AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

SIPEF

AGM Information Jun 8, 2022

4000_rns_2022-06-08_65e4b0a9-0421-4520-9d23-309f8f9bebf5.pdf

AGM Information

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Gewone Algemene Vergadering van 8 juni 2022

Boodschap van de Voorzitter en de Gedelegeerd Bestuurder

Geachte Dames en Heren,

Wij hebben het genoegen, ter gelegenheid van deze 103e Gewone Algemene Vergadering, samen met U terug te blikken op het voorbije jaar en de voornaamste gebeurtenissen van de eerste vijf maanden van 2022 te overlopen.

Wij zijn zeer verheugd U opnieuw te kunnen verwelkomen op onze maatschappelijke zetel voor een Algemene Vergadering waarop alle aandeelhouders die dat wensen, opnieuw persoonlijk kunnen aanwezig zijn. Ik denk dat wij er allemaal naar hebben uitgekeken, na twee jaren de algemene vergadering te hebben gehouden achter gesloten deuren, ook al werd ze het laatste jaar live gestreamd via internet. Misschien heeft u tijdens deze voorbije periode ook familie en vrienden verloren in de strijd tegen covid? Wij willen deze hierbij gedenken.

Deze crisis bracht voor de bedrijven belangrijke veranderingen teweeg in het dagelijks beheer van de operaties. Dit was zeker het geval voor een bedrijf als SIPEF, waarvoor de veiligheid van alle medewerkers en de voortzetting van de dagelijkse activiteiten primordiaal zijn. In tropische landen op de evenaarsgordel, vereiste dit aangepaste werkprocedures en beperking van mobiliteit.

De beslissing om wereldwijd alle SIPEF-medewerkers en hun inwonende familieleden een gratis vaccinatiepakket aan te bieden was een groot succes. Dit project heeft ook veel goodwill gecreëerd bij onze werknemers en bij hun onmiddellijke omgeving, temeer omdat de lokale overheden vaak niet de mogelijkheden hadden om iedereen tijdig te vaccineren. We blijven onze teams motiveren om een maximale beschermingsgraad te bereiken, door een boosterbehandeling aan te bieden.

Als we terugblikken op 2021, dan kunnen we stellen dat SIPEF operationeel een recordjaar achter de rug heeft, met uitzonderlijk goede producties in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust. Na twee jaar klimatologisch moeilijke omstandigheden, is de natuur ons goedgezind geweest. Hierdoor kon de Groep vooral voor palmolie, onze corebusiness, een onverwacht sterke stijging van 16,7% noteren in geproduceerde volumes.

Deze volumegroei werd gecombineerd met stijgende marktprijzen. Immers, het aanbod van plantaardige oliën, dat nog steeds te lijden had van de gevolgen van de droogte van 2019, kon de sterke vraag onvoldoende beantwoorden. De voorraden in de consumptielanden bleven beperkt en de minste verstoring van vraag of aanbod was aanleiding voor verder stijgende marktprijzen, zowel op de internationale markten, die bepalend zijn voor de prijs van onze olie

uit Papoea-Nieuw-Guinea, als op de Indonesische markt, waar de lokaal geproduceerde hoeveelheden rechtstreeks worden aangeboden.

We hebben het boekjaar 2021 dan ook afgesloten met een winst, deel van de Groep, van KUSD 82 746, tegenover een winst van KUSD 14 123 in 2020. Dit eindresultaat werd gesterkt door een uitzonderlijke meerwaarde van KUSD 11 003 op de voorwaardelijke verkoop van PT Melania in Indonesia. Ondanks het gestaag voortzetten van de expansie verlaagde ook de netto financiële schuld van KUSD 151 165 per eind 2020 tot KUSD 49 192 op het einde van het boekjaar 2021.

Het evenwicht tussen vraag en aanbod voor plantaardige oliën, en palmolie in het bijzonder, is ook in 2022 tot dusver erg labiel gebleven. Vanaf februari 2022 werd de krapte echter op de internationale markten aanzienlijk groter door de aanvang van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland. Hierdoor werd de aanvoer van landbouwgrondstoffen, maar vooral van zonnebloemolie, vanuit de havens van de Zwarte Zee sterk beperkt en stegen de prijzen van de meeste plantaardige oliën naar ongekende hoogten. Door de aanhoudende oorlogssituatie zal daar in de eerstvolgende maanden niet snel verandering in komen.

In Papoea-Nieuw-Guinea genieten we ten volle van de hoge marktprijs. In Indonesië, daarentegen, werden deze uitzonderlijk goede marktprijzen sinds december 2020 afgeroomd door variërende exporttaksen en -heffingen, die de rentabiliteit van onze activiteiten in dat land verminderen. Er wordt door de overheid voortdurend gesleuteld aan deze taksen en heffingen, die nu samen maximaal USD 575/ton bedragen. Deze belastingen werden door de overheid ingevoerd om de lokale bijmenging van 30% palmolie in biodiesel te financieren, maar recentelijk ook om de lokale prijs voor bakolie zo laag mogelijk te houden voor de armste burgers. Daarboven werd vanaf 28 april 2022 een exportverbod uitgevaardigd om de lokale olieprijs te drukken. Door het belang van de export van palmolie voor Indonesië werd dit verbod echter op 23 mei 2022 opgeheven.

De exporttaks en -heffing zijn een integraal deel geworden van de Indonesische beleidsvoering van de overheid en het is dan ook het enige land waar de biodieselbijmenging van 30% integraal wordt gefinancierd door de landbouwsector. Aangezien Indonesië meer dan de helft van de wereldproductie van palmolie voor zijn rekening neemt, monden variabele heffingen en een exportverbod, eerder uit in verder stijgende wereldprijzen, wat het drukken van de lokale consumptieprijs enkel maar bemoeilijkt.

Voor de Indonesische activiteiten houden we dus enkel rekening met de nettoverkoopprijs. Voor de eerste vijf maanden van het jaar bedraagt deze USD 1 049/ton en werd 30,3% van de verwachte palmolieproductie verkocht. Door de steeds wijzigende politiek van taksen en heffingen is het niet mogelijk om onze palmolie op termijn te verkopen. Voor de palmolie geproduceerd in Papoea-Nieuw-Guinea hebben we wel gebruik gemaakt van de termijnposities van de Rotterdamse CIF-markt om een deel van onze verkopen in te dekken. Zo was eind mei 83,0% van de verwachte productie verkocht aan een gemiddelde ex-fabriek verkoopprijs van USD 1 218/ton.

We kunnen dus stellen dat de SIPEF-groep per eind mei in totaal 48,6% van de verwachte palmolieproductie heeft verkocht aan een gemiddelde netto ex-fabriek verkoopprijs van USD 1 149/ton. Uitgedrukt in CIF Rotterdam equivalent, premies inclusief, komt dit overeen met

48,6% aan USD 1 414/ton tegenover 58% aan USD 965/ton gemiddeld op hetzelfd tijdstip van vorig jaar.

De start van het jaar 2022 is op agronomisch vlak alvast minder gunstig geweest. We noteerden vooral bij de aanvang van het jaar dalende volumes tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Deze trend werd ook algemeen vastgesteld in de wereldproductie van palmolie, maar zette zich niet langer verder in het tweede kwartaal. De productieverliezen van het eerste kwartaal zullen echter niet volledig geabsorbeerd kunnen worden in het tweede trimester.

De productiecijfers in Indonesië werden in de maand mei bijkomend verstoord door de Suikerfeesten. Dit één week durende familiefeest van de Moslimgemeenschap, kon na twee jaar van covid-gerelateerde beperkingen, gelukkig weer plaatsvinden in genormaliseerde omstandigheden. We voorspellen dat de productie in de volgende maanden verder zal evolueren in de lijn der verwachtingen, waarbij de groei vooral moet komen van de jonge mature hectaren in Zuid-Sumatra.

De productiecijfers in Papoea-Nieuw-Guinea daarentegen zijn tot dusver goed. Na een moeilijke maand februari, blijven ze grotendeels in lijn met deze van het recordjaar 2021. Hier zijn de verwachtingen voor de volgende maanden ook gunstig. Enerzijds is er het groeiend herstel van de door de vulkaanuitbarstingen van 2019 aangetaste arealen. Anderzijds zouden de hoge prijzen de lokale boeren ook moeten motiveren om regelmatig te oogsten.

We kunnen dus stellen dat de verwachting om dit jaar de kaap van 400 000 ton palmolie te bereiken, wat neerkomt op een groei van 4% voor 2022 ten opzichte van 2021, nog niet structureel in het gedrang komt. Wij zouden bij de bekendmaking van de halfjaarcijfers in augustus een beter beeld hiervan moeten kunnen schetsen. Bovendien zit SIPEF nog steeds op koers met haar langetermijnprognose om ongeveer 600 000 ton ruwe palmolie te produceren tegen 2030.

In 2021 werd gewerkt aan de voorbereiding van de omzetting van de rubberplantages naar oliepalmplantages in Noord-Sumatra en Bengkulu. Sommige rubberbomen werden verwijderd en de grond, waar mogelijk, reeds plantklaar gemaakt voor oliepalmen. De overblijvende rubberarealen werden verder getapt. Aangezien alle vereiste vergunningen naar alle waarschijnlijkheid al tegen eind 2022 zullen verkregen zijn, zou de conversie normaal versneld kunnen worden uitgevoerd. Er werd dan ook reeds gestart met kweektuinen om de eerste oliepalmen te planten in 2023.

De rubberprijzen zijn niet mee geëvolueerd met de stijgende marktprijzen voor andere landbouwgrondstoffen en blijven schommelen rond het niveau van USD 2 000/ton FOB. Het aanbod blijft de vraag licht overtreffen. Heden is 46,1% van de verwachte productie verkocht aan een gemiddelde prijs van USD 1 934 per ton FOB. Dit cijfer ligt in de lijn van de USD 2 095 per ton op hetzelfde tijdstip vorig jaar. Tegen deze prijzen zullen de afbouwende rubberactiviteiten echter geen positieve brutomarge kunnen optekenen.

Ten gevolge van de voorwaardelijke verkoop in mei 2021 van PT Melania aan de Indonesische Shamrock Group, worden zowel de rubberactiviteiten in de MAS-plantage, als de theeactiviteiten in Cibuni, Java, niet langer geconsolideerd door de Groep. Sinds het afsluiten van deze voorwaardelijke verkoop worden de rubberactiviteiten gerund door Shamrock Group.

SIPEF blijft voorlopig wel de theeplantages uitbaten tot de verlenging van de concessies voltooid is. Deze procedure vordert goed en zou sneller dan verwacht kunnen leiden tot de overdracht van de resterende 60% van de aandelen tegen uiterlijk begin 2023.

De door de lokale overheden opgelegde loonsverhogingen voor 2022 zijn relatief beperkt gebleven en in lijn met de lokale inflatie. Er werden wel sterk stijgende prijzen voor diesel en kunstmeststoffen genoteerd. Hierdoor kunnen de eenheidskostprijzen voor palmproducten in de meeste plantages een stijging tot 15% vertonen tegenover vorig jaar. De sterke prijsstijgingen voor kunstmeststoffen zullen echter onze agronomische standaarden voor bemesting niet beïnvloeden.

De bananenproductie voor export vanuit Ivoorkust daalde op het einde van het eerste kwartaal met 20,47% Dit was het gevolg van de koude Harmattan-winden, maar ook van de vertragingen van de containerverschepingen vanuit Afrikaanse havens naar Europa. Voor het tweede kwartaal zijn de producties opnieuw in de lijn der verwachtingen. Deze stijging is echter onvoldoende om de achterstand opgelopen in het eerste kwartaal goed te maken.

Gelet op de recurrente stabiele bijdrage van de bananenactiviteiten aan het SIPEF-resultaat, werd vorig jaar besloten om in Ivoorkust de geplante arealen uit te breiden. Aldus werden de 780 hectare van Plantations J. Eglin met 550 hectare aangevuld, via de verwerving van de activa van een bestaande bananenplantage. Ondertussen werd eind vorig jaar 22 hectare hiervan aangeplant op de gronden van Lumen. De eerste productievolumes van deze aanplantingen zullen we exporteren in het vierde kwartaal. In 2022 en 2023 zullen de nieuw beplante gronden van Lumen en Akoudié uitgebreid worden naar respectievelijk 301 en 430 hectare, om in 2024 de volle omvang van 550 hectare te bereiken. De toekomstige geëxporteerde volumes zullen dan de 60 000 ton benaderen, een stijging met bijna 80% tegenover de huidige exportvolumes.

De uitbreiding van onze oliepalmactiviteiten in Musi Rawas in de provincie Zuid-Sumatra blijft echter de voornaamste prioriteit. Vandaag zijn er 18 664 door de onderneming operationeel gecontroleerde hectaren. Er zijn ook al 15 316 voorbereide en geplante hectaren, zodat nu meer dan 82% van de hectaren onder management, ook effectief gecultiveerd zijn.

Naast de voltooiing van de bestaande projecten zijn er vorig jaar nog drie kleinere concessies goedgekeurd door RSPO voor de ontwikkeling van oliepalm. Deze gronden zijn aansluitend aan de bestaande projecten en worden beschouwd als de laatste mogelijkheid om het aantal beplante hectaren in Musi Rawas in de twee volgende jaren nog te vergroten tot boven de 20 000.

De herplanting van de in 2017 verworven bestaande RSPO-gecertificeerde plantageonderneming Dendymarker Indah Lestari (DIL), gelegen tussen de concessies van Musi Rawas, wordt dit jaar voltooid voor de 7 222 hectare eigen plantages. Ook de plasmagronden worden versneld herplant, zodat er in totaal bijna 10 000 jonge hectare geleidelijk in cultuur worden gebracht.

Heden heeft de SIPEF-groep bijna 25 300 hectare geplant of herplant in Zuid-Sumatra, waarvan echter 12 166 hectare nog niet in productie zijn.

De Dendymarker-palmoliefabriek neemt sinds augustus 2018 de volledige verwerking van de productie van Zuid-Sumatra voor haar rekening. Ze had echter haar limieten bereikt. De verwerkingscapaciteit is nu uitgebreid van 20 ton per uur naar 60 ton per uur, en zal eerstdaags op volle capaciteit kunnen werken. Zo zullen opnieuw alle vruchten in eigen fabriek kunnen verwerkt worden. Ondertussen wordt dit jaar in Musi Rawas ook al gestart met de grondwerken voor de bouw van een tweede fabriek van 45 ton per uur, uitbreidbaar naar 90 ton per uur. Verder verwachten wij eind deze maand in Noord-Sumatra de finale oplevering van de installatie voor de verwerking van afvalvezels van de palmvruchten tot hoogwaardige biopellets, die op de lokale markt zullen aangeboden worden.

Alle uitbreidingen hebben de geldende duurzaamheidsstandaarden in acht genomen. SIPEF blijft zich profileren als een 100% duurzame plantageonderneming, die zichzelf normen oplegt via "policies" die vaak verder gaan dan wat de certificatiestandaarden vandaag voorschrijven. In 2021 kende "Forest 500" SIPEF de 4e plaats toe in een rangschikking van 350 bedrijven op basis van hun inspanningen om ontbossing en schending van mensenrechten uit te bannen. Meer bepaald ging het over de 350 meest invloedrijke bedrijven in de toeleveringsketens van grondstoffen die beschouwd worden als mogelijk risico voor bosrijke omgevingen ("Forest Risk Commodity" – FRC) van. SIPEF werd ook 9e gerangschikt op 100 palmoliebedrijven door de "Sustainability Policy Transparency Toolkit" (SPOTT), die ontwikkeld werd door de "Zoological Society of London" (ZSL). In beide rankschikkingen heeft SIPEF zijn score verbeterd sinds 2020. Deze rankings door vooraanstaande non-profit benchmarkingprogramma's weerspiegelen SIPEF's geleverde inspanningen om voortdurend de duurzaamheidsverbintenissen, -prestaties en -rapportering van de Groep te verbeteren en hierover transparant te zijn.

De focus zal in de toekomst vooral liggen op de verbetering van de technische kwaliteit van de geproduceerde palmolie, door nauwe samenwerkingsverbanden met procesontwikkelaars.

Gelet op de omvangrijke herplantings- en expansieprogramma's voor de volgende jaren, zijn wij sinds 2013 strategische investeerders in Verdant Bioscience. Deze joint venture werd opgericht om hoogrenderende oliepalmen te ontwikkelen in Indonesië en geeft ons toegang tot de nieuwste technieken in de sector.

Rekening houdend met de al gerealiseerde verkopen van palmolie en op basis van de recente marktprijzen, verwacht de Groep recurrente nettojaarresultaten die hoger zullen zijn dan deze van 2021. Het uiteindelijke recurrente resultaat zal in belangrijke mate bepaald worden door het bestendigen van de verwachte productiegroei, het niveau van de marktprijzen voor de rest van het jaar, de evolutie van de kostprijzen en, jammer genoeg, zeker ook nog door het niveau van de door de overheid ingevoerde taksen en heffingen op de productie van ruwe palmolie in Indonesië.

In lijn met de stijgende recurrente resultaten, zal de Groep ook een positieve cashflow genereren. Deze zou nog kunnen aangevuld worden met de bijkomende fondsen uit de afwikkeling van de verkoop van PT Melania. Dankzij deze kasstromen zullen naast het financieren van het omstandige investeringsbudget, de netto financiële schulden van de Groep verder kunnen afgebouwd worden.

Zoals reeds aangekondigd in ons persbericht van februari 2022 en het jaarverslag 2021 en in de lijn van de vergoedingspolitiek van de aandeelhouders, stelt de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering voor om over het boekjaar 2021 een dividend uit te keren van EUR 2,00 per aandeel, betaalbaar vanaf 6 juli 2022. Dit dividend is bijna het zesvoud van het dividend uitgekeerd over het boekjaar 2020.

Op datum van deze Algemene Vergadering vervalt het mandaat van Jacques Delen die aan de Raad van Bestuur heeft gemeld dat hij zijn mandaat niet meer wenst te verlengen. Wij stellen voor om Alexandre Delen te benoemen als vervanger voor een mandaat van vier jaar als niet-uitvoerende bestuurder, tot na afloop van de Algemene Vergadering van 2026. Alexandre, die zichzelf straks zal voorstellen, heeft een zeer uitgebreide kennis verworven van IT-toepassingen en -ontwikkelingen en is tevens gedelegeerd bestuurder bij Delen Private Bank. Wij zijn ervan overtuigd dat hij een belangrijke toekomstige bijdrage zal kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van de Vennootschap.

Op deze Algemene Vergadering wordt ook verzocht om de vervallende mandaten van nietuitvoerende bestuurders Priscilla Bracht en Tom Bamelis te verlengen voor vier jaar, tot na afloop van de Algemene Vergadering van 2026. Tom Bamelis is tevens de voorzitter van het Auditcomité en zal na zijn herbenoeming deze functie ook blijven uitoefenen.

Tot slot wensen wij alle medewerkers van de SIPEF-groep te danken voor de inspanningen die geleverd werden tijdens het afgelopen boekjaar, dat zeker niet eenvoudig is geweest. Tijdens de voorbije twee jaar zijn zij, ondanks de coronacrisis, trouw op post gebleven in gebieden waar vaak de medische begeleiding beperkt was. Door hun ongebreidelde steun en doorzettingsvermogen is 2021 dan ook een van de meest succesvolle jaren van de SIPEFgroep geworden. Wij hopen op hen te kunnen blijven rekenen om de ambitieuze plannen, die het bedrijf voor de komende jaren heeft, te helpen realiseren.

Schoten, 8 juni 2022

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.