurprojecten te ontwikkelen
en te beheren, eveneens inbrengen in Infravest NV. De volledige transactie was onderhevig aan gebruikelijke opschortende voorwaarden waaronder de goedkeuring door de relevante autoriteiten. Inmiddels werden alle goedkeuringen verkregen en kan met ingang van 10 maart 2025, de strategische krachtenbundeling van start gaan. WorxInvest en Gimv houden voortaan elk een belang van 40,8% aan in Infravest NV, en ook Belfius treedt toe als een minderheidsaandeelhouder met een belang van 18,4%. In navolging van deze transactie treden de heren Filip Dierckx en Nils de Bremaeker op voordracht van Infravest NV toe tot de raad van toezicht van TINC Manager NV, statutair bestuurder van TINC NV. Het mandaat de heer Peter Vermeiren eindigt. De raad van toezicht wenst Peter die vanaf het eerste uur heeft meegeschreven aan het TINC verhaal uitdrukkelijk te bedanken voor zijn bijdrage tot het succes van TINC. Voortaan telt de raad van toezicht 8 leden waaronder drie onafhankelijke bestuurders inclusief de heer Philip Maeyaert, onafhankelijk voorzitter.
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van TINC NV (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt een geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 15 mei 2024, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2026 Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep uitgevoerd voor de eerste maal dit boekjaar.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2024 omvat, alsook het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, waarvan het totaal van de geconsolideerde balans 514.657.485 EUR bedraagt en waarvan het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten afsluit met een winst van het boekjaar van 42.491.060 EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de Groep op 31 december 2024 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Als investeringsmaatschappij neemt TINC NV belangen in vennootschappen die actief zijn in het realiseren en uitbaten van infrastructuurprojecten. Deze worden gewaardeerd tegen reële waarde en gepresenteerd onder de post "investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening" van de geconsolideerde balans voor een bedrag van 512.070.034 EUR, goed voor 99% van het geconsolideerde balanstotaal.
Zoals beschreven in toelichting 7 van de geconsolideerde jaarrekening worden de financiële vaste activa gewaardeerd in overeenstemming met IFRS 10 aan reële waarde. De vaststelling van de reële waarde gebeurt op basis van inschattingen van het management. Wijzigingen in de onderliggende assumpties en inschattingen zouden kunnen leiden tot een significante verandering inzake de reële waarde.
De huidige volatiele socio-economische situatie veroorzaakt onzekerheid in de markt omtrent de huidige en toekomstige prestaties van bedrijven, wat eveneens kan leiden tot een verhoogde volatiliteit in toekomstige kasstromen. Hierdoor verhoogt het risico op een significante afwijking inzake de reële waarde.
Wij zijn van oordeel dat de waardering van de post "investeringen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening " een kernonderdeel vormt van onze controle, niet alleen vanwege het belang ervan in de geconsolideerde jaarrekening, maar ook rekening houdend met:
Met betrekking tot voormeld kernpunt hebben wij volgende controlewerkzaamheden uitgevoerd:
De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2023 werd door een andere commissaris gecontroleerd die op 5 maart 2024 een oordeel zonder voorbehoud over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking heeft gebracht.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneelkritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
verslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controleinformatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet langer kan handhaven;
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening met inbegrip van de duurzaamheidsinformatie en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (herziene versie 2025 in ontwerp) bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, en verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening verricht, en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Groep.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
Wij hebben ook, overeenkomstig de Ontwerpnorm van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren inzake de controle van de overeenstemming van het jaarrapport met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna "Gedelegeerde Verordening") en met het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarrapport, in overeenstemming met de ESEF-vereisten, met inbegrip van de geconsolideerde jaarrekening in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "digitale geconsolideerde jaarrekening").
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat van het jaarrapport en de markeertaal XBRL van de digitale geconsolideerde jaarrekening in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening en het koninklijk besluit van 14 november 2007.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het digitale formaat van het jaarrapport en de markering van informatie in de officiële versie van de geconsolideerde jaarrekening opgenomen in het jaarrapport van TINC NV per 31 december 2024 en die beschikbaar zullen zijn in het Belgische officiële mechanisme voor de opslag van gereglementeerde informatie (STORI) van de FSMA in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening en het koninklijk besluit van 14 november 2007.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Antwerpen, 11 maart 2025
BDO Bedrijfsrevisoren BV Commissaris Vertegenwoordigd door Veerle Catry* Bedrijfsrevisor
* Optredend voor een vennootschap
| Periode eindigend op: (€) |
31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|
| Opbrengsten | 32.932.783 | 74.469.419 |
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 28.953.752 | 47.379.167 |
| Dividenden | 20.991.222 | 35.634.123 |
| Interesten | 7.962.530 | 11.745.044 |
| Opbrengsten uit vlottende activa | 879.144 | 973.172 |
| Andere financiële opbrengsten | 1 | 494 |
| Omzet | 591.387 | 1.207.033 |
| Andere lopende opbrengsten | - | - |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op financiële vaste activa | - | 829.382 |
| Meerwaarden bij realisaties van financiële vaste activa | 2.508.500 | 24.080.171 |
| Kosten | (8.796.628) | (12.757.238) |
| Andere financële kosten | (1.242.989) | (421.852) |
| Diensten en diverse goederen | (6.505.970) | (10.323.753) |
| Diverse lopende kosten | (251.433) | (348.594) |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen, oprichtingskosten, IMVA en MAV | (480.604) | (1.170.522) |
| Minwaarden bij realisaties | - | - |
| op financiële vaste activa | - | - |
| Belastingen | (315.633) | (492.516) |
| Resultaat van het boekjaar | 24.136.155 | 61.712.180 |
| Periode eindigend op: (€) |
31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 424.849.496 | 401.298.069 |
| Immateriële vaste activa | 3.706 | 484.310 |
| Verbonden ondernemingen | 351.830.455 | 246.791.010 |
| Deelnemingen | 281.420.317 | 246.791.010 |
| Vorderingen | 70.410.138 | 100.123.161 |
| Ondernemingen waarmee een deelnemings verhouding bestaat |
58.813.216 | 43.126.275 |
| Deelnemingen | 54.511.205 | 43.126.275 |
| Vorderingen | 4.302.011 | 4.940.408 |
| Andere financiële vaste activa | 14.202.119 | 5.832.905 |
| Deelnemingen | - | - |
| Vorderingen | 14.202.119 | 5.832.905 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 8.278.133 | 32.814.160 |
| Vorderingen op maximum 1 jaar | 7.352.016 | 5.288.318 |
| Handelsvorderingen | 65.294 | 106.475 |
| Overige vorderingen | 7.286.722 | 5.181.843 |
| Geldbeleggingen | 25.982 | 6.028.308 |
| Liquide middelen | 863.628 | 21.336.261 |
| Overlopende rekeningen | 36.506 | 161.272 |
| TOTAAL VAN DE ACTIVA | 433.127.629 | 434.112.228 |
| Boekjaar eindigend op: (€) |
31 december 2024 12 maanden |
31 december 2023 18 maanden |
|---|---|---|
| EIGEN VERMOGEN | 424.892.383 | 431.301.683 |
| Kapitaal | 113.268.771 | 135.450.590 |
| Uitgiftepremies | 174.688.537 | 174.688.537 |
| Reserves | 116.935.075 | 101.162.556 |
| Overgedragen winst | 20.000.000 | 20.000.000 |
| SCHULDEN | 8.235.246 | 2.810.546 |
| Financiële schulden | 6.900.000 | - |
| Handelsschulden | 1.180.662 | 2.776.098 |
| Leveranciers | 1.180.662 | 2.776.098 |
| Fiscale, salariële en sociale lasten | - | - |
| Belastingen | - | - |
| Dividend huidig boekjaar | - | - |
| Overige diverse schulden | 154.583 | 34.448 |
TOTAAL VAN DE PASSIVA 433.127.629 434.112.228
De Statutaire Bestuurder, TINC Manager NV, brengt hierbij verslag uit over de activiteiten van TINC NV (de "Vennootschap") met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening over het boekjaar dat liep van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024.
Het geplaatst kapitaal bedraagt per einde boekjaar € 113.268.771 en is bij afsluiting van het boekjaar volledig volgestort.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
Er zijn op datum van dit verslag geen specifieke omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden.
De Vennootschap verricht geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.
De Vennootschap heeft geen bijkantoren.
De Vennootschap maakt zelf geen gebruik van financiële instrumenten ter beheersing van risico's (hedging) die van betekenis kunnen zijn op de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
We verwijzen hiervoor naar het geconsolideerde jaarverslag van de statutaire bestuurder.
Overeenkomstig de wet en de statuten zullen de aandeelhouders op de algemene vergadering van de vennootschap verzocht worden kwijting te verlenen aan de statutaire bestuurder en commissaris voor het in het verlengde boekjaar 2024 door hen uitgeoefende mandaat.
Dit verslag zal worden neergelegd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en ligt ter inzage op de zetel van de vennootschap.
| Afkorting | Toelichting | Afkorting | Toelichting |
|---|---|---|---|
| €000 / €k | In duizend euro | Gewogen gemiddelde | Totale netto schuld ten aanzien van derden (exclusief |
| €m | In miljoen euro | schuldgraad (%) | aandeelhoudersleningen) per einde van het afgelopen |
| BGAAP | Belgische algemeen aanvaarde boekhoudregels | boekjaar gedeeld door reële waarde plus totale netto schuld ten aanzien van derden (exclusief |
|
| Bruto rendement op eigen vermogen (NAV) |
Uitgekeerde distributie per aandeel tijdens het afgelopen boekjaar plus groei NAV over het afgelopen boekjaar gedeeld door NAV aan het begin van het afgelopen boekjaar |
aandeelhoudersleningen) per einde van het afgelopen boekjaar, gewogen volgens reële waarde. |
|
| IFRS | International Financial Reporting Standards | ||
| IPO | Initial Public Offering / beursintroductie | ||
| Bruto rendement uitkering t.o.v. beurskoers |
Voorgestelde distributie per aandeel gedeeld door beurskoers op einde van het afgelopen boekjaar |
Kas-inkomsten uit investeringsactiviteiten |
Het totaal van de ontvangen interesten, ontvangen dividenden en andere kasstromen uit investerings |
| CEO | Chief Executive Officer | activiteiten (zonder BTW) die opgenomen worden in | |
| CFO | Chief Financial Officer | de geauditeerde geconsolideerde kasstromentabel gecombineerd met het gerealiseerde resultaat zoals |
|
| CLO | Chief Legal Officer | opgenomen in het geauditeerd geconsolideerd | |
| DBFM(O) | Design, Build, Finance, Maintain en (Operate) | overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde | |
| DSRA | Debt Service Reserve Account | Kasstromen Kostenratio |
resultaten De som van de kas-inkomsten en terugbetalingen uit de portefeuille |
| ESG | Environmental, Social and Governance / Milieu, | ||
| Maatschappij en Bestuur | Totale operationele kosten(exclusief transactiekosten) | ||
| EV | Eigen vermogen | gedurende de periode gedeeld door het eigen | |
| FV | Reële waarde van de portefeuille volgens IFRS | vermogen (NAV) aan het einde van de periode | |
| FY | Financieel jaar | MW | Megawatt |
| Gewogen gemiddelde | Looptijd DBFM contracten gewogen op basis van reële | MWh | Megawattuur |
| contractduur | waarde | NAV | Eigen vermogen van TINC volgens IFRS |
| Gewogen gemiddelde looptijd schulden |
Looptijd schulden ten aanzien van derden (exclusief aandeelhoudersleningen) van de participaties op het einde van het afgelopen boekjaar, gewogen op basis van het bedrag aan openstaande schulden ten aanzien van derden (exclusief aandeelhoudersleningen) in elke participatie op het einde van het afgelopen boekjaar pro rata het belang van TINC (in %) in die participatie |
Pay-out ratio | Totale uitkering aan aandeelhouders gedeeld door het netto resultaat |
| Portefeuillerendement | Portefeuilleresultaat van het afgelopen boekjaar gedeeld door de reële waarde van de portefeuille aan het begin van het afgelopen boekjaar |
||
| PPS | Publiek-privaat samenwerking | ||
| Terugbetalingen | Dit betreft het totaal aan terugbetalingen van achter gestelde leningen, kapitaal, aandeelhoudersleningen en |
andere vormen van financiële verplichtingen vanuit de
participaties aan TINC
Wij verklaren dat, voor zover ons bekend:
Namens de Vennootschap
De Raad van Toezicht van TINC Manager Statutair Bestuurder
Philip Maeyaert Kathleen Defreyn Elvira Haezendonck
Kristof Vande Capelle Marc Vercruysse Peter Vermeiren Martine De Rouck
| Verantwoordelijke uitgever TINC NV |
|
|---|---|
| Karel Oomsstraat 37 2018 Antwerpen België |
|
| T +32 3 290 21 73 [email protected] |
|
| Concept, redactie en coördinatie www.cfreport.com |
| Homepage of reporting entity | https://www.tincinvest.com/nl-be/ the-infrastructure-company/ |
|
|---|---|---|
| LEI code of reporting entity | 5493008FE9JCTSEEPD19 | |
| Name of reporting entity or other means of identifica-tion |
TINC | |
| Domicile of entity | Belgium | |
| Legal form of entity | NV | |
| Country of incorporation | Belgium | |
| Address of entity's registered office | Karel Oomsstraat 37, 2018 Antwerpen | |
| Principal place of business | Belgium – the Netherlands – Ireland | |
| Description of nature of entity's operations and princi-pal activities |
Investment company | |
| Name of parent entity | TDP NV | |
| Name of ultimate parent of group | TDP NV | |
| Explanation of change in name of reporting entity or other means of identification from end of preceding reporting period |
No change |
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.