Governance Information • Mar 31, 2020
Governance Information
Open in ViewerOpens in native device viewer
Het managementrapport van Solvay presenteert de sociale, ecologische en financiële prestaties van de Groep in 2019, evenals de resultaten op het gebied van governance.
Solvay nv – met hoofdzetel in België – wil voldoen aan de hoogste standaard inzake deugdelijk bestuur. Het bedrijf wil voortdurend de prestaties op het gebied van deugdelijk bestuur ("corporate governance") verbeteren, waarbij de nadruk ligt op transparantie en op het bevorderen van een cultuur van duurzame waardecreatie op lange termijn.
De bestuursorganen van Solvay zijn verantwoordelijk voor de langetermijnaanpak van de Groep, het nastreven van de visie van de oprichter van Solvay, en de uitvoering van de strategie van de Groep. De Raad van Bestuur is belast met het sturen van de ontwikkelingsstrategie van Solvay en adviseert het uitvoerend comité, dat toezicht houdt op de bedrijfsvoering.
In deze verklaring worden de aanbevelingen van het 'naleven of motiveren'-principe van de Belgische Corporate Governance Code 2009 toegepast. Ze bevat aanvullende feitelijke informatie met betrekking tot het corporate-governancebeleid van Solvay en relevante wijzigingen daarvan, samen met details over de remuneratie van de bestuurders en leden van het uitvoerend comité en over relevante gebeurtenissen die zich in het voorgaande jaar hebben voorgedaan.
Overeenkomstig dit principe wijkt geen van de in deze corporategovernanceverklaring beschreven regels af van de Belgische Corporate Governance Code 2009.
Het Corporate Governance Charter (het 'Charter'), aangenomen door de Raad van Bestuur van Solvay, is beschikbaar op de website van Solvay en beschrijft de belangrijkste aspecten van de corporate governance van de Solvay Groep, inclusief de bestuursstructuur en de interne regels van de Raad van Bestuur, het Uitvoerend Comité en andere comités opgericht door de Raad van Bestuur. Vanaf 1 januari 2020 heeft Solvay de aanbevelingen van de Belgische Corporate Governance Code 2020 toegepast, die vanaf 1 januari 2020 van toepassing is. De Raad van Bestuur heeft het Charter gewijzigd om te voldoen aan de nieuwe Corporate Governance Code.
Het kapitaal van Solvay bedraagt € 1.588.146.240 en bestaat uit 105.876.416 uitgegeven aandelen. Er hebben zich in 2019 geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap.
Solvay (SOLB.BE) is genoteerd op Euronext Brussel, wat haar-hoofdnotering is. Solvay heeft een secundaire notering op Euronext Parijs. Solvay-aandelen worden sinds 1 oktober 2016 ook over-the-counter (OTC) verhandeld als 'Level 1 sponsored American Depositary Receipts' (ADR's) via Citibank. (Translator's note: source text error: Depository should be Depositary)
Het aandeel van Solvay is opgenomen in de BEL20, de belangrijkste Belgische index. Op 14 september 2018 werd Solvay opgenomen in de Next20-index, na vertrek uit de CAC40-index. De Groep wordt nog steeds beschouwd als de grootste producent van (gespecialiseerde) chemicaliën op de beurs van Parijs. De aandelen van Solvay zijn opgenomen in andere belangrijke indexen zoals de BEL Chemicals, de STOXX-familie (DJ STOXX en DJ Euro STOXX), de MSCI-index, Euronext 100, de Dow Jones Sustainability TM World Index en de FTSE4Good Index.
In 2019 bedroeg de gemiddelde aandelenkoers (bij beurssluiting aan het eind van de dag) € 95,7 en fluctueerde de koers van het aantal tussen € 84,1 en € 110,8 per aandeel. In 2019 werden er per dag gemiddeld 256.047 aandelen verhandeld (bron: Euronext), tegeweeknover 277.313 aandelen in 2018.

Onderstaande grafiek geeft de aandeelhoudersstructuur van Solvay per 31 december 2019 weer, op basis van kennisgevingen van haar aandeelhouders. Deze transparantiekennisgevingen zijn op grond van Belgisch recht of de statuten van Solvay verplicht wanneer het aandelenbelang de drempel van 3%, 7,5% of een veelvoud van 5% overschrijdt.

De laatste kennisgevingen die Solvay in 2019 heeft ontvangen:
De overige aandelen, samen goed voor ongeveer 64%, zijn in handen van institutionele en particuliere aandeelhouders, waarbij er geen enkele aandelenbelang is van meer 3%.
Op de Gewone Algemene Vergadering van dinsdag 14 mei 2019 vertegenwoordigden de neergelegde en uitgebrachte stemmen 63,40% van het kapitaal van Solvay nv.
De hoofdaandeelhouder van Solvay is Solvac nv, dat meer dan 30% van het aandelenkapitaal van Solvay in handen heeft. Solvac nv is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht die in 1983 werd opgericht. Zijn activa bestaan uitsluitend uit de Solvay-aandelen.
De aandelen van Solvac worden verhandeld op Euronext Brussel. Solvac telt ongeveer 13.000 aandeelhouders. Meer dan 2.300 van hen zijn verwant met de families die Solvay hebben opgericht. Samen hebben zij ongeveer 77% van de aandelen van Solvac in handen.
Solvac heeft bewezen dat het succes van de Vennootschap op lange termijn ten voordele van alle aandeelhouders het primaire doel van hun betrokkenheid is en blijft. Deze langetermijnfocus is essentieel voor duurzaam succes in onze sector. De Raad van Bestuur is van mening dat onze eigendomsstructuur heeft bijgedragen aan het isoleren van onze Vennootschap van conjunctuurcycli en de daarmee samenhangende druk op de korte termijn terwijl de Raad van Bestuur en het senior management zich kunnen concentreren op ons succes op lange termijn.
De CEO van Solvac, Bernard de Laguiche, is een onafhankelijke nietuitvoerend bestuurder in de Raad van Bestuur van Solvay.
Het percentage van het kapitaal en het aantal aandelen in het bezit van Solvac nv worden op de website van Solvay gepubliceerd.
Solvay Stock Option Management bvba is een indirecte dochteronderneming van Solvay en zijn aandelen en aankoopopties zijn samen goed voor 2,342% van het kapitaal van Solvay. Deze worden aangehouden in het kader van de strategie van de Groep om de risico's af te dekken die verbonden zijn aan aandelenopties die Solvay aan het senior management van de Groep toekent.
Solvay bevordert een open dialoog met de beleggingswereld om duurzame relaties op te bouwen. Overeenkomstig de richtlijnen van de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) voldoet Solvay aan de informatieverplichtingen die in de Belgische wet zijn vastgelegd en in de Verordening marktmisbruik zijn vervat.
Solvay verstrekt op een transparante, tijdige en zinvolle manier nauwkeurige informatie om beleggers inzicht te geven in de bedrijfsactiviteiten en strategie van Solvay, resulterend in een correcte waardering door de markt. Uitgebreide informatie over de bedrijfsactiviteiten, de strategie en de financiële prestaties van Solvay is te vinden in een groot aantal regelgevende en andere publicaties, zoals het jaarlijkse Geïntegreerd Verslag, financiële verslagen en persberichten, evenals op zijn website (www.solvay.com).
Beleggers kunnen het Investor Relations-team het hele jaar door gemakkelijk bereiken via e-mail of telefoon. De leden van het uitvoerend comité en het Investor Relations-team hebben het hele jaar door ook rechtstreeks contact met verschillende leden van de beleggingswereld via roadshows en beleggersconferenties.
Op 7 november 2019 maakte Ilham Kadri, CEO, de G.R.O.W.-strategie van Solvay bekend, met als duidelijk doel het potentieel van de Groep ten volle te benutten en de waardecreatie te versnellen. De waarde zal worden gegenereerd door een gedifferentieerde toewijzing van middelen en afzonderlijke bedrijfsmandaten (Materials, Chemicals en Solutions), samen met transversale initiatieven die mogelijk worden gemaakt door ons nieuwe operationele model, Solvay One.
Solvay vergadert regelmatig met zijn hoofdaandeelhouder Solvac. Solvay geeft presentaties aan de Raad van Bestuur van Solvac en neemt deel aan evenementen die door de aandeelhouders van de stichtende families worden georganiseerd. Al deze interacties zijn gebaseerd op openbare informatie. Nieuw presentatiemateriaal wordt altijd gedeeld op de website van Solvay.
In 2019 namen vertegenwoordigers van het management van Solvay deel aan drie vergaderingen van de Raad van Bestuur van Solvac en aan vijf evenementen die werden georganiseerd door de families die Solvay hebben opgericht.
Solvay onderneemt specifieke acties om te interageren met institutionele beleggers. Er worden roadshows georganiseerd met leden van het Uitvoerend Comité en vertegenwoordigers van het Investor Relations-team. Zij nemen deel aan beleggersconferenties over de hele wereld. De daaruit voortvloeiende face-to-face contacten maken het mogelijk om met de beleggersgemeenschap in dialoog te treden over de strategie en bedrijfsprestaties van Solvay.
In 2019 nam Solvay deel aan 37 evenementen (waaronder 17 contacten met het senior management), bestaande uit 13 roadshows en 24 conferenties in landen in Europa, Amerika en Azië, evenals "reverse roadshows" in de kantoren van Solvay.
Solvay wordt gevolgd door 24 verkoopsanalisten die actief onderzoek naar het aandeel publiceren. De bijgewerkte lijst van deze analisten is te vinden op de website van Solvay.
Naast de regelmatige individuele vergaderingen, e-mailcontacten en telefonische contacten organiseert Solvay driemaandelijkse conferentiegesprekken tussen de leden van het Uitvoerend Comité en de verkoopsanalisten ten gevolge van de publicatie van de resultaten van de Groep. Hoewel ze specifiek gericht zijn op analisten, zijn deze conferentiegesprekken live toegankelijk voor alle beleggers. Na afloop zijn ze opnieuw te beluisteren en is de transcriptie ervan te lezen op de website van Solvay.
Elke belegger heeft toegang tot duidelijke, uitgebreide en transparante informatie op maat van zijn of haar individuele behoeften via een speciale rubriek Aandeelhouders (beschikbaar in het Frans, Nederlands en Engels). Elke investeerder kan ook inschrijven op de Solvay Investors' Club. Bovendien beantwoordt het team van de Solvay Investors Relation ([email protected]) en de Solvay Service ([email protected]) alle vragen en verzoeken om informatie en diensten.
In 2019 nam Solvay deel aan zes conferenties, waaronder drie aandeelhoudersevenementen in België (in Brussel en Antwerpen) en in Frankrijk (Parijs).
Solvay werkt ook samen met privébanken, heeft regelmatig contact met hun analisten en neemt af en toe deel aan hun evenementen gewijd aan particuliere beleggers.
In het Charter zijn de taken, de missie, de werking, de omvang, de samenstelling, de opleiding en de evaluatie van de Raad van Bestuur vastgelegd. Het interne reglement van de Raad van Bestuur is aan het Charter gehecht.
Per 31 december 2019 bestond de Raad van Bestuur uit 15 bestuurders:
De aanwezigheid op vergaderingen van de Raad van Bestuur bedraagt 94,66%.
De mandaten van mevrouw Marjan Oudeman en de heer Charles Casimir-Lambert werden op de Gewone Algemene Vergadering van 14 mei 2019 met vier jaar verlengd. Deze mandaten lopen af aan het eind van de Gewone Algemene Vergadering die in mei 2023 wordt gehouden.

Nicolas Boël Belg Niet Onafhankelijk bestuurder 1998 10/10
Mandaten van Solvay nv: Voorzitter van de Raad van Bestuur, voorzitter van het Comité van financiën en voorzitter van het remuneratiecomité, lid van het benoemingscomité.
Einddatum bestuursmandaat: 2021
vervangen. De Algemene Vergadering van 14 mei 2019 heeft de benoeming
De heer Yves-Thibault de Silguy verliet de Raad van Bestuur op de Gewone Algemene Vergadering van 14 mei 2019 en is niet
van mevrouw Ilham Kadri tot lid van de Raad van Bestuur, ter vervanging van de heer Jean-Pierre Clamadieu, bevestigd. Mevrouw Ilham Kadri zal het mandaat van de heer Jean-Pierre Clamadieu overeenkomstig artikel 16 van de statuten van Solvay voltooien tot de Gewone Algemene Vergadering van 2021.
Het mandaat van de heer Jean-Marie Solvay zal aan het eind van de Gewone Algemene Vergadering van dinsdag 12 mei 2020 aflopen.
De heer Jean-Marie Solvay is geen kandidaat meer voor de verlenging van zijn mandaat en zal worden vervangen door Mevrouw Aude Thibaut de Maisières.
Op dezelfde Gewone Algemene Vergadering van dinsdag 12 mei 2020 zal worden voorgesteld om de heer Jean-Marie Solvay te vervangen door Mevrouw Aude Thibaut de Maisières.
Diploma's: Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen (Katholieke Universiteit Leuven, België). Master of Business Administration (College of William and Mary, VS).
Activiteiten buiten Solvay: Bestuurder van Sofina.

Jean-Pierre Clamadieu Frans Niet Onafhankelijk bestuurder 2012 1/1
Mandaten van Solvay nv: Voorzitter van het uitvoerend comité en CEO, bestuurder en lid van het Comité van financiën.
Einddatum bestuursmandaat: 2019
Diploma's: Ingenieursdiploma van de École des Mines (Parijs, Frankrijk). Activiteiten buiten Solvay: Bestuurder van Axa en Airbus. Voorzitter van Cytec Industries Inc. Voorzitter van Engie SA en Opéra de Paris.

Ilham Kadri Franse Niet Onafhankelijk bestuurder 2019 9/9
Mandaten van Solvay nv: Voorzitter van het uitvoerend comité en CEO, bestuurder en lid van het Comité van financiën.
Einddatum bestuursmandaat: 2021
Diploma's: Diploma Chemische Technologie van de Ecole des Hauts Polymères en Strasbourg, PhD in macromoleculaire fysico-chemie van Strasbourg's Louis Pasteur University.
Activiteiten buiten Solvay: Bestuurder van A.O. Smith (US).

Bernard de Laguiche Fransman/Braziliaan Niet Onafhankelijk bestuurder 2006 10/10
Mandaten van Solvay nv: Lid van het uitvoerend comité tot 30 september 2013, bestuurder, lid van het Comité van financiën en lid van het auditcomité sinds 13 mei 2014.
Einddatum bestuursmandaat: 2021
Diploma's: MA in Economics and Business Administration, HSG (Universität St. Gallen, Zwitserland). MBA in Agribusiness, Universiteit van São Paulo (USP ESALQ).
Activiteiten buiten Solvay: Gedelegeerd bestuurder van Solvac SA. Voorzitter van de Raad van Bestuur van Peroxidos do Brasil Ltda, Curitiba (Brazilië). Mandaten in niet-beursgenoteerde ondernemingen in Brazilië en Europa.

Jean-Marie Solvay Belg Niet Onafhankelijk bestuurder 1991 10/10
Mandaten van Solvay nv: Bestuurder, lid van de innovatieraad, lid van de remuneratie-en benoemingscomités sinds maart 2018.
Einddatum bestuursmandaat: 2020
Diploma's: Advanced Management Programme – Insead.
Activiteiten buiten Solvay: Bestuursvoorzitter van de International Solvay Institutes. Lid van de Raad van Bestuur van Innovation Fund, Brussel. CEO van Albrecht RE Immobilien GmbH & Co. KG., Berlijn (Duitsland).

Charles Casimir-Lambert Belg Niet Onafhankelijk bestuurder sinds mai 12, 2019 2007 10/10
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder (sinds 12 mei 2019 is hij niet langer meer een Onafhankelijk bestuurder), lid van het auditcomité.
Diploma's: MBA Columbia Business School (New York, VS)/London Business School (Londen, VK). Master (lic.oec.HSG) in economie, management en finance (Universität St. Gallen, Zwitserland). Activiteiten buiten Solvay: Beheer van wereldwijde familiebelangen.

Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder, lid van het Comité van financiën en lid van het auditcomité.
Einddatum bestuursmandaat: 2021
Diploma's: Master in de rechten (Université catholique de Louvain, België). Diploma in economie en bedrijfskunde (ICHEC, België). Activiteiten buiten Solvay: Group Director van Petercam nv tot 30 juni 2013, bestuurder van Vital Renewable Energy Company LLC (Delaware). Onafhankelijk bestuurder van VISONARITY AG (Basel, Zwitserland) tot april 2018.

Yves-Thibault de Silguy Fransman Onafhankelijk bestuurder 2010 3/3
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder, lid van het remuneratiecomité en voorzitter van het benoemingscomité, lid van het comité van financiën.
Einddatum bestuursmandaat: 2019
Diploma's: Licentiaat in de rechten, Université de Rennes (Frankrijk). DES publiek Recht, Université de Paris I (Frankrijk). Diploma van het Institut d'Études Politiques de Paris en de École Nationale d'Administration (Frankrijk).
Activiteiten buiten Solvay: Voormalig Europees commissaris voor economie, monetaire en financiële zaken (1995-1999), Bestuurder en vice voorzitter van de Raad van Bestuur van de Vincigroep. Bestuurder van LVMH. Voorzitter van de Raad van Toezicht van Sofisport (Frankrijk). Bestuurder van VTB Bank (Moskou, Rusland) en voorzitter van YTSeuropaconsultants.

Evelyn du Monceau Belg Onafhankelijk bestuurder 2010 9/10
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder, lid van de remuneratie- en benoemingscomités.
Einddatum bestuursmandaat: 2021
Diploma's: Licentiaat toegepaste economische wetenschappen van de Université Catholique de Louvain (België).
Activiteiten buiten Solvay: Voorzitter van de Raad van Bestuur en Voorzitter van de Governance Benoemings- en Remuneratiecomités van UCB NV. Lid van de Raad van Bestuur van La Financière de Tubize NV. Lid van de Commissie voor Corporate Governance.

Françoise de Viron Belg Onafhankelijk bestuurder 2013 10/10
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder, lid van de remuneratie- en benoemingscomités.
Diploma's: Doctor in de wetenschappen (Université catholique de Louvain, België). Master in sociologie (Université catholique de Louvain, België).
Activiteiten buiten Solvay: Professor aan de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen en aan de Louvain School of Management (Université catholique de Louvain, België), academisch lid van het Center of Research Entrepreneurial Change and Innovative Strategies (CRECIS), van de interdisciplinaire onderzoeksgroep Socialisatie, Vorming en Training, van de interdisciplinaire onderzoeksgroep Volwassenenonderwijs aan de Université catholique de Louvain, België. Voorzitter en bestuurder AISBL EUCEN – European Universities Continuing Education network.

Amparo Moraleda Martinez Spaanse Onafhankelijk bestuurder 2013 9/10
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder, lid van de remuneratie- en benoemingscomités.
Einddatum bestuursmandaat: 2021
Diploma's: Diploma industrieel ingenieur, ICAI (Universidad Pontifica Comillas, Spanje) PDG, IESE Business School (Universidad de Navarra, Spanje). Activiteiten buiten Solvay: Voormalig algemeen directeur van IBM Spanje, Portugal, Griekenland, Israël en Turkije. Voormalig Chief Operating Officer, International Division (Spanje) en Acting CEO, Scottish Power (VK) van Iberdrola. Lid van de Raad van Bestuur van de volgende beursgenoteerde ondernemingen: Airbus SE (Nederland), Faurecia (tot okt. 2017) (Frankrijk), Caixabank SA (Spanje), Vodafone, plc (VK). Lid van de Consejo rector of Consejo Superior de Investigaciones Cientificias. Lid van de Real Academia de Ciencias Económicas y Financieras in Spanje.

Rosemary Thorne Engelse Onafhankelijk bestuurder 2014 10/10
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder (lit van het auditcomité sinds mai 2018).
Einddatum bestuursmandaat: 2022
Diploma's: Honour degree wiskunde en economie, Universiteit van Warwick (VK). Bestuurslid van het Chartered Institute of Management Accountants (FCMA en CGMA). Fellow van de Association of Corporate Treasurers (FCT).
Activiteiten buiten Solvay: Voormalig Chief Financial Officer bij J. Sainsbury, Bradford & Bingley en Ladbrokes. Lid van de Raad van Bestuur en voorzitter van het auditcomité van Merrill Lynch International (VK). Voormalige onafhankelijke Bestuurder Royal Mail Group, Cadbury Schweppes, Santander UK, First Global Trust Bank (UK) en Smurfit Kappa Group (Ireland).

Gilles Michel Fransman Onafhankelijk bestuurder 2014 8/10
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder, Lid van het Comité van financiën, lid van de remuneratie-en benoemingscomités sinds maart 2018.
Einddatum bestuursmandaat: 2022
Diploma's: École Polytechnique (Frankrijk). École Économique (ENSAE) (Frankrijk). Institut d'Études Politiques (IEP).
Activiteiten buiten Solvay: Voormalig CEO van de divisie Ceramics & Plastics, Saint-Gobain, Frankrijk. Voormalig lid van het directiecomité van PSA, Frankrijk. Voormalig CEO van Fonds stratégique d'Investissement (FSI). Voormalig Voorzitter & CEO, Imerys, Frankrijk (beursgenoteerd); voormalig niet uit-voerende voorzitter van de raad IBL Ltd., Valeo: Onafhankelijk bestuurder.

Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder, lid van het auditcomité sinds 12 mei 2015.
Einddatum bestuursmandaat: 2023
Diploma's: Diploma in de rechten, Rijksuniversiteit Groningen (Nederland). Master of Business Administration, Simon E. Business School,University of Rochester (New York, VS) en Erasmus Universiteit Rotterdam (Nederland). Activiteiten buiten Solvay: Voormalig lid van de raad van bestuur van Exco, Tata Steel en Akzo Nobel. Voormalig Voorzitter Universiteit van Utrecht. Voormalig lid van Bestuur van Statoil SA (nu Equinor ASA), ABN Amro. Voorzitter van de raad Ronald McDonald Children's Fund. Lid van de Raad van Toezicht van het Rijksmuseum, Nederland. Lid van de Raad van Commissarissen van Aalberts Industries NV en SHV Holding NV. Lid Raad van Bestuur van UPM-Kymmene Corporation en PJSC Novolipetsk-staal.

Agnès Lemarchand Franse Onafhankelijk bestuurder 2017 9/10
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder, lid van het auditcomité.
Einddatum bestuursmandaat: 2021
Diploma's: Ecole Nationale Supérieure de Chimie de Paris (France). Chemical engineering degree from MIT (Boston, USA), MBA degree from INSEAD. Activiteiten buiten Solvay: Voormalig CEO IBFbiotechnics, Rhône-Poulenc (France). Voormalig CEO Prodical, Ciments-Français, (France). Voormalig CEO Lime Division, Lafarge (France). Voormalig Executive Chairman of Steetley Dolomite Ltd (UK). Onafhankelijke Bestuurder van de volgende beursgenoteerde bedrijven: CGG Veritas (until Oct 2017) (USA/France), Compagnie de Saint-Gobain (France), BioMérieux (France).

Matti Lievonen Fin Onafhankelijk bestuurder 2018 9/10
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder.
Einddatum bestuursmandaat: 2022
Diploma's: BscEng, Electrical Engineering, Kuopio Institute of Technology, Finland. EMBA, Helsinki University of Technology, Finland. Activiteiten buiten Solvay: CEO Oiltanking GmbH. Voorzitter van de Raad van Bestuur van
Fortum. Vice-voorzitter van de Raad van Bestuur SSAB. Lid van het aandeelhouder's Comité van Wintershall Dea.

Philippe Tournay Belgian Onafhankelijk bestuurder 2018 9/10
Geboren in: 1959
Mandaten van Solvay nv: Onafhankelijk bestuurder.
Einddatum bestuursmandaat: 2022
Diploma: MA in economics LSM-UCL (Université Catholique de Louvain,Belgium). Activiteiten buiten Solvay: Sinds 2003, eigenaar en gedelegeerd bestuurder Presa SA. Sinds 2007, Vice voorzitter Fondation Tournay Solvay.
De leden van de Raad van Bestuurd brengen gezamenlijk een uitgebreide set aan competenties mee die vereist zijn voor de activiteiten van de Groep.
Deze competenties variëren van sterke ervaring in internationale industrieën en markten, voor velen van hen op uitvoerend niveau, tot functionele domeinen zoals human resource
| Chemische industrie expertise |
Financiën | Management | Industriële expertise |
Onderzoek en expertise |
Digitale en IT diensten |
Duurzame ontwikkeling |
Human resources |
Internationale ervaring |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Nicolas Boël | x | x | x | x | |||||
| Ilham Kadri | x | x | x | x | x | x | x | x | |
| Bernard de Laguiche | x | x | x | x | x | x | |||
| Jean-Marie Solvay | x | x | x | x | x | ||||
| Charles Casimir-Lambert | x | x | x | x | x | x | |||
| Hervé Coppens d'Eeckenbrugge |
x | x | x | x | x | ||||
| Evelyn du Monceau | x | x | x | x | x | ||||
| Françoise de Viron | x | x | x | x | x | x | |||
| Amparo Moraleda Martinez |
x | x | x | x | |||||
| Rosemary Thorne | x | x | x | x | |||||
| Gilles Michel | x | x | x | x | x | ||||
| Marjan Oudeman | x | x | x | x | x | x | x | ||
| Agnès Lemarchand | x | x | x | x | x | ||||
| Matti Lievonen | x | x | x | x | x | x | x | ||
| Philippe Tournay | x | x | x | x |
De kwalificaties en expertise van de bestuurders worden weergegeven in onderstaande Competentiematrix:
In 2019 heeft de Raad van Bestuur tien keer vergaderd. De aanwezigheid van elke bestuurder is weergegeven in de tabel in punt 3.1.1. Structuur en samenstelling.
De besprekingen, beoordelingen en beslissingen van de Raad van Bestuur waren toegespitst op de jaarlijkse herziening van de strategie van de Groep, strategische projecten (overnames, desinvesteringen, investeringsuitgaven, enz.), de driemaandelijkse financiële verslaggeving, de goedkeuring van de kwartaalverslagen, het dividendvoorstel aan de Gewone Algemene Vergadering, de verslagen van de comités van de Raad van Bestuur, het beleid inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid, het risicobeheer, het remuneratiebeleid, de langetermijnbonusregeling, de opvolgingsplanning voor de Raad van Bestuur en het management (wordt periodiek herzien), de herstructurering binnen de groep, en de verslagen en resolutievoorstellen aan de Algemene Vergadering.
In het bijzonder werd het jaar 2019 gekenmerkt door de overgang van de nieuwe CEO, mevrouw Ilham Kadri, die op 1 maart aan het roer overnam. Ze onderging met het Uitvoerend Comité een grondige strategische evaluatie van de Groep die resulteerde in nieuwe specifieke mandaten en doelstellingen voor de verschillende Global Business Units (GBU's). Het operationele model van de Groep werd dienovereenkomstig aangepast, op basis van de delegatie en de verantwoordelijkheid van het Solvay Leadership Team (ExCom, Heads of GBUs and Functions). Ook werd de studie om de Group Purpose te definiëren gelanceerd met als doel alle medewerkers te betrekken.
Dit alles gebeurde in een nauwe, open en transparante dialoog met de Raad van bestuur die bij elke belangrijke stap was betrokken.
Artikel 523 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen werd door de vergadering van de Raad van Bestuur van 26 februari 2019 toegepast in het kader van de beslissingen met betrekking tot de remuneratie van de CEO:
"Voorafgaand aan de bespreking of beslissing door de Raad van Bestuur over dit agendapunt, verklaarde Jean-Pierre Clamadieu dat hij een rechtstreeks financieel belang heeft bij de uitvoering van de beslissing van de Raad van Bestuur over zijn bonus voor 2018.
Overeenkomstig artikel 523 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen heeft Jean-Pierre Clamadieu zich teruggetrokken om de beraadslagingen van de Raad van Bestuur over deze beslissing niet bij te wonen en niet aan de stemming deel te nemen.
De Raad van Bestuur heeft vastgesteld dat artikel 523 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen van toepassing is op deze beslissing.
Bonus voor 2018: De leden van de Raad van Bestuur hebben met elkaar van gedachten gewisseld over de prestaties van de CEO in 2018 en over de score die aan elk van de individuele en collectieve doelstellingen moet worden toegekend. In overeenstemming met de aanbeveling van het remuneratiecomité stelt de Raad van Bestuur de kortetermijnbonus van de CEO voor 2018 vast op 133,5% van zijn basissalaris, d.w.z. € 1.602.000.
De Raad feliciteert de heer Jean-Pierre Clamadieu met de in 2018 behaalde resultaten."
Vanaf 1 januari 2020 is artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen vervangen door artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Om de twee à drie jaar wordt een evaluatie van de Raad van Bestuur uitgevoerd met als doel na te gaan hoe de Raad van Bestuur zijn eigen werking kan verbeteren en beter de "best practices" kan volgen. Hierbij wordt vooral gekeken naar de samenstelling van de Raad van Bestuur (met inbegrip van overwegingen die verband houden met diversiteit en competenties), de werking van de Raad van Bestuur, de informatieverschaffing aan en interacties met het uitvoerend management, en de samenstelling en het functioneren van de door de Raad van Bestuur opgerichte comités.
Als gevolg van de management-transitie en de benoeming van de nieuwe CEO werd eind 2019 een interne evaluatie uitgevoerd op basis van een externe vragenlijst. De evaluatie richtte zich op alle punten die in de evaluatie van het voorgaande jaar voor verdere verbetering aan de orde waren gesteld en hoe de Raad van Bestuur de overgang tot nieuwe CEO en de daaraan gerelateerde onderwerpen in 2019 heeft aangepakt.
Voordenieuwebestuurders iseenintroductie programma voorzien, dat ook openstaat voor elke Bestuurder die eraan wenst deel te nemen.
Het programma omvat een evaluatie van de strategie en activiteiten van de Groep en van de belangrijkste uitdagingen op het gebied van groei, concurrentiekracht en innovatie, maar ook op het gebied van financiën, onderzoek & innovatie, personeelsbeheer, juridische kwesties, corporate governance, compliance en de algemene organisatie van de activiteiten.
Bedrijfsbezoeken maken ook deel uit van het programma, waarbij ontmoetingen met het management en lokale teams, bedrijfspresentaties en site bezoeken worden gecombineerd.
In 2019 maakte de Raad van Bestuur een reis van één week naar de VS, die in het teken stond van de activiteiten van Specialty Polymers en Composite Materials.
De Bestuurders ontmoetten zowel lokale operationele teams als leiderschapsteams en jonge talenten. Deze bedrijfsbezoeken ter plaatse gaven de leden van de Raad van Bestuur de gelegenheid om in contact te komen met het industriële en O&I-team van Solvay en om vanaf de basis de pols te nemen van de Groep.
Elk jaar wijdt de Raad van Bestuur een specifieke sessie aan een update over de trends op het gebied van wereldwijde duurzame ontwikkeling (de sterke en zwakke punten van de Groep, met inbegrip van de risico's die verbonden zijn aan en de opportuniteiten die voortvloeien uit de klimaatverandering) die van invloed zijn op de Groep, haar acties en haar prestaties – met inbegrip van de vooruitgang op de vijf prioriteiten van Solvay, de duurzaamheidsratings, de eigen evaluatie van de Solvay Way en het Geïntegreerd Verslag.
Er is dit jaar gesproken over het vaststellen van een nieuwe ambitie inzake duurzaamheid om een gedeelde en duurzame toekomst voor iedereen bij Solvay te creëren.
De Raad van Bestuur heeft de volgende permanente comités opgericht: het auditcomité, het comité financiën, het remuneratiecomité en het benoemingscomité:
De mandaten van alle leden van de verschillende comités loopt op 12 mei 2020 af.
| Onafhankelijk bestuurder |
Auditcomité | Comité van financiën |
Remuneratiecomité | Benoemingscomité | |
|---|---|---|---|---|---|
| Mr. Nicolas Boël | Voorzitter Deelname: 4/4 |
Voorzitter Deelname: 2/2 |
Lid Deelname: 6/6 |
||
| Ms. Ilham Kadri | Lid (1)* Deelname: 3/3 |
||||
| Mr. Jean-Pierre Clamadieu | Lid (2)* Deelname: 1/1 |
||||
| Mr. Bernard de Laguiche | Lid Deelname: 6/6 |
Lid Deelname: 4/4 |
|||
| Mr. Jean-Marie Solvay | Lid: Deelname: 2/2 |
Lid Deelname: 6/6 |
|||
| Mr. Charles-Casimir Lambert | (5)* | Lid Deelname: 6/6 |
|||
| Mr. Hervé Coppens d'Eeckenbrugge | X | Lid Deelname: 6/6 |
Lid Deelname: 4/4 |
||
| Mr. Yves-Thibault de Silguy | X | Lid (3)* Deelname: 2/2 |
Lid (3)* Deelname: 1/1 |
Lid (3)* Deelname: 2/2 |
|
| Ms. Evelyn du Monceau | X | Lid Deelname: 2/2 |
Lid Deelname: 4/6 |
||
| Ms. Françoise de Viron | X | Lid Deelname: 2/2 |
Lid Deelname: 6/6 |
||
| Ms. Amparo Moraleda Martinez | X | Lid Deelname: 2/2 |
Voorzitter (4)* Deelname: 6/6 |
||
| Ms. Rosemary Thorne | X | Voorzitter Deelname: 6/6 |
|||
| Mr. Gilles Michel | X | Lid Deelname: 4/4 |
Lid Deelname: 2/2 |
Lid Deelname: 5/6 |
|
| Ms. Marjan Oudeman | X | Lid Deelname: 6/6 |
|||
| Ms. Agnès Lemarchand | X | Lid Deelname: 6/6 |
|||
| Mr. Matti Lievonen | X | Lid Deelname: 3/4 |
|||
| Philippe Tournay | X |
(1)* sinds 1 maart 2019
(2)* tot 1 maart 2019
(3)* tot 12 mei 2019
(4)* sinds 12 mei 2019
(5)* sinds 12 mei 2019, hij is niet langer een onafhankelijk bestuurder
Het remuneratiecomité voldoet aan de verplichtingen opgelegd door artikel 526 quater van het Wetboek van Vennootschappen (vanaf 1 januari 2020 werd dit artikel vervangen door artikel 7: 100 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen). Het adviseert de Raad van Bestuur over:
Het comité stelt het jaarlijkse remuneratieverslag voor de corporategovernanceverklaring op en ontvangt jaarlijks een verslag over de remuneratie van het algemeen bestuur.
Het benoemingscomité brengt advies uit over de samenstelling van en de benoemingen van posities in de Raad van Bestuur (voorzitter, nieuwe leden, herbenoemingen en comités), posities in het uitvoerend comité (voorzitter en leden) en posities in het algemeen bestuur.
De rol, verantwoordelijkheden, samenstelling, procedures en evaluatie van het uitvoerend comité worden in detail beschreven in het Charter. Daarnaast is het interne reglement van het uitvoerend comité als bijlage aan het Charter gehecht.
Op 31 december 2019 bestond het uitvoerend comité uit de volgende zes leden.

Ilham Kadri Franse 2019 13/13

Vincent De Cuyper Belg 2006 13/13

Einde lopende termijn: 2021
Diploma's en voornaamste activiteiten bij Solvay: Diploma Chemische Technologie van de l'Ecole des Hauts Polymères in Straatsburg. PhD in macromoleculaire fysico-chemie van de Louis Pasteur University in Straatsburg.
Geboren in: 1961
Einde lopende termijn: 2020
Diploma's en voornaamste activiteiten bij Solvay: Diploma Chemische Technologie (Katholieke Universiteit Leuven). Mastersopleiding Industrieel Management (Katholieke Universiteit Leuven). AMP Harvard Lid uitvoerend comité.

Karim Hajjar Engelsman 2013 13/13 Geboren in: 1963
Einde lopende termijn: 2021
Diploma's en voornaamste activiteiten bij Solvay: BSC (Hons) Economie (The City University, London). Registeraccountant (ICAEW). Lid uitvoerend comité en CFO.
Geboren in: 1969
Einde lopende termijn: 2020

Hua Du Chinees 2018 13/13

Augusto Di Donfrancesco Italiaan 2018 13/13
Hervé Tiberghien French 2019 5/5
Einde lopende termijn: 2020
Diploma's en voornaamste activiteiten bij Solvay: BS Chemistry (Bejing University) PhD. Organic Chemistry (University of Illinois, Urbana-Champaign). Lid van het uitvoerend comité.
Geboren in: 1959
Diploma's en voornaamste activiteiten bij Solvay: Afgestudeerd van de Pisa University meet een Master's degree in Chemische Technologie, Senior Executive program van de London Business School. Lid van het uitvoerend comité. Member of the Plastics Europe steering Board.
Geboren in: 1964
Einde lopende termijn: 2022
Diploma's en voornaamste activiteiten bij Solvay: Master in Human Resources, HEC St Louis, Brussels, België
In 2019 hebben zich de volgende wijzigingen voorgedaan: Op 1 oktober 2019 verlengde de Raad van Bestuur het mandaat van Karim Hajjar met een periode van twee jaar. Zijn mandaat loopt in oktober 2021 af.
Op 11 december 2019 heeft de Raad van Bestuur het mandaat van de heren Hua Du en A.Didonfrancesco voor een periode van twee jaar eindigend op 1 maart 2022, alsmede het mandaat van de heer V. De Cuyper voor een periode van twee jaar eindigend op 1 april 2022.
De Raad van Bestuur van Solvay heeft mevrouw Ilham Kadri met ingang van 1 maart 2019 benoemd tot Voorzitter van het Uitvoerend Comité, lid van de Raad van Bestuur en CEO van de Groep. Op die datum deed de heer Jean-Pierre Clamadieu afstand van zijn taken als kaderlid en zijn mandaat als directeur van Solvay en werd hij officieel opgevolgd door mevrouw Ilham Kadri. Mevrouw Ilham Kadri trad op 1 januari 2019 in dienst van Solvay. De eerste twee maanden golden als overgangsperiode, waarna zij het leiderschap van de heer Jean-Pierre Clamadieu overnam en de transformatiestrategie van Solvay voortzette.
Solvay blijft in dialoog treden met zijn aandeelhouders om zijn aanpak inzake deugdelijk bestuur, waaronder remuneratieaangelegenheden, te bespreken. Dit maakt deel uit van ons programma inzake aandeelhoudersbetrokkenheid waaraan Solvay uitvoering zal blijven geven in het kader van zijn engagement om deze constructieve dialoog met zijn aandeelhouders verder uit te bouwen. Solvays remuneratiebeleid en -rapport, dat nu meer informatie verschaft dan voorheen het geval was, werd op de Algemene Vergadering van vorig jaar goedgekeurd door 96,7 % van de aandeelhouders.
De ruimere informatieverschaffing in het remuneratierapport van dit jaar weerspiegelt de input die in de loop der jaren van de aandeelhouders van Solvay is ontvangen alsook de ontwikkelingen in het wettelijk kader met het oog op meer transparantie over remuneratieaangelegenheden, met inbegrip van de openbaarmaking van de remuneratie van de leden van het Uitvoerend Comité, de principes en de prestaties van korte- en langetermijnbonussen. Gedetailleerde veranderingen zijn vermeld in de desbetreffende delen van het Remuneratierapport.
In het licht van de nieuwe G.R.O.W.-strategie van Solvay en de nieuwe doelomschrijving heeft het Remuneratiecomité de prestatiemaatstaven die worden gebruikt om kaderleden te stimuleren, herzien om ze af te stemmen op de nieuwe strategische richting die Solvay sinds januari 2020 volgt.
Solvay is van mening dat de toegenomen informatieverstrekking, samen met de bestaande remuneratiepraktijk en de afstemming van de prestatiemaatstaven op de vernieuwde strategische richting, zal resulteren in een remuneratiestructuur die het kader aanzet tot duurzame prestaties op lange termijn in overeenstemming met de strategie van Solvay en de belangen van de aandeelhouders.
Het remuneratieverslag voor de verklaring inzake deugdelijk bestuur werd voorbereid door het Remuneratiecomité.
Bestuurders van Solvay nv krijgen vaste emolumenten waarvan de basis wordt vastgesteld door de gewone algemene vergadering. De Raad van Bestuur beslist over eventuele aanvullende vergoedingen op basis van artikel 26 van de statuten, dat als volgt luidt:
De voorzitter van de Raad van Bestuur is de enige niet-uitvoerend bestuurder aan wie de Groep administratieve ondersteuning verleent (waaronder een kantoor, het gebruik van het Secretariaat-Generaal en een auto). De andere niet-uitvoerend bestuurders krijgen logistieke ondersteuning van het Secretariaat-Generaal indien dat nodig is. De vennootschap biedt ook de gebruikelijke verzekeringen aan ter dekking van de activiteiten van de leden van de Raad van Bestuur bij de uitoefening van hun taken.
Het Remuneratiecomité heeft geen wijzigingen voorgesteld in de huidige structuur van de remuneratiepakketten voor de leden van de Raad van Bestuur en verwacht geen veranderingen voor de komende 2020.
| 2019 | 2018 | |||
|---|---|---|---|---|
| Totaal brutobedrag inclusief vaste vergoedingen |
Vergoeding voor deelname Raad van Bestuur en comités |
Totaal brutobedrag inclusief vaste vergoedingen |
Vergoeding voor deelname Raad van Bestuur en comités |
|
| N. Boël | ||||
| Vaste vergoeding + vergoeding voor deelname | 75.000 | 40.000 | 75.000 | 40.000 |
| Aanvulling 'artikel 26' | 250.000 | 250.000 | ||
| Ilham Kadri(1) | 65.165 | 36.000 | ||
| J-P. Clamadieu(2) | 33.430 | 21.000 | ||
| D. Solvay(3) | 9.833 | 4.000 | 71.000 | 36.000 |
| J-M. Solvay | 90.000 | 55.000 | 92.500 | 57.500 |
| B. de Laguiche | 95.000 | 60.000 | 83.000 | 48.000 |
| B. Scheuble(4) | 109.000 | 74.000 | 109.000 | 74.000 |
| C. Casimir-Lambert | 46.430 | 34.000 | ||
| H. Coppens d'Eeckenbrugge | 99.000 | 64.000 | 99.000 | 64.000 |
| E. du Monceau | 109.000 | 74.000 | 101.000 | 66.000 |
| Y-T. de Silguy(5) | 81.000 | 46.000 | 100.000 | 65.000 |
| A. Moraleda | 37.935 | 25.000 | 148.500 | 113.500 |
| F. de Viron | 92.000 | 57.000 | 130.000 | 95.000 |
| G. Michel | 90.000 | 55.000 | 93.500 | 58.500 |
| R. Thorne | 89.500 | 54.500 | 98.500 | 63.500 |
| M. Oudeman | 111.000 | 76.000 | 105.000 | 70.000 |
| A. Lemarchand | 95.000 | 60.000 | 99.000 | 64.000 |
| M. Lievonen | 81.000 | 46.000 | 42.700 | 20.000 |
| P. Tournay | 71.000 | 36.000 | 46.700 | 24.000 |
| 1.650.433 | 862.500 | 1.824.260 | 1.014.000 |
(1) Vanaf 1 maart 2019.
(2) Tot 1 maart 2019.
(3) Tot 8 mai 2018.
(4) Tot 8 mai 2018.
(5) Tot 14 mai 2019.
Het remuneratiebeleid van Solvay heeft tot doel ervoor te zorgen dat de leden van het uitvoerend comité worden beloond op basis van de mate waarin ze hebben bijgedragen aan de langetermijndoelstellingen van Solvay om een veerkrachtigere, duurzamere en innovatievere multi gespecialiseerde groep te worden, met een hoge toegevoegde waarde en een toekomstperspectief dat in overeenstemming is met de nieuwe strategie van de Groep.
De remuneratiestructuur van Solvay werd opgesteld in lijn met de volgende principes:
Het Remuneratiecomité bestelt jaarlijks gegevens over remuneratie in de internationale markt bij Willis Towers Watson, een wereldwijd erkende remuneratieconsultant.
De remuneratiestructuur voor het uitvoerend comité van Solvay is ontworpen om prestaties te belonen. Deze benadering is goedgekeurd door de Raad van Bestuur en is gericht op de korte- en langetermijnprestaties van de vennootschap. Het niveau en de structuur van de remuneratiepakketten zijn afgestemd op de marktpraktijk voor vergelijkbare functies bij vergelijkbare ondernemingen.
Om de relevante praktijk bij de concurrentie te beoordelen, gebruikt Solvay als referentiekader een selectie van Europese chemische en industriële producenten waarvan de internationale activiteiten, de jaaromzet en het personeelsbestand redelijk dicht bij die van Solvay liggen. Periodiek evalueert Solvay de samenstelling van deze referentiegroep om er zeker van te zijn dat deze nog steeds de strategische richting van Solvay weerspiegelt.
Deze referentiegroep bestaat momenteel uit 17 Europese multinationals die gevestigd zijn in zes verschillende Europese landen (België, Duitsland, Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland) en die actief zijn in de chemische en/of de industriële sector.
In vergelijking met vorig jaar zijn twee bedrijven uitgesloten van de referentiegroep (Akzo Specialty Chemicals (nu Nouryon) en Plastic Omnium) omdat er geen vergelijkende gegevens beschikbaar waren voor de remuneratieconsultant. Bijgevolg zijn deze twee bedrijven vervangen door Valeo en Covestro als relevante vergelijkbare ondernemingen.
Wat basissalaris en voordelen betreft, probeert Solvay zich doorgaans op of rond de mediaan van de relevante markt te positioneren. Variabele remuneraties, zowel korte- als langetermijnremuneraties, zijn bedoeld om kaderleden de mogelijkheid te bieden een remuneratie in het hoogste kwartiel te ontvangen indien zij superieure prestaties leveren
(*) Beïnvloed door recente fusies en overnames, maar marktgegevens zijn nog steeds beschikbaar.

Het basissalaris weerspiegelt de ervaring, vaardigheden, taken, verantwoordelijkheden, bijdrage en rol van de betreffende persoon binnen de Groep. Het wordt maandelijks uitbetaald.
Het basissalaris wordt jaarlijks herzien en kan worden verhoogd op basis van een aantal factoren, waaronder: (1) vergelijkbare salarissen bij passende vergelijkingsgroepen; (2) veranderingen in het takenpakket van de functie; en (3) veranderingen in de omvang en het profiel van de Groep.
Het belangrijkste doel van de pensioenregelingen en verzekeringsplannen is om de werknemers van Solvay en hun personen ten laste een bepaalde mate van zekerheid te bieden aangaande ouderdom, gezondheid, invaliditeit en overlijden. De aangeboden voordelen hebben tot doel marktconcurrerend te zijn en de betrokkenheid van de werknemers bij, alsook hun inzet voor, de activiteiten van Solvay te bevorderen.
De kortetermijnbonussen zijn deels gekoppeld aan de prestaties van de Groep en deels aan de individuele prestaties om de totale jaarlijkse prestaties van kaderleden te stimuleren en te belonen. Hun kortetermijnbonussen hebben maximale toekenningslimieten en worden weergegeven als een veelvoud van hun respectieve basissalarissen.
De prestaties worden jaarlijks beoordeeld op basis van een combinatie van aan het begin van het jaar vastgestelde doelstellingen voor de prestaties van de Groep en individuele prestatiedoelstellingen die relevant zijn voor de strategie van Solvay, zoals goedgekeurd door het Remuneratiecomité. Meer specifiek werden de volgende prestatiemaatstaven gehanteerd voor 2019:
| Drempel | Doelstelling | Maximum | Werkelijk resultaat | Werkelijk resultaat in %(1) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Onderliggende EBITDA – doelstelling en werkelijkheid (in miljoenen euro's) |
2.220 | 2.420 | 2.620 | 2.322 | 51% |
(1) De scores 0% en 200% worden gedefinieerd op basis van een bandbreedte van –/+ € 200 miljoen met een doelstelling van € 2.420 miljoen. Met een onderliggende EBITDA in 2019, voordat Polyamide werd geherclassificeerd onder beëindigde bedrijfsactiviteiten, wa
De vooruitgang op het gebied van duurzame ontwikkeling is gemeten volgens Solvay Way, onze interne referentie. Solvay Way is gericht op de prestaties van de belangrijkste duurzaamheidsprioriteiten van de Groep (broeikasgasemissies, veiligheid, betrokkenheid, bedrijfsoplossingen, maatschappelijke acties) en andere belangrijke onderwerpen. De totale geauditeerde prestatie voor 2019 is 145% van de doelstelling, zoals nader beschreven in het deel Duurzaamheidsbeheer van het jaarverslag.
Individuele prestatiemaatstaven ten opzichte van een aantal vooraf vastgestelde en door de Raad van Bestuur goedgekeurde jaardoelstellingen.
Om onze stimuleringsstructuur beter af te stemmen op de nieuwe G.R.O.W.-strategie van Solvay, heeft de Raad van Bestuur op aanbeveling van het Remuneratiecomité de volgende structuur van het kortetermijnbonusplan goedgekeurd:
De beoogde wijziging zal het mogelijk maken om de prestaties van de CEO en de leden van het uitvoerend comité op een eenvoudigere, transparantere en coherentere manier te meten, aan te tonen en te belonen, waarbij de nadruk ligt op gerealiseerde resultaten in plaats van op getoonde individuele inspanningen (Groepsresultaten versus Individuele prestaties).
Langetermijnbonussen bestaan voor 50% uit aandelenopties en voor 50% uit Performance Share Units (PSU's). Het jaarlijkse langetermijnbonusplan is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur heeft het recht om te oordelen over het bedrag voor de langetermijnbonus dat wordt toegekend aan de leden van het Uitvoerend Comité, dit in zowel in positieve als negatieve zin, en dit voor wat betreft 50% van de doelstelling van elke nieuwe toekenning.
Deze bevoegdheid wordt behouden teneinde de Raad van Bestuur ervan te verzekeren dat het de flexibiliteit heeft om het toekenningsniveau aan te passen in het geval van unieke omstandigheden en dat het 50/50 verdelingsprincipe tussen SOP en PSU wordt gerespecteerd.
De remuneratiestructuur biedt een concurrerend langetermijnbonusplan conform de Belgische marktpraktijk (de meeste in de BEL 20-index genoteerde ondernemingen kennen opties toe aan hun kaderleden). Volgens de Belgische wetgeving moeten de kaderleden belastingen op aandelenopties betalen op het moment dat die opties aan hun worden toegekend, wat niet het geval is in andere jurisdicties. De belastingen die op het moment van toekenning van de opties worden betaald, kunnen niet worden teruggevorderd als de opties niet onvoorwaardelijk worden, wat getuigt van de inzet van de kaderleden voor, alsook hun geloof in, de langetermijnstrategie en -prestaties van Solvay. Daarom stelt Solvay, net als andere Belgische ondernemingen, geen bijkomende prestatiecriteria vast voor het bepalen van het onvoorwaardelijk worden van aandelen- opties, die niettemin gedurende drie volledige kalenderjaren moeten worden aangehouden (opties worden uitoefenbaar op de eerste dag van het vijfde jaar na de toekenningsdatum), gevolgd door een uitoe- fenperiode van vier jaar.
Het aandelenoptieplan geeft elke begunstigde het recht om Solvayaandelen te kopen tegen een uitoefenprijs die overeenkomt met de reële marktwaarde van de aandelen bij toekenning.
Elk jaar bepaalt de Raad van Bestuur het aantal aandelenopties die beschikbaar zijn voor toekenning op basis van een schatting van de economische reële waarde bij toekenning. Deze schatting wordt uitgevoerd volgens de financiële formule van Black Scholes. Het totale aantal beschikbare opties wordt dan toegekend aan de hoogste kaderleden van de vennootschap op basis van het belang van hun individuele bijdrage/positie voor het succes van de Solvaygroep.
Belangrijkste kenmerken:
Na contacten met de aandeelhoudersgemeenschap heeft het remuneratiecomité de vennootschap een mandaat gegeven om in 2020 na te gaan in hoeverre het haalbaar is de op aandelen gebaseerde remuneratie (met name het aandelenoptieplan) te herzien en principes vast te stellen voor richtlijnen inzake aandeelhouderschap die in het boekjaar 2021 van kracht worden. De Raad van Bestuur verwacht dat de aandeelhouders de voorgestelde ontwikkeling van het remuneratiebeleid zullen steunen.
De PSU's dienen om het beleid van Solvay af te stemmen op de beste marktpraktijken en helpen Solvay om concurrerend te blijven en belangrijke kaderleden aan te trekken, in dienst te houden en te motiveren.
De PSU's worden in geldmiddelen afgewikkeld en worden drie jaar na de toekenningsdatum onvoorwaardelijk toegezegd als en slechts als een bepaald minimumpercentage van de vooraf vastgestelde prestatiedoelstellingen is gerealiseerd. De minimale uitbetaling zal afwijken van nul als het "drempeldoel" niet is gehaald, tot een maximale uitbetaling van 120% als het "bovenste drempeldoel" is gehaald.
De Raad van Bestuur bepaalt jaarlijks het voor uitkering beschikbare budget op basis van het gemiddelde van de slotkoersen van het aandeel Solvay op Euronext gedurende de 30 dagen die aan de toekenningsdatum voorafgingen. Het totale beschikbare aantal PSU's wordt dan toegewezen aan kaderleden van de Vennootschap op basis van hun individuele bijdrage/positie in de verwezenlijking van de langetermijnstrategie van Solvay.
Het plan is uitsluitend gebaseerd op contanten en omvat geen enkele overdracht van aandelen aan begunstigden. Het verwatert dus niet de belangen van de aandeelhouders.
De Raad van Bestuur beoordeelt de verwezenlijking van de doelstellingen op basis van de geauditeerde resultaten van de Groep.
De Raad van Bestuur kan naar eigen goeddunken ook de doelstellingen herevalueren in geval van een materiële wijziging van de perimeter of andere onverwachte omstandigheden. Wanneer het Remuneratiecomité deze discretionaire bevoegdheid uitoefent, die het niet routinematig zal uitoefenen, zal het de reden voor de uitoefening ervan meedelen. Bovendien zou de discretionaire bevoegdheid, indien uitgeoefend, onderworpen zijn aan de toekenningslimiet die in het remuneratiebeleid is vastgesteld.
Met ingang van 1 januari 2020 heeft de Raad van Bestuur, op aanbeveling van het Remuneratiecomité, de voor toekomstige PSU-toekenningen gebruikte prestatie-indicatoren herzien om ze in overeenstemming te brengen met de G.R.O.W.-strategie van Solvay en rekening te houden met de inbreng van de aandeelhouders:
De Raad van Bestuur heeft er bewust voor gekozen om de groei van de onderliggende EBITDA te gebruiken als een van de prestatiemaatstaven voor zowel het kortetermijnbonusplan als het PSU-plan om het belang van de EBITDA-groei te benadrukken als de belangrijkste prioriteit en de drijvende kracht achter de financiële duurzaamheid en de langetermijnwinstgevendheid van de Vennootschap, zodat de realisatie van kortetermijnwinsten niet ten koste gaat van de langetermijnresultaten.
| Drempel | Doelstelling | Maximum | Werkelijk | Werkelijk % | Totaal werkelijk % | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| EBITDA Verkenning – | ||||||
| 50% | 20% | 25% | 30% | 18% | 0 | 60,00% |
| CFROI bp – 50% | +50 bp | +80 bp | +100 bp | +108 bp | 120,00% |
De combinatie van de prestatieverwezenlijking tegen 60%, het koersverschil (aandelenkoers op het moment van toekenning €77,91 versus aandelenkoers na de wachtperiode €97,85 en het totale dividend over drie jaar €10,80 per PSU heeft geresulteerd in een uitkeringspercentage van 84% van het toegekende PSU-bedrag.
Het remuneratiepakket van de voorzitter van het Uitvoerend Comité/ de CEO, mevrouw Ilham Kadri, is volledig in overeenstemming met artikel 520 ter van het Wetboek van Vennootschappen en artikel 7:91 van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen. Het is door de Raad van Bestuur vastgesteld op basis van aanbevelingen van het Remuneratiecomité.
Volgens artikel 520 ter van het Wetboek van Vennootschappen, opgenomen in artikel 7:91 van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, moet vanaf 2011, behoudens andersluidende statutaire bepalingen of de uitdrukkelijke goedkeuring van de algemene vergadering, minstens een kwart van de variabele remuneratie gebaseerd zijn op vooraf bepaalde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van ten minste twee jaar, en moet minstens een ander kwart gebaseerd zijn op vooraf bepaalde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van ten minste drie jaar.
Het basissalaris van de CEO bedraagt €1,15 miljoen. Dit bedrag werd bepaald op het moment van aanstelling en op basis van het loonniveau van de CEO's in de gedefinieerde referentiegroep van Solvay. De Raad van Bestuur voorziet niet dat het basissalaris van de CEO in 2020 moet worden herzien, aangezien het in lijn blijft met de mediaan van de markt.
Wat de extralegale pensioenrechten van mevrouw Ilham Kadri betreft, heeft de CEO, gezien haar status als zelfstandige in België, haar eigen aparte contractuele overeenkomst die regels inzake pensioen, overlijden en invaliditeit bevat.
Zij heeft recht op de volgende voordelen:
De doelstelling voor de kortetermijnbonus is vastgesteld op 100% van het basissalaris, met een maximum van 150%. De uitbetaling van de kortetermijnbonus is gebaseerd op het behalen van vooraf vastgestelde prestatiedoelstellingen op basis van:
De wegingen van de verschillende prestatiemaatstaven voor 2019 werden op hetzelfde niveau gehouden als bij de vorige CEO.
De langetermijnbonussen voor de CEO bestaan voor 50% uit aandelenopties en voor 50% uit PSU's, met een op de economische waarde gebaseerde jaardoestelling van 150% van het basissalaris en een maximale richtlijn die is vastgesteld op 200% van het basissalaris.
In 2019 bedroeg de nominale waarde van de totale aan de CEO toegekende langetermijnbonus €1,725 miljoen, in lijn met haar doelstelling voor de langetermijnbonus van 150% van het basissalaris. De werkelijke winst op de PSU's op de uitbetalingsdatum zal afhangen van de mate waarin de in het plan vastgestelde prestatiedoelstellingen zijn verwezenlijkt en van de koers van het Solvay-aandeel op de beurs. Het uiteindelijke aantal aandelenopties en PSU's wordt berekend volgens het Black Scholes-model.
| Jaarlijks basis | x | Beoogde beloning | = | Toegekende waarde | |
|---|---|---|---|---|---|
| LTV – Pres. Aandelen | € 1.150.000 | x | (150% / 2) | = | € 862.500 |
| LTV – Aandelenopties | € 1.150.000 | x | (150% / 2) | = | € 862.500 |
| LTV – Totaal | € 1.725.000 |
Het aan de CEO aangeboden langetermijnbonusplan van Solvay is onderworpen aan de definitieve goedkeuring van de Raad van Bestuur. Solvays engagement om zijn CEO een competitief maar uitdagend remuneratiepakket aan te bieden, blijkt uit de loonmix die haar wordt aangeboden, waarbij bijna 70% van haar loon afhankelijk is van duurzame waardecreatie voor alle stakeholders.
Totale remuneratie van de CEO bij het behalen van de doelstellingen voor 2019:

Op basis van de beoordeling door de Raad van Bestuur van de mate waarin de voorzitter van het uitvoerend comité haar individuele vooraf bepaalde doelstellingen heeft bereikt, ziet haar werkelijke totale remuneratiepakket er voor 2019 als volgt uit:
| Vaste vergoeding | Variabele vergoeding | Uitzonderlijke onderdelen |
Pensioen | Totaal vergoeding |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam, Position Start/End date |
Basis vergoeding |
Andere onderdelen(2) |
Jaarlijkse variabele voor 2019 |
Meerjaarlijkse variabele |
|||
| Ilham Kadri, Voorzitter van het uitvoerend comité en CEO, startdatum: 1 maart 2019(1) |
1.150.000 | 154.582 | 1.361.600 | NA | 903.591(3) 115.795(4) |
662.422 | 4.347.990 |
| Jean-Pierre Clamadieu, oud-CEO & Voorzitter van het uitvoerend comité, einddatum: 1 maart 2019 |
200.000 | 19.540 | 0 | NA | 11.490(4) 1.960.000(5) |
117.916 | 2.308.946 |
(1) Lid van het uitvoerend comité vanaf 1 januari 2019 en als CEO vanaf 1 maart 2019.
(2) Voordelen op lange termijn (bv. overlijdensbegeleiding, invaliditeits- en medische voordelen) en voordelen in natura (bv. bedrijfswagen, fiscale bijstand).
(3) Eenmalige vergoeding voor het verlies van de variabele verloning uit het verleden als gevolg van het ontslag in 2018 en de overstap naar Solvay.
(4) Eenmalige relocatiekosten
(5) Niet-concurrentie zoals gerapporteerd in het jaarverslag 2018 en betaald in 2019.
De doelstelling voor de jaarlijkse bonus bleef vastgesteld op 100% van het basissalaris, met een maximum van 150%.
Elke prestatiemaatstaf kan variëren van een verwezenlijking van 0% tot 200%, maar de maximale totale uitbetaling is begrensd op 150% van de doelstelling.
De kortetermijnbonus van de CEO in 2019 komt overeen met 118.4% van haar basissalaris en ligt onder het maximum van 150% van het basissalaris, zoals beoordeeld door het Remuneratiecomité en goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Dit resultaat is toe te schrijven aan:
| Prestatiemaatstaven | % van de KTV | Resultaat | Uitkeringsfactor | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Onderliggende EBITDA (met kasstroombeperking) | 50% | 51% | 25,5% | ||
| Duurzame ontwikkeling | 10% | 145% | |||
| Individuele doelstellingen | Strategie en Purpose | 196% | |||
| M&A portfolio | 40% | 78,4% | |||
| Organizie | |||||
| Total | 100% | 118,4% |
| Beoogde | Prestatiefactor | Uiteindelijke | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Basissalaris | x | vergoeding | x | % | = | beloning | |
| STI | € 1.150.000 | x | 100% | x | 118,40 | = | 1.361.600 |
De leden van het uitvoerend comité hebben recht op pensioen-, overlijdens- en invaliditeitsuitkeringen op basis van de bepalingen van de regelingen die in hun land van herkomst van toepassing zijn. Andere voordelen, zoals medische zorg en bedrijfswagens of onkostenvergoedingen voor het gebruik van de eigen auto, alsmede dekking van kosten in verband met uitzending naar het buitenland (expatriëring) en/of verhuizing als gevolg van een kaderfunctie, worden ook aangeboden volgens de regels die in het gastland van toepassing zijn. De aard en omvang van deze andere voordelen zijn grotendeels in overeenstemming met de marktmediaan.
| Beoogd % van basissalaris | Prestatiemaatstaven | % van de KTV | ||
|---|---|---|---|---|
| Onderliggende EBITDA (met kasstroombeperking) | ||||
| Duurzame ontwikkeling | ||||
| 70% | Individuele doelstellingen | 30% | ||
| Totaal | 100% | |||
De beoogde kortetermijnbonus voor de leden van het uitvoerend comité bedraagt 70% van het basissalaris, met een maximum van 140% van het basissalaris. De uitbetaling van de kortetermijnbonus is gebaseerd op het behalen van vooraf vastgestelde prestatiedoelstellingen zoals uiteengezet in het Remuneratiebeleid.
De werkelijke jaarbonus kan variëren van 0% van de doelstelling in geval van zwakke prestaties tot 200% in geval van uitstekende collectieve en individuele prestaties.
De leden van het Uitvoerend Comité komen in aanmerking voor toekenning van een langetermijnbonus van €500.000 volgens de principes die zijn uiteengezet in het Remuneratiebeleid met een gelijke verdeling tussen aandelenopties en PSU's. De details van de toekenning voor 2019 voor de leden van het Uitvoerend Comité zijn hieronder beschreven.
| Vaste vergoeding | Variabele vergoeding | Uitzonderlijke onderdelen |
Pensioen | Totaal vergoeding |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Jaarlijkse variabele |
|||||||
| Naam, Position Start/End date |
Basis vergoeding |
Andere onderdelen(2) |
voor 2019 |
Meerjaarlijkse variabele(3) |
|||
| Karim Hajjar, CFO & Lid van het uitvoerend comité |
871.242 | 210.717 | 200.000 | 209.151 | NA | 220.973 | 1.712.083 |
| Vincent De Cuyper, Lid van het uitvoerend comité |
683.643 | 58.431 | 310.000 | 209.151 | NA | 180.542 | 1.441.767 |
| Hua Du, Lid van het uitvoerend comité(1a) |
628.571 | 137.615 | 348.000 | 167.321 | NA | 62.857 | 1.344.364 |
| Augusto Di Donfrancesco, Lid van het uitvoerend comité(1b) |
550.000 | 105.775 | 328.000 | 209.151 | NA | 101.898 | 1.294.824 |
| Herve Tiberghien, Chief People Officer & Executive Committee member, startdatum: 1 september 2019 |
106.933 | 55.039 | 80.000 | NA | 58.703(4) | 32.479 | 333.154 |
| Pascal Juery, Lid van het uitvoerend comité, einddatum: 31 maart 2019 |
170.453 | 19.822 | NA | NA | NA | 41.771 | 232.046 |
| Cecile Tandeau de Marsac, Lid van het uitvoerend comité, einddatum: 31 maart 2019 |
113.599 | 7.847 | NA | NA | NA | 19.716 | 141.162 |
| Totaal | 3.124.441 | 595.246 | 1.266.000 | 794.774 | 58.703 | 660.236 | 6.499.400 |
(1a) Expatriate opdracht in België; vergoeding bepaald in Hong Kong (HKD); wisselkoers €1 = 8,75 HKD
(1b) Expatriate opdracht in België vanuit Italië
(2) Voordelen op lange termijn (bv. overlijdensbegeleiding, invaliditeits- en medische voordelen) en voordelen in natura (bv. bedrijfswagen, fiscale bijstand).
(3) PSU 2016-2018 betalen in juni 2019
(4) Eenmalige relocatiekosten
De variabele remuneratie bestond uit een jaarbonus die gebaseerd was op de behaalde prestaties ten opzichte van de vooraf vastgestelde collectieve prestatiedoelstellingen van de Groep op het gebied van economische en duurzame ontwikkeling, en op de prestaties van de manager, gemeten aan de hand van een reeks vooraf vastgestelde individuele doelstellingen.
De leden van het uitvoerend comité ontvangen aandelenopties en Performance Share Units, zoals hierboven toegelicht.
Het remuneratiepakket van de leden van het Uitvoerend Comité is volledig in overeenstemming met artikel 520 ter van het Wetboek van Vennootschappen en artikel 7:91 van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De onkosten van de leden van het uitvoerend comité, met inbegrip van die van de voorzitter, zijn onderworpen aan dezelfde regels als die welke gelden voor alle managers van de Groep, d.w.z. de rechtvaardiging, punt voor punt, van alle bedrijfskosten. Persoonlijke onkosten worden niet terugbetaald. Indien bepaalde onkosten gedeeltelijk een privékarakter hebben (bijvoorbeeld autokosten), dan wordt een proportionaliteitsregel toegepast op dezelfde manier als voor alle managers in een dergelijke situatie.
De pensioenen en de dekking bij pensionering en overlijden van leden van het uitvoerend comité zijn in principe gebaseerd op de bepalingen van de regelingen die van toepassing zijn op senior kaderleden in hun land van herkomst.
Wat verzekeringen betreft, sluit de vennootschap voor de leden van het uitvoerend comité verzekeringen af met hetzelfde type dekking als voor haar senior managers.
In 2019 kende de Raad van Bestuur op voorstel van het Remuneratiecomité aandelenopties toe aan ongeveer 50 senior kaderleden van de Groep. De uitoefenprijs bedraagt €97,05 per optie, met een wachtperiode van drie jaar. Aan de leden van het Uitvoerend Comité werden in totaal 118.822 opties toegekend in maart 2019.
In combinatie met het aandelenoptieplan heeft de Raad van Bestuur PSU's toegekend aan ongeveer 450 leden van het hoger kader van de Groep, met een mogelijke uitbetaling over drie jaar indien de vooraf vastgestelde prestatiedoelstellingen (groei van de onderliggende EBITDA, CFROI en reductie van de uitstoot van broeikasgassen) worden gehaald. Aan de leden van het Uitvoerend Comité werden in totaal 21.767 PSU's toegekend in februari 2019.
| Land | Naam | Functie | Aantal opties(1) | Aantal PSU's(2) |
|---|---|---|---|---|
| België | Kadri, Ilham | CEO/Voorzitter van het uitvoerend comité |
48.537 | 8.887 |
| België | De Cuyper, Vincent | Lid van het uitvoerend comité | 14.069 | 2.576 |
| België | Hajjar, Karim | Lid van het uitvoerend comité | 14.069 | 2.576 |
| België | Di Donfrancesco, Augusto | Lid van het uitvoerend comité | 14.069 | 2.576 |
| België | Du, Hua | Lid van het uitvoerend comité | 14.069 | 2.576 |
| België | Juéry, Pascal | Lid van het uitvoerend comité | 14.069 | 2.576 |
| Totaal | 118.882 | 21.767 |
(1) Aandelenopties: De reële waarde per aandelenoptie volgens het Black Scholes model bedroeg in februari 2019 €17,77
(2) De beurskoers voor februari 2019 bedroeg € 97,05.
| Aandelenopties | 31/12/2019 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gehouden op | Toegekend | Uitgeoefend | Vervallen in | Niet-uitoe | |||||
| Land | Naam | 31/12/2018 | in 2019 | in 2019 | 2019 | Gehouden(1) | Uitoefenbaar | fenbaar | |
| België | Kadri, Ilham | 0 | 48.537 | 0 | 0 | 48.537 | 0 | 48.537 | |
| België | De Cuyper, Vincent | 109.770 | 14.069 | 18.088 | 0 | 105.751 | 33.641 | 72.110 | |
| België | Hajjar, Karim | 94.348 | 14.069 | 0 | 0 | 108.417 | 21.164 | 87.253 | |
| Di Donfrancesco, | |||||||||
| België | Augusto | 95.938 | 14.069 | 0 | 0 | 110.007 | 37.897 | 72.110 | |
| België | Du, Hua | 78.930 | 14.069 | 1.320 | 0 | 91.679 | 27.913 | 63.766 | |
| Totaal | 378.986 | 104.813 | 19.408 | 0 | 464.391 | 120.615 | 343.776 |
(1) Gehouden = Uitoefenbaar + Niet uitoefenbaar
Om de vroegere, huidige en toekomstige remuneratieprogramma's transparanter te maken en in overeenstemming met de belangen van beleggers en het wetgevendgkader, toont de volgende tabel de verandering in de remuneratie voor leden van de Raad van Bestuur, de Chief Executive Officer en de leden van het uitvoerend comité in vergelijking met de prestaties van de Groep en de gemiddelde remuneratie van werknemers van Solvay over een periode van 5 jaar.
| 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Remuneratie voor 2019 (Totaal) |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur(1) |
||||||
| Remuneratie van CEO | ||||||
| Annual Base on year over year basis | 10% | 0% | 0% | 9% | NA(2) | 1.150.000 |
| Variable STI payout vs Target | 137% | 121% | 149% | 134% | 118% | 1.361.600 |
| PSU Payout value vs Target | NA | 54% | 111% | 108% | NA(2) | NA(2) |
| LTI Grant value vs Target | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 1.725.000 |
| Remuneratie voor de leden van het uitvoerend comité |
||||||
| Annual Base on year over year basis (includes mandatory increase in Belgium) |
3,3% | 3,5% | 3,5% | 12,2%(3) | 3,6% | 3.124.441 |
| Variable STI payout vs Target | 128% | 112% | 144% | 120% | 72% | 1.266.000 |
| PSU Payout value vs Target | NA | 54% | 111% | 108% | 84% | 794.774 |
| LTI Grant value vs Target | 100% | 100% | 100% | 200% | 100% | 2.500.000(7) |
| Solvay-resultaat | ||||||
| EBITDA growth vs Target for the Year | 109% | 96% | 138% | 105% | 51% | |
| Progress towards Sustainable Devel opment objective vs Target for the Year |
174% | 140% | 181% | 165% | 145% | |
| Gemiddelde beloning van de werknemers op basis van volledige werktijdsequivalenten(8) | ||||||
| Personeel van de Groep | 3% | 16%(5) | 7% | 0,6%(6) | 5% |
(1) zoals aangegeven in het Remuneratieverslag is de bezoldiging van de Raad van Bestuur vanaf 2012 niet meer gewijzigd en is alleen afhankelijk van het aantal vergaderingen.
(2) Nieuwe CEO
(3) Verlenging van het Directiecomité en daarmee samenhangende marktaanpassing voor C.Tandeau de Marsac, A.Di Donfrancesco, H.Du from March 1st;
(5) Volledige integratie van Cytec in 2016
(6) Oxygen herstructureringsimpact
(7) Inclusief subsidie voor K.Hajjar, V.De Cuyper, A.Di Donfrancesco, H.Du, P.Juery.
(8) De gemiddelde beloning van de werknemers wordt berekend op basis van de "lonen en directe sociale voordelen" gedeeld door het aantal werknemers op jaarbasis uit voortgezette bedrijfsactiviteiten op jaarbasis voor de voortzetting van de activiteiten.
De leden van het uitvoerend comité, met inbegrip van de voorzitter (of CEO), hebben als onderdeel van hun verantwoordelijkheid bestuursmandaten in dochterondernemingen van de Groep. Indien deze bestuursmandaten worden vergoed, zijn ze opgenomen in de hierboven vermelde bedragen, ongeacht of het gaat om een positie als loontrekkende dan wel als zelfstandige overeenkomstig lokale wetgeving.
De leden van het uitvoerend comité ontvangen geen enkele contractuele vertrekpremie die verbonden is aan de uitoefening van hun mandaat. In geval van vervroegde beëindiging van het mandaat is alleen het rechtssysteem van toepassing. In geval van vervroegde beëindiging van het mandaat is alleen het rechtssysteem van toepassing. Indien wordt besloten om het contract van mevrouw Ilham Kadri te beëindigen, komt zij in aanmerking voor een contractuele schadevergoeding van 12 maanden van haar totale remuneratie bij het behalen van de doelstellingen. Indien mevrouw Ilham Kadri na januari 2021 ontslag neemt, geldt voor haar een nietconcurrentiebeding van 12 maanden zonder extra remuneratie.
Zoals vermeld in het jaarverslag van 2018 ontving Jean-Pierre Clamadieu in zijn functie en volgens eerdere contractuele voorwaarden twee maanden basissalaris €200.000. Zijn contract bevat daarnaast een niet-concurrentiebeding met een looptijd van 24 maanden dat door de Vennootschap werd geactiveerd, resulterend in de betaling aan de heer Jean-Pierre Clamadieu van een vergoeding wegens niet-concurrentie van €1.960.000.
Zijn bestaande kortetermijnbonus wordt niet versneld onvoorwaardelijk toegezegd en blijft afhankelijk van de prestaties van de Groep.
Overeenkomstig de bepalingen van de individuele pensioenovereenkomst die Jean-Pierre Clamadieu en Solvay op 1 februari 2012 hebben ondertekend, werd aan de verzekeringsmaatschappij een bedrag van €7.963.507 + €608.068 voor de maanden januari en februari betaald.
Het bovenstaande is in overeenstemming met de vereisten van de Belgische Corporate Governance Code.
De heer Pascal Juery en mevrouw Cecile Tandeau de Marsac verlieten het Uitvoerend Comité op 31 maart 2019 zonder enige beëindigingsvergoeding in verband met hun mandaat als kaderlid.
De leidinggevenden en managers van Solvay zijn verantwoordelijk voor de adequaatheid van het risicobeheer en het interne-controlekader in hun respectieve entiteiten (bedrijfsonderdelen, functies).
De afdeling Internal Audit & Risk Management (IA/RM) adviseert en zorgt ervoor dat leidinggevenden goed worden ondersteund. Het team is verantwoordelijk voor het opzetten van een uitgebreid en consistent risicobeheer- en interne-controlesysteem binnen de Groep.
De mate waarin Solvay bereid is risico's te nemen bij de verwezenlijking van zijn bedrijfsstrategie en doelstelling om aandeelhouderswaarde te creëren, wordt bepaald door een aantal kwalitatieve en kwantitatieve uitingen van risicobereidheid, die worden uitgevoerd door maatregelen zoals limieten, triggers en indicatoren (Translator's note: unclear what is meant here) De afdeling Internal Audit & Risk Management (IA/RM) communiceert rechtstreeks met het auditcomité, dat een sleutelrol speelt in de totstandbrenging van de risicocultuur van de Groep, en helpt de risicobereidheid van het management op één lijn te brengen met die van de Raad van Bestuur. De risicobeheerfunctie is verantwoordelijk voor het regelmatig beoordelen van de omvang en werking van deze risicobereidheidsmaat maatregelen om te bepalen of ze nog steeds relevant zijn.
Solvay heeft een interne-controlesysteem opgezet dat bedoeld is om redelijke zekerheid te verschaffen dat (i) geldende wet- en regelgeving wordt nageleefd, (ii) het beleid en de doelstellingen van het algemeen management worden geïmplementeerd, (iii) financiële en niet-financiële informatie juist is en (iv) de interne processen, met name die welke bijdragen tot de bescherming van zijn activa, efficiënt zijn.
De vijf componenten van het interne-controlesysteem zijn hieronder beschreven.
De controleomgeving, als basis voor het interne-controlesysteem, bevordert het bewustzijn en het correcte gedrag van alle werknemers. De verschillende elementen ervan scheppen een duidelijk kader met principes, regels, taken en verantwoordelijkheden en tonen tegelijkertijd de inzet van het algemeen management voor de naleving daarvan.
Het risicobeheerproces houdt rekening met de strategische doelstellingen van de organisatie en bestaat uit de volgende stappen:
De aanpak voor het ontwerpen van interne controles voor belangrijke processen omvat een risicobeoordelingsstap waarin wordt bepaald welke belangrijke controledoelstellingen moeten worden aangepakt. Dit is met name het geval voor processen op het niveau van de dochterondernemingen, gedeelde diensten, GBU's of de Groep, resulterend in betrouwbare financiële verslaggeving.
Meer informatie over Enterprise Risk Management, met inbegrip van een beschrijving van de belangrijkste risico's van de Groep en de maatregelen die worden genomen om deze te vermijden of te beperken, is te vinden in het deel 'Risicobeheer'.
Solvay hanteert een systematische aanpak voor het ontwerpen en uitvoeren van controleactiviteiten voor zijn meest relevante processen.
Na een risicoanalyse en risicobeoordelingsfase worden de controles ontworpen en beschreven door de Corporate Process Managers met de hulp van het risicomanagementteam. De beschrijvingen van de controles worden gebruikt als referentie voor de beoordeling van de interne controle en de uitrol in de hele Groep.
Op elk niveau van de Groep (Corporate, Shared Services-platformen en GBU's) is de manager die het proces beheert verantwoordelijk voor de uitvoering van de controle.
Onder toezicht van de CFO is een flexibel interne-controlesysteem opgezet: Corporate Process Owners en vertegenwoordigers van GBU's (Process Risk Coordinators) maken deel uit van een netwerk dat gericht is op het bevorderen van een interne-controlesysteem dat is afgestemd op de risico's van elke GBU.
Solvay implementeert richtlijnen dat van toepassing zijn op, alsmede processen en rode lijnen die gelden voor, alle werknemers in de volgende domeinen: managementcontrole, financiering en cashflow, financiële controle, financiële communicatie, belastingen en verzekeringspolissen. Voor al deze financiële processen en voor belangrijke groepsoverschrijdende projecten, zoals overnames en desinvesteringen, worden controleactiviteiten gedefinieerd. Daarnaast wordt in de onlinehandleiding voor financiële verslaggeving ('Financial Reporting Guide') uitgelegd hoe de IFRS-standaarden in de hele Groep moeten worden toegepast.
Financiële elementen worden maandelijks geconsolideerd en geanalyseerd op elk verantwoordelijkheidsniveau in de Vennootschap (Solvay Business Services, de financieel directeur van de entiteit, de afdeling Group Accounting and Reporting en het uitvoerend comité). Elementen worden geanalyseerd met behulp van verschillende methoden, zoals een variantieanalyse, plausibiliteits- en consistentiecontroles, ratioanalyse en vergelijking met prognoses.
Naast de analyse van de maandelijkse verslaggeving die door de Groepscontroleteams wordt opgesteld, evalueert het uitvoerend comité elk kwartaal grondig de prestaties van de GBU's in het kader van de evaluatie van de bedrijfsvooruitzichten.
De informatiesystemen voor de hele Groep worden beheerd door Solvay Business Services. Een grote meerderheid van de activiteiten van de Groep wordt ondersteund door een klein aantal geïntegreerde ERP-systemen (Enterprise Resource Planning). De financiële consolidatie wordt ondersteund door een speciaal instrument.
Alle procedures voor financiële verslaggeving en interne controles zorgen ervoor dat alle materiële informatie die Solvay aan zijn beleggers, schuldeisers en toezichthouders verstrekt nauwkeurig en transparant is, tijdig wordt verstrekt en een getrouw beeld geeft van de meest relevante ontwikkelingen, financiële fundamentals en prestaties van de Groep.
De afdeling Group Accounting and Reporting verspreidt voorafgaand aan de afsluiting van elk kwartaal schriftelijke gedetailleerde instructies aan alle betrokken financiële actoren.
De publicatie van de financiële kwartaalcijfers is onderworpen aan verschillende controles en validaties die vooraf worden uitgevoerd:
Het auditcomité is belast met het toezicht op de doeltreffendheid van de interne-controlesystemen. Het houdt toezicht op de werkzaamheden van de afdeling 'Internal Audit and Risk Management' met betrekking tot financiële, operationele en compliancecontroles. Het wordt op de hoogte gehouden van de omvang, de programma's en de resultaten van de interne auditwerkzaamheden en controleert of de uit de audit voortvloeiende aanbevelingen naar behoren worden uitgevoerd. De taken en verantwoordelijkheden van het auditcomité worden verder uitgewerkt in het Charter.
Interne-auditopdrachten worden omschreven, gepland en gedefinieerd op basis van een risicoanalyse; duediligenceonderzoek is gericht op de gebieden waar het risico het grootst wordt geacht. Elke geconsolideerde entiteit binnen de Groep wordt ten minste om de drie jaar door Internal Audit gecontroleerd. De aanbevelingen van Internal Audit worden door het management uitgevoerd.
De afdeling Ethics and Compliance coördineert onderzoeken naar mogelijke inbreuken op de gedragscode voor befrijsintegriteit.
De controle van de financiële toestand van de Vennootschap, van haar jaarrekening, van haar niet-financiële overzichten en van de conformiteit van die overzichten – en van de gegevens die overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en de statuten in de jaarrekening moeten worden opgenomen – wordt toevertrouwd aan een of meer commissarissen die door de Algemene Vergadering worden gekozen uit de leden (natuurlijke of rechtspersonen) van het Belgisch Instituut der Bedrijfsrevisoren en door de Algemene Vergadering worden benoemd.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de commissaris(sen) zijn wettelijk vastgelegd.
Op de Gewone Algemene Vergadering van dinsdag 14 mei 2019 werd het mandaat van Deloitte met drie jaar verlengd. Deloitte wordt vertegenwoordigd door Michel Denayer en door Corine Magnin als plaatsvervangend commissaris.
Op verzoek van Deloitte bevestigde de Raad van Bestuur op 6 november 2019 dat Deloitte voortaan gezamenlijk zal worden vertegenwoordigd door Michel Denayer en Corine Magnin.
De vergoeding voor de audit van Solvay nv in 2019 werd vastgesteld op € 1,2 miljoen. Ze omvat de vergoeding voor de controle van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening van Solvay nv. De extra vergoedingen voor de audit van verbonden ondernemingen van Solvay in 2019 bedroegen € 4,9 miljoen. In 2018 betaalden Solvay nv en zijn verbonden ondernemingen € 1,5 miljoen aan aanvullende vergoedingen voor niet-auditdiensten, waarvan:
Overeenkomstig artikel 34 van het Belgische Koninklijk Besluit van 14 november 2007 verschaft de Vennootschap hierbij de volgende informatie:
Op 21 december 2015 bedroeg het kapitaal van de Vennootschap € 1.588.146.240, vertegenwoordigd door 105.876.416 volgestorte gewone aandelen zonder nominale waarde.
Alle Solvay-aandelen hebben dezelfde rechten. Er zijn geen verschillende aandelenklassen.
De statuten van Solvay bevatten geen enkele beperking op de overdracht van zijn aandelen.
De Vennootschap is ervan op de hoogte gebracht dat bepaalde individuele aandeelhouders die rechtstreeks aandelen van Solvay bezitten, besloten hebben elkaar te raadplegen wanneer de Raad van Bestuur vragen van bijzonder strategisch belang aan de Algemene Vergadering voorlegt. Elk van deze aandeelhouders blijft echter vrij om te stemmen zoals hij dat wil. Geen van deze personen, individueel of samen met anderen, bereikt de initiële drempel van 3% waarbij een transparantiemelding vereist is.
Solvay is niet op de hoogte van andere stemafspraken tussen zijn aandeelhouders of van het bestaan van overleg tussen zijn aandeelhouders.
Dergelijke effecten zijn niet uitgegeven.
Er bestaat geen aandelenplan voor werknemers met een dergelijk mechanisme.
Elk Solvay-aandeel geeft de houder recht op één stem op de Algemene Vergadering.
In artikel 11 van de statuten van de Vennootschap is bepaald dat de uitoefening van stemrechten en andere rechten verbonden aan aandelen die gezamenlijk eigendom zijn of waarvan het vruchtgebruik en de naakte eigendom gescheiden zijn of in pand zijn gegeven, wordt opgeschort in afwachting van de benoeming van een enkele vertegenwoordiger die de aan de aandelen verbonden rechten zal uitoefenen. Dergelijk artikel 11 wordt artikel 10 na de wijzigingen in de statuten die zullen worden voorgesteld aan de volgende Algemene Vergadering van Aandeelhouders
De stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen van Solvay die Solvay Stock Option Management in zijn bezit heeft, zijn van rechtswege opgeschort.
In de statuten van de Vennootschap is bepaald dat de Vennootschap moet worden bestuurd door een Raad van Bestuur bestaande uit ten minste vijf leden, en dat het aantal leden door de Algemene Vergadering wordt bepaald (artikel 14). Dit wordt artikel 12 na de wijzigingen in de statuten die zullen worden voorgesteld aan de volgende Algemene Vergadering;
De Bestuurders worden door de Algemene Vergadering benoemd voor een termijn van vier jaar (en kunnen worden herbenoemd).
Benoemingen, herbenoemingen, ontslagen en afzettingen van een bestuurder worden door de Raad van Bestuur ter goedkeuring aan de Gewone Algemene Vergadering voorgelegd. De Raad van Bestuur nodigt deze Algemene Vergadering ook uit om te stemmen over de onafhankelijkheid van de bestuurders die aan de betreffende criteria voldoen, na eerst het advies te hebben ingewonnen van het Benoemingscomité, dat tot taak heeft het profiel van elke nieuwe kandidaat te bepalen en te beoordelen aan de hand de door haar bepaalde benoemingscriteria en specifieke competenties.
De Gewone Algemene Vergadering beslist bij gewone meerderheid over de voorstellen die de Raad van Bestuur in dit verband doet.
Indien een bestuursmandaat vóór het einde van een mandaatperiode vacant wordt, kan de Raad van Bestuur een nieuw lid benoemen, onder voorbehoud van bekrachtiging door de eerstvolgende Gewone Algemene Vergadering.
Wijzigingen van de statuten van de Vennootschap moeten worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering waarop ten minste 50% van het maatschappelijk kapitaal van Solvay aanwezig of vertegenwoordigd moet zijn, en moeten in principe worden aangenomen met minstens 75% van de uitgebrachte stemmen.
Indien het aanwezigheidsquorum op de eerste Buitengewone Algemene Vergadering niet wordt gehaald, kan een tweede Algemene Vergadering worden bijeengeroepen die dan zal beslissen zonder dat er een aanwezigheidsquorum vereist is.
Voor bepaalde andere zaken (bijvoorbeeld wijziging van het doel van de Vennootschap) kan een grotere meerderheid vereist zijn.
De Raad van Bestuur is het hoogste bestuursorgaan van de Vennootschap.
Hij is belast met alle bevoegdheden die niet wettelijk of statutair zijn voorbehouden aan de Algemene Vergadering.
De Raad van Bestuur heeft de verantwoordelijkheid voor bepaalde kerndomeinen aan zichzelf voorbehouden en heeft de rest van zijn bevoegdheden gedelegeerd aan een uitvoerend comité (verder uitgewerkt in het Charter).
Voor alle aangelegenheden waarvoor hij exclusief verantwoordelijk is, werkt de Raad van Bestuur nauw samen met het uitvoerend comité, dat in het bijzonder verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de meeste voorstellen waarover de Raad van Bestuur moet beslissen.
In het kader van de overname van Cytec Industries Inc. werd de Raad van Bestuur gemachtigd, tot 31 december 2016, om het kapitaal te verhogen door inbreng in contanten tot een maximumbedrag van € 1,5 miljard, waarvan maximaal € 1.270.516.995 wordt toegewezen aan de post 'Kapitaal' en de rest aan de post 'Uitgiftepremie'. Deze overname werd op 9 december 2015 afgerond. Om een deel ervan te financieren, heeft de Raad van Bestuur een kapitaalverhoging doorgevoerd voor een bedrag van € 317.629.245 door de uitgifte van 21.175.283 nieuwe gewone Solvay-aandelen, met een uitgiftepremie van € 1.182.216.050. Deze speciale machtiging is derhalve niet langer relevant.
De Raad van Bestuur heeft momenteel geen volmacht van de Algemene Vergadering om eigen aandelen van Solvay in te kopen.
Op de volgende Algemene Vergadering zal de Raad van Bestuur voorstellen om de statuten van de Vennootschap uit te breiden met de volgende bepalingen:
De Gewone Algemene Vergadering van 10 mei 2016 heeft haar goedkeuring gegeven voor de wijziging van de zeggenschapsbepalingen met betrekking tot de in december 2015 uitgegeven senior en hybride obligaties in euro en de in USD luidende senior notes die zijn uitgegeven voor de financiering van de overname van Cytec en de algemene bedrijfsdoelstellingen van de Solvay-groep.
Niet van toepassing
| 1. Inleiding | 65 |
|---|---|
| 2. Risicobeheerproces | 65 |
| 3. Belangrijkste risico's voor Solvay | 67 |
| Veiligheid | 68 |
| Ethiek en compliance | 68 |
| Industriële | 69 |
| Transportongelukken | 70 |
| Klimaattransitie | 71 |
| Gebruik van chemische producten | 71 |
| Nieuwe risico's | 72 |
| 4. Andere risico's | 73 |
|---|---|
| Belangrijke geschillen | 76 |
| Antitrust-procedures | 76 |
| Geschillen rond gezondheid, veiligheid en milieu (HSE) | 76 |
| Farmaceutische activiteiten (beëindigd) | 76 |
Wereldwijd is er sprake van economische en politieke onzekerheid, verschuivende machtsverhoudingen, veranderende groeidynamiek, korter wordende marktcycli,snelletechnologischeontwikkelingenentoenemendeaandachtvoorenverwachtingenrondklimaatveranderingenenergietransitie.Indezecontext is Solvay ervan overtuigd dat een efficiënte bewaking en beheersing van risico's de sleutel is tot het bereiken van zijn strategische doelstellingen.
Het door de Raad van Bestuur goedgekeurde risicobeoordelingsproces draagt ertoe bij dat de Groep haar financiële en niet-financiële bedrijfsdoelstellingen kan realiseren, met inachtneming van wet- en regelgeving en de gedragscode voor bedrijfsintegriteit van Solvay.
Solvay is een complex, ondernemend en internationaal bedrijf en zijn bedrijfsactiviteiten zijn onderhevig aan een aantal grote risico's. We hebben daarom een dynamisch proces ontwikkeld waarin een aantal belangrijke functionarissen de risico's beoordelen die onder hun verantwoordelijkheid en/of expertise vallen.
Solvay heeft een systematische aanpak van risicobeheer geïntegreerd in zijn strategie, bedrijfsbeslissingen en activiteiten. Dit waarborgt dat de leidinggevenden van de Groep op een proactieve manier alle potentieel grote risico's identificeren, beoordelen en beheren. Risicobeoordeling draagt bij aan waardecreatie voor de korte, middellange en lange termijn, waarbij duurzaamheid steeds in de overweging wordt meegenomen. Twee van de vier belangrijkste gevolgen die bij de beoordeling van risico's worden bekeken, hebben betrekking op onze toenemende aandacht voor niet-financiële kwesties, namelijk de gevolgen voor mens en milieu. De andere twee – de economische gevolgen en de reputatieschade – houden direct verband met de operationele en financiële prestaties van de Groep. In lijn met de strategische doelstellingen van Solvay kunnen de risico's als volgt worden ingedeeld: 'voornaamste risico's' (de meest kritieke), 'nieuwe risico's' en 'overige risico's'.
| Economische | Gevolgen voor de | Gevolgen voor | Gevolgen voor de |
|---|---|---|---|
| gevolgen | mensen | het milieu | reputatie |
Bij zowel de dagelijkse als de strategische besluitvorming wordt ten volle rekening gehouden met alle belangrijke risico's en marktkansen, op basis van financiële en niet-financiële criteria.
Risicobeheer is voor Solvay een belangrijke succesfactor. Dankzij verbetering van de Enterprise Risk Management-methode kunnen individuele GBU's en functies, en de Groep als geheel, op een effectievere manier prioriteit geven aan risico's en kan er gerichter op risico's worden ingespeeld. Een speciaal dashboard wordt twee keer per jaar geactualiseerd aan de hand van de vooruitgang die is geboekt met risicobeperkende maatregelen en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van risico's.
Om ervoor te zorgen dat deze risico's op een adequate manier worden aangepakt, worden kritieke risico's voor de Groep nauwlettend gemonitord door het Risicocomité van de Groep, waarbij leden van het Uitvoerend Comité als risicosponsors worden aangewezen. De vergelijking van de analyse met de materialiteitsanalyse die wordt uitgevoerd door de functie Sustainable Development & Energy speelt daarbij een belangrijke rol.
Leidinggevenden van GBU's en functies dragen verantwoording voor het identificeren, monitoren en beheren van de belangrijkste risico's binnen hun domein. Risicobeheer is daarom sterk ingebed in de dagelijkse gang van zaken van elke entiteit en de operationele managers kunnen snel reageren op veranderende omstandigheden. Het risicobeheerproces is een waardevol mechanisme voor GBU's en functies, omdat het hun prioriteiten stuurt en de kans vergroot dat zij hun bedrijfsdoelstellingen zullen bereiken.

1 Uitvoerend Comité, voorzitters GBU, algemeen directeuren van de Functies
2 Algemeen directeuren van de functies Industrial, Legal en Sustainable Development & Energy & Communicatie
De risico's op Groepsniveau worden beheerd door het Senior Leadership Team wat identificatie betreft, het Risicocomité van de Groep wat de beoordeling betreft, en de leden van het Uitvoerend Comité als sponsors wat de omgang met en reactie op risico's betreft. Het Auditcomité komt één keer per jaar bijeen met de voorzitter van het Uitvoerend Comité, de CEO en andere leden van de Raad van Bestuur om de belangrijkste risico's voor de Groep te bespreken. Het Auditcomité wordt daarbij gedurende het jaar geholpen met presentaties van risico-eigenaren over risico's voor de Groep, zoals industriële veiligheid, beveiliging, cyberrisico's, ethiek en correct handelen.
Bij omvangrijke projecten, zoals overnames, grote kapitaalinvesteringen en transversale projecten, wordt een passende risicobeoordelingsmethode toegepast.
Interne controle is één aspect van het risicobeheer. Voor een gedetailleerde beschrijving van Solvays systeem voor risicobeheer en interne controle verwijzen we naar het hoofdstuk Corporate Governance in dit jaarverslag.
Crisisparaatheid is onderdeel van een gestructureerd netwerk binnen de Groep. Aangewezen leden voeren taken uit en implementeren programma's die ervoor moeten zorgen dat de business units en functies goed voorbereid zijn. Deze programma's omvatten crisissimulaties, mediatraining voor potentiële woordvoerders, onderhoud van de belangrijkste databanken en analyse van relevante interne en externe gebeurtenissen. De scenario's die voor deze simulaties worden gebruikt, zijn gebaseerd op de risico's die door middel van de Enterprise Risk Management-aanpak zijn geïdentificeerd.
Het Risicocomité van de Groep heeft de mate waarin de risico's voor de Groep onder controle zijn en de gevolgen ervan beoordeeld, met voor elk van de criteria een schaal met vier niveaus.
Het Comité heeft zich gebogen over vier belangrijke soorten gevolgen: economische gevolgen, gevolgen voor de mens, gevolgen voor het milieu en gevolgen voor de reputatie. Het heeft beoordeeld in welke mate de risico's onder controle zijn aan de hand van de volgende vragen:
De ernst wordt bepaald door de combinatie van beide scores (gevolg en controleniveau) op het moment van de beoordeling.
| Ernst | Risico | Ontwikkeling in ernst |
Overeenstemmende materialiteitsaspecten | Stakeholders |
|---|---|---|---|---|
| Hoog | Veiligheid | Gegevensbeveiling en privacy van de klant Kritische incidenten risicobeheer |
Medewerkers Lokale gemeenschappen Klanten |
|
| Ethiek en compliance | Beheer van het juridisch, ethisch en regelgevend raamwerk |
Leveranciers Medewerkers Planeet Investeerders |
||
| Industriële | Kritische incidenten risicobeheer Gezondheit en veiligheid van de medewerkers |
Medewerkers Lokale gemeenschappen |
||
| Transportongelukken | Kritische incidenten risicobeheer Afval en gevaarlijke stoffen |
Leveranciers Medewerkers Lokale gemeenschappen |
||
| Klimaatsverandering | Uitstoot van broeikasgassen Energie Duurzame bedrijfsoplossingen Water en afvalwater |
Klanten Lokale gemeenschappen Medewerkers Planeet Investeerders |
||
| Gemiddeld | Gebruik van chemische producten |
Afval en gevaarlijke stoffen Duurzame bedrijfsoplossingen |
Klanten Medewerkers |
|
| Nieuwe | Milieurisico | Nieuwe | Energie Water en afvalwater Uitstoot van broeikasgassen Duurzame bedrijfsoplossingen |
Planeet |
| Geopolitical risks | Emerging | Beheer van het juridisch, ethisch en regelgevend raamwerk |
Planeet |
Nieuwe risico's: niewe of veranderende risico's die op lange termijn een aanzienlijke impact kunnen hebben en die in de toekomst moeten worden beoordeeld.
De voor Solvay relevante risico's en de risicobeperkende maatregelen door de Groep worden hieronder uiteengezet. De beschreven risicobeperkende maatregelen vormen geen garantie dat risico's zich niet voordoen of geen gevolgen hebben voor de Groep, maar ze laten zien hoe Solvay de blootstelling aan risico's op een proactieve manier beheert.
Een veiligheidsvoorval (zoals terrorisme, misdaad, geweld, vandalisme, diefstal of een cyberaanval) dat invloed zou hebben op werknemers, sites, bedrijfsmiddelen, kritieke informatie of intellectueel eigendom en negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor het bedrijf.
De twee bestuursorganen die de inspanningen op het gebied van het beheer van beveiligingsrisico's aansturen, houden ook toezicht op het cyberbeveiligingsprogramma.
Een grote cyberaanval kan een negatief effect hebben op de activiteiten en resultaten van de onderneming. Daarom blijft Solvay de cyberverdediging verder verbeteren om de ontwikkelingen in cyberaanvallen het hoofd te kunnen bieden.
Solvay is verzekerd tegen de mogelijke financiële gevolgen van een cyberaanval op de bedrijfsmiddelen, productieonderbrekingen en fraudegevallen.
Risico's kunnen voortvloeien uit het mogelijk niet naleven van:
Solvays Gedragscode voor bedrijfsintegriteit voor integer zakendoen, beleidslijnen en procedures:
Speciale orming of opleidingen om specifieke risico's te beperken, zijn onder andere:
Een zwaar ongeval in een site (arbeidsongeval, procesongeval) of chronische blootstelling van werknemers (industriële hygiëne) kan leiden tot dodelijke slachtoffers, onomkeerbare letsels of schade aan het milieu of aan bedrijfsmiddelen.
In de loop van 2018 en 2019 heeft Solvay zijn strategie inzake gezondheid, veiligheid en milieu (GVM) geherdefinieerd en een nieuwe reeks minimumvereisten op het gebied van gezondheid, veiligheid en milieu opgesteld om te komen tot een gemeenschappelijk begrip en een gemeenschappelijke aanpak voor het beperken van onze belangrijkste risico's. In het kader van deze nieuwe aanpak heeft Solvay ook een nieuwe manier van werken ingevoerd, inclusief een meer op samenwerking gebaseerde en ondersteunende benadering van gezondheid, veiligheid en milieu in de hele Groep.
De GVM-strategie van Solvay is gebaseerd op de volgende vier pijlers:
Er wordt gekeken naar drie industriële risico's:
Solvay heeft altijd veel aandacht besteed aan de veiligheid op het werk. De Groep heeft het aantal ongevallen op de werkvloer in de loop der jaren gestaag zien dalen. Sinds 2010 heeft Solvay gemiddeld één dodelijk ongeval (inclusief aannemers) per jaar te betreuren. Om een duurzame verandering teweeg te brengen, is Solvay in 2018 begonnen met het ontwikkelen van een veiligheidscultuur waarin alle werknemers samenwerken en voor elkaar zorgen. De eerste resultaten zijn positief: het aantal letsels is met 30% j-o-j gedaald en er waren geen dodelijke ongevallen de afgelopen twee jaar (voor het eerst sinds 2000 heeft er zich in de Groep twee jaar na elkaar geen enkel ongeval met dodelijke afloop voorgedaan).
Solvays Safety Excellence Plan ondersteunt de ontwikkeling van een sterke veiligheidscultuur door de betrokkenheid en het engagement van alle werknemers van Solvay. Het Safety Excellence Plan omvat activiteiten zoals veiligheidsdagen, veiligheidsbezoeken door leidinggevenden, op gedrag gebaseerde veiligheidsprogramma's en een individuele GVM-doelstelling voor elke werknemer.
Alle minimale GVM-vereisten voor de Solvay Life Saving Rules (SLSR) zijn geïmplementeerd. Het implementatieproces omvatte het inwerken van nieuwe werknemers, de evaluatie van tekorten en follow-upaudits op lokaal niveau.
De resultaten op het gebied van veiligheid op het werk worden maandelijks beoordeeld door de GBU's en het Uitvoerend Comité.
Solvay past een preventieve, op risico's gebaseerde aanpak toe op basis van systematische analyses van procesveiligheidsrisico's en het beheer van veranderingsprocessen.
Solvay heeft een allesomvattende aanpak ingevoerd om het risico van blootstelling aan chemische stoffen op de werkplek te beperken. Onze aanpak omvat: beoordelingen van chemische risico's, medisch toezicht op basis van risico's (waarbij zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden worden gebruikt), pandemieplannen en menselijke biomonitoring indien dat gerechtvaardigd is. Bovendien legt Solvay voor sommige chemicaliën (bv. nanomaterialen) conservatievere blootstellingslimieten vast.
De lozingen van stoffen uit onze fabrieken voldoen minimaal aan alle lokaal geldende emissiegrenswaarden. Daarnaast worden de risico's die verbonden zijn aan het langdurig vrijkomen van potentieel gevaarlijke chemische stoffen periodiek beoordeeld om ervoor te zorgen dat het effect op het milieu of op de omwonenden binnen strikte grenzen blijft, die worden bepaald door milieukwaliteitsnormen of door blootstellingslimieten.
Verdere uitrol van een nieuw wereldwijd instrument, SOCRATES, om (1) op grote schaal en eenvoudig toegang te geven tot IH-methoden, -hulpmiddelen en -databases, (2) consequent Industriële Hygiënerisicobeoordelingen uit te voeren en te documenteren, (3) de traceerbaarheid van de potentiële blootstellingen van een persoon gedurende zijn of haar hele werkzame leven te verbeteren.
Een ongeval bij het vervoer van gevaarlijke chemische stoffen houdt het risico in dat omwonenden of de bevolking letsels oplopen.
Voortzetting van het transportveiligheidsprogramma van Solvay voor betere preventieve maatregelen.
De strategie van de Groep voor de aanpak van klimaatgerelateerde risico's (zoals gedefinieerd door TCFD[*]) zou ondoeltreffend kunnen zijn, zou kunnen leiden tot reputatieschade, bedrijfsschade en onderwaardering, en zou het moeilijker kunnen maken om langetermijninvesteerders aan te trekken.
Solvay werkt voornamelijk op vier werkstromen:
Beoordeling van klimaatgerelateerde risico's en kansen voor elk product in elke markt met behulp van de SPM-tool van Solvay. 19% van onze omzet wordt gerangschikt in klimaatgerelateerde oplossingen, terwijl 3% van onze omzet wordt gerangschikt als klimaatgerelateerde uitdagingen. (Translator's note: please explain this sentence)
De productveiligheidsprocedure van Solvay identificeert risico's in verband met producten die door Solvay op de markt worden gebracht. De procedure is aangepast aan nieuwe wettelijke eisen en bijkomende potentiële oorzaken van risico's (juridisch, toeleveringsketen, ...). Alle GBU's zijn momenteel bezig deze procedure te implementeren met een specifieke focus op het prioriteren van de vereiste risicobeoordelingen in de productportefeuille en op het regelmatig uitvoeren van risicobeoordelingen voor de meest gevoelige producttoepassingen.
De activiteiten van Solvay hebben een invloed op het milieu door:
Het risico bestaat dat niet wordt voldaan aan de toenemende en strengere verwachtingen van alle belanghebbenden met betrekking tot die gevolgen voor het milieu.
In het One Planet-programma van Solvay zal een ambitieuze langetermijnvisie worden vastgesteld met een tussentijds milieuplan voor 2030 voor milieuaspecten met hoge materialiteit.
De geopolitieke rivaliteit zou zich kunnen vertalen in beperkingen voor de activiteiten van de Groep (tarieven, investeringen, intellectueel eigendom, data-eigendom, mobiliteit van het personeel, ...).
Heeft betrekking op de blootstelling van Solvay aan marktontwikkelingen of ontwikkelingen bij concurrenten, en het risico op het nemen van verkeerde strategische beslissingen.
Risico's verbonden aan grondstoffen, energie, leveranciers, productie, opslag en inkomend/uitgaand transport.
Voor de betrouwbaarheid van de productie:
Voor de toeleveringsketen:
MVO-evaluatie van derden en naleving van de Gedragscode voor Leveranciers van Solvay, eigendom van mijnen en groeven voor trona, kalksteen en zout, en energiebesparingsprogramma's.
De toewijzing van middelen aan projecten (investeringsuitgaven, fusies en overnames) zou niet kunnen aansluiten bij de groeistrategie van Solvay. Grote projecten kunnen moeilijkheden ondervinden, waarbij het risico bestaat dat de doelstellingen ervan niet worden gehaald.
De combinatie van deze acties heeft geleid tot een veel betere controle over de conversie van EBITDA naar kasstromen en tot een conversieniveau dat vergelijkbaar is met dat van soortgelijke bedrijven in de sector.
Een voorzichtig financieel profiel en een conservatieve financiële discipline:
Status 'investment grade' (d.w.z. van beleggingskwaliteit); de Groep had bij de afsluiting van 2019 de rating Baa2/P2 (stabiele vooruitzichten) van Moody's en de rating BBB/A2 (stabiele vooruitzichten) van Standard & Poor's,
Solvay bevordert transparante en regelmatige gesprekken met de belangrijkste ratingbureaus.
Solvay volgt de valutamarkt op de voet en neemt afdekkingsmaatregelen, voornamelijk voor looptijden van minder dan één jaar en doorgaans niet meer dan 18 maanden.
Voor het leeuwenaandeel van haar schulden zet de Groep de rente vast. Solvay volgt nauwgezet de rentemarkt en gaat renteswaps aan wanneer dat nodig wordt geacht.
Solvay dekt de energieprijzen af. Deze transacties gaan verder dan 9 maanden en tot 3 jaar.
Pensioenvoorzieningen en optimalisatie van pensioenplannen:
Controleprocedures voor de naleving van fiscale regelgeving en het verrekenprijsbeleid:
Het beheren en saneren van bodemvervuiling uit het verleden op sommige sites en het voldoen aan toekomstige wijzigingen in milieuwetgeving.
Het onvermogen om de continuïteit van diensten te waarborgen of informatiediensten te leveren die aan de behoeften van het bedrijf zijn aangepast.
Met haar diversiteit aan activiteiten en geografische spreiding loopt de Solvay Groep juridische risico's, vooral inzake productaansprakelijkheid, contractuele betrekkingen, antitrustwetgeving, geschillen over octrooien, belastingaanslagen en zaken in verband met gezondheid, veiligheid en milieu. Rechtszaken zijn niet te vermijden en zijn soms noodzakelijk om de rechten en belangen van de Groep te verdedigen.
Het resultaat van een dergelijk proces kan niet met zekerheid worden voorspeld. Het is dan ook mogelijk dat ongunstige definitieve gerechtelijke of arbitrage-uitspraken leiden tot de vaststelling van aansprakelijkheden (en kosten) die niet gedekt zijn, of niet helemaal gedekt zijn door voorzieningen of verzekeringen en dus een opmerkelijke impact kunnen hebben op de opbrengsten en winsten.
Lopende gerechtelijke procedures waarin de Solvay-groep betrokken is en die een belangrijk risico inhouden, worden hieronder kort weergegeven. Het gaat hier niet om een volledige lijst.
Het feit dat deze geschillen hieronder worden weergegeven, heeft niets te maken met de proceskansen. Solvay verdedigt zichzelf met veel overtuiging en heeft vertrouwen in de door de verdediging gehanteerde argumenten.
Voor bepaalde zaken heeft Solvay overeenkomstig de boekhoudkundige regels reserves of voorzieningen aangelegd om zo de financiële risico's en/of kosten van de verdediging te dekken (zie 'Voorzieningen voor geschillen van de geconsolideerde jaarrekening' van dit jaarverslag).
In 2006 legde de Europese Commissie Solvay boetes op (met inbegrip van Ausimont SpA, door Solvay in 2002 overgenomen) voor vermeende inbreuk op de concurrentieregels op de markt voor peroxideproducten.
Gebundelde burgerlijke rechtszaken tegen Solvay en andere producenten zijn in 2009 aanhangig gemaakt bij de Rechtbank van Dortmund (Duitsland) wegens vermeende schending van de antitrustwetgeving, waarbij van de producenten schadevergoeding werd gevorderd op basis van hoofdelijke en gezamenlijke aansprakelijkheid. De waarde van de schadeclaims is € 63 miljoen (exclusief rente) nadat schikkingen overeengekomen waren met de aanklager en het merendeel van de gedaagden. Verschillende vragen met betrekking tot de bevoegdheid van de Rechtbank van Dortmund werden voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie en de procedure voor de Rechtbank van Dortmund werd in tussentijd opgeschort.
De CADE (de Braziliaanse mededingingsautoriteit) heeft in mei 2012 in Brazilië boetes uitgedeeld aan Solvay en een aantal andere bedrijven in verband met waterstofperoxide-activiteit en in februari 2016 in verband met perboraat-activiteit (het aandeel van Solvay in de boetes bedraagt respectievelijk € 29,6 miljoen en € 3,99 miljoen). Solvay heeft beroep aangetekend tegen deze administratieve boetes voor het Braziliaans federaal gerecht.
In oktober 2009 klaagde de openbare aanklager van het Strafhof van Alessandria (Italië) diverse personen aan (onder wie medewerkers en oud-medewerkers van Solvay en Ausimont SpA, nu Solvay Specialty Polymers Italy – SSPI) wegens vermeende schendingen van de milieuwetgeving en de volksgezondheidswetgeving. De voorlopige claims van de deelnemende burgerlijke partijen bedroeg ongeveer € 105 miljoen.
In december 2015 veroordeelde het hof van assisen van eerste aanleg van Alessandria drie lokale managers van Solvay/SSPI tot een gevangenisstraf evenals een burgerlijke schadevergoeding van ongeveer € 400.000. Er is door alle partijen beroep aangetekend bij het hof van assisen van beroep van Turijn, wat in juni 2018 tot de volgende uitspraak heeft geleid: 1) vrijspraak van twee algemeen directeuren van SSPI; 2) veroordeling van drie managers van Solvay/ SSPI teruggebracht tot 1 jaar en 8 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf; 3) schadevergoeding van € 400.000 aan burgerlijke partijen, met afwijzing van andere burgerlijke vorderingen; 4) seponering van de aanklacht wegens niet uitvoeren van sanering; 5) SSPI is niet aansprakelijk voor schade aan de gemeente Alessandria. Het Openbaar Ministerie heeft een beroep ingesteld bij het Hof van Cassatie, dat uitsluitend de duur betreft van het vonnis van de drie managers van Solvay/SSPI, terwijl de advocaten van de verdachten hebben verzocht de aanklacht ten gronde te seponeren. Met de uitspraak in december 2019 verwierp het Hof van Cassatie alle ingestelde beroepen en bevestigde het Hof het arrest van het hof van assisen van beroep van Turijn van juni 2018.
Sinds eind 2016 zijn 17 burgerlijke procedures voor de burgerlijke rechtbank van Livorno (Italië) gebracht door oud-medewerkers en familieleden van overleden medewerkers van de Rosignano-fabriek. Zij eisen schadevergoeding (voorlopig vastgesteld op € 9 miljoen) voor ziektes die zouden zijn ontstaan door blootstelling aan asbest. Drie van de 17 procedures zijn tot nu toe geseponeerd, terwijl Solvay in een vierde procedure is veroordeeld tot het betalen van een verwaarloosbaar bedrag aan schadevergoeding (< € 20.000).
De contractuele afspraken in verband met de verkoop van de farmaceutische activiteiten in februari 2010 hebben voorwaarden opgeleverd voor de toewijzing en verdeling van de aansprakelijkheid inzake activiteiten van vóór de verkoop.
Onder voorbehoud van een beperkte aantal uitzonderingen is de blootstelling van Solvay aan schadevergoedingen aan Abbott wegens aansprakelijkheid voor verkochte activiteiten beperkt tot een samengesteld bedrag van € 500 miljoen en beperkt in de tijd.
Dit houdt onder meer schadeloosstelling in voor de mogelijke aansprakelijkheid in het geschil rond testosteronvervangingstherapieën (TRT) in de VS in verband met het geneesmiddel ANDROGEL®. De snelheid waarmee deze rechtszaken vorderen, varieert.
| 1. Overzicht van de geconsolideerde resultaten | 78 |
|---|---|
| Belangrijkste financiële cijfers | 78 |
| Historische financiële kerncijfers | 79 |
| 2. Achtergrondinformatie | 81 |
| Vergelijkingsbasis & aansluiting van onderliggende indicatoren voor de winst-en-verliesrekening |
81 |
| Alternatieve prestatie-indicatoren (APM) | 81 |
| Beschrijving van de operationele segmenten | 82 |
| 3. Toelichtingen op de onderliggende Groepcijfers | 84 |
| TOELICHTING B1 Netto-omzet | 84 |
| TOELICHTING B2 Onderliggende grondstoffen- en energiekosten |
85 |
| TOELICHTING B3 Onderliggende EBITDA | 85 |
| TOELICHTING B4 Onderliggende afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
86 |
| TOELICHTING B5 Onderliggende nettofinancieringskosten |
86 |
| TOELICHTING B6 Onderliggende belastingen op winst | 86 |
| TOELICHTING B7 Onderliggende winst van beëindigde bedrijfsactiviteiten |
86 |
| TOELICHTING B8 Kapitaalinvesteringen | 87 |
| TOELICHTING B9 Vrije kasstroom | 87 |
| TOELICHTING B10 Nettowerkkapitaal | 88 |
| TOELICHTING B11 Onderliggende nettoschuld | 89 |
| TOELICHTING B12 CFROI | 90 |
| TOELICHTING B13 Onderzoek & Innovatie | 91 |
| 4. Toelichtingen bij de onderliggende cijfers per segment |
92 |
|---|---|
| TOELICHTING B14 Advanced Materials | 93 |
| TOELICHTING B15 Advanced Formulations | 94 |
| TOELICHTING B16 Performance Chemicals | 95 |
| TOELICHTING B17 Corporate & Business Services | 96 |
| 5. Aansluiting van onderliggende met IFRS-cijfers | 97 |
| TOELICHTING B18 IFRS EBITDA | 98 |
| TOELICHTING B19 IFRS EBIT | 98 |
| TOELICHTING B20 IFRS Nettofinancieringskosten | 98 |
| TOELICHTING B21 IFRS Winstbelasting | 98 |
| TOELICHTING B22 IFRS winst van beëindigde | |
| bedrijfsactiviteiten | 98 |
| TOELICHTING B23 IFRS Winst over de periode | 99 |
| 6. Toelichtingen bij de cijfers per aandeel | 99 |
| TOELICHTING B24 Winst per aandeel | 100 |
| TOELICHTING B25 Dividend | 100 |
| 7. Vooruitzichten 2020 | 101 |
SOLVAY GEÏNTEGREERD JAARVERSLAG 2019 OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN
IFRS 16 is geïmplementeerd in de financiële overzichten van de Groep sinds 1 januari 2019. Vergelijkende informatie voor 2018 wordt gepresenteerd op een niet-gecontroleerde pro forma basis alsof de implementatie had plaatsgevonden op 1 januari 2018. Deze informatie wordt aangeduid als "pro forma" of "PF".
| IFRS | Onderliggend | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Toelichtingen | 2019 | 2018 PF | % joj | 2019 | 2018 PF | % joj |
| Netto-omzet | B1 | 10.244 | 10.257 | –0,1% | 10.244 | 10.257 | –0,1% |
| Netto operationele kosten, exclusief | |||||||
| waardevermindering & afschrijvingen | B2 | –8.022 | –8.227 | +2,5% | –7.922 | –7.927 | +0,1% |
| EBITDA | B3 | 2.222 | 2.030 | +9,5% | 2.322 | 2.330 | –0,4% |
| EBITDA-marge | 22,7% | 22,7% | –0,1pp | ||||
| Afschrijvingen & bijzondere waardeverminde | |||||||
| ringen van activa | B4 | –1.906 | –1.036 | –84% | –818 | –777 | –5,4% |
| EBIT | 316 | 994 | –68% | 1.503 | 1.554 | –3,2% | |
| Netto-financieringskosten | B5 | –242 | –210 | –15% | –332 | –342 | +2,8% |
| Belastingen op winst | B6 | –153 | –73 | n.m. | –305 | –303 | –0,6% |
| Belastingvoet | B6 | 27,8% | 26,1% | +1,6pp | |||
| Winst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | B7 | 236 | 201 | +18% | 247 | 216 | +14% |
| Winst/verlies (–) van de periode | 157 | 910 | –83% | 1.113 | 1.125 | –1,0% | |
| Winst (–)/verlies toegekend aan minderheids | |||||||
| belangen | –38 | –39 | –2,9% | –39 | –40 | –2,5% | |
| Winst/verlies (–) toegekend aan Solvay aandeelhouders |
118 | 871 | –86% | 1.075 | 1.085 | –1,0% | |
| Gewone winst/verlies (–) per aandeel (in €) | B24 | 1,15 | 8,43 | –86% | 10,41 | 10,51 | –0,9% |
| waarvan uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | B24 | –1,14 | 6,49 | n.m. | 8,02 | 8,42 | –4,7% |
| Dividend(1) | B25 | 3,75 | 3,75 | – | 3,75 | 3,75 | – |
| Kapitaalinvesteringen in voortgezette | |||||||
| bedrijfsactiviteiten | B8 | –826 | –794 | –4,0% | |||
| Kasstroomomzetting | B8 | 0,6 | 0,7 | –1,5% | |||
| Vrije kasstroom aan Solvay aandeelhouders | |||||||
| uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | B9 | 606 | 566 | +7,1% | |||
| Vrije kasstroom aan Solvay aandeelhouders | B9 | 801 | 726 | +10% | |||
| Vrije kasstroomomrekeningsratio | 28% | 26% | +1,8% | ||||
| Netto werkkapitaal | B10 | 1.560 | 1.557 | ||||
| Netto werkkapitaal/omzet | B10 | 16% | |||||
| Financiële nettoschuld(2) | B11 | –3.586 | –2.605 | –38% | –5.386 | –5.538 | +2,8% |
| Onderliggende hefboomgraad | B11 | 2,0 | 2,1 | –0,1pp | |||
| CFROI | B12 | 6,5% | 6,8% | –0,3pp | |||
| ROCE | 8,1% | 8,2% | –0,1pp | ||||
| Onderzoek & innovatie | B13 | –336 | –352 | +4,7% | |||
| Onderzoek- & innovatie-intensiteit |
B13 | 3,3% | 3,4% | –0,2pp |
(1) Aanbevolen dividend voor 2019
(2) De onderliggende nettoschuld is inclusief eeuwigdurende hybride obligaties, die als eigen vermogen worden geboekt in IFRS
| Gepubliceerd | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2015(1) | 2016(1) | 2017(1) | 2018(1) | 2019 | |
| Winst- & verliescijfers | ||||||
| Omzet | a | 11.047 | 11.403 | 10.891 | 11.299 | 11.227 |
| Netto-omzet | b | 10.578 | 10.884 | 10.125 | 10.257 | 10.244 |
| Onderliggende EBITDA | c | 1.955 | 2.284 | 2.230 | 2.230 | 2.322 |
| Onderliggende EBITDA-marge | d | 18,5% | 21,0% | 22,0% | 21,7% | 22,7% |
| IFRS EBIT | e | 833 | 962 | 976 | 986 | 316 |
| Onderliggende winst van de periode | f | 907 | 992 | 1.131 | 1.113 | |
| IFRS winst van de periode | g | 454 | 674 | 1.116 | 897 | 157 |
| Onderliggende winst toegerekend aan Solvay aandeel |
h | 680 | 846 | 939 | 1.092 | 1.075 |
| IFRS winst toegerekend aan Solvay aandeel | i | 406 | 621 | 1.061 | 858 | 118 |
| Kasstroomcijfers | ||||||
| Kapitaalinvesteringen | j | –1.037 | –981 | –822 | –833 | –967 |
| waarvan uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | k | –969 | –929 | –716 | –711 | –826 |
| Kasstroomomzetting | l = (c+k)/c | 50,4% | 59,3% | 67,9% | 68,1% | 64,4% |
| Vrije kasstroom | m | 387 | 876 | 871 | 989 | 1.072 |
| Vrije kasstroom aan Solvay aandeelhouders | n | 132 | 527 | 466 | 725 | 801 |
| Balanscijfers | ||||||
| Netto werkkapitaal | o | 1.557 | 1.396 | 1.414 | 1.550 | 1.560 |
| Netto werkkapitaa/omzet | p = µ(o/a)(2) | 13,4% | 15,3% | 13,8% | 15,3% | 16,0% |
| Onderliggende nettoschuld(3) | q = r+s | –6.579 | –6.556 | –5.346 | –5.105 | –5.386 |
| Eeuwigdurende hybride obligaties | r | –2.200 | –2.200 | –2.200 | –2.500 | –1.800 |
| IFRS nettoschuld | s | –4.379 | –4.356 | –3.146 | –2.605 | –3.586 |
| Totaal eigen vermogen | t | 9.668 | 9.956 | 9.752 | 10.624 | 9.625 |
| Eigen vermogen toegerekend aan minder heidsbelangen |
v | 245 | 250 | 113 | 117 | 110 |
| Eeuwigdurende hybride obligaties in eigen vermogen |
u | 2.188 | 2.188 | 2.188 | 2.486 | 1.789 |
| Eigen vermogen toegerekend aan Solvay aandeel |
w = t-u-v | 7.234 | 7.518 | 7.451 | 8.021 | 7.725 |
| (4) Onderliggende hefboomgraad |
x = -q/c | 2,82 | 2,60 | 2,17 | 2,01 | 2,00 |
| Overige kerncijfers | ||||||
| CFROI | z | 6,9% | 6,3% | 6,9% | 6,9% | 6,5% |
| Onderzoek & innovatie | A | –320 | –350 | –325 | –352 | –336 |
| Onderzoek- & innovatie-intensiteit |
B = -A/b | 3,0% | 3,2% | 3,2% | 3,4% | 3,3% |
(1) Deze gegevens worden niet pro forma gepresenteerd, d.w.z.: exclusief Cytec voor 2015 en de impact van IFRS16 Huurovereenkomsten voor 2018.
(2) Gemiddelde van de kwartalen.
(3) De onderliggende nettoschuld omvat de eeuwigdurende hybride obligaties, opgenomen als eigen vermogen onder IFRS.
(4) Aangezien de nettoschuld aan het einde van de periode nog niet de netto-opbrengst weergeeft die moet worden ontvangen bij de vervreemding van beëindigde bedrijfsactiviteiten, terwijl de onderliggende EBITDA de bijdrage van beëindigde bedrijfsactiviteiten uitsluit, wordt de onderliggende EBITDA aangepast om de hefboomgraad te berekenen. De onderliggende EBITDA van Polyamide werd daarom toegevoegd.
Bovenstaande tabel is een historisch overzicht van de cijfers van de Groep zoals bekendgemaakt op de referentiedatum. Deze gegevens zijn niet beïnvloed door eventuele latere herbewerkingen als gevolg van perimeterwijzigingen, aanpassingen in IFRS/IAS-normen, verandering in de APMdefinitiesenz, enz.
SOLVAY GEÏNTEGREERD JAARVERSLAG 2019 OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN
In de referentieperioden hebben zich de volgende belangrijke veranderingen voorgedaan:
2015:
Behalve IFRS rekeningen stelt Solvay ook alternatieve prestatieindicatoren voor om een meer samenhangende en vergelijkbare indicatie te geven van de onderliggende financiële prestaties, de financiële positie, evenals de kasstromen van de Groep. Deze indicatoren geven een evenwichtig overzicht van de prestaties van de Groep, en zijn zinvol voor investeerders, analisten, en ratingbureaus, omdat deze relevante informatie bevatten aangaande de voorbije en toekomstige prestaties, financiële positie en kasstromen van de Groep. Deze indicatoren worden doorgaans gebruikt in de sector waarin de Groep actief is, en dienen ingevolge als een zinvolle hulp voor investeerders teneinde de prestaties van de Groep te vergelijken met haar peers. De onderliggende prestatie-indicatoren passen de IFRS cijfers aan voor de niet-contante impact van de boekhoudkundige toerekening van de overnameprijs (Purchase Price Allocation - PPA) die betrekking hebben op verwervingen, alsook voor de coupons van eeuwigdurende hybride obligaties, geklasseerd als eigen vermogen onder IFRS, maar behandeld als schuld in de onderliggende verklaringen, en voor andere elementen die de analyses van de onderliggende prestaties van de Groep verstoren.
Solvay meet zijn financiële prestaties aan de hand van alternatieve prestatie-indicatoren, die hieronder te vinden zijn. Solvay is van mening dat deze metingen nuttig zijn voor het analyseren en verklaren van veranderingen en trends in de historische bedrijfsresultaten, omdat hierdoor de prestaties op consistente basis kunnen worden vergeleken. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de referentiecijfers van 2018 op pro forma basis, alsof IFRS 16 was geïmplementeerd in 2018. De balansevolutie is vergeleken met 1 januari 2019, waarin de IFRS 16-impact is opgenomen ten opzichte van 31 december 2018.
Netto werkkapitaal bevat voorraden, handelsvorderingen en andere kortlopende vorderingen, verminderd met handelsschulden en andere kortlopende verplichtingen.
(IFRS) netto schuld = Langlopende financiële schulden + Kortlopende financiële schulden – geldmiddelen en kasequivalenten – Overige vorderingen op financiële instrumenten. Onderliggende nettoschuld vertegenwoordigt de Solvay-aandelenweergave op schulden, waarbij 100% van de hybride eeuwigdurende obligaties opnieuw worden geklasseerd als schuld, maar geklasseerd als eigen vermogen onder IFRS.
Advanced Materials biedt een unieke portfolio van hoogwaardige polymeren en composiettechnologieën die voornamelijk worden gebruikt in toepassingen voor duurzame mobiliteit. Eén voordeel van deze technologieën is dat ze het gewicht van onderdelen verminderen, en zo bijdragen aan een betere energie-efficiëntie en lagere CO2-uitstoot. Tot de belangrijkste markten behoren de volgende generatie mobiliteit in de auto- en luchtvaart-, gezondheidszorg- en de elektronicasector.
Met meer dan 1500 producten biedt Specialty Polymers het grootste assortiment hoogwaardige polymeren in de wereld. Met op maat gemaakte oplossingen worden de grenzen opgezocht waar het gaat om metaalvervanging in elektronica in de automobiel-, luchtvaarten en gezondheidssector. Deze GBU beschikt over een ongekende expertise in drie technologieën: aromatische polymeren, fluorpolymeren en polymeren met goede barrière-eigenschappen.
Composite Materials is een vooraanstaande leverancier voor de markt van luchtvaartmaterialen en staat bekend om zijn expertise op het gebied van materiaalontwikkeling en procestechniek. We leveren optimale materiaaloplossingen om te kunnen voldoen aan de vraag van de klant naar nieuwe hoogwaardige materialen die het gewicht verminderen, de aerodynamica verbeteren en uiteindelijk de totale onderdeelkosten voor klanten verlagen. Het bedrijf levert voornamelijk composiettechnologieën aan fabrikanten van civiele en militaire vliegtuigen, die het merendeel van de omzet omvatten, met het saldo van de verkoop in verschillende industriële markten.
Special Chem produceert fluor- en zeldzame-aardformuleringen voor automobiel-, halfgeleiders- en verlichtingstoepassingen. Met zijn industriële knowhow, wereldwijde aanwezigheid en lokale O&I-activiteiten, heeft Special Chem zich gepositioneerd als een strategische partner voor de automobielsector als producent van materialen die gebruikt worden in katalysatoren die uitlaatgassen zuiveren en het solderen van aluminium, en tevens als producent van reinigings- en polijstmaterialen voor de halfgeleiderindustrie.
Silica produceert uiterst dispergeerbare silica, die voornamelijk gebruikt wordt voor energiezuinige en hoogwaardige autobanden. De primaire focus van deze GBU is het ontwikkelen van innovatieve oplossingen voor bandenfabrikanten wereldwijd.
Advanced Formulations omvat een brede portfolio aan oppervlaktechemie die gericht is op efficiëntieverbetering van hulpbronnen in de wereld. Het segment biedt op maat gemaakte specialiteitsformuleringen die het vloeistofgedrag veranderen om de opbrengst te optimaliseren terwijl de milieubelasting wordt beperkt. Tot de markten behoren hulpbronnenefficiëntie in olie & gas, de mijnbouw en landbouw, alsook consumptiegoederen en voeding.
Novecare ontwikkelt en produceert formuleringen die de eigenschappen van vloeistoffen wijzigen. Het biedt oplossingen voor de olie- en gasindustrie, waarbij gebruik gemaakt wordt van een uitgebreide portefeuille aan oppervlaktechemie gecombineerd met applicatiekennis. Novecare levert ook gespecialiseerde oplossingen voor bepaalde industriële toepassingen, landbouw en coatings
Technology Solutions is wereldleider op het gebied van gespecialiseerde mijnbouwreagentia, fosfine-gebaseerde chemicaliën en oplossingen voor de stabilisering van polymeren. De portefeuille bestaat uit hoogwaardige, toonaangevende technologieën, ongeëvenaarde technische dienstverlening en toepassingen waarmee klanten ondersteund worden bij de ontwikkeling van oplossingen op maat, in het bijzonder in de mijnbouw, waar producten van Solvay het mogelijk maken metalen te winnen uit steeds complexere en meer uitgeputte ertsen.
Aroma Performance is werelds grootste producent van vanillearoma's gebruikt in geur- en smaakstoffen en produceert ook synthetische halffabricaten die gebruikt worden in parfums, de farmaceutische sector, landbouwchemicaliën en elektronica.
Performance Chemicals is actief op het gebied van chemische tussenproducten en is actief in volgroeide en veerkrachtige markten. Solvay is een wereldleider in natriumcarbonaat en peroxides met als belangrijkste markten bouw en constructie, consumptiegoederen en voeding. Het segment biedt veerkrachtige winstgevendheid, dankzij goede prijsstelling en marktdynamiek, ondersteund door activa van hoge kwaliteit.
Soda Ash & Derivatives is een wereldleider voor de productie van natriumcarbonaat en natriumbicarbonaat, die voornamelijk verkocht worden aan glasfabrikanten, maar ook gebruikt wordt in detergenten, landbouwproducten, voedsel en voeding. Het is een stabiele en winstgevende divisie, dankzij de goede prijszetting en een groei in lijn met het BBP, gebaseerd op hoogwaardige activa.
Solvay is een marktleider in waterstofperoxide, zowel in marktaandeel als technologie. Waterstofperoxide (H2O2) wordt voornamelijk gebruikt in de papierindustrie om houtpulp te bleken. De stof kan ook in tal van andere markten gebruikt worden zoals in de chemie, voeding, textiel en in leefmilieu-toepassingen.
Coatis produceert duurzame oplosmiddelen op glycerinebasis en gespecialiseerde fenolproducten, voornamelijk voor de LatijnsAmerikaanse markt. Het is de onbetwiste marktleider in Brazilië voor fenolproducten en -derivaten die worden gebruikt bij de productie van kunstharsen voor gieterijen, de bouw en schuurmiddelen.
Corporate & Business Services omvat corporate en andere diensten, zoals de onderzoek- en innovatie-activiteiten van de groep of energie-gerelateerde diensten, die als missie hebben het het energieverbruik te optimaliseren en de CO2-uitstoot te verminderen.
Ontwikkeling netto-omzet op jaarbasis (in miljoenen euro's)

De netto-jaaromzet was stabiel dankzij positieve wisselkoerseffecten. Organisch[1] daalde de netto-omzet met -2,2%, waarbij lagere volumes deels werden gecompenseerd door hogere prijzen.
Het effect van een kleinere perimeter[2] hangt voornamelijk samen met de verkoop in oktober 2018 van enkele overgebleven natriumcarbonaatactiviteiten in Egypte.
De volumes daalden -3,9% door de afnemende vraag in de automobiel-, elektronica en olie- en gasmarkten, die ongeveer 25% van de omzet van Solvay vertegenwoordigen. Deze tegenslag werd gedeeltelijk gecompenseerd door de sterke vraag naar composietmaterialen in lucht- en ruimtevaarttoepassingen. De vraag naar natriumcarbonaat en peroxide bleek veerkrachtig.
De prijzen stegen met +1,7%, profiterend van hogere prijzen voor natriumcarbonaat en peroxides.
Omzet per markt

[1] Organische groei sluit omrekening van valuta en perimetereffecten uit, evenals het effect van de implementatie van IFRS 16. De gerapporteerde groei is vergelijkbaar met de gepubliceerde pro forma cijfers van 2018, aangepast voor de implementatie van IFRS 16.
[2] Perimetereffecten omvatten verwervingen en vervreemdingen van kleinere bedrijfsactiviteiten die niet hebben geleid tot herwerking van voorgaande perioden.
De kosten voor grondstoffen voor de Groep bedroegen in 2019 ongeveer € 2,7 miljard (€ 2,8 miljard in 2018). Grondstoffen kunnen onderverdeeld worden in verschillende categorieën: ruwe oliederivaten voor 36%, mineraalderivaten voor 22% (bv. glasvezel, natriumsilicaat, calciumsilicaat, fosfor, natriumhydroxide,…), aardgasderivaten circa 11%, biochemische stoffen voor 10% (bv. glycerol, guar, vetalcohol, ethanol,…) en overige voor 20% (composieten,...).
De netto-energiekosten bedroegen in 2019 ongeveer € 0,61 miljard (€ 0,65 miljard in 2018). De energiebronnen waren gespreid over gas voor 68%, cokes, petcoke, steenkool en antraciet voor 29%, elektriciteit voor 2% en stoom, stookolie en overige voor 3%. Meer dan de helft van de kosten werden gemaakt in Europa (52%), gevolgd door Noord- en Zuid-Amerika (28%), en Azië en de rest van de wereld (20%).
Wat de energielevering betreft, implementeert Solvay al vele jaren consequent programma's om het energieverbruik te verminderen. Ook al hebben we industriële activiteiten die veel energie verbruiken, voornamelijk in Europa (fabrieken voor synthetisch natriumcarbonaat, peroxides), we hebben ook een aantal industriële activiteiten met een relatief lage energieinhoud, gemeten als een percentage van de verkoopprijs. Dit geldt met name voor de fluorpolymeren-activiteiten. Om de energievoetafdruk van de Groep te verkleinen, heeft Solvay het SOLWATT energiebesparingsprogramma opgedreven, om de industriële productieprocessen die betrokken zijn bij de energieproductie en -levering te blijven verbeteren. Ten slotte heeft Solvay een nieuwe ambitie geformuleerd voor de uitstoot van broeikasgassen in 2020.

De onderliggende EBITDA voor het gehele jaar daalde met -0,4%, en organisch[3] met -2,8%, voornamelijk door lagere volumes.
De netto-prijszetting droeg +5,5% bij. Hogere prijzen en kostenmaatregelen boden meer dan voldoende compensatie voor de hogere grondstoffen- en energieprijzen, vooral in de eerste helft.
De vaste kosten stegen als gevolg van de toegenomen productiecapaciteit bij Composite Materials voor luchtvaart-toepassingen en door de boekhoudkundige effecten van voorraadafbouw, als antwoord op de verminderde vraag in andere markten, vooral in Specialty Polymers. De inflatie werd gecompenseerd door kostenbeheersingsmaatregelen en lagere bedrijfskosten. Het vereenvoudigingsplan leverde meer dan € 100 mln aan besparingen op sinds de introductie in 2018.
Geassocieerde ondernemingen & overige weerspiegelen de positieve bijdrage van de PVC en peroxide joint ventures en de -0,6% netto-impact van eenmalige gebeurtenissen. Dit betrof onder andere een winst van € 12 mln op een energiegerelateerde overeenkomst in het tweede kwartaal van 2019, tegenover een synergievoordeel van € 23 mln dat werd geboekt in dezelfde periode in 2018 en gerelateerd was aan pensioenen.
[3] Organische groei sluit omrekening van valuta en perimetereffecten uit, evenals het effect van de implementatie van IFRS 16. De gerapporteerde groei is vergelijkbaar met de gepubliceerde pro forma cijfers van 2018, aangepast voor de implementatie van IFRS 16.

De afschrijvings- en bijzondere waardeverminderingskosten bedroegen in 2019 € -818 mln, vergeleken met € -777 mln in 2018 PF.
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | |
|---|---|---|---|
| Lasten van schulden | –139 | –147 | |
| Renteopbrengsten uit leningen & beleggingen | 15 | 13 | |
| Overige financieringswinsten & -verliezen | –4 | –1 | |
| Netto schuldenlasten a |
–128 | –134 | |
| Coupons van eeuwigdurende hybride obligaties | b | –105 | –112 |
| Interesten en geboekte wisselkoerswinsten/verliezen (–) op de RusVinyl joint venture |
c | –18 | –21 |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | d | –85 | –74 |
| Resultaat van eigen vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
e | 4 | – |
| Netto-financieringskosten | f = a+b+c+d+e | –332 | –342 |
De onderliggende netto financiële lasten daalden ten opzichte van 2018PF, voornamelijk als gevolg van (a) de terugbetaling op de vervaldag, in juni 2018, van de EMTN-obligatie (saldo van € 382 miljoen met een coupon van 4,625%), en (b) de vervroegde terugbetaling in 2019 van de US\$ 800 miljoen aan senior obligaties van Solvay Finance America LLC, met de uitgifte van een senior obligatie op 10 jaar (€ 600 miljoen) met een coupon van 0,5% per jaar. Solvay heeft ook het kwantum van de hybride financiering aangepast door in mei 2019 een hybride obligatielening van € 700 miljoen op te roepen tegen 4,20%, gedeeltelijk voorgefinancierd door een hybride obligatielening van € 300 miljoen tegen 4,25% uitgegeven in november 2018. Disconteringskosten verhoogd als gevolg van de geldende disconteringspercentages voor voorzieningen na uitdiensttreding.
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | |
|---|---|---|---|
| Winst/verlies (–) van de periode vóór belastingen | a | 1.171 | 1.212 |
| Resultaat uit joint ventures & geassocieerde deelnemingen | b | 92 | 74 |
| Interesten en geboekte wisselkoerswinsten/verliezen (–) op de RusVinyl | |||
| joint venture | c | –18 | –21 |
| Belastingen op het resultaat | d | –305 | –303 |
| Belastingvoet | e = -d/(a-b-c) | 27,8% | 26,1% |
De stijging met 1,7 procentpunt is vooral het gevolg van een ongunstig mix-effect en met name van een lagere winst voor belastingen in de Verenigde Staten.
In 2019 bestonden de beëindigde bedrijfsactiviteiten voornamelijk uit de activiteiten van Performance Polyamides die verkocht werden aan BASF en Domo Chemicals.
De bijdrage van beëindigde bedrijfsactiviteiten aan de winst van Solvay bedroeg € 247 mln (+14.4% vergeleken met 2018 PF).
De vrije kasstroom uit beëindigde bedrijfsactiviteiten bedroeg in 2019 € 195 mln.
De transactie is afgerond op 31 januari 2020. Voor meer informatie zie F42, Gebeurtenissen na de verslagperiode.
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | |
|---|---|---|---|
| Verwerving (–) van materiële vaste activa | a | –751 | –691 |
| Verwerving (–) van immateriële vaste activa | b | –106 | –142 |
| Betaling van leaseverplichtingen | c | –110 | –92 |
| Kapitaalinvesteringen | d = a+b+c | –967 | –925 |
| Kapitaalinvesteringen in beëindigde bedrijfsactiviteiten | e | –141 | –131 |
| Kapitaalinvesteringen in voortgezette bedrijfsactiviteiten | f = d-e | –826 | –794 |
| Onderliggende EBITDA | g | 2.322 | 2.330 |
| Kasstroomomzetting | h = (f+g)/g | 64,4% | 65,9% |
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | |
|---|---|---|---|
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | a | 1.815 | 1.829 |
| waarvan aanvullende vrijwillige bijdragen voor pensioenplannen | b | –114 | – |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | c | –880 | –784 |
| waarvan kapitaalinvesteringen vereist door contract van aandelen verkoop |
d | –59 | –38 |
| Verwerving (–) van dochterondernemingen | e | –6 | –12 |
| Verwerving (–) van deelnemingen – Overige | f | –16 | –4 |
| Leningen aan geassocieerde & niet-geconsolideerde deelnemingen | g | 10 | –3 |
| Vervreemding (+) van dochterondernemingen en deelnemingen | h | –31 | 26 |
| Erkenning van verrekende vorderingen | i | –23 | –21 |
| Toename/afname van leningen in verband met milieusanering | j | 8 | – |
| Betaling van leaseverplichtingen | k | –110 | –92 |
| Vrije kasstroom | l = a-b+c-d-e-f-g-h-i+j+k | 1.072 | 1.006 |
| Vrije kasstroom uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | m | 195 | 160 |
| Vrije kasstroom uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | n = l-m | 878 | 846 |
| Betaalde netto-interesten | o | –118 | –130 |
| Betaalde coupons op eeuwigdurende hybride obligaties | p | –115 | –111 |
| Dividenden uitgekeerd aan minderheidsbelangen | q | –39 | –39 |
| Vrije kasstroom aan Solvay aandeelhouders | r = l+o+p+q | 801 | 725 |
| Vrij kasstroom aan Solvay aandeelhouders uit beëindigde bedrijfsactivi teiten |
s | 195 | 160 |
| Vrije kasstroom aan Solvay aandeelhouders uit voortgezette bedrijfsacti | |||
| viteiten | t = r-s | 606 | 566 |
| Onderliggende EBITDA | u | 2.322 | 2.330 |
| Vrije kasstroomomrekeningsratio | v = (t-q)/u | 27,8% | 25,9% |
De vrije kasstroom aan Solvay-aandeelhouders voor het gehele jaar[4] uit voortgezette bedrijfsactiviteiten bedroeg € 606 mln, € 40 mln hoger op jaarbasis. Het werkkapitaal was positief (€ 7 mln) als gevolg van een meer gedisciplineerd werkkapitaalbeheer.
De kapitaaluitgaven uit voortgezette bedrijfsactiviteiten stegen met +5,4% ten opzichte van € 794 mln in 2018. De betalingen voor voorzieningen waren grotendeels hetzelfde als in het voorgaande jaar en de belastingen stegen conform de verwachtingen met € (29) mln.
De beëindigde bedrijfsactiviteiten droegen € 195 mln, € 35 mln meer dan in 2018. Dit betrof de Polyamide-activiteiten die per 31 januari 2020 aan BASF en Domo zijn verkocht.
Bijgevolg bedroeg de totale vrije kasstroom aan Solvay-aandeelhouders in 2019 € 801 mln.
[4] Vrije kasstroom aan Solvay-aandeelhouders is vrije kasstroom na financieringsbetalingen en dividenden aan minderheidsbelangen. Dit vertegenwoordigt de kasstroom waarover de aandeelhouders van Solvay beschikken, om hun dividend te betalen en/of om de netto financiële schuld te verminderen. De vrije kasstroomomrekening is berekend als de verhouding tussen de vrije kasstroom aan Solvay aandeelhouders (vóór aftrek van dividenden betaald aan minderheidsbelangen) en onderliggende EBITDA.
| 2019 | 2018 | |||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 31 december | 1 januari | 31 december | |
| Voorraden | a | 1.587 | 1.685 | 1.685 |
| Handelsvorderingen | b | 1.414 | 1.434 | 1.434 |
| Overige kortlopende vorderingen | c | 628 | 718 | 719 |
| Handelsschulden | d | –1.277 | –1.431 | –1.439 |
| Overige kortlopende verplichtingen | e | –792 | –850 | –850 |
| Netto werkkapitaal | f = a+b+c+d+e | 1.560 | 1.557 | 1.550 |
| Omzet | g | 2.710 | 2.830 | 2.830 |
| Kwartaalomzet op jaarbasis | h = 4*g | 10.841 | 11.321 | 11.321 |
| Netto werkkapitaal/omzet | i = f/h | 14,4% | 13,8% | 13,7% |
| Jaargemiddelde | j = µ(Q1,Q2,Q3,Q4) | 16,0% | 15,3% |
| 2019 | ||||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 31 december | 1 januari | 31 december | |
| Langlopende financiële schulden | a | –3.382 | –3.520 | –3.180 |
| Kortlopende financiële schulden | b | –1.132 | –723 | –630 |
| Brutoschuld | c = a+b | –4.513 | –4.243 | –3.810 |
| Onderliggende brutoschuld | d = c+h | –6.313 | –6.743 | –6.310 |
| Overige financiële instrumenten | e | 119 | 101 | 101 |
| Geldmiddelen & kasequivalenten | f | 809 | 1.103 | 1.103 |
| Totale geldmiddelen en kasequivalenten | g = e+f | 928 | 1.205 | 1.205 |
| Nettoschuld | i = c+g | –3.586 | –3.038 | –2.605 |
| Eeuwigdurende hybride obligaties | h | –1.800 | –2.500 | –2.500 |
| Onderliggende nettoschuld | j = i+h | –5.386 | –5.538 | –5.105 |
| Onderliggende EBITDA (laatste 12 maanden) | k | 2.322 | 2.330 | 2.230 |
| Aanpassing voor beëindigde bedrijfsactiviteiten(1) | l | 366 | 315 | 305 |
| Aangepaste onderliggende EBITDA voor de berekening van de hefboomgraad(1) |
m = k+l | 2.688 | 2.645 | 2.536 |
| Onderliggende hefboomgraad(1) | 2,0 | 2,1 | 2,0 |
(1) Aangezien de nettoschuld aan het einde van de periode nog niet de netto-opbrengst weergeeft die moet worden ontvangen bij de vervreemding van beëindigde bedrijfsactiviteiten, terwijl de onderliggende EBITDA de bijdrage van beëindigde bedrijfsactiviteiten uitsluit, wordt de onderliggende EBITDA aangepast om de hefboomgraad te berekenen. De onderliggende EBITDA van Polyamide werd daarom toegevoegd.

De onderliggende netto financiële schuld[5] bedroeg € (5,4) miljard. De sterke operationele kasstroom van € 801 mln financierde € 387 mln aan dividenden en een aanvullende vrijwillige pensioenbijdrage van € 114 mln. Rekening houdend met andere factoren, zoals de invloed van vreemde valuta en fusies en overnames, daalde de netto financiële schuld met € 152 mln. De onderliggende hefboomratio verbeterde tot 2,0x.
Solvay betaalde in mei 2019 een hybride obligatie van € 0,70 miljard terug met een rente van 4,20%, die gedeeltelijk was voorgefinancierd met een hybride obligatie van € 0,30 miljard en een rente van 4,25%, uitgegeven in november 2018. In september 2019 loste Solvay tevens US\$800 mln 3,4% obligaties met vervaldatum 2020, en verving dit gedeeltelijk met een nieuwe obligatie-uitgifte in augustus van € 600 mln en een rente van 0,50%. Deze stappen dragen bij tot een vermindering van de financiële lasten; de volledige effecten zullen in 2020 zichtbaar zijn.
[5] De onderliggende financiële nettoschuld omvat de eeuwigdurende hybride obligaties, die onder IFRS als eigen vermogen opgenomen worden.
| FY 2019 | FY 2018 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Gepubli ceerd |
Aanpas singen |
Berekend | Gepubli ceerd |
Aanpas singen |
Berekend | ||
| Onderliggende EBIT | a | 1.503 | 1.503 | 1.554 | 1.554 | |||
| Onderliggende EBITDA | b | 2.322 | 2.322 | 2.330 | 2.330 | |||
| Onderliggende resultaat uit joint ventures & geassocieerde deelnemingen |
c | 92 | 92 | 74 | 74 | |||
| Ontvangen dividenden van geassocieerde deelne mingen & joint ventures(1) |
d | 25 | 25 | 25 | 25 | |||
| Recurrente kapitaalinveste ringen(2) |
e = -2.3%*m | –409 | –388 | |||||
| Recurrente belastingen op het resultaat(3) |
f = -28%*(a-c) | –395 | –444 | |||||
| Recurrente kasstroomcijfers | g = b-c+d+e+f | 1.450 | 1.449 | |||||
| Materiële vaste activa | h | 5.472 | 5.454 | |||||
| Immateriële activa | i | 2.642 | 2.861 | |||||
| Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa |
j | 447 | 428 | |||||
| Goodwill | k | 4.468 | 5.173 | |||||
| Vervangingswaarde van goodwill & vaste activa(4) |
l = h+i+j+k | 13.028 | 7.007 | 20.035 | 13.915 | 5.106 | 19.021 | |
| waarvan vaste activa | m | 8.560 | 9.239 | 17.799 | 8.742 | 8.147 | 16.889 | |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen & joint ventures(5) |
n | 555 | –36 | 519 | 441 | 1 | 443 | |
| Netto werkkapitaal(5) | o | 1.560 | 233 | 1.793 | 1.550 | 178 | 1.728 | |
| Geïnvesteerd kapitaal | p = l+n+o | 22.347 | 21.192 | |||||
| CFROI | q = g/p | 6,5% | 6,8% | |||||
| Advanced Materials | 8,9% | 9,9% | ||||||
| Advanced Formulations | 5,9% | 6,8% | ||||||
| Performance Chemicals | 8,5% | 8,1% |
(1) Exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten
(2) Momenteel geschat op 2,3% van de vervangingswaarde van vaste activa
(3) Momenteel geschat op 28% van de onderliggende EBIT
(4) De aanpassing weerspiegelt het kwartaalgemiddelde over het jaar.
(5) De aanpassing weerspiegelt het verschil tussen de geschatte vervangingswaarde van goodwill en vaste activa en de boekwaarde. De veranderingen in de tijd zijn afkomstig van wisselkoersschommelingen, nieuwe investeringen en portefeuilleveranderingen. Het weerspiegelt ook het kwartaalgemiddelde over het jaar.
| In € miljoen | 2019 | 2018 | |
|---|---|---|---|
| Kosten van onderzoek & ontwikkeling | a | –323 | –297 |
| Subsidies verrekend in ifrs kosten van onderzoek & ontwikkeling | b | 26 | 25 |
| Afschrijvingen & bijzondere waardeverminderingen van activa omvat in kosten | |||
| van onderzoek & ontwikkeling | c | –83 | –59 |
| Kapitaalinvesteringen in onderzoek & innovatie | d | –70 | –89 |
| Onderzoek & innovatie | e = a-b-c+d | –336 | –352 |
| Advanced Materials | –157 | –171 | |
| Advanced Formulations | –94 | –97 | |
| Performance Chemicals | –25 | –27 | |
| Corporate & Business Services | –60 | –58 | |
| Netto-omzet | f | 10.244 | 10.257 |
| Advanced Materials | 4.512 | 4.385 | |
| Advanced Formulations | 2.846 | 3.057 | |
| Performance Chemicals | 2.879 | 2.808 | |
| Corporate & Business Services | 6 | 7 | |
| Onderzoek- & innovatie-intensiteit | g = -e/f | 3,3% | 3,4% |
| Advanced Materials | 3,5% | 3,9% | |
| Advanced Formulations | 3,3% | 3,2% | |
| Performance Chemicals | 0,9% | 1,0% |
De O&I-inspanning is in de loop van 2019 afgenomen als gevolg van groepsbrede programma's voor operationele kostenreductie. De inspanningen op het gebied van Corporate R&I werden sterk geheroriënteerd naar de materiaalsector ter voorbereiding van de nieuwe G.R.O.W. strategie.
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | % joj |
|---|---|---|---|
| Netto-omzet | 10.244 | 10.257 | –0,1% |
| Advanced Materials | 4.512 | 4.385 | +2,9% |
| Advanced Formulations | 2.846 | 3.057 | –6,9% |
| Performance Chemicals | 2.879 | 2.808 | +2,5% |
| Corporate & Business Services | 6 | 7 | –14% |
| EBITDA | 2.322 | 2.330 | –0,4% |
| Advanced Materials | 1.143 | 1.225 | –6,7% |
| Advanced Formulations | 490 | 533 | –8,1% |
| Performance Chemicals | 852 | 761 | +12% |
| Corporate & Business Services | –163 | –189 | +14% |
| EBIT | 1.503 | 1.554 | –3,2% |
| Advanced Materials | 801 | 897 | –11% |
| Advanced Formulations | 322 | 381 | –15% |
| Performance Chemicals | 639 | 556 | +15% |
| Corporate & Business Services | –259 | –280 | +7,5% |
| Kapitaalinvesteringen in voortgezette bedrijfsactiviteiten | –826 | –794 | –4,0% |
| Advanced Materials | –375 | –379 | +1,0% |
| Advanced Formulations | –155 | –158 | +1,5% |
| Performance Chemicals | –177 | –175 | –0,9% |
| Corporate & Business Services | –119 | –82 | –44% |
| CFROI | 6,5% | 6,8% | –0,3pp |
| Advanced Materials | 8,9% | 9,9% | –1,1pp |
| Advanced Formulations | 5,9% | 6,8% | –0,9pp |
| Performance Chemicals | 8,5% | 8,1% | +0,5pp |
| Onderzoek & innovatie | –336 | –352 | +4,7% |
| Advanced Materials | –157 | –171 | +8,5% |
| Advanced Formulations | –94 –97 |
+2,7% | |
| Performance Chemicals | –25 | –27 | +5,9% |
| Corporate & Business Services | –60 | –58 | –3,9% |
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | % joj |
|---|---|---|---|
| Netto-omzet | 4.512 | 4.385 | +2,9% |
| Specialty Polymers | 1.927 | 2.009 | –4,1% |
| Composite Materials | 1.272 | 1.082 | +18% |
| Special Chem | 864 | 852 | +1,4% |
| Silica | 449 | 442 | +1,5% |
| EBITDA | 1.143 | 1.225 | –6,7% |
| EBITDA-marge | 25,3% | 27,9% | –2,6pp |
| EBIT | 801 | 897 | –11% |
| EBIT-marge | 17,8% | 20,5% | –2,7% |
| Kapitaalinvesteringen in voortgezette bedrijfsactiviteiten | –375 | –379 | +1,0% |
| Kasstroomomzetting | 67,2% | 69,1% | –1,9pp |
| CFROI | 8,9% | 9,9% | –1,1pp |
| Onderzoek & innovatie | –157 | –171 | +8,5% |
| Onderzoek- & innovatie-intensiteit |
3,5% | 3,9% | –0,4pp |

De netto-jaaromzet groeide in totaal met +2,9% en organisch[6] met +0,3%. Lagere volumes in de automobiel- en elektronicamarkten van Specialty Polymers werden gecompenseerd door de dubbelcijferige groei bij Composite Materials voor de luchtvaart. De prijzen waren in het gehele segment hoger.
De onderliggende EBITDA voor het gehele jaar daalde -6,7% en organisch[6] met -9,3%. De hogere prijzen en kostenbeheersingsen productiviteitsmaatregelen boden deels compensatie voor de gestegen kostenbasis, die voornamelijk het gevolg was van de voorraadafbouw en de uitbreiding van de productiemogelijkheden bij Composite Materials. Het eenmalige pensioengerelateerde synergievoordeel van € 19 mln, geboekt in het tweede kwartaal van 2018, had een impact van -1,5% op de EBITDA van het volledige jaar 2019. De EBITDA-marge daalde -2,6 procentpunt tot 25%.
[6] Organische groei sluit omrekening van valuta en perimetereffecten uit, evenals het effect van de implementatie van IFRS 16. De gerapporteerde groei is vergelijkbaar met de gepubliceerde pro forma cijfers van 2018, aangepast voor de implementatie van IFRS 16.
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | % joj |
|---|---|---|---|
| Netto-omzet | 2.846 | 3.057 | –6,9% |
| Novecare | 1.789 | 2.000 | –11% |
| Technology Solutions | 632 | 643 | –1,7% |
| Aroma Performance | 425 | 414 | +2,8% |
| EBITDA | 490 | 533 | –8,1% |
| EBITDA-marge | 17,2% | 17,4% | –0,2pp |
| EBIT | 322 | 381 | –15% |
| EBIT-marge | 11,3% | 12,5% | –1,1% |
| Kapitaalinvesteringen in voortgezette bedrijfsactiviteiten | –155 | –158 | +1,5% |
| Kasstroomomzetting | 68,3% | 70,4% | –2,1pp |
| CFROI | 5,9% | 6,8% | –0,9pp |
| Onderzoek & innovatie | –94 | –97 | +2,7% |
| Onderzoek- & innovatie-intensiteit |
3,3% | 3,2% | +0,1pp |

De netto-omzet in het gehele jaar daalde -6,9% en organisch[7] met -10%. De prijzen stegen licht en de volumes slonken met -11%, vooral als gevolg van de moeilijke omstandigheden in de Noord-Amerikaanse schalieolie- en gassector en een mindere bedrijfsactiviteit in de mijnbouw in de tweede jaarhelft. De omzet van Aroma Performance steeg dankzij de volumes (vooral in natuurlijke vanilline) en de prijzen.
De onderliggende EBITDA van het gehele jaar daalde -8,1% en organisch[7] -12%. De aanzienlijke volumedalingen werden getemperd door prijsverhogingen en kostenbeheersingsmaatregelen, vooral in Novecare, wat leidde tot een stabiele EBITDA-marge van 17%.
[7] Organische groei sluit omrekening van valuta en perimetereffecten uit, evenals het effect van de implementatie van IFRS 16. De gerapporteerde groei is vergelijkbaar met de gepubliceerde pro forma cijfers van 2018, aangepast voor de implementatie van IFRS 16.
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | % joj |
|---|---|---|---|
| Netto-omzet | 2.879 | 2.808 | +2,5% |
| Soda Ash & Derivatives | 1.661 | 1.562 | +6,3% |
| Peroxides | 683 | 654 | +4,4% |
| Coatis | 535 | 591 | –9,6% |
| EBITDA | 852 | 761 | +12% |
| EBITDA-marge | 29,6% | 27,1% | +2,5pp |
| EBIT | 639 | 556 | +15% |
| EBIT-marge | 22,2% | 19,8% | +2,4% |
| Kapitaalinvesteringen in voortgezette bedrijfsactiviteiten | –177 | –175 | –0,9% |
| Kasstroomomzetting | 79,3% | 77,0% | +2,3pp |
| CFROI | 8,5% | 8,1% | +0,5pp |
| Onderzoek & innovatie | –25 | –27 | +5,9% |
| Onderzoek- & innovatie-intensiteit |
0,9% | 1,0% | –0,1pp |

De netto-omzet voor het gehele jaar steeg voor dit segment met +2,5% en organisch[8] met +2,2%, dankzij hogere contractprijzen voor natriumcarbonaat en peroxides, die de lagere omzet bij Coatis (tegen zeer sterke 2018) meer dan compenseerden.
De onderliggende EBITDA van het gehele jaar steeg +12% en +10% organisch[8] , dankzij hogere prijzen. Productiviteitsverbeteringen, gunstige energiekosten en een sterke bijdrage van de Russische pvc joint venture leverde eveneens een positieve bijdrage aan het resultaat. Een eenmalige winst van € 12 mln werd in het tweede kwartaal geboekt op de afwikkeling van een energiecontract bij de natriumcarbonaatactiviteiten. De EBITDA-marge steeg +2,5 procentpunt tot 30%.
[8] Organische groei sluit omrekening van valuta en perimetereffecten uit, evenals het effect van de implementatie van IFRS 16. De gerapporteerde groei is vergelijkbaar met de gepubliceerde pro forma cijfers van 2018, aangepast voor de implementatie van IFRS 16.
| In € miljoen | 2019 | 2018 PF | % joj |
|---|---|---|---|
| Netto-omzet | 6 | 7 | –14% |
| EBITDA | –163 | –189 | +14% |
| EBIT | –259 | –280 | +7,5% |
| Kapitaalinvesteringen in voortgezette bedrijfsactiviteiten | –119 | –82 | –44% |
| Onderzoek & innovatie | –60 | –58 | –3,9% |
De onderliggende EBITDA bedroeg € (163) mln, € 26 mln beter, als gevolg van kostenreducties en bezuinigings-maatregelen, gunstige voorwaarden op de energiemarkt en lagere voorzieningen voor bonussen.
Behalve IFRS rekeningen stelt Solvay ook alternatieve prestatieindicatoren voor om een meer samenhangende en vergelijkbare indicatie te geven van de onderliggende financiële prestaties, de financiële positie, evenals de kasstromen van de Groep. Deze indicatoren geven een evenwichtig overzicht van de prestaties van de Groep, en zijn zinvol voor investeerders, analisten, en ratingbureaus, omdat deze relevante informatie bevatten aangaande de voorbije en toekomstige prestaties, financiële positie en kasstromen van de Groep. Deze indicatoren worden doorgaans gebruikt in de sector waarin de Groep actief is, en dienen ingevolge als een zinvolle hulp voor investeerders teneinde de prestaties van de Groep te vergelijken met haar peers. De onderliggende prestatie-indicatoren passen de IFRS cijfers aan voor de niet-contante impact van de boekhoudkundige toerekening van de overnameprijs (Purchase Price Allocation - PPA) die betrekking hebben op verwervingen, alsook voor de coupons van eeuwigdurende hybride obligaties, geklasseerd als eigen vermogen onder IFRS, maar behandeld als schuld in de onderliggende verklaringen, en voor andere elementen die de analyses van de onderliggende prestaties van de Groep verstoren.
| 2019 | 2018 PF | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | IFRS | Aanpas singen |
Onder liggend |
IFRS | Aanpas singen |
Onder liggend |
| Omzet | 11.227 | – | 11.227 | 11.299 | – | 11.299 |
| waarvan andere dan van kernactiviteiten | 983 | – | 983 | 1.042 | – | 1.042 |
| waarvan netto-omzet | 10.244 | – | 10.244 | 10.257 | – | 10.257 |
| Kostprijs van de omzet | –8.244 | 2 | –8.242 | –8.258 | 2 | –8.256 |
| Brutomarge | 2.983 | 2 | 2.985 | 3.042 | 2 | 3.043 |
| Commerciële kosten | –381 | – | –381 | –373 | – | –373 |
| Administratieve kosten | –950 | 28 | –922 | –1.005 | 35 | –970 |
| Kosten van onderzoek & ontwikkeling | –323 | 3 | –321 | –297 | 3 | –294 |
| Overige operationele opbrengsten & kosten | –131 | 182 | 51 | –123 | 197 | 74 |
| Resultaat uit joint ventures & geassocieerde deelne mingen |
95 | –3 | 92 | 44 | 30 | 74 |
| Resultaat uit portefeuillebeheer en herevaluaties | –914 | 914 | – | –208 | 208 | – |
| Resultaat uit historische sanering & belangrijke juridische geschillen |
–61 | 61 | – | –86 | 86 | – |
| EBITDA | 2.222 | 99 | 2.322 | 2.030 | 301 | 2.330 |
| Afschrijvingen & bijzondere waardeverminderingen van activa |
–1.906 | 1.087 | –818 | –1.036 | 260 | –777 |
| EBIT | 316 | 1.187 | 1.503 | 994 | 560 | 1.554 |
| Netto schuldenlasten | –141 | 13 | –128 | –134 | – | –134 |
| Coupons van eeuwigdurende hybride obligaties | – | –105 | –105 | – | –112 | –112 |
| Interesten en geboekte wisselkoerswinsten/verliezen (–) op de RusVinyl joint venture |
– | –18 | –18 | – | –21 | –21 |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | –105 | 20 | –85 | –77 | 3 | –74 |
| Resultaat van eigen vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
4 | – | 4 | – | – | – |
| Winst/verlies (–) van de periode vóór belastingen | 74 | 1.097 | 1.171 | 783 | 429 | 1.212 |
| Belastingen op het resultaat | –153 | –151 | –305 | –73 | –230 | –303 |
| Winst/verlies (–) van de periode uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
–79 | 946 | 866 | 710 | 199 | 909 |
| Winst/verlies (–) van de periode uit beëindigde bedrijfs activiteiten |
236 | 11 | 247 | 201 | 15 | 216 |
| Winst/verlies (–) van de periode | 157 | 957 | 1.113 | 910 | 215 | 1.125 |
| toegekend aan Solvay aandeelhouders | 118 | 956 | 1.075 | 871 | 214 | 1.085 |
| toegekend aan minderheidsbelangen | 38 | 1 | 39 | 39 | – | 40 |
| Gewone winst/verlies (–) per aandeel (in €) | 1,15 | 9,27 | 10,41 | 8,43 | 2,08 | 10,51 |
| waarvan uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | –1,14 | 9,16 | 8,02 | 6,49 | 1,93 | 8,42 |
| Verwaterde winst/verlies (–) per aandeel (in €) | 1,15 | 9,25 | 10,39 | 8,40 | 2,07 | 10,46 |
| waarvan uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | –1,14 | 9,14 | 8,01 | 6,46 | 1,92 | 8,38 |
EBITDA op een IFRS basis beliep € 2.222 mln tegenover € 2.322 mln op onderliggende basis. Het verschil van € 99 mln wordt verklaard door de volgende aanpassingen aan de IFRS cijfers, waardoor de resultaten beter te vergelijken zijn:
EBIT op IFRS basis beliep € 316 mln tegenover € 1.503 mln op onderliggende basis. Het verschil van € 1.187 mln wordt verklaard door de eerder vermelde € 99 mln aanpassingen op EBITDA niveau en € 1.087 mln op "Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen". Deze laatste bestaan uit:
Netto-financieringskosten op IFRS basis bedroegen € -242 mln vergeleken met € -332 mln op onderliggende basis. De aanpassingen van € -90 mln aan IFRS resultaten bestaan uit:
Belastingen op winst op IFRS basis waren € -153 mln, tegenover lasten van € -305 mln op een onderliggende basis. De aanpassing van € -151 mln bestaat uit:
Beëindigde bedrijfsactiviteiten boekten een winst van € 236 mln op IFRS basis en € 247 mln op onderliggende basis. De aanpassing van € 11 mln op het IFRS resultaat werd gemaakt voor kosten verbonden aan de vervreemding van de polyamide bedrijfsactiviteit.
De winst van de periode toegerekend aan Solvay aandeelhouders bedroeg € 118 mln op IFRS basis, en € 1.075 mln op onderliggende basis. De delta van € 956 mln weerspiegelt de hiervoor vermelde aanpassingen aan EBIT, netto-financieringskosten, belastingen op winst en beëindigde activiteiten. Er was geen effect van minderheidsbelangen.
| 2015(1) | 2016(1) | 2017(1) | 2018(1) | 2019 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal aandelen (in 1000 aandelen) | ||||||
| Uitgegeven aandelen op het einde van het jaar |
a | 105.876 | 105.876 | 105.876 | 105.876 | 105.876 |
| Eigen aandelen op het einde van het jaar |
b | 2.106 | 2.652 | 2.358 | 2.723 | 2.466 |
| Aandelen aangehouden door Solvac op het einde van het jaar |
c | 32.116 | 32.511 | 32.511 | 32.511 | 32.511 |
| Uitstaande aandelen op het einde van het jaar |
d = a-b | 103.770 | 103.225 | 103.519 | 103.154 | 103.411 |
| Gemiddelde uitstaande aandelen (basisberekening) |
e | 83.738 | 103.294 | 103.352 | 103.277 | 103.177 |
| Gemiddelde uitstaande aandelen (verwaterde berekening) |
f | 84.303 | 103.609 | 104.084 | 103.735 | 103.403 |
| Cijfers per aandeel (in €) | ||||||
| Eigen vermogen toegerekend aan Solvay aandeel |
g = /d(2) | 69,72 | 72,83 | 71,98 | 77,76 | 74,70 |
| Onderliggende winst van de periode (basis) |
h = /e(2) | 8,12 | 8,19 | 9,08 | 10,57 | 10,41 |
| IFRS winst van de periode (basis) | i = /e(2) | 4,85 | 6,01 | 10,27 | 8,31 | 1,15 |
| IFRS winst van de periode (verwaterd) |
j = /f(2) | 4,81 | 5,99 | 10,19 | 8,27 | 1,15 |
| Brutodividend(3) | k | 3,30 | 3,45 | 3,60 | 3,75 | 3,75 |
| Nettodividend(3) | l = k*(1–…%)(4) | 2,41 | 2,42 | 2,52 | 2,62 | 2,62 |
| Cijfers van de aandelenkoers (in €) | ||||||
| Hoogste(5) | m | 141,10 | 112,30 | 132,00 | 120,65 | 111,45 |
| Laagste(5) | n | 88,01 | 70,52 | 106,30 | 85,44 | 82,26 |
| Gemiddelde(5) | o = v/u | 105,74 | 89,32 | 118,69 | 110,07 | 95,54 |
| Op het einde van het jaar | p | 98,43 | 111,35 | 115,90 | 87,32 | 103,30 |
| Onderliggende koers/winst verhouding | q = p/h | 13,6 | 12,8 | 8,3 | 9,9 | |
| IFRS koers/winst verhouding | r = p/i | 20,3 | 18,5 | 11,3 | 10,5 | 90,0 |
| Bruto dividendrendement | s = k/p | 3,4% | 3,1% | 3,1% | 4,3% | 3,6% |
| Netto dividendrendement | t = l/p | 2,4% | 2,2% | 2,2% | 3,0% | 2,5% |
| Effectenmarktcijfers(6) | ||||||
| Jaarlijks volume (in 1000 aandelen) | u | 82.718 | 86.280 | 62.642 | 70.715 | 65.292 |
| Jaarlijks volume (in € mln) | v | 9.218 | 7.707 | 7.435 | 7.784 | 6.238 |
| Marktkapitalisatie, einde jaar (in € mln) |
w = p*d | 10.214,1 | 11.494,1 | 11.997,8 | 9.007,4 | 10.682,3 |
| Omloopsnelheid | x = u/a | 78,1% | 81,5% | 59,2% | 66,8% | 61,7% |
| Omloopsnelheid aangepast voor free float |
y = u/(a-b-c) | 115% | 122% | 88,2% | 100% | 92,1% |
(1) Deze gegevens worden niet pro forma gepresenteerd, d.w.z.: exclusief Cytec voor 2015 en de impact van IFRS16 Huurovereenkomsten voor 2018.
(2) De teller kan onder dezelfde naam gevonden worden in de tabel van historische financiële kerncijfers in deel 1 van de Business review.
(3) Aanbevolen dividend voor 2019, in afwachting van algemene aandeelhoudersvergadering op 12 mei 2020.
(4) Belgische roerende voorheffing van toepassing in het jaar van de dividenduitkering, i.e. het volgende jaar: 25% in 2013-2015, 27% in 2016, 30% vanaf 2017.
(5) De beurskoersgegevens van 2015 gebruiken de beurskoers aangepast met een factor 93,98% voor de periode tot en met 3 december 2015. De aanpassing weerspiegelt de verdeling van de voorkeurrechten verbonden aan de kapitaalverhoging die in december 2015 werd voltooid.
(6) De effectenmarktcijfers zijn gebaseerd op alle transacties die door Euronext werden geregistreerd.
| FY 2019 | FY 2018 PF | ||
|---|---|---|---|
| Winst toegerekend aan Solvay aandeel (in € mln) | |||
| Onderliggende winst van de periode | a | 1.075 | 1.085 |
| Onderliggende winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | b | 828 | 869 |
| IFRS winst van de periode | c | 118 | 871 |
| IFRS winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | d | –118 | 670 |
| Aantal aandelen (in 1000 aandelen) | |||
| Uitgegeven aandelen op het einde van het jaar | e | 105.876 | 105.876 |
| Eigen aandelen op het einde van het jaar | f | 2.466 | 2.723 |
| Uitstaande aandelen op het einde van het jaar | g = e-f | 103.411 | 103.154 |
| Gemiddelde uitstaande aandelen (basisberekening) | h | 103.177 | 103.277 |
| Gemiddelde uitstaande aandelen (verwaterde berekening) | i | 103.403 | 103.735 |
| Cijfers per aandeel (in €) | |||
| Onderliggende winst van de periode (basis) | j = a/h | 10,41 | 10,51 |
| Onderliggende winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (basis) | k = b/h | 8,02 | 8,42 |
| IFRS winst van de periode (basis) | l = c/h | 1,15 | 8,43 |
| IFRS winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (basis) | m = d/h | –1,14 | 6,49 |
| IFRS winst van de periode (verwaterd) | p = c/i | 1,15 | 8,40 |
| IFRS winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (verwaterd) | q = d/i | –1,14 | 6,46 |
De onderliggende winst per aandeel[10] uit voortgezette bedrijfsactiviteiten voor het gehele jaar daalde met -4,7% tot € 8,02. Hogere afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen en de iets lagere EBITDA werden gedeeltelijk gecompenseerd door lagere financiële lasten, als gevolg van de aflossing van hogere rentedragende
leningen in juni 2018 en mei 2019. De totale onderliggende winst per aandeel over het gehele jaar was licht lager dankzij een hogere bijdrage van de beëindigdeeactiviteiten.
De Raad van Bestuur heeft besloten om tijdens de gewone algemene vergadering van 12 mei 2019 een brutodividend aan te bevelen van €3,75 per aandeel.
Het dividend over het boekjaar 2020 laat is in lijn met het dividendbeleid van de Groep om indien mogelijk een stabiel tot stijgend dividend te handhaven en deze, voor zover mogelijk, nooit naar beneden bij te stellen.
Gelet op het interim-dividend van €1,50 bruto per aandeel, 30% roerende voorheffing dat op 20 januari 2020 werd uitgekeerd, zal het resterende dividend over 2019, dat gelijk is aan €2,25 bruto per aandeel, op 20 mei 2020 worden uitgekeerd op voorwaarde dat de algemene aandeelhoudersvergadering dit goedkeurt.
De onderliggende EBITDA over het hele jaar zal naar verwachting ongewijzigd tot bescheiden lager zijn (0% tot -3%), op organische basis, ten opzichte van € 2.322 mln in 2019 en met een groei naar het einde van het jaar toe. Tegenover een sterk eerste kwartaal van 2019 wordt verwacht dat het eerste kwartaal van 2020 zal dalen met hoge enkelvoudige cijfers ("high single digit"), vanwege zowel de stopzetting van de productie van de 737MAX, als de impact van het COVID-19 virus en de verdere daling van de olie- en gasmarkt.
Belangrijkste veronderstellingen:
Aanhoudende focus op werkkapitaal en gedisciplineerd beheer van het werkkapitaal zal een sterke kasstroomgeneratie ondersteunen in 2020.
De kasuitstroom verbonden aan pensioenlasten zal met meer dan € 40 mln dalen, na vrijwillige bijdragen. De uitstroom verbonden aan financiële kosten zullen ongeveer € 20 mln lager uitvallen, door de verdere vermindering en optimalisatie van de netto financiële schuld.
In 2020 versnelt Solvay de afstemming van haar wereldwijde organisatie op haar G.R.O.W. strategie als reactie op de tegenvallende economische omgeving. Dit leidt tot 500 ontslagen terwijl 150 nieuwe posities worden gecreëerd om toekomstige groei te ondersteunen. De sociale procedures worden op 26 februari gelanceerd. De besparingen beginnen in het vierde kwartaal van 2020 en zullen volledig uitgevoerd worden tegen het einde van 2021. Dit plan zal eerdere maatregelen aanvullen en onze doelstelling voor kostenreductie op middellange termijn verhogen tot ten minste € 350 mln. Onze eerste kwartaalcijfers zullen herstructureringskosten omvatten van ongeveer € 70 mln. Het moet opgemerkt worden dat een voorziening van € 48 mln (van het vorige programma) werd teruggedraaid in het vierde kwartaal van 2019.
Solvay is voornamelijk blootgesteld aan de Amerikaanse dollar, met de belangrijkste gevoeligheden per wijziging van \$/€ 0,10:
| 103 |
|---|
| 103 |
| 105 |
| 107 |
| 107 |
| 112 |
| 114 |
| 115 |
| 3.1. Task Force on Climate-related Financial Disclosure 115 |
| 116 |
| 116 |
| 118 |
| 121 |
| 121 |
| Toelichtingen bij Milieu | 123 |
|---|---|
| TOELICHTING S2 Broeikasgasemissie | 123 |
| TOELICHTING S3 Energie | 127 |
| TOELICHTING S4 Luchtkwaliteit | 130 |
| TOELICHTING S5 Water en afvalwater | 132 |
| TOELICHTING S6 Afval en gevaarlijke stoffen | 134 |
| Toelichtingen bij Menselijk kapitaal | 137 |
| TOELICHTING S7 Gezondheid en veiligheid van werknemers |
137 |
| TOELICHTING S8 Betrokkenheid en welzijn van werknemers |
142 |
| TOELICHTING S9 Diversiteit en inclusie | 145 |
| Toelichtingen bij Maatschappelijk kapitaal | 149 |
| TOELICHTING S10 Welzijn van klanten | 149 |
| TOELICHTING S11 Maatschappelijke acties | 150 |
| Toelichtingen bij Leiderschap en bestuur | 154 |
| TOELICHTING S12 Beheer van het juridisch, ethisch en regelgevend raamwerk |
154 |
| TOELICHTING S13 Beheer van het risico op kritieke incidenten |
157 |
Dit hoofdstuk vormt een aanvulling op de informatie in het hoofdstuk Inzicht in Solvay, waarbij de nadruk ligt op onderwerpen met een hoge materialiteit.
| Eenheden | Trends | 2019 | 2018 | 2017 | 2016 | 2015 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Duurzame bedrijfsoplossingen | |||||||
| Beoordeelde productportefeuille | % | 87 | 87 | 88 | 84 | 88 | |
| Oplossingen | % | 53 | 50 | 49 | 43 | 33 | |
| Neutraal | % | 27 | 30 | 31 | 33 | 39 | |
| Uitdagingen | % | 7 | 7 | 8 | 8 | 16 | |
| Niet beoordeeld | % | 13 | 13 | 12 | 16 | 12 | |
| Uitstoot van broeikasgassen | |||||||
| Intensiteit van de uitstoot van broeikas gassen |
Kg CO2 eq. per € EBITDA |
5,17 | 5,51 | 5,53 | 5,86 | 7,26 | |
| Directe en indirecte CO2-uitstoot (toepas singsgebieden 1 en 2) |
Mt CO2 | 10,0 | 9,8 | 10 | 10,9 | 11,6 | |
| Totale uitstoot van andere broeikas gassen conform met het Kyotoprotocol |
Mt CO2 eq. | 2,00 | 2,44 | 2,31 | 2,45 | 2,61 | |
| Totale uitstoot van broeikasgassen conform met het Kyotoprotocol (toepas singsgebieden 1 en 2) |
Mt CO2 eq. | 12,0 | 12,3 | 12,3 | 13,4 | 14,2 | |
| Uitstoot van andere broeikasgassen niet conform met het Kyotoprotocol (toepas singsgebied 1) |
Mt CO2 eq. | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
| Koolstofdioxide – CO2 (toepassings gebied 1) |
Mt CO2 eq. | 8,58 | 7,96 | 7,92 | 8,43 | 8,76 | |
| Totaal directe uitstoot van broeikasgassen (toepassingsgebied 1) |
Mt CO2 eq. | 10,53 | 10,35 | 10,2 | 10,9 | 11,4 | |
| Totaal indirecte uitstoot van CO2 – Bruto, op de markt gebaseerd (toepassings gebied 2) |
Mt CO2 | 1,4 | 1,9 | 2,1 | 2,5 | 2,8 | |
| Totaal indirecte uitstoot van CO2 – Bruto, op locatie gebaseerd (toepassings gebied 2) |
Mt CO2 | 1,5 | 2,0 | 2,1 | 2,3 | 3 |
| Gezondheid en veiligheid van de medewerkers |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Fatale ongelukken, waarbij medewerkers en aannemers betrokken zijn |
Aantal | 0 | 0 | 1 | 1 | 0 |
| Medical Treatment Accident Rate voor medewerkers en aannemers (MTAR) van Solvay |
Ongevallen per miljoen gewerkte uren |
0,44 | 0,54 | 0,65 | 0,77 | 0,77 |
| Medical Treatment Accident Rate voor medewerkers (MTAR) van Solvay |
Ongevallen per miljoen gewerkte uren |
0,44 | 0,58 | 0,63 | 0,73 | 0,65 |
| Medical Treatment Accident Rate voor aannemers (MTAR) |
Ongevallen per miljoen gewerkte uren |
0,43 | 0,48 | 0,7 | 0,86 | 0,94 |
| Lost Time Accident Rate voor medewerkers en aannemers (LTAR) van Solvay |
Ongevallen per miljoen gewerkte uren |
0,66 | 0,65 | 0,65 | 0,76 | 0,75 |
| Lost Time Accident Rate voor medewerkers (LTAR) van Solvay |
Ongevallen per miljoen gewerkte uren |
0,73 | 0,71 | 0,7 | 0,69 | 0,67 |
| Lost Time Accident Rate voor aannemers (LTAR) |
Ongevallen per miljoen gewerkte uren |
0,51 | 0,52 | 0,52 | 0,9 | 0,85 |
| Letsel | Aantal | 34 | 42 | 50 | 68 | 66 |
| Betrokkenheid en welzijn van de medewerkers |
||||||
| Engagement-index van Solvay | % | – | 76 | 75 | 77 | 75 |
| Aantal medewerkers onder een collec tieve arbeidsovereenkomst |
% | 100 | 100 | 100 | 87,8 | 77 |
| Maatschappelijke projecten | ||||||
| Schenkingen, sponsoring en eigen projecten Solvay-groep |
€ miljoen | 3,61 | 3,92 | 3,92 | 7,38 | 5,25 |
| Medewerkers die zich plaatselijk maatschappelijk inzetten |
% | 47 | 33 | 33 | 23 | 20 |
| Eenheden | Trends | 2019 | 2018 | 2017 | 2016 | 2015 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Energie | |||||||
| Primair energieverbruik | Petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) |
123 | 127 | 130 | 138 | 175 | |
| Ingekochte secundaire energie | Petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) |
38 | 45 | 49 | 53 | 63 | |
| Totaal verkochte energie | Petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) |
32 | 23 | 22 | 23 | 26 | |
| Brandstofverbruik uit niet-hernieuwbare grondstoffen |
Petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) |
113 | 101 | 100 | 104 | 107 | |
| Brandstofverbruik uit hernieuwbare grondstoffen |
Petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) |
5 | 4 | 3 | 4 | 5 | |
| Energie-efficiëntie-index – baseline 100% in 2012 |
% | 92 | 93 | 94 | 94 | 96 | |
| Luchtkwaliteit | |||||||
| Uitstoot van stikstofoxiden Intensiteit van stikstofoxiden |
ton Kg per € EBITDA |
6.197 0,0027 |
7.365 0,0035 |
9.432 0,0043 |
11.115 0,0059 |
12.148 0,0062 |
|
| Uitstoot van zwaveloxiden | ton | 2.888 | 3.746 | 4.562 | 5.343 | 6.490 | |
| Intensiteit van zwaveloxiden | Kg per € EBITDA | 0,0012 | 0,0017 | 0,0021 | 0,0028 | 0,0033 | |
| Uitstoot van vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan |
ton | 4.109 | 5.344 | 5.173 | 4.941 | 6.780 | |
| Intensiteit van vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan |
Kg per € EBITDA | 0,0018 | 0,0019 | 0,0019 | 0,0026 | 0,0035 | |
| Water en afvalwater | miljoen m3 | ||||||
| Zoetwateronttrekking Intensiteit zoetwateronttrekking |
m3 per € EBITDA | 330 0,142 |
330 0,148 |
326 0,147 |
494 0,260 |
538 0,275 |
|
| Uitstoot chemisch zuurstofverbruik | 1000 ton O2 | 5.344 | 6.248 | 5.670 | – | – | |
| Intensiteit chemisch zuurstofverbruik | Kg per € EBITDA | 0,0023 | 0,0027 | 0,0024 | – | – | |
| Afval en gevaarlijke stoffen | |||||||
| Ongevaarlijk industrieel afval | 1000 ton | 1.596 | 1.602 | 1.639 | 1.463 | 1.447 | |
| Gevaarlijk industrieel afval | 1000 ton | 86,6 | 93,1 | 100,7 | 189 | 200 | |
| Totaal industrieel afval | 1000 ton | 1.682 | 1.696 | 1.740 | 1.652 | 1.647 | |
| Industrieel afval dat niet op duurzame wijze wordt verwerkt |
1000 ton | 27,2 | 29,0 | 40,4 | 49,0 | 45,8 | |
| Industrieel afval dat niet op duurzame wijze wordt verwerkt intensiteit |
Kg per € EBITDA | 0,0117 | 0,0137 | 0,0185 | 0,0258 | 0,0234 | |
| Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) volgens REACH-criteria aanwezig in op de markt gebrachte producten |
Aantal | 29 | 31 | 35 | 20 | 20 | |
| Voltooiingspercentage analyse van veiligere alternatieven voor op de markt gebrachte stoffen |
% | 54 | 39 | 49 | 18 | 5 |
| Diversiteit en inclusie | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal aantal medewerkers | Aantal medewerkers | 24.155 | 24.501 | 24.459 | 27.030 | 26.350 |
| Percentage vrouwen in de Groep | % | 23 | 23 | 23 | 23 | 22 |
| Hoger kader | Aantal medewerkers | 369 | 401 | 396 | 428 | 428 |
| Middenkader | Aantal medewerkers | 2.895 | 2.915 | 2.898 | 3.026 | 2.819 |
| Lager kader | Aantal medewerkers | 5.246 | 5.213 | 5.090 | 5.348 | 4.491 |
| Geen leidinggevende functie | Aantal medewerkers | 15.645 | 15.972 | 16.075 | 18.228 | 18.612 |
| Medewerkers van Solvay jonger dan 30 jaar |
Aantal medewerkers | 2.649 | 2.800 | 2.765 | 3.242 | – |
| Medewerkers van Solvay tussen 30 en 49 jaar |
Aantal medewerkers | 13.422 | 13.605 | 13.578 | 15.107 | – |
| Medewerkers van Solvay van 50 jaar en ouder |
Aantal medewerkers | 8.084 | 8.096 | 8.116 | 8.681 | – |
| Klanttevredenheid | ||||||
| Net Promoter Score (NPS) van Solvay | % | 33 | 42 | 36 | 27 | 24 |
| Beheer van het juridisch, ethisch en regelgevend raamwerk |
||||||
| Totaal aantal klachten | Aantal | 140 | 88 | 83 | 65 | – |
| Totaal aantal afgeronde klachten inclusief zaken waarbij er onvoldoende informatie was of die foutief verzonden of doorver wezen waren |
Aantal | 127 | 81 | 71 | 62 | – |
| Aantal ongegronde klachten onder de afgeronde zaken |
Aantal | 63 | 37 | 38 | 28 | – |
| Aantal gegronde klachten onder de afgeronde zaken |
Aantal | 46 | 34 | 19 | 29 | – |
| Ongevallen- en veiligheidsmanagement | ||||||
| Niveau procesveiligheidsincidenten | % | 0,9 | 1,0 | 0,9 | 0,7 | 0,6 |
| Incidenten met een middelmatige ernst graad met gevolgen voor het milieu |
Aantal | 20 | 47 | 59 | 40 | 46 |
| Incidenten met een middelmatige ernst graad met gevolgen voor het milieu, waarbij de limieten van de exploitatiever gunning zijn overschreden |
Aantal | 9 | 12 | 27 | 26 | 26 |
| Middelzware incidenten met gevolgen voor het milieu zonder overschrijding van de exploitatievergunning |
Aantal | 11 | 35 | – | – | – |
Het werk dat in 2019 werd verricht in het kader van het nieuwe doel van Solvay heeft ons ertoe gebracht om op een andere manier naar duurzaamheid te kijken. We focussen ons nu op wat Solvay in de wereld verandert (onze impact) in plaats van ons te richten op de transformatie van Solvay (interne tools en processen).
We hebben drie belangrijke impacts – positieve en/of negatieve – geïdentificeerd via onze productportefeuille of onze activiteiten:
Ons programma One Planet vereist dat we de positieve impact die we via onze producten kunnen hebben, beter kwantificeren, d.w.z. vermeden broeikasgasemissies, afstemming op de principes van de circulaire economie. One Planet vereist ook dat we de daad bij het woord voegen en de impact van onze activiteiten aanpakken rekening houdend met de behoeften van de planeet en de verwachtingen van de samenleving.
Voorts willen we onze werknemers aan boord krijgen zodat ze op alle mogelijke niveaus een impact kunnen hebben op het klimaat, de hulpbronnen en de levenskwaliteit. Ook willen we een open bedrijf zijn dat als referentie wordt gezien, met een gastvrije en zorgzame organisatie.
De Groep heeft haar aanpak op het gebied van geïntegreerd denken geleidelijk aan ontwikkeld. Deze aanpak bestaat uit vele stappen:
Solvay Way is de duurzaamheidsaanpak van Solvay. Om in het hele bedrijf verbetering te stimuleren, voert elke vestiging en elke GBU jaarlijks een zelfevaluatie uit met een raamwerk voor continue vooruitgang als leidraad. De bevindingen van de zelfevaluatie – de geleerde lessen, best practices, sterke punten en verbeteringskansen – helpen de entiteiten bij het meten van hun vooruitgang op het gebied van duurzame ontwikkeling voor elke stakeholdersgroep en bij het opstellen van verbeteringsplannen.
Solvay Way is ons referentiekader voor duurzame ontwikkeling. Het vertaalt de ambities en engagementen van de Groep op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen in concrete acties en duidelijke verantwoordelijkheden in de hele organisatie. Via Solvay Way worden de verwachtingen van de stakeholders geïntegreerd in de dagelijkse activiteiten en besluitvormingsprocessen op elk niveau van de organisatie.
Op basis van de materialiteitsanalyse heeft het Solvay Way-team 37 praktijken ontwikkeld die de belangen van de zes stakeholders van de Groep (klanten, leveranciers, werknemers, lokale gemeenschappen, de planeet en investeerders) behartigen.

Solvay Way wordt in de hele Groep toegepast door de leidinggevenden van al haar GBU's en functies en wordt ondersteund door een netwerk van meer dan 200 'Champions' en 'Correspondents'. De Solvay Way Champions zorgen voor een goed management op bedrijfsniveau en worden lokaal, d.w.z. in de vestigingen, ondersteund door een team van Solvay Way Correspondents. Samen spelen ze een belangrijke rol in de toepassing van de Solvay Waypraktijken en de uitwisseling van best practices en ervaringen. De voorzitters van de GBU's zijn verantwoordelijk voor een efficiënt beheer van Solvay Way in al hun bedrijfsonderdelen.
Dit netwerk wordt ondersteund door de functie Sustainable Development and Energy (SDE) van Solvay, die het delen van ervaringen en geleerde lessen tussen de entiteiten bevordert. De functie SDE is ook verantwoordelijk voor het doorvoeren van verbeteringen door de implementatie van de bevindingen en conclusies die via een dialoog met de belanghebbenden zijn bereikt. De belangrijkste evaluatieresultaten worden elk jaar voorgesteld aan het Uitvoerend Comité en de Raad van Bestuur.
In 2019 nam 34% van de werknemers van Solvay deel aan projecten die verband hielden met gezondheid, veiligheid en milieu (GVM), maatschappelijke acties en actieplannen van Solvay Way. Deze sterke betrokkenheid toont aan dat werknemers zich scharen achter de ambities van Solvay op het gebied van duurzame ontwikkeling.
In 2019 voerden alle GBU's en Functies zelfevaluaties uit met betrekking tot 127 industriële vestigingen en 9 O&I-vestigingen. De resultaten van deze zelfevaluaties zijn weergegeven in het onderstaande spindiagram van Solvay Way.
Het proces en de resultaten van Solvay Way worden door Internal Audit geëvalueerd op basis van een risicogestuurde benadering in overeenstemming met de strategie, duurzaamheidsmaterialiteit en prioriteiten van de Groep.
Voor de vestigingen die in het auditplan voor 2019 zijn opgenomen, zijn verplichte praktijken bij de zelfevaluatie in het kader van Solvay Way – deze praktijken houden verband met de vijf duurzaamheidsdoelstellingen van de Groep (veiligheid, broeikasgasemissies, betrokkenheid van mensen, duurzame bedrijfsoplossingen en maatschappelijke acties) – geëvalueerd en zijn bijkomende praktijken die door de GBU's waren geselecteerd steekproefsgewijs geëvalueerd.
25% verbeteringen in MVO-praktijken
In het kader van interne audits werd Solvay Way in 2019 in 121 vestigingen geëvalueerd, waarbij de zelfevaluatie van Solvay Way in 94% van de gevallen accuraat was.
We hebben vastgesteld dat 6% van de zelfevaluaties niet accuraat was. De correcte evaluaties zijn in aanmerking genomen. De onnauwkeurigheden zullen samen met de vestigingen worden geëvalueerd om ervoor te zorgen dat tegen 2020 de nodige vooruitgang wordt geboekt en de evaluaties correct zijn.
Solvay Way Groepsprofiel 2019

Solvay Way geeft elke entiteit van de Groep de tools die ze nodig heeft om haar MVO-praktijken te evalueren en te verbeteren aan de hand van een scoresysteem met vier prestatieniveaus. Elke entiteit moet haar niveau beoordelen op een schaal van 0 tot 4, op basis van haar implementatie van Solvay Way-praktijken. Individuele praktijken kunnen van toepassing zijn op het niveau van een vestiging (Onderzoek en Innovatie, Industriële Campus en Hoofdkantoor), op het niveau van een GBU of op het niveau van de Groep (Corporate Function), afhankelijk van het onderwerp. Sommige praktijken zijn op alle niveaus van toepassing.
Tien verplichte praktijken houden rechtstreeks verband met de vijf duurzaamheidsdoelstellingen van de Groep en zijn van toepassing op alle entiteiten van de Groep. Elke GBU kan aanvullende praktijken selecteren die verband houden met zijn materialiteitsanalyses en prioriteiten. Geselecteerde praktijken worden door de leiding van de GBU's gevalideerd en door het Corporate Sustainability and Energy Team beoordeeld. Gemiddeld hebben de GBU's 16 praktijken onderworpen aan een zelfevaluatie.
Dit was het eerste jaar dat Solvay de uitstekende prestaties van teams op het gebied van duurzame ontwikkeling eerde met de 'Solvay Way Awards' (Solvay Way-onderscheidingen). In 2019 huldigde de Groep zes winnaars voor hun engagement op het gebied van duurzaamheid, hun geweldige prestaties en hun concrete verwezenlijkingen.




De vestiging heeft haar verbruik van zoet water met 8% verminderd door haar processen voor waterzuivering en -terugwinning te verbeteren. Daarnaast heeft ze het stoomverbruik van de fabriek met 7% verminderd door het warmtewisselaarsysteem te reorganiseren en heeft ze haar afvalverwerking verbeterd.
Het Vadodara Research Center loopt voorop wat maatschappelijke verantwoordelijkheid en veiligheidsbewustzijn betreft. Met de succesvolle implementatie van het 'Behaviors Based Safety'-programma (gedragsgebaseerde veiligheid) realiseerde R&I een verbetering in de manier waarop werknemers omgaan met hun eigen veiligheid en die van hun collega's. Alle werknemers, aannemers en bezoekers worden via een bewustmakings- en promotieprogramma opgeleid, in staat gesteld en aangemoedigd om ten minste één observatie per maand te doen: dit betekent dat iedereen bijdraagt aan een voortdurende inspanning om een einde te maken aan onveilig gedrag en om veiliger gedrag te bevorderen!
De GBU Specialty Polymers lanceerde in 2018 verschillende projecten ter bevordering van duurzame mobiliteit die beantwoorden aan de onvervulde behoeften van de samenleving. De GBU werkt aan het verbeteren van het duurzaamheidsprofiel van zijn producten, het bieden van veiligere, duurzame oplossingen en het verbeteren van de prestaties. Daarnaast is de GBU een verbintenis van 15 jaar aangegaan met een zonnepark in de VS voor de levering van producten die met behulp van hernieuwbare energie zijn vervaardigd.
Cavalinho is een Braziliaans wegtransportbedrijf en een kernleverancier van Coatis voor het transport van zijn grondstoffen en eindproducten. Met behulp van het REDD-mechanisme (REDD staat voor 'Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation') heeft Cavalinho 16 500 hectare bos in het Amazonegebied verworven met het oog op het behoud en de herbeplanting ervan. Deze groene zones vangen alle CO2 op die door het bedrijf Cavalinho wordt uitgestoten, zodat zijn CO2-emissie de komende 20 jaar kan worden gecompenseerd. Dankzij zijn partnerschap met Cavalinho heeft Solvay in 2019 17 000 ton CO2 uit transport gecompenseerd.


In het kader van zijn maatschappelijk engagement ten aanzien van de lokale gemeenschap heeft de vestiging in Paulinia, Brazilië, zich gefocust op het verbeteren van de inzetbaarheid van, het onderwijs voor en de solidariteit met jongeren, met een impact op meer dan 3 000 mensen in lokale gemeenschappen. De vestiging heeft het programma 'EducAção: Education in action' (Onderwijs in actie) geïmplementeerd en heeft een ngo ondersteund die in 2003 door de werknemers werd opgericht.
In 2019 werd een nieuwe praktijk in verband met biodiversiteit toegevoegd aan de Solvay Way. De nieuwe praktijk is gericht op de productieprocessen van Solvay als onderdeel van zijn waardeketen. Het doel is ervoor te zorgen dat vestigingen nagaan welke impact ze hebben op de lokale biodiversiteit en dat ze die impact goed beheren. De eerste stap bestaat erin vast te stellen of er in de buurt van de vestiging een of meer beschermde gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde zijn. Als dat het geval is, moet alle mogelijke druk op dat (die) gebieden(en) nauwlettend worden gemonitord.
| 4 | 25 |
|---|---|
| GBU's | vestigingen |
De circulaire economie verwijst naar een economisch model dat tot doel heeft goederen en diensten op een duurzame manier te produceren, waarbij het verbruik en de verspilling van hulpbronnen (grondstoffen, water, energie) alsook de productie van afval worden beperkt. Het doel is om te breken met het lineaire-economiemodel (ontginnen, produceren, consumeren, weggooien) en het te vervangen door een circulair economisch model. Het lineaire economische model dat momenteel in onze samenlevingen bestaat, heeft zijn grenzen bereikt omdat het sterk bijdraagt aan de klimaatverandering en de vernietiging van ons milieu. Onmiddellijke actie en inspanningen zijn nodig om de planeet en haar beperkte hulpbronnen te beschermen. De industrie heeft hier een grote rol te spelen. Een manier om dat te doen, is door de principes van de circulaire economie op wereldschaal te integreren in de industriële activiteiten.
Om het verbruik en de verspilling van hulpbronnen alsook de productie van afval te beperken, moeten we het gebruik van hulpbronnen optimaliseren door te innoveren. Recycling, hergebruik, vermindering, vernieuwing, terugwinning: het zijn allemaal manieren om een circulaire economie tot stand te brengen en voorgoed van afval af te komen. Circulaire kringlopen kunnen hulpbronnen zo lang mogelijk in circulatie houden – in het ideale geval voor altijd, zodat geen ontginning meer nodig is.
Volgens de Energy Transitions Commission zou een meer circulaire economie de CO2-uitstoot van de kunststof-, staal-, aluminium- en cementindustrie tegen 2050 wereldwijd met 40% en in ontwikkelde economieën zoals Europa met 56% kunnen verminderen.
Ondersteund door de overgang naar hernieuwbare energiebronnen genereert de circulaire economie economisch, natuurlijk en maatschappelijk kapitaal. Ze is gebaseerd op drie principes die Solvay zal volgen:
De verantwoordelijkheid voor de circulaire economie is toegewezen aan het Head of Circular Economy in de functie Sustainable Development and Energy (SDE).
De opdracht van het Head of Circular Economy bestaat erin de overgang van Solvays activiteit en zijn systematische aanpak te begeleiden en te leiden door circulaire kringlopen te creëren, niet alleen met klanten maar ook met de belangrijkste merkeigenaren in de sectoren waar Solvay actief is. Door een nauwgezette analyse van de interne en externe mogelijkheden om producten in elke fase van hun levenscyclus beter te benutten (en door te proberen ze een nieuw leven te geven door middel van recycling of hergebruik), zetten het Head of Circular Economy en de functie SDE Solvay en andere partners voortdurend aan tot nieuwe projecten om de hoeveelheid afval te verminderen en zo de milieu-impact van de industrie te verkleinen en bij te dragen tot een wereldwijde circulaire economie.
Chemie, als wetenschap en als industrie, is een enorm relevante en krachtige factor die de transformatie en het hergebruik van materialen mogelijk maakt. Dankzij de grote en gediversifieerde technologieportfolio van de Groep, van fijnchemicaliën tot geavanceerde materialen, kunnen we fungeren als 'enabler' en meebouwen aan nieuwe oplossingen voor het sluiten van kringlopen.
De transformatie van Solvay tot een motor van de circulaire economie is ingebed in de G.R.O.W.-strategie van de Groep.
Solvay onderneemt stappen en werkt samen met klanten, leveranciers en partners om mogelijkheden te identificeren waar de Groep haar capaciteiten kan benutten, meer bepaald door het volgende te doen:
In januari 2018 tekenden Solvay en de Ellen MacArthur Foundation (EMF) een driejarige Global Partner-overeenkomst die de Groep de mogelijkheid biedt om de overgang naar een circulaire economie in de chemiesector te versnellen.
Deze stichting werd in 2010 gelanceerd met als doel bedrijven te helpen bij het realiseren van een circulaire aanpak in hun bedrijfsmodel. Net als de Ellen MacArthur Foundation zijn wij ervan overtuigd dat innovatie de hoeksteen is van elke overgang naar de circulaire economie. Solvay is gekozen als het enige chemische bedrijf en zal samenwerken met tien andere Global Partners (BlackRock, Danone, Google, H&M, Intesa Sanpaolo, DS Smith, Philips, Renault, SC Johnson en Unilever) om te innoveren in de richting van duurzamere en meer circulaire producten.
Solvay ontwikkelt projecten samen met andere belangrijke actoren en maakt een essentiële overgang mogelijk naar betere manieren om onze producten te produceren, te gebruiken, te recyclen en te hergebruiken in de industrie en daarbuiten. We zijn vastbesloten om een duurzame toekomst op te bouwen en we geloven dat de samenwerking met de Ellen MacArthur Foundation ons helpt om onze overgang naar een efficiënter gebruik van hulpbronnen te versnellen.
Als strategische partner van de Ellen MacArthur Foundation zijn we bezig met het opnieuw bekijken en ontwikkelen van circulaire zaken met klanten en merkeigenaren met het oog op het behoud van de hulpbronnen van onze planeet. We kunnen op drie prioritaire gebieden bijdragen aan de circulariteit:
Solvay is betrokken bij brancheoverkoepelende organisaties:
In 2019 heeft Solvay circulaire en biogebaseerde innovatie ingebed in zijn aankoopproces, nieuwe businessdevelopmentprojecten en zijn portefeuille.
De productie van biovanilline is daar een voorbeeld van. Solvay RHOVANIL Natural CW wordt geproduceerd op basis van een natuurlijke grondstof – ferulazuur dat door middel van een fermentatieproces wordt verkregen uit niet genetisch gemodificeerde rijstvliesolie – en is de enige industrieel geproduceerde vanilline.
Een nieuwe oplossing om de winning en verspilling van metalen te beperken
Naarmate de vraag naar lithiumionbatterijen voor elektrische voertuigen toeneemt, groeit ook de behoefte aan een consistente bron van kritieke metalen zoals kobalt. Solvay helpt de recycling van metalen uit batterijen voor elektrische voertuigen te versnellen en een duurzame, gesloten waardeketen te ontwikkelen die mogelijk wordt gemaakt door nieuwe recyclingprocessen.
Gebruikmakend van zijn capaciteiten en partnerschappen speelt Solvay een actieve rol in de verbetering van de productiviteit en efficiëntie in de hele waardeketen van batterijmetalen door verwerkers in staat te stellen Li, Co en Ni efficiënter dan ooit te winnen en door technologieën te leveren om die metalen te zuiveren en om te zetten in basisstoffen voor de kathodeproductie van zeer zuivere batterijgrondstoffen.
Duurzame waardecreatie wordt gemeten met behulp van Solvays Sustainable Portfolio Management-tool (SPM-tool). Deze tool stelt Solvay in staat om strategische beslissingen te nemen die zijn portefeuille sturen, de realisatie van zijn duurzaamheidsdoelstellingen te ondersteunen en duurzaamheid mee te nemen in operationele beslissingen.

* Toepassingsgebied: in lijn met financiële verslaggeving.
Solvays Sustainable Portfolio Management (SPM) is gericht op duurzame bedrijfsoplossingen. De SPM-methode is bedoeld om Solvays bedrijfsprestaties te stimuleren en een hogere groei te realiseren door besluitvormers te laten weten hoe de producten van Solvay bijdragen aan de duurzaamheid, rekening houdend met twee factoren:
Met SPM kunnen besluitvormers risico's en kansen op het gebied van duurzaamheid in de gehele waardeketen (van wieg tot graf) detecteren, actieplannen ontwikkelen en innovatieve oplossingen leveren die economische, sociale en milieuwaarden in evenwicht brengen. SPM-beoordelingen worden jaarlijks uitgevoerd om de recentste signalen vanuit de markt op te vangen in een dynamisch perspectief dat betrekking heeft op meer dan 80% van de opbrengsten van de Groep.
Sinds de implementatie van de SPM-tool in 2009 hebben GBU's en functies van Solvay deze tool op grote schaal gebruikt om duurzaamheid te integreren in hun belangrijkste processen:
Benchmarking en de uitwisseling van best practices onder collega's en klanten maken de SPM-methode robuuster en leiden tot een betere besluitvorming. Solvay levert een belangrijke bijdrage aan het Portfolio Sustainability Assessment-initiatief van de World Business Council for Sustainable Development. Dit initiatief stelt een hoge norm en verschaft de industrie een gemeenschappelijk kader voor de uitvoering ervan, waarbij een specifieke methode voor de chemische industrie wordt gehanteerd.
De Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD) van de Raad voor financiële stabiliteit heeft vrijwillige, consistente bekendmakingen van informatie over klimaatgerelateerde financiële risico's ontwikkeld voor gebruik door ondernemingen bij het verstrekken van informatie aan investeerders, kredietverstrekkers, verzekeraars en andere stakeholders.
De taskforce heeft zijn aanbevelingen gestructureerd rond vier thema's die de belangrijkste aspecten van de werking van organisaties vertegenwoordigen: bestuur, strategie, risicobeheer, en maatstaven en doelstellingen.
Dit deel behandelt de informatieverschaffing, met links naar de relevante delen van het Geïntegreerd Jaarverslag, en geeft een zelfevaluatie van de mate waarin Solvay voldoet aan de aanbevelingen van de TCFD.
In 2015 hebben de Verenigde Naties een aantal doelstellingen vastgesteld om een einde te maken aan armoede, de planeet te beschermen en welvaart voor iedereen te garanderen. Elk van deze 17 duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen omvat specifieke doelstellingen die tegen 2030 moeten worden bereikt. Het bereiken van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen vereist inspanningen van overheden, de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld, gemeenschappen en individuen.
Negen vooraanstaande chemische bedrijven, waaronder Solvay, en twee brancheorganisaties hebben een speciale werkgroep opgericht, bijeengeroepen door de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD). De groep heeft een leidende rol op zich genomen bij het aansturen en verfijnen van het driestappenkader dat is beschreven in de SDG Sector Roadmap Guidelines van de WBCSD.
In het kader hiervan heeft Solvay negen duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen geïdentificeerd waarop de Groep een materiële positieve of negatieve impact kan hebben. Vervolgens heeft de Groep deze negen duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen geïntegreerd in haar materialiteitsanalyse als de officiële agenda van de stakeholdergroep 'Planet' (overheden en ngo's).
Deze voorlopige lijst werd in 2019 herzien in het kader van de werkzaamheden om het doel van de Groep te definiëren, met toenemende aandacht voor de impact van producten en activiteiten. De belangrijkste impacts van Solvay kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: klimaat, hulpbronnen en levenskwaliteit. De duurzameontwikkelingsdoelstellingen waarop Solvay de grootste positieve of negatieve impact kan hebben door zijn activiteiten en de producten die het verkoopt, zijn:

Klimaat, via het energieverbruik en de broeikasgasemissies van de Groep, maar ook via producten die een impact hebben op het energieverbruik of de broeikasgasemissies van klanten.

Hulpbronnen, via het grondstoffenverbruik, het waterverbruik, de effluenten, de emissies en de afvalproductie van de Groep, maar ook via de levenscycli van producten en het beheer ervan aan het eind van hun levenscyclus.

Beter leven, via peoplemanagement en het beheer van gevaarlijke stoffen en van de veiligheid van processen en producten door de Groep, via initiatieven in het kader van de sociale dialoog en via onze productportefeuille.
Tenzij anders vermeld, zijn de reikwijdte en grenzen van de milieuen maatschappelijke verslaggeving afgestemd op de reikwijdte en grenzen van de financiële verslaggeving met het oog op de consistentie van gegevens en ratio's.
Solvay gebruikt de volgende referenties:
In het verlengde daarvan worden andere emissies gerapporteerd volgens dezelfde richtlijnen.
Om zijn duurzaamheidsbeleid beter te weerspiegelen, heeft Solvay besloten de marktgebaseerde methode toe te passen voor de berekening van de CO2-uitstoot in verband met ingekochte elektriciteit. Om volledig te voldoen aan de eisen van het Global Reporting Initiative worden de volgende criteria (in volgorde van afnemende prioriteit) toegepast bij de selectie van de CO2-emissiefactor van elk contract voor de levering van elektriciteit:
De componenten van het energieverbruik worden geconverteerd naar primaire energie, volgens de volgende conventies:
Ingekochte elektriciteit, uitgaande van een gemiddeld rendement van 39,5% voor alle soorten elektriciteitsproductie, behalve voor kernenergie (33%), hydro-energie (100%), zonne-energie (100%) en windenergie (100%) op basis van de calorische onderwaarde (bron: Internationaal Energieagentschap (IEA)).
Milieugegevens worden jaarlijks verzameld in alle industriële vestigingen van Solvay (productievestigingen en onderzoeks- en innovatiecentra) en, in het geval van vestigingen met meerdere activiteiten, voor elke activiteit afzonderlijk. De verzamelde gegevens omvatten gegevens over de uitstoot van stoffen in de lucht en het water, afvalproductie en -verwijdering, parameters met betrekking tot de waterbalans van een vestiging, productievolumes en ten slotte enkele indicatoren met betrekking tot algemeen milieubeheer.
Na een grondig validatieproces worden deze gegevens op Groepsniveau geconsolideerd op een wijze die consistent is met de financiële verslaglegging. Daarnaast worden de geconsolideerde gegevens geverifieerd door een externe auditor.
De veiligheidsprestaties worden gemeten in alle entiteiten die onder de operationele controle van Solvay staan, d.w.z. in vestigingen waar het beleid en de procedures van Solvay van toepassing zijn. Ongevallen worden geregistreerd in een centrale database en worden geclassificeerd op basis van werkverlet en de ernst van het letsel.
De frequentie wordt maandelijks berekend op GBU-niveau en op het niveau de Groep. De prestaties en soorten ongelukken worden elk kwartaal geanalyseerd. Rapporten worden verstrekt aan het Uitvoerend Comité en aan de GBU's.
Het aantal ongevallen met medische behandeling (MTAR), het aantal ongevallen met werkverlet (LTAR) en het procesveiligheidsniveau worden berekend op basis van miljoenen gewerkte uren.
Het aantal werknemers wordt vermeld voor twee toepassingsgebieden:
Leerlingen, stagiairs en studenten worden niet in de cijfers meegenomen. Het aantal personeelsleden heeft betrekking op werknemers die een contract hebben met Solvay en die als actief zijn aangemerkt omdat ze een functie hebben in het organigram. Voltijdsequivalent (VTE) is het aantal actieve werknemers maal bezettingsgraad.
Solvay baseert zijn duurzaamheidsprioriteiten op een materialiteitsanalyse. Deze aanpak identificeert kritieke economische, ecologische en maatschappelijke aspecten die de prestaties van Solvay en/of de beslissingen van stakeholders aanzienlijk kunnen beïnvloeden. De analyse wordt elk jaar uitgevoerd en geactualiseerd aan de hand van de materialiteitsaanpak van de Sustainability Accounting Standards Board (SASB).
| 5 | 8 | 15 | ||
|---|---|---|---|---|
| Onderwerpen met prioriteit | Onderwerpen met hoge materia liteit |
Onderwerpen met gemiddelde materialiteit |
||
| Categorie | Gemiddelde materialiteit | Hoge materialiteit |
|---|---|---|
| Leefmilieu | Ecologische invloed | Uitstoot van broeikasgassen Luchtkwaliteit Energiebeheer Water en afvalwaterbeheer Beheer van afval en gevaarlijke stoffen |
| Maatschappelijk kapitaal | Toegang en betaalbaarheid Gegevensbeveiliging Bescherming van de privacy van klanten Verkooppraktijken en productetikettering Kwaliteit en veiligheid van producten |
Welzijn van klanten Maatschappelijke projecten |
| Menselijk kapitaal | Vergoeding en uitkeringen Werving, ontwikkeling en retentie |
Gezondheid en veiligheid van de medewerkers Diversiteit en inclusie Betrokkenheid en welzijn van de medewerkers |
| Bedrijfsmodel en innovatie | Veerkracht van het bedrijfsmodel Verpakking van producten Supply chain management Sourcing en efficiëntie van materialen Fysieke impact van klimaatverandering |
Duurzame bedrijfsoplossingen |
| Leiderschap en bestuur | Systemisch risico beheer Regelgeving en politieke invloed |
Kritische incidenten en risico beheer Beheer van het juridisch, ethisch en regelgevend raamwerk |
Prioriteiten
De functie Sustainable Development and Energy (SDE) van Solvay coördineert de analyse met behulp van een intern netwerk van de Solvay Way Champions in de GBU's en functies. Experts in elke functie hebben de analyse van elk onderwerp beoordeeld, met bijzondere aandacht voor de consistentie met de risicoanalyse van de Groep.

Net als in voorgaande jaren is de voor materiële aspecten gebruikte terminologie in overeenstemming gehouden met de Materiality Map™ van de SASB, behalve wanneer het Uitvoerend Comité van de Groep tijdens de validatiestap heeft besloten om daarvan af te wijken teneinde de reikwijdte van sommige materiële onderwerpen te verbreden.
Dit is het geval voor de volgende onderwerpen met hoge materialiteit:
Net als vorig jaar heeft Solvay 'Vergoedingen en uitkeringen', 'Werving, ontwikkeling en retentie' en 'Diversiteit en inclusie' als drie onderwerpen behouden, voornamelijk vanwege de omvang van de verslaggeving over deze onderwerpen in dit verslag.
Het werk dat in 2019 werd verricht met betrekking tot het doel van Solvay en het werk dat werd verricht met betrekking tot de nieuwe duurzaamheidsaanpak, Solvay One Planet, hebben de reeds geselecteerde onderwerpen met hoge materialiteit bevestigd.
Zoals beschreven in het hoofdstuk 'Risicobeheer' van dit Geïntegreerd Jaarverslag is de risicoanalyse van Solvay een specifiek proces dat wordt gebruikt als input voor de materialiteitsanalyse.
Alle belangrijke risico's van de Groep hebben betrekking op onderwerpen met hoge materialiteit, met uitzondering van 'Veiligheid' en 'Cyberrisico's', die betrekking hebben op onderwerpen met gemiddelde materialiteit omdat de impact op de dagelijkse activiteiten beperkt is en alleen materieel is in het geval van een kwaadwillige handeling.
In dit deel wordt ingegaan op de invloed van milieu- en maatschappelijke factoren op innovatie en bedrijfsmodellen. Er wordt gekeken naar de manier waarop milieu- en maatschappelijke factoren worden geïntegreerd in de waardecreatieprocessen van de Groep. Deze processen omvatten onder meer hulpbronnenefficiëntie en andere innovaties in het productieproces, productinnovatie en het vinden van manieren om producten efficiënt en verantwoord te ontwerpen, te gebruiken en weg te werpen.
Een duurzame oplossing wordt door Solvays SPM-tool gedefinieerd als een product in een bepaalde toepassing dat een grotere sociale en ecologische bijdrage levert aan de prestaties van de klant en tegelijkertijd minder impact op het milieu heeft in de productiefase.
Binnen Solvay zijn de GBU's verantwoordelijk voor het leveren van duurzame bedrijfsprestaties en voor het bijdragen aan de doelstelling van de Groep om tegen 2025 50% van de opbrengsten te genereren uit duurzame oplossingen.
| % van omzet | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Oplossingen | 53 | 50 | 49 |
| Neutraal | 27 | 30 | 31 |
| Uitdagingen | 7 | 7 | 8 |
| Niet beoordeeld | 13 | 13 | 12 |
Oplossingen: om als deel van een 'oplossing' beschouwd te worden, moeten producten een direct, significant en meetbaar voordeel (maatschappelijk of milieutechnisch) opleveren voor de samenleving als geheel. Er mogen geen zorgpunten zijn wat betreft duurzaamheid en hun ecologische voetafdruk moet klein zijn vergeleken met de meerwaarde die zij hebben voor de samenleving.
Neutraal: Geen invloed op duurzaamheid, positief dan wel negatief, vastgesteld.
Uitdagingen: Er is een duurzaamheidsprobleem vastgesteld of de ecologische voetafdruk is te groot.
Eind 2019 kwalificeerde 53% van de omzet in de beoordeelde portefeuille van product-applicatiecombinaties als 'oplossingen', een lichte verbetering ten opzichte van het voorgaande jaar.
De vooruitgang die de afgelopen vijf jaar is geboekt, is grotendeels bereikt door veranderingen in de portefeuille van Solvay en doordat duurzame oplossingen de marktstandaard (neutraal) zijn geworden als gevolg van de marktdynamiek op het gebied van duurzaamheidsthema's. Vandaag zorgt de integratie van duurzaamheid in de bedrijfsprocessen voor een positieve dynamiek om meer opbrengsten te genereren in de categorie bedrijfsoplossingen. Daarom hebben de GBU's hun ambitie naar boven bijgesteld om bij te dragen aan de doelstelling om tegen 2030 65% van de opbrengsten te genereren uit oplossingen.
Uit de uitgebreide, systematische SPM-aanpak zijn een toenemend aantal nieuwe marktsignalen op het gebied van duurzaamheid naar voren gekomen die overleg vereisen tussen het bedrijf en zijn klanten om een beter inzicht te krijgen in de potentiële zakelijke impact ervan.
De systematische SPM-portefeuillebeoordeling is afgestemd op de financiële reikwijdte van de Groep. Veranderingen in de draagwijdte gedurende het jaar, zoals geschetst in het financiële verslag, worden weerspiegeld in de reikwijdte van SPM. De portefeuillebeoordeling is gebaseerd op de opbrengsten van 2019.
SPM is ontwikkeld om versnellers of obstakels op het gebied van duurzaamheid te identificeren teneinde bij de bedrijfsactiviteiten van Solvay meer groei en een superieure duurzame waarde te realiseren. De afgelopen drie jaar zijn de opbrengsten uit producten van Solvay op jaarbasis veel sterker gegroeid in gevallen waarin klanten en consumenten op zoek waren naar producten die beantwoorden aan hun maatschappelijke of milieubehoeften.
Volumegroei op jaarbasis per SPM-categorie:
(Gebaseerd op de omzet in 2016-2018 met hetzelfde product, dezelfde toepassing en dezelfde SPM-score over de afgelopen drie jaar, die 43% van de omzet van de Groep vertegenwoordigt).
Solvay heeft zich aangesloten bij de World Alliance for Efficient Solutions, die door Bertrand Piccard (de oprichter van Solar Impulse) is opgericht om efficiënte technologieën, processen en systemen te bevorderen die de kwaliteit van het leven op aarde verbeteren. Onder de leden van de Alliance bevinden zich start-ups, bedrijven, instellingen en organisaties. Zij beoordelen de door hun leden voorgelegde oplossingen, met de hulp van onafhankelijke technisch en financieel experts, en selecteren 1 000 van de meest veelbelovende oplossingen. Deze worden als 'Efficient Solutions' aangemerkt en aan regeringen, bedrijven en instellingen gepresenteerd om hen ertoe aan te zetten ambitieuzere milieudoelstellingen en een ambitieuzer energiebeleid vast te stellen.
In 2019 werden 7 Solvay-producten aangemerkt als Solutions:
Dit hoofdstuk behandelt de impact van de activiteiten van het bedrijf op het milieu, zoals luchtemissies, waterverbruik, afvalwaterlozing, broeikasgasemissies en gevaarlijk afval en gevaarlijke stoffen die in de waardeketens worden geïntroduceerd.
De milieu-impact van activiteiten wordt beheerd door de processen en vereisten die zijn ingebed in de gezondheids-, veiligheids- en milieubeheersystemen die de vestigingen hebben geïmplementeerd in overeenstemming met de vereisten van Solvay, terwijl gevaarlijke stoffen in de verkochte producten worden beheerd door de processen en vereisten van de systemen van de GBU's voor het beheer van de productveiligheid.
Elke industriële vestiging is anders, maar de engagementen van de Groep zijn overal dezelfde:
Totale broeikasgasemissies – Toepassingsgebieden 1 en 2 (Kyotoprotocol)
De door Solvay gerapporteerde broeikasgasemissies vallen binnen het toepassingsgebied van het Kyotoprotocol en omvatten de volgende verbindingen of families van verbindingen: CO2, N2O, CH4, SF6, HFCs, PFC's en NF3. Om het effect ervan op de klimaatverandering te berekenen, worden broeikasgasemissies omgerekend van metrische tonnen naar het CO2-equivalent met behulp van het aardopwarmingsvermogen van elk gas op basis van een periode van 100 jaar, zoals gepubliceerd in het vijfde evaluatierapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering.
Deze indicator houdt rekening met:
Directe emissies voor elk broeikasgas dat vrijkomt bij industriële activiteiten van Solvay (toepassingsgebied 1 van het Kyotoprotocol); Voor CO2 omvat de rapportage van directe emissies de emissies van de verbranding van alle fossiele brandstoffen alsook procesemissies (bv. thermische decompositie van koolzuurhoudende producten en chemische reductie van metaalertsen);
Indirecte CO2-emissies in verband met de stoom en elektriciteit die van derden worden afgenomen en intern worden verbruikt (Toepassingsgebied 2 van het Kyotoprotocol). Voor ingekochte elektriciteit worden de indirecte emissies berekend door toepassing van marktgebaseerde methoden. In 2019 werden de contracten voor de levering van elektriciteit geanalyseerd om voor elke vestiging de optimale CO2-emissiefactor te bepalen.
Solvay heeft zich ertoe geëngageerd om zijn broeikasgasuitstoot uiterlijk in 2025 met 1 miljoen ton te verminderen (bij constante perimeter). Om haar emissies effectief los te koppelen van haar groei, is de Groep van plan om in te grijpen op alle hefbomen: verbetering van haar energie-efficiëntie en energiemix, en investeringen in schone technologieën. Daartoe ontwikkelt de Groep een groeiende pijplijn van mogelijkheden op het gebied van energie-/klimaattransitie in samenwerking met een toegewijd team van energietransitieexperts en operationele teams in de industriële vestigingen. De energieconversieacties worden ontwikkeld door een speciaal team van energietransitie-experts in samenwerking met operationele teams in de industriële vestigingen. De in Solwatt – het sinds 2012 actieve energie-efficiëntieprogramma – vastgestelde mogelijkheden om het energieverbruik te verminderen, worden parallel verder ontwikkeld. Voor broeikasgasemissies die geen verband houden met energie zijn specifieke taskforces opgezet met sterke technische input om de vereiste schone technologieën te ontwikkelen.
In juli 2019 verdubbelde Solvay de interne CO2-prijs die wordt toegepast op broeikasgasemissies van € 25 tot € 50 per ton CO2 om bij zijn investeringsbeslissingen rekening te houden met klimaatuitdagingen.
Een extern geverifieerd en gestructureerd systeem voor rapportage van broeikasgasemissies en reacties op ratingbureaus zoals het Carbon Disclosure Project helpen de Groep om haar inspanningen af te stemmen op de omvang van haar uitdagingen op het gebied van broeikasgasemissies.
| De prioritaire doelstelling van Solvay | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2025 | ||||
| -1 miljoen ton | ||||
| broeikasgasemissies (toepassingsgebieden 1 en 2) in vergelijking met 2017 | ||||
| +0,45 miljoen ton CO2-equivalent Variatie als gevolg van wijzigingen in de reikwijdte van de rapportage (structurele wijzigingen) |
-0,11 miljoen ton CO2-equivalent Variatie als gevolg van wijzigingen in de berekeningsmethode of verbe teringen in de nauwkeurigheid van gegevens |
-0,61 miljoen ton CO2-equivalent Emissiestijging of -reductie bij constante perimeter |
||
| Mt CO2 eq. | 2019 | 2018 | 2017 |
Totale uitstoot van broeikasgassen (toepassingsgebied 1 en 2) 12,0 12,3 12,3 Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
| Mt CO2 eq. | |
|---|---|
| Totale uitstoot van broeikasgassen (toepassingsgebied 1 en 2) in 2019 | 12,0 |
| Totale uitstoot van broeikasgassen (toepassingsgebied 1 en 2) in 2018 | 12,3 |
| Variatie als gevolg van wijzigingen in de perimeter voor financiële verslaggeving (structurele wijzigingen) | 0,45 |
| Variatie als gevolg van wijzigingen in de berekeningsmethode of verbeteringen in de nauwkeurigheid van de gegevens | |
| Emissies stijgen of dalen bij constante scope jaar op jaar | |
| Gecumuleerde emissies stijgen of dalen sinds 2017 bij gelijkblijvende omvang | |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Verandering als gevolg van wijzigingen in de reikwijdte van de rapportage, vooral door de opname van de warmtekrachtkoppelingseenheid Rosen (Rosignano, Italië) in de Solvay-perimeter +0,5 miljoen ton CO2.
| kg CO2 eq. / € EBITDA | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Intensiteit van de uitstoot van broeikasgassen | 5,17 | 5,51 | 5,53 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
De intensiteit van broeikasgasemissies weerspiegelt de emissies onder de toepassingsgebieden 1 en 2 van het Kyotoprotocol, zoals opgenomen in de financiële reikwijdte, uitgedrukt in kg CO2-equivalent per euro EBITDA per jaar.
In 2019 daalde de broeikasgasintensiteit met 0,34 kg CO2-equivalent per euro EBITDA.
| 2019 | 2018 | 2017 | ||
|---|---|---|---|---|
| Directe en indirecte CO2-uitstoot (toepassingsgebied 1 en 2) | Mt CO2 | 10,0 | 9,8 | 10,0 |
| Uitstoot andere broeikasgassen conform Kyoto-protocol (toepassings gebied 1) |
Mt CO2 eq. | 2,0 | 2,4 | 2,3 |
| Totale uitstoot van broeikasgassen conform Kyoto-protocol | Mt CO2 eq. | 12,0 | 12,3 | 12,3 |
| Uitstoot andere broeikasgassen niet conform Kyoto-protocol (toepassings gebied 1) |
Mt CO2 eq. | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Toepassingsgebied: In lijn met de perimeter voor financiële verslaggeving, inclusief de productieactiviteiten van de bedrijven die momenteel geconsolideerd zijn (geheel of gedeeltelijk) De uitstoot van broeikasgas van bedrijven in de financiële perimeter is 81% van de totale uitstoot van broeikasgas van alle bedrijven in de operationele perimeter.
| Mt CO2 eq. | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Methaan – CH4 | 1,02 | 0,88 | 0,90 |
| Stikstofoxide – N2O | 0,03 | 0,10 | 0,14 |
| Zwavelhexafluoride – SF6 | 0,07 | 0,04 | 0,06 |
| Fluorkoolwaterstof – HFCs | 0,11 | 0,06 | 0,14 |
| Perfluorkoolstoffen – PFCs | 0,78 | 1,36 | 1,07 |
| Nitrogen trifluoride – NF3 | 0,00 | 0,0 | 0,0 |
| Totale uitstoot andere broeikasgassen conform Kyoto-protocol | 2,01 | 2,44 | 2,31 |
| Koolstofdioxide – CO2 | 8,58 | 7,96 | 7,92 |
| Totale directe uitstoot | 10,59 | 10,35 | 10,2 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
In 2019 waren de directe CO2-emissies iets hoger dan in 2018, voornamelijk als gevolg van Rosen (Rosignano, Italië).
In 2019 lagen de directe emissies van andere broeikasgassen volgens het Kyotoprotocol 0,43 miljoen ton CO2-equivalent lager dan in 2018. Deze verandering is voornamelijk toe te schrijven aan de daling van de CF4-emissies in Spinetta (Italië) met 0,56 miljoen ton CO2-equivalent en aan de stijging van de CH4-emissies in Green River (VS) met 0,14 miljoen ton CO2-equivalent.
| Indirecte CO2 – Bruto, op de markt gebaseerd (toepassingsgebied 2) | |
|---|---|
| Mt CO2 | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Elektriciteit, ingekocht voor consumptie | 0,9 | 1,0 | 1,2 |
| Stoom, ingekocht voor consumptie | 0,5 | 0,9 | 0,9 |
| Totaal | 1,4 | 1,9 | 2,1 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
| Mt CO2 | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Elektriciteit, ingekocht voor consumptie | 1,0 | 1,1 | 1,2 |
| Stoom, ingekocht voor consumptie | 0,5 | 0,9 | 0,9 |
| Totaal | 1,5 | 2,0 | 2,1 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Sinds de toepassing van de marktgebaseerde methode wordt elk jaar een gedetailleerde evaluatie van de emissiefactoren voor ingekochte elektriciteit uitgevoerd, die alle vestigingen omvat.
De daling van de indirecte CO2-uitstoot met 0,1 miljoen ton CO2 in verband met ingekochte elektriciteit is te danken aan de verbeterde inkoop van elektriciteit die is geproduceerd met een lagere CO2-uitstoot.
Daling van de indirecte CO2-emissies in verband met ingekochte stoom met 0,4 miljoen ton CO2. Deze verandering is vooral te danken aan de opname van de warmtekrachtkoppelingseenheid Rosen (Rosignano, Italië) in de Solvay-perimeter.
| Mt CO2 eq. | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Aangekochte goederen en diensten | 4,9 | 5,8 | 5,7 |
| Kapitaalgoed | 1,8 | 1,8 | 1,8 |
| Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten | 1,0 | 0,7 | 0,7 |
| Stroomopwaarts transport en distributie | Inbegrepen in gekochte goederen en diensten | ||
| Afval dat onstaat bij operaties | Inbegrepen in gekochte goederen en diensten | ||
| Zakenreizen | 0,01 | 0,02 | 0,02 |
| Personeelswerkverkeer | 0,05 | 0,05 | 0,05 |
| Stroomafwaarts transport en distributie | 0,6 | 0,7 | 0,7 |
| Verwerking van verkochte producten | 5,4 | 5,5 | 5,3 |
| Gebruik van verkochte producten | 9,5 | 10,9 | 11,1 |
| Einde van de levensduur van verkochte productents | 7,4 | 7,6 | 8,4 |
| Downstream gehuurde activa | 0 | 0 | 0 |
| Franchises | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen(1) | 1,1 | 1,1 | 2,0 |
(1) De investeringsomvang is herberekend voor 2017 en 2018 om te voldoen aan de richtlijnen van het BKG-protocol.
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Als gevolg van de opname van Rosen steeg de emissie in verband met 'Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten' met 0,3 miljoen ton CO2.
De stroomafwaartse emissies onder toepassingsgebied 3 in verband met het gebruik en de verwijdering van producten zijn via de SPM-beoordeling als significant aangemerkt.
In de vestiging van Solvay in het Italiaanse Spinetta heeft een intern ontwikkelde innovatieve schone technologie die in 2019 in gebruik werd genomen, geleid tot een daling van de CF4-emissies met 0,56 miljoen ton CO2-equivalent in 2019.
In Paulinia, Brazilië, heeft een programma voor procesuitmuntendheid de N2O-emissies in 2019 met 0,08 miljoen ton CO2-equivalent doen dalen.
Solvay heeft via zijn inkoopbeleid zijn betrokkenheid bij de productie van hernieuwbare energie in 2019 verder versterkt.
De door Solvay verbruikte energie bestaat uit vier categorieën:
Om te voldoen aan de vereisten van het Global Reporting Initiative worden stoom en elektriciteit die worden opgewekt uit brandstoffen en verkocht aan derden afgetrokken van het totaal. Energie die wordt ingekocht en vervolgens zonder enige transformatie aan een derde wordt doorverkocht, wordt niet meegeteld.
Wat de energielevering betreft, implementeert Solvay consequent programma's om zijn energieverbruik te verminderen. Solvay heeft industriële activiteiten die veel energie verbruiken, zoals fabrieken voor synthetisch natriumcarbonaat en peroxides – voornamelijk in Europa. Solvay heeft echter ook een aantal industriële activiteiten met relatief lage energie-inhoud, gemeten als een percentage van de verkoopprijs. Dit geldt met name voor de fluorpolymeeractiviteiten. De Groep vindt veilige en concurrerende energieleveringen bijzonder belangrijk en heeft de volgende strategische initiatieven genomen:
Solvay Energy Services optimaliseert de energie-inkoop en -consumptie voor de Groep en helpt de GBU's met energiebeheer en het beheer van de uitstoot van broeikasgassen.
Aangezien energie een sleutelfactor is voor de activiteiten van Solvay, heeft Solvay zijn energie-efficiëntieprogramma SOLWATT® geïntensiveerd. Dit programma is erop gericht de industriële processen die betrokken zijn bij de productie en levering van energie voortdurend te optimaliseren.
Sinds 2012 heeft de Groep haar totale energie-intensiteit met 8% verminderd. Deze prestatie is voor een groot deel te danken aan het energie-efficiëntieprogramma SOLWATT® . Het verbeteringsplan volgt drie parallelle benaderingen:
In 2019 ging Solvay door met de implementatie van technologische doorbraken in meerdere vestigingen om de totale energie-efficiëntie van zijn activiteiten te verbeteren.
In 2012 engageerde Solvay zich om zijn energieverbruik tegen 2020 met 10% te verminderen (gemiddeld met 1,3% per jaar) bij gelijkblijvend activiteitenniveau. De energie-intensiteitsindicator heeft betrekking op zowel primaire brandstoffen (steenkool, petroleumcokes, cokes, antraciet, stookolie, aardgas, biomassa enz.) als ingekochte stoom en elektriciteit.
2020
energieverbruik bij gelijkblijvend activiteitenniveau
Referentiejaar 2012
| In % | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Energie-efficiëntie-index | 92 | 93 | 94 |
Toepassingsgebied: De energie-index bij gelijkblijvend activiteitenniveau geeft de verandering weer in het energieverbruik op vergelijkbare basis, na aanpassing van het historisch toepassingsgebied om rekening te houden met veranderingen in het toepassingsgebied en aangepast aan veranderingen in het productievolume per jaar.
| In petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Primair energieverbruik | 123 | 127 | 130 |
Toepassingsgebied: Deze indicator geeft het primaire energieverbruik over een bepaald jaar weer in relatie tot de productieactiviteiten van de bedrijven die momenteel (geheel of gedeeltelijk) geconsolideerd zijn. Het primaire energieverbruik van bedrijven in de financiële perimeter is 82% van het totale primaire energieverbruik van alle bedrijven in de operationele perimeter.
In 2019 lag het primaire energieverbruik 3% lager dan in 2018. Deze verandering houdt verband met veranderingen in de reikwijdte van de rapportage (-1,6% voor Rosen in Rosignano, Italië), een productiewijziging (-1% in Denvya, Bulgarije) en diverse andere oorzaken (-0,4%).
| In petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Vaste brandstoffen | 43 | 46 | 46 |
| waarvan het aandeel van het gebruik van steenkool voor de productie van energie | 24 | 25 | 27 |
| Vloeibare brandstoffen | 0,4 | 0,5 | 0,4 |
| Gasvormige brandstoffen | 69 | 55 | 54 |
| Totaal | 113 | 101 | 100 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Het brandstofverbruik uit niet-hernieuwbare bronnen is in 2019 gestegen. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan Rosen (Rosignano, Italië) waar het aardgasverbruik met 12,8 PJ toenam. De vaste brandstoffen uit niet-hernieuwbare bronnen nemen met 2 PJ af met de toename van het verbruik van energie uit biomassa.
| In petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Hernieuwbaar brandstofgebruik | 5 | 4 | 3 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Het verbruik van energie uit biomassa steeg in 2019 met 1,1 PJ, met een uitbreiding van de activa in Brotas (Brazilië), Dombasle (Frankrijk), Rheinberg (Duitsland), Zhangjiagang (China) en een nieuw project in India.
| In petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Elektriciteit | 26 | 28 | 30 |
| Verwarming | 0 | 0 | 0 |
| Koeling | 0 | 0 | 0 |
| Stoom | 12 | 18 | 20 |
| Totaal ingekochte secundaire energie | 38 | 45 | 49 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
In 2019 werd 7 PJ minder secundaire energie ingekocht voor verbruik dan in 2018.
| In petajoule lage verbrandingswaarde (PJ) | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Elektriciteit | 19 | 11 | 11 |
| Verwarming | 0 | 0 | 0 |
| Koeling | 0 | 0 | 0 |
| Stoom | 13 | 12 | 11 |
| Totaal verkochte energie | 32 | 23 | 22 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
In 2019 steeg de verkoop van zelf opgewekte secundaire energie aan derden met 9 PJ. Deze ontwikkeling is voornamelijk te verklaren door de stijging van de verkoop van Rosen (Rosignano, Italië) met 9,1 PJ.
Solvay heeft concrete stappen gezet in de vorm van grote investeringen, zoals de opstart van de megagrote waterstofperoxidefabriek in Saoedi-Arabië en de recente vervanging van twee gasturbines door efficiëntere eenheden: één in de warmtekrachtkoppelingseenheid in Spinetta (Italië) en één in de warmtekrachtkoppelingseenheid van Rosignano (Italië). In 2019 breidde Solvay zijn warmteproductie uit biomassa uit tot andere vestigingen dan die van Brotas (Brazilië), Dombasle (Frankrijk), Rheinberg (Duitsland), Zhangjiagang (China), Gunsan (Zuid-Korea), Panoli (India) en Devnya (Bulgarije) en converteerde het een kolengestookte ketel naar een biomassa-installatie in Rheinberg (Duitsland).

2.888 ton Zwaveloxiden
6.197 ton Stikstofoxiden 4.109
ton Vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan
Door de uitstoot van stikstofoxiden en zwaveloxiden neemt de verzuring van de atmosfeer en het water toe. De uitstoot van vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan draagt bij tot de vorming van troposferisch ozon en zomersmog. Deze stoffen zijn derhalve van belang omdat zij een directe invloed hebben op de luchtkwaliteit.
De uitstoot van stikstofoxiden bij bedrijfsactiviteiten van Solvay is vooral het gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen zoals aardgas. Dit wordt uitgedrukt als de som van stikstofmonoxide en stikstofdioxide, exclusief distikstofoxide (N2O) dat bijdraagt aan de opwarming van de aarde maar geen verzurend effect heeft.
De emissies van zwaveloxiden (SOx) komen vooral voort uit de verbranding van antraciet of steenkool.
Vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan zijn vluchtige organische stoffen (VOS) met een kookpunt onder normale omstandigheden dat lager is dan of gelijk is aan 250°C (Europese
ingezet in overeenstemming met de wettelijke voorschriften waaraan ze zijn onderworpen alsook met de voorschriften van de Groep. Solvay zet zich in om de luchtkwaliteit op lokaal en regionaal niveau te verbeteren, in nauwe samenwerking met lokale stakeholders. In het
klimaatopwarming wordt echter wel in rekening gebracht.
Managementbenadering
kader van zijn milieuplan focust Solvay zich op de volgende vervuilende stoffen: stikstofoxiden (NOx), zwaveloxiden (SOx) en vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan (NMVOS).
De luchtkwaliteit wordt beheerd door middel van beheersystemen voor gezondheid, veiligheid en milieu die door de vestigingen worden
oplosmiddelenrichtlijn 1999/13/EG). De groep NMVOS zijn VOS met uitzondering van methaan. De methaanemissie uit de mijnbouwactiviteiten van Solvay in Green River (Wyoming, VS) wordt dus niet opgenomen in de NMVOC indicator. De impact van methaan op de
| Doelstelling van Solvay: | ||
|---|---|---|
| 2020 | 2020 | 2020 |
| -50% | -50% | -40% |
| intensiteit van de uitstoot van stikstof oxiden |
intensiteit van de uitstoot van zwaveloxiden | intensiteit van de uitstoot van vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan |
| Referentiejaar 2015 |
| In kg per € EBITDA | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Stikstofoxiden – NOx | 0,0027 | 0,0035 | 0,0043 |
| Zwaveloxiden – SOx | 0,0012 | 0,0017 | 0,0021 |
| Vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan – NMVOC | 0,0018 | 0,0019 | 0,0019 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving. Eerdere cijfers zijn herwerkt om de impact van methodologische verbeteringen te weerspiegelen.
Sinds de start van het milieuplan in 2015 zijn de emissie-intensiteiten voor stikstofoxiden, zwaveloxiden en NMVOS met respectievelijk 57%, 63% en 49%gedaald. Dit is beter dan de doelstellingen voor 2020 die Solvay in 2015 heeft vastgesteld.
| In ton | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Stikstofoxiden – NOx | 6.197 | 7.704 | 9.485 |
| Zwaveloxiden – SOx | 2.888 | 3.750 | 4.573 |
| Vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan – NMVOC | 4.109 | 4.252 | 4.142 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving. Eerdere cijfers zijn herwerkt om de impact van methodologische verbeteringen te weerspiegelen.
Onze emissies van stikstofoxiden zijn sinds 2018 aanzienlijk gedaald (- 1.507 ton of - 20%), waardoor de kloof met onze sectorgenoten nog kleiner is geworden, ondanks het energie-intensieve karakter van de activiteit van de GBU Soda Ash & Derivatives. Deze vooruitgang werd voornamelijk bereikt in de vestigingen van Torrelavega in Spanje (- 686 metriek ton of - 9,1%), Paulinia in Brazilië (- 439 metriek ton of - 5,7%) en Devnya in Bulgarije (- 367 metriek ton of - 4,9%). De daling van de NOx-uitstoot bij Paulinia is te danken aan de omschakeling van olie naar aardgas als brandstof en aan verbeteringen van de aardgasbranders. Deze acties zijn ondernomen om te voldoen aan de eisen van een nieuwe Braziliaanse wet. De verbetering bij Torrelavega is te danken aan de uitrusting van twee kolengestookte ketels met DeNOx-systemen in het voorjaar respectievelijk de zomer van 2019. De significante daling van NOx in Devnya is te danken aan de verhoogde inzetbaarheid van de nieuwste ketel met circulerend wervelbed. Sinds de start van het lopende milieuplan (2015-2020) is de uitstoot van stikstofoxiden met 50% (of ongeveer 13% per jaar) gedaald. Deze veranderingen zijn gerealiseerd door investeringen in uitstootreductietechnologieën.
Onze uitstoot van zwaveloxiden is sinds 2018 met nog eens 862 metriek ton teruggebracht, een bijkomende verbetering van 23%. Deze vooruitgang werd voornamelijk bereikt in de vestigingen van Torrelavega in Spanje (- 623 metriek ton of - 16,6 %), Atequiza Jalisc in Mexico (- 178 metriek ton of - 4,8 %) en Paulinia in Brazilië (- 109 metriek ton of - 2,9 %). In de fabriek van Rasal in India werd een lichte stijging geregistreerd (+ 58 ton of + 1,5 %). De verbetering bij Torrelavega is te danken aan de implementatie van een nieuw ontzwavelingssysteem (SolvAir®) op de kolengestookte ketels. De daling bij Atequiza is toe te schrijven aan de daling van het productievolume van een van de chemische producten die in die vestiging worden geproduceerd. De bijdrage van Paulinia aan de wereldwijde daling is te danken aan de omschakeling van olie naar aardgas als brandstof voor een van hun ketels. Sinds het begin van het lopende milieuplan (2015-2020) is de uitstoot van zwaveloxiden met 56% (of ongeveer 14% per jaar) gedaald. Al deze veranderingen zijn gerealiseerd door investeringen in nieuwe branders, nieuwe ontzwavelingsinstallaties en de optimalisatie van bestaande ontzwavelingsinstallaties.
In vergelijking met 2018 zijn de NMVOS-emissies van de Groep licht gedaald (- 141 metriek ton of - 3,3%). Deze globale verandering is toe te schrijven aan het effect van verbeteringen, voornamelijk bij Green River (VS), Panoli (India) en Spinetta (Italië), en aan stijgingen bij Zhenjiang Songl (China), Greenville (VS) en Piedmont (VS). In Spinetta is de afname het gevolg van een nieuwe schone technologie voor de reductie van CF4. Sinds de start van het lopende milieuplan (2015-2020) zijn de NMVOS-emissies gedaald met 40% (ongeveer 10% per jaar). Opgemerkt moet worden dat deze daling grotendeels is toe te schrijven aan de financiële deconsolidatie van Performance Polyamides sinds 2017.
De verbeteringen in de uitstoot in de lucht voor de stoffen waarop we ons richten zijn voornamelijk het gevolg van investeringen in nieuwe reductietechnologieën en een omschakeling naar milieuvriendelijker brandbare stoffen.

Waterbeheer heeft betrekking op waterstromen en waterkwaliteit, van onttrekking uit de natuurlijke omgeving tot het lozen van water in de natuur of een ander milieucompartiment.
Zoetwateronttrekking (in miljoen m3 per jaar) is de hoeveelheid inkomend water afkomstig van openbare netwerken (drinkwater), zoetwatersystemen (rivieren, meren enz.) en grondwater.
Chemisch Zuurstofverbruik (COD) is de hoeveelheid stoffen die geoxideerd kunnen worden (vooral opgelost organisch materiaal) en in wateromgevingen worden geloosd. COD wordt uitgedrukt in
aantal ton zuurstof per jaar. Naast stikstofoxiden en fosforhoudende substanties draagt chemisch zuurstofverbruik bij aan eutrofiëring van het oppervlaktewater.
Het waterbeleid van Solvay is erop gericht om het onttrekken en het verbruiken van zoetwater te beperken en ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de watermassa's waarin afvalwater wordt geloosd goed blijft, zodat de invloed op mens en milieu zoveel mogelijk beperkt blijft. Solvay richt zich op het beperken van twee activiteiten: zoetwateronttrekking en chemisch zuurstofverbruik.

Voor 2019 bedroeg het totale watergebruik van de groep 1.350 Mm3 . Hiervan wordt 1.236 Mm3 wordt gebruikt voor koeling en 114 Mm3 voor andere procesbehoeften. Omdat ongeveer 70% van het koelwater daadwerkelijk wordt gerecycleerd, is het water dat we uit natuurlijke bronnen moeten pompen, aanzienlijk minder (426 Mm3 ). Van dit bedrag komt 60 zoet oppervlaktewater, 19 uit grondwater, 16% uit zeewater en de rest uit verschillende andere bronnen. Het totale water dat door de Groep wordt geloosd bedraagt 387 Mm3 , waarvan 253 Mm3 gaat naar rivieren en 100 Mm3 naar zee. De rest zit verspreid over overige (34Mm³), eindprodukten (12 Mm3 ), afval (0,5 Mm3 ) of gaat verloren via verdamping in koeltorens (20 Mm3 ).
| 2020 |
|---|
| -30% |
| intensiteit chemisch zuurstofverbruik |
| 2019 | 2018 | 2017 | |
|---|---|---|---|
| Intensiteit (m3 per € EBITDA) | 0,142 | 0,148 | 0,147 |
| Absoluut (Mm3 ) |
330 | 330 | 326 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Eerdere cijfers zijn herwerkt om de impact van methodologische verbeteringen te weerspiegelen.
Sinds de start van het milieuplan is de intensiteit zoetwateronttrekking met 48% gedaald, wat betekent dat Solvay de doelstelling voor 2020 reeds overtroffen heeft. Zo ook werd de emissie-intensiteit van het chemische zuurstofverbruik met 49% verminderd, veel beter dan ons initiële streefdoel. Opgemerkt moet worden dat deze dalingen grotendeels zijn toe te schrijven aan de financiële deconsolidatie van de activiteit Performance Polyamides sinds 2017.
Sinds de start van het lopende milieuplan (2015-2020) is de zoetwateronttrekking bij de fabrieken met 39% (of ongeveer 10% per jaar) gedaald. De zoetwateronttrekking in 2019 op groepsniveau is niet veranderd ten opzichte van vorig jaar, hoewel voor sommige van onze GBU's veranderingen konden worden waargenomen: Aroma Performance (+0,82 Mm3), Soda Ash & Derivatives, + 1 Mm3), GBU Coatis (-1,4 Mm3) , Novecare (-0,77 Mm3). Deze veranderingen kunnen worden toegeschreven aan marktevoluties.
| 2019 | 2018 | 2017 | |
|---|---|---|---|
| Intensiteit (kg per € EBITDA) | 0,0023 | 0,0027 | 0,0024 |
| Absoluut (metrische tonnen O2) | 5.344 | 6.248 | 5.670 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Eerdere cijfers zijn herwerkt om de impact van methodologische verbeteringen te weerspiegelen.
Het Chemisch Zuurstofverbruik van de Groep lag 904 ton of 14% hoger dan in 2018. Deze globale verandering is het gevolg van aanzienlijke dalingen in de vestigingen van Spartanburg in de VS (- 293 ton), Vernon in de VS (- 314 ton) en Paulinia in Brazilië (- 167 ton), versus stijgingen in de vestigingen van Hemaraj East in India (+ 143 ton) en Tavaux in Frankrijk (+ 87 ton). In Spartanburg is het chemische zuurstofverbruik gedaald door de nieuwe implementatie van nutriëntenverrijking voor afvalwaterzuivering & inclusief CZV-verwijderingsrendementen van openbare afvalwaterzuiveringsinstallaties. In Vernon is de daling toe te schrijven aan een grote productiedaling ten opzichte van 2018, wat een uitzonderlijk jaar was. In Paulinia was er een verbetering van de prestaties en de controle van de biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie (organische en fenol-afvalwaterzuiveringsinstallatie) en een verbetering van de controle in het ruwe effluent dat afkomstig is van de adipinezuurfabriek.
Opgemerkt moet worden dat ongeveer 22% van de door Solvay opgegeven emissies van het chemische zuurstofverbruik (dus ongeveer 1.200 ton) toe te schrijven is aan het verbruik door derden (meestal fabrieken die vroeger tot de Groep behoorden), waarvan Solvay de effluenten zuivert in zijn biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties. Deze manier van rapporteren is echter in overeenstemming met de eisen van de relevante GRI-101 standaard.
Sinds de start van het lopende milieuplan (2015-2020) zijn de CZVemissies met 39% (of ongeveer 10% per jaar) gedaald. Het grootste deel van deze vermindering is te wijten aan de verkoop van de polyamideactiviteiten.
COD-verbeteringen in 2019 waren het gevolg van een betere controle en prestaties op enkele van onze grote afvalwaterzuiveringsinstallaties.
1,000 metriek ton Ongevaarlijk industrieel afval.
Twee categorieën zijn materieel: gevaarlijk industrieel afval en gevaarlijke stoffen die op de markt worden gebracht.
Gevaarlijk industrieel afval is afkomstig van productie- en onderzoeks- en innovatieactiviteiten, met inbegrip van verpakkings- en onderhoudsafval. Solvays inspanningen om de geproduceerde hoeveelheid gevaarlijk industrieel afval te beperken, zijn gericht op gevaarlijk industrieel afval dat niet duurzaam wordt behandeld, d.w.z. gestort of verbrand zonder energieterugwinning.
Solvay focust zich op zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). De referentielijst van Solvay voor ZZS werd in 2015 opgesteld en verdeeld in drie categorieën (zwart, rood en geel):
86,6
1,000 metriek ton Gevaarlijk industrieel afval.
Voor industrieel en met name gevaarlijk afval stapt Solvay over naar meer duurzame methodes waarbij storten of verbranden zonder energieterugwinning wordt vermeden en het hergebruik van materiaal of warmte wordt bevorderd.
Wat op de markt gebrachte producten betreft, streeft Solvay ernaar meer inzicht te verwerven in hoe zijn producten worden gebruikt en welke risico's aan dat gebruik verbonden zijn. De opstelling van veiligheidsinformatiebladen voor alle producten en REACH-registraties weerspiegelt het engagement van Solvay om ervoor te zorgen dat de informatie over risico's die verbonden zijn aan onze producten direct beschikbaar is. Voor zeer zorgwekkende stoffen heeft Solvay een strategie ontwikkeld om het gebruik ervan in de waardeketen te verminderen. Er worden risico-onderzoeken gedaan naar op de markt gebrachte ZZS die op de rode en zwarte lijst staan en waar mogelijk worden stoffen vervangen door veiligere alternatieven.
Doelstelling van Solvay:
2020

intensiteit van het gevaarlijk industrieel afval dat niet op duurzame wijze wordt verwerkt
Referentiejaar 2015
| In kg per € EBITDA | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Industrieel afval dat niet op duurzame wijze wordt verwerkt | 0,0117 | 0,0137 | 0,0185 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Sinds de start van het lopende milieuplan (2015-2020) is de intensiteit voor gevaarlijk industrieel afval dat niet duurzaam wordt verwerkt met 51% gedaald, waarmee de doelstelling voor 2020 al is overschreden. Opgemerkt moet worden dat deze daling grotendeels is toe te schrijven aan de polyamide business. De hoeveelheid gevaarlijk industrieel afval dat niet op duurzame wijze wordt verwerkt,
daalde in 2019 met 1,8 kt(- 6.2%) ten opzichte van 2018. De grootste dalingen werden geregistreerd in de effect van een daling en verhoging in individuele sites namelijk : Ospiate in Italië (-0.70 kt), La Rochelle (-0.46kt), Map Ta Phut in Thailand (+2.1kt) en Paulinia in Brazil (+1.2kt),...etc.
| In 1000 ton | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Ongevaarlijk industrieel afval | 1.596 | 1.602 | 1.639 |
| Gevaarlijk industrieel afval | 86,6 | 93,1 | 100,7 |
| Totaal industrieel afval | 1.682 | 1.696 | 1.740 |
| Industrieel gevaarlijk afval dat niet duurzaam wordt verwerkt | 27,2 | 29,0 | 40,4 |
| Industrieel afval dat niet op duurzame wijze wordt verwerkt | 96,4 | 96,3 | – |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Eerdere cijfers zijn herwerkt om de impact van methodologische verbeteringen te weerspiegelen
Gevaarlijk industrieel afval maakt bij Solvay slechts 5,4% van het totale industriële afval uit. De hoeveelheid gevaarlijk industrieel afval van de Groep daalde in 2019 met 6,5 kt (-7%) ten opzichte van 2018. De grootste dalingen werden geregistreerd in de vestigingen van Salindres in Frankrijk (-1,52 kt), Panoli in India (-1,16 kt), Klundert in Nederland (- 890 ton) and en La Rochelle in Frankrijk (-0,86 kton), , terwijl stijgingen werden genoteerd in de vestigingen van Zhenjiagang Songl in China (+0,81 kt) en Augusta in de VS (+0,80 kt). De verbetering in Salindres is te wijten aan de systematische revalorisatie van een fluoridehoudend slib in een cementfabriek, waardoor de status van dit materiaal in een bijproduct verandert in plaats van afval. In Panoli kan de vermindering worden verklaard door een lagere vraag. De toename in Zhenjiagang was voornamelijk te wijten aan het afvoeren van een grote hoeveelheid afvalzuren, die gedurende meerdere jaren op de site werden opgeslagen. In Augusta in de Verenigde Staten kan de stijging worden verklaard door de intensere werking van een kraakinstallatie, wat leidt tot meer afvalzuren.
Exclusief eventuele perimeterwijzigingen van de Groep, zijn de fluctuaties op jaarbasis in hoeveelheid afval (+/-5%) niet ongebruikelijk. Ze zijn het gevolg van een aantal afvalspecifieke kwesties waar wij zelf geen invloed op kunnen uitoe- fenen: groot onderhoud van installaties, wettelijke aanpassingen in classificering van afval, problemen met afvalverwerkende bedrijven, veranderde marktvraag naar bijproducten, enz.
De Groep heeft in haar milieuplan geen doel gesteld voor de hoeveelheid gevaarlijk industrieel afval, hoewel het onze ambitie blijft om waar mogelijk de hoeveelheden te verminderen door verbeteringsprogramma's en initiativen in de circulaire economie.
94,6% van het totale industriële afval bestaat bij Solvay uit nietgevaarlijk industrieel afval. Het niet-gevaarlijke industriële afval voor 2019 is slechts iets lager dan in 2018 (-6,5 kt of -0,4%). Het overgrote deel (83 %) van dit afval komt terecht op interne stortplaatsen die zeer goed worden gecontroleerd om de impact op het milieu tot een minimum te beperken.Ongeveer 17% van het niet-gevaarlijke industriële afval wordt momenteel gerevaloriseerd.De grootste veranderingen werden waargenomen op de locaties van Devnya in Bulgarije (-39,5 kt), Juarez in Mexico (-5,3 kt), Augusta in de Verenigde Staten (-4,3 kt) en Tavaux in Frankrijk (-3,1 kt); terwijl stijgingen plaatsvonden op de locaties van Dombasle in Frankrijk (+26,1 kt), en Green-River in de Verenigde Staten (+14,1 kt).
De daling bij Devnya is in lijn met een lagere productie in 2019, terwijl het afval geproduceerd door Juarez in Mexico hoger was in 2018 vanwege een turn-around operatie. In Augusta in de Verenigde Staten kon niet-gevaarlijk industrieel afval worden verminderd dankzij een verhoogde stroomfactor van een afvalkraakinstallatie en een afvalwarmteketel. Bij Tavaux in Frankrijk was de winst het gevolg van een veel lager kolenverbruik. In tegenstelling tot deze verminderingen werden hogere slibhoeveelheden geproduceerd in Dombasle in Frankrijk vanwege een toename van het specifieke kalksteen verbruik . Bij GreenRiver in de Verenigde Staten was de toename het gevolg van de opstapeling van een hogere hoeveelheid slib in een bekken. Dit materiaal wordt normaal aangewend voor de natriumbicarbonaat produktie maar omwille van de wat lagere produktie, werd minder slib gevaloriseerd. Verder was er een toename van het gebruik van kolen waardoor ook de hoeveelheid bodem- en vliegas toenam.
Sinds 2015 is de hoeveelheid niet-gevaarlijk industrieel afval op het niveau van de Groep met 136 kt (+9,3%) toegenomen, wat vooral te maken heeft met de toename van het productievolume van de GBU Soda Ash & Derivatives.
| Doelstelling van Solvay: | |
|---|---|
| 2020 | |
| 100% | |
| risicobeoordeling en analyse van beschikbare, veiligere alternatieven voor producten die ZZS bevatten |
| 2019 | 2018 | 2017 | |
|---|---|---|---|
| Alle ZZS(1) | 29 | 31 | 35 |
| 54% | 39% | 49% | |
| Voltooiingspercentage analyse van veiligere alternatieven voor op de markt gebrachte stoffen(2) |
(63 van de 117 vereiste beoodelingen) |
(50 van de 128 vereiste beoodelingen) |
(28 van de 57 vereiste beoodelingen) |
| Waarvan daadwerkelijke vervanging | 30% (19/63) | 32% (16/50) | 32% (9/28) |
(1) Volgens de EU REACH Authorization list (bijlage XIV) en de EU REACH Candidate list. ZZS vervaardigd door Solvay of onderdeel van een product dat door Solvay wereldwijd op de markt gebracht wordt REACH is een richtlijn van de Europese Unie, aangenomen om de bescherming van de gezondheid en het milieu te verbeteren tegen de risico's van gebruik van chemicaliën.
(2) Analyse op veiligere alternatieven ter vervanging van een ZZS Een stof kan aanwezig zijn in meer dan één product.
Analyse van veiligere alternatieven is vereist en gepland voor in totaal 117 combinaties van producten en toepassingen.
zijn er 21 nog aan de gang (alternatief geïdentificeerd en implementatie ervan besproken met klanten);
Van de 63 analyses van veiligere alternatieven die op 31 december 2019 sinds de start van het programma waren afgerond:
In dit deel wordt ingegaan op de manier waarop Solvay omgaat met het menselijk kapitaal als belangrijkste bedrijfsmiddel om waarde op lange termijn te leveren. Factoren die van invloed zijn op de productiviteit van de werknemers komen aan de orde, zoals werknemersbetrokkenheid en diversiteit, alsmede de manier waarop Solvay personeel aantrekt en behoudt. Ook wordt ingegaan op de arbeidsverhoudingen, en ten slotte op de manier waarop de Groep omgaat met de gezondheid en veiligheid van haar werknemers.
Het beheer van de gezondheid en veiligheid van werknemers omvat het beheer van de arbeidsveiligheid, -hygiëne en -gezondheid. De gezondheid en veiligheid worden beheerd in overeenstemming met de vereisten van het Responsible Care Policy (verantwoord zorgbeleid) van Solvay.

Opmerking: Aannemers worden opgenomen in de arbeidsveiligheidsstatistieken.
* Aantal ongevallen met medische behandeling (MTAR): aantal arbeidsongevallen dat leidt tot een medische behandeling, met uitzondering van eerste hulp, per miljoen werkuren.
** Aantal ongevallen met werkverlet (LTAR): werkongevallen met werkverlet (weg van het werk) gedurende meer dan een dag per miljoen gewerkte uren.
Arbeidsgezondheid omvat alle preventieve maatregelen ter bescherming en bevordering van de fysieke en mentale gezondheid op het werk, zowel collectief als voor elke individuele werknemer.
Het beheer van de arbeidshygiëne omvat de beoordeling, de controle en het beheer van potentiële blootstellingen van werknemers aan ergonomische, chemische en fysieke gevaren.
Bij arbeidsveiligheid gaat het om het voorkomen van werkgerelateerde verwondingen. Ongelukken hielden meestal verband met vallen op hetzelfde niveau, menselijke energie (duwen of trekken van een voorwerp of stoten tegen van een voorwerp), en blootstelling tijdens het openen van een lijn of systeem.
Bij Solvay worden activiteiten op het gebied van arbeidsgezondheid beheerd door:
De belangrijkste indicatoren voor de arbeidsgezondheid zijn:
De systematische beoordeling en beheersing van mogelijke blootstellingen van werknemers aan ergonomische, chemische en fysieke risico's zijn essentieel in de aanpak van Solvay om de gezondheid te beschermen. In de algemene arbeidshygiëneprocedures zijn minimumvereisten vastgesteld voor Solvays beoordelingen van arbeidshygiënerisico's en strategieën voor het beheer van de arbeidshygiëne, met inbegrip van de hiërarchie van beheersmaatregelen. Het programma voor arbeidshygiëne omvat:
Er worden verschillende acties ondernomen om de veiligheidscultuur van de Groep te versterken en ongevallen te voorkomen:
| Aantal medewerkers | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Medewerkers van Solvay | 0 | 0 | 0 |
| Aannemers | 0 | 0 | 1 |
Toepassingsgebied: alle sites onder operationele controle van Solvay waarvan de Groep de veiligheidsprestaties beheert en bewaakt. Dit betreft 289 sites, waaronder productie-, Onderzoek en Innovatie, administratieve en gesloten sites met beperkte activiteit, and dekt medewerkers van Solvay en aannemers die werken op deze sites.
Halveren van het aantal ongevallen met medische behandeling
Referentiejaar 2014
| Ongevallen per miljoen gewerkte uren | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Medewerkers en aannemers Solvay | 0,44 | 0,54 | 0,65 |
| Medewerkers van Solvay | 0,44 | 0,58 | 0,63 |
| Aannemers | 0,43 | 0,48 | 0,70 |
Toepassingsgebied: alle sites onder operationele controle van Solvay waarvan de Groep de veiligheidsprestaties beheert en bewaakt. Dit betreft 289 sites, waaronder productie-, Onderzoek en Innovatie, administratieve en gesloten sites met beperkte activiteit, and dekt medewerkers van Solvay en aannemers die werken op deze sites.
| Ongevallen per miljoen gewerkte uren | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Medewerkers en aannemers Solvay | 0,66 | 0,65 | 0,65 |
| Medewerkers van Solvay | 0,73 | 0,71 | 0,70 |
| Aannemers | 0,51 | 0,52 | 0,52 |
Toepassingsgebied: alle sites onder operationele controle van Solvay waarvan de Groep de veiligheidsprestaties beheert en bewaakt. Dit betreft 289 sites, waaronder productie-, Onderzoek en Innovatie, administratieve en gesloten sites met beperkte activiteit, and dekt medewerkers van Solvay en aannemers die werken op deze sites.
Wat een positieve invloed heeft gehad op de veiligheidsprestaties van Solvay, is de verschuiving van een mentaliteit die in het teken staat van het voorkomen van ongevallen naar een mentaliteit die in het teken staat van het creëren van veiligheid en het tot stand brengen van een cultuur van zorgzaamheid. Sinds het begin van deze aanpak keren jaar na jaar meer werknemers ongedeerd terug naar huis. Daarnaast heeft onze focus op het creëren van een gemeenschappelijk begrip van de risico's en de maatregelen voor het beperken van levensgevaarlijke activiteiten, via onze Solvay Life Saving Rules (SLSR), bijgedragen tot een vermindering van het aantal dodelijke ongevallen in de afgelopen jaren. Het aantal ongevallen met werkverlet (LTA) is stabiel gebleven ten opzichte van 2018. Het aantal werkongevallen die medische tussenkomst vereisten, daalde echter met 10% j-o-j in 2019. Opmerking: Soms gebeurt het dat een medische professional iemand die betrokken was bij een ongeval een paar dagen thuis laat blijven, ook al heeft die persoon geen medische behandeling nodig. In dat geval wordt het incident niet geclassificeerd als een werkongeval dat medische tussenkomst vereist maar als een ongeval met werkverlet.
| 2019 | 2018 | 2017 | |
|---|---|---|---|
| Trauma – Breuk | 15 | 19 | 23 |
| Wonde – Snijwond | 6 | 10 | 18 |
| Brandwond – hitte | 5 | 4 | 3 |
| Brandwond – chemicaliën | 2 | 4 | 3 |
| Wonde | 1 | 2 | 1 |
| Trauma | 5 | 2 | 1 |
| Meerdere letsels | 0 | 1 | 1 |
| Totaal | 34 | 42 | 50 |
Toepassingsgebied: alle sites onder operationele controle van Solvay waarvan de Groep de veiligheidsprestaties beheert en bewaakt. Dit betreft 289 sites,waaronder productie-, Onderzoek en Innovatie, administratieve en gesloten sites, and dekt medewerkers van Solvay en aannemers die werken op deze sites.
40% van de letsels had betrekking op handen en vingers. In 2018 heeft Solvay maatregelen genomen om dergelijke letsels te voorkomen door best practices uit te wisselen en tijdens opleidingen dit onderwerp onder de aandacht te brengen. Als gevolg daarvan is het aantal letsels in 2018 met 20% gedaald vergeleken met de voorgaande twee jaar.
| 2019 | 2018 | 2017 | |
|---|---|---|---|
| Frequentie werkgerelateerde ziektes (korte/middellange latentie) | 0,54 | 0,33 | 0,28 |
Dit incidentiecijfer heeft betrekking op Solvay-werknemers (die actief zijn, met pensioen zijn of het bedrijf hebben verlaten) en houdt rekening met alle erkende beroepsziekten (niet alleen beroepsziekten van korte/middellange duur die in de voorgaande jaren zijn gerapporteerd). Om te komen tot de beroepsziekte-incidentie (zoals gedefinieerd door de OSHA), die wordt uitgedrukt per 200.000 gewerkte uren, moeten de cijfers worden gedeeld door 5.
De beroepsziekte-incidentie nam in 2019 toe als gevolg van de stijging van het aantal erkenningen van asbestgerelateerde goedaardige ziekten in Frankrijk en het aantal erkenningen van musculoskeletale aandoeningen en huidziekten in de VS.
| 2019 | 2018 | 2017 | |
|---|---|---|---|
| Gehoorproblemen | 3 | 3 | 3 |
| Musculoskeletale aandoening | 10 | 5 | 2 |
| Andere niet-kankerverwekkende aandoeningen | 9 | 4 | 4 |
| Asbest gerelateerde aandoening & kanker | 39 | 25 | 18 |
| Andere kankers | 4 | 8 | 4 |
| Niet specifiek./Onbekend | 1 | 1 | 1 |
| Totaal | 66 | 46 | 32 |
Registreerbare beroepsziekten in alle sites die onder Solvay's operationele controle staan en waarvoor de Groep de veiligheids- en gezondheidsprestaties van zijn werknemers beheert en opvolgt, met inbegrip van de productie, Onderzoek en Innovatie, de administratieve en gesloten sites. Het gaat om 219 sites. De cijfers zijn geconsolideerd op 31 december 2019. Ze verschillen van die welke vorig jaar werden gepubliceerd, omdat ze nu ook de gevallen van arbeidsgerelateerde registreerbare ziekten omvatten in overeenstemming met de GRI 403-vereisten (v.2018), wat betekent dat ze gerapporteerd zijn volgens de lokale regelgeving.
Het aantal registreerbare beroepsziekten nam in 2019 toe als gevolg van de stijging van het aantal meldingen van asbestgerelateerde ziekten en kankers in Frankrijk en het aantal meldingen van musculoskeletale aandoeningen en huidziekten in de EMEA-regio en de VS.
Een vestiging wordt beschouwd als een vestiging die geavanceerd, op risico gebaseerd medisch toezicht uitoefent indien aan ELK van de volgende criteria is voldaan:
| In % | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Productie- en Onderzoek en Innovatie-locaties met vooruitstrevend medisch toezicht | 50 | 37 |
Toepassingsgebied: alle sites onder operationele controle van Solvay en waarvoor de Groep potentiële gezondheidsrisico's heeft geïdentificeerd. Voor 2019 betreft dit 70 van de 139 productie- en onderzoeks en innovatie sites
35 vestigingen voeren momenteel menselijke biomonitoring van blootstellingen uit voor XX verschillende chemische stoffen (stoffen/ groep stoffen).
Bij menselijke biomonitoring van blootstellingen wordt de concentratie van een stof of de metabolieten daarvan in lichaamsvloeistoffen (zoals urine of bloed) gemeten. Menselijke biomonitoring van blootstellingen kan worden gebruikt om de blootstelling aan specifieke chemicaliën te bepalen. In tegenstelling tot monitoring waarbij de atmosferische aanwezigheid van bepaalde verontreinigingen op de werkplek wordt gemeten, wordt bij menselijke biomonitoring gemeten wat er daadwerkelijk door het lichaam is opgenomen via de verschillende blootstellingsroutes (inademing, huidpenetratie enz.) en onder welke omstandigheden (fysieke inspanning enz.). Met menselijke biomonitoring van blootstelling kan gecontroleerd worden of beschermingsmaatregelen effectief zijn. Het is vooral nuttig bij stoffen die door de huid dringen, systemische gevolgen hebben of zich in het lichaam ophopen.
| Aantal sites | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Sites die de menselijke biomonitoring van blootstellingen uitvoeren | 35 | 35 | 35 |
| Sites met ten minste één resultaat boven de biologische grenswaarde (BLV) | 3 | 4 | 3 |
Voor vestigingen waar de resultaten boven de biologische grenswaarden lagen, zijn actieplannen opgesteld om de blootstellingsniveaus te verlagen.
Er is vooruitgang geboekt met 'Creating Safety', een innovatieve aanpak die in 2017 werd geïntroduceerd bij het topmanagement. 25 vestigingen hebben nu een 'Safety Climate' of een vergelijkbare beoordeling uitgevoerd om inzicht te krijgen in de status van de veiligheidscultuur. Werknemers en aannemers worden nog steeds opgeleid op het gebied van risicobewustzijn en safety leadership.
Verschillende leiderschapsteams bij GBU's en Functies hebben opleidingssessies gehouden met verschillende erkende consultants. Dergelijke sessies helpen een gezamenlijke beeld te ontwikkelen over wat het bedrijf wil bereiken op het gebied van veiligheid, wat verder gaat dan alleen maar het voorkomen van ongelukken.
Meer dan 75 procent van Solvays vestigingen maakt nu gebruik van SOCRATES, de nieuwe tool voor het beheer van de arbeidshygiëne in de hele Groep. De tool ondersteunt op efficiënte wijze de beoordeling van blootstellingen en stelt duidelijke risicobeheerprioriteiten. Samen met een verbeterde documentatie van blootstellingen zal SOCRATES de opvolging van de arbeidshygiëne en geavanceerd geïndividualiseerd medisch toezicht ondersteunen. Tegen eind 2021 moeten de GBU's SOCRATES volledig hebben geïmplementeerd in alle productie- en R&I-vestigingen.
De ontwikkeling van SOCRATES was een gezamenlijke inspanning met deelname van de gebruikers. Vandaag stelt SOCRATES een vestiging in staat om eenvoudig en consistent risicobeoordelingen uit te voeren en te documenteren voor alle werknemers die mogelijk worden blootgesteld aan factoren die van invloed zijn op de arbeidshygiëne, zoals chemische stoffen, lawaai, ergonomische aspecten en trillingen. Meldingen vanuit het systeem kunnen de verantwoordelijken informeren over risicobeheersmaatregelen. Een nuttige functie geeft werknemers of onderzoekers op de werkvloer toegang tot de tool en draagt bij tot de beoordeling van hun eigen werkplek.
SOCRATES maakt het gemakkelijker om iemands blootstelling aan gevaarlijke stoffen gedurende zijn hele beroepsleven te traceren. Het ondersteunt ook het geavanceerde medisch toezicht van werknemers zoals dat door de Groep wordt aangemoedigd. Het toezicht door medische teams is immers optimaal als het gebaseerd is op een goede kennis en documentatie van de werkomstandigheden, met name wat betreft de blootstelling aan chemische stoffen.
Solvay neemt initiatieven en ontwikkelt processen om de betrokkenheid en het welzijn van zijn werknemers te stimuleren en te beoordelen, waaronder persoonlijke ontwikkeling, beloning en erkenning, een inclusieve cultuur en een goede balans tussen werk en privé. Daarnaast wil de Groep de betrokkenheid verbeteren op basis van de vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen.
Het engagement van de werknemers heeft betrekking op de inzet, de passie en de loyaliteit die een werknemer heeft aangaande zijn/haar werk en het bedrijf. De Groep is van mening dat betrokkenheid de prestaties verbetert vanwege hogere productiviteit en behoud van personeel. Vijf factoren zijn van invloed op het engagement van de werknemers: trots, kwaliteit van de werkomgeving, algehele tevredenheid, motivatie en gehechtheid aan het bedrijf. Solvay is ook van mening dat betrokkenheid wordt bevorderd door eerlijke praktijken en welzijn op het werk.
Het engagement van de werknemers wordt gemeten aan de hand van een wereldwijd jaarlijks onderzoek onder de werknemers van Solvay, waarbij niet alleen gekeken wordt naar de betrokkenheid maar ook naar de factoren die tot die betrokkenheid hebben bijgedragen. Hiermee kan de Groep de sterke punten vaststellen evenals de aspecten waar de werkomstandigheden en de ervaringen van de werknemers kunnen worden verbeterd. De onderzoeksresultaten worden beoordeeld vanuit verschillende toepassingsgebieden – op het niveau van de Groep, Global Business Unit, Functie en vestiging en voor elke teamleider met ten minste vijf respondenten in zijn/haar team. Binnen de gehele Groep laat dit een duidelijke verbintenis van leidinggevenden en managers zien om het engagement te vergroten en bij te dragen aan het welzijn van hun werknemers.
In 2019 besloot Solvay om werknemers te betrekken bij de enquête over het doel van de Groep. Dit jaar heeft Solvay geen werknemersenquête uitgevoerd. Om het doel van de Groep te bepalen, vond de grootste luisteroefening in de geschiedenis van Solvay plaats. Het ging om 288 luistersessies met 3.000 mensen, 75 uur aan individuele interviews, 13.000 ingevulde enquêtes, 25 leiderschapsdialogen en 50% van de reacties op enquêtes vanuit productievestigingen.
Solvay volgt de welzijnsdefinitie van de Internationale Arbeidsorganisatie en de Wereldgezondheidsorganisatie: welzijn op het werk is een holistisch concept dat betrekking heeft op alle aspecten van de kwaliteit van het beroepsleven die ervoor zorgen dat werknemers veilig, lichamelijk en geestelijk gezond, tevreden, betrokken en efficiënt zijn. Dit draagt bij aan een cultuur van erkenning en ondersteuning, een juiste balans tussen werk en privé, groei en ontwikkeling van de werknemers en goede communicatie en samenwerking.
Bij de lancering van Purpose heeft Solvay welzijn als een van zijn kernovertuigingen bestempeld, gericht op een gezonde organisatie.
De welzijnsindicator voor de werknemers van Solvay wordt gemeten aan de hand van het jaarlijkse onderzoek naar het engagement van de werknemers. Vier vragen in het werknemersonderzoek hadden betrekking op welzijn op het werk. In 2019 heeft Solvay geen 'Solvay Engagement Survey' (betrokkenheidsenquête) uitgevoerd omdat het een andere, gerelateerde enquête heeft uitgevoerd om de ideeën van werknemers te verzamelen: de zogenaamde 'Solvay Purpose'.
Binnen Solvay bestaat er sinds oktober 2016 een multidisciplinair comité voor welzijn op het werk: het Committee on Well-Being At Work (WBAW). Leden van het comité zijn bedrijfsartsen, psychologen en specialisten op het gebied van human resources, gezondheid, veiligheid, milieu en duurzame ontwikkeling die alle regio's vertegenwoordigen. Het doel van dit comité is het definiëren en bevorderen van een programma gericht op het verhogen van het welzijn op het werk.
Het WBAW-programma voor de periode 2017-2020 heeft vijf pijlers:
Er is in het Solvay Way-raamwerk, dat binnen Solvay wordt gebruikt voor de jaarlijkse zelfevaluatie en om verbeterplannen op te stellen, een heel onderdeel gewijd aan welzijn. In het jaarlijkse onderzoek over het engagement van de werknemers wordt ingegaan op de perceptie van werknemers wat het welzijn op het werk betreft. Dit stimuleert de vestigingen om lokale welzijnsprogramma's te ontwikkelen en het risico op stress te beoordelen. Welzijn is een van de managementaspecten die tijdens de jaarlijkse bezoeken met IndustriALL Global Union worden onderzocht.
In 2019 beoordeelden 140 vestigingen hun prestaties bij het implementeren van de verplichte 'welzijn op het werk'-praktijk: 81 van hen bereikten het niveau waarop de risico-evaluatie van de stressoorzaken werd uitgevoerd, een actieplan werd besproken en uitgevoerd, en een opleiding over welzijn op het werk werd gegeven aan managers.
Het burn-outobservatorium stelt ons in staat de belangrijkste risicofactoren te identificeren om preventieve maatregelen vast te stellen. Tot nu toe houden de belangrijkste geïdentificeerde risicofactoren verband met de werklast, de kwaliteit van het management (erkenning, ondersteuning) en organisatorische veranderingen.
Sinds 2016 wordt het burn-outobservatorium geleidelijk uitgerold via het medische netwerk in de EMEA-regio (België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Portugal), Noord-Amerika (Mexico, enkele vestigingen in de VS), Latijns-Amerika (Brazilië, Chili) en de APAC-regio (China, India).
Tot dusver omvat het 77 vestigingen en 18.078 werknemers.
In juni 2019 publiceerden we een e-learningsessie over WBAW, beschikbaar voor alle werknemers in 15 talen, om te komen tot een uniform begrip en om richtlijnen te geven. 2.973 werknemers hebben de e-learningsessie gevolgd. Het volgen van deze sessie zal in 2020 verder worden aangemoedigd.
In 2019 was China (met 2.600 werknemers) zeer actief op het gebied van (i) opleidingen over WBAW voor managers (10 sessies) en werknemers, (ii) stressbeoordelingen gevolgd door acties op teamniveau, (iii) het opbouwen van een 'Local support on WBAW' netwerk (alle Chinese vestigingen) en (iv) het implementeren van een burn-outobservatorium (alle Chinese vestigingen).

* Als gevolg van de collectieve arbeidsovereenkomst Solvay Care met
eenkomst*
personeelsvertegenwoordigers wereldwijd, het Solvay Global Forum, waar alle werknemers onder vallen.
Een vertrouwelijke en constructieve relatie met de werknemers en hun vertegenwoordigers vormt volgens Solvay de basis voor eerlijke praktijken op het werk. Deze relatie is gebouwd op de verbintenis van de Groep om de fundamentele mensenrechten van de werknemers te respecteren en hun sociale rechten te garanderen.
De arbeidsverhoudingen worden op vier niveaus beheerd: vestiging, land, Europa en Groep.
In 2015 heeft Solvay het Solvay Global Forum opgericht, een personeelsvertegenwoordigend overleg met acht vertegenwoordigers van werknemers uit de acht belangrijkste landen waar Solvay actief is (Verenigde Staten, Frankrijk, China, Brazilië, Duitsland, Italië, India en Zuid-Korea). Dit Forum vergadert één keer per jaar gedurende één week in Brussel met het Uitvoerend Comité. Elk kwartaal vindt er een videoconferentie plaats waarin het Solvay Global Forum en het topmanagement van de Groep de kwartaalresultaten van de Groep bespreken en elkaar informeren over de belangrijkste nieuwe projecten.
De belangrijkste onderwerpen die in 2019 werden besproken, waren de jaarlijkse onderhandelingen over het Global Performance Sharingplan. Op basis van dit plan heeft elke werknemer van de Groep recht op een aandeel in de EBITDA van de Groep. Hierbij worden ook duurzaamheidscriteria meegenomen (voortgang in de jaarlijkse Solvay Way-zelfevaluatie).
Solvay en zijn Europese Ondernemingsraad (EOR) voeren al meer dan 20 jaar een permanente dialoog. In 2019 kwam de EOR twee keer in een plenaire zitting bijeen. De commissie Sustainable Development van de EOR kwam twee keer bijeen en het secretariaat van de EOR vergaderde 11 keer met de directie van de Groep. Deze vertegenwoordigingsorganen zijn daarmee echt betrokken bij de ontwikkeling van Solvay. Onderwerpen die bijzondere aandacht kregen waren: fusies en overnames (met name de desinvestering van de polyamideactiviteiten); reorganisatiegerelateerde kwesties, inclusief het vereenvoudigingsplan; ontwikkelingen in de tewerkstelling en de werkomstandigheden binnen de Groep, en zaken die verband houden met strategie en duurzame ontwikkeling, zoals de nieuwe strategie die in november werd gelanceerd, een diepgaandere dialoog over de herziening van de nieuwe gedragscode voor integer zakendoen, en de nieuwe doelgerichtheid. Er is een overeenkomst ondertekend om te anticiperen op de brexit en de vertegenwoordiging van het VK binnen de Europese ondernemingsraad te handhaven.
De belangrijkste onderwerpen die in 2019 met de Commissie Duurzame Ontwikkeling van de Europese Ondernemingsraad werden besproken, zijn onder meer onderwerpen die verband houden met duurzame ontwikkeling, het gezondheids- en veiligheidsplan en digitale-transformatieprojecten.
Op 17 december 2013 ondertekende Solvay namens de hele Groep een Corporate Social and Environmental Agreement met IndustriALL Global Union. De overeenkomst is gebaseerd op de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie en de uitgangspunten van de Global Compact van de Verenigde Naties. Dit geeft concrete invulling aan de wens van Solvay om ervoor te zorgen dat de fundamentele arbeidsrechten en de maatschappelijke normen van de Groep op het vlak van gezondheid, veiligheid en milieubescherming in al haar vestigingen worden nageleefd.
In februari 2017 zette Solvay een nieuwe stap in de samenwerking door de Global Framework Agreement met IndustriALL Global Union te vernieuwen en deze aan te vullen met nieuwe sociale projecten, zoals maatschappelijke projecten en de bescherming van geestelijke gezondheid op de werkplek.
Elk jaar komen vertegenwoordigers van IndustriALL Global Union en werknemers van Solvay bijeen om de naleving te controleren, waarbij op twee verschillende sites twee evaluatiemissies plaatsvinden. De ene missie meet het resultaat van het veiligheidsbeleid van Solvay. De tweede missie beoordeelt de uitvoering van de overeenkomst, waarin met name de volgende gezondheids- en veiligheidsaspecten aan de orde komen:
In 2019 vonden twee evaluatiemissies plaats in Mexico en India. In India heeft het bezoek de mogelijkheid gecreëerd om op nationaal niveau een platform voor dialoog op te bouwen tussen het management en werknemersvertegenwoordigers. IndustriALL Global Union besteedde vooral aandacht aan de veiligheidsprocedures voor werknemers en de mogelijke grenzen daaraan.
Om ervoor te zorgen dat alle werknemers de IndustriALL Global Union-overeenkomst naleven, is deze als werknemerspraktijk geïntegreerd in het Solvay Way-kader. In 2019 presenteerde en verklaarde meer dan 99% van de sites alle werknemers de IndustriALL-overeenkomst.
In februari 2017 ondertekende Solvay een wereldwijd akkoord over minimale welzijns- en gezondheidsbescherming voor alle werknemers van de Solvay-groep over de hele wereld.
Solvay Cares werd in 2019 binnen het hele bedrijf toegepast en wil vier belangrijke personeelsvoorzieningen bieden:
Tegen 1 april 2019 bood Solvay Cares wereldwijd het overeengekomen minimumniveau aan personeelsvoorzieningen. De wettelijke personeelsvoorzieningen worden beschouwd als onderdeel van de voorzieningen van Solvay Cares. Dit verklaart waarom de personeelsvoorzieningen die in de verschillende landen worden geboden, kunnen verschillen en kunnen afwijken van de minimale personeelsvoorzieningen.
De hieronder genoemde landen bevonden zich reeds op of boven het minimumniveau aan personeelsvoorzieningen en vereisten geen enkele actie: Brazilië, Canada, Chili, Hongkong, Taiwan, Nieuw-Zeeland, Vietnam en andere landen met een kleiner personeelsbestand.
De onderstaande landen hadden alleen een upgrade van hun ouderschapsuitkeringen nodig: Colombia, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Argentinië en andere landen met een kleiner personeelsbestand.
In een aantal collectieve arbeidsovereenkomsten wordt een specifieke kennisgevingstermijn aangegeven voor overleg en onderhandeling. In de wereldwijde raamovereenkomst ondertekend tussen Solvay en IndustriALL Global Union is opgenomen dat alle werknemers en vakbonden (waar van toepassing) van tevoren geïnformeerd worden over eventuele reorganisatieplannen. In een aantal arbeidsovereenkomsten kunnen een kennisgevingstermijn en bepalingen over overleg en onderhandeling vereist zijn.
In de meeste vestigingen van Solvay wereldwijd zijn vakbonden actief. Het vakbondslidmaatschap wordt geschat op 20% in Europa, 25% in Zuid-Amerika, 30% in Noord-Amerika en 70% in Azië.

* Toepassingsgebied: in lijn met financiële verslaggeving.
Solvay definieert diversiteit als alle manieren waarop personen van elkaar kunnen verschillen, zichtbaar of onzichtbaar. Diversiteit omvat meer dan geslacht, nationaliteit, leeftijd, mindervalide, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Het heeft ook betrekking op iemands mening, geloof, opleiding en achtergrond. In een zakelijke omgeving komt daar ook nog eens de bedrijfscultuur bij.
Solvay zet zich in voor gelijke kansen en stimuleert diversiteit en inclusie op elk niveau in de organisatie. Deze verbintenis is gebaseerd op de uitgangspunten van Solvay voor ethisch gedrag, respect voor mensen, klantgerichtheid, empowerment en samenwerking.
Diversiteit en inclusie worden tot op het hoogste niveau in de organisatie, de Raad van Bestuur, het Uitvoerend Comité en het Leadership Council, aangemoedigd. Elk managementteam van de Global Business Units en Functies heeft de verantwoordelijkheid om dit in praktijk te brengen. In lijn met de bedrijfsdoelstellingen en culturele context, stellen de bedrijfs-, regionale en lokale leidinggevenden specifieke en relevante doelen binnen het diversiteits- en inclusieraamwerk van de Groep. Strategieën en actieplannen moeten lokaal worden gerealiseerd door de entiteit, de regio of het land in kwestie, rekening houdend met lokale wet- en regelgeving, gebruiken en prioriteiten.
Inclusie betekent dat verschillen worden gewaardeerd en gerespecteerd, dat de unieke bijdrage van vele verschillende soorten mensen wordt onderkend en dat een werkklimaat wordt gecreëerd waarin de kwaliteiten van iedereen optimaal worden benut. De Groep beschouwt deze aanpak als een manier om de prestaties van het bedrijf als werkgever te verbeteren. Deze aanpak zal de totale prestaties van het personeel uiteindelijk verbeteren en daarom heeft de onderneming diversiteit en inclusie tot een van de prestatiepijlers en groeimotoren gemaakt.
Op Groepsniveau krijgen vier aandachtsgebieden wat diversiteit betreft specifieke aandacht en toezicht om consistente verbetering binnen de organisatie te waarborgen:
De Raad van Bestuur vervult de taken die haar door artikel 518 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen zijn toebedeeld.

Sinds 2017 zijn de acties van Solvay gericht op:
Een herziening van de Human Resources-processen was vooral gericht op het aantrekken van talent door begeleiding te bieden bij het vinden en selecteren van kandidaten.
Trainings- en ontwikkelingsprogramma's richtten zich op initiatieven om het bewustzijn te bevorderen over inclusief gedrag, en gerichte ontwikkelingsprogramma's voor bijvoorbeeld vrouwelijke leidinggevenden en Aziatische talenten.
We stimuleren ook landspecifieke acties die zijn opgezet als antwoord op de lokale context, dankzij het Solvay Way-netwerk en best practices.
2020
van de posities in het topmanagement ingevuld door vrouwen
| Percentage van totaal aantal medewerkers | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Vrouwen in hoger kader | 14% | 15% |
| Vrouwen in middenkader | 26% | 25% |
| Vrouwen in lager kader | 33% | 33% |
| Vrouwen niet in leidinggevende functie | 20% | 20% |
| Totaal | 23% | 23% |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
| Percentage van totaal aantal medewerkers | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Hoger kader | 369 | 401 |
| Percentage onder 30 jaar | 0% | 0% |
| Percentage tussen 30 en 49 jaar | 29% | 28% |
| Percentage 50 jaar en ouder | 71% | 72% |
| Middenkader | 2.895 | 2.915 |
| Percentage onder 30 jaar | 0% | 0% |
| Percentage tussen 30 en 49 jaar | 49% | 49% |
| Percentage 50 jaar en ouder | 51% | 51% |
| Lager kader | 5.246 | 5.213 |
| Percentage onder 30 jaar | 10% | 10% |
| Percentage tussen 30 en 49 jaar | 64% | 64% |
| Percentage 50 jaar en ouder | 26% | 26% |
| Geen leidinggevende functie | 15.645 | 15.972 |
| Percentage onder 30 jaar | 14% | 14% |
| Percentage tussen 30 en 49 jaar | 55% | 55% |
| Percentage 50 jaar en ouder | 32% | 31% |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| Onder 30 jaar | 2.649 | 2.800 |
| Tussen 30 en 49 jaar | 13.422 | 13.605 |
| 50 jaar en ouder | 8.084 | 8.096 |
| Totaal aantal medewerkers | 24.155 | 24.501 |
Toepassingsgebied: In lijn met financiële verslaggeving.
Volgens bovenstaande tabel is de verdeling naar leeftijd momenteel als volgt:
Solvay staat op de negende plaats van de meer dan 10.000 Europese bedrijven in de inaugurele ranglijst 'Diversity Leaders' van de Financial Times.
De lokale implementatie van het beleid van de groep, dankzij het Solvay Way-netwerk, werd in 2019 in 140 vestigingen beoordeeld: 71 bereikten het niveau waarop een actieplan ter bevordering van inclusie en diversiteit is gedefinieerd, goedgekeurd door hun GBU en meegedeeld aan hun werknemers.
Meer dan 200 managers uit alle regio's kregen dit jaar een opleiding over de zes vormen van inclusief leiderschapsgedrag: luisteren om te begrijpen, op zoek gaan naar meerdere gezichtspunten, feedback geven en ontvangen, inclusie verbeteren, processen en beleid vaststellen die vertrouwen en respect bevorderen, en zelfbewustzijn cultiveren.
In 2019 vond ons belangrijkste Internationale Management Seminar (IMS) plaats: een zes maanden durende studiereis voor 60 uitgekozen jonge talenten uit alle regio's en entiteiten van de groep. Dit programma leidt tot inclusie en inclusief gedrag. De 'IMS-gemeenschap' is een actieve groep van 250 managers die aan het programma hebben deelgenomen sinds de start ervan.
'WomenLeaders@Solvay', een groep van meer dan 100 kaderleden over de hele wereld, heeft gewerkt aan 'Hoe de diversiteit bij Solvay bevorderen'. De groep wordt gesponsord door de vrouwelijke topmanagers van Solvay. Zij bestudeert drie specifieke thema's en wil deze meer in de praktijk brengen.
Mentorprogramma's worden afgestemd op vrouwelijke talenten in sommige van onze GBU's. Zo heeft de GBU Soda Ash & Derivatives dit jaar een driejarig programma gelanceerd.
Ondersteuning van personen en werknemers met een handicap is essentieel bij Solvay. Zo was Frankrijk dit jaar zeer actief door het sociaal akkoord ten gunste van mindervalide werknemers te vernieuwen voor de periode 2019-2022 met sterkere verbintenissen ten aanzien van de 280 mindervalide werknemers bij Solvay Frankrijk (bijna 7 van de Franse werknemers). Solvay Frankrijk heeft ook het volgende gepromoot:
93 van de mindervalide werknemers van Solvay Frankrijk beveelt aan om als mindervalide voor Solvay te werken.
In dit hoofdstuk over maatschappelijk kapitaal wordt ingegaan op de functie van Solvay binnen de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de verwachting over wat Solvay zal bijdragen aan de samenleving in ruil voor zijn maatschappelijk bestaansrecht. Er wordt ingegaan op de relatie met belangrijke externe belanghebbenden, zoals klanten, lokale gemeenschappen, het publiek en de overheid.

De Net Promoter Score is een indicator die gebruikt wordt om voor elke Global Business Unit de klantloyaliteit te meten. Deze standaard is ontwikkeld door (en is een geregistreerd handelsmerk van) Fred Reichfeld, Bain & Company en Satmetrix. De GBU-scores worden op Groepsniveau geconsolideerd door middel van een naar opbrengsten gewogen gemiddelde.
De Net Promoter Score wordt berekend op basis van de antwoorden van klanten op één enkele vraag: Hoe waarschijnlijk is het dat u ons bedrijf zult aanbevelen bij een vriend of collega? De antwoorden kunnen variëren van 0 tot 10. Wie een 9 of een 10 geeft, wordt een Promoter genoemd en vertoont waarschijnlijk waardecreërend gedrag, resulterend in positieve aanbevelingen naar andere potentiële klanten. Wie een score van 0 tot en met 6 geeft, wordt een Detractor genoemd en heeft geen positief effect. Wie een 7 of 8 geeft, wordt bestempeld als een 'Passive'. De Net Promoter Score wordt berekend door het percentage Detractors af te trekken van het percentage Promoters.
Het Net Promoter System is de methode die Solvay gebruikt om de klantenbinding te versterken door een cultuur van klantenfeedback te bevorderen en door actieve luistervaardigheden te ontwikkelen bij elk contactmoment met de klant. Het doel is om verder te kijken dan 'alleen een score', maar een grondige transformatie binnen de Groep door te voeren naar een veel klantgerichtere cultuur.
Het Net Promoter System is gestructureerd rond twee pijlers, waarbij op zowel strategisch als operationeel niveau systematisch inzicht wordt verkregen. Het doel van de eerste, meer strategische pijler is om die gebieden te identificeren waar de Groep het echt beter doet dan de concurrentie en deze verder te versterken om de klantloyaliteit te bevorderen en de groei te versnellen.
De tweede, meer operationele pijler gaat in op hoe klanten naar ons productaanbod kijken vanuit een dagelijks perspectief. Deze belangrijke inzichten resulteren in duidelijke actieplannen – zowel per account als per bedrijfsonderdeel – die ons dichter bij de klant brengen en waarmee we de klant beter van dienst kunnen zijn met passende en efficiënte diensten.
Sinds 2014 voert elke Global Business Unit ten minste elke twee jaar een klanttevredenheidsonderzoek uit voor strategische afstemming met de trends in zijn bedrijfsomgeving. Het doel is om de juiste gebieden te bepalen waarop de Global Business Unit zich moet richten om zich op de markt te onderscheiden en de groei te versnellen.
De Net Promoter Score is geselecteerd als de belangrijkste indicator van klantenbinding voor de Groep. Deze score wordt gemeten op het niveau van de GBU, wordt geconsolideerd op het niveau van de Groep en wordt jaarlijks gepubliceerd.
In 2018 besloot Solvay om deze 'Voice of the Customer'-aanpak naar een hoger niveau te tillen door een nieuw initiatief (het 'Net Promoter System') te lanceren om de werkpraktijken van alle frontlinewerknemers in alle bedrijfsonderdelen en regio's te transformeren en de klantenfeedbackcultuur in ons DNA te verankeren.
De inzichten die van klanten worden verkregen, leiden systematisch tot actieplannen, waarbij we onze waardepropositie voortdurend aanpassen om hen beter van dienst te zijn en onze 'share of wallet' te vergroten.
De Net Promoter Score van de Groep steeg van 14% in 2014 tot 33% in 2019.
In 2019 heeft Solvay, voortbouwend op de ervaring die het in 2018 heeft opgedaan, het Net Promotor System verder ingevoerd in de hele Groep op basis van een veel bredere onderzoek die gebruikmakend van digitale tools ingebed in ons Customer Relationship Management (CRM).
In 2019 daalde de Net Promoter Score van de Groep tot 33% (2018: 42%), voornamelijk als gevolg van de verandering van de perimeter en het zeer moeilijke ondernemingsklimaat.
2019 moet worden beschouwd als een overgangsjaar waarin het nieuwe systeem in verschillende GBU's werd geïmplementeerd. 2020 wordt het nieuwe referentiejaar voor de toekomst, aangezien het nieuwe Net Promoter System dan in alle GBU's volledig zal zijn ingevoerd.
| In % | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Net Promoter Score (NPS) van Solvay | 33 | 42 | 36 |
Legende: Net Promotor Score is een klantloyaliteitsmetriek ontwikkeld door (en geregistreerd handelsmerk van) Fred Reichheld, Bain & Company, en Satmetrix.
Waardecreatie is een gezamenlijke inspanning, zowel binnen het bedrijf als tussen het bedrijf en zijn stakeholders. De Groep wil haar verbintenis met de samenleving versterken door de betrokkenheid van werknemers bij maatschappelijke projecten te ondersteunen en de expertise van Solvay in te zetten in de regio's waar de Groep actief is. In deze paragraaf wordt informatie verschaft over de indirecte economische invloed van Solvay.

Een lokale maatschappelijke actie is bijvoorbeeld op de site ontwikkeld vrijwilligerswerk in samenwerking met geassocieerde deelnemingen, overheidsinitiatieven, of ngo's met als doel de sociale omstandigheden te verbeteren of een bijdrage te leveren aan de lokale gemeenschappen. Het moet betrekking hebben op een van de volgende vier door Solvay gedefinieerde domeinen:
Elke vestiging wordt uitgenodigd om gezamenlijk een lokaal maatschappelijk actieplan op te stellen op basis van de Solvay Way-uitgangspunten en de behoeftes van de omringende gemeenschappen. De vestigingen krijgen richtlijnen op basis waarvan ze worden uitgenodigd een werkgroep samen te stellen die de plannen van de vestiging jaarlijks bijwerkt om voortdurend verbeteringen te kunnen doorvoeren.
€ 3,609 miljoen
Schenkingen, sponsoring en eigen projecten Solvay-groep
De prioritaire doelstelling van Solvay:
2025
van de werknemers zet zich maatschappelijk in
| In % van het totale aantal medewerkers | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Medewerkers die zich plaatselijk maatschappelijk inzetten | 47 | 33 | 33 |
Aantal medewerkers dat in 2019 deelnam aan ten minste één maatschappelijke activiteit (ook wanneer zij op 31 december 2019 niet langer in dienst waren) gedeeld door het aantal medewerkers op 31 december 2019.
Van 17 tot en met 27 september organiseerde Solvay ter gelegenheid van internationale klimaatstakingen en de VN-top over klimaatactie zijn eerste World Citizen Day voor milieubehoud.
Solvay-vestigingen over de hele wereld hebben hun eigen Citizen Day-initiatieven georganiseerd, die elke werknemer en zijn gezin de mogelijkheid bieden om binnen hun gemeenschap milieuacties te ondernemen. De officiële activiteiten varieerden van het planten van bomen in India en Bulgarije tot schoonmaakcampagnes in China en Thailand, educatieve sessies over zonne-energie en waterbesparing in Brazilië en de Verenigde Staten, en inspanningen om het gebruik van plastic en papier in Europa en Azië te verminderen.
Tijdens het twee weken durende evenement namen 169 vestigingen deel, die samen meer dan 94% van de werknemers van de Groep over de hele wereld vertegenwoordigen. De Citizen Day heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de duurzaamheidsdoelstellingen van Solvay, waaronder een verdubbeling van het aantal werknemers die betrokken zijn bij lokale maatschappelijke acties, tegen 2025.
Voortaan trekken we elk jaar één dag uit om de impact te vieren die groepen werknemers kunnen hebben op de wereld als ze allemaal samenkomen als 'Citizens of Solvay'.
Managementbenadering

Solvay wil zijn liefdadigheidsinspanningen laten aansluiten bij zijn expertise en steunt doelen waar zijn producten en diensten van toegevoegde waarde kunnen zijn.
In 1923 richtte Solvay het Fonds Ernest Solvay op ter ere van de oprichter van het bedrijf, die het jaar daarvoor overleed. Vandaag lopen de meeste liefdadigheidsacties van Solvay via het Fonds Ernest Solvay, beheerd door de onafhankelijke Koning Boudewijnstichting.
Solvay concentreert zijn financiële en liefdadigheidsinspanningen op Groepsniveau op het bevorderen van wetenschap, onderwijs en de inzetbaarheid van jongeren, en in sommige omstandigheden op het ondersteunen van humanitaire initiatieven als reactie op rampen en/ of situaties waar onze producten of diensten bijzonder waardevol zijn.

De missie van de Solvay Instituten, opgericht in 1912 door Ernest Solvay, is door nieuwsgierigheid gedreven onderzoek in de chemie, fysica en aanverwante domeinen te steunen en te stimuleren om 'het inzicht in natuurverschijnselen te vergroten en te verdiepen'.
De centrale activiteit van de Instituten is het periodiek organiseren van de befaamde Solvay-conferenties over fysica en chemie ('Conseils de Physique Solvay' en 'Conseils de Chimie Solvay'). Ter aanvulling op deze steun voor fundamentele wetenschap organiseert de Groep open workshops over specifieke onderwerpen, internationale leerstoelen, colloquia en een internationale doctoraatsschool.
Naast deze activiteiten willen de Solvay Instituten de populariteit van wetenschap bevorderen door jaarlijks de Solvay Public Lectures te organiseren, gewijd aan de grootste wetenschappelijke uitdagingen van dit moment.
Het project XperiLAB.be werd gelanceerd om jongeren bewust te maken van wetenschap. Om dat te bereiken, gaat er niets boven een persoonlijke, praktijkgerichte aanpak. Doen is begrijpen! XperiLAB.be is ook een gelegenheid om leerlingen en onderwijzend personeel de tools te geven die ze vaak missen in de klas. Het is ontworpen voor kinderen in de laatste twee jaar van de lagere school en de eerste twee jaar van de middelbare school. Jaarlijks wonen ongeveer 10 000 leerlingen sessies bij in het XperiLab.
In januari 2018 tekenden Solvay en de Ellen MacArthur Foundation een driejarige Global Partner-overeenkomst, waardoor de Groep de gelegenheid krijgt om de overgang naar een circulaire economie in de chemiesector te versnellen.
Solvay heeft zich aangesloten bij de World Alliance for Efficient Solutions, die door Bertrand Piccard (de oprichter van Solar Impulse) is opgericht om efficiënte technologieën, processen en systemen te bevorderen die de kwaliteit van het leven op aarde verbeteren. Onder de leden van de Alliance bevinden zich start-ups, bedrijven, instellingen en organisaties.
De World Alliance for Efficient Solutions brengt de belangrijkste actoren samen die betrokken zijn bij de ontwikkeling, financiering of promotie van producten, diensten, processen en technologieën die het milieu op een rendabele manier beschermen. Daartoe beoordelen zij de door hun leden voorgelegde oplossingen, met de hulp van onafhankelijke technisch en financieel experts, en selecteren zij 1 000 van de meest veelbelovende oplossingen. Deze worden als 'Efficient Solutions' aangemerkt en aan regeringen, bedrijven en instellingen gepresenteerd om hen ertoe aan te zetten ambitieuzere milieudoelstellingen en een ambitieuzer energiebeleid vast te stellen.
In 2019 werden 7 Solvay-producten door de Alliantie als 'Solutions' gelabeld:
Sustainable Guar Initiative, of onze manier van inclusief zakendoen

Solvay is 's werelds grootste producent van guarderivaten. Sinds 2015 loopt Solvay voorop met een grootschalig ontwikkelingsinitiatief om de guarteelt te verduurzamen en het inkomen van de producerende boeren te verbeteren. Guar is een droogteresistent gewas dat in een halfdroog klimaat groeit, voornamelijk in India. Rajasthan neemt ongeveer 70% van de productie in het land voor zijn rekening.
In samenwerking met L'Oréal en Henkel, twee strategische klanten op het gebied van persoonlijke verzorging, en met de steun van de ngo TechnoServo, zijn in vier jaar meer dan 7 000 boeren in Bikaner opgeleid en zijn in 36 dorpen meer dan 971 moestuinen aangelegd.
De belangrijkste doelstelling van dit initiatief is om duurzame en klimaatvriendelijke landbouw te stimuleren, en tegelijkertijd de opbrengst van de boeren te vergroten door voor de guarteelt goede methoden voor zaadselectie en -behandeling, zaaimethodes en onkruidbestrijding te gebruiken.
Dit initiatief ondersteunt ook vrouwen door middel van specifieke training op het gebied van hygiëne, gezondheid en voeding.
Ten slotte richt het initiatief zich op boslandbouw, waarbij meer dan 60.000 bomen zijn geplant om zandverschuiving en bodemerosie tegen te gaan. De uitkomst is dat guartelers beter in hun levensonderhoud kunnen voorzien, wereldwijde kopers een betere kwaliteit van guar kunnen verkrijgen en de markt profiteert van een betere leveringszekerheid.
Dit hoofdstuk gaat in op de naleving van regelgeving, risicobeheer, veiligheidsbeheer, belangenverstrengeling, concurrentiebelemmerend gedrag, corruptie, omkoping en het risico dat het bedrijf betrokken raakt bij de schending van mensenrechten.
Het beheer van het juridisch, ethisch en regelgevend raamwerk heeft betrekking op bedrijfsethiek – mensenrechten, geen corruptie of discriminatie – en concurrentiebelemmerend gedrag.
Solvays Gedragscode voor integer zakendoen en de beleidsmaatregelen en procedures goedgekeurd om het deugdelijk bestuur te verbeteren, gelden voor alle werknemers, waar ook ter wereld zij zich bevinden. Daarnaast:
In onze Gedragscode voor integer zakendoen staat duidelijk dat elke vorm van omkoping verboden is. Solvay en zijn werknemers maken geen gebruik van schenkingen of uitnodigingen om een concurrentievoordeel te behalen. Het betalen van steekpenningen is niet toegestaan door Solvay. Ook het onderhands verstrekken van schenkingen of uitnodigingen als liefdadige donatie wordt beschouwd als een schending van de Gedragscode voor integer zakendoen. De Code is aangevuld met een meer gedetailleerd beleid op het gebied van geschenken, uitnodigingen en afpersing. Solvay is lid van Transparancy International Belgium.
De Groep past intern een volgsysteem toe om schenkingen en uitnodigingen te registreren die een voor elke regio toepasselijk waarde overschrijden. Voor het accepteren of verstrekken van dergelijke schenkingen is de toestemming van de leidinggevende nodig. Het gebruik van GETS (Gift & Entertainment Tracking System) is onderdeel van de interne controleprocedure binnen Solvay.
Mensenrechten in Bedrijfsbeleid, gepubliceerd op de Website van Solvay, geeft de verbintenis van Solvay weer wat mensenrechten betreft en hoe met zorg gehandeld wordt om schending van mensenrechten of een negatieve invloed daarvan te voorkomen. Het beleid benadrukt de verbintenis van Solvay tegenover de belanghebbenden (werknemers, zakelijke partners, de gemeenschappen en de omgeving, alsmede kinderen).
Solvay kent een Global Human Rights Committee dat de implementatie van beleid en naleving daarvan overziet en bewaakt dat gemaakte afspraken worden nagekomen. De hoofden van de volgende Solvay Business Service-activiteiten en/of hun plaatsvervangers zijn lid van het Global Human Rights Committee: Legal and Compliance, Human Resources, Inkoop & Bevoorrading, Industrial, Interne Controle en Risicobeheer, en Sustainable Development. Het GHRC wordt voorgezeten door de Juridisch Directeur van de Groep, tevens hoofd Legal and Compliance. Leden van de Global Business Units en overige zakelijke dienstverlening van Solvay zullen, indien nodig, op ad-hoc basis bijdragen aan het werk van het GHRC.
Het GHRC maakt jaarlijks, voorafgaand aan de publicatie van het jaarverslag van de Groep, een schriftelijke samenvatting van zijn activiteiten (inclusief KPI-resultaten) op voor het Uitvoerend Comité en bekrachtigt tevens de rapportage over de mensenrechten in samenhang met het jaarverslag. De voorzitter van het GHRC kan worden gevraagd om, indien dat nodig wordt geacht, een jaarverslag te verstrekken aan de auditcommissie.
Solvay neemt ook deel aan een pilot van de Belgische commissie voor de Rechten van het Kind en Gedragsregels.
Het doel van Solvay is om op een ethische manier zaken te doen en geen handelsovereenkomsten te sluiten die de concurrentie verstoren. Solvay wil een dusdanige cultuur binnen het bedrijf ontwikkelen waarin Solvay en zijn werknemers zich te allen tijde houden aan de wet- en regelgeving. Solvay kent een formeel beleid op het gebied van mededingingsrecht dat strikte naleving van alle mededingingswet- en regelgeving benadrukt. Dit formele beleid Mededingingsrecht is goedgekeurd door het Uitvoerend Comité van Solvay en gepubliceerd op het intranet, waar alle werknemers van Solvay toegang toe hebben. Eventuele schending van dit beleid kan resulteren in disciplinaire maatregelen, conform de toepasselijke wet- en regelgeving.
Een compliance-organisatie onder leiding van de Chief People Officer wil de groepsbrede cultuur van ethisch en correct handelen versterken.
in de vier regio's waar de Groep actief is, zijn regionale Compliance Officers aangesteld. Elke Global Business Unit en Functie van Solvay benoemt een Compliance Liaison om de naleving van de compliancedoelstellingen te verbeteren en te zorgen dat de betrokkenheid binnen Solvay op het gebied van compliance toeneemt.
Wat mededingingsrecht betreft, heeft Solvay binnen de functie Juridische zaken middelen toegewezen voor de implementatie van de mededingingsrichtlijnen. Het is hun verantwoordelijkheid om juridisch advies en richtlijnen te verstrekken en periodiek te communiceren en opleidingen te geven over mededingingsrecht-gerelateerde onderwerpen.
Solvay heeft mededingingsrichtlijnen ingesteld die een nultolerantiebeleid bevorderden wat schendingen van het mededingingsrecht betreft. Als onderdeel van mededingingsrichtlijnen verstrekt Solvay via het internet een mededingingstoolkit met actuele richtlijnen over specifieke aspecten van het mededingingsrecht, waaronder omgang met de concurrentie, informatie-uitwisseling over fusies en overnames, swaps, koersinformatie, verticale betrekkingen, enz.
Om het risico op kartelvorming zo klein mogelijk te houden, heeft Solvay een computersysteem ingericht dat alle contacten van relevante werknemers met de concurrentie volgt aan de hand van een managementgoedkeuringsprocedure.
Werknemers worden aangemoedigd om via verschillende interne kanalen zoals het management, Personeelszaken, de functie Juridisch en Controle op Naleving en Interne Audit overtredingen of zorgen daarover te melden.
Er is een wereldwijd Speak Up-programma ingericht dat onder toezicht staat van de auditcommissie van de Raad van Bestuur. Een externe hulplijn is 24 uur per dag, 365 dagen per jaar beschikbaar. Hier kunnen werknemers vragen stellen, problemen melden of rapporten indienen.
Onderstaande grafiek laat zien welke soorten klachten er in 2019 via het Speak Up-programma zijn ingediend:
| Aantal klachten | 2019 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Wangedrag of ongepast gedrag | 48 | 30 | 26 |
| Discriminatie/intimidatie | 34 | 20 | 15 |
| Belangenverstrengeling | 14 | 10 | 7 |
| Computer, e-mail, internet | 1 | 3 | 1 |
| Wetgeving op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid | 5 | 2 | 6 |
| Boekhouding of auditing | 4 | 1 | 2 |
| Anti-omkoping | 0 | 0 | 2 |
| Vertrouwelijkheid/misbruik | 4 | 1 | 2 |
| Naleving internationale handelsrichtlijnen | 0 | 0 | 0 |
| Drugsgebruik | 3 | 1 | 1 |
| Diefstal | 3 | 4 | 3 |
| Geweld of bedreiging | 0 | 5 | 2 |
| Overige | 24 | 11 | 16 |
| Totaal | 140 | 88 | 83 |
Op basis van het Speak Up-programma worden eventuele schendingen onderzocht door de Ethiek en Compliance-functie. In lijn met de afspraken die zijn gemaakt op het gebied van transparantie, wordt het Speak Up-programma gebruikt om vooruitgang in het onderzoek te rapporteren en om de uitkomsten van het onderzoek direct te melden aan degenen die een klacht hebben ingediend. Er zijn posters en een online brochure beschikbaar voor werknemers waarop de internetadressen en gratis telefoonnummers vermeld staan waarmee werknemers in hun regio toegang kunnen krijgen tot het programma. De auditcommissie houdt toezicht op de werking van Speak-Up.
| 140 | 127 | 46 | 63 |
|---|---|---|---|
| Totaal aantal klachten | Aantal afgeronde klachten* |
Aantal gegronde klachten |
Aantal ongegronde klachten |
* Inclusief zaken waarbij er onvoldoende informatie was of die foutief verzonden of doorverwezen waren.
| Disciplinaire | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Opgeloste klachten | Geen actie | Beleidsherziening | Opleiding | maatregel | Beëindiging | Ontslag |
| Gegrond | 3 | 14 | 6 | 6 | 12 | 5 |
| Ongegrond | 49 | 8 | 3 | 1 | 1 | 1 |
Training over de Gedragscode voor integer zakendoen (live of via het internet) wordt georganiseerd om goed begrip te waarborgen en gedragsrisico's te voorkomen op bijvoorbeeld het gebied van antitrust, omkoping en corruptie en schending van mensenrechten. De specifieke anticorruptieopleiding is afgestemd op managers en andere werknemers in gevoelige functies (verkoop, inkoop, industriële ontwikkeling enz.). Jaarlijks worden er speciale campagnes opgezet en goedgekeurd om het bewustzijn binnen de Groep op peil te houden en/of te vergroten.
Solvay heeft een concreet actieplan opgesteld om de specifieke risico's die de Groep heeft geïdentificeerd op het gebied van de naleving van het mededingingsrecht te beperken. Dit plan wordt sinds 2003 uitgevoerd en wordt jaarlijks bijgewerkt. In 2019 had dit actieplan betrekking op
iii. extra een-op-eenopleidingssessies op maat voor 133 personen die een hoog risico lopen.
Via jaarlijkse interne audits wordt gecontroleerd of het bovengenoemde actieplan daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
De anti-omkopings- en anti-corruptieopleiding wordt nu om de twee jaar gegeven voor vooraf bepaalde gevoelige functies. Voor de cyclus 2018-2019 kregen 6 175 werknemers met een gevoelige bedrijfsfunctie de opleiding: hetzij een online opleiding via het internet, hetzij een persoonlijke live opleiding. Corruptiepreventie en -bestrijding worden ook behandeld in de Gedragscode voor integer zakendoen, die alle werknemers verplicht dienen te lezen en waarover ze een verplichte opleiding dienen te volgen.
In 2018 heeft de Groep de mensenrechten in het bedrijfsbeleid verder uitgewerkt. Als onderdeel van dit initiatief is een mensenrechtenvideo voorgelegd aan het Leadership Council met een overzicht van de maatregelen en de mensenrechtenstrategie van Solvay. In de loop van het jaar heeft de Groep wereldwijd een mensenrechtenopleiding gegeven aan fabrieksmanagers door met hen in contact te treden tijdens hun jaarlijkse regionale vergaderingen.
Procesveiligheidsbeheer is gericht op het voorkomen en beheersen van incidenten in industriële processen, met name scenario's met mogelijk catastrofale gevolgen voor mens of milieu. Het beheer van de procesveiligheid van Solvay is risicogebaseerd. Procesveiligheidsprogramma's blijven de integriteit van de activiteiten garanderen en bevatten goede ontwerpprincipes naast de beste technische en operationele praktijken. De indicatoren die worden gebruikt voor het monitoren van procesincidenten (PSI) zijn in overeenstemming gebracht met de standaarden van de International Council of Chemical Associations (ICCA). Gerapporteerde procesincidenten met gevolgen voor het milieu worden gemonitord en de ernst ervan (gemiddeld, hoog en catastrofaal) wordt geclassificeerd op basis van vastgestelde criteria, waaronder de hoeveelheid gemorst materiaal, de gevolgen binnen of buiten de vestiging en de schade aan de directe omgeving. Het beheer van oudere bodemverontreinigingen wordt bewaakt via het grote aantal milieuvoorzieningen.
De aanpak van Solvay om procesincidenten te voorkomen is gebaseerd op de 14 elementen van Process Safety Management, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de analyse van procesrisico's (Risicoanalyse). Risicoanalyse vormt de kern van de risicobeheersing. Deze gekwantificeerde risicoanalyse betreft bestaande, nieuwe en aangepaste installaties. Met behulp van een unieke risicomatrix kan Solvay het risiconiveau van elk ongevalsscenario kwantificeren, waarbij ernst en waarschijnlijkheid worden gecombineerd. Het aantal procesveiligheidsincidenten wordt gemonitord en vergeleken met dat van branchegenoten. Elk incident wordt geanalyseerd en gerangschikt volgens wereldwijd geharmoniseerde procesveiligheidsparameters van de ICCA (International Council of Chemical Associations) en de CEFIC (Europese Raad van de Chemische Nijverheid). Er worden preventieve en corrigerende maatregelen genomen, met de nadruk op incidenten waarbij de exploitatievergunning werd overschreden.
De afdeling Milieusanering binnen het bedrijf richt zich op het beheer van gesloten vestigingen en de aanpak van milieuaansprakelijkheid als gevolg van bodemvervuiling uit het verleden. Er wordt een Enterprise Risk Management-methode gehanteerd, waarbij een lokale aanpak (teammanagement) gecombineerd wordt met een wereldwijd team (door middel van initiatieven). Het doel is een duidelijk inzicht te krijgen in de huidige en potentiële milieuverplichtingen van Solvay en deze verplichtingen doeltreffend aan te pakken.
Het is de doelstelling van Solvay om zeer ernstige incidenten te voorkomen en het aantal incidenten met een middelmatige ernstgraad te verminderen. Het aantal procesincidenten van Solvay is in overeenstemming met de methode die de International Council of Chemical Associations (ICCA) voorstelt.
| 2019 | ||||
|---|---|---|---|---|
| S1 | S2 | 2018 | 2017 | |
| Aantal incidenten op het gebied van procesveiligheid | 0,9 | 0,9 | 1 | 0,9 |
Legende: Aantal procesincidenten per 100 voltijdse werknemers (werknemers en aannemers, uitgaande van 2.000 werkuren/werknemer/jaar): Het percentage incidenten in het proces (PSI) van Solvay is in overeenstemming met de door ICCA en CEFIC voorgestelde methode.
| 2019 | |||
|---|---|---|---|
| S1 | S2 | 2018 | |
| Gemiddeld ernstige procesincidenten met gevolgen voor het milieu | 20 | 14 | 47 |
| … met overschrijding van de exploitatievergunning | 9 | 7 | 12 |
| … zonder vergunningsoverschrijding | 11 | 7 | 35 |
Toepassingsgebied: de geconsolideerde gegevens voor procesveiligheidsincidenten dekken 139 sites op een totaal van 142 operationele sites, waaronder R&I-centra met opmerkelijke chemische procesrisico's – met uitzondering van mijnen, carrières, laboratoria met lagere risico's.
Voor 2019 worden twee reeksen indicatoren gepresenteerd, omdat de criteria voor de beoordeling van de ernst van de procesincidenten in juli 2019 zijn gewijzigd om ze aan te passen aan de wereldwijd geharmoniseerde procesveiligheidsmaatstaven van de International Council of Chemical Associations (ICCA) en de Europese Raad van de Chemische Nijverheid (CEFIC).
Procesincidenten met gevolgen voor het milieu worden gemonitord en de ernst ervan (gemiddeld, hoog en catastrofaal) wordt geclassificeerd op basis van vastgestelde criteria: de hoeveelheid gemorst materiaal, de gevolgen binnen of buiten de vestiging, schade aan de directe omgeving, en vissterfte.
Voor 2019 werden geen zeer ernstige incidenten of catastrofale incidenten met gevolgen voor het milieu gemeld, wat betekent dat er geen significante milieugevolgen buiten de vestiging waren. Het is de doelstelling van Solvay om zeer ernstige incidenten te voorkomen en het aantal procesveiligheidsincidenten te verminderen. In 2019 werden er 34 incidenten met een middelmatige ernstgraad gerapporteerd die gevolgen hadden voor het milieu, waaronder 16 incidenten met een te rapporteren overschrijding van een operationele vergunningslimiet. De Groep heeft aan elk incident opvolging gegeven om zeker te stellen dat de juiste maatregelen werden genomen om herhaling te voorkomen.
Een uitgebreid opleidingsprogramma voor procesrisicoanalyses is verder uitgewerkt tot een flexibel online opleidingsprogramma. In totaal zijn er nu 83 modules beschikbaar als e-learningmodules op het YouGrow-platform van Solvay. Het e-learningplatform maakt het mogelijk om de procesveiligheidsopleiding op grotere schaal toegankelijk te maken in heel Solvay. De 83 modules in de opleiding op het gebied van procesrisicoanalyses bevatten in totaal 46 uur aan lessen over uiteenlopende onderwerpen die verband houden met procesveiligheid. De modules bestrijken het volledige scala van alle vooropleidingen over risicoanalysebenaderingen, -methoden en -tools die een Process Risk Analysis Leader (PRA Leader) dient te volgen.
| 1. Geconsolideerde jaarrekening | 160 |
|---|---|
| Geconsolideerde winst- en verliesrekening | 162 |
| Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat | 163 |
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 164 |
| Geconsolideerde kasstromen uit beëindigde | |
| bedrijfsactiviteiten | 165 |
| Geconsolideerd overzicht van de financiële positie | 165 |
| Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen |
166 |
| 2. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening | 168 |
| IFRS – Algemene grondslagen voor financiële verslaggeving |
168 |
| 1. Grondslagen van verslaggeving | 168 |
| 2. Waarderingsbasis en presentatie | 171 |
| 3. Grondslagen voor consolidatie | 171 |
| 4. Vreemde valuta | 172 |
| 5. Overheidssubsidies | 173 |
| Cruciale beoordelingen en de belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden |
174 |
| 1. Cruciale beoordelingen | 174 |
| 2. Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden | 174 |
| Niet-IFRS indicatoren (onderliggend) | 175 |
| Toelichting bij de geconsolideerde winst- en | |
| verliesrekening | 176 |
| TOELICHTING F1 Omzet en informatie per segment | 176 |
| TOELICHTING F2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening, volgens aard |
182 |
| TOELICHTING F3 Omzet andere dan van kernactiviteiten | 182 |
| TOELICHTING F4 Overige operationele winsten en verliezen | 182 |
| TOELICHTING F5 Resultaat uit portefeuillebeheer en herevaluaties, historische sanering en belangrijke juridische geschillen |
183 |
| TOELICHTING F6 Netto financieringskosten | 184 |
| TOELICHTING F7 Winstbelasting | 185 |
| TOELICHTING F8 Beëindigde bedrijfsactiviteiten | 191 |
| TOELICHTING F9 Winst over het jaar | 191 |
| TOELICHTING F10 Winst per aandeel | 192 |
| Toelichting bij het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat |
193 |
| TOELICHTING F11 Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat |
193 |
| Toelichting bij het geconsolideerd kasstroomoverzicht (voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten) |
195 |
| TOELICHTING F12 Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
195 |
| TOELICHTING F13 Andere niet-operationele en niet in geldmiddelen afgewikkelde elementen |
195 |
|---|---|
| TOELICHTING F14 Winstbelasting | 195 |
| TOELICHTING F15 Wijzigingen in het werkkapitaal | 196 |
| TOELICHTING F16 Toevoegingen, terugnames en gebruik van voorzieningen |
196 |
| TOELICHTING F17 Kasstromen uit investeringsactiviteiten - Verwerving/vervreemding van activa en deelnemingen |
196 |
| TOELICHTING F18 Overige kasstromen uit financieringsactiviteiten |
197 |
| TOELICHTING F19 Kasstromen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten |
197 |
| Toelichting bij het geconsolideerd overzicht van de | |
| financiële positie | 198 |
| TOELICHTING F20 Immateriële activa | 198 |
| TOELICHTING F21 Goodwill en bedrijfscombinaties | 200 |
| TOELICHTING F22 Materiële vaste activa | 203 |
| TOELICHTING F23 Met een gebruiksrecht | |
| overeenstemmende activa en leaseverplichtingen | 205 |
| TOELICHTING F24 Gezamenlijke bedrijfsactiviteiten | 207 |
| TOELICHTING F25 Geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
208 |
| TOELICHTING F26 Overige deelnemingen | 211 |
| TOELICHTING F27 Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa, immateriële activa, met een gebruiksrecht overeenstemmende activa, en investeringen |
|
| die worden verwerkt volgens de equity-methode | 211 |
| TOELICHTING F28 Voorraden | 215 |
| TOELICHTING F29 Overige vorderingen (vlottend) | 215 |
| TOELICHTING F30 Activa aangehouden voor verkoop | 216 |
| TOELICHTING F31 Eigen vermogen | 217 |
| TOELICHTING F32 Minderheidsbelangen | 218 |
| TOELICHTING F33 Op aandelen gebaseerde betalingen | 219 |
| TOELICHTING F34 Voorzieningen | 222 |
| TOELICHTING F35 Financiële instrumenten en beheer van financiële risico's |
234 |
| TOELICHTING F36 Nettoschuld | 253 |
| TOELICHTING F37 Overige kortlopende verplichtingen | 256 |
| Overige toelichtingen | 256 |
| TOELICHTING F38 Verbintenissen voor het verwerven van | |
| materiële vaste en immateriële activa TOELICHTING F39 Voorwaardelijke verplichtingen en |
256 |
| financiële garanties | 257 |
| TOELICHTING F40 Verbonden partijen | 258 |
| TOELICHTING F41 Dividend voorgesteld voor uitkering | 259 |
| TOELICHTING F42 Gebeurtenissen na de verslagperiode | 259 |
| TOELICHTING F43 Lijst van geconsolideerde entiteiten | 260 |
| 3. Verkorte jaarrekening Solvay nv | 267 |
| Verkorte balans van Solvay nv | 268 |
| Verkorte winst- en verliesrekening van Solvay nv | 269 |
Winst beschikbaar voor uitkering 269
Solvay (de 'Onderneming') is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht genoteerd op Euronext Brussel en Euronext Parijs. De belangrijkste activiteiten van de Onderneming, haar dochterondernemingen, gezamenlijke bedrijfsactiviteiten, joint ventures, en geassocieerde deelnemingen (samen de 'Groep') staan beschreven in Toelichting F1 Omzet en informatie per segment.
Op 25 februari 2020 heeft de Raad van Bestuur de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor publicatie. Deze werd opgesteld in overeenstemming met de IFRS-grondslagen voor financiële verslaggeving, zoals goedgekeurd door de Europese Unie en beschreven op de volgende pagina's.
Op 18 januari 2019 verleende de Europese Commissie haar goedkeuring voor de verkoop van de polyamide-activiteiten van Solvay aan BASF. Dit is voor Solvay een mijlpaal in haar transformatie naar een bedrijf van geavanceerde materialen en specialiteitschemicaliën. Een van de overige voorwaarden van de overeenkomst omvatte onder meer de verkoop van een remediepakket aan een derde partij om gehoor te geven aan de mededingingsbezwaren van de Europese Commissie. BASF heeft remedies aangedragen die betrekking hebben op een deel van de activa van de oorspronkelijke overname-overeenkomst. Deze activa omvatten onder andere de productiefaciliteiten van Solvays polyamide-tussenproducten, technische vezels en technische kunststoffen, en de innovatiecapaciteiten in Europa. Op 14 augustus 2019 hebben Solvay en BASF een akkoord bereikt met Domo Chemicals waarbij Domo Chemicals de Polyamide-activiteiten van Solvay overneemt. Deze overname door een derde partij was nodig als deel van het fusiecontrole- en goedkeuringsproces van de Europese Commissie. Domo is een volledig geïntegreerde marktspeler gespecialiseerd in nylon 6. Het bedrijf levert oplossingen op het gebied van gespecialiseerde, technische materialen aan klanten in onder andere de automobiel-, elektriciteits- en bouwsector, in industriële toepassingen en consumptiegoederen. Domo koopt Solvays Performance Polyamides faciliteiten in Belle-Etoile en in Valence, een belang in de nieuw gecreëerde joint venture tussen BASF en Domo in Chalampé (Frankrijk), evenals de sites in Gorzow (Polen), Blanes (Spanje) en commerciële activiteiten in Duitsland en Italië. BASF nam activiteiten over die niet in het remediepakket zaten, en die deel uitmaken van de originele overeenkomst die Solvay en BASF eind 2017 hebben ondertekend. De volledige transactie is gebaseerd op een aankoopprijs van €1,6 miljard - vrij van schulden en cash - en werd afgerond op 31 januari, 2020.
Op 12 mei 2019 oefende Solvay Finance NV (dochteronderneming van Solvay NV) haar eerste call-optie uit op de hybride obligatie (ISIN code: XS0992293570, gemeenschappelijke code 099229357) met een waarde van €700 miljoen. Deze eeuwigdurende ver achtergestelde obligatie, die in een jaarlijkse rente van 4,199% voorziet, wordt geclassificeerd als eigen vermogen onder IFRS regels. De terugbetaling vond plaats op 12 mei 2019, na afloop van de eerste 5,5 jaar. Het totale aantal hybride obligaties op Solvay's balans daalden dan van € 2,5 miljard eind december 2018 tot € 1,8 miljard eind 2019.
Op 30 augustus 2019 kondigde Solvay aan dat Solvay SA obligaties met vaste rente plaatste voor een totaal nominaal bedrag van €600 miljoen, met een coupon van 0,5% en met vervaldatum op 6 september 2029. De obligaties zijn genoteerd en verhandeld op de gereglementeerde markt van de Luxemburgse beurs met ISIN BE6315847804. Bovendien kocht Solvay Finance (America), LLC op 30 september 2019 de uitstaande US\$800 miljoen 3,400% obligaties met vervaldatum in 2020 (CUSIP nr. US8344PAA7 (Regulation S Notes) en 834423AA3 (Rule 144A Notes) / ISIN USU8344PAA76 (Regulation S Notes) en US834423AA33 (Rule 144A Notes)) terug.
Op 30 september 2019 hebben Solvay en Aquatiq een joint ventureovereenkomst gesloten met betrekking tot het bedrijf Aqua Pharma, waarbij Solvay 50% van de aandelen heeft aangekocht voor een bedrag van € 21 miljoen. Dit versterkt hun langdurige samenwerking om klanten in de aquacultuur te bedienen. Met deze samenwerking willen Solvay en Aqua Pharma een belangrijke aquacultuurspeler worden door aan de zalmindustrie een brede portefeuille te bieden van duurzame en efficiënte oplossingen voor de bestrijding van zeeluizen en Amoebic Gill Disease (AGD).
Na een strategische evaluatie in het derde kwartaal in het kader van de verslechterende winstgevendheid van de olie- en gasactiviteiten, blijken de synergiën tussen deze activiteiten en de rest van Novecare te klein en de toekomstige groeimogelijkheden te bescheiden om de olie- en gasactiviteiten te blijven beschouwen als onderdeel van één Novecare kasstroomgenererende eenheid. Ingevolge werd op 30 september 2019 een test aangaande bijzondere waardeverminderingsverliezen uitgevoerd op olie- en gas bedrijfsniveau in plaats van op Novecare-niveau. Rekening houdend met de balanswaarden van de olie- en gasactiviteiten per 30 september 2019 en de contante waarde van toekomstige kasstromen, is een bijzondere waardeverminderingsverlies van € 825 miljoen vóór belastingen en € 658 miljoen na belastingen opgenomen.
Op 3 oktober 2019 besloot het management de projecten van de Groep aan te passen die in juni en september 2018 werden onthuld en die gericht waren op haar Onderzoeks- en Innovatievestigingen in Lyon en Aubervilliers, de toekomst van haar kantoor in Parijs en de transformatie van haar hoofdkantoor in Brussel. De oorspronkelijke doelstellingen van deze projecten blijven ongewijzigd, namelijk:
Deze aanpassing was nodig vanwege de sterk gestegen kosten van deze projecten en de veranderende economische context. Bovendien werd het aantal medewerkers dat naar Brussel of Lyon wilde verhuizen als te laag beschouwd, met het risico dat de continuïteit van de activiteiten ten dienste van onze klanten in het gedrang zou kunnen komen. Ingevolge werden de geplande relocaties van de teams gebaseerd in Parijs naar Lyon en Brussel stopgezet, en werd de voorziening voor ontslagvergoedingen aangaande verwachte weigeringen tot relocatie teruggenomen (€ 48 miljoen).
Op 15 november 2017 kwam Solvay overeen om de Amerikaanse vestiging in Charleston, South Carolina en de op fosforderivaten gebaseerde producten die daar worden gemaakt te verkopen aan het Duitse chemieconcern Lanxess. De producten werden voornamelijk gebruikt als tussenproducten in plasticadditieven, brandvertragers en voor landbouwtoepassingen. Het bedrijf vertegenwoordigde een omzet van ongeveer € 65 miljoen. Deze transactie werd op 8 februari 2018 afgerond voor een bedrag van \$ 68 miljoen, resulterend in een netto vermogenswinst van € 22 miljoen voor belastingen. De medewerkers op deze site zijn ook overgestapt.
Op 15 maart 2018 heeft Solvay bekend gemaakt dat overeenstemming is bereikt over de verkoop van de fabriek in Porto Marghera, die waterstoffluoridezuur produceert, aan Alkeemia, onderdeel van de Italiaanse Fluorsid Group. Waterstoffluoridezuur wordt door Solvay gebruikt als een basisingrediënt voor de productie van specifieke gespecialiseerde polymeren. De verkoop sluit aan bij de strategie van Solvay Speciality Polymers om zich te richten op specialiteitschemie, waar technologie en innovatie het verschil maken, teneinde de duurzaamheid van de producties te verbeteren.
Fluorsid Group is op internationaal niveau een van de belangrijkste spelers in de markt van waterstoffluoridezuur en derivaten. Alkeemia nam de Porto Marghera-branche van de bedrijfsactiviteiten van Solvay Speciality Polymers over. De medewerkers op deze site zijn mee overgestapt. De verkoop werd op 1 juni 2018 afgerond. De verkoop resulteerde in een waardeverminderingsverlies van € -23 miljoen, die in het eerste kwartaal 2018 was opgenomen.
Op 29 maart 2018 kondigde Solvay een nieuwe stap aan in het transformatieproces, waarbij de klanten centraal worden gesteld om de groei op de lange termijn te versterken als bedrijf dat gespecialiseerd is in geavanceerde materialen en hoogwaardige chemicaliën. Solvay maakte plannen bekend om de organisatie te vereenvoudigen en aan te passen aan de portefeuille, die nu sterk gericht is op hoogwaardige materialen en oplossingen op maat, en aan de veranderende klantenportefeuille. De betreffende informatie- en consultatieprocedures met de personeelsvertegenwoordigers gingen van start en werden eind juni afgerond.
Op 27 november 2018 heeft Solvay met succes een eeuwigdurende hybride obligatie geplaatst voor een totaalbedrag van € 300 miljoen, die zal dienen voor algemene zakelijke doeleinden met inbegrip van de herfinanciering van de bestaande eeuwigdurende hybride obligatie van € 700 miljoen die een eerste aflossingsdatum heeft in mei 2019. De eeuwigdurende hybride obligatie van € 300 miljoen heeft als eerste aflossingsdatum 4 maart 2024, en een coupon van 4,25% tot op die datum met vervolgens iedere 5 jaar een herziening. De eeuwigdurende hybride obligatie is achtergesteld aan alle senior financiële schulden en wordt weergegeven in het eigen vermogen (waarbij de coupons in mindering worden gebracht van het eigen vermogen conform IFRS).
| In € miljoen | Toelichtingen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Omzet | (F1) | 11.227 | 11.299 |
| waarvan andere dan van kernactiviteiten | (F3) | 983 | 1.042 |
| waarvan netto-omzet | 10.244 | 10.257 | |
| Kostprijs van de omzet | –8.244 | –8.264 | |
| Brutomarge | 2.983 | 3.035 | |
| Commerciële kosten | –381 | –373 | |
| Administratieve kosten | –950 | –1.006 | |
| Kosten van onderzoek en ontwikkeling | –323 | –297 | |
| Overige operationele winsten en verliezen | (F4) | –131 | –123 |
| Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | (F25) | 95 | 44 |
| Resultaat uit portefeuillebeheer en herevaluaties | (F5) | –914 | –208 |
| Resultaat uit historische sanering en belangrijke juridische geschillen | (F5) | –61 | –86 |
| EBIT | 316 | 986 | |
| Lasten van schulden | (F6) | –140 | –131 |
| Renteopbrengsten uit leningen en korte termijnbeleggingen | (F6) | 15 | 13 |
| Overige financieringswinsten en -verliezen | (F6) | –16 | –1 |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | (F6) | –105 | –77 |
| Opbrengsten uit eigen vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
4 | ||
| Winst van het jaar vóór belastingen | 74 | 791 | |
| Belastingen op resultaat | (F7) | –153 | –75 |
| Winst/(verlies) van het jaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | –79 | 716 | |
| Winst van het jaar uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | (F8) | 236 | 201 |
| Winst van het jaar | (F9) | 157 | 917 |
| toegerekend aan: | |||
| Solvay aandeel | 118 | 877 | |
| minderheidsbelangen | 38 | 39 | |
| Gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (€) | –1,14 | 6,55 | |
| Gewone winst per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (€) | 2,29 | 1,94 | |
| Gewone winst per aandeel (€) | (F10) | 1,15 | 8,49 |
| Verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (€) | –1,14 | 6,52 | |
| Verwaterde winst per aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten (€) | 2,28 | 1,93 | |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | (F10) | 1,15 | 8,46 |
De vergelijkende cijfers vóór belastingen op het resultaat zijn aangepast (daling van de kosten) voor een bedrag van € 19 miljoen, als gevolg van de aanpassingen aan IAS 12 Winstbelastingen in het kader van de jaarlijkse verbeteringen aan IFRS standaarden voor de cyclus 2015-2017 – zie ook Grondslagen van verslaggeving.
| In € miljoen | Toelichtingen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Winst van het jaar | 157 | 917 | |
| Andere elementen van het totaalresultaat | |||
| Winsten en verliezen op afdekkingsinstrumenten in een kasstroomaf dekking |
(F11) | 5 | –47 |
| Wisselkoersverschillen – Dochterondernemingen en gezamenlijke bedrijfsactiviteiten |
(F11) | 140 | 255 |
| Aandeel in de andere elementen van het totaalresultaat van geassoci eerde deelnemingen en joint ventures geconsolideerd via de equity methode daarna naar winst of verlies zullen worden overgeboekt |
(F11) | 24 | –34 |
| Elementen die geherklasseerd worden | 169 | 173 | |
| Winsten en verliezen op eigen vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
(F11) | 3 | 3 |
| Herwaarderingen van de netto verplichting inzake toegezegd-pensioen regelingen |
(F11) | –163 | 26 |
| Aandeel in de andere elementen van het totaalresultaat van geassoci eerde deelnemingen en joint ventures geconsolideerd via de equity methode daarna niet naar winst of verlies zullen worden overgeboekt |
(F11) | –2 | |
| Elementen die niet geherklasseerd worden | –162 | 29 | |
| Winstbelastingen met betrekking tot recycleerbare en niet recycleerbare components |
(F11) | 48 | 1 |
| Andere elementen van het totaalresultaat na aftrek van de daarmee verband houdende winstbelastingen |
(F11) | 55 | 204 |
| Totaalresultaat van het jaar (total comprehensive income) | 211 | 1.120 | |
| toegerekend aan: | |||
| Solvay aandeel | 174 | 1.077 | |
| minderheidsbelangen | 37 | 43 |
De hieronder vermelde bedragen omvatten zowel voortgezette als beëindigde bedrijfsactiviteiten.
| In € miljoen | Toelichtingen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Winst van het jaar | 157 | 917 | |
| Aanpassingen van de winst van het jaar | |||
| Afschrijvingen en bijzondere waardevermindering van activa | (F12) | 1.906 | 944 |
| Winst van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | (F25) | –95 | –44 |
| Andere niet operationele en niet in geldmiddelen afgewikkelde | |||
| elementen | (F13) | 24 | –12 |
| Toevoegingen en terugnames op voorzieningen | (F16) | 154 | 315 |
| Nettofinancieringskosten | 245 | 198 | |
| Kost/opbrengsten van belastingen op het resultaat | (F14) | 262 | 156 |
| Wijziging in het werkkapitaal | (F15) | –86 | –148 |
| Gebruik van voorzieningen | (F16) | –399 | –395 |
| Gebruik van voorzieningen voor aanvullende vrijwillige bijdragen (pensi oenplannen) |
(F16) | –114 | |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
(F25) | 25 | 25 |
| Betaalde belastingen (inclusief belastingen betaald op vervreemding van | |||
| deelnemingen) | (F14) | –263 | –235 |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 1.815 | 1.720 | |
| Verwerving (–) van dochterondernemingen | (F17) | –6 | –12 |
| Verwerving (–) van deelnemingen – Overige | (F17) | –16 | –4 |
| Leningen aan geassocieerde en niet-geconsolideerde deelnemingen | 10 | –3 | |
| Vervreemding (+) van dochterondernemingen en investeringen | (F17) | –31 | 26 |
| Verwerving (–) van materiële vaste activa | (F17) | –751 | –691 |
| waarvan kapitaaluitgaven vereist in een aandelenverkoopsovereenkomst en niet inbegrepen in de vrije kasstroom |
–59 | –38 | |
| Verwerving (–) van immateriële activa | (F17) | –106 | –142 |
| Vervreemding (+) van materiële vaste en immateriële activa | (F17) | 18 | 42 |
| waarvan kasstroom betreffende de vervreemding van immobiliën in het kader van herstructureringen/ontmanteling/remediëring |
9 | ||
| Dividenden van eigen vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
4 | ||
| Wijziging in financiële vaste activa | –1 | ||
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | –880 | –784 | |
| Opbrengsten van de uitgifte van eeuwigdurende hybride obligaties | (F31) | 298 | |
| Terugbetaling van eeuwigdurende hybride obligaties | (F31) | –701 | |
| Verwerving (–)/vervreemding (+) van eigen aandelen | (F33) | 23 | –22 |
| Toename van schulden | (F36) | 3.044 | 2.444 |
| Terugbetaling van schulden | (F36) | –2.776 | –2.993 |
| Wijzigingen in de overige vlottende financiële activa | (F36) | –32 | –25 |
| Betaling van leaseverplichtingen | (F36) | –110 | |
| Betaalde netto-interesten | –118 | –114 | |
| Betaalde coupons op eeuwigdurende hybride obligaties | (F31) | –115 | –111 |
| Betaalde dividenden | –426 | –411 | |
| Andere | (F18) | –19 | 123 |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | –1.230 | –811 | |
| waarvan toename/afname van schulden met betrekking tot leefmilieu remediëring |
8 | ||
| Nettowijziging in de geldmiddelen en kasequivalenten | –295 | 126 | |
| Wisselkoerswijzigingen | 1 | –14 | |
| Geldmiddelen bij aanvang van het boekjaar | 1.103 | 992 | |
| Geldmiddelen op het einde van het boekjaar | (F36) | 809 | 1.103 |
| In € miljoen | Toelichtingen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 276 | 244 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | –130 | –122 | |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | –5 | –1 | |
| Nettowijziging in de geldmiddelen en kasequivalenten | (F19) | 141 | 120 |
| In € miljoen | Toelichtingen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| ACTIVA | |||
| Immateriële activa | (F20) | 2.642 | 2.861 |
| Goodwill | (F21) | 4.468 | 5.173 |
| Materiële vaste activa | (F22) | 5.472 | 5.454 |
| Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa | (F23) | 447 | |
| Eigen vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via | |||
| andere elementen van het totaalresultaat | (F35) | 56 | 51 |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures | (F25) | 555 | 441 |
| Overige deelnemingen | (F26) | 38 | 41 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | (F7) | 1.069 | 1.123 |
| Leningen en andere activa | (F35) | 289 | 282 |
| Vaste activa | 15.035 | 15.427 | |
| Voorraden | (F28) | 1.587 | 1.685 |
| Handelsvorderingen | (F35) | 1.414 | 1.434 |
| Belastingvorderingen | 129 | 97 | |
| Overige financiële instrumenten | (F35) | 119 | 101 |
| Overige vorderingen | (F29) | 628 | 719 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | (F36) | 809 | 1.103 |
| Activa aangehouden voor verkoop | (F30) | 1.586 | 1.434 |
| Vlottende activa | 6.272 | 6.574 | |
| Totaal van de activa | 21.307 | 22.000 | |
| EIGEN VERMOGEN EN PASSIVA | |||
| Aandelenkapitaal | (F31) | 1.588 | 1.588 |
| Uitgiftepremies | 1.170 | 1.170 | |
| Andere reserves | 6.757 | 7.750 | |
| Minderheidsbelangen | (F32) | 110 | 117 |
| Totaal eigen vermogen | 9.625 | 10.624 | |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen | (F34) | 2.694 | 2.672 |
| Overige voorzieningen | (F34) | 825 | 883 |
| Uitgestelde belastingsverplichtingen | (F7) | 531 | 618 |
| Financiële schulden | (F36) | 3.382 | 3.180 |
| Overige verplichtingen | 159 | 121 | |
| Langlopende verplichtingen | 7.592 | 7.474 | |
| Overige voorzieningen | (F34) | 190 | 281 |
| Financiële schulden | (F36) | 1.132 | 630 |
| Handelsschulden | (F35) | 1.277 | 1.439 |
| Belastingschulden | 102 | 114 | |
| Te betalen dividenden | 161 | 154 | |
| Overige verplichtingen | (F37) | 792 | 850 |
| Verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop | (F30) | 437 | 435 |
| Kortlopende verplichtingen | 4.091 | 3.902 | |
| Totaal van het eigen vermogen en passiva | 21.307 | 22.000 |
Eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij
| Eeuwigdurende | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Toelichtingen | Aandelen kapitaal |
Uitgiftepremies | Eigen aandelen | hybride obli gaties |
Ingehouden winsten |
| Saldo per 31 december 2017 | 1.588 | 1.170 | –281 | 2.188 | 6.454 | |
| Eerste toepassing van IFRS 9 | –5 | |||||
| Saldo per 1 januari 2018 | 1.588 | 1.170 | –281 | 2.188 | 6.449 | |
| Winst van het jaar | 877 | |||||
| Andere elementen van het totaalresultaat | (F11) | |||||
| Totaalresultaat | 877 | |||||
| Uitgifte van eeuwigdurende hybride obligaties | (F31) | 298 | ||||
| Kosten van aandelenopties | 9 | |||||
| Dividenden | –378 | |||||
| Coupons van eeuwigdurende hybride obligaties | –111 | |||||
| Verwerving (–)/vervreemding (+) van eigen | ||||||
| aandelen | –18 | –4 | ||||
| Andere | –8 | |||||
| Saldo per 31 december 2018 | 1.588 | 1.170 | –299 | 2.487 | 6.834 | |
| Eerste toepassing van IFRS 16 | 8 | |||||
| Saldo per 1 januari 2019 | 1.588 | 1.170 | –299 | 2.487 | 6.842 | |
| Winst van het jaar | 118 | |||||
| Andere elementen van het totaalresultaat | (F11) | |||||
| Totaalresultaat | 118 | |||||
| Terugbetaling van eeuwigdurende hybride | ||||||
| obligaties | (F31) | –697 | –3 | |||
| Kosten van aandelenopties | 11 | |||||
| Dividenden | –394 | |||||
| Coupons van eeuwigdurende hybride obligaties | –115 | |||||
| Verwerving (–)/vervreemding (+) van eigen aandelen |
25 | –2 | ||||
| Andere | 5 | |||||
| Saldo per 31 december 2019 | 1.588 | 1.170 | –274 | 1.789 | 6.462 |
| Herwaarderingsreserve (reële | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal eigen ver mogen |
Minderheids belangen |
Totaal andere reserves |
Toegezegd pensioenrege lingen |
Kasstroom afdekkingen |
waarde) Eigen vermogens instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaal resultaat |
Wisselkoers verschillen |
| 9.752 | 113 | 6.882 | –665 | 16 | 5 | –834 |
| –5 | –5 | |||||
| 9.747 | 113 | 6.876 | –665 | 16 | 5 | –834 |
| 917 | 39 | 877 | ||||
| 204 | 4 | 200 | 22 | –42 | 4 | 217 |
| 1.120 | 43 | 1.077 | 22 | –42 | 4 | 217 |
| 298 | 298 | |||||
| 9 | 9 | |||||
| –418 | –40 | –378 | ||||
| –111 | –111 | |||||
| –22 | –22 | |||||
| 1 | 8 | |||||
| 10.624 | 117 | 7.750 | –636 | –26 | 9 | –618 |
| 8 | 8 | |||||
| 10.632 | 117 | 7.758 | –636 | –26 | 9 | –618 |
| 157 | 38 | 118 | ||||
| 55 | –1 | 56 | –114 | 5 | 1 | 164 |
| 211 | 37 | 174 | –114 | 5 | 1 | 164 |
| –701 | –701 | |||||
| 11 | 11 | |||||
| –432 | –39 | –394 | ||||
| –115 | –115 | |||||
| 23 | 23 | |||||
| –5 | –5 | –6 | 1 | |||
| 9.625 | 111 | 6.757 | –756 | –21 | 10 | –454 |
Deze informatie werd opgesteld overeenkomstig de Europese Verordening (EG) 1606/2002 inzake internationale boekhoudkundige standaarden (IFRS) van 19 juli 2002. De geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het op 31 december 2019 afgesloten boekjaar werd opgesteld in overeenstemming met de IFRS (International Financial Reporting Standards) die door de International Accounting Standards Board (IASB) gepubliceerd werden, en die goedgekeurd werden door de Europese Unie.
De boekhoudkundige standaarden die in de geconsolideerde jaarrekening toegepast worden voor het op 31 december 2019 afgesloten boekjaar zijn dezelfde als de standaarden die gebruikt werden voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2018 afgesloten boekjaar, met uitzondering van de toepassing van nieuwe standaarden vanaf 1 januari 2019, die hieronder nader worden uitgelegd. Met uitzondering van Rentebenchmarkhervorming, paste de Groep geen andere standaard, interpretatie of aanpassing, uitgegeven maar nog niet van toepassing, vervroegd toe.
Op 1 januari 2019 past de Groep voor het eerst IFRS 16 Leaseovereenkomsten, de aanpassingen aan IAS 12 Winstbelastingen, die deel uitmaken van de jaarlijkse verbeteringen aan IFRS Standaarden (cyclus 2015 – 2017) en IFRIC 23 Onzekerheid over fiscale behandelingen van inkomsten, toe. Verschillende andere aanpassingen en interpretaties (met inbegrip van Rentebenchmarkhervorming, die IFRS 9 Financiële instrumenten, IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering en IFRS 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffing aanpast) zijn voor het eerst van toepassing in 2019, maar hebben niet meer dan een onbeduidende impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
Met ingang van 1 januari 2019 past de Groep niet langer IAS 17 Leaseovereenkomsten, IFRIC 4 Bepalen of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat, SIC 15 Operationele leases – Incentives, en SIC 27 Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst toe. IFRS 16 is van toepassing voor jaarlijkse verslagperiodes die aanvangen op of na 1 januari 2019. IFRS 16 zet de bepalingen uiteen voor de opname, waardering, presentatie en informatieverschaffing van leaseovereenkomsten, en verplicht lessees om alle leaseovereenkomsten in één balansmodel op te nemen, vergelijkbaar met de verwerking van financiële leaseovereenkomsten onder IAS 17. Op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst erkennen lessees een leaseverplichting (dit is de verplichting om het leasebedrag te betalen) alsmede een met een gebruiksrecht overeenstemmend actief (dit is een actief dat het gebruiksrecht vertegenwoordigt van het onderliggende actief gedurende de leaseperiode).
De geleasede activa van de Groep betreffen voornamelijk gebouwen, transportmiddelen, en industriële uitrustingen.
De met een gebruiksrecht overeenstemmende activa worden afzonderlijk gepresenteerd in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie, en de leaseverplichtingen worden gepresenteerd in de Financiële schulden.
Geconsolideerd overzicht van de financiële positie In € miljoen 31 december 2018 IFRS 16 1 januari 2019 Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa 428 428 Leningen en andere activa 282 –10 272 Overige vorderingen 719 –1 718 Activa aangehouden voor verkoop 1.434 19 1.453 Totaal van de activa 22.000 436 22.436 Totaal eigen vermogen 10.624 8 10.632 Overige voorzieningen 883 –16 867 Financiële schulden – Langlopende 3.180 340 3.520 Financiële schulden – Kortlopende 630 93 723 Handelsschulden 1.439 –8 1.431 Passiva verbonden aan activa aangehouden voor verkoop 435 19 454 Totaal van het eigen vermogen en passiva 22.000 436 22.436
De volgende tabel vat de effecten samen van de initiële toepassing van IFRS 16 op de geconsolideerde jaarrekening op de overgangsdatum:
De met een gebruiksrecht overeenstemmende activa en leaseverplichtingen bedroegen € 425 miljoen voor de volgende herclassificaties:
Deze bedragen zijn de openingssaldi op 1 januari 2019.
Op 1 januari 2019, als gevolg van de toepassing van IFRS 16, zijn zowel de activa aangehouden voor verkoop als de verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop toegenomen met € 19 miljoen voor de met een gebruiksrecht overeenstemmende activa en leaseverplichtingen verbonden aan Polyamides.
De onderstaande aansluiting van de openingsbalans van de leaseverplichtingen op 1 januari 2019 is gebaseerd op de operationele lease verplichtingen op 31 december 2018:
| In € miljoen | 1 januari 2019 |
|---|---|
| Totaal van de toekomstige minimum leasebetalingen aangaande niet-opzegbare operationele leaseovereenkomsten (niet gedis conteerd) op 31 december 2018 |
491 |
| Minimum leasebetalingen van financiële leaseovereenkomsten (niet gedisconteerd) op 31 december 2018 | 90 |
| Overige | 24 |
| Leaseverplichtingen (niet gedisconteerd) op 1 januari 2019 | 606 |
| Discontering (met inbegrip van financiële leaseovereenkomsten opgenomen per 31 december 2018) | –137 |
| Huidige waarde van minimum leasebetalingen van financiële leaseovereenkomsten op 31 december 2018 | –36 |
| Bijkomende leaseverplichtingen ingevolge de initiële toepassing van IFRS 16 op 1 januari 2019 | 433 |
"Overige" betreft voornamelijk verlieslatende leaseovereenkomsten, die voorheen werden opgenomen in Overige voorzieningen ten belope van € 16 miljoen, en verschuldigde leasebetalingen, die voorheen werden opgenomen in Handelsschulden ten belope van € 8 miljoen.
Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 verhoogden afschrijvingskosten en financiële kosten met € 113 miljoen, en € 23 miljoen, respectievelijk, terwijl de Operationele kosten daalden met € -133 miljoen. Verder verhoogden de operationele kasstromen met € 133 miljoen, en daalden de financiële kasstromen met eenzelfde bedrag.
Vanaf 1 januari 2019 paste de Groep de aanpassingen aan IAS 12 toe, die betrekking hebben op de gevolgen op de winstbelasting van dividenden die zijn opgenomen op of na het begin van de eerste vergelijkende periode, d.i. 1 januari 2018.
In 2018 werden de gevolgen op de winstbelasting van coupons op eeuwigdurende hybride obligaties opgenomen in het eigen vermogen. Ingevolge de toepassing van de aanpassingen, zullen deze gevolgen op de winstbelasting worden opgenomen in de winsten verliesrekening.
| Gewone winst per aandeel (in €), IFRS herwerkt | g = e / f | 8,49 |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande aandelen (basisberekening) | f | 103.276.632 |
| Winst van de periode toegekend aan Solvay aandeelhouders, IFRS herwerkt | e = c – d | 877 |
| Winst van de periode toegekend aan minderheidsbelangen, IFRS herwerkt | d | 39 |
| Winst van de periode, IFRS herwerkt | c = a + b | 917 |
| Belastingen op eeuwigdurende hybride obligaties opgenomen in het eigen vermogen | b | 19 |
| Winst van de periode, IFRS zoals gepubliceerd | a | 898 |
| In € miljoen | 2018 | |
In het geconsolideerd kasstroomoverzicht is de toename van de "Winst van de periode" afgezet tegen de afname van de "Belastingen op het resultaat".
In het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen is de "Winst van de periode" afgezet tegen de afname van "Overige" in "Ingehouden winsten".
De interpretatie heeft betrekking op de verwerking van winstbelastingen wanneer de behandeling van onzekere belastingposities binnen het toepassingsbied van IAS 12 Winstbelastingen valt en is niet van toepassing op belastingen of heffingen buiten het toepassingsgebied van IAS 12 en bevat ook geen specifieke vereisten op het gebied van rente of boetes bij de verwerking van onzekere belastingposities. De interpretatie heeft specifiek betrekking op het volgende:
een entiteit herbekijkt zijn beoordelingen en schattingen als de feiten en omstandigheden wijzigen.
De interpretatie is van toepassing op jaarlijkse verslagperioden die aanvangen op of na 1 januari 2019, maar beperkte vrijstellingen zijn beschikbaar. De Groep past de interpretatie toe sedert haar ingangsdatum, en identificeerde geen meer dan niet-significante waarderingsimpact op haar geconsolideerde financiële verslaggeving. Onzekere belastingverplichtingen die voorheen onder Voorzieningen waren opgenomen, voor een bedrag van € 40 miljoen werden geherclassificeerd naar Overige langlopende verplichtingen.
Andere standaarden, interpretaties of aanpassingen die van toepassing waren in 2019 hebben geen materiële invloed gehad op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
Standaarden, interpretaties of aanpassingen die voor het eerst van toepassing worden in 2020 hebben naar verwachting niet meer dan een geringe invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
Standaarden, interpretaties of aanpassingen die voor het eerst van toepassing worden na 2020 hebben naar verwachting niet meer dan een geringe invloed op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in € miljoenen, wat tevens de functionele valuta van de moedermaatschappij is.
De opstelling van de jaarrekening vereist het gebruik van schattingen en veronderstellingen die een impact hebben op de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving en op de waardering van de bedragen opgenomen in de jaarrekening. De domeinen waarvoor schattingen en veronderstellingen van belang zijn met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening, worden samengevat in de toelichting Cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële staten van de Onderneming en van:
Waar nodig worden aanpassingen aangebracht aan de jaarrekeningen van deelnemingen om hun grondslagen voor financiële verslaggeving te laten overeenstemmen met die van de Groep.
In overeenstemming met het materialiteitsprincipe zijn een aantal niet-significante entiteiten niet opgenomen in de consolidatiekring. Met niet-significant worden de entiteiten bedoeld die gedurende twee opeenvolgende jaren geen van de drie volgende drempels overschrijden voor bijdrage tot de jaarrekening van de Groep:
Bedrijven die niet aan deze criteria voldoen, kunnen alsnog geconsolideerd worden, indien de Groep oordeelt dat ze het potentieel hebben om zich snel te ontwikkelen, of als ze een aandeel hebben in bedrijven die op grond van dezelfde criteria zijn geconsolideerd.
De niet-geconsolideerde bedrijven hebben samen een nietmateriële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
De volledige lijst van bedrijven kan verkregen worden op het hoofdkantoor van de Onderneming.
Een dochteronderneming is een entiteit waarover de Groep zeggenschap heeft. We spreken van zeggenschap wanneer de Groep (a) de macht over een entiteit heeft, (b) blootgesteld is aan, of recht heeft op, variabele opbrengsten vanwege de betrokkenheid bij de entiteit, en (c) het vermogen heeft om de macht over de entiteit aan te wenden om het rendement voor de investeerder te beïnvloeden. Om te bepalen of de Groep al dan niet zeggenschap heeft, worden de potentiële stemrechten in overweging genomen. Dochterondernemingen worden volledig geconsolideerd. Het resultaat van dochterondernemingen die gedurende het jaar zijn overgenomen of afgestoten wordt in de geconsolideerde winst- en verliesrekening opgenomen vanaf de effectieve overnamedatum en tot de effectieve vervreemdingsdatum.
Intragroepsverrichtingen, -saldi, -opbrengsten en -kosten worden geëlimineerd bij de consolidatie.
Minderheidsbelangen in dochterondernemingen worden afzonderlijk voorgesteld naast het eigen vermogen van de Groep. Minderheidsbelangen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde ('full goodwill'-methode) of overeenkomstig hun aandeel in de reële waarde van de opgenomen identificeerbare nettoactiva ('proportionele goodwill'-methode). De keuze voor de waarderingsmethode wordt geval per geval gemaakt. Na de overname is de boekwaarde van minderheidsbelangen gelijk aan de waarde van deze belangen bij de eerste opname plus het aandeel van de minderheidsbelangen in daarop volgende mutaties in het eigen vermogen. Het totaalresultaat wordt aan de minderheidsbelangen toegewezen, zelfs als dit een negatief saldo als gevolg heeft.
Wijzigingen in het eigendomsbelang van de Groep in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden behandeld als eigenvermogenstransacties. De boekwaarde van de belangen van de Groep en de minderheidsbelangen worden derhalve aangepast om de nieuwe proportionele belangen in de dochteronderneming te weerspiegelen. Elk eventueel verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, wordt rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen.
Wanneer de Groep de zeggenschap verliest over een dochteronderneming, wordt de winst of het verlies bij vervreemding berekend als het verschil tussen (i) de som van de reële waarde van de ontvangen vergoeding en de reële waarde van enig aangehouden belang en (ii) de voorheen opgenomen boekwaarden van de activa (met inbegrip van goodwill) en de passiva van de dochteronderneming en de eventuele minderheidsbelangen. Bedragen die voorheen opgenomen waren in andere elementen van het totaalresultaat met betrekking tot de dochteronderneming worden op dezelfde manier opgenomen (d.i. herclassificatie naar winst of verlies of rechtstreeks naar de ingehouden winsten) als wanneer de betreffende activa of passiva zouden worden vervreemd. De reële waarde van elke in de voormalige dochteronderneming aangehouden investering op de datum van verlies van zeggenschap wordt beschouwd als de reële waarde bij eerste opname voor de daaropvolgende boekhoudkundige verwerking conform IFRS 9 Financiële instrumenten of, indien van toepassing, de kostprijs bij eerste opname van een investering in een geassocieerde deelneming of joint venture conform IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures.
3.1.3. Deelnemingen in gezamenlijke bedrijfsactiviteiten
Een gezamenlijke bedrijfsactiviteit is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die een gezamenlijke zeggenschap over deze overeenkomst hebben, rechten hebben op de activa en aansprakelijk zijn voor de verplichtingen die verband houden met de overeenkomst. Gezamenlijke zeggenschap is het contractueel afgesproken delen van de zeggenschap over een overeenkomst waarvan slechts sprake is wanneer besluiten over de relevante activiteiten unanieme instemming vereisen van de partijen die de zeggenschap delen. De Groep neemt in de geconsolideerde jaarrekening het aandeel in de activa, verplichtingen, opbrengsten en uitgaven van de gezamenlijke bedrijfsactiviteit op in verhouding tot het eigendomsbelang in de gezamenlijke bedrijfsactiviteiten.
Een geassocieerde deelneming is een entiteit waarin de Groep een invloed van betekenis heeft en die geen dochteronderneming, noch een belang in een gezamenlijke overeenkomst is. Invloed van betekenis is de macht om deel te nemen aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, maar houdt geen zeggenschap of gezamenlijke zeggenschap over het betreffende beleid in.
Een joint venture is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die een gezamenlijke zeggenschap over deze overeenkomst hebben, recht hebben op de nettoactiva van de overeenkomst. Gezamenlijke zeggenschap is het contractueel afgesproken delen van de zeggenschap over een overeenkomst waarvan slechts sprake is wanneer besluiten over de relevante activiteiten unanieme instemming vereisen van de partijen die de zeggenschap delen.
Het resultaat, de activa en passiva van geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden in deze geconsolideerde jaarrekening opgenomen aan de hand van de equity-methode, tenzij de deelneming wordt aangehouden voor verkoop, in welk geval deze in overeenstemming met IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten wordt verwerkt. Volgens de equity-methode worden geassocieerde deelnemingen en joint ventures initieel tegen kostprijs opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie, en nadien wordt deze boekwaarde aangepast aan wijzigingen van het aandeel van de Groep in de nettoactiva van de geassocieerde deelneming of joint venture na de overname, minus eventuele bijzondere waardeverminderingen op de individuele deelneming. Verliezen van een geassocieerde deelneming of joint venture die het belang van de Groep in deze deelneming overschrijden (met inbegrip van langetermijnbelangen die in wezen deel uitmaken van de netto- investering van de Groep in de geassocieerde deelneming of joint venture)
worden enkel opgenomen in de mate dat de Groep wettelijke of feitelijke verplichtingen heeft aangegaan of betalingen heeft gedaan ten behoeve van de geassocieerde deelneming of joint venture.
Het surplus van de kostprijs van de investering over het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, en (voorwaardelijke) verplichtingen van de geassocieerde deelneming of joint venture opgenomen op overnamedatum, wordt opgenomen als goodwill. De goodwill wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering en wordt onderworpen aan testen voor bijzondere waardevermindering als onderdeel van deze investering.
Wanneer een entiteit van de Groep verrichtingen realiseert met een geassocieerde deelneming of joint venture van de Groep, dan worden de winsten en verliezen geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de betreffende geassocieerde deelneming of joint venture.
De individuele jaarrekening van elk van de Groepsentiteiten wordt gewaardeerd in de valuta van de primaire economische omgeving waarin zij werken ('de functionele valuta'). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro (EUR), de functionele valuta van de Onderneming en tevens de presentatievaluta van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
Bij het opstellen van de jaarrekening van individuele entiteiten, worden transacties in valuta andere dan hun functionele valuta bij een initiële opname omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op de transactiedatum. Monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden op het einde van de verslagperiode omgerekend aan de slotkoers van die dag. Niet-monetaire elementen gewaardeerd aan reële waarde die uitgedrukt zijn in vreemde valuta worden omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op waarderingsdatum. Niet-monetaire elementen gewaardeerd aan historische kostprijs en uitgedrukt in vreemde valuta worden niet omgerekend aan de slotkoers.
Wisselkoersverschillen worden in winst of verlies opgenomen in de periode waarin deze ontstaan, behalve voor:
De voornaamste wisselkoersen zijn:
| Koers op jaareinde | Gemiddelde koers | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | ||||
| 1 Euro = | |||||||
| Braziliaanse real | BRL | 4,5177 | 4,4399 | 4,4132 | 4,3073 | ||
| Yuan Renminbi | CNY | 7,8229 | 7,8650 | 7,7341 | 7,8064 | ||
| Britse pond | GBP | 0,8513 | 0,8949 | 0,8777 | 0,8847 | ||
| Indiase roepie | INR | 80,1612 | 79,9766 | 78,8293 | 80,7322 | ||
| Japanse yen | JPY | 121,8678 | 125,8730 | 122,0180 | 130,3953 | ||
| Koreaanse won | KRW | 1.298,7512 | 1.278,2047 | 1.305,3086 | 1.298,8877 | ||
| Mexicaanse peso | MXN | 21,2226 | 22,5201 | 21,5572 | 22,7042 | ||
| Russische roebel | RUB | 69,9450 | 79,7633 | 72,4580 | 74,0579 | ||
| Amerikaanse dollar | USD | 1,12305 | 1,1456 | 1,1195 | 1,1809 |
Overheidssubsidies worden pas opgenomen als met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de entiteit de aan de subsidies gekoppelde voorwaarden zal vervullen en de subsidies zullen worden ontvangen.
Investeringssubsidies met betrekking tot de aankoop van materiële vaste activa worden in mindering gebracht van de kostprijs van deze activa. Het verwachte bedrag op het moment van eerste opname wordt in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie opgenomen. De subsidie wordt opgenomen in winst of verlies over de afschrijvingsperiode van de onderliggende activa als een vermindering van de afschrijvingskost.
Andere overheidssubsidies worden systematisch als inkomsten opgenomen over de perioden waarin de gerelateerde kosten die ze beogen te compenseren, worden opgenomen. Overheidssubsidies die worden ontvangen als compensatie voor reeds opgelopen lasten of verliezen of met het oog op het verlenen van onmiddellijke financiële steun aan de Groep zonder toekomstige gerelateerde kosten, worden opgenomen in winst of verlies in de periode waarin ze invorderbaar zijn.
Er werden geen cruciale beoordelingen gemaakt in de loop van het boekjaar eindigend op 31 december 2019.
Jaarlijks, en telkens wanneer er aanwijzingen zijn dat hun nettoboekwaarde mogelijk hoger is dan hun realiseerbare waarde, test de Groep (groepen van) KGE's waaraan goodwill was toegerekend, op bijzondere waardeverminderingen. Deze analyse vereist dat het management de toekomstige kasstromen die de KGE's naar verwachting genereren, en een relevante disconteringsvoet voor de berekening van de contante waarde schat. De realiseerbare waarde is zeer gevoelig voor de disconteringsvoet en de groeivoeten.
Zie voor meer informatie toelichting F21 Goodwill en F27 Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa, immateriële activa, met en gebruiksrecht overeenstemmende activa, en investeringen die worden verwerkt volgens de equity-methode die worden verwerkt volgens de equity-methode.
De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt op elke verslagdatum beoordeeld. De boekwaarde van een uitgestelde belastingvordering wordt verminderd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om een deel van of de volledige uitgestelde belastingvordering te kunnen gebruiken. Deze vermindering wordt teruggeboekt als het waarschijnlijk wordt dat er voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn.
Uitgestelde belastingvorderingen anders dan overgedragen fiscale verliezen worden per geval beoordeeld, rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden. Zo kan een belastbare winst van nul, na aftrek van de bedragen die conform toegezegd-pensioenregelingen zijn uitgekeerd aan gepensioneerden en waarvoor een aftrekbaar tijdelijk verschil bestond, een opname van onderliggende uitgestelde belastingvorderingen rechtvaardigen.
Opname van uitgestelde belastingvorderingen voor overgedragen fiscale verliezen vereist een positieve belastbare winst gedurende het jaar zodat fiscale verliezen die in het verleden zijn ontstaan kunnen worden aangewend. Gezien de onzekerheden inherent aan het voorspellen van een dergelijke positieve belastbare winst, is opname van uitgestelde belastingvorderingen uit hoofde van overgedragen fiscale verliezen gebaseerd op een analyse per geval. Deze is meestal gebaseerd op een vijfjaarse winstprognose, met uitzondering van enige financiële ondernemingen waarvoor tienjaarse winstprognoses goed voorspelbaar zijn en aldus worden gebruikt.
Het Corporate Tax Reporting Team, dat de uitgestelde belastingposities van de Groep opvolgt, is betrokken bij de beoordeling van de uitgestelde belastingvorderingen.
Voor bijkomende informatie, zie toelichting F7.B. Uitgestelde belastingen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie.
In 2020 kunnen nieuwe richtlijnen door de Amerikaanse belastingdienst ('IRS') worden uitgegeven in verband met de belastinghervorming in de VS die kunnen resulteren in een herziening, indien van toepassing op de Groep, van een aantal schattingen aan het jaareinde van 2019.
Voor bijkomende informatie, zie toelichting F7.B. Uitgestelde belastingen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie.
Op 29 maart 2018 kondigde Solvay een nieuwe stap aan in het transformatieproces, waarbij de klanten centraal worden gesteld om de groei op lange termijn te versterken als bedrijf dat gespecialiseerd is in geavanceerde materialen en hoogwaardige chemicaliën. De schatting van de voorziening is gebaseerd op het aantal ontslagen en de kosten voor ontslag- en overplaatsingsvergoedingen die de Groep verwacht te betalen. Hieraan zijn onzekerheden verbonden en dit wordt door de afdeling Personeelszaken, in samenwerking met de afdeling Financiën, nauwlettend in de gaten gehouden. Op 3 oktober heeft het management besloten om de geplande overdracht van de teams in Parijs naar Lyon en Brussel, dat onderdeel was van het vereenvoudigings- en transformatieplan aangekondigd in 2018, stop te zetten. Deze beslissing werd intern meegedeeld op 23 oktober. Op het einde van 2019 bedraagt de voorziening € 85 miljoen.
De actuariële veronderstellingen die gebruikt worden om de verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen per 31 december en de jaarlijkse kosten te bepalen, zijn te vinden in toelichting F34 Voorzieningen. Alle plannen voor personeelsbeloningen worden jaarlijks door onafhankelijke actuarissen geëvalueerd. De disconteringsvoeten en inflatiecijfers worden op Groepsniveau door het management vastgelegd. De andere veronderstellingen (zoals verwachte toekomstige loonsverhogingen en de verwachte aangroei van de medische uitgaven) worden op lokaal niveau bepaald. De centrale afdeling Personeelszaken van de Groep superviseert alle plannen met de hulp van een centrale actuaris, gaat na of de resultaten redelijk zijn en waakt over de consistentie van de verslaggeving.
Voor bijkomende informatie, zie toelichting F34.A Voorzieningen voor personeelsbeloningen.
De milieuvoorzieningen worden gezamenlijk beheerd en gecoördineerd door de afdeling Milieusanering en de afdeling Financiën. Wanneer er sprake is van milieu-invloeden afkomstig van productieactiviteiten uit het verleden, is er over het algemeen geen voorziening opgenomen voor saneringswerkzaamheden na meer dan 20 jaar, vanwege de zeer hoge onzekerheidsgraad of er na verloop van een dergelijke periode sprake is van enige verplichting.
De voorspelling van uitgaven wordt verdisconteerd naar hun contante waarde. De disconteringsvoet, die vastgelegd wordt per geografische zone, komt overeen met de gemiddelde risicovrije rentevoet op overheidsobligaties met een looptijd van 10 jaar of de inflatievoet, indien hoger. Het is de afdeling Financiën die de disconteringsvoet bepaalt. Hij kan worden herzien op basis van de evolutie van de economische parameters in het betreffende land. Om het verstrijken van de tijd te weerspiegelen worden de voorzieningen elk jaar verhoogd op basis van de hierboven beschreven disconteringsvoeten.
Voor bijkomende informatie, zie toelichting F34.B Andere voorzieningen dan voor de personeelsbeloningen.
Alle belangrijke geschillen (zoals over belastingen en andere zaken, inclusief dreigende geschillen) worden door de eigen juridische dienst van Solvay onderzocht en dit op zijn minst elk kwartaal. De juristen krijgen hiervoor indien nodig ondersteuning van externe adviseurs. Dit onderzoek gaat ook over de vraag of voorzieningen dienen te worden aangelegd en/of bestaande voorzieningen dienen te worden geherwaardeerd. Dit gebeurt in overleg met de afdelingen Financiën en Verzekeringen.
Voor bijkomende informatie, zie toelichting F34.B Andere voorzieningen dan voor de personeelsbeloningen.
Het bepalen van de leaseperiode vereist beoordeling. Factoren die beschouwd worden, hebben betrekking op de waarschijnlijkheid dat opties tot vervroegde beëindiging of opties tot verlenging zullen worden uitgeoefend. Alle feiten en omstandigheden die relevant zijn voor het beoordelen van de leaseperiode worden in acht genomen, waarvan de belangrijkste worden beschreven in toelichting F23 Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa en leaseverplichtingen. Leaseperiodes worden bepaald met behulp van de afdelingen die hier relevante kennis over hebben, zoals de Aankoopafdeling en de afdeling Facility.
Naast financiële informatie conform IFRS rapporteert Solvay ook onderliggende prestatie-indicatoren voor de winst- en verliesrekening. Het doel is een voorstelling te verkrijgen zonder vertekeningen en de beoordeling van de prestaties en de vergelijkbaarheid van de resultaten doorheen de tijd mogelijk te maken.
Zie Woordenlijst voor definities van aanpassingen (IFRS vs Onderliggende indicatoren) en Overzicht van de activiteiten voor meer informatie en aansluiting met IFRS-cijfers.
Voorafgaand commentaar: in overeenstemming met de presentatie in de geconsolideerde winst- en verliesrekening werd de invloed op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van beëindigde bedrijfsactiviteiten, die apart worden weergegeven, niet meegenomen in de toelichting op deze geconsolideerde winst- en verliesrekening. De informatie hierover staat onder toelichting F8 Beëindigde bedrijfsactiviteiten.
IFRS 15 ontwikkelde een vijfstappenmodel voor de opname van opbrengsten die voortvloeien uit contracten met klanten:
Conform IFRS 15 worden opbrengsten opgenomen voor het bedrag van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben in ruil voor de overdracht van goederen of diensten aan een klant.
Verkoop van goederen: Contracten kunnen een korte looptijd hebben (inclusief die contracten die alleen gebaseerd zijn op een kooporder) of een lange termijn. Sommige omvatten minimum aankoopverplichtingen. Aangezien de Groep zich bezighoudt met de verkoop van chemicaliën, hebben overeenkomsten met klanten meestal betrekking op de verkoop van goederen. Als gevolg daarvan vindt de opname van opbrengsten meestal plaats op het moment dat de controle over de chemicaliën wordt overgedragen aan de klant. Dit is meestal op het moment van levering.
Onderscheiden elementen: een goed dat of een dienst die aan een klant wordt beloofd, is onderscheiden als aan beide volgende voorwaarden wordt voldaan: (a) de klant kan van het goed of de dienst profiteren ofwel op zichzelf, ofwel in combinatie met andere gemakkelijk voor de klant beschikbare middelen (d.w.z. het goed of de dienst is in staat onderscheiden te zijn); en (b) de belofte van de onderneming om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, is afzonderlijk identificeerbaar van andere beloften in het contract (d.w.z. de belofte om het goed of de dienst over te dragen, is onderscheiden binnen de context van het contract).
De opbrengsten van de Groep zijn voornamelijk afkomstig uit de verkoop van chemicaliën, die gekwalificeerd worden als afzonderlijke prestatieverplichtingen. Dienstverlening met toegevoegde waarde, voornamelijk klantenservice, die overeenstemt met de knowhow van Solvay, vindt merendeels plaats gedurende de periode waarin de betreffende goederen aan de klant worden verkocht.
Variabele vergoeding: in sommige contracten met klanten worden handels- of volumekortingen verstrekt. Handels- en volumekortingen zorgen voor een variabele vergoeding conform IFRS 15 en de omvang daarvan dient bij het aangaan van het contract, en nadien op iedere verslagdatum, te worden geschat. Conform IFRS 15 moet de geschatte variabele vergoeding beperkt worden om een opname van een teveel aan opbrengsten te voorkomen.
Moment van opname van opbrengsten: opbrengsten worden opgenomen wanneer (of als) de Groep aan een prestatieverplichting heeft voldaan en het beloofde goed of de beloofde dienst (d.w.z. een actief) aan een klant wordt overgedragen. Een actief wordt overgedragen wanneer (of zoals) de klant zeggenschap krijgt over dat actief. Vrijwel alle opbrengsten vloeien voort uit prestatieverplichtingen die op een bepaald moment zijn voldaan, zoals de verkoop van goederen. Bij de opname van de opbrengsten daarvan wordt met het volgende rekening gehouden:
De Groep verkoopt chemicaliën aan haar klanten (a) rechtstreeks, (b) via distributeurs en (c) met behulp van agenten. Wanneer de Groep een product levert aan distributeurs voor de verkoop aan eindgebruikers, dan beoordeelt de Groep of die distributeur op dat moment de zeggenschap heeft verkregen over het product. Wanneer het geleverde product in consignatie wordt gehouden, dan worden de opbrengsten bij levering van het product aan een klant of een distributeur niet opgenomen. Indicatoren voor consignatievoorraden zijn onder andere:
Agenten faciliteren de verkoop en kunnen goederen niet kopen en doorverkopen aan de eindklant.
Producten die aan klanten zijn verkocht, kunnen in het algemeen niet worden geretourneerd, tenzij er sprake is van een tekortkoming in de prestatie. Klantacceptatieclausules zijn in veel gevallen een formaliteit die geen invloed hebben op de vaststelling door de Groep dat de klant zeggenschap over de goederen heeft verkregen.
De opbrengsten uit diensten worden opgenomen in de periode waarin die diensten werden verleend.
Garanties: garanties bieden een klant de zekerheid dat het desbetreffende product naar behoren functioneert conform de overeengekomen specificaties. Vrijwel alle garanties geven de klant geen andere service dan de zekerheid dat het product voldoet aan de overeengekomen specificaties, en worden derhalve opgenomen conform IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa.
Een Operationeel Segment is een onderdeel van de Groep dat bedrijfsactiviteiten uitoefent waaruit opbrengsten kunnen worden verdiend en waarbij kosten kunnen worden gemaakt, waarvan de bedrijfsresultaten regelmatig worden beoordeeld door de hoogstgeplaatste functionaris van de entiteit en waarover afzonderlijke financiële informatie beschikbaar is. De hoogstgeplaatste functionaris van Solvay is de Chief Executive Officer.
De structuur van Solvay bestaat uit vier Operationele Segmenten.
We verwijzen naar het Overzicht van de activiteiten voor meer informatie over de cijfers van de Operationele Segmenten, de GBU's en de nieuwe definitie van de Operationele Segmenten (van toepassing vanaf 2020).
| Externe netto-omzet per cluster | |||
|---|---|---|---|
| -- | --------------------------------- | -- | -- |
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Advanced Materials | 4.512 | 4.385 |
| Specialty Polymers | 1.927 | 2.009 |
| Composite Materials | 1.272 | 1.082 |
| Silica | 449 | 442 |
| Special Chem | 864 | 852 |
| Advanced Formulations | 2.846 | 3.057 |
| Novecare | 1.789 | 2.000 |
| Technology Solutions | 632 | 643 |
| Aroma Performance | 425 | 414 |
| Performance Chemicals | 2.879 | 2.808 |
| Soda Ash & Derivatives | 1.661 | 1.562 |
| Peroxides | 683 | 654 |
| Coatis | 455 | 509 |
| Functional Polymers | 80 | 82 |
| Corporate & Business Services | 6 | 7 |
| CBS en NBD | 6 | 7 |
| Totaal | 10.244 | 10.257 |
Omzet per markt wordt gepresenteerd in het Overzicht van de activiteiten, zie toelichting B1.
De hieronder weergegeven omzet is toegewezen op basis van de locatie van de klant.
| In € miljoen | 2019 | % | 2018 | % |
|---|---|---|---|---|
| België | 138 | 1% | 153 | 1% |
| Duitsland | 711 | 7% | 727 | 7% |
| Italië | 438 | 4% | 444 | 4% |
| Frankrijk | 397 | 4% | 402 | 4% |
| Nederland | 99 | 1% | 105 | 1% |
| Verenigd Koninkrijk | 287 | 3% | 279 | 3% |
| Spanje | 177 | 2% | 191 | 2% |
| Europese Unie – Andere | 519 | 5% | 501 | 5% |
| Europese Unie | 2.765 | 27% | 2.802 | 27% |
| Europa – Andere | 94 | 1% | 103 | 1% |
| Verenigde Staten | 2.896 | 28% | 3.001 | 29% |
| Canada | 165 | 2% | 160 | 2% |
| Noord-Amerika | 3.061 | 30% | 3.161 | 31% |
| Brazilië | 693 | 7% | 681 | 7% |
| Mexico | 222 | 2% | 193 | 2% |
| Latijns-Amerika – Andere | 254 | 2% | 234 | 2% |
| Latijns-Amerika | 1.169 | 11% | 1.108 | 11% |
| Australië | 100 | 1% | 100 | 1% |
| China | 962 | 9% | 942 | 9% |
| Hong Kong | 50 | 0% | 77 | 1% |
| India | 198 | 2% | 191 | 2% |
| Indonesië | 97 | 1% | 105 | 1% |
| Japan | 360 | 4% | 357 | 3% |
| Rusland | 55 | 1% | 62 | 1% |
| Saoedi-Arabië | 122 | 1% | 110 | 1% |
| Zuid Korea | 297 | 3% | 279 | 3% |
| Thailand | 188 | 2% | 177 | 2% |
| Turkije | 74 | 1% | 73 | 1% |
| Andere | 650 | 6% | 610 | 6% |
| Azië en de rest van de wereld | 3.153 | 31% | 3.083 | 30% |
| Totaal | 10.244 | 100% | 10.257 | 100% |
| 2019 | Corporate & | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Advanced | Advanced | Performance | Business | |
| Winst- en verliesrekening | Materials | Formulations | Chemicals | Services | Totaal Groep |
| Netto-omzet (intersegment verkoop inbegrepen) | 4.513 | 2.849 | 2.905 | 6 | 10.273 |
| Intersegment verkoop | –3 | –26 | –30 | ||
| Netto-omzet | 4.512 | 2.846 | 2.879 | 6 | 10.244 |
| Omzet andere dan van kernactiviteiten | 43 | 17 | 280 | 643 | 983 |
| Brutomarge | 1.440 | 728 | 794 | 21 | 2.983 |
| Afschrijvingen | 464 | 1.105 | 228 | 109 | 1.906 |
| Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 8 | 9 | 77 | 1 | 95 |
| (1) Onderliggende EBITDA |
1.143 | 490 | 852 | –163 | 2.322 |
| EBIT | 316 | ||||
| Nettofinancieringskosten | –242 | ||||
| Winstbelastingen | –153 | ||||
| Winst van het jaar uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 236 | ||||
| Winst van het jaar | 157 |
(1) De onderliggende EBITDA is een prestatie-indicator die gehanteerd wordt door het management en die andere elementen bevat dan hierboven gepresenteerd (zie Overzicht van de activiteiten – Aansluiting van onderliggende met IFRS-cijfers)
| 2019 In € miljoen Overzicht van de financiële positie en andere elementen |
Advanced Materials |
Advanced Formulations |
Performance Chemicals |
Corporate & Business Services |
Totaal Groep |
|---|---|---|---|---|---|
| Kapitaaluitgaven (voortgezette bedrijfsactiviteiten) | 375 | 155 | 177 | 119 | 826 |
| Kapitaaluitgaven (beëindigde bedrijfsactiviteiten) | 141 | 141 | |||
| Investeringen (voortgezette bedrijfsactiviteiten) | 4 | 2 | 11 | 6 | 23 |
| Werkkapitaal | |||||
| Voorraden | 839 | 379 | 359 | 9 | 1.587 |
| Handelsvorderingen | 555 | 349 | 452 | 58 | 1.414 |
| Handelsschulden | 397 | 288 | 363 | 229 | 1.277 |
De kapitaaluitgaven hebben betrekking op materiële vaste en immateriële activa en met een gebruiksrecht overeenstemmende activa.
Investeringen omvatten verwervingen van dochterondernemingen of overige deelnemingen (gezamenlijke bedrijfsactiviteiten, joint ventures en geassocieerde deelnemingen).
| 2018 | Corporate & | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Advanced | Advanced | Performance | Business | |
| Winst- en verliesrekening | Materials | Formulations | Chemicals | Services | Totaal Groep |
| Netto-omzet (intersegment verkoop inbegrepen) | 4.386 | 3.060 | 2.831 | 7 | 10.283 |
| Intersegment verkoop | –3 | –23 | –26 | ||
| Netto-omzet | 4.385 | 3.057 | 2.808 | 7 | 10.257 |
| Omzet andere dan van kernactiviteiten | 33 | 19 | 312 | 678 | 1.042 |
| Brutomarge | 1.474 | 787 | 737 | 37 | 3.035 |
| Afschrijvingen | 435 | 264 | 198 | 47 | 944 |
| Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 10 | 5 | 27 | 1 | 44 |
| (1) Onderliggende EBITDA |
1.197 | 521 | 729 | –218 | 2.230 |
| EBIT | 986 | ||||
| Nettofinancieringskosten | –195 | ||||
| Winstbelastingen | –75 | ||||
| Winst van het jaar uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 201 | ||||
| Winst van het jaar | 917 |
(1) De onderliggende EBITDA is een prestatie-indicator die gehanteerd wordt door het management en die andere elementen bevat dan hierboven gepresenteerd (zie Overzicht van de activiteiten – Aansluiting van onderliggende met IFRS-cijfers)
| 2018 | Corporate & | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Advanced | Advanced | Performance | Business | |
| Overzicht van de financiële positie en andere elementen | Materials | Formulations | Chemicals | Services | Totaal Groep |
| Kapitaaluitgaven (voortgezette bedrijfsactiviteiten) | 355 | 148 | 149 | 58 | 711 |
| Kapitaaluitgaven (beëindigde bedrijfsactiviteiten) | 122 | 122 | |||
| Investeringen (voortgezette bedrijfsactiviteiten) | 12 | 4 | 16 | ||
| Werkkapitaal | |||||
| Voorraden | 900 | 446 | 326 | 13 | 1.685 |
| Handelsvorderingen | 535 | 396 | 482 | 21 | 1.434 |
| Handelsschulden | 437 | 345 | 381 | 275 | 1.439 |
De kapitaaluitgaven hebben betrekking op materiële vaste en immateriële activa.
Investeringen omvatten verwervingen van dochterondernemingen of overige deelnemingen (gezamenlijke bedrijfsactiviteiten, joint ventures en geassocieerde deelnemingen).
| Vaste activa Kapitaaluitgaven en investeringen |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2019 | % | 2018 | % | 2019 | % | 2018 | % |
| België | 253 | 2% | 304 | 2% | –96 | 11% | –51 | 7% |
| Duitsland | 438 | 3% | 402 | 3% | –45 | 5% | –33 | 5% |
| Italië | 635 | 5% | 581 | 4% | –85 | 10% | –74 | 10% |
| Frankrijk | 2.883 | 21% | 2.906 | 21% | –116 | 14% | –111 | 15% |
| Verenigd Koninkrijk | 221 | 2% | 207 | 1% | –19 | 2% | –28 | 4% |
| Spanje | 144 | 1% | 140 | 1% | –19 | 2% | –15 | 2% |
| Europese Unie – Andere | 327 | 2% | 304 | 2% | –25 | 3% | –20 | 3% |
| Europese Unie | 4.900 | 36% | 4.844 | 35% | –405 | 48% | –332 | 46% |
| Europa – Andere | 0% | 0% | –18 | 2% | 1 | 0% | ||
| Verenigde Staten | 6.710 | 49% | 7.239 | 52% | –290 | 34% | –249 | 34% |
| Canada | 185 | 1% | 176 | 1% | –11 | 1% | –11 | 2% |
| Noord-Amerika | 6.896 | 50% | 7.415 | 53% | –301 | 35% | –261 | 36% |
| Brazilië | 266 | 2% | 256 | 2% | –26 | 3% | –30 | 4% |
| Latijns-Amerika – Andere | 40 | 0% | 36 | 0% | –3 | 0% | –8 | 1% |
| Latijns-Amerika | 306 | 2% | 292 | 2% | –29 | 3% | –38 | 5% |
| Rusland | 245 | 2% | 168 | 1% | 0% | 0% | ||
| Thailand | 135 | 1% | 123 | 1% | –5 | 1% | –6 | 1% |
| China | 563 | 4% | 579 | 4% | –47 | 6% | –41 | 6% |
| Zuid Korea | 123 | 1% | 123 | 1% | –11 | 1% | –8 | 1% |
| India | 264 | 2% | 234 | 2% | –23 | 3% | –35 | 5% |
| Singapore | 50 | 0% | 42 | 0% | –3 | 0% | –1 | 0% |
| Japan | 22 | 0% | 18 | 0% | –3 | 0% | –2 | 0% |
| Andere | 175 | 1% | 184 | 1% | –2 | 0% | –3 | 0% |
| Azië en de rest van de | ||||||||
| wereld | 1.576 | 12% | 1.470 | 10% | –95 | 11% | –96 | 13% |
| Totaal | 13.677 | 100% | 14.022 | 100% | –848 | 100% | –727 | 100% |
Vaste activa zijn die activa andere dan uitgestelde belastingvorderingen, leningen en overige activa. De kapitaaluitgaven en investeringen omvatten verwervingen van materiële vaste en immateriële activa, met een gebruiksrecht overeenstemmende activa (enkel 2019), deelnemingen in dochterondernemingen en overige deelnemingen (gezamenlijke bedrijfsactiviteiten, joint ventures en geassocieerde deelnemingen). Beide zijn exclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten.
| In € miljoen | Toelichtingen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Netto-omzet | (F1) | 10.244 | 10.257 |
| Andere omzet dan van kernactiviteiten | (F3) | 983 | 1.042 |
| Gebruikte grond- en hulpstoffen en nutsvoorzieningen | –4.825 | –5.344 | |
| Wijziging in voorraden | –151 | 165 | |
| Personeelskosten | –2.308 | –2.229 | |
| Lonen en rechtstreekse sociale voordelen | –1.672 | –1.634 | |
| Werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid | –304 | –307 | |
| Pensioenen en verzekeringen | –155 | –105 | |
| Andere personeelskosten | –175 | –182 | |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (F12) | –1.906 | –944 |
| Andere variabele logistieke kosten | –716 | –716 | |
| Andere vaste kosten | –1.037 | –923 | |
| Toevoegingen en terugnames van voorzieningen (exclusief voorzie ningen betreffende personeelsbeloningen) |
(F31) | –50 | –263 |
| Kosten van operationele leases | –101 | ||
| Fusie en overname kosten en meer- en minderwaarden op vervreem | |||
| dingen | (F5) | –13 | –3 |
| Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | (F25) | 95 | 44 |
| EBIT | 316 | 986 | |
| Lasten van schulden | (F6) | –140 | –131 |
| Renteopbrengsten uit leningen en termijnbeleggingen | (F6) | 15 | 13 |
| Overige financieringswinsten en -verliezen | (F6) | –16 | –1 |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | (F6) | –105 | –77 |
| Opbrengsten uit eigen-vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
4 | ||
| Winst van het jaar vóór belastingen | 74 | 791 | |
| Belastingen op resultaat | (F7) | –153 | –75 |
| Winst/(verlies) van het jaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | –79 | 716 | |
| Winst van het jaar uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | (F8) | 236 | 201 |
| Winst van het jaar | (F9) | 157 | 917 |
| toegerekend aan: | |||
| Solvay aandeel | 118 | 877 | |
| minderheidsbelangen | 38 | 39 |
Deze omzet omvat voornamelijk handelstransacties in grondstoffen en energie, en andere opbrengsten die niet overeenkomen met de expertise en de kernactiviteiten van Solvay. De daling in 2019 heeft voornamelijk betrekking op de lagere gas- en elektriciteitsprijzen in 2019 vergeleken met 2018.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Kosten voor opstarten en voorstudies | –15 | –11 |
| Meer- en minderwaarden op verkoop van immateriële activa en materiële vaste activa | 11 | 22 |
| Netto wisselkoersresultaten | –4 | |
| Afschrijving van immateriële activa in verband met PPA | –182 | –197 |
| Vermindering van verplichtingen van medische zorgverzekeringen voorzien na de uitdiensttreding (Cytec) | 24 | |
| Andere | 55 | 43 |
| Overige operationele winsten en verliezen | –131 | –123 |
Het resultaat uit portefeuillebeheer en herevaluaties omvat:
bijzondere waardeverminderingsverliezen die voortvloeien uit het testen van kasstroomgenererende eenheden.
Het resultaat uit historische sanering en belangrijke juridische geschillen omvat:
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Herstructureringskosten en waardeverminderingen | –901 | –205 |
| Fusie en overname kosten en meer- en minderwaarden op vervreemdingen | –13 | –3 |
| Resultaat uit portefeuillebeheer en herevaluaties | –914 | –208 |
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Belangrijke juridische geschillen | –25 | |
| Saneringskosten en andere kosten die niet voortvloeien uit operationele productie-eenheden | –62 | –60 |
| Resultaat uit historische sanering en belangrijke juridische geschillen | –61 | –86 |
Fusie- en overnamekosten en winsten en verliezen op vervreemdingen hebben voornamelijk betrekking op de bijzondere waardevermindering op de vordering met betrekking tot de earn-out van de vervreemding in 2017 van de Formulated Resins activiteit (€ -8 miljoen).
Herstructureringskosten en bijzondere waardeverminderingen betreffen voornamelijk:
De interesten op leningen worden opgenomen in de financieringskosten wanneer deze zich voordoen, met uitzondering van financieringskosten uit de verwerving, bouw en de productie van in aanmerking komende activa (zie toelichting F22 Materiële vaste activa).
De netto-wisselkoersverschillen op financiële elementen en de wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten in verband met de nettoschuld worden gepresenteerd in 'Overige financieringswinsten en -verliezen', met uitzondering van wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten die afdekkingsinstrumenten zijn in een kasstroomafdekking en die opgenomen worden op dezelfde lijn als de afgedekte positie wanneer die invloed heeft op de winst- en verliesrekening.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Lasten van schulden | –117 | –131 |
| Rentelasten op leaseverplichtingen | –23 | |
| Renteopbrengsten uit leningen en korte termijnbeleggingen | 15 | 13 |
| Overige financieringswinsten en -verliezen | –16 | –1 |
| Netto schuldenlasten | –141 | –118 |
| Disconteringskosten van de voorzieningen | –85 | –74 |
| Impact van verandering van disconteringsvoet op voorzieningen | –20 | –3 |
| Dividenden van eigen-vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
4 | |
| Nettofinancieringskosten | –242 | –194 |
Zie toelichting F36 Nettoschuldvoor meer informatie.
De toename van de netto schuldenlasten is vooral toe te schrijven aan:
De toename van de disconteringskosten van voorzieningen had betrekking op beloningen na uitdiensttreding (€ -14 miljoen) en milieuvoorzieningen (€ 3 miljoen), en kan voornamelijk worden toegeschreven aan de evolutie van de toepasselijke disconteringsvoeten (zie ook toelichting F34 Voorzieningen).
Actuele belastingen worden bepaald op basis van de belastbare winst van de periode. De belastbare winst verschilt van de winst zoals gepresenteerd in de geconsolideerde winst- en verliesrekening omwille van opbrengsten en kosten die belastbaar of aftrekbaar zijn in andere periodes of die nooit belastbaar of aftrekbaar zijn. De actuele belastingschuld van de Groep wordt berekend op basis van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces is afgesloten of substantieel is afgesloten op het einde van de verslagperiode.
Uitgestelde belastingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen enerzijds de boekwaarden van de activa en passiva in de geconsolideerde jaarrekening en hun onderliggende fiscale boekwaarden gebruikt in de berekening van de belastbare winst.
Uitgestelde belastingvorderingen worden doorgaans opgenomen voor alle aftrekbare tijdelijke verschillen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst zal gerealiseerd worden waartegen deze tijdelijke verschillen kunnen worden afgezet.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden over het algemeen opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen.
Er worden geen uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen ingevolge de eerste opname van goodwill. Daarnaast worden er ook geen uitgestelde belastingvorderingen of -verplichtingen opgenomen in verband met de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die geen invloed heeft op de boekhoudkundige of de belastbare winst.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen op deelnemingen in dochterondernemingen, gezamenlijke bedrijfsactiviteiten, joint ventures en geassocieerde deelnemingen, behalve in het geval dat de Groep kan beslissen over het tijdstip waarop het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt en het waarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil in de nabije toekomst niet teruggedraaid wordt.
De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt op elke verslagdatum beoordeeld. De boekwaarde van een uitgestelde belastingvordering wordt verminderd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om een deel van of de volledige uitgestelde belastingvordering te kunnen gebruiken. Deze vermindering wordt teruggeboekt als het waarschijnlijk wordt dat er voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn.
Uitgestelde belastingvorderingen anders dan overgedragen fiscale verliezen worden per geval beoordeeld, rekening houdend met alle relevante feiten en omstandigheden. Zo kan een belastbare winst van nul, na aftrek van de bedragen die conform toegezegd-pensioenregelingen zijn uitgekeerd aan gepensioneerden en waarvoor een aftrekbaar tijdelijk verschil bestond, een opname van onderliggend uitgestelde belastingvorderingen rechtvaardigen. Opname van uitgestelde belastingvorderingen voor overgedragen fiscale verliezen vereist een positieve belastbare winst gedurende het jaar zodat fiscale verliezen die in het verleden zijn ontstaan kunnen worden aangewend. Gezien de onzekerheden inherent aan het voorspellen van een dergelijke positieve belastbare winst, is opname van uitgestelde belastingvorderingen uit hoofde van overgedragen fiscale verliezen gebaseerd op een analyse per geval. Deze is meestal gebaseerd op een vijfjaarse winstprognose, met uitzondering van enige financiële ondernemingen waarvoor tienjaarse winstprognoses goed voorspelbaar zijn en aldus worden gebruikt.
Het Corporate Tax Reporting Team, dat de uitgestelde belastingposities van de Groep opvolgt, is betrokken bij de beoordeling van de uitgestelde belastingvorderingen.
Zie toelichting F7.B voor bijkomende informatie.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces is afgesloten of substantieel is afgesloten op het einde van de verslagperiode. De waardering van uitgestelde belastingverplichtingen en -vorderingen weerspiegelt de fiscale gevolgen die zouden voortvloeien uit de wijze waarop de entiteit op het einde van de verslagperiode de boekwaarde van haar activa en verplichtingen verwacht te realiseren of af te wikkelen.
Actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer de entiteit een in rechte afdwingbaar recht heeft om de opgenomen bedragen te salderen, en wanneer de Groep van plan is om de actuele belastingvorderingen en -verplichtingen op een nettobasis af te wikkelen.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd wanneer de entiteit een in rechte afdwingbaar recht heeft om de actuele belastingvorderingen en -verplichtingen te salderen, en wanneer het winstbelasting betreft geheven door dezelfde fiscale autoriteit, en de Groep voornemens is om de actuele belastingvorderingen en -verplichtingen op een nettobasis af te wikkelen.
Actuele en uitgestelde belastingen van de periode worden opgenomen als kost of opbrengst in de winst- en verliesrekening, behalve wanneer ze verband houden met elementen die buiten de winst- en verliesrekening worden opgenomen (in de andere elementen van het totaalresultaat of rechtstreeks in het eigen vermogen), wanneer ze eveneens buiten de winst- en verliesrekening worden opgenomen, of wanneer ze ontstaan zijn bij de initiële opname van een bedrijfscombinatie. In dit laatste geval wordt rekening gehouden met het belastingeffect in de verwerking van de bedrijfscombinatie.
De winstbelastingen (nettokost) opgenomen in de winst- en verliesrekening stegen met € -77 miljoen in 2019 ten opzichte van 2018. De winstbelastingen (nettokost) opgenomen in de overige elementen van het totaalresultaat stegen met € 47 miljoen in 2019 ten opzichte van 2018, voornamelijk door de daling in de disconteringsvoeten van de personeelsbeloningen na uitdiensttreding.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Actuele belasting voor het lopend jaar(1) | –147 | –158 a) |
| Voorzieningen voor belastinggeschillen(*) | 1 | 4 |
| Andere actuele belasting voor voorgaande jaren(*) | 3 | 30 b) |
| Actuele belastingen | –143 | –124 |
| Verandering van niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen(2) | –110 | 88 c) |
| Uitgestelde belastingbaten op afschrijvingen van PPA steps-ups(*) | 45 | 50 |
| Uitgestelde belastingen impact van wijzigingen in de nominale belastingsvoeten(*) | 15 | –2 d) |
| Uitgestelde belasting voor voorgaande jaren(*) | 7 | 2 |
| Terugname van uitgestelde belasting bettreffende Olie & Gas waardevermindering(*) | 167 | e) |
| Andere uitgestelde belastingen | –134 | –89 f) |
| Uitgestelde belastingen | –11 | 49 |
| Winstbelastingen opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening | –153 | –75 |
| Winstbelastingen op elementen opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat | 48 | 1 |
(1) Waarvan € 11 miljoen in Aanpassingen in 2019
(2) Waarvan € -98 miljoen in Aanpassingen in 2019
(*) Aanpassingen
Opmerking: De Onderliggende belastingkost in het Overzicht van de activiteiten omvat de winstbelastingen volgens IFRS, met uitsluiting van de Aanpassingen.
a) De actuele belastingen die betrekking hadden op het huidige jaar daalden licht (€ 11 miljoen).
b) De overige actuele belastingen in verband met voorgaande jaren werden vooral beïnvloed in 2018 door de terugname van de voorziening in 2017 voor de eenmalige belasting op niet-uitgekeerde winsten voortvloeiende uit de Amerikaanse belastinghervorming die eind 2017 is doorgevoerd (€ 31 miljoen), na toepassing van de nieuwe IRS-richtlijn in 2018.
(Zie kolom 'opgenomen in winst- en verliesrekening' in de tabel in sectie F7.C. voor mutaties in uitgestelde belastingen, volgens aard)
c) Veranderingen in niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen:
In 2018 bedroeg deze verandering € 88 miljoen vooral als gevolg van de wettelijke reorganisatie in Brazilië (€ 38 miljoen) en de verwachte vermogenswinst op de vervreemding van Polyamides in 2019 (€ 67 miljoen);
in 2019, bedraagt deze verandering € -110 miljoen voornamelijk als gevolg van een herziening van het voorziene gebruik van fiscale verliezen in de holdingvennootschappen (€ -58 miljoen) en de terugname van uitgestelde belastingen (vooral op investeringsaftrek waarvan er verondersteld wordt dat deze niet tijdens de volgende vijf jaar zullen worden gebruikt) in het Verenigd Koninkrijk (€ -56 miljoen).
d) De uitgestelde belastinginvloed door veranderingen in het nominale tarief:
De opbrengst van € 15 miljoen in 2019 heeft voornamelijk betrekking op de update van het verwachte tarief dat van toepassing zou zijn op de terugnames van tijdelijke verschillen in Frankrijk.
e) De impact van de bijzondere waardevermindering op de Olie- & Gasactiva op de uitgestelde belastingen:
In 2019 heeft de bijzondere waardevermindering op de Olie- & Gasactiva (zie toelichting F5 Resultaat uit portefeuillebeheer en herevaluaties, historische sanering en belangrijke juridische geschillen voor de nettokost voor belastingen) een uitgestelde belastingopbrengst gegenereerd van € 167 miljoen in de Verenigde Staten dat vooral verbonden is aan de bijzondere waardevermindering op de aftrekbare goodwill voor de Olie & Gas in de Amerikaanse belastingeenheid.
f) Overige uitgestelde belastingen
De effectieve belastingkost wordt aangesloten met de theoretisch bepaalde belastingkost door op de winst vóór belastingen van elke Groepsentiteit het toepasselijke nominale belastingtarief van het land toe te passen.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Winst van het jaar vóór belastingen | 74 | 791 |
| Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 95 | 43 |
| Winst van het jaar vóór belastingen, exclusief het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
–21 | 748 |
| Aansluiting van de belastingkost | ||
| Totale belastingkost van alle entiteiten van de Groep, berekend op basis van toepasselijke lokale nominale belastingvoeten |
–77 | –201 |
| Gewogen gemiddelde nominale belastingvoet | Niet relevant | 27% |
| Belasting impact van wijzigingen in de nominale belastingvoeten | 15 | –2 |
| Verandering van niet opgenomen uitgestelde belastingvorderingen | –110 | 88 |
| Belasting impact van permanenten verschillen | 37 | 28 |
| Winsten en verliezen zonder belastinginkomsten of -lasten | –3 | 7 |
| Amerikaanse belastingen losgekoppeld van winst van het jaar vóór belastingen | –17 | –21 |
| Voorzieningen voor belastinggeschillen | 1 | 4 |
| Andere belasting impact van aanpassingen in actuele en uitgestelde belastingen m.b.t. vorige jaren | 12 | 32 |
| Belasting impact op uitkering van dividenden | –11 | –11 |
| Effectieve belastinglasten | –153 | –75 |
| Effectieve belastingvoet | 207% | 10% |
Het gewogen gemiddelde nominale tarief van 2019 is niet relevant aangezien de winst voor belastingen en de resultaten van investeringen opgenomen volgens de equity-methode, negatief is na de bijzondere waardevermindering van Olie- & Gasactiva ten belope van € -825 miljoen. Na uitsluiting van deze bijzondere waardevermindering was het gewogen gemiddelde nominale tarief van 2019 30% en zou vergelijkbaar zijn met het tarief van 2018 van 27%. Deze toename is voornamelijk te wijten aan een ongunstig gemengd effect met name wegens een lagere winst voor belastingen in de Verenigde Staten.
De effectieve belastingvoet was 10% in 2018 (aangepast, zie toelichtingen bij element f in de vorige tabel voor de aanpassingen aan IAS 12). De effectieve belastingvoet in 2019 is eveneens niet relevant (207%). Na uitsluiting van de bijzondere waardevermindering op Olie & Gas zou de effectieve belastingvoet 36% zijn geweest. De toename van 26% is voornamelijk te wijten aan de wijziging in de nietopgenomen uitgestelde belastingvorderingen: € -110 miljoen in 2019 ten opzichte van € 88 miljoen dat in grote mate bijdraagt aan de significante stijging in de effectieve belastingvoet (zie toelichting op element c in bovenstaande tabel).
| Opge nomen in |
Opge nomen in de andere elementen |
Effect van | Herclassi ficatie naar activa aange |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| de winst | van het | wissel | houden | ||||
| 2019 | Begin | en verlies | totaal | koers | voor | Eind | |
| In € miljoen | balans | rekening | resultaat | verschil | verkoop | Andere | balans |
| Tijdelijke verschillen | |||||||
| Verplichtingen inzake personeelsbeloningen | 549 | –35 | 48 | 3 | –2 | 563 | |
| Andere voorzieningen dan voor de personeelsbelo | |||||||
| ningen | 252 | –8 | 1 | –1 | 243 | ||
| Materiële vaste activa | –249 | –5 | 28 | –229 | |||
| Immateriële activa | –499 | 78 | –11 | 1 | –432 | ||
| Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa en leaseverplichtingen |
–1 | ||||||
| Goodwill | –38 | 128 | 91 | ||||
| Andere tijdelijke verschillen | 101 | –60 | 1 | 12 | –1 | 55 | |
| Fiscale verliezen | 359 | –146 | 1 | 214 | |||
| Fiscaal verrekenbare tegoeden | 32 | 2 | 34 | ||||
| Activa aangehouden voor verkoop | 30 | –30 | |||||
| Totaal (netto bedrag) | 505 | –11 | 48 | –10 | 36 | –30 | 538 |
De netto uitgestelde belastingvorderingen bedragen € 538 miljoen op jaareinde 2019.
| Opge nomen in de winst |
Opge nomen in de andere elementen van het |
Effect van wissel |
Herclassi ficatie naar activa aange houden |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | Begin | en verlies | totaal | koers | voor | Eind | ||
| In € miljoen | balans | rekening | resultaat | verschil | IFRS 9 | verkoop | Andere | balans |
| Tijdelijke verschillen | ||||||||
| Verplichtingen inzake personeelsbelo ningen |
599 | –41 | –1 | 1 | –7 | –1 | 549 | |
| Andere voorzieningen dan voor de personeelsbeloningen |
188 | 63 | 1 | 252 | ||||
| Materiële vaste activa en immateriële activa |
–769 | 26 | –29 | 24 | –749 | |||
| Goodwill(1) | –26 | –12 | –38 | |||||
| Andere(2)(3) | –20 | 115 | 2 | 2 | 4 | –3 | 101 | |
| Fiscale verliezen | 346 | 10 | 1 | 2 | 359 | |||
| Fiscaal verrekenbare tegoeden(4) | 159 | –126 | 32 | |||||
| Activa aangehouden voor verkoop | 13 | –13 | ||||||
| Totaal (netto bedrag) | 476 | 49 | 1 | –26 | 2 | 20 | 4 | 505 |
| (1) Waarvan de waardeverminderingen op de Oil & Gas goodwill in de Verenigde Staten |
–41 | –11 | –52 | |||||
| (2) Waarvan terugname van Ameri kaanse eenmalige belasting |
–123 | 123 | ||||||
| (3) Waarvan herwerking of coupons op eeuwigdurende hybride obligaties |
19 | –19 | ||||||
| (4) Waarvan terugname van Ameri kaanse buitenlandse fiscaal verre kenbare tegoeden door de terugname van eenmalige belasting |
123 | –123 |
De netto uitgestelde belastingvorderingen bedroegen aan het einde van 2018 € 505 miljoen.
De voornaamste bronnen van de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen op het einde van 2019 zijn als volgt:
| 2019 In € miljoen |
Uitgestelde belasting vorderingen |
Uitgestelde belasting verplichtingen |
Netto uitgestelde belastingen vóór waarde vermindering |
Waarde vermindering |
Netto uitgestelde belastingen |
|---|---|---|---|---|---|
| Verplichtingen inzake personeelsbelo ningen |
609 | –10 | 599 | –35 | 563 |
| Andere voorzieningen dan voor de perso neelsbeloningen |
272 | –4 | 267 | –24 | 243 |
| Materiële vaste activa | –1 | –198 | –198 | –31 | –229 |
| Immateriële activa | 66 | –498 | –432 | –432 | |
| Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa en leaseverplichtingen |
80 | –81 | –1 | –1 | |
| Goodwill | 91 | 91 | 91 | ||
| Andere | 114 | –49 | 65 | –10 | 55 |
| Tijdelijke verschillen | 1.230 | –840 | 391 | –100 | 290 |
| Operationele verliezen | 1.590 | 1.590 | –1.419 | 171 | |
| Niet-operationele verliezen | 339 | 339 | –297 | 42 | |
| Fiscale verliezen | 1.929 | 1.929 | –1.716 | 213 | |
| Overgedragen fiscaal verrekenbare tegoeden |
78 | 77 | –43 | 34 | |
| Verrekening van uitgestelde belastingen | –658 | 658 | |||
| Uitgestelde belastingen | 2.579 | –182 | 2.397 | –1.859 | 538 |
| Netto uitgestelde | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | Uitgestelde belasting |
Uitgestelde belasting |
belastingen vóór waarde |
Waarde | Netto uitgestelde |
| In € miljoen | vorderingen | verplichtingen | vermindering | vermindering | belastingen |
| Verplichtingen inzake personeelsbelo | |||||
| ningen | 563 | –10 | 553 | –4 | 549 |
| Andere voorzieningen dan voor de perso | |||||
| neelsbeloningen | 297 | –3 | 294 | –42 | 252 |
| Materiële vaste activa | –259 | –259 | 10 | –249 | |
| Immateriële activa | 47 | –546 | –499 | –499 | |
| Goodwill | 15 | –52 | –38 | –38 | |
| Andere | 163 | –39 | 123 | –22 | 101 |
| Tijdelijke verschillen | 1.084 | –911 | 174 | –58 | 116 |
| Operationele verliezen | 1.723 | 1.723 | –1.418 | 304 | |
| Niet-operationele verliezen | 364 | 364 | –310 | 54 | |
| Fiscale verliezen | 2.087 | 2.087 | –1.729 | 359 | |
| Overgedragen fiscaal verrekenbare | |||||
| tegoeden | 78 | 78 | –46 | 32 | |
| Verrekening van uitgestelde belastingen | –555 | 555 | |||
| Uitgestelde belastingen | 2.694 | –355 | 2.339 | –1.833 | 505 |
De totale netto uitgestelde belastingvorderingen van € 538 miljoen op heteindevan2019 zijn€ 33 miljoen hoger danin2018. Devoornaamste wijzigingen in 2019 hebben betrekking op de volgende zaken:
Uitgestelde belastingverplichtingen op niet-uitgekeerde winsten werden enkel voor € -44 miljoen opgenomen. Een bedrag van € 20 miljoen was niet opgenomen omdat deGroep zeggenschap heeft over detiming van de afwikkeling van de tijdelijke verschillen en het waarschijnlijk is dat deze afwikkeling in de nabije toekomst niet zal plaatsvinden.
Opgenomen uitgestelde belastingvorderingen waarvan de afwikkeling afhangt van toekomstige belastbare winsten bovenop de winst die afkomstig is van het terugdraaien van bestaande belastbare tijdelijke verschillen binnen entiteiten die een fiscaal verlies hebben geleden in het huidige of het voorgaande jaar in het betreffende belastinggebied bedraagt € 601 miljoen. Deze opname is gerechtvaardigd vanwege de gunstige verwachtingen aangaande toekomstige belastbare winsten.
Voor het grootste deel van de overgedragen fiscale verliezen van de Groep zijn geen uitgestelde belastingvorderingen opgenomen. De niet-opgenomen fiscale verliezen zijn vooral toe te schrijven aan landen waar deze voor onbepaalde tijd kunnen worden overgedragen. De volgende tabel geeft een overzicht van de overgedragen fiscale verliezen die uitgestelde belastingvorderingen genereren, gerangschikt volgens vervaldatum.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Binnen 1 jaar | 12 | 19 |
| Binnen 2 jaar | 19 | 18 |
| Binnen 3 jaar | 15 | 6 |
| Binnen 4 jaar | 24 | 18 |
| Binnen 5 jaar of meer | 38 | 202 |
| Zonder tijdslimiet | 713 | 1.037 |
| Fiscale verliezen waarvoor uitgestelde belastingvorderingen werden opgenomen | 822 | 1.302 |
| Fiscale verliezen waarvoor geen uitgestelde belastingvorderingen werden opgenomen | 6.803 | 6.916 |
| Totaal overgedragen fiscale verliezen | 7.625 | 8.217 |
De overgedragen fiscale verliezen (€ 822 miljoen) hebben uitgestelde belastingvorderingen voor € 214 miljoen gegenereerd. In 2018 hebben de overgedragen fiscale verliezen (€ 1.302 miljoen) uitgestelde belastingvorderingen gegenereerd van € 359 miljoen. De daling in de overgedragen fiscale verliezen die uitgestelde belastingvorderingen hebben gegenereerd, is voornamelijk te wijten aan het gebruik van fiscale verliezen in de Verenigde Staten.
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van de Groep die ofwel is afgestoten ofwel is geklasseerd als aangehouden voor verkoop (zie toelichting F30 Activa aangehouden voor verkoop), en die:
Een component van de Groep bestaat uit de bedrijfsactiviteiten en kasstromen die zowel operationeel als voor de financiële verslaggeving kunnen worden onderscheiden van de rest van de Groep.
In het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerd kasstroomoverzicht, en in de informatieverschaffing worden de beëindigde bedrijfsactiviteiten herwerkt voor voorgaande perioden.
| 2019 | |||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | Polyamides | Andere | Totaal |
| Netto-omzet | 1.463 | 1.463 | |
| EBIT | 332 | 14 | 347 |
| Financieel resultaat | –3 | 1 | –2 |
| Belastingen | –109 | –109 | |
| Winst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 221 | 15 | 236 |
| toegerekend aan Solvay-aandeel | 221 | 15 | 236 |
De EBIT voor Polyamides omvat fusie- en overnamekosten van € -16 miljoen.
De € 15 miljoen in de kolom Andere heeft voornamelijk betrekking op waarborgen na afronding van de vervreemding van de Pharma activiteiten en een aanpassing voor de overnameprijs van Indupa.
| 2018 | |||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | Polyamides | Andere | Totaal |
| Netto-omzet | 1.563 | 1.563 | |
| EBIT | 288 | –4 | 284 |
| Financieel resultaat | –3 | –3 | |
| Belastingen | –80 | –80 | |
| Winst/verlies (–) uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 205 | –5 | 201 |
| toegerekend aan Solvay-aandeel | 205 | –5 | 201 |
De EBIT voor Polyamides omvat fusie- en overnamekosten van € -18 miljoen.
De € -5 miljoen in de kolom Andere heeft betrekking op aanpassingen na verkoop in verband met de vervreemding van Acetow.
De winst over het jaar bedraagt € 157 miljoen vergeleken met € 917 miljoen over het voorgaande jaar. Zie de eerdere toelichtingen voor een uitleg van de belangrijkste verschillen.
De gewone winst per aandeel wordt verkregen door het resultaat over het jaar te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone aandelen tijdens de verslagperiode. Het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen is exclusief de eigen aandelen gehouden door de Groep tijdens de verslagperiode.
De verwaterde winst per aandeel wordt verkregen door het resultaat over het jaar, aangepast voor het effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden, te delen door het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen, eveneens aangepast voor het aantal potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden in verband met de uitgifte van aandelenopties.
Het aantal potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden is berekend voor het gewogen gemiddelde aantal aandelenopties dat uitstond tijdens de verslagperiode als het verschil tussen de gemiddelde marktprijs van gewone aandelen tijdens de verslagperiode en de uitoefenprijs van de aandelenoptie. Aandelenopties hebben alleen een verwaterend effect als de gemiddelde marktprijs hoger is dan de uitoefenprijs (aandelenopties zijn 'in the money').
Voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel zijn er geen aanpassingen doorgevoerd aan het nettoresultaat van het boekjaar (aandeel Solvay).
De gewone en verwaterde bedragen per aandeel voor beëindigde bedrijfsactiviteiten worden gepresenteerd in de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
| Aantal aandelen (in duizenden) | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (gewoon) | 103.177 | 103.277 |
| Verwaterend effect | 227 | 459 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (verwaterd) | 103.403 | 103.735 |
| 2019 | 2018 | |||
|---|---|---|---|---|
| Gewone | Verwaterde | Gewone | Verwaterde | |
| Winst van het jaar (Solvay-aandeel), met inbegrip van de beëindigde bedrijfsactiviteiten (in € duizenden) |
118.415 | 118.415 | 877.219 | 877.219 |
| Winst/(verlies) van het jaar (Solvay-aandeel), zonder beëindigde bedrijfsactiviteiten (in € duizenden) |
–117.582 | –117.582 | 676.565 | 676.565 |
| Winst per aandeel (met inbegrip van beëindigde bedrijfsactiviteiten) (in €) |
1,15 | 1,15 | 8,49 | 8,46 |
| Winst per aandeel (zonder beëindigde bedrijfsactivi teiten) (in €) |
–1,14 | –1,14 | 6,55 | 6,52 |
Volledige gegevens per aandeel, met inbegrip van dividend per aandeel, staan in het Overzicht van de activiteiten.
De gemiddelde marktprijs voor 2019 was € 96,74 per aandeel (2018: € 110,21 per aandeel). Onderstaande aandelenopties waren out-of-themoney, en hadden derhalve geen verwaterend effect in de betreffende periode, maar kunnen de gewone winst per aandeel in de toekomst mogelijk wel verwateren (zie toelichting F33 Op aandelen gebaseerde betalingen):
| Anti-dilutieve aandelenopties | Toekenningsdatum | Uitoefenprijs (in €) | Aantal toegekende aandelenopties |
Aantal uitstaande aandelenopties |
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan 2013 | 25/03/2013 | 104,33 | 427.943 | 367.171 |
| Aandelenoptieplan 2014 | 01/01/2014 | 101,14 | 380.151 | 351.482 |
| Aandelenoptieplan 2015 | 25/02/2015 | 114,51 | 346.617 | 346.617 |
| Aandelenoptieplan 2017 | 23/02/2017 | 111,27 | 316.935 | 316.935 |
| Aandelenoptieplan 2018 – 1 | 27/02/2018 | 113,11 | 400.704 | 400.704 |
| Aandelenoptieplan 2018 – 2 | 30/07/2018 | 108,38 | 72.078 | 72.078 |
| Aandelenoptieplan 2019 | 27/02/2019 | 97,05 | 438.107 | 438.107 |
| Totaal | 2.382.535 | 2.293.094 |
In overeenstemming met IAS 1 Presentatie van de jaarrekening, heeft de Groep ervoor gekozen om twee overzichten te presenteren, nl. een geconsolideerde winst- en verliesrekening, onmiddellijk gevolgd door een geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat.
De andere elementen van het totaalresultaat worden gegeven vóór de hiermee gepaard gaande belastingimpact met een lijn die het totale bedrag aan winstbelasting over deze elementen voorstelt. Meer informatie over de belastingimpact leest u verder in deze toelichting.
N.B.: onderstaande tabel geeft de totale andere elementen van het totaalresultaat weer voor het totale aantal aandelen van Solvay en de minderheidsbelangen.
| 2019 | 2018 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Bedrag vóór belastingen |
Belastingkost (–)/-opbrengst (+) |
Bedrag na belastingen |
Bedrag vóór belastingen |
Belastingkost (–)/-opbrengst (+) |
Bedrag na belastingen |
| Effectief deel van winsten en verliezen op afdekkingsinstrumenten in een kasstroom afdekking |
–53 | 1 | –52 | –61 | 5 | –57 |
| Herclassificatie naar de winst- en verliesre kening |
58 | 58 | 14 | 14 | ||
| Winsten en verliezen op afdekkingsin strumenten in een kasstroomafdekking (zie toelichting F35) |
5 | 1 | 6 | –47 | 5 | –42 |
| Wisselkoersverschillen van het jaar | 141 | 141 | 241 | 241 | ||
| Herclassificatie van wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten die verkocht werden gedurende het jaar |
–1 | –1 | 13 | 13 | ||
| Wisselkoersverschillen – Dochteronder nemingen en gezamenlijke bedrijfsactivi teiten |
140 | 140 | 255 | 255 | ||
| Aandeel in de andere elementen van het totaalresultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures gecon solideerd via de equity-methode die daarna naar winst of verlies zullen worden overgeboekt |
24 | 24 | –34 | –34 | ||
| Elementen die geherklasseerd worden | 169 | 1 | 170 | 173 | 5 | 179 |
| Winsten en verliezen op eigen-vermo gensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
3 | –2 | 1 | 3 | 4 | |
| Herwaarderingen van de netto verplichting inzake toegezegd-pensioen regelingen (zie toelichting F34) |
–163 | 49 | –113 | 26 | –4 | 22 |
| Aandeel in de andere elementen van het totaalresultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures gecon solideerd via de equity-methode die daarna niet naar winst of verlies zullen worden overgeboekt |
–2 | –2 | ||||
| Elementen die niet geherklasseerd worden |
–162 | 47 | –115 | 29 | –4 | 26 |
| Andere elementen van het totaalre sultaat |
7 | 48 | 55 | 203 | 1 | 204 |
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening op het einde van elke verslagperiode worden de activa en de verplichtingen van de buitenlandse activiteiten van de Groep op balansdatum omgerekend in EUR tegen de slotkoers. De opbrengsten en kosten van deze entiteiten worden omgerekend tegen de gemiddelde koers, behalve wanneer de impact van de gemiddelde koers wezenlijk verschilt van de toepassing van de marktkoers op hun respectievelijke transactiedatum, in welk geval laatstgenoemde gebruikt wordt. Mochten er eventuele wisselkoersverschillen ontstaan, dan worden die opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat als 'wisselkoersverschillen'.
Wisselkoersverschillen worden geherklasseerd van eigen vermogen naar winst of verlies bij:
In het geval van een gedeeltelijke vervreemding (d.i. zonder verlies van zeggenschap) van een dochteronderneming met een buitenlandse activiteit wordt het evenredige gedeelte van de gecumuleerde wisselkoersverschillen toegewezen aan de minderheidsbelangen en niet in winst of verlies opgenomen.
In geval van (a) een kapitaalvermindering bij een dochteronderneming zonder verlies van zeggenschap of (b) een kapitaalvermindering bij een investering opgenomen volgens de equity-methode zonder aanpassing van het deel van het aandelenbelang gehouden in de betreffende investering, worden gecumuleerde wisselkoersverschillen niet geherklasseerd van eigen vermogen naar winst of verlies.
Goodwill en 'reële waarde'-aanpassingen die ontstaan uit de overname van een buitenlandse activiteit worden beschouwd als activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteit en omgerekend in de presentatievaluta van de Groep tegen de slotkoers.
De totale positieve wisselkoersverschillen bedragen € 164 miljoen in 2019 en hebben enkel betrekking op het aandeel van de Groep. Ze betreffen de revaluatie van de Amerikaanse dollar (€ 115 miljoen), de Russische roebel (€ 26 miljoen), de Mexicaanse peso (€ 12 miljoen), en de devaluatie van het Britse pond (€ -15 miljoen), ten opzichte van de euro.
In 2018 bedroegen de totale positieve wisselkoersverschillen € 220 miljoen, bestaande uit:
De € 207 miljoen aan wisselkoersverschillen hadden betrekking op de revaluatie ten opzichte van de euro van de Amerikaanse dollar (€ 289 miljoen) en de devaluatie van de Braziliaanse real (€ -30 miljoen), de Chinese renminbi (€ -24 miljoen) en de Russische roebel (€ -25 miljoen).
In 2019 bedragen de totale afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen € 1.906 miljoen, waarvan:
De stijging in de lineaire afschrijvingen in 2019 ten opzichte van 2018 heeft voornamelijk betrekking op de toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten.
In 2018 bedroegen de totale afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen € 944 miljoen, waarvan:
De overige niet-operationele en niet-cash elementen (€ 24 miljoen) hebben in 2019 voornamelijk betrekking op fusie- en overnamekosten verbonden aan de vervreemding van de Polyamides activiteit (€ 16 miljoen).
De overige niet-operationele en niet-cash elementen voor 2018 (€ -12 miljoen) omvatten hoofdzakelijk resultaten als gevolg van de vervreemding van fosforderivaten (€ -22 miljoen) en de natriumcarbonaatactiviteiten in Egypte (€ 7 miljoen).
De winstbelasting bedraagt € 262 miljoen, waarvan € 153 miljoen voor voortgezette bedrijfsactiviteiten.
De betaalde winstbelasting bedraagt € 263 miljoen, waarvan € 240 miljoen voor voortgezette bedrijfsactiviteiten.
De winstbelasting bedroeg € 175 miljoen, waarvan € 95 miljoen voor voortgezette bedrijfsactiviteiten.
De betaalde winstbelasting bedroeg € 235 miljoen, waarvan € 211 miljoen voor voortgezette bedrijfsactiviteiten.
Winstbelastingen worden besproken in toelichting F7 Winstbelasting.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Voorraden | 164 | –239 |
| Handelsvorderingen | 21 | 60 |
| Handelsschulden | –217 | 98 |
| Overige vorderingen/verplichtingen | –54 | –68 |
| Wijziging in het werkkapitaal | –86 | –148 |
| Waarvan beëindigde bedrijfsactiviteiten | –64 | –39 |
Zie opmerkingen in het Overzicht van de activiteiten.
Zie toelichting F34 Voorzieningenvoor meer informatie.
| 2019 | |||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | Verwervingen | Vervreemdingen | Totaal |
| Dochterondernemingen | –6 | –31 | –37 |
| Andere | –16 | –16 | |
| Totaal deelnemingen | –23 | –31 | –53 |
| Materiële vaste/immateriële activa | –857 | 18 | –839 |
| Totaal | –880 | –13 | –892 |
| 2018 | |||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | Verwervingen | Vervreemdingen | Totaal |
| Dochterondernemingen | –12 | 26 | 14 |
| Andere | –4 | –4 | |
| Totaal deelnemingen | –16 | 26 | 10 |
| Materiële vaste/immateriële activa | –833 | 42 | –791 |
| Totaal | –849 | 69 | –781 |
De overname van dochterondernemingen (€ -6 miljoen) betreft voornamelijk betalingen na de overname van Cytec.
De andere verwervingen hebben voornamelijk betrekking op de deelneming in Aqua Pharma Group.
De vervreemding van dochterondernemingen (€ -31 miljoen) betreft voornamelijk fusie- en overnamekosten voor de vervreemding van Polyamides voor € -16 miljoen, bedragen betaald voor de vervreemdingen van Pharma en Indupa zonder impact op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van 2019 (€ -19 miljoen), na aftrek van de aflossing van de schulden verbonden aan de vervreemding van de Cross Linkable Compounds activiteit voor € 7 miljoen.
De verwerving van materiële vaste en immateriële activa (€ -857 miljoen) heeft betrekking op verscheidene projecten:
De overname van dochterondernemingen (€ -12 miljoen) had betrekking op betalingen na overname van Cytec.
De vervreemding van dochterondernemingen (€ 26 miljoen) had vooral betrekking op fosforderivaten voor € 54 miljoen, de natriumcarbonaatactiviteiten in Egypte voor € 10 miljoen en fusie- en overnamekosten voor de vervreemding van Polyamides voor € -20 miljoen. Het saldo is samengesteld uit betaalde en ontvangen bedragen voor verkopen in voorgaande jaren die geen invloed hebben op de winsten verliesrekening 2018 (uitgestelde betaling voor de aanschaf van BASF-aandelen in Solvin van € -22 miljoen en Cross Linkable Compound voor € 4 miljoen).
De verwerving van materiële vaste en immateriële activa (€ -833 miljoen) had betrekking op verschillende projecten:
Corporate: investering in de Material Science Application Center in Brussel (België);
De in 2018 ontvangen geldmiddelen uit de vervreemding van materiële vaste activa had verband met de verkoop van vastgoed (€ 27 miljoen), voornamelijk als gevolg van herstructureringsinitiatieven of portefeuillewijzigingen en geldmiddelen ontvangen uit de vervreemding van immateriële activa in verband met de verkoop van klantenlijsten (€ 15 miljoen).
De overige kasstromen uit financieringsactiviteiten (€ -19 miljoen in 2019, € 123 miljoen in 2018) hebben voornamelijk betrekking op marge-stortingen (margin calls) op afdekkingsinstrumenten als onderdeel van de activiteiten van Energy Services.
Voor de handel in futures van verschillende grondstoffen (CO2, energie, gas en kolen) maakt Energy Services gebruik van makelaars. Deze deals zijn onderhevig aan marge-stortingen. Om het kredietrisico van de tegenpartij te dekken, betalen makelaars een margestorting aan Solvay als het instrument voor Solvay in-the-money staat. Als het instrument echter out-of-the-money staat, betaalt Solvay een marge-storting aan de makelaars. De marge-stortingen worden gepresenteerd als onderdeel van de financiële schuld (zie toelichting F36 Nettoschuld). Kasstromen afkomstig van margestortingen worden opgenomen als Overige kasstromen uit financieringsactiviteiten. Deze fluctueert met de reële waarde van het instrument. De daadwerkelijke afwikkeling van de grondstofderivaten vindt plaats na aftrek van de marge-stortingen en het brutobedrag (inclusief marge-stortingen geherklasseerd uit Overige kasstromen uit financieringsactiviteiten) wordt opgenomen in operationele kasstromen.
In 2019 bedraagt de kasstroom van beëindigde bedrijfsactiviteiten € 141 miljoen (€ 120 miljoen) in 2018 en heeft betrekking op Polyamides.
Een immaterieel actief is een identificeerbaar niet-monetair actief zonder fysieke vorm. Het is identificeerbaar wanneer het kan worden afgescheiden, d.w.z. het kan worden afgescheiden of losgemaakt van de Groep, of wanneer het ontstaat uit contractuele of andere juridische rechten. Een immaterieel actief zal alleen worden opgenomen indien:
Immateriële activa die verworven of intern ontwikkeld werden, worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. De kostprijs van een verworven immaterieel actief omvat de aankoopprijs, de invoerrechten en niet-terugbetaalbare aankoopbelastingen, na aftrek van handels- en andere kortingen, en alle rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief geschikt te maken voor het beoogde gebruik. Uitgaven na initiële opname op immateriële activa worden enkel opgenomen als het waarschijnlijk is dat ze de toekomstige economische voordelen verbonden aan het specifieke actief doen toenemen. Andere uitgaven worden ten laste genomen wanneer ze worden opgelopen.
Na hun initiële opname worden immateriële activa gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur, die niet langer is dan hun eventuele contractuele looptijd. De geschatte gebruiksduur, de restwaarde en de afschrijvingsmethode worden op elk jaareinde herzien, en elke wijziging in de schattingen wordt op prospectieve basis verwerkt.
| Patenten en merken | 2–20 jaar |
|---|---|
| Software | 3–5 jaar |
| Ontwikkelingskosten | 2–5 jaar |
| Klantenrelaties | 5–29 jaar |
| Overige immateriële activa – Technologie | 5–20 jaar |
De afschrijvingskosten worden in de geconsolideerde winst- en verliesrekening opgenomen onder kostprijs van de omzet, administratieve kosten, kosten voor onderzoek en ontwikkeling en overige operationele winsten en verliezen.
Het actief wordt getest op bijzondere waardevermindering indien (a) er een aanwijzing is voor bijzondere waardevermindering en (b) jaarlijks voor projecten onder ontwikkeling (zie toelichting F27 Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa, immateriële activa, met en gebruiksrecht overeenstemmende activa, en investeringen die worden verwerkt volgens de equity-methode).
Immateriële activa worden uit het geconsolideerde overzicht van de financiële positie verwijderd bij vervreemding of wanneer er in de toekomst naar verwachting geen economisch voordeel meer gehaald zal worden uit het gebruik of de vervreemding ervan. De winst of het verlies als gevolg van de verwijdering van een immaterieel actief uit de balans wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening op het tijdstip van verwijdering uit de balans.
Onderzoekskosten worden als kosten in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarin ze worden opgelopen.
Ontwikkelingskosten worden alleen opgenomen als activa als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
Deze ontwikkelingskosten omvatten personeelskosten, materiaalkosten en diensten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de projecten, en een gepast aandeel in de algemene kosten, met inbegrip, en waar van toepassing, van financieringskosten. De immateriële activa worden afgeschreven vanaf het moment waarop zij beschikbaar zijn voor gebruik, d.w.z. zodra zij ter plaatse zijn en in de juiste staat om te kunnen functioneren op de manier die het management voor ogen had. Ontwikkelingskosten die niet aan de bovenvermelde criteria voldoen, worden ten laste genomen wanneer ze worden opgelopen.
Deze immateriële activa zijn met name verworven door bedrijfscombinaties. Klantenrelaties bestaan uit klantenlijsten.
Overige immateriële activa bestaan voornamelijk uit technologie, afzonderlijk verkregen of uit bedrijfscombinaties.
| Ontwikkelings | Merken en | Overige immate | |||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | kosten | octrooien | Klantenrelaties | riële activa | Totaal |
| Brutoboekwaarde | |||||
| Op 31 december 2017 | 285 | 1.588 | 1.888 | 717 | 4.479 |
| Investeringen | 88 | 19 | 35 | 142 | |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | –6 | –5 | –5 | –16 | |
| Verwervingen via bedrijfscombinaties | 5 | 5 | |||
| Wisselkoersverschillen | 2 | 34 | 68 | 18 | 122 |
| Andere | 2 | 25 | –28 | –1 | |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop |
1 | 1 | 2 | ||
| Op 31 december 2018 | 372 | 1.661 | 1.956 | 743 | 4.731 |
| Investeringen | 77 | 5 | 24 | 106 | |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | –9 | –39 | –2 | –50 | |
| Verwervingen via bedrijfscombinaties | 2 | 2 | |||
| Wisselkoersverschillen | 2 | 18 | 30 | 12 | 62 |
| Andere | –6 | 24 | –17 | 1 | |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop |
–3 | 2 | 1 | –1 | |
| Op 31 december 2019 | 433 | 1.673 | 1.986 | 760 | 4.851 |
| Cumulatieve afschrijvingen | |||||
| Op 31 december 2017 | –74 | –680 | –492 | –293 | –1.539 |
| Afschrijvingen | –36 | –110 | –135 | –49 | –330 |
| Bijzondere waardeverminderingen | –2 | –3 | |||
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 6 | 5 | 5 | 16 | |
| Wisselkoersverschillen | –5 | –10 | –8 | –23 | |
| Andere | 2 | –4 | 14 | 12 | |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop |
–1 | –3 | –4 | ||
| Op 31 december 2018 | –105 | –790 | –640 | –335 | –1.871 |
| Afschrijvingen | –48 | –105 | –116 | –55 | –323 |
| Bijzondere waardeverminderingen | –53 | –53 | |||
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 9 | 39 | 2 | 50 | |
| Wisselkoersverschillen | –4 | –5 | –5 | –14 | |
| Andere | –1 | 1 | |||
| Overboeking naar activa aangehouden | |||||
| voor verkoop | 3 | –4 | 3 | 2 | |
| Op 31 december 2019 | –141 | –865 | –760 | –443 | –2.209 |
| Nettoboekwaarde | |||||
| Op 31 december 2017 | 211 | 908 | 1.396 | 424 | 2.940 |
| Op 31 december 2018 | 266 | 872 | 1.315 | 408 | 2.861 |
| Op 31 december 2019 | 291 | 807 | 1.226 | 318 | 2.642 |
Immateriële activa hebben voornamelijk betrekking op immateriële activa verkregen door de acquisities van Rhodia en Cytec. De gemiddelde resterende gebruiksduur van de activa van Rhodia is 3 jaar, die van Cytec is 13 jaar. Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in 2019 hebben betrekking op de Novecare Olie- & Gasactiviteit.
De overname van dochterondernemingen wordt verwerkt volgens de overnamemethode. De vergoeding voor elke overname wordt berekend als de som van de reële waarden van de overgedragen activa op de overnamedatum en de aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de Groep uitgegeven eigen-vermogensinstrumenten in ruil voor zeggenschap over de overgenomen partij. Aan de overname gerelateerde kosten worden onmiddellijk in winst of verlies opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Waar toepasbaar omvat de vergoeding voor de overname elk actief of verplichting als gevolg van een voorwaardelijke vergoedingsovereenkomst, dat gewaardeerd wordt aan de reële waarde op overnamedatum. Toekomstige wijzigingen aan deze reële waarde worden retrospectief verwerkt als ze beantwoorden aan aanpassingen tijdens de waarderingsperiode (zie hieronder). Alle andere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding opgenomen als actief of verplichting worden opgenomen in overeenstemming met de relevante IFRS, meestal in de winst- en verliesrekening.
Wanneer een bedrijfscombinatie in verschillende fasen wordt gerealiseerd, wordt het voorheen gehouden belang in de verworven entiteit geherwaardeerd tegen de reële waarde op overnamedatum (d.i. de datum waarop de Groep zeggenschap verkrijgt) en de eventuele winst of het eventuele verlies wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen. Bedragen die voorafgaand aan de overnamedatum voortvloeien uit het belang in de overgenomen partij die voorheen werden opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat worden geherklasseerd naar winst of verlies, op dezelfde basis die vereist zou zijn indien de overnemende partij het voorheen aangehouden belang had vervreemd.
De identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de overgenomen partij die aan de opnamecriteria volgens IFRS 3 Bedrijfscombinaties voldoen, worden opgenomen en gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum, behalve:
activa (of groepen activa die worden vervreemd) die geklasseerd worden als aangehouden voor verkoop in overeenstemming met IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten, in overeenstemming met deze standaard worden gewaardeerd.
Als de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet voltooid is op het einde van de verslagperiode waarin de bedrijfscombinatie plaatsvond, presenteert de Groep voorlopige bedragen voor de posten die nog niet volledig zijn verwerkt. Tijdens de waarderingsperiode (zie verder) worden de opgenomen voorlopige bedragen aangepast, of worden bijkomende activa of verplichtingen opgenomen om nieuwe informatie te weerspiegelen over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden en die, indien bekend, de waardering van de per die datum opgenomen bedragen zouden hebben beïnvloed.
De waarderingsperiode is de periode vanaf de datum van de overname tot de datum waarop de Groep de complete informatie ontvangt over de feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden, en kan niet meer dan twaalf maanden bedragen.
Goodwill ontstaan uit een bedrijfscombinatie wordt opgenomen als een actief op het moment dat de zeggenschap wordt verkregen (de overnamedatum). Goodwill is het verschil tussen het totaal van:
en het door de Groep verworven aandeel in de reële waarde van de netto identificeerbare activa van de entiteit op de overnamedatum.
Goodwill wordt niet afgeschreven maar wordt getest op bijzondere waardevermindering. Dat gebeurt elk jaar of vaker indien er aanwijzingen zijn van bijzondere waardevermindering.
Voor het testen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden (of een groep van kasstroomgenererende eenheden) van de Groep in overeenstemming met IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa.
Een kasstroomgenererende eenheid (KGE) is de kleinste identificeerbare groep van activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa.
Deze testen bestaan erin om de boekwaarde van activa of (groepen van) KGE's te vergelijken met hun realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief of een (groep van) KGE('s) is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Indien de realiseerbare waarde van een KGE lager is dan de boekwaarde ervan, wordt het bijzondere waardeverminderingsverlies eerst in mindering gebracht van de boekwaarde van de goodwill die aan de eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde.
Wanneer eenmaal een bijzonder waardeverminderingsverlies voor goodwill is opgenomen, wordt dat in een latere periode niet teruggenomen.
Activa aangehouden voor verkoop omvatten de betreffende goodwill.
Bij de verkoop van een activiteit binnen een KGE waaraan goodwill werd toegekend, dient het overeenstemmende deel van de goodwill in rekening te worden gebracht bij de berekening van de winst of het verlies op de vervreemding. Deze wordt berekend op basis van de relatieve waarde van de verkochte activiteit en van het aandeel in de KGE dat niet wordt vervreemd, tenzij een andere methode beter is om de goodwill van de vervreemde activiteit weer te geven.
| In € miljoen | Totaal |
|---|---|
| Nettoboekwaarde | |
| Op 31 december 2017 | 5.042 |
| Wisselkoersverschillen | 139 |
| Andere | –8 |
| Op 31 december 2018 | 5.173 |
| Wisselkoersverschillen | 66 |
| Bijzondere waardeverminderingen | –771 |
| Op 31 december 2019 | 4.468 |
In 2019 heeft de bijzondere waardevermindering voornamelijk betrekking op de Novecare Olie- & Gasactiviteit. De wisselkoersverschillen in 2018 en 2019 zijn vooral toe te schrijven aan de goodwill uitgedrukt in Amerikaanse dollars.
De goodwill die ontstaat bij een bedrijfscombinatie wordt bij de overname toegewezen aan de KGE of groepen KGE's die naar verwachting zullen genieten van de voordelen van de bedrijfscombinatie.
| 2018 | 2019 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Openings balans |
Aanpas singen |
Wisselkoers verschillen |
Eindbalans | Over boeking |
Bijzondere waarde verminder ingen |
Wissel koers verschillen |
Eindbalans |
| Operationele Segmenten – Groepen van KGE's |
||||||||
| Advanced Materials | 493 | 493 | 493 | |||||
| Advanced Formulations | 194 | 194 | –46 | 148 | ||||
| Performance Chemicals | 86 | 86 | 86 | |||||
| (Groepen van) KGE's | ||||||||
| Composite Materials | 1.266 | –8 | 61 | 1.319 | –13 | 27 | 1.334 | |
| Novecare | 1.231 | 33 | 1.264 | –698 | 3 | 569 | ||
| Novecare Olie & Gas | 744 | –758 | 15 | |||||
| Technology Solutions | 903 | 43 | 946 | 19 | 966 | |||
| Special Chem | 225 | 225 | 226 | |||||
| Specialty Polymers | 178 | 1 | 179 | 1 | 180 | |||
| Soda Ash and Deriva tives |
162 | 162 | 162 | |||||
| Coatis | 82 | 82 | 82 | |||||
| Silica | 72 | 72 | 72 | |||||
| Aroma Performance | 49 | 49 | 49 | |||||
| Energy Services | 50 | 50 | 50 | |||||
| Hydrogen Peroxide Europe |
21 | 21 | 21 | |||||
| Hydrogen Peroxide Mercosul |
14 | 14 | 14 | |||||
| Hydrogen Peroxide Nafta |
7 | 7 | 7 | |||||
| Hydrogen Peroxide Asia | 11 | 11 | 1 | 11 | ||||
| Totaal goodwill | 5.042 | –8 | 139 | 5.173 | –771 | 66 | 4.468 |
De afsplitsing uit Novecare van Novecare Olie & Gas, die nu als een afzonderlijke KGE wordt beschouwd, wordt beschreven in Voornaamste gebeurtenissen en belangrijkste wijzigingen in de consolidatiekring gedurende het jaar en toelichting F27 Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa, immateriële activa, met en gebruiksrecht overeenstemmende activa, en investeringen die worden verwerkt volgens de equity-methode. De goodwill toegewezen aan Novecare Olie & Gas werd volledig afgewaardeerd (€ -758 miljoen).
Materiële vaste activa zijn vaste activa die:
Materiële vaste activa in eigendom van de Groep worden als materiële vaste activa opgenomen als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
Materiële vaste activa worden aanvankelijk gewaardeerd tegen kostprijs. De kostprijs van een materieel vast actief omvat de aankoopprijs en alle rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief ter plaatse en in de nodige staat te brengen om te kunnen functioneren op de manier die het management voor ogen heeft. In voorkomend geval omvatten deze kosten ook de tijdens de constructieperiode opgelopen financieringskosten.
Na de initiële eerste opname worden materiële vaste activa gewaardeerd tegen kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur. De onderdelen van een materieel vast actief met een verschillende gebruiksduur worden afzonderlijk afgeschreven. Terreinen worden niet afgeschreven. De geschatte gebruiksduur, restwaarde en de afschrijvingsmethode worden op elk jaareinde herzien, en elke wijziging in de schattingen wordt op prospectieve basis verwerkt.
| Gebouwen | 30–40 jaar |
|---|---|
| Informaticamateriaal | 3–5 jaar |
| Machines en uitrusting | 10–20 jaar |
| Transportmaterieel | 5–20 jaar |
De afschrijvingskosten worden in de geconsolideerde winst- en verliesrekening opgenomen onder kostprijs van de omzet, administratieve kosten, en kosten van onderzoek en ontwikkeling.
Het actief wordt getest op bijzondere waardevermindering indien er een aanwijzing is voor bijzondere waardevermindering (zie toelichting F27 Bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa, immateriële activa en investeringen die worden verwerkt volgens de equity-methode).
Materiële vaste activa worden niet langer opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie bij vervreemding of wanneer er in de toekomst naar verwachting geen economisch voordeel meer gehaald zal worden uit het gebruik of de vervreemding ervan. De winst of het verlies als gevolg van het niet langer opnemen in het overzicht van de financiële positie van een materieel vast actief wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen op het tijdstip van verwijdering uit de balans.
Kosten na initiële opname op materiële vaste activa worden enkel opgenomen als het waarschijnlijk is dat ze de toekomstige economische voordelen verbonden aan het specifieke actief doen toenemen. Andere uitgaven worden ten laste genomen wanneer ze worden opgelopen. Kosten opgelopen na initiële opname voor de vervanging van een onderdeel van een materieel vast actief worden enkel opgenomen als een actief als het voldoet aan de bovenstaande opnamecriteria. De boekwaarde van het vervangen onderdeel wordt uit de balans verwijderd.
Herstel- en onderhoudskosten worden in de geconsolideerde winsten verliesrekening opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Voor haar industriële activiteit loopt Solvay kosten op voor grote herstellingen die over verschillende jaren lopen voor de meeste sites. Het doel van deze uitgaven is om de goede werking van bepaalde installaties te vrijwaren zonder dat de gebruiksduur wordt geïmpacteerd. De uitgaven worden beschouwd als een specifiek onderdeel van het materieel vast actief en worden afgeschreven over de periode waarin de economische voordelen naar verwachting genoten zullen worden, d.w.z. de periode tussen de grote herstellingen.
Ontmantelings- en saneringskosten worden opgenomen in de kostprijs van een materieel vast actief als de Groep een juridische of feitelijke verplichting heeft om te ontmantelen of te saneren. Ze worden afgeschreven over de gebruiksduur van het actief waartoe ze behoren.
Doorgaans zal de verplichting van Solvay om zijn sites te ontmantelen of te saneren waarschijnlijk pas ontstaan wanneer de activiteiten van een installatie stopgezet worden. De kosten voor de ontmanteling van beëindigde sites of installaties wordt echter wel opgenomen als er een juridische verplichting (als gevolg van een verzoek of een rechterlijk bevel van de relevante autoriteiten) is, of als er geen technisch alternatief bestaat dan het ontmantelen om veiligheidsvoorschriften van de beëindigde sites of installaties te vrijwaren.
Financieringskosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief (d.i. een actief dat noodzakelijkerwijs pas na een aanzienlijke tijdsperiode klaar is voor het beoogde gebruik of voor verkoop) worden
SOLVAY GEÏNTEGREERD JAARVERSLAG 2019 JAARREKENING
geactiveerd als deel van de kostprijs van dat actief, tot vrijwel alle activiteiten zijn voltooid die nodig zijn om het in aanmerking komende actief voor te bereiden op zijn beoogde gebruik of verkoop.
Alle andere financieringskosten worden opgenomen als winst of verlies van de periode waarin ze worden opgelopen.
Beleggingsinkomsten die uit de tijdelijke belegging van de specifieke leningen worden verdiend in afwachting van de uitgaven op de in aanmerking komende activa, worden in mindering gebracht van de financieringskosten die in aanmerking komen voor activering.
| Uitrustings | Andere | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Terreinen en | goederen en | materiële vaste | Vaste activa in | ||
| In € miljoen | gebouwen | installaties | activa | aanbouw | Totaal |
| Brutoboekwaarde | |||||
| Op 31 december 2017 | 2.844 | 9.362 | 380 | 585 | 13.171 |
| Investeringen | 15 | 123 | 12 | 547 | 697 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | –29 | –216 | –14 | –259 | |
| Verwervingen via bedrijfscombinaties | 1 | 1 | |||
| Wisselkoersverschillen | 19 | 78 | 1 | 4 | 102 |
| Andere | 43 | 255 | 26 | –429 | –106 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | –2 | –31 | 1 | –53 | –86 |
| Op 31 december 2018 | 2.889 | 9.571 | 405 | 654 | 13.519 |
| Investeringen | 36 | 124 | 10 | 615 | 784 |
| Buitengebruikstelling en vervreemding | –30 | –200 | –15 | –245 | |
| Verwervingen via bedrijfscombinaties | 1 | 2 | |||
| Wisselkoersverschillen | 27 | 93 | 3 | 6 | 129 |
| Andere | 96 | 359 | 24 | –506 | –27 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | –6 | –8 | –1 | –91 | –106 |
| Op 31 december 2019 | 3.013 | 9.939 | 425 | 678 | 14.056 |
| Cumulatieve afschrijvingen | |||||
| Op 31 december 2017 | –1.359 | –6.101 | –278 | –7.737 | |
| Afschrijvingen | –96 | –462 | –35 | –592 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | –10 | –31 | –1 | –41 | |
| Terugname bijzondere waardeverminderingen | 22 | 22 | |||
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 26 | 211 | 14 | 250 | |
| Wisselkoersverschillen | –6 | –34 | –41 | ||
| Andere | 33 | 67 | 101 | ||
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | 8 | –34 | –1 | –27 | |
| Op 31 december 2018 | –1.404 | –6.361 | –301 | –8.065 | |
| Afschrijvingen | –93 | –464 | –39 | –596 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | –20 | –30 | –1 | –51 | |
| Terugname bijzondere waardeverminderingen | 1 | 1 | |||
| Buitengebruikstelling en vervreemding | 29 | 199 | 15 | 243 | |
| Wisselkoersverschillen | –8 | –49 | –1 | –58 | |
| Andere | 3 | –12 | –9 | ||
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | 5 | –53 | –49 | ||
| Op 31 december 2019 | –1.487 | –6.770 | –327 | –8.584 | |
| Nettoboekwaarde | |||||
| Op 31 december 2017 | 1.485 | 3.261 | 102 | 585 | 5.433 |
| Op 31 december 2018 | 1.486 | 3.210 | 104 | 654 | 5.454 |
| Op 31 december 2019 | 1.527 | 3.169 | 98 | 678 | 5.472 |
Onder 'Andere' vallen onder meer veranderingen tengevolge van portefeuilletransacties en herclassificatie van materiële vaste activa in aanbouw naar de juiste categorieën wanneer deze klaar zijn voor het beoogde gebruik.
Kasstromen in verband met grote investeringen worden toegelicht in toelichting F17 Kasstromen uit investeringsactiviteiten - Verwerving/ vervreemding van activa en deelnemingen.
Zoals beschreven in Grondslagen van verslaggeving heeft de Groep IFRS 16 toegepast vanaf 1 januari 2019 op basis van de aangepaste retroactieve methode. Hierna geven we de grondslagen voor financiële verslaggeving weer die in 2019 worden toegepast (IFRS 16 Leaseovereenkomsten). Voor de grondslagen voor financiële verslaggeving die in 2018 werden toegepast (IAS 17 Leaseovereenkomsten) zie het jaarverslag 2018. Transitie-invloeden worden besproken in de Grondslagen van verslaggeving.
Bij het aangaan van een contract, wat meestal samenvalt met de datum waarop het contract wordt ondertekend, moet de Groep beoordelen of het contract een leaseovereenkomst is of bevat. Een contract is of bevat een leaseovereenkomst indien het contract in ruil voor een vergoeding het recht verleent gedurende een bepaalde periode de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen.
Een actief wordt gewoonlijk geïdentificeerd doordat dit uitdrukkelijk in een contract is gespecificeerd. Een actief kan echter ook worden geïdentificeerd doordat dit impliciet wordt gespecificeerd op het moment dat het voor gebruik door de klant beschikbaar wordt gesteld. Indien de leverancier het materiële recht heeft het actief te vervangen, dan is het actief niet geïdentificeerd. Een materieel substitutierecht betekent dat (a) de leverancier in de praktijk over de gehele gebruiksperiode over de mogelijkheid beschikt om activa te substitueren, en (b) de leverancier een economisch voordeel heeft bij de uitoefening van dit recht.
Om te beoordelen of een contract het recht verleent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerde actief uit te oefenen, moet de Groep beoordelen of het gedurende de gehele gebruiksperiode:
De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare periode van een leaseovereenkomst, samen met:
In haar beoordeling neemt de Groep onder meer de volgende factoren in overweging:
De Groep neemt een met een gebruiksrecht overeenstemmend actief en een leaseverplichting op op de aanvangsdatum. Dit is de datum waarop de lessor het actief aan de Groep beschikbaar stelt.
Het met een gebruiksrecht overeenstemmend actief wordt initieel gewaardeerd tegen kostprijs, bestaand uit:
Na de aanvangsdatum wordt het met een gebruiksrecht overeenstemmend actief gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa worden afgeschreven conform de lineaire afschrijvingsmethode, vanaf de aanvangsdatum tot (a) het eind van de gebruiksduur van het onderliggende actief, in het geval de eigendom van het onderliggende actief aan het eind van de leaseperiode wordt overgedragen aan de Groep, of de leaseovereenkomst een aankoopoptie bevat waarbij het redelijk zeker is dat de Groep deze optie zal uitoefenen, of in alle overige gevallen (b) het einde van de gebruiksduur of, indien eerder, het einde van de leaseperiode.
De leaseverplichting wordt initieel gewaardeerd tegen de contante waarde van de leasebetalingen die op aanvangsdatum niet zijn verricht, gedisconteerd op basis van de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst of, indien de rentevoet niet op eenvoudige wijze kan worden bepaald, de marginale rentevoet voor de betreffende Groepsentiteit. Leasebetalingen die in de waardering van de leaseverplichting zijn opgenomen, bestaan uit:
betalingen van boeten voor het vroegtijdig beëindigen van de leaseovereenkomst, indien het redelijk zeker is dat de Groep deze optie tot vroegtijdige beëindiging zal uitoefenen.
Servicecomponenten (bijv. nutsvoorzieningen, onderhoud, verzekeringen enz.) worden niet in de waardering van de leaseverplichting meegenomen.
Na de aanvangsdatum moet de leaseverplichting gewaardeerd worden door:
| Andere materiële |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Transport | Industriële | vaste | ||||
| In € miljoen | Terreinen | Gebouwen | middelen | uitrustingen | activa | Totaal |
| Brutoboekwaarde | ||||||
| Op 31 december 2018 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Invoering van IFRS 16 | 18 | 170 | 140 | 93 | 8 | 428 |
| Overboeking van materiële vaste activa (financiële leaseovereenkomsten onder IAS 17) |
6 | 44 | –4 | 46 | ||
| Toevoegingen | 1 | 45 | 54 | 16 | 2 | 118 |
| Wisselkoersverschillen | 1 | 2 | 2 | 5 | ||
| Andere | –2 | –8 | –6 | 1 | –15 | |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | –5 | –6 | –1 | –11 | ||
| Op 31 december 2019 | 18 | 209 | 185 | 153 | 7 | 571 |
| Cumulatieve afschrijvingen | ||||||
| Op 31 december 2018 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overboeking van materiële vaste activa (financiële leaseovereenkomsten onder IAS 17) |
–4 | –8 | –12 | |||
| Afschrijvingen | –1 | –49 | –50 | –9 | –3 | –113 |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | 6 | 5 | –11 | |||
| Op 31 december 2019 | –1 | –47 | –45 | –28 | –3 | –124 |
| Nettoboekwaarde | ||||||
| Op 31 december 2018 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Op 31 december 2019 | 16 | 162 | 139 | 125 | 4 | 447 |
De Groep huurt voornamelijk gebouwen, die zowel kantoorgebouwen als opslagplaatsen omvatten. Deze leaseovereenkomsten zijn over het algemeen langlopende leaseovereenkomsten en kunnen verlengingsopties omvatten.
Daarnaast huurt de Groep transportmiddelen, bestaande voornamelijk uit treinstellen en containers om de producten van de Groep te vervoeren.
Industriële uitrustingen bestaan voornamelijk uit activa gebruikt voor nutsvoorzieningen.
De leaseovereenkomsten worden in principe onderhandeld door de lokale teams, en omvatten een grote verscheidenheid aan verschillende bepalingen en voorwaarden. Vele leaseovereenkomsten omvatten verlengingsopties en/of beëindigingsopties die de Groep operationele flexibiliteit verstrekken. Dergelijke opties worden in rekening genomen bij de bepaling van de leaseperiode en de leaseverplichting wanneer het redelijk zeker is dat deze zullen worden uitgeoefend.
Als de Groep zijn verlengingsopties zou uitoefenen die momenteel niet worden opgenomen in de leaseverplichting, zou de contante waarde van de bijkomende betalingen € 96 miljoen bedragen per 31 december 2019.
Afgesloten leaseovereenkomsten die nog niet gestart zijn, bedragen € 123 miljoen en hebben voornamelijk betrekking op een warmtekrachtkoppelingscentrale in Duitsland, een gebouw in Lyon en industriële uitrustingen in de Verenigde Staten.
De totale kasuitstromen voor leaseovereenkomsten bedragen € 133 miljoen, waarvan € 110 miljoen betrekking heeft op betalingen van de leaseverplichtingen en € 23 miljoen op interestkosten. Informatie met betrekking tot de leaseverplichtingen (€ 470 miljoen) kunnen geraadpleegd worden in toelichting F36 Nettoschuld. Informatie met betrekking tot de financiële kosten op de leaseverplichtingen worden verder beschreven in toelichting F6 Netto financieringskosten.
De lijst van gezamenlijke bedrijfsactiviteiten is beschikbaar onder toelichting F43 Lijst van geconsolideerde entiteiten.
De lijst van geassocieerde deelnemingen en joint ventures is beschikbaar onder toelichting F43 Lijst van geconsolideerde entiteiten.
De geassocieerde deelnemingen en joint ventures die niet geklasseerd worden als aangehouden voor verkoop/beëindigde bedrijfsactiviteiten worden verwerkt volgens de equity-methode.
| 2019 | 2018 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Geassocieerde deelnemingen |
Joint ventures | Totaal | Geassocieerde deelnemingen |
Joint ventures | Totaal | |
| Investeringen in geassocieerde deelne mingen en joint ventures |
17 | 538 | 555 | 15 | 426 | 441 | |
| Winst uit geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
2 | 93 | 95 | 3 | 41 | 44 |
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Boekwaarde op 1 januari | 15 | 23 |
| Winst van het jaar | 2 | 3 |
| Ontvangen dividenden | –1 | –1 |
| Bijzondere waardevermindering | –9 | |
| Boekwaarde op 31 december | 17 | 15 |
De tabellen hieronder geven een samenvatting van het overzicht van de financiële positie en de winst- en verliesrekening van de geassocieerde deelnemingen alsof de proportionele consolidatiemethode werd toegepast.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Overzicht van de financiële positie | ||
| Vaste activa | 12 | 16 |
| Vlottende activa | 13 | 18 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 2 | 6 |
| Langlopende verplichtingen | 1 | 3 |
| Langlopende financiële schulden | 1 | 2 |
| Kortlopende verplichtingen | 8 | 16 |
| Kortlopende financiële schulden | 2 | 4 |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen | 17 | 15 |
| Winst- en verliesrekening | ||
| Omzet | 32 | 36 |
| Afschrijvingen | –1 | –1 |
| Renteopbrengsten uit leningen en termijnbeleggingen | 1 | 1 |
| Winst van het jaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 2 | 2 |
| Winst van het jaar | 2 | 2 |
| Totaalresultaat | 2 | 2 |
| Ontvangen dividenden | 1 | 1 |
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Boekwaarde op 1 januari | 426 | 443 |
| Investeringen | 11 | |
| Kapitaalsverhoging | 10 | |
| Winst van het jaar | 93 | 41 |
| Ontvangen dividenden | –25 | –24 |
| Wisselkoersverschillen | 24 | –34 |
| Andere | –1 | |
| Boekwaarde op 31 december | 538 | 426 |
In 2019 hebben de verwervingen en de kapitaalsverhogingen betrekking op de investering in Aqua Pharma Group. In 2019 hebben de wisselkoersverschillen voornamelijk betrekking op de evolutie van de Russische roebel ten opzichte van de euro.
In 2018 hadden de wisselkoersverschillen voornamelijk betrekking op de evolutie van de Russische roebel, de Braziliaanse real en de Indiase roepie ten opzichte van de euro.
De tabellen hieronder geven een samenvatting van het overzicht van de financiële positie en de winst- en verliesrekening van de materiële joint ventures alsof de proportionele consolidatiemethode werd toegepast.
| Shandong | EECO | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Solvay & | Huatai | Hindustan | Holding en | |||||
| 2019 | Rusvinyl | Peroxidos do Brasil |
CPC Barium |
Interox Chemical |
Gum & Chemicals |
Aqua Pharma |
dochter onder |
Cogeneration |
| In € miljoen | OOO | Ltda | Strontium | Co. Ltd | Ltd | Group | nemingen | Rosignano |
| Belang | 50,0% | 69,4% | 75,0% | 50,0% | 50,0% | 50,0% | 33,3% | 25,4% |
| Perfor | Perfor | Perfor | Advanced | Perfor | Corporate & | Corporate & | ||
| mance | mance | Advanced | mance | Formu | mance | Business | Business | |
| Operationele segment | Chemicals | Chemicals | Materials | Chemicals | lations | Chemicals | Services | Services |
| Overzicht van de financiële positie | ||||||||
| Vaste activa | 371 | 54 | 11 | 6 | 5 | 19 | 16 | 9 |
| Vlottende activa | 66 | 56 | 46 | 7 | 155 | 11 | 23 | 1 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 33 | 23 | 9 | 5 | 133 | 6 | 2 | |
| Langlopende verplichtingen | 135 | 4 | 14 | 3 | 3 | 16 | 5 | |
| Langlopende financiële schulden | 104 | 1 | 2 | 16 | 5 | |||
| Kortlopende verplichtingen | 59 | 25 | 19 | 4 | 8 | 5 | 18 | 1 |
| Kortlopende financiële schulden | 39 | 5 | 7 | 17 | 1 | |||
| Deelnemingen in joint ventures | 243 | 82 | 24 | 9 | 149 | 21 | 5 | 3 |
| Winst- en verliesrekening | ||||||||
| Omzet | 202 | 82 | 73 | 18 | 28 | 3 | ||
| Afschrijvingen | –25 | –5 | –2 | –1 | –1 | –2 | –1 | |
| Lasten van schulden | –15 | –1 | ||||||
| Renteopbrengsten uit leningen en | ||||||||
| termijnbeleggingen | 1 | 1 | 12 | 1 | ||||
| Winstbelastingen | –13 | –10 | –3 | –1 | –2 | |||
| Winst van het jaar uit voortgezette | ||||||||
| bedrijfsactiviteiten | 51 | 23 | 8 | 2 | 8 | 1 | ||
| Winst van het jaar | 51 | 23 | 8 | 2 | 8 | 1 | ||
| Andere elementen van het totaalre | ||||||||
| sultaat | 25 | –1 | –1 | –1 | ||||
| Totaalresultaat | 77 | 21 | 7 | 2 | 7 | |||
| Ontvangen dividenden | 7 | 13 | 2 | 3 |
Andere elementen van het totaalresultaat bestaan voornamelijk uit wisselkoersverschillen.
| Hindustan | Shandong Huatai |
EECO Holding en |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Peroxidos | Solvay & | Gum & | Interox | dochter | |||
| 2018 | Rusvinyl | do Brasil | CPC Barium | Chemicals | Chemical | onder | Cogeneration |
| In € miljoen | OOO | Ltda | Strontium | Ltd | Co. Ltd | nemingen | Rosignano |
| Belang | 50,0% | 69,4% | 75,0% | 50,0% | 50,0% | 33,3% | 25,4% |
| Perfor | Perfor | Advanced | Perfor | Corporate & | Corporate & | ||
| mance | mance | Advanced | Formu | mance | Business | Business | |
| Operationele segment | Chemicals | Chemicals | Materials | lations | Chemicals | Services | Services |
| Overzicht van de financiële positie | |||||||
| Vaste activa | 352 | 47 | 11 | 6 | 7 | 17 | 9 |
| Vlottende activa | 53 | 43 | 45 | 152 | 5 | 28 | 4 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 23 | 19 | 9 | 125 | 3 | 2 | 1 |
| Langlopende verplichtingen | 189 | 4 | 12 | 4 | 8 | ||
| Langlopende financiële schulden | 160 | 2 | 8 | ||||
| Kortlopende verplichtingen | 50 | 18 | 15 | 9 | 3 | 33 | 9 |
| Kortlopende financiële schulden | 36 | 4 | 33 | 8 | |||
| Deelnemingen in joint ventures | 167 | 67 | 30 | 145 | 9 | 4 | 4 |
| Winst- en verliesrekening | |||||||
| Omzet | 183 | 73 | 80 | 40 | 20 | 6 | 3 |
| Afschrijvingen | –22 | –4 | –1 | –1 | –1 | –2 | –1 |
| Lasten van schulden | –17 | –2 | |||||
| Renteopbrengsten uit leningen en termijn beleggingen |
1 | 7 | 1 | ||||
| Winstbelastingen | –1 | –6 | –3 | –2 | –1 | ||
| Winst van het jaar uit voortgezette | |||||||
| bedrijfsactiviteiten | 5 | 19 | 9 | 5 | 3 | 1 | |
| Winst van het jaar | 5 | 19 | 9 | 5 | 3 | 1 | |
| Andere elementen van het totaalresultaat | –25 | –4 | 1 | –7 | |||
| Totaalresultaat | –19 | 14 | 10 | –2 | 3 | ||
| Ontvangen dividenden | 13 | 8 | 2 | 2 |
Andere elementen van het totaalresultaat bestaan voornamelijk uit wisselkoersverschillen.
In overeenstemming met het materialiteitsbeginsel zijn een aantal niet-significante entiteiten niet opgenomen in de consolidatiekring. Deze worden gewaardeerd tegen kostprijs en jaarlijks getoetst op bijzondere waardevermindering, wat als een goede benadering van hun reële waarde wordt beschouwd. Zie voor meer informatie de Grondslagen voor consolidatie.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Boekwaarde op 1 januari | 41 | 47 |
| Investeringen | –2 | |
| Vervreemdingen | –5 | –2 |
| Kapitaalverhoging | 2 | 1 |
| Wijzigingen in consolidatiemethode | –1 | –2 |
| Bijzondere waardeverminderingen/terugname van bijzondere waardeverminderingen | 3 | –3 |
| Andere | –2 | |
| Boekwaarde op 31 december | 38 | 41 |
De rubriek 'Wijzigingen in de consolidatiemethode' bevat entiteiten die niet langer onder de materialiteitsdrempels vallen en die verwerkt gaan worden als dochterondernemingen, gezamenlijke bedrijfsactiviteiten, joint ventures of geassocieerde deelnemingen.
Op het einde van elke verslagperiode evalueert de Groep of er indicaties zijn voor een mogelijk bijzonder waardeverminderingsverlies van een actief. Indien dergelijke indicaties bestaan, dan wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat, om zo de omvang van het eventuele bijzondere waardeverminderingsverlies te bepalen. Waar het niet mogelijk is om de realiseerbare waarde van een individueel actief te bepalen, bepaalt de Groep de realiseerbare waarde van de KGE waartoe het betreffende actief behoort. Waar een redelijke en consistente toewijzingsbasis kan worden bepaald, worden de algemene bedrijfsactiva toegewezen aan de individuele KGE's, of aan de kleinste groep van KGE's waarvoor een redelijke en consistente toewijzingsbasis kan worden bepaald.
De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten van het actief en de bedrijfswaarde. Bij beoordeling van de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd tot hun contante waarde, gebruikmakend van een disconteringsvoet voor belastingen. Toekomstige kasstromen worden aangepast voor risico's die niet worden meegenomen in de disconteringsvoet.
Indien wordt geschat dat de realiseerbare waarde van een actief (of KGE) lager is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief (of KGE) gereduceerd tot de realiseerbare waarde ervan. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in winst of verlies.
Wanneer een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen in vroegere boekjaren wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief (of KGE) gebracht tot de herziene geschatte realiseerbare waarde, voor zover de verhoogde boekwaarde niet hoger ligt dan de boekwaarde die (na aftrek van afschrijvingen) zou zijn bepaald als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of KGE) was opgenomen. Een terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in winst of verlies.
In overeenstemming met IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa stemt de realiseerbare waarde van materiële vaste activa, immateriële activa, met een gebruiksrecht overeenstemmende activa, KGE's of groepen van KGE's, inclusief goodwill, en investeringen geconsolideerd volgens de equity-methode overeen met de hoogste van de reële waarde verminderd met de verkoopkosten en de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gelijk aan de contante waarde van de toekomstige kasstromen die verwacht worden van elk actief, elke KGE of groep van KGE's, en ze wordt bepaald aan de hand van de volgende inputs:
De disconteringsvoet wordt geschat op basis van uitgebreide benchmarking met sectorgenoten om te bepalen welk rendement vereist zou zijn voor investeerders bij investeringen in de onderliggende activa. De gewogen gemiddelde kapitaalkost gebruikt voor de verdiscontering van toekomstige kasstromen werd vastgesteld op 6,7% in 2019 (6,2% in 2018). De stijging van de disconteringsvoet in 2019 heeft betrekking op de stijging van de premie voor landenrisico's in bepaalde landen (Italië, België, Brazilië, Rusland, India, Frankrijk) en de stijging van de aangepaste levered beta.
In 2019 werd een globaal nazicht van de volledige activiteitenportfeuille uitgevoerd, wat resulteerde in de definitie van de G.R.O.W Strategie en elke KGE werd toegewezen aan een van de drie flexibele operationele segmenten die van toepassing zijn vanaf 2020: Materials, Chemicals en Solutions, met verschillende groei-opportuniteiten, consistent met de lange-termijn groeivoeten op de markten die ze bedienen en de concurrentiële positie van de Groep in deze markten. De lange-termijn groeivoet werd vastgelegd op 2% voor de KGE's in het Segment Materials, 0% in het Segment Chemicals, behalve voor Soda Ash en Peroxides, waarvoor een groeivoet van 1% werd bepaald, en 1% in het Segment Solutions (behalve voor Olie & Gas).
In 2018 werd de groeivoet op lange termijn vastgesteld op 2%, met uitzondering van Aroma en Perfomance, waar de groeivoet op 1% is vastgesteld.
Andere belangrijke veronderstellingen zijn specifiek voor elke KGE (nutsprijzen, volumes, marge …).
De toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten had een beperkte impact op de activa waarvoor IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa van toepassing is. Per 1 januari 2019 stegen deze activa van € 15.2 miljard naar € 15.6 miljard of door 3% toe te voegen van de met een gebruiksrecht overeenstemmende activa. Gezien de beperkte impact van de toepassing van IFRS 16 zijn de gevolgen op de test voor bijzondere waardevermindering niet significant.
Het grootste deel van de olie- en gasactiviteiten van Novecare is gekoppeld aan de onconventionele olie en gas in Noord-Amerika, en met name de procesfase van "fracking". Novecare bedient andere olie- en gastoepassingen en andere processen zoals cementering of productie, maar deze vertegenwoordigen slechts een klein deel van de totale omzet.
In de context van moeilijke en onzekere wereldwijde olie- en gasmarkten is de chemie-activiteit in fracking zeer volatiel geweest. De afgelopen twee jaar is de waarde van fracking-chemicaliën aanzienlijk verminderd en zijn zowel de volumes als de prijzen onder druk gekomen, omdat veranderingen in de concurrentiële omgeving de markt standaardiseren. De olie- en gaspositie van Solvay, die bestaat uit de voormalige Chemlogics en de Rhodia olie- en gasactiviteiten, werd ook beïnvloed door twee andere ontwikkelingen die zijn versneld en bijzonder impactvol zijn geworden in 2019:
Als gevolg van deze ontwikkelingen is de winstgevendheid van de olie- en gasactiviteiten in 2019 aanzienlijk verslechterd. Er zijn maatregelen genomen met betrekking tot veranderingen in het management, het aanpassen van kostenstructuren en het ontwikkelen van plannen die naar verwachting zullen bijdragen aan het herstel van een winstgevendheid die het concurrentielandschap beter weerspiegelt.
Verder bleek uit de strategieherziening dat de voormalige Chemlogics-activiteiten relatief veerkrachtiger zijn geweest dan de voormalige Rhodia-guar-activiteiten.
Als gevolg hiervan zijn de synergiën tussen de Olie- en Gasactiviteiten en de rest van Novecare nu te klein en de toekomstige groeimogelijkheden te bescheiden om de Olie- en Gasactiviteiten te blijven beschouwen als onderdeel van Novecare, wat voorheen het geval was. Deze conclusie vereist, in overeenstemming met IAS 36 Bijzondere waardeverminderingen van activa, dat de Olie- en Gasactiviteiten worden geïsoleerd in een afzonderlijke KGE en dat de bijzondere waardeverminderingstest moet worden uitgevoerd op het niveau van de Olie- en Gasactiviteiten in plaats van op Novecareniveau.
Rekening houdend met de boekwaarden van de Olie- en Gasactiviteiten en de contante waarde van toekomstige kasstromen op basis van het herstelplan, is een bijzondere waardevermindering van € 825 miljoen vóór belastingen en € 658 miljoen na belastingen opgenomen. De omvang van de bijzondere waardevermindering wordt verergerd door zowel de evolutie van de wisselkoersen sinds de overname van Chemlogics in 2013, als door een verwachting van aanhoudend lage olieprijzen. Deze laatste dempt de vraag naar premium-oplossingen en daarmee de realiseerbare waarde van het actief (kasstroomgenererende eenheid), zijnde de gebruikswaarde met een WACC van 6,7%.
Het bijzonder waardeverminderingsverlies van € 825 miljoen is opgenomen volgens de aard van de activa in het Segment Advanced Formulations als volgt: € 758 miljoen voor Goodwill, € 53 miljoen voor Immateriële activa, € 9 miljoen voor Materiële vaste activa en € 5 miljoen voor Voorraden.
Composite Materials maakte deel uit van de Cytec overname aan het einde van 2015 (Operationeel Segment: Advanced Materials). Deze had een boekwaarde van € 3,4 miljard, met inbegrip van goodwill voor € 1,3 miljard (zie toelichting F21 Goodwill en bedrijfscombinaties). De overwaarde voor Composite Materials (het verschil tussen de bedrijfswaarde op basis van verdisconteerde kasstromen en de boekwaarde) is bijna € 0,8 miljard, of bijna 24% van de boekwaarde.
De overwaarde van Composite Materials is gevoelig voor veranderingen in de veronderstellingen in verband met de disconteringsvoet en de groeivoet op de lange termijn. Op basis van onderstaande sensitiviteitsanalyses blijft de overwaarde positief, hoewel lager dan 10% van de boekwaarde als de lange-termijn groeivoet daalt met 1%.
| In € miljard | 2019 | 2018 | ||
|---|---|---|---|---|
| Veronderstellingen: Disconteringsvoet = 6.7% Groeivoet op lange termijn = 2% |
Impact op reali seerbare waarde |
Herziene reste rende overwaarde |
Impact op reali seerbare waarde |
Herziene reste rende overwaarde |
| Gevoeligheid voor 0,5% afname van disconteringsvoet | 0,5 | 1,3 | 0,6 | 1,3 |
| Gevoeligheid voor 0,5% toename van disconteringsvoet | –0,4 | 0,4 | –0,4 | 0,3 |
| Gevoeligheid voor 1% afname van groeivoet op lange termijn | –0,7 | 0,1 | –0,6 | 0,1 |
| Gevoeligheid voor 1% toename van groeivoet op lange termijn | 1,0 | 1,8 | 1,0 | 1,8 |
Onderstaande tabel geeft de break-evenanalyse weer van de overwaarde voor Composite Materials:
| Disconteringsvoet | Groeivoet op lange termijn | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Huidige assumptie | Break-even bij | Huidige assumptie | Break-even bij | ||
| 2019 | 6,7% | 7,8% | 2,0% | 0,8% | |
| 2018 | 6,2% | 7,1% | 2,0% | 0,8% |
Technology Solutions maakte eveneens deel uit van de Cytec overname aan het einde van 2015 (Operationeel Segment: Advanced Formulations). Deze had een boekwaarde van € 2,0 miljard, met inbegrip van goodwill voor € 1 miljard (zie toelichting F21 Goodwill en bedrijfscombinaties). De overwaarde voor Technology Solutions (het verschil tussen de bedrijfswaarde op basis van verdisconteerde kasstromen en de boekwaarde) is bijna € 0,4 miljard, of bijna 20% van de boekwaarde.
In het kader van het strategische nazicht uitgevoerd in 2019 werd de lange-termijn groei voor Technology Solutions herzien (van 2% in 2018 tot 1% in 2019). Gezien deze wijziging in veronderstelling een belangrijke impact had op de realiseerbare waarde van Technology Solutions, werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd.
Op basis van onderstaande sensitiviteitsanalyses blijft de overwaarde positief, hoewel lager dan 10% van de boekwaarde als de langetermijn groeivoet daalt met 1%.
| In € miljard | 2019 | |
|---|---|---|
| Veronderstellingen: Disconteringsvoet = 6.7% Groeivoet op lange termijn = 1% |
Impact op reali seerbare waarde |
Herziene resterende overwaarde |
| Gevoeligheid voor 0,5% afname van disconteringsvoet | 0,2 | 0,6 |
| Gevoeligheid voor 0,5% toename van disconteringsvoet | –0,2 | 0,2 |
| Gevoeligheid voor 1% afname van groeivoet op lange termijn | –0,3 | 0,1 |
| Gevoeligheid voor 1% toename van groeivoet op lange termijn | 0,5 | 0,8 |
Onderstaande tabel geeft de break-evenanalyse weer van de overwaarde voor Technology Solutions:
| Disconteringsvoet | Groeivoet op lange termijn | ||
|---|---|---|---|
| Huidige assumptie | Break-even bij | Huidige assumptie | Break-even bij |
| 6,7% | 7,8% | 1,0% | –0,2% |
De testen voor bijzondere waardevermindering die op 31 december 2018 op KGE-niveau werden uitgevoerd, hebben niet geleid tot een bijzondere waardevermindering van activa, aangezien de realiseerbare waarde van de (groepen van) KGE's hoger was dan hun boekwaarde. Meer specifiek: het verschil tussen de boekwaarde en de bedrijfswaarde van (groepen van) KGE's vertegenwoordigde in alle gevallen meer dan 10% van hun boekwaarde. Voor deze (groepen van) KGE's zou een redelijke wijziging in een sleutelveronderstelling waarop de realiseerbare waarde van de (groepen van) KGE's is gebaseerd, niet leiden tot een bijzonder waardeverminderingsverlies in de betreffende (groepen van) KGE's.
Na verbeterde marktomstandigheden in 2018 is het bijzonder waardeverminderingsverlies in verband met de warmtekrachtkoppelingscentrale in Brazilië dat in 2016 was opgenomen teruggedraaid (€ 22 miljoen – Operationele Segment: Corporate & Business
Services) – zie ook toelichting F5 Resultaten uit portefeuillebeheer en herevaluaties, historische saneringen en belangrijke juridische geschillen.
RusVinyl is een Russische joint venture in chloorvinyl (Operationeel Segment: Performance Chemicals) waarin Solvay een eigen vermogensbelang van 50% heeft en Sibur de andere 50% bezit.
De realiseerbare waarde van de investering is geschat op basis van een dividend verdisconteringsmodel dat rekening houdt met het nieuwste bedrijfsplan en is uiterst gevoelig voor de RUB/€-wisselkoers. Deze koers beïnvloedt de boekwaarde van de investering, de wisselkoersverliezen op de schuld in euro en bijgevolg het potentiële resultaat beschikbaar voor uitkering. De test voor bijzondere waardevermindering bevestigt dat de bedrijfswaarde (gebaseerd op het dividend verdisconteringsmodel) in lijn is met de boekwaarde.
De kostprijs van de voorraden omvat de inkoopkosten, conversiekosten en alle andere kosten die voortvloeien uit het transport van de voorraden naar hun huidige locatie en de verwerking van de voorraden tot hun huidige toestand. De waarde van de voorraden wordt bepaald door toepassing van de formule voor de gewogen gemiddelde kostprijs of de eerst in – eerst uit (FIFO) methode. Voorraden van een vergelijkbaar type en met een vergelijkbare toepassing worden aan de hand van dezelfde formule gewaardeerd.
Voorraden worden gewaardeerd tegen het laagste van de aankoopkosten (grondstoffen en goederen), de conversiekosten (goederen in bewerking of gereed product), en de netto-opbrengstwaarde. De netto-opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs, min alle geschatte kosten voor de afwerking en de geschatte verkoopkosten.
Met betrekking tot het mechanisme opgezet door de Europese Unie om de producenten aan te zetten hun emissie van broeikasgassen te beperken, worden aan de Groep CO2-emissierechten gratis toegekend. Solvay is eveneens betrokken in projecten rond Clean Development Mechanism (CDM) onder het Kyoto protocol. In deze projecten heeft Solvay maatregelen genomen om emissies van broeikasgassen op de betreffende sites te beperken in ruil voor Certified Emission Reductions (CER).
Bij gebrek aan IFRS-standaarden betreffende de administratieve verwerking van CO2-emissierechten, wordt het 'Handel/Productie' model gebruikt. Deze methode houdt het volgende in: CO2-emissierechten worden weergegeven als voorraden wanneer zij in het productieproces worden gebruikt of als afgeleide producten indien zij worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Energy Services ontplooit handels-, arbitrage- en afdekkingsactiviteiten op het gebied van CO2-emissierechten. Het nettoresultaat van deze activiteiten wordt opgenomen in 'overige operationele winsten en verliezen' (a) voor de industriële component, wanneer Energy Services het teveel aan CO2-emissierechten gegenereerd door Solvay verkoopt, of wanneer een tekort wordt geboekt, alsmede (b) voor de handelscomponent, wanneer Energy Services optreedt als verkoper/ makelaar van die CO2-emissierechten.
In het licht van het portefeuillebeheer voor gecentraliseerde CO2-emissierechten, wordt in de jaarrekening van de Groep de nettopositie van de Groep weergegeven voor emissierechten die uitwisselbaar zijn tussen dochterondernemingen. Wanneer deze nettopositie negatief is, wordt een voorziening opgenomen, vastgesteld op basis van de marktprijs van CO2-emissierechten op rapporteringsdatum.
Energy savings certificates worden als voorraden gepresenteerd. Ze worden gewaardeerd aan de gewogen gemiddelde kost. Omdat hun kost niet afzonderlijk identificeerbaar is en ze een nevenproduct zijn, worden ze gewaardeerd aan hun netto-opbrengst waarde bij hun initiële opname.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Gereed product | 973 | 1.083 |
| Grondstoffen en benodigdheden | 672 | 654 |
| Goederen in bewerking | 22 | 22 |
| Totaal | 1.667 | 1.759 |
| Waardeverminderingen | –80 | –74 |
| Nettototaal | 1.587 | 1.685 |
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| BTW en andere belastingen | 271 | 351 |
| Leveranciers voorschotten | 66 | 81 |
| Financiële instrumenten – operationeel | 167 | 162 |
| Verzekeringspremies | 30 | 30 |
| Financiële vorderingen | 24 | 14 |
| Vorderingen op vervreemding van activa | 3 | |
| Andere | 69 | 77 |
| Overige vlottende vorderingen | 628 | 719 |
Financiële instrumenten-operationeel omvatten afgeleide financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden en kasstroomafdekking (zie toelichting F35.A. Overzicht van de financiële instrumenten).
Een groep activa die wordt afgestoten is een groep van activa die kan worden afgestoten, door verkoop of anderszins, als een groep in een gezamenlijke transactie, en de verplichtingen die rechtstreeks aan deze activa verbonden zijn, worden bij deze transactie overgedragen. Deze groep omvat eveneens de goodwill verworven in een bedrijfscombinatie als de groep een kasstroomgenererende eenheid is waaraan de goodwill toegewezen is of wanneer het een activiteit is binnen een dergelijke kasstroomgenererende eenheid.
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, worden geklasseerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie in plaats van door hun voortgezette gebruik. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop zeer waarschijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) gereed is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als het gepaste management niveau zich heeft verbonden tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan om een koper te vinden en het plan te voltooien, opgestart werd. Bovendien moet het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) op actieve wijze voor verkoop op de markt gebracht worden tegen een redelijke prijs in verhouding tot zijn huidige reële waarde, dient de verkoopovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de datum van de classificatie, en uit de handelingen om het plan te voltooien dient te blijken dat het onwaarschijnlijk is dat er belangrijke wijzigingen zullen aangebracht worden aan het plan, of dat het plan ingetrokken zal worden.
Wanneer de Groep zich heeft verbonden tot een verkoop die een verlies van zeggenschap over een dochteronderneming met zich meebrengt, dan dienen alle activa en passiva van deze dochteronderneming geklasseerd te worden als aangehouden voor verkoop als aan de hierboven beschreven criteria voldaan is ongeacht of de Groep een minderheidsbelang zal aanhouden in de dochteronderneming na de verkoop.
Vaste activa (en groepen activa die worden afgestoten) die geklasseerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde minus de verkoopkosten als deze lager is dan de boekwaarde. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde minus de verkoopkosten wordt opgenomen als een bijzonder waardeverminderingsverlies. Zodra activa geklasseerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Geconsolideerde overzichten van financiële positie voor voorgaande perioden worden niet herwerkt om de nieuwe classificatie van vaste activa (of groepen activa die worden afgestoten) als aangehouden voor verkoop te weerspiegelen.
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| In € miljoen | Polyamides | Polyamides |
| Operationeel Segment | Performance Chemicals |
Performance Chemicals |
| Materiële vaste activa | 817 | 670 |
| Goodwill | 173 | 173 |
| Immateriële activa | 69 | 71 |
| Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa | 35 | |
| Deelnemingen | 1 | 1 |
| Belastingvorderingen | 34 | 32 |
| Voorraden | 236 | 249 |
| Handelsvorderingen | 186 | 200 |
| Andere activa | 33 | 39 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 1.586 | 1.434 |
| Voorzieningen | 81 | 75 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 110 | 72 |
| Andere langlopende verplichtingen | 21 | 10 |
| Handelsschulden | 147 | 217 |
| Belastingschulden | 14 | 12 |
| Andere verplichtingen | 63 | 48 |
| Verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop | 437 | 435 |
| Netto boekwaarde van de groep van activa die worden afgestoten | 1.149 | 999 |
| Opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat | ||
| Wisselkoersverschillen | 19 | 21 |
| Toegezegd-pensioenregelingen | –5 | –3 |
| Andere elementen van het totaalresultaat | 14 | 17 |
De materiële vaste activa namen toe als gevolg van de blijvende kapitaalsinvesteringen. Sinds de classificatie van Polyamides als aangehouden voor verkoop (2017) worden geen afschrijvingen opgenomen.
Gewone aandelen worden geklasseerd als eigen vermogen.
Bijkomende kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen als een vermindering, na belasting, van de opbrengsten van de uitgifte van aandelen.
De reserves omvatten:
Onder minderheidsbelangen wordt verstaan het aandeel van minderheidsbelangen in de nettoactiva en in het totaalresultaat van dochterondernemingen van de Groep. Dit komt overeen met de belangen in dochterondernemingen die geen eigendom zijn van de Onderneming of haar dochterondernemingen.
Om de kapitaalstructuur te versterken heeft Solvay niet-gedateerde, ver achtergestelde eeuwigdurende obligaties uitgegeven ('eeuwigdurende hybride obligaties') van respectievelijk € 1,2 miljard
Aantal aandelen (in duizendtallen)
(€ 1.194 miljoen na aftrek van uitgiftekosten) in 2013 na de overname van Chemlogics, € 1,0 miljard (€ 994 miljoen na aftrek van uitgiftekosten) in 2015 voor de financiering van de overname van Cytec, en € 300 miljoen (€ 298 miljoen na aftrek van uitgiftekosten) in november 2018. In mei 2019 heeft Solvay voor € 700 miljoen aan hybride obligaties (NC5,5 aan 4,99%) uitgegeven in 2013, afgelost na de uitoefening van de eerste call-optie.
Alle eeuwigdurende hybride obligaties worden geklasseerd als eigen vermogen omdat er geen onvermijdelijke contractuele verplichting bestaat om de hoofdsom en de interesten van de hybride obligaties terug te betalen, meer bepaald:
De coupons op de eeuwigdurende hybride obligaties worden opgenomen als eigenvermogenstransacties en worden afgetrokken van het eigen vermogen in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld (zie geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen):
Wanneer Solvay ervoor had gekozen geen rente te betalen aan de houders van eeuwigdurende hybride obligaties, dan zou de betaling van dividend aan gewone aandeelhouders of de terugbetaling van gewone aandelen hebben geresulteerd in een contractuele verplichting om eerder niet betaalde rente alsnog te betalen aan de houders van eeuwigdurende hybride obligaties.
De belastingimpact in verband met eeuwigdurende hybride obligaties wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen (zie ook Grondslagen van verslaggeving).
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| Uitgegeven en volledig betaalde aandelen op 1 januari | 105.876 | 105.876 |
| Uitgegeven en volledig betaalde aandelen op 31 december | 105.876 | 105.876 |
| Aangehouden eigen aandelen op 31 december | 2.466 | 2.723 |
De hierna vermelde bedragen zijn volledig geconsolideerd en zijn vóór de eliminatie van intragroepsverrichtingen.
Eind 2019 hadden de volgende drie dochterondernemingen minderheidsbelangen van € 89 miljoen (van in totaal € 111 miljoen).
| 2019 | Solvay Special Chem | ||
|---|---|---|---|
| In € million | Zhejiang Lansol | Japan | Solvay Soda Ash |
| Eigendomsbelang aangehouden door minderheidsbelangen | 45% | 33% | 20% |
| Overzicht van de financiële positie | |||
| Vaste activa | 27 | 19 | 300 |
| Vlottende activa | 32 | 22 | 27 |
| Langlopende verplichtingen | 1 | 1 | 18 |
| Kortlopende verplichtingen | 15 | 4 | 24 |
| Winst- en verliesrekening | |||
| Omzet | 63 | 65 | 346 |
| Winst van het jaar | 5 | 3 | 148 |
| Andere elementen van het totaalresultaat | 1 | –13 | |
| Totaalresultaat | 5 | 4 | 135 |
| Dividenden betaald aan minderheidsbelangen | 1 | 31 | |
| Deel van de minderheidsbelangen in de winst van het jaar | 2 | 1 | 30 |
| Gecumuleerde minderheidsbelangen | 19 | 12 | 58 |
Eind 2018 hadden de volgende drie dochterondernemingen minderheidsbelangen van € 89 miljoen (van in totaal € 117 miljoen).
| Solvay Special Chem | |||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | Zhejiang Lansol | Japan | Solvay Soda Ash |
| Eigendomsbelang aangehouden door minderheidsbelangen | 45% | 33% | 20% |
| Overzicht van de financiële positie | |||
| Vaste activa | 23 | 18 | 304 |
| Vlottende activa | 42 | 21 | 28 |
| Langlopende verplichtingen | 3 | 1 | 13 |
| Kortlopende verplichtingen | 23 | 2 | 23 |
| Winst- en verliesrekening | |||
| Omzet | 62 | 67 | 321 |
| Winst van het jaar | 11 | 5 | 142 |
| Andere elementen van het totaalresultaat | –1 | 2 | 1 |
| Totaalresultaat | 10 | 7 | 143 |
| Dividenden betaald aan minderheidsbelangen | 2 | 32 | |
| Deel van de minderheidsbelangen in de winst van het jaar | 5 | 2 | 28 |
| Gecumuleerde minderheidsbelangen | 17 | 12 | 60 |
Solvay heeft verscheidene aandelenoptieplannen opgezet, waaronder in eigen-vermogensinstrumenten en in geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde plannen.
Bij de in eigen-vermogensinstrumenten afgewikkelde plannen ontvangt de Groep diensten in ruil voor de eigen-vermogensinstrumenten (met name door de uitgifte van aandelenopties). De reële waarde van de diensten geleverd door medewerkers in ruil voor de toekenning van de eigen-vermogensinstrumenten vertegenwoordigt een kost. Deze kost wordt opgenomen op een lineaire basis in de geconsolideerde winst- en verliesrekening over de verwervingsperiode (vesting period) die betrekking heeft op deze eigen-vermogensinstrumenten ten opzichte van een overeenstemmende aanpassing in het eigen vermogen. De reële waarde van de geleverde diensten wordt bepaald op basis van de reële waarde van de eigen-vermogensinstrumenten op toekenningsdatum. Deze wordt vervolgens niet geherwaardeerd. Op elke verslagdatum schat de Groep opnieuw het aantal aandelenopties dat waarschijnlijk zal worden verworven. De impact van de herziene schattingen wordt opgenomen als winst of verlies met een daarmee overeenstemmende aanpassing in het eigen vermogen.
Bij de in geldmiddelen afgewikkelde plannen ontvangt de Groep diensten in ruil voor de verplichting om aan de medewerkers voor deze diensten een geldbedrag over te maken op basis van de prijs (of waarde) van de eigen-vermogensinstrumenten (inclusief aandelen of aandelenopties) van de Groep (namelijk door de uitgifte van de Performance Share Units). De reële waarde van de diensten geleverd door medewerkers in ruil voor de toekenning van de op aandelen gebaseerde betalingen vertegenwoordigt een kost. Deze kost wordt opgenomen op een lineaire basis in de geconsolideerde winst- en verliesrekening over de verwervingsperiode (vesting period) die betrekking heeft op deze op aandelen gebaseerde betalingen ten opzichte van een overeenstemmende aanpassing in de passiva. Op elke verslagdatum schat de Groep opnieuw het aantal opties dat waarschijnlijk zal worden verworven. De invloed van de herziene schattingen wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. De Groep waardeert de verworven diensten en de aangegane verplichting tegen de reële waarde van de verplichting. Tot de verplichting afgewikkeld is, herwaardeert de Groep de reële waarde van de verplichting op het einde van elke verslagperiode en op de afwikkelingsdatum, waarbij eventuele wijzigingen in de reële waarde opgenomen worden als winst of verlies van de periode.
Zoals elk jaar sinds 1999 heeft de Raad van Bestuur in 2019 het aandelenoptieplan hernieuwd dat aan het uitvoerend management (51 begunstigden) wordt aangeboden om hen nauwer te betrekken bij de ontwikkeling van de Groep op lange termijn. Dit plan is een op aandelen gebaseerd plan dat in eigen-vermogensinstrumenten wordt afgewikkeld. De meeste managers hebben in 2019 ingeschreven op de aangeboden opties met een uitoefenkoers van € 97,05; wat overeenstemt met de gemiddelde beurskoers van het Solvay-aandeel gedurende de 30 dagen die aan het aanbod voorafgingen.
Eind december 2019 bezat de Groep 2.465.766 eigen aandelen, die werden afgetrokken van het geconsolideerde eigen vermogen.
| Aandelenopties | 2019 | 2018 – 2 | 2018 – 1 | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal toegekende en uitstaande aandelenopties op 31 december 2018 |
72.078 | 400.704 | 316.935 | 759.023 | 346.617 | |
| Toegekende aandelenopties | 438.107 | |||||
| Verlies van rechten en vervallen opties | ||||||
| Uitgeoefende opties op aandelen | ||||||
| Aantal aandelenopties op 31 december 2019 | 438.107 | 72.078 | 400.704 | 316.935 | 759.023 | 346.617 |
| Uitoefenbare aandelenopties op 31 december 2019 | 346.617 | |||||
| Uitoefenprijs (in €) | 97,05 | 108,38 | 113,11 | 111,27 | 75,98 | 114,51 |
| Reële waarde van de opties op de waarderingsdatum (in €) | 17,77 | 20,81 | 19,10 | 23,57 | 17,07 | 24,52 |
| Aandelenopties | 2014 | 2013 | 2012 | 2011 | 2007 | 2006 |
| Aantal toegekende en uitstaande aandelenopties op 31 december 2018 |
360.354 | 367.171 | 404.959 | 62.481 | 68.058 | 64.721 |
| Toegekende aandelenopties | ||||||
| Verlies van rechten en vervallen opties | –3.257 | –17.882 | ||||
| Uitgeoefende opties op aandelen | –8.872 | –198.815 | –59.224 | –15.570 | –46.839 | |
| Aantal aandelenopties op 31 december 2019 | 351.482 | 367.171 | 206.144 | 52.488 | ||
| Uitoefenbare aandelenopties op 31 december 2019 | 351.482 | 367.171 | 206.144 | 52.488 | ||
| Uitoefenprijs (in €) | 101,14 | 104,33 | 83,37 | 61,76 | 90,97 | 102,53 |
| Reële waarde van de opties op de waarderingsdatum (in €) | 22,79 | 20,04 | 21,17 | 12,73 | 17,56 | 19,92 |
| 2019 | 2018 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal aandelenopties |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
Aantal aandelenopties |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
||
| Op 1 januari | 3.223.101 | 101,32 | 2.986.850 | 97,90 | |
| Toegekend gedurende het jaar | 438.107 | 97,05 | 472.782 | 112,39 | |
| Verlies van rechten en vervallen opties gedurende het jaar |
–21.139 | 96,25 | –34.368 | 90,24 | |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | –329.320 | 83,05 | –202.164 | 78,58 | |
| Op 31 december | 3.310.749 | 102,60 | 3.223.101 | 101,32 | |
| Uitoefenbaar op 31 december | 1.323.902 | 1.674.361 |
De aandelenopties leidden in 2019 tot € 11 miljoen aan lasten, berekend door derden aan de hand van het Black-Scholes-model en opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening onder administratieve kosten.
De waardering van het optieplan van 2019 is gebaseerd op:
Gewogen gemiddelde resterende contractuele looptijd:
| In jaren | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Aandelenoptieplan 2006 | – | 1,0 |
| Aandelenoptieplan 2007 | 1,0 | 2,0 |
| Aandelenoptieplan 2011 | – | 1,0 |
| Aandelenoptieplan 2012 | 0,1 | 1,1 |
| Aandelenoptieplan 2013 | 1,2 | 2,2 |
| Aandelenoptieplan 2014 | 2,2 | 3,2 |
| Aandelenoptieplan 2015 | 3,2 | 4,2 |
| Aandelenoptieplan 2016 | 4,2 | 5,2 |
| Aandelenoptieplan 2017 | 5,2 | 6,2 |
| Aandelenoptieplan 2018 – 1 | 6,2 | 7,2 |
| Aandelenoptieplan 2018 – 2 | 6,6 | 7,6 |
| Aandelenoptieplan 2019 | 7,2 | – |
Sinds 2013 heeft de Raad van Bestuur een jaarlijkse Performance Share Units-regeling vernieuwd, die aan het uitvoerend management aangeboden wordt om hen nauwer te betrekken bij de ontwikkeling van de Groep, en die een onderdeel vormt van het beleid inzake lange-termijnbeloning. Alle betrokken managers hebben in 2019 ingeschreven op de aangeboden PSU's met een toekenningsprijs van € 97,05. Performance Share Units-regeling betreft een in geldmiddelen afgewikkeld, op aandelen gebaseerd plan waarbij de begunstigden een uitkering ontvangen in geldmiddelen op basis van de koers van het Solvay-aandeel evenals bepaalde prestatievoorwaarden en opgebouwde dividenden.
Bij elk plan is er een verwervingsperiode van 3 jaar, waarna er een afwikkeling in geldmiddelen geschiedt indien er aan de uitbetalingsvoorwaarden voldaan is.
| Performance share units | Plan 2019 | Plan 2018 |
|---|---|---|
| Aantal PSU's | 239.556 | 215.567 |
| Datum van toekenning | 26/02/2019 | 27/02/2018 |
| Datum van verwerving | 01/01/2022 | 01/01/2021 |
| Wachtperiode | 31/03/2019 tot 31/12/2021 | 31/03/2018 to 31/12/2020 |
| Prestatievoorwaarden | 40% van de initieel toegekende PSU's zijn afhankelijk van de jaarlijkse procentuele onderliggende EBITDA groei over 3 jaar (2019, 2020, 2021) |
40% van de initieel toegekende PSU's zijn afhankelijk van de jaarlijkse procentuele onderliggende EBITDA groei over 3 jaar (2018, 2019, 2020) |
| 40% van de initieel toegekende PSU's zijn afhankelijk van de jaarlijkse procentuele variatie van de CFROI over 3 jaar (2019, 2020, 2021) |
40% van de initieel toegekende PSU's zijn afhankelijk van de jaarlijkse procentuele variatie van de CFROI over 3 jaar (2018, 2019, 2020) |
|
| 20% van de initieel toegekende PSU's zijn afhankelijk van het GHG Intensity vermindering objectief op het einde van het boekjaar 2021 |
20% van de initieel toegekende PSU's zijn afhankelijk van het GHG Intensity vermindering objectief op het einde van het boekjaar 2020 |
|
| Bekrachtiging van de prestatievoor waarden |
Door de Raad van Bestuur | Door de Raad van Bestuur |
In 2019 bedraagt de impact op de geconsolideerde winst- en verliesrekening van de PSU's € 17 miljoen, tegenover € 15 miljoen in 2018. De boekwaarde van de PSU-verplichting aan het eind van 2019 bedroeg € 40 miljoen, tegenover € 44 miljoen aan het eind van 2018.
| Personeels | Her | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | beloningen | structurering | Leefmilieu | Geschillen | Andere | Totaal |
| Op 31 december 2018 | 2.671 | 185 | 691 | 121 | 168 | 3.836 |
| Toevoegingen | 106 | 41 | 58 | 23 | 52 | 280 |
| Terugnames van niet gebruikte | ||||||
| bedragen | –13 | –65 | –8 | –13 | –27 | –126 |
| Gebruik | –337 | –62 | –81 | –9 | –24 | –513 |
| Disconteringseffect | 69 | 40 | –2 | 107 | ||
| Herwaarderingen | 182 | 182 | ||||
| Wisselkoersverschillen | 23 | 1 | 5 | 1 | 29 | |
| Overboeking naar activa aange | ||||||
| houden voor verkoop | –9 | –2 | 3 | –8 | ||
| Andere | 3 | –2 | –40 | –39 | –78 | |
| Op 31 december 2019 | 2.694 | 99 | 703 | 80 | 135 | 3.710 |
| Waarvan kortlopende voorzieningen | 33 | 79 | 5 | 73 | 190 |
Het gebruik (kasuitstroom) van € 513 miljoen omvat € 503 miljoen met betrekking tot voortgezette bedrijfsactiviteiten, waarvan € 337 miljoen voor personeelsbeloningen (met inbegrip van € 114 miljoen aan vrijwillige bijdragen), € 62 miljoen voor herstructureringsplannen en € 81 miljoen voor milieuaspecten. De terugnames van niet gebruikte bedragen omvatten de terugnames van de voorzieningen voor vergoedingen voor verwachte weigeringen om te verhuizen naar aanleiding van de beslissing om de geplande transfers van de teams gebaseerd in Parijs naar Lyon en Brussel stop te zetten (€ -48 miljoen). Het disconteringseffect omvat € 87 miljoen voor de stijging aan constant disconteringsvoet, en € 20 miljoen voor de wijziging van de disconteringsvoet. De lijn "Andere" stemt voornamelijk overeen met de herclassificatie van € 40 miljoen naar de andere langlopende verplichtingen naar aanleiding van de toepassing van IFRIC 23 Onzekerheid over fiscale behandelingen van inkomsten, en € 16 miljoen naar leaseverplichtingen met betrekking tot verlieslatende contracten als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten.
De schuldafbouw komt overeen met het nettoverschil tussen:
De afbouw van de voorzieningen bedroeg € 272 miljoen. Dit bedrag is hoger dan voorgaande jaren voornamelijk door een vrijwillige bijdrage aan pensioenplannen in het Verenigd Koninkrijk voor € 114 miljoen bovenop de verplichte pensioenbijdragen. Deze vrijwillige bijdrage zal een gedeeltelijke beperking van de risico's verbonden aan de pensioenplannen en een vermindering van de recurrente pensioenbijdragen op middellange termijn tot gevolg hebben.
Het management verwacht dat de voorzieningen (behalve de personeelsbeloningen) als volgt zullen worden gebruikt (uitstroom van geldmiddelen):
| in € miljoen | Tot 5 jaar | Tussen 5 en 10 jaar | Na 10 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen voor leefmilieu | 312 | 115 | 275 | 702 |
| Voorzieningen voor geschillen | 74 | 6 | 80 | |
| Voorzieningen voor herstructurering en | ||||
| overige voorzieningen | 207 | 22 | 5 | 233 |
| Op 31 december 2019 | 593 | 143 | 280 | 1.015 |
Aan de werknemers van de Groep worden verschillende personeelsbeloningen na uitdiensttreding, andere beloningen op lange termijn en opzegvergoedingen aangeboden als gevolg van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn in bepaalde landen en de contractuele akkoorden afgesloten tussen de Groep en haar werknemers of uit hoofde van feitelijke verplichtingen.
De beloningen na uitdiensttreding worden gerangschikt als toegezegde-bijdragenregelingen of toegezegd-pensioenregelingen.
Toegezegde-bijdragenregelingen betreffen de betaling van vaste bijdragen aan een afzonderlijke entiteit, waardoor de werkgever vrijgesteld wordt van alle toekomstige verplichtingen, aangezien deze afzonderlijke entiteit als enige verantwoordelijk is voor de verschuldigde bedragen aan de werknemer. De kost wordt opgenomen wanneer een personeelslid tijdens de periode diensten heeft geleverd aan de Groep.
Toegezegd-pensioenregelingen zijn alle andere regelingen dan toegezegde-bijdragenregelingen, en bevatten onder meer:
Rekening houdend met de geprojecteerde eindsalarissen op individuele basis worden de personeelsbeloningen na uitdiensttreding gewaardeerd aan de hand van een methode ("projected unit credit" methode) die uitgaat van veronderstellingen in verband met de disconteringsvoet, de levensverwachting, het personeelsverloop, salarissen, jaarlijkse herwaarderingen en de prijsstijging van medische kosten. De veronderstellingen die specifiek zijn voor elke regeling, houden rekening met de lokale economische en demografische situaties.
De disconteringsvoet is de rente op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit die uitgedrukt zijn in de valuta waarin de beloningen zullen worden uitbetaald en die een looptijd hebben die de termijn van de pensioenverplichting in kwestie benadert.
Het opgenomen bedrag voor verplichtingen uit hoofde van beloningen na uitdiensttreding stemt overeen met het verschil tussen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen en de reële waarde van de fondsbeleggingen die het plan moeten financieren, indien aanwezig. Als deze berekening een tekort oplevert, wordt er een verplichting opgenomen aan passiefzijde. Omgekeerd wordt er een nettoactief opgenomen, dat echter beperkt is tot de laagste waarde van het surplus van de toegezegd-pensioenregeling of de contante waarde van alle toekomstige terugbetalingen van het stelsel en alle verlagingen van toekomstige bijdragen.
De kosten uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen bestaan uit de pensioenkosten en de nettorentelasten (op basis van de disconteringsvoet) op het nettoactief of -verplichting, die beide opgenomen worden in winst of verlies, en de herwaarderingen van dit nettoactief of -verplichting, die worden opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat.
De pensioenkosten omvatten aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, pensioenkosten van verstreken diensttijd die resulteren uit een wijziging of inperking van de regeling en de eventuele winst of verlies bij afwikkeling.
De rentekosten uit het verloop van de discontering van de pensioenverplichtingen, de financiële opbrengsten uit de fondsbeleggingen (bepaald door de reële waarde van de fondsbeleggingen te vermenigvuldigen met de disconteringsvoet) en de rente op de gevolgen van het actiefplafond worden op nettobasis opgenomen in de netto financieringskosten (disconteringskosten van voorzieningen).
Herwaarderingen van nettoactiva of -passiva omvatten:
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen en opzegvergoedingen worden op dezelfde manier opgenomen als beloningen na uitdiensttreding, maar herwaarderingen worden integraal opgenomen in de netto financieringskosten in de periode waarin ze zich voordoen.
De actuariële berekeningen van de belangrijkste verplichtingen uit hoofde van beloningen na uitdiensttreding en andere langetermijnpersoneelsbeloningen worden door onafhankelijke actuarissen uitgevoerd.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Personeelsbeloningen na uitdiensttreding | 2.498 | 2.490 |
| Andere langlopende personeelsbeloningen | 145 | 132 |
| Ontslagvergoedingen | 52 | 50 |
| Totaal personeelsbeloningen | 2.694 | 2.671 |
Voor deze regelingen betaalt Solvay bijdragen aan publiek of privaat beheerde pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen. Voor 2019 bedroegen de kosten € 62 miljoen vergeleken met € 58 miljoen in 2018.
Toegezegd-pensioenregelingen worden ofwel van buitenaf gefinancierd door pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen ("gefinancierde regeling"), ofwel gefinancierd binnen de Groep ("nietgefinancierde regeling"). De niet-gefinancierde regelingen hebben geen fondsbeleggingen.
De nettoverplichting is het nettobedrag van de voorzieningen en het overschot op de fondsbeleggingen.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Voorzieningen | 2.498 | 2.490 |
| Fondsbeleggingen overschot | –23 | –5 |
| Nettoverplichtingen | 2.475 | 2.485 |
| Operationele kosten | 56 | 31 |
| Financiële kosten | 57 | 51 |
In de bedrijfslasten zijn de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten opgenomen van € 44 miljoen (€ 47 miljoen in 2018).
De laatste jaren heeft de Groep de risicoblootstelling van toegezegdpensioenregelingen beperkt door de bestaande pensioenplannen om te zetten in pensioenplannen met een lager risicoprofiel (hybride plannen, plannen met cashsaldo, toegezegde-bijdragenregelingen) of door deze te sluiten voor nieuwe begunstigden.
Solvay volgt de risico's voor de Groep permanent op, in het bijzonder voor de volgende risico's:
Eigen-vermogensinstrumenten brengen volatiliteit en risico's op korte termijn met zich mee, ondanks dat ze op lange termijn doorgaans wel een hoger rendement opleveren dan bedrijfsobligaties. Om dit risico te beperken, wordt het aandelensegment nauwlettend opgevolgd met ALM-technieken (Asset and Liability Management) om ervoor te zorgen dat het blijft overeenstemmen met de betreffende regelingen en met de doelstellingen op lange termijn van de Groep.
Een verlaging van de rente op bedrijfsobligaties zal de boekwaarde van de verplichtingen van het plan verhogen. Bij gefinancierde regelingen wordt dit deels gecompenseerd door een verhoging van de waarde van de obligaties in de portefeuille.
De verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen hangen af van de inflatie en een hogere inflatie leidt tot hogere verplichtingen (hoewel er in de meeste gevallen bovengrenzen zijn aan de inflatiestijgingen om de regeling te beschermen tegen extreme inflatie). Slechts een beperkt deel van de activa wordt niet getroffen door inflatie of is er nauwelijks mee gecorreleerd, wat betekent dat een stijging van de inflatie ook de nettoverplichtingen in de plannen zal doen toenemen.
De meeste verplichtingen van de beloningsregelingen zijn bedoeld om de deelnemer voor de rest van zijn leven een vergoeding te verschaffen. Een stijgende levensverwachting leidt op die manier tot een toename van de verplichtingen.
Voornamelijk voor gefinancierde regelingen staat de Groep bloot aan het risico van externe financiering als gevolg van door toezichthouders opgelegde beperkingen. Dit zou geen impact mogen hebben op de verplichtingen in toegezegd-pensioenregelingen maar kan de Groep mogelijk blootstellen aan een aanzienlijke uitstroom van kasmiddelen.
Voor meer informatie over het risicobeheer van de Solvay-groep kunt u het gedeelte "Risicobeheer" van dit verslag nalezen.
Deze voorzieningen zijn bedoeld voor de beloningen na uitdiensttreding. Dit gebeurt in het merendeel van de bedrijven van de Groep, ofwel in de geest van de plaatselijke regelgeving, ofwel op basis van gevestigde gewoonten die feitelijke verplichtingen meebrengen.
De belangrijkste pensioenplannen in 2019 zijn gesitueerd in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en België. Deze vijf landen vertegenwoordigen 94% van de totale verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen.
| Ratio fonds | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| beleggingen op | ||||||
| Verplichtingen | verplichtingen | |||||
| voor | voor | |||||
| toegezegd | Opgenomen | toegezegd | ||||
| 2019 | pensioen | fonds | Netto | pensioen | ||
| In € miljoen | regelingen | In % | beleggingen | verplichtingen | In % | regelingen |
| Verenigd Koninkrijk | 1.680 | 30% | 1.423 | 256 | 10% | 85% |
| Verenigde Staten | 1.406 | 26% | 1.134 | 272 | 11% | 81% |
| Frankrijk | 1.113 | 20% | 1.113 | 45% | 0% | |
| Duitsland | 576 | 11% | 576 | 23% | 0% | |
| België | 400 | 7% | 274 | 126 | 5% | 68% |
| Andere landen | 336 | 6% | 204 | 132 | 5% | 61% |
| Totaal | 5.511 | 100% | 3.035 | 2.475 | 100% | 55% |
Het is goed aan te geven dat niet-gefinancierde plannen - met name in Duitsland en Frankrijk - 68% van de nettoverplichting in 2019 voor hun rekening nemen. Zie de opmerkingen per land hieronder.
Solvay financiert enkele toegezegd-pensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk, waarvan de belangrijkste het Rhodia-pensioenfonds is. Dit is een gefinancierde pensioenregeling die gebaseerd is op het eindsalaris en die recht geeft op een percentage van het salaris per dienstjaar. Het werd afgesloten voor nieuwe deelnemers in 2003 en vervangen door een toegezegde-bijdrageregeling.
Algemeen genomen zijn ongeveer 8% van de verplichtingen toerekenbaar aan de huidige werknemers, 27% aan ex-medewerkers en 65% aan huidige gepensioneerden.
Het fonds werkt in overeenstemming met de Britse wetgeving, en valt onder een uitgebreid regelgevend kader. De Pensions Regulator (bevoegde autoriteit voor pensioenen) hanteert een risicogebaseerde benadering tot regelgeving en een werkwijze die praktische begeleiding verstrekt voor beheerders van en werkgevers met toegezegd-pensioenregelingen over de manier waarop aan de financieringsvereisten van de regeling voldaan moet worden. Volgens de Britse wetgeving is het fonds onderworpen aan regelingspecifieke financiering die vereist dat pensioenregelingen conservatief gefinancierd worden.
Het Britse Rhodia-pensioenfonds wordt bestuurd door een beheerraad. De beheerraad beheert het fonds met voorzichtigheid en billijkheid. De beheerders bepalen welke financiële verplichtingen er gelden voor de statutaire financieringsdoelstellingen op basis van voorzichtige actuariële en economische veronderstellingen. Elk tekort dat overblijft na aftrek van de fondsbeleggingen van de pensioenverplichting moet met bijkomende bijdragen worden verminderd binnen een termijn die aansluit bij het betalingsvermogen van de werkgever en de garanties uit hoofde van de overeenkomst of de voorwaardelijke zekerheden die worden geboden door de werkgever.
Het Rhodia-pensioenfonds wordt driejaarlijks gewaardeerd op het vlak van financiering. Deze waardering wordt uitgevoerd door de actuaris van de regeling overeenkomstig de Britse regelgeving, en ze wordt besproken met de beheerders en betalende werkgever om tot waarderingsveronderstellingen en een financieringsplan te komen. De laatste waardering gebeurde op 1 januari 2018 en leidde tot het vastleggen van een vaste pensioensbijdrage voor actieve leden plus een herstelplan voor tekorten om de regeling te voorzien van financiering overeenkomstig de technische bepalingen voor een bepaalde termijn. Herstelpremies zijn gestegen zodat het plan naar verwachting eind 2027 volledig gefinancierd zal zijn, conform de lokale wet- en regelgeving. Op het einde van 2019 werd een vrijwillige bijdrage betaald (€ 114 miljoen), wat overeenstemt met de verwachte jaarlijkse bijdrage voor de volgende vier jaar.
De garantie die verstrekt wordt door Solvay (£ 550 miljoen) is gebaseerd op de lokale wet- en regelgeving en overtreft de opgenomen verplichting (€ 216 miljoen) – Zie toelichting F39 Voorwaardelijke verplichtingen en financiële garanties voor meer informatie.
Solvay financiert verschillende toegezegd-pensioenregelingen in Frankrijk. De belangrijkste plannen zijn de Franse verplichte pensioenregeling en drie gesloten plannen voor hoge inkomens. Inderdaad, zoals vereist door de "Loi Pacte" werd het open pensioenplan voor hoge inkomens (het zogenaamde "ARS") gesloten op het einde van 2019 en vervangen door een toegezegde-bijdragenregeling.
Het belangrijkste pensioenplan is voor alle huidige en gepensioneerde werknemers van het vroegere Rhodia die bijdroegen tot het plan tot aan de sluiting ervan in de jaren '70. Het biedt een garantie op een volledige vergoeding op basis van het salaris op het einde van de loopbaan. Dit plan is niet gefinancierd en ongeveer 99% van de verplichtingen zijn toewijsbaar aan huidige gepensioneerden.
Conform de Franse wetgeving zijn gepaste waarborgen verleend.
Sinds eind 2019 financiert Solvay vijf verschillende toegezegd-pensioenregelingen in de Verenigde Staten (twee gekwalificeerde plannen en drie niet-gekwalificeerde plannen). Een gekwalificeerd plan is een door de werkgever betaald pensioenplan dat conform sectie 401(a) van de Amerikaanse Internal Revenue Code in aanmerking komt voor een bijzondere fiscale behandeling. Op dit moment zijn alle toegezegd-pensioenregelingen gesloten voor nieuwe deelnemers; nieuwe medewerkers komen in aanmerking voor deelname aan een toegezegde-bijdragenregeling. Opgemerkt moet worden dat de twee gekwalificeerde toegezegd-pensioenregelingen gefinancierd zijn terwijl de drie niet-gekwalificeerde toegezegd-pensioenregelingen niet-gefinancierd zijn. De gekwalificeerde plannen maken het grootste deel uit van de pensioenverplichtingen per 31 december 2019.
De regelingen van Solvay voldoen aan de lokale wetgeving inzake geauditeerde jaarrekeningen, neerlegging bij de overheid en Pension Benefit Guaranty Corporation-verzekeringspremies indien van toepassing. De regelingen worden lokaal nagekeken en opgevolgd door fiduciaire comités met het oog op investeringen met betrekking tot de regeling en administratieve zaken.
Voor de gekwalificeerde Amerikaanse regelingen houden de bijdragen van Solvay rekening met de minimale (fiscaal aftrekbare) financieringsvereisten en de maximale fiscaal aftrekbare bijdragen, die beide geregeld worden door de fiscus.
Bepaalde deelnemers kunnen er ook voor kiezen om hun pensioen in één enkel bedrag uitgekeerd te krijgen in plaats van maandelijks.
Algemeen genomen zijn ongeveer 27% van de verplichtingen toerekenbaar aan de huidige werknemers, 9% aan ex-medewerkers waarvoor de uitbetaling van de vergoedingen nog niet begonnen is, en 64% aan huidige gepensioneerden.
In 2019 heeft Solvay in de Verenigde Staten bijgedragen aan twee collectieve pensioenregelingen van meerdere werkgevers in het kader van collectieve arbeidsovereenkomsten waar sommige, door de vakbond vertegenwoordigde personeelsleden onder vallen. Elke collectieve pensioenregeling van meerdere werkgevers is een toegezegd-pensioenregeling. In geen enkele van de collectieve pensioenregelingen van meerdere werkgevers worden activa, verplichtingen of kosten toegewezen aan werkgevers die bijdragen. Voor geen enkele collectieve pensioenregeling van meerdere werkgevers is er voldoende informatie beschikbaar om Solvay, of andere werkgevers die bijdragen, toe te laten om de regeling administratief te verwerken als een toegezegd-pensioenregeling. Bijgevolg wordt het belang in elk van de collectieve pensioenregelingen van meerdere werkgevers administratief verwerkt alsof het een toegezegde-bijdragenregeling betreft. In 2019 en 2018 betaalde Solvay minder dan € 1 miljoen als jaarlijkse bijdrage aan collectieve pensioenregelingen van meerdere werkgevers.
Solvay financiert verschillende toegezegd-pensioenregelingen in Duitsland De belangrijkste regelingen zijn een gesloten eindloonregeling en een open kassaldoregeling. Zoals gewoonlijk in Duitsland zijn al deze regelingen niet-gefinancierd. Ongeveer 64% van de verplichtingen is toe te wijzen aan huidige gepensioneerden.
Solvay financiert twee toegezegd-pensioenregelingen in België. Het betreft gefinancierde pensioenregelingen. De regeling voor het management is sinds eind 2006 gesloten en de regeling voor arbeiders en bedienden sinds 2004. De vergoedingen voor verstreken diensttijd die uitbetaald worden onder deze regelingen worden elk jaar aangepast aan de jaarlijkse loonstijgingen en de inflatie ('Dynamisch beheer'). Conform de marktpraktijk in België worden de meeste vergoedingen vanwege de gunstige fiscaliteit voor vaste pensioenuitkeringen uitbetaald in de vorm van een eenmalige uitkering.
Daarnaast sponsort Solvay twee open toegezegde-bijdrageregelingen, om boekhoudkundige redenen opgenomen als toegezegdpensioenregelingen vanwege de minimum garanties zoals hieronder toegelicht. Dit zijn gefinancierde pensioenregelingen die geopend zijn sinds begin 2007 wat betreft de regeling voor het management en sinds begin 2005 wat betreft de regeling voor arbeiders en bedienden. Deelnemers kunnen ervoor kiezen om hun bijdragen te investeren in vier verschillende beleggingsfondsen (van "Conservatief" tot "Dynamisch"). Maar, wat ze ook kiezen, de Belgische wet bepaalt momenteel dat de werkgever een rendement op de werkgeversbijdrage en op de persoonlijke bijdrage moet garanderen, wat op die manier een potentiële verplichting voor de onderneming doet ontstaan. Sinds 2016 is het rendement voor de twee verschillende bijdragen vastgelegd op 1,75%, het minimum van de sinds 1 januari 2016 wettelijk vastgelegde bandbreedte (1,75% tot 3,75%). Op het einde van 2019 waren de netto-verplichtingen ten aanzien van deze plannen zoals opgenomen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie niet van materieel belang.
De regelingen van Solvay worden beheerd door het Solvay Pensioenfonds, dat werkt volgens de lokale wetgeving voor wat de minimale financiering, de investeringsprincipes, geauditeerde jaarrekeningen, neerlegging bij de overheid en bestuursprincipes betreft. Het Pensioenfonds wordt beheerd door een algemene vergadering en een raad van bestuur die de dagelijkse activiteiten delegeert aan een operationeel comité.
Solvay financiert nog een aantal kleinere pensioenplannen. Al deze plannen zijn verzekerd.
De meeste van deze verplichtingen hebben betrekking op pensioenregelingen. In sommige landen (voornamelijk de Verenigde Staten) zijn er ook ziektekostenregelingen voorzien voor na uitdiensttreding, die 6% van de totale verplichtingen in toegezegd-pensioenregelingen uitmaken.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Opgenomen nettobedrag bij aanvang periode | 2.485 | 2.622 |
| Nettokost in resultaat opgenomen – Toegezegd-pensioenregelingen | 113 | 82 |
| Reële bijdrage van de werkgever/directe betaalde voordelen | –308 | –196 |
| Verwervingen en vervreemdingen | –8 | |
| Herwaarderingen voor de impact van het actiefplafond | 167 | –25 |
| Wijzigingen van de impact van het actiefplafond op herwaarderingen | –1 | –1 |
| Overboekingen | 1 | 4 |
| Wisselkoersverschillen | 22 | 7 |
| Overboeking naar (verplichtingen in verband met) activa aangehouden voor verkoop | –4 | |
| Opgenomen nettobedrag op einde periode | 2.475 | 2.485 |
Herwaarderingen voor de invloed van het actiefplafond ten bedrage van € 167 miljoen bestaan uit:
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 44 | 47 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd (waaronder inperkingen) | 8 | –26 |
| Toegerekende pensioenkosten | 52 | 20 |
| Rentekosten | 144 | 135 |
| Rente opbrengsten | –87 | –84 |
| Netto rentekosten | 57 | 51 |
| Administratieve kosten betaald | 4 | 11 |
| Netto kost opgenomen in de winst- en verliesrekening – Toegezegd-pensioenregeling | 113 | 82 |
| Herwaarderingen opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat | 166 | –26 |
De toegerekende pensioenkosten en de administratieve kosten van deze pensioenregelingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen als kostprijs van de omzet, als commerciële en administratieve kosten, als kosten voor onderzoek & ontwikkeling, als operationele winsten en verliezen of als resultaten uit historische sanering. De netto-interesten worden opgenomen als financiële lasten.
In 2019 bedragen de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten van de Groep € 44 miljoen, waarvan € 29 miljoen verbonden aan gefinancierde regelingen en € 15 miljoen aan niet-gefinancierde regelingen.
In 2018 bedroegen de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten van de Groep € 47 miljoen, waarvan € 31 miljoen voor gefinancierde regelingen en € 16 miljoen voor niet-gefinancierde regelingen. In de pensioenkosten van verstreken diensttijd is voornamelijk de gunstige invloed meegenomen van wijzigingen in de zorgen overlijdensrisicoverzekeringen na de uitdiensttreding in de Verenigde Staten (€ 24 miljoen), een inperkingseffect (€ 15 miljoen) vooral in Frankrijk en België, gecompenseerd door een ongunstige invloed van het gegarandeerd minimum pensioen in het VK van € 16 miljoen.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen – Gefinancierde regelingen | 3.500 | 3.200 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen op het einde van de periode | –3.040 | –2.542 |
| Financieringstekort voor gefinancierde regelingen | 460 | 658 |
| Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen – Niet gefinancierde regelingen | 2.011 | 1.822 |
| Tekort/overschot (–) | 2.471 | 2.481 |
| Niet als activa opgenomen, tengevolge van het vastleggen van het actiefplafond (opgenomen in andere elementen van het totaalresulttat) |
4 | 5 |
| Nettoverplichting (nettoactief) | 2.475 | 2.485 |
| Verplichting opgenomen | 2.498 | 2.490 |
| Actief opgenomen | –23 | –5 |
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen bij aanvang periode | 5.022 | 5.349 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 44 | 47 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd (waaronder inperkingen) | 8 | –26 |
| Rentekosten | 144 | 135 |
| Reële bijdrage van de werknemer | 5 | 4 |
| Afwikkeling van regelingen | –8 | |
| Verwervingen en vervreemdingen (–) | –8 | |
| Herwaarderingen in andere elementen van het totaalresultaat | 494 | –209 |
| Winsten en verliezen met betrekking tot veranderingen in de demografische veronderstellingen | –20 | –45 |
| Winsten en verliezen met betrekking tot veranderingen in de financiële veronderstellingen | 511 | –139 |
| Winsten en verliezen met betrekking tot ervaring | 2 | –26 |
| Betaalde voordelen | –308 | –296 |
| Wisselkoersverschillen | 105 | 29 |
| Overboekingen en andere bewegingen | 3 | 4 |
| Overboeking van/naar (verplichtingen in verband met) activa aangehouden voor verkoop | –5 | 2 |
| Verplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen bij einde periode | 5.511 | 5.022 |
| Verplichtingen toegezegd-pensioenregelingen – Gefinancierde regelingen | 3.500 | 3.200 |
| Verplichtingen toegezegd-pensioenregelingen – Niet-gefinancierde regelingen | 2.011 | 1.822 |
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Reële waarde van fondsbeleggingen bij aanvang periode | 2.542 | 2.733 |
| Rente opbrengsten | 87 | 84 |
| Herwaarderingen in andere elementen van het totaalresultaat | 327 | –185 |
| Bijdragen van de werkgever | 308 | 196 |
| Bijdragen van de werknemer | 5 | 4 |
| Administratieve kosten betaald | –4 | –11 |
| Afwikkeling van regelingen | –8 | |
| Betaalde voordelen | –308 | –296 |
| Wisselkoersverschillen | 83 | 23 |
| Overboekingen en andere bewegingen | 2 | |
| Overboeking van/naar (verplichtingen in verband met) activa aangehouden voor verkoop | –1 | 1 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen bij einde periode | 3.040 | 2.542 |
| Reëel rendement van de fondsbeleggingen | 414 | –101 |
Het totale rendement van de fondsbeleggingen, inclusief rentebaten, bedraagt in 2019 € 414 miljoen tegen € -101 miljoen in 2018.
In 2019 bedragen de bijdragen in geldmiddelen van de Groep € 308 miljoen, waarvan € 107 miljoen voor verplichte bijdragen aan fondsen, € 114 miljoen voor vrijwillige bijdragen en € 87 miljoen voor rechtstreeks uitgekeerde beloningen. De vrijwillige bijdragen werden uitgevoerd om de financieringsniveaus van het Rhodia Pension Fund in het Verenigd Koninkrijk te verbeteren.
De bijdragen in geldmiddelen bedroegen in 2018 € 196 miljoen, waarvan € 95 miljoen betrekking had op verplichte bijdragen aan fondsen en € 101 miljoen op rechtstreeks uitgekeerde beloningen.
Behoudens eventuele ingrijpende wijzigingen in het regelgevend kader (zie 'Risico in verband met de regelgeving' hierboven), zullen de verplichte bijdragen in geldmiddelen van de Groep in 2020 naar verwachting dalen tot ongeveer € 129 miljoen, en de vrijwillige bijdragen zullen naar verwachting € 435 miljoen bedragen (€ 380 miljoen in Frankrijk en € 55 miljoen in de Verenigde Staten). De verwachte daling van de verplichte bijdragen in 2020 zijn te wijten aan de maatregelen ondernomen door de Groep met betrekking tot het beheer van de financiering van de pensioenen.
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| Aandelen | 37% | 36% |
| Obligaties | 49% | 57% |
| Vastgoed | 0% | 1% |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 4% | 2% |
| Afgeleide financiële instrumenten | 6% | 0% |
| Andere | 4% | 3% |
| Totaal | 100% | 100% |
Wat de geïnvesteerde activa betreft, dient opgemerkt te worden dat deze activa geen directe beleggingen bevatten in aandelen van de Solvay Groep of in andere activa die in het bezit zijn van of gebruikt worden door Solvay. Dit wil niet zeggen dat er geen Solvay-aandelen kunnen opgenomen zijn in beleggingsfondsen en dergelijke.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Impact van de beperkingen van het actiefplafond bij aanvang periode | 5 | 6 |
| Wijzigingen van de impact van de beperkingen van het actiefplafond op herwaarderingen | –1 | –1 |
| Impact van de beperkingen van het actiefplafond bij einde periode | 4 | 5 |
Een aantal pensioenplannen binnen Solvay keert een lijfrente uit die periodiek wordt aangepast om het effect van de stijgende kosten voor levensonderhoud te beperken. Actuariële veronderstellingen gebruikt voor de bepaling van de verplichting
De veronderstelde salarisgroei wordt gebruikt om te bepalen wat het salaris aan het einde van de loopbaan zal zijn, aangezien de toegezegd-pensioenregelingen gebaseerd zijn op het laatste salaris van een medewerker. De invloed van inflatie en loonsverhogingen worden in deze veronderstelling meegenomen.
De veronderstelling wat pensioengroei betreft bepaalt de verwachte toekomstige aanpassingen voor deze lijfrente-uitkeringen. In het plan wordt gedefinieerd hoe deze lijfrente-uitkeringen worden aangepast en eventueel verbonden zijn aan inflatie. Veronderstellingen wat pensioengroei betreft zijn vooral van toepassing op de toegezegdpensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland.
Veronderstellingen van de inflatie worden apart weergegeven, aangezien schattingen wat salaris- en pensioengroei betreft meer variabelen bevatten dan inflatie.
| Eurozone | Verenigd Koninkrijk | Verenigde Staten | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In % | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Disconteringsvoet | 0,75 | 1,75 | 2,00 | 2,75 | 3,00 | 4,00 |
| Verwachte toekomstige loonsverho gingen |
1,75 – 3,75 | 1,75 – 4,00 | 1,90 – 3,00 | 2,15 – 3,25 | 3,00 – 3,75 | 3,00 – 3,75 |
| Inflatie | 1,75 | 1,75 – 2,00 | 3,00 | 3,25 | 2,25 | 2,25 |
| Verwachte toekomstige pensioenverho gingen |
0,00 – 1,75 | 0,00 – 2,00 | 2,85 | 3,10 | NA | NA |
| Eurozone | Verenigd Koninkrijk | Verenigde Staten | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In % | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Disconteringsvoet | 1,75 | 1,50 | 2,75 | 2,50 | 4,00 | 3,50 |
| Verwachte toekomstige loonsverho gingen |
1,75 – 4,00 | 1,75 – 4,00 | 2,15 – 3,25 | 2,15 – 3,25 | 3,00 – 3,75 | 3,00 – 3,75 |
| Inflatie | 1,75 – 2,00 | 1,50 – 1,75 | 3,25 | 3,25 | 2,25 | 2,25 |
| Verwachte toekomstige pensioenverho gingen |
0,00 – 2,00 | 0,00 – 1,75 | 3,10 | 3,10 | NA | NA |
Actuariële veronderstellingen met betrekking tot de toekomstige levensverwachting zijn gebaseerd op landspecifieke sterftetabellen. Deze veronderstellingen komen per 1 januari 2019 bij pensionering aan 65 jaar neer op een gemiddelde levensverwachting in jaren van:
| In jaar | België | Frankrijk | Duitsland | Verenigd Koninkrijk |
Verenigde Staten |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Pensioen aan het einde van het periode | ||||||
| Mannelijk | 18 | 24 | 20 | 20 | 20 | |
| Vrouwelijk | 21 | 28 | 24 | 23 | 22 | |
| Pensioen na 20 jaren na het einde van het periode | ||||||
| Mannelijk | 18 | 27 | 23 | 21 | 21 | |
| Vrouwelijk | 21 | 31 | 26 | 24 | 23 |
In de meeste landen geven de veronderstellingen met betrekking tot levensverwachting de ervaring van het plan en/of Solvay's verwachtingen in termen van toekomstige verbetering van de levensverwachting weer.
De actuariële veronderstellingen bij het bepalen van de verplichtingen inzake personeelsbeloningen per 31 december zijn gebaseerd op de volgende looptijden van de verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen:
| Eurozone | Verenigd Koninkrijk | Verenigde Staten | |
|---|---|---|---|
| Looptijd in jaren | 11,8 | 15,0 | 9,7 |
Elke sensitiviteit wordt berekend ervan uitgaande dat alle overige veronderstellingen gelijkblijven. Opgemerkt moet worden dat economische factoren en omstandigheden vaak tegelijkertijd van invloed zijn op verschillende veronderstellingen.
Sensitiviteitsanalyse voor verandering in het percentage van de disconteringsvoet:
| In € miljoen | 0,25% toename | 0,25% afname |
|---|---|---|
| Eurozone | –61 | 63 |
| Verenigd Koninkrijk | –60 | 63 |
| Verenigde Staten | –33 | 34 |
| Andere landen | –6 | 6 |
| Totaal | –160 | 166 |
Sensitiviteitsanalyse voor verandering in het percentage van het inflatieniveau:
| In € miljoen | 0,25% toename | 0,25% afname |
|---|---|---|
| Eurozone | 54 | –53 |
| Verenigd Koninkrijk | 46 | –45 |
| Verenigde Staten | ||
| Andere landen | 5 | –4 |
| Totaal | 105 | –102 |
Sensitiviteitsanalyse voor verandering in het percentage van de salarisgroei:
| In € miljoen | 0,25% toename | 0,25% afname |
|---|---|---|
| Eurozone | 13 | –12 |
| Verenigd Koninkrijk | 3 | –3 |
| Verenigde Staten | 1 | –1 |
| Andere landen | 1 | –1 |
| Totaal | 18 | –17 |
Sensitiviteitsanalyse voor verandering met één jaar in de sterftetabellen - De tabel geeft de impacten weer wanneer de leeftijd van alle rechthebbenden met 1 jaar toe/afneemt:
| In € miljoen | +1 jaar toename | –1 jaar afname |
|---|---|---|
| Eurozone | –85 | 87 |
| Verenigd Koninkrijk | –68 | 69 |
| Verenigde Staten | –32 | 33 |
| Andere landen | –9 | 9 |
| Totaal | –194 | 198 |
Voorzieningen worden opgenomen indien (a) de Groep op balansdatum een huidige (wettelijke of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, (b) het waarschijnlijk is dat de Groep deze verplichting zal moeten vereffenen, en (c) het bedrag van de verplichting op een betrouwbare manier kan geschat worden.
Het bedrag opgenomen als een voorziening is de beste schatting van de uitgave nodig om aan de bestaande verplichting te voldoen op het einde van de verslagperiode, rekening houdend met de risico's en onzekerheden verbonden aan de verplichting. Als het effect van de tijdswaarde van geld aanzienlijk is, is dit bedrag de contante waarde van de nodige kasstromen om deze verplichting af te wikkelen. Het effect van wijzigingen in de disconteringsvoet wordt in principe opgenomen in het financieel resultaat.
Indien sommige of alle economische voordelen die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen naar verwachting op een derde partij zullen worden verhaald, dient een vordering te worden opgenomen als actief indien het vrijwel zeker is dat dit bedrag zal worden terugbetaald wanneer de Groep haar verplichting afwikkelt.
Een verlieslatend contract is een contract waarbij de onvermijdelijke kosten die nodig zijn om de verplichtingen uit hoofde van het contract na te komen, hoger liggen dan de economische voordelen die naar verwachting uit het contract worden ontvangen. Huidige verplichtingen voortvloeiend uit verlieslatende contracten worden opgenomen en gewaardeerd als voorzieningen.
Een voorziening voor herstructurering wordt enkel opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel plan voor de herstructurering heeft ontwikkeld en bij de betrokkenen een geldige verwachting heeft gewekt dat zij de herstructurering zal doorvoeren door het plan te beginnen uitvoeren of door de belangrijke kenmerken ervan mee te delen aan de betrokkenen. Een voorziening voor herstructurering omvat enkel uitgaven die noodzakelijk zijn voor de herstructurering en geen verband houden met de lopende activiteiten van de entiteit.
Solvay analyseert tweemaal per jaar alle leefmilieurisico's en de daarmee verband houdende voorzieningen. Solvay waardeert deze voorzieningen op basis van haar kennis van de toepasselijke reglementeringen, de aard en de omvang van de vervuiling, de saneringstechnieken en andere beschikbare informatie. Beoordelingen van de leefmilieurisico's met betrekking tot PFAS (per- en polyfluoroalkyl substanties) zijn gebaseerd op de kennis van het management en in overeenstemming met de toepasselijke standaarden. Dit is ook consistent met onze vroegere praktijken en brede historische ervaring met andere leefmilieu-aangelegenheden.
Deze voorzieningen bedragen € 99 miljoen, tegen € 185 miljoen eind 2018.
De voorzieningen op het einde van 2019 hebben voornamelijk betrekking op het vereenvoudigings- en transformatieprogramma van de Groep (€ 85 miljoen).
Deze voorzieningen bedroegen € 703 miljoen eind 2019, tegen € 691 miljoen eind 2018, en hebben betrekking op:
De geschatte bedragen worden verdisconteerd op basis van de waarschijnlijke afwikkelingsdatum, en worden regelmatig aangepast naargelang de tijd verstrijkt.
De opsplitsing van de voorzieningen aangaande leefmilieu voor de belangrijkste landen/regio's wordt hieronder weergegeven :
| In € miljoen | 2019 | % | 2018 | % |
|---|---|---|---|---|
| Frankrijk | 133 | 19% | 137 | 20% |
| Duitsland | 128 | 18% | 126 | 18% |
| Rest van Europa | 178 | 25% | 176 | 25% |
| Noord-Amerika | 154 | 22% | 150 | 22% |
| Rest van de wereld | 110 | 16% | 101 | 15% |
| Totaal | 703 | 100% | 691 | 100% |
Deze voorzieningen hebben betrekking op zowel indirecte belastings- als juridische geschillen. Deze bedragen € 80 miljoen eind 2019, tegen € 121 miljoen eind 2018. Het saldo op het einde van 2019 heeft betrekking op indirecte belastingrisico's (€ 13 miljoen) en juridische claims (€ 67 miljoen).
Als gevolg van de toepassing van IFRIC 23 Onzekerheid over fiscale behandelingen van inkomsten werd een bedrag van € 40 miljoen geherklasseerd van de voorzieningen naar de andere langlopende verplichtingen.
Deze voorzieningen hebben betrekking op de stopzetting of verkoop van activiteiten en bedragen € 135 miljoen, tegen € 168 miljoen op het einde van 2018.
Financiële activa en verplichtingen worden opgenomen enkel en alleen wanneer Solvay een partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument.
De geamortiseerde kostprijs is het bedrag waartegen de financiële activa of verplichtingen bij initiële opname worden gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen en vermeerderd of verminderd met de volgens de effectieve-rentemethode bepaalde cumulatieve amortisatie van het eventuele verschil tussen dat initiële bedrag en het aflossingsbedrag, en, voor financiële activa, aangepast voor een eventuele voorziening voor verliezen. De effectieve rentevoet is de rente die de verwachte toekomstige geldbetalingen of -ontvangsten tijdens de verwachte looptijd van de financiële activa of verplichtingen exact verdisconteert tot de brutoboekwaarde van een financieel actief of de geamortiseerde kostprijs van een financiële verplichting. Bij de berekening van de effectieve rentevoet maakt de Groep een schatting van de verwachte kasstromen, waarbij rekening wordt gehouden met alle contractvoorwaarden van het financiële instrument (bijvoorbeeld een optie tot vervroegde aflossing en verlengings-, call- en vergelijkbare opties), maar niet met de te verwachten kredietverliezen. In de berekening worden alle door de contractpartijen betaalde of ontvangen provisies en vergoedingen opgenomen die integraal deel uitmaken van de effectieve rentevoet, alsmede transactiekosten en alle overige premies en kortingen.
Handelsvorderingen worden bij initiële opname gewaardeerd tegen hun transactieprijs, wanneer ze geen significante financieringscomponent bevatten, wat het geval is voor bijna alle handelsvorderingen. Andere financiële activa worden aanvankelijk gewaardeerd tegen reële waarde vermeerderd met, in het geval van een financieel actief dat niet tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening wordt gewaardeerd, transactiekosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van het financiële actief.
Een financieel actief wordt geclassificeerd als vlottend, wanneer de verwachte kasstromen een looptijd hebben van minder dan een jaar.
Alle opgenomen financiële activa zullen vervolgens gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs dan wel reële waarde, volgens IFRS 9 Financiële Instrumenten. Meer bepaald:
een schuldinstrument dat (i) wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is contractuele kasstromen te ontvangen en (ii) contractuele kasstromen heeft die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op het uitstaande hoofdsombedrag betreffen, wordt tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd (exclusief afgeschreven bijzondere waardevermindering), tenzij het actief is aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVTPL) onder de reële-waardeoptie;
Voor instrumenten die genoteerd zijn op een actieve markt stemt de reële waarde overeen met de marktprijs (niveau 1). Voor instrumenten die niet genoteerd zijn op een actieve markt wordt de reële waarde bepaald met behulp van waarderingstechnieken, met inbegrip van recente transacties tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn of transacties met instrumenten die in grote mate gelijkaardig zijn (niveau 2); of met behulp van verdisconteerde kasstroomanalyses, met inbegrip van veronderstellingen die in grote mate consistent zijn met waarneembare marktgegevens (niveau 3). In beperkte omstandigheden kan de kostprijs van eigen-vermogensinstrument een passende schatting van de reële waarde vormen. Dit kan het geval zijn als er onvoldoende meer recente informatie beschikbaar is om de reële waarde te bepalen, of als er van een grote bandbreedte van mogelijke waarderingen tegen reële waarde sprake is en de kostprijs de beste schatting van de reële waarde binnen die bandbreedte vertegenwoordigt.
Het bijzondere waardeverminderingsverlies van een financieel actief dat wordt gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs wordt berekend op basis van het model gebaseerd op de verwachte verliezen, dat het gewogen gemiddelde vertegenwoordigt van kredietverliezen met de respectievelijke risico's van een wanbetaling als wegingsfactoren. Verwachte kredietverliezen zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen verschuldigd conform het contract, en alle kasstromen die de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteerd op basis van een redelijke benadering van de originele effectieve rentevoet.
Voor handelsvorderingen die geen aanzienlijk financieringsgedeelte bevatten (d.w.z. vrijwel alle handelsvorderingen), wordt de voorziening voor verliezen gewaardeerd tegen een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. Dit zijn de verwachte kredietverliezen die voortvloeien uit alle eventuele wanbetalingen gedurende de verwachte levensduur van deze handelsvorderingen, aan de hand van een voorzieningenmatrix die rekening houdt met historische informatie over wanbetalingen aangepast voor toekomstgerichte informatie per klant. De Groep beschouwt een financieel actief in wanbetaling wanneer de contractuele betalingen 60 dagen achterstallig zijn. Niettemin beschouwt de Groep een financieel actief evenzeer in wanbetaling wanneer interne of externe informatie aangeeft dat het onwaarschijnlijk is dat de Groep de uitstaande contractuele bedragen volledig zal ontvangen, vóór het in acht nemen van enige kredietbescherming aangehouden door de Groep. Een financieel actief wordt volledig afgewaardeerd wanneer er geen redelijke verwachting is om de contractuele kasstromen te realiseren.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening, met uitzondering van schuldinstrumenten die tegen reële waarde worden opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat. In dat geval wordt de voorziening opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat.
Financiële verplichtingen worden aanvankelijk gewaardeerd tegen reële waarde verminderd met, in het geval van een financiële verplichting die niet tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening wordt gewaardeerd, transactiekosten die direct kunnen worden toegerekend aan de uitgifte van de financiële verplichting. Deze worden na eerste opname tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd, uitgezonderd:
Een afgeleid financieel instrument is een financieel instrument of een ander contract dat binnen het toepassingsgebied van IFRS 9 Financiële Instrumentenvalt en dat de volgende drie kenmerken bezit:
de waarde ervan verandert als gevolg van veranderingen in een bepaalde rente, prijs van een financieel instrument, commodityprijs, wisselkoers, index van prijzen of rentevoeten, creditrating, kredietwaardigheidsindex, of andere variabele, mits, in geval van een niet-financiële variabele, de variabele niet specifiek voor een contractpartij is (soms 'de onderliggende waarde' genoemd);
De Groep gebruikt verscheidene afgeleide financiële instrumenten (termijncontracten, futures, collars, opties en swaps) om haar blootstelling aan rente-, wisselkoers- en grondstoffenrisico's (hoofdzakelijk prijsrisico's voor nutsvoorzieningen en CO2-emissierechten) te beheren.
Zoals eerder uitgelegd, worden afgeleide financiële instrumenten initieel gewaardeerd tegen reële waarde op het moment van aangaan van het afgeleide contract en worden na initiële opname geherwaardeerd tegen reële waarde op het einde van elke verslagperiode. De resulterende winst of het verlies wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening, tenzij het afgeleid product als effectief afdekkingsinstrument aangemerkt werd. De Groep heeft bepaalde afgeleide financiële instrumenten aangemerkt als afdekkingsinstrumenten om het risico op schommelingen in de kasstromen af te dekken van een opgenomen actief of verplichting, of voor een erg waarschijnlijke transactie die gevolgen kan hebben voor de winst of het verlies (kasstroomafdekkingen).
Een afgeleid financieel instrument met een positieve reële waarde wordt opgenomen als een financieel actief, terwijl een afgeleid financieel instrument met negatieve reële waarde als een financiële verplichting wordt opgenomen. Afgeleide financiële instrumenten (of onderdelen daarvan) worden gepresenteerd als langlopende activa of verplichtingen indien de resterende looptijd van de onderliggende afwikkelingen meer dan twaalf maanden na de verslagperiode valt. De overige derivaten (of een deel ervan) worden gepresenteerd als vlottende activa of kortlopende verplichtingen.
De Groep merkt bepaalde derivaten en in contracten besloten derivaten met betrekking tot de risico's wat rente, wisselkoers, aandelenkoers van Solvay en grondstofprijzen (hoofdzakelijk prijsrisico's voor nutsvoorzieningen en CO2-emissierechten) betreft, aan als afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekkingsrelatie.
Bij het aangaan van de afdekkingsrelatie worden de afdekkingsrelatie alsmede de risicobeheerdoelstelling en -strategie van de Groep formeel aangewezen en gedocumenteerd. Om hedge accounting toe te passen: (a) is er sprake van een economische relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument, (b) zijn de waardeveranderingen die uit deze economische relatie voortvloeien niet hoofdzakelijk terug te voeren op het effect van het kredietrisico, en (c) is de afdekkingsverhouding van de afdekkingsrelatie gelijk aan die welke resulteert uit de hoeveelheid van de afgedekte positie die de onderneming werkelijk afdekt, en de hoeveelheid van het afdekkingsinstrument waarvan de Groep daadwerkelijk gebruikmaakt om die hoeveelheid van de afgedekte positie af te dekken.
De vereiste onder (a) hierboven dat er een economische relatie is, betekent dat er een verwachting is dat de waarde van het afdekkingsinstrument en de waarde van de afgedekte positie stelselmatig in de tegengestelde richting veranderen in reactie op mutaties in ofwel dezelfde onderliggende waarde ofwel onderliggende waarden waartussen een zodanige economische relatie bestaat dat zij op dezelfde wijze reageren op het afgedekte risico.
Het effectieve gedeelte van de wijzigingen in de reële waarde van afdekkingsinstrumenten aangemerkt voor kasstroomafdekking, wordt opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat.
De winst of het verlies van het niet-effectieve gedeelte wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Zolang de kasstroomafdekking zich daarvoor kwalificeert, wordt de afdekkingsrelatie als volgt verwerkt:
a. De afzonderlijke, met de afgedekte positie samenhangende eigenvermogenscomponent (kasstroomafdekkingsreserve) wordt aangepast naar de laagste van de volgende waarden (in absolute bedragen):
i) de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies op het afdekkingsinstrument vanaf afsluiting van de afdekkingstransactie; en ii) de cumulatieve verandering in de reële waarde (contante waarde) van de afgedekte positie (dat wil zeggen de contante waarde van de cumulatieve verandering in de afgedekte verwachte toekomstige kasstromen) vanaf afsluiting van de afdekkingstransactie.
d. Het bedrag dat overeenkomstig punt (a) in de kasstroomafdekkingsreserve wordt geaccumuleerd, wordt als volgt administratief verwerkt:
i) indien een afgedekte verwachte toekomstige transactie tot de opname van een niet-financieel actief of niet-financiële verplichting leidt, dan verwijdert de Groep dat bedrag uit de kasstroomafdekkingsreserve en neemt het direct op in de eerste kostprijs of andere boekwaarde van het actief of de verplichting. Dit is geen herclassificatieaanpassing en is dus niet van invloed op de andere elementen van het totaalresultaat;
ii) voor iedere andere kasstroomafdekking dan die welke onder (i) valt, wordt dat bedrag als een herclassificatieaanpassing van de kasstroomafdekkingsreserve naar de winst of het verlies overgeboekt in dezelfde periode(n) waarin de afgedekte verwachte toekomstige kasstromen de winst of het verlies beïnvloeden (bijvoorbeeld in de perioden waarin rentebaten of rentelasten zijn opgenomen of wanneer een verwachte verkoop werkelijk plaatsvindt);
iii) indien dat bedrag echter een verlies is en de Groep verwacht dat dit verlies in zijn geheel of voor een deel in één of meer toekomstige perioden niet realiseerbaar zal zijn, dan wordt het naar verwachting niet-realiseerbare bedrag onmiddellijk als een herclassificatieaanpassing naar de winsten verliesrekening overgeboekt.
Het merendeel van de afgedekte posities is transactiegerelateerd. De tijdswaarde van opties, termijnelementen van termijncontracten, en valutabasisspreads van financiële instrumenten die de posities afdekken beïnvloeden de winst of het verlies op hetzelfde moment als deze afgedekte posities.
Hedge accounting wordt beëindigd op prospectieve basis wanneer de afdekkingsrelatie (of een deel van een afdekkingsrelatie) niet meer aan de criteria voldoet (in voorkomend geval, nadat met herbalancering van de afdekkingsrelatie rekening werd gehouden). Het betreft onder meer gevallen waarin het afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend.
Wanneer de Groep hedge accounting voor een kasstroomafdekking beëindigt, dan moet hij het bedrag dat in de kasstroomafdekkingsreserve is geaccumuleerd, als volgt administratief verwerken:
De volgende tabel geeft de financiële instrumenten weer per categorie, opgesplitst in vlottende/kortlopende en vaste/langlopende activa en verplichtingen.
| 2019 | 2018 | ||
|---|---|---|---|
| In € miljoen | Classificatie | Boekwaarde | Boekwaarde |
| Vaste activa – Financiële instrumenten | 322 | 328 | |
| Eigen-vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
56 | 51 |
| Leningen en overige vaste activa (behalve overschotten van het pensioenfonds) |
Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
266 | 277 |
| Vlottende activa – Financiële instrumenten | 2.509 | 2.801 | |
| Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde | |||
| Handelsvorderingen | kostprijs | 1.414 | 1.434 |
| Overige financiële instrumenten | 119 | 101 | |
| Andere verhandelbare effecten > 3 maanden | Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
44 | 68 |
| Valutaswaps | Aangehouden voor handelsdoeleinden | 3 | 1 |
| Overige vlottende financiële activa | Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
72 | 32 |
| Financiële instrumenten – Operationeel | 167 | 162 | |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | Aangehouden voor handelsdoeleinden | 142 | 151 |
| Afgeleide financiële instrumenten gedocumenteerd | |||
| in kasstroomafdekkingen | Kasstroomafdekkingen | 25 | 12 |
| Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | kostprijs | 809 | 1.103 |
| Totaal activa – Financiële instrumenten | 2.830 | 3.128 | |
| Langlopende verplichtingen – Financiële instru | |||
| menten | 3.541 | 3.301 | |
| Financiële schulden | 3.382 | 3.180 | |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamorti | |||
| Obligatieleningen | seerde kostprijs | 2.859 | 2.937 |
| Andere langlopende schulden | Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamorti seerde kostprijs |
155 | 208 |
| Financiële leaseverplichtingen IAS 17 – Langlopende | Financiële leaseverplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
35 | |
| Leaseverplichtingen IFRS 16 – Langlopende | Leaseverplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
368 | |
| Overige verplichtingen | Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamorti seerde kostprijs |
159 | 121 |
| Kortlopende verplichtingen – Financiële instru | |||
| menten | 2.756 | 2.416 | |
| Financiële schulden | 1.132 | 630 | |
| Financiële schulden op korte termijn (behalve finan ciële leaseverplichtingen IAS 17) |
Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamorti seerde kostprijs |
1.022 | 616 |
| Valutaswaps | Aangehouden voor handelsdoeleinden | 8 | 12 |
| Financiële leaseverplichtingen IAS 17 – Kortlopende | Financiële leaseverplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
1 | |
| Leaseverplichtingen IFRS 16 – Kortlopende | Leaseverplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
102 | |
| Handelsschulden | Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamorti seerde kostprijs |
1.277 | 1.439 |
| Financiële instrumenten – Operationeel | 187 | 194 | |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | Aangehouden voor handelsdoeleinden | 135 | 151 |
| Afgeleide financiële instrumenten gedocumenteerd | |||
| in kasstroomafdekkingen | Kasstroomafdekkingen | 52 | 43 |
| Te betalen dividenden | Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamorti seerde kostprijs |
161 | 154 |
| Totaal financiële verplichtingen – Financiële instru menten |
6.297 | 5.717 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de boekwaarden van alle financiële instrumenten volgens waarderingscategorie zoals gedefinieerd door IFRS 9 Financiële instrumenten.
| 2019 | 2018 | |
|---|---|---|
| In € miljoen | Boekwaarde | Boekwaarde |
| Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening | ||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden (financiële instrumenten – operationeel – zie toelichting F29) | 142 | 151 |
| Afgeleide financiële instrumenten gedocumenteerd in kasstroomafdekkingen (zie toelichting F29) | 25 | 12 |
| Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs | ||
| Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (inclusief geldmiddelen en kasequivalenten, handelsvorderingen, leningen en andere kortlopende/langlopende activa, behalve de overschotten van het pensioenfonds) |
2.605 | 2.914 |
| Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat | ||
| Eigen-vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalre sultaat |
56 | 51 |
| Totaal financiële activa | 2.830 | 3.128 |
| Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening | ||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden (financiële instrumenten – operationeel – zie toelichting F37) | –135 | –151 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden (financiële schuld – zie toelichting F36, tabel veranderingen in de financiële schuld) |
–8 | –12 |
| Afgeleide financiële instrumenten gedocumenteerd in kasstroomafdekkingen (zie toelichting F37) | –52 | –43 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs | ||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (exclusief te betalen dividenden) | –5.469 | –5.321 |
| Te betalen dividenden | –161 | –154 |
| Leaseverplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs | ||
| Leaseverplichtingen IFRS 16 gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs | –470 | |
| Financiële leaseverplichtingen IAS 17 (zie toelichting F36, tabel Veranderingen in de financiële schuld) | –36 | |
| Totaal financiële en leaseverplichtingen | –6.296 | –5.717 |
De categorie 'Aangehouden voor handelsdoeleinden' omvat enkel afgeleide financiële instrumenten die gebruikt worden voor het beheer van valuta- en renterisico, prijsrisico's in verband met nutsvoorzieningen en CO2-emissierechten, index en de koers van het aandeel Solvay. Contracten die gedocumenteerd zijn als afdekkingsinstrumenten (hedge accounting conform IFRS 9 Financiële instrumenten) of die aan de vrijstellingscriteria voor own use voldoen, zijn niet opgenomen in de categorie 'Aangehouden voor handelsdoeleinden". Eigen-vermogensinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat
hebben betrekking op Solvay's New Business Development ('NBD') activiteit: de Groep heeft een Corporate Venturing portefeuille samengesteld met rechtstreekse deelnemingen in start-ups en investeringen in risicokapitaalfondsen. Wanneer de Groep geen invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap heeft, dan worden de investeringen gewaardeerd tegen reële waarde volgens de waarderingsrichtlijnen gepubliceerd door de European Private Equity and Venture Capital Association, en de invloed daarvan wordt opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat.
Genoteerde marktprijzen zijn beschikbaar voor financiële activa en financiële verplichtingen met standaardbepalingen en -voorwaarden die verhandeld worden op actieve markten. De reële waarden van afgeleide financiële instrumenten zijn gelijk aan hun genoteerde prijzen (indien beschikbaar). Als dergelijke marktprijzen niet beschikbaar zijn, wordt de reële waarde van de financiële instrumenten bepaald op basis van een verdisconteerde kasstroomanalyse met gebruik van de toepasselijke rendementscurven die afgeleid zijn van genoteerde rentevoeten met gelijkaardige looptijden of de contracten voor niet-optionele afgeleide financiële instrumenten. De reële waarde van optionele afgeleide financiële instrumenten wordt bepaald op basis van optiewaarderingsmodellen, met inachtneming van contante waarde van de verwachte risicogewogen toekomstige rendementen aan de hand van formules op basis van marktreferenties.
De reële waarden van andere financiële activa en verplichtingen worden bepaald in overeenstemming met de algemeen aanvaarde waarderingsmodellen op basis van verdisconteerde kasstroomanalyses.
| 2019 | 2018 | Niveau van reële | |||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | waarde |
| Vaste activa – Financiële instrumenten |
266 | 266 | 277 | 277 | |
| Leningen en overige vaste activa (behalve overschotten van het pensi oenfonds) |
266 | 266 | 277 | 277 | 2 |
| Langlopende verplich tingen – Financiële instru menten |
–3.173 | –3.364 | –3.301 | –3.396 | |
| Obligatieleningen | –2.859 | –3.050 | –2.937 | –3.032 | 1 |
| Andere langlopende schulden |
–155 | –155 | –208 | –208 | 2 |
| Overige verplichtingen | –159 | –159 | –121 | –121 | 2 |
| Financiële leaseverplich tingen IAS 17 – Langlo pende |
–35 | –35 | 2 |
De boekwaarde van de vlottende/kortlopende financiële activa en verplichtingen wordt geacht de reële waarde te benaderen gezien de korte looptijden.
De tabel "Financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie" geeft een analyse van financiële instrumenten die na initiële opname gewaardeerd worden tegen reële waarde, gegroepeerd in niveaus 1 tot 3 volgens de mate waarin de reële waarde observeerbaar is. Financiële instrumenten, geklasseerd als aangehouden voor handelsdoeleinden en als afdekkingsinstrumenten in kasstroomafdekkingen zijn voornamelijk gegroepeerd in niveaus 1 en 2. De reële waarde daarvan wordt bepaald op basis van forward pricing- en swapmodellen, gebruikmakend van een berekening van de contante waarde. Deze modellen bevatten verschillende inputs, waaronder spot valutakoersen en interestvoeten van de respectievelijke valuta, valutabasisspreads tussen de respectievelijke valuta, rentecurves en toekomstige rentecurves van de onderliggende grondstof. Eigenvermogensinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde via de andere elementen van het totaalresultaat vallen in niveau 3 en worden gewaardeerd op basis van een verdisconteerde-kasstroomanalyse.
Conform de interne regels van de Groep ligt de verantwoordelijkheid voor de waardering tegen reële waarde bij (a) de thesaurieafdeling voor de afgeleide financiële instrumenten die niet verbonden zijn aan nutsvoorzieningen en de niet-afgeleide financiële verplichtingen, (b) de afdeling Sustainable Development & Energy voor de afgeleide financiële instrumenten verbonden aan nutsvoorzieningen en (c) de afdeling Financiën voor niet-afgeleide financiële activa.
| 2019 | ||||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 77 | 67 | 145 | |
| Valutarisico | 6 | 6 | ||
| Nutsvoorzieningsrisico | 76 | 59 | 135 | |
| CO2 risico | 2 | 2 | ||
| Solvay aandelenkoers | 2 | 2 | ||
| Index | 1 | 1 | ||
| Kasstroomafdekkingen | 25 | 25 | ||
| Valutarisico | 7 | 7 | ||
| Nutsvoorzieningsrisico | 18 | 18 | ||
| Eigen vermogensinstrumenten gewaar deerd aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
56 | 56 | ||
| New Business Development | 56 | 56 | ||
| Totaal (activa) | 77 | 92 | 56 | 225 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | –72 | –72 | –144 | |
| Valutarisico | –7 | –7 | ||
| Renterisico | –3 | –3 | ||
| Nutsvoorzieningsrisico | –71 | –56 | –127 | |
| CO2 risico | –1 | –2 | ||
| Solvay aandelenkoers | –4 | –4 | ||
| Index | –1 | –1 | ||
| Kasstroomafdekkingen | –51 | –51 | ||
| Valutarisico | –6 | –6 | ||
| Nutsvoorzieningsrisico | –46 | –46 | ||
| Totaal (verplichtingen) | –72 | –124 | –195 |
| 2018 | ||||
|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 63 | 89 | 152 | |
| Valutarisico | 3 | 3 | ||
| Nutsvoorzieningsrisico | 39 | 82 | 121 | |
| CO2 risico | 24 | 24 | ||
| Solvay aandelenkoers | 1 | 1 | ||
| Index | 3 | 3 | ||
| Kasstroomafdekkingen | 12 | 12 | ||
| Valutarisico | 5 | 5 | ||
| Nutsvoorzieningsrisico | 6 | 6 | ||
| CO2 risico | 1 | 1 | ||
| Solvay aandelenkoers | ||||
| Eigen vermogensinstrumenten gewaar deerd aan reële waarde via andere |
||||
| elementen van het totaalresultaat | 51 | 51 | ||
| New Business Development | 51 | 51 | ||
| Overige vlottende vorderingen – financiële instrumenten (Geldmarktfondsen) |
||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | ||||
| Aandelen | ||||
| Totaal (activa) | 63 | 100 | 51 | 215 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | –70 | –93 | –163 | |
| Valutarisico | –11 | –11 | ||
| Renterisico | –4 | –4 | ||
| Nutsvoorzieningsrisico | –47 | –67 | –114 | |
| CO2 risico | –23 | –3 | –26 | |
| Solvay aandelenkoers | –6 | –6 | ||
| Index | –3 | –3 | ||
| Kasstroomafdekkingen | –43 | –43 | ||
| Valutarisico | –15 | –15 | ||
| Nutsvoorzieningsrisico | –18 | –18 | ||
| CO2 risico | –2 | –2 | ||
| Solvay aandelenkoers | –7 | –7 | ||
| Totaal (verplichtingen) | –70 | –136 | –206 |
Aansluiting van de financiële activa en verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3
| 2019 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tegen reële waarde met waarde veranderingen in de winst- en verlies rekeningen |
Aan reële waarde via andere elementen van het totaal resultaat |
||||||
| In € miljoen | Afgeleide financiële instrumenten |
Eigen- vermogens instrumenten |
Totaal | ||||
| Openingssaldo op 1 januari | 51 | 51 | |||||
| Totale winsten of verliezen | |||||||
| Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat | 3 | 3 | |||||
| Verwervingen | 5 | 5 | |||||
| Kapitaalverminderingen | –4 | –4 | |||||
| Eindsaldo op 31 december | 56 | 56 |
| 2018 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tegen reële waarde met waarde veranderingen in de winst- en verlies rekeningen |
Aan reële waarde via andere elementen van het totaalresultaat |
||||||
| Afgeleide financiële | Eigen- vermogens | ||||||
| In € miljoen | instrumenten | instrumenten | Totaal | ||||
| Openingssaldo op 1 januari | 44 | 44 | |||||
| Totale winsten of verliezen | |||||||
| Opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat | 3 | 3 | |||||
| Verwervingen | 9 | 9 | |||||
| Kapitaalverminderingen | –5 | –5 | |||||
| Eindsaldo op 31 december | 51 | 51 |
Opbrengsten en kosten van financiële instrumenten opgenomen in de winst -en verliesrekening en in de andere elementen van het totaalresultaat
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening | ||
| Reclassificatie van andere elementen van het totaalresultaat betreffende afgeleide financiële instrumenten aangewezen als kasstroomafdekkingen |
||
| Valutarisico | –28 | –12 |
| Nutsvoorzieningsrisico | –31 | –3 |
| CO2 risico | 1 | |
| Wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden | ||
| Nutsvoorzieningenrisico | –14 | 20 |
| CO2 risico | 11 | 5 |
| Opgenomen in de brutowinst | –61 | 11 |
| Wijzigingen in de reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden | ||
| Solvay-aandelenkoers | 5 | –13 |
| Winsten en verliezen (tijdswaarde) op afgeleide financiële instrumenten aangewezen als kasstroomafdek kingen |
||
| Valutarisico | 1 | 3 |
| Operationele wisselkoerswinsten of -verliezen | –4 | |
| Opgenomen in de overige operationele winsten en verliezen | 7 | –14 |
| Netto rentelasten | –102 | –117 |
| Rentelasten op leaseverplichtingen | –23 | |
| Overige financieringswinsten en -verliezen (exclusief winsten en verliezen betreffende elementen die geen verband houden met financiële instrumenten) |
||
| Valutarisico | –9 | –2 |
| Rente element van swaps | 12 | 5 |
| Anderen | –14 | 1 |
| Opgenomen in de financieringskosten | –135 | –114 |
| Dividenden van eigen-vermogensinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde via het totaalresultaat | 4 | |
| Totaal opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening | –187 | –117 |
Het verlies op zeer waarschijnlijke verkopen in vreemde valuta opgenomen in de brutowinst van € -28 miljoen en op instrumenten m.b.t. nutsvoorzieningen voor € -31 miljoen, voornamelijk uit de aankoop van gas, is het resultaat van het herklasseren van winsten en verliezen van afgeleide financiële instrumenten aangewezen als kasstroomafdekking.
De wijziging in de reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden resulterend in een verlies van € -14 miljoen en opgenomen in de brutowinst is vooral toe te schrijven aan de prijsdalingen van gas en elektriciteit in 2019. De winst van € 5 miljoen, opgenomen in overige operationele winsten en verliezen is het gevolg van de verandering in de reële waarde van equity swaps voor langetermijnvergoedingen.
De toename in overige financieringswinsten en -verliezen van € -1 miljoen in 2018 tot € -14 miljoen in 2019 is voornamelijk toe te schrijven aan de eenmalige kosten van € -12 miljoen voor de vervroegde aflossing van de US\$ 800 miljoen senior US\$ obligaties van Solvay Finance America LLC.
Opbrengsten en kosten van financiële instrumenten opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat omvatten het volgende:
| Valutarisico | Renterisico | Grondstoffenrisico | Solvay-aandelenkoers risico |
Totaal | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Saldo op 1 januari | –12 | 15 | –1 | –13 | –2 | –7 | 3 | –32 | 15 | |
| Reclassificatie van andere elementen van het totaalre sultaat betreffende afgeleide financiële instru menten aangewezen als kasstroomafdekkingen |
28 | 12 | 31 | 2 | 59 | 14 | ||||
| Effectieve deel van de wijzi gingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen |
–15 | –38 | 1 | –45 | –14 | 7 | –9 | –53 | –61 | |
| Saldo op 31 december | 1 | –12 | –28 | –13 | –7 | –27 | –32 |
Zie 2 Kapitaal, aandelen en aandeelhouders inzake kapitaal in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur in dit verslag.
De Groep beheert haar financieringsstructuur met als doel de continuïteit van het bedrijf veilig te stellen, het aandeelhoudersrendement te optimaliseren, een investment grade-kredietwaardigheid te handhaven en de schuldenlasten zo laag mogelijk te houden.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit eigen vermogen (inclusief eeuwigdurende hybride obligaties (zie toelichting F31 Eigen vermogen) en uit een nettoschuld (zie toelichting F36 Nettoschuld). Eeuwigdurende hybride obligaties worden in de onderliggende indicatoren van de Groep niettemin beschouwd als een schuld.
Behalve de wettelijk voorgeschreven minimale financieringsvereisten die van toepassing zijn op de dochterondernemingen van het bedrijf in verschillende landen, is Solvay niet onderhevig aan extra wettelijke kapitaalvereisten.
De thesaurieafdeling bewaakt de kapitaalstructuur op continue basis onder het gezag en het toezicht van de Chief Financial Officer. Waar nodig wordt de juridische afdeling betrokken om naleving van juridische en contractuele bepalingen te waarborgen.
De Groep is blootgesteld aan marktrisico's als gevolg van bewegingen in wisselkoersen, rentevoeten en andere marktprijzen (prijzen van nutsvoorzieningen, CO2-emissierechten en aandelenkoersen). Het hoger kader van de Groep houdt toezicht op het beheer van deze risico's en wordt daarbij ondersteund door de thesaurieafdeling (risico's die geen betrekking hebben op grondstoffen) en de afdeling Sustainable Development & Energy van Solvay, die adviseren over financiële risico's en de juiste manier van beheersing van de financiële risico's van de Groep. Beide afdelingen verzekeren het hoger kader van de Groep dat de financiële risico-activiteiten beheerd worden met de juiste beleidsmaatregelen en procedures en dat financiële risico's worden geïdentificeerd, vastgesteld en beheerd overeenkomstig de beleidsmaatregelen en risicodoelstellingen van de Groep. De Solvay Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten om zich in te dekken tegen duidelijk geïdentificeerde risico's op het gebied van valuta, rente, index, prijzen van nutsvoorzieningen, en CO2-emissierechten (afdekkingsinstrumenten). Alle afgeleide activiteiten voor risicobeheerdoelstellingen worden uitgevoerd door gespecialiseerde teams met de juiste vaardigheden, ervaringen en supervisie. Toch zijn niet altijd de vereiste voorwaarden vervuld om hedge accounting te kunnen toepassen.
Verder is de Groep eveneens blootgesteld aan liquiditeits- en kredietrisico's.
Het merendeel van de afgeleide afdekkingsinstrumenten gehouden door de Groep hebben een looptijd van minder dan een jaar.
De Groep is een multigespecialiseerd chemisch bedrijf met activiteiten wereldwijd, en verricht derhalve transacties uitgedrukt in vreemde valuta. Als gevolg daarvan is de Groep blootgesteld aan wisselkoersfluctuaties. In 2019 ging het daarbij vooral om de Amerikaanse dollar, de Chinese renminbi, de Braziliaanse real, de Mexicaanse peso en de Japanse yen.
Om het valutarisico te beperken heeft de Groep een beleid voor afdekking ontwikkeld gebaseerd op de volgende principes: financiering van activiteiten in lokale valuta en de afdekking van transactionele valutarisico's op het moment van facturering (zekere risico). Activiteiten in vreemde valuta worden door de Groep voortdurend bewaakt, en waar nodig wordt de blootstelling aan wisselkoersen van verwachte kasstromen afgedekt (zeer waarschijnlijke risico).
De blootstelling aan wisselkoersen wordt beheerd binnen goedgekeurde beleidsparameters door gebruik te maken van termijncontracten of, waar nodig, andere afgeleide financiële instrumenten zoals opties.
In de loop van 2019 is de wisselkoers EUR/USD geëvolueerd van 1,1455 begin januari tot 1,1231 op het einde van december. In de loop van 2018 was de wisselkoers EUR/USD geëvolueerd van 1,1995 begin januari tot 1,1455 op het einde van december.
Op basis van de contributie van de Amerikaans dollar aan de EBITDA van de Groep per 31 december 2019 zou een wijziging met -0,10 van de EUR/USD wisselkoers een wijziging van de EBITDA met ongeveer € 125 miljoen (€ 120 miljoen in 2018) met zich meebrengen, waarvan 2/3 betrekking heeft op de omrekening en 1/3 op transacties, waarbij het laatste grotendeels wordt afgedekt.
Eind 2019 zou de opwaardering van de dollar ten opzichte van de euro voor een stijging van de nettoschuld zorgen met ongeveer € 100 miljoen per \$ 0,10 fluctuatie t.o.v. de euro. Een daling van de dollar ten opzichte van de euro zou zorgen voor een afname van de nettoschuld met ongeveer € 84 miljoen per \$ 0,10 fluctuatie t.o.v. de euro.
Eind 2018 zou de opwaardering van de dollar ten opzichte van de euro voor een stijging van de nettoschuld zorgen met ongeveer € 129 miljoen per \$ 0,10 fluctuatie t.o.v. de euro. Een daling van de dollar ten opzichte van de euro zou zorgen voor een afname van de nettoschuld met ongeveer € 108 miljoen per \$ 0,10 fluctuatie t.o.v. de euro.
Het valutarisico van de Groep kan opgedeeld worden in twee categorieën: omrekeningrisico en transactierisico.
Het omrekeningsrisico is het risico dat de geconsolideerde jaarrekening van de Groep beïnvloedt en dat verbonden is met deelnemingen die activiteiten hebben in valuta andere dan de euro (rapporteringsvaluta van de Groep).
Gedurende 2018 en 2019 heeft de Groep het valutarisico van buitenlandse activiteiten niet afgedekt.
Het transactierisico is het valutarisico in verband met een specifieke transactie, zoals de aan- of verkoop door een entiteit van de Groep in een andere valuta dan zijn functionele valuta.
Voor zover mogelijk beheert de Groep het transactierisico op vorderingen en leningen centraal en, als dit niet mogelijk is, op lokaal niveau.
De keuze van de valuta waarin de lening wordt aangegaan hangt vooral af van de kansen die de diverse geldmarkten bieden. Dit betekent dat de gekozen valuta niet per se dezelfde is als die van het land waar de fondsen zullen worden geïnvesteerd. Niettemin worden de operationele entiteiten doorgaans in de functionele valuta gefinancierd.
In de opkomende landen is het niet altijd mogelijk op de lokale financiële markten geld te lenen in de valuta van het land, ofwel omdat deze markten te krap zijn en er geen fondsen beschikbaar zijn, ofwel omdat de financiële voorwaarden ongunstig zijn. In zo'n geval moet de Groep ontlenen in een andere valuta. De Groep overweegt niettemin mogelijkheden om haar schulden te herfinancieren in de lokale valuta van deze opkomende landen.
Afgeleide financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde op het moment van het aangaan van het afgeleide contract en worden geclassificeerd in de twee hieronder beschreven categorieën:
Het transactierisico wordt beheerd met spottransacties of termijncontracten. Behalve indien ze gedocumenteerd zijn als afdekkingsinstrumenten (zie hiervoor) worden deze contracten geklasseerd als aangehouden voor handelsdoeleinden.
In 2019 is het netto nominale bedrag een shortpositie van € -169 miljoen ten opzichte van een longpositie in 2018. Deze evolutie is voornamelijk toe te schrijven aan een wijziging in de samenstelling van de valuta van de schulden (zie toelichting F36 Nettoschuld), een toegenomen afdekkingsactiviteit van de valuta in China en activiteiten m.b.t. interne herstructureringsoptimalisatie.
De volgende tabel geeft een overzicht van de nominale bedragen weer van contracten van de Groep voor afgeleide financiële instrumenten, die aan het eind van de periode uitstonden:
| Net to notioneel bedrag(1) | Reële waarde activa | Reële waarde verplichtingen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | –169 | 138 | 6 | 3 | –7 | –11 | |
| Totaal | –169 | 138 | 6 | 3 | –7 | –11 |
(1) Lange/(korte) positie (wanneer de valutatransactie geen betrekking heeft op de functionele valuta, worden beide nominale bedragen in overweging genomen)
De Groep gebruikt derivaten om zich af te dekken tegen geïdentificeerde wisselkoersrisico's. Deze worden als afdekkinginstrumenten gedocumenteerd tenzij zij een opgenomen financieel actief of verplichting afdekken waarbij in principe geen kasstroomafdekking gedocumenteerd is. Het merendeel van de afgedekte posities is transactiegerelateerd.
Voor haar toekomstige blootstelling heeft de Groep eind 2019 voornamelijk de verwachte omzet (short positie) afgedekt voor een nominaal bedrag van USD 713 miljoen (€ 635 miljoen) en JP¥ 9.206 miljoen (€ 76 miljoen). Alle kasstroomafdekkingen die eind december 2019 bestonden, zullen in de komende 12 maanden worden afgewikkeld en gedurende die periode de winst of verlies beïnvloeden.
De volgende tabel geeft een overzicht van de nominale bedragen weer van contracten van Solvay voor afgeleide financiële instrumenten, die aan het eind van de periode uitstonden:
| 2019 | Notioneel bedrag van het instrument(1) |
Notioneel bedrag van het afgedekte element(2) |
Percentage van afgedekte blootstelling |
Gemiddelde wisselkoers afdekking per risicocategorie |
Kasstroomaf dekkingen reserves |
Reële waarde van het afdekkingsinstrument |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kasstroomafdekkingen – Aankopen en verkopen |
Eigen vermogen |
Activa | Verplichtingen | ||||
| prognose(4) | In € miljoen | In € miljoen | |||||
| JPY/EUR | –46 | –98 | 47%(3) | 122,75 | |||
| JPY/USD | –30 | –58 | 51%(3) | 106,97 | |||
| USD/BRL | –143 | –266 | 54%(3) | 3,94 | 1 | 2 | –1 |
| USD/CNY | –154 | –256 | 60% | 6,92 | –1 | 1 | –2 |
| USD/EUR | –278 | –493 | 56%(3) | 1,15 | –2 | 1 | –3 |
| USD/MXN | –46 | –84 | 55%(3) | 20,18 | 2 | 2 | |
| USD/THB | –14 | –28 | 49%(3) | 30,52 | |||
| Totaal | –710 | –1.284 | 1 | 7 | –6 |
(1) Lange/(korte) positie
(2) (Lange)/korte positie
(3) Conform het beleid van de thesaurieafdeling bereikt het percentage afgedekte blootstelling in het 1e kwartaal 2020 het progressieve minimale niveau van 60%
(4) De afdekkingsinstrumenten worden onder Overige vorderingen en Overige verplichtingen in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie gepresenteerd.
| 2018 | Notioneel bedrag van het instrument(1) |
Notioneel bedrag van het afgedekte element(2) |
Percentage van afgedekte blootstelling |
Gemiddelde wisselkoers afdekking per risicocategorie |
Kasstroomaf dekkingen reserves |
Reële waarde van het afdekkingsinstrument |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kasstroomafdekkingen – Aankopen en verkopen |
Eigen vermogen |
Activa | Verplichtingen | ||||
| prognose(4) | In € miljoen | In € miljoen | |||||
| JPY/EUR | –71 | –104 | 68% | 129,52 | –2 | –2 | |
| JPY/USD | –30 | –53 | 57%(3) | 109,32 | |||
| USD/BRL | –142 | –244 | 58%(3) | 3,94 | –1 | 3 | –2 |
| USD/CNY | –128 | –283 | 45%(3) | 6,71 | –3 | –3 | |
| USD/EUR | –408 | –501 | 81% | 1,18 | –8 | –8 | |
| USD/MXN | –47 | –86 | 55%(3) | 20,78 | 1 | 1 | |
| USD/THB | –19 | –35 | 54%(3) | 32,54 | |||
| Totaal | –845 | –1.305 | –12 | 5 | –15 |
(1) Lange/(korte) positie
(2) (Lange)/korte positie
(3) Conform het beleid van de thesaurieafdeling heeft het percentage afgedekte blootstelling in het 1e kwartaal 2019 het progressieve minimale niveau van 60% bereikt
(4) De afdekkingsinstrumenten worden onder Overige vorderingen en Overige verplichtingen in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie gepresenteerd.
Zie ook Financiële risico's in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit verslag voor meer informatie over het beheer van renterisico's.
Het renterisico wordt beheerd op Groepsniveau.
De Groep is blootgesteld aan renterisico's omdat entiteiten van de Groep leningen aangaan met zowel vaste als vlottende rentevoeten. Het renterisico wordt beheerd op Groepsniveau door middel van een geschikte mix van leningen met vaste en vlottende rentevoeten.
Blootstelling aan rentevoeten per valuta wordt hieronder samengevat:
| In € miljoen | Op 31 december 2019 | Op 31 december 2018 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vaste | Vlottende | Vlottende | |||||
| Valuta | rentevoet | rentevoet | Totaal | Vaste rentevoet | rentevoet | Totaal | |
| Financiële schulden | |||||||
| EUR | –2.874 | –87 | –2.960 | –1.709 | –60 | –1.769 | |
| USD | –1.276 | –18 | –1.294 | –1.731 | –12 | –1.744 | |
| SAR | –87 | –87 | –112 | –112 | |||
| INR | –32 | –16 | –48 | –13 | –2 | –15 | |
| KRW | –3 | –24 | –27 | –30 | –30 | ||
| THB | –10 | –20 | –30 | –27 | –27 | ||
| BRL | –19 | –19 | –16 | –1 | –17 | ||
| Andere | –51 | 3 | –48 | –95 | –1 | –95 | |
| Totaal | –4.264 | –249 | –4.513 | –3.564 | –246 | –3.810 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | |||||||
| EUR | 249 | 249 | 391 | 391 | |||
| USD | 248 | 248 | 382 | 382 | |||
| CAD | 5 | 5 | 7 | 7 | |||
| THB | 35 | 35 | 17 | 17 | |||
| SAR | 4 | 4 | 4 | 4 | |||
| BRL | 60 | 60 | 67 | 67 | |||
| CNY | 35 | 35 | 77 | 77 | |||
| KRW | 26 | 26 | 32 | 32 | |||
| JPY | 34 | 34 | 38 | 38 | |||
| Andere | 113 | 113 | 89 | 89 | |||
| Totaal | 809 | 809 | 1.103 | 1.103 | |||
| Overige financiële instrumenten | |||||||
| CNY | 44 | 44 | 67 | 67 | |||
| EUR | 50 | 50 | 17 | 17 | |||
| SAR | 19 | 19 | 15 | 15 | |||
| Andere | 6 | 6 | 3 | 3 | |||
| Totaal | 119 | 119 | 101 | 101 | |||
| Totaal | –4.264 | 678 | –3.586 | –3.564 | 959 | –2.605 |
Op het einde van 2019 had de Groep voor ongeveer € 4,3 miljard aan brutoschulden met vaste rente, met voornamelijk:
De schulden met vlottende rentevoet die afgedekt worden door renteswaps worden hieronder verder toegelicht.
Het effect van wijzigingen in de rentevoeten op het einde van 2019 in vergelijking met 2018 is als volgt:
| Gevoeligheid voor een stijging van 100 bp in de marktrente EUR |
Gevoeligheid voor een vermindering van 100 bp in de marktrente EUR |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | |
| Resultaat | –1 | –1 | 1 | 1 |
De sensitiviteit voor rentevolatiliteit bleef aan het einde van 2019 stabiel in vergelijking met 2018. De schuld met vlottende rentevoet is beperkt van omvang en afgedekt met renteswaps en cross-currency renteswaps, waardoor de volatiliteit nog verder afneemt.
| Notioneel bedrag | Reële waarde activa | Reële waarde verplichtingen | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 83 | 109 | –3 | –4 | ||
| Totaal | 83 | 109 | –3 | –4 |
De reële waarde van € -3 miljoen gerapporteerd onder 'aangehouden voor handelsdoeleinden' is vooral te verklaren door de cross-currency swap die in mei 2017 is afgesloten om de volatiliteit (valuta en rente) te beperken van de externe financiering afgesloten voor onze 50/50 HPPO gezamenlijke bedrijfsactiviteit (Saudi Hydrogen Peroxide Company) samen met Sadara uit Saoedi-Arabië (nominaal bedrag € 83 miljoen wat overeenstemt met 50%).
| 2019 | Notioneel bedrag van het instrument(1) |
Notioneel bedrag van het afgedekte element(2) |
Percentage van afgedekte blootstelling |
Rentevoet afdekking per risicocategorie |
Kasstroomaf dekkingen reserves |
Reële waarde van het afdekkingsinstrument |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen (behalve waar anders vermeld) |
Eigen vermogen |
Activa | Verplichtingen | ||||
| Kasstroomafdekkingen – Schuld met vlottende rentevoet |
–10 | –20 | 50% | Pay Fix 3,125% Receive THBFIX6M |
|||
| Totaal | –10 | –20 |
(1) De afdekkingsinstrumenten zijn opgenomen onder Overige vorderingen en Overige verplichtingen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie
(2) De afgedekte positie is opgenomen onder Langlopende en kortlopende financiële schulden in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie
| 2018 | Notioneel bedrag van het instrument(1) |
Notioneel bedrag van het afgedekte element(2) |
Percentage van afgedekte blootstelling |
Rentevoet afdekking per risicocategorie |
Kasstroomaf dekkingen reserves |
Reële waarde van het afdekkingsinstrument |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen (behalve waar anders vermeld) |
Eigen vermogen |
Activa | Verplichtingen | ||||
| Kasstroomafdekkingen – Schuld met vlottende rentevoet |
–13 | –27 | 50% | Pay Fix 3,125% Receive THBFIX6M |
–1 | –1 | |
| Totaal | –13 | –27 | –1 | –1 |
(1) De afdekkingsinstrumenten zijn opgenomen onder Overige vorderingen en Overige verplichtingen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie
(2) De afgedekte positie is opgenomen onder Langlopende en kortlopende financiële schulden in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie
De Groep koopt grote hoeveelheden van zijn behoeften in steenkool, aardgas en elektriciteit in Europa en de Verenigde Staten gebaseerd op de fluctuerende liquide marktindices. Om de volatiliteit van de kosten te verminderen, heeft de Groep een beleid ontwikkeld om variabele prijzen tegen vaste prijzen om te ruilen door middel van afgeleide financiële instrumenten. De meeste van deze afdekkingsinstrumenten kunnen gedocumenteerd worden als afdekkingsinstrumenten voor de onderliggende aankoopovereenkomsten. Aankoopcontracten voor nutsvoorzieningen tegen vaste prijzen met een fysieke levering voor gebruik binnen de activiteiten van de Groep worden aangeduid als overeenkomsten "voor eigen gebruik" (geen derivaten) en vormen een natuurlijke afdekking. Deze zijn niet opgenomen in deze toelichting.
Zo wordt ook de blootstelling van de Groep aan de CO2-prijs gedeeltelijk afgedekt door termijnaankopen van EUA's (European Union Allowance) die gedocumenteerd kunnen worden als afdekkingsinstrumenten of als overeenkomsten voor eigen gebruik (geen derivaten).
Tenslotte kunnen bepaalde blootstellingen aan gas-elektriciteit en steenkool-elektriciteit spreads ontstaan uit de productie van elektriciteit in Solvay-sites (meestal in warmtekrachteenheden in Europa), die kunnen afgedekt worden door middel van termijnaankopen en -verkopen en opties. In dat geval wordt kasstroomafdekking toegepast.
De financiële afdekking van prijsrisico's voor nutsvoorzieningen en CO2-emissierechten wordt centraal beheerd door Energy Services voor alle entiteiten van de Groep.
Energy Services voert ook handelstransacties uit met betrekking tot nutsvoorzieningen en CO2, met een resterende prijsblootstelling van nagenoeg nul.
De volgende tabellen geven de nominale bedragen en de reële waarden van de openstaande afgeleide financiële instrumenten voor nutsvoorzieningen en CO2 op het einde van de verslagperiode weer:
| In € miljoen (behalve waar anders vermeld) |
Notioneel bedrag(1) Notioneel bedrag (in eenheden) |
Reële waarde van het instrument – Activa |
Reële waarde van het instrument – Verplichting |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aangehouden voor | |||||||||
| handelsdoeleinden | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | |
| Steenkool | 8 | 15 | 126.008 | 120.000 | Tons | 1 | 2 | –1 | –2 |
| Elektriciteit | 716 | 613 | 21.753.757 | 15.850.229 | MWh | 75 | 87 | –67 | –85 |
| Standaardkwaliteit | |||||||||
| gas | 354 | 416 | 21.183.576 | 18.962.646 | MWh | 59 | 32 | –55 | –27 |
| CO2 | 26 | 45 | 723.320 | 5.594.159 | Tons | 2 | 24 | –2 | –26 |
| Totaal | 1.104 | 1.089 | 137 | 145 | –125 | –140 |
(1) De afdekkingsinstrumenten zijn opgenomen onder Overige vorderingen en Overige verplichtingen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie
2019 In € miljoen (behalve waar anders vermeld) Notioneel bedrag(1) Notioneel bedrag (in eenheden) Notioneel bedrag van het afgedekte element Notioneel bedrag van het afgedekte element (in eenheden) Percentage van afgedekte blootstelling Gemiddelde prijs afdekking per risicocategorie Kasstroomafdekkingen reserves Reële waarde van het instrument – Activa Reële waarde van het instrument – Verplichting Kasstroomafdekkingen Benzine 5 6.991 Tons 40 61.353 Tons 11% 722 EUR/ ton Steenkool 48 780.984 Tons 97 1.769.600 Tons 44% 70 USD/ ton –6 –6 Elektriciteit 135 2.838.006 MWh 195 3.694.068 MWh 77% 56 EUR/ MWh Standaardkwaliteit gas 218 22.798.066 MWh 474 27.481.119 MWh 83% 16 EUR/ MWh –23 17 –40 CO2 Tons Tons –2 –2 Totaal 405 807 –31 17 –48
De in onderstaande tabellen opgenomen bedragen zijn inclusief de afdekkingsbehoeftes van GBU's van de Groep beheerd via Energy Services, en niet de volledige afdekkingsbehoefte voor nutsvoorzieningen van de Groep.
(1) De afdekkingsinstrumenten zijn opgenomen onder Overige vorderingen en Overige verplichtingen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie
| 2018 In € miljoen (behalve waar anders vermeld) |
Notioneel bedrag(1) |
Notioneel bedrag (in eenheden) |
Notioneel bedrag van het afgedekte element |
Notioneel bedrag van het afgedekte element (in eenheden) |
Percentage van afgedekte blootstelling |
Gemiddelde prijs afdekking per risicocate gorie |
Kasstroom afdekkingen reserves |
Reële waarde van het instrument – Activa |
Reële waarde van het instrument – Verplichting |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kasstroomafdekkingen | ||||||||||||
| EUR/ | ||||||||||||
| Benzine | 7 | 9.088 | Tons | 43 | 50.000 | Tons | 18% | 796 | ton | |||
| USD/ | ||||||||||||
| Steenkool | 17 | 252.000 | Tons | 54 | 624.800 | Tons | 40% | 77 | ton | 2 | 2 | |
| EUR/ | ||||||||||||
| Elektriciteit | 104 | 1.765.121 | MWh | 104 | 1.765.000 | MWh | 100% | 59 | MWh | –8 | 2 | –10 |
| Standaard kwaliteit |
EUR/ | |||||||||||
| gas | 129 | 6.904.347 | MWh | 210 | 13.938.999 | MWh | 50% | 19 | MWh | –7 | 3 | –10 |
| CO2 | Tons | Tons | ||||||||||
| Totaal | 257 | 411 | –13 | 7 | –20 |
(1) De afdekkingsinstrumenten zijn opgenomen onder Overige vorderingen en Overige verplichtingen in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie
Om de volatiliteit van de aandelenkoers van Solvay te neutraliseren, hetgeen van invloed is op de waardering van de verplichting in verband met PSU's (met daaraan verbonden kosten voor de werkgever), heeft de Groep equityswaps afgesloten, die 90% van het risico dekken. De verplichting van € 25 miljoen opgenomen voor de 2018 en 2019 PSU plannen stemt overeen met de beste schatting van het bedrag verschuldigd op eindvervaldag. Aldus zijn alle afdekkingsrelaties die deze verplichting overschrijden, beëindigd met een niet-significante impact op de geconsolideerde winst- en verliesrekening.
Zie ook Financiële Risico's in het hoofdstuk over Risicobeheer van dit verslag voor meer informatie over het beheer van het kredietrisico.
De Groep houdt het kredietrisico van belangrijke zakelijke partners voortdurend in de gaten.
De Groep gaat alleen transacties aan met financiële instellingen met een goede kredietwaardigheid. De Groep bewaakt en beheert blootstelling aan financiële instellingen binnen goedgekeurde kredietlimieten per tegenpartij en kredietrisicoparameters om het risico op wanbetaling te beperken. Voor financiële garanties verwijzen we naar toelichting F39 Voorwaardelijke verplichtingen en financiële garanties.
De Groep neemt verwachte kredietverliezen op voor alle handelsvorderingen: er wordt een vereenvoudigde aanpak gehanteerd en verwachte verliezen tijdens de levensduur op alle handelsvorderingen worden opgenomen gebruikmakend van de voorzieningenmatrix om de verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen te berekenen aan de hand van historische informatie over wanbetalingen aangepast voor toekomstgerichte informatie.
De Groep klasseert klanten en de daaraan verbonden vorderingen naar verschillende categorieën, gebaseerd op de risicograad die aan klanten is toegewezen en de ouderdom van openstaande vorderingen. Voor alle vorderingen die minder dan zes maanden achterstallig zijn, hanteert de Groep percentages tussen 0,005% en 4,365% afhankelijk van de categorie. Voor vorderingen ouder dan zes maanden hanteert de Groep een percentage van 50% of 100%, afhankelijk van de categorie. De indeling van klanten wordt jaarlijks herzien voor klanten met een laag risicoprofiel, en elke zes maanden voor klanten met een hoger risicoprofiel.
Er is geen significante concentratie van kredietrisico's voor de Groep, aangezien het kredietrisico op de vorderingen verdeeld is over een groot aantal klanten en markten.
De historische balans van handelsvorderingen, financiële instrumenten – operationeel, leningen en overige vaste activa ziet er als volgt uit:
| Met vermin derde |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | krediet waardigheid |
Met voorziening voor verwachte verliezen, niet met verminderde krediet waardigheid |
|||||
| 2019 In € miljoen |
niet vervallen |
minder dan 30 dagen vervallen |
30 tot 60 dagen vervallen |
60 tot 90 dagen vervallen |
meer dan 90 dagen vervallen |
||
| Handelsvorderingen | 1.460 | 51 | 1.321 | 74 | 9 | 3 | 2 |
| Handelsvorderingen – voorziening voor verliezen |
–46 | –43 | –1 | –2 | |||
| Handelsvorderingen – netto | 1.414 | 8 | 1.320 | 74 | 9 | 3 | |
| Financiële instrumenten – operationeel | 167 | 167 | |||||
| Leningen en andere activa op lange termijn | 352 | 136 | 215 | ||||
| Leningen en andere activa op lange termijn – waardeverminderingen |
–62 | –62 | |||||
| Leningen en andere activa op lange termijn – netto |
289 | 74 | 215 | ||||
| Totaal | 1.871 | 82 | 1.702 | 74 | 9 | 3 |
| Met vermin derde |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| krediet Totaal waardigheid |
waardigheid | Met voorziening voor verwachte verliezen, niet met verminderde krediet | ||||||
| 2018 In € miljoen |
niet vervallen |
minder dan 30 dagen vervallen |
30 tot 60 dagen vervallen |
60 tot 90 dagen vervallen |
meer dan 90 dagen vervallen |
|||
| Handelsvorderingen | 1.486 | 52 | 1.297 | 112 | 9 | 3 | 12 | |
| Handelsvorderingen – voorziening voor verliezen |
–52 | –49 | –2 | –1 | ||||
| Handelsvorderingen – netto | 1.434 | 3 | 1.296 | 112 | 9 | 3 | 11 | |
| Financiële instrumenten – operationeel | 162 | 162 | ||||||
| Leningen en andere activa op lange termijn | 344 | 152 | 192 | |||||
| Leningen en andere activa op lange termijn – waardeverminderingen |
–62 | –62 | ||||||
| Leningen en andere activa op lange | ||||||||
| termijn – netto | 282 | 89 | 192 | |||||
| Totaal | 1.878 | 92 | 1.650 | 112 | 9 | 3 | 11 |
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voorziening voor verliezen op handelsvorderingen:
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Boekwaarde op 1 januari, voor invoering van IFRS 9 | –52 | –49 |
| Eerste toepassing van IFRS 9 | –6 | |
| Boekwaarde op 1 januari, na invoering van IFRS 9 | –52 | –55 |
| Toevoegingen | –4 | –12 |
| Gebruik | 8 | 3 |
| Terugname van bijzondere waardeverminderingen | 3 | 10 |
| Wisselkoersverschillen | 2 | |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop | –1 | |
| Andere | 1 | |
| Boekwaarde op 31 december | –46 | –52 |
Zie Financieel risico in het hoofdstuk over Risicobeheer in dit verslag voor meer informatie over het beheer van het liquiditeitsrisico.
Het liquiditeitsrisico heeft betrekking op de mogelijkheid voor Solvay om zijn schulden (inclusief uitgegeven obligaties) te betalen of te herfinancieren, en zijn activiteiten te financieren.
Dit is mede afhankelijk van de mate waarin het bedrijf in staat is kasstromen te genereren met zijn activiteiten en niet te veel te betalen voor overnames.
De Financiële Commissie geeft zijn mening over het juiste beheer van het liquiditeitsrisico voor de financiering van de Groep op korte, middellange en lange termijn en de vereisten op het gebied van liquiditeitsbeheer.
De Groep beheert het liquiditeitsrisico door adequate reserves, bankfaciliteiten en reservekredietfaciliteiten aan te houden, door permanent toezicht op de verwachte en actuele kasstromen, en door de looptijden van financiële activa en verplichtingen op elkaar af te stemmen.
De Groep spreidt de looptijden van zijn financieringsbronnen door de tijd heen, om het bedrag dat elk jaar geherfinancierd moet worden te beperken.
De volgende tabellen geven een overzicht van de resterende contractuele looptijden voor de financiële verplichtingen met contractueel overeengekomen aflossingsperioden.
De tabellen werden opgesteld aan de hand van verdisconteerde kasstromen van financiële verplichtingen gebaseerd op de vroegste datum waarop de Groep verplicht kan worden om te betalen.
Onderstaande tabellen geven de verdisconteerde bedragen weer (boekwaarde):
| 2019 | Binnen het | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Totaal | eerste jaar | In het tweede jaar | In het 3e tot 5e jaar | Na 5 jaar |
| Uitstromen van geldmid | |||||
| delen: | |||||
| Handelsschulden | 1.277 | 1.277 | |||
| Te betalen dividenden | 161 | 161 | |||
| Financiële instrumenten | |||||
| – operationeel | 187 | 187 | |||
| Overige langlopende | |||||
| verplichtingen | 159 | 26 | 89 | 44 | |
| Financiële schulden | 4.044 | 1.030 | 54 | 1.001 | 1.958 |
| Leaseverplichtingen | 470 | 102 | 67 | 138 | 163 |
| Totaal | 6.297 | 2.756 | 147 | 1.229 | 2.166 |
| 2018 | Binnen het | ||||
| In € miljoen | Totaal | eerste jaar | In het tweede jaar | In het 3e tot 5e jaar | Na 5 jaar |
| Uitstromen van geldmid delen: |
|||||
| Handelsschulden | 1.439 | 1.439 | |||
| Te betalen dividenden | 154 | 154 | |||
| Financiële instrumenten | |||||
| – operationeel | 194 | 194 | |||
| Overige langlopende | |||||
| verplichtingen | 121 | 37 | 85 | ||
| Financiële schulden | 3.810 | 630 | 799 | 1.011 | 1.369 |
| Totaal | 5.717 | 2.416 | 836 | 1.096 | 1.369 |
Onderstaande tabellen geven de niet-verdisconteerde bedragen weer (nominale waarde):
| 2019 | Binnen het | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Totaal | eerste jaar | In het tweede jaar | In het 3e tot 5e jaar | Na 5 jaar |
| Uitstromen van geldmid delen: |
|||||
| Handelsschulden | 1.277 | 1.277 | |||
| Te betalen dividenden | 161 | 161 | |||
| Financiële instrumenten – operationeel |
187 | 187 | |||
| Overige langlopende verplichtingen |
159 | 26 | 89 | 44 | |
| Financiële schulden | 4.067 | 1.029 | 54 | 1.011 | 1.973 |
| Leaseverplichtingen | 470 | 102 | 67 | 138 | 163 |
| Totaal | 6.321 | 2.755 | 148 | 1.238 | 2.180 |
| Interesten op financiële schulden en leasever plichtingen |
576 | 100 | 97 | 235 | 145 |
| Totaal uitstromen van geldmiddelen |
6.897 | 2.854 | 244 | 1.473 | 2.325 |
| 2018 In € miljoen |
Totaal | Binnen het eerste jaar |
In het tweede jaar | In het 3e tot 5e jaar | Na 5 jaar |
| Uitstromen van geldmid delen: |
|||||
| Handelsschulden | 1.439 | 1.439 | |||
| Te betalen dividenden | 154 | 154 | |||
| Financiële instrumenten – operationeel |
194 | 194 | |||
| Overige langlopende verplichtingen |
121 | 37 | 85 | ||
| Financiële schulden | 3.835 | 630 | 802 | 1.024 | 1.381 |
| Totaal | 5.743 | 2.416 | 838 | 1.108 | 1.381 |
| Interesten op financiële schulden |
577 | 108 | 103 | 209 | 157 |
| Totaal uitstromen van geldmiddelen |
6.320 | 2.524 | 941 | 1.317 | 1.538 |
De Groep heeft toegang tot de volgende instrumenten:
De nettoschuld van de Groep is het saldo van de financiële schulden en de overige financiële instrumenten, en de geldmiddelen en kasequivalenten.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Financiële schulden | 4.513 | 3.810 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | –809 | –1.103 |
| Overige financiële instrumenten | –119 | –101 |
| Nettoschuld | 3.586 | 2.605 |
De stijging in de nettoschuld is voornamelijk te wijten aan (a) de stijging van de financiële schuld door de opname van bijkomende leaseverplichtingen als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten ten belope van € 470 miljoen op het einde van 2019, en (b) de stijging van de thesauriebewijzen op korte termijn. De aflossing van de € 700 miljoen hybride obligaties (opgenomen in eigen vermogen) in juni 2019 met beschikbare geldmiddelen (gedeeltelijk uit de € 300 miljoen beschikbare geldmiddelen na de uitgifte van een hybride obligatie in september 2018) heeft eveneens de geldmiddelen en kasequivalenten geïmpacteerd.
Solvay's investment grade-kredietwaardigheid is Baa2/P2 (stabiele vooruitzichten) van Moody's en BBB/A2 (stabiele vooruitzichten) van Standard & Poor's.
| 2019 | 2018 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen (behalve waar anders vermeld) |
Nominaal bedrag |
Coupon | Einde looptijd |
Door zekerheid gedekt |
Bedrag aan geamorti seerde kostprijs |
Reële waarde |
Bedrag aan geamorti seerde kostprijs |
Reële waarde |
| Senior obligatie US\$ (144A; US\$ 800 miljoen) |
712 | 3,40% | 2020 | Nee | 697 | 697 | ||
| Senior obligatie € | 750 | 1,625% | 2022 | Nee | 746 | 781 | 745 | 781 |
| Senior obligatie US\$ Cytec Industries Inc (emissie US\$ 400 miljoen) |
175 | 3,5% | 2023 | Nee | 169 | 178 | 165 | 167 |
| Senior obligatie US\$ Cytec Industries Inc (emissie US\$ 250 miljoen) |
146 | 3,95% | 2025 | Nee | 143 | 150 | 140 | 138 |
| Senior obligatie US\$ (144A; US\$ 800 miljoen) |
712 | 4,45% | 2025 | Nee | 709 | 775 | 695 | 706 |
| Senior obligatie € | 500 | 2,75% | 2027 | Nee | 496 | 584 | 496 | 542 |
| Senior obligatie € | 600 | 0,500% | 2029 | Nee | 595 | 582 | ||
| Totaal | 2.859 | 3.049 | 2.937 | 3.032 |
In 2019 heeft Solvay nv senior obligaties met looptijd van 10 jaar uitgegeven (€ 600 miljoen) met een jaarlijkse coupon van 0,5% en tegelijk de USD 800 miljoen senior obligaties van Solvay Finance America LLC, die initieel pas in 2020 vervielen, vervroegd afgelost.
De Groep is ten aanzien van de hierboven vermelde financiële schulden niet in gebreke gebleven. Er zijn geen financiële convenanten bij Solvay nv en de holdingmaatschappijen van de Groep.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Valutaswaps | 3 | 1 |
| Andere verhandelbare effecten op meer dan 3 maanden | 44 | 68 |
| Overige vlottende financiële activa | 72 | 32 |
| Overige financiële instrumenten | 119 | 101 |
De andere verhandelbare effecten op meer dan drie maanden omvatten bankwisselposities.
De overige vlottende financiële activa omvatten voornamelijk marge-stortingen van Energy Services voor instrumenten met een negatieve reële waarde en vertegenwoordigen zekerheden voor deze verplichtingen.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Geldmiddelen | 664 | 907 |
| Termijndeposito's | 144 | 197 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 809 | 1.103 |
Door de aard van geldmiddelen en kasequivalenten is hun boekwaarde gelijk, of zo goed als gelijk aan hun reële waarde.
| 2018 | 2019 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | Totaal | Invoering van IFRS 16 |
Kas stroom van toe name van schulden |
Kas stroom van terug betaling van schulden |
Kas stroom van betaling van lease verplich tingen |
Wissel koers wijzigingen |
Wijzig ingen in de overige vlottende financiële activa |
Andere in kas stromen uit financ ierings activiteiten |
Overboeking van lang lopende tot kortlopende |
Andere | Totaal |
| Obligatieleningen | 2.937 | 597 | –712 | 36 | 2.859 | ||||||
| Andere langlo pende schulden |
208 | 48 | –10 | 3 | –109 | 16 | 156 | ||||
| Langlopende finan ciële leaseverplich tingen |
35 | –36 | 1 | –2 | 1 | ||||||
| Leaseverplichtingen – Langlopende deel |
376 | 5 | –123 | 111 | 368 | ||||||
| Langlopende verplichtingen finan ciële schulden |
3.180 | 340 | 645 | –721 | 45 | –234 | 128 | 3.382 | |||
| Financiële schulden op korte termijn (behalve financiële leaseverplichtingen) |
616 | 2.399 | –2.054 | –28 | 109 | –22 | 1.020 | ||||
| Valutaswaps | 12 | –4 | 8 | ||||||||
| Kortlopende finan ciële leaseverplich tingen |
1 | 2 | –2 | ||||||||
| Leaseverplichtingen – Kortlopende deel |
93 | –110 | 123 | –5 | 102 | ||||||
| Kortlopende verplich tingen financiële |
|||||||||||
| schulden | 630 | 93 | 2.399 | –2.054 | –110 | –28 | 234 | –33 | 1.132 | ||
| Financiële schulden | 3.810 | 433 | 3.044 | –2.776 | –110 | 46 | –28 | 95 | 4.513 | ||
| Valutaswaps Andere verhan delbare effecten op meer dan 3 maanden |
–1 –67 |
–1 | 24 | –1 | –3 –44 |
||||||
| Overige vlottende financiële activa |
–32 | –57 | 12 | 5 | –73 | ||||||
| Overige financiële instrumenten |
–101 | –1 | –32 | 12 | 3 | –119 | |||||
| Totaal kasstromen | 433 | 3.044 | –2.776 | –110 | –32 | –16 |
De financiële schuld steeg van € 3.810 miljoen eind 2018 naar € 4.513 miljoen eind 2019.
De langlopende financiële schuld stijgt met € 202 miljoen, voornamelijk door:
De kortlopende financiële schuld stijgt met € 503 miljoen, voornamelijk door:
De bedragen die in het kasstroomoverzicht zijn opgenomen onder 'Toename van schulden' en 'Terugbetaling van schulden' hebben onder andere betrekking op de uitgifte van € 2.365 miljoen en de terugbetaling van € 1.911 miljoen aan commercial papers.
De € 111 miljoen in "Andere" heeft voornamelijk betrekking op de leaseovereenkomsten die gedurende het jaar gestart zijn, evenals wijzigingen aan leaseovereenkomsten.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Schulden betreffende salarissen en voordelen | 293 | 329 |
| BTW en andere belastingen | 112 | 131 |
| Sociale zekerheid | 61 | 68 |
| Financiële instrumenten – operationeel | 187 | 194 |
| Verzekeringspremies | 15 | 15 |
| Klanten voorschotten | 42 | 31 |
| Overige | 82 | 81 |
| Overige kortlopende verplichtingen | 792 | 848 |
Financiële instrumenten-operationeel omvatten afgeleide financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden en kasstroomafdekking (zie toelichting F35.A. Overzicht van de financiële instrumenten).
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Verbintenissen voor het verwerven van materiële vaste en immateriële activa | 102 | 132 |
Het bedrag heeft vooral betrekking op afspraken over de verwerving van materiële vaste activa.
Een voorwaardelijke verplichting is:
(i) het is niet waarschijnlijk dat de uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen nodig zijn om te voldoen aan de verplichting; of
(ii) de omvang van de verplichting kan niet met voldoende betrouwbaarheid worden vastgesteld.
Voorwaardelijke verplichtingen worden niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, tenzij ze voortvloeien uit een bedrijfscombinatie. Ze worden beschreven in de toelichting, behalve indien de kans op een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen zeer onwaarschijnlijk is.
Financiële garanties zijn contracten die de Groep verplichten bepaalde betalingen te verrichten om de houder het verlies te compenseren voor een door hem geleden verlies omdat een bepaalde debiteur zijn betalingsverplichting uit hoofde van de oorspronkelijke of herziene voorwaarden van een schuldbewijs niet nakomt.
Om dubbeltellingen te vermijden worden enkel financiële garanties in deze toelichting opgenomen die opgenomen verplichtingen overschrijden of waarvan elders in de jaarrekening van de Groep toelichtingen werden gegeven.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Financiële garanties RusVinyl | 84 | 85 |
| Financiële garanties pensioenen | 456 | 279 |
| Voorwaardelijke verplichtingen | 312 | 762 |
| Totaal | 852 | 1.126 |
In de loop van 2019 heeft de Groep een diepgaand nazicht ondernomen van de toelichtingen m.b.t. voorwaardelijke verplichtingen en financiële garanties ten belope van € 1.126 miljoen zoals gerapporteerd in zijn geconsolideerde IFRS jaarrekening van 2018, waarbij het onderscheid tussen financiële garanties (€ 364 miljoen) en voorwaardelijke verplichtingen (€ 762 miljoen) verduidelijkt wordt.
Financiële garanties verbonden aan RusVinyl, de joint venture met SIBUR voor het beheer van een PVC vestiging in Rusland, bedraagt € 84 miljoen per 31 december 2019 (€ 85 miljoen op het einde van 2018). Deze garanties werden toegekend op verscheidene momenten door beide aandeelhouders SolVin/Solvay en Sibur, proportioneel tot hun belang (50/50). Rekening houdende met het aangetoonde vermogen om zijn schuldverplichtingen na te komen, wordt de mogelijkheid dat de garanties zouden worden ingeroepen, als zeer onwaarschijnlijk beschouwd.
De financiële garanties met betrekking tot de pensioenen betreffen voornamelijk de UK Rhodia Pension Fund (€ 430 miljoen) – Zie toelichting F34.B.2. Beschrijving van de verplichtingen. Dit komt overeen met het bedrag waarmee de garantie de opgenomen pensioenverplichting overschrijdt. Deze garantie heeft betrekking op de pensioenverplichting gewaardeerd volgens een lokale gereglementeerde basis (prudentieel) in het Verenigd Koninkrijk, vermeerderd met een allocatie van het marktrisico, dat hoger is in vergelijking met de verplichting gewaardeerd volgens de methodiek voorgeschreven door IAS 19. De toename van de overschrijding ten opzichte van het einde van 2018 is voornamelijk toe te schrijven aan de vrijwillige bijdrage (€ 114 miljoen) dat de voorziening deed dalen. De mogelijkheid dat de garanties zouden worden ingeroepen, wordt als zeer onwaarschijnlijk beschouwd.
De voorwaardelijke verplichtingen daalden voornamelijk als gevolg van gewijzigde schattingen ten aanzien de waarschijnlijkheid van een uitstroom van economische voordelen. Voorwaardelijke verplichtingen hebben in de eerste plaats betrekking op milieu-aangelegenheden.
Saldo's en transacties tussen Solvay nv en (a) haar dochterondernemingen en (b) haar gezamenlijke bedrijfsactiviteiten voor haar aandeel, die verbonden partijen zijn van Solvay nv, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting. Transacties tussen de Groep en andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht.
| Verkoop van goederen | Aankoop van goederen | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | |
| Geassocieerde deelnemingen | 10 | 12 | 5 | 5 | |
| Joint ventures | 41 | 55 | 23 | 23 | |
| Overige verbonden partijen | 30 | 27 | 70 | 49 | |
| Totaal | 81 | 95 | 99 | 77 |
| Bedragen verschuldigd door verbonden partijen | Bedragen verschuldigd aan verbonden partijen | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| In € miljoen | 2019 | 2018 | 2019 | 2018 | |
| Geassocieerde deelnemingen | 1 | 1 | |||
| Joint ventures | 1 | 2 | 2 | 2 | |
| Overige verbonden partijen | 8 | 10 | 11 | 10 | |
| Totaal | 9 | 13 | 13 | 12 |
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Leningen aan joint ventures | 9 | 25 |
| Leningen aan overige verbonden partijen | 17 | 13 |
| Totaal | 26 | 38 |
Managers op sleutelposities bestaan uit alle leden van de Raad van Bestuur en van het Uitvoerend Comité.
Verschuldigde bedragen met betrekking tot het jaar (vergoedingen) en bestaande verplichtingen op het einde van het jaar in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie:
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Salarissen, rechtstreekse sociale voordelen en personeelsbeloningen op korte termijn | 3 | 3 |
| Niet-concurrentiebeding | 2 | |
| Personeelsbeloningen op lange termijn | 1 | 13 |
| Verplichting van op aandelen gebaseerde plannen afgewikkeld in geldmiddelen | 6 | 5 |
| Totaal | 10 | 23 |
De daling in de lange-termijnbeloningen heeft te maken met de wijzigingen in de samenstelling van het Uitvoerend Comité en het vertrek van de vorige Chief Executive Officer.
Kosten van het jaar:
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Salarissen, rechtstreekse sociale voordelen en personeelsbeloningen op korte termijn | 8 | 9 |
| Niet-concurrentiebeding | 2 | |
| Personeelsbeloningen op lange termijn | 2 | 2 |
| Lasten van op aandelen gebaseerde plannen | 9 | 3 |
| Totaal | 19 | 15 |
Exclusief sociale lasten en belastingen ten laste van de werkgever
De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Aandeelhoudersvergadering een brutodividend voorstellen van € 3,75 per aandeel.
Rekening houdend met het interim-dividend van € 1,50 per aandeel dat in januari 2020 uitgekeerd werd, bedragen de dividenden voorgesteld voor uitkering, maar nog niet opgenomen als uitkering aan aandeelhouders € 238 miljoen.
Gebeurtenissen na de verslagperiode die wijzen op bepaalde omstandigheden die al bestonden aan het einde van de verslagperiode ('adjusting events') worden verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening. Gebeurtenissen die wijzen op omstandigheden die zijn ontstaan na de verslagperiode ('non-adjusting events') worden alleen vermeld in de toelichtingen als zij van belang zijn.
Op 31 januari 2020 kondigde Solvay aan dat de verkoop van zijn Performance Polyamidesactiviteiten aan BASF en Domo Chemicals formeel werd afgerond. De transactie is gebaseerd op een ondernemingswaarde van €1,6 miljard. De verwachte verkoopopbrengsten min de kosten van verkoop van de gecombineerde transactie worden geschat op ongeveer €1,2 miljard (verkoopopbrengsten ten belope van €1,5 miljard werden ontvangen op 31 januari 2020). De verwachte winst (na belasting), die het voorwerp uitmaakt van de gebruikelijke aanpassingen van de aankoopprijs na afsluiting bedraagt ongeveer € 70 miljoen.
Solvay wendde een deel van de opbrengsten van de verkoop van de polyamidesactiviteiten aan voor een vroegtijdige financiering van pensioenverplichtingen in Frankrijk. Deze bijkomende vrijwillige bijdrage bedraagt ongeveer € 380 miljoen.
De Groep bestaat uit Solvay nv en een totaal van 339 deelnemingen.
Van de 339 deelnemingen zijn er 183 volledig geconsolideerd, 8 proportioneel geconsolideerd en 27 geconsolideerd via de equity-methode. De overige 121 ondernemingen voldoen niet aan de omvangcriteria.
| Land | Vennootschap | Commentaar |
|---|---|---|
| AUSTRALIË | Aqua Pharma Australia Pty Ltd, Armidale | Oprichting |
| CANADA | Aqua Pharma Inc, Saint John | Oprichting |
| CHILI | Aqua Pharma Chile Spa, Puerto Montt | Oprichting |
| DUITSLAND | Polytechnyl Germany Gmbh, Hannover | Oprichting |
| IRELAND | Aqua Pharma Ireland Ltd, Dublin | Oprichting |
| NOORWEGEN | Aqua Pharma Group A.S., Lillehammer | Oprichting |
| Aqua Pharma A.S., Lillehammer | Oprichting | |
| Haugaland Shipping A.S., Haugesund | Oprichting | |
| VERENIGD KONINKRIJK | D Ferguson Welders Ltd, Inverness | Oprichting |
| Aqua Pharma Ltd, Inverness | Oprichting | |
| VERENIGDE STATEN | Aqua Pharma U.S. Inc, Kirkland | Oprichting |
| Land | Vennootschap | Commentaar |
|---|---|---|
| EGYPTE | Solvay Alexandria Trading LLC, Alexandria | Voldoet niet meer aan consolidatiecriteria |
| VERENIGDE STATEN | Cytec Overseas Corp., New Jersey | Gefusioneerd met Cytec Global Holdings Inc |
| Cytec Carbon Fibers LLC, New Jersey | Gefusioneerd met Cytec Engineered Materials Inc | |
| IMC Mining Chemicals LLC, New Jersey | Gefusioneerd met Cytec Global Holdings Inc | |
| URUGUAY | Alaver SA, Montevideo | Voldoet niet meer aan consolidatiecriteria |
Met vermelding van het deelnemingspercentage. Het percentage stemrechten ligt heel dicht bij het deelnemingspercentage.
| ARGENTINIË | |
|---|---|
| Solvay Argentina SA, Buenos Aires | 100 |
| Solvay Quimica SA, Buenos Aires | 100 |
| AUSTRALIË | |
| Cytec Asia Pacific Holdings Pty Ltd, Baulkham Hills | 100 |
| Cytec Australia Holdings Pty Ltd, Baulkham Hills | 100 |
| Solvay Interox Pty Ltd, Banksmeadow | 100 |
| OOSTENRIJK | |
| Solvay Österreich GmbH, Wien | 100 |
| BELGIË | |
| Carrières les Petons S.P.R.L., Walcourt | 100 |
| Solvay Chemicals International S.A., Brussels | 100 |
| Solvay Chimie S.A., Brussels | 100 |
| Solvay Participations Belgique S.A., Brussels | 100 |
| Solvay Pharmaceuticals S.A. – Management Services, Brussels | 100 |
| Solvay Specialty Polymers Belgium SA/NV, Brussels | 100 |
| Solvay Stock Option Management S.P.R.L., Brussels | 100 |
| BRAZILIË | |
| Cogeracao de Energia Electricica Paraiso SA, Brotas | 100 |
| Techpolymers Industria E Comercio Ltda, Sao Paulo | 100 |
| Rhodia Brazil Ltda, Sao Paolo | 100 |
| Rhodia Poliamida Brasil Ltda, Sao Paolo | 100 |
| Rhodia Poliamida e Especialidades Ltda, Sao Paolo | 100 |
| Rhopart-Participacoes Servidos e Comercio Ltda, Sao Paolo | 100 |
| BULGARIJE | |
| Solvay Bulgaria EAD, Devnya | 100 |
| CANADA | |
| Cytec Canada Inc, Niagara Falls Welland | 100 |
| Solvay Canada Inc, Toronto | 100 |
| CHINA | |
| Beijing Rhodia Eastern Chemical Co., Ltd, Beijing | 60 |
| Cytec Industries Co. Ltd, Shanghai | 100 |
| Cytec Engineered Materials Co. Ltd, Shanghai | 100 |
| Liyang Solvay Rare Earth New Material Co., Ltd, Liyang City | 96,3 |
| Rhodia Hong Kong Ltd, Hong Kong | 100 |
| Solvay (Beijing) Energy Technology Co., Ltd, Beijing | 100 |
| Solvay (Shanghai) Engineering Plastics Co., Ltd, Shanghai | 100 |
| Solvay (Shanghai) International Trading Co., Ltd, Shanghai | 100 |
| Solvay (Shanghai) Ltd, Shanghai | 100 |
| Solvay (Zhangjiagang) Specialty Chemicals Co. Ltd, Suzhou | 100 |
| Solvay (Zhenjiang) Chemicals Co., Ltd, Zhenjiang New area | 100 |
| Solvay Chemicals (Shanghai) Co. Ltd, Shanghai | 100 |
| Solvay China Co., Ltd, Shanghai | 100 |
| Solvay Fine Chemical Additives (Qingdao) Co., Ltd, Qingdao | 100 |
| Solvay Hengchang (Zhangjiagang) Specialty Chemical Co., Ltd, Zhangjiagang City | 70 |
| Solvay Lantian (Quzhou) Chemicals Co., Ltd, Zhejiang | 55 |
| Solvay Silica Qingdao Co., Ltd, Qingdao | 100 |
| Solvay Speciality Polymers (Changshu) Co. Ltd, Changshu | 100 |
| Suzhou Interox Sem Co. Ltd, Suzhou | 100 |
| Zhuhai Solvay Specialty Chemicals Co Ltd, Zhuhai City | 100 |
| CHILI | |
| Cytec Chile Ltda, Santiago | 100 |
| FINLAND | |
|---|---|
| Solvay Chemicals Finland Oy, Voikkaa | 100 |
| FRANKRIJK | |
| Cogénération Tavaux SAS, Paris | 33,3 |
| Cytec Process Materials Sarl, Toulouse | 100 |
| RHOD V S.N.C., Courbevoie | 100 |
| RHOD W S.N.C., Courbevoie | 100 |
| Rhodia Chimie S.A.S., Aubervilliers | 100 |
| Rhodia Energy GHG S.A.S., Puteaux | 100 |
| Rhodia Laboratoire du Futur S.A.S., Pessac | 100 |
| Rhodia Operations S.A.S., Aubervilliers | 100 |
| Rhodia Participations S.N.C., Courbevoie | 100 |
| Rhodianyl S.A.S., Saint-Fons | 100 |
| Solvay – Opérations – France S.A.S., Paris | 100 |
| Solvay – Fluorés – France S.A.S., Paris | 100 |
| Solvay Energie France S.A.S., Paris | 100 |
| Solvay Energy Services S.A.S., Puteaux | 100 |
| Solvay Finance S.A., Paris | 100 |
| Solvay France S.A., Courbevoie | 100 |
| Solvay Speciality Polymers France S.A.S., Paris | 100 |
| Solvin France S.A., Paris | 100 |
| DUITSLAND | |
| Cavity GmbH, Hannover | 100 |
| Cytec Engineered Materials GmbH, Oestringen | 100 |
| European Carbon Fiber GmbH, Kelheim | 100 |
| Horizon Immobilien AG, Hannover | 100 |
| Performance Polyamides Gmbh, Hannover | 100 |
| Polytechnyl Germany Gmbh, Hannover | 100 |
| Salzgewinnungsgesellschaft Westfalen GmbH & Co KG, Hannover | 65 |
| Duitse besloten vennootschap die gebruik maakt van vrijstelling, zoals bepaald in artikel 264(b) van het Duitse Wetboek van Koophandel, om geen jaarrekening te publiceren. |
|
| Solvay Chemicals GmbH, Hannover | 100 |
| Solvay Fluor GmbH, Hannover | 100 |
| Solvay Flux GmbH, Hannover | 100 |
| Solvay GmbH, Hannover | 100 |
| Solvay Infra Bad Hoenningen GmbH, Hannover | 100 |
| Solvay P&S GmbH, Freiburg | 100 |
| Solvay Specialty Polymers Germany GmbH, Hannover | 100 |
| Solvin GmbH & Co. KG – PVDC, Rheinberg | 100 |
| Solvin Holding GmbH, Hannover | 100 |
| INDIA | |
| Rhodia Polymers & Specialties India Private Limited, Mumbai | 100 |
| Solvay Specialities India Private Limited, Mumbai | 100 |
| Sunshield Chemicals Limited, Mumbai | 62,4 |
| INDONESIE | |
| PT. Cytec Indonesia, Jakarta | 100 |
| IERLAND | |
| Solvay Finance Ireland Unlimited, Dublin | 100 |
| ITALIË | |
| Cytec Process Materials S.r.l., Mondovi | 100 |
| Performance Polyamide Italy Srl, Bollate | 100 |
| Solvay Chimica Italia S.p.A., Milano | 100 |
| Solvay Energy Services Italia S.r.l., Bollate | 100 |
| Solvay Solutions Italia S.p.A., Milano | 100 |
| Solvay Specialty Polymers Italy S.p.A., Milano | 100 |
| JAPAN | |
|---|---|
| Nippon Solvay KK, Tokyo | 100 |
| Solvay Japan K.K., Tokyo | 100 |
| Solvay Nicca Ltd, Tokyo | 60 |
| Solvay Special Chem Japan Ltd, Anan City | 67 |
| Solvay Specialty Polymers Japan KK, Minato Ku-Tokyo | 100 |
| LETLAND | |
| Solvay Business Services Latvia SIA, Riga | 100 |
| LUXEMBURG | |
| Cytec Luxembourg International Holdings Sarl, Strassen | 100 |
| Solvay Chlorovinyls Holding S.a.r.l., Luxembourg | 100 |
| Solvay Finance (Luxembourg) SA, Luxembourg | 100 |
| Solvay Hortensia S.A., Luxembourg | 100 |
| Solvay Luxembourg S.a.r.l., Luxembourg | 100 |
| MEXICO | |
| Cytec de Mexico S.A. de C.V., Jalisco | 100 |
| Solvay Industrial S.de R.L. de C.V., Mexico | 100 |
| Solvay Fluor Mexico S.A. de C.V., Ciudad Juarez | 100 |
| Solvay Mexicana S. de R.L. de C.V., Monterrey | 100 |
| NEDERLAND | |
| Cytec Industries B.V., Vlaardingen | 100 |
| Rhodia International Holdings B.V., Den Haag | 100 |
| Solvay Chemicals and Plastics Holding B.V., Linne-Herten | 100 |
| Solvay Chemie B.V., Linne-Herten | 100 |
| Solvay Solutions Nederland B.V., Klundert | 100 |
| Solvin Holding Nederland B.V., Linne-Herten | 100 |
| NIEUW-ZEELAND | |
| Solvay New Zealand Ltd, Auckland | 100 |
| PERU | |
| Cytec Peru S.A.C., Lima | 100 |
| POLEN | |
| Solvay Engineering Plastics Poland Sp z.o.o., Gorzow Wielkopolski | 100 |
| Solvay Advanced Silicas Poland Sp. z o.o., Gorzow Wielkopolski | 100 |
| PORTUGAL | |
| Solvay Business Services Portugal Unipessoal Lda, Carnaxide | 100 |
| Solvay Portugal – Produtos Quimicos S.A., Povoa | 100 |
| RUSLAND | |
| Solvay Vostok OOO, Moscow | 100 |
| SINGAPORE | |
| Rhodia Amines Chemicals Pte Ltd, Singapore | 100 |
| Solvay Fluor Holding (Asia-Pacific) Pte. Ltd., Singapore | 100 |
| Solvay Specialty Chemicals Asia Pacific Pte. Ltd., Singapore | 100 |
| ZUID-KOREA | |
| Cytec Korea Inc, Seoul | 100 |
| Daehan Solvay Special Chemicals Co., Ltd, Seoul | 100 |
| Solvay Chemicals Korea Co. Ltd, Seoul | 100 |
| Solvay Chemical Services Korea Co. Ltd, Seoul | 100 |
| Solvay Energy Services Korea Co. Ltd, Seoul | 100 |
| Solvay Korea Co. Ltd, Seoul | 100 |
| Solvay Silica Korea Co. Ltd, Incheon | 100 |
| Solvay Specialty Polymers Korea Company Ltd, Seoul | 100 |
| SPANJE | |
| Solvay Quimica S.L., Barcelona | 100 |
| Solvay Solutions Espana S.L., Madrid | 100 |
| ZWITSERLAND | |
|---|---|
| Solvay (Schweiz) AG, Bad Zurzach | 100 |
| Solvay Vinyls Holding AG, Bad Zurzach | 100 |
| THAILAND | |
| Solvay Asia Pacific Company Ltd, Bangkok | 100 |
| Solvay (Bangpoo) Specialty Chemicals Ltd, Bangkok | 100 |
| Solvay (Thailand) Ltd, Bangkok | 100 |
| Solvay Peroxythai Ltd, Bangkok | 100 |
| TURKEY | |
| Solvay Istanbul Kimya Limited Sirketi, Istanbul | 100 |
| VERENIGD KONINKRIJK | |
| Advanced Composites Group Investments Ltd, Heanor | 100 |
| Cytec Engineered Materials Ltd, Wrexham | 100 |
| Cytec Industrial Materials (Derby) Ltd, Heanor | 100 |
| Cytec Industrial Materials (Manchester) Ltd, Heanor | 100 |
| Cytec Industries UK Holdings Ltd, Wrexham | 100 |
| Cytec Med-Lab Ltd, Heanor | 100 |
| Cytec Process Materials (Keighley) Ltd, Keighley | 100 |
| McIntyre Group Ltd, Watford | 100 |
| Rhodia Holdings Ltd, Watford | 100 |
| Rhodia International Holdings Ltd, Oldbury | 100 |
| Rhodia Limited, Watford | 100 |
| Rhodia Organique Fine Ltd, Watford | 100 |
| Rhodia Overseas Ltd, Watford | 100 |
| Rhodia Pharma Solutions Holdings Ltd, Cramlington | 100 |
| Rhodia Pharma Solutions Ltd, Cramlington | 100 |
| Rhodia Reorganisation, Watford | 100 |
| Solvay Interox Ltd, Warrington | 100 |
| Solvay Solutions UK Ltd, Watford | 100 |
| Solvay UK Holding Company Ltd, Warrington | 100 |
| Umeco Composites Ltd, Heanor | 100 |
| Umeco Ltd, Heanor | 100 |
| VERENIGDE STATEN | |
| Ausimont Industries, Inc., Wilmington, Delaware | 100 |
| CEM Defense Materials LLC, Tempe Arizona | 100 |
| Cytec Aerospace Materials (ca) Inc., Sacramento California | 100 |
| Cytec Engineered Materials Inc., Princeton New Jersey | 100 |
| Cytec Global Holdings Inc., Princeton New Jersey | 100 |
| Cytec Industrial Materials (ok) Inc., Tulsa Oklahoma | 100 |
| Cytec Industries Inc, Princeton New Jersey | 100 |
| Cytec Korea Inc., Princeton New Jersey | 100 |
| Cytec Process Materials (ca) Inc., Santa Fe Springs California | 100 |
| Cytec Technology Corp., Princeton New Jersey | 100 |
| Garret Mountain Insurance Co., Burlington Vermont | 100 |
| Rocky Mountain Coal Company, LLC, Houston, Texas | 100 |
| Solvay America Holdings, Inc., Houston, Texas | 100 |
| Solvay America Inc., Houston, Texas | 100 |
| Solvay Chemicals, Inc., Houston, Texas | 100 |
| Solvay Finance (America) LLC, Houston, Texas | 100 |
| Solvay Financial Services INC., Wilmington, Delaware | 100 |
| Solvay Fluorides, LLC., Greenwich, Connecticut | 100 |
| Solvay Holding INC., Princeton, New Jersey | 100 |
| Solvay India Holding Inc., Princeton, New Jersey | 100 |
| Solvay Soda Ash Expansion JV, Houston, Texas | 80 |
| Solvay Soda Ash Joint Venture, Houston, Texas | 80 |
| Solvay Specialty Polymers USA, LLC, Alpharetta, Georgia | 100 |
| Solvay USA INC., Princeton, New Jersey | 100 |
| URUGUAY | |
| Zamin Company S/A, Montevideo | 100 |
Met vermelding van het deelnemingspercentage.
| OOSTENRIJK | |
|---|---|
| Solvay Sisecam Holding AG, Wien | 75 |
| BELGIË | |
| BASF Interox H2O2 Production N.V., Brussels | 50 |
| BULGARIJE | |
| Solvay Sodi AD, Devnya | 73,5 |
| FRANKRIJK | |
| Butachimie S.N.C., Courbevoie | 50 |
| NEDERLAND | |
| MTP HP JV C.V., Weesp | 50 |
| MTP HP JV Management bv, Weesp | 50 |
| SAOEDI-ARABIE | |
| Saudi Hydrogen Peroxide Co, Jubail | 50 |
| THAILAND | |
| MTP HP JV (Thailand) Ltd, Bangkok | 50 |
Met vermelding van het deelnemingspercentage.
| AUSTRALIË | |
|---|---|
| Aqua Pharma Australia Pty Ltd, Armidale | 50 |
| BELGIË | |
| EECO Holding SA, Brussels | 33,3 |
| BRAZILIË | |
| Peroxidos do Brasil Ltda, Sao Paulo | 69,4 |
| CANADA | |
| Aqua Pharma Inc, Saint John | 50 |
| CHILI | |
| Aqua Pharma Chile Spa, Puerto Montt | 50 |
| CHINA | |
| Shandong Huatai Interox Chemical Co. Ltd, Dongying | 50 |
| FRANKRIJK | |
| Cogénération Belle Etoile SAS, Paris | 33,3 |
| DUITSLAND | |
| Solvay & CPC Barium Strontium GmbH & Co KG, Hannover | 75 |
| Solvay & CPC Barium Strontium International GmbH, Hannover | 75 |
| INDIA | |
| Hindustan Gum & Chemicals Ltd, New Delhi | 50 |
| IRELAND | |
| Aqua Pharma Ireland Ltd, Dublin | 50 |
| ITALIË | |
| Cogeneration Rosignano S.r.l., Rosignano | 25,4 |
| Cogeneration Spinetta S.p.a., Bollate | 33,3 |
| MEXICO | |
| Solvay & CPC Barium Strontium Monterrey S. de R.L. de C.V., Monterrey | 75 |
| NOORWEGEN | |
| Aqua Pharma Group A.S., Lillehammer | 50 |
| Aqua Pharma A.S., Lillehammer | 50 |
| Haugaland Shipping A.S., Haugesund | 50 |
| RUSLAND | |
| RusVinyl OOO, Moscow | 50 |
| VERENIGD KONINKRIJK | |
| D Ferguson Welders Ltd, Inverness | 50 |
| Aqua Pharma Ltd, Inverness | 50 |
| VERENIGDE STATEN | |
| Aqua Pharma U.S. Inc, Kirkland | 50 |
| CHINA | |
|---|---|
| Qingdao Hiwin Solvay Chemicals Co. Ltd, Qingdao | 30 |
| FRANKRIJK | |
| GIE Chime Salindres, Salindres | 50 |
| INDONESIË | |
| Solvay Manyar P.T., Gresik | 50 |
| MEXICO | |
| Silicatos y Derivados S.A. DE C.V., Estado de Mexico | 20 |
| POLEN | |
| Zaklad Energoeloctryczny Energo-Stil Sp. z o.o., Gorzow Wielkopolski | 25 |
| VERENIGD KONINKRIJK | |
| Penso Holdings Ltd, Coventry | 20 |
De jaarrekening van Solvay nv wordt hieronder verkort weergegeven. Overeenkomstig het Belgisch Wetboek van Vennootschappen worden de jaarrekening van Solvay nv, het verslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Deze documenten zijn kosteloos op internet te raadplegen of op aanvraag verkrijgbaar bij:
Solvay nv Ransbeekstraat 310 B – 1120 Brussel
De hieronder weergegeven balans van Solvay nv voor het jaar 2019 is gebaseerd op een dividenduitkering van € 3,75 per aandeel.
Eind 2019 heeft Solvay nv nog één bijkantoor, Solvay SA Italia (Viale Lombardia 2, 20021 Bollate, Italië).
De jaarrekening van Solvay nv wordt opgemaakt volgens de in het Belgisch recht geldende algemeen aanvaarde boekhoudkundige principes.
De voornaamste activiteiten van Solvay nv zijn de controle over en het beheer van een aantal investeringen in de vennootschappen van de Groep en de financiering van activiteiten van de Groep via de bank en obligatiemarkten. Solvay nv is eveneens gestart met een interne factoringactiviteit zonder verhaal. Als gevolg daarvan bezit en beheert Solvay nv de handelsvorderingen van de Groep van klanten in Europa en Azië. Solvay beheert een onderzoekscentrum in Neder-Over-Heembeek (Brussel, België) en een heel beperkt aantal commerciële activiteiten die niet door dochterondernemingen worden uitgevoerd.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| ACTIVA | ||
| Vaste activa | 13.286 | 13.883 |
| Oprichtingskosten en immateriële activa | 164 | 172 |
| Materiële vaste activa | 64 | 55 |
| Financiële activa | 13.058 | 13.656 |
| Vlottende activa | 5.080 | 5.457 |
| Voorraden | ||
| Handelsvorderingen | 862 | 886 |
| Overige vorderingen | 3.861 | 4.061 |
| Geldbeleggingen en liquide middelen | 338 | 492 |
| Overlopende rekeningen | 19 | 18 |
| Totaal van de activa | 18.366 | 19.340 |
| PASSIVA | ||
| Eigen vermogen | 11.337 | 11.207 |
| Kapitaal | 1.588 | 1.588 |
| Uitgifte premies | 1.200 | 1.200 |
| Reserves | 1.982 | 1.982 |
| Overgedragen winst | 6.566 | 6.436 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 309 | 323 |
| Financiële schulden | 3.353 | 3.015 |
| op meer dan één jaar | 2.652 | 2.050 |
| op ten hoogste één jaar | 701 | 965 |
| Handelsschulden | 84 | 80 |
| Overige schulden | 3.256 | 4.670 |
| Overlopende rekeningen | 27 | 45 |
| Totaal van de passiva | 18.366 | 19.340 |
De daling van het balanstotaal (€ -974 miljoen) is het gevolg van: De financiële schulden bedragen € 3.353 miljoen (vergeleken met € 3.015 miljoen op het einde van 2018). De toename met € 338 miljoen is te wijten aan:
Na rekening te houden met de "Geldbeleggingen en liquide middelen" en de intragroepsleningen in "Overige vorderingen" bedraagt de netto financiële schuld € 1.944 miljoen (tegenover € 2.561 miljoen op het einde van 2018). De daling in netto financiële schuld is voornamelijk toe te schrijven aan intragroepsstromen (dividenden, kapitaalsverhogingen en -verminderingen).
Overige schulden bestaan uit lopende rekeningen bij dochterondernemingen alsmede in 2020 uit te keren dividenden (€ 397 miljoen).
Het eigen vermogen stijgt met € 130 miljoen door het surplus van de winst van het boekjaar over het dividend.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 987 | 1.024 |
| Omzet | 13 | 11 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 974 | 1.013 |
| Bedrijfskosten | –855 | –982 |
| Bedrijfsresultaat | 132 | 42 |
| Financiële kosten en opbrengsten | 413 | 495 |
| Winst van het boekjaar vóór belasting | 545 | 537 |
| Belastingen | –18 | –11 |
| Winst van het boekjaar | 527 | 526 |
| Te bestemmen winst van het boekjaar | 527 | 526 |
De winst van het boekjaar van Solvay nv kwam in 2019 uit op € 527 miljoen, tegenover € 526 miljoen in 2018.
Dit omvat:
Een bedrag van € 6.963 miljoen inclusief de nettowinst over het jaar is beschikbaar voor uitkering.
| In € miljoen | 2019 | 2018 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst van het boekjaar | 527 | 526 |
| Overgedragen winst | 6.436 | 6.307 |
| Totaal ter beschikking van de Algemene Vergadering | 6.963 | 6.833 |
| Verwerking | ||
| Brutodividend | 397 | 397 |
| Overgedragen winst | 6.566 | 6.436 |
| Totaal | 6.963 | 6.833 |
SOLVAY GEÏNTEGREERD JAARVERSLAG 2019 JAARREKENING
Verslag van de commissaris inzake het nazicht van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 271 Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Solvay NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 279 Verklaring van de verantwoordelijke personen 287

Deloitte Bedrijfsrevisoren / Reviseurs d'Entreprises
Verslag van de commissaris inzake het nazicht van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren voor het jaar afgesloten op 31 december 2019
Verslag van de commissaris inzake het nazicht van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren voor het jaar afgesloten op 31 december 2019
Op grond van uw verzoek en in onze bevoegdheid van commissaris van Solvay NV ("de Vennootschap"), stellen wij u hierbij ons assuranceverslag voor over een selectie van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren opgenomen in het Geïntegreerd Jaarverslag van de Solvay Groep voor het jaar afgesloten op 31 december 2019 ("Geïntegreerd Jaarverslag 2019") en aangeduid met het symbool en .
Deze selectie van informatie (de "Informatie") onttrokken uit het Geïntegreerd Jaarverslag 2019, is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de Solvay Groep, in overeenstemming met de interne rapporteringsrichtlijnen gebruikt door Solvay Groep (het "Rapporteringskader"). Dit Rapporteringskader bestaat uit specifieke definities en veronderstellingen die worden samengevat in de sectie "Extra-financiële jaarrekening" van het Geïntegreerd Jaarverslag 2019.
Het is onze verantwoordelijkheid, op basis van de procedures uitgevoerd door ons:
De volledige lijst van de Informatie die binnen de omvang van onze werkzaamheden ligt, en het toegepaste type van oordeel, is beschreven in Bijlage A toegevoegd bij dit rapport.
Wij hebben onze werkzaamheden uitgevoerd overeenkomstig de internationale standaard ISAE (International Standard on Assurance Engagements) 3000. Met betrekking tot de regels i.v.m. onafhankelijkheid verwijzen we naar de wettelijke en reglementaire teksten, evenals de professionele Ethische Code, uitgegeven door de International Federation of Accountants ("IFAC").
We hebben de volgende procedures uitgevoerd:
Verslag van de commissaris inzake het nazicht van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren voor het jaar afgesloten op 31 december 2019
Voor de Informatie binnen de omvang van onze werkzaamheden waarvoor wij een beperkte mate van zekerheid bieden (aangeduid met het symbool )
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden bleek niets ons te doen geloven dat de informatie die door het symbool aangeduid in het Geïntegreerd Jaarverslag voor 2019 niet is opgesteld, in alle materiële opzichten, in overeenstemming met het Rapporteringskader.
Voor de Informatie binnen de omvang van onze werkzaamheden waarvoor wij een redelijke mate van zekerheid bieden (aangeduid met het symbool )
Naar onze mening, op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden, is de Informatie aangeduid met het symbool in het Geïntegreerd Jaarverslag voor 2019 in alle materiële opzichten opgesteld in overeenstemming met het Rapporteringskader.
Zonder kwalificatie van onze bovenstaande conclusie, vestigen wij uw aandacht op het volgende punt:
Hoewel het proces, de definitie en de onderliggende controleomgeving met betrekking tot de zelfevaluaties van 'Solvay Way' significant werden herzien in 2019 ten opzichte van 2018, tonen zij ruimte voor verbetering. Zij dienen te worden versterkt voor 2020.
Zaventem, 31 maart 2020
De commissaris
Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA/SCRL Vertegenwoordigd door
____________ Michel Denayer
___________
Corine Magnin
Annex: Annex A – Overzicht geauditeerde indicatoren Annex B – Overzicht geauditeerde sites en indicatoren

Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid/Société coopérative à responsabilité limitée Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Verslag van de commissaris inzake het nazicht van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren voor het jaar afgesloten op 31 december 2019
De indicatoren aangeduid in het vet zijn geselecteerd voor redelijke mate van zekerheid.
| Rapporteringsdomein | Informatie | Audit procedure | Audit scope |
|---|---|---|---|
| Duurzame | Beoordeelde productportefeuille | Redelijke mate van zekerheid | Groepsniveau |
| bedrijfsoplossingen | Duurzame bedrijfsoplossingen | Redelijke mate van zekerheid | Groepsniveau |
| Intensiteit van de uitstoot van broeikasgassen | Redelijke mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Broeikasgassen reducties behaald ten opzichte van vorig jaar (bij constante scope en constante BKG-boekhoudmethode) |
Redelijke mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Uitstoot van broeikasgassen |
Directe en indirecte CO2-uitstoot (toepassingsgebied 1 en 2) |
Redelijke mate van zekerheid | Site-niveau |
| Totale uitstoot andere broeikasgassen conform het Kyotoprotocol (toepassingsgebied 1) |
Redelijke mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Totale uitstoot andere broeikasgassen conform het Kyotoprotocol (toepassingsgebied 1 & 2) |
Redelijke mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Totale uitstoot andere broeikasgassen niet conform het Kyotoprotocol (toepassingsgebied 1) |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Primair energieverbruik | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Energie | Energie-efficiëntie-index | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau |
| Uitstoot van stikstofoxiden | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Intensiteit van stikstofoxiden | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Uitstoot van zwaveloxiden | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Luchtkwaliteit | Intensiteit van zwaveloxiden | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau |
| Uitstoot van vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Intensiteit van vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Zoetwateronttrekking | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Intensiteit zoetwateronttrekking | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Water en afvalwater | Uitstoot chemisch zuurstofverbruik | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau |
| Intensiteit chemisch zuurstofverbruik | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau |
Verslag van de commissaris inzake het nazicht van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren voor het jaar afgesloten op 31 december 2019
| Rapporteringsdomein | Informatie | Audit procedure | Audit scope |
|---|---|---|---|
| Ongevaarlijk industrieel afval | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Gevaarlijk industrieel afval | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Totaal industrieel afval | Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Industrieel afval dat niet op duurzame wijze wordt verwerkt, in absolute volumes |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Afval en gevaarlijke stoffen | Industrieel afval dat niet op duurzame wijze wordt verwerkt intensiteit |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau |
| Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) volgens REACH criteria aanwezig in op de markt gebrachte producten |
Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Voltooiingspercentage analyse van veiligere alternatieven voor op de markt gebrachte stoffen |
Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Gezondheid en veiligheid van de medewerkers |
Medical Treatment Accident Rate – voor mederwerkers en aannemers (MTAR) van Solvay |
Redelijke mate van zekerheid |
Site-niveau |
| Lost Time Accident Rate – voor medewerkers en aannemers (LTAR) van Solvay |
Redelijke mate van zekerheid |
Site-niveau | |
| Fatale ongelukken, waarbij medewerkers en aannemers betrokken zijn |
Redelijke mate van zekerheid |
Site-niveau | |
| Betrokkenheid en welzijn van de medewerkers |
Aantal medewerkers onder een CAO | Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau |
| Solvay Way | Solvay Way Groepsprofiel | Beperkte mate van zekerheid | Groeps- en site niveau |
| Maatschappelijke projecten | Medewerkers die zich plaatselijk maatschappelijk inzetten |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau |
| Totaal aantal medewerkers | Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Percentage vrouwen in de Groep | Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Diversiteit en inclusie | Aantal medewerkers per functiekader (hoger kader, middenkader, lager kader, geen leidinggevende functie) |
Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau |
| Niveau procesveiligheidsincidenten | Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Incidenten met een middelmatige ernstgraad met gevolgen voor het milieu |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau | |
| Ongevallen- en veiligheidsmanagement |
Incidenten met een middelmatige ernstgraad met gevolgen voor het milieu, waarbij de limieten van de exploitatievergunning zijn overschreden |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau |
| Incidenten met een middelmatige ernstgraad met gevolgen voor het milieu, waarbij de limieten van de exploitatievergunning niet zijn overschreden |
Beperkte mate van zekerheid | Site-niveau |
Verslag van de commissaris inzake het nazicht van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren voor het jaar afgesloten op 31 december 2019
| Rapporteringsdomein | Informatie | Audit procedure | Audit scope | |
|---|---|---|---|---|
| Klanttevredenheid | Net Promoter Score van Solvay (NPS) | Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Totaal aantal klachten | Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | ||
| Beheer van het juridisch, ethisch en regelgevend |
Totaal aantal afgeronde klachten inclusief zaken waarbij er onvoldoende informatie was of die foutief verzonden of doorverwezen waren |
Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| raamwerk | Aantal ongegronde klachten onder de afgeronde zaken |
Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau | |
| Aantal gegronde klachten onder de afgeronde zaken Beperkte mate van zekerheid | Groepsniveau |
N.B.: Voor FY19 is de 'beperkte mate van zekerheid' die gegeven werd op de Engagement-index van Solvay buiten beschouwing ten opzichte van FY18 gezien er geen meting heeft plaatsgevonden.
Solvay NV
Verslag van de commissaris inzake het nazicht van sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren voor het jaar afgesloten op 31 december 2019
| Land | Geauditeerde rapporteringsdomeinen | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gauditeerde sites |
Uitstoot v. broeikasgassen |
Energie | Luchtkwaliteit | Water en afvalwater |
Afval en gevaarlijke stoffen |
Gezondheid en veiligheid van de medewerkers |
Ongevallen en veiligheids management |
Solvay Way |
Maatschap pelijke projecten |
|
| Paulinia | Brazilië | |||||||||
| Curtitiba | Brazilië | |||||||||
| Devnya | Bulgarije | |||||||||
| Clamecy | Frankrijk | |||||||||
| Bad Hoennigen | Duitsland | |||||||||
| Roha | India | |||||||||
| Massa | Italië | |||||||||
| Riga | Letland | |||||||||
| Atequiza Jalisc | Mexico | |||||||||
| Singapore Ayer | Singapore | |||||||||
| Warrington | UK | |||||||||
| Borger, TX | USA | |||||||||
| Deer Park, TX | USA | |||||||||
| Green River, WY | USA | |||||||||
| Orange, TX | USA | |||||||||
| Willow Island, WV |
USA |
Een selectie van indicatoren geauditeerd
Alle relevante indicatoren geauditeerd
| Geauditeerde GBUs en functies | Solvay Way | Klantentevredenheid |
|---|---|---|
| GBU Aroma Performance | ||
| GBU Fibras | ||
| GBU Novecare | ||
| GBU Peroxides | ||
| GBU Specialty Polymers | ||
| Investeerders stakeholder |
Een selectie van indicatoren geauditeerd
Alle relevante indicatoren geauditeerd

Deloitte Bedrijfsrevisoren / Reviseurs d'Entreprises
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering over het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 - Geconsolideerde jaarrekening
Solvay NV | 31 december 2019
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Solvay NV (de "vennootschap") en haar filialen (samen "de groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening alsook de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 14 mei 2019, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2021. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Solvay NV uitgevoerd gedurende 19 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de groep, die het geconsolideerd overzicht van de financiële positie op 31 december 2019 omvat, alsook de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd overzicht van de kasstromen over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige informatieverschaffing, waarvan het totaal van het geconsolideerd overzicht van de financiële positie 21 307 miljoen EUR bedraagt en waarvan de geconsolideerde winst- en verliesrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 157 miljoen EUR.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de groep op 31 december 2019 alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
1
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Kernpunten van de controle Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde
We hebben ook extra aandacht besteed aan de waarderingsveronderstellingen (disconteringsvoet en groeivoet op lange termijn) gezien de grote gevoeligheid aan deze veronderstellingen, en ook het feit dat het management dezelfde disconteringsvoet toepast voor alle KGE's.
Wij hebben de volledigheid en nauwkeurigheid van de toelichtingen in overeenstemming met IAS 36 nagekeken en beoordeeld.
Wij hebben de veronderstellingen van het management (actuariële en andere hypotheses), de numerieke gegevens, de actuariële parameters, de berekening van de voorzieningen en de presentatie in het geconsolideerd overzicht van de financiële positie en de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening beoordeeld en onderzocht, gebaseerd op de actuariële verslagen;
Kernpunten van de controle Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Solvay NV | 31 december 2019
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de groep om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de vennootschap, noch van de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Solvay NV | 31 december 2019
het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de entiteiten of bedrijfsactiviteiten binnen de groep gericht op het tot uitdrukking brengen van een oordeel over de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Wij blijven ongedeeld verantwoordelijk voor ons oordeel.
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die aan het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
6
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Solvay NV | 31 december 2019
De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op het Global Reporting Initiative (GRI) referentiemodel. Op vraag van Solvay's management hebben wij een apart verslag opgesteld waarin we een beperkte en redelijke mate van zekerheid geven over bepaalde sociale, ecologische en andere duurzaamheidsindicatoren in overeenstemming met de International Standard on Assurance Engagments ISAE 3000. Overeenkomstig artikel 3:75, § 1, 6° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met het vermelde GRI referentiemodel. Voor informatie die niet is opgenomen in dit specifiek assurance-verslag, drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over eventuele elementen opgenomen in deze niet-financiële informatie.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Zaventem, 31 maart 2020
Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA/SCRL Vertegenwoordigd door

___________
Corine Magnin
Deloitte Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid/Société coopérative à responsabilité limitée Registered Office: Gateway building, Luchthaven Brussel Nationaal 1 J, B-1930 Zaventem VAT BE 0429.053.863 - RPR Brussel/RPM Bruxelles - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
De Raad van Bestuur verklaart dat voor zover zij weet:
Voor de Raad van Bestuur,
Nicolas Boël Voorzitter van de Raad van Bestuur
Ilham Kadri Voorzitter van het Uitvoerend Comité en CEO Directeur
Ieder van deze aanpassingen aan de IFRS resultaten wordt geacht significant te zijn naar aard of waarde. Het elimineren van deze elementen van de winstmaat verschaft de lezers relevante bijkomende informatie over de onderliggende prestatie van de Groep doorheen de tijd omdat dit coherent is met hoe de prestaties van de operaties worden gerapporteerd aan de Raad van Bestuur en het Executief Comité. Deze aanpassingen omvatten:
bijdragen aan fondsbeleggingen die de verplichte bijdragen aan toegezegd-pensioenregelingen overstijgen. Deze betalingen zijn discretionair en worden gedreven door het doel van waardecreatie.
Een component van de Groep die is afgestoten ofwel is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en:
Belastingvoet = Belasting op winst / (Winst voor belastingen – Resultaat uit joint ventures & geassocieerde deelnemingen – Interesten & geboekte wisselkoersresultaten op de RusVinyl joint venture). De aanpassing in de noemer betreffende geassocieerde deelnemingen en joint ventures is gemaakt omdat deze bijdragen reeds na aftrek van de belasting op winst zijn.
Ternauwernood voorkomen ongeluk of botsing
Carechem 24 is een meertalige telefonische adviesdienst die 24 uur per dag, 365 dagen per jaar toegang geeft tot een team van geoefende correspondenten. Carechem 24 biedt in noodgevallen bedrijven waar ook ter wereld productinformatie bij een incident met gevaarlijke stoffen.
Deze ratio wordt gebruikt om de omzetting van EBITDA in contanten te meten, en is gedefinieerd als (Onderliggende EBITDA + CAPEX van voortgezette bedrijfsactiviteiten) / onderliggende EBITDA.
Europese Raad van de Chemische Nijverheid.
Kasstroom Opbrengst op Investeringen meet de opbrengsten in contanten van de bedrijfsactiviteiten van Solvay. Wijzigingen in CFROI niveaus zijn relevante indicatoren betreffende de creatie van economische waarde, niettegenstaande het is aanvaard dat deze maat niet kan worden vergeleken met industriële peers. De definitie maakt gebruik van een redelijke schatting (schatting door het bedrijfsbeheer) aangaande de vervangingskost van activa en vermijdt boekhoudkundige afwijkingen, bijvoorbeeld ingevolge waardeverminderingsverliezen. Het wordt berekend als de ratio tussen de Recurrente Kasstroom en Geïnvesteerd Kapitaal, waarbij:
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
(currency translation adjustments) wisselkoersverschillen
Brutodividend gedeeld door de slotkoers van het aandeel op 31 december.
Nettodividend gedeeld door de slotkoers van het aandeel op 31 december.
Dow Jones Euro Stoxx is een Europese aandelenindex, samengesteld uit de 326 belangrijkste aandelen van de algemene Dow Jones index uit elf landen van de eurozone.
Dow Jones Stoxx is een Europese beursindex samengesteld uit de 665 belangrijkste Europese aandelen.
Earnings Before Interest and Taxes, of operationeel resultaat. Deze prestatie-indicator is een maat van de operationele winstgevendheid van de Groep, ongeacht de financieringsstructuur.
Earnings Before Interest and Taxes, Depreciation and Amortization (of operationeel resultaat vóór afschrijvingen). De Groep presenteert EBITDA als een alternatieve prestatie-indicator omdat het management ervan overtuigd is dat de maat bruikbare informatie weergeeft voor de beoordeling van de operationele winstgevendheid van de Groep en de capaciteit van de Groep om operationele kasstromen te genereren.
Eigen vermogen (aandeel Solvay) gedeeld door het aantal uitstaande aandelen op het einde van het jaar (uitgegeven aandelen minus eigen aandelen).
Het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA, soms ook USEPA) is een agentschap van de federale regering van de Verenigde Staten en dat opgericht werd ter bescherming van gezondheid en milieu. Het legt de regelgeving vast op basis van de wetten die in het Congres goedgekeurd worden, en het ziet toe op de naleving ervan.
Wereldwijde speler op de financiële markten en leverancier van handelstechnologieën.
De FTSEurofirst 300 Index volgt de aandelenkoers van de 300 belangrijkste ondernemingen in de regio, gerangschikt volgens de marktkapitalisatie in de FTSE Developed Europe Index.
Global Business Unit.
Solvay hecht het grootste belang aan verantwoordelijk gedrag en integriteit, waarbij het rekening houdt met de duurzame groei van zijn activiteiten en zijn goede reputatie in de gemeenschappen waarin het actief is.
Dit is een aanpak op basis van geïntegreerd denken, die resulteert in een periodiek geïntegreerd verslag van een organisatie over de waardecreatie op termijn, en informatieverschaffing over bepaalde aspecten van de waardecreatie.
Nettoresultaat (aandeel Solvay), gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen, na aftrek van de eigen aandelen aangekocht om aandelenoptieplan in te dekken.
Het Global Reporting Initiative (GRI) is een toonaangevende organisatie op het gebied van duurzaamheid. GRI promoot verslaggeving over duurzaamheid als een manier voor organisaties om duurzamer te worden en om bij te dragen tot duurzame ontwikkeling.
Menselijke biomonitoring
(Leverage ratio) Nettoschuld / onderliggende EBITDA van de voorbije 12 maanden.
Onderliggende leverage ratio = onderliggende nettoschuld / onderliggende EBITDA van de voorbije 12 maanden.
Waterstofperoxide propyleenoxide, nieuwe technologie om propyleenoxide te produceren met waterstofperoxide.
Gezondheid, veiligheid en omgeving
Internationale raad voor de chemische industrie
International Financial Reporting Standards.
International Integrated Reporting Council
De ISO 14001-familie behandelt diverse aspecten van het leefmilieubeheer. Het reikt praktische instrumenten aan voor bedrijven en organisaties die het effect van hun activiteiten op het milieu willen weten en onder controle willen krijgen, en hun milieuprestaties willen verbeteren.
De ISO 14040-norm heeft betrekking op de uitvoering van studies van levenscyclusanalyses (LCA) en levenscyclusinventarisaties (LCI).
ISO 26000 is een wereldwijde norm die organisaties richtlijnen geeft om op een maatschappelijk verantwoorde manier te opereren. Deze norm werd in 2010 gepubliceerd na vijf jaar onderhandelen tussen een groot aantal betrokken partijen over de hele wereld. Vertegenwoordigers van regeringen, ngo's, de industrie, consumenten- en maatschappelijke organisaties waren betrokken bij de totstandkoming van deze norm. De norm vertegenwoordigt dus een internationale consensus.
De ISO 9001-norm stelt een aantal eisen voor het opzetten van een kwalitatief managementsysteem in een organisatie, ongeacht de omvang en de activiteit ervan.
Jaar-op-jaar vergelijking.
Contanten betaald voor de verwerving van materiële en immateriële activa gepresenteerd in kasstromen uit investeringsactiviteiten en contanten betaald op de leaseverplichtingen (exclusief betaalde intresten), gepresenteerd in kasstromen uit financieringsactiviteiten. Deze indicator wordt gebruikt voor het beheer van het aangewend kapitaal in de Groep.
is een ratio die wordt gebruikt om de omzetting van EBITDA in cash te meten. Deze ratio wordt gedefinieerd als (onderliggende EBITDA + Capex van voortgezette activiteiten) / onderliggende EBITDA.
meet de total contante inspanning aangaande onderzoek & ontwikkeling, of het nu om uitgegevn of gekapitaliseerde kosten gaat. Het bestaat uit kapitaalinvesteringen en uitgaven aangaande onderzoek
en ontwikkeling opgenomen in het resultaat en in het overzicht van de financiële positie, vóór aftrek van subsidies, royalties en afschrijvingslasten.
is de ratio van onderzoek & innovatie op netto-omzet.
Kasstroomgenererende eenheid.
Levenscyclusanalyse
Onderliggende nettoschuld / onderliggende EBITDA van de voorbije 12 maanden.
Lost Time Accident Rate of de ongevallen met werkverlet per miljoen werkuren.
Dit omvat voornamelijk de impacten van de niet-contante toewijzing van de overnameprijs (bijvoorbeeld voorraden step-up en afschrijving van immateriële activa anders dan voor het PPA-effect van Rhodia) en retentiebonussen met betrekking tot Chemlogics en overige overnames.
Medical Treatment Accident Rate – aantal werkongevallen die medische tussenkomst vereisen.
Een natuurlijke wisselkoersafdekking is een investering dat het ongewenste risico beperkt door de kasstromen (in en uit) te laten overeenkomen.
Langlopende financiële schulden plus kortlopende financiële schulden min geldmiddelen en kasequivalenten min overige financiële Instrumenten.Onderliggende nettoschuld herclassificeert als 100% schuld de eeuwigdurende hybride obligaties, die als eigen vermogen worden
beschouwd onder IFRS. Dit is een belangrijke maat van de sterkte van de financiële positie van de Groep, en wordt algemeen gebruikt door kredietbeoordelaars.
De netto schuldenlasten en discontokosten van voorzieningen (meer bepaald inzake personeelsvoordelen na uitdiensttreding en HSE verplichtingen, d.w.z. gezondheid, veiligheid en leefmilieu).
De kosten van schulden, na aftrek van de interestinkomsten op verstrekte leningen en korte-termijnbeleggingen, evenals andere winsten (en verliezen) op de nettoschuld.
Omzet uit goederen en diensten met toegevoegde waarde die het resultaat zijn van Solvay's vakkennis en zijn kernactiviteiten. Omzet andere dan van kernactiviteiten is niet opgenomen in de Nettoomzet.
Verschil tussen de wijziging in de verkoopprijzen versus de wijziging in de variabele kosten.
(IFRS) netto schuld = Langlopende financiële schulden + Kortlopende financiële schulden – geldmiddelen en kasequivalenten – Overige vorderingen op financiële instrumenten. Onderliggende nettoschuld vertegenwoordigt de Solvay-aandelenweergave op schulden, waarbij 100% van de hybride eeuwigdurende obligaties opnieuw worden geklasseerd als schuld, maar geclasseerd als eigen vermogen onder IFRS. De hefboomgraad = Nettoschuld / Onderliggende EBITDA van de afgelopen 12 maanden. Onderliggende hefboomgraad = Onderliggende nettoschuld / Onderliggende EBITDA van de laatste 12 maanden.
Dit omvat voorraden, handelsvorderingen, en overige vlottende vorderingen, min handelsschulden, en overige verplichtingen op korte termijn.
Other Comprehensive Income of Andere elementen van het totaalresultaat.
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
OHASAS 18001 is een internationale norm voor het managementsysteem van veiligheid en gezondheid op het werk.
Omloopsnelheid aangepast voor het percentage beursgenoteerde aandelen in handen van het publiek, op basis van de definitie van Euronext.
Totaal aantal aandelen verhandeld gedurende het jaar gedeeld door het totaal aantal beursgenoteerde aandelen, op basis van de definitie van Euronext.
Deze omzet omvat voornamelijk handelstransacties in grondstoffen en nutsvoorzieningen, en andere opbrengsten die geen betrekking hebben op de expertise en de kernactiviteiten van Solvay.
Onderliggende resultaten worden geacht een meer vergelijkbare indicatie te geven van de fundamentele prestaties van Solvay doorheen de referentieperiodes. Ze worden gedefinieerd als IFRS cijfers aangepast voor "Aanpassingen" zoals hierboven gedefinieerd. Ze verstrekken de lezers
bijkomende informatie aangaande de onderliggende prestaties van de Groep doorheen de tijd, haar financiële positie, en zijn coherent met hoe de bedrijfsprestaties en de financiële positie worden gerapporteerd aan de Raad van Bestuur en het Executief Comité.
Inkomstenbelastingen / (Resultaat vóór belastingen – Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures – interesten en gerealiseerde wisselkoersresultaten op de Rusvinyl joint venture) – allen bepaald op Onderliggende basis. De aanpassing van de noemer aangaande geassocieerde deelnemingen en joint ventures is gebaseerd op het feit dat deze contributies reeds na belastingen zijn. Dit geeft een bijkomende aanwijzing van de belastingvoet doorheen de Groep.
Onderliggende nettoschuld herclassificeert als 100% schuld de eeuwigdurende hybride obligaties, die als eigen vermogen worden beschouwd onder IFRS.
Kapitaalinvesteringen en uitgaven aangaande onderzoek en ontwikkeling opgenomen in het resultaat en in het overzicht van de financiële positie, vóór aftrek van subsidies, royalties en afschrijvingslasten. Dit geeft de totale inspanning in onderzoek en innovatie in contanten weer, ongeacht of de elementen werden opgenomen als lasten of als activa.
Ratio van Onderzoek & innovatie / netto-omzet.
Innovatie verrijkt door externe expertise, door samenwerkingsverbanden met de academische wereld en door het verwerven van een belang in startups, ofwel direct of via een investeringsfonds.
Vermindering van passiva (netto financiële schuld of voorzieningen) uitsluitend door operationele prestaties, d.w.z. exclusief effecten van fusies en overnames en bedrijfsperimeter, alsmede impact van herwaarderingen (wisselkoersschommelingen, inflatie, mortaliteit en disconteringsvoeten).
Groei van de netto-omzet of onderliggende EBITDA exclusief de effecten van perimeterwijzigingen en omrekening van valuta. De berekening wordt gemaakt door de vorige periode aan te passen aan de bedrijfsperimeter en aan de omrekeningskoers van valuta van de huidige periode.
Amerikaans overheidsorgaan voor veiligheid en gezondheid op het werk
Polyamide, polymeertype.
Eenheid van procentpunt, waarin de evolutie van ratio's wordt uitgedrukt.
Purchase Price Allocation, gedefinieerd als de boekhoudkundige impact van de toewijzing van de overnameprijs van verwervingen, voornamelijk aangaande Rhodia en Cytec.
De mogelijkheid om een positieve netto prijszetting te creëren.
Met het proces ter verkoming van verlies (Loss prevention process) wordt gestreefd naar een vlot verlopend productieproces en winstgevendheid door de risico's te beperken. Daarnaast draagt het bij aan een betere bescherming van mens en milieu.
Een verantwoordelijke aanpak voor het beheer van risico's gedurende de hele levenscyclus van een product, vanaf het ontwerp tot het einde van de gebruiksduur.
Procesveiligheidsbeheer
Performance Share Unit, eenheid waarvan de waarde gebaseerd is op die van een aandeel.
REACH is de Europese regelgeving voor chemische substanties en het veilig gebruik ervan (EC 1907/2006). Deze regelt de registratie, de evaluatie, de toelating en de beperking van chemische stoffen. De wet werd van kracht op 1 juni 2007.
Organisaties worden geconfronteerd met een brede waaier aan aandachtspunten waarover ze kunnen rapporteren. De relevante punten zijn deze die redelijkerwijs beschouwd kunnen worden als belangrijk om de economische, ecologische en sociale impact van de organisatie weer te geven, of die de beslissingen van stakeholders beïnvloeden, en die het daarom verdienen om opgenomen te worden in het jaarverslag. Relevantie is de drempel die aangeeft dat bepaalde aspecten voldoende belangrijk genoeg worden om erover te rapporteren.
Responsible Care® is het unieke en mondiale handvest van de chemische industrie voor betere prestaties op het gebied van gezondheid en milieu, betere veiligheid en communicatie met alle betrokken partijen over producten en aangewende procedés.
Dit omvat:
Dit omvat:
Rendement op aangewend kapitaal, berekend als de verhouding tussen de onderliggende EBIT (vóór aanpassing voor de afschrijving van PPA) en aangewend kapitaal. Het aangewend kapitaal bestaat uit het nettowerkkapitaal, materiële en immateriële activa, goodwill, met een gebruiksrecht overeenstemmende activa, investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures en overige deelnemingen, en wordt genomen als het gemiddelde van de balans aan het begin en het einde van de periode.
Acceptabele blootstellingslimieten binnen Solvay
Sustainability Accounting Standards Board. De opdracht van SASB bestaat erin om boekhoudkundige normen op het gebied van duurzaamheid te ontwikkelen en te verspreiden, zodat beursgenoteerde ondernemingen informatie kunnen verstrekken die de investeerder helpt bij het nemen van een beslissing. Deze opdracht wordt uitgevoerd via een nauwkeurige methode die onder meer steunt op empirisch onderbouwd onderzoek en grondig en evenwichtig overleg met de stakeholders.
Solvay Care Management System
Duurzaamheidsdoelstellingen VN
Betreft de controle over belangrijke ongevallenrisico's die vallen onder de regelgeving van de gevaarlijke stoffen. Met deze regelgeving (ook bekend als "COMAH-richtlijnen" of "Seveso-richtlijnen") wordt uitvoering gegeven aan de Europese richtlijn 96/82/ EG. Zij geldt enkel voor plaatsen waar grote hoeveelheden gevaarlijke substanties worden opgeslagen.
Wereldwijd instrument voor beheersing van industriële hygiëne
Solvay Way, gelanceerd in 2013 en in overeenstemming met ISO 26000, is het referentiekader voor duurzaamheid van de Groep. Hierbij worden sociale, maatschappelijke, milieugerelateerde en economische aspecten geïntegreerd in het management en de strategie van de Onderneming, met de bedoeling om waarde te creëren voor alle stakeholders. Solvay Way berust op een ambitieus en pragmatisch raamwerk voor het sturen en meten van ons succes. Solvay Way omvat 49 goede praktijken, die de 22 verbintenissen van Solvay Way weerspiegelen en die gerangschikt worden op een schaal met vier niveaus (lancering, implementatie, maturiteit en prestatie).
Stock Option Plan, aandelenoptieplan.
Sustainable Portfolio Management: Duurzaam portefeuillebeheer is een onderdeel van het Solvay Way-raamwerk (gerelateerd aan 5 activiteiten). Het is een strategisch instrument om informatie te ontwikkelen over onze portefeuille en om de impact van de algemene duurzaamheid en megatendensen op onze activiteiten te beoordelen.
Taskforce inzake klimaatgerelateerde financiële verslaglegging
Vrijwillig duurzaamheidsinitiatief waarbij ondernemingen worden geholpen hun strategieën en activiteiten aan te passen aan universele beginselen inzake mensenrechten, arbeid, milieu en anticorruptie, en maatregelen te nemen die bredere maatschappelijke doelstellingen bevorderen.
De Safety Data Sheets zijn het belangrijkste instrument om ervoor te zorgen dat producenten en importeurs voldoende informatie uitwisselen over de gehele bevoorradingsketen, om veilig gebruik van hun stoffen en mengsels mogelijk te maken.
Onderliggende nettoschuld/totaal eigen vermogen
Voor gefinancierde plannen, bijdragen aan fondsbeleggingen die overeenkomen met bedragen die tijdens de respectieve periode moeten worden betaald, in overeenstemming met overeenkomsten met beheerders of regelgeving, en, voor niet-gefinancierde plannen, voordelen die aan begunstigden worden betaald.
Nettowinst (aandeel Solvay) gedeeld door het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen, aangepast voor de effecten van verwatering.
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten (exclusief kasstromen verbonden aan verwervingen of vervreemdingen van dochterondernemingen en uitgaande kasstromen van Aanvullende vrijwillige bijdragen in verband met toegezegd-pensioenregelingen) plus kasstromen uit investeringsactiviteiten (exclusief kasstromen uit kosten die voortkomen uit of verband houden met verwervingen en vervreemdingen van dochterondernemingen en andere investeringen, en exclusief leningen verstrekt aan geassocieerde deelnemingen en andere nietgeconsolideerde deelnemingen, evenals gerelateerde belastingelementen en erkenning van verrekende vorderingen), betaling van leaseverplichtingen, en toename/afname van schulden aangaande saneringsactiviteiten. Vóór de toepassing van IFRS 16 werden leasebetalingen van operationele leases opgenomen in de vrije kasstroom. Het is een maat die de verwerving van contanten weergeeft, evenals de efficiëntie van het
werkkapitaal, en de investeringsdiscipline van de Groep.
Vrije kasstroom na betaling van netto interesten, coupons op eeuwigdurende hybride obligaties en dividenden uitgekeerd aan minderheidsbelangen. Dit vertegenwoordigt de kasstroom waarover de aandeelhouders van Solvay beschikken, om hun dividend te betalen en/of om de netto financiële schuld te verminderen.
Berekend als de verhouding tussen de vrije kasstroom aan Solvay aandeelhouders (vóór aftrek van dividenden betaald aan minderheidsbelangen) en onderliggende EBITDA.
World Business Council for Sustainable Development.
Met Zeer Zorgwekkende Stoffen wordt een chemische stof bedoeld waarvoor voorgesteld is dat het gebruik ervan binnen de Europese Unie moet worden goedgekeurd volgens de REACH-verordening.
De niet-cash boekhoudkundige impact van afschrijvingen ingevolge de PPA van de prijs van overnames is niet opgenomen in deze rubriek.
SOLVAY GEÏNTEGREERD JAARVERSLAG 2019 AANDEELHOUDERSAGENDA
6 mei 2020
Resultaten van het eerste kwartaal 2020
12 mei 2020
Jaarlijkse algemene vergadering
18 mei 2020
Finale dividend: ex-coupon datum
19 mei 2020
Finale dividend: registratiedatum
Finale dividend: betalingsdatum 20 mei 2020
Resultaten van het eerste halfjaar 2020 29 juli 2020
Resultaten van de eerste 9 maanden 2020 5 november 2020
Resultaten van het jaar 2020 26 februari 2021
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.