AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

SIPEF

Interim / Quarterly Report Oct 24, 2013

4000_ir_2013-10-24_d5ef0f05-fedc-4a9d-916b-2b1b85bba831.pdf

Interim / Quarterly Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

TUSSENTIJDSE VERKLARING VAN DE SIPEF GROEP

Tussentijds beheersverslag per 30 september 2013

1. Groepsproducties

Derde kwartaal Year To Date
2013 (In ton) Eigen Derden Totaal YoY % Eigen Derden Totaal YoY %
Palmolie 52 279 9 545 61 824 -11,44% 147 734 34 706 182 440 -4,51%
Rubber 2 271 161 2 432 -8,23% 7 271 437 7 708 -7,38%
Thee 655 655 10,64% 2 055 2 055 0,78%
Bananen 4 585 4 585 -7,04% 16 408 16 408 -10,43%
2012 (In ton) Eigen Derden Totaal
Palmolie 57 614 12 193 69 807
Rubber 2 478 172 2 650
Thee 583 9 592
Bananen 4 932 4 932
Eigen Derden Totaal
154 847 36,206 191 053
7621 701 8322
1.998 41 2039
18.318 18318

In vergelijking met het zeer sterke derde kwartaal van 2012 noteerden wij dit jaar een terugval van de totale palmolieproducties met 11,4%.

In Noord-Sumatra en Bengkulu zijn de palmolieproducties tijdens het derde kwartaal traditioneel beter dan tijdens het tweede kwartaal en dat was dit jaar niet anders, doch in veel mindere mate dan vorig jaar. Deze tendens lijkt algemeen in de sector voor de volgroeide Indonesische plantages en dit laat zich ook voelen in de beschikbare voorraden op de wereldmarkt. Voor de Bengkulu-activiteiten vermelden we ook dat wij in een belangrijke herplantingsfase zijn aanbeland, waardoor de groei voor langere tijd zal stagneren. Door de hogere neerslag waren ook de extractiepercentages lager dan vorig jaar. In het jonge UMW-project nemen de volumes volgens verwachting gestaag toe.

Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea kende een gevoelige daling van de beschikbare vruchten tegenover vorig jaar en dit zowel in de eigen plantages (-17,0%) als voor de aankopen van omliggende boeren (-24,1%). Traditioneel is het derde kwartaal in Papoea-Nieuw-Guinea een periode van lagere productie, maar tijdens deze zomerperiode was de beschikbaarheid van oogstbare vruchten wel uitzonderlijk beperkt.

Ook de rubberproductie voor het derde kwartaal was 8,2% lager dan vorig jaar.

Met uitzondering van Melania in Zuid-Sumatra, waar de productie ondanks de aanvang van de bladwisselperiode hoog is gebleven (+12,8%), leden de rubberplantages van Noord-Sumatra onder de 15% hogere neerslag wat het tappen aanzienlijk verstoorde (-6,1%). Ondanks deze hogere neerslag en de bladwissel in het derde kwartaal bleven in Papoea-Nieuw-Guinea de volumes uit eigen plantages en via aankopen van derden nog in lijn met vorig jaar. Door tijdelijke technische problemen in de fabriek konden we echter niet alle aangevoerde hoeveelheden verwerken, zodat er 27,1% minder rubber werd geproduceerd.

Ondanks verre van ideale weersomstandigheden noteerden we in Cibuni voor het derde kwartaal toch een stijging van 10,6% in de theeproducties tegenover dezelfde periode van vorig jaar. De productie over de eerste 9 maanden van 2013 is echter min of meer gelijk aan 2012.

De zomer kenmerkt zich door een lage bananenconsumptie en dus werken we bewust naar beperktere productievolumes in het derde kwartaal. De producties in de eerste negen maanden liggen in lijn met deze van vorig jaar in de plantages Azaguié (+6,2%) en Agboville (-0,1%), maar in Motobé, dat het meest zuidelijk gelegen is, waren vooral de klimatologische maar ook de sociale omstandigheden tijdens de eerste jaarhelft ongunstig (-27,9%).

2. Markten

Gemiddelde marktprijzen

in USD/ton* YTD Q3/13 YTD Q3/12 YTD Q4/12
Palmolie CIF Rotterdam 843 1 063 999
Rubber RSS3 FOB Singapore 2 884 3 471 3 377
Thee FOB origine 2 880 2 850 2 900
Bananen FOT Europa 1 050 1 099 1 100

* World Commodity Price Data

Het derde trimester begon met een erg lage palmolievoorraad in Maleisië en Indonesië. Het 'beperkte-voorraadscenario' weerspiegelde zich vooral in een geïnverteerde markt, eerder dan in algemeen hogere marktprijzen. De verwachting voor een recordoogst van sojabonen was de belangrijkste reden voor lagere marktprijzen, totdat het USDA-rapport van augustus een kleinere oogst en een lager rendement aangaf. Blijkbaar waren de eerder aangekondigde perfecte groeiomstandigheden dan toch niet zo goed als voorzien. De palmolievoorraden bleven door relatief tegenvallende producties en een betere export gedurende het hele kwartaal lager dan de verwachtingen van de markt. De vraag van de energiesector schijnt op gang te komen, net als deze van klanten uit de voedingssector die eerder achterbleven in hun aankopen wegens de verwachte hoge sojabonenoogsten. De ruwe-palmoliemarkt bleef echter handelen in een beperkte bandbreedte tussen USD 750 en 840 CIF Rotterdam. In september kondigde de Indonesische overheid een verplichte vermenging aan van 10% biodiesel (de zogenaamde B-10) in de dieselconsumptie voor 2014 wat een belangrijke bijkomende lokale vraag van 3,9 miljoen ton zou kunnen genereren. Pertamina, de belangrijkste staatsonderneming voor de productie van gas en olie, zet zich in om dit doel te bereiken en verhoogde reeds zijn vermenging vanaf 1 september.

De rubbermarkt bleef inspiratieloos, voorraden in oorsprong en bestemming waren voldoende en gedurende de zomermaanden was er geen reden voor de bandenindustrie om bijkomende posities in te nemen. Positieve Chinese macro-economische data deden de markt wat opleven begin augustus, zodat de prijzen wat aantrokken. Algemeen voelt het aan alsof de markt comfortabel is met een prijsniveau van USD 2 550/2 750 FOB per ton voor de RSS1 kwaliteit. Het aantal kortetermijnaankopen toont aan dat sommige voorraden op bestemming aan het afnemen zijn.

De prijzen in de theeveilingen in Mombasa, waaraan onze prijzen gelinkt zijn, waren relatief stabiel gedurende de zomermaanden maar begonnen te dalen vanaf eind augustus. De recordproductie in Kenia eerder dit jaar en tot op zeker hoogte ook de goede producties in Sri Lanka en India, hebben de prijs voor onze thee onder druk gezet. Deze trend hield aan in september.

3. Vooruitzichten

Het vierde kwartaal is traditioneel een periode van hoge palmolieproducties en in Noord-Sumatra en Bengkulu zien we de volumes dan ook opnieuw stijgen, maar wij verwachten niet dat deze het niveau van het uitzonderlijk sterke vierde kwartaal van 2012 zullen evenaren. Dit geldt trouwens ook voor Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea, ondanks de jonge arealen die hier bijkomend in productie komen, en onze andere producten zoals rubber, thee en bananen. Wij kunnen dus besluiten dat 2013 op agronomisch gebied voor onze groep zeker geen recordjaar zal worden.

De huidige globale palmolieproductie en een hoger dan verwachte vraag zullen hun weerslag hebben op de voorraden die tegen jaareinde aanzienlijk lager zullen liggen dan vorig jaar. In december 2012 bedroeg de overdracht in Maleisië 2,6 miljoen ton palmolie, maar voor dit jaar verwachten wij dat het niveau van 2 miljoen ton niet zal bereikt worden. Dat is een aanzienlijke wijziging tegenover vorig jaar en de vooruitzichten voor 2014 voor palmolie op zich zijn daarom zeer positief. We moeten echter voor ogen houden dat de huidige sojabonenoogst in de VS en de raapzaad- en zonnebloemzaadoogsten in het noordelijk halfrond zeer goed zijn. Daarom wordt verwacht dat de huidige korting van palmolie tegenover de vloeibare oliën zal vernauwen tegen het einde van het vierde kwartaal. Er zal veel aandacht gaan naar de plantomstandigheden in Argentinië en Brazilië; op dit ogenblik is het te droog, vooral in Argentinië. Het vierde kwartaal zal nog steeds afsluiten met seizoensgebonden hoge palmolievoorraden (hoewel lager dan verwacht), maar de vooruitzichten voor de palmolieprijzen in 2014, rekening houdend met het totale plantaardige-oliëncomplex, zijn redelijk gunstig.

Wij verwachten dat men in de rubbermarkt zal blijven handelen binnen een beperkte bandbreedte. De voorraden in oorsprong en bestemming moeten eerst nog verminderen voordat we de prijzen kunnen zien aantrekken. Een positiever macro-economisch vooruitzicht voor China en voor de VSA zou de markt zeker kunnen aanwakkeren. Op wat langere termijn zou in 2014 de vraag voor natuurlijke rubber de productie kunnen overtreffen, wat een positief effect zal hebben op de prijzen.

De productie in de grootste theeproducerende landen is goed en de hoge voorraden, voornamelijk in Kenia, zullen op de prijzen blijven wegen. Hopelijk zal de grotere vraag in de winter het merendeel van de hoge voorraden opslorpen.

Ondanks de gevoelig lagere prijzen op de markten plaatste SIPEF 98% van de verwachte productie van palmolie in de markt aan een gemiddelde van het equivalent van USD 909 per ton CIF Rotterdam. Tevens verkochten we 95% van de rubbervolumes aan gemiddeld USD 2 806 per ton FOB en 80% van de theevolumes aan USD 3 070 per ton FOB. We hebben dus in totaal het belangrijkste deel van onze jaarinkomsten vastgelegd en blijven in de markt om de overige te produceren volumes aan de huidige, voor palmolie licht stijgende, prijzen aan te bieden.

De wisselkoersen (slotkoersen) van de lokale munten in Indonesië (-19,7%) en Papoea-Nieuw-Guinea (-28,0%) verzwakten gevoelig tegenover de USD, wat een gunstig effect heeft op onze productiekosten uitgedrukt in US dollar, maar wat aanleiding geeft tot een éénmalige opname van een negatieve latente belasting (dus zonder effect op onze liquiditeiten).

Gelet op de verwachte productievolumes en de huidige prijsniveaus mogen we aannemen dat de recurrente jaarresultaten van 2013 gevoelig lager zullen uitvallen dan deze van het vorige jaar. Het uiteindelijke jaarresultaat zal afhangen van:

  • De productievolumes voor het vierde trimester;
  • De marktprijzen voor palmolie en rubber voor de onverkochte hoeveelheden;
  • De exporttaks op palmolie in Indonesië;
  • De verdere evolutie van de lokale munten tegenover de USD en hun effect op de kostprijzen voor het recurrente resultaat en op het éénmalig belastingeffect voor het niet-recurrente resultaat.

We zetten het uitbreidingsprogramma in oliepalmen in Papoea-Nieuw-Guinea voort en de voor dit jaar voorziene 1 000 bijkomende hectaren zijn inmiddels geplant; er werden ook reeds 600 hectaren voorbereid voor aanplant in 2014.

In het nieuwe project in Zuid-Sumatra in Indonesië worden nu gronden gecompenseerd in drie zones. Sinds de aanvang van dit jaar hebben we 1 397 hectaren bijkomend verworven, wat het totaal van de nieuwe eigen gronden op 3 262 brengt. Bijna de helft van deze gronden werden inmiddels voorbereid en er zijn ook 140 hectaren effectief aangeplant.

Sinds 11 september zijn we ook de eigenaar van een vierde licentie van 7 498 hectaren, die volledig aansluit bij het derde project Agro Muara Rupit, dat we in maart van dit jaar verwierven. Zo beschikken we thans over 4 licenties in het Musi Rawas-regentschap, voor een totaal van 31 809 hectaren, die in aanmerking kunnen komen voor de ontwikkeling van oliepalm- en rubberplantages. Met deze laatste verwerving bereikten we ons potentieel en we zullen ook in de volgende jaren de gestage expansie in Zuid-Sumatra als één van onze prioriteiten blijven beschouwen.

Schoten, 24 september 2013.

Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:

* F. Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder (GSM +32/478.92.92.82)

* J. Nelis, Chief Financial Officer

Tel.: +32/3.641.97.00 Fax : +32/3.646.57.05

[email protected] www.sipef.com (rubriek "investor relations")

SIPEF is een Belgische agro-industriële vennootschap die genoteerd is op NYSE Euronext Brussel. De vennootschap bezit voornamelijk meerderheidsparticipaties in tropische plantagebedrijven die zij beheert en uitbaat. De groep is geografisch gediversifieerd en produceert een aantal basisgrondstoffen, voornamelijk palmolie. De investeringen gebeuren meestal op lange termijn in recent geïndustrialiseerde landen.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.