Earnings Release • Apr 29, 2021
Earnings Release
Open in ViewerOpens in native device viewer
Aanhoudend sterke operationele prestatie in KW1 2021 met 9.000 netto nieuwe RGU's voor breedbandinternet, 18.700 netto nieuwe FMC-klanten en een stijging van de ARPU met 3 % jaar-op-jaar.
Solide financiële prestatie in het kwartaal met een rebased stijging van de opbrengsten uit abonnementen met 1 % en een groei van de Adjusted EBITDA met 4 %, ondanks een daling van de nettowinst met 27%
Goed op weg om onze duiding voor het boekjaar 2021 en onze ambitie voor de samengestelde jaarlijkse groei van de operationele vrije kasstroom op 3 jaar waar te maken.
Bijgaande informatie betreft gereglementeerde informatie zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Voorwetenschap.
Mechelen, 29 april 2021 – Telenet Group Holding NV ("Telenet" of de "Vennootschap") (Euronext Brussel: TNET) maakt zijn niet-geauditeerde geconsolideerde resultaten voor de drie maanden afgesloten op 31 maart 2021 bekend. De resultaten zijn conform de door de Europese Unie goedgekeurde International Financial Reporting Standards ("EU IFRS").
(a) Om de rebased groeicijfers op een vergelijkbare basis voor de bovenstaande perioden te berekenen, hebben wij onze historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de impact te weerspiegelen van de volgende transacties in de mate waarin de opbrengsten en de Adjusted EBITDA van deze transacties in onze huidige resultaten opgenomen zijn: (i) uitsluiting van de opbrengsten en Adjusted EBITDA van ons voormalig Luxemburgse kabelfiliaal Coditel S.à.r.l. (gedeconsolideerd op 1 april 2020) en (ii) weerspiegeling van wijzigingen in verband met de IFRS-verwerking van bepaalde overeenkomsten met betrekking tot contentrechten in het derde kwartaal van 2020.
(b) Kwantitatieve reconciliaties naar nettowinst (met inbegrip van groeicijfers van de nettowinst) en kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor onze duiding van de Adjusted EBITDA, operationele vrije kasstroom en aangepaste vrije kasstroom kunnen niet zonder onredelijke inspanningen worden verstrekt, aangezien wij geen prognoses maken van (i) bepaalde niet-geldelijke lasten, met inbegrip van afschrijving en waardevermindering, herstructurering en overige operationele posten die deel uitmaken van de nettowinst en (ii) specifieke wijzigingen in het werkkapitaal met een impact op de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten. De posten waarvoor wij geen prognose geven, kunnen beduidend van periode tot periode variëren.
(c) Met uitsluiting van de opname van de gekapitaliseerde voetbaluitzendrechten en licenties voor het mobiele spectrum en de impact van bepaalde kapitaaltoevoegingen in verband met leases op onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen.
(d) In de veronderstelling dat bepaalde betalingen voor de tijdelijke verlenging van onze huidige licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum in 2021 plaatsvinden maar met uitsluiting van betalingen voor toekomstige licenties voor het spectrum in het kader van de nakende multibandveiling, en in de veronderstelling dat de belasting op onze belastingaangifte 2020 pas begin 2022 zal worden betaald.
| Voor de drie maanden afgesloten op 31 maart | 2021 | 2020 | % Verschil | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE KERNCIJFERS (in € miljoen, uitgezonderd bedragen per aandeel) | |||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 645,9 | 653,0 | (1) % | ||||
| Bedrijfswinst | 153,8 | 153,2 | — % | ||||
| Nettowinst | 112,5 | 153,2 | (27) % | ||||
| Nettowinstmarge | 17,4 % | 23,5 % | |||||
| Gewone winst per aandeel | 1,03 | 1,39 | (26) % | ||||
| Verwaterde winst per aandeel | 1,03 | 1,39 | (26) % | ||||
| Adjusted EBITDA (2) | 334,2 | 345,6 | (3) % | ||||
| Adjusted EBITDA marge % | 51,7 % | 52,9 % | |||||
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (uitgezonderd de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum) (3) |
132,3 | 170,2 | (22) % | ||||
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen als % van de bedrijfsopbrengsten (uitgezonderd de opname van uitzendrechten voor voetbal en licenties voor het mobiele spectrum) |
20,5 % | 26,1 % | |||||
| Operationele vrije kasstroom (4) | 201,9 | 175,4 | 15 % | ||||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 274,0 | 282,5 | (3) % | ||||
| Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten | (120,1) | (117,4) | 2 % | ||||
| Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten | (35,9) | (129,0) | (72) % | ||||
| Aangepaste Vrije kasstroom (5) | 124,0 | 83,4 | 49 % | ||||
| OPERATIONELE KERNCIJFERS (Geleverde diensten) | |||||||
| Kabeltelevisie | 1.799.000 | 1.852.000 | (3) % | ||||
| Basiskabeltelevisie (6) | 110.500 | 147.400 | (25) % | ||||
| Premiumkabeltelevisie (7) | 1.688.500 | 1.704.600 | (1) % | ||||
| Breedbandinternet (8) | 1.706.100 | 1.672.500 | 2 % | ||||
| Vaste telefonie (9) | 1.161.000 | 1.206.300 | (4) % | ||||
| Mobiele telefonie (10) | 2.798.200 | 2.814.800 | (1) % | ||||
| Postpaid | 2.441.600 | 2.387.600 | 2 % | ||||
| Prepaid | 356.600 | 427.200 | (17) % | ||||
| Triple-playklanten | 1.070.900 | 1.106.800 | (3) % | ||||
| Diensten per klantenrelatie (11) | 2,28 | 2,29 | — % | ||||
| ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) | 59,8 | 58,3 | 3 % |
In een reactie op de resultaten zei John Porter, Chief Executive Officer van Telenet:
"In de inleiding van ons KW1 2021 moet ik opnieuw naar uitzonderlijke omstandigheden verwijzen, want de COVID-19-pandemie is nog niet voorbij. Als bedrijf hebben wij daarom beslist tot de invoering van een permanent nieuw beleid voor thuiswerk, zodat de werknemers tot 60 % over een kwartaal op afstand kunnen werken. We zullen tegelijkertijd ons hoofdkwartier in Mechelen volledig herinrichten. In financiële termen had COVID-19 nog altijd een negatieve impact op de interconnectie- en de gebruiksopbrengsten, vanwege het gewijzigde digitale gedrag van de klanten. Bijgevolg en gelet op de ongunstige vergelijkingsbasis met vorig jaar, toen de periode nog niet volledig door de pandemie werd beïnvloed, noteerden wij een omzetdaling met 1 % op zowel een gerapporteerde als rebased basis. Onze opbrengsten uit kabelabonnementen bleven sterk met een stijging van 2 % jaar-op-jaar, gedeeltelijk ongedaan gemaakt door lagere opbrengsten uit het gebruik van mobiele telefonie.
Operationeel hadden we terug een goed kwartaal, met een robuuste groei van 9.000 breedbandklanten, een groei van 15 % jaar-op-jaar van onze FMC-klantenbasis, die nu 660.500 bedraagt, en een verdere stijging van de vaste ARPU per klantrelatie met 3 % jaar-op-jaar. We hebben nu 848.000 WiFi-boosters gedistribueerd, een stijging met 43 % jaar-op-jaar. Dat betekent dat bijna 50 % van onze klantenbasis voor breedbandinternet nu overal in huis de beste connectiviteitservaring geniet. We zien ook meer en meer klanten upgraden naar hogere snelheden, zodat de gewogen gemiddelde downloadsnelheid opnieuw met 6 % jaar-op-jaar gestegen is naar 215 Mbps op ons netwerk met Gigabitsnelheden.
In een voortdurend evoluerende wereld waarin technologie en connectiviteit een cruciale rol spelen, hebben wij tot een herpositionering van ons merk Telenet beslist. Wij geloven in de positieve kracht van technologie. We evolueren van het scheppen van mogelijkheden naar het maken van een echt verschil door onze maatschappelijke rol met beide handen aan te grijpen met initiatieven als Essential Internet en de "digitale versnelling", die de technologie creëren die de wereld voorbereidt op morgen. In deze context hebben we onlangs een volledig nieuw geconvergeerd product gelanceerd, "ONE". Terwijl het leven meer en meer digitaal wordt, verwachten we ook meer digitale vrijheid. We willen zelf kiezen hoe we verbinding kunnen maken: waar we het willen, wanneer we het willen en zoveel als we willen. Telenet wil haar klanten daarin steunen door van een 'one size fits all' aanpak over te gaan naar een modulaire benadering waarin de klanten slechts kiezen wat ze nodig hebben. 'ONE' neemt de beperkingen weg die de klanten tegenhielden, want nu krijgen ze één verbinding voor een vaste prijs. De formule dekt zowel het vaste als het mobiele gebruik, zonder beperkingen qua datagebruik1 . Het verschil tussen wifi en 4G valt dus weg en wordt vervangen door een doorlopende internetervaring, zowel binnen als buiten. De klant moet slechts drie keuzes maken: de snelheid (150 of 1000 Mbps thuis, 30 Mbps of meer onderweg); het aantal familieleden dat een simkaart nodig heeft (bepalend voor de prijs) en of hij wel of geen televisieproduct wenst (2 opties: all-in met de bekende Telenet TV-box of alleen streaming met de nieuwe flow-app).
Daarnaast bereiden we onze netwerkinfrastructuur voor op de toekomst door Ericsson, Nokia en Google Cloud als partners voor de uitrol van ons 5G-net te kiezen. Ericsson zal de RAN-uitrusting leveren, Nokia verzorgt het kernnetwerk en in onze datacenters zullen we Google Cloud en meer bepaald Anthos gebruiken. Wat de vaste connectiviteit betreft, zijn de onderhandelingen met Fluvius over het datanetwerk van de toekomst zoals u weet nog gaande en deze verlopen in een constructieve sfeer. Voor de verdere uitvoering van onze strategie voor geconnecteerd entertainment hebben we onze investeringen in het Vlaamse medialandschap verder uitgebreid en kondigden we de verwerving van 49 % van Caviar Group aan. Caviar begon als een Vlaams productiehuis en is uitgegroeid tot een internationale contentstudio die televisiecontent, fictie en reclamecampagnes produceert. Na de groei van de SBS-kanalen en het creatieve succesverhaal van Woestijnvis, allebei volledig dochterondernemingen, blijven wij het Vlaamse ecosysteem met innovatieve partnerships versterken. Onze participatie in Streamz (50 %, met DPG Media als partner) en het nieuwe nationale reclamebureau Ads & Data (44 %, met Mediahuis en Proximus als partners) past eveneens in onze strategie op lange termijn voor de ontwikkeling van meer structurele samenwerkingen in de Vlaamse mediasector.
De jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering van gisteren heeft het voorstel van de raad van bestuur voor de uitkering van het resterende brutodividend van € 1,3750 per aandeel (in totaal € 150,2 miljoen) goedgekeurd. Het dividend zal volgende week worden uitbetaald, op 5 mei 2021, terwijl de Telenet-aandelen vanaf 3 mei 2021 ex-dividend op Euronext Brussels zullen worden verhandeld. Met inbegrip van de uitbetaling van dit dividend bedraagt het totale uitgekeerde brutodividend € 2,75 per aandeel of in totaal € 300,2 miljoen, 47 % hoger dan het dividend per aandeel dat op de aangepaste vrije kasstroom van het volledige jaar 2019 werd uitgekeerd. Tot slot herbevestigen we onze vooruitzichten voor 2021 en onze ambities op middellange termijn voor de operationele vrije kasstroom, met een terugkeer naar de groei voor onze rebased omzet en EBITDA in 2021."
1Zie voorwaarden op onze website: https://www2.telenet.be/nl/klantenservice/wat-is-onbeperkt-surfen/
In een reactie op de resultaten zei Erik Van den Enden, Chief Financial Officer van Telenet:
"Tot mijn genoegen is onze onderneming ondanks de uitdagingen van de COVID-19-pandemie veerkrachtig gebleken en goed blijven presteren. Zoals John al vermeld heeft, kenden we een sterk operationeel kwartaal met 9.000 nieuwe RGU's voor breedbandinternet en 18.700 netto nieuwe FMC-klanten. En ik kijk ongeduldig uit naar de lancering van onze nieuwe FMC-aanbiedingen op maat, 'ONE' en 'ONEup', die de barrière tussen het gebruik van mobiele en vaste data elimineren en onze vorige bundels 'WIGO' en 'YUGO' vervangen.
Als onderdeel van onze verwachtingen voor het volledige jaar 2021 willen wij dit jaar terugkeren naar een omzetgroei op rebased basis. Omdat het eerste kwartaal van 2020 de impact van de wereldwijde COVID-19 pandemie op onze activiteiten nog niet volledig weerspiegelde, was de vergelijkingsbasis voor de opbrengsten ongunstig. Vandaar een bescheiden daling van de opbrengsten met 1 % naar € 646 miljoen op zowel gerapporteerde als rebased basis. Dit omvatte een daling met 9 % van onze overige opbrengsten vergeleken met de periode van vorig jaar zowel op gerapporteerde als rebased basis, als gevolg van aanzienlijk lagere interconnectieopbrengsten na de COVID-19-pandemie. Onze overige opbrengsten buiten beschouwing gelaten, stegen onze rebased opbrengsten bescheiden met iets meer dan 1 % jaar-op-jaar, dankzij een solide groei met 2 % van onze opbrengsten uit kabelabonnementen, gedeeltelijk ongedaan gemaakt door lagere opbrengsten uit het gebruik van mobiele telefonie. Gelet op de negatieve impact van COVID-19 op ons opbrengstprofiel medio maart van vorig jaar, verwachten wij een aanzienlijk herstel van onze opbrengsten in het tweede kwartaal, zoals vermeld in onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2021.
In de drie eerste maanden van het jaar genereerden we een Adjusted EBITDA van € 334 miljoen, een daling met 3 % jaar-op-jaar. Dit weerspiegelde voornamelijk wijzigingen van het IFRS-verwerking voor bepaalde contentgerelateerde kosten voor onze premium entertainmentpakketten en de uitzendrechten voor het Belgische voetbal als gevolg van wijzigingen van de onderliggende contracten vanaf KW3 2020. Op rebased basis steeg onze Adjusted EBITDA in KW1 2021 met bijna 4 % jaar-op-jaar als gevolg van aanzienlijk lagere directe kosten, aangezien onze directe kosten in KW1 2020 de versnelde afschrijving van uitzendrechten wegens de COVID-19 pandemie weerspiegelden. Dat laatste leidde tot beduidend lagere directe kosten in KW2 2020, zodat wij in dit tweede kwartaal een ongunstige vergelijkingsbasis voor de Adjusted EBITDA verwachten.
De operationele vrije kasstroom, een van onze belangrijkste financiële maatstaven en ons richtpunt voor het financiële plan 2018-2021, heeft goed gepresteerd, met een stijging met 15 % jaar-op-jaar in KW1 2021 naar € 202 miljoen. Dit weerspiegelde beduidend lagere investeringen in KW1 2021. Op rebased basis, en de erkenning van voetbaluitzendrechten en de licenties voor het mobiele spectrum en ook de impact van bepaalde kapitaaltoevoegingen in verband met leases op onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen buiten beschouwing gelaten, steeg onze operationele vrije kasstroom in KW1 2021 met iets meer dan 16 % jaar-op-jaar. In lijn met de reeds vermelde fasering van onze Adjusted EBITDA in KW2 2021 verwachten wij een soortgelijke omgekeerde trend voor onze operationele vrije kasstroom in het tweede kwartaal. Als gevolg van de COVID-19-pandemie daalden onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in KW2 2020 beduidend naar ongeveer 20 % van de opbrengsten. Bijgevolg verwachten we in het tweede kwartaal veel hogere investeringen dan in de periode van vorig jaar, met een negatieve impact op onze operationele vrije kasstroom.
Onze aangepaste vrije kasstroom bedroeg € 124 miljoen in de KW1 2021, een stijging met 49 % tegenover de periode van vorig jaar. De sterke groei van onze aangepaste vrije kasstroom was te danken aan € 10 miljoen lagere contante rentebetalingen en kosten gelinkt aan derivaten na de herfinancieringen van vorig jaar en omvatte een positieve bijdrage van bijna € 2 miljoen van ons leverancierskredietprogramma. Dit zet ons goed op weg om onze duiding voor het volledige jaar 2021 waar te maken, ondanks een naar verwachting lagere prestatie van de aangepaste vrije kasstroom vanwege zowel onze jaarlijkse belastingbetaling als een lagere prestatie van de operationele vrije kasstroom.
Na een sterke financiële prestatie in het eerste kwartaal zijn we goed op weg om onze in februari 2021 voorgestelde doelstellingen voor het volledige jaar 2021 te realiseren. Dit omvat een verdere uitvoering van ons beleid voor de aandeelhoudersvergoeding, dat in oktober vorig jaar werd aangepast. Wij zullen volgende week het resterende brutodividend van € 1,3750 per aandeel uitkeren, als aanvulling van het even grote tussentijdse dividend dat in december 2020 werd uitbetaald. Wij zullen dan een totaal brutodividend van € 2,75 per aandeel hebben uitgekeerd, 47 % hoger dan vorig jaar."
Fusie van SFR-Coditel en Eltrona: Op 1 april 2020 stonden wij ons Luxemburgse kabelfiliaal in volle eigendom Coditel S.à.r.l. af aan Eltrona en verwierven wij een aandeel van 34% in Eltrona van Post Luxemburg. Na deze twee transacties houden wij een belang van 50% min 1 aandeel in Eltrona, de grootste kabelexploitant in Luxemburg. Vanaf 1 april 2020 wordt SFR-Coditel niet langer geconsolideerd in onze operationele en financiële resultaten. Bijgevolg schrapten wij 47.700 aansluitbare woningen, 9.500 klantrelaties en 18.500 RGU's (kabeltelevisie: 9.200 RGU's, breedband: 5.500 RGU's en vaste telefonie: 3.800 RGU's) in onze geconsolideerde abonneetellingen die hierna en in 4. Geconsolideerde tussentijdse operationele statistieken worden voorgesteld.
Op 31 maart 2021 hadden wij 2.043.600 unieke klantrelaties, die ongeveer 60 % vertegenwoordigden van de 3.381.300 woningen langs ons toonaangevende hybride glasvezel-coaxnetwerk ('HFC') in ons servicegebied in Vlaanderen en Brussel. Ons kabelnetwerk bestaat uit een dichte glasvezelbackbone met lokale lusverbindingen van coaxkabel en een spectrum tot 1,2 GHz. Met de EuroDocsis 3.0 en 3.1-technologie bieden wij downloadsnelheden voor data aan tot 1 gigabit per seconde ('Gbps') in ons volledige servicegebied, een bevestiging van onze leidende marktpositie als leverancier van de snelste internetdiensten.
Op 31 maart 2021 leverden wij 4.666.100 vaste diensten ('RGU's'), bestaande uit 1.799.000 kabeltelevisieabonnementen, 1.706.100 breedbandinternet-abonnementen en 1.161.000 vaste-telefonieabonnementen. Onze abonneetelling op 31 maart 2021 hield geen rekening met onze voormalige klanten van SFR-Coditel, vanwege de reeds vermelde fusie met de Luxemburgse kabeloperator Eltrona. In onze kabeltelevisiemix is op 31 maart 2021 ongeveer 94 % van onze kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar ons premium kabeltelevisieplatform met hogere gemiddelde opbrengst per klantrelatie, zodat slechts 110.500 abonnees op analoge televisie overblijven die in het kader van onze campagne 'Signal Switch' tegen het eind van 2021 grotendeels naar digitaal zullen worden geconverteerd. De abonnees van het premium kabeltelevisieplatform genieten een rijkere kijkervaring met onbeperkte toegang tot een groter aanbod van digitale zenders, HDzenders en betalende sportzenders, series- en filmkanalen, een enorme bibliotheek van binnen- en buitenlandse films en programma's à la carte ('VOD') en toegang tot ons 'over-the-top'-platform ('OTT') 'Yelo Play'. Op 31 maart 2021 bedienden wij ook 2.798.200 mobiele abonnees, van wie ongeveer 87 % geabonneerd was op een van onze aantrekkelijke mobiele of vaste-mobiele ('FMC') tariefplannen.
Wij bereikten een bundelratio van 2,28 opbrengstgenererende eenheden per unieke klantrelatie op eind KW1 2021, grotendeels stabiel tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Op 31 maart 2021 was ongeveer 33 % van onze kabelklanten geabonneerd op een quad-play-bundel (de mobiele abonnementen onder het merk BASE niet meegeteld), een stijging met 2 procentpunten vergeleken met vorig jaar. Dit benadrukt de aanhoudende belangstelling van de consumenten en bedrijven voor onze waardevoorstellen met productbundels. Onze FMC-klantenbasis, die de som vertegenwoordigt van onze voorstellen 'WIGO', 'YUGO' en 'KLIK', bereikte 660.500 abonnees, een stijging met 15 % jaar-op-jaar. In KW1 2021 wonnen wij netto 18.700 nieuwe FMC-abonnees. De lagere run rate in vergelijking met de vorige kwartalen houdt gedeeltelijk verband met lagere promoties met vaste termijn in het kwartaal.
In deze bewogen tijden willen wij de digitale behoeften van onze klanten meer dan ooit steunen. Met de lancering van onze gloednieuwe FMC-bundelproducten 'ONE' hebben wij de bestaande drempels voor onze klanten verlaagd. We stappen af van het 'one size fits all' idee achter de huidige bundels en opteren voor een modulaire benadering waaruit de klanten kiezen wat ze nodig hebben. Klanten kunnen nu zonder datalimiet beschikken over mobiel en vast internet en het onderscheid tussen verbruik via 4G en Wifi is verdwenen. Er is geen onderscheid meer tussen het verbruik via 4G en wifi. De klanten kunnen drie keuzes maken: (i) de snelheid thuis (150 of 1000 Mbps) en buiten (30 Mbps of meer), (ii) het aantal SIM-kaarten, en (iii) of ze wel of geen televisie wensen en zo ja, hoe ze willen kijken: via de Telenet Tv-box of met de nieuwe Flow-app. Elke ONE klant ontvangt een extra data-SIM-kaart welke in een tablet kan worden gebruikt, maar past ook perfect in een Minimodem. Met dit nieuwe apparaat kunnen de klanten overal en op elk moment een persoonlijke hotspot maken.
De gemiddelde opbrengst per klantrelatie (ARPU), die de opbrengsten uit mobiele telefonie en bepaalde andere soorten opbrengsten buiten beschouwing laat, is een van onze belangrijkste operationele statistieken, aangezien wij naar een groter aandeel van de telecommunicatie- en contentuitgaven van onze klanten streven. In KW1 2021 bedroeg de maandelijkse ARPU per klantrelatie € 59,8, een forse stijging met 3 % tegenover de periode van vorig jaar. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie werd bevorderd door (i) een hogere proportie abonnees op breedband van hoger niveau, (ii) de gunstige impact van de prijsaanpassing in oktober 2020, (iii) een hogere proportie multiplay abonnees en (iv) een relatief lagere proportie bundelkortingen (met inbegrip van promoties met vaste termijn). De trend jaar-op-jaar van de gemiddelde opbrengst per klantrelatie wordt niet langer vertekend door de allocatie van de opbrengsten uit bundels, die in KW1 2020 werd gewijzigd.
Op 31 maart 2021 hadden wij 1.706.100 abonnees op breedbandinternet, na de schrapping van 5.500 RGU's in KW2 2020 als gevolg van de fusie van Coditel S.à.r.l. met de Luxemburgse kabeloperator Eltrona. De positieve evolutie van de groei van onze breedbandabonnees hield in KW1 2021 aan, met netto 9.000 nieuwe abonnees. Net als in KW4 2020 was dit in gelijke mate te danken aan het consumenten- en het B2Bsegment, met een groei met respectievelijk 4.900 en 4.100 netto abonnees. Dit bewijst opnieuw dat de aanhoudende COVID-19-pandemie de vraag van de klanten naar betrouwbare snelle connectiviteitsoplossingen aanzwengelt. Gelet op de capaciteiten van ons 1 Gbps HFC-netwerk in ons volledige servicegebied zijn wij goed gepositioneerd voor de toekomst. Het verloop op jaarbasis bleef dalen van 8,3 % in KW1 2020 naar 8,0 % in KW1 2021, en verbeterde met 50 basispunten tegenover KW4 2020.
In KW1 2021 distribueerden wij 62.000 WiFi-boosters om de thuisconnectiviteit van de klanten te maximaliseren. De totale geïnstalleerde basis komt hiermee op 848.000 klanten die uitgerust zijn met onze plug-and-play oplossing voor thuisconnectiviteit, tegenover 43 % in KW1 2020. Dit komt overeen met ongeveer 50 % van onze klantenbasis voor breedband, vergeleken met ongeveer 36 % een jaar geleden. Zoals reeds vermeld, commercialiseren wij nu downloadsnelheden voor data van 1 Gbps in ons volledige servicegebied, met de optie 'GIGA Speedboost' voor een extra € 15 per maand. Onze klantenbasis voor Gigabit Speedboost groeide op 31 maart 2021 met 9 % tegenover het vorige kwartaal. De gewogen gemiddelde downloadsnelheid voor data voor het geheel van onze abonneebasis voor breedband bleef stijgen tot 215 Mbps op 31 maart 2021, tegenover 202 Mbps in KW1 vorig jaar, dankzij de aanhoudende belangstelling van zowel de residentiële als de bedrijfsklanten voor een betrouwbare snelle breedbandtoegang. Bovendien bedroeg de proportie klanten met toegang tot downloadsnelheden van 300 Mbps of hoger 44 % in KW1 2021, een stijging met 5 procentpunten tegenover dezelfde periode van vorig jaar.
Op 31 maart 2021 hadden wij 1.161.000 abonnees voor vaste telefonie, een daling met 4 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Dit weerspiegelde een algemene negatieve markttrend en de schrapping van 3.800 RGU's na de reeds vermelde fusie van onze Luxemburgse kabelactiviteit met Eltrona. Vergeleken met 31 december 2020 daalde onze abonneebasis voor vaste telefonie met 10.800 RGU's op netto organische basis in KW1 2021, een bescheiden verbetering van de trend tegenover het vorige kwartaal. Het verloop op jaarbasis van onze vaste telefonie in bedroeg 9,4 % in KW1 2021 en was grotendeels stabiel tegenover dezelfde periode van vorig jaar.
Onze abonneebasis voor mobiele telefonie, die de abonnees van onze commerciële wholesale-partners en onze KMO-klanten niet omvat, bereikte een totaal van 2.798.200 abonnees op het eind van KW1 2021, met inbegrip van 2.441.600 postpaid abonnees. De resterende 356.600 mobiele abonnees zijn prepaid abonnees onder het merk BASE. De groei van onze postpaid mobiele abonneebasis vertraagde licht in KW1 2021 naar netto 15.300 nieuwe SIM's als gevolg van een lagere kruisverkoop via onze FMC-bundels en de negatieve impact van de COVID-maatregelen op het verkeer in onze verkoopkanalen. Onze prepaid abonneebasis daalde in KW1 2021 met 25.200 SIM's, als gevolg van een beduidend lager verkeer in onze winkels vanwege de derde COVID-19-lockdown.
Op 31 maart 2021 bereikte onze totale klantenbasis voor basic en premium televisie 1.799.000 RGU's, na de schrapping van 9.200 televisieabonnees als gevolg van de fusie van SFR-Coditel met Eltrona. Dit vertegenwoordigde een netto organisch verlies van 12.700 televisieabonnees in KW1 2021. Dit nettoverlies omvat geen overschakelingen naar onze premium televisiediensten en vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar concurrerende platformen, zoals andere aanbieders van digitale tv, OTT en satelliet, of klanten die hun tv-abonnement hebben opgezegd of die buiten ons servicegebied zijn verhuisd. Binnen de mix van televisieabonnees bleef het aandeel van de abonnees op analoge basistelevisie krimpen en bereikte het 110.500 op 31 maart 2021. In oktober 2019 lanceerden we onze campagne 'Signal Switch' als voorbereiding op de uitschakeling van de analoge radio- en videosignalen tegen eind 2021. Dit zal netwerkcapaciteit vrijmaken voor het altijd toenemende digitale verkeer. Na een tijdelijke pauze van dit project wegens COVID-19 ging het in de loop van KW1 2021 weer van start.
Op 31 maart 2021 waren 1.688.500 van onze kabeltelevisieabonnees geüpgraded naar onze televisiediensten met hogere ARPU, die hen toegang geven tot een rijkere televisiebeleving, met inbegrip van gratis onbeperkte toegang tot onze app 'Yelo Play' waarmee ze thuis en buiten een unieke contentervaring kunnen beleven op meerdere verbonden apparaten. Dit omvat ons nieuwste digitale televisieplatform, met inbegrip van onze in de cloud gebaseerde settopbox van de volgende generatie met spraakherkenning, die wij eind april 2019 lanceerden. De tv-app van Telenet is sinds midden december 2020 ook beschikbaar op Apple TV en Android TV. Met deze mediabox kunnen de klanten hun vertrouwde televisiebeleving overbrengen naar een tweede televisiescherm overal in de Europese Unie, zonder een bijkomende decoder. Onze klantenbasis voor premium televisie groeide in KW1 2021 licht met 500 netto RGU's, een herstel in vergelijking met de vorige kwartalen. De verlenging van de eindejaarspromotie en het positieve effect van COVID-19 op de neiging van de klanten om zich tot het basispakket te beperken, leidden tot een stijging tegenover KW4 2020. Dit werd gesteund door een versnelling van het project voor de uitschakeling van het analoge signaal.
Midden september 2020 lanceerden we 'Streamz': een unieke streamingservice van DPG Media en Telenet, waarin we een aandeel van 50 % houden. De operationele en financiële resultaten van de joint venture worden niet in onze boeken opgenomen. Aangezien wij zowel 'Streamz' als 'Streamz+' rechtstreeks via ons digitale televisieplatform aan de klanten aanbieden, zullen wij het aantal klanten voor premium entertainment die we rechtstreeks bedienen, blijven opnemen. De opbrengst uit deze rechtstreekse abonnees op premium entertainment wordt niet beïnvloed en blijft binnen onze opbrengsten uit videoabonnementen, terwijl de contentgerelateerde kosten worden opgenomen als directe kosten (programmeringskosten) en dus onze Adjusted EBITDA beïnvloeden. Zie 2. Belangrijkste financiële ontwikkelingen voor meer informatie.
Vanwege de lancering van de streamingservice 'Streamz' hebben we een nieuw product 'Streamz+' geïntroduceerd en het vroegere product 'Play' opgenomen in het merk 'Streamz', terwijl 'Play More' blijft bestaan. Wij menen dat ons gezamenlijke OTT-platform uniek gepositioneerd is, aangezien het de beste lokaal geproduceerde series van alle lokale zenders VTM, Play en Eén combineert, aangevuld met niet te missen internationale content van HBO, een uitgebreid aanbod voor de kinderen, films en documentaires. Streamz is voor iedereen beschikbaar via de Streamz-app, online op Streamz.be en op ons digitale televisieplatform. Het totale aantal klanten met een abonnement op de premium entertainmentpakketten 'Streamz', 'Streamz+' en 'Play More' bedroeg 405.900 op het eind van KW1 2021. Dit was een lichte daling tegenover eind 2020, als gevolg van bepaalde vertragingen in de release van nieuwe blockbuster films en series vanwege COVID-19.
Eind KW1 2021 bedienden wij 221.600 'Play Sports'-klanten, grotendeels stabiel vergeleken met 31 december 2020. 'Play Sports' blijft zowel binnenlandse als internationale voetbalcompetities uitzenden, zoals de Engelse Premier League in exclusiviteit en, via de Eleven Sports-kanalen: de Belgische Jupiler League, La Liga, Serie A en Bundesliga 1. Andere sporten, zoals veldrijden, basketbal, hockey, tennis, golf en motorsporten, blijven eveneens deel uitmaken van ons ruime sportaanbod. Gedurende het eerste kwartaal lanceerden we 'Play Sports Open', een nieuw lineair kanaal in ons basis televisieaanbod. 'Play Sports Open' biedt alle televisieklanten van Telenet een selectie van wedstrijden uit verschillende competities aan, waaronder Premier League, European League, Eredivisie, ATP en WTA Tennis, Belgisch hockey en basketbal, veldrijden, Formule 1 en MXGP. Het pakket omvat ook eigen programma's en documentaires.
Rebased groei: Om rebased groeipercentages op vergelijkbare basis te berekenen, hebben we onze historische opbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de impact van de volgende transacties weer te geven, in dezelfde mate zijn de opbrengsten en Adjusted EBITDA met betrekking tot deze transacties opgenomen in onze huidige resultaten: (i) exclusief de opbrengsten en Adjusted EBITDA van onze voormalige Luxemburgse kabeldochter Coditel S.à r.l. (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020) en (ii) weerspiegelt wijzigingen met betrekking tot de IFRS-verwerking van bepaalde overeenkomsten voor contentrechten die zijn aangegaan tijdens KW3 2020. Zie Definities voor meer toelichtingen. Voor meer informatie over het verschil tussen onze gerapporteerde en rebased financiële resultaten, verwijzen we naar de Appendix in dit persbericht.
Boekhoudkundig kader van de joint venture Streamz en de uitzendrechten van het Belgische voetbal: Midden september lanceerden we 'Streamz', een unieke streamingservice van DPG Media en Telenet, waarin we een aandeel van 50% houden. Bijgevolg worden de operationele en financiële resultaten van de joint venture niet in onze boeken geconsolideerd. Aangezien wij zowel 'Streamz' als 'Streamz+' rechtstreeks via ons digitale televisieplatform aan de klanten aanbieden, zullen wij het aantal klanten voor premium entertainment die we rechtstreeks bedienen blijven opnemen. De opbrengst uit deze rechtstreekse abonnees op premium entertainment wordt niet beïnvloed en blijft binnen onze opbrengsten uit videoabonnementen, terwijl de contentgerelateerde kosten worden opgenomen als directe kosten (programmeringskosten) en dus onze Adjusted EBITDA beïnvloeden. In augustus 2020 ondertekenden we een overeenkomst voor vijf jaar met Eleven Sports voor de uitzendrechten van de Belgische voetballiga. Anders dan het vorige contract zal de kostprijs van het nieuwe contract voor het Belgische voetbal als directe kosten worden opgenomen (programmeringskosten) en dus onze Adjusted EBITDA beïnvloeden. Beide wijzigingen hebben vanaf het derde kwartaal van 2020 een impact op onze (operationele) kosten en Adjusted EBITDA. Wij vermelden de rebased wijzigingen jaar-op-jaar, zodat de investeerders en analisten onze financiële prestaties op een vergelijkbare basis kunnen beoordelen.Voor meer informatie in verband met de reconciliatie tussen onze gerapporteerde en 'rebased' resultaten verwijzen we naar de Appendix in dit persbericht.
In KW1 2021 genereerden we € 645,9 miljoen opbrengsten, een lichte daling met 1 % tegenover € 653,0 miljoen opbrengsten in KW1 vorig jaar. Zoals reeds vermeld, omvatten onze opbrengsten van het eerste kwartaal van vorig jaar nog steeds de bijdrage van ons Luxemburgse kabelfiliaal Coditel S.à.r.l., dat op 1 april 2020 fuseerde met Eltrona, waarin wij een belang van 50 % min 1 aandeel houden. De resultaten van Coditel worden dus sinds KW2 2020 niet langer geconsolideerd. Ook belangrijk om op te merken voor vergelijkingsbasis is dat KW1 2020 nog niet volledig werd geïmpacteerd door de wereldwijde COVID-19 pandemie, aangezien deze pas vanaf medio maart 2020 onze (overige) opbrengsten begon te beïnvloeden. Onze rebased opbrengsten in KW1 2021 daalden met bijna 1 % (-0,8 %) tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Vergeleken met KW1 2020 daalden onze overige opbrengsten met 9 % in het eerste kwartaal van het jaar, vanwege beduidend lagere interconnectieopbrengsten als gevolg van de COVID-19-pandemie. Onze overige opbrengsten buiten beschouwing gelaten, kenden onze rebased opbrengsten voor de drie maanden tot 31 maart 2021 een bescheiden groei met iets meer dan 1 % (+1,2 %) jaar-op-jaar.
Onze abonnementenbusiness, die de opbrengsten uit kabel- en mobiele abonnementen omvat, bleek opnieuw veerkrachtig, met 1 % hogere gerapporteerde en rebased opbrengsten jaar-op-jaar. Deze positieve trend was het gevolg van een gerapporteerde groei van meer dan 1% en rebased groei met bijna 2 % van onze opbrengsten uit kabelabonnementen, dankzij (i) het aanhoudende sterke succes van onze FMCbundels in het residentiële en het zakelijke segment, (ii) de upgrade van breedbandklanten naar snellere bundels en (iii) het voordeel van de tariefaanpassingen in oktober 2020. Deze positieve trend werd gedeeltelijk ongedaan gemaakt door jaar-op-jaar lagere opbrengsten uit mobiele telefonie als gevolg van de COVID-19-pandemie, die slechts een beperkte impact had op de opbrengsten van het kwartaal van vorig jaar. Bovendien presteerde onze activiteit bedrijfsdiensten goed in het eerste kwartaal, met meer dan 3 % hogere gerapporteerde en rebased opbrengsten zoals hieronder verder besproken.
Onze opbrengsten uit televisie vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die onze televisieabonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, evenals de opbrengsten die door onze abonnees op premium tv worden gegenereerd en die voornamelijk bestaan uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) vergoedingen voor extra premium content die wij aanbieden, inclusief onze video-ondemand pakketten 'Streamz', 'Streamz+', 'Play More' en 'Play Sports', en (iii) transactionele en broadcastingon-demand diensten. Onze opbrengsten uit televisie in KW1 2021 bedroegen € 142,7 miljoen, een daling met 1 % tegenover KW1 2020 op gerapporteerde basis. Op rebased basis, met uitsluiting van de niet-organische impact van de verkoop van onze kabelactiviteit in Luxemburg in april 2020, bleven onze opbrengsten uit televisie grotendeels stabiel jaar-op-jaar. Dit weerspiegelde de impact van de COVID-19-pandemie op ons sportaanbod in betaaltelevisie en de lagere transactionele opbrengsten uit video-on-demand wegens bepaalde vertragingen in de release van nieuwe blockbuster films en series, gecompenseerd door het voordeel van de prijsaanpassing in oktober 2020.
De opbrengsten uit onze RGU's voor breedbandinternet in het residentiële segment en dat van de kleine bedrijven bedroegen in KW1 2021 in totaal € 168,4 miljoen, een stijging met 5 % tegenover KW1 vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Deze robuuste prestatie jaar-op-jaar weerspiegelde (i) hogere breedbandopbrengsten uit SOHO B2B, dankzij de sterke verkoop van 'KLIK' FMC-bundels, (ii) de prijsaanpassingen in oktober 2020, (iii) de verdere upgrade van onze klantenbasis voor breedbandinternet en (iv) de aanhoudend sterke trend van onze operationele prestaties.
Onze opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de recurrente opbrengsten uit onze abonnees op vaste telefonie en de variabele opbrengsten uit het gebruik, maar niet de door deze klanten gegenereerde interconnectieopbrengsten, die onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In de drie maanden tot 31 maart 2021 daalden onze opbrengsten uit vaste telefonie met 3 % jaar-op-jaar naar € 55,3 miljoen. Op rebased basis daalden onze opbrengsten uit vaste telefonie met 2 % in het eerste kwartaal, vooral vanwege lagere gemiddelde RGU's in de periode, die de gunstige impact van de prijsaanpassing in oktober 2020 en hoger gebruik door COVID-19 meer dan ongedaan maakten.
Onze opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze directe abonnees voor mobiele telefonie worden gegenereerd, alsook de opbrengsten buiten bundel, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd, (ii) de opbrengsten uit de verkoop van telefoons en (iii) de opbrengsten uit onze 'Choose Your Device' programma's, die alle onder overige opbrengsten worden gerapporteerd. In KW1 2021 bedroegen de opbrengsten uit mobiele telefonie € 111,7 miljoen, een daling met bijna 2 % jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. De daling was voornamelijk toe te schrijven aan (i) lagere opbrengsten buiten bundel die onze mobiele abonnees genereerden in overschrijding van hun maandelijkse bundel, als gevolg van onze verbeterde 'WIGO'-quad-playbundels en, in de context van COVID-19 (homeworking), de evolutie van het klantengedrag naar het gebruik van over-the-top communicatieplatformen met wifi in plaats van het traditionele gsm-netwerk, (ii) lagere prepaid opbrengsten als gevolg van een aanhoudende daling van het aantal prepaid abonnees en minder aanvullende uitgaven, eveneens vanwege de COVID-19 pandemie en (iii) hogere bundelgerelateerde kortingen na het succes van onze 'WIGO'-quad-playvoorstellen.
De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen (i) de opbrengsten uit niet-coaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, (ii) door onze KMO-klanten gegenereerde opbrengsten uit mobiele telefonie, (iii) onze 'carrier'-diensten en (iv) diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde gegevensbeveiliging. De opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten, zoals onze vlaggenschipbundel 'KLIK', worden toegerekend aan onze opbrengsten uit kabelabonnementen en worden niet gerapporteerd binnen Telenet, onze B2B-afdeling.
Telenet Business genereerde € 51,3 miljoen opbrengsten in de drie maanden tot 31 maart 2021, een stijging met 3 % jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis. De stijging was voornamelijk te danken aan hogere opbrengsten uit stem, video, data en beveiliging na het in december 2020 vernieuwde partnership van Telenet Business met de lokale ICT-integrator Connectify, die de lagere opbrengsten uit mobiele data bij de kmo's vanwege COVID-19 en de lagere interconnectieopbrengsten wegens de dalende trend van het traditionele sms-gebruik meer dan compenseerden.
De overige opbrengsten omvatten voornamelijk (i) interconnectieopbrengsten uit zowel vaste als mobiele telefonie, (ii) reclame- en productieopbrengsten van onze volledige media dochteronderneming De Vijver Media NV, (iii) de verkoop van mobiele telefoons, met inbegrip van de opbrengsten van de programma's "Choose Your Device", (iv) wholesale-opbrengsten uit zowel onze commerciële als gereguleerde wholesaleactiviteiten, (v) vergoedingen voor de activering en installatie van producten en (vi) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen.
Onze overige opbrengsten bedroegen in KW1 2021 € 116,5 miljoen, een daling met 9 % jaar-op-jaar op zowel gerapporteerde als rebased basis, aangezien het kwartaal van vorig jaar slechts gedeeltelijk, vanaf midden maart, door de globale COVID-19-pandemie werd getroffen. Onze overige opbrengsten in KW1 2021 omvatten beduidend lagere interconnectieopbrengsten hoofdzakelijk vanwege het afgenomen sms-verkeer en dalende opbrengsten uit roamende bezoekers, vanwege COVID-19. Dit maakte de aanhoudende groei van onze commerciële en gereguleerde wholesale-activiteiten en een bescheiden stijging van de opbrengsten uit telefoons meer dan ongedaan. In KW1 2021 bleven onze opbrengsten uit reclame en productie jaar-op-jaar stabiel, met in KW2 2020 beduidend lagere opbrengsten als gevolg van de COVID-19 pandemie.
In de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroegen onze totale bedrijfskosten € 492,1 miljoen, een daling met 2 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Onze totale kosten in KW1 2020 omvatten een bijdrage voor het volledige kwartaal van onze Luxemburgse kabelactiviteit en een versnelde afschrijving voor € 9,2 miljoen van uitzendrechten, een gevolg van de stopzetting van alle grote sportevenementen wegens de COVID-19 pandemie. De totale bedrijfskosten vertegenwoordigden ongeveer 76 % van de opbrengsten in KW1 2021 (KW1 2020: ongeveer 77 %). De kostprijs van geleverde diensten als percentage van de opbrengsten vertegenwoordigde ongeveer 50 % in KW1 2021 (KW1 2020: ongeveer 57 %), terwijl de verkoop-, algemene en administratiekosten ongeveer 26 % van onze totale opbrengsten in KW1 2021 vertegenwoordigden (KW1 2020: ongeveer 20 %).
Onze operationele kosten, namelijk onze (i) netwerkexploitatiekosten, (ii) directe kosten, (iii) personeelskosten, (iv) verkoop- en marketingkosten, (v) kosten voor uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (vi) overige indirecte kosten, stegen met iets meer dan 1 % op gerapporteerde basis in de drie maanden tot 31 maart 2021 en weerspiegelden wijzigingen in de IFRS-verwerking voor bepaalde contentgerelateerde kosten voor onze premium entertainmentpakketten en de uitzendrechten voor het Belgische voetbal als gevolg van wijzigingen van de onderliggende contracten (zie 2 Belangrijkste financiële ontwikkelingen voor meer informatie). Op rebased basis daalden onze operationele kosten in KW1 2021 met ruim meer dan 5 % vergeleken met de periode van vorig jaar. Dit was voornamelijk het gevolg van een rebased daling met 16 % (€ 24,4 miljoen) van onze directe kosten zoals verder besproken hieronder. Hogere personeelskosten in het kwartaal vanwege een groter gemiddeld personeelsbestand werden meer dan gecompenseerd door (i) 25 % lagere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (ii) een daling met 4 % van de verkoop- en marketingkosten, allebei op rebased basis, zoals verder besproken hieronder.
De netwerkexploitatiekosten voor de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroegen € 57,7 miljoen, een stijging met meer dan 6 % jaar-op-jaar (+5 % op rebased basis). Deze stijging houdt verband met meer technische klantenbezoeken, als weerspiegeling van een toename van het thuiswerk als gevolg van de COVID-19pandemie, en ook met de hervatting van ons programma voor de uitschakeling van het analoge signaal, zoals reeds vermeld.
Onze directe kosten omvatten al onze directe uitgaven zoals (i) programmering en auteursrechten, met inbegrip sinds KW3 2020 van de kosten voor de aankoop van content voor onze pakketten 'Streamz', 'Streamz+' en 'Play More', naast de kosten van de uitzendrechten van het Belgische voetbal, (ii) interconnectiekosten en (iii) de verkoop en subsidiëring van telefoons. In de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroegen onze directe kosten € 128,6 miljoen, een daling met 1 % tegenover KW1 2020. Op rebased basis daalden onze directe kosten in het kwartaal met 16 % jaar-op-jaar vanwege beduidend lagere interconnectieen roamingkosten, en lagere programmeringskosten vergeleken met KW1 2020, die de reeds vermelde afschrijving omvatten van uitzendrechten wegens de stopzetting van alle grote sportevenementen wegens de COVID-19-pandemie.
De personeelskosten in KW1 2021 bedroegen € 71,2 miljoen, een stijging met 4 % tegenover de periode van vorig jaar, zowel op gerapporteerde als op rebased basis. Dit weerspiegelde een groter gemiddeld personeelsbestand en de impact van de verplichte loonindexering begin 2021.
Onze verkoop- en marketingkosten voor de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroegen € 19,3 miljoen, een daling met 9 % jaar-op-jaar vanwege de impact van COVID-19 op onze marketing- en retailactiviteit. Op rebased basis daalden de verkoop- en marketingkosten in KW1 2021 met 4 % jaar-op-jaar, grotendeels wegens dezelfde reden.
De kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten bedroegen € 7,1 miljoen in KW1 2021, een daling met 25 % op zowel gerapporteerde als rebased basis, het bewijs van onze aanhoudende focus op een strakke kostenbeheersing.
De overige indirecte kosten bedroegen € 27,8 miljoen in de drie maanden tot 31 maart 2021, een stijging met 19 % vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Op rebased basis stegen de overige indirecte kosten met 18 % jaar-op-jaar, wegens hogere kosten voor uitbestede callcenters, uitgelokt door het verplichte thuiswerken vanwege de COVID-19-maatregelen, en een verhoging van de provisies voor dubieuze schulden.
De waardeverminderingen en afschrijvingen, met inbegrip van bijzondere waardeverminderingen van activa met lange levensduur, winst uit de afstoting van dochterondernemingen en herstructureringskosten, bedroegen € 173,9 miljoen in KW1 2021, vergeleken met € 189,5 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar, die de reeds vermelde versnelde afschrijving van uitzendrechten voor € 9,2 miljoen wegens de stopzetting van alle grote sportevenementen als gevolg van de COVID-19-pandemie omvatte.
In de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroegen de netto financiële kosten € 1,9 miljoen, vergeleken met € 5,8 miljoen netto financiële opbrengsten in KW1 2020. De financiële opbrengsten stegen in KW1 2021 met 2 % jaar-op-jaar van € 152,0 miljoen in KW1 van vorig jaar naar € 155,5 miljoen, met inbegrip van een nietgeldelijke winst op onze derivaten van € 155,2 miljoen en € 151,9 miljoen in respectievelijk KW1 2021 en KW1 2020. De financiële kosten voor de drie maanden tot 31 maart 2021 stegen met 8 % naar € 157,4 miljoen, vergeleken met € 146,2 miljoen in KW1 2020. De financiële kosten voor KW1 2021 omvatten een niet-geldelijk wisselkoersverlies van € 110,5 miljoen op onze in USD luidende schuld, tegenover € 68,9 miljoen in de vergelijkbare periode van vorig jaar. Zoals in detail beschreven in 2.8 Schuldprofiel, kassaldo en netto hefboomratio, is onze in USD luidende schuld ingedekt tot de respectieve vervaldatums, zodat de impact van wisselkoersschommelingen op onze kasstromen tot het minimum beperkt blijft. Deze impact buiten beschouwing gelaten, daalden onze netto rentelasten in KW1 2021 met 21 %, als weerspiegeling van het voordeel van bepaalde herfinancieringstransacties in de eerste helft van 2020.
In de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroegen onze winstbelastingen € 38,5 miljoen, vergeleken met € 6,2 miljoen in KW1 2020. Onze winstbelastingen voor KW1 2020 werden gunstig beïnvloed door de opname van de belastingaftrek voor innovatie, met inbegrip van een eenmalig effect van aftrekken voor vorige periodes.
In de drie maanden tot 31 maart 2021 boekten we een nettowinst van € 112,5 miljoen, vergeleken met € 153,2 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De daling met 27 % van onze nettowinst was voornamelijk het gevolg van beduidend hogere winstbelastingen, zoals reeds vermeld. Wij bereikten in KW1 2021 een nettowinstmarge van 17,4 %, vergeleken met 23,5 % in KW1 van vorig jaar.
In de drie maanden tot 31 maart 2021 realiseerden wij een Adjusted EBITDA van € 334,2 miljoen, een daling met iets meer dan 3 % tegenover € 345,6 miljoen in KW1 2020. Dit was voornamelijk het gevolg van (i) de reeds vermelde wijzigingen van de IFRS-verwerking voor bepaalde contentgerelateerde kosten voor onze premium entertainmentpakketten en de uitzendrechten voor het Belgische voetbal als gevolg van wijzigingen van de onderliggende contracten (zie 2 Belangrijkste financiële ontwikkelingen voor meer informatie) en (ii) de desinvestering van onze Luxemburgse kabelactiviteit aan Eltrona, zoals reeds vermeld. We bereikten in KW1 2021 een Adjusted EBITDA-marge van 51,7 %, vergeleken met 52,9 % in KW1 2020.
Op rebased basis en deze impacten buiten beschouwing gelaten, steeg onze Adjusted EBITDA met bijna 4 % (+3,9 %) in KW1 2021, dankzij (i) een daling met 16 % van onze directe kosten, met inbegrip van de reeds vermelde versnelde afschrijving van uitzendrechten in KW1 2020 wegens de stopzetting van alle grote sportevenementen als gevolg van de COVID-19-pandemie, (ii) 25 % lagere kosten van uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten en (iii) een daling met 4 % van de verkoop- en marketingkosten, zoals verder beschreven in Sectie 2.2 Bedrijfskosten. Op rebased basis verhoogden wij in KW1 2021 onze Adjusted EBITDA-marge met 230 basispunten vergeleken met KW1 van vorig jaar.
In mijn met onze prognoses voor 2021 verwachten wij evenwel een omkering van de trend voor onze Adjusted EBITDA in het tweede kwartaal, aangezien de periode van vorig jaar beduidend lagere programmeringskosten weerspiegelde als gevolg van de versnelde afschrijving van uitzendrechten in KW1 2020 vanwege de wereldwijde COVID-19-pandemie, samen met veel lagere verkoop- en marketingkosten in KW2 2020.
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op 31 maart |
||
|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | % Verschil | |
| Winst over de verslagperiode | 112,5 | 153,2 | (27) % |
| Belastingen | 38,5 | 6,2 | 521 % |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen | 0,9 | (0,4) | N.M. |
| Netto financiële kosten (opbrengsten) | 1,9 | (5,8) | N.M. |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en winst op de verkoop van activa | 175,4 | 188,5 | (7) % |
| EBITDA | 329,2 | 341,7 | (4) % |
| Vergoeding op basis van aandelen | 3,9 | 1,8 | 117 % |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen | 2,6 | 1,1 | 136 % |
| Herstructureringskosten | 0,5 | 1,0 | (50) % |
| Aanpassingen van toewijzingsverschillen tijdens de verwerkingsperiode m.b.t. overnames | (2,0) | — | 100% |
| Adjusted EBITDA | 334,2 | 345,6 | (3) % |
| Adjusted EBITDA-marge | 51,7 % | 52,9 % | |
| Nettowinstmarge | 17,4 % | 23,5 % |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroegen € 143,1 miljoen, een daling met 17 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar en het equivalent van ongeveer 22 % van de opbrengsten voor de periode. Onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in KW1 2021 omvatten de impact van (i) de tijdelijke verlenging met zes maanden van onze licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum in afwachting van de nakende veiling voor het multibandspectrum, die eind 2021 of begin 2022 zou moeten beginnen en (ii) de impact van de premium entertainment joint venture Streamz, zoals besproken in 2. Belangrijkste financiële ontwikkelingen, (iii) de desinvestering van onze voormalige Luxemburgse kabelactiviteit (gedeconsolideerd op 1 april 2020) en (iv) de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten in het eerste kwartaal van 2021.
Met uitsluiting van de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum van onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, consistent met de berekeningsbasis van onze operationele vrije kasstroom, zoals hierna verder uiteengezet, bedroegen onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in KW1 2021 € 132,3 miljoen, het equivalent van ongeveer 20 % van de opbrengsten en een daling met 22 % jaar-op-jaar. Wij verwachten een omkering van deze daling van onze investeringsniveaus in het tweede kwartaal, aangezien onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in KW2 vorig jaar de impact weerspiegelden van de wereldwijde COVID-19-pandemie en dus een veel lagere run rate vertegenwoordigden.
De bedrijfsinvesteringen voor installaties bij klanten, die onze uitgaven in verband met settopboxen, modems en wifi-powerlines omvatten, vertegenwoordigden € 24,7 miljoen in KW1 2021. Deze daling met 17 % jaarop-jaar is grotendeels toe te schrijven aan de COVID-19-pandemie. De bedrijfsinvesteringen voor installaties bij klanten voor de drie maanden tot 31 maart 2021 vertegenwoordigden ongeveer 19 % van onze totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten).
De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de uitbreiding en upgrades van het netwerk bedroegen € 13,8 miljoen in KW1 2021, een daling met 39 % tegenover dezelfde periode van vorig jaar en voornamelijk een weerspiegeling van de voltooiing van onze programma's voor de verbetering van onze vaste en mobiele netwerkinfrastructuur, en in mindere mate van de impact van COVID-19 op onze werking op het terrein. In de drie maanden tot 31 maart 2021 vertegenwoordigden de netwerkgerelateerde bedrijfsinvesteringen ongeveer 10 % van onze totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten).
De bedrijfsinvesteringen voor producten en diensten, die onder meer onze investeringen in productontwikkeling en de upgrade van onze IT-platformen en -systemen weergeven, bedroegen in totaal € 48,6 miljoen in KW1 2021. Dit is een sterke stijging met 35 % jaar-op-jaar en weerspiegelt hogere uitgaven voor ons IT-upgradeprogramma. De bedrijfsinvesteringen voor producten en diensten vertegenwoordigden ongeveer 37 % van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de drie maanden tot 31 maart 2021 (de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten).
Het restant van onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen omvat (i) herstellingen en vervangingen van netwerkapparatuur, (ii) kosten voor de aankoop van sport en programmering, met inbegrip van bepaalde door De Vijver Media verworven content, (iii) bepaalde recurrente investeringen in ons IT-platform en onze ITsystemen en (iv) kapitaaltoevoegingen in verband met leases. Ze bedroegen € 56,0 miljoen in de drie maanden tot 31 maart 2021, een daling met 34 % vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
Het bovenstaande impliceert dat ongeveer 66 % van onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in de drie maanden tot 31 maart 2021 (de opname van bepaalde voetbaluitzendrechten en de reeds vermelde licenties voor het mobiele spectrum buiten beschouwing gelaten) schaalbaar waren en verband hielden met de groei van het aantal abonnees. Wij blijven er nauwlettend op toezien dat onze bedrijfsinvesteringen de opbrengsten incrementeel doen stijgen.
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op 31 maart |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | % Verschil | |||
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen | 143,1 | 172,7 | (17) % | ||
| Activa verworven via kapitaalgerelateerde financieringsregelingen met leveranciers | (11,8) | (29,8) | (60) % | ||
| Activa verworven onder lease-overeenkomsten | (5,2) | (27,1) | (81) % | ||
| Veranderingen in kortlopende verplichtingen gerelateerd aan bedrijfsinvesteringen | (6,7) | 1,7 | N.M. | ||
| Geldelijke bedrijfsinvesteringen | 119,4 | 117,5 | 2 % |
In de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroeg onze operationele vrije kasstroom € 201,9 miljoen, vergeleken met € 175,4 miljoen in KW1 2020. De forse stijging met 15 % jaar-op-jaar was voornamelijk te danken aan beduidend lagere toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in KW1 2021 tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Op rebased basis, en de erkenning van voetbaluitzendrechten en de licenties voor het mobiele spectrum en ook de impact van bepaalde kapitaaltoevoegingen in verband met leases op onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen buiten beschouwing gelaten, consistent met de basis van onze CAGR vooruitzicht voor operationele vrije kasstroom 2018-2021, steeg onze operationele vrije kasstroom in KW1 2021 met iets meer dan 16 % jaar-op-jaar. Dit was een sterke start van het jaar. Zoals reeds vermeld, verwachten wij een omkering van de trend jaar-op-jaar voor onze Adjusted EBITDA en toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in het tweede kwartaal, gelet op de impact van de wereldwijde COVID-19-pandemie op ons financiële profiel in KW2 2020. Wij verwachten bijgevolg een veel zwakkere operationele vrije kasstroom in KW2 2021, zoals opgenomen in onze vooruitzichten voor het volledige jaar 2021.
| Voor de drie maanden afgesloten op |
|||
|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 31 maart | ||
| 2021 | 2020 | % Verschil | |
| Adjusted EBITDA | 334,2 | 345,6 | (3) % |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen | (143,1) | (172,7) | (17) % |
| Opname van voetbaluitzendrechten | 2,4 | 2,5 | (4) % |
| Opname van licenties voor het mobiele spectrum | 8,4 | — | 100% |
| Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, exclusief de opname van voetbaluitzendrechten en mobiele spectrum licenties |
(132,3) | (170,2) | (22) % |
| Operationele vrije kasstroom | 201,9 | 175,4 | 15 % |
In de drie maanden tot 31 maart 2021 genereerden onze activiteiten een nettokasstroom van € 274,0 miljoen, vergeleken met € 282,5 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten in KW1 2021 omvatte de impact van de desinvestering van onze voormalige Luxemburgse kabelactiviteit (gedeconsolideerd op 1 april 2020). Onze netto operationele kasstroom daalde met 3 % jaar-op-jaar aangezien € 9,7 miljoen lagere contante rentelasten en derivatenkosten als gevolg van de herfinancieringstransacties van vorig jaar ruimschoots ongedaan werden gemaakt door (i) de reeds vermelde daling van onze Adjusted EBITDA en (ii) hogere kosten, gefinancierd door een tussenpersoon in ons leverancierskredietprogramma. Zie 2.8 Schuldprofiel, kassaldo en nettohefboomratio voor meer informatie.
In de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroeg de nettokasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten € 120,1 miljoen, tegenover € 117,4 miljoen in KW1 2020. De stijging met 2 % van onze nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten weerspiegelde de reeds vermelde tijdelijke verlenging met zes maanden van onze licenties voor het 2G en 3G spectrum, voor een totaalbedrag van € 8,4 miljoen, dat wij in het eerste kwartaal betaalden.
Wij gebruiken een leverancierskredietprogramma waarmee we onze betalingstermijnen voor bepaalde leveranciers tegen aantrekkelijke all-in kosten konden verlengen tot 360 dagen. In KW1 2021 verwierven wij € 11,8 miljoen aan activa via regelingen voor kapitaalgerelateerd leverancierskrediet, met een positief effect op de nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten voor eenzelfde bedrag. Dit vertegenwoordigde een daling met 60 % jaar-op-jaar tegenover respectievelijk KW1 2020. Zie Sectie 2.5 Bedrijfsinvesteringen voor een reconciliatie tussen de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen en de contante bedrijfsinvesteringen.
In de drie maanden tot 31 maart 2021 bedroeg de nettokasstroom die werd gebruikt in financieringsactiviteiten € 35,9 miljoen, tegenover € 129,0 miljoen in KW1 2020. De nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in de drie maanden tot 31 maart 2021 weerspiegelde een nettokasuitstroom van € 10,6 miljoen voor de aflossingen van leningen, met inbegrip van de geplande aflossingen van onze kortlopende verplichtingen voor leverancierskredieten. De rest van de nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten bestond hoofdzakelijk uit terugbetalingen van financiële leases en andere financiële betalingen.
In de drie maanden tot 31 maart 2021 genereerden we een aangepaste vrije kasstroom van € 124,0 miljoen, tegenover € 83,4 miljoen in de periode van vorig jaar. Vergeleken met KW1 2020 steeg onze aangepaste vrije kasstroom met 49 %, dankzij een forse groei van onze operationele vrije kasstroom, zoals reeds vermeld, en met inbegrip van een positieve bijdrage van € 1,7 miljoen van ons leverancierskredietprogramma. Gelet op de verwachte omkering van de trend voor onze operationele vrije kasstroom in het tweede kwartaal en onze jaarlijkse contante belastingbetaling in KW2 2021 (versus KW3 vorig jaar), verwachten wij een lagere aangepaste vrije kasstroom in het tweede kwartaal, waarmee volledig rekening werd gehouden in onze duiding voor het volledige jaar 2021.
Op 31 maart 2021 bedroeg ons totale schuldsaldo (inclusief toe te rekenen interest) € 5.488,3 miljoen, waarvan een hoofdsom van € 1.391,1 miljoen verband houdt met de in € en USD luidende Senior Secured Fixed Rate Notes, die in maart 2028 vervallen, en met een hoofdsom van € 3.063,2 miljoen die verschuldigd is onder onze Amended Senior Credit Facility 2020, die van april 2028 tot april 2029 vervalt. Ons totale schuldsaldo op 31 maart 2021 omvatte ook een hoofdsom van € 352,7 miljoen in verband met ons leverancierskredietprogramma, terwijl het restant voornamelijk bestaat uit leaseverplichtingen in verband met de overname van Interkabel en andere leaseverplichtingen.
Op 31 maart 2021 hadden wij € 352,7 miljoen schulden op korte termijn in verband met ons leverancierskredietprogramma; al deze schulden vervallen in minder dan twaalf maanden. Dit was een bescheiden stijging met € 1,7 miljoen tegenover 31 december 2020 en beïnvloedde onze aangepaste vrije kasstroom positief met hetzelfde bedrag. Voor het volledige jaar 2021 verwachten wij nog altijd een grotendeels stabiele evolutie sinds 31 december 2020, zoals vermeld in onze vooruitzichten voor de aangepaste vrije kasstroom voor het volledige jaar 2021. Eind oktober 2020 werd de op onze toekomstige kortlopende verbintenissen in het leverancierskredietprogramma toepasselijke marge nogmaals met 15 basispunten verlaagd, naar 1,95 % boven de EURIBOR met een bodemrente van 0 %. Deze verlaagde rentekosten komen bovenop een margeverlaging met het equivalent van 15 basispunten in februari 2020. Gelet op de reeds vermelde omvang van het programma, zal dit onze aangepaste vrije kasstroom licht doen stijgen in 2021 en daarna.
Wij voerden in het eerste kwartaal geen herfinancieringen of schuldafschrijvingen uit, terwijl vrijwel al onze variabele renterisico's en wisselkoersrisico's afgedekt zijn tot de maturiteit van de schuldinstrumenten door middel van een reeks derivaten, wat de zichtbaarheid van onze toekomstige aangepaste vrije kasstroom verbetert. De kortlopende verplichtingen voor ons leverancierskredietprogramma buiten beschouwing gelaten, hebben wij geen schulden die voor maart 2028 vervallen, met een gewogen gemiddelde looptijd van ongeveer 7,3 jaar op 31 maart 2021. Daarnaast hadden wij op 31 maart 2021 ook volledig toegang tot € 555,0 miljoen niet-opgenomen verbintenissen onder onze wentelkredietfaciliteiten, met bepaalde beschikbaarheden tot september 2026.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de hoofdsommen van onze belangrijkste schuldinstrumenten en betalingsschema op 31 maart 2021.
| Totale faciliteit per |
Opge nomen bedrag |
Niet opge nomen bedrag |
Vervaldag | Interestvoet | Interestbetaling verschuldigd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 maart 2021 | ||||||
| (in € miljoen) | ||||||
| 2020 Gewijzigde Senior Credit Facility |
||||||
| Termijnlening AR | 1.953,2 | 1.953,2 | — | 30 april 2028 | Vlottend 6-maand LIBOR (0% bodem) + 2,00% |
Maandelijks |
| Termijnlening AQ | 1.110,0 | 1.110,0 | — | 30 april 2029 | Vlottend 6-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,25% |
Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Wentelkrediet I | 510,0 | — | 510,0 | 31 mei 2026 | Vlottend 6-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,25% |
Driemaandelijks (enkel reserveringsprovisie) |
| Senior Secured Fixed Rate Notes |
||||||
| €600 miljoen Senior Secured Notes met vervaldag 2028 (Faciliteit AK) |
540,0 | 540,0 | — | 1 maart 2028 | Vast 3,50% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| USD 1 miljard Senior Secured Notes met vervaldag 2028 (Faciliteit AJ) |
851,1 | 851,1 | — | 1 maart 2028 | Vast 5,50% | Halfjaarlijks (jan. en juli) |
| Overige | ||||||
| Wentelkrediet | 20,0 | — | 20,0 | 30 september 2026 |
Vlottend 1-maand EURIBOR (0% bodem) + 2,25% |
Driemaandelijks (enkel reserveringsprovisie) |
| Overdraft-faciliteit | 25,0 | — | 25,0 | 31 maart 2022 | Vlottend 1-maand EURIBOR (0% floor) + 1,60% |
Driemaandelijks (enkel reserveringsprovisie) |
| Totaal nominaal bedrag | 5.009,3 | 4.454,3 | 555,0 |
Toelichting: In bovenstaande tabel werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 31 maart 2021. Aangezien Telenet verscheidende derivaatcontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoersrisico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 2.041,5 miljoen (USD 2.295,0 miljoen Termijnlening AR) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige €-ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's.
Op 31 maart 2021 hielden we € 200,0 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met € 82,0 miljoen op 31 december 2020. Om de concentratie van het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatsen wij onze kasequivalenten en geldmarktfondsen met een AAA-rating bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid en streven wij naar de investering van ten minste 75 % van onze geldmiddelen en kasequivalenten in geldmarktfondsen met een AAA-rating. Naast ons beschikbare kassaldo hadden wij ook toegang tot € 555,0 miljoen aan beschikbare toezeggingen onder onze Amended Senior Credit Facility 2020 en andere wentelkredietfaciliteiten, mits naleving van de hierna vermelde convenanten.
Vergeleken met 31 december 2020 steeg ons kassaldo op 31 maart 2021 beduidend met € 118,0 miljoen, dankzij de sterke aangepaste vrije kasstroom die we in het eerste kwartaal van 2021 genereerden. Wij verwachten dat ons kassaldo in het tweede kwartaal wezenlijk zal dalen tegenover 31 maart 2021, aangezien (i) wij onze jaarlijkse belastingbetaling begin april hebben uitgevoerd (vorig jaar in KW3), (ii) wij de aandeelhouders begin mei een brutodividend van € 1,3750 per aandeel zullen uitkeren, zoals gisteren goedgekeurd door de jaarlijkse algemene vergadering en (iii) wij in KW2 2021 de investeringspartnerships met Ads & Data en Caviar zullen aangaan.
Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 – met een update eind oktober vorig jaar, toen we ons beleid voor de aandeelhoudersvergoeding verstrakten – herbevestigden wij ons schuldgraadkader, dat behouden blijft op 3,5x tot 4,5x netto totale schuld tegenover geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzingen van onze activiteiten of van de regulatoire omgeving, willen wij met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders in de buurt van het middelpunt van 4,0x blijven. Dit omvat nu een drempel voor het brutodividend van € 2,75 per aandeel, aan de bovengrens van het vorige bereik van 50-70 % als percentage van onze aangepaste vrije kasstroom. Op 31 maart 2021 bedroeg onze netto totale schuldgraad 4,0x, een bescheiden verbetering tegenover de 4,1x die wij op 31 december 2020 meldden, dankzij een sterke aangepaste vrije kasstroom in het kwartaal.
Onze netto convenant schuldgraad, berekend volgens de Amended Senior Credit Facility 2020, verschilt van onze netto totale schuldgraad, aangezien hij geen rekening houdt met (i) leasegerelateerde verplichtingen en (ii) aan leverancierskredieten gerelateerde kortlopende verplichtingen, maar wel met (iii) het Credit Facility Excluded Amount (het grootste van € 400,0 miljoen of 0,25x de geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis). Onze netto convenant schuldgraad bereikte 3,0x op 31 maart 2021, stabiel tegenover het vorige kwartaal. Onze huidige netto convenant schuldgraad ligt beduidend onder het 'springing maintenance covenant' van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 4,5x netto senior leverage. Het voornoemde 'maintenance covenant' is echter slechts van toepassing indien wij 40 % of meer van onze wentelkredietfaciliteiten zouden opnemen. Zoals reeds vermeld waren onze wentelkredietfaciliteiten op 31 maart 2021 volledig niet-opgenomen.
Na een sterke financiële prestatie in het eerste kwartaal zijn we goed op weg om onze in februari 2021 voorgestelde doelstellingen voor het volledige jaar 2021 te realiseren. Dit impliceert een terugkeer naar groei van onze omzet in 2021 op rebased basis, met inbegrip van een gedeeltelijk herstel na de COVID-19 pandemie, die voornamelijk onze overige opbrengsten in 2020 beïnvloedde. Het herstel van onze overige opbrengsten zal tot op zekere hoogte worden gecompenseerd door een daling van de gereguleerde vergoeding voor de kabeltoegang die op 1 juli 2020 is ingegaan, en door een aanhoudende druk op onze interconnectieopbrengsten als gevolg van de overstap naar data messaging. Voor het overige zullen onze rebased opbrengsten worden gestimuleerd door de groei van onze activiteit B2B en een bescheiden stijging van de opbrengsten uit abonnementen dankzij de upgrade van de klanten en bepaalde prijsaanpassingen. Voor het volledige jaar 2021 verwachten wij nog steeds een stijging van onze rebased opbrengen met 1 % tegenover 2020. Gelet op de impact van COVID op ons opbrengstprofiel in KW2 vorig jaar, verwachten wij een sterk herstel in KW2 2021, terwijl in KW1 de omzet nog steeds licht daalde met 1 %.
Onze rebased EBITDA groeide in het eerste kwartaal met bijna 4 % vergeleken met KW1 2020. Daarmee zijn we goed op weg om in 2021 een gezonde groei van 1 tot 2 % op rebased basis te realiseren. Zoals reeds vermeld, verwachten wij evenwel een omkering van de trend voor onze Adjusted EBITDA in het tweede kwartaal, aangezien de periode van vorig jaar beduidend lagere programmeringskosten weerspiegelde als gevolg van de versnelde afschrijving van uitzendrechten in KW1 2020 vanwege de wereldwijde COVID-19 pandemie, samen met veel lagere verkoop- en marketingkosten in KW2 2020.
Op rebased basis steeg onze operationele vrije kasstroom in het eerste kwartaal met 15 %. In lijn met de reeds vermelde fasering van onze Adjusted EBITDA in KW2 2021 verwachten wij een soortgelijke omgekeerde trend voor onze operationele vrije kasstroom. Als gevolg van de COVID-19-pandemie daalden onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in KW2 2020 beduidend naar ongeveer 20 % van de opbrengsten. Bijgevolg verwachten we in het tweede kwartaal veel hogere investeringen dan in de periode van vorig jaar, met een negatieve impact op onze operationele vrije kasstroom. Voor het volledige jaar 2021 verwachten wij nog steeds een lichte daling van onze operationele vrije kasstroom met ongeveer 1 % op rebased basis. Daarmee verwachten wij nog altijd de samengestelde jaarlijkse groei van onze operationele vrije kasstroom voor 2018-2021 met 6,5 % tot 8,0 % te realiseren, weliswaar onderaan dit bereik.
Onze aangepaste vrije kasstroom in het eerste kwartaal bedroeg € 124,0 miljoen, wat ons goed op weg zet om onze duiding voor het volledige jaar 2021 waar te maken, ondanks een verwacht lagere prestatie van de aangepaste vrije kasstroom vanwege zowel onze jaarlijkse belastingbetaling als een lagere prestatie van de operationele vrije kasstroom. Ondanks de verwachte bescheiden krimp van onze operationele vrije kasstroom in 2021 hebben wij alle vertrouwen in ons vermogen om een sterke aangepaste vrije kasstroom van € 420,0 tot € 440,0 miljoen te realiseren. De groei van onze aangepaste vrije kasstroom zal onder meer te danken zijn aan lager contante belastingen en lagere contante rentekosten, terwijl ons leverancierskredietprogramma volgens de verwachtingen grotendeels stabiel zal blijven vergeleken met eind 2020.
| Vooruitzichten boekjaren 2018 - 2021 |
FY 2018 rebased(c) | Zoals voorgesteld op 4 december 2018 |
Zoals herbevestigd op 11 februari 2021 |
|---|---|---|---|
| Operationele vrije kasstroom CAGR (rebased)(b, c) |
€ 674,7 miljoen | Tussen 6,5% - 8,0% | Onderkant van de 6,5% - 8,0% vork |
| Vooruitzichten boekjaar 2021 | Rebased boekjaar 2020(a) | Zoals voorgesteld op 11 februari 2021 | |
| Groei van de bedrijfsopbrengsten (rebased)(d) |
€ 2.573,2 miljoen | Tot 1% | |
| Groei van de Adjusted EBITDA (rebased)(b) | € 1.346,5 miljoen | Tussen 1 - 2% | |
| Groei van de operationele vrije kasstroom (rebased)(b, c) |
€ 825,8 miljoen | Ongeveer -1% | |
| Aangepaste vrije kasstroom(b, e) | - | € 420,0 - 440,0 miljoen |
(a) Om de rebased groeicijfers op een vergelijkbare basis voor de bovenstaande perioden te berekenen, hebben wij onze historische bedrijfsopbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de impact te weerspiegelen van de volgende transacties in de mate waarin de opbrengsten en de Adjusted EBITDA van deze transacties in onze huidige resultaten opgenomen zijn: (i) uitsluiting van de opbrengsten en Adjusted EBITDA van ons voormalig Luxemburgse kabelfiliaal Coditel S.à.r.l. (gedeconsolideerd op 1 april 2020) en (ii) weerspiegeling van wijzigingen in verband met de IFRS-verwerking van bepaalde overeenkomsten met betrekking tot contentrechten in het derde kwartaal van 2020.
(b) Kwantitatieve reconciliaties naar nettowinst (met inbegrip van groeicijfers van de nettowinst) en kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor onze duiding van de Adjusted EBITDA, operationele vrije kasstroom en aangepaste vrije kasstroom kunnen niet zonder onredelijke inspanningen worden verstrekt, aangezien wij geen prognoses maken van (i) bepaalde niet-geldelijke lasten, met inbegrip van afschrijving en waardevermindering, herstructurering en overige operationele posten die deel uitmaken van de nettowinst en (ii) specifieke wijzigingen in het werkkapitaal met een impact op de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten. De posten waarvoor wij geen prognose geven, kunnen beduidend van periode tot periode variëren.
(c) Met uitsluiting van de opname van de gekapitaliseerde voetbaluitzendrechten en licenties voor het mobiele spectrum en de impact van bepaalde kapitaaltoevoegingen in verband met leases op onze toe te rekenen bedrijfsinvesteringen.
(d) Vergeleken met onze gerapporteerde opbrengsten voor het volledige jaar 2020 zou de groei van onze opbrengsten voor het volledige jaar 2021 ongeveer 1 % zijn.
(e) In de veronderstelling dat bepaalde betalingen voor de tijdelijke verlenging van onze huidige licenties voor het 2G en 3G mobiele spectrum in 2021 plaatsvinden maar met uitsluiting van betalingen voor toekomstige licenties voor het spectrum in het kader van de nakende multibandveiling, en in de veronderstelling dat de belasting op onze belastingaangifte 2020 pas begin 2022 zal worden betaald.
Tijdens de Capital Markets Day in december 2018 herbevestigden wij ons schuldgraadkader, dat behouden blijft op 3,5x tot 4,5x de netto totale schuld tegenover de geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis ('netto totale schuldgraad'). Zonder wezenlijke overnames en/of beduidende wijzigingen van onze activiteiten of van de regelgeving wensten wij met een aantrekkelijk en houdbaar niveau van de uitkeringen aan aandeelhouders in de buurt van het middelpunt van 4,0x te blijven. Als onderdeel van ons beleid voor kapitaalallocatie hadden wij de intentie om 50% tot 70% van de aangepaste vrije kasstroom van vorig jaar in de vorm van tussentijdse en slotdividenden aan de aandeelhouders uit te keren. Binnen de grenzen van het voornoemde kader voor de netto totale schuldgraad en bij ontstentenis van de voornoemde factoren zou het restant van onze aangepaste vrije kasstroom in aanmerking kunnen komen voor de incrementele inkoop van aandelen, buitengewone dividenden, een verlaging van de schuldgraad, verhogende overnames of een combinatie daarvan.
In zowel 2019 als de eerste helft van 2020 hebben wij het voornoemde beleid voor de vergoeding van de aandeelhouders consequent uitgevoerd, met de uitkering van een totaal bruto dividend van € 1,8750 per aandeel aan de aandeelhouders. Dit bestond uit een bruto tussentijds dividend per aandeel van € 0,57 in december 2019, gevolgd door een bruto dividend van € 1,3050 per aandeel in mei 2020. Met een geaggregeerd totaalbedrag van € 205,1 miljoen vertegenwoordigde dit ongeveer 53% van onze aangepaste vrije kasstroom voor het boekjaar 2019. Daarnaast kochten wij 1,1 miljoen eigen aandelen in als onderdeel van het Aandeleninkoopprogramma 2020, voor een totaalbedrag van € 34,4 miljoen.
Gelet op de robuuste onderliggende conversie van de aangepaste vrije kasstroom en de verbeterde/ herbevestigde prognose voor de operationele vrije kasstroom voor zowel het boekjaar 2020 als de 3-jarige periode 2018-2021 heeft de raad van bestuur beslist het bestaande beleid voor de vergoeding van de aandeelhouders te versterken. Ons nieuwe beleid is gericht op het bereiken van een evenwicht tussen enerzijds aantrekkelijke aandeelhoudersvergoeding, terwijl anderzijds de optionaliteit voor waardetoevoegende fusies en overnames in de toekomst dient behouden te blijven. Terwijl het streefdoel van een netto totale schuldgraad van 4,0x (met uitzondering van fusies en overnames alsook ervan uitgaande dat er geen beduidende nadelige wijzigingen in onze activiteiten of regelgevend kader plaatsvinden) wordt herbevestigd, heeft de raad van bestuur voor de toekomst een dividenddrempel van € 2,75 per aandeel (bruto) ingevoerd. Deze dividenddrempel veronderstelt dat er geen beduidende nadelige wijzigingen in onze activiteiten of regelgevend kader plaatsvinden en vervangt de eerder gecommuniceerde 50-70% uitbetalingsvork. De raad van bestuur wenst hiermee een groter gedeelte van de aangepaste vrije kasstroom aan recurrente dividenden toe te wijzen. Het restant van onze aangepaste vrije kasstroom komt nog steeds in aanmerking voor waardetoevoegende overnames, buitengewone dividenden, incrementele inkoop van eigen aandelen, schuldafbouw of een combinatie daarvan.
In december 2020 hebben we een bruto tussentijds dividend uitgekeerd van € 1,3750 per aandeel (in totaal € 150,0 miljoen), wat de helft van de bovengenoemde dividenddrempel vertegenwoordigt. Gisteren keurden aandeelhouders de betaling van het resterende bruto dividend van € 1,3750 per aandeel (€ 150,2 miljoen in totaal1 ) goed. Het dividend zal worden uitbetaald op 5 mei 2021 waarbij de Telenet-aandelen ex-dividend verhandelen op Euronext Brussel vanaf 3 mei 2021. Met inbegrip van de betaling van dergelijk dividend, bedraagt het totale bruto dividend € 2,75 per aandeel, of € 300,2 miljoen in totaal. Dit is 47% hoger dan het dividend per aandeel betaald over de aangepaste vrije kasstroom voor het boekjaar 2019. Hiermee blijven we voldoen aan ons aandeelhoudersvergoedingsbeleid met inbegrip van de eerder genoemde dividenddrempel.
1 Op basis van 109.243.261 uitstaande dividendgerechtigde aandelen op de datum van dit persbericht
In april 2021 kondigden we de succcesvolle afronding aan van het Ads & Data partnership, zoals we in december vorig jaar hadden aangekondigd. Het unieke partnership van lokale mediaspelers creëert een nationale reclameregie en wil adverteerders de meest creatieve en efficiënte oplossingen bieden om hun klanten te bereiken, over mediatypes en platformen heen. Ads & Data is een joint-venture tussen Mediahuis (44,4%), Telenet/SBS (44,4%) en Proximus/Skynet (11,2%) en bestaat uit de commerciële teams van Mediahuis, SBS en Pebble Media. Gezien Telenets aandeelhoudersbelang van 44,4% zullen de financiële resultaten van dit nieuwe partnership niet geconsolideerd worden in de financiële staten van Telenet.
In april 2021 kondigde Telenet de overname aan van een 49%-belang in Caviar Group. De overige aandelen blijven in handen van de huidige aandeelhouders van Caviar Group: Bert Hamelinck (CEO Caviar en verantwoordelijk voor fictie), Mathias Coppens (verantwoordelijk voor tv-afdeling Roses Are Blue) en Michael Sagol (Chief Talent Officer en verantwoordelijk voor branded content internationaal). De verwachting is dat de overeenkomst, die niet hoeft voorgelegd te worden aan de mededingingsautoriteiten, op 1 mei wordt gefinaliseerd. Caviar begon als Vlaams productiehuis en groeide uit tot een internationale content studio die actief is in het produceren van zowel tv-content, fictie als reclamecampagnes. Na de groei van de SBSzenders en het creatieve succesverhaal van Woestijnvis als volle Telenet-dochters blijft Telenet het Vlaamse ecosysteem dus versterken met vernieuwende samenwerkingen. Ook de participaties in Streamz (voor 50%, met DPG Media) en de nieuwe nationale reclameregie Ads & Data (voor 44%, met Mediahuis en Proximus) kaderen in de langetermijnstrategie van Telenet om binnen de Vlaamse mediasector meer structurele samenwerkingen uit te bouwen.
Gisteren keurden aandeelhouders de betaling van het resterende bruto dividend van € 1,3750 per aandeel (€ 150,2 miljoen in totaal, op basis van 109.243.261 uitstaande dividendgerechtigde aandelen op de datum van dit persbericht) goed. Het dividend zal worden uitbetaald op 5 mei 2021 waarbij de Telenet-aandelen exdividend verhandelen op Euronext Brussel vanaf 3 mei 2021. Met inbegrip van de betaling van dergelijk dividend, bedraagt het totale bruto dividend € 2,75 per aandeel, of € 300,2 miljoen in totaal. Dit is 47% hoger dan het dividend per aandeel betaald over de aangepaste vrije kasstroom voor het boekjaar 2019. Hiermee blijven we voldoen aan ons aandeelhoudersvergoedingsbeleid met inbegrip van de eerder genoemde dividenddrempel.
Gisteren keurden aandeelhouders de herbenoeming goed van de heer John Porter als bestuurder van de Vennootschap voor een termijn van 4 jaar, met onmiddellijke ingang en tot aan de afsluiting van de gewone algemene vergadering in 2025 die gehouden wordt om te beraadslagen over de rekeningen van het boekjaar afgesloten op 31 december 2024.
| Voor de drie maanden afgesloten op 31 maart | 2021 | 2020 | % Verschil |
|---|---|---|---|
| Geleverde diensten | |||
| Aansluitbare huizen (13) | 3.381.300 | 3.394.200 | — % |
| Televisie | |||
| Basiskabeltelevisie (6) | 110.500 | 147.400 | (25) % |
| Premiumkabeltelevisie (7) | 1.688.500 | 1.704.600 | (1) % |
| Totaal kabeltelevisie | 1.799.000 | 1.852.000 | (3) % |
| Internet | |||
| Residentieel breedbandinternet | 1.468.800 | 1.449.900 | 1 % |
| Breedbandinternet aan bedrijven | 237.300 | 222.600 | 7 % |
| Totaal breedbandinternet (8) | 1.706.100 | 1.672.500 | 2 % |
| Vaste telefonie | |||
| Residentiële vaste telefonie | 1.021.300 | 1.068.500 | (4) % |
| Vaste telefonie aan bedrijven | 139.700 | 137.800 | 1 % |
| Totaal vaste telefonie (9) | 1.161.000 | 1.206.300 | (4) % |
| Totaal opbrengstgenererende eenheden (14) | 4.666.100 | 4.730.800 | (1) % |
| Klantenverloop (15) | |||
| Kabeltelevisie | 9,1 % | 9,3 % | |
| Breedbandinternet | 8,0 % | 8,3 % | |
| Vaste telefonie | 9,4 % | 9,6 % | |
| Informatie over klantenrelaties | |||
| Triple play klanten | 1.070.900 | 1.106.800 | (3) % |
| Totaal klantenrelaties (11) | 2.043.600 | 2.064.600 | (1) % |
| Diensten per klantenrelatie (11) | 2,28 | 2,29 | — % |
| ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (11) (12) | 59,8 | 58,3 | 3 % |
| Voor de drie maanden afgesloten op 31 maart | 2021 | 2020 | % Verschil |
| Gegevens mobiele telefonie | |||
| Mobiele telefonie | |||
| Postpaidabonnement | 2.441.600 | 2.387.600 | 2 % |
| Prepaidkaarten | 356.600 | 427.200 | (17) % |
| Totaal mobiele telefonie (10) | 2.798.200 | 2.814.800 | (1) % |
Toelichting: Op 1 april 2020 stonden wij ons Luxemburgse kabelfiliaal in vol eigendom Coditel S.à.r.l. af aan Eltrona en verwierven wij een aandeel van 34% in Eltrona van Post Luxembourg. Na deze twee transacties houden wij een belang van 50% min 1 aandeel in Eltrona, de grootste kabeloperator in Luxemburg. Sinds 1 april 2020 wordt SFR-Coditel niet langer geconsolideerd in onze operationele resultaten. Bijgevolg schrapten wij 47.700 aansluitbare woningen, 9.500 klantrelaties en 18.500 RGU's (kabeltelevisie: 9.200 RGU's, breedband: 5.500 RGU's en vaste telefonie: 3.800 RGU's) in onze geconsolideerde abonneetellingen.
| (in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) | Voor de drie maanden afgesloten op |
||
|---|---|---|---|
| 31 maart | |||
| 2021 | 2020 | % Verschil | |
| Winst over de verslagperiode | |||
| Bedrijfsopbrengsten | 645,9 | 653,0 | (1) % |
| Bedrijfskosten | |||
| Kostprijs van geleverde diensten | (323,0) | (369,1) | (12) % |
| Brutowinst | 322,9 | 283,9 | 14 % |
| Verkoop-, algemene en beheerskosten | (169,1) | (130,7) | 29 % |
| Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | 153,8 | 153,2 | — % |
| Financiële opbrengsten Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten Netto winst op derivaten Financiële kosten Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten Netto verlies bij vervroegde aflossing van schulden Netto financiële opbrengsten (kosten) Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen Winst vóór winstbelastingen Belastingen Winst over de verslagperiode |
155,5 0,3 155,2 (157,4) (157,4) — (1,9) (0,9) 151,0 (38,5) 112,5 |
152,0 0,1 151,9 (146,2) (128,2) (18,0) 5,8 0,4 159,4 (6,2) 153,2 |
2 % 200 % 2 % 8 % 23 % (100) % N.M. N.M. (5) % 521 % (27) % |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | |||
| Elementen die niet naar de geconsolideerde staat van het resultaat geherclassificeerd zullen worden | |||
| Herwaardering van verplichtingen /(tegoeden) uit te-bereiken-doel pensioenplannen, na aftrek van belastingen |
— | — | —% |
| Geassocieerde deelnemingen - aandeel in het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen |
— | — | —% |
| Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen | — | — | —% |
| Totaalresultaat voor de periode | 112,5 | 153,2 | (27) % |
| Winst toe te rekenen aan: | 112,5 | 153,2 | (27) % |
| Eigenaars van de Vennootschap | 112,7 | 153,3 | (26) % |
| Minderheidsbelangen | (0,2) | (0,1) | 100 % |
| Voor de drie maanden afgesloten op |
||||
|---|---|---|---|---|
| (in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) | 31 maart | |||
| 2021 | 2020 | % Verschil | ||
| Totaalresultaat toe te rekenen aan: | 112,5 | 153,2 | (27) % | |
| Eigenaars van de Vennootschap | 112,7 | 153,3 | (26) % | |
| Minderheidsbelangen | (0,2) | (0,1) | 100 % | |
| Gewogen gemiddeld uitstaande aandelen | 109.242.990 | 110.052.569 | ||
| Gewone winst per aandeel | 1,03 | 1,39 | (26) % | |
| Verwaterde winst per aandeel | 1,03 | 1,39 | (26) % | |
| Bedrijfsopbrengsten per type | ||||
| Opbrengsten uit abonnementen: | ||||
| Televisie | 142,7 | 144,4 | (1) % | |
| Breedbandinternet | 168,4 | 160,2 | 5 % | |
| Vaste telefonie | 55,3 | 56,8 | (3) % | |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen | 366,4 | 361,4 | 1 % | |
| Mobiele telefonie | 111,7 | 113,6 | (2) % | |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | 478,1 | 475,0 | 1 % | |
| Bedrijfsdiensten | 51,3 | 50,0 | 3 % | |
| Overige | 116,5 | 128,0 | (9) % | |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 645,9 | 653,0 | (1) % | |
| Bedrijfskosten per type | ||||
| Netwerkexploitatiekosten | (57,7) | (54,3) | 6 % | |
| Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) | (128,6) | (130,3) | (1) % | |
| Personeelsgerelateerde kosten | (71,2) | (68,7) | 4 % | |
| Verkoop- en marketingkosten | (19,3) | (21,2) | (9) % | |
| Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten | (7,1) | (9,5) | (25) % | |
| Overige indirecte kosten | (27,8) | (23,4) | 19 % | |
| Herstructureringskosten | (0,5) | (1,0) | (50) % | |
| Aanpassingen van toewijzingsverschillen tijdens de verwerkingsperiode m.b.t. overnames | 2,0 | — | 100% | |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen | (2,6) | (1,1) | 136 % | |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | (3,9) | (1,8) | 117 % | |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa | (104,3) | (100,7) | 4 % | |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa Afschrijving op uitzendrechten |
(51,7) (20,1) |
(45,8) (39,6) |
13 % (49) % |
|
| Waardevermindering op immateriële activa met een lange levensduur en goodwill | — | (2,8) | (100) % | |
| Winst (verlies) op verkoop van activa | 0,8 | 2,1 | (62) % | |
| Waardevermindering op materiële activa met een lange levensduur | (0,1) | (1,7) | (94) % | |
| Totaal bedrijfskosten | (492,1) | (499,8) | (2) % |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| Voor de drie maanden afgesloten op |
|||
|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 31 maart | ||
| 2021 | 2020 | % Verschil | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | |||
| Winst over de verslagperiode | 112,5 | 153,2 | (27) % |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en herstructureringskosten | 175,9 | 189,5 | (7) % |
| Veranderingen in werkkapitaal en overige niet-kasitems | 28,2 | 32,0 | (12) % |
| Belastingen | 38,5 | 6,2 | 521 % |
| Netto interestkosten, valutaverliezen en overige financiële kosten | 157,1 | 128,1 | 23 % |
| Netto verlies (winst) op afgeleide financiële instrumenten | (155,2) | (151,9) | 2 % |
| Verlies (winst) bij vervroegde aflossing van schulden | – | 18,0 | 100% |
| Betaalde interesten en betalingen voor derivaten | (82,6) | (92,3) | (11) % |
| Betaalde winstbelastingen | (0,4) | (0,3) | 33 % |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 274,0 | 282,5 | (3) % |
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | |||
| Verwerving van materiële vaste activa | (74,3) | (71,5) | 4 % |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (45,1) | (46,0) | (2) % |
| Verwerving van en leningen aan geassocieerde deelnemingen | (1,0) | (0,2) | 400 % |
| Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa | 0,3 | 0,3 | — % |
| Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten | (120,1) | (117,4) | 2 % |
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | |||
| Aflossing van leningen en overige financieringsverplichtingen | (113,2) | (137,5) | (18) % |
| Ontvangsten uit opname van leningen en overige financieringsverplichtingen | 102,6 | 81,8 | 25 % |
| Inkoop eigen aandelen | — | (29,0) | (100) % |
| Betaling voor schulduitgiftekosten | — | (10,6) | (100) % |
| Overige financieringsactiviteiten (incl. leaseverplichtingen) | (25,3) | (33,7) | (25) % |
| Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten | (35,9) | (129,0) | (72) % |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de verslagperiode | 82,0 | 101,4 | (19) % |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de verslagperiode | 200,0 | 137,5 | 45 % |
| Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | 118,0 | 36,1 | 227 % |
| (in € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op 31 maart |
||
|---|---|---|---|
| 2021 | 2020 | % Verschil | |
| Aangepaste vrije kasstroom | |||
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 274,0 | 282,5 | (3) % |
| Geldelijke kosten betreffende overnames of desinvesteringen | 1,5 | 0,2 | 650 % |
| Kosten gefinancierd door een tussenpersoon | 102,5 | 81,8 | 25 % |
| Verwerving van materiële vaste activa | (74,3) | (71,5) | 4 % |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (45,1) | (46,0) | (2) % |
| Kapitaalaflossingen op bedragen gefinancierd door leveranciers en tussenpersonen | (112,6) | (136,5) | (18) % |
| Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) | (14,4) | (13,1) | 10 % |
| Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname | (7,6) | (14,0) | (46) % |
| Aangepaste vrije kasstroom | 124,0 | 83,4 | 49 % |
N.M. - Not Meaningful (Niet Betekenisvol)
| 31 maart | 31 december | Verschil | |
|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 2021 | 2020 | |
| ACTIVA | |||
| Vaste activa: | |||
| Materiële vaste activa | 2.245,9 | 2.288,0 | (42,1) |
| Goodwill | 1.824,5 | 1.824,5 | — |
| Overige immateriële vaste activa | 705,4 | 693,6 | 11,8 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 199,0 | 214,7 | (15,7) |
| Deelnemingen in en leningen aan geassocieerde deelnemingen | 111,9 | 111,7 | 0,2 |
| Overige investeringen | 5,7 | 5,7 | — |
| Derivaten | 23,0 | 58,6 | (35,6) |
| Overige activa | 31,5 | 33,6 | (2,1) |
| Totaal vaste activa | 5.146,9 | 5.230,4 | (83,5) |
| Vlottende activa: | |||
| Voorraden | 24,3 | 27,3 | (3,0) |
| Handelsvorderingen | 186,1 | 187,2 | (1,1) |
| Overige vlottende activa | 153,8 | 126,1 | 27,7 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 200,0 | 82,0 | 118,0 |
| Derivaten | 31,1 | 48,1 | (17,0) |
| 595,3 | 470,7 | 124,6 | |
| Activa aangehouden voor verkoop | 0,3 | 0,3 | — |
| Totaal vlottende activa | 595,6 | 471,0 | 124,6 |
| TOTAAL ACTIVA | 5.742,5 | 5.701,4 | 41,1 |
| 31 maart | 31 december | ||
|---|---|---|---|
| (in € miljoen) | 2021 | 2020 | Verschil |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | |||
| Eigen vermogen: | |||
| Geplaatst kapitaal | 12,8 | 12,8 | — |
| Uitgiftepremies | 80,7 | 80,7 | — |
| Overige reserves | 688,5 | 686,3 | 2,2 |
| Overgedragen verlies | (2.137,2) | (2.249,9) | 112,7 |
| Herwaarderingen | (12,3) | (12,3) | — |
| Totaal eigen vermogen, toe te rekenen aan eigenaars van de Vennootschap |
(1.367,5) | (1.482,4) | 114,9 |
| Minderheidsbelangen | 28,2 | 28,4 | (0,2) |
| Totaal eigen vermogen | (1.339,3) | (1.454,0) | 114,7 |
| Langlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 5.008,6 | 4.918,3 | 90,3 |
| Derivaten | 297,1 | 508,0 | (210,9) |
| Over te dragen opbrengsten | 3,3 | 3,6 | (0,3) |
| Uitgestelde belastingsverplichtingen | 124,9 | 124,7 | 0,2 |
| Overige langlopende schulden | 52,8 | 56,2 | (3,4) |
| Provisies | 10,1 | 12,2 | (2,1) |
| Totaal langlopende verplichtingen | 5.496,8 | 5.623,0 | (126,2) |
| Kortlopende verplichtingen: | |||
| Leningen en overige financieringsverplichtingen | 479,7 | 499,6 | (19,9) |
| Handelsschulden | 204,7 | 174,9 | 29,8 |
| Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen | 420,2 | 399,5 | 20,7 |
| Provisies | 92,3 | 83,6 | 8,7 |
| Over te dragen opbrengsten | 129,5 | 122,8 | 6,7 |
| Derivaten | 50,1 | 65,6 | (15,5) |
| Belastingsschulden | 207,1 | 184,6 | 22,5 |
| 1.583,6 | 1.530,6 | 53,0 | |
| Verplichtingen die rechtstreeks verband houden met de activa aangehouden voor verkoop |
1,4 | 1,8 | (0,4) |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 1.585,0 | 1.532,4 | 52,6 |
| Totaal verplichtingen | 7.081,8 | 7.155,4 | (73,6) |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 5.742,5 | 5.701,4 | 41,1 |
| (In € miljoen) | Gerapporteerd | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| KW1 2020 |
KW2 2020 |
KW3 2020 |
KW4 2020 |
FY 2020 | ||
| Bedrijfsopbrengsten per type | ||||||
| Televisie | 144,4 | 139,6 | 136,6 | 138,4 | 559,0 | |
| Breedbandinternet | 160,2 | 163,3 | 164,9 | 166,5 | 654,9 | |
| Vaste telefonie | 56,8 | 57,0 | 56,2 | 55,2 | 225,2 | |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen | 361,4 | 359,9 | 357,7 | 360,1 | 1.439,1 | |
| Mobiele telefonie | 113,6 | 109,4 | 114,8 | 113,4 | 451,2 | |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | 475,0 | 469,3 | 472,5 | 473,5 | 1.890,3 | |
| Bedrijfsdiensten | 50,0 | 48,3 | 50,8 | 58,6 | 207,7 | |
| Overige | 128,0 | 101,6 | 114,6 | 133,0 | 477,2 | |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 653,0 | 619,2 | 637,9 | 665,1 | 2.575,2 | |
| Bedrijfskosten per type | ||||||
| Netwerkexploitatiekosten | (54,3) | (46,4) | (49,1) | (48,4) | (198,2) | |
| Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) (130,3) | (112,2) | (127,0) | (144,9) | (514,4) | ||
| Personeelsgerelateerde kosten | (68,7) | (64,5) | (64,7) | (73,2) | (271,1) | |
| Verkoop- en marketingkosten | (21,2) | (18,8) | (23,2) | (32,4) | (95,6) | |
| Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten | (9,5) | (4,8) | (6,8) | (7,3) | (28,4) | |
| Overige indirecte kosten | (23,4) | (20,1) | (24,0) | (22,0) | (89,5) | |
| Totaal operationele bedrijfskosten | (307,4) | (266,8) | (294,8) | (328,2) | (1.197,2) | |
| Adjusted EBITDA | 345,6 | 352,4 | 343,1 | 336,9 | 1.378,0 | |
| Adjusted EBITDA marge | 52,9 % | 56,9 % | 53,8 % | 50,7 % | 53,5 % |
| (In € miljoen) | Desinvestering Coditel S.à r.l. en veranderingen in de IFRS-verwerking van bepaalde contentovereenkomsten |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| KW1 2020 |
KW2 2020 |
KW3 2020 |
KW4 2020 |
FY 2020 | |
| Bedrijfsopbrengsten per type | |||||
| Televisie | (1,2) | — | — | — | (1,2) |
| Breedbandinternet | (0,2) | — | — | — | (0,2) |
| Vaste telefonie | (0,2) | — | — | — | (0,2) |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen | (1,6) | — | — | — | (1,6) |
| Mobiele telefonie | — | — | — | — | — |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | (1,6) | — | — | — | (1,6) |
| Bedrijfsdiensten | (0,4) | — | — | — | (0,4) |
| Overige | — | — | — | — | — |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | (2,0) | — | — | — | (2,0) |
| Bedrijfskosten per type | |||||
| Netwerkexploitatiekosten | (0,5) | — | — | — | (0,5) |
| Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) | (22,7) | (5,5) | (3,2) | — | (31,4) |
| Personeelsgerelateerde kosten | 0,5 | 0,3 | 0,2 | — | 1,0 |
| Verkoop- en marketingkosten | 1,1 | 0,3 | 0,2 | — | 1,6 |
| Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten | — | — | — | — | — |
| Overige indirecte kosten | (0,2) | — | — | — | (0,2) |
| Totaal operationele bedrijfskosten | (21,8) | (4,9) | (2,8) | — | (29,5) |
| Adjusted EBITDA | (23,8) | (4,9) | (2,8) | — | (31,5) |
| (In € miljoen) | Rebased | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| KW1 2020 |
KW2 2020 |
KW3 2020 |
KW4 2020 |
FY 2020 | |
| Bedrijfsopbrengsten per type | |||||
| Televisie | 143,2 | 139,6 | 136,6 | 138,4 | 557,8 |
| Breedbandinternet | 160,0 | 163,3 | 164,9 | 166,5 | 654,7 |
| Vaste telefonie | 56,6 | 57,0 | 56,2 | 55,2 | 225,0 |
| Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen | 359,8 | 359,9 | 357,7 | 360,1 | 1.437,5 |
| Mobiele telefonie | 113,6 | 109,4 | 114,8 | 113,4 | 451,2 |
| Totaal opbrengsten uit abonnementen | 473,4 | 469,3 | 472,5 | 473,5 | 1.888,7 |
| Bedrijfsdiensten | 49,6 | 48,3 | 50,8 | 58,6 | 207,3 |
| Overige | 128,0 | 101,6 | 114,6 | 133,0 | 477,2 |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 651,0 | 619,2 | 637,9 | 665,1 | 2.573,2 |
| Bedrijfskosten per type | |||||
| Netwerkexploitatiekosten | (54,8) | (46,4) | (49,1) | (48,4) | (198,7) |
| Directe kosten (programmering en auteursrechten, interconnectie en andere) | (153,0) | (117,7) | (130,2) | (144,9) | (545,8) |
| Personeelsgerelateerde kosten | (68,2) | (64,2) | (64,5) | (73,2) | (270,1) |
| Verkoop- en marketingkosten | (20,1) | (18,5) | (23,0) | (32,4) | (94,0) |
| Uitbestede arbeidsdiensten en professionele diensten | (9,5) | (4,8) | (6,8) | (7,3) | (28,4) |
| Overige indirecte kosten | (23,6) | (20,1) | (24,0) | (22,0) | (89,7) |
| Totaal operationele bedrijfskosten | (329,2) | (271,7) | (297,6) | (328,2) | (1.226,7) |
| Adjusted EBITDA | 321,8 | 347,5 | 340,3 | 336,9 | 1.346,5 |
| Adjusted EBITDA marge | 49,4 % | 56,1 % | 53,3 % | 50,7 % | 52,3 % |
Rebased' informatie: Voor het berekenen van 'rebased' groeipercentages op een vergelijkbare basis voor de hierboven weergegeven periodes hebben we onze historische opbrengsten en Adjusted EBITDA aangepast om de impact van de volgende transacties weer te geven in dezelfde mate dat opbrengsten en Adjusted EBITDA als gevolg van deze transacties zijn opgenomen in onze courante resultaten: (i) omvatten niet de opbrengsten en de Adjusted EBITDA van onze voormalige Luxemburgse kabeldochter Coditel S.à rl (gedeconsolideerd vanaf 1 april 2020) en (ii) weerspiegelen wijzigingen met betrekking tot de IFRSverwerking van bepaalde overeenkomsten inzake contentrechten die zijn aangegaan tijdens het derde kwartaal van 2020. We weerspiegelen de opbrengsten en Adjusted EBITDA van overgenomen bedrijven in onze historische bedragen op basis van over wat naar onze mening de meest betrouwbare informatie is die momenteel voor ons beschikbaar is (over het algemeen financiële overzichten van vóór de overname), zoals gecorrigeerd voor de geschatte effecten van (a) enige significante verschillen tussen onze grondslagen voor financiële verslaggeving en die van de overgenomen entiteiten, (b) enige significante effecten van boekhoudkundige aanpassingen over de acquisitie, en (c) andere items die wij passend achten. We passen pre-acquisitieperiodes niet aan om eenmalige posten te elimineren of om terugwerkende kracht te geven aan eventuele schattingswijzigingen die kunnen worden doorgevoerd tijdens post-acquisitieperiodes. Aangezien we de overgenomen bedrijven niet bezaten of exploiteerden tijdens de pre-acquisitieperiodes, kan er geen garantie worden gegeven dat we alle aanpassingen hebben geïdentificeerd die nodig zijn om de opbrengsten en Adjusted EBITDA van deze entiteiten te presenteren op een basis die vergelijkbaar is met de overeenkomstige post- overnamebedragen die zijn opgenomen in onze historische resultaten of waarvan de financiële overzichten vóór de overname waarop we ons hebben gebaseerd, geen onontdekte fouten bevatten. Bovendien zijn de rebased groeipercentages niet noodzakelijk een indicatie van de opbrengsten en Adjusted EBITDA die zouden hebben plaatsgevonden als deze transacties zouden hebben plaatsgevonden op de data die worden verondersteld voor de berekening van onze rebased bedragen of de opbrengsten en Adjusted EBITDA die in de toekomst zullen plaatsvinden. De rebased groeipercentages zijn gepresenteerd als basis voor het beoordelen van groeipercentages op vergelijkbare basis. 'Rebased' groei is een nietGAAP-maatstaf zoals overwogen door Verordening G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en is een aanvullende maatstaf die door het management wordt gebruikt om de onderliggende prestaties van het bedrijf aan te tonen en mag de maatstaven in overeenstemming met EU IFRS niet vervangen als een indicator van de prestatie, maar moet eerder worden gebruikt in combinatie met de meest direct vergelijkbare EU IFRS-maatstaf.
De netto totale hefboomratio is een niet-GAAP-maatstaf zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en wordt gedefinieerd als de som van kortlopende en langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen van de Vennootschap, verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten ("netto totale schuld"), zoals opgenomen op de balans van de Vennootschap, te delen door de Geconsolideerde Adjusted EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen. In de balans werd Telenets USD-luidende schuld omgerekend naar € op basis van de EUR/USD wisselkoers op 31 maart 2021. Aangezien Telenet verscheidende derivatencontracten heeft afgesloten om zowel de onderliggende variabele interestvoet als de wisselkoers-risico's af te dekken bedroeg het overeenkomstige €-ingedekte bedrag respectievelijk € 2.041,5 miljoen (USD 2.295,0 miljoen Termijnlening AR) en € 882,8 miljoen (USD 1,0 miljard Senior Secured Notes die in 2028 vervallen). Voor de berekening van de netto totale schuldgraad gebruikt Telenet het overeenkomstige €-ingedekte bedrag gelet op de onderliggende blootstelling aan de werkelijke economische risico's.
De volgende tabel geeft een reconciliatie tussen de geannualiseerde nettowinst op basis van de laatste twee kwartalen en de geannualiseerde Adjusted EBITDA op basis van de laatste twee kwartalen.
| (In € miljoen) | Voor de drie maanden afgesloten op |
Voor de zes maanden afgesloten op |
||
|---|---|---|---|---|
| 31 december 2020 |
31 maart 2021 |
31 maart 2021 | 31 maart 2021 | |
| Winst over de verslagperiode | 40,4 | 112,5 | 152,9 | 305,8 |
| Belastingen | 7,2 | 38,5 | 45,7 | 91,4 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen |
(1,4) | 0,9 | (0,5) | (1,0) |
| Verlies (winst) uit de verkoop van activa/verplichtingen betreffende een dochtervennootschap of een joint venture |
1,0 | — | 1,0 | 2,0 |
| Netto financiële kosten (opbrengsten) | 79,8 | 1,9 | 81,7 | 163,4 |
| Afschrijvingen, waardeverminderingen en winst op de verkoop van activa |
196,5 | 175,4 | 371,9 | 743,8 |
| EBITDA | 323,5 | 329,2 | 652,7 | 1.305,4 |
| Vergoeding op basis van aandelen | 11,0 | 3,9 | 14,9 | 29,8 |
| Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen |
2,2 | 2,6 | 4,8 | 9,6 |
| Herstructureringskosten | 0,2 | 0,5 | 0,7 | 1,4 |
| Adjusted EBITDA | 336,9 | 334,2 | 671,1 | 1.342,2 |
| Adjusted EBITDA-marge | 50,7 % | 51,7 % | 51,2 % | 51,2 % |
| Nettowinstmarge | 6,1 % | 17,4 % | 11,7 % | 11,7 % |
Investor & Analyst Conference Call – Telenet zal op 29 april 2021 om 15:00 uur MET een video webcast en conference call houden voor institutionele beleggers en analisten. De webcastkoppelingen vindt u op https://investors.telenet.be.
| Investor Relations: | Rob Goyens | [email protected] | Telefoon: +32 15 333 054 |
|---|---|---|---|
| Bart Boone | [email protected] | Telefoon: +32 15 333 738 | |
| Press & Media Relations: | Stefan Coenjaerts | [email protected] | Telefoon: +32 15 335 006 |
Over Telenet – Als aanbieder van entertainment- en telecommunicatiediensten in België is Telenet Group steeds op zoek naar de perfecte beleving in de digitale wereld voor zijn klanten. Het bedrijf spitst zich onder de merknaam Telenet toe op het aanbieden van digitale televisie, hogesnelheidsinternet en vaste en mobiele telefoniediensten aan residentiële klanten in Vlaanderen en Brussel. Onder de merknaam BASE levert het mobiele telefonie in België. De afdeling Telenet Business bedient de zakelijke markt in België en Luxemburg met connectiviteits-, hosting- en security oplossingen. Meer dan 3000 medewerkers hebben samen 1 doel voor ogen: leven en werken eenvoudiger en aangenamer maken. Telenet Group is een onderdeel van Telenet Group Holding nv en is genoteerd op Euronext Brussel onder ticker symbool TNET. Voor meer informatie, surf naar www.telenet.be. Liberty Global - 's werelds grootste internationale tv- en breedbandbedrijf, investeert, innoveert en versterkt mensen in zes Europese landen om optimaal gebruik te maken van de digitale revolutie - bezit een rechtstreeks belang van 58,3% in Telenet Group Holding nv (exclusief eventuele eigen aandelen die deze laatste van tijd tot tijd in zijn bezit heeft).
Meer informatie – Meer informatie over Telenet en zijn producten vindt u op de website https://www.telenet.be. Nadere informatie over de operationele en financiële gegevens in dit document kan worden gedownload in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers. Het geconsolideerde jaarverslag van 2019 en de niet-geauditeerde geconsolideerde tussentijdse financiële staten en presentaties in verband met de financiële resultaten over de drie maanden afgesloten op 31 maart 2021 zijn beschikbaar in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers (https://investors.telenet.be).
Safe Harbor Statement van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995 – Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot onze financiële en operationele vooruitzichten, onze groeiverwachtingen, strategie, product-, netwerk- en technologielanceringen, en de verwachte impact van overnames op onze gecombineerde activiteiten en financiële prestaties zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat onze werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot onze liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; onze aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; de mogelijke nadelige gevolgen van de recente uitbraak van de nieuwe pandemie van het cornoavirus (COVID-19), ons vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; ons vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van onze schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; ons vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om onze globale marktpenetratie te vergroten; ons vermogen om met andere bedrijven in de communicatieen contentdistributiesector te concurreren; ons vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor onze activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; ons vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van onze kritieke systemen; ons vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; ons vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, ons vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en ons vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. We verbinden ons er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.
Financiële informatie – De geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding per en voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 werd opgesteld in overeenstemming met EU IFRS, tenzij anders vermeld, en kan op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd.
Niet-GAAP-maatstaven – "Adjusted EBITDA", "Operationele vrije kasstroom", "Aangepaste vrije kasstroom" en "netto totale hefboomratio" zijn niet-GAAP-maatstaven zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission. Voor aanverwante definities en aansluitingen verwijzen we naar de Investor Relations-sectie op de website van Liberty Global plc (https://www.libertyglobal.com). Liberty Global plc is de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap.
Dit document werd vrijgegeven op 29 april 2021 om 7:00 uur MET
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.