SIPEF

Earnings Release • Oct 17, 2024

The connection to the world of sustainable tropical agriculture

Tussentijdse verklaring van de SIPEF-groep per 30 september 2024 (9m/24)

Bevestiging van solide resultaten voor 2024

• Een algemene cyclische daling in de palmolieproductie in zowel Indonesië als Papoea-Nieuw-Guinea, alsook de gevolgen van de vulkaanuitbarsting in 2023 in Papoea-Nieuw-Guinea, veroorzaakten een tijdelijke daling met 9,0% van de palmolieproductie van de SIPEF-groep tijdens de eerste negen maanden van het jaar.
• In Indonesië werd een lichte daling van 0,2% opgemerkt in de eigen productie van verse vruchtentrossen ("Fresh Fruit Bunches" – FFB) ten opzichte van 2023. Desondanks zijn er productiestijgingen van 3,0% op de minerale bodems in Noord-Sumatra en 10,5% in Zuid-Sumatra.
• In Papoea-Nieuw-Guinea daalde de totale palmolieproductie met 21,1% als gevolg van de vulkaanuitbarsting in 2023. Herstelwerkzaamheden zijn inmiddels echter voltooid en een heropleving van de productie wordt verwacht in 2025.
• De bananenproductie bleef groeien en steeg met 26,7% vergeleken met 2023. Deze stijging is toe te schrijven aan de voltooiing van 485 toegevoegde hectare in strategische productiesites in Lumen en Akoudié in Côte d'Ivoire.
• De vraag naar palmolie bleef sterk in het derde kwartaal, met prijsniveaus boven USD 1 000 per ton CIF Rotterdam en zelfs stijgend tot USD 1 100 per ton CIF Rotterdam.
• 82,0% van de verwachtte palmolievolumes werd verkocht aan een gemiddelde prijs af-fabriek van USD 854 per ton.
• Het recurrente jaarresultaat van de Groep zal naar verwachting tussen USD 60 en 70 miljoen liggen.
• Verwacht wordt dat de Groep zal afstevenen op een beperkte netto financiële schuldpositie eind 2024, in lijn met die van eind 2023.
• De kasstromen van 2024 zullen de dividenduitkering in de tweede helft van 2024 dekken, evenals het omvangrijke investeringsplan van bijna USD 100 miljoen, dat de voltooiing omvat van de bouw van de Agro Muara Rupit palmolieextractiefabriek in Zuid-Sumatra in 2024.
• De vooruitzichten zijn positief, met een aanhoudend sterke palmoliemarkt, een toename aan volwassen hectare in Indonesië en een heropleving van de productie in Papoea-Nieuw-Guinea in 2025 voor de gebieden die werden getroffen door de vulkaanuitbarsting van 2023.
• De dochteronderneming van SIPEF in Côte d'Ivoire ondersteunt sectorinspanningen gericht op leefbare lonen en gedeelde verantwoordelijkheid in de Ivoriaanse bananensector.
• SIPEF zal tegen eind oktober haar innovatieve traceerbaarheidstool voor toeleveringsketens lanceren, waarmee het haar inzet voor de naleving van de EU-ontbossingsverordening (EUDR) versterkt.

1. Groepsproducties

Groepsproducties
2024 (in ton)	Eigen	Derden	Q3/24	YoY%	Eigen	Derden	YTD Q3/24	YoY%
Palmolie	78 485	13 270	91 756	-14.7%	222 201	44 301	266 502	-9.0%
Rubber	0	0	0	-100.0%	59	0	59	-92.9%
Bananen	12 250	0	12 250	19.4%	37 372	0	37 372	26.7%
2023 (in ton)	Eigen	Derden	Q3/23		Eigen	Derden	YTD Q3/23
Palmolie	93 008	14 551	107 559		241 887	50 992	292 880
Rubber	179	0	179		693	141	834
Bananen	10 257	0	10 257		29 487	0	29 487

Na een sterk begin van het jaar, noteerde de Groep een daling in de Indonesische productie tijdens het derde kwartaal van 2024 vergeleken met het voorgaande jaar. De productie van verse vruchtentrossen ("Fresh Fruit Bunches" - FFB) in het derde kwartaal daalde met 10,8% ten opzichte van dezelfde periode in 2023, met een lichte daling van 0,2% op jaarbasis.

De Agro Muko-plantages in Bengkulu blijven de gevolgen ondervinden van de droge weersomstandigheden van 2023, die invloed hebben gehad op de trosvorming en de overgang van de bloei naar de vruchtvorming. FFB-producties op de organische bodems in Noord-Sumatra hebben te lijden gehad van overmatige regenval en overstromingen aan het begin van het jaar, wat resulteerde in lagere FFB-producties in het derde kwartaal.

Daarentegen presteerden de plantages op minerale bodems in Noord-Sumatra sterk, met voldoende regenval in het derde kwartaal die leidde tot een productiestijging van 3,0% ten opzichte van 2023. Bovendien werd de fruitproductie met 10,5% op jaarbasis opgedreven door de jonge plantages in Zuid-Sumatra die geleidelijk volwassen worden. Desondanks was er een kleine daling met 0,1% in het derde kwartaal als gevolg van drogere weersomstandigheden. Die hadden een lichte invloed op de rijping van de trossen en zorgden voor een kleinere omvang van de trossen in de jongere volwassen gebieden.

Eind september daalde de Indonesische palmolieproductie van de Groep met 1,7% ten opzichte van het voorgaande jaar. Ondanks lopende efficiëntieverbeteringswerken in de Indonesische palmolieextractiefabrieken, daalde het gemiddelde olie-extractiepercentage ("Oil Extraction Rate"- OER) met 2,4% vergeleken met vorig jaar.

In Papoea-Nieuw-Guinea herstellen de eigen productiegebieden van SIPEF gestaag van de vulkaanuitbarsting van vorig jaar. In mei werden de rehabilitatiesnoeiwerken met succes voltooid op ongeveer 3 500 hectare die getroffen waren door asregens. Daarbij werd meer dan de helft van het bladerdak verwijderd. Hoewel de trosvorming in deze gebieden laag blijft en de verminderde oogst naar verwachting voor het resterende jaar 2024 zal aanhouden, wordt een opleving van de productie voorzien voor 2025. Als gevolg hiervan ligt de FFBproductie momenteel 20,1% lager dan dezelfde periode vorig jaar.

Ook de lokale boeren zagen hun opbrengsten dalen, met een daling van 8,8% in het derde kwartaal vergeleken met 2023. Dit is het gevolg van de gecombineerde effecten van verminderde mesttoepassing in 2022 en de asregens van de vulkaanuitbarsting in 2023. Hoewel het regenseizoen van 2024 heftiger was dan de afgelopen drie jaar, bracht het wel gunstige regenval naar de meeste gebieden.

De OER voor de palmoliefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea bedroeg 23,3% in september 2024, iets lager dan de 24,5% die in september 2023 werd vastgesteld. Het regenseizoen had een tijdelijke impact op de OER bij aanvang van het jaar, maar dit verbeterde geleidelijk. Bemoedigend is dat sommige gebieden van de plantages in Papoea-Nieuw-Guinea, die eerder te kampen hadden met slechte trosvorming, tekenen van herstel beginnen te vertonen. De totale palmolieproductie in Papoea-Nieuw-Guinea daalde met 21,1% in vergelijking met de eerste negen maanden van vorig jaar.

De totale palmolieproductie van de Groep daalde met 14,7% in het derde kwartaal van 2024 en 9,0% op jaarbasis. Ondanks enkele uitdagingen, bieden de herstelinspanningen in Papoea-Nieuw-Guinea, de toename aan volwassen hectare in Zuid-Sumatra en de algemeen verbeterde omstandigheden in Indonesië een positief vooruitzicht voor toekomstige productie.

De bananenproductie zag een stijging van 26,7% op jaarbasis eind september 2024, gedreven door de uitbreiding die drie jaar geleden werd gestart en de voortgang van de ontwikkeling van de Lumen-site. Het totale beplante gebied beslaat nu 1 261 hectare, een toename van 50 hectare vergeleken met het vorige kwartaal. Er zijn sterke agronomische opbrengsten in de uitbreidingsgebieden, die de lagere opbrengsten compenseren op historische productiesites, waar meer uitgesproken ongunstige agronomische omstandigheden heersen. Momenteel bevindt 38% van de operaties zich op nieuwe uitbreidingen, met volledige ontwikkeling verwacht tegen het einde van het eerste kwartaal van 2025. De klimatologische omstandigheden zijn over het algemeen normaal, met de meest productieve hete, vochtige periode in het vooruitzicht na een normaal regenseizoen.

2. Markten

Gemiddelde marktprijzen
In USD/ton		YTD Q3/24	YTD Q3/23	YTD Q4/23
Palmolie	CIF Rotterdam*	1 020	975	964
Rubber	RSS3 FOB Singapore**	2 223	1 553	1 577
Bananen	CFR Europa***	820	832	830
* Oil World Price Data World Bank Commodity Price Data (updated database) * CIRAD Price Data (in EUR)

Het derde kwartaal begon met een stabiele, maar iets zachtere palmoliemarkt. Palmolie herwon zijn gebruikelijke concurrerende prijspositie ten opzichte van alternatieve oliën, terwijl het een consistente premie boven aardolie behield. De consumentenbelangstelling bleef robuust, wat zorgde voor sterke exportactiviteiten, in het bijzonder vanuit Maleisië.

Naarmate de palmolieproductiecyclus zijn hoogseizoen naderde, richtten de meeste marktdeelnemers zich op de verwachte voorraad aangroei in de tweede helft van het jaar. Tegelijkertijd werd een record aan sojabonen in de Verenigde Staten geoogst, wat voor prijsdruk op de markt zorgde. Hoewel de soja-oogst mogelijke concurrentie voor palmolie betekent, presteerden de raapzaad- en zonnebloemzaadoogsten op het noordelijk halfrond minder goed, met effecten die in 2025 op de markt verwacht worden. Naast de prestaties van gewassen, blijft ook de macro-economische omgeving een belangrijk aandachtspunt voor marktdeelnemers. Ondanks de aanhoudende geopolitieke conflicten zijn de olieprijzen relatief stabiel gebleven, wat de bredere markt enige veerkracht bood.

Ondanks een licht negatief macrovooruitzicht en negatieve sentimenten betreffende andere plantaardige oliën, hield palmolie in augustus een stabiel traject aan. Daarbij ontwikkelde het een premie ten opzichte van concurrerende oliën, alsook een aanzienlijke premie tegenover gasolie, wat zeker druk zal uitoefenen op biodieselmandaten. Indonesië herbevestigde zijn binnenlandse beleid met de aankondiging van een verhoging van B35 naar B40 voor 2025, waarmee effectief drie miljoen ton extra biodiesel uit de exportmarkt wordt gehaald.

De markt werd midden september geconfronteerd met enkele onverwachte ontwikkelingen. India voorzag in een scherpe verhoging van zijn invoerrechten met 20,0% op alle belangrijke plantaardige oliën. Deze verhoging werd aanvankelijk verwacht de vraag te zullen temperen. Die werd echter gestuwd, aangezien olievoorraden zo laag bleken dat het land ertoe genoopt werd om nog vóór haar festivalseizoen in te kopen.

Bovendien wijzigde de Indonesische regering vanaf 22 september 2024 de uitvoerheffing voor ruwe palmolie ("Crude Palm Oil" - CPO). De heffing, die voorheen bestond uit een progressieve heffing berekend in prijsschijven van USD 50/ton, werd vervangen door een vaste uitvoerheffing van 7,5% op basis van de CPOreferentieprijs vastgesteld door de regering. De wijziging resulteert in lagere heffingen over alle prijsschalen, terwijl de structuur van de uitvoerbelasting ongewijzigd blijft. SIPEF verwacht geen materiële impact te zullen ondervinden als gevolg van deze wijziging, aangezien het merendeel van haar CPO verkocht wordt op de lokale Indonesische markt, waar geen uitvoerheffing of -belasting van toepassing is. Lokale CPO-prijzen worden echter doorgaans afgestemd op internationale prijzen, waarbij rekening wordt gehouden met leveringskosten en exporttarieven. Wijzigingen in het uitvoerbeleid kunnen dus onrechtstreeks invloed hebben op de binnenlandse verkoopprijzen.

Het afdekken van shortposities door handelaren en fondsen, samen met een verhoogde fysieke vraag in een omgekeerde markt, leidde eind september en oktober tot een aanzienlijke marktrally. Dergelijke door aanbod gedreven rally's zijn vaak volatieler en heviger, waardoor veel marktdeelnemers verrast werden. Ondanks de heersende veronderstelling van sterke productieniveaus bleek de werkelijke output zwakker dan verwacht. Deze onverwachte daling in aanbod droeg bij aan een stijging van de palmolieprijzen, terwijl de premies tegenover concurrerende oliën en gasolie grotendeels buiten beschouwing bleven in de marktreactie. De marktprijzen schommelden rond USD 1 000 per ton CIF Rotterdam, voordat de rally ze opjoeg naar USD 1 100 per ton CIF Rotterdam, waarbij spotprijzen regelmatig deze drempel overschreden.

De markt voor palmpitolie ("Palm Kernel Oil" - PKO), die de fysieke status van de palmolie-oogst sneller weerspiegelt, ervoer onmiddellijk krapte. De sterke vraag naar laurische oliën en een robuuste premie voor kokosolie versterkten de stijging van de PKO-prijzen van USD 1 200 per ton CIF Rotterdam naar bijna USD 1 500 per ton CIF Rotterdam, waardoor de premie tegenover palmolie opliep tot USD 400 per ton. Het derde kwartaal was gunstig voor de bananenmarkt, met een sterke consumptie en een beperkt aanbod op de Europese markt. Hierdoor bleven de prijzen stabiel en ruim boven de trends van voorgaande jaren. Bij aanvang van het schooljaar en de bijhorende supermarktaanbiedingen nam de vraag toe. Dit ging gepaard met een seizoensgebonden toename van het aanbod, voornamelijk vanuit Colombia en, in mindere mate,

3. Vooruitzichten

Costa Rica.

3.1. Verwachte producties

Het vierde kwartaal levert meestal een hoger niveau van palmolieproductie op in Indonesië. De uitzonderlijk droge weersomstandigheden in het derde kwartaal van vorig jaar zullen naar verwachting echter nog steeds een tijdelijke impact hebben, hoewel de minerale bodems in Noord-Sumatra relatief goed presteren en het herstel in Bengkulu voortgaat.

In Papoea-Nieuw-Guinea blijft de productie de impact voelen van de vulkaanuitbarsting van 2023. Tot op heden is echter meer dan 3 000 hectare hersteld, en een toegenomen oogstherstel wordt verwacht begin 2025.

De daling met 6,0% in de totale jaarlijkse FFB-productie zal waarschijnlijk in het vierde kwartaal verder accumuleren. Een lichte verbetering van de output van OER, CPO en palmpitten ("Palm Kernels" – PK) wordt verwacht in de laatste maanden van het jaar, hoewel het onwaarschijnlijk lijkt dat de niveaus van vorig jaar worden bereikt. Het is vermeldenswaard dat vele sectorgenoten voor gelijkaardige uitdagingen staan, met een algemene daling van de palmolieproductie vergeleken met vorig jaar. De productie voor dit jaar zal mogelijk niet groeien zoals aanvankelijk voorspeld op basis van de gebruikelijke opbrengstpatronen van de huidige beplante hectare. Als gevolg hiervan zal 2024 waarschijnlijk een jaar met agronomisch lage productie voor de SIPEF-groep worden.

Wat betreft bananen, verwacht SIPEF een aanhoudende groei in productievolumes in de komende periode, met veelbelovende vooruitzichten voor kwaliteit en opbrengsten.

3.2. Toekomstige evolutie van de markten

De vooruitzichten voor palmolie voor de rest van 2024 blijven uitdagend. Naar verwachting zal de premie van palmolie ten opzichte van concurrerende oliën de vraag beperken en een marktcorrectie lijkt noodzakelijk, vooral omdat de uitbreiding van het Indonesische biodieselprogramma de palmolievoorraad blijft verminderen. De geopolitieke onzekerheid en de effecten daarvan op de olievoorraden kunnen de vraag naar palmolie verder beïnvloeden. De oplopende spanningen in het conflict tussen Rusland en Oekraïne hebben ook een invloed op de palmoliesector, aangezien de beperkte beschikbaarheid van olie leidt tot een stijgende prijsdruk en de handelsdynamiek verstoort.

Hoewel de Maleisische palmolie productie in de eerste acht maanden van 2024 beter presteerde dan in 2023, is deze trend nu aan het keren. De productie in Indonesië was het hele jaar door consequent lager, wat wijst op verminderde opbrengsten. De sterke fysieke vraag, aangejaagd door dalende voorraden in cruciale marktbestemmingen, zorgt voor een verkrapt aanbod.

Definitieve cijfers tonen aan dat de sojabonenopbrengst in de Verenigde Staten een recordhoogte bereikte, terwijl de opbrengsten van zonnebloemen en koolzaadgewassen uit Europa en Rusland afnamen. In Zuid-Amerika blijken de huidige beplantingsomstandigheden uitdagend en sommige gebieden hebben te maken met de ergste droogte in de geschiedenis. Hoewel het nog te vroeg is om verminderde opbrengsten te voorspellen, weerspiegelt de markt al enige risicopremies voor de olieproductie uit deze gewassen.

Begin oktober stelde de Europese Commissie voor om de invoering van de EU-ontbossingsverordening (EUDR), die op 30 december 2024 in werking zou treden, met één jaar uit te stellen. Hoewel veel stakeholders, waaronder SIPEF, zich al hebben voorbereid en blijven voorbereiden op de naleving hiervan, heeft deze vertraging, die nog in afwachting blijft van goedkeuring door het Europees Parlement en de Europese Raad, voor onzekerheid op de markt gezorgd betreffende de invoering van die regelgeving.

Samenvattend: ondanks de uitdagingen blijven de vooruitzichten voor de palmolieprijzen positief, hoewel de premie van palmolie tegenover andere olieproducten op de middellange termijn mogelijk niet aangehouden wordt. SIPEF blijft vertrouwen op een sterke palmoliemarkt in de toekomst.

Wat betreft bananen wordt momenteel een lichte prijserosie waargenomen, hoewel dit geen significante invloed op de jaarlijkse gemiddelden heeft. De groeiende consumptie van groenten en fruit, waaronder bananen, blijft toenemen, met ongeveer 5% extra jaarlijkse volumes die op de Europese markt worden gebracht. De schommelende globale productie, als gevolg van extreme weersomstandigheden en toenemend complexere logistiek, suggereert een goed commercieel venster voor het vierde kwartaal evenals een verdere versterking van de prijzen voor 2025.

3.3. Verwachte resultaten

In een voortdurend sterke palmoliemarkt met historisch aanhoudend hoge prijsniveaus, is SIPEF er tot nu toe in geslaagd om 82,0% van de gebudgetteerde palmolievolumes te verkopen tegen een gemiddelde prijs affabriek van USD 854 per ton, inclusief premies voor duurzaamheid en herkomst. In dezelfde periode vorig jaar had SIPEF 82,0% van de volumes gecontracteerd tegen ongeveer dezelfde gemiddelde prijs af-fabriek van USD 855 per ton.

Deze reeds in 2024 gerealiseerde verkopen komen overeen met 94,0% van de gebudgetteerde volumes voor Papoea-Nieuw-Guinea, naar beneden bijgesteld vanwege de effecten van de vulkaanuitbarsting, tegen een gemiddelde prijs af-fabriek van USD 959 per ton. 76,0% van de volumes voor de Indonesische operaties werd verkocht tegen een gemiddelde prijs af-fabriek van USD 786 per ton. In Indonesië blijven de lokale verkoopprijzen beïnvloed door een gecombineerde uitvoerbelasting en -heffing, die maandelijks wordt vastgesteld door de Indonesische overheid, momenteel op USD 119 per ton. Gezien de onzekerheid bij het bepalen van de referentieprijs voor palmolie, die de basis vormt voor de opgelegde uitvoerbelasting en heffing, worden de meeste beschikbare palmolievolumes in Indonesië maandelijks verhandeld.

Belangrijke inputfactoren die verband houden met de eenheidsproductiekosten van palmolie, zoals brandstofprijzen en transportkosten, waren in de eerste helft van het jaar licht gestegen vanwege de geopolitieke omstandigheden. Deze zijn in de tweede helft van het jaar echter weer gedaald. Aan de andere kant is de versterking van de USD sinds augustus 2024 gestopt en steeg de wisselkoers ten opzichte van de Indonesische Rupiah weer tot hetzelfde niveau als eind 2023. Dit heeft ook het positieve effect van de eerste acht maanden van 2024 op lokale kosten, zoals salarissen en lonen, uitgedrukt in USD, gestopt. De PGK van Papoea-Nieuw-Guinea blijft devalueren ten opzichte van de USD, wat een positief effect heeft op de kostprijs van onze activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea wanneer deze in USD worden uitgedrukt.

De Groep verwacht dat de toekomstige eenheidsproductiekosten zullen blijven dalen naarmate de volwassen aanplantingen in Zuid-Sumatra blijven groeien, wat zal resulteren in toenemende oogstvolumes.

Dankzij het voortzetten van het gebruikelijke marketingbeleid van vaste jaarlijkse contracten met gerenommeerde Europese klanten in 2024, is de Groep niet onderhevig aan de volatiliteit van de internationale bananenmarkten. Hierdoor kon Plantations J. Eglin het hele jaar door een stabiele bijdrage leveren aan de brutowinst.

Vanwege de impact van de vulkaanuitbarsting van 2023 op de productievolumes in Papoea-Nieuw-Guinea in 2024, evenals de negatieve effecten van de droogte die op de Indonesische plantages werd waargenomen, verwacht de Groep dat de uiteindelijke producties lager zullen zijn dan vorig jaar. Door de aanhoudend hoge palmolieprijzen die neigen naar de significante niveaus van 2023, echter gecompenseerd door dalende producties, kan SIPEF uitkijken naar solide resultaten in 2024. De Groep verwacht dat het uiteindelijke recurrente resultaat tussen USD 60 en 70 miljoen zal liggen.

Naast de eerder vermelde mogelijke prijseffecten van de palmoliemarkten, zal het uiteindelijke recurrente resultaat in grote mate afhangen van het behalen van de verwachte productie in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, het behoud van het huidige uitvoerbelasting- en heffingsbeleid in Indonesië en de verdere evolutie van de kostprijzen in het vierde kwartaal van 2024.

3.4. Kasstromen en expansie

De Groep blijft zich richten op investeringen in Zuid-Sumatra. In Musi Rawas omvatten deze programma's de verdere uitbreiding van beplante gebieden en nieuwe infrastructuur. In Dendymarker, waar de herbeplanting van meer dan 10 000 hectare is voltooid, blijft het doel de verbetering van de bestaande infrastructuur.

In Musi Rawas werden, tot eind september 2024, 18 945 hectare herbeplant met oliepalmen, in overeenstemming met de RSPO "New Planting Procedures". Hiervan zijn 14 495 hectare (76,5%) jonge volwassen bomen die een toenemende hoeveelheid vruchten produceren. Samen met de beplanting van 10 202 hectare in Dendymarker, bedroeg de totale vernieuwde en gecultiveerde oppervlakte in de business unit Zuid-Sumatra eind juni reeds 29 147 hectare, waarvan 22 284 hectare (76,4%) jonge volwassen bomen zijn. Ondertussen is de business unit Zuid-Sumatra verantwoordelijk voor bijna een kwart van de palmolieproductie van de SIPEF-groep in Indonesië.

De nieuwe palmolie-extractiefabriek op de Agro Muara Rupit-plantage in Musi Rawas, die in juni 2024 in gebruik werd genomen, bleef tijdens het derde kwartaal van 2024 operationeel. Deze fabriek heeft een huidige verwerkingscapaciteit van 45 ton per uur. Samen met de Dendymarker-fabriek, die een capaciteit van 60 ton per uur heeft, zal deze palmolie-extractiefabriek een efficiënte verwerking verzekeren van de volledige oogst, zowel van eigen plantages als van de lokale boeren in Zuid-Sumatra.

De Groep zal haar lopende uitbreidingsprogramma in Zuid-Sumatra voortzetten. Zij blijft eveneens investeren in het vernieuwen van materialen en het verhogen van de efficiëntie van haar palmolie-extractiefabrieken in de andere gebieden. Het gebruikelijke herbeplantingprogramma van 12 090 hectare oudere plantages in Sumatra, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d'Ivoire, zal ook verder worden uitgevoerd. Vooral de omvorming van rubberplantages in Noord-Sumatra en Bengkulu naar 2 951 hectare oliepalm in volle groei vereist veel aandacht.

De strategische investeringen in 'waardecreatie' zijn nauw verbonden met innovatie, vroegtijdige toepassing ("early adoption") van nieuwe technieken en operationele verbeteringen, met een specifieke focus op de productie van hoogwaardige olie met een laag vervuilingsgehalte. De eerste resultaten van de toepassing van deze innovatieve technieken zijn onmiskenbaar veelbelovend. Deze investeringsinitiatieven zullen tegen het einde van 2024 al meer dan USD 10 miljoen bedragen, en nieuwe initiatieven zullen in 2025 worden voortgezet.

In Côte d'Ivoire zal de uitbreiding van de nieuwe bananenplantage van Plantations J. Eglin in de laatste maanden van 2024 worden voltooid. Hierdoor zal de totale beplante oppervlakte 1 338 hectare bedragen tegen eind 2024, wat zal leiden tot een geleidelijke toename van de productie tot 60 000 ton tegen 2025.

De financiering van dit uitgebreide en gediversifieerde investeringsbudget van meer dan USD 100 miljoen zou binnen de gegenereerde operationele kasstroom voor het jaar moeten passen. Als gevolg hiervan wordt verwacht dat de Netto Financiële Schuldenpositie eind 2024 nauw zal aansluiten bij de goed beheerde positie per eind 2023.

4. Duurzaamheid

4.1. Plantations J. Eglin ondersteunt inspanningen van de sector tijdens evenement gericht op leefbare lonen en gedeelde verantwoordelijkheid

Plantations J. Eglin nam een sleutelrol in bij de ondersteuning van een belangrijk industrie-evenement dat in september 2024 in Abidjan werd gehouden, gericht op de bevordering van leefbare lonen en gedeelde verantwoordelijkheid in de Ivoriaanse bananensector. Het driedaagse evenement, georganiseerd door Afruibana, bracht vakbonden, bananenproducenten, detailhandelaren en overheidsvertegenwoordigers uit Côte d'Ivoire samen, alsook organisaties zoals de Comité de Liaison Entrepreneuriat-Agriculture-Développement (COLEAD), Banana Link, het World Banana Forum, de Confédération Générale des Entreprises de Côte d'Ivoire (CGECI) en de International Labour Organisation (ILO).

Als onderdeel van haar inzet voor positieve verandering, organiseerde Plantations J. Eglin een veldbezoek aan haar site in Azaguié, waar deelnemers de activiteiten van het bedrijf konden observeren, alsook haar sterke sociale initiatieven ter ondersteuning van de werknemers konden waarnemen. Tijdens het evenement vonden ook werksessies plaats waarin de uitdagingen en kansen werden besproken voor sectorbrede toezeggingen voor leefbare lonen en verbeterde gedeelde verantwoordelijkheid.

Het evenement werd afgesloten met de ondertekening van een "Joint Working Group Charter", waarmee de basis werd gelegd voor toekomstige onderhandelingen over een sectorbreed akkoord tussen werkgevers en werknemers. Bovendien werd een intentieverklaring gelanceerd dat de nood aan eerlijke prijzen, leefbare lonen en gedeelde verantwoordelijkheid benadrukte.

Met haar deelname onderlijnt de steun van Plantations J. Eglin voor een nauwere samenwerking in de bananentoeleveringsketen, van plantages tot detailhandelaren, om een ethische en duurzame toekomst voor de sector te bevorderen.

4.2. SIPEF lanceert traceerbaarheidstool voor toeleveringsketens ter versterking van haar inzet voor naleving van EUDR

SIPEF zal in oktober 2024 haar innovatieve traceerbaarheidstool voor toeleveringsketens lanceren. Daarmee versterkt het zijn inzet voor een volledig traceerbare toeleveringsketen en naleving van de EUontbossingsverordening (EUDR). De software, die in de vierde week van oktober operationeel zal zijn, zal SIPEF in staat stellen om een alomvattende traceerbaarheid te garanderen, vanaf de plantages of lokale boeren tot aan het eindproduct.

De geavanceerde tool biedt een reeks belangrijke functies, waaronder "end-to-end tracking" van producten vanaf hun oorsprong tot op hun bestemming, georuimtelijke kartering voor toezicht op inkoopgebieden en het voorkomen van ontbossing, en geautomatiseerde "compliance management" om certificeringsprocessen te stroomlijnen. Met de integratie van deze functies, zal SIPEF door de tool meer inzicht en controle verkrijgen over haar gehele toeleveringsketen.

De lancering van deze tool benadrukt de inzet van SIPEF voor duurzaamheid en verantwoord inkopen in lijn met de nieuwste EUDR-vereisten en garandeert de volledige naleving van de strenge regelgeving ruim vóór de geplande invoering ervan. Dit nieuwe systeem zal een cruciale rol spelen in een efficiënter beheer door SIPEF van haar toeleveringsbasis en het tegelijkertijd ondersteunen in de nakoming van haar ecologische en sociale verantwoordelijkheden.

Vertaling: dit persbericht is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.

Schoten, 17 oktober 2024

Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:

• * P. Meekers, gedelegeerd bestuurder (GSM +32 471 11 27 62)
• * B. Cambré, chief financial officer

Tel.: +32 3 641 97 00

investors@sipef.com www.sipef.com (rubriek "investors")

SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussels en is gespecialiseerd in de - als duurzaam gecertificeerde - productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten. Deze arbeidsintensieve activiteiten zijn geconcentreerd in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d'Ivoire en worden gekenmerkt door een brede stakeholderbetrokkenheid, die de lange termijn investeringen op duurzame wijze ondersteunt.