AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

SIPEF

Pre-Annual General Meeting Information Jun 10, 2020

4000_rns_2020-06-10_f6f9d41f-0ab2-42e5-921a-644e6fca4a87.pdf

Pre-Annual General Meeting Information

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Gewone algemene vergadering van 10 juni 2020

Boodschap van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder

Geachte Dames en Heren,

Wij hebben het genoegen, ter gelegenheid van deze 101 e gewone algemene vergadering, samen met U terug te blikken op het voorbije jaar en de voornaamste gebeurtenissen van de eerste vijf maanden van 2020 te overlopen.

Vorig jaar vierden we ons eeuwfeest. We meenden dat dit een unieke gebeurtenis zou zijn in ons bestaan. Toen hadden we uiteraard niet kunnen vermoeden dat de algemene vergadering van ons 101e activiteitenjaar zou moeten plaatsvinden in omstandigheden die we nog nooit eerder gekend hebben. De wereldwijde verspreiding van het coronavirus heeft een dermate impact gehad op de dagelijkse omgang, dat wij nu verplicht zijn om de algemene vergadering achter gesloten deuren te houden.

Wij hebben echter ons uiterste best gedaan om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan uw verzuchtingen om, ter gelegenheid van de algemene vergadering, uw inzichten over de onderneming te verruimen. Wij hopen althans dat iedereen voldoende de kans heeft gevonden om zich schriftelijk tot de Raad van Bestuur en het management te richten en voorafgaandelijk aan deze algemene vergadering antwoorden te bekomen die toelaten de aangekondigde agendapunten naar vermogen te beoordelen.

We leggen aan deze vergadering de jaarrekening per 31 december 2019 voor met het verzoek deze goed te keuren. Het boekjaar 2019 was een operationeel moeilijk jaar, met lagere productievolumes en met uitzonderlijke omstandigheden in Papoea-Nieuw-Guinea. Het werd ook gekenmerkt door algemeen lage palmolie- en rubberprijzen. Hierdoor werd, voor het eerste in 25 jaar, het boekjaar afsloten met een verlies, aandeel van de Groep, van KUSD 8 004, tegenover een winst van KUSD 30 089 in 2018. Door het voortzetten van de expansie verhoogde de netto financiële schuld van KUSD 121 443 tot een niveau van KUSD 164 623.

Reeds naar het einde van vorig jaar, werd een heropleving van de palmolieprijzen vastgesteld, gedreven door een stijgende vraag met relatief lage productievolumes. Hierdoor verdwenen vrij snel de aanhoudende hoge voorraden, die de markt in 2019 overheersten. Tijdens de eerste twee maanden van het jaar noteerden wij dan ook sterk stijgende prijzen, die opliepen tot USD 830 per ton CIF Rotterdam. De vooruitzichten voor de rest van het jaar bleven ronduit positief, gelet op de verwachte zeer beperkte productiestijging in zowel Indonesië als Maleisië.

Corona heeft daar echter anders over beslist en heeft de wereldvraag naar palmolie gevoelig doen dalen over de voorbije vier maanden. De beperking van de bewegingsvrijheid in Azië, had niet alleen door de sluiting van eetgelegenheden, de vermindering van de consumptie van palmolie in voeding tot gevolg, maar ging ook gepaard met de plotse daling van de vraag naar transportdiesel. Hierdoor zakte niet alleen de ruwe olieprijs, maar verloor ook de biodieselmarkt interesse, waardoor redelijk vlug de prijzen onder de USD 600 per ton CIF Rotterdam daalden.

Sinds enkele weken zien we een stabilisatie van de vraag, zowel in voeding als in biodiesel, en noteren we iets vastere prijzen voor palmolie, zeker ook voor de posities met levering in het tweede semester. De versoepeling van de coronamaatregelen, het aantrekken van de petroleumprijzen, het afschaffen van de exporttaks op palmolie in Maleisië, de normalisatie van de vrachtprijzen en het feit dat vele klanten zeer beperkte voorraden hebben aangehouden de laatste maanden, zijn elementen die bijdragen aan de ondersteuning van de vraag naar palmolie.

De meest bepalende factor voor de palmolieprijs blijft, op korte termijn, echter het succes van het biodiesel -programma van de Indonesische regering. De regering heeft bevestigd te willen blijven vasthouden aan het B30 objectief (een bijmenging tot 30% palmolie bij conventionele diesel), ondanks de nodige zware financiële inspanningen, door het vrij grote prijsverschil tussen beide producten dat moet opgevangen worden door de overheid. Het nationaal fonds, dat wordt gespijsd door de palmolieproducenten, die vanaf begin van het jaar opnieuw USD 50 vaste vergoeding bijdragen voor elke ton die geëxporteerd wordt, zal dit prijsverschil in de volgende maanden blijven financieren, maar heeft reeds aangekondigd deze heffing in juni met 5 USD per ton op te trekken. Ook van regeringszijde zullen bijkomende subsidies nodig zijn, als de ruwe olieprijzen dermate laag blijven noteren.

Gebruikmakend van de betere prijzen in de eerste twee maanden van het jaar, hebben wij ondertussen 52% van onze verwachte palmolieproductie verkocht aan USD 692 per ton CIF Rotterdam, premies inclusief. Dit moet vergeleken worden met 46% aan USD 578 per ton op hetzelfde tijdstip vorig jaar, toen de markt gevoelig leed onder te hoge palmolievoorraden in Azië en in Europa.

De start van het jaar 2020 is alvast op agronomisch en operationeel vlak veel beter geweest dan 2019. Immers vorig jaar, hadden zowel de droogte in Indonesië in het derde kwartaal als het overvloedige regenseizoen bij de aanvang van het jaar en de drie vulkaanuitbarstingen in juni, augustus en oktober in Papoea-Nieuw-Guinea, een nefaste invloed op de productievolumes van palmolie. Zoals reeds gemeld in onze tussentijdse verklaring kenden we opnieuw een stijging van de productievolumes van palmolie, die per eind april reeds 7,4% bedroeg tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Deze gunstige trend heeft zich sindsdien verdergezet.

Het coronavirus heeft ons bedrijfsmatig vele beperkingen opgelegd en de beleidsvoering van de plantages en fabrieken bemoeilijkt, maar dit heeft geen wezenlijke impact gehad op de productie van de Groep. Wij hebben al onze mensen en hun inwonende familieleden ook kunnen vrijwaren van infecties en onze kantoren zijn, vaak via telewerk, operationeel gebleven. Onze dank gaat dan ook uit naar het management en medewerkers in de overzeese gebieden, die allen ter plaatse zijn gebleven en toegewijd hebben bijgedragen aan de voortzetting van onze activiteiten.

Zowel in de meest mature plantages in Noord-Sumatra (+2,5%), als in Agro Muko in de provincie Bengkulu (+15,9%) waar volop herplant wordt, bleef ook in april het aantal beschikbare trossen in de palmen stijgen tegenover dezelfde periode vorig jaar. Dit geldt voorlopig nog niet in de mature plantages van UMW/TUM in Noord-Sumatra waar de herziening van de bemestingsprogramma's aan de gang is. Dit proces heeft nog niet de verhoopte resultaten opgeleverd (-2,3%) en het gewicht van de geoogste trossen blijft er ondermaats.

Na het uitzonderlijk 'slecht' regenseizoen vorig jaar, kenden wij in 2020 in Hargy Oil Palms in Papoea-Nieuw-Guinea, veel gunstigere klimatologische omstandigheden, waardoor het oogstpatroon bijna niet onderbroken werd. Er was dan ook per eind april slechts een daling van 14,3% in de geoogste vruchten, ondanks het feit dat er bijna 3 000 hectaren (-21%) quasi volledig, tijdelijk, uit productie zijn, als gevolg van de vulkaanuitbarstingen van vorig jaar. Pas in 2022 zouden wij opnieuw een normalisatie van de productie in deze aanplanten mogen verwachten.

De plantages van de omliggende boeren werden veel minder door de asregen beschadigd en, door de gunstige weersomstandigheden, stegen onze aankopen van derden met 20,6% tegenover dezelfde periode van vier maanden vorig jaar.

Door de betere kwaliteit en het lagere vochtgehalte van de vruchten, klom het extractiepercentage van 22,70% vorig jaar naar een gemiddelde van 24,0% voor de drie palmolie-extractiefabrieken in de provincie West New Britain. Hierdoor nam de finale olieproductie met gemiddeld 5,9% toe tegenover dezelfde periode van vier maanden vorig jaar. Voor de eerstvolgende maanden blijft de productiestijging in dezelfde lijn van verwachtingen.

Wij blijven overtuigd dat de SIPEF- groep, de - bij de aanvang van het jaar aangekondigde productiestijging van 10% tegenover de volumes van 2019 kan realiseren en de kaap van 350 000 ton palmolie opnieuw kan benaderen. Deze prognose wordt mede gesterkt door de constant groeiende maar nog beperkte productiebijdrage van onze nieuwe activiteiten in Zuid-Sumatra, waar per eind April toch reeds meer dan 5 000 ton palmolie werd geproduceerd..

De rubberproducties van de Groep blijven, behoudens de gewone bladwissel in de eerste jaarhelft, lijden onder schimmelziekten die zich hebben verspreid over de meeste producerende landen in Azië. Er blijkt nog steeds geen afdoende remedie gevonden te zijn waardoor het wereldaanbod van natuurlijke rubber aanzienlijk wordt beperkt. Toch is deze productieverlaging niet voldoende om de fel dalende vraag, versterkt door de bijkomende economische impact van het coronavirus op de vraag naar auto's en bedrijfsvoertuigen, te compenseren. We zijn dus opnieuw geconfronteerd met uitzonderlijk lage prijzen die geen rentabiliteit toelaten voor deze activiteiten, ondanks de vele kostenbesparende maatregelen die geleidelijk over de laatste drie boekjaren zijn geïmplementeerd.

De productie in de SIPEF-groep is gedaald met 16,2% tegenover de eerste vier maanden van 2019, verspreid over alle plantages. We zijn onze sheets- en blokrubber blijven verkopen in een markt met een aanhoudende beperkte kopersinteresse. Heden is 26% van onze verwachte jaarproductie verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 1 579 per ton FOB, tegenover 37% aan USD 1 543 op hetzelfde tijdstip vorig jaar.

De uitzonderlijk gunstige weersomstandigheden van het eerste kwartaal leidden tot een productiestijging van bijna 10% in onze Cibuni-theeplantage. In het tweede kwartaal werd dit klimaat bestendigd en kon een productiestijging van meer dan 14% tot op heden worden verwezenlijkt. Ook de Keniaanse theeproductie was dit jaar tot nu toe op recordkoers. Dit resulteerde in lagere veilingprijzen in 2020. Tot op heden werd de helft van de verwachte theeproductie verkocht aan een gemiddelde prijs die bijna 20% lager is dan deze van de verkopen op dezelfde periode vorig jaar. Hierdoor is de rentabiliteit van de theeactiviteiten tot dusver negatief. Gelet op de grote volumes die blijvend worden aangeboden in de theemarkten, zien wij niet direct een verbetering van deze bijdrage.

De voorbije maanden zijn er, door de impact van de economische krimp op de vraag naar olieproducten, lokale prijsdalingen vastgesteld voor de dieselconsumptie in al onze vestigingen. Deze kostenverlagingen compenseerden in belangrijke mate de door de overheid opgelegde loonsverhogingen, vooral in Sumatra in Indonesië. Voor de tweede jaarhelft verwachten wij het behoud van deze gunstige productiekosten, gerelateerd aan lage ruwe olieprijzen en een verzwakking van de lokale meststoffenprijzen door een daling van de vraag.

Na een normalisatie van de bananenactiviteiten in Ivoorkust in de loop van vorig jaar, konden producties opgetekend worden die 3,1% hoger waren dan deze van het eerste trimester van 2019. Eind april was er echter een lichte daling van de volumes met 3,0%, die afhankelijk zijn van de actuele productiecycli van de aanplanten, en weliswaar erg verschillen van elkaar in vergelijking met de referentieperiode van vorig jaar. De bijdrage van de bananen aan de resultaten van het boekjaar blijven echter, gelet op de omvang van deze activiteit, zeer positief.

De uitbreiding van onze oliepalmactiviteiten in Musi Rawas in de provincie Zuid-Sumatra komt versneld tot stand. Vandaag zijn er meer dan 16 800 hectare onder controle van de onderneming. Er zijn ook reeds meer dan 12 800 voorbereide en geplante hectaren, zodat nu ongeveer driekwart van de hectaren onder controle, ook effectief gecultiveerd zijn .

De drie nieuwe licenties die in 2018 verworven werden voor een totale concessie van 8 595 hectare, alle aansluitend op de vier in 2011 en 2012 verworven concessies, worden nog verder onderzocht door consultants in het kader van de - ondertussen verstrengde - 'Nieuwe Aanplant Procedures' ("New Planting Procedures") van de "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO). Bij dit onderzoek zal zowel het natuurbehoud als de sociale impact van deze potentiële ontwikkeling beoordeeld worden. Pas bij groen licht van de RSPO zullen deze gronden kunnen omgevormd worden naar oliepalmplantages. Wij verwachten deze procedures in de tweede jaarhelft definitief af te ronden. Zo hopen wij in het vierde kwartaal ook hier over de eerste aanplanten te kunnen rapporteren, terwijl toch reeds 379 hectaren gecompenseerd werden.

Door deze bijkomende licenties komt de totale concessie-omvang van Musi Rawas op 33 202 hectaren. Wij verwachten om op termijn meer dan 22 000 hectaren hiervan te kunnen omzetten in oliepalmplantages.

Na de overname in 2017 van de bestaande RSPO-gecertificeerde plantageonderneming Dendymarker Indah Lestari (DIL), gelegen tussen de vier concessies van Musi Rawas, met een totale beplante oppervlakte van 8 986 hectare, werd er tot op heden bijna 3 000 hectare herplant. Tevens werd in mei een overeenkomst bereikt met negen omliggende dorpen voor het herplanten van de 2 878 hectare 'plasma'. Deze plantages voor omliggende gemeenschappen werden door vorige eigenaars aangelegd, maar zullen vanaf dit jaar geleidelijk vervangen worden door aanplanten met hoogwaardige zaden. Hierdoor zal de totale omvang van de aanvoerbasis van DIL op meer dan 10 500 geplante hectare worden gebracht.

De Dendymarker palmoliefabriek neemt reeds vanaf augustus 2018 de volledige verwerking van de productie van Zuid-Sumatra voor haar rekening. Ze heeft echter haar limieten bereikt en de verwerkingscapaciteit wordt dit jaar uitgebreid van 20 ton per uur naar 60 ton per uur. De werken hebben in de laatste maanden door de coronamaatregelen wel vertraging opgelopen.

Het wordt voor plantageondernemingen steeds moeilijker om nieuwe aanplanten in te passen in de verstrengende regels van de RSPO en in onze eigen "Responsible Plantations Policy", die expliciet aan nieuwe uitbreidingen "No Deforestation", "No Peat" en "No Exploitation" voorschriften oplegt. SIPEF blijft haar duurzaamheidspolitiek trouw volgen. Elke nieuwe uitbreiding wordt aan een vrijwillige evaluatie onderworpen, zodat wij ook in de toekomst een 100% duurzame plantageonderneming zullen blijven.

Rekening houdend met deze verstrengende duurzaamheidsnormen en gelet op de omvangrijke herplantings- en expansieprogramma's voor de volgende jaren, zijn wij sinds 2013 strategische investeerders in Verdant Bioscience. Deze joint venture werd opgericht om hoogrenderende oliepalmen te ontwikkelen in Indonesië en geeft ons toegang tot de nieuwste technieken in de sector. Eind mei werd er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend met Ackermans & van Haaren om gezamenlijk de meerderheidsparticipatie in deze joint venture over te nemen van Sime Darby Plantation Berhad.

Ondanks de opnieuw lagere palmolieprijzen is het de intentie van SIPEF om haar investeringsprogramma voor dit jaar verder af te werken. Dit programma is naast de gebruikelijke vervangingsinvesteringen, uitsluitend geconcentreerd op de nieuwe aanplanten in Musi Rawas, de rehabilitatie van Dendymarker en de uitbreiding van de fabriek aldaar.

Deze expansieplannen zullen, waar mogelijk, aangepast worden aan de financieringscapaciteit van de Groep en, in principe, niet gepaard gaan met belangrijke bijkomende financiële schulden. Het blijft echter onze langetermijnpolitiek om de groei van de onderneming voornamelijk te financieren met eigen middelen en waar nodig, niet-kernactiviteiten af te stoten, om de aan de gang zijnde uitbreiding van de palmactiviteiten verder te ondersteunen.

Rekening houdend met de reeds gerealiseerde verkopen van palmolie en op basis van de recente marktprijzen, verwacht de groep een terugkeer naar een bescheiden winstpositie voor het jaar 2020. Behoudens de eerder aangehaalde potentiële effecten van het Covid-19-virus op onze operationele activiteiten en op de palmoliemarkt, zal het uiteindelijke recurrente resultaat in belangrijke mate bepaald worden door het bereiken van de verwachte productiegroei, het niveau van de marktprijzen voor de rest van het jaar, het behoud van het huidige beleid voor exporttaks op palmolie in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen.

Zoals reeds aangekondigd in ons persbericht en jaarverslag en in de lijn van de vergoedingspolitiek van de aandeelhouders, zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering voorstellen om over het boekjaar 2019 geen dividend uit te keren.

Op datum van deze algemene vergadering vervallen de mandaten van Luc Bertrand, Jacques Delen, Petra Meekers en Regnier Haegelsteen. Gelet op het bereiken van de leeftijdsgrens, stelt Regnier zich geen kandidaat meer voor een nieuw mandaat. Wij danken hem voor zijn zeer gewaardeerde inzet in de eenentwintig jaar dat hij de Raad heeft vervoegd als bestuurder met een grote ervaring in de financiële sector. Tevens wordt er voorgesteld om het mandaat van Luc Bertrand en Jacques Delen te verlengen voor respectievelijk drie en een jaar. Petra Meekers wordt opnieuw voorgesteld voor een mandaat van vier jaar als onafhankelijk bestuurder.

Tevens hebben wij het genoegen U een nieuwe bestuurder voor te stellen. De Heer Gaëtan Hannecart zal, als ervaren bedrijfsleider in de vastgoedsector en voorzitter van Guberna, een toegevoegde waarde zijn om als bestuurder zijn visie te delen met de leden van de Raad van Bestuur van SIPEF.

Deze gewone algemene vergadering zal aansluitend gevolgd worden door een buitengewone algemene vergadering, die verzocht wordt de gebruikelijke statutaire machtigingen van de Raad van Bestuur te hernieuwen en de statuten aan te passen aan de nieuwe vennootschapswetgeving. Wij rekenen dan ook op uw goedkeuring.

Tot slot wensen wij alle leden van de SIPEF-groep te danken voor de inspanningen die geleverd werden tijdens het afgelopen boekjaar. Zeker in deze huidige, zeer moeilijke tijden, waarbij het coronavirus de reismogelijkheden van onze medewerkers sterk beperkt heeft. Wij hopen op hen te kunnen blijven rekenen om de ambitieuze plannen, die het bedrijf in de komende jaren wil afwerken, te helpen realiseren.

Schoten, 10 juni 2020

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.