AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

SnowWorld N.V.

Earnings Release Mar 10, 2011

3886_iss_2011-03-10_fa7e5d72-0547-43db-840a-acd0d6d4a079.pdf

Earnings Release

Open in Viewer

Opens in native device viewer

P E R S B E R I C H T

Lelystad, 10 maart 2011

Fornix publiceert definitieve jaarcijfers 2010

Kerncijfers 2010
In miljoenen euro's
(behalve de bedragen per aandeel)
2010 2009 Toe-/(afname)
Omzet 22,5 37,8 (40,5%)
Brutoresultaat 17,3 30,4 (43,0%)
Overige bedrijfsopbrengsten 12,6 0,3 n.v.t.
Som der kosten 1
)
16,0 16,8 (4,8%)
1
) waarvan kosten in allergieonderzoek
0,7 3,4 (79,1%)
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten (EBIT) 13,9 13,9 0,2%
Nettofinancieringsbaten/-lasten 0,6 0,9 (34,9%)
Winst vóór belastingen 14,5 14,8 (1,9%)
Winst na belastingen 13,6 11,0 23,3%
Winst per aandeel EUR 1,76 EUR 1,43 23,1%
  • Verkoop van alle activiteiten.
  • Structurele en significante verlaging van holding- en bestuurskosten.
  • Onderzoek naar de mogelijkheden van een fusie of omgekeerde overname.
  • Nettowinst stijgt van € 11,0 miljoen naar € 13,6 miljoen.
  • Nettowinst beïnvloed door boekwinst verkoop Allergiedivisie en boekverlies Artu Deutschland en afwaardering goodwill in verband met verkoop van de divisie Medische Hulpmiddelen (Laprolan).
  • In 2010 is per saldo een boekwinst van € 7,2 miljoen in het resultaat verwerkt als gevolg van het verkopen van de Allergiedivisie en Artu Deutschland en de waardevermindering van de goodwill van de divisie Medische Hulpmiddelen.
  • Netto-omzet daalt door de verkoop in de loop van het boekjaar 2010 van de Allergiedivisie met 40,5% tot € 22,5 miljoen (2009: € 37,8 miljoen).
  • Kaspositie ultimo 2010 € 10,7 miljoen (2009: € 35,2 miljoen).
  • Winst per aandeel 2010 € 1,76 (2009: € 1,43).

CEO Cees Bergman over de resultaten van Fornix in 2010:

"Voor Fornix was 2010 het meest turbulente jaar in zijn geschiedenis. Door registratie-issues waren we gedwongen de Allergiedivisie in de eerste helft van het jaar te verkopen aan ALK-Abelló. Een strategische studie naar de verdere toekomst heeft inmiddels ook geleid tot de verkoop van Artu Deutschland en de divisie Medische Hulpmiddelen (Laprolan). Daarmee zijn alle activiteiten die in de afgelopen jaren zorg hebben gedragen voor een gedegen resultaat en een hoog dividendrendement voor aandeelhouders vervreemd. Wat de verdere toekomst voor de onderneming zal brengen is momenteel moeilijk te voorspellen, mede gezien de nog ongewisse uitkomst van een studie naar de mogelijkheid van een fusie of omgekeerde overname van Fornix BioSciences."

Fornix BioSciences N.V. (Euronext Amsterdam: AFORBI) publiceert vandaag zijn jaarcijfers 2010. Vergelijking van de resultaten met voorgaande jaren wordt bemoeilijkt door de drastische wijziging van de samenstelling van de activiteiten gedurende het jaar. Per 1 juli 2010 werd de Allergiedivisie gedeconsolideerd vanwege de verkoop per die datum. Over 2010 is wel een hoger nettoresultaat geboekt dan in 2009, maar dit hield voornamelijk verband met de resultaten op de verkoop van de Allergiedivisie (boekwinst) en de verkoop van Artu Deutschland per 30 december 2010 (boekverlies) en de afwaardering van de goodwill van de divisie Medische Hulpmiddelen (Laprolan) als gevolg van de voorgenomen verkoop aan Rochester Medical.

Fornix realiseerde in 2010 een nettowinst van € 13,6 miljoen, tegen € 11,0 miljoen over 2009. De EBIT, inclusief boekresultaten en voornamelijk als gevolg van de verkoop van de Allergiedivisie, bleef constant op een niveau van € 13,9 miljoen. De verkopen van de Allergiedivisie en Artu Deutschland leidden per saldo tot een boekwinst van € 12,4 miljoen. Op de goodwill van de divisie Medische Hulpmiddelen werd € 5,2 miljoen afgewaardeerd.

De netto-omzet van Fornix BioSciences daalde door de verkoop van de Allergiedivisie in de eerste helft van 2010 met 40,5% tot € 22,5 miljoen (2009: € 37,8 miljoen). De kaspositie bedroeg ultimo 2010 € 10,7 miljoen (2009: € 35,2 miljoen). Deze daling hield rechtstreeks verband met de dividenduitkering in mei 2010 (slotdividend en superdividend van totaal € 3,00 per aandeel) en het in september 2010 uitgekeerde interim-dividend van € 3,30 per aandeel, inclusief de opbrengst van de Allergiedivisie van € 2,65 per aandeel. De winst per aandeel over 2010 kwam uit op € 1,76 vergeleken met € 1,43 over 2009.

Resultaten divisies

In de zes maanden dat de Allergiedivisie nog onderdeel uitmaakte van Fornix BioSciences droeg de divisie voor € 12,7 miljoen bij aan de groepsomzet 2010. De EBIT van de Allergiedivisie kwam uit op € 21,7 miljoen. De EBIT kon stijgen door gedaalde onderzoekskosten en de nettoopbrengst uit hoofde van de verkoop van de Allergiedivisie.

Voor Artu Deutschland was 2010 een teleurstellend jaar. De omzet daalde met 38,6% tot € 1,7 miljoen (2009: € 2,8 miljoen). De EBIT daalde, vooral ten gevolge van het gerealiseerde boekverlies, tot € 2,9 miljoen negatief (2009: € 0,2 miljoen winst).

Dankzij goede verkopen van eigen merkproducten kon de daling van de omzet van Laprolan door verlies van twee distributiecontracten in 2010 beperkt blijven tot 11,4%. De omzet kwam uit op € 8,2 miljoen (2009: € 9,3 miljoen). De EBIT uit operationele activiteiten daalde van € 2,4 miljoen in 2009 naar € 2,2 miljoen in 2010.

Dividend en winstbestemming

De nettowinst over 2010 van € 13,6 miljoen (€ 1,76 per aandeel) omvat per saldo de nettowinst uit de zes maanden dat de Allergiedivisie nog onderdeel uitmaakte van Fornix, de opbrengst van de verkoop van de Allergiedivisie en de resultaten van de Duitse activiteiten en van Laprolan alsmede de boekverliezen op Artu Biologicals Deutschland en de impairment op de goodwill van de divisie Medische Hulpmiddelen.

Aangezien de netto-opbrengst van de verkoop van de Allergiedivisie al als onderdeel van het interim-dividend van € 3,30 per aandeel in september 2010 aan aandeelhouders is uitgekeerd en de interim-dividenduitkering de totale nettowinst over het boekjaar 2010 ver overstijgt zal er geen slotdividend worden voorgesteld.

Fornix BioSciences zal tijdens de komende Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 13 mei 2011 dan ook voorstellen om het volledige nettoresultaat van € 13,6 miljoen over 2010 (€ 1,76 per aandeel), toe te voegen aan de reserves en geen slotdividend over 2010 voor te stellen.

Aandeelhoudersstructuur

In het tweede halfjaar van 2010 en begin 2011 zijn er diverse meldingen van betrokken partijen gedaan met betrekking tot een aantal belangrijke verschuivingen in de aandeelhoudersstructuur van Fornix BioSciences. In september 2010 werd bekend dat de jarenlange deelnemingen van partijen Aviva (Delta Lloyd) en Kempen Oranje Participaties waren beëindigd. Min of meer tegelijkertijd heeft Value8 een belang van 16,3 % gemeld in Fornix BioSciences. In januari 2011

werd de deelneming van Cross Options teruggebracht tot onder 1% en werd door Value8 gemeld dat haar belang is toegenomen tot 26,59%.

Strategische studie

De uitgebreide strategische studie naar de toekomst van Fornix BioSciences, na de verkoop van de Allergiedivisie, heeft er toe geleid dat eind 2010 een proces is opgestart om de resterende activiteiten (Artu Deutschland en Laprolan) te verkopen. Tegelijkertijd hebben de Directie en Raad van Commissarissen van Fornix BioSciences een uitgebreid onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid van een fusie of omgekeerde overname van Fornix BioSciences, waarbij de voorkeur uitgaat naar een kandidaat in de gezondheidssector. Directie en Commissarissen beschouwen dit als een voorkeursoptie voor de aandeelhouders. Bovendien hebben Directie en Commissarissen ingrijpende maatregelen genomen om het kostenniveau van de Holding drastisch te verlagen tot een minimaal noodzakelijk niveau.

Verkoop Allergiedivisie

De verkoop van de Allergiedivisie per 1 juli 2010 aan ALK-Albelló is op 5 juli 2010 definitief afgerond. De definitieve vergoeding hiervoor is vastgesteld op € 21,8 miljoen. Dit was € 2,2 miljoen hoger dan de eerder gemelde koopprijs van € 19,6 miljoen, als gevolg van een hoger werkkapitaal. De netto-opbrengst van de verkoop van de Allergiedivisie (d.w.z. de door ALK-Abelló betaalde vergoeding, verminderd met de aan de transactie toerekenbare kosten ad € 1,2 miljoen) bedroeg € 2,65 bruto per gewoon aandeel. Deze opbrengst is als onderdeel van het interim-dividend (totaal € 3,30) in september 2010 uitgekeerd.

Verkoop Artu Deutschland

Na de op 8 december 2010 bekendgemaakte strategieherziening werd op 4 januari 2011 bekend gemaakt dat de desinvestering van Artu Biologicals Deutschland GmbH & Co. KG per 30 december 2010 is afgerond met de levering door Fornix BioSciences aan Rölke Pharma GmbH van het gehele belang in Artu Deutschland van de enige Commanditaire vennoot, alsmede alle geplaatste aandelen van Artu Biologicals Deutschland Verwaltungs GmbH, de enige beherend vennoot van Artu Deutschland. Alle schulden en toekomstige verplichtingen van de verlieslatende entiteit Artu Deutschland zijn overgedragen en er is derhalve geen koopprijs van betekenis betaald. Dit leidde tot een boekverlies van € 2,5 miljoen.

Voorgenomen verkoop Divisie Medische Hulpmiddelen (Laprolan)

Eveneens als gevolg van de strategieherziening van Fornix BioSciences, maakte Fornix BioSciences op 12 januari 2011 bekend een overeenkomst te hebben gesloten met Rochester Medical, waarbij Rochester Medical de divisie Medische Hulpmiddelen (Laprolan) van Fornix BioSciences zal overnemen tegen een koopprijs in contanten van € 10,35 miljoen, vrij van schulden waarbij een deel van de koopprijs slechts betaalbaar is indien aan bepaalde voorwaarden bij overname is voldaan. Indien aan geen van deze gestelde voorwaarden kan worden voldaan, zal er een maximale reductie van ongeveer € 2 miljoen op de koopprijs gelden. Uitsluitsel over deze voorwaarden kan binnen 90 dagen na het afronden van de transactie worden gegeven. Fornix BioSciences heeft aan Rochester bevestigd dat al grotendeels aan deze voorwaarden is voldaan, waardoor de maximale reductie op de koopprijs momenteel nog ongeveer € 0,5 miljoen bedraagt.

De verwachte opbrengst in contanten van de voorgestelde desinvestering ligt, na aftrek van de transactiekosten, overeengekomen reservering voor garanties en dergelijke en gerelateerde belastingverplichtingen, tussen € 6,5 en 7,0 miljoen, waarvan zal worden voorgesteld deze opbrengst in de vorm van een interim-dividend in april 2011 uit te keren. Als effectieve datum van de overname geldt 1 januari 2011.

De Raad van Commissarissen van Fornix BioSciences heeft de transactie op 12 januari 2011 goedgekeurd en aanbevolen. Ook de Ondernemingsraad van Fornix BioSciences heeft een positief advies uitgebracht. Als enige opschortende voorwaarde voor de transactie geldt nog de goedkeuring van de aandeelhouders van Fornix BioSciences (overeenkomstig artikel 2:107a van het Burgerlijk Wetboek). In een op 30 maart 2011 te houden BAVA wordt de transactie ter goedkeuring aan de aandeelhouders voorgelegd, waarna deze kort daarna kan worden voltooid.

Een aandeelhouderscirculaire waarin de transactie met onderbouwing nader wordt beschreven, is op 15 februari 2011 via de website van Fornix BioSciences beschikbaar gesteld.

Kosten holding Fornix BioSciences

Naast de desinvestering van Laprolan en Artu Deutschland hebben de Directie en de Raad van Commissarissen zich ook beziggehouden met het substantieel terugdringen van de overheadkosten van Fornix BioSciences en de infrastructuur gegeven de verminderde operationele activiteiten. In dit verband is in onderlinge overeenstemming tussen de Raad van Commissarissen en de heer C.L. Bergman besloten zijn dienstverband te beëindigen per 1 mei 2011. De heer Bergman zal op consultancybasis na deze datum voor een beperkte periode werkzaam blijven als CEO en bestuurslid tegen een aanzienlijk lagere vergoeding. Voorts heeft de Raad van Commissarissen besloten het honorarium van de leden van de Raad van Commissarissen per 1 januari 2011 met 50% te verlagen. De aanleiding hiervoor is de kleinere omvang van de onderneming waarbij opgemerkt dient te worden dat de werkzaamheden voor de Raad niet zijn afgenomen, integendeel.

Daarnaast zijn ook, voor zover mogelijk, in de andere kostencategorieën besparingen doorgevoerd. Hierdoor zijn er, afgezien van de CEO, vanaf maart 2011 geen werknemers meer in dienst bij Fornix-holding. Dankzij deze maatregelen is het structurele kostenniveau van de holding van Fornix BioSciences substantieel teruggebracht. Naar huidige inzichten zal het negatieve nettoresultaat van de holding over het hele jaar 2011 minder dan € 0,4 miljoen bedragen.

Samenstelling Raad van Commissarissen en Directie

Tijdens de BAVA op 30 maart 2011 zal ook de samenstelling van de Raad van Commissarissen en Directie worden besproken.

Vooruitzichten en toekomstige strategie

Gezien de onduidelijke situatie waarin de onderneming zich thans bevindt en de onzekere uitkomst van de onderzoekingen van de Directie en de Raad van Commissarissen naar een eventuele fusie of omgekeerde overname van Fornix BioSciences, kan de Directie geen uitspraak doen over de verwachte gang van zaken in 2011.

Als onderdeel van de strategieherziening van Fornix BioSciences wordt doorgegaan met het onderzoeken van verdere opties, zoals een fusie of omgekeerde overname. Gegeven het solide trackrecord als beursgenoteerde onderneming en haar kaspositie, wordt de optie van een fusie of omgekeerde overname nog steeds beschouwd als de voorkeursoptie in het belang van alle stakeholders van Fornix BioSciences.

Parallel aan de desinvestering van Laprolan en Artu Deutschland en de bestudering van alternatieven in het kader van een fusie of omgekeerde overname, zijn, gegeven de verminderde operationele activiteiten, maatregelen genomen voor het substantieel terugdringen van de overheadkosten van Fornix BioSciences. Vanwege de sterk gereduceerde infrastructuur van Fornix BioSciences zullen de kosten voor het zoeken van een fusie of omgekeerde overnamekandidaat significant lager liggen. Mede door deze lagere kosten zal de tijdsdruk voor het vinden van een geschikte kandidaat afnemen.

Op basis van bovenstaande heeft de directie de jaarrekening opgesteld op basis van continuïteit. Over de uitwerking van de strategische opties en daarmee over de continuïteitsbasis, kan echter op dit moment nog geen zekerheid worden gegeven. Indien de strategische opties niet realiseerbaar blijken te zijn, dan kan het zijn dat Fornix BioSciences tot liquidatie zal overgaan. Echter indien de verkoop van Laprolan op de komende BAVA van 30 maart 2011 wordt goedgekeurd, kan liquidatie niet voor 1 januari 2012 plaatsvinden omdat Fornix BioSciences zich jegens de koper hieraan heeft moeten committeren.

Fornix BioSciences verwacht op basis van haar huidige financiële situatie voldoende kasmiddelen te hebben om haar beperkte kostenapparaat voor de komende twee jaar voort te zetten.

Resultaten algemeen

Omzet

De omzet van de Allergiedivisie, Artu Biologicals Deutschland en de divisie Medische Hulpmiddelen kwam in 2010 40,5% lager uit op 22,5 miljoen tegen € 37,8 miljoen in 2009. De daling van de omzet werd uiteraard voor het grootste deel veroorzaakt door de verkoop van de Allergiedivisie aan ALK-Abelló en in mindere mate door lagere omzetten bij Laprolan en Artu Biologicals Deutschland.

Brutoresultaat

Het brutoresultaat is over het afgelopen boekjaar uitgekomen op € 17,3 miljoen, ofwel 77,1% van de omzet. Dit betekent een daling van 43,0% ten opzichte van de brutomarge in 2009 (€ 30,4 miljoen).

Overige bedrijfsopbrengsten

De overige bedrijfsopbrengsten van € 12,6 miljoen (2009: € 0,3 miljoen) betreffen in 2010 de boekwinst op verkoop van dochtermaatschappijen en inkomsten uit een serviceovereenkomst met ALK-Abelló voor geleverde diensten. In 2009 betreffen de overige bedrijfsopbrengsten hoofdzakelijk subsidies.

Kosten

De kosten bedroegen over 2010 € 16,0 miljoen tegenover € 16,8 miljoen over 2009, derhalve een daling van € 0,8 miljoen ofwel 4,8%. Deze kostendaling is per saldo het gevolg van enerzijds lagere kosten voor het Clinical Development program ad € 0,7 miljoen vergeleken met € 3,4 miljoen in 2009 en ook de verkoop van de Allergiedivisie per 1 juli 2010 heeft tot een aanzienlijke kostenverlaging geleid. Tevens namen de kosten van de Holding sterk af door het drastisch afgenomen aantal medewerkers. Als onderdeel van de transactie met ALK-Abelló werden de vigerende aandelenplannen voor de gehele Fornix groep (Directie, management en medewerkers) bij voltooiing van de transactie beëindigd en vervangen door een compensatieregeling die eveneens op de gehele Fornix-groep van toepassing was. De gevolgen hiervan hebben geleid tot een additionele last in 2010 van per saldo € 0,2 miljoen. Anderzijds zijn er aanzienlijke eenmalige kosten gemaakt gerelateerd en als gevolg van het verkopen van de verschillende bedrijfsonderdelen.

EBIT en Nettowinst

De EBIT van Fornix BioSciences, inclusief boekwinsten, kwam voornamelijk door de verkoop van de Allergiedivisie, uit op € 13,9 miljoen in 2010 (2009: € 13,9 miljoen). De nettowinst van Fornix BioSciences kwam in 2010 uit op € 13,6 miljoen, tegen € 11 miljoen over 2009. De verkopen van de Allergiedivisie en Artu Deutschland leidden per saldo tot een boekwinst van € 12,4 miljoen. De bijzondere waardevermindering op de goodwill van de divisie Medische hulpmiddelen resulteerde in een verlies van € 5,2 miljoen.

Financiering

Fornix BioSciences wordt hoofdzakelijk gefinancierd vanuit het eigen vermogen. Dit eigen vermogen bedroeg ultimo 2010 € 19,2 miljoen, ofwel 86,5% van het balanstotaal (ultimo 2009: € 54,8 miljoen, ofwel 89,6%). Fornix BioSciences heeft geen kredietfaciliteit.

Overige balansposities

Ultimo 2010 is er geen voorraad aanwezig, behoudens de voorraad van Laprolan die geclassificeerd is als activa aangehouden voor verkoop (ultimo 2009: € 4,3 miljoen). Per 31 december 2010 is er geen debiteurenpositie, behoudens de debiteurenpositie van Laprolan die geclassificeerd is als activa aangehouden voor verkoop (2009: € 4,1 miljoen). De post handelsschulden daalde van € 1,3 miljoen ultimo 2009 tot € 0,1 miljoen per 31 december 2010.

Liquiditeitspositie

Op 31 december 2010 bedroeg de kaspositie van Fornix BioSciences € 10,7 miljoen. Zoals aangegeven in dit persbericht en het persbericht van 15 februari 2011 zal de netto-opbrengst van de verkoop van Laprolan in de vorm van een interim-dividend aan aandeelhouders worden uitgekeerd. Alleen de aan te houden reserve voor garanties en vrijwaringen aan de koper van € 1,55 miljoen zal aan de kaspositie worden toegevoegd. Na afwikkeling van alle lopende verplichtingen van Fornix BioSciences en rekening houdend met het verlies van de holding over het boekjaar 2011 zal, naar de huidige inzichten, de kaspositie ultimo 2011 tussen de € 10 en € 11 miljoen bedragen.

Bovendien heeft de onderneming voor een bedrag van € 0,7 miljoen (op basis van de slotkoers per 31 december 2010) aan eigen aandelen in portefeuille.

Allergiedivisie*

(x € miljoen) 2010* 2009 2008
Netto-omzet 12,7 26,1 29,2
EBIT 21,7 12,5 12,7
Aantal medewerkers per 31 december - 87 85

* In consolidatie tot 1 juli 2010 (verkoop aan ALK-Abelló)

De Allergiedivisie vormde jaren lang de winstgevende kern van de Fornix-activiteiten. Dochteronderneming Artu Biologicals Europe B.V. werd evenwel per 1 juli 2010 voor € 21,8 miljoen in contanten, vrij van schulden verkocht aan collega allergieconcern ALK-Abelló uit Denemarken en is derhalve slechts voor zes maanden in de consolidatie opgenomen. De Allergiedivisie ontwikkelde en distribueerde immunotherapeutische producten voor de behandeling van patiënten met een inhalatieallergie door onder meer graspollen, huisstofmijt, boompollen, katten en honden, onder de merknaam Oralgen®.

Resultaat

In de zes maanden van 2010 dat de Allergiedivisie nog binnen de consolidatie van Fornix BioSciences viel bedroeg de omzet € 12,7 miljoen. Er was sprake van een daling ten opzichte van de eerste zes maanden van 2009 door de onzekere marktomstandigheden verbandhoudend met onduidelijkheid rond regelgeving ten aanzien van niet-geregistreerde allergeenproducten. De EBIT van de Allergiedivisie was met € 21,7 miljoen wel substantieel hoger dan het boekjaar 2009, vooral vanwege de gerealiseerde boekwinst op verkoop.

In Nederland was Artu Biologicals Europe met Oralgen® met een marktaandeel van circa 70%, en ondanks de aanwezigheid van een geregistreerd concurrerend product, veruit marktleider. Aan definitieve registratie van de belangrijkste Oralgen®-producten te weten Gras- en Boompollen en Huisstofmijt is jaren hard gewerkt, onder meer door middel van een kostbaar en jarendurend klinisch onderzoeksprogramma.

Het registratiedossier dateerde van 1993. In de tussentijd werd een voorlopige registratie verkregen van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). In de afgelopen tien jaar werd duidelijk dat voor dergelijke producten uiteindelijk een officiële registratie vereist zou moeten zijn. Het CBG heeft in verschillende instanties steeds de toekenning van registratie van het hoofdproduct Oralgen® Graspollen om uiteenlopende redenen afgewezen, ondanks de naar onze mening vooral in de afgelopen jaren zeer overtuigende klinische onderzoeken. Ook in tweede aanleg bij de Rechtbank Zwolle werd Fornix BioSciences in het ongelijk gesteld in haar beroep tegen de afwijzing van de registratie. Met het uitblijven van registratie kwam ook de vergoeding voor de producten in het gedrang. De Nederlandse overheid heeft in de afgelopen twee jaar een drastische aanscherping van het vergoedingsbeleid aangekondigd.

Een uitspraak in het kort geding gaf Fornix BioSciences nog respijt met vergoedingen tot medio 2012, danwel zoveel eerder als definitief inzake het registratiedossier besloten zou zijn. De afwijzing van het hoger beroep begin 2010 maakte dat de continuïteit van de Allergiedivisie op 'stand alone basis' in gevaar zou komen, hetgeen niet in het belang van medewerkers, aandeelhouders en alle overige stakeholders van de onderneming zou zijn.

Hierop is een reeds eerder oriënterend verkoopproces versneld in gang gezet hetgeen in april 2010 leidde tot overeenstemming van de verkoop van de winstgevende Allergiedivisie aan ALK-Abelló.

Inmiddels heeft de Raad van State in een door Fornix BioSciences ingesteld beroep tegen het besluit van de Rechtbank Zwolle geoordeeld dat het CBG de aanvragen in principe terecht heeft afgewezen. Maar de Raad stelt tegelijkertijd, dat het College zich opnieuw over de aanvraag

moet buigen wegens ernstige vormfouten. De Raad acht het namelijk onjuist dat het CBG heeft geweigerd om bepaalde onderzoeksdata in de beoordeling mee te wegen die door Fornix BioSciences waren ingediend om de effectiviteit van Oralgen® aan te tonen. Fornix BioSciences kon evenwel dit besluit in het belang van alle stakeholders niet afwachten.

Verkoop

Voortvloeiend uit de strategische heroriëntatie van de Nederlandse activiteiten van de Allergiedivisie (Artu Biologicals Europe), kwam Fornix BioSciences in april van het verslagjaar tot overeenstemming met ALK-Abelló A/S voor de verkoop van 100% van de aandelen in de Allergiedivisie voor een koopprijs van € 21,8 miljoen in contanten, vrij van schulden. De transactie is op 1 juli 2010 van kracht geworden.

Artu Biologicals Deutschland

(x € miljoen) 2010 2009 2008
Netto-omzet 1,7 2,8 1,4
EBIT (2,9) 0,2 (0,7)
Aantal medewerkers per 31 december - 16 6

Sinds juni 2007 was Fornix BioSciences in Duitsland actief met de marketing, verkoop en distributie van immunotherapeutische allergeenproducten en medische hulpmiddelen via een eigen onderneming genaamd Artu Biologicals Deutschland GmbH & Co. KG. In de Duitse markt werd Oralgen® onder de aldaar bekende merknaam Igevac® op 'named patient'-basis in de handel gebracht. Het product was vergelijkbaar met Oralgen® en werd eveneens door Artu Biologicals Europe B.V. in Lelystad geproduceerd. Daarnaast werd in de afgelopen anderhalf jaar een sterk groeiend assortiment medische hulpmiddelen gedistribueerd aan groothandels, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en particulieren.

Na in 2009 voor het eerst sinds de toetreding tot de groep winst te hebben gemaakt belandde de onderneming in 2010 door lastige marktomstandigheden wederom in een verliessituatie. Na de herziening van de strategie voor Artu Biologicals Deutschland is een proces in gang gezet dat moest leiden tot vervreemding van deze verlieslatende activiteiten. Dit proces is in zeer korte tijd, op 30 december 2010 afgerond met de overdracht van de aandelen aan de oorspronkelijke eigenaar Rölke Pharma.

Resultaat 2010

Voor Artu Deutschland was 2010 een teleurstellend jaar. De omzet daalde met bijna 40% tot € 1,7 miljoen (2009: € 2,8 miljoen). Vanwege de uitfasering van de verkoop van de allergeenproducten in Duitsland werd in de verwachting rekening gehouden met een lichte omzetdaling. De daling van 38,6% werd voornamelijk veroorzaakt door budgetmaatregelen die de verkoop van medische hulpmiddelen door Artu Deutschland sterk nadelig hebben beïnvloed. Hierdoor en vooral vanwege de afboeking van de goodwill ad € 2,5 miljoen daalde het resultaat voor belastingen (EBIT) tot € 2,9 miljoen negatief (2009: € 0,2 miljoen winst).

(x € miljoen) 2010 2009 2008
Netto-omzet 8,2 9,3 9,7
EBIT
Aantal medewerkers per 31 december
(3,2)
22
2,4
22
2,6
26

Divisie Medische Hulpmiddelen

De divisie Medische Hulpmiddelen, bestaande uit dochteronderneming Laprolan in Beuningen, heeft in Nederland, en voor een aantal producten ook in Europa, de exclusieve verkooprechten voor een breed spectrum aan medische hulpmiddelen. Daarnaast worden een aantal van deze producten in toenemende mate zelfstandig ontwikkeld. Het assortiment bestaat uit producten op het gebied van onder meer urologie- en stomazorg, wond- en littekenzorg en anti-decubituszorg. De onderneming heeft 22 mensen in dienst. De producten worden afgenomen door diverse instellingen, waaronder ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, groothandels, apotheken, medisch speciaalzaken en thuiszorgorganisaties. In januari 2011 werd bekendgemaakt dat, in het licht van de op 12 december 2010 bekendgemaakte strategiewijziging, met het Amerikaanse concern Rochester Medical Corporation overeenstemming is bereikt over de verkoop van Laprolan aan Rochester. In een BAVA op 30 maart 2011 kunnen aandeelhouders goedkeuring aan deze transactie verlenen. Als effectieve datum van de overname geldt 1 januari 2011.

Met haar leveranciers heeft Laprolan exclusieve distributierechten voor Nederland. Daarnaast zijn er exclusieve pan-Europese distributierechten voor één van de wasbare incontinentieproducten. Voor de anti-decubitusmatrassen bezit Fornix BioSciences exclusieve rechten voor geheel Europa. De meeste producten van Laprolan worden, bij prescriptie door een arts, vergoed door de zorgverzekeraars, alhoewel door ingrepen van overheid en zorgverzekeraars de marges onder druk komen. De distributie vindt plaats vanuit de vestiging in Beuningen. Het beleid is gericht op enerzijds het optimaal vertegenwoordigen van sterke fabrikantenmerken en anderzijds het ontwikkelen van onderscheidende innovatieve producten in eigen beheer.

Resultaat

Door het verlies eind 2009 van een tweetal belangrijke distributieovereenkomsten (in 2009 nog goed voor een derde van de totale omzet) werd Laprolan in 2010 geconfronteerd met een omzetdaling. Deze daling bleef echter boven verwachting beperkt door beter dan verwachte verkopen van eigen merk stomaproducten en een omzetbijdrage van een nieuw distributiecontract per 1 september 2010 met betrekking tot wondverzorgingsproducten. De omzet van Laprolan is in 2010 uitgekomen op € 8,2 miljoen (2009: € 9,3 miljoen), 11,4% lager dan in 2009. De EBIT is met name door de bijzondere waardevermindering op de goodwill van € 5,2 miljoen en direct aan de transactie gerelateerde kosten van € 0,3 miljoen gedaald van € 2,4 miljoen in 2009 naar € 3,2 miljoen negatief in 2010.

E I N D E P E R S B E R I C H T

Voor nadere informatie: Fornix BioSciences N.V.

C.L. Bergman, CEO Tel. (0320) 26 77 99 Website: www.fornix.nl

Profiel Fornix BioSciences N.V.

Fornix BioSciences N.V. is een beursgenoteerde onderneming (Euronext Amsterdam: AFORBI) die zich richtte op de distributie van medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen. Fornix BioSciences N.V. heeft vestigingen in Lelystad en Beuningen. De onderneming heeft momenteel 23 medewerkers in dienst en is voornamelijk actief in Nederland en is momenteel uitsluitend nog actief in de verkoop en distributie van medische hulpmiddelen. De divisie Medische Hulpmiddelen wordt gevormd door het in Beuningen gevestigde Laprolan. Deze divisie richt zich op de verkoop, marketing en distributie in Nederland van een breed assortiment medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen.

Bijlagen

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.