Earnings Release • Oct 22, 2020
Earnings Release
Open in ViewerOpens in native device viewer


| Groepsproducties | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2020 (in ton) | Eigen | Derden | Q3/20 | YoY% | Eigen | Derden | YTD Q3/20 | YoY% | |
| Palmolie | 72 011 | 12 648 | 84 659 | 4,76% | 202 905 | 44 122 | 247 027 | 5,34% | |
| Rubber | 1 170 | 192 | 1 362 | -7,47% | 3 957 | 451 | 4 408 | -8,85% | |
| Thee | 500 | 19 | 519 | 15,85% | 1 978 | 19 | 1 997 | 13,47% | |
| Bananen | 7 636 | 0 | 7 636 | 1,03% | 23 805 | 0 | 23 805 | -1,98% | |
| 2019 (in ton) | Eigen | Derden | Q3/19 | Eigen | Derden YTD Q3/19 | ||||
| Palmolie | 70 976 | 9 833 | 80 809 | 199 054 | 35 451 | 234 505 | |||
| Rubber | 1 233 | 239 | 1 472 | 4 301 | 535 | 4 836 | |||
| Thee | 448 | 0 | 448 | 1 760 | 0 | 1 760 | |||
| Bananen | 7 558 | 0 | 7 558 | 24 286 | 0 | 24 286 |
Het coronavirus heeft geen wezenlijke impact gehad op de producties van de Groep, ondanks de aanhoudende druk van het virus op de dagelijkse beleidsvoering van de plantages en fabrieken in alle landen en activiteiten waarin SIPEF aanwezig is.
De verwachte uitgestelde negatieve impact van de droogte van midden vorig jaar op de producties van het derde trimester van 2020, werd in de meeste plantages in Indonesië gemilderd door een zeer gelijkmatig neerslagpatroon. Dergelijk patroon bevordert immers de vegetatieve ontwikkeling van de palmen en ondersteunt de vruchtenproductie.
Zoals gewoonlijk, stegen in alle plantages de volumes van vruchten en olie in het derde kwartaal, ten opzichte van de twee vorige trimesters. Dat was echter niet het geval voor de oudere aanplanten in Agro Muko in Bengkulu, waar de impact van de droogte van midden vorig jaar nog het meest gevoeld werd.
In vergelijking met het derde kwartaal van vorig jaar bleven ten gevolge van die droogte ook de oogsten in de mature plantages in Noord-Sumatra ondermaats (-5,5%). De tijdelijke daling van de productievolumes van vruchten in Zuid-Sumatra ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar (-3,4%), was het rechtstreekse gevolg van het versneld herplanten van de oude aanplanten van Dendymarker. Immers de groeiende oogsten op de jonge plantages in Musi Rawas konden het productieniveau van de vervangen oude aanplanten nog niet evenaren.
In de mature plantages van UMW/TUM in Noord-Sumatra stegen opnieuw de producties in vergelijking met de vorige twee kwartalen en ten opzichte van het derde kwartaal vorig jaar (+11,1%). Dit is bemoedigend, temeer omdat twee jaar na elkaar de vruchtgewichten van deze plantages waren gedaald vanwege een onevenwicht in de bemesting.
Door de gelijkmatige en overvloedige neerslag in vergelijking met het tienjarig gemiddelde, zijn de olieextractiepercentages (OER) in de fabrieken in Sumatra over het algemeen iets lager dan vorig jaar. Een uitzondering hierop is de Dendymarker-fabriek in Zuid-Sumatra, waar de aanvoer van hoge kwaliteitsvruchten van Musi Rawas de weinig oliehoudende vruchten van de oude aanplanten van Dendymarker geleidelijk vervangen. Door de lagere extractiepercentages is de 3,4% groei van de eigen oogstvolumes van vruchten in
de eerste negen maanden van het jaar niet volledig terug te vinden in de geproduceerde olievolumes. Deze stegen met 1,8% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
In Hargy Oil Palms in Papoea-Nieuw-Guinea zijn de eigen productiearealen nog herstellende van de drie vulkaanuitbarstingen van vorig jaar. Ongeveer 3 000 hectaren produceren nog steeds aanzienlijk lagere volumes aan vruchten. In vergelijking met de catastrofale productievolumes van het derde kwartaal van vorig jaar noteert men nu wel een stijging van 48,4%. Het jaarvolume is echter nog 3,3% lager dan dit van de eerste negen maanden van 2019.
De omliggende boeren hebben, door de ligging van hun aanplanten, minder geleden van de asse-neerslag. Hierdoor konden ze zowel voor het derde kwartaal (+22,0%) als voor de volledige negen maanden (+16,2%) hogere vruchtenvolumes aanbieden voor verwerking in de drie fabrieken die de Groep daar heeft.
Dankzij het genormaliseerde weerspatroon in Papoea-Nieuw-Guinea kon de Groep opnieuw aansluiten bij de gunstige extractieratio's van 24,4% over de eerste negen maanden van het jaar, tegenover 23,0% vorig jaar. Hierdoor stijgt het geproduceerde olievolume met 11,3%, wat gevoelig meer is dan de aangroei van de aangevoerde vruchten (+4,7%).
De totale palmolieproductie van de Groep groeide met respectievelijk 4,8% en 5,3% tegenover het derde kwartaal en de eerste negen maanden van vorig jaar.
Het gunstige weerspatroon heeft ervoor gezorgd dat, procentueel, de eigen rubberproducties in Noord- en Zuid-Sumatra niet verder achteruitgingen in het derde trimester van 2020. Toch daalde de jaarproductie van de Groep over de eerste negen maanden met 8,9%. Dit is voornamelijk te wijten aan de Pestalotiopsis schimmel, die de rubberactiviteiten blijft verstoren in Zuidoost-Azië, en die dit jaar vooral de productie in de provincie Bengkulu heeft aangetast (-23,6%).
De theeproductie in Cibuni op het eiland Java, inclusief de recente aankopen van omliggende boeren, vertoonde zowel voor het derde kwartaal (+15,9%) als voor de eerste negen maanden van het jaar (+13,5%) een blijvende groei. Dit was te danken aan een gunstig neerslagpatroon, volledig in lijn met het tienjarig gemiddelde.
In Ivoorkust had de vertraging van het rijpingsproces in het tweede kwartaal, tot gevolg dat in het derde kwartaal het productievolume voor bananen met 1,0% steeg, tegenover dezelfde periode vorig jaar. Op jaarbasis blijft de productie echter nog 2,0% lager dan in de eerste negen maanden van vorig jaar. Deze vermindering is voornamelijk het gevolg van de geleidelijke afname van de eerste hoge rendementen van de meest recent aangeplante Azaguié 2-plantage, die nu op een normaal herplantingsritme komt.
| Gemiddelde marktprijzen | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In USD/ton | YTD Q3/20 | YTD Q3/19 | YTD Q4/19 | ||||||||
| Palmolie | CIF Rotterdam* | 666 | 530 | 566 | |||||||
| Rubber | RSS3 FOB Singapore** | 1 547 | 1 672 | 1 640 | |||||||
| Thee | Mombasa** | 2 017 | 2 211 | 2 226 | |||||||
| Bananen | CFR Europa*** | 643 | 662 | 662 | |||||||
Een goede export van palmolie overheerste het derde kwartaal, waarin de verbruikslanden de voorraden aanvulden na de coronavirus lockdown. De Maleisische palmolieproductie piekte in juni van dit jaar en bleef vrij vlak gedurende alle maanden van het derde kwartaal. Dankzij de goede export bleven de voorraden rond de 1,7 miljoen ton. De verhouding tussen voorraad en gebruik impliceerde dat er voor minder dan vier weken voorraden waren in de opslagtanks in Maleisië, wat leidde tot een omgekeerde prijsmarkt. Bovendien bleef de Indonesische productie onder het gebruikelijke opbrengstpatroon en kon deze geen verlichting brengen.
China bleef een sterke afnemer, niet alleen van palmolie, maar ook van landbouwgrondstoffen, met het oog op de herbevoorrading van het land na de lockdown, in een klimaat van sterk economisch herstel. Indië was ook een grote importeur, maar was meer gestuurd door de dagelijkse behoeften en sterk gedreven door het vooruitzicht op de komende feestdagen. In het algemeen was de vraag vanuit de meeste importerende landen erg goed.
Bovendien bleef de Indonesische binnenlandse consumptie sterk en bleven de biodieselvolumes om aan het B30-bijmengprogramma te voldoen op peil. Er is heel wat discussie over wie het verschil tussen palmolie en gasolie zal financieren om een dergelijke bijmenging te rechtvaardigen. De exportheffing werd al met 10% verhoogd, maar de regering lijkt vastbesloten om de bijmengdoelstelling op B30 te houden.
De sterke palmoliemarkt kon in belangrijke mate toegeschreven worden aan zonnebloemolie, waarvoor belangrijke opbrengstverlagingen leidden tot een zeer gespannen situatie. Enkele grote zonnebloemolieimporteurs zijn overgestapt naar andere oliën en palmolie heeft hiervan zeker geprofiteerd. Daarnaast werd ook de sojamarkt aangescherpt door de zeer sterke import door China. Latijns-Amerika is zo goed als uitverkocht en de wereld is nu afhankelijk van de beschikbaarheid van Amerikaanse sojabonen.
De palmolieprijs steeg sterk, van USD 585 per ton begin juli tot USD 770 per ton midden september, alvorens het kwartaal af te sluiten op USD 710 per ton.
De markt voor palmpitolie ("Palm Kernel Oil" - PKO) herstelde zich eveneens van de, door het coronavirus gestuurde, dieptepunten van het tweede trimester, maar zeker niet aan hetzelfde ritme als palmolie. De relatief hogere voorraden van pitten en palmpitolie bleven op de markt wegen. De PKO-prijs steeg van USD 650 per ton naar USD 750 per ton, maar bleef eerder gematigd.
De rubbermarkt ondervond geleidelijk aan wat meer vraag, voornamelijk van de herstellende Chinese autoindustrie na de coronavirus lockdown. Aanvankelijk werd de fysieke voorraad opgesoupeerd, maar toen de Thaise en Vietnamese productie door het slechte weer afnam, moesten de consumenten en handelaars fysieke rubber beginnen kopen. De meeste van hen werden verrast en deze tekorten zorgden voor wat pit bij de opleving.
De prijzen van Sicom RSS3 bleven stijgen van USD 1 380 per ton begin juli tot USD 1 820 per ton eind september. Het duurde echter tot september voordat het zich vertaalde in een zekere fysieke vraag.
De prijzen op de Mombasa-theeveiling, de benchmark van de onderneming, zijn tijdens het grootste deel van het derde kwartaal gestegen, maar daalden na hun piek tot 10% boven het niveau van het begin van het kwartaal. Op de Mombasa-veiling werd meer vraag ervaren doordat een lagere productie in Indië de vraag deed toenemen. In Kenia liet de oogst tot heden nog steeds een enorme stijging van 34,16% zien, waardoor de prijsrally wordt afgeremd.
De coronaviruscrisis blijft de normale import-/exporttrafieken van bananen verstoren. Mede door de verzwakkende USD tegenover de Euro, blijven de 'dollar'-productielanden meer volume naar Europa zenden dan voorheen gebruikelijk was. Het derde trimester is dan ook gekenmerkt door lagere marktprijzen voor kwaliteitsbananen in Europa.
Tot dusver heeft covid-19 geen belangrijke rechtstreekse negatieve financiële invloed gehad op de operationele activiteiten van de SIPEF-groep.
Alle productie-eenheden in de Groep zijn operationeel gebleven, zonder verlies van volumes of rendement per hectare. De negatieve effecten op de wereldmarkt voor grondstoffen (palmolie, rubber en thee) zijn voor de Groep voornamelijk beperkt gebleven tot een eerder gemelde plotse prijsdaling van palmolie, met een dieptepunt in de maand mei. Ondertussen heeft de prijs zich in het derde trimester mooi hersteld. Dit is ook het geval voor de marktprijzen van natuurlijke rubber.
Toch blijft het op humanitair vlak een hele uitdaging om de zeer talrijke personeelsleden en hun familieleden zo goed mogelijk tegen besmetting te beschermen. Per land werden interne maatregelen uitgevaardigd die vaak diepgaander zijn dan de door de lokale overheden opgelegde beperkingen. Enkel door niet-strikt noodzakelijke verplaatsingen te vermijden en dankzij interne quarantaineprocedures kunnen grootschalige besmettingen voorkomen worden.
Door de reisbeperkingen is er echter wel een verdere vertraging vastgesteld van een aantal industriële investeringsprojecten, zoals de uitbreiding van de Dendymarker-palmoliefabriek in Zuid-Sumatra, het opzetten van een 'biocoal'-fabriek voor pellets vanuit palmvezels in Noord-Sumatra en de verdere optimalisatie van industriële processen in de fabrieken van de SIPEF-groep. Al deze projecten zullen dus pas in 2021 verwezenlijkt worden.
In de verdere bespreking van de vooruitzichten zal geen rekening worden gehouden met mogelijk bijkomende maatregelen van de overheden om de verspreiding van covid-19 te beperken die vandaag nog niet bekend zijn.
De productievooruitzichten voor de palmolieproducties in Indonesië voor het vierde kwartaal zijn eerder gunstig.
Er wordt verwacht dat de uitgestelde effecten van de droogte van 2019, die vooral het derde trimester negatief beïnvloedden met lager dan verwachte trosgewichten, mogelijk zullen gecompenseerd worden door gunstige effecten van de "La Niña"-weerspatronen, die zorgen voor een hoger dan normale neerslag. Deze positieve invloed werd al vastgesteld in september en deze evolutie zou zich verderzetten in het vierde trimester.
Voor Hargy Oil Palms in Papoea-Nieuw-Guinea verwacht men de gebruikelijke stijgende producties in het vierde kwartaal. Deze zullen zeker ook hoger zijn dan die van dezelfde periode vorig jaar, toen de effecten van de vulkaanuitbarstingen prominent aanwezig waren. Het opnieuw in productie brengen van de aangetaste arealen verloopt geleidelijk en pas in 2022 zullen hun productiecijfers de volledige rendementen weer reflecteren.
Gelet op de tot 5,3% beperkte groei, tegenover dezelfde periode vorig jaar, over de eerste negen maanden, lijkt het, ondanks de relatief gunstige groeiverwachtingen voor het vierde kwartaal, weinig waarschijnlijk dat
de bij de aanvang van het jaar aangekondigde stijging van 10% van de jaarvolumes, zal gehaald worden. Anderzijds zou het groeicijfer voor het ganse jaar 2020 het gerapporteerde niveau van 5,3% wel overtreffen.
De Pestalotiopsis schimmel zal de rubberproducties voor de Groep in het vierde kwartaal verder beïnvloeden, terwijl de theeproductie, mits behoud van gunstige weersomstandigheden, zal blijven groeien tegenover vorig jaar. De bananenproducties zullen vermoedelijk op jaareinde het volume van 2019 sterk benaderen.
De palmoliemarkt heeft solide vraag- en aanbodvooruitzichten. De productie lag onder de gebruikelijke trend door een lagere bemesting in 2018 en 2019 en ook door een droogteperiode in 2019. Het huidige natte weer dat veroorzaakt wordt door "La Niña", zou vooral de opbrengsten in de loop van 2021 ten goede moeten komen. De voorraden bevinden zich echter op het laagste niveau sinds 2016 en de oogst is over zijn hoogtepunt heen. Het is onwaarschijnlijk dat de voorraden de komende zes maanden aanzienlijk zullen toenemen.
De uitvoer is fenomenaal geweest en zal naar verwachting solide blijven, aangezien de importerende landen zich nog steeds in een herbevoorradingsfase bevinden. Concurrerende plantaardige oliën bevinden zich ook in een gespannen omgeving, als gevolg van oogstproblemen voor zonnebloemolie, koolzaadolie en tevens ook een krappe sojamarkt. Het plantweer in Latijns-Amerika heeft te lijden gehad onder een droge periode en de kans dat de opbrengst hierdoor wordt beïnvloed is groot. De prijsstijging van soja in Brazilië, en in mindere mate Argentinië, zal er waarschijnlijk toe leiden dat er meer arealen worden aangeplant. De omvang van de gewasontwikkeling zal de komende maanden zorgvuldig moeten worden beoordeeld.
De twee belangrijkste kanttekeningen voor de palmoliemarkt zijn de impact van de tweede coronavirusgolf en de financiering van het B30-biodieselmandaat in Indonesië. Voorlopig lijkt het erop dat volledige lockdowns, zoals die in het tweede kwartaal, zullen worden vermeden. De Indonesische regering lijkt vastbesloten om het B30-programma te steunen, maar het is nog onduidelijk hoe het enorme prijsverschil tussen palmolie en gasolie zal worden gefinancierd. Tot nu sluit de uitvoering van het programma nauw aan bij het oorspronkelijke plan, maar het zou een ernstig prijseffect kunnen hebben als er geen oplossing komt voor de financiering.
Op basis van de huidige vooruitzichten wordt vol vertrouwen geanticipeerd op een robuuste prijsomgeving voor de rest van het jaar en voor 2021.
De rubbermarkt trok weer aan in de eerste weken van het vierde kwartaal als gevolg van productieproblemen en indekkingstekorten. Zolang de weersomstandigheden ten gevolge van "La Niña" aanhouden, is het waarschijnlijk dat de krappe productie de prijzen voldoende zal ondersteunen. Het economische effect van de coronaviruspandemie zou nog steeds een negatieve rol kunnen spelen zolang de auto-industrie niet heropleeft. Echter op basis van de huidige koopgolf van de Chinese industrie zou deze opleving snel kunnen gebeuren. Er wordt gehoopt op verdere prijsstabiliteit in de komende maanden, maar er kan niet worden voorbijgegaan aan het feit dat de productie slechts tijdelijk wordt beïnvloed.
"La Niña" wint aan kracht en resulteert meestal in minder dan normale regenval in Oost-Afrika. De theeproductie in Kenia zal hieraan waarschijnlijk worden blootgesteld, maar hoge voorraden zullen eerst moeten worden geabsorbeerd voordat er sprake kan zijn van een significant prijsherstel. Verwacht wordt, dat de prijzen in het vierde kwartaal matig zullen stijgen.
De gebruikelijke stijging van de bananenprijzen in Europa, bij de aanvang van de schoolactiviteiten in september, werd dit jaar verstoord door het grote aanbod van bananen vanuit de dollar-producerende landen (Ecuador, Costa Rica, …). Hierdoor bleven de markten ook in de maand oktober beneden het normale peil. Gelet op de blijvende effecten van de wereldwijde pandemie is het niet zeker dat de markten in het vierde kwartaal naar het gebruikelijke prijsniveau zullen evolueren.
Door het herstel van de marktprijzen in de laatste drie maanden, kon SIPEF tot op heden 94% van de verwachte palmolieproductie voor 2020 verkopen aan een gemiddelde prijs van USD 703 per ton CIF Rotterdam equivalent, premies voor duurzaamheid en herkomst inbegrepen.
Deze prijs is USD 132 per ton hoger dan de gemiddelde prijs van USD 571 per ton op hetzelfde tijdstip vorig jaar, toen 88% van de verwachte volumes verkocht was. SIPEF wenst de nog onverkochte volumes geleidelijk in de markt te plaatsen door in te spelen op de volatiliteit van de markttendensen. Gelet op de huidige prijsniveaus en de verwachtingen tot jaareinde, zal de verkoop van de resterende 6% van de jaarproductie het tot hiertoe bereikte marktgemiddelde van de verkopen licht versterken.
Door de aanhoudend lage ruwe olieprijzen, blijft er wel onduidelijkheid over de door de Indonesische overheid maandelijks geheven exporttaks/levy op de levering van palmolie. Thans bedraagt die taks al USD 58 per ton voor oktober (USD 55 in de maanden ervoor). Mogelijk zal zij nog aangepast worden voor de resterende twee maanden van het jaar.
Tot nu toe werd 94% van de verwachte gereduceerde productievolumes van rubber verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 1 570 per ton FOB. Deze prijs is USD 26 per ton (1,7%) hoger dan de gerealiseerde prijs van USD 1 544 per ton FOB op hetzelfde tijdstip vorig jaar. Voor de nog te verkopen beperkte volumes zal men nog gebruik kunnen maken van de aanmerkelijk hogere prijzen die nu in de markt kunnen onderhandeld worden.
De thee-activiteiten van de Groep worden momenteel geconfronteerd met een daling van de gemiddelde verkoopprijs met 15,5% tegenover dezelfde periode in 2019. Door de aangeboden hoge volumes in Mombasa zou de op heden gerealiseerde gemiddelde verkoopprijs van USD 1 960 per ton niet toenemen naar het jaareinde toe. De resultaatsbijdrage van Plantations J. Eglin zal verder stijgen, in lijn met de geëxporteerde volumes die aan vooraf vastgestelde jaarprijzen worden geleverd aan de Europese klanten.
Rekening houdend met de al gerealiseerde verkopen van palmolie en op basis van de recente marktomstandigheden, verwacht de Groep een terugkeer naar een winstpositie voor het jaar 2020. Het recurrente geconsolideerde resultaat na belastingen zou zich situeren tussen USD 10 en 15 miljoen. De substantiële stijging van de gerealiseerde palmolieverkoopsprijzen in vergelijking met 2019, zal niet integraal terug te vinden zijn in de verwachte winstpositie in 2020, omdat deze negatief beïnvloed door het tijdelijk effect van de vulkaanuitbarstingen in Papoea-Nieuw-Guinea, de negatieve bijdrage van de rubber- en thee-activiteiten en het hernemen van de Indonesische export taks/levy op palmolie.
Onder voorbehoud van de eerder aangehaalde potentiële effecten van covid-19 op de operationele activiteiten van de Groep en op de palmoliemarkt, zal het uiteindelijke recurrente resultaat in belangrijke mate worden bepaald door de verwachte productiegroei, het niveau van de marktprijzen voor het laatste kwartaal, het behoud van het huidige beleid voor exporttaks van palmolie in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen. Deze laatste wordt, ondanks verplichte verhogingen van de arbeiderslonen, gunstig beïnvloed door de lagere aardolieprijs en door de aanhoudend zwakke noteringen van de lokale munten van Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea tegenover de rapporteringsmunt USD.
De investeringsfocus blijft voor de Groep liggen op Zuid-Sumatra. Daar wordt gewerkt aan de uitbouw van de vier bestaande concessies waar sinds 2013 alle toelatingen voor bekomen zijn in Musi Rawas en aan de herplanting van de in 2017 aangekochte Dendymarker-plantages.
Door het uitblijven van de RSPO-goedkeuring voor aanplanting van de drie meest recente verworven concessies in Musi Rawas, werd besloten om bijkomende budgetten vrij te maken voor de herplanting van
Dendymarker. Zo werden tijdens de eerste negen maanden van het jaar 1 388 hectaren beplant, om het totaal op 4 210 herplante hectare te brengen.
In de voorbije negen maanden werden 813 hectare bijkomend gecompenseerd en 1 340 hectare additioneel voorbereid voor beplanting en beplant, wat neerkomt op een totaal van 13 543 gecultiveerde hectare. Dit stemt overeen met 78,7% van het totaal van 17 209 gecompenseerde hectare, waarvan, na correctie, voorlopig 2 355 hectare verworven werden voor aanplanting voor omliggende boeren en 14 854 hectare voor ontwikkeling van eigen palmarealen. Er zijn nu 6 855 hectare in productie en alle geoogste vruchten worden nog steeds verwerkt in de eigen extractiefabriek in Dendymarker. Deze fabriek wordt optimaal benut en heeft nood aan een uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van 20 naar 60 ton palmvruchten (FFB) per uur. Deze noodzakelijke uitbreiding wordt echter door de, met het coronavirus gerelateerde, reisbeperkende maatregelen vertraagd en de verwezenlijking ervan is voorzien in 2021. Naast de uitbreiding van de gecultiveerde hectaren in Musi Rawas en de herplanting in Dendymarker, wordt op beide locaties bijkomend geïnvesteerd in de uitbouw en verbetering van het interne wegennet en de woonkernen voor de arbeiders en het lokale management.
Ondanks de onzekerheden die covid-19 met zich meebrengt op korte termijn, blijft de Groep trouw aan zijn intentie om zo snel mogelijk de oude aanplanten van Dendymarker te hernieuwen en de concessies van Musi Rawas te ontwikkelen.
De eerder aangekondigde herstructurering van de rubberactiviteiten in Indonesië werd in de tweede jaarhelft al aangevat met een aantal maatregelen die toelaten de kosten te verlagen, de investeringen te beperken en, waar mogelijk, de toekomstige conversie van rubber naar oliepalm voor te bereiden. De timing van de uitvoering van deze conversie zal afhangen van de goedkeuringen die bekomen worden om een dergelijke bestemmingswijziging van de gronden uit te voeren.
Onder voorbehoud van de eerder aangehaalde vertragingen in de uitvoering van de investeringen in fabrieken en technische verwerkingsprocessen, heeft de SIPEF-groep tijdens de voorbije maanden geen belangrijke uitzonderlijke maatregelen moeten nemen om de liquiditeit en de solvabiliteit van de onderneming te ondersteunen tijdens de coronaviruscrisis. Gesteund door de opnieuw aangetrokken marktprijzen voor palmolie, verwacht de Groep dan ook niet dat ze het herplantings- en het uitbreidingsprogramma van de gecultiveerde hectaren in Zuid-Sumatra moet vertragen om een eventueel hogere schuldgraad te vermijden.
Vertaling: dit persbericht is verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.
Schoten, 22 oktober 2020
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met:
* F. Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder (GSM +32 478 92 92 82)
* J. Nelis, chief financial officer
Tel.: +32 3 641 97 00 Fax : +32 3 646 57 05
[email protected] www.sipef.com (rubriek "investors") SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussels en is gespecialiseerd in de - als duurzaam gecertificeerde - productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten. Deze arbeidsintensieve activiteiten zijn geconcentreerd in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust en worden gekenmerkt door een brede stakeholderbetrokkenheid, die de lange termijn investeringen op duurzame wijze ondersteunt.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.