Annual Report • Apr 29, 2025
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Inhoud Boodschap van de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder ........................... 12 SIPEF in één oogopslag ................................. 18 Hoogtepunten van 2024 ................................20 1. Bedrijfsverslag ........................................24 2. Duurzaamheidsverklaring ...........................86 3. Corporate Governance Verklaring ...................290 4. Financiële Staten ....................................340 5. Annexen .............................................418 Andere informatie over de Vennootschap ..............480 Woordenlijst ...........................................482 Verantwoordelijke personen ...........................490 Contributing to a better tomorrow... 3 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 by cultivating sustainable excellence, 4 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 5 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 bringing people together, 6 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 7 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 and nurturing communities. 8 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 9 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 SIPEF 10 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Doing well by doing good. 11 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Boodschap van de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder 12 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 2024 was voor SIPEF een jaar van zowel uitdagingen als vooruitgang, gekenmerkt door een sterke markt- dynamiek, operationele veerkracht en voortdurende investeringen in duurzame groei. Ondanks de eecten van klimaatverandering en geopolitieke onzekerheden wist de Groep met succes stabiele financiële prestaties te behouden en versterkte hij tegelijkertijd zijn positie als toonaangevende producent van hoogwaardige, traceerbare en ver- antwoorde landbouwproducten. Palmolie blijft essentieel voor het voeden van de groeiende wereldbevolking en om te voldoen aan de wereldwijde vraag in verschillende industrieën naar plantaardige oliën, dankzij de hoge opbrengst per hectare en eciënte verwerking. SIPEF blijft zich inzetten om op duurzame wijze aan deze vraag te voldoen door de eciëntie van landgebruik te verbeteren, te investeren in oliepalmsoorten van hoge kwaliteit en lokale palmboeren te integreren in een verantwoordelijke productieketen. Het hele jaar door bleven de financiële en operatio- nele prestaties solide, ondersteund door een sterke palmoliemarkt. De palmolieprijzen op de “Bursa Malaysia Derivatives Exchange” (MDEX) bedroegen gemiddeld USD906 per ton, een weerspiegeling van de wereldwijde aanbodbeperkingen en de gestage vraag. SIPEF realiseerde een gemiddelde verkoopprijs af-fabriek van USD867 per ton, een stijging met 4,4% tegenover 2023, met uiterst sterke prijzen in de tweede jaarhelft. SIPEF boekte een totale nettowinst (deel van de Groep, na belastingen) van KUSD65838 en bleef investeren in operationele verbeteringen en groei. Duurzaamheid bleef een topprioriteit, met een investering van KUSD86858 en een succes- volle verlaging van de netto financiële schuld tot KUSD18087. De palmolieactiviteiten van SIPEF hadden te kampen met een moeilijk begin van het jaar, vooral in Papoea-Nieuw-Guinea, waar de impact van de vulkaanuitbarsting van november 2023 de productie bleef beïnvloeden. Het team reageerde echter opmerkelijk veerkrachtig, werkte samen met de lokale overheid en voerde een uitgebreid rehabilitatieprogramma uit dat onder andere het snoeien en herstellen van 3500 hectare door as aangetast land omvatte. De productieniveaus in Papoea-Nieuw-Guinea zijn gestaag verbeterd en voor 2025 wordt verder herstel verwacht. Palmolie blijft essentieel voor het voeden van de groeiende wereldbevolking en om te voldoen aan de wereldwijde vraag in verschillende industrieën naar plantaardige oliën, dankzij de hoge opbrengst per hectare en efficiënte verwerking. 13 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Boodschap van de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder De bananenactiviteiten van de Groep kenden een verdere ontwikkeling met in totaal 580 hectare nieuw ontwikkelde plantages in Côte d’Ivoire. Dit droeg bij aan een opmerkelijke productiestijging van 24,6%. In Indonesië werd de productie beïnvloed door de cyclische impact van langdurige droge omstan- digheden in 2022 en 2023, wat leidde tot variabele rendementen op verschillende plantages. Ondanks die uitdagingen was er een stijgende trend in de palmolieproductie tegenover 2023, met een toename van 1,5%, gedreven door sterke prestaties in Zuid-Sumatra. De palmolieproductie van Zuid-Sumatra steeg in 2024 met 19,6%. SIPEF breidde haar beplante areaal uit tot 30052 hectare. Zuid-Sumatra neemt nu bijna een kwart van de totale Indonesische palmolieproductie van SIPEF voor zijn rekening. De ingebruikname van de Agro Muara Rupit palmolie-extractiefabriek in juni 2024, met een initiële verwerkingscapaciteit van 45 ton per uur, betekende een belangrijke mijlpaal in de versterking van de verwerkingsinfrastructuur. De herbeplanting van de palmplantages bleef een strategische prioriteit in Indonesië en Papoea- Nieuw-Guinea om de productiviteit op lange termijn te verzekeren. In Bengkulu maakte de rub- berplantage Sei Jerinjing de volledige omschakeling naar oliepalmplantage, waarbij 1298 hectare nieuw werd aangeplant. De bananenactiviteiten van de Groep kenden een verdere ontwikkeling met in totaal 580 hectare nieuw ontwikkelde plantages in Côte d’Ivoire. Dit droeg bij aan een opmerkelijke productiestijging van 24,6%. De succesvolle certificering van de bananenactiviteiten volgens de normen van “Rainforest Alliance” en Fairtrade versterkte het engagement van de Groep voor verantwoorde landbouwpraktijken. In 2024 versterkte SIPEF haar engagement voor verantwoorde landbouw door de manier te verbe - teren waarop ze haar leveringen uitvoert en impact controleert en communiceert. Met duurzaamheid stevig verankerd in haar activiteiten, verlegde ze de focus naar het versterken van de traceerbaarheid, het verbeteren van de productkwaliteit en het bevorderen van innovatie. De lancering van GeoSIPEF, een digitaal traceer- baarheidsplatform, betekende een belangrijke stap in de richting van volledige transparantie van de toeleveringsketen en naleving van de Ontbossingsverordening van de EU (“EU Deforestation Regulation” - EUDR). Ook de productkwaliteit ging vooruit: de eerste lading gewassen ruwe palmolie van Mukomuko voldeed aan de strenge specificaties voor minerale olie (MOSH/MOAH) en chloride - het resul- taat van voortdurende verbeteringen aan de palmolie-extractiefabriek. De innovatie-inspanningen werden voortgezet met de ontwikkeling van een bio-CNG-installatie (“Compressed Natural Gas” of gecomprimeerd aardgas) in de palmolie-extractiefabriek van Perlabian, als onderdeel van de emissiereduc- tiestrategie van SIPEF. Tegelijkertijd richtte de samenwerking met Verdant Bioscience Pte Ltd zich op veerkrachtige palmvariëteiten met een hoog rendement om de productiviteit op lange termijn te ondersteunen. 14 The connection to the world of sustainable tropical agriculture In 2024 versterkte SIPEF haar engagement voor verantwoorde landbouw door de manier te verbeteren waarop ze haar leveringen uitvoert en impact controleert en communiceert. 15 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Boodschap van de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder 16 The connection to the world of sustainable tropical agriculture In Papoea-Nieuw-Guinea ondersteunden beoor- delingen op landschapsniveau door de “High Conservation Value” en “High Carbon Stock Approach” (HCV-HCSA) de integratie van lokale boeren en de aanpassing van de regelgeving, terwijl de integratie van de plantage Citra Sawit Mandiri in de palmolie-extractiefabriek van Umbul Mas Wisesa de gecertificeerde volumes versterkte. Om transparantie te garanderen stemde SIPEF haar rapportering af op ESRS en CSRD, voerde ze een dubbele-materialiteitsbeoordeling uit en voerde ze voor het eerst externe “assurance” in. Die initiatieven belichamen SIPEF's jarenlange inzicht dat zakelijk goed bezig zijn en goed doen voor de samenleving, perfect te combineren zijn. Vooruitgang wordt niet alleen afgemeten aan de prestaties, maar ook aan het vermogen om zorg- vuldig te innoveren, consequent te handelen en diepgaand rekening te houden met de mensen en de omgeving die de activiteiten ondersteunen. Het is in dit evenwicht dat SIPEF haar doel - en haar kracht - blijft vinden. 2024 was bovenal het jaar van een belangrijke leiderschapsovergang. Na 45 jaar toegewijd leiderschap droeg François Van Hoydonck het management van de Groep over aan Petra Meekers. Onder leiding van Petra blijft het executieve comité gericht op continuïteit, de strategische pijlers en verantwoordelijke groei, volledig in het verlengde van de waarden die SIPEF definiëren. SIPEF gaat 2025 in met voorzichtig optimisme. Met het verwachte verdere herstel in Papoea- Nieuw-Guinea, de recent aangeplante arealen in Indonesië en Côte d’Ivoire die de mature staat bereiken en de voortdurende focus op kwaliteit, innovatie en traceerbaarheid, is SIPEF goed geplaatst om haar strategie uit te voeren en waarde te creëren voor haar aandeelhouders en belanghebbenden. SIPEF dankt oprecht alle medewerkers, partners en aandeelhouders. Hun toewijding en vertrouwen blijven de basis van het voortdurende succes van de Groep. Dankzij hun toewijding groeit SIPEF met een doel, innoveert ze met integriteit en hanteert ze de hoogste normen in duurzame agro-industrie. Samen blijven we vorm geven aan een toekomst van verantwoorde groei en blijvende waarde. Vooruitgang wordt niet alleen afgemeten aan de prestaties, maar ook aan het vermogen om zorgvuldig te innoveren, consequent te handelen en diepgaand rekening te houden met de mensen en de omgeving die de activiteiten ondersteunen. Het is in dit evenwicht dat SIPEF haar doel - en haar kracht - blijft vinden. 17 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Boodschap van de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder BELGIË EN LUXEMBURG KANTOREN 23 werknemers SINGAPORE KANTOREN 17 werknemers AFZET MARKTEN Europa Verenigd Koninkrijk Indonesië West-Afrika CÔTE D'IVOIRE BANANEN 1 257 ha 2 640 werknemers INDONESIË PALM 71 951 ha 16 856 werknemers (1) PAPOEA-NIEUW-GUINEA PALM 13 550 ha 4 668 werknemers WERELDWIJDE AANWEZIGHEID SIPEF in één oogopslag SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussel, gespecialiseerd in de productie van duurzame palmproducten en bananen. In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea produceert de Groep palmproducten, waaronder verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB), ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO), palmpitten (“Palm Kernels” - PK), en ruwe palm- pitolie (“Crude Palm Kernel Oil” - CPKO). De bananenactiviteiten van SIPEF zijn gevestigd in Côte d’Ivoire. De Groep bevindt zich in de laatste fase van het aouwen van zijn activiteiten in rubber, thee en horticultuur. In 2024 telde SIPEF 24204 werknemers in vijf landen over de hele wereld. De meerderheid is in dienst van of heeft een contract met de dochterondernemingen van de Groep in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire. SIPEF beheert in totaal 86757 hectare eigen productieareaal. In 2024 bedroeg de totale omzet KUSD443810. (1) Het cijfer omvat het totaal aantal werknemers in de thee-activiteiten (Indonesië). 18 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 5 Bananen- plantages 7 Verpakkingsstations voor bananen 7 Palmolie- extractiefabrieken 6 Oliepalm plantages 3 Palmolie- extractiefabrieken 2 Palmpitpletterijen (geïntegreerd in extractiefabrieken) 32 Oliepalm plantages INDONESIË PAPOEA NIEUWGUINEA MANNENCÔTE D’IVOIRE VROUWEN Palmolie Bananen HA 86 757 18 066 Mannen 6 138 Vrouwen Palmolie Ton 362 404 Bananen Ton 51 038 Totaal beplante oppervlakte KUSD 443 810 Totale omzet KUSD 65 838 Nettowinst na belastingen (deel van de Groep) BEPLANTE OPPERVLAKTE IN HECTARES INDONESIË PAPOEA NIEUW GUINEA CÔTE D’IVOIRE TOTAAL Oliepalmen 71951 13550 0 85500 Bananen 0 0 1257 1257 TOTAAL 71951 13550 1257 86757 WERKNEMERS PER LAND België 23 Indonesië 16856 Papoea-Nieuw-Guinea 4668 Côte d’Ivoire 2640 Singapore 17 TOTAAL 24204 19 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 SIPEF in één oogopslag Hoogtepunten van 2024 ACTIVITEITEN De palmolieproductie van SIPEF daalde in 2024 met 7,4% als gevolg van de vulkaanuitbarsting in Papoea-Nieuw-Guinea in november 2023. Daarnaast hadden de droge weersomstandigheden eind 2023 en een conjuncturele neergang een negatieve invloed op de oogsten in Indonesië. De wasinstallatie voor ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO) in de Mukomuko palmolie-extractiefabriek is nu operationeel en toont veelbelovende resultaten. 01 De productie van bananen in Côte d’Ivoire steeg met 24,6% ten opzichte van 2023. De nieuw ontwikkelde plantages van Lumen en Akoudié, die nu meer dan 508 hectare beslaan, bleven uitstekend presteren. 02 De activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea gaven in 2024 blijk van veerkracht en wisten de uitdagingen van de uitbarsting van Mount Ulawan in november 2023 het hoofd te bieden. De totale productie van verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) in het vierde kwartaal daalde met 30,1% in vergelijking met het jaar ervoor, en de productie van FFB van de eigen plantages van de Groep eindigde 22,5% lager. Deze resultaten komen overeen met de verwachtingen na het herstel. Alle palmolie-extractiefabrieken in Papoea- Nieuw-Guinea en Indonesië hebben kwaliteits- maatregelen genomen om het MOSH/MOAH- gehalte in palmolie laag te houden. 03 Het pilootproject in de Barema palmolie- extractiefabriek in Papoea-Nieuw-Guinea voor de scheiding van ‘virgin’ olie en ‘technische’ olie werd in 2024 stopgezet. Hoewel de olie van eerste persing positieve resultaten behaalde, werd de technische olie als te zuur beschouwd en was de interesse van de markt laag. Eind oktober 2024 lanceerde SIPEF haar innovatieve tool voor traceerbaarheid van de toeleveringsketen en versterkte daarmee haar inzet voor naleving van de EU Ontbossingsverordening (“EU Deforestation Regulation” - EUDR). 04 PT Citra Sawit Mandiri rondde haar eerste audit voor RSPO-certificering af, een prestatie die 1568 gecertificeerde hectare zal toevoegen aan het gecertificeerde leveranciersbestand van SIPEF. 01 02 03 04 +24,6% Bananen 20 The connection to the world of sustainable tropical agriculture INVESTERINGEN EN UITBREIDINGEN +28 ha Beplante oppervlakte in Côte d'Ivoire De Groep heeft in 2024 voor een totaal van KUSD86858 geïnvesteerd in de immateriële en materiële vaste activa. Die hadden betrekking op de gebruikelijke vervangingsinvesteringen in de bestaande ontwikkelingen, maar ook in nieuwe ontwikkelingen in Zuid-Sumatra en Côte d’Ivoire. De uitbreiding in Zuid-Sumatra, Indonesië (Dendymarker Indah Lestari niet inbegrepen), ging gestaag door, met al 19827 beplante hectare. De herbeplanting van de in 2017 verworven plantage Dendymarker Indah Lestari werd voltooid. Er werd 10225 hectare herbeplant. 01 De Agro Muara Rupit palmolie-extractiefabriek in Zuid-Sumatra werd voltooid, de zevende palmolie-extractiefabriek van SIPEF in Indonesië. De eerste ingebruikstelling vond plaats in april 2024. In haar eerste fase heeft deze palmolie-extractiefabriek een verwerkingscapaciteit van 45 ton FFB per uur. Andere investeringen in Zuid-Sumatra omvatten de verdere uitbreiding van beplante gebieden en bijbehorende infrastructuur, zoals huizen en wegen. 02 De uitbreiding van de met bananen beplante hectaren in Côte d’Ivoire ging door met nog- maals 28 hectare in 2024, wat het totaal van het beplante areaal eind 2024 op 1257 hectare bracht. 03 01 02 03 21 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Hoogtepunten van 2024 RESULTATEN In 2024 bleven de palmolieprijzen historisch gunstig, met een gemiddelde prijs van USD906 (MYR 4128) op de Maleisische Derivatenbeurs (“Malaysian Derivatives Exchange” - MDEX). Stabiele prijzen en een betere kostenbeheersing leverden opnieuw uitmuntende financiële prestaties op, vergelijkbaar met de resultaten van 2023. 01 De productiekosten per eenheid van palmolie bleven goed onder controle. De verdere daling in de kosten voor meststoffen en een positief effect van de sterke USD ten opzichte van de lokale valuta werden echter tenietgedaan door de lagere totale productie, wat leidde tot een licht hogere eenheidsverkoopprijs. De Netto Financiële Positie blijft beperkt tot KUSD -18087, na investeringen van KUSD86858, voornamelijk gerelateerd aan de voortgezette expansie in Zuid-Sumatra. Ter voorbereiding op de naleving van de Richtlijn duurzaamheidsrapportering door bedrijven (“Corporate Sustainability Reporting Directive” – CSRD) en de Europese normen voor duurzaamheidsrapportage (“European Sustainability Reporting Standards” – ESRS) voerde SIPEF in mei 2024 haar eerste dubbele- materialiteitsbeoordeling uit. Het Geïntegreerd Jaarverslag 2024 van de Groep bevat zijn eerste Duurzaamheidsverklaring in overeenstemming met de CSRD en ESRS, waarvoor met succes beperkte beoordelingszekerheid (“limited assurance”) werd uitgevoerd door een onaankelijke externe partij. 03 SIPEF publiceerde haar herziene klachtenbeleid op Groepsniveau en haar beleid inzake corruptie en omkopingsbestrijding, evenals herzieningen van haar beleid inzake Verantwoordelijk Plantagebeleid en Verantwoordelijk Inkoopbeleid. DUURZAAMHEID De raad van bestuur heeft beslist om aan de aandeelhoudersvergadering van 11 juni 2025 een bruto dividend voor te stellen van euro 2,00 per aandeel, betaalbaar vanaf 2 juli 2025. De recurrente nettowinst, deel van de Groep, na belastingen, bedroeg KUSD71913, tegenover KUSD72735 vorig jaar. Het totale nettoresultaat (deel van de Groep, na belastingen) bedroeg KUSD65838. De gewone winst per aandeel bedraagt USD6,33, tegenover USD6,99 per aandeel in 2023. 02 02 01 71 913 KUSD Recurrente nettowinst 03 22 The connection to the world of sustainable tropical agriculture In 2024 behaalde Plantations J. Eglin SA 100% Fairtrade-certificering voor alle bananenplantages van SIPEF in Côte d’Ivoire, inclusief de recent gecertificeerde sites Akoudié en Lumen. Alle bananenactiviteiten behielden ook hun certificering van “Rainforest Alliance” en GLOBALG.A.P. 01 Plantations J. Eglin SA droeg bij aan een betere sociale dialoog in de bananensector van Côte d’Ivoire door in Abidjan een groot evenement van de sector te ondersteunen dat streeft naar leefbare lonen en gedeelde verantwoordelijkheid. Voor SPOTT 2024 heeft SIPEF een score behaald van 88,8%, waarmee ze op de 14e plaats staat van 100 bedrijven, een lichte daling ten opzichte van 2023 (88,9%). Voor de CDP-openbaarmakingen van 2024 behield SIPEF score B (Management) voor Bossen en C (Awareness) voor Klimaatverandering. SIPEF beheerde in 2024 meer dan 15000 hectare natuurbehoudsgebieden. Tijdens hetverslagjaar werden geen ontbossingsincidenten geregistreerd in de eigen activiteiten van de Groep of in leveranciersgebieden. Er werden klimaat- en biodiversiteitsrisico- en opportuniteitsbeoordelingen afgerond ter ondersteuning van de transitieplanning voor klimaat en biodiversiteit van de Groep, en er werd gestart met rapportage over de Scope 3-uitstoot in het verlengde van de CSRD. De bouw van de eerste installatie voor biogecomprimeerd aardgas (“Bio-compressed Natural Gas" – bio-CNG) van de Groep bij de palmolie-extractiefabriek van Perlabian in Noord-Sumatra ging van start en er werden contracten getekend voor de ontwikkeling van soortgelijke faciliteiten in Dendymarker Indah Lestari en Agro Muara Rupit in Zuid-Sumatra. Deze inspanningen zullen de strategie van SIPEF om de broeikasgasuitstoot te verlagen verder helpen vooruitgaan. 02 Er werd een bijgewerkte versie gelanceerd van GeoSIPEF, een tool voor de traceerbaarheid van de toeleveringsketen die garant staat voor meer transparantie en een optimalere naleving van de EU-Ontbossingsverordening (“EU Deforestation Regulation” – EUDR). Nieuwe functies zijn onder andere een klantenportaal voor gegevens op verzendingsniveau en juridische documentatie. SIPEF lanceerde initiatieven om meer vrouwen een rol te geven in de plantages, waaronder opleidingen en de tewerkstelling van meer dan 50 vrouwen in snoei- en oogstfuncties die traditioneel door mannen worden uitgevoerd. In Papoea-Nieuw-Guinea werd een speciale afdeling voor maatschappelijke betrokkenheid opgezet om lokale bezorgdheden aan te pakken en de relaties met belanghebbenden te versterken. 100% FAIRTRADE 02 01 23 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Hoogtepunten van 2024 24 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 1. Bedrijfsverslag 25 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Missie en strategie van SIPEF Steunend op de ervaring die SIPEF heeft opgedaan in de loop van haar meer dan 100-jarige geschiedenis, produceert ze consequent hoogwaardige en volledig traceerbare palmproducten en bananen. De Groep streeft ernaar economische waarde te genereren voor zijn aandeelhouders en andere belang- hebbenden en tegelijkertijd op een milieuvriendelijke en maatschappelijk verantwoorde manier te opereren. Duurzaamheid vormt de kern van het bedrijfsmodel van SIPEF, en de Groep werkt hard om een positieve bijdrage te leveren aan de gemeenschappen en economieën waar hij actief is. Fundamenteel voor het bereiken van SIPEF's missie zijn de Richtlijnen en Evenwichtige Groeistrategie van de Groep. 26 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Missie en strategie van SIPEF EVENWICHTIGE GROEISTRATEGIE • Productie-eciëntie • Operationele uitmuntendheid • Hoogwaardige, duurzame, traceerbare, gecertificeerde producten • Innovatie en vroegtijdige toepassing • Milieubeheer • Respect voor werknemers en gemeenschappen • Verantwoord beheer van de toeleveringsketen • Goed zakelijk gedrag SIPEF produceert hoogwaardige, duurzame en traceerbare landbouwproducten, met de bedoeling te diversifiëren naar doelmarkten en een harmonieus evenwicht te bevorderen tussen natuur, mens en groei. RICHTLIJNEN MISSIE • Betrouwbaarheid en stabiliteit • Langetermijnplanning en -besluitvorming • Voortdurende verbetering • Duurzame economische groei • Behoud en herstel van het milieu • Ondersteuning van werknemers en gemeenschappen • Waardecreatie voor alle stakeholders 27 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag SIPEF’s management en werknemers, evenals alle contractpartijen, worden aangestuurd door een reeks Richtlijnen, die de handelswijze en de cultuur van de Groep vormgeven: RICHTLIJNEN 7. Waardecreatie voor alle stakeholders Waarde creëren voor al haar stakeholders, op eerlijke en verantwoorde wijze. 1.Betrouwbaarheid en stabiliteit Een betrouwbare en stabiele partner zijn voor al haar stakeholders. 4. Duurzame economische groei Economische waarde genereren voor haar aandeelhouders en andere stakeholders en daarbij een beheerst schuldniveau nastreven. 5. Behoud en herstel van het milieu De natuurlijke omgeving binnen het bedrijf behouden en waar mogelijk herstellen, via duurzame landbouw- praktijken en actief beheer van beschermde gebieden. 3. Voortdurende verbetering Voortdurend alle aspecten van haar activiteiten verbeteren, met de nadruk op kwaliteit, productiviteit en de beste praktijken op ecologisch, sociaal en governancegebied. 2. Langetermijn- planning en -besluitvorming Altijd plannen maken en beslissingen nemen op basis van haar langetermijnvisie. 6. Ondersteuning van werknemers en gemeenschappen Alle werknemers en lokale gemeenschappen met respect voor hun rechten behandelen en tegelijkertijd mogelijke verbeteringen van hun welzijn en ontwikkeling ondersteunen. 28 The connection to the world of sustainable tropical agriculture EVENWICHTIGE GROEISTRATEGIE De Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF is zo ontworpen dat de Groep zijn commerciële doelstellingen kan bereiken en tegelijkertijd natuurlijke ecosystemen kan behouden, eerlijke arbeidspraktijken kan toepassen, steun kan bieden aan lokale gemeenschappen op de plaatsen waar hij actief is en goed zakelijk gedrag kan nastreven. 29 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Productie-eciëntie Rekening houden met de beperkte beschik- baarheid van landbouwgrond en toch blijven voldoen aan de groeiende vraag van de markt is cruciaal voor het succes van SIPEF als bedrijf, nu en in de toekomst. De doelstellingen van SIPEF op het gebied van productie-eciëntie zijn: Het landgebruik in de productiegebieden optimaliseren en de productieprocessen verbeteren Inzetten op praktijken en oplossingen die focussen op het verbeteren van de gezondheid van de bodem en het verhogen van de opbrengst Zie pagina 47 voor meer details Milieubeheer Milieubeheer betekent voor SIPEF het minimaliseren en beheersen van alle directe en indirecte eecten van haar bedrijfsacti- viteiten op de natuurlijke omgeving en het klimaat. De doelstellingen van SIPEF op het gebied van milieubeheer zijn: Duurzaam landgebruik en behoud van biodiversiteit, inclusief geen ontbossing en geen nieuwe ontwikkelingen op veengrond (NDP) Minimalisering van de impact op natuurlijke hulpbronnen en het milieu Reductie van broeikasgasemissie (“Greenhouse gas” - GHG) en klimaatbestendigheid op lange termijn Zie pagina 118 voor meer details De acht aandachtsgebieden van de Evenwichtige Groeistrategie en de bijbehorende doelen worden hieronder beschreven. 30 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Operationele uitmuntendheid SIPEF zet zich in voor operationele uit- muntendheid en streeft er voortdurend naar de eciëntie van haar processen en de doeltreendheid van haar praktijken te verbeteren. De doelstellingen van SIPEF op het gebied van operationele uitmuntendheid zijn: Maximalisering van de kwantiteit en kwaliteit van de productie Optimalisering van input, processen en output door hergebruik van bijproducten, minimalisering van afval en gebruik van slimme landbouw en mechanisatie Bevorderen van een cultuur van voortdurende verbetering Zie pagina 49 voor meer details Respect voor werknemers en gemeenschappen De Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF is gebaseerd op het uitgangspunt dat groei niet mogelijk is zonder in de eerste plaats een verantwoordelijke werkgever en buur te zijn. De doelstellingen van SIPEF met betrekking tot respect voor werknemers en gemeen- schappen zijn: Mensen-, arbeids- en gemeenschapsrechten respecteren, in overeenstemming met lokale wetten en internationale regelgeving Bijdragen aan de behoeften van lokale gemeenschappen door werk, gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur te bieden Langetermijnrelaties bevorderen, gedeelde waarde creëren en het welzijn en de veerkracht van lokale gemeenschappen ondersteunen Zie pagina 158 en 231 voor meer details 31 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Hoogwaardige, duurzame, traceerbare en gecertificeerde producten Hoogwaardige, duurzame, traceerbare en gecertificeerde producten kunnen aan- bieden, is van doorslaggevend belang voor SIPEF om zich te onderscheiden van anderen en te diversifiëren naar doelmarkten. De doelstellingen van SIPEF voor hoog- waardige, duurzame, traceerbare, gecer- tificeerde producten zijn: De hoogste voedselveiligheids- en kwaliteitsnormen implementeren 100% traceerbaarheid voor alle producten handhaven Volledige nalevingvan toonaangevende duurzaamheidsnormen en certificeringen Zie pagina 50 en 242 voor meer details Verantwoord beheer van de toeleveringsketen SIPEF gelooft dat het op een verantwoorde manier creëren van waarde inhoudt dat ze haar leveranciers ondersteunt om deel uit te maken van haar duurzame toeleveringsketen. Alle leveranciers van de Groep zijn lokale oliepalmboeren, van wie de locaties bekend en in kaart gebracht zijn. De doelstellingen van SIPEF voor een verant- woord beheer van de toeleveringsketen zijn: Lokale boeren ondersteunen op hun pad naar een betere, duurzame en gecertificeerde productie Lokale boeren ondersteunen om hogere inkomens te verwerven en betere toegang te krijgen tot internationale markten Leveranciers screenen en monitoren om ervoor te zorgen dat SIPEF’s beleid wordt nageleefd Zie pagina 198 voor meer details 32 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Innovatie en vroegtijdige toepassing SIPEF erkent het immense potentieel van een vroege toepassing van innovaties voor het verbeteren van de productiviteit, kwaliteit en veerkracht van haar toekomstige gewassen. De doelstellingen van SIPEF voor innovatie en vroegtijdige toepassing zijn: Investeren in onderzoek en ontwikkeling (O&O) om vooruitgang mogelijk te maken naar duurzaam en optimaal landgebruik, eciënte productie, hoogwaardige producten, verbeterde bodemgezondheid en veerkrachtige gewassen Testen en toepassen van nieuwe principes en praktijken Flexibel en aanpasbaar blijven om strategische en marktverschuivingen te kunnen verwerken Zie pagina 56 voor meer details Goed zakelijk gedrag SIPEF draagt ethische bedrijfspraktijken hoog in het vaandel en is zich ervan bewust dat ze van cruciaal belang zijn om finan- ciële, reputatie-, en juridische risico’s te beperken. De doelstellingen van SIPEF voor goed zakelijk gedrag zijn: Een cultuur van ethisch gedrag bevorderen bij het management, het personeel en de contractanten Systemen en processen toepassen om ethisch gedrag te waarborgen Een robuust beleid, procedures en maatregelen handhaven om alle risico’s aan te pakken, ook op het gebied van omkoping en corruptie Zie pagina 262 voor meer details De interacties en verbanden tussen de vier aan- dachtsgebieden en doelstellingen van SIPEF op het gebied van duurzaamheid en haar vier aandachts- gebieden en doelstellingen op zakelijk vlak worden besproken op pagina 46-47 in het Bedrijfsverslag en pagina 90-93 in de Duurzaamheidsverklaring. 33 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag STRATEGIEBEHEER EN MANAGEMENTSTRUCTUUR Voor een gedetailleerde beschrijving van ’ - zie Corporate Governance Verklaring Voor een gedetailleerde beschrijving van ’ - zie Duurzaamheidsverslag Raad van bestuur van SIPEF De raad van bestuur van SIPEF heeft de eindverantwoordelijkheid voor het bepalen en opvolgen van de Evenwichtige Groeistrategie. Wereldwijde teams De uitvoering van de Evenwichtige Groeistrategie wordt op Groepsniveau gecoördineerd door de wereldwijde teams in België, Singapore en Luxemburg (“finance”, juridisch, marketing, IT, operationeel management, duurzaamheid en HR-strategie). Dit omvat het opvolgen en rapporteren van de voortgang. Regionale teams Regionale teams bij de dochterondernemingen van SIPEF zijn verantwoordelijk voor de operationele activiteiten. Dit omvat HR-aangelegenheden (voor werknemers en contractanten) en de uitvoering van de Evenwichtige Groeistrategie voor SIPEF's palmolieactiviteiten (in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea) en bananenactiviteiten (in Côte d’Ivoire). Executief comité van SIPEF De implementatie van de Evenwichtige Groeistrategie wordt geleid door het executief comité van SIPEF, dat de wereldwijde teams in België, Singapore en Luxemburg aanstuurt. Regionale executieve comités Er zijn regionale executieve comités bij de operationele activiteiten van SIPEF in Indonesië, Papoea-Nieuw- Guinea en Côte d’Ivoire. Deze comités houden toezicht op de lokale teams en hun operationele activiteiten en rapporteren rechtstreeks aan het executief comité van SIPEF. 34 The connection to the world of sustainable tropical agriculture SIPEF EXECUTIEF COMITÉ LUXEMBURG (Jabelmalux SA) BELGIË (SIPEF Head Oce) SINGAPORE (SIPEF Singapore Pte Ltd) (1) SIPEF heeft 14 dochterondernemingen in Indonesië. De governance, de communicatie en de rapportage aan het executief comité van SIPEF worden beheerd door het regionale executief comité van SIPEF’s belangrijkste en grootste dochteronderneming, PT Tolan Tiga Indonesië. Regionaal executief comité Regionaal executief comité Regionaal executief comité PAPOEANIEUW GUINEA (Hargy Oil Palms Ltd) CÔTE D'IVOIRE (Plantations J. Eglin SA) INDONESIË (PT Tolan Tiga Indonesië) (1) Management teams Comités van de raad van bestuur Wereldwijde teams Dochterondernemingen van de Groep RAAD VAN BESTUUR VAN SIPEF REMUNERATIE COMITÉ BENOEMINGS COMMITÉ AUDIT COMITÉ 35 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Overzicht van de activiteiten van SIPEF Palmolie SIPEF kweekt oliepalmen op meer dan 85500 hec- tare land in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. De plantages zijn verspreid over verschillende locaties. In Indonesië begon de Groep in 1920 met de teelt op de historische locaties van Tolan Tiga in Noord-Sumatra. Verder verwierf hij de plantages van Agro Muko, gelegen in de provincie Bengkulu. De plantages van de Umbul Mas Wisesa-groep in Noord-Sumatra werden voor het eerst beplant in 2007 en de oliepalmen bereikten het einde van hun eerste plantcyclus pas in 2024. SIPEF's laatste oliepalmontwikkeling is een nieu- were uitbreiding in de provincie Zuid-Sumatra, die zich nog grotendeels in een jonge mature fase bevindt. Als aanvulling op de eigen productie en om aan de marktvraag te voldoen, koopt de Groep ook aan bij lokale boeren die partner- producenten zijn en die werken op 6196 hectare in de buurt van de eigen plantages in Indonesië. In Indonesië worden de commerciële activiteiten van SIPEF beheerd door de dochteronderneming van de Groep, PT Tolan Tiga Indonesië. In Papoea-Nieuw-Guinea begon SIPEF in 1978 met de teelt van oliepalmen in de provincie West New Britain, een regio die bekendstaat om zijn vulka- nische bodems met een hoog rendement. De activiteiten van SIPEF in Papoea-Nieuw-Guinea worden beheerd door haar dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd. Verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) van oliepalmen worden in deze gebieden geteeld en geoogst voordat ze worden verwerkt tot ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO), palm- pitten (“Palm Kernels” - PK) en ruwe palmpitolie (“Crude Palm Kernel Oil” - CPKO). SIPEF bezit tien palmolie-extractiefabrieken: zeven op haar planta- ges in Indonesië en drie in Papoea-Nieuw-Guinea. CPO is SIPEF's belangrijkste product en vertegen- woordigt 98,2% van de brutowinst van de Groep. 100% van de CPO die in Papoea-Nieuw-Guinea wordt geproduceerd, wordt geëxporteerd naar Europa. Van de Indonesische pro- ductie wordt 7,6% geëx- porteerd voor verkoop aan Europese klanten, en de resterende 92,4% wordt verkocht aan lokale klanten. In 2024 waren de palmoliegerelateerde activiteiten van de Groep goed voor 89,3% van zijn totale omzet. 36 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Bananen SIPEF startte in 1985 met de teelt van de Cavendish- bananenvariëteit in Côte d’Ivoire. Tegen het einde van 2024 waren dit vijf met elkaar verbonden plantages geworden, die een oppervlakte van 1257 hectare beslaan in de zuidelijke Lagunes- regio van het land. De bananen van SIPEF worden geselecteerd en verpakt voor export in één van de zeven verpak- kingsstations van SIPEF, gelegen op haar plantages. Ongeveer 90% van de bananenproductie van de Groep wordt geëxpor- teerd voor verkoop in het Verenigd Koninkrijk en op de Europese markt, de rest wordt regionaal verkocht in West-Afrika. De activiteiten van SIPEF in Côte d’Ivoire worden beheerd door haar dochter- onderneming Plantations J. Eglin SA, één van de drie belangrijkste spelers in de bananenexportsector van het land. Rubber en thee SIPEF begon haar activiteiten in rubber en thee af te bouwen in 2021. Minder dan 1% van de omzet van de Groep in 2024 was aomstig van de rest- productie van deze gewassen. De uitfasering zal in 2025 voltooid zijn. Zie pagina 85 voor meer informatie over de uitfa- sering van rubber, thee en horticultuur. Verboden producten SIPEF produceert geen producten die op bepaalde markten verboden zijn, noch is ze actief in de sectoren fossiele brand- stoen, de productie van chemische stoen, contro- versiële wapens of de teelt en productie van tabak. De bananenteelt, de op één na grootste activiteit van de Groep, was in 2024 goed voor 9,6% van de totale omzet. 37 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag BEPLANTE OPPERVLAKTE PER ACTIVITEIT IN 2024 IN HECTARE INDONESIË PAPOEANIEUW GUINEA CÔTE D’IVOIRE TOTAAL % Oliepalmen 71951 13550 0 85500 98,6% Bananen 0 0 1257 1257 1,4% Totaal 71951 13550 1257 86756 100,0% % 82,9% 15,6% 1,4% 100,0% Tegen 2031 streeft SIPEF naar een totale jaarlijk- se productie van 600000 ton palmolie (inclusief lokale boeren) en 55000 ton bananen. Om dit doel te bereiken, richt SIPEF zich op de verbetering van de productie-eciëntie door landgebruik te optimaliseren, productieprocessen te verbeteren en bestaande oliepalmopbrengsten te vergroten. De Groep zal ook blijven zoeken naar investeringsop- portuniteiten door mogelijkheden te onderzoeken om nieuwe hectaren met oliepalmen te ontwikkelen in de nabijheid van zijn huidige activiteiten. Zo kan de Groep zijn productiecapaciteit en, indien nodig, zijn infrastructuur uitbreiden. Daarnaast zal SIPEF zich blijven inzetten om bestaande eigendoms- en concessierechten te behouden. Meer informatie over de operationele palm- en bananenactiviteiten van SIPEF en de resultaten voor 2024 vindt u op paginas 62-79. PRODUCTIE 2024 IN TON EIGEN DERDEN YTD Q4/24 Oliepalmen 301220 61185 362405 Bananen 51038 0 51038 Beplante oppervlakte en productiedoelstelling 38 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 39 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Duurzame financiële groei en gedeelde winst Producten 100% gecertificeerd voor duurzaamheid Toegang voor lokale boeren tot wereldmarkten Welzijn van de gemeenschap Duurzame financiering Landbouw- gronden van topklasse Stabiliteit qua personeels- bestand en leveranciers Focus op onderzoek en ontwikkeling Sterke klantrelaties De weg vrijmaken om hoogwaardige markten te betreden RESULTATEN STRATEGIE IMPLEMENTATIE Waardecreatie bij SIPEF Het model voor waardecreatie van SIPEF hieronder illustreert de belangrijkste inputs waarmee SIPEF haar Evenwichtige Groeistrategie kan implemen- teren en de resultaten van haar waardevoorstel kan realiseren om klanten in nichemarkten te bedienen die vragen om hoogwaardige, met laag contaminant gehalte, duurzaam gecertificeerde en volledig traceerbare producten. Hoogwaardige, traceerbare, gecertificeerde producten Respect voor werknemers en gemeenschappen Hoogwaardige, premium palmproducten met laag contaminant gehalte en bananen, die 100% duurzaamheidsgecertificeerd en volledig traceerbaar zijn. WA ARDE PROPOSITIE Operationele uitmuntendheid Verantwoord beheer van de toeleveringsketen Milieubeheer Productie-eciëntie Innovatie en vroegtijdige toepassing Goed zakelijk gedrag INPUTS MODEL VOOR WAARDECREATIE 40 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Duurzame financiële groei en gedeelde winst USD65,8 miljoen resultaat (deel van de Groep), of USD6,33 gewone winst per aandeel. Producten 100% gecertificeerd voor duurzaamheid Als belangrijke marktspeler in gecertificeerde ruwe palmolie en bananen legt SIPEF de lat hoger om een pionier te worden op het vlak van certificering en traceerbaarheid. Toegang voor lokale boeren tot wereldmarkten SIPEF levert grondstoen, beste beheerpraktijken en certificeringsondersteuning om toegang tot wereldwijde hoogwaardige markten mogelijk te maken voor lokale boeren die leverancier zijn in haar toeleveringsketen in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Welzijn van de gemeenschap SIPEF ondersteunt werknemers, hun gezinsleden en gemeenschappen door de ontwikkeling van infrastructuur en toegang tot gezondheidszorg en onderwijs in ontwikkelingsgebieden. De weg vrijmaken om hoogwaardige markten te betreden SIPEF is klaar om opkomende hoogwaardige, premium nichemarkten te veroveren en haar unieke aanbod waar te maken. De waardepropositie van SIPEF aangaande het bedienen van klanten in het topsegment in nichemarkten die vragen om kwalitatieve hoogwaardigheid, laag contaminant gehalte, voor duurzaamheid gecertificeerde en volledig traceerbare premium palmproducten en bananen, wordt gerealiseerd door de uitvoering van haar Evenwichtige Groeistrategie, en het behalen van de belangrijkste doelen en gerelateerde doelstellingen onder die strategie. De 8 daarmee samenhangende aandachtsgebieden van de Evenwichtige Groeistrategie zijn: • Productie-eciëntie • Operationele uitmuntendheid • Hoogwaardige, traceerbare, gecertificeerde producten • Innovatie en vroegtijdige toepassing • Milieubeheer • Respect voor werknemers en gemeenschappen • Verantwoord beheer van de toeleveringsketen • Goed zakelijk gedrag STRATEGIE IMPLEMENTATIERESULTATEN Duurzame financiering Beperkte financiële risico's door gecontroleerde schulden, waardoor SIPEF wordt beschermd tegen de gevolgen van marktvolatiliteit en externe factoren zoals natuurrampen. Landbouwgronden van topklasse Gronden in eigendom/erfpacht in geschikte geo- grafische gebieden met voortreelijke omstandig- heden voor de langetermijnteelt van tropische en landbouwproducten. Stabiliteit qua personeelsbestand en leveranciers Stabiele retentiepercentages van werknemers en lokale leveranciers door altijd te voldoen aan de certificeringseisen van RSPO, "Rainforest Alliance" en Fairtrade met betrekking tot arbeidsrechten en eerlijke lonen. Focus op onderzoek en ontwikkeling O&O-investeringen via SIPEF's joint venture Verdant Bioscience Pte Ltd om uit te blinken in de productie van veerkrachtige oliepalmen met een hoog rendement en het testen en opschalen van klimaatadaptatiemaatregelen met een focus op watereciëntie en bodemgezondheid. Sterke klantrelaties Belangrijke klanten die langdurige relaties en consistente contracten hebben met SIPEF voor de levering van duurzame palmproducten en bananen. INPUTS 41 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag SIPEF’S PALMOLIEWAARDEKETEN Als stroomopwaartse speler richten de kernactiviteiten van SIPEF zich op de teelt van oliepalmen, en op de oogst en de verwerking van verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” FFB) tot ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” CPO), palmpitten (“Palm Kernels” PK) en ruwe palmpitolie (“Crude Palm Kernel Oil” CPKO). De palmoliewaardeketen van SIPEF wordt hieronder weergegeven, met een verklarende tekst over de belangrijkste stroomopwaartse kenmerken en inputs, de activiteiten van SIPEF zelf en die van haar leveranciers, en de belangrijkste stroomafwaartse elementen. 1 Grondstoen en productiemiddelen zoals zaden, planten en meststoen worden geleverd door derden en door SIPEF's O&O-joint venture Verdant Bioscience Pte Ltd. SIPEF importeert en koopt lokaal productiemiddelen, zoals machines, uitrusting en gereedschap, en koopt logistieke en infrastructuurdiensten aan voor de oogst, het transport en de verwerking. Ze voorziet de lokale boeren die haar leveranciers zijn ook van de benodigde grondstoen en productiemiddelen. Andere belangrijke inputs zijn het leasen van land op lange termijn, het veiligstellen van nieuw land voor ontwikkeling en het afsluiten van contracten met lokale boeren als leveranciers. 2 Meer dan 24000 werknemers werken in de plantages en palmolie-extractiefabrieken van SIPEF in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Ze zijn verantwoordelijk voor het verbouwen, oogsten, transporteren en verwerken van CPO, PK en CPKO. 3 SIPEF koopt ook FFB van ongeveer 5540 lokale boeren die leverancier zijn en van wie de productiegebieden zich in de nabijheid van de plantages van de Groep bevinden. 4 In overeenstemming met de vereisten van de RSPO-certificering biedt SIPEF werknemers en hun gezin, vaak uit nabijgelegen gemeenschappen, sociale, economische, educatieve, gezondheids-, huisvestings- en schone energieondersteuning. 5 Oliepalmen worden gekweekt op de eigen plantages van SIPEF. Het ontkiemen van palmoliezaden gebeurt in een gecontroleerde omgeving en vervolgens worden ze overgezet naar polybags. In de kwekerij worden ze verzorgd tot ze groot genoeg zijn om in het veld geplant te worden, meestal na ongeveer een jaar. Een oliepalm produceert zijn eerste FFB meestal na ongeveer drie jaar. Hierna wordt hij als matuur en oogstklaar beschouwd. 6 De FFB worden geoogst en getransporteerd naar de palmolie-extractiefabrieken en pletterijen van SIPEF. 7 In de palmolie-extractiefabrieken worden de FFB gestript en gescheiden. De palmvruchten worden verwerkt tot pulp en geperst om CPO te extraheren. Palmpitten worden geplet om CPKO te extraheren. SIPEF PLANTAGES ORGANISCHE MESTSTOFFEN INPUTS PLANTAGES VAN LOKALE BOEREN SIPEF PALMOLIE EXTRACTIEFABRIEKEN INCL.PALMPITPLETTERIJEN AFVALSTOFFEN FABRIEKEN FFB SIPEF WERKNEMERS NEVENPRODUCTEN 1 3 5 2 6 9 Activiteiten van derden SIPEF activiteiten Bestemmingen SIPEF-producten 42 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 8 Afval en bijproducten van de palmolie- extractiefabrieken worden gebruikt om schone energie op te wekken voor alle palmolie-extractiefabrieken van SIPEF en de omliggende gemeenschappen. Op sommige plantages worden mesocarpvezels van palmnoten verbrand in ketels die verbonden zijn met stoomturbines die hernieuwbare energie opwekken. Op andere plantages wordt methaan afgevangen uit afvalwater van palmolie-extractiefabrieken (“Palm Oil Mill Euent” - POME) en gebruikt als brandstof voor een biogasgenerator om hernieuwbare elektriciteit te produceren. 9 Organisch afval en biomassa, zoals lege vruchtentrossen (“Empty Fruit Bunches”- EFB) en behandeld POME, worden als organische meststof over de velden gestrooid. 10 Sommige CPO wordt gewassen om onzuiverheden te verwijderen en de kwaliteit te verbeteren om zo een hoogwaardig product van voedselkwaliteit te produceren voor ranaderijen van klanten. Andere CPO wordt in ruwe vorm gelaten. 11 Als de CPO klaar is, wordt ze met tankwagens naar nabijgelegen havens vervoerd. In Indonesië verzamelen lokale pletters palmpitten (“Palm Kernels” - PK) bij palmolie- extractiefabrieken van SIPEF. 12 In Indonesië: CPO die in de zeven palmolie- extractiefabrieken van SIPEF wordt gewonnen, wordt opgehaald en door externe partners naar tankterminals vervoerd voor export naar Europa. De resterende CPO wordt per vrachtwagen over land vervoerd om door lokale ranaderijen te worden verwerkt. 13 In Papoea-Nieuw-Guinea: SIPEF beheert de volledige opslag- en transportketen van CPO en CPKO die wordt verwerkt in haar drie palmolie-extractiefabrieken. Honderd procent hiervan gaat in tankers voor export naar Europa. 14 SIPEF's belangrijkste klanten zijn ranaderijen in Europa en lokale pittenpletterijen. Ze verkopen de olie van SIPEF aan een netwerk van hoogwaardige voedings-, chemische en cosmetische niche-industrieën die kwaliteitsvolle CPO en CPKO nodig hebben om producten te maken voor Europese en Amerikaanse detailhandelaars. HERNIEUWBARE ENERGIE SIPEF PALMOLIE EXTRACTIEFABRIEKEN INCL.PALMPITPLETTERIJEN AFVALSTOFFEN FABRIEKEN SIPEF WERKNEMERS GEMEENSCHAPPEN KLANTEN RAFFINADERIJEN EN PALMPITPLETTERIJEN CPO, PK & CPKO NEVENPRODUCTEN OPSLAG/ TRANSPORT DISTRIBUTIE KANALEN KLEINHANDEL CONSUMENTEN 13 4 7 11 8 10 12 14 43 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag SIPEF’S BANANENWAARDEKETEN De activiteiten van SIPEF in de productie van bananen richten zich op de teelt, oogst en transport van trossen groene bananen. Vanuit de verpak- kingsstations worden de bananen van SIPEF verkocht aan rijpings- en distributiecentra in de consumptiemarkten. De bananenwaardeketen van SIPEF wordt hieronder weergegeven, met een verklarende tekst over de belangrijkste stroomopwaartse kenmerken, de operationele activiteiten van SIPEF zelf en die van haar leveranciers, en de belangrijkste stroom- afwaartse kenmerken. 1 Grondstoen, zoals in vitro bananenplanten en meststoen, worden geleverd door derden op drie continenten om de ziektetolerantie te verbeteren en het rendement te optimaliseren. Planten met hogere ziektetolerantie moeten minder vaak chemisch worden gesproeid. Productiemiddelen zoals machines, apparatuur en gereedschappen worden zowel lokaal aangekocht als geïmporteerd. Elektriciteit voor veldirrigatie en verpakkingsstations wordt afgenomen van het openbare elektriciteitsnet. Land voor de teelt is ofwel in het bezit van SIPEF of wordt verzekerd door huur op lange termijn van de overheid. 2 Meer dan 2000 werknemers staan in voor de teelt, oogst en transport van bananen op de vijf plantages van SIPEF in Côte d’Ivoire. Nog eens 400 werknemers werken in de zeven verpakkingsstations waar de bananen worden geselecteerd, verpakt en gepalletiseerd. 3 In overeenstemming met de certificerings- vereisten van Rainforest Alliance en Fairtrade biedt SIPEF werknemers en hun gezin, vaak uit nabijgelegen gemeenschappen, sociale, economische, educatieve, gezondheids-, huisvestings- en schone energieondersteuning. 4 Tijdens de eerste drie maanden van de teelt worden in-vitro planten van Cavendish- bananen gekweekt in SIPEF's kwekerijen, voordat ze worden geplant op de plantages. Na ongeveer negen maanden zijn de bananentrossen matuur. 5 Organisch veldafval en biomassa, zoals bananenstengels en lege trossen van de plantages en lege palmvruchtentrossen en cacaodoppen van lokale leveranciers, worden over de velden verspreid als organische meststof. 6 De groene bananentrossen worden geoogst, verzameld en per kabelbaan of tractor vervoerd naar een van de zeven verpakkingsstations van SIPEF. GEMEENSCHAPPEN SIPEF BANANEN PLANTAGES SIPEF BANANEN VERPAKKINGSSTATIONS TRANSPORT VAN GROENE BANANEN SIPEF WERKNEMERS 1 4 6 5 ORGANISCHE MESTSTOFFEN INPUT DOOR DERDEN AFVAL VAN HET VELD+ INPUTS 2 Activiteiten van derden SIPEF activiteiten Bestemmingen SIPEF-producten 44 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 7 In de verpakkingsstations worden de bananentrossen in handen verdeeld. Ze worden gewassen, geanalyseerd en gesorteerd op klantclassificatie. De kwaliteits- en traceerbaarheidsparameters worden gecontroleerd volgens de vereisten van de markt van bestemming en de specificaties van de klant. 8 Groene bananen worden verpakt en gepalletiseerd. Ongeveer 90% wordt klaargemaakt voor export vanuit de haven van Abidjan naar havens in het Verenigd Koninkrijk (VK), Europa en West-Afrika. De resterende pallets worden in koelwagens geladen voor transport over land naar buurlanden. Alle transportvoorbereidingen vinden plaats in de verpakkingsstations van SIPEF, waar ook de koudeketen begint. 9 Verpakkingsmateriaal van bananen- verpakkingsstations wordt hergebruikt of gerecycleerd. Lokaal aangekochte kartonnen dozen en paletten worden door klanten gerecycleerd op de plaats van bestemming. Voor sommige klanten in het VK worden herbruikbare IFCO-kratten gebruikt voor het verpakken en transporteren van de bananen. 10 In de haven van Abidjan worden de containers van SIPEF gecontroleerd en geladen op schepen van een van de twee belangrijkste partnerrederijen. Wanneer die schepen in de haven van bestemming aankomen, worden hun containers door de douane ingeklaard en gelost. 11 Ongeveer 60% van de groene bananen van SIPEF is bestemd voor rijpingsdepots in het VK, voordat ze worden verkocht aan de detailhandel. Ongeveer 30% van de bananen is bestemd voor de Europese markt, waar ze eerst naar opslagplaatsen gaan, voordat ze worden gedistribueerd naar rijpingsdepots en vervolgens naar de detailhandel. De resterende 10% van de bananen van SIPEF wordt verkocht op de West-Afrikaanse markt. GEMEENSCHAPPEN RETAILERS SUPERMARKTEN CONSUMENTEN SIPEF BANANEN VERPAKKINGSSTATIONS TRANSPORT VAN GROENE BANANEN SIPEF WERKNEMERS KLANTEN RIJPERIJEN EN DISTRIBUTEURS VERPAKTE EN GEPALLETISEERDE GROENE BANANEN CONTAINER/ TRANSPORT 9 7 8 DISTRIBUTIE NETWERK 11 RECYCLEERBAAR EN HERBRUIKBAAR VERPAKKINGSMATERIAAL HERBRUIKBARE IFCOKRATTEN AFVAL VAN HET VELD+ NEVENPRODUCTEN 10 3 45 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag De bedrijfsstrategie van SIPEF COMMERCIËLE PRIORITEITEN EN EVENWICHTIGE GROEISTRATEGIE De Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF bestaat uit vier aandachtsgebieden op zakelijk vlak en vier aandachtsgebieden op het gebied van duurzaamheid. Elk aandachtsgebied wordt ondersteund door een reeks doelen, benaderingen en doelstellingen. • Productie efficiëntie • Operationele uitmuntendheid • Hoogwaardige duurzame, traceerbare en gecertificeerde producten • Innovatie en vroegtijdige toepassing ("Early Adoption") ZAKELIJKE AANDACHTSGEBIEDEN DUURZAAMHEIDS AANDACHTSGEBIEDEN • Milieubeheer • Respect voor werknemers en gemeenschappen • Verantwoord beheer van de toeleveringsketen • Goed zakelijk gedrag De Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF heeft vier zakelijke aandachtsgebieden die haar commerciële activiteiten aandrijven De commerciële strategie van de Groep wordt geïmplementeerd door middel van langetermijn- investeringen, programma's en projecten die zich concentreren rond de vier aandachtsgebieden: pro- ductie-eciëntie; operationele uitmuntendheid; hoogwaardige, duurzame, traceerbare, gecerti- ficeerde producten en innovatie en vroegtijdige toepassing. Alle vier de aandachtsgebieden, en de bijbeho- rende bedrijfsdoelen, zijn sterk verbonden met en onderling gerelateerd aan de aandachtsgebieden en -doelstellingen voor duurzaamheid van SIPEF. Samen zorgen ze ervoor dat commerciële groei altijd in balans is met de goede bedrijfspraktijken en het engagement om plantages, activiteiten 46 The connection to the world of sustainable tropical agriculture en toeleveringsketens op verantwoorde wijze te beheren en tegelijkertijd bij te dragen aan de samen- leving en lokale economieën. De missie van de Groep om palmolieproducten en bananen te produceren van hoge kwaliteit, met een laag gehalte aan contaminanten, 100% gecertifi- ceerd voor duurzaamheid en volledig traceerbaar, is het sterkste voorbeeld om aan te tonen hoe SIPEF's aandachtsgebieden en doelstellingen op zakelijk gebied en voor wat betreft haar duurzaamheids- strategie sterk met elkaar verbonden en onderling aankelijk zijn. Andere belangrijke integratiege- bieden zijn groei met de consequente toepassing van strenge sociale en milieueisen voor nieuwe ontwikkelingen en leveranciers; het implementeren van de beste managementpraktijken en aandacht voor mensenrechten bij het doorvoeren van opera- tionele verbeteringen voor meer eciëntie; en het zorgen voor eerlijke werkgelegenheid en sociale ontwikkelingskansen in de landelijke gebieden waar SIPEF actief is bij het toepassen van nieuwe innovatieve manieren van werken. De volledige reeks duurzaamheids- en bedrijfs- doelstellingen is beschikbaar onder “Evenwichtige Groeistrategie”. IMPLEMENTATIE BEDRIJFSSTRATEGIE Productie-efficiëntie Oliepalmen en bananenplanten zijn van nature zeer productieve gewassen, maar de opbrengst en eciëntie kunnen aanzienlijk worden verbeterd door het optimaliseren van het landgebruik en de productieprocessen. Daarom is productie-eciëntie een belangrijk strategisch aandachtsgebied voor SIPEF. De Groep legt zich toe op het implementeren van de beste beheerpraktijken om de vruchtbaarheid van de bodem te verbeteren, de productie-inputs te optimaliseren en de productkwaliteit en het ren - dement per beplante hectare verder te vergroten. Ook investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O) en in innovatieve oplossingen ondersteunen de doelstellingen van de Groep op het gebied van productie-efficiëntie. SIPEF blijft ook zoeken naar nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden in “brownfield”-gebieden, in overeenstemming met haar beleid inzake geen ontbossing en geen nieuwe beplanting op veengrond (“No Deforestation and no new planting on Peat” - NDP). In 2024 bleef SIPEF ook investeren in nieuwe machines en bestaande machines renoveren om de productie eciënter te maken in haar palmolie- extractiefabrieken. Dit omvatte drie ketels, gebruikt om hernieuwbare energie op te wekken. De reno- vaties verminderen olieverliezen door proceseci- entie en verlagen tegelijkertijd de uitstoot. Verdere upgrades van de ketels, waaronder de installatie van wasfaciliteiten voor CPO en biogas-/methaanop- vanginstallaties, zijn gepland voor 2025. DOELSTELLINGEN VOOR PRODUCTIEEFFICIËNTIE: Het optimaliseren van het landgebruik in de productiegebieden. Het verbeteren van de productieprocessen. Het inzetten op praktijken en oplossingen die focussen op het verbeteren van de bodemgezondheid en het verhogen van het rendement. 47 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag De gezondheid van de bodem verbeteren om de productie- eciëntie te verhogen SIPEF investeert in talrijke initiatieven en activiteiten om de bodemgezondheid in al haar activiteiten te verbeteren. Dit omvat landbouwpraktijken en opti- maal gebruik van organisch materiaal om koolstof in de bodem vast te leggen en de bodemstructuur te verbeteren. Een gezondere bodem vereist minder anorganische meststoen, waardoor SIPEF zowel de uitstoot van broeikasgassen als kosten kan verlagen. Investeren in bodemgezondheid verbetert niet alleen de productie, maar leidt ook tot minder impact op het klimaat en een betere klimaat- bestendigheid, naast een hogere zakelijke veer- kracht. De productie van oliepalmen is aankelijk van het gebruik van meststoen en andere inputs die in veel gebieden in de wereld worden geprodu- ceerd. Verstoringen in de toeleveringsketen als gevolg van geopolitieke gebeurtenissen kunnen een grote invloed hebben op de prijs of beschikbaarheid van deze grondstoen. Al deze initiatieven om de bodemgezondheid te verbeteren, dragen bij tot een verminderde aankelijkheid van extern betrokken inputs, wat de veerkracht tegenover externe invloeden vergroot. Oliepalmen, die een hoge opbrengst hebben, zijn een deel van de oplossing voor landschaarste Palmolie speelt een cruciale rol in het aangaan van de onderling verbonden uitdagingen van landschaarste en de groeiende wereldwijde vraag naar plantaardige oliën. Terwijl de wereldbevolking blijft toenemen, neemt de hoeveelheid beschikbare landbouwgrond af als gevolg van concurrentie op het gebied van landgebruik, door de mens veroor- zaakte bodemaantasting door erosie en vervuiling en de stijgende wereldwijde vraag naar voedsel. De komende decennia zal dit eect nog groter worden door de risico's in verband met klimaatverandering. Oliepalmen zijn zeer productief, met een rendement per hectare twee tot acht keer hoger dan dat van andere plantaardige oliegewassen. 1 Wereldwijd voorziet palmolie in 40% van de vraag naar plant - aardige olie op iets minder dan 6% van het land dat wordt gebruikt voor de productie van alle plant- aardige oliën. 2 Ze heeft ook de laagste behoefte aan meststoen, pesticiden en brandstof per ton productie. Dit maakt palmolie een belangrijk onderdeel van de oplossing voor het probleem van landschaarste. (1) Bron: www.wur.nl/en/newsarticle/New-light-on-the-sustainability-of-palm-oil.htm (2) Bron: www.wwf.org.uk/updates/8-things-know-about-palm-oil 48 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Operationele uitmuntendheid SIPEF streeft operationele uitmuntendheid na en verbindt zich ertoe haar processen en praktijken voortdurend te verbeteren. Op elk niveau wordt alles in het werk gesteld om de bedrijfsstrategie eciënter en eectiever uit te voeren, met minder operationele risico's, lagere bedrijfskosten en hogere inkomsten. Dat betekent het maximaliseren van de waarde van de activiteiten en output van de Groep - zowel wat kwantiteit als kwaliteit van de producten betreft - om te voldoen aan de vraag van de klant. Ook de nieuwe of toegevoegde waarde die kan worden gegenereerd voor de bijproducten van haar productieprocessen is echter belangrijk. In 2024 werd een afdeling voor voortdurende verbetering opgericht, met als doel alle activiteiten aangaande palmolie eciënter en eectiever te maken. Het mandaat van deze afdeling is het creëren van een cultuur waarin het management en de werknemers worden betrokken bij de bedrijfsresul- taten en in staat worden gesteld om veranderingen door te voeren binnen alle bedrijfsprocessen en -praktijken in verband met palmolie. De focus voor deze afdeling lag in 2024 op het verbeteren van gegevensbeheer en -analyse, het in kaart brengen van praktijken en het identificeren van mogelijk- heden voor verbetering. Deze afdeling zorgt er ook voor dat succesverhalen en lessen worden meegenomen en toegepast in alle bedrijfsonderdelen. Dit geldt voor het hele bedrijf vanaf de basis en omvat het opzetten van discussie- groepen onder werknemers op de plantages. DOELSTELLINGEN VOOR OPERATIONELE UITMUNTENDHEID: Maximalisering van de kwantiteit en kwaliteit van de productie. Optimalisering van inputs, processen en output door hergebruik van bijproducten, minimalisering van afval en gebruik van slimme landbouw en mechanisatie. Bevordering van een cultuur van voortdurende verbetering. 49 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Slimme landbouw: mechanisatie van oogstprocessen Een aandachtsgebied in 2024 dat zal worden voortgezet in 2025 en ook later nog, is investeren in de juiste technologie om oogstprocessen te mechaniseren en de efficiëntie te verhogen. Er worden bijvoorbeeld GPS-trackers op vrachtwa- gens geïnstalleerd om de logistiek binnen en tussen locaties te optimaliseren, wat de tijdsinvestering van het personeel en de brandstofkosten doet dalen. Er worden nieuwe kranen geïntroduceerd waarmee meerdere vrachtwagens kunnen wor- den geladen, wat de dubbele behandeling in het veld vermindert en de kwaliteit van de vruchten verbetert. Het verbeteren van de oogsteciëntie en het introduceren van verdere mechanisatie is belangrijk gezien de toenemende uitdagingen bij het werven van werknemers in zowel Indonesië als Papoea-Nieuw-Guinea. Om mensen aan te moedi- gen voor de sector te kiezen, richt SIPEF zich ook op verbeteringen die werknemers ondersteunen bij het vervullen van hun functie. In verschillende gebie- den vond er bijvoorbeeld een verschuiving plaats van handmatige naar elektrische kruiwagens die intern aangepast werden om de situatie af te stellen op wat het best werkt voor SIPEF-medewerkers. Plantages gebruiken bij het oogsten ook stokken van koolstofvezel die lichter en wendbaarder zijn dan traditionele stokken. Deze activiteiten passen binnen het streven naar hogere eciëntie bij het oogsten en transporteren van FFB, om uiteindelijk zowel het rendement als de kwaliteit te verbeteren. Hoogwaardige, duurzame, traceerbare, gecertificeerde producten SIPEF zet zich in voor de productie van duurzame, traceerbare en gecertificeerde palmolie en bananen van hoge kwaliteit. Dit draagt bij aan de missie van de Groep om een harmonieus evenwicht te bevor- deren tussen natuur, mensen en groei, terwijl het de Groep ook onderscheidt van andere spelers op de markt en een concurrentievoordeel oplevert. Hoogwaardige producten met laag contaminant gehalte Het streven van SIPEF naar hoge kwaliteit begint al bij de eerste productiestadia en strekt zich uit over de volledige toeleveringsketen. Dit is een belangrijk engagement dat SIPEF onderscheidt van haar concurrenten en tegelijk tegemoetkomt aan de groeiende vraag naar hoogwaardige, premium producten. Voor zijn palmolieactiviteiten heeft de Groep uit- gebreide kwaliteitsgarantieprotocollen opgesteld en voert hij regelmatig inspecties en testen uit om te garanderen dat zijn palmolie voldoet aan de strengste normen voor voedselveiligheid binnen de sector. DE DOELSTELLINGEN VOOR DIT AANDACHTSGEBIED ZIJN: De hoogste voedselveiligheids- en kwaliteitsnormen implementeren. 100% traceerbaarheid voor alle producten handhaven. Volledige naleving van toonaangevende duurzaamheidsnormen en certificeringen. 50 The connection to the world of sustainable tropical agriculture SIPEF streeft naar een sterke beperking van verontreiniging met onder meer minerale olie verzadigde koolwaterstoffen (“Mineral Oil Saturated Hydrocarbons” - MOSH), aromatische koolwaterstoen uit minerale oliën (“Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons” - MOAH), en chloride (de voorloper die kan leiden tot een hogere formatie van 3-monochloorpropaan-1,2-diol (3-MCPD) en Glycidylesters (“Glycidyl Esters” - GE) in het ra- nageproces). Die verontreinigende stoen kunnen leiden tot gezondheidsproblemen als ze in grote hoeveelheden worden geconsumeerd. Door een leidende rol te spelen in het aanzienlijk beperken van deze contaminanten, is SIPEF goed geplaatst om te reageren op de groeiende bezorgd- heid in consumentenlanden over additieven en specifieke verontreinigingen in plantaardige oliën, naast de vereisten van de Europese regelgeving voor voedselveiligheid. In de loop van 2023 - 2024 werd met succes een reeks specifieke programma's geïmplementeerd, gericht op de productie van ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” – CPO) met een laag contaminantgehalte en daardoor op het ontsluiten van nieuwe kansen in de toeleveringsketen op hoogwaardige markten. Preventie van 3-MCPD-vorming door het wassen van CPO Het wassen van CPO is een eectieve manier om chloride te elimineren en een beter product te garanderen. In 2024 werd een pilootinstallatie voor het was- sen van CPO geïnstalleerd in een van SIPEF's palmolie-extractiefabrieken in Indonesië. Er werden standaard werkprocedures geïmplemen- teerd en interne testmogelijkheden en protocollen ontwikkeld. De eerste partij gewassen CPO werd afgeleverd met veelbelovende resultaten, waardoor SIPEF een leidende positie inneemt in de productie van CPO met aanzienlijk lagere chloridegehaltes dan aanbevolen door de Europese normen voor voedselveiligheid. In 2025 zal SIPEF blijven investeren in de ont- wikkeling van haar ultramoderne wascapaciteit van CPO om tegemoet te komen aan de vraag van klanten naar CPO met aanzienlijk lagere chlori- degehalten dan wat momenteel beschikbaar is op de markt. SIPEF is dus in staat om, vóór haar concurrenten, te reageren op de verzoeken van haar klanten en neemt het voortouw om de lat hoger te leggen en nieuwe normen te stellen voor de productie van schonere, zuiverdere en hoogwaardige CPO. 51 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Strenge veiligheidscontroles in SIPEF's bananenwaardeketen Er worden effectieve procedures en controles gebruikt om de kwaliteit en voedselveiligheid van de bananenproductie van de Groep te handhaven. Voor het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie (EU), de markten van bestemming van SIPEF, gelden strenge maximumresidugehalten (”Maximum Residue Levels” - MRL). Om een consistente naleving van deze voorschrif- ten te garanderen en de hoge GLOBALG.A.P.- certificeringsnormen te handhaven, worden er het hele jaar door beoordelingen uitgevoerd op alle boerderijen van Plantations J. Eglin SA (Plantations J. Eglin). Deze testen zorgen ervoor dat de traceer- baarheidsprotocollen en -processen van SIPEF gereed en eectief zijn in het onwaarschijnlijke geval van een voedselveiligheidsincident. Als er een risico of incident wordt geïdentificeerd of gerapporteerd, kan met het traceerbaarheids- systeem van SIPEF de getroen banaan volledig worden getraceerd tot aan het veld van oorsprong, inclusief oogstgegevens, toegepaste behandelingen, betrokken personeel en processen in verpakkings- stations en tijdens het transport. Meer informatie over SIPEF's benadering van de gezondheid en veiligheid van klanten en eindge- bruikers, waaronder de initiatieven voor 2024, is beschikbaar in ‘S4: Consumenten en eindgebrui- kers’ in de Duurzaamheidsverklaring. Controle en reductie van MOSH en MOAH MOSH en MOAH kunnen in verschillende stadia van de voedselproductie in palmolie terechtkomen, waaronder teelt, verwerking, opslag of transport. In 2023 werd een strategie voor de volledige Groep gelanceerd, ondersteund door aanzienlijke inves- teringen in hulpbronnen, machines en apparatuur. Onder ‘Engineering 2.0’ werd in 2023 de overgang gemaakt naar H1 voedselveilige smeermiddelen voor alle palmolie-extractiefabrieken. In de loop van 2024 ging de Groep verder met het vernieuwen, upgraden, onderhouden of vervangen van alle machines en persen in zijn palmolie-extractie - fabrieken. Er werden nieuwe technische controles en procedures ontwikkeld en de noodzakelijke wijzigingen op het gebied van management en cultuur werden geïmplementeerd. In alle activiteiten van SIPEF verkleinen ultramoderne processen, machines en faciliteiten nu aanzienlijk het risico op smeerlekkage. In 2024 gebruikten alle CPO-extractiefabrieken en pletterijen van PKO alleen smeermiddelen van voedselkwaliteit H1. SIPEF en de klanten zelf voerden regelmatig strenge steekproeven uit, die een duidelijke en consistente vermindering van MOSH en MOAH bevestigden, aanzienlijk lager dan die welke wordt voorgeschreven door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid of de huidige klantvereisten. Met het succes van dit programma heeft SIPEF zich stevig op de markt geplaatst als leverancier van CPO met laag contaminantgehalte van hoge kwaliteit. 52 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Volledige traceerbaarheid voor palmolie en bananen SIPEF is marktleider op het gebied van traceerbaar- heid, waarbij alle producten volledig traceerbaar zijn tot de plaats van productie, zowel tot de door SIPEF beheerde plantages als tot de percelen van de lokale boeren die leverancier zijn. Traceerbaarheid gaat hand in hand met duurzaam- heid, en alle programma’s voor duurzaamheids- certificering waaraan SIPEF voldoet, vereisen een volledige traceerbaarheid van de herkomst om de integrale duurzaamheid van een product te garanderen. Dat is belangrijk omdat klanten en con- sumenten er op die manier zeker van kunnen zijn dat de producten die ze kopen inderdaad aomstig zijn van gecertificeerde plantages en lokale boeren, en dus bijdragen aan ecologische, maatschappelijke en economische duurzaamheid. Traceerbaarheid is ook cruciaal om de voedselveiligheid te garanderen, te voldoen aan de vraag van consumenten naar transparantie, de regelgeving na te leven en het beheer en de eciëntie van de toeleveringsketen te verbeteren. De traceerbaarheidscapaciteiten van SIPEF bereiden de Groep voor op de naleving van de ontbossingsverordening van de Europese Unie (“European Union Deforestation Regulation” - EUDR), die strenge traceerbaarheidsvereisten oplegt om te garanderen dat grondstoen die op de EU-markt worden gebracht niet aomstig zijn van ontbost land. SIPEF gebruikt de geavanceerde interactieve kaartapplicatie GeoSIPEF om haar klanten van palmproducten inzicht te bieden in traceerbaarheid met een uitgebreide tracering en verificatie van de herkomst van producten. De applicatie maakt het mogelijk om alle locaties van teelt en verwerking te bekijken, hetzij een blok binnen een plantage die wordt beheerd door SIPEF, hetzij een blok van een lokale boer. Meer informatie over de aanpak en voortgang van SIPEF op het gebied van traceerbaarheid is beschik- baar in ‘S4: Consumenten en eindgebruikers’ in de Duurzaamheidsverklaring. In 2024 handhaafde SIPEF 100% traceerbaarheid voor haar palmolieproducten en bananen 53 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag 75% RSPO gecertificeerde beplante oppervlakten (eigen plantages) 100% RSPO gecertificeerde PKO in Papoea- Nieuw-Guinea 3 palmolie- extractie- fabrieken in Indonesië ISCC gecertificeerd 6 palmolie- extractie- fabrieken in Indonesië ISPO gecertificeerd 87% RSPO gecertificeerde CPO 9 palmolie- extractie- fabrieken RSPO gecertificeerd 2 palmpit- pletterijen in Papoea-Nieuw-Guinea RSPO gecertificeerd Duurzaamheidsnormen en -certificering SIPEF produceert palmolie en bananen terwijl de natuurlijke ecosystemen worden beschermd, eerlijke arbeidspraktijken worden toegepast en lokale gemeenschappen worden ondersteund op de plaatsen waar het bedrijf actief is. Een van de manieren waarop de Groep dit streven naar positieve invloed laat zien, is door middel van duurzaamheidscertificering. SIPEF voldoet conse- quent aan de strengste duurzaamheidsnormen van de palmolie- en bananenindustrie. Alle duurzaamheidscertificeringsnormen waaraan SIPEF voldoet, zijn ontwikkeld door onaankelijke organisaties en geloofwaardige organisaties uit de industrie, met audits door derden, waaronder strenge auditprocedures op de bedrijfslocaties. Dit garandeert de klanten en eindgebruikers van SIPEF dat de duurzaamheidsclaims van SIPEF verifieerbaar, geloofwaardig en betrouwbaar zijn. De levering van duurzaam gecertificeerde producten aan haar klanten helpt hen ook om beter te pres- teren op het gebied van hun eigen doelstellingen inzake de duurzaamheid van de toeleveringsketen. Palmoliecertificering SIPEF streeft naar een doelstelling van 100% "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO)- certificering in al haar palmolieactiviteiten, inclusief bij de lokale boeren die haar leveranciers zijn. Er werd een gestructureerd, tijdgebonden plan opgesteld om ervoor te zorgen dat alle palmolie- extractiefabrieken en toeleveringscentra tegen 2030100% certificering behalen. Tegen 31 december is 75,3% van het eigen beplante areaal van SIPEF RSPO-gecertificeerd. De negen palmolie-extractiefabrieken en twee pitplette- rijen die eerder werden gecertificeerd, hebben hun RSPO-certificering behouden, met acht palmolie-extractiefabrieken onder het “Identity Preserved” (IP)-model en één palmolie-extractie- fabriek onder het “Mass Balance” (MB)-model. De tiende en nieuwste palmolie-extractiefabriek van SIPEF, Agro Muara Rupit, werd in juli 2024 operationeel en begon met de voorbereidingen voor 54 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 5 estates en 7 verpakkings- stations Rainforest Alliance gecertificeerd 5 estates en 7 verpakkings- stations GLOBALG.A.P gecertificeerd 5 estates en 7 verpakkings- stations Faitrade gecertificeerd certificering. Daarnaast zijn zes van de palmolie- extractiefabrieken van de Groep in Indonesië gecer- tificeerd onder de Indonesiën Sustainable Palm Oil (ISPO), en worden er voorbereidingen getroen voor de zevende palmolie-extractiefabriek, Agro Muara Rupit. Momenteel is men voor het beplante areaal in Musi Rawas nog bezig met het verkrijgen van de teeltvergunning (Hak Guna Usaha – HGU). Totdat alle HGU's zijn verkregen, kan het RSPO- certificeringsproces niet van start gaan en blijft de volledige fruitproductie niet-gecertificeerd. Dit niet-gecertificeerde fruit wordt geleverd aan de MB RSPO-gecertificeerde Dendymarker palmolie- extractiefabriek, waar het wordt gemengd met RSPO-gecertificeerde productie van PT Dendymarker. Als gevolg hiervan is alle palmolie- productie uit Zuid-Sumatra gecertificeerd onder het MB-model. Bananencertificering Vanaf 2024 zijn alle bananenactiviteiten van de Groep - alle vijf plantages en zeven verpak- kings-stations van Plantations J. Eglin - 100% “Rainforest Alliance”, Fairtrade en GLOBALG.A.P. gecertificeerd. In de loop van het jaar voltooide SIPEF het certifi- ceringsproces van haar nieuwste locaties, Akoudié en Lumen, die de Groep in 2021 had verworven in Côte d’Ivoire. Het hoofdkantoor van de Groep in België bleef gecertificeerd volgens de GLOBALG.A.P. De “Chain of Custody Standard” en de “Rainforest Alliance supply chain certification standard” (“2020 Sustainable Agriculture Standard: Supply Chain Requirements”). Bovendien behield ze ook het “Fairtrade Trader Standard”-certificaat. Meer informatie over de implementatie van specifie- ke eisen voor milieu-, sociale en bestuurscertifice- ring is beschikbaar in de Duurzaamheidsverklaring van dit rapport. 55 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Innovatie en vroegtijdige toepassing SIPEF hecht veel belang aan innovatie en de vroegtijdige toepassing van nieuwe praktijken en technologieën. De focus van de Groep op innovatie leidt tot producten van hogere kwaliteit, geoptima- liseerd landgebruik en een lagere koolstofimpact. Een groot deel van de innovatie van SIPEF is gericht op productie-eciëntie. Lokale teams in alle gebieden waar SIPEF activiteiten heeft, blijven nieuwe principes testen en toepassen in de productie. Dit is ook de drijvende kracht achter de strategische investering van SIPEF in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS). VBS werkt aan ver- schillende innovatiegebieden die het potentieel hebben om de palmolieproductie te verbeteren, zoals de ontwikkeling van oliepalmvariëteiten met een hoger rendement die beter bestand zijn tegen plagen, ziekten en klimaatgerelateerde uitdagingen. De Groep blijft ook investeren in digitalisering, het in kaart brengen met zijn geografisch informatie- systeem (“Geographic Information System” - GIS) en andere geavanceerde technologieën om voor- spellende modellen te ontwikkelen die dan kunnen worden ingezet om het rendement en de gevolgen voor het klimaat in de toekomst te bepalen. SIPEF gebruikt bijvoorbeeld GPS-gegevens, hogeresolutiebeelden en drone-technologie die een enorm potentieel heeft om de productie-eciëntie te optimaliseren. Drones kunnen worden gebruikt om ziekten of een tekort aan voedingsstoen op te sporen, waardoor eerder kan worden ingegrepen. Ook het toedienen van meststoen kan met een drone worden uitgevoerd, waardoor de eciëntie toeneemt en de risico's van handmatige toediening afnemen. Cruciaal is dat SIPEF investeert in het bekomen van zeer gedetailleerde gegevens die ze verzamelt en de analyse van deze gegevens, waardoor zakelijke beslissingen op alle gebieden van haar activiteiten beter geïnformeerd kunnen worden genomen. DE DOELSTELLINGEN INZAKE INNOVATIE EN VROEGTIJDIGE TOEPASSING: Investeren in onderzoek en ontwikkeling (O&O) om vooruitgang mogelijk te maken naar duurzaam en optimaal landgebruik, eciënte productie, hoogwaardige producten, verbeterde bodemgezondheid en veerkrachtige gewassen. Testen en toepassen van nieuwe principes en praktijken. Flexibel en aanpasbaar blijven om strategische en marktverschuivingen te kunnen verwerken. 56 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Technologie testen voor klimaatbestendigheid In 2024 werden verschillende proefprojecten opge- start om nieuwe technologieën te gebruiken om de productie-eciëntie en de veerkracht tegenover de gevolgen van de klimaatverandering te verbeteren. Als deze initiatieven succesvol zijn, zullen ze verder worden ontwikkeld en opgeschaald in 2025. Er wordt gebruikgemaakt van drone- en satelliet- technologie om digitale kaarten van productie- gebieden te maken die betere rendementsprog- noses zullen opleveren. Historische gegevens worden gecombineerd met actuele analyses van de bodemgezondheid, weerpatronen, het genetisch potentieel van de palmvariëteiten en analyses van voedingsstoen. Dit verbetert de nauwkeurigheid van projecties terwijl de investering in analoge bewaking afneemt. Er wordt een betere monitoring ingevoerd om de veranderingen in koolstofuitstoot te meten en vast te stellen welke activiteiten en omstandigheden van invloed zijn op de uitstoot. Een onderzoeksprogramma naar bodemgezondheid onderzoekt de veerkracht tegenover klimaatver- andering en hoe het gebruik van anorganische meststoen kan worden verminderd. SIPEF gebruikt al lege fruittrossen (“Empty Fruit Bunches” - EFB) als organische meststof. De Groep werkt nu echter samen met een partner om bijko- mende mogelijke toepassingen te bekijken, waar- onder het carboniseren van biomassa. Dit proces vermindert de uitstoot die vrijkomt bij de araak van EFB op het veld en legt daarentegen koolstof vast in de bodem, wat de bodemstructuur verbetert en het waterhoudend vermogen verhoogt. 57 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Verdant Bioscience Pte Ltd SIPEF zet zich in om innovatie aan te moedigen, voortdurende verbetering te omarmen en de vroeg- tijdige toepassing te bevorderen van geavanceerde technologieën, inclusief nieuwe genetische variëtei- ten. Daarom deed SIPEF in 2013 een strategische investering in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS). De toegang tot een bron op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (“Research & Development” - R&D) is van grote waarde voor de activiteiten van de Groep. Op dit moment richt VBS zich op drie cruciale gebieden van R&D, die klaarstaan om de winstge- vendheid, duurzaamheid en klimaatbestendigheid van de palmolieproductie aanzienlijk te verbeteren: Ontwikkeling van genetisch verbeterde oliepalmvariëteiten met een hogere opbrengst en een verbeterd aanpassingsvermogen aan de plantageomgevingen van SIPEF, inclusief veerkracht tegen de effecten van klimaatvariabiliteit; Versterken van genetische tolerantie voor plagen en ziekten en tegelijkertijd veerkracht opbouwen tegen ecologische, biologische en klimaatgerelateerde uitdagingen; Bevorderen van agronomische praktijken, met de nadruk op innovatieve benaderingen die de gezondheid van de bodem verbeteren, regeneratieve landbouw ondersteunen en de gevolgen van klimaatverandering beperken. Door zich te engageren in deze innovatiegebieden legt SIPEF een duurzame basis voor productiviteit en milieubeheer op lange termijn, door ervoor te zorgen dat hulpbronnen eciënt worden gebruikt terwijl de integriteit van de ecosystemen behouden blijft. 58 The connection to the world of sustainable tropical agriculture F 1 -hybride-oliepalmen VBS werkt aan de ontwikkeling en levering van 's werelds eerste hoogproductieve, beproefde F 1 -hybride variëteiten voor de oliepalmindustrie. F 1 -hybride-oliepalmen hebben het potentieel om de opbrengst per hectare te verdubbelen, waardoor ze helpen om aan de vraag te voldoen en tegelijkertijd de risico's van ontbossing en biodiversiteitsverlies verminderen. VBS boekt aanzienlijke vooruitgang met haar testprogramma voor F 1 -hybriden en elk jaar worden er meer genetisch diverse en potentieel meer opbrengende F 1 -hybride kruisingen getest. In 2021 begon het programma met het planten van 31 genetisch verschillende F 1 -hybride kruisingen. Daarna volgden nog eens 42 kruisingen in 2022, 161 kruisingen in 2023 en 140 kruisingen in 2024. De proeven zijn bedoeld om de opbrengstprestaties en het aanpassingsvermogen van deze hybriden rigoureus te evalueren, zodat ze voldoen aan de hoge standaarden van VBS voor de mogelijke commer- ciële release van de eerste F 1 -hybride-oliepalmen in 2029. Een belangrijke mijlpaal werd bereikt in januari 2024, toen VBS begon met de oogst en opbrengstre- gistratie van haar eerste F 1 -Hybride proefveld. Het is nog te vroeg om te concluderen welke F 1 -hybride kruisingen geselecteerd zullen worden voor com- mercialisatie, maar de eerste opbrengstresultaten zijn veelbelovend. Ziektetolerantie Een ander belangrijk doel is ervoor te zorgen dat de F 1 -hybriden van VBS die uiteindelijk commercieel worden uitgebracht, tolerant zijn voor de ziekte Ganoderma. Deze ziekte veroorzaakt vaak ernstige commerciële verliezen in termen van palmen per hectare en opbrengstvermindering na herbeplan- ting van de eerste generatie oliepalmen. F 1 -Hybride kruisingen worden in de kwekerij gescreend op ziektetolerantie, droogtetolerantie en variatie 59 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag in nutriëntenopname. De kruisingen worden vervolgens getest in een reeks omgevingen op verschillende geografische locaties en in gebieden met een hoger Ganoderma-inoculum om de selectie te versnellen. Klimaatbestendigheid VBS ontwikkelt commerciële F 1 -hybride kruisin- gen die hoge opbrengsten opleveren ondanks de veranderende neerslagpatronen als gevolg van de klimaatverandering en in meer marginale omge- vingen qua bodemvruchtbaarheid. Deze inspanningen weerspiegelen het engagement om het aanpassingsvermogen en de veerkracht van oliepalmsoorten te verbeteren als reactie op veranderende milieuomstandigheden. Elk jaar worden er meer partijen genetisch diverse F 1 -hybride kruisingen getest in de plantages van SIPEF om een optimale selectie voor de plantages van het bedrijf en een aangepaste afstemming op de managementpraktijken van SIPEF te garanderen Verbetering van de landbouwpraktijken VBS geeft agronomische aanbevelingen op maat voor elk plantageblok en -veld van SIPEF, met als doel het rendement op investering te maximali- seren en tegelijkertijd de regeneratieve gezond- heid van de bodem te herstellen en te behouden. Hiervoor worden momenteel veldproeven met meststoen uitgevoerd om de eecten van ver- schillende behandelingen, waaronder belangrijke en minder belangrijke voedingsstoen, te evalu- eren in verschillende omgevingen. De objectieve resultaten van deze proeven zullen het mogelijk maken om de meststofaanbevelingen te verfijnen die specifiek zijn afgestemd op de behoeften van de SIPEF-plantages. De uitgaven voor anorganische meststoen maken meer dan 50% uit van de directe kosten van een plantage, waardoor het van cruciaal belang is om de toedieningshoeveelheden van meststoen te optimaliseren. VBS-onderzoek heeft de focus op regeneratieve landbouwpraktijken geïntensiveerd, met de nadruk op het beheer van vlinderbloemige gewassen, struiken en bomen om de stikstoinding 60 The connection to the world of sustainable tropical agriculture en de algehele gezondheid van de bodem te verbe- teren. Deze praktijken zijn ontworpen om meer waarde te halen uit zowel organische als anorga- nische meststoen, wat resulteert in een hogere opbrengst per toegepaste eenheid voedingsstof. Verdere inspanningen zijn gericht op het gebruik van organische meststoen, zoals compost aom- stig van een combinatie van lege vruchtentrossen (“Empty Fruit Bunches” - EFB) en afvalwater van palmolie-extractiefabrieken (“Palm Oil Mill Effluent” - POME), of alleen EFB als er geen composteringsinstallaties beschikbaar zijn. Deze organische meststoen fungeren als eciënte bron- nen van langzaam vrijkomende voedingsstoen, verbeteren de gezondheid van de bodem en vermin- deren het risico op door de bodem overgedragen ziekten door de microbiële diversiteit en activiteit te vergroten. Verbeteringen in gewasbeschermingspraktijken SIPEF en VBS promoten geïntegreerde strategieën voor plaag- en ziektebeheer, met een voorkeur voor biologische bestrijdingsmethoden en preventieve maatregelen en een minimaal gebruik van pes- ticiden. In omstandigheden waar biologische bestrijding niet werkt, zal VBS alleen doelgerich- te bestrijdingsmiddelen aanbevelen, specifiek op maat gemaakt voor het bestrijden van de plaag, met behulp van nauwkeurige toepassingstechnieken. Breedspectrum pesticiden worden, waar mogelijk, vermeden. VBS introduceerde en beheert een SIPEF- installatie om een schimmel te produceren (Trichoderma) die antagonistisch is tegen de ziekte Ganoderma voor gebruik op de Indonesische plan- tages van SIPEF. De ontwikkeling gaat door met het onderzoeken en verbeteren van toepassingsme- thodes en het selecteren van de optimale isolaten van Trichoderma voor elke omgeving. Kwaliteit ruwe palmolie VBS heeft de Indonesische plantages van SIPEF actief ondersteund door diensten te verlenen voor het onderzoeken in hun palmolie-extractiefabrie- ken van de variatie tussen de niveaus van met mine- rale olie verzadigde koolwaterstoen (“Mineral Oil Saturated Hydrocarbons” - MOSH) en chloride in ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO). Het doel is om verontreinigingen te elimineren en te voldoen aan de strenge voedselveiligheidsnormen van de Europese Unie. Om deze uitdagingen aan te pakken, heeft VBS onderzocht waar vervuiling plaatsvindt in het productieproces van palmolie. Hierdoor kan SIPEF hoge kwaliteits- en veiligheidsnormen aantonen in de volledige palmolieketen. 61 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag In 2024 zetten de operationele activiteiten van SIPEF veel groeikansen in de kijker, ondanks de klimaatimpact die in heel Indonesië voelbaar was. Ondanks deze druk toonde Indonesië zich veer- krachtig, met een productiestijging van 2,1% voor verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” – FFB), wat de eectiviteit onderstreept van de strategische investeringen van de Groep in duur- zaamheid en operationele eciëntie. In Noord-Sumatra waren de prestaties gemengd, met productie-uitdagingen als gevolg van eerdere watertekorten. Het bijwerken van de infrastruc- tuur, waaronder verbeteringen aan palmolie- extractiefabrieken en maatregelen om ongedierte te bestrijden, ondersteunde echter de operationele stabiliteit. Het RSPO-gecertificeerde gewas van Citra Sawit Mandiri werd met succes geïntegreerd in de palmolie-extractiefabriek van Umbul Mas Wisesa, en de inspanningen op het gebied van herbeplanting resulteerden in een stijging van het aantal immature hectaren tot 3850. In Bengkulu werd de productie beïnvloed door ongunstige weerspatronen, met een droge periode tussen september en december 2023 die de ontwik- keling van de vruchten vertraagde en de beschik- baarheid van gewassen begin 2024 beïnvloedde. Terwijl de FFB-productie over het volledige jaar daalde met 5,2%, positioneerden de lopende ope- rationele verbeteringen, waaronder 1298 hectare nieuw aangeplante oliepalmen en 2256 hectare herbeplanting, de regio voor toekomstige groei. De gemiddelde leeftijd van de oliepalmen op de plantages is nu 10,5 jaar, een weerspiegeling van de voortdurende herbeplanting van de plantages in de regio. Zuid-Sumatra kwam naar voren als een belangrijke groeimotor met een stijging in de FFB-productie van 20,9% en een toename van 19,6% voor ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO). Die resultaten werden ondersteund door de bijdrage van 8184 hec- tare jonge palmen, gunstige regenval, verbeterde vruchtrijping in de jongere mature gebieden en de operationele opstart van de Agro Muara Rupit- palmolie-extractiefabriek. Met 18876 mature eigen hectare en 2991 mature hectare van lokale boeren, en een totale beplante oppervlakte van 30052 hectare, eigen plantages en plantages van lokale boeren, blijft Zuid-Sumatra van cruciaal belang voor SIPEF's groeistrategie op lange termijn, aangezien de nieuwe mature gebieden in stijgende lijn bijdragen aan de productie. In Papoea-Nieuw-Guinea gaf SIPEF blijk van veer- kracht bij het herstel na de uitbarsting van Mount Ulawan in november 2023. De herstelinspanningen vorderden eciënt, met 3500 hectare door assen aangetaste gebieden die volledig gesnoeid waren tegen mei 2024, waardoor de plantages klaar waren voor toekomstige productie. Ondanks die inspan- ningen eindigde de eigen FFB-productie van SIPEF het jaar 22,5% lager dan in 2023, terwijl de totale palmolieproductie een daling van 22,1% kende, in lijn met de verwachtingen na de uitbarsting. De productie van de lokale boeren werd minder getroen door de uitbarsting en daalde slechts met 13,2%; het herstel is evenwel al ingezet. Gunstige regenval in de tweede helft van 2024 ondersteunde verder de geleidelijke opleving van de regio. PALMOLIE: OPERATIONELE ACTIVITEITEN IN 2024 SIPEF's operationele activiteiten en resultaten 62 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Als onderdeel van haar streven naar duurzaamheid heeft SIPEF een geïntegreerde beoordeling afge- rond van de hoge natuurbehoudswaarde (“High Conservation Value” - HCV) en hoge koolstof- voorraad (“High Carbon Stock Approach” - HCSA), waarbij mogelijkheden voor zowel behoud als nieuwe ontwikkelingen in samenwerking met lokale boeren werden geïdentificeerd. Die initiatieven versterken SIPEF's toewijding aan milieubeheer en betrok- kenheid bij de gemeenschap. In alle activiteiten versterkte 2024 het belang van aanpassen en investeren in de groei van het bedrijf op de lange termijn. Hoewel Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea een algemene productie- daling kenden, als gevolg van klimaatomstandig- heden en de vulkaanuitbarstingen, toonden de gerichte inspanningen van SIPEF, vooral in Zuid- Sumatra, het potentieel voor aanhoudende groei. Met strategische herbeplantingsprogramma's, infrastructuurverbeteringen en duurzaamheids- initiatieven blijft SIPEF goed geplaatst om de komende jaren duurzame prestaties te leveren. 63 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Operationele activiteiten in Indonesië Samen met haar dochteronderneming PT Tolan Tiga Indonesië controleert en beheert SIPEF haar operationele activiteiten in Indonesië via het hoofdkantoor in Medan en drie regionale beheerkantoren in de provincies Noord -Sumatra, Bengkulu en Zuid -Sumatra, waar de plantages en palmolie -extractiefabrieken liggen. Noord-Sumatra 1 2 3 Kerasaan 4 Eastern Sumatra 5 Citra Sawit Mandiri 6 Toton Usaha Mandiri Umbul Mas Wisesa Tolan Tiga 1 2 Agro Rawas Ulu 3 Agro Muara Rupit 4 Dendymarker Indah Lestari Agro Kati Lama 1 Agro Muko 2 Mukomuko Agro Sejahtera Zuid-Sumatra Bengkulu 1 7 2 3 4 5 6 1 2 1 2 3 4 Plantages Palmolie-extractiefabrieken 7 Bandar Sumatra * zie GeoSIPEF voor meer details Namen en locaties van SIPEF's plantages en palmolie-extractiefabrieken in Indonesië 64 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De bedrijfseenheid - omvat de Tolan Tiga- en Umbul Mas Wisesa-groepen. Deze groepen werken als één gevestigd bedrijf, en omvatten zeven plantages en drie palmolie- extractiefabrieken. De Tolan Tiga-groep strekt zich uit over 10915 hectare mature plantages en 3193 hectare immature plantages, en de Umbal Mas Wisesa-groep omvat 9242 hectare mature plantages en 658 hectare immature plantages. In 2024 hadden de activiteiten in de regio Noord- Sumatra nog steeds te kampen met de gevolgen van de droogte in 2021, 2022 en 2023, die zowel de plantages met minerale als die met organische bodem trof. Deze voortdurende uitdaging had een negatieve impact op het rendement van de verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB). De totale productie van FFB op minerale bodem bedroeg 282262 ton, een lichte daling van 0,2% ten opzichte van het voorgaande jaar. Ondertussen bedroeg de productie van FFB op plantages met organische bodem 180246 ton, een daling van 3,3% op jaarbasis. De plantage Citra Sawit Mandiri behaalde een productiestijging van 8% ten opzichte van 2023. Dit werd gestimuleerd door verbeteringen in de organisatie en eciëntie van de oogst, gericht op het verbeteren van de kwaliteit en maturiteit van het gewas, ter voorbereiding op de levering aan de Umbul Mas Wisesa-palmolie-extractiefabriek vanaf augustus 2024. Daarentegen daalde de productie op de Umbul Mas Wisesa-plantages, voornamelijk door de start van de herbeplantings- cyclus voor de plantages met organische bodem, met een totaal van 658 hectare herbeplanting op de zuidelijke plantages van Umbul Mas Wisesa. Nu de Citra Sawit Mandiri-plantage in augustus 2024 de RSPO-certificering heeft behaald, worden gecertificeerde FFB voor verwerking geleverd aan de Umbul Mas Wisesa-palmolie-extractiefabriek, ondanks enkele logistieke uitdagingen door de staat van de externe toegangswegen. De plantages met organische bodem in Noord- Sumatra leverden in 2024 aanzienlijke inspannin - gen om hun activiteiten in stand te houden, ondanks enkele weersgerelateerde uitdagingen. Zware regenval en hoogwater in januari troen tijdelijk bijna 70% van het gebied, met bijkomende plaatselij- ke overstromingen die invloed hadden op toegangs- wegen in oktober en december. Desondanks richtten de plantages zich op innovatieve technieken, zoals het toepassen van biologische bestrijdingsmiddelen met behulp van drones, om periodieke uitbraken van bladetende plagen eectief aan te pakken. De regio Noord-Sumatra bleef vooruitgang en ont- wikkeling boeken in 2024. Er werden belangrijke mijlpalen bereikt op de Bandar Pinang-plantage, die deel uitmaakt van de Tolan Tiga-groep, waar de Plantages INDONESIË, NOORDSUMATRA MATUUR IN HECTARE IMMATUUR IN HECTARE GEMIDDELDE LEEFTIJD OLIEPALMEN FFB GEPRODUCEERD 2024 IN TON FFB GEPRODUCEERD 2023 IN TON RENDEMENT 2024 FFB/HA IN TON Tolan Tiga-groep 10915 3193 11,8 282 262 282 821 25,9 Umbul Mas Wisesa-groep 9242 658 14,6 180246 186328 19,5 Subtotaal eigen plantages 20157 3851 13,0 462508 469149 22,9 Lokale boeren 4295 0 N.V.T. 8 888 11116 N.V.T. TOTAAL 24452 3851 471 397 480265 65 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag omschakeling van rubber naar oliepalm met succes werd voltooid. In 2024 werden in totaal 527 hectare oliepalmen aangeplant, wat de totale omgeschakel- de oppervlakte op 1016 hectare brengt. Daarnaast is 50 hectare toegewezen aan Verdant Bioscience Pte Ltd voor verdere ondersteuning van innovaties en vooruitgang in het F1-hybrideprogramma (zie pagina 58 voor meer informatie). In januari 2024 begon de oogst van de eerste significante oppervlakte die beplant was met het nieuwe commerciële Verdant Select-materiaal, geselecteerde kruisingen die in commerciële hoe- veelheden gereproduceerd worden als semi-klonale zaden. Dit gebied leverde het hoogste commerciële rendement in het eerste jaar tot nu toe, met 25,5 ton FFB per hectare op een oppervlakte van 83,6 hectare. Dit is een belangrijke mijlpaal die het hoge potentieel van het Verdant Select-materiaal onderstreept en SIPEF's engagement voor innovatie en rendementsoptimalisatie aantoont. Het herbeplantingsprogramma binnen de Tolan Tiga-groep boekte gestage vooruitgang, met 753 herbeplante hectare en nog eens 440 hectare klaar voor beplanting in 2025. De plantages met organische bodem hebben ook bijgedragen aan deze vooruit- gang, met 658 hectare succesvolle herbeplanting in 2024. Deze inspanningen verhoogden samen het totale immature gebied van 2496 hectare in 2023 naar 3850 hectare in 2024 en droegen bij tot een vermindering van de gemiddelde leeftijd van oliepalmen voor de regio Noord-Sumatra tot 13,1 jaar. De plantages met minerale bodem Bukit Maradja en Kerasaan in Noord-Sumatra hebben in 2024 proactieve plagenbestrijdingsmaatregelen uitgerold om periodieke uitbraken van bladetende plagen aan te pakken. Gerichte behandelingen, waaronder sproeien met drones en biologische bestrijding, werden het hele jaar door eectief toegepast in het aangetaste gebied, waardoor de gezondheid en productiviteit van de plantages werd gewaarborgd. De regionale bedrijfseenheid bestaat uit de groepen Agro Muko en Mukomuko Agro Sejahtera, met dertien plantages en twee palmolie- extractiefabrieken, verspreid over twee subregio’s die elk aan hun eigen palmolie-extractiefabriek leveren. Het gebied bestaat uit 17401 hectare mature plantages en 5542 hectare immature plantages. In 2024 daalde de geoogste FFB met 5,2% ten opzichte van het voorgaande jaar, van 362376 ton in 2023 tot 343695 ton in 2024. Meerdere droogteperiodes in de jaren 2022 en 2023 bleven een impact hebben op de gewasproductie voor 2024. De weersomstandigheden in 2024 waren gunstiger, met een maandelijkse neerslagverdeling die nauw aanleunde bij de historische 10-jaargemid- delden over alle plantages, wat bijdroeg tot betere groeiomstandigheden. INDONESIË, BENGKULU MATUUR IN HECTARE IMMATUUR IN HECTARE GEMIDDELDE LEEFTIJD OLIEPALM FFB GEPRODUCEERD 2024 IN TON FFB GEPRODUCEERD 2023 IN TON RENDEMENT 2024 FFB/HA IN TON Agro Muko 15022 4670 11,8 310701 323895 20,7 Mukomuko Agro Sejahtera 2379 939 8,6 32994 38481 13,9 Subtotaal eigen plantages 17401 5609 10.5 343695 362376 19,7 Lokale boeren 1038 13 N.V.T. 14693 17356 14,2 TOTAAL 18439 5622 358388 379732 19,4 66 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De Batu Kuda-plantage heeft in 2024 met succes 465 hectare herbeplant, wat het totale herbeplant areaal op 939 brengt. De overige 431 hectare worden in 2025 herbeplant met als doel een totaalaantal hectare van 1370. De oogstactiviteiten gingen door op de resterende 431 hectare oude aanplant, die 1881 ton FFB produceerden. Met de succesvolle voltooiing van de nieuwe hoofdtoegangsbrug in december 2024 zal de verbeterde toegankelijkheid van de plantage verdere operationele eciëntie bevorderen. Het grootste deel van de vereiste infrastructuur ter ondersteuning van de rehabi- litatie van de plantage zal tegen 2025 voltooid zijn (bruggen en wegen). De omschakeling van de rubberplantage Sei Jerinjing werd in 2024 voltooid met de succesvolle beplanting met oliepalm van 1298 hectare. Een totaal van 2256 hectare oliepalm werd in 2024 met succes herplant over de Bengkulu-plantages (inclusief Sei Jerinjing). De gemiddelde leeftijd van de palmen op de plantages is nu 10,8 jaar. De activiteiten in - zijn onderver- deeld in vier groepen plantages: Agro Kati Lama, Agro Rawas Ulu, Agro Muara Rupit en Dendymarker Indah Lestari. In 2024 namen de beplante gebie- den in Zuid-Sumatra toe met 1742 hectare tot 19 827 hectare, allemaal in overeenstemming met RSPO-normen. In Zuid-Sumatra heeft de Groep nu 30052 hectare nieuw aangeplante, matuur wor- dende oliepalmen, waarvan 5118 plasma-hectare. In de loop van het jaar steeg de hoeveelheid geoogste FFB met 20,9% ten opzichte van het voorgaande jaar, van 218165 ton in 2023 tot 263781 ton in 2024. In de loop van 2024 hadden de plantages in Zuid- Sumatra te maken met wisselende weersomstan- digheden, met zeer nat weer in het eerste kwartaal, wat leidde tot wijdverspreide overstromingen eind januari, en langdurig droog weer in het derde kwartaal. Door de zeer geringe regenval in juli en augustus werden de plant- en bemestingsactivi- teiten opgeschort totdat er vanaf september weer regen viel, waardoor alle veldactiviteiten konden worden hervat en de tekorten konden worden weg- gewerkt. De totale neerslag voor 2024 was gelijk aan het 10-jarig gemiddelde voor de meeste plantages. Dendymarker Indah Lestari heeft nu RSPO- certificering verkregen voor 7457 hectare, waarvan 2749 plasma-hectare. De gemiddelde leeftijd van de palmen op de plantages is nu 4,8 jaar. Het potentieel voor verdere ontwikkeling, van meer dan 3000 hectare, blijft onder beoordeling van het management, aankelijk van de prestaties en levensvatbaarheid van bestaande projecten en het onderzoeken van mogelijkheden in aangrenzende gebieden. INDONESIË, ZUIDSUMATRA MATUUR IN HECTARE IMMATUUR IN HECTARE GEMIDDELDE LEEFTIJD OLIEPALM FFB GEPRODUCEERD 2024 IN TON FFB GEPRODUCEERD 2023 IN TON RENDEMENT 2024 FFB/HA IN TON Agro Kati Lama 4 270 962 7,2 65 962 64 387 15,4 Agro Rawas Ulu 2 534 218 7,1 35 232 35 397 13,9 Agro Muara Rupit 5 395 4 079 4,4 69 793 57 566 12,9 Dendymarker Indah Lestari 6 677 799 4,5 92 794 60 815 13,9 Subtotaal eigen plantages 18 876 6 058 4,8 263 781 218 165 14,0 Lokale boeren 2 991 2 127 - 40 260 32 377 13,5 TOTAAL 21 867 8 185 304 041 250 542 13,9 67 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag In zijn er momenteel zeven palmolie- extractiefabrieken operationeel met een gecom - bineerde verwerkingscapaciteit van 320 ton FFB per uur, een stijging ten opzichte van de 275 ton per uur in 2023. De nieuw opgestarte palmolie-extrac- tiefabriek in Zuid-Sumatra, Agro Muara Rupit, is operationeel sinds juni 2024. De totale oogst die in 2024 in alle Indonesische palmolie-extractie- fabrieken werd verwerkt, bedroeg 1107566 ton, een stijging van 39615 ton of 3,6% ten opzichte van 2023. Bijgevolg steeg ook de totale productie van palmproducten met 5104 ton of 1,7% tot 298488 ton, tegenover 293384 ton in 2023. Het gemiddelde olie-extractiepercentage (“Oil Extraction Rate”- OER) van de Groep bedroeg 22,40%, een lichte daling tegenover de 22,89% van vorig jaar. Palmolie-extractiefabrieken INDONESIË, NOORDSUMATRA BUKIT MARADJA PERLABIAN UMBUL MAS WISESA 2024 2023 2024 2023 2024 2023 Capaciteit (ton FFB/u) 30 30 55 55 40 40 Werkelijke verwerkingscapaciteit 29,8 29,0 43,8 50,7 38,9 40,2 Verwerkte FFB (ton) 113030 114090 177331 176404 155656 152673 Geproduceerde ruwe palmolie (ton) 27185 26952 38180 38865 33999 34985 Olie-extractiepercentage (%) 24,05 23,62 21,53 22,03 21,84 22,91 Palmpitextractiepercentage (%) 5,17 5,20 5,80 5,87 4,37 4,20 Vrije vetzuren (%) (“Free Fatty Acids” - FFA) 2,61 2,59 2,86 2,76 3,41 3,44 INDONESIË, BENGKULU MUKOMUKO BUNGA TANJUNG 2024 2023 2024 2023 Capaciteit (ton FFB/u) 60 60 30 30 Werkelijke verwerkingscapaciteit 59,4 59,7 32,8 32,1 Verwerkte FFB (ton) 262829 266301 94679 107941 Geproduceerde ruwe palmolie (ton) 59485 62574 20189 23610 Olie-extractiepercentage (%) 22,63 23,50 21,32 21,87 Palmpitextractiepercentage (%) 4,28 4,12 5,21 5,17 Vrije vetzuren (%) (“Free Fatty Acids” - FFA) 2,71 2,95 2,78 3,3 INDONESIË, ZUIDSUMATRA DENDYMARKER INDAH LESTARI AGRO MUARA RUPIT 2024 2023 2024 2023 Capaciteit (ton FFB/u) 60 60 45 N.V.T. Werkelijke verwerkingscapaciteit 58,9 50,9 45,7 N.V.T. Verwerkte FFB (ton) 226880 250542 77161 N.V.T. Geproduceerde ruwe palmolie (ton) 50844 57465 18162 N.V.T. Olie-extractiepercentage (%) 22,41 22,94 23,54 N.V.T. Palmpitextractiepercentage (%) 3,85 3,86 3,30 N.V.T. Vrije vetzuren (%) (“Free Fatty Acids” - FFA) 3,24 3,20 3,51 N.V.T. * zie GeoSIPEF voor meer details 68 The connection to the world of sustainable tropical agriculture In Noord-Sumatra behaalde de Bukit Maradja- palmolie-extractiefabriek een OER van 24,05%, wat boven de doelstelling lag, terwijl de Perlabian- en de Umbul Mas Wisesa-palmolie-extractiefabriek lagere OER's lieten optekenen in vergelijking met vorig jaar. Het OER van Umbul Mas Wisesa daalde met 4,67%, voornamelijk door uitzonderlijk nat weer en overstromingen in januari en oktober 2024. Ondanks deze uitdagingen verbeterde het palmpitextractiepercentage in Bukit Maradja en Umbul Mas Wisesa, terwijl Perlabian een lichte daling van 1,19% liet optekenen. Het gehalte aan vrije vetzuren (“Free Fatty Acids” - FFA) in ruwe palmolie (‘Crude Palm Oil” - CPO) steeg licht in Bukit Maradja en Perlabian door de sterkere regen- val, maar alle palmolie-extractiefabrieken bleven binnen de limiet van 3,50%. In Agro Muko, met twee palmolie-extractie- fabrieken, daalde het gemiddelde OER van 23,03% in 2023 naar 22,29% in 2024, wat samenvalt met een daling van 4,47% van de verwerkte FFB. In beide palmolie-extractiefabrieken worden de ketels momenteel gerenoveerd, wat de prestaties in 2025 naar verwachting zal verbeteren. De imple- mentatie van een terugwinningsprogramma voor palmpitten in Agro Muko in 2024 leidde echter tot aanzienlijke verbeteringen, waarbij de FFA-niveaus in de Mukomuko- en de Bunga Tanjung-palmolie- extractiefabriek goed onder controle bleven. In Zuid-Sumatra liet de Dendymarker Indah Lestari-palmolie-extractiefabriek een gemiddeld OER van 22,41% optekenen, een daling van 2,31% ten opzichte van 2023. Deze daling wordt toegeschreven aan langere natte seizoenen en overstromingen, in combinatie met een groot aandeel kleine trossen van jonge aanplanten die verwerkt worden in de Dendymarker Indah Lestari-palmolie-extractiefabriek. Gewassen van recent herbeplante gebieden (aanplantingen 2020-2022) waren goed voor 33,4% van de ver- werkte oogst, waarbij interne labanalyses wezen op potentiële OER's variërend van 15,91% tot 22,23%. Het is bemoedigend dat het OER bij Agro Muara Rupit stabiel bleef op 23,54%, met interne lab- analyses die potentiële OER's tonen tussen 17,93% en 24,69% voor gewassen van de aanplant van 2017- 2018 bij de plantages Agro Muara Rupit en Agro Rawas Ulu. Ondanks schommelingen in het OER en uitdagin- gen als gevolg van ongunstige weersomstandig- heden, steeg de CPO-productie in Zuid-Sumatra aanzienlijk. De totale CPO-productie van de Dendymarker Indah Lestari- en Agro Muara Rupit- palmolie-extractiefabrieken was in 2024 goed voor 69006 ton, een stijging van 20,1% ten opzichte van de 57465 ton die in 2023 werd geproduceerd. De FFA-niveaus in beide palmolie-extractie- fabrieken stegen echter licht door de grotere regionale regenval. In overeenstemming met SIPEF's strategische focus op het verbeteren van de kwaliteit van CPO, werd in 2023 een uitgebreid programma voor kwaliteitsverbetering opgestart. Verschillende initiatieven gericht op het verminderen van verontreinigingen zoals chloride, verzadigde koolwaterstoen uit minerale oliën (“Mineral Oil Saturated Hydrocarbons” - MOSH) en aromatische koolwaterstoen uit minerale oliën (“Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons” - MOAH) in CPO werden geïmplementeerd. In 2023 werd met name een wasinstallatie geïnstalleerd in de Mukomuko- palmolie-extractiefabriek, waarbij consequent chlorideconcentraties van minder dan 2,5 ppm worden gehaald. SIPEF heeft zich ertoe verbonden om uiterlijk tegen het einde van 2024 bijkomende wasinstallaties te installeren in de Bukit Maradja-, Perlabian- en Bunga Tanjung-palmolie-extractiefabrieken, waarvan de voltooiing verwacht wordt begin 2026. Tegelijkertijd schakelde de Groep alle minerale smeermiddelen om naar voedselveilige 69 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag smeermiddelen, wat resulteerde in aanzienlijke ver- beteringen van de MOSH- en MOAH-waarden, wat SIPEF's engagement voor kwaliteit en veiligheid nog versterkte. Daarnaast werd er een overkoepelend kwaliteitsprogramma opgezet dat zich richt op huishoudelijke normen en controle van kritische punten om verontreiniging met vreemde elementen in palmproducten te voorkomen. Als onderdeel van de emissiereductiestrategie van SIPEF zijn zowel Dendymarker Indah Lestari als Agro Muara Rupit begonnen met de installatie van biogasinstallaties. De biogasinstallatie van het lagunetype bij Agro Muara Rupit en de bio- gasinstallatie van het tanktype bij Dendymarker Indah Lestari zullen naar verwachting eind 2025 operationeel zijn. Daarnaast is er een project voor een Bio-CNG-installatie gepland voor de Perlabian- en de Umbul Mas Wisesa-palmolie- extractiefabriek, in samenwerking met de KIS Group, die naar verwachting respectievelijk eind 2025 en 2026 klaar zullen zijn. Deze installaties zijn bedoeld om methaanemissies op te vangen en het gas om te zetten in gebotteld Bio-CNG voor verkoop aan externe afnemers, wat bijdraagt aan de duurzaamheids- en emissiedoelstellingen van SIPEF. SIPEF zal zich ook in de toekomst blijven inzetten om de operationele eciëntie en duurzaamheid in haar palmolie-extractiefabrieken te verbeteren. De voortdurende investeringen in infrastructuur, kwaliteitsverbeteringsprogramma's en initiatieven voor emissiereductie onderstrepen het engagement van de Groep voor een verantwoorde en duurzame palmolieproductie. Naarmate meer beplante gebieden tot maturiteit komen en bijkomende uit- breidingen beschikbaar worden, is SIPEF Indonesië goed gepositioneerd om verdere groei te realiseren en waardecreatie op lange termijn te verzekeren voor haar stakeholders. 70 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Operationele activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) in Papoea-Nieuw-Guinea baat zes oliepalmplantages uit, onderverdeeld in drie groepen plantages (Hargy, Navo en Pandi), samen met 3646 gecertificeerde lokale boeren. De zes plantages vormen de specifieke bevoorradingsbasis voor elke palmoliefabriek. Namen en locaties van SIPEF's plantages en palmolie- extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea Plantages Palmolie- extractiefabrieken West New Britain 1 Hargy Oil Palms 1 zie GeoSIPEF voor meer details 71 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag De activiteiten van HOPL in -- beslaan 26190 hectare mature plan- tages en 2285 hectare immature plantages. Deze activiteiten toonden veerkracht en gestage vooruitgang in 2024, ondanks de uitdagingen als gevolg van de uitbarsting van de vulkaan Mount Ulawan in november 2023. In het eerste kwartaal van 2024 werden de verse vruchttrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) die overbleven op de aangetaste palmen met succes geoogst voordat er zwaar werd gesnoeid. Hierdoor werden de productieniveaus aanvankelijk gehand- haafd. Het noodzakelijke snoeien van beschadigde palmen leidde echter tot een daling van de productie van FFB in het tweede kwartaal, die aanhield tot laat in het jaar. In november en december doken er tekenen van herstel op in de gerehabiliteerde gebieden. Dit suggereert dat de productie zich in 2025 verder zal herstellen, hoewel er tot ten minste halverwege dit jaar nog enige impact wordt ver- wacht. De eigen plantages van HOPL noteerden een productie van 284785 ton FFB voor het jaar, 22,5% lager dan in 2023, wat overeenkomt met de schaderamingen na de uitbarsting. De productie van FFB door lokale boeren bedroeg 201965 ton, een daling van 13,2% ten opzichte van het voor- gaande jaar. Hoewel lokale boeren minder schade ondervonden van de vulkaanuitbarsting, droeg het minder aanvaarden van kunstmest in de afge- lopen jaren bij aan de daling van de rendementen. Om dit probleem aan te pakken zal SIPEF haar voorlichtingssteun voor lokale boeren voortzetten door het gebruik van meststoen te promoten en zich te richten op rendementsoptimalisatie. De neerslag in 2024 lag op alle locaties boven het vijarig gemiddelde. Het natte seizoen in het eerste kwartaal was intenser dan de voorbije jaren, wat een lichte invloed had op de recuperatie van FFB en de oliekwaliteit. Vanaf april viel er op de meeste locaties echter meer dan 150 mm regen per maand, waardoor de groeiomstandigheden stabiel bleven zonder grote verstoringen. Dit weerpatroon zal de komende jaren naar verwachting gunstige produc- tieomstandigheden ondersteunen. De herbeplantingsactiviteiten werden met succes voltooid, met 582 herbeplante hectare, goed voor 4,3% van de totale beplante oppervlakten, waar- bij een optimale gemiddelde leeftijd van 10,2 jaar behouden blijft voor de palmen in de plantages. De herbeplanting door lokale boeren kende enkele uitdagingen: 323 van de geplande 500 hectare werden herbeplant; dat was voornamelijk te wij- ten aan problemen met de acceptatie door telers. Het aanpakken van deze obstakels blijft een prio- riteit voor 2025 en daarna. Een belangrijke mijlpaal was de voltooiing en goedkeuring van de beoordeling van de “High Conservation Value” (HCV) en “High Carbon Stock Approach” (HCSA), waarin gebieden voor potentiële uitbreiding van lokale boeren werden geïdentificeerd. In 2025 zal de RSPO “New Planting Procedure” (NPP) afgerond zijn, wat nieuwe aan- plant in deze aangewezen gebieden mogelijk zal maken en SIPEF's engagement voor duurzame ontwikkeling zal versterken. Plantages PAPOEANIEUWGUINEA, WEST NEW BRITAIN MATUUR IN HECTARE IMMATUUR IN HECTARE GEMIDDELDE LEEFTIJD OLIEPALMEN FFB GEPRODUCEERD 2024 IN TON FFB GEPRODUCEERD 2023 IN TON RENDEMENT 2024 FFB/HA IN TON Hargy-plantage 4161 253 10,8 125147 134558 30,1 Navo-plantage 5700 852 9,4 86221 157216 15,1 Pandi-plantage 2584 0 11,5 73416 75565 28,4 Subtotaal eigen plantages 12445 1105 10,2 284785 367339 22,9 Lokale boeren 13745 1180 16,9 201965 232414 14,7 TOTAAL 26190 2285 486750 599753 18,6 72 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Palmolie-extractiefabrieken PAPOEANIEUWGUINEA, WEST NEW BRITAIN HARGY NAVO BAREMA TOTAAL 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 Capaciteit (ton FFB/u) 45 45 60 50 45 45 150 140 Werkelijke verwerkingscapaciteit 44,9 44,6 54,9 49,8 43,8 45,0 143,6 139,4 Verwerkte FFB (ton) 71881 78607 139056 181666 73848 107067 284785 367340 Verwerkte FFB lokale boeren (ton) 80508 91214 33138 44037 88320 97162 201965 232413 Geproduceerde ruwe palmolie (ton) 34041 40561 41346 55598 38975 50604 114362 146763 Olie-extractiepercentage (%) 22,32 23,88 24,00 24,64 24,03 24,74 23,49 24,46 Vrije vetzuren (%) (“Free fatty acids” - FFA) 3,20 3,40 3,53 4,16 3,53 4,18 3,44 3,96 Geproduceerde ruwe palmpitolie (ton) 7147 8337 8777 12493 8219 10400 24143 31230 Geproduceerde palmpitten (ton) 2809 3318 N.V.T. N.V.T. 6669 9094 9478 12412 Palmpitextractiepercentage (%) 4,69 4,91 5,09 5,54 5,07 5,09 4,96 5,21 Extractiepercentage palmpitolie (%) 1,84 1,95 N.V.T. N.V.T. 2,09 2,11 1,95 2,07 De activiteiten van de palmolie-extractiefabrieken in -- bleven vooruitgaan in 2024, met gestage verbeteringen gedurende het jaar. Vroege uitdagingen met het olie-extractiepercenta- ge (“Oil Extraction Rate” - OER) als gevolg van een bijzonder zwaar regenseizoen in West New Britain werden vanaf april geleidelijk overwonnen. Zowel de Navo- als de Barema-palmolie-extractiefabrieken tekenden geleidelijke verbeteringen op, waarbij de OER-niveaus in december op hetzelfde niveau lagen als in 2022. In Hargy hadden problemen met de stoomproductie tijdelijk invloed op de sterilisatie- processen; die zijn inmiddels opgelost en voor 2025 wordt er een verdere verbetering van de eciëntie verwacht. Het uitbreidingsproject van de Navo-palmolie- extractiefabriek bereikte in 2024 belangrijke mijl- palen met de ingebruikname van een nieuwe ketel en turbine, waardoor de verwerkingscapaciteit steeg tot 60 ton per uur. De toevoeging van een turbine met hoge capaciteit heeft ook de energie- eciëntie verbeterd en ze levert nu stroom aan alle vier de wooncomplexen op de Navo-plantage tijdens de verwerkingsuren, waardoor de aankelijkheid van dieselgeneratoren is afgenomen. De laatste fase van de uitbreiding, waaronder het vergroten van het laadplatform voor FFB van 80 naar 500 ton, is volop bezig en zal in het tweede kwartaal van 2025 voltooid zijn. Dat zal leiden tot een verdere verbetering van de operationele eciëntie en de oliekwaliteit. In 2024 handhaafden de activiteiten in Papoea- Nieuw-Guinea een sterke toewijding aan pro- ductkwaliteit. De inspanningen om de verontrei- nigingsniveaus van minerale olie (MOSH/MOAH) te beheren, bleven zeer eectief en zorgden ervoor dat de aanvaardbare drempelwaarden werden nageleefd. Daarnaast werden er voor het eerst tests uitgevoerd naar het basisniveau chloride, waarmee de basis werd gelegd voor verdere initiatieven om deze toch al lage niveaus te verlagen. Deze inspan- ningen verstevigen de sterke reputatie van HOPL als leverancier van olie van hoge kwaliteit. * zie GeoSIPEF voor meer details 73 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag 74 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 2024 was een sterk jaar voor de bananenproductie van SIPEF. Ondanks de agronomische uitdagingen op de historische plantages van Azaguié en Motobé werd er een stijging opgetekend van 24,6% in de bananenproductie en steeg het rendement van 33,3 naar 40,6 ton per hectare. De nieuw ontwikkelde plantages van Lumen en Akoudié bleven uitste- kend presteren en de productie op de plantage van Agboville keerde terug naar een goed presta- tieniveau. Er werd 45942 ton uitgevoerd naar de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK), en 5093 ton naar de regionale markten van Senegal en Mauritanië. Ook de kwaliteit was hoog, met lage schadeper- centages. Dit weerspiegelt SIPEF's voortdurende investering in innovatie, operationele uitmuntend- heid en productie-eciëntie. De productie had echter wel te lijden onder klimaatinvloeden, met 2024 als bijzonder warm jaar. Dat betekende dat er meer irrigatie nodig was. Het zeer warme droge seizoen had een impact op de productie in heel Côte d’Ivoire en daarbuiten. In 2024 werd de wereldwijde bananenmarkt gecon- fronteerd met verschillende uitdagingen die van invloed waren op de productie, handel en prijzen. De totale bananenhandel kromp met ongeveer 1% als gevolg van ongunstige weersomstandig- heden en de verspreiding van plagen en ziekten. Dankzij de voortzetting in 2024 van het gebrui- kelijke marketingbeleid van jaarcontracten met vaste prijzen bij gerenommeerde Europese klanten is de Groep niet onderhevig aan de volatiliteit van de internationale bananenmarkten. Plantations J. Eglin SA (Plantations J. Eglin) kon dus het hele jaar door een stabiele bijdrage leveren aan de brutowinst. Côte d’Ivoire blijft het belangrijkste bananen- exporterende land van Afrika naar Europa, vóór Kameroen en Ghana. BANANEN: OPERATIONELE ACTIVITEITEN 75 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Operationele activiteiten in Côte d’Ivoire De dochteronderneming van SIPEF, Plantations J. Eglin, controleert en beheert de operationele activiteiten van de Groep in Côte d’Ivoire. De plantages en verpakkingsstations bevinden zich allemaal in de zuidelijke Lagunes-regio van het land. 1 2 3 5 4 Région des Lagunes 1 Plantations J. Eglin - Azaguié 1 & 2 2 Plantations J. Eglin - Agboville 3 4 5 Plantations J. Eglin - Motobé Plantations J. Eglin - Lumen 1 & 2 Plantations J. Eglin - Akoudié Plantages Verpakkingsstations Namen en locaties van de bananenplantages van SIPEF in Côte d’Ivoire 76 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De bananenplantages van SIPEF zijn verspreid over vijf locaties in de zuidelijke Lagunes regio van Côte d’Ivoire. Samen beslaan de plantages 1229 hectare. Alle plantages liggen tussen 45 en 100 km van de haven van Abidjan. Van daaruit worden de bananen in koelcontainers geëxporteerd naar Europa en de regionale markt (Senegal en Mauritanië). Andere regionale markten worden bevoorraad met landtransport. Plantations J. Eglin werd opgericht in 1959 en is een van de drie belangrijkste spelers in de exportsector van Cavendish-bananen in Côte d’Ivoire. De vijf plantages zijn genummerd volgens histo- rische aankoopvolgorde. Het bedrijf dat in 1985 door SIPEF werd overgenomen, omvatte enkel de plantages van Azaguié (1). In 1989 werd de Agboville-plantage (2) aangekocht, gevolgd door de Motobé-plantage (3) in 2009. In 2021 werden de plantages van Lumen (4) en Akoudié (5) aangekocht om de huidige productiegebieden te vervolledigen. Al deze plantages werden decennialang gebruikt om gewassen te telen (bananen, ananas, bloemen, cacao of koe) voordat ze door SIPEF werden aangekocht. Eind 2024 waren alle plantages volledig beplant, met uitzondering van Akoudié, dat in 2021 werd aangekocht. Deze plantage liep vertraging op doordat een deel van het gebied van de aange - kochte plantage niet beschikbaar was, waardoor een alternatief gebied moest worden gevonden. Het resterende gedeelte wordt begin 2025 beplant. De totale afgezette productie steeg met 24,6% ten opzichte van 2023. De rendementen waren zeer hoog in de plantages van Lumen en Akoudié. Lumen zag een stijging van 53% ten opzichte van 2023, en voor Akoudié bedroeg de stijging 205%. Ook op het gebied van kwaliteit zal 2024 als een zeer goed jaar worden beschouwd in vergelijking met voorgaande jaren. De schadecijfers waren erg laag, vooral in de tweede helft van het jaar. Dit resulteerde in een betere terugwinning van verwerkte trossen, wat op zijn beurt leidde tot minder ongelijkheden bij het sorteren. Ook in 2024 bleef het klimaat de productie beïn- vloeden. 2024 was een bijzonder warm jaar en de hogere temperaturen tijdens het droge seizoen in maart, april en mei hadden een zware impact op de bananenplanten, die meer irrigatie nodig hadden. De plantages ondervonden minder hinder van de harmattan in vergelijking met voorgaande jaren, met slechts een paar dagen met lage nacht- en ochtendtemperaturen. Plantages PLANTAGES BEPLANTE OPPERVLAKTE 2024 IN HECTARE BEPLANTE OPPERVLAKTE 2023 IN HECTARE GEËXPORTEERDE PRODUCTIE 2024 IN TON GEËXPORTEERDE PRODUCTIE 2023 IN TON RENDEMENT 2024 TON/HA RENDEMENT 2023 TON/HA Azaguié 314 340 9922 11702 31,7 34,4 Agboville 231 246 8938 8003 38,6 32,5 Motobé 204 221 6165 6424 30,2 29,1 Lumen 292 291 19389 12676 66,4 43,6 Akoudié 216 130 6624 2171 30,7 16,7 TOTAAL 1257 1229 51038 40976 40,6 33,3 77 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag In 2024 viel er ook 200-400 mm minder regen dan in 2023. Noch het zware regenseizoen, noch het korte regenseizoen was uitzonderlijk nat. Alleen de plantage van Motobé werd getroen door overstro- mingen toen de Comoé-rivier buiten haar oevers trad na stortregens in het noorden van het land en in Burkina Faso. Hierdoor kwam een gebied van 25 hectare drie weken lang onder water te staan. Op alle locaties lag het verwachte aantal bloemen op schema, maar er was een gebrek aan eenheids- gewicht in de trossen. De buitensporige tempe- raturen verstoorden de groeicyclus. Op sommige locaties leidde dit tot productiedalingen. In 2024 nam SIPEF een nieuwe medewerker in dienst om de handel binnen Senegal en Mauritanië te beheren. Hoewel dit een kleiner onderdeel van het bedrijf is dan de Europese en Britse export, is het erg belangrijk omdat het een markt biedt voor bananen die mogelijk niet voldoen aan de veeleisende specificaties van Europa en het VK. De kortere transporttijd betekent ook dat er rijper fruit kan worden vervoerd. De opbrengsten op historische plantages, vooral Motobé en Azaguié, bleven minder gunstig dan het verwachte gemiddelde. De plantage in Agboville boekte meer vooruitgang en de tweede helft van het jaar liet een duidelijke verbetering zien. Er worden uitgebreide analyses uitgevoerd op Motobé en Azaguié en er wordt een strategie voor technische en agronomische verbeteringen geïm- plementeerd. Gebieden met een bijzonder laag ren- dement, evenals het gebied van 25 hectare dat onder water heeft gestaan, zullen worden geëlimineerd en een langere braakliggingsperiode krijgen. Bodems zullen worden gevoed met meer organisch materiaal, het drainagenetwerk zal worden herzien en er zal worden gefocust op agro-ecologische praktijken om onkruid en ongedierte te voorkomen. Verwacht wordt dat deze activiteiten vanaf 2027 zullen leiden tot betere resultaten voor deze gebieden. Naast het klimaat blijft de zwarte sigatokaziekte het grootste risico voor de productie van bana- nenplanten. SIPEF zorgt ervoor dat deze ziekte onder controle wordt gehouden door middel van geïntegreerde plaagbestrijding en -praktijken en, indien nodig, het gebruik van sproeien met drones, met beperkte verstoringen en een nauwkeurigere aflijning van de te behandelen gebieden. Een ander risico is de Panamaziekte, ook bekend als “Tropical Race 4” (TR4); een introductie daarvan zou de bananenplantage decimeren. De hele industrie neemt echter preventieve maatregelen. Meer in het algemeen werken telers samen met nationale onderzoeksinstellingen om nieuwe producten te vinden voor de bestrijding van bana- nenplagen zoals insecten, onkruid of schimmels. 78 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Verpakkingsstations VERPAKKINGSSTATIONS EU REGIONAAL LOKAAL TOTAAL CAPACITEIT TON/DAG 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 Azaguié 60 8845 9904 1077 1798 1276 1100 11198 12802 Agboville 40 8032 6926 906 1078 1010 815 9948 8819 Motobé 40 5403 5726 762 699 992 1080 7157 7505 Lumen 60 17601 10783 1788 1893 1560 719 20949 13395 Akoudié 40 6062 1994 562 178 751 409 7375 2581 TOTAAL 45943 35332 5095 5644 5589 4122 56627 45098 Er zijn zeven verpakkingsstations in Côte d’Ivoire, verspreid over dezelfde locaties als de vijf plantages. De totale oogst die in 2024 in de verpakkingsstations werd verwerkt, bedroeg 56627 ton, een stijging van 11529 ton of 25,6% ten opzichte van 2023. De verpakkingsstations verwerken bananen vol- gens de specifieke eisen van Europese en Britse klanten, met behulp van verschillende verpakkings- methoden. Dit omvat verschillende materialen zoals biologisch areekbare tapes, recycleerbare zakken of bulkverpakkingen om het gebruik van plastic te minimaliseren. Daarnaast worden waar nodig prijslabels en andere noodzakelijke aanpassingen aangebracht, zodat zowel de naleving als de duur- zaamheid van het verpakkingsproces worden gewaarborgd. De zeven verpakkingsstations van de Groep zijn volledig uitgerust om maximaal 60000 ton per jaar te verwerken. Alle noodzakelijke investeringen werden gedaan om de eciëntie te verbeteren en de activiteiten te stroomlijnen. Met productievolumes die ook na 2024 zullen blijven groeien, zijn de verpakkingsstations goed voorbereid om aan de toekomstige vraag te voldoen. We moeten nog investeren om de twee oudste stations te moderniseren en het verpak- kingsstation van Akoudié moet uitgebreid worden. 79 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Palmolie SIPEF's streven naar duurzaamheid wordt weer- spiegeld in de manier waarop zij haar oliepalm- producten in de handel brengt, die volledig op de lokale markt in Indonesië en in Europa worden verkocht. De belangrijkste afnemers zijn rana- derijen, die de olie verwerken voor verschillende eindtoepassingen, waaronder de voedingsindustrie, de oleochemische sector en de productie van groene energie zoals biodiesel. SIPEF werkt samen met klanten die voorrang geven aan een duurzame toeleveringsketen en een verantwoord inkoopbeleid. Deze klanten hechten waarde aan kwaliteitsvolle, gecertificeerde en volledig traceerbare producten en zijn bereid om dat ook te weerspiegelen in hun prijsstelling. 2024 was een scharnier- moment in de plantaardige olie-industrie. Tientallen jaren lang werd palmolie algemeen beschouwd als de betaalbaarste plant- aardige olie ter wereld. De groei werd echter beperkt door de invoering in 2015 door consument- gerichte bedrijven van het beleid van geen ontbossing en de regelgeving van de Indonesische overheid over expansie, en de industrie wordt nu geconfronteerd met een nieuwe realiteit. Gedurende meer dan de helft van 2024 was palmolie hoger geprijsd dan soja-, raapzaad- en zonnebloemolie. De palmolieproductie in Maleisië bleef beschei- den groeien, dankzij een grotere beschikbaarheid van arbeidskrachten na de nasleep van covid-19. De productie in Indonesië daarentegen daalde sterk. Het land heeft geen relevante nieuwe plantgebieden toegevoegd en jaren van ontoereikende herbeplan- ting hebben geleid tot een verouderend boom- profiel, wat zorgt voor verminderde opbrengsten. Naar verwachting zal die trend zich de komende jaren voortzetten. De prijzen voor plantaardige olie stegen, ondanks sterke sojaoogsten in Brazilië en Argentinië aan het begin van het jaar en een recordoogst in de Verenigde Staten. Een lagere wereldwijde palmolieproductie, in combinatie met een ver- minderde koolzaad- en zonnebloemoogst, droeg bij aan de stijgende prijzen. In 2024 werd de vermin- derde beschikbaarheid van palmolie de belangrijkste prijsaanjager. De wereldwijde vraag naar plantaardige oliën nam in het gebruikelijke tempo toe, maar de vraag naar biodiesel bleef een sterke groeifactor. Met Indonesië, de Verenigde Staten en Brazilië als koplopers verhoogden veel grote producerende landen hun mandaten voor het bijmengen van biodiesel. Tegen het vierde kwartaal ontstond echter enige aarzeling toen het prijsverschil AFZETMARKTEN: PALMOLIE SIPEF’s markten 80 The connection to the world of sustainable tropical agriculture tussen plantaardige oliën en gasolie recordhoog- ten bereikte. Desondanks bleef de nieuw verkozen Indonesische regering zich inzetten om de doelstel- ling voor het bijmengen van biodiesel voor 2025 te verhogen van B35 (35% biodiesel) naar B40. De nieuwe ontbossingsverordening van de Europese Unie (“European Union’s Deforestation Regulation” - EUDR), die oorspronkelijk op 1 januari 2025 van kracht zou worden, begon voor opschudding te zorgen in de palmolie-industrie. Hoewel de details van de verordening onduidelijk bleven, waren veel spelers in de sector zich al aan het voorbereiden op de implementatie ervan. Tegelijkertijd hebben consumentgerichte bedrijven een groeiende interesse getoond in olie die voldoet aan de EUDR-normen, omdat ze erkennen dat deze olie de bestaande RSPO-certificering kan aanvullen als onderdeel van het evoluerende landschap van industrienormen. De EUDR is eerder een aanvullende vereiste dan een vervanging voor de RSPO-certificering, maar ze droeg in 2024 bij aan tijdelijke aanpassingen in de premie voor gecertifi- ceerde oliën, terwijl de markt zich aan die nieuwe benchmarks aanpast. De vertraagde invoering van de EUDR heeft de besluiteloosheid in de markt verlengd, maar de meeste Europese consumentgerichte bedrijven bereiden zich voor op de inwerkingtreding van de verordening in 2026, waarbij zowel aan de EUDR als aan de gescheiden RSPO-certificering wordt voldaan. De gemiddelde prijs voor ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO) genoteerd op de “Malaysian Derivatives Exchange” (MDEX) in 2024 bedroeg 4128 Maleisische Ringit (MYR - USD903) tegen- over een gemiddelde van 3796 MYR (USD833) in 2023, een stijging van 8,4%. Het laatste semester lag echter aanzienlijk hoger. Palmpitolie De markt van laurische oliën, die zowel palmpitolie (“Palm Kernel Oil” - PKO) als kokosolie omvat, her- won zijn kracht in 2024. Na een periode waarin de prijs gelijk was aan die van palmolie, dwongen beide laurische oliën opnieuw een aanzienlijke premie af. De gemiddelde prijs van PKO CIF Rotterdam in 2024 bedroeg USD1310, tegenover USD950 in 2023, een stijging van 37,5%. Het vierde kwartaal liet een nog sterkere prijsverbetering optekenen, waarbij de prijzen een aanzienlijke premie bereik- ten ten opzichte van palmolie. Een daling van de palmvruchtenproductie leidde tot een snelle uitputting van de voorraden, waarbij de krapte in het aanbod PKO sneller trof dan palmolie zelf. Voor wat de vraag betreft, was er met name in de oleochemische sector enige groei, vooral na het verrekenen van hogere energiekosten. Bovendien versterkte het lagere aanbod van kokosnoten in 2024 de krapte in laurische olie, wat leidde tot een solide vraag die bijdroeg aan de prijsstijging. * De palmolienotering op de Maleisische Derivatenbeurs (“Malaysian Derivatives Exchange” - MDEX) is wereldwijd marktleider in de prijsvorming voor palmolie. Dit wordt het belangrijkste prijsmechanisme om de prijzen te bepalen, zowel lokaal als overzee. Om een MDEX- notering om te zetten naar die van een CIF Europese haven moeten de geldende exportbelasting en de overeenkomstige zeevrachtkosten toegevoegd worden. De voorheen gebruikte markt CIF Rotterdam heeft de afgelopen jaren zijn relevantie verloren en de liquiditeit is opgedroogd, omdat palmolie als pure grondstof is veranderd in een grondstof voor de toeleveringsketen waarvoor certificering, traceerbaarheid en kwaliteitsparameters klantspecifiek kunnen zijn. 81 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag Wereldwijde bananenmarkten A. Wereldwijde productie en marketing 2024 werd gekenmerkt door twee belangrijke feno- menen die een impact hadden op de bananenhandel. Klimaatanomalieën hadden grote gevolgen voor de bananenhandel in 2024. In verschillende landen in Centraal-Amerika en Afrika waren de oogsten lager door extreme hitte, vermoedelijk gekoppeld aan het fenomeen “El Niño” dat eindigde in april 2024. De ratio doos/tros was abnormaal laag, wat leidde tot incidentele productietekorten. Dat was met name het geval in Centraal-Amerika (Guatemala, Honduras, Mexico), in bepaalde regio's van Ecuador en in Côte d'Ivoire. Als gevolg van het tekort in het aanbod van Centraal-Amerikaanse leveranciers was er een actievere vraag op de markt van de Verenigde Staten van Amerika (VS), wat leidde tot een stijging van 34% in de verzending van Ecuadoraanse bananen naar de VS. Hierdoor bleven de Ecuadoraanse spotprijzen het hele jaar door sterk en was er een lager volume beschikbaar voor Europa. Dit fenomeen werd nog versterkt door de wisselkoers tussen de euro en de Amerikaanse dollar, die laag bleef, waardoor de Amerikaanse markt aantrekkelijker werd dan de Europese markt. Ook logistieke uitdagingen hadden een impact op de bananenhandel in 2024. De wereldwijde maritieme handel werd vertraagd door de lage waterstand in het Panamakanaal, veroorzaakt door droogte, aan het begin van het jaar, de sluiting van het Suezkanaal door geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten, industriële acties in havens in de VS en de beperkte beschikbaarheid van maritieme ruimte. Deze problemen beperkten de flexibiliteit van het containervervoer en bemoeilijkten de toegang tot de scheepvaartroutes. B. Europese bananenconsumptie 1 De bananenconsumptie in de Europese Unie (EU) is gestegen. In oktober 2024 lag het Europese aanbod 8,5% hoger dan in oktober 2023. Zowel de invoer als de Europese productie droegen bij aan deze opwaartse trend. De Europese producenten brachten 4% meer bananen op de markt dan tijdens de voorgaande 12 maanden. Ook de invoer uit niet- EU-landen steeg ook met 4,9%. Herkomstlanden uit de dollarzone, zoals Latijns-Amerika, kenden een groei van 6,4%, terwijl de oorspronglanden Afrika, de Caraïben en Stille Oceaan (ACS) sta - biel bleven. Van de herkomstlanden uit de dollar- zone tekenden Colombia, Panama en Ecuador de grootste volumestijgingen op. Binnen de ACS-zone daarentegen kenden Kameroen, Ghana en Belize groeipercentages tussen 18% en 40%, terwijl Côte d'Ivoire en de Dominicaanse Republiek te maken kregen met dalingen van 11% tot 14%. C. Consumptie in andere landen: Verenigde Staten van Amerika 2 In de eerste 10 maanden van 2024 steeg de bananenconsumptie in de VS tot 3518000 ton, een stijging van 1% ten opzichte van het voorgaande jaar. Oktober was een van de 6 maanden in 2024 met een hoger verbruik dan in 2023 en bereikte cijfers die sinds 2018 niet meer waren voorgekomen. Over de twaalf maanden eindigend in oktober 2024 steeg het verbruik met 1,6%, tot een totaal van 4149000 ton. De aanboddynamiek verschoof, waarbij Ecuador zijn positie als de op één na grootste leverancier aan de VS-markt verstevigde met een stijging van bijna 30%. Guatemala, de grootste leverancier, kende een daling van 3,8%. Ook het segment biologische bananen groeide en veroverde een marktaandeel van 13,3%. AFZETMARKTEN: BANANEN (1) Bron: CIRAD (2) Bron: CIRAD 82 The connection to the world of sustainable tropical agriculture SIPEF’s marktstrategie voor bananen De strategische focus van SIPEF op bananen ligt in het verlengde van de overkoepelende strategie van de Groep: de productie van traceerbare en gecertificeerde producten van hoge kwaliteit. Deze aanpak vereist een focus op gecontroleerde en duurzame groei, het behouden van een gecontro- leerde schuldstructuur en het opbouwen van sterke partnerschappen binnen de toeleveringsketens. De bananenactiviteiten worden beheerd door de dochteronderneming van SIPEF: Plantations J. Eglin in Côte d'Ivoire. SIPEF werkt samen met een panel van rijperij- klanten die duurzaamheid en hoge kwaliteit hoog in het vaandel dragen. Deze rijperijen onderhouden een nauwe band met de markt en werken samen met hun leveranciers om zich aan te passen aan de veranderende klantbe- hoeften. Dit coöperatieve model versterkt de toele- veringsketen en waarborgt een consistente product- kwaliteit en een goede marktresponsiviteit. Door op die manier samen te werken, kunnen prijs- structuren worden vastgesteld die langetermijncon- tracten ondersteunen, wat stabiliteit biedt voor alle betrokken partijen. Tegelijkertijd behouden SIPEF en Plantations J. Eglin de mogelijkheid om prijzen vast te stellen die zowel de marktvoorwaarden als de operationele factoren weerspiegelen, met inbegrip van de controle over de logistiek en de haven van bestemming. Deze aanpak garandeert niet alleen betrouwbare FOB-inkomsten, maar maximaliseert ook de waarde door een verbeterde eciëntie van de toeleveringsketen en kwaliteits- garantie, ondersteund door veilige maritieme logis- tiek, leveringen op pallets en kwaliteitscontroles bij het lossen in Europese havens. De strategische focus blijft gericht op duurzame productie, in het verlengde van de veranderende eisen van de consument. Belangrijke initiatieven leggen de nadruk op het verminderen van afval, het optimaliseren van verpakkingen en het vol- doen aan de eisen van duurzaamheidsbewuste consumenten. Voorbeelden hiervan zijn de introductie van produc- ten zoals bananen die zijn voorverpakt in zakjes of met tape, wat het plasticgebruik aanzienlijk vermindert. De overstap naar herbruik- bare plastic kratten voor het verpakken van fruit heeft ook de traditionele kartonnen dozen van 18,5 kg vervangen, waardoor de impact op het milieu nog verder is afgenomen. Een opmerkelijke trend is de groeiende vraag naar vooraf gewogen losse eenheden in supermarkten. Door bananen aan te bieden in handige, voorver- pakte formaten sluit deze aanpak aan bij de voor- keur voor eciëntie van de consument. In 2024 steeg de hoeveelheid bananen die in Europa en het VK werd ingevoerd en verkocht met 30% ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze groei resulteerde in een totaal van 44343 ton, verdeeld over deze markten. Een aanzienlijk deel daarvan, 25968 ton (62%), werd verkocht in het VK, terwijl De volledige bananenproductie van SIPEF is gecertificeerd als Fairtrade en Rainforest Alliance. 83 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag de resterende 18375 ton (38%) voornamelijk werd gedistribueerd over het Europese vasteland, met Frankrijk als belangrijkste bestemming. De volledige bananenproductie van SIPEF is gecertificeerd als Fairtrade en Rainforest Alliance. Wanneer bananen als Fairtrade gecertificeerd worden verkocht, ontvangt SIPEF een gegaran- deerde verkoopprijs en wordt er een premie betaald aan een arbeidersvereniging. Wanneer bananen als Rainforest Alliance gecertificeerd worden verkocht, wordt er boven op de marktprijs een extra bedrag betaald (een duurzaamheidsinvestering en duur- zaamheidverschil). Slechts 3362 ton (8% van de productie) werd echter verkocht als Fairtrade gecer- tificeerd, terwijl 19529 ton het label Rainforest Alliance droeg. De inflatie in Europa heeft de koop- kracht flink onder druk gezet, wat waarschijnlijk een negatieve invloed heeft gehad op de verkoop van producten met duurzaamheidslabels. Ondanks die uitdagingen blijft de markt van het VK een bolwerk voor het veiligstellen van de commerciële, sociale en ecologische toegevoegde waarde die deze certi- ficeringen met zich meebrengen. De uitgebreide reeks certificeringen, waaronder Fairtrade en Rainforest Alliance, blijft conform met de eisen van de markt en voldoet aan de verwachtingen van het huidige klantenbestand, wat het streven naar duurzaamheid en ethische praktijken versterkt. Gedurende 2024 handhaafde SIPEF uitzonderlijk hoge standaarden, wat een naadloze coördinatie en communicatie weerspiegelt tussen het productie- kwaliteitsteam en hun tegenhangers in Europa. Die samenwerking zorgde ervoor dat de kwaliteit van het fruit voldeed aan de strenge eisen van de markt. De exportlogistiek werd goed beheerd, met inbe- grip van zeetransport van de haven van Abidjan naar Europese bestemmingen en vervoer over land van verpakkingsstations naar de haven. De verliezen die te wijten waren aan de logistieke keten, transittijden of onderbrekingen in de koude- keten bleven minimaal. De invoerverordeningen voor bananen uit de ACS-regio, met inbegrip van Côte d’Ivoire, blijven stabiel, zodat de vrije toegang in het kader van de ACS-quota gewaarborgd blijft. Bananen uit Centraal- en Zuid-Amerikaanse landen zoals Costa Rica, Ecuador en Colombia zijn bij invoer in Europa daarentegen nog steeds onderworpen aan een douanerecht van EUR 75,00 per ton. Het VK blijft na de Brexit de Europese invoerregels naleven. Deze regelgevingskaders spelen een sleutelrol in het behoud van het concurrentievermogen en de toegankelijkheid van de markt, wat hun strategisch belang onderstreept. De handelsvolumes binnen Afrika bleven in 2024 echter stabiel ten opzichte van het voorgaande jaar, zonder de opwaartse trend op de Europese markten te weerspiegelen. De markten in de subregio, met name Senegal en Mauritanië, geven blijk van een sterk groeipotentieel, aangedreven door de stijgende consumptie in de grote steden. Deze markten nemen steeds meer het Europese model van detailhandel over, waarin grote en middelgrote detailhandelaars hun aanwezigheid uitbreiden. De inspanningen van SIPEF concentreerden zich op het versterken van de commerciële en contractuele relaties met bestaande klanten, terwijl het ook voet aan de grond kreeg bij nieuwe klanten in Senegal, waar de vraag toeneemt. De toegang tot de markt wordt vergemakkelijkt door gekoelde logistiek, waaronder containervervoer over zee en gekoelde vrachtwagens, een waarborg voor kwaliteit en betrouwbaarheid in de hele toeleveringsketen. 84 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Sinds 2021 bouwt SIPEF haar activiteiten in natuurrubber en thee af. De rubberproductie van SIPEF stopte aan het einde van het tweede kwartaal van 2024 en inmiddels zijn alle rubberactiva geconverteerd of verkocht. Twee van de drie rubberplantages werden omgezet in oliepalmplantages en zullen naar verwachting in 2027 volgroeid zijn. In mei 2021 tekende PT Tolan Tiga Indonesië een koop-verkoopovereenkomst met betrekking tot de voorwaardelijke verkoop van PT Melania, die de derde rubberplantage van SIPEF (MAS Palembang) en haar theeplantage (Cubini estate) bezit, aan de Shamrock Groep. PT Tolan Tiga Indonesië werkt momenteel aan de verlenging van de teeltlicenties, Hak Guna Usaha (HGU), om de verkoop definitief af te ronden. In de tussenliggende periode wordt de Cibuni estate verder beheerd door PT Tolan Tiga, en is het beheer van de rubberactiviteiten overgegaan naar de Shamrock Group. Het uitfaseringsproces zal in 2025 worden voortgezet. In 2024 was minder dan 1% van de inkomsten van SIPEF aomstig van de overblijvende productie- volumes van rubber en thee in Indonesië. Door de voorwaardelijke verkoop aan de Shamrock Groep worden de resultaten van de rubber- en theeactiviteiten van MAS Palembang en Cibuni sinds 2021 niet meer opgenomen in de geconsoli- deerde rekeningen van SIPEF. Na de balansdatum heeft de koper een opzeggingsbrief verstuurd met betrekking tot de koop-verkoopovereenkomst. De SIPEF-groep heeft de juridische geldigheid van deze opzeggingsbrief betwist. Tegen het einde van het tweede kwartaal van 2024 had de dochteronderneming van SIPEF, Plantations J. Eglin SA, in Côte d'Ivoire alle resterende productie van tropische bloemen stopgezet. Dit gebied van 29 hectare zal in de loop van 2026 worden herbeplant met bananen. UITFASERING VAN RUBBER, THEE EN HORTICULTUUR 85 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Bedrijfsverslag 2. Duurzaamheidsverklaring 86 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 87 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Algemene informatie OVER DEZE VERKLARING Deze Duurzaamheidsverklaring is opgesteld in overeen- stemming met de Richtlijn duurzaamheidsrapportering door bedrijven (“Corporate Sustainability Reporting Directive” - CSRD) en voldoet aan de vereisten van de Europese normen voor duurzaamheidsrapportering (“European Sustainability Reporting Standards” - ESRS). Het verslag is opgesteld op geconsolideerde basis, waarbij de consolidatiekring werd afgestemd op de jaarrekening van de SIPEF-groep. Het voldoet ook aan de vereisten voor openbaarmaking van de EU-Taxonomie, zoals bepaald in artikel 8 van Verordening 2020/852 (de EU-taxonomieverordening). (1) Uitzondering: Personeelsgegevens voor de theeplantage Cibuni (onder PT Melania) is opgenomen in het bereik van de rapportering, aangezien SIPEF de werknemers op die locatie blijft managen. Reikwijdte en dekking van eigen activiteiten De verklaring omvat de palmolie- en bananenac - tiviteiten van SIPEF zelf, naast de belangrijkste actoren en activiteiten in de palmolie- en bananen- waardeketens, en richt zich uitsluitend op de duur- zaamheidskwesties en de impact, risico's en oppor- tuniteiten (“Impacts, Risks, and Opportunities” - IRO) die als materieel werden geïdentificeerd door middel van de dubbele-materialiteitsbeoordeling van de Groep. Alle dochterondernemingen van SIPEF zijn opgenomen in het toepassingsgebied van de geconsolideerde rapportering en zijn vrijgesteld van het opstellen van individuele duurzaamheids- rapportering, overeenkomstig artikel 19a(9) van Richtlijn 2013/34/EU. Het geconsolideerde verslag heeft geen betrekking op PT Melania (rubber en thee), aangezien die zijn geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop in overeenstemming met IFRS, zoals uiteengezet in de jaarrekening. In het algemeen worden activiteiten met betrekking tot thee en rubber uitgesloten, aangezien die acti- viteiten worden afgebouwd en minder dan 1% van de omzet van de Groep vertegenwoordigen 1 . Voor meer informatie, zie Bedrijfsverslag. 88 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Reikwijdte en dekking van de stroomop- en stroomafwaartse waardeketen In overeenstemming met de parameters van de dubbele-materialiteitsbeoordeling richt de verkla- ring zich alleen op activiteiten in de waardeketen die rechtstreeks verband houden met de levering aan SIPEF (stroomopwaarts) of de productie, het transport en de verkoop van haar producten (stroomafwaarts). Een overzicht van de waardeketens van SIPEF is te vinden in het Bedrijfsverslag. Zie pagina 93 voor een overzicht van de materiële duurzaamheidskwesties die werden geïdentificeerd voor de waardeketens van SIPEF. Definities van tijdshorizonten op middellange en lange termijn De definities van tijdshorizonten op middellange en lange termijn die voor rapporteringsdoeleinden in deze verklaring worden gehanteerd, zijn consistent met de principes zoals uiteengezet in ESRS 1, Sectie 6.4. Een uitzondering is die voor de beoordelingen van IRO die verband houden met klimaatveran- dering, waarvoor de volgende definities werden gebruikt: Horizon op korte termijn: 1–3 jaar Horizon op middellange termijn: 4–10 jaar Horizon op lange termijn: 11–25 jaar De alternatieve definities voor tijdshorizonten die in de context van klimaatverandering worden toegepast, werden aangenomen in overeenstem- ming met de unieke aard van de activiteiten van SIPEF, in het bijzonder de productie van palmolie. Gezien de levenscyclus van een palm van 25 jaar, geven die definities een nauwkeuriger beeld van de langetermijneecten, risico's en opportunitei- ten van klimaatverandering op de activiteiten en strategieën van de Groep. Overige toelichtingen over de grondslag voor rapportering Het managementverslag van SIPEF heeft de vorm van een geïntegreerd jaarverslag en de Vennootschap heeft dan ook gebruikgemaakt van incorporatie door verwijzing teneinde veel van de door het ESRS vereiste toelichtingen te behandelen. Een lijst van de ESRS-vereisten voor informatie- verschang, met inbegrip van de vereisten die door middel van verwijzing zijn opgenomen, is te vinden in Annex 5. Meer details over de basis voor het opstellen van het rapport en het verslag, inclusief de methodologieën en aannames gebruikt voor de gegevens die in deze verklaring worden gepresenteerd, zijn te vinden in Annex 4. 89 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring DUURZAAMHEIDSSTRATEGIE De duurzaamheidsstrategie van SIPEF wordt gedre- ven door het engagement van de Vennootschap om haar plantages, activiteiten en toeleveringsketen op een verantwoorde manier te beheren en tege- lijkertijd bij te dragen aan de maatschappij en de lokale economieën. Ze omvat strenge vereisten voor nieuwe ontwikkelingen en leveranciers, de imple- mentatie van de beste managementpraktijken, res- pect voor de mensenrechten en inspanningen om werkgelegenheid en ontwikkelingsmogelijkheden te creëren in de landelijke en afgelegen gebieden waar SIPEF actief is. SIPEF integreert duurzaamheid in haar acti- viteiten door commerciële groei in evenwicht te brengen met verantwoorde praktijken. De duurzaamheidsstrategie van de Vennootschap is opgebouwd rond vier belangrijke aandachtsge- bieden, elk ondersteund door specifieke doelen, benaderingen en doelstellingen die aansluiten bij de materiële duurzaamheidskwesties van SIPEF. Deze aandachtsgebieden zijn nauw verbonden met de bedrijfsprioriteiten en vormen de basis van SIPEF's Evenwichtige Groeistrategie. • Productie-efficiëntie • Operationele uitmuntendheid • Hoogwaardige, duurzame, traceerbare gecertificeerde producten • Innovatie en vroegtijdige toepassing ZAKELIJKE AANDACHTSGEBIEDEN DUURZAAMHEIDS AANDACHTSGEBIEDEN • Milieubeheer • Respect voor werknemers en gemeenschappen • Goed zakelijk gedrag • Verantwoord beheer van de toeleveringsketen In het licht van SIPEF's Evenwichtige Groeistrategie omkaderen vier aandachtsgebieden de duurzaamheidsaanpak van de Groep, die zijn activiteiten op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur aansturen. 90 The connection to the world of sustainable tropical agriculture In de volgende sectie worden de vier aandachtsge- bieden van SIPEF op het gebied van duurzaamheid en de daarmee verbonden duurzaamheidskwesties voorgesteld die in 2024 van wezenlijk belang waren voor zowel SIPEF's eigen activiteiten als voor de waardeketen. Ook de gekoppelde duurzaamheids- en bedrijfsdoelstellingen komen aan bod. Voor de eigen activiteiten van SIPEF zijn alle doelstellingen universeel van toepassing voor alle productgroepen en geografische gebieden. Waar relevant wordt in de doelen verwezen naar relaties met belanghebbenden. Voor de waardeketen van SIPEF worden de belangrijkste productgroepen en klantensegmenten gespecificeerd, met een indicatie van de regio, met palmolieactiviteiten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea en bananenactiviteiten in Côte d’Ivoire. Meer informatie is te vinden naast de informatie over ESG-onderwerpen. Een overzicht van SIPEF's operationele locaties en afzetmarkten, evenals de volledige reeks duur - zaamheids- en bedrijfsdoelstellingen, is te vinden in het Bedrijfsverslag. Materiële duurzaamheidskwesties Eigen activiteiten AANDACHTSGEBIED MATERIËLE DUURZAAMHEIDSKWESTIES DOELEN Milieubeheer (Milieu-informatie) E1: KLIMAATVERANDERING P. 119 Duurzaamheidsdoelen: • Reductie van broeikasgasuitstoot (“Greenhouse gas” - GHG) en klimaatbestendigheid op lange termijn • Minimalisering van de impact op natuurlijke hulpbronnen en het milieu • Duurzaam landgebruik en behoud van biodiversiteit, inclusief geen ontbossing en geen nieuwe ontwikkelingen op veengrond (“No Deforestation and no new developments on Peat” - NDP) Verbonden bedrijfsdoelen: • Volledige naleving van toonaangevende duurzaamheidsnormen en certificeringen • Het landgebruik in de productiegebieden optimaliseren en de productieprocessen verbeteren • Inzetten op praktijken en oplossingen die focussen op het verbeteren van de gezondheid van de bodem en het verhogen van het rendement • Optimaliseren van input, processen en output door hergebruik van bijproducten, minimalisering van afval en gebruik van slimme landbouw en mechanisatie • Investeren in onderzoek en ontwikkeling (O&O) om vooruitgang mogelijk te maken naar duurzaam en optimaal landgebruik, eciënte productie, hoogwaardige producten, verbeterde bodemgezondheid en veerkrachtige gewassen • Beperking van klimaatverandering • Aanpassing aan klimaatverandering • Energie E2: VERONTREINIGING P. 131 • Luchtverontreiniging • Waterverontreiniging E3: WATER P. 136 • Waterverbruik • Wateronttrekkingen • Waterlozingen E4: BIODIVERSITEIT EN ECOSYSTEMEN P. 142 • Verandering in landgebruik • Aantasting van land • Populatiegrootte van allerlei soorten • Wereldwijd risico op uitsterving van allerlei soorten 91 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring AANDACHTSGEBIED MATERIËLE DUURZAAMHEIDSKWESTIES DOELEN Respect voor werknem- ers en gemeenschappen (Sociale Informatie) S1: EIGEN PERSONEELSBESTAND P. 159 Duurzaamheidsdoelen: • Mensen-, arbeids- en gemeenschapsrechten respecteren, in overeenstemming met lokale wetten en internationale regelgeving • Langetermijnrelaties bevorderen, gedeelde waarde creëren en het welzijn en de veerkracht van lokale gemeenschappen ondersteunen Verbonden bedrijfsdoelen: • Volledige naleving van toonaangevende duurzaamheidsnormen en -certificeringen • Bevorderen van een cultuur van voortdurende verbetering • Veilige werkgelegenheid • Kinderarbeid • Gedwongen arbeid • Werktijd • Correcte lonen • Vrijheid van vereniging • Collectieve onderhandelingen • Werk-privébalans • Gezondheid en veiligheid • Training en ontwikkeling van vaardigheden • Diversiteit • Gendergelijkheid en gelijke beloning voor gelijkwaardig werk • Maatregelen tegen geweld en pesterijen op de werkplek S3: BETROKKEN GEMEENSCHAPPEN P. 231 • Gevolgen voor de veiligheid • Vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming • Voldoende voedsel Goed zakelijk gedrag (Informatie over governance) G1: ZAKELIJK GEDRAG P. 263 Duurzaamheidsdoelen: • Bevorderen van een cultuur van ethisch gedrag bij het management, het personeel en de contractoren • Systemen en processen toepassen om ethisch gedrag te waarborgen • Een robuust beleid, procedures en maatregelen handhaven om alle risico’s aan te pakken, ook op het gebied van omkoping en corruptie Verbonden bedrijfsdoelen: • Bevorderen van een cultuur van voortdurende verbetering • Bedrijfscultuur • Corruptie en omkoping: Preventie en detectie, inclusief training, incidenten • Bescherming van klokkenluiders 92 The connection to the world of sustainable tropical agriculture AANDACHTSGEBIED MATERIËLE DUURZAAMHEIDSKWESTIES LOCATIES WAARDEKETEN DOELEN Verantwoord beheer van de toeleveringske - ten (Sociale infor - matie, Milieu- informatie) E1: KLIMAATVERANDERING P. 119 Duurzaamheidsdoelen: • Lokale boeren ondersteunen op hun pad naar een betere, duurzame en gecertificeerde productie • Lokale boeren ondersteunen om hogere inkomens te verdienen en betere toegang te krijgen tot internationale markten • Leveranciers screenen en monitoren om ervoor te zorgen dat SIPEF’s beleid wordt nageleefd • Reductie van broeikasgasuitstoot (“Greenhouse gas” - GHG) en klimaatbestendigheid op lange termijn • Minimalisering van de impact op natuurlijke hulpbronnen en het milieu • Duurzaam landgebruik en behoud van biodiversiteit, inclusief geen ontbossing en geen nieuwe ontwikkelingen op veengrond (NDP) • Mensen-, arbeids- en gemeenschapsrechten respecteren, in overeenstemming met lokale wetten en internationale regelgeving Verbonden bedrijfsdoelen: • Volledige naleving van toonaangevende duurzaamheidsnormen en certificeringen • Handhaven van 100% traceerbaarheid voor alle producten • Inzetten op praktijken en oplossingen die focussen op het verbeteren van de gezondheid van de bodem en het verhogen van het rendement • Implementeren van de hoogste voedselveiligheids- en kwaliteitsnormen • Beperking van klimaatverandering • Lokale boeren • Leveranciers van machines, apparatuur en gereedschap • Leveranciers van agrochemicaliën • Logistiek - Vervoer over land • Logistiek - Verscheping • Logistiek - Opslagfaciliteiten • Aanpassing aan klimaatverandering • O&O-partner / Zaailingenleverancier E2: VERONTREINIGING P. 131 • Waterverontreiniging • Lokale boeren E4: BIODIVERSITEIT EN ECOSYSTEMEN P. 142 • Verandering in landgebruik • Aantasting van land • Lokale boeren • O&O-partner / Zaailingenleverancier S2: WERKNEMERS IN DE WAARDEKETEN P. 198 • Veilige werkgelegenheid • Werktijd • Correcte lonen • Training en ontwikkeling van vaardigheden • Kinderarbeid • Diversiteit • Gendergelijkheid en gelijke beloning voor gelijkwaardig werk • Maatregelen tegen geweld en pesterijen op de werkplek • Privacy • Lokale boeren • Gezondheid en veiligheid • Lokale boeren • Logistiek - Verscheping • Logistiek - Vervoer over land S4: CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS PG. 242 • Toegang tot (kwaliteits) informatie • Gezondheid en veiligheid • Klanten • Consumenten en eindgebruikers Waardeketen 93 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring DUBBELEMATERIALITEITSBEOORDELING De materialiteitsbeoordeling speelde een belangrij- ke rol bij het vormgeven van de aandachtsgebieden en doelstellingen op het gebied van duurzaamheid in het kader van de Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF. Dit proces stelt SIPEF in staat tot het identificeren van en prioriteit geven aan de belangrijkste milieu-, sociale en bestuurskwesties (“Environmental, Social, and Governance” - ESG) die de basis vormen voor de zich ontwikkelende duurzaamheidsprogramma's en rapporteringsac- tiviteiten van de Groep. In 2024 voltooide SIPEF haar eerste Groepsbrede dubbele-materialiteitsbeoordeling, een belangrijke mijlpaal in de naleving van de CSRD. De materia- liteitsbeoordelingen van de laatste twee rapporte- ringsperioden waren voornamelijk gericht op de materialiteit van de impact en werden geleid door de vereisten van het “Global Reporting Initiative” (GRI). De beoordeling van 2024 identificeerde duur- zaamheidskwesties die materieel zijn vanuit zowel impact- als financieel perspectief, waarbij de ESG- impact van de Groep en zijn waardeketen werd geë- valueerd, naast ESG-gerelateerde financiële risico's en opportuniteiten. Dit uitgebreide proces was een gezamenlijke inspanning van de duurzaamheids- teams van SIPEF, het financieel departe ment en een externe consultant, en werd volledig geïntegreerd in het beoordelingskader van SIPEF voor de zakelijke impact, risico’s en opportuniteiten. Voor meer details over het bredere kader van bedrijfsimpact, risico’s en opportuniteiten (IRO), zie Sectie 5 over de interne controle- en risicobeheer- systemen van SIPEF in de Corporate Governance Verklaring. Overzicht van het dubbele-materialiteitsproces van SIPEF In overeenstemming met de vereisten van het ESRS werden bij de beoordeling 10 onderwerpen en 93 duurzaamheidsaspecten bekeken. Ze werd uitgevoerd in drie hoofdfasen over de periode van het derde kwartaal van 2023 tot het derde kwartaal van 2024. 1. IN KAART BRENGEN EN ONDERZOEK Q3 Q4 2023 1. In kaart brengen van belanghebbenden en betrokkenheidsplan 3. Waardeketen in kaart brengen 4. Relevantie in kaart brengen 5. Benchmarkoefening 2. IDENTIFICATIE EN BEOORDELING VAN GEVOLGEN, RISICO'S & OPPORTUNITEITEN IRO'S Q1 Q2 2024 1. Identificatie van IRO's 3. Impact materialiteitbeoordeling 4. Financiële materialiteitbeoordeling 5. Waardeketen- materialiteitbeoordeling 3. CONSOLIDATIE, VALIDATIE EN VOLGENDE STAPPEN Q2 Q3 2024 1. Samenstellen en consolideren van resultaten 2. Valideren en goedkeuring van resultaten 3. Identificatie van materiële informatie voor openbaarmaking 4. Evaluatie en afstemming van beleid, acties en doelen 94 The connection to the world of sustainable tropical agriculture FASE 1: In kaart brengen en begrijpen In kaart brengen van belanghebbenden en plan voor betrokkenheid: de voornaamste belanghebbenden van SIPEF werden in kaart gebracht en bestaande raamwerken voor betrok- kenheid werden beoordeeld. Daarnaast werd er een plan ontwikkeld voor eventuele extra betrok- kenheid van belanghebbenden en deskundigen die nodig zijn voor het materialiteitsproces. In kaart brengen van de waardeketen: de waardeketen van SIPEF werd op hoog niveau in kaart gebracht en de verschillende belang- hebbenden werden bij elke stap onderzocht. Relevantie van het in kaart brengeng: er werd een eerste relevantiebeoordeling uitgevoerd aan de hand van de onderwerpen in Bijlage A van ESRS 1, met input van een aantal van de regionale duurzaamheidsteams van SIPEF. Benchmarkoefening: materiaal en gerappor- teerde onderwerpen van collega's en klanten werden bekeken en vergeleken in een bench- markingoefening, waarvan de resultaten in een latere fase de informatie zouden leveren van SIPEF's proces. FASE 2: Identificatie en beoordeling van impact, risico's en opportuniteiten (“Impacts, Risks, and Opportunities” - IRO) in de activiteiten en waardeketen van SIPEF Identificatie van IRO Longlist met gevolgen: op basis van desktoponderzoek, bevindingen van eerdere workshops en overleg met belanghebbenden, en interne expertise werden twee longlists opgesteld van werkelijke, potentiële, positieve en negatieve gevolgen van de activiteiten van SIPEF: één voor de palmolie- en één voor de bananenactiviteiten. Deze lijsten werden ontwikkeld aan de hand van de lijst met relevante ESRS-duurzaamheidskwesties die in Fase 1 werden geïdentificeerd. Bovendien werd elke impact gecategoriseerd als korte-, middellange- of langetermijneect. Longlist met risico's en opportuniteiten: er werd een longlist van risico's en opportuniteiten opgesteld voor de activiteiten van SIPEF op basis van de door het auditcomité en de raad van bestuur van SIPEF goedgekeurde lijst van bedrijfsrisico's in combinatie met de lijst van relevante duurzaamheidskwesties die in Fase 1 geïdentificeerd werden. In het geval van biodiversiteits- en klimaatgerelateerde onderwerpen werden de resultaten van expert- en interne beoordelingen van eecten, aankelijkheden, risico's en opportuniteiten in de lijst opgenomen. De verbanden tussen de risico's en opportuniteiten, evenals de gevolgen en afhankelijkheden, werden tijdens deze oefening beoordeeld en vastgelegd. Impact materialiteitsbeoordeling Scoringsmechanisme: er werd een consultant aangetrokken om SIPEF te ondersteunen bij de algemene methodologie van het proces en bij de ontwikkeling van specifieke elementen, waaronder het scoringsmechanisme voor de materialiteit van de impact. In navolging van de ESRS-vereisten werd het mechanisme ontwikkeld om het volgende te beoordelen: - ernst (omvang, reikwijdte en onherstelbaarheid) van de werkelijk negatieve gevolgen - ernst en waarschijnlijkheid van potentieel negatieve gevolgen - omvang en reikwijdte van werkelijk positieve eecten - omvang, reikwijdte en waarschijnlijkheid van potentieel positieve gevolgen 95 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring De scoringscriteria gebruikten een schaal van 1 tot 5, met aparte criteria voor milieugevolgen en voor sociale en bestuursgerelateerde gevolgen. Beoordelingsproces van de gevolgen: de longlists met gevolgen van de activiteiten van SIPEF, die afzonderlijk zijn opgesteld voor palm- olie- en bananenactiviteiten, werden opgenomen in feedback- en beoordelingssjablonen, waarin het bovengenoemde scoringsmechanisme werd geïntegreerd. Deze sjablonen werden verspreid bij duurzaamheidsteams in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire om input te verzamelen voor eectbeschrijvingen en scores. Bepaalde gevolgen werden centraal gescoord door het wereldwijde duurzaamheidsteam (“Global Sustainability Team” - GST) en waar nodig door externe experts. Waar beschikbaar vormden gegevens uit opvolgings- of due diligence-processen de basis voor de besluitvorming over de werkelijke versus potentiële status van de gevolgen en de score. Dit omvatte klachten uit het verleden, certificeringsovertredingen en opvolgingsresultaten. De motiveringen voor de scores werden gedocumenteerd en alle scores en input werden geconsolideerd. Drempel: er werd een drempel voor de materialiteit van de gevolgen vastgesteld op 3,5 en hoger. De scores van de verschillende landen, GST en experts werden naast elkaar gelegd. Elk gevolg met een score van meer dan 3,5 werd gemarkeerd als potentieel materieel, waarbij de materialiteit verder werd beoordeeld tijdens de validatie. Financiële materialiteitsbeoordeling Scoringsmechanisme: Het scorings- mechanisme gebruikt voor financiële materialiteit werd aangepast aan de vorige beoordelingsmethodologie voor bedrijfsrisico's van de Groep. Volgens de bestaande methodologie kreeg elk geïdentificeerd bedrijfsrisico een score op basis van de waarschijnlijkheid dat het zich zou voordoen, waarbij categorieën werden gebruikt gaande van ‘Gering’ tot ‘Zeker’, alsook de omvang van de financiële impact (laag, gemiddeld, hoog). Voor de evaluatie van de financiële materialiteit voor 2024 werden de waarschijnlijkheidscategorieën vertaald in percentagebereiken (bijvoorbeeld ‘Zeker’ = 80-100%, en ‘Gering’ = 0-5%). Voor elk risico en elke mogelijkheid werd de omvang van de financiële gevolgen berekend in USD en werden drempelwaarden vastgesteld voor het bepalen van de financiële materialiteit. Beoordelingsproces van risico's en oppor- tuniteiten: het financiële team voerde het beoordelingsproces uit voor duurzaamheids- gerelateerde bedrijfsrisico's en opportuniteiten, naast de beoordeling voor de andere bedrijfsri- sico's, met gebruik van werkelijke bedragen uit geconsolideerde winst-en-verliesrekeningen (“Profit & Loss” - P&L) waar beschikbaar, en referentiecijfers uit desktoponderzoek om de financiële eecten te berekenen. De waarschijn- lijkheid werd beoordeeld in overeenstemming met de evaluatie van het Auditcomité voor 2023, maar indien nodig bijgewerkt, en de GST en andere afdelingen werden waar nodig geraadpleegd. Voor duurzaamheidskwesties die als materieel werden gescoord tijdens de impact materialiteitsbeoordeling werden ook de finan- ciële gevolgen bepaald. Onderwerpen zonder geïdentificeerde risico's of mogelijkheden van het Auditcomité of interne of externe experts, en die niet als materieel werden gescoord voor impactmaterialiteit, werden als immaterieel beschouwd voor financiële materialiteit. Bepaling van de drempel: SIPEF selecteerde benchmarks voor drempels voor financiële eecten op basis van de aard van de gevolgen. Terugkerende gevolgen waren gebaseerd op de gemiddelde nettowinst over drie jaar met een factor van 10%, terwijl eenmalige gevolgen gebruikmaakten van het gemiddelde eigen vermogen over drie jaar met dezelfde factor van 10%. 96 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Beoordeling van de materialiteit van de waardeketen Gedetailleerd in kaart brengen: de waarde- ketenkaart op hoog niveau van Fase 1 werd verfijnd in overleg met relevante afdelingen om de belangrijkste actoren, locaties en activiteiten (stroomopwaarts, stroomafwaarts, zakenpartners) in de palmolie- en bananen- waardeketens van SIPEF te identificeren. Impact materialiteit: elke hoofdrolspeler en diens bedrijfsactiviteiten werden kwalitatief geëvalueerd aan de hand van ESRS-onderwerpen voor wat betreft de materialiteit van de impact. Dit impliceerde het identificeren van significante gevolgen in de waardeketen van SIPEF, met de focus op activiteiten met betrekking tot levering, productie, transport en verkoop. Met behulp van desktoponderzoek en interne expertise werden de gevolgen gecategoriseerd als werkelijk, potentieel, positief of negatief, en ingedeeld als gevolgen op korte, middellange of lange termijn. Deze gevolgen werden vervolgens beoordeeld aan de hand van hetzelfde scoringsmechanisme dat werd toegepast op de eigen activiteiten van SIPEF. Financiële materialiteit: de financiële gevolgen van de waardeketen werden beoordeeld aan de hand van geconsolideerde winst-en- verliesrekeningen, de top 10 van leveranciers in termen van Opex en Capex in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, en de winst-en- verliesrekening van Plantations J. Eglin SA in Côte d’Ivoire. Een waardeketencategorie werd als materieel beschouwd indien de uitgaven de vooraf gedefinieerde financiële drempel overschreden. Aangezien de gevolgen voor de waardeketen terugkerend zijn, werd de drempel voor terugkerende gevolgen toegepast. FASE 3: Consolidatie, validatie en volgende stappen Verzamelen en consolideren van resultaten: de scores van de impactmaterialiteit en de resultaten inzake de financiële materialiteit werden verzameld en geconsolideerd in een enkel overzicht. Er werden duurzaamheidskwesties geïdentificeerd die de vastgestelde drempels voor impact of financiële materialiteit overschreden. Een duurzaamheidskwestie werd als materieel beschouwd indien ze de drempel voor hetzij impact hetzij financiële materialiteit overschreed. Validatie en goedkeuring van resultaten: validatie en goedkeuring op het niveau van het executief management vond plaats door middel van workshops waarbij leden van het executief comité van SIPEF, samen met de GST, de eindscores voor elke duurzaamheidskwestie beoordeelden. Het proces hield rekening met benchmarkresultaten, score-input van de verschillende teams en experts en eerder gerapporteerde materiële onderwerpen. De uiteindelijke beslissingen en hun motivering werden duidelijk gedocumenteerd. Identificatie van belangrijke informatie voor openbaarmaking: om de huidige maturiteit van SIPEF op het vlak van duurzaamheidsbeheer en -rapportering te toetsen aan de ESRS-vereisten voor informatieverschang werd een analyse van de hiaten uitgevoerd en werden die in kaart gebracht. Deze oefening identificeerde hiaten en de actieplannen die nodig zijn om ze aan te pakken. ook de openbaarmakingsvereisten met betrekking tot duurzaamheidskwesties die niet materieel werden geacht door middel van de dubbele-materialiteitsbeoordeling, werden er tijdens dit proces uitgefilterd. Herziening en afstemming van beleid, acties en doelstellingen: beleid, acties, doelstellingen en KPI's werden in kaart gebracht op Groeps- en landniveau om ervoor te zorgen dat ze overeenkomen met de resultaten van de dubbele-materialiteitsbeoordeling. 97 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Reikwijdte en parameters van de beoordeling SIPEF's dubbele-materialiteitsbeoordeling eva- lueerde haar eigen activiteiten en waardeketen om materiële IRO te identificeren, rekening hou- dend met alle volgens ESRS 1 Bijlage A vereiste duurzaamheidskwesties. De analyse omvatte alle palmolieactiviteiten van de Groep in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea en de bananenproductie in Côte d’Ivoire, waarbij erkend werd dat al die acti- viteiten op deze locaties een zeker risico inhouden op negatieve gevolgen. Thee- en rubberactiviteiten waren uitgesloten, omdat deze activiteiten worden afgebouwd en de bijbehorende risico's beperkt worden geacht. Voor meer details over het uitfa- seringsproces, zie Bedrijfsverslag. Activiteiten en actoren, zowel stroomop- als stroomafwaarts in SIPEF's waardeketens, geseg- menteerd per gewas (oliepalm en bananen), werden beoordeeld op IRO. De beoordeling begon met een kwalitatieve evaluatie om de voornaamste gevolgen te identificeren die zich waarschijnlijk zullen voor- doen, rekening houdend met de aard en de regio's van de activiteiten van elke belangrijke speler en het bijbehorende risico op negatieve gevolgen. De focus lag op activiteiten die rechtstreeks relevant zijn voor de toelevering van SIPEF (stroomopwaarts) of de productie, het transport of de verkoop van SIPEF-producten (stroomafwaarts); alle andere activiteiten werden buiten beschouwing gelaten. Duurzaamheidskwesties met betrekking tot acto- ren in de waardeketen werden uitgesloten van het toepassingsgebied indien: de duurzaamheidskwesties niet relevant werden geacht het risico van significante IRO beperkt was tot geen De lokale palmolieleveranciers van SIPEF behoren tot de belangrijkste spelers in de palmwaardeketen van SIPEF en werden beoordeeld als onderdeel van het belangrijkste materialiteitsproces, specifiek met betrekking tot duurzaamheidskwesties onder ESRS S2, 'Werknemers in de waardeketen'. De gevolgen voor het milieu en de bedrijfsvoering van lokale boeren werden geëvalueerd naast de bredere waardeketen, zoals beschreven in deze paragraaf. Raadpleging van belanghebbenden en deskundigen De raadpleging van belanghebbenden en des- kundigen speelde een cruciale rol in het materi- aliteitsproces van SIPEF. De identificatie van de IRO is gebaseerd op uitgebreid desktoponderzoek en materialiteitsworkshops die in 2022 en 2023 werden gehouden in de landen waar SIPEF actief is. Deze workshops boden een platform voor regionale duurzaamheidsteams, medewerkers en interne experts van relevante afdelingen om belangrijke duurzaamheidskwesties te bespreken. Bovendien gaven regionale duurzaamheidsteams hun score- beoordelingen van de IRO. Het desktoponderzoek werd uitgevoerd aan de hand van een lijst van organisaties van voorname belang- hebbenden om relevant online en oine materiaal door te nemen. Tijdens het in kaart brengen van de belanghebbenden was SIPEF van oordeel dat deze organisaties en het bijbehorende gepubliceerde materiaal kunnen dienen als geschikte gevolmach- tigden voor de betrokken belanghebbenden, met name werknemers in de landbouwsector, lokale gemeenschappen, consumenten en de natuur. Ook relevante informatie uit bestaande materialen voor het betrekken van belanghebbenden werd bekeken. Dit omvatte sociale eectbeoordelin- gen, uitgevoerd met gemeenschappen rondom de activiteiten van SIPEF, evenals criteria uit eerdere ESG-vragenlijsten voor klanten en investeerders en duurzaamheidsbeoordelingen en -benchmarks. Tot slot raadpleegde SIPEF interne en externe deskundigen over zeer specifieke 98 The connection to the world of sustainable tropical agriculture duurzaamheidskwesties door middel van inter- views en, voor klimaat- en biodiversiteitsgerelateer- de onderwerpen, beoordelingen van de gevolgen, aankelijkheden, risico's en opportuniteiten. Lees meer over de klimaatgerelateerde beoordeling in E1: Klimaatverandering en de biodiversiteitsge- relateerde beoordeling in E4: Biodiversiteit en ecosystemen. Resultaten van dubbele-materialiteitsbeoordeling Het dubbele-materialiteitsproces van SIPEF identi- ficeerde negen onderwerpen en 45 duurzaamheids- kwesties als materieel op Groepsniveau. Circulaire economie was het enige onderwerp dat als niet materieel werd beoordeeld, aangezien SIPEF geen producten vervaardigt of diensten verleent die relevant zijn voor dit onderwerp. De resultaten van de beoordeling werden gepresen- teerd als onderdeel van de beoordeling van de IRO’s van SIPEF, die jaarlijks door de raad van bestuur worden beoordeeld via het auditcomité. De volle- dige reikwijdte van de resultaten werd vervolgens goedgekeurd door de raad. De goedgekeurde resultaten zullen de basis vormen voor de herziening van SIPEF's beleid, doelstellin- gen en KPI, en voor de verdere ontwikkeling van haar duurzaamheidsprogramma's en management- procedures. Op die manier kan SIPEF het beheer van de geïdentificeerde IRO eectief aanpakken en opvolgen. Op pagina's 91-93 van deze sectie 'Algemene informatie' wordt een overzicht gegeven van de onderwerpen en duurzaamheidskwesties die van materieel belang werden bevonden. Een volledig overzicht van de belangrijke IRO is te vinden in Sectie 5 over de interne controle- en risicobeheersystemen van SIPEF in de Corporate Governance Verklaring. Gedetailleerde beschrijvingen van specifieke materiële invloeden, risico's en opportuniteiten, samen met alle volgens de ESRS 2 openbaarma- kingsvereiste SBM-3 vereiste informatie, worden verstrekt in de openbaarmakingen onder het over- eenkomstige onderwerp van de ESRS voor elke relevante duurzaamheidskwestie. 99 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RAAD VAN BESTUUR VAN SIPEF Duurzaamheidsteam Papoea-Nieuw-Guinea Duurzaamheidsteam Indonesië • Team Noord-Sumatra • Team Bengkulu • Team Zuid-Sumatra Duurzaamheidsteam Côte d'Ivoire Papoea-Nieuw-Guinea Executief comité onder leiding van de ‘general manager’ Côte d'Ivoire Executief comité onder leiding van de ‘general manager’ Indonesië Executief comité onder leiding van de ‘president director’ EXECUTIEF COMITÉ VAN SIPEF Gedelegeerd bestuurder: verantwoordelijk voor duurzaamheid • Senior duurzaamheidsadviseur • Senior ESG-adviseur • Junior duurzaamheidsanalist • Juridisch ESG-adviseur • Manager databeheer WERELDWIJD DUURZAAMHEIDSTEAM VAN SIPEF HOOFD DUURZAAMHEID VAN DE SIPEFGROEP REGIONALE DUURZAAMHEIDS TEAMS 100 The connection to the world of sustainable tropical agriculture DUURZAAMHEIDSGOVERNANCE Raad van bestuur van SIPEF Belangrijkste verantwoordelijkheden: ultiem toezicht De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de duur- zaamheidsstrategie, met inbegrip van het toezicht op SIPEF's materiële duurzaamheidsaangelegenhe- den en de daaraan verbonden gevolgen, risico's en opportuniteiten (IRO), ligt collectief bij de raad van bestuur van SIPEF. De voltallige raad van bestuur is verantwoordelijk voor de uiteindelijke goedkeuring van nieuw of herzien duurzaamheidsbeleid, naast de resultaten van de jaarlijks uitgevoerde beoorde- lingen van invloeden, risico’s en opportuniteiten (voorheen de bedrijfsrisicobeoordeling). De raad van bestuur wordt in zijn toezichthoudende verant- woordelijkheden ondersteund door het auditcomité, dat de duurzaamheidsrapportering controleert. De verantwoordelijkheden van de raad en het auditcomité worden beschreven in de Corporate Governance Verklaring en SIPEF's Corporate Governance Charter. Opvolging en rapportering Het bestuur evalueert de duurzaamheidsprestaties van SIPEF aan de hand van ranglijsten, ratings, certificeringsvoortgang, impact- en risicobeoor- delingen en rapporten van het executief comité. In de verslagen van de gedelegeerd bestuurder worden briefings over duurzaamheid opgenomen, waarin kritieke duurzaamheidsonderwerpen aan bod komen, en de raad ontvangt regelmatig een veiligheidsrapport. Belangrijke ESG-onderwerpen worden ook besproken tijdens de jaarlijkse strate- gische vergadering van het bestuur. SIPEF ging in 2023 van start met de ontwikkeling van een samenhangende impact- en risicobeoorde- lingsbenadering die is afgestemd op CSRD en ESRS, en rondde in 2024 haar Groepsbrede beoordeling van de dubbele materialiteit en de gereedheid voor beperkte zekerheid af. De doelstellingen en KPI die werden vastgesteld om de voortgang te bewaken bij het beheer van belangrijke IRO werden in februari 2025 goedgekeurd door de raad van bestuur, na aanbeveling van het auditcomité. Vanaf 2025 zal het bestuur de voortgang ten opzichte van deze doelen en KPI structureel beoordelen aan de hand van driemaandelijkse data-updates en rapporteringen. Meer informatie over de bestuursvergaderingen die in 2024 werden gehouden, inclusief de duur- zaamheidsonderwerpen die aan bod kwamen, is te vinden in de Corporate Governance Verklaring. Expertise en kwalificaties De raad van bestuur profiteert van de aanzienlijke duurzaamheidsgerelateerde expertise van drie bestuurders: • Yu-Leng Khor: is een senior econoom, gespecialiseerd in ESG en duurzame toeleveringsketens in Zuidoost-Azië en benoemd in juni 2021. • Giulia Stellari: heeft aanzienlijke expertise in duurzame toeleveringsketens, landbouwtechnologie en klimaatgerelateerde risico’s en oplossingen, benoemd in juni 2023. • Petra Meekers: kan bogen op meer dan 20 jaar ervaring in duurzaamheid binnen de palmolie-industrie, waaronder management- en directiefuncties bij toonaangevende palmolie- en consumptiegoederenbedrijven. Petra bekleedde zowel bestuurs- als uitvoerende functies bij SIPEF en werd in september 2024 opnieuw lid van het bestuur als algemeen directeur. Hun gezamenlijke expertise dekt ruimschoots de belangrijkste duurzaamheidskwesties en IRO van SIPEF op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur. Daarnaast krijgt de raad regelmatig briefings over belangrijke onderwerpen op het gebied van duurzaamheid, zodat hij toegang heeft tot de benodigde informatie voor het overzien van RAAD VAN BESTUUR VAN SIPEF Duurzaamheidsteam Papoea-Nieuw-Guinea Duurzaamheidsteam Indonesië • Team Noord-Sumatra • Team Bengkulu • Team Zuid-Sumatra Duurzaamheidsteam Côte d'Ivoire Papoea-Nieuw-Guinea Executief comité onder leiding van de ‘general manager’ Côte d'Ivoire Executief comité onder leiding van de ‘general manager’ Indonesië Executief comité onder leiding van de ‘president director’ EXECUTIEF COMITÉ VAN SIPEF Gedelegeerd bestuurder: verantwoordelijk voor duurzaamheid • Senior duurzaamheidsadviseur • Senior ESG-adviseur • Junior duurzaamheidsanalist • Juridisch ESG-adviseur • Manager databeheer WERELDWIJD DUURZAAMHEIDSTEAM VAN SIPEF HOOFD DUURZAAMHEID VAN DE SIPEFGROEP REGIONALE DUURZAAMHEIDS TEAMS 101 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring duurzaamheidskwesties en het beoordelen van gerelateerd materiaal. De raad maakt verder gebruik van expertise op het gebied van duurzaam- heid door interne experts uit te nodigen om hun bevindingen in meer detail te presenteren en door externe experts in te schakelen voor gespecialiseerd advies wanneer dat nodig is. Gedetailleerde informatie over de samenstelling van de raad van bestuur is te vinden in de Corporate Governance Verklaring, die ook informatie over vergoeding bevat. Executief comité van SIPEF Belangrijkste verantwoordelijkheden: toezicht houden op de uitvoering en voortgang van de strategie Het executief comité van SIPEF houdt collectief toezicht op de implementatie van de duurzaam- heidsstrategie van de Groep en de voorbereiding van de duurzaamheidsrapportering. Binnen het executief comité: • De gedelegeerd bestuurder leidt en levert ex- pertise over alle duurzaamheidsgerelateerde zaken. • De chief financial officer (CFO) is ver- ant-woordelijk voor financiële materialiteit, inclusief het monitoren van financiële eec- ten van duurzaamheidsgerelateerde risico's en opportuniteiten. • De commercieel directeur (“chief commer- cial ocer” - CCO) houdt toezicht op klant-, consumenten- en eindgebruikergerelateerde IRO voor de palmactiviteiten van SIPEF. • De manager fruitafdeling is verantwoordelijk voor IRO die verband houden met de bananen- activiteiten van SIPEF. De verantwoordelijkheden van het executief comité worden beschreven in de Corporate Governance Verklaring en SIPEF's Corporate Governance Charter. Opvolging en rapportering Het executief comité beoordeelt regelmatig de voortgang en de prestaties van SIPEF op het vlak van duurzaamheid en ontvangt voortdurend ver- slagen van het hoofd duurzaamheid van de groep. Deze rapporten gaan over verschillende ESG- onderwerpen en updates, waaronder de voortgang van de certificering, de BKG-berekeningen van SIPEF, het opvolgen van verlies door brand en bomenkap, en gezondheids- en veiligheidscijfers. Vanaf 2025 zal dit proces ook streven naar drie- maandelijkse controle van de prestaties van de Groep ten opzichte van alle KPI's en doelstellingen die werden goedgekeurd door de raad van bestuur in februari 2025. Het executief comité houdt ook wekelijkse vergade- ringen met regionale uitvoerende comités, waarin mogelijk updates over duurzaamheidsprestaties worden besproken. Daarnaast bezoeken de gede- legeerd bestuurder en de manager fruitafdeling minstens één keer per jaar de bedrijfsactiviteiten, waarbij ze rechtstreeks presentaties en updates krijgen van de regionale duurzaamheidsteams. Om klachten aan te pakken, wordt de gedelegeerd bestuurder op de hoogte gehouden van klachten die tot Groepsniveau zijn geëscaleerd. De gedelegeerd bestuurder is ook lid van de klachtencomités van de Groep. Meer informatie over de vergaderingen van het executief comité in 2024, inclusief de behandel- de duurzaamheidskwesties, is te vinden in de Corporate Governance Verklaring. Expertise en kwalificaties Als leider op het gebied van duurzaamheid binnen het executief comité brengt gedelegeerd bestuur- der Petra Meekers uitgebreide ervaring in ESG- aangelegenheden binnen de palmolie-industrie met zich mee en biedt ze strategische begeleiding op deze gebieden. De andere leden van het execu- tief comité brengen hun specifieke expertise op verschillende gebieden mee en passen hun kennis 102 The connection to the world of sustainable tropical agriculture toe in overeenstemming met hun vastgestelde verantwoordelijkheden. Het executief comité beoordeelt gezamenlijk de voortgang op het gebied van CSRD-conforme rap- portering en implementatie van duurzaamheid, inclusief het stellen van KPI en doelstellingen. Het voert ook routinematig diepgaande analyses uit van belangrijke duurzaamheidsthema's en zorgt ervoor dat het toegang heeft tot de nodige expertise om toezicht te houden op duurzaamheidskwesties en gerelateerde IRO te beoordelen. Dit omvat ook het inzetten van duurzaamheidsgerelateerde expertise van de wereldwijde en regionale duur- zaamheidsteams, via rapportering van het hoofd duurzaamheid van de groep. Meer informatie over de samenstelling van het executief comité, de professionele achtergrond van de leden en informatie over vergoeding en daaraan gekoppelde motivatieprogramma's is beschikbaar in de Corporate Governance Verklaring. Hoofd duurzaamheid van de groep en globaal duurzaamheidsteam van SIPEF Belangrijkste verantwoordelijkheden: strategie afstemmen op uitvoering Het hoofd duurzaamheid van de groep is de hoogste leidinggevende die verantwoordelijk is voor het ontwikkelen en aansturen van de aandachtsge- bieden en doelen op het vlak van duurzaamheid van de Groep in het kader van de Evenwichtige Groeistrategie. In deze dubbele rol van het aan- sturen van het globale duurzaamheidsteam en het begeleiden van de activiteiten van de regionale duurzaamheidsteams, ziet het hoofd duurzaamheid van de groep toe op een effectieve afstemming tussen de duurzaamheidsstrategie van SIPEF en de uitvoering ervan. Het globale duurzaamheidsteam stemt de duur- zaamheidsstrategie, het beleid en de communicatie van SIPEF af op de veranderende verwachtingen van de belangrijkste belanghebbenden en wette- lijke vereisten. Het is verantwoordelijk voor het coördineren van de integratie van de strategie en het beleid op Groepsniveau met operationele activiteiten en prioriteiten van belanghebbenden, waaronder het ontwerpen en coördineren van de dubbele-materialiteitsbeoordeling van de Groep. Dit team beheert ook interne en externe verslag- legging rond de duurzaamheidsprestaties van de Groep. Het hoofd duurzaamheid van de groep en het globale duurzaamheidsteam werken onder toezicht van de gedelegeerd bestuurder van SIPEF. Opvolging en rapportering De verantwoordelijkheden inzake opvolging en rapportering omvatten onder andere het conso- lideren van belangrijke informatie en gegevens van alle drie de regionale teams om het executief comité regelmatig te informeren over de status van duurzaamheidszaken. Dit omvat het opvolgen van de prestaties ten opzichte van de verbintenissen van SIPEF op Groepsniveau, de voortgang van de certificering en het beheer van belangrijke IRO. In 2024 werden er aanzienlijke inspanningen geleverd om de gegevensverzameling uit te brei- den en te verbeteren door ze af te stemmen op de belangrijke IRO die werden geïdentificeerd via de dubbele-materialiteitsbeoordeling. Vanaf 2025 zal dit werk uitmonden in een rapporteringsstructuur die de prestaties van de Groep volgt ten opzichte van alle KPI en doelstellingen die in 2024 werden vastgesteld, waardoor kwartaalupdates aan het executief comité en de raad van bestuur mogelijk worden. 103 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Regionale duurzaamheidsteams Belangrijkste verantwoordelijkheden: implementatie van de strategie De drie regionale duurzaamheidsteams in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire coördineren en implementeren de duurzaamheids- strategie en het duurzaamheidsbeleid van SIPEF op operationeel niveau. Deze teams werken samen met alle relevante afdelingen om de gestelde doelen te bereiken en om ervoor te zorgen dat de wetgeving en certificering worden nageleefd. • Het Indonesische team wordt geleid door de regionale manager duurzaamheid van PT Tolan Tiga Indonesia en bestaat uit 21 teamleden, verspreid over vier locaties: het hoofdkantoor in Medan, Noord-Sumatra, Bengkulu en Zuid-Sumatra. • Het team in Papoea Nieuw Guinea wordt geleid door het afdelingshoofd duurzaamheid en heeft zes leden die focussen op verschillende duurzaamheidsthema’s bij Hargy Oil Palms Ltd (HOPL). Het team wordt ondersteund door negen RSPO-functionarissen van de afdeling plantages en palmolie-extractiefabrieken. Het afdelingshoofd duurzaamheid is ook lid van het executief comité van HOPL. • Het team in Côte d’Ivoire wordt geleid door de operationeel directeur, aangestuurd door de duurzaamheidsmanager, en telt nog drie extra leden. Vijf duurzaamheidsassistenten ondersteunen het team op de plantages (één op elke locatie). Opvolging en rapportering De regionale duurzaamheidsteams verzamelen informatie en gegevens en bezorgen die aan het globale duurzaamheidsteam. De gegevens worden ten minste elk kwartaal aangeleverd, terwijl kwa- litatieve updates en discussies over de afstemming van gegevens regelmatig plaatsvinden tijdens bijeenkomsten tussen de regionale en globale duurzaamheidsteams. Zowel de globale als de regionale duurzaamheids- teams rapporteren over specifieke duurzaamheids- kwesties aan de raad van bestuur via het hoofd duurzaamheid van de groep en de gedelegeerd bestuurder. De respectieve regionale executieve comités houden toezicht op de regionale teams, samen met het hoofd duurzaamheid van de groep. Risicobeheer en interne controles De duurzaamheidsmonitoring en -rapportering van SIPEF steunt op interne controles die zijn afge- stemd op specifieke rapporteringsgebieden, waarbij meerdere interne functies een bijdrage leveren op basis van hun expertise. Om een nauwkeurige en volledige ESG-rapportering te garanderen, werden controlemaatregelen geïmplementeerd op gecon- solideerd niveau. Een overzicht van deze controlemaatregelen wordt gegeven op pagina 110 van de sectie ‘Algemene informatie’. Een meer gedetailleerde beschrijving van de interne controle- en risicobeheerssystemen van SIPEF wordt gegeven in de Corporate Governance Verklaring. 104 The connection to the world of sustainable tropical agriculture DUURZAAMHEIDSBELEID Duurzaamheid bij SIPEF wordt ondersteund door de twee belangrijkste duurzaamheidsbeleidslijnen van de Groep: het Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) en het Verantwoordelijk Inkoopbeleid (“Responsible Purchasing Policy” - RPuP) van SIPEF. Als aanvulling op dit beleid zijn er verschillende andere duurzaamheidsgerelateerde beleidslijnen die zich richten op specifieke kwesties, opgesteld op zowel Groeps- als landenniveau. Samen vormen ze de basis van een uitgebreid kader voor duurzame en ethische bedrijfspraktijken. Deze sectie richt zich op het RPP en het RPuP, terwijl ander beleid wordt besproken in de context van relevante duurzaamheidskwesties en IRO in de secties Milieu, Sociaal en Bestuur. Specifieke toezeggingen uit de RPP of RPuP die van toepassing zijn op het beheren van duurzaamheidskwesties en IRO zullen ook worden vermeld naast de over- eenkomstige thematische toelichtingen binnen die secties. MILIEU VOOR MEER INFORMATIE: • Milieubeleid • Milieu-informatie: pagina 118 SOCIAAL VOOR MEER INFORMATIE: • Beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk • Beleid inzake mensenrechten • Beleid inzake dwangarbeid of mensenhandel • Beleid inzake kinderarbeid • Beleid inzake gelijke kansen op werk • Beleid inzake bescherming van reproductieve rechten • Beleid inzake vrijheid van vereniging • Beleid inzake seksuele intimidatie • Sociale-informatie: pagina 158 GOVERNANCE VOOR MEER INFORMATIE: • Corporate Governance Charter • Gedragscode • Beleid inzake bestrijding van corruptie en omkoping • Klachtenbeleid • Governance-informatie: pagina 262 105 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Verantwoordelijk Plantagebeleid Het Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) van SIPEF werd in 2014 voor het eerst opgesteld en belichaamt de belang- rijkste ecologische en sociale verbintenissen van de Groep voor wat betreft duurzame productie en verwerking. Dit beleid is van toepassing op alle door SIPEF beheerde plantages en op de lokale boeren die producten leveren aan SIPEF’s palmolie-ex- tractiefabrieken en geïntegreerde pittenpletterijen. Belangrijkste verbintenissen en vereisten: 100% certificering en traceerbaarheid van producten Geen ontbossing, geen nieuwe ontwikkelingen op veengrond en geen exploitatie (“No Deforestation, no new developments on Peat, and no Exploitation” - NDPE) Vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming (“Free, Prior and Informed Consent” - FPIC) voorafgaand aan elke nieuwe ontwikkeling Reductie van de uitstoot van broeikasgassen Voortdurende verbetering, met de nadruk op de snelle invoering van beste beheerpraktijken (“Best Management Practices” - BMP) om het landgebruik te optimaliseren en de negatieve impact te minimaliseren. Een van de belangrijkste doelstellingen van het RPP is het bereiken van een 100% “Roundtable on Sustainable Palm Oil” (RSPO) gecertificeerde leveranciersbasis voor de palmolieproductie en voor de lokale boeren die aan de palmolie-extrac- tiefabrieken leveren. Het verplicht de Groep ook tot het handhaven van de 100% certificering van zijn bananenactiviteiten volgens de “Rainforest Alliance Sustainable Agriculture Standard”, even- als de GLOBALG.A.P. en Fairtrade-standaarden. Verantwoordelijk Inkoopbeleid Het Verantwoordelijk inkoopbeleid (“Responsible Purchasing Policy” - RPuP) van SIPEF, dat in 2020 werd geformaliseerd, beschrijft de vereisten van de Groep voor verantwoord inkopen bij externe leveranciers van verse fruittrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB), die uitsluitend lokale boeren zijn. Het bevat criteria voor het ondersteunen van lokale boeren op hun weg naar duurzaamheidscertifice- ring, met de nadruk op RSPO-certificering. Het beleid vormt ook een kader voor SIPEF om lokale boeren te selecteren, op te volgen en, indien nodig, te schorsen of uit te sluiten uit de toeleveringsbasis van de Vennootschap. Belangrijkste verbintenissen en vereisten: Inkopen bij RSPO-gecertificeerde lokale boeren of boeren die in aanmerking komen voor certificering volgens het “RSPO Time Bound Plan” van de Groep Criteria voor samenwerking met lokale boeren worden gekoppeld aan respect voor mensenrechten en arbeidsrechten, FPIC, geen ontbossing en geen nieuwe ontwikkelingen op veengrond (“No Deforestation and no new developments on Peat” - NDP) en andere ecologische en sociale overwegingen 106 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Ontwikkeling en verspreiding SIPEF is van mening dat de belangen van belang- hebbenden centraal staan bij de ontwikkeling van beleid, inclusief het waarborgen dat er rekening wordt gehouden met de behoeften en zorgen van lokale boeren, lokale gemeenschappen en andere betrokken partijen. Vanaf het begin hebben het RPP en het RPuP zich afgestemd op de principes van toonaangevende duurzaamheidsstandaarden, ontwikkeld door de betrokkenheid van meerdere belanghebbenden, evenals op internationale kaders zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. SIPEF bekijkt ook regelmatig bench- marks uit de sector, zoals de Sustainability Policy Transparency Toolkit (SPOTT), en overlegt met departementen op landenniveau, waaronder teams voor duurzaamheid en lokale boeren, om dit beleid voortdurend te verfijnen en te verbeteren. Het RPP en RPuP werden voor het laatst bijge- werkt in augustus 2024 om de standpunten van belanghebbenden te weerspiegelen en in lijn te brengen met de strategie van de Groep. Updates voor beide beleidsregels waren onder andere de aanpassing van de NDP einddatum in 31 december 2015 om aan te sluiten bij de bredere industrie en te zorgen voor naleving van de EU-verordening inzake ontbossingsvrije producten (“Regulation on Deforestation-free Products” - EUDR). Daarnaast omvatten de updates voor het RPP onder andere het afstemmen van de pijlers van het beleid op de Evenwichtige Groeistrategie en het toevoegen van een toezegging om door ontbossing aangetaste natuurlijke ecosystemen te herstellen. Duurzaamheidsteams in elk land spelen een vitale rol in het eectief verspreiden van het beleid in alle activiteiten van SIPEF. Methoden zijn onder andere mails, aankondigingsborden, voorlichtingssessies voor werknemers, standaard werkprocedures, trainingssessies, ondertekende contracten met contractoren en andere socialisatie-initiatieven om ervoor te zorgen dat het beleid alle belanghebben- den bereikt die cruciaal zijn voor de implementatie ervan. Het hoofd duurzaamheid van de groep is op het hoogste niveau verantwoordelijk voor de implementatie van het RPP en RPuP. Beide beleidsteksten zijn voor alle belanghebben- den toegankelijk op de website van SIPEF: www.sipef.com/hq/sustainability/sipef-corporate-policies 107 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring DUE DILIGENCEVERKLARING Het due diligence-systeem van SIPEF integreert beleid, processen en hulpmiddelen om te garan- deren dat de Groep voldoet aan internationale duurzaamheidsnormen, ethische praktijken en mensenrechtenkaders. Het is ontworpen om de gevolgen en risico's op het vlak van milieu-, sociale en bestuurskwesties (“Environmental, Social, and Governance” - ESG) te identificeren, beoordelen, beperken en opvolgen in alle activiteiten en toele- veringsketens van de Vennootschap. Integratie van due diligence in bestuur, strategie en bedrijfsmodel Opvolging, evaluatie en rapportering Identificatie en beoordeling van eecten en risico's Beperkende maatregelen en voortdurende verbetering De werkelijke gevolgen aanpakken 2 1 4 5 3 BELANGRIJKSTE ONDERDELEN RELEVANTE OPENBAARMA KINGSVEREISTEN Integratie van due diligence in bestuur, strategie en bedrijfsmodel De integratie van due diligence in bestuur is essentieel voor een eectieve implementatie en succes op lange termijn. In de belangrijkste beleidslijnen, zoals het RPP, RPuP en Klachtenbeleid, worden toezeggingen geschetst voor certificering, traceerbaarheid, risicobeoordeling, opvolging, rapportering, verantwoording en het in gesprek gaan met belanghebbenden om problemen aan te pakken. De bestuursstructuur van SIPEF zorgt ervoor dat deze en andere verplichtingen worden nagekomen, waarbij leiderschaps- en managementteams samenwerken om risico's te beheren en de gevolgen te beperken. Regelmatige beoordelingen en rapporteringsmechanismen zorgen voor verdere verantwoording en voortdurende verbetering. Door de activiteiten af te stemmen op duurzaamheidsnormen en ESG-risico's aan te pakken, ondersteunt due diligence rechtstreeks het bedrijfsmodel en de strategie van SIPEF om duurzame, traceerbare en gecertificeerde producten te leveren. ESRS 2 GOV-2 Zie pagina's 101-103, 300-301, 306 ESRS 2 GOV-3 Zie pagina's 316-317, 323 ESRS 2 MDR-P Vermeld in de thema - tische ESRS-secties ESRS 2 SBM-3 Vermeld in de thema - tische ESRS-secties De belangrijkste onderdelen van due diligence bij SIPEF: 108 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BELANGRIJKSTE ONDERDELEN RELEVANTE OPENBAARMA KINGSVEREISTEN Identificatie en beoordeling van eecten en risico's Op het hoogste niveau is de dubbele-materialiteitsbeoordeling een fundamenteel onderdeel van SIPEF's raamwerk voor het identificeren en prioriteren van ESG-eecten en -risico's voor alle activiteiten en de toeleveringsketen. Dit proces wordt ondersteund door de input van teams in elk land waar SIPEF actief is en door externe risicobeoordelingen. Op operationeel niveau gebruikt elke dochteronderneming op maat gemaakte mechanismen om ESG-eecten en -risico's te identificeren die hun lokale context, systemen en processen weerspiegelen. Een gemeenschappe - lijk element van deze inspanningen is het naleven van de duurzaamheidsnormen en auditkaders waartoe SIPEF zich heeft verbonden: RSPO voor palmolieactiviteiten en “Rainforest Alliance”, Fairtrade, GLOBALG.A.P. en SMETA voor bananen. ESRS 2 IRO-1 Zie pagina's 94-99 ESRS 2 SBM-3 Vermeld in de thema - tische ESRS-secties Beperkende maatregelen en voortdurende verbetering Waar gevolgen en risico's worden geïdentificeerd, implementeert SIPEF risicobeperkende maat - regelen en actieplannen om ze aan te pakken. Trainingsprogramma's, initiatieven voor capaci- teitsopbouw, onderzoek, ontwikkeling en innovatie, en de toepassing van beste praktijken worden ingezet om een cultuur van voortdurende verbetering binnen de organisatie te bevorderen. ESRS 2 MDR-A Vermeld in de thema - tische ESRS-secties Opvolging, evaluatie en rapportering SIPEF maakt gebruik van een groot aantal mechanismen en instrumenten om de ESG-impact, risico's en de voortgang van acties voor al haar activiteiten op te volgen, te evalueren en te rappor - teren. Interne maatregelen omvatten onderzoeken ter plaatse, audits en klachtenkanalen. Externe inspanningen omvatten eectbeoordelingen, betrokkenheid van belanghebbenden en controle en certificering door derden. Bevindingen worden van landniveau naar Groepsniveau gedeeld via interne rapporteringsmechanismen, terwijl gegevens over invloeden en risico's worden gecommu - niceerd via gestructureerde gegevensverzamelingsprocessen. De belangrijkste resultaten worden transparant gepubliceerd in het geïntegreerde jaarverslag en het Klachtendashboard. SIPEF maakt steeds vaker gebruik van digitale hulpmiddelen en technologie om het opvolgen en rapporteren continu te ondersteunen, waaronder satellietbewaking voor ontbossing en bosbran - den en het platform voor klachtenoplossing van SIPEF. ESRS 2 MDR-M Vermeld in de thema - tische ESRS-secties ESRS 2 MDR-T Vermeld in de thema - tische ESRS-secties Betrokkenheid van belanghebbenden De betrokkenheid van belanghebbenden is een integraal onderdeel van het due diligence-proces van SIPEF en ondersteunt alle stadia in het identificeren, aanpakken en beperken van ESG-risico's en -eecten. Dit omvat een klachtenmechanisme waarmee interne en externe belanghebbenden op elk moment hun zorgen rechtstreeks kunnen uiten, met klokkenluidersbescherming die een vertrouwelijk kanaal vrij van represailles garandeert voor het melden van onethisch gedrag. Proactieve betrokkenheid van de gemeenschap helpt SIPEF verder om problemen in een vroeg stadium aan te pakken en inzichten van belanghebbenden te integreren in de identificatie van gevolgen en risico's en in maatregelen om ze te beperken. ESRS 2 GOV-2 Zie pagina's 101-103 ESRS 2 SBM-2 Zie pagina's 111-117 ESRS 2 IRO-1 Zie pagina's 98-99 Aanpak van de werkelijk negatieve gevolgen Wanneer werkelijk negatieve gevolgen worden geïdentificeerd, hetzij door opvolging en evaluatie, hetzij door rechtstreekse feedback van belanghebbenden, ontwikkelt SIPEF actieplannen om niet-conformiteiten of ineectieve acties aan te pakken. ESRS 2 MDR-A Vermeld in de thema - tische ESRS-secties 109 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICOBEHEER EN INTERNE CONTROLES OP DUURZAAMHEIDSRAPPORTERING SIPEF heeft een systeem voor duurzaamheidsrap- portering opgezet waarbij afdelingen samenwerken en dat voortdurend verfijnd wordt op basis van geïdentificeerde risico's. De Groep implementeert zowel interne als externe controles om de nauw- keurigheid, betrouwbaarheid en transparantie van haar duurzaamheidsrapportering te verbeteren. Deze controles zijn ontworpen om het risico op fouten te minimaliseren, de kwaliteit van gegevens te verbeteren en naleving van de veranderende eisen voor openbaarmaking van duurzaamheid te garanderen. Identificatie en beheer van risico's Als onderdeel van SIPEF's risicobeoordelings- benadering voor duurzaamheidsrapportering werkt het globale duurzaamheidsteam nauw samen met regionale duurzaamheidsteams en interne gegevenseigenaren om risico's te identi- ficeren en een betrouwbaar rapporteringskader te handhaven. Het team bestaat uit een globale gegevensbeheerder, die in april 2024 in dienst trad, en een juridisch adviseur ESG. Deze samenwerking zorgt voor voortdurende opvolging en updates van het raamwerk om aan te sluiten bij veranderende rapporteringsvereisten en om te blijven voldoen aan relevante regelgevende openbaarmakingen. Als onderdeel van dit proces in 2024: 1. werd SIPEF's model voor het verzamelen van duurzaamheidsgegevens aangepast aan de materiële duurzaamheids-kwesties, geïdentificeerd in de dubbelematerialiteits- beoordeling. Het model zorgt ervoor dat de gegevensrapportering onder elke kwestie voldoet aan het ESRS. 2. De regionale duurzaamheidsteams verzamelen maandelijks of per kwartaal de gegevens, aankelijk van het gegevenspunt, en dienen ze in bij het globale duurzaamheidsteam. 3. De ingediende gegevens werden beoordeeld en geanalyseerd, waarbij historische gegevenstrends werden gebruikt om mogelijke hiaten te identificeren. Er werden regelmatig kalibratiebijeenkomsten gehouden om ervoor te zorgen dat de gegevensdefinities en verzamelprocedures op elkaar werden afgestemd. Door dit proces heeft SIPEF handmatige gegevens- verwerking geïdentificeerd als een belangrijk risico in haar duurzaamheidsrapportering, omdat dit de kans op fouten en inconsistenties vergroot. Om dit risico te beperken, schakelt SIPEF over op een meer gestructureerd en geautomatiseerd systeem voor gegevensverzameling. In de tussentijd werden er verschillende interne controles geïmplementeerd om de nauwkeurigheid en consistentie van de gegevens te verbeteren. 110 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Interne controles Met de uitbreiding van de rapportering van duur- zaamheidsgegevens in 2024 versterkte SIPEF haar interne controles door de ontwikkeling van een geformaliseerde dataprocedure. Deze procedure beschrijft de rollen en verantwoordelijkheden op zowel land- als Groepsniveau en stelt een gestruc- tureerde indieningsprocedure vast. Een goedkeuringsworkflow zorgt ervoor dat het regionale management de gegevens controleert en valideert voordat ze worden ingediend op Groepsniveau. Voor alle gegevens en informatie die aan het bestuur worden gerapporteerd of in het jaarverslag worden gepubliceerd, verleent het executief comité van SIPEF de definitieve goed- keuring voordat de rapportering wordt afgerond. Externe controle Ter voorbereiding van het geïntegreerde jaarverslag van SIPEF voor 2024 werkte de Groep nauw samen met zijn externe auditor, die in 2024 een beperkte assurance uitvoerde voor de dubbele-materiali- teitsbeoordeling en de naleving van de algemene ESRS-vereisten voor informatieverschang. Daarnaast worden bepaalde gegevens over milieu- en sociale prestaties door middel van certificerings - audits gecontroleerd om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan standaarden zoals de ” Roundtable on Sustainable Palm Oil” (RSPO) en “Rainforest Alliance”. De uitkomst van het beperkte assurance-proces van dit verslag is te vinden in de Verklaring van de auditor. Overleg met belanghebbenden SIPEF hecht veel belang aan het begrijpen van de behoeften, verwachtingen en veranderen - de bezorgdheden van haar belanghebbenden. Regelmatige dialoog en partnerschappen zijn van cruciaal belang voor de succesvolle implementatie van de Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF en zorgen ervoor dat rekening wordt gehouden met de perspectieven van wie invloed ondervindt van en invloed uitoefent op de beslissingen van SIPEF. In de volgende tabel wordt een lijst van de voor- naamste belanghebbenden en de aanpak van SIPEF beschreven. 111 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring BELANGHEBBENDE DOEL EN RELEVANTIE VAN BETROKKENHEID BENADERING VAN BETROKKENHEID REACTIE OP RESULTATEN VAN BETROKKENHEID BETROKKEN BELANGHEBBENDEN Relevantie: de natuur levert essentiële hulpbronnen voor de teelt, ecosysteemdiensten en beïnvloedt de gezondheid en productiviteit van plan- tages. De milieu-impact van de activiteiten van SIPEF kan ook de reputatie van de Vennootschap aantasten. Doel: • Beoordeling van de werkelijke en potentiële impact op de natuurlijke omgeving • Milieupraktijken verbeteren met het oog op verantwoorde productie Samenwerken met milieudeskundigen/organisaties, die de natuur vertegenwoordigen als belangrijkste belanghebbende. • Klimaat- en biodiversiteitsexperts, voor het uitvoeren van fysieke klimaat- en biodiversiteitseectbeoordelingen, aankelijkheden, risico's en opportuniteiten, en het herzien van de klimaatdoelen van SIPEF. • Technisch adviseurs, die geïntegreerde HCV- HCSA-beoordelingen, milieueectrapporteringen en ontbossings- en brandmonitoring uitvoeren. • Wetenschappelijke natuurbeschermingsorganisaties, zoals de Zoological Society of London (ZSL) en SINTAS Indonesia, die technische ondersteuning en training hebben gegeven over tijgermonitoring in het kader van het SIPEF Biodiversity Indonesia programma (SBI). • Milieu-ngo's, om informatie te verzamelen over de nieuwste duurzame landbouwpraktijken, door deelname aan RSPO-werkgroepen, bijeenkomsten tijdens RSPO-jaarconferenties en desktoponderzoek. • De resultaten van de beoordeling van het klimaat en de biodiversiteit ondersteunden de dubbele- materialiteitsanalyse van SIPEF en de ontwikkeling van het klimaattransitieplan van de Groep. • De bevindingen van technische consultants op het gebied van beoordeling en opvolging vormen de basis voor de due diligence van SIPEF met betrekking tot de verbintenis in het kader van het NDP en de beheerplannen voor natuurgebieden. • Training en ondersteuning van ZSL en SINTAS werden gebruikt om het monitoren van tijgers bij SBI te verbeteren. • Belangrijke publicaties en onderzoeken van ngo's helpen bij het bepalen van de materialiteit van duurzaamheidskwesties. - Relevantie: met meer dan 24000 werknemers is het personeel van SIPEF de drijvende kracht achter haar succes en staat het centraal in haar activiteiten en de succesvolle implementatie van haar strategie. Doel: • Toezien op naleving van het beleid inzake mensenrechten en arbeidsrechten • Behandelen van de behoeften en klachten van werknemers via gestructureerde mechanismen • Betrekken van personeel bij rechten op de werkplek, welzijn en eerlijke behandeling • Voorzien in essentiële diensten zoals huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs • Bevorderen van bewustzijn inzake duurzaamheid en verantwoorde werkpraktijken Engagement tegenover werknemers, rechtstreeks of via vakbonden en sociale deskundigen/organisaties die als gevolmachtigden optreden. • Risicobeoordelingen en trainingsprogramma's over gezondheid en veiligheid, duurzaamheid, beste beheerpraktijken en beleidsimplementatie om naleving en voortdurende verbetering te garanderen • Vakbonden, door middel van jaarlijkse, driemaandelijkse en ad-hocbijeenkomsten om collectieve arbeidsovereenkomsten, lonen en arbeidsomstandigheden te bespreken • Jaarlijkse beoordelingen om werknemers te voorzien van prestatie-evaluaties, feedback en ontwikkelingsmogelijkheden ter ondersteuning van loopbaangroei • Sociale deskundigen voor hulp bij het aanpakken van klachten, het evalueren van hiaten in arbeidspraktijken en het verbeteren van relevant beleid • Sociale ngo's en academische instellingen, ingeschakeld om inzichten te verzamelen over toonaangevende raamwerken en beste praktijken door middel van desktoponderzoek • SIPEF's klachtenmechanisme, waarmee werknemers rechtstreeks via toegankelijke kanalen klachten kunnen indienen of feedback kunnen geven • Risicobeoordelingen voor gezondheid en veiligheid vormen de basis voor managementplannen, en ook de inhoud en frequentie van trainingen. • Feedback van vakbondsbijeenkomsten wordt bekeken door HR-afdelingen in elk land waar SIPEF actief is, en waar nodig worden acties ondernomen om overeenkomsten en arbeidsomstandigheden aan te passen. • Klachten en eventuele aanbevelingen van sociale deskundigen geven vorm aan de actieplannen. Eerdere en aanhoudende klachten hebben ook bijgedragen aan de dubbele-materialiteitsanalyse van SIPEF. • De resultaten van desktoponderzoek helpen bij het bepalen van de materialiteit van duurzaamheidskwesties. 112 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BELANGHEBBENDE DOEL EN RELEVANTIE VAN BETROKKENHEID BENADERING VAN BETROKKENHEID REACTIE OP RESULTATEN VAN BETROKKENHEID - Relevantie: lokale boeren leveren een aanzienlijke bijdrage aan de FFB- voorziening van SIPEF en aan de globale palmoliepro- ductie. Ze zorgen voor een stabiele toeleveringsketen en hebben het potentieel om de algehele sociale, ecologische en economische duurzaam- heid van de palmoliesector te verbeteren. Doel: • Ondersteunen van lokale boeren om hun productie en levensonderhoud te verbeteren en duurzaamheidspraktijken te integreren met als doel het behalen van de RSPO-certificering. • Lokale boerenbedrijven die leverancier zijn, betrekken bij de beste beheerpraktijken voor het optimaliseren van opbrengsten, bodemgezondheid, correct gebruik van pesticiden en bescherming van biodiversiteit. Engagement met lokale boeren, voornamelijk via SIPEF's afdelingen voor lokale boeren en duurzaam- heidsteams in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. • Programma's voor lokale boeren, waarmee SIPEF training geeft, de beste managementpraktijken deelt, zaailingen, kunstmest en apparatuur levert, lokale boeren ondersteunt met RSPO-certificering en agronomische en logistieke hulp biedt. • Opvolging en audits, uitgevoerd zowel intern als door derden, zorgen voor naleving van de eisen voor leveranciers, waaronder geen ontbossing en RSPO-certificering. • Een lokaal planningscomité (“Local Planning Committee” - LPC), bestaande uit HOPL, een lokale overheidsinstantie en organisaties die onderzoek doen en lokale boeren vertegenwoordigen, coördineert O&O agronomische diensten, training en gemeenschapsontwikkeling voor lokale boeren. • De bevindingen van de beoordeling en monitoring ondersteunen de due diligence van SIPEF op de implementatie van het Verantwoordelijk inkoopbeleid, waaronder de naleving van de RSPO- certificering en het NDP door lokale boeren. Dit proces omvat een voortdurende dialoog, waarbij de resultaten worden teruggekoppeld naar de lokale boeren via hun afdelingen. • LPC-bijeenkomsten bevorderen de betrokkenheid van belanghebbenden en de samenwerking tussen de voornaamste belanghebbenden binnen de sector, wat leidt tot initiatieven zoals het stroomlijnen van de overdracht van landeigendomsrechten, het verbeteren van de wet- en ordehandhaving en het implementeren van gemeenschapsgerichte sociale programma's ter ondersteuning van duurzame ontwikkeling en bestaansmiddelen. - Relevantie: lokale gemeenschappen kunnen rechtstreeks worden beïn- vloed door de activiteiten via landgebruik, milieuveran- deringen, werkgelegenheid en sociale dynamiek. Betrokkenheid versterkt de sociale toestemming om de activiteiten uit te oefenen, vermindert conflicten en maakt gerichte ondersteu- ning mogelijk. Doel: • Begrijpen en aanpakken van klachten en zorgen van de gemeenschap • Begrijpen en ondersteunen van de behoeften op het gebied van werkgelegenheid en gemeenschapsontwikkeling Rechtstreekse betrokkenheid bij gemeenschappen via afdelingen voor gemeenschapsengagement, of via sociale experts en organisaties, die als gevolmachtigden dienen. • Sociale experts en erkende beoordelaars, aangetrokken om de FPIC-processen van SIPEF met gemeenschappen te begeleiden, zodat er transparante en inclusieve besluitvorming is voordat er nieuw land wordt ontwikkeld. • Interne en externe sociale deskundigen, die evaluaties van de maatschappelijke impact (“Social Impact Assessments” - SIA) uitvoeren om de eecten van activiteiten op gemeenschappen te evalueren en aan te pakken • Gemeenschapsprogramma's, ter ondersteuning van lokale ontwikkeling, welzijn en economische empowerment • Sociale ngo's en academische instellingen, ingeschakeld om inzichten te verzamelen over toonaangevende raamwerken en beste praktijken door middel van desktoponderzoek • SIPEF's klachtenmechanisme, waarmee gemeenschappen rechtstreeks via toegankelijke kanalen klachten kunnen indienen of feedback kunnen geven • Beheerplannen worden ontwikkeld op basis van de resultaten van sociale-eectbeoordelingen • Geïntegreerde landinrichtingsplannen voor natuurbehoud worden gebaseerd op FPIC-resultaten en er wordt geen nieuw land ontwikkeld zonder toestemming van de betrokken gemeenschappen. • Bevestigde klachten worden opgevolgd met actieplannen om ze aan te pakken. Eerdere en aanhoudende klachten hebben ook bijgedragen aan de dubbele materialiteitsanalyse van SIPEF. • De resultaten van desktoponderzoek helpen bij het bepalen van de materialiteit van duurzaamheidskwesties. 113 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring BELANGHEBBENDE DOEL EN RELEVANTIE VAN BETROKKENHEID BENADERING VAN BETROKKENHEID REACTIE OP RESULTATEN VAN BETROKKENHEID - Relevantie: consumenten bepalen de vraag, vooral in de belangrijkste markten van SIPEF, de EU en het VK, waar de verwachtingen op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid hoog zijn. Doel: • Begrijpen van de veranderende marktverwachtingen met betrekking tot voedselveiligheid, kwaliteit en duurzaamheidsnormen Inzichten in consumentenbelangen worden verzameld via klanten die als gevolmachtigden fungeren, aangezien SIPEF stroomopwaarts opereert en geen consumptie- goederen produceert of rechtstreeks aan consumenten verkoopt. Sinds 2022 heeft SIPEF haar focus op kwaliteit, in het bijzonder voedselveiligheid, verhoogd als onderdeel van haar bredere bedrijfsstrategie. Deze verschuiving komt tegemoet aan verschillende prioriteiten van de industrie, waaronder de bezorgdheid van consumenten over contaminanten in palmolie. GEBRUIKERS VAN HET JAARVERSLAG EN ANDERE VOORNAME BELANGHEBBENDEN Relevantie: klanten zijn van cruciaal belang voor de activiteiten van SIPEF, aangezien zij de producten kopen en eisen stellen aan de certificering en het aankoopbeleid. Doel: • Begrijpen van de behoeften en verwachtingen van de klant • Communiceren over ontwikkelingen in kwaliteit en duurzaamheid in verband met SIPEF's productiepraktijken en producten • Samenwerken aan proefprojecten om innovatieve oplossingen voor gemeenschappelijke uitdagingen te testen Rechtstreeks engagement met klanten via de marketing- afdeling, fruitafdeling en duurzaamheidsteams. • Klantvergaderingen om afstemming te vinden over verwachtingen, eisen en duurzaamheidsbeloften • ESG-vragenlijsten die de naleving van het klantenbeleid door SIPEF beoordelen • Kennisuitwisseling door bijeenkomsten met duurzaamheidsteams van klanten, om de beste praktijken en ontwikkelingen in de branche te delen • Desktoponderzoek, waaronder beleidsevaluaties, duurzaamheidsrapporten en websites, om inzichten te verzamelen en prioriteiten van klanten te benchmarken • De eisen en prioriteiten van klanten hebben bijgedragen aan de strategie van SIPEF om zich te richten op hoogwaardige, traceerbare en voor duurzaamheid gecertificeerde palmolie. • De betrokkenheid en feedback van klanten bereidt SIPEF voor op nieuwe en opkomende trends in de markt. • Desktoponderzoek en benchmarkresultaten hebben het validatieproces van de dubbele- materialiteitsbeoordeling van SIPEF ondersteund. Relevantie: peers kunnen de benchmarks voor duurzaam- heid aangeven die al werden vastgesteld voor de sector. Doel: • Benchmarken van duurzaamheidsprestaties om ze af te stemmen op industrienormen • Uitwisselen van kennis en beste praktijken om continue verbetering te stimuleren Rechtstreeks en onrechtstreeks engagement via: • Kennisuitwisseling tijdens bijeenkomsten met duurzaamheidsteams van klanten, om beste praktijken en ontwikkelingen in de branche te delen • Desktoponderzoek, waaronder beleidsevaluaties, duurzaamheidsrapporten en websites, om inzichten te verzamelen en prioriteiten te benchmarken De resultaten van desktoponder- zoek en benchmarks hebben de identificatie en prioritering van de materialiteit van duurzaam- heidskwesties ondersteund. 114 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BELANGHEBBENDE DOEL EN RELEVANTIE VAN BETROKKENHEID BENADERING VAN BETROKKENHEID REACTIE OP RESULTATEN VAN BETROKKENHEID - - Relevantie: aandeelhouders en investeerders dragen bij aan de financiële basis voor de activiteiten van SIPEF en stellen belangrijke eisen die het beleid en de strategische beslissingen vormgeven. Doel: • Delen van updates over SIPEF's strategie, bedrijfs-, financiële en duurzaamheidsprestaties • Opbouwen van vertrouwen door open dialoog, openheid en transparantie • Begrijpen van verwachtingen over financiële en duurzaamheidsprestaties Rechtstreekse betrokkenheid bij de hoofdaandeelhouder van SIPEF, Ackermans & van Haaren (AvH), inclusief: • Regelmatige bijeenkomsten en workshops, georganiseerd door AvH en met deelname van het duurzaamheidsteam en hun andere participaties, met retrospectieve en toekomstgerichte sessies en workshops over ESG • ESG-vragenlijst en jaarlijkse ESG-bijeenkomst om de voortgang van SIPEF op het gebied van duurzaamheid te toetsen aan de verwachtingen en eisen van aandeelhouders • Vertegenwoordiging van de raad van bestuur, die SIPEF een strategische richting geeft Betrokkenheid bij andere aandeelhouders en banken: • Financiële en duurzaamheidsrapportering, met inbegrip van tussentijdse verslagen en het geïntegreerde jaarverslag • ESG-vragenlijsten van banken om de prestaties van SIPEF en de naleving van hun vereisten te beoordelen • Roadshows en bijeenkomsten voor analisten om in contact te komen met investeerders en financiële en strategische updates te geven • Website, als bron voor financiële en ESG-gerelateerde kennisgevingen • Vereisten en feedback hebben de beleidsontwikkeling, rapportering en strategische richting beïnvloed. • Kennisuitwisseling en workshops hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de dubbele- materialiteitsmethodologie van SIPEF. • Discussies en ESG- vragenlijsten leverden informatie voor de materialiteitsbeoordeling van duurzaamheidskwesties. - Relevantie: overheden en regelgevende instanties stellen wettelijke vereisten op waaraan SIPEF moet voldoen. Doel: • Naleven van internationale, nationale en lokale regelgeving • Samenwerken op het gebied van infrastructuur, ontwikkeling van diensten, initiatieven voor capaciteitsopbouw bij lokale boeren en natuurbehoud • SIPEF bereidt inspecties ter plaatse door de autoriteiten voor en dient rapporten in conform de overheidsvoorschriften in de rechtsgebieden waar ze actief is en haar producten levert • SIPEF werkt samen met lokale overheden en ministeries om bij te dragen aan projecten voor openbare dienstverlening • SIPEF ziet er consequent op toe dat alle toepasselijke wet- en regelgeving wordt nageleefd en verwerkt proactief feedback van relevante overheidsvertegenwoordigers indien aanwezig. • SIPEF rapporteert regelmatig naleving aan de relevante autoriteiten. 115 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring BELANGHEBBENDE DOEL EN RELEVANTIE VAN BETROKKENHEID BENADERING VAN BETROKKENHEID REACTIE OP RESULTATEN VAN BETROKKENHEID - - Relevantie: initiatieven en certificeringsprogramma's met meerdere belangheb- benden brengen belangheb- benden samen en definiëren duurzaamheidsnormen en vereisten voor verantwoorde managementpraktijken. Ze spelen ook een belangrijke rol bij het verschaen van toegang tot de markten die door SIPEF worden bediend, en faciliteren de uitwisseling van kennis tussen verschil- lende belanghebbenden en het delen van beste praktijken. Doel: • Begrijpen van de ontwikkeling van duurzaamheidsnormen en eraan bijdragen • Delen van beste praktijken en samenwerken om naleving in de hele sector te verbeteren • Garanderen van naleving door middel van certificeringsaudits • Bevorderen van de productie en het gebruik van gecertificeerde duurzame palmolie SIPEF werkt rechtstreeks via: • RSPO-lidmaatschap, inclusief deelname aan de “Biodiversity and High Conservation Values Working Group”, “Standard Setting Committee”, “Jurisdictional Approach Working Group”, “Compensation Task Force” en “ ‘No Deforestation’ Joint Steering Group” • Vertegenwoordiging in de raad van bestuur van de RSPO, zetelend namens telers uit 'Rest-van-de-Wereld' • RSPO jaarlijkse mededeling over vooruitgang (“Annual Communication of Progress” - ACOP), rapportering over duurzaamheidsverplichtingen en -voortgang • Nalevingsaudits, zowel intern als extern, voor RSPO, “Rainforest Alliance”, Fairtrade, GLOBALG.A.P (“Good Agricultural Practices”), “International Sustainability and Carbon Certification” (ISCC), ISO14001, ISO 14064-1 en “Indonesian Sustainable Palm Oil” (ISPO) • Lidmaatschap van andere initiatieven met meerdere belanghebbenden, zoals de “Tropical Forest” Alliance en de Belgische alliantie voor duurzame palmolie • SIPEF-medewerkers met vertegenwoordigingsfuncties binnen RSPO informeren interne besluitvormers over beste praktijken, oplossingen en wijzigingen of nieuwe certificeringsvereisten die de Groep moet implementeren of waarop de Groep zich moet voorbereiden. • SIPEF-medewerkers die deelnemen aan werkgroepen of comités zijn verantwoor- delijk voor het vertegenwoor- digen van de standpunten en verwachtingen van de Vennootschap. • De criteria van de standaarden waaraan SIPEF voldoet, geven vorm aan het duurzaam- heidsmanagementsysteem, het beleid, de due diligen- ce-processen en de praktijken op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur. - (&) Relevantie: onderzoek en ontwikkeling stimuleren innovatie, valideren beste praktijken, geven vorm aan industrienormen en kunnen de ambities van SIPEF op het gebied van duurzaamheid, kwaliteit, productie-eci- entie en veerkracht op lange termijn ondersteunen. Doel: • Toegang tot de nieuwste innovatieve oplossingen die bijdragen aan het verbeteren van de productiviteit en kwaliteit • Verzamelen van informatie over de beste praktijken in de sector en opkomende trends SIPEF werkt rechtstreeks via: • Investering in O&O-partner, Verdant Bioscience Pte Ltd, die F1-hybride kruisingen ontwikkelt voor hoge rendementen bij veranderende regenvalpatronen en marginale bodems onder invloed van klimaatverandering • Inschakeling van leveranciers van innovatie- en technologieoplossingen om oplossingen voor koolstofvastlegging en SMART-landbouw te identificeren, op te zetten en te helpen implementeren De resultaten van de proeven en het wetenschappelijk onderzoek vormen de basis voor de haalbaarheid van de langetermijnstrategie en -plannen van SIPEF, die gericht zijn op productie-eciëntie, operationele uitmuntendheid en veerkracht bij veranderende milieuomstandigheden. 116 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BELANGHEBBENDE DOEL EN RELEVANTIE VAN BETROKKENHEID BENADERING VAN BETROKKENHEID REACTIE OP RESULTATEN VAN BETROKKENHEID - - Relevantie: deze organi- saties voeren duurzaam- heidsbenchmarks of ratings uit die de transparantie en duurzaamheidspraktijken van vennootschappen evalueren. De resultaten kunnen gevolgen hebben voor de reputatie en aantrek- kingskracht van SIPEF op investeerders. Doel: • Inzicht krijgen in en afstemmen op de verwachtingen van belanghebbenden over duurzaamheidsprestaties SIPEF wordt jaarlijks geëvalueerd door en beantwoordt aan ratingbureaus en benchmarkorganisaties, op basis van publiek beschikbare informatie en door SIPEF ingediende documenten. Deze omvatten: • SPOTT (Sustainability Policy Transparency Toolkit) • Forest 500 • CDP: Bossen en klimaatverandering • Hiatenanalyses identificeren hiaten in duurzaamheid, beleid en rapportering. Rapportering, beleid en actieplannen worden bijgewerkt op basis van haalbaarheid. • De beoordelingsresultaten worden ook beoordeeld door het management, samen met prestaties uit het verleden en vergelijkingen met branchegenoten. Aanpassingen aan strategie en bedrijfsmodel SIPEF's eerste Groepsbrede dubbele-materiali- teitsbeoordeling in 2024, gebaseerd op de betrok- kenheid en meningen van verschillende voorname belanghebbenden, legde de voornaamste invloeden, risico's, mogelijkheden en belangrijke duurzaam- heidskwesties voor de Vennootschap bloot. Na de beoordeling verfijnde SIPEF haar aandachtsgebie- den, prioriteiten en duurzaamheidsdoelen in het kader van de Evenwichtige Groeistrategie om ze af te stemmen op de resultaten. De Vennootschap is ook begonnen met een uitgebreide herziening van haar duurzaamheidsdoelen, KPI en beleid, een proces dat zal worden voortgezet in 2025 en 2026. Deze evaluatieoefening kan de standpunten van voorname belanghebbenden te wijzigen. Betrokkenheid van belanghebbenden en governance Het executief comité en de raad van bestuur van SIPEF blijven op de hoogte van de mening van belanghebbenden over belangrijke duurzaam - heidskwesties door regelmatige rapportering en briefings. Het gaat onder meer om bevindingen uit risicobeoordelingen, certificeringsaudits, duur- zaamheidsbeoordelingen en benchmarkresultaten die de strategische besluitvorming ondersteunen. Bovendien speelde het executief comité een sleutelrol in de validatie van de dubbele-materia- liteitsbeoordeling van SIPEF, terwijl het bestuur verantwoordelijk was voor de goedkeuring ervan. De beoordeling omvatte meningen van belangheb- benden en inzichten uit benchmarks ter ondersteu- ning van het validatieproces. Via deze rapporteringsmechanismen en -proces- sen zorgt SIPEF ervoor dat haar management- en toezichtsorganen goed geïnformeerd blijven en inspelen op de bekommernissen van de belang- hebbenden, waarbij de duurzaamheidsprioriteiten worden afgestemd op de langetermijnkoers van de Vennootschap. 117 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Milieu-informatie Bij de benadering van milieubeheer richt SIPEF zich op het minimaliseren en beheren van zowel de directe als indirecte impact van haar bedrijfsacti- viteiten op het milieu en op het klimaat. Duurzaam landgebruik en -behoud maken integraal deel uit van deze aanpak. Dit wordt weerspiegeld in de initiatieven van de Vennootschap op het gebied van biodiversiteit en natuurbehoud, en in zijn ver- bintenis op groepsniveau tot ‘geen ontbossing’ en ‘geen nieuwe ontwikkelingen op veengronden’. Deze verbintenis geldt zowel voor de eigen activiteiten als die van de lokale boeren die aan de Groep leveren. SIPEF zet zich in om alle impact op het milieu van haar bedrijfsactiviteiten tot een minimum te beperken en te beheren, van plantages tot verwer- king, aan de hand van de implementatie van beste beheerpraktijken (“Best Management Practices” – BMP’s) en op risico gebaseerde strategieën voor impactbeperking, waaronder het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen (BKG). Aandachtsgebied en duurzaamheidsdoelen Vermindering van broeikasgasuitstoot en klimaatbestendigheid op lange termijn Minimaliseren van de impact op natuurlijke hulpbronnen en het milieu Duurzaam landgebruik en behoud van biodiversiteit, waaronder geen ontbossing en geen nieuwe ontwikkelingen op veengronden 118 The connection to the world of sustainable tropical agriculture E1: Klimaatverandering De landbouwsector wereldwijd draagt bij aan klimaatverandering: landbouw, bosbouw en andere vormen van landgebruik zijn samen goed voor ongeveer een vijfde (22%) van de wereld- wijde antropogene uitstoot van broeikasgassen (GHG) 1 . Tegelijkertijd is de sector ook kwetsbaar voor klimaatgerelateerde risico's en impact, zoals onvoorspelbare weerpatronen, extremere weers- omstandigheden, hittestress en een toename van plagen en ziekten. Als landbouwbedrijf heeft SIPEF als doel om haar broeikasgasuitstoot te verminderen en bij te dragen aan klimaatbestendigheid op lange termijn. Dit doel valt onder het aandachtsgebied milieubeheer van de Groep, dat deel uitmaakt van de Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF. Om dit doel te bereiken, zal de Groep een alomvattend klimaattransitieplan implementeren dat duurzame energiepraktijken, principes van circulaire economie, geoptimaliseerd landgebruik en waterbeheer integreert, terwijl de biodiversiteit beschermd wordt. Deze aanpak draagt bij aan een duurzame, koolstofarme toe- komst voor de oliepalmindustrie. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD MATERIËLE DUURZAAMHEIDS KWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • Beperking van klimaat- verandering • Energie • Verantwoordelijk Inkoopbeleid (“Responsible Purchasing Policy” - RPuP) • Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) • Methaanafvang installeren in alle palmolie- extractiefabrieken tegen FY2030. • Monitoring van broeikasgasuitstoot op de locaties door rechtstreekse metingen op alle plantages met organische bodem tegen 2028. • 28% reductie tegen 2030 in netto uitstootintensiteit ten opzichte van de uitgangssituatie in 2021 (Scope 1 & Scope 2) voor oliepalmactiviteiten, die als volgende stap zal worden herzien om op één lijn te komen met de ESRS-vereisten 2 . • Bruto broeikasgasuitstoot inclusief Scope 3, werd voor het eerst gerapporteerd in 2024 • Fysieke klimaat- en transitieklimaat- beoordelingen werden uitgevoerd ter ondersteuning van de klimaattransitie- planning van de Groep • Aanpassing aan klimaat- verandering • RPP • Bescherming van kustlijnen en voorkomen van overstromingen door buerherstel van 41,5 hectare tegen 2027 in oliepalmplantages. • Proefprojecten met regeneratieve landbouw met een model om tegen 2026 op te schalen op vijf locaties in oliepalmplantages. • Installatie van regenwateropvangsysteem in alle palmolie-extractiefabrieken tegen 2030. • Installatie van een waterrecyclingbassin in één bananenverpakkingsstation tegen 2025. (1) Bron: www.epa.gov/ghgemissions/global-greenhouse-gas-overview (2) De doelstelling werd vastgesteld vóór deze verslagperiode en valt niet binnen de reikwijdte van de "limited assurance" van het CSRD die voor deze Duurzaamheidsverklaring is uitgevoerd. Ze zal in 2025 worden herzien om in lijn te worden gebracht met de vereisten van het ESRS. 119 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring KLIMAATVERANDERING EN ENERGIE Een dubbele-materialiteitsbeoordeling van SIPEF's activiteiten en waardeketen, zowel stroomop- als stroomafwaarts, identificeerde de beperking van klimaatverandering, aanpassing van klimaatverandering en energie als materiële duurzaamheidskwesties. De beoordeling werd uitgevoerd in overleg met interne en externe experts, waarbij gebruik werd gemaakt van de beste beschikbare informatie. Gebieden van impact 3 , De activiteiten van SIPEF genereren broeikas- gasuitstoot die voornamelijk afkomstig is van veranderingen in landgebruik, waaronder de teelt op organische bodems, afvalwater van palmolie-ex- tractiefabrieken (“Palm Oil Mill Euent”- POME) en inputs voor de activiteiten zoals brandstof en meststoen. Ongeveer 98% van de broeikasga- suitstoot van SIPEF is aomstig van de teelt en verwerking van oliepalmproducten. De bijdrage van de bananenproductie is niet groot: slechts 2% van de totale bruto broeikasgasuitstoot van SIPEF. - , In Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire blijven de activiteiten van SIPEF sterk aankelijk van niet-hernieuwbare energiebronnen. Broeikasgasuitstoot van SIPEF SIPEF berekent haar Scope 1- en Scope 2-uitstoot sinds 2019 en voegde Scope 3-uitstoot toe in 2024. Sinds 2022 gebruikt SIPEF de ISO 14064-1 stan- daardspecifieke principes en vereisten op organi- satieniveau voor de kwantificering en rapportering van broeikasgasuitstoot en -verwijderingen. Voor 2024 werd het broeikasgasprotocol gebruikt als referentie om de opname van Scope 3-categorieën in de uitstootberekeningen te rechtvaardigen. SIPEF rapporteert haar uitstoot en verwijderin- gen op basis van een organisatorische grens die alle activiteiten omvat die vermeld staan in de geconsolideerde financiële staten op de volgende locaties: België, Indonesië, Côte d’Ivoire, Papoea- Nieuw-Guinea en Singapore. Het toepassingsgebied omvat alle activiteiten in de verwerking en teelt van palmolie en bananen. Dit omvat: Scope 1 en Scope 2: plantages, palmolie- extractiefabrieken en verpakkingsstations die eigendom zijn van en beheerd worden door SIPEF. Scope 3: onrechtstreekse stroomop- en stroomafwaartse uitstoot in verband met activiteiten in de waardeketen die relevant zijn voor SIPEF. De reikwijdte van de Vennootschap zal worden uitgebreid of herzien als er extra verwerkingsac- tiviteiten worden gerapporteerd onder de gecon- solideerde activa. De berekeningsprocedure en -calculatoren voor broeikasgas van SIPEF werden ontwikkeld door externe deskundigen. Conversie- en uitstoot- factoren zijn gebaseerd op door de sector beoor- deelde bronnen zoals die in de databases van de (3) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele- materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werden de gespecificeerde impacten onlangs geïdentificeerd en werden ze niet onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 120 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaat- verandering (“Intergovernmental Panel on Climate Change” - IPCC), het “Environmental Protection Agency” van de Verenigde Staten en door de sector beoordeelde wetenschappelijke onderzoeken. Belangrijke aannames in de berekeningen zijn onder andere: de methodologie resulteert in een nauwkeurige schatting van de werkelijke jaarlijkse uitstoot en verwijderingen. er geen catastrofale impact is op de biologische groei van plantages en natuurbehoudsgebieden. De broeikasgassen die in de berekening worden meegenomen, zijn kooldioxide (CO), methaan (CH), distikstofoxide (NO), fluorkoolwaterstof- fen (HFK's), perfluorkoolwaterstoffen (PFK's), zwavelhexafluoride (SF) en stikstoftrifluoride (NF). De uiteindelijke uitstoot wordt omgezet in kooldioxide-equivalenten met behulp van de coëciënten voor het aardopwarmingsvermogen (“Global Warming Potential” - GWP) van het IPCC. De gevolgen van de activiteiten van SIPEF op de klimaatverandering worden hieronder opgesomd: Scope 1: Rechtstreekse uitstoot van plantages, palmolie-extractiefabrieken, verpakkingsstations en kantoren die eigendom zijn van en beheerd worden door SIPEF. Uitstoot die het gevolg is van veranderingen in landgebruik, POME en inputs zoals meststoen, brandstoen, chemicaliën, smeermiddelen en koelmiddelen. Scope 2: Onrechtstreekse uitstoot van extern ingekochte energie van het nationale elektriciteitsnet volgens de locatiegebaseerde benadering van de Groep. Hoewel de Groep momenteel Scope 2-uitstoot rapporteert met behulp van de locatiegebaseerde methode, gebruikt hij deze methode als proxy voor het schatten van marktgebaseerde uitstoot. Naarmate de kwaliteit en beschikbaarheid van de data verbeteren, zullen er stappen worden ondernomen om de marktgebaseerde aanpak te implementeren. Scope 3: Onrechtstreekse uitstoot van stroomop- en stroomafwaartse activiteiten in de waardeketen van SIPEF. Deze worden gerapporteerd in de volgende categorieën: Categorie 1: gekochte goederen en diensten. Voor de eigen activiteiten van SIPEF omvat dit de extractie, productie en het transport van goederen en diensten die gekocht of verworven worden en die niet onder andere categorieën uit Scope 3 vallen. SIPEF rekent hiertoe ook de uitstoot van veranderingen in het landgebruik van onaankelijke lokale boeren, inclusief de uitstoot van organische bodems, en inputs voor activiteiten zoals chemicaliën en kunstmest. Categorie 2: kapitaalgoederen. Voor de eigen activiteiten van SIPEF omvat dit extractie, productie en transport van aangekochte of verworven kapitaalgoederen. Categorie 3: brandstof- en energiegerelateerde activiteiten. Voor de eigen activiteiten van SIPEF omvat dit de productie en levering van verbruikte brandstoen en energie, die niet rechtstreeks worden verantwoord in Scope 1- of Scope 2-uitstoot. Categorie 4: vervoer en distributie stroomopwaarts. Voor SIPEF's eigen activiteiten omvat dit de uitstoot van het transport van zaden, verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB's), meststoen, pesticiden en chemicaliën door derden, inclusief brandstof gebruikt door contractoren. Categorie 6: zakenreizen. Voor de eigen activiteiten van SIPEF omvat dit de vliegtuigreizen van werknemers voor 121 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring bedrijfsgerelateerde activiteiten. Categorie 9: stroomafwaarts transport. Voor de eigen activiteiten van SIPEF omvat dit de stroomafwaartse uitstoot van de verzendingsactiviteiten en het transport van de havens naar de opslagplaatsen voor de bananenactiviteiten in Côte d’Ivoire. Als onderdeel van SIPEF's Scope 3 broeikasgasin- ventarisatiebeoordeling zijn de volgende catego- rieën uitgesloten van de huidige rapportage. Deze uitsluitingen zijn gebaseerd op een evaluatie van materialiteit, beschikbaarheid van gegevens, ope- rationele controle en bedrijfsrelevantie. Uitgesloten vanwege een immateriële impact op de totale uitstoot: Categorie 5 - Afval gegene- reerd tijdens de activiteiten, Categorie 7 - Woon- werkverkeer van werknemers en Categorie 15 - Investeringen. Uitgesloten vanwege een gebrek aan zichtbaar- heid en controle over het productgebruik. Deze categorieën hebben betrekking op uitstoot van stroomafwaartse activiteiten, waarbij SIPEF geen zicht of invloed heeft op de manier waarop verkochte tussenproducten worden verwerkt, gebruikt of afgevoerd. Gezien de brede waaier aan potentiële toepassingen, elk met verschil- lende uitstootprofielen, is een nauwkeurige schatting momenteel niet haalbaar: Categorie 10 - Verwerking van verkochte producten, Categorie 11 - Gebruik van verkochte produc- ten en Categorie 12 - Behandeling van verkochte producten aan het einde van hun levensduur. Uitgesloten vanwege niet-relevantie voor de bedrijfsactiviteiten van SIPEF: Categorie 8 - Stroomopwaarts geleasede activa, Categorie 13 - Stroomafwaarts geleasede activa, Categorie 14 - Franchises. Hoewel SIPEF geen operationele controle of invloed heeft op deze stroomafwaartse processen, wordt ervan uitgegaan dat de klantenbasis van de Vennootschap eveneens inspanningen levert om hun eigen broeikasgasuitstoot te verminde- ren, in lijn met bredere trends in de sector en de regelgeving. Als onderdeel van de toewijding van de Groep aan transparantie en continue verbete- ring zal SIPEF de relevantie van deze categorieën periodiek herzien en mogelijkheden beoordelen om de beschikbaarheid van gegevens en schattings- methoden in toekomstige rapporteringscycli te verbeteren. Scope 1- en Scope 2-uitstoot wordt berekend aan de hand van primaire gegevens. Scope 3-uitstoot wordt berekend met behulp van een combinatie van primaire gegevens en berekeningen op basis van bestedingen volgens het broeikasgasprotocol. Ongeveer 65% van de totale Scope 3-uitstoot wordt geschat op basis van de uitgavenmethode. In 2024 was het merendeel van de bruto-uitstoot van SIPEF Scope 1 (91%), gevolgd door Scope 3 (8%) en vervolgens Scope 2 (1%). Van de totale uitstoot was 98% aomstig van oliepalmactiviteiten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Aangezien de oliepalmactiviteiten beschouwd worden als de kernactiviteit van SIPEF, omvat dit ook de uitstoot van de hoofdkantoren in België en Singapore. De belangrijkste uitstootbronnen van de productie van palmolie waren POME en veranderingen in landgebruik, waaronder de teelt op organische bodems. De resterende 2% van de uitstoot was aomstig van bananenactiviteiten in Côte d’Ivoire. De Scope 3-uitstoot was goed voor 57% van de uitstoot van de bananenactiviteiten, gevolgd door Scope 1 (25%) en vervolgens Scope 2 (18%). De belangrijkste bronnen van uitstoot bij de productie van bananen waren aangekochte goederen en diensten, vervoer stroom- afwaarts, elektriciteitsgebruik en meststoen. De bruto intensiteit van de broeikasgasuitstoot voor CPO is 3,24 ton CO 2 -equivalent (tCO 2 e) per ton ruwe palmolie en 0,47 ton tCO 2 e per ton gepro- duceerde bananen. 122 The connection to the world of sustainable tropical agriculture SIPEF beheert actief 35336 hectare natuurbe- houdsgebieden en reservaten binnen haar pro- ductie- en beheersgebieden. Dit is inclusief het 12656 hectare grote natuurbehoudsgebied in SIPEF Biodiversity Indonesia (SBI) in de regio Bengkulu, dat door de Groep wordt beheerd. Deze gebieden, waarvan sommige zijn aangewezen als gebieden met een hoge natuurbehoudswaarde en/of hoge koolstofvoorraad (“High Conservation Value” and/or “High Carbon Stock” – HCV-HCS), leggen koolstof vast en dragen tegelijkertijd bij aan het bevorderen van de biodiversiteit. SIPEF staat in voor de verwijdering die voortvloeit uit koolstofvastlegging op basis van de biologische groei van planten binnen haar beheerseenheden van natuurbehoudsland, die eigendom zijn van of beheerd worden door SIPEF volgens een consistent landbeheerplan. De berekening is gebaseerd op hoeveel koolstof er per hectare per jaar wordt vast - gelegd door de groei van deze natuurbehoudsgebie- den. Dit resulteert in een totaal van 324019 tCO 2 e vastgelegd in 2024. Deze berekeningsmethode is in overeenstemming met de ISO 14064-1 norm en wordt extern gecontroleerd. BRUTO BROEIKASGASUITSTOOT 2024 SCOPE 1 BROEIKASGASUITSTOOT tCO 2 e 1090257 Bruto Scope 1 broeikasgasuitstoot 1090257 Percentage Scope 1-uitstoot van gereguleerde uitstoothandelssystemen 0 SCOPE 2 BROEIKASGASUITSTOOT (tCO 2 e) 10758 Bruto locatiegebaseerde Scope 2 broeikasgasuitstoot 10758 Bruto marktgebaseerde Scope 2 broeikasgasuitstoot 10758 SCOPE 3 BROEIKASGASUITSTOOT (tCO 2 e) 97160 1: Gekochte goederen en diensten 58889 2: Kapitaalgoederen 18884 3: Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten 6822 4: Stroomopwaarts transport en distributie 5857 6: Zakenreizen 1876 9: Stroomafwaarts transport 4832 TOTALE BROEIKASGASUITSTOOT (tCO 2 e) 1198175 Totale broeikasgasuitstoot (op basis van locatie) 1198175 Totale broeikasgasuitstoot (marktgebaseerd) 1198175 Biogene CO 2 -uitstoot uit de verbranding of biologische araak van biomassa (tCO 2 e) 529807 Netto-opbrengst SIPEF (KUSD) 1 443810 TOTALE BRUTO INTENSITEIT VAN DE BROEIKASGASUITSTOOT OP BASIS VAN NETTOINKOMSTEN (tCO 2 e/KUSD) Totale bruto intensiteit van de broeikasgasuitstoot op basis van netto-inkomsten (locatiegebaseerd) 2,7 Totale bruto intensiteit van de broeikasgasuitstoot op basis van netto-inkomsten (marktgebaseerd) 2,7 TOTALE BRUTO BROEIKASGASUITSTOOT PER GEWAS tCO 2 e/T PRODUCT Oliepalmen (tCO 2 e/t CPO) 3,24 Bananen (tCO 2 e/t bananen) 0,47 : (1) Verwijzen naar Toelichting 7: voor de berekeningsbasis 123 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring De broeikasgasuitstoot die gepaard gaat met kool- stofverwijderende activiteiten, zoals brandstof voor transport, worden meegenomen in de berekening van Scope 1-uitstoot. Er vond geen omkering plaats in 2024 en de verwijderingsactiviteit is niet omgezet in koolstoredieten en werd niet doorverkocht aan andere partijen op de vrijwillige markt. Energie Het energieverbruik van SIPEF voor haar eigen activiteiten is voornamelijk aomstig van niet-her- nieuwbare bronnen (78%), wat een weerspiegeling is van de fossiele brandstoen die gebruikt worden voor de plantageactiviteiten. Hernieuwbare energie, voornamelijk uit de verbranding van biomassa bij de verwerking van palmolie, is goed voor 22% van het totale energieverbruik. SIPEF gebruikte geen kernenergie in 2024. Volgens Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad wordt de landbouw geïdentificeerd als een sector met een hoge klimaatimpact. SIPEF rapporteert daarom de intensiteit van haar energieverbruik, dat in 20240,33 MWh per duizend USD aan inkomsten bedroeg. ENERGIEVERBRUIK EN MIX MWh 2024 A. NIETHERNIEUWBARE BRONNEN Brandstofverbruik uit steenkool en steenkoolproducten 0 Brandstofverbruik uit ruwe olie en aardolieproducten 98999 Brandstofverbruik uit aardgas 647 Brandstofverbruik uit andere fossiele brandstoen 1876 Gekochte elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit fossiele brandstoen 13172 TOTAAL VERBRUIK VAN FOSSIELE ENERGIE 114694 B. HERNIEUWBARE BRONNEN Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen, inclusief biomassa 32787 Verbruik van gekochte of aangekochte elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen 0 Verbruik van zelf opgewekte niet als brandstof gebruikte hernieuwbare energie 0 TOTAAL VERBRUIK DUURZAME ENERGIE 32787 Verbruik uit nucleaire bronnen 0 TOTAAL ENERGIEVERBRUIK MWh 147481 Aandeel fossiele bronnen in totaal energieverbruik (%) 78% Aandeel hernieuwbare bronnen in totaal energieverbruik (%) 22% Aandeel verbruik uit nucleaire bronnen in totaal energieverbruik (%) 0% Netto-opbrengst SIPEF (KUSD) 1 443810 Energie-intensiteit gebaseerd op netto-inkomsten (MWh/KUSD) 0,33 : (1)Verwijzen naar Toelichting 7: voor de berekeningsbasis 124 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Risico's en opportuniteiten Risico's en opportuniteiten met betrekking tot de klimaatverandering werden geïdentificeerd als onderdeel van SIPEF’s dubbele materialiteitsbe- oordeling. Hierin zijn de uitkomsten verwerkt van afzonderlijke risicobeoordelingen voor klimaat- gerelateerde fysieke risico's en voor klimaatver- anderingen die werden uitgevoerd in de loop van 2024, inclusief een kwalitatieve beoordeling van de veerkracht van de Groep bij verschillende potentiële scenario's voor een veranderend klimaat. Klimaatgerelateerde fysieke risico's Bij de gedetailleerde beoordeling van klimaatge- relateerde fysieke risico's werden de SIPEF-activa in drie regio's in beschouwing genomen: Noord-, West- en Zuid-Sumatra, Indonesië; West-New Britain, Papoea-Nieuw-Guinea; en Lagunes, Côte d’Ivoire. In het verslag wordt gekeken naar de gevolgen vanaf 2024 op korte termijn (1-3 jaar), middellange termijn (4-10 jaar) en lange termijn (11-25 jaar). Om de variabiliteit tussen de “earth system”-mo- dellen te onderzoeken, werd in het onderzoek een beroep gedaan op twee gevestigde modellen die vaak worden gebruikt in rapporten over klimaat- verandering en verschillende klimaatstudies: GFDL-ESM4, ontwikkeld in de Verenigde Staten, en MRI-ESM2-0, ontwikkeld in Japan. Deze modellen werden gebruikt onder twee ver- schillende scenario’s voor klimaatverandering in de toekomst met hoge en lage niveaus van opwarming die door het IPCC werden ontwik- keld, namelijk “Shared Socioeconomic Pathways” (SSP)1-2.6 en SSP5-8.5. De gekozen toekomstige klimaatscenario's geven mogelijke toekomstige trajecten van sociaaleconomische ontwikkeling en broeikasgasuitstoot weer die van invloed zijn op de klimaatverandering. SSP1-2.6 (scenario voor duurzame ontwikkeling) voorziet in een pad naar duurzame ontwikkeling, gericht op nuluitstoot na 2050. Het omvat substan - tiële investeringen in onderwijs en gezondheid, snelle economische groei en functionele instel- lingen, waardoor de temperatuurstijging tegen het einde van de eeuw gestabiliseerd wordt op ongeveer 1,8°C. SSP1 weerspiegelt een toekomst die voorrang geeft aan duurzame praktijken en de aankelijk- heid van fossiele brandstoen vermindert. SSP5-8.5 (hoge-uitstootscenario) schetst een onwenselijke toekomst waarin de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 verdubbeld is, waarbij de wereldeconomie snel groeit door de exploitatie van fossiele brandstoen en energie-intensieve levensstijlen. In dit scenario zal de gemiddelde tem- peratuur wereldwijd naar verwachting met 4,4°C stijgen tegen 2100. SSP5 laat een economie zien die sterk aankelijk is van fossiele brandstoen met beperkte aandacht voor duurzaamheid. De studie kwantificeerde verschillende klimaat- gerelateerde risico's op basis van input van SIPEF- experts die in het veld werken. Deze risico's werden als volgt gecategoriseerd: Temperatuurgerelateerd: hittestress bij planten, hittestress bij mensen, hittegolven of bosbranden. Windgerelateerd: veranderende windpatronen, cyclonen of stormen. Watergerelateerd: interjaarlijkse variabiliteit van neerslag, seizoensgebonden variabiliteit van neerslag, waterstress, stijging van de zeespiegel, droogte of zware neerslag. Bodemgerelateerd: kusterosie, bodem- aantasting of -erosie. 125 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring De studie voorspelde de waarschijnlijkheid van het overschrijden van de drempelwaarden voor de bovengenoemde gevaren in beide scenario's op de korte, middellange en lange termijn. De waarschijnlijkheden werden verdeeld in laag, gemiddeld en hoog, waarbij hoog als significant werd beschouwd. De beoordeling geeft aan dat kustoverstromingen een klimaatgerelateerd fysiek risico zijn dat op korte termijn gevolgen kan hebben voor sommi- ge activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea, terwijl rivieroverstromingen een risico zijn op middel - lange termijn. In Côte d’Ivoire wordt voorspeld dat hittegolven alle activiteiten op de lange termijn kunnen beïnvloeden, en overstromingen van rivie- ren vormen een risico op de middellange termijn. Risico's van klimaatverandering Er werd een kwalitatieve beoordeling van risico's en opportuniteiten met betrekking tot de klimaattran- sitie uitgevoerd aan de hand van een analyse van gepubliceerde rapporten waarin wordt beschreven hoe overheden, consumenten en de oliepalmsec- tor de klimaatcrisis kunnen aanpakken. In deze beoordeling werd onderzocht hoe deze factoren de investeringen van SIPEF in oliepalm- en bana- nenactiviteiten kunnen beïnvloeden. Er werden drie klimaatveranderingsscenario's geanalyseerd op hun mogelijke effecten op de activiteiten van SIPEF op korte termijn (0-3 jaar), middellange termijn (tegen 2030) en lange termijn (tegen 2050). Deze scenario's werden geïmplemen - teerd met behulp van het open-source “Model of Agricultural Production and its Impact on the Environment” (MAgPIE) (Dietrich et al., 2019) dat werd ontwikkeld door het “Potsdam Institute for Climate Change” (PIK). Bij de beoordeling werd gekeken naar drie ver- schillende ambitieniveaus en het bijbehorende verwachte eect op de temperatuurstijging: Historische ambitie: gaat ervan uit dat praktijken en wetten uit het verleden blijven bestaan, met temperaturen die meer dan 4°C stijgen tegen 2100, inclusief een moratorium op nieuwe palmolieconcessies in aangewezen bosgebieden of gebieden met organische bodem in Indonesië. Bescheiden ambitie: gaat uit van meer wereldwijde actie en ambitie, maar nog steeds onvoldoende, wat leidt tot een opwarming van ongeveer 3°C tegen 2100, met het opleggen van bescheiden kosten (koolstoftaks en/of boete) voor broeikasgasuitstoot aan palmolie- producenten. Agressieve ambitie: gaat uit van de grootste wereldwijde inspanning, waarbij de opwarming wordt beperkt tot 1,5°C in 2100, in lijn met de Overeenkomst van Parijs. Dit omvat krachtige overheidsmaatregelen in Indonesië, zoals industriebrede NDPE-beperkingen, veen- landherstel en het opleggen van agressieve kosten (koolstoftaks en/of boete) op de uitstoot van broeikasgassen. SIPEF heeft rekening gehouden met klimaatgere- lateerde risico's bij het opstellen van de Financiële Staten en tijdens het financiële rapporteringsproces werden geen kritieke klimaatgerelateerde veron- derstellingen geïdentificeerd. Bijgevolg zijn de klimaatscenario's die gebruikt worden in de bredere beoordeling van het klimaatrisico niet rechtstreeks verbonden met specifieke veronderstellingen in de Financiële Staten. De belangrijkste risico's en opportuniteiten voor SIPEF op middellange en lange termijn zijn onder andere beperkingen in landgebruik, groeibeperkin- gen door de beschikbaarheid van land en koolstof- prijzen die door externe partijen worden bepaald en waarmee rekening moet worden gehouden in de toekomstige bedrijfsplanning voor oliepalm- en bananenactiviteiten. De belangrijkste opportu- niteiten die werden geïdentificeerd, zijn onder andere een toegenomen vraag naar palmolie, een 126 The connection to the world of sustainable tropical agriculture toegenomen waardering van land en opkomende koolstofmarkten ter ondersteuning van bebos- sing, bosherstel en natuurbehoud. Al die factoren kunnen SIPEF potentieel belangrijke financiële winsten opleveren. Zowel de fysieke risicobeoordeling als de risico- beoordeling van de klimaatverandering brachten belangrijke mogelijkheden aan het licht voor SIPEF om haar bedrijfsplanning voor zowel oliepalm- als bananenactiviteiten te verbeteren. Door die beoordelingen uit te voeren, versterkt SIPEF proactief haar activiteiten en bouwt ze aan veer- kracht op verschillende geografische locaties en in verschillende tijdsbestekken. De waardevolle verworven inzichten vormen de basis voor strate- gische besluitvorming en aanpassingen, waardoor SIPEF in staat is toekomstige uitdagingen eectief het hoofd te bieden en tegelijkertijd haar activa en toeleveringsketen veilig te stellen voor succes op de lange termijn. Vastgelegde uitstoot van activa SIPEF engageert zich sinds 2015 tot geen ontbos- sing, geen nieuwe ontwikkelingen op veengrond en geen exploitatie (“No Deforestation, no new deve- lopments on Peat, and no Exploitation” - NDPE) om de uitstoot door verandering in landgebruik te verminderen. De Groep investeert ook in programma's om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, via verschillende strategieën, waar- onder initiatieven die gericht zijn op het bevorderen van een circulaire economie en het beschermen van biodiversiteit en ecosystemen. Alle nieuwe oliepalmprojecten worden pas ontwikkeld nadat geïntegreerde HCV-HCSA-beoordelingen werden uitgevoerd, en gebieden die zijn aangewezen voor behoud worden gecontroleerd en onderhouden in overeenstemming met het beheerplan dat is over- eengekomen met relevante belanghebbenden. Er zullen verder beste beheerpraktijken geïmplemen- teerd worden op bestaande beplante gebieden en alle nieuwe ontwikkelingen zullen het NDPE-beleid van SIPEF volgen. SIPEF erkent dat de broeikasgasuitstoot die ver- band houdt met bestaande activa een uitdaging kan vormen bij het behalen van haar doelstellingen voor uitstootreductie op lange termijn. Door deze potentiële risico's proactief aan te pakken door haar beleid van geen ontbossing of nieuwe ontwikke- lingen op veengrond (NDPE) te implementeren en beste praktijken toe te passen voor het beheer van deze geïdentificeerde gebieden binnen haar activiteiten, is SIPEF beter gepositioneerd om transitierisico's te beheersen en zich aan te passen aan de veranderende regelgeving en verwachtingen van investeerders. Huidige en verwachte effecten In overeenstemming met haar dubbele-materiali- teitsbeoordeling heeft SIPEF de waarschijnlijkheid van de geïdentificeerde impact en risico’s geëvalu- eerd dergelijke incidenten geëvalueerd, samen met hun mogelijke financiële gevolgen. SIPEF oordeelde dat deze impact en risico's naar verwachting geen wezenlijke financiële impact zullen hebben op de Groep, met inbegrip van zijn financiële positie, financiële prestaties en kasstromen. De Groep heeft echter eectieve maatregelen genomen om deze risico's te beperken. 127 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Veerkracht van strategie en bedrijfsmodel De klimaatrisicobeoordelingen van SIPEF beves- tigen de veerkracht van de landbouw, eerder dan de haalbaarheid ervan in gevaar te brengen, ondanks het feit dat bepaalde klimaatuitdagingen zich zouden kunnen voordoen. Deze bevindingen onderstrepen het belang van het integreren van klimaatoverwegingen in de activiteiten van SIPEF. Met proactieve aanpassingsstrategieën kunnen eventuele uitdagingen eectief worden aangepakt terwijl de productie robuust blijft. De verbintenis van SIPEF om de uitstoot van broei- kasgassen te verminderen en de klimaatbestendig- heid op lange termijn te vergroten door onderzoek en ontwikkeling op het gebied van klimaatmitigatie en -adaptatie garandeert de veerkracht van haar strategie en bedrijfsmodel. Beleid en verplichtingen SIPEF voerde verschillende beleidslijnen, initiatie- ven en maatregelen in die tot doel hebben eectief te anticiperen op risico's en opportuniteiten in verband met klimaatverandering en op die manier adequaat te plannen voor een mogelijke toekomst onder de invloed van klimaatverandering. Enkele belangrijke verplichtingen in het kader van SIPEF's Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) met betrekking tot klimaatverandering zijn: 1. Beperking van klimaatverandering en energie: 4 voortzetten van en voortbouwen op bestaande initiatieven om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en alle nieuwe SIPEF-activiteiten (plantages en verwerkingsfaciliteiten) zo te ontwerpen dat de netto uitstoot van broeikasgassen tot een minimum wordt beperkt. 2. Aanpassing aan klimaatverandering: regelmatig de risico's en gevolgen beoordelen die verband houden met klimaatverandering om concrete oplossingen te vinden waarmee de Groep deze risico's en gevolgen kan beheersen en zich eraan kan aanpassen. Stimulering van de weerbaarheid van toekomstige gewassen als een belangrijke stap in het versterken van de capaciteit voor aanpassing aan klimaatverandering. Ga voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP naar 'Algemene informatie'. Integratie van duurzaamheidsgerelateerde prestaties in stimuleringsregelingen Voor informatie over de klimaatgerelateerde overwegingen met betrekking tot de vergoe- ding van leden van bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen, zie 'Corporate Governance Verklaring' (4) Er wordt niet specifiek verwezen naar energie, aangezien dit wordt beschouwd als een onderdeel van het overkoepelende thema van de beperking van klimaatverandering. 128 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Acties, doelstellingen en opvolging Beperking van klimaatverandering en energie Om de geïdentificeerde impact met betrekking tot de klimaatverandering aan te pakken, past SIPEF actief innovatie en goede beheerpraktijken toe in de teelt en verwerking om de uitstoot van broei - kasgassen te vermijden of te verminderen. Deze praktijken omvatten het volgende: Landgebruik: SIPEF voerde HCV-HCSA- evaluaties uit om gebieden te identificeren die ontwikkeld kunnen worden binnen haar eigen activiteiten, terwijl het gebieden met hoge kool- stofvoorraden blijft beschermen en conserveren, inclusief organische bodems die geïdentificeerd zijn binnen de activiteiten van SIPEF. De Groep imple- menteerde ook brandpreventie- en beheersmaat- regelen in zijn oliepalmactiviteiten. In bepaalde gevallen waarin land dat gemeenschappen anders zouden kunnen ontwikkelen, wordt aangewezen voor natuurbehoud, kan SIPEF de gevolgen ver- zachten door het land te kopen of te erfpachten van lokale landeigenaren, zodat zij financiële voordelen ontvangen. Methaanreductie: tegen 2030 zullen alle pal- molie-extractiefabrieken van SIPEF uitgerust zijn met installaties om methaan af te vangen. In de toekomst onderzoekt SIPEF ook de mogelijkheid om biogas uit de methaanafvangfaciliteiten te gebruiken voor de productie van biogecomprimeerd aardgas (“bio compressed natural gas” - bioCNG). De bouw van de eerste bio-CNG-fabriek van de Groep in de Perlabian palmolie-extractiefabriek in Noord-Sumatra, Indonesië, start in 2025. Er werden uitgebreide veiligheidsprotocollen geïm- plementeerd om het welzijn van de werknemers in de biogasinstallaties te waarborgen. Hernieuwbare energie: SIPEF wekt hernieuwbare energie op uit de bijproducten van de extractieac- tiviteiten van de fabrieken (vezels en doppen) om de activiteiten en de woningen van de werknemers van stroom te voorzien door middel van stoomtur- bines. Daarnaast gebruikt de Groep in een van zijn palmolie-extractiefabrieken methaanafvang uit POME en een biogasgenerator om elektriciteit te produceren. In 2024 startte SIPEF met een uitgebreide uitstoot- rapportage, inclusief Scope 3-uitstoot, in overeen- stemming met de Richtlijn duurzaamheidsrappor- tering door bedrijven (“Corporate Sustainability Reporting Directive” - CSRD). Aangezien dit het eerste jaar is waarin volledige gegevens worden verzameld, zijn rechtstreekse vergelijkingen met voorgaande jaren nog niet beschikbaar en zijn de broeikasgasuitstootreducties voor elke categorie nog niet gekwantificeerd. Hoewel sommige oude projecten, in het kader van het protocol voor het Mechanisme voor schone ont- wikkeling, koolstoredieten opleveren, zijn die niet opgenomen in het SIPEF-kader voor compensatie of koolstoostenberekening. SIPEF produceert of koopt geen koolstoredieten, noch implementeert ze een intern koolstofprijsmechanisme als onder- deel van haar strategie om de klimaatverandering te beperken. Voor meer informatie over het stellen van doelen, zie Annex 1. Aanpassing aan klimaatverandering SIPEF bereidt zich proactief voor op een reeks weersomstandigheden, waaronder hittegolven, rivier- en kustoverstromingen, om de risico's voor haar activiteiten eectief te beperken. Beste beheerpraktijken en waterregulering: SIPEF past de beste beheerpraktijken en krachtige waterregulerende maatregelen toe om de risico's op waterverzadiging, overstroming en brand tijdens droogte te minimaliseren. In kustgebieden beschermt SIPEF actief kustlijnen 129 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring om overstromingen te helpen voorkomen. Daarnaast verbetert SIPEF voortdurend het waterbeheer en streeft ze ernaar de intensiteit van het watergebruik te verminderen om potentiële waterstress in al haar activiteiten eectief aan te pakken. Verbetering van gewasopbrengst en weer- baarheid: via het werk van Verdant Bioscience Pte Ltd worden er ook proeven uitgevoerd om het rendement, de weerstand en weerbaarheid van gewassen in verschillende milieuomstan- digheden te verbeteren. Hierbij wordt gekeken naar de invloed van de hoeveelheid neerslag en de verdeling ervan, de vruchtbaarheid van de bodem, de microbiële diversiteit en het vocht- vasthoudend vermogen, maar ook naar manieren om het potentieel van regeneratieve agrarische landschappen te vergroten. SIPEF zet zich in om de geïdentificeerde materiële gevolgen en risico's eectief te beheren en wees middelen toe aan verschillende functies binnen de organisatie. Geen significante geldbedragen aan Capex en Opex nodig om de ondernomen of geplan- de acties uit te voeren. Raadpleeg 'EU-Taxonomie- openbaarmakingen' voor meer informatie. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft zich actief ingezet om haar impact op het klimaat te verminderen en zich aan te pas- sen aan geïdentificeerde klimaatrisico's, en om is inspanningen verder aan het versterken door de volgende doelstellingen te bepalen in overeenstem- ming met haar RPP-verplichtingen: Installatie van methaanafvang in alle palmolie- extractiefabrieken tegen 2030. Monitoring van broeikasgasuitstoot op de locaties door rechtstreekse metingen op alle plantages met biologische bodem tegen 2028. Bescherming van kustlijnen en voorkomen van overstromingen door mangroveaanplant en herstel van kustbuers van 41,5 hectare tegen 2027 in oliepalmactiviteiten. Start van proefprojecten met regeneratieve landbouw met een model om tegen 2026 op te schalen op vijf locaties in de oliepalmactiviteiten. Installatie van regenwateropvangsysteem in alle palmolie-extractiefabrieken tegen 2030. Installatie van een waterrecyclingbassin in een bananenverpakkingsstation tegen 2025. SIPEF heeft zich eerder tot doel gesteld om haar Scope 1 en Scope 2 netto broeikasgasuitstoot tegen 2030 met 28% te verminderen ten opzichte van het referentiejaar 2021. In 2025 begint een proces om deze doelstelling op één lijn te brengen met het ESRS op basis van bruto-uitstoot en met een bij- gewerkte berekening van het uitgangspunt waarbij ISO 14061-1 als kader wordt gebruikt en die wordt afgestemd op de methodologie van het broeikasgas- protocol. Deze bijgewerkte doelstelling zal worden gebruikt bij de ontwikkeling van een overgangsplan voor de beperking van de klimaatverandering. Ondertussen controleert SIPEF actief de uitstoot van broeikasgassen in al haar activiteiten. Door de belangrijkste uitstootbronnen op te volgen, kan de Groep de vooruitgang evalueren, verbeterpunten identificeren en zich voorbereiden op toekomstige doelstellingen die in lijn zijn met de evoluerende wettelijke vereisten en de verwachtingen van belanghebbenden. Dit toont aan dat SIPEF zich blijft inzetten voor een verantwoord beheer van klimaatgerelateerde risico’s en gevolgen. Zie voor meer informatie Annexen 1, 2 en 4. Raadpleeg 'EU Taxonomie-openbaarmakingen’ voor informatie over de openbaarmakingen van EU Taxonomie. 130 The connection to the world of sustainable tropical agriculture E2: Verontreiniging SIPEF verbindt zich ertoe haar impact op natuur- lijke hulpbronnen en het milieu tot een minimum te beperken. Het Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) en het Milieubeleid van de Groep geven blijk van dat engagement, dat wordt geïmplementeerd door middel van verschillende maatregelen, gericht op het verminderen van afval en verontreiniging en het recycleren van operationele bijproducten. Bij de plantageactiviteiten richt de Groep zich op bodem- gezondheid en geïntegreerde plaagbestrijdings- technieken (“Integrated Pest Management” - IPM) om het gebruik van meststoen en pesticiden tot een minimum te beperken, en er worden buer- zones gebruikt om waterwegen te beschermen. Voor de verwerking verkleinen afvalwaterzuive- ringsinstallaties en regelmatige tests de kans op waterverontreiniging, terwijl zorgvuldig beheer van de verbranding van biomassa in palmolie-extractie- fabrieken ervoor zorgt dat de luchtverontreiniging binnen de vereiste limieten blijft. Deze maatregelen zorgen ervoor dat de Groep voldoet aan de relevante lokale milieuwet- en regelgeving. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD MATERIËLE DUURZAAMHEIDS KWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • Lucht- verontreiniging • Water- verontreiniging • Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) • Milieubeleid • Geen non-conformiteiten met betrekking tot lokale voorschriften en industrienormen over rookdichtheid in palmolie-extractiefabrieken. • Geen non-conformiteiten met betrekking tot lokale voorschriften en industrienormen over afvalwaterlimieten in palmolie-extractiefabrieken en verpakkingsstations. • Luchtverontreiniging werd geïdentificeerd als een nieuw materieel onderwerp in de dubbele- materialiteitsbeoordeling van de Groep voor 2024. Alle palmolie-extractiefabrieken van de Groep voldoen aan de gestelde limieten • Alle palmolie-extractiefabrieken in Indonesië hebben de doelstellingen voor 2024 voor de lozing van behandeld afvalwater van palmolie- extractiefabrieken (“Palm Oil Mill Euent”- POME) gehaald. In Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire ondernam SIPEF corrigerende acties in gevallen waar de verontreiniging in afvalwater tijdelijk de limieten overschreed, waardoor naleving van de wettelijke en certificeringsnormen werd gewaarborgd LUCHT EN WATERVERONTREINIGING De dubbele materialiteitsbeoordeling van SIPEF identificeerde lucht- en watervervuiling als materiële onderwerpen voor de Groep. Het beoordelingsproces omvatte overleg met interne operationele experts en was gebaseerd op de beste beschikbare informatie, zoals milieueectbeoordelingen en vereisten van licentievereisten. SIPEF voert regelmatig overleg met de betrokken gemeenschappen als onderdeel van zijn licentie- en certificeringsprocessen om de bezorgdheid over vervuiling weg te nemen. 131 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Gebieden van impact 1 - , De verbranding van bijproducten van palmolie-ex- tractiefabrieken, zoals vezels en doppen, is een betrouwbare bron van hernieuwbare energie voor de activiteiten van de Groep. Onaangepast beheer kan echter leiden tot overmatige rookuitstoot en het vrijkomen van deeltjes, wat risico's voor het milieu en de gezondheid kan opleveren. , Op oliepalm- en bananenplantages kan het gebruik van agrochemicaliën op plantages van zowel de vennootschap als van lokale boeren bijdragen aan de verontreiniging van natuurlijke waterlopen en waterlichamen. Ook bij de verwerking van palmolie en bananen kan de lozing van afvalwater leiden tot puntbronverontreiniging van deze wateren. Bananenverpakkingsstations gebruiken water om het fruit te wassen voordat het wordt verpakt voor verzending. Het afvalwater van palmolie-extractie- fabrieken (“Palm Oil Mill Euent” - POME) ont- staat tijdens het olie-extractieproces. POME bevat zwevende organische stoen die de waterkwaliteit kunnen aantasten indien ze zonder behandeling in natuurlijke waterlichamen terechtkomen. Risico's en opportuniteiten De dubbele-materialiteitsbeoordeling van SIPEF bracht geen materiële risico's of opportuniteiten aan het licht met betrekking tot lucht- of waterver- ontreiniging. Bijgevolg worden er geen risico's of kansen vermeld in deze sectie, noch gerapporteerde huidige of verwachte eecten op het bedrijfsmodel, de waardeketen, de strategie of de besluitvorming van de Groep. Daarnaast worden er geen eecten gerapporteerd op de financiële positie, prestaties of kasstromen van de Vennootschap. Bedrijfsuitgaven en investeringen Geen van de acties die in dit hoofdstuk worden ver- meld om de eerder beschreven gevolgen te beheer- sen, vereiste aanzienlijke Capex of Opex. Bovendien waren er geen grote incidenten of lekkages in 2024 en bijgevolg deed er zich geen gerelateerde Capex of Opex voor tijdens de verslagperiode. (1) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werden de gespecificeerde impacten onlangs geïdentificeerd en werden ze niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 132 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Veerkracht van strategie en bedrijfsmodel De veerkracht van SIPEF's strategie en bedrijfs- model blijkt uit de proactieve naleving van lokale regelgeving en internationale standaarden zoals RSPO en “Rainforest Alliance”. Continue opvolging, eectieve implementatie van corrigerende maat- regelen en voortdurende verbeteringsinitiatieven zorgen ervoor dat de Groep milieurisico's eectief kan beheren, de operationele continuïteit kan hand- haven en het vertrouwen van belanghebbenden kan behouden. Beleid en verplichtingen SIPEF laat zich leiden door haar Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) en Milieubeleid bij het aanpakken en beheren van de gevolgen van lucht- en waterverontreiniging. Deze beleidslijnen vormen het kader voor een breed scala aan maatregelen met betrekking tot het minimaliseren van verontreinigende stoen in het milieu, het handhaven van oeverbuerzones om waterwegen te beschermen en het voldoen aan relevante wettelijke milieuvereisten. De Groep zet zich in om voldoende middelen toe te wijzen voor milieubeheer. Om daarop toe te zien, identificeert de Groep de milieueecten van zijn activiteiten en zorgt hij ervoor dat er eectieve maatregelen worden genomen voor normale, abnormale en noodsituaties. Het Milieubeleid van SIPEF is van toepassing op alle vennootschappen die SIPEF beheert. Op de uitvoering van het Beleid wordt toegezien door het hoofd duurzaamheid van de groep, ondersteund door de hoofden van elk regionaal duurzaam- heidsteam en andere relevante afdelingen op de plantages van de Groep. Hoewel de inbreng van belanghebbenden en de socialisatie tijdens en na de eerste ontwikkeling van het Beleid in 2015 niet werden gedocumenteerd, zullen die aspecten worden herzien en gedocumenteerd als onderdeel van de komende herziening van het groepsbrede beleid van SIPEF. Zowel het Milieubeleid als het RPP zijn beschikbaar voor alle belanghebbenden op de website van SIPEF. Ga voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP naar 'Algemene informatie' Acties, doelstellingen en opvolging Luchtverontreiniging De verbranding van biomassa draagt bij tot de opwekking van hernieuwbare energie in de pal- molie-extractiefabrieken van SIPEF. Onvolledige verbranding en suboptimale oxidatieprocessen kunnen ertoe leiden dat er meer deeltjes vrijkomen. Om dat te beperken, zorgt SIPEF ervoor dat de verbranding van biomassa op een optimaal niveau wordt gehandhaafd om de uitstoot van deeltjes tot een minimum te beperken. Er worden technische controles uitgevoerd om de rookdichtheid en de uitstoot van deeltjes te mini- maliseren, waaronder de installatie van cyclonen in schoorstenen. Deze apparaten gebruiken centri- fugale kracht om vaste deeltjes te scheiden van de gasstroom, waardoor er minder deeltjes vrijkomen in de atmosfeer. 133 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring De palmolie-extractiefabrieken van SIPEF worden consequent gecontroleerd door milieuagentschap- pen om te verzekeren dat ze voldoen aan de wette- lijke vereisten, waaronder het “Public Disclosure Programme for Environmental Compliance” (PROPER) in Indonesië en aan de industrienormen, waaronder de “Environmental Code of Practice” in Papoea-Nieuw-Guinea. Dat komt boven op de audits voor duurzaamheidscertificering die jaarlijks door derden worden uitgevoerd. SIPEF volgt de verplichte vereisten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea en heeft zich tot doel gesteld om in al haar palmolie-extractiefabrieken te streven naar nul non-conformiteiten met de lokale en industriële voorschriften inzake rookdichtheid om de uitstoot van verontreinigende stoen onder controle te houden. In Indonesië wordt de rookopaciteit gemeten met monitors die de lichtabsorptie, reflectie of ver- strooiing beoordelen die wordt veroorzaakt door deeltjes in een gasstroom. De meting, uitgedrukt als een percentage (0%, helder, tot 100%, ondoorzich- tig), moet onder de 30% blijven tijdens de normale werking van de extractiefabriek. Er worden twee keer per jaar externe tests uitgevoerd. In Papoea-Nieuw-Guinea wordt de rookdicht- heid gemeten met de Ringelmann-index, die de rookdichtheid vergelijkt met gestandaardiseerde grijstinten. De “Environmental Code of Practice” vereist dat de rookdichtheid niet meer dan 20% van de bedrijfstijd onder Ringelmann 2 (40%) blijft en wordt gerapporteerd aan de milieu-instantie. Er worden jaarlijks inspecties uitgevoerd door de overheidsinstantie om ervoor te zorgen dat aan alle relevante vergunningsvoorwaarden wordt voldaan. In 2024 voldeden alle gemeten palmolie-extractie- fabrieken aan de vereiste limieten. Meer informatie over de doelstellingen en gere- lateerde gegevens is beschikbaar in Annex 1 en Annex 2. Waterverontreiniging Op al haar plantages gebruikt SIPEF waar moge- lijk organische meststoen zoals compost en lege fruittrossen (“Empty Fruit Bunches” - EFB) als alternatief voor anorganische meststoen. Er wor- den geïntegreerde plaagbestrijdingstechnieken (“Integrated Pest Management” - IPM) toegepast om het gebruik van pesticiden tot een minimum te beperken. Die maatregelen helpen waterverontrei - niging tegen te gaan. De beste praktijken van SIPEF op het gebied van agrochemisch beheer sluiten aan bij de vereisten van de certificeringsprogramma's van zowel de “Roundtable on Sustainable Palm Oil” (RSPO) als de “Rainforest Alliance”. Die programma's benadrukken het duurzame en verantwoorde gebruik van pesticiden en landbouwchemicaliën in landbouwpraktijken, waarbij de minimale impact op de menselijke gezondheid, het milieu en de biodiversiteit voorop staat. Tot hun kernprincipes behoren de bevordering van IPM, het verminderen van de aankelijkheid van schadelijke chemicaliën en het verbod op of de beperking van zeer gevaar- lijke pesticiden, waaronder pesticiden die door de Wereldgezondheidsorganisatie zijn ingedeeld als klasse 1A of 1B, of die zijn opgenomen in de verdragen van Stockholm of Rotterdam. SIPEF houdt zich aan die normen en garandeert veiligere en duurzamere praktijken in al haar activiteiten. De bananenplantages van SIPEF hebben buer- zones die bestaan uit natuurlijke vegetatie langs natuurlijke waterlopen. Die buerzones vermin- deren afspoelen en verwaaien van sproeinevel en helpen zo het risico op waterverontreiniging te beperken. Voor de bananen- en oliepalmteelt worden braak- perioden met peulgewassen gebruikt om de bodem- gezondheid te helpen beheren. Tijdens die perioden kan de bodem organisch materiaal herstellen en voedingsstoen aanvullen, terwijl plagen en ziek- ten worden bestreden. Die praktijk vermindert de behoefte aan landbouwchemicaliën en leidt tot 134 The connection to the world of sustainable tropical agriculture gezondere planten, een verbeterde duurzaamheid en lagere impact op het milieu. SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de potentiële materiële impact aan te pakken die werd vastgesteld met betrekking tot plantageactiviteiten, maar past consequent de beste praktijken toe, zoals eerder beschreven. - SIPEF beperkt de milieueecten door erop toe te zien dat alle installaties over geschikte afvalwa- terbehandelingsfaciliteiten beschikken. De palm- olie-extractiefabrieken en verpakkingsstations van SIPEF controleren de kwaliteit van het geloosde afvalwater met periodieke door derde partijen uit- gevoerde afvalwateranalyses. De resultaten worden gedeeld met de relevante milieuautoriteiten om aan te tonen dat het geloosde afvalwater binnen de toegestane wettelijke grenzen blijft. Sommige palmolie-extractiefabrieken brengen POME op het land aan als organische meststof. Dat vermindert het risico op waterverontreiniging en het gebruik van anorganische meststoen. SIPEF heeft zich tot doel gesteld om op al haar plan- tages te streven naar nul non-conformiteiten met de lokale wettelijke vereisten voor afvalwaterlozing. In alle gevallen worden certificeringsvereisten toegepast als die strenger zijn. De belangrijkste parameters voor rapportering zijn biologisch zuurstofverbruik (“Biological Oxygen Demand” - BOD), chemisch zuurstofverbruik (“Chemical Oxygen Demand” - COD) en totaal zwevende deeltjes (“Total Suspended Solids” - TSS), gemeten in milligram per liter. Voor palmolie-extractie- fabrieken werd maandelijks bemonsterd en voor bananenverpakkingsstations twee keer per jaar. In 2024 voldeden alle palmolie-extractiefabrieken in Indonesië aan de gestelde doelen. In Papoea- Nieuw-Guinea waren er echter zes gevallen waarin het TSS-niveau de vereiste limieten overschreed, voornamelijk als gevolg van hevige regenval en de vulkaanuitbarsting in november 2023. Door de hevige regenval spoelde vulkanische as in afvalwa- tervijvers, waardoor de TSS-niveaus stegen. SIPEF heeft onmiddellijk actie ondernomen om de vijvers te ontslibben wanneer lozing niet vereist is en blijft een regelmatig ontslibbingsprogramma uitvoeren om te garanderen dat de kwaliteit van het geloosde afvalwater binnen de wettelijke limieten blijft. In Côte d’Ivoire overschreden de bananenverpak- kingsstations in drie gevallen de grenswaarden voor BOD, in twee gevallen voor COD en in één geval voor TSS. De niveaus werden beïnvloed door een tijdelijk onderhoudsprobleem met het waterzuive- ringssysteem. Er werden corrigerende maatregelen genomen om het onderhoudsschema te verbeteren, zodat het geloosde afvalwater binnen de wettelijke limieten bleef. 2024 PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEK/ VERPAKKINGSSTATIONS AANTAL GEVALLEN MET OVERSCHREDEN GRENSWAARDEN BOD OVERSCHREED GRENSWAARDEN COD OVERSCHREED GRENSWAARDEN TSS OVERSCHREED GRENSWAARDEN Indonesië 0 0 0 Papoea-Nieuw-Guinea 0 0 6 Côte d’ Ivoire 3 2 1 135 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring E3: Water Water is essentieel voor de landbouw en onder- steunt de groei, verwerking en algehele producti- viteit van gewassen. Omdat landbouw de wereld- wijde voedselzekerheid blijft ondersteunen, biedt verantwoord waterbeheer een waardevolle kans om de veerkracht te vergroten, natuurlijke hulp- bronnen te beschermen en duurzame ontwikkeling te ondersteunen. Door de eciëntie van het water- gebruik te verbeteren en de waterkwaliteit te waarborgen, kan de sector een leidende rol spelen bij het vormgeven van een duurzamere toekomst. SIPEF erkent het vitale belang van verantwoord waterbeheer en zet zich in om de impact op lokale ecosystemen en gemeenschappen te minimaliseren. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD MATERIËLE DUURZAAMHEIDS KWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • Waterverbruik • Water- onttrekking • Waterlozing • Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) • Milieubeleid • De gemiddelde jaarlijkse intensiteit van het waterverbruik per ton verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) die worden verwerkt in palmolie-extractiefabrieken voldoet aan de eciëntiedoelstellingen voor elke locatie. • Gerelateerde doelstellingen gekoppeld aan het hoofdstuk over klimaatverandering: • Installatie van regenwateropvang in alle palmolie- extractiefabrieken tegen 2030. • Waterrecyclingbassin in één verpakkingsstation tegen 2025. • 2024 was het jaar van de eerste bekendmaking van het waterverbruik van SIPEF in overeenstemming met het ESRS, als aanvulling op de bestaande berekeningsmethode • De doelstellingen voor de intensiteit van het waterverbruik werden bijgewerkt op basis van de dominante bodemtypes op elke locatie, voor alle palmolie-extractiefabrieken in Papoea- Nieuw-Guinea en de Dendymarker Indah Lestari palmolie-extractiefabriek in Musi Rawas • De onlangs in gebruik genomen palmolie- extractiefabriek Agro Muara Rupit werd opgenomen in het kader voor het opvolgen van het waterverbruik 136 The connection to the world of sustainable tropical agriculture WATERVERBRUIK, ONTTREKKINGEN EN LOZINGEN De activiteiten van SIPEF bevinden zich niet in gebieden die volgens de “Water Risk Filter” van het WWF een hoog risico vormen. Gezien het belang van waterbronnen voor de activiteiten van SIPEF werd waterverbruik, inclusief wateronttrekkingen en waterlozingen, in de dubbele-materialiteitsbe- oordeling van SIPEF desondanks geïdentificeerd als materieel. Gebieden van impact 1 , Oliepalm is een regengewas dat geen irrigatie nodig heeft, waardoor de druk op de lokale waterbron- nen op natuurlijke wijze wordt verminderd. Water wordt voornamelijk gebruikt voor het proces van palmolie-extractie en wordt onttrokken aan grond- water en rivieren. De bananenteelt gaat gepaard met een hoger direct waterverbruik, zowel voor irrigatie op plantages als in verpakkingsstations. Voor informatie over de betrokkenheid van SIPEF bij lokale gemeenschappen om belangrijke natuur- lijke hulpbronnen, waaronder water, in kaart te brengen, zie de aankelijkheidsbeoordeling in 'E4: Biodiversiteit en ecosystemen'. Risico's en opportuniteiten De dubbele-materialiteitsbeoordeling van SIPEF identificeerde geen materiële risico's of gerela- teerde opportuniteiten op het gebied van water. Bijgevolg worden er geen risico's of opportunitei- ten vermeld in deze sectie, noch gerapporteerde huidige of verwachte eecten op het bedrijfsmodel, de waardeketen, de strategie of de besluitvorming van de Groep. Daarnaast worden er geen eecten gerapporteerd op de financiële positie, prestaties of kasstromen van de Vennootschap. Bedrijfs- en kapitaaluitgaven Geen van de in dit hoofdstuk beschreven acties om de eerder beschreven gevolgen te beheersen, vereiste aanzienlijke Capex of Opex. (1) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 137 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Veerkracht van strategie en bedrijfsmodel De veerkracht van SIPEF's strategie en bedrijfs- model wordt aangetoond door de proactieve naleving door de Groep van lokale regelgeving en internationale standaarden zoals de “Roundtable on Sustainable Palm Oil” (RSPO) en de “Rainforest Alliance”. Voortdurende opvolging, effectieve implementatie van corrigerende maatregelen en voortdurende verbeteringsinitiatieven zorgen ervoor dat de Groep milieurisico's eectief kan beheren, de operationele continuïteit kan hand- haven en het vertrouwen van belanghebbenden kan behouden. Beleid en verplichtingen SIPEF's benadering van waterbeheer is gebaseerd op haar Milieubeleid en haar Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP). Het Milieubeleid verplicht de Groep om verontreiniging te voorkomen en de milieupresta- ties te verbeteren door eciënt gebruik te maken van hulpbronnen, waaronder water. Het legt ook de nadruk op de naleving van relevante milieu- regelgeving en de voortdurende verbetering van milieupraktijken. Het RPP versterkt deze principes verder met speci- fieke toezeggingen om het waterbeheer te verbete- ren en de intensiteit van het waterverbruik bij alle activiteiten te verminderen. Het ondersteunt ook watergerelateerde doelen door duurzame voorbe- reiding en beheer van land, minimalisering van het gebruik van landbouwchemicaliën, vermindering van afval en verontreiniging en behoud van oever- buerzones om waterwegen te beschermen. Deze verbintenissen vormen de leidraad voor de acties van SIPEF om ervoor te zorgen dat water- bronnen eciënt en verantwoord worden gebruikt, ter ondersteuning van zowel de operationele duur- zaamheid als de bescherming van de omliggende ecosystemen. Meer informatie over de inspanningen van SIPEF om waterverontreiniging te voorkomen, is te vinden in E2: Verontreiniging. Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP, zie 'Algemene informatie’. Acties, doelstellingen en opvolging De aanpak van de Groep met betrekking tot waterbeheer geeft prioriteit aan het behoud van de beschikbaarheid en kwaliteit van water, niet alleen om de eigen activiteiten te ondersteunen, maar ook om de behoeften van lokale gemeen- schappen en ecosystemen veilig te stellen. Op alle plantages en verwerkingslocaties wordt het waterverbruik nauwlettend gemonitord, met voortdurende inspanningen om de eciëntie te verbeteren en de intensiteit van het waterverbruik te verminderen. Er wordt een blijvende inspanning geleverd om het verbruik te optimaliseren door eciëntiemaatregelen te integreren in zowel de veld- als de verwerkingsactiviteiten. 138 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Binnen de activiteiten van de Groep blijft de bananenteelt de meest waterintensieve activiteit, voornamelijk door de aankelijkheid van irrigatie, terwijl oliepalm voornamelijk een regengewas is. In Côte d’Ivoire wordt irrigatiewater gewonnen uit een combinatie van regenwater, gezuiverd afval- water van bananenverpakkingsstations dat wordt opgeslagen met dammen op het terrein, en aangren- zende rivieren. Voor de verpakkingsstations wordt water uit putten gehaald in overeenstemming met de voedselveiligheidsvoorschriften. Na gebruik wordt 100% van het water uit het verpakkingspro- ces gerecycled via decanteertanks en omgeleid naar dammen voor toekomstige irrigatie of veilig geloosd in rivieren. Voor de palmolie-extractiefabrieken van SIPEF wordt het water gehaald uit rivieren, waterput- ten of andere wateropslagfaciliteiten ter plaatse. Sommige palmolie-extractiefabrieken recyclen behandeld afvalwater van palmolie-extractiefa- brieken (“Palm Oil Mill Euent”- POME) voor landtoepassing binnen de plantages, terwijl andere het behandelde afvalwater in rivieren of andere waterlichamen lozen in overeenstemming met de wettelijke normen. Waterverbruik In 2024 was het totale waterverbruik van de SIPEF-groep goed voor 11237154 m in al zijn palmolie-extractiefabrieken, bananenplantages en verpakkingsstations, wat overeenkomt met 27341 m per miljoen EUR netto omzet. Van dit totaal werd ongeveer 92% toegeschreven aan het verbouwen en de verwerking van bananen, terwijl de resterende 8% verband hield met de verwer- king van palmolie. Het totale waterverbruik werd berekend door de hoeveelheid water die door palmolie-extractiefabrieken en verpakkingssta- tions werd geloosd, af te trekken van de totale hoeveelheid water die door palmolie-extractiefa- brieken, bananenplantages en verpakkingsstations werd onttrokken. In Côte d’Ivoire is het nauwkeurig kwantificeren van de wateropname door bananenplanten een uitdaging, omdat de lozing van overtollig irrigatie - water niet meetbaar is; daarom wordt aangenomen dat 100% van het water dat wordt onttrokken voor irrigatie volledig wordt verbruikt binnen de plan- tages, wat betekent dat er geen lozing plaatsvindt vanuit deze gebieden. Alle andere gerapporteerde volumes werden rechtstreeks gemeten met op de respectieve operationele locaties geïnstalleerde debietmeters. Voor de verwerking van palmolie werd in totaal 504 545 m water gerecycled en hergebruikt door het op het land aanbrengen van behandelde POME. Dit is gebaseerd op rechtstreekse metingen met debietmeters bij palmolie-extractiefabrieken. Daarnaast werd 566972 m water opgeslagen, op basis van de jaarlijkse capaciteit van de waterop- slagfaciliteiten ter plaatse. Voor bananenactiviteiten werd in totaal 46524 m water gerecycled en hergebruikt in de verpakkings- stations en voor irrigatie binnen de plantages. Het gerecyclede volume dat in de verpakkingsstations werd gebruikt, werd geschat op basis van de capaci- teit van de recyclingtanks en het aantal operatione- le dagen. Het volume omgeleid voor irrigatie komt overeen met 100% van de behandelde afvoer van de relevante verpakkingsstations en is gelijk aan het wateronttrekkingsvolume, zoals rechtstreeks gemeten met debietmeters. Voor deze activiteiten is geen wateropslag op locatie vereist. 139 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Intensiteit waterverbruik per gewas SIPEF monitort en rapporteert de intensiteit van het waterverbruik per gewas voor zowel bananen- als palmolieproductie op basis van wateronttrekking. Voor palmolie worden de doelstellingen voor de intensiteit van het waterverbruik gemeten per ton FFB die in elke palmolie-extractiefabriek wordt verwerkt. Die doelstellingen moeten ervoor zorgen dat de watereciëntie voortdurend wordt opge- volgd en gehandhaafd. Om de verschillende mili- euomstandigheden en operationele contexten te weerspiegelen, heeft SIPEF voor haar palmolie-ex- tractiefabrieken doelstellingen vastgelegd voor de intensiteit van het waterverbruik op basis van het overheersende bodemtype op elke site. Dankzij die aanpak op maat zijn de doelstellingen voor wate- reciëntie zowel praktisch als milieuvriendelijk. De doelstellingen zijn vrijwillig en worden niet opgelegd door bestaande wetgeving. Er zullen doelstellingen voor de intensiteit van het waterverbruik worden vastgesteld voor bana- nenplantages zodra er een nauwkeurige basislijn is vastgelegd, met name met betrekking tot de wateropname binnen de plantages. In 2024 registreerde de Agro Muara Rupit- palmolie-extractiefabriek in Indonesië een waterverbruiksintensiteit van 1,24 m per ton FFB, waarmee de doelstelling van ≤1,0 m per ton werd overschreden. Dat was voornamelijk te wijten aan het feit dat de extractiefabriek in juni 2024 operationeel werd en dat er verdere kalibratie nodig is voordat het waterverbruik zich stabiliseert binnen het doelbereik. Alle andere palmolie-ex- tractiefabrieken in Indonesië bleven binnen de doelstelling en lieten een verbeterde of consis- tente eciëntie zien. In Papoea-Nieuw-Guinea werkten alle palmolie-extractiefabrieken binnen hun respectieve waterintensiteitsdoelstellingen, met waarden die varieerden van 1,00 tot 1,23 m per ton verwerkte FFB. Ze vertoonden doorgaans een lichte verbetering ten opzichte van 2023, met name de Navo-palmolie-extractiefabriek, die haar waterintensiteit verlaagde van 1,56 naar 1,23 m per ton. In Côte d’Ivoire steeg de intensiteit van het water- verbruik voor de bananenproductie in 2024 met ongeveer 19% tot 212,85 m per ton, vergeleken met 178,12 m per ton in 2023. Die stijging is voor- namelijk te wijten aan minder neerslag, drogere weersomstandigheden die leiden tot een hogere verdamping en de voortzetting van het nieuwe beplantingsprogramma in de site van Akoudié. WATERBEHEER 2024 VERWERKING VAN PALMOLIE M 3 1. Waterverbuik 914966 2. Gerecycled en hergebruikt water 504545 3. Opgeslagen water 566972 BANANENPLANTAGES EN VERPAKKINGSSTATIONS M 3 1. Waterverbuik 10322188 2. Gerecycled en hergebruikt water 46524 3. Opgeslagen water 0 SIPEFGROEP M 3 Waterverbuik 11237154 Waterintensiteit/netto-inkomsten (m 3 /miljoen EUR) 27341 140 The connection to the world of sustainable tropical agriculture INTENSITEIT WATERVERBRUIK DOELSTELLING 2024 2023 INDONESIË M 3 /TON VERWERKTE FFB Agro Muara Rupit palmolie-extractiefabriek ≤1 1,24 - Bukit Maradja palmolie-extractiefabriek ≤1 0,90 0,89 Bunga Tanjung palmolie-extractiefabriek ≤1 0,81 0,50 Dendymarker Indah Lestari palmolie-extractiefabriek ≤1,5 0,95 0,99 Mukomuko palmolie-extractiefabriek ≤1 0,81 0,84 Perlabian palmolie-extractiefabriek ≤1 0,77 0,92 Umbul Mas Wisesa palmolie-extractiefabriek ≤1,5 1,35 1,35 PAPOEANIEUWGUINEA M 3 /TON VERWERKTE FFB Barema palmolie-extractiefabriek ≤1,3 1,06 0,94 Hargy palmolie-extractiefabriek ≤1,3 1,00 0,90 Navo palmolie-extractiefabriek ≤1,3 1,23 1,56 CÔTE D I'VOIRE M 3 /TON BANANENPRODUCTIE Plantages en verpakkingsstations Geen doelstelling 212,85 178,12 Er werden aanvullende watergerelateerde doelen gesteld, waaronder de installatie van regenwaterop- vangsystemen in alle palmolie-extractiefabrieken en de implementatie van een waterrecyclingbassin bij één verpakkingsstation. Die initiatieven zijn gericht op het verbeteren van de watereciëntie en het verminderen van de aankelijkheid van onbehandeld water in alle bedrijfsactiviteiten van de Groep. Hoewel de gestelde doelen geen verplichte wettelijke vereisten zijn, sluiten ze aan bij de beste praktijken in de sector en weerspiegelen ze SIPEF's streven naar voortdurende verbetering en verant- woord waterbeheer. Dankzij de implementatie van gerichte waterbe- heerprogramma's blijft de Groep het watergebruik controleren, beoordelen en optimaliseren in zijn plantages en verwerkingsactiviteiten. Door locatiespecifieke intensiteitsdoelen te stellen, te investeren in regenwateropvang en recyclinginiti- atieven en de praktijken af te stemmen op de beste standaarden in de sector, wil SIPEF haar aan- kelijkheid van zoetwaterbronnen minimaliseren en tegelijkertijd de ecologische en operationele veerkracht op lange termijn ondersteunen. 141 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring E4: Biodiversiteit en ecosystemen SIPEF is actief in gebieden met veel tropische bos- sen. De Groep erkent dan ook zijn unieke positie en verantwoordelijkheid om zo weinig mogelijk biodiversiteit verloren te laten gaan en de gevolgen van de klimaatverandering te verminderen door de ontbossing los te koppelen van de landbouwproduc- tie. De Groep heeft zijn inzet voor de bescherming van de biodiversiteit duidelijk uiteengezet in zijn Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” – RPP). Daarin verbindt hij zich ertoe om af te zien van ontbossing en nieuwe aanplantingen op veengrond (“No Deforestation, no new development on Peat” – NDP), een verbintenis die in 2015 voor de hele Groep werd vastgelegd. Bij nieuwe ontwikkelingen identificeert SIPEF habitats met een hoge natuurbehoudswaarde om te voorkomen dat ze worden omgevormd en ze beheert bestaande plantages zorgvuldig om de aantasting van land, de verspreiding van invasief onkruid en de negatieve eecten op waterscheidingen tot een minimum te beperken. Deze gerichte maatregelen helpen kritieke ecosystemen te beschermen in de regio’s waar de Groep actief is en zorgen er tegelij- kertijd voor dat de toepasselijke milieunormen en regelgeving worden nageleefd. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD MATERIËLE DUURZAAMHEIDS KWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • Veranderingen in landgebruik • Aantasting van land • Populatiegrootte van allerlei soorten • Wereldwijd risico op uitsterving van allerlei soorten • Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” – RPP) • Milieubeleid • Geen enkel bosverlies in eigen concessies onder beheer van de Vennootschap en in leveranciersgebieden. • Geen enkele brandhaard in eigen concessies onder beheer van de Vennootschap en in leveranciersgebieden. • Tegen 2030 één benadering op landschapsniveau voor natuurvriendelijke oliepalmteelt en betrokkenheid van de gemeenschap in Papoea-Nieuw-Guinea. • Tegen 2024 herstel van 256 hectare aangetast land binnen het natuurbehoudsgebied van SIPEF Biodiversiteit Indonesië (“SIPEF Biodiversity Indonesië” – SBI), op basis van referentiejaar 2021. • Tegen 2033 herstel van 1123 hectare aangetast land binnen SBI, op basis van referentiejaar 2024. • In 2024 werden geen ontbossingsincidenten vastgesteld in eigen concessies van SIPEF onder beheer van de Vennootschap en in leveranciersgebieden • Sinds december 2024 beheert SIPEF 15320 hectare gedefinieerd natuurbehoudsgebied binnen haar activiteiten in Indonesië, Papoea- Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire • SIPEF heeft als doelstelling voor 2030 op landschapsniveau een voorbeeld stellen van natuurvriendelijke oliepalmteelt en betrokkenheid van de gemeenschap in Papoea-Nieuw-Guinea • SIPEF heeft haar doelstelling voor het SBI-programma bijgewerkt naar het herstel van 1123 hectare aangetast land tegen 2033, voortbouwend op het doel van 256 hectare in 2024 142 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Beoordeling van de impact Uit de dubbele-materialiteitsevaluatie in 2024 kwamen veranderingen in landgebruik 1 , aantas- ting van land, de populatiegrootte van allerlei soorten en het wereldwijde risico op uitsterving van allerlei soorten als materiële duurzaam- heidskwesties voor de Groep naar voren vanuit het perspectief van de materialiteit van de impact. De beoordeling gebeurde in overleg met interne operationele deskundigen en was gebaseerd op de best beschikbare gegevens, waaronder een analyse voor de hele Groep van de gevolgen, aankelijk- heden, risico's en opportuniteiten op het gebied van biodiversiteit. Deze analyse omvatte de resul- taten van geïntegreerde beoordelingen van de hoge natuurbehoudswaarde (“High Conservation Value” – HCV) en hoge koolstofvoorraad (“High Carbon Stock Approach” – HCSA), maar ook van de maatschappelijke en milieueectbeoordelin- gen die werden uitgevoerd voor alle activiteiten en leveranciers van SIPEF om te voldoen aan de licentie- en certificeringsverplichtingen. De analyses bevestigen dat geen enkel werkterrein van SIPEF gelegen is in of nabij gebieden met een kwetsbare biodiversiteit. Er zijn dan ook geen directe negatieve gevolgen voor dergelijke gebie- den vastgesteld. De Groep heeft echter proactief natuurbehoudsgebieden aangeduid op basis van HCV-HCSA-beoordelingen. Die gebieden worden beschermd in het kader van de NDP-verbintenis van SIPEF en worden beheerd als onderdeel van de rui- mere inspanningen van de Groep om ecosystemen met een hoge biodiversiteits- of koolstofwaarde in stand te houden. Gebieden van impact 2 Deze rubriek beschrijft drie potentiële eecten die SIPEF als materieel identificeerde. Ze werden bepaald aan de hand van historische sectorontwik- kelingen van de palmolieproductie in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, waardoor een bredere context ontstond om de ecologische druk gerela- teerd aan de sector te begrijpen. Voor de bananenactiviteiten van SIPEF onder Plantations J. Eglin SA werd alleen land aan- gekocht in gebieden waar eerder al plantages werden gecultiveerd in het kader van historische erfpachtovereenkomsten. , De uitbreiding van landbouwactiviteiten zonder de juiste maatregelen voor natuurbehoud en planning van het landgebruik leidt tot ontbossing, verdwijning van habitats en versnippering, met directe negatieve gevolgen voor de biodiversiteit en ecosystemen. Die veranderingen dragen bij aan klimaatverandering, watervervuiling en bodemerosie, maar daarnaast kunnen ook tradi- tionele jachtgebieden en heilige plaatsen van lokale en inheemse gemeenschappen verloren gaan. In sommige gebieden kunnen ze het risico op aard- verschuivingen verhogen en de productiviteit van de gronden verlagen. Deze potentiële impact is niet alleen relevant voor de eigen activiteiten van SIPEF, maar ook voor de lokale boeren in haar bevoorradingsbasis. (1) Veranderingen in zoetwatergebruik en veranderingen in het gebruik van zeewater zijn niet van toepassing op de activiteiten van SIPEF. (2) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoerde. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 143 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring , Historische omschakelingen op stukken land hebben ertoe bijgedragen dat de habitats van allerlei belangrijke soorten verdwenen, waar- door de populaties en lokale biodiversiteit onder druk kwamen te staan. De habitats veranderden vooral in het verleden en veel van de overgebleven ecosystemen raakten versnipperd en geïsoleerd en werden steeds kwetsbaarder. Deze gebieden blijven onder druk staan door de bevolkingsgroei en steeds grotere behoefte aan land en natuurlijke hulpbronnen. Het is nog niet volledig duidelijk hoe groot de ecologische gevolgen echt zullen zijn, maar verdere achteruitgang zou wel kunnen leiden tot een sneeuwbaleect op de biodiversiteit. Daarom is hier sprake van een potentiële impact. , De verdwijning en versnippering van natuurlijke habitats kan op lange termijn gevolgen hebben voor cruciale soorten die essentieel zijn voor de stabiliteit van de ecosystemen. Analyse van risico's, afhankelijkheden en opportuniteiten SIPEF ging gestructureerd en proactief te werk om in haar eigen activiteiten en die van haar lokale boe- ren de risico's, aankelijkheden en opportuniteiten met betrekking tot biodiversiteit en ecosystemen te identificeren en te beheren. Dat gebeurde voor- namelijk via HCV-HCSA-beoordelingen voor elke plantage. Deze beoordelingen uitgevoerd door een externe partij volgen internationaal erkende en collegiaal getoetste methodologieën die algemeen worden beschouwd als krachtige kaders om HCV- gebieden in agro-industriële regio’s te identificeren en beschermen. In 2024 liet SIPEF de resultaten van haar HCV- HCSA-beoordelingen door een externe deskundige verwerken tot een allesomvattende analyse voor de hele Groep. Een cruciaal onderdeel daarvan was de dreigings- en aankelijkheidsanalyse, die de potentiële impact van landgebruik op ecosys- teemdiensten in kaart bracht en daarbij zowel de directe eecten van de activiteiten van SIPEF als de druk van landgebruik in de omgeving en industrie evalueerde. In de analyse werd bekeken hoe belangrijke ecosys- teemdiensten, zoals watervoorziening, bodemge- zondheid, bestuiving en culturele waarden worden beïnvloed en hoe die veranderingen een invloed hebben op lokale gemeenschappen die ervan aankelijk zijn. Deze analyse maakte gebruik van kaarten die met inspraak waren uitgewerkt tijdens gesprekken met de betrokken gemeenschappen in het kader van het HCV-HCSA-beoordelingsproces. Bij het in kaart brengen werden de belangrijkste ecosysteemdiensten voor de gemeenschappen bepaald, met inbegrip van de specifieke locaties van voor hen onmisbare hulpbronnen. Een ander belangrijk onderdeel van de analyse was een kwalitatieve beoordeling van de transitie- en natuurlijke risico's, met verwijzing naar kaders zoals de “Taskforce on Nature-related Financial Disclosures” (TNFD): 144 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Transitierisico's: onder meer beleids- en wettelijke veranderingen, marktontwikkelingen, technologische verschuivingen en reputatierisico's werden beoordeeld; Natuurlijke risico's: onder meer droogte, uitbraken van plagen en ziekten, brandhaarden en de aantasting van land en bodem werden beoordeeld. De beoordeling was gebaseerd op een reeks ver- onderstellingen voor de toekomst, waaronder de mogelijke invoering van extra tarieven of milieuhef- fingen, andere voorkeuren van klanten voor duur- zamere en beter traceerbare toeleveringsketens en de aanhoudende marktvraag naar ontbossingsvrije grondstoen. Die werden bekeken over de strategi- sche planningstermijn van SIPEF (tien jaar) én over een volledige cyclus van oliepalmgewassen (20 jaar). De resultaten van de beoordeling voor de hele Groep, met inbegrip van vastgestelde aanke- lijkheden, risico's en opportuniteiten, vormen de context om de veerkracht van de activiteiten van SIPEF te beoordelen. Er werden geen onmiddellijke materiële transitie-, natuurlijke of systeemrisico's vastgesteld, maar de beoordeling wees wel duidelijk op operationele aankelijkheid op lange termijn van ecosysteemdiensten zoals bestuiving, water- regulering en bodemvruchtbaarheid. Deze ecosys- teemdiensten zijn essentieel voor de veerkracht van de activiteiten van SIPEF en de landbouwsector in het algemeen. Een overzicht van het bedrijfsmodel en de strategie van SIPEF is terug te vinden in het Bedrijfsverslag. Risico's en opportuniteiten De volgende risico's en opportuniteiten 3 werden geïdentificeerd bij de ruimere beoordeling van de bedrijfsrisico's en -opportuniteiten en onder de financiële materialiteitslens van de dubbele-ma- terialiteitsbeoordeling van 2024. (3) De materiële risico's en opportuniteiten werden pas in 2024 geïdentificeerd en waren in 2023 nog niet in hun huidige vorm opgenomen in de bedrijfsrisicobeoordeling van SIPEF. Dat ze nu zijn vastgesteld, weerspiegelt dat de beoordeling intussen is afgestemd op de materiële duurzaamheidskwesties vermeld in Bijlage A van ESRS1. 145 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Huidige en verwachte effecten SIPEF heeft in overeenstemming met haar dubbele materialiteitsevaluatie beoordeeld hoe groot de kans is op de geïdentificeerde impact en risico’s en welke financiële gevolgen ze kunnen hebben. SIPEF verwacht niet dat die impact en risico’s materiële financiële gevolgen zullen hebben voor de SIPEF- groep en zijn financiële positie, financiële prestaties en kasstromen. De Groep heeft wel doeltreende maatregelen genomen om deze risico's te beperken. Veerkracht van de strategie en het bedrijfsmodel De NDP en de ruimere verbintenissen op het gebied van milieubeheer van SIPEF zijn verankerd in haar strategie en bedrijfsmodel en bieden een krachtig kader om de impact, risico's en opportuniteiten van duurzaam landgebruik te beheersen, met name bij oliepalmactiviteiten. Dit wordt in de RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE BESCHRIJVING VAN HET RISICO BESCHRIJVING VAN DE OPPORTUNITEIT (ontbossing) Palmolie is een goedkope plantaardige olie die, bij gebrek aan haalbare grootschalige vervangers, blijft voldoen aan de stijgende wereldwijde vraag naar betaalbare voeding. Het potentiële en feitelijke verband met ontbossing en de verdwijning van biodiver - siteit vormt echter een materieel risico voor SIPEF, aangezien het steeds grotere verlan - gen van regelgevende instanties, kopers en financiële instellingen naar ontbossingsvrije toeleveringsketens van invloed kan zijn op de Groep. Omdat er weinig ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen van land, zullen bedrijven de productiviteit van bestaande plantages moeten verhogen aan de hand van betere technologieën. Vooruitgang in de ontwikke - ling van F-hybride-variëteiten, voedings- en bodembeheer en ongediertebestrijding zullen noodzakelijk zijn om een hogere oogst per hectare te halen. Deze transitie zal meer investeringen zoals de verdere ontwikkeling van zaadtechnologie vereisen, maar biedt op lange termijn voordelen voor de eciëntie en productie. : SIPEF pakt de risico's op ontbossing aan via haar NDP-verbintenis, krachtige evaluaties van landgebruik, monitoring van haar activiteiten en toeleveringsketen, en gerichte praktijken voor natuurbehoud. De Groep pakt zowel de risico's als de opportuniteiten aan door te focussen op grotere oogsten in bestaande plantages via betere zaadtechnologie, bodembeheer en ongedier - tebestrijding. Deze strategie ondersteunt duurzame productie zonder nieuwe stukken land in beslag te nemen. 146 The connection to the world of sustainable tropical agriculture praktijk gebracht via uitgebreide HCV-HCSA- beoordelingen, natuurbehoudsplanning met inspraak van belanghebbenden en gericht beheer van de biodiversiteit op elke locatie Bovengenoemde kwalitatieve beoordeling stelde voor de activiteiten van SIPEF geen directe mate- riële natuurlijke, transitie- of systeemrisico’s vast met betrekking tot de biodiversiteit. Potentiële toe- komstige risico's en eecten moeten echter voort- durend worden gemonitord en het bedrijfsplan van de Groep moet relevante maatregelen ter beperking ervan bevatten. De beoordeling benadrukte ook de operationele aankelijkheid op lange termijn van ecosysteemdiensten zoals bestuiving, waterregu- lering en bodemvruchtbaarheid, die cruciaal zijn om de bedrijfsactiviteiten veerkrachtig te houden. SIPEF pakt deze aankelijkheden aan in het kader van haar voortdurende streven naar duurzaam landgebruik en de beste beheerpraktijken, zoals beschreven in de rubriek met milieu-informatie. Beleid en verplichtingen De verbintenissen van SIPEF inzake biodiversi- teit en ecosystemen zijn verankerd in twee cen- trale beleidsdocumenten: het Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” – RPP) en het Verantwoordelijk Inkoopbeleid (“Responsible Purchasing Policy” – RPuP). Die beschrijven de strategische koers en minimum- normen voor verantwoord landgebruik, behoud van de biodiversiteit en duurzame inkopen bij alle activiteiten en leveranciersrelaties. Samen pakken deze beleidsdocumenten de materiële impact, aankelijkheden en risico's vermeld in dit hoofdstuk uitgebreid aan. Het RPP is van toepassing op alle plantages en acti- viteiten die worden beheerd door SIPEF, ongeacht het eigendomsbelang en met inbegrip van de planta- ges en activiteiten in of nabij beschermde gebieden of gebieden met een kwetsbare biodiversiteit. Het beschrijft de verbintenis van SIPEF en de hele Groep om niet te ontbossen, die van kracht is sinds 31 december 2015 en die nieuwe ontwikkelingen in HCV-gebieden, HCS-bossen, veengebieden en kwetsbare of marginale bodems verbiedt. Het beleid bekrachtigt tevens de verbintenis van SIPEF om ecosystemen te herstellen die aangetast werden door historische niet-conforme omvorming van land, in overeenstemming met de RSPO-Procedure voor Sanering en Compensatie (“Remediation and Compensation Procedure”– RaCP). Daarnaast beschrijft het RPP de verbintenis van SIPEF voor de planning van verantwoord land- gebruik op basis van geïntegreerde HCV-HCSA- beoordelingen en evaluaties van de milieu- en maatschappelijke eecten; de bescherming van ecologische en maatschappelijke HCV-gebieden in al haar activiteiten; de naleving van de gewoon- terechten op land door middel van krachtige pro- cessen voor vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming (“Free, Prior and Informed Consent” – FPIC); de toepassing van de beste beheerprak - tijken om de productiviteit te optimaliseren en tegelijkertijd de milieueecten te minimaliseren; en een strikt verbod op jacht en andere activiteiten die schadelijk zijn voor de biodiversiteit. Het RPuP breidt die principes uit naar alle klein- schalige lokale leveranciers. Het verplicht een wettelijk bewijs van landrechten, de erkenning van legitieme eisen van gemeenschappen, de nale- ving van NDP-verbintenissen en een verbod om te ontbossen met vuur. Lokale boeren moeten ook het milieu- en maatschappelijk beleid van SIPEF volgen en aantonen dat ze de RSPO-certificering kunnen behalen binnen de timing waarin de planning van de Groep voorziet. Samen vormen het RPP en het RPuP de basis van het bestuurskader voor biodiversiteit van SIPEF dat haar verbintenissen op het gebied van 147 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RSPO-certificering, volledige traceerbaarheid en verantwoorde inkopen in de hele toeleve- ringsketen aanvult. In haar andere activiteiten zonder oliepalmen volgt de Groep erkende certifi- ceringsprogramma's zoals “Rainforest Alliance”, Fairtrade en GLOBALG.A.P., waardoor in al haar activiteiten consistente duurzaamheidsnormen worden toegepast. Zie de 'Algemene informatie’ voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communi - catie rond het RPP en RPuP. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF beheert de biodiversiteit en de impact op ecosystemen op een proactieve manier en neemt een reeks maatregelen om ontbossing tegen te gaan en het behoud van biodiversiteit en habitats te bevorderen. De Vennootschap voert een streng NDP-beleid voor alle activiteiten, aangevuld met geïntegreerde HCV-HCSA-beoordelingen als leidraad voor de planning van verantwoord land- gebruik. Ze past ook de beste beheerpraktijken toe, waaronder een duurzame bewerking van land, bodembeschermingsmaatregelen en geïntegreerde plaagbestrijdingstechnieken (“Integrated Pest Management” – IPM) om chemische input te verminderen. Voor die acties waren er tijdens het boekjaar geen significante investeringen (“Capital Expenditure” – Capex) en bedrijfsuitgaven (“Operating Expenditure” – Opex) nodig. Duurzaam landgebruik Voor aanvang van elke nieuwe landontwikke- ling voert SIPEF geïntegreerde HCV-HCSA- beoordelingen uit, aangevuld met beoordelingen van de maatschappelijke impact en milieueecten (“Social and Environmental Impact Assessments” – SEIA). Die worden door onaankelijke, erkende deskundigen uitgevoerd aan de hand van interna- tionaal erkende methodologieën die ruimtelijke analyse combineren met verificatie ter plaatse om gebieden met een hoge biodiversiteit, waardevolle ecosysteemdiensten, culturele betekenis en hoge koolstofvoorraad te identificeren. Tijdens dit pro - ces erkent de Vennootschap ook gewoonterechten op land en ze past FPIC toe om een inclusieve en duurzame ontwikkeling te garanderen. In eerder ontwikkelde gebieden met organische bodem past SIPEF de beste beheerpraktijken toe in overeenstemming met de RSPO-richtlijnen voor het beheer van veengebieden en de lokale regelgeving. Dit omvat draineerbaarheidsbeoordelingen con- form RSPO om te evalueren of het landgebruik op lange termijn houdbaar is en om verdere aantasting te voorkomen. 148 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Betrokkenheid van de gemeenschap en natuurlijke oplossingen SIPEF betrekt lokale en inheemse gemeenschappen bij de HCV-HCSA- en milieubeoordelingen en zorgt ervoor dat de planning van het landgebruik en de natuurbehoudsstrategieën rekening houden met traditionele kennis. Dankzij deze inclusieve aanpak vormen traditionele kennis en culturele gebruiken de basis voor natuurbehoudsstrategieën en worden door de gemeenschap aangewezen gebieden in de planning voor het landgebruik opgenomen via overleg en gezamenlijke besluitvorming. De HCV-HCSA-benadering bevordert ook natuur- lijke oplossingen zoals het herstel van ecosystemen, de bescherming van habitats en de verbetering van belangrijke ecosysteemdiensten zoals de opslag van koolstof en waterregulering. Die inspanningen dragen bij aan het ontstaan van veerkrachtiger landschappen die zich kunnen aanpassen aan milieuveranderingen. SIPEF compenseert de biodiversiteit niet om de geïdentificeerde eecten te beheren. Natuurbehoudsgebieden binnen de concessies van SIPEF Sinds 2024 beheert SIPEF 15320 hectare natuur- behoudsgebied binnen haar regio’s in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire, zoals geïdentificeerd via geïntegreerde HCV-HCSA- beoordelingen. Deze gebieden omvatten geïden- tificeerde HCV- en HCS-gebieden binnen de con- cessies van de Groep, maar het gebied dat wordt beheerd onder het programma SIPEF Biodiversiteit Indonesië (“SIPEF Biodiversity Indonesië” – SBI) valt daar niet onder. In Indonesië werd een netto- vermindering met 259 hectare vastgesteld, voor- namelijk doordat de grenzen voor de landrechten van oliepalmplantages en voormalige theeplantages zijn gewijzigd. SIPEF blijft zich inzetten om de HCV-gebieden en HCS-bossen in al haar concessies nog beter te monitoren en beheren. Speciale monitoringteams werken ter plaatse met HCV-HCS-beheerplannen en krijgen voortdurend opleidingen over natuurbe- houdspraktijken. Ze betrekken ook de werknemers en lokale gemeenschappen om het bewustzijn rond biodiversiteit te vergroten en te benadrukken hoe belangrijk de bescherming van HCV- en HCS- gebieden is. Die aanpak bevordert een gedeelde verantwoordelijkheid voor het milieu en onder- steunt de bescherming van kritieke ecosystemen op lange termijn. Na een bijkomende interne GIS-beoordeling in 2024 kan SIPEF bevestigen dat haar activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea, Indonesië en Côte d’Ivoire NATUURBEHOUDSGEBIEDEN BINNEN CONCESSIES VAN SIPEF PER LAND HECTARE 2024 2023 NATUURBEHOUDSGEBIEDEN HCV / HCS Indonesië 9478 9737 Papoea-Nieuw-Guinea 5626 5626 Côte d’Ivoire 216 216 TOTAAL 15320 15577 149 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring niet gebeuren op locaties in eigendom, erfpacht of beheer die zich bevinden in of nabij 4 gebieden met een kwetsbare biodiversiteit, zoals beschermde gebieden 5 of belangrijke biodiversiteitsgebieden ("Key Biodiversity Areas” – KBA). Monitoring of SIPEF’s NDP commitment Sinds 2021 bestaat bij SIPEF een gestructureerd systeem om de naleving van haar NDP-beleid door al haar leveranciers te monitoren. In 2022 werd de aanpak verbeterd door een onaankelijke externe specialist in te schakelen om toezicht te houden op de monitoring van de eigen activiteiten van SIPEF en die van haar leveranciers in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Het systeem wil vooral veranderingen in landgebruik in en rond conces- siegebieden opsporen en controleren. Dit monitoringsysteem gebruikt historische en bij- na realtime satellietbeelden om veranderingen in de bodembedekking op te sporen. De externe partner rapporteert elk kwartaal over alle incidenten die mogelijk in strijd zijn met de NDP-verbintenis. Elke waarschuwing wordt gecontroleerd om te garan- deren dat ze klopt en door de gepaste maatregelen wordt gevolgd. In 2024 hield het systeem toezicht op meer dan 157791 hectare: 84% binnen de eigen concessies van SIPEF en gebieden onder het SBI- programma en 16% binnen leveranciersgebieden. SIPEF wil geen ontbossing meer in zowel de concessies die ze rechtstreeks beheert als de leveranciersgebieden. Historische beoordeling van NDP-naleving Naast regelmatige monitoring van het bosverlies werd door Earthqualizer een historische beoor- deling van de NDP-naleving uitgevoerd, waarbij de activiteiten van SIPEF ten opzichte van de NDP- benchmarks voor de hele sector werden geëvalueerd voor de periode van 31 december 2015 tot 31 decem- ber 2023. Het onderzoek had betrekking op land binnen alle plantages van SIPEF en gebieden van lokale boeren. Er werd één geval van aansprakelijk- heid vastgesteld: 24 hectare historische ontbossing in Papoea-Nieuw-Guinea. SIPEF werkt proactief mee aan het herstelproces van dit gebied en past de geschikte mechanismen toe, waardoor ze zich nog intensiever inzet voor verantwoord landbeheer en duurzaamheid op lange termijn. GEMONITORDE GEBIEDEN IN HECTARE 2024 EIGEN CONCESSIE VAN SIPEF LEVERANCIERSGEBIEDEN TOTAAL GEMONITORDE GEBIEDEN Totaal 133305 24486 157791 (4) 'Nabij' betekent binnen een straal van 500 meter. (5) Op basis van interne beoordeling aan de hand van gegevens uit de "World Database on Protected Areas" en van Unesco Werelderfgoed. 150 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Deze doelstelling sluit aan bij de NDP-verbintenis van de Vennootschap, weerspiegelt en ondersteunt praktijken voor duurzaam landgebruik en helpt de aantasting van land te voorkomen. Belangrijk is dat de NDP-verbintenis verder reikt dan de eigen activiteiten van SIPEF en dat ook stroomopwaart- se leveranciers actief moeten meewerken om de verbintenis na te komen en de beste praktijken toe te passen. Volgens de monitoringresultaten van 2024 werden geen ontbossing en omvorming van veengebieden vastgesteld in de eigen plantages van SIPEF en bij haar lokale boeren. Meer informatie over de doelstelling en vooruitgang is terug te vinden in Annex 1. Brandpreventie en -beheer SIPEF verbiedt ten strengste het gebruik van vuur voor landontwikkeling in al haar plantages en leveranciersactiviteiten. Brandpreventie is een belangrijke prioriteit om werknemers, lokale gemeenschappen en de activa van de Vennootschap te beschermen. De Groep beschikt over systemen die het brandrisico monitoren in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, waar de risico’s op brand het grootst zijn. Elke plantage beschikt over opgeleide blusteams, voertuigen met watertanks en hoge- drukpompen. Ook een doeltreend waterbeheer in organische bodems is een cruciaal onderdeel van de brandpreventiestrategie van SIPEF en verkleint het risico op brandhaarden in kwetsbare gebieden. SIPEF wil geen brandhaarden meer in zowel de concessies die ze rechtstreeks beheert als de leve- ranciersgebieden. Die doelstelling weerspiegelt de NDP-verbintenis van de Vennootschap en draagt bij aan de praktijken voor duurzaam landgebruik en de preventie van aantasting van land. Cruciaal is dat de NDP-verbintenis verder reikt dan de directe activiteiten van SIPEF en dat ook stroom- opwaartse leveranciers actief moeten meewerken zodat zij eveneens de NDP-verbintenissen nakomen en de beste praktijken toepassen. In 2024 daalde het aantal brandincidenten binnen de eigen concessies van SIPEF aanzienlijk, groten - deels dankzij mildere klimatologische omstandig- heden en een minder droog seizoen dan in 2023. Het totale getroen gebied verkleinde enorm: van 160,5 hectare in 2023 tot slechts 10,71 hectare in 2024. De meeste brandhaarden in 2024 situeerden zich in Zuid-Sumatra (10,7 hectare), met ook een klein incident in Papoea-Nieuw-Guinea (0,01 hectare) door een woningbrand. In Indonesië vonden de meeste brandincidenten hun oorsprong in brand- haarden op aangrenzende gemeenschapsgronden die zich vervolgens verspreidden naar gebieden beheerd door SIPEF. Ook in de leveranciersgebieden daalde het aantal geverifieerde brandincidenten sterk: van 18 in 2023 naar 2 in 2024. Het totale getroen gebied (4) 'Nabij' betekent binnen een straal van 500 meter. (5) Op basis van interne beoordeling aan de hand van gegevens uit de "World Database on Protected Areas" en van Unesco Werelderfgoed. 151 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring nam echter toe van 2,2 tot 11 hectare, wat erop wijst dat de incidenten heviger waren of zich meer verspreidden. Beide incidenten deden zich voor in door lokale boeren beheerde gebieden, waarbij de grootste brand werd gemeld in Indonesië. De getroen gebieden worden momenteel hersteld. SIPEF blijft in het kader van haar verbintenis voor duurzaam landgebruik samenwerken met leveran- ciers via bewustmakingscampagnes en initiatieven om hun capaciteiten te vergroten, waarbij de beste praktijken voor brandpreventie en verantwoord landbeheer extra worden aangemoedigd. Duurzame landschapsbenadering en behoud van biodiversiteit Naast specifieke maatregelen op elke locatie bevordert SIPEF een geïntegreerde landschaps- benadering met een sterke nadruk op het herstel en de verbetering van de biodiversiteit in alle productielandschappen. Naast de bescherming van geïdentificeerde HCV- en HCS-gebieden binnen haar activiteiten heeft SIPEF ook speciale initiatieven opgezet, zoals het SBI-programma dat bosherstel en beheer vanuit de gemeenschap ondersteunt. Geïntegreerde planning van landgebruik in Papoea-Nieuw-Guinea SIPEF zet zich in om regeneratieve landschappen te promoten die natuurbehoud, herstel en duurzaam landgebruik combineren met respect voor land- en gemeenschapsrechten en met samenwerking tussen de belanghebbenden. In het verlengde van deze visie bevordert SIPEF geïntegreerde planning van land- gebruik in Papoea-Nieuw-Guinea om een evenwicht te vinden tussen natuurbehoud en verantwoorde ontwikkeling. De Groep identificeerde op basis van een gedetailleerde HCV-HCSA-beoordeling die in 2023 werd afgerond gebieden die op lange termijn behouden moeten blijven en andere gebieden die geschikt zijn voor duurzame ontwikkeling in de buurt van bestaande plantages van lokale boeren. In het kader van deze strategie heeft SIPEF zich in 2024 tot doel gesteld om tegen 2030 in Papoea- Nieuw-Guinea op landschapsniveau minstens één voorbeeld te stellen van natuurvriendelijke olie- palmteelt en betrokkenheid van de gemeenschap. MONITORING VAN BRANDHAARDEN BINNEN EIGEN CONCESSIES 2024 BINNEN EIGEN CONCESSIES 2023 BINNEN EIGEN CONCESSIES LAND/PROVINCIE BRANDHAARDEN GEVERIFIEERD BINNEN DE CONTROLE VAN HET BEDRIJF GETROFFEN GEBIEDEN HECTARE BRANDHAARDEN GEVERIFIEERD BINNEN DE CONTROLE VAN HET BEDRIJF GETROFFEN GEBIEDEN HECTARE INDONESIË 6 10,7 39 160,5 Noord-Sumatra 0 0,0 0 0 Bengkulu 0 0,0 0 0 Zuid-Sumatra 6 10,7 39 160,5 PAPOEANIEUWGUINEA 1 0,01 0 0 TOTAAL 7 10,71 39 160,5 152 The connection to the world of sustainable tropical agriculture SBI MONITORING VAN DE BIODIVERSITEIT DOEL TEGEN 2024 2024 2023 Hersteld aangetast gebied (hectare) 256 286,44 224 Aantal ingeschakelde agrobosbouwers 369 376 376 Ecologische drempels bij het stellen van doelstellingen SIPEF heeft nog geen ecologische drempels toege- past of milieueecten toegerekend wanneer ze haar doelstellingen voor natuurbehoud en biodiversiteit bepaalde. De huidige doelstellingen werden intern uitgewerkt en zijn erop gericht het landgebruik duurzaam te beheren, natuurbehoudsgebieden in stand te houden en biodiversiteitsprojecten te bevorderen. Deze doelstellingen zijn momenteel niet gebaseerd op of afgestemd op het “Kunming- Montreal” Raamwerk voor Biodiversiteit, de EU-Biodiversiteitsstrategie voor 2030 of nationaal biodiversiteitsbeleid. Bij het bepalen van de doel- stellingen werd ook niet in compensaties voor de biodiversiteit voorzien. Naarmate de relevante methodologieën en kaders verder evolueren, zal SIPEF bekijken of ze zich er waar nodig aan kan aanpassen om de verdere ontwikkeling van haar strategie van duurzaam landgebruik, landschapsbeheer en behoud van de biodiversiteit te ondersteunen. Hiërarchische volgorde van de beperking via boven- staande maatregelen: doelstelling voor geen bosverlies en geen brandhaarden: vermijding, doelstellingen voor SBI en landschapsbenadering: vermijding, herstel, rehabilitatie. Meer informatie over de doelstellingen en geboekte vooruitgang is terug te vinden in Annex 1. SIPEF Biodiversiteit Indonesië ("SIPEF Biodiversity Indonesië” – SBI) Het SBI-programma is een herstelplan voor een ecosysteem van 12672 hectare naast het Kerinci Seblat Nationaal Park. Het is gericht op de bescher- ming en monitoring van de biodiversiteit, met inbegrip van de aanwezigheid van ernstig bedreig- de diersoorten zoals de Sumatraanse tijger. Het project ondersteunt ook actieve herbebossing en agrobosbouw. Sinds 2024 werd al 286,44 hectare hersteld en agrobosbouwprogramma's overtroffen de doelstellingen door 376 boeren te helpen om natuurbehoudsgebieden te beschermen en te behe- ren. In samenwerking met de “Zoological Society of London” (ZSL) en de lokale ngo “SINTAS” in Indonesië wil SBI tevens de wetenschappelijk onderbouwde inspanningen voor natuurbehoud en monitoring uitbreiden. SIPEF heeft zich, in overeenstemming met haar ruimere verbintenissen om de biodiversiteit te beschermen en te monitoren, tot doel gesteld om tegen 2033 in totaal 1123 hectare aangetast land binnen SBI te herstellen. 153 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Subsidiabiliteit en afstemming van SIPEF Als niet-financiële moederonderneming beoor- deelde SIPEF de activiteiten van de Groep als een agro-industriële entiteit voor de verslag- periode 2024, door ze te vergelijken met alle economische activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie zoals beschreven in de EU-taxonomieverordening en de bijbehorende gedelegeerde handelingen. 1 Op basis van de subsi- diabiliteitsscreening met behulp van NACE-codes en een beoordeling van een beschrijving van de economische activiteit worden de belangrijkste bedrijfsactiviteiten van SIPEF - tropische landbouw (A1.2) en de productie van palmolie (C10.4) - beschouwd als taxonomisch niet-subsidiabele eco- nomische activiteiten. Tijdens het hele proces werd rekening gehouden met de volgende overwegingen: Als een NACE-code ruimer is dan de activiteits- beschrijving, prevaleert de activiteitsbeschrij- ving over de reikwijdte van de NACE-code. Als een economische activiteit geen NACE-code heeft maar wel voldoet aan de beschrijving van de activiteit, kan ze in aanmerking komen als subsidiabele activiteit. EU Taxonomie-openbaarmakingen (1) Verordening (EU) 2020/852 zoals aangevuld door Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2178 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1214 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2485 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2486. De EU-taxonomieverordening (EU 2020/852) is een classificatiesysteem voor ecologisch duurzame eco- nomische activiteiten. Het werd ontwikkeld door de Europese Commissie en is bedoeld om duurzame investeringen te stimuleren en de implementatie van de Europese Green Deal te ondersteunen. De Taxonomieverordening is een belangrijk onderdeel van het actieplan van de Europese Commissie om kapitaalstromen naar duurzame projecten en acti- viteiten te leiden. Ze vormt een belangrijke stap voor koolstofneutraliteit tegen 2050, conform de EU-doelstellingen, aangezien ze duidelijke defi- nities en criteria vaststelt voor wat als duurzaam wordt beschouwd. Artikel 8, lid 2 van de EU-taxonomieverordening vereist dat niet-financiële ondernemingen Kernprestatie-indicatoren (“Key Performance Indicators” - KPI) bekendmaken die het aandeel van hun omzet uit ecologisch duurzame economi- sche activiteiten weergeven, evenals het aandeel van investeringen (“Capital expenditure” - Capex) en bedrijfsuitgaven (“Operating expenditure” - Opex) in verband met activa of processen die verband houden met dergelijke activiteiten, met betrekking tot zes milieudoelstellingen: ZES MILIEUDOELSTELLINGEN VAN DE TAXONOMIEVERORDERING Klimaatveranderingsmigratie Klimaatveranderingsadaptatie Het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene bronnen De transitie naar een circulaire economie Preventie en bestrijding van verontreiniging De bescherming en het herstel van biodiversiteit en ecosystemen Voor meer informatie: https://ec.europa.eu/ info/business-economy-euro/banking-and- finance/sustainable-finance/eu-taxonomy- sustainable- activities_en 154 The connection to the world of sustainable tropical agriculture AANDEEL VAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN DIE WEL EN NIET IN AANMERKING KOMEN VOOR TAXONOMIECLASSIFICATIE IN DE TOTALE OMZET, CAPEX EN OPEX TOTAAL KUSD AANDEEL VAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR TAXONOMIECLASSIFICATIE % AANDEEL VAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN DIE NIET IN AANMERKING KOMEN VOOR TAXONOMIECLASSIFICATIE % Omzet 443810 0% 100% Investeringen (“Capital expenditure” - Capex) 86858 2,9% 97,1% Bedrijfsuitgaven (“Operating expenditure” - Opex) 48450 0% 100% Als de NACE-code van een economische activiteit niet wordt vermeld in de Gedelegeerde verordening klimaat maar de economische activiteit wel overeenkomt met de beschrijving van de activiteit, kan ze in aanmerking komen als subsidiabele activiteit. Een beperkt deel van de gerapporteerde kapitaal- uitgaven, operationele uitgaven en inkomsten heeft betrekking op geplande verbeteringen die bedoeld zijn om binnen het voorgeschreven tijdsbestek te voldoen aan de criteria van de EU-taxonomie (type (c) Capex). Die uitgaven maken deel uit van de transitiestrategie van SIPEF en vertegenwoordigen investeringen voor het tegengaan van de klimaat- verandering in biogasinstallaties (D35.11) en het behoud van biodiversiteit (A2). Voor 2024 bedroe- gen de totale Capex van type (c) voor de bouw van de biogasinstallaties KUSD2513, waarbij KUSD86 van de totale omzet van de Groep gekoppeld is aan de verkoop van elektriciteit uit de biogasinstallaties. De totale Opex van type (c) met betrekking tot het biodiversiteitsprogramma bedraagt KUSD180. Aangezien deze bedragen niet materieel zijn ten opzichte van de totale Capex, Opex en omzet, heb - ben ze geen materiële invloed op de algemene KPI voor afstemming op de taxonomie van SIPEF. Toch zijn ze opgenomen om aan te tonen dat de Groep zich inzet voor een geleidelijke afstemming op het raamwerk van de Taxonomie. SIPEF blijft zich inzetten om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en klimaatgerela- teerde risico's en gevolgen te beheren. Een overzicht van de bestaande initiatieven van de Groep met betrekking tot de beperking van en aanpassing aan klimaatverandering is opgenomen in sectie E1: Klimaatverandering van dit rapport. De volledige taxonomietabellen zijn beschikbaar in Annex 3, die een integraal onderdeel vormt van het Geïntegreerd Jaarverslag. 155 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring ACTIVITEITEN IN VERBAND MET KERNENERGIE De onderneming verricht onderzoek naar, financiert of is blootgesteld aan onderzoek naar en de ontwikkeling, demonstratie en toepassing van innovatieve faciliteiten voor elektriciteitsopwekking die energie opwekken uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus. nee De onderneming is actief in nieuwe nucleaire installaties voor de opwekking van elektriciteit of proceswarmte, onder meer ten behoeve van stadsverwarming of industriële processen zoals waterstofproductie, financiert deze of is blootgesteld aan de bouw en de veilige exploitatie ervan, alsmede de verbetering van de veiligheid ervan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. nee De onderneming is actief in bestaande nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, inclusief stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, financiert deze of heeft blootstelling aan de veilige exploitatie ervan, evenals de verbetering van de veiligheid ervan. nee ACTIVITEITEN IN VERBAND MET FOSSIELE GASVORMIGE BRANDSTOFFEN De onderneming is actief in, financiert of wordt blootgesteld aan de bouw of exploi- tatie van elektriciteitscentrales die elektriciteit opwekken met behulp van fossiele gasvormige brandstoen. nee De onderneming is actief in, financiert of wordt blootgesteld aan de bouw, renovatie en exploitatie van faciliteiten voor warmtekrachtkoppeling waarbij fossiele gasvormi - ge brandstoen worden gebruikt. nee De onderneming is actief in, financiert of wordt blootgesteld aan de bouw, renovatie en exploitatie van warmteopwekkingsinstallaties die warmte/koeling produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoen. nee Minimale waarborgen SIPEF bevestigt dat ze de minimumwaarborgen respecteert, zoals verder uitgewerkt in de secties Milieu-, Sociale en Bestuursinformatie van deze Duurzaamheidsverklaring. Activiteiten in verband met kernenergie en fossiele brandstoffen SIPEF heeft haar activiteiten binnen de Groep geëvalueerd en verklaart dat ze zich niet bezig- houdt met of blootgesteld is aan activiteiten in verband met kernenergie of fossiele gassen zoals gedefinieerd in de volgende tabellen en deze ook niet financiert. Zie de verklaringen van SIPEF over activiteiten in verband met kernenergie en fossiele gassen in voorstelling 1 zoals geïntrodu- ceerd door de Aanvullende Gedelegeerde Handeling hieronder. Aangezien SIPEF geen activiteiten met betrekking tot kernenergie en fossiel gas uitvoert, neemt ze de voorstellingen 2-5 van de Aanvullende Gedelegeerde Handeling niet op. 156 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 157 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Sociale Informatie Miljoenen mensen wereldwijd zijn voor hun levensonderhoud aankelijk van de landbouw, een sector die voorziet in de noden van een groeiende wereldbevolking van acht miljard mensen. Hoewel landbouw de drijvende kracht is achter aanzienlijke sociaaleconomische ontwikkeling, wordt de sector ook in verband gebracht met mensenrechten en landgerelateerde gevolgen, met name in tropische regio's waar basisproducten worden geproduceerd. De Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF bena- drukt dat duurzame groei staat of valt met het zijn van een verantwoordelijke werkgever en een goede partner voor de gemeenschap. Dat vereist ook ver- antwoordelijke praktijken in inkoop en productie, waaronder rechtvaardige arbeidsomstandigheden, respect voor mensenrechten en de levering van veilige, traceerbare producten aan consumenten. Aandachtsgebieden en doelstellingen Mensen-, arbeids- en gemeenschapsrechten respecteren, in overeenstemming met lokale wetten en internationale regelgeving Langetermijnrelaties bevorderen, gedeelde waarde creëren en het welzijn en de veerkracht van lokale gemeenschappen ondersteunen Lokale boeren ondersteunen op hun pad naar een betere, duurzame en gecertificeerde productie Lokale boeren ondersteunen om hogere inkomens te verdienen en betere toegang te krijgen tot internationale markten Leveranciers screenen en opvolgen om ervoor te zorgen dat SIPEF’s beleid wordt nageleefd Volledige naleving van toonaangevende duurzaamheidsnormen en certificeringen 100% traceerbaarheid voor alle producten handhaven De hoogste voedselveiligheids-en kwaliteits- normen implementeren 158 The connection to the world of sustainable tropical agriculture S1: Eigen personeelsbestand Als werkgever van duizenden mensen erkent SIPEF haar verantwoordelijkheid om de mensen- en arbeidsrechten te respecteren. De Groep zet zich in om rechtvaardige arbeidsomstandigheden te garanderen in overeenstemming met lokale wetten en internationale normen. Die inzet gaat verder dan het louter naleven van regels en omvat ook het verbeteren van het welzijn van zijn werknemers in de activiteiten in Indonesië, Papoea Nieuw Guinea en Côte d’Ivoire. Door stabiele werkgelegenheid en toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur te verschaen, benadrukt SIPEF haar steun aan de landbouwgemeenschap en haar bijdrage aan een duurzame ontwikkeling. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD MATERIËLE DUURZAAM HEIDSKWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • Veilige werkgelegenheid • Kinderarbeid • Gedwongen arbeid • Correcte lonen • Vrijheid van vereniging • Collectieve onderhandelingen • Werktijd • Werk-privébalans • Gezondheid en veiligheid • Training en ontwikkeling van vaardigheden • Gendergelijkheid en gelijke beloning voor gelijkwaardig werk • Diversiteit • Maatregelen tegen geweld en pesterijen op de werkplek • Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) • Mensenrechtenbeleid • Beleid inzake kinderarbeid • Beleid inzake gedwongen arbeid of mensenhandel • Beleid inzake vrijheid van vereniging • Beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk • Beleid inzake gelijke kansen in werkgelegenheid • Beleid inzake bescherming van reproductieve rechten • Beleid inzake seksuele intimidatie • Tegen 2025 tien scholen voor jonge kinderen aanmelden voor registratie bij de lokale autoriteiten in Papoea-Nieuw-Guinea. • Geen werkgerelateerde sterfgevallen. • Tegen 2027 de LTIFR met 8,5% verminderen in Indonesië, Papoea-Nieuw- Guinea en Côte d’Ivoire. • In 2024 stelde SIPEF 24204 mensen te werk in zes landen, waarvan 68% met een vast contract • In 2024 maakten vrouwen 25% uit van het totale personeelsbestand van SIPEF, en er worden inspanningen geleverd om hun participatie in technische en veldfuncties uit te breiden • De LTIFR verbeterde in Papoea-Nieuw- Guinea en Indonesië, maar steeg licht in Côte d’Ivoire. • Meer dan 50 vrouwelijke werknemers werden opgeleid en tewerkgesteld in ablatie- en oogstfuncties in Noord- Sumatra en Bengkulu, functies die traditioneel door mannen werden uitgevoerd • 2024 was het eerste jaar dat SIPEF rapporteerde over de loonkloof tussen mannen en vrouwen, de jaarlijkse beloningsratio en het personeelsverloop, waardoor de transparantie van personeelsgegevens toenam 159 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring PERSONEELSBESTAND VAN SIPEF In 2024 stelde SIPEF in totaal 24204 mensen te werk, waaronder zowel vaste als tijdelijke werknemers, verspreid over Indonesië, Papoea- Nieuw-Guinea, Côte d’Ivoire, België, Singapore en Luxemburg. De meeste personeelsleden zijn gevestigd in Indonesië (70%), gevolgd door Papoea- Nieuw-Guinea (19%) en Côte d’Ivoire (11%). De rest van de werknemers bevindt zich in België, Luxemburg en Singapore. Vrouwen maken 25% uit van het totale personeelsbestand van SIPEF. Reikwijdte van het eigen personeel dat in deze sectie wordt behandeld Deze sectie heeft betrekking op alle werknemers van SIPEF die een wezenlijke invloed kunnen ondervinden van de Vennootschap en haar activitei- ten. Ze heeft geen betrekking op niet-werknemers. Werknemers zijn zowel werknemers met een vast als met een tijdelijk contract. Vast: ingehuurd met een contract voor onbepaalde duur Tijdelijk: in dienst met een contract voor bepaalde duur die eindigt na voltooiing van een bepaalde periode, taak of gebeurtenis Niet-werknemers, inclusief contractoren, worden waar van toepassing vermeld in beleid of controle- procedures, maar worden niet in aanmerking genomen voor de gegevens. Indien de materiële gevolgen verschillen tussen tijdelijke en vaste werknemers, wordt dit vermeld naast de informatie over de gevolgen. OVERZICHT WERKNEMERS 25% 75% 24% 31% Werknemers per land (1) % vrouwen in palmolie- en bananenactiviteitenWerknemers per gender (1) 16 856 Indonesië 23 België 17 Singapore 4 668 Papoea- Nieuw-Guinea 2 640 Côte d'Ivoire 24 204 Totaal aantal werknemers (1) (1) Totaal aantal werknemers is gebaseerd op het personeelsbestand en is inclusief werknemers in de Cibuni-theeplantage. Mannen: 18 066 Vrouwen: 6 138 160 The connection to the world of sustainable tropical agriculture MENSENRECHTEN RESPECTEREN SIPEF verbindt zich ertoe alle werknemers recht- vaardig te behandelen, hun rechten te beschermen en de arbeidsnormen in al haar activiteiten na te leven. De Groep voldoet aan alle toepasselijke lokale wetten en sluit zich aan bij internatio- nale regelgeving, zoals de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (“International Labour Organization” - ILO), de Verklaring inzake Fundamentele Beginselen en Rechten op het Werk en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. Deze verbintenis wordt weerspiegeld in SIPEF's Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) en Mensenrechtenbeleid, evenals in specifieke beleidslijnen inzake kinderar- beid, gedwongen arbeid of mensenhandel, vrijheid van vereniging, gezondheid en veiligheid op het werk, gelijke werkgelegenheidskansen, bescher- ming van reproductieve rechten en de preventie van seksuele intimidatie. Een belangrijk element van SIPEF's RPP is het stre- ven naar 100% certificering voor alle oliepalm- en bananenplantages, waarbij de naleving van arbeidsnormen, gezondheid en veiligheid op het werk en eerlijke arbeidspraktijken worden gewaar- borgd. De RSPO Principes en criteria (“Principles and Criteria” - P&C) versterken SIPEF's engage- ment voor ethische arbeidspraktijken en omvat- ten de bescherming van mensenrechten, eerlijke arbeidsomstandigheden en de voorziening van klachtenmechanismen. Daarnaast voldoet SIPEF aan de Indonesische normen voor duurzame palm- olie (“Indonesiën Sustainable Palm Oil” - ISPO), is ze voor haar bananenactiviteiten in het bezit van “Rainforest Alliance” en Fairtrade-certificeringen en ondergaat ze SMETA-audits. Om de mensenrechten verder te beschermen, voorziet SIPEF in een klachtenmechanisme dat toegankelijk is voor alle belanghebbenden, inclusief werknemers, hun familie en niet-werknemers. Lees meer over SIPEF's klachtenmechanisme en benadering van herstel van mensenrechten op pagina 196. Beleid gericht op het respecteren van mensenrechten in het eigen personeelsbestand SIPEF's Mensenrechtenbeleid en alle andere boven- vermelde personeelsgerelateerde beleidslijnen zijn van toepassing op alle vennootschappen die onder SIPEF's beheer vallen. Aankelijk van het beleid wordt op de implementatie toegezien door de personeelshoofden in elk land of door de leiding- gevenden van de regionale duurzaamheidsteams, die rapporteren aan het executief comité in elk land waar SIPEF actief is. Om de naleving van lokale regelgeving, RSPO- normen voor palmolieactiviteiten en “Rainforest Alliance”, Fairtrade en SMETA voor bananenac- tiviteiten te garanderen, werd dit beleid omgezet in beleid op landenniveau. Hoewel de inbreng van belanghebbenden tijdens de eerste ontwikkeling in 2015 niet werd gedocumenteerd, zal die worden herzien als onderdeel van de komende herziening van het groepsbrede beleid van SIPEF, waarin de inbreng van belanghebbenden zal worden opgenomen. De beleidslijnen op Groepsniveau zijn publiek toe- gankelijk op de website van SIPEF, en er worden lokaal aangepaste versies op mededelingenborden in de operationele vestigingen opgehangen en tijdens opleidings- en bewustmakingssessies aan de werknemers meegedeeld. 161 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring VEERKRACHT VAN STRATEGIE EN BEDRIJFSMODEL Het bedrijfsmodel van SIPEF is gebaseerd op het verzekeren van een stabiel, goed ondersteund personeelsbestand, met handhaving van 100% RSPO-certificering voor al haar activiteiten en leve- ranciers. Naleving van de RSPO-arbeidsnormen, gezondheids- en veiligheidsvereisten op het werk en een rechtvaardig werkgelegenheidsbeleid verster- ken zowel de veerkracht van het personeelsbestand als de operationele stabiliteit op lange termijn. Investeringen in opleiding, gezondheid en veilig- heid en bescherming van arbeidsrechten dragen bij aan de productiviteit, werknemersretentie en het beperken van risico's in de activiteiten van SIPEF in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire. Gevolgen voor het personeelsbestand en managementbenadering De acties, samen met het beleid en relevante toezeggingen met betrekking tot het beheren van materiële invloed op het personeelsbestand, worden vermeld naast de duurzaamheidskwesties die in dit onderdeel worden gepresenteerd. In het algemeen zijn de acties die werden ondernomen of gepland ter beperking van de in dit deel beschreven eecten gebaseerd op de resultaten van interne en externe audits, risicobeoordelingen en klachtenmechanis- men om passende reacties te garanderen. Er werden bijzondere financiële en personeelsmiddelen toege- wezen aan het beheer van deze kwesties. Hoewel dit deel ingaat op de belangrijkste materiële gevolgen voor het personeel van de Groep bracht de dubbele-materialiteitsbeoordeling van SIPEF geen materiële risico's of opportuniteiten aan het licht. Bijgevolg worden er geen risico's of opportu- niteiten vermeld in dit deel, noch gerapporteerde huidige of verwachte eecten op het bedrijfsmodel, de waardeketen, de strategie of de besluitvorming van de Groep. Daarnaast worden er geen eecten gerapporteerd op de financiële positie, prestaties of kasstromen van de Vennootschap. Verder werden er geen materiële negatieve gevolgen voor werknemers geïdentificeerd met betrekking tot de overgangsplannen om de milieueecten te verminderen. Daarom waren er geen specifieke beperkende maatregelen nodig om dergelijke eec- ten aan te pakken. 162 The connection to the world of sustainable tropical agriculture VEILIGE WERKGELEGENHEID SIPEF erkent dat stabiele werkgelegenheid essen- tieel is, niet alleen voor haar eigen werknemers, maar ook voor het welzijn van de gemeenschappen rond haar activiteiten, vooral in regio's waar de toegang tot betrouwbare werkgelegenheid beperkt is. Door werkgelegenheid op lange termijn te bieden en voordelen en bescherming voor haar tijdelijke werknemers te garanderen, kan SIPEF bijdragen aan economische veerkracht en duurzame ontwik- keling in de landelijke of afgelegen gebieden waar ze actief is in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire. Als drijvende kracht achter de activiteiten van de Vennootschap worden ook de werknemers van SIPEF betrokken bij haar activiteiten en succes. Hun stabiliteit en welzijn zijn nauw verbonden met de langetermijnstrategie en het duurzame bedrijfsmodel van de Vennootschap. Gebieden van impact 1 , SIPEF stelt meer dan 24000 werknemers te werk in landen en gebieden met hoge werkloosheids- en armoedepercentages. Werknemers met een contract van onbepaalde duur maken een aanzien- lijk deel uit van SIPEF's eigen personeelsbestand. Werknemers in vaste dienst hebben een stabieler en zekerder inkomen, wat een beter sociaaleconomisch welzijn voor hen en hun gezin garandeert. Dat zorgt ook voor meer veerkracht tegen externe schokken. Beleid en verplichtingen Het RPP sluit aan bij de Evenwichtige Groeis- trategie van SIPEF en verplicht de Vennootschap tot verantwoord plantagebeheer, het creëren van werkgelegenheid en lokale ontwikkeling. Het beleid schetst een specifiek engagement om de rechten van werknemers en mensenrechten te respecteren, waaronder het naleven van interna- tionale arbeidsnormen en het implementeren van rechtvaardige en ethische arbeidspraktijken in alle activiteiten. Een belangrijke pijler van het RPP is het beha- len van 100% RSPO-certificering, die duidelijke eisen stelt inzake rechtvaardige lonen, veilige arbeidsomstandigheden, non-discriminatie, klachtenmechanismen, vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingsrechten, terwijl ze ook arbeidsvoorwaarden oplegt die het welzijn van de werknemers en de werkzekerheid bevorderen. Ook de “Rainforest Alliance” en Fairtrade-certificering handhaven internationaal erkende normen voor ethische arbeidspraktijken, rechtvaardige behan- deling van werknemers en verantwoordelijke arbeidsomstandigheden. Samen zorgen die certi- ficeringsprogramma's ervoor dat de palmolie- en bananenactiviteiten van SIPEF voldoen aan strenge sociale en arbeidsnormen. Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP en het RPuP, zie 'Algemene informatie'. (1) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 163 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Contracttypes van werknemers 68% van de werknemers van SIPEF heeft een contract van onbepaalde duur (vaste contracten) en 32% een tijdelijk contract in haar oliepalm- en bananenactiviteiten. De structuren van tijdelijke tewerkstelling verschil- len van land tot land in overeenstemming met de lokale arbeidscontext. In de meeste gevallen zijn tijdelijke werknemers echter seizoensarbeiders op plantages, die kortetermijnactiviteiten en vraag tijdens het hoogseizoen ondersteunen. Contract van onbepaalde duur 68% Tijdelijk contract 32% WERKNEMERS VOLGENS CONTRACTTYPE WERKNEMERS PER CONTRACTTYPE PER GESLACHT 2024 TYPE VROUWEN MANNEN TOTAAL Vast 2872 13696 16568 Tijdelijk 3266 4370 7636 TOTAAL 6138 18066 24204 164 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Personeelsverloop In 2024 verlieten in totaal 5162 werknemers de organisatie, wat resulteerde in een totaal perso- neelsverloop van 21%, waaronder zowel vaste als tijdelijke werknemers. De meerderheid van de werk- nemers die in Indonesië de Vennootschap verliet, deed dat vrijwillig. Omdat Indonesië het grootste personeelsbestand heeft, is vrijwillig vertrek de belangrijkste reden op Groepsniveau. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF zorgt ervoor dat haar vaste werknemers een uitgebreid voordelenpakket krijgen, dat meestal bestaat uit sociale zekerheid, pensioen, huisvesting, medische dekking en vergoedingen voor vervoer, kinderopvang en onderwijs. De specifieke voordelen variëren op basis van de lokale regelgeving, het bedrijfsbeleid in elk land en de werklocatie van de werknemer, dat een administratiekantoor of een operationele locatie kan zijn. De Groep implementeert ook maatregelen om rechtvaardige arbeidsomstandigheden en voorde - len voor tijdelijke werknemers te garanderen. Waar mogelijk streeft SIPEF er ook naar om tijdelijke werknemers vast in dienst te nemen. Om rechtvaardige arbeidsvoorwaarden en bescherming van de werknemers te garanderen, voldoet SIPEF aan de RSPO, “Rainforest Alliance”, Fairtrade en SMETA, die stuk voor stuk eisen stel- len op het gebied van arbeidsvoorwaarden, schrif- telijke contracten en rechtvaardige behandeling van werknemers. De naleving wordt gecontroleerd door interne en externe audits die het hele jaar door worden uitgevoerd. Die acties vereisten geen significante Capex of Opex. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Indonesië Bij PT Tolan Tiga Indonesië maken tijdelijke werknemers 38% van het personeelsbestand uit. Ze worden aangenomen onder Perjanjian Kerja Waktu Tertentu (PKWT), een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur voor seizoenswerk, projecten of jobs met een bepaalde duur, of Buruh Harian Lepas (BHL), een overeenkomst voor dagelijks werk voor niet-permanente of seizoensgebonden functies binnen het bedrijf. Alle tijdelijke contracten vallen onder het socialezekerheidsstelsel van Indonesië, Badan Penyelenggara Jaminan Sosial (BPJS), dat voorziet in ziektekosten- en arbeidsverzekeringen in overeenstemming met de nationale regelgeving. PKWT-werknemers ontvangen ook een vergoeding bij voltooiing van het contract. PKWT-contracten kunnen tot vijf jaar verlengd worden voordat ze omgezet moeten worden in een vaste aanstelling, die een tewerkstelling van onbepaalde duur verleent. SIPEF zet zich actief in om goed presterende tijdelijke werknemers, vooral in plantages die volop in ontwikkeling zijn, door te laten stromen naar vaste functies. Deze inspanning sluit aan bij de RSPO-vereisten en stroomlijnt de personeelsadministratie. Papoea-Nieuw-Guinea Bij Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) heeft slechts 1% van de werknemers een tijdelijk contract, voor- namelijk voor plantagetaken zoals het toedienen van kunstmest. Tijdelijke werkgelegenheid fluctu- eert gedurende het jaar op basis van operationele behoeften, en alle tijdelijke werknemers worden lokaal ingehuurd. Met uitzondering van pensioen en huisvesting genieten tijdelijke werknemers dezelfde voordelen als vaste werknemers, inclusief medische dekking en transportondersteuning. 165 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring In overeenstemming met de nationale regelge- ving moet een uitzendkracht die langer dan drie maanden ononderbroken in dienst is, een vaste aanstelling aangeboden krijgen. Hoewel er meer- dere kortetermijncontracten kunnen worden uit- geschreven, streeft HOPL ernaar dit te beperken tot maximaal twee verlengingen. Côte d’Ivoire In 2024 maakten tijdelijke contracten bij Plantations J. Eglin SA (Plantations J. Eglin) 47% van het totale personeelsbestand uit, wat een aanzienlijke stijging betekent ten opzichte van 2023. Die stijging was het gevolg van nieuwe ont- wikkelingen in Akoudié en Lumen, waar een groter aantal werknemers nodig was voor een vastgestelde termijn. Tijdelijke werknemers genieten tijdens hun dienstverband dezelfde voordelen als vaste werknemers, waaronder medische dekking, een door de vennootschap gefinancierde particuliere ziektekostenverzekering die 80% van de ziekte- kosten dekt, en sociale zekerheid via het natio- nale socialezekerheidsstelsel, "Caisse Nationale de Prévoyance Sociale" (CNPS). De CNPS omvat voordelen zoals gezinstoelagen, pensioen, zwan- gerschaps- en vaderschapsverlof en dekking voor arbeidsongevallen en invaliditeit. Tijdelijke contracten hebben meestal een looptijd van drie maanden, met verlengingen tot maximaal twee jaar. Er wordt gewerkt aan de overgang van tijdelijke werknemers naar vaste contracten. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de wer- kelijke materiële impact te verbeteren die werd vastgesteld met betrekking tot veilige werkgele- genheid voor haar eigen personeel. Ze heeft echter als doel gesteld om 100% RSPO-certificering te bereiken voor haar eigen oliepalmplantages tegen het boekjaar 2030. De bananenactiviteiten van SIPEF zijn al volledig gecertificeerd. Lees meer over deze bredere doelstelling en de geboekte vooruitgang in Annex 1 en in 'Duurzaamheidsnormen en -certificering' in het Bedrijfsverslag. 166 The connection to the world of sustainable tropical agriculture GEEN UITBUITING SIPEF hanteert een nultolerantiebeleid voor alle vormen van uitbuiting, inclusief dwangarbeid, mensenhandel en kinderarbeid, binnen haar acti- viteiten en toeleveringsketen. De Groep hanteert strikte arbeidsregels en due diligence-maatregelen om uitbuitingspraktijken te voorkomen, ook bij tijdelijke werknemers en onderaannemers, waar de risico's groter kunnen zijn. Door het toezicht op de naleving, de betrokkenheid van de sector en verantwoordelijke arbeidspraktijken waarborgt SIPEF de rechten, veiligheid en waardigheid van alle werknemers. Gebieden van impact 2 Kinderarbeid , , Kinderarbeid kan een aanzienlijke impact hebben op de fysieke en psychologische gezondheid van kinderen, door hen bloot te stellen aan gevaarlijk werk dat hun opleiding belemmert en leidt tot min- der goede school- en carrièreprestaties. Dit kan een armoedecirkel in stand houden, de economische kansen beperken en bijdragen aan bredere sociale en economische problemen. Gedwongen arbeid , , , Dwangarbeid is een ernstige mensenrechtenschen- ding die het welzijn, de veiligheid, de vrijheid en de waardigheid van werknemers in gevaar brengt. Het wordt algemeen erkend dat dwangarbeid een risico kan vormen in de palmolie-industrie, hoewel dat doorgaans kleiner is in landen als Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea dan op andere locaties zoals Maleisië. Tijdelijke werkkrachten die door derden worden ingehuurd, krijgen vaker te maken met die problemen als niet wordt voldaan aan de due diligence. Gezien de arbeidsintensieve aard van de landbouw en de palmolie-industrie erkent SIPEF dat bepaal- de omstandigheden in de landen waar ze actief is verhoogde risico's op kinderarbeid of dwangarbeid met zich mee kunnen brengen, vooral daar waar sociale en economische factoren de kwetsbaarheid van de arbeidskrachten kunnen vergroten. Om die risico's te beperken, voert SIPEF controles uit en zorgt ze ervoor dat de nationale en internationale arbeidsnormen worden nageleefd om uitbuiting te voorkomen en rechtvaardige arbeidsomstandighe- den te garanderen. (2) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 167 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Beleid en verplichtingen SIPEF verbindt zich ertoe geen kinderarbeid en dwangarbeid te gebruiken in haar activiteiten en toeleveringsketen, in overeenstemming met de internationale kaders voor mensenrechten en de nationale regelgeving. Die verplichtingen zijn opgenomen in SIPEF's RPP, Beleid inzake kin- derarbeid en Beleid inzake gedwongen arbeid of mensenhandel. Een belangrijke pijler van het RPP is het bereiken van 100% “Roundtable on Sustainable Palm Oil” (RSPO)-certificering voor palmolieactiviteiten en “Rainforest Alliance”, Fairtrade en GLOBALG.A.P.- certificeringen voor bananenactiviteiten. Die nor- men verbieden expliciet kinder- en dwangarbeid. Het Beleid inzake kinderarbeid van de Groep garandeert dat niemand onder de 18 jaar wordt tewerkgesteld, met verplichte leeftijdsverificatie bij indienstname, in overeenstemming met de nationale wetten en internationale overeenkom- sten zoals het Verdrag nr. 182 betreende de erg- ste vormen van kinderarbeid van de ILO (1999). Er moeten onmiddellijk corrigerende maatregelen worden opgelegd bij het vaststellen van overtredin- gen en disciplinaire maatregelen worden genomen tegen overtredingen van het beleid. SIPEF's Beleid inzake gedwongen arbeid of mensenhandel verbiedt alle vormen van slavernij, dwangarbeid of verplichte arbeid. Werknemers die betrokken zijn bij dergelijke praktijken kunnen te maken krijgen met disciplinaire maatregelen, waaronder ontslag en mogelijke juridische gevol - gen. Zakelijke partners moeten dit beleid naleven; niet-naleving leidt tot beëindiging van het contract en mogelijk ook juridische stappen. Dit beleid is van toepassing op alle vennootschap- pen die door SIPEF worden beheerd. Ga voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP naar 'Algemene informatie'. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF handhaaft een strikt arbeidsbeleid, biedt opleidingen aan en voert audits uit, schrijft leef- tijdscontrole voor en past due diligence toe op haar eigen personeel en op werknemers in onder- aanneming om risico's op kinder- en dwangarbeid te voorkomen. Deze acties worden het hele jaar door uitgevoerd om een voortdurende naleving te garanderen. In geval van overtredingen worden onmiddellijk corrigerende maatregelen genomen, zoals het beëindigen van het contract en disciplinai- re maatregelen; daarnaast wordt er steun verleend aan de getroen werknemers. De eectiviteit van deze acties wordt bijgehouden door jaarlijkse externe audits, waaronder RSPO- certificeringsaudits voor palmolieactiviteiten en “Rainforest Alliance”-, Fairtrade- en SMETA- audits voor bananenactiviteiten. Daarnaast is het klachtenmechanisme van SIPEF een belangrijk instrument voor het opvolgen en aanpakken van nalevingsproblemen. Het ontbreken van gemelde gevallen in zowel de resultaten van audits als het klachtenmechanisme toont aan dat deze maatre- gelen eciënt zijn. Deze acties hebben geen significante Capex of Opex vereist. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. 168 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Doelstellingen en opvolging SIPEF stelde geen specifieke doelen, omdat ze een nul-incidentieaanpak hanteert voor kinder- en dwangarbeid. De nadruk blijft liggen op strikte opvolging en handhaving, zoals eerder beschreven. Er zijn ook protocollen voor corrigerende maatrege- len voor het geval er zich incidenten voordoen. Als dat gebeurt, worden er onmiddellijk herstellende maatregelen genomen, waaronder: Onmiddellijke contractbeëindiging van on- terecht tewerkgestelde kinderen Disciplinaire maatregelen tegen medewerkers van de Vennootschap die het beleid opzettelijk schenden Beëindiging van overeenkomsten met con- tractanten wegens niet-naleving van het dwangarbeidbeleid van SIPEF SIPEF heeft zichzelf het bredere doel gesteld om tegen het boekjaar 2030100% RSPO-certificering te bereiken voor de eigen oliepalmplantages van de Groep, wat de naleving van de arbeidsnormen versterkt, met inbegrip van de preventie van kin- derarbeid. De bananenactiviteiten van SIPEF zijn volledig gecertificeerd. Lees meer over deze bredere doelstelling en de geboekte vooruitgang in Annex 1 en in 'Duurzaamheidsnormen en -certificering' in het Bedrijfsverslag. 169 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring CORRECTE LONEN In veel plattelandsgebieden is de landbouw de belangrijkste bron van werkgelegenheid, waardoor rechtvaardige lonen en correcte arbeidsomstandig- heden essentieel zijn om in het levensonderhoud en de economische zekerheid te kunnen voorzien. SIPEF erkent dat een gepaste vergoeding essentieel is voor het welzijn van werknemers en hun gezin. Lonen die in de financiële basisbehoeften voor- zien, bieden toegang tot voedsel, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs, wat uiteindelijk de levenskwaliteit verbetert. Gebieden van impact 3 , In de landelijke of afgelegen gebieden waar SIPEF actief is, kan de toegang tot stabiel werk en betrouw- bare inkomsten beperkt zijn. Wanneer de lonen ontoereikend zijn, kunnen mensen moeite hebben om aan hun financiële behoeften te voldoen en een aanvaardbare levensstandaard te behouden. Dat heeft ook gevolgen voor hun vermogen om hun gezin te onderhouden, zoals uitgaven voor onderwijs voor de kinderen, kleding, voedsel, medische rekeningen en huisvesting. De werknemers van SIPEF zijn de drijvende kracht achter haar succes. Daarom zet de Groep zich ervoor in dat de lonen in overeenstemming zijn met de wettelijke vereisten en de industrie- normen, om zo financiële stabiliteit en duurzame bestaansmiddelen te ondersteunen. De Groep biedt ook toegang tot essentiële diensten om werknemers en hun gezin verder te ondersteunen. Beleid en verplichtingen Het RPP beschrijft de verbintenis van SIPEF om te voldoen aan de standaarden van RSPO, “Rainforest Alliance” en Fairtrade inzake leeare lonen. Om de voortgang in de hele sector te ondersteu- nen, richtte de RSPO een “Living Wage Task Force” op om benchmarks voor correcte leeare lonen te ontwikkelen voor palmolieproducerende landen, met name in regio's waar geen bestaan- de benchmarks beschikbaar zijn van de “Global Living Wage Coalition” (GLWC). De “Rainforest Alliance”-normen vereisen voortdurende loon- beoordelingen en gestructureerde verbeteringen, terwijl de Fairtrade-certificering rechtvaardige lonen, collectieve onderhandelingsrechten en een engagement tot het dichten van de kloof tussen leeare lonen voorschrijft waar van toepassing. Daarnaast beschrijft het RPP de inzet van SIPEF voor de Vrije en rechtvaardige arbeid in de pal- molieproductie: Grondslagen en implementatie- richtlijnen, ontwikkeld door “Humanity United” in samenwerking met belanghebbenden uit de industrie, die vereisen dat er een leefbaar loon wordt betaald aan alle werknemers op basis van de kosten van levensonderhoud, grondstofprijzen en overleg met werknemers. Ga voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP naar 'Algemene informatie'. (3) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 170 The connection to the world of sustainable tropical agriculture * De gegevens vallen niet binnen de reikwijdte van de beperkte zekerheid van CSRD die voor deze Duurzaamheidsverklaring is uitgevoerd. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF voldoet aan alle lokale voorschriften voor minimumlonen en aan de standaarden van RSPO, “Rainforest Alliance” en Fairtrade wat betreft de vereisten en berekeningen voor leeare lonen. Die normen volgen de definitie van de GLWC en gebrui- ken loonmatrices om hiaten te identificeren waar er geen goedgekeurde benchmark bestaat. De gerela- teerde implementatierichtlijnen ondersteunen de ontwikkeling van verbeterplannen om ervoor te zorgen dat eventuele hiaten worden gedicht. Jaarlijkse audits door derde partijen worden uit- gevoerd om de naleving van de RSPO-standaard te controleren voor de palmolieactiviteiten, en de “Rainforest Alliance” en Fairtrade-standaarden voor de bananenactiviteiten. Als onderdeel van de interne controle gebruikt SIPEF een gedocumen- teerd systeem voor de inschaling van salarissen, dat jaarlijks wordt herzien. SIPEF controleert ook externe arbeidsleveranciers om na te gaan of ze voldoen aan de minimumloonwetten en relevante voorschriften. Deze acties hebben geen significante Capex of Opex vereist. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. HUISVESTING VOOR DE WERKNEMERS, KLINIEKEN, SCHOLEN EN KINDEROPVANG VANAF DECEMBER 2024 12135 Wooneenheden 47 Klinieken 50 Scholen 43 Kinderopvang Huisvesting, onderwijs en medische zorg voor werknemers Tal van werknemers van SIPEF wonen in afgelegen landelijke gebieden in de buurt van de oliepalm- en bananenplantages van de Vennootschap, waar de toegang tot basis- voorzieningen en infrastructuur mogelijk beperkt is. Om de werknemers te ondersteu- nen, voorziet SIPEF in huisvesting, schoon water, medische zorg en onderwijs voor de kinderen van de werknemers. In Indonesië wordt sinds 2017 gratis kinderopvang aan - geboden om werkende gezinnen te helpen en gelijke kansen voor vrouwen te bevorderen. De infrastructuur en faciliteiten van SIPEF zijn ook toegankelijk voor lokale gemeen- schappen, met bijkomende locatiespecifieke initiatieven zoals programma's voor de toe- gankelijkheid van voedsel. Die inspanningen zijn in overeenstemming met de normen van de RSPO, “Rainforest Alliance” en Fairtrade, en met de definitie van een leeaar loon van de GLWC, die ook correcte leefomstandighe- den, huisvesting, schoon water, onderwijs en gezondheidszorg omvat. 171 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Bevordering van een leefbaar loon en gedeelde verantwoordelijkheid in Côte d’Ivoire In september 2024 nam Plantations J. Eglin deel aan een groot industrie-evenement in Abidjan over leeare lonen en gedeelde verantwoordelijkheid in de bananensector van Côte d’Ivoire. Het eve- nement werd georganiseerd door Afruibana, een pan-Afrikaans netwerk van fruitproducenten en -exporteurs, en was bedoeld om sectorbrede afspra- ken te maken over leefbare lonen. Vakbonden, producenten, detailhandelaren, overheidsfuncti- onarissen en organisaties zoals COLEAD, Banana Link, de ILO, CGECI en het “World Banana Forum” kwamen bijeen. Plantations J. Eglin's vestiging in Azaguié was gastheer voor een van de veldbezoeken, waarbij de activiteiten en sociale initiatieven ter ondersteuning van de arbeiders werden getoond. Tot de belangrijkste resultaten behoorden de onder- tekening van een handvest voor een gezamenlijke werkgroep met FETBAC, de nationale vakbond van bananenarbeiders, om te onderhandelen over een sectorovereenkomst, en een intentieverkla- ring ter ondersteuning van rechtvaardige lonen, prijzen en gedeelde verantwoordelijkheid in de hele waardeketen. Als onderdeel van de certifi- ceringen van Fairtrade en “Rainforest Alliance” heeft Plantations J. Eglin ook een intern actieplan ontwikkeld om proactief te voldoen aan de principes van beide standaarden. 172 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld voor pas- sende lonen omdat ze al voldoet aan de vastgestelde benchmarks, waaronder minimumloonvereisten op alle werklocaties en naleving van certificerings- en industrienormen voor het voorzien in een correct leeaar loon. SIPEF stelde een bredere doelstelling om 100% RSPO-certificering te bereiken voor haar eigen oliepalmplantages tegen het boekjaar 2030; haar bananenactiviteiten zijn al volledig gecertificeerd. Lees meer over deze bredere doelstelling en de geboekte voortgang in Annex 1 en in 'Duurzaam- heidsnormen en certificering' in het Bedrijfsverslag. JAARLIJKSE VERLONINGSVERHOUDING PER LAND LAND VALUTA 2024 TOTALE JAARLIJKSE VERLONINGSRATIO België EUR 8,80 Singapore SGD 5,26 Indonesië IDR 187,21 Papoea-Nieuw-Guinea PGK 145,27 Côte d’Ivoire XOF 189,74 Vergoedingsratio op jaarbasis In overeenstemming met de vereisten van het ESRS publiceert SIPEF voor het boekjaar 2024 de verhouding tussen de jaarlijkse totale beloning van de hoogst betaalde persoon en de mediaan van de jaarlijkse totale beloning van alle werknemers in elk land waar SIPEF actief is. Het hoogstbetaalde individu in elk land is uitgeslo- ten van elke berekening van de mediaan. Bovendien werden de gegevens berekend zonder aanpassingen voor functiegroepen of specifieke rollen en wordt er geen onderscheid gemaakt tussen administratieve en veldfuncties. 173 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring VRIJHEID VAN VERENIGING EN COLLECTIEVE ONDERHANDELINGEN SIPEF gelooft dat de sociale dialoog belangrijk is voor het creëren van een constructieve werkomge- ving voor haar werknemers. De Groep respecteert het recht op vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen. Alle arbeiders en contractanten, vast of tijdelijk, in de landen waar SIPEF actief is, hebben het recht om zich aan te sluiten bij een vak- bond en zich te organiseren volgens de wetgeving van het land waar ze actief zijn. Gebieden van impact 4 Vrijheid van vereniging , Dankzij de vrijheid van vereniging kunnen werk- nemers vakbonden oprichten, zich aansluiten bij bestaande vakbonden of deelnemen aan collectieve onderhandelingen om op te komen voor hun rechten en belangen. Zonder vrijheid van vereniging hebben werknemers mogelijk onvoldoende toegang tot kanalen waar ze hun zorgen kunnen uiten, kunnen onderhandelen over betere arbeidsomstandigheden of kunnen deelnemen aan besluitvormingsproces- sen die van invloed zijn op hun levensonderhoud. Collectieve onderhandelingen , Collectieve arbeidsovereenkomsten leiden vaak tot betere lonen en voordelen voor werknemers. Collectieve arbeidsovereenkomsten kunnen ook de onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden of werknemersvertegenwoordigers vergemakkelij- ken en helpen om rechtvaardige en concurrerende beloningspakketten vast te stellen, die de bijdragen en behoeften van werknemers weerspiegelen. Als arbeidsintensieve landbouwonderneming zijn de plantages en palmolie-extractiefabrieken van SIPEF aankelijk van sterke relaties tussen arbeiders en werkgevers om de productiviteit en operationele continuïteit te handhaven. Door het recht op vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen te handhaven, helpt SIPEF een open dialoog met haar werknemers te bevorderen en stelt ze werknemers in staat voor hun rechten op te komen, wat eerlijke arbeidspraktijken, stabiliteit van het personeelsbestand en veerkracht van het bedrijf op de lange termijn ondersteunt. Beleid en verplichtingen SIPEF heeft een Beleid inzake vrijheid van verenig- ing en een Mensenrechtenbeleid, die de Groep ver- plichten tot naleving van de toepasselijke nationale regelgeving, de kernverdragen van de ILO en de internationale mensenrechtenwet. In het kader van het RPP verplicht SIPEF zich tot 100% certificering voor al haar activiteiten, waarbij naleving van de RSPO-, “Rainforest Alliance“ en Fairtrade-normen wordt gegarandeerd. Alle vier de certificeringsnormen beschermen het recht van (4) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 174 The connection to the world of sustainable tropical agriculture werknemers om vakbonden op te richten, collectief te onderhandelen en deel te nemen aan de sociale dialoog, en verplichten certificaathouders om die rechten te respecteren en actief samen te werken met werknemersvertegenwoordigers. Daarnaast beschrijft het RPP de inzet van SIPEF voor de Vrije en rechtvaardige arbeid in de pal- molieproductie: Beginselen en implementatiericht- lijnen, die expliciet de vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen beschermen. Samen zorgen die beleidsregels en toezeggingen ervoor dat alle werknemers zich vrij kunnen vereni- gen, zich kunnen aansluiten bij een vakbond en deel kunnen nemen aan collectieve onderhandelingen zonder discriminatie of vergelding. Ga voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP naar 'Algemene informatie'. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF handhaaft het recht op vrijheid van vereni - ging en collectieve onderhandelingen door haar beleid en verbintenissen uit te voeren. De Groep ziet erop toe dat zijn arbeidspraktijken niet bij- dragen aan negatieve eecten door een beleid van niet-inmenging in vakbondsactiviteiten te voeren, zich te houden aan rechtvaardige arbeidsnormen en voldoende middelen en bescherming te bieden aan werknemersvertegenwoordigers. De naleving wordt geverifieerd door middel van interne en externe audits die het hele jaar door worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de nationale wet- en regelge- ving en certificeringsnormen worden nageleefd. Op locaties waar vakbonden aanwezig zijn, werkt SIPEF samen met vakbondsvertegenwoordigers met gestructureerde bijeenkomsten en open communicatiekanalen om de sociale dialoog te ondersteunen en problemen op de werkplek aan te pakken. Hoewel niet alle afspraken resulteren in formele collectieve arbeidsovereenkomsten, bieden ze een platform voor het bespreken van arbeidsomstandigheden, werknemersrechten en arbeidsbeleid. Op 31 december 2023 was 51% van de werknemers van SIPEF gedekt door collectieve arbeidsover- eenkomsten, met een volledige dekking in Côte d’Ivoire, 83% in België, 57% in Indonesië en 0% in Singapore en Papoea-Nieuw-Guinea. Werknemers die niet onder een collectieve arbeidsovereenkomst vallen, worden in plaats daarvan gedekt door con- tractuele overeenkomsten. DEKKING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TYPE WERKNEMERS GEDEKT TOTAAL WERKNEMERS PER LAND GEDEKT % Indonesië 9657 16856 57% Côte d’Ivoire 2640 2640 100% België 19 23 83% Singapore 0 17 0% Papoea-Nieuw-Guinea 0 4668 0% SIPEFGROEP 12316 24204 51% 175 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Om de participatie en vertegenwoordiging van werknemers verder te verbeteren, onderzoekt SIPEF manieren om duurzaamheidskwesties op te nemen in collectieve onderhandelingsgesprekken en meer middelen beschikbaar te stellen voor werk- nemersvertegenwoordigers en sociale dialoogme- chanismen. De Groep probeert ook belemmeringen voor vakbondsdeelname te identificeren en waar mogelijk aan te pakken. In Papoea-Nieuw-Guinea bijvoorbeeld is er weliswaar een vakbond voor de werknemers, maar blijft de participatie laag omdat de voordelen van lidmaatschap als beperkt worden ervaren. Deze acties hebben geen significante Capex of Opex vereist. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifieke doelen gesteld voor vrijheid van vereniging of collectieve onderhan - delingen, aangezien deelname aan deze regelingen vrijwillig is voor werknemers. In plaats daarvan volgt de Groep zijn prestaties op door het percen- tage werknemers bij te houden dat lid is van een vakbond en onder een collectieve arbeidsovereen- komst valt. SIPEF is ook van plan om haar Beleid inzake vrijheid van vereniging te herzien en bij te werken om expliciet in te gaan op collectieve onderhandelingen en ervoor te zorgen dat het in overeenstemming is met de beste praktijken. SIPEF stelde zich een bredere doelstelling om 100% RSPO-certificering te bereiken voor haar eigen oliepalmplantages tegen het boekjaar 2030; haar bananenactiviteiten zijn al volledig gecertificeerd. Lees meer over deze bredere doelstelling en de geboekte voortgang in Annex 1 en in 'Duurzaamheidsnormen en -certificering' in het Bedrijfsverslag. 176 The connection to the world of sustainable tropical agriculture ARBEIDSTIJD EN WERKPRIVÉBALANS Rechtvaardige werktijden en een gezond evenwicht tussen werk en privéleven zijn essentieel voor een productieve en ondersteunende werkomgeving. Door effectief te roosteren en de werkdruk te beheren, kunnen werknemers hun professionele verantwoordelijkheden uitoefenen en hebben ze tegelijkertijd voldoende tijd voor rust, persoonlijk welzijn en gezinsleven. SIPEF zet zich in voor het implementeren van gestructureerde werkschema's en verantwoorde overurenpraktijken in overeen- stemming met de wettelijke vereisten en industrie- normen, die zowel het welzijn van de werknemers als de operationele eciëntie ondersteunen. Gebieden van impact 5 Werktijd , Te lange werktijden kunnen negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezond- heid en voor het gezinsleven van werknemers. Langdurige periodes van overmatig werken kunnen ook leiden tot burn-outs. Uitputting kan werkne- mers ook kwetsbaarder maken voor gezondheids- en veiligheidsrisico's op het werk. Werk-privébalans , , Door te lange werktijden houden werknemers mogelijk weinig tijd over voor gezins- en per- soonlijke activiteiten of sociale interacties buiten het werk. Dat kan bijdragen aan gevoelens van ontevredenheid en negatieve gevolgen voor de geestelijke gezondheid. Vermoeidheid en stress als gevolg van een verstoord evenwicht tussen werk en privéleven kunnen ook de gezondheid en veiligheid van werknemers in gevaar brengen. Vermoeide en overwerkte werknemers kunnen vatbaarder zijn voor ongevallen, verwondingen en fouten op de werkplek, waardoor ze zichzelf en anderen in gevaar brengen. De activiteiten van SIPEF op de plantages, in de palmolie-extractiefabrieken en in de verpakkings- stations vereisen een gestructureerde personeels- planning om de productiviteit op peil te houden en het welzijn van de werknemers te garanderen. Het bedrijfsmodel van de Groep omvat zowel recht- streekse indienstneming als ingehuurde arbeid, waardoor verantwoordelijk arbeidstijdmanagement essentieel is voor het garanderen van rechtvaardige arbeidsomstandigheden. (5) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 177 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Beleid en verplichtingen Door het RPP te implementeren, zorgt SIPEF voor naleving van RSPO, “Rainforest Alliance” en Fairtrade, die stuk voor stuk eisen stel - len in verband met werktijden, overuren en arbeidsomstandigheden. De RSPO P&C eisen dat de werktijden en arbeids- omstandigheden voldoen aan nationale wettelijke voorschriften. Werkgevers moeten ervoor zorgen dat de contracten de werktijden, voorwaarden van overuren en rusttijden duidelijk omschrijven in een taal die werknemers begrijpen. De RSPO verbiedt ook onvrijwillige overuren en verplicht naleving van de wet op verlofrechten en andere arbeidsrechten. Ook de normen van “Rainforest Alliance” en Fairtrade beperken buitensporige werktijden, reguleren overuren en schrijven voldoende rust- periodes voor. De “Rainforest Alliance” beperkt reguliere arbeidstijden specifiek tot acht uur per dag en 48 uur per week, en alle drie de standaarden vereisen vrijwillig en naar behoren gecompenseerd overwerk. Werkgevers moeten ook een nauwkeurige werkurenadministratie bijhouden en betaald verlof aanbieden, inclusief jaarlijks verlof, ziekteverlof en zwangerschapsverlof, met extra bescherming voor moeders die borstvoeding geven. Het RPP beschrijft ook de verbintenis van SIPEF tot het implementeren van de "Free and Fair Labour in Palm Oil Production: Principles and Implementation Guidance", die vereisen dat productiedoelen of quota gebaseerd zijn op wat redelijkerwijs kan worden bereikt binnen stan- daard werkuren, waardoor overmatige werkdruk en de noodzaak voor onvrijwillige overuren worden voorkomen. Ga voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP naar 'Algemene informatie'. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF handhaaft bepaalde werktijden voor al haar activiteiten en zorgt ervoor dat overuren worden gecompenseerd wanneer de contractuele uren worden overschreden. Er werden maatregelen genomen om buitensporig overwerk te voorkomen en voldoende rustperiodes te garanderen, afge- stemd op de specifieke regelgeving en operationele context van elk land waar SIPEF actief is. SIPEF houdt de doeltreendheid van deze acties bij door middel van interne en externe audits die het hele jaar door worden uitgevoerd, om erop toe te zien dat de nationale wet- en regelgeving en de respectieve certificeringsnormen worden nageleefd. Daarnaast implementeert de Groep initiatieven om een goede balans tussen werk en privéleven voor zijn werknemers te ondersteunen, waaronder verbeteringen in roosterpraktijken en, waar moge- lijk, een betere toegang tot kinderopvang. Deze acties hebben geen significante operationele Capex of Opex vereist. Er zullen geen andere finan- ciële middelen aangewend worden. Indonesië Overwerk wordt in Indonesië geregeld door de nationale arbeidswetgeving, die een maximum van vier uur per dag en 18 uur per week toestaat. Voor al het overwerk is voorafgaande goedkeuring nodig van de directe leidinggevende en de hoofden van de administratie, en werknemers moeten een formele aanvraag voor overwerk indienen voordat ze buiten de standaarduren mogen werken. Werknemers 178 The connection to the world of sustainable tropical agriculture krijgen overuren uitbetaald en hebben recht op 12 dagen jaarlijks verlof, 12 weken zwangerschapsver- lof, ziekteverlof en feestdagen, in overeenstemming met de arbeidswetgeving. Papoea-Nieuw-Guinea Volgens de nationale arbeidswet in Papoea-Nieuw- Guinea mag de werktijd niet langer zijn dan 12 uur, behalve in bepaalde dringende omstandigheden. Niet-leidinggevende werknemers ontvangen een vergoeding wanneer de aangewezen werkuren worden overschreden. Werknemers hebben recht op jaarlijks verlof, zwangerschapsverlof en dienstverlof. Het zwangerschapsverlof bedraagt 12 weken, met de mogelijkheid om zes weken op te nemen vóór de bevalling. Het recht op jaarlijks verlof varieert aankelijk van de rang en het niveau van de werknemer. Côte d’Ivoire Plantations J. Eglin voldoet aan de nationale regel- geving en toonaangevende certificeringsnormen voor werktijden, overuren en rustperioden. Die normen staan flexibiliteit toe voor langere werktij- den tijdens piekseizoenen, op voorwaarde dat aan de wettelijke en rusttijdenvereisten wordt voldaan. De werktijden voor veldwerkers blijven consistent, maar het kan een uitdaging zijn om de roosters in verpakkingsstations stabiel te houden, vooral tijdens het hoogseizoen. Om dit aan te pakken, voerde de vennootschap in 2024 gerichte maatre- gelen in, waaronder gespecialiseerde training door haar certificeringsinstantie over leeare lonen, werktijden en overuren, en contractstructuren (reguliere en stuklooncontracten) voor het senior management, HR en locatiehoofden. Scholen voor jonge kinderen in Papoea-Nieuw-Guinea HOPL ondersteunt voorschools onderwijs door de registratie van gemeenschapsscholen voor kinderen van 5-7 jaar te vereenvoudigen in een aantal werknemerscomplexen waar gezinnen dit als een behoefte hebben aangegeven. Dit initiatief verbetert de toegang tot voorschools onderwijs, met respect voor culturele voorkeuren op het gebied van kinderopvang. Hoewel er overheidsscholen en -zorgfaciliteiten bestaan, krijgen die vaak niet voldoende finan- ciering. Om die kloof te overbruggen, biedt HOPL financiële steun aan deze scholen voor jonge kinderen, terwijl de afdeling maatschappelijke betrokkenheid begeleiding en administratieve ondersteuning biedt om hen te helpen aan de registratievereisten te voldoen. Door samen te werken met lokale overheden stimuleert HOPL ook de ontwikkeling van een formele infrastructuur voor kinderopvang. 179 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Daarnaast werden er werksessies gehouden om uitdagingen te beoordelen en oplossingen te ver- kennen. Op basis van die bevindingen ontwikkelen de productie- en HR-teams van de vennootschap een nieuw personeelsprogramma, waarvan de implementatie gepland is voor volgend jaar. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft een meetbaar doel gesteld in het ver- lengde van haar overkoepelende engagement om een verantwoordelijke en ondersteunende werkgever te zijn. Doelstelling: tegen 2025 tien scholen voor jonge kinderen aanmelden voor registratie bij de lokale autoriteiten in Papoea-Nieuw-Guinea. Om dit doel vast te stellen, werd overlegd met de personeels- en gemeenschapsafdelingen van HOPL in Papoea-Nieuw-Guinea, die als werknemers- en gemeenschapsvertegenwoordigers fungeerden. Daarnaast werden het regionale duurzaamheids- team en regionale executief comité geraadpleegd voor feedback en goedkeuring. Meer informatie over de doelstellingen is opgeno- men in Annex 1. 2024 In 2024 werden er tien scholen voor jonge kinderen opgericht in werknemerscomplexen waar gezinnen daartoe de behoefte aangaven. Hiervan hebben twee scholen de registratie bij de lokale autoriteiten met succes afgerond, en twee andere scholen zijn aangemeld voor registratie. De afdeling maatschappelijke betrokkenheid van HOPL, die nauw samenwerkt met werkne - mersgezinnen en leden van de gemeenschap die de scholen hebben opgezet, is verantwoordelijk voor het bijhouden van de voortgang op het gebied van deze doelstelling. De afdeling houdt toezicht op de voortgang van de registratie, identificeert uitdagingen en bevordert de samenwerking met lokale autoriteiten. Bovendien worden de lessen die uit dit initiatief zijn getrokken, gebruikt om het proces te verbeteren en toekomstige registraties te ondersteunen. 180 The connection to the world of sustainable tropical agriculture GEZONDHEID EN VEILIGHEID De bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers is een fundamentele prioriteit in de palmolie- en bananenindustrie, waar vaak met de hand wordt gewerkt. De aard van het veldwerk, het gebruik van machines en landbouwchemicali- en en de afgelegen locaties van plantages brengen inherente risico's met zich mee, die gestructureerde voorzorgs- en preventiemaatregelen vereisen. Ervoor zorgen dat werknemers in een veilige en gecontroleerde omgeving werken, is niet alleen essentieel voor hun welzijn en gezondheid op lange termijn, maar ook voor het behoud van de operationele stabiliteit. SIPEF zet zich in om robuuste gezondheids- en veiligheidsnormen te handhaven die in overeenstemming zijn met de wettelijke vereisten, de beste praktijken in de sector en toonaangevende normen, zodat risico's of gevolgen eectief worden beheerd en beperkt blijven in al haar activiteiten. Gebieden van impact 6 , In de arbeidsintensieve palmolie-industrie kan het ontbreken van strenge gezondheids- en veiligheids- maatregelen leiden tot ernstige ongevallen en ver- wondingen, variërend van kortdurende gevolgen tot blijvende invaliditeit of zelfs dodelijke ongevallen. Zonder de juiste opleiding en maatregelen brengen de werknemers mogelijk pesticiden en meststoen aan zonder de goede bescherming, met het risico op ademhalingsproblemen, huidziekten en andere gezondheidseecten op lange termijn. Vrouwelijke werknemers kunnen extra risico's lopen als ze wor- den blootgesteld aan landbouwchemicaliën, vooral als ze zwanger zijn of borstvoeding geven, en aan de fysieke vereisten van hun werk. Er bestaat ook een risico op incidenten gerelateerd aan het gebruik van machines, zoals die met tractoren. Bovendien kan de afgelegen locatie van oliepalmplantages de toegang tot medische nooddiensten vertragen, waardoor de ernst van eventuele gezondheidsin- cidenten toeneemt. Beleid en verplichtingen Het Beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk (“Occupational Health and Safety Policy” - OHS) van SIPEF beschrijft het engagement van de Groep om in een veilige en gezonde werkomge- ving te voorzien voor alle werknemers. Dit beleid garandeert de naleving van nationale regelgeving, internationale arbeidsnormen en toonaangevende certificeringskaders, waarbij de nadruk ligt op risicopreventie, vermindering van ongevallen en voortdurende verbetering van de veiligheid op de werkplek. Tot de belangrijkste maatregelen behoren gevarenidentificatie, strategieën voor risicobeper- king en de toewijzing van middelen ter ondersteu- ning van programma's voor “Occupational Health and Safety" - OHS). (6) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 181 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring In Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire wordt dit aangevuld door gedetailleerde beleidslijnen op landenniveau, die procedures voorschrijven in overeenstemming met de lokale wet- en regelgeving en de beste praktijken voor de palmolie- en bananensector. Acties, doelstellingen en opvolging Alle werknemers op operationele locaties vallen onder een gezondheids- en veiligheidsbeheersys- teem dat is afgestemd op wettelijke vereisten en internationaal erkende normen. Elke werkeenheid in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoi- re heeft een speciaal comité voor OHS, bestaande uit vertegenwoordigers van de werknemers en het management. Die comités worden ondersteund door getrainde veiligheidsfunctionarissen die veiligheidsbeheerplannen op siteniveau implemen- teren en regelmatig controles uitvoeren. In overeenstemming met haar verbintenis tot preventie voert SIPEF jaarlijks risicoanalyses uit om de reële of potentiële risico's verbonden aan haar activiteiten te identificeren. Op basis van deze bevindingen worden OHS-plannen ontwikkeld of gewijzigd en controlemaatregelen geïmplementeerd. Training en preventie SIPEF biedt regelmatige, op risico's gebaseerde OHS-trainingen aan werknemers en ingehuurde werknemers. De inhoud en frequentie van de training worden aangepast aan de functie en de lokale context. Er worden ook regelmatig bijscho- lingen gegeven voor de verschillende functies, in overeenstemming met de gezondheids- en veiligheidsbeheerplannen, en de communicatie wordt aangepast aan de lokale talen en context. Waar nodig worden gespecialiseerde cursussen aangeboden, zoals defensief rijden of werken in besloten ruimtes. Verplichtingen op het gebied van gezondheid en veiligheid zijn verder opgenomen in het RPP van SIPEF, dat een overkoepelende verplichting bevat om te voldoen aan de normen van RSPO, “Rainforest Alliance”, GLOBALG.A.P. en Fairtrade. Deze kaders stellen duidelijke eisen aan bescher - mende uitrusting, het werken met agrochemica- liën, werkomstandigheden en de paraatheid bij noodsituaties. 182 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Alle nodige persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE) worden verstrekt en werknemers die met chemicaliën werken, worden ten minste jaarlijks, zo niet frequenter, medisch onderzocht. Zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, worden overgeplaatst naar niet-chemische taken. Veiligheidscontroles, waaronder het nale- ven van PPE, worden uitgevoerd tijdens dagelijkse ochtendinspecties en supervisors controleren de hele werkdag lang of de regels worden nageleefd. Opvolging en reactie Alle beroepsincidenten worden onderzocht en er worden corrigerende maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Waar van toepassing worden herstelmaatregelen geïmplementeerd na incidenten of na de identificatie van risico’s. De naleving van gezondheids- en veiligheidsnormen wordt gewaarborgd door interne opvolging, die is afgestemd op nationale wetten en internationale normen, zoals ISO 45001, aankelijk van het land. De eectiviteit wordt bijgehouden door middel van interne en externe audits, analyse van letselgege- vens en input van functionarissen voor gezondheid en veiligheid op het werk en duurzaamheidsmede- werkers op alle locaties. Er zijn noodplannen (“Emergency response plans” - ERP) voor scenario's met een hoog risico, zoals auto-ongelukken, brand en noodweer. Die omvatten gecoördineerde responsteams om zowel de veiligheid van werknemers als milieukwesties aan te pakken. Doelstellingen en opvolging SIPEF houdt de frequentie van ongevallen met werkverlet (“Lost Time Injury Frequency Rate” - LTIFR) bij voor alle activiteiten, gedefinieerd als het aantal verwondingen waardoor tijd verloren ging per miljoen gewerkte uren. De Groep heeft meetbare doelen gesteld in het verlengde van zijn overkoepelende inzet voor gezondheid en veiligheid, zoals uiteengezet in zijn Beleid inzake Gezondheid en veiligheid. : 1. Nul werkgerelateerde sterfgevallen 2. Tegen 2027 de LTIFR met 8,5% verminderen in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire. Klinieken en medische diensten Om snel te kunnen reageren op medische behoeften is elke operationele locatie uitgerust met een kliniek met opgeleid personeel, waar zowel preventieve gezondheidsdiensten als spoedeisende hulp worden verleend. Sinds 2024 beheert SIPEF 47 klinieken: 28 in Indonesië, 13 in Papoea-Nieuw-Guinea en zes in Côte d’Ivoire. In Indonesië zijn in het verslagjaar drie nieuwe klinieken operationeel geworden ter ondersteuning van de nieuwe locaties in Zuid- Sumatra. Tal van klinieken zijn ook toegankelijk voor leden van de gemeenschap. In Côte d’Ivoire biedt een medisch analyselabora- torium naast de kliniek in Azaguié diensten voor ziektescreening, met name voor malaria, aan werknemers, hun gezinnen en de nabijgelegen gemeenschappen. Deze faciliteit wordt gefinancierd door het Fairtrade Fund en werd opgezet op basis van prioriteiten die zijn vastgesteld door het comité van werknemersvertegenwoordigers van het fonds. Ze speelt een essentiële rol bij het mogelijk maken van vroegtijdige opsporing en tijdige behandeling. 183 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Om die doelen vast te stellen, werd overlegd met de afdelingen gezondheid en veiligheid en perso- neelszaken, evenals met de regionale duurzaam- heidsteams. Daarnaast werd het regionale executief comité geraadpleegd voor feedback en goedkeuring. Meer informatie over de doelstellingen staat in Annex 1. 2024 In 2024 waren er binnen de Groep geen werkgerela- teerde sterfgevallen of sterfgevallen als gevolg van werkgerelateerde slechte gezondheid. De LTIFR van Indonesië daalde met 3% (-0,14) in 2024, gedeeltelijk door de opname van de werk- nemers van de theeactiviteiten van SIPEF in de FREQUENTIE VAN ONGEVALLEN MET WERKVERLET LAND BASISJAAR DOELSTELLING LTIFR FY2027 2024 2023 Indonesië 2023 3,97 4,20 4,34 Papoea-Nieuw-Guinea 2024 6,24 16,33 24,90 Côte d’Ivoire 2024 6,75 7,66 6,13 Singapore N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. België N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. * LTIFR wordt niet bijgehouden voor Singapore en België, omdat die locaties alleen bestaan uit administratieve kantoren. LTIFR-berekening. De top vijf van incidenten bleef vergelijkbaar met 2023, met kleine verschuivingen in de rangorde: 1) verkeersongevallen, 2) steken van bijen/wespen, 3) puin dat in de ogen van werknemers terechtkomt, 4) verwondingen door scherpe voorwerpen en 5) palmdorens in de ogen. Om hardnekkige oogletsels te verminderen, krijgen oogstmachines in 2025 beschermende vizieren. Papoea-Nieuw-Guinea registreerde een vermin- dering van 34% (-8,57) in LTIFR na de implemen- tatie van standaard operationele procedures om de rapportage en classificatie van incidenten te verbeteren. Verwondingen worden nu nauwkeu- riger gecategoriseerd, wat een duidelijker beeld geeft van de ernst ervan. Ook de documentatie is verbeterd: de formulieren voor werkgerelateerde incidenten (“Work-Related Incident” - WRI) wor- den consequenter ingevuld en het WRI-register wordt regelmatiger bijgehouden. In Côte d’Ivoire steeg de LTIFR met 25% (+1,53) in 2024, grotendeels door een toename van de vel- dactiviteiten. Dit omvat een grotere hoeveelheid handmatig maaiwerk na de geleidelijke stopzetting van de toepassing van herbiciden. De drie landen zullen werken aan het verlagen van hun LTIFR door de veiligheidsuitrusting te herzien, veiligheidsanalyses uit te voeren om ongevallenrisi- co's te identificeren en het bewustzijn te beoordelen, en gerichte interne trainingen te plannen. Hoewel die aanpak in eerste instantie gericht is op de vijf primaire factoren van LTIFR, zal hij geleidelijk worden uitgebreid naar alle personeelsactiviteiten. In alle plantages is een actieve rol weggelegd voor gezondheids- en veiligheidsfunctionaris- sen en commissies op siteniveau, waaronder 184 The connection to the world of sustainable tropical agriculture werknemersvertegenwoordigers, bij het volgen van de voortgang voor wat betreft de LTIFR-doelen. Ze helpen ook bij het identificeren van lessen en verbe- teringen door middel van evaluaties na ongevallen, JSA's en het ontwerpen van trainingsprogramma's. Meer gegevens en informatie over de aanpak om de LTIFR te berekenen, zijn beschikbaar in de Annexen 1 en 4. TRAINING EN ONTWIKKELING VAN VAARDIGHEDEN Voortdurende training en de ontwikkeling van vaardigheden zijn essentieel om te garanderen dat werknemers hun taken veilig en eectief kunnen uitvoeren en tegelijkertijd hun carrièremogelijk- heden en kansen op de lange termijn kunnen ver- groten. In industrieën zoals palmolie en bananen helpen gestructureerde trainingsprogramma's de risico's op de werkplek te beperken, de eciëntie te verbeteren en professionele vooruitgang te ondersteunen, met name voor vrouwen. SIPEF streeft ernaar gerichte opleidingsinitiatieven aan te bieden die de capaciteiten van haar werknemers versterken en bijdragen tot een veiliger, bekwamer en veerkrachtiger personeelsbestand. Gebieden van impact 7 , - , Zonder opleiding zijn werknemers niet in staat om hun taken naar behoren uit te voeren, hun exper- tise te ontwikkelen of voortgang te boeken in hun carrière. Dat is vooral een risico voor vrouwen in de palmolie- en bananenindustrie, die traditioneel geen toegang hebben tot opleidingsmogelijkheden. Een gebrek aan training leidt ook tot een hoger risico op letsel bij werknemers. Beleid en verplichtingen Hoewel SIPEF op Groepsniveau geen alleenstaand beleid heeft inzake opleiding en de ontwikkeling van vaardigheden, blijft dit een strategische en operationele prioriteit voor de Groep. Het aan- bieden van gestructureerde training is essentieel om een bekwaam personeelsbestand te behou- den, de bedrijfscontinuïteit te garanderen en een veilige en eciënte bedrijfsvoering te ondersteunen. Op sommige locaties bestaat er een trainingsbeleid op landelijk niveau om te voldoen aan de lokale vereisten en specifieke behoeften van het personeel. Zoals uiteengezet in het RPP zet de Groep zich in voor 100% certificering van al zijn activiteiten (7) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 185 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring door te voldoen aan de standaarden van RSPO, Rainforest Alliance en Fairtrade, die stuk voor stuk specifieke vereisten inhouden voor training en ontwikkeling van de medewerkers. RSPO-principe 3 vereist dat al het personeel, mede- werkers en contractarbeiders de juiste training krijgen via een gedocumenteerd programma dat voor iedereen toegankelijk is, rekening houdt met genderspecifieke behoeften en relevante aspecten van de RSPO P&C in een begrijpelijke vorm behan- delt. Certificaathouders moeten ook trainingsge- gevens bijhouden om naleving te garanderen en de ontwikkeling van hun personeel bij te houden. Op dezelfde manier schrijft de “Rainforest Alliance Sustainable Agriculture Standard” voor dat boerde- rijen gestructureerde training moeten geven over duurzame praktijken, gezondheid en veiligheid en de rechten van arbeiders, en toegankelijke en geschikte documentatie moeten aanbieden. Fairtrade-standaarden vereisen ook trainingspro- gramma's die veiligheid op het werk, rechtvaardige arbeidsomstandigheden en duurzame landbouw- praktijken promoten. Ga voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP naar 'Algemene informatie'. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF implementeert verschillende gestructureer - de opleidingsinitiatieven in al haar activiteiten om de vaardigheden van het personeel te versterken, de loopbaanontwikkeling te verbeteren, de risico's op de werkplek te verminderen en de naleving van het bedrijfsbeleid, de regelgeving en de certificerings- vereisten te garanderen. Trainingsprogramma's worden zowel qua inhoud als frequentie afge- stemd op de lokale context en de behoeften van de werknemers. Opleidings- en communicatiemateriaal wordt opgesteld in lokale talen om de toegankelijkheid voor alle werknemers, contractoren en het manage- ment te garanderen. Belangrijke onderwerpen zijn gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsom- standigheden, mensenrechten, standaard werkpro- cedures, landbouwpraktijken en certificering, en regelgevende en beleidsvereisten. Die inspanningen versterken de naleving, veiligheid en verantwoorde landbouwpraktijken binnen de hele Groep. Om de doeltreendheid te controleren, houdt SIPEF de deelnamepercentages aan opleidingen en de feedback van werknemers bij. Eectbeoordelingen van trainingen geven informatie over de ontwik- keling van toekomstige programma's, terwijl één- op-één coaching tussen supervisors en teamleden continu leren en prestatieverbetering garandeert. Deze inspanningen zorgen ervoor dat de opleidings- initiatieven van SIPEF niet alleen de risico's op de werkplek beperken, maar ook bijdragen aan de veerkracht en inclusie van de beroepsbevolking op de lange termijn. In 2024 werden in totaal 59511 trainingsuren gegeven in de hele Groep met uitzondering van Singapore, waarvoor geen trainingsuren beschik- baar waren. Gemiddeld kregen mannen meer opleidingsuren dan vrouwen, grotendeels omdat het grootste aantal opleidingsuren verband houdt met technische functies in het veld, die voornamelijk door mannen worden vervuld. 186 The connection to the world of sustainable tropical agriculture TRAININGSUREN EIGEN WERKNEMERS IN 2024 LAND TRAININGSUREN VROUWEN TRAININGSUREN MANNEN GEMIDDELD AANTAL TRAININGSUREN VROUWEN GEMIDDELD AANTAL MANNEN België 169 180 10,56 25,71 Indonesië 5527 19810 1,30 1,57 Papoea-Nieuw-Guinea 3718 16184 3,59 4,46 Côte d’Ivoire 4320 9603 5,29 5,26 Singapore 0 0 0 0 SIPEFGROEP 13734 45777 2,24 2,54 * Trainingsuren voor het kantoor in Singapore en de Cibuni-theeplantage zijn niet beschikbaar voor 2024. Meer details over specifieke trainingsonder- werpen voor SIPEF's eigen personeel en lokale leveranciers worden verstrekt in deze Duurzaam- heidsverklaring. Cadetten- en leerlingenprogramma's In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea heeft SIPEF cadettenprogramma's die afgestudeerden opleiden voor middenkaderfuncties in palmolieactiviteiten. Hoewel de deelname van vrouwen beperkt blijft, moedigt SIPEF vrouwen actief aan om zich kan- didaat te stellen. In 2024 werden er geen nieuwe cadetten aangeworven in Indonesië, omdat SIPEF momenteel het programma herwerkt na de aanwer- ving van een nieuwe trainingsmanager. In Papoea-Nieuw-Guinea heeft HOPL ook een goed lopend leerlingenprogramma dat gericht is op technische gebieden zoals constructie- en werkplaatswerkzaamheden. Het programma ondersteunt de ontwikkeling van praktische vaar- digheden en draagt bij aan een inclusiever technisch personeelsbestand. 187 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifieke doelstelling voor de hele Groep bepaald voor de ontwikkeling van opleidingen en vaardigheden, aangezien de ambities variëren naargelang het doel en de inhoud van elk programma. Trainingsbehoeften en -doelen zijn afgestemd op het onderwerp, zoals gezondheid en veiligheid, technische vaardigheden of managemen- tontwikkeling, waardoor één overkoepelende doel- stelling minder zinvol is. Zo werd er bijvoorbeeld een doelstelling voor de hele Groep vastgesteld voor training over bestrijding van corruptie en omkoping (zie: ‘G1: Zakelijk gedrag’). SIPEF heeft ook een bredere doelstelling om 100% RSPO-certificering te bereiken voor SIPEF's eigen oliepalmplantages tegen het boekjaar 2030. De RSPO-certificering vereist gedocumenteerde training over veiligheid, arbeidsrechten en andere normen; training is dus een cruciaal onderdeel van het behalen van dit doel. Lees meer over deze bredere doelstelling en de geboekte voortgang in Annex 1 en in 'Duurzaamheidsnormen en -certificering' in het Bedrijfsverslag. DIVERSITEIT EN GENDERGELIJKHEID SIPEF handhaaft gelijke kansen voor alle werkne- mers en past strikte non-discriminatieprincipes toe in al haar activiteiten. De Groep houdt zich aan de wetten voor gelijke werkgelegenheid en neemt maatregelen om discriminatie op grond van geslacht te verminderen. Vrouwen spelen een cru- ciale rol in de landbouwsector, maar worden vaak geconfronteerd met belemmeringen om promotie te maken en met ongelijke vertegenwoordiging in het management. Die uitdagingen hebben te maken met de personeelsstructuur en de operationele behoef- ten van SIPEF, aangezien plantageactiviteiten van oudsher door mannen worden gedomineerd. SIPEF erkent deze realiteit en richt zich op het creëren van een veiliger, meer ondersteunende werkomgeving terwijl ze een diversere en inclusievere werkomge- ving bevordert binnen haar activiteiten. Gebieden van impact 8 , De palmolie-industrie als geheel wordt van ouds- her gedomineerd door mannen. Dat komt door de fysieke aard van het werk en de historische en culturele context van genderrollen. Daardoor is er meestal een hoger percentage mannen actief in managementfuncties en andere activiteiten. In sommige oliepalmproducerende landen zijn vrou - wen oververtegenwoordigd in informele arbeid. Vergelijkbare trends worden waargenomen in de bananenproducerende industrie, waar het totale personeelsbestand ook een groter aandeel mannen dan vrouwen telt. (8) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 188 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Beleid en verplichtingen SIPEF zet zich in voor gelijke tewerkstellingskan- sen en het elimineren van discriminatie in al haar activiteiten. Dit streven wordt weerspiegeld in het Beleid inzake gelijke kansen in werkgelegenheid van de Groep, het RPP en de Gedragscode van de Groep. Het Beleid inzake gelijke kansen verzekert de nale- ving van de antidiscriminatie- en gelijke tewerk- stellingswetten in de landen waar SIPEF actief is. Wervings- en selectieprocessen zijn uitsluitend gebaseerd op verdienste, waarbij alle gekwalificeer- de kandidaten een gelijke behandeling krijgen. Ook loopbaanontwikkeling en disciplinaire maatregelen zijn niet-discriminerend. De Gedragscode van de Groep verbiedt expliciet discriminatie op basis van ras, religie, politieke overtuiging, geslacht, leeftijd, nationale aomst, handicap of enige andere clas- sificatie die bij wet verboden is verklaard. Zoals uiteengezet in het RPP, zet SIPEF zich in voor 100% certificering van al haar activiteiten, wat de naleving waarborgt van de RSPO-, “Rainforest Alliance”- en Fairtrade-normen, die een beleid vereisen dat non-discriminatie, gendergelijkheid en diversiteit bevordert. Deze normen schrijven ook specifieke maatregelen voor om kwetsbare of ondervertegenwoordigde groepen te onder- steunen, zoals de oprichting van gendercomités, bescherming tegen zwangerschapsdiscriminatie, toezeggingen over gelijke beloning en verplichte gendergerelateerde training. Diversiteit in geslacht en leeftijd bij SIPEF Op 31 december 2024 maakten vrouwen ongeveer een kwart uit van het personeelsbestand van SIPEF. Vrouwen zijn het sterkst vertegenwoordigd op bestuursniveau in België (36%), Singapore (33%) en Papoea-Nieuw-Guinea (33%), met lagere niveaus in Indonesië (14%) en geen enkele vrouwelijke ver- tegenwoordiging in Côte d’Ivoire. Op het niveau van het executief comité bekleden vrouwen 25% van de posities in België, 13% in zowel Indonesië als Papoea-Nieuw-Guinea, en 0% in Côte d’Ivoire. Met name de gedelegeerd bestuurder van SIPEF is een vrouw, wat de vooruitgang in leiderschaps - vertegenwoordiging op het hoogste niveau van de organisatie weerspiegelt. Op alle locaties zijn de meeste werknemers tussen de 30 en 50 jaar oud, wat neerkomt op 67% van het personeelsbestand. Dat wijst op een perso- neelsbestand dat zich overwegend in het midden van zijn carrière bevindt op zowel plantages als kantoorlocaties. < 30 jaar 67% 30 - 50 jaar 26% > 50 jaar 7% VERDELING VAN WERKNEMERS NAAR LEEFTIJDSGROEP 189 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF implementeert haar antidiscriminatie- en gelijkekansenbeleid door bewustmaking, opleiding van werknemers en het gebruik van gevestigde klachtenmechanismen. Deze maatregelen zijn er om discriminatie te voorkomen, te identificeren en aan te pakken. Inbreuken op het non-discri- minatiebeleid van SIPEF leiden tot disciplinaire maatregelen, tot en met ontslag, en kunnen indien van toepassing leiden tot juridische gevolgen. Om diversiteit en gendergelijkheid te bevorde- ren, werden in alle operationele eenheden van de Groep en in het hoofdkantoor van elk land waar de Groep actief is gendercomités en equi- valenten daarvan opgericht. De comités komen geregeld samen om onder andere de problemen van vrouwen te bespreken en aan te pakken. De onderwerpen omvatten bijvoorbeeld gelijke kansen op de arbeidsmarkt, deelname aan besluitvorming, seksuele intimidatie, reproductieve rechten en de gezondheid en veiligheid van vrouwen. SIPEF ondersteunt ook inclusieve professionele ontwikkeling door middel van initiatieven zoals bijscholing, stages en ondersteuning van tertiair onderwijs. Gerichte opleidingsprogramma's op het gebied van genderinclusieve ontwikkeling van vaar- digheden en technische gebieden droegen bij aan een sterkere deelname van vrouwelijke werknemers in functies die traditioneel door mannen werden uitgeoefend, zoals oogsten, ablatie, tractorbesturing en machinebediening, en technische ambachten. Loonkloof tussen mannen en vrouwen In 2024 verschilt de loonkloof tussen mannen en vrouwen aanzienlijk tussen de activiteiten van SIPEF. De kloven zijn het grootst in Singapore (62%) en België (52%), terwijl ze kleiner zijn in Indonesië (12%) en Papoea-Nieuw-Guinea (13%). In Côte d’Ivoire bedraagt de loonkloof tussen mannen en vrouwen 33%. Deze cijfers weerspie- gelen bredere verschillen in de samenstelling van het personeelsbestand, de verdeling van rollen en senioriteitsniveaus tussen landen. Meer gegevens en informatie over de aanpak om de genderdiversiteit, de leeftijdsverdeling en de loonkloof tussen mannen en vrouwen binnen SIPEF's eigen personeelsbestand te berekenen, zijn beschikbaar in de Annexen 2 en 4. GENDERLOONKLOOF IN 2024 LAND VALUTA 2024 GENDERLOONKLOOF % België EUR 52% Singapore SGD 62% Indonesië IDR 12% Papoea-Nieuw-Guinea PGK 13% Côte d’Ivoire XOF 33% 190 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Comités voor gender en sociale zaken Het gendercomité bij PT Tolan Tiga Indonesië richt zich op het evalueren en aanpakken van genderge- relateerde kwesties, het adviseren van het bestuur over belangrijke besluitvorming en het aanbieden van trainingen om het begrip van de rechten van vrouwelijke werknemers te bevorderen. Het is ook betrokken bij incidenten met betrekking tot gelijke kansen, reproductieve rechten en seksuele inti- midatie op de werkplek of in de bedrijfsomgeving. Elke werkeenheid wordt ondersteund door een contactgroep van het gendercomité, die fungeert als aanspreekpunt voor de lokale werknemersge- meenschap in verband met genderkwesties. -- Bij HOPL identificeren comités voor sociale kwesties problemen die worden aangekaart door werknemers en leden van de lokale gemeenschap en pakken ze die aan. Elk comité heeft vrouwelijke vertegenwoordigers van elke afdeling en volgt een taakomschrijving (“term of reference”) en een jaarlijks werkplan. ’ Op Plantations J. Eglin houden gendercomités zich bezig met een breed scala aan gendergerelateerde kwesties, waaronder het bevorderen van gelijke kansen voor vrouwen, de gezondheid en veiligheid van vrouwen en intimidatie op de werkplek. Ze spe- len ook een actieve rol in het ondersteunen van het opklimmen van vrouwen binnen het bedrijf. In 2024 voerden de comités in Côte d’Ivoire een werkplan uit dat in 2023 werd ontwikkeld en dat onder meer bestond uit bewustmaking rond inti- midatie op het werk, training van personeelsver- tegenwoordigers in de omgang met klachten over intimidatie, een Roze Oktober-campagne gericht op borst- en baarmoederhalskanker en initiatieven om vrouwen aan te moedigen te solliciteren naar ver- antwoordelijke functies. Die inspanningen hebben bijgedragen aan verschillende interne promoties voor vrouwen. De vennootschap benoemde met name haar eerste vrouwelijke stationsmanager, naast promoties tot assistent-stationsmanager, assistent-landbouwkundige en vier nieuwe toe- zichthoudende functies. Daarnaast was er de eerste vrouwelijke tractorbestuurder van het bedrijf. Vrouwelijke oogsters en ablatiemedewerkers in Indonesië SIPEF verricht baanbrekend werk op het gebied van diversiteit in het personeelsbestand door vrouwen de kans te geven functies op plantages uit te oefenen die traditioneel door mannen worden vervuld, waardoor ze toegang krijgen tot beter betaalde functies. In Noord-Sumatra en Bengkulu werden er meer dan 50 voltijdse vrou- welijke werknemers opgeleid en in dienst genomen om ablatie- en oogsttaken uit te voeren in herbe- plante, tot maturiteit komende oliepalmgebieden. Het programma wordt momenteel uitgerold op nieuwe locaties in Zuid-Sumatra. Deze inspanningen weerspiegelen SIPEF's engage- ment voor gelijke tewerkstellingskansen en zijn een belangrijke stap naar meer gendergelijkheid en inclusieve groei in de palmolie-industrie. 191 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld met betrekking tot diversiteit, gendergelijkheid en gelijke beloning voor werk van gelijke waarde. In dit stadium concentreert de Groep zich op het eec- tief implementeren van het beleid, het geven van relevante training en het aanpakken van problemen via commissies voor gender- en sociale kwesties. De eectiviteit wordt bijgehouden via feedback van comités en incidentopvolging. In 2024 werden er geen gevallen van discriminatie gemeld via het klachtenmechanisme van SIPEF. SIPEF heeft een bredere doelstelling om 100% RSPO-certificering te bereiken voor haar eigen oliepalmplantages tegen 2030. De bananenactivi- teiten van de Groep zijn al volledig gecertificeerd. Deze certificeringsschema's, waaronder RSPO, “Rainforest Alliance” en Fairtrade, versterken SIPEF's engagement voor non-discriminatie, gelijke kansen en genderintegratie. Lees meer over de overkoepelende doelstelling en de voortgang in Annex 1 en 'Duurzaamheidsnormen en -certificering in het Bedrijfsverslag'. 192 The connection to the world of sustainable tropical agriculture MAATREGELEN TEGEN GEWELD EN PESTERIJEN OP DE WERKPLEK Het waarborgen van een veilige en respectvolle werkplek is essentieel om de waardigheid en rech- ten van alle werknemers te beschermen. In door mannen gedomineerde industrieën zoals palmolie en bananen kunnen vrouwen bijzonder kwetsbaar zijn voor intimidatie, geweld en uitbuiting, zowel op de werkplek als tijdens het reizen door plantages of afgelegen gebieden. SIPEF zet zich in om alle vormen van intimidatie en misbruik op de werkplek te voorkomen door een strikt beleid, bewustma- kingsprogramma's en rapporteringsmechanismen te implementeren om een veilige en ondersteunende werkomgeving te creëren voor alle werknemers. Gebieden van impact 9 , In palmolie- en bananenproducerende regio's maken vrouwen een aanzienlijk deel uit van de beroepsbevolking. Plantages bevinden zich vaak in afgelegen gebieden en kunnen uitgestrekt zijn, waardoor vrouwen kwetsbaar zijn voor het risico op seksuele of niet-seksuele intimidatie en geweld wanneer ze door de plantages reizen of er werken. Daarnaast kunnen er voor vrouwen risico's ontstaan tijdens wervingsprocessen of arbeidsgere- lateerde discussies, zoals salarisonderhandelingen of discussies over arbeidsvoorwaarden. Hoewel dit eect werd geïdentificeerd vanuit een industrieel perspectief en niet als een daadwerke- lijk eect, erkent de Vennootschap de noodzaak van gestructureerde voorzorgsmaatregelen om te zorgen voor preventie en beperking, gezien de ope- rationele context van tewerkstelling op plantages, de samenstelling van het personeelsbestand en afgelegen locaties. Beleid en verplichtingen Het streven van SIPEF naar een veilige, respectvol- le en intimidatievrije werkplek wordt weerspiegeld in het Beleid inzake seksuele intimidatie, het RPP en de Gedragscode, die seksuele intimidatie, mis- bruik en op geslacht gebaseerd geweld uitdrukkelijk verbieden in alle activiteiten van de Groep. Het Beleid inzake seksuele intimidatie definieert dergelijk gedrag als ongewenst en beledigend, wat van toepassing is op alle geslachten en wordt toegepast in alle entiteiten die door SIPEF worden beheerd. Het omvat vertrouwelijke meldingskanalen en garandeert bescherming tegen represailles. De Gedragscode vult dit aan door respectvol gedrag te stimuleren en elke vorm van intimidatie op het werk expliciet te verbieden. Er is afgestemd beleid op landniveau in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire. In Papoea- Nieuw-Guinea implementeert HOPL ook een Beleid inzake gezinsgeweld om te zorgen voor een veilige leefomgeving voor werknemers en hun gezin die in huisvesting van de Vennootschap verblijven. In overeenstemming met dit beleid kunnen (9) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 193 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring bewezen gevallen van huiselijk geweld leiden tot counseling, disciplinaire maatregelen tot en met ontslag, en gerechtelijke stappen via de bevoegde autoriteiten. In overeenstemming met de doelstelling van 100% certificering voldoet SIPEF aan de normen van RSPO, “Rainforest Alliance” en Fairtrade, die allemaal een duidelijk anti-intimidatiebeleid en bescherming op de werkplek vereisen. RSPO schrijft bijvoorbeeld beleid voor over intimidatie en geweld, bescherming van reproductieve rechten en de oprichting van gendercomités. Die inspanningen worden ondersteund door training, bewustma- kingsprogramma's en voortdurende samenwerking met vakbondsvertegenwoordigers. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF implementeert gerichte maatregelen om intimidatie en geweld op de werkplek te voorkomen en aan te pakken, in overeenstemming met het beleid op Groeps- en landenniveau en de lokale operationele context. Comités voor gender en soci- ale kwesties spelen een belangrijke rol bij bewust- making, het reageren op gemelde bezorgdheden en incidenten en het ondersteunen van werknemers door middel van gestructureerde betrokkenheid. Op sommige locaties fungeren deze comités ook als klachteninstanties voor gevallen van seksuele intimidatie. SIPEF controleert de kwestie en de doeltreend- heid van haar maatregelen via feedback van comités voor gender- en sociale kwesties, en via gevallen die gemeld worden aan de HR-afdeling en via het klachtenmechanisme. Het klachtenmechanisme biedt toegankelijke en vertrouwelijke kanalen aan voor zowel werknemers als niet-werknemers om incidenten te melden, waardoor problemen in een vroeg stadium worden herkend en op de juiste manier worden opgelost. Counseling en medische ondersteuning In Papoea-Nieuw-Guinea biedt HOPL speciale ondersteuningsdiensten voor werknemers en hun gezin die te maken krijgen met huiselijk geweld of andere persoonlijke problemen. Twee getrainde counselors bieden begeleiding bij gezinsgerela- teerde problemen zoals huiselijk geweld, financiële stress en algemeen welzijn. Zowel vrouwen als mannen kunnen in veilige ruimtes hun bezorgdhe- den uiten en indien nodig worden ze doorverwezen naar de rechtbank. Veiligheidspersoneel en medisch personeel zijn vaak de eerste hulpverleners en zijn getraind om in dergelijke gevallen bijstand te verlenen, inclusief doorverwijzing naar de politie indien nodig. 194 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifieke doelen gesteld om de mogelijke materiële gevolgen aan te pakken die werden geïdentificeerd met betrekking tot maatre- gelen tegen geweld en intimidatie op de werkplek, aangezien de nadruk blijft liggen op preventie door bewustmaking, het opvolgen van incidenten en het bieden van ondersteunende diensten voor getroen personen. In 2024 werden er geen geval- len van intimidatie op de werkplek gemeld via het klachtenmechanisme van SIPEF. SIPEF heeft een bredere doelstelling om 100% RSPO-certificering te bereiken voor haar eigen oliepalmplantages tegen het boekjaar 2030; haar bananenactiviteiten zijn al volledig gecertificeerd. Die certificeringsprogramma's versterken de beschermingsnormen op de werkplek, waaronder de normen voor intimidatie en geweld. Lees meer over deze bredere doelstelling en de geboekte voortgang in Annex 1 en in 'Duurzaam- heidsnormen en certificering' in het Bedrijfsverslag. BETROKKENHEID VAN WERKNEMERS SIPEF werkt samen met haar personeel via recht- streekse communicatie, waaronder gestructureer- de dagelijkse interacties, opleidingsinitiatieven, samenwerking met vakbondsvertegenwoordigers en toegankelijke klachtenkanalen. Op de operationele locaties zijn de bijeenkomsten 's ochtends een belangrijk onderdeel van deze aanpak. De werknemers van de plantages en palmolie-ex- tractiefabrieken worden er dagelijks geïnformeerd over veiligheidsprotocollen, operationele updates en het bedrijfsbeleid, en er wordt ook ruimte gecre- eerd voor werknemers om hun zorgen te uiten of feedback te geven. Dankzij regelmatige trainingssessies worden de werknemers zich bewuster van hun rechten op de werkplek, veiligheid, bedrijfsbeleid en vereisten. Ook de ontwikkeling van vaardigheden en profes- sionele groei wordt ondersteund. Jaarlijkse beoor- delingen en prestatie-evaluaties ondersteunen de ontwikkeling van het personeelsbestand. SIPEF onderhoudt ook een gestructureerd contact met vakbondsvertegenwoordigers door geplande bijeen- komsten te organiseren, zodat de bezorgdheden van het personeel op lokaal niveau worden aangepakt. De gedelegeerd bestuurder van SIPEF heeft de alge- mene verantwoordelijkheid voor de betrokkenheid van het personeel, waarbij het operationeel toe- zicht wordt gedelegeerd aan het hoofd van human resources in elk land. Deze inspanningen worden ondersteund door sitemanagers en supervisors, die dagelijkse briefings en gestructureerde feed- backsessies faciliteren. Er wordt actief gevraagd naar input van werknemers tijdens het ontwikkelen en herzien van beleid om erop toe te zien dat dit aansluit bij zowel de wettelijke vereisten als de prioriteiten van het personeel. Om de effectiviteit van de betrokkenheid te beoordelen, combineert SIPEF rechtstreekse communicatie met voortdurende controle via haar klachtenmechanisme. Ook Comités voor gender en sociale kwesties in alle vestigingen en hoofdkantoren bieden een speciaal platform om uitdagingen te bespreken, zoals gelijke kansen op werk, deelname aan besluitvorming, seksuele intimidatie, reproductieve rechten en veiligheid op de werkplek. 195 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring SIPEF heeft geen Globale kaderovereenkomst of gelijkaardige overeenkomsten afgesloten met betrekking tot het respecteren van de mensen- rechten van werknemers, aangezien die niet van toepassing zijn op haar huidig operationeel kader. KLACHTEN EN HERSTEL Het klachtenmechanisme van SIPEF biedt alle belanghebbenden, inclusief de werknemers, een transparant en vertrouwelijk platform om bezorgd- heden te uiten of incidenten met betrekking tot materiële impact te melden. Het mechanisme zorgt ervoor dat er verantwoording wordt afgelegd en dat waar nodig passende maatregelen worden genomen. Klachten, ook zo genoemd onder de CSRD, kunnen persoonlijk worden ingediend op het dichtstbijzijn- de SIPEF-kantoor, via e-mail of met behulp van een online klachtenformulier. Het systeem maakt ook anonieme rapportering mogelijk en garandeert vertrouwelijkheid. SIPEF's Klachtenbeleid verbiedt duidelijk represailles tegen personen die bezorgd- heden uiten. Een onderzoeksteam met relevante expertise wordt aangesteld om elke klacht te behan- delen en op te lossen. Alle zaken worden gevolgd via het systeem voor Klachtenoplossing van SIPEF om een tijdige en transparante oplossing te garanderen. Om de toegankelijkheid en doeltreendheid te garanderen, promoot SIPEF haar klachtenkanalen door middel van trainingssessies voor werknemers, beleidspublicaties, updates van de bedrijfswebsite, mededelingenborden op de werkvloer en ochtend- vergaderingen. Na de lancering van het herziene klachtenbeleid en -mechanisme in 2024 is SIPEF ook van plan om periodiek de kennis van en het vertrouwen in het klachtenmechanisme van de werknemers te beoordelen door gebruik te maken van enquêtes, engagementsessies en feedbackini- tiatieven, waardoor continue verbetering mogelijk wordt. 196 The connection to the world of sustainable tropical agriculture OVERZICHT VAN KLACHTEN MET BETREKKING TOT SIPEF'S EIGEN PERSONEEL BESCHRIJVING INCIDENT GEMELDE INCIDENTEN Klachten ingediend door het eigen personeel via de klachtenkanalen binnen de Groep 20 Ernstige mensenrechtenschendingen (dwangarbeid, mensenhandel, kinderarbeid) 0 Incidenten inzake discriminatie (inclusief intimidatie) 0 Ernstige mensenrechtenschendingen in verband met Leidende beginselen van de VN en OESO-richtlijnen 0 Klachten ingediend bij nationale contactpunten (“National contact points” - NCP) voor multinationale ondernemingen van de OESO 0 Aantal ernstige mensenrechtenincidenten waarbij de onderneming een rol heeft gespeeld bij het waarborgen van genoegdoening voor de getroenen 0 Als onderdeel van de jaarlijkse certificeringsau- dits in het kader van programma's zoals RSPO, ISPO, “Rainforest Alliance” en Fairtrade wordt SIPEF beoordeeld op haar klachtenmechanisme om te garanderen dat het toegankelijk is, eectief geïmplementeerd wordt en in staat is om tijdig een rechtvaardige oplossing te bieden in overeenstem- ming met de mensenrechten en sociale normen. Overzicht van klachten met betrekking tot het eigen personeels- bestand in 2024 In 2024 werden 20 klachten ingediend door de werknemers van SIPEF zelf via de klachtenkana- len van de Groep. Geen van deze klachten voldeed aan de definities die het ESRS voorschrijft voor ernstige mensenrechtenincidenten, discrimina- tiezaken of ernstige mensenrechtenschendingen volgens de Leidende beginselen van de VN en de OESO-richtlijnen. Er werden geen boetes, sancties of schadevergoe- dingen (nul USD) opgelegd in verband met ernstige mensenrechtenschendingen, discriminatie, peste- rijen of incidenten met het personeel. Er werden ook geen materiële boetes, straen of compensaties opgelegd voor schendingen in verband met sociale en mensenrechtenfactoren. Meer informatie over de klachtenprocedures en het klachtenbeleid van SIPEF, inclusief hoe klachtengegevens worden verzameld, kwesties worden opgevolgd en hoe de eectiviteit van het mechanisme wordt gecontroleerd, is beschikbaar in 'G1: Zakelijk gedrag'. * Alleen België heeft een NCP van de OESO. Singapore, Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire nemen niet deel aan dit initiatief omdat ze geen lid zijn van de OESO. 197 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring S2: Werknemers in de waardeketen Lokale boeren bewerken bij benadering 40% van het land dat beplant is met oliepalmen en produceren ongeveer 25-30% van alle palmolie ter wereld. De sector genereert een stabiel inkomen voor miljoenen plattelandsgezinnen en speelde voor velen een belangrijke rol bij het ontkomen aan de armoede. Desondanks hebben heel wat lokale boeren een beperkte toegang tot middelen en technische ondersteuning, wat mogelijk leidt tot lagere opbrengsten en hun kansen beperkt. Voor lokale boeren kan het ook een uitdaging zijn om de nodige investeringen te doen om tegemoet te komen aan de toenemende duurzaamheidseisen op internationale markten, waaronder strengere sociale eisen voor arbeidsomstandigheden en naleving van mensenrechten. SIPEF zet zich in voor verantwoorde en inclusieve groei en ziet erop toe dat lokale boeren die leve- rancier zijn ondersteuning, training en middelen krijgen om de productiviteit, het milieubeheer en de bestaansmiddelen te verbeteren en tegelijker- tijd de risico's op het gebied van mensenrechten te beperken. Als belangrijk aandachtsgebied binnen de Evenwichtige Groeistrategie verbreedt de Groep zijn werkterrein op het gebied van verantwoord beheer van de toeleveringsketen om materiële sociale gevolgen in andere gebieden van de waar- deketen aan te pakken, waaronder gezondheids- en veiligheidskwesties voor zijn logistieke partners in het stroomafwaartse segment. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD LOCATIE WAARDEKETEN MATERIËLE DUURZAAM HEIDSKWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • Lokale boeren • Veilige werkgelegenheid • Werktijd • Correcte lonen • Gezondheid en veiligheid • Training en ontwikkeling van vaardigheden • Kinderarbeid • Diversiteit • Gendergelijkheid en gelijke beloning voor gelijkwaardig werk • Maatregelen tegen geweld en pesterijen op de werkplek • Privacy • Verantwoordelijk Inkoopbeleid (“Responsible Purchasing Policy” - RPuP) • Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) • Bereiken van "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO)- certificering tegen 2030 voor alle “scheme smallholders” die leveren aan PT Agro Kati Lama, PT Agro Muara Rupit en PT Agro Rawas Ulu. • Tegen 2026 samenwerken met 19 coöperatieven van onaankelijke lokale boeren in Indonesië. • Training over het bijgewerkte RPuP voor 100% van de “scheme smallholders” in Papoea-Nieuw-Guinea in het boekjaar 2026. • Training over het bijgewerkte RPuP aan het bestuur van coöperatieven van 20 niet-RSPO-gecertificeerde onaankelijke groepen lokale boeren in Indonesië in het boekjaar 2025. • Sinds 2024 is 89% van de beplante oppervlakte van “scheme smallholders” in SIPEF’s toeleveringsketen RSPO-gecertificeerd • In 2024 werden er 527 trainingssessies over RSPO-certificering en beste praktijken georganiseerd in Papoea-Nieuw-Guinea, met 11476 deelnemers • In Indonesië volgden 29 onaankelijke lokale boeren 22 trainingssessies over het beleid, landbouwkunde en naleving van SIPEF, wat bijdroeg tot hun succes bij de RSPO-audit Logistieke partners: • Vervoer over land • Verscheping • Gezondheid en veiligheid • Geen alleenstaand beleid • Geen doelstelling. • Geen belangrijke updates 198 The connection to the world of sustainable tropical agriculture WERKNEMERS IN DE WAARDEKETEN VAN SIPEF Deze sectie beschrijft de werknemers in de waarde- keten van SIPEF die, door middel van de dubbele- materialiteitsbeoordeling van de Groep, geïdenti- ficeerd werden als werknemers die een materiële impact ondervinden van haar activiteiten. Hoewel SIPEF zich in de eerste plaats richt op lokale boeren in de palmoliewaardeketen, is ook vastgesteld dat de impact op gezondheid en veiligheid van belang is voor haar logistieke partners, waaronder transport over land en verscheping, in zowel de palmolie- als de bananenwaardeketen. Uit de dubbele-materialiteitsbeoordeling van SIPEF kwamen geen materiële risico's of kansen met betrekking tot werknemers in de waardeketen naar voren. Bijgevolg worden die niet behandeld in deze sectie en worden er geen huidige of verwachte eecten op het bedrijfsmodel, de strategie of de financiële prestaties van de Groep gerapporteerd. Een volledig overzicht van SIPEF's palmolie- en bananenwaardeketens is beschikbaar in het 'Bedrijfsverslag'. Stroomopwaartse waardeketen Lokale boeren De werknemers die materieel getroen worden binnen SIPEF's stroomopwaartse waardeketen zijn voornamelijk lokale boeren die verse fruit- trossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) leveren aan SIPEF's palmolieactiviteiten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Deze lokale boeren spelen een belangrijke rol in de landbouwketen van SIPEF en leveren 16% van de FFB van de Groep. Hun betrokkenheid is ook essentieel voor het berei- ken van SIPEF's streven naar een 100% traceer- bare en RSPO-gecertificeerde leveranciersbasis. De bananenactiviteiten van SIPEF werken niet met lokale boeren als leveranciers. De SIPEF-programma's voor lokale boeren SIPEF heeft een aantal programma’s opgezet die een waaier van ondersteuningen biedt aan verschil- lende soorten lokale oliepalmboeren met wie de Vennootschap samenwerkt. De externe leveranciers van de Groep zijn allemaal lokale boeren met wie SIPEF een overeenkomst heeft, van wie de produc- tielocaties bekend en in kaart gebracht zijn, en die ofwel al RSPO-gecertificeerd zijn ofwel werken aan certificering binnen het Tijdsgebonden RSPO-plan van de Groep. De Groep werkt ook samen met onaankelijke lokale boeren in Indonesië die nog geen deel uitmaken van zijn leveranciersbestand, om hen waar mogelijk op te nemen in de gecertificeerde duurzame toeleveringsketen van SIPEF. 199 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring "SCHEME SMALLHOLDERS" ONAFHANKELIJKE LOKALE BOEREN INDONESIË INDONESIË ( Koperasi ) 1815 LOKALE BOEREN In het kader van dit plasmaprogram- ma werkt SIPEF samen met coöpe- ratieven van lokale boeren, die de productiegebieden beheren in naam van de leden van de coöperatieven die hun land aan SIPEF toevertrouwen voor de teelt. " " (Kebun Masyarakat Desa) 50 LOKALE BOEREN In dit plasmaprogramma werkt SIPEF samen met omliggende dorpen om kleine oliepalmblokken te ontwikkelen, die volledig in beheer zijn van de Vennootschap. 29 LOKALE BOEREN Deze lokale boeren beheren hun eigen land en hebben de mogelijk - heid om aan SIPEF te verkopen, aankelijk van hun inzet voor en voortgang in het verkrijgen van RSPO-certificering. PAPOEANIEUWGUINEA " " 3646 LOKALE BOEREN Lokale boeren die land bezitten en hun land en productie beheren, maar door hun geografische ligging verbonden zijn met de bevooradings - keten van SIPEF. Ze verkopen aan de palmolie-extractiefabrieken van Hargy Oil Palms Ltd (HOPL), die zich in de buurt van de lokale boeren bevinden. Alle lokale boeren van HOPL in Papoea-Nieuw-Guinea zijn RSPO-gecertificeerd. 1% Onafhankelijk 99% “Scheme” 5 540 Lokale boeren 5 511 “Scheme smallholders” 34% Indonesië 66% Papoea-Nieuw- Guinea 200 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Stroomop- en stroomafwaartse waardeketen Logistiek - vervoer over land SIPEF gebruikt zowel haar eigen vloot als gecon- tracteerde transportbedrijven om de FFB naar de palmolie-extractiefabrieken te vervoeren en de palmproducten na passage door de palmolie- extractiefabriek naar het verkooppunt te vervoeren, waaronder ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO), palmpitten (“Palm Kernels” - PK) en palmpitolie (“Palm Kernel Oil” - PKO). In de toeleveringsketen van bananen beheert de dochteronderneming van SIPEF, Plantations J. Eglin SA, het transport van verpakkings- stations naar terminals onder “Free On Board”-voorwaarden. Van daaruit verzorgt SIPEF het transport tot aan het overeenge- komen leveringspunt, waarna de klant het stroomafwaartse transport voor zijn rekening neemt. Stroomafwaartse waardeketen Logistiek - verscheping SIPEF vertrouwt op wereldwijde transportpartners voor het internationale transport van haar bananen en palmolieproducten uit Papoea-Nieuw-Guinea, terwijl palmolieproducten uit Indonesië worden verkocht aan binnenlandse ranaderijen, die hun eigen logistiek en distributie vanaf het verkooppunt beheren. 201 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring MENSENRECHTEN RESPECTEREN SIPEF zet zich in om de mensenrechten binnen haar toeleveringsketen te handhaven door zich te houden aan toonaangevende duurzaamheidsstandaarden, waaronder RSPO en de Rainforest Alliance. Die normen komen overeen met de Leidende beginse- len inzake bedrijfsleven en mensenrechten van de Verenigde Naties (VN), de Verklaring betreende de fundamentele principes en rechten op het werk van de Internationale arbeidsorganisatie (IAO) en de OESO-richtlijnen voor multinationale onder - nemingen. Ze bevatten ook belangrijke principes met betrekking tot de beoordeling van sociale risico's, eerlijke arbeidspraktijken, het verbod op dwangarbeid, kinderarbeid en mensenhandel en het opzetten van klachtenmechanismen om trans- parantie, toegankelijkheid en een rechtvaardige oplossing van klachten en geschillen te garanderen. SIPEF eist van alle FFB-leveranciers, die uitslui- tend lokale boeren zijn, dat ze zich houden aan haar Verantwoordelijk Inkoopbeleid (“Responsible Purchasing Policy” - RPuP). Dat beleid dient als gedragscode voor leveranciers. Daarnaast moeten lokale boeren die leverancier zijn zich houden aan SIPEF's Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP). Een kerndoel van beide beleidslijnen is het bereiken van 100% RSPO-certificering. Het RPP verwijst ook expliciet naar internationale arbeids- en mensen- rechtennormen en zorgt voor afstemming met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Verklaring betreende de fundamentele principes en rechten op het werk van de IAO. Betrokkenheid bij werknemers in de waardeketen SIPEF werkt rechtstreeks samen met de lokale boeren die leverancier zijn en die deelnemen aan haar programma's via haar speciale afdeling voor lokale boeren in Indonesië en het SHAAS-team (“Smallholder Agricultural Advisory Services”) in Papoea-Nieuw-Guinea. Die teams fungeren als eerste aanspreekpunt en bieden regelmatig technische ondersteuning, training en uitgebreide nalevingsondersteuning aan om lokale boeren te helpen de RSPO-certificering te behalen of te behouden. De teams worden geleid door managers van lokale boeren die rechtstreeks rapporteren aan de regionale executieve comités in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Tijdens trainingssessies kunnen lokale boeren feedback geven en regelmatig in gesprek gaan met de teams om hun behoeften en bezorgdheden ken- baar te maken. Die feedback helpt bij het verfijnen van de trainingsinhoud, het verbeteren van de betrokkenheid en het vormgeven van ondersteu- ningsprogramma's om beter tegemoet te komen aan de behoeften van lokale boeren, met inbegrip van wie kwetsbaarder is voor bepaalde gevolgen, zoals vrouwelijke lokale boeren. De doeltreend- heid van SIPEF's betrokkenheid bij lokale boeren wordt voornamelijk beoordeeld door de controle- activiteiten die worden uitgevoerd door SIPEF's teams van lokale boeren en de voortgang van de naleving van RSPO en SIPEF's beleid door lokale boeren. Onder 'Veilige werkgelegenheid’ wordt een overzicht gegeven van de monitoringactiviteiten van SIPEF voor lokale boeren en de voortgang van de naleving. SIPEF onderzoekt hoe de aanpak voor haar logis- tieke partners het best kan worden ontwikkeld. De betrokkenheid aangaande duurzaamheidsgere- lateerde zaken bleef in dat opzicht beperkt in 2024. 202 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Processen voor het bieden van of bijdragen aan herstel Om de mensenrechten verder te waarborgen, kan SIPEF bogen op een goed functionerend klachten- mechanisme dat toegankelijk is voor alle belang- hebbenden, inclusief lokale boeren, hun gezinnen, hun werknemers en werknemers van SIPEF's trans- port- en logistieke partners. Dit mechanisme stelt individuen in staat om zorgen te uiten of incidenten te melden met betrekking tot geïdentificeerde mate- riële gevolgen, waarbij eerlijkheid, transparantie, verantwoording en waar nodig een passende oplos- sing worden gewaarborgd. Het mechanisme maakt ook anonieme rapportage mogelijk en zorgt ervoor dat alle klachten vertrouwelijk worden behandeld. Het Klachtenbeleid van SIPEF voorziet expliciet in bescherming tegen represailles voor personen die deze kanalen gebruiken om hun bezorgdheden of behoeften kenbaar te maken. Lokale boeren worden tijdens trainingssessies geïnformeerd over het klachtenmechanisme van SIPEF, zodat ze hun bezorgdheden kunnen melden wanneer dat nodig is, via het voor hen best geschik- te kanaal. Naast de hoofdkanalen kunnen lokale boeren ook een klacht indienen via een voicemail, via klachtenmanagers op kantoren in de buurt en, in Indonesië, door een speciale hotline te bellen. Een overzicht van SIPEF's klachtenprocedures en -beleid, inclusief hoe kwesties worden bijgehouden en hoe de eectiviteit van het mechanisme wordt gecontroleerd, is beschikbaar in 'G1: Zakelijk gedrag’. Onafhankelijke klachtenmechanismen Als lid van de RSPO en certificaathouder van de Rainforest Alliance sluit SIPEF zich aan bij de onpartijdige klachtenmechanismen van beide certificeringsprogramma's, via welke weg gevallen van niet-naleving van VN- en IAO-normen kunnen worden gemeld en moeten worden opgelost. Deze mechanismen bieden onaankelijke en transpa- rante processen om mensenrechtenkwesties aan te pakken. In 2024 werden er geen gevallen van ernstige mensenrechtenkwesties of niet-naleving van de Leidende beginselen inzake bedrijfsleven en men- senrechten van de VN, de Verklaring betreende de fundamentele principes en rechten op het werk van de IAO of de OESO-Richtlijnen voor multinationale ondernemingen gerapporteerd met betrekking tot werknemers in de waardeketen, in de stroomop- of stroomafwaartse activiteiten van SIPEF. 203 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring VEERKRACHT VAN STRATEGIE EN BEDRIJFSMODEL SIPEF bouwt aan de veerkracht van de toeleve- ringsketen door langdurige partnerschappen aan te gaan met lokale boeren, door certificering, training en verantwoord inkopen te integreren. Het ondersteunen van de RSPO-certificering verbetert de markttoegang, inkomensstabiliteit en duurzaamheid op de lange termijn voor lokale boeren en waarborgt tegelijkertijd de naleving van wijzigende regelgeving. Om de gevolgen voor werknemers in de waarde- keten te beperken, handhaaft SIPEF sociale en arbeidsnormen op belangrijke gebieden, waaronder eerlijke lonen, werktijden, gezondheid en veiligheid, preventie van kinderarbeid en gendergelijkheid. Gerichte training, technische ondersteuning en eerlijke prijzen helpen lokale boeren om te voldoen aan de duurzaamheidseisen met behoud van eco- nomische zekerheid. Door die verplichtingen op te nemen in de inkoopstrategie, versterkt SIPEF de stabiliteit van de toeleveringsketen en stimuleert ze verantwoorde landbouwpraktijken. Een overzicht van hoe SIPEF de nodige acties bepaalt als reactie op werkelijke of potentiële materiële gevolgen, inclusief voor werknemers in de waardeketen, is te vinden in 'Algemene informatie'. BESCHIKBAARHEID VAN GEGEVENS EN OPENBAARMAKINGSOVERWEGINGEN Hoewel bepaalde duurzaamheidskwesties als materieel zijn geïdentificeerd voor specifieke groepen in de waardeketen van SIPEF, beperkt de gelimiteerde beschikbaarheid van gegevens van de relevante actoren van de waardeketen momenteel de mogelijkheid van de Groep om te rapporteren over de bijbehorende meetgegevens voor alle mate- riële impacts die in deze sectie worden voorgesteld, inclusief arbeidstijd, adequate lonen en gezondheid en veiligheid. Waar betrouwbare interne gegevens bestaan, maakt SIPEF deze bekend om transpa- rantie te garanderen. Voor onderwerpen waarvoor nog geen gegevens beschikbaar zijn, beoordeelt SIPEF de haalbaarheid van verbeterde gegevens- verzameling om toekomstige openbaarmakingen te verbeteren. VEILIGE WERKGELEGENHEID Lokale palmboeren zijn van vitaal belang voor de palmolieketens en leveren een aanzienlijke bij- drage aan de wereldwijde productie. Ze worden echter vaak geconfronteerd met uitdagingen zoals beperkte toegang tot hulpbronnen en markten. Vaak hebben ze het ook moeilijk om aan te tonen dat ze voldoen aan de toenemende eisen van de markt, zoals strengere duurzaamheidseisen. SIPEF zet zich in voor verantwoord inkopen en werkt actief samen met lokale boeren via gerichte programma's die financiële stabiliteit, 204 The connection to the world of sustainable tropical agriculture markttoegang en duurzame landbouwprak- tijken bevorderen. Toezien op veilige en sta- biele bestaansmiddelen voor lokale boeren is essentieel voor zowel de duurzaamheid van de palmoliesector op de lange termijn als het welzijn van de plattelandsgemeenschappen. Gebieden van impact 1 , Veel lokale boeren voelen zich aangetrokken tot de oliepalmteelt vanwege het hoge rendementspo- tentieel, de concurrerende prijzen en de oogst het hele jaar door. Deelname van lokale boeren aan de palmolieteelt vergroot de bestaanszekerheid, omdat de continue oogstcyclus, hoge rendementen en grote vraag een betrouwbaar inkomen opleveren. Door lokale boeren als leveranciers aan te trekken, technische ondersteuning te bieden en als stabiele klant te fungeren, draagt SIPEF bij aan hun finan- ciële duurzaamheid. Een belangrijke verbintenis voor SIPEF, en een hoeksteen van haar duurzaamheidsstrategie, is de ambitie om 100% voor duurzaamheid gecertificeer- de en traceerbare producten te maken, inclusief haar leveranciersbestand. Wanneer lokale boeren worden ondersteund bij het behalen van een certi- ficering, zoals de RSPO, krijgen ze betere toegang tot de markt doordat ze voldoen aan de eisen die kopers stellen aan palmolie uit duurzame land- bouw. Certificering kan ook financiële voordelen opleveren via prijspremies, terwijl de toepassing van duurzame landbouwpraktijken het rendement en de veerkracht op lange termijn verbetert. Beleid en verplichtingen Een belangrijke verplichting onder SIPEF's RPP en RPuP, die beide van toepassing zijn op de lokale boeren die haar leveranciers zijn, is het streven naar 100% RSPO-certificering. De RSPO Principes en criteria (“RSPO Principles & Criteria” - RSPO P&C) stellen duidelijke eisen voor het aangaan van rechtvaardige en transparante partnerschappen met lokale boeren, ter ondersteuning van zekere werkgelegenheid, verbeterde levensomstandig- heden en opname in de toeleveringsketens van duurzame palmolie. Principe 5 van de RSPO P&C is gericht op de inclusie van lokale boeren en vereist dat certificaathouders toezien op rechtvaardige prijzen, transparante contracten, toegang tot financiële steun en klach- tenmechanismen. Volgens die vereisten moeten certificaathouders ook programma's implemen- teren ter verbetering van het levensonderhoud, initiatieven voor capaciteitsopbouw en training op het gebied van productiviteit, kwaliteitsverbe- tering en duurzame praktijken om lokale boeren te ondersteunen. Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP en het RPuP, zie 'Algemene informatie'. (1) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 205 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF heeft een aantal programma’s opgezet die een waaier van ondersteuningen biedt aan lokale oliepalmboeren. Via deze programma’s deelt de Groep beste beheerpraktijken (“Best Management Practices” - BMP’s), biedt hij zaailingen van dezelfde herkomst als die van SIPEF aan tegen kost- prijs, levert hij meststoen en materiaal, helpt hij lokale boeren bij het verkrijgen en behouden van de RSPO-certificering en voorziet hij in agronomische en logistieke ondersteuning voor het transport van de gewassen. Deze acties vereisten geen significante operationele Capex of Opex. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Indonesië ( Koperasi ) In het kader van het programma voor coöpera- tieven van lokale boeren beheert de dochteron- derneming van SIPEF, PT Tolan Tiga Indonesië, de productiegebieden in naam van de leden van coöperatieven die hun land toevertrouwen voor beheerde teelt, waardoor ze een vast inkomen krijgen gedurende een periode van 25 jaar. De Vennootschap ontwikkelt en beplant het land en voert alle operationele input en beheer uit tot en met de oogst en het herstel van het gewas. Er wordt een koopovereenkomst gesloten voor de FFB tegen marktprijzen. Deze leden van de coöperatie- ve krijgen een maandelijks voorschot tijdens de groeifase, dat samen met de ontwikkelingskosten wordt teruggevorderd in het kader van de koop- overeenkomst. In 2024 bestond het programma van coöperatieven van lokale boeren uit 1815 leden. 206 The connection to the world of sustainable tropical agriculture (Kebun Masyarakat Desa) SIPEF werkt via het Kebun Masyarakat Desa (KMD)-programma samen met 50 groepen lokale boeren rond haar plantage Agro Muko. Net als bij het Koperasi-model neemt PT Tolan Tiga Indonesië het landbeheer en het ontwikkelen en exploiteren van productiegebieden namens de dorpen op zich. Inkomsten worden betaald aan gekozen dorpshoofden voor het beheer van sociale uitkeringen, waarbij alle betalingen transparant worden gepubliceerd in de lokale krant. PT Tolan Tiga prefinanciert de ontwikkeling van het perceel en koopt later de productie tegen marktprijzen aan, waarbij de aflossingen voor de lening met lage rente in mindering worden gebracht. Het programma genereert aanzienlijke inkomsten voor dorpscoö- peratieven en hun sociale initiatieven. Onaankelijke lokale boeren in Indonesië beheren hun eigen land en kunnen ervoor kiezen om aan SIPEF te verkopen, op basis van hun inzet voor en voortgang in het verkrijgen van RSPO-certificering. SIPEF betrekt haar grondstoen momenteel bij één groep onaankelijke lokale boeren, Koperasi Serba Usaha Suka Makmur, die 29 leden heeft en 60 hectare beslaat. De coöperatieve levert aan de Umbul Mas Wisesa- palmolie-extractiefabriek in Indonesië en is sinds 2017 RSPO-gecertificeerd. In 2023 werd ze de eerste SIPEF-leverancier die de certificeringsnorm van RSPO voor onaankelijke kleine boeren behaalde. Papoea-Nieuw-Guinea In Papoea-Nieuw-Guinea zijn de 3646 lokale boeren die leveren aan de dochteronderneming van SIPEF, Hargy Oil Palms Ltd (HOPL), allemaal “associated smallholders”, die eigenaar zijn van hun eigen land en de volledige verantwoorde- lijkheid nemen voor de keuze van het gewas en beheerbeslissingen. Deze lokale boeren worden geclassificeerd als “scheme smallholders” volgens de definitie van de RSPO, omdat ze alleen kunnen verkopen aan palmolie-extractiefabrieken in hun omgeving en een vaste overeenkomst hebben met de palmolie-extractiefabrieken van HOPL. HOPL werkt nauw samen met deze lokale boeren om hun rendement te verbeteren door ondersteu- ning te bieden in de vorm van training en voorlich- ting. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling in samenwerking met een lokaal planningscomité. 207 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft meetbare doelstellingen vastgesteld in lijn met haar tijdsgebonden plan en verbinte- nis onder haar RPP en RPuP om 100% RSPO- certificering te bereiken voor haar volledige leveranciersbasis. De gestelde doelstellingen zijn belangrijke mijlpalen voor het bereiken van deze belofte. 1. RSPO-certificering bereiken voor 100% van de “scheme smallholders” die leveren aan PT Agro Kati Lama, PT Agro Muara Rupit en PT Agro Rawas Ulu tegen 2030. 2. Samenwerken met 19 coöperatieven van onaankelijke lokale boeren in Indonesië om hen te ondersteunen bij het behalen van de RSPO-groepscertificering tegen 2026. HOPL Hargy Oil Palms Ltd "Local planning committee" OPIC Oil Palm Industry Corporation OPRA Oil Palm Research Association HOPL werkt zowel rechtstreeks met lokale boeren als via het " Local Planning Committee", wat bestaat uit vertegenwoordigers van OPIC, BOPGA, OPRA, de "East Nakanai Local Level Government" (ENLLG), and HOPL. Meer informatie over OPRA and OPIC: png-data.sprep.org/group/15 // www.pngopra.org Hargy Oil Palms Ltd Oil Palm Industry Corporation Bialla Oil Palm Growers Association Oil Palm Research Association East Nakanai Local Level Government RECHTSTREEKSE ONDERSTEUNING: Verzamelen van vruchten door lokale boeren Onderhoud van wegen en bruggen voor het ophalen van vruchten Renteloze leningen voor gereedschap, meststoen, zaailingen Beheer, aankoop en levering van meststoen Beheren van plaagbestrijdingsteams voor projectgebieden OPIC EN OPRA ONDERSTEUNING: Onderzoek en ontwikkeling Agronomische diensten Opleiding en vorming Projecten voor gemeenschaps- ontwikkeling 208 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Om deze doelen vast te stellen, werd overlegd met de afdeling voor lokale boeren in Indonesië en het SHAAS-team in Papoea-Nieuw-Guinea, die als geloofwaardige gevolmachtigden dienden. Daarnaast werden de regionale duurzaamheids- teams en regionale executieve comités in elk land geraadpleegd voor feedback en goedkeuring. Meer informatie over de doelstellingen staat in Annex 1. 2024 In 2024 was 89% van de totale beplante oppervlakte van “scheme smallholders” in SIPEF’s toeleverings- keten RSPO-gecertificeerd. In Papoea-Nieuw-Guinea hebben alle lokale boeren die met HOPL werken en aan de drie palmolie-extractiefabrieken leveren, hun RSPO- certificering sinds 2009 behouden. In Indonesië zijn alle ”scheme smallholders” die aan SIPEF leveren gecertificeerd, behalve 632 lokale boeren die aan PT Agro Kati Lama, PT Agro Muara Rupit en PT Agro Rawas Ulu in Musi Rawas leveren. De onafhankelijke groep lokale boeren die aan SIPEF levert, behield zijn RSPO-certificering. Wat betreft de voortgang met betrekking tot de tweede doelstelling nam de afdeling voor lokale boeren van PT Tolan Tiga Indonesië contact op met twee onaankelijke coöperatieven van lokale boeren in Noord-Sumatra en één in Bengkulu, die nog geen deel uitmaken van SIPEF's leveran- ciersbestand. Ter ondersteuning van het RSPO- certificeringsproces nam de vennootschap een consultant in de arm om te helpen met training en betrokkenheid. Via de afdelingen voor lokale boeren werkt SIPEF met alle potentiële lokale leveranciers via een stapsgewijze aanpak die hen in staat stelt om RSPO-gecertificeerd te worden. Deze aanpak bestaat uit verschillende onderdelen: een blijk van belangstelling, GIS-screeningscriteria, bewustzijn en betrokkenheid, technische vereisten en een gevestigd intern controlesysteem. Lokale boeren in SIPEF’s toeleveranciersbasis worden reeds opgevolgd door middel van ver- schillende methoden, waaronder regelmatige voorlichting en ondersteuning, en het interne controlesysteem. De belangrijkste interne controles binnen dit systeem zijn: 1. Inspecties - SIPEF voert groepsinspecties uit om te garanderen dat de agronomische normen en andere belangrijke vereisten worden nageleefd, inclusief die met betrekking tot gezondheid en veiligheid. Het team communiceert de resultaten ook met de telers en biedt ondersteuning bij het oplossen van kwesties die niet aan de normen voldoen. 2. Training en bewustwording - SIPEF geeft regelmatig trainingen in het veld om lokale boeren te onderwijzen over landbouwkunde en bedrijfsbeleid. Die sessies bieden gemeenschappen van lokale boeren ook een platform om in gesprek te gaan met SIPEF- medewerkers en hun zorgen kenbaar te maken. RSPOCERTIFICERINGSSTATUS VOOR "SCHEME SMALLHOLDERS" 21 003 Totaal beplante HA 11% Niet gecertificeerd 89% RSPO- gecertificeerd 209 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring 3. Interne audits - Voor lokale boeren die al gecertificeerd zijn, worden jaarlijks interne audits uitgevoerd om ervoor te zorgen dat ze blijven voldoen aan de RSPO P&C, de Indonesiën Sustainable Palm Oil (ISPO)-certificering voor lokale boeren in Indonesië en het SIPEF-beleid. Corrigerende maatregelen worden schriftelijk gecommuniceerd. 4. Externe audits - Gecertificeerde lokale boeren ondergaan ook jaarlijkse audits door een certificeringsinstantie om extern te controleren of ze voldoen aan de RSPO P&C. Wanneer een overtreding van het beleid of de regelgeving wordt vastgesteld, wordt het gewas gescheiden van de gecertificeerde toeleveringske- ten. Inbreuken op kritieke criteria - zoals mensen- rechtenschendingen, ontbossing of nieuwe aanplant op veengrond - kunnen ook leiden tot opschorting tot de problemen zijn opgelost. Vereiste corrigeren- de maatregelen voor non-conformiteiten worden schriftelijk meegedeeld aan de relevante partijen. Lokale boeren krijgen de nodige ondersteuning om de non-conformiteiten aan te pakken en de schorsing op te heen. 210 The connection to the world of sustainable tropical agriculture WERKTIJD Het reguleren van werktijden is een belangrijk aspect van ethische arbeidspraktijken in de palm- oliesector. Hoewel de teelt van oliepalmen continue werkzaamheden vereist, helpen rechtvaardige arbeidsnormen te garanderen dat lokale boeren en hun arbeiders evenwichtige arbeidsomstandig- heden hebben. SIPEF ondersteunt inspanningen in de hele sector om buitensporige arbeidstijden te voorkomen en stemt haar leveranciersbestand van lokale boeren af op nationale arbeidswetten, industrienormen en certificeringsvereisten. Gebieden van impact 2 , Oliepalm is een meerjarig, arbeidsintensief gewas dat continu moet worden bewerkt. Zonder goede maatregelen kunnen lokale boeren en hun werk- nemers te maken krijgen met buitensporig lange werkdagen. Langere werkuren kunnen een negatie- ve invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke gezondheid, het gezinsleven verstoren en de kwets- baarheid voor gezondheids- en veiligheidsrisico's op het werk vergroten. Het garanderen van rechtvaardige en ethische arbeidsomstandigheden is van cruciaal belang voor het bedrijfsmodel van SIPEF, aangezien duurzame toeleveringsketens een cruciale rol spelen bij het handhaven van de operationele stabiliteit en het beheren van reputatierisico's. Hoewel SIPEF erkent dat overwerk een punt van bezorgdheid is in de sector, werd de impact geïdentificeerd als poten- tieel, aangezien het risico dat dit zich voordoet binnen SIPEF's leveranciersbestand van lokale boeren beperkt is. In Papoea-Nieuw-Guinea werken lokale boeren volgens een strikt oogstschema. In Indonesië staan de plantages van de “scheme smallholders” onder controle van SIPEF en werken ze in overeenstemming met de arbeidswetten en het beleid van SIPEF, inclusief de vereisten van de RSPO-certificering. Beleid en verplichtingen Het RPP en RPuP van SIPEF eisen van lokale boeren dat ze zich houden aan de nationale arbeids- wetgeving, het beleid van SIPEF en de normen van de RSPO-certificering, waardoor rechtvaardige en wettelijke arbeidsomstandigheden worden gegarandeerd. Volgens het RPuP moeten lokale boeren kunnen bewijzen dat de arbeidsomstan- digheden voor arbeiders of contractarbeiders altijd ten minste voldoen aan de wettelijke of industriële minimumnormen. De RSPO P&C versterken die verplichtingen verder door naleving van de wettelijke arbeids- tijden, overuren en loonvoorwaarden te eisen. Certificaathouders moeten transparante arbeids- contracten aanbieden met details over vergoe- dingen, arbeidsomstandigheden en voordelen, en ervoor zorgen dat werknemers toegang hebben tot deze informatie in een taal die ze begrijpen. Die toezeggingen helpen eerlijke arbeidspraktijken te bevorderen en buitensporige werktijden te voorkomen, wat het welzijn van werknemers en de werkzekerheid op de lange termijn ten goede komt. (2) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 211 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Acties, doelstellingen en opvolging De aanpak van SIPEF om de materiële impact van de arbeidstijd te beheren, is voornamelijk gericht op het ondersteunen van de leveranciers van bedrijven van lokale boeren bij het naleven van de vereisten van de RSPO en het behalen of behouden van de certificering. Deze acties hebben geen significante Capex of Opex vereist. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Indonesië In Indonesië werkt SIPEF samen met “scheme smallholders” van wie ze de productiegebieden beheert en die onderworpen zijn aan dezelfde vereisten en controleprocessen als haar eigen plantages, in overeenstemming met de RSPO- normen. Daarnaast koopt SIPEF in bij één groep onaankelijke lokale boeren, die sinds 2017 RSPO- gecertificeerd is. Lees meer over hoe SIPEF de mogelijke gevolgen van haar eigen activiteiten aanpakt in S1: 'Eigen personeelsbestand'. Papoea-Nieuw-Guinea Alle lokale boeren die aan de palmolie-extractie- fabrieken van HOPL in Papoea-Nieuw-Guinea leveren, zijn volledig RSPO-gecertificeerd en wor- den jaarlijks gecontroleerd door HOPL en externe certificeringsinstanties, zij krijgen voortdurend trainingsondersteuning. Gedurende het boekjaar worden er minstens één keer per jaar trainingsses- sies gehouden over verschillende RSPO-vereisten, waaronder die met betrekking tot werktijden. Daarnaast regelt een gestructureerd oogstsche- ma de oogstactiviteiten van lokale boeren. Lokale boeren krijgen specifieke tijdschema's toegewezen en volgen de industrienorm van het oogsten van drie hectare per dag, wat zorgt voor een evenwich- tige werkdruk. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de vast- gestelde potentiële materiële impact met betrek- king tot werktijden aan te pakken in de context van lokale boeren en hun werknemers. Ze heeft echter wel doelen gesteld met betrekking tot het bereiken van 100% RSPO-certificering van haar leveranciers in 2030. Lees meer over deze doelstellingen voor de lokale boeren die leverancier zijn van SIPEF en de voor- uitgang die werd geboekt in Annex 1. 212 The connection to the world of sustainable tropical agriculture CORRECTE LONEN Hoewel de palmolie-industrie economisch gezien belangrijk blijft, kan de waardeverdeling binnen toeleveringsketens ongelijkmatig zijn. Lokale boeren, die een cruciale rol spelen in de productie, verdienen vaak een bescheiden inkomen terwijl ze meerdere gezinsleden onderhouden. Dat kan leiden tot financiële uitdagingen, vooral in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, waar heel wat lokale boeren aankelijk zijn van palmolie als primaire bron van inkomsten. SIPEF zet zich in om lokale boeren en hun arbeiders een rechtvaardige vergoeding te bieden door het bevorderen van transparante prijsmechanismen, duurzaamheidscertificering en initiatieven voor capaciteitsopbouw. Die inspanningen zijn gericht op het vergroten van de financiële zekerheid en het verbeteren van de inkomensstabiliteit op de lange termijn voor de gezinnen van lokale boeren. Gebieden van impact 3 , De ongelijke verdeling van waarde binnen de toeleveringsketen van palmolie kan bijdragen aan financiële onzekerheid voor lokale boeren en hun werknemers, omdat beperkte inkomsten kunnen leiden tot inkomens die niet voldoen aan de basislevensstandaard. Wanneer het inkomen ontoereikend is, kunnen lokale boeren, arbeiders en hun gezinnen moeite hebben om zich essen- tiële uitgaven te veroorloven, waardoor hun economische kwetsbaarheid toeneemt. Beperkte financiële middelen kunnen het ook moeilijk maken om activiteiten in stand te houden, duurzaam- heidspraktijken toe te passen of te investeren in productiviteitsverbeteringen. Rechtvaardige waardeverdeling is essentieel voor het bedrijfsmodel van SIPEF, aangezien duurzame toeleveringsketens de operationele stabiliteit en economische veerkracht ondersteunen. Hoewel SIPEF geen inkomensniveaus voor werknemers van lokale boeren vastlegt, ondersteunt ze lokale boeren door toegang te bieden tot markten en premies via certificering, training en landbouw- inputs zoals zaailingen. Door middel van haar zakelijke relaties met “scheme smallholders” en onafhankelijke lokale boeren in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea promoot SIPEF de RSPO- certificering en verantwoorde praktijken om lokale boeren te helpen een duurzaam en financieel levensvatbaar bestaan te behouden. Beleid en verplichtingen Volgens de RPuP moeten lokale boeren die aan SIPEF leveren ervoor zorgen dat de lonen en arbeidsvoorwaarden voor werknemers of con- tractarbeiders ten minste voldoen aan de wettelijke of industriële minimumnormen. Ze moeten ook bevestigen dat ze zich houden aan de mensen- rechten en arbeidsnormen zoals bepaald door de toepasselijke nationale wetten, voorschriften en het beleid van SIPEF. (3) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 213 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Een belangrijke verplichting onder zowel het RPP als het RPuP is het behalen en behouden van de RSPO-certificering. Volgens de RSPO P&C moeten certificaathouders ervoor zorgen dat lokale boeren rechtvaardige prijzen, trans - parante betalingsvoorwaarden en financiële steunmechanismen ontvangen, wat bijdraagt aan bestaanszekerheid en economische inclusie. Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP en het RPuP, zie 'Algemene informatie'. Acties, doelstellingen en opvolging De aanpak van SIPEF voor het beheren van materiële impact gerelateerd aan correcte lonen en inkomsten richt zich op het ondersteunen van lokale boeren om rendementen te verbeteren, het garanderen van rechtvaardige prijzen en transparante betalingsvoorwaarden, het bieden van capaciteitsopbouw, ondersteuning bij input en middelen, en het faciliteren van toegang tot markt- en premiemogelijkheden door middel van duurzaamheidscertificering. Deze acties hebben geen significante Capex of Opex vereist. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Indonesië In Indonesië ondersteunt SIPEF lokale boeren via gestructureerde coöperatieve programma's en dorpsprogramma's, waarbij rechtstreeks beheer, financiële hulp en toegang tot kwaliteitsinputs worden geboden. Deze programma's helpen de productiviteit en inkomenszekerheid te verbete- ren door agronomische ondersteuning, logistieke hulp en gestructureerde prijsmechanismen aan te bieden. Om eerlijke en transparante prijzen te garanderen, past SIPEF lokale formules voor de prijs van FFB toe die afgestemd zijn op de marktomstandigheden. Daarnaast ontvangen lokale boeren maandelijkse vooruitbetalingen tijdens de immature fase van de plantageontwikkeling, zodat ze financiële stabiliteit kunnen behouden voordat hun gewassen productief worden. Deze betalingen worden, samen met de ontwikkelingskosten, geleidelijk terugbetaald via een gestructureerde aankoopovereenkomst, waardoor een duurzaam langetermijnpartnerschap voor levering wordt gegarandeerd. Papoea-Nieuw-Guinea In Papoea-Nieuw-Guinea werkt HOPL samen met “associated smallholders” om de productiviteit en financiële stabiliteit te verbeteren. De vennootschap biedt landbouwtraining, logistieke ondersteuning en ondersteuning bij RSPO-certificering. Daarnaast worden trainingen in financiële kennis aangeboden om lokale boeren te helpen hun inkomen eectief te beheren en hun financiële zekerheid op de lange termijn te verbeteren. Als onderdeel van haar streven naar eerlijke compensatie koopt HOPL de FFB tegen wereld- marktprijzen in overeenstemming met een over- heidsformule. Daarnaast deelt de vennootschap een jaarlijkse premie van elke lading met de lokale boeren, berekend op basis van de totale productie. 214 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de potentiële materiële impact die werd vastgesteld met betrekking tot toereikend inkomen of lonen aan te pakken in de context van lokale boeren en hun werknemers. Ze heeft echter wel doelen gesteld met betrekking tot het bereiken van 100% RSPO-certificering van haar leveranciers in 2030. Door het behalen van de RSPO-certificering kunnen lokale boeren aantonen dat ze duurza- mere praktijken toepassen, wat de markttoegang kan vergroten en de inkomens kan verbeteren. Lees meer over deze doelstellingen voor de lokale boeren die leverancier zijn van SIPEF en de voor- uitgang die werd geboekt in Annex 1. KINDERARBEID Kinderarbeid blijft wereldwijd een kritiek pro- bleem, ook in landbouwketens, waar economische druk en beperkte toegang tot onderwijs kunnen bijdragen aan het probleem. In de kleinschalige landbouw, waar bedrijven vaak in familiehan- den zijn, werken kinderen mogelijk mee om het gezinsinkomen te ondersteunen of vanwege schoolbeperkingen. Hoewel SIPEF kinderarbeid in haar activiteiten verbiedt, erkent de Vennootschap potentiële risico's binnen haar leveranciersbestand van lokale boeren, vooral in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, waar sociale en economische factoren de kwetsbaarheid kunnen vergroten. Om deze risico's te beperken, handhaaft SIPEF strenge arbeidsnormen, voert ze regelmatig controles uit en werkt ze nauw samen met lokale boeren om naleving te handhaven en duurzaam levensonderhoud te bevorderen. Jaarlijkse bijdrage aan capaciteitsopbouw en onderzoek SIPEF en de “associated smallholders” die met HOPL samenwerken, investeren in capaciteitsop- bouw en onderzoeksinitiatieven, gericht op het consistent verhogen van de opbrengsten van lokale boeren op de lange termijn. De investeringen van SIPEF worden toegewezen aan de directe steuninitiatieven voor lokale boeren van HOPL. De investeringen van de lokale boeren gaan naar de “Oil Palm Research Association” (OPRA), de “Oil Palm Industry Corporation” (OPIC) en de “Bialla Oil Palm Growers Association” (BOPGA). Dit geeft de lokale boeren toegang tot de ontwikkelingsdiensten die deze organisaties aanbieden, maar ook tot voorlichtingsdiensten en onderzoek. 215 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Gebieden van impact 4 , , Kinderarbeid kan ernstige fysieke, psychologische en sociaaleconomische gevolgen hebben voor kinderen. Blootstelling aan gevaarlijke werkom- standigheden kan leiden tot ernstige gezondheidsri- sico's, waaronder verwondingen en mentale stress, wat een impact heeft op hun welzijn en ontwik- keling op lange termijn. Naast de onmiddellijke gevolgen voor de gezondheid verstoort kinderarbeid het onderwijs, waardoor kinderen geen toegang krijgen tot leermogelijkheden die essentieel zijn voor hun carrièrevooruitzichten op de lange termijn en economische mobiliteit. Kinderarbeid heeft bredere gevolgen voor de landbouwsector en de nationale economieën en beïnvloedt de productiviteit, innovatie en geloof- waardigheid van de industrie. Een beroepsbevol- king zonder formeel onderwijs en ontwikkeling van vaardigheden kan de economische duurzaamheid op lange termijn verminderen. Voor SIPEF is het waarborgen van een kinderarbeidvrije toeleve- ringsketen essentieel voor het handhaven van de duurzaamheid van de vennootschap, de operatio- nele integriteit en de naleving van de wereldwijde arbeidsnormen. Beleid en verplichtingen Volgens het RPuP moeten lokale boeren die aan SIPEF leveren, erkennen dat kinderarbeid verboden is in alle activiteiten van het leveranciersbestand en dat er geen beroep wordt gedaan op vormen van dwangarbeid of mensenhandel. Ze moeten zich ook houden aan mensenrechten en arbeidsnormen zoals bepaald door nationale wetten, SIPEF-beleid en internationale kaders. Het RPP verbiedt ook expliciet kinderarbeid en verplicht naleving van het Internationaal Statuut van de Rechten van de Mens, de principes van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de richtlijnen voor Free and Fair Labour in Palm Oil Production. Deze vereisten zijn van toepassing op alle activiteiten van SIPEF en gelden ook voor lokale boeren die leverancier zijn. Daarnaast sluit SIPEF aan bij de vereisten voor RSPO-certificering, die voorschrijven dat lokale boeren een formeel beleid moeten opstellen dat kinderarbeid verbiedt, leeftijdscontroles moeten uitvoeren en duidelijke communicatie over kin- derbescherming moeten bieden aan leveranciers en lokale gemeenschappen. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF dwingt strenge controle- en nalevings- maatregelen af om kinderarbeid binnen haar leveranciersbestand van lokale boeren te voorkomen. Deze omvatten regelmatige audits, leeftijdscontrole tijdens screeningprocedures en opleidings- en bewustmakingsprogramma's. Daarnaast is het klachtenmechanisme van SIPEF beschikbaar voor alle belanghebbenden, inclusief (4) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 216 The connection to the world of sustainable tropical agriculture lokale boeren en hun werknemers, om bezorgdhe- den met betrekking tot kinderarbeid te melden, met garandering van een transparante oplossing en verantwoordingsplicht. Deze maatregelen zorgen ervoor dat het SIPEF-beleid, de nationale wetgeving en de RSPO-vereisten worden nageleefd. Geen van de acties vereiste een significante Capex of Opex. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Indonesië SIPEF's leveranciersbestand van lokale boeren in Indonesië bestaat voornamelijk uit “scheme smallholders” wiens productiegebieden worden beheerd door PT Tolan Tiga Indonesië en die zijn onderworpen aan dezelfde arbeidsnormen, con- troleprocessen en RSPO-vereisten als haar eigen activiteiten. PT Tolan Tiga Indonesië betrekt haar grondstoen uitsluitend van één groep RSPO-gecertificeerde, onaankelijke lokale boeren. Naleving van het verbod op kinderarbeid wordt gegarandeerd door interne audits, externe audits van de RSPO- certificering en training. Voor nieuwe contracten met onaankelijke lokale boeren worden leeftijds- controles uitgevoerd om te bevestigen dat alle werk- nemers voldoen aan de wettelijke arbeidsleeftijd. Jonge werknemers (boven de wettelijke arbeids- leeftijd maar onder de 18) worden alleen ingezet in niet-gevaarlijke functies, in overeenstemming met de vereisten van de RSPO en nationale wetten. Papoea-Nieuw-Guinea Alle lokale boeren die aan de palmolie- extractiefabrieken van HOPL leveren, zijn RSPO- gecertificeerd. Blokinspecties, uitgevoerd door het SHAAS-team, beoordelen de naleving als onder - deel van bredere arbeids- en veiligheidscontroles. De naleving van de RSPO P&C, het SIPEF-beleid en het lokale kinderarbeidbeleid van HOPL wordt gecontroleerd door jaarlijkse interne en externe certificeringsaudits. Daarnaast worden lokale boeren door middel van regelmatige training en bewustwordingsprogramma's voorgelicht over het beleid ten aanzien van kinderarbeid, de wettelijke vereisten voor de arbeidsleeftijd en ethische arbeidspraktijken. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifieke doelstelling bepaald voor haar leveranciersbestand van lokale boeren in verband met haar beleid om kinderarbeid te verbieden, aangezien de Groep al een nulbe- leid heeft tegenover kinderarbeid en de nadruk blijft liggen op toezicht en naleving. Er zijn ook protocollen voor corrigerende maatregelen om potentiële risico's aan te pakken. Als mogelijke kinderarbeid wordt ontdekt, worden onmiddellijk corrigerende maatregelen genomen, waaronder: Leeftijdscontrole om de naleving van de wet- telijke arbeidsleeftijd te bevestigen. Samenwerking met lokale boeren om ervoor te zorgen dat ze zich houden aan het beleid voor kinderarbeid. Mogelijke uitsluiting uit de leveranciersbasis in geval van niet-naleving. SIPEF heeft zichzelf een bredere doelstelling gesteld om tegen 2030100% RSPO-certificering te bereiken voor haar leveranciers, wat de naleving van de arbeidsnormen versterkt, met inbegrip van de preventie van kinderarbeid. Lees meer over deze doelstellingen voor de lokale boeren die leverancier zijn van SIPEF en de voor- uitgang die werd geboekt in Annex 1. Zie pagina's 209-210 voor meer informatie over de opvolgings- en nalevingsaanpak van SIPEF voor lokale boeren die leverancier zijn. 217 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring GEZONDHEID EN VEILIGHEID Gezondheid en veiligheid zijn cruciale overwe- gingen in landbouw- en logistieke toeleverings- ketens, waar fysiek zwaar werk, milieurisico's en beperkte toegang tot medische zorg risico's kunnen opleveren voor werknemers. In de palmoliesector kunnen lokale boeren worden blootgesteld aan beroepsrisico's zoals het gebruik van chemicaliën, zwaar tillen en afgelegen werkomstandigheden. In de logistiek worden werknemers die betrokken zijn bij vervoer over land en zee geconfronteerd met risico's in verband met verkeersveiligheid, scheepsoperaties en lange werktijden. SIPEF zet zich in om veilige werkomstandigheden te ondersteunen voor haar leveranciers die lokale boeren zijn en voor haar logistieke partners door de naleving van de RSPO-normen, de nationale arbeidswetgeving en het beleid van SIPEF te ver- sterken. Hoewel de Vennootschap deze activiteiten niet rechtstreeks beheert, bevordert ze wel het bewustzijn van gezondheid en veiligheid en beste praktijken door middel van de betrokkenheid van leveranciers en certificeringseisen. Gebieden van impact 5 , Het arbeidsintensieve karakter van de palmolie- industrie brengt gezondheids- en veiligheidsrisico's met zich mee als er geen geschikte maatregelen (5) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele- materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werden de gespecificeerde impacten onlangs geïdentificeerd en werden ze niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 218 The connection to the world of sustainable tropical agriculture worden genomen. Lokale boeren die zonder de juiste opleiding en beschermende uitrusting werken, kunnen ernstige ongevallen en verwondingen oplopen, variërend van kortetermijneecten tot blijvende handicaps of zelfs dodelijke ongevallen. Blootstelling aan pesticiden en meststoen zonder voldoende bescherming kan ook leiden tot adem- halingsproblemen, huidaandoeningen en andere chronische gezondheidseecten. Vrouwelijke lokale boeren krijgen te maken met extra risico's, vooral tijdens zwangerschap of borst- voeding, als gevolg van blootstelling aan chemische stoen en de fysieke eisen van het werk in de land- bouw. De afgelegen locaties van veel oliepalmplan- tages kunnen de toegang tot medische zorg verder vertragen, waardoor de ernst van verwondingen op de werkplek en gezondheidscrises toeneemt. , Bij het vervoer over land kunnen werknemers in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire te maken krijgen met zowel beroepsmatige als milieu-uitdagingen. Slechte wegomstandigheden, verkeersopstoppingen en lange werkdagen kunnen bijdragen aan het risico op ongevallen en vermoeid- heid van de bestuurder. In sommige afgelegen gebie- den kunnen chaueurs te maken krijgen met extra uitdagingen zoals de beveiliging van de lading en ongunstige weersomstandigheden, bijvoorbeeld aardverschuivingen of overstromingen. , Gezondheid en veiligheid zijn een belangrijk aandachtspunt in het zeevervoer, vooral voor zeevarenden die werken op langeafstandsroutes en in operationele functies zoals dek- en machine- kamerpersoneel, waar fysiek veeleisende taken en risicovolle omgevingen vaak voorkomen. Zonder geschikte gezondheids- en veiligheidsmaatregelen kunnen werknemers in de scheepvaart te maken krijgen met gevaarlijke omstandigheden, zoals lawaai, trillingen, extreme temperaturen en bloot- stelling aan straling. In bepaalde regio's maken extra risico's zoals piraterij en verlies van schepen de bezorgdheid over de veiligheid nog groter. Gezondheids- en veiligheidsnormen in SIPEF's leveranciersbestand en logistieke netwerk van lokale boeren zijn essentieel voor het behoud van de stabiliteit van de Vennootschap, de operatio- nele integriteit en de naleving van internationale arbeidsnormen. Lokale boeren spelen een cruciale rol bij het leveren van FFB aan de palmolie-extrac- tiefabrieken van SIPEF en hun welzijn heeft een rechtstreekse invloed op de productiviteit en de veerkracht van de toeleveringsketen op de lange termijn. Op dezelfde manier dragen veilige werkom- standigheden voor logistieke dienstverleners bij aan een betrouwbaar transport van palmolieproducten. Hoewel SIPEF deze operaties niet rechtstreeks beheert, werkt ze samen met leveranciers en transportpartners om de naleving van haar beleid en vereisten inzake gezondheid en veiligheid te bevorderen. 219 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Beleid en verplichtingen Volgens het RPuP moeten lokale boeren die aan SIPEF leveren ervoor zorgen dat de werkomgeving onder hun controle veilig is en geen buitensporige risico's voor de gezondheid inhoudt. Lokale boeren moeten ook bevestigen dat ze de mensenrechten en arbeidsnormen naleven, zoals bepaald door de toepasselijke nationale arbeidswetgeving en -regelgeving en het SIPEF-beleid. Een belangrijke verplichting onder zowel het RPP als het RPuP is het behalen en behouden van de RSPO-certificering. De RSPO P&C verplicht certificaathouders om gezondheids- en veilig- heidsmaatregelen te implementeren, waaronder het gebruik van persoonlijke beschermingsmid- delen (“Personal Protective Equipment” - PPE) voor gevaarlijke taken zoals het aanbrengen van pesticiden, machinewerkzaamheden, landvoorbe- reiding en oogsten. Certificaathouders moeten ook zorgen voor risicobeheer door middel van training en monitoring van werknemers. SIPEF heeft ook een Beleid voor gezondheid en veiligheid op het werk (“Group-level Occupational Health and Safety” - OHS) op Groepsniveau, dat bepaalt dat alle werknemers, contractanten en hun werknemers zich bewust zijn van en inzicht heb - ben in hun individuele rechten en plichten op het gebied van OHS. Dit beleid is in overeenstemming met lokale wetten, internationale overeenkom- sten en industrienormen en zorgt ervoor dat alle werknemers in de toeleveringsketen van SIPEF onder veilige en conforme arbeidsomstandigheden werken. SIPEF eist van al haar logistieke partners dat ze zich engageren om ervoor te zorgen dat SIPEF's OHS-normen en wettelijke vereisten worden nageleefd. Dit is als voorwaarde opgenomen in hun contractuele overeenkomst met SIPEF. Als onderdeel van de herziening van het beleid voor 2025-2026 zal SIPEF de mogelijke uitbreiding van haar Gedragscode voor leveranciers beoordelen om de gezondheids- en veiligheidsvereisten verder te integreren in haar waardeketen. 220 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF zet zich in om veilige werkomstandigheden te garanderen voor lokale boeren die aan haar palm- olie-extractiefabrieken leveren door opleidings- en controlemaatregelen te implementeren. Deze maatregelen zijn erop gericht om gezondheid en veiligheid te garanderen in overeenstemming met de RSPO-normen en het RPuP- en OHS-beleid van SIPEF. SIPEF erkent het belang van veilige werkomstan- digheden voor het behoud van de operationele sta- biliteit en de veerkracht van de toeleveringsketen. Daarom zal SIPEF blijven samenwerken met haar logistieke partners om ervoor te zorgen dat de OHS- normen worden nageleefd. Geen van de acties vereiste een significante Capex of Opex. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Papoea-Nieuw-Guinea Voor de “associated smallholders” in Papoea- Nieuw-Guinea wordt gedurende het boekjaar regelmatig training gegeven over gezondheids- en veiligheidspraktijken, waarbij onderwerpen aan bod komen als het juiste gebruik van PPE, het aanbrengen van pesticiden en het veilig omgaan met meststoen. De naleving van gezondheids- en veiligheidspraktijken wordt ook regelmatig opge- volgd door middel van blokinspecties. Daarnaast voert HOPL voorcontroles uit voordat er pesticiden worden aangebracht, om ervoor te zorgen dat lokale boeren de benodigde training, opslagfaciliteiten en persoonlijke beschermings- middelen (PPE) hebben voordat ze pesticiden van HOPL krijgen. PPE worden op verzoek verstrekt in het geval lokale boeren geen toegang hebben tot hun eigen uitrusting. Certificeringsaudits door derden aangaande de RSPO-standaard verifiëren extern of de lokale boeren voldoen aan de vereisten van SIPEF voor gezondheid en veiligheid. Indonesië In Indonesië wordt SIPEF voornamelijk bevoor- raad door “scheme smallholders” van wie SIPEF de productiegebieden beheert. Deze lokale boeren zijn onderworpen aan dezelfde eisen en controle- processen als de eigen activiteiten van de Groep, in overeenstemming met de RSPO- en ISPO-normen. PT Tolan Tiga Indonesië voerde voor haar leve- ranciers die onafhankelijke lokale boeren zijn soortgelijke maatregelen uit als het “associated smallholders”-programma voor lokale boeren in Papoea-Nieuw-Guinea. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de potentiële materiële impact van gezondheid en vei - ligheid voor lokale boeren en logistieke partners aan te pakken. In plaats daarvan blijft de nadruk liggen op het opvolgen van de naleving en protocollen voor corrigerende maatregelen. Er worden regelmatig inspecties en audits uitge- voerd en de bevindingen worden meegedeeld aan de lokale boeren. Wanneer er overtredingen op het gebied van gezondheid en veiligheid worden geconstateerd, worden er onmiddellijk corrigerende maatregelen genomen. Corrigerende maatregelen moeten worden uitgevoerd door de lokale boer, met opvolging van de teams van lokale boeren om naleving te garanderen. Als corrigerende maatre- gelen niet worden uitgevoerd, kunnen er verdere maatregelen worden toegepast, zoals de tijdelijke opschorting van betalingen of levering van FFB. Daarnaast heeft SIPEF een bredere doelstelling om tegen 2030100% RSPO-certificering te bereiken voor haar leveranciers, waardoor de naleving van arbeidsnormen, inclusief gezondheid en veiligheid, wordt versterkt. Lees meer over deze doelstellingen voor de lokale boeren die leverancier zijn van SIPEF en de vooruitgang die werd geboekt in Annex 1. Zie pagina's 209-210 voor meer informatie over de controle- en nalevingsaanpak van SIPEF voor lokale boeren die leverancier zijn. 221 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring TRAINING EN ONTWIKKELING VAN VAARDIGHEDEN SIPEF erkent dat training en het ontwikkelen van vaardigheden van fundamenteel belang zijn voor de veiligheid van werknemers, productiviteit en het succes van lokale boeren op de lange termijn. Zonder adequate training lopen werknemers een groter risico op verwondingen en een beperkte loopbaanontwikkeling, terwijl lokale boeren moeite kunnen hebben om aan duurzaamheidsnormen te voldoen, beste praktijken toe te passen of toegang te krijgen tot hoogwaardige markten. Door deze uitdagingen aan te pakken met gerichte program- ma's voor capaciteitsopbouw, technische onder- steuning en training op het gebied van naleving versterkt SIPEF niet alleen de veerkracht van de toeleveringsketen, maar verbetert ze ook de pro- ductkwaliteit en ondersteunt ze de economische empowerment van lokale boeren en werknemers. Gebieden van impact 6 , , Naarmate de eisen voor duurzaamheidscerti- ficering strenger worden, kunnen lokale olie- palmboeren moeite hebben om eraan te voldoen vanwege beperkte toegang tot training, technische ondersteuning en voorlichting. Een gebrek aan kennis over duurzame praktijken, ontbossings- beleid en kwaliteitsnormen verhoogt het risico op niet-naleving, wat kan leiden tot uitsluiting uit de toeleveringsketen van SIPEF, wat gevolgen heeft voor het inkomen van lokale boeren en de stabiliteit van SIPEF's toeleveringsketen op de lange termijn. Om de problemen van lokale boeren met certifi - ceringseisen aan te pakken, werkt SIPEF samen met lokale boeren die leverancier zijn om training, technische ondersteuning en samenwerking met de industrie te bieden, hen te helpen capaciteit op te bouwen en toegang tot duurzame markten te behouden. Aangezien SIPEF aankelijk is van RSPO-gecertificeerde lokale boeren om haar duur- zaamheidsverplichtingen na te komen, vergroot het versterken van de naleving door lokale boeren ook de stabiliteit van haar toeleveringsketen. Beleid en verplichtingen In het kader van het RPP zet SIPEF zich in om lokale boeren die leverancier zijn te ondersteunen bij het behalen van certificering door technische ondersteuning, voorlichting en training te bieden via de programma's voor lokale boeren. Het RPuP versterkt dit engagement door SIPEF's ondersteu- ningsprogramma voor lokale boeren en ICS te schetsen, dat opleiding en bewustzijn over SIPEF- beleid, beste beheerpraktijken en gezondheid en veiligheid omvat, evenals certificering en naleving van de wetgeving. Deze inspanningen voorzien lokale boeren van de nodige kennis om te voldoen aan de duurzaamheidsnormen en zorgen ervoor dat ze opgenomen blijven in de toeleveringsketen van SIPEF. Een belangrijke verplichting onder zowel het RPP als het RPuP is het behalen en behouden van de (6) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 222 The connection to the world of sustainable tropical agriculture RSPO-certificering. De RSPO-certificering vereist dat certificaathouders lokale boeren ondersteunen door middel van certificeringsfacilitering, pro- gramma's voor capaciteitsopbouw en toegang tot duurzaamheidsinitiatieven. Dit omvat overleg met lokale boeren, het ontwikkelen van programma's ter verbetering van hun levensonderhoud en het geven van trainingen op het gebied van producti- viteit, kwaliteitsbeheer en het veilig hanteren van pesticiden. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF voert het hele jaar door een intensief trainingsprogramma uit voor “associated small- holders” in Papoea-Nieuw-Guinea. Elke sessie is gericht op een of twee onderwerpen, waardoor diepgaande discussies mogelijk zijn en kennis beter bewaard blijft. Het hele jaar door worden er meer- dere bijeenkomsten gehouden in hetzelfde gebied, over onderwerpen die met elkaar verband houden, waarbij belangrijke thema’s worden herhaald om het leren te versterken. In 2024 organiseerde HOPL 527 trainingssessies met 11476 deelnemers over onderwerpen als RSPO- certificering, beste beheerpraktijken, gebruik van meststoen, gewaskwaliteit, landbeheer, ongedier- tebestrijding, chemische vereisten en berekeningen van de FFB-prijs. De trainingsbetrokkenheid is toegenomen: 77% van de blokken lokale boeren werd ten minste één keer bereikt in 2024, verge- leken met 70% in 2023. In Indonesië wordt SIPEF voornamelijk bevoorraad door “scheme smallholders” van wie de produc- tiegebieden beheerd worden door PT Tolan Tiga Indonesië en die onderworpen zijn aan dezelfde opleidings- en nalevingsvereisten als SIPEF's eigen plantages, in overeenstemming met de RSPO-normen. SIPEF werkt ook met één groep onaankelijke lokale boeren, bestaande uit 29 telers, die 22 trainingssessies kregen in 2024. Die sessies behandelden het SIPEF-beleid, de beste managementpraktijken, gezondheid en veiligheid, en naleving van de wetgeving, zodat ze met succes de externe RSPO-audit in 2024 kunnen doorstaan. Geen van de acties vereiste een significante Capex of Opex. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Doelstellingen en opvolging Er werden doelen gesteld om ervoor te zorgen dat het recentste RPuP, dat in augustus 2024 werd gepubliceerd, werd gecommuniceerd en begrepen door zowel de lokale boeren die leverancier zijn van SIPEF (“scheme smallholders”) als door potentiële leveranciers (onaankelijke lokale boeren) om hen te ondersteunen in hun certificeringsproces. 1. Training over het bijgewerkte RPuP voor 100% van de “scheme smallholders” in Papoea-Nieuw- Guinea in het boekjaar 2026. 2. Training over het bijgewerkte RPuP voor het bestuur van coöperatieven van 20 niet-RSPO- gecertificeerde onaankelijke groepen lokale boeren in Indonesië in het boekjaar 2025. Er werd overlegd met de afdeling voor lokale boeren in Indonesië en het SHAAS-team in Papoea-Nieuw- Guinea, die als geloofwaardige vertegenwoordigers van de lokale leveranciers van SIPEF fungeerden. Daarnaast werden de regionale duurzaamheids- teams en regionale executieve comités in elk land geraadpleegd voor feedback en goedkeuring. Meer informatie over de doelstellingen staat in de Annex 1. 2024 Aangezien de doelstellingen zijn vastgesteld voor de boekjaren 2025 en 2026, is er voor 2024 geen vooruitgang te melden met betrekking tot RPuP- opleiding. De voortgang wordt bijgehouden door de teams van lokale boeren via deelnamepercentages en aanwezigheidslijsten. 223 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring DIVERSITEIT EN GENDERGELIJKHEID SIPEF erkent dat diversiteit, gelijkheid tussen mannen en vrouwen en gelijke beloning voor gelijk- waardig werk kritieke uitdagingen blijven in de hele waardeketen, vooral in de palmolie-industrie, die van oudsher door mannen wordt gedomineerd. Vrouwen in deze sectoren kunnen te maken krijgen met barrières op het gebied van eerlijk werk, car- rière maken en economische participatie, wat kan resulteren in beperkte toegang tot land en financi- ele middelen, beperkte beslissingsbevoegdheid en zelfs gevolgen voor de geestelijke gezondheid. Het aanpakken van die uitdagingen biedt kansen voor SIPEF om de integratie van mannen en vrouwen te verbeteren, de stabiliteit van het personeels- bestand te verbeteren en de inspanningen op het gebied van sociale duurzaamheid te versterken, terwijl tegelijkertijd de naleving van internationale arbeidsnormen en duurzaamheidscertificeringen wordt gewaarborgd. Gebieden van impact 7 , Vrouwelijke lokale boeren in de palmolie-industrie kunnen te maken krijgen met aanzienlijke uitda- gingen, waaronder beperkte toegang tot land en hulpbronnen als gevolg van culturele en wettelijke barrières die mannen bevoordelen op het vlak van eigendom en besluitvorming. Ze kunnen ook een onevenredig zware last van onbetaalde arbeid dragen, waarbij ze verantwoordelijkheden in de landbouw moeten combineren met huishoudelij- ke taken, zorg en gemeenschapswerk. Die zware werklast kan een impact hebben op hun fysieke en mentale gezondheid en de mogelijkheden voor onderwijs en persoonlijke ontwikkeling beper- ken. Bovendien kunnen gendervooroordelen en stereotypen hun toegang tot opleiding, promotie en beslissingsbevoegdheid beperken, waardoor ze mogelijk gedegradeerd worden tot lager betaalde functies met een lagere status binnen de sector. SIPEF beschikt over bronnen van onafhanke- lijke lokale boeren en “scheme smallholders” in Indonesië en van “associated smallholders” in Papoea-Nieuw-Guinea, waar culturele normen en wettelijke kaders de genderdynamiek in de landbouw beïnvloeden. Hoewel dit probleem in de hele sector is vastgesteld, is er geen concreet bewijs dat vrouwen beperkte kansen krijgen van de toeleveranciers van SIPEF. De mogelijke gevolgen zijn echter aanzienlijk, omdat ze een inbreuk kun- nen vormen op de mensenrechten en de toegang tot basisbehoeften. Hoewel die problemen kunnen worden aangepakt door middel van gerichte inter- venties en genderbewuste beleidshervormingen, bemoeilijken culturele normen en systemische vooroordelen veranderingen op lange termijn. (7) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 224 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Beleid en verplichtingen Volgens het RPuP en het RPP moeten lokale boeren die aan SIPEF leveren, bevestigen dat elke vorm van discriminatie verboden is, inclusief gender- gerelateerde discriminatie op het gebied van tewerkstelling en beloning. Dit beleid vereist ook de naleving van mensenrechten en arbeidsnormen zoals gedefinieerd door nationale wetten, SIPEF- beleid en internationale kaders, terwijl het ook de uitbanning van genderdiscriminatie en de bevor- dering van gelijke kansen bij de aanwerving, lonen en arbeidsomstandigheden voorschrijft voor alle activiteiten van SIPEF en de levering door lokale boeren. Daarnaast verplichten de RSPO-certificeringseisen certificaathouders om een openbaar non-discrimi- natie- en gelijkekansenbeleid te implementeren, te zorgen voor rechtvaardige wervings-, trainings- en promotiepraktijken en gendercommissies op te richten om de vertegenwoordiging van vrouwen en de inclusie op de werkplek te ondersteunen. Certificaathouders moeten ook het bewijs leveren van gelijke beloning voor hetzelfde werk. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF's benadering van diversiteit, gelijkheid tus- sen mannen en vrouwen en gelijke beloning binnen de toeleveringsketen van lokale boeren is voorna- melijk gericht op naleving van de RSPO-vereisten, nationale arbeidswetten en het beleid van SIPEF. Door middel van certificering en gestructureerde opvolging versterkt SIPEF niet-discriminatie, gelij- ke werkgelegenheidskansen en eerlijke verloning. Naast de inspanningen om de wetgeving na te leven, implementeert SIPEF een aantal gerichte initiatieven om genderintegratie en economisch empowerment te versterken. Geen van de acties vereiste een significante Capex of Opex. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Indonesië In Indonesië worden de “scheme smallholders” van SIPEF beheerd door PT Tolan Tiga Indonesië en zijn ze onderworpen aan dezelfde arbeidsnormen, opvolging en RSPO-naleving als SIPEF's eigen plantages. Daarnaast betrekt SIPEF bij één groep RSPO-gecertificeerde onaankelijke lokale boeren, die sinds 2017 gecertificeerd zijn. Papoea-Nieuw-Guinea In Papoea-Nieuw-Guinea implementeert de dochteronderneming van SIPEF, HOPL, een betaalsysteem met twee kaarten om de financiële onaankelijkheid van vrouwelijke lokale boeren en werknemers te bevorderen. Dit systeem zorgt ervoor dat het inkomen dat wordt verdiend met de FFB en het verzamelen van los fruit rechtstreeks wordt toegewezen aan de individuele bijdrager, wat de aankelijkheid van één enkel lid van het huishouden vermindert. 225 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Eerste kaart: toegewezen aan de geregistreerde lokale boer, vaak het mannelijke hoofd van het huishouden, maar het kan ook de vrouw van het huishouden zijn. Deze kaart is gekoppeld aan de rekening van de lokale boer voor de betaling van de FFB. Tweede kaart: uitgegeven aan vrouwen die een bijdrage leveren door middel van losse fruitinzameling, zodat betalingen rechtstreeks op hun eigen bankrekening kunnen worden gestort, waardoor ze onafhankelijk toegang tot inkomen hebben en minder financieel aankelijk zijn van hun echtgenoten. Daarnaast geeft het SHAAS-team van HOPL gemeenschapsgerichte trainingssessies over finan- ciële kennis, budgettering, hygiëne en het beheer van huishoudelijke middelen, afgestemd op de loka- le behoeften. In gebieden waar vrouwelijke gemeen- schapsleiders om ondersteuning hebben gevraagd, faciliteren vrouwelijke voorlichtingsmedewerkers bijeenkomsten alleen voor vrouwen om gender- gerelateerde uitdagingen en mogelijkheden in de landbouw te bespreken. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de potentiële materiële impact aan te pakken die is geïdentificeerd met betrekking tot diversiteit, gendergelijkheid en gelijke beloning voor werk van gelijke waarde in de context van lokale boeren. Ze heeft echter wel doelen gesteld met betrekking tot het bereiken van 100% RSPO-certificering van haar leveranciers in 2030, wat eisen omvat met betrek- king tot gendergelijkheid en niet-discriminatie. Lees meer over deze doelstellingen voor de lokale boeren die leverancier zijn van SIPEF en de voor- uitgang die werd geboekt in Annex 1. 226 The connection to the world of sustainable tropical agriculture MAATREGELEN TEGEN GEWELD EN PESTERIJEN OP DE WERKPLEK SIPEF erkent dat geweld en intimidatie kunnen voorkomen in de toeleveringsketens van lokale boeren, vooral in afgelegen gebieden waar informele werkafspraken de toegang tot bescherming op de werkplek en meldingsmechanismen kunnen beper- ken. Vrouwen die in de plantages van lokale boeren werken, zijn in een dergelijke context kwetsbaarder voor uitbuiting, intimidatie en misbruik. Het aanpakken van deze uitdagingen door middel van bewustwording, beleid en rapportagemechanismen biedt de mogelijkheid om geweld en intimidatie te verminderen of te voorkomen en de potentiële gevolgen ervan te beperken. Gebieden van impact 8 , De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de landen waar SIPEF inkoopt bij lokale boeren kan vrouwen kwetsbaarder maken voor uitbuiting, sek- suele intimidatie en geweld, vooral in afgelegen of geïsoleerde oliepalmplantagegebieden. Het gebrek aan beschermende maatregelen, meldingsmecha- nismen en toegang tot rechtsmiddelen vergroot deze risico's en heeft ernstige gevolgen voor de geestelijke gezondheid van de getroen personen. SIPEF neemt af bij onaankelijke lokale boeren en “scheme smallholders” in Indonesië en bij “asso- ciated smallholders” in Papoea-Nieuw-Guinea, waar culturele normen en wettelijke kaders de genderdynamiek in de landbouw bepalen en de arbeidsomstandigheden beïnvloeden. Hoewel dit probleem in de hele sector is vastgesteld, is er geen concreet bewijs dat het zich voordoet in de waardeketen van SIPEF. Gezien de hoge ernst en de uitdagingen van herstel na een incident, erkent SIPEF echter de noodzaak van preventieve actie. De Vennootschap werkt samen met leveranciers door middel van relevant beleid, certificeringsvereisten en training om veilige en inclusieve werkplekken te bevorderen. Beleid en verplichtingen In het kader van het RPuP zijn lokale boeren die aan SIPEF leveren, verplicht om een veilige werk- omgeving zonder onnodige gezondheidsrisico's te garanderen. Ze moeten ook bevestigen dat ze zich houden aan de mensenrechten en arbeidsnormen zoals bepaald door de toepasselijke nationale wetten, voorschriften en het beleid van SIPEF. Een belangrijke verplichting onder zowel het RPP als het RPuP is het behalen en behouden van de RSPO-certificering. De RSPO P&C vereisen dat er een beleid ter voorkoming van seksuele en alle andere vormen van intimidatie en geweld wordt geïmplementeerd en gecommuniceerd naar alle lagen van het personeel. (8) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 227 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP en het RPuP, zie 'Algemene informatie'. Acties, doelstellingen en opvolging De aanpak van SIPEF om de materiële gevolgen van geweld en pesterijen te beheersen, is vooral gericht op preventie: Alle lokale boeren die leveren aan SIPEF's palmolie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw- Guinea zijn volledig RSPO-gecertificeerd, ondergaan jaarlijks audits door SIPEF en derde certificeringsinstanties en krijgen voortdurende trainingsondersteuning. Tot minstens één keer per jaar behandelt deze training het beleid van SIPEF inzake geweld en pesterijen, samen met bewustmaking rond dit thema. In Indonesië werkt SIPEF samen met “scheme smallholders” van wie ze de productiegebieden beheert en die onderworpen zijn aan dezelfde vereisten en controleprocessen als haar eigen plantages, in overeenstemming met de RSPO- normen. Daarnaast neemt SIPEF af bij één groep RSPO-gecertificeerde onaankelijke lokale boeren. Het klachtenmechanisme van SIPEF is beschikbaar voor alle belanghebbenden, inclusief lokale boeren, hun gezinnen en hun werknemers, om bezorgdheden te uiten of incidenten te melden, inclusief die met betrekking tot geweld en intimidatie. Geen van de acties vereiste een significante Capex of Opex. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Lees meer over hoe SIPEF de mogelijke gevolgen van haar eigen activiteiten aanpakt in S1: 'Eigen personeelsbestand'. Zie 'G1: Zakelijk gedrag' voor een overzicht van het klachtenmechanisme van SIPEF. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de geïdentificeerde potentiële materiële impact aan te pakken met betrekking tot maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkplek in de con- text van lokale boeren. Ze heeft echter wel doelen gesteld met betrekking tot het bereiken van 100% RSPO-certificering van haar toeleveringsketen in 2030, waarin eisen over dit onderwerp zijn opgenomen. Lees meer over deze doelstellingen voor de lokale boeren die leverancier zijn van SIPEF en de voor- uitgang die werd geboekt in Annex 1. 228 The connection to the world of sustainable tropical agriculture (9) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en was hij niet exact onder deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. PRIVACY Nu transparantie in de toeleveringsketen en nale- ving van de regelgeving steeds belangrijker worden, is het beheren van privacyrisico's essentieel om het vertrouwen te behouden en ethische bedrijfsprak- tijken te garanderen. In landbouwtoeleveringske- tens, met name die waarbij lokale boeren betrokken zijn, kunnen privacyproblemen ontstaan wanneer traceerbaarheid het verzamelen en vrijgeven van locatie- en operationele gegevens vereist. Hoewel die maatregelen duurzaamheidsbeloften en naleving van de wet ondersteunen, moeten ze in evenwicht zijn met verantwoord gegevensbeheer om de rechten en bestaansmiddelen van lokale boeren te beschermen. Gebieden van impact 9 , Toenemende traceerbaarheids- en controlevereis- ten in de toeleveringsketen van SIPEF, gedreven door EU-regelgeving zoals de EU-verordening over ontbossingsvrije producten (“European Union Regulation on Deforestation-free Products” - EUDR), kunnen privacyproblemen opleveren voor lokale boeren, vooral in Indonesië, waar de lokale regelgeving en gevoeligheden rond gegevensbe- scherming meer uitgesproken zijn. Als dit niet op de juiste manier wordt aangepakt, kunnen de openbaarmaking van de locaties van leveranciers en de uitbreiding van satellietbewaking onbedoelde gevolgen hebben voor de gegevensprivacy. Deze invloeden houden rechtstreeks verband met het bedrijfsmodel en de strategie van SIPEF, die voorrang geven aan transparantie van de toeleve- ringsketen en naleving van de regelgeving om te vol- doen aan internationale duurzaamheidsverplich- tingen. Als onderdeel van haar activiteiten op het gebied van verantwoord inkopen, is SIPEF betrok- ken bij het verzamelen van gegevens, het monito- ren van de geolocatie en certificeringsprocessen, waarbij ze samenwerkt met “scheme smallholders” en onaankelijke lokale boeren om de naleving van wettelijke voorschriften en duurzaamheidscriteria te verifiëren. Hoewel die inspanningen helpen om verantwoord in te kopen, brengen ze ook privacyrisico's met zich mee met betrekking tot gegevensbeveiliging, ongeautoriseerde toegang en mogelijke uitslui- ting van lokale boeren uit toeleveringsketens als niet-naleving wordt ontdekt. Om die risico's te beperken, integreert SIPEF gegevensbescher- mingsmaatregelen in de procedures voor opslag en verwerking van gegevens van lokale boeren en in de traceerbaarheidsinitiatieven, zodat de rechten van lokale boeren worden gewaarborgd en tegelijkertijd wordt voldaan aan veranderende regelgevende normen. 229 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Beleid en verplichtingen SIPEF houdt zich aan strikte principes van gege- vensbescherming en vertrouwelijkheid, zoals beschreven in de Gedragscode van de Groep. De Code verplicht SIPEF om alle informatie met betrekking tot leveranciers, klanten en andere zakenpartners te beschermen tegen ongeoorloofd gebruik, openbaarmaking, wijziging of vernietiging. SIPEF verbindt zich er verder toe erop toe te zien dat de gegevens uitsluitend worden gebruikt voor het doel waarvoor ze bestemd zijn, in volledige overeenstemming met de wettelijke en interne vertrouwelijkheidsregels. Zie voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP en het RPuP 'G1: Zakelijk gedrag’. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF blijft gegevensbeschermingsmaatregelen implementeren om informatie over lokale boeren te beschermen en tegelijkertijd te voldoen aan de veranderende traceerbaarheidseisen. Op de plantages in Indonesië en Papoea-Nieuw- Guinea worden dossiers van lokale boeren veilig opgeslagen in zowel fysieke als digitale formaten met beperkte toegang. Gevoelige gegevens, waar- onder informatie over landpercelen, financiële informatie en overeenkomsten of MOU's, worden bewaard binnen de betreende afdelingen op het hoofdkantoor, waarbij de toegang strikt beperkt wordt tot aangewezen personeel. Bovendien zijn de databases van de Vennootschap met informatie over lokale boeren beschermd met toegangsbeperkingen, zodat de gegevens veilig zijn en er wordt voldaan aan de veranderende traceerbaarheidseisen. Om de naleving van de EUDR te ondersteunen en de transparantie van de toeleveringsketen te ver- sterken, gaf SIPEF haar interactieve kaartenplat- form, GeoSIPEF, in oktober 2024 een update. Het platform verbetert de bewakingsmogelijkheden, terwijl de bescherming van de gegevensprivacy voor de leveranciers van SIPEF gehandhaafd blijft door veilige, selectieve gegevensuitwisseling met geautoriseerde belanghebbenden mogelijk te maken. De nieuwe versie bevat een klantenpor- taal waarop SIPEF-klanten moeten inloggen, terwijl bepaalde gegevens alleen op verzoek worden gedeeld. Geen van de acties vereiste een significante Capex of Opex. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Een meer gedetailleerde update over GeoSIPEF is te vinden in 'S4: Consumenten en eindgebruikers' en het 'Bedrijfsverslag'. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de potentiële materiële impact aan te pakken die werd geïdentificeerd met betrekking tot privacy voor lokale boeren, aangezien de focus voornamelijk ligt op de protocollen die ze heeft ingesteld om de privacy van gegevens voor lokale boeren te waar- borgen, zoals eerder beschreven. 230 The connection to the world of sustainable tropical agriculture S3: Betrokken gemeenschappen Landbouw speelt een cruciale rol in plattelandsont- wikkeling en ondersteunt middelen van bestaan, het creëren van jobs en voedselzekerheid. Bij gebrek aan duurzaam beheer kan landbouw echter ook lokale gemeenschappen ontwrichten en de toegang tot land en natuurlijke hulpbronnen bedreigen. SIPEF doet er alles aan om de rechten van plaat- selijke gemeenschappen op land, hulpbronnen, gebieden, een behoorlijk inkomen en voedselzeker- heid te eerbiedigen. De aanpak is gebaseerd op de principes van vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming (“Free, Prior, and Informed Consent” - FPIC), de bescherming van mensenrechten en de erkenning van de rechten van inheemse volken. Die toezeggingen zijn verankerd in de belangrijkste beleidslijnen van de Groep en worden geïmplemen- teerd via formele beoordelings- en overlegprocessen om landgeschillen te voorkomen en inclusieve ontwikkeling te ondersteunen. Een duurzame benadering van de activiteiten is tevens cruciaal om te vermijden dat ze leiden tot de aantasting van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen die voor lokale gemeenschappen onontbeerlijk zijn. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD MATERIËLE DUURZAAM HEIDSKWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • FPIC • Gevolgen voor de veiligheid • Voldoende voedsel • Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) • Verantwoordelijk Inkoopbeleid (“Responsible Purchasing Policy” - RPuP) • Klachtenbeleid • Geen doelstellingen. • In Papoea-Nieuw-Guinea werd een speciale afdeling voor maatschappelijke betrokkenheid opgezet om lokale bezorgdheden aan te pakken en de relaties met belanghebbenden te versterken • In Papoea-Nieuw-Guinea werden initiatieven voor jongerenemancipatie verder uitgebouwd, waaronder vaardigheidstraining en juridische ondersteuning voor de registratie van verenigingen • De verificatie door derden van de evaluaties van de maatschappelijke impact (“Social Impact Assessments” - SIA) die in 2023 werden uitgevoerd, begon in 2024, ter ondersteuning van de voorbereidingen voor nieuwe ontwikkelingen 231 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring REIKWIJDTE VAN OPENBAARMAKING De palmolieplantages van SIPEF in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea liggen in gebieden waar lokale gemeenschappen met inheemse volken aanwezig zijn. In Côte d’Ivoire bevinden er zich geen inheemse gemeenschappen in de buurt van de bananenplantages van SIPEF en de landaankoop heeft alleen betrekking op plantagegebieden die al eerder in cultuur waren gebracht onder historisch vastgestelde pachtovereenkomsten. Hoewel er gemeenschappen in de buurt zijn, werd de kans op een beduidende impact als beperkt ingeschat. De dubbele-materialiteitsbeoordeling die in 2024 werd uitgevoerd, identificeerde materiële gevolgen met betrekking tot FPIC, impact op het gebied van veiligheid, en voldoende voedsel, die allemaal het relevantst zijn voor de activiteiten van SIPEF in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. De reikwijdte van dit onderdeel richt zich daarom op de gemeen- schappen die mogelijk worden getroffen in die landen, wat zowel de aard van de geïdentificeerde eecten als de beperkte relevantie van deze kwes- ties in de context van Côte d’Ivoire weerspiegelt. Het soort gemeenschappen dat materiële gevolgen kan ondervinden en binnen het toepassingsgebied valt, zijn: Lokale gemeenschappen: gemeenschappen die nabij of binnen de operationele sites van SIPEF wonen en die mogelijk invloed ondervinden van operationele activiteiten, inclusief in gebieden waar conflicten over landeigendom kunnen ontstaan. Inheemse volken: erfgenamen en beoefenaars van unieke culturen en manieren om met mensen en het milieu om te gaan; die sociale, culturele, economische en politieke kenmerken behouden welke verschillen van die van de dominante samenlevingen waarin ze leven. Als de invloed op de gemeenschappen door de waardeketen van SIPEF slechts potentieel is, zijn ze niet opgenomen in het bereik, aangezien de meest relevante materiële impact betrekking heeft op de rechtstreekse activiteiten van de Groep. Op sommige plantages zijn lokale boeren ook lid van plaatselijke gemeenschappen, waardoor er sprake is van overlapping. DE RECHTEN VAN GEMEENSCHAPPEN EERBIEDIGEN De benadering van SIPEF om de rechten van lokale gemeenschappen en inheemse volken te respecte- ren, is gebaseerd op verantwoordelijke en inclusieve engagementspraktijken, in lijn met internationale mensenrechtennormen en duurzaamheidsraam- werken. Die omvatten de Principes en Criteria van de “Roundtable on Sustainable Palm Oil” (RSPO), de “Rainforest Alliance”-standaard en relevante internationale verklaringen en verdragen, zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de Verklaring over de rechten van inheemse volken van de Verenigde Naties (VN) en het Verdrag betreende inheemse en in stamverband levende volken in onaankelijke landen van de Internationale Arbeidsorganisatie (“International Labour Organization” - ILO) (Nr. 169). De belangrijkste verplichtingen in verband met deze normen en internationale conventies zijn geformaliseerd in SIPEF's Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP). Dit beleid omvat ook de principes van FPIC 232 The connection to the world of sustainable tropical agriculture en schetst het respect van de Groep voor wettelijke, gewoonte- en gebruiksrechten op land, vooral die van inheemse gemeenschappen. Engagement tegenover betrokken gemeenschappen SIPEF werkt rechtstreeks samen met de betrokken gemeenschappen of hun wettige vertegenwoor- digers gedurende de hele levenscyclus van haar activiteiten. De betrokkenheid is afgestemd op de lokale context en omvat participatieve ruimtelijke ordening, gemeenschapsoverleg en klachtenpro- cedures. De betrokkenheid bij de gemeenschap wordt geleid door regionale duurzaamheidsteams, met toezicht van het hoofd duurzaamheid van de groep, die rapporteert aan het executief comité. Deze structuur zorgt ervoor dat de betrokkenheid systematisch en contextgevoelig is en de besluit- vorming op het hoogste niveau informeert. Vanaf maart 2024 heeft Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) in Papoea-Nieuw-Guinea ook een aparte afdeling voor gemeenschapsbetrokkenheid opgericht om te focussen op het aanpakken van gemeenschapsge- relateerde kwesties. Om de rechten van de gemeenschap verder te beschermen en schade te voorkomen, kan SIPEF ook bogen op een toegankelijk klachtenmechanis- me, zodat belanghebbenden op een transparante en respectvolle manier hun zorgen kunnen uiten en een oplossing kunnen zoeken. Lees meer over de klachtenkanalen voor betrokken gemeenschappen op pagina 241. VEERKRACHT VAN STRATEGIE EN BEDRIJFSMODEL Respect voor de rechten van de gemeenschap is ook ingebed in de strategie en het bedrijfsmodel van SIPEF. Een van de belangrijkste aandachtsge- bieden van de strategie van SIPEF is 'Respect voor werknemers en gemeenschappen', waaronder het koesteren van langetermijnrelaties, het creëren van gedeelde waarde en het ondersteunen van het welzijn van gemeenschappen. Dat wordt geïmple- menteerd door middel van duurzaamheidsbeleid, afstemming op certificeringsnormen en de voort- durende betrokkenheid van belanghebbenden. Deze manier van werken versterkt het vermogen van SIPEF om te anticiperen op materiële risico's en ze aan te pakken, zoals landgerelateerde geschillen of operationele verstoringen, terwijl ze tegelijker- tijd de veerkracht op lange termijn ondersteunt voor zowel de activiteiten als de gemeenschappen waarmee ze samenwerkt. Identificatie van effecten van impact, risico's en opportuniteiten De dubbele-materialiteitsbeoordeling van SIPEF identificeerde geen materiële risico's of oppor- tuniteiten. Bijgevolg worden er geen risico's of opportuniteiten vermeld in deze sectie, noch gerapporteerde huidige of verwachte eecten op het bedrijfsmodel, de waardeketen, de strategie of de besluitvorming van de Groep. Daarnaast worden er geen eecten gerapporteerd op de financiële positie, prestaties of kasstromen van de Vennootschap. 233 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring In het algemeen zijn de ondernomen of geplande acties voor het beheersen van de in dit onderdeel beschreven eecten gebaseerd op de resultaten van evaluaties van de maatschappelijke impact, interne en externe audits, klachtenmechanismen en feedback van andere vormen van recht- streekse betrokkenheid om passende reacties te verzekeren. Er werden speciale financiële en personeelsmiddelen toegewezen aan het beheer van deze kwesties. VRIJE, VOORAFGAANDE EN GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING (“Free, Prior, and Informed Consent” - FPIC) SIPEF erkent dat landbouwontwikkeling, inclusief in de palmoliesector, de rechten van gemeen- schappen en de toegang tot land kan beïnvloeden. Het respecteren van deze rechten begint met het verkrijgen van FPIC van de gemeenschappen die mogelijk worden getroen voordat er nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden. FPIC is geen een- malige gebeurtenis gekoppeld aan de overdracht van land, maar een doorlopend proces om ervoor te zorgen dat de stem van de gemeenschap wordt gehoord en dat er rekening wordt gehouden met hun feedback. Evaluaties van de maatschappelijke impact (“Social Impact Assessments” - SIA) in 2024 In 2024 ging SIPEF door met het uitvoeren van SIA in al haar activiteiten om de beheerplanning te informeren en de voortdurende dialoog met lokale belanghebbenden te ondersteunen. Indonesië: bij PT Tolan Tiga Indonesië hield dit enquêtes en interviews in met lokale gemeenschappen om de perceptie van de impact van de Vennootschap op de werkgelegenheid, lokale economieën, infrastructuur en het milieu te beoordelen. De evaluaties maken deel uit van de voortdurende operationele controle en vormen de basis voor SIPEF's beheerplan voor sociale verantwoordelijkheid in Indonesië. Papoea-Nieuw-Guinea: in 2023 voerde HOPL een uitgebreide SIA uit als onderdeel van zijn bredere geïntegreerde HCV-HCSA- beoordeling, die het lopende RSPO NPP- proces van de Vennootschap ondersteunt. Deze evaluaties hadden betrekking op de plantages van de Vennootschap, de lokale boeren en de omliggende gebieden. In 2024 nam HOPL contact op met een geaccrediteerde certificeringsinstantie om een verificatie van het volledige beoordelingspakket, inclusief de SIA, te laten uitvoeren door een derde partij. Deze verificatie, die gepland is voor het tweede kwartaal van 2025, is een belangrijke stap voor het verkrijgen van de RSPO-goedkeuring voor nieuwe ontwikkelingen. 234 The connection to the world of sustainable tropical agriculture (1) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg hiervan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. Gebieden van impact 1 , , De uitbreiding van palmolieplantages zonder een robuust FPIC-proces heeft in de bredere industrie bijgedragen aan landgerelateerde geschillen, met name met betrekking tot het gewoonterecht van inheemse volken en lokale gemeenschappen. Een aanverwante uitdaging is het gebrek aan dui- delijk gedefinieerde grenzen voor gewoonterecht in tal van palmolieproducerende landen, wat de erkenning van landeigendom kan bemoeilijken. Dergelijke geschillen kunnen gevolgen hebben voor traditionele bestaansmiddelen en bijdragen aan sociale spanningen en economische kwetsbaarheid. Beleid en verplichtingen SIPEF zet zich in om te verzekeren dat FPIC wordt verkregen voordat er nieuw land wordt ontwikkeld, gevolgd door een voortdurende en constructieve dialoog met lokale gemeenschappen. Deze verplich- ting is verankerd in zowel het RPP als het RPuP, die vereisen dat FPIC wordt toegepast in SIPEF's eigen activiteiten en dat landeigendom op de juiste manier wordt veiliggesteld in haar leveranciersbe- stand van lokale boeren. Het RPP beschrijft ook de doelstelling van de Groep om 100% RSPO-certificering te behalen. De RSPO Principes en Criteria bevatten duidelijke vereisten voor het respecteren van wettelijke, gewoonte- en gebruiksrechten, waaronder de noodzaak van par- ticipatieve planning van landgebruik, toegang tot informatie, vertegenwoordiging door instellingen naar keuze van de gemeenschappen en het recht om toestemming te geven of te onthouden, voorafgaand aan landontwikkeling. Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP en het RPuP, zie 'Algemene informatie'. Acties, doelstellingen en opvolging Voorafgaand aan elke nieuwe ontwikkeling start SIPEF een gestructureerd, participatief en trans- parant proces om FPIC van lokale gemeenschap- pen te verkrijgen, in overeenstemming met de RSPO-vereisten. Dit proces is bedoeld om ervoor te zorgen dat de Vennootschap geen inbreuk maakt op land- of grondstoenrechten en dat individuen het recht hebben om vertegenwoordigd te worden, hun toestemming te onthouden en, indien van toepassing, compensatie te ontvangen. Evaluaties van de maatschappelijke impact (“Social Impact Assessments” - SIA) worden uitgevoerd in overeenstemming met de RSPO “Nieuwe planting procedure” (“New Planting Procedure” - NPP), naast “High Conservation Value” and “High Carbon Stock Approach” (HCV- HCSA)-evaluaties. Deze processen evalueren de werkelijke en potentiële sociale gevolgen en betrekken de leden van de gemeenschap bij het ontwerp van eventuele ver- eiste beperkings- of beheerplannen. Er worden externe deskundigen ingeschakeld om FPIC- en SIA-processen uit te voeren. 235 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Controle en toezicht op de beheerplannen worden uitgevoerd met interne controles en audits door derden onder leiding van regionale duurzaam- heidsteams en certificeringsinstanties. Naast nieuwe ontwikkelingsgerelateerde beoordelingen benaderen de regionale duurzaamheidsteams van SIPEF als onderdeel van de lopende operationele monitoring ook regelmatig de lokale gemeen- schappen door middel van evaluaties van de maat- schappelijke impact en overleg met betrekking tot het sociale eect. Deze activiteiten vinden ten minste jaarlijks plaats, of vaker als er bezorgdheden vastgesteld worden. In Papoea-Nieuw-Guinea werd een speciale afdeling voor maatschappelijke betrok - kenheid opgericht om maatschappelijke kwesties aan te pakken. Via het klachtenmechanisme van SIPEF kun- nen lokale en inheemse gemeenschappen hun bezorgdheden over landrechten of andere kwes- ties kenbaar maken. Bij landgeschillen wordt het gebied in kwestie op participatieve wijze in kaart gebracht voor identificatie en worden compensatie- overeenkomsten gedocumenteerd op basis van de FPIC-beginselen. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifieke doelstelling gesteld voor FPIC, omdat de prioriteit ligt bij het garan- deren dat het proces consistent en eectief wordt uitgerold in alle nieuwe ontwikkelingen. SIPEF heeft een bredere doelstelling vastgesteld om 100% RSPO-certificering te bereiken voor haar eigen oliepalmplantages tegen 2030. Zoals eerder vermeld, vereisen de RSPO Principes en Criteria expliciet respect voor wettelijke, gewoonte- en gebruiksrechten, inclusief de toepassing van FPIC voorafgaand aan landontwikkeling. Lees meer over de overkoepelende doelstelling en de voortgang in Annex 1 en in 'Duurzaamheidsnormen en -certificering' in het Bedrijfsverslag. Initiatieven voor jongerenbetrokkenheid in Papoea-Nieuw-Guinea Het jeugdprogramma van HOPL is erop gericht lokale jongeren te mobiliseren en in staat te stel- len een actieve rol te spelen in hun gemeenschap. Groepen nemen deel aan dienstverlenende activitei- ten, zoals het schoonmaken van bermen en begraaf- plaatsen en krijgen training in financiële kennis en praktische onderwerpen, zoals het omgaan met onkruidverdelgers om levensvaardigheden op te bouwen en hun inzetbaarheid te verbeteren. Daarnaast helpt de afdeling maatschappelijke betrokkenheid jeugdgroepen bij het registreren als verenigingen, waardoor ze een bedrijfsrekening kunnen openen en voldoen aan de wettelijke ver- eisten om te worden ingeschakeld voor loonwerk en om betalingen te ontvangen. In Kabaya werden er twee jeugdgroepen formeel geregistreerd en drie andere zijn momenteel in ontwikkeling. De controle wordt uitgevoerd door middel van regelmatige praktijkbeoordelingen door de teams voor maatschappelijke betrokkenheid, duurzaam- heid en lokale boeren in Papoea-Nieuw-Guinea. De feedback van jeugdgroepleiders en vertegen- woordigers van de gemeenschap wordt gebruikt om te informeren over het ontwerp van toekomstige activiteiten en dit te verbeteren. 236 The connection to the world of sustainable tropical agriculture GEVOLGEN VOOR DE VEILIGHEID SIPEF erkent dat de verbintenis om niet te ont- bossen, hoewel dit een cruciale rol speelt in het behoud van gebieden met een hoge natuurwaarde, complex kan zijn om te combineren met lokale ont- wikkelingsbehoeften. Dit is met name relevant in Papoea-Nieuw-Guinea, waar beperkingen in landgebruik, beperkte alternatieven om in het levensonderhoud te voorzien en generatiegebonden nederzettingspatronen hebben geleid tot een verhoogde druk op land, waardoor spanningen ontstaan die kunnen escaleren tot veiligheidsge- relateerde risico's. Het proactief aanpakken van deze uitdagingen is essentieel om zowel het welzijn van de gemeenschap als de veiligheid van de werk- nemers te waarborgen. Gebieden van impact 2 , Verbintenissen van vennootschappen om niet te ontbossen, kunnen de mogelijkheden van lokale gemeenschappen en boeren om nieuw land te ont- wikkelen voor de teelt van oliepalmen beperken, omdat FFB uit ontboste gebieden niet verkocht kun- nen worden aan vennootschappen die zich aan de NDP hebben verbonden. In Papoea-Nieuw-Guinea kunnen dergelijke beperkingen, hoewel ze niet de hoofdoorzaak zijn, de bestaande problemen verer- geren. Overbevolking in toegewezen landblokken, waar meerdere generaties op dezelfde percelen wonen, heeft geleid tot een toenemende druk op land en een groeiend risico op eigendomsconflicten. Deze druk heeft bijgedragen tot een verhoogd risico op criminaliteit en bredere veiligheidsproblemen, die zowel de leden van de gemeenschap als de werk- nemers van SIPEF treen. Beleid en verplichtingen Hoewel er geen beleid of engagement zijn vastge- legd die specifiek gericht zijn op het aanpakken van veiligheidsgerelateerde risico's welke verband houden met beperkingen op het gebied van land- gebruik, bevat het RPP een breder engagement om gemeenschappen te ondersteunen, de inclusie van lokale boeren te bevorderen en de rechten van loka- le en inheemse gemeenschappen te beschermen. Deze principes vormen de leidraad voor SIPEF's benadering van betrokkenheid bij de gemeen- schap en helpen bij proactieve inspanningen om sociale spanningen te verminderen en inclusieve ontwikkeling te bevorderen, met name in gebieden waar de druk op land en beperkte economische alternatieven een uitdaging vormen. Het streven van de Groep naar RSPO-certificering, zoals uiteengezet in het RPP en RPuP, ondersteunt deze benadering. De RSPO Principes en Criteria bevatten vereisten voor inclusie van lokale boeren, ondersteuning van gemeenschapsontwikkeling, respect voor landeigendomsrechten en participa- tieve betrokkenheidsprocessen. Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP en het RPuP, zie 'Algemene informatie'. (2) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg hiervan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 237 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Acties, doelstellingen en opvolging Om de onderliggende oorzaken van veiligheidsgere- lateerde risico's aan te pakken, ondersteunt SIPEF initiatieven voor empowerment van jongeren en het creëren van bestaansmiddelen in gemeenschappen in Papoea-Nieuw-Guinea die te maken krijgen met beperkingen op het gebied van landgebruik. Deze inspanningen staan onder leiding van de afdeling maatschappelijke betrokkenheid en draaien rond het engageren van jongeren. Als onderdeel van bredere inspanningen om mogelijkheden voor inclusief landgebruik te identificeren, omvatten de geïntegreerde HCV-HCSA en SIA-beoordelingen van HOPL die in 2023 werden uitgevoerd ook par- ticipatieve kartering om gebieden te identificeren die geschikt kunnen zijn voor toekomstige ont- wikkeling van lokale boeren. De resultaten worden momenteel geverifieerd, zoals beschreven in het hoofdstuk over FPIC. Doelstellingen en opvolging Hoewel er geen specifieke doelstellingen zijn gesteld om de impact op de veiligheid te verminderen, zal HOPL de deelname aan initiatieven voor jongeren - betrokkenheid, de resultaten van opleidingen en de aansluiting op werkgelegenheid blijven volgen als onderdeel van zijn strategie voor gemeenschapsbe- trokkenheid in Papoea-Nieuw-Guinea. De afdeling gemeenschapsbetrokkenheid van HOPL zal ook doorgaan met het onderzoeken van aanvullende manieren om gemeenschapsontwikkelingspro- jecten te ondersteunen, die kunnen helpen om de onderliggende landgerelateerde druk aan te pakken door het bevorderen van inclusieve ontwikkeling en initiatieven om in het levensonderhoud te voorzien. VOLDOENDE VOEDSEL SIPEF erkent dat landbouwactiviteiten de lokale voedselzekerheid kunnen beïnvloeden, aankelijk van landgebruik en beschikbaarheid. De Groep zet zich in om zowel fysieke als economische toegang tot voedsel te garanderen voor zijn werknemers en hun gezin, van wie velen ook deel uitmaken van de omliggende gemeenschappen. Het is ook de bedoeling om mogelijke negatieve gevolgen te beperken door prioriteit te geven aan verantwoorde landontwikkeling en passende raadplegingspro- cessen voorafgaand aan nieuwe ontwikkelingen. Gebieden van impact 3 , SIPEF zet zich in voor voedselvoorziening en toegang tot voedsel voor haar werknemers en hun gezin, van wie velen ook deel uitmaken van de omliggende gemeenschappen. Voedsel is een basisbehoefte en mensenrecht, en betrouwbare toegang ertoe is essentieel voor het welzijn van mensen. Dergelijke initiatieven kunnen ook helpen om de financiële lasten voor huishoudens te ver- lichten, vooral in gebieden waar de voedselprijzen en de inflatie hoog zijn. SIPEF ondersteunt ook voedselzekerheid op lange termijn door in overleg met lokale gemeenschappen sociale en milieuef- fectbeoordelingen uit te voeren voordat nieuwe ontwikkelingsprojecten van start gaan. (3) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg hiervan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 238 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Beleid en verplichtingen Hoewel SIPEF geen op zichzelf staand beleid heeft dat alleen gewijd is aan voedselvoorziening of voed- selzekerheid, omvat het RPP bredere toezeggingen om de rechten van lokale en inheemse gemeen- schappen te ondersteunen en te beschermen. In het kader van het RPP heeft SIPEF zich er ook toe verbonden om 100% RSPO-certificering te behalen voor al haar activiteiten. De RSPO Principes en Criteria vereisen dat vennootschappen rekening houden met lokale voedsel- en waterzekerheid als integraal onderdeel van het FPIC-proces. Dit omvat het uitvoeren van participatieve sociale en milieueectbeoordelingen en het samen met lokale gemeenschappen plannen van landgebruik om alle opties voor voedsel- en watervoorziening te evalueren, waarbij transparantie tijdens het hele proces van landtoewijzing wordt gewaarborgd. Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP en het RPuP, zie 'Algemene informatie'. Acties, doelstellingen en opvolging Als onderdeel van het FPIC-proces en in overeen- stemming met de RSPO-vereisten voert SIPEF voorafgaand aan nieuwe ontwikkelingen een participatieve planning van landgebruik uit met lokale gemeenschappen. Tijdens dit proces wordt de behoefte aan voedsel en water bekeken en worden de belangrijkste gebieden voor voedselproductie geïdentificeerd en in kaart gebracht. Alle gebie- den die belangrijk zijn voor moestuinen worden geïdentificeerd en uitgesloten van toekomstige ontwikkelingsplannen. 239 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Initiatieven om de toegankelijkheid en betaalbaarheid van voedsel te vergroten krijgen werknemers en hun gezin tot 47 kg rijst per huishouden per maand. In de woon- complexen zijn er speciale zones voor tuinieren in moestuinen, ondersteund met lege vruchtentros- sen (“Empty Fruit Bunches”- EFB) van SIPEF- palmolie-extractiefabrieken, die gebruikt worden als organische meststof. In het kader van het SIPEF Biodiversity Indonesië (SBI)-programma ondersteunt SIPEF 376 boeren uit nabijgelegen gemeenschappen met technische bijstand en zaailingen om moestuinen en boomge- wassen aan te leggen. Het initiatief is erop gericht om de inkomens te diversifiëren en tegelijkertijd het bos te beschermen binnen de 12762 hectare beschermd gebied van SBI. --, waar de inflatie hoog blijft en voedsel in de winkel duur is, bie- den sommige plantages land voor het aanleggen van moestuinen. Dit ondersteunt de toegang tot voedsel voor huishoudens en helpt tegelijkertijd inbreuken in natuurgebieden te voorkomen. HOPL is ook begonnen met het opleiden van vrouwen in plantages om hun vaardigheden op het gebied van voedseltuinieren te verbeteren. ’ krijgen alle werknemers een vas- te maandelijkse toelage om rijst te kopen. In 2024 werd die toelage met 36% verhoogd ten opzichte van het voorgaande jaar, om de stijgende voedselkosten in het land te compenseren. zijn in de woonwijken winkels of kantines geopend die in handen zijn van de werk- nemers of hun familieleden. SIPEF ondersteunt deze initiatieven door het transport van goederen te subsidiëren of wanneer nodig kapitaal te verstrek- ken. Op de winkels zijn prijsbeperkingsmaatrege- len van toepassing zodat de prijzen steeds lokaal competitief zijn. SIPEF implementeert ook een reeks initiatieven in haar activiteiten om de toegang tot en de betaal- baarheid van voedsel voor werknemers, hun gezin en de omliggende gemeenschappen te verbeteren. Die omvatten de rechtstreekse levering van voedsel of subsidies, de toewijzing van gebieden voor tuinen en training om de voedselproductie van huishou- dens te ondersteunen. Doelstellingen, voortgang en opvolging Hoewel er geen specifieke doelstellingen zijn gesteld met betrekking tot het verbeteren van de toegang tot en betaalbaarheid van voedsel, ziet SIPEF erop toe dat de RSPO-vereisten met betrekking tot voedselzekerheid worden nageleefd en blijft ze initiatieven op het gebied van voedselvoorziening in al haar plantages controleren. 240 The connection to the world of sustainable tropical agriculture KLACHTEN VAN GEMEENSCHAPPEN AANPAKKEN SIPEF verbindt zich ertoe om materiële negatieve gevolgen voor betrokken gemeenschappen aan te pakken en te verhelpen. De Groep heeft een eectief klachtenmechanisme opgezet, dat alle belanghebbenden, onder wie leden van lokale en inheemse gemeenschappen, kunnen gebruiken om melding te maken van overtredingen of inbreu- ken op het gemeenschapsrecht. Daaronder vallen onder meer – maar niet alleen – geschillen over land en compensatie voor het verlies van wettelijke, gewoonte- of gebruiksrechten. Er werden meerdere kanalen opgezet om recht- streekse communicatie en toegankelijkheid te vergemakkelijken. Leden van de gemeenschap en belanghebbenden kunnen klachten indienen bij elk SIPEF-kantoor, via een ocieel online formulier of per e-mail. De klachtenprocedure maakt het ook mogelijk om bezorgdheden te uiten via gekozen representatieve instellingen, waaronder instellin- gen die specifiek zijn voor inheemse gemeenschap- pen, zoals gewoonteraden, lokale ngo's, traditio- nele stamhoofden of binnen de gemeenschappen gevormde comités. Dit zorgt ervoor dat alle leden van de gemeenschap, ongeacht hun locatie of alfa- betiseringsniveau, hun bezorgdheden effectief kunnen uiten. Om de toegankelijkheid te ondersteunen, zorgt SIPEF ervoor dat haar klachtenprocedures publiek worden gecommuniceerd en online beschikbaar zijn. Leden van de gemeenschap die betrokken zijn bij SIA en regelmatige consultaties worden geïnformeerd over de beschikbare kanalen, zoals vereist door de RSPO. Het systeem maakt anonieme rapportering mogelijk, verzekert vertrouwelijkheid en bevat expliciete bescherming tegen represailles, zoals beschreven in SIPEF's Klachtenbeleid. In 2024 werden via het klachtenmechanisme van SIPEF geen ernstige mensenrechtenkwesties of incidenten met betrekking tot betrokken gemeen- schappen gemeld. Dit omvat door het ESRS als ernstig gedefinieerde mensenrechtenincidenten of schendingen volgens de VN-richtlijnen en de OESO-richtlijnen. Meer informatie over de klachtenprocedures en het klachtenbeleid van SIPEF, inclusief hoe gegevens over klachten worden verzameld, hoe kwesties worden opgevolgd en hoe de eectiviteit van het mechanisme wordt gecontroleerd, is beschikbaar in 'G1: Zakelijk gedrag’. 241 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring S4: Consumenten en eindgebruikers SIPEF is uniek in haar leiderschap als leverancier van volledig traceerbare, hoogwaardige palmolie- producten met een laag gehalte aan contami- nanten en bananen, met een streven naar 100% duurzaamheidscertificering. Die eigenschappen helpen SIPEF zich te onderscheiden in bepaalde markten en staan centraal in de missie van de Groep en in de Evenwichtige Groeistrategie. Duurzaamheidscertificering en traceerbaarheid zijn cruciaal om klanten en consumenten toegang te bieden tot kwaliteitsinformatie, transparantie te garanderen en vertrouwen op te bouwen. Het leveren van producten van hoge kwaliteit en met een laag gehalte aan contaminanten garandeert de gezondheid en veiligheid van de consument. De focus van de Groep op certificering, traceer- baarheid, kwaliteit en veiligheid wordt gerealiseerd door middel van transversale doelstellingen die belangrijk zijn vanuit zowel een zakelijk als een duurzaamheidsperspectief. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD MATERIËLE DUURZAAMHEIDSKWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • Toegang tot (kwaliteits) informatie • Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) • Geen doelstelling. • 100% traceerbaarheid gehandhaafd voor alle palmolie- en bananenproducten • Lancering van een verbeterde versie van GeoSIPEF om de traceerbaarheid en transparantie te verbeteren • Gezondheid en veiligheid • Installatie van wasinstallaties in drie palmolie-extractiefabrieken tegen 2026, als onderdeel van het programma voor chloridevermindering van SIPEF. • Bereiken van voedselveiligheidscertificering voor SIPEF's tien palmolie- extractiefabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea tegen 2028. • Ingebruikname van de eerste wasinstallatie voor ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO), met de succesvolle levering van de eerste lading gewassen CPO met positieve resultaten • Stellen van een nieuwe doelstelling om tegen 2028 certificering voor voedselveiligheid te bereiken voor alle palmolie-extractiefabrieken 242 The connection to the world of sustainable tropical agriculture CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS VAN SIPEFPRODUCTEN De activiteiten van SIPEF zijn gericht op de teelt van oliepalmen en bananen. Palmolieproducten worden verkocht als ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO), palmpitten (“Palm Kernels” - PK) en ruwe palmpitolie (“Crude Palm Kernel Oil” - CPKO) aan ranaderijen en distributeurs. Die entiteiten verwerken en raneren de producten verder voor industrieën zoals de voedingsmiddelen-, chemi- sche, cosmetica- en biobrandstoenindustrie, die uiteindelijk de consumenten bereiken via detail- handelaars en supermarkten over de hele wereld. In haar bananenactiviteiten beheert SIPEF de verpakking en het transport, maar verkoopt ze niet rechtstreeks aan de consument. Bananen worden verkocht aan rijperijen en distributeurs, die supermarkten en kleinhandelaars bevoorraden voor aankoop door de consument. Hoewel de producten van SIPEF uiteindelijk gebruikt worden in consumentenmarkten, werden eindgebruikers niet opgenomen in de openbaarma- king omdat SIPEF geen finale consumptiegoederen produceert of distribueert. Haar rol is beperkt tot het stroomopwaarts leveren van grondstoen, die verder worden verwerkt en opgenomen in consu- mentenproducten door stroomafwaartse entiteiten. Als gevolg hiervan hebben de materiële gevolgen die werden geïdentificeerd door SIPEF's dubbele-mate- rialiteitsbeoordeling en in deze sectie worden ver- meld voornamelijk betrekking op consumenten die producten met van palmolie afgeleide ingrediënten of verse bananen kopen. Die gevolgen hebben voor- al betrekking op de gezondheid en veiligheid van de consument en de toegang tot kwaliteitsinformatie. Voor gedetailleerde informatie over hoe de produc- ten van SIPEF door de toeleveringsketen naar de consument gaan, zie de waardeketens van SIPEF voor palmolie en bananen in het Bedrijfsverslag. TOEGANG TOT KWALITEITSINFORMATIE Betrouwbare en transparante duurzaamheidsrap- portage is essentieel voor interne besluitvorming, risicobeheer en het opbouwen van vertrouwen bij klanten en belanghebbenden. Traceerbaarheid en duidelijke informatieverschang bieden SIPEF waardevolle inzichten in haar toeleveringsketen en zakenpartners, waardoor de naleving van duur- zaamheidsverplichtingen en wettelijke vereisten wordt gewaarborgd. Aangezien de producten van SIPEF door wereld- wijde toeleveringsketens bewegen, garandeert traceerbaarheid hun duurzaamheid en stelt ze klanten en consumenten in staat om weloverwo- gen keuzes te maken. Hoewel SIPEF zich voor- namelijk richt op ranaderijen (voor palmolie) en distributiebedrijven (voor bananen), blijft het streven naar de productie van 100% duurzaam gecertificeerde en volledig traceerbare producten een belangrijke prioriteit voor zowel commerciële als duurzaamheidsdoelstellingen. 243 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Gebieden van impact 1 , Traceerbaarheid is een fundamenteel principe voor duurzaamheid in de toeleveringsketens van landbouwproducten. Het is ook essentieel om de voedselveiligheid te garanderen, te voldoen aan de vraag van consumenten naar transparantie, de regelgeving na te leven en het beheer en de eciëntie van de toeleveringsketen te verbeteren. Zonder een goed traceersysteem kunnen klanten en consumenten er niet zeker van zijn dat de producten die ze kopen inderdaad aomstig zijn van gecertifi- ceerde plantages of lokale boeren, en dus of ze al dan niet bijdragen aan ecologische, maatschappelijke en economische duurzaamheid. , De mate waarin SIPEF transparant is over haar activiteiten, bevoorradingspraktijken en milieu-im- pact kan van invloed zijn op het publieke debat en het vertrouwen dat klanten en consumenten hebben in de Groep. Als SIPEF niet transparant rapporteert, kan dit consumenten, investeerders, activisten en onderzoekers ervan weerhouden om geïnformeerde discussies te voeren over duur- zaamheid, ethiek, verantwoord ondernemen en de prestaties van de sector. Het zou klanten en consumenten er ook van kunnen weerhouden om weloverwogen beslissingen te nemen over de producten die ze kopen. Hoewel SIPEF niet rechtstreeks aan consumenten verkoopt, is ze met die potentiële materiële gevolgen verbonden via haar zakelijke relaties met rana- derijen, distributeurs en andere stroomafwaartse entiteiten die haar palmolie- en bananenproduc- ten verwerken en verkopen. Omdat die entiteiten aankelijk zijn van geverifieerde bronnen, is het garanderen van volledige traceerbaarheid en duur- zaamheidscertificering in het beginstadium van cruciaal belang voor het behoud van transparantie in de hele toeleveringsketen. De doeltreendheid van de traceerbaarheid en een transparante rap- portering heeft ook een rechtstreekse impact op het vermogen van SIPEF om te voldoen aan de vereisten van de regelgeving en van klanten, om reputatierisico's te beheren en markttoegang te behouden. Risico's en opportuniteiten De dubbele-materialiteitsbeoordeling van SIPEF identificeerde geen materiële risico's of gerelateerde opportuniteiten met betrekking tot de toegang tot kwaliteitsinformatie. (1) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impacten onlangs geïdentificeerd en werden ze niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 244 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Huidige en verwachte effecten Omdat er geen wezenlijke risico's of opportunitei- ten in verband met kwaliteitsinformatie werden geïdentificeerd, zijn er geen gerapporteerde hui- dige of verwachte eecten op het bedrijfsmodel, de waardeketen, de strategie of de besluitvorming van de Groep. Aanvullend worden er geen financi- ele eecten op de financiële positie, prestaties of kasstromen van de Vennootschap gerapporteerd. Veerkracht van strategie en bedrijfsmodel Als onderdeel van haar engagement voor een verantwoord beheer van de toeleveringsketen zet SIPEF zich al lange tijd in voor 100% duurzaam gecertificeerde producten, ondersteund door een volledig traceerbare toeleveringsketen. Die priori- teiten zijn ingebed in de missie en strategie van de Groep en bieden klanten de zekerheid dat aan de duurzaamheidseisen wordt voldaan. Door middel van audits door derden, nalevingscontroles en digi- tale traceerbaarheidssystemen ontvangen klanten en consumenten nauwkeurige, controleerbare informatie over de duurzaamheidsprestaties van SIPEF. Door dit hoge niveau van transparantie en verantwoording te handhaven, versterkt SIPEF niet alleen de relaties met de voornaamste belang- hebbenden, maar verzekert ze ook een voortdu- rende naleving van de evoluerende marktregels en verwachtingen van de consument, wat haar concurrentiepositie versterkt. Beleid en verplichtingen SIPEF's Verantwoordelijk Plantagebeleid (“Responsible Plantations Policy” - RPP) verplicht de Groep om 100% traceerbaarheid en duurzaam- heidscertificering te bereiken voor alle palmolie- en bananenproducten. SIPEF verbindt zich er ook toe om op verzoek de herkomst van de zendin- gen bekend te maken aan klanten en relevante belanghebbenden. In het kader van het RPP zet SIPEF zich ook in voor een transparante duurzaamheidsrapportering, inclusief jaarlijkse bekendmakingen over de voort- gang van de duurzaamheidsstrategie, het RPP en ondersteunend beleid. De jaarlijkse rapportering van SIPEF is gericht op het afstemmen op toonaan- gevende rapporteringskaders, verwachtingen van belanghebbenden en wettelijke vereisten. Voor meer informatie over de ontwikkeling, het bestuur en de communicatie van het RPP, zie 'Algemene informatie'. 245 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Acties, doelstellingen en opvolging De investeringen van SIPEF in haar traceerbaar- heidssystemen, duurzaamheidscertificaten en duurzaamheidsrapportering tonen aan dat de Groep zich inzet voor traceerbaarheid en duur - zaamheid. Deze acties vereisten geen significante operationele Capex of Opex). Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Traceerbaarheid van palmolie In 2024 handhaafde SIPEF 100% traceerbaar- heid voor haar palmolieproducten. Alle verkochte volumes konden worden getraceerd naar de plaats van productie, hetzij een door SIPEF beheerde plantage hetzij een in kaart gebracht perceel van een lokale boer. Als gecertificeerd lid van de RSPO is SIPEF verplicht om het traceerbaarheidssysteem van de RSPO te gebruiken, dat een digitaal duur- zaamheidsplatform omvat voor het traceren van gecertificeerde productvolumes. De RSPO hanteert verschillende modellen voor de toeleveringsketen - Identiteit behouden (“Identity Preserved” - IP), gescheiden (“Segregated” - SG) en massabalans (“Mass Balance” - MB) - die de mate van scheiding bepalen tussen gecertificeerde en niet-gecertificeer- de producten terwijl ze door de toeleveringsketen bewegen. Het hoogste niveau van traceerbaarheid is het IP-model, waarbij gecertificeerde producten in de hele toeleveringsketen volledig gescheiden blijven van niet-gecertificeerde producten. Het SG-model handhaaft ook de fysieke scheiding van niet-gecertificeerde producten, maar staat het men- gen van gecertificeerde producten uit verschillende bronnen toe. Het MB-model staat mengen toe, op voorwaarde dat het volume van de verkochte gecertificeerde producten de gecertificeerde input niet overschrijdt. In 2024 waren negen van de tien palmolie-ex- tractiefabrieken van SIPEF RSPO-gecertificeerd en werkten er acht volgens het IP-model voor de toeleveringsketen. Eén palmolie-extractiefabriek, Dendymarker Indah Lestari in Zuid-Sumatra, werkt volgens het MB-model omdat een deel van de leveranciers momenteel het RSPO- certificeringsproces doorloopt. Een nieuwe palm- olie-extractiefabriek, Agro Muara Rupit in Zuid-Sumatra, werd operationeel in juli 2024 en is begonnen met de voorbereidingen voor certi- ficering. Het doel is om de certificering van deze palmolie-extractiefabriek en van alle overblijvende niet-gecertificeerde leveranciers van Dendymarker Indah Lestari tegen 2030 te voltooien, in overeen- stemming met SIPEF's RSPO “Time Bound Plan”. De palmolie-extractiefabrieken van SIPEF kopen uitsluitend in van plantages die eigendom zijn van de Vennootschap of van lokale boeren waarvan de productielocaties gekend en in kaart gebracht zijn. Hoewel een deel van de aanvoer van Dendymarker Indah Lestari nog niet gecertificeerd is, is alles volledig traceerbaar. Daarnaast zijn de twee pitpletterijen van SIPEF die worden beheerd door Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) in Papoea-Nieuw-Guinea RSPO-gecertificeerd onder het SG-toeleveringsketenmodel waarbij alle bevoorradingsbasissen volledig in kaart zijn gebracht. Traceerbaarheid van bananen In 2024 handhaafde SIPEF 100% traceerbaar- heid voor alle verkochte bananen. Alle bananenplantages en verpakkingsstations van Plantations J. Eglin SA (Plantations J. Eglin), SIPEF's dochteronderneming in Côte d’Ivoire, 246 The connection to the world of sustainable tropical agriculture GeoSIPEF: verbeteren van transparantie en naleving Om klanten en consumenten van palmolie nog meer zekerheid te bieden over de traceerbaarheid, biedt SIPEF gedetailleerde traceerbaarheidsgegevens aan via haar interactieve online karteringsplatform, GeoSIPEF. Het platform toont productielocaties, duurzaam gecertificeerde volumes en lagen van opvolging voor brand- en ontbossingsincidenten. In oktober 2024 lanceerde SIPEF een verbeterde versie van GeoSIPEF met nieuwe functies, waaron- der een speciaal klantenportaal dat geavanceerde traceerbaarheidsinzichten biedt en tegelijkertijd de privacy en veiligheid van gegevens waarborgt. Via het portaal kunnen klanten hun ingekochte volumes veilig volgen van perceel tot palmolie-ex- tractiefabriek tot verzending, waarbij gevoelige informatie over de toeleveringsketen wordt beschermd. De update verbetert ook de geospatiale mapping voor het opvolgen van herkomstgebieden en integreert geautomatiseerd nalevingsbeheer om certificeringsprocessen te stroomlijnen. Die verbeteringen sluiten aan bij de meest recente EU Ontbossingsverordening (“EU Deforestation Regulation” - EUDR), waardoor SIPEF voorop blijft lopen op het gebied van transparantie van de toeleveringsketen en naleving van de regelgeving. zijn gecertificeerd volgens het IP-model voor de toeleveringsketen, in overeenstemming met de cer- tificeringsvereisten van “Rainforest Alliance”. De vennootschap heeft ook een volledige certificering onder GLOBALG.A.P. en Fairtrade, waardoor ze voldoet aan de traceerbaarheidsvereisten van deze normen. 247 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Transparantie in rapportering SIPEF rapporteert jaarlijks over haar voortgang op het gebied van duurzaamheid en streeft naar meer transparantie en afstemming van haar bekendma- kingen op de evoluerende duurzaamheidsnormen. In 2024 verbeterde de Groep zijn duurzaamheids- rapportering om te voldoen aan de vereisten van de Richtlijn duurzaamheidsrapportering door bedrijven (“Corporate Sustainability Reporting Directive” - CSRD) en de daaraan gerelateerde Europese normen voor duurzaamheidsrapportage (“European Sustainability Reporting Standards” - ESRS). Voor de Duurzaamheidsverklaring van 2024 werd de externe “limited assurance” uitgevoerd, waardoor de geloofwaardigheid en nauwkeurig- heid van de openbaar gemaakte informatie werd verbeterd. SIPEF neemt ook deel aan duurzaamheidsratings en -benchmarks die relevant zijn voor haar acti- viteiten en gebruikt die beoordelingen om ver- beteringsgebieden te identificeren, strategische besluitvorming te ondersteunen en haar transpa- rantiepraktijken geleidelijk te versterken. In 2024 verbeterde SIPEF haar scores op verschillende duurzaamheidsbenchmarks, wat de voortdurende voortgang in het behalen van haar transparantie- doelstellingen weerspiegelt. Benchmarkscores in 2024 Duurzaamheidsratings en -benchmarks bieden waardevolle inzichten in de prestaties van SIPEF op het gebied van duurzaamheidsrapportering in ver- gelijking met haar sectorgenoten en ondersteunen intern de strategische besluitvorming. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifieke doelen gesteld om de geïdentificeerde potentiële materiële gevolgen met betrekking tot de toegang van consumenten en eindgebruikers tot kwaliteits - informatie aan te pakken. De Groep heeft al de volledige traceerbaarheid van zijn toeleverings- keten bereikt en streeft ernaar die status te behouden en tegelijkertijd de transparantie voor belanghebbenden te vergroten door middel van digitale traceerbaarheidssystemen en verificatie. Daarnaast blijft SIPEF de transparantie van haar duurzaamheidsrapportering verbeteren door de openbaarmakingen af te stemmen op rating- criteria en benchmarks en door te voldoen aan nieuwe regelgeving en rapporteringsstandaarden, zoals de EUDR en CSRD. SIPEF heeft zich tot doel gesteld om tegen 2030100% RSPO-certificering van haar palmolie- leveranciers te bereiken, wat gevolgen heeft voor de verificatie van traceerbare palmolievolumes, zoals eerder uitgelegd onder 'Traceerbaarheid van palmolie'. Lees meer over de doelen en de voortgang in het Bedrijfsverslag en in Annex 1. 248 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BENCHMARKSCORES IN 2024 14e van 100 palmoliebedrijven in 2024, met een score van 88,8%. Dit is een lichte daling van 0,1% ten opzichte van 2023. De “Sustainability Policy Transparency Toolkit” (SPOTT), die werd ontwikkeld door de “Zoological Society of London” (ZSL), geeft jaarlijks een score aan bedrijven voor palmolie, tropische bosbouw en natuurrubber op basis van 100 sectorspecifieke ESG-indicatoren om hun vooruitgang in de loop van de tijd te benchmarken. www.spott.org/palm-oil/ 4e plaats van 350 bedrijven in 2023. score 65,9%, een stijging van 10% sinds 2023. “Forest 500” identificeert en rangschikt de meest invloedrijke bedrijven en financiële instellin- genmet het grootste risico op ontbossing in de grondstoenbevoorradingsketens. forest500.org/rankings/companies De score voor 2024 is nog niet vrijgegeven. B Bossen 2024 CDP C Klimaatverandering 2024 14e van 100 palmoliebedrijven SPOTT Sustainability Policy Transparency Toolkit Forest 500 4de van 350 bedrijven 2024 : () 2024: () CDP is een non-profit liefdadigheidsinstelling die het mondiale openbaarmakingssysteem beheert waarmee beleggers, bedrijven, steden, staten en regio’s hun milieu-impact kunnen beheren www.cdp.net 249 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN CONSUMENTEN Het waarborgen van de gezondheid en veiligheid van consumenten is een fundamentele prioriteit in de voedingsmiddelenindustrie. Voedselveiligheid en -kwaliteit beginnen op het niveau van de landbouwproductie, waarbij productkwaliteit, veilige verwerking, controle op contaminanten en residubeheer een cruciale rol spelen. Hoewel de producten van SIPEF verdere verwerking, distri- butie en wettelijke controles ondergaan voordat ze de eindmarkten bereiken, blijft de Vennootschap zich inzetten om de productintegriteit vanaf het begin te handhaven. Als verantwoordelijke producent geeft SIPEF voorrang aan strenge maatregelen op het gebied van veiligheid, hygiëne, kwaliteitsverbetering en duurzaamheid om gezondheidsrisico's te voorko- men, de voedingswaarde te behouden en naleving van de wettelijke normen te garanderen. SIPEF innoveert ook actief binnen de palmolie-industrie om vervuilende stoen aan de bron te minimalise- ren en hun transformatie in het stroomafwaartse ranageproces te voorkomen. Gebieden van impact 2 Palmolie , Tijdens de ranagefase van palmolie kunnen hoge temperaturen leiden tot de vorming van verbindingen zoals 3-monochloorpropaan- 1,2-diol (3-MCPD) en glycidylesters (GE). 3-MCPD wordt beschouwd als een contaminant omdat een hoog verbruik ervan kan leiden tot potentiële gezondheidsproblemen, in het bijzonder bij jongere leeftijdscategorieën. Hoge GE-niveaus in voedsel zijn genotoxisch en kankerverwekkend en kunnen daardoor de gezondheid van consumenten aantasten. De belangrijkste precursor van een hoger risico op 3-MCPD en GE-vorming in het ranageproces is het chloridegehalte in CPO. Vanwege de hydraulische oliën die worden gebruikt in machines, kleefmiddelen, printerinkt en verpakkingsmaterialen, kunnen minerale olie-koolwaterstoffen, zoals met minerale olie verzadigde koolwaterstoffen (“Mineral Oil Saturated Hydrocarbons” - MOSH) en aromatische koolwaterstoen uit minerale oliën (“Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons” - MOAH) in palmolie terechtkomen in verschillende stadia, waaronder de teelt, de verwerking, de opslag of het transport. Deze componenten geven aanleiding tot bezorgdheid over de gezondheid. MOSH kunnen zich ophopen in de lever en het lymfoïde systeem, wat ontstekingen veroorzaakt, terwijl MOAH kankerverwekkend kunnen zijn. Gelet op de positie van SIPEF stroomopwaarts en de vele tussenpersonen die betrokken zijn voordat de producten de consumenten bereiken, is de directe controle van de Vennootschap over de gezondheidseecten van verontreinigende stoen stroomafwaarts beperkt. Niettemin geeft SIPEF actief voorrang aan strenge kwaliteitscontroles om deze besmettingsrisico's in een zo vroeg moge- lijk stadium binnen haar operationele bereik te minimaliseren. (2) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 250 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Bananen , Bananen bevatten vezels, kalium, foliumzuur en antioxidanten, zoals vitamine C, die allemaal de gezondheid van het hart ondersteunen. Uit een onderzoek uit 2017 bleek dat wie een vezelrijk dieet volgt een lager risico op hart- en vaatziekten heeft dan wie een vezelarm dieet volgt. Bananen zijn bovendien betaalbaar en kunnen het hele jaar door worden geteeld, waardoor ze wereldwijd een uit- stekende bron van vlot toegankelijke voeding zijn. , De consumptie van bananen kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid als de vruchten besmet zijn met residuen van pesticiden. Dat kan onder meer leiden tot chronische gezondheidsproblemen. Langdurige blootstelling aan bepaalde residuen van pesticiden kan bijdragen aan ernstige gezond - heidsproblemen zoals kanker, hormoonverstoring en neurologische problemen. De bananenactiviteiten van SIPEF omvatten de rechtstreekse verkoop aan rijpings- en distri- butiecentra, van waaruit de producten aan de kleinhandelaars worden geleverd en uiteindelijk door de consumenten worden gekocht. Aangezien deze distributiestructuur SIPEF dichter bij de consument brengt dan haar palmolieproducten, sluit het garanderen van productveiligheid en het minimaliseren van residuen van pesticiden recht- streeks aan bij de strategie en het bedrijfsmodel van de Vennootschap, evenals de gezondheidsverwach- tingen van de consument. Risico's en opportuniteiten Zonder sterke kwaliteitscontrolemaatregelen en afstemming op de regelgeving loopt SIPEF mogelijk financiële, operationele en reputatierisico's met betrekking tot de gezondheid en veiligheid van de consument, terwijl proactieve investeringen in pro- ductintegriteit en traceerbaarheid opportuniteiten bieden voor marktdierentiatie en leiderschap op het gebied van naleving. De volgende risico's en opportuniteiten 3 werden geïdentificeerd door de dubbele-materialiteitsbe- oordeling van SIPEF. (3) Alle risico's werden onlangs geïdentificeerd, met uitzondering van 'Productdefecten' en Productaansprakelijkheid', die zijn afgeleid van SIPEF's vorige jaarlijkse beoordeling van bedrijfsrisico's, uitgevoerd en goedgekeurd door het auditcomité en raad van bestuur in 2023. Deze risico's zijn bijgewerkt met aanvullende beschrijvingen en afgestemd op de duurzaamheidskwesties die worden voorgeschreven door Bijlage A van ESRS1. 251 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICO'S EN KANSEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING In de context van SIPEF heeft dit risico betrekking op de mogelijkheid van gebreken in de kwaliteit of veiligheid van palmoliepro - ducten, inclusief kwesties in verband met verwerking, vervuiling of naleving van de industrienormen. Productdefecten kunnen leiden tot het terugroepen van producten, juridische claims en schade aan de reputatie van SIPEF. Binnen SIPEF zijn er mogelijkheden om protocollen voor kwaliteitsgarantie op te stellen, samen te werken met certificerings - programma's voor duurzame en veilige productiepraktijken en actief feedback van klanten te verzamelen voor voortdurende verbetering. Het proactief beheren van de productkwaliteit kan de klanttevredenheid verhogen en de merkreputatie van SIPEF beschermen. : Het waarborgen van de hoogste kwaliteits- en veiligheidsnormen voor haar palmolieproducten is een kernprioriteit voor SIPEF. De Vennootschap implementeert robuuste protocollen voor kwaliteitsborging, van plantage - beheer tot verwerking en levering van het eindproduct. Door vast te houden aan internationaal erkende certificeringsnormen voor voedselveiligheid en duurzaamheid zorgt SIPEF ervoor dat haar producten voldoen aan de vereisten van de industrie en de regelgeving. Om het risico op besmetting en defecten te minimaliseren, investeert SIPEF in geavanceerde verwerkingstechnologieën die de productintegriteit verbeteren en onzuiverheden verminderen, waaronder CPO-wasinstallaties voor chlorideverwijdering. Naast technische verbeteringen werkt SIPEF actief samen met klanten en belanghebbenden in de sector om haar kwaliteitsma - nagementsystemen te verfijnen. - - In de context van SIPEF heeft het risico van productaansprakelijkheid betrekking op de mogelijkheid dat palmolieproducten schade veroorzaken of niet voldoen aan de veiligheids- en kwaliteitsnormen. Dat kan resulteren in juridische claims van consu - menten, boetes van regelgevende instanties en schade aan SIPEF's reputatie als verant - woordelijke en betrouwbare leverancier van palmolieproducten. Binnen SIPEF zijn er opportuniteiten om traceerbaarheidssystemen voor producten te implementeren, deel te nemen aan initia - tieven van de industrie voor verantwoorde productie en consumenten te benaderen via voorlichtingscampagnes over de veiligheid en kwaliteit van palmolie. Het proactief aanpakken van productaansprakelijkheids - risico's kan het consumentenvertrouwen vergroten en de merkreputatie van SIPEF beschermen. : SIPEF geeft prioriteit aan hoge veiligheids- en kwaliteitsnormen om risico's op productaanspra - kelijkheid te minimaliseren. De Vennootschap voldoet aan internationale voedselveiligheids- en duurzaamheidsnormen, wat het risico op het terugroepen van producten, juridische claims of boetes van regelgevende instanties doet afnemen. Om de risicobeperking te versterken, implementeert SIPEF een robuust traceerbaarheidssys - teem, dat haar klanten en andere belanghebbenden verzekert dat al haar landbouwproducten getraceerd kunnen worden naar gecertificeerde, verantwoord beheerde bronnen. SIPEF investeert ook in de reductie van vervuilende stoen, waaronder wasprocessen voor CPO om het chloridegehalte te minimaliseren, evenals de controle en reductie van MOSH en MOAH. Door traceerbaarheid, certificering en kwaliteitscontrole te integreren, versterkt SIPEF het vertrou - wen van de consument en beschermt ze haar reputatie als betrouwbare leverancier. 252 The connection to the world of sustainable tropical agriculture RISICO'S EN KANSEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING -- Nieuwe wetgeving (bijv. EU RED II-wetgeving) kan het voor palmoliebe - drijven moeilijker maken om CPO naar de EU te exporteren, wat kan leiden tot lagere grondstofprijzen door een afgenomen vraag. Dat zou vooral een eect hebben op SIPEF's dochteronderneming HOPL in Papoea-Nieuw-Guinea. In Indonesië wordt de geproduceerde palmolie voornamelijk in Indonesië zelf verkocht. Als SIPEF de in Papoea-Nieuw-Guinea geproduceerde palmolie niet kan verkopen aan klanten in EU-landen, kan dit leiden tot verlies van arbeidsplaatsen. Als de vraag naar palmolie afneemt, kan dit bovendien leiden tot een lagere wereldwijde grondstofprijs voor palmolie. Dat kan een negatieve impact hebben op de winstgevendheid van de Groep, wat resulteert in minder geld voor investe - ringen, een daling van de aandelenkoers en mogelijk verlies van arbeid of de noodzaak voor grote investeringen om de palmbomen te vervangen door andere gewassen (zoals bananen). Dankzij het handhaven van hoge duurzaam - heidsnormen die aansluiten bij de nieuwe EU-wetgeving kan SIPEF blijven verkopen aan de EU. SIPEF werkt al aan 100% RSPO- certificering, waardoor eventuele hiaten tussen de RSPO-vereisten en de nieuwe EU-wetgeving kunnen worden geïdentifi - ceerd en verholpen. Tegelijkertijd is het belangrijk om nauw samen te werken met de EU om erop toe te zien dat de wetgeving in overeenstemming is met de RSPO-vereisten. : SIPEF beperkt de risico's van marktbeperkingen in de EU door ervoor te zorgen dat de palm- olieproductie voldoet aan de hoogste duurzaamheids- en traceerbaarheidsnormen. Met een doelstelling van 100% RSPO-certificering is de Vennootschap goed geplaatst om te voldoen aan de veranderende EU-regelgeving, waaronder EU RED II en de EUDR. Door haar beleid en praktijken af te stemmen op die normen, beperkt SIPEF het risico om de toegang tot de EU-markt te verliezen, vooral voor haar plantages in Papoea-Nieuw-Guinea, die sterk aankelijk zijn van de Europese vraag. Om de naleving te handhaven en de toegang tot de markt veilig te stellen, voert SIPEF regelmatig evaluaties uit van de verschillen tussen de RSPO-vereisten en de nieuwe EU-wetgeving. De Vennootschap investeert ook in het verbeteren van haar traceerbaarheidssystemen, waar- onder GeoSIPEF, om verifieerbaar bewijs te leveren van duurzame herkomst, een belangrijke vereiste van de EUDR. Verder is SIPEF actief in gesprek met EU-beleidsmakers, brancheorganisa - ties en certificeringsinstanties om te pleiten voor een aanpak waarbij erkend wordt dat RSPO- gecertificeerde palmolie in overeenstemming is met de duurzaamheidscriteria van de EU. Door hoge duurzaamheidsnormen te handhaven, de traceerbaarheid te verbeteren en de dialoog aan te gaan met beleidsmakers, beschermt SIPEF haar marktpositie, winstgevendheid en personeelsstabiliteit in het licht van de marktbeperkingen voor palmolie in de EU. 253 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICO'S EN KANSEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING - Nieuwe wetgeving kan ertoe leiden dat SIPEF haar palmolie niet langer kan verkopen op andere markten buiten de EU. Dat kan leiden tot een verminderde vraag, wat de inkomsten en winstgevendheid van de palmolie-industrie beïnvloedt. Het omarmen van en investeren in onder - zoek en ontwikkeling voor duurzame en innovatieve palmolieproducten kan een kans zijn voor SIPEF. Het verkennen van markten voor biobrand- stoen, speciale oliën of andere producten met toegevoegde waarde die zijn afgeleid van palmolie, kan de impact van mogelijke vervangers beperken. : Om het risico van palmoliebeperkingen in markten buiten de EU aan te pakken, diversifieert SIPEF actief haar productaanbod en vergroot ze haar duurzaamheidsinspanningen. Naarmate de wereldwijde regelgeving verandert, zorgt SIPEF ervoor dat haar palmolieproductie voldoet aan de hoogste standaarden op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur (“Environmental, Social, and Governance” - ESG), wat haar positie versterkt in markten die duurzaamheid en traceerbaarheid hoog in het vaandel dragen. Een belangrijk onderdeel van deze strategie is het blijven investeren in onderzoek en ontwikke - ling (“Research and Development” - R&D) om innovatieve palmolieproducten van hoge kwaliteit te creëren. SIPEF is al bezig met het implementeren van productieprocessen die weinig contami - nanten bevatten, zoals het wassen van CPO om chloride te verminderen, waardoor haar produc- ten aantrekkelijker worden voor hoogwaardige voedingsmiddelen en cosmetische toepassingen. Daarnaast onderzoekt SIPEF de mogelijkheden om bijproducten van het extraheren van palmolie te gebruiken in biobrandstoen en speciale oliën, waardoor de aankelijkheid van traditionele grondstoenmarkten afneemt. Die strategie zorgt ervoor dat SIPEF een geprefereerde leveran - cier kan blijven, zowel in de EU als daarbuiten, in het geval van wijzigingen in de regelgeving die de toegang tot de markten beperken. Dankzij het vergroten van de marktdiversificatie en de flexibiliteit van de toeleveringsketen kan SIPEF navigeren door veranderingen in de wereldwijde regelgeving en tegelijkertijd haar winstgevendheid en groei op lange termijn behouden. 254 The connection to the world of sustainable tropical agriculture RISICO'S EN KANSEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING - Een wijdverspreide afwijzing van palmolie vanwege bezorgdheid over het milieu, de maatschappij of de gezondheid kan de reputatie schaden van vennootschappen die betrokken zijn bij de palmolieketen, waaronder SIPEF. Geen materiële opportuniteiten geïdentificeerd. : SIPEF beperkt die reputatierisico's door zich te positioneren als leider in duurzame palmoliepro - ductie van hoge kwaliteit. SIPEF streeft naar 100% RSPO-certificering, ook voor haar leveran- ciers die lokale palmboeren zijn, en garandeert dat al haar palmolie wordt geproduceerd volgens de hoogste duurzaamheidsnormen. Door de certificering uit te breiden naar de lokale boeren die aan haar leveren, versterkt SIPEF haar engagement voor verantwoord inkopen en het vertrouwen van consumenten, regelgevers en belanghebbenden in de sector. Innovatie en technologiegedreven transparantie spelen ook een belangrijke rol bij het beperken van deze risico's. Door middel van RSPO-certificering en hulpmiddelen zoals GeoSIPEF kan de Vennootschap aantonen dat ze de volledige traceerbaarheid van de palmolieketen handhaaft, waardoor klanten en regelgevende instanties kunnen controleren of het beleid voor geen ont - bossing, geen veengrond en geen exploitatie (“No Deforestation, no Peat, and no Exploitation” - NDPE) wordt nageleefd. Bovendien blijft SIPEF investeren in verbeteringen van de verwerking, zoals wasinstallaties voor CPO, om de gezondheids- en veiligheidsbezorgdheden in premium markten aan te pakken. Omdat de publieke aandacht voor palmolie hoog blijft, werkt SIPEF actief samen met branche - organisaties, beleidsmakers en duurzaamheidsinitiatieven om te pleiten voor een verantwoorde palmolieproductie. Door volledig te blijven voldoen aan de wereldwijde duurzaamheidsnormen, innovatie in te zetten voor transparantie en haar marktpositie als betrouwbare leverancier van duurzamere palmolie te versterken, verzekert SIPEF dat ze bestand blijft tegen reputatieschade in de hele sector. 255 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICO'S EN KANSEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING Verbeterde technologieën detecteren meer contaminanten in palmolieproducten die gevolgen hebben voor de gezondheid. Dat stelt extra eisen aan olieproducenten met betrekking tot het implementeren van aanvullende technologieën voor kwaliteitscontrole. SIPEF heeft mogelijkheden om te blijven investeren in projecten die de kwaliteit van haar palmolie verbeteren, in nauwe samen - werking met haar klanten. : SIPEF speelt proactief in op de toenemende aandacht voor contaminanten in palmolie door te investeren in geavanceerde processen en technologieën voor kwaliteitscontrole en door de samenwerking met klanten te versterken om te voldoen aan de evoluerende industrienormen. SIPEF is zich bewust van de toegenomen aandacht voor verbindingen en contaminanten zoals 3-MCPD, GE, MOSH en MOAH, en implementeerde procesverbeteringen om het risico op de vorming ervan in stroomafwaartse processen te verminderen. Een belangrijk initiatief is de ont - wikkeling van CPO-wastechnologie, die leidt tot een aanzienlijke vermindering van het gehalte aan chloride, een precursor voor de vorming van 3-MCPD tijdens het ranageproces. Die innovatie zorgt ervoor dat de palmolie van SIPEF voldoet aan de strenge voedselveiligheids- limieten die zijn vastgesteld door Europese en wereldwijde voedselveiligheidsautoriteiten. Door een open dialoog te onderhouden met klanten en regelgevende instanties, zorgt SIPEF ervoor dat haar kwaliteitscontrolemaatregelen conform zijn met de recentste veiligheidsver - eisten en marktverwachtingen. Voortdurende investeringen in de detectie van contaminanten, in strategieën om contaminanten te beperken en in innovatie op het gebied van verwerking versterken SIPEF's positie als leverancier van premium palmolieproducten met een laag gehalte aan contaminanten en die volledig traceerbaar zijn. 256 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Huidige en verwachte effecten In overeenstemming met haar dubbele-ma- terialiteitsbeoordeling evalueerde SIPEF de waarschijnlijkheid van het optreden van de geïdentificeerde impact en risico's, samen met hun mogelijke financiële gevolgen. SIPEF oordeelde dat deze impact en risico's naar verwachting geen wezenlijke financiële impact zullen hebben op de Groep, met inbegrip van zijn financiële positie, financiële prestaties en kasstromen. De Groep heeft echter effectieve maatregelen genomen om deze risico's te beperken. Veerkracht van strategie en bedrijfsmodel Het waarborgen van de gezondheid en veiligheid van de consument versterkt de veerkracht van de strategie en het bedrijfsmodel van SIPEF door markttoegang, merkreputatie en concurrentie- vermogen op lange termijn veilig te stellen. De strategische focus van de Groep op het handhaven van robuuste traceerbaarheidssystemen, strenge veiligheids- en kwaliteitsnormen en uitgebreide duurzaamheidscertificeringen ondersteunt rechtstreeks het vermogen om te voldoen aan de veranderende verwachtingen van de consument en wettelijke vereisten. Door proactief om te gaan met potentiële risico's in verband met contaminatie of residuen van pesticiden via strenge traceerbaar- heidscontroles en voortdurende verbetering van de voedselveiligheidspraktijken versterkt SIPEF het vertrouwen van klanten en eindgebruikers. Beleid en verplichtingen Hoewel SIPEF geen alleenstaand beleid heeft aangaande de gezondheid en veiligheid van de consument, blijft het verzekeren van de veiligheid en kwaliteit van haar palmolieproducten en bana- nen een strategische en commerciële prioriteit. De Groep streeft naar volledige naleving van wet- en regelgeving en ziet erop toe dat alle producten voldoen aan de strenge voedselveiligheidsvoor- schriften van de markten waarvoor ze bestemd zijn. De aanpak van SIPEF wordt niet alleen gestuurd door wettelijke verplichtingen, maar ook door de ambitie om een voorsprong te nemen op concur- renten door CPO van topkwaliteit en met een laag contaminantgehalte te leveren. Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF versterkt haar toewijding aan de gezond- heid en veiligheid van de consument door strenge controles op productveiligheid, certificering en geavanceerde kwaliteitsgarantieprocessen in haar palmolie- en bananenactiviteiten. Als onderdeel van dit engagement houdt SIPEF zich strikt aan internationaal erkende beheersystemen voor voed- selveiligheid en voldoet ze aan alle relevante regel- gevende kaders in de markten van bestemming. Er waren tijdens het boekjaar geen significante Capex of Opex nodig om gerelateerde acties uit te voeren. Er zullen geen andere financiële middelen aangewend worden. Op de volgende pagina en in het Bedrijfsverslag worden meer details gegeven over acties en pro - jecten die verband houden met de gezondheid en veiligheid van de consument. 257 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Palmolie 3- In 2023 startte SIPEF inspanningen om het chlo - ridegehalte in CPO te verlagen door te investeren in speciale wasinstallaties voor CPO. De eerste wasinstallatie werd in 2024 in gebruik genomen in een Indonesische palmolie-extractiefabriek. Er werden standaardwerkwijzen (“Standard Operating Procedures” - SOP's), interne testpro- tocollen en mogelijkheden voor het meten van chloride ontwikkeld voor de palmolie-extractie - fabriek. SIPEF werkte samen met geselecteerde ranageklanten voor het testen en extern valideren van resultaten, het delen van gegevens en het geza- menlijk streven naar voortdurende verbetering. De eerste verzending van gewassen CPO werd afgele- verd met positieve resultaten, waardoor SIPEF een leidende positie inneemt in de productie van CPO met een aanzienlijk lager chloridegehalte in ver- gelijking met dat van branchegenoten. In 2025 zal SIPEF haar CPO-wascapaciteit verder uitbreiden om te voldoen aan de vraag van klanten naar CPO van topkwaliteit en met een laag chloridegehalte. SIPEF heeft aanzienlijk geïnvesteerd in initiatieven om de kwaliteit van palmolieproducten te verbete- ren. De Groep voltooide de omschakeling van alle palmolie-extractiefabrieksmachines naar smeer- middelen van voedselkwaliteit H1, die vrij zijn van potentieel schadelijke met minerale olie ver- zadigde koolwaterstoen (“Mineral Oil Saturated Hydrocarbons” - MOSH) en aromatische koolwa- terstoen uit minerale oliën (“Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons” - MOAH). De omschakeling startte in 2022 in de drie palmolie-extractiefabrieken van SIPEF in Papoea-Nieuw-Guinea en was eind 2023 voltooid in alle palmolie-extractiefabrieken in Indonesië. Daarnaast werd een uitgebreid programma geïm- plementeerd om machines te vernieuwen, upgraden of vervangen met een duidelijke focus op contami- natiepreventie, grondig onderhoud en operationele beste praktijken. In samenwerking met klanten stelde SIPEF een regime op voor maandelijkse bemonstering van CPO om de MOSH- en MOAH- niveaus te toetsen aan de standaardvereisten. In 2024 vertoonden alle geproduceerde CPO een aanzienlijke vermindering in MOSH- en MOAH- contaminatie, waardoor SIPEF's CPO van supe- rieure kwaliteit is, vergeleken met het gemiddelde in de sector. Hoewel er geen ociële limieten zijn vastgesteld, volgt SIPEF de richtlijnen van de EFSA om interne benchmarks vast te stellen. Bananen SIPEF houdt zich strikt aan de maximumresiduge- halten (“Maximum Residue Levels” - MRL's) voor residuen van pesticiden die zijn vastgesteld door regelgeving in het Verenigd Koninkrijk (VK) en de European Union (EU). De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (“European Food Safety Authority” - EFSA) en regelgevende instanties in het VK stellen MRL-normen vast voor voedings- middelen, waaronder bananen, waarbij de veiligheid wordt beoordeeld op basis van toxiciteitsgegevens voor meer dan 1000 landbouwpesticiden. Door SIPEF geleverde bananen worden geteeld met goedgekeurde pesticiden en houden zich strikt aan de MRL-vereisten van de “Rainforest Alliance” en GLOBALG.A.P.-certificering, de markten van bestemming en de specificaties van de klant. SIPEF gebruikt het “Foodexpert”-platform voor transpa- rant pesticidenbeheer en dient haar lijst met midde- len voor gewassenbescherming (“Plant Protection Products List” - PPPL) in voor controle op naleving van de MRL-regelgeving van het VK en de EU. Goedgekeurde PPPL's en residu-analyserapporten 258 The connection to the world of sustainable tropical agriculture worden regelmatig gedeeld met klanten en stroom - afwaartse kleinhandelaars. Het fruitdepartement van SIPEF voert regelmatig simulaties uit op Plantations J. Eglin, waarbij de reactiegereedheid wordt getest op hypothetische voedselveiligheids- of non-conformiteitsincidenten, zoals de detectie van vreemde voorwerpen of door consumenten gemelde gezondheidsproblemen. Die tests evalueren de robuustheid, tijdigheid en functionaliteit van het traceerbaarheidssysteem van SIPEF. Gesimuleerde incidenten worden grondig getraceerd naar hun oorsprong, behan- delingsmethoden en betrokken personeel, zodat er binnen de 24 uur intern en met klanten kan worden gecommuniceerd. Daarnaast werden er in 2024 op verschillende plantages meerdere residu-analyses uitgevoerd om te controleren of de MRL-normen van het VK en de EU en de specificaties van de klant werden nage- leefd. Er werden geen incidenten met betrekking tot voedselveiligheid of kwaliteit gerapporteerd, wat de doeltreendheid van de preventie- en opspo- ringsmechanismen van SIPEF bevestigt en de con- sistente levering van bananen van hoge kwaliteit met een laag contaminatiegehalte mogelijk maakt. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft meetbare doelstellingen opgesteld in het verlengde van haar engagement om kwaliteits- volle, duurzame en traceerbare landbouwproducten te produceren. 1. Installeren van wasinstallaties bij drie palmolie- extractiefabrieken tegen 2026, als onderdeel van het programma voor chlorideverlaging van SIPEF. 2. Bereiken van voedselveiligheidscertificering tegen 2028 voor de tien palmolie- extractiefabrieken van SIPEF in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Voor het bepalen en goedkeuren van beide doelstel- lingen werd overleg gepleegd met de regionale duur- zaamheidsteams en regionale executieve comités van SIPEF, met extra input van de engineering- en marketingafdelingen voor de eerste doelstelling. Hoewel consumenten niet rechtstreeks werden geraadpleegd bij het vaststellen van de doelstellin- gen, werkte de Groep nauw samen met ranage- klanten bij de uitvoering en opvolging van het programma voor chlorideverlaging. SIPEF zal de voortgang van beide doelstellingen blijven opvolgen. Het programma voor chloride- verlaging wordt opgevolgd door de voortdurende meting van chloridegehaltes in CPO, zoals eerder beschreven. De voorbereidingen voor de certifice- ringsdoelstelling voor voedselveiligheid, die werd vastgesteld in 2024, gingen onlangs van start en naarmate de implementatie vordert, zal er een opvolgingskader worden ontwikkeld. Meer informatie over de doelstellingen is te vinden in Annex 1. 259 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring BETROKKENHEID MET CONSUMENTEN Als stroomopwaartse producent is SIPEF niet rechtstreeks betrokken bij de consumenten in haar palmolie- en bananenwaardeketen. De Groep houdt zich echter strikt aan alle toepasselijke regelge- vende eisen die worden gesteld door de markten en autoriteiten van bestemming, waaronder de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (“European Food Safety Authority” - EFSA). SIPEF werkt het hele jaar door onafgebroken samen met haar rechtstreekse klanten, waaronder de ra- naderijen in het palmoliesegment en de rijperijen en kleinhandelaars in de bananensector. Deze betrokkenheid krijgt vorm in persoonlijke ontmoe- tingen en een voortdurende dialoog, waardoor de Vennootschap eectief kan reageren op consument- gerelateerde bezorgdheden die door klanten naar voren worden gebracht. Hieronder vallen proactieve initiatieven om contaminatierisico's aan te pakken, zoals die in verband met 3-MCPD, MOSH en MOAH, die belangrijke aandachtspunten zijn in de sector eetbare oliën van de EU. De marketingafdeling, geleid door de chief commer- cial ocer, is verantwoordelijk voor het engagement in het palmoliesegment, terwijl de fruitafdeling, geleid door de directeur fruit departement, het engagement in de bananensector beheert. Deze afdelingen zorgen ervoor dat de inzichten van de klant de basis vormen voor SIPEF's benadering van kwaliteitsbeheer en strategieën voor het naleven van de marktregels. Een algemene beschrijving van duurzaamheids- governance, samen met een overzicht van hoe SIPEF de nodige acties bepaalt als reactie op werkelijke of potentiële materiële gevolgen, is te vinden in 'Algemene informatie'. KLACHTEN EN HERSTELMAATREGELING Het klachtenmechanisme van SIPEF biedt alle belanghebbenden, inclusief consumenten, de moge - lijkheid om bezorgdheden te uiten of incidenten te melden met betrekking tot alle geïdentificeerde materiële gevolgen, zodat er verantwoording kan worden afgelegd en indien nodig passende maatre- gelen kunnen worden genomen. Het mechanisme stelt personen in staat hun klachten rechtstreeks online aan SIPEF kenbaar te maken via e-mail of een online klachtenformulier dat beschik- baar is op de website van de Vennootschap. Het klachtenmechanisme biedt ook de mogelijkheid van anonieme rapportage en zorgt ervoor dat alle klachten strikt vertrouwelijk worden behandeld. Het Klachtenbeleid van SIPEF voorziet expliciet in bescherming tegen represailles voor personen die deze kanalen gebruiken om bezorgdheden of behoeften kenbaar te maken. SIPEF heeft nog niet geëvalueerd in hoeverre consumenten op de hoogte zijn van of vertrouwen hebben in de klachtenproce- dure als een eectief kanaal om hun bezorgdheden te uiten en op te lossen. Meer informatie over de klachtenprocedures en het klachtenbeleid van SIPEF, inclusief hoe kwesties worden bijgehouden en hoe de eectiviteit van het mechanisme wordt gecontroleerd, is beschikbaar in 'G1: Zakelijk gedrag’. 260 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 261 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Governance- informatie Goed bestuur is essentieel voor ethische en duur- zame bedrijfspraktijken in alle sectoren. Het garandeert transparantie, verantwoording en naleving, waardoor verantwoorde besluitvorming en veerkracht op lange termijn mogelijk worden. Voor SIPEF staat integer zakendoen centraal in de Evenwichtige Groeistrategie, het opbouwen van vertrouwen bij belanghebbenden en het ondersteu- nen van duurzame ontwikkeling in de tropische landbouwsector. Aandachtsgebied en duurzaamheidsdoelen Een cultuur van ethisch gedrag bevorderen bij het management, het personeel en de contractanten. Systemen en processen toepassen om ethisch gedrag te waarborgen. Een robuust beleid, procedures en maatregelen handhaven om alle risico’s aan te pakken, ook op het gebied van omkoping en corruptie. 262 The connection to the world of sustainable tropical agriculture G1: Zakelijk gedrag SIPEF baseert haar aanpak van goed zakelijk gedrag op de volledige naleving van wet - en regelgeving, naast ethische principes en normen. Goed zakelijk gedrag begint met goed bedrijfs- bestuur. SIPEF handhaaft een krachtig goed bedrijfsbestuur door onder meer de principes van de Belgische Corporate Governance Code 2020 (de Code) toe te passen. De principes van de Code wor- den weerspiegeld in SIPEF's Corporate Governance Charter, het Beloningsbeleid en de Gedragscode van de Groep, die normen en verwachtingen voor verantwoordelijk en ethisch management en de beste bestuurspraktijken vastleggen. SAMENVATTING VAN DE KERNINHOUD MATERIËLE DUURZAAMHEIDSKWESTIES TOEPASSELIJK BELEID DOELSTELLINGEN BELANGRIJKSTE UPDATES • Bedrijfscultuur • Gedragscode • Beleid inzake corruptie- en omkopingbe - strijding • Klachtenbeleid • Geen doelstelling. • Een uitgebreide herziening van het beleid is gepland voor 2025-2026, inclusief een herziening van de Gedragscode van de Groep in 2025 • Nieuw beleid inzake corruptie- en omkopingsbestrijding uitgebracht en uitgerold via training • Nieuwe procedure voor klachtenmechanisme, Klachtenbeleid en IT-oplossing gelanceerd • 100% training voltooid voor 478 werknemers in risicofuncties op alle operationele locaties • Geen geregistreerde veroordelingen of boetes voor corruptie en omkoping in 2024 • Corruptie en omkoping • Preventie en detectie, inclusief training • Incidenten • Jaarlijkse training uitgevoerd voor 100% van de werknemers in risicofuncties binnen het eigen bedrijf. • Bescherming van klokkenluiders • Geen doelstelling. 263 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring BEDRIJFSCULTUUR Een sterke bedrijfscultuur krijgt vorm dankzij gedeelde normen, waarden en gedragingen die bepalen hoe een bedrijf werkt. Met een aanwezig- heid op verschillende continenten en een divers personeelsbestand streeft SIPEF naar gedeelde waarden en een gemeenschappelijke werkcultuur, met respect voor deze diversiteit. Deze principes zijn vastgelegd in de Gedragscode van de SIPEF-groep en worden ondersteund door andere beleidslijnen en procedures op Groeps- en landenniveau met betrekking tot mensenrechten, kinderarbeid, dwangarbeid of mensenhandel, gezondheid en veiligheid op het werk, gelijke kansen op werk en seksuele intimidatie. SIPEF's Gedragscode van de Groep formaliseert sinds 2020 de minimumnormen en -standaarden die moeten worden nageleefd door alle kaderle- den, werknemers, consultants en contractanten. Als publiek toegankelijk document biedt ze ook transparantie over de manier waarop SIPEF haar activiteiten uitvoert. De Gedragscode beschrijft de verbintenis van SIPEF om alle relevante nationale en internationale wetten na te leven en verduide - lijkt haar nultolerantiestandpunt inzake omkoping en corruptie, haar beleid aangaande klokkenlui- den en klachtenbehandeling en het verbod voor leidinggevenden en personeel om de faciliteiten van de Groep of de werkuren te gebruiken voor persoonlijke aangelegenheden. Daarnaast bieden de zeven Richtlijnen van SIPEF's Evenwichtige Groeistrategie een kader voor de visie van de Groep op de bedrijfscultuur. Ze leggen de nadruk op betrouwbaarheid, besluitvorming voor de lange termijn, voortdurende verbetering, duurzame groei, milieubescherming en -herstel, ondersteuning van werknemers en gemeenschap- pen, en waardecreatie voor iedereen als basis voor verantwoorde bedrijfspraktijken. Gebieden van impact 1 , , SIPEF erkent het belang van een bedrijfscul- tuur die door haar werknemers, contractanten, lokale gemeenschappen en andere belangrijke belanghebbenden als ondersteunend, eerlijk en rechtvaardig wordt ervaren. Het ontbreken van gestandaardiseerde beleidslijnen, procedures en maatregelen om de waarden van SIPEF op alle niveaus te communiceren en te handhaven, zou het vermogen van het bedrijf om een ondersteunende, veilige, rechtvaardige en ethische werkomgeving te verzekeren, kunnen aantasten. Dat kan op zijn beurt weer gevolgen hebben voor het vertrouwen, het geestelijk en lichamelijk welzijn, de veiligheid en de beveiliging van werknemers. Bewustwording van deze potentiële impact is vooral belangrijk gezien de omvang van het personeels- bestand van SIPEF, de aard van haar activiteiten als producent van tropische landbouwproducten (1) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact pas geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 264 The connection to the world of sustainable tropical agriculture en haar aanwezigheid in diverse landen met ver- schillende culturen, talen en gewoonten. Omdat de strategie en het bedrijfsmodel van SIPEF gericht zijn op de productie van traceerbare en duurzaam gecertificeerde palmolie, is het handhaven van hoge normen voor bedrijfsvoering van fundamenteel belang voor deze inspanningen. Risico's en opportuniteiten Zonder een goed verankerde bedrijfscultuur die een gedeelde aanpak van gedrag en interacties op de werkvloer bevordert, kan SIPEF aanzienlijke risico's lopen voor haar financiële stabiliteit en de levensvatbaarheid van haar activiteiten op de lange termijn. De volgende risico's en opportuniteiten 2 met betrekking tot bedrijfsbestuur werden geïdenti- ficeerd vanuit een pre-mitigatieperspectief door middel van de dubbele-materialiteitsevaluatie van SIPEF. (2) Alle geïdentificeerde risico's, behalve 'Claims voor milieuschade' en 'Reputatie en activisme van belanghebbenden', zijn afgeleid van SIPEF's vorige jaarlijkse evaluatie van bedrijfsrisico's, uitgevoerd en goedgekeurd door het auditcomité en de raad van bestuur in 2023. Die risico's werden bijgewerkt met aanvullende beschrijvingen en afgestemd op de duurzaamheidskwesties, voorgeschreven door Bijlage A van ESRS 1. RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING - - Bestuurders die niet volledig op de hoogte zijn van hun verplichtingen en normen riskeren governanceproblemen. Regelmatige trainingsprogramma's en transparante communicatie kunnen de besluitvorming verbeteren, de reputatie versterken, groene investeringen aantrekken en de financieringskosten verlagen. : Om het risico te beperken dat bestuurders niet volledig op de hoogte zijn van hun verplichtingen en bestuursnormen, heeft SIPEF een gestructureerd kader voor corporate governance geïmple - menteerd dat zorgt voor voortdurende opleiding, bewustmaking en naleving. Het omvat regelmatige training en bewustmakingsupdates, transparante rapportering en communicatie tussen de raad van bestuur, het uitvoerend comité en de duurzaamheidsteams. Dit zorgt ervoor dat iedereen regelmatig op de hoogte wordt gebracht van belangrijke risico's, wijzigingen in de regelgeving en beste praktijken. Bovendien bestaat de raad van bestuur uit leden met een sterke expertise op het gebied van duurzaamheid en bestuur, wat een goed geïnformeerde besluitvorming garandeert, in overeenstemming met de Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF. De bestuursstructuur van SIPEF omvat ook bestuurscommissies die toezicht houden op specifie - ke gebieden, waaronder duurzaamheidsrisico's en naleving. Door bestuurlijke risico's proactief aan te pakken, versterkt SIPEF haar bedrijfsreputatie, vergroot ze het vertrouwen van belanghebbenden en zorgt ze voor verantwoord zakelijk gedrag. 265 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING - Het niet naleven van belastingwetten leidt tot juridische, financiële en reputatierisico's. Het opzetten van een robuust fiscaal nale - vingsprogramma en het geven van training zorgt voor ethische operaties en voorkomt financiële en juridische repercussies. : Om de risico's van mogelijke niet-naleving van de belastingwetgeving te beperken, heeft SIPEF een sterk bestuurskader opgezet dat volledige transparantie, naleving van de regelgeving en ethisch financieel beheer garandeert. SIPEF leeft alle lokale en internationale belastingwetten na in de rechtsgebieden waar ze actief is. De financiële en juridische teams van het bedrijf volgen voortdurend de belastingverplichtingen op om erop toe te zien dat de aangiften accuraat en op tijd worden ingediend, wat de juridische en financiële risico's tot een minimum beperkt. De Groep heeft intern fiscale beleidslijnen en controles geïmplementeerd om risico's op niet-naleving en belastingontduiking te voorkomen. Er worden regelmatig belastingcontroles en -evaluaties uitgevoerd om eventuele afwijkingen proactief op te sporen en te corrigeren. SIPEF organiseert regelmatig trainingsprogramma's voor haar financiële teams en belangrijke besluitvormers om ervoor te zorgen dat ze op de hoogte blijven van de belastingregels, rapporteringsvereisten en ethische normen. SIPEF werkt samen met externe belastingadviseurs en bedrijfsrevisoren om de beste praktijken in belastingbeheer te handhaven. Door strenge maatregelen voor naleving van de belastingwetgeving en ethisch financieel bestuur in te bouwen, versterkt SIPEF het vertrouwen van belanghebbenden, beschermt ze haar reputatie en minimaliseert ze financiële en juridische risico's, wat uiteindelijk de bedrijfsstabiliteit en de aantrekkingskracht van investeringen op lange termijn bevordert. Risico van fouten in de financiële rappor - tering, weglatingen of fraude die invloed hebben op naleving en vertrouwen. Geavanceerde rapporteringssystemen, ethische training en externe audits vergro - ten de geloofwaardigheid en waarborgen het vertrouwen in financiële overzichten. : Om het risico op fouten, weglatingen of fraude in de financiële rapportering te beperken, heeft SIPEF een financieel bestuurskader opgezet dat nauwkeurigheid, transparantie en naleving in alle financiële bekendmakingen garandeert. SIPEF handhaaft strikte protocollen voor financiële rapportering, in overeenstemming met de Internationale financiële rapporteringsnormen (“International Financial Reporting Standards” - IFRS) en lokale regelgevende vereisten. De Groep heeft digitale rapporteringstools en geïnte - greerde financiële beheersystemen geïmplementeerd om de nauwkeurigheid, automatisering en traceerbaarheid van gegevens te verbeteren. De jaarrekeningen van SIPEF worden regelmatig extern gecontroleerd door onaankelijke, internationaal erkende auditkantoren om de nauw - keurigheid en naleving te valideren. Daarnaast houdt het auditcomité, een subcommissie van de raad van bestuur, toezicht op financieel bestuur en risicobeheer. SIPEF bevordert een cultuur van integriteit en verantwoordingsplicht door regelmatige opleidingen te organiseren over ethische financiële praktijken voor werknemers die werken met financiële gegevens. Er is een klokken - luidersregeling zodat werknemers bezorgdheid over fraude, onjuiste financiële rapportering of ethische overtredingen vertrouwelijk en zonder represailles kunnen rapporteren. Door toe te zien op een transparante, accurate en ethische financiële rapportering versterkt SIPEF het vertrouwen van de belanghebbenden, voldoet ze aan de nalevingsverplichtingen en beschermt ze haar reputatie, waardoor het vertrouwen van investeerders, regelgevers en financië - le partners wordt versterkt. 266 The connection to the world of sustainable tropical agriculture RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING - - Ontoereikende financiële middelen om uit - breidingsprojecten te financieren, waardoor de groei wordt belemmerd. Het ontwikkelen van uitgebreide financiële strategieën en noodplannen garandeert dat SIPEF klaar is om groeikansen te benutten. : Om het risico van onvoldoende liquiditeit om uitbreidingsprojecten te financieren te beperken, heeft SIPEF een proactieve financiële strategie geïmplementeerd die leidt tot een sterk kapitaal - beheer, financiële stabiliteit en toegang tot diverse financieringsbronnen. SIPEF hanteert strenge financiële plannings- en prognoseprocessen om een gezonde liquidi - teitspositie te garanderen. Het bedrijf volgt de operationele kasstromen, kapitaaluitgaven en schuldniveaus nauwlettend op om de financiële flexibiliteit te optimaliseren. SIPEF zorgt voor meerdere financieringsbronnen, waaronder langlopende kredietfaciliteiten, geherinvesteerde winsten en strategische partnerschappen. Het bedrijf onderhoudt sterke relaties met financiële instellingen en investeerders, waardoor toegang tot kapitaal verzekerd is wanneer nodig. SIPEF heeft noodplannen voor liquiditeit opgesteld, inclusief stresstests van financiële scenario's om potentiële financieringstekorten te beoordelen. Daardoor is de Groep klaar om het hoofd te bieden aan economische neergang of onverwachte financiële beperkingen. Uitbreidingsprojecten worden strategisch gefaseerd om ze af te stemmen op de beschikbare middelen en marktomstan - digheden. Daarnaast optimaliseert het bedrijf de operationele eciëntie om de kosten te verlagen en de winstgevendheid te verbeteren, wat een duurzame groei waarborgt. Door financiële strategieën te implementeren en een gedisciplineerde benadering van liquidi - teitsbeheer te handhaven, zorgt SIPEF ervoor dat ze goed gepositioneerd blijft om uitbreidings- projecten te financieren, groeikansen te benutten en financiële veerkracht te behouden. - ' Ontoereikende verzekeringsdekking die het bedrijf blootstelt aan onvoorziene financiële tegenslagen. Robuust risicobeheer en regelmatige herevaluaties van verzekeringen beperken potentiële financiële verliezen en zorgen voor stabiliteit. : Om het risico van onvoldoende verzekeringsdekking te beperken, heeft SIPEF een risicobe - heerstrategie geïmplementeerd die voldoende bescherming biedt tegen financiële tegenslagen als gevolg van onvoorziene gebeurtenissen. De Vennootschap voert periodiek risico-evaluaties uit om nieuwe bedreigingen te evalueren en past de verzekeringsportefeuille dienovereenkomstig aan. Dit zorgt ervoor dat de dekking van SIPEF aansluit bij de veranderende regelgeving en operationele risico's. SIPEF integreert risicobeperkende strategieën zoals rampenplannen, infrastructuurversterkingen en operationele redundanties om de blootstelling te minimaliseren. Waar mogelijk onderzoekt SIPEF zelfverze - keringsmechanismen of financiële reserves om externe dekking aan te vullen. 267 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING Risico op concurrentievervalsende praktij- ken, wat kan leiden tot boetes. Regelmatige antitrustevaluaties en toezicht op naleving bevorderen ethische praktijken en minimaliseren juridische risico's. : Om het risico op concurrentievervalsende praktijken te beperken en de naleving van de con - currentiewetgeving en eerlijke marktregels te garanderen, heeft SIPEF een sterk kader voor corporate governance en een bedrijfsethisch beleid geïmplementeerd dat transparante en wettige bedrijfsactiviteiten bevordert. De Vennootschap integreert risico-evaluaties op het gebied van antitrust in haar juridische en nalevingsstrategie en zorgt voor een voortdurende controle van zakelijke transacties en overeen - komsten. SIPEF organiseert regelmatig antitrusttrainingen voor werknemers, management en belangrijke besluitvormers om ervoor te zorgen dat ze zich bewust zijn van de risico's van de con - currentiewetgeving en ethisch zakendoen. Medewerkers die betrokken zijn bij verkoop, inkoop en strategische partnerschappen krijgen speciale training om concurrentievervalsend gedrag te herkennen en te vermijden. SIPEF heeft robuuste interne controlemechanismen opgezet, waaronder nalevingsaudits, juridische evaluaties en rapporteringskanalen voor klokkenluiders, om concurrentievervalsende praktijken op te sporen en te voorkomen. Het auditcomité en het team voor wettelijke naleving houden toezicht op de naleving en zorgen ervoor dat potentiële antitrustrisico's in een vroeg stadium worden geïdentificeerd. Dankzij het raamwerk voor goed zakelijk gedrag van SIPEF worden ethisch gedrag en integriteit verankerd in het bedrijfsbeleid, de interacties met belanghebbenden en de besluitvormingsprocessen. Het bedrijf hanteert een nultolerantiebeleid voor concurrentievervalsing, versterkt door de Gedragscode en het Verantwoordelijk Inkoopbeleid. Door de antitrustrisico's proactief aan te pakken via toezicht op de naleving, opleiding en ethische bedrijfspraktijken, beperkt SIPEF de juridische risico's, bevordert ze het vertrouwen van de belanghebbenden en versterkt ze haar reputatie als verantwoordelijke en rechtvaardige marktspeler. 268 The connection to the world of sustainable tropical agriculture RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING - Potentiële milieurisico's door ontbossing, verlies van biodiversiteit of vervuiling. Het invoeren van duurzame praktijken, het verkrijgen van certificeringen en het betrekken van belanghebbenden vergroten het vertrouwen en verminderen de risico's met betrekking tot milieuclaims. : Om het risico op milieuschadeclaims ten gevolge van ontbossing, verlies van biodiversiteit, vervuiling of niet-naleving van de regelgeving te beperken, heeft SIPEF een strategie voor milieubeheer geïmplementeerd. Die zorgt ervoor dat de landbouwactiviteiten van het bedrijf in overeenstemming zijn met de beste praktijken op het gebied van duurzaamheid, internationale certificeringsnormen en wettelijke vereisten. SIPEF voert een beleid van ‘geen ontbossing, geen nieuwe ontwikkelingen op veengrond en geen exploitatie’ (“no deforestation, no new developments on peat, and no exploitation” - NDPE) en ziet erop toe dat alle landbouwontwikkelingen voldoen aan strenge richtlijnen voor landgebruik en natuurbehoud. SIPEF zorgt ervoor dat 100% van haar palmolieactiviteiten voldoet aan de RSPO- normen en heeft Rainforest Alliance- en Fairtrade-certificeringen voor bananen, wat aantoont dat ze voldoet aan de wereldwijde milieunormen. SIPEF heeft zich tegen 2030 een reductie in de uitstoot van broeikasgas van 28% tot doel gesteld en investeert actief in faciliteiten voor het afvangen van methaan, hernieuwbare energie en afvalbeheersystemen. De Vennootschap integreert beste beheerpraktijken om vervuiling tot een minimum te beperken, waaronder het gebruik van organische meststoen, strategieën voor waterbesparing en afvalrecyclingpro - gramma's. SIPEF werkt samen met lokale gemeenschappen, ngo’s en regelgevende instanties om ervoor te zorgen dat de beperking van milieurisico's in overeenstemming is met de verwachtingen van belanghebbenden. Er worden regelmatig milieu-impactbeoordelingen en -audits uitgevoerd om proactief risico's te identificeren en milieuschadeclaims te voorkomen. Het bedrijf beschikt over een klachtenmechanisme voor het publiek, zodat belanghebbenden milieukwesties aan de orde kunnen stellen, die worden aangepakt door middel van transparante rapportering en corrigerende maatregelen. Door een strikt milieubeleid, duurzaamheidscertificeringen en initiatieven om belanghebbenden te betrekken, beperkt SIPEF eectief het risico op milieuschadeclaims, verbetert ze de naleving van regelgeving en versterkt ze het vertrouwen van investeerders en de gemeenschap. 269 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING Risico's voortkomend uit activisme van belanghebbenden of publieke campagnes die een invloed hebben op het beleid of de samenstelling van de raad van bestuur. Een transparant beleid op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur (“Environmental, Social and Governance”- ESG), proactieve communicatie en certifi - cering positioneren SIPEF als leider op het gebied van duurzaamheid, in het verlengde van de verwachtingen van belanghebbenden. : Om de risico's in verband met reputatie en activisme van belanghebbenden te beperken, voerde SIPEF een proactieve strategie voor duurzaamheid en betrokkenheid van belanghebbenden in die transparantie, verantwoording en afstemming op de verwachtingen van investeerders en het publiek garandeert. SIPEF integreert factoren op ESG-gebied in haar Evenwichtige Groeistrategie en zorgt ervoor dat duurzaamheid verankerd is in de besluitvorming. Het bedrijf heeft een duidelijk duur - zaamheidsbeleid, inclusief NDPE-verplichtingen, bescherming van mensenrechten en RSPO-, Fairtrade- en Rainforest Alliance-certificeringen, die SIPEF's verantwoordelijk zakelijk gedrag versterken. Het bestuur wordt versterkt door de aanwezigheid van onaankelijke bestuurders met deskundigheid op het gebied van duurzaamheid. SIPEF gaat de dialoog aan met aandeel - houders, ngo's, lokale gemeenschappen en beleidsmakers via regelmatige ESG-bekendmaking, beleggersbriefings en duurzaamheidsrapportering. Het bedrijf zorgt voor open communicatieka - nalen met belanghebbenden, geeft tijdig antwoord op bezorgdheden en handhaaft een openbaar klachtenmechanisme voor milieu- en sociale kwesties. Deelname aan duurzaamheidsindexen en -benchmarks (bijv. duurzaamheidsranglijsten van SPOTT, openbaarmaking van CDP over klimaatverandering) vergroot de geloofwaardigheid en transparantie van SIPEF. 100% van de palmolie van SIPEF voldoet aan de RSPO-certificering en dus aan de hoogste duurzaamheidsnormen. Het bedrijf ondersteunt lokale boeren actief bij het behalen van de certificering, wat de rol van SIPEF in verantwoordelijk ketenbeheer versterkt. SIPEF sluit aan bij de EU Ontbossingsverordening (“EU Deforestation Regulation” - EUDR) en CSRD-rapportering en zorgt zo voor naleving van de veranderende ESG-regelgeving. Er wordt due diligence uitgevoerd op sociaal en milieugebied voordat er nieuwe ontwikkelingen van start gaan, waardoor de kans op reputatierisico's in verband met landgebruik, gemeenschapsrelaties of controverses in de toeleveringsketen wordt verkleind. Door een transparant ESG-beleid, sterk bestuur, betrokkenheid van belanghebbenden en duurzaamheidscertificeringen te handhaven, positioneert SIPEF zich als pionier op het vlak van duurzame landbouw, vermindert ze risico's gerelateerd aan activisme van belanghebbenden en uitdagingen op het gebied van reputatie, terwijl het vertrouwen van investeerders en het publiek wordt vergroot. 270 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Huidige en verwachte effecten In overeenstemming met haar dubbele-materiali- teitsbeoordeling heeft SIPEF de waarschijnlijkheid van het optreden van de geïdentificeerde impact en risico’s beoordeeld, samen met hun mogelijke financiële gevolgen. SIPEF was van oordeel dat deze impacts en de bovenstaande risico's naar verwachting geen wezenlijke financiële impact zullen hebben op de SIPEF-groep, met inbegrip van haar financiële positie, financiële prestaties en kasstromen. De Groep heeft echter eectieve maatregelen genomen om deze risico's te beperken. Veerkracht van strategie en bedrijfsmodel SIPEF onderhoudt nauwe en regelmatige contacten tussen het management en de operationele teams in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire. Hoewel de Groep in verschillende regio's actief is, zorgt hij voor een uniforme benadering van bestuur en ethische normen, waarbij consistentie wordt afgewogen tegenover respect voor lokale culturen en praktijken. Die aanpak versterkt de veerkracht van SIPEF door proactieve risico-identificatie en snelle reactie op ethische, operationele en nale - vingsuitdagingen mogelijk te maken. Beleid en verplichtingen De Gedragscode van SIPEF ziet erop toe dat alle leidinggevenden, werknemers, consultants en con- tractanten van SIPEF zich inzetten om integer te handelen, verantwoordelijk zaken te doen en zich te houden aan alle toepasselijke wetten in elk rechts- gebied. Het legt richtlijnen vast voor het handhaven van een respectvolle werkplek, het stimuleren van teamgeest en het opbouwen van professionele, transparante relaties met klanten en leveranciers. Het verbiedt ook belangenverstrengeling, handel met voorkennis, omkoping en oneigenlijk gebruik van bedrijfsfondsen. Tegelijkertijd stimuleert het maatschappelijk verantwoord ondernemen, met inbegrip van milieubescherming, antidiscriminatie en de bescherming van mensenrechten. Bovendien heeft het betrekking op gegevensbescherming en vertrouwelijke informatie, en zorgt het ervoor dat de relevante wet- en regelgeving wordt nageleefd. Verantwoording van implementatie en verspreiding Op Groepsniveau is het executief comité verant- woordelijk voor het toezicht op de uitvoering van de Gedragscode. De "legal counsel" van de Groep biedt ondersteuning om ervoor te zorgen dat de Code regelmatig wordt bijgewerkt en aan alle werknemers wordt gecommuniceerd, en dat relevant personeel voldoende training krijgt om de Code te begrijpen en eectief toe te passen. Op het niveau van de dochterondernemingen zijn de juridische afdelingen en interne auditafdelingen verantwoordelijk voor het afstemmen van hun respectievelijke bedrijfscodes op de Gedragscode van de Groep. Ze zorgen ook voor een eectieve verspreiding, toepassing en implementatie ervan. 271 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Rekening houden met de belangen van de voornaamste belanghebbenden bij beleidsontwikkeling SIPEF verbindt zich ertoe ervoor te zorgen dat haar bedrijfsactiviteiten rechtvaardig en integer verlopen, zoals beschreven in haar Gedragscode. De Groep stimuleert een omgeving waarin werknemers en belanghebbenden worden aangemoedigd om een open dialoog aan te gaan, bezorgdheden te melden en bij te dragen aan de voortdurende verbetering van bestuurspraktijken. In overeenstemming met haar interne beleidspro- cedure integreert SIPEF feedback van belangheb- benden, regelgevende vereisten en internationale beste praktijken bij het formuleren en bijwerken van beleid. De Gedragscode van de Groep zal in de eerste helft van 2025 worden herzien, waarbij de "legal counsel" van de Groep de inspanningen zal leiden om aspecten te identificeren die voor verbe- tering vatbaar zijn en om voortdurende naleving van veranderende regelgeving, industrienormen en beste praktijken te garanderen. Als onderdeel van dit proces kunnen benchmarking-evaluaties worden uitgevoerd, externe deskundigen worden geraadpleegd en herzieningen worden beoordeeld door landdirecteuren, relevante afdelingshoofden en het executief comité van SIPEF vóór definitieve goedkeuring door de raad van bestuur. Communicatie en socialisatie SIPEF erkent het belang van het eectief commu- niceren en bekendmaken van haar Gedragscode, samen met alle gerelateerde codes, beleidslijnen en wettelijke vereisten, om haar bedrijfscultuur op te bouwen en te versterken. De Groep zorgt ervoor dat deze documenten, inclusief bestuurskaders, rechtstreeks beschikbaar zijn voor alle betrokken belanghebbenden. Intern worden ze verspreid via e-mail aan werknemers en via trainingssessies voor relevant personeel. Contractanten worden ook geïnformeerd over de gestelde verwachtingen en worden aangemoedigd om zich aan te passen aan de ethische normen van de Groep. Voor 2025-2026 is een uitgebreide herziening van de Gedragscode gepland om aan te sluiten bij de nieuwste standaarden en veranderende bedrijfs- behoeften. Daarom werden er in 2024 geen trai- ningssessies over de Gedragscode georganiseerd. Er zullen trainingsactiviteiten worden gepland na de publicatie van de herziene Gedragscode. De Gedragscode van SIPEF is toegankelijk voor alle belanghebbenden op de bedrijfswebsite van de Groep: Corporate governance - SIPEF Standaarden en initiatieven van derden Door de Gedragscode te implementeren, verbindt SIPEF zich ertoe de toepasselijke nationale wet- ten en internationaal erkende kaders te respec- teren die in overeenstemming zijn met ethische bedrijfspraktijken. Daarnaast streeft SIPEF ook naar 100% certifi- cering volgens standaarden zoals Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO), Rainforest Alliance, Fairtrade en GLOBALG.A.P. Tal van die standaar- den vereisen dat gecertificeerde bedrijven een ethisch gedragsbeleid hebben en een systeem om naleving te controleren. De bestuursmechanis- men van SIPEF, waaronder de Gedragscode en het klachtenmechanisme, sluiten aan bij die bredere verwachtingen, maar vormen op zichzelf geen verplichting om deze normen na te leven. 272 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF implementeert regelmatig opleidingspro- gramma's, verzekert betrokken leiderschap en ver- spreidt de Gedragscode en het beleid van de Groep over haar activiteiten wereldwijd. Aangezien er voor 2025-2026 een uitgebreide herziening van het beleid voor de hele Groep is gepland, werden er in 2024 geen andere specifieke acties ondernomen om de geïdentificeerde potentiële impact en risico's aan te pakken. De komende herziening is bedoeld om bestaand beleid op zowel Groeps- als landenniveau bij te werken, te integreren en te stroomlijnen. Doelstellingen en opvolging Hoewel SIPEF geen specifieke doelstelling heeft voor de bedrijfscultuur, bevordert ze proactief de voortdurende afstemming tussen haar waarden en de zich ontwikkelende bedrijfspraktijken door middel van robuuste evaluatiemechanismen, waaronder een jaarlijkse beoordeling door de raad van bestuur van de Gedragscode en aanverwante nalevingskwesties. Het klachtenmechanisme van SIPEF ondersteunt de Groep verder bij het opvol- gen en evalueren van de implementatie van zijn beleidslijnen, verbintenissen en vereisten inzake bedrijfscultuur, met inbegrip van de lijnen die in de Gedragscode worden beschreven. Dit werkt eectief op zowel Groeps- als entiteitsniveau, waarbij alle gemelde daadwerkelijke of potentiële overtredingen worden vastgelegd en aangepakt. Lees meer over de klachtenprocedure, inclusief de ambitie bereikt met de procedure in 2024 en de indicatoren gebruikt om de voortgang te evalueren, op pagina 281-283. Herziening van de Gedragscode van de SIPEF-groep in 2025 In het derde kwartaal van 2024 werd een werkgroep voor beleidsherziening opgericht om een herziening op Groepsniveau te plannen en te coördineren met als doel het Groepsbeleid van SIPEF te actualise- ren. Het doel bestaat erin de beleidslijnen beter op elkaar af te stemmen, evenals de ESG-prioriteiten en -waarden van de Groep en de recentste wettelijke vereisten van de EU en de landen waarin SIPEF actief is. SIPEF’s Gedragscode van de Groep zal in de eerste helft van 2025 worden herzien. Daarna zullen de dochterondernemingen in Indonesië, Papoea- Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire hun Gedragscodes op landniveau afstemmen op de minimumnormen en vereisten van de Gedragscode van de Groep en tegelijkertijd de naleving van de nationale wette- lijke kaders garanderen. Vanaf de tweede helft van 2025 wordt er gecommuniceerd, verspreid, gesoci- aliseerd en opgeleid over de herziene Gedragscodes om ervoor te zorgen dat ze daadwerkelijk worden aangenomen. 273 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring CORRUPTIE EN OMKOPING Corruptie en omkoping ondermijnen eerlijke con- currentie, tasten het vertrouwen aan en vormen aanzienlijke financiële en reputatierisico's voor bedrijven en de maatschappij. SIPEF verbindt zich ertoe een transparant en rechtvaardig bedrijfs- klimaat te handhaven en ervoor te zorgen dat het management, de werknemers en de niet-werkne- mers de hoogste ethische normen in acht nemen. Om deze toewijding te versterken, implementeert de Groep strikte nalevingsmaatregelen, robuuste controlemechanismen, gerichte training en leider- schapstoezicht om corruptierisico's te voorkomen en aan te pakken. Dankzij een sterk raamwerk voor corruptie- en omkopingbestrijding, ondersteund door een eectief klachtenmechanisme, risicop- reventiemaatregelen en voortdurende controle, worden de wettelijke vereisten nageleefd en wordt verantwoordelijk zakelijk gedrag gestimuleerd. Gebieden van impact 3 Preventie en detectie, inclusief training , Eectieve preventie-, detectie- en trainingsmecha- nismen voor corruptie en omkoping zorgen ervoor dat werknemers corruptie in haar verschillende vormen kunnen herkennen en begrijpen welke protocollen ze moeten volgen wanneer ze met dergelijke situaties te maken krijgen. Zonder de gepaste training en functionerende preven- tiemaatregelen kunnen werknemers onbewust geconfronteerd worden met onwettige situaties of de benodigde hulpmiddelen missen om er adequaat op te reageren. Incidenten , Omkoping en corruptie kunnen onmiddellijk ernstige gevolgen hebben voor werknemers, zaken- partners, betrokken gemeenschappen, lokale over- heden en klanten. Daden zoals fraude, afpersing, samenzwering en het witwassen van geld, evenals het geven of ontvangen van geld of andere voordelen om ongepaste invloed te krijgen, zijn oneerlijk, ille- gaal en in strijd met de ethiek, cultuur en het beleid van SIPEF. Wanneer incidenten van corruptie en omkoping worden bewezen, kunnen werknemers en zakenpartners in compromitterende of onwettige situaties terechtkomen, wat kan leiden tot ontslag, juridische stappen en reputatieschade. SIPEF is actief in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire, waar haar bedrijfsactiviteiten en het personeelsbestand zich voornamelijk bevinden. Zoals tal van landbouwbedrijven in die regio's wordt SIPEF geconfronteerd met complexe regelgevende en operationele uitdagingen. (3) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg daarvan werd de gespecificeerde impact pas geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 274 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Verschillen in institutionele kaders, regelhand- having en bestuursstructuren kunnen leiden tot verschillende niveaus van blootstelling aan cor- ruptiegerelateerde risico's in bedrijfsactiviteiten en toeleveringsketens. In bepaalde gebieden kunnen informele economische activiteiten en sociaaleco- nomische omstandigheden ook de kwetsbaarheid voor corruptie en omkoping doen toenemen. Dit vereist verbeterde nalevingsmaatregelen, due diligence-processen en betrokkenheid bij lokale belanghebbenden. SIPEF erkent die uitdagingen en blijft zich inzetten voor de uitvoering van een robuust anticorruptie- beleid, de versterking van interne controles en de bevordering van ethische bedrijfspraktijken bij al haar activiteiten en zakelijke relaties. Risico's en opportuniteiten Zowel de reputatie op lange termijn als de finan- ciële gezondheid van SIPEF kunnen aanzienlijk beïnvloed worden door bevestigde incidenten van omkoping of corruptie. De volgende risico's en opportuniteiten 4 werden geïdentificeerd vanuit een pre-mitigatieperspectief door middel van de dubbele-materialiteitsevaluatie van SIPEF, met betrekking tot de duurzaamheids - kwestie 'Incidenten'. RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING Vervalste documenten kunnen leiden tot juridische geschillen, boetes en reputatieschade. Integriteitskwesties bij landverwerving, milieueectbeoordelingen en nalevingscertificaten. Verbetering van de integriteit van docu - menten door middel van geavanceerde documentbeheersystemen, veilige verifica - tiemethoden, interne audits en transparan- tiemaatregelen om naleving te garanderen. : Om de risico's in verband met documentvervalsing te beperken, heeft SIPEF strikte maatregelen geïmplementeerd voor bestuur, verificatieprocessen en digitale beveiliging om naleving en transparantie te garanderen. SIPEF dwingt strenge interne controles af voor financiële gegevens, landaankopen, beoordelin - gen van milieueecten en naleving van certificeringen. Regelmatige interne en externe audits zorgen ervoor dat documenten authentiek zijn en in overeenstemming met de regelgeving. Medewerkers krijgen regelmatig training over fraudepreventie en ethische rapporteringsnormen. Een vertrouwelijk klokkenluiderskanaal maakt het mogelijk onregelmatigheden te rapporteren zonder represailles. SIPEF doet een beroep op onaankelijke auditoren en certificatie-instellin - gen voor de verificatie van nalevingsgerelateerde documenten. SIPEF's volledige traceerbaarheid en publieke bekendmaking van duurzaamheidscertificeringen versterken haar integriteit. Door prioriteit te geven aan documentbeveiliging, naleving en ethisch toezicht, minimaliseert SIPEF juridische risico's, vergroot ze het vertrouwen van regelgevende instanties en houdt ze haar reputatie op het gebied van verantwoordelijke bedrijfspraktijken hoog. (4) Alle geïdentificeerde risico's zijn afgeleid van de vorige jaarlijkse bedrijfsrisicobeoordeling van SIPEF en werden uitgevoerd en goedgekeurd door het auditcomité en raad van bestuur in 2023. Die risico's werden bijgewerkt met aanvullende beschrijvingen en afgestemd op de duurzaamheidskwesties, voorgeschreven door Bijlage A van ESRS 1. 275 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING Risico op directe of indirecte betrokkenheid bij omkoping, wat kan leiden tot juridische onderzoeken, boetes en reputatieschade, met gevolgen voor de relaties met belanghebben - den en zakenpartners. Het bevorderen van een cultuur van ethisch gedrag, het implementeren van robuuste interne controles en het samenwerken met organisaties uit de industrie om beste praktijken in te voeren bij het voorkomen van omkoping. : SIPEF hanteert een nultolerantiebeleid ten aanzien van omkoping en ziet erop toe dat alle zakelij - ke activiteiten voldoen aan de hoogste ethische normen. De Vennootschap heeft een robuust raamwerk tegen omkoping geïmplementeerd dat strenge interne controles, regelmatige training over naleving en transparante rapporteringsmecha - nismen omvat. SIPEF communiceert duidelijk over haar Gedragscode, die omkoping in welke vorm dan ook, al dan niet rechtstreeks, uitdrukkelijk verbiedt. Interne audits en beoordelingen door derden versterken de verantwoordingsplicht en identificeren potentiële risico's voordat ze escaleren tot juridische problemen of reputatieschade. Om een cultuur van integriteit te bevorderen, organiseert SIPEF regelmatig trainingsprogramma's om het bewustzijn over omkopingsrisico's te vergroten en ethische besluitvorming op alle niveaus van de organisatie te versterken. Werknemers worden aangemoedigd om verdachte activiteiten te melden via een vertrouwelijke klokkenluidersregeling, zodat bezorgdheden snel en zonder represailles worden aangepakt. Daarnaast werkt het bedrijf actief samen met brancheorganisaties en regelgevende instanties om te voldoen aan de wereldwijde beste praktijken op het gebied van de naleving van anti-corruptiewetgeving. Door deze maatregelen te integreren, minimaliseert SIPEF de juridische risico's, beschermt ze het vertrouwen van de belanghebbenden en versterkt ze haar engagement voor ethische en verantwoordelijke bedrijfspraktijken. 276 The connection to the world of sustainable tropical agriculture RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING De mogelijkheid van corruptie binnen SIPEF of bij externe interacties, met inbegrip van omkoping, verduistering of andere illegale activiteiten, die de reputatie van SIPEF kan schaden en juridische en operationele gevolgen kan hebben. Een cultuur van integriteit en verantwoor - dingsplicht bevorderen, due diligence door derden uitvoeren en toezien op de strikte naleving van anticorruptiewetgeving om het vertrouwen van belanghebbenden en ethische bedrijfspraktijken te behouden. : SIPEF zet zich in om de hoogste normen van integriteit en verantwoordingsplicht te handhaven en werkt actief aan het voorkomen van corruptie in zowel interne activiteiten als externe zakelijke interacties. De Vennootschap handhaaft een strikt anticorruptiebeleid en ziet toe op de volledige naleving van internationale en lokale anticorruptie- en omkopingswetten. Door middel van interne controles, maatregelen voor financiële transparantie en due diligence door derden beschermt SIPEF haar activiteiten tegen risico's zoals omkoping, verduistering en onethisch zakelijk gedrag. Regelmatige interne audits en externe evaluaties versterken de naleving en detecteren eventuele onregelmatigheden voordat ze een bedreiging vormen voor de reputatie of wettelijke status van het bedrijf. Om de ethische cultuur te versterken, biedt SIPEF doorlopend anticorruptietrainin - gen aan voor werknemers en management, zodat ze potentiële risico's kunnen herkennen en erop kunnen reageren. Er is een klokkenluidersregeling die een veilig en vertrouwelijk kanaal biedt voor het rapporteren van wangedrag, en die garandeert dat bezorgdheden worden behandeld zonder represailles. Bovendien werkt SIPEF samen met regelgevende instanties, organisaties uit de industrie en certificeringsinstanties om de beste praktijken op het gebied van corporate governance te handhaven. Door strikte anticorruptiewaarborgen in te bedden in de bedrijfsactiviteiten, versterkt SIPEF het vertrouwen van de belanghebbenden, handhaaft ze de naleving van de regelgeving en verzekert ze de duurzaamheid van de Vennootschap op de lange termijn. 277 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN CATEGORIE RISICOBESCHRIJVING OPPORTUNITEITENBESCHRIJVING - Kwetsbaarheid voor cybercriminaliteit door aankelijkheid van digitale infrastructuur, met het risico dat financiële informatie wordt gecompromitteerd, de toeleverings - keten wordt verstoord en bedrijfseigen landbouwtechnologieën worden gestolen. Het versterken van de cyberbeveiligings - positie door te investeren in geavanceerde cyberbeveiligingstechnologieën, trainings - programma's voor medewerkers en robuuste incidentbestrijdingsplannen om digitale middelen en operationele continuïteit te beschermen : SIPEF erkent de toenemende risico's in verband met cybercriminaliteit en digitale diefstal en heeft een cyberbeveiligingsstrategie geïmplementeerd om haar financiële gegevens, gepatenteer - de landbouwtechnologieën en kritieke bedrijfsactiviteiten te beschermen. De Vennootschap investeert voortdurend in cyberbeveiligingstechnologieën, waaronder firewal - lbescherming, encryptieprotocollen, multifactorauthenticatie en inbraakdetectiesystemen, om zijn digitale infrastructuur te beschermen tegen externe bedreigingen. Dankzij penetratietests en beveiligingsaudits worden kwetsbaarheden geïdentificeerd en proactief aangepakt, waardoor het risico op datalekken en cyberaanvallen tot een minimum wordt beperkt. Naast technologi - sche verdedigingsmechanismen geeft SIPEF prioriteit aan de bewustmaking en training van werknemers, zodat het personeel op alle niveaus cyberbedreigingen zoals phishing, malware en onbevoegde toegang tot gegevens kan herkennen en voorkomen. Strikte toegangscontroles en beleidsregels voor gegevensbeheer verminderen de blootstelling nog verder door ervoor te zorgen dat alleen bevoegd personeel gevoelige informatie kan verwerken. Om de veerkracht te vergroten, stelde SIPEF ook plannen op voor respons bij incidenten en bedrijfscontinuïteit, waardoor snelle indamming en herstel mogelijk is in het geval van een cyberaanval. Door de beste praktijken op het gebied van cyberbeveiliging in haar activiteiten te integreren, beschermt SIPEF haar digitale activa, waarborgt ze de veiligheid van de toeleveringsketen en versterkt ze het vertrouwen van belanghebbenden in haar vermogen om veilig en duurzaam te opereren in een steeds sterker gedigitaliseerde wereld. Voor de duurzaamheidskwestie "Preventie en detectie, inclusief training" werden in de eva- luatie geen risico's als materieel aangemerkt en werden er evenmin gerelateerde opportuniteiten geïdentificeerd. Huidige en verwachte effecten In overeenstemming met haar dubbele-materiali- teitsbeoordeling evalueerde SIPEF de waarschijn- lijkheid van de geïdentificeerde impact en risico’s, samen met hun mogelijke financiële gevolgen. SIPEF was van oordeel dat de bovenstaande risi- co's naar verwachting geen wezenlijke financiële impact zullen hebben op de Groep, met inbegrip van haar financiële positie, financiële prestaties en kasstromen. De Groep heeft echter eectieve maatregelen genomen om deze risico's te beperken. 278 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Veerkracht van strategie en bedrijfsmodel SIPEF blijft haar kader inzake corruptie en omko- pingsbestrijding versterken door de integratie van verbeterde nalevingsmaatregelen, strenge interne controles, opleidingsprogramma's voor werknemers en contractanten en voortdurende risicobeoorde- lingen. Als onderdeel van het bedrijfsmodel houdt het bedrijf zich aan duurzaamheidsnormen en wettelijke vereisten, die de implementatie van maatregelen en systemen voorschrijven die ethisch gedrag bevorderen. Deze proactieve strategieën verminderen de blootstelling aan corruptiegere- lateerde risico's, waarborgen de markttoegang en handhaven ethische bedrijfspraktijken in de hele waardeketen. Beleid en verplichtingen Het beleid inzake corruptie en omkopingsbestrij- ding (“Anti-Corruption and Anti-Bribery” - ACAB) van SIPEF legt een duidelijk kader vast om ethische bedrijfspraktijken te handhaven en een krachtig goed bedrijfsbestuur te versterken. Het schrijft strikte procedures voor om schendingen vast te stellen, te rapporteren en aan te pakken, terwijl klokkenluiders worden beschermd en maatrege- len tegen represailles worden afgedwongen. Het beleid definieert ook corruptie, omkoping, fraude en andere belangrijke termen, en zorgt voor een gestandaardiseerde interpretatie in alle entiteiten. Het Klachtenbeleid vult deze inspanningen aan door een gestructureerd, onpartijdig mechanis- me te bieden voor werknemers, contractanten en externe belanghebbenden om hun zorgen kenbaar te maken. Het ziet erop toe dat klachten vertrouwelijk en rechtvaardig worden behandeld, volgens een duidelijk escalatieproces van lokale oplossing tot interventie op Groepsniveau indien nodig. Het beleid garandeert de anonimiteit van klokkenluiders, bescherming tegen represailles en het verplicht bijhouden van gegevens, wat de inzet van SIPEF voor verantwoordingsplicht en ethisch gedrag versterkt. Zowel het ACAB-Beleid als het Klachtenbeleid zijn van toepassing op alle werknemers, contractanten en dochterondernemingen van SIPEF. Het ACAB- Beleid geldt ook voor leveranciers van goederen en diensten, terwijl het Klachtenbeleid tevens van toepassing is op alle belanghebbenden die klachten willen indienen over SIPEF of de waargenomen impact van de Vennootschap. Interoperabiliteit tussen deze beleidsregels en de Gedragscode van SIPEF zorgt voor consistentie bij het aanpakken van ethische kwesties en wangedrag. Een overzicht van de Gedragscode is te vinden in het subhoofdstuk 'Bedrijfscultuur' op pagina’s 271-272. Verantwoording van implementatie en verspreiding Op Groepsniveau is het executief comité het hoogste niveau dat verantwoordelijk is voor het toezicht op de uitvoering van zowel het ACAB-Beleid als het Klachtenbeleid. De eigenaar van beide beleidslijnen is SIPEF's juridisch adviseur ESG, die verantwoordelijk is voor de coördinatie met teams op landenniveau om trainingssessies op te 279 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring zetten. Deze sessies zijn bedoeld om consistente communicatie en begrip van het beleid te verze- keren en tegelijkertijd de integratie ervan in elk land te vereenvoudigen. Op landenniveau zijn de aangewezen beleidseigenaren verantwoordelijk voor de implementatie en afstemming van hun beleid en procedures op landenniveau op het beleid op Groepsniveau. Rekening houden met de belangen van de voornaamste belanghebbenden bij beleidsontwikkeling Tussen 2023 en 2024 voerde SIPEF een uitge- breide herziening uit van het ACAB-Beleid en het Klachtenbeleid om de doeltreendheid ervan te verbeteren en de gerelateerde processen en proce- dures te verfijnen voor een consistente uitvoering in alle operationele landen. Om hiaten en mogelijkheden voor verbetering te identificeren, leidde SIPEF's juridisch adviseur ESG werkstromen waarbij interne auditteams, duur- zaamheidsteams en HR-teams op landenniveau betrokken waren, evenals vertegenwoordigers van het regionale management en andere belangrijke afdelingen. SIPEF raadpleegde ook een sociaal expert van een in Indonesië gevestigde ngo om aanbevelingen te doen voor het verbeteren van het Klachtenbeleid van de Groep en de rapporterings- en afhan- delingsprocedures op landniveau. Er werd ook gekeken naar de vereisten van de RSPO, Rainforest Alliance en andere relevante standaarden die de Vennootschap volgt, met betrekking tot klachten- procedures en bescherming van klokkenluiders. Door middel van dit iteratieve en inclusieve raad- plegingsproces heeft SIPEF de uitdagingen op groepsniveau en landspecifieke uitdagingen beoor- deeld en vastgesteld hoe het beleid en de procedures op groepsniveau kunnen worden bijgewerkt om lacunes aan te pakken en aan te sluiten bij de beste praktijken. Het ACAB-Beleid werd ook aangepast aan het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie (2003) en het Verdrag van de Raad van Europa inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie (1999), zodat het voldoet aan internati- onale normen. Het proces resulteerde in herziene en bijgewerkte beleidslijnen op groepsniveau; beide beleidslijnen werden geëvalueerd door het uitvoerend comité van SIPEF en goedgekeurd door het bestuur in juni 2024. Communicatie en socialisatie Het ACAB-Beleid en het Klachtenbeleid van SIPEF zijn beschikbaar voor alle betrokken belangheb- benden. In het derde kwartaal van 2024 lanceerde SIPEF het herziene beleid en de bijgewerkte klach- tenprocedure via speciale focussessies en persoon- lijke of online trainingsprogramma's. Deze sessies, gecoördineerd door SIPEF's juridisch adviseur ESG, brachten het wereldwijde duurzaamheidsteam en belangrijke vertegenwoordigers op landenniveau samen, waaronder leden van regionale duurzaam- heidsteams, lokale interne auditafdelingen, het regionale uitvoerend comité en andere relevante afdelingen. De sessies waren bedoeld om een beter inzicht te krijgen in het bijgewerkte beleid en om de activiteiten van SIPEF op elkaar af te stemmen. Ook contractanten werden op de hoogte gebracht van de verwachtingen, uiteengezet in het bijge- werkte beleid. De beleidsregels zijn voor alle belanghebbenden toegankelijk op de website van de Groep: SIPEF Bedrijfsbeleid - SIPEF. 280 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Standaarden en initiatieven van derden SIPEF streeft naar 100% RSPO- en Rainforest Alliance-certificering, die beide de implementatie van een gedocumenteerd systeem voor de behan- deling van klachten en grieven vereisen, evenals een beleid inzake ethisch gedrag en bescherming van klokkenluiders. Het Klachtenbeleid en het ACAB-Beleid van SIPEF komen overeen met de verwachtingen van de certificeringsvereisten, maar vormen op zichzelf geen verplichting om de normen na te leven. Acties, doelstellingen en opvolging Preventie en detectie Om haar vermogen te vergroten om corruptiege- relateerde risico's te voorkomen, op te sporen en aan te pakken, zorgt SIPEF ervoor dat werkne- mers, contractanten en andere belanghebbenden in haar waardeketen, waaronder ngo's, lokale gemeenschappen en autoriteiten, feitelijke of vermoedelijke incidenten kunnen melden via haar klachtenmechanisme. SIPEF voert ook opleidings- en bewustmakingsprogramma's uit om haar werknemers uit te rusten met kennis en vaardigheden om verschillende vormen van omko- ping en corruptie te herkennen en erop te reageren. Daarnaast houdt het bedrijf robuuste controles en toezicht, waarbij de interne auditdienst regelmatig audits en onderzoeken uitvoert als dat nodig is. Deze acties vereisten geen significante Capex of Opex. Er zijn geen andere belangrijke financiële middelen van toepassing. Klachtenmechanisme in 2024 In 2023-2024 heeft SIPEF haar klachtenmechanis- me grondig herzien om de doeltreendheid ervan te verbeteren, zowel op het niveau van de Groep als van de landen. Deze herziening was erop gericht om eventuele hiaten in de procedures voor het rapporteren en aandelen van klachten te iden- tificeren en aan te pakken. Als onderdeel van dit initiatief werd een nieuw beleid op Groepsniveau ontwikkeld, goedgekeurd en uitgerold in alle SIPEF-vestigingen, inclusief die in Indonesië, Côte d’Ivoire, Papoea-Nieuw-Guinea en de kantoren in België en Singapore. Het bijgewerkte beleid stelt duidelijke minimumnormen en -vereisten vast en zorgt voor consistentie en verantwoorde- lijkheid op alle locaties. Het introduceerde ook de onlangs gestroomlijnde klachtenprocedure die werd ontworpen om de reactietijden en trans- parantie te verbeteren. Er werd bovendien een intern IT-platform voor dienstenbeheer, SIPEF Klachtenoplossing (Grievance Solution), ontwik- keld om de rapportering en het beheer van klachten te vergemakkelijken, een efficiëntere controle mogelijk te maken en een grotere transparantie, consistentie en verantwoordingsplicht binnen de Groep te bevorderen. De bijgewerkte klachtenprocedure werd samen met het beleid en het nieuwe platform gelanceerd in juni 2024. 281 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring INDIENEN VAN KLACHT CONTROLE EN ONDERZOEK VAN DE KLACHT BESLISSING EN OPLOSSING OPVOLGING EN TOEZICHT Klacht ontvangen door klachtenmanager, oprichting klachtencommissie en onderzoek. Overzicht van klachtenprocedure SIPEF's klachtenmechanisme werd ontworpen om toegankelijk, transparant en onpartijdig te zijn, zodat alle werknemers, contractanten en belanghebbenden hun bezorgdheden kunnen mel- den. Het proces volgt een gestructureerde aanpak: Indienen van klachten: werknemers en externe belanghebbenden kunnen klachten melden via ver- schillende kanalen, waaronder een speciale e-mail ([email protected]), een klachtenformulier op de SIPEF-website en SIPEF Klachtenoplossing. SIPEF erkent dat heel wat arbeiders op plantages, in palmolie-extractiefabrieken en verpakkingssta- tions beperkte toegang hebben tot technologie en nam daarom aanvullende maatregelen om ervoor te zorgen dat het rapporteren van klachten volledig toegankelijk blijft, ongeacht de locatie of techno- logische toegang: • Aangewezen klachtenmanagers, waaronder RSPO-functionarissen, veiligheidsfunctionarissen en medewerkers van de interne auditafdeling fungeren als meldpunt voor werknemers om klachten persoonlijk te melden. Klachtenmanagers zorgen ervoor dat alle klachten die bij hen worden ingediend formeel worden geregistreerd in de SIPEF Klachtenoplossing voor een gepaste opvolging. • Op informatieborden op belangrijke locaties staan het beleid en de klachtenprocedures van SIPEF, met duidelijke richtlijnen voor het indienen van een klacht. Controle en onderzoek van de klacht: zodra er een klacht is ingediend, wordt een klach- tencommissie samengesteld om een onaankelijk onderzoek uit te voeren en een eerlijke en objectieve oplossing te garanderen. De commissie bestaat uit materiedeskundigen en niet uit personen die rechtstreeks betrokken zijn bij de klacht of die mogelijk een belangenconflict hebben. Experts worden geselecteerd op basis van hun kennis en onpartijdigheid om een objectieve evaluatie te waarborgen. Beslissing en oplossing: op basis van de bevin- dingen stelt de commissie een oplossing voor, die wordt geëvalueerd en goedgekeurd in overeenstem- ming met het Klachtenbeleid en de ethische normen van SIPEF. Opvolging en toezicht: voor opvolging en toe- zicht worden de klachten systematisch ingedeeld en geanalyseerd per onderwerp, waaronder landge- schillen, arbeids-, mensenrechten-en milieukwes- ties. Ze worden ook gerangschikt per geografische locatie, met vermelding van de specifieke plantage en het land die erbij betrokken zijn. De gedelegeerd bestuurder, het hoofd duurzaamheid van de groep en de juridisch adviseur ESG houden toezicht op klachtenbeheer op Groepsniveau, terwijl teams op landenniveau zich bezighouden met casusdo- cumentatie, onderzoek en naleving. 5 Klachten ontvangen van ngo’s of die als belangrijk worden beschouwd, worden gepubliceerd op het Klachtendashboard van de bedrijfswebsite van SIPEF. Het dashboard geeft updates over de status van casussen, inclusief details over of en hoe ze werden opgelost. 282 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Lancering van SIPEF Klachtenoplossing Met de update van het Klachtenbeleid van SIPEF in 2024 werden inspanningen geleverd en inves- teringen gedaan om het klachtenmechanisme van SIPEF te verbeteren en doeltreffender te maken. Een belangrijke ontwikkeling was de SIPEF Klachtenoplossing, een speciale soft- waretool die werd ontwikkeld in samenwerking met de IT-afdeling. De tool is gebouwd op een IT-servicemanagementplatform van een derde par- tij en werd uitgebreid aangepast om te voldoen aan de specifieke behoeften van SIPEF en een naadloze integratie binnen alle vestigingen te garanderen. Na de ociële ingebruikname in juni 2024 werd het platform geleidelijk uitgerold binnen de vestigingen van SIPEF, waarbij de tweede helft van het jaar diende als overgangsperiode. Gedurende die peri- ode werden landenteams getraind in het gebruik van het systeem en begonnen ze met het uploaden en beheren van klachten met het verbeterde en gestroomlijnde proces. De SIPEF Klachtenoplossing centraliseert alle kanalen voor klachtenrapportering, waaronder websiteformulieren, e-mails met klachten, digi- tale inzendingen en rapporten op landenniveau. De tool biedt een gebruiksvriendelijke interface waarmee werknemers en belanghebbenden gemak- kelijk klachten kunnen indienen, met de optie om anoniem te blijven. Door het stroomlijnen van de rapporterings-, opvolgings- en oplossingsprocessen zorgt het systeem ervoor dat alle klachten - zowel interne als externe - snel, onaankelijk en objectief worden behandeld. Toezicht en controle worden zowel op het niveau van de Groep als op landenniveau beheerd, waar- bij de toegang op gepaste wijze wordt beperkt tot werknemers die klachten behandelen om de vertrouwelijkheid en naleving te waarborgen. Klachtenmanagers kunnen gevallen volgen, onder- zoeken coördineren en de voortgang in realtime opvolgen, wat leidt tot betere responstijden en een eciënt beheer van gevallen binnen de hele Groep. Daarnaast volgt de SIPEF Klachtenoplossing een gestructureerd kader dat is afgestemd op het Klachtenbeleid, waarbij onpartijdigheid wordt gegarandeerd door gevallen toe te wijzen op basis van vooraf gedefinieerde protocollen. Met behulp van de gegevens uit de SIPEF Klachtenoplossing zal een vergelijkende analyse worden uitgevoerd om de belangrijkste risicotrends te identificeren. Naarmate de implementatie vor - dert, zal SIPEF proactief de nodige aanpassingen aan de software en de bijbehorende processen identificeren en toepassen om beter aan de behoef- ten van de gebruikers te voldoen. De entiteiten krijgen voortdurende ondersteuning en worden aangemoedigd om leerervaringen te delen terwijl ze het systeem verfijnen en in werking stellen op hun locaties. (5) Voor een algemene beschrijving van de rollen van de raad van bestuur en het executief comité van SIPEF die van toepassing zijn op zakelijke gedragskwesties en andere duurzaamheidsonderwerpen, zie 'Algemene informatie'. De expertise van zowel de raad van bestuur als het executief comité wordt toegelicht in de Corporate Governance Verklaring. 283 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring ' 2024 In 2024 implementeerde SIPEF een uitgebreid trainingsprogramma over haar ACAB-Beleid, gecoördineerd door de juridisch adviseur ESG. De training behandelde beleidsdefinities, detectie en rapportering van corruptie, klokkenluidersproce- dures, transparantie in politieke betrokkenheid, concurrentievervalsing en casusoefeningen. De inhoud werd voor elk land aangepast aan de plaatselijke risico's, functies met een hoog risico en de toepasselijke sancties krachtens de nationale wetgeving. Om een gerichte naleving te garanderen, verplichtte SIPEF alle dochterondernemingen om 'risicofunc- ties' te identificeren, wat duidt op alle werknemers die door hun functie blootgesteld worden aan corruptie- en omkopingsrisico's. Bij het opstellen van deze lijst heeft SIPEF de definitie van ESRS als referentie gebruikt en samengewerkt met de interne audit- en juridische afdelingen van haar dochterondernemingen. Het identificatieproces was gebaseerd op een beoordeling van de rollen en verantwoordelijkheden van werknemers en hun bijbehorende risicoblootstelling aan corruptie en omkoping. In het derde kwartaal van 2024 kregen werknemers in deze functies met voorrang een grondige training over corruptie en omkopingsbestrijding. Ook leden van het executief comité van SIPEF, beoordeeld als de meest risicovolle functie vanwege hun beslis- singsbevoegdheid en toezichthoudende verant- woordelijkheden, namen deel aan de training. Gezien de geografische context van de activiteiten van SIPEF, waar een computerondersteunde trai- ningsinfrastructuur niet altijd beschikbaar is, werd de training voornamelijk persoonlijk gegeven. Waar mogelijk werd de opleiding online uitgevoerd. Elke sessie werd gedocumenteerd met een aanwezig- heidslijst om de voltooiing te controleren. In 2024 waren er geen werknemers met risicofuncties met langdurig verlof. Tijdens het derde en vierde kwartaal van 2024 organiseerde SIPEF ook een gespecialiseerde opleiding voor aangewezen klachtenmanagers. Onder de deelnemers bevonden zich medewerkers van interne audits en personeelszaken, evenals RSPO-functionarissen, veiligheidsfunctionarissen en juridisch adviseurs. SIPEF stelde een meetbaar doel om haar raamwerk inzake corruptie en omkopingsbestrijding te ver- sterken door ervoor te zorgen dat alle werknemers in risicofuncties binnen haar eigen activiteiten een jaarlijkse training krijgen. Die doelstelling sluit aan bij de beleidsdoelstellingen van SIPEF om trans- parantie, ethisch zakendoen en naleving van de regelgeving in al haar activiteiten te bevorderen. Doelstelling: Jaarlijkse training voor alle werkne- mers in risicofuncties binnen de eigen activiteiten. Basiswaarde en jaar: De doelstelling komt jaar- lijks terug, met een uitgangssituatie van nul aan het begin van elk boekjaar. Er werden geen tussentijdse doelstellingen of mijlpalen vastgesteld. Raadpleging van belanghebbenden: De interne auditafdelingen, regionale duurzaamheidsteams, regionale executieve comités en andere relevante teams in de vestigingen van SIPEF werden geraad- pleegd bij het bepalen van deze doelstelling. 284 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Methodologieën en aannames: SIPEF’s juridisch adviseur ESG nam contact op en stemde af met juridische en interne auditteams in elk land waar de Vennootschap actief is om de lijst met medewerkers met een risicofunctie vast te stellen. De training zal gericht zijn op deze werknemers. Aanpassingen: Dit is een doelstelling die pas werd vastgelegd in 2024. 2024 SIPEF blijft zich inzetten om 100% van de werknemers in risicofuncties binnen de eigen vestigingen jaarlijks op te leiden. Vorderingen worden bijgehouden via deelnamepercentages en aanwezigheidslijsten. Tijdens het boekjaar 2024 kregen 100% van de werknemers in risicofuncties een opleiding, in totaal 478 personen. De trainingsvormen ver- schilden per locatie. In België en Singapore namen werknemers die niet persoonlijk aanwezig konden zijn deel aan online sessies. In Indonesië namen werknemers die een geplande training misten deel aan vervolgsessies. TRAINING INZAKE CORRUPTIE EN OMKOPINGSBESTRIJDING RISICOFUNCTIES ANDERE EIGEN WERKNEMERS DEKKING TRAINING Totaal 478 68 LEVERINGSMETHODE EN DUUR GEMIDDELD Persoonlijke of online training 2,5u 2,5u FREQUENTIE Hoe vaak de training vereist is Jaarlijks Jaarlijks BEHANDELDE ONDERWERPEN Definitie van corruptie x x Beleid x x Procedures bij verdenking/detectie van corruptie x x Relevante wetten en sancties x x Andere x x * Managers en administratieve, leidinggevende en toezichthoudende organen worden ingedeeld onder ‘Andere eigen werknemers’. Incidenten In 2024 registreerde SIPEF nul veroordelingen en nul USD aan boetes of financiële sancties voor schendingen van de anticorruptie- of antiom- kopingswetgeving in haar activiteiten in België, Singapore, Papoea-Nieuw-Guinea, Côte d’Ivoire en Indonesië. De Vennootschap blijft zich inzetten om corruptierisico's te voorkomen, op te sporen en aan te pakken door middel van strikte nalevings- maatregelen en voortdurende controle. 285 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring , SIPEF stelde uitgebreide procedures op om corrup- tie en omkoping te voorkomen, op te sporen en aan te pakken. Deze omvatten: Verplichte training inzake corruptie en omkopingsbestrijding voor alle werknemers in risicofuncties (zie pagina's 284-286). Interne controlemechanismen zoals regelmatige nalevingscontroles en klokkenluiderskanalen (zie pagina's 286-289). Duidelijke rapporteringspaden via de SIPEF Klachtenoplossing voor werknemers en externe belanghebbenden om vertrouwelijk bezorgdheden te rapporteren (zie pagina's 282-283). Om ervoor te zorgen dat overtredingen op een consistente en rechtvaardige manier worden aangepakt, volgt SIPEF een gestructureerd pro- ces voor het bepalen van gepaste acties. Als er een vermoedelijke overtreding wordt vastgesteld, wordt er een intern onderzoek uitgevoerd in overeen- stemming met het bedrijfsbeleid en de in elk land toepasselijke wettelijke kaders. In geval van over- tredingen kan de ernst van de overtreding leiden tot beëindiging van het contract, in overeenstemming met het ACAB-beleid van SIPEF. SIPEF heeft geen specifieke doelstelling bepaald om de vastgestelde materiële impact met betrekking tot incidenten van corruptie en omkoping aan te pakken, aangezien haar aanpak gericht is op pre- ventie, detectie en opleiding. Bekijk relevante acties en doelen in de subsectie 'Preventie en detectie'. BESCHERMING VAN KLOKKENLUIDERS Een eectief klokkenluiderssysteem is essentieel voor het handhaven van integriteit, verantwoor- ding en transparantie binnen een organisatie. Werknemers en belanghebbenden moeten wange- drag veilig en vertrouwelijk kunnen melden, zonder angst voor represailles. Een betrouwbaar en toegankelijk rapporterings- systeem helpt niet alleen bij het identificeren en beperken van wangedrag, maar versterkt ook het vertrouwen tussen werknemers, contractanten en zakenpartners. Door klokkenluiders te bescher- men tegen represailles en ervoor te zorgen dat bezorgdheden zorgvuldig en onpartijdig worden behandeld, leeft SIPEF haar engagement voor eerlijkheid, transparantie en verantwoordelijk bedrijfsbestuur na. 286 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Gebieden van impact 6 , SIPEF erkent de mogelijke negatieve gevolgen van onvoldoende bescherming van klokkenluiders. Personen die getuige zijn van wangedrag maar bang zijn voor represailles kunnen in compromitterende situaties terechtkomen door het ontbreken of de slechte implementatie van een klokkenluiders- regeling. Legitieme zorgen kunnen onopgelost blijven, wangedrag kan blijven bestaan en perso- nen worden mogelijk blootgesteld aan onwettige situaties. Dat kan leiden tot psychologische stress, angst en een algehele afname van het welzijn. In ernstige gevallen kunnen klokkenluiders zonder bescherming te maken krijgen met bedreigingen, pesterijen, oneerlijk ontslag of zelfs persoonlijke veiligheidsrisico's en ernstige juridische gevolgen. Het ontbreken van een robuuste klokkenluiders- regeling ondermijnt uiteindelijk het vertrouwen, het welzijn en de vertrouwensrelatie tussen alle belanghebbenden. De plantages, verwerkings- en verpakkingslocaties van SIPEF bevinden zich in Indonesië, Papoea- Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire. In deze regio's kan de perceptie van institutionele eectiviteit en het vertrouwen in formele rapporteringskana- len variëren, waardoor het extra belangrijk is om ervoor te zorgen dat alle belanghebbenden zich veilig en gesteund voelen bij het melden van feitelijk of mogelijk wangedrag. Om deze uitdagingen aan te pakken, zet SIPEF zich in voor het implementeren en versterken van maatregelen om klokkenluiders te beschermen, zodat ze hun zorgen kunnen melden zonder bang te hoeven zijn voor represailles. Dit sluit aan bij de Evenwichtige Groeistrategie van SIPEF, die voorrang geeft aan goed zakelijk gedrag door middel van robuuste systemen en processen die ethische praktijken handhaven. Kernprincipes zoals anonimiteit, rechtvaardige behandeling en een eerlijke rechtsgang maken integraal deel uit van het raamwerk voor klokkenluidersbescherming van de Vennootschap. Risico's en opportuniteiten Een inadequaat klokkenluiderssysteem kan risico's opleveren voor de activiteiten, de reputatie en de duurzaamheid van vennootschappen op de lange termijn, maar in de dubbele-materialiteitsbeoor- deling van SIPEF werden geen risico's als materieel beoordeeld en werden er ook geen gerelateerde opportuniteiten geïdentificeerd. (6) Het boekjaar 2024 is het eerste jaar dat SIPEF een dubbele-materialiteitsevaluatie uitvoert. Als gevolg hiervan werd de gespecificeerde impact onlangs geïdentificeerd en werd hij niet in deze vorm opgenomen in eerdere rapportering. Deze beoordeling is afgestemd op de duurzaamheidskwesties in Bijlage A van ESRS 1. 287 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring Huidige en verwachte effecten Omdat er geen wezenlijke risico's of mogelijkheden in verband met klokkenluidersbescherming zijn geïdentificeerd, zijn er geen gerapporteerde hui- dige of verwachte eecten op het bedrijfsmodel, de waardeketen, de strategie of de besluitvorming van de Groep. Aanvullend worden er geen financi- ele eecten op de financiële positie, prestaties of kasstromen van de Vennootschap gerapporteerd. Veerkracht van strategie en bedrijfsmodel Als onderdeel van het bedrijfsmodel houdt het bedrijf zich aan de wettelijke vereisten en duur- zaamheidsnormen, die de implementatie van maatregelen en systemen voorschrijven die ethisch gedrag bevorderen. Deze proactieve strategieën verminderen de blootstelling aan corruptiegere- lateerde risico's, waarborgen de markttoegang en handhaven ethische bedrijfspraktijken in de hele waardeketen. Beleid en verplichtingen SIPEF zet zich in voor de bescherming van klokken- luiders, zoals gespecificeerd in het ACAB-Beleid en de Gedragscode. In het kader van deze verbintenis garandeert SIPEF de vertrouwelijkheid en bescher- ming van de klokkenluider tegen alle vormen van bedreiging, represailles, intimidatie, discrimi- natie of pesterijen door eender welke partij. Elke vorm van vergelding, straf of discriminatie tegen klokkenluiders, gemelde partijen of deelnemers aan een onderzoek is verboden. Het ACAB-Beleid van SIPEF bepaalt ook dat SIPEF zich het recht voorbehoudt om passende maatregelen te nemen tegen wie represailles neemt of dreigt te nemen tegen klokkenluiders die meldingen hebben gedaan in overeenstemming met het beleid. De Gedragscode van de Groep breidt deze bescher- ming verder uit door specifieke rapporteringska- nalen te beschrijven die beschikbaar zijn voor klokkenluiders. De Code erkent ook dat, hoewel vertrouwelijk melden wordt aangemoedigd, ano- niem rapporteren ook mogelijk is. Volgens het Klachtenbeleid van SIPEF zet de Groep zich in om ervoor te zorgen dat alle werknemers en belanghebbenden een gestructureerde, trans- parante en onpartijdige procedure hebben om klachten aan te kaarten en op te lossen, inclusief meldingen van ethisch wangedrag. Als onderdeel van dit proces hebben indieners van klachten ook de mogelijkheid om anoniem te blijven. Lees meer over SIPEF's Klachten- en ACAB-Beleid in de sectie 'Corruptie en omkoping' op pagina's 279-281. De Gedragscode wordt behandeld in het gedeelte 'Bedrijfscultuur' op pagina's 271-272. 288 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Acties, doelstellingen en opvolging SIPEF heeft een klachtenmechanisme ingesteld waarmee belanghebbenden wangedrag vertrou- welijk of anoniem kunnen melden zonder repre - sailles te hoeven vrezen. Zoals uiteengezet in de Gedragscode van SIPEF hebben klokkenluiders ook rechtstreeks toegang tot de nalevingsadviseur van SIPEF, de voorzitter van het auditcomité en de voorzitter van de raad van bestuur. Alle gerapporteerde zorgen over ethisch wangedrag worden grondig onderzocht en indien nodig worden er corrigerende maatregelen genomen. Personen die als daders of medeplichtigen verantwoordelijk worden bevonden voor fraude of wanpraktijken worden onderworpen aan straen die in verhouding staan tot de ernst van hun daden. Doelstellingen en opvolging SIPEF heeft geen specifiek doel gesteld om de potentiële materiële impact met betrekking tot klokkenluiden aan te pakken maar vertrouwt op andere evaluatiemechanismen. Het klachtenme- chanisme van SIPEF ondersteunt de Groep bij het opvolgen en evalueren van de implementatie van zijn beleid en engagement met betrekking tot klokkenluiden, inclusief die in de Gedragscode. Dat geldt zowel voor de Groep als voor entiteiten en heeft betrekking op gemelde daadwerkelijke of potentiële overtredingen. Lees meer over de klachtenprocedure, inclusief de ambitie bereikt met de procedure in 2024 en de indicatoren gebruikt om voortgang te evalueren, op pagina's 281-283. 289 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Duurzaamheidsverklaring 290 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 3. Corporate Governance Verklaring 3. Corporate Governance Verklaring 291 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 1. Algemeen De ‘Corporate governance verklaring’ omvat feite- lijke informatie omtrent het deugdelijk bestuur van de SIPEF-holding met betrekking tot het boekjaar 2024 en de daaropvolgende periode tot de verga- dering van de raad van bestuur van 15 april 2025. De Vennootschap beschikt over een sterk corporate governance-beleid dat gericht is op verantwoordelijk ondernemen, correct beheer en implementatie van steeds evoluerende duurzaamheidsverbintenissen. De richtlijnen van de Groep voor goed bestuur zijn samengevat, onder meer in het Corporate Governance Charter, het Remuneratiebeleid en de Gedragscode die het ethisch beleid omvat om verantwoordelijk en ethisch gedrag te bevorderen en te ondersteunen. Deze beleidslijnen zetten gezamenlijk de verbintenissen van de Groep met betrekking tot ethisch ondernemen en de beste praktijken inzake deugdelijk bestuur uiteen. BASISELEMENTEN VAN DE CORPORATE GOVERNANCE VAN SIPEF Het Corporate Governance Charter (Charter) omschrijft de structuur, de bevoegdheden en de werking van de bestuursorganen van de Vennootschap en de verplichtingen van de leden van de raad van bestuur en van de verschillende comités van de Vennootschap. Het bevat bovendien de gedragsregels die gelden voor de leidinggevende personen en het personeel van de Vennootschap indien deze verrichtingen met betrekking tot financiële instrumenten van SIPEF uitvoeren. Het Charter werd voor de eerste maal goedgekeurd door de raad van bestuur in 2005 en regelmatig geactualiseerd in functie van de evolutie van de toepasselijke regelgevingen en de goede praktijken van deugdelijk bestuur. Het werd voor de laatste maal gewijzigd op 15 april 2025. Deze laatste aanpassing betrof voornamelijk een update van het Charter om het in lijn te brengen met een aantal reglementaire ontwikkelingen naar aanleiding van de wet van 27 maart 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie, verordening (EU) 2024/2809 (de "Listing Act Regulation") en de wet van 2 december 2024 tot omzetting van de CSRD. De aangepas - te versie van het Charter kan geconsulteerd worden op de website. www.sipef.com Het Remuneratiebeleid schetst de verschillende onderdelen van de bezoldiging van de bestuurders, de gedelegeerd bestuurder en de andere leden van het executief comité. Het bevat de criteria en methoden voor de berekening van deze vergoeding. Het is erop gericht (i) het nodige talent aan te trekken, te belonen en te behouden, (ii) de strategische doelstellingen van de Vennootschap te verwezenlijken en (iii) duurzame waardecreatie te bevorderen. De Gedragscode beschrijft de gedragsprincipes inzake verantwoordelijk en ethisch gedrag voor alle personeelsleden, inclusief consultants en contractanten van SIPEF. Het ethisch beleid bepaalt dat SIPEF streeft naar transparantie, bestrijding van omkoping en corruptie, naleving van alle relevante internationale en nationale wetten en het verbod om de faciliteiten van de Groep of de werkuren te gebruiken voor persoonlijke zaken. SIPEF heeft ook een Gedragscode ingevoerd in alle landen waar ze actief is. 292 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Bovendien past SIPEF de principes van de Belgische Corporate Governance Code 2020 (de ‘Code’) toe, die ze gebruikt als referentie - code. The Code is beschikbaar op de website van de Commissie Corporate Governance www.corporategovernancecommittee.be Het deugdelijk bestuur van SIPEF wijkt af van een beperkt aantal aanbevelingen van de Code: Remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders Overeenkomstig artikel 7.6 van de Code dienen niet-uitvoerende bestuurders een deel van hun remuneratie te ontvangen in de vorm van aandelen van de Vennootschap. Deze aandelen moeten ten minste één jaar na het einde van hun mandaat en minimaal drie jaar na toekenning worden aangehouden. Deze verplichting wordt opgelegd opdat de niet-uitvoerende bestuurders zouden handelen met het perspectief van een langetermijnaandeelhouder. Niet-uitvoerende bestuurders dienen echter de belangen van alle stakeholders te behartigen en niet enkel die van de aandeelhouders. Bovendien worden de activi- teiten en strategie van SIPEF volledig gedreven door een langetermijnvisie. De Vennootschap is dan ook van mening dat het overbodig is om deze visie door te trekken naar het remuneratiebeleid. Remuneratie van het executief comité Overeenkomstig artikel 7.9 van de Code dient de raad van bestuur een minimumdrempel vast te stellen voor het aantal aandelen dat de leden van het executief comité dienen aan te houden. Een dergelijke minimumdrempel wordt niet opgelegd, aangezien de leden van het executief comité steeds gedreven worden door een langetermijnvisie die onlosmakelijk verbonden is met de agro-industriële activiteiten van de SIPEF-groep. Deze activiteiten kunnen enkel op lange termijn worden geëvalueerd, zoals blijkt uit de strategie en het bedrijfsmodel van SIPEF. Bovendien is de remuneratie van de leden van het executief comité reeds gekoppeld aan de prestaties van de Vennootschap via de variabele vergoeding en de toekenning van aandelenopties die een looptijd van tien jaar hebben. Samenstelling van het benoemingscomité Overeenkomstig artikel 4.19 van de Code dient de meerderheid van de leden van het benoe- mingscomité uit onaankelijke niet-uitvoerende bestuurders te bestaan. Bij SIPEF doet de vol- tallige raad van bestuur dienst als benoemings- comité. De Vennootschap is van mening dat de voltallige raad beter geschikt is dan een kleiner benoemingscomité om de samenstelling en de opvolgingsplanning van de raad en zijn comités voor te bereiden en te organiseren. Bovendien hindert de omvang van de raad een eciënte beraadslaging en besluitvorming niet. 293 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 2. Corporate governance structuur op 31 december 2024 Een sterk beleid inzake corporate governance wordt mogelijk gemaakt door een duidelijke bestuursstructuur, die de rol van de hoogste bestuursorganen bepaalt. Dit sterk beleid inzake corporate governance is ook het resultaat van SIPEF’s stabiele aandeelhoudersstructuur die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van twee referentieaandeelhouders, Ackermans & van Haaren (AvH) en Groep Bracht (zie Aandeelhoudersstructuur op pagina 337). Ondanks deze aandeelhouders- structuur, oefent geen enkele bestuurder of groep van bestuurders een dominerende invloed uit op de werking van de raad van bestuur. Raad van bestuur Executief comité Benoemingscomité Remuneratie- comité Gedelegeerd bestuurder Auditcomité BENOEMINGS COMITÉ 294 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De duur van het mandaat van de leden van de comités valt samen met de duur van hun mandaat van bestuurder. (1) Aanwezigheid berekend vanaf de gewone algemene vergadering van 12 juni 2024 en op basis van de vergaderingen tijdens haar bestuurdersmandaat. UITVOEREND LID / ONAFHANKELIJKE AANWEZIGHEID VERGADERINGEN RAAD VAN BESTUUR AUDITCOMITÉ REMUNERATIE COMITÉ BENOEMINGS COMITÉ EXECUTIEF COMITÉ DUUR MANDAAT LEDEN AANWEZIG HEID LEDEN AANWEZIG HEID LEDEN AANWEZIG HEID LEDEN AANTAL VERGADERINGEN IN 2024 6 4 3 4 Luc Bertrand voorzitter 2023-2025 6/6 voorzitter 4/4 François Van Hoydonck (gedelegeerd bestuurder tot 1 september 2024) bestuurder 2023-2027 6/6 lid 4/4 Petra Meekers (uitvoerend bestuurder vanaf 12 juni 2024, gedelegeerd bestuurder vanaf 1 september 2024) gedelegeerd bestuurder 2024-2028 uitvoerend 3/3 (1) lid 2/2 (1) voorzitter Tom Bamelis bestuurder 2022-2026 6/6 voorzitter 4/4 lid 4/4 Priscilla Bracht bestuurder 2022-2026 6/6 lid 4/4 Alexandre Delen bestuurder 2022-2026 6/6 lid 4/4 Antoine Friling bestuurder 2023-2027 6/6 lid 4/4 voorzitter 3/3 lid 4/4 Gaëtan Hannecart bestuurder 2024-2028 6/6 lid 4/4 Yu-Leng Khor bestuurder 2021-2025 onaankelijk 6/6 lid 3/3 lid 4/4 Giulia Stellari bestuurder 2023-2027 onaankelijk 6/6 lid 3/3 lid 4/4 Nicholas Thompson bestuurder 2023-2027 onaankelijk 6/6 lid 4/4 lid 4/4 Charles De Wulf (tot 1 april 2024) manager estates department lid Thomas Hildenbrand manager fruit department lid Robbert Kessels chief commercial ocer lid Bart Cambré chief financial ocer lid 295 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 1. RAAD VAN BESTUUR 1. Rol De Vennootschap beschikt over een monistische bestuursstructuur (‘one-tier governance structure’), bestaande uit de raad van bestuur, die als collegiaal orgaan optreedt en bevoegd is om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwe- zenlijking van het voorwerp van de Vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet de algemene vergadering bevoegd is. De raad van bestuur streeft naar een duurzame waarde creatie door de Vennootschap, via de bepaling van de strategie van de Vennootschap, het tot stand brengen van doeltreend, verantwoordelijk en ethisch leiderschap en het houden van toezicht op de prestaties van de Vennootschap. Als algemene regel geldt dat de raad van bestuur verantwoordelijk is voor het algemeen beleid van de Vennootschap en voor de controle op het dagelijks beleid, dat tot de verantwoordelijkheden behoort van het executief comité. De verantwoordelijkheden van de raad van bestuur worden nader uiteengezet in de statuten van de Vennootschap en het Charter. 2. Algemene regels betreffende de samenstelling De raad van bestuur van de Vennootschap telt ten minste drie leden, waarvan minstens de helft niet-uitvoerende bestuurders zijn en minstens drie onaankelijke bestuurders moeten zijn. Bovendien moet minstens een derde van de bestuurders een ander geslacht hebben dan de overige bestuurders. De samenstelling van de raad van bestuur moet een eciënte besluitvorming waarborgen. Anderzijds moet zij tevens zijn samengesteld uit leden met uiteenlopende achtergronden, expertise en com- petenties. De omvang van de raad moet tevens toelaten om wijzigingen in de samenstelling op te vangen zonder dat de werking wordt vestoord. Bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering voor een maximumtermijn van vier jaar en kunnen worden herbenoemd. Hun mandaat kan ten allen tijde door de algemene vergadering worden beëindigd. De raad van bestuur benoemt onder zijn niet-uitvoerende bestuurders een voorzitter. De regels betreende de samenstelling van de raad van bestuur worden nader uiteengezet in de statuten van de Vennootschap en het Charter. 3. Samenstelling op 31 december 2024 Op 31 december 2024, was de raad van bestuur samengesteld uit 11 leden, als volgt: 296 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Luc Bertrand voorzitter Tom Bamelis bestuurder Antoine Friling bestuurder Nicholas Thompson onafhankelijke bestuurder Giulia Stellari onafhankelijke bestuurder Petra Meekers gedelegeerd bestuurder Priscilla Bracht bestuurder Alexandre Delen bestuurder Yu-Leng Khor onafhankelijke bestuurder François Van Hoydonck bestuurder Gaëtan Hannecart bestuurder De curricula vitae van de bestuurders zijn beschikbaar op de website van de Vennootschap: www.sipef.com/hq/about-sipef/board-management/ 297 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring Duur van het mandaat Leeftijdsprofiel (1) Genderdiversiteit 45%27% 9% 18% 0% 27% 36% 9% 27% 36% 64% 27% 73% < 5 jaar: 5 5 - 9 jaar: 2 10 - 14 jaar: 0 15 - 20 jaar: 3 > 20 jaar: 1 40 - 49 jaar: 3 50 - 59 jaar: 3 60 - 70 jaar: 4 > 70 jaar: 1 Man: 7 Vrouw: 4 Onafhankelijk: 3 Andere: 8 (1) De leeftijdslimiet is vastgelegd op 70 jaar, doch, in het belang van de Vennootschap, kan de raad van bestuur aan de desbetreende bestuurder verzoeken het mandaat alsnog verder te zetten na de leeftijd van 70 jaar. (2) Deze bestuurders beantwoorden aan alle onaankelijkheidscriteria vervat in artikel 7:87 §1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en in Principe 3 van de Code. Onafhankelijke bestuurders (2) 298 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 5. Diversiteit BELEID TOEPASSING De raad kan enkel eciënt beraadslagen en beslissen indien het aantal leden beperkt is en de nodige diversiteit binnen de raad aanwezig is. Bij de benoeming van de bestuurders laat de Vennootschap zich onder meer leiden door de volgende criteria: ervaring, kennis, opleiding, leeftijd, gender en nationaliteit. Bovendien besteedt de raad bijzondere aandacht aan de complementaire bekwaam - heden van zijn leden die veelal gepaard gaan met de uiteenlopende achtergronden van de bestuurders. De Vennootschap tracht eveneens de belangen van alle stakeholders te waarborgen door de aanwezigheid van onaankelijke bestuurders. SIPEF duldt geen enkele vorm van discriminatie. De achtergrond en professionele ervaring van de leden zijn heel gediversifi - eerd binnen de raad. Ze strekken zich uit over de volgende sectoren: agrari- sche, biochemische, financiële, industriële, marketing- en IT-sector. Gezien duurzaamheid de rode draad is binnen de activiteiten van de SIPEF-groep, ziet de Vennootschap erop toe dat de nodige deskundigheid op dit gebied eveneens in de raad aanwezig is. Op 31 december 2024, vertegenwoordigen de leden van de raad vijf nationali - teiten: de Belgische, Britse, Italiaanse, Maleisische en Nederlandse. Vrouwen maken reeds vele jaren deel uit van de raad van bestuur van SIPEF. Priscilla Bracht was de eerste vrouwelijke bestuurder, benoemd in 2004, gevolgd door Sophie Lammerant-Velge in 2011. In 2017 steeg het aantal vrouwelijke bestuurders naar drie, toen Petra Meekers werd gecoöpteerd ter vervanging van Antoine de Spoelberch. In 2021 maakte Petra Meekers de overstap van de raad van bestuur naar het executief comité en werd zij opgevolgd door een nieuwe vrouwelijke bestuurder, Yu-Leng Khor. In 2023 verliet Sophie Lammerant-Velge de raad van bestuur en werd zij opgevolgd door Giulia Stellari als nieuwe vrouwelijke bestuurder. Gedurende deze peri - ode waren steevast drie van de tien bestuurders vrouwen. Met de benoeming van Petra Meekers tot uitvoerend en nadien gedelegeerd bestuurder steeg het aantal vrouwelijke bestuurders bij SIPEF naar vier op elf vanaf 12 juni 2024. SIPEF streeft tevens de aanwezigheid van een voldoende aantal onaanke - lijke bestuurders in de raad van bestuur na. Eind 2024 waren drie van de elf bestuurders onaankelijk. 4. Wijzigingen in de samenstelling van de raad van bestuur in 2024 François Van Hoydonck ging op 1 september 2024 met pensioen als gedelegeerd bestuur- der van de Vennootschap en neemt voortaan de rol van niet-uitvoerend bestuurder waar. Bij beslissing van de raad van bestuur van 16 april 2024 en de gewone algemene vergadering van 12 juni 2024, werd Petra Meekers (reeds lid van het executief comité als “chief operating ocer Asia-Pacific – COO APAC”) benoemd als uitvoe- rend bestuurder vanaf 12 juni 2024, met het oog op haar mandaat als gedelegeerd bestuurder (en voorzitter van het executief comité) vanaf 1 sep- tember, ter opvolging van François Van Hoydonck. De gewone algemene vergadering van 12 juni 2024 heeft tevens het mandaat van niet-uitvoerend bestuurder van Gaëtan Hannecart hernieuwd voor een termijn van vier jaar. Hernieuwing van bestuurdersmandaten in 2025 De mandaten van Luc Bertrand en Yu-Len Khor vervallen na afloop van de gewone algemene verga- dering op 11 juni 2025. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om de mandaten te hernieuwen van (i) Luc Bertrand als niet-uitvoerend bestuurder voor een termijn van één jaar en (ii) Yu-Leng Khor als onaankelijk bestuurder voor een termijn van vier jaar. 299 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 6. Mandaten in andere beursgenoteerde vennootschappen De Code beperkt het aantal mandaten dat een bestuurder in beursgenoteerde vennootschappen mag uitoefenen tot vijf. De volgende bestuurders oefenden op 31 december 2024 een mandaat van bestuurder uit in beurs- genoteerde vennootschappen andere dan SIPEF: Luc Bertrand: Ackermans & van Haaren NV Aannemingsmaatschappij CFE Group NV DEME Group NV Tom Bamelis: DEME Group NV Gaëtan Hannecart: Financière de Tubize NV 7. Activiteitenverslag Algemene regels betreffende de werking van de raad van bestuur De raad van bestuur vergadert doorgaans zes maal per jaar en telkens wanneer het belang van de Vennootschap het vereist of telkens ten minste twee bestuurders het vragen. De raad van bestuur kan geldig beraadslagen indien de meerderheid van zijn leden op een vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Beslissingen worden rechtsgeldig bij gewone meerderheid geno- men. Bij staking van stemmen zal de stem van de voorzitter doorslaggevend zijn. De regels betreende de werking van de raad van bestuur worden verder uiteengezet in de statuten van de Vennootschap en het Charter. Vergaderingen van de raad van bestuur in 2024 De raad van bestuur heeft in 2024 zes maal beraadslaagd. Op de vergaderingen in februari en augustus, stelde de raad van bestuur de jaarlijkse en halaarlijkse financiële staten vast en boog zich over de respectie- velijke persberichten. De vergadering in September beraadslaagde over de door de Groep te volgen strategie, alsook materiële ESG-onderwerpen. In principe wordt op elke vergadering van de raad van bestuur de ontwikkeling van de activiteiten van de verschillende dochterondernemingen opgevolgd aan de hand een verslag opgesteld door het executief comité. Bovendien worden aan elke vergadering briefing nota’s voorgelegd die kritieke duurzaamheidsthema’s behandelen, zoals certi- ficering, biodiversiteitsprojecten, voorbereiding op duurzaamheidsrapportering (inclusief de EU-richtlijn inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD) en de Europese duurzaamheidsrapporteringsnormen (ESRS)), implementatie van de Europese verordening inzake ontbossing (EUDR), rapportering over gezondheid en veiligheid op het werk (OHS), en ontwikkelingen op het vlak van regelgeving en rechtspraak. Daarnaast behandelde de raad op de verschillende vergaderingen, onder meer, de volgende specifieke onderwerpen: toekomstige strategie van SIPEF, met inbegrip van waardecreatie en kansen in de toeleveringsketen voor de Groep; kortetermijnbudgetten en langetermijn business plannen van de Groep; risicoanalyse, interne audit en interne controle binnen de Groep; 300 The connection to the world of sustainable tropical agriculture dubbele materialiteitsanalyse van bedrijfs- en duurzaamheidsrisico’s en -impacten overeenkomstig CSRD en ESRS; remuneratie van bestuurders en leden van het executief comité; opvolgingsplanning binnen de Groep; geïntegreerd jaarverslag 2023, inclusief het remuneratieverslag; organisatie en bijeenroeping van de gewone algemene vergadering van 12 juni 2024; optieplan 2024 voor het management; broeikasgasuitstoot 2024; herziening en goedkeuring van diverse beleidslijnen, waaronder het 'Klachtenbeleid'het 'Beleid inzake corruptie- en omkoping- bestrijding', het 'Verantwoordelijk Plantage- beleid' en het 'Verantwoordelijk Aankoopbeleid'; diverse “corporate governance” onderwerpen; lopende implementatie van de nieuwe "Enterprise Resource Planning (ERP)"-software binnen de Groep. 8. Evaluatie De Vennootschap heeft een rigoureuze en trans- parante procedure voor de beoordeling van haar governance, met in begrip van volgende evaluaties: Evaluatie van de governance structuur: Ten minste eenmaal om de vijf jaar evalueert de raad of de gekozen governance structuur nog steeds geschikt is, en zo niet, stelt hij een nieuwe governance structuur voor aan de algemene vergadering. In 2020 bevestigde de raad van bestuur het monistisch bestuursmodel als de meest geschikte structuur voor de Vennootschap, zoals weergegeven in de statuten die dat jaar werden aangenomen. Evaluatie van de raad van bestuur en zijn comités: De raad, eventueel bijgestaan door externe deskundigen, evalueert minstens éénmaal om de drie jaar zijn eigen prestaties, evenals zijn omvang, samenstelling en werking, alsook dat van de comités. De meest recente evaluatie vond plaats in augustus en september 2024 en concludeerde dat de huidige samenstelling en werking van de raad en zijn comités in overeenstemming zijn met de behoeften van de Vennootschap, waarbij de prestaties van de raad in het algemeen positief werden beoordeeld. Evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité: Eénmaal per jaar evalueren de niet-uitvoerende bestuurders, in afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder, de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité. De evaluatie van augustus 2024 bevestigde een transparante en goede samenwerking tussen beide organen. Beoordeling van individuele bestuurders: Bij het verstrijken van het mandaat van een bestuurder evalueert de raad van bestuur – optredend als benoemingscomité en in afwezigheid van de betrokken bestuurder – diens aanwezigheid en individuele bijdrage tot de goede werking, beraadslaging en besluitvorming van de raad. Hij zal tevens beoordelen of de bijdrage van de betrokken bestuurder is afgestemd op de veranderende omstandigheden. De raad van bestuur handelt op basis van de resultaten van deze evaluaties en neemt passende maatregelen. Dit kan desgevallend leiden tot nieuwe benoemingen, het heroverwegen van herbenoe- mingen of andere aanpassingen die noodzakelijk worden geacht voor een doeltreende werking van de raad van bestuur. 301 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 2. EXECUTIEF COMITÉ 1. Rol Het executief comité is een collegiaal orgaan waar- aan de raad van bestuur het dagelijks bestuur heeft gedelegeerd. Het beschikt over de nodige operati - onele vrijheid en middelen om voormelde taken naar behoren te kunnen uitvoeren. In de praktijk, bereidt het comité alle beslissingen van de raad van bestuur voor en zorgt tevens voor de uitvoering van alle genomen beslissingen. Het executief comité brengt tijdens het jaar verslag uit aan de raad van bestuur over de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheden van het executief comité worden nader uiteengezet in de statuten van de Vennootschap en het Charter. 2. Algemene regels betreffende de samenstelling Het executief comité wordt voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder, Petra Meekers. De raad van bestuur benoemt en ontslaat de leden van het executief comité. Ze worden in beginsel benoemd voor onbepaalde duur. Aldus wordt de continuïteit in de werking van het executief comité gewaarborgd. De raad van bestuur tracht het aantal leden van het executief comité beperkt te houden teneinde een eciënte beraadslaging en besluitvorming binnen dit orgaan mogelijk te maken. Tegelijkertijd draagt de raad van bestuur er zorg voor dat het executief comité is samengesteld uit integere personen met uiteenlopende professionele achtergronden, die beschikken over de vereiste kennis en ervaring en over complementaire bekwaamheden (onder meer op management-, financieel en juridisch gebied) om hun taken naar behoren te kunnen uitoefenen. De regels betreende de samenstelling van de raad van bestuur worden nader uiteengezet in de statu- ten van de Vennootschap en het Charter. 3. Samenstelling op 31 december 2024 Op 31 december 2024, was het executief comité samengesteld uit vier leden, als volgt: 302 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Petra Meekers gedelegeerd bestuurder voorzitter van het executief comité Robbert Kessels chief commercial officer Bart Cambré chief financial officer Thomas Hildenbrand fruit department manager De curricula vitae van de leden van het executief comité zijn beschikbaar op de website van de Vennootschap: www.sipef.com/hq/about-sipef/board-management/ Duur van het mandaat (1) Leeftijdsprofiel (2) Genderdiversiteit 75% 25% 25% 25% 50% 25% 75% < 4 jaar: 1 4 - 10 jaar: 3 40 - 49 jaar: 1 50 - 59 jaar: 2 60 - 65 jaar: 1 Man: 3 Vrouw: 1 (1) Het executief comité werd opgericht in 2014. (2) De leeftijdslimiet is vastgelegd op 65 jaar, doch, in het belang van de Vennootschap, kan de raad van bestuur aan het desbetreende lid van het executief comité verzoeken het mandaat alsnog verder te zetten na de leeftijd van 65 jaar. 303 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 304 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 4. Wijzigingen in de samenstelling van het executief comité in 2024 In 2024 onderging de samenstelling van het executief comité ingrijpende wijzigingen, waarbij het aantal leden werd verminderd van zes naar vier. Bart Cambré trad op 1 januari 2024 toe tot het executief comité als chief financial officer, ter opvolging van Johan Nelis. Op 1 april 2024 verliet Charles De Wulf het executief comité om als general manager van Plantations J. Eglin SA de verantwoordelijkheid voor de bananen- activiteiten in Côte d'Ivoire over te nemen. Daarnaast ging François Van Hoydonck op 1 sep- tember 2024 met pensioen als gedelegeerd bestuur- der en voorzitter van het executief comité van de Vennootschap. Hij blijft aan als niet-uitvoerend bestuurder. Naar aanleiding van de beslissingen van de raad van bestuur op 16 april 2024 en de gewone algemene vergadering op 12 juni 2024, werd Petra Meekers, reeds lid van het executief comité als ‘chief operating ocer Asia-Pacific’, per 12 juni 2024 benoemd tot uitvoerend bestuurder van de raad van bestuur, met het oog op de overname van het mandaat van gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het executief comité per 1 september 2024, ter opvol- ging van François Van Hoydonck. 5. Diversiteit BELEID TOEPASSING Het Diversiteitsbeleid dat de samenstelling van de raad van bestuur bepaalt is eveneens van toepassing op het executief comité. Een evenwichtige en gevarieerde samenstelling is des te meer belangrijk voor het comité dat met een beperkt aantal personen over de nodige kennis en ervaring moet beschikken om alle aspecten van de activiteiten van de Vennootschap te kunnen behandelen. Bij de benoeming van de leden van het executief comité laat de Vennootschap zich dus vooral leiden door de ervaring, kennis en opleiding van de kandidaten zodat er voldoende complemen - taire bekwaamheden aanwezig zijn. Bovendien zijn leeftijd, gender en nationaliteit eveneens criteria die een rol spelen. Ze garanderen een gevarieerde manier van denken en handelen. Er wordt geen enkele vorm van discriminatie geduld. Elk lid van het comité heeft zijn eigen specifieke bekwaamheden die verschillende domeinen bestrijken: agrarisch management, duurzaamheid, commercieel en administratief management, finance, legal en IT. Waar nodig hebben de leden de vereiste ervaring met de landen waar SIPEF aanwezig is of met landen in tropische en subtropische gebieden. Er zijn drie verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd in het comité: de Franse, Nederlandse en Belgische. SIPEF hecht belang aan genderdiversiteit op alle niveaus binnen de het bedrijf. Zowel in België als in het buitenland bekleden vrouwen sleutelposities. Dit werd nogmaals bevestigd door de benoeming van Petra Meekers in juni 2021 als lid van het executief comité en verder versterkt door haar benoeming tot gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het executief comité per 1 september 2024. 305 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 6. Activiteitenverslag Algemene regels betreffende de werking van het executief comité Het executief comité vergadert in beginsel elke week en telkens wanneer beslissingen geen uitstel dulden. Het kan geldig beraadslagen indien de meerderheid van zijn leden op een vergadering aanwezig of ver- tegenwoordigd is. Beslissing worden rechtsgeldig genomen bij gewone meerderheid. De regels betreende de werking van het executief comité worden verder uiteengezet in de statuten van de Vennootschap en het Charter. Vergaderingen van het executief comité in 2024 In de praktijk, bereidt het comité alle beslissingen van de raad van bestuur voor en zorgt tevens voor de uitvoering van alle genomen beslissingen. Zo maakt het comité elk jaar de maatschappelijke en geconsolideerde rekeningen van de Groep op, evenals de kwartaalcijfers. Het ontwerpt tevens de te publiceren persberichten. Het stelt de budgetten op korte termijn en de businessplannen op lange termijn op die ter goedkeuring aan de raad worden voorgelegd. Het maakt tevens zowel in het kader van het strategisch plan als voor het jaarbudget de nodige sensitiviteitsanalyses, om het juiste risi- coprofiel van de te nemen beslissingen te kunnen inschatten. Het volgt de operationele en financiële ontwikkelingen evenals de evoluties op het gebied van duurzaamheid van de Groep en maakt hierover voorstellingen voor de raad van bestuur. Het werkt voorstellen over de toekomstige strategie uit. Daarnaast bespreekt het executief comité regel- matig de vooruitgang en prestaties van SIPEF op het vlak van duurzaamheid. Het ontvangt hiertoe lopende verslagen van de “group director of sustai- nability”. Deze verslagen behandelen uiteenlopende ESG-onderwerpen en updates, zoals certificering, SIPEF’s berekeningen van broeikasgasemissies (GHG), monitoring van bosbranden en verlies van boombedekking, en indicatoren inzake gezondheid en veiligheid op het werk. Meer bepaald boog het comité zich in 20243, onder meer, over: voorstellen op het gebied van innovatie en waardeketenopportuniteiten voor de SIPEF-groep; lopende implementatie van de nieuwe "Enterprise Resource Planning (ERP)"-software; cruciale duurzaamheidsthema’s, zoals certi- ficering, biodiversiteitsprojecten, implementatie van de EUDR, opvolging en rapportering inzake gezondheid en veiligheid (OHS), en monitoring van bosbranden en boomverlies; berekening en evaluatie van de broeikasgas- emissies (GHG) van de Groep; voorbereiding van de dubbele materialiteits- analyse en de beoordeling van bedrijfs- en duurzaamheidsrisico’s en -impacten overeenkomstig CSRD en ESRS; verschillende ontwerpteksten, waaronder die van het halaarverslag en van het tweede en derde geïntegreerde jaarverslag, inclusief het remuneratieverslag; herziening en ontwerpteksten diverse beleidslijnen, waaronder het ‘Klachtenbeleid, ‘Beleid inzake corruptie- en omkoping- bestrijding’, ‘Verantwoordelijk Plantagebeleid’ en ‘Verantwoordelijk Aankoopbeleid’; goedkeuring van de ‘Groepsbeleidprocedure’; nieuwe nationale, internationale en Europese wetgevende initiatieven op het gebied van duurzaamheid en de gevolgen hiervan voor de Groep. 306 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 7. E v a l u at ie De Vennootschap heeft een rigoureuze en trans- parante procedure voor de beoordeling van haar governance, met in begrip van volgende evaluaties: Evaluatie van het executief comité: Het remuneratiecomité evalueert de samenstelling, werking en prestaties van het executief comité. Jaarlijks beoordeelt het, samen met de gedelegeerd bestuurder, de bijdrage van elk lid van het executief comité tot de ontwikkeling van de activiteiten en de resultaten van de Groep. De gedelegeerd bestuurder, als voorzitter van het executief comité, neemt niet deel aan de evaluatie van zijn of haar eigen prestaties. Evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité: Jaarlijks evalueren de niet-uitvoerende bestuurders, in afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder, de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité. De evaluatie in augustus 2024 bevestigde een transparante en goede verstandhouding tussen beide organen. Voortdurende prestatie-evaluatie: Doorheen het jaar beoordeelt de raad van bestuur het executief comité op basis van zijn werkzaamheden en de voorbereiding van de besluitvorming van de raad. De raad van bestuur handelt op basis van de resultaten van deze evaluaties en neemt passende maatregelen. Dit kan desgevallend leiden tot nieuwe benoemingen, het heroverwegen van herbenoe- mingen of andere aanpassingen die nuttig worden geacht voor een doeltreffende werking van het executief comité. 307 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 3. DE COMITÉS VAN DE RAAD VAN BESTUUR 1. Auditcomité Rol Het auditcomité ondersteunt de raad bij het vervullen van zijn verantwoordelijkheden inzake monitoring met het oog op een controle in de ruimste zin, inclusief de risico’s. De controleopdracht van het auditcomité en de daarmee verbonden rapporte- ringsplicht heeft betrekking op de Vennootschap en alle vennootschappen die deel uitmaken van de Groep. Het auditcomité brengt bij de raad van bestuur gere- geld verslag uit over de uitoefening van zijn taken, en in ieder geval wanneer de raad van bestuur de jaarrekening, de geconsolideerde jaarrekening en de gerelateerde financiële en duurzaamheidsver- slaggeving opstelt. De specifieke verantwoordelijkheden van het audit- comité worden nader uiteengezet in het Charter. Algemene regels betreffende de samenstelling Het auditcomité bestaat uit minstens drie leden, die uitsluitend niet-uitvoerende bestuurders zijn. Ten minste één lid is een onaankelijke bestuurder en ten minste één lid beschikt over de nodige des- kundigheid op het gebied van boekhouding en audit. Bovendien beschikken de leden van het auditcomité over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van de Vennootschap. De raad van bestuur benoemt onder zijn leden de leden van het auditcomité voor een periode die niet langer mag lopen dan de (resterende) duur van het bestuursmandaat van de betrokkene. Het auditcomité stelt één van zijn leden tot voor- zitter aan. De voorzitter van de raad van bestuur kan niet het auditcomité voorzitten. De regels betreende de samenstelling van het auditcomité worden nader uiteengezet in het Charter. Samenstelling op 31 December 2024 Op 31 december 2024, was het auditcomité samengesteld uit drie leden, als volgt: Tom Bamelis voorzitter Nicholas Thompson lid Antoine Friling lid De curricula vitae van de leden van het auditcomité zijn beschikbaar op de website van de Vennootschap: www.sipef.com/hq/about-sipef/board-management/ 308 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Wijzigingen in de samenstelling van het audit comité in 2025 Op de vergadering in november 2024, benoemde de raad van bestuur Giulia Stellari, onafhan- kelijk bestuurder, tot lid van het auditcomité met ingang van 1 januari 2025. Gelet op haar ruime ervaring inzake duurzaamheid binnen de industriële landbouwsector, acht de raad haar bijzonder geschikt om het auditcomité te ondersteunen in de vervulling van zijn uitge - breidere verantwoordelijkheden onder de CSRD. Activiteitenverslag Het auditcomité komt minsten vier maal per jaar samen en telkens wanneer het dit noodzakelijk acht om zijn taken naar behoren te vervullen. De regels betreende de werking van de raad van bestuur worden verder uiteengezet in het Charter. 2024 In februari en augustus 2024 heeft het auditcomité zich hoofdzakelijk gebogen over de analyse van res- pectievelijk de jaarlijkse en halaarlijkse financiële staten en het persbericht met betrekking tot deze rekeningen. De vergadering in november 2024 was voornamelijk gewijd aan de dubbele materialiteit- sanalyse van bedrijfs- en duurzaamheidsrisico’s en -impacten overeenkomstig de CSRD en de ESRS. Op elk van deze vergaderingen presenteerde de commissaris de resultaten van de uitgevoerde audit van deze staten. Daarnaast vonden tijdens de verschillende verga- deringen een toelichting en bespreking plaats van: verschillende boekhoudkundige onderwerpen en verwerkingen; het financiële convenant betreende de lange- termijnlening en de evolutie hiervan; bestaande risico’s en hun classificatie; corporate tax-strategie; verslagen van de interne auditcomités van de verschillende dochterondernemingen; evaluatie van de relatie van de commissaris met het management en het financieel departement. De commissaris was aanwezig op alle vergaderingen van het auditcomité in 2024. De vergaderingen van het auditcomité werden eveneens door de gedelegeerd bestuurder en de chief financial ocer bijgewoond. Bovendien was er een vertegenwoordiger van de referentieaan- deelhouder, Ackermans & van Haaren aanwezig op alle vergaderingen in 2024. De interne auditors van de operationele dochters namen geen deel aan de vergaderingen van het auditcomité van het moederbedrijf. De gedele- geerd bestuurder en chief financial ocer hadden in de loop van het boekjaar 2024 vergaderingen met de lokale interne audit verantwoordelijken van Indonesië, en Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire. Leeftijdsprofiel Genderdiversiteit Onafhankelijke bestuurders 67% 33% 100% 67% 33% 50 - 59 jaar: 1 60 - 70 jaar: 2 Onafhankelijk (1) : 1 Andere: 2 Man: 3 Vrouw: 0 (1) Deze bestuurders beantwoorden aan alle onaankelijkheidscriteria vervat in artikel 7:87 §1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en in Principe 3 van de Code. 309 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 2. Remuneratiecomité Rol Het remuneratiecomité staat de raad van bestuur bij inzake de vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het executief comité. De specifieke verantwoordelijkheden van het remuneratiecomité worden nader uiteengezet in het Charter. Algemene regels betreffende de samenstelling Het remuneratiecomité bestaat uit minstens drie leden, die uitsluitend niet-uitvoerende bestuurders zijn en waarvan de meerderheid onaankelijke bestuurders zijn. Bovendien beschikken de leden van het remuneratiecomité over de nodige des- kundigheid op het gebied van remuneratiebeleid. De raad van bestuur benoemt onder zijn leden de leden van het remuneratiecomité voor een periode die niet langer mag lopen dan de (resterende) duur van het bestuursmandaat van de betrokkene. De voorzitter wordt eveneens benoemd door de raad van bestuur. De regels betreende de samenstelling van het remuneratiecomité worden nader uiteengezet in het Charter. Samenstelling op 31 December 2024 Op 31 december 2024, was het remuneratiecomité samengesteld uit drie leden, als volgt: Antoine Friling voorzitter Giulia Stellari lid Yu-Leng Khor lid De curricula vitae van de leden van het remuneratiecomité zijn beschikbaar op de website van de Vennootschap: www.sipef.com/hq/about-sipef/board-management/ 310 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Activiteitenverslag Het remuneratiecomité komt minsten twee maal per jaar samen en telkens wanneer het dit noodzakelijk acht om zijn taken naar behoren te vervullen. De regels betreende de werking van het remuneratiecomité worden verder uiteengezet in het Charter. 2024 In 2024, boog het remuneratiecomité zich over de volgende onderwerpen: benchmarking van vergoedingen van expats, managers en bestuurders van de Groep; vaststelling van de vaste bezoldiging van de managers en bestuurders; berekening van de bonus pool van de Groep; individuele evaluatie van het management en voorstel tot variabele vergoedingen te betalen in 2024; remuneratiebeleid en ontwerp van het remuneratie- verslag; evaluatie en actualisering van de opvolgings- planning; ontwerp van het aandelenoptieplan 2024 voor de managers van de Groep. De vergaderingen van het remuneratiecomité werden eveneens door de gedelegeerd bestuurder bijge- woond. Bovendien woonde een vertegenwoordiger van de respectievelijke referentieaandeelhouders, AvH en Groep Bracht, alle vergaderingen in 2024 bij. 33% 33% 33% 67% 33% 33% 67% 40 - 49 jaar: 1 50 - 59 jaar: 1 60 - 70 jaar: 1 Onafhankelijk (1) : 2 Andere: 1 Man: 1 Vrouw: 2 (1) Deze bestuurders beantwoorden aan alle onaankelijkheidscriteria vervat in artikel 7:87 §1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en in Principe 3 van de Code. Leeftijdsprofiel Genderdiversiteit Onafhankelijke bestuurders 311 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 3. Benoemingscomité Rol De raad van bestuur, in zijn hoedanigheid van benoemingscomité, streeft naar de organisatie van een objectief en professioneel verloop van het benoemingsproces. De specifieke verantwoorde- lijkheden van het benoemingscomité worden nader uiteengezet in het Charter. Samenstelling Het benoemingscomité bestaat uit alle leden van de raad van bestuur en wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur. De regels betref- fende de samenstelling van het benoemingscomité worden nader uiteengezet in het Charter. Activiteitenverslag De raad van bestuur, in zijn hoedanigheid van benoemingscomité, komt minsten twee maal per jaar samen en telkens wanneer het dit noodzakelijk acht om zijn taken naar behoren te vervullen. De regels betreende de werking van het benoemings- comité worden verder uiteengezet in het Charter. 2024 In 2024, boog de raad van bestuur zich, in zijn hoe- danigheid van benoemingscomité, over de volgende onderwerpen: interactie tussen de raad van bestuur en het executief comité, in afwezigheid van de gede- legeerd bestuurder; hernieuwing van mandaten van niet-uitvoerende bestuurders; hernieuwing van het mandaat van de commissaris; benoeming van een lid van het auditcomité; benoeming van een nieuwe gedelegeerd bestuurder; benoeming van een bedrijfssecretaris en compliance ocer. 2.3.4 Evaluatie van de comités van de raad van bestuur De Vennootschap heeft een rigoureuze en trans- parante procedure voor de beoordeling van haar governance. Dit omvat onder meer, minstens één- maal om de drie jaar, een evaluatie door de raad van bestuur, eventueel bijgestaan door externe deskundigen, van zijn omvang, samenstelling en werking, evenals die van zijn comités, en zijn prestaties. De meest recente evaluatie vond plaats in augustus en september 2024 en concludeerde dat de huidige samenstelling en werking van de raad en zijn comités in overeenstemming zijn met de behoeften van de Vennootschap. 312 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 3. Remuneratieverslag 1. INLEIDING Het huidige Remuneratieverslag is opgesteld in overeenstemming met Artikel 3:6, §3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zoals gewijzigd door de wet van 28 april 2020 tot omzetting in het Belgische recht van de Europese richtlijn ter bevordering van de lange- termijnbetrokkenheid van de aandeelhouders. Het weerspiegelt het Remuneratiebeleid dat werd goedgekeurd met een meerderheid van 95,8% van de stemmen door de gewone algemene vergadering van 9 juni 2021. De gedetailleerde tekst van het Remuneratiebeleid is gepubliceerd op de website van de Vennootschap. www.sipef.com Het Remuneratieverslag geeft een uitgebreid en volledig overzicht van de vergoeding, met inbegrip van alle voordelen in gelijk welke vorm, die tijdens het boekjaar 2024 werd toegekend aan de niet-uit- voerende bestuurders, de gedelegeerd bestuurder en de overige leden van het executief comité. Het bevat een gedetailleerde voorstelling van de remuneratie van elk lid van het executief comité, het collegiaal orgaan dat belast is met het dagelijks bestuur. In november 2023 besliste de raad van bestuur om de verhoging van de vaste bezoldiging van de leden van het executief comité, inclusief de gedelegeerd bestuurder, voor 2024 te beperken tot de aanpassing op basis van de contractuele gezondheidsindex. Deze beslissing volgde op een benchmarkanalyse, waaruit bleek dat de vaste bezoldiging in het alge- meen in overeenstemming was met het gemiddelde van de referentiemarkt. In 2024 genoten alle leden van het executief comité van een variabele vergoeding, die berekend werd op basis van het recurrente geconsolideerde resultaat 2023 en de prestaties van het management van dat jaar. Deze werden gekenmerkt door enkele belangrijke ontwikkelingen en verrichtingen die uiteengezet worden onder het hoofdstuk ‘Hoogtepunten van 2023’ (zie Geïntegreerd Jaarverslag 2023, pagina’s 10-13). De hoogtepunten van 2024 zullen bepalend zijn voor de variabele vergoeding van het uitvoerend management met betrekking tot het boekjaar 2024 te betalen in 2025. In 2024 onderging de samenstelling van het exe- cutief comité aanzienlijke wijzigingen, waarbij het aantal leden werd teruggebracht van zes naar vier. Bart Cambré trad op 1 januari 2024 toe tot het exe- cutief comité als chief financial ocer, ter opvolging van Johan Nelis. Charles Dewulf trad met ingang van 1 april 2024 terug als lid van het executief comité van de Vennootschap om de functie op te nemen van general manager van de dochtervennootschap in Côte d'Ivoire, Plantations J. Elgin SA. Daarnaast ging François Van Hoydonck op 1 september 2024 met pensioen als gedelegeerd bestuurder en voorzit- ter van het executief comité van de Vennootschap. Hij blijft aan als niet-uitvoerend bestuurder. Petra Meekers, reeds lid van het executief comité als ‘chief operating ocer Asia-Pacific’, werd op 12 juni 2024 benoemd tot uitvoerend bestuurder in de raad van bestuur, met het oog op de overname van het mandaat van gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het executief comité per 1 september 2024, ter opvolging van François Van Hoydonck. De impact van deze wijzigingen op hun remuneratie wordt hieronder toegelicht. Behalve de benoeming van Petra Meekers tot gede- legeerd bestuurder waren er in 2024 geen ingrijpen- de wijzigingen in de samenstelling van de raad van bestuur die een impact hadden op de bezoldiging van de leden. Wel werden de vergoedingen van de bestuurders met ingang van 1 januari 2024 ver- hoogd naar aanleiding van een benchmarkanalyse bij vergelijkbare vennootschappen, waaruit bleek dat de bezoldiging van de bestuurders van SIPEF in het algemeen lager lag dan de marktpraktijk. Deze aangepaste vergoedingen zullen ter bekrach- tiging worden voorgelegd aan de gewone algemene vergadering als onderdeel van de goedkeuring van het remuneratieverslag 2024. De vergoedingen van de leden en voorzitters van het auditcomité en het remuneratiecomité bleven ongewijzigd, aangezien deze in het algemeen in lijn bleken te liggen met het gemiddelde van de benchmark. 313 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 2. TOTALE VERGOEDING VAN DE BESTUURDERS De bestuurders ontvangen een vaste vergoeding die niet gerelateerd is aan de omvang van de resultaten. Deze vergoeding bestaat uit de emolumenten voor de vergaderingen van de raad van bestuur en, des- gevallend, een vergoeding voor het zetelen in een bepaald comité. In 2024 ontvingen de bestuurders de volgende vergoedingen: OP JAARBASIS PER PERSOON LID VOORZITTER Raad van bestuur EUR 40000 EUR 120000 Auditcomité EUR 7500 EUR 9750 Remuneratiecomité EUR 4000 EUR 5200 RAAD VAN BESTUUR AUDITCOMITÉ REMUNERATIECOMITÉ TOTAAL IN KEUR 2023 2024 2023 2024 2023 2024 2023 2024 Luc Bertrand 90,00 120,00 0,00 0,00 0,00 0,00 90,00 120,00 Petra Meekers (vanaf 12 juni 2024) 0,00 20,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 20,00 François Van Hoydonck 35,00 40,00 0,00 0,00 0,00 0,00 35,00 40,00 Tom Bamelis 35,00 40,00 9,75 9,75 0,00 0,00 44,75 49,75 Priscilla Bracht 35,00 40,00 0,00 0,00 0,00 0,00 35,00 40,00 Alexandre Delen 35,00 40,00 0,00 0,00 0,00 0,00 35,00 40,00 Antoine Friling 35,00 40,00 3,75 7,50 5,20 5,20 43,95 52,70 Gaëtan Hannecart 35,00 40,00 0,00 0,00 0,00 0,00 35,00 40,00 Yu-Leng Khor 35,00 40,00 0,00 0,00 4,00 4,00 39,00 44,00 Sophie Lammerant-Velge (tot 14 juni 2023) 17,50 0,00 3,75 0,00 2,00 0,00 23,25 0,00 Giulia Stellari (vanaf 14 juni 2023) 17,50 40,00 0,00 0,00 2,00 4,00 19,50 44,00 Nicholas Thompson 35,00 40,00 7,50 7,50 0,00 0,00 42,50 47,50 TOTAAL 405,00 500,00 24,75 24,75 13,20 13,20 442,95 537,95 De ontslagnemende en nieuwe bestuurders worden vergoed ten belope van het aantal gepresteerde maanden in het boekjaar. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele vergoeding en geen opties. Een deel van hun vergoeding wordt evenmin uitbetaald in de vorm van aandelen van de Vennootschap. Ze genieten van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. 314 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 3. TOTALE VERGOEDING VAN DE LEDEN VAN HET EXECUTIEF COMITÉ De leden van het executief comité, dat bestaat uit de gedelegeerd bestuurder en andere leidinggevenden van de Vennootschap, ontvangen een vaste ver- goeding en een variabele vergoeding en eventueel opties. De Vennootschap heeft geen minimumdrempel van aandelen bepaald die moeten worden aangehouden door de leden van het uitvoerend management. In 2024 werden geen aandelen aan de leden van het executief comité toegekend. 2024 IN KEUR PM FVH BC CDW TH RK JN TOTAAL % Bestuurdersvergoeding 20 40 0 0 0 0 0 60 1,5% Vaste vergoeding 767 365 319 78 308 358 0 2195 54,8% Variabele vergoeding 239 365 66 177 164 166 200 1377 34,3% Pensioen 48 167 46 12 43 0 0 316 7,9% Andere 5 12 6 3 11 24 0 61 1,5% SUBTOTAAL 1079 949 437 270 526 548 200 4009 100,0% Marktwaarde verworven aandelenopties (begin uitoefenperiode) (1) 0 0 0 0 0 0 0 0 TOTALE VERGOEDING 1079 949 437 270 526 548 200 4009 Subtotaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% n.v.t. 100% Vast 78% 62% 85% 34% 69% 70% n.v.t. 66% Variabel 22% 38% 15% 66% 31% 30% n.v.t. 34% 2023 IN KEUR PM FVH BC CDW TH RK JN TOTAAL % Bestuurdersvergoeding 0 35 0 0 0 0 0 35 0,6% Vaste vergoeding 689 537 0 308 300 354 401 2589 47,0% Variabele vergoeding 0 815 0 320 330 403 494 2362 42,9% Pensioen 11 251 0 46 43 0 46 397 7,2% Andere 56 20 0 9 12 24 7 128 2,3% SUBTOTAAL 756 1658 0 683 685 781 948 5511 100,0% Marktwaarde verworven aandelenopties (begin uitoefenperiode)) (1) 0 50 0 17 17 17 17 118 TOTALE VERGOEDING 756 1708 0 700 702 798 965 5629 Subtotaal 100% 100% n.v.t. 100% 100% 100% 100% 100% Vast 100% 51% n.v.t. 53% 52% 48% 48% 57% Variabel 0% 49% n.v.t. 47% 48% 52% 52% 43% (1) Voor meer details over de betreende optieplannen (respectievelijk SOP 2021 en SOP 2020) zie verder. 315 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring Johan Nelis trad op 1 januari 2024 terug als chief financial ocer en verliet daarmee het executief comité. Bart Cambré nam op dezelfde datum deze functie op zich. In 2024 ontving Johan Nelis een variabele vergoeding voor zijn prestaties als lid van het executief comité tijdens het boekjaar 2023. Daarnaast ontving hij een vaste vergoeding voor consultancydiensten die hij aan de Vennootschap verleende gedurende een overgangsperiode van zes maanden. Bart Cambré ontving in 2024 een variabele vergoeding in zijn hoedanigheid van personeelslid. De gedelegeerd bestuurder ontvangt emolumenten voor het deelnemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur en daarnaast een vaste en varia- bele vergoeding voor zijn uitvoerende taken. 1. Vaste vergoeding De leden van het executief comité ontvangen een vaste vergoeding en genieten van een groepsverzekering met vaste bijdragen. Deze verzekering omvat een aanvullend pensioen en eveneens een invaliditeits- en overlijdensdekking. Daarnaast heeft de Vennootschap voor elk lid een hospitalisatieverzekering afgesloten en een bijstandsverzekering die wereldwijde dekking geeft. Bovendien geniet het management van een bedrijfswagen en maaltijdcheques. 2. Variabele vergoeding Het totale bedrag van de uitgekeerde variabele ver- goedingen aan zowel het personeel als de leden van het executief comité van het SIPEF Hoofdkantoor kan maximum 2% van het geconsolideerd recur - rent resultaat vóór belastingen, deel van de Groep, belopen. Voor elk lid van het executief comité mag het bedrag van de variabele vergoeding in cash maximaal tweemaal de vaste vergoeding bedragen. Het uiteindelijke individuele bedrag van de vari- abele vergoeding dat toegekend wordt aan elk van de leden wordt bepaald op discretionaire wijze (in functie van financiële en niet-financiële criteria) door de raad van bestuur op voorstel van het remu- neratiecomité. Dit comité formuleert een voorstel in functie van de verschillende componenten van de winst van het boekjaar en de bijdrage tot de ver- wezenlijking ervan door elk lid van het executief comité. Hierbij laat het remuneratiecomité zich leiden door vooraf vastgestelde en objectief meet- bare criteria die worden toegepast op een periode van één boekjaar. Het relateren van de variabele vergoeding aan de prestaties van één boekjaar – en niet aan per- formantiecriteria over twee of drie boekjaren zoals voorzien door de wet – is te verklaren door de volatiliteit van de resultaten van de agro-in- dustriële activiteiten, en in het bijzonder van de palmoliemarkt, waarvan de performantie gelinkt is aan de prijs van de landbouwgrondstoen. Het is dan ook logisch dat de vergoeding van het perso- neel en het management, zoals eveneens die van de aandeelhouders, mee evolueert met de volatiliteit van de Groep. 316 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De Vennootschap past deze redenering elk jaar strikt toe. Dit betekent dat als de Groep voor een bepaald jaar een verlies lijdt, er geen variabele vergoeding of dividend betaald wordt het volgende jaar respectievelijk aan de leden van het executief comité en de aandeelhouders. Dit was het geval in 2020, toen geen variabele vergoeding en dividend werden betaald ten gevolge van het in 2019 geleden verlies. Het bepalen van de variabele vergoeding op grond van de prestaties van één boekjaar doet geen areuk aan de langetermijnvisie van het uitvoerend management. Dergelijke visie is onlosmakelijk ver- bonden met de agro-industriële activiteiten van de SIPEF-groep die enkel op lange termijn kunnen worden geëvalueerd, zoals blijkt uit de strategie van SIPEF. De raad van bestuur heeft in 2024 evenmin bij- zondere bonussen toegekend aan één of meerdere leden voor specifieke verrichtingen. Naast de variabele vergoeding op korte termijn, ontvangen de leden van het executief comité geen variabele remuneratie in geld op lange termijn. 3. Recht op terugvordering Alle leden van het executief comité hebben een “claw back”-clausule ondertekend. Dit komt erop neer dat de Vennootschap het recht heeft om de variabele nettovergoeding terug te vorderen, indien deze op basis van onjuiste financiële gegevens werd toegekend. In 2024 heeft de Vennootschap geen gebruik gemaakt van haar recht tot terugvordering. 4. Overeenstemming van de vergoeding met het remuneratiebeleid en de toepassing van de performantiecriteria De totale vergoeding van de bestuurders en de leden van het executief comité is volledig in lijn met het remuneratiebeleid en wordt op een transparante manier berekend en toegepast. De vaste vergoeding van de leden van de raad van bestuur en van het executief comité wordt jaarlijks getoetst op basis van de marktpraktijken en wordt daarom als marktconform beschouwd. De variabele vergoeding is gelinkt aan de jaarresul- taten van de Groep, die rechtstreeks aangen van de volatiele prijzen van de landbouwgrondstoen. De Vennootschap communiceert permanent op een correcte en transparante wijze over de evolutie van de activiteiten, duurzaamheid, prestaties en corpo- rate governance van de Groep aan haar aandeel- houders, management, werknemers en alle andere stakeholders. Deze transparantie werd sinds 2020 in dit verslag nog meer in detail doorgetrokken op het niveau van de vergoeding van de leden van het executief comité. Een duidelijke communicatie en transparantie liggen aan de basis van tevredenheid, werkt motiverend en draagt bij tot goede lange- termijnprestaties. Zo blijft het personeel en het management zich gemotiveerd inzetten voor het verwezenlijken van de langetermijndoelstellingen die de Groep heeft vooropgesteld. 317 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 5. Aandelenopties Sinds het boekjaar 2011 tot op heden werden jaar- lijks aandelenopties aangeboden aan de leden van het executief comité. De aandelenopties, die onder het Aandelenoptieplan 2024 van SIPEF worden aangeboden, hebben de volgende kenmerken: Type: opties op bestaande aandelen van de Vennootschap (d.i. één optie verleent de houder het recht om in te schrijven op één aandeel van de Vennootschap, met dezelfde rechten als de andere bestaande aandelen van de Vennootschap). Tijdstip aanbod: midden November. Uitoefenprijs: de laagste van de volgende twee waarden: (i) de slotkoers van het aandeel op de dag vóór de datum van aanbod en (ii) de gemiddelde slotkoers van het aandeel over de 30 dagen voorafgaand aan de datum van aanbod. Looptijd van het plan: 10 jaar. Uitoefentermijn: vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de derde verjaardag van de toekenning, tot het einde van het tiende jaar te rekenen vanaf de datum van het aanbod. Er zijn geen performantiecriteria vastgesteld voor de toekenning of uitoefening van de aandelenopties. Opties toegekend aan de leden van het executief comité in 2024 Op 14 november 2024, werden opties toegekend door Vennootschap aan de leden van het execu- tief comité. Deze opties werden aanvaard door de begunstigden als volgt: Daarnaast werden nog 6000 opties toegekend aan algemene directeuren van de buitenlandse dochtervennootschappen. De in 2024 toegekende opties hebben de volgende kenmerken: Uitoefenprijs: EUR 56,88 Vervaldatum: 13 november 2034 Uitoefenperiode: op elk moment vanaf 1 januari 2028 tot en met 13 november 2034 AANTAL Petra Meekers 6000 Bart Cambré 2000 Thomas Hildenbrand 2000 Robbert Kessels 2000 TOTAAL 12000 UITSPLITSING VAN HET AANDELENOPTIEPLAN SIPEF SOP VERWORVEN NIET VERWORVEN 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Aanbod 18/11/14 28/11/15 07/12/16 23/11/17 20/11/18 23/11/19 19/11/20 18/11/21 17/11/22 15/11/23 14/11/24 Verwerving 18/11/17 28/11/18 07/12/19 23/11/20 20/11/21 23/11/22 19/11/23 18/11/24 17/11/25 15/11/26 14/11/27 Uitoefenperiode begin: 01/01/18 01/01/19 01/01/20 01/01/21 01/01/22 01/01/23 01/01/24 01/01/25 01/01/26 01/01/27 01/01/28 Uitoefenperiode einde: (1) 17/11/24 27/11/25 06/12/26 22/11/27 19/11/28 22/11/29 18/11/30 17/11/31 16/11/32 14/11/33 13/11/34 Uitoefenprijs (in EUR) 54,71 49,15 53,09 62,87 51,58 45,61 44,59 58,31 57,70 52,70 56,88 Marktprijs begin uitoefenperiode (in EUR) 62,80 48,80 54,80 43,20 56,90 58,90 53,00 56,80 (1) laatste uitoefendag 318 The connection to the world of sustainable tropical agriculture FRANÇOIS VAN HOYDONCK LID VAN HET EXECUTIEF COMITÉ TOT 1 SEPTEMBER 2024 VERWORVEN NIET VERWORVEN SOP 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 TOTAAL Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 6000 6000 0 12000 Verworven voor het einde van 2024 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 0 0 0 48000 Uitgeoefend in 2024 -6000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -6000 Vervallen in 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aandelenopties einde jaar 0 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 0 54000 Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 267540 349860 Verworven aan marktprijs (in EUR) 318000 340800 Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 50460 0 PETRA MEEKERS VERWORVEN NIET VERWORVEN SOP 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 TOTAAL Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2000 6000 8000 Verworven voor het einde van 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Uitgeoefend in 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Vervallen in 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aandelenopties einde jaar 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2000 6000 8000 Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 0 0 Verworven aan marktprijs (in EUR) 0 0 Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 0 0 BART CAMBRÉ VERWORVEN NIET VERWORVEN SOP 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 TOTAAL Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2000 2000 Verworven voor het einde van 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Uitgeoefend in 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Vervallen in 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aandelenopties einde jaar 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2000 2000 Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 0 0 Verworven aan marktprijs (in EUR) 0 0 Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 0 0 Bewegingen in het boekjaar 2024 319 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring CHARLES DE WULF LID VAN HET EXECUTIEF COMITÉ TOT 1 APRIL 2024 VERWORVEN NIET VERWORVEN SOP 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 TOTAAL Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 2000 2000 0 4000 Verworven voor het einde van 2024 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 0 0 0 16000 Uitgeoefend in 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Vervallen in 2024 -2000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -2000 Totaal aandelenopties einde jaar 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 0 18000 Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 89180 116620 Verworven aan marktprijs (in EUR) 106000 113600 Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 16820 0 THOMAS HILDENBRAND VERWORVEN NIET VERWORVEN SOP 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 TOTAAL Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 2000 2000 2000 6000 Verworven voor het einde van 2024 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 0 0 0 16000 Uitgeoefend in 2024 -2000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -2000 Vervallen in 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aandelenopties einde jaar 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 20000 Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 89180 116620 Verworven aan marktprijs (in EUR) 106000 113600 Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 16820 0 ROBBERT KESSELS VERWORVEN NIET VERWORVEN SOP 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 TOTAAL Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 2000 2000 2000 6000 Verworven voor het einde van 2024 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 0 0 0 16000 Uitgeoefend in 2024 -2000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -2000 Vervallen in 2024 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal aandelenopties einde jaar 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 20000 Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 89180 116620 Verworven aan marktprijs (in EUR) 106000 113600 Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 16820 0 320 The connection to the world of sustainable tropical agriculture In 2024 hebben drie leden van het executief comité samen 10000 van de 20000 opties, die hen in het kader van het aandelenoptieplan 2014 werden toe- gekend, uitgeoefend. Van de overige 10000 opties uit dat plan die werden toegekend aan managers van dochterondernemingen, werden er in 20244000 uitgeoefend door de begunstigden en waren er vóór 2024 reeds 2700 uitgeoefend. In totaal werden 3300 opties uit het aandelenop- tieplan 2014 niet uitgeoefend vóór de vervaldatum van 18 november 2024. Meer bepaald vervielen er in 20242000 opties en waren er in de jaren vóór 2024 reeds 1300 opties vervallen naar aanleiding van het vertrek van managers van dochterondernemingen. Daarnaast werden in 2024 ook 2000 opties uit het aandelenoptieplan 2015, 2000 opties uit het plan 2016 en 2000 opties uit het plan 2018 uitgeoefend door managers van dochterondernemingen. 6. Afwijkingen van het remuneratiebeleid in 2024 In 2024 werden de vergoedingen toegekend aan de bestuurders en de leden van het executief comité in overeenstemming met het remuneratiebeleid. 321 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring A JAARLIJKSE VERANDERING IN REMUNERATIE IN PERCENTAGE 2020 2021 2022 2023 2024 Totaal vergoeding raad van bestuur (1) (in KEUR) 359 359 0% 443 23% 443 0% 538 21% Totale vaste remuneratie executief comité (2) (in KEUR) 1967 2424 23% 2901 20% 3154 9% 2632 -17% Totale variabele remuneratie executief comité (3) (in KEUR) 0 272 nvt 1463 nvt 2362 61% 1377 -42% B JAARLIJKSE VERANDERING IN DE ONTWIKKELING VAN DE PRESTATIES VAN DE VENNOOTSCHAP 2020 2021 2022 2023 2024 CPO marktprijs (in USD/ton CIF Rotterdam) 715 1195 67% 1345 13% 964 -28% 1084 12% Geproduceerde volumes CPO (in ton) 329284 384187 17% 403927 5% 391215 -3% 362404 -7% Resultaat, deel van de Groep (recurrent) (in KUSD) 14122 82746 486% 108157 31% 72735 -33% 71913 -1% C JAARLIJKSE VERANDERING IN DE GEMIDDELEDE REMUNERATIE VAN DE WERKNEMERS 2020 2021 2022 2023 2024 Gemiddelde vaste remuneratie werknemer SIPEF HQ (4) (in KEUR/maand) 4832 5165 7% 4913 -5% 5452 11% 5735 5% Gemiddelde variabele remuneratie werknemer SIPEF HQ (5) (in KEUR/jaar) 0 4955 nvt 23613 377% 38213 62% 19923 -48% D RATIO HOOGSTE/LAAGSTE VERGOEDING VTE 2020 2021 2022 2023 2024 Verhouding totale vaste kost vergoeding hoogste excom lid en laagste werknemer HQ (6) 9,2 9,1 15,6 15,1 12,2 (1) Vergoeding zoals opgenomen onder 5.2. Totale vergoeding raad van bestuur (2) Vaste vergoeding zoals opgenomen onder 5.3. Totale vergoeding van de leden van het executief comité (3) Variabele vergoeding zoals opgenomen onder 5.3. Totale vergoeding van de leden van het executief comité (4) Gemiddeld brutoloon (voltijds equivalent) in januari van het betreende jaar (5) Gemiddelde uitgekeerde variabele vergoeding kost werkgever (voltijds equivalent) (6) Totale vaste kost hoogste individuele vergoeding binnen het executief comité/totale vaste kost (voltijds equivalent) laagste vergoeding werknemers HQ 7. Vergelijkende informatie over de verandering van de vergoeding en de performantie van de Vennootschap over een periode van 5 jaar – ratio tussen hoogste en laagste vergoeding van SIPEF 322 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 8. Informatie inzake de stemming door de algemene vergadering over het remuneratiebeleid en - verslag Het huidige Remuneratiebeleid werd goedgekeurd met een meerderheid van 95,8% van de stemmen door de algemene vergadering van 9 juni 2021. Het werd voor het eerst toegepast op het boekjaar 2021. Het Remuneratieverslag voor het boekjaar 2023 werd positief onthaald door de gewone algemene vergadering van 12 juni 2024. Het huidige Remuneratieverslag voor het boekjaar 2024 wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gewone algemene vergadering van 11 juni 2025. 9. Herziening van het remuneratiebeleid Krachtens de toepasselijke wetgeving wordt het Remuneratiebeleid minstens om de vier jaar onder- worpen aan de goedkeuring van de aandeelhouders. Het huidige Remuneratiebeleid werd goedgekeurd door de gewone algemene vergadering van 9 juni 2021 en is bijgevolg geldig tot en met 31 december 2024. De raad van bestuur heeft – op voorstel van het remuneratiecomité – het remuneratiebeleid herzien en zal dit ter goedkeuring voorleggen aan de gewone algemene vergadering van 11 juni 2025. Het herziene Remuneratiebeleid bouwt verder op het bestaande beleid, met een versterkte focus op duurzaamheid, langetermijnwaardecreatie en transparantie inzake governance. De meest belangrijke wijziging is het expliciet opnemen van prestatiecriteria op basis van milieu-, sociale en governancefactoren (ESG). De voornaamste aanpassingen aan het Remuneratiebeleid zijn de volgende: Het herwerkte Remuneratiebeleid legt meer nadruk op duurzaamheid en langetermijn- waardecreatie door de vergoeding van het uitvoerend management expliciet te koppelen aan ESG-doelstellingen. De variabele vergoeding van de leden van het executief comité (inclusief de gedelegeerd bestuurder) zal voor 20% worden gekoppeld aan ESG-gebaseerde niet-financiële KPI’s. De opname van ESG-KPI’s in de niet-financiële prestatiecriteria is in overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de CSRD. Dit versterkt tevens SIPEF’s evenwichtige groeistrategie. De ESG-KPI’s zullen jaarlijks worden vastgesteld door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratiecomité. Deze aanpak waarborgt dat de ESG-doelstellingen dynamisch, relevant en afgestemd blijven op de evoluerende duurzaamheidsstrategie van de Vennootschap, met behoud van toezicht en verantwoordelijkheid op het hoogste bestuursniveau. (GOV-3_04, GOV-3_06) 80% van de korte termijn variabele vergoeding (STI) blijft gekoppeld aan het financiële doel van het geconsolideerde recurrente resultaat vóór belastingen, deel van de Groep, van SIPEF. De verhouding van 80% financiële – 20% niet-financiële (ESG) prestatiecriteria beoogt een evenwichtige benadering van de evaluatiecriteria die van toepassing zijn op de variabele bezoldiging van het executief comité. Deze structuur geeft vol- doende gewicht aan ESG-KPI’s en onderstreept het engagement van SIPEF voor duurzaam en verantwoordelijk ondernemerschap. Het principe dat er geen variabele vergoeding wordt toegekend aan de leden van het executief comité in het geval dat de Groep verlies lijdt in een bepaald boekjaar, blijft onverkort van toepassing. Onder voorbehoud van de goedkeuring door de gewone algemene vergadering van 11 juni 2025, zal het herziene Remuneratiebeleid van toepassing zijn van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2028. 323 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 4. Externe en interne audit 1. Externe audit De gewone algemene vergadering van 12 juni 2024 heeft het mandaat van EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Christoph Oris, als com- missaris van SIPEF hernieuwd voor een termijn van drie jaar. De jaarlijkse bezoldiging voor dit mandaat werd vastgelegd op USD120196, indexatie en BTW niet inbegrepen. Deze hernieuwing volgt op de initiële benoeming van EY Bedrijfsrevisoren BV voor een termijn van drie jaar door de gewone algemene vergadering van 9 juni 2021. Daarnaast heeft de gewone algemene vergade- ring van 12 juni 2024, onder voorbehoud van de omzetting van de CSRD in Belgisch recht – het- geen bij Wet van 2 december 2024, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 20 december 2024 voltrokken is – aan de commissaris eveneens de opdracht van de ‘assurance’ over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie toegewezen voor een ter- mijn van drie jaar. In afwachting van de Belgische omzettingswet zou de jaarlijkse vergoeding voor deze opdracht worden overeengekomen tussen de Vennootschap en de externe commissaris, en vervolgens ter bekrachtiging worden voorgelegd aan de gewone algemene vergadering van 11 juni 2025. De commissaris voert de controle uit op de indivi- duele en geconsolideerde jaarrekeningen van SIPEF en verleent ‘assurance’ over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie. Hij rapporteert hierover minstens tweemaal per jaar aan het auditcomité en de raad van bestuur. Voor het boekjaar 2024 bedraagt de vergoeding van de commissaris voor de controle op de individuele en geconsolideerde jaarrekeningen van SIPEF USD125000, en de vergoeding voor de ‘assu- rance’- opdracht met betrekking tot de geconso- lideerde duurzaamheidsinformatie USD140673. De vergoeding voor niet-controlediensten in 2024 kwam uit op USD0. De totale kost van de externe controle van de financiële staten van de SIPEF-groep door het EY-netwerk voor het boekjaar 2024 bedraagt USD729089. Het bedrag van de vergoedingen voor adviezen van dezelfde commissaris of aanverwante vennootschappen kwam uit op USD0. Alle details van de aan EY betaalde vergoedingen zijn terug te vinden in Toelichting 33 bij de jaar- rekening. 2. Interne audit Binnen de operationele filialen van de SIPEF-groep in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea werden interne auditafdelingen opgericht. Deze afdelingen brengen minstens vier keer per jaar aan het lokale auditcomité verslag uit, dat de interne auditrap- porten beoordeelt en zijn bevindingen vervolgens voorlegt aan het auditcomité van SIPEF. Sinds 2024 werd ook in Côte d'Ivoire een gelijkaardige interne auditafdeling opgericht. Op het hoofdkantoor van SIPEF in België en bij de dochtervennootschap in Singapore worden interne audits uitgevoerd door een groepscontroller, die jaarlijks verslag uitbrengt aan het auditcomité van SIPEF. 324 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 5. Verslag in verband met interne controle en risicobeheerssystemen De raad van bestuur van SIPEF is verantwoordelijk voor het beoordelen van de inherente risico’s van de Groep en van de doeltreendheid van de interne controle. Het interne controlesysteem van SIPEF werd opgezet overeenkomstig de Belgische wet- telijke vereisten voor het risicobeheer en de interne controle en de principes vermeld in de Belgische Corporate Governance Code 2020, de EU-richtlijn inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD) en is georganiseerd op basis van het COSO-model (“the Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission”). Een analyse uitgevoerd op Groepsniveau vormt de basis van het interne controle- en risicobeheersys- teem, waarvan de betrouwbaarheid van de financiële rapportering, de duurzaamheidsrapportering en het communicatieproces een belangrijke pijler is. 1. Controleomgeving De raad van bestuur heeft in zijn schoot twee comités opgericht, het auditcomité en het remune- ratiecomité, en fungeert in zijn totaliteit als benoe- mingscomité. Bovendien heeft hij het dagelijks bestuur van de Vennootschap gedelegeerd aan het executief comité. De rol en verantwoordelijkheden van deze organen worden nader uiteengezet in de statuten van de Vennootschap en het Charter. De Groep is onderverdeeld in een aantal afde- lingen. Elke afdeling en elke persoon binnen de desbetreende afdeling heeft zijn eigen functie- omschrijving. Voor elke functie en taak wordt het vereiste studie- en/of ervaringsniveau bepaald. Er bestaat een welomschreven politiek van dele- gaties van bevoegdheden. De raad van bestuur van SIPEF heeft de nodige beleidslijnen opgesteld, waaronder het ‘Verantwoordelijk Plantagebeleid’ en het ‘Verantwoordelijk Aankoopbeleid’ die van toepassing zijn op alle plantageactiviteiten en grondstoffen, alsook het ‘Klachtenbeleid’, het ‘Beleid inzake corruptie- en omkopingbestrijding’ die van toepassing zijn binnen de gehele Groep. Hij herziet deze beleidslijnen elk jaar om ze aan te passen aan de evolutie van de juridische, maat- schappelijke en milieustandaarden. Om verdere groei mogelijk te maken en te stimu- leren, streeft SIPEF in het dagelijks beleid van haar activiteiten een duidelijke duurzame regelgeving na, die strenger is dan de wettelijke vereisten van de landen waarin de Vennootschap actief is. Dat engagement wordt gestaafd door certificaten en algemeen erkende standaarden. De door SIPEF uitgeoefende interne controle waakt erover dat alle voorgeschreven procedures, richtlijnen en regelgevingen worden gerespecteerd om zo de activa, het personeel en de activiteiten van de Groep te beschermen en hun beheer te optimaliseren. Sinds 2024 heeft SIPEF tevens een geïntegreerde benadering ontwikkeld voor het beoordelen en rapporteren van duurzaamheidsimpacten, -risi- co's en opportuniteiten in overeenstemming met de CSRD. Deze aanpak steunt op samenwerking tussen afdelingen en wordt voortdurend verfijnd op basis van geïdentificeerde impacten, -risico's en opportuniteiten. 325 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring De Groep past zowel interne als externe contro - lemechanismen toe om fouten te beperken tot het minimum, de datakwaliteit te verbeteren en te zor- gen voor naleving van de steeds evoluerende duur- zaamheidsregelgeving. Verdere toelichting hierover is opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring. In het algemeen kunnen de bedrijfsstructuur, bedrijfsfilosofie en managementstijl van de SIPEF-groep omschreven worden als ‘vlak’. Dit is te verklaren door het beperkte aan- tal beslissingslijnen binnen de hiërarchie. Dit beperkt aantal beslissingslijnen en de geringe personeelsrotatie verhogen de sociale controle binnen de Vennootschap. Tot slot waakt SIPEF over de strikte toepassing van de regels van haar Corporate Governance Charter en van de Gedragscode opdat de bestuurders, alle leidinggevenden en het personeel van de Groep op een eerlijke en ethische manier en volgens de toe- passelijke regelgeving en beginselen van deugdelijk bestuur zouden handelen. 2. Risicoanalyse en controle-activiteiten Elk jaar keurt de raad van bestuur het strategisch plan van SIPEF goed, waarin de strategische, operationele, financiële, duurzaamheids-, fiscale en juridische doelstellingen van de Groep worden vastgelegd. Om een passend beheer te waarbor- gen van alle interne of externe risico's die een invloed kunnen hebben op het bereiken van deze doelstellingen, identificeert en classificeert de raad van bestuur deze risico's elk jaar op basis van een jaarlijkse risicoanalyse door het auditcomité. Met de inwerkingtreding van de CSRD in en vanaf 2024 werd door de raad van bestuur een geïnte- greerd proces opgezet voor het beoordelen van impacten, risico’s en opportuniteiten, waarbij de risicoanalyse wordt geïntegreerd in een dubbele materialiteitsbeoordeling die verder gaat dan louter externe risicobewaking. Deze dubbele materiali- teitsbeoordeling omvat een analyse van de ‘finan - ciële materialiteit’ (een “outside-in” perspectief), gelijkaardig aan de risicoanalyse die sinds 2009 binnen SIPEF wordt toegepast, en de ‘impactma- terialiteit’ (een “inside-out” perspectief). Nadere informatie over de dubbele materialiteitsbeoordeling is opgenomen in de Duurzaamheidsverklaring. De vereiste acties die worden voorgeschreven door de raad van bestuur worden opgevolgd door het SIPEF-management om ervoor te zorgen dat de juiste procedures voor beperking, beheer en controle worden uitgevoerd door de relevante afdelingen van de Groep. Op basis van de in 2024 uitgevoerde analyse worden in volgende tabellen de impacten, risico’s en oppor- tuniteiten weergegeven die als materieel werden beoordeeld voor de eigen activiteiten van SIPEF en voor de waardeketen: 326 The connection to the world of sustainable tropical agriculture ONDERWERP MATERIËLE IMPACTEN MATERIËLE RISICO’S EN OPPORTUNITEITEN KLIMAATVERANDERING Beperking van klimaatverandering Broeikasgasuitstoot Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Energie Niet-hernieuwbare energiebronnen Aanpassing aan klimaatverandering Niet van toepassing vanuit impactmaterialiteitsperspectief • Fysieke kilmaatrisico’s • Overstroming van kustgebieden • Rivieroverstromingen • Hittegolven VERVUILING Luchtvervuiling Zwarte rook aomstig van olieverwerkingsactiviteiten Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Watervervuiling Vervuiling van zoetwater en besmetting van waterbronnen WATER EN MARIENE BRONNEN Waterverbruik Waterverbruik Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Wateronttrekking Zie specifieke impacten vermeld onder 'Waterverbruik' Waterlozingen Zie specifieke impacten vermeld onder 'Waterverbruik' BIODIVERSITEIT EN ECOSYSTEMEN Verandering in landgebruik Verandering in landgebruik (ontbossing) Ontbossing voor oliepalmplantages Aantasting van land Aantasting van land Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Populatiegrootte van soorten Verlies van leefgebied door historisch landgebruik Risico op wereldwijde uitsterving van soorten Impact op keystone-soorten Eigen activiteiten 327 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring ONDERWERP MATERIËLE IMPACTEN MATERIËLE RISICO’S EN OPPORTUNITEITEN EIGEN PERSONEELBESTAND Zekerheid van werkgelegenheid Stabiliteit en zekerheid van inkomen (positieve impact) Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Kinderarbeid Fysieke, psychologische en socio-econo - mische impact van kinderarbeid Gedwongen arbeid Schending van mensenrechten met gevolgen voor welzijn, veiligheid, vrijheid en waardigheid van werknemers Adequate verloning Onvoldoende lonen belemmeren het ver - mogen om in basisbehoeften te voorzien Vrijheid van vereniging, ondernemings - raden, informatie-, raadplegings- en participatierechten Beperking van de empowerment van werknemers Collectieve onderhandelingen, inclusief de dekking door collectieve arbeidsovereenkomsten Verbeterde lonen en voordelen voor werknemers (positieve impact) Werktijd Mentale en fysieke gezondheidsimpact door overmatige werkuren Werk-privébalans Vermoeidheid, stress en gebrek aan kwaliteitstijd met het gezin Gezondheid en veiligheid Ernstige middellange- en langetermijngezondheidsgevolgen Opleiding en ontwikkeling van vaardigheden Belemmering van vaardigheden, zakelijk en loopbaanontwikkeling Diversiteit Beperkte kansen en ongelijkheid voor vrouwelijke werknemers Gendergelijkheid en gelijke beloning voor gelijkwaardig werk Zie specifieke impact onder ‘Diversiteit’ Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer Verhoogde kwetsbaarheid van vrouwen voor uitbuiting en misbruik 328 The connection to the world of sustainable tropical agriculture ONDERWERP MATERIËLE IMPACTEN MATERIËLE RISICO’S EN OPPORTUNITEITEN GETROFFEN GEMEENSCHAPPEN Beveiligingsgerelateerde impacten Beperkt landgebruik als gevolg van het beleid van geen ontbossing ("no deforesta - tion policy") Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming Grondbezit, conflicten en geschillen Toereikende voedselvoorziening Toegang tot en betaalbaarheid van voedsel ondersteunen ONDERNEMINGSGEDRAG Bedrijfscultuur Impact op het vermogen om een onder- steunende, eerlijke en ethische werkom- geving te bieden • Bestuurdersaansprakelijkheid • Belastingontduiking • Foutieve rapportering • Gebrek aan liquiditeit om uitbreidingsprogramma te financieren • Onderverzekering van diverse risico's • Antitrust • Milieuschadeclaims • Reputatie en stakeholderactivisme Corruptie en omkoping • Preventie en detectie, inclusief opleiding • Incidenten • Werknemers en andere stakeholders blootgesteld aan onwettige situaties • Werknemers in compromitterende situaties met juridische gevolgen • Vervalsing van documenten • Omkoping • Corruptie • Computercriminaliteit en -diefstal Bescherming van klokkenluiders Impact van het ontbreken of slecht functi - oneren van een klokkenluiderssysteem Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd 329 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring ONDERWERP MATERIËLE IMPACTEN ACTOREN IN DE WAARDEKETEN MATERIËLE RISICO’S EN OPPORTUNITEITEN KLIMAATVERANDERING Beperking van klimaatverandering Broeikasgasuitstoot Lokale boeren; Leveranciers van machines, apparatuur en gereedschappen; Leveranciers van agro - chemicaliën; Logistiek - Landtransport; Logistiek - Shipping; Logistiek - Opslagfaciliteiten Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Aanpassing aan klimaatverandering VERVUILING Watervervuiling Vervuiling van zoetwater en besmetting van waterbronnen Lokale boeren Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd BIODIVERSITEIT EN ECOSYSTEMEN Verandering in landgebruik Verandering in landgebruik Lokale boeren; O&O partner / Zaailing Leveranciers Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Aantasting van land Aantasting van land MEDEWERKERS IN DE WAARDEKETEN Zekerheid van werkgelegenheid Stabiliteit en zekerheid van inkomen (positieve impact) Lokale boeren Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Adequate verloning Onvoldoende inkomen en oneerlijke waardeverde - ling voor lokale boeren Lokale boeren Werktijd Mentale en fysieke gezondheidsimpact door overmatige werkuren Lokale boeren Kinderarbeid Fysieke, psychologische en socio-economische impact van kinderarbeid Lokale boeren Waardeketen 330 The connection to the world of sustainable tropical agriculture ONDERWERP MATERIËLE IMPACTEN ACTOREN IN DE WAARDEKETEN MATERIËLE RISICO’S EN OPPORTUNITEITEN KLIMAATVERANDERING Beperking van klimaatverandering Broeikasgasuitstoot Lokale boeren; Leveranciers van machines, apparatuur en gereedschappen; Leveranciers van agro - chemicaliën; Logistiek - Landtransport; Logistiek - Shipping; Logistiek - Opslagfaciliteiten Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Aanpassing aan klimaatverandering VERVUILING Watervervuiling Vervuiling van zoetwater en besmetting van waterbronnen Lokale boeren Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd BIODIVERSITEIT EN ECOSYSTEMEN Verandering in landgebruik Verandering in landgebruik Lokale boeren; O&O partner / Zaailing Leveranciers Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Aantasting van land Aantasting van land MEDEWERKERS IN DE WAARDEKETEN Zekerheid van werkgelegenheid Stabiliteit en zekerheid van inkomen (positieve impact) Lokale boeren Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Adequate verloning Onvoldoende inkomen en oneerlijke waardeverde - ling voor lokale boeren Lokale boeren Werktijd Mentale en fysieke gezondheidsimpact door overmatige werkuren Lokale boeren Kinderarbeid Fysieke, psychologische en socio-economische impact van kinderarbeid Lokale boeren ONDERWERP MATERIËLE IMPACTEN ACTOREN IN DE WAARDEKETEN MATERIËLE RISICO’S EN OPPORTUNITEITEN Gezondheid en veiligheid • Gezondheids- en veiligheidsimpact voor kleine palmolieboeren • Gezondheids- en veiligheidsimpact in landtransport • Gezondheids- en veiligheidsimpact in shipping Lokale boeren; Logistiek - Landtransport; Logistiek - Shipping Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Opleiding en ontwikkeling van vaardigheden Verhoogde eisen en toegankelijkheid van opleiding, kennis, hulpmiddelen Lokale boeren Diversiteit Beperkte kansen en onge - lijkheid voor vrouwelijke lokale boeren Lokale boeren Gendergelijkheid en gelijke beloning voor gelijkwaardig werk Zie specifieke impact onder ‘Diversiteit’ Lokale boeren Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer Verhoogde kwetsbaar - heid van vrouwen voor uitbuiting en misbruik Lokale boeren CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS Toegang tot (kwaliteits) informatie • Impact van een gebrek aan traceerbaarheid van de toeleveringsketen • Impact van een gebrek aan transparante rapportage Consumenten Geen materiële risico’s of opportuniteiten geïdentificeerd Gezondheid en veiligheid • Gezondheidseecten voor palmolie- consumenten • Positieve gezondheidseecten van voedingsstoen in bananen • Negatieve gezondheids- eecten van residuen • Productdefecten • Productaansprakelijkheid • EU-marktbeperkingen voor palmolie • Palmoliebeperkingen op markten buiten de EU • Reputatieschade • Technologie voor het detecteren van verontreinigingen 331 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring Alle bovenstaande onderwerpen werden als mate- rieel geïdentificeerd vanuit een impactperspectief. De financieel materiële onderwerpen werden als volgt bepaald: 1. Klimaatverandering: aanpassing aan klimaat- verandering 2. Biodiversiteit en ecosystemen: rechtstreekse impactfactoren van verlies aan biodiversiteit 3. Consumenten en eindgebruikers: persoonlijke veiligheid van consumenten en/of eind- gebruikers 4. Zakelijk gedrag: bedrijfscultuur 5. Corruptie en omkoping: incidenten Al deze financieel materiële onderwerpen wer- den tevens als materieel geïdentificeerd vanuit impactperspectief. Gedetailleerde beschrijvingen van de specifieke materiële impacten, risico’s en opportuniteiten, evenals hun relevantie in de context van SIPEF en alle informatie vereist onder de openbaarmakings- verplichting van ESRS 2, worden opgenomen in de milieu-, sociale en governancehoofdstukken van de Duurzaamheidsverklaring. 3. Informatie en communicatie Een geheel van operationele en financiële rappor- teringen, interne en externe, maakt het mogelijk om op periodieke basis (dagelijks, wekelijks, maan- delijks, driemaandelijks, halaarlijks of jaarlijks) en op de gepaste niveaus de nodige informatie ter beschikking te stellen om de toevertrouwde verantwoordelijkheden naar behoren te kunnen vervullen. 4. Toezicht en monitoring Het is de verantwoordelijkheid van elke werk- nemer om potentiële tekortkomingen in de interne controle te melden bij de respectievelijke verantwoordelijken. Daarnaast zijn de interne auditafdelingen in de dochterondernemingen in Indonesië en in Papoea- Nieuw-Guinea belast met het permanente toezicht op de doeltreffendheid en de naleving van de bestaande interne controle voor hun respectie- velijke activiteiten. Op basis van hun bevindingen stellen zij de nodige bijsturingen voor. Een lokaal auditcomité bespreekt minstens per kwartaal de rapporten van de interne auditafdelingen. Een samenvatting van de meest recente bevin- dingen wordt elk kwartaal aan het auditcomité van SIPEF voorgelegd. Sinds 2024 werd een interne auditafdeling opgericht in Côte d’Ivoire en zijn de activiteiten aldaar onderworpen aan dezelfde toezichtprocedure. In de SIPEF Hoofdzetel, waar geen afzonderlijke interne auditafdeling bestaat, voert één van de groepscontrollers van SIPEF een interne audit over de activiteiten van de Vennootschap uit en rap- porteert hierover jaarlijks verslag aan het SIPEF- auditcomité. De dochtervennootschap in Singapore is eveneens onderworpen aan een jaarlijkse interne audit door een groepscontroller van SIPEF. 332 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Daarnaast onderwerpt een externe auditor min- stens éénmaal per jaar de financiële staten van elke dochteronderneming van de Groep aan een nazicht. Eventuele opmerkingen naar aanleiding van deze externe audit, worden aan de raad van bestuur overgemaakt onder de vorm van een “management letter”. In het afgelopen jaar werden er geen belangrijke tekortkomingen in de interne controle vastgesteld. 5. Interne controle- en risicobeheerssystemen die verband houden met financiële verslaggeving Het proces voor de totstandkoming van de finan- ciële rapportering wordt geleid door de afdeling “corporate finance”, die onder direct toezicht staat van de “chief financial ocer” en is georganiseerd als volgt: In functie van de opgelegde (interne en externe) deadlines wordt er een retroplanning opgemaakt. In het begin van het jaar krijgt elke rapporteringsentiteit en de externe auditor dit document. De website van de Vennootschap maakt eveneens de externe deadlines publiek bekend. De eerste stap van de jaarlijkse rapporterings- cyclus bestaat uit het opmaken van een budget voor het volgende jaar. Dit gebeurt in de maanden september tot november en wordt aan de raad van bestuur ter goedkeuring voorgelegd in de maand november. De strategische opties in dit budget passen ook in het strategisch langetermijnplan dat jaarlijks wordt bijgewerkt en goedgekeurd door de raad van bestuur. Voor zowel het strategisch plan als het jaarbudget worden de nodige sensitiviteitsanalyses opgemaakt, om het juiste risicoprofiel van de te nemen beslissingen te kunnen inschatten. De maandelijkse financiële rapportering bestaat uit een analyse van de volumes van de beginvoorraad, productie, verkopen en eindvoorraad; het operationeel resultaat en een samenvatting van de overige posten van de resultatenrekening (financieel resultaat en belastingen), een balans en kasstroomanalyse. De boekhoudnormen gehanteerd voor de maandrapportering zijn identiek aan die voor de wettelijke consolidatie onder de International Financial Reporting Standards (IFRS). De maandcijfers worden vergeleken met het budget en met dezelfde periode van vorig jaar per rapporteringsentiteit, waarbij significante afwijkingen worden onderzocht. De afdeling “corporate finance” consolideert deze (samenvattende) operationele en financiële cijfers (in functionele munteenheid) op maandbasis naar de presentatiemunt (USD) en toetst nogmaals hun coherentie met het budget of de vorige periode. De geconsolideerde maandrapportering wordt voorgelegd aan de gedelegeerd bestuurder en het executief comité. De raad van bestuur ontvangt deze rapportering op periodieke basis (3, 6, 9 en 12 maanden) ter voorbereiding van de vergadering van de raad. Deze rapportering gaat gepaard met een nota met een gedetailleerde beschrijving van de operationele en financiële evoluties van het voorbije kwartaal. 333 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring Ingeval van uitzonderlijke evenementen, wordt de raad van bestuur eveneens onmiddellijk op de hoogte gebracht. Een externe audit verifieert de individuele financiële staten en de technische consolidatie per eind juni (“limited assurance”) en eind december (“full assurance”). De audit van de dochterondernemingen wordt uitgevoerd op basis van de reikwijdte van de audit zoals bepaald door de externe auditor en voorgelegd aan het auditcomité van de SIPEF-groep. Daarna worden de geconsolideerde IFRS-financiële staten ter herziening aan het auditcomité voorgelegd. Op basis van het advies van het auditcomité spreekt de raad van bestuur zich uit over de juistheid van de geconsolideerde cijfers, alvorens de financiële staten in de markt te publiceren. Twee keer per jaar (na het eerste en na het derde kwartaal) wordt een tussentijds beheersverslag gepubliceerd met vermelding van de evolutie van de productievolumes, de wereldmarktprijzen en eventuele wijzigingen in de vooruitzichten. De afdeling “corporate finance” staat in voor het opvolgen van eventuele wijzigingen in (IFRS-) rapporteringsnormen en het implementeren van deze wijzigingen binnen de Groep. De maandelijkse managementrapportering en de wettelijke consolidatie gebeurt in een afzonderlijke consolidatiesoftware met gegevensinvoer van de dochterondernemingen van SIPEF. Er wordt ook gepaste zorg besteed aan antivirus- en bescher- mingsprogramma’s, ononderbroken back-ups en maatregelen ter waarborging van de continuïteit van de dienstverlening. 334 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 6. Gedragsregels inzake belangenconflicten Het Charter beschrijft het beleid met betrekking tot verrichtingen tussen de Vennootschap of een met haar verbonden vennootschap en een lid van de raad van bestuur of het executief comité of een daarmee verbonden persoon, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten al dan niet in de zin van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Het vermeldt bovendien de wettelijke procedures voorzien in artikelen 7:96 en 7:97 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. In 2024 werden er verrichtingen die aanleiding gaven tot een belangenconflict in de zin van artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen gemeld aan de raad van bestuur van 13 februari 2024 en 13 november 2024. De wettelijk voorgeschreven procedure werd toegepast op de desbetreende besluiten van de raad van bestuur. De notulen van de vergadering met betrekking tot deze besluiten van de raad werden meegedeeld aan de commissaris van de Vennootschap. Uittreksels uit de notulen met betrekking tot deze besluiten worden hieronder integraal weergegeven: 13 2024 “De voorzitter van het Remuneratiecomité, Antoine Friling, vat het advies van het comité als volgt samen: […] De individuele evaluatie van de leden van het Executief Comité werd uitvoerig besproken. Aangezien dit punt een deel van zijn vergoe- ding betreft, verklaart François Van Hoydonck, Gedelegeerd Bestuurder, dat er een belangenconflict is in zijn hoofde. Artikel 7:96 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is daarom van toepassing. Petra Meekers, COO APAC, heeft ook een vermogensrechtelijk belang bij deze beslissing. Daarom verlaten ze beiden tijdelijk de vergadering. De Bestuurders nemen kennis van de evaluatie en de variabele remuneratie voorgesteld door het Remuneratiecomité voor François Van Hoydonck en Petra Meekers voor het jaar 2023. Ze bevestigen de aanbeveling van het Remuneratiecomité. François Van Hoydonck en Petra Meekers komen de vergaderzaal opnieuw binnen.” 13 2024 “A. Friling, als voorzitter van het Remuneratiecomité, licht de aanbevelingen van het Comité aan de Raad van Bestuur toe: […] Voorafgaand aan de beraadslaging en besluit- vorming over het aandelenoptieplan 2024 verklaart P. Meekers, als gedelegeerd bestuurder, dat zij overeenkomstig artikel 7:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen een rechtstreeks persoonlijk belang van vermogensrechtelijke aard heeft bij het voorgestelde besluit, aangezien zij een potentiële begunstigde is van het besproken aandelenoptieplan. In overeenstemming met de toe- passelijke procedure verlaat zij de vergadering en onthoudt zij zich van deelname aan de beraadslaging en stemming over dit punt. De Raad van Bestuur neemt kennis van deze verklaring en gaat over tot beraadslaging en besluitvorming over het aandelenoptieplan in afwezigheid van P. Meekers. De Raad geeft opdracht aan de Secretaris van de Vennootschap om deze verklaring in de notulen op te nemen en te zorgen voor de vereiste openbaar- making in het jaarverslag van de Vennootschap, in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. Het Remuneratiecomité heeft het aandelenoptie- plan grondig geëvalueerd, in lijn met de geldende governanceprincipes, wettelijke vereisten en markt - praktijken. Het is de aanbeveling van het Comité om 335 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring het aanbieden van opties aan het uitvoerend management voort te zetten als lange termijn incen- tive, onaankelijk van de korte termijn resultaten, met als doel het verhogen van aandeelhouderswaarde en het behoud van sleutelpersonen. Het aandelenoptieplan 2024 wordt aangeboden aan de leden van het Executief Comité en de country directors, met inbegrip van C. Dewulf (als General Manager van Plantations J. Eglin sinds 1 april 2024) en de vervanging van F. Van Hoydonck door P. Meekers (als Gedelegeerd Bestuurder sinds 1 september 2024). De voornaamste voorwaarden van het plan zijn als volgt: • Looptijd van de opties: 10 jaar, met een vestingperiode van 3 jaar en een uitoefenperiode van 7 jaar. • Uitoefenprijs: het laagste van de volgende twee waarden: de gemiddelde slotkoers van het aandeel gedurende de laatste dertig (30) kalenderdagen die de datum van het aanbod voorafgaan en de laatste slotkoers van het aandeel die voorafgaat aan de datum van het aanbod (verwacht tussen EUR 56,5 en EUR 57,5 per aandeel). • Uitoefenperiode: het hele jaar, met uitzondering van de wettelijk gedefinieerde gesloten periodes. Het Comité beveelt aan om de volgende regels inzake niet-uitgeoefende opties bij beëindiging van het dienstverband te behouden: • Overlijden, pensioen of blijvende arbeidsongeschiktheid: volledige behoud van de toegekende opties, inclusief de volledige looptijd van 10 jaar. • Ontslag om dringende redenen: onmiddellijke verval van alle niet-uitgeoefende opties. • Gewoon ontslag: volledige behoud van de toegekende opties en uitoefenrechten. • Vrijwillig ontslag: uitgeoefende opties mogen gedurende maximaal één jaar na vertrek worden uitgeoefend. Het Comité stelt vast dat SIPEF momenteel 161000 eigen aandelen aanhoudt, verworven aan een gemiddelde prijs van EUR 53,56 per aandeel. Voor de volledige dekking van het aandelenoptieplan 2024 zal de Vennootschap bijkomend tussen 15000 en 18000 aandelen moeten aankopen, aankelijk van de uitoefening van de opties onder het aandelenoptieplan 2014 dat afloopt op 17 november 2024. Het is daarom de aanbeveling van het Comité dat het management de nodige aandelen aankoopt op de markt na afloop van het plan 2014, teneinde volledige dekking te waar- borgen zonder aanzienlijke toekomstige kasuitgaven voor de Vennootschap. Na bespreking en grondige beoordeling keurt de Raad van Bestuur, op aanbeveling van het Remuneratiecomité, het aandelenoptieplan 2024 onder de voorgestelde voorwaarden unaniem goed. De Raad verleent tevens volledige volmacht aan B. Cambré, Chief Financial Officer, om namens de Vennootschap over te gaan tot de inkoop van 15000 tot 18000 eigen aandelen, met het oog op volledige dekking van het aandelenoptieplan 2024, in over- eenstemming met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. Na de besluitvorming van de Raad over dit punt, neemt P. Meekers opnieuw deel aan de vergadering en de verdere agendapunten.” Er deden zich verder geen andere gevallen van belangenconflicten voor in 2024. 336 The connection to the world of sustainable tropical agriculture AANDEELHOUDER AANTAL AANDELEN % Ackermans & van Haaren NV 4347709 41,10% Groep Bracht 1303032 12,32% SIPEF (eigen aandelen) (1) 162016 1,53% Free float 4766571 45,06% TOTAAL 10579328 100,00% 7. Beleid inzake financiële transacties De raad van bestuur heeft de gedragsregels die de bestuurders, werknemers en zelfstandige medewer- kers van SIPEF dienen te respecteren bij financiële verrichtingen met eecten van de Vennootschap en zijn beleid ter voorkoming van marktmisbruik opgesteld en neergeschreven in hoofdstuk 5 van het Charter. 8. Aandeelhoudersstructuur De aandeelhoudersstructuur van SIPEF wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee referen- tieaandeelhouders, met name AvH en Groep Bracht, bestaande uit Priscilla, Theodora en Victoria Bracht en hun respectieve vennootschappen (Cabra P, Cabra T en Cabra V), evenals Cabra NV. Deze par- tijen treden in onderling overleg op krachtens een aandeelhoudersovereenkomst die oorspronkelijk in 2007 werd gesloten voor een termijn van 15 jaar en op 3 maart 2017 werd gewijzigd en verlengd voor een bijkomende periode van 15 jaar. Deze aandeelhoudersovereenkomst beoogt een stabiele aandeelhoudersstructuur voor de Vennootschap te waarborgen, ten voordele van de evenwichtige ontwikkeling en winstgevende groei van SIPEF en haar dochtervennootschappen. De overeenkomst bevat onder meer stemafspraken inzake de benoeming van bestuurders en afspraken met betrekking tot de overdracht van aandelen. Aandeelhoudersstructuur op 31 december 2024 De aandeelhoudersstructuur van SIPEF, zoals bekend op 31 december 2024, is als volgt: (1) Aandelen verworven ter dekking van aandelenoptieplannen en in het kader van het aandeleninkoopprogramma goedgekeurd door de raad van bestuur. 337 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 9. Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum heeft de koper een beëindigings- brief gestuurd met betrekking tot de verkoop- en koopovereenkomst van PT Melania. De SIPEF- groep heeft de juridische geldigheid van deze beëin- digingsbrief betwist. Na rekening te houden met het bovenstaande, is de reële waarde van het als te koop gehouden actief van PT Melania verlaagd met in totaal KUSD6394, hetgeen reeds werd opgenomen in de resultaten van het boekjaar 2024. Transparantiekennisgeving Op 26 februari 2025 ontving de Vennootschap een kennisgeving van AvH, waaruit bleek dat AvH op 24 februari 2025 de drempel van 55% van de stemrechten in SIPEF had overschreden. Deze ontwikkeling vloeit voort uit diverse aankopen van SIPEF-aandelen door AvH tussen de vorige kennisgeving van 8 december 2023 en de datum van de drempeloverschrijding. Na deze aankopen houden AvH en Groep Bracht gezamenlijk 55,02% van de stemrechten in SIPEF aan, waarvan 41,24% rechtstreeks door AvH, 12,32% rechtstreeks door Groep Bracht, en 1,47% verbonden is aan eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap. De relevante gegevens van deze transparantieken- nisgeving zijn gepubliceerd op de website van de Vennootschap www.sipef.com/hq/investors/shareholders-information/ shareholders-structure/ De Vennootschap heeft geen verdere transparan- tiekennisgevingen ontvangen waaruit blijkt dat een andere aandeelhouder meer dan 5% van de stemrechten bezit. 338 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 339 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Corporate Governance Verklaring 4. Financiële Staten 340 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 341 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten EVOLUTIE VAN DE BEURSGEGEVENS VAN HET SIPEFAANDEEL IN EUR 2024 2023 2022 2021 2020 Hoogste beurskoers van het jaar 58,80 62,30 70,80 60,80 56,70 Laagste beurskoers van het jaar 48,40 51,30 52,70 43,85 38,00 Slotkoers per 31/12 56,80 53,00 58,90 56,90 43,20 Marktkapitalisatie per 31/12 (KEUR) 600906 560704 623122 601964 457027 Aantal aandelen per 31/12 10579328 10579328 10579328 10579328 10579328 Gemiddelde aantal verhandelde aandelen per handelsdag 2362 2151 5441 5277 5956 Gemiddelde omzet per handelsdag (KEUR) 130 122 338 263 274 2022 32% 32% 30% 31% 31% 30% 30% 30% 30% 30% 31% 32% 33% 23% 22% 24% 21% 25% 25% 25% 20172005 2006 2007 20092008 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2018 2020 2021 2023 2024 0.30 0.40 0.80 0.80 1.10 1.50 1.70 1.70 1.25 1.25 0.60 1.25 1.60 0.55 0 0.35 2.00 3.00 2.00 2.00 2022 32% 32% 30% 31% 31% 30% 30% 30% 30% 30% 31% 32% 33% 23% 22% 24% 21% 25% 25% 25% 20172005 2006 2007 20092008 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2018 2020 2021 2023 2024 0,30 0,40 0,80 0,80 1,10 1,50 1,70 1,70 1,25 1,25 0,60 1,25 1,60 0,55 0 0,35 2,00 3,00 2,00 2,00 20192019 15% 20% 25% 30% 35% 10% 5% 0% 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 0,00 Brutodividend (in EUR) Pay-out ratio (in %) EVOLUTIE VAN HET DIVIDEND EN DE PAYOUT RATIO SIPEF op de beurs Beursnotering De SIPEF-aandelen zijn genoteerd op de continu- markt van Euronext Brussels (code van het aandeel: SIP, ISIN code: BE0003898187). - 342 The connection to the world of sustainable tropical agriculture ANALISTEN DIE SIPEF VOLGEN Bank Degroof Petercam Frank Claassen KBC Securities Michiel Declercq FINANCIËLE KALENDER 17 april 2025 Kwartaalinformatie Q1 11 juni 2025 Gewone algemene vergadering 14 augustus 2025 Halaarlijks financieel verslag 16 oktober 2025 Kwartaalinformatie Q3 februari 2026 Jaarlijks communiqué Het is de intentie van SIPEF om het beleid van een dividenduitkering van ongeveer 30% van de recurrente winst van het vorige boekjaar en de herinvestering van het saldo in de verdere groei van het bedrijf verder te zetten. De periodieke en occasionele informatie over de Vennootschap en de Groep zal vóór openingstijd van de beurs worden gepubliceerd. Overeenkomstig de geldende wettelijke voorschrif- ten maakt elk belangrijk voorval dat een invloed kan hebben op het resultaat van de Vennootschap en van de Groep, het onderwerp uit van een afzon- derlijk persbericht. De hoofdbetaalagent is Bank Degroof Petercam. De website (www.sipef.com) speelt een belangrij- ke rol in de financiële communicatie van SIPEF. Daarom wordt een omvangrijk deel van de corpo- rate website gereserveerd voor investor relations. 343 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Financiële Staten Commentaar bij de geconsolideerde financiële staten. . . . . . 345 Geconsolideerde balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 351 Geconsolideerde winst- en verliesrekening . . . . . . . . . . . . . . . . 353 Overzicht van het geconsolideerd totaalresultaat . . . . . . . . . . 354 Geconsolideerd kasstroomoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 355 Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 356 Toelichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 357 1 - Identificatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 357 2 - Verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 357 3 - Waarderingsregels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 357 4 - Gebruik van schattingen en beoordelingen. . . . . . . . . . 364 5 - Groepsondernemingen/consolidatiekring. . . . . . . . . . . 365 6 - Wisselkoersen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 366 7 - Operationeel resultaat en segmentinformatie . . . . . . . 366 8 - Goodwill en immateriële vaste activa. . . . . . . . . . . . . . . . 371 9 - Biologische activa - dragende planten . . . . . . . . . . . . . . . 373 10 - Andere materiële vaste activa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 374 11 - Vorderingen op langer dan één jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . 377 12 - Voorraden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 377 13 - Biologische activa. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 377 14 - Overige vlottende vorderingen en overige schulden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 378 15 - Eigen vermogen deel groep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 379 16 - Minderheidsbelangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 380 17 - Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 381 18 - Pensioenverplichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 381 19 - Netto financiële activa/(verplichtingen). . . . . . . . . . . . 383 20 - Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) . . . . . . . . . . . . . 384 21 - Financieel resultaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 385 22 - Aandelenoptieplannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 385 23 - Winstbelastingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 387 24 - Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures . . . . . . . . . . . . . . . . . . 389 25 - Variatie bedrijfskapitaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 390 26 - Financiële instrumenten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 390 27 - Leasing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 396 28 - Verbintenissen en buiten balans rechten en verplichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 397 29 - Informatieverschang over verbonden partijen . . . 398 30 - Bedrijfscombinaties, verwervingen en afstotingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 399 31 - Winst per aandeel (gewone en verwaterde) . . . . . . . . .400 32 - Gebeurtenissen na balansdatum . . . . . . . . . . . . . . . . . . .400 33 - Prestaties geleverd door de auditor en gerelateerde vergoedingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .400 ESEF informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 401 Verslag van de commissaris inzake de geconsolideerde jaarrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 402 Verslag van de commissaris inzake overige wettelijke en reglementaire vereiste . . . . . . . . . . . . . . .409 Beknopte jaarrekening van de moedermaatschappij . . . . . . . 414 Beknopte balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 415 Beknopte resultatenrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 416 Resultaatverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 416 344 The connection to the world of sustainable tropical agriculture COMMENTAAR BIJ DE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN De geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar 2024 is opgesteld overeenkomstig de International Financial Reporting Standards (IFRS). Deze gecon- solideerde jaarrekening (hoofdstuk “Financiële staten”) maakt deel uit van het geïntegreerde jaarverslag en moet samen met de andere hoofd- stukken van het geïntegreerde jaarverslag worden gelezen, met inbegrip van de niet-financiële infor- matie opgenomen in: Hoofdstuk 1. “Bedrijfsverslag” Hoofdstuk 2. “Duurzaamheidsverklaringen” Hoofdstuk 3. “Corporate Governance” Annex 1 tot 5 345 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Balans De totale activa van de SIPEF-groep zijn gestegen tot KUSD1122372. De Netto Financiële Positie (NFP) van de Groep eindigde op KUSD -18087, een stijging van KUSD13331. De stijging is een gevolg van de terugbetaling van de langetermijnlening en lagere investeringsuitgaven van KUSD86858 versus KUSD106985 in 2023, voornamelijk toe- gewezen aan de uitbreiding in Zuid-Sumatra en moderniseringsprogramma’s voor de palmolie-ex- tractiefabrieken. De grote bewegingen in de balans in de loop van 2024 moeten worden gezien als een gevolg van de positieve resultaten en de strategie van de Groep, waardoor de activa zich uitbreiden, hoofdzakelijk ondersteund door een toename van het eigen vermogen. De toename van 'biologische activa – dragende planten' en 'andere materiële vaste activa' met KUSD26897 in 2024 was hoofdzakelijk het gevolg van investeringen in immateriële en materiële vaste activa (KUSD86858) die de afschrijvingen (KUSD55846) overtroen. De ‘vorderingen op meer dan één jaar’ stegen met KUSD11352, voornamelijk door de herclassificatie van de lening aan onze geassocieerde onderneming Verdant Bioscience Pte Ltd (KUSD11688) van korte termijn naar lange termijn, de verstrekking van leningen aan lokale boeren in Zuid-Sumatra om hun nieuwe aanplantingen te financieren (KUSD4282), gecompenseerd door de herclassificatie van de ver- wachte terugbetalingen van deze lokale boeren in 2025 naar de ‘korte termijn vorderingen’ (KUSD -5240). De ‘netto vlottende activa’ kunnen als volgt worden uitgesplitst: IN KUSD 31/12/2024 31/12/2023 Voorraden 46135 47179 Biologische activa 13547 11122 Handelsvorderingen 47353 29876 Overige vorderingen 32859 49490 Terug te vorderen belastingen 7547 6925 Derivaten 0 780 Andere vlottende activa 1950 1953 Handelsschulden -28512 -25243 Ontvangen voorschotten -3934 -3411 Overige schulden -20373 -15832 Winstbelastingen -6605 -10605 Derivaten (passiva) -1053 0 Andere kortlopende verplichtingen -11226 -16870 NETTO VLOTTENDE ACTIVA, LIQUIDITEITEN NIET INBEGREPEN 77688 75362 De ‘netto vlottende activa, liquiditeiten niet inbe- grepen’ zijn stabiel gebleven ten opzichte van vorig jaar. De belangrijkste posten en wijzigingen kunnen als volgt worden uitgesplitst: Voorraden zijn in totaal stabiel gebleven, echter zijn er onderliggend tegengestelde eecten. De hoeveelheid voorraad ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” – CPO) per eind december 2024 lag 31,4% lager dan in december 2023. Echter, door de hogere wereldmarktprijzen werd de CPO- voorraad tegen een hogere kostprijs gewaar- deerd. Dit resulteerde in een daling van de voor- raad afgewerkte producten met KUSD1044 ten opzichte van eind 2023. 346 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De methodologie die wordt gebruikt om de reële waarde van de biologische activa te bepalen, is niet veranderd ten opzichte van 2023. De tota- le waarde van de biologische activa steeg met KUSD2425, voornamelijk door een toename in de biologische activa van palmolie, als gevolg van hogere palmolieprijzen en een verhoogde productie van verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” – FFB) in zowel Indonesië als bij Hargy Oil Palms Ltd in het begin 2025 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Handelsvorderingen stegen met KUSD17477 door hogere verkopen tegen het jaareinde. Het merendeel van deze vorderingen is gerelateerd aan exportverkopen van Hargy Oil Palms Ltd. De stijging is tevens toe te schrijven aan twee verschepingen in december, wat leidde tot een hoger openstaande handelsvordering op jaar- einde. Dit staat in contrast met het voorgaande jaar, toen een verscheping werd uitgesteld naar het nieuwe jaar, wat resulteerde in een lagere handelsvordering per jaareinde. Overige vorderingen daalden met KUSD16631, voornamelijk door de eerder vermelde herclas- sificatie van de lening aan onze geassocieerde onderneming Verdant Bioscience Pte Ltd ter waarde van KUSD11688. De resterende daling is grotendeels te verklaren door een afname van de BTW-vordering van KUSD5853 bij Hargy Oil Palms Ltd, als gevolg van een verrekening van de terug te vorderen BTW met de verschuldigde inkomstenbelastingen. De netto te betalen belastingen (terug te vor- deren belastingen en te betalen winstbelastin- gen) stabiliseren zich, van een netto belasting- verplichting van KUSD3680 in 31 december 2023 naar een netto belastingvordering van KUSD942 in 31 december 2024. In Indonesië waren de vooruitbetalingen van belastingen in 2024 deels gebaseerd op de resultaten van 2023, die iets lager waren dan de resultaten van de Indonesische dochterondernemingen in 2024 en ook deels gebaseerd op het uitzonderijk hoog resultaat in 2022. De in 2024 betaalde belastin- gen (KUSD31625) waren slechts iets hoger dan de belastinglast over het jaar (KUSD27077). De ‘activa aangehouden voor verkoop’ van KUSD7126 betrof de geschatte netto verkoop- waarde van het deel van PT Melania dat de Groep in eigendom heeft tot alle voorwaarden voor een definitieve verkoop zijn voldaan. De netto uitgestelde belastingschuld bleef stabiel, van KUSD37240 eind 2023 naar KUSD36212 eind 2024, en is voornamelijk gerelateerd aan versnelde fiscale afschrijvingen bij Hargy Oil Palms Ltd. IN KUSD 31/12/2024 31/12/2023 Andere investeringen en beleggingen 1 1 Geldmiddelen en kasequivalenten 19880 11549 Financiële verplichtingen > 1 jaar 0 0 Leasing verplichtingen > 1 jaar -1448 -1974 Kortlopend gedeelte van de te betalen posten > 1 jaar 0 -18000 Financiële verplichtingen -35894 -22319 Leasing verplichtingen < 1 jaar - 626 - 675 NETTO FINANCIËLE POSITIE 18087 31418 De netto kaspositie steeg met KUSD13331 en bedroeg KUSD -18087 eind 2024. De langlopende lening werd volledig afgelost tegen jaareinde 2024. 347 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Resultaat De totale 'omzet' van de Groep bedroeg KUSD443810 per 31 december 2024 en bleef stabiel tegenover 31 december 2023. Vooral de omzet van het palmsegment daalde met KUSD9110 voornamelijk als gevolg van een afname in CPO-productie (-7,4%), die werd gecompenseerd door een hogere verkoopprijs per eenheid CPO/ PK(O) in 2024 ten opzichte van 2023. De verkoop- prijzen af-fabriek voor CPO bedroegen in 2024 respectievelijk USD816 per ton in Indonesië (2023: USD739 per ton), USD964 per ton in Papoea- Nieuw-Guinea (2023: USD988 per ton) en USD867 per ton voor de Groep (2023: USD830 per ton). De omzet van het bananensegment, uitgedrukt in euro, de functionele munt, steeg met 32,6%, voornamelijk door een stijging van de gemiddelde verkoopprijs per eenheid (+5,4%) en een stijging van de geproduceerde en verkochte volumes (+24,6%) als gevolg van de volgroeiing van de nieuwe uitbrei- dingen in Lumen en Akoudié. De totale 'kostprijs van verkopen' daalde met KUSD7770 of 2,6% in 2024 in vergelijking met vorig jaar. De belangrijkste redenen voor deze daling waren: De bedrijfskosten voor de eigen plantages en palmolie-extractiefabrieken daalden met KUSD7288 of 4,1%. Dit was voornamelijk te danken aan de lagere meststof-en oogstkosten als gevolg van de lagere productievolumes en de devaluatie van de IDR ten opzichte van de USD, wat gunstig is voor de operationele bedrijfskosten van de plantages. Deze dalingen worden gecompenseerd door het verder matuur worden van de plantages in Zuid-Sumatra, wat resulteert in een stijging van de totale operationele en verwerkingskosten van de plantages in Zuid-Sumatra met KUSD4121. De verwerkingskosten daalden door een afname van de instroom van gewassen (-4,5%) ten opzichte van vorig jaar. Aankopen van FFB door derden bij Hargy Oil Palms Ltd daalden met KUSD2868 of 9,3%, gro- tendeels door een daling in FFB productie (-13,1%) na de vulkaanuitbarsting eind 2023, gecompen- seerd door een hogere aankoopprijs van FFB waar- van de prijs gerelateerd is aan de CPO prijs. De buitengebruikstelling van de overblijvende rubberactiva in Agro Muko en Bandar Sumatra resulteerde in een stijging van de kostprijs van verkopen met KUSD2213 tegenover vorig jaar. Hiermee kwam een einde aan de overblijvende rubberactiviteiten aangezien al deze arealen geconverteerd zullen worden met oliepalmen. Ten slotte, een toename van de operationele kosten voor de bananenteelt bij Plantations J. Eglin met KUSD5157, door de uitbreidingen in Lumen en Akoudié. De ‘aanpassing in de reële waarde van de biologische activa' betrof de eecten van de waardering van de hangende vruchten aan hun reële waarde (IAS41R). De ‘brutowinst’ steeg met 6,6% van KUSD149673 eind 2023 naar KUSD159606 eind 2024. De brutowinst van het palmsegment steeg met KUSD7142 tot KUSD156774, voornamelijk door hogere verkoopprijzen van CPO, PK en CPKO, hoewel dit gedeeltelijk werd gecompenseerd door lagere productievolumes. De gemiddelde gerealiseerde eenheidsverkoopprijs af-fabriek van USD867 per ton was 4,6% hoger dan de USD830 per ton van vorig jaar. De brutowinst van de bananen- en horticultuuracti- viteiten steeg van KUSD4357 naar KUSD5799, als gevolg van een stijging van de verkoopprijzen (+5,4%) en een toename van de geproduceerde volumes (+24,6%) door de uitbreiding van de geplante arealen. De gemiddelde eenheidskostprijs af-fabriek voor mature palmolieplantages steeg lichtjes in 2024 (+ 3,3%) ten opzichte van 2023, voornamelijk door lagere productievolumes en de toenemende 348 The connection to the world of sustainable tropical agriculture relatieve productie in Zuid-Sumatra, waar de plan- tages nog grotendeels jong zijn en hogere kosten hebben dan de mature plantages. De gemiddelde kosten af-fabriek voor de volgroeide bananenplantages over dezelfde periode, uitgedrukt in euro, de functionele valuta, daalden met 6,7%. Dit komt door de verhoogde productie in nieuwe uitbreidingsgebieden, die hun mature productiefase bereiken. De 'algemene en beheerskosten' stegen in vergelij- king met vorig jaar, voornamelijk als gevolg van de verdere ontplooiing van het bijkantoor in Singapore, dat de interne IT-diensten van de Groep centrali- seert alsook als gevolg van de algemene inflatie. De overige bedrijfsopbrengsten/kosten zijn gedaald van KUSD4509 in 2023 naar KUSD -7051 in 2024. De bedrijfskosten van dit jaar bestaan voornamelijk uit de reële waarde correctie op de verkoop van PT Melania ter waarde van KUSD -6394 en de buiten- gebruikstelling van biologische activa als gevolg van een vervroegde herbeplanting bij PT UMW, goed voor KUSD -1361. Het bedrag van KUSD4509 in 2023 omvatte de terugname van o.a. de historische waardevermindering op PT Citra Sawit Mandiri na het verkrijgen van de definitieve HGU (KUSD2801). Het 'bedrijfsresultaat' bedroeg KUSD104105 tegenover KUSD107978 vorig jaar. De 'financieringsopbrengsten' van KUSD1589 omvatten voornamelijk interesten uit vorderingen op lokale boeren in Zuid-Sumatra (KUSD1250). De 'financieringskosten' van KUSD2953 hielden voornamelijk verband met interesten op korteter- mijnfinanciering (KUSD2554) en een verdisconte- ring op vorderingen op lokale boeren (KUSD399). Eind 2024 werd gekenmerkt door volatiele wis- selkoersen, waarbij de USD sterker werd ten opzichte van de meeste andere valuta, vooral naar jaareinde toe. De negatieve 'wisselkoersverschillen' (KUSD5277) hadden voornamelijk betrekking op het eect van het ingedekt dividend van 2024 en de indekking van het verwachte dividend voor 2025 in euro, de devaluatie van de PGK tegen- over de USD op belasting- en btw-vorderingen in Papoea-Nieuw-Guinea en de wisselkoersimpact op de herwaardering van vorderingen op lokale boeren en pensioenvoorzieningen in IDR in Indonesië. Het 'resultaat voor belastingen' bedraagt KUSD97464 voor 2024, vergeleken met KUSD108817 eind 2023. Het effectieve belastingtarief bedroeg 26,5%. Dit is iets hoger dan het theoretische tarief van 25,6%. De 'belastinglast' (KUSD25851) omvat de terugname van de waardevermindering op uitge- stelde belastingvorderingen voor fiscale verliezen (KUSD677), de gebruikelijke verworpen uitgaven van circa KUSD773, niet-aftrekbare interesten als gevolg van de “thin cap”-wetgeving in Indonesië (KUSD358) en ten slotte de niet-aftrekbare cor- rectie op de reële waarde van de verkoop van PT Melania ter waarde van KUSD1407. Aangezien Hargy Oil Palms Ltd nog steeds herstelt van de gevolgen van de vulkaanuitbarsting, werd er geen dividend uitgekeerd en werd er dus geen roerende voorheng geboekt. Het 'aandeel in de winst en verlies van geassocieer- de deelnemingen en joint ventures' (KUSD -1366) bevatte de beperkte negatieve bijdrage van de onder- zoeksactiviteiten gecentraliseerd bij PT Timbang Deli Indonesië en Verdant Bioscience Pte Ltd. Het 'resultaat van de periode' 2024 bedroeg KUSD70247, een daling van 8,0% tegenover vorig jaar. De nettowinst, deel van de Groep, bedroeg KUSD65838 (USD6,33 per aandeel) tegenover KUSD72735 (USD6,99 per aandeel) vorig jaar. 349 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Kasstroom Ondanks de vermindering van het bedrijfsresultaat steeg de 'kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor variatie bedrijfskapitaal' licht van KUSD162769 per 31 december 2023 tot KUSD162900 per 31 december 2024. De afschrijvingen bedroegen KUSD55846, wat hoger is dan vorig jaar (KUSD52724) als gevolg van de toegenomen kapitaalinvesteringen en de ver- snelde afschrijving van de resterende rubberactiva. De wijzigingen in de reële waarde van biologische activa (KUSD -6238) omvatten zowel de aanpassin- gen in de reële waarde volgens IAS 41 (KUSD2425) als het niet-geldelijke eect van de waardering van de palmolievoorraad aan het einde van het jaar (KUSD3813). De variatie in het werkkapitaal van KUSD1768 houdt voornamelijk verband met de afname van andere vorderingen en de stijging van handels- en overige schulden, gecompenseerd door een toename van handelsvorderingen en een afname van andere kortlopende verplichtingen. Vooruitbetalingen van belastingen in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea worden volgens de lokale regelgeving gebaseerd op de resultaten van het voorgaande jaar. In Indonesië werd nog een klein deel vooraf betaald op basis van de (zeer hoge) resultaten van 2022. Dit is de belangrijkste reden waarom de betaalde belastingen (KUSD -31625) nog steeds hoger zijn dan de actuele belastinglast van het jaar (KUSD27077). De 'verwerving van immateriële en materiële activa' (KUSD -86858) hield verband met de gebruike- lijke vervangingsinvesteringen in de bestaande activiteiten en de nieuwe ontwikkelingen in Zuid-Sumatra (KUSD32317). Naast de verdere ontwikkeling van de aangeplante gebieden en bijbehorende infrastructuur, zoals woningen en wegen, werd in Zuid-Sumatra ook geïnvesteerd in de voltooiing van de Agro Muara Rupit-palmolie- extractiefabriek, met een verwerkingscapaciteit van 45 ton FFB per uur in de eerste fase. Deze palmolie-extractiefabriek werd operationeel in juni 2024 en is sindsdien gestart met de productie van palmolie. Andere belangrijke kapitaalinveste- ringen betroen extra vrachtwagens voor Hargy Oil Palms Ltd (KUSD10008), kosten in verband met de verlenging en verwerving van eigendomstitels (KUSD8196), verdere uitbreiding van Plantations J. Eglin (KUSD2903) en de (her)aanplanting van oliepalmen, voornamelijk voor de omzetting van rubber naar palmolie bij PT Bandar Sumatra en PT Agro Muko (KUSD11037). Daarnaast werden er extra leningen verstrekt (KUSD -4282) aan lokale boeren in Zuid-Sumatra en Bengkulu. De 'opbrengsten uit de verkoop van materiële vaste activa' (KUSD571) hadden betrekking op de verkoop van kleinere materiële vaste activa. De 'opbrengsten uit de verkoop van financiële activa' (KUSD -4179) betroen de contante betalingen om te voldoen aan de voorwaarden voor de verkoop van PT Melania, met name de betaling van de res- terende pensioenvoorzieningen en de benodigde liquide middelen om de theeplantage operationeel te houden. De 'vrije kasstroom' voor het jaar 2024 bedroeg KUSD38295, vergeleken met KUSD5813 voor dezelfde periode vorig jaar. De 'kasstroom uit financieringsactiviteiten' (KUSD -29965) omvat voornamelijk inkoop- en verkooptransacties van eigen aandelen (netto KUSD1055), terugbetalingen van langetermijn- financiering (KUSD -18000 voor de laatste schijf van de langetermijnlening en KUSD -924 voor de leasingschulden), een toename van de kortetermijn- financiering (KUSD13525), de dividenduitkering aan SIPEF-aandeelhouders (KUSD -22434) en dividendbetalingen aan minderheidsaandeelhou- ders (KUSD -2150). 350 The connection to the world of sustainable tropical agriculture GECONSOLIDEERDE BALANS IN KUSD TOELICHTING 2024 2023 Vaste activa 945 975 907 847 Immateriële vaste activa 8 119 138 Goodwill 8 104 782 104 782 Biologische activa - dragende planten 9 320 851 326 656 Andere materiële vaste activa 10 457 720 425 018 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures 24 331 1 697 Financiële activa 112 112 Andere financiële activa 112 112 Vorderingen > 1 jaar 45 581 34 229 Overige vorderingen 11 45 581 34 229 Uitgestelde belastingvorderingen 23 16 478 15 214 Vlottende activa 176 396 172 395 Voorraden 12 46 135 47 179 Biologische activa 13 13 547 11 122 Handelsvorderingen en overige vorderingen 80 212 79 366 Handelsvorderingen 26 47 353 29 876 Overige vorderingen 14 32 859 49 490 Terug te vorderen belastingen 23 7 547 6 925 Investeringen 1 1 Andere investeringen en beleggingen 19 1 1 Derivaten 26 0 780 Geldmiddelen en kasequivalenten 19 19 880 11 549 Andere vlottende activa 1 950 1 953 Activa aangehouden voor verkoop 30 7 126 13 520 TOTAAL ACTIVA 1 122 372 1 080 242 351 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten IN KUSD TOELICHTING 2024 2023 Totaal eigen vermogen 935 782 888 819 Eigen vermogen deel groep 15 898 427 853 777 Geplaatst kapitaal 44 734 44 734 Uitgiftepremies 107 970 107 970 Ingekochte eigen aandelen (-) - 10 633 -11 681 Reserves 767 754 723 733 Omrekeningsverschillen - 11 396 -10 978 Minderheidsbelangen 16 37 355 35 042 Langlopende verplichtingen 78 368 78 466 Voorzieningen > 1 jaar 427 524 Voorzieningen 17 427 524 Uitgestelde belastingverplichtingen 23 52 690 52 454 Leasing verplichtingen > 1 jaar 27 1 448 1 974 Pensioenverplichtingen 18 23 803 23 515 Kortlopende verplichtingen 108 222 112 957 Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar 59 424 55 093 Handelsschulden 26 28 512 25 243 Ontvangen voorschotten 26 3 934 3 411 Overige schulden 14 20 373 15 832 Winstbelastingen 23 6 605 10 605 Financiële verplichtingen < 1 jaar 36 519 40 994 Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar 19 0 18 000 Financiële verplichtingen 19 35 894 22 319 Leasing verplichtingen < 1 jaar 27 626 675 Derivaten 26 1 053 0 Andere kortlopende verplichtingen 11 226 16 870 TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 1 122 372 1 080 242 352 The connection to the world of sustainable tropical agriculture GECONSOLIDEERDE WINST EN VERLIESREKENING IN KUSD TOELICHTING 2024 2023 Omzet 7 443 810 443 886 Kostprijs van verkopen 7 -286 630 -294 400 Aanpassingen van de reële waarde van de biologische activa 7 2 425 186 Brutowinst 159 606 149 673 Algemene en beheerskosten 7 -48 450 -46 204 Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) 20 -7 051 4 509 Bedrijfsresultaat 104 105 107 978 Financieringsopbrengsten 1 589 1 809 Financieringskosten -2 953 -2 079 Wisselkoersresultaten -5 277 1 108 Financieel resultaat 21 -6 640 839 Resultaat voor belastingen 97 464 108 817 Belastinglasten 23 -25 851 -31 128 Resultaat na belastingen 71 613 77 689 Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures 24 -1 366 -1 335 Resultaat van voortgezette activiteiten 70 247 76 354 Resultaat van beëindigde activiteiten 0 0 Resultaat van de periode 70 247 76 354 Toe te rekenen aan: - Minderheidsbelangen 16 4 409 3 619 - Aandeelhouders van de moedermaatschappij 65 838 72 735 WINST PER AANDEEL IN USD TOELICHTING 2024 2023 VAN VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN Gewogen gemiddelde aandelen 30 10 405 284 10 403 105 Gewoon bedrijfsresultaat per aandeel 30 10,00 10,38 Gewone winst per aandeel 30 6,33 6,99 Verwaterde winst per aandeel 30 6,32 6,98 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen 30 12,79 11,79 353 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten OVERZICHT VAN HET GECONSOLIDEERD TOTAALRESULTAAT IN KUSD TOELICHTING 2024 2023 Resultaat van de periode 70 247 76 354 Andere elementen van het totaalresultaat: Elementen die naar de winst- en verliesrekening geherclassificeerd zullen worden in toekomstige periodes - Valutakoersverschillen als gevolg van de omrekening van buitenlandse activiteiten 15 - 418 268 - Cash flow hedges - reële waarde voor de periode 26 - 495 - 855 - Eect van de winstbelasting (cash flow hedges) 26 124 214 Elementen die niet naar de winst- en verliesrekening geherclassificeerd zullen worden in toekomstige periodes - Toegezegd-pensioenregelingen - IAS 19 18 1 085 - 512 - Eect van de winstbelasting - 239 113 Andere elementen van het totaalresultaat 57 - 773 Andere elementen van het totaalresultaat toe te rekenen aan: - Minderheidsbelangen 54 - 14 - Aandeelhouders van de moedermaatschappij 3 - 759 Totaalresultaat van het boekjaar 70 305 75 581 Totaalresultaat van het boekjaar toe te rekenen aan: - Minderheidsbelangen 4 463 3 606 - Aandeelhouders van de moedermaatschappij 65 842 71 975 354 The connection to the world of sustainable tropical agriculture GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT IN KUSD TOELICHTING 2024 2023 BEDRIJFSACTIVITEITEN Winst voor belastingen 97 464 108 817 Gecorrigeerd voor: Afschrijvingen 8,9,10 55 846 52 724 Variatie voorzieningen 17 1 990 2 300 Aandelenopties 201 163 Niet gerealiseerde omrekeningsresultaten 2 032 0 Variatie reële waarde biologisch actief -6 238 - 186 Overige niet-kasresultaten - 69 -2 963 Hedgereserve, en financiële derivaten 26 1 338 3 Financiële kosten en opbrengsten 1 364 270 (Winst)/verlies realisatie materiële vaste activa 8,9 2 578 1 641 Variatie reële waarde activa aangehouden voor verkoop 6 394 0 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor variatie bedrijfskapitaal 25 162 900 162 768 Variatie bedrijfskapitaal 25 1 768 16 080 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na variatie bedrijfskapitaal a 164 668 178 848 Betaalde belastingen b 23 -31 625 -56 216 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten c=a+b 133 043 122 632 INVESTERINGSACTIVITEITEN Verwerving immateriële activa 8 - 40 - 9 Verwerving biologische activa 9 -31 666 -32 556 Verwerving materiële vaste activa 10 -55 152 -74 421 Financiering plasma voorschotten 11 -4 282 -7 799 Verkopen materiële vaste activa 571 889 Verkopen financiële activa 11,29 -4 179 -2 924 Kasstroom uit investeringsactiviteiten d -94 747 -116 819 Vrije kasstroom e= c+d 38 295 5 813 FINANCIERINGSACTIVITEITEN Eigen vermogenstransacties met minderheidsaandeelhouders 0 - 415 Verwerving van eigen aandelen 22 - 118 - 701 Verkoop van eigen aandelen 22 1 173 608 Terugbetaling leningen op lange termijn 19 -18 924 -18 528 Opname leningen op lange termijn 19 398 182 Terugbetaling kortlopende financiële verplichtingen 19 - 50 - 590 Opname kortlopende financiële verplichtingen 19 13 575 17 671 Dividenden van vorig boekjaar betaald in de loop van het boekjaar -22 434 -33 765 Dividenden door dochters betaald aan minderheidsbelangen 16 -2 150 -2 796 Ontvangen - betaalde interesten -1 435 - 285 Kasstroom uit financieringsactiviteiten f -29 965 -38 619 Netto beweging van investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten g=e+f 19 8 331 -32 806 Investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten (bij het begin van het jaar) 19 11 550 44 356 Invloed van de wisselkoers op de geldmiddelen en kasequivalenten 19 0 0 Investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten (per einde boekjaar) 19 19 880 11 550 Waarvan: 19 Andere investeringen en beleggingen 19 1 1 Geldmiddelen en kasequivalenten 19 19 880 11 549 355 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten MUTATIEOVERZICHT VAN HET GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN IN KUSD GEPLAATST KAPITAAL SIPEF UITGIFTE PREMIES SIPEF EIGEN AANDELEN TOEGEKEND PENSI OENRE GELINGEN IAS 19 RESERVES OMREKE NINGSVER SCHILLEN EIGEN VERMO GEN DEEL GROEP MINDER HEIDS BELANGEN TOTAAL EIGEN VERMO GEN 1 JANUARI 2024 44 734 107 970 -11 681 -5 510 729 243 -10 978 853 777 35 042 888 819 Resultaat van de periode 65 838 65 838 4 409 70 247 Andere elementen van het totaalresultaat 792 - 371 - 418 3 54 57 Totaal resultaat 0 0 0 792 65 467 - 418 65 841 4 464 70 305 Uitkering dividend vorig boekjaar -22 434 -22 434 -2 150 -24 584 Andere (toelichting 15,22) 1 048 194 1 242 1 242 31 DECEMBER 2024 44 734 107 970 -10 633 -4 718 772 471 -11 396 898 427 37 355 935 782 1 JANUARI 2023 44 734 107 970 -11 588 -5 124 693 057 -11 246 817 803 32 342 850 144 Resultaat van de periode 72 735 72 735 3 619 76 354 Andere elementen van het totaalresultaat - 386 - 642 268 - 759 - 14 - 773 Totaal resultaat 0 0 0 - 386 72 093 268 71 975 3 606 75 581 Uitkering dividend vorig boekjaar -33 765 -33 765 -2 796 -36 560 Eigen vermogen transacties met minderheidsaandeelhouders -2 305 -2 305 1 890 - 415 Andere (toelichting 15,22) - 93 163 70 70 31 DECEMBER 2023 44 734 107 970 -11 681 -5 510 729 243 -10 978 853 777 35 042 888 819 356 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Toelichtingen 1. IDENTIFICATIE SIPEF (of ‘de onderneming’) is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht en gevestigd te 2900 Schoten, Calesbergdreef 5. De geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2024 omvat SIPEF en haar dochterondernemingen (hierna vernoemd als ‘SIPEF-groep’ of ‘de Groep’). De vergelijkende cijfers zijn opgenomen voor boekjaar 2023. De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld op de raad van bestuur van 11 februari 2025. De gebeurtenissen na de balansdatum werden bijgewerkt en goedgekeurd voor publicatie door de bestuurders op 15 april 2025. Deze jaarrekening zal aan de aandeelhouders voorgelegd worden op de algemene vergadering van 11 juni 2025. De lijst van bestuurders en commissaris, alsook een beschrijving van de voornaamste activiteiten van de Groep, zijn opgenomen in de hoofdstukken “Corporate governance statement” en “SIPEF’s operations” van het geïntegreerd jaarverslag. 2. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met IFRS accounting standaarden zoals aanvaard binnen de Europese Unie (EU-IFRS) per 31 december 2024. De volgende standaarden en interpretaties zijn toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2024: • Aanpassingen aan IAS 1 - Kortlopende verplichtingen met convenanten en de classificatie van verplichtingen als courant of niet-courant (uitgesteld) • Aanpassingen aan IFRS 16 - Leaseverplichting in een Sale and Leaseback • Aanpassingen aan IAS 7 / IFRS 7: Toelichtingen leveranciersfinanciering Deze wijzigingen hebben geen significante invloed op het nettoresultaat en het eigen vermogen van de Groep. De Groep heeft niet geopteerd voor vervroegde toepassing van de volgende nieuwe standaarden en interpretaties die gepubliceerd waren op de datum van goedkeuring van deze jaarrekening maar nog niet van kracht waren op de balansdatum: • Aanpassingen aan IAS 21: Gebrek aan uitwisselbaarheid (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2025). • Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7: Classificatie en waardering van financiële instrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026). • Aanpassingen aan IFRS 1: Eerste toepassing van de Internationale Standaarden voor Financiële Verslaggeving (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026). • Aanpassingen aan IFRS 7: Financiële instrumenten – Toelichtingen en de bijbehorende richtlijnen voor de implementatie van IFRS 7 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026). • Aanpassingen aan IFRS 9: Financiële instrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026). • Aanpassingen aan IFRS 10: Geconsolideerde jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026). • Aanpassingen aan IAS 7: Kasstroomoverzicht (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026). • IFRS 18: Presentatie en toelichtingen in de jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2027). • IFRS 19: Dochterondernemingen zonder publieke verantwoordingsplicht – Toelichtingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2027). Op dit ogenblik verwacht de Groep niet dat de eerste toepassing van deze standaarden en interpretaties een materieel effect zal hebben op de financiële staten van de Groep. 3. WAARDERINGSREGELS Basis voor de opstelling van de jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening wordt vanaf 2007 voorgesteld in US-dollar (tot en met 2006 was dit euro), afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal (KUSD). Deze aanpassing is een gevolg van de gewijzigde politiek inzake liquiditeits- en schuldbeheer vanaf eind 2006 waardoor de functionele valuta van de meerderheid van de dochterondernemingen is gewijzigd van lokale munt naar US- dollar. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens het principe van de historische kostprijs, behalve voor de volgende activa en passiva die tegen reële waarde zijn gewaardeerd: investeringen in eigen-vermogensinstrumenten gewaardeerd tegen FVOCI, financiële derivaten en groeiende biologische productie De waarderingsregels werden op uniforme wijze in heel de Groep toegepast en zijn vergelijkbaar met deze gehanteerd over het vorige boekjaar. Consolidatieprincipes Dochterondernemingen Dochterondernemingen zijn deze waarover de onderneming controle uitoefent. Een investeerder heeft zeggenschap over een deelneming als de investeerder over alle volgende elementen beschikt, in overeenstemming met IFRS 10: • Macht over de deelneming, d.w.z. de investeerder heeft bestaande rechten die hem in staat stellen de relevante activiteiten te sturen; • Blootstelling aan, of rechten op, variabele opbrengsten uit zijn betrokkenheid bij de deelneming; en • De mogelijkheid om zijn macht uit te oefenen teneinde de omvang van de rendementen te beïnvloeden. De jaarrekeningen van de dochterondernemingen worden in de consolidatiekring opgenomen vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle (of een nabije datum). 357 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Geassocieerde deelnemingen In geassocieerde deelnemingen oefent de Groep een invloed van betekenis uit op het financiële en operationele beleid maar geen controle. De geconsolideerde financiële staten omvat het aandeel van de Groep in de winst of het verlies van de deelneming volgens de vermogensmutatiemethode vanaf de dag dat deze invloed van betekenis een aanvang neemt tot de dag dat er effectief een einde aan komt (of een nabije datum). Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen de boekwaarde van de investeringen in geassocieerde deelnemingen overstijgt, wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden de toekomstige verliezen niet langer opgenomen, behalve in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot de betreffende ondernemingen. Geëlimineerde transacties bij de consolidatie Alle intragroepsaldi en –transacties, met inbegrip van niet gerealiseerde winsten op intragroep transacties, worden geëlimineerd bij alle ondernemingen die worden opgenomen via de integrale consolidatie. Voor niet gerealiseerde verliezen gelden dezelfde eliminatieregels als voor de niet gerealiseerde winsten, met dit verschil dat ze enkel worden geëlimineerd voor zover er geen indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat. Vreemde valuta Transacties in vreemde valuta In de individuele ondernemingen van de Groep worden de transacties in vreemde valuta omgerekend tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden gewaardeerd tegen de slotkoers. Valutakoersverschillen die ontstaan bij de omrekening worden in de winst- en verliesrekening opgenomen als een financieel resultaat. Niet- monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers van de transactiedatum. Jaarrekeningen van buitenlandse activiteiten Functionele waarderingsmunt: de posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt (functionele waarderingsmunt). De geconsolideerde jaarrekening wordt vanaf 2007 opgesteld in USD, de functionele valuta van het merendeel van de groepsmaatschappijen. Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend: • Activa en verplichtingen tegen de koers op het einde van het jaar; • Winst- en verliesrekening tegen de gemiddelde wisselkoers van de periode; • Het eigen vermogen tegen de historische wisselkoers. Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening voor consolidatie, worden geboekt in de andere elementen van het totaalresultaat onder “Valutakoersverschillen als gevolg van de omrekening van buitenlandse activiteiten”. Bij verlies van controle van een buitenlandse onderneming worden de omrekeningsverschillen erkend in de winst- en verliesrekening als deel van de winst of het verlies van de verkoop. Goodwill en waarderingen aan de reële waarde in het kader van de overnames van buitenlandse entiteiten, worden beschouwd als lokale valuta activa en verplichtingen van de betreffende buitenlandse entiteit en worden omgerekend tegen de slotkoers. Biologische activa De biologische activa van palmolie wordt gedefinieerd als de olie die de palmvruchten bevatten, zodat de reële waarde van deze onderscheidbare activa betrouwbaar geschat kan worden. De Groep heeft geopteerd om de biologische activa van rubber te waarderen aan de reële waarde op het moment van oogsten ("at point of harvest") in overeenstemming met IAS 41.32 en dus niet te waarderen aan de reële waarde verminderd met de verwachte verkoopkosten, waarbij ze van mening is dat alle parameters van een alternatieve berekeningsmethode (producties, levenscyclus, kostentoewijzing, …) duidelijk onbetrouwbaar zijn. Hierdoor is elke alternatieve berekening op zich ook duidelijk onbetrouwbaar. De biologische activa van bananen wordt gewaardeerd aan de reële waarde aangezien de parameters voor deze berekening wel beschikbaar en betrouwbaar zijn. Een winst of verlies uit een wijziging in reële waarde min de geschatte kosten van het verkooppunt van een biologisch actief wordt opgenomen in de nettowinst of het nettoverlies over de periode waarin de winst of het verlies is ontstaan. Op het tijdstip van de oogst worden de verse vruchtentrossen (“fresh fruit bunches” - FFB), rubber en bananen gewaardeerd tegen hun reële waarde minus de verkoopkosten en overgeboekt naar de voorraden. Goodwill Goodwill is het bedrag waarmee de kostprijs van de bedrijfscombinatie het belang van de Groep in de reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen overschrijdt. Goodwill wordt niet afgeschreven maar tenminste jaarlijks onderworpen aan een test voor bijzondere waardeverminderingen. Hiervoor wordt de goodwill toegewezen aan de operationele entiteiten wat het laagste niveau is waarop de goodwill wordt gevolgd voor interne managementdoeleinden (d.i. kasstroom genererende eenheid). Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk als een last opgenomen in de winst- en verliesrekening en wordt nooit teruggenomen. Negatieve goodwill is het excedent van de reële waarde van het aandeel van de Groep in de verworven identificeerbare netto activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs. Negatieve goodwill wordt onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Immateriële activa Immateriële activa omvatten computersoftware en licenties. Immateriële activa worden geactiveerd en lineair afgeschreven over hun vermoedelijke gebruiksduur. 358 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Materiële vaste activa Materiële vaste activa, alsook vastgoedbeleggingen en dragende planten, worden opgenomen tegen hun kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Financieringskosten worden geactiveerd als deel van de kostprijs van het in aanmerking komend actief. Uitgaven voor de herstellingen van materiële vaste activa worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Vaste activa aangehouden voor verkoop worden in voorkomend geval gewaardeerd aan het laagste van de boekwaarde en de reële waarde min verkoopkosten. In overeenstemming met de aanpassing aan IAS 16 en IAS 41 worden de dragende planten opgenomen tegen hun kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Alle kosten die worden gemaakt voor het onderhoud van de dragende planten, inclusief kosten voor bemesting, worden gekapitaliseerd zolang de dragende planten immatuur zijn. De afschrijvingen starten wanneer de dragende planten matuur zijn en de productie van biologische activa start. Afschrijvingen worden als volgt berekend op een lineaire basis over de verwachte gebruiksduur van het desbetreffende actief: Gebouwen 5 tot 30 jaar Infrastructuur 5 tot 25 jaar Installaties en machines 5 tot 30 jaar Rollend materieel 3 tot 20 jaar Bureaumateriaal en meubilair 5 tot 10 jaar Overige vaste activa 2 tot 20 jaar Dragende planten 20 tot 25 jaar Terreinen en ‘vaste activa in aanbouw’ worden niet afgeschreven. De Groep presenteert de landrechten als materiële vaste activa consistent met de presentatiemethode binnen de industrie en de relevante adviezen hieromtrent. De landrechten hebben een onbepaalde gebruiksduur. Bovendien, volgt de Groep elk landrecht kort op in termen van de vernieuwing en wordt enkel nog afgeschreven op de landrechten als er een indicatie is dat deze niet vernieuwd zouden kunnen worden. De vernieuwingskosten van de landrechten worden eveneens opgenomen als landrechten en worden afgeschreven over de duurtijd van de vernieuwing. Verder, maken de landrechten deel uit van de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering. Leases Activa die het recht vertegenwoordigen om het onderliggende geleasede actief te gebruiken, worden tegen kostprijs geactiveerd als materiële vaste activa, bestaande uit het bedrag van de initiële waardering van de leaseverplichting, alle leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum zijn gedaan, verminderd met eventuele ontvangen lease- incentives, eventuele initiële directe kosten en herstelkosten. De overeenkomstige leaseverplichtingen, die de netto contante waarde van de leasebetalingen vertegenwoordigen, worden verantwoord als langlopende of kortlopende verplichtingen, afhankelijk van de periode waarin ze vervallen. Geleased activa en passiva worden opgenomen voor alle huurcontracten met een looptijd van meer dan 12 maanden, tenzij de onderliggende waarde van geringe waarde is. De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de lessee, zijnde het tarief dat de lessee zou moeten betalen om de middelen te lenen die nodig zijn om een actief van vergelijkbare waarde te verkrijgen in een vergelijkbare economische omgeving met vergelijkbare voorwaarden. Het rentetarief dat impliciet in de leaseovereenkomst was opgenomen, kon niet worden bepaald. Alle kasstromen in verband met de leaseovereenkomsten zijn opgenomen in de toename/afname van de financiële leningen op korte of lange termijn (financieringsactiviteiten) in het kasstroomoverzicht. Leaserente wordt als rentelast ten laste van de winst- en verliesrekening genomen. Geleasede activa worden afgeschreven op basis van lineaire afschrijving over de leaseperiode, inclusief de periode van verlengbare opties, indien het waarschijnlijk is dat de optie zal worden uitgeoefend. Lessee accounting Vanwege de aard van de activiteiten waarbij deze activiteiten voornamelijk plaatsvinden in relatief afgelegen gebieden, bezit de Groep de meeste van de gebruikte activa. Daarom hebben is er slechts een beperkt aantal huurcontracten die in aanmerking komen voor lease accounting. De drie hoofdcategorieën bestaan uit: Huur van gebouwen Kantoorhuur wordt momenteel geboekt als operationele lease. Analyse toont aan dat de huur voldoet aan de definitie van een leasingovereenkomst en dat als zodanig een met een gebruiksrecht overeenstemmend actief en bijbehorende leasingschuld onder de nieuwe standaard moet worden verantwoord. Aangezien de meeste kantoorhuurcontracten langlopende huurcontracten zijn, zijn de belangrijkste acties voor beheer van het gebied vereist: • Bepaling van de leaseperiode; • Berekening van de marginale rentevoet. Bedrijfswagens Bedrijfswagen in België voldoen aan de definitie van een lease en zullen zodoende op dezelfde manier als de huur van gebouwen worden behandeld. Landrechten in Papoea-Nieuw-Guinea In de dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd in Papoea- Nieuw-Guinea, omvat een deel van de landrechten een vaste jaarlijkse huurbetaling voor het vruchtgebruik van het land, evenals een variabele royalty afhankelijk van de productieniveaus van het jaar gemeten in ton FFB. De jaarlijkse vaste huurbetaling voldoet aan de definitie van een lease, waarbij de leasetermijn van het actief bepaald is als de gemiddelde levensduur van een oliepalm (25 jaar). Lessor accounting De Groep heeft geen contracten die tot lessor accounting zouden kunnen leiden. Bijzondere waardeverminderingen van activa Materiële vaste activa (inclusief dragende planten) en andere vaste activa worden onderworpen aan een test voor bijzondere waardevermindering als bepaalde elementen of belangrijke veranderingen een indicatie geven dat de boekwaarde groter is dan de realiseerbare waarde. Er dient 359 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten een bijzonder waardeverminderingsverlies te worden opgenomen gelijk aan het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde, wat het hoogste is van de reële waarde min de verkoopkosten en de bedrijfswaarde van het actief. Voor de identificatie van bijzondere waardeverminderingen worden de activa samengevoegd in de kleinste identificeerbare groep die een instroom van kasmiddelen genereert. Wanneer later een bijzondere waardevermindering niet langer bestaat, door een toename van de reële waarde of de gebruikswaarde, wordt deze teruggenomen. Financiële instrumenten Classificatie en waardering van financiële instrumenten Financiële activa en passiva worden initieel opgenomen wanneer de Groep een partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. De financiële activa en passiva worden initieel gewaardeerd aan de reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Transactiekosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving of de uitgifte van financiële activa en passiva (anders dan de financiële activa en passiva aan de reële waarde via de resultatenrekening) worden, al naargelang, toegevoegd of afgehouden van de reële waarde bij de eerste opname. Transactiekosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving van financiële activa of passiva aan reële waarde via de resultatenrekening worden onmiddellijk in de resultatenrekening erkend. De financiële activa omvatten de investeringen in eigen vermogen instrumenten die worden aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de andere elementen van het totaalresultaat, leningen aan gerelateerde partijen, vorderingen inclusief handelsvorderingen en andere vorderingen, financiële activa aan de reële waarde via de resultatenrekening en de geldmiddelen en kasequivalenten. De verwervingen en verkopen van financiële activa worden erkend op de transactiedatum. Financiële activa – schuldinstrumenten Alle erkende financiële activa worden vervolgens in hun geheel gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde, afhankelijk van de classificatie van de financiële activa. Schuldinstrumenten die aan de volgende voorwaarden voldoen, worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs: • Het financieel actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat tot doel heeft financiële activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen; en • De contractuele voorwaarden van het financieel actief leiden op bepaalde data tot kasstromen die uitsluitend betalingen van hoofdsom en rente op de uitstaande hoofdsom zijn. Schuldinstrumenten omvatten: • Vorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs • Handelsvorderingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs • Geldmiddelen en kasequivalenten • Andere investeringen en beleggingen Financiële activa - investeringen in eigen vermogensinstrumenten Bij de eerste opname, heeft de Groep een onherroepelijke keuze gemaakt (op een variabele basis) om investeringen in eigen vermogensinstrumenten te bepalen als reële waarde via de andere elementen van het totaalresultaat (FVOCI). Beleggingen in eigen-vermogensinstrumenten volgens FVOCI worden initieel gewaardeerd aan de reële waarde plus transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd tegen reële waarde waarbij winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat en ze worden gecumuleerd in de reserve voor de herwaarderingen op investeringen. De cumulatieve winst of het cumulatieve verlies zal niet worden gerubriceerd naar de resultatenrekeningen bij de verkoop van de aandelenbeleggingen. In de plaats daarvan zullen ze worden getransfereerd naar het overgedragen resultaat. Geamortiseerde kostprijs en effectieve rentemethode De effectieve rentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een schuldinstrument en voor het toewijzen van rentebaten over de relevante periode. Voor financiële instrumenten andere dan verworven of gecreëerde financiële activa met verminderde kredietwaardigheid, is de effectieve interestvoet de rente die de verwachte toekomstige geldbetalingen of –ontvangsten (inclusief alle vergoedingen betaald of ontvangen die een integraal deel uitmaken van de effectieve interestvoet, transactiekosten en andere premies en kortingen) tijdens de verwachte looptijd (of een kortere periode indien van toepassing) van het financiële actief of de financiële verplichting exact disconteert tot de bruto boekwaarde van een financieel actief of de geamortiseerde kostprijs van een financiële verplichting, zonder rekening te houden met de te verwachten kredietverliezen. De geamortiseerde kostprijs is het bedrag waartegen het financiële actief of de financiële verplichting bij eerste opname wordt gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen en vermeerderd of verminderd met de volgens de effectieve rentemethode bepaalde cumulatieve amortisatie van het eventuele verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag, en, voor financiële activa, aangepast voor een eventuele voorziening voor verliezen. Anderzijds is de bruto boekwaarde van een financieel actief de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief, vóór aanpassing voor een eventuele voorziening voor verliezen. Derivaten De Groep maakt gebruik van financiële instrumenten voor het beheer van het wisselkoers- en renterisico dat voortvloeit uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. De Groep past een aantal afdekkingstransacties toe onder IFRS 9 – "Financiële instrumenten”. Derivaten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. De wijzigingen in de reële waarde worden in resultaat geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen, in welk geval de timing van de opname in winst of verlies afhankelijk is van de aard van de afdekkingsrelatie. De Groep wijst bepaalde derivaten aan als afdekkingsinstrumenten met betrekking tot het renterisico in kasstroomafdekkingen. Derivaten met betrekking tot het 360 The connection to the world of sustainable tropical agriculture valutarisico zijn niet gedocumenteerd in een afdekkingsrelatie. Bij de aanvang van de afdekkingsrelatie worden de afdekkingsrelatie, alsook de risicobeheerdoelstelling en - strategie van de entiteit bij het aangaan van de afdekkingstransactie formeel aangewezen en gedocumenteerd. Bovendien documenteert de Groep bij aanvang van de indekking en op permanente basis of het afdekkingsinstrument effectief is in het compenseren van wijzigingen in reële waarde of kasstromen van de afgedekte positie die toewijsbaar zijn aan het afgedekte risico. De afdekkingsrelatie voldoet aan alle volgende vereisten inzake afdekkingseffectiviteit: • Er is sprake van een economische relatie tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument; • De waardeveranderingen die uit deze economische relatie voortvloeien zijn niet hoofdzakelijk terug te voeren op het effect van het kredietrisico; en • De afdekkingsverhouding van de afdekkingsrelatie is gelijk aan die welke resulteert uit de hoeveelheid van de afgedekte positie die de entiteit werkelijk afdekt, en de hoeveelheid van het afdekkingsinstrument waarvan de entiteit daadwerkelijk gebruikmaakt om die hoeveelheid van de afgedekte positie af te dekken. Indien een afdekkingsrelatie niet meer aan het op de afdekkingsverhouding betrekking hebbende vereiste inzake afdekkingseffectiviteit voldoet, maar de risicobeheer- doelstelling voor die aangewezen afdekkingsrelatie gelijk blijft, moet een entiteit de afdekkingsverhouding van de afdekkingsrelatie zodanig aanpassen dat deze wederom aan de criteria voldoet (dit wordt in deze standaard “herbalancering” genoemd). De waarde schommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de andere elementen van het totaalresultaat naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt. Een derivaat met een positieve reële waarde wordt geboekt als een financieel actief, terwijl een derivaat met een negatieve reële waarde wordt opgenomen als een financiële verplichting. Een derivaat wordt gepresenteerd als kortlopend of langlopend, afhankelijk van de verwachte vervaldatum van het financiële instrument. Waardeverminderingen van financiële activa Met betrekking tot de waardevermindering van financiële activa wordt een model voor verwachte kredietverliezen toegepast. Het verwachte kredietverliesmodel vereist dat de Groep rekening houdt met verwachte kredietverliezen en veranderingen in die verwachte kredietverliezen op elke rapporteringsdatum om zo de veranderingen in kredietrisico sinds de eerste opname van de financiële activa correct weer te geven. Concreet zijn de volgende activa opgenomen in de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van de Groep: 1) handelsvorderingen; 2) langlopende vorderingen en leningen aan verbonden partijen; 3) geldmiddelen en kasequivalenten. IFRS 9 vereist dat de Groep verwachte kredietverliezen op al haar schuldinstrumenten, leningen en handelsvorderingen boekt, hetzij op basis van twaalf maanden, hetzij op basis van de volledige looptijd. De Groep heeft de vereenvoudigde benadering toegepast en de verwachte verliezen op basis van de volledige looptijd op alle handelsvorderingen geboekt. Volgens IFRS 9 moet een entiteit de waarde van de voorziening voor verliezen op een financieel instrument op elke verslagdatum bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen indien het aan het financiële instrument verbonden kredietrisico sinds de eerste opname significant is toegenomen moet een entiteit, indien het aan een financieel instrument verbonden kredietrisico op de verslagdatum niet significant is toegenomen sinds de eerste opname, de waarde van de voorziening voor verliezen op dat financiële instrument bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de binnen twaalf maanden te verwachten kredietverliezen. Voor de lange termijn vorderingen geeft IFRS 9 de keuze om de verwachtte kredietverliezen te bepalen op basis van de levensduur of van een algemeen verwachte kredietverlies model (3 niveaus van verwachte kredietverlies beoordeling). De Groep heeft gekozen voor het algemene model. Alle banksaldi worden ook beoordeeld op verwachtte kredietverliezen. Financiële schulden Alle financiële verplichtingen van de Groep worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De Groep neemt de financiële verplichtingen niet langer op wanneer, en alleen wanneer, de verplichtingen van de Groep worden afgewikkeld, worden geannuleerd of komen te vervallen. Het verschil tussen de boekwaarde van de niet langer opgenomen balans van de financiële verplichting en de betaalde en te betalen vergoeding, inclusief overgedragen niet-contante activa of overgenomen verplichtingen, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. Vorderingen en schulden De Groep waardeert een vordering en een schuld aanvankelijk tegen reële waarde. Voor de vorderingen wordt de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de reële waarde. Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met een voorziening voor verwachte kredietverliezen. Voor te betalen bedragen wordt de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de reële waarde. Vervolgens worden deze schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Vorderingen en schulden in een andere valuta dan de functionele valuta van de dochteronderneming worden omgerekend tegen de geldende wisselkoersen van de Groep op de balansdatum. Geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan hun geamortiseerde waarde en omvatten contanten en 361 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten bankdeposito’s met een oorspronkelijke looptijd van minder dan drie maanden. Negatieve kassaldi worden als schulden opgenomen. Andere investeringen en beleggingen Investeringen worden gewaardeerd aan hun geamortiseerde waarde en omvatten korte termijndeposito's met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of meer of andere korte termijn geldbeleggingen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in een bekend bedrag aan geldmiddelen en met een onbeduidend risico van waardeverandering. Rentedragende leningen Rentedragende leningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Leningen worden initieel opgenomen als ontvangen opbrengsten, na aftrek van transactiekosten. Elk verschil tussen de kostprijs en de aflossingswaarde wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt volgens de effectieve rentemethode. Voorraden De voorraad wordt gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of de opbrengstwaarde. Op moment van de oogst, worden landbouwproducten gewaardeerd tegen reële waarde minus verkoopkosten en geherclassificeerd naar voorraad. Kosten gemaakt voor het verbouwen van landbouwproducten, inclusief eventuele toepasselijke oogstkosten, worden opgenomen als onderdeel van de verkoopkosten. Voorraden worden individueel afgeschreven als de verwachte opbrengstwaarde afneemt tot onder de boekwaarde van de voorraad. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs min de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren. Indien de omstandigheden die voorheen aanleiding gaven tot een afschrijving niet meer bestaan, wordt de waardevermindering teruggenomen. Activa aangehouden voor verkoop De Groep classificeert vaste activa en groepen activa die worden afgestoten als aangehouden voor verkoop wanneer hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan. Vaste activa en groepen activa die worden afgestoten, geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop, worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van enerzijds hun boekwaarde en anderzijds hun reële waarde minus de verkoopkosten. Verkoopkosten zijn de marginale kosten die direct toerekenbaar zijn aan de vervreemding van een actief (groep activa die wordt afgestoten), exclusief financieringskosten en kosten uit hoofde van winstbelastingen. Aan de criteria voor classificatie als aangehouden voor verkoop wordt alleen geacht te zijn voldaan als de verkoop zeer waarschijnlijk is, en het actief of de groep activa die wordt afgestoten in zijn huidige toestand onmiddellijk beschikbaar is voor verkoop. Acties die nodig zijn om de verkoop te voltooien moeten erop wijzen dat het onwaarschijnlijk is dat belangrijke wijzigingen in de verkoop zullen worden aangebracht of dat de beslissing tot verkoop zal worden ingetrokken. Het management moet vastbesloten zijn om het actief te verkopen en de verkoop moet naar verwachting binnen een jaar na de datum van de classificatie worden afgerond. Materiële en immateriële activa worden niet afgeschreven zodra zij zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop. Activa en passiva die zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop worden in de balans afzonderlijk gepresenteerd als vlottende posten. Beëindigde bedrijfsactiviteiten worden niet opgenomen in de resultaten van voortgezette bedrijfsactiviteiten en worden als één bedrag gepresenteerd als winst of verlies na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. Eigen vermogen Dividenden van de moedermaatschappij in verband met de gewone uitstaande aandelen worden pas opgenomen in de periode waarin ze formeel worden toegekend. Kosten gemaakt voor het uitgeven van eigenvermogensinstrumenten worden opgenomen als een vermindering van het eigen vermogen. Minderheidsbelangen Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identificeerbare activa en verplichtingen die opgenomen worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstig deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes. In de winst- en verliesrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart getoond van het geconsolideerd resultaat van de Groep. Ingekochte eigen aandelen Eigen-vermogensinstrumenten die opnieuw worden verworven (ingekochte eigen aandelen), worden opgenomen tegen kostprijs en in mindering gebracht van het eigen vermogen. Er wordt geen winst of verlies in de winst- en verliesrekening opgenomen bij de aankoop, verkoop, uitgifte of intrekking van eigen-vermogensinstrumenten van de Groep. Elk verschil tussen de boekwaarde en de vergoeding, indien opnieuw uitgegeven, wordt opgenomen in de uitgiftepremie. Voorzieningen Voorzieningen worden opgenomen wanneer de Groep een bestaande in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, het waarschijnlijk is dat er een uitstroom van middelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat. Pensioenen en andere voordelen na uitdiensttreding Groepsentiteiten hebben verschillende pensioenplannen in overeenstemming met de lokale voorwaarden en toepassingen van die landen. 1. Toegezegde-pensioenregelingen (“Defined benefit plans”) In het algemeen werden de toegezegd-pensioenregelingen nog niet gefinancierd, doch volledig voorzien volgens de ‘Projected Unit Credit’-methode. Deze voorzieningen vertegenwoordigen de actuele waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen. De actuariële winsten en verliezen 362 The connection to the world of sustainable tropical agriculture worden in het de andere elementen van het totaalresultaat erkend. 2. Toegezegde-contributieregelingen (“Defined contribution plans”) De Groep betaalt eveneens vaste bijdragen aan openbare of privé-verzekeringsplannen. Aangezien de Groep aangesproken kan worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als “toegezegd-pensioenregelingen”. Op aandelen gebaseerde betalingen Er bestaan binnen de Groep aandelenoptieplannen, die aan begunstigden het recht geven om SIPEF-aandelen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde. De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode. Omzet De kernactiviteit van de SIPEF-groep is de verkoop van goederen. De Groep erkent de opbrengsten vanaf het moment dat de controle over het actief wordt overgedragen aan de klant. De verkochte goederen worden per schip vervoerd en als opbrengst erkend zodra de goederen op het schip worden geladen. Vanaf dit moment wordt de controle overgedragen aan de klant en wordt de opbrengst erkend in de financiële staten. Dit is zo van toepassing voor alle contracten binnen de SIPEF-groep. De betalingsvoorwaarden zijn afhankelijk van de leveringsvoorwaarden van het contract en kunnen variëren tussen vooruitbetaling, contanten tegen documenten en 45 dagen na overhandiging van de vrachtbrief. De leveringen van goederen zijn aan een vaste prijs. Voor elk contract is er maar één prestatieverplichting waaraan moet worden voldaan nl.: de levering van de goederen. Kostprijs van verkopen Aankopen worden netto opgenomen, na financiële en handelskorting. Kostprijs van verkopen omvat alle lasten verbonden met oogsten, transformatie en transport. Algemene en beheerskosten Algemene en beheerskosten omvatten lasten van de marketing- en financiële afdeling en algemene beheerskosten. Winstbelastingen De winstbelastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen en de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen behalve in die gevallen waar het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen. In dit laatste geval verloopt de opname via het eigen vermogen. Onder de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen verstaat men deze die drukken op de fiscale winst van het boekjaar, berekend tegen de belastingtarieven die van kracht zijn op balansdatum, evenals de aanpassingen aan de belastingen die verschuldigd zijn over de vorige boekjaren. Uitgestelde belastingverplichtingen en –vorderingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde in de balans en de fiscale boekwaarde van activa en verplichtingen en worden later aangepast om wijzigingen in de verwachte belastingtarieven waartegen deze tijdelijke verschillen zullen omdraaien weer te geven. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening als het waarschijnlijk is dat de realisatie of afwikkeling ervan mogelijk is in de toekomst. 363 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten 4. GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN BEOORDELINGEN IFRS vereist dat de Groep bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening beoordelingen en schattingen gebruikt en hypothesen vooropstelt die de bedragen van activa en verplichtingen alsook de winst- en verliesrekening op balansdatum kunnen beïnvloeden. Werkelijke resultaten kunnen verschillen van deze schattingen. Hieronder geven wij een overzicht van de belangrijkste oordelen die in het jaarverslag van toepassing zijn: • Oordelen dat de landrechten niet zullen worden afgeschreven tenzij er een indicatie zou bestaan dat deze niet vernieuwd zouden kunnen worden. De voornaamste domeinen waarin schattingen worden aangewend zijn: • Uitgestelde belastingvorderingen (toelichting 23) • Bijzondere waardeverminderingen op activa (goodwill impairment – toelichting 8) • Bepalen van de geschatte kosten gerelateerd aan de verkoop van PT Melania De voornaamste schattingen die worden gebruikt bij de berekening van uitgestelde belastingvorderingen en het testen van bijzondere waardeverminderingen van activa (goodwill impairment), zijn gebaseerd op het maken van een schatting van de grondstofprijzen over een langere periode. De grondstoffenprijzen die bij dergelijke schattingen worden gebruikt, zijn van nature volatiel en zullen daarom in werkelijkheid verschillen van de geschatte bedragen. Er is geen unieke onafhankelijk variabele op basis waarvan een relevante sensitiviteitsanalyse kan worden gemaakt voor de berekening van de uitgestelde belastingen. We verwijzen naar toelichting 8 voor de goodwill impairment analyse. De bepaling van de netto verkoopprijs van PT Melania omvat een schatting van de kosten in verband met de verkoop zoals overeengekomen in de Voorwaardelijke verkoop- en aankoopovereenkomst (CSPA). De belangrijkste gemaakte schattingen omvatten: • De timing en de kosten voor de vernieuwing van de permanente concessierechten (HGU) • De vergoeding voor de opgebouwde sociale rechten van het personeel, dat vermoedelijk vrijwel geheel zal worden overgenomen door Shamrock Group. Voor het jaar eindigend op 31 december 2024 zijn er geen andere beoordelingen geïdentificeerd. 364 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 5. GROEPSONDERNEMINGEN / CONSOLIDATIEKRING De moedermaatschappij van de Groep, SIPEF, Schoten/België is de moedermaatschappij van de volgende ondernemingen: Locatie Controle % Belangen % Geconsolideerde ondernemingen (integrale consolidatie) PT Tolan Tiga Indonesia Medan / Indonesië 95,00 95,00 PT Eastern Sumatra Indonesia Medan / Indonesië 95,00 90,25 PT Kerasaan Indonesia Medan / Indonesië 57,00 54,15 PT Bandar Sumatra Indonesia Medan / Indonesië 95,00 90,25 PT Mukomuko Agro Sejahtera Medan / Indonesië 95,00 85,74 PT Umbul Mas Wisesa Medan / Indonesië 95,00 95,00 PT Citra Sawit Mandiri Medan / Indonesië 95,00 95,00 PT Toton Usaha Mandiri Medan / Indonesië 95,00 95,00 PT Agro Rawas Ulu Medan / Indonesië 100,00 100,00 PT Agro Kati Lama Medan / Indonesië 100,00 100,00 PT Agro Muara Rupit Medan / Indonesië 100,00 100,00 Hargy Oil Palms Ltd Bialla / Papoea-N-G 100,00 100,00 Plantations J. Eglin SA Azaguié / Côte d'Ivoire 100,00 100,00 Jabelmalux SA Luxembourg / G.H. Luxemburg 100,00 100,00 Sipef Singapore Singapore / Republiek Singapore 100,00 100,00 PT Agro Muko Medan / Indonesië 100,00 95,05 PT Dendymarker Indah Lestari Medan / Indonesië 100,00 95,05 Geassocieerde ondernemingen en joint ventures (vermogensmutatie) Verdant Bioscience Pte Ltd Singapore / Republiek Singapore 38,00 38,00 PT Timbang Deli Indonesia Medan / Indonesië 38,00 36,10 PT Melania Indonesia (activa aangehouden voor verkoop) Medan / Indonesië 55,00 52,25 Niet geconsolideerde ondernemingen Horikiki Development Cy Ltd Honiara / Solomon Islands 90,80 90,80 De Groep bestaat uit Sipef NV en in totaal 21 deelnemingen. Van deze 21 deelnemingen zijn er 17 volledig geconsolideerd worden er 2 verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, terwijl 1 wordt verwerkt als een activa aangehouden voor verkoop en één andere deelneming niet voldoet aan de criteria van significantie. In overeenstemming met het materialiteitsconcept, zijn ondernemingen die niet significant zijn, niet in de consolidatiekring opgenomen. Ze worden gewaardeerd tegen kostprijs en jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen, wat wordt beschouwd als een goede indicatie van hun reële waarde. SIPEF heeft een voorwaardelijke verkoop- en aankoopovereenkomst (“CSPA”) ondertekend met Shamrock Group (SG) over de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. In een eerste fase werd 40% verkocht zodat de SIPEF groep nog maar 55% van het aandelenkapitaal bezit. Door de ondertekening van de CSPA heeft SIPEF echter de volledige controle over PT Melania verloren. Bijgevolg werd PT Melania geboekt als een joint venture aangehouden voor verkoop vanaf 30 april 2021. De activa en passiva van PT Melania werden gewaardeerd tegen reële waarde, gelijk aan de originele netto verkoopprijs van KUSD 23 353. Echter na balansdatum werd een opzeggingsbrief met betrekking tot de voorwaardelijke verkoop- en aankoopovereenkomst ontvangen van de koper. Dit resulteerde in een daling van de reële waarde van de activa aangehouden voor verkoop met KUSD -6 394, waardoor de totale netto verkoopprijs uitkomt op KUSD 16 959. De SIPEF-groep heeft de juridische geldigheid van deze opzeggingsbrief betwist. Vanaf 30 april 2021, worden de resultaten van PT Melania niet meer opgenomen in de geconsolideerde winst en verlies van de SIPEF-groep aangezien PT Melania geclassificeerd is als een joint venture aangehouden voor verkoop en met gevolg niet opgenomen in toelichting 24 ‘Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures’. Er zijn geen beperkingen om activa te realiseren en verplichtingen van dochterondernemingen af te wikkelen. 365 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten 6. WISSELKOERSEN Naar aanleiding van een gewijzigde politiek inzake liquiditeits- en schuldbeheer is vanaf eind 2006 de functionele valuta in de meerderheid van de dochterondernemingen vanaf 1 januari 2007 gewijzigd naar US-dollar. Het volgende filiaal heeft echter een andere functionele valuta: Plantations J. Eglin SA euro (EUR) De hieronder vermelde koersen werden gebruikt om de balansen en resultaten van deze entiteiten om te rekenen naar de US-dollar (de munt waarin de Groep haar jaarverslag opstelt). Slotkoers Gemiddelde koers 2024 2023 2024 2023 EUR 0,9627 0,9060 0,9262 0,9237 7. OPERATIONEEL RESULTAAT EN SEGMENTINFORMATIE De activiteiten van SIPEF kunnen worden onderverdeeld in segmenten naar gelang de soort van de producten. SIPEF heeft de volgende segmenten: • Palm: Omvat alle palmproducten, inclusief palmolie (“CPO”), de palmpitten (“PK”) en de palmpitolie (“CPKO”), zowel in Indonesië als in Papoea-Nieuw-Guinea. • Rubber: Omvat alle verschillende soorten rubber die geproduceerd wordt in Indonesië en verkocht wordt door de SIPEF-groep: - “Standard Indonesia Rubber” (SIR) - “Scraps and Lumps” • Thee: Omvat de “cut, tear, curl” (CTC) thee die PT Melania produceert in Indonesië en dewelke de SIPEF groep koopt en verkoopt. • Bananen en horticultuur: Omvat alle verkopen van bananen en horticultuur, komende uit Côte d’Ivoire. • Corporate: Omvat voornamelijk de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen. Seizoensgebondenheid is aan eigen de operationele segmenten van de Groep. Echter, bestaan er desbetreffend tegengestelde trends over de verschillende operationele segmenten en productielocaties heen. Het bananensegment kent een productiepiek, met bijhorende voorraadopbouw, in de periode januari tot april, gealigneerd met de vraag in Europa. Anderzijds, kent het palmoliesegment een 45%/55% verhouding, waarbij 45 procent van de producties worden gerealiseerd gedurende de eerst helft van het jaar en 55 procent gedurende de tweede helft van het jaar. Omwille van seizoensgebondheid, kunnen productievolumes een invloed hebben op de resultaten van de Groep tijdens het hoogseizoen en leiden tot hogere voorraden die aangehouden worden. Bovenstaande seizoengebondenheid heeft een impact op het werkkapitaal en de netto financiële positie van de Groep. Beide worden actief beheerd en nauwlettend opgevolgd. Het overzicht van de segmenten hieronder is weergegeven op basis van de interne managementrapportering van de SIPEF-groep. Het executief comité is de “chief operating decision maker”. De belangrijkste verschillen met de IFRS-consolidatie zijn: • Er wordt vertrokken vanuit de brutomarge per segment en niet vanuit omzet. • De aanpassing van de reële waarde van de activa aangehouden voor verkoop (PT Melania) is opgenomen op een aparte regel in plaats van onder overige bedrijfsopbrengsten/-kosten. 366 The connection to the world of sustainable tropical agriculture In KUSD 2024 2023 Bruto-marge per product Palm 156 774 149 632 Rubber -5 006 -5 861 Thee 118 139 Bananen en horticultuur 5 799 4 357 Corporate 1 922 1 405 Totaal brutomarge 159 606 149 673 Algemene- en beheerskosten -48 450 -46 204 Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) - 657 4 509 Financieringsopbrengsten/(kosten) -1 364 - 270 Wisselkoersresultaten -5 277 1 108 Resultaat voor belastingen 103 858 108 817 Belastinglasten -25 851 -31 128 Effectief belastingtarief -24,9% -28,6% Resultaat na belastingen 78 007 77 689 Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures -1 366 -1 335 Resultaat van de periode (recurrent) 76 641 76 354 Aanpassing van de reële waarde op de verkoop van PT Melania -6 394 0 Resultaat van de periode (niet-recurrent) 70 247 76 354 Hieronder wordt de segmentinformatie per productsegment en per geografische locatie weergeven volgens de IFRS winst- en verliesrekeningen. Het resultaat van een segment omvat de opbrengsten en kosten die rechtstreeks door een segment worden gegenereerd inclusief het relevante deel van de opbrengsten en kosten dat redelijkerwijs aan het segment kan worden toegerekend. Brutowinst per product Aanpassingen Kostprijs van % van 2024 - KUSD Omzet van de reële Brutowinst verkopen totaal waarde Palm 396 270 -242 377 2 881 156 774 98,2 Rubber 129 -5 135 0 -5 006 -3,1 Thee 2 611 -2 493 0 118 0,1 Bananen en horticultuur 42 878 -36 624 - 456 5 799 3,6 Corporate 1 922 0 0 1 922 1,2 Totaal 443 810 -286 629 2 425 159 606 100,0 Aanpassingen Kostprijs van % van 2023 - KUSD Omzet van de reële Brutowinst verkopen totaal waarde Palm 405 380 -253 962 -1 785 149 632 100,1 Rubber 1 487 -7 348 0 -5 861 -1,9 Thee 3 060 -2 921 0 139 0,1 Bananen en horticultuur 32 555 -30 169 1 971 4 357 1,0 Corporate 1 405 0 0 1 405 0,6 Totaal 443 886 -294 400 186 149 673 100,0 De totale ‘omzet’ van de Groep bedroegen KUSD 443 810 per 31 december 2024 en bleef stabiel ten opzichte van 31 december 2023. De omzet van het palmsegment daalde (KUSD -9 110), voornamelijk als gevolg van de verminderde CPO-productie (-7,4%), gecompenseerd door een hogere verkoopprijs per eenheid voor CPO/PK(O) in 2024 ten opzichte van 2023. De eenheidsverkoopprijs CPO af-fabriek bedroeg in 2024 USD 816 per ton voor Indonesië (2023: USD 739 per ton), USD 964 per ton voor Papoea-Nieuw- Guinea (2023: USD 988 per ton) en USD 867 per ton voor de Groep (2023: USD 830 per ton). 367 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten De negatieve rubbermarge van KUSD -5 135 houdt verband met de buitengebruikstelling van de resterende rubberactiva in PT Agro Muko en PT Bandar Sumatra. De definitieve buitengebruikstelling van deze resterende rubberactiva markeert het einde van de rubberactiviteiten binnen de SIPEF-groep, aangezien al deze arealen zullen worden omgevormd tot oliepalmplantages. De omzet van het bananensegment, uitgedrukt in euro, de functionele munt, steeg met 32,6%, voornamelijk door een stijging van de gemiddelde verkoopprijs per eenheid (+5,4%) en een stijging van de geproduceerde en verkochte volumes (+24,6%) als gevolg van het matuur worden van de nieuwe uitbreidingen in Lumen en Akoudié. De totale 'kostprijs van verkopen' daalde met KUSD 7 770 of 2,6% in 2024 in vergelijking met vorig jaar. De belangrijkste redenen voor deze daling waren: - De bedrijfskosten voor de eigen plantages en fabrieken daalden met KUSD 7 288 of 4,1%. Dit was voornamelijk te danken aan de lagere meststof-en oogstkosten als gevolg van de lagere productievolumes en de devaluatie van de IDR ten opzichte van de USD, wat gunstig is voor de operationele bedrijfskosten van de plantages. Deze dalingen worden gecompenseerd door het verder matuur worden van de plantages in Zuid-Sumatra, wat resulteert in een stijging van de totale operationele kosten van de plantages in Zuid-Sumatra met KUSD 4 121. De verwerkingskosten daalden door de afname van de instroom van verse vruchtentrossen (FFB) (-4,5%) vergeleken met het voorgaande jaar. - Een daling in aankopen van FFB van derden, voornamelijk bij Hargy Oil Palms Ltd, waar de aankopen van FFB daalden met KUSD 2 868 of 9,3%, grotendeels als gevolg van een afname in FFB-productie bij de lokale boeren (-13,1%) als gevolg van de vulkaanuitbarsting eind 2023. Dit werd gecompenseerd door een hogere aankoopprijs van FFB, waarvan de prijs gekoppeld is aan de CPO-prijzen. - Een stijging van de bedrijfskosten in de bananenactiviteiten bij Plantations J. Eglin SA, die toenamen met KUSD 5 157 als gevolg van de uitbreidingen in Lumen en Akoudié. De ‘aanpassing in de reële waarde van de biologische activa' betrof de effecten van de waardering van de hangende vruchten aan hun reële waarde (IAS41R). De ‘brutowinst’ steeg van KUSD 149 673 eind 2023 naar KUSD 156 606 eind 2024, een stijging van 6,6%. De brutowinst van het palmsegment steeg met KUSD 7 142 tot KUSD 156 774, voornamelijk door hogere CPO, PK en CPKO-prijzen, maar gecompenseerd door algemeen lagere productievolumes. Met USD 867 per ton lag de gemiddelde gerealiseerde netto CPO- prijs af-fabriek 4,6% hoger dan die van USD 830 per ton vorig jaar. De brutowinst van de bananen- en horticultuuractiviteiten steeg van KUSD 4 357 naar KUSD 5 799, als gevolg van een stijging van de verkoopprijzen (+5,4%) en een toename van de geproduceerde volumes door de uitbreiding van de nieuw geplante arealen (+24,6%). Brutowinst per geografische locatie Aanpassingen Kostprijs van Andere % van 2024 - KUSD Omzetvan de reële BrutowinstverkopeninkomstentotaalwaardeIndonesië242 897-143 2117152 424102 82464,4Papoea-Nieuw-Guinea156 114-106 794045749 77731,2Côte d'Ivoire42 878-36 6240- 4565 7993,6Europa1 2070001 2070,8Totaal443 096-286 6297152 425159 606100,0 Aanpassingen Kostprijs van Andere % van 2023 - KUSD Omzetvan de reële BrutowinstverkopeninkomstentotaalwaardeIndonesië225 360-153 088779- 72872 32248,3Papoea-Nieuw-Guinea184 567-111 1430-1 05672 36748,4Côte d'Ivoire32 555-30 16901 9714 3572,9Europa6260006260,4Totaal443 107-294 400779186149 673100,0 De totale kostprijs van de verkopen kan onderverdeeld worden in de volgende categorieën: 1. Plantagekosten - omvat alle kosten verbonden aan de werken op het veld om het basis landbouwkundig product te vervaardigen (i.e. verse palmtrossen, latex, bananen, horticultuur); 2. Verwerkingskosten - omvat alle kosten verbonden aan het verwerken van het landbouwkundig basisproduct tot de afgewerkte landbouwgrondstoffen (i.e. palmolie, palmpitolie, ...); 368 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 3. Aankopen FFB/palmolie – omvatten alle aankoopkosten van derde partijen (omliggende boeren) of geassocieerde ondernemingen; 4. Voorraadbewegingen – omvat alle voorraadbewegingen; 5. Aanpassingen van de reële waarde omvat de aanpassingen van de reële waarde van het biologisch actief van palmolie en bananen; 6. Verkoopkosten - omvat alle direct toewijsbare kosten aan de verkopen van het jaar (o.a. transportkosten, exporttaks/heffing op palmolie, ...) 7. Algemene- en administratieve kosten - omvat alle kosten verbonden aan de overkoepelende organisatie (zoals algemeen management, financieel departement, marketing, interne audit, duurzaamheid, enz.). In KUSD20242023Plantagekosten176 326178 489Verwerkingskosten33 59534 456Aankopen FFB/palmolie41 20642 651Voorraadbewegingen afgewerkte producten-2 2252 536Aanpassingen van de reële waarde2 425186Verkoopkosten32 87735 895Kostprijs van de verkopen284 205294 214Algemene en beheerskosten48 45046 204Totale kostprijs van de verkopen en algemene en beheerskosten332 655340 417 De plantagekosten zijn gedaald ten opzichte van vorig jaar als gevolg van tegengestelde effecten: • lagere kosten voor meststoffen in 2024; • lagere oogstkosten in 2024 als gevolg van de daling in FFB-productie; • lagere lokale transportkosten in Hargy Oil Palms Ltd; • de devaluatie van de PGK en IDR ten opzichte van de USD wat gunstig is voor de eenheidskostprijzen; • gecompenseerd door de additionele mature hectaren in de Musi Rawas regio waardoor de plantagekosten nu jaarlijks stijgen; • gecompenseerd door de additionele mature hectaren in Plantations J. Eglin SA; • gecompenseerd door een algemene kostenstijging als gevolg van de inflatie. De verwerkingskosten zijn licht gedaald in vergelijking met vorig jaar doordat een lager aantal FFB's werd verwerkt in 2024 (-4,5%). De aankoop van FFB/CPO zijn gedaald met KUSD 1 445 als gevolg van tegengestelde effecten: - Een daling van de aankopen van FFB van derden bij Hargy Oil Palms Ltd (KUSD -2 868), hoofdzakelijk door lagere oogstvolumes van lokale boeren (-13,1%) die nog steeds herstellen van de gevolgen van de vulkaanuitbarsting in november 2023; - Een stijging van de aankopen van FFB van derden in Zuid-Sumatra (KUSD 2 300), waar de arealen stilaan matuur worden (+24,4%). De voorraadniveaus zijn lager dan vorig jaar (-31,4%), maar werden gewaardeerd tegen hogere eenheidsprijzen dankzij de algemeen gestegen marktprijzen voor CPO, PK en CPKO. We verwijzen naar toelichting 13 voor meer informatie omtrent de ‘aanpassingen van de reële waarde’. De verkoopkosten zijn gedaald door de lagere transport- en vrachtprijzen op de wereldmarkt in 2024, in vergelijking met 2023. De totale afschrijving bedragen KUSD 55 846. Het grootste deel van de afschrijvingen werd opgenomen in de plantage- en de verwerkingskosten (KUSD 50 255). Daarnaast, werden er KUSD 4 154 opgenomen in de ‘Algemene en administratieve kosten’ en voor KUSD 1 436 in de ‘overige bedrijfsopbrengsten/-kosten’. De ‘algemene en administratieve kosten’ stegen in vergelijking met vorig jaar, voornamelijk als gevolg van de verdere ontplooiing van Sipef Singapore Pte Ltd, dat de interne IT-diensten van de Groep centraliseert en de algemene inflatie. 369 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Omzet uitgesplitst naar locatie van de klant In KUSD 2024 2023 Indonesië 226 234 228 348 Zwitserland 162 790 152 279 Groot-Brittannië 19 022 14 613 Frankrijk 14 834 9 646 België 7 529 12 653 Ierland 5 478 2 990 Côte d'Ivoire 4 797 4 875 Nederland 734 12 884 Maleisië 673 126 Verenigde Arabische Emiraten 588 697 China 533 513 Signapore 290 336 Spanje 192 2 230 Pakistan 62 393 Afghanistan 45 985 Other 10 101 Duitsland 0 216 Totaal 443 810 443 886 De omzet van de Groep wordt gerealiseerd tegenover een beperkt aantal hoog aangeschreven klanten: per product wordt ca 90% van de inkomsten uit contracten met klanten gerealiseerd door maximaal 10 klanten. Voor bijkomende informatie verwijzen we naar toelichting 26 – financiële instrumenten. Gesegmenteerde informatie – geografische informatie 2024 In KUSD Indonesië PNG Côte d'Ivoire Europa Singapore Totaal Immateriële vaste activa 0 0 0 119 0 119 Goodwill 104 782 0 0 0 0 104 782 Biologische activa 244 606 75 769 476 0 0 320 851 Andere materiële vaste activa 318 810 125 609 12 274 557 471 457 720 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures (toelichting 24) -2 173 0 0 0 2 504 331 Andere financiële activa 46 0 51 15 0 112 Vorderingen > 1 jaar 33 893 0 0 11 688 0 45 581 Uitgestelde belastingvorderingen 14 068 0 891 1 518 0 16 478 Totaal vaste activa 714 034 201 377 13 692 13 897 2 975 945 975 % van totaal 75,48% 21,29% 1,45% 1,47% 0,31% 100,00% 2023 In KUSD Indonesië PNG Côte d'Ivoire Europa Singapore Totaal Immateriële vaste activa 0 0 0 138 0 138 Goodwill 104 782 0 0 0 0 104 782 Biologische activa 246 770 79 182 705 0 0 326 656 Andere materiële vaste activa 292 988 119 050 11 572 594 813 425 018 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures (toelichting 24) -1 426 0 0 0 3 123 1 697 Andere financiële activa 46 0 51 15 0 112 Vorderingen > 1 jaar 34 229 0 0 0 0 34 229 Uitgestelde belastingvorderingen 12 691 0 910 1 613 0 15 214 Totaal vaste activa 690 081 198 232 13 238 2 360 3 937 907 847 % van totaal 76,01% 21,84% 1,46% 0,26% 0,43% 100,00% De activa van Indonesië en PNG hebben voor 100% betrekking op het palmsegment in 2024. De activa van Côte d’Ivoire hebben voor 100% betrekking op het bananensegment. De activa van Singapore hebben voornamelijk betrekking op Verdant Bioscience Pte Ltd, dat onderzoek doet naar en zich bezighoudt met de ontwikkeling van zaden met een hoge opbrengst. De activa van Europa hebben niet specifiek betrekking op één productsegment. 370 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 8. GOODWILL EN ANDERE IMMATERIELE VASTE ACTIVA 2024 2023 Immateriële Immateriële In KUSD Goodwill Goodwill vaste activa vaste activa Bruto boekwaarde per 1 januari 104 782 737 104 782 767 Aanschaffingen 0 40 0 9 Verkopen en buitengebruikstellingen 0 0 0 -39 Overboekingen 0 0 0 0 Omrekeningsverschillen 0 0 0 0 Bruto boekwaarde per 31 december 104 782 776 104 782 737 Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 1 januari 0 - 599 0 - 541 Afschrijvingen 0 - 59 0 - 97 Verkopen en buitengebruikstellingen 0 0 0 39 Overboekingen 0 0 0 0 Omrekeningsverschillen 0 0 0 0 Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 31 december 0 - 658 0 - 599 Netto boekwaarde per 1 januari 104 782 138 104 782 226 Netto boekwaarde per 31 december 104 782 119 104 782 138 Goodwill impairment analyse Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op datum van overname. Volgens de standaard IFRS 3 - Bedrijfscombinaties, wordt goodwill niet afgeschreven, maar getoetst op bijzondere waardevermindering. Goodwill en immateriële vaste activa worden jaarlijks door het management getoetst of ze zijn blootgesteld aan een bijzondere waardevermindering in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting 3 (ongeacht of er aanwijzingen bestaan voor een bijzondere waardevermindering). Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Een kasstroom genererende eenheid is de kleinste identificeerbare groep van activa die een instroom van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van activa. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Indien de realiseerbare waarde van de kasstroom generende eenheid op een duurzame wijze lager ligt dan de boekwaarde, dan wordt er in de winst - en verliesrekening een bijzondere waardevermindering opgenomen ten belope van dit verschil. In het model van SIPEF, wordt de kasstroom generende eenheid vergeleken met het totaal onderliggend actief gerelateerd aan het palmoliesegment per 31 december 2024. Dit omvat de volgende posten: Activa (in KUSD) 2024 Biologische activa - dragende planten 320 375 Andere materiële vaste activa 445 446 Goodwill 104 782 Vlottende activa - vlottende passiva 28 344 Totaal 898 947 De SIPEF-groep heeft de ‘kasstroom genererende eenheid’ gedefinieerd als het operationele palmoliesegment. Het omvat alle kasstromen van de palmolieactiviteiten van alle plantages in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. De kasstromen die voortvloeien uit de verkoop van rubber, thee en bananen worden hier niet mee opgenomen, gezien het feit dat de goodwill zuiver werd toegewezen aan het volledige palmoliesegment. De recupereerbare waarde van de kasstroom generende eenheden waaraan de goodwill werd toegewezen, werd bepaald aan de hand van een berekening met een verdisconteerd cashflow-model. Er werd vertrokken vanuit de operationele plannen van de Groep die tien jaar vooruitkijken (t.e.m. 2034) en werden goedgekeurd door de raad van bestuur. De macro-economische parameters zoals 371 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten de palmolieprijs en inflatie worden in dit model als constant beschouwd voor ieder jaar. De constante palmolieprijs die gebruikt wordt in het model (USD 842/ton) is de beste inschatting van het management van de palmolieprijs CIF Rotterdam op lange termijn. De gemiddelde palmolieprijs die gebruikt werd in de goodwill impairment analyse voor 2024 bedroeg USD 842/ton, terwijl de spotprijs USD 1 265/ton bedroeg op 31 december 2024. In het model is de groei van de verkopen dezelfde als de normale verbetering van de productievolumes t.g.v. van de maturiteit van de oliepalmen van de verschillende dochterondernemingen. Eventuele verbetering van de toekomstige “EBITDA”-marges in het model zijn een normaal gevolg van dezelfde verbetering van de productievolumes. Het huidige model werd opgesteld met een gewogen gemiddelde kapitaalkost (na belastingen) van 10,82% en gebruik makende van de lokale aanslagvoeten van 22% - 30% afhankelijk van de landen waarin de cash flows gegenereerd worden. De terminale waarde in het verdisconteerde cashflow model is gebaseerd op een perpetuele groei van 2% conform het Gordon-groeimodel. We maken in het model gebruik van een sensitiviteitsanalyse voor verschillende palmolieprijzen en verschillende gewogen gemiddelde kapitaalkosten (WACC): Palmolieprijzen (CIF Rotterdam) Scenario 1 792 USD/ton CIF Rotterdam Scenario 2 (basis scenario) 842 USD/ton CIF Rotterdam Scenario 3 892 USD/ton CIF Rotterdam WACC Scenario 1 9,82% Scenario 2 (basis scenario) 10,82% Scenario 3 11,82% Samenvatting assumpties van 2024: PO / WACC 9,82% 10,82% 11,82% 792 USD/ton CIF Rotterdam scenario 1 scenario 4 scenario 7 842 USD/ton CIF Rotterdam scenario 2 scenario 5 (basis scenario) scenario 8 892 USD/ton CIF Rotterdam scenario 3 scenario 6 scenario 9 Samenvatting assumpties van 2023: PO / WACC 9,31% 10,31% 11,31% 770 USD/ton CIF Rotterdam scenario 1 scenario 4 scenario 7 820 USD/ton CIF Rotterdam scenario 2 scenario 5 (basis scenario) scenario 8 870 USD/ton CIF Rotterdam scenario 3 scenario 6 scenario 9 De stijging van de WACC in vergelijking met vorig jaar is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een toename van de risicovrije rentevoet (10-jarige Amerikaanse staatsobligatie). Voor de sensitiviteitsanalyse wordt de prijs verhoogd en verlaagd met 50 USD/ton. De WACC wordt verhoogd en verlaagd met één procent. Hieronder wordt er een sensitiviteitsmatrix weergeven voor de totale verdisconteerde cashflow voor verschillende palmolieprijzen en verschillende gemiddelde kapitaalkosten (WACC). Matrix sensitiviteit per 31 december 2024 WACC/PO prijs (in KUSD) 9,82% 10,82% 11,82% 792 USD/ton CIF Rotterdam 858 831 755 832 673 837 842 USD/ton CIF Rotterdam 1 068 798 941 509 840 154 892 USD/ton CIF Rotterdam 1 231 889 1 085 762 969 390 Waarde onderliggende assets 898 947 898 947 898 947 De headroom omvat het verschil tussen het totaal aan verdisconteerde cashflows en de waarde van het onderliggend actief: Headroom (in KUSD) 9,82% 10,82% 11,82% 792 USD/ton CIF Rotterdam - 40 117 - 143 115 - 225 110 842 USD/ton CIF Rotterdam 169 851 42 561 - 58 794 892 USD/ton CIF Rotterdam 332 941 186 815 70 443 372 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Groen = basis scenario We berekenden tevens ook de break-even palmolieprijs a.d.h.v. verschillende WACC's: Break-even prijs 9,82% 10,82% 11,82% USD/ton 801 $/ton 829 $/ton 859 $/ton Het management is van mening dat de veronderstellingen gebruikt in de bedrijfswaardeberekening zoals hierboven beschreven, de beste inschattingen geven van de toekomstige ontwikkeling. Uit de sensitiviteitsanalyse is gebleken dat de goodwill telkens volledig recupereerbaar is in de meeste scenario’s. Zodoende is het management van mening dat er geen indicatie is voor een eventuele waardevermindering. Toekomstige verkoopprijzen blijven moeilijk te voorspellen over een lange periode en zullen nauwlettend worden gemonitord in de toekomst. 9. BIOLOGISCHE ACTIVA - DRAGENDE PLANTEN Bewegingstabel biologische activa - dragende planten Op balansniveau kan de beweging in de biologische activa – dragende planten als volgt samengevat worden: In KUSD 2024 2023 Bruto boekwaarde per 1 januari 460 656 439 851 Aanschaffingen 31 666 32 556 Verkopen en buitengebruikstellingen - 16 606 - 9 897 Overboekingen - 12 886 - 1 923 Omrekeningsverschillen - 128 70 Bruto boekwaarde per 31 december 462 702 460 656 Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 1 januari - 134 000 - 123 136 Afschrijvingen - 21 689 - 21 382 Verkopen en buitengebruikstellingen 13 745 10 566 Overboekingen 0 0 Omrekeningsverschillen 94 - 48 Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 31 december - 141 850 - 134 000 Netto boekwaarde per 1 januari 326 656 316 715 Netto boekwaarde per 31 december 320 851 326 656 De buitengebruikstelling van biologische activa houdt voornamelijk verband met de buitengebruikstelling van de resterende rubberactiva in PT Agro Muko en PT Bandar Sumatra. De definitieve buitengebruikstelling van deze resterende rubberactiva markeert het einde van de rubberactiviteiten binnen de SIPEF-groep, aangezien al deze gebieden zullen worden omgevormd tot oliepalmplantages. 373 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten 10. ANDERE MATERIELE VASTE ACTIVA 2024 Terreinen, Installaties Bureau, Rollend In Land-In KUSD gebouwen en en meubilair Leasing Totaal materieel aanbouw rechten infrastructuur machines en overige Bruto boekwaarde per 1 januari 236 759 207 245 83 316 38 396 4 707 16 250 154 689 741 362 Aanschaffingen 15 984 7 430 13 423 3 432 176 6 177 8 530 55 152 Verkopen en buitengebruikstellingen - 5 687 - 7 819 - 2 781 - 520 0 0 - 249 - 17 057 Overboekingen 8 909 8 133 532 217 0 - 5 973 1 068 12 886 Andere 0 0 0 0 0 536 0 536 Omrekeningsverschillen - 1 192 - 284 - 181 - 98 0 - 45 - 19 - 1 818 Bruto boekwaarde per 31 december 254 773 214 704 94 309 41 427 4 883 16 946 164 019 791 061 Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 1 januari - 98 479 - 131 016 - 57 059 - 24 778 - 2 158 0 - 2 855 - 316 345 Afschrijvingen - 11 413 - 11 003 - 7 984 - 2 893 - 630 0 - 173 - 34 098 Verkopen en buitengebruikstellingen 4 924 7 880 2 712 501 0 0 0 16 017 Overboekingen 151 0 0 0 0 0 - 151 0 Andere 0 0 0 3 0 0 0 3 Omrekeningsverschillen 705 172 122 68 0 0 14 1 081 Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 31 december - 104 113 - 133 968 - 62 209 - 27 099 - 2 789 0 - 3 165 - 333 342 Netto boekwaarde per 1 januari 138 279 76 229 26 258 13 618 2 549 16 250 151 834 425 018 Netto boekwaarde per 31 december 150 661 80 737 32 100 14 328 2 094 16 946 160 854 457 720 De investeringen in materiële activa (KUSD 55 152) hadden betrekking op de gebruikelijke vervangingsinvesteringen en op de uitbreidingen in Zuid-Sumatra (KUSD 20 633). Naast de verdere uitbouw van de geplante arealen en de bijbehorende infrastructuur, zoals huizen en wegen, werd er ook geïnvesteerd in de vernieuwing van het vrachtwagenpark bij Hargy Oil Palms Ltd (KUSD 10 090 in 2024). De resterende activa in ontwikkeling hebben voornamelijk betrekking op de voortgezette investeringen in de onvolgroeide beplante gebieden, die zullen worden overgedragen naar de dragende planten wanneer deze matuur worden. De overboekingen (KUSD 12 886) hebben voornamelijk betrekking op de ingebruikname van de palmolie-extractiefabriek in AMR in juni 2024, waarbij het bedrag werd overgeboekt van activa in aanbouw naar installaties en machines. 374 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 2023 Terreinen, Installaties Bureau, Rollend In Land-In KUSD gebouwen en en meubilair Leasing Totaal materieel aanbouw rechten infrastructuur machines en overige Bruto boekwaarde per 1 januari 220 362 199 873 74 240 36 070 4 373 7 735 139 143 681 795 Aanschaffingen 11 656 13 102 14 785 4 092 334 16 954 13 497 74 421 Verkopen en buitengebruikstellingen - 1 270 - 7 311 - 6 538 - 2 490 0 - 3 002 0 - 20 610 Overboekingen 5 050 1 417 525 447 0 - 5 509 - 7 1 923 Andere 376 19 212 230 0 0 2 047 2 884 Omrekeningsverschillen 585 144 91 48 0 73 8 948 Bruto boekwaarde per 31 december 236 759 207 245 83 316 38 396 4 707 16 250 154 689 741 362 Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 1 januari - 88 987 - 126 587 - 57 384 - 24 479 - 1 588 0 - 2 841 - 301 866 Afschrijvingen - 10 136 - 11 758 - 6 053 - 2 720 - 571 0 - 7 - 31 245 Verkopen en buitengebruikstellingen 1 030 7 432 6 484 2 464 0 0 0 17 411 Overboekingen 0 0 0 0 0 0 0 0 Andere - 19 - 10 - 46 - 7 0 0 0 - 83 Omrekeningsverschillen - 366 - 93 - 60 - 35 0 0 - 7 - 562 Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 31 december - 98 479 - 131 016 - 57 059 - 24 778 - 2 158 0 - 2 855 - 316 345 Netto boekwaarde per 1 januari 131 374 73 287 16 856 11 591 2 785 7 735 136 302 379 930 Netto boekwaarde per 31 december 138 280 76 229 26 258 13 618 2 549 16 250 151 834 425 018 Het totaal van de investeringen in materiële vaste activa (KUSD 74 421) in 2023 had betrekking op de gebruikelijke vervangingsinvesteringen binnen de bestaande activiteiten en op nieuwe ontwikkelingen in Zuid-Sumatra (KUSD 40 114). Naast de verdere uitbreiding van het beplante areaal en de bijhorende infrastructuur, zoals woningen en wegen, werd vooral geïnvesteerd in de bouw van de Agro Muara Rupit-palmolie-extractiefabriek (KUSD 13 630 tot december 2023), die in de eerste fase een verwerkingscapaciteit heeft van 45 ton FFB per uur. De overige activa in aanbouw betroffen voornamelijk de verdere investeringen in de onrijpe arealen, die bij maturiteit zullen worden overgeboekt naar de dragende planten. 375 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Hieronder wordt een overzicht gegeven van de eigendomsrechten waarop de plantages van de SIPEF-groep gevestigd zijn: Oppervlakte Type Vervaldatum Gewas PT Tolan Tiga Indonesia 6 042 Concessie 2023 Oliepalm PT Tolan Tiga Indonesia 2 437 Concessie 2024 Oliepalm PT Eastern Sumatra Indonesia 3 178 Concessie 2023 Oliepalm PT Kerasaan Indonesia 2 362 Concessie 2023 Oliepalm PT Bandar Sumatra Indonesia 1 413 Concessie 2024 Oliepalm PT Toton Usaha Mandiri 1 199 Concessie 2046 Oliepalm PT Agro Muko 2 256 Concessie 2044 Oliepalm PT Agro Muko 2 423 Concessie 2045 Oliepalm PT Agro Muko 315 Concessie 2031 Oliepalm PT Agro Muko 1 410 Concessie 2028 Oliepalm PT Agro Muko 2 711 Concessie 2028 Oliepalm PT Agro Muko 7 437 Concessie 2044 Oliepalm PT Agro Muko 2 171 Concessie 2047 Oliepalm PT Agro Muko 1 515 Concessie 2022 Oliepalm PT Agro Muko 2 100 Concessie 2047 Oliepalm PT Agro Muko 232 Concessie 2056 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 4 397 Concessie 2048 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 2 071 Concessie 2048 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 679 Concessie 2049 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 462 Concessie 2049 Oliepalm PT Umbul Mas Wisesa 155 Concessie 2049 Oliepalm PT Dendymarker Indah Lestari 13 705 Concessie 2028 Oliepalm PT Mukomuko Agro Sejahtera 1 705 Concessie 2053 Oliepalm PT Mukomuko Agro Sejahtera (STGE) 370 Concessie 2024 Oliepalm PT Mukomuko Agro Sejahtera (BKDE) 1 513 Concessie 2057 Oliepalm PT Citra Sawit Mandiri 1 640 Concessie 2058 Oliepalm PT Citra Sawit Mandiri 5 Concessie 2059 Oliepalm PT Citra Sawit Mandiri 169 Concessie 2059 Oliepalm PT Timbang Deli Indonesia 972 Concessie 2023 Rubber en oliepalm Hargy Oil Palms Limited 128 Concessie 2075 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 2 972 Concessie 2076 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 16 Concessie 2077 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 7 Concessie 2079 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 6 460 Concessie 2082 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 2 900 Concessie 2101 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 0 Concessie 2102 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 332 Concessie 2106 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 1 Concessie 2110 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 18 Concessie 2113 Oliepalm Hargy Oil Palms Limited 246 Concessie 2117 Oliepalm Plantations J. Eglin SA 1 021 Eigendom nvt Bananen Plantations J. Eglin SA 743 Voorlopige concessie nvt Bananen Plantations J. Eglin SA 817 Voorlopige concessie nvt Bananen Totaal 82 704 PT Agro Rawas Ulu 5 233 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Kati Lama 7 584 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Kati Lama 3 090 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Muara Rupit 4 841 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Muara Rupit 7 574 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Muara Rupit 5 706 In onderhandeling - Oliepalm PT Agro Muara Rupit 983 In onderhandeling - Oliepalm Totaal 35 011 * Alle documentatie voor de vernieuwing van de in 2022,2023 en 2024 vervallen grondrechten is tijdig bij de bevoegde autoriteiten ingediend. De autoriteiten zijn bezig met de beoordeling en goedkeuring. Er zijn geen aanwijzingen dat deze grondrechten niet zullen worden verlengd. Daarnaast heeft onze dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd een totaal van 7 247 hectare oppervlakte (waarvan 4 076 hectare beplant) op onderverhuurd land (“subleased land”), met vervaldata tussen 2036 en 2044. 376 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 11. VORDERINGEN OP LANGER DAN EEN JAAR In KUSD 2024 2023 Vorderingen > 1 jaar 45 581 34 229 In KUSD 2024 2023 Vorderingen op lokale boeren 33 893 34 229 Andere 11 688 0 Totaal 45 581 34 229 De ‘vorderingen groter dan één jaar’ bestaan uit leningen aan lokale boeren in Zuid-Sumatra om hun nieuwe aanplantingen te financieren, en uit de lening aan Verdant Bioscience Singapore Ltd. De ‘vorderingen op lokale boeren’ zullen geleidelijk worden terugbetaald vanaf het moment dat de lokale boeren een ‘going concern’- plantage worden waarbij de opbrengst van de FFB-verkoop gedeeltelijk gebruikt zal worden om de lening terug te betalen. De vordering op lokale boeren worden onderverdeeld in rentedragende en niet-rentedragende vorderingen. De niet-rentedragende vorderingen worden bij opname verdisconteerd. De totale verdisconteringskosten tot 31 december 2024 bedragen KUSD 2 526 met een kost effect van KUSD 399 voor 2024. De totale afwikkeling van de verdiscontering bedraagt een opbrengst van KUSD 113 voor 2024. De Groep heeft het verwachte kredietverlies berekend in overeenstemming met IFRS 9 en heeft een test voor bijzondere waardevermindering uitgevoerd op de uitstaande vorderingen op lokale boeren waaruit werd vastgesteld dat er geen basis is voor een bijzondere waardevermindering op basis van de lange termijn aflossingsplannen. De terugbetaling van de leningen door lokale boeren zal grotendeels worden bepaald door de FFB-productie en de wereldwijde palmolieprijzen in de komende jaren en is ook afhankelijk van de voorwaarden van de regeling met de lokale boeren. Daarom is het niet mogelijk het precieze tijdstip van terugbetaling te voorspellen. De Groep heeft momenteel een totale korte termijn vordering ten opzichte van lokale boeren van KUSD 5 241 - inbegrepen in de lopende overige vorderingen - en een lange termijn vordering ten opzichte van lokale boeren van KUSD 33 893. De langlopende lening aan onze geassocieerde onderneming Verdant Bioscience Singapore Ltd werd in 2024 geherclassificeerd van andere kortlopende vorderingen naar langlopende vorderingen. De lening op lange termijn wordt gebruikt om onderzoek naar en de ontwikkeling van hoogproductieve zaden te financieren. 12. VOORRADEN Analyse van de voorraden: In KUSD 2024 2023 Grond- en hulpstoffen 27 031 24 681 Gereed product 19 103 22 498 Totaal 46 135 47 179 De resterende voorraad ‘grond- en hulpstoffen’ is gestegen met KUSD 2 350 in vergelijking met vorig jaar. Dit is voornamelijk te wijten aan de timing van de aankopen van meststoffen die hoger waren per december 2024. De daling van het ‘gereed product’ is het gevolg van de lagere CPO-voorraad op jaareinde vergeleken met vorig jaar (27 010 ton in 2023 tegenover 18 536 ton in 2024), maar werd gedeeltelijk gecompenseerd werd door een hogere CPO-prijs op het einde van het jaar (1 265 USD/ton in 2024 tegenover 940 USD/ton in 2023). Het gecombineerd effect resulteert in een lagere totale voorraadwaarde. 13. BIOLOGISCHE ACTIVA De totale biologische activa op het einde van het jaar kan als volgt worden weergegeven: In KUSD 2024 2023 Biologische activa - palmolie 7 560 4 679 Biologische activa - bananen 5 988 6 443 Totaal 13 547 11 122 377 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten De biologische activa van palmolie wordt gedefinieerd als de olie die de palmvruchten bevatten. Wanneer de palmvruchten olie bevatten, wordt dit duidelijk onderscheidbaar actief erkend en wordt de reële waarde geschat op basis van: • De geschatte hoeveelheid olie die beschikbaar is in de palmvruchten; • De verwachtte verkoopprijs van de palmolie op het moment van afsluiten; • De verwachtte kosten voor het oogsten en verwerken van de palmvruchten; • De verwachtte verkoopkosten (transport, exportbelasting, ...). Uit verschillende wetenschappelijke studies blijkt dat de olie in de palmvruchten zich exponentieel ontwikkelt op ongeveer 4 weken. De geschatte hoeveelheid olie die beschikbaar is in de palmvruchten, wordt bijgevolg bepaald op basis van de oogst van de 4 weken na het moment van afsluiten. Bij de berekening van de geschatte hoeveelheid olie daalt het gewogen belang van de oogst trapsgewijs per week, om zo de hoeveelheid olie op het moment van afsluiten zo goed mogelijk te benaderen. De reële waarde van de biologische activa per 31 december 2024 is gebaseerd op level 2 data input. Per 31 december 2024, bedraagt de totale biologische activa van palmolie KUSD 7 560 ten opzichte van KUSD 4 679 per 31 december 2023. Impact van de geschatte hoeveelheid olie -10% Boekwaarde +10% Boekwaarde van de biologische activa - palmolie 6 804 7 560 8 316 Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen) - 756 756 De verwachtte verkoopprijs en de verwachtte kosten zijn de effectieve verkoopprijzen en kosten op het moment van afsluiten. De resultaten van de wijziging van de reële waarde van de palmvruchten worden opgenomen onder de ‘aanpassingen van de reële waarde van de biologische activa’. De stijging ten opzichte van vorig jaar is voornamelijk het gevolg van een toename van de verwachte productie van verse vruchtentrossen (FFB) in januari 2025, die gebruikt wordt als basis voor de waardering, vergeleken met de verwachtingen van januari 2024. De biologische activa per eind december omvat ook de consumeerbare biologische activa met betrekking tot de bananen van ons filiaal Plantations J. Eglin SA. De biologische activa van bananen wordt gedefinieerd als de bananentrossen die over 3 maanden zullen worden geoogst, gewogen naar rato van elke resterende oogstmaand. Drie maanden vóór de oogst wordt een betrouwbare bloementelling uitgevoerd, die wordt gebruikt om de geschatte biologische activa te bepalen. De netto verkoopprijs om de biologische activa te waarderen wordt bepaald als de huidige marktprijzen verminderd met de resterende kosten om de biologische activa te verkopen. Het saldo per 31 december 2024 bedraagt KUSD 5 988 (2023: KUSD 6 443) en is stabiel gebleven ten opzichte van vorig jaar, aangezien de uitbreidingen in Akoudié en Lumen zo goed als afgerond zijn. Impact van de geschatte hoeveelheid bananen -10% Boekwaarde +10% Boekwaarde van de biologische activa - bananen 5 389 5 988 6 586 Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen) - 599 599 Er zijn geen beperkingen, toezeggingen of verplichtingen met betrekking tot de biologische activa van de Groep. 14. OVERIGE VLOTTENDE VORDERINGEN EN OVERIGE SCHULDEN De 'overige vorderingen' zijn gedaald met KUSD 16 631 van KUSD 49 490 in 2023 tot KUSD 32 859 in 2024. De overige vorderingen bestaan voornamelijk uit btw-vorderingen in de verschillende dochterondernemingen, maar omvatten eveneens een rekening-courant met PT Melania dat is geclassificeerd als ‘activa aangehouden voor verkoop’ en de vorderingen op lokale boeren in Hargy Oil Palms Ltd. De daling van de 'overige vorderingen' is hoofdzakelijk te verklaren door de herclassificatie van de kortetermijnvordering ten opzichte van Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS) van KUSD -10 054 naar de langetermijnvorderingen, door een BTW-verrekening bij Hargy Oil Palms Ltd, waarbij de BTW werd gecompenseerd met de te betalen vennootschapsbelasting in 2024 (KUSD -5 737), enkele BTW afrekeningen in onze Indonesische dochterondernemingen (KUSD -107), en een stijging van de verwachte terugbetalingen door lokale boeren (KUSD 2 167) in 2025. De overige mutaties bestaan uit verscheidene kleinere bedragen in de verschillende filialen, voornamelijk gerelateerd aan BTW. De Groep heeft het verwachte kredietverlies berekend in overeenstemming met IFRS 9 en heeft vastgesteld dat dit geen materiële impact heeft. De 'overige schulden' (KUSD 20 373 in 2024 en KUSD 15 832 in 2023) hebben voornamelijk betrekking op sociale verplichtingen (te betalen salarissen, voorzieningen voor vakantieloon en bonus) en andere niet-handel gerelateerde schulden. De stijging, in vergelijking met vorig jaar, is voornamelijk te wijten aan de kosten gerelateerd aan de implementatie van het nieuwe ERP-project. 378 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 15. EIGEN VERMOGEN DEEL GROEP Kapitaal en uitgiftepremies Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming per 31 december 2024 bedraagt KUSD 44 734, verdeeld over 10 579 328 volstortte gewone aandelen zonder nominale waarde. 20242023Aantal aandelen10 579 32810 579 328 In KUSD20242023Kapitaal44 73444 734Uitgiftepremie107 970107 970Totaal152 704152 704 2024202320242023KUSDKUSDKEURKEUREigen aandelen beginsaldo11 68111 5889 6419 549Inkoop eigen aandelen- 1 04893- 95892Eigen aandelen - eindsaldo10 63311 6818 6849 641 Vanaf de start van het aandelen-inkoopprogramma op 22 september 2011, heeft SIPEF een totaal van 162 016 eigen aandelen ingekocht voor een bedrag van KEUR 8 684, ofwel 1,5314% van het totale aantal uitstaande aandelen, ter dekking van een aandelenoptieplan voor het management. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar toelichting 22. Toegestaan kapitaal De buitengewone algemene vergadering van 14 juni 2023 heeft de raad van bestuur gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer malen te verhogen voor een bedrag van KUSD 44 734, gedurende een periode van 5 jaar, na de bekendmaking van haar beslissing. Aandeelhoudersstructuur De volgende aandeelhoudersmeldingen werden aan de onderneming bekendgemaakt: In onderling overleg Aantal aandelen Datum Deler %Ackermans & Van Haaren NV4 518 21303/03/202510 579 32842,708Cabra NV1 001 03203/03/202510 579 3289,462Cabra P100 00003/03/202510 579 3280,945Cabra T100 00003/03/202510 579 3280,945Cabra V100 00003/03/202510 579 3280,945Theodora Bracht2 00003/03/202510 579 3280,019Priscilla Bracht003/03/202510 579 3280,000Victoria Bracht003/03/202510 579 3280,000Totaal stemmen handelend in onderling overleg5 821 24555,024 Inclusief 155 512 eigen aandelen Groep Bracht Laatste transparantiemelding Omrekeningsverschillen De omrekeningsverschillen bevatten alle verschillen die voortvloeien uit de omrekening van de jaarrekeningen van onze dochterondernemingen waarvan de functionele valuta verschillend is van de presentatiemunteenheid van de Groep (USD). De beweging ten opzichte van vorig jaar is voornamelijk het gevolg van de beweging van de USD ten opzichte van de EUR (KUSD 418). In KUSD20242023Beginsaldo per 1 januari-10 978-11 246Mutatie, integrale consolidatie- 418268Eindsaldo per 31 december-11 396-10 978 Dividenden Op 11 februari 2025, heeft de raad van bestuur de uitbetaling van een dividend van maximum KEUR 21 159 (EUR 2,00 bruto per gewoon aandeel) voorgesteld. Dit dividend is nog niet goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders van SIPEF en werd dusdanig niet verwerkt in de jaarrekening per 31 december 2024. 379 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Kapitaalbeheer De kapitaalstructuur van de Groep is gebaseerd op de financiële strategie zoals vastgesteld door de raad van bestuur. Deze strategie bestaat samengevat uit een expansiepolitiek met het respecteren van een zeer beperkte schuldgraad. Het management legt jaarlijks het financieringsplan ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur. Controleketen 1. Controleketen boven Ackermans & van Haaren NV I. Ackermans & van Haaren NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Scaldis Invest NV, een vennootschap naar Belgi sch r echt. II. Scaldis Invest NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Belfimas NV, een vennootschap naar Belgisch recht. III. Belfimas NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Celfloor SA, een vennootschap naar Luxemburgs recht. IV. Celfloor SA wordt rechtstreeks gecontroleerd door Apodia International Holding BV, een vennootschap naar Nederlands recht. V. Apodia International Holding BV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Palamount SA, een vennootschap naar Luxemburgs recht. VI. Palamount SA wordt rechtstreeks gecontroleerd door “Het Torentje”, een stichting administratiekantoor opgericht naar Nederlands recht. VII. Stichting administratiekantoor “Het Torentje” is de ultiem controlerende aandeelhouder. 2. C ontroleketen boven Cabra NV Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht oefenen gezamenlijke zeggenschap uit over Cabra NV. 3. C ontroleketen boven Cabra P NV, Cabra T NV en Cabra V N V C abra P NV, Cabra T NV en Cabra V NV worden rechtstreeks gecontroleerd door Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht . 4. Controleketen boven SIPEF Ackermans & van Haaren NV en Groep Bracht oefenen gezamenlijke zeggenschap uit over SIPEF. 16. MINDERHEIDSBELANGEN H ieronder worden de minderheidsbelangen per onderneming weergegeven, alsook hun deel in het eigen vermogen en de winst van het boekjaar:2024 2023 Aandeel Aandeel Aandeel Aandeel % in de % in de in het in het In KUSD minderheids-winst minderheids-winst eigen eigen belangen van het belangen van het vermogen vermogen boekjaar boekjaar PT Tolan Tiga Indonesia 5,00 23 599 620 5,00 22 834 824 PT Eastern Sumatra Indonesia 9,75 8 337 824 9,75 7 507 696 PT Kerasaan Indonesia 45,85 3 960 1 676 45,85 4 553 1 344 PT Bandar Sumatra Indonesia 9,75 842 - 289,75 868 - 148PT Melania Indonesia 2,75 235 0 2,75 235 0 PT Mukomuko Agro Sejahtera 14,26 - 621- 9814,26 - 524- 75PT Umbul Mas Wisesa 5,00 340 235 5,00 94 158 PT Citra Sawit Mandiri 5,00 1 66 5,00 - 66 112 PT Toton Usaha Mandiri 5,00 346 64 5,00 279 40 PT Agro Rawas Ulu 0,00 0 0 0,00 0 0 PT Agro Kati Lama 0,00 0 0 0,00 0 0 PT Agro Muara Rupit 0,00 - 1 0 0,00 - 1 0 PT Agro Muko 4,95 2 936 937 4,95 1 996 738 PT Dendymarker Indah Lestari 4,95 -2 619 113 4,95 -2 733- 68Jabelmalux SA 0,00 - 1 0 0,00 - 1 0 Total 37 355 4 409 35 042 3 619 H et aandeel van de minderheidsbelangen in de materiële vaste activa (inclusief de biologische activa - dragende planten) bedraagt KUSD 24 004 in 2024 (2023: KUSD 23 347). Er waren in 2024 geen wijzigingen in de minderheidsbelangen binnen de groep. 380 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De bewegingen van het jaar kunnen als volgt samengevat worden: In KUSD 2024 2023 Per einde vorig boekjaar 35 042 32 342 Winst van de periode toe te rekenen aan minderheidsbelangen 4 409 3 619 Toegezegd-pensioenregelingen - IAS 19R 54 - 14 Uitbetaalde dividenden -2 151 -2 796 Eigen vermogenstransacties met minderheidsaandeelhouders 0 1 890 Per einde boekjaar 37 355 35 042 De uitbetaalde dividenden aan minderheidsbelangen bestaan uit: In KUSD 2024 2023 PT Kerasaan Indonesia 2 150 2 795 Jabelmalux 1 1 Totaal 2 151 2 796 Het dividend van PT Kerasaan en Jabelmalux SA werd toegekend en betaald in 2024. Er zijn geen beperkingen op de overdrachten van geldfondsen. De minderheden hebben geen rechten om de activa van de Groep aan te wenden of de passiva van de dochterondernemingen af te lossen. De minderheidsbelangen hebben geen significante beschermende rechten (“protective rights”). Er zijn geen beperkingen om activa te realiseren en verplichtingen van dochterondernemingen af te wikkelen. 17. VOORZIENINGEN In KUSD 2024 2023 Voorzieningen 427 524 De voorzieningen hebben geheel betrekking op een btw-geschil in Indonesië. Gedurende 2024, werden er een aantal rechtszaken beslecht voornamelijk in het voordeel van SIPEF. De timing van de afloop van het geschil is moeilijk in te schatten. De resterende voorziening wordt geraamd op basis van de verhouding tussen de afgehandelde rechtszaken ten gunste van SIPEF en het totale aantal resterende rechtszaken. 18. PENSIOENVERPLICHTINGEN Toegezegde-pensioenregelingen De voorziening voor pensioenen betreft in hoofdzaak de toegezegde-pensioenregelingen in Indonesië. Deze pensioenregelingen, die voorzien in de uitkering van een kapitaal bij pensionering, zijn niet extern gefinancierd. Het totaal aantal werknemers dat aangesloten is op deze pensioenregeling bedraagt 10 881. De pensioenregeling wordt uitbetaald op 55-jarige leeftijd, of na 30 jaar anciënniteit, afhankelijk van welke het eerst wordt bereikt. Aangezien de pensioenregeling wordt aangepast door de toekomstige loonsverhogingen en een actualiseringsvoet, wordt het pensioenplan blootgesteld aan het risico van potentiële wijzigingen in de toekomstige loon verwachtingen van Indonesië, alsook het risico van de inflatie en de intrestvoeten in Indonesië. Bovendien zijn de pensioenen betaalbaar in Indonesische Roepia (IDR). Hierdoor wordt de pensioenregeling blootgesteld aan een wisselkoersrisico. We verwijzen naar toelichting 26 voor meer info met betrekking tot het wisselkoersrisico van de Groep. Vermits de pensioenregeling niet extern gefinancierd wordt, is er geen risico op het lange termijnbeleggingsrendement. De volgende reconciliatie geeft de variatie van de totale pensioenvoorziening weer tussen 2023 en 2024: Pensioen-Wissel-Omrekenings-In KUSD 2023 Betalingen 2024 kost koers verschil Indonesië 22 471 2 885 -1 344 -1 161 0 22 850 Côte d'Ivoire 1 044 81 - 111 0 - 62 953 Totaal 23 515 2 966 -1 455 -1 161 - 62 23 803 381 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten De volgende assumpties worden gebruikt voor de pensioenberekening van Indonesië: 2024 2023 Actualiseringsvoet 7,00% 7,00% Toekomstige loonsverhoging 5,00% 5,00% 55 jaar of 30 jaar 55 jaar of 30 jaar Verwachte pensioenleeftijd anciënniteit anciënniteit De pensioenverplichtingen in Indonesië zijn als volgt gewijzigd: In KUSD 2024 2023 Beginsaldo 22 471 19 801 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 2 307 2 056 Rentekosten 1 431 1 445 Betaalde vergoedingen -1 344 -1 450 Actuariële winsten en verliezen - 853 239 Wisselkoersresultaten -1 161 379 Eindsaldo 22 850 22 471 De actuariële winsten en verliezen bestaan uit de volgende componenten: In KUSD 2024 2023 Ervaringsaanpassingen - 300 - 752 Wijzigingen in assumpties - 553 991 Totaal actuariële winsten en verliezen - 853 239 De actuariële winsten en verliezen opgenomen in bovenstaande tabel, omvatten het grootste deel van de totale actuariële winsten en verliezen in het geconsolideerde totaalresultaat. De pensioenkost in Indonesië kan als volgt geanalyseerd worden: In KUSD 2024 2023 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 2 307 - 116 Rentekosten 1 431 1 366 Pensioenkost 3 738 1 250 Actuariële winsten en verliezen geboekt via het totaalresultaat - 853 126 Totale pensioenkost 2 886 1 375 Deze kosten zijn gerubriceerd in de posten kostprijs van verkopen en de algemene- en beheerskosten van de winst- en verliesrekening. De geschatte betalingen bedragen KUSD 1 442 voor 2025. Sensitiviteit van de variatie van de actualiseringsvoet en toekomstige loonsverhoging De waarden zoals opgenomen in de balans zijn gevoelig voor een verandering in actualiseringsvoet t.o.v. de gebruikte actualiseringsvoet. Hetzelfde geldt voor een verandering in de werkelijke toekomstige loonsverhoging t.o.v. de gehanteerde toekomstige loonsverhoging. Voor onze Indonesische filialen, voerden we simulaties uit waarbij we beide parameters met 1% verhoogden of verlaagden. Dit had volgende invloed op de huidige waarde van de pensioenvoorzieningen: Impact aanpassing actualiseringsvoet In KUSD +1% Boekwaarde -1% Pensioenvoorziening Indonesische filialen 20 870 22 850 25 060 Bruto impact totaalresultaat 1 980 -2 210 Impact aanpassing toekomstige loonsverhoging In KUSD +1% Boekwaarde -1% Pensioenvoorziening Indonesische filialen 25 184 22 850 24 965 Bruto impact totaalresultaat -2 334 2 115 382 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Toegezegde-bijdragenregelingen De Groep betaalt eveneens vaste bijdragen aan openbare of privé-verzekeringsplannen. Aangezien de Groep aangesproken kan worden om bijkomende betalingen te verrichten, in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als “toegezegd - pensioenregelingen”. Naar aanleiding van een analyse van de plannen en het geringe verschil tussen het wettelijk minimum gegarandeerd rendement en het rendement dat gegarandeerd wordt door de verzekeraar, heeft de Groep besloten dat het toepassen van de PUC een immateriële impact zou hebben. Het totaal van de gecumuleerde reserves bedragen KUSD 1 537 per eind december 2024 (2023: KUSD 2 152) ten opzichte van het totale minimum gegarandeerd rendement van KUSD 1 237 per 31 december 2024 (2023: KUSD 1 827). De gestorte bijdragen in het kader van toegezegde-bijdragenregelingen bedragen KUSD 442 (2023: KUSD 493). SIPEF is niet verantwoordelijk voor het minimum gegarandeerd rendement op de bijdragen voor de leden van het executief comité (KUSD 367). 19. NETTO FINANCIELE ACTIVA/(VERPLICHTINGEN) De netto financiële activa/(verplichtingen) (Niet binnen GAAP gedefinieerde maatstaf) kunnen als volgt worden geanalyseerd: In KUSD 2024 2023 Financiële verplichtingen < 1 jaar - kredietinstellingen -35 894 -22 319 Financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten) 0 0 Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar 0 -18 000 Geldbeleggingen 1 1 Geldmiddelen en kasequivalenten 19 880 11 549 Leasing verplichting -2 073 -2 649 Netto financiële activa/(verplichtingen) -18 087 -31 418 Analyse netto financiële activa/(verplichtingen) 2024 per munt: In KUSD EUR USD Andere Totaal Korte termijn financiële verplichtingen -5 194 -30 700 0 -35 894 Andere investeringen en beleggingen 0 1 0 1 Geldmiddelen en kasequivalenten 1 972 17 550 358 19 880 Financiële verplichtingen > 1 jaar 0 0 0 0 Leasing verplichting - 335 0 -1 739 -2 073 Totaal 2024 -3 557 -13 149 -1 381 -18 087 Totaal 2023 -4 721 -27 917 1 220 -31 418 De ‘korte termijn financiële verplichtingen’ in EUR betreffen commercial papers voor een totaal bedrag van KUSD 5 194. Deze schuld werd volledig ingedekt aan een gemiddelde koers van EUR 1 = USD 1,0960. Verder, houden de financiële verplichtingen op korte termijn verband met een kortetermijnlening van KUSD 30 700. Er zijn geen 'financiële verplichtingen > 1 jaar' per 31 december 2024, aangezien het laatste deel van de langlopende lening volledig werd afgelost in 2024. Er zijn geen lening convenanten van toepassing. Aansluiting van de netto financiële activa/(verplichtingen) met kasstroomoverzicht: In KUSD 2024 2023 Netto financiële activa/(verplichtingen) begin periode -31 418 122 Terugbetaling leningen op lange termijn 18 924 18 528 Opname leningen op lange termijn - 398 - 182 Terugbetaling financiële verplichtingen op korte termijn 50 590 Opname financiële verplichtingen op korte termijn -13 575 -17 671 Netto beweging van geldmiddelen en kasequivalenten 8 331 -32 806 Netto financiële activa/(verplichtingen) einde periode -18 087 -31 418 383 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Aansluiting van de totale financiële verplichtingen: In KUSD 2024 2023 Financiële verplichting begin periode 42 968 44 233 Terugbetaling leningen op lange termijn -18 924 -18 528 Opname leningen op lange termijn 398 182 Terugbetaling financiële verplichtingen op korte termijn - 50 - 590 Opname financiële verplichtingen op korte termijn 13 575 17 671 Financiële verplichting einde periode 37 967 42 968 20. OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN/(KOSTEN) De overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) kunnen als volgt uitgesplitst worden: 2024 2023 AandeelhoudeAandeelhouders van de Minderheidrs van de MinderheidsIn KUSD Totaal Totaal moedermaatscsbelangen moedermaatscbelangen happij happij BTW-geschil Indonesië 103 24 127 485 26 510 Aanpassing van de reële waarde op de verkoop van PT Melania -6 074 - 320 -6 394 0 0 0 Buitengebruikstelling biologische activa - herbeplanting PT UMW -1 293 - 68 -1 361 0 0 0 Terugdraaiing waardevermindering PT Citra Sawit Mandiri 0 0 0 2 661 140 2 801 Waardevermindering UMW biopellet project - 149 - 8 - 157 -1 140 - 60 -1 200 Verhuur tankopslag capaciteit 201 10 211 588 31 619 Andere opbrengsten/(kosten) 497 26 523 1 689 89 1 778 Overige bedrijfs-opbrengsten/(kosten) -6 716 - 335 -7 051 4 284 225 4 509 De overige bedrijfsopbrengsten/kosten bestaan voornamelijk uit: - De mutatie in de voorziening voor de Indonesische btw-claim (KUSD +127) voornamelijk in voordeel van SIPEF; - De aanpassing van de reële waarde op de verkoop van PT Melania (KUSD -6 394), zie toelichting 30; - De buitengebruikstelling van de resterende nettoboekwaarde van de biologische activa in verband met het herplantingsprogramma bij PT UMW (KUSD -1 361); - De waardevermindering van de resterende boekwaarde van het “bio pellet project” naast de fabriek van PT Umbul Mas Wisesa (KUSD -157); - De tankhuurinkomsten gegenereerd door de verhuur van tankopslagcapaciteit (KUSD +221); - Het resterende bedrag heeft betrekking op voorraadaanpassingen voor verouderde voorraden, magazijn verkopen aan kleine boeren in Papoe-Nieuw-Guinea en andere niet-materiële posten. Vorig jaar hadden de overige bedrijfsopbrengsten/kosten voornamelijk betrekking op de terugname van de historische waardevermindering (KUSD +2 801) in PT Citra Sawit Mandiri, aangezien de HGU werd verkregen en de waardevermindering van het ‘bio pellet project’ naast de fabriek van PT Umbul Mas Wisesa (KUSD -1 200). 384 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 21. FINANCIEEL RESULTAAT De financieringsopbrengsten betreffen de ontvangen interesten op lopende rekeningen met niet-geconsolideerde ondernemingen en op tijdelijke kasoverschotten, alsook de opbrengst van de afwikkeling van de verdiscontering van de ‘vorderingen > 1 jaar’. De financieringskosten betreffen de interesten op leningen op lange en korte termijn evenals bankkosten, verdiscontering van de lange termijn lening aan lokale boeren en overige financiële kosten. In KUSD 2024 2023 Ontvangen interesten 1 476 1 764 Afwikkeling van de verdiscontering 113 45 Verdiscontering vorderingen > 1 jaar - 399 - 402 Financiële kosten -2 553 -1 677 Wisselresultaten -3 938 1 112 Financieel resultaat m.b.t. derivaten -1 338 - 3 Financieel resultaat -6 640 839 De stijging van de financiële kosten is hoofdzakelijk te wijten aan de hogere rentevoeten op kortetermijnleningen, die een groter aandeel innemen in de totale leningen van de Groep, nadat de langlopende lening, die was ingedekt tegen een lagere rentevoet, werd terugbetaald. De wisselkoers- en financiële resultaten uit derivaten houden vooral verband met de valuta-indekking van het EUR-dividend en met de waardedaling van de openstaande netto vorderingenposities in EUR, PGK en IDR tegenover de USD, in vergelijking met vorig jaar. 22. AANDELENOPTIEPLANNEN Aantal toegekende Aantal uitgeoefende Aantal vervallen Jaar van aanbod Beginsaldo Eindsaldo opties opties opties 2014 16 000 -14 000 -2 000 0 2015 18 000 -2 000 16 000 2016 18 000 -2 000 16 000 2017 18 000 18 000 2018 20 000 -2 000 18 000 2019 18 000 18 000 2020 18 000 18 000 2021 16 000 16 000 2022 18 000 18 000 2023 20 000 20 000 2024 0 18 000 18 000 Saldo 180 000 18 000 -20 000 -2 000 176 000 2024 2023 Gewogen Gewogen Aantal gemiddelde Aantal gemiddelde aandelenopties uitoefenprijs (in aandelenopties uitoefenprijs EUR) (in EUR) 1 januari 180 000 52,9 184 000 53,2 Toegekend gedurende het jaar 18 000 56,9 20 000 52,7 Verlies van rechten en vervallen opties gedurende het jaar -2 000 54,7 -13 558 54,8 uitgeoefend gedurend het jaar -20 000 53,7 -10 442 55,3 31 december 176 000 53,2 180 000 52,9 Waarvan uitoefenbaar op 31 december 120 000 126 000 Uitstaande opties Uitoefenbare opties Gewogen Gewogen gemiddelde Gewogen Aantal uitstaande gemiddelde Aantal Range van de uitoefenprijzen (EUR) resterende gemiddelde aandelenopties uitoefenprijs uitoefenbaar looptijd (in uitoefenprijs prijs jaren) 44,59 - 45,61 36 000 5,5 45,1 36 000 45,1 49,15 - 53,09 70 000 4,2 51,7 50 000 51,3 56,88 – 57,70 36 000 8,9 57,3 0 N/A 58,31 - 62,87 34 000 4,9 60,7 34 000 60,7 176 000 120 000 385 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Het aandelenoptieplan van SIPEF, dat in november 2011 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van de leden van het executief comité en algemene directeuren van de buitenlandse filialen wiens activiteit essentieel is voor het succes van de Groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen SIPEF. Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 10 jaar. IFRS 2 werd toegepast op de aandelenopties. De totale waarde van de uitstaande opties 2015 tot en met 2024 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt KUSD 1 505 en is berekend aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken: Black & Jaar Beurskoers (in Dividend Verwachte Scholes Volatiliteit Intrestvoet toekenning EUR) rendement levensduur waarde (in EUR) 2011 58,00 2,50% 38,29 3,59% 5,00 18,37 2012 58,50 2,50% 37,55 0,90% 5,00 15,07 2013 57,70 2,50% 29,69 1,36% 5,00 12,72 2014 47,68 2,50% 24,83 0,15% 5,00 5,34 2015 52,77 2,50% 22,29 0,07% 5,00 8,03 2016 60,49 3,00% 19,40 -0,37% 5,00 8,38 2017 62,80 3,00% 18,88 -0,12% 5,00 5,57 2018 48,80 3,00% 18,60 -0,03% 5,00 3,54 2019 54,80 3,00% 19,56 -0,32% 5,00 8,12 2020 43,20 3,00% 23,35 -0,66% 5,00 4,57 2021 56,90 3,00% 24,14 -0,33% 5,00 6,74 2022 58,90 3,00% 25,86 2,82% 5,00 11,73 2023 53,00 3,00% 25,97 2,25% 5,00 9,78 2024 56,80 3,00% 24,95 2,47% 5,00 10,15 In 2024, werden 18 000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van EUR 56,9 per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op KUSD 190 en wordt over de 'vesting'-periode van 3 jaar (2025-2027) in resultaat genomen. De totale kost van de aandelenopties die werd opgenomen in de winst- en verliesrekening bedraagt KUSD 201 in 2024 (2023: KUSD 163). Ter indekking van de uitstaande optieverplichtingen heeft SIPEF in totaal 162 016 aandelen in portefeuille. Het inkoopprogramma wordt voortgezet in 2025 totdat het aantal ingekochte eigen aandelen gelijk is aan het aantal uitstaande opties. Gemiddelde Totale Totale Aantal aandelen aankoopprijs (in aankoopprijs (in aankoopprijs (in EUR) KEUR) KUSD) Beginsaldo 31/12/2023 180 000 53,6 9 641 11 681 Inkoop eigen aandelen 2 016 56,4 114 118 Verkoop eigen aandelen -20 000 53,6 -1 072 -1 166 Eindsaldo 31/12/2024 162 016 53,6 8 683 10 633 De buitengewone algemene vergadering van 14 juni 2023 heeft de raad van bestuur gemachtigd om, indien nodig geacht, eigen aandelen van SIPEF aan te kopen gedurende een periode van 5 jaar na bekendmaking van haar beslissing. 386 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 23. WINSTBELASTINGEN De aansluiting tussen de belastinglasten en de toepasselijke lokale belastingtarieven wordt als volgt voorgesteld: In KUSD 2024 2023 Resultaat voor belasting 97 464 108 817 Belastingen aan gangbare lokale belastingvoeten -23 990 -28 251 Gemiddelde toepasselijke belastingtarief -24,61% -25,96% Niet belastbare winst terugdraaiing historische waardervermindering CSM 0 616 Permanente verschillen -1 131 - 935 Verliezen van het jaar waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd opgezet - 81 0 Winsten van het jaar waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd opgezet 0 571 Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden werden opgezet -1 157 -3 566 Terugname van waardeverminderingen op uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden werden opgezet 1 914 437 Aanpassing van de reële waarde op de verkoop van PT Melania -1 407 0 Belastinglast -25 851 -31 128 Gemiddeld effectief belastingtarief -26,52% -28,61% Het niet-belastbare resultaat in PT Citra Sawit Mandiri in vorig jaar heeft betrekking op de terugname van de waardevermindering geboekt in PT Citra Sawit Mandiri. De permanente verschillen bestaan hoofdzakelijk uit verworpen uitgaven voor fiscale doeleinden en liggen iets hoger dan vorig jaar als gevolg van een stijging van de permanent verworpen uitgaven. De aanpassing van de reële waarde van het als te koop gehouden actief van PT Melania (KUSD -6 394) is een niet-aftrekbare fiscale kost en bedraagt KUSD 1 407. We ontvingen van de Indonesische belastingautoriteiten de formele goedkeuring, met ingang van boekjaar 2014, dat onze Indonesische filialen de toestemming hebben om hun belastingaangifte in USD neer te leggen. Van de belastingautoriteiten in Papoea-Nieuw-Guinea kregen we een toestemming om vanaf 2015 onze belastingaangifte op basis van een USD-boekhouding te doen. Voor SIPEF NV en Jabelmalux SA hebben we een gelijkaardige toestemming verkregen met effect vanaf boekjaar 2016. De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden per fiscale entiteit gesaldeerd. Dit leidt tot de volgende opsplitsing naar uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen: In KUSD 2024 2023 Uitgestelde belastingen actief 16 478 15 214 Uitgestelde belastingen passief -52 690 -52 454 Netto uitgestelde belastingen -36 212 -37 240 De bewegingen in de netto uitgestelde belastingen (vorderingen - verplichtingen) zijn: In KUSD 2024 2023 Openingssaldo -37 240 -34 034 Variatie (- kost) / (+ opbrengst) via de winst- en verliesrekening 1 228 2 043 Tax impact IAS 19 via totaalresultaat - 268 124 Tax impact hedge accounting via totaalresultaat 124 214 Impact versnelde fiscale afschrijvingen HOPL 0 -5 614 Andere - 56 27 Eindsaldo -36 212 -37 240 De uitgestelde belastingen zijn het resultaat van: In KUSD 2024 2023 Toevoeging/(gebruik) van fiscaal overgedragen verliezen 1 356 -1 091 Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - IAS 41 & voorraadherwaardering -1 279 521 Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - vaste activa 1 053 2 685 Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - pensioenvoorziening 411 463 Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - andere - 314 - 536 Totaal 1 228 2 043 387 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten De totale uitgestelde belastingvorderingen worden niet integraal opgenomen in de balans. Volgende indeling kan gemaakt worden naar totale, niet-opgenomen en opgenomen uitgestelde belastingen: 2024 In KUSD Totaal Niet opgenomen Opgenomen Biologische activa -2 161 0 -2 161 Materiële vaste activa, inclusief dragende planten -46 729 0 -46 729 Voorraden -5 797 0 -5 797 Pensioenvoorziening 5 016 0 5 016 Fiscale verliezen 14 763 4 115 10 648 Overige 2 811 0 2 811 Totaal -32 097 4 115 -36 212 Het merendeel van de niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen per eind 2024 bevindt zich bij de maatschappijen van de South Sumatra groep (KUSD 3 268) en bij de Tolan Tiga groep (KUSD 847). De uitgestelde belastingvorderingen voor fiscale verliezen worden steeds opgezet en aangepast op basis van de meest recent beschikbare lange termijn businessplannen. De totale fiscale verliezen (opgenomen en niet opgenomen) hebben de volgende maturiteit: 2024 In KUSD Totaal Niet opgenomen Opgenomen 1 jaar 21 731 11 336 10 395 2 jaar 13 505 5 486 8 020 3 jaar 9 236 833 8 403 4 jaar 9 211 682 8 528 5 jaar 4 528 368 4 160 Onbeperkt 7 837 0 7 837 Totaal 66 048 18 705 47 343 In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea verrichtte de Groep, in overeenstemming met de lokale wetgeving, voorafbetalingen van belastingen. Deze waren deels gebaseerd op de resultaten van 2023, die in lijn lagen met de resultaten van 2024, en deels op de recordresultaten van 2022, die aanzienlijk hoger waren dan de resultaten van 2024. Hierdoor waren de vooruitbetalingen van belastingen van KUSD 31 625 hoger dan de verschuldigde belastingen van KUSD 27 077. In KUSD 2024 2023 Terug te vorderen belastingen 7 547 6 925 Te betalen belastingen -6 605 -10 605 Netto te vorderen/(te betalen) belastingen 941 -3 681 In KUSD 2024 2023 Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen begin periode -3 681 -32 340 Overboekingen 74 5 614 Te betalen belastingen -27 077 -33 171 Betaalde belastingen 31 625 56 216 Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen einde periode 941 -3 681 De betaalde belastingen zoals weergegeven in het kasstroomoverzicht zijn samengesteld uit de volgende elementen: In KUSD 2024 2023 Belastinglast -25 851 -31 128 Uitgestelde belastingen -1 226 -2 043 Actuele belastingen -27 077 -33 171 Variatie vooruitbetaalde belastingen - 622 -5 825 Variatie te betalen belastingen -3 926 -17 221 Betaalde belastingen -31 625 -56 216 Er zijn geen materiële, niet-opgenomen onzekere belastingposities binnen de SIPEF-groep. SIPEF is vrijgesteld van Pillar 2. 388 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 24. INVESTERINGEN IN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN EN JOINT VENTURES De SIPEF-groep heeft de volgende belangen- en controlepercentages in de geassocieerde deelnemingen: EntiteitLocatieControle %Belangen %Verdant Bioscience Pte LtdSingapore / Republiek Singapore38,0038,00PT Timbang Deli IndonesiaMedan / Indonesië38,0036,10 Een geassocieerde onderneming is een onderneming waarover de Groep een significante invloed heeft. Een joint venture is een ‘gemeenschappelijke regeling’ waarover twee of meer partijen gezamenlijke zeggenschap hebben en rechten hebben op het netto- actief van de regeling. De Groep heeft geen joint ventures. De investeringen in geassocieerde ondernemingen bestaan uit PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd, beide actief in de tropische landbouw. Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS) is een vennootschap gelegen in Singapore. Vanaf 1 januari 2014, heeft de Groep een belang van 38% in VBS. Deze vennootschap is een samenwerking tussen Ackermans & Van Haaren (42%), SIPEF NV (38%), PT Dharma Satya Nusantara (10%) en Biosing Pte (10%) en heeft als doel om onderzoek en ontwikkeling te doen naar hoge rendementszaden met het oog om deze te commercialiseren. De Groep behoudt via Verdant Bioscience Pte Ltd een deelname van 36,10% in PT Timbang Deli, een onderneming gelegen op het eiland Sumatra in Indonesië. PT Timbang Deli is actief in het verbouwen van palmolie en rubber en verzorgt de praktische werking van de onderzoeksactiviteiten van de Groep. Naar aanleiding van de “Share Swap agreement” met Verdant Bioscience Pte Ltd heeft de SIPEF-groep 95% van de totale aandelen van PT Timbang Deli ingebracht in Verdant Bioscience Pte Ltd. De totale sectie van het actief "geassocieerde ondernemingen en joint ventures" kan als volgt samengevat worden: In KUSD20242023Verdant Bioscience Pte Ltd2 5043 123PT Timbang Deli Indonesia-2 173-1 426Totaal3311 697 De totale sectie "Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures" kan als volgt worden samengevat: In KUSD20242023Verdant Bioscience Pte Ltd- 619- 678PT Timbang Deli Indonesia- 747- 657Totaal resultaat-1 366-1 335 Hieronder worden de verkorte financiële staten van de geassocieerde ondernemingen volgens IFRS en zijn voor intercompany eliminaties en exclusief goodwill. Verdant Bioscience Pte Ltd PT Timbang DeliIn KUSD2024202320242023Biologische activa002 9953 249Overige vaste activa23 79323 8356 0805 650Vlottende activa16 92614 5271 162987Geldmiddelen en kasequivalenten93108324255Totaal activa40 81238 47010 56010 141Langlopende verplichtingen- 8- 141 3021 371Financiële schulden op lange termijn000Kortlopende verplichtingen28 07224 10517 51314 957Financiële schulden op korte termijn0000Eigen vermogen12 74914 379-8 255-6 187Totaal eigen vermogen en passiva40 81238 47010 56010 141 De geassocieerde deelnemingen hadden per 31 december 2024 en 2023 geen voorwaardelijke verplichtingen of kapitaalverplichtingen. Hieronder worden de verkorte winst- en verliesrekeningen van de geassocieerde ondernemingen weergegeven. Deze werden opgesteld volgens IFRS en zijn voor intercompany eliminaties en exclusief goodwill. 389 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Verdant Bioscience Pte Ltd PT Timbang Deli In KUSD 2024 2023 2024 2023 Opname in de consolidatie: 38,00% 38,00% 36,10% 36,10% Omzet 0 0 4 743 5 315 Afschrijvingen 51 50 913 813 Interestopbrengsten 668 203 3 3 Interestkosten 0 0 - 668- 203Totaal resultaat -1 630-1 784-2 068-1 820Gedeelte in de consolidatie - 619- 678- 747- 657Totaal deel van de groep - 619- 678- 747- 657Totaal deel derden 0 0 0 0 Totaal - 619- 678- 747- 657 Aansluiting geassocieerde ondernemingen Deze tabellen werden opgesteld op basis van de IFRS - cijfers zoals opgenomen in de consolidatie, volgens de waarderingsregels van de SIPEF-groep, voor toewijzing van goodwill. Verdant Bioscience Pte Ltd PT Timbang Deli In KUSD 2024 2023 2024 2023 Eigen vermogen zonder goodwill 12 749 14 379 -8 255-6 187Deel groep 4 845 5 464 -2 980-2 233Goodwill 0 0 807 807 Equity eliminatie PT Timbang Deli -2 340-2 340 0 0 Totaal deel groep 2 504 3 123 -2 173-1 426 Dividend en ontvangen van geassocieerde ondernemingen Gedurende het jaar werden er geen dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen. Er zijn geen beperkingen op de overdrachten van geldfondsen naar de Groep. 25. VARIATIE BEDRIJFSKAPITAAL D e kasstroom uit operationele activiteiten bleef in lijn met vorig jaar en ging van KUSD 162 768 in 2023 naar KUSD 162 900 in 2024. Het netto bedrijfskapitaal omvat voorraden, handelsvorderingen en andere kortlopende vorderingen, gesaldeerd met handelsschulden en andere kortlopende verplichtingen. De variatie in het bedrijfskapitaal van KUSD 1 768 houdt voornamelijk verband met de stijging van handels- en andere vorderingen en handels- en andere schulden, en een daling van andere kortlopende verplichtingen als gevolg van de terugname van voorzieningen voor te ontvangen facturen. De bovenvermelde aanwending van het bedrijfskapitaal betrof de gebruikelijke tijdelijke bewegingen. 26. FINANCIËLE INSTRUMENTEN B ij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit wordt de Groep blootgesteld aan verschillende risico’s, waaronder de schommelingen in de marktprijzen van de basisproducten, valuta-, rente-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Derivaten worden in beperkte mate gebruikt om het risico voor de Groep verbonden aan de schommelingen van de wisselkoersen en de rente te verminderen. Schommelingen in de marktprijzen van de basisproducten Structurele risico’s SIPEF-groep staat bloot aan structurele grondstoffenprijsrisico’s. Het risico heeft voornamelijk betrekking op palmolie/palmpitolie en in mindere mate bananen. Een verandering van de palmolieprijs met USD 10 CIF per ton heeft een impact van ongeveer KUSD 3 134 (zonder rekening te houden met bijkomende effecten van de exportbelasting in Indonesië) op het resultaat na belasting. Dit risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico. 390 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Transactionele risico’s De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico’s op verkochte goederen. Het transactioneel risico is het risico dat de prijs van de grondstoffen aangekocht van derden schommelt tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met de klant en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Dit risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico. Valutarisico De meerderheid van de dochterondernemingen hebben als functionele valuta de US-dollar. Het wisselkoersrisico waaraan de Groep blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele risico’s, transactionele risico’s en omrekeningsrisico’s: Structurele risico’s Het grootste deel van de opbrengsten worden gerealiseerd in USD, terwijl alle activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (specifiek in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Côte d’Ivoire en Europa). Elke wijziging in de USD ten opzichte van de lokale valuta wisselkoers heeft een aanzienlijke invloed op de bedrijfsresultaten van de onderneming. Het merendeel van dit structurele risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico. Transactionele risico’s De Groep is ook onderhevig aan transactionele risico’s met betrekking tot de valuta’s, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met een klant, leverancier of financiële instelling en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Zulke risico’s worden, met uitzondering van een natuurlijke indekking, niet ingedekt gezien de relatief korte looptijd van de meeste verplichtingen en vorderingen. De verplichtingen voor personeelsbeloningen na uitdiensttreding in Indonesië zijn echter significante lange termijnschulden die volledig betaalbaar zijn in IDR. Een devaluatie of revaluatie van 10% van de IDR ten opzichte van de USD heeft de volgende invloed op de winst- en verliesrekening: In KUSD IDR Dev 10% Boekwaarde IDR Rev 10% Pensioenverplichtingen in Indonesië 21 161 23 277 25 863 Bruto impact winst- en verliesrekening 2 116 -2 586 De v erplichting voor personeelsbeloningen in Indonesië bestaat voor KUSD 22 850 uit de integraal geconsolideerde entiteiten en voor KUSD 427 uit de entiteiten die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (PT Timbang Deli). De lange termijn vorderingen op de Indonesische lokale boeren zijn de belangrijkste lange termijn activa die volledig betaalbaar zijn in IDR. Een devaluatie of herwaardering van 10% van de IDR ten opzichte van de USD heeft het volgende effect op de resultatenrekening: In KUSD IDR Dev 10% Boekwaarde IDR Rev 10% Vorderingen ten opzichte van lokale boeren 37 873 41 661 46 290 Bruto impact winst- en verliesrekening 3 787 -4 629Niet verdisconteerde totale vordering op lokale boeren Op 11 februari 2025, heeft de raad van bestuur de uitbetaling van een dividend van maximum KEUR 21 159 (EUR 2,00 bruto per gewoon aandeel) voorgesteld. In lijn met het liquiditeits- en valutabeleid, om het valutarisico op een mogelijk betaling van het dividend in te dekken werd dit bedrag ingedekt met 4 valutatermijncontracten voor de verkoop van KUSD 20 713 voor KEUR 19 000 (gemiddelde koers van 1,0902) voor jaareinde. Sensitiviteitsanalyse: Voor wat de indekking van het dividend betreft voor jaareinde heeft een devaluatie of revaluatie van 10% van de EUR ten opzichte van de USD aan slotkoers de volgende invloed op de winst- en verliesrekening: In KUSD EUR Dev 10% Slotkoers EUR Rev 10% Dividend 17 942 19 736 21 929 Bruto impact winst- en verliesrekening -1 7942 193 Om rekeningsrisico's De SIPEF-groep is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in USD rapporteren. Als dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, staat het omgerekende bedrag bloot aan waarde schommelingen van de lokale valuta’s ten opzichte van de USD. SIPEF-groep dekt dit risico niet in (zie waarderingsregels). Gezien vanaf 1 januari 2007 de functionele valuta van het merendeel van de activiteiten dezelfde is als de rapporteringsmunt werd dit risico grotendeels beperkt. 391 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Renterisico’s De blootstelling van de Groep aan rentevoetschommelingen houdt verband met de financiële verplichtingen van de Groep. Eind december 2024, bedroegen de netto financiële activa/(verplichtingen) KUSD -18 087 (2023: KUSD -31 418), waarvan KUSD 36 519 korte termijn financiële verplichtingen (2023: KUSD 40 994), en KUSD 19 880 netto korte termijnbeleggingen en kasequivalenten (2023: KUSD 11 549). De ‘financiële verplichtingen > 1 jaar’ (incl. derivaten) bedragen KUSD 1 448 (2023: KUSD 1 974). Aangezien enkel de ‘financiële verplichtingen < 1 jaar – kredietinstellingen’ (KUSD 5 194, zie toelichting 19) aan variabele intrestvoeten onderworpen zijn, zijn wij van mening dat een wijziging van 0,5% op de intrestvoet geen materiële impact zal hebben. De beschikbare financiële middelen worden op korte termijn belegd onder de vorm van termijndeposito's. Milieurisico’s De Groep beheert de belangrijkste milieu gerelateerde risico’s die verband houden met landgebruik en natuurbehoud via haar inzet voor ‘geen ontbossing’ en ‘geen nieuwe ontwikkeling in veengebieden’ (‘NDP’) overheen de groep. De reikwijdte van dit engagement omvat ook de lokale boeren die leveren aan SIPEF. SIPEF maakt gebruik van een extern monitoringplatform om de effectieve implementatie van dit NDP-beleid te garanderen. Daarnaast worden klimaat gerelateerde risico’s beoordeeld in overleg met deskundigen, met de nadruk op de beperking van de klimaatverandering (de uitstoot van broeikasgassen), het fysieke klimaatrisico en het risico op het gebied van de klimaatverandering, als onderdeel van de aanpassingsstrategie van de Groep om de maatregelen ter beperking van de klimaatverandering te ontwikkelen en af te ronden. De productievolumes, de omzet en de marges die SIPEF realiseert, worden beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals regenval, zonneschijn, temperatuur en vochtigheid. De potentiële fysieke impact van klimaatverandering is onzeker en kan per regio en product verschillen. SIPEF monitort grondwaterstanden om systemen te ontwerpen die waterretentie aanpakken, onderhoudt bufferzones en investeert in brandpreventie/monitoring. Met de groeiende zorg over duurzaamheid kunnen er strengere regels aan bedrijven worden opgelegd. De palmolieplantages van SIPEF voldoen aan de RSPO-normen en voldoen aan de RSPO-principes en -criteria. Als SIPEF niet kan blijven voldoen aan de strengere eisen, kan het zijn certificering verliezen of opgeschort worden. Risico’s van landbouwactiviteiten Het belangrijkste financiële risico dat verband houdt met de landbouwactiviteiten van de Groep doet zich voor als gevolg van de tijdsduur tussen de besteding van geld aan kapitaaluitgaven, de aankoop of aanplant en het onderhoud van de kernproducten en aan het oogsten en produceren van de producten, en uiteindelijk het ontvangen van geld uit de verkoop van de kernproducten aan derden. De strategie van de Groep om dit financiële risico te beheersen is het actief beoordelen en beheren van de behoefte aan werkkapitaal. Bovendien beschikt de Groep over kredietfaciliteiten op een niveau dat voldoende is om haar werkkapitaal te financieren gedurende de periode tussen de kasuitgaven en de kasinstroom. Op 31 december 2024, beschikt de Groep over ongebruikte kredietfaciliteiten in de vorm van kortetermijnleningen van KUSD 84 808. Kredietrisico Het kredietrisico is het risico dat één van de contracterende partijen zijn verplichtingen niet nakomt waardoor er voor de andere partij een verlies kan ontstaan. Dit kredietrisico kan opgesplitst worden in een commercieel en financieel kredietrisico. Aangaande het commerciële kredietrisico heeft het management een kredietpolitiek uitgewerkt en de blootstelling aan dit kredietrisico wordt continu opgevolgd. In de praktijk wordt er een onderscheid gemaakt tussen: In KUSD 2024 2023 Vorderingen uit de verkopen van palmolie 43 339 26 617 Vorderingen uit de verkopen van bananen en planten 4 013 3 259 Totaal 47 353 29 876 Het kredietrisico bij de eerste categorie is eerder beperkt gezien deze verkopen voor een groot deel onmiddellijk betaald worden tegen afgifte van de eigendomsdocumenten. Daarnaast betreft het een beperkt aantal hoog aangeschreven klanten: per product wordt ca 90% van de inkomsten uit contracten met klanten gerealiseerd door maximaal 10 klanten. Voor palmolie is er één klant die afzonderlijk meer dan 30% van de omzet vertegenwoordigd. In tegenstelling tot de eerste categorie is het kredietrisico van de vorderingen uit de verkopen van bananen en horticultuur groter. Voor beide categorieën bestaat er een wekelijkse opvolging van de openstaande saldi en een actief aanmaningsbeleid. Waardeverminderingen worden opgenomen als volledige of gedeeltelijke inning onwaarschijnlijk is geworden. Elementen die bij deze beoordeling in aanmerking worden genomen zijn voornamelijk de mate van betalingsachterstand en kredietwaardigheid van de klant. 392 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De vorderingen uit de verkoop van bananen en horticultuur hebben de volgende vervaldagstructuur: In KUSD 2024 2023 Niet vervallen 2 313 2 115 Vervallen < 30 dagen 1 650 736 Vervallen tussen 30 en 60 dagen 48 391 Vervallen tussen 60 en 90 dagen 0 0 Vervallen > 90 dagen 2 16 Totaal 4 013 3 259 In 2024 en 2023, werden er geen materiële waardeverminderingen op vorderingen in de resultatenrekening opgenomen. De Groep paste de vereenvoudigde versie van IFRS 9 toe voor het meten van de verwachte kredietverliezen waarbij een bedrag wordt bepaald dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. De Groep heeft de impact van IFRS 9 geanalyseerd en geconcludeerd dat er geen materiële impact is op de huidige provisie. De Groep heeft ook een inschatting gemaakt of het historisch patroon van wanbetalingen in de toekomst materieel zou veranderen en verwacht geen significante impact. Liquiditeitsrisico Een materieel en aanhoudend tekort in onze kasstromen zou onze kredietwaardigheid en het vertrouwen van investeerders kunnen schaden en zou het vermogen van de Groep om kapitaal aan te trekken kunnen beperken. De operationele kasstroom biedt de middelen om de financiële verplichtingen te financieren en de aandeelhouderswaarde te verbeteren. De Groep beheerst de liquiditeitsrisico's door middel van korte termijn- en lange termijnschattingen van toekomstige kasstromen. SIPEF-groep houdt toegang tot de kapitaalmarkten door middel van kort- en langlopende schuldprogramma's. De volgende tabel geeft de contractueel overeengekomen (niet-verdisconteerde) kasstromen voortvloeiend uit schulden op balansdatum: Meer Contractuele Minder dan 1-2 2-3 3-4 2024 - In KUSD Boek-waarde dan 5 kasstromen 1 jaar jaar jaar jaar jaar Financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten) 0 0 0 0 0 0 0 Leasing verplichtingen > 1 jaar 1 448 -2 537 - 29 - 603 - 451 - 150 -1 303 Voorschotten > 1 jaar 0 0 0 0 0 0 0 Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar Handelsschulden 28 512 -28 512 -28 512 0 0 0 0 Ontvangen voorschotten 3 934 -3 934 -3 934 0 0 0 0 Financiële verplichtingen < 1 jaar Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar 0 0 0 0 0 0 0 Financiële verplichtingen 35 894 -36 079 -36 079 0 0 0 0 Leasing verplichtingen < 1 jaar 626 - 665 - 665 0 0 0 0 Derivaten 1 053 -1 053 -1 053 0 0 0 0 Andere kortlopende verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 Totaal verplichtingen 71 465 -72 779 -70 272 - 603 - 451 - 150 -1 303 393 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Contractuele Minder dan 1-2 2-3 3-4 Meer dan 2023 - In KUSD Boek-waarde kasstromen 1 jaar jaar jaar jaar 5 jaar Financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten) 0 0 0 0 0 0 0 Leasing verplichtingen > 1 jaar 1 974 -3 389 - 57 - 695 - 601 - 443 -1 593 Voorschotten > 1 jaar 0 0 0 0 0 0 0 Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar Handelsschulden 25 243 -25 243 -25 243 0 0 0 0 Ontvangen voorschotten 3 411 -3 411 -3 411 0 0 0 0 Financiële verplichtingen < 1 jaar Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar 18 000 -18 327 -18 327 0 0 0 0 Financiële verplichtingen 22 319 -22 519 -22 519 0 0 0 0 Leasing verplichtingen < 1 jaar 675 - 718 - 718 0 0 0 0 Derivaten 0 0 0 0 0 0 0 Andere kortlopende verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 Totaal verplichtingen 71 623 -73 607 -70 275 - 695 - 601 - 443 -1 593 Teneinde het financiële kredietrisico te beperken heeft SIPEF haar belangrijkste activiteiten bij een beperkte groep banken met een hoge kredietwaardigheid ondergebracht. De huidige maximale beschikbare kredietlijnen bedragen KUSD 122 775 (2023: KUSD 142 074). In 2024, waren er zoals voorgaande jaren geen inbreuken op de voorwaarden vermeld in de kredietovereenkomsten noch tekortkomingen in de aflossingen. Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde op de balans Binnen de Groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen. De reële waarden van deze derivaten zijn: In KUSD 2024 2023 Renteswaps 0 495 Termijnwisselverrichtingen -1 053 285 Reële waarde (+ = actief; - = verplichting) -1 053 780 Overeenkomstig IFRS 13 werden de financiële instrumenten gegroepeerd in 3 niveaus volgens de mate waarin de reële waarde vastgesteld kan worden: • Niveau 1 inputs zijn genoteerde (niet bijgestelde) prijzen op actieve markten voor identieke activa en passiva waar de entiteit toegang tot heeft op de waarderingsdatum; • Niveau 2 inputs zijn afgeleid van andere elementen dan de genoteerde prijzen op niveau 1 die vast te stellen zijn voor activa en passiva, ofwel direct, ofwel indirect; en • Niveau 3 inputs zijn niet-waarneembare inputs voor een actief of passief. Het laatste deel van de lange termijn lening werd in 2024 volledig terugbetaald. De renteswap is niet langer van toepassing. Het notioneel bedrag van de termijnwisselcontracten bedraagt KUSD 25 907. De toekomstige wisselkoerscontracten werden niet gedocumenteerd als in een indekkingsrelatie. Bijgevolg worden alle veranderingen van de reële waarde opgenomen in het financieel resultaat. De reële waarde van de termijnwisselverrichting werd berekend op basis van de slotkoers per 31 december 2024 en werd ondergebracht in niveau 2. 394 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Financiële instrumenten per categorie De volgende tabel geeft de financiële instrumenten per categorie weer per eind 2024 en eind 2023. Hiërarchie IFRS 9 2024 - In KUSD Boekwaarde Reële waarde van de reële categorie waarde Financiële activa Andere financiële activa 112 AKP 112 Niveau 2 Vorderingen > 1 jaar Overige vorderingen 45 581 AKP 45 581 Niveau 2 Totaal financiële vaste activa 45 693 45 693 Handelsvorderingen en overige vorderingen Handelsvorderingen 47 353 AKP 47 353 Niveau 2 Overige vorderingen 32 859 AKP 32 859 Niveau 2 Investeringen Andere investeringen en beleggingen 1 AKP 1 Niveau 2 Geldmiddelen en kasequivalenten 19 880 AKP 19 880 Niveau 2 Derivaten 0 FVTPL 0 Niveau 2 Hedge Derivaten 0 accounting 0 Niveau 2 Totaal financiële vlottende activa 100 092 100 092 Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar 0 AKP 0 Niveau 2 Financiële verplichtingen > 1 jaar 0 AKP 0 Niveau 2 Lease verplichtingen > 1 jaar 1 448 AKP 1 448 Niveau 2 Voorschotten > 1 jaar 0 AKP 0 Niveau 2 Totaal langlopende financiële verplichtingen 1 448 1 448 Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar Handelsschulden 28 512 AKP 28 512 Niveau 2 Overige schulden 20 373 AKP 20 373 Ontvangen voorschotten 3 934 AKP 3 934 Niveau 2 Financiële verplichtingen < 1 jaar Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar 0 AKP 0 Niveau 2 Financiële verplichtingen 35 894 AKP 35 894 Niveau 2 Lease verplichtingen > 1 jaar 626 AKP 626 Niveau 2 Derivaten 1 053 FVTPL 1 053 Niveau 2 Hedge Derivaten 0 accounting 0 Niveau 2 Totaal kortlopende financiële verplichtingen 90 391 90 391 395 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Hiërarchie van IFRS 9 2023 - In KUSD Boekwaarde Reële waarde de reële categorie waarde Financiële activa Andere financiële activa 112 AKP 112 Niveau 2 Vorderingen > 1 jaar Overige vorderingen 34 229 AKP 34 229 Niveau 2 Totaal financiële vaste activa 34 341 34 341 Handelsvorderingen en overige vorderingen Handelsvorderingen 29 876 AKP 29 876 Niveau 2 Overige vorderingen 49 490 AKP 49 490 Niveau 2 Investeringen Andere investeringen en beleggingen 1 AKP 1 Niveau 2 Geldmiddelen en kasequivalenten 11 549 AKP 11 549 Niveau 2 Derivaten 285 FVTPL 285 Niveau 2 Hedge Derivaten 495 accounting 0 Niveau 2 Totaal financiële vlottende activa 91 696 91 201 Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar 0 AKP 0 Niveau 2 Financiële verplichtingen > 1 jaar 0 AKP 0 Niveau 2 Lease verplichtingen > 1 jaar 1 974 AKP 1 974 Niveau 2 Voorschotten > 1 jaar 0 AKP 0 Niveau 2 Totaal langlopende financiële verplichtingen 1 974 1 974 Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar Handelsschulden 25 243 AKP 25 243 Niveau 2 Overige schulden 15 832 AKP 15 832 Ontvangen voorschotten 3 411 AKP 3 411 Niveau 2 Financiële verplichtingen < 1 jaar 0 Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar 18 000 AKP 18 000 Niveau 2 Financiële verplichtingen 22 319 AKP 22 319 Niveau 2 Lease verplichtingen > 1 jaar 675 AKP 675 Niveau 2 Derivaten 0 FVTPL 0 Niveau 2 Hedge Derivaten 0 accounting 0 Niveau 2 Totaal kortlopende financiële verplichtingen 85 481 85 481 Voor een volledig overzicht van de geïdentificeerde risico’s binnen de Groep, inclusief deze die werden meegenomen in de beoordeling inzake dubbele materialiteit (Double Materiality Assessment), verwijzen wij naar het Corporate Governance Charter. 27. LEASING De Groep huurt kantoorruimte, landrechten en voertuigen in het kader van een aantal leasing-overeenkomsten met een leaseperiode van één jaar of meer. De huur van de kantoorgebouwen betreft de maandelijkse huurbetalingen voor de kantoren in Indonesië en Singapore. De huur van de kantoren en bijhorende parking in België is niet mee opgenomen als lease aangezien deze onder de uitzondering van korte-termijn leasing vallen. Voor de grondrechten in PNG, betreft het voorwerp van de huurovereenkomst het vruchtgebruik van land waarvoor een vaste jaarlijkse vergoeding wordt betaald. De resterende landrechten in PNG hebben een duur van 99 jaar waarvoor geen huurbedrag wordt betaald. Deze landrechten worden afgeschreven over een periode van 20 jaar in lijn met de levensduur van een oliepalm. De voertuigen betreffen een beperkt aantal autoleaseovereenkomsten binnen de Groep. De toekomstige leaseverplichtingen onder deze (niet-opzegbare) leases zijn als volgt verschuldigd: In KUSD 2024 2023 Kortlopende leasing verplichtingen 626 675 Langlopende leasing verplichtingen 1 448 1 974 Leasing verplichtingen opgenomen per 31 december 2 073 2 649 396 The connection to the world of sustainable tropical agriculture De beweging van het jaar van de leaseverplichting kan worden samengevat als volgt: In KUSD 2024 2023 Leasing verplichtingen op 1 januari 2 649 2 910 Aanschaffingen 174 337 Financiële kosten/(opbrengsten) 190 220 Terugbetalingen - 799 - 792 Wisselkoersresultaat - 140 - 27 Leasing verplichtingen opgenomen per 31 december 2 073 2 649 De leaseaflossingen (i.e. terugbetalingen) zijn opgenomen als een afname van financiële leningen op lange termijn (KUSD 675) en korte termijn (KUSD 124) in het kasstroomoverzicht. Het met een overeenstemmend gebruiksrecht actief kan als volgt worden ingedeeld: Beweging van het jaar (in KUSD) 2024 2023 Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 1 januari 2 549 2 785 Aanschaffingen 176 334 Afschrijvingen -630 - 571 Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 31 december 2 094 2 549 Huur Bedrijfs-Landrechten Totaal gebouw wagens Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 31 december 2023 822 1 428 299 2 549 Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 31 december 2024 776 977 341 2 094 De totale afschrijving voor de gebruiksrecht activa tot 31 december 2024 bedraagt KUSD 630 en de financiële kosten KUSD 190. Van de afschrijvingen werden KUSD 44 opgenomen in de kostprijs van de verkopen van het palmsegment van Hargy Oil Palms Ltd. en KUSD 586 in de ‘algemene- en beheerskosten’. Er zijn geen materiële uitgaven in verband met kortlopende en laagwaardige huurcontracten. Er zijn geen materiële uitbreidingsopties die niet in de berekening zijn opgenomen. 28. VERBINTENISSEN EN BUITEN BALANS RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Waarborgen Er werden in 2024 geen waarborgen gesteld door derden voor rekening van de onderneming en voor rekening van de filialen en er zijn geen waarborgen verstrekt aan een derde partij voor rekening van dochterondernemingen. . Belangrijke hangende geschillen Nihil. Termijnverkopen De verplichtingen voor het leveren van goederen (palmproducten en bananen) na jaareinde kaderen binnen de normale verkoopstermijn van ongeveer 3 maanden vóór effectieve leveringsdatum. Deze worden als dusdanig niet aanzien als termijnverkopen. Voorwaardelijke Verkoop- en Aankoopovereenkomst ("CSPA") PT Melania In 2021 heeft SIPEF een voorwaardelijke verkoop- en aankoopovereenkomst ondertekend met de Shamrock Group (SG) voor de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. De belangrijkste voorwaarde bestaat uit de hernieuwing van de permanente concessierechten (HGU) voor zowel de rubber- als de thee-activiteiten. Indien niet aan de voorwaarden in de CSPA wordt voldaan, kan dit leiden tot een (gedeeltelijke) herverdeling van de overgedragen aandelen. 397 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten 29. INFORMATIEVERSCHAFFING OVER VERBONDEN PARTIJEN Transacties met bestuurders en leden van het executief comité Management met sleutelposities is gedefinieerd als de raad van bestuur en het executief comité van de Groep. Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de vergoedingen: In KUSD 2024 2023 Bestuurdersvergoedingen 581 480 Vaste vergoeding 2 369 2 803 Variabele vergoeding 1 487 2 557 Groepsverzekering 341 429 Andere 4 139 Marktwaarde verworven aandelenopties (op verwervingsdatum) 66 127 Totaal 4 848 6 535 De bedragen worden uitbetaald in EUR. Het uitbetaalde bedrag in 2024 is KEUR 4 487 (2023: KEUR 6 036). De daling met KEUR 1 549 is voornamelijk het gevolg van een lagere variabele vergoeding betaald in 2024 in vergelijking met 2023. Vanaf boekjaar 2007, worden er vaste vergoedingen betaald aan de leden van de raad van bestuur, het auditcomité en het remuneratiecomité. In het kader van de informatieverschaffing over verbonden partijen zijn de relaties immaterieel, met uitzondering van een sinds 1985 bestaande huurovereenkomst tussen Cabra NV en SIPEF aangaande de kantoren en de bijhorende parkings te Kasteel Calesberg te Schoten. De jaarlijkse geïndexeerde huurprijs bedraagt KUSD 233 (2023: KUSD 220) en er wordt tevens KUSD 94 (2023: KUSD 89) gefactureerd voor deelname in de onderhoudskosten van gebouwen, parkings en park. De relaties tussen SIPEF en de leden van de raad van bestuur en de leden van het executief comité worden verder beschreven in de sectie “corporate governance verklaring” van dit verslag. Transacties met andere partijen Transacties met verwante partijen betreffen voornamelijk handelstransacties en zijn gebaseerd op het “at arm’s length” principe. De kosten en opbrengsten met betrekking tot deze transacties zijn immaterieel in het kader van de geconsolideerde jaarrekening. Transacties met groepsondernemingen Balansposities en transacties binnen de Groep en de dochterondernemingen worden geëlimineerd in de consolidatie en worden niet verder opgenomen in deze toelichtingen. Transacties tussen de Groep en andere verbonden ondernemingen worden hieronder verder toegelicht. De volgende tabel geeft de totalen van de transacties weer die gedurende het boekjaar hebben plaatsgevonden tussen de Groep en de joint ventures PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Pte Ltd aan 100%: Verdant Bioscience Pte Ltd PT Timbang Deli In KUSD 2024 2023 2024 2023 Totaal verkopen gedurende het boekjaar 0 0 0 0 Totaal aankopen gedurende het boekjaar 0 0 2 055 2 117 Totale vordering per 31 december 11 688 10 056 47 12 Totale schulden per 31 december 300 300 189 128 398 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 30. BEDRIJFSCOMBINATIES, VERWERVINGEN EN AFSTOTINGEN In 2021, heeft SIPEF een voorwaardelijke verkoop- en aankoopovereenkomst ondertekend met de Shamrock-Groep (SG) over de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. SG is een Indonesische groep die meerdere rubberplantages en fabrieken uitbaat en gespecialiseerd is in de productie en verkoop van latex handschoenen. SIPEF controleert 95% van PT Melania via haar Indonesische 95%-dochter PT Tolan Tiga, de overige 5% zijn in handen van een Indonesisch pensioenfonds. Ter herinnering: PT Melania bezat de helft van de Indonesische rubberactiviteiten van de Groep in Sumatra in 2021 en de volledige theeactiviteiten in Java. In eerste instantie werd 40% van de aandelen verkocht voor een betaling van 19 miljoen USD. Na deze eerste fase heeft de Shamrock-groep het beheer van de rubberactiviteiten overgenomen. De tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55% in het bezit van SIPEF) zou uiterlijk in 2024 worden overgedragen voor USD 17 miljoen, na de hernieuwing van de permanente landrechten (HGU) voor het geheel van de rubber- en theeactiviteiten. De bruto verkoopprijs voor 100% van de aandelen bedraagt USD 36 miljoen. De landrechten van de theeactiviteiten in Java werden hernieuwd. De landrechten van de rubberactiviteiten in Sumatra werden tot op heden nog niet vernieuwd. Hierdoor heeft de overdracht van de resterende aandelen nog niet kunnen plaatsvinden. Na de balansdatum heeft de koper een opzeggingsbrief verstuurd met betrekking tot de voorwaardelijke verkoop- en aankoopovereenkomst. De SIPEF-groep heeft de juridische geldigheid van deze opzeggingsbrief betwist. Rekening houdend met het voorgaande, werd de reële waarde van het voor verkoop aangehouden activa PT Melania verlaagd met in totaal KUSD 6 394. Hierdoor bedraagt de totale gerealiseerde meerwaarde op de verkoop nog KUSD 5 246 in plaats van de originele opgenomen meerwaarde van KUSD 11 640 in 2021. Op 31 december 2023, was er reeds een totaalbedrag van KUSD 8 456 betaald voor de kosten in verband met de SPA. In 2024, is een aanvullend bedrag van KUSD 4 179 betaald. Dit betrof de contante betalingen om te voldoen aan de voorwaarden voor de verkoop van PT Melania, met name de betaling van de resterende pensioenvoorzieningen en de benodigde liquide middelen om de theeplantage operationeel te houden. Dit brengt het totaal betaalde bedrag op KUSD 12 635 per 31 december 2024. Het reeds bij CD1 ontvangen voorschot van KUSD 9 147 is volledig benut in 2024. De uiteindelijke netto verkoopprijs en de eventuele meerwaarde op de verkoop van PT Melania zullen grotendeels afhangen van het tijdstip en de kosten van de verlenging van de permanente concessierechten (HGU) en van de compensatie voor de opgebouwde sociale rechten van het tewerkgestelde personeel, die vrijwel volledig zullen worden overgenomen. De Groep staat ook in voor de financiering van de theeactiviteiten tot op het moment van de finale overdracht van de aandelen. De winst op de verkoop van PT Melania kan in de toekomst worden aangepast afhankelijk van een herziening van de raming van deze kosten in de toekomst. SIPEF heeft een best mogelijke inschatting gemaakt van de kosten verbonden aan de verkoop van PT Melania. Hieronder geven we de berekening van de netto verkoopprijs weer. In KUSD 2024 2023 Totaal te ontvangen bedrag 36 000 36 000 Geschatte kosten verbonden aan de verkoop -18 149 -11 418 Netto verkoopprijs (100% van de aandelen) 17 851 24 582 Netto verkoopprijs voor 95% 16 959 23 353 Waarvan 40% van de aandelen 9 833 9 833 55% van de aandelen 7 126 13 520 399 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten 31. WINST PER AANDEEL (GEWONE EN VERWATERDE) Van voortgezette activiteiten 2024 2023 Basisberekening gewone winst per aandeel Gewone winst per aandeel - basisberekening (USD) 6,33 6,99 De gewone winst per aandeel werd als volgt berekend: Teller: Nettoresultaat van de periode toe te rekenen aan de gewone aandeelhouders 65 838 72 735 Noemer: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen 10 405 284 10 403 105 Het gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen werd als volgt berekend: Aantal uitstaande gewone aandelen op 1 januari 10 399 328 10 400 395 Effect van uitgegeven aandelen / terugkoop van eigen aandelen 5 956 2 710 Effect van de kapitaalverhoging 0 0 Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen op 31 december 10 405 284 10 403 105 Verwaterde winst per aandeel Verwaterde winst per aandeel - basisberekening (USD) 6,32 6,98 De verwaterde winst per aandeel werd als volgt berekend: Teller: Nettoresultaat van de periode toe te rekenen aan de gewone aandeelhouders 65 838 72 735 Noemer: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen 10 415 312 10 417 254 Het gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen werd als volgt berekend: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen op 31 december 10 405 284 10 403 105 Effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden 10 028 14 149 Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen op 31 december 10 415 312 10 417 254 32. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Na balansdatum heeft de koper een beëindigingsbrief gestuurd met betrekking tot de verkoop- en koopovereenkomst van PT Melania. De SIPEF-groep heeft de juridische geldigheid van deze beëindigingsbrief betwist. Na rekening te houden met het bovenstaande, is de reële waarde van het als te koop gehouden actief van PT Melania verlaagd met in totaal KUSD 6 394, hetgeen reeds werd opgenomen in de resultaten van het boekjaar 2024. 33. PRESTATIES GELEVERD DOOR DE AUDITOR EN GERELATEERDE VERGOEDINGEN De auditor van de SIPEF-groep is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door Christoph Oris. De auditvergoeding voor het jaarverslag van SIPEF wordt goedgekeurd door de algemene vergadering na het nazicht en goedkeuring door het auditcomité en de raad van bestuur. Deze vergoeding bedraagt KUSD 266 in 2024 (2023: KUSD 130). De stijging is toe te schrijven aan de aanvullende vergoeding van KUSD 131 in verband met de beperkte controle van de CSRD-rapportering voor de Groep. Voor de ganse Groep, werden er voor KUSD 729 diensten geleverd door EY in 2024 (2023: KUSD 597), waarvan KUSD 0 (2023: KUSD 0) voor niet-auditdiensten. 400 The connection to the world of sustainable tropical agriculture ESEF informatie ESEF INFORMATIE Homepage van de rapporterende entiteit www.sipef.com LEI code van de rapporterende entiteit 549300NN3PC8KDD43S24 Naam van de rapporterende entiteit of andere methode van identificatie SIPEF Vestigingsplaats van de entiteit België Rechtsvorm van de entiteit Naamloze vennootschap Land van vestiging België Adres van de statutaire zetel van de entiteit Calesbergdreef 5, 2900 Schoten, België Hoofdzakelijke plaats van activiteiten Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Côte d’Ivoire Beschrijving van de aard van de activiteiten en hoofdactiviteiten van de entiteit Tropische agricultuur Naam van de moederentiteit SIPEF Naam van de hoofdmoedermaatschappij van de groep SIPEF Verklaring van veranderingen in de naam van de verslaggevende entiteit of andere identificatiemiddelen sinds het einde van de vorige verslagperiode Geen wijziging in de naam van de verslaggevende entiteit Levensduur van entiteit met beperkte levensduur Periode waarop de financiële staten betrekking hebben 401 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Verslag van de commissaris inzake de geconsolideerde jaarrekening EY Bedrijfsrevisoren Tel: +32 (0) 3 270 12 00 EY Réviseurs d'Entreprises ey.com/be Borsbeeksebrug 26 B - 2600 Antwerpen (Berchem) Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van SIPEF NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening Oordeel zonder voorbehoud ° Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud 402 The connection to the world of sustainable tropical agriculture EY Kernpunten van de controle Toetsing van bijzondere waardevermindering op goodwill Beschrijving van het kernpunt Samenvatting van de uitgevoerde procedures ► ► ► ► ► ► 2 403 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten . 404 The connection to the world of sustainable tropical agriculture EY Winst op verkooptransactie van PT Melania Beschrijving van het kernpunt Samenvatting van de uitgevoerde procedures ► ► ► ► Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening 4 405 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten EY Onze verantwoordelijkheden voor de controle over de Geconsolideerde Jaarrekening ► ► ► ► 5 406 The connection to the world of sustainable tropical agriculture EY ► Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Verantwoordelijkheden van de commissaris Aspecten betreffende het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening 6 407 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten 408 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Verslag van de commissaris inzake overige wettelijke en reglementaire vereiste EY EY Bedrijfsrevisoren Tel: +32 (0) 3 270 12 00 EY Réviseurs d'Entreprises ey.com/be Borsbeeksebrug 26 B - 2600 Antwerpen (Berchem) Verslag van de commissaris met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van SIPEF NV. 6 Conclusie met een beperkte mate van zekerheid ► ► ° ► Basis voor de conclusie 409 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten EY Overige aangelegenheden Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan betreffende het opstellen van de duurzaamheidsinformatie ► ► ► ► ► ► ► ► � 2 410 The connection to the world of sustainable tropical agriculture EY ► ► 3 411 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten o o o o 412 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 413 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Beknopte jaarrekening van de moedermaatschappij De jaarrekening van SIPEF wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld. Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van SIPEF evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris, bij de Nationale Bank van België neergelegd worden. Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij: SIPEF, Calesbergdreef 5, B-2900 Schoten. Alleen de geconsolideerde jaarrekening vervat in de voorafgaande bladzijden geven een correct en betrouwbaar beeld van de financiële situatie en de prestaties van de SIPEF-groep. Het statutair verslag van de commissaris bevat een oordeel zonder voorbehoud en verklaart dat de niet-geconsolideerde jaarrekening van SIPEF NV een getrouw beeld geeft van het vermogen en van de financiële toestand van de vennootschap per 31 december 2024, en van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving. Het balanstotaal van de vennootschap per 31 december 2024 bedraagt KUSD 410 970 tegenover KUSD 412 045 het jaar voordien. De ‘financiële activa – vorderingen op verbonden ondernemingen’ is gestegen met KUSD 6 519, voornamelijk als gevolg van de herclassificatie van de lening aan onze geassocieerde deelneming Verdant Bioscience Pte Ltd (KUSD 10 054) van korte naar lange termijn. De post ‘vorderingen op ten hoogste één jaar’ is gedaald met KUSD 6 210, als gevolg van de herclassificatie van de lening aan onze geassocieerde deelneming Verdant Bioscience Pte Ltd (KUSD -10 054) van korte naar lange termijn, de terugbetalingen van de dochterondernemingen (KUSD -6 202), en werd deels gecompenseerd door een hogere handelsvorderingenpositie op jaareinde (KUSD 10 446). Aan de passiefzijde houdt de stijging van KUSD 15 186 in ‘schulden op ten hoogste één jaar’ verband met: − Een daling door de terugbetaling van het laatste deel van de langlopende financiële lening van KUSD -18 000. − Een stijging van de kortlopende financiële schulden met KUSD 13 575, aangezien de langlopende financiële schulden werden vervangen door kortlopende financiële schulden. − Een stijging van de handelsschulden met KUSD 21 997, door een hogere openstaande positie bij Hargy Oil Palms op jaareinde. − Een daling van de andere schulden op ten hoogste één jaar (KUSD -2 127), voornamelijk door een lager uit te keren dividend op jaareinde. Het eigen vermogen van SIPEF voor winstverdeling bedraagt KUSD 283 760 wat overeenstemt met USD 26,82 per aandeel. De enkelvoudige resultaten van SIPEF worden in belangrijke mate bepaald door dividenden en meer-/minwaarden. Aangezien SIPEF niet alle deelnemingen van de Groep rechtstreeks aanhoudt, is het geconsolideerde resultaat van de Groep een juistere weerspiegeling van de onderliggende economische ontwikkeling. De enkelvoudige winst van het boekjaar 2024 bedraagt KUSD 6 791 tegenover een winst van KUSD 10 806 in het vorige boekjaar. Op 11 februari 2025, heeft de raad van bestuur de uitbetaling van een dividend van maximum KEUR 21 159 (EUR 2,00 bruto per gewoon aandeel) voorgesteld. Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het netto-dividend EUR 1,40 per aandeel. Aangezien de eigen aandelen niet dividendgerechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen aandelen voor rekening van SIPEF, op 11 juni 2025 om 23u59 CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt voor om te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging) in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt KEUR 21 159. Indien de gewone algemene vergadering dit dividendvoorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 2 juli 2025. Rekening houdend met het aantal aangehouden eigen aandelen op datum 31 december 2024 (162 016 aandelen), stelt de raad van bestuur voor het resultaat (in KUSD) als volgt te bestemmen: • Overgedragen winst van het vorige boekjaar: KUSD 108 472 • Winst van het boekjaar: KUSD 6 791 • Totaal te bestemmen: KUSD 115 263 • Toevoeging aan de wettelijke reserve: KUSD 0 • Toevoeging aan de overige reserves: KUSD 0 • Vergoeding van het kapitaal: KUSD -21 642 • Over te dragen winst: KUSD 93 618 414 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Beknopte balans (Na winstverdeling) In KUSD 2024 2023 Activa Vaste activa 348 048 341 590 Oprichtingskosten 0 0 Immateriële vaste activa 119 138 Materiële vaste activa 215 257 Financiële vaste activa 347 714 341 196 Vlottende activa 62 922 70 454 Vorderingen op meer dan één jaar 0 0 Voorraden en bestellingen in uitvoering 1 329 1 233 Vorderingen op ten hoogste één jaar 49 074 55 284 Geldbeleggingen 9 617 11 153 Liquide middelen 2 624 2 167 Overlopende rekeningen 278 618 Totaal activa 410 970 412 045 Passiva Eigen vermogen 262 118 276 973 Kapitaal 44 734 44 734 Uitgiftepremies 107 970 107 970 Reserves 15 797 15 796 Overgedragen winst/ (verlies) 93 618 108 472 Voorzieningen en uitgestelde belastingen 0 0 Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 Schulden 148 853 135 072 Schulden op meer dan één jaar 0 0 Schulden op ten hoogste één jaar 148 799 133 609 Overlopende rekeningen 54 1 463 Totaal passiva 410 970 412 045 415 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten Beknopte resultatenrekening In KUSD 2024 2023 Bedrijfsopbrengsten 233 514 234 096 Bedrijfskosten - 231 171 - 229 832 Bedrijfsresultaat 2 342 4 264 Financiële opbrengsten 14 183 11 463 Financiële kosten - 8 553 - 2 294 Financieel resultaat 5 629 9 169 Resultaat van het boekjaar voor belasting 7 972 13 433 Belastingen op het resultaat - 1 181 - 2 628 Resultaat van het boekjaar 6 791 10 806 Resultaatverwerking In KUSD 2024 2023 Te bestemmen winst/(verlies) 115 263 131 429 Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar 6 791 10 806 Overgedragen winst/(verlies) van het vorige boekjaar 108 472 120 623 Resultaatverwerking 115 260 131 429 Toevoeging aan de wettelijke reserve 0 0 Toevoeging aan de overige reserves 0 0 Over te dragen resultaat 93 618 108 472 Dividend 21 642 22 957 Vergoeding aan bestuurders 0 0 416 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 417 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Financiële Staten 418 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 5. Annexen 419 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 1 Klimaat- mitigatie en ener - giebeheer 1.1 Methaanafvang: Installatie van methaanafvang - installaties in alle palmolie-extractie - fabrieken. 5 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 10 Palmolie- extractie- fabrieken 2030 IDN PNG Nieuwe doelstelling 1.2 Monitoring van broeikasgassen op locaties met organische bodems via rechtstreekse metingen. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 3 Plantages 2028 IDN Nieuwe doelstelling 1.3 28% reductie in netto uitstootin - tensiteit t.o.v. het basisjaar 2021 (Scope 1 & 2) voor palmolieproductie. 1 Wordt herzien Vast- gesteld in boek- jaar 2021 28 % 2030 IDN PNG Op schema Herziening start in 2025 KPI 2 Klimaat- adaptatie 1.4 Bescherming van kustzones via mangrove-aan - planting en herstel van kustbuers. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2021 6,5 Hectare 2027 PNG Op schema Lopende actieve mangro- ve-aanplanting binnen de kustbuerzone. 796 zaailingen geplant in 2024. Annex 1 – Duurzaamheids- doelstellingen en -verwezenlijkingen MILIEUINFORMATIE : : Vermindering van broeikasgasuitstoot en lange termijn klimaatbestendigheid : Implementeren van een omvattend klimaattransitieplan dat duurzame energiepraktijken, circulaire economieprincipes, geoptimaliseerd landgebruik en waterbeheer integreert, met bescherming van de biodiversiteit en ondersteuning van een duurzame, koolstofarme toekomst voor de oliepalmsector. (1) Opmerking: Deze doelstelling werd vastgesteld vóór deze rapporteringsperiode en valt niet onder de scope van de CSRD “limited assurance” die voor deze Duurzaamheidsverklaring is uitgevoerd. Zij zal in 2025 worden herzien om aan te sluiten bij de vereisten van de ESRS. 420 The connection to the world of sustainable tropical agriculture * 2023 ** 2024 : : Beperking van impact op natuurlijke hulpbronnen en het milieu : Bescherming van natuurlijke hulpbronnen via geoptimaliseerd landgebruik, eciënt waterbeheer, vermindering van afval en verontreiniging, en hergebruik van nevenproducten. NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 35 Hectare 2027 IDN Op schema Begeleid natuurlijk her - stel is lopende. 581 zaailingen werden geplant binnen de kustbuerzone in 2024. KPI 2 Klimaat- adaptatie 1.5 5 pilootprojecten rond regenera - tieve landbouw opstarten met opschaalmodel. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 5 Piloot- projecten 2026 IDN PNG Nieuwe doelstelling 1.6 Regenwateropvang: installatie in alle palmolie-extractie - fabrieken 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 10 Palmolie- extractie- fabrieken 2030 IDN PNG Nieuwe doelstelling 1.7 Waterrecuperatie- bassin installeren op één bananenver - pakkings- station 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 1 Verpakkings- station 2025 CIV Nieuwe doelstelling NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 3 Lucht- veront- reiniging 1.8 Nul niet-conformi- teiten met lokale en industriële regelgeving m.b.t. rookdichtheid in palmolie-extractie - fabrieken. Opmerking: Verplicht bij wetgeving N.V.T. Vast- gesteld in boek- jaar 2024 0 Gevallen Jaar- lijks IDN PNG Nieuwe doelstelling 421 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 4 Afval- water 1.9 Nul niet-confor- miteiten m.b.t. lozingslimieten in palmolie-extrac - tiefabrieken en verpakkingsstati - ons. Opmerking: Verplicht bij wetgeving N.V.T. Vast- gesteld in boek- jaar 2020 0 Gevallen Jaar- lijks IDN PNG CIV Niet behaald 3 palmolie-ex - tractiefabrieken overschreden TSS-limieten in PNG Zie sectie ‘E2: Verontreiniging’ voor meer informatie KPI 5 Water- gebruik 1.10 Gemiddeld jaarlijks waterverbruik per ton verwerkte FFB voldoet aan de eciëntiedoelstel - lingen per locatie. HPOM........≤1,3 NPOM........≤1,3 BPOM ........≤1,3 BMPOM........≤ 1 MMPOM .......≤1 BTPOM ........≤ 1 DILPOM .....≤ 1,5 PLPOM.........≤ 1 UMWPOM . . .≤ 1,5 AMRPOM ......≤ 1 N.V.T. Vast- gesteld in boek- jaar 2020 Per palm- olie- extrac- tiefab- riek gespe - cifi- eerd m 3 water/ ton FFB geproduceerd Jaar- lijks IDN PNG Niet behaald 1 palmolie-ex - tractiefabriek overschreed doelstelling in IDN Zie sectie ‘E3: Water’ voor meer informatie 422 The connection to the world of sustainable tropical agriculture : : Duurzaam landgebruik en behoud van biodiversiteit, inclusief nul ontbossing en geen nieuwe ontwikkelingen op veengrond : Bevorderen en ondersteunen van de ontwikkeling van regeneratieve landschappen via natuur- behoud, herstelmaatregelen, regeneratieve praktijken, respect voor land- en gemeenschapsrechten en partnerschappen met belangrijke stakeholders. Relevantie van het niveau binnen de mitigatiehiërarchie Doelstelling 1.11 & 1.12: Vermijden Doelstelling 1.13, 1.14, 1.15: Vermijden, Herstel en Rehabilitatie NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 6 Land- gebruik en aantas - ting van land 1.11 Nul brandinci - denten in eigen concessies onder beheer van de Vennootschap en in leveran - ciersgebieden N.V.T. Vast- gesteld in boek- jaar 2020 0 Gevallen Jaar- lijks IDN PNG Niet behaald Brandgevallen: • Binnen eigen concessies: Zeven brandincidenten werden bevestigd in Indonesië. De oorsprong lag bij gemeenschaps - gronden die niet gecompenseerd zijn en buiten de recht - streekse controle van SIPEF vallen. In sommige gevallen veroorzaakten de branden beperkte schade aan beplante gebieden van SIPEF. Eén bijkomend incident werd bevestigd in Papoea- Nieuw-Guinea, waar een woning per ongeluk vuur vatte. • Leveranciers- gebieden: Twee brandincidenten werden bevestigd in gebieden van lokale boeren in Indonesië en Papoea-Nieuw- Guinea. Deze gebieden maken geen deel uit van SIPEF’s toeleveringsbasis, en eventuele negatieve gevolgen worden momenteel hersteld. Zie sectie ‘E4: Bio-diversiteit en ecosystemen’ voor meer informatie * 2023 ** 2024 423 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 1.12 Nul ontbossing in eigen concessies onder beheer van de Vennootschap en in leveran - ciersgebieden N.V.T. Vast- gesteld in boek- jaar 2020 0 Gevallen Jaar- lijks IDN PNG Behaald Geen gevallen van ont - bossing geregistreerd Zie sectie ‘E4: Biodiversiteit en ecosystemen’ voor meer informatie KPI 7 Soorten- bescher- ming, aantas - ting van land 1.13 Eén landschaps - benadering implementeren voor natuurpo - sitieve palmolie- productie en gemeenschaps - betrokkenheid in Papoea- Nieuw-Guinea, met behoud, herstel en regeneratief landgebruik. N.V.T. Vast- gesteld in boek- jaar 2024 1 Site 2030 PNG Nieuwe doelstelling 1.14 Herstel van 256 hectare gedegradeerd land binnen het SBI-programma sinds basisjaar 2021. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2021 256 Hectare 2024 IDN Behaald 286,44 hectare werd hersteld, wat 30,44 hectare boven de doelstelling ligt Zie sectie 'E4: Biodiversiteit en ecosystemen' voor meer informatie 1.15 Herstel van 1123 hectare gedegradeerd land binnen het SBI-programma sinds boekjaar 2024. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 1123 Hectare 2033 IDN Nieuwe doelstelling 424 The connection to the world of sustainable tropical agriculture SOCIALE INFORMATIE : : Respect voor mensen-, arbeids- en gemeenschapsrechten, in overeenstemming met lokale wetgeving en internationale kaders : Naleven van werknemersrechten, eerlijke arbeidspraktijken waarborgen en een veilige en respectvolle werkplek behouden, vrij van discriminatie, geweld en uitbuiting, alsook “empoweren” van werknemers via voortdurende ontwikkeling. NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 8 Werk- privé- balans 1.16 Tien scholen laten registreren bij de lokale overheden in PNG. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 10 Scholen 2025 PNG Nieuwe doelstelling KPI 9 Gezond- heid en veiligheid 1.17 Geen werk - gerelateerde sterfgevallen. N.V.T. Jaarlijks 0 Gevallen Jaar- lijks IDN PNG CIV Behaald Geen sterfgeval - len geregistreerd 1.18 Reductie van LTIFR met 8,5%. 4,34 Boek- jaar 2023 3,97 Fre- quen- tie- graad 2027 IDN Op schema Zie sectie ‘S1: Eigen personeel’ voor meer informatie 6,82 Boek- jaar 2024 6,24 Fre- quen- tie- graad 2027 PNG 7,38 Boek- jaar 2024 6,75 Fre- quen- tie- graad 2027 CIV * 2023 ** 2024 425 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex : : • Lokale boeren ondersteunen in hun traject naar verbeterde, duurzame en gecertificeerde productie • Lokale boeren helpen een hoger inkomen te verwerven en hun toegang tot internationale markten verbeteren • Leveranciers screenen en opvolgen om naleving van SIPEF-beleidslijnen te garanderen : Bestaansmiddelen van lokale boeren verbeteren via toegang tot duurzame landbouwpraktijken NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASISJAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 10 Betrokken- heid van lokale boeren 1.19 Opleiding over het RPuP-programma aan aangesloten lokale boeren. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 100 % 2026 PNG Nieuwe doelstelling 1.20 Opleiding over het geactualiseerde RPuP-programma aan onaankelijke lokale boeren. Bestuursorganen van 20 niet-RSPO-gecer- tificeerde coöpera- tieven van onaan- kelijke lokale boeren (Koperasi) worden opgeleid. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 20 Bestuurs- organen van coöpera - tieven 2025 IDN Nieuwe doelstelling 1.21 Certificering voor aangesloten lokale boeren: RSPO- certificering voor leveranciers van PT Agro Kati Lama, PT Agro Muara Rupit en PT Agro Rawas Ulu. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2022 100 % 2030 IDN Op schema Lopende voorberei - ding voor certificering 1.22 Certificering voor onaankelijke lokale boeren: Samenwerken met 19 coöperatieven van onaankelijke lokale boeren voor behalen van RSPO- groepscertificering. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 19 Coöpera- tieven 2026 IDN Nieuwe doelstelling 426 The connection to the world of sustainable tropical agriculture : , , : • Volledige naleving van toonaangevende duurzaamheidsnormen en certificatiesystemen • 100% traceerbaarheid behouden voor alle producten • De hoogste normen voor voedselveiligheid en productkwaliteit toepassen : Hoogwaardige, duurzame, traceerbare en gecertificeerde producten leveren, hetgeen essentieel is voor SIPEF om zich te onderscheiden en toegang tot gerichte markten te versterken. NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 11 Voedsel- veiligheid 1.23 Voedselveiligheids- certificering behalen voor alle tien palmolie-extractiefa - brieken in Indonesië en Papoea-Nieuw- Guinea. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 10 Palmolie- extractie- fabrieken 2028 IDN PNG Nieuwe doelstelling 1.24 Chloride-reductie- programma: installatie van CPO-wasinstallaties in drie palmolie-ex - tractiefabrieken. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 3 Palmolie- extractie- fabrieken 2026 IDN PNG Nieuwe doelstelling NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 12 Corruptie en omkoping 1.25 Jaarlijkse opleiding geven aan functies met verhoogd risico binnen de eigen operaties. 0 Vast- gesteld in boek- jaar 2024 100 % Jaar- lijks IDN PNG CIV BEL SGP Nieuwe doelstelling GOVERNANCEINFORMATIE : : • Een cultuur van ethisch gedrag bevorderen bij management, personeel en contractanten • Systemen en processen implementeren die ethisch gedrag ondersteunen • Sterk beleid, procedures en maatregelen onderhouden om risico’s aan te pakken, inclusief risico’s rond omkoping en corruptie : Vertrouwen behouden en ethisch gedrag stimuleren via naleving van alle wettelijke en regle- mentaire vereisten. * 2023 ** 2024 427 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex CERTIFICERING Methodologie voor het bepalen van doelstellingen Er werden meerdere consultatierondes georgani- seerd door het “Global Sustainability Team” met de regionale teams in Indonesië, Papoea-Nieuw- Guinea en Côte d’Ivoire. Hierbij waren, aankelijk van het onderwerp, zowel de “sustainability teams” als de regionale executieve comités en andere relevante afdelingen betrokken. Het doel was om input te verzamelen en goedkeuring te verkrijgen voor de ontwikkeling van KPI’s en bijbehorende doelstellingen. De voorgestelde KPI’s en doelstellingen werden vervolgens ter beoordeling voorgelegd aan het exe- cutief comité van SIPEF en nadien ter definitieve goedkeuring aan het auditcomité en de raad van bestuur van SIPEF. Ze werden bepaald op basis van SIPEF’s duurzaamheidsambities, toepasselijke sectorspecifieke en wettelijke normen (zoals ver- meld in de bovenstaande tabel) en de expertise van interne specialisten. Er werden geen significante veronderstellingen gehanteerd bij het vastleggen van de doelstellingen. Voor broeikasgasuitstoot zijn de doelstellingen gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen, terwijl andere milieu- doelstellingen zijn afgeleid van interne expertise en beste praktijken in de sector. Voor duurzaamheidsaspecten waarvoor nog geen doelstellingen zijn vastgelegd, streeft SIPEF ernaar om, waar relevant, nulmetingen uit te voeren en doelstellingen te formuleren. In afwachting daarvan wordt de performantie verder opgevolgd in overeenstemming met het bedrijfsbeleid, cer - tificeringsvereisten en toepasselijke wettelijke verplichtingen. NR. KPI DOELSTELLING START WAARDE BASIS JAAR DOEL WAARDE EENHEID STREEF JAAR LAND STATUS 2024 KPI 13 Certificering 1.26 100% RSPO- certificering behalen voor SIPEF’s eigen oliepalmplan - tages N.V.T. Boek- jaar 2021 100 % 2030 IDN PNG 75% van de eigen beplante oppervlakte is RSPO- gecertificeerd. 428 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Wijzigingen in de doelstellingen : Milieu [8]: Doelstelling #1.1, 1,2, 1.5,1.6,1.7, 1.8,1.13,1.15 Sociaal [6]: Doelstelling #1.16, 1.19,1.20,1.22, 1.23, 1.24 Governance [1]: Doelstelling #1.25 : Herzieningen werden uitgevoerd op basis van overlegmomenten waarin de haalbaarheid en relevantie van eerder vastgelegde doelstellingen werden geëvalueerd. Milieu [3] • Doelstelling #1.4: Streeaar aangepast (betere haalbaarheid) • Doelstelling #1.9: Reikwijdte uitgebreid met verpakkingsstations • Doelstelling #1.10: Intensiteit aangepast op basis van bodemsamenstelling van toeleverings- gebieden waar de palmolie-extractiefabrieken actief zijn Sociaal [2] • Doelstelling #1.18: Referentiewaarde, basisjaar, streefwaarde en streeaar geactualiseerd op basis van recentere en nauwkeurigere cijfers • Doelstelling #1.21: Streeaar aangepast (haal- baarheid), in afwachting van afronding van het HGU-proces Certificering [1] • Doelstelling #1.26: Streeaar aangepast (haal- baarheid), in afwachting van het HGU-proces 429 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex Annex 2 – Basisgegevens OVER SIPEF Producties van de Groep (in ton - exclusief PT Melania) GEPRODUCEERDE VERSE VRUCHTENTROSSEN YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING EIGEN Indonesië 1069984 1049691 1,93% Tolan Tiga groep 282262 282821 -0,20% Umbul Mas Wisesa groep 180246 186328 -3,26% Agro Muko groep 343696 362376 -5,16% South Sumatra groep 263780 218165 20,91% Papoea-Nieuw-Guinea 284785 367340 -22,47% Hargy Oil Palms Ltd 284785 367340 -22,47% TOTAAL EIGEN 1354769 1417031 4,39% DERDEN Indonesië 63841 60848 4,92% Tolan Tiga groep 8011 10304 -22,25% Umbul Mas Wisesa groep 878 812 8,12% Agro Muko groep 14693 17356 -15,34% South Sumatra groep 40260 32377 24,35% Papoea-Nieuw-Guinea 201965 232414 -13,10% Hargy Oil Palms Ltd 201965 232414 -13,10% TOTAAL DERDEN 265807 293262 9,36% TOTAAL GEPRODUCEERDE VERSE VRUCHTENTROSSEN 1620575 1710292 5,25% VERKOCHTE VERSE VRUCHTENTROSSEN YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING Indonesië 27261 42588 -35,99% Tolan Tiga groep 307 2631 -88,32% Umbul Mas Wisesa groep 25073 34467 -27,26% Agro Muko groep 1881 5490 -65,73% South Sumatra groep 0 0 TOTAAL VERKOCHTE VERSE VRUCHTENTROSSEN 27261 42588 35,99% 430 The connection to the world of sustainable tropical agriculture OLIEEXTRACTIEPERCENTAGE YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING Indonesië 22,4% 22,9% -2,07% Tolan Tiga groep 22,5% 22,7% -0,51% Umbul Mas Wisesa groep 21,8% 22,9% -4,92% Agro Muko groep 22,3% 23,0% -2,96% South Sumatra groep 22,7% 22,9% -1,05% Papoea-Nieuw-Guinea 23,5% 24,5% -3,99% Hargy Oil Palms Ltd 23,5% 24,5% -3,99% TOTAAL OLIEEXTRACTIEPERCENTAGE 22,7% 23,5% 3,04% VERWERKTE VERSE VRUCHTENTROSSEN YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING Indonesië 1106564 1067951 3,62% Tolan Tiga groep 289966 290494 -0,18% Umbul Mas Wisesa groep 156051 152673 2,21% Agro Muko groep 356507 374241 -4,74% South Sumatra groep 304040 250543 21,35% Papoea-Nieuw-Guinea 486750 599755 -18,84% Hargy Oil Palms Ltd 486750 599755 -18,84% TOTAAL VERWERKTE VERSE VRUCHTENTROSSEN 1593314 1667704 4,46% 431 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex PALMPITTEN YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING EIGEN Indonesië 47926 46579 2,89% Tolan Tiga groep 15742 15912 -1,07% Umbul Mas Wisesa groep 6771 6388 5,99% Agro Muko groep 15547 15792 -1,55% South Sumatra groep 9866 8487 16,25% TOTAAL EIGEN 47926 46579 2,89% DERDEN Indonesië 2459 2353 4,52% Tolan Tiga groep 383 385 -0,27% Umbul Mas Wisesa groep 34 28 21,31% Agro Muko groep 638 755 -15,49% South Sumatra groep 1404 1186 18,42% TOTAAL DERDEN 2459 2353 4,52% TOTAAL PALMPITTEN 50385 48932 2,97% PALMOLIE YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING EIGEN Indonesië 234094 231569 1,09% Tolan Tiga groep 63551 64044 -0,77% Umbul Mas Wisesa groep 33827 34832 -2,89% Agro Muko groep 76658 82490 -7,07% South Sumatra groep 60058 50202 19,63% Papoea-Nieuw-Guinea 67125 90060 -25,47% Hargy Oil Palms Ltd 67125 90060 -25,47% TOTAAL EIGEN 301220 321629 6,35% DERDEN Indonesië 13948 12883 8,27% Tolan Tiga groep 1814 1773 2,27% Umbul Mas Wisesa groep 172 152 13,04% Agro Muko groep 3015 3695 -18,40% South Sumatra groep 8948 7263 23,20% Papoea-Nieuw-Guinea 47236 56703 -16,69% Hargy Oil Palms Ltd 47236 56703 -16,69% TOTAAL DERDEN 61185 69586 12,07% TOTAAL PALMOLIE 362404 391215 7,36% 432 The connection to the world of sustainable tropical agriculture PALMPITOLIE YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING Papoea-Nieuw-Guinea 9478 12411 -23,63% Hargy Oil Palms Ltd - Eigen 5584 7690 -27,39% Hargy Oil Palms Ltd - Derden 3895 4721 -17,50% TOTAAL PALMPITOLIE 9478 12411 23,63% RUBBER YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING EIGEN Indonesië 59 827 -92,87% Tolan Tiga groep 0 151 -100,00% Agro Muko 59 676 -91,27% TOTAAL EIGEN 59 827 92,87% DERDEN Indonesië 0 141 -100,00% Tolan Tiga groep 0 141 -100,00% TOTAAL DERDEN 0 141 100,00% TOTAAL RUBBER 59 968 93,90% BANANEN YTD 2024 YTD 2023 % WIJZIGING Côte d'Ivoire 51038 40976 24,56% Azaguié 9922 11701 -15,20% Agboville 8938 8004 11,66% Motobé 6165 6424 -4,04% Lumen 19389 12676 52,96% Akoudié 6624 2171 205,10% TOTAAL BANANEN 51038 40976 24,56% 433 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex 2024 2023 MATUUR IMMATUUR BEPLANT MATUUR IMMATUUR BEPLANT OLIEPALMEN 68879 16622 85500 67222 14949 82171 Indonesië 56434 15517 71951 54917 13705 68621 Tolan Tiga groep 10915 3193 14107 11455 2496 13950 PT Tolan Tiga 6981 1052 8033 6960 1075 8035 PT Eastern Sumatra 2273 636 2910 2500 593 3093 PT Kerasaan 1661 488 2149 1994 327 2322 PT Bandar Sumatra 0 1016 1016 0 500 500 Umbul Mas Wisesa groep 9242 658 9899 9924 0 9924 PT Umbul Mas Wisesa 6389 658 7046 7043 0 7043 PT Toton Usaha Mandiri 1135 0 1135 1135 0 1135 PT Citra Sawit Mandiri 1718 0 1718 1746 0 1746 Agro Muko groep 17401 5609 23010 17484 4066 21549 PT Agro Muko 15022 4670 19692 14995 3474 18469 PT Mukomuko Agro Sejahtera 2379 939 3318 2489 592 3081 South Sumatra groep 18876 6058 24934 16054 7143 23197 PT Agro Kati Lama 4270 963 5233 4022 779 4801 PT Agro Muara Rupit 5395 4079 9474 4980 3371 8352 PT Agro Rawas Ulu 2534 218 2752 2405 205 2610 PT Dendymarker Indah Lestari 6677 799 7475 4646 2788 7434 Papoea-Nieuw-Guinea 12445 1105 13550 12305 1244 13550 Hargy Oil Palms Ltd 12445 1105 13550 12305 1244 13550 RUBBER 0 0 0 1901 0 1901 Indonesië 0 0 0 1901 0 1901 Tolan Tiga groep 0 0 0 649 0 649 PT Bandar Sumatra 0 0 0 649 0 649 Agro Muko groep 0 0 0 1251 0 1251 PT Agro Muko 0 0 0 1251 0 1251 BANANEN 1257 0 1257 1229 0 1229 Côte d'Ivoire 1257 0 1257 1229 0 1229 Plantations J. Eglin SA 1257 0 1257 1229 0 1229 ANANASBLOEMEN 0 0 0 29 0 29 Côte d'Ivoire 0 0 0 29 0 29 Plantations J. Eglin SA 0 0 0 29 0 29 TOTAAL 70136 16622 86756 70381 14949 85330 Beplante oppervlakten (in hectaren) Totale beplante oppervlakten van de geconsoli- deerde ondernemingen exclusief PT Timbang Deli en PT Melania. 434 The connection to the world of sustainable tropical agriculture TOTAAL BELANGEN % DEEL VAN DE GROEP OLIEPALMEN 85500 94,15% 80500 Indonesië 71951 93,05% 66951 Tolan Tiga groep 14107 80,96% 11421 PT Tolan Tiga 8033 95,00% 7631 PT Eastern Sumatra 2910 90,25% 2626 PT Kerasaan 2149 54,15% 1164 PT Bandar Sumatra 1016 90,25% 917 Umbul Mas Wisesa groep 9899 95,00% 9404 PT Umbul Mas Wisesa 7046 95,00% 6694 PT Toton Usaha Mandiri 1135 95,00% 1078 PT Citra Sawit Mandiri 1718 95,00% 1632 Agro Muko groep 23010 93,71% 21562 PT Agro Muko 19692 95,05% 18717 PT Mukomuko Agro Sejahtera 3318 85,74% 2845 South Sumatra groep 24934 98,51% 24564 PT Agro Kati Lama 5233 100,00% 5233 PT Agro Muara Rupit 9474 100,00% 9474 PT Agro Rawas Ulu 2752 100,00% 2752 PT Dendymarker Indah Lestari 7475 95,05% 7105 Papoea-Nieuw-Guinea 13550 100,00% 13550 Hargy Oil Palms Ltd 13550 100,00% 13550 RUBBER 0 0,00% 0 Indonesië 0 0,00% 0 Tolan Tiga groep 0 0,00% 0 PT Bandar Sumatra 0 90,25% 0 Agro Muko groep 0 0,00% 0 PT Agro Muko 0 95,05% 0 BANANEN 1257 100,00% 1257 Côte d'Ivoire 1257 100,00% 1257 Plantations J. Eglin SA 1257 100,00% 1257 ANANASBLOEMEN 0 0,00% 0 Côte d'Ivoire 0 0,00% 0 Plantations J. Eglin SA 0 100,00% 0 TOTAAL 86756 94,24% 81757 Beplante oppervlakten (in hectaren) 1 Totale beplante oppervlakten van de geconsolideer- de ondernemingen (deel van de Groep) exclusief PT Timbang Deli en PT Melania. (1) Eectief beplante oppervlakten 435 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex Ouderdomsstructuur (in hectaren) OLIEPALMEN JAAR TOLAN TIGA GROEP UMBUL MAS WISESA GROEP AGRO MUKO GROEP SOUTH SUMATRA GROEP HARGY OIL PALMS TOTAAL 2024 1280 658 2256 1796 597 6586 2023 1265 0 2300 2077 369 6012 2022 647 0 1052 2021 875 4596 2021 597 0 1066 2801 673 5136 2020 0 0 114 3003 63 3180 2019 278 0 1519 2919 335 5051 2018 303 0 1067 2536 547 4452 2017 397 45 971 2730 596 4740 2016 327 180 396 2597 219 3720 2015 678 67 1071 1423 741 3980 2014 709 0 1012 778 1386 3886 2013 431 0 1240 253 947 2872 2012 748 202 1504 0 1628 4082 2011 736 604 26 0 811 2177 2010 625 1411 347 0 619 3002 2009 103 1632 536 0 294 2564 2008 396 1823 223 0 239 2681 2007 300 2064 233 0 1557 4154 2006 508 280 779 0 896 2463 2005 489 910 516 0 157 2072 2004 116 0 730 0 0 846 2003 694 0 120 0 0 814 2002 233 0 63 0 0 296 2001 296 0 549 0 0 845 2000 302 0 725 0 0 1027 1999 370 0 1153 0 0 1523 Voor 1999 1278 23 1442 0 0 2743 14107 9899 23010 24934 13550 85500 GEMIDDELDE LEEFTIJD 11,83 14,55 10,49 4,80 10,24 9,48 436 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 2024 2023 2022 2021 2020 ACTIVITEITEN Totale eigen productie van de geconsolideerde ondernemingen (in ton) palmolie 301220 321629 329090 316740 271472 rubber 59 968 1923 3182 5300 bananen 51038 40976 32270 32200 31158 Gemiddelde wereldmarktprijzen (USD/ton) palmolie 1084 964 1345 1195 715 palmolie* 906 833 1 124 1 001 822 rubber 2227 1577 1810 2071 1728 bananen* 807 830 762 616 628 Eigen FFB productie per hectare (in ton/ha) Indonesië 18,96 19,11 19,67 19,86 18,74 Papoea-Nieuw-Guinea 22,88 29,85 33,43 28,51 21,16 Palmolie-extractie (in %) Indonesië 22,42% 22,89% 23,09% 22,99% 22,79% Papoea-Nieuw-Guinea 23,50% 24,47% 25,33% 25,58% 24,64% BEURSNOTERINGEN IN EUR Maximum 58,80 62,30 70,80 60,80 56,70 Minimum 48,40 51,30 52,70 43,85 38,00 Slotkoers 31/12 56,80 53,00 58,90 56,90 43,20 Beurskapitalisatie op 31/12 (in KEUR) 600906 560704 623122 601964 457027 RESULTATEN IN KUSD Omzet 443810 443886 527460 416053 274027 Brutowinst 159606 149673 221031 169218 62357 Bedrijfsresultaat 104105 107978 178312 139416 30778 Aandeel van de groep in het resultaat 65838 72735 108157 93749 14122 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen 133043 122632 165295 160311 73262 Vrije kasstroom 38295 5813 79511 112270 21299 BALANS IN KUSD Operationele vaste activa 1 778571 751674 696645 667267 670637 Eigen vermogen deel groep 898427 853777 817803 727329 638688 Netto financiële activa (+) / verplichtingen (-) - 18087 - 31418 122 - 49192 - 151165 Investeringen in immateriële en operationele vaste activa 1 86858 106985 79294 68692 51763 GEGEVENS PER AANDEEL IN USD Aantal uitgegeven aandelen 10579328 10579328 10579328 10579328 10579328 Eigen aandelen 162 016 180000 178933 178000 160000 Eigen vermogen 86,24 82,10 78,63 69,93 61,30 Gewone winst per aandeel 2 6,33 6,99 10,40 9,00 1,36 Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen 2 12,79 11,79 15,89 15,39 7,03 Vrije kasstroom 2 3,68 0,56 7,64 10,78 2,04 (1) Operationele vaste activa = biologische activa - dragende planten, andere materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen (2) Noemer 2024 = gewogen gemiddelde aantal uitgegeven aandelen (10 405 284 aandelen) * Oilworld prijsdata ** Bursa Malaysia Derivatives Exchange prijsdata *** Wereldbank grondstoenprijzen *CIRAD prijsdata (in EUR) Historische gegevens over 5 jaar 437 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex DUURZAAMHEIDSCERTIFICERINGEN 1. Duurzaamheidsnormen en -certificering PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN ACTIVITEITEN AANTAL FABRIEKEN EN PALMPITPLETTERIJEN 2024 2023 INDONESIË RSPO- en ISPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – “Identity Preserved” 5 5 RSPO- en ISPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – “Mass Balance” 1 1 Niet gecertificeerde palmolie-extractiefabriek¹ 1 0 PAPOEANIEUW GUINEA RSPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – “Identity Preserved” 3 3 RSPO gecertificeerde palmpitpletterijen – “Segregation” 2 2 : (1) Nieuwe palmolie-extractiefabriek in Zuid-Sumatra in 2024. NORMEN EN CERTIFICERINGEN ¹AANTAL CERTIFICATEN PRODUCT 2024 2023 RSPO: Roundtable on Sustainable Palm Oil Palmolie 8 8 ISCC: International Sustainability and Carbon Certification Palmolie 4 4 ISPO: Indonesian Sustainable Palm Oil Palmolie 8 8 ISO 14001:2015 Palmolie 1 1 ISO 9001:2015 Palmolie 1 1 GLOBALG. A.P. Bananen 2 2 Rainforest Alliance² Bananen 2 3 Fairtrade Bananen 2 2 Sedex Bananen 1 1 TOTAAL 29 30 : (1) Deze gegevens vallen niet onder het toepassingsgebied van de beperkte garantie van het CSRD. (2) Exclusief thee-activiteiten vanaf 2024. 2. Progressie RSPO en ISPO certificering: palmolie- extractiefabrieken en palmpitpletterijen 438 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 3. RSPO-gecertificeerde oppervlakte van de oliepalmactiviteiten 4. RSPO-gecertificeerde FFB volumes ontvangen in de oliepalmactiviteiten OLIEPALMACTIVITEITEN HECTARE 2024 2023 SIPEFGROEP RSPO-gecertificeerde beplante oppervlakte – eigen plantages¹ 64357 62522 RSPO-gecertificeerde beplante oppervlakte – “scheme smallholders” 18634 18639 RSPO-gecertificeerde beplante oppervlakte – “independent smallholders” 60 60 TOTAAL RSPOGECERTIFICEERDE BEPLANTE OPPERVLAKTE 83051 81221 INDONESIË RSPO-gecertificeerde beplante oppervlakte – eigen plantages² 50808 48972 RSPO-gecertificeerde beplante oppervlakte – “scheme smallholders” 3827 3832 RSPO-gecertificeerde beplante oppervlakte – “independent smallholders” 60 60 RSPOGECERTIFICEERDE BEPLANTE OPPERVLAKTE 54695 52865 PAPOEANIEUWGUINEA RSPO-gecertificeerde beplante oppervlakte – eigen plantages 13550 13550 RSPO-gecertificeerde beplante oppervlakte – “scheme smallholders” 14807 14807 RSPOGECERTIFICEERDE BEPLANTE OPPERVLAKTE 28356 28356 : (1) Fout in IAR2023 gecorrigeerd. (2) De nieuwe RSPO-gecertificeerde productie-eenheid in Noord-Sumatra (CSM) heeft bijgedragen tot het hogere RSPO-gecertificeerde eigen beplante areaal in Indonesië. OLIEPALMACTIVITEITEN TON 2024 2023 SIPEFGROEP RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages 1181902 1219857 RSPO-gecertificeerde FFB – “scheme smallholders” 229540 252378 RSPO-gecertificeerde FFB – onaankelijke lokale boeren 806 679 RSPO-gecertificeerde FFB – “outgrower” 7703 7672 TOTAAL RSPOGECERTIFICEERDE FFB 1419950 1480586 INDONESIË RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages 897117 852517 RSPO-gecertificeerde FFB – “scheme smallholders” 27574 19964 RSPO-gecertificeerde FFB – onaankelijke lokale boeren 806 679 RSPO-gecertificeerde FFB – “outgrower” 7703 7672 TOTAAL RSPOGECERTIFICEERDE FFB 933200 880832 PAPOEANIEUWGUINEA RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages 284785 367340 RSPO-gecertificeerde FFB – “scheme smallholders” 201965 232414 TOTAAL RSPOGECERTIFICEERDE FFB 486750 599754 439 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex PALMOLIEACTIVITEITEN TON 2024 2023 RSPOGECERTIFICEERDE CPO 314924 348297 Indonesië 200563 201534 Papoea-Nieuw-Guinea 114362 146763 RSPOGECERTIFICEERDE PK 67054 72938 Indonesië 42911 41708 Papoea-Nieuw-Guinea 24143 31230 RSPOGECERTIFICEERDE PKO 9478 12412 Indonesië 0 0 Papoea-Nieuw-Guinea 9478 12412 ENERGIECONSUMPTIE MWh 2024 SIPEFGROEP A. NIET HERNIEUWBARE BRONNEN MWh 1. Brandstofverbruik uit steenkool en steenkoolproducten 0 2. Brandstofverbruik uit ruwe olie en aardolieproducten 98999 3. Brandstofverbruik uit aardgas 647 4. Brandstofverbruik uit andere fossiele brandstoen 1876 5. Gekochte elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit fossiele brandstoronnen 13172 TOTAAL VERBRUIK VAN FOSSIELE ENERGIE 114694 B. HERNIEUWBARE BRONNEN MWh 6. Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen, inclusief biomassa 32787 7. Verbruik van gekochte of aangekochte elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen 0 8. Verbruik van zelf opgewekte niet als brandstof gebruikte hernieuwbare energie 0 TOTAAL VERBRUIK DUURZAME ENERGIE 32787 9. Verbruik uit nucleaire bronnen 0 TOTAAL ENERGIEVERBRUIK MWh 147481 Aandeel fossiele bronnen in totaal energieverbruik (%) 78% Aandeel hernieuwbare bronnen in totaal energieverbruik (%) 22% Aandeel verbruik uit nucleaire bronnen in het totaal energieverbruik (%) 0% Netto-opbrengst SIPEF (KUSD) ¹ 443810 Energie-intensiteit gebaseerd op netto-inkomsten (MWh/KUSD) 0,33 : (1) Zie Toelichting 7: . 5. RSPO gecertificeerde CPO, PK, PKO volumes van de palmolie-activiteiten MILIEUINFORMATIE 6. Energie: Totale energieconsumptie 440 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BRUTO BROEIKASGASUITSTOOT 2024 SCOPE 1 BROEIKASGASUITSTOOT tCO 2 e Bruto Scope 1 broeikasgasuitstoot 1090257 Percentage Scope 1-uitstoot van gereguleerde uitstoothandelssystemen 0 SCOPE 2 BROEIKASGASUITSTOOT tCO 2 e Bruto locatiegebaseerde Scope 2 broeikasgasuitstoot 10758 Bruto marktgebaseerde Scope 2 broeikasgasuitstoot 10758 SCOPE 3 BROEIKASGASUITSTOOT tCO 2 e 1 Gekochte goederen en diensten 58889 2 Kapitaalgoederen 18884 3 Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten 6822 4 Stroomopwaarts transport en distributie 5857 6 Zakenreizen 1876 9 Stroomafwaarts transport 4832 TOTALE BROEIKASGASUITSTOOT tCO 2 e Totale broeikasgasuitstoot (locatiegebaseerd) 1198175 Totale broeikasgasuitstoot (marktgebaseerd) 1198175 BIOGENE CO 2 UITSTOOT UIT DE VERBRANDING OF BIOLOGISCHE AFBRAAK VAN BIOMASSA tCO 2 e 529807 NETTO OPBRENGST SIPEF KUSD ¹ 443810 TOTALE BRUTO BROEIKASGASUISTOOT GEBASEERD OP DE NETTO OPBRENGST tCO 2 e/KUSD Totale bruto intensiteit van de broeikasgasuitstoot (op basis van locatie) 2,7 Totale bruto intensiteit van de broeikasgasuitstoot (marktgebaseerd) 2,7 TOTALE BRUTO BROEIKASGASUITSTOOT PER GEWAS tCO 2 e/T PRODUCT Oliepalmen (tCO 2 e/t CPO) 3,24 Bananen (tCO 2 e/t bananen) 0,47 : (1) Zie Toelichting 7: . VERWIJDERING VAN BROEIKASGASSEN 2024 TOTALE BROEIKASGASVERWIJDERING DOOR EIGEN ACTIVITEITEN tCO 2 e 324019 7. Bruto broeikasgasuitstoot Scopes 1,2,3 8. Verwijdering van broeikasgassen 441 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex 9. Kwaliteit geloosd afvalwater 10. Monitoring van luchtuitstoot in palmolie-extractiefabrieken 2024 PALMOLIE EXTRACTIEFABRIEKEN BESTEMMING AFVALWATER VAN PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEK WETTELIJKE GRENS WAARDEN BOD MG/L WETTELIJKE GRENS WAARDEN COD MG/L WETTELIJKE GRENS WAARDEN TSS MG/L BOD OVER SCHREDEN GRENS WAARDEN COD OVER SCHREDEN GRENS WAARDEN TSS OVER SCHREDEN GRENS WAARDEN INDONESIË Agro Muara Rupit Lozing in het water 100 350 250 0 0 0 Bunga Tanjung Lozing in het water 100 350 250 0 0 0 Mukomuko Lozing in het water 100 350 250 0 0 0 Dendymarker Indah Lestari Lozing in het water 100 350 250 0 0 0 Umbul Mas Wisesa Lozing in het water 100 350 250 0 0 0 Bukit Maradja Op het land en gebruik voor compostering 5000 N.V.T. N.V.T. 0 N.V.T. N.V.T. Perlabian Op het land 5000 N.V.T. N.V.T. 0 N.V.T. N.V.T. PAPOEANIEUWGUINEA Hargy Lozing in het water 100 N.V.T. 500 0 0 1 Barema Op het land 4000 N.V.T. 1000 0 0 2 Navo Op het land 4000 N.V.T. 1000 0 0 3 CÔTE D I'VOIRE Agboville Stuwdam 150 500 50 0 0 0 Azaguié 2 Stuwdam 150 500 50 0 0 0 Akoudié Rivier 150 500 50 0 0 0 Azaguié 1 Rivier 150 500 50 0 0 1 Lumen 1 Rivier 150 500 50 1 1 0 Lumen 2 Rivier 150 500 50 1 1 0 Motobé Rivier 150 500 50 1 0 0 PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEK WETTELIJKE LIMIET 2024OVERSCHREDEN LIMIETEN INDONESIË Agro Muara Rupit Dekking <30% 0 Bunga Tanjung Dekking <30% 0 Mukomuko Dekking <30% 0 Dendymarker Indah Lestari Dekking <30% 0 Umbul Mas Wisesa Dekking <30% 0 Bukit Maradja Dekking <30% 0 Perlabian Dekking <30% 0 PAPOEANIEUWGUINEA Hargy < Ringelmann 2 (40%) rookdichtheid gedurende meer dan 20% van de operatietijd 0 Barema 0 Navo 0 442 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 11. Waterbeheer 12. Intensiteit waterverbruik in palmolie-extractiefabrieken en bananenactiviteiten per product WATERBEHEER 2024 VERWERKING VAN PALMOLIE m 3 Waterverbruik 914966 Gerecycled en hergebruikt water 504545 Opgeslagen water 566972 BANANENPLANTAGES EN VERPAKKINGSSTATIONS M 3 Waterverbruik 10322188 Gerecycled en hergebruikt water 46524 Opgeslagen water 0 SIPEFGROEP m 3 Waterverbruik 11237154 Totale netto-inkomsten (miljoen EUR) 1 411 Totale intensiteit waterverbruik/netto-inkomsten(m 3 /miljoen EUR) 27341 : (1) Zie toelichting 7: . INTENSITEIT WATERVERBRUIK DOELSTELLING 2024 2023 INDONESIË m 3 /TON VERWERKTE FFB Agro Muara Rupit palmolie-extractiefabriek ≤1 1,24 - Bukit Maradja palmolie-extractiefabriek ≤1 0,90 0,89 Bunga Tanjung palmolie-extractiefabriek ≤1 0,81 0,50 Dendymarker Indah Lestari palmolie-extractiefabriek ≤1,5 0,95 0,99 Mukomuko palmolie-extractiefabriek ≤1 0,81 0,84 Perlabian palmolie-extractiefabriek ≤1 0,77 0,92 Umbul Mas Wisesa palmolie-extractiefabriek ≤1,5 1,35 1,35 PAPOEANIEUWGUINEA m 3 /TON VERWERKTE FFB Barema palmolie-extractiefabriek ≤1,3 1,06 0,94 Hargy palmolie-extractiefabriek ≤1,3 1,00 0,90 Navo palmolie-extractiefabriek ≤1,3 1,23 1,56 CÔTE D’IVOIREm 3 /TON BANANEN GEPRODUCEERD Plantages en verpakkingsstations Geen doelstelling 212,85 178,12 443 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex 15. Monitoring van bosverlies in eigen concessies en in gebieden van leveranciers LAND/PROVINCIE 2023 BINNEN DE CONTROLE VAN HET BEDRIJF BINNEN LEVERANCIERSGEBIEDEN GEVERIFIEERDE INCIDENTEN BINNEN DE CONTROLE VAN HET BEDRIJF AANGETASTE GEBIEDEN IN HECTARE GEVERIFIEERDE INCIDENTEN BINNEN LEVERANCIERS GEBIEDEN AANGETASTE GEBIEDEN IN HECTARE INDONESIË 1 6,6 0 0 Noord-Sumatra 0 0 0 0 Bengkulu 0 0 0 0 Zuid-Sumatra 1 6,6 0 0 PAPOEANIEUWGUINEA 0 0 0 0 TOTAAL 1 6,6 0 0 LAND/PROVINCIE 2024 BINNEN DE CONTROLE VAN HET BEDRIJF BINNEN LEVERANCIERSGEBIEDEN GEVERIFIEERDE INCIDENTEN BINNEN DE CONTROLE VAN HET BEDRIJF AANGETASTE GEBIEDEN IN HECTARE GEVERIFIEERDE INCIDENTEN BINNEN LEVERANCIERS GEBIEDEN AANGETASTE GEBIEDEN IN HECTARE INDONESIË 0 0 0 0 Noord-Sumatra 0 0 0 0 Bengkulu 0 0 0 0 Zuid-Sumatra 0 0 0 0 PAPOEANIEUWGUINEA 0 0 0 0 TOTAAL 0 0 0 0 13. Bescherming van eigen natuurbehoudsgebieden 14. Monitoring van bosverlies GEMONITORDE GEBIEDEN IN HECTARE 2024 SIPEF’S EIGEN CONCESSIES LEVERANCIERSGEBIEDEN TOTAAL GEMONITORDE GEBIEDEN TOTAAL 133305 24486 157791 BINNEN CONCESSIES VAN SIPEF PER LAND IN HECTARE 2024 2023 NATUURBEHOUDSGEBIEDEN HCV, HCS Indonesië 9478 9737 Papoea-Nieuw-Guinea 5626 5626 Côte d’Ivoire 216 216 TOTAAL 15320 15577 444 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 16. Monitoring van brandhaarden in de eigen concessies LAND/PROVINCIE 2024 2023 BINNEN EIGEN CONCESSIES BINNEN EIGEN CONCESSIES BRANDHAARDEN GEVERIFIEERD BIN NEN DE CONTROLE VAN HET BEDRIJF AANGETASTE GEBIEDEN IN HECTARE BRANDHAARDEN GEVERIFIEERD BIN NEN DE CONTROLE VAN HET BEDRIJF AANGETASTE GEBIEDEN IN HECTARE INDONESIË 6 10,7 39 160,5 Noord-Sumatra 0 0,0 0 0 Bengkulu 0 0,0 0 0 Zuid-Sumatra 6 10,7 39 160,5 PAPOEANIEUWGUINEA 1 0,01 0 0 TOTAAL 7 10,71 39 160,5 18. SIPEF Biodiversity Indonesia 19. Programma voor herstel van kustgebied 17. Monitoring van brandhaarden in leveranciersgebieden LAND/PROVINCIE 2024 2023 BINNEN LEVERANCIERSGEBIEDEN BINNEN LEVERANCIERSGEBIEDEN HOTSPOTS GETROFFEN GEBIEDEN IN HECTARE HOTSPOTS GETROFFEN GEBIEDEN IN HECTARE INDONESIË 1 10 4 0 Noord-Sumatra 0 0 4 0 Bengkulu 0 0 0 0 Zuid-Sumatra 1 10 0 0 PAPOEANIEUWGUINEA 1 1 14 2,2 TOTAAL 2 11 18 2,2 SBI MONITORING BIODIVERSITEIT PER 31 DECEMBER EENHEID DOELSTELLING IN 2024 2024 2023 Aangetast gebied hersteld hectare 256 286,44 224 Aantal ingeschakelde agrobosbouwers # personen 369 376 376 LAND EENHEID DOELSTELLING TEGEN 2027 HERSTEL VAN KUSTGEBIED 2024 Indonesië hectare 35 35 hectare kustbuerzone zal worden hersteld. Ondersteunde natuurlijke regeneratie aan de gang. 581 zaailingen werden geplant binnen de kustbuerzone in 2024. Papoea-Nieuw-Guinea hectare 6,5 Voltooiing van het aanplanten van 6,5 hectare mangrove. Lopende actieve mangroveaanplant binnen de kustbuerzone. 796 zaailingen geplant in 2024. 445 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex SOCIALE INFORMATIE 20. Werknemers naar geslacht GESLACHT 2024 2023 Mannelijk 18066 17212 Vrouwelijk 6138 5846 Andere 0 Niet opgegeven Niet opgegeven 0 Niet opgegeven TOTAAL 24204 23057 LAND 2024 2023 België 23 24 Côte d’Ivoire 2640 2483 Indonesië 16856 15547 Papoea-Nieuw-Guinea 4668 4989 Singapore 17 14 TOTAAL 24204 23057 CONTRACT TYPE 2024 VROUWELIJK MANNELIJK ANDERE NIET OPGEGEVEN TOTAAL SIPEFGROEP Contract van onbepaalde duur 2872 13696 0 0 16568 Tijdelijk contract 3266 4370 0 0 7636 TOTAAL WERKNEMERS 6138 18066 0 0 24204 21. Werknemers per land 22. Werknemers per type van tewerkstellingscontract naar geslacht per land 23. Werknemersverloop SIPEFGROEP 2024 Totaal werknemersverloop 5162 GRAAD VAN WERKNEMERSVERLOOP 21% 446 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 24. Werknemers naar geslacht, per gewas 25. Werknemers naar type van tewerkstellingscontract, per gewas 26. Collectieve arbeidsovereenkomst¹ GEWAS 2024 2023 VROUWELIJK MANNELIJK TOTAAL VROUWELIJK MANNELIJK TOTAAL Oliepalmen 4616 14981 19597 Geen volledige uitsplitsing in IAR2023, totaal aantal vrouwen en mannen in 2023 ter referentie. Bananen 822 1818 2640 Thee 678 1249 1927 Hoofdkantoor 1 22 18 40 TOTAAL 6138 18066 24204 5846 17212 23057 : (1) Kantoren in Singapore en België. 2024 2023 GEWAS CONTRACT VAN ONBE PAALDE DUUR TIJDELIJK CONTRACT TOTAAL CONTRACT VAN ONBE PAALDE DUUR LANGE TERMIJN CONTRACT TIJDELIJK CONTRACT TOTAAL Oliepalmen 14016 5581 19597 13575 3993 839 18407 Bananen 1411 1229 2640 2332 0 118 2450 Thee 1101 826 1927 Niet gerapporteerd in IAR 2023. Hoofdkantoor 1 40 0 40 TOTAAL 16568 7636 24204 15907 3993 957 20857 : (1) Kantoren in Singapore en België. 2024 LAND GEDEKT AANTAL WERKNEMERS GEDEKT % Indonesië 9657 16856 57% Côte d’Ivoire 2640 2640 100% België 19 23 83% Singapore 0 17 0% Papoea-Nieuw-Guinea 0 4668 0% SIPEFGROEP 12316 24204 51% : (1) Voor anderen die niet onder een collectieve arbeidsovereenkomst vallen, gelden contractuele overeenkomsten. 447 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex 27. Genderdiversiteit van de raad van bestuur per land 28. Genderdiversiteit van de leden van het executief comité per land 29. Verdeling van werknemers naar leeftijdsgroep 30. Voorziene faciliteiten 2024 LAND VROUWELIJK MANNELIJK TOTAAL VROUWELIJK % MANNELIJK % België 4 7 11 36% 64% Indonesië 1 6 7 14% 86% Singapore 1 2 3 33% 67% Papoea-Nieuw- Guinea 1 2 3 33% 67% Côte d’Ivoire 0 5 5 0% 100% 2024 LAND VROUWELIJK MANNELIJK TOTAAL VROUWELIJK % MANNELIJK % België 1 3 4 25% 75% Indonesië 3 20 23 13% 87% Papoea-Nieuw-Guinea 1 7 8 12,5% 87,5% Côte d’Ivoire 0 4 4 0% 100% Singapore Geen executief comité 2024 COUNTRY < 30 JAAR 30 50 JAAR > 50 JAAR TOTAAL België 2 14 7 23 Indonesië 4266 11441 1149 16856 Papoea-Nieuw-Guinea 1053 3245 370 4668 Côte d’Ivoire 887 1556 197 2640 Singapore 0 12 5 17 TOTAAL 6208 16268 1728 24204 VOORZIENE FACILITEITEN¹ EENHEID 2024 2023 Woningen # woningen 12135 11828 Scholen opgericht door SIPEF² # scholen 50 45 Klinieken ter beschikking gesteld door SIPEF³ # klinieken 47 45 Kinderdagverblijven ter beschikking gesteld door SIPEF 4 # kinderdagverblijven 43 42 : (1) Deze gegevens vallen niet onder de beperkte garantie van het CSRD. (2) In 2024 zijn er vijf nieuwe scholen gebouwd in Indonesië. (3) In 2024 is één kliniek in Côte d’Ivoire, gebouwd in 2023, nog niet operationeel en wordt daarom niet meegeteld in het totale aantal klinieken. Ondertussen zijn er drie nieuwe klinieken geopend in Indonesië. (4) In 2024 werd een nieuw kinderdagverblijf opgericht in Côte d’Ivoire. 448 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 31. Opleidingsuren 32. Veiligheidsgegevens en frequentiegraad van ongevallen met werkverlet (“Lost Time Injury Frequency Rate” – LTIFR) 33. Genderloonkloof 2024 LAND OPLEIDINGSUREN VROUWEN OPLEIDINGSUREN MANNEN GEMIDDELDE OPLEIDINGSUREN VROUWEN GEMIDDELDE OPLEIDINGSUREN MANNEN België 169 180 10,56 25,71 Indonesië 5527 19810 1,30 1,57 Papoea-Nieuw-Guinea 3718 16184 3,59 4,46 Côte d’Ivoire 4320 9603 5,26 5,28 Singapore¹ 0 0 0 0 SIPEFGROEP 13734 45777 2,24 2,54 : (1) De trainingsuren voor het kantoor in Singapore en de Cibuni-theeplantage zijn niet beschikbaar voor 2024. 2024 EENHEID CÔTE D’IVOIRE INDONESIË PAPOEA NIEUW GUINEA SIPEFGROEP Dodelijke slachtoers - werkgerelateerde ongevallen # gevallen - - - - Werkverlet - werkgerelateerde ongevallen # gevallen 53 135 189 377 Verloren werkdagen - werkgerelateerde ongevallen # dagen 179 826 456 1461 Totaal aantal gewerkte uren # uren 6919968 32052804 11572704 50545476 LAND 1 REFERENTIEJAAR STREEFCIJFER LTIFR FY 2027 2024 2023 Côte d’Ivoire 2024 6,75 7,66 6,13 Papoea-Nieuw-Guinea 2024 6,24 16,33 24,90 Indonesië 2023 3,97 4,20 4,34 Singapore Niet beschikbaar België : (1) Veiligheidsgegevens en LTIFR worden niet bijgehouden voor Singapore en België, aangezien deze locaties alleen bestaan uit administratieve kantoren. LAND VALUTA 2024 GENDERLOONKLOOF % België EUR 52% Singapore SGD 62% Indonesië IDR 12% Papoea-Nieuw-Guinea PGK 13% Côte d’Ivoire XOF 33% 449 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex 34. Vergoedingsratio LAND VALUTA 2024 TOTALE JAARLIJKSE VERGOEDINGSRATIO België EUR 8,80 Singapore SGD 5,26 Indonesië IDR 187,21 Papoea-Nieuw-Guinea PGK 145,27 Côte d’Ivoire XOF 189,74 35. Gevallen van discriminatie, inclusief intimidatie 36. Incidenten met ernstige mensenrechtenschendingen 2024 LAND # WERKGERELATEERDE INCIDENTEN VAN DISCRIMINATIE EN INTIMIDATIE GEMELD AANTAL GEVALLEN BEDRAG AAN BOETES, STRAFFEN EN SCHADEVERGOEDINGEN USD SIPEF-groep 0 0 2024 LAND INCIDENTEN MET ERNSTIGE MENSEN RECHTENSCHENDINGEN AANTAL GEVALLEN BEDRAG AAN BOETES, STRAFFEN EN SCHADEVERGOEDINGEN USD SIPEF-groep 0 0 2024 2023 PROGRAMMA LOKALE BOEREN AANTAL LOKALE BOEREN AANTAL RSPOGE CERTIFI CEERDE LOKALE BOEREN BEPLANTE OPPER VLAKTE IN HECTARE RSPOGE CERTIFI CEERDE BEPLANTE OPPER VLAKTE IN HECTARE AANTAL LOKALE BOEREN AANTAL RSPOGE CERTIFI CEERDE LOKALE BOEREN BEPLANTE OPPER VLAKTE IN HECTARE RSPOGE CERTIFI CEERDE BEPLANTE OPPER VLAKTE IN HECTARE SIPEF “scheme smallholders” 5511 4879 21003 18634 5510 4878 21059 18639 INDONESIË 1865 1233 6196 3827 1864 1232 6253 3832 Lokale boeren coöperatieven (Koperasi) 1815 1183 5611 3243 1814 1182 5666 3245 “Village smallholders” 1 (Kebun Masyarakat Desa) 50 50 585 585 50 50 587 587 PAPOEANIEUWGUINEA 3646 3646 14807 14807 3646 3646 14807 14807 “Associated smallholders” 3646 3646 14807 14807 3646 3646 14807 14807 : (1) Het aantal “village smallholders” is bijgewerkt om de classificatie op basis van groepen te volgen in plaats van individuele tellingen. 37. Werknemers in de waardeketen: programma voor “scheme smallholders” 450 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 2024 2023 PROGRAMMA LOKALE BOEREN AANTAL LOKALE BOEREN AANTAL RSPO GECERTIFICEERDE LOKALE BOEREN RSPO GECERTIFICEERDE BEPLANTE OPPERVLAKTE IN HECTARE AANTAL LOKALE BOEREN AANTAL RSPO GECERTIFICEERDE LOKALE BOEREN RSPO GECERTIFICEERDE BEPLANTE OPPERVLAKTE IN HECTARE SIPEF’S ONAFHANKELIJKE LOKALE BOEREN DIE AAN SIPEF LEVEREN¹ INDONESIË Onaankelijke lokale boeren 29 29 60 29 30 60 : (1) De omvang van de onaankelijke lokale boeren is bijgewerkt tot degenen die alleen leveren aan SIPEF-palmolie-extractiefabrieken. 38. Werknemers in de waardeketen: programma voor onafhankelijke lokale boeren GOVERNANCE 39. ACAB (“Anti-Corruption – Anti-Bribery”) training ACAB TRAINING RISICOFUNCTIES ANDERE EIGEN WERKNEMERS OPLEIDINGSBEREIK Totaal aantal werknemers dat training heeft ontvangen 478 68 LEVERINGSMETHODE EN DUUR Gemiddeld aantal uren persoonlijke en online training 2,5 2,5 FREQUENTIE Hoe vaak de training vereist is jaarlijks jaarlijks BEHANDELDE ONDERWERPEN Definitie van corruptie x x Beleid x x Procedures voor het vermoeden/opsporen van corruptie x x Relevante wetten en straen x x Overige x x : (1) Overige eigen werknemers kan managers en leidinggevenden, toezichthoudend en bestuursorganen zijn. ACAB INCIDENTEN AANTAL VEROORDELINGEN BEDRAG AAN BOETES VOOR OVERTREDINGEN ALLE ACTIES DIE ZIJN ONDERNOMEN OM SCHENDINGEN VAN PROCEDURES EN NOR MEN VOOR ANTICORRUPTIE EN OMKOPING AAN TE PAKKEN SIPEF-groep 0 0 Geen 40. Corruptie- en omkopingsincidenten 451 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex Annex 3 – EU Taxonomie Boekhoudkundig beleid De evaluatie van het wel of niet in aanmerking komen voor taxonomieclassificatie van omzet, Capex en Opex van SIPEF werd uitgevoerd conform de specificaties en definities uiteengezet in Bijlage I van de krachtens Art. 8 Gedelegeerde Handeling. Het voor dit proces gehan- teerde boekhoudkundig beleid is als volgt: Capex-KPI De Capex-KPI wordt gedefinieerd als de voor taxo- nomieclassificatie in aanmerking komende Capex (teller) gedeeld door de totale Capex van de Groep (noemer). De teller wordt hieronder toegelicht. De totale Capex bestaat uit de toevoegingen aan de materiële en immateriële vaste activa gedurende het boekjaar, vóór waardeverminderingen, afschrij- vingen en eventuele waardeaanpassingen, inclusief herwaarderingen en bijzondere waardeverminde- ringen, en exclusief wijzigingen in reële waarde. Het omvat toevoegingen aan de vaste activa (IAS 16), immateriële activa (IAS 38) en activa met gebruiks- recht (IFRS 16). Toevoegingen die resulteren uit bedrijfscombinaties zijn ook opgenomen (maar dit is niet van toepassing in 2024). Goodwill is niet opgenomen in de Capex omdat het niet gedefinieerd is als immaterieel actief overeenkomstig IAS 38. Nadere details over het boekhoudkundig beleid betreende de Capex van de Groep zijn beschikbaar bij de geconsolideerde financiële staten. Reconciliatie De totale Capex van de Groep kan worden gerecon- cilieerd met de geconsolideerde financiële staten, het geconsolideerd kasstroomoverzicht, als de som van de verwerving van immateriële activa, de ver- werving van biologische activa en de verwerving van materiële vaste activa. Omzet-KPI Het percentage van de voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende economische activiteiten in de totale omzet van de Groep is berekend als het deel van de netto-omzet afgeleid van producten en diensten die verband houden met voor taxonomie- classificatie in aanmerking komende economische activiteiten (teller) gedeeld door de netto-omzet (noemer). De noemer van de omzet-KPI is gebaseerd op de geconsolideerde netto-omzet van de Groep overeenkomstig IAS 1 .82(a). Nadere details over het boekhoudkundig beleid van de Groep betreende de geconsolideerde netto-omzet van de Groep zijn terug te vinden bij de geconsolideerde financiële staten. Wat de teller betreft, heeft SIPEF geen voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende activiteiten vastgesteld, zoals hoger toegelicht. Reconciliatie De geconsolideerde netto-omzet van de Groep kan worden gereconcilieerd met de geconsolideerde financiële staten, bij de winst-en-verliesrekening (Financiële Staten - ‘omzet’). 452 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Opex-KPI De Opex-KPI wordt gedefinieerd als de voor taxo- nomieclassificatie in aanmerking komende Opex (teller) gedeeld door de totale Opex van de Groep (noemer). De teller wordt hieronder toegelicht. De totale Opex bestaat uit rechtstreekse niet-geka- pitaliseerde kosten die betrekking hebben op onder- zoek en ontwikkeling, bouwrenovatiemaatregelen, kortetermijnhuur, onderhoud en reparatie, en alle andere rechtstreekse dagelijkse onderhoudskosten voor materiële vaste activa. Dat omvat: Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, die niet van toepassing zijn op de SIPEF- groep. De SIPEF-groep heeft weliswaar uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, die betrekking hebben op zijn minderheids- dochtervennootschappen Verdant Bioscience Pte Ltd en PT Timbang Deli, waarop vermogensmutatie wordt toegepast en die niet opgenomen zijn in de Opexberekening. Het bedrag van niet-gekapitaliseerde huurovereenkomsten, dat is bepaald overeenkomstig IFRS 16, en dat uitgaven voor kortetermijnhuur en huurovereenkomsten met een lage waarde omvat. Meer informatie kan gevonden worden in de toelichting over leasing opgenomen in de geconsolideerde financiële staten. Onderhoud en reparatie en andere rechtstreekse dagelijkse onderhoudskosten voor materiële vaste activa en biologische activa (dragende planten). Zij werden bepaald op basis van de onderhouds- en reparatiekosten toegewezen aan de betrokken activa. Het onderhoud van de biologische activa - dragende planten omvat alle kosten om de biologische activa (dragende planten) in een goede productiestaat te houden. De belangrijkste voorbeelden daarvan zijn de uitgaven in verband met het uitstrooien van meststoffen, snoeien en het bestrijden van ongedierte en ziekten. De betrokken kosten zijn terug te vinden in diverse posten in de winst-en-verliesrekening van de Groep, inclusief de kostprijs van de verkopen (onderhoud van operationele materiële vaste activa en biolo- gische activa – dragende planten) en algemene en administratieve kosten (zoals onderhoud van IT-systemen), indien van toepassing. In het algemeen omvatten zij eveneens personeels- kosten, kosten voor diensten, en materiële kosten voor dagelijks onderhoud, naast regelmatige en niet-geplande onderhouds- en reparatiemaatrege- len. Deze kosten worden rechtstreeks toegewezen aan de materiële vaste activa. Aangezien de SIPEF-groep geen voor taxonomie- classificatie in aanmerking komende economische activiteiten heeft vastgesteld, registreert de Groep geen Capex/Opex betreende activa of processen die verband houden met voor taxonomieclassificatie in aanmerking komende economische activiteiten in de teller van de Capex-KPI en de Opex. 453 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex BOEKJAAR 2024 CRITERIA VOOR EEN SUBSTANTIËLE BIJDRAGE GEADCRITERIA GEEN ERNSTIGE AFBREUK DOEN AAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN 1 CODE 2 OMZET 3 AANDEEL OMZET JAAR N 4 KLIMAATMITIGATIE 5 KLIMAATADAPTATIE 6 WATER 7 VERONTREINIGING 8 CIRCULAIRE ECONOMIE 9 BIODIVERSITEIT 10 KLIMAATMITIGATIE 11 KLIMAATADAPTATIE 12 WATER 13 VERONTREINIGING 14 CIRCULAIRE ECONOMIE 15 BIODIVERSITEIT 16 MINIMUMGARANTIES 17 OP TAXONOMIE AFGESTEMDE A.1. OF ERVOOR IN AANMERKING KOMENDE A.2. OMZET, JAAR N1 18 CATEGORIE FACILITERENDE ACTIVITEIT 19 CATEGORIE TRANSITIE ONDERSTEUNENDE ACTIVITEIT 20 USD % J; N; N/EL J; N; N/EL J; N; N/EL J; N; N/EL J; N; N/EL J; N; N/EL J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % E T A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) N.V.T. 0 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Omzet ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd (A.1.) 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Waarvan faciliterend 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% E - Waarvan transitie ondersteunend 0 0% 0% - - - - - N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - T A.2. Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologische niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL Productie van elektriciteit uit bio-energie CCM 4.8 85832 0% EL N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL - - - - - - - 0% - - Omzet van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2.) 85832 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% - - - - - - - 0% - - A. OMZET VAN VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1.+A.2. 85832 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% B. NIET VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN 443724505 100% TOTAAL A+B 443810377 100% AANDEEL VAN DE OMZET /TOTALE OMZET OP DE TAXONOMIE AFGESTEMD PER DOELSTELLING VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMEND PER DOELSTELLING Klimaatmitigatie (“Climate Change Mitigation” - CCM) 0% 0% Klimaatadaptatie (“Climate Change Adaptation” - CCA) 0% 0% Water en Mariene Hulpbronnen (“Water and Marine Resources” - WTR) 0% 0% Preventie en Bestrijding van Verontreiniging (“Pollution” - PPC) 0% 0% Circulaire Economie (“Circular Economy” - CE) 0% 0% Biodiversiteit en Ecosystemen (“Biodiversity and Ecosystems” - BIO) 0% 0% Omzet J: Ja, voor de taxonomie in aanmerking komende en op de taxonomie afgestemde activiteit met de relevante milieudoelstelling N: Nee, voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet op de taxonomie afgestemde activiteit met de relevante milieudoelstelling EL: voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de relevante doelstelling. N/EL: Niet in aanmerking komende, niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de relevante milieudoelstelling 454 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BOEKJAAR 2024 CRITERIA VOOR EEN SUBSTANTIËLE BIJDRAGE GEADCRITERIA GEEN ERNSTIGE AFBREUK DOEN AAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN 1 CODE 2 OMZET 3 AANDEEL OMZET JAAR N 4 KLIMAATMITIGATIE 5 KLIMAATADAPTATIE 6 WATER 7 VERONTREINIGING 8 CIRCULAIRE ECONOMIE 9 BIODIVERSITEIT 10 KLIMAATMITIGATIE 11 KLIMAATADAPTATIE 12 WATER 13 VERONTREINIGING 14 CIRCULAIRE ECONOMIE 15 BIODIVERSITEIT 16 MINIMUMGARANTIES 17 OP TAXONOMIE AFGESTEMDE A.1. OF ERVOOR IN AANMERKING KOMENDE A.2. OMZET, JAAR N1 18 CATEGORIE FACILITERENDE ACTIVITEIT 19 CATEGORIE TRANSITIE ONDERSTEUNENDE ACTIVITEIT 20 USD % J; N; N/EL J; N; N/EL J; N; N/EL J; N; N/EL J; N; N/EL J; N; N/EL J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % E T A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) N.V.T. 0 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Omzet ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd (A.1.) 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Waarvan faciliterend 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% E - Waarvan transitie ondersteunend 0 0% 0% - - - - - N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - T A.2. Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologische niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL Productie van elektriciteit uit bio-energie CCM 4.8 85832 0% EL N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL - - - - - - - 0% - - Omzet van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2.) 85832 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% - - - - - - - 0% - - A. OMZET VAN VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1.+A.2. 85832 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% B. NIET VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN 443724505 100% TOTAAL A+B 443810377 100% 455 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex BOEKJAAR 2024 CRITERIA VOOR EEN SUBSTANTIËLE BIJDRAGE GEADCRITERIA GEEN ERNSTIGE AFBREUK DOEN AAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN 1 CODE 2 CAPEX 3 AANDEEL CAPEX JAAR N 4 KLIMAATMITIGATIE 5 KLIMAATADAPTATIE 6 WATER 7 VERONTREINIGING 8 CIRCULAIRE ECONOMIE 9 BIODIVERSITEIT 10 KLIMAATMITIGATIE 11 KLIMAATADAPTATIE 12 WATER 13 VERONTREINIGING 14 CIRCULAIRE ECONOMIE 15 BIODIVERSITEIT 16 MINIMUMGARANTIES 17 OP TAXONOMIE AFGESTEMDE A.1. OF ERVOOR IN AANMERKING KOMENDE A.2. CAPEX, JAAR N1 18 CATEGORIE FACILITERENDE ACTIVITEIT 19 CATEGORIE TRANSITIE ONDERSTEUNENDE ACTIVITEIT 20 USD % J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % E T A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) N.V.T. 0 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Capex ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1.) 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Waarvan faciliterend 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% E - Waarvan transitie ondersteunend 0 0% 0% - - - - - N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - T A.2. Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologische niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL Productie van elektriciteit uit bio-energie CCM 4.8 2513010 2.9% EL N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL - - - - - - - 0% - - Capex voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2.) 2513010 2.9% 2.9% 0% 0% 0% 0% 0% - - - - - - - 0% - - A. CAPEX VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1.+A.2. 2513010 2.9% 2.9% 0% 0% 0% 0% 0% 0% B. NIET VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN 84344644 97.1% TOTAAL A+B 86857654 100% AANDEEL VAN DE CAPEX/TOTALE CAPEX OP DE TAXONOMIE AFGESTEMD PER DOELSTELLING VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMEND PER DOELSTELLING Klimaatmitigatie (“Climate Change Mitigation” - CCM) 0% 2.9% Klimaatadaptatie (“Climate Change Adaptation” - CCA) 0% 0% Water en Mariene Hulpbronnen (“Water and Marine Resources” - WTR) 0% 0% Preventie en Bestrijding van Verontreiniging (“Pollution” - PPC) 0% 0% Circulaire Economie (“Circular Economy” - CE) 0% 0% Biodiversiteit en Ecosystemen (“Biodiversity and Ecosystems” - BIO) 0% 0% Investeringen (Capex) J: Ja, voor de taxonomie in aanmerking komende en op de taxonomie afgestemde activiteit met de relevante milieudoelstelling N: Nee, voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet op de taxonomie afgestemde activiteit met de relevante milieudoelstelling EL: voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de relevante doelstelling. N/EL: Niet in aanmerking komende, niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de relevante milieudoelstelling 456 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BOEKJAAR 2024 CRITERIA VOOR EEN SUBSTANTIËLE BIJDRAGE GEADCRITERIA GEEN ERNSTIGE AFBREUK DOEN AAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN 1 CODE 2 CAPEX 3 AANDEEL CAPEX JAAR N 4 KLIMAATMITIGATIE 5 KLIMAATADAPTATIE 6 WATER 7 VERONTREINIGING 8 CIRCULAIRE ECONOMIE 9 BIODIVERSITEIT 10 KLIMAATMITIGATIE 11 KLIMAATADAPTATIE 12 WATER 13 VERONTREINIGING 14 CIRCULAIRE ECONOMIE 15 BIODIVERSITEIT 16 MINIMUMGARANTIES 17 OP TAXONOMIE AFGESTEMDE A.1. OF ERVOOR IN AANMERKING KOMENDE A.2. CAPEX, JAAR N1 18 CATEGORIE FACILITERENDE ACTIVITEIT 19 CATEGORIE TRANSITIE ONDERSTEUNENDE ACTIVITEIT 20 USD % J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % E T A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) N.V.T. 0 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Capex ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1.) 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Waarvan faciliterend 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% E - Waarvan transitie ondersteunend 0 0% 0% - - - - - N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - T A.2. Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologische niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL Productie van elektriciteit uit bio-energie CCM 4.8 2513010 2.9% EL N/EL N/EL N/EL N/EL N/EL - - - - - - - 0% - - Capex voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2.) 2513010 2.9% 2.9% 0% 0% 0% 0% 0% - - - - - - - 0% - - A. CAPEX VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1.+A.2. 2513010 2.9% 2.9% 0% 0% 0% 0% 0% 0% B. NIET VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN 84344644 97.1% TOTAAL A+B 86857654 100% 457 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex BOEKJAAR 2024 CRITERIA VOOR EEN SUBSTANTIËLE BIJDRAGE GEADCRITERIA GEEN ERNSTIGE AFBREUK DOEN AAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN 1 CODE 2 OPEX 3 AANDEEL OPEX JAAR N 4 KLIMAATMITIGATIE 5 KLIMAATADAPTATIE 6 WATER 7 VERONTREINIGING 8 CIRCULAIRE ECONOMIE 9 BIODIVERSITEIT 10 KLIMAATMITIGATIE 11 KLIMAATADAPTATIE 12 WATER 13 VERONTREINIGING 14 CIRCULAIRE ECONOMIE 15 BIODIVERSITEIT 16 MINIMUMGARANTIES 17 OP TAXONOMIE AFGESTEMDE A.1. OF ERVOOR IN AANMERKING KOMENDE A.2. OPEX, JAAR N1 18 CATEGORIE FACILITERENDE ACTIVITEIT 19 CATEGORIE TRANSITIE ONDERSTEUNENDE ACTIVITEIT 20 USD % J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % E T A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) N.V.T. 0 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Opex ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1.) 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Waarvan faciliterend 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% E - Waarvan transitie ondersteunend 0 0% 0% - - - - - N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - T A.2. Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologische niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL N.V.T. 0 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. - - - - - - - 0% - - Opex voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2.) 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% - - - - - - - 0% - - A. OPEX VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1.+A.2. 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% B. NIET VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN 48449962 100% TOTAAL A+B 48449962 100% AANDEEL VAN DE OPEX/TOTALE OPEX OP DE TAXONOMIE AFGESTEMD PER DOELSTELLING VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMEND PER DOELSTELLING Klimaatmitigatie (“Climate Change Mitigation” - CCM) 0% 0% Klimaatadaptatie (“Climate Change Adaptation” - CCA) 0% 0% Water en Mariene Hulpbronnen (“Water and Marine Resources” - WTR) 0% 0% Preventie en Bestrijding van Verontreiniging (“Pollution” - PPC) 0% 0% Circulaire Economie (“Circular Economy” - CE) 0% 0% Biodiversiteit en Ecosystemen (“Biodiversity and Ecosystems” - BIO) 0% 0% Bedrijfsuitgave (Opex) J: Ja, voor de taxonomie in aanmerking komende en op de taxonomie afgestemde activiteit met de relevante milieudoelstelling N: Nee, voor de taxonomie in aanmerking komende maar niet op de taxonomie afgestemde activiteit met de relevante milieudoelstelling EL: voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de relevante doelstelling. N/EL: Niet in aanmerking komende, niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit voor de relevante milieudoelstelling 458 The connection to the world of sustainable tropical agriculture BOEKJAAR 2024 CRITERIA VOOR EEN SUBSTANTIËLE BIJDRAGE GEADCRITERIA GEEN ERNSTIGE AFBREUK DOEN AAN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN 1 CODE 2 OPEX 3 AANDEEL OPEX JAAR N 4 KLIMAATMITIGATIE 5 KLIMAATADAPTATIE 6 WATER 7 VERONTREINIGING 8 CIRCULAIRE ECONOMIE 9 BIODIVERSITEIT 10 KLIMAATMITIGATIE 11 KLIMAATADAPTATIE 12 WATER 13 VERONTREINIGING 14 CIRCULAIRE ECONOMIE 15 BIODIVERSITEIT 16 MINIMUMGARANTIES 17 OP TAXONOMIE AFGESTEMDE A.1. OF ERVOOR IN AANMERKING KOMENDE A.2. OPEX, JAAR N1 18 CATEGORIE FACILITERENDE ACTIVITEIT 19 CATEGORIE TRANSITIE ONDERSTEUNENDE ACTIVITEIT 20 USD % J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J; N; N/ EL J/N J/N J/N J/N J/N J/N J/N % E T A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) N.V.T. 0 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Opex ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1.) 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - - Waarvan faciliterend 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% E - Waarvan transitie ondersteunend 0 0% 0% - - - - - N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 0% - T A.2. Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologische niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL EL; N/EL N.V.T. 0 0% N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. - - - - - - - 0% - - Opex voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2.) 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% - - - - - - - 0% - - A. OPEX VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN A.1.+A.2. 0 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% B. NIET VOOR TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN 48449962 100% TOTAAL A+B 48449962 100% 459 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex Annex 4 – Algemene basis voor het opstellen van de Duurzaamheidsverklaring Dit verslag is opgesteld in overeenstemming met de EU-richtlijn inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD), volgens de vereisten van de Europese duurzaamheidsrapporteringsnormen (ESRS), uitgegeven door de Europese Commissie. Het bestrijkt de duurzaamheidsprestaties van SIPEF voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2024. Overzicht van methodologieën voor duurzaamheidsdata Duurzaamheidsdata wordt verzameld van de operationele eenheden en kantoren van SIPEF in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Côte d’Ivoi- re, België en Singapore. Waar precieze data niet beschikbaar is, worden redelijke aannames, schat- tingen en het oordeel van het management toege- past, wat een mate van onzekerheid kan inhouden. De meeste data is gebaseerd op interne gegevens en primaire bronnen. Details over gebruikte metho- dologieën, aannames en onzekerheden worden verstrekt naast de relevante toelichtingen en verder uiteengezet in de Annexen 1 en 2. De maatstaven in dit verslag werden niet gevali- deerd door een externe partij anders dan de aan- gestelde assurance provider. SIPEF streeft ernaar de kwaliteit en transparantie van zijn duurzaam- heidsrapportage voortdurend te verbeteren om een waarheidsgetrouw en eerlijk beeld te geven van zijn impact en prestaties. Bij SIPEF worden schattingen in de waardeketen toegepast op Scope 3-broeikasgasuitstoot. Meer informatie hierover is terug te vinden in deel ‘E1: Klimaatverandering’ van dit verslag. Informatie over intellectuele eigendom De SIPEF-groep heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om informatie met betrekking tot intellectuele eigendom weg te laten. Er werd geen informatie over intellectuele eigendom, knowhow of de resultaten van innovatie weggelaten in de Duurzaamheidsverklaring. Informatie over zaken in onderhandeling SIPEF heeft geen gebruik gemaakt van de vrijstel- ling van openbaarmaking van nakende ontwikke- lingen of zaken in onderhandeling, zoals voorzien in artikel 19bis, (3) en artikel 29bis, (3) van Richtlijn 2013/34/EU. 460 The connection to the world of sustainable tropical agriculture SIPEF erkent dat Scope 3-broeikasgasuitstoot onderhevig is aan een hoog niveau van meetonze- kerheid, omwille van de complexiteit van uitstoot binnen de waardeketen en beperkte toegang tot betrouwbare gegevens stroomopwaarts en stroom- afwaarts. Om dit aan te pakken, past SIPEF de volgende schattingsmethoden toe: Op activiteiten gebaseerde schatting met behulp van uitstootfactoren van internationaal erkende bronnen zoals het IPCC en EPA, waar activiteitendata beschikbaar zijn. Waar gedetailleerde activiteitendata niet toegankelijk zijn, worden op uitgaven gebaseerde methoden gebruikt, waarbij wordt vertrouwd op financiële gegevens om uitstoot te schatten. Materialiteitsdrempels worden toegepast om te bepalen welke Scope 3-categorieën worden opgenomen, met name wanneer de uitstoot waarschijnlijk immaterieel is of wanneer gegevens hoogst onzeker of niet verifieerbaar zijn. Meer informatie hierover is eveneens terug te vin- den in deel ‘E1: Klimaatverandering’ van dit verslag. Alle wijzigingen in de opmaak of presentatie van duurzaamheidsinformatie, alsook correcties van rapporteringsfouten uit vorige periodes, worden duidelijk toegelicht naast de relevante openbaarma- kingen en verder uiteengezet in de Annexen 1 en 2. NR ONDERWERP MAATSTAAF METHODOLOGIEËN EN AANNAMES 1. Certificering RSPO, ISPO Certificeringscijfers zijn gebaseerd op de actieve RSPO- en ISPO-certificeringsstatus per december 2024. Ze omvatten de classificatie van toeleveringsketen-modellen in overeenstemming met RSPO-definities (d.w.z. “Identity Preserved”, “Segregation” en “Mass Balance”). Beplante gebieden worden bepaald op basis van de hectare-verklaring voor dezelfde rapporteringsperiode. De volumes van RSPO-gecertificeerde verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” – FFB) en gecertificeerde producten, waaronder ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” – CPO), palmpitten (“Palm Kernel” – PK) en palmpitolie (“Palm Kernel Oil” – PKO), worden berekend met behulp van werkelijke productiegegevens per december 2024. 2. Klimaat Energie Het energieverbruik van SIPEF in haar eigen activiteiten draagt bij aan haar Scope 1- en Scope 2-uitstoot en omvat energie uit zowel niet-hernieuwbare bronnen (zoals fossiele brandstoen en elektriciteit) als hernieuwbare bronnen (zoals biomassa). In palmolie-extractiefabrieken omvat biomassaverbranding het gebruik van bijproducten zoals vezels, schelpen en hout als brandstoronnen. Energie-intensiteit (MWh/KUSD) wordt berekend door het totale energieverbruik te delen door de netto-omzet (in duizend USD). 461 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex NR ONDERWERP MAATSTAAF METHODOLOGIEËN EN AANNAMES 3. Klimaat Bruto broeikasgasuitstoot Scope 1: Rechtstreekse uitstoot aomstig van door SIPEF beheerde en in eigendom zijnde plan - tages, palmolie-extractiefabrieken, verpakkingsstations en kantoren. Deze uitstoot is het gevolg van veranderingen in landgebruik, afvalwater van palmolie-extractie - fabrieken (POME) en het gebruik van verschillende inputs, waaronder meststoen, brandstoen, chemicaliën, smeermiddelen en koelmiddelen. Scope 2: Onrechtstreekse uitstoot van de extern aangekochte energie van het nationale net volgens de locatiegebaseerde benadering van de Groep. De Groep rapporteert Scope 2-uitstoot momenteel met behulp van de locatiegebaseerde methode en gebruikt deze als proxy om marktgebaseerde uitstoot te schatten. Scope 3: Onrechtstreekse uitstoot van activiteiten stroomopwaarts en stroomafwaarts binnen de waardeketen van SIPEF. Deze worden gerapporteerd onder de volgende categorieën: Categorie 1 – Gekochte goederen en diensten, Categorie 2 – Kapitaalgoederen, Categorie 3 – Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten, Categorie 4 – Stroomopwaarts transport en distributie, Categorie 6 – Zakenreizen, Categorie 9 – Stroomafwaarts transport en distributie. Categorieën 1, 2 en 6 worden berekend met behulp van een op uitgaven gebaseerde benadering, terwijl categorieën 3, 4 en 9 zijn gebaseerd op activiteitengebaseerde uitstootberekeningen. In het kader van SIPEF’s inventarisatie van broeikasgasuitstoot in Scope 3 zijn de volgende categorieën uitgesloten uit de huidige rapportering. Deze uitsluitingen zijn gebaseerd op een beoordeling van materialiteit, beschikbaarheid van gegevens, operationele controle en relevantie voor de onderneming. • Uitgesloten wegens immateriële impact op de totale uitstoot: Categorie 5 – Afval gegenereerd door operationele activiteiten, Categorie 7 – Woon-werkverkeer van werknemers, Categorie 15 – Investeringen • Uitgesloten wegens gebrek aan zicht op en controle over het gebruik van producten: Deze categorieën hebben betrekking op uitstoot uit stroomafwaartse activiteiten, waarbij SIPEF geen zicht of invloed heeft op de wijze waarop verkochte tussenproducten worden verwerkt, gebruikt of verwijderd. Gezien de brede waaier aan mogelijke toepassingen, elk met een ander uitstootprofiel, is een nauwkeurige inschatting momenteel niet haalbaar: Categorie 10 – Verwerking van verkochte producten, Categorie 11 – Gebruik van verkochte producten, Categorie 12 – Behandeling aan het einde van de levensduur van verkochte producten • Uitgesloten wegens irrelevantie voor SIPEF’s bedrijfsactiviteiten: Categorie 8 – Stroomopwaarts gehuurde activa, Categorie 13 – Stroomafwaarts gehuurde activa, Categorie 14 – Franchises. Intensiteit van broeikasgasuitstoot • Per netto-omzet: totale broeikasgasuitstoot uitgedrukt in tonnen CO-equivalent per duizend USD netto-omzet (tCOe/KUSD). • Per product: totale broeikasgasuitstoot per eenheid product (bv. per ton palmolie, bananen), met de koolstofvoetafdruk van elk product. 4. Broeikasgas- verwijdering De koolstofverwijdering uit beschermde gebieden en reservaatgebieden wordt bere - kend op basis van de plantengroei en de jaarlijkse vastlegging per hectare. 5. Aanpassing aan klimaatverandering Kustherstelprogramma's in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea worden geïmplemen- teerd om mogelijke watergerelateerde risico's aan te pakken door kustbuerzones binnen de eigen activiteiten van SIPEF te herstellen. 462 The connection to the world of sustainable tropical agriculture NR ONDERWERP MAATSTAAF METHODOLOGIEËN EN AANNAMES 6. Vervuiling Geloosd water De waterkwaliteit wordt gecontroleerd via biologische zuurstofverbruik (“Biological Oxygen Demand” – BOD), chemische zuurstofverbruik (“Chemical Oxygen Demand” – COD) en totale zwevende deeltjes (“Total Suspended Solids” – TSS), gemeten in milligram per liter (mg/l). Maandelijks worden er monsters genomen bij palmolie-ex - tractiefabrieken en twee keer per jaar bij bananenverpakkingsstations, waarbij de tests worden uitgevoerd door een extern laboratorium. 7. Luchtuitstoot Indonesische palmolie-extractiefabrieken gebruiken opaciteitsmonitoring (≤30%) en de palmolie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea gebruiken de Ringelmann- index (≤2 voor ≤20% van de tijd). Parameters worden geverifieerd door middel van regelmatige externe en overheidsinspecties. 8. Water Waterbeheer Bananenteelt kent het hoogste waterverbruik vanwege irrigatievereisten, terwijl oliepalmteelt voornamelijk aankelijk is van regenval. In Côte d’Ivoire zijn regenval, rivieren, dammen en putten de waterbronnen. Water van bananenverpakkingsstations wordt hergebruikt voor irrigatie of veilig geloosd. In 2024 wordt al het onttrokken water als volledig verbruikt beschouwd, vanwege de moeilijkheid om het waterverbruik van bananenplanten nauwkeurig te meten. Palmolie-extractiefabrieken halen water uit rivieren of boorgaten, en sommige facilitei - ten hergebruiken behandeld POME of lozen het in overeenstemming met de wettelijke vereisten. Het waterverbruik wordt berekend als het verschil tussen de totale wateronttrekking en -lozing. Het waterverbruik per product wordt uitgedrukt als wateronttrekking per ton FFB of bananen. 9. Bio- diversiteit Beschermde gebieden Beschermde gebieden worden geïdentificeerd via externe HCV-HCSA (of soortgelijke) beoordelingen en worden beschermd als onderdeel van de NDP-verbintenis van SIPEF. 10. Monitoring van bosverlies Een externe partner wordt ingeschakeld om de implementatie van het NDP-beleid van SIPEF in zijn eigen concessies en leveranciersgebieden te monitoren en kwartaalup - dates te verstrekken. Beïnvloede gebieden worden geïdentificeerd via waarschuwings- systemen en worden geverifieerd door lokale teams via onderzoeken ter plaatse. 11. Brandhaard- monitoring Brandhaardmeldingen van RSPO worden gemonitord in de eigen concessies en leveran - ciersgebieden van SIPEF. Beïnvloede gebieden worden bevestigd door onderzoeken ter plaatse die worden uitgevoerd door lokale teams. 12. SBI Onder hersteld gedegradeerd gebied verstaat men het totale aantal hectares bos dat hersteld is, terwijl onder aangesloten agrobosbouwers het aantal lokale boeren wordt verstaan dat actief samenwerkt met SIPEF. 13. Eigen personeels - bestand Aantal medewerkers Het aantal medewerkers wordt gerapporteerd per 31 december 2024 en is verder uitgesplitst naar land, geslacht, contracttype en gewas. Er is geen kruisverwijzing beschikbaar tussen het gerapporteerde aantal medewerkers en de cijfers in de financië - le overzichten. 14. Type arbeidsover - eenkomst Er zijn twee soorten arbeidsovereenkomsten: • Vast: Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. • Tijdelijk: Een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd die eindigt wanneer de opgegeven tijd verstrijkt of wanneer een bepaalde taak of gebeurtenis is voltooid (bv. voltooiing van een project of de terugkeer van een vervangen medewerker). 15. Werknemersverloop Totaal aantal werknemers dat SIPEF tijdens de rapportageperiode vrijwillig heeft verlaten, vanwege ontslag, pensionering of overlijden. Het percentage van het verloop wordt berekend op basis van het totale verloop gedeeld door het totale aantal werkne - mers op 31 december 2024. 16. Collectieve arbeids- overeenkomst Collectieve onderhandelingsdekking omvat werknemers die SIPEF verplicht is te dekken volgens lokale regelgeving. Via hun vakbonden onderhandelen werknemers met het bedrijf over zaken als salaris, voordelen, werkuren, verlof en veiligheid. Het dekkingspercentage wordt berekend als het aantal werknemers dat gedekt is op 31 december 2024, gedeeld door het totale aantal werknemers op dat moment. 463 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex NR ONDERWERP MAATSTAAF METHODOLOGIEËN EN AANNAMES 17. Eigen personeels - bestand Diversiteit: Topmanagement Bij SIPEF bestaat het topmanagement uit de raad van bestuur en de leden van het executief comité (in alle landen behalve Singapore). 18. Diversiteit: Leeftijd De leeftijdsdiversiteit van alle werknemers wordt berekend per 31 december 2024, op basis van de geboortedatum van elke werknemer. Werknemers worden gecategoriseerd in de volgende leeftijdsgroepen: jonger dan 30 jaar, tussen 30 en 50 jaar (inclusief), ouder dan 50 jaar. 19. Opleiding Het totale aantal opleidingsuren wordt geregistreerd en gebruikt om het gemiddelde aantal opleidingsuren per geslacht te berekenen, op basis van het totale aantal manne - lijke en vrouwelijke werknemers met een actieve status per 31 december 2024. 20. Veiligheid: Ongeval met werkverlet (“Lost Time Injury” – LTI) Een LTI is een werkgerelateerd ongeval of letsel waardoor een werknemer zijn normale werk niet kan doen. Het moet worden bevestigd door een medisch certificaat om ocieel te worden vastgelegd. 21. Veiligheid: Verloren werkdag Verloren werkdagen als gevolg van een LTI worden geteld vanaf de eerstvolgende werkdag nadat het incident tijdens werkuren heeft plaatsgevonden. 22. Veiligheid: Totaal gewerkte uren Uren gewerkt is het geschatte totale aantal uren dat werknemers hebben gewerkt tijdens de rapporteringsperiode, inclusief betaald verlof zoals jaarlijks verlof en feestda - gen. Het is gebaseerd op de wettelijke werkuren in elk land en wordt als volgt berekend: Uren gewerkt = Aantal personen × Weken per maand × Uren per week 23. Frequentiegraad van ongevallen met werkverlet (“Lost time injury frequency rate” – LTIFR) Deze berekening wordt per land uitgevoerd, op basis van gegevens uit het rapporte - ringsjaar, en drukt het aantal LTI's per miljoen gewerkte uren uit. Het wordt berekend aan de hand van volgende formule: LTIFR = (Totaal aantal LTI's/Totaal gewerkte uren) x 1 000 000 24. Genderloonkloof Het percentage loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt berekend aan de hand van volgende formule: (Gemiddeld brutoloon van mannelijke werknemers – Gemiddeld brutoloon van vrouwelijke werknemers) / Gemiddeld brutoloonniveau mannelijke werknemers x 100 25. Vergoedingsratio De vergoedingsratio vergelijkt het jaarlijkse loon van de best betaalde persoon met het mediane loon van alle andere werknemers in elk land, exclusief de best betaalde persoon. Het totale loon omvat salaris, bonussen en reguliere financiële voordelen. Het wordt als volgt berekend: Vergoedingsratio = Hoogste jaarlijkse loon / Mediaan jaarlijks loon van andere werknemers 26. Incidenten en klachten Alle ontvangen klachten worden gedocumenteerd in het Klachtenoplossingssysteem van SIPEF. Elk geval wordt beoordeeld en gecategoriseerd op basis van de aard en ernst ervan, inclusief incidenten gerelateerd aan discriminatie, intimidatie en ernstige mensenrechtenschendingen, indien van toepassing. Er werden geen gevallen geïdentifi - ceerd in de rapporteringsperiode 2024. 27. Mede- werkers in de waardeketen Programma’s voor de lokale boeren Het aantal lokale boeren is gebaseerd op de ociële lijst van SIPEF in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. De RSPO-gecertificeerde lokale boeren zijn degenen die geregistreerd staan onder geldige RSPO-certificaten. Totale en gecertificeerde beplante oppervlakten zijn gebaseerd op de hectare-opgave van december 2024. 28. Goed zakelijk gedrag Opleiding anti-corruptie en anti-omkoping Het aantal bijgewoonde opleidingen wordt gerapporteerd op Groepsniveau en omvat zowel risicofuncties als andere eigen medewerkers voor de rapporteringsperiode 2024. 29. Incidenten van corruptie en omkoping Alle klachten worden geregistreerd in het Klachtenoplossingssysteem van SIPEF en worden beoordeeld en gecategoriseerd op type en ernst. Dit omvat zaken met betrek - king tot corruptie en omkoping, indien geïdentificeerd. Alle veroordeelde zaken, indien deze zich voordoen, worden opgenomen in de rapporteringsscope. Er werden geen zaken geïdentificeerd in de rapporteringsperiode 2024. 464 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Annex 5 – ESRS-vereisten voor verslaggeving en opname via verwijzing VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING ESRS 2 ALGEMENE TOELICHTINGEN BP-1 Algemene grondslagen voor de opstelling van de Duurzaamheidsverklaring Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie; Annex 4 88-89, 460-464 BP-2 Verslaggeving met betrekking tot specifieke omstandigheden Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie; Annex 4; Annex 5 88-89, 460-464, 465-479 Waar relevant, zijn specifieke omstan - digheden overeen- komstig de BP-2- verslaggevingsvereisten gerapporteerd samen met thematische en gegevensgerelateerde toelichtingen in de onderdelen Milieu, Sociaal en Governance van de Duurzaamheids- verklaring. GOV-1 De rol van de adminis - tratieve, bestuurs- en toezichthoudende organen Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie; Corporate Governance Verklaring; Bedrijfsverslag 34-35, 100-104, 294-312 (1), (2) De onderstaande tabel geeft een overzicht van alle ESRS-vereisten voor verslaggeving ("Disclosure Requirements" - DR’s) uit ESRS 2 en de negen the- matische standaarden die als materieel voor SIPEF zijn beoordeeld. In totaal worden 45 duurzaam- heidskwesties behandeld. De rapporteringsver- eisten onder ESRS E5 – Circulaire economie – zijn volledig weggelaten, aangezien dit onderwerp als niet-materieel werd beoordeeld. De tabel verduidelijkt tevens eventuele weglatin- gen of DR’s die niet van toepassing zijn, alsook gegevenspunten binnen de negen thematische standaarden. Voor elke toepasselijke DR wordt aangegeven waar de informatie is opgenomen in het Geïntegreerd Jaarverslag – met name in de Duurzaamheidsverklaring, het Bedrijfsverslag, de Corporate Governance Verklaring, de Financiële Staten of de Annexen. Wanneer DR’s buiten de Duurzaamheidsverklaring worden behandeld, zijn ze opgenomen via verwij- zing, met in de tabel een nauwkeurige vermelding van de titel van het desbetreende hoofdstuk en de pagina(’s) in het Geïntegreerd Jaarverslag. In gevallen van weglating of niet-toepasselijkheid wordt dit kort toegelicht in de kolom 'Bijkomende informatie'. De tabel verwijst ook naar relevante gegevenspunten uit andere EU-wetgevingen: (1) SFDR, (2) Pilar 3, (3) Benchmarkverordening en (4) EU-klimaatwet. Waar van toepassing, wordt ook het gebruik van andere duurzaamheidsstandaarden of -kaders vermeld en toegelicht. 465 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING GOV-2 Informatie verstrekt aan en duurzaamheidskwesties behandeld door de admi - nistratieve, bestuurs- en toezichthoudende organen van de onderneming Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie; Corporate Governance Verklaring 101-102, 300-301, 306 GOV-3 Integratie van duur - zaamheidsprestaties in incentive-regelingen Duurzaamheidsverklaring 316-317, 323 GOV-4 Verklaring inzake duur - zaamheidsdue diligence Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie 108-109 (1) GOV-5 Risicobeheer en interne controle met betrekking tot duurzaamheidsrappor - tering Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie 110-111 SBM-1 " Strategie, bedrijfsmodel en waardeketen (producten, markten, werknemers, opbrengsten, strategie, bedrijfsmodel, waardeketen)" Bedrijfsverslag 18-19, 26-45 (1), (2), (3) SBM-1 "Strategie, bedrijfsmodel en waardeketen (verboden producten, ESRS-sectoren, fossiele brandstoen, chemicaliën, controversiële wapens, tabak)" Bedrijfsverslag 37 Weggelaten: SIPEF produceert geen pro - ducten die in bepaalde markten verboden zijn, en is evenmin actief in sectoren voor fossiele brandstoen, chemische productie, controver - siële wapens of de teelt en productie van tabak. SBM-1 "Strategie, bedrijfsmodel en waardeketen (strategie, duurzaamheids- doelstellingen)" Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie; Bedrijfsverslag 26-33, 40-41, 46-61, 90-93, 118, 158, 262 SBM-2 Belangen en standpunten van stakeholders Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie 111-117 SBM-3 Materiële impacten, risico’s en opportuniteiten hun wisselwerking met strategie en bedrijfsmodel Duurzaamheidsverklaring; Corporate Governance Verklaring 119-153, 159-260, 263-288, 326-332 SBM-3 wordt gerappor - teerd in de onderdelen Milieu, Sociaal en Governance van de verklaring, samen met thematische en gegevensgerelateerde toelichtingen voor elk duurzaamheidsaspect dat als materieel voor SIPEF is beoordeeld. 466 The connection to the world of sustainable tropical agriculture VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING IRO-1 Beschrijving van het pro- ces om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten te identificeren en te beoordelen Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie 94-99 IRO-2 Verslaggevingsvereisten in de ESRS die zijn opgeno - men in de Duurzaamheids- verklaringen van de onderneming Duurzaamheidsverklaring; Annex 5 97, 465-479 ESRS E1 KLIMAATVERANDERING E1.GOV-3 Integratie van duur- zaamheidsprestaties in incentive-regelingen Corporate Governance Verklaring 323 E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering 119, 130 Weggelaten: niet beschikbaar, aangezien dit het eerste jaar is waarin bruto-uitstoot van broeikasgassen wordt gerapporteerd. Voor 2024 werden enkel netto-uitstootcijfers berekend, en was de gecommuniceerde doelstelling gebaseerd op nettowaarden. De herberekening van historische gegevens en de ontwikkeling van op bruto gebaseerde doelstellingen zijn in uitvoering. (2), (3), (4) E1.SBM-3 Materiële impacten, risico’s en opportuniteiten in verband met klimaatver - andering en hun wissel- werking met strategie en bedrijfsmodel Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering 120-128 Duurzaamheidskwesties: beperking van klimaatverandering, energie, aanpassing aan klimaatverandering. E1.IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële klimaatgerelateerde impacten, risico’s en opportuniteiten te identifi - ceren en te beoordelen Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering 120, 125-127 E1-2 Beleid met betrekking tot klimaatmitigatie en klimaatadaptatie Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering 128 E1.MDR-P Beleid om materiële impac - ten, risico’s en opportu- niteiten met betrekking tot klimaatverandering te beheersen Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering 128 467 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING E1-3 Acties en middelen in ver- band met het klimaatbeleid Duurzaamheidsverklaring – E1: Klimaatverandering; Rapportering inzake EU-taxonomie 129-130, 154-156 E1.MDR-A Acties en middelen met betrekking tot klimaatmi - tigatie en klimaatadaptatie Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering 129-130 E1-4 Doelstellingen met betrek - king tot klimaatmitigatie en klimaatadaptatie Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering 119, 129-130 Weggelaten: niet beschikbaar, aangezien dit het eerste jaar is waarin bruto- broeikasgasuitstoot wordt gerapporteerd. Voor 2024 werden enkel nettowaarden berekend, en was de gecommuni - ceerde doelstelling geba- seerd op netto-uitstoot. De herberekening van historische gegevens en de ontwikkeling van doelstellingen op basis van brutowaarden zijn momenteel in uitvoering. E1.MDR-T Doelstellingen met betrek - king tot klimaatmitigatie en klimaatadaptatie Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering; Annex 1 119, 129-130, 420-421 E1-5 Energieverbruik en energiemix Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering; Annex 2 124, 440 (1) E1-6 Bruto scope 1-, 2- en 3-uitstoot en totale broeikasgasuitstoot Duurzaamheidsverklaring - E1: Klimaatverandering; Annex 2; Annex 4 120-124, 441, 460-464 (1), (2), (3) ESRS E2 VERONTREINIGING E2.IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële verontreinigingsgerela - teerde impacten, risico’s en opportuniteiten te identifi - ceren en te beoordelen Duurzaamheidsverklaring – E2: Verontreiniging 132-133 "Opmerking: er werden door SIPEF geen materiële risico’s of opportuniteiten met betrekking tot veron - treiniging vastgesteld en deze worden daarom niet gerapporteerd. Duurzaamheidskwesties: luchtverontreiniging, waterverontreiniging." E2-1 Beleid met betrekking tot verontreiniging Duurzaamheidsverklaring – E2: Verontreiniging 133 468 The connection to the world of sustainable tropical agriculture VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING E2.MDR-P Beleid om de materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot verontreini - ging te beheersen Duurzaamheidsverklaring – E2: Verontreiniging 133 E2-2 Acties en middelen met betrekking tot verontreiniging Duurzaamheidsverklaring – E2: Verontreiniging 133-135 E2.MDR-A Actieplannen en middelen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot veront - reiniging te beheersen Duurzaamheidsverklaring – E2: Verontreiniging 133-135 E2-3 Doelstellingen met betrek - king tot verontreiniging Duurzaamheidsverklaring – E2: Verontreiniging; Annex 1 131, 133-135, 421-422 E2.MDR-T Opvolging van de doel - treendheid van beleid en acties via doelstellingen Duurzaamheidsverklaring – E2: Verontreiniging; Annex 1 131, 133-135, 421-422 E2-4 Verontreiniging van lucht, water en bodem Weggelaten N.V.T. Niet van toepassing: de activiteiten van SIPEF bevinden zich buiten de EU. Verordening (EG) nr. 166/2006, die het Europees Register van de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoen heeft ingesteld, is niet van toepassing. E2-5 Zorgwekkende stoen en zeer zorgwekkende stoen Weggelaten N.V.T. Niet materieel: zorgwekkende stoen en stoen die zeer zorg - wekkend zijn, werden in de beoordeling van SIPEF niet als materieel geïdentificeerd. E2-6 Verwachte financiële eecten van materiële risico’s en opportuni - teiten in verband met verontreiniging Duurzaamheidsverklaring - E2: Verontreiniging 132 Er werden geen materiële risico's of opportuniteiten met betrekking tot veron - treiniging vastgesteld, en er worden geen materiële incidenten of lozingen verwacht die een negatieve financiële impact zouden hebben. Gefaseerde invoering voor E2-6: 40c, 39a, 39b, 39c, 41. 469 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING ESRS E3 WATER E3.IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot water en mariene hulpbronnen te identificeren en te beoordelen Duurzaamheidsverklaring – E3: Water 137 "Opmerking: er werden door SIPEF geen materiële watergerela - teerde risico’s of oppor- tuniteiten vastgesteld en deze worden daarom niet gerapporteerd. Duurzaamheidskwesties: waterverbruik, wateronttrekkingen, waterlozingen." E3-1 Beleid met betrekking tot water en mariene hulpbronnen Duurzaamheidsverklaring – E3: Water 138 (1) E3.MDR-P Beleid om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot water en mariene hulpbronnen te beheersen Duurzaamheidsverklaring – E3: Water 138 E3-2 Acties en middelen met betrekking tot water en mariene hulpbronnen Duurzaamheidsverklaring - E3: Water 138-141 Opmerking: mariene hulpbronnen zijn niet van toepassing op de activiteiten van SIPEF en werden niet als materieel geïdentificeerd. E3.MDR-A Actieplannen en middelen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot water en mariene hulpbronnen te beheersen Duurzaamheidsverklaring – E3: Water 138-141 E3-3 Doelstellingen met betrek - king tot water en mariene hulpbronnen Duurzaamheidsverklaring – E3: Water; Annex 1 131, 139-141, 422 E3.MDR-T Doelstellingen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten te beheersen Duurzaamheidsverklaring – E3: Water; Annex 1 131, 139-141, 422 E3-4 Waterverbruik Duurzaamheidsverklaring – E3: Water 138-139 (1) E3-5 Verwachte financiële eecten van impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot water en mariene hulpbronnen Duurzaamheidsverklaring - E3: Water 137 Gefaseerde invoering voor E3-5: 33a, 33b, 33c. 470 The connection to the world of sustainable tropical agriculture VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING ESRS E4 BIODIVERSITEIT EN ECOSYSTEMEN E4.SBM-3 Materiële impacten, risico’s en opportuniteiten en hun wisselwerking met strategie en bedrijfs - model in verband met klimaatverandering Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 143-147 Duurzaamheidskwesties: verandering in landgebruik, landdegra - datie, populatiegrootte van soorten, risico op wereldwijde uitsterving van soorten. E4.IRO-1 Beschrijving van de processen om materi - ele biodiversiteits- en ecosysteemgerelateerde impacten, risico’s, aanke- lijkheden en opportunitei- ten te identificeren en te beoordelen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 143-147 E4-1 Transitieplan en inbedding van biodiversiteit en ecosystemen in strategie en bedrijfsmodel Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 146-147 E4-2 Beleid met betrekking tot biodiversiteit en ecosystemen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 147 (1) E4.MDR-P Beleid om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot biodiver - siteit en ecosystemen te beheersen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 147 E4-3 Acties en middelen met betrekking tot biodiversi - teit en ecosystemen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 148-153 Gedeeltelijk weggelaten: SIPEF maakt geen gebruik van biodiver - siteitscompensaties in zijn actieplan. E4.MDR-A Actieplannen en middelen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot biodi - versiteit en ecosystemen te beheersen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 148-153 E4-4 Doelstellingen met betrek - king tot biodiversiteit en ecosystemen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen; Annex 1 142, 150-153, 423-424 Gedeeltelijk weggelaten: SIPEF past geen ecolo - gische drempelwaarden toe zoals gedefinieerd in ESRS E4-4. Daarom worden 32a (i, ii, iii) en 32b weggelaten. E4. MDR-T Doelstellingen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten te beheersen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen; Annex 1 142, 150-153, 423-424 471 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING E4-5 Impactindicatoren met betrekking tot verande - ringen in biodiversiteit en ecosystemen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 148-153 E4-6 Verwachte financiële eec - ten van materiële risico’s en opportuniteiten met betrekking tot biodiversi - teit en ecosystemen Duurzaamheidsverklaring – E4: Biodiversiteit en ecosystemen 146 Gefaseerde invoering voor E4-6: 45a, 45b, 45c. ESRS S1 EIGEN PERSONEELSBESTAND S1.SBM-3 Materiële impacten, risico’s en opportuniteiten in verband met consumen - ten en eindgebruikers en hun wisselwerking met strategie en bedrijfsmodel Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 163-194 Opmerking: er werden door SIPEF geen materiële risico’s of opportuniteiten met betrekking tot het eigen personeelsbestand vastgesteld en deze worden daarom niet gerapporteerd. Duurzaamheids- kwesties: werkzeker - heid, geen uitbuiting (kinderarbeid, gedwongen arbeid), adequate lonen, vrijheid van vereniging, collec - tieve onderhandelingen, arbeidstijd, werk- privébalans, gezondheid en veiligheid, opleiding en ontwikkeling van vaardigheden, gendergelijkheid en gelijke beloning voor gelijk werk, diversiteit, maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkplek. S1-1 Beleid met betrek - king tot het eigen personeelsbestand Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 163, 168, 170, 174-175, 178,181-182, 185-186, 189, 193-194 S1.MDR-P Beleid om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot werknemers in de waardeketen te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 163, 168, 170, 174-175, 178,181-182, 185-186, 189, 193-194 S1-2 Processen voor betrok - kenheid bij het eigen personeelsbestand en vertegenwoordigers van werknemers over impacten Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 195 472 The connection to the world of sustainable tropical agriculture VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING S1-3 Processen om negatieve impacten te verhelpen en kanalen voor het eigen personeelsbestand om bezorgdheden te uiten Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 196-197 (1) S1-4 Actie ondernemen met betrekking tot materiële impacten op het eigen personeelsbestand, en benaderingen om materiële risico’s te beheersen en materiële opportuniteiten benutten met betrekking tot het eigen personeelsbe - stand, en de doeltreend- heid van deze acties Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 163-194 S1.MDR-A Actieplannen en middelen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot het eigen personeelsbestand te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 163-194 S1-5 Doelstellingen met betrekking tot het beheersen van materiële negatieve impacten, het bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële risico’s en opportuniteiten Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbe - stand; Annex 1 159, 166, 169, 173, 176, 180, 183-184, 188, 192, 195, 425 S1.MDR-T Doelstellingen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot het eigen personeelsbestand te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbe - stand; Annex 1 159, 166, 169, 173, 176, 180, 183-184, 188, 192, 195, 425 S1-6 Kenmerken van de werkne - mers van de onderneming Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 160, 446-451 S1-7 Kenmerken van niet-werk - nemers in het eigen personeelsbestand van de onderneming Weggelaten N.V.T. Gefaseerde invoering voor S1-7: 55a, 55b (i, ii), 55c, 57. S1-8 Collectieve onderhandelin - gen en sociaal overleg Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbe- stand; Annex 2 174-176, 446-451 Gedeeltelijk weggelaten: gefaseerde invoering voor S1-8: AR 70. S1-9 Diversiteitsindicatoren Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbe - stand; Annex 2; Annex 4 189-190, 446-451, 464 S1-10 Toereikende lonen Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbestand 170-173 Gedeeltelijk wegge - laten: alle werknemers ontvangen een adequaat loon, in overeenstem - ming met de geldende benchmarks. 473 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING S1-11 Sociale bescherming Weggelaten N.V.T. Gefaseerde invoering voor S1-11: 74a, 74b, 74c, 74d, 74e, 75, 76. S1-12 Personen met een handicap Weggelaten N.V.T. Niet materieel: tewerkstelling en inclusie van personen met een handicap werd niet als materieel geïdentificeerd. S1-13 Indicatoren voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbe - stand; Annex 2 187, 446-451 Gedeeltelijk weggelaten voor S1-13: AR 77, AR 78. S1-14 Gezondheids- en veiligheidsindicatoren Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbe - stand; Annex 2 183-185, 446-451 Gedeeltelijk weggelaten: gefaseerde invoering voor S1-14: 88d, 88e. (1) S1-15 Indicatoren voor werk-privébalans Weggelaten N.V.T. Gefaseerde invoering voor S1-15: 93a, 93b, 94. S1-16 Beloningsindicatoren (loonverschil en totale bezoldiging) Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbe - stand; Annex 2 173, 190, 446-451 (1), (3) S1-17 Incidenten, klach - ten en ernstige mensenrechtenimpacten Duurzaamheidsverklaring – S1: Eigen personeelsbe - stand; Annex 2 197, 4 46-451 (1) ESRS S2 WERKNEMERS IN DE WAARDEKETEN S2.SBM-3 Materiële impacten, risico’s en opportuniteiten in verband met werkne - mers in de waardeketen en hun wisselwerking met strategie en bedrijfsmodel Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen 199-227 Opmerking: er werden door SIPEF geen materiële risico’s of opportuniteiten met betrekking tot werkne - mers in de waardeketen vastgesteld en deze worden daarom niet gerapporteerd. Duurzaamheidskwesties: werkzekerheid, arbeidstijd, adequate lonen, kinderarbeid, gezondheid en veiligheid, opleiding en ontwikkeling van vaardigheden, diver - siteit, gendergelijkheid en gelijke beloning, maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkplek, privacy. 474 The connection to the world of sustainable tropical agriculture VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING S2-1 Beleid met betrekking tot werknemers in de waardeketen Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen 205, 211, 213-214, 216, 220, 222-223, 225, 227- 228, 230 (1) S2.MDR-P Beleid om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot werknemers in de waardeketen te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen 205, 211, 213-214, 216, 220, 222-223, 225, 227- 228, 230 S2-2 Processen voor betrok - kenheid bij werknemers in de waardeketen over impacten Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen 202 S2-3 Processen om negatieve impacten te verhelpen en kanalen voor werknemers in de waardeketen om bezorgdheden te uiten Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen 203 S2-4 Actie ondernemen met betrekking tot materiële impacten op werknemers in de waardeketen, en benaderingen om materiële risico’s te beheersen en materiële opportuniteiten te benutten met betrek - king tot werknemers in de waardeketen, en de doeltreendheid van deze acties Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen 199-230 S2.MDR-A Actieplannen en middelen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot werkne- mers in de waardeketen te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen 199-230 S2-5 Doelstellingen met betrekking tot het beheersen van materiële negatieve impacten, het bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële risico’s en opportuniteiten Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen; Annex 1 198, 208- 209, 212, 215, 217, 221, 223, 226, 228, 230, 426 S2.MDR-T Doelstellingen om mate - riële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot werknemers in de waardeketen te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S2: Werknemers in de waardeketen; Annex 1 198, 208- 209, 212, 215, 217, 221, 223, 226, 228, 230, 426 475 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING ESRS S3 BETROKKEN GEMEENSCHAPPEN S3.SBM-3 Materiële impacten, risico’s en opportuniteiten in verband met betrokken gemeenschappen en hun wisselwerking met strategie en bedrijfsmodel Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 231-238 Opmerking: er werden door SIPEF geen materiële risico’s of opportuniteiten met betrekking tot betrok - ken gemeenschappen vastgesteld en deze worden daarom niet gerapporteerd. Duurzaamheidskwesties: vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming (FPIC), veiligheidsgerelateerde impacten, voldoende voedsel. S3-1 Beleid met betrek - king tot betrokken gemeenschappen Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 235, 237, 239 (1) S3.MDR-P Beleid om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot betrokken gemeenschappen te beheersen Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 235, 237, 239 S3-2 Processen voor betrok - kenheid bij betrokken gemeenschappen over impacten Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 233 S3-3 Processen om negatieve impacten te verhelpen en kanalen voor betrokken gemeenschappen om bezorgdheden te uiten Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 241 S3-4 Actie ondernemen met betrekking tot materiële impacten op betrokken gemeenschappen, en benaderingen om materiële risico’s te beheersen en materiële opportuniteiten benutten met betrekking tot betrokken gemeen - schappen, en de doeltref- fendheid van deze acties Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 235-236, 238, 239-240 S3.MDR-A Actieplannen en middelen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot werkne- mers in de waardeketen te beheersen Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 235-236, 238, 239-240 476 The connection to the world of sustainable tropical agriculture VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING S3-5 Doelstellingen met betrekking tot het beheersen van materiële negatieve impacten, het bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële risico’s en opportuniteiten Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 231, 236, 238, 240 Weggelaten: er zijn nog geen doelstellingen vastgesteld voor materiële impacten met betrekking tot betrok - ken gemeenschappen. S3.MDR-T Doelstellingen om mate - riële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot werknemers in de waardeketen te beheersen Duurzaamheidsverklaring - S3: Betrokken gemeenschappen 231, 236, 238, 240 Weggelaten: er zijn nog geen doelstellingen vastgesteld voor materiële impacten met betrekking tot betrok - ken gemeenschappen. ESRS S4 CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS S3.SBM-3 Materiële impacten, risico’s en opportuniteiten verband met consumenten en eindgebruikers en hun wisselwerking met strategie en bedrijfsmodel Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers 243, 257 Opmerking: de reik- wijdte sluit eindgebruik - ers uit, aangezien SIPEF grondstoen levert en geen eindpro - ducten vervaardigt of verdeelt. Duurzaamheids- kwesties: toegang tot (kwalitatieve) informa - tie, gezondheid en veilig- heid (consumenten). S4-1 Beleid met betrekking tot consumenten en eindgebruikers Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers 245, 257 (1) S4.MDR-P Beleid om materiële impac - ten, risico’s en opportuni- teiten te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers 245, 257 S4-2 Processen voor betrok - kenheid bij consumenten en eindgebruikers over impacten Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers 260 S4-3 Processen om negatieve impacten te verhelpen en kanalen voor consumenten en eindgebruikers om bezorgdheden te uiten Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers 260 477 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING S4-4 Actie ondernemen met betrekking tot materiële impacten op consumenten en eindgebruikers, en benaderingen om materiële risico’s te beheersen en materiële opportuniteiten te benutten met betrekking tot consumenten en eindgebruikers, en de doeltreendheid van deze acties Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers 246-249, 257-259 (1) S4.MDR-A Actieplannen en middelen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot consu - menten en eindgebruikers te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers 246-249, 257-259 S4-5 Doelstellingen met betrekking tot het beheersen van materiële negatieve impacten, het bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële risico’s en opportuniteiten Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers; Annex 1 242, 248, 259, 427 S4.MDR-T Doelstellingen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten en eindgebruikers te beheersen Duurzaamheidsverklaring – S4: Consumenten en eindgebruikers; Annex 1 242, 248, 259, 427 ESRS G1 ZAKELIJK GEDRAG G1.GOV-1 De rol van de adminis- tratieve, bestuurs- en toezichthoudende organen Duurzaamheidsverklaring – Algemene informatie; G1: Zakelijk gedrag 34-35, 100- 104, 271, 279-280, 282, 284- 285, 288, 294-312 SBM-3 Materiële impacten, risico’s en opportuniteiten hun wisselwerking met strategie en bedrijfsmodel Duurzaamheidsverklaring – G1: Zakelijk gedrag 264-288 Duurzaamheidskwesties: bedrijfscultuur, corruptie en omkoping (preventie en opsporing, inclusief opleiding en incidenten), bescherm - ing van klokkenluiders. G1-1 Beleid inzake goed zakelijk gedrag en bedrijfscultuur Duurzaamheidsverklaring – G1: Zakelijk gedrag 271-272, 279-281, 288 (1) G1.MDR-P Beleid om materiële impac - ten, risico’s en opportu- niteiten opportuniteiten met betrekking tot goed zakelijk gedrag en bedrijfs - cultuur te beheersen Duurzaamheidsverklaring – G1: Zakelijk gedrag 271-272, 279-281, 288 478 The connection to the world of sustainable tropical agriculture VERSLAGGEVINGSVEREISTE DEEL / VERSLAG PAGINAS BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZING NAAR DATAPUNTEN VAN ANDERE EUWETGEVING G1-2 Beheer van relaties met leveranciers Weggelaten N.V.T. Niet materieel: het beheer van relaties met leveranciers werd niet als materieel geïdentificeerd. G1-3 Voorkomen en opsporen van corruptie en omkoping Duurzaamheidsverklaring – G1: Zakelijk gedrag 281-282, 285-286 G1.MDR-A Actieplannen en middelen om materiële impacten, risico’s en opportuniteiten met betrekking tot corruptie en omkoping te beheersen Duurzaamheidsverklaring – G1: Zakelijk gedrag 264-289 G1-4 Incidenten van corruptie of omkoping Duurzaamheidsverklaring – G1: Zakelijk gedrag; Annex 2 284-286, 451 (1), (3) G1-5 Politieke invloed en lobbyactiviteiten Weggelaten N.V.T. Niet materieel: politieke invloed en lobbyactiv - iteiten werden als niet van toepassing en niet materieel beoordeeld. G1-6 Betalingspraktijken Weggelaten N.V.T. Niet materieel: betal - ingspraktijken werden als niet van toepassing en niet materieel beoordeeld. 479 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Annex Andere informatie over de Vennootschap Duur De Vennootschap bestaat voor onbepaalde duur. Kapitaal Geplaatst kapitaal SIPEF heeft van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie de ociële goedkeuring ontvangen om, vanaf 1 januari 2016, de boekhouding en de jaar- rekening op te stellen in Amerikaanse dollar, de functionele munt van SIPEF. Op 31 december 2024 bedroeg het volgestort maat- schappelijk kapitaal USD44733752,04. Het wordt vertegenwoordigd door 10579328 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen, hebben dezelfde rechten. Ieder aandeel geeft recht op één stem. SIPEF heeft geen andere categorieën van aandelen uitgegeven, zoals aandelen zonder stemrecht of bevoorrechte aandelen. Toegestaan kapitaal Bij beslissing van de buitengewone algeme- ne vergadering van 14 juni 2023 kwam er een verlenging met vijf jaar van de aan de raad van bestuur verleende machtiging om het kapitaal te verhogen, in een of meerdere keren ten belope van USD44733752,04 volgens de in de statuten gestipuleerde modaliteiten. Die machtiging is geldig voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf 24 juli 2023, met name de datum van publicatie in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad, hetzij tot en met 23 juli 2028. De buitengewone algemene vergadering van 14 juni 2023 heeft beslist dat ingeval de Vennootschap een mededeling ontvangt van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de eecten van de Vennootschap, de raad van bestuur, overeenkomstig artikel 7:202 §2, 2° van het WVV, slechts van zijn bevoegdheid inzake het toegestane kapitaal gebruik kan maken, indien voornoemde kennisgeving plaatsvindt niet later dan drie jaar na de datum van de buitengewone algemene vergadering die de betrokken bevoegd- heid heeft hernieuwd, hetzij vanaf 14 juni 2023 tot en met 13 juni 2026. Op 31 december 2024 bedroeg het toegestaan kapitaal USD44733752,04. Op basis van dat laatste bedrag kunnen ten hoogste 10579328 nieuwe aandelen worden uitgegeven. Eigen aandelen De buitengewone algemene vergadering van 14 juni 2023 heeft de machtiging aan de raad van bestuur verlengd met een periode van vijf jaar, waardoor de raad met inachtneming van de wettelijke bepa- lingen een maximum aantal van 2115865 eigen aandelen, zijnde 20% van het geplaatst kapitaal, kan verkrijgen volgens de in de statuten vermelde modaliteiten. Die machtiging is geldig voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf 24 juli 2023, met name de 480 The connection to the world of sustainable tropical agriculture datum van publicatie in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad, tot en met 23 juli 2028. Dezelfde buitengewone algemene vergadering heeft ook de aan de raad van bestuur verleende machti- ging verlengd om eigen aandelen te verkrijgen wan- neer deze inkoop noodzakelijk is om een dreigend ernstig nadeel voor de Vennootschap te voorkomen. Die machtiging is geldig voor een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf 24 juli 2023, de datum van de publicatie in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad, tot en met 23 juli 2026. De aankopen en verkopen van eigen aandelen in 2024 worden in Toelichting 22 van dit geïntegreerd jaarverslag beschreven. Op 31 december 2024 heeft SIPEF 162016 eigen aandelen (1,53% van het totale aantal uitstaande aandelen) in portefeuille, voorbestemd voor de uit- oefening van toegekende en nog niet uitgeoefende opties. Ter inzage beschikbare documenten Toegang tot de informatie voor de aandeelhouders en website SIPEF beschikt over een website waar de aan- deelhouders alle informatie met betrekking tot de Vennootschap kunnen raadplegen. www.sipef.com Deze website wordt regelmatig bijgewerkt en bevat de inlichtingen zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreende de ver- plichtingen van emittenten van financiële instru- menten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en het WVV. De website bevat onder meer de jaarrekeningen en jaarverslagen, alle door de Vennootschap gepu- bliceerde persberichten en alle nuttige en nodige informatie betreende de algemene vergaderingen en de deelname van de aandeelhouders aan deze vergaderingen, en in het bijzonder, de door de sta- tuten opgelegde voorwaarden die regelen op welke manier de (gewone en buitengewone) algemene vergaderingen van de aandeelhouders worden bijeengeroepen. Ten slotte worden ook de resultaten van de stem- mingen en de notulen van de algemene vergaderin- gen gepubliceerd op de website. Plaatsen waar voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden geraadpleegd De gecoördineerde statuten van de Vennootschap kunnen worden geraadpleegd op de Grie van de Rechtbank van Koophandel in Antwerpen, op de maatschappelijke zetel en op de website van de Vennootschap. www.sipef.com/hq/investors/shareholders-information/ corporate-governance De jaarrekening wordt neergelegd bij de Nationale Bank van België en kan worden geraadpleegd op de website van SIPEF. De besluiten met betrekking tot de benoeming en het ontslag van de leden van de organen van de Vennootschap worden bekendgemaakt in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad. De financiële berichten van de Vennootschap wor- den gepubliceerd in de financiële pers. De andere voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden geraadpleegd op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap. Het jaarverslag van de Vennootschap wordt jaarlijks verzonden naar de aandeelhouders op naam en naar iedereen die de wens heeft uitgedrukt het verslag te ontvangen. Het is kosteloos verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel. De jaarverslagen van de laatste drie boekjaren en alle andere in deze paragraaf vermelde documenten kunnen op de website van de Vennootschap worden geraadpleegd. 481 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Andere informatie over de Vennootschap Algemeen Woordenlijst 3-MCPD -- 3-monochloropropane-1,2-diol is een veel voorko- mende verontreiniging die in warmtebehandelde vethoudende levensmiddelen wordt gevormd uit glycerol of acylglyceriden in aanwezigheid van chloride-ionen. 3-MCPDE zijn de esters die tijdens hetzelfde proces worden gevormd. Bialla Oil Palm Grower Association (BOPGA) -- Een vereniging die lokale boeren en “outgrowers” in oliepalmteeltgebieden ondersteunt. Biochemisch zuurstofverbruik (“Biochemical Oxygen Demand” – BOD) -- De hoeveelheid zuurstof die bacteriën en micro-or- ganismen in een anaerobe omgeving nodig hebben om organisch materiaal af te breken. BOD-testen worden uitgevoerd om de hoeveelheid organisch materiaal in water te bepalen. BioCNG (Bio-gecomprimeerd aardgas) -- Gecomprimeerd aard- gas geproduceerd uit biogas, gebruikt als milieuvriendelijke alternatieve energie. CDP -- CDP is een liefdadigheidsinstelling zonder winstoogmerk die het wereldwijde openbaarmakingssysteem beheert voor investeerders, bedrijven, steden, staten en regio's om hun milieu-impact te beheren. Chemisch zuurstofverbruik (“Chemical Oxygen Demand” – COD) -- De hoeveelheid zuurstof die kan worden verbruikt door reac- ties in een bepaald volume van een oplossing, die oxideerbare verontreinigingen in oppervlaktewater en afvalwater meet. CIF Rotterdam -- De CIF (“Cost, Insurance and Freight”) kostprijs is de verkoopprijs die alle kosten dekt, verzekering en vracht inbegrepen, tot aan de haven van bestemming, in dit geval Rotterdam. De koper betaalt voor de goederen afgeleverd in Rotterdam. De CIF-Rotterdam-prijs is een wereldwijde referentie in de palmoliemarkt. Circulaire economie -- Een model voor productie en consumptie waarbij afval tot een minimum wordt beperkt en het rendement van hulpbronnen maximaal wordt benut door materialen, pro- ducten en hulpbronnen zo lang mogelijk in gebruik te houden. Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO) -- Collectieve Arbeidsovereenkomsten zijn wettelijke overeenkomsten die de arbeidsvoorwaarden van de werknemers regelen. Corporate Governance -- De organisatie en de processen van de bestuursorganen die de strategie bepalen en de uitvoering ervan bewaken. CPKO -- Ruwe palmpitolie (“Crude Palm Kernel Oil”) is een eetbare olie die wordt gewonnen uit de pit van de oliepalm. CPO -- Ruwe palmolie (“Crude Palm Oil”) is een eetbare olie die wordt gewonnen uit de vrucht van de oliepalm. CSRD -- De "Corporate Sustainability Reporting Directive" is een richtlijn van de Europese Unie die de bestaande "Non- Financial Reporting Directive" (NFRD) bijstuurt en de vereisten moderniseert en aanscherpt met betrekking tot de sociale en milieu-informatie die bedrijven, die binnen het toepassings- gebied van de richtlijn vallen, jaarlijks moeten rapporteren. DNSH -- Een beginsel dat vereist dat economische activiteiten of investeringen ter ondersteuning van één milieudoelstelling geen aanzienlijke schade mogen toebrengen aan andere mili- eudoelstellingen. Dit beginsel, bekend als “Do No Significant Harm” (DNSH) is een belangrijk criterium in de EU-taxonomie om een activiteit als 'groen' te classificeren. Het zorgt ervoor dat milieuvoordelen op het ene gebied niet ten koste gaan van andere. Dubbele Materialiteit (DM) -- Een rapporteringsbeginsel dat zowel de impact van duurzaamheidskwesties op de financiële prestaties van een bedrijf (financiële materialiteit) als de impact van het bedrijf op mens en milieu (impactmaterialiteit) in aan- merking neemt. Dubbele materialiteit is vereist onder de CSRD, als een beoordeling aan de hand waarvan bedrijven bepalen welke materiële eecten, risico's en opportuniteiten moeten worden opgenomen in hun duurzaamheidsverslaggeving. EFB -- Lege vruchtentrossen (“Empty Fruit Bunches”) zijn wat overblijft van de verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) nadat de vruchten eruit zijn gehaald om te worden geperst tot palmolie. ESRS -- De "European Sustainability Reporting Standards" (ESRS) bevatten de ociële vereisten voor duurzaamheidsrapportering die bedrijven in de EU, die onder het toepassingsgebied van de CSRD vallen, moeten volgen. EU Taxonomie -- EU Taxonomie is de regelgeving die bepaalt welke investeringen als 'groen' kunnen worden geclassificeerd en welke bijdragen aan de realisatie van de EU “Green Deal”. De classificatie is gebaseerd op technische screeningscriteria (TSC) en minimumcriteria voor het vermijden van significante schade ('DNSH' of “Do No Significant Harm”). EUDR -- De “European Union Deforestation Regulation“ (EUDR) is een EU-verordening over ontbossingsvrije producten. 482 The connection to the world of sustainable tropical agriculture F1-hybride (oliepalm) -- Een eerste generatie kruising ontworpen voor hogere opbrengsten en meer weerbaarheid. FFA -- In palmolie komen vrije vetzuren (“Free Fatty Acids” - FFA) voor, net zoals in alle oliën. De belangrijkste FFA’s in palmolie zijn palmitinezuur en oliezuur. De kwaliteit en prijs van ruwe palmolie is aankelijk van het FFA-gehalte op het moment van verscheping. FFB -- Verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches”) zijn de palmvruchten die in trossen aan de oliepalm groeien. Deze vruchtentrossen vormen de grondstof die naar een palmolie-ex- tractiefabriek wordt getransporteerd voor verwerking. Daarbij wordt de palmolie uit het vruchtvlees van de vruchten uit de trossen gewonnen. Financiële materialiteit -- Verwijst naar risico’s en opportuniteiten op het vlak van duurzaamheid die een impact kunnen hebben op de financiële prestaties, positie of kasstromen van een onder- neming, en die investeringsbeslissingen kunnen beïnvloeden onder CSRD en ESRS. FOB -- “Free on Board” (franco aan boord): is de verkoopprijs die aangeeft dat de verkoper betaalt voor het vervoer van de goederen naar de laadhaven plus laadkosten. De koper betaalt, naast de goederen, de kosten van de vracht, de verzekering, het lossen en het vervoer van de loshaven naar de eindbestemming. Forest 500 -- Forest 500 identificeert de 350 bedrijven en 150 financiële instellingen die het meest blootgesteld worden aan het risico van tropische ontbossing en beoordeelt hen jaarlijks op de sterkte en de uitvoering van hun verbintenissen inzake ontbossing en mensenrechten. FPIC -- Vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming (“Free, Prior and Informed Consent” - FPIC) is een specifiek recht dat betrekking heeft op inheemse volkeren en lokale gemeenschap- pen en wordt erkend in de Verklaring van de Verenigde Naties over de rechten van inheemse volkeren (UNDRIP). Hiermee kunnen inheemse volkeren en lokale gemeenschappen met aantoonbare gebruiksrechten over een gebied toestemming geven voor een project of een project dat van invloed kan zijn op hen of hun territoria weigeren. Frequentie van ongevallen met werkverlet (LTIFR) -- Een veilig- heidsindicator die de frequentie meet van ongevallen op het werk die leiden tot verloren werkdagen als gevolg van letsel. GE -- Glycidyl esters zijn contaminanten die ontstaan bij de pro- ductie en bereiding van voedsel bij hoge temperaturen. Gedragscode -- De SIPEF Gedragscode bevat een gedefinieerde reeks regels, principes, waarden en verwachtingen voor werkne- mers, opgesteld door SIPEF voor de Groep om verantwoordelijk gedrag en integriteit te bereiken. Geïntegreerde landschapsbenadering -- Deze aanpak maakt gebruik van HCV-HCSA-beoordeling, inclusief FPIC, om gebieden voor behoud te onderscheiden van gedegradeerde gebieden met ontwikkelingspotentieel. GeoSIPEF -- Het digitale platform van SIPEF voor het opvolgen van productielocaties, gecertificeerde productvolumes en milieumonitoring. Gepaste zorgvuldigheid inzake mensenrechten (HRDD) -- Een proces om risico’s en impact op mensenrechten te identificeren, voorkomen, beperken en hierover verantwoording af te leggen binnen de eigen activiteiten en waardeketen. Gezondheid en veiligheid op het werk (OHS) -- Normen, praktijken en systemen die worden toegepast om het welzijn, de gezondheid en de veiligheid van werknemers in palmolieactiviteiten te waarborgen. GHG -- Broeikasgassen ("Greenhouse Gases" - GHG) zijn gassen die aanwezig zijn in en/of uitgestoten worden in de atmosfeer van de aarde, waaronder kooldioxide en methaan, die bijdragen aan het broeikaseect en kunnen leiden tot temperatuurveranderingen. GHG-protocol -- Een wereldwijd gebruikt kader voor het meten en beheren van broeikasgasuitstoot. GHG-uitstoot – scope 1 -- Alle directe uitstoot uit bronnen die eigendom zijn van of beheerd worden door de Vennootschap (bijv. verbranding van brandstof en aardgas). GHG-uitstoot – scope 2 -- Alle indirecte uitstoot uit de elek- triciteitsproductie die is aangekocht door de Vennootschap. Scope 2-uitstoot vindt fysiek plaats in de installatie waar de elektriciteit wordt opgewekt. GHG-uitstoot – scope 3 -- Alle indirecte uitstoot vanuit activiteiten van een bedrijf, zoals uitstoot van de productie van ingekochte producten in zijn waardeketen (upstream) of van producten, diensten of projecten die door de Vennootschap worden verkocht (downstream). GLOBALG.A.P. -- Is een wereldwijd erkend programma voor land- bouwcertificatie dat de vereisten van de consumenten omzet in goede landbouwpraktijken voor uiteenlopende detailhandelaars en hun leveranciers. 483 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Woordenlijst GRI -- De “Global Reporting Initiative” (GRI) is een onaanke- lijke internationale organisatie die sinds 1997 pionier is op het gebied van duurzaamheidsrapportering. GRI helpt bedrijven en overheden over de hele wereld hun impact op cruciale duur - zaamheidskwesties zoals klimaatverandering, mensenrechten, bestuur en sociaal welzijn te begrijpen en te communiceren. Dit maakt echte actie mogelijk om voor iedereen sociale, ecologische en economische voordelen te creëren. H1-voedselveilige smeermiddelen -- Smeermiddelen die veilig zijn voor incidenteel contact met levensmiddelen in verwerkingsmachines. HCSA -- De “High Carbon Stock Approach” (hoge koolstofvoorraad benadering) is een methodologie waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen beschermde bosgebieden en gedegradeerde terreinen met lage koolstof- en biodiversiteitswaarden die mogen worden ontwikkeld. De methodologie werd ontwik- keld met als doel de implementatie van engagementen inzake ‘niet-ontbossing’ geloofwaardig te maken door middel van een praktische, transparante, degelijke en wetenschappelijk onder- bouwde aanpak. Deze benadering wordt algemeen aanvaard om ontbossing in de tropen te stoppen, terwijl de rechten en bestaansmiddelen van lokale volkeren worden gerespecteerd. HCV -- Het concept “High Conservation Value” (hoge natuurbe- houdswaarde) werd oorspronkelijk in 1999 door de “Forest Stewardship Council” ontwikkeld voor gebruik bij de certificatie van bosbeheer. In 2005 werd het "HCV Network" (HCVN, officieel HCV "Resource Network") opgericht en werd het toepassingsgebied uitgebreid van “HCV Forest” naar “HCV Area”. Het vormt nu een kernprincipe van duurzame normen voor palmolie, soja, suiker, biobrandstoen en koolstof, en wordt veel gebruikt voor het in kaart brengen van landschappen, natuurbehoud en de planning en pleitbezorging voor natuurlijke rijkdommen. Herstel- en compensatieprocedure (RaCP) -- Een reeks regels en stappen die bedrijven moeten volgen wanneer ze land hebben vrijgemaakt in strijd met duurzaamheidsnormen, zoals de RSPO-criteria. HGU -- Hak Guna Usaha is een landbouwlicentie die wordt verleend door de Indonesische overheid. Impact-materialiteit -- Beoordeling van milieu- en sociale impact. Onder CSRD en ESRS is een onderwerp materieel als het rele- vant is voor stakeholders op basis van schaal, reikwijdte of waarschijnlijkheid, ongeacht financiële gevolgen. Inti -- In Indonesië wordt het kernareaal van een plantagebedrijf “inti” genoemd. Ze worden als ‘eigen’ vermeld in de productie- cijfers van de Groep. IP -- Duurzame palmolie van één identificeerbare gecertificeer- de bron, die in de hele toeleveringsketen gescheiden wordt gehouden van gewone palmolie. Een palmolie-extractiefabriek wordt geacht “Identity Preserved” (IP) te zijn als de door de palmolie-extractiefabriek verwerkte FFB aomstig zijn van plantages/estates die zijn gecertificeerd volgens de RSPO “Principles and Criteria” (RSPO P&C). IPM -- “Integrated Pest Management” (geïntegreerde plaagbe- strijding) is een ecosysteembenadering voor gewasproductie waarbij verschillende beheerstrategieën en -praktijken worden gecombineerd om gezonde gewassen te telen met een minimaal gebruik van pesticiden. ISCC -- De “International Sustainability and Carbon Certification” (internationale duurzaamheids- en koolstofcertificatie) is een onaankelijke certificatieregeling die bedoeld is om aan te tonen dat biomassa en bio-energie, en andere op biomassa gebaseerde producten die worden gebruikt als ingrediënten in de voeder-, voedsel- en chemiesectoren, beantwoorden aan vereisten in verband met duurzaamheid en GHG-uitstoot. De regeling is bedoeld om de GHG-uitstoot terug te dringen, ervoor te zorgen dat er geen biomassa wordt geproduceerd op land met hoge koolstofvoorraad of hoge biodiversiteit, te zorgen voor de toepassing van goede landbouwpraktijken in verband met bodem, water en lucht, en ten slotte te zorgen voor de naleving van de mensen-, arbeids- en landrechten. ISO 14001 -- Een internationale norm die de vereisten vastlegt voor een doeltreend milieubeheersysteem. ISO 14064-1 -- Een internationale norm die richtlijnen biedt voor het kwantificeren, monitoren, rapporteren en verifiëren van broeikasgasuitstoot en -verwijdering op organisatieniveau. ISPO -- Het “Indonesian Sustainable Palm Oil”-systeem is een beleid dat het ministerie van Landbouw heeft ingevoerd namens de Indonesische overheid. Het is gericht op de verbetering van de concurrentiepositie van Indonesische palmolie op de wereldmarkt en het terugdringen van GHG en wilt de aandacht vestigen op milieukwesties en eveneens de leidraad zijn voor de “ISPO GHG Working Group”. De “ISPO Commission” en de “GHG Working Group” hebben samengewerkt om de bereke- ningsrichtlijnen voor de palmolieplantages in Indonesië op te stellen. Deze richtlijnen zullen worden gebruikt als referentie en zullen door de overheid worden opgenomen in de nieuwste ISPO-norm. Kernprestatie-indicatoren (KPI’s) -- Meetbare waarden die aange- ven in welke mate een organisatie haar specifieke doelstellingen bereikt. 484 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Klimaatadaptatie -- Maatregelen die worden genomen met het oog op aanpassingen ten aanzien van de huidige of verwachte gevolgen van klimaatverandering, om risico’s te verminderen en weerbaarheid te versterken. Dit omvat maatregelen zoals het verbeteren van de infrastructuur, het invoeren van duurzame landbouw en het ontwikkelen van systemen voor vroegtijdige waarschuwing. Klimaatmitigatie -- Inspanningen om de uitstoot van broeikasgas- sen te verminderen of te elimineren. Dit omvat acties zoals het verhogen van energie-eciëntie, de overstap naar hernieuwbare energie het verbeteren van koolstofopslag en het implementeren van duurzame praktijken. Mass Balance (MB) -- Duurzame palmolie uit gecertificeerde bron- nen wordt in de hele toeleveringsketen gemengd met gewone palmolie. Een palmolie-extractiefabriek wordt geacht “Mass Balance” (MB) te zijn als de palmolie-extractiefabriek FFB verwerkt van zowel RSPO-gecertificeerde als niet-gecertifi- ceerde plantages/estates. Een palmolie-extractiefabriek kan FFB afnemen van niet-gecertificeerde telers, naast de FFB van de eigen gecertificeerde plantages en die van derden. Maximale residulimieten (MRL’s) -- Wettelijke limieten voor pesticidenresiduen die zijn toegestaan in voedingsproducten. MDEX -- De palmolienotering op de Maleisische Derivatenbeurs (“Malaysian Derivatives Exchange” - MDEX) is wereldwijd marktleider in de prijsvorming voor palmolie. Dit wordt het belangrijkste prijsmechanisme om de prijzen te bepalen, zowel lokaal als overzee. Om een MDEX-notering om te zetten naar die van een CIF Europese haven moeten de geldende export- belasting en de overeenkomstige zeevrachtkosten toegevoegd worden. Milieueectrapportering (EIA) -- Een proces om de potentiële milieueecten van geplande projecten te beoordelen. Het uit- voeren van een Milieueectrapporering (MER) is een vereiste volgens de Principles & Criteria (P&C) van de RSPO. MOAH -- “Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons” zijn aromatische koolwaterstoen van minerale olie. MOSH -- “Mineral Oil Saturated Hydrocarbons” zijn verzadigde koolwaterstoen van minerale olie. NACE-codes -- Een Europese standaard voor de classificatie van economische activiteiten. No Deforestation, No Peat, No Exploitation (NDPE) -- Een duurzaamheidsverbintenis in de palmolie- en andere grond- stoffensectors om ontbossing, het ontwikkelen van veen- gronden en de uitbuiting van mensen en gemeenschappen uit toeleveringsketens te weren. NDPE-beleidslijnen vereisen het behoud van natuurlijke bossen, het vermijden van aanplant op veengrond van welke diepte dan ook en het respecteren van mensenrechten, inclusief de rechten van werkers, inheemse volkeren en lokale gemeenschappen. Noodinterventieplan (ERP) -- Een formeel plan dat de stappen en verantwoordelijkheden vastlegt voor het reageren op noodsi- tuaties zoals natuurrampen, ongevallen of branden. Oil Palm Growers Association (OPIC) -- Een vereniging die lokale boeren en “outgrowers” ondersteunt in regio’s waar oliepalmen worden geteeld. Oil Palm Research Association (OPRA) -- Een vereniging die ondersteuning biedt aan lokale boeren via voorlichting en onderzoek & ontwikkeling. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) -- Een internationale organisatie die beleid promoot dat het economische en sociale welbevinden van mensen verbetert. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE) -- Uitrusting die wordt gedragen om blootstelling aan gevaren op de werkplek te mini- maliseren, zoals handschoenen, brillen, helmen en maskers. PK -- Palm Kernel is de eetbare pit van de vruchten van de oliepalm. PKO -- Palmpitolie (“Palm Kernel Oil”) is een eetbare olie die aomstig is van de pit van de oliepalmvrucht. PKWT -- Perjanjian Kerja Waktu Tertentu (Bahasa Indonesië) verwijst naar hernieuwbare langetermijncontracten. Plasma -- Coöperatieve programma’s voor plantageontwikkeling in Indonesië leggen oliepalmplantagebedrijven de wettelijke verplichting op om individuele boeren te helpen bij de ont- wikkeling van hun landbouwgrond en het beheer van hun met oliepalmen beplante arealen, de ‘plasma’-zones. Hun productie wordt vermeld als ‘derden’ in de productiecijfers van de Groep. POME -- “Palm Oil Mill Euent” is afvalwater dat wordt gegene- reerd door de activiteiten van palmolie-extractiefabrieken. Met zijn hoge organisch gehalte vormt POME een bron met groot potentieel voor biogasproductie en/of compostering. PROPER -- Een initiatief van het Indonesische Ministerie van Milieu en Bosbouw dat fungeert als een nationaal systeem voor evaluatie van milieuprestaties van industrieën, met als doel de verbetering van milieubeheer door bedrijven. 485 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Woordenlijst Rainforest Alliance -- De “Rainforest Alliance” (regenwoudalli- antie) is een internationale non-profit organisatie die actief is op het raakvlak tussen bedrijven, landbouw en bosbouw, om verantwoorde bedrijfspraktijken tot het nieuwe normaal te maken en certificeringen uitreikt. Het is een alliantie van bedrijven, landbouwers, bosbouwers, gemeenschappen en consumenten die ernaar streven een wereld te creëren waar mensen en natuur in harmonie kunnen gedijen. Regeneratieve landbouw -- Een duurzame landbouwbenade- ring die gericht is op het verbeteren van bodemgezondheid, biodiversiteit, waterkringlopen en koolstofopslag, terwijl de landbouwproductiviteit behouden blijft of toeneemt. Risicobeheer -- Risicobeheer is het gestructureerd omgaan met risico's (door audit & controle, procedures, handleidingen, commissies, enz.). RSPO -- De “Roundtable on Sustainable Palm Oil” (rondetafel voor duurzame palmolie) is een wereldwijde non-profit certi- ficatieregeling die stakeholders uit de palmoliesector samen- brengt: palmolieproducenten, -verwerkers of -handelaren, producenten van consumentengoederen, detailhandelaren, banken/investeerders en ecologische en maatschappelijke niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), om wereldwijde normen voor duurzame palmolie te ontwikkelen en toe te passen. Er is een serie ecologische en maatschappelijke criteria ontwikkeld, die de bedrijven moeten naleven als ze “Certified Sustainable Palm Oil” (CSPO) willen produceren. Indien correct toegepast, kunnen deze criteria helpen om de negatieve impact van de palmolieteelt op het milieu en de gemeenschappen in palmolieproducerende regio’s tot een minimum te beperken. De RSPO-leden hebben zich ertoe verbonden duurzame, door de RSPO gecertificeerde palmolie te produceren, te kopen en/ of te gebruiken. RSPO NPP -- De RSPO “New Planting Procedure” werd geïntrodu- ceerd met als doel een kader te bieden voor de verantwoorde ont- wikkeling van nieuw land voor de teelt van oliepalmen. De NPP omvat een reeks evaluaties en verificatieactiviteiten die worden uitgevoerd door zowel telers als certificeringsinstanties voordat de ontwikkeling van nieuwe oliepalmen begint. De evaluaties zorgen ervoor dat nieuwe aanplanten van oliepalmen geen negatieve invloed zullen hebben op oerbossen, HCV-gebieden (“High Conservation Value”), hoge koolstofvoorraad (“High Carbon Stock” - HCS)-gebieden, kwetsbare gronden en gronden met weinig potentie of op het land van de lokale bevolking. Een succesvol NPP zorgt ervoor dat alle aanwijzingen van de RSPO “Principles and Criteria” (P&C) met betrekking tot nieuwe ontwikkelingen worden toegepast. Segregated (SG) -- Een toeleveringsketenmodel waarbij RSPO- gecertificeerde palmolie fysiek afgescheiden blijft van niet-ge- certificeerde palmolie doorheen de volledige keten. Het model laat menging toe van gecertificeerde volumes aomstig van verschillende gecertificeerde bronnen. Sociale eectbeoordeling (SIA) -- Een systematisch proces voor het identificeren, evalueren en beheren van zowel de positieve als negatieve sociale eecten van geplande interventies, zoals beleidsmaatregelen, programma’s of projecten, inclusief even- tuele maatschappelijke veranderingen die daaruit voortvloeien. SOP -- “Standard Operating Procedures” (standaard werkprocedu- res): stapsgewijze instructies die door een organisatie of bedrijf zijn opgesteld over hoe een proces werkt, om werknemers te helpen bij het uitvoeren van routinehandelingen. SPOTT -- De “Sustainability Policy Transparency Toolkit” is een gratis online platform dat duurzame productie en handel van grondstoen ondersteunt. Door transparantie bij te houden, stimuleert SPOTT de implementatie van corporate best practi- ces. SPOTT evalueert grondstoenproducenten en -handelaren op hun openbare communicatie betreende hun organisatie, beleid en praktijken met betrekking tot milieu-, sociale en bestuurskwesties. Totaal zwevende vaste stoen (“Total Suspended Solids” – TSS) -- Het drooggewicht van zwevende deeltjes in een watermonster dat door een filter kan worden opgevangen. Verantwoordelijk Aankoopbeleid (RPuP) -- Het beleid dat de eisen van de Groep vastlegt voor verantwoorde inkoop bij derde FFB- leveranciers (beperkt tot lokale boeren), en criteria bevat voor samenwerking met hen richting certificering. Verantwoordelijk Plantagebeleid (RPP) -- Het hoogste duurzaam - heidsbeleid van de Groep, dat richtlijnen vastlegt voor het beheer van nieuwe ontwikkelingen en continue verbetering in het beheer van bestaande plantages. Verkoopprijs af-fabriek -- De prijs waartegen ruwe palmolie recht- streeks vanaf de fabriek wordt verkocht, exclusief transport- en bijkomende kosten. Waardeketen -- De volledige levenscyclus van een product, inclusief toelevering en distributie. ZSL -- Zoological Society of London is een wetenschappelijk gedreven natuurbeschermingsorganisatie, die werkt aan het herstel van wilde dieren in het Verenigd Koninkrijk en de rest van de wereld. 486 The connection to the world of sustainable tropical agriculture IFRS terminologie AC -- Staat voor "Amortised cost": Geamortiseerde kostprijs is één van de drie waarderingen voor financiële activa onder IFRS 9. Biologische activa - dragende planten -- De dragende planten (palm- en rubberbomen, bananenplanten,…) waarop de bio - logische productie groeit. Biologische activa - groeiende biologische productie -- Het geoogst product aomstig van biologische activa - dragende planten. Dochterondernemingen -- Integraal geconsolideerde entiteiten onder SIPEF-controle. FVOCI -- Staat voor "Fair Value through Other Comprehensive Income": Reële waarde via de niet-gerealiseerde resultaten en is één van de drie waarderingen voor financiële activa onder IFRS 9. FVPL -- Staat voor "Fair Value through Profit or Loss": Reële waarde door de winst- en verliesrekening is één van de drie waarderingen voor financiële activa onder IFRS 9. GAAP -- Staat voor "Generally Accepted Accounting Principles": Algemeen aanvaarde boekhoudprincipes. Geassocieerde ondernemingen -- De entiteiten waarin SIPEF een belangrijke invloed heeft en die verwerkt worden volgens de vermogensmutatiemethode. Gewone winst per aandeel -- Nettoresultaat voor de periode (aan- deel van de Groep) / gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende de periode. Gezamenlijke zeggenschap -- Gezamenlijke zeggenschap is het contractueel overeengekomen delen van de zeggenschap over een regeling, waarvan alleen sprake is indien besluiten over de relevante activiteiten de unanieme instemming vereisen van de partijen die de zeggenschap delen. IAS -- Staat voor "International Accounting Standards": Internationale standaarden voor accounting principes. IFRS -- "International Financial Reporting Standards" (IFRS) zijn een reeks door de Europese Unie goedgekeurde boekhoudregels voor de financiële staten van beursgenoteerde ondernemingen. Ze hebben tot doel deze financiële staten over de hele wereld consistent, transparant en gemakkelijk vergelijkbaar te maken. De IFRS-standaarden worden uitgevaardigd door het in Londen gevestigde "Accounting Standards Board" (IASB) en hebben betrekking op de boekhouding, de rapportage en andere aspecten van financiële verslaggeving. Sinds 2005 moeten alle beursgenoteerde ondernemingen in de Europese Unie aan deze standaarden voldoen in hun externe financiële verslaggeving. Investeringen -- Investeringen is het bedrag dat betaald is voor de verwerving van ‘immateriële vaste activa’ en ‘materiële vaste activa’. Er wordt verwezen naar de geconsolideerde kasstroom uit investeringsactiviteiten. IRS -- Staat voor "Interest rate swap": renteswap. Joint ventures -- Entiteiten die gezamenlijk worden gecontro- leerd. Deze bedrijven worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode. Kapitaalinvesteringen -- Geldmiddelen betaald voor de verwer- ving van materiële en immateriële vaste activa, gepresenteerd onder kasstromen uit investeringsactiviteiten, en geldmiddelen betaald op leaseverplichtingen (exclusief betaalde rente), gepresenteerd onder kasstromen uit financieringsactiviteiten. KGE -- Kas Genererende Eenheid of Kasstroom Genererende Eenheid. KUSD -- Afronding van de financiële cijfers naar het dichtstbijzijnde duizendtal in Amerikaanse dollar. Managementrapportering -- De managementrapportering van de Groep is een dmaandelijkse interne rapportering van de economische cijfers van de ondernemingen van de Groep die SIPEF (gezamenlij)k controleert. De economisch cijfers bestaan uit zowel financiële - als prestatiecijfers. De presentatie van de cijfers gebeurt per operationeel segment. Materialiteit -- Organisaties worden geconfronteerd met een breed scala van onderwerpen waarover zij verslag zouden kunnen uit- brengen. Relevante onderwerpen zijn de onderwerpen dewelke redelijkerwijs als belangrijk kunnen worden beschouwd voor het weergeven van de economische, milieu- en sociale impact van de organisatie, of het beïnvloeden van de beslissingen van stakeholders, en daarom mogelijk in een jaarverslag moeten worden opgenomen. Materialiteit is de drempel vanaf waar onderwerpen belangrijk genoeg worden om ze te vermelden. Netto financiële positie -- Geldmiddelen en kasequivalenten + Andere investeringen en beleggingen - rentedragende financiële schulden op meer dan één jaar - rentedragende financiële schul- den die binnen het jaar vervallen. Deze belangrijke maatstaf voor de sterkte van de financiële positie van de Groep wordt veel gebruikt door kredietbeoordelaars. Niveau 1 inputs -- Niveau 1 inputs zijn genoteerde (niet bijgestelde) prijzen op actieve markten voor identieke activa en passiva waar de entiteit toegang tot heeft op de waarderingsdatum. 487 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Woordenlijst Niveau 2 inputs -- Niveau 2 inputs zijn afgeleid van andere elemen- ten dan de genoteerde prijzen op niveau 1 die vast te stellen zijn voor activa en passiva, ofwel direct, ofwel indirect. Niveau 3 inputs -- Niveau 3 inputs zijn niet-waarneembare inputs voor een actief of passief. OCI -- "Other Comprehensive Income": overige onderdelen van het totaalresultaat. Segment -- Een segment is een samenvoeging van operationele activiteitenlijnen waarover gerapporteerd wordt. Meer infor- matie over de verschillende SIPEF-segmenten en hun aard kunnen teruggevonden worden in de Financiële Staten van dit Geïntegreerd Jaarverslag. SPA -- Staat voor "Sales and Purchase Agreement": verkoop- overeenkomst. USD -- Staat voor "United States dollar": De Amerikaanse dollar, de wettige munteenheid van de Verenigde Staten, dewelke ook dient als de mondiale valuta op de internationale handels- en financiële markten. Verwaterde winst per aandeel -- Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / [gemiddeld aantal uitstaande aandelen tijdens de periode - eigen aandelen + (aantal mogelijke nieuwe aandelen dat moet worden uitgegeven in het kader van de bestaande uitstaande aandelenoptieplannen x verwatering- seect van de aandelen optieplannen)]. WACC -- Staat voor "Weighted Average Cost of Capital": de gewogen gemiddelde kapitaalkosten. Financiële prestatiemaatstaven EBITDA -- Staat voor "Earnings Before Interest and Taxes, Depreciation and Amortisation": EBIT + afschrijvingen en bijkomende op- en afwaarderingen op activa. Werkkapitaal -- Voorraden + handelsvorderingen + overige vor- deringen + terug te vorderen belastingen - handelsschulden - belastingsschulden - overige schulden. 488 The connection to the world of sustainable tropical agriculture 489 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 Woordenlijst Verantwoordelijke personen Verantwoordelijken voor de financiële informatie Petra Meekers gedelegeerd bestuurder Bart Cambré chief financial ocer Verklaring van de voor de financiële staten en voor het jaarverslag verantwoordelijke personen Luc Bertrand, voorzitter en Petra Meekers, gede- legeerd bestuurder verklaren dat bij hun weten: de geconsolideerde rekeningen van het boekjaar eindigend op 31 december 2024 werden opgesteld in overeenstemming met de “International Financial Reporting Standards” (IFRS) en een getrouw beeld geven van de geconsolideerde financiële positie en van de geconsolideerde resultaten van de SIPEF- groep en zijn in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen. het financiële verslag een getrouw overzicht geeft van de belangrijkste gebeurtenissen en transacties met verbonden partijen die zich gedurende het boekjaar 2024 hebben voorgedaan en het eect daarvan op de financiële positie, net als een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden voor de SIPEF-groep. Commissaris EY Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door Christoph Oris, Borsbeeksebrug 26 2600 Antwerpen (Berchem) België 490 The connection to the world of sustainable tropical agriculture Voor meer inlichtingen SIPEF Kasteel Calesberg Calesbergdreef 5 2900 Schoten België RPR: Antwerpen VAT: BE 0404491285 Website: www.sipef.com Voor meer informatie over SIPEF: Tel.: +3236419700 This Integrated Annual Report is also available in English. Vertaling: dit Geïntegreerd Jaarverslag is ver- krijgbaar in het Nederlands en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang. Het officiële Geïntegreerd Jaarverslag van de SIPEF-groep in ESEF-formaat kan teruggevonden worden op de SIPEF-website, onder de sectie “inves- tors”. Alle andere formaten worden beschouwd als niet-officiële versies van het Geïntegreerd Jaarverslag. Concept en realisatie: Focus advertising Fotografie: Portretten van de voorzitter, de leden van de raad van bestuur en de leden van het executief comité © Wim Kempenaers - beelden van medewerkers, plantages en producten © Jez O’Hare Photography, © Adrian Tan Photography, © Marc Adou and © Robert Weber, © Focus Advertising. In België gedrukt door: Inni Group 491 SIPEF Geïntegreerd Jaarverslag 2024 492 The connection to the world of sustainable tropical agriculture www.sipef.com 549300NN3PC8KDD43S242024-12-31549300NN3PC8KDD43S242023-12-31549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31549300NN3PC8KDD43S242022-12-31549300NN3PC8KDD43S242023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300NN3PC8KDD43S242024-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300NN3PC8KDD43S242023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300NN3PC8KDD43S242024-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300NN3PC8KDD43S242023-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242024-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242023-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242024-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242023-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242024-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242023-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242024-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242024-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300NN3PC8KDD43S242024-01-012024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300NN3PC8KDD43S242024-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300NN3PC8KDD43S242022-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300NN3PC8KDD43S242022-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300NN3PC8KDD43S242022-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242022-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242022-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242022-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242022-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242022-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300NN3PC8KDD43S242023-01-012023-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMemberiso4217:USDxbrli:sharesiso4217:USDxbrli:shares
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.