AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Telenet Group Holding NV

Earnings Release Jun 5, 2015

4008_10-q_2015-06-05_b98bf4a1-2ba3-42d5-9e17-50957840a871.pdf

Earnings Release

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Resultaten voor het eerste kwartaal 2015

  • Verbeterde groei van de bedrijfsopbrengsten +6% j-o-j tot €443,4 miljoen, dankzij hogere opbrengsten uit kabeldiensten en dubbelcijferige groei voor mobiele telefonie en B2B;
  • Adjusted EBITDA van €235,0 miljoen, j-o-j groei beïnvloed door een eenmalig voordeel van €12,5 miljoen in KW1 2014;
  • Overname van BASE Company (€1,325 miljard) zal zorgen voor langetermijntoegang tot een mobiel netwerk en stelt toekomst als toonaangevende aanbieder van geïntegreerde telecomdiensten veilig.

Bijgaande informatie betreft gereglementeerde informatie zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

Mechelen, 28 april 2015 – Telenet Group Holding NV ("Telenet" of de "Vennootschap") (Euronext Brussel: TNET) maakt zijn niet-geauditeerde geconsolideerde resultaten over de drie maanden afgesloten op 31 maart 2015 bekend. De resultaten zijn conform de door de Europese Unie goedgekeurde International Financial Reporting Standards ("EU IFRS").

BELANGRIJKSTE PUNTEN IN EEN NOTENDOP

  • Voortdurende focus op productkwaliteit, innovatie en het bieden van een geweldige klantervaring hebben geleid tot een 9% nettostijging van het aantal 'triple-play' abonnees tot ~48% van ons klantenbestand;
  • Kaap van 900.000 mobiele-telefonieabonnees met een post-paidabonnement(8) gerond dankzij de sequentiële verbetering van de nettogroei van het aantal abonnees tot 30.200 in KW1 2015;
  • Bedrijfsopbrengsten +6% j-o-j tot €443,4 miljoen dankzij de solide groei van het aantal klanten met een productbundel, het voordeel van de selectieve prijsverhoging voor bepaalde vaste diensten in januari 2015 en de dubbelcijferige groei van onze mobiele-telefonieactiviteiten en B2B-activiteiten;
  • Adjusted EBITDA(1) -1% j-o-j tot €235,0 miljoen vermits KW1 2014 een eenmalig voordeel van €12,5 miljoen omvatte uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen. Exclusief deze impact groeide de onderliggende Adjusted EBITDA ondanks hogere kosten voor de subsidiëring van gsm's en smartphones;
  • Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen(2) van €89,6 miljoen, of ~20% van de bedrijfsopbrengsten, beïnvloed door de opname van de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor het seizoen 2015-2016;
  • Vrije kasstroom(3) daalde met €3,0 miljoen, of 11% j-o-j, tot €24,6 miljoen als gevolg van hogere geldelijke belastingen, deels gecompenseerd door werkkapitaalverbeteringen en lagere geldelijke interestkosten;
  • Voor het boekjaar 2015 verwachten we een groei van de bedrijfsopbrengsten met 4% 5%; een groei van de Adjusted EBITDA met ongeveer 4%; een aandeel van de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen in de bedrijfsopbrengsten van ongeveer 21%; en een vrije kasstroom van €240,0 - €250,0 miljoen.
Voor de drie maanden afgesloten op maart 2015 maart 2014 % Verschil
FINANCIËLE KERNCIJFERS (in € miljoen, uitgezonderd bedragen per aandeel)
Bedrijfsopbrengsten 443,4 416,8 6%
Bedrijfswinst 131,4 147,6 -11%
Nettowinst 34,1 38,8 -12%
Gewone winst per aandeel 0,29 0,34 -15%
Verwaterde winst per aandeel 0,29 0,33 -12%
Adjusted EBITDA (1) 235,0 237,8 -1%
Adjusted EBITDA marge % 53,0% 57,1%
Toe te rekenen Bedrijfsinvesteringen (2) 89,6 70,0 28%
Bedrijfsinvesteringen als % van de bedrijfsopbrengsten 20,2% 16,8%
Vrije kasstroom (3) 24,6 27,6 -11%
OPERATIONELE KERNCIJFERS (Geleverde diensten)
Totaal kabeltelevisie 2.071.400 2.098.000 -1%
Basiskabeltelevisie (4) 383.300 448.600 -15%
Premiumkabeltelevisie (5) 1.688.100 1.649.400 2%
Breedbandinternet (6) 1.534.500 1.473.600 4%
Vaste telefonie (7) 1.174.500 1.092.100 8%
Mobiele telefonie (8) 924.500 779.400 19%
Triple-playklanten 1.044.800 959.200 9%
Diensten per klantenrelatie (9) 2,19 2,12 3%
ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (9) (10) 48,8 46,2 6%

In een reactie op de resultaten zei John Porter, Chief Executive Officer van Telenet:

"We hebben het jaar goed ingezet met solide operationele en financiële resultaten voor de eerste drie maanden. Net als in het vorige kwartaal wogen de felle concurrentie en het wegebbende effect van de vernieuwing van onze triple-playbundels "Whop" en "Whoppa" op de nettogroei van het aantal abonnees voor onze geavanceerde vaste diensten (premiumkabeltelevisie, breedbandinternet en vaste telefonie). Zoals verwacht nam het klantverloop voor alle geavanceerde vaste diensten, alsook dat voor basiskabeltelevisie, in de loop van het kwartaal verder toe als gevolg van de prijsaanpassing in januari 2015. Toch steeg het aantal abonnees voor onze geavanceerde vaste diensten in het eerste kwartaal netto met 34.200 en bleven we een stevige instroom van triple-playabonnees zien. Op 31 maart 2015 was ongeveer 48% van ons klantenbestand geabonneerd op alle drie de vaste diensten, in vergelijking met ongeveer 44% eind maart 2014. Onlangs hebben we onze bundels "Whop" en "Whoppa" nog interessanter gemaakt door zowel de downloadsnelheid als uploadsnelheid te verhogen. Met downloadsnelheden tot respectievelijk 100 Mbps en 200 Mbps, wat hoger is dan de basissnelheden van onze directe concurrenten, bieden "Whop" en "Whoppa" zowel particuliere als zakelijke klanten de snelste internetervaring in ons verkoopgebied.

In het vierde kwartaal van vorig jaar vertraagde de groei van het aantal mobiele-telefonieabonnees met een postpaidabonnement als gevolg van de tijdelijke kortingen die onze directe concurrenten aanboden en hun agressieve campagnes met gesubsidieerde smartphones, maar in het eerste kwartaal zijn we erin geslaagd het tij te keren dankzij onze succesvolle marketingcampagnes, inclusief aantrekkelijke tariefplannen met gesubsidieerde smartphones. In de eerste drie maanden van het jaar steeg het aantal mobiele-telefonieabonnees met een postpaidabonnement netto met 30.200, waardoor we nu meer dan 900.000 mobiele-telefonieabonnees in onze Vlaamse en Brusselse verkoopgebieden hebben. En er komt nog meer aan. Recent lanceerden we onze "Familie Deal"-pakketten, die zowel huidige als nieuwe triple-playabonnees een maandelijks terugkerende korting op meerdere simkaarten bieden. Vorige week kondigden we de overname van BASE Company aan, de op twee na grootste mobiele operator op de Belgische markt. Het bedrijf is gewaardeerd op €1,325 miljard, wat neerkomt op een overnameprijs van 5,0x de geschatte Adjusted EBITDAi van BASE in 2015, zoals gecorrigeerd voor de geraamde jaarlijkse synergieën en eenmalige integratiekosten en investeringenii. Dit is een aantrekkelijke ratio voor onze aandeelhouders. Met deze overname zullen we een belangrijke stap zetten om ons voor de lange termijn te verzekeren van mobiele toegang, zodat we goed gepositioneerd zijn om effectief mee te dingen naar de groeiopportuniteiten die zich op het gebied van mobiele communicatie aandienen.

In de eerste drie maanden van 2015 genereerden we €443 miljoen aan bedrijfsopbrengsten, of 6% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. In vergelijking met voorgaande kwartalen versnelde de groei van de bedrijfsopbrengsten dankzij de verdere groei van het aantal klanten met een productbundel, de groeiende bijdrage van onze mobiele activiteiten en het voordeel van de prijsverhoging in januari 2015. Bovendien werd de groei van onze bedrijfsopbrengsten niet langer afgeremd door de teruglopende verkoop van losse smartphones vorig jaar. In het eerste kwartaal bereikte de Adjusted EBITDA €235 miljoen, wat iets minder is dan in het eerste kwartaal van 2014 toen onze Adjusted EBITDA een eenmalig voordeel van €13 miljoen in verband met de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen omvatte. Als we deze impact buiten beschouwing laten, realiseerden we een gezonde onderliggende groei van de Adjusted EBITDA ondanks de relatief hogere kosten in verband met de subsidiëring van smartphones. De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen bedroegen €90 miljoen en vertegenwoordigden ongeveer 20% van onze bedrijfsopbrengsten in het eerste kwartaal. Ze werden beïnvloed door de opname in het eerste kwartaal van 2015 van de niet-exclusieve uitzendrechten voor de Jupiler Pro League voor het seizoen 2015-2016. Als we deze impact buiten beschouwing laten, bedroegen de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen ongeveer 14% van onze bedrijfsopbrengsten als gevolg van timingverschillen in bepaalde netwerkinvesteringen en algemeen lagere settopboxgerelateerde bedrijfsinvesteringen. Tot slot realiseerden we een vrije kasstroom van €25 miljoen, wat €3 miljoen of 11% minder is dan in het eerste kwartaal van vorig jaar. De lagere geldelijke interestkosten als gevolg van de afwikkeling van derivaten en de herfinanciering vorig jaar en de duidelijke verbetering van de werkkapitaaltrend werden meer dan tenietgedaan door substantieel hogere geldelijke belastingkosten in het eerste kwartaal. Vermits we dit jaar geen bijkomende geldelijke winstbelastingen

i De geschatte FY 2015 Adjusted EBITDA van €165 miljoen, onder EU-IFRS, is gebaseerd op aannames van het management van Telenet en is aangepast

om BASE Company's beëindigde activiteiten en geschatte reorganisatiekosten uit te sluiten. ii Gebaseerd op aannames van het management van Telenet, inclusief de geschatte besparingen op FY 2017 MVNO-gerelateerde kosten en andere geschatte jaarlijkse OPEX besparingen tegen FY 2019. Daarnaast werd voor de berekening van de overnamemultiples, de enterprise value verhoogd met circa €240 miljoen eenmalige investeringen in het netwerk van BASE Company en integratiekosten.

verwachten, zijn we goed op weg om dit jaar een vrije kasstroom van €240 tot €250 miljoen te realiseren, in lijn met onze prognose.

Nu de eerste drie maanden van het jaar achter ons liggen, herbevestigen we onze vooruitzichten voor het hele jaar zoals we die midden februari hebben gepresenteerd. We mikken nog steeds op een gezonde organische groei van de bedrijfsopbrengsten met 4-5% en een groei van de Adjusted EBITDA met ongeveer 4% (het feit dat het bovenvermelde eenmalige voordeel in het eerste kwartaal van 2014 dit jaar niet speelt, weegt op de jaar-op-jaargroei). We verwachten geleidelijk hogere netwerkinvesteringen in het kader van ons programma "Grote Netwerf", en dus verwachten we dat de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen zullen stijgen ten opzichte van het eerste kwartaal (exclusief de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie). Tot slot zien we een gezonde vrije kasstroom tussen €240 en €250 miljoen voor het volledige jaar."

1 Belangrijkste operationele ontwikkelingen

BELANGRIJKE WIJZIGINGEN IN DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING

Bedrijfsopbrengsten volgens aard: In het eerste kwartaal van 2015 hebben we de wijze waarop we de toelichting over onze bedrijfsopbrengsten presenteren gewijzigd om ons verder te aligneren met onze meerderheidsaandeelhouder en om meer transparantie te verschaffen in de onderliggende evolutie van (i) onze traditionele opbrengsten uit kabelabonnementen, (ii) de opbrengsten die worden gegenereerd door onze mobieletelefonieklanten, (iii) onze opbrengsten uit bedrijfsdiensten en (iv) onze andere opbrengsten, die onder andere bestaan uit de opbrengsten uit de verkoop van settopboxen als gsm's en smartphones, interconnectieopbrengsten en transport- en distributievergoedingen. We hebben deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar.

Aanpassing van opbrengstgenererende eenheden: In het eerste kwartaal van 2015 hebben we de wijze waarop we bepaalde belangrijke operationele prestatie-indicatoren berekenen gewijzigd, om ons verder te aligneren met onze meerderheidsaandeelhouder. Vanaf 1 januari 2015 wordt het aantal opbrengstgenererende eenheden geteld op basis van het uniek adres, zodat een gegeven adres niet twee maal in rekening wordt genomen als opbrengstgenererende eenheid voor een bepaalde dienst. Anderzijds zal een individu dat één van onze diensten afneemt op twee verschillende adressen (bijvoorbeeld een eerste en een tweede woning) als twee opbrengstgenererende eenheden in rekening worden genomen voor die dienst. Deze definitieaanpassing is ook van invloed op bepaalde andere afgeleide operationele parameters, waaronder de penetratiegraden van onze productbundels, het aantal diensten per klantenrelatie en de onderliggende gemiddelde opbrengst per klantenrelatie. Gedurende het kwartaal hebben we ook bepaalde definities voor televisie-abonnees aangepast om deze definities beter te laten aansluiten bij de onderliggende diensten ontvangen door onze klanten en hebben we onze definities voor "digitale kabeltelevisie" en "analogie kabeltelevisie" vervangen door respectivelijk "premiumkabel-tv" en "basiskabel-tv". We hebben deze wijzigingen ook retroactief toegepast op de kwartalen van het voorgaande jaar.

Vrije kasstroom: In het eerste kwartaal van 2015 hebben we onze definitie van vrije kasstroom gewijzigd, om ons verder te aligneren met onze meerderheidsaandeelhouder. Vrije kasstroom wordt gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of niet-succesvolle overnames en desinvesteringen, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op verplichtingen uit hoofde van leverancierskrediet, en (iii) kapitaalaflossingen op financiële leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht.

Herclassificatie van bepaalde apparaatgerelateerde betalingen: Met ingang van het vierde kwartaal van 2014 wijzigden we de classificatie van bepaalde apparaatgerelateerde betalingen van verwerving van materiële vaste activa binnen de nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten in ons geconsolideerde kasstroomoverzicht naar veranderingen in werkkapitaal en overige niet-kasitems binnen de nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten in ons geconsolideerde kasstroomoverzicht. We hebben deze classificatie met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 toegepast. Bijgevolg werd €18,4 miljoen aan apparaatgerelateerde betalingen tijdens de eerste drie maanden van 2014 geherclassificeerd naar veranderingen in werkkapitaal en overige niet-kasitems binnen de nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten in ons geconsolideerde kasstroomoverzicht. De herclassificatie van deze kasstromen had geen impact op het nettoresultaat of de vrije kasstroom.

1.1 Productbundels

OVERZICHT EN PRODUCTBUNDELS

Aan het eind van het eerste kwartaal van 2015 hadden we 2.186.600 klantenrelaties, wat neerkomt op ongeveer 75% van de 2.921.100 huizen die op ons netwerk kunnen worden aangesloten. Op 31 maart 2015 boden we 4.780.400 diensten (exclusief de opbrengstgenererende eenheden van onze mobiele activiteiten) aan, waarvan 2.071.400 abonnees op onze basiskabel-tv-diensten, 1.534.500 op onze breedbandinternetdiensten en 1.174.500 op onze vastetelefoniediensten. Op diezelfde datum hadden we ook 924.500 mobiele-telefonieabonnees met een 'post-paid' abonnement. Daarnaast was per einde van het eerste kwartaal van 2015 ongeveer 81% van onze televisie-abonnees overgestapt op ons premiumkabel-tv-platform. Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, boden we 3% meer diensten aan (exclusief de opbrengstgenererende eenheden van onze mobiele activiteiten).

In het eerste kwartaal van 2015 steeg het aantal abonnees voor onze geavanceerde vaste diensten (premiumkabel-tv, breedbandinternet en vaste telefonie) netto met 34.200. Zoals in het vierde kwartaal van 2014 werd de nettogroei van het aantal abonnees voor onze geavanceerde vaste diensten in het eerste kwartaal van 2015 geïmpacteerd door de hevige concurrentie en de verminderde impact van de vernieuwing van onze triple-play bundels "Whop" en "Whoppa". Toch realiseerden we opnieuw een solide nettogroei van 9% van het aantal abonnees voor onze toonaangevende triple-play bundels, wat het totale aantal triple-play abonnees op 31 maart 2015 op 1.044.800 bracht. Op 31 maart 2015 was bijna 48% van onze klantenrelaties geabonneerd op onze triple-play bundels, tegenover ongeveer 44% op 31 maart 2014. Het succes van onze productbundelingsstrategie valt ook af te leiden uit het aantal diensten per klant. Per 31 maart 2015 namen onze klanten gemiddeld 2,19 diensten af, een stijging van 3% ten opzichte van 31 maart 2014 toen het gemiddelde aantal diensten per klant op 2,12 stond (in beide gevallen exclusief mobiele telefonie).

GEMIDDELDE OPBRENGST PER KLANTENRELATIE

De gemiddelde opbrengst per klantenrelatie is exclusief onze opbrengsten uit mobiele telefonie en bepaalde andere soorten opbrengsten en bedroeg in de eerste drie maanden van 2015 €48,8. Dit is een stijging van €2,6 of 6% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, toen de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie €46,2 bedroeg. De groei van de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie werd ondersteund door (i) het grotere aandeel van multiple-play abonnees in ons totale klantenbestand; (ii) het grotere aandeel van premiumkabel-tv-abonnees die zich abonneren op onze "Play" en "Play More" premium-contentdiensten; en (iii) het voordeel van de selectieve prijsverhoging voor bepaalde vaste diensten sinds 25 januari 2015. Deze gunstige effecten werden deels tenietgedaan door het groeiende aandeel van bundelkortingen en andere kortingen.

1.2 Breedbandinternet

Op 31 maart 2015 was de totale omvang van het klantenbestand voor breedbandinternet 1.534.500 abonnees, equivalent aan 52,5% van de huizen die op ons toonaangevende HFC-netwerk kunnen worden aangesloten, tegenover 50,8% aan het eind van het eerste kwartaal van 2014. In KW1 2015 was de netto klantengroei van 11.200 voor onze breedbandinternetdiensten lager door hoger klantenverloop ten gevolge van de intens concurrerende markt en de geanticipeerde impact van de prijsaanpassingen in januari 2015. In het eerste kwartaal van 2015 bereikte het op jaarbasis uitgedrukte klantverloop voor onze breedbandinternetdiensten 7,6%, vergeleken met 7,0% in dezelfde periode vorig jaar. Onze triple-play bundels "Whop" en "Whoppa" bieden nu downloadsnelheden van respectievelijk 100 Mbps en 200 Mbps, wat meer is dan de basisdownloadsnelheden van onze directe concurrenten. We hebben bijna 1,2 miljoen actieve wifi-homespots en ongeveer 2.000 wifi-hotspots op openbare plaatsen, exclusief de WiFi Homespots van de Waalse kabeloperator VOO die ook vrij toegankelijk zijn voor onze breedbandinterrnetklanten.

1.3 Vaste telefonie

In het eerste kwartaal van 2015 steeg het aantal abonnees voor vaste telefonie netto met 15.000, wegens de aanhoudende succesvolle verkoop van onze triple-play bundels "Whop" en "Whoppa" aan zowel onze nieuwe als onze bestaande klanten, zodat zij ten volle kunnen genieten van de voordelen van hun digitale levensstijl. Op 31 maart 2015 bedienden we 1.174.500 vaste-telefonieabonnees (+8% j-o-j), equivalent aan 40,2% van het totale aantal huizen die op ons netwerk kunnen worden aangesloten, versus 37,7% op 31 maart 2014. Het aantal geregistreerde apparaten die onze innovatieve VoIP-app "Triiing" gebruiken, steeg tot ongeveer 325.700 op 31 maart 2015, wat neerkomt op circa 28% van ons abonneebestand voor vaste telefonie. In het eerste kwartaal van 2015 bedroeg het op jaarbasis uitgedrukte klantverloop voor onze vaste-telefoniediensten 8,9%, wat 140 basispunten meer was dan in dezelfde periode van het voorgaande jaar. Dit was vooral toe te schrijven aan de hevige concurrentie, met inbegrip van aanhoudende concurrentie van aanbieders van mobiele telefonie, en de de geanticipeerde impact van de prijsaanpassingen in januari 2015.

1.4 Mobiele telefonie

In het voorgaande kwartaal vertraagde de nettogroei van het aantal mobiele-telefonieabonnees met een post-paid abonnement als gevolg van de hevige concurrentie. In het eerste kwartaal van 2015 keerden we deze neerwaartse trend. Na een zeer competitief vierde kwartaal vorig jaar, nam de druk van abonnementen met gesubsidieerde gsm's/smartphones en andere tijdelijke kortingen die onze directe concurrenten aanboden deels af, terwijl onze doelgerichte campagnes, inclusief abonnementen met gesubsidieerde gsm's/smartphones en andere kortingen, succesvol bleken. Hierdoor registreerden we netto 30.200 nieuwe mobiele-telefonieabonnees met een post-paid abonnement, een stijging van 16% kwartaal-op-kwartaal. Op 31 maart 2015, bedroeg het aantal mobieletelefonieabonnees met een post-paid abonnement 924.500 actieve SIM's, wat een stijging van 19% j-o-j was. In tegenstelling tot het op jaarbasis uitgedrukte klantverloop voor onze geavanceerde vaste diensten, verbeterde het op jaarbasis uitgedrukte klantverloop voor onze mobiele telefonie diensten met 180 basispunten kwartaal-op-kwartaal tot 15,9%, wat ook licht lager was in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.

In het eerste kwartaal van 2015 bedroeg de gemiddelde opbrengst per klantenrelatie die door onze mobieletelefonieabonnees wordt gegenereerd €25,6 in vergelijking met €26,0 in het vierde kwartaal van 2014 en €26,5 in het eerste kwartaal van 2014 (alle cijfers inclusief interconnectie). De daling ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar was vooral toe te schrijven aan de omzetting van bepaalde oudere tariefplannen voor mobiele telefonie naar onze nieuwste tariefplannen voor mobiele telefonie, inclusief "King Supersize" en lagere prijzen voor onze "Kong" abonnementen. Op sequentiële basis was de daling van de gemiddelde opbrengst per klant voor mobiele telefonie (inclusief interconnectie) toe te schrijven aan het gecombineerde effect van lagere buitenbundel- en interconnectieopbrengsten, de aanhoudende druk op het sms-gebruik en het feit dat mobiele data steeds meer ingang vindt.

1.5 Televisie

PREMIUMKABEL-TV

In het eerste kwartaal van 2015 steeg het aantal premiumkabel-tv-abonnees netto met 8.000 tot 1.688.100 op 31 maart 2015. Per 31 maart 2015 abonneerde ongeveer 81% van onze abonnees voor kabel-tv zich op ons premiumkabel-tv-platform, versus ongeveer 79% op 31 maart 2014. In vergelijking met de voorgaande kwartalen vertraagde de nettogroei van het aantal premiumkabel-tv-abonnees na de sterke groei in het derde kwartaal van 2014 als gevolg van de uitfasering van ons SD-videoplatform.

Aan het eind van het eerste kwartaal van 2015 waren ongeveer 207.300 klanten geabonneerd op onze betaal-tvkanalen "Sporting Telenet", een lichte stijging opzichte van het vierde kwartaal van 2014. Op 31 maart 2015 maakte ongeveer 23% van onze digitale-tv-abonnees actief gebruik van onze app "Yelo TV", waarmee onze abonnees kunnen genieten van een unieke content-ervaring op verschillende aangesloten toestellen, zowel binnen- als buitenshuis via onze WiFi Homespots en Hotspots. Op 31 maart 2015 hadden we 176.700 klanten voor "Play" en "Play More" (onze abonnementspakketten voor films en programma's à la carte), wat maar liefst 17% meer was dan in het vierde kwartaal van 2014.

BASISKABEL-TV

In vergelijking met 31 december 2014 liep het totale aantal abonnees voor basiskabel-tv en premiumkabel-tv met 11.900 terug tot 2.071.400 op 31 maart 2015. Het organische nettoverlies van abonnees in het eerste kwartaal van 2015 was hoger dan het gemiddelde verloop in de voorgaande kwartalen in 2014, wat toe te schrijven was aan de hevige concurrentie, gekenmerkt door de beschikbaarheid van andere digitale en over-the-top-platforms ("OTT") in onze markt en de geanticipeerde impact van de prijsaanpassingen in januari 2015.

Het hierboven genoemde organische verlies omvat geen overschakelingen naar onze premiumkabel-tv-diensten en vertegenwoordigt klanten die zijn overgestapt naar platformen van de concurrentie (bijvoorbeeld andere aanbieders van digitale tv en satellietexploitanten) of klanten die hun tv-abonnement hebben opgezegd of die naar een locatie buiten ons verkoopgebied zijn verhuisd. Gezien het historisch hoge niveau van de kabel-tv-penetratie in ons verkoopgebied, de beperkte uitbreiding van het aantal aansluitbare huizen en de sterke concurrentie op de binnenlandse tv-markt, verwachten we een verder verloop van onze abonnees voor basiskabel-tv. Dit verloop zal echter worden gecompenseerd door de verdere groei van het aantal multiple-play abonnees, die een hogere gemiddelde opbrengst per klant genereren dan klanten met een abonnement op basiskabel-tv.

2 Belangrijkste financiële ontwikkelingen

2.1 Bedrijfsopbrengsten

In de eerste drie maanden van 2015 genereerden we €443,4 miljoen aan bedrijfsopbrengsten, of 6% meer dan de €416,8 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De groei van de bedrijfsopbrengsten tijdens de periode was geheel organisch en was direct te danken aan (i) de solide groei van het aantal klanten met een productbundel (het aantal triple-play abonnees lag 9% hoger dan in het eerste kwartaal van 2014), (ii) het voordeel van de selectieve prijsverhoging voor bepaalde vaste diensten in januari 2015, (iii) een 15% hogere bijdrage van onze mobiele activiteiten, en (iv) een stijging van de opbrengsten uit bedrijfsdiensten met 11%. In vergelijking met voorgaande kwartalen kende de groei van onze bedrijfsopbrengsten een duidelijke stijging in het eerste kwartaal van 2015 dankzij de hierboven aangehaalde redenen. Bovendien werd de groei van onze bedrijfsopbrengsten niet langer negatief beïnvloed door lagere opbrengsten uit de verkoop van losse gsm's en smartphones zoals dat vorig jaar het geval was.

KABELTELEVISIE

Onze kabeltelevisie-opbrengsten vertegenwoordigen de maandelijkse vergoeding die onze kabeltelevisie-abonnees betalen voor de kanalen die ze in het basispakket ontvangen, alsmede de opbrengsten die worden gegenereerd door onze premiumkabeltelevisie-abonnees. Deze bestaan onder meer uit (i) terugkerende huurgelden voor settopboxen, (ii) de opbrengsten uit extra premium content die wij aanbieden, inclusief onze vernieuwde abonnementspakketten voor films en programma's à la carte "Play" en "Play More" en "Sporting Telenet", en (iii) ons VOD-platform, inclusief zowel transactionele als on-demand functies. Voor de eerste drie maanden van 2015 bedroegen de kabeltelevisieopbrengsten €137,3 miljoen, wat 1% meer is dan de €135,3 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Deze stijging was te danken aan (i) de groei van de terugkerende huurgelden voor settopboxen en (ii) de groei van onze premiumcontentdiensten, deels tenietgedaan door de geleidelijke daling van het totale aantal abonnees voor kabeltelevisie.

BREEDBANDINTERNET

De opbrengsten die door onze 1,5 miljoen particuliere klanten en kleine bedrijven met een breedbandinternetabonnement werden gegenereerd, bedroegen in de eerste drie maanden van 2015 €135,2 miljoen, of 7% meer dan de €126,3 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De groei van de bedrijfsopbrengsten was te danken aan (i) de solide groei van het aantal abonnees met 4% en (ii) het voordeel van de hiervoor genoemde prijsverhoging met ingang van eind januari 2015, deels tenietgedaan door het toegenomen aandeel van bundelkortingen.

VASTE TELEFONIE

De opbrengsten uit vaste telefonie omvatten de terugkerende opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze vaste-telefonieabonnees worden betaald alsook variabele verbruiksgerelateerde opbrengsten, maar omvatten niet de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd. In de eerste drie maanden van 2015 stegen de opbrengsten uit vaste telefonie met 10% tot €56,3 miljoen, in vergelijking met €51,2 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Deze stijging was te danken aan (i) de forse toename van het aantal vaste-telefonieabonnees met 8%, (ii) hogere verbruiksgerelateerde opbrengsten en (iii) het voordeel van de hiervoor genoemde prijsverhoging met ingang van eind januari 2015, deels tenietgedaan door het toegenomen aandeel van bundelkortingen.

MOBIELE TELEFONIE

Onze opbrengsten uit mobiele telefonie vertegenwoordigen de opbrengsten uit abonnementsgelden die door onze mobiele-telefonieabonnees worden gegenereerd alsook verbruiksgerelateerde opbrengsten, maar omvatten niet (i) de interconnectieopbrengsten die door deze klanten worden gegenereerd noch (ii) de opbrengsten uit de verkoop van losse gsm's en smartphones. In de eerste drie maanden van 2015 genereerden we opbrengsten uit mobiele telefonie ten bedrage van €47,9 miljoen, een stijging met €6,1 miljoen, of 15% meer, dan de €41,8 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Dit weerspiegelt de aanhoudende dubbelcijferige groei van het aantal abonnees met een post-paid abonnement, deels tenietgedaan door de daling van de verbruiksgerelateerde opbrengsten.

BEDRIJFSDIENSTEN

De onder bedrijfsdiensten gerapporteerde opbrengsten betreffen de opbrengsten die worden gegenereerd op nietcoaxproducten, inclusief glasvezel- en geleasede DSL-lijnen, onze 'carrier'-diensten, maar ook diensten met toegevoegde waarde zoals hostingdiensten en beheerde beveiligingsdiensten. Opbrengsten uit zakelijke klanten op alle coaxgerelateerde producten worden toegerekend aan één van de bovengenoemde opbrengstenregels en worden niet gerapporteerd binnen Telenet Business, onze B2B-afdeling. In de eerste drie maanden van 2015 genereerde Telenet Business €28,4 miljoen aan bedrijfsopbrengsten, wat 11% meer was dan in dezelfde periode vorig jaar toen onze bedrijfsdiensten €25,7 miljoen aan bedrijfsopbrengsten genereerden. Deze stijging weerspiegelde (i) de hogere opbrengsten uit mobiele carrierdiensten en (ii) de hogere beveiligingsgerelateerde opbrengsten.

OVERIGE

De overige bedrijfsopbrengsten bestaan voornamelijk uit onder andere (i) opbrengsten uit de verkoop van losse gsm's en smartphones, (ii) transport- en distributievergoedingen, (iii) interconnectieopbrengsten van zowel onze abonnees voor vaste als mobiele telefonie, (iv) productinstallatie- en activeringskosten, en (v) opbrengsten uit de verkoop van settopboxen. In de eerste drie maanden van 2015 bedroegen de overige bedrijfsopbrengsten €38,3 miljoen, versus €36,5 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Deze groei van de bedrijfsopbrengsten met 5% j-o-j was voornamelijk te danken aan de hogere interconnectieopbrengsten die door onze klanten voor mobiele telefonie werden gegenereerd.

2.2 Bedrijfskosten

In het eerste kwartaal van 2015 bedroegen de totale bedrijfskosten €312,0 miljoen, of 16% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. De 17% daling van de advertentie-, verkoop- en marketingkosten in het kwartaal werd meer dan tenietgedaan door (i) de hogere kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten, (ii) de hogere kosten van afschrijvingen en waardeverminderingen van materiële en immateriële vaste activa en (iii) de hogere kosten in verband met op aandelen gebaseerde vergoedingen. Onze totale bedrijfskosten in het eerste kwartaal van 2014 weerspiegelden de gunstige impact van €12,5 miljoen uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen, zonder welke de groei van onze totale bedrijfskosten in het eerste kwartaal van 2015 lager was uitgevallen.

Onze bedrijfskosten vertegenwoordigden ongeveer 70% van onze bedrijfsopbrengsten in het eerste kwartaal van 2015, versus ongeveer 65% in het eerste kwartaal van 2014. De relatieve stijging ten opzichte van het voorgaande jaar was voornamelijk toe te schrijven aan de hogere kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten en de hogere kosten van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa, deels gecompenseerd door de lagere advertentie-, verkoop- en marketingkosten en lagere overige kosten. De kostprijs van geleverde diensten vertegenwoordigde in het eerste kwartaal van 2015 ongeveer 57% van de bedrijfsopbrengsten, tegenover ongeveer 51% in het eerste kwartaal van 2014. De verkoop-, algemene en beheerskosten vertegenwoordigden in het eerste kwartaal van 2015 ongeveer 14% van de totale bedrijfsopbrengsten, in vergelijking met ongeveer 14% in het eerste kwartaal van 2014.

PERSONEELSKOSTEN

In het eerste kwartaal van 2015 bedroegen de personeelskosten €38,6 miljoen, wat grotendeels stabiel is in vergelijking met de dezelfde periode vorig jaar aangezien er geen verplichte loonindexering was. De personeelskosten bleven grotendeels stabiel ondanks de bescheiden groei van ons personeelsbestand, die werd gecompenseerd door lagere voorzieningen voor bonussen.

AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN, INCLUSIEF WINSTEN OP DE VERKOOP VAN MATERIËLE VASTE ACTIVA EN OVERIGE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

De afschrijvingen en waardeverminderingen, inclusief winsten op de verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële vaste activa bedroegen in het eerste kwartaal van 2015 €98,7 miljoen, tegenover €88,5 miljoen in het eerste kwartaal van 2014. Deze stijging met 12% j-o-j was voornamelijk toe te schrijven aan de hogere afschrijvingskosten in verband met settopboxen en IT.

KOSTEN VOOR DE EXPLOITATIE VAN HET NETWERK EN VOOR DIENSTEN

De kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten blijven het grootste deel van onze totale bedrijfskosten vertegenwoordigen en omvatten al onze directe kosten, zoals kosten in verband met de verkoop en subsidiëring van gsm's en smartphones, interconnectie-, programmerings-, auteursrecht- en callcenterkosten en netwerkgerelateerde kosten. In vergelijking met het eerste kwartaal van 2014 stegen de kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten met €32,7 miljoen, of 30%, van €109,3 miljoen tot €142,0 miljoen in het eerste kwartaal van 2015. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan (i) de aanzienlijk hogere verkoop en subsidiëring van gsm's en smartphones die leidde tot een robuuste nettogroei van het aantal mobiele-telefonieabonnees in het eerste kwartaal van 2015, (ii) de hogere interconnectiekosten als gevolg van de groei van het aantal abonnees voor zowel vaste als mobiele telefonie en (iii) de hogere auteursrechten en contentkosten. Bovendien weerspiegelden de kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten in het eerste kwartaal van 2014 een eenmalige gunstige impact van €12,5 miljoen uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen, zonder welke de stijging van de kosten voor de exploitatie van het netwerk en voor diensten lager was.

ADVERTENTIE-, VERKOOP- EN MARKETINGKOSTEN

In het eerste kwartaal van 2015 bedroegen de advertentie-, verkoop- en marketingkosten €13,5 miljoen, wat 17% minder was dan in dezelfde periode vorig jaar. Deze daling was het gevolg van timingverschillen in bepaalde marketingcampagnes, aangezien het eerste kwartaal van 2014 werd beïnvloed door de lancering van ons tariefplan "Supersize je King" en campagnes rond onze premiumcontent-diensten.

OVERIGE KOSTEN, INCLUSIEF OPERATIONELE KOSTEN IN VERBAND MET OVERNAMES OF DESINVESTERINGEN EN HERSTRUCTURERINGSKOSTEN

Onze overige kosten, inclusief operationele kosten in verband met overnames of desinvesteringen en herstructureringskosten, bedroegen €14,8 miljoen in het eerste kwartaal van 2015, versus €16,0 miljoen in het eerste kwartaal van 2014 en omvatten onder andere kosten voor businessondersteunend bedrijfsadvies en juridische kosten.

2.3 Adjusted EBITDA en bedrijfswinst

In de eerste drie maanden van 2015 realiseerden we een Adjusted EBITDA van €235,0 miljoen, of 1% minder dan de €237,8 miljoen in dezelfde periode vorig jaar toen de Adjusted EBITDA een gunstige impact van €12,5 miljoen uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen weerspiegelde. Als we deze eenmalige impact in het eerste kwartaal van 2014 buiten beschouwing laten, was de onderliggende groei van de Adjusted EBITDA in het eerste kwartaal van 2015 voornamelijk het gevolg van (i) de robuuste groei van de bedrijfsopbrengsten met 6%, (ii) de lagere advertentie-, verkoop- en marketingkosten en (iii) de vlakke evolutie van de personeelskosten, deels tenietgedaan door (i) de hogere verkoop en subsidiëring van gsm's en smartphones, (ii) de hogere interconnectiekosten als gevolg van de groei van het aantal abonnees voor zowel vaste als mobiele telefonie en (iii) de hogere auteursrechten en contentkosten. De Adjusted EBITDA-marge bedroeg 53,0% in het eerste kwartaal van 2015, wat minder is dan de 57,1% in het eerste kwartaal van 2014. Als we deze eenmalige impact in het eerste kwartaal van 2014 buiten beschouwing laten, was de onderliggende daling van de Adjusted EBITDA-marge in het eerste kwartaal van 2015 voornamelijk toe te schrijven aan het grotere aandeel van bedrijfsopbrengsten met een lagere marge uit mobiele telefonie en premium content in onze totale mix en de aanzienlijk hogere verkoop en subsidiëring van gsm's en smartphones.

(in € miljoen) Voor de drie maanden
afgesloten op 31 maart
2015 2014 % Verschil
Adjusted EBITDA
Adjusted EBITDA-marge
235,0
53,0%
237,8
57,1%
-1%
Vergoeding op basis van aandelen
Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen
Herstructureringskosten
(4,4)
(1,0)
0,5
(0,9)
(0,8)
0,0
389%
25%
N.B.
EBITDA 230,1 236,1 -3%
Afschrijvingen en waardeverminderingen (98,7) (88,5) 12%
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten 131,4 147,6 -11%
Netto financiële kosten
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen
Belastingen
(71,2)
(1,1)
(25,0)
(89,1)
0,2
(19,9)
-20%
N.B.
26%
Winst over de verslagperiode 34,1 38,8 -12%

Tabel 1: Reconciliatie tussen Adjusted EBITDA en winst over de verslagperiode (niet geauditeerd)

In het eerste kwartaal van 2015 genereerden we een bedrijfswinst van €131,4 miljoen, of 11% minder dan de €147,6 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Als we het eerder genoemde eenmalige voordeel uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen buiten beschouwing laten, liep de bedrijfswinst terug als gevolg van de (i)

N.B. - Niet Betekenisvol

aanzienlijk hogere verkoop en subsidiëring van gsm's en smartphones, (ii) de hogere kosten in verband met op aandelen gebaseerde vergoedingen en de (iii) hogere kosten van afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa.

2.4 Nettoresultaat

FINANCIËLE OPBRENGSTEN EN KOSTEN

In het eerste kwartaal van 2015 bedroegen de netto financiële kosten €71,2 miljoen, versus €89,1 miljoen in het eerste kwartaal van 2014. Deze daling van de netto financiële kosten met 20% j-o-j was vooral toe te schrijven aan een lager verlies op onze derivaten in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar en lagere interestkosten als gevolg van de herfinanciering van vorig jaar en de optimalisatie van onze derivatenportefeuille. In het eerste kwartaal van 2015 boekten we een niet-geldelijk verlies van €11,9 miljoen op onze derivaten, terwijl we in dezelfde periode vorig jaar een niet-geldelijk verlies van €23,1 miljoen boekten. Dit hield verband met wijzigingen in de reële waarde van onze derivaten, voornamelijk als gevolg van de minder ongunstige impact van de negatieve waardering tegen reële waarde van onze rentederivaten en de gunstigere waardering tegen reële waarde van onze valutaderivaten. De interestopbrengsten en wisselkoerswinsten bedroegen in het eerste kwartaal van 2015 €0,2 miljoen en bleven grotendeels stabiel in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten bedroegen €59,5 miljoen in het eerste kwartaal van 2015, vergeleken met €66,2 miljoen in het eerste kwartaal van 2014. De daling met 10% j-o-j werd veroorzaakt door (i) de vervroegde aflossing van de resterende uitstaande bedragen onder bepaalde van onze Termijnleningen na de herfinanciering in april 2014 en (ii) de gunstige effecten van de afwikkeling in december 2014 van onze derivaten met betrekking tot de €400,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2021. Zie deel 2.6 - Schuldprofiel, kassaldo en netto hefboomratio voor gedetailleerde informatie over het looptijdprofiel van onze schulden.

BELASTINGEN

In het eerste kwartaal van 2015 bedroegen de belastingkosten €25,0 miljoen, versus €19,9 miljoen in het eerste kwartaal van 2014, wat neerkomt op een stijging van 26% j-o-j.

NETTORESULTAAT

In het eerste kwartaal van 2015 realiseerden we een nettoresultaat van €34,1 miljoen, wat 12% lager was dan de €38,8 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Als we de verandering in de reële waarde van onze derivaten in beide periodes evenals het eenmalige voordeel uit de afhandeling van bepaalde voorwaardelijke verplichtingen in het eerste kwartaal van 2014 buiten beschouwing laten, bedroeg het nettoresultaat €46,0 miljoen en €49,4 miljoen in het eerste kwartaal van respectievelijk 2015 en 2014.

2.5 Kasstroom en liquide middelen

NETTOKASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN

In het eerste kwartaal van 2015 resulteerden onze bedrijfsactiviteiten in een netto kasstroom van €136,9 miljoen een stijging van 3% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar toen we een netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten van €132,5 miljoen genereerden. In de eerste drie maanden van 2015 zagen we een duidelijke verbetering van het werkkapitaal ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, wat een gevolg is van onze toegenomen focus op een strikter beheer van ons werkkapitaal. Bovendien betaalden we €14,2 miljoen lagere geldelijke interestkosten in vergelijking met het eerste kwartaal van 2014 als gevolg van (i) de vervroegde aflossing van de resterende uitstaande bedragen onder bepaalde van onze Termijnleningen na de herfinanciering in april 2014, (ii) de gunstige effecten van de afwikkeling in december 2014 van onze derivaten met betrekking tot de €400,0 miljoen aan Senior Secured Notes met vervaldag in 2021, en (iii) verschillen in de timing van de geldelijke interestbetalingen op onze Termijnleningen, die nu driemaandelijks in plaats van maandelijks worden verricht. De verbetering in ons werkkapitaal als de lagere geldelijke interestkosten werden deels tenietgedaan door de betaling van geldelijke belastingen ten bedrage van €77,6 miljoen.

NETTOKASSTROOM GEBRUIKT IN INVESTERINGSACTIVITEITEN

In het eerste kwartaal van 2015 gebruikten we een netto kasstroom van €167,5 miljoen in investeringsactiviteiten, wat 66% meer is dan in dezelfde periode vorig jaar. De kasstroom die gebruikt werd in investeringsactiviteiten bestond uit de geldelijke betalingen van onze bedrijfsinvesteringen, inclusief (i) een geldelijke betaling van €15,7 miljoen voor de uitzendrechten van de Belgische voetbalcompetitie voor het resterende gedeelte van het lopende seizoen 2014-2015 en (ii) een betaling van €58,0 miljoen na de goedkeuring door de Europese Mededingingsautoriteiten van de participatie van 50% in de lokale mediagroep De Vijver Media. In het eerste kwartaal van 2014 bedroeg de netto kasstroom die werd gebruikt in investeringsactiviteiten €100,9 miljoen. Zie deel 2.7 'Bedrijfsinvesteringen' voor gedetailleerde informatie over de onderliggende toe te rekenen bedrijfsinvesteringen.

VRIJE KASSTROOM

In de eerste drie maanden van 2015 bedroeg de vrije kasstroom €24,6 miljoen, wat 11% minder is dan de €27,6 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De daling van de vrije kasstroom in het eerste kwartaal van 2015 was vooral het gevolg van de bovenvermelde negatieve impact van de geldelijke belastingkosten. Zonder deze impact realiseerden we over de eerste drie maanden van het jaar een robuuste vrije kasstroom dankzij (i) de duidelijke verbetering van het werkkapitaal ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar en (ii) de substantiële daling van de geldelijke interestkosten ten opzichte van het eerste kwartaal van 2014. Aangezien we in 2015 geen bijkomende geldelijke belastingkosten verwachten, zijn we goed op weg om onze jaardoelstelling voor vrije kasstroom (€240.0-250.0 miljoen) te realiseren.

NETTOKASSTROOM GEBRUIKT IN FINANCIERINGSACTIVITEITEN

In het eerste kwartaal van 2015 bedroeg de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten €29,5 miljoen, tegenover €29,6 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. De grotendeels stabiele ontwikkeling van de netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten in het eerste kwartaal van 2015 weerspiegelde voornamelijk (i) €25,0 miljoen aan cash gebruikt in het kader van het Aandeleninkoopprogramma 2015 en (ii) €4,4 miljoen in verband met terugbetalingen van financiële leases en andere financieringskosten, terwijl we in het eerste kwartaal van 2014 €23,0 miljoen spendeerden in het kader van het Aandeleninkoopprogramma 2014.

2.6 Schuldprofiel, kassaldo en netto hefboomratio

SCHULDPROFIEL

Per 31 maart 2015 bedroeg de totale schuld (inclusief toe te rekenen interest) €3.738,4 miljoen, waarvan een hoofdsom van €1.357,0 miljoen verschuldigd is onder onze 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility en een hoofdsom van €1.900,0 miljoen verband houdt met de Senior Secured Notes die in 2010, 2011 en 2012 werden uitgegeven. Op 31 maart 2015 omvatte onze totale schuld ook een bedrag van €38,5 miljoen voor het uitstaande deel van het mobiele 3G-spectrum, inclusief toe te rekenen interest. De rest vertegenwoordigt voornamelijk de verplichtingen uit hoofde van financiële leases in verband met de overname van Interkabel.

In april 2014 gaven we onder de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility twee nieuwe Termijnleningen met variabele interestvoet uit ten belope van €1.357,0 miljoen met een looptijd tot respectievelijk 30 juni 2022 en 30 juni 2023. De netto-opbrengsten van deze nieuwe uitgiftes werden samen met beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten gebruikt om de uitstaande bedragen onder de Termijnleningen Q, R en T en de €100,0 miljoen onder de Senior Secured Notes met vervaldag in 2016 volledig af te lossen. Als gevolg daarvan vervalt niets van onze uitstaande schuld vóór november 2020. Daarnaast lanceerden we in het kader van de hiervoor genoemde herfinanciering ook een verlengingsproces voor ons bestaande Wentelkrediet ("Faciliteit S"). Als gevolg hiervan hebben we nu volledige toegang tot een toegezegd wentelkrediet van €322,9 miljoen, namelijk €36,9 miljoen onder "Faciliteit S" (die beschikbaar is tot en met 31 december 2016) en €286,0 miljoen onder "Faciliteit X" (die beschikbaar is tot en met 30 september 2020).

SCHULDOVERZICHT EN BETALINGSSCHEMA'S

De tabel hieronder geeft een overzicht van onze schuldinstrumenten en ons betalingsschema op 31 maart 2015.

Tabel 2: Schuldoverzicht per 31 maart 2015

Totale
faciliteit per
Opgenomen
bedrag
Beschikbaar
bedrag
Vervaldag Interestvoet Interestbetaling
verschuldigd
31 maart 2015
(in miljoen euro)
2010 Gewijzigde Senior Credit
Facility:
Termijnlening W 474,1 474,1 - 30 juni 2022 Vlottend 3-maand
Euribor + 3,25%
Kwartaal (jan., april, juli
en okt.)
Termijnlening Y 882,9 882,9 - 30 juni 2023 Vlottend 3-maand
Euribor + 3,50%
Kwartaal (jan., april, juli
en okt.)
Wentelkrediet (Faciliteit S) 36,9 - 36,9 31 december 2016 Vlottend 1-maand
Euribor + 2,75%
Niet van toepassing
Wentelkrediet (Faciliteit X) 286,0 - 286,0 30 september 2020 Vlottend 1-maand
Euribor + 2,75%
Niet van toepassing
Senior Secured Fixed Rate Notes
€500 miljoen Senior Secured Notes
met vervaldag 2020
500,0 500,0 - 15 november 2020 Vast 6,375% Halfjaarlijks (mei en
nov.)
€300 miljoen Senior Secured Notes
met vervaldag 2021
300,0 300,0 - 15 februari 2021 Vast 6,625% Halfjaarlijks (feb. en
aug.)
€450 miljoen Senior Secured Notes
met vervaldag 2022
450,0 450,0 - 15 augustus 2022 Vast 6,25% Halfjaarlijks (feb. en
aug.)
€250 miljoen Senior Secured Notes
met vervaldag 2024
250,0 250,0 - 15 augustus 2024 Vast 6,75% Halfjaarlijks (feb. en
aug.)
Senior Secured Floating Rate Notes
€400 miljoen Senior Secured Notes
met vervaldag 2021
400,0 400,0 - 15 juni 2021 Vlottend 3-maand
Euribor +3,875%
Kwartaal (maart, juni,
sep. en dec.)
Totaal nominaal bedrag 3.579,9 3.257,0 322,9

KASSALDO EN BESCHIKBAARHEID VAN MIDDELEN

Op 31 maart 2015 hielden we €129,0 miljoen aan geldmiddelen en kasequivalenten aan, vergeleken met €189,1 miljoen op 31 december 2014. Om het tegenpartijrisico zoveel mogelijk te beperken, plaatsen wij onze kasequivalenten, depositocertificaten en geldmarktfondsen bij Europese en Amerikaanse financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. De daling van de geldmiddelen en kasequivalenten met €60,1 miljoen in vergelijking met 31 december 2014 werd onder andere veroorzaakt door (i) de betaling van geldelijke belastingen ten bedrage van €77,6 miljoen in het eerste kwartaal van 2015, (ii) de betaling van €58,0 miljoen voor de participatie van 50% in De Vijver Media, (iii) de betaling van €15,7 miljoen betreffende de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor het seizoen 2014-2015 en (iv) de inkoop van 424.569 aandelen in het kader van het Aandeleninkoopprogramma 2015, gedeeltelijk gecompenseerd door de sterke onderliggende groei van de kasstroom. Op 31 maart 2015 hadden we toegang tot een bijkomend toegezegd wentelkrediet van €322,9 miljoen, mits de hieronder vermelde convenanten worden nageleefd.

NETTO HEFBOOMRATIO

Per 31 maart 2015 resulteerden het uitstaande saldo van onze 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility en het uitstaande kassaldo in een netto hefboomratio (zijnde de verhouding tussen onze totale nettoschuld en de Geconsolideerde Geannualiseerde EBITDA) van 3,7x. Dit was onveranderd ten opzichte van eind december 2014. De huidige netto hefboomratio ligt ruim onder het convenant van 6,0x en de beschikbaarheidstest van 5,0x. Zie deel 3.2 'Gebeurtenissen na balansdatum' voor actuele informatie over onze netto hefboomratio als gevolg van de onlangs aangekondigde overname van BASE Company NV.

2.7 Bedrijfsinvesteringen

In de eerste drie maanden van 2015 bedroegen de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen €89,6 miljoen, wat neerkomt op ongeveer 20% van onze bedrijfsopbrengsten, versus 17% in het eerste kwartaal van 2014. In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar stegen de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen aanzienlijk (+28%), omdat het eerste kwartaal van 2015 beïnvloed werd door de opname van de niet-exclusieve uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor het seizoen 2015-2016. Overeenkomstig EU IFRS zijn deze uitzendrechten geactiveerd als immateriële vaste activa en zullen ze pro rata worden afgeschreven naarmate de voetbalseizoenen vorderen. Als we deze uitzendrechten buiten beschouwing laten, vertegenwoordigden de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen 14% van de bedrijfsopbrengsten als gevolg van timingverschillen in de uitvoering van bepaalde netwerkinvesteringen en lagere aan settopboxen gerelateerde bedrijfsinvesteringen.

De aan settopboxen gerelateerde bedrijfsinvesteringen daalden met 12% van €1,7 miljoen in het eerste kwartaal van 2014 tot €1,5 miljoen in het eerste kwartaal van 2015 als gevolg van de bescheiden groei van het aantal abonnees voor digitale kabel-tv, gecompenseerd door de afbouw van voorraden. In het eerste kwartaal van 2015 vertegenwoordigden de aan settopboxen gerelateerde bedrijfsinvesteringen ongeveer 2% van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (exclusief de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor het seizoen 2015-2016).

In het eerste kwartaal van 2015 bedroegen de totale bedrijfsinvesteringen voor installaties bij de klant €14,7 miljoen, of circa 24% van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (exclusief de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor het seizoen 2015-2016), tegenover €17,3 miljoen in het eerste kwartaal van 2014. De bedrijfsinvesteringen voor installaties bij de klant daalden met 15% j-o-j. Dit kwam door de lagere nettogroei van het aantal abonnees voor onze geavanceerde vaste diensten in vergelijking met vorig jaar en door de efficiëntieverbeteringen, aangezien onze klanten er meer en meer voor opteerden om hun diensten zelf te installeren. De huisbezoeken in het kader van ons programma "Yellow House" zullen naar verwachting worden opgevoerd vanaf het tweede kwartaal van 2015.

De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de uitbreiding en upgrade van het netwerk daalden met 13% van €22,0 miljoen in het eerste kwartaal van 2014 tot €19,1 miljoen in het eerste kwartaal van 2015, en vertegenwoordigden ongeveer 31% van de totale toe te rekenen bedrijfsinvesteringen (exclusief de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor het seizoen 2015-2016). De daling van de uitgaven ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar was voornamelijk het gevolg van de relatief lagere uitgaven voor de splitsing van knooppunten. De investeringen in ons HFC-netwerk in het kader van "De Grote Netwerf", ons programma waarmee we over een periode van vijf jaar €500,0 miljoen investeren in ons netwerk, zullen naar verwachting toenemen in de loop van het boekjaar 2015.

De rest van de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen omvatte reparaties en vervangingen van netwerkapparatuur, kosten voor de aankoop van sportcontent en terugkerende investeringen in ons IT-platform en onze IT-systemen. Deze stegen van €29,0 miljoen in het eerste kwartaal van 2014 tot €54,3 miljoen in het eerste kwartaal van 2015 en omvatten de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor het seizoen 2015-2016, zoals hierboven vermeld.

Dit impliceert dat ongeveer 58% van de toe te rekenen bedrijfsinvesteringen voor de eerste drie maanden van 2015 schaalbaar was en gerelateerd was aan de groei van het abonneebestand (exclusief de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie voor het seizoen 2015-2016). We zullen er nauwlettend op blijven toezien dat onze bedrijfsinvesteringen de opbrengsten incrementeel doen stijgen.

3 Vooruitzichten en bijkomende informatie

3.1 Vooruitzichten voor het jaar 2015

Nu de eerste drie maanden van 2015 achter ons liggen, herbevestigen we de vooruitzichten voor het hele jaar die we op 12 februari 2015 hebben bekendgemaakt. Rekening houdend met de huidige economische omgeving en hevige concurrentie en met de mogelijke gevolgen van de openstelling van de kabel, mikken we op een groei van de bedrijfsopbrengsten "tussen 4-5%" voor 2015 dankzij een grotere bijdrage van onze mobiele en entertainmentactiviteit, de verdere groei van onze B2B-activiteiten en een over het algemeen grotere bijdrage van onze vaste-connectiviteitsdiensten dankzij de verdere groei van het aantal opbrengstgenererende eenheden en het voordeel van prijsaanpassingen voor bepaalde vaste diensten sinds eind januari 2015.

De groei van de Adjusted EBITDA in 2015 zal worden beïnvloed door hogere investeringen in ons entertainment- en premium-contentplatform (waar de marges lager liggen) en door onze focus op het verbeteren van de connectiviteit bij onze klanten thuis, terwijl onze Adjusted EBITDA in het boekjaar 2014 positief werd beïnvloed door een eenmalig voordeel van €12,5 miljoen. Daarom mikken we voor 2015 op een Adjusted EBITDA-groei van "ongeveer 4%". Laten we het hierboven genoemde eenmalige voordeel in het boekjaar 2014 buiten beschouwing, dan was de verwachte onderliggende groei van de Adjusted EBITDA aanzienlijk hoger geweest.

De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, exclusief het effect van de verlenging van de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie, vertegenwoordigden naar schatting "ongeveer 21% van de bedrijfsopbrengsten" en weerspiegelen hogere investeringen in onze HFC-netwerk in het kader van "De Grote Netwerf", ons programma waarmee we over een periode van vijf jaar €500,0 miljoen investeren in ons netwerk.

Tot slot zien we de vrije kasstroom in het bereik van €240,0-250,0 miljoen als gevolg van de solide onderliggende groei van de Adjusted EBITDA, een gerichte verbetering van het werkkapitaal en lagere geldelijke interestkosten dankzij onze geoptimaliseerde derivatenportefeuille. Dit is een forse verbetering ten opzichte van de vrije kasstroom van €235,3 miljoen in 2014, ondanks de aanzienlijk hogere geldelijke belastingkosten in 2015.

Prognose boekjaar 2015
(zoals bekendgemaakt op 12 februari
2015)
Groei van de bedrijfsopbrengsten 4% -5%
Groei van de Adjusted EBITDA Ongeveer 4%
Toe te rekenen bedrijfsinvesteringen, als % van de
bedrijfsopbrengsten
Ongeveer 21%(1)
Vrije kasstroom €240,0 - €250,0 miljoen(2)

Tabel 3: Vooruitzichten voor het boekjaar 2015

(1) Exclusief de uitzendrechten voor de Belgische voetbalcompetitie.

(2) In de veronderstelling dat de verschuldigde belastingen op onze aangifte van 2014 pas begin 2016 zullen worden betaald, en exclusief bijkomende geldelijke interestkosten als gevolg van nieuwe schuldfaciliteiten voor de overname van BASE Company NV.

3.2 Gebeurtenissen na balansdatum

OVERNAMEOVEREENKOMST BASE COMPANY NV

Op 20 april 2015 maakte Telenet bekend dat het een een definitieve overeenkomst heeft gesloten om BASE Company over te nemen van Koninklijke KPN N.V. (de "verkoper") voor €1,325 miljard. In het kader van de overname werd BASE Company gewaardeerd op 8.0x BASE Company's 2015E EBITDAiii zoals aangepast door Telenet en 5.0x Adjusted EBITDA, inclusief geschatte jaarlijkse geëxtrapoleerde synergieën en éénmalige investeringeniv. Deze overname zal Telenet lange termijntoegang bieden tot een mobiel netwerk. Hierdoor zal Telenet effectief kunnen meedingen naar de groeiopportuniteiten in de mobiele communicatie. Bijgevolg zal het bedrijf kunnen voldoen aan de stijgende vraag van zowel particuliere als zakelijke klanten naar het volledige scala van vaste en mobiele diensten en zal de overname Telenet in staat stellen om zijn klanten een fantastische ervaring te blijven aanbieden. Telenet zal in de volgende jaren circa €240 miljoen investeren in BASE Company, met inbegrip van gerichte investeringen in het mobiele netwerk van BASE Company en van integratiekosten. Telenet verwacht gecombineerde jaarlijkse synergieën van circa €150 miljoenv te realiseren op het gebied van kosten en bedrijfsinvesteringen, voornamelijk dankzij de migratie van zijn huidige mobiele telefonie-abonnees naar het netwerk van BASE Company. Telenet plant deze overname te financieren met een combinatie van nieuwe schuldinstrumenten voor €1,0 miljard en beschikbare geldmiddelen. Op pro forma basis en exclusief synergieën zou de netto hefboomratiovi van Telenet per 31 december 2014, 4,45x bedragen, vergeleken met 3,7x op gerapporteerde basis, wat ruim binnen de beoogde langetermijndoelstellingen en financiële convenanten van Telenet ligt. De overname is onderworpen aan de goedkeuring van de bevoegde mededingingsautoriteiten en wordt geacht tegen maart 2016 afgerond te zijn. De overnameovereenkomst bepaalt dat Telenet een verbrekingsvergoeding van €100,0 miljoen dient te betalen aan de verkoper indien de bevoegde mededingingsautoriteiten de transactie niet zouden goedkeuren.

3.3 Procedures van de commissaris

De commissaris, KPMG Bedrijfsrevisoren – Reviseurs d'Entreprises CVBA, vertegenwoordigd door Götwin Jackers, heeft bevestigd dat zijn nazicht, dat wezenlijk voltooid is, geen wezenlijke elementen heeft onthuld die een aanpassing vereisen van de in dit persbericht opgenomen verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële informatie per en voor de periode van drie maanden afgesloten op 31 maart 2015.

iii De geschatte FY 2015 Adjusted EBITDA van € 165 miljoen, onder EU-IFRS, is gebaseerd op aannames van het management van Telenet en is aangepast

om BASE Company's beëindigde activiteiten en geschatte reorganisatiekosten uit te sluiten. iv Gebaseerd op aannames van het management van Telenet, inclusief de geschatte besparingen op FY 2017 MVNO-gerelateerde kosten en andere geschatte jaarlijkse OPEX besparingen tegen FY 2019. Daarnaast werd voor de berekening van de overnamemultiples, de enterprise value verhoogd

met circa €240 miljoen eenmalige investeringen in het netwerk van BASE Company en integratiekosten. v Gebaseerd op aannames van het management van Telenet, inclusief de geschatte besparingen op FY 2017 MVNO-gerelateerde kosten, andere geschatte jaarlijkse opex besparingen tegen FY 2019 en circa €5 miljoen geschatte jaarlijkse capexsynergieën

vi De pro forma netto leverage ratio is berekend volgens de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility definitie, gebruik makend van de totale netto schuld, met uitzondering van (a) achtergestelde leningen van aandeelhouders, (b), geactiveerde elementen van de schulden onder de Clientèle- en Annuïteitenvergoedingen, (c) financiële leaseovereenkomsten gesloten op of voorafgaand aan 1 augustus 2007, en (d) alle schuld aangegaan in het kader van het netwerkhuurcontract met de zuivere intercommunales tot een maximum totaalbedrag van €195 miljoen, gedeeld door de gecombineerde EBITDA van de twee laatste kwartalen, berekend op jaarbasis, aangepast met de toevoeging van de negatieve impact voor het volledige jaar 2014 van €19 miljoen van de beëindigde activiteiten van BASE Company NV en met uitsluiting van synergieën.

4 Telenet Group Holding NV – Geconsolideerde staat van bedrijfsactiviteiten

Voor de drie maanden afgesloten op maart 2015 maart 2014 % Verschil
Geleverde diensten
Aansluitbare huizen - Gecombineerde Netwerk (11) 2.921.100 2.899.400 1%
Televisie
Basiskabeltelevisie (4) 383.300 448.600 -15%
Premiumkabeltelevisie (5) 1.688.100 1.649.400 2%
Totaal Kabel TV 2.071.400 2.098.000 -1%
Internet
Residentieel breedbandinternet 1.494.900 1.435.200 4%
Breedbandinternet aan bedrijven 39.600 38.400 3%
Totaal breedband internet (6) 1.534.500 1.473.600 4%
Telefonie
Residentiële telefonie
Telefonie aan bedrijven
1.158.500
16.000
1.077.400
14.700
8%
9%
Totaal telefonie (7) 1.174.500 1.092.100 8%
Mobiele telefonie (8) 924.500 779.400 19%
Totaal geleverde diensten (excl. Mobiel) (12) 4.780.400 4.663.700 3%
Klantenverloop (13)
Basiskabeltelevisie 8,2% 7,6%
Breedbandinternet 7,6% 7,0%
Telefonie 8,9% 7,5%
Informatie over klantenrelaties op het Gecombineerd Netwerk
Triple play klanten 1.044.800 959.200 9%
Totaal klantenrelaties (9) 2.186.600 2.203.600 -1%
Diensten per klantenrelatie (9) 2,19 2,12 3%
ARPU per klantenrelatie (€ / maand) (10) 48,8 46,2 6%

5 Telenet Group Holding NV – Geselecteerde gegevens uit de EU IFRS verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële staten

5.1 EU IFRS verkorte geconsolideerde tussentijdse staat van het resultaat en het netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen (niet geauditeerd)

(in € miljoen, uitgezonderd aandelen en bedragen per aandeel) Voor de drie maanden
afgesloten op 31 maart
2015 2014 % Verschil
Winst over de verslagperiode
Bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten 443,4 416,8 6%
Bedrijfskosten
Kostprijs van geleverde diensten (251,8) (212,0) 19%
Brutowinst 191,6 204,8 -6%
Verkoop-, algemene en beheerskosten (60,2) (57,2) 5%
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten 131,4 147,6 -11%
Financiële opbrengsten 0,2 0,2 -
Netto interestopbrengsten en wisselkoerswinsten 0,2 0,2 -
Financiële kosten (71,4) (89,3) -20%
Netto interestkosten, wisselkoersverliezen en overige financiële kosten
Netto verlies op derivaten
(59,5)
(11,9)
(66,2)
(23,1)
-10%
-48%
Netto financiële kosten (71,2) (89,1) -20%
Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen (1,1) 0,2 N.B.
Winst vóór winstbelastingen 59,1 58,7 1%
Belastingen (25,0) (19,9) 26%
Winst over de verslagperiode 34,1 38,8 -12%
Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
Elementen die niet naar de geconsoliderde staat van het resultaat gerecycleerd zullen worden
Herwaardering van verplichtingen /(tegoeden) uit te-bereiken-doel pensioenplannen
Netto resultaat rechtstreeks verwerkt in het eigen vermogen
-
-
(0,7)
(0,7)
-100%
-100%
Totaalresultaat voor de periode 34,1 38,1 -10%
Winst toe te rekenen aan: 34,1 38,8 -12%
Eigenaars van de Vennootschap
Minderheidsbelangen
34,1
-
38,8
-
-12%
N.B.
Totaalresultaat toe te rekenen aan: 34,1 38,1 -10%
Eigenaars van de Vennootschap
Minderheidsbelangen
34,1
-
38,1
-
-10%
N.B.
Gew. gem. uitstaande aandelen 116.748.772 115.354.884
Gewone winst per aandeel
Verwaterde winst per aandeel
0,29
0,29
0,34
0,33
Bedrijfsopbrengsten per type
Opbrengsten uit abonnementen:
Televisie
Breedbandinternet
137,3
135,2
135,3
126,3
1%
7%
Vaste telefonie 56,3 51,2 10%
Opbrengsten uit kabelgerelateerde abonnementen 328,8 312,8 5%
Mobiele telefonie 47,9 41,8 15%
Totaal opbrengsten uit abonnementen
Bedrijfsdiensten
376,7
28,4
354,6
25,7
6%
11%
Overige 38,3 36,5 5%
Totaal bedrijfsopbrengsten 443,4 416,8 6%
Bedrijfskosten per type
Personeelskosten 38,6 38,2 1%
Vergoeding op basis van aandelen
Afschrijvingen
4,4
67,4
0,9
60,8
389%
11%
Waardeverminderingen 17,1 14,4 19%
Afschrijvingen op uitzendrechten 14,6 13,8 6%
Winst op verkoop van materiële vaste activa en overige immateriële activa (0,4) (0,5) -20%
Kosten voor exploitatie van het netwerk en voor diensten
Advertentie-, verkoop- en marketingkosten
142,0
13,5
109,3
16,3
30%
-17%
Overige kosten 14,3 15,2 -6%
Operationele kosten betreffende overnames of desinvesteringen 1,0 0,8 25%
Herstructureringskosten (0,5) - N.B.
Totaal bedrijfskosten 312,0 269,2 16%

N.B. - Niet Betekenisvol

5.2 EU IFRS verkort geconsolideerd tussentijds kasstroomoverzicht (niet geauditeerd)

(in € miljoen) Voor de drie maanden
afgesloten op 31 maart
2015 2014 % Verschil
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Winst over de verslagperiode 34,1 38,8 -12%
Afschrijvingen, waardeverminderingen en herstructureringskosten 98,2 88,5 11%
Veranderingen in werkkapitaal en overige niet-kasitems 37,1 (38,4) N.B.
Belastingen 25,0 19,8 26%
Netto interestkosten, valutaverliezen en overige financiële kosten 59,3 66,0 -10%
Netto verlies (winst) op afgeleide financiële instrumenten 11,9 23,1 -48%
Betaalde interesten en betalingen voor derivaten (51,1) (65,3) -22%
Betaalde winstbelastingen (77,6) - N.B.
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 136,9 132,5 3%
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Verwerving van materiële vaste activa (68,3) (65,1) 5%
Verwerving van immateriële vaste activa (41,1) (36,9) 11%
Verwerving van geassocieerde deelnemingen (59,2) - N.B.
Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa 1,1 1,1 -
Verwerving van uitzendrechten voor doorverkoop - (5,5) -100%
Opbrengsten uit de verkoop van uitzendrechten voor doorverkoop - 5,5 -100%
Nettokasstroom gebruikt in investeringsactiviteiten (167,5) (100,9) 66%
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Inkoop eigen aandelen
Overige (incl. financiële leaseverplichtingen)
(25,0)
(4,5)
(23,0)
(6,6)
9%
-33%
Nettokasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten (29,5) (29,6) -
Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de verslagperiode 189,1 214,1 -12%
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de verslagperiode 129,0 216,1 -40%
Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten (60,1) 2,0 N.B.
Vrije kasstroom
Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 136,9 132,5 3%
Geldelijke kosten betreffende overnames of desinvesteringen 0,1 - N.M.
Verwerving van materiële vaste activa (68,3) (65,1) 5%
Verwerving van immateriële vaste activa (41,1) (36,9) 11%
Kapitaalaflossingen op leaseverplichtingen (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases) (0,5) (1,2) -58%
Kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname (2,5) (1,7) 47%
Vrije kasstroom 24,6 27,6 -11%

N.B. - Niet Betekenisvol

5.3 EU IFRS verkorte geconsolideerde tussentijdse balans (niet geauditeerd)

31 maart 31 december
2015 2014 Verschil
(in € miljoen)
ACTIVA
Vaste activa:
Materiële vaste activa 1.386,8 1.417,5 (30,7)
Goodwill 1.241,8 1.241,8 -
Overige immateriële vaste activa 267,7 248,4 19,3
Uitgestelde belastingvorderingen 108,4 102,0 6,4
Geassocieerde deelnemingen 59,7 1,4 58,3
Overige activa
Totaal vaste activa
1,0
3.065,4
2,3
3.013,4
(1,3)
52,0
Vlottende activa:
Voorraden 15,5 17,1 (1,6)
Handelsvorderingen 105,7 111,7 (6,0)
Overige vlottende activa 86,1 77,8 8,3
Geldmiddelen en kasequivalenten 129,0 189,1 (60,1)
Totaal vlottende activa 336,3 395,7 (59,4)
TOTAAL ACTIVA 3.401,7 3.409,1 (7,4)
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
Eigen vermogen:
Geplaatst kapitaal 12,7 12,7 -
Uitgiftepremies en overige reserves 1.002,0 1.019,1 (17,1)
Overgedragen verlies (2.360,2) (2.394,3) 34,1
Herwaarderingen (10,5) (10,5) -
Totaal eigen vermogen, toe te rekenen aan eigenaars van de Vennootschap (1.356,0) (1.373,0) 17,0
Minderheidsbelangen 10,7 10,7 -
Totaal eigen vermogen (1.345,3) (1.362,3) 17,0
Langlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen 3.658,6 3.654,7 3,9
Derivaten 128,9 114,2 14,7
Over te dragen opbrengsten
Uitgestelde belastingsverplichtingen
1,4
140,0
1,7
133,4
(0,3)
6,6
Overige schulden 76,2 82,6 (6,4)
Totaal langlopende verplichtingen 4.005,1 3.986,6 18,5
Kortlopende verplichtingen:
Leningen en overige financieringsverplichtingen 79,8 78,8 1,0
Handelsschulden 128,6 114,4 14,2
Toe te rekenen kosten en overige kortlopende verplichtingen 319,4 325,2 (5,8)
Over te dragen opbrengsten 74,9 73,0 1,9
Derivaten 26,9 28,4 (1,5)
Kortlopende belastingschuld 112,3 165,0 (52,7)
Totaal kortlopende verplichtingen 741,9 784,8 (42,9)
Totaal verplichtingen 4.747,0 4.771,4 (24,4)
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 3.401,7 3.409,1 (7,4)
  • (1) EBITDA wordt gedefinieerd als winst vóór netto financiële kosten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. Adjusted EBITDA wordt gedefinieerd als EBITDA exclusief vergoedingen op basis van aandelen en herstructureringslasten, en exclusief operationele kosten of opbrengsten betreffende succesvolle of onsuccesvolle overnames of desinvesteringen. Operationele kosten of opbrengsten betreffende overnames of desinvesteringen omvatten (i) winst en verliezen op de verkoop van activa met lange levensduur en (ii) due diligence, juridische, advies- en andere kosten aan derden betreffende de inspanningen van de Vennootschap om een controlebelang in ondernemingen te verwerven of te verkopen. Adjusted EBITDA is een bijkomende parameter gebruikt door het management om het onderliggende resultaat van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter. Een vergelijking tussen deze parameter en de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter is terug te vinden in Tabel 1 op pagina 10.
  • (2) De toe te rekenen bedrijfsinvesteringen worden omschreven als toevoegingen aan terreinen, uitrusting en immateriële vaste activa, inclusief toevoegingen van financiële leases en overige financieringsovereenkomsten, zoals op basis van het toe te rekenen bedrag geboekt in de geconsolideerde balans van de Vennootschap.
  • (3) Vrije kasstroom wordt gedefinieerd als de netto kasmiddelen afkomstig uit continue bedrijfsactiviteiten plus de geldelijke betalingen aan derden betreffende succesvolle of niet-succesvolle overnames en desinvesteringen, minus (i) de verwerving van materiële vaste activa en de verwerving van immateriële vaste activa van de continue activiteiten van de Vennootschap, (ii) kapitaalaflossingen op verplichtingen uit hoofde van leverancierskrediet, en (iii) kapitaalaflossingen op financiële leases (uitgezonderd netwerkgerelateerde leases die werden erkend als gevolg van overnames), en (iv) kapitaalaflossingen op toevoegingen aan netwerkgerelateerde leases na overname, elk zoals gerapporteerd in het geconsolideerd kasstroomoverzicht. Vrije kasstroom is een bijkomende parameter gebruikt door het management om de schuldaflossings- en financieringscapaciteit van de Vennootschap aan te tonen en zou niet beschouwd mogen worden als een vervanging van de andere parameters in overeenstemming met EU IFRS om het resultaat van de Vennootschap te beoordelen, maar zou echter moeten gehanteerd worden samen met de dichtst vergelijkbare EU IFRS parameter.
  • (4) Een abonnee op basiskabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een analoog of digitaal videosignaal over ons breedbandnetwerk of een partnernetwerk onze videodienst ontvangt zonder abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Encryptietechnologie omvat smartcards en andere geïntegreerde of virtuele technologieën die we gebruiken om ons verbeterde dienstenaanbod te leveren. Met uitzondering van opbrengstgenererende eenheden die we tellen op basis van het aantal EBU's (EBU staat voor Equivalent Billing Unit, of gelijkwaardige facturatie-eenheid), tellen we opbrengstgenererende eenheden op basis van het aantal panden. Een abonnee met meerdere aansluitingen in één pand wordt dus als één opbrengstgenererende eenheid geteld. Een abonnee met twee huizen die voor elk van die huizen een abonnement op onze kabeltelevisiedienst heeft, wordt als twee opbrengstgenererende eenheden geteld.
  • (5) Een abonnee op premiumkabeltelevisie is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die via een digitaal videosignaal over ons breedbandnetwerk of een partnernetwerk onze kabeltelevisiedienst ontvangt op basis van een abonnement op een terugkerende maandelijkse dienst die het gebruik van encryptietechnologie vereist. Abonnees voor premiumkabeltelevisie die niet worden geteld op basis van het aantal gelijkwaardige facturatie-eenheden, worden geteld op basis van het aantal panden. Zo wordt een abonnee met één of meer settopboxen die onze videodienst in één gebouw ontvangt over het algemeen geteld als één abonnee. Een abonnee op premiumkabeltelevisie wordt niet geteld als een abonnee op basisvideo. Naarmate onze klanten overstappen van basiskabeltelevisiediensten naar premiumkabeltelevisie rapporteren we een afname van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie die gelijk is aan de toename van het aantal abonnees voor premiumkabeltelevisie.
  • (6) Een internetabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die internetdiensten ontvangt over onze netwerken of die onze diensten ontvangt via een partnernetwerk.
  • (7) Een telefonieabonnee is een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw die spraakdiensten ontvangt over onze netwerken of die onze diensten ontvangt via een partnernetwerk. Telefonieabonnees omvatten geen mobiele-telefonieabonnees.
  • (8) Het aantal mobiele-telefonieabonnees vertegenwoordigt het aantal actieve SIM-kaarten die in gebruik zijn, niet het aantal geleverde diensten. Als bijvoorbeeld een mobiele-telefonieabonnee zowel een data- als spraakplan voor een smartphone heeft, wordt die persoon beschouwd als één mobiele-telefonieabonnee. Een abonnee met een spraak- en dataplan voor een smartphone en een dataplan voor een laptop (via een dongle) wordt echter als twee mobiele-telefonieabonnees geteld. Klanten die geen terugkerende maandelijkse vergoeding betalen, worden na 90 dagen inactiviteit niet langer opgenomen in het aantal mobiele-telefonieabonnees.
  • (9) Klantenrelaties zijn klanten die ten minste één van onze video-, internet- of telefoniediensten ontvangen en die wij tellen als opbrengstgenererende eenheden, ongeacht op welke of op hoeveel diensten ze geabonneerd zijn. Voor zover het aantal opbrengstgenererende eenheden EBU-aanpassingen omvat (EBU staat voor Equivalent Billing Unit, of gelijkwaardige facturatieeenheid), weerspiegelen we overeenkomstige aanpassingen van het aantal klantenrelaties. Klantenrelaties worden over het algemeen geteld op basis van het aantal panden. Als iemand onze diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon over het algemeen als twee klantenrelaties geteld. Mobieletelefonieklanten worden niet geteld als klantrelaties.
  • (10) De gemiddelde maandelijkse opbrengst per opbrengstgenererende eenheid en de gemiddelde maandelijkse opbrengst per klantenrelatie worden als volgt berekend: gemiddelde totale maandelijkse terugkerende opbrengsten (inclusief opbrengsten uit transport- en distributievergoedingen en de verhuur van settopboxen, maar exclusief interconnectieopbrengsten, installatievergoedingen, opbrengsten uit mobiele telefonie en de verkoop van settopboxen) voor de aangegeven periode,

gedeeld door het gemiddelde van de opbrengstengenererende eenheden of klantenenrelaties aan het begin en einde van die periode.

  • (11) Aansluitbare huizen zijn woningen, wooneenheden in een gebouw met meerdere wooneenheden of eenheden in een commercieel gebouw die op onze netwerken kunnen worden aangesloten zonder de distributiecentrale materieel uit te breiden. Het aantal aansluitbare huizen is gebaseerd op censusgegevens die kunnen veranderen op basis van herzieningen van die gegevens of op basis van nieuwe censusresultaten.
  • (12) Een opbrengstgenererende eenheid is een individuele abonnee op basiskabeltelevisie, een individuele abonnee op premiumkabeltelevisie, een individuele internetabonnee of een individuele telefonieabonnee. Een woning, een wooneenheid in een gebouw met meerdere wooneenheden of een eenheid in een commercieel gebouw kan één of meer opbrengstgenererende eenheden omvatten. Als bijvoorbeeld een residentiële klant geabonneerd is op onze digitale kabeldienst, telefoniedienst en breedbandinternetdienst, vertegenwoordigt die klant drie opbrengstgenererende eenheden. Het totale aantal opbrengstgenererende eenheden is de som van het aantal abonnees voor basiskabeltelevisie, premiumkabeltelevisie, internet en telefonie. Het aantal opbrengstgenererende eenheden wordt over het algemeen geteld op basis van het aantal panden, zodat een bepaald pand voor een bepaalde dienst niet als meer dan één opbrengstgenererende eenheid wordt geteld. Als iemand onze diensten in twee panden ontvangt (bijvoorbeeld in zijn hoofdwoning en in een vakantiehuisje), wordt die persoon daarentegen als twee opbrengstgenererende eenheden geteld. Elke kabel-, internet- of telefoniedienst in een productbundel wordt geteld als een afzonderlijke opbrengstengenererende eenheid, ongeacht de aard van een eventuele bundelkorting of promotie. Niet-betalende abonnees worden als abonnees geteld tijdens de periode gedurende welke ze bij wijze van promotie een gratis dienst ontvangen. Sommige van deze abonnees haken na die gratis periode af. Diensten die langdurig kosteloos worden aangeboden (bijv. aan VIP's of werknemers) worden over het algemeen niet als opbrengstgenererende eenheden geteld. Abonnementen op mobiele-telefoniediensten worden niet opgenomen in het extern gerapporteerde aantal opbrengstgenererende eenheden.
  • (13) Het klantverloop vertegenwoordigt de snelheid waarmee klanten hun abonnementen beëindigen. Het jaarlijks voortschrijdend gemiddelde wordt berekend door het aantal beëindigingen in de voorgaande 12 maanden te delen door het gemiddelde aantal klantenrelaties. Bij de berekening van het klantverloop wordt een beëindiging geacht te hebben plaatsgevonden indien de klant geen enkele dienst meer van ons ontvangt en onze apparatuur dient terug te geven. Een gedeeltelijke overschakeling naar een lager product, wat meestal wordt toegepast om klanten aan te moedigen een openstaande factuur te betalen en te voorkomen dat alle diensten worden afgekoppeld, wordt bij de berekeningen van het klantverloop niet als een beëindiging beschouwd. Klanten die binnen ons kabelgebied verhuizen en klanten die overschakelen naar hogere of lagere diensten worden bij de berekening van het klantverloop evenmin als beëindigingen beschouwd.
  • (14) De netto hefboomratio wordt berekend volgens de definitie in de 2010 Gewijzigde Senior Credit Facility, door de totale nettoschuld, uitgezonderd (a) achtergestelde aandeelhoudersleningen, (b) geactiveerde elementen van de schulden onder de clientèle- en annuïteitenvergoedingen, (c) en alle andere financiële leases die op of voor 1 augustus 2007 werden aangegaan, en (d) alle schuld onder de netwerklease afgesloten met de zuivere intercommunales tot een maximum totaalbedrag van €195.0 miljoen, te delen door de Geconsolideerde EBITDA op jaarbasis van de laatste twee kwartalen.

Conference call – Telenet zal op 28 april 2015 om 15:00 uur MET een conference call houden voor institutionele beleggers en analisten. De inbelgegevens en webcastkoppelingen vindt u op http://investors.telenet.be

Contactgegevens

Investor Relations: Rob Goyens [email protected] – Phone: +32 15 333 054
Thomas Deschepper – [email protected] – Phone: +32 15 366 645
Press & Media Relations: Stefan Coenjaerts [email protected] – Phone: +32 15 335 006
  • Over Telenet – Telenet is een toonaangevende aanbieder van media- en telecommunicatiediensten. Zijn activiteiten bestaan uit het aanbieden van kabel-tv, breedbandinternet, vaste telefonie en mobiele telefonie, hoofdzakelijk aan particuliere klanten in Vlaanderen en Brussel. Daarnaast biedt Telenet onder de merknaam Telenet Business diensten aan zakelijke klanten in heel België. Telenet is genoteerd op Euronext Brussel onder het symbool TNET en maakt deel uit van de BEL20-beursindex.
  • Meer informatie – Meer informatie over Telenet en zijn producten vindt u op de website http://www.telenet.be. Nadere informatie over de operationele en financiële gegevens in dit document kan worden gedownload in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers. Het geconsolideerde jaarverslag van 2014 en de niet-geauditeerde verkorte geconsolideerde financiële staten en presentaties in verband met de financiële resultaten over de drie maanden afgesloten op 31 maart 2015 zijn beschikbaar in het deel van de website van de Vennootschap, dat bedoeld is voor beleggers (http://investors.telenet.be).
  • Safe Harbor Statement van de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995 – Verschillende verklaringen in dit document zijn "forward-looking statements" (toekomstgerichte verklaringen) zoals die term is gedefinieerd in de Amerikaanse Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Deze toekomstgerichte verklaringen met betrekking tot onze financiële en operationele vooruitzichten, ons dividendbeleid en onze groeiverwachtingen zijn te herkennen aan het gebruik van woorden als "denkt", "voorziet", "zou moeten", "is voornemens", "plant", "zal", "verwacht", "schat", "raamt", "positie", "strategie", en soortgelijke uitdrukkingen, en omvatten bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat onze werkelijke resultaten, prestaties, verwezenlijkingen of sectorresultaten wezenlijk verschillen van die welke in deze toekomstgerichte verklaringen expliciet of impliciet worden verwacht, geraamd, voorspeld, geschat of gebudgetteerd. Deze factoren zijn onder meer: mogelijke ongunstige ontwikkelingen met betrekking tot onze liquiditeit of bedrijfsresultaten; mogelijke ongunstige ontwikkelingen op het gebied van de concurrentie, economie of regelgeving; onze aanzienlijke schuldaflossingen en andere contractuele verplichtingen; ons vermogen om ons businessplan te financieren en uit te voeren; ons vermogen om voldoende liquiditeit te genereren voor de aflossing van onze schulden; rente- en wisselkoersschommelingen; de impact van

nieuwe zakelijke opportuniteiten die aanzienlijke voorafgaande investeringen vereisen; ons vermogen om klanten aan te trekken en te behouden en om onze globale marktpenetratie te vergroten; ons vermogen om met andere bedrijven in de communicatieen contentdistributiesector te concurreren; ons vermogen om contracten te behouden die essentieel zijn voor onze activiteiten; ons vermogen om een adequaat antwoord te bieden op technologische ontwikkelingen; ons vermogen om een back-up te ontwikkelen en te onderhouden van onze kritieke systemen; ons vermogen om door te gaan met het ontwerpen van netwerken, plaatsen van installaties, verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen of goedkeuringen van de overheid, en het financieren van bouw en ontwikkeling, op een tijdige manier, tegen een redelijke kostprijs en onder bevredigende voorwaarden; ons vermogen om een impact te hebben of een doeltreffend antwoord te bieden op nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving, ons vermogen om waardetoevoegende investeringen te maken, en ons vermogen om de uitkeringen aan de aandeelhouders in de toekomst aan te houden of op te trekken. We verbinden ons er niet toe om de toekomstgerichte verklaringen in dit document te actualiseren teneinde de werkelijke resultaten, wijzigingen in veronderstellingen of veranderingen in factoren die deze verklaringen beïnvloeden te weerspiegelen.

Financiële informatie – De geconsolideerde jaarrekening van Telenet Group Holding per en voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 werd opgesteld in overeenstemming met EU IFRS, tenzij anders vermeld, en kan op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd.

Niet-GAAP-maatstaven – "Adjusted EBITDA" en "Vrije kasstroom" zijn niet-GAAP-maatstaven zoals bedoeld in Regulation G van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission. Voor aanverwante definities en aansluitingen verwijzen we naar het deel Investor Relations op de website van Liberty Global plc (http://www.libertyglobal.com/). Liberty Global plc is de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap.

Dit document werd vrijgegeven op 28 april 2015 om 7:00 uur MET.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.