AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Recticel

Annual Report Apr 30, 2019

3993_10-k_2019-04-30_60af22d3-9900-4097-8f2e-a08ebffaf311.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Jaarverslag 2018

1280,1

1328,4

1328,4

3,8% 1,7% 1,5%

3,8% 1,7% 1,5%

5,1%

1328,4

3,8% 1,7% 1,5%

1347,9

1280,1

(in miljoen EUR)

20 0

1280,1

(in miljoen EUR)

(in miljoen EUR)

Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet 1 000 1 100 1 200 1 300 1 400 1 500 -6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 1280,1 1347,9 2014 2015 2016 2017 2018 1328,4 3,8% 1,7% 1,5% 1460,8 (in miljoen EUR) 8,4% 1448,3 -0,9% Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet 1 000 1 100 -6% -4% -2% 2014 2015 2016 2017 2018 -0,9% Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet 1 000 1 100 1 200 1 300 -6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 1280,1 1347,9 2014 2015 2016 2017 2018 1328,4 3,8% 1,7% 1,5% (in miljoen EUR) -0,9% 6% 8% 10% 12% 40 60 80 100 Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge 6,3% 6,4% 85,4 94,1 93,4 67,8 49,3 (in miljoen EUR) 6,4% Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet 1 500 10% 1460,8 1448,3

Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet

1347,9

Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet

1347,9

Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet

Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet

1460,8

1460,8

8,4%

8,4%

1460,8

8,4%

Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet 4% 5,1% 6,3% 6,4% 6,4% 10% 85,4 94,1 93,4 Gecombineerde Aangepaste EBITDA en Aangepaste EBITDA-marge

2014 2015 2016 2017 2018

EBITDA EBITDA als % van de bedrijfsopbrengsten

2014 2015 2016 2017 2018

Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge

85,4

Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet

Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge

85,4

1347,9

Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge

1460,8

1448,3

6,4%

94,1 93,4

-0,9%

94,1 93,4

8,4%

6,3% 6,4%

1328,4

3,8% 1,7% 1,5%

5,1%

67,8

67,8

6,2%

85,4

81,9

Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge 44,3 48,1 EBITDA EBITDA als % van de bedrijfsopbrengsten 2014 2015 2016 2017 2018 -0,9%

Gecombineerde EBIT en EBIT-marge

8,4%

Gecombineerde EBIT en EBIT-marge

2014 2015 2016 2017 2018

Aangepaste EBITDA Aangepaste EBITDA als % van de bedrijfsopbrengsten

Gecombineerde Aangepaste EBITDA en Aangepaste EBITDA-marge

1,8

29,8

2,2%

29,8

2,2%

44,3 48,1

3,3% 3,3% 3,2%

1,5 1,3

EBIT EBIT als % van de bedrijfsopbrengsten

97,7 105,5

81,9 Gecombineerde EBIT en EBIT-marge 2014 2015 2016 2017 2018 6,2%

97,7 105,5

Gecombineerde netto-resultaat en -marge

7,2% 7,2%

7,2% 7,2%

97,7 105,5

Gecombineerde Aangepaste EBITDA en Aangepaste EBITDA-marge

6,3% 6,4%

Gecombineerde netto-resultaat en -marge

Gecombineerde Schuldgraad- en Leverageratio

Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten

16,3

1,2% 16,3

1,8

2014 2015 2016 2017 2018

Aangepaste EBITDA Aangepaste EBITDA als % van de bedrijfsopbrengsten

249,0

-0,3%

4,5 -0,3% 23,9

23,9

1,6%

1,6%

5,8

1,5 1,3

23,9

251,2 261,8 265,0

50,2%

Frequency index - industrial accidents

Schuldgraadratio Leverage

2014 2015 2016 2017 2018

2014 2015 2016 2017 2018

50,2%

Gecombineerde netto-resultaat en -marge

EBIT EBIT als % van de bedrijfsopbrengsten

Eigen vermogen (deel van de Groep)

46,9% 37,8%

46,9% 37,8%

28,8 2,5%

1,1

0%

2018

2018

100,2

2018

100,2

49,4%

249,0

123,0

8,4 8,4

49,4%

1,0

20

250

40 30

0

(in miljoen EUR)

300

12

0,0

0

3

0

100

8,8

0

0

50

100

(in miljoen EUR)

0

3 6

150

200

150

50

200

100

(in miljoen EUR)

(in miljoen EUR)

12

9

2014

2014

194,5

2014

166,2

25%

50%

75%

100%

125%

0%

25%

50%

75%

100%

125%

2% 1%

4% 3%

5%

0%

2% 1%

4% 3%

5%

47,0

1,1

47,0

2,0

1,0%

30 40 50

(in miljoen EUR)

120 100

-6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8% 10%

-6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8% 10%

Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet

2014 2015 2016 2017 2018

2014 2015 2016 2017 2018

Frequency = number of accidents x 1,000,000

50,2%

Schuldgraadratio Leverage

number of hours performed

Frequency index - industrial accidents

8,4 8,4

1,8

8,4 8,4

29,8

29,8

2,2%

1,8

49,4%

2,2%

49,4%

1,5 1,3

5,8

46,9% 37,8%

46,9% 37,8%

1,1

5,8

Gecombineerde Schuldgraad- en Leverageratio

Frequency index - industrial accidents

Schuldgraadratio Leverage

2014 2015 2016 2017 2018

50,2%

Gecombineerde EBIT en EBIT-marge

Gecombineerde Schuldgraad- en Leverageratio

EBIT EBIT als % van de bedrijfsopbrengsten

44,3 48,1

EBIT EBIT als % van de bedrijfsopbrengsten

44,3 48,1

3,3% 3,3% 3,2%

1,5 1,3

3,3% 3,3% 3,2%

2014 2015 2016 2017 2018

Frequency = number of accidents x 1,000,000

number of hours performed

2014 2015 2016 2017 2018

Gecombineerde EBIT en EBIT-marge

(in miljoen EUR)

(in miljoen EUR)

0,0

0

3 6

0

3 6

9

8,8

12

1,0

2,0

9

3,0

12

4,0

0

1,0

0,0

20 10

2,0

(in miljoen EUR)

30 40 50

3,0

4,0

0

20 10

(in miljoen EUR)

30 40 50

3,9

117,1%

8,8

13,4

3,9

117,1%

13,4

1,0%

1,0%

1280,1

1280,1

Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet

2014 2015 2016 2017 2018

Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet

1347,9

Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet

1347,9

1460,8

1460,8

8,4%

1448,3

1448,3

-0,9%

-0,9%

8,4%

1328,4

1328,4

3,8% 1,7% 1,5%

3,8% 1,7% 1,5%

0

20 10

10

30 40 13,4

1,0%

117,1%

13,4

2,0

3,0

50

3,9%

2014 2015 2016 2017 2018

Frequency = number of accidents x 1,000,000

Frequency index - industrial accidents

2015 2016 2017

2015 2016 2017

Gecombineerde netto nanciële schuld

2014 2015 2016 2017 2018

Frequency = number of accidents x 1,000,000

123,0

2015 2016 2017

number of hours performed

number of hours performed

5,8

126,0 122,9

number of hours performed

126,0 122,9

25%

2%

4% 3%

50%

2014 2015 2016 2017 2018 2014 2015 2016 2017 2018

25%

(20) (10) 0 10 20

50%

75%

25%

75%

(in miljoen EUR)

50%

100%

75%

125%

100%

125%

25%

40 30

50%

75%

100%

40 60 80

20 0

125%

(in miljoen EUR)

120 100

2014 2015 2016 2017 2018 2014 2015 2016 2017 2018

4% 3%

10% 12%

1,1

0%

2%

2% 1%

5%

4% 3%

4% 3%

5%

0%

2% 1%

4% 3% 20 0

5%

(in miljoen EUR)

47,0

-2% 0% 2% 4% 6% 8%

0% 2% 4%

10 20

2,0

150

4,0

250

3,9

6,2%

166,2

117,1%

(9,7)

-0,8%

3,0

(in miljoen EUR)

200

100

150

200

-0,8%

100

150

0

194,5

2014

100

0

50

100

(in miljoen EUR)

150

200

150

200

(in miljoen EUR)

250

300

150

200

9

3 6

0

50

166,2

194,5

2014

2014

8,8

-0,3%

2014

123,0

40 30

5,2%

(20) (10)

(in miljoen EUR)

(in miljoen EUR)

0% 2% 4% 6% 8% 10%

8% 10%

-6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8% 10%

1448,3

1448,3

-0,9%

1448,3

(in miljoen EUR)

(in miljoen EUR)

80 100

(in miljoen EUR)

1280,1

3,9%

49,3

20 0

(in miljoen EUR)

49,3

120 100

(in miljoen EUR)

(in miljoen EUR)

20 0

60 80

3,9%

40 60

49,3

120 100

5,2%

65,9

5,1%

67,8

40 30 65,9

(in miljoen EUR)

5%

47,0

103,8

-2% -1% 0% (20) (10) 0 Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten 1,2% -0,8% (9,7) 250 300 Eigen vermogen (deel van de Groep) 251,2 261,8 265,0 249,0 4,5 -0,3% 2014 2015 2016 2017 2018 2014 2015 2016 2017 2018 (in miljoen EUR)(in miljoen EUR) 2014 2015 2016 2017 2018 0,0 1,0 1,5 1,3 46,9% 37,8% 49,4% Schuldgraadratio Leverage 12 Frequency index - industrial accidents 1,1 50,2% 2014 100 150 200 250 300 Eigen vermogen (deel van de Groep) 2018 166,2 2015 2016 2017 251,2 261,8 265,0 249,0 (in miljoen EUR) -2% (20) Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten -0,8% 200 250 300 Eigen vermogen (deel van de Groep) 166,2 251,2 261,8 265,0 249,0 2014 2015 2016 2017 2018 2014 2015 2016 2017 2018 (in miljoen EUR) 2014 100 2018 2015 2016 2017 100 150 200 Gecombineerde netto nanciële schuld 194,5 126,0 122,9 100,2 123,0 (in miljoen EUR) 0% 1% 2% 4% 3% Gecombineerde netto-resultaat en -marge 1,2% 16,3 23,9 (9,7) 4,5 1,6% 28,8 2,5%

8,4 8,4

Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten

Gecombineerde netto nanciële schuld

2015 2016 2017

2015 2016 2017

1% 2%

-1% 0% 1% 2%

25%

50%

75%

100%

125%

(20) (10) 0 10 20

(in miljoen EUR)

100

0

50

100

(in miljoen EUR)

150

200

150

200

(in miljoen EUR)

250

300

-0,8% (9,7)

2014

194,5

2014

166,2

40 30

20 0

40 60 80

(in miljoen EUR)

5,2%

65,9

120 100

2018

2018

100,2

2018

-2% -1%

2018

4% 3%

-2% -1%

10% 12%

0% 2% 4% 6%

6% 8% 10% 12%

4% 3%

-6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8% 10%

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12%

6% 8% 10% 12%

12%

20 0 3,9%

49,3

(in miljoen EUR)

Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge

85,4

5,1%

81,9

6,2%

67,8

EBITDA EBITDA als % van de bedrijfsopbrengsten

Gecombineerde netto-resultaat en -marge

Aangepaste EBITDA Aangepaste EBITDA als % van de bedrijfsopbrengsten

2014 2015 2016 2017 2018

7,2% 7,2%

97,7 105,5

23,9

1,6%

251,2 261,8 265,0

1,2% 16,3

Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten

Eigen vermogen (deel van de Groep)

249,0

123,0

4,5 -0,3%

2015 2016 2017

Gecombineerde netto nanciële schuld

126,0 122,9

2015 2016 2017

2014 2015 2016 2017 2018

Gecombineerde Aangepaste EBITDA en Aangepaste EBITDA-marge

6,3% 6,4%

94,1 93,4

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12%

-2% -1% 0% 1% 2%

2018

2018

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 1

100,2

4% 3%

0% 2% 4% 6% 8% 10% 12%

7,2%

28,8 2,5%

103,8

6,4%

103,8

6,4%

7,2%

28,8

2% 4% 6% 8% 10%

7,2%

103,8

28,8 2,5%

2,5%

0% 2% 4%

2014 2018 2015 2016 2017 50 100 150 200 Gecombineerde netto nanciële schuld 194,5 126,0 122,9 100,2 123,0 (in miljoen EUR) 2014 2015 2016 2017 2018 0 Frequency = number of accidents x 1,000,000 number of hours performed 2014 0 50 100 2018 2015 2016 2017 126,0 122,9 100,2 123,0 (in miljoen EUR)2014 0 50 100 150 200 Gecombineerde netto nanciële schuld 2018 194,5 2015 2016 2017 126,0 122,9 100,2 123,0 (in miljoen EUR) 2014 Eigen vermogen (deel van de Groep) 2018 166,2 2015 2016 2017 251,2 261,8 265,0 249,0

2015 2016 2017

126,0 122,9

Gecombineerde netto nanciële schuld

2015 2016 2017

Inhoud

RECTICEL VOOR EEN GOED BEGRIP 02
I.1.
Ons profiel. .
04
I.2.
Hoogtepunten van 2018 en begin 2019. .
06
I.3.
Brief van de Voorzitter van de Raad van Bestuur en de Chief Executive Officerr.
12
I.4.
Onze missie, visie en kernwaarden. .
14
I.5.
Onze Groepsstrategie en activiteiten.
18
I.6. Activiteiten:. 26
I.6.1.
Isolatie.
28
I.6.2.
Slaapcomfort.
32
I.6.3.
Soepelschuim.
36
I.6.4.
Automobiel.
42
I.7.
Duurzame en marktgedreven innovatie. .
48
I.8.
Human resources en grote productievestigingen.
56
BESTUURSVERSLAG 67
II.1.
Verslag van onze Raad van Bestuur*. 67
II.2. Corporate Governance verklaring*. 82
II.2.1.
Referentiecode en regels van kracht .
84
II.2.2.
Interne controle en risk management. .
84
II.2.3.
Externe controle.
85
II.2.4.
Samenstelling van de Raad van Bestuur.
88
II.2.5. Comités ingericht door de Raad van Bestuur. . 90
II.2.6.
Het uitvoerend management.
92
II.2.7.
Remuneratieverslag.
93
II.2.8. Transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap
en de bestuurders en leden van het Managementcomité. . 100
II.2.9.
Handel met voorwetenschap en marktmanipulatie. .
100
II.2.10. Diversiteitsbeleid. . 100
II.2.11. Relaties met de referentieaandeelhouders en andere elementen
die verband houden met eventuele openbare overnamebiedingen. 101
II.3. Verklaring inzake niet-financiële informatie*. . 104
II.3.1.
Inleiding.
106
II.3.2.
Activiteiten van het bedrijf.
106
II.3.3.
Samenvatting.117
II.3.4.
Onafhankelijk limited assurancerapport inzake de niet-financiële informatie. .
122
II.4. Financieel rapport*. . 124

* Deze hoofdstukken vormen een essentieel onderdeel van het Verslag van de Raad van Bestuur en bevatten de informatie die volgens het Wetboek van vennootschappen verplicht moet worden verstrekt over geconsolideerde rekeningen.

Toekomstverwachtingen

Dit document bevat specifieke kwantitatieve en/ of kwalitatieve toekomstgerichte verklaringen en verwachtingen over resultaten en de financiële toestand van de Recticel-groep. Deze verklaringen zijn geen garantie voor toekomstige verwezenlijkingen, aangezien de toekomst gepaard gaat met risico's en onzekerheden in verband met toekomstige gebeurtenissen en ontwikkelingen. De werkelijke resultaten en prestaties kunnen in aanzienlijke mate afwijken van de voorspelde verwachtingen, doelstellingen en mogelijke verklaringen. De belangrijkste relevante risico- en onzekerheidsfactoren worden uitvoeriger beschreven in het hoofdstuk 'Risicofactoren en risicobeheer' van het financiële deel van dit jaarverslag. Recticel is niet verplicht om updates te verstrekken over potentiële veranderingen of ontwikkelingen die betrekking hebben op deze risicofactoren, of om informatie te publiceren over de potentiële impact daarvan op zijn vooruitzichten.

FINANCIËLE KALENDER VOOR AANDEELHOUDERS

Trading update eerste kwartaal 2019 Jaarlijkse algemene vergadering Ex-coupondatum Registratiedatum Dividendbetalingsdatum Resultaten eerste halfjaar 2019 Trading update derde kwartaal 2019 29 april 2019 (om 07:00 u CET) 28 mei 2019 (om 10:00 u CET) 29 mei 2019 30 mei 2019 03 juni 2019 30 augustus 2019 (om 07:00 u CET) 30 oktober 2019 (om 07:00 u CET)

In 2018 hebben wij ons strategisch plan en diepgaande transformatie een versnelling hoger geschakeld. Dit jaarverslag, dat voortbouwt op het verslag van vorig jaar, presenteert de vooruitgang die wij hebben geboekt in de transformatie van onze groep tot een duurzaam bedrijf dat langetermijnwaarde creëert. Wij verbinden ons ertoe duurzaamheidselementen te integreren in het dagelijks bestuur van onze activiteiten, tot voordeel van al onze stakeholders. Het huidige voortgangsverslag vormt een nieuwe stap naar de integratie van de duurzaamheid in onze verslaggeving.

Recticel voor een goed begrip I.

Europa

90% van de gecombineerde netto-omzet 7.585 werknemers 84 vestigingen 1 internationaal centrum voor duurzame innovatie (Sustainable Innovation Department, SID)

onze aanwezig- heid

Azië

6% van de gecombineerde

Verenigde Staten

4% van de gecombineerde netto-omzet 225 werknemers 4 vestigingen

netto-omzet

653 werknemers 9 vestigingen

I.1. Ons profiel

Met zijn industriële activiteiten streeft Recticel ernaar een essentieel verschil te maken in de dagelijkse comfortervaring van mensen. Daarvoor putten wij uit onze diepgaande expertise inzake de chemie van de polyurethaantransformatie. Onze overkoepelende ambitie is gedeelde waarde te creëren voor Recticel, zijn stakeholders en de maatschappij in haar geheel. Wij streven ernaar op een efficiënte, duurzame en evenwichtige wijze een gestage rendabele groei te verwezenlijken voor onze klanten en aandeelhouders.

Wij stellen alles in het werk om verantwoorde oplossingen aan te bieden voor de diverse uitdagingen en dynamische behoeften van de wereld van vandaag, en daarbij onze klanten en eindgebruikers beter te bedienen dan welke concurrent dan ook. Wij ondersteunen onze industriële klanten over de hele wereld met verantwoorde, waardegenererende producten en diensten.

Als internationale industriële speler is Recticel aanwezig op diverse markten. Europa is goed voor 90% van onze netto-omzet, maar we zijn ook actief in de Verenigde Staten en Azië. Onze activiteiten bestrijken vier toepassingsgebieden: Isolatie voor de bouw, Slaapcomfort, Soepelschuim voor huishoudelijke en industriële toepassingen en Automobiel.

Hoewel wij vooral halfafgewerkte producten (Soepelschuim en Automobiel) produceren, ontwikkelen, vervaardigen en verkopen wij ook afgewerkte producten en duurzame goederen voor eindgebruikers (Slaapcomfort en Isolatie).

Onze Groep is nu perfect gepositioneerd om haar winstgevende groei door te trekken.

Onze divisie ISOLATIE biedt thermische isolatieproducten van hoge kwaliteit die worden gebruikt voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. Deze producten worden op de markt gebracht onder bekende merken en productnamen, zoals Eurowall®, Powerroof®, Powerdeck®, Powerwall®, Xentro® en Recticel Insulation®.

Onze divisie SLAAPCOMFORT ontwikkelt en produceert gebruiksklare matrassen, lattenbodems en boxsprings, die hoofdzakelijk worden verkocht onder populaire merknamen zoals Beka®, Lattoflex®, Literie Bultex®, Schlaraffia®, Sembella®, Superba®, Swissflex®, en 'ingredient brands' zoals GELTEX inside®.

Onze divisie SOEPELSCHUIM ontwikkelt en produceert diverse innovatieve oplossingen met specifieke producteigenschappen zoals geluid dempen, dichten, filteren, dragen, beschermen, ondersteunen en comfort bieden.

Onze divisie AUTOMOBIEL ontwikkelt zetelkussens (via een joint venture) en interieuronderdelen voor de auto-industrie, en legt zich daarbij in eerste instantie toe op innovatie, technologische vooruitgang, een superieure kwaliteit en een uitstekende klantenservice.

Het hoofdkantoor van Recticel is gevestigd in Brussel (België). Wij hebben in totaal (inclusief pro rata aandeel in joint ventures) circa 8.472 medewerkers in 97 vestigingen verspreid over 29 landen. In 2018 realiseerden wij een gecombineerde omzet van EUR 1,44 miljard (geconsolideerde omzet volgens IFRS 11: EUR 1,12 miljard).

Recticel (EuronextTM: REC.BE – Reuters: RECTt.BR – Bloomberg: REC.BB) wordt genoteerd aan de beurs EuronextTM in Brussel en maakt deel uit van de BEL Mid® index (EuronextTM: BELM – Reuters: .BELM – Bloomberg: BELM; indexweging: 1,28%).

I.2. Hoogtepunten

VAN 2018 EN BEGIN 2019

Slaapcomfort Beurs imm Cologne

Recticel Slaapcomfort (Schlaraffia®, Superba®, Swissflex®, Ubica®) zette zijn marketing- en productinnovaties in de kijker op imm Cologne, de meest toonaangevende meubelbeurs van Europa, die wordt bezocht door 80.000 bezoekers uit 128 landen. Recticel presenteerde er zijn nieuwe boxspringcollectie en de nieuwe GELTEX® 2.0 technologie.

Ook introduceerde het met succes het 'Silence'-hoofdeinde, dat technische innovatie combineert met uitstekend design. Het geluidsblokkerende effect van dit goed onthaalde akoestische paneel werd in een indrukwekkende demonstratie met een luide wekker aangetoond. Kort na de beurs werd dit bed door het deskundigencomité van de Duitse raad voor design (Rat für Formgebung) genomineerd voor de Duitse Innovation Award.

Soepelschuim Soundcoat – Verenigde Staten

Recticel Soepelschuim ondersteunde zijn klant SpaceX bij de historische lancering van de Falcon Heavy. Via zijn Amerikaanse dochteronderneming Soundcoat levert Recticel hoogperformante thermische en akoestische isolatie voor het vrachtcompartiment in de neuskegel van de raket. De neuskegel beschermt satellieten die in een lage omloopbaan om de aarde (LEO-satellieten), in een geostationaire omloopbaan (GTOsatellieten) of nog verder worden gebracht. Bij de testlancering van de Falcon Heavy boden Soundcoatmaterialen 'bescherming' voor de rode Tesla Roadster van Elon Musk tijdens zijn reis naar de ruimte.

Corporate Duurzaamheidsverslag

Met de publicatie van ons tweede duurzaamheidsverslag, opgesteld conform de G4 Global Initiative Report (GRI) Guidelines - Core level, werd een nieuwe mijlpaal in onze geschiedenis bereikt. Het nieuwe verslag belicht niet alleen onze duurzaamheidsstrategie – het resultaat van een strategisch proces waar interne en externe stakeholders bij betrokken zijn om onze belangrijkste duurzaamheidsaspecten uit te werken –, maar legt ook objectieve KPI's en duidelijke doelstellingen voor 2020 vast.

Duurzaamheid is nu strategisch in onze organisatie ingebed als een sleutelfactor voor innovatie. Door onze Onderzoek en Ontwikkeling-inspanningen te focussen op de klimaatverandering, het behoud van de natuurlijke hulpbronnen en de ondersteuning van de verouderende bevolking willen wij oplossingen met toegevoegde waarde aanreiken die onze klanten en de maatschappij voordelen opleveren.

Januari 2018 Februari 2018

Duurzame innovatieve ontwikkeling België

Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Philippe Muyters heeft de nieuwe pilootlijn voor soepelschuimrecycling ingehuldigd bij Recticel in Wetteren (België). De pilootlijn is het resultaat van het CATALISTIonderzoeksproject ALFIBOND, dat gericht is op de ontwikkeling van verwerkingstechnologieën voor, onder andere, materiaal van afgedankte matrassen. De nieuwe pilootlijn en de nieuwe laboratoria vormen het sluitstuk van een meerjarig Onderzoek en Ontwikkeling-investeringsproject van meer dan EUR 10 miljoen dat past binnen de Recticel Group-strategie om duurzame innovatie centraal te stellen. Met dit initiatief zet Recticel een nieuwe stap naar een circulaire economie.

Interiors

Recticel start in Most (Tsjechië) met de productie van interieurbekleding voor de nieuwe Audi A6, een eerste programma dat door Recticel Interiors werd gewonnen voor deze premium OEM.

Soepelschuim China

Op 30 mei 2018 opende Recticel Soepelschuim een nieuwe vestiging in Wuxi. De vestiging – die werkt met een geavanceerde polyurethaanvormlijn en conversieinstallaties – illustreert ons streven naar verdere investeringen en expansie in China. Deze nieuwe Soepelschuim-investering past in het kader van onze ambitie om onze wereldwijde klanten te helpen groeien en slagen. In eerste instantie focussen wij op technische schuimen zoals akoestische en comfortoplossingen voor transporttoepassingen.

Maart 2018 Mei 2018

I.1.

Slaapcomfort Beka

Op 30 mei 2018 opende Recticel Soepelschuim een nieuwe vestiging in Wuxi. De vestiging – die werkt met een geavanceerde polyurethaanvormlijn en conversieinstallaties – illustreert ons streven naar verdere investeringen en expansie in China. Deze nieuwe Soepelschuim-investering past in het kader van onze ambitie om onze wereldwijde klanten te helpen groeien en slagen. In eerste instantie focussen wij op technische schuimen zoals akoestische en comfortoplossingen voor transporttoepassingen.

Soepelschuim Spanje

Begin september 2018 heeft Recticel Iberica s.l. (Spanje) het voornemen aangekondigd om de schuimactiviteiten te stroomlijnen door de productievestiging in Catarroja (Valencia) te sluiten. Dit had gevolgen voor 38 werknemers in onze soepelschuimactiviteiten in Spanje. De fabriek werd uiteindelijk gesloten eind 2018.

Slaapcomfort Geltex® 2.0

Recticel brengt zijn nieuwe slaapcomfortcollectie op basis van de verbeterde eigen Geltex® technologie uit. GELTEX® is een combinatie van elastische gel en ademend schuim met hoge veerkracht en bewezen doelmatigheid. Het biedt een ongeëvenaard slaapcomfort voor wie op zoek is naar een rustgevende slaap.

De nieuwe Geltex® 2.0 wordt geleidelijk aan beschikbaar in de winkels. Geltex® 2.0 zal uitsluitend worden aangeboden onder de slaapcollecties van de Recticel-merken Beka®, Lattoflex®, Schlaraffia® en Swissflex®.

Soepelschuim Marokko

Op 4 oktober 2018 opende Recticel zijn eerste vestiging in Afrika: een nieuwe schuimconversiefabriek in Tanger, Marokko. Het prestigieuze openingsgebeuren werd bijgewoond door de heer Abdelouahed Rahal, Hoofd van het ministerie van Industrie, Investeringen, Handel en Digitale Economie van Marokko.

Recticel is bijzonder trots op de uitbreiding van zijn aanwezigheid naar het koninkrijk Marokko, dat aanzienlijke strategische kansen biedt voor de Soepelschuimactiviteiten. De startinvestering van Recticel van EUR 1 miljoen (10 miljoen Marokkaanse dirham) is een teken van ons vertrouwen in het land en zijn solide economisch model, dat steun vindt in positieve hervormingen en een duidelijk industriegefocuste macroeconomische strategie. De eerste fase van de fabriek gaat gepaard met twintig nieuwe banen, en binnen drie jaar is een tweede fase gepland.

September 2018

October 2017

Isolatie Finland

Recticel Insulation opent zijn nieuwe geavanceerde productiefaciliteit in Mäntsälä, in het zuiden van Finland. De totale investering van dit groeigerichte project bedraagt EUR 26 miljoen. Met deze nieuwe vestiging krijgt Recticel Insulation niet alleen een stevige voet aan de grond op de Scandinavische isolatiemarkt, maar wil het ook beantwoorden aan de toenemende vraag naar hoogperformante thermische isolatiematerialen in de Scandinavische regio (Finland, Noorwegen, Zweden, Denemarken en de Baltische staten).

Soepelschuim Silentium3

Op de Foam Expo Europe vakbeurs in Hannover (Duitsland) presenteert Recticel Soepelschuim Silentium³ (Silentium Triplex), de laatste innovatie in geluiddempend schuim voor toepassingen in industriële apparatuur, zoals generatoren. Dit geavanceerde akoestisch concept voor industriële apparatuur is ontwikkeld in samenwerking met de verschillende individuele klanten en maakt gebruik van een unieke combinatie van benaderingen om ongehoorde resultaten voor geluidsonderdrukking neer te zetten.

Slaapcomfort Duitsland

Medio oktober 2018 heeft Recticel Schlafkomfort GmbH (Duitsland) het voornemen aangekondigd om de productieactiviteiten te stroomlijnen door de productievestiging in Hassfurt, waar 79 mensen werken, te sluiten.

Isolatie Du.Panel X®

Op Eurotier, de toonaangevende internationale landbouwbeurs, in het Duitse Hannover, presenteert Recticel Insulation zijn nieuwe generatie isolatiepanelen voor agrarische gebouwen. De nieuwe Du.Panel® X panelen bieden verbeterde oplossingen voor thermische isolatie – in combinatie met een goede brandbestendigheid – en zijn specifiek ontworpen voor stallen en loodsen.

November 2018

Automobiel Interiors

In 2018 zijn aan onze divisie Automobiel Interiors verschillende nieuwe meerjarencontracten toegewezen. Deze contracten betreffen de levering van bekledingsonderdelen van hoge kwaliteit die zullen worden gebruikt voor auto's van BMW en Škoda. De nieuwe programma's zullen in de loop van de komende twee jaar geleidelijk worden uitgerold. Zij vertegenwoordigen een geraamde gecumuleerde omzet tijdens de looptijd van circa EUR 48 miljoen. De interieurbekledingsonderdelen, die zijn gebaseerd op onze gepatenteerde Colo-Sense® Lite Spray technologie, zullen worden geleverd vanuit onze fabrieken in Tuscaloosa (VS) en Most (Tsjechië).

In 2018 begon Recticel ook met de productie van interieurbekledingsonderdelen voor de BMW 3-serie (Wackersdorf, Duitsland, en Shenyang, China), de BMW 8-serie convertible (Most, Tsjechië), Peugeot 508 (Most, Tsjechië), Volvo XC40 (Ningbo, China), Volvo S/V60 (Mlada Boleslav, Tsjechië en Tuscaloosa, VS), Volkswagen Arteon (Ningbo, China) en zware trucks Peterbuilt, Kenworth en Navistar (Tuscaloosa, VS).

Duurzame innovatie Polyurethaanrecycling voor een slimme circulaire economie

Recticel is benoemd tot coördinator van het onlangs opgestarte PUReSmart-project, een onderzoeksinitiatief voor polyurethaanrecycling. Het project wordt ondersteund met een financiering van EUR 6 miljoen van het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie.

Het PUReSmart-

samenwerkingsconsortium verzamelt negen partners uit zes verschillende landen en zoekt naar manieren om over te stappen van de huidige lineaire levenscyclus van producten van polyurethaan (PU) naar een model op basis van een circulaire economie. Daartoe zal het PUReSmart-project nieuwe methodes, technologieën en benaderingen verkennen om deze uitdagingen het hoofd te bieden en PU om te vormen tot een echt circulair materiaal.

PUReSmart richt zich op de terugwinning van meer dan 90% van de afgedankte PU, om die om te zetten tot waardevolle grondstoffen voor nieuwe en bestaande producten. Het PUReSmartconsortium is een end-to-end samenwerking die zich uitstrekt over de hele waardeketen van de polyurethaanherverwerking, en die industriële spelers en specifieke onderzoekspartners verzamelt.

Dit project wordt gefinancierd vanuit het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie onder subsidieovereenkomst nr. 814543.

Januari 2019

Automobiel Proseat

Recticel kondigt aan dat het definitieve overeenkomsten heeft gesloten om eerst de resterende 49% van de joint venture in Proseat van zijn Canadese partner Woodbridge Foam Corporation te kopen en vervolgens 75% van zijn belang in Proseat te verkopen aan de Japanse vennootschap Sekisui Plastics Co., Ltd.

De nieuwe joint venture tussen Sekisui (75%) en Recticel (25%) zal Proseat de kans bieden zijn leiderspositie als grootste onafhankelijke producent in Europa van autostoelvullingen in vormschuim uit te bouwen en zijn klantenportefeuille en productaanbod uit te breiden.

In de overeenkomst tussen Recticel en Sekisui is een calloptie voor Sekisui Plastics Co., Ltd opgenomen om de resterende 25% in Proseat van Recticel te kopen vanaf 2019, en een putoptie voor Recticel om zijn resterende 25% in Proseat aan Sekisui te verkopen vanaf 2022, volgens een vooraf overeengekomen berekeningsformule.

December 2018

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 10 RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 11

Isolatie Turvac

Op 31 januari 2019 werd Recticel Insulation meerderheidsaandeelhouder (74%) van Turvac d.o.o., de Sloveense producent van vacuümisolatieplaten (Vacuum Insulation Panels, VIP), door nog eens 24% van de aandelen van Turvac d.o.o. over te nemen van de Sloveense partner in deze joint venture, Turna d.o.o. Recticel had sinds november 2016 al een belang van 50% in de joint venture Turvac d.o.o., die opereert vanuit Šoštanj (Slovenië). Onder de joint venture-overeenkomst verkoopt Recticel Insulation de VIP's die de joint venture produceert voor de Europese bouwmarkt, terwijl de joint venture-partner Turna d.o.o. focust op de verkoop van VIP's aan de sector van de huishoudtoestellen (zoals diepvriezers en ijskasten).

De fabriek in Šoštanj (Slovenië) verbetert haar VIP-assortiment voortdurend om te voldoen aan de kwaliteitsvereisten van de bouwsector. Vandaag hebben deze CE-gecertificeerde VIP-platen een lambdawaarde op lange termijn van 0,006 W/mK, de laagste op de markt.

Momenteel introduceert Recticel Insulation Deck-VQ®, een VIPplaat met beschermende PIR-laag die een extreem hoge thermische isolatiewaarde biedt voor gebruik op platte daken en terrassen.

Door zijn belang van 74% in het aandelenkapitaal van Turvac d.o.o. stelt Recticel de knowhow en productiebasis voor dit isolatiemateriaal van hoge kwaliteit veilig. Dit is dan ook een nieuwe stap in ons streven om de Europese marktleider in kwaliteitsisolatie voor gebouwen te worden.

Proseat

Recticel bevestigt de voltooiing van zijn uitstap uit de Proseat joint venture in twee stappen, zoals aangekondigd in december 2018. Aangezien aan alle voorwaarden is voldaan en de vereiste goedkeuringen van de bevoegde instanties zijn verkregen, zijn de beëindigingsovereenkomsten per direct van kracht geworden. Alle productie-, operationele en commerciële activiteiten blijven zonder wijziging doorgaan met de huidige teams.

Februari 2019

I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.4. II.2. II.3.

I.1.

I.3. Brief van de Voorzitter van de Raad van Bestuur en de Chief Executive Officer

Brussel, 30 april 2019

Geachte werknemer, Geachte klant, Geachte aandeelhouder, Geachte lezer,

2018 was een contrastrijk en uitdagend jaar voor Recticel. Na een sterke eerste halfjaar heeft de tweede jaarhelft een beduidend zwakkere marktvraag gekend. In die context daalden de nettoomzet en de Aangepaste EBITDA met respectievelijk 0,9% en 1,6%. Het resultaat na belastingen bereikte een nieuw historisch record met een winst van EUR 28,8 miljoen als gevolg van lagere financiële en fiscale kosten, en leidde de Raad van Bestuur ertoe om een dividendverhoging van 9,1% voor te stellen.

In 2018 nam de Groep een reeks initiatieven om verder een sterkere toekomst uit te bouwen: uitbreiding, optimalisatie van onze productievoetafdruk en kostenstructuur, nieuwe mijlpalen inzake onze agenda voor duurzame innovatie, en een duidelijke en bruikbare routekaart met betrekking tot de digitalisering van onze activiteiten.

Tot slot, heeft Recticel een overeenkomst afgesloten met Sekisui Plastics Co. om in twee stappen haar 51%-belang in de joint venture Proseat af te stoten en blijft zij actief werken aan de verkoop van haar Automotive Interiors-divisie.

Mr. Johnny Thijs Voorzitter van de Raad van Bestuur

Mr. Olivier Chapelle Chief Executive Officer

I.1.

Onze omzet daalde in 2018 met 0,9% in een steeds volatielere en onzekere economische omgeving, waarbij de groei met 4,0% in de 1e helft van 2018 werd tenietgedaan door een daling met 5,7% in de tweede jaarhelft van 2018. Vanaf de zomer evolueerden de automobielmarkten negatief in China en Europa, terwijl de bedden- en meubelmarkten werden beïnvloed door de ongewone warme zomer, met weinig winkelbezoeken bij onze klanten alsook de aanhoudende vooruitgang van online spelers. Ook de bedrijfsomgeving voor duurzame goederen in het Verenigd Koninkrijk is over het algemeen gematigd gebleven vanwege de onzekere uitkomst van de Brexit. Anderzijds zijn de bouwmarkten ondersteunend gebleven en dankzij de dalende grondstofprijzen (MDI) hebben marktspelers zoals Recticel en andere PIR-producenten geleidelijk opnieuw marktaandeel - dat verloren werd aan concurrerende materialen zoals minerale wol tijdens het MDI-tekort en daaropvolgende prijsstijgingen van 2017 - kunnen terugwinnen.

Onze Aangepaste EBITDA is in 2018 met 1,6% gedaald, voornamelijk als gevolg van de minder goede prestaties van onze Slaapcomfortactiviteiten, terwijl de andere drie divisies hun Aangepaste EBITDA wisten te verhogen. De divisie Slaapcomfort kampte het hele jaar door met lage volumes, gecombineerd met aanzienlijke promotie- en introductiekosten voor de introductie van de nieuwe Geltex 2.0 tijdens de tweede jaarhelft. De Automobiel-divisie bleef nieuwe programma's opstarten, waaronder de nieuwe Audi A6, en heeft geleidelijk de fabriek in Most - die afbrandde in januari 2017 - terug naar winstgevendheid gebracht. Soepelschuim en Isolatie hebben de geleidelijke verlaging van de MDI- en TDI-prijzen goed weten te beheren na grondstoftekorten en daaraan gekoppelde forse MDI- en TDI-prijsstijgingen in 2017.

In 2018 hebben we, om de groei te versnellen, nieuwe conversiefabrieken voor technische schuimen opgestart in China en Marokko en alsook een volledige nieuwe Isolatie-entitieit in Finland. Parallel hieraan hebben we extra optimalisatiemaatregelen doorgevoerd met de sluiting van de Soepelschuimfabrieken in Buren (Nederland) en Catarroja (Spanje) en met de aankondiging van de sluiting van de Slaapcomfortfabriek Hassfurt (Duitsland).

De investeringen in innovatie van de afgelopen twee jaar beginnen incrementele verkopen te genereren met Geltex 2.0 (Slaapcomfort), Xentro® (Isolatie), Simfofit® (Isolatie) en we verwachten in 2019 het eerste contract voor Automobiel met de ColoSense® X-Lite nieuwe huidtechnologie. Tegelijkertijd werden subsidies bekomen en samenwerkingsprogramma's opgezet met universiteiten, met leveranciers en met lokale agentschappen met het oog op de ontwikkeling van duurzame antwoorden op de uitdagingen die de polyurethaanindustrie heeft inzake de circulaire economie; in het bijzonder met betrekking tot de verwerking van materialen op het einde van hun levenscyclus: PUReSmart, Valpumat, Carbon4PUR, SweetWoods.

In 2018 hebben we ook onze routekaart gedefinieerd om de digitalisering van het bedrijf te versnellen, waarbij de nadruk wordt gelegd op verhoogde efficiëntie en verbeterde klantervaring. Daarom zijn we van plan om vóór eind 2019 een B2Bportal te lanceren voor onze Isolatie-klanten.

De economische context in de eerste helft van 2019 is niet aanzienlijk beter dan die tijdens de tweede jaarhelft van 2018: zeer onzekere geopolitieke ontwikkelingen, algemeen zwakke automobiel- en slaap-/ meubelcomfortmarkten, en prijserorsie als gevolg van verhoogde concurrentie. Ondanks deze onzekerheden en dankzij de structurele acties die zijn ondernomen om het concurrentievermogen van Recticel te verbeteren, streeft de Groep ernaar om resultaten te genereren die op zijn minst het niveau van 2018 halen.

Nogmaals, we danken onze medewerkers hartelijk voor hun inzet in 2018, onze klanten voor hun business en partnerschap, en onze aandeelhouders voor hun aanhoudende vertrouwen, steun en waardevolle inzichten.

Olivier Chapelle Johnny Thijs

Chief Executive Officer Voorzitter van de Raad van Bestuur

I.4. Onze missie, visie en kernwaarden

Wij maken optimaal gebruik van onze uitstekende expertise in polymeeroplossingen, vooral polyurethaan. Wij bieden concurrerende oplossingen met een hoge toegevoegde waarde, om zo het dagelijks comfort te bevorderen en een gedeelde waarde te creëren voor onze klanten, werknemers en stakeholders.

Onze visie

Wij streven ernaar dé toonaangevende wereldwijde leverancier te zijn van comfortoplossingen in al onze kernmarkten, door oplossingen aan te reiken voor belangrijke wereldwijde uitdagingen zoals milieubescherming, energiebehoud, de vergrijzing en toename van de wereldbevolking en waterbeheer.

Onze kern- waarden

Onze vijf kernwaarden voor een veelbelovende toekomst

In 2016 hebben wij onze kernwaarden, die stuk voor stuk gekoppeld zijn aan een specifieke onderliggende gedragswijze, geherdefinieerd. Dat is van groot belang, omdat wij onze waarden allerminst beschouwen als holle concepten, symbolen of simplistische principes. Het is de bedoeling dat, op basis van de verwachte individuele en collectieve gedragingen, onze organisatie haar acties en houding kan afstemmen op de interne en externe stakeholders, en erin slaagt haar strategie met succes uit te voeren en uiteindelijk haar bedrijfsdoelstellingen te realiseren.

Deze kernwaarden moeten door alle belanghebbenden – in de eerste plaats onze mensen – worden gedeeld, besproken, geloofd en uitgedragen. Onze kernwaarden zijn actieve en ambitieuze actiepijlers die onze medewerkers moeten helpen vooruitgang te boeken, een positieve bedrijfscultuur te scheppen en onze organisatie als geheel een sterke stimulans voor groei te bezorgen.

I.5. Onze

Groepsstrategie

en activiteiten

Markten en uitdagingen

De marktanalisten verwachten dat de polyurethaansector sneller zal groeien dan de wereldeconomie. Zij gaan ervan uit dat het verbruik van polyurethaan zal worden aangestuurd door megatrends zoals klimaatverandering, duurzaamheid, behoud, vergrijzing en toename van de bevolking, verstedelijking, steeds grotere mobiliteit en hogere levensstandaarden.

Bij Recticel geloven we dat onze producten en diensten reële, praktische oplossingen aanreiken voor de uitdagingen die ons te wachten staan. De strategie van onze Groep is dan ook specifiek uitgewerkt op basis van deze belangrijke ondersteunende marktfactoren. Door voorrang te geven aan product- en procesinnovatie, internationale aanwezigheid en operationele uitmuntendheid kunnen wij ons onderscheiden van de concurrentie.

Onze strategie begint stevige tractie te ondervinden.

Strategie van de Groep

De strategie van Recticel bestaat erin de Groep op duurzame wijze te positioneren als de toonaangevende leverancier van oplossingen met een hoge toegevoegde waarde in onze kernmarkten.

Onze prioriteiten van de afgelopen jaren en voor de toekomst kunnen worden samengevat als volgt:

  • vereenvoudiging van de structuur van de Groep en een duidelijke rationalisering van de productie-infrastructuur.
  • internationale expansie buiten Europa; en
  • • duurzame innovatie in toepassingen, producten en materialen, in combinatie met een hoog niveau van zowel

Om deze prioriteiten te ondersteunen, streven we ernaar de talenten van onze mensen continu te ontwikkelen, omdat wij ervan overtuigd zijn dat ons succes in de toekomst staat of valt met onze mensen en teams. In dezelfde lijn gaan wij er ook van uit dat het voldoen aan criteria van duurzame ontwikkeling een absolute voorwaarde is voor onze groei op lange termijn.

De bouwstenen van onze strategie:

Positionering van de business lines

Een centrale factor in het strategisch plan van onze Groep is dat er rekening wordt gehouden met onze relatieve markttroeven en capaciteiten voor een optimale toewijzing van de middelen aan de verschillende bedrijfssegmenten.

Om te beoordelen hoe interessant de markten zijn waarin onze business lines actief zijn, baseren we ons op objectieve criteria zoals grootte, groei, winstgevendheid en kapitaalintensiteit. Daarnaast hebben we ook onze concurrentiepositie op elk van deze markten beoordeeld. Op basis van de bevindingen van dit onderzoek kwamen we tot het besluit dat de business line Isolatie over het beste potentieel beschikt, gevolgd door Slaapcomfort en Soepelschuim Aan de andere kant blijken onze twee Automobiel business lines niet dezelfde vooruitzichten te bieden, zij zijn dan ook ingedeeld als nietkernactiviteiten.

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 20 RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 21

HOOG

Gesegmenteerde strategie en strategische standpunten SLAAPCOMFORT SOEPELSCHUIM Geschat Recticel marktaandeel in Europa

Op basis van de strategische interne en externe positionering van de verschillende business lines heeft het management van de Groep specifieke strategische maatregelen opgesteld om onze globale ondernemingsdoelstellingen op een evenwichtige wijze te realiseren. Sommige van deze maatregelen zijn gemeenschappelijk voor alle business lines, terwijl andere integendeel zeer specifiek voor een bepaalde business line bedoeld zijn. Vanuit de specifieke marktpositionering en de sterke en zwakke punten van iedere activiteit zijn strategieën op maat ontwikkeld voor iedere individuele business line. Deze verschillende segmentstrategieën kunnen worden samengevat als volgt: PROSEAT INTERIORS

Isolatie Autonome groei door geografische expansie, innovatie en de introductie van nieuwe
producten, modules en distributiekanalen, en waar mogelijk versnelling van de groei door
overnames.
Slaapcomfort Voorrang voor de ontwikkeling van merkproducten, ondersteund door (i) een sterke
marketingstrategie, (ii) onderscheidende productinnovatie, (iii) een online verkoopkanaal,
(iv) geografische expansie en (v) een geoptimaliseerd netwerk van zeer efficiënte
productiefaciliteiten, waarbij Europa de kernmarkt blijft.
Soepelschuim Winstgevendheid versterken door (i) selectieve groei-initiatieven op basis van nieuwe
producten (ii) verdere geografische expansie in de divisie Technische Schuimen, vooral in
Noord-Amerika, Azië en Noord-Afrika, (iii) de rationalisering en modernisering van onze
industriële infrastructuur, en (iv) commerciële en operationele uitmuntendheid.
Automobiel Optimaal gebruikmaken van de bestaande productiecapaciteit en introductie van
innovatieve producten. Geleidelijke uitstap uit onze Seating-activiteit, geëxploiteerd via de
nieuwe joint venture Proseat (75/25 Sekisui/Recticel).

Geschatte omvang van de relevante markt in Europa Geschat Recticel marktaandeel in Europa I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.4. II.2. II.3.

I.1.

Ondersteunende strategieën

Om echt succes te boeken, moeten de strategieën van onze segmentstrategieën worden ondersteund en aangestuurd door zes actiepijlers:

1. Duurzame innovatie

Wij versterken ons vakmanschap door onze kennis in het hele bedrijf te delen. Dat creëert krachtige intellectuele synergieën, in het bijzonder voor marktgedreven innovatie. Om met succes te kunnen inspelen op toekomstige kansen, is onze afdeling Onderzoek & Ontwikkeling georganiseerd om het 'lokeffect' van de business lines te verhogen. Daarnaast worden onze innovatieinspanningen ondersteund door de verbeterde en flexibele benadering van het gebruik van middelen.

2. Internationale expansie

Hoewel we reeds sterke posities bekleden op de Europese markten, blijven we verdere groei nastreven door internationale expansie, zowel binnen als buiten Europa.

3. Vereenvoudiging

De afgelopen jaren hebben wij een diepgaand vereenvoudigingsproces doorgevoerd in onze hele organisatie, wat de operationele efficiency heeft verhoogd en de vaste kosten heeft verlaagd.

In dat kader heeft de Groep de laatste acht jaar een grootschalig programma voor de herstructurering van onze industriële voetafdruk uitgevoerd. Er zijn 34 fabrieken gesloten en 5 verkocht, maar er zijn ook 12 nieuwe faciliteiten geopend of overgenomen, vooral buiten Europa. Tegelijkertijd is het personeelsbestand verlaagd met circa 1.411 werknemers, en is het aantal joint ventures verminderd van 22 tot 13 entiteiten. In dezelfde context werd ook gesnoeid in het aantal dochterondernemingen, van 119 rechtspersonen naar 81. De komende jaren zullen verdere rationaliseringskansen worden benut.

Naast een verkleinde industriële voetafdruk, worden er ook synergieën gerealiseerd via een sterkere centralisering, standaardisering en optimalisering van gezamenlijke processen en administratieve taken.

Er zijn verschillende innovaties geïntroduceerd met een aanzienlijke impact:

Onze business line Isolatie heeft verschillende nieuwe oplossingen geïntroduceerd, waaronder een performanter product met een extreem concurrerende isolatiefactor (lambda) van 0,019 W/mK. Deze PIR-panelen, die op de markt worden gebracht onder de merknaam

Xentro® , bieden dankzij de verbeterde chemische eigenschappen een 13% hogere thermische isolatie, wat energiebesparingen oplevert.

Onze business line Slaapcomfort heeft de nieuwe GELTEX® 2.0 generatie geïntroduceerd, die een verbeterde combinatie van optimale drukverdeling, ideale ondersteuning en maximale luchtdoorlaatbaarheid/ klimaatbeheersing biedt. Meer specifiek voegt de nieuwe GELTEX® 2.0 performantie alsook verbeterde duurzaamheid toe door

het gebruik van polyolen op basis van CO2. Deze belangrijke innovatie-inspanning bezorgt Recticel een technologische voorsprong op de markt.

Onze business line Soepelschuim introduceert geregeld nieuwe generaties van akoestisch schuim, wat leidt tot nieuwe contracten in het toepassingsgebied Technische Schuimen. Ook zijn er nieuwe producten en oplossingen ontwikkeld en op de markt gebracht voor akoestische isolatie voor de bouwsector. Voor externe slaapcomfortklanten hebben

we een nieuw comfortschuim ontwikkeld, angelpearl® .

Onze business line Automobiel bracht (prototypes van) de nieuwe Colo-Sense® X-Lite op de markt, een verbeterde versie van de Colo-Sense® Lite hoogperformante bekleding voor auto-interieuronderdelen. Colo-Sense® X-Lite zorgt voor een verdere verlaging van het gewicht en verhoging van de verpakkingsefficiëntie, wat inspeelt op de constante zoektocht van OEM's naar lichtere producten.

4. Duurzaamheid

Nog veel sterker dan vroeger al het geval was, zullen wij duurzaamheid centraal stellen bij de toekomstige denkoefeningen en acties van de Groep. Het is onze ambitie om te helpen nieuwe oplossingen aan te reiken die beantwoorden aan de duurzaamheidsuitdagingen van onze planeet. Bij alle nieuwe investeringen, zowel voor bestaande producten als voor nieuwe innovatieve projecten, wordt rekening gehouden met de duurzaamheid, om ons concurrentievoordeel te versterken en steeds meer waarde te creëren voor onze stakeholders.

5. Digitalisering

De snelle en ontwrichtende technologische vooruitgang en ontwikkeling van robotica, artificiële intelligentie, internet of things en 3D-printing heeft een explosie van nieuwe bedreigingen gecreëerd, maar ook nieuwe kansen. Industrieën worden, en zullen nog lang, diepgaand getransformeerd worden door de digitalisering. Recticel omarmt digitalisering om nieuwe groeimogelijkheden aan te grijpen en zodoende een succesvol en duurzaam bedrijf te worden.

Met dit in gedachten, heeft het directiecomité een digitale visie ontwikkeld ter ondersteuning van de algemene strategische doelstellingen van het bedrijf, en daardoor wordt digitalisering als een belangrijke driver voor innovatie gepositioneerd. Digitale technologieën zullen Recticel in staat stellen om een belangrijke stap te zetten in haar waardecreatie en differentiatie, m.n. in de volgende drie gebieden:

  • Smart Manufacturing & Digital Operations: verder versnelling in het gebruik van digitalisatie in het productieapparataat en operaties met als doel om onze operationele efficiëntie te optimaliseren. Hierbij zal de aandacht vooral gericht zijn op (i) arbeidsefficiëntie, (ii) materiaalefficiëntie, (iii) productiestromen en (iv) interne logistiek.
  • Digitale supply chain en klantervaring: Waarde halen uit bestaande en nieuwe gegevensbronnen via naadloze interfaces en big data benadering om klantervaring te versnellen en verder te stroomlijnen met als doel de verdere verbetering van de transactie-efficiëntie.
  • Nieuwe digitale bedrijfsmodellen: verhogen van

onze customer intimacy door een beter begrip van en het anticiperen op de klant en klantbehoeften, alsook het aanbieden van onderscheidende waardeproposities in een wijzigende markt.

Op al deze gebieden werden digitale kansen aangestipt en geprioriteerd op basis van hun potentieel voor de divisies en functies.

De hernoemde informatie en digitalisering Technologie-afdeling (IDT) zal fungeren als expertisecentrum en zal in nauwe samenwerking met de operaties een digitale routekaart aanleveren waarbij de hele organisatie zal betrokken zijn.

Innoveren om waarde te creëren is één van de vijf kernwaarden, de basis van onze bedrijfscultuur. We omarmen verandering om dingen beter te maken en om betere dingen te maken. Onze digitale visie weerspiegelt deze denkwijze om voortdurend de status quo in vraag te stellen. Door samenwerking en voort te bouwen op ieders talenten en vaardigheden, we zijn ervan overtuigd dat we onze digitale routekaart met succes zullen implementeren en onze doelstellingen zullen bereiken.

6. Personeelsorganisatie en talenten

Bij Recticel gaan we ervan uit dat de bovenstaande strategische actiepijlers alleen succes kunnen boeken als ze worden ondersteund door een solide organisatie voor human resources. Onze mensen zijn de sleutelfactoren van onze transformatie. Dankzij hun inzicht in onze omgeving kunnen we vooruitlopen op en beantwoorden aan de behoeften van de klanten. Wij streven er dan ook naar die talenten te erkennen, we ontwikkelen ze waar mogelijk, en we helpen ze om zich te ontplooien door een ruime waaier van opleidingsen ontwikkelingsprogramma's aan te bieden.

Onze financiële doelstellingen

Tijdens het hele transformatieproces, dat we in 2010 zijn gestart, zijn we de lat voor onze financiële prestaties steeds hoger blijven leggen.

Wat onze financiële doelstellingen betreft, streven wij de volgende doelstellingen na op middellange termijn:

  • 10% aangepaste Aangepaste EBITDAmarge op de omzet realiseren (op gecombineerde basis)*
  • een ROCE (EBIT/gemiddeld aangewend kapitaal) genereren van minstens 15%*
  • de gecombineerde schuldgraad (netto financiële schuld/eigen vermogen) onder 50% houden*
  • zorgen voor een groei van twee cijfers van de nettowinst en de dividenden
  • * Voor impact van IFRS 16

"IN 2018 HEEFT RECTICEL VERDERE VOORUITGANG GEBOEKT. ONZE SOLIDE FINANCIËLE RESULTATEN EFFENEN HET PAD OM ONZE DOELSTELLINGEN OP MIDDELLANGE TERMIJN ONVERKORT TE KUNNEN REALISEREN. OP DIE BASIS KUNNEN WIJ DE AANDEELHOUDERSVERGADERING VOORSTELLEN OM ONS DIVIDEND MET MEER DAN 9% OP TE TREKKEN".

I.1.

Gelet op zijn ervaring, expertise en passie voor polyurethaan is Recticel vastbesloten om nieuwe en doelmatige oplossingen te ontwikkelen.

Polyurethaan is een extreem veelzijdig materiaal, vervaardigd van polyolen en isocyanaten, die beide derivaten van ruwe aardolie zijn. Polyurethaanchemie vormt de kern van de business lines van onze Groep. —

Dankzij de pioniersgeest en de passie voor comfort van Recticel ontwikkelen wij al zeventig jaar lang innovatieve toepassingen en oplossingen die de grenzen van polyurethaantechnologie steeds verder verleggen. Wij innoveren om ervoor te zorgen dat we kunnen beantwoorden aan de verwachtingen van onze klanten. Wij zijn dan ook voortdurend actief op zoek naar nieuwe en betere oplossingen voor morgen. Op die manier kunnen wij aangepaste oplossingen aanreiken voor uiteenlopende toepassingen en uitdagingen. —

Hoewel ze alle onmiskenbaar nauw verbonden zijn met de polyurethaantechnologie, zijn onze activiteiten fundamenteel opgesplitst in vier aparte business lines, die zeer specifieke markten bedienen en elkaar (vrijwel) niet overlappen. —

Ondanks de duidelijke geografische spreiding van onze activiteiten blijft onze Groep in eerste instantie een Europese speler. Zo'n 90% van de totale omzet van onze Groep wordt dan ook in Europa gerealiseerd.

Gecombineerde omzet per segment

Soepelschuim

Isolatie

Gecombineerde omzet 2018 (voor intragroep transacties)

Onze nieuwe fabriek in Finland

is een mooi opstapje naar de veelbelovende Scandinavische en Baltische markten

VIP vacuum insulation panels vervolledigen onze isolatieproducten

Onze focus is de

Europese

isolatiemarkt

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 28 RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 29

II.6.1. Isolatie

Geschikt voor vrijwel alle uitdagingen inzake professionele isolatie

4 grote ultramoderne productievestigingen, aangevuld met 2 verwerkingsinstallaties

Wat wij doen

Recticel Insulation is een betrouwbare en ervaren isolatiepartner, die hoogperformante isolatieoplossingen biedt voor woningen en andere gebouwen, om te beantwoorden aan de vraag van de gebruikers naar comfort en hogere energieefficiëntie.

Energie besparen en de CO2-afdruk verlagen, vooral in de woningsector, is een van de belangrijkste doelstellingen van onze isolatieactiviteit. Aangedreven door een bedrijfscultuur van innovatie, technische vaardigheden en inzicht, richten wij ons op de verhoging van de kwaliteitsstandaard van onze producten voor thermische isolatie. Onze business line Isolatie legt zich voor de bouwsector toe op de productie en verkoop van hoogperformante en duurzame thermische isolatiepanelen in hard polyurethaan met gesloten celstructuur (PU/PUR) en polyisocyanuraatschuim (PIR).

Tegenwoordig vormen deze panelen, die uitgebreid zijn getest bij de ontwikkeling en voor de introductie met het oog op een uitmuntende productkwaliteit, het beste isolatiemateriaal tegen koude en hitte dat op industriële schaal kan worden ingezet.

Ons assortiment van thermische isolatiepanelen bestrijkt een ruime waaier van toepassingen in alle onderdelen van de bouwsector. Wij bieden oplossingen voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. Productmatig hebben wij oplossingen voor de thermische isolatie van wanden, vlakke en hellende daken, en vloeren, voor woningen en commerciële, industriële, openbare, logistieke en agrarische gebouwen.

I.1. Om de concurrentie voor te blijven, streven wij ernaar de thermische isolatieprestaties van onze producten voortdurend te verbeteren, en daarbij de hoeveelheid vereiste basismaterialen terug te dringen. Onze producten beschikken over het potentieel om het energieverbruik en de CO2 -uitstoot aanzienlijk te verminderen.

Eind 2016 hebben wij ook Vacuum Insulation Panels (VIP's) aan ons productassortiment toegevoegd voor nichetoepassingen. In dat kader hebben we in 2018 de eerste ultrahoogperformante ingekapselde VIPisolatie geïntroduceerd – onder de merknaam Deck-VQ® - voor gebruik bij vlakke daken en terrassen. Deze hoogperformante Deck-VQ®-producten onderscheiden zich door een zeer lage lambda van 0,006 en zij bieden vandaag dan ook de beste thermische prestaties van de markt.

Onze klanten zijn voornamelijk aannemers, bouwpromotoren en groothandelaars van bouwmaterialen. Ter ondersteuning van ons commercieel beleid worden er ook sales- en marketinginspanningen gefocust op architecten en de eindconsument.

De divisie Isolatie van Recticel werkt vanuit 4 grote, geavanceerde productievestigingen in Wevelgem (België), Bourges (Frankrijk), Mäntsälä (Finland) en Stoke-on-Trent (Verenigd Koninkrijk), met lokale verkoopkantoren in Duitsland, Polen en Nederland. Daarnaast beheert de divisie ook twee kleinere activiteiten voor gebonden schuim in Frankrijk en bezit zij een belang van 75% in de Sloveense joint venture Turvac, die actief is in vacuümisolatiepanelen.

De nieuwe fabriek in Mäntsälä (Finland) is in oktober 2018 volledig operationeel geworden.

Isolatie is de kleinste business line van de Groep wat industriële voetafdruk en personeelsbestand betreft. Hoewel hij momenteel slechts 18,1% van de totale gecombineerde omzet voor zijn rekening neemt, levert deze business line wel de grootste bijdrage aan de bedrijfsresultaten en biedt hij het hoogste toekomstige groeipotentieel.

Ondersteunende marktfactoren

Mede door de steeds strengere isolatienormen verovert polyurethaanisolatie marktaandeel op de meer traditionele isolatiematerialen, zoals minerale wol (glaswol, rotswol) en polystyreen (EPS, XPS). Polyurethaanoplossingen voor thermische isolatie worden vandaag beschouwd als de best presterende isolatiematerialen voor gebruik op industriële schaal. Deze benijdenswaardige positie wordt nog versterkt door de Europese wetgeving betreffende de vereisten inzake energieprestaties en energieefficiëntie, zoals de richtlijn inzake de energieprestatie van gebouwen 2010/31/EU (EPBD) en de Europese energierichtlijn (2012/27/EU) (EED).

Naast externe factoren profiteert onze Isolatie-activiteit ook van zijn lean and mean productie-infrastructuur, die concurrentievoordelen op kostengebied oplevert.

Tot slot verwachten wij, mede dankzij consequente Onderzoek en Ontwikkeling-inspanningen, een hoog ontwikkelingspotentieel door de introductie van nieuwe innovatieve producten en oplossingen en door verdere geografische expansie.

Building insulation 100%

Industriële Isolatie

Bouwisolatie 93,2%

6,8%

Gecombineerde omzet Isolatie

I.1.

I.2.

I.6.

I.5.

I.8.

II.1.

II.2.

II.4.

II.3.

I.7.

I.4.

I.3.

Aantrekkelijkheid van de markt

De groei van isolatieoplossingen op de nieuwbouwmarkt blijft steun vinden in de EU-richtlijnen en de strengere regelgeving. Daarnaast wordt de groei op de renovatiemarkt ook aangedreven door het subsidiebeleid in een aantal lidstaten.

De sector van de thermische isolatiematerialen wordt niet alleen door wetgevende initiatieven gestimuleerd, maar ook door het toenemende besef bij de klanten van wereldwijde megatrends rond milieubescherming, duurzaamheid en energiebesparing. Deze aandacht en initiatieven zullen de komende tijd naar alle waarschijnlijkheid worden doorgetrokken.

Het marktpotentieel van thermische isolatieproducten wordt het best geïllustreerd door het feit dat het wereldwijde energieverbruik voor circa 22% kan worden toegeschreven aan de verwarming en koeling van gebouwen. In Europa zijn gebouwen goed voor 40% van het totale energieverbruik.

Niet alleen is de sector van de bouwisolatie in het algemeen aantrekkelijk, maar door zijn extreem hoogperformante eigenschappen is PU-hardschuim beter gepositioneerd dan traditionele alternatieven.

Concurrentiepositie

Recticel staat op de markt bekend om zijn uitgebreide assortiment van kwaliteitsproducten, en om zijn professionele en efficiënte klantenservice.

Ondanks de recente expansie in het zuiden van Finland is onze industriële voetafdruk nog steeds relatief beperkt als we het aantal vestigingen in beschouwing nemen. Recticel blijft dan ook een bijzonder kostenefficiënte operator.

Eind 2016 hebben we ook vacuümisolatiepanelen (VIP's) in onze portefeuille opgenomen. Deze veelbelovende nieuwe technologie wordt beschouwd als de efficiëntste oplossing voor bouwisolatie. Door hun productkenmerken en hoge kostprijs blijven VIP's echter een complementaire technologie die nuttig is voor specifieke of veeleisende situaties of nicheprojecten.

Strategie

In de toekomst zal onze specifieke strategie voor de business line zich blijven toeleggen op de Europese markten voor bouwisolatie. Hoewel we verwachten dat onze bestaande kansen verdere autonome groei zullen genereren, streven we ook naar een sneller tempo van die groei, door nieuwe investeringen in capaciteit en, waar mogelijk, door externe overnames. Aangezien innovatie bepalend zal blijven voor de toekomst van ons segment Isolatie, blijven ook de introductie van nieuwe producten en de diversificatie van de distributiekanalen belangrijke prioriteiten.

in miljoen EUR
GECOMBINEERDE KERNCIJFERS ISOLATIE 2016 2017 2018
Omzet(1) 234,1 272,3 271,2
Omzetgroei (%) 2,1% 16,3% -0,4%
Aangepaste EBITDA 33,1 40,3 44,7
Aangepaste EBITDA-marge (als % van de omzet) 14,1% 14,8% 16,5%
EBITDA 32,9 40,1 44,7
EBITDA-marge (als % van de omzet) 14,0% 14,7% 16,5%
Aangepaste EBIT 26,8 33,7 38,1
Aangepaste EBIT-marge (als % van de omzet) 11,4% 12,4% 14,1%
EBIT 26,6 33,5 38,1
EBIT-marge (als % van de omzet) 11,4% 12,3% 14,1%

(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties

II.6.2. Slaapcomfort

Wij zijn gepassioneerd door slaapcomfort - nacht na nacht.

Sterke lokale merken in slaapcomfort

met een lokaal verhaal

Wat wij doen

Onze business line Slaapcomfort ontwikkelt, produceert en verkoopt afgewerkte matrassen, lattenbodems en bedbodems, die wij op de markt brengen via een ruim scala van externe distributiekanalen. Wij zijn gepassioneerd door slaapcomfort en wij hebben een duidelijke en aparte focus op de eindgebruiker. In dat verband bieden wij een uitgebreid assortiment aan van producten die bouwen op sterke (nationale) merken – in eigen bezit of onder licentie. Onze merkenportefeuille omvat talrijke merken met een uitstekende reputatie in de sector. Sommige daarvan worden ook ondersteund door innovatieve 'ingredient brands', zoals GELTEX® inside. Om onze productie-infrastructuur verder te optimaliseren, bieden we bovendien ook huismerken aan.

Hoewel ons aanbod een ruime waaier van consumenten aanspreekt, verkopen wij niet rechtstreeks aan particuliere klanten: wij verkopen onze producten via een netwerk van externe distributiekanalen. Wij hebben een ruim en uiteenlopend klantenbestand, dat varieert van onafhankelijke bed- en meubelspecialisten met 1 tot 30 winkels via warenhuisketens, postorder- en e-commercebedrijven en leden van overwegend nationale aankoopgroepen tot internationale winkelketens met meer dan 1.000 winkels.

Momenteel telt onze divisie Slaapcomfort 11 hoofdproductievestigingen in Oostenrijk (1), België (2), Duitsland (2), Nederland (1), Polen (1), Roemenië (1), Zweden (1) en Zwitserland (2).

Ons segment Slaapcomfort is goed voor 16,2% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.

Ondersteunende marktfactoren

in miljoen EUR 0 100 200 300 2016 2017 2018 293 272 Matrassen, lattenbodems en boxsprings zijn typisch traag verkopende consumptiegoederen. Het is dan ook niet meer dan logisch dat slaapcomfortproducten pas kunnen rekenen op een hoge belangstelling bij de klanten wanneer die een matras of bed moeten kopen of vervangen. In dit soort situaties worden de consumenten steeds gevoeliger voor vragen zoals functioneel slaapcomfort en de waargenomen voordelen van de diverse slaapcomforttechnologieën. Voor functioneel comfort blijkt uit consumentenonderzoek dat lichaamsondersteuning, drukverdeling en klimaatcomfort, d.w.z. ademend vermogen en vochtafvoer, de belangrijkste aankoopcriteria zijn. In het midden- en luxemarktsegment komen daar bovenop factoren als duurzaamheid en antiallergische en antibacteriële eigenschappen. Vooral de oudere bevolking in Europa is zeer gevoelig voor deze argumenten.

Overige 17,9% Bedbodems 8,5% Mattrassen Box springs 8,9% Om wegwijs te raken in het diverse en soms onduidelijke assortiment van beschikbare slaapcomfortproducten, die slechts in beperkte mate kunnen worden getest, laten klanten zich voor hun keuze voornamelijk leiden door de communicatie over het product en het advies van de verkoper. Daarnaast zijn het productimago en het vertrouwen van de consument in het merk even belangrijk om de klant van een aankoop te overtuigen.

Onze business line Slaapcomfort profiteert optimaal van deze structurele ondersteunende marktfactoren. Onze expertise op materiaalgebied (schuim, veren, latex…) en onze sterke merken zijn van doorslaggevend belang om in te spelen op de kansen van deze van nature volgroeide Europese markten.

300 293 Aantrekkelijkheid van de markt

in miljoen EUR0 100 200 2016 2017 2018 Globaal genomen wordt de Europese markt voor slaapcomfort voornamelijk bepaald door de demografische ontwikkeling en de toenemende behoefte aan een beter, frisser, gezonder en esthetisch slaapcomfort. Deze trends

Overige 17,9%

Bedbodems

Box springs 8,9% zorgen er niet alleen voor dat consumenten hun slaapcomfortoplossingen vaker vervangen, maar dat ze er ook meer geld aan uitgeven.

Hoogwaardige merkartikelen vertegenwoordigen het luxemarktsegment, terwijl het marktaandeel van het huismerkensegment toeneemt.

Polyurethaan 30,5%

Niet-Merken/

35,5%

Niet-Merken/ Private Labels 35,5%

Polyurethaan 30,5%

Overige 2,6%

Overige 2,6%

Veren 31,4%

Latex 2,8%

Overige hybriden 35,3%

Veren 31,4%

Merken 61,9%

Overige hybriden 35,3%

Latex 2,8%

Merken 61,9%

Gecombineerde omzet Slaapcomfort

2018 gecombineerde omzet Slaapcomfort

64,7%

Niet-Merken/ Private Labels 35,5%

Overige 2,6%

Merken 61,9%

244

244

64,7%

272

8,5% Mattrassen

I.1.

I.2.

I.6.

I.5.

I.8.

II.1.

II.2.

II.4.

II.3.

I.7.

I.4.

I.3.

Concurrentiepositie

De keuze van het juiste slaapcomfort blijft een zeer persoonlijke en subjectieve zaak. Eén matras die bij iedereen past, bestaat niet. De keuze voor een bepaalde aankoop wordt bepaald door persoonlijke slaapgewoonten, individuele eisen en extra's, specifieke slaapcomforttechnologie en materiaalkwaliteit. De beste matras is dan ook degene die elke unieke klant het beste (persoonlijke) comfort biedt met een goede prijs-kwaliteitverhouding.

De laatste decennia hebben matrassen van polyurethaanschuim heel wat marktaandeel veroverd op traditionele technologieën zoals veren of latex. Door zijn eigenschappen is schuim geschikt voor een uitgebreid en divers productassortiment, ook voor hybride technologieën. De nauwe koppeling met onze Soepelschuim-activiteit levert onze business line Slaapcomfort duidelijk waardevolle synergieën op die onze concurrentiepositie versterken. Door het nauwe verband tussen deze twee segmenten kunnen wij snel innovaties en nieuwe producten introduceren op een concurrerende en nog steeds gefragmenteerde markt.

Naast onze technologische expertise en geregelde nieuwe productintroducties zorgt ook onze sterke merkenportefeuille ervoor dat wij onze concurrentiepositie op de Europese markten kunnen versterken. We zijn vooral goed gepositioneerd in vijf Europese landen, waar we concurreren met voornamelijk nationale merken. Met onze portefeuille van sterke lokale merken met lokale verhalen, die elk een unieke waardepropositie bieden, willen wij de klanten een meer comfortabel, esthetisch, modieus en modern slaapcomfort aanreiken.

Strategie

Momenteel berust de strategie van onze Slaapcomfortdivisie voornamelijk op autonome groei. Externe groeikansen zijn niet uitgesloten, maar zij vormen op dit moment geen prioriteit. In het kader van de huidige strategie focussen wij op sterke lokale merken van hoge kwaliteit, aangevuld door 'ingredient brands' zoals Geltex® en Bultex®. De hele business line wordt daarnaast ondersteund door een aparte productinnovatie. Gelet op onze voortdurende zoektocht naar verbetering van ons kostenconcurrentievermogen willen we onze productie-infrastructuur verder rationaliseren en optimaliseren.

in miljoen EUR
COMBINED KEY FIGURES SLAAPCOMFORT 2016 2017 2018
Omzet (1) 292,9 272,1 243,8
Omzetgroei (%) -0,5% -7,1% -10,4%
Aangepaste EBITDA 15,7 15,1 6,8
Aangepaste EBITDA-marge (als % van de omzet) 5,4% 5,6% 2,8%
EBITDA 12,1 14,3 2,0
EBITDA-marge (als % van de omzet) 4,1% 5,3% 0,8%
Aangepaste EBIT 10,4 10,5 2,3
Aangepaste EBIT-marge (als % van de omzet) 3,6% 3,9% 1,0%
EBIT 5,8 9,6 -2,1
EBIT-marge (als % van de omzet) 2,0% 3,5% -0,8%

(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties

Wij bieden onze klanten superieure oplossingen voor hun praktische comfortbehoeften

II.6.3. Soepelschuim

II.6.3. Soepelschuim

Zeven cruciale productkenmerken – eindeloze mogelijkheden.

Polyurethaanschuim kan bogen op een inherent eindeloze veelzijdigheid. Deze veelzijdigheid ligt aan de basis van het succes van PU-schuim, dat in vrijwel elke sector een pasklaar antwoord kan bieden, omdat het kan worden aangepast aan vrijwel iedere toepassing.

We blijven onophoudelijk innoveren om ons productassortiment optimaal af te stemmen op nieuwe behoeften en ideeën. Concreet bieden wij duurzame oplossingen voor uiteenlopende behoeften van klanten in verschillende domeinen, zoals geluid dempen, dichten, filteren, dragen, beschermen, ondersteunen en comfort bieden. Onze uitgebreide portefeuille van oplossingen biedt praktische antwoorden voor de diverse functionaliteiten die worden gevraagd op de verschillende markten.

ZEVEN CRUCIALE PRODUCTKENMERKEN – EINDELOZE MOGELIJKHEDEN.

in miljoen EUR 200 500 300 700 600 400 100 Onze business line Soepelschuim wordt in de eerste plaats aangedreven door het aanbieden van het juiste materiaal op basis van de juiste technologie, om waarde toe te voegen aan de producten van onze klanten. Daartoe bieden we hoofdzakelijk halfafgewerkte producten en componenten in zacht polyurethaanschuim voor b2b-markten. Wij vervaardigen producten op maat die door het gebruik van verschillende technologieën over andere eigenschappen beschikken of zich anders gedragen. Wanneer er nieuwe eisen en ideeën ontstaan, reiken we ook nieuwe oplossingen aan.

Wij organiseren onze schuimactiviteiten rond twee polen.

De divisie Technische Schuimen, die schuimspecialiteiten met hogere toegevoegde waarde biedt voor kleinere nichemarkten. Technisch schuim wordt gebruikt in een brede waaier van toepassingen, zoals sponzen, schuursponzen, filters, verfrollen, dichtingen, verpakking, schokdempers en akoestische isolatie.

500 700 600 607 626 621 De meer op basisconsumptie gerichte divisie Comfortschuim focust met zijn volumineuze schuimproducten hoofdzakelijk op de meubilairen bekledingsindustrie. Comfortschuim wordt in die context vooral gebruikt als aanvullend vulmateriaal voor meubels en bedartikelen.

400

in miljoen EUR0 200 300 100 2016 2017 2018 Onze Soepelschuim-divisie telt vandaag 11 schuimfabrieken en 24 conversiefabrieken verspreid over de EMEA-regio, Azië-Pacific en Noord-Amerika. De Soepelschuim-activiteiten in Centraal- en Oost-Europa worden beheerd via een joint venture met Eurofoam (50/50 met het Oostenrijkse Greiner). In Italië worden de activiteiten uitgevoerd via een joint venture met Orsafoam (33/67 met de Italiaanse Orsa Group).

Technische Schuimen 42,6% Historisch gezien is onze business line Soepelschuim altijd de grootste geweest. Momenteel is ze goed voor 41,4% van de totale gecombineerde omzet van de Groep.

in miljoen EUR 200 500 300 700 600 400 607 626 621 607 626 621

0

2016 2017 2018

100

0

2018 gecombineerde omzet Soepelschuim EUR 621,5 miljoen

2016 2017 2018

Recticel 64,8% Recticel 64,8%

Comfort 57,4%

Joint Ventures 35,2%

Joint Ventures 35,2%

Comfort 57,4%

Gecombineerde omzet Soepelschuim

Ondersteunende marktfactoren

Door zijn brede waaier van eigenschappen kan polyurethaan worden gebruikt in uiteenlopende toepassingen (akoestische isolatie, trillingsdemping, schokdemping, antistatisch enz.) en voor verschillende doelmarkten. Onze belangrijkste markten zijn transport, industrie, meubilair en bekleding, medische toepassingen, gebouwen en sportinfrastructuur, en consumptiegoederen.

Al deze markten worden in grote mate aangestuurd door de steeds hogere comfortverwachtingen. Bijvoorbeeld:

Transport: Voertuigfabrikanten zijn tegenwoordig voortdurend op zoek naar nieuwe milieuvriendelijke productie- en assemblagemethoden en lichtgewicht materialen die het brandstofverbruik en de uitstoot verminderen. Hogere motortemperaturen en -druk stellen extra eisen aan geluiddempings-, afdichtingsen filteronderdelen. Er zijn superieure geluiddempende materialen nodig om het comfort van het auto-interieur te verbeteren, en zo bij te dragen tot het algemene welzijn en de rijveiligheid. Snel evoluerende uitdagingen zijn dan ook een typisch kenmerk van de transportsector.

• Industrie: Geluid en trilling vormen een probleem waar vrijwel alle industriële sectoren mee worden geconfronteerd, en de fabrikanten moeten dan ook gebruikmaken van geluiddempingsoplossingen om werknemers te beschermen en te voldoen aan de steeds strengere wetgeving. Bij Recticel werken we nauw samen met producenten en leveranciers in de hele industriële wereld om oplossingen aan te reiken voor deze uitdagingen. Om zo efficiënt mogelijk te zijn, moeten industriële apparaten effectief worden gedicht zodat ze geen lucht, gas, water of vloeistoffen doorlaten. Filteroplossingen beschermen machines en garanderen de kwaliteit van de industriële output, en verpakkingsmaterialen beschermen eindproducten.

  • • Meubilair en bekleding: consumenten zijn zich steeds sterker bewust van hun slaapkwaliteit en hun algemeen persoonlijk welzijn. Zij beschouwen hun huis als een toevluchtsoord en stellen hogere eisen aan hun zitcomfort en aan matrassen om hun slaapervaring te verbeteren. Als fabrikant moeten wij nieuwe eigenschappen en mogelijkheden aanbieden om de concurrentie voor te blijven. Ons productassortiment bevat zowel standaardschuim als schuimspecialiteiten met aangepaste eigenschappen.
  • • Medische toepassingen: Het is bekend dat er in de medische sector steeds hogere eisen worden gesteld aan comfort, hygiëne en kostenefficiëntie. Ziekenhuizen staan door de vergrijzing onder grotere druk en betere oplossingen voor thuiszorg kunnen helpen om middelen te besparen en tegelijkertijd de levenskwaliteit te verbeteren. Veilige en betrouwbare apparatuur is overal nodig waar er patiënten worden behandeld. Ons schuim wordt gebruikt in tal van medische toepassingen: van matrassen en rolstoelkussens tot tracheotomiefilters.
  • • Gebouwen en sportinfrastructuur: Recreatievoorzieningen en speeltuinen kunnen gevaarlijk zijn. Om het risico van letsels te beperken, kan schuim de gebruikers beschermen en de sportprestaties verbeteren. Wij bieden uiteenlopende duurzame oplossingen in polyurethaanschuim voor bescherming, veiligheid, isolatie, comfort en zelfs hogere prestaties.
  • • Consumptiegoederen: Globaal genomen eist de consument van vandaag een steeds gevarieerder en persoonlijker aanbod, kostenefficiëntie en gebruiksvriendelijke producten. Om hieraan tegemoet te komen, moeten de fabrikanten voortdurend nieuwe oplossingen en producten ontwikkelen. Voor onze sector betekent dat het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe gebruikstoepassingen voor schuim, of het aanbieden van nieuwe kleuren, vormen en texturen, naast nog tal van andere nuttige eigenschappen voor schoonmaakof persoonlijke-verzorgingsproducten. Voorbeelden van onze uitgebreide portefeuille omvatten oplossingen die handig zijn voor uiteenlopende toepassingen: schuursponzen, schoonmaaksponzen, polijstsponzen voor auto's of schoenen, cosmeticasponsjes, kleding, schoeisel en beschermende accessoires enz.

Concurrentiepositie

In Europa bekleedt Recticel met zijn brede industriële netwerk een toonaangevende positie op de soepelschuimmarkt. Dankzij onze robuuste Onderzoek en Ontwikkelingcapaciteiten kunnen wij sterke posities innemen op bestaande markten en nieuwe nicheafzetmarkten ontwikkelen. Buiten Europa daarentegen bekleden wij relatief bescheiden posities, die vooral gericht zijn op nichemarkten voor technische schuimen.

Onze brede geografische aanwezigheid en gevestigde industriële voetafdruk zijn essentieel voor onze concurrentiepositie en verschaffen ons toegang tot concurrerende grondstoffenprijzen. Wat de prioriteiten betreft, verschilt onze divisie Comfort door de focus op optimaal activabeheer en kostenprestaties, terwijl onze divisie Technische Schuimen meer berust op innovatie en productdifferentiatie.

Strategie

Een belangrijke strategische pijler van onze Soepelschuim-activiteiten is de rationalisering en modernisering van onze industriële infrastructuur. We willen niet alleen een kostenefficiënte producent worden, maar we ontwikkelen en introduceren ook nieuwe op groei gerichte producten en oplossingen en streven voor ons segment Technische Schuimen naar geografische expansie, vooral buiten Europa.

Innovatie en efficiëntie-initiatieven hebben gezorgd voor een afname van ons grondstoffenverbruik, en moeten ook aangevuld worden met de keuze voor duurzamere grondstoffen. In een partnership met Covestro, voorheen Bayer MaterialScience, is Recticel wereldwijd het eerste bedrijf dat een op CO2 gebaseerde polyol gebruikt in zijn productieprocessen voor soepelschuim, voor producten zoals matrassen. Dat helpt bij het behoud van de natuurlijke hulpbronnen en bestrijdt de klimaatverandering.

Dankzij deze nieuwe technologie kan CO2 worden gebruikt voor de gedeeltelijke vervanging van aardolie bij het produceren van PU-soepelschuim, zoals het KAPUA® matrasschuim. Bij de vervaardiging van het KAPUA® schuim wordt minstens een zevende van het aardoliegehalte vervangen door op CO2 gebaseerde chemicaliën.

in miljoen EUR
GECOMBINEERDE KERNCIJFERS SOEPELSCHUIM 2016 2017 2018
Omzet (1) 607,2 626,1 621,5
Omzetgroei (%) 0,8% 3,1% -0,7%
Aangepaste EBITDA 46,3 40,6 41,5
Aangepaste EBITDA-marge (als % van de omzet) 7,6% 6,5% 6,7%
EBITDA 39,6 30,6 33,0
EBITDA-marge (als % van de omzet) 6,5% 4,9% 5,3%
Aangepaste EBIT 33,8 27,9 28,9
Aangepaste EBIT-marge (als % van de omzet) 5,6% 4,5% 4,6%
EBIT 26,5 17,7 15,6
EBIT-marge (als % van de omzet) 4,4% 2,8% 2,5%

(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties

I.1.

Onze innovatieve materialen brengen een revolutie teweeg in de normen voor

interieurdesign

en comfort in auto's

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 42 RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 43

II.6.4. Automobiel

Gepatenteerde oplossingen – innovatieve materialen

18,1% 16,2% 41,4% 24,3% Isolatie Soepelschuim Slaapcomfort Automobiel (voor intragroep transacties)

Gecombineerde omzet 2018

Wat wij doen

Onze business line Automobiel is gespecialiseerd in de productie van interieurbekledingsonderdelen (Interiors) en voorgevormde schuimvulling voor autozetels en hoofdsteunen (Seating). De twee divisies werken onafhankelijk van elkaar, maar zijn beide gericht op veeleisende wereldwijde eerstelijnsklanten en OEM's in de auto-industrie.

Onze Interiors-divisie ontwikkelt, produceert en verkoopt innovatieve interieurbekledingsoplossingen van elastomeer voor auto's. Onze gepatenteerde technologie op basis van polyurethaan – onder de merknamen Colo-Fast® en Colo-Sense® Lite spray – biedt niet alleen een extreme vrijheid op het vlak van design, maar weegt ook zo'n 40% minder dan traditionele thermoplastische kunststoffen.

Harmonieuze algemene indruk in serie.

De combinatie van de visuele indruk en het aanvoelen van het oppervlak resulteert in een harmonieuze productervaring. Wij werken dan ook met veel passie en inzet aan de ontwerpoptimalisering van generfde oppervlakken – van de microscopische details tot het afgewerkte onderdeel in al zijn individualiteit.

Progressief denken voor auto-interieurs

Innovatief denken en handelen zijn de drijvende krachten achter onze productontwikkeling. Als marktleider bestrijken wij alle domeinen, van laboratoriumanalyses over het productontwerp tot de serieproductie. In ons eigen ontwikkelings- en oppervlakcentrum investeren wij voortdurend in onderzoek en ontwikkeling. Het resultaat is een lange rij van innovatieve oplossingen die zich al sinds 1990 met succes op de markt hebben gevestigd.

RECTICEL AUTOMOTIVE verbindt OEM's en eerstelijnsklanten

Onze productieketen volgt onze klanten. Wij beschouwen onszelf als een bekwame partner voor onze klanten, en ondersteunen hen op alle domeinen van de productie en dienstverlening, zoals trendanalyse, productontwerp, verkoop, gereedschapsbouw, productieprocessen en logistiek.

Als dynamische partner integreren wij ons in de productieketen van onze klanten en werken wij met onze installaties binnen hun fabrieken. Dat levert synergie-effecten op – vooral voor het ontwikkelen van nieuwe en innovatieve productieoplossingen. Nabijheid en bekwaamheid verbinden en genereren toegevoegde waarde.

Nabijheid bij de klant als productievoordeel

Met circa 1000 werknemers is onze Automobiel Interiors-activiteit aanwezig op drie continenten. Wereldwijde autoproductie is nu een vanzelfsprekende zaak, en de kwaliteitsvereisten liggen overal ter wereld op hetzelfde hoge niveau. Wij produceren onze onderdelen volgens internationale standaarden, dicht bij onze klanten of direct ter plaatse bij hen. Dat zorgt voor betrouwbaarheid en perfecte omstandigheden voor korte lijnen in productie en logistiek.

Wij zijn over de hele wereld aanwezig, met 11 productievestigingen in China (5), Tsjechië (2),

Interiors 54,8%

Duitsland (2) en de Verenigde Staten (2), die allemaal worden ondersteund door centrale functies in België (1) en Duitsland (1).

Onze divisie Seating ontwikkelt, produceert en verkoopt voorgevormde comfortschuimvulling voor autozetels, hoofdsteunen en lichtgewicht structurele auto-onderdelen van EPP. Deze activiteiten werden in het verleden beheerd via Proseat, een 51/49 joint venture tussen Recticel en Woodbridge.

In december 2018 hebben wij echter de definitieve overeenkomsten gesloten waarbij wij ons belang in Proseat zullen verlagen van 51% naar 25% en onze aanvankelijke joint venture-partner Woodbridge Foam Corporation wordt vervangen door de Japanse naamloze vennootschap Sekisui Plastics Co. Ltd., die momenteel 75% van de nieuwe Proseat joint venture bezit. in miljoen EUR 0 200 400 300 100 289 350 364

De geografische voetafdruk van Proseat is beperkt tot Europa. Het bedrijf telt 8 productievestigingen, verspreid over Tsjechië (1), Frankrijk (1), Duitsland (2), Polen (2), Spanje (1) en het Verenigd Koninkrijk (1). 2016 2017 2018

In 2018 genereerde ons Automobiel-segment 24,3% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep. Naar verwachting zal Recticel zich in de loop van de komende drie jaar volledig uit de Proseat joint venture terugtrekken.

Gecombineerde omzet Automobiel

2018 gecombineerde omzet Automobiel EUR 363,9 miljoen

Ondersteunende marktfactoren

De auto-industrie is vandaag specifiek gefocust op concurrerende prijzen en technologische ontwikkeling. Beide aspecten worden geïllustreerd door de OEM's, die druk blijven uitoefenen op de leveranciers om hun productiekosten te verlagen, maar ook hoge eisen blijven stellen inzake kwaliteit en technische specificaties, zoals gewicht en ontwerpvrijheid. Het is een evolutie die ook wordt gevoeld op het niveau van de eerstelijnsleveranciers, wat leidt tot een trend van centralisatie en interne productie om de capaciteit te optimaliseren. Dat heeft op zijn beurt een invloed op de tweedelijnsleveranciers.

Naast de druk op de kosten is er nog een andere grote trend, die verband houdt met de duurzaamheid en het terugdringen van CO2- en andere emissies. In de sector van de auto-interieuronderdelen, ook zetelkussens, wordt er hierdoor meer aandacht besteed aan de verlaging van het gewicht van producten, modules en onderdelen.

Aantrekkelijkheid van de markt

De inherent volgroeide automobielmarkten van West-Europa zijn uiterst concurrerende en cyclische vervangingsmarkten. Maar de nieuwe mobiliteitsbehoeften en milieu-uitdagingen zijn een goede motivatie om te innoveren, ook op het niveau van praktisch comfort. Productinnovatie en -differentiatie zijn dan ook van cruciaal belang om deze nieuwe uitdagingen met succes te kunnen beantwoorden.

Concurrentiepositie

Hoewel onze Seating-activiteit een sterk op massaproductie gericht segment is, is onze Interiors-activiteit goed gepositioneerd om een vooraanstaande rol te spelen op de markt voor tweedelijnsleveranciers voor de autoindustrie. Technologie is sterk bepalend voor deze activiteit, en ze biedt dan ook oplossingen met concurrerende prijzen die een alternatief bieden voor de traditionele materialen zoals pvc.

De activiteiten van onze Automobiel-divisie zijn goed gepositioneerd bij eerstelijnsklanten en OEM's. Wij staan bekend om de topprestaties van onze gepatenteerde Interiors-producten en onze innovatieve concepten in Seating. Onze Interiors-activiteit beschikt ook over een ideale wereldwijde industriële infrastructuur in Europa, de Verenigde Staten en China.

Strategie

De afgelopen jaren maakten de geleidelijke verbetering en stabilisering van de bedrijfsresultaten de kern uit van de strategie van het Automobiel-segment, en dat is ook nu nog het geval. Om dat te verwezenlijken, richten we ons in eerste instantie op de optimalisering van onze industriële voetafdruk en capaciteitsbenutting. Een maximaal gebruik van onze fabrieken en de introductie van innovatieve producten zijn bepalend voor onze concurrentiepositie.

Wat de toekomst betreft, en in lijn met onze uitgestippelde ondernemingsstrategie en de opstelling van de nieuwe Proseat joint venture met Sekisui, wordt echter verwacht dat Recticel zich de komende jaren zal terugtrekken uit zijn Seating-activiteiten.

in miljoen EUR
GECOMBINEERDE KERNCIJFERS AUTOMOBIEL 2016 2017 2018
Omzet 288,9 350,4 363,9
Omzetgroei (%) 3,1% 21,3% 3,9%
Aangepaste EBITDA 19,9 25,6 25,9
Aangepaste EBITDA-marge (als % van de omzet) 6,9% 7,3% 7,1%
EBITDA 18,3 25,0 30,5
EBITDA-marge (als % van de omzet) 6,3% 7,1% 8,4%
Aangepaste EBIT 5,7 11,4 9,8
Aangepaste EBIT-marge (als % van de omzet) 2,0% 3,3% 2,7%
EBIT 4,0 4,1 12,9
EBIT-marge (als % van de omzet) 1,4% 1,2% 3,5%

(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties

I.1.

Vijf duurzameinnovatieprogramma's

Duurzaamheid is een centrale factor in de strategie van Recticel. Wij willen verantwoorde oplossingen uitwerken voor de uiteenlopende uitdagingen en behoeften van onze klanten en de planeet. Wij gaan ervan uit dat het succes van ons bedrijf afhangt van ons vermogen om innovatieve oplossingen uit te werken voor de grote maatschappelijke uitdagingen van vandaag, zoals de klimaatopwarming, het behoud van de natuurlijke hulpbronnen en de veroudering van de bevolking.

In 2016 is het centrum voor onderzoek en ontwikkeling van de Groep gefuseerd met onze afdeling duurzaamheid. Het nieuwe Sustainable Innovation Department (SID) zorgt ervoor dat duurzaamheid en marktgedreven innovatie al onze inspanningen voor onderzoek en ontwikkeling aansturen.

Wij hebben onze innovatie-inspanningen geheroriënteerd volgens vijf innovatieprogramma's, waarvan er vier zijn afgestemd op de toekomstige behoeften van onze business lines, zoals de

ontwikkeling van nieuwe comfortschuimsoorten voor slaap- en zittoepassingen, of oplossingen om te beantwoorden aan de vereisten van technische schuimen inzake geluiddemping. Nieuwe isolatieoplossingen met lagere lambdawaarden ontwikkelen staat hoog op onze agenda, net zoals het verder terugdringen van het gewicht van onze bekledingen voor automobielinterieurs.

Het vijfde of 'corporate' programma coördineert alle initiatieven om duurzame polyurethaanproducten klaar te maken voor de kringloopeconomie, door bijvoorbeeld te onderzoeken hoe polyurethaan kan worden gerecycled en hergebruikt. Samen met onze stakeholders – klanten, werknemers, leveranciers, de sector, kennisinstellingen en de overheid – gaan we in onze hele waardeketen op zoek naar manieren om minder afval te genereren en milieuvriendelijke producten te ontwerpen die gemakkelijk kunnen worden ontmanteld. Dankzij nieuwe chemische en mechanische recyclingprocessen zullen we ons productieafval - en in de toekomst ook afgedankte schuimproducten - kunnen hergebruiken.

In februari 2018 hebben we ons tweede duurzaamheidsverslag gepubliceerd. Dit rapport over 2017 is het resultaat van een project dat in 2012 begon. De eerste stap van deze reis was om onze strategie inzake duurzaamheid te definiëren, die in 2015 in de strategie van de Groep werd opgenomen en die resulteerde in ons eerste duurzaamheidsverslag in 2016. Met dit eerste rapport wilden we externe en interne belanghebbenden inzicht verschaffen in onze duurzaamheidspad, strategie en zes materiële aspecten. Voor elk van deze hebben we een belangrijke performantie-indicator (key performance indicator - "KPI") en doel geselecteerd om de voortgang te meten.

FIT2 – NIEUW SCHUIM VOOR SLAAP- EN ZITCOMFORT

Het Fit2-programma streeft naar een dieper wetenschappelijk inzicht in comfort voor ziten slaapsystemen. De nieuwe kennis wordt weerspiegeld in de Slaapdriehoek als richtsnoer voor de ontwikkeling van nieuwe, sterkere en duurzamere materialen en systemen.

Een eerste resultaat hiervan is de introductie van een nieuwe generatie van Geltex® schuim voor matrassen. Dit schuim biedt een uitstekende ondersteuning, ideale drukverdeling en goede klimaatbeheersing. Bovendien bevat het op CO2 gebaseerde grondstoffen, wat een gedeeltelijke vervanging van de traditionele fossiele grondstoffen uit aardolie mogelijk maakt. De nieuwe Geltex® schuimfamilie is ook beter bestand tegen vocht, temperatuurschommelingen en mechanische belasting, wat een langere levensduur bij hetzelfde comfortniveau mogelijk maakt. De wereldwijde introductie vond plaats op de IMM Cologne vakbeurs in januari 2018.

Nog in 2018 introduceerden we CO2-gebaseerde materialen bij de ontwikkeling van de Kapua® schuimfamilie, een nieuwe categorie van soepelschuim. Matrassen van KAPUA® schuim worden grondig getest op hardheid, dichtheid en duurzaamheid met het oog op een hoogstaand comfort over een lange termijn. Het voldoet aan de strengste emissievereisten en is gecertificeerd door OEKO-TEX® en CertiPUR®.

• SILENCING – TECHNISCHE SCHUIMEN MET VERBETERDE GELUIDDEMPENDE EIGENSCHAPPEN

In het kader van het Silencing-programma hebben we een expertisecentrum opgericht met geavanceerde apparatuur om een diep inzicht te verkrijgen in de eigenschappen van geluid, zijn verspreiding en de diverse manieren om zijn impact op de omgeving te beperken. Het programma focust op de akoestiek van gebouwen, industriële apparatuur en klimaatbeheersystemen. Daarbij worden ook nieuwe materialen en combinaties van

I.1. diverse materialen onderzocht. Het doel van dit onderzoek is de ontwikkeling van de efficiëntste oplossingen voor geluidsvermindering, om zo bij te dragen tot een comfortabele en productieve omgeving.

LOW LAMBDA - VERLAAGDE

LAMBDAWAARDEN IN ISOLATIE Het Low Lambda-programma richt zich op de ontwikkeling van hardschuim met betere isolatiewaarden. De verbetering van de isolatiewaarde van een product heeft een zeer positief effect op het verbruik van natuurlijke hulpbronnen. Xentro®, dat in maart 2017 werd geïntroduceerd, kan bogen op een 13% lagere lambdawaarde, en zet daarmee de laagste lambdawaarde ooit voor PU-hardschuimpanelen neer. Het onderzoek om de bakens van de isolatie-eigenschappen nog verder te verzetten wordt voortgezet.

In 2018 introduceerde Recticel Du.Panel® X als een geavanceerd thermisch isolatiepaneel voor de landbouwsector. Deze oplossing combineert een hoge isolatiewaarde met uitstekende brandwerende eigenschappen. Recent uitgebrachte oplossingen zoals Comfofix® combineren een thermisch isolatiepaneel met een akoestische laag van gerecycleerd schuim, voor een makkelijk te installeren isolatieproduct voor hellende daken.

X-LITE – TECHNOLOGIEËN VOOR LICHTERE AUTO-INTERIEURONDERDELEN

Recticel is onophoudelijk bezig met de ontwikkeling van zijn polyurethaantechnologie voor auto-interieurs, zoals dashboardbekledingen. Onder impuls van de innovaties in technieken om de densiteit terug te dringen, maakt Recticel zich op om zijn vierde generatie van dashboardbekledingen te introduceren. De nieuwe generatie Colo-Sense® X Lite autobekledingsonderdelen zijn lichter, hoogperformant en kostenefficiënt, met als gevolg minder transportkosten en minder uitstoot. Ze combineren een extreme duurzaamheid met uitstekende mechanische en designeigenschappen bij het laagst mogelijke gewicht, wat het brandstofverbruik van het voertuig aanzienlijk terugdringt. Colo-Sense® X Lite luidt een nieuw tijdperk van materialen voor auto-interieurs in.

BEDRIJFSBREED DUURZAAMHEIDSPROGRAMMA

Dit programma coördineert alle initiatieven om duurzame polyurethaanproducten klaar te maken voor de kringloopeconomie. Dit heeft betrekking op de hele waardeketen van onze producten: van grondstoffen tot de recycling en het hergebruik van polyurethaan. Partnerships met alle actoren in de waardeketen zijn essentieel voor een geslaagde transitie. Momenteel lopen er diverse grote projecten in samenwerking met een aantal consortia als initiatiefnemers, die gericht zijn op de realisering van onze duurzaamheidsdoelstellingen.

Twee van de lopende projecten voor de ontwikkeling van recyclingmogelijkheden voor polyurethaan zijn:

PUreSmart

Recticel coördineert het PUReSmart project, dat op 1 januari 2019 van start ging voor een termijn van vier jaar. Het wordt ondersteund door een financiering van EUR 6 miljoen van het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie. Het PUReSmartsamenwerkingsconsortium verzamelt negen partners uit zes verschillende landen en zoekt naar manieren om over te stappen van de huidige lineaire levenscyclus van producten van polyurethaan (PU) naar een model op basis van een circulaire economie.

Dit project wordt gefinancierd vanuit het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie onder subsidieovereenkomst nr. 814543.

Valpumat

Dit project focust op de ontwikkeling van nieuwe producten op basis van afgedankt schuim dat afkomstig is van ingezamelde matrassen, in samenwerking met Eco-Mobilier France. In dat kader worden mechanische recyclingmogelijkheden onderzocht. Tegelijk moeten er wettelijke en technische hinderpalen voor het hergebruik van afgedankt schuim worden weggenomen, en moet er gewerkt worden aan de ontwikkeling van doelmatige sorteermethodes.

Naast recyclingprojecten onderzoekt Recticel ook de productie van polyurethaan op basis van grondstoffen met lagere CO2-voetafdruk. Dat streven vindt zijn weerslag in twee verschillende projecten:

Carbon4PUR

De productie van hoogwaardige polyurethaanmaterialen op basis van industriële afvalgassen die worden gegenereerd in de staalindustrie (gemengde CO/CO2-stromen), dat is de ambitie van Carbon4PUR, een project in het kader van het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de EU waar 14 partners uit 7 landen bij betrokken zijn. Als de technologie haalbaar blijkt, zal Recticel een rol spelen in het gebruik ervan in hardschuimtoepassingen, zoals de productie van isolatiepanelen.

https://www.carbon4pur.eu

Dit project wordt gefinancierd vanuit het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie onder subsidieovereenkomst nr. 768919.

SWEETWOODS

Negen Europese bedrijven, die 6 EU-lidstaten vertegenwoordigen, hebben hun krachten gebundeld in het SWEETWOODS-project. Het doel van dit project is de bouw van een houtfractioneringsinstallatie, de eerste in haar soort, om de praktische haalbaarheid en winstgevende productie van zeer zuiver lignine en suikers op industrieel niveau aan te tonen. De bedoeling van Recticel is om lignine in PUhardschuim voor isolatiepanelen in te werken. SWEETWOODS wordt gefinancierd vanuit de Bio-Based Industries Joint Undertaking onder het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie, met subsidieovereenkomst nr. 792061. https://sweetwoods.eu/

NIEUWE LABORATORIA

In 2010 werd een masterplan opgesteld om een nieuw onderzoekscentrum op te richten voor de Groep, met geavanceerde infrastructuur, apparatuur en machines, in een zeer energieefficiënt kader. Het ontwerp van het centrum zorgt voor het hoogste veiligheidsniveau en biedt een comfortabele werkomgeving voor de onderzoekers.

De eerste fase was de bouw van de nieuwe chemische laboratoria, die officieel werden geopend in 2013. In de tweede fase werden nieuwe fysieke laboratoria en een verbinding met het semi-industriële labo gebouwd, en in december 2017 feestelijk in gebruik genomen. De derde en laatste fase van het masterplan wordt nu voltooid: het ontwerp en de bouw van een akoestisch en een brandlaboratorium.

De nieuwe laboratoria vormen een geïntegreerde, moderne en energiezuinige faciliteit. Zij bevorderen de creativiteit met het oog op de ontwikkeling van nieuwe materialen en processen, een diepgaand inzicht in materiaaleigenschappen en de efficiënte opschaling naar industriële processen. Het nieuwe gebouw van de Sustainable Innovation Department (SID) biedt plaats voor 100 onderzoekers.

ONDERZOEK EN ONTWIKKELING-BUDGET

De impact van de afstemming van onze innovatie-inspanningen op de marktverwachtingen en duurzaamheidsprioriteiten wordt weerspiegeld in het jaarbudget. Dankzij een efficiënt gebruik van onze human resources kunnen wij meer verwezenlijken met hetzelfde personeelsbestand, en met een lager verbruik van financiële middelen. De lichte afname van de Onderzoek en Ontwikkeling-inspanningen van de divisie Automobiel weerspiegelt het voornemen van Recticel om deze activiteit af te stoten. Wij zullen de nodige middelen blijven uittrekken om het potentieel van onze lichtgewichttechnologie te ontwikkelen.

Automobiel Corporate Programma

Trend in samenstelling jaarbudget

2014 2015 2016 2017 2018

1.02% 0.99% 0.95% 0.82% 0.87%

Trend in brutojaarbudget voor O&O

2 0

in miljoen EUR

2 0 4 6 8 10 12 14 16 2014 2015 2016 2017 2018 1.02% 0.99% 0.95% 0.82% 0.87% 0.0% 0.5% 1.0% 1.5% 2.0% als %van de jaaromzet Trend in brutojaarbudget voor O&O

I.1.

I.2.

van de jaaromzet

0.0%

1.0%

1.5%

2.0%

0

5

10

in miljoen EUR 15

I.8. Human resources en grote productievestigingen

De eerste vijf LTVA-winnaars worden bekroond

In 2017 lanceerden we onze eerste Living The Values Award campagne, waarbij de werknemers in alle vestigingen van Recticel over de hele wereld collega's konden nomineren die in hun dagelijks werk de kernwaarden toepasten. We ontvingen meer dan 200 nominaties, wat erop wijst hoe goed de kernwaarden van Recticel zijn verspreid en geïntegreerd, dankzij de meer dan 70 zeer actieve en geëngageerde kernwaardenambassadeurs in meer dan 20 landen. In maart 2018 vond de allereerste Living the Values Award Ceremony plaats. Dit evenement was het onmiskenbare hoogtepunt van de campagne, waar de winnaars samen met het Managementcomité van de Groep en het kernwaardenprojectteam de uitreiking vierden van de prijzen voor de uitzonderlijke manier waarop zij de waarden uitdroegen.

In oktober 2018 zijn we onze tweede LTVA-campagne gestart, en opnieuw kregen we meer dan 220 nominaties. Het is hartverwarmend om te zien hoe medewerkers uit de hele wereld deelnemen en hun collega's nomineren voor een van de vijf Living The Values-prijzen.

Vijf kernwaarden van Recticel in een notendop

In 2016 legde het Managementcomité van de Groep Recticel vijf kernwaarden vast. Elke kernwaarde kreeg ook een concreet gedrag toegewezen. Deze kerngedragingen beschrijven hoe wij met elkaar omgaan, zaken doen en samenwerken bij Recticel om te groeien als bedrijf en als individuen.

In 2017 startte Recticel de actieve uitrol van de kernwaarden via een multifunctioneel en divisieoverschrijdend projectteam. Meer dan 70 kernwaardenambassadeurs in meer dan 20 landen hebben actieve steun geboden aan line managers en werknemers om lokale campagnes te organiseren, met speciale evenementen voor de kernwaarden, informatie en opleidingssessies. Daarna bespraken de verschillende teamleiders de kernwaarden en de betrokken gedragspatronen met hun team. Er werd ook een specifieke e-learningmodule opgesteld in 14 talen, ondersteund door een bedrijfsvideo over de kernwaarden.

Vandaag zijn de kernwaarden goed en wel ingebed in het communicatieproces van het management en vormen zij een belangrijke evaluatieparameter bij de jaarlijkse evaluatiegesprekken met iedere werknemer.

Betrokkenheidsenquête

Een inspirerende en waarderende werkplek

Bij Recticel zijn we er ons terdege van bewust dat wij alleen kunnen uitmunten en onze duurzame groeiambities kunnen waarmaken met de actieve inbreng van onze bekwame en creatieve werknemers. Ons succes staat of valt met het vermogen om een getalenteerde werknemerspool te kunnen aantrekken, rekruteren en behouden. Het doel is alle werknemers een stimulerende en waarderende werkomgeving te bieden. Dat is een van de pijlers van het People Priority Plan - mensen als prioriteit - in onze duurzaamheidsstrategie.

In dat kader organiseerden wij betrokkenheidsenquêtes, in samenwerking met een extern gespecialiseerd bedrijf, waarbij onze werknemers de kans kregen om volledig anoniem hun mening te geven over zaken zoals de werkomgeving, het management, samenwerking, loopbaanontwikkeling en werknemersbetrokkenheid.

Hogere werknemersbetrokkenheid dankzij internationale enquêtes

De eerste betrokkenheidsenquête werd in september 2016 in België, het VK en Spanje georganiseerd voor zowel bedienden als arbeiders. Vandaag hebben 2047 werknemers uit 7 landen de gelegenheid te baat genomen om hun mening te geven over het bedrijf in het algemeen en over verschillende aspecten van

I.1. hun werkomgeving.

In 2017 vonden de betrokkenheidsenquêtes plaats in twee extra landen, Polen en Roemenië. In Polen hebben meer dan 420 werknemers de enquête ingevuld, in twee vestigingen, Lodz en Poznan, en twee business lines, Slaapcomfort en Isolatie. In Roemenië namen 120 bedienden en arbeiders van onze Slaapcomfort-fabriek deel aan de enquête. De resultaten van de betrokkenheidsenquête zijn gedeeld met het management en de werknemers. Specifieke projectteams hebben dan de kritieke domeinen bekeken, de belangrijkste aandachtspunten voor elk land bepaald en de nodige tijd en energie uitgetrokken om praktische actieplannen op te stellen die direct ingingen op de feedback van de werknemers.

Elk jaar twee extra landen

Elk jaar wordt de betrokkenheidsenquête in twee extra landen aangeboden. In 2018 werd de enquête uitgebreid naar Zweden en Noorwegen. In 2019 zullen wij de betrokkenheidsenquêtes weer houden in België, Spanje en het VK, en zullen we twee extra landen toevoegen, Frankrijk en Nederland.

Betrokkenheidsenquêtes 2016 - 2018

Aantal personeelsleden dat deelnam aan de enquêtes

ThinkForward Rotterdam

In september kwamen honderd Recticelmanagers uit alle business lines en afdelingen samen in Rotterdam om deel te nemen aan Recticels 'ThinkForward' top 2018, onder het thema 'Innovate together for sustainable value' (Samen innoveren voor duurzame waarde).

De top focuste op duurzame ontwikkeling en digitalisering, twee sleutelfactoren voor innovatie in onze business lines en afdelingen. In interactieve workshops daagden de deelnemers elkaar uit om nieuwe kansen te verkennen die niet meteen voor de hand liggen, en om te bekijken hoe die kunnen worden omgezet in een concurrentievoordeel.

Het doel van deze managementtop was in de eerste plaats het creëren van een gedeeld besef en collectieve inzichten rond het belang van innovatie op alle niveaus in de organisatie en de focus op waardecreatie.

In georganiseerde groepsdiscussies werd nagegaan welke innovatietrends de hoogste impact konden hebben op onze activiteiten bij Recticel, en welke veranderingen er plaatsvinden bij onze klanten en markten. Uit de paneldiscussies kwam duidelijk naar voren dat een geavanceerde bedrijfscultuur van innovatie en samenwerking van cruciaal belang is om grootschalige ontwikkelingskansen aan te grijpen. Digitale technologieën zijn een sleutelfactor voor Recticel om de volgende stap te zetten in waardecreatie en differentiatie.

Innovate Together for Sustainable Value

Het evenement vormde een sterke prikkel voor de deelnemers om samen te werken als één team, over de grenzen van landen, functies en business lines heen, om de ambitieuze groeidoelstellingen te verwezenlijken op basis van solide en verenigende kernwaarden

Nieuwe HR Backpack 18 – 20 opgesteld en meegedeeld

Ambitieuze HR-strategie voor 2020

De wereldwijde HR-missie van Recticel is de strategische HR-bedrijfspartner te zijn op alle niveaus, binnen de Groep, de business lines en de landen, om een prestatiegerichte cultuur te bevorderen en te zorgen voor een stimulerende en lonende werkomgeving.

De ambities van de HR-strategie 2018 tot 2020 zijn vastgelegd in de HR Backpack 18 > 20. Dit strategiepakket vertegenwoordigt de HR-doelstellingen die zijn opgesteld en meegedeeld aan de HRgemeenschap over de hele wereld en aan de Recticelbedrijfspartners op alle niveaus.

HR heeft de ambitie ervoor te zorgen dat de medewerkers bij Recticel gekwalificeerd en geïnspireerd zijn en voortdurend worden uitgedaagd en gestimuleerd om bij te dragen aan de geslaagde en duurzame ontplooiing van onze bedrijfsstrategie. Daarnaast is het ook onze bedoeling om zeker te stellen dat onze HR-organisatiestructuur goed gepositioneerd is, en in dat kader wordt er actieve steun verleend aan de strategie van de Recticel Groep rond vereenvoudiging, internationale expansie en duurzame innovatie. Hoewel we slechts met één HR-strategie voor Recticel wereldwijd werken, geven we wel speciale aandacht aan de strategische doelstellingen van iedere Business Line.

De strategie die is opgesteld voor 2018-2020 bouwt voort op de fundamenten die reeds waren gelegd tijdens de vorige jaren, met de Global HR Strategy 15 > 17, waar extra aandachtspunten aan werden toegevoegd. Van 2018 tot 2020 zal er speciaal gefocust worden op de selectie en implementatie van een nieuw wereldwijd HR-informatiesysteem, en het heroverwegen en optimaliseren van het wereldwijde rekruteringsproces.

HR BACKPACK 18 > 20

    1. Build on the basics, voortbouwen op de basis
    1. Adequately resource, met toereikende middelen
    1. Continue excellent collective employee relations and enhance engagement, uitstekende voortgezette relaties met alle werknemers en een grotere betrokkenheid
    1. Key HR-processes streamlining, stroomlijning van belangrijke HR-processen
    1. People review towards "living" talent management, evaluatiegesprekken met het oog op het beheer van menselijk talent
    1. Assess extensively and train for success, uitvoerige evaluaties en opleidingen die leiden tot succes
    1. Career Management, carrièrebeleid via het uitrollen van de Recticel Hay Grading
    1. Kompliance, compliance via betere privacybeveiliging en transparantie

"Onze visie voor HR is een naadloos geïntegreerd wereldwijd HR-team te worden, dat instaat voor een efficiënt beheer van alle belangrijke HR-processen, proactief deelneemt aan de besluitvorming van de groep, en een zichtbare impact heeft op de bedrijfsresultaten."

Trainen voor succes

Recticel legt niet alleen een sterke nadruk op het aantrekken en inwerken van nieuwe geschoolde werknemers, maar ook op de voortdurende onboarding van nieuwe talenten. Geregelde evaluatiegesprekken met de meer dan 1800 bedienen zijn een kernelement van het proces voor het inschatten van de opleidingsbehoeften en het opstellen van ontwikkelingsplannen in samenwerking met onze werknemers. De evaluatiegesprekken zijn ook onmisbaar voor het verbeteren van de processen voor beloning, behoud, opvolging en loopbaanplanning.

Het programma van de internationale Recticel University (RECUN) is toegespitst op de ontwikkelingsbehoeften die zijn vastgesteld bij de evaluatiegesprekken. Het omvat in dat kader Leadership Development-programma's, 360-graden teamevaluaties, veranderingsbeheer en communicatiemodules. Het aanbod aan opleidingscursussen beantwoordt aan de bedrijfsbehoeften en is afgestemd op de bedrijfsstrategie. Het RECUN-programma wordt aangevuld met specifieke opleidingen op landen- of functieniveau. The Recticel Career Map is the result of a strategic grading process facilitated by the Hay Group. It offers a holistic and consistent view of our organisation and the roles that are present. Our Career Map is the foundation for a wide variety of HR activities such as talent management, compensation and benefits, and recruitment. Together with their manager and HR representative, employees will use it as a tool to manage their own career. Today, our Career Map includes 31 job families across 5 clusters. A job family is a grouping of individual jobs. It reflects similar types of work and work requirements. Job families span across borders and Business Lines. Within a family, each level is described using a selection of differentiating factors, both qualitative and quantitative. Each factor feeds into one or more dimensions of the Hay job evaluation methodology: input (expertise), throughput (problem solving) and output (impact). Each level within each job family was graded by Hay using their proprietary job evaluation methodology. To determine their grade, jobs at Recticel are compared with the contents of the job family descriptions and slotted in the overall grading structure. This process is facilitated by HR so that people managers can assign the jobs of their team members to a level — and therefore a grade — in the relevant job family. The grades of the jobs are then calibrated to avoid inconsistencies. It Olivier Chapelle, Chief Executive Officer Bart Massant, Chief Human Resources Officer Lionel De Leener, Reward Director Olivier Butel, Operations Director, Bedding " One of the pillars of our Group strategy is simplification. The Recticel Career Map directly contributes to clarifying our organisation and ensuring the consistency of our people management practices across the Group. The grade of a job is the outcome of an analytical process during which jobs are compared with each other in terms of purpose, accountabilities, and requirements so that, at the end, the entire organisation is described. The Career Map was reviewed with the members of the Group Management Committee and is now released to support employees, managers, and HR representatives. A career is a journey into the unknown. I strongly believe that the Career Map will provide guidance and contribute to well-informed decision making." " To a large extent, the successful implementation of the Bedding Business Line strategy depends on the deployment of a European Manufacturing Network supported by an Integrated Supply Chain. This involves the further structuring of our Operations. The job family descriptions in Operations are "Future Ready": they set the standards against which our employees can be further developed and form the basis for the selection process in case of new recruitments. " Equipping Recticel with a grading structure that covers almost all our white collar employees is one of the goals of our Group HR strategy. To this end, Recticel asked Hay, a renowned HR consultancy, to identify and describe families of jobs that exist across the organisation, with the help of appointed business leaders and functional representatives. The job families enable us to consistently identify the many different jobs that we have at Recticel and assign them to a grade. Using the job families, employees will be able to identify possible career paths, crossing countries, Business Lines, functional domains, and departments. Managers will be equipped to devise succession plans for key roles. This is an exciting development for every employee and we hope that you will actively use the Career Map."

Each family is described in terms of 1°) purpose, 2°) key accountabilities, and 3°) levels. Recticel opted for a framework where families are very identifiable.

www.recticel.com

Career Map.

is expected that the grade for most of the jobs that exist at Recticel can be determined by slotting them in the

If you have questions, please contact your manager or HR representative. They will be happy to provide guidance to manage your career at Recticel.

Hay-classificaties

I am convinced that the Career Map and the supporting job families provide us with a clear framework to understand and activate the organisation."

Recticel heeft zijn beheerpraktijken op het gebied van vergoedingen en voordelen verder gestroomlijnd en geprofessionaliseerd, met de nadruk op beoordeling, benchmarking en voordelenbeheer. In 2018 heeft Recticel de Recticel Hay-scorestructuur uitgerold in de business lines Isolatie, Soepelschuim en Slaapcomfort. De meeste volgens de Hay-methode ingedeelde werknemers kregen hun Recticel Hay Grade te horen na afloop van een collectieve infosessie.

Daarnaast ontvingen alle leden van de HRgemeenschap en alle managers betrokken bij de classificatie van hun teamleden een exemplaar van een uitgebreide Career Management Toolkit, die nuttige richtsnoeren biedt om organigrammen en taakomschrijvingen op te stellen, jobs te rangschikken om hun classificatie te bepalen, en individuele voorwaarden te benchmarken.

Alvorens de nieuwe scorestructuur werd uitgerold, werkte Recticel samen met Korn Ferry Hay om de 30 groepen van banen te bepalen die dan werden opgenomen in een Career Map. Deze "carrièrekaart" wordt ondersteund met gedetailleerde beschrijvingen om de juiste banen te kunnen inschakelen en er een Recticel Hay Grade aan toe te wijzen. Vandaag worden de classificaties bij Recticel gebruikt voor de structurering van talrijke HR-programma's, op het gebied van vergoedingen en voordelen, en het talentbeheer.

Wereldwijde uitrol van GDPR voor HR

Een speciale werkgroep heeft de belangrijkste HRprocessen onder de loep genomen om te zorgen voor een uniform gegevensbeschermingsniveau in de hele HR-organisatie. Als gevolg daarvan zijn nieuwe groepsbrede beleidsregels en procedures opgesteld en ingevoerd, zoals een Gegevensbeschermingsbeleid voor de Groep, een HR-Gegevensbeschermingsprocedure, een procedure voor gegevensinbreuken, en een Privacyverklaring voor werknemers en sollicitanten.

In iedere juridische entiteit binnen de groep werden nalevingscontroles uitgevoerd van de negen belangrijkste HR-processen aan de hand van een datamappingtool. Daarnaast werden ook verdere praktische richtlijnen verstrekt via een onafhankelijke HR-vragenlijst voor zelfevaluatie.

I.1.

Rekrutering voor uitgebreide GDPRopleidingssessies

De wereldwijde HR-gemeenschap van Recticel heeft, met steun van de Corporate DP Counsel en externe advocaten, omvattende informatieen opleidingssessies georganiseerd, gespreid over een periode van meer dan twee jaar. Dit initiatief omvatte lokale en wereldwijde GDPRbewustmakings- en informatiesessies, naast specifieke gegevensbeschermingsopleidingen voor HR-specialisten. Deze opleidingen gaan van start met de basisinformatie, gevolgd door informatiesessies voor alle nieuwkomers tijdens de inwerkperiode, om te worden afgesloten met updates rond veranderingen in de processen of wetten.

Voor de HR GDPR-opleidingen focuste Recticel niet alleen op de HR-collega's, maar ook op line managers in de verschillende landen en business lines en op vakbondsvertegenwoordigers. De opleidingen zijn gebaseerd op specifiek opleidingsmateriaal dat beschikbaar is op de interne websites en informatiesystemen van Recticel.

Voor alle bedienden van Recticel die beschikken over een computer heeft Recticel een specifieke e-learningmodule ontwikkeld en uitgerold die toegankelijk is via een wereldwijd beschikbaar e-learningplatform.

De General Data Protection Regulation (GDPR, Algemene verordening gegevensbescherming) is van kracht geworden op 25 mei 2018. Het doel van de gegevensbeschermingswetgeving is personen zeggenschap te geven over de gegevens die hen persoonlijk betreffen.

Bij Recticel nemen we de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een uniform niveau van gegevensbescherming wordt toegepast in alle landen en Recticel-entiteiten, en om de gegevensverwerkingsvereisten te structureren.

Dat betekent dat iedere gegevensverzameling, gegevensverwerking en gegevensgebruik binnen de Recticel Groep moet worden uitgevoerd met inachtneming van de GDPR en de nationale wetten op de gegevensbescherming.

DIGIWIZZ: ontwerp en introductie

In dit digitale tijdperk is informatie duidelijk een doelwit geworden voor cybercriminelen die gevoelige gegevens van personen of bedrijven willen stelen. Cyberbeveiliging is dan ook een prioriteit voor onze Groepsstrategie voor Informatie en Digitalisering. Er zijn reeds tal van maatregelen getroffen om het risico van een cyberaanval terug te dringen.

In 2018 introduceerde Recticel een bedrijfsbrede IT Security Awareness e-learningmodule voor alle bedienden, voor de bewustmaking van de enorme impact die inbreuken op de cyberbeveiliging kunnen hebben op zowel de financiële resultaten als onze reputatie. De campagne kreeg de naam 'DIGIWIZZ' mee en focust op drie sleutelthema's: cyberbeveiliging, malware en phishing.

De 'DIGIWIZZ' e-learningmodule omvatte een quiz waarbij dagelijkse gewoonten op de rooster worden gelegd. De voorbeelden en tests bieden een gedetailleerd inzicht in cyberaanvaltechnieken, zodat de deelnemers waakzaam kunnen blijven en ze kunnen herkennen en melden. De deelname aan de e-learningmodule is een onderdeel van iedereens werk en draagt bij tot een lerende cultuur.

PERSONEELSBESTAND1

31 DEC 2017 31 DEC 2018
Polen 1 338 15,9% 1 369 16,2%
Tsjechië 1 161 13,8% 1 107 13,1%
België 1 089 12,9% 1 107 13,1%
Duitsland 1 019 12,1% 1 028 12,1%
Frankrijk 606 7,2% 604 7,1%
Verenigd Koninkrijk 556 6,6% 544 6,4%
Volksrepubliek China 515 6,1% 523 6,2%
Roemenië 323 3,8% 362 4,3%
Nederland 320 3,8% 291 3,4%
USA 164 1,9% 225 2,7%
Oostenrijk 224 2,7% 222 2,6%
Spanje 245 2,9% 213 2,5%
Zweden 169 2,0% 163 1,9%
Hongarije 134 1,6% 133 1,6%
Finland 85 1,0% 110 1,3%
Estland 95 1,1% 96 1,1%
Turkije 80 1,0% 88 1,0%
Zwitserland 94 1,1% 85 1,0%
Italië 61 0,7% 59 0,7%
India 40 0,5% 42 0,5%
Noorwegen 35 0,4% 34 0,4%
Bulgarije 20 0,2% 20 0,2%
Slowakije 11 0,1% 11 0,1%
Marokko 3 0,0% 10 0,1%
Servië 10 0,1% 9 0,1%
Slovenië 0 0,0% 6 0,1%
Litouwen 7 0,1% 5 0,1%
Oekraïne
Rest van de wereld
6 0,1% 5 0,1%
10,5%
Rusland
5 0,1% 4 0,0%
TOTAAL 8 411 100% 8 472 100%
31 DEC 2017 31 DEC 2018
West-Europa
Oost-Europa
4 502 53,5% 4 459 52,6%
Oost-Europa 3 108 36,9% 3 126 36,9%
Rest van de wereld 802 9,5% 888 10,5%
TOTAAL 8 411 100% 8 472 100%

1 Voltijds en deeltijds personeel met een geldig voltijds of deeltijds arbeidscontract aan het einde van de periode. De informatie over het aantal werknemers omvat geen externe werknemers, maar wel het pro rata personeel van joint ventures waar Recticel voor minimaal 33% zeggenschap over heeft (afgeronde cijfers).

West-Europa 52,6%

II.1.II.2.II.3.

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

II.4.

I.7.

Automobiel 32,5%

Isolatie 6,7%

SID 1,2%

Slaapcomfort 20,0% Soepelschuim 37,3%

Grote productievestigingen

Hoewel we vooral actief zijn in Europa en een aanwezigheid hebben in de meest Europese landen, beschikken we ook over solide productiefaciliteiten en verkoopnetwerken in Azië en de Verenigde Staten. Onze wereldwijde aanwezigheid en systeem voor technologische ondersteuning wordt versterkt door onze inzet voor een lokale service.

LAND SOEPELSCHUIM (1) SLAAPCOMFORT ISOLATIE AUTOMOBIEL
OOSTENRIJK Kremsmünster
Linz
Timelkam
BELGIË Wetteren Geraardsbergen
Hulshout
Wevelgem
TSJECHIË Mladá Boleslav
Most
ESTLAND Tallinn
FINLAND Kouvola Mäntsälä
FRANKRIJK Langeac
Louviers
Trilport
Bourges Trilport
DUITSLAND Burkhardtsdorf
Ebersbach
Jöhstadt
Wattenscheid
Espelkamp
Königswinter
Schönebeck
Schwarzheide
Wackersdorf
HONGARIJE Sajóbábony
INDIA Taloja, New Bombay
Bangalore
ITALIË Gorla Minore
MAROKKO Tanger
NOORWEGEN Åndalsnes
VOLKSREPUBLIEK
CHINA
Wuxi Changchun
Langfang
Ningbo
Shenyang
POLEN Zgierz Łódz Bielsko Biala
Czechowice-Dziedzice
ROEMENIË Sibiú Miercurea Sibiului
SLOVENIË Šoštanj
SPANJE Ciudad Rodrigo Santpedor
ZWEDEN Gislaved Gislaved
ZWITSERLAND Flüh
NEDERLAND Kesteren Kesteren
TURKIJE Istanbul
VERENIGD KONINKRIJK Alfreton
Corby
Stoke-on-Trent
Burntwood
Manchester
VERENIGDE STATEN Deer Park, NY
Irvine, CA
Auburn Hills, MI
Tuscaloosa, Al

1 Voor Soepeschuim worden enkel de grootste sites opgelijst.

II. Bestuursverslag

II.1. Verslag van onze Raad van Bestuur

  • Gecombineerde1 omzet : EUR 1.448,3 miljoen (-0,9%)2
  • Gecombineerde Aangepaste EBITDA1 : EUR 103,8 miljoen (-1,6%)
  • Resultaat over de periode (aandeel van de Groep): van EUR 23,9 miljoen naar EUR 28,8 miljoen (+20,6%)
  • Gecombineerde netto financiële schuld1 : EUR 100,2 miljoen (31 dec 2017: EUR 122,9 miljoen)
  • Voorstel tot betaling van een brutodividend van EUR 0,24 per aandeel (+9,1%)

Olivier Chapelle (CEO): "2018 was een uitdagend jaar voor Recticel, in een context van zeer zwakke Europese vraag naar bedden en meubels sinds het voorjaar, en van dalende automobielconsumptie in Europa en Azië sinds de zomer. Dankzij de uitstekende resultaten van onze divisie Isolatie is het bedrijf erin geslaagd de Aangepaste EBITDA (-1,6%) in lijn te houden met het niveau van vorig jaar. Het record Nettoresultaat en de sterke kasstroomgeneratie hebben geleid tot een substantiële vermindering van de netto schuld.

Ondertussen zijn in 2018 belangrijke nieuwe stappen gezet om ons winstgroeipotentieel op lange termijn te ondersteunen.

De geografische expansie van onze divisie Isolatie, met de opstart van de nieuwe fabriek in Finland en, in januari 2019 het optrekken tot 74% van ons belang in de joint venture Turvac, die hoogwaardige vacuümisolatiepanelen voor nichetoepassingen produceert, zijn de belangrijke stappen voor verdere groei. Zoals eerder gecommuniceerd, blijven we zoeken naar aanvullende externe groeikansen voor die divisie.

De verdere groei van onze Technische Schuim-activiteiten wordt ondersteund door de opening van twee conversiefaciliteiten in Marokko en China.

In 2018 hebben we ook verder gewerkt aan onze industriële voetafdruk en onze activiteiten in Nederland, Spanje en Duitsland werden gestroomlijnd.

Wat de desinvesteringen betreft, werd de verkoop in twee stappen van ons belang in de Proseat joint venture (Automobiel Seating) met succes afgerond. We blijven actief de afbouw van onze Automotive Interiors-divisie nastreven, een proces dat de afgelopen zes maanden een grotere uitdaging is geworden vanwege de snel veranderende omstandigheden in de automobielmarkt."

Vooruitzichten

Jaarresultaten 2018

In een zeer volatiele economische en geopolitieke omgeving zijn we goed gepositioneerd om ons snel aan te passen aan veranderende marktomstandigheden en blijven we gefocust op de uitvoering van onze plannen. Anticiperend op een ongunstig marktklimaat in de eerste helft van 2019, verwachten we dat, op een vergelijkbare basis, de Aangepaste EBITDA3 voor 2019 hoger zal uitkomen dan in 2018.

  • 1 Voor definities en andere gebruikte begrippen, zie Woordenlijst aan het einde van dit persbericht.
  • 2 Alle vergelijkingen zijn met de vergelijkbare periode van 2017, tenzij anders vermeld.
  • 3 Na de recente gedeeltelijke desinvestering van Proseat zal deze laatste in de gecombineerde cijfers van 2019 volgens de vermogensmutatiemethode worden verwerkt en niet langer op proportionele basis.
  • 4 Als gevolg van afrondingen zijn de cijfers weergegeven in deze en andere documenten mogelijks niet exact gelijk aan de aangegeven totalen, en percentages geven mogelijks niet precies de absolute cijfers weer

I.1.

1. Geconsolideerde kerncijfers

  • • Omzet: van EUR 1.135,4 miljoen naar EUR 1.117,7 miljoen (-1,6%), inclusief wisselkoerseffecten van -0,9%
  • • EBITDA: van EUR 82,8 miljoen naar EUR 80,5 miljoen (-2,8%)
  • • EBIT: van EUR 44,9 miljoen naar EUR 42,9 miljoen (-4,3%)
  • • Resultaat over de periode (aandeel van de Groep): van EUR 23,9 miljoen naar EUR 28,8 miljoen (+20,6%)
  • • Netto financiële schuld1 : EUR 84,6 miljoen (31 december 2017: EUR 87,1 miljoen; 30 september 2018: EUR 87,0 miljoen)
in miljoen EUR
2017
(a)
2018
(b)
Δ 2018/2017
(b)/(a)-1
Omzet 1 135,4 1 117,7 -1,6%
Brutowinst 3 183,5 201,6 9,9%
als % van de omzet 16,2% 18,0%
Inkomsten uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen 2,4 10,2 325,5%
EBITDA 82,8 80,5 -2,8%
als % van de omzet 7,3% 7,2%
EBIT 44,9 42,9 -4,3%
als % van de omzet 4,0% 3,8%
Financieel resultaat -4,7 -3,9 -18,1%
Lopende en uitgestelde inkomstenbelastingen -16,2 -10,2 -37,0%
Resultaat over de periode (aandeel van de Groep) 23,9 28,8 20,6%
Resultaat over de periode (aandeel van de Groep) - basis
(per aandeel, in EUR)
0,44 0,53 19,4%
Bruto dividend per aandeel (in EUR) 0,22 0,24 9,1%
Totaal eigen vermogen 4 261,8 265,0 1,2%
Netto financiële schuld 1 87,1 84,6 -2,9%
Schuldgraadratio (Netto financiële schuld1
/Totaal
eigen vermogen)
33,3% 31,9%
Hefboomratio (Netto financiële schuld1/EBITDA) 1,05 1,05

1 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoringprogramma's zonder verhaal: EUR 51,3 miljoen per 31 december 2018 (EUR 54,7 miljoen per 31 december 2017, en EUR 69,2 miljoen per 30 september 2018).

2 In de geconsolideerde financiële staten van 2018 is rekening gehouden met de impact van IFRS 15.

3 De brutowinst van 2017 omvat EUR -30,0 miljoen residuele aanvullende kosten die zijn gemaakt voor alternatieve productie-oplossingen na de brand in de Automobiel Interiors-fabriek in Most (Tsjechië).

Daarnaast en omwille van de uniformiteit is in 2017 een herindeling doorgevoerd tussen 'Kostprijs van de omzet' en 'Algemene en administratieve kosten' voor een bedrag van EUR 12.4 miljoen.

4 Totaal eigen vermogen 31 december 2018: zie bijlage 6

Geconsolideerde omzet:

van EUR 1.135,4 miljoen naar EUR 1.117,7 miljoen (-1,6%)

De geconsolideerde omzet daalde met EUR 17,7 miljoen tot EUR 1.117,7 miljoen, inclusief wisselkoersverschillen (-0,9%). Meer details per segment zijn opgenomen in de onderstaande toelichtingen bij de gecombineerde cijfers.

Opbrengsten uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen: van EUR 2,4 miljoen naar EUR 10,2 miljoen1

De stijging van de 'Resultaat uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen' is toe te schrijven aan de Soepelschuim joint venture Eurofoam. Het resultaat van Proseat was in overeenstemming met 2017.

Geconsolideerde EBITDA:

van EUR 82,8 miljoen naar EUR 80,5 miljoen (-2,8%).

Geconsolideerde EBIT:

van EUR 44,9 miljoen naar EUR 42,9 miljoen (-4,3%)

Geconsolideerd financieel resultaat:

van EUR -4,7 miljoen naar EUR -3,9 miljoen (-18,1%)

De nettorentelasten zijn gedaald, van EUR -6,5 miljoen naar EUR -3,3 miljoen, als gevolg van lagere rentelasten en een lager gemiddeld schuldniveau.

'Andere netto financiële opbrengsten en lasten' (EUR -0,6 miljoen, in vergelijking met EUR +1,7 miljoen in 2017) bestaan voornamelijk uit rentekapitalisatiekosten van pensioenvoorzieningen (EUR 0,8 miljoen tegenover EUR -1,0 miljoen in 2017) en wisselkoersverschillen (EUR +0,1 miljoen tegenover EUR +3,2 miljoen in 2017).

Geconsolideerde belastingen op het resultaat en uitgestelde belastingen:

van EUR -16,2 miljoen naar EUR -10,2 miljoen (-37,0%):

  • Courante belastingen op het resultaat: EUR -3,3 miljoen (2017: EUR -6,0 miljoen), voornamelijk omwille van nog te ontvangen belastingsteruggaven in Duitsland ;
  • Uitgestelde belastingen: EUR -7,0 miljoen (2017: EUR -10,2 miljoen, als gevolg van de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting die leidde tot een bijkomende uitgestelde belastingslast van EUR -4,5 miljoen).

Geconsolideerd resultaat over de periode (aandeel van de Groep):

van EUR +23,9 miljoen naar EUR +28,8 miljoen (+20,6%).

1 Op grond van IFRS 5 is de deelneming in Proseat heringedeeld van de post 'Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen' naar de post 'Deelnemingen bestemd voor verkoop'.

I.1.

2. Gecombineerde kerncijfers

  • • Omzet: van EUR 1.460,8 miljoen naar EUR 1.448,3 miljoen (-0,9%), inclusief wisselkoerseffecten van -0,9%
  • • Aangepaste EBITDA: van EUR 105,5 miljoen naar EUR 103,8 miljoen (-1,6%)
  • • EBIT: van EUR 48,1 miljoen naar EUR 47,0 miljoen (-2,2%)
  • • Resultaat over de periode (aandeel van de Groep): van EUR 23,9 miljoen naar EUR 28,8 miljoen (+20,6%)
  • • Netto financiële schuld1 : EUR 100,2 miljoen (31 december 2017: EUR 122,9 miljoen; 30 september 2018: EUR 117,9 miljoen)
in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2 2H18 2 FY18 2 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 726,8 734,0 1 460,8 755,9 692,4 1 448,3 4,0% -5,7% -0,9%
Brutowinst 3 100,2 107,2 207,4 122,4 117,1 239,5 22,1% 9,2% 15,5%
als % van de omzet 13,8% 14,6% 14,2% 16,2% 16,9% 16,5%
Aangepaste EBITDA 50,1 55,4 105,5 56,2 47,6 103,8 12,1% -14,1% -1,6%
als % van de omzet 6,9% 7,5% 7,2% 45,9% 6,9% 7,2%
EBITDA 41,0 53,1 94,1 51,6 41,8 93,4 25,7% -21,3% -0,8%
als % van de omzet 5,6% 7,2% 6,4% 42,1% 6,0% 6,4%
Aangepaste EBIT 31,3 35,1 66,5 36,2 27,1 63,3 15,5% -22,9% -4,8%
als % van de omzet 4,3% 4,8% 4,6% 29,6% 3,9% 4,4%
EBIT 22,2 25,9 48,1 31,0 16,1 47,0 39,4% -37,9% -2,2%
als % van de omzet 3,1% 3,5% 3,3% 25,3% 2,3% 3,2%
30 JUN 17 31 DEC 17 30 JUN 18 31 DEC 18
Totaal eigen vermogen 4 257,1 261,8 261,8 254,7 265,0 265,0 -0,9% 1,2% 1,2%
Netto financiële schuld 1 151,4 122,9 122,9 138,7 100,2 100,2 -8,4% -18,5% -18,5%
Schuldgraadratio 58,9% 46,9% 46,9% 54,5% 37,8% 37,8% - - -
Hefboomratio - - 1,3 - - 1,1 - - -

1 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoringprogramma's zonder verhaal: EUR 51,3 miljoen per 31 december 2018 (EUR 54,7 miljoen per 31 december 2017, en EUR 69,2 miljoen per 30 september 2018).

2 In de gecombineerde financiële staten van 2018 is rekening gehouden met de impact van IFRS 15.

3 De brutowinst van 2018 omvat eenmalige kosten van EUR -0,7 miljoen (2017: EUR -30,0 miljoen) uit residuele kosten die zijn gemaakt voor alternatieve productie-oplossingen na de brand in de Automobiel Interiors-fabriek in Most (Tsjechië).

4 Totaal eigen vermogen 31 december 2018: zie bijlage 6

3. Toelichtingen bij de gecombineerde resultaten van de Groep

Gedetailleerde toelichtingen bij de omzet en de resultaten van de verschillende segmenten worden verstrekt in hoofdstuk 5 op basis van de gecombineerde financiële gegevens (joint ventures geïntegreerd volgens de proportionele consolidatiemethode).

Gecombineerde omzet:

van EUR 1.460,8 miljoen naar EUR 1.448,3 miljoen (-0,9%)

De omzetgroei van de eerste twee kwartalen (1K2018: +4,6%, 2K2018: +3,4%) sloeg om in het derde kwartaal (-4,1%) en ging verder achteruit in het vierde kwartaal (-7,1%). De gecombineerde omzet in 4Q2018 daalde van EUR 378,0 miljoen naar EUR 351,1 miljoen, inclusief een wisselkoerseffect van -0,8%. Alle segmenten boekten een lagere omzet in het vierde kwartaal.

De omzet van het Isolatiesegment daalde met -2,1% in 4K2018. Hogere verkoopvolumes in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2017 compenseerden onvoldoende de prijserosie als gevolg van de lagere kosten voor chemische grondstoffen.

In 4K2018 werden de andere segmenten getroffen door de zwakke markten voor duurzame gebruiksgoederen en auto's.

Opsplitsing van de gecombineerde omzet per segment

in miljoen EUR
1Q2018 2Q2018 3Q2018 4Q2018
Soepelschuim 170,9 159,7 145,5 145,4
Slaapcomfort 70,7 54,0 57,3 61,9
Isolatie 60,1 72,6 69,2 69,3
Automobiel 95,5 100,1 82,0 86,3
Eliminaties ( 15,0) ( 12,6) ( 12,7) ( 11,7)
TOTAAL GECOMBINEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN 382,0 373,9 341,3 351,1
Aanpassing voor joint ventures door toepassing van IFRS 11 ( 90,8) ( 85,3) ( 74,9) ( 79,5)
TOTAAL GECONSOLIDEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN 291,2 288,5 266,4 271,6
in miljoen EUR
2H2017 2H2018 Δ 2H FY2017 FY2018 Δ FY
308,6 290,9 -5,7% Soepelschuim 626,1 621,5 -0,7%
133,8 119,2 -10,9% Slaapcomfort 272,1 243,8 -10,4%
143,1 138,5 -3,3% Isolatie 272,3 271,2 -0,4%
176,9 168,3 -4,9% Automobiel 350,4 363,9 3,9%
( 28,4) ( 24,5) -13,8% Eliminaties ( 60,1) ( 52,1) -13,4%
734,0 692,4 -5,7% TOTAAL GECOMBINEERDE
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
1 460,8 1 448,3 -0,9%
3Q2017 3Q2018 Δ 3Q 4Q2017 4Q2018 Δ 4Q
148,6 145,5 -2,1% Soepelschuim 159,9 145,4 -9,1%
64,9 57,3 -11,7% Slaapcomfort 68,9 61,9 -10,2%
72,4 69,2 -4,3% Isolatie 70,8 69,3 -2,1%
84,1 82,0 -2,5% Automotive 92,8 86,3 -7,0%
( 14,0) ( 12,7) -9,1% Eliminaties ( 14,4) ( 11,7) -18,4%
356,0 341,3 -4,1% TOTAAL GECOMBINEERDE
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
378,0 351,1 -7,1%

I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.4. II.2. II.3.

I.1. De gecombineerde omzet van het volledige jaar 2018, exclusief een impact van wisselkoersverschillen (-0,9%), bleef stabiel. Er waren geen wijzigingen in de consolidatiekring in 2018.

Gecombineerde Aangepaste EBITDA:

van EUR 105,5 miljoen naar EUR 103,8 miljoen (-1,6%)

De Aangepaste EBITDA-marge bleef stabiel op 7,2% (2017: 7,2%).

Opsplitsing van de gecombineerde Aangepaste EBITDA per segment

in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2H18 FY18 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Soepelschuim 23,3 17,3 40,6 21,6 19,8 41,5 -7,2% 14,9% 2,2%
Slaapcomfort 7,7 7,4 15,1 5,4 1,4 6,8 -29,9% -80,6% -54,7%
Isolatie 14,2 26,1 40,3 22,8 21,9 44,7 60,5% -16,2% 10,8%
Automobiel 13,5 12,1 25,6 14,7 11,2 25,9 9,0% -7,4% 1,2%
Corporate ( 8,6) ( 7,5) ( 16,1) ( 8,4) ( 6,8) ( 15,2) -2,7% -9,6% -5,9%
TOTAAL GECOMBINEERDE
AANGEPASTE EBITDA
50,1 55,4 105,5 56,2 47,6 103,8 12,1% -14,1% -1,6%

Behalve Slaapcomfort hebben alle segmenten voor het volledige jaar een hogere Aangepaste EBITDA geboekt.

  • Soepelschuim verbeterde verder zijn operationele efficiëntie en productmix. Daarnaast boekte de joint venture Eurofoam een aanzienlijk beter resultaat na een moeilijk jaar 2017.
  • De daling van de rendabiliteit in de Slaapcomfort is te verklaren door de zwakke vraag wegens de warme zomer en de toegenomen concurrentie van e-commercespelers, en door de kosten die in 2H2018 werden gemaakt voor de lancering van de nieuwe Geltex 2.0 producten. 2018 was een overgangsjaar.
  • Isolatie verbeterde zijn winstmarges dankzij sterke prestaties op operationeel en commercieel vlak.
  • •Terwijl Automobiel in 1H2018 profiteerde van goede verkoopvolumes in een gunstig marktklimaat, daalden de verkoopvolumes in 2H2018 door (i) de nieuwe WLTP-uitstootnormen in Europa en (ii) de impact van de handelsspanningen op de volumes in China.

Gecombineerde Aangepaste EBIT:

van EUR 66,5 miljoen naar EUR 63,3 miljoen (-4,8%)

De Aangepaste EBIT-marge daalde licht van 4,6% naar 4,4%.

Opsplitsing van de gecombineerde aangepaste EBIT per segment

in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2H18 FY18 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Soepelschuim 17,1 10,7 27,9 15,4 13,5 28,9 -9,9% 25,2% 3,6%
Slaapcomfort 5,4 5,1 10,5 3,2 ( 0,8) 2,3 -40,9% -116,5% -77,8%
Isolatie 11,0 22,7 33,7 19,6 18,5 38,1 79,0% -18,6% 13,2%
Automobiel 7,0 4,5 11,4 6,7 3,1 9,8 -4,2% -29,9% -14,3%
Corporate ( 9,1) ( 7,9) ( 17,0) ( 8,7) ( 7,1) ( 15,9) -4,2% -9,4% -6,7%
TOTAAL GECOMBINEERDE
AANGEPASTE EBIT
31,3 35,1 66,5 36,2 27,1 63,3 15,5% -22,9% -4,8%

De volgende aanpassingen voor een totaal nettobedrag van EUR -16,2 miljoen (in vergelijking met EUR -18,4 miljoen in 2017) zijn niet opgenomen in de Aangepaste EBIT.

Aanpassingen aan EBIT(DA)

in miljoen EUR
2017 1H2018 2H2018 2018
Netto-impact brand in Most ( 1,1) ( 0,8) 6,4 5,6
Reorganisatielasten en -voorzieningen ( 3,7) ( 0,2) ( 9,9) ( 10,1)
Overige ( 6,6) ( 3,7) ( 2,3) ( 6,0)
TOTALE IMPACT OP EBITDA ( 11,4) ( 4,6) ( 5,8) ( 10,4)
Bijzondere waardeverminderingen - overige ( 7,0) ( 0,6) ( 5,2) ( 5,8)
TOTALE IMPACT OP EBIT ( 18,4) ( 5,2) ( 11,0) ( 16,2)

In 2018 werden extra verzekeringsuitkeringen ontvangen voor de brand van het voorgaande jaar in Most (Tsjechië).

Reorganisatiemaatregelen (EUR -10,1 miljoen) in het kader van het rationaliseringsplan van de Groep omvatten: (i) verdere reorganisatielasten in Soepelschuim voor de sluiting van de fabrieken in Catarroja (Spanje) en Buren (Nederland), (ii) in Slaapcomfort hoofdzakelijk voor de sluiting van de fabriek in Hassfurt (Duitsland), en (iii) enkele aanvullende rationaliseringsinitiatieven in Automobiel.

De 'overige' aanpassingen aan EBIT (EUR -6,0 miljoen) omvatten kosten en vergoedingen voor lopende remediaties en rechtsgeschillen.

Bijzondere waardeverminderingen van EUR -5,8 miljoen (2017: EUR -7,0 miljoen) voor: (i) goodwill in het Verenigd Koninkrijk (Soepelschuim) (EUR -1,0 miljoen), (ii) niet-gebruikte materiële activa in Soepelschuim (EUR -3,9 miljoen) na de sluiting van de fabriek in Catarroja (Spanje) en (iii) activa in Automobiel Interiors in Tsjechië (EUR -1,4 miljoen).

Gecombineerde EBITDA:

van EUR 94,1 miljoen naar EUR 93,4 miljoen (-0,8%)

De EBITDA-marge bleef stabiel op 6,4%.

Opsplitsing van EBITDA per segment

in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2H18 FY18 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Soepelschuim 18,7 11,9 30,6 18,8 14,1 33,0 0,9% 18,7% 7,8%
Slaapcomfort 7,6 6,8 14,3 5,5 ( 3,5) 2,0 -27,3% -152,0% -86,0%
Isolatie 14,2 25,9 40,1 22,8 21,9 44,7 60,6% -15,6% 11,4%
Automobiel 9,1 15,9 25,0 13,2 17,2 30,5 45,1% 8,4% 21,8%
Eliminaties ( 8,6) ( 7,3) ( 16,0) ( 8,9) ( 7,9) ( 16,8) 3,1% 7,8% 5,3%
TOTAAL GECOMBINEERDE
EBITDA
41,0 53,1 94,1 51,6 41,8 93,4 25,7% -21,3% -0,8%
Aanpassing voor joint ventures
door toepassing van IFRS 11 1
( 5,6) ( 5,8) ( 11,3) ( 6,1) ( 6,7) ( 12,9) 10,5% 16,7% 13,6%
TOTAAL GECONSOLIDEERDE
EBITDA
35,4 47,3 82,8 45,4 35,1 80,5 28,1% -26,0% -2,8%

1 Ingevolge toepassing van IFRS 11 wordt het netto resultaat na afschrijvingen, financiële lasten en belastingen geïntergreerd in geconsolideerd EBITDA

Gecombineerde EBIT:

van EUR 48,1 miljoen naar EUR 47,0 miljoen (-2,2%)

De EBIT-marge daalde licht naar 3,2% (2017: 3,3%).

Opsplitsing van EBIT per segment

in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2H18 FY18 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Soepelschuim 12,5 5,2 17,7 11,6 3,9 15,6 -6,9% -24,6% -12,1%
Slaapcomfort 5,3 4,3 9,6 3,7 ( 5,8) ( 2,1) -29,3% -233,7% -121,6%
Isolatie 11,0 22,5 33,5 19,6 18,5 38,1 79,0% -17,9% 13,9%
Automobiel 2,6 1,5 4,1 5,2 7,7 12,9 99,4% 413,5% 213,7%
Eliminaties ( 9,1) ( 7,7) ( 16,8) ( 9,2) ( 8,3) ( 17,5) 1,2% 7,1% 3,9%
TOTAAL GECOMBINEERDE
EBIT
22,2 25,9 48,1 31,0 16,1 47,0 39,4% -37,9% -2,2%
Aanpassing voor joint ventures
door toepassing van IFRS 11 1
( 1,6) ( 1,6) ( 3,2) ( 1,8) ( 2,3) ( 4,1) 12,2% 43,1% 27,3%
TOTAAL GECONSOLIDEERDE
EBIT
20,6 24,3 44,9 29,1 13,8 42,9 41,5% -43,1% -4,3%

1 Ingevolge toepassing van IFRS 11 wordt het netto resultaat na afschrijvingen, financiële lasten en belastingen geïntergreerd in geconsolideerd EBIT

4. Financiële positie

in miljoen EUR
31 DEC
2017
31 MAR
2018
30 JUN
2018
31 SEP
2018
31 DEC
2018
TOTAAL EIGEN VERMOGEN (a) 261,8 - 254,7 - 265,0
Gecombineerde schuldgevens
Netto financiële schuld op de balans (b) 122,9 141,7 138,7 117,9 100,2
+ Opgenomen bedragen onder factoring
programma's
54,7 57,5 62,3 69,2 51,3
TOTAAL GECOMBINEERDE NETTO FINANCIËLE
SCHULD
177,6 199,2 201,0 187,1 151,5
SCHULDGRAADRATIO (GECOMBINEERD) (c)=(b)/(a) 46,9% - 54,5% - 37,8%
Geconsolideerde gegevens
Netto financiële schuld op de balans (d) 87,1 106,9 104,3 87,0 84,6
+ Opgenomen bedragen onder factoring
programma's
54,7 57,5 62,3 69,2 51,3
TOTAAL GECONSOLIDEERDE NETTO
FINANCIËLE SCHULD
141,8 164,4 166,6 156,2 135,9
SCHULDGRAADRATIO (GECONSOLIDEERD) (e)=(d)/(a) 33,3% - 41,0% - 31,9%

1 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van de factoringprogramma's.

De Groep bevestigt dat alle voorwaarden in het kader van de financiële regelingen met haar banken per 31 december 2018 werden nageleefd.

5. Bedrijfssegmenten

IFRS 8 vereist dat er operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapporteringsstructuur van de Groep, die een regelmatige prestatiebeoordeling door de operationele verantwoordelijke mogelijk maken en waardoor aan elk segment de juiste middelen kunnen worden toegewezen. Daarom blijft de Groep over de ontwikkeling van de verschillende segmenten toelichtingen verstrekken op basis van de gecombineerde cijfers, in overeenstemming met de verslaggeving van het management en in overeenstemming met IFRS 8.

I.1.

5.1. SOEPELSCHUIM

in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2H18 FY18 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 317,5 308,6 626,1 330,6 290,9 621,5 4,1% -5,7% -0,7%
Aangepaste EBITDA 23,3 17,3 40,6 21,6 19,8 41,5 -7,2% 14,9% 2,2%
als % van de omzet 7,3% 5,6% 6,5% 6,5% 6,8% 6,7%
EBITDA 18,7 11,9 30,6 18,8 14,1 33,0 0,9% 18,7% 7,8%
als % van de omzet 5,9% 3,9% 4,9% 5,7% 4,9% 5,3%
Aangepaste EBIT 17,1 10,7 27,9 15,4 13,5 28,9 -9,9% 25,2% 3,6%
als % van de omzet 5,4% 3,5% 4,5% 4,7% 4,6% 4,6%
EBIT 12,5 5,2 17,7 11,6 3,9 15,6 -6,9% -24,6% -12,1%
als % van de omzet 3,9% 1,7% 2,8% 3,5% 1,4% 2,5%

OMZET

De gecombineerde omzet is gedaald van EUR 160,0 miljoen in 4K2017 naar EUR 145,4 miljoen in 4K2018 (-9,1%), inclusief wisselkoersverschillen (-2,0%). Exclusief intersegmentverkopen daalde de gecombineerde externe omzet met -8,4% naar EUR 135,5 miljoen.

Voor het volledige jaar 2018 daalde de gecombineerde omzet licht van EUR 626,1 miljoen naar EUR 621,5 miljoen (-0,7%), inclusief wisselkoersverschillen (-1,3%). Exclusief intersegmentverkopen bleef de gecombineerde externe omzet nagenoeg vlak (+0,3%), met een lichte stijging naar EUR 577,7 miljoen.

De divisie van de Technische schuimen groeide met +2,5%, dat hiermee de daling in Slaapcomfort (-3,0%), die volgde op de zwakke vraag van eindklanten in de meubel- en matrasindustrie, compenseerde.

De expansie wordt voortgezet via de opstart van nieuwe conversiefabrieken in Wuxi (China) en Tanger (Marokko).

WINSTGEVENDHEID

De Aangepaste EBITDA-marge steeg van 6,5% naar 6,7%.

De winstmarges namen toe door (i) een verbeterde productmix, (ii) lagere kosten voor chemische grondstoffen en (iii) de betere resultaten van de joint venture Eurofoam ten opzichte van 2017.

De EBITDA over het volledige jaar steeg met EUR 2,4 miljoen, van EUR 30,6 miljoen naar EUR 33,0 miljoen. De EBITDA omvat EUR -8,5 miljoen 'Aanpassingen aan EBIT' (2017: EUR -10,0 miljoen), die voornamelijk verband houden met (i) kosten in gevolge de aangekondigde sluiting van de fabrieken in Catarroja (Spanje) en Buren (Nederland) en (ii) gemaakte kosten en vergoedingen voor lopende remediaties en rechtsgeschillen.

EBIT over het volledige jaar bevat bijzondere waardeverminderingen van (i) goodwill in het Verenigd Koninkrijk (EUR -1,0 miljoen) en (ii) nietgebruikte materiële activa na de sluiting van de fabriek in Catarroja (Spanje) (EUR -3,9 miljoen).

5.2. SLAAPCOMFORT

in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2H18 FY18 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 138,3 133,8 272,1 124,6 119,2 243,8 -9,9% -10,9% -10,4%
Aangepaste EBITDA 7,7 7,4 15,1 5,4 1,4 6,8 -29,9% -80,6% -54,7%
als % van de omzet 5,6% 5,5% 5,6% 4,3% 1,2% 2,8%
EBITDA 7,6 6,8 14,3 5,5 ( 3,5) 2,0 -27,3% -152,1% -86,0%
als % van de omzet 5,5% 5,0% 5,3% 4,4% -2,9% 0,8%
Aangepaste EBIT 5,4 5,1 10,5 3,2 ( 0,8) 2,3 -40,9% -116,5% -77,8%
als % van de omzet 3,9% 3,8% 3,9% 2,6% -0,7% 1,0%
EBIT 5,3 4,3 9,6 3,7 ( 5,8) ( 2,1) -29,3% -233,7% -121,6%
als % van de omzet 3,8% 3,2% 3,5% 3,0% -4,9% -0,8%

OMZET

De trend over de eerste negen maanden (1K: -5,8%; 2K: -14,8% en 3K: -11,7%) verbeterde licht in het laatste kwartaal. De gecombineerde omzet in 4K018 daalde met -10,2%, van EUR 68,9 miljoen in 4K2017 naar EUR 61,9 miljoen, inclusief een impact van -0,5% door wisselkoersverschillen.

Exclusief intersegmentverkopen daalde de gecombineerde externe omzet in 4K2018 met -10,0% naar EUR 60,5 miljoen in een zwakke marktomgeving. De omzet in het subsegment Merkproducten lag 4,4% lager. Het subsegment Merkloos/Huismerken daalde met 18,8%.

Tijdens het volledige jaar 2018 is de gecombineerde omzet gedaald van EUR 272,1 miljoen naar EUR 243,8 miljoen (-10,4%), inclusief een impact van -0,9% door wisselkoersverschillen.

Exclusief intersegmentverkopen is de gecombineerde externe omzet met -10,1% gedaald naar EUR 237,4 miljoen. In een moeilijk marktklimaat met weinig winkelverkeer, vooral in Duitsland, bleef de daling in het subsegment

Merkproducten beperkter (-7,0%), terwijl het subsegment Merkloos/Huismerken -15,1% verloor.

WINSTGEVENDHEID

De lage verkoopvolumes leidden tot een daling van de Aangepaste EBITDA-marge van 5,6% naar 2,8%.

EBITDA over het volledige jaar daalde van EUR 14,3 miljoen naar EUR 2,0 miljoen, na aftrek van 'Aanpassingen aan EBIT' van EUR -4,4 miljoen (2017: EUR -0,8 miljoen). De 'Aanpassingen aan EBIT' omvatten voornamelijk reorganisatiekosten en -voorzieningen die geboekt werden na de aankondiging in oktober 2018 van de intentie om de productievestiging in Hassfurt (Duitsland) te sluiten.

Eind 3Q2018 werd het nieuwe product Geltex® 2.0 in de verschillende regio's waar de Groep actief is op de markt gebracht. Dit vernieuwende productaanbod werd door onze klanten positief onthaald en moet het productaanbod verder versterken en de toekomstige omzet moeten aanzwengelen.

I.1.

5.3. ISOLATIE

in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2H18 FY18 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 129,2 143,1 272,3 132,7 138,5 271,2 2,7% -3,3% -0,4%
Aangepaste EBITDA 14,2 26,1 40,3 22,8 21,9 44,7 60,5% -16,2% 10,8%
als % van de omzet 11,0% 18,2% 14,8% 17,2% 15,8% 16,5%
EBITDA 14,2 25,9 40,1 22,8 21,9 44,7 60,6% -15,6% 11,4%
als % van de omzet 11,0% 18,1% 14,7% 17,2% 15,8% 16,5%
Aangepaste EBIT 11,0 22,7 33,7 19,6 18,5 38,1 79,0% -18,6% 13,2%
als % van de omzet 8,5% 15,9% 12,4% 14,8% 13,4% 14,1%
EBIT 11,0 22,5 33,5 19,6 18,5 38,1 79,0% -17,9% 13,9%
als % van de omzet 8,5% 15,7% 12,3% 14,8% 13,4% 14,1%

OMZET

De omzet in 4K2018 is met -2,1% gedaald, van EUR 70,7 miljoen naar EUR 69,3 miljoen. De hogere verkoopvolumes in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2017 wogen niet op tegen de prijserosie als gevolg van de lagere kosten voor chemische grondstoffen.

Over het volledige jaar 2018 bedroeg de omzet vóór wisselkoersverschillen (-0,3%; m.n.. het Britse pond) EUR 271,2 miljoen, wat overeenstemt met het niveau van 2017.

WINSTGEVENDHEID

De Aangepaste EBITDA-marge steeg van 14,8% naar 16,5%.

De winstmarges namen toe door (i) een verbeterde productmix en operationele efficiëntie en (ii) lagere kosten voor chemische grondstoffen.

Zoals aangekondigd in het persbericht van 21 juni 2018 heeft Recticel in Finland een nieuwe productie-eenheid opgericht, waarmee op middellange termijn naar groei in Scandinavië, de Baltische staten en Rusland wordt gestreefd. Dit project werd volgens schema voltooid en de productie is in oktober 2018 gestart. Er wordt verwacht dat deze nieuwe fabriek vanaf 2020 een positieve bijdrage aan de resultaten zal beginnen te leveren.

De opstartkosten van deze nieuwe fabriek hadden een impact op de resultaten van 2H2018, omdat de extra vaste kosten nog niet werden gecompenseerd door bijkomend omzet.

Begin 2019 verhoogde Recticel Insulation zijn belang in Turvac d.o.o., de Sloveense producent van vacuümisolatieplaten (VIP), van 50% naar 74% (zie hieronder in punt 7.2.)

5.4. AUTOMOBIEL

in miljoen EUR
1H17 2H17 FY17 1H18 2H18 FY18 Δ 1H Δ 2H Δ FY
Omzet 173,5 176,9 350,4 195,6 168,3 363,9 12,8% -4,9% 3,9%
Aangepaste EBITDA 13,5 12,1 25,6 14,7 11,2 25,9 9,0% -7,4% 1,2%
als % van de omzet 7,8% 6,9% 7,3% 7,5% 6,7% 7,1%
EBITDA 9,1 15,9 25,0 13,2 17,2 30,5 45,1% 8,4% 21,8%
als % van de omzet 5,3% 9,0% 7,1% 6,8% 10,2% 8,4%
Aangepaste EBIT 7,0 4,5 11,4 6,7 3,1 9,8 -4,2% -29,9% -14,3%
als % van de omzet 4,0% 2,5% 3,3% 3,4% 1,9% 2,7%
EBIT 2,6 1,5 4,1 5,2 7,7 12,9 99,4% 413,5% 213,7%
als % van de omzet 1,5% 0,8% 1,2% 2,7% 4,6% 3,5%

OMZET

De negatieve verkooptrend in de automobieleindmarkten, die begon in 3K2018, verslechterde nog in het laatste kwartaal. De gecombineerde omzet daalde met 7,0% naar EUR 86,3 miljoen in 4K2018, met vrijwel geen wisselkoerseffecten (1K: +12,8%; 2K: +12,7% en 3K: -2,5%).

De omzet van het subsegment Interiors daalde met 4,8%, terwijl het subsegment Zetelkussens met 9,5% daalde.

Tijdens het volledige jaar 2018 is de gecombineerde omzet gestegen van EUR 350,4 miljoen naar EUR 363,9 miljoen (+3,9%), inclusief een impact van -0,7% door wisselkoersverschillen. Beide subsegmenten boekten een hogere omzet: +6,6% voor Interiors naar EUR 199,4 miljoen, en +0,7% voor Zetelkussens naar EUR 164,4 miljoen.

Tijdens 2H2018 daalden de productievolumes van de meeste OEMs door (i) de invoering van de nieuwe WLTP-uitstoottestcyclus (Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedure), die met ingang van 1 september 2018 de NEDC

(New European Driving Cycle) heeft vervangen, en (ii) de wereldwijde handelsspanningen die een negatieve impact hadden op de Chinese en Europese volumes. De verwachting is dat de volatiliteit in de volumes zal afnemen naarmate de homologatie van voertuigen volgens de nieuwe norm vordert.

WINSTGEVENDHEID

De Aangepaste EBITDA-marge daalde licht van 7,3% naar 7,1%.

In beide subsegmenten hielden de winstmarges goed stand.

EBITDA omvat 'Aanpassingen aan EBIT' voor een totaal nettobedrag van EUR +4,5 miljoen (2017: EUR -0,6 miljoen), inclusief extra verzekeringsuitkeringen die zijn ontvangen voor de brand van het voorgaande jaar in Most (Tsjechië).

EBIT over het volledige jaar werd beïnvloed door de waardevermindering van materiële en immateriële activa in Automobiel Interiors (EUR -1,4 miljoen).

6. Voorgesteld dividend

De Raad van Bestuur zal aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering van 28 mei 2019 voorstellen dat er een brutodividend wordt uitgekeerd van EUR 0,24 per aandeel op 55,2 miljoen aandelen, wat neerkomt op een totale dividenduitkering van EUR 13,3 miljoen (2017: EUR 0,22 per aandeel en EUR 12,1 miljoen in totaal).

7. Beleid inzake winstverdeling

De Jaarlijkse Algemene Vergadering beslist over de bestemming van de voor uitkering beschikbare bedragen op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur.

Bij de opstelling van zijn voorstel streeft de Raad van Bestuur naar het ideale evenwicht tussen een stabiel dividend voor de Aandeelhouders enerzijds en het behoud van voldoende investeringsmiddelen en mogelijkheden voor autofinanciering anderzijds, om de groei van de vennootschap op langere termijn zeker te stellen.

De Raad van Bestuur heeft het hierna volgende voorstel van resultaatverdeling voorgelegd aan de Algemene Vergadering:

in EUR
Winst/(verlies) voor het boekjaar 12 842 215
Overgedragen winst/(verlies) van vorig jaar + 66 533 193
Winst/(verlies) toe te voegen aan de wettelijke reserves - 642 111
Winst/(verlies) toe te voegen aan de overige reserves - 0
Te bestemmen resultaat = 78 733 297
Brutodividend (1) - 13 254 483
Over te dragen winst = 65 478 814

(1) Brutodividend per aandeel van EUR 0,24, wat leidt tot een nettodividend na belastingen van EUR 0,168 per gewoon aandeel.

8. Dividendbetaling

Op voorwaarde dat de winstverdeling wordt goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 28 mei 2019, zal er een dividend van EUR 0,24 bruto worden betaald per gewoon aandeel, of EUR 0,168 netto (-30% roerende voorheffing). Dit dividend is betaalbaar vanaf 30 juni 2019. KBC Bank treedt op als betaalkantoor.

Betalingen voor de aandelen op naam worden uitgevoerd via bankoverschrijving naar de bankrekening van de aandeelhouders.

Bruto dividend per aandeel (in EUR)

BELANGRIJKE GEGEVENS OVER HET DIVIDEND

Brutodividend per aandeel EUR 0,24
Ex-coupondatum 29 mei 2019
Registratiedatum 30 mei 2019
Dividendbetalingsdatum 03 juni 2019

II.2. Corporate Governance verklaring

II.2.1. Referentiecode en regels van kracht

In overeenstemming met de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 publiceert Recticel haar Corporate Governance Charter op haar website (www.recticel.com). De laatste versie dateert van 28 juni 2018. Elke belanghebbende kan het Charter aldaar downloaden, of een exemplaar aanvragen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. Het Charter bevat een gedetailleerde beschrijving van de bestuursstructuur en het governance beleid van de vennootschap.

Recticel hanteert de Belgische Governance Code 2009 als haar referentiecode, en deze code kan op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be) geraadpleegd worden.

Sinds de Gewone Algemene Vergadering van 26 mei 2015 past Recticel alle aanbevelingen van de referentiecode toe.

Dit hoofdstuk bevat meer feitelijke informatie omtrent corporate governance in het algemeen en in het bijzonder, de toepassing van de Code bij Recticel tijdens het afgesloten boekjaar.

Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen is de Raad van Bestuur bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of nuttig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bevoegdheden van de Raad van Bestuur worden niet verder beperkt door de statuten.

Het intern reglement van de Raad van Bestuur wordt beschreven in het Corporate Governance Charter van Recticel.

II.2.2. Interne controle en risk management

Elke entiteit bestaat om waarde te creëren voor haar stakeholders en dit vormt de basis van het risicomanagement van elke onderneming. De uitdaging voor de Raad van Bestuur en voor het uitvoerend management bestaat erin om te bepalen hoeveel onzekerheid zij wenst te aanvaarden in haar streven om waarde te creëren. De waardecreatie wordt gemaximaliseerd wanneer het bestuur erin slaagt om een optimale balans te creëren tussen groei en opbrengst enerzijds en de daaraan gekoppelde risico's anderzijds.

Het identificeren en kwantificeren van de risico's en het opzetten en onderhouden van efficiënte controlemechanismen behoort tot de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en het uitvoerend management van de Recticel Groep.

Het kader voor de interne controle en risk management toegepast door de Recticel Groep is gebaseerd op het COSO (Committee of Sponsoring Organisations of the Treadway Commission) model en is in lijn met de vereisten opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code, dit alles rekening houdend met de grootte en de specifieke noden van de Recticel Groep.

Sinds midden 2010 hebben de Raad van Bestuur en het uitvoerend management het kader voor de interne controle en risk management herbekeken, en een aangepast Compliance programma geïmplementeerd.

De basis wordt gevormd door een herziene Code of Ethics, toepasselijk op alle Recticel bestuurders, corporate officers en werknemers, en kan op de website van Recticel geraadpleegd worden: (https:// www.recticel.com/sites/default/files/who_we_are/ discover_the_recticel_group/business_ethics_ integrity/01_Ethics_policy_English.pdf).

Belangrijke onderwerpen zoals ethiek, veiligheid, gezondheid en milieu, kwaliteit, belangenconflicten, mededinging, oplichterij, etc. worden er behandeld.

De daarin gehuldigde principes worden vervolgens

verder uitgewerkt in de Business Control Guide, die in meer concrete en gedetailleerde richtlijnen voorziet, zoals onder meer richtlijnen op het vlak van Belastingbeheer, Schatkistbeheer, Boekhoudingregels, Investeringen, Aankoop, Fusies en Overnames, e.d. De interne financiële rapportering en controle gebeurt op basis van de Group Accounting Manual, Group Accounting Methodology en Cost Accounting Methodology.

Deze Business Control Guide omvat tevens de algemene delegatie van beslissingsmachten en verantwoordelijkheden voor specifieke bevoegdheidsdomeinen.

De Raad van Bestuur en het uitvoerend management evalueren geregeld de belangrijkste risico's waaraan de Recticel Groep blootgesteld wordt en leggen een prioriteitenlijst vast. Een algemene beschrijving van de risico's is terug te vinden in het financieel deel van dit jaarverslag.

Een van de oogmerken van het interne controle en risk management systeem is tevens het verzekeren van een tijdige, volledige en precieze communicatie. Daartoe omvat de Business Control Guide en alle verbonden richtlijnen de nodige regels over rollen en verantwoordelijkheden. Tevens wordt de nodige aandacht aan de dag gelegd voor het verzekeren van de beveiliging en vertrouwelijkheid van de gegevensuitwisseling, indien nodig of nuttig.

De Recticel Groep heeft op het vlak van haar interne rapporteringssystemen in geval van overtreding van de externe of interne wetten en regels tevens een beleid op Groepsniveau geïmplementeerd voor het Melden van Wangedrag en de Bescherming van Klokkenluiders teneinde eenieder de mogelijkheid te bieden om over wangedrag in strijd met de Code of Conduct, de Groepsbeleiden of alle andere wetten of regelgevingen te rapporteren.

Ten slotte heeft het Auditcomité onder meer als taak om de Raad van Bestuur in te lichten en te adviseren omtrent de opvolging die zij minstens jaarlijks doorvoert betreffende de systemen van interne controle en risk management.

De Recticel Groep heeft tevens een Interne Audit dienst ingericht die werkt op basis van een Intern Audit Charter. De Interne Audit heeft als voornaamste opdracht het afleveren van verslagen met opinies en andere informatie in hoeverre de interne controle erin slaagt vooraf bepaalde criteria te halen. De interne controle heeft als doel de redelijke zekerheid te bieden dat de objectieven van de Recticel Groep inzake strategie, bedrijfsactiviteiten, compliance en reporting gerealiseerd kunnen worden op de meest efficiënte wijze. Hiertoe tracht ze volgende doeleinden te verzekeren:

  • de betrouwbaarheid en integriteit van de informatie;
  • de naleving van policies, plannen, procedures, wetten en overeenkomsten;
  • het veilig stellen van de activa;
  • het spaarzaam en efficient gebruik van de middelen;
  • het bereiken van de vastgelegde doelen van de operaties en programma's.

II.2.3. Externe controle

De externe controle van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen van Recticel NV werd door de Algemene Vergadering van 2016 toevertrouwd aan de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "DELOITTE Bedrijfsrevisoren", vertegenwoordigd door de heer Kurt DEHOORNE.

De Commissaris voert zijn controles uit overeenkomstig de Internationale Controlestandaarden (ISA) en levert een verslag af waarin bevestigd wordt of de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap. Het Auditcomité onderzoekt en bespreekt deze rapporten in aanwezigheid van de Commissaris, en ze worden nadien ook besproken in de Raad van Bestuur.

De globale bezoldiging van het Deloitte netwerk (in haar hoedanigheid van Commissaris) betreffende de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van Recticel bedoeld in artikel 134, §2 van het Wetboek van Vennootschappen, bedroeg EUR 947.000 voor 2018.

Het globale bedrag van de bezoldigingen voor bijkomende diensten van de Commissaris en aan I.1. de Commissaris verbonden partijen bedraagt op het niveau van de Groep Recticel EUR 206.000. Dit bedrag omvat een bedrag van EUR 103.000 voor bijkomende audit gerelateerde opdrachten en EUR 103.000 voor overige adviesopdrachten (samengesteld uit een bedrag van EUR 81.000 voor bijkomende belastingadviesopdrachten en een bedrag van EUR 22.000 voor andere consultingopdrachten).

Het detail van deze vergoedingen is opgenomen in de toelichting op VOL 6.18.2. in de statutaire jaarrekening alsook in de toelichtingen in het financieel deel van het geconsolideerd jaarverslag.

Het mandaat van de Commissaris (dat werd hernieuwd in 2016) loopt af na de Gewone Algemene Vergadering van 2019.

Op voorstel van het auditcomité, en na goedkeuring door de ondernemingsraad, stelt de Raad van Bestuur aan de algemene vergadering van 28 mei 2019 het volgende voor:

Herbenoeming als commissaris, op voorstel van het auditcomité, voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2022, van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "DELOITTE Bedrijfsrevisoren", met maatschappelijke zetel te Gateway Building, Luchthaven Brussel Nationaal 1J, 1930 Zaventem, vertegenwoordigd door de heer Kurt DEHOORNE, teneinde de controle uit te voeren over de boekjaren

afgesloten op 31 december 2019, 2020 en 2021.

De jaarlijkse erelonen van de commissaris bedragen 291.000 EUR, inclusief binnenlandse onkosten en exclusief IBR bijdrage, reis-en verblijfskosten in het buitenland en BTW.

II.2.4. Samenstelling van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur van Recticel bestaat thans uit tien leden. Er zijn negen niet-uitvoerende bestuurders, waarvan zes onafhankelijk zijn. OLIVIER CHAPELLE BVBA, vertegenwoordigd door de heer Olivier CHAPELLE, Gedelegeerd Bestuurder, is uitvoerend bestuurder.

De Gedelegeerd Bestuurder vertegenwoordigt het management en drie bestuurders vertegenwoordigen de referentieaandeelhouder.

Met betrekking tot de wet d.d. 28 juli 2011 die voorziet in de verplichting dat minstens 1/3 van de leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht dienden zijn tegen 1 januari 2017, heeft de Raad van Bestuur verschillende opties om het aantal vrouwelijke bestuurders te verhogen onderzocht. Op vandaag zijn drie van de tien bestuurders vrouwen, waardoor voldaan is aan de verplichting van artikel 518bis van het Wetboek van Vennootschappen. Bij afloop van het mandaat van Mevrouw Danielle Sioen

Van links naar rechts: Frédéric VAN GANSBERGHE, Pierre-Yves de Laminne de Bex, Benoit DECKERS, Danielle SIOEN, Johnny THIJS, Olivier CHAPELLE, Ingrid MERCKX, Kurt PIERLOOT, Anne DE VOS, Luc MISSORTEN

NAAM FUNCTIE TYPE GEBOORTE
JAAR
AANVANG
MANDAAT
EINDE
MANDAAT
HOOFDFUNCTIE BUITEN
RECTICEL
LIDMAATSCHAP
COMITÉ
Johnny THIJS (1) Voorzitter Onafhankelijk 1952 2015 2021 Spadel, Corealis, Hospital
Logistics, Voorzitter / Essers,
Ahold Delhaize, Bestuurder
AC / RC
Olivier CHAPELLE (2) Gedelegeerd
Bestuurder
Uitvoerend 1964 2009 2019 Bestuurder Cofinimmo MC
Benoit DECKERS (3) Bestuurder Niet-uitvoerend 1964 2015 2021 CEO van Compagnie du Bois
Opsplitsing per geslacht
Sauvage SA
Raad van Bestuur
AC
Pierre-Yves de Laminne de
Bex (4)
Bestuurder Niet-uitvoerend 1969 2014 2021 Vrouw
Voorzitter bij Compagnie du Bois
30%
Sauvage SA / Managing Director
bij Entreprises et Chemins de Fer
en Chine SA
Ingrid MERCKX (5) Bestuurder Onafhankelijk 1966 2012 2019 President Securitas België en
Luxemburg
AC
Luc MISSORTEN (6) Bestuurder Onafhankelijk 1955 2015 2021 Ontex Voorzitter Opsplitsing onafhankelijkheid
AC / RC
Kurt PIERLOOT Bestuurder Onafhankelijk 1972 2015 2021 CEO Bleckmann (met uitzondering van Voorzitter)
RC
Anne DE VOS (7) Bestuurder Onafhankelijk 1958 2017 2020 Symrise AG - Global Account
Director Nestle
Man
70%
Frédéric VAN GANSBERGHE (8) Bestuurder Niet-uitvoerend 1958 2014 2019 GALACTIC NV - Managing
Director
Opsplitsing onafhankelijkheid
RC
Danielle SIOEN Bestuurder Onafhankelijk Opsplitsing per geslacht
1966
Raad van Bestuur
2016 2019 (met uitzondering van Voorzitter)
Sioen Industries NV Bestuurder
Onafhankelijkheid
(1) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA 56%

(1) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA Vrouw

(2) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van OLIVIER CHAPELLE BVBA 30% MC = Managementcomité

RC = Remuneratie- & Benoemingscomité

AC = Auditcomité

(3) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA

(4) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA

(5) in haar hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van IMRADA BVBA

(6) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA

(7) vanaf 1/1/2019 in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van CARPE VALOREM BVBA

(8) in haar hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van IPGM Consulting GmbH

(9) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA Man 70%

In de hiernavolgende tabel vindt u een overzicht van de leden van de Raad van Bestuur van Recticel waarvan het mandaat tijdens het boekjaar 2018 tot een einde kwam. 56% Tussen 3 en 6 jaar 60%

Lidmaatschap Raad van Bestuur

NAAM FUNCTIE TYPE GEBOORTE
JAAR
AANVANG
MANDAAT
EINDE
MANDAAT
HOOFDFUNCTIE BUITEN
RECTICEL
Minder dan 3 jaar
LIDMAATSCHAP
COMITÉ
20%
Kurt PIERLOOT Bestuurder Onafhankelijk 1972 2015 31/12/18 CEO Bleckmann RC

RC = Remuneratie- & Benoemingscomité

Lidmaatschap Raad van Bestuur

Minder dan 3 jaar 20%

(met uitzondering van Voorzitter)

Niet-onafhankelijk 44%

Minder dan 3 jaar 20%

Onafhankelijkheid

Meer dan 6 jaar 20%

Tussen 3 en 6 jaar 60%

I.1.

Opsplitsing per geslacht Raad van Bestuur

Vrouw 30%

Man 70%

Onafhankelijkheid

Niet-onafhankelijk

44%

Tussen 3 en 6 jaar

60%

Meer dan 6 jaar 20%

Niet-onafhankelijk 44%

Meer dan 6 jaar 20%

op de gewone algemene vergadering van 28 mei 2019 zal eveneens een vrouwelijke bestuurder als vervangster worden aangesteld zodat blijvend voldaan is aan de voorwaarden van artikel 518bis van het Wetboek van Vennootschappen.

In de hiernavolgende tabel vindt u een overzicht van de huidige leden van de Raad van Bestuur van Recticel.

II.2.4.1. Wijzigingen sinds het vorige jaarverslag – statutaire be- noemingen – voorstelling nieuwe bestuurders

Op voorstel van de Raad van Bestuur en na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft de Algemene Vergadering van 29 mei 2018 het volgende beslist:

  • De vergadering hernieuwt het mandaat van THIJS JOHNNY BVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Johnny THIJS, als niet-uitvoerend en onafhankelijk bestuurder voor een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2021.
  • De vergadering hernieuwt het mandaat van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES NV, vast vertegenwoordigd door de heer Benoit DECKERS, als nietuitvoerend bestuurder voor een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2021.
  • De vergadering hernieuwt het mandaat van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE NV, vast vertegenwoordigd door de heer Pierre-Yves de LAMINNE de BEX, als niet-uitvoerend bestuurder voor een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2021.
  • De vergadering hernieuwt het mandaat van REVALUE BVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Luc MISSORTEN, als nietuitvoerend en onafhankelijk bestuurder voor een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2021.
  • De vergadering hernieuwt het mandaat van de heer Kurt PIERLOOT, als niet-uitvoerend en onafhankelijk bestuurder voor een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2021.
  • De vergadering bevestigt als onafhankelijk bestuurder van THIJS JOHNNY BVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Johnny THIJS, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. De heer Johnny THIJS voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.
  • De vergadering bevestigt als onafhankelijk bestuurder van REVALUE BVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Luc MISSORTEN, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. De heer Luc MISSORTEN voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.
  • De vergadering bevestigt als onafhankelijk bestuurder van de heer Kurt PIERLOOT, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. De heer Kurt PIERLOOT voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.

Rekening gehouden met het bovenstaande en na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité stelt de Raad van Bestuur aan de algemene vergadering van 28 mei 2019 het volgende voor:

• Hernieuwing van het mandaat van OLIVIER CHAPELLE BVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Olivier CHAPELLE, als gedelegeerd bestuurder voor een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2022.

  • Hernieuwing van het mandaat van IMRADA BVBA, vast vertegenwoordigd door mevrouw Ingrid MERCKX, als niet-uitvoerend en onafhankelijk bestuurder, voor een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2022.
  • Hernieuwing van het mandaat van ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE NV, vast vertegenwoordigd door de heer Frédéric VAN GANSBERGHE, als niet-uitvoerend bestuurder voor een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2022.
  • Aanvaarding van het ontslag van de heer Kurt PIERLOOT als niet-uitvoerend en onafhankelijk bestuurder met ingang van 1 januari 2019 en bevestiging van de benoeming van CARPE VALOREM BVBA, met zetel te Acaciadreef 29, 3140 Keerbergen, ondernemingsnummer 0712.532.009, vast vertegenwoordigd door de heer Kurt PIERLOOT, als niet-uitvoerend en onafhankelijk bestuurder, voor een termijn die ingaat op 1 januari 2019 en zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2021.
  • Ter vervanging van mevrouw Danielle SIOEN, benoeming van MOROXCO BVBA, met zetel te Beekstraat 56, 8550 Zwevegem, ondernemingsnummer 0719.795.230, vast vertegenwoordigd door mevrouw Elisa VLERICK, als niet-uitvoerend en onafhankelijk bestuurder, voor een periode van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2022.
  • Bevestiging als onafhankelijk bestuurder van IMRADA BVBA, vast vertegenwoordigd door de mevrouw Ingrid MERCKX, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. Mevrouw Ingrid MERCKX voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.
  • Bevestiging als onafhankelijk bestuurder van CARPE VALOREM BVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Kurt PIERLOOT, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. De heer Kurt PIERLOOT voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.
  • Bevestiging als onafhankelijk bestuurder van MOROXCO BVBA, vast vertegenwoordigd door mevrouw Elisa VLERICK, in de zin van artikel 524 §2 en 526bis §2 van het Wetboek van Vennootschappen. Mevrouw Elisa VLERICK voldoet aan alle criteria zoals vermeld in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen evenals aan de onafhankelijkheidsvereisten van de Corporate Governance Code 2009.

II.2.4.2. Werking van de Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur kwam in 2018 acht keer samen. Eén vergadering behandelde voornamelijk het budget voor 2018 en twee vergaderingen handelden vooral over de vaststelling van de jaarrekeningen per 31 december 2017 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2018.

Op elke vergadering wordt verder aandacht besteed aan de gang van zaken per afdeling, en aan de belangrijkste lopende overname en/of desinvesteringsdossiers. Andere onderwerpen (human resources, externe communicatie, geschillen en juridische vraagstukken, delegatie van bevoegdheden en dergelijke) komen aan bod indien nodig of nuttig.

De schriftelijke besluitvormingsprocedure werd in 2018 niet toegepast.

Het secretariaat van de Raad van Bestuur wordt verzorgd door de heer Dirk VERBRUGGEN, General Counsel & General Secretary.

Het individuele aanwezigheidspercentage van de bestuurders op de vergaderingen in 2018 bedroeg:

NAAM AANWEZIGHEID IN 2018
Johnny THIJS 8/8
Olivier CHAPELLE 8/8
Benoit DECKERS 8/8
Pierre-Yves de LAMINNE de BEX 7/8
Ingrid MERCKX 8/8
Luc MISSORTEN 8/8
Kurt PIERLOOT 6/8
Frédéric VAN GANSBERGHE 8/8
Danielle SIOEN 5/8
Anne DE VOS 8/8

De Raad van Bestuur organiseert een zelfbeoordeling van zijn werking evenals een beoordeling van de interactie met de leden van het managementcomité op regelmatige basis. Die gaat uit van een vragenlijst die door alle bestuurders wordt beantwoord. De resultaten uit de vragenlijst worden dan besproken en verder geanalyseerd tijdens een volgende vergadering van de Raad van Bestuur. De laatste beoordeling vond plaats medio 2017. De individuele evaluatie van de bestuurders gebeurt door het Remuneratie- en Benoemingscomité.

II.2.5. Comités ingericht door de Raad van Bestuur

II.2.5.1. Het Auditcomité

Het Auditcomité ziet overeenkomstig artikel 526bis,§4 van het Wetboek van Vennootschappen onder meer toe op het financiële verslaggevingsproces, de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de vennootschap, de interne audit, de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, en de onafhankelijkheid van de Commissaris. Het intern reglement van het Auditcomité is opgenomen in het Corporate Governance Charter dat eveneens de taken van het Auditcomité nader in detail omschrijft.

Het Auditcomité telt op vandaag vier leden. Alle leden zijn niet-uitvoerende bestuurders, en drie leden, waaronder de Voorzitter, zijn onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.

Het secretariaat van het Comité wordt verzorgd door de heer Dirk Verbruggen, General Counsel & General Secretary.

De samenstelling van het Auditcomité voldoet aan de bepalingen van de statuten van Recticel en aan de voorschriften terzake van het Wetboek van Vennootschappen en voldoet sedert 26 mei 2015 eveneens aan principe 5.2./4. van de Belgische Corporate Governance Code 2009 dat voorziet dat minstens de meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk moet zijn.

Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart Recticel dat de Voorzitter van het Auditcomité, de heer Luc MISSORTEN, aan de vereisten van onafhankelijkheid voldoet en dat hij de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit. De leden van het Auditcomité beschikken tevens over collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van de Vennootschap.

De hiervolgende tabel bevat de leden van het Auditcomité tijdens het boekjaar 2018 en tot heden.

NAAM FUNCTIE AANWEZIG
HEID IN 2018
Luc MISSORTEN (1) Voorzitter 4/4
Johnny THIJS (2) Lid 4/4
Ingrid MERCKX (3) Lid 4/4
Benoit DECKERS (4) Lid 4/4

(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA

(2) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA

(3) In haar hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van IMRADA BVBA (4) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS

SAUVAGE SERVICES SA

Het Auditcomité kwam viermaal samen in 2018. Twee vergaderingen waren voornamelijk gewijd aan het nazicht van de jaarrekeningen per 31 december 2017 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2018. Op alle vergaderingen wordt tevens aandacht besteed aan het programma voor de interne audit, risicobeheer, fiscaliteit en boekhoudkundige vragen gelieerd aan IFRS. Er was eveneens minstens twee keer een ontmoeting met de commissaris en de verantwoordelijke voor interne audit.

Het Auditcomité realiseert geregeld tijdens één van zijn vergaderingen een informele zelfbeoordeling van zijn werking en besteedt de nodige tijd aan het bespreken en analyseren ervan. Begin 2017 werd een formele evaluatie doorgevoerd.

II.2.5.2. Het Remuneratieen Benoemingscomité

Het Remuneratie- en Benoemingscomité doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie van de bestuurders en de leden van het Managementcomité, en bereidt het remuneratieverslag voor en licht het toe op de Algemene Vergadering. Tevens doet zij de nodige voorstellen betreffende de evaluatie en herbenoeming van bestuurders evenals de benoeming en installatie van nieuwe bestuurders. Het intern reglement van het Remuneratie- en Benoemingscomité is opgenomen in het Recticel Corporate Governance Charter.

Het Remuneratie- en Benoemingscomité bestaat uit vier leden, allen niet-uitvoerende bestuurders, waarvan drie onafhankelijke bestuurders.

Het secretariaat van het Comité wordt verzorgd door de heer Dirk Verbruggen, General Counsel & General Secretary.

De samenstelling van het Remuneratie- en Benoemingscomité voldoet aan de voorschriften terzake van het Wetboek van Vennootschappen, evenals aan de vereisten van de Belgische Corporate Governance Code.

De samenstelling luidt als volgt:

NAAM FUNCTIE AANWEZIG
HEID IN 2018
Johnny THIJS (1) Voorzitter 2/2
Kurt PIERLOOT Lid 2/2
Frédéric VAN GANSBERGHE (2) Lid 1/2
Luc MISSORTEN (3) Lid 2/2

(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA (2) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA

(3) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA

Conform artikel 526quater van het Wetboek van Vennootschappen verklaart Recticel dat het Remuneratie- en Benoemingscomité over de nodige deskundigheid beschikt op het gebied van remuneratiebeleid.

Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam tweemaal samen in 2018.

Deze vergaderingen behandelden de vaste en variabele remuneratie van het uitvoerend management en de benoeming en herbenoeming van bestuurders. De CEO was aanwezig bij de bespreking van de remuneratie van de andere leden van het uitvoerend management.

De samenstelling en de werking van het Remuneratie- en Benoemingscomité werden einde 2010 grondig herzien naar aanleiding van de Wet d.d. 6 april 2010 die het Wetboek van Vennootschappen wijzigde door een artikel 526quater in te voeren, waarin het oprichten van een Remuneratiecomité verplicht werd voor vennootschappen waarvan de aandelen genoteerd zijn op een gereglementeerde markt. Dientengevolge voert het Remuneratie- en Benoemingscomité geregeld tijdens één van zijn vergaderingen een informele zelfbeoordeling van zijn werking en besteedt de nodige tijd aan het bespreken en analyseren ervan.

II.2.6. Het uitvoerend management

De Raad van Bestuur heeft het dagelijks beleid van de vennootschap toevertrouwd aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "OLIVIER CHAPELLE", gevestigd te 1180 Brussel, Avenue de la Sapinière 28, vertegenwoordigd door haar Zaakvoerder en vaste vertegenwoordiger, de heer Olivier CHAPELLE.

De Gedelegeerd Bestuurder wordt in zijn taken bijgestaan door het Managementcomité, waarvan de leden (voor de periode 2018 tot heden) opgenomen zijn in de hierna volgende lijst:

NAAM FUNCTIE
Olivier CHAPELLE (1)(2) Chief Executive Officer
Ralf BECKER Group General Manager Insulation
Betty BOGAERT Chief Information & Digitalisation Officer
Jean-Pierre DE KESEL Chief Sustainable Innovation Officer
François DESNE Group General Manager Flexible Foams
Bart MASSANT Chief Human Resources Officer
Jean-Pierre MELLEN Chief Financial Officer
Jan MEULEMAN Group General Manager Automotive
François PETIT Chief Procurement Officer
Dirk VERBRUGGEN General Counsel & General Secretary

(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van OLIVIER CHAPELLE BVBA (2) vanaf 20/1/2017 - Group General Manager Bedding

Het Managementcomité heeft een adviserende rol ten behoeve van de Raad van Bestuur in zijn geheel en is geen directiecomité in de zin van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen.

Van links naar rechts : Jean-Pierre MELLEN, Jan MEULEMAN, Betty BOGAERT, Jean-Pierre DE KESEL, François DESNÉ, François PETIT, Olivier CHAPELLE, Bart MASSANT, Dirk VERBRUGGEN, Ralf BECKER

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 92 RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 93

II.2.7. Remuneratieverslag

II.2.7.1. Inleiding

Het Remuneratiebeleid van de Recticel Groep kan teruggevonden worden in het Corporate Governance Charter op de Recticel website (www.recticel.com).

Er zijn tijdens het jaar 2018 geen wijzigingen doorgevoerd.

Op aanbeveling van het Remuneratie- en Benoemingscomité bepaalt de Raad van Bestuur van de Groep de bezoldiging van de leden van het managementcomité (hierna het "Senior Management" of de "Senior Managers" genoemd) en stelt zij de bezoldiging van de bestuurders voor aan de algemene vergadering.

Om het comité bij te staan in zijn analyse van de concurrentiële omgeving in België en Europa, evenals andere factoren die nuttig zijn voor de evaluatie door het comité van bezoldigingsaangelegenheden, kan het comité een beroep doen op de diensten van internationaal erkende bezoldigingsconsulenten.

Voor de volgende 3 jaren heeft het Remuneratieen Benoemingscomité de principes van het Remuneratiebeleid herbevestigd. Deze werden geïntegreerd in een aparte Remuneratiepolicy die aan de gewone algemene vergadering van 28 mei 2019 ter goedkeuring zal worden voorgelegd.

II.2.7.1.1. Bezoldiging van de bestuurders

De bestuurders van de vennootschap worden beloond voor hun diensten met een vaste vergoeding per jaar, gekoppeld aan een aanwezigheidsvergoeding per bijgewoonde vergadering. De remuneratie wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur op voorstel van het Remuneratie- en Benoemingscomité en aan de Algemene Vergadering van aandeelhouders ter goedkeuring voorgelegd. De voorzitter van de raad ontvangt een remuneratie die 200% bedraagt van de persoonlijke remuneratie bepaald voor de andere leden van de Raad.

De Raad doet een voorstel over de bijkomende bezoldiging voor de leden van het comité. De voorzitters van de comités ontvangen een remuneratie die 200% bedraagt van de persoonlijke remuneratie bepaald voor de andere leden van het comité. Zowel het niveau als de structuur van de bezoldiging van de bestuurders wordt jaarlijks bekeken. Voor 2019 zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van 28 mei 2019 geen wijzigingen voorstellen, enkel een bevestiging van de emolumenten van 2018:

  • Bepaling en goedkeuring van de emolumenten van de Bestuurders, d.i.:
    • Een vaste eenmalige vergoeding voor de Bestuurders van EUR 15.000 per jaar en voor de Voorzitter van de Raad van Bestuur van EUR 30.000 per jaar;
    • Zitpenningen voor de Bestuurders van EUR 2.500 per vergadering en voor de Voorzitter van de Raad van Bestuur van EUR 5.000 per vergadering.
  • Bepaling van de zitpenningen van de leden van het Auditcomité op EUR 2.500 per vergadering en die van de Voorzitter van het Auditcomité op EUR 5.000 per vergadering.
  • Bepaling van de zitpenningen van de leden van het Remuneratie- en Benoemingscomité op EUR 2.500 per vergadering en die van de Voorzitter van het Remuneratie- en Benoemingscomité op EUR 5.000 per vergadering.

Niet-uitvoerende bestuurders van de vennootschap ontvangen geen enkele bezoldiging, bonus of aandeel-gebonden of andere incentives vanwege de vennootschap en haar verbonden ondernemingen tenzij als bezoldiging voor de door hen gepresteerde diensten als bestuurder van de vennootschap en/of haar verbonden ondernemingen. Ten behoeve van om het even welk lid van de Raad van Bestuur zal de vennootschap noch een krediet toestaan, noch een krediet in stand houden, noch een krediet verlengen in de vorm van een persoonlijke lening.

I.1.

II.2.7.1.2. Bezoldiging van de leden van het Management Comité

De bezoldiging van de leden van het Management Comité is berekend om:

  • ervoor te zorgen dat de vennootschap bestendig uitvoerend talent van hoog kaliber en met groot potentieel kan aantrekken, motiveren en behouden, en met het oog waarop de vennootschap zich regionaal en internationaal meet met de concurrentie;
  • de realisatie van de door de Raad van Bestuur goedgekeurde doelstellingen aan te moedigen, met het oog op het opbouwen van een aandeelhouderswaarde op korte, middellange en lange termijn, en,
  • sterke persoonlijke en ploegprestaties te stimuleren, erkennen en belonen.

Zowel het niveau als de structuur van de bezoldiging van de leden van het Management Comité worden jaarlijks herbekeken door het Remuneratie- en Benoemingscomité, dat daarna voorstellen voorlegt aan de Raad van Bestuur ter goedkeuring.

Het bezoldigingspakket voor de leden van het Management Comité combineert drie geïntegreerde elementen die samen de "totale directe bezoldiging" worden genoemd. Deze geïntegreerde elementen zijn de vaste remuneratie, de jaarlijkse incentive bonus en de lange-termijnincentives. Ten behoeve van om het even welk lid van het Management Comité zal de vennootschap noch een krediet toestaan, noch een krediet in stand houden, noch een krediet verlengen, noch de verlenging van een krediet hernieuwen in de vorm van een persoonlijke lening.

Bij het bepalen van de bezoldigingsniveaus ten behoeve van de leden van het Management Comité wordt, samen met interne factoren, rekening gehouden met de bezoldiging van executives in Belgische multinationale ondernemingen en middelgrote ondernemingen. Het is de bedoeling bezoldigingsniveaus tot stand te brengen die, in het algemeen, op of rond het gemiddelde marktniveau liggen, voor zover de resultaten van de vennootschap het toelaten.

II.2.7.1.3. Beoordelingscriteria voor de bonusvergoeding van de leden van het Management Comité sinds het boekjaar 2016

De CEO ontvangt een bonusvergoeding op basis van zijn prestatie gedurende het boekjaar. Die bonusvergoeding kan oplopen tot maximum

100% van zijn jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op collectieve doelstellingen inzake bepaalde determinerende indicatoren van prestatie (Key Performance Indicators" of "KPI's") met betrekking tot Aangepaste EBITDA en Combined Net Cash Flow op niveau van de Groep en eveneens op individuele doelstellingen met betrekking tot de ontwikkeling van de vennootschap voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Collectieve doelstellingen komen in aanmerking voor 70% van de bonus. Individuele doelstellingen komen in aanmerking voor 30%. Het Remuneratie- en Benoemingscomité beoordeelt de prestatie in een privé-zitting en bespreekt dan verder de beoordeling met de CEO, alvorens de Raad van Bestuur een voorstel te doen.

Group General Managers aan het hoofd van vier verschillende business lines ontvangen een gelijkaardige bonusvergoeding op basis van hun prestatie gedurende het boekjaar. Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op financiële doelstellingen ("KPI's") met betrekking tot het jaarlijks budget niet alleen op niveau van de Groep maar ook op niveau van hun respectievelijke business line. Financiële doelstellingen komen in aanmerking voor 70% van de bonus, waarvan 30% Combined Group Net Cash Flow, 30% business line Aangepaste EBITDA en 10% bepaald wordt door een specifiek bepaalde business line doelstelling. Individuele doelstellingen komen in aanmerking voor 30% en hebben betrekking op de ontwikkeling van de business line voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.).

Voor de steunfuncties binnen het Managementcomité (CFO, General Counsel, Aankoop, ICT, HR en R&D) komen collectieve doelstellingen in aanmerking voor 70% van de bonus waarvan 30% Combined Group Net Cash Flow en 40% Group Aangepaste EBITDA. Individuele doelstellingen komen voor 30% in aanmerking en hebben betrekking op de ontwikkeling van hun departement voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie.

Bij het halen van de collectieve financiële doelstellingen ontvangt men 75% van het maximum voor die doelstelling. Bij het halen van de individuele doelstelling ontvangt men 100% indien de doelstelling bereikt wordt.

De CEO staat in voor de beoordeling van de overige leden van het Managementcomité en bespreekt de resultaten van zijn beoordeling met het Remuneratie- en Benoemingscomité.

Met betrekking tot artikel 520ter van het Wetboek van Vennootschappen dat vereist dat de uitbetaling van de variabele remuneratie over een periode van drie jaar wordt gespreid, indien bepaalde criteria worden overschreden, had de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van 2018 voorgesteld om een afwijking van deze regel goed te keuren in overstemming met de door de wet voorgeschreven optie aangezien dit alleen van toepassing was op de Gedelegeerd Bestuurder en CEO, OLIVIER CHAPELLE BVBA, terwijl alle andere leden van het Managementcomité beneden de 25%-drempel bleven, aangezien de berekening hier gebeurt op basis van het totale verloningspakket.

De Algemene Vergadering van 2018 keurde dat voorstel goed.

Het Remuneratie- en Benoemingscomité en de Raad van Bestuur hebben de verschillende toepassingen opnieuw bekeken die de wet

mogelijk maakt, en hebben vastgesteld dat het principe van een spreiding over een periode van drie jaar van de uitbetaling van de variabele remuneratie van toepassing zou zijn op de Gedelegeerd Bestuurder en CEO, OLIVIER CHAPELLE BVBA, alsook de andere leden van het Managementcomité. Zij zouden niet beneden de 25% drempel blijven. Zij zijn van oordeel dat, gelet op het cyclisch karakter van de business, het in het belang is van de vennootschap om een afwijking toe te staan.

Rekening houdend met de vaststellingen hierboven en aangezien de targetbonus als variabele remuneratie voor de Gedelegeerd Bestuurder en CEO, alsook voor de andere leden van het managementcomité, de 25%-drempel overschrijdt, stelt de Raad van Bestuur de Algemene Vergadering van 2019 voor om van het principe van spreiding van betaling over drie jaar af te wijken en om, gelet op het cyclisch karakter van de business, over een kortere termijn de volledige uitbetaling van de variabele remuneratie ten gunste van de Gedelegeerd Bestuurder en CEO, OLIVIER CHAPELLE BVBA, alsook ten gunste van alle andere leden van het Managementcomité, toe te laten.

Ten slotte dient te worden genoteerd dat er geen terugvorderingsrecht bestaat voor het geval dat de variabele vergoeding op basis van onjuiste financiële gegevens zou worden bepaald.

II.2.7.2. Openbaarmaking van de bezoldigingen van de bestuurders en de leden van het uitvoerend management

in EUR
NAAM VASTE VERGOE
DING RAAD VAN
BESTUUR 2018
AANWEZIGHEIDS
VERGOEDING
RAAD VAN
BESTUUR 2018
AUDITCOMITÉ
2018
REMUNERATIE- EN
BEZOLDIGINGS
COMITÉ 2018
VERGOEDING
VOOR SPECIALE
OPDRACHTEN
TOTAAL
(BRUTO) 2018
THIJS JOHNNY BVBA 30 000 40 000 10 000 10 000 - 90 000
OLIVIER CHAPELLE BVBA 15 000 20 000 - - - 35 000
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE
SERVICES SA
15 000 20 000 10 000 - - 45 000
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA 15 000 17 500 - - - 32 500
ENTREPRISES ET CHEMIN DE FER EN
CHINE SA
15 000 20 000 - 2 500 - 37 500
IMRADA BVBA 15 000 20 000 10 000 - - 45 000
REVALUE BVBA 15 000 20 000 20 000 5 000 - 60 000
Kurt PIERLOOT 15 000 15 000 - 5 000 - 35 000
Danielle SIOEN 15 000 12 500 - - - 27 500
IPGM Consulting GmbH 15 000 20 000 - - - 35 000

II.2.7.2.1. Bruto bezoldigingen van de bestuurders

Sinds 2017 wordt er een vaste jaarlijkse vergoeding van EUR 15.000 voor een bestuurder en EUR 30.000 voor de Voorzitter toegekend. De leden van het Auditcomité ontvangen EUR 2.500 per bijgewoonde vergadering en de Voorzitter EUR 5.000. De leden van het Renumeratie-en Benoemingscomité hebben recht op EUR 2.500 per vergadering en de Voorzitter EUR 5.000.

Voor het jaar 2019 wordt aan de gewone algemene vergadering voorgesteld bovenvermelde cijfers te bevestigen.

De vergoeding van de uitvoerende bestuurder (Olivier Chapelle SPRL/BVBA) in zijn hoedanigheid als bestuurder, zoals opgenomen in het overzicht hierboven, wordt meeberekend voor de totale remuneratie volgens zijn managementovereenkomst.

II.2.7.2.2. Bruto bezoldigingen van de CEO en van de overige leden van het Managementcomité

in EUR
TOTALE KOST VOOR DE ONDER
NEMING
OLIVIER CHAPELLE BVBA
VERTEGENWOORDIGD DOOR
OLIVIER CHAPELLE
OVERIGE LEDEN VAN HET MANAGE MENTCOMITÉ TOTAAL
2018 2017 2018 2017 2018 2017
Aantal personen 1 1 9 10 10 11
Vaste vergoeding 540 000 520 000 2 225 207 2 612 904 2 765 207 3 132 904
Variable vergoeding 297 000 354 640 725 788 744 046 1 022 788 1 098 686
Subtotaal 837 000 874 640 2 950 995 3 356 950 3 787 995 4 231 590
Pensioenen 0 0 354 937 280 648 354 937 280 648
Overige voordelen 1 130 26 128 279 631 261 030 280 761 287 158
Totaal 838 130 900 768 3 585 563 3 898 628 4 423 693 4 799 396

Opmerkingen:

• De tabel hierboven werd opgemaakt in overeenstemming met de richtlijnen van het Belgische Corporate Governance Comité, d.w.z. vermelding van de brutobezoldiging zonder de sociale bijdrage van de werkgever voor alle leden met werknemerstatuut, en totaal gefactureerde vergoeding gedurende het boekjaar voor leden die via een managementvennootschap werkzaam zijn.

• Onder variabele vergoeding verstaat men de vergoeding die voor de prestatie van het boekjaar 2018 verdiend werd, maar die pas in 2019 zal worden uitbetaald. Het bedrag dat tijdens het boekjaar 2018 als variabele vergoeding effectief werd uitbetaald is terug te vinden onder boekjaar 2017.

• Leden van het Managementcomité met een werknemerstatuut beschikken ook over een bedrijfswagen (met tankkaart) en een mobiele telefoon. De kost ervan werd inbegrepen in het hierboven vermelde bedrag onder "overige voordelen". Leden van het Managementcomité die via een managementvennootschap werkzaam zijn, genieten zulke voordelen niet, alhoewel bepaalde kosten apart kunnen worden gefactureerd. In zo'n geval worden die ook in de tabel hierboven opgenomen. De rubriek Overige voordelen omvat hiernaast eveneens nog een verzekering (overlijden, ongeschiktheid, medisch) en vergoeding van bijscholingskosten.

• Met betrekking tot groepsverzekering en pensioenregeling dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen leden als werknemer en leden die via een managementvennootschap werkzaam zijn. Laatstgenoemden krijgen geen groepsverzekering of pensioenregeling.

• Voor de periode tot 2003 bestond de pensioenregeling uit een defined benefit plan. Vanaf 2003 werd dit vervangen door een defined contribution plan. Leden van het Managementcomité met een werknemerstatuut die voor 2003 in dienst werden genomen, maken deel uit van het Recticel Group Defined Benefit Plan. Leden die na 2003 extern werden aangeworven, maken deel uit van het Recticel Group Defined Contribution Plan. De kosten hiervan werden opgenomen in de tabel hierboven.

II.2.7.2.3. Aandelen, warranten en andere rechten om aandelen te verwerven

In april 2018 werd een warrantenplan uitgegeven ten behoeve van de leidinggevende kaderleden van de Groep.

Dit plan had betrekking op 460.000 warranten voor een totaal van 32 kaderleden. De uitoefenprijs werd vastgelegd op de gemiddelde prijs per aandeel gedurende de voorafgaande 30 dagen, te weten EUR 10,21 en de uitoefeningsperiode loopt van 1 januari 2022 tot 24 april 2025. De totale kost ten laste van de Vennootschap voor deze reeks 2018 bedraagt EUR 1,5720 per warrant of EUR 723.120 in het totaal, verspreid over 4 jaar (jaar uitgifte en drie jaar onbeschikbaarheidsperiode).

In het kader van dit plan hebben de leden van het Management Comité de volgende warranten ontvangen:

NAAM AANTAL WARRANTEN TOEGEKEND THEORETISCHE WAARDE VAN
WARRANTEN OP HET MOMENT VAN
TOEKENING
Olivier CHAPELLE 100 000 157 200
Ralf BECKER 25 000 39 300
Betty BOGAERT 25 000 39 300
François DESNE 25 000 39 300
Jean-Pierre DE KESEL 25 000 39 300
Bart MASSANT 25 000 39 300
Jean-Pierre MELLEN 25 000 39 300
Jan MEULEMAN 25 000 39 300
François PETIT 25 000 39 300
Dirk VERBRUGGEN 25 000 39 300

Gedurende 2018 zijn de volgende warrantenplannen vervallen:

  • Warrantenplan mei 2007: uitgegeven door de Raad van Bestuur op 2 mei 2007, uitoefeningsperiode 1/1/2011 tot 1/1/2013 met verlenging tot 1/5/2018.
  • Warrantenplan december 2007: uitgegeven door de Raad van Bestuur op 3 december 2007, uitoefeningsperiode 1/1/2011 tot 2/12/2013 met verlenging tot 2/12/2018.
  • Warrantenplan december 2012: uitgegeven door de Raad van Bestuur op 20 december 2012, uitoefeningsperiode 1/1/2016 tot 19/12/2018. Alle warrants van dit plan werden uitgeoefend.

Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van de niet-uitgeoefende warranten onder de plannen van mei en december 2007. Daar waar geen naam wordt vermeld, betreft het warranten die niet werden toegekend aan de leden van het managementcomité.

WARRANTENPLAN NAAM NIET UITGEOEFENDE WARRANTEN / PRIJS
Mei 2007 12 530 / 8.77 EUR
December 2007 Jean-Pierre DE KESEL 11 933 / 8.20 EUR
December 2007 Jan MEULEMAN 4 177 / 8.20 EUR
December 2007 Dirk VERBRUGGEN 3 580 / 8.20 EUR
December 2007 238 658 / 8.20 EUR

Gedurende 2018 werden volgende warrants uitgeoefend door de leden van het Managementcomité:

NAAM AANTAL WARRANTEN
UITGEOEFEND
PLAN EN UITOEFENPRIJS
Olivier CHAPELLE 35 799 april 2014 / 5,64 EUR
Betty BOGAERT 17 900 december 2007 / 8,20 EUR
Jan MEULEMAN 3 580 mei 2007 / 8,77 EUR
Jean-Pierre MELLEN 17 900 december 2007 / 8,20 EUR
11 814 april 2014 / 5,64 EUR
Dirk VERBRUGGEN 11 814 december 2012 / 4,15 EUR

II.2.7.2.3.1. Aandelen en Warranten aangehouden door leden van de Raad van Bestuur en leden van het Managementcomité

Het total aantal Aandelen en Warranten aangehouden door leden van de Raad van Bestuur per 31 december 2018 bedraagt:

BESTUURDERS AANDELEN WARRANTEN
JOHNNY THIJS BVBA 0 0
Johhny THIJS (Vaste Vertegenwoordiger) 31 899 0
OLIVIER CHAPELLE BVBA 242 598 235 000
Olivier CHAPELLE ( Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA 0 0
Frédéric VAN GANSBERGHE (Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA 0 0
Benoit DECKERS (Vaste Vertegenwoordiger) 2 700 0
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA 15 094 410 0
Pierre-Yves de LAMINNE de BEX (Vaste Vertegenwoordiger) 540 0
IMRADA BVBA 0 0
Ingrid MERCKX (Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
IPGM Consulting GmbH 0 0
Anne DE VOS (Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
REVALUE BVBA 0 0
Luc MISSORTEN (Vaste Vertegenwoordiger) 0 0
Kurt PIERLOOT 0 0
SIHOLD NV (gelieerd aan Danielle SIOEN) 1 341 189 0
Danielle SIOEN 0 0

Het total aantal Aandelen en Warranten aangehouden door leden van het Managementcomité per 31 december 2018 bedraagt:

LEDEN VAN HET MANAGEMENT COMITÉ AANDELEN WARRANTEN
Ralf Becker 0 75 000
Betty Bogaert 16 504 86 814
Jean-Pierre De Kesel 19 004 86 814
François Desné 6 250 50 000
Bart Massant 0 75 000
Jean-Pierre Mellen 35 997 75 000
Jan Meuleman 8 353 83 353
François Petit 11 814 61 814
Dirk Verbruggen 21 228 86 814

II.2.7.2.4. Voornaamste contractuele bepalingen van aanwervings- en vertrekregelingen van de leden van het Managementcomité

De meeste overeenkomsten met de bestaande leden van het Managementcomité bevatten geen eindecontract regeling. Bijgevolg is het gemeen arbeidsrecht terzake bepalend. Een aantal leden beschikken wel over een dergelijke regeling, die in verhouding staat tot hun anciënniteit.

In dat verband vindt u hieronder een overzicht van de opzegtermijn of -vergoeding van elk lid van het Managementcomité.

NAAM OPZEGTERMIJN OF- VERGOEDING
Olivier Chapelle 12 maanden
Ralf Becker 12 maanden
Betty Bogaert Toepasselijk arbeidsrecht
Jean-Pierre De Kesel Toepasselijk arbeidsrecht
François Desné 12 maanden
Bart Massant 12 maanden
Jean-Pierre Mellen 15 maanden
Jan Meuleman Toepasselijk arbeidsrecht
François Petit 12 maanden
Dirk Verbruggen Toepasselijk arbeidsrecht

II.2.8. Transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap en de bestuurders en leden van het Managementcomité

In hoofstuk VII.1. van het Recticel Corporate Governance Charter wordt het beleid van Recticel NV betreffende dergelijke transacties die niet onder de belangenconflicten-regeling vallen, toegelicht. Hier wordt de toepassing van dat beleid besproken.

Tijdens het jaar 2018 heeft zich geen belangenconflict tussen een bestuurder en de vennootschap voorgedaan als bedoeld in de artikelen 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen, uitgezonderd in het kader van het Aandelenoptieplan editie April 2018, waarbij de heer Olivier CHAPELLE een belangenconflict had. De procedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen werd toegepast. Er wordt hier verwezen naar het statutair jaarverslag, dat in dit verband een uittreksel van de notulen van 25 april 2018 bevat.

II.2.9. Handel met voorwetenschap en marktmanipulatie

Het beleid van de vennootschap inzake het voorkomen van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie wordt uiteengezet in hoofdstuk VII.2 van het Recticel Corporate Governance Charter alsook in een nieuwe Dealing Code die werd aangenomen door de Raad van Bestuur en gepubliceerd op de website van Recticel (www. recticel.com)

Deze maatregelen omvatten de invoering van beperkingen op het uitvoeren van transacties (« gesloten periodes ») die sinds 2006 van toepassing zijn.

De heer Dirk VERBRUGGEN werd aangesteld als Compliance Officer, belast met het toezicht op de naleving van deze regels.

II.2.10. Diversiteitsbeleid

Recticel streeft ernaar om een omgeving te creëren waar iedereen inbegrepen en gerespecteerd wordt, en waarbij mensen worden bijeengebracht met het oog op het creëren van een betere wereld. We geloven dat een divers team de kwaliteit van beslissingen nemen verbetert alsook de prestaties in het algemeen. Recticel heeft op vandaag geen formeel specifiek diversiteitsbeleid vastgesteld, maar voert niettemin op het vlak van recrutering en selectie een beleid van gelijke kansen voor iedereen en past een faire en consistente benadering op dit vlak toe. Recticel werkt actief aan het ontwikkelen van een positief imago bij de interne en externe stakeholders op dit vlak. Recticel verbindt er zich toe om alle kandidaten aan te werven los van leeftijd, handicap, geslachtswijziging, huwelijk of samenwoning, zwangerschap en bevalling, ras, religie en geloofsovertuiging, geslacht en seksuele geaardheid of werkuren.

Recticel verbindt er zich eveneens toe om opleidingsopportuniteiten aan te bieden aan alle werknemers los van leeftijd, handicap, geslachtswijziging, huwelijk of wettelijke samenwoning, zwangerschap en bevalling, ras, religie en geloofsovertuiging, geslacht en seksuele geaardheid of werkuren.

Recticel is trots om aanwezig te zijn in 19 landen, met werknemers van verschillende nationaliteiten.

Op vandaag is één vrouw vertegenwoordigd in het managementcomité. Verder is één derde van de leden van de raad van bestuur een vrouw, in overeenstemming met artikel 518bis van het Wetboek van Vennootschappen.

Het selectieproces van de leden van de Raad van Bestuur wordt beschreven in het Corporate Governance Charter van Recticel, met als doel een samenstelling te bekomen die divers is in al haar aspecten, zowel op het vlak van geslacht, achtergrond, beroepservaring, deskundigheid en opleiding.

II.2.11. Relaties met de referentieaandeelhouders en andere elementen die verband houden met eventuele openbare overnamebiedingen

Hierna volgt het overzicht van de aandeelhouders die overeenkomstig de statuten of de wet een kennisgeving hebben gericht aan de vennootschap en aan de FSMA:

De kapitaalstructuur, met het aantal aandelen en warranten van de vennootschap kan worden teruggevonden in het hoofdstuk "Informatie over het Aandeel" op de website van Recticel (www. recticel.com).

Naam DATUM VAN
NOTIFICATIE
AANTAL
AANDELEN
PERCENTAGE
AANDELEN
OP OGENBLIK
NOTIFICATIE (1)
PERCENTAGE
AANDELEN OP
BALANSDATUM
PERCENTAGE
STEMRECHTEN
VERBONDEN AAN
AANDELEN OP
BALANS-DATUM (2)
Compagnie du Bois Sauvage SA (3) 13/05/2015 15 094 410 28.17% 27.33% 27.49%
Eigen aandelen 13/05/2015 326 800 0.61% 0.59% 0%
Subtotaal (eigen aandelen inbegrepen) (3) 13/05/2015 15 421 210 28.78% 27.92% 27.49%
Capfi Delen Asset Management NV (4) 28/05/2015 2 130 992 3.99% 3.86% 3.88%
BNP Investment Partners 12/05/2016 1 615 744 3.01% 2.93% 2.94%
KBC Asset Management NV 19/05/2018 1 648 964 3.01% 2.99% 3.00%
Publiek Niet van
toepassing
34 410 102 62.31% 62.68%
Totaal (exclusief eigen aandelen) 54 900 212 100.00%
Totaal (inclusief eigen aandelen) 55 227 012 100.00%

(1) Het percentage aandelen is berekend op basis van het aantal bestaande aandelen op het ogenblik van de notificatie.

(2) Het percentage stemrechten is berekend op basis van de 55 227 012 bestaande aandelen per 31 december 2018 op basis van de informatie die de Vennootschap heeft ontvangen van haar aandeelhouders op 31 december 2018, hetgeen kan verschillen van de actuele situatie. De berekening is aangepast om rekening te houden met de opschorting van de stemrechten van de 326.800 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap zoals voorzien in de wet.

(3) Het aantal eigen aandelen van de vennootschap werd inbegrepen in de notificatie, gelet op het wettelijk vermoeden van in overleg te handelen met de Vennootschap voor de doeleinden van de transparantiewetgeving. Op 8 november 2018 werd de FSMA (transacties leidinggevenden) ingelicht dat 50.000 aandelen additioneel werden verworven.

(4) Op 28 februari 2019 werden Recticel en FSMA ingelicht dat de statutaire drempel van 3% naar onder werd overschreden en dat in totaal nu 1.626.724 aandelen worden aangehouden of 2,95% van het totaal aantal uitstaande aandelen.

Een wijziging in de statuten van Recticel kan enkel plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 37 van de statuten vermelde bijzondere meerderheden.

De Raad van Bestuur legt haar voorstellen met betrekking tot de benoeming of herverkiezing van bestuurders voor aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Het Remuneratie- en Benoemingscomité beveelt de Raad van Bestuur één of meerdere kandidaten aan, rekening houdend met de noden van de vennootschap en overeenkomstig de benoemingsprocedure en selectiecriteria in dat verband opgesteld door de Raad van Bestuur. De samenstelling van de Raad van Bestuur wordt bepaald op grond van de noodzaak aan diversiteit, complementaire vaardigheden, ervaring en kennis.

De algemene vergadering van aandeelhouders stelt de bestuurders van hun keuze aan bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bestuurders kunnen eveneens at nutum worden vervangen door de algemene vergadering voor het verstrijken van hun mandaat bij gewone meerderheid van uitgebrachte stemmen.

Indien een functie als bestuurder vacant wordt tengevolge van ontslag, handelingsonbekwaamheid of overlijden, kan de raad van bestuur de vacature voorlopig invullen, na aanbeveling door het Remuneratie- en Benoemingscomité.

Er zijn geen wettelijke, noch statutaire beperkingen van overdracht van effecten. Er zijn geen effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn. Er is geen wettelijke noch statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht, voor zover de aandeelhouder geldig vertegenwoordigd is op de algemene vergadering, en zijn stemrecht niet om een of andere reden opgeschort is.

Overeenkomstig de machten haar toegekend door de algemene vergadering van 7 juli 2017, en opgenomen in artikel 6 van de statuten, beschikt de Raad van Bestuur over bepaalde bevoegdheden tot uitgifte van nieuwe aandelen, converteerbare

obligaties, obligaties of inschrijvingsrechten, met of zonder voorkeurrecht, en deze mag aanbieden aan aandeelhouders of andere personen, met beperking van het voorkeurrecht, overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen. Zo kan de Raad van Bestuur via het toegestaan kapitaal het maatschappelijk kapitaal verhogen op alle mogelijke manieren. De machtiging is geldig voor een periode van drie jaar en kan hernieuwd worden volgens de wettelijke bepalingen terzake. Zij kan zelfs uitgeoefend worden na ontvangst van de mededeling gedaan door de FSMA dat bij haar een bericht van openbaar overnamebod werd ingediend.

Er bestaan geen overeenkomsten tussen de vennootschap en haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen zouden voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien, of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.

Volgende overeenkomsten, waarbij de vennootschap partij is, bevatten clausules die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen, in geval van een wijziging van de controle over Recticel NV:

• De "Amendment and Restatement Agreement" zoals getekend op 25 februari 2016 tussen Recticel SA/NV en Recticel International Services NV enerzijds, en ING Belgium SA/NV, BNP Paribas Fortis SA/NV, Commerzbank Aktiengesellschaft, Filiale Luxembourg en KBC Bank NV anderzijds, voor een bedrag van 175.000.000 Euro, waarbij elke bank, die aan het Krediet deelneemt, in het geval van wijziging van controle op de Vennootschap of op een dochter die ook als schuldenaar optreedt onder de "Amendment and Restatement Agreement", het recht heeft om voorafbetaling of opzegging van kredietverbintenis aan te vragen, en indien banken die een bijzondere meerderheid van het totale bedrag van het Krediet vertegenwoordigen, dit verzoeken, het totale Krediet zal moeten worden opgezegd en vooruitbetaald. Deze overeenkomst is een aanvulling op en aanpassing van

de "Facility Agreement" voor een bedrag van 175.000.000 EUR ondertekend op 9 december 2011 tussen voormelde partijen.

• De door de Raad van Bestuur uitgegeven Recticel Group Stock Option Plannen december 2012, april 2014, juni 2015, april 2016, juni 2017, april 2018 (warrantenplannen december 2012, april 2014, juni 2015, april 2016, juni 2017, april 2018), die een clausule 6.2. bevatten die het mogelijk maakt dat de begunstigde in het geval van wijziging van controle (dit betekent een overdracht, via één of meerdere verrichtingen, van meer dan vijftig procent (50%) van de stemrechten) of een openbaar overnamebod de warranten onmiddellijk kan uitoefenen, in voorkomend geval onder de voorwaarden bepaald door de Raad van Bestuur.

Deze clausules werden specifiek goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Recticel of zullen aan deze laatste worden voorgelegd op 28 mei 2019 (warrantenplan april 2018).

Overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van Vennootschappen is de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders vereist om deze clausules van kracht te laten worden.

II.2.12. Verklaring niet-financiële informatie.

De verklaring niet-financiële informatie overeenkomstig artikel 96,§4 van het Wetboek van Vennootschappen werd opgenomen als bijlage bij het statutaire jaarverslag van Recticel NV en het geconsolideerde jaarverslag van de Recticel Groep.

Verklaring inzake niet-financiele informatie II.3.

Verklaring

informatie

niet-financiele

inzake

II.3.1. Inleiding

In 2016 publiceerden we ons eerste afzonderlijke duurzaamheidsverslag voor de jaren 2013- 2015, opgesteld conform de GRI G4-richtlijnen, een uitgebreid kader dat wereldwijd bekend staat om zijn geloofwaardigheid, samenhang en vergelijkbaarheid, en dat nu een de facto standaard vormt voor duurzaamheidsrapportage. Het eerste verslag bood een inzicht in ons duurzaamheidsstreven, de strategie zelf en de zes materiële aspecten, prestatie kernindicatoren en doelstellingen om de vooruitgang te meten.

In september 2017 werd de EU-richtlijn 2014/95/ EU met betrekking tot de bekendmaking van nietfinanciële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen omgezet in de Belgische nationale wetgeving. De Richtlijn beveelt aan om internationaal erkende raamwerken en standaarden te gebruiken voor de opstelling en publicatie van duurzaamheidsverslagen.

Ons tweede duurzaamheidsverslag is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) Standard, Core. Het werd gepubliceerd in 2018 en bestreek de periode 2016-2017, en bood een transparante kijk op de geboekte vooruitgang in het licht van onze doelstellingen voor 2020. Er werd een externe limited assurance uitgevoerd voor de zes materiële aspecten die de zeven KPI's dekken.

Wij nemen de rapportage over niet-financiële informatie, die thema's omvat zoals milieu, maatschappij, mensenrechten en de bestrijding van omkoping en corruptie, van de periode 2018 op in ons huidige jaarverslag, en bieden een transparante kijk op de geboekte vooruitgang in het licht van onze doelstellingen voor 2020. De informatie over de diversiteit is beschikbaar in onze Corporate Governance Verklaring.

Er werd externe limited assurance uitgevoerd voor de zes materiële aspecten, de zeven KPI's en de doelstellingen. In 2018 vielen 53 100%-dochterondernemingen van Recticel met in totaal 6113 mensen in 20 landen onder het toepassingsgebied ervan; de joint ventures waren uitgesloten.

II.3.2. Activiteiten van het bedrijf

Recticel is een internationale industriële speler met een ambitieus doel: de dagelijkse comfortervaring naar een nieuw niveau van kwaliteit en innovatie tillen. Wij putten uit onze expertise in de transformatie van polyurethaanchemie om verantwoorde oplossingen te vinden voor de uitdagingen waar mensen en maatschappij mee worden geconfronteerd, en om toegevoegde waarde te creëren voor onze klanten, aandeelhouders, partners en werknemers. Voor een nadere beschrijving van de activiteiten van Recticel en de Recticel Groep verwijzen we naar Hoofdstuk I van het jaarverslag zoals gepubliceerd op de website van Recticel onder https://www.recticel. com/investors/annual-half-year-reports.html.

II.3.2.1. Een strategie voor duurzaamheid: samen groeien naar een PUre toekomst

II.3.2.1.1. Recticels ambitie

Recticels ambitie bestaat erin het voortouw te nemen in de transitie naar een circulaire economie en een koolstofarme maatschappij. Samen groeien naar een PUre toekomst is de uitdrukking van onze vaste verbintenis om negatieve effecten van onze activiteiten te beperken en Recticels positieve impact in de hele waardeketen te verbeteren, van de aankoop van grondstoffen tot de productie, het gebruik en het einde van de levensduur.

Sinds 2013 is duurzame innovatie een sleutelfactor die centraal staat in de strategie van de Groep.

Dat moet een antwoord bieden op de grote maatschappelijke vraagstukken, zoals energiebesparing, beperking van de CO2-uitstoot, en de toenemende en verouderende bevolking. Duurzaamheid geeft vorm aan onze portefeuillestrategie en onze innovatieprioriteiten, en voedt op die manier onze concurrentiepositie op lange termijn. Onze koers wordt bepaald door de langetermijnbehoeften en -uitdagingen van onze sectoren en onze maatschappij.

Onze activiteiten positioneren ons als de belangrijkste leverancier van polyurethaanen polymeergebaseerde oplossingen op onze markten voor duurzame (consumptie-) goederen, zoals isolatiepanelen (levensduur van 50 jaar), matrassen (levensduur van 10 jaar), autodashboards en zeer gespecialiseerde technologische toepassingen met eigenschappen zoals geluid dempen, dichten, en ondersteunen.

Duurzaamheid maakt sinds jaar en dag deel uit van de kern van onze activiteiten. Onze oplossingen voor thermische isolatie voor renovaties en nieuwbouw dragen bij tot een koolstofarme maatschappij. De CO2 uitstoot die wordt voorkomen dankzij onze isolatieoplossingen is 30 keer groter dan de CO2-voetafdruk van al onze activiteiten samengenomen.

In onze business line Automobiel ligt de vraag van de klant naar lagere CO2-uitstoot aan de basis van onze ontwikkeling van lichtere materialen. In diezelfde lijn zijn in onze business line Soepelschuim innovatieve lichtgewichtoplossingen ontwikkeld voor specifieke toepassingen in het motorcompartiment van auto's waar superieure geluiddempende eigenschappen essentieel zijn. Op andere markten lag de traditionele focus op duurzaamheid en het bieden van een optimaal comfort tijdens de hele gebruiksfase.

II.3.2.1.2. Polyurethaan klaarmaken voor de circulaire economie

Onze producten zijn hoofdzakelijk, maar niet exclusief, gebaseerd op polyurethaan (PU). Dit veelzijdige materiaal stelt ons in staat om duurzame kwaliteitsoplossingen te ontwikkelen voor een hoger comfort in ons dagelijks leven, zoals isolatiepanelen en matrassen. Die producten klaarmaken voor de transitie naar een circulaire economie is een belangrijke uitdaging.

Ons strategische Corporate Sustainability Innovation Programma1 focust op het bedenken van nieuwe manieren om polyurethaan duurzamer te maken in iedere fase, van de grondstoffen, over de productie tot het einde van de levensduur. Dat vereist een nauwe samenwerking met partners binnen onze branche en met kennisinstellingen.

Innovatie en efficiëntie-initiatieven hebben gezorgd voor een afname van ons grondstoffenverbruik, samen met de keuze voor duurzamere grondstoffen. In een partnerschap met Covestro is Recticel wereldwijd het eerste bedrijf dat een op CO2 gebaseerde polyol gebruikt in zijn productie van soepelschuim, voor producten zoals matrassen.

1 Zie hoofdstuk I.7 van het jaarverslag zoals gepubliceerd op de website van Recticel onder https://www.recticel.com/investors/annual-half-year-reports.html

Duurzaamheid opnemen in onze productieprocessen helpt bij het terugdringen van onze CO2-voetafdruk en versterkt onze operationele uitmuntendheid. Samen met industriële partners en kennisinstellingen gaan we op zoek naar manieren om minder productieafval te genereren en milieuvriendelijke producten te ontwerpen die gemakkelijk kunnen worden ontmanteld.

Duurzaamheid is ook een tactische keuze. Het leidt tot minder afval en een grotere bescherming tegen materiaaltekorten en prijsschommelingen. Wij hebben een fiberbonded foam technologie ontwikkeld om polyurethaanproductieafval te transformeren tot nieuwe toepassingen: Simfofit® panelen voor akoestische isolatie verlagen het geluid met wel 12 dB, terwijl ze ook helpen energie te besparen. Het productieafval van deze panelen kan worden hergebruikt, waarmee de materialencirkel wordt gesloten. Wij onderzoeken de mogelijkheden van fiber-bonded schuim ook voor andere toepassingsgebieden.

Productieafval vervangen door

postconsumerafval is een belangrijke doelstelling op de weg naar grondstofefficiëntie. Dankzij nieuwe chemische en mechanische recyclingprocessen zullen we grondstoffen kunnen hergebruiken, wat het pad effent voor nieuwe toepassingen met toegevoegde waarde. Wij zijn trots op onze deelname aan het PUReSmart project, waar wij de projectleider van zijn en dat wordt gefinancierd door het Horizon 2020-programma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie, om een volledig circulaire productlevenscyclus te ontwikkelen en van polyurethaan een echt duurzaam materiaal te maken.

II.3.2.1.3. Focus op mensen en duurzame innovatie – zes materiële aspecten

Innovatie en mensen zijn de sleutel voor de verwezenlijking van onze ambities. Onze business lines zullen meer gedeelde waarde creëren via innovatie die focust op de maatschappelijke

behoeften en in lijn ligt met de verwachtingen van onze stakeholders.

De partijen die het sterkst investeren in en invloed uitoefenen op onze activiteiten zijn onze klanten (inclusief consumenten), onze werknemers en de Raad van Bestuur, de overheid, financieel analisten en leveranciers.

Door nauw samen te werken met hen, hebben wij de zes meest materiële aspecten voor Recticel bepaald, die het potentieel bieden om duurzaamheid in te zetten en zo ons concurrentievoordeel te versterken. Deze aspecten vormen de basis voor ons Sustainable Innovation plan en People Priority plan.

Alle aspecten die verband houden met innovatie zijn samengebundeld in het Sustainable Innovation Plan, dat de innovatieve inspanningen richt op het beantwoorden van de maatschappelijke behoeften, het optimaliseren van de CO2-voetafdruk in de hele waardeketen en een efficiënt verbruik van middelen. De nieuwe maatschappelijke behoeften en de

transitie naar een circulaire economie gaan gepaard met kansen om ons te onderscheiden en gedeelde waarde te creëren. Wij moeten deze kansen grijpen en verder onderzoek verrichten naar de mogelijkheden voor hergebruik en recycling van onze producten nadat ze zijn afgedankt, en ook sterker focussen op het terugdringen van het productieafval.

Duurzaamheid wordt in de hele waardeketen bekeken, van de aankoop van grondstoffen tot de productie, het gebruik en de einde levensduur. Wij nemen de verantwoordelijkheid op voor onze activiteiten en die binnen onze invloedssfeer, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts in de waardeketen.

Recticel ondersteunt de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling die in 2015 werden voorgesteld door de Verenigde Naties. Deze universele reeks doelstellingen en indicatoren is opgesteld om landen te helpen een einde te maken aan de armoede, de planeet te beschermen en te zorgen voor wereldwijde welvaart in het kader van een nieuwe agenda voor duurzame ontwikkeling. Door de handhaving van erkende standaarden en principes inzake mensenrechten, arbeidsrechten, het milieu en de corruptiebestrijding leveren bedrijven een essentiële bijdrage aan de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.

Recticel heeft de vijf doelstellingen geïdentificeerd met de grootste impact, relevantie en strategische inbedding in de duurzaamheidsstrategie van ons bedrijf: Good Health and Well-Being, Decent Work and Economic Growth, Responsible Consumption and Production, Climate Action en Partnerships for the Goals.

II.3.2.1.4. Risicobeheer

Sinds het begin van onze duurzaamheidsreis beschouwen we duurzaamheid als een kans om gedeelde waarde te creëren voor het bedrijf en de maatschappij. Onze duurzaamheidsreis is nauw verweven met het risicobeheersysteem van de Recticel Groep, waarmee Recticel de belangrijkste problemen die een impact zouden kunnen hebben op onze activiteiten kan identificeren, beheren en beheersen. Bijgestaan door het Auditcomité legt de Raad van Bestuur de belangrijkste risico's voor de Groep vast. Door duurzaamheid centraal te stellen in de strategie van Recticel wordt rekening gehouden met deze risico's, en worden mogelijke nadelige gevolgen van de risico's voor het bedrijf voorkomen of beperkt. Op die manier willen wij ons concurrentievoordeel behouden en waarde creëren voor onze stakeholders.

II.3.2.2. Doelstellingen en resultaten van Recticel

Voor de zes hoger beschreven materiële aspecten heeft Recticel verschillende doelstellingen vastgelegd. Deze doelstellingen worden gemeten aan de hand van kernprestatieindicatoren (key performance indicators, KPI's).

II.3.2.2.1. Milieudoelstellingen

II.3.2.2.1.1. Innoveren voor een betere maatschappij

Doelstelling: 80% van onze actieve R&D-projecten wordt op basis van de Duurzaamheidsindex geclassificeerd als duurzaam tegen 2020.

KPI: Duurzaamheidsindex (voor de innovatiepijplijn van het Sustainable Innovation Department (hierna "SID"))

Resultaat 2018: 66%

Het resultaat ligt helemaal in lijn met onze strategische beslissing om duurzaamheid te verankeren in het innovatieproces. Bijna alle nieuwe SID-projecten hebben een hoger duurzaamheidsgehalte. We gaan ervan uit dat we onze 2020 doelstelling zullen halen.

Achtergrond

De voortzetting van onze groei hangt af van ons vermogen om te reageren op complexe en dynamische maatschappelijke behoeften. In dat kader moeten wij innovatieve oplossingen ontwikkelen voor een maximale grondstofefficiëntie, lagere CO2-uitstoot en ondersteuning voor een duurzame, gezonde levensstijl. Duurzaamheid staat centraal in Recticels strategie, en programma's voor duurzame innovatie, onder leiding van onze Sustainable Innovation Department (SID), geven vorm aan de toekomst van ons bedrijf.

Duurzaamheidsindex

In 2014 ontwikkelde Recticel zijn eigen methodologie om een score toe te kennen aan alle projecten voor onderzoek en

ontwikkeling, onder leiding van het Sustainable Innovation Department. De resulterende Duurzaamheidsindex, die nu aan zijn tweede generatie toe is, biedt een manier om de duurzaamheidsprestaties van actieve R&Dprojecten te meten, te volgen en te vergelijken. Hij omvat criteria die verband houden met aspecten van mens en milieu. De projecten krijgen een score van de Programme Innovation Manager, de Corporate Sustainability Innovation Manager en duurzaamheidsexperts van het bedrijf.

In het aspect Milieu wordt rekening gehouden met criteria zoals CO2-voetafdruk, die kan worden verlaagd door besparing op grondstoffen, recycling en hergebruik van postconsumerafval. Het aspect Mens betreft criteria voor maatschappelijke verantwoordelijkheid, zoals gezondheid, veiligheid en milieu, naast de maatschappelijke impact.

De scores van de verschillende ontwikkelingen worden ieder jaar, of wanneer de ontwikkeling een nieuwe fase ingaat, herzien. Er vindt ook een herziening plaats wanneer er aanzienlijke veranderingen zijn in het toepassingsgebied van een project, of wanneer er belangrijke nieuwe onderzoeksgegevens beschikbaar worden. De scores van de criteria inzake Mens of Milieu kunnen opwaarts of neerwaarts evolueren, afhankelijk van nieuwe inzichten of ontwikkelingen op de markt of bij het product.

II.3.2.2.1.2. Onze CO2-voetafdruk optimaliseren

Doelstelling 1: De indicator voor de CO2 voetafdruk van Recticel met 25% verlagen tegen 2020, en met 40% tegen 2030.

KPI: De indicator voor de CO2-voetafdruk van Recticel drukt de uitstoot uit in ton CO2 equivalent ten opzicht van 2013 bij 100% productieactiviteit (voor alle productiesites). De berekeningsmethode is gebaseerd op de 'Cradle to Grave'-methode.

Resultaat 2018: 83%

Er zijn de afgelopen twee jaar geen fundamentele wijzigingen geweest in de reductie van de voetafdruk. De impact van de nieuwe CO2-polyol is nog beperkt, want producten zijn nog maar recent op de markt zijn gebracht. Wij houden onze doelstelling aan.

Doelstelling 2: De netto-impactverhouding van Recticel verhogen van 20 in 2013 tot 30 in 2020, en tot 50 in 2030.

KPI: De netto-impactverhouding van Recticel (in de volledige waardeketen) wordt gedefinieerd als de verhouding van de positieve impact tot de CO2-voetafdruk van Recticel. De positieve impact van Recticel wordt uitgedrukt in ton vermeden CO2-equivalent in de gebruiksfase (gebaseerd op specifieke berekeningsmethoden per type product en specifieke conversiefactoren berekend door een derde partij).

Resultaat 2018: 37

Het gewicht van Isolatie in de portefeuille van Recticel is licht gestegen, met een iets hogere positieve impact tot gevolg

Achtergrond

Het doel van het COP 21 Akkoord van Parijs van de Verenigde Naties van 2015 is de stijging van de wereldwijde temperatuur ten opzichte van het pre-industriële niveau zoveel mogelijk te beperken. Recticel draagt bij tot deze doelstelling door zijn CO2-voetafdruk in de hele waardeketen te optimaliseren, samen met zijn partners.

Wij focussen op de introductie van grondstoffen met lager aardopwarmingsvermogen (global warming potential, GWP), de verbetering van de energie-efficiëntie van onze activiteiten, en de ontwikkeling van duurzamere producten en oplossingen voor postconsumerafval die een circulaire economie ondersteunen.

Wij schatten dat in 2018 de CO2-uitstoot die is vermeden dankzij onze isolatieoplossingen 30 keer groter is dan onze CO2-impact over de hele waardeketen. De groei van deze activiteit is dan ook een prioriteit. Onze lichtgewicht autoonderdelen verlagen het gewicht van voertuigen, en dus ook hun brandstofverbruik en CO2 uitstoot.

Om onze CO2-voetafdruk te optimaliseren, willen wij onze negatieve impact significant terugdringen en onze positieve impact vergroten. In het kader van deze doelstellingen focussen wij op die gebieden in onze waardeketen waar de grootste winsten inzake CO2-voetafdruk geboekt kunnen worden: Stroomopwaarts (grondstoffen) en stroomafwaarts (tijdens gebruik en einde levensduur).

Samen met onze leveranciers bestuderen wij innovatieve oplossingen en onderzoeken wij duurzamere grondstoffen zoals CO2-polyol. Polyolen en isocyanaten zijn uit fossiele brandstoffen afkomstige grondstoffen waarmee polyurethaan wordt gemaakt. De productie van deze chemicaliën is een energie-intensief proces. Onze leveranciers streven er dan ook naar hun energie-efficiëntie te verbeteren en zoeken naar alternatieven voor fossiele brandstoffen. Covestro ontwikkelde een revolutionaire nieuwe polyol die 20% van het gewicht vervangt door een nevenproduct van de CO2 die wordt afgevangen in een nabijgelegen faciliteit. Recticel heeft deze innovatieve ontwikkeling van bij het begin ondersteund en was wereldwijd de eerste om de nieuwe grondstof te gebruiken voor de productie van soepelschuim voor matrassen.

Samen met partners in de branch en kennisinstellingen onderzoeken wij het effect van de sluiting van de materialenkringloop. Polyurethaan is een thermohardend materiaal dat wordt gekenmerkt door hoge duurzaamheid, en het kan na afloop van het gebruik niet worden versmolten of omgevormd. Onze producten bevatten materialen die kunnen worden hergebruikt of gerecycled voor andere doeleinden met toegevoegde waarde. Het doel van deze onderzoeksprojecten is economisch haalbare oplossingen voor de afvalstromen te vinden die ook gunstig zijn voor het milieu.

II.3.2.2.1.3. Grondstofefficiëntie

Doelstelling: 100% meer gerecycleerd schuim geproduceerd door Recticel ten opzichte van 2015. Deze toename is mogelijk als productieafval van soepelschuim geleidelijk wordt vervangen door postconsumerafval.

KPI: Gerecycleerd soepelschuim geproduceerd door Recticel (in ton).

Resultaat 2018: -27% (ten opzichte van de 2015 basis).

Achtergrond

De markt van Recticel voor bonded foam is in omvang afgenomen. We richten ons nu op de ontwikkeling van fiber-bonded foam, maar een significante doorbraak kan alleen worden bereikt in 2020 in combinatie met het gebruik van postconsumerafval. Hoewel we op korte termijn een negatieve evolutie zien, houden we vast aan onze doelstelling voor 2020 en houden we rekening met mogelijke vertraging.

Recticel ondersteunt de transitie van het lineaire economisch model van 'nemen, maken, weggooien' naar een circulaire economie. Recticel zoekt dan ook naar nieuwe manieren om productieafval en postconsumerafval, te voorkomen, te hergebruiken en te recycleren, en streeft er ook naar de vraag naar beperkte natuurlijke hulpbronnen terug te dringen.

Onze expertise ligt voornamelijk in polyurethaantoepassingen voor duurzame (consumptie-)goederen, zoals isolatiepanelen (levensduur van 50 jaar), matrassen (levensduur van 10 jaar), autodashboards en zeer gespecialiseerde technologische toepassingen met eigenschappen zoals geluid dempen, dichten en ondersteunen.

Onze Onderzoek en Ontwikkeling-inspanningen en het Corporate Sustainability Programma zijn erop gericht productieafval terug te dringen en postconsumerafval te recycleren tot nieuwe oplossingen met toegevoegde waarde.

Voor we kunnen gaan werken met postconsumerafval, moeten eerst de gevolgen op economisch, juridisch en milieugebied zorgvuldig overwogen worden.

Nieuwe mechanische recyclingoplossingen

Recticel maakt al vele jaren gebruik van het productieafval van polyurethaan als nieuwe grondstof om bonded foam te vervaardigen. Dit gerecyclede schuim wordt geleverd aan klanten die het gebruiken voor vloeren, bekleding en technische toepassingen.

Bij het traditionele proces om soepelschuim te recyclen, worden schuimvlokken gecoat met isocyanaat en tot een blok samengeperst, waarna er stoom doorheen wordt geblazen en het ten slotte wordt gedroogd, een energie-intensief proces dus.

In het nieuwe proces voor fiber-bonded foam worden schuimvlokken met vezels gemengd en gesmolten in een continu proces dat geen droging vereist. Wij hebben een eerste toepassing geïntroduceerd op basis van deze technologie, een akoestisch/ thermisch isolatiepaneel, en we blijven nieuwe toepassingsmogelijkheden onderzoeken.

II.3.2.2.2. Doelstellingen in verband met sociale zaken en personeel

II.3.2.2.2.1. De HS&E-impact van onze activiteiten beperken

Doelstelling: Frequentiegraad arbeidsongevallen = < 3 tegen 2020 (aantal ongevallen x 1.000.000 / aantal gewerkte uren).

KPI: De arbeidsongevallenfrequentie vertegenwoordigt het gemiddelde op groepsniveau voor al onze fabrieken en kantoren.

Resultaat 2018: 5,8

Achtergrond

Ondanks het feit dat we nog niet op koers liggen, is er op groepsniveau belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van bewustwording. Bovendien zijn er systemen ingevoerd om de kwaliteit van de risicoanalyse te verbeteren met

I.1. als doel het voorkomen van arbeidsongevallen. We zijn ervan overtuigd dat deze meervoudige acties de komende jaren zullen leiden tot een verdere daling van de frequentiegraad. We handhaven onze doelstelling voor 2020, ook al is het een uitdaging.

Ons ultieme doel is dat er zonder incidenten kan worden gewerkt. Wij stellen alles in het werk om het risico en/of de mogelijkheid van werkgerelateerde incidenten, emissies, productielekken, brand en bijna-ongevallen te elimineren. De Recticel Corporate Health, Safety & Environment Policy, ons bedrijfsbrede beleid voor gezondheid, veiligheid en milieu, omvat strategische doelstellingen om de risico's voor mens en milieu te beperken. Aan de hand van risicobeoordelingen, initiatieven om risico's te beperken en procesverbeteringen willen wij van Recticel een plek maken die veilig is voor de medewerkers en bezoekers.

De Recticel Corporate HS&E Policy omvat strategische doelstellingen om de gezondheids-, veiligheids- en milieurisico's die inherent zijn aan onze activiteiten en producten te beperken. Dat streven gaat verder dan onze basisverplichting om alle toepasselijke voorschriften op het gebied van gezondheid, veiligheid en milieu na te leven.

Wij voeren oorzakenanalyses uit en nemen correctieve en preventieve maatregelen bij kritieke bedrijfsactiviteiten. De schuimvestigingen van Recticel moeten strikte voorschriften naleven (zoals SEVESO en/of COMAH), en verschillende fabrieken werken met gecertificeerde beheersystemen voor gezondheid, veiligheid en/of milieu (OHSAS 18001- en/of ISO 14001-certificatie). Recticel is een actief lid van nationale en Europese vakorganisaties zoals EUROPUR, PU Europe, Essenscia en Federplast.

De HS&E-handleiding van de Groep geeft richtlijnen voor de invoering van het HS&Ebeleid. Recticel heeft oog voor de behoefte aan persoonlijk initiatief, professioneel en veilig gedrag, veiligheidsbewustzijn en respect voor elkaar en het milieu in het kader van het HS&Ebeleid. QHS&E-managers in onze business lines begeleiden en ondersteunen de verandering in veiligheidscultuur met de ontwikkeling van

operationele normen, de verbetering van de werkomgeving en de bewustmaking en opleiding van personeel.

Het engagement van het management voor gezondheid, veiligheid en milieu vindt zijn weerslag in ons Corporate HS&E and Sustainability Steering Committee (CHSSC), onder leiding van de CEO. Dit comité stippelt de strategie en het beleid van de Groep op HS&E- en duurzaamheidsgebied uit, adviseert en ondersteunt de business lines bij de implementatie ervan en volgt de vooruitgang op. Door het delen van kennis en het bundelen van de HS&E-praktijken, zoals een gestandaardiseerde hoofdoorzakenanalyse en HS&E-regels, trachten wij onze processen efficiënter te maken.

In 2018 hebben we een geïntegreerd HS&Erapporteringstool voor de Groep geselecteerd om de verdere harmonisering te ondersteunen, de follow-up en rapportage te verbeteren, de best practices te onderbouwen en de monitoring van veranderingen in de regelgeving te vergemakkelijken. Het pilootproject zal plaatsvinden in de loop van 2019.

II.3.2.2.2.2. Een inspirerende en waarderende werkplek

Doelstelling: De tevredenheidsenquête elk jaar in twee nieuwe landen uitvoeren.

KPI: Het aantal landen waarin de tevredenheidsenquêtes worden gehouden bij arbeiders en bedienden.

Resultaat 2018: Zweden en Noorwegen

Wij liggen op schema en zullen verder gaan met het vastgestelde programma om elk jaar twee nieuwe landen toe te voegen.

Achtergrond

Wij kunnen alleen uitmunten en onze duurzame groeiambities waarmaken met de actieve inbreng van onze bekwame en creatieve werknemers. Ons succes staat of valt met het vermogen om een getalenteerde werknemerspool aan te trekken, te motiveren en te behouden. Wij trachten alle werknemers een stimulerende en

waarderende werkomgeving te bieden, een plek waar zij zich betrokken voelen, waar zij kunnen bijdragen tot de bedrijfsdoelstellingen en waar zij hun talenten kunnen ontwikkelen. Wij bevorderen een samenwerkings- en resultaatgerichte bedrijfscultuur op basis van medewerking, respect, integriteit en verantwoordelijkheid. Wij stimuleren collega's, klanten en partners om samen te innoveren en winnende oplossingen te bedenken. Onze human resources-strategie streeft naar de beschikbaarheid, het engagement, de motivatie en de voortdurende ontwikkeling van onze werknemers.

Recticel heeft een betrokkenheidsenquête ingevoerd om inzicht te krijgen in de tevredenheid, loyaliteit, inzet en motivatie van zijn werknemers. Deze enquête wordt geleidelijk uitgerold, waarbij er elk jaar twee nieuwe landen bijkomen.

Recticel wil een gemeenschap creëren waar iedereen zich deel van en gerespecteerd voelt, waar mensen samenkomen voor een betere wereld. Wij denken dat een divers team de kwaliteit van de besluitvorming en finaal ook de algemene prestaties verbetert.

Recticel werkt momenteel niet met een formeel specifiek diversiteitsbeleid, maar is een gelijkekansenwerkgever in al de aspecten van de werving en selectie, en verbindt zich tot een eerlijke en consistente benadering van de werving en selectie. Recticel is actief bezig met de ontwikkeling van een positief werkgeversimago bij de interne en externe stakeholders. Recticel wil sollicitanten aanwerven ongeacht leeftijd, handicap, geslachtsverandering, huwelijk of geregistreerd partnerschap, zwangerschap of moederschap, ras, religie en overtuigingen, geslacht en seksuele geaardheid of werkuren.

Recticel wil ook leermogelijkheden aanbieden aan alle werknemers, ongeacht leeftijd, handicap, geslachtsverandering, huwelijk of geregistreerd partnerschap, zwangerschap of moederschap, ras, religie en overtuigingen, geslacht en seksuele geaardheid of werkuren.

Recticel is een gelijkekansenwerkgever die mannen en vrouwen dezelfde kansen biedt om hun talenten te ontwikkelen, een loopbaan uit

te bouwen en werk en gezinsleven op elkaar af te stemmen door het mogelijk te maken om in elke fase van hun loopbaan voltijds of deeltijds te werken.2

Momenteel maakt één vrouw deel uit van het Managementcomité. Bovendien is een derde van de leden van de Raad van Bestuur vrouwelijk, overeenkomstig artikel 518bis van het Wetboek van vennootschappen.

Het selectieproces voor de leden van de Raad van Bestuur wordt uiteengezet in het Corporate Governance Charter van Recticel. Het is gericht op een samenstelling die in alle aspecten divers is: inzake geslacht, achtergrond, professionele ervaring, bekwaamheid en opleiding.

II.3.2.2.3. Doelstellingen inzake ethiek en integriteit

II.3.2.2.3.1. Bedrijfsethiek en integriteit

Doelstelling: Het aantal juridische trainingen georganiseerd door het Corporate Legal Team en de IP Officer (SID), (interactieve trainingen en voltooide e-learningmodules) met 5% per jaar verhogen (cumulatief), ten opzichte van 460 in 2015.

KPI: Het aantal juridische trainingen georganiseerd door het Corporate Legal Team en de IP Officer (SID) in de vorm van interactieve trainingen en voltooide e-learningmodules.

Resultaat 2018: 4.631

Achtergrond

Het aantal gevolgde opleidingen is spectaculair toegenomen door de introductie van twee nieuwe e-learningmodules die verplicht zijn voor alle kantoormedewerkers van Recticel. (Voor Gegevensbescherming en Code Ethiek wordt de status 'voltooid' pas bereikt wanneer de kantoormedewerker aan het einde van de module een toetsresultaat haalt van minimaal 80%).

2 Zie ook de informatie met betrekking tot diversiteit in sectie 10 van de Corporate Governance Verklaring

Handelen met respect en integriteit is een van onze kernwaarden. Respectvol gedrag erkent de waarde, waardigheid en uniekheid van anderen. Wij hebben gedragscodes en beleidsmaatregelen opgesteld om ervoor te zorgen dat wij eerlijk en respectvol zaken doen, met volledige inachtneming van de internationale regels en voorschriften.

Onze organisatie is verenigd rond duidelijke waarden en respectvol gedrag. Onze waarden, die zijn geherdefinieerd in 2016, stemmen onze handelingen en gedragingen af op de interne en externe stakeholders. Het gedrag dat de vijf kernwaarden weerspiegelt, geeft richting aan onze werknemers en stakeholders.

Recticel hecht groot belang aan juridische opleidingen, vooral voor werknemersgroepen die door de aard van hun professionele activiteiten een hoger risico lopen dat zij worden blootgesteld aan situaties van niet-naleving, omkoping of corruptie. Ons Corporate Legal Team biedt geregeld persoonlijke opleidingssessies en specifieke e-learningmodules aan.

In 2018 hebben we twee nieuwe verplichte juridische e-learningcursussen rond gegevensbescherming en code bedrijfsethiek ingevoerd voor alle kantoormedewerkers.

Ethiek en naleving maken deel uit van ons DNA

Corporate compliance maakt deel uit van al onze policies. Wij hebben richtlijnen uitgevaardigd voor bewustmaking, sjablonen voor meldingen, klokkenluidersprocedures en communicatiekanalen waar de werknemers problemen op diverse manieren kunnen aankaarten.

Recticel is zich bewust van de risico's voor het bedrijf, en wij passen due diligence toe op zowel onze eigen activiteiten als de hele toevoerketen. In situaties waar er specifieke risico's of blootstelling aan niet-naleving, omkoping of corruptie zijn vastgesteld, worden richtlijnen geformuleerd om dergelijke risico's te voorkomen of te beheersen.

II.3.2.2.4. Doelstellingen in verband met de mensenrechten

Inzake de naleving van de mensenrechten heeft Recticel, bij wijze van voorzorgsmaatregel, in zijn aankoopvoorwaarden de verplichting opgenomen dat zijn leveranciers te werk moeten gaan op een ethische, correcte, transparante, betrouwbare en maatschappelijk verantwoorde wijze, en dat zij ervoor moeten instaan dat noch zij, noch hun personeel of onderaannemers, betrokken zijn bij discriminatie, de schending van mensenrechten, corruptie, de schending van antitrustwetten, kinderarbeid, dwangarbeid, slavernij of andere onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden. In dat kader moeten de leveranciers de 'Recticel Supplier Sustainability Requirements (RSSR)' strikt naleven. Op eerste verzoek van Recticel moeten de leveranciers kunnen aantonen dat zij deze RSSR in acht nemen.

Momenteel heeft Recticel nog geen specifiek charter opgesteld voor de mensenrechten, en er zijn ook nog geen specifieke KPI's van toepassing. Dat houdt verband met het feit dat de Groep haar activiteiten vooral in Europa uitoefent, zodat een dergelijke indicator minder relevant is voor de activiteiten van het bedrijf.

II.3.3. Samenvatting

Onderstaande tabel geeft een samenvatting van Recticels duurzaamheidsstrategie op het gebied van zijn zes materiële aspecten, de zeven KPI's, de doelstellingen en de resultaten.

(*) Het Limited Assurance rapport van de onafhankelijke auditor PwC over de periode 2018, is terug te vinden als

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 117

OVERZICHTSTABEL

MATERIËLE ASPECTEN VOOR RECTICEL EN BIJBEHORENDE KPI's

(Deze tabel is onderworpen aan een beperkte borging door PwC.)(*)

MATERIEEL ASPECT KPI 2016 2017 2018*
INNOVEREN
VOOR EEN
BETERE
MAATSCHAPPIJ
Duurzaamheidsindex
(percentage actieve
R&D-projecten dat wordt
geclassificeerd als duur
zaam)
45% 54% 66%
ONZE CO2-
VOETAFDRUK
OPTIMALISEREN
CO2-voetafdruk van Recticel
(in ton CO2
e)
1.082.707
ton
1.090.548
ton
998.407
ton
De positieve impact van
Recticel in ton vermeden
CO2
e in de gebruiksfase
38.767.116
ton
39.391.355
ton
36.898.355
ton
GRONDSTOF
EFFICIËNTIE
Gerecycleerd soepelschuim
geproduceerd door Recticel
(in ton)
5.567 5.129 4.534
BEDRIJFS
ETHIEK EN
INTEGRITEIT
DE HS&E
IMPACT
Aantal juridische trainingen
georganiseerd door het
Corporate Legal Team
en de IP Officer (SID) in
de vorm van interactieve
trainingen en voltooide
e-learningmodules
425 526 4.631
VAN ONZE
ACTIVITEITEN
BEPERKEN
Arbeidsongevallenfrequentie 5,8 6 5,8
EEN
INSPIRERENDE
EN
WAARDERENDE
WERKPLEK
Het aantal landen waar
tevredenheidsenquêtes wor
den georganiseerd onder
arbeiders en bedienden
3 landen 2 landen 2 landen

I.1. I.2. I.6. I.4. I.3. I.5.

I.8.

II.1.

II.2.

I.7.

SAMENVATTING DUURZAAMHEIDSSTRATEGIE

INNOVATION PLAN

COMMENTAAR EVOLUTIE

SUSTAINABLE INNOVATION PLAN

In 2018 werd een belangrijke EU Horizon 2020 Innovatie en Research subsidie toegekend om te onderzoeken hoe de huidige lineaire levenscyclus van polyurethaan (PU) producten kan worden omgebogen naar een circulair economisch model. Recticel coördineert dit PUReSMart project dat in 2019 opstart (zie ook persbericht https://www.recticel.com/nl/node/440).

Om onze 2020 doelstelling te halen, is een belangrijke doorbraak in het recycleren van post-consumerafval nodig. Strategische beslissingen zijn genomen, maar er moeten nog enkele technische en wettelijke hindernissen uit de weg worden geruimd.

In 2018 hebben we in Finland een nieuwe isolatiefabriek in gebruik genomen om te voldoen aan de vraag naar hoogwaardige isolatiematerialen in de Scandinavische regio (Finland, Noorwegen, Zweden, Denemarken en de Baltische landen). In 2019 worden nog grotere volumes verwacht.

We zullen ons verder toeleggen op de ontwikkeling van nieuwe producten op basis van post-consumerafval uit ingezamelde matrassen in samenwerking met Eco-Mobilier France. Tegelijkertijd is het ook belangrijk om alle technische en wettelijke beperkingen die het gebruik van postconsumerafval in de weg staan, uit de weg te ruimen.

Het resultaat ligt helemaal in lijn met onze strategische beslissing om duurzaamheid te verankeren in het innovatieproces. Bijna alle nieuwe SID programma's hebben een hoger duurzaamheidsgehalte. We gaan ervan uit dat we onze 2020 doelstelling zullen halen.

Er zijn de afgelopen twee jaar geen fundamentale wijzigingen geweest in de reductie van de voetafdruk.

producten zijn nog maar recent op de markt gebracht. We houden onze doelstelling aan.

Het gewicht van Isolatie in de portefeuille van Recticel is licht gestegen, met een iets hoger positief effect tot gevolg.

De markt van Recticel voor bonded foam is in omvang afgenomen. We richten ons nu op de ontwikkeling van fi ber-bonded schuim, maar een signifi cante doorbraak kan alleen worden bereikt in 2020 in combinatie met het gebruik van post-consumerafval. Hoewel we op korte termijn een negatieve evolutie zien, houden we vast aan onze doelstelling voor 2020 en houden we rekening met mogelijke vertraging.

polyol is beperkt, want

De impact van de nieuwe CO2

MATERIEEL
ASPECT
KPI DOELSTELLING
INNOVEREN
VOOR EEN
BETERE
MAATSCHAPPIJ
Duurzaamheidsindex
(voor de innovatiepijplijn van
het Sustainable Innovation
Department)
80% van onze actieve
R&D-projecten wordt
op basis van de
duurzaamheidsindex
geclassifi ceerd als
duurzaam tegen 2020.
40%
45%
54%
66%
80%
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2030
ONZE CO2-
VOETAFDRUK
OPTI
MALISEREN
De indicator voor de CO2-
voetafdruk van Recticel
drukt de uitstoot uit in ton
CO2-equivalent ten opzichte
van 2013 bij
100% productieactiviteit
(voor alle productiesites).
De berekeningsmethode is
gebaseerd op de 'Cradle to
Grave'-methode.
De indicator voor de
CO2-voetafdruk van
Recticel met 25%
verlagen tegen 2020, en
met 40% tegen 2030.
75%
60%
100%
100%
84%
83%
83%
83%
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2030
De netto-impactverhouding
van Recticel (in de volledige
waardeketen) wordt gede
fi nieerd als de verhouding
van de positieve impact
tot de CO2-voetafdruk van
Recticel. De positieve
impact van Recticel wordt
uitgedrukt in ton verme
den CO2-equivalent in de
gebruiksfase.
(gebaseerd op specifi eke bereke
ningsmethoden per type product
en specifi eke conversiefactoren
berekend door een derde partij).
De netto-impactverhouding
van Recticel verhogen van
20 in 2013 tot 30 in 2020,
en tot 50 (40) in 2030.
We hebben onze doelstel
ling voor 2020 3 jaar eerder
bereikt en onze doelstelling
voor 2030 aangepast naar
50.
We hebben onze berekeningsme
thode herzien. De oorspronkelijke
resultaten voor 2013, 2014 en 2015
waren respectievelijk 20, 20 en 26.
50
30
27
28
34
36
36
37
(40)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2030
GRONDSTOF
EFFICIËNTIE
Gerecycleerd soepelschuim
geproduceerd door Recticel
(in ton).
Een toename van
100% tegen 2020 ten
opzichte van 2015. Deze
toename is mogelijk als
het productieafval van
soepelschuim geleidelijk
wordt vervangen door post
consumerafval.
BASE
LINE
-10%
-17%
-27%
100%
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2030

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 118 RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 119

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

II.1.

II.2.

II.3.

II.4.

I.7.

INNOVEREN VOOR EEN BETERE MAATSCHAPPIJ

MATERIEEL

SUSTAINABLE INNOVATION PLAN

SAMENVATTING

DUURZAAMHEIDSSTRATEGIE

80% van onze actieve R&D-projecten wordt op basis van de duurzaamheidsindex geclassifi ceerd als duurzaam tegen 2020.

De indicator voor de CO2-voetafdruk van Recticel met 25% verlagen tegen 2020, en met 40% tegen 2030.

2018 2019

2018 2019

2018 2019

2018 2019

-10% -17% -27% 100%

2013 2014 2015 2016 2017 2020 2030

2013 2014 2015 2016 2017 2020 2030

2013 2014 2015 2016 2017 2020 2030

66%

80%

2030

75% 60%

30 50 (40)

40% 45% 54%

100% 100% 84% 83% 83% 83%

27 28 34 36 36 37

BASE LINE

2013 2014 2015 2016 2017 2020

De netto-impactverhouding van Recticel verhogen van 20* in 2013 tot 30 in 2020, en tot 50 (40) in 2030. We hebben onze doelstelling voor 2020 3 jaar eerder bereikt en onze doelstelling voor 2030 aangepast naar 50. * We hebben onze berekeningsmethode herzien. De oorspronkelijke resultaten voor 2013, 2014 en 2015 waren respectievelijk 20, 20 en 26.

Een toename van 100% tegen 2020 ten opzichte van 2015. Deze toename is mogelijk als het productieafval van soepelschuim geleidelijk wordt vervangen door postconsumerafval.

ASPECT KPI DOELSTELLING

Duurzaamheidsindex (voor de innovatiepijplijn van het Sustainable Innovation Department)

De indicator voor de CO2 voetafdruk van Recticel drukt de uitstoot uit in ton CO2-equivalent ten opzichte van 2013 bij 100% productieactiviteit (voor alle productiesites). De berekeningsmethode is gebaseerd op de 'Cradle to Grave'-methode. De netto-impactverhouding van Recticel (in de volledige waardeketen) wordt gedefi nieerd als de verhouding van de positieve impact tot de CO2-voetafdruk van Recticel. De positieve impact van Recticel wordt uitgedrukt in ton vermeden CO2-equivalent in de gebruiksfase. (gebaseerd op specifi eke berekeningsmethoden per type product en specifi eke conversiefactoren berekend door een derde partij).

Gerecycleerd soepelschuim geproduceerd door Recticel (in ton).

ONZE CO2- VOETAFDRUK OPTI-MALISEREN

GRONDSTOF-EFFICIËNTIE

PEOPLE PRIORITY PLAN

COMMENTAAR EVOLUTIE

en voor Spanje 1

PEOPLE PRIORITY PLAN

We zullen onze KPI en doelstelling voor 2020 herbekijken, aangezien we onze doelstelling van een stijging van 5% per jaar (cumulatief) hebben overtroffen.

We hebben de rapportagenormen voor de hele Groep geharmoniseerd en geïntegreerde HS&E-software geselecteerd voor een proefproject dat in 2019 zal plaatsvinden. Daarnaast hebben we tijdens onze eerste deelname aan de IAO-werelddag voor gezondheid en veiligheid op het werk in 2018 een gemeenschappelijke reeks 'Gouden Veiligheidsprincipes en -regels' ingevoerd.

De analyse van onze resultaten in Noorwegen en Zweden is aan de gang. Er zullen duidelijke actieplannen worden ontwikkeld en voor elk land zullen belangrijke aandachtspunten worden vastgesteld. In 2019 zullen in België, het Verenigd Koninkrijk en Spanje tevredenheidsenquêtes worden herhaald. Frankrijk en Nederland zullen worden toegevoegd.

Het aantal gevolgde opleidingen is spectaculair toegenomen door de introductie van twee nieuwe

kantoormedewerkers van Recticel.

Ondanks het feit dat we nog niet op koers liggen, is er op groepsniveau belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van bewustwording. Bovendien zijn er systemen ingevoerd om de kwaliteit van de risicoanalyse te verbeteren met als doel het voorkomen van arbeidsongevallen. We zijn ervan overtuigd dat deze meervoudige acties de komende jaren zullen leiden tot een verdere daling van de frequentiegraad. We handhaven onze doelstelling voor 2020, ook al is het een uitdaging.

We liggen op schema en we zullen verdergaan met het vastgestelde programma om elk jaar twee nieuwe landen toe te voegen.

Voor 'Gegevensbescherming' en 'Code Bedrijfsethiek' wordt de status 'voltooid' bereikt als de kantoormedewerker een testresultaat van

minimum 80% haalt aan het eind van de module.

die verplicht zijn voor alle

e-learning modules1

MATERIEEL
ASPECT
KPI DOELSTELLING
BEDRIJFS
ETHIEK EN
INTEGRITEIT
Het aantal juridische
trainingen georganiseerd
door het Corporate
Legal Team en de
IP Offi cer (SID), in de
vorm van interactieve
trainingen en voltooide
e-learningmodules.
Het aantal juridische
trainingen georganiseerd
door het Corporate Legal
Team en de IP Offi cer
(SID), (interactieve
trainingen en voltooide
e-learningmodules) met
5% per jaar verhogen
(cumulatief), ten opzichte
van 460 in 2015.
460
425
526
*
4.631
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2030
DE HS&E
IMPACT VAN
ONZE
ACTIVITEITEN
BEPERKEN
De arbeidsongevallen
frequentiegraad vertegen
woordigt het gemiddelde op
groepsniveau voor al onze
fabrieken en kantoren.
Frequentiegraad = < 3
tegen 2020
aantal ongevallen x 1,000,000
aantal gewerkte uren
8.8
8.4
8.4
5.8
6
5.8
3
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2030
EEN
INSPIRERENDE
EN
WAARDERENDE
WERKPLEK
Het aantal landen waar
tevredenheidsenquêtes
worden uitgevoerd onder
arbeiders en bedienden.
Jaarlijks twee nieuwe
landen toevoegen.
België +
Verenigd Koninkrijk,
Polen,
Zweden,
België
Roemenië
Noorwegen
Spanje
2015
2016
2017
2018

* De cijfers zijn door een herformulering licht gestegen.

I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.4. II.2. II.3.

I.1.

minimum 80% haalt aan het eind van de module.

BEDRIJFS-ETHIEK EN INTEGRITEIT

MATERIEEL

PEOPLE PRIORITY PLAN

Het aantal juridische trainingen georganiseerd door het Corporate Legal Team en de IP Offi cer (SID), (interactieve trainingen en voltooide e-learningmodules) met 5% per jaar verhogen (cumulatief), ten opzichte van 460 in 2015.

Jaarlijks twee nieuwe landen toevoegen.

Frequentiegraad = < 3 tegen 2020 aantal ongevallen x 1,000,000 aantal gewerkte uren

460 425 526

8.8 8.4 8.4 5.8 6 5.8 3

2015 2016 2017

België + Verenigd Koninkrijk, Spanje

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2030

Noorwegen België

Polen, Roemenië

2018

Zweden,

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2030 4.631

*

ASPECT KPI DOELSTELLING

Het aantal juridische trainingen georganiseerd door het Corporate Legal Team en de IP Offi cer (SID), in de vorm van interactieve trainingen en voltooide e-learningmodules.

De arbeidsongevallenfrequentiegraad vertegenwoordigt het gemiddelde op groepsniveau voor al onze fabrieken en kantoren.

Het aantal landen waar tevredenheidsenquêtes worden uitgevoerd onder arbeiders en bedienden.

De cijfers zijn door een herformulering licht gestegen.

DE HS&E-IMPACT VAN ONZE ACTIVITEITEN BEPERKEN

EEN INSPIRERENDE EN WAARDERENDE WERKPLEK

*

II.3.4. Onafhankelijk limited assurancerapport inzake de niet-financiële informatie

-

I.1.

Financieel rapport II.4.

RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 124 RECTICEL JAARVERSLAG 2018 I 125

Financieel rapport

II.4.1.1. Geconsolideerde winst- en verliesrekening� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 128
II.4.1.2. Resultaat per aandeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 128
II.4.1.3. Geconsolideerd totaal resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 129
II.4.1.4. Geconsolideerde balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 130
II.4.1.5. Geconsolideerd kasstroomoverzicht� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 131
II.4.1.6. Mutatieoverzicht van het eigen vermogen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 133
II.4.2. Toelichtingen bij de geconsolideerde financiële staten
van de verslagperiode die eindigt op 31 december 2018 a
� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �134
II.4.2.1. Samenvatting van de waarderingsregels� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 134
II.4.2.1.1. Verklaring van overeenstemming – grondslagen voor de opstelling
van de financiële staten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 134
II.4.2.1.2. Wijzigingen in waarderingsregels en toelichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 134
II.4.2.1.3. Gepubliceerde nieuwe standaarden (IFRS 16)
die nog niet van toepassing zijn.� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 138
II.4.2.1.4. Algemene principes� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 139
II.4.2.1.5. Kritische boekhoudkundige beoordelingen
en belangrijkste bronnen van onzekerheid� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 152
II.4.2.2. Wijzigingen in de consolidatiekring� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 158
II.4.2.3. Bedrijfs- en geografische segmenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 158
II.4.2.3.1. Bedrijfssegmenten
II.4.2.3.2. Geografische informatie en disaggregatie van de bedrijfopbrengsten� � � � � � � � � � � � � � � 162
II.4.2.4. Winst- en verliesrekening� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �164
II.4.2.4.1.
II.4.2.4.2.
Brutowinst� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �164
Algemene en administratieve kosten - Verkoop- en
marketingkosten – Kosten van onderzoek en ontwikkeling� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �164
II.4.2.4.3. Overige bedrijfsopbrengsten en -lasten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �164
II.4.2.4.4. Bedrijfsresultaat (EBIT)� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �166
II.4.2.4.5. Financieel resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 167
II.4.2.4.6. Belastingen op het resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �168
II.4.2.4.7. Dividenden� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 170
II.4.2.4.8. Gewone winst per aandeel � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 170
II.4.2.4.9. Verwaterde winst per aandeel � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 171
II.4.2.5. Balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 172
II.4.2.5.1. Immateriële vaste activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 172
II.4.2.5.2. Materiële vaste activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �174
II.4.2.5.3. Activa onder financiële lease � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 176
II.4.2.5.4. Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen � � � � � � �177
II.4.2.5.5. Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �180
II.4.2.5.6. Vorderingen op meer dan één jaar� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 183
II.4.2.5.7. Voorraden� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �184
II.4.2.5.8. Overige contractactiva en contractverplichtingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 185
II.4.2.5.9. Handelsvorderingen en overige vorderingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �186
II.4.2.5.10. Geldmiddelen en kasequivalenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 187
II.4.2.5.11. Activa bestemd voor verkoop� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 187
II.4.2.5.12. Aandelenkapitaal� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �188
II.4.2.5.13. Uitgiftepremie � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �188
II.4.2.5.14. Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �188
II.4.2.5.15. Voorzieningen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �194
II.4.2.5.16. Financiële verplichtingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 195
II.4.2.5.17. Financiële leaseverplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 197
II.4.2.5.18. Handels- en overige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 197
II.4.2.5.19. Financiële instrumenten en financiële risico's� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �198
II.4.2.5.20. Bedrijfscombinaties en overdrachten � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 204
II.4.2.5.21. Kapitaalstructuur� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 204
II.4.2.6. Diversen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 204
II.4.2.6.1. Operationele lease-overeenkomsten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 204
II.4.2.6.2. Andere niet in de balans opgenomen elementen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 205
II.4.2.6.3. Op aandelen gebaseerde betalingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 205
II.4.2.6.4. Gebeurtenissen na rapporteringsdatum� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 207
II.4.2.6.5. Transacties met verbonden partijen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 208
II.4.2.6.6. Vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur
en het Managementcomité� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 209
II.4.2.6.7. Wisselkoersen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 210
II.4.2.6.8. Personeel � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 211
II.4.2.6.9. Audit- en niet-auditdiensten verleend door de commissaris� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 211
II.4.2.6.10. Voorwaardelijke activa en verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 211
II.4.2.6.11. Aansluiting met alternatieve prestatiemaatstaven � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 213
II.4.3. Recticel n.v. - Algemene informatie� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 215
II.4.4. Recticel n.v. – Verkorte enkelvoudige financiële staten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �216
II.4.5. Risicofactoren en risicobeheer a� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �218
II.4.6. Verklaring door verantwoordelijken a
� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 222
II.4.7. Verslag van de commissaris over de geconsolideerde
financiële staten per 31 december 2018 a� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 223
III. Verklarende woordenlijst� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �229
IV. Kerncijfers 2009-2018� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �231

II.4.1. Geconsolideerde financiële staten

De geconsolideerde financiële staten zijn door de Raad van Bestuur goedgekeurd voor publicatie op 23 februari 2019. Ze zijn opgesteld in overeenstemming met de IFRS-waarderingsregels, waarvan de details hieronder worden weergegeven.

De Groep heeft aanvankelijk IFRS 15 en IFRS 9 toegepast op 1 januari 2018. In overeenstemming met de gekozen overgangsmethoden wordt de vergelijkende informatie niet aangepast.

II.4.1.1. Geconsolideerde winst- en verliesrekening

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 2018 2017
Bedrijfsopbrengsten II.4.2.3. 1 117 652 1 135 353
Distributiekosten (59 973) (61 952)
Kostprijs van de omzet (856 056) (889 866)
Brutowinst II.4.2.4.1. 201 623 183 535
Algemene en administratieve kosten II.4.2.4.2. (70 562) (78 426)
Verkoop- en marketingkosten II.4.2.4.2. (72 593) (69 537)
Kosten van onderzoek en ontwikkeling II.4.2.4.2. (11 042) (13 724)
Bijzondere waardeverminderingen op goodwill II.4.2.3. (1 000) 0
Bijzondere waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa II.4.2.3. (4 819) (7 009)
Overige bedrijfsopbrengsten (1) 17 900 55 976
Overige bedrijfsuitgaven (2) (26 730) (28 344)
Totaal overige operationele bedrijfsopbrengsten/(-uitgaven) (1)+(2) II.4.2.4.3. (8 830) 27 632
Winst of verlies uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen II.4.2.5.5. 10 170 2 390
Bedrijfresultaat (EBIT) II.4.2.4.4. 42 947 44 861
Renteopbrengsten 606 615
Rentelasten (3 234) (7 075)
Andere financiële opbrengsten 3 602 12 585
Andere financiële lasten (4 860) (10 867)
Financieel resultaat II.4.2.4.5. (3 886) (4 742)
Winst of verlies van de periode voor belastingen 39 061 40 119
Courante belastingen op het resultaat II.4.2.4.6. (3 254) (5 986)
Uitgestelde belastingen II.4.2.4.6. (6 958) (10 220)
Winst of verlies van de periode na belastingen 28 849 23 913
waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
waarvan toerekenbaar aan de Groep 28 849 23 913

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst- en verliesrekening.

II.4.1.2. Resultaat per aandeel

in EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 2018 2017
Gewone winst (verlies) per aandeel II.4.2.4.8. 0,53 0,44
Verwaterde winst (verlies) per aandeel II.4.2.4.9. 0,52 0,43

De gewone winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende de periode.

De verwaterde winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen gedurende de periode, verhoogd voor de warrants in-the-money.

II.4.1.3. Geconsolideerd totaal resultaat

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Winst of verlies voor de periode na belastingen 28 849 23 913
Overig totaal resultaat
Componenten die later niet zullen erkend worden in de resultatenrekening
Actuariële winsten en verliezen op personeelsvoordelen 4 529 (4 082)
Uitgestelde belastingen op actuariële winsten en verliezen op personeelsvoordelen (502) (738)
Omrekeningsverschillen (19) 291
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 449 (383)
Totaal 4 457 (4 912)
Componenten die later mogelijks kunnen erkend worden in de resultatenrekening
Fair value winsten/(verliezen) uit afdekkingsderivaten tijdens de periode 303 2 212
Minus: Cumulatieve (winsten)/verliezen uit afdekkingsderivaten die herklasseerd werden naar winst- en
verliesrekening
362 0
Indekkingsreserves 665 2 212
Omrekeningsverschillen (1 822) (6 509)
Uitgestelde belastingen op reserves voor rente-indekkingen (117) (781)
Uitgestelde belastingen op overgedragen winsten 0 1 225
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen (806) 1 154
Totaal (2 080) (2 699)
Overig totaal resultaat (netto) voor de periode 2 377 (7 611)
Totaal resultaat voor de periode 31 226 16 302
Totaal resultaat voor de periode 31 226 16 302
waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0 0
waarvan toerekenbaar aan de Groep 31 226 16 302

Voor meer details inzake het totaal resultaat uit Belangen in Joint Ventures en Geassocieerde Vennootschappen, zie II.4.2.5.5.

I.1.

II.4.1.4. Geconsolideerde balans

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Immateriële vaste activa II.4.2.5.1. 12 045 12 323
Goodwill 23 354 24 169
Materiële vaste activa II.4.2.5.2-3. 232 541 226 783
Vastgoedbeleggingen 3 289 3 331
Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen II.4.2.5.4-5. 68 631 76 241
Overige financiële activa 791 667
Langlopende vorderingen II.4.2.5.6. 15 655 14 804
Overige langlopende contractactiva(a) II.4.2.5.8. 15 326 0
Uitgestelde belastingen II.4.2.4.6. 20 468 26 241
Vaste activa 392 099 384 559
Voorraden en bestellingen in uitvoering II.4.2.5.7. 103 789 99 408
Handelsvorderingen II.4.2.5.9. 107 680 110 935
Overige kortlopende contractactiva(a) II.4.2.5.8. 13 782 0
Overige vorderingen en overige financiële activa II.4.2.5.9. 55 226 73 373
Terug te vorderen belastingen 5 587 1 350
Overige beleggingen 138 123
Geldmiddelen en kasequivalenten(b) II.4.2.5.10. 39 554 57 844
Activa bestemd voor verkoop II.4.2.5.11. 19 201 2 570
Vlottende activa 344 958 345 603
TOTAAL ACTIVA 737 057 730 162

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Kapitaal II.4.2.5.12. 138 068 136 941
Uitgiftepremies II.4.2.5.13. 129 941 127 982
Uitgegeven kapitaal 268 009 264 923
Eigen aandelen (1 450) (1 450)
Overige reserves (19 214) (22 633)
Overgedragen winsten 39 636 40 868
Indekkings- en omrekeningsverschillen (22 003) (19 922)
Totaal eigen vermogen 264 978 261 786
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen II.4.2.5.14. 48 055 54 295
Voorzieningen II.4.2.5.15. 14 318 14 266
Uitgestelde belastingen II.4.2.4.6. 9 650 9 113
Rentedragende financiële verplichtingen II.4.2.5.16. 34 706 96 080
Langlopende contractverplichtingen (a) II.4.2.5.8. 24 096 0
Overige verplichtingen 202 230
Langlopende verplichtingen (1) 131 027 173 984
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen II.4.2.5.14. 4 720 3 978
Voorzieningen II.4.2.5.15. 2 573 1 155
Rentedragende financiële verplichtingen II.4.2.5.16. 90 021 48 988
Handelsverplichtingen II.4.2.5.18. 90 756 126 584
Langlopende contractverplichtingen (a) II.4.2.5.8. 44 964 0
Belastingen 3 061 2 411
Overige verplichtingen II.4.2.5.18. 104 957 111 276
Kortlopende verplichtingen (2) 341 052 294 392
Totaal verplichtingen (1)+(2) 472 079 468 376
TOTAAL EIGEN VERMOGEN + TOTAAL VERPLICHTINGEN 737 057 730 162

(a) De Groep heeft IFRS 15 en IFRS 9 aanvankelijk toegepast op 1 januari 2018. In overeenstemming met de gekozen overgangsmethoden wordt de vergelijkende

informatie niet aangepast. (b) In tegenstelling tot de voorstelling in het persbericht van 28 februari 2018, wordt de herclassificatie van de bankschulden die direct opeisbaar enkel toegepast op het kasstroomoverzicht en niet op de balans.

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.

.

II.4.1.5. Geconsolideerd kasstroomoverzicht

in duizend EUR
Groep Recticel TOELICHTING * 2018 2017
BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) II.4.2.4.4. 42 947 44 861
Afschrijvingen van immateriële vaste activa II.4.2.5.1. 2 629 2 785
Afschrijvingen van materiële vaste activa II.4.2.5.2. 27 368 26 578
Afschrijvingen van uitgestelde lange termijn betalingen en voorschotten II.4.2.4.4. 1 637 1 569
Waardeverminderingen op immateriële vaste activa II.4.2.3.1. 1 000 0
Waardeverminderingen op materiële vaste activa II.4.2.5.2. 4 819 7 009
Afboekingen/(terugnemingen) activa 508 6 489
Wijziging in de voorzieningen (2) (484)
(Winst) / Verlies op de vervreemding van activa (671) (853)
Opbrengsten uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen (10 170) (2 390)
BRUTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN VOOR WIJZIGINGEN IN HET WERKKAPITAAL 70 065 85 563
Voorraden (1 314) (11 827)
Contractactiva 8 782 0
Handelsvorderingen 11 781 (3 921)
Overige vorderingen 11 313 (9 601)
Handelsverplichtingen (29 923) 14 892
Contractverplichtingen (6 112) 0
Overige verplichtingen 1 333 7 514
Wijzigingen in het werkkapitaal (4 138) (2 943)
Handels- en overige lange termijnverplichtingen en verplichtingen die binnen het jaar vervallen (11) (5) 1
Belastingskrediet (langlopende) vorderingen (2 548) (1 293) 1
Betaalde inkomstenbelastingen (5 996) (5 749)
NETTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (a) 57 372 75 573
Ontvangen rente-opbrengsten 284 1 026
Ontvangen dividenden 5 500 8 800
Investeringen in financiële vaste activa en onderschrijven van kapitaalverhogingen (125) 0
Toename van verplichtingen en vorderingen (123) (501)
Afname van verplichtingen en vorderingen 2 748 1 203
Investeringen in immateriële activa II.4.2.5.1. (3 205) (3 124)
Investeringen in materiële vaste activa II.4.2.5.2. (45 873) (61 061)
Investeringen in geassocieerde deelnemingen (2 040) 0
Opbrengsten uit vervreemding van immateriële activa II.4.2.5.1. 110 107
Opbrengsten uit vervreemding van materiële vaste activa II.4.2.5.2. 453 12 746
(Toename) / Afname van activa beschikbaar voor verkoop (15) (16)
NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (b) (42 287) (40 820)
Betaalde rentelasten of financiële verplichtingen (1) (4 700) (6 913)
Betaalde rentelasten op lease verplichtingen (1) (163) (179)
Uitgekeerde dividenden (12 023) (9 683)
Toename kapitaal 3 086 3 695
Toename financiële verplichtingen 55 690 34 372
Toename lease verplichtingen 0 9 524
Afname financiële verplichtingen (75 722) (44 108)
Afname lease verplichtingen (1 843) (2 079)
NETTO KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (c) (35 676) (15 369)
Effect van wisselkoerswijzigingen (d) 480 1 280
Effect van wijziging van de consolidatiekring en reserves voor omrekeningsverschillen opgenomen in de
winst- en verliesrekening
0 5
WIJZIGINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (a)+(b)+(c)+(d)+(e) (20 111) 20 669
Netto kaspositie bij aanvang van de verslagperiode 57 844 37 174
Netto kaspositie aan het einde van de verslagperiode 37 733 57 844
WIJZIGINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (20 111) 20 669

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

II.1.

II.2.

II.4.

II.3.

I.7.

Wat de investerings-/vervreemdingsactiviteiten betreft, werden enkel de kasbetalingen en -ontvangsten gerapporteerd, zoals voorgeschreven onder IAS 7.

NETTO VRIJE KASSTROOM (a)+(b)+(1) 10 222 27 662

* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit kasstroomoverzicht.

Toelichtingen bij het geconsolideerde kasstroomoverzicht

De bruto kasstroom voor wijzigingen in het werkkapitaal

daalde met EUR 15,5 miljoen van EUR 85,6 miljoen tot EUR 70,1 miljoen, voornamelijk het resultaat van:

  • (i) EUR 1,9 miljoen lagere EBIT, verklaard door:
  • een combinatie van lagere verkoopvolumes in de meeste segmenten die gedeeltelijk werden gecompenseerd door hogere gemiddelde verkoopprijzen, onggunstige wisselkoersverschillen en hogere gemiddelde grondstofkosten;
  • netto aanpassingen van EBIT voor EUR -16,2 miljoen (2017: EUR -18,4 miljoen)
    • (ii) EUR 13,6 miljoen lagere corrigerende non-cash elementen, waaronder:
  • EUR -0,5 miljoen aan afschrijvingen en waardeverminderingen van goodwill, immateriële en materiële vaste activa
  • EUR -6,0 miljoen voor afschrijvingen (2017 beïnvloed door het brandincident in de Interiors-fabriek in Most, Tsjechië voor EUR -5,4 miljoen)
  • EUR -7,8 miljoen in verband met de hogere bijdrage van joint ventures en geassocieerde deelnemingen (EUR -10,2 miljoen versus EUR -2,94 miljoen in 2017)
  • EUR +0,5 miljoen voor netto voorzieningen voor pensioenen, reorganisaties, milieurisico's, en kosten en vergoedingen voor lopende remediaties en rechtsgeschillen
  • EUR +0,2 miljoen waardevermeerderingen en –verliezen op de vervreemding van activa

De netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten daalde met EUR -18,2 miljoen van EUR +75,6 million tot EUR +57,4 miljoen; na aftrek van de hogere werkkapitaalbehoeften (EUR -4,1 miljoen) en belastingselementen en belastingskredieten (EUR -8,5 miljoen).

De voornaamste wijzigingen in de werkkapitaalelementen zijn:

  • (i) EUR -1,3 miljoen door voorraden
  • (ii) EUR +11,8 miljoen door lagere handelsvorderingen als gevolg van de lagere omzet in alle segmenten tijdens het vierde kwartaal van het jaar
  • (iii) EUR +11,3 miljoen door lagere overige vorderingen, voornamelijk als gevolg van de betaling van (i) een vergoeding van EUR 6,4 miljoen en (ii) de ontvangen btw-vorderingen voor EUR 4,6 miljoen.
  • (iv) EUR -29,9 miljoen door lagere handelsverplichtingen als gevolg van lagere chemische grondstofprijzen en een lager activiteitenniveau aan het einde van het jaar
  • (v) EUR +1,3 miljoen door lagere overige verplichtingen

De netto kasstroom uit investeringsactiviteiten daalde van EUR -40,8 miljoen tot EUR -42,3 miljoen, hoofszakelijk als gevolg van:

  • (i) EUR 12,3 miljoen lagere netto kasstroom uit verkopen van materiële vaste activa (EUR 0,4 miljoen versus EUR 12,7 miljoen in 2017). In 2017 hadden de verkopen voornamelijk betrekking op (i) een sale & lease back-transactie met betrekking tot de uitbreiding van de Isolatie-fabriek in België (+8,8 miljoen EUR) en (ii) de verkoop van apparatuur in Automotive Interiors China (+3,1 miljoen EUR).
  • (ii) EUR 15,2 miljoen lagere netto uitgaande kasstroom voor investeringen in materiële vaste activa (EUR -45,9 miljoen versus EUR -61,1 miljoen in 2017)
  • (iii) EUR 2,0 miljoen met betrekking tot een kapitaalverhoging bij de joint venture Proseat
  • (iv) EUR 0,7 miljoen lagere ontvangen interesten (EUR 0,3 miljoen versus EUR 1,0 miljoen in 2017)
  • (v) EUR 3,3 miljoen lagere ontvangen dividenden (EUR 5,5 miljoen versus EUR 8,8 miljoen in 2017)
  • (vi) EUR 1,9 miljoen lagere netto 'overige leningen en vorderingen' die voornamelijk betrekking hebben op kortlopende en langlopende leningen aan joint ventures en geassocieerde vennootschappen (EUR 2,6 miljoen versus EUR 0,7 miljoen in 2017).

De kasstroom uit financieringsactiviteiten daalde van EUR -15,4 miljoen tot EUR -35,7 miljoen:

  • lagere betaalde rentelasten van EUR -7,1 miljoen tot EUR -4,9 miljoen
  • een stijging aan betaalde dividenden (EUR -12,0 miljoen versus EUR -9,7 miljoen in 2017)
  • de verhoging van het maatschappelijk kapitaal met EUR +3,1 miljoen ten gevolge de uitoefening van warranten (2017: 3,7 miljoen)
  • de daling van EUR -21,9 miljoen in de bruto financiële en lease verplichtingen.

Op het einde van het boekjaar bedroegen 'Geldmiddelen en kasequivalenten' EUR +37,7 miljoen, een daling met EUR +20,1 miljoen in vergelijking met eind 2017.

De netto vrije kasstroom, dat (i) de netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten (EUR +57,4 miljoen), (ii) de netto kasstroom uit de investeringsactiviteiten (EUR -42,3 miljoen) en (iii) de betaalde rentelasten op financiële en lease verplichtingen (EUR -4,9 miljoen) omvat, bedraagt EUR +10,2 miljoen, in vergelijking met EUR +27,7 miljoen in 2017.

Wijzigingen in rentedragende financiële verplichtingen

in duizend EUR
Groep Recticel NIET-KASSTROOMBEWEGINGEN
KASSTROOM KOST VAN DE SCHULDEN
31 DEC 2017 2018 VERLOPEN
RENTEN
FAIR VALUE VAN
AFDEKKINGS
INSTRUMENTEN
ACTUALISATIE AFSCHRIJVINGEN
ARRANGEMENTS
KOSTEN
TRANSFER WISSELKOERS
BEWEGINGEN
31 DEC 2018
Lange termijn schuldverplichtingen 78 002 (61 642) 0 0 0 0 840 0 17 201
Korte termijn schuldverplichtingen 44 538 41 609 852 0 0 0 (852) 713 86 861
Leaseverplichtingen 19 855 (1 843) 0 0 132 0 0 0 18 144
Verlopen renteverplichtingen 2 673 (4 863) 3 086 (370) 0 0 12 162 700
Totaal verplichtingen uit
financieringsactiviteiten
145 068 (26 739) 3 938 (370) 132 0 0 875 122 905

zie toelichting II.4.2.5.16.

II.4.1.6. Mutatieoverzicht van het eigen vermogen

Voor de verslagperiode 2018

in duizend EUR
Groep Recticel KAPITAAL UITGIFTE-PREMIES EIGEN AANDELEN OVERIGE RESERVES INGEHOUDEN WINST OMREKENINGS
VERSCHILLEN EN
AFDEKKINGS
RESERVES
TOTAAL EIGEN VER
MOGEN
Saldo per 31 december 2017 136 941 127 982 (1 450) (22 633) 40 868 (19 922) 261 786
Effect van eerste toepassing van IFRS 15 0 0 0 0 (19 478) 0 (19 478)
Effect van eerste toepassing van IFRS 9 0 0 0 0 0 0 0
1 januari 2018 herwerkt 136 941 127 982 (1 450) (22 633) 21 390 (19 922) 242 308
Dividenden 0 0 0 0 (12 019) 0 (12 019)
Stock opties (IFRS 2) 0 0 0 377 0 0 377
Kapitaalbewegingen (1) 1 127 1 959 0 (502) 502 0 3 086
Bewegingen toerekenbaar aan de
eigenaars van de moedermaatschappij
1 127 1 959 0 (125) (11 517) 0 (8 556)
Winst en verlies van de periode 0 0 0 0 28 849 0 28 849
Overige totaalresultaat 0 0 0 3 544 914 (2 081) 2 377
Saldo per 31 december 2018 138 068 129 941 (1 450) (19 214) 39 636 (22 003) 264 978

(1) zie toelichtingen II.4.2.5.12. and II.4.2.5.13.

Voor de verslagperiode 2017

in duizend EUR
Groep Recticel KAPITAAL UITGIFTE-PREMIES EIGEN AANDELEN OVERIGE RESERVES INGEHOUDEN WINST OMREKENINGS
VERSCHILLEN EN
AFDEKKINGS
RESERVES
TOTAAL
EIGEN VERMOGEN
Saldo per 31 december 2016 135 156 126 071 (1 450) (17 430) 24 855 (15 997) 251 205
Dividenden 0 0 0 0 (9 679) 0 (9 679)
Stock opties (IFRS 2) 0 0 0 263 0 0 263
Kapitaalbewegingen (1) 1 785 1 911 0 (554) 554 0 3 696
Bewegingen toerekenbaar aan de
eigenaars van de moedermaatschappij
1 785 1 911 0 (291) (9 125) 0 (5 720)
Winst en verlies van de periode 0 0 0 0 23 913 0 23 913
Overige totaalresultaat 0 0 0 (4 912) 1 225 (3 925) (7 612)
Saldo per 31 december 2017 136 941 127 982 (1 450) (22 633) 40 868 (19 922) 261 786

(1) zie toelichtingen II.4.2.5.12. and II.4.2.5.13.

II.4.

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

II.4.2. Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten van de verslagperiode die eindigt op 31 december 2018

II.4.2.1. Samenvatting van de waarderingsregels

II.4.2.1.1. Verklaring van overeenstemming – grondslagen voor de opstelling van de financiële staten

Recticel n.v. (de "Vennootschap") is een naamloze vennootschap gedomicilieerd in België en beursgenoteerd op Euronext Brussel. De geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap bevat de financiële staten van de Vennootschap, haar dochterondernemingen, haar belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (joint ventures) en in geassocieerde deelnemingen, beiden waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (samen "de Groep" genoemd).

De geconsolideerde financiële staten werden opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS), zoals goedgekeurd binnen de Europese Unie.

De boekhoudnormen toegepast in de geconsolideerde jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2018 zijn consistent met die gebruikt voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2017, met uitzondering van IFRS 15 en IFRS 9.

II.4.2.1.2. Wijzigingen in de waarderingsregels en toelichtingen

De Groep heeft IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten en IFRS 9 Financiële instrumenten aanvankelijk met ingang van 1 januari 2018 toegepast. Een aantal andere nieuwe standaarden zijn van kracht met ingang van 1 januari 2018, maar hebben geen materieel effect op de jaarrekening van de Groep.

Het effect van de eerste toepassing van IFRS 15 wordt voornamelijk toegeschreven aan de opname van opbrengsten uit matrijzen ('moulds') in het segment Automobiel.

De eerste toepassing van IFRS 9 heeft geen impact gehad op de geconsolideerde jaarrekening.

II.4.2.1.2.1. IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten, van toepassing voor de verslagperiodes startende op of na 1 januari 2018

IFRS 15 vervangt de standaarden IAS 18 Opbrengsten en IAS 11 Onderhanden projecten in opdracht van derden evenals hun gerelateerde interpretaties vanaf 1 januari 2018.

De Groep heeft besloten de nieuwe standaard toe te passen op de vereiste ingangsdatum op basis van de aangepaste retroactieve methode. Aldus wordt IFRS 15 alleen toegepast op contracten die niet zijn voltooid op datum van eerste toepassing (1 januari 2018). Dit betekent dat de vergelijkende cijfers van 2017 niet zijn aangepast en dat het cumulatieve effect van de eerste toepassing van IFRS 15 wordt erkend als een aanpassing aan het beginsaldo van de ingehouden winsten van 2018.

Algemeen

IFRS 15 bepaalt de principes die een entiteit toepast bij het rapporteren van informatie over de aard, hoeveelheid, timing en onzekerheid van opbrengsten en kasstromen uit een contract met een klant. Met toepassing van IFRS 15, neemt een entiteit opbrengsten op om de overdracht van beloofde goederen of diensten aan de klant tot uidrukking te brengen in een bedrag dat de vergoeding weerspiegelt waarop de entiteit verwacht in ruil voor die goederen of diensten recht te zullen hebben.

IFRS 15 maakt gebruik van een vijfstappenmodel om de omzet uit contracten met klanten op te nemen. (cfr II.4.2.1.4. – Opname van opbrengsten)

Contracten met klanten hebben over het algemeen betrekking op de verkoop van goederen. Zo verkrijgen klanten zeggenschap over producten wanneer de goederen worden afgeleverd bij en zijn geaccepteerd door de klant. Facturen worden gegenereerd en de opbrengsten worden over het algemeen op dat moment erkend.

Variabele vergoeding

De meest voorkomende soorten variabele vergoeding die kunnen worden geïdentificeerd, zijn:

  • Volumekortingen (Soepelschuim, Slaapcomfort, Isolatie)
  • Eindejaarskortingen (Soepelschuim, Slaapcomfort, Isolatie)
  • Aanpassingen om op een toekomstige basis tegemoet te komen aan wijzigingen in de grondstofprijzen (Soepelschuim)
  • Lange termijnovereenkomst (Automobiel).

Het is niet ongebruikelijk om overeenstemming te bereiken over jaarlijkse leveringsovereenkomsten met de klant, die de verkoopprijzen van de goederen voor het betreffende jaar vaststelt. In deze overeenkomsten zijn geen verplichtingen opgenomen ten aanzien van volumes die door de klant zijn gemaakt. Het bedrag van de geboekte omzet wordt aangepast voor verwachte kortingen. Een contractverplichting wordt bij de verkoop van de goederen aan de klant opgenomen en vrijgegeven bij de uitgifte van de creditnota.

Een ander soort variabele vergoeding dat voor sommige klanten kan worden vastgesteld, zijn

langetermijnovereenkomsten ("LTA"; prijzen dalen vanaf een bepaald moment, omdat de klant veronderstelt dat er sprake is van ervaringswinsten). Als verkoopprijzen niet worden aangepast, wordt een contractverplichting opgenomen bij het factureren van de onderdelen aan de klant en vrijgegeven op het moment dat de creditnota wordt uitgegeven (vermindering van de omzet). LTA-aanpassingen leidden niet tot een waarderingsprobleem, omdat verkoopprijzen alleen op prospectieve basis worden aangepast.

Kwaliteitsclaims

Als een creditnota wordt uitgegeven aan de klant ter compensatie van kwaliteitsclaims bij levering, zal dit worden erkend als een vermindering van de opbrengsten, aangezien het management van mening is dat dit rechtstreeks verband houdt met de prestatieverplichting. Voorheen werd dit gerapporteerd als kostprijs van de omzet.

Vergoedingen die aan de klant zijn betaald

De meest voorkomende soorten vergoedingen die aan de klant worden betaald (in Slaapcomfort en Isolatie) hebben betrekking op:

  • Deelname aan flyers
  • Deelname aan reclamecampagnes
  • Promotionele activiteiten in de winkel

De vergoedingen die worden betaald om deel te nemen aan de flyers van de klant, worden van de opbrengsten afgetrokken, omdat de diensten die door de klant aan de Groep worden geleverd over het algemeen niet als afzonderlijk kunnen worden beschouwd. Deze kosten werden voorheen gerapporteerd als verkoop- en marketingkosten.

Voor sommige klanten moet er een vergoeding worden betaald aan een klant – de voorafbetaling (entreegelden). Juridisch gezien worden deze vooruitbetalingen vastgelegd in het contract of in een afzonderlijke overeenkomst. Ze zijn het gevolg van een formele nominatie van de klant ('nominatiebrief', 'intentieverklaring'). Er zijn geen contractuele compensaties voorzien voor deze betaling. Het aan de klant betaalde bedrag wordt niet terugbetaald. "Overig contractactiva – vergoeding verschuldigd aan een klant" worden bij de betaling aan de klant erkend en in de loop van de tijd vrijgegeven.

Specifiek geval bij Automobiel

De Groep bedient wereldwijde Tier-1-klanten en Original Equipment Manufacturers (OEM) in de automobielsector. Onderdelen worden geproduceerd met matrijzen die zijn gekocht voor rekening van de Tier-1-klant. Deze matrijzen worden doorgefactureerd aan de Tier-1-klant.

Klanten krijgen de zeggenschap over de producten wanneer de goederen worden afgeleverd bij en zijn geaccepteerd door de klant.

De omzet en kosten van matrijzen worden over een periode van vier jaar opgenomen (aangezien dit de gemiddelde duur van de productie van de onderdelen is) vanaf het moment dat seriële onderdelen aan de klant worden geleverd (= start van de productie), ongeacht het moment waarop de matrijskosten worden vergoed door de klant. Vóór de start van de productie wordt een "Overig contractactief – lopende contracten" opgenomen voor alle aanschaf- en ontwikkelingskosten van de vormen die vanaf het begin van de productie zijn gemaakt en worden deze over vier jaar vrijgegeven.

De vrijgave wordt weergegeven als kostprijs van de omzet in de winst- en verliesrekening. Een "Contractverplichting – lopende contracten" wordt erkend wanneer de matrijs aan de klant wordt gefactureerd. De contractverplichtingen worden vrijgegeven vanaf de start van de productie over een periode van vier jaar en gerapporteerd als omzet.

De omzet van matrijzen werd voorheen gerapporteerd op basis van de 'percentage of completion'-methode (IAS 11). De conversie naar IFRS 15 resulteerde per 1 januari 2018 in een totaal netto-effect op het eigen vermogen inclusief uitgestelde belastingen van EUR -19,5 miljoen en kan als volgt worden samengevat:

in duizend EUR
Groep Recticel
Totaal eigen vermogen per 31 december 2017 261 786
Impact toepassing van IFRS 15 op ingehouden winst per 01 januari 2018
Resultaat van contracten voor matrijzen op te nemen over tijd (20 725) (1)
Uitgestelde belastingen hierop 1 247 (1)
Totaal eigen vermogen per 01 januari 2018 242 308
Impact op balans per 01 januari 2018
Kort- en langlopende contractactiva 32 668 (1)
Voorraden / Onderhanden projecten 6 972
Handelsvorderinen (7 891)
Totaal activa (a) 31 749
Kort- en langlopende contractverplichtingen 54 760 (1)
Handelsverplichtingen (2 286)
Totale verplichtingen (b) 52 474
Impact op het eigen vermogen van matrijscontracten opgenomen over tijd (a)-(b) (20 725)

(1) Totale netto impact inclusief uitgestelde belastingen: EUR -19,5 miljoen.

(2) Kort- en langlopende contractactiva hebben betrekking op matrijskosten die moeten worden afgeschreven over vier jaar vanaf het begin van de productie van de seriële onderdelen. Kort- en langlopende verplichtingen hebben betrekking op de uitgestelde omzet van de matrijzen (erkenning in de tijd vanaf het begin van de productie van de seriële onderdelen)

II.4.2.1.2.2. IFRS 9 Financiële instrumenten (herzien in 2014), van kracht voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2018

IFRS 9 vervangt IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering voor jaarperioden die op of na 1 januari 2018 aanvangen, waarbij alle drie de aspecten van de financiële verslaggeving worden gecombineerd: classificatie en waardering, bijzondere waardevermindering en hedge accounting.

De Groep heeft ervoor gekozen om de vergelijkende bedragen van 2017 voor de impact van IFRS 9 niet aan te passen in overeenstemming met de overgangsbepalingen van de standaard.

Classificatie en waardering van financiële activa

Het management van de Groep analyseerde en beoordeelde de bestaande financiële activa en verplichtingen van de Groep op 1 januari 2018 op basis van de feiten en omstandigheden die op die datum bestonden en concludeerde dat de initiële toepassing van IFRS 9 de volgende impact heeft op de financiële activa van de Groep met betrekking tot hun classificatie en waardering:

• De financiële activa geclassificeerd in de categorie "Leningen en vorderingen" onder IAS 39 zoals langlopende vorderingen, handelsvorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten, overige vorderingen (behalve derivaten) worden geclassificeerd en gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder IFRS 9, omdat de contractuele bepalingen van deze financiële

activa uitsluitend uit betalingen van hoofdsom en rente (SPPI-test) bestaan en worden beheerd binnen een 'hold to collect'-bedrijfsmodel;

  • De financiële activa (niet-beursgenoteerde eigenvermogensinstrumenten) geclassificeerd in de categorie "Voor verkoop beschikbare beleggingen" zoals andere financiële beleggingen, beleggingen beschikbaar voor verkoop, andere beleggingen onder IAS 39, worden opgenomen als gewaardeerd tegen reële waarde via het overige totaalresultaat onder IFRS 9. Het management is van oordeel dat de kostprijs een gepaste schatting is van de reële waarde voor deze niet-beursgenoteerde eigen-vermogensinstrumenten, omdat er een breed scala aan mogelijke waarderingen tegen reële waarde bestaat en de kostprijs de beste schatting van de reële waarde binnen dat bereik vertegenwoordigt.
  • Classificatie en waardering van financiële verplichtingen van de Groep is niet gewijzigd door de vereisten van IFRS 9.
  • Geen van deze wijzigingen heeft een impact op de financiële positie van de Groep, de overige elementen van het totaalresultaat of totaalresultaat op de datum van eerste toepassing van IFRS 9.

Bijzondere waardevermindering van financiële activa

IFRS 9 vereist een verwacht kredietverliesmodel in tegenstelling tot een model van opgelopen kredietverliezen onder IAS 39. Het verwachte kredietverliezenmodel vereist dat de Groep de verwachte kredietverliezen en veranderingen in die verwachte kredietverliezen boekt op elke verslagdatum om veranderingen in kredietrisico weer te geven sinds de eerste opname van de financiële activa. In het bijzonder vereist IFRS 9 dat de Groep een voorziening voor verwachte kredietverliezen op 1) handelsvorderingen; 2) leningen aan verbonden partijen; 3) leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten waarop de vereisten voor bijzondere waardevermindering van IFRS 9 van toepassing zijn; 4) geldmiddelen en kasequivalenten.

IFRS 9 biedt een vereenvoudigde methode voor het waarderen van de voorziening voor kredietverliezen tegen een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen zonder een significant financieringscomponent (kortlopende handelsvorderingen).

Voor langetermijnleningen aan verbonden partijen wordt het algemene beoordelingsmodel voor bijzondere waardevermindering toegepast. In het bijzonder vereist IFRS 9 dat de Groep de voorziening voor kredietverliezen voor een financieel instrument waardeert voor een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen indien het kredietrisico op dat financiële instrument aanzienlijk is toegenomen sinds de eerste opname, of indien het financiële instrument is verworven of gecreëerd met verminderde kredietwaardigheid. Anderzijds, als het kredietrisico op een financieel instrument sinds de eerste opname (met uitzondering van een verworven of gecreëerd financieel actief met verminderde kredietwaardigheid) niet aanzienlijk is toegenomen, moet de Groep de voorziening voor kredietverliezen waarderen op een bedrag gelijk aan de binnen 12 maanden te verwachten kredietverliezen.

Het management heeft geconcludeerd dat het onnodige kosten en moeite zou vergen om het kredietrisico van elke lange-termijnlening op hun respectieve data van eerste opname te bepalen. Dienovereenkomstig neemt de Groep de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen voor deze leningen op tot ze niet langer in de balans worden opgenomen.

Alle banksaldi worden geacht een laag kredietrisico te hebben op de datum van de eerste toepassing van IFRS 9 en 31 december 2018, omdat ze worden aangehouden bij gerenommeerde internationale bankinstellingen.

De initiële toepassing van het model op basis van de verwachte kredietverliezen door IFRS 9 heeft geen materiële impact op de financiële situatie of het totaalresultaat van de Groep op de datum van eerste toepassing van IFRS 9.

Algemene hedge accounting

De nieuwe algemene vereisten voor hedge accounting behouden de drie soorten hedge accounting. Er is echter meer flexibiliteit geïntroduceerd in de soorten transacties die voor hedge accounting in aanmerking komen, met name de verbreding van de soorten instrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsinstrumenten en de soorten risicocomponenten van niet-financiële items die in aanmerking komen voor hedge accounting. Daarnaast is de effectiviteitstest herzien en vervangen door een principe van een 'economische relatie'.

Een retrospectieve beoordeling van de effectiviteit van de afdekking is ook niet langer nodig. Er zijn ook verbeterde openbaarmakingsvereisten voor de risicobeheeractiviteiten van de Groep ingevoerd.

De Groep paste hedge accounting onder IAS 39 toe tot en met februari 2018. Vanaf maart 2018 stopte de Groep hedge accounting op alle financiële instrumenten.

De volgende tabel geeft een overzicht van de financiële activa en verplichtingen van de Groep in overeenstemming met de IAS 39-categorieën, zoals gepresenteerd bij de afsluiting van 2017, en de nieuwe categorieën in overeenstemming met IFRS 9:

in duizend EUR
VOLGENS IFRS 9 VOLGENS IAS 39
Groep Recticel NIEUWE WAARDERINGS-
CATEGORIE ONDER IFRS 9
NIEUWE BOEKWAARDE 1 JAN 2018 WAARDERINGS-
CATEGORIE ONDER IAS 39
BOEKWAARDE 31 DEC 2017
Financiële activa
Transactionele afdekkingen - operationeel FVTPL 39 FVTPL 39
Kortlopende handelsvorderingen AC 110 936 L&A 110 936
Overige langlopende vorderingen AC 8 100 L&A 8 100
Overige vorderingen AC 39 330 L&A 39 330
Overige vorderingen AC 47 430 L&A 47 430
Leningen aan verbonden ondernemingen AC 4 109 L&A 4 109
Overige leningen AC 1 867 L&A 1 867
Langlopende leningen AC 5 976 L&A 5 976
Financiële vorderingen AC 34 004 L&A 34 004
Leningen aan verbonden ondernemingen AC 39 980 L&A 39 980
Geldmiddelen en kasequivalenten AC 57 844 L&A 57 844
Overige investeringen FVTOCI 725 AFS 725
Financiële verplichtingen
Renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie CFH 1 454 CFH 1 454
Financiële instrumenten niet aangeduid in een afdekkingsrelatie FVTPL 134 FVTPL 134
Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost AC 96 080 FlaAC 96 080
Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost AC 47 400 FlaAC 47 400
Handelsverplichtingen AC 126 583 FlaAC 126 583
Overige langlopende verplichtingen AC 230 FlaAC 230
Overige verplichtingen AC 111 276 FlaAC 111 276
Overige verplichtingen AC 111 506 FlaAC 111 506
Overige investeringen AFS 725 FVTOCI 725

AC = financiële activa of verplichtingen aan geamortiseerde kost

AFS = bestemd voor verkoop

CFH = cash flow hedge

FlaAC = financiële schuld aan geamortiseerde kost

FVTPL = financiële activa of verplichtingen aan reële waarde via de winst- en verliesrekening

FVTOCI = financiële activa aan reële waarde via het totaal resultaat

L&A = Leningen en voorschotten

II.4.2.1.3. Gepubliceerde nieuwe standaarden die nog niet van toepassing zijn.

• IFRS 16 Leaseovereenkomsten

IFRS 16 vervangt de bestaande richtlijnen m.b.t. huurovereenkomsten, inclusief IAS 17 Leaseovereenkomsten, IFRIC 4 Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat, SIC-15 Operationele leases – Prikkels en SIC-27 Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst.

De standaard is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019. Vroegtijdige toepassing is toegestaan.

IFRS 16 introduceert een uniek model voor de verwerking van leaseovereenkomsten door huurders (lessees) per balansdatum. Een lessee erkent een gebruiksrecht voor zijn recht om het onderliggende actief te gebruiken en een leaseverplichting die zijn verplichting tot leasebetalingen vertegenwoordigt. Er zijn opnamevrijstellingen voor kortlopende (<365 dagen) huurovereenkomsten en leases van items met een lage waarde (EUR <5.000). De verwerking door verhuurders (lessors) blijft vergelijkbaar met de huidige standaard, dat wil zeggen dat lessors leaseovereenkomsten classificeren als financiële of operationele lease.

De Groep heeft haar beoordeling van de impact van de eerste toepassing van de standaard op haar geconsolideerde jaarrekening afgerond. In dit verband zal de Groep de volgende opties hanteren bij de eerste toepassing:

  • Behoud van vergelijkende cijfers zoals eerder gerapporteerd
  • Voorwaartse overdracht van bestaande financiële leaseverplichtingen
  • Berekening van uitstaande verplichtingen voor bestaande operationele leases met behulp van de marginale rentevoet op de overgangsdatum
  • Het gebruiksrecht is gelijk aan de leaseverplichting

De geschatte impact van de toepassing van IFRS 16 op de netto financiële schuld bedraagt ongeveer + EUR 112 miljoen op de totale gecombineerde financiële schuld, en ongeveer + EUR 105 miljoen op de totale geconsolideerde financiële schuld. (zie ook II.4.2.6.4.)

Het overeenkomstige effect op EBITDA op jaarbasis wordt geschat op ongeveer + 25 miljoen EUR op de gecombineerde EBITDA en ongeveer + 23 miljoen EUR op de geconsolideerde EBITDA.

Aangezien lease-kosten worden geherclassificeerd van bedrijfskosten naar afschrijvingen en rentelasten, is het verwachte netto-effect van IFRS 16 op het resultaat van de periode na belastingen niet materieel.

• IFRIC 23 Onzekerheid over het taxregime

Alle belastingaangiften worden te goeder trouw opgesteld op basis van de beschikbare informatie, vaak met de hulp van externe belastingadviseurs. Er zijn een aantal belastingaudits aan de gang in de Groep, met name in Duitsland. Het resultaat van deze belastingaudits is nog niet duidelijk, aangezien de Groep zich nog steeds in de fase van het feitenonderzoek bevindt. Het is momenteel onduidelijk of een mogelijke vaststelling zou leiden tot een verlies van over te dragen fiscale verliezen voor te betalen winstbelastingen. Tot nu toe hebben geen materiële belastingcorrecties plaatsgevonden. Belangrijke belastingcorrecties kunnen echter nooit worden uitgesloten. In dat geval verdedigt Recticel zijn positie altijd in volledige samenwerking met de belastingdienst.

Zo verwacht het management geen significante impact van de eerste toepassing van IFRIC 23 op de overgangsdatum (d.w.z. 1 januari 2019).

Andere standaarden en interpretaties die nog niet van toepassing zijn, worden geacht geen impact te hebben op de financiële staten van de Groep.

II.4.2.1.4. Algemene principes

Valuta waarin de financiële staten zijn uitgedrukt

De financiële staten zijn opgesteld in euro (EUR), afgerond op het dichtste duizendtal (tenzij anders vermeld). De euro is de valuta van de primaire economische omgeving waarin de Groep actief is. De financiële staten van de buitenlandse deelnemingen worden omgerekend in overeenstemming met de principes, beschreven in de paragraaf 'Vreemde valuta'.

Historische kostprijs

De financiële staten zijn opgesteld op basis van de historische kostprijs, tenzij hieronder anders wordt toegelicht in de waarderingsregels. Investeringen in eigen-

vermogensinstrumenten die niet genoteerd zijn op een actieve markt en waarvan de reële waarde niet op betrouwbare wijze kan bepaald worden aan de hand van alternatieve waarderingsmethodes, worden gewaardeerd tegen kostprijs.

Vreemde valuta

Transactionele FX - Verrichtingen in vreemde valuta worden omgerekend aan de wisselkoers die op de datum van de verrichting van toepassing is. Op elke balansdatum worden monetaire activa en verplichtingen die in vreemde valuta zijn uitgedrukt, omgerekend aan de slotkoers. De niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen hun reële waarde in een vreemde munt zijn opgenomen, worden omgerekend aan de wisselkoers die van toepassing was op het ogenblik dat hun reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen die voortvloeien uit dergelijke omrekeningen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Wanneer ze echter uitgesteld worden, worden ze opgenomen in het eigen vermogen.

Translationele FX - Met het oog op de voorstelling van de geconsolideerde financiële staten, worden activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteiten van de Groep omgerekend aan de slotkoers. Baten en lasten worden omgerekend aan de gemiddelde wisselkoers over de periode, tenzij de wisselkoersen erg schommelen. De wisselkoersverschillen die hieruit voortvloeien worden opgenomen in het overige totaal resultaat en toegevoegd in het eigen vermogen (toegewezen aan minderheidsbelangen indien van toepassing). Bij het afstoten van een buitenlandse activiteit (in het bijzonder bij het afstoten van het volledige belang van de Groep in de buitenlandse activiteit, of het afstoten waarbij er een verlies van controle ontstaat over een dochteronderneming dat een buitenlandse activiteit bevat, of het verlies van controle over een joint venture vennootschap dat een buitenlandse activiteit bevat, of het verlies van een significante invloed over een geassocieerde onderneming dat een buitenlandse activiteit bevat) wordt het cumulatieve bedrag van de wisselkoersverschillen, dat was opgenomen in het eigen vermogen, in de winst- en verliesrekening opgenomen.

Daarnaast zal, in relatie met het gedeeltelijk afstoten van een dochteronderneming dat niet resulteert in het verlies van controle van de Groep over deze vennootschap, het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen toegewezen worden aan de minderheidsbelangen en niet opgenomen worden in de resultatenrekeningen. Voor alle overige partiële vervreemdingen (in het bijzonder gedeeltelijke vervreemding van geassocieerde vennootschappen en gezamenlijk gecontroleerde vennootschappen waarbij de Groep geen significante invloed of gemeenschappelijke controle verliest) zal het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen geherclassificeerd worden in de resultatenrekeningen.

Goodwill en aanpassingen aan de reële waarde die ontstaan bij het verwerven van een buitenlandse entiteit, worden behandeld als activa en passiva van de buitenlandse entiteit en omgerekend aan de slotkoers.

Consolidatieprincipes

De geconsolideerde financiële staten omvatten de dochterondernemingen en de belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en de geassocieerde deelnemingen die geconsolideerd worden volgens de vermogensmutatiemethode.

De geconsolideerde financiële staten zijn opgesteld op basis van uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor vergelijkbare transacties en gebeurtenissen in soortgelijke omstandigheden.

Alle saldi en transacties, baten en lasten binnen de Groep worden geëlimineerd in de consolidatie.

• Dochterondernemingen

Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de Vennootschap direct of indirect de zeggenschap uitoefent. Zeggenschap is de macht om het financiële en operationele beleid van een entiteit te sturen teneinde voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. De consolidatie van dochterondernemingen vangt aan op de datum waarop Recticel de zeggenschap over die entiteiten verkrijgt en stopt wanneer ze de zeggenschap verliest.

Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming dat niet resulteert in het verlies van de controle, worden als eigen vermogenstransacties geboekt. De boekwaarde van de belangen van de Groep en de minderheidsbelangen worden aangepast om deze wijzigingen in de relatieve belangen in een dochteronderneming weer te geven. Elke afwijking tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de uitgevoerde of ontvangen betaling wordt onmiddellijk erkend in het eigen vermogen.

Wanneer de Groep echter de controle over een dochteronderneming verliest, dan wordt de winst of het verlies van de verkoop berekend als het verschil tussen (i) de totale reële waarde van de ontvangen betaling en de reële waarde van het overblijvende belang, en (ii) de vroegere boekwaarde van de activa (inclusief goodwill) en de verplichtingen van de dochteronderneming en alle minderheidsbelangen. Bedragen die voordien, voor deze dochterondernemingen, erkend werden in het totaal resultaat worden op dezelfde manier verwerkt (t.t.z. herklassificatie van winst of verlies of rechtstreeks getransfereerd naar de overgedragen resultaten) als zou vereist zijn indien de relevante activa en passiva zouden zijn afgestoten. De reële waarde, op datum van het verlies van de controle, van elke weerhouden investering in de vroegere dochteronderneming, wordt gezien als de reële waarde op het moment van de eerste erkenning onder IAS 39 Financiële instrumenten: Erkenning en Waardebepaling of, indien van toepassing, de kost van de initiële erkenning van een investering in een geassocieerde of gezamenlijk gecontroleerde entiteit.

• Entiteiten waarover gezamenlijk zeggenschap wordt uitgeoefend

In IFRS 11 wordt beschreven hoe een gezamenlijke overeenkomst waarover twee of meer partijen de zeggenschap hebben, moet worden geclassificeerd en administratief moet worden vastgelegd. Overeenkomstig IFRS 11 zijn er slechts twee typen gezamenlijke overeenkomsten: joint operations (gezamenlijke bedrijfsactiviteiten) en joint ventures (gezamenlijke ondernemingen). Bij de classificatie van gezamenlijke overeenkomsten wordt onder IFRS 11 uitgegaan van de rechten en verplichtingen van de entiteiten die partij zijn bij een gezamenlijke overeenkomst, en wordt er rekening gehouden met de structuur, de rechtsvorm van de overeenkomst, de contractuele voorwaarden zoals overeengekomen door de entiteiten die partij zijn bij de overeenkomst en, indien van toepassing, met andere feiten en omstandigheden. Een joint operation is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (zijnde: de gezamenlijke exploitanten), rechten hebben op de activa en aansprakelijk zijn voor de verplichtingen die verband houden met de overeenkomst. Een joint venture is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (zijnde: de gezamenlijke ondernemingen), rechten hebben op de nettoactiva van de overeenkomst.

Het opzetten en bijhouden van de boekhouding van joint ventures verschilt van die van joint operations. Bij de boekhouding van beleggingen in joint ventures wordt gebruik gemaakt van de vermogensmutatiemethode (proportionele consolidatie is niet langer toegestaan). De boekhouding van beleggingen in joint operations gebeurt als volgt: iedere exploitant in de overeenkomst neemt zijn eigen activa (inclusief zijn aandeel in activa die in gezamenlijk bezit zijn), passiva (inclusief zijn aandeel in gezamenlijk gedragen passiva), opbrengsten (inclusief zijn aandeel in opbrengsten uit de

verkoop van de output van de joint operation) en uitgaven (inclusief zijn aandeel in gezamenlijk gedragen uitgaven) op. Iedere exploitant in de overeenkomst houdt de activa en passiva bij, alsook de opbrengsten en uitgaven met betrekking tot zijn belang in de joint operation overeenkomstig de toepasselijke normen.

De bestuurders van de Groep voerden een herziening en beoordeling uit van de classificatie van de beleggingen in gezamenlijke overeenkomsten van de Groep, conform de vereisten van IFRS 11. De bestuurders kwamen tot de conclusie dat de beleggingen van de Groep in Eurofoam en in Proseat, overeenkomstig IFRS 11 als joint venture moeten worden geclassificeerd en middels de vermogensmutatiemethode moeten worden verwerkt.

• Joint ventures en geassocieerde deelnemingen

De resultaten en de activa en passiva van joint ventures en geassocieerde deelnemingen zijn in deze geconsolideerde financiële staten verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, behalve wanneer de investering geclassificeerd is als aangehouden voor verkoop. In dat geval wordt de investering verwerkt in overeenstemming met IFRS 5 "Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten". In overeenstemming met de vermogensmutatiemethode wordt een investering in een joint venture en geassocieerde deelneming aanvankelijk in de geconsolideerde financiële staten van de financiële positie opgenomen tegen kostprijs en later aangepast om het aandeel van de Groep in de winst of het verlies en het overige totaal resultaat ('comprehensive income') van de joint venture en geassocieerde deelneming weer te geven. Wanneer het aandeel van de Groep in het verlies van een joint venture en geassocieerde deelneming het belang van de Groep in die joint venture en geassocieerde deelneming overstijgt (met inbegrip van eventuele langetermijnbelangen die, in hoofdzaak, deel uitmaken van de netto kapitaalsinvesteringen van de Groep in de joint venture en geassocieerde deelneming) beëindigt de Groep de opname van zijn aandeel in de toekomstige verliezen. Bijkomende verliezen worden alleen gewaardeerd voor zover de Groep juridische of feitelijke verplichtingen heeft opgelopen of betalingen heeft uitgevoerd in naam van de joint venture en geassocieerde deelneming.

Elk positief verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van een joint venture en geassocieerde deelneming, gewaardeerd op de overnamedatum, wordt gewaardeerd als goodwill, die wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering. Elk positief verschil tussen het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en de aankoopprijs, na herwaardering, wordt direct in de winst- en verliesrekening gewaardeerd.

IAS 28.28 staat alleen de opname toe van de winst of het verlies uit stroomafwaartse transacties "voor zover het gaat om niet-verbonden beleggers in de geassocieerde deelneming of joint venture". De standaard richt zich echter niet specifiek op de verwerking van inkomsten uit transacties met investeringen in vermogensmutatiemethoden (bijvoorbeeld inkomsten uit de verkoop van goederen of rentebaten) en of die opbrengsten moeten worden geëlimineerd uit de geconsolideerde jaarrekening.

Met betrekking tot de verwerking van inkomsten uit transacties met joint ventures en geassocieerde deelnemingen (bijvoorbeeld verkoopdiensten, rentebaten, ...), heeft de Groep ervoor gekozen om zijn belang in deze transacties niet weg te nemen. Recticel ontvangt bijvoorbeeld EUR 100 rentebaten op een lening verstrekt aan een 50/50 joint venture. Volgens de door Recticel toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving zouden deze rentebaten worden verantwoord als EUR 100 rentebaten van de Groep. De kosten die door de joint venture worden gemaakt, zouden proportioneel (50%) worden verwerkt via "resultaten in joint ventures en geassocieerde ondernemingen" zonder enige aanpassing aan te brengen voor het proportionele belang dat Recticel aanhoudt.

De vereisten van IAS 36 worden toegepast om te bepalen of het noodzakelijk is om bijzondere

waardeverminderingsverliezen op te nemen met betrekking tot de investering van de Groep in een joint venture en geassocieerde deelneming. Indien nodig wordt de totale boekwaarde van de investering (inclusief goodwill) getoetst op bijzondere waardevermindering overeenkomstig IAS 36 "Bijzondere waardevermindering van activa" als een individueel actief door de realiseerbare waarde ervan (de hoogste van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus de verkoopkosten) te vergelijken met de boekwaarde. Alle opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen maken deel uit van de boekwaarde van de investering. Alle terugnemingen van bijzondere waardeverminderingsverliezen worden gewaardeerd overeenkomstig IAS 36 voor zover de realiseerbare waarde van de investering vervolgens stijgt.

Bij afstoting van een joint venture en geassocieerde deelneming waardoor de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest, worden alle overblijvende investeringen gewaardeerd tegen hun reële waarde op die datum en wordt de reële waarde beschouwd als de reële waarde bij de initiële waardering als financieel actief in overeenstemming met IFRS 9. Het verschil tussen de eerdere boekwaarde van de joint venture en geassocieerde deelneming die toewijsbaar is aan het overblijvende belang en zijn reële waarde is opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies bij de afstoting van de joint venture en geassocieerde deelneming. Daarnaast boekt de Groep alle eerder gewaardeerde bedragen in het overige totaal resultaat ('comprehensive income') met betrekking tot die joint venture en geassocieerde deelneming op dezelfde basis als zou zijn vereist wanneer die joint venture en geassocieerde deelneming de

II.4.

I.1. betreffende activa en verplichtingen meteen zou hebben afgestoten. Daartoe zal de Groep, wanneer winst of verlies die voorheen werden opgenomen in de overige elementen van het totaalresultaat ('other comprehensive income') door die joint venture en geassocieerde deelneming zouden worden geherclassificeerd als winst of verlies bij de afstoting van de betreffende activa of verplichtingen, de winst of het verlies herclassificeren vanuit het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening (aanpassing van de herclassificatie) wanneer de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest.

• Bedrijfscombinaties

Overnames van activiteiten worden geboekt volgens de acquisitiemethode. De prijs voor elke overname wordt bepaald als de som van de reële waarden (op datum van de betaling) van de overhandigde activa, de overgenomen of vermoede verplichtingen, en de eigen vermogensinstrumenten uitgegeven door de Groep in ruil voor de controle over de overgenomen partij. Kosten in verband met de overname worden in de resultatenrekeningen opgenomen.

Wanneer Recticel een entiteit of bedrijfsactiviteit overneemt, worden de identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen partij op datum van de aanschaf opgenomen aan hun reële waarde; behalve voor:

  • Uitgestelde belastingvorderingen of –verplichtingen en verplichtingen of activa in verband met personeelsvoordelen worden erkend en bepaald volgens respectievelijk IAS 12 Inkomstenbelastingen en IAS 19 Personeelsbeloningen.
  • Verplichtingen en eigen vermogensinstrumenten in verband met op aandelen gebaseerde betalingstransacties van de overgenomen partij of de vervanging van op aandelen gebaseerde betalingen van de overgenomen partij door op aandelen gebaseerde betalingen door de Groep, worden bepaald in overeenstemming met IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen.
  • Activa (of afgestoten groepen) die geclassificeerd werden onder voor verkoop beschikbaar conform IFRS 5 Vaste activa beschikbaar voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten worden volgens deze standaard gewaardeerd.

Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen de som van de overgemaakte betalingen, het bedrag van elke minderheidsbelang in de overgenomen partij, en de reële waarde van de door de overnemer voordien aangehouden belang (indien van toepassing) in het eigen vermogen van de overgenomen partij, boven het netto bedrag van de overgenomen activa en verplichtingen op de datum van overname. Wanneer dit verschil negatief is, wordt het surplus, na een herbeoordeling van de reële waarden, onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen als een winst uit een koopje.

Minderheidsbelangen die huidige eigendomsbelangen zijn en die de houders een proportioneel recht in de netto activa van de entiteit geeft in geval van liquidatie, mogen initieel bepaald worden aan hun reële waarde of aan het proportioneel deel van de erkende bedragen van de geïdentificeerde netto activa van de overgenomen partij. De bepalingskeuze hangt van transactie tot transactie.

Indien Recticel zijn belang verhoogt in een deelneming waarin het nog niet de controle had (in principe verhoging van het deelnemingspercentage kleiner of gelijk aan 50% tot 51% en meer) (bedrijfscombinaties uitgevoerd in verschillende fases), dan wordt het door de Groep aangehouden belang in de overgenomen partij geherwaardeerd aan de reële waarde op datum van de overname (t.t.z. datum waarop de Groep de controle verwerft), en de hieruit resulteerde winst of verlies, indien van toepassing, wordt herkend in de resultatenrekening.

Indien de initiële boekhoudkundige verwerking van bedrijfscombinaties onvolledig is op het einde van de rapporteringsperiode waarin deze hebben plaatsgevonden, dan zal de Groep voorzieningen aanleggen voor deze elementen die nog onvolledig zijn. Deze voorzieningen worden aangepast tijdens de bepalingsperiode (maximum één jaar na de aanschaffingsdatum), of bijkomende activa of verplichtingen zullen worden erkend, opdat zodoende alle nieuw verkregen informatie inzake de bestaande feiten en omstandigheden op datum van de overname; indien gekend; de bedragen zodanig zouden bijstellen als zouden deze gekend zijn geweest op die datum.

Afzonderlijk verworven immateriële activa

Immateriële activa met bepaalde gebruiksduur die afzonderlijk zijn verworven, worden geboekt tegen kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Afschrijvingen worden gewaardeerd op lineaire basis over de geschatte gebruiksduur. De geschatte gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden aan het eind van elke verslagperiode beoordeeld, waarbij de gevolgen van eventuele wijzigingen in de schattingen prospectief worden gewaardeerd.

Immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur die afzonderlijk zijn verworven, worden geboekt tegen kostprijs minus de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Intern gegenereerde immateriële activa uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling

Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten worden gewaardeerd als een uitgave in de periode waarin ze zijn gebeurd.

Een intern gegenereerd immaterieel actief dat afkomstig is uit ontwikkeling (of uit de ontwikkelingsfase van een intern project) wordt alleen, en alleen dan gewaardeerd als alle hiernavolgende voorwaarden aanwezig zijn:

  • de technische mogelijkheid om het immateriële actief te voltooien zodat het beschikbaar wordt voor gebruik of verkoop;
  • de intentie om het immateriële actief te voltooien en te gebruiken of te verkopen;
  • de bekwaamheid om het immateriële actief te gebruiken of te verkopen;
  • de wijze waarop het immateriële actief wellicht toekomstige economische voordelen zal opleveren;
  • de beschikbaarheid van gepaste technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling van het immateriële actief te voltooien en het te gebruiken of te verkopen; en
  • de bekwaamheid om op betrouwbare wijze de uitgaven te bepalen die aan het immateriële actief toewijsbaar zijn tijdens zijn ontwikkeling.

Het initieel gewaardeerde bedrag voor intern gegenereerde immateriële activa is de som van de opgelopen uitgaven vanaf de datum waarop het immateriële actief voor het eerst voldoet aan de hierboven vermelde waarderingscriteria. Wanneer er geen intern gegenereerd immaterieel actief kan worden gewaardeerd, worden de uitgaven voor ontwikkeling opgenomen in de winst- en verliesrekening op het moment dat ze zich voordoen.

Immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie

Immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie en die afzonderlijk van de goodwill worden gewaardeerd, worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum (die wordt beschouwd als de kostprijs).

Na de eerste opname in de balans worden immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie gewaardeerd tegen kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde basis als immateriële activa die afzonderlijk zijn verworven.

Afboeking van immateriële activa

Een immaterieel actief wordt afgeboekt bij de verkoop, of wanneer er uit het gebruik of de verkoop geen toekomstige economische voordelen worden verwacht. Winst of verlies als gevolg van de afboeking van een immaterieel actief, berekend als het verschil tussen de netto-opbrengsten uit de verkoop en de boekwaarde van het actief, worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het actief wordt afgeboekt.

Goodwill

Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen de som van de overgemaakte betalingen, het bedrag van elke minderheidsbelang in de overgenomen partij, en de reële waarde van de door de overnemer voordien aangehouden belang (indien van toepassing) in het eigen vermogen van de overgenomen partij, boven het netto bedrag van de overgenomen activa en verplichtingen op de datum van overname.

Goodwill dat voortkomt uit de overname van een activiteit wordt gewaardeerd aan zijn kostprijs minus alle afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, indien van toepassing, en wordt apart vermeld in de geconsolideerde financiële staten.

Goodwill wordt minstens jaarlijks onderworpen aan een test op bijzondere waardevermindering. Elk bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening en wordt nadien niet meer teruggenomen.

Bij afstoting van een dochteronderneming, geassocieerde deelneming of entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend, wordt de gerelateerde goodwill opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies van de afstoting.

Materiële vaste activa

Een materieel vast actief wordt opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief naar de Groep zullen vloeien en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Na de opname worden alle materiële vaste activa gewaardeerd aan hun kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, met uitzondering van gronden die niet worden afgeschreven. De kostprijs omvat alle directe kosten en alle rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief op de locatie en in de staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren op de beoogde wijze.

Materieel vast actief in opbouw voor productie-, leverings- of administratieve doeleinden worden opgenomen aan kostprijs, minus eventuele erkende waardeverminderingen. De kostprijs omvat professionele honoraria en, voor gekwalificeerde activa, de gekapitaliseerde financieringskosten in overeenstemming met de boekhoudregels van de Groep. Deze materiële activa

worden onder de gepaste categorieën van gebouwen en machines geklasseerd wanneer ze voltooid en klaar voor gebruik zijn. De afschrijvingen van deze activa starten, op dezelfde basis als de overige vaste activa, wanneer deze klaar zijn voor het beoogde gebruik.

Latere uitgaven verbonden aan een materieel vast actief worden als last opgenomen wanneer ze gedaan worden.

De verschillende categorieën van materiële vaste activa worden aan de hand van de lineaire methode afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur. De afschrijving vangt aan op het moment dat de activa klaar zijn voor hun beoogde gebruik. De geschatte gebruiksduur, restwaarden en afschrijvingsmethode worden op het einde van elke verslagperiode herbekeken met het oog op het inschatten van het effect van elke wijziging hiervan op de verwachte rapportering.

Projectgerelateerde activa worden afgeschreven over de productieperiode van het project. In het geval van een herallocatie van volledig afgeschreven activa, kan de laatstgenoemde een reconditionering vereisen. Deze reconditioneringskosten worden afgeschreven over de looptijd van het nieuwe project, zonder bijkomende herwaardering of terugname van eventuele bijzondere waardeverminderingen.

De geschatte gebruiksduur van de belangrijkste materiële vaste activa ligt binnen de volgende vorken:

Grondverbeteringswerken : 25 jaar
Administratieve gebouwen : 25 tot 40 jaar
Industriële gebouwen : 25 jaar
Fabrieken : 10 tot 15 jaar
Machines
Zware installaties : 11 tot 15 jaar
Halfzware installaties : 8 tot 10 jaar
Lichte installaties : 5 tot 7 jaar
Preoperationele kosten : 4 jaar
Uitrustingen : 5 tot 10 jaar
Meubilair : 5 tot 10 jaar
Hardware : 3 tot 10 jaar
Rollend materieel
Wagens : 4 jaar
Vrachtwagens : 7 jaar

De winst of het verlies als gevolg van de buitengebruikstelling of vervreemding van een actief wordt bepaald als zijnde het verschil tussen de netto-opbrengst bij vervreemding en de boekwaarde van het actief. Dit verschil wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Lease-overeenkomsten – Recticel als lessee

• Financiële lease

Lease-overeenkomsten worden ingedeeld als financiële lease indien ze nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen overdragen. Alle andere lease-overeenkomsten worden ingedeeld als operationele lease.

Activa aangehouden onder financiële lease worden opgenomen als activa van de Groep tegen de reële waarde of, indien lager, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Beide worden bepaald op het tijdstip van het aangaan van de lease-overeenkomst.

De overeenkomstige verplichting tegenover de "lessor" wordt in de balans opgenomen als een financiële leaseverplichting. De leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen, zodat een constante periodieke rente bekomen wordt over het resterende saldo van de verplichting.

Geleasde activa worden afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur, waarbij de afschrijvingsgrondslagen consistent zijn met de afschrijvingsgrondslagen voor activa in eigendom. Indien de "lessee" aan het einde van de leaseperiode de eigendom niet verkrijgt, wordt het actief volledig afgeschreven over de leaseperiode of de gebruiksduur indien deze laatste korter is.

• Operationele lease

Lease-overeenkomsten waarbij nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen bij de "lessor" blijven, worden ingedeeld als operationele lease. Leasebetalingen op grond van een operationele lease worden op tijdsevenredige basis als last opgenomen gedurende de leaseperiode. Voordelen, ontvangen of te ontvangen, om een operationele lease-overeenkomst aan te gaan, worden lineair opgenomen over de leaseperiode.

Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële activa

Naast de goodwill en immateriële vaste activa met een onbepaalde gebruiksduur, die minstens jaarlijks onderworpen worden aan een test op bijzondere waardevermindering, gebeurt deze toets ook voor immateriële activa en materiële vaste activa wanneer er een indicatie is dat hun boekwaarde lager zou kunnen zijn dan hun realiseerbare waarde. Indien een actief geen instroom van kasmiddelen genereert die onafhankelijk is van andere activa, schat de Groep de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten of de bedrijfswaarde en de boekwaarde. Voor de berekening van de reële waarde of de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd naar hun contante waarde aan de hand van een pre-tax discontovoet die rekening houdt met de huidige

marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld en de specifieke risico's van het actief waarvoor de geschatte toekomstige kasstromen niet werden aangepast.

Indien de realiseerbare waarde van een actief (of kasstroomgenererende eenheid) lager geschat wordt dan zijn boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) verlaagd tot zijn realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk als een last opgenomen.

Indien een bijzonder waardeverminderingsverlies daarna wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) verhoogd tot de herziene schatting van zijn realiseerbare waarde, maar enkel zo dat de verhoogde boekwaarde niet hoger is dan de boekwaarde die zou zijn bepaald als in de voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) was opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op goodwill worden echter nooit teruggenomen.

Vaste activa aangehouden voor verkoop

Vaste activa en beëindigde bedrijfsactiviteiten worden ondergebracht in de rubriek aangehouden voor verkoop indien hun boekwaarde voornamelijk kan gerealiseerd worden door een verkoopstransactie en niet door hun voortgezet gebruik. Deze voorwaarde wordt als voldaan geacht, enkel en alleen wanneer de verkoop een hoge waarschijnlijkheid heeft en de activa (of beëindigde bedrijfsactiviteiten) zich in een toestand van onmiddellijke verkoopbaarheid bevinden. Het management moet daarenboven ervan overtuigd zijn dat de verkoop, in haar geheel, kan gerealiseerd worden binnen het jaar vanaf het tijdstip van deze classificatie.

Vaste activa en beëindigde bedrijfsactiviteiten die gekwalificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd aan de laagste waarde tussen de boekwaarde en de reële waarde (fair value) verminderd met de verkoopskosten.

Vastgoedbeleggingen

Een vastgoedbelegging, wat een onroerende belegging is die wordt aangehouden om huuropbrengsten, een waardestijging of beide te realiseren, wordt op balansdatum gewaardeerd aan reële waarde. Winsten of verliezen die voortvloeien uit een wijziging in de reële waarde van een vastgoedbelegging moeten worden opgenomen in de resultaten over de periode waarin ze ontstaan.

Financiële activa

Financiële activa worden opgenomen of niet langer in de balans opgenomen op de transactiedatum, zijnde de datum waarop de Groep zich ertoe verbindt om het actief te kopen of verkopen. Financiële activa worden initieel gewaardeerd aan reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving of uitgifte van financiële activa worden toegevoegd aan de reële waarde van de financiële activa bij de eerste opname, behalve voor financiële activa tegen reële

waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, waarbij de transactiekosten onmiddellijk in resultaat worden opgenomen.

Na de eerste opname worden financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde, op basis van de classificatie van de financiële activa.

• Classificatie van financiële activa

De classificatie van financiële activa is afhankelijk van het bedrijfsmodel van de entiteit voor het beheer van de financiële activa en de contractuele voorwaarden van de kasstromen. Het management bepaalt de classificatie van financiële activa bij de eerste opname.

Schuldinstrumenten (zoals leningen, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten) worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen indien ze worden aangehouden voor het verzamelen van contractuele kasstromen waarbij die kasstromen uitsluitend betalingen van hoofdsom en rente vertegenwoordigen. De effectieverentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een schuldinstrument en voor het toewijzen van rentebaten over de relevante periode. De effectieve rentevoet is de rentevoet die exact de geschatte toekomstige kasontvangsten (inclusief alle betaalde en ontvangen vergoedingen en punten) verdeelt over de verwachte levensduur van het schuldinstrument, of, in voorkomend geval, een kortere periode, tot de nettoboekwaarde bij eerste opname.

Financiële beleggingen (aandelenbeleggingen) worden normaliter in de geconsolideerde balans gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. De vennootschap kan echter bij de eerste opname een onherroepelijke keuze maken om de investering tegen reële waarde te waarderen via overig totaalresultaat (RWVOTR), waarbij de dividendbaten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Aandelenbeleggingen in niet-beursgenoteerde ondernemingen die eerder werden geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop in overeenstemming met IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering worden nu geclassificeerd en gewaardeerd als investeringen gemeten volgens RWVOTR. Het management is van mening dat kosten een juiste schatting zijn van de reële waarde van deze niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen, omdat er een breed scala aan mogelijke waarderingen tegen reële waarde bestaat en de kostprijs de beste schatting van de reële waarde binnen dat bereik vertegenwoordigt.

• Bijzondere waardevermindering van financiële activa

IFRS 9 vereist een vooruitziende verwachte kredietverliesbenadering (ECL-benadering) om waardeverminderingen van financiële activa te beoordelen. Zo neemt de Groep een voorziening voor ECL's op voor alle schuldinstrumenten die niet tegen reële waarde worden verwerkt via winst of verlies en contractactiva.

IFRS 9 biedt een vereenvoudigde methode voor de waardering van de voorzieining voor kredietverliezen tegen een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen voor handelsvorderingen zonder een significant financieringscomponent (kortlopende handelsvorderingen). Deze kredietverliezen zijn de verwachte kredietverliezen die voortvloeien uit alle mogelijke wanbetalingsgebeurtenissen over de verwachte levensduur van die handelsvorderingen, met behulp van een voorzieningenmatrix die rekening houdt met historische informatie over achterstallen en gebreken aangepast voor toekomstgerichte informatie.

Voor langetermijnleningen aan verbonden partijen wordt het algemene beoordelingsmodel voor bijzondere waardevermindering toegepast. In het bijzonder vereist IFRS 9 dat de Groep de voorziening voor kredietverliezen voor een financieel instrument waardeert voor een bedrag dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen indien het kredietrisico op dat financiële instrument aanzienlijk is toegenomen sinds de eerste opname, of indien het financiële instrument is verworven of gecreëerd met verminderde kredietwaardigheid. Anderzijds, als het kredietrisico op een financieel instrument sinds de eerste opname (met uitzondering van een verworven of gecreëerd financieel actief met verminderde kredietwaardigheid) niet aanzienlijk is toegenomen, moet de Groep de voorziening voor kredeiteverliezen voor dat financiële instrument waarderen op een bedrag gelijk aan de binnen 12 maanden te verwachten kredietverliezen.

Het management heeft geconcludeerd dat het onnodige kosten en moeite zou vergen om het kredietrisico van elke lening op hun respectievelijke data van eerste erkenning te bepalen. Dienovereenkomstig neemt de Groep de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen voor deze leningen op tot deze niet langer in de balans worden opgenomen.

IFRS 9 past dezelfde waarderingsaanpak toe op leningverplichtingen en financiële garantiecontracten (anders dan gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening) waar voorheen deze werden gewaardeerd met verwijzing naar IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa.

• Niet langer opnemen van financiële activa

De Groep boekt een financieel actief slechts af wanneer de contractuele rechten op de instroom van kasmiddelen uit het actief vervallen, of wanneer de groep het financieel actief en nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen van het actief transfereert naar een andere entiteit. Als de Groep niet nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen transfereert of behoudt en het getransfereerde actief blijft beheren, dan neemt de Groep het behouden belang in het actief op, evenals de daaraan verbonden verplichting voor de bedragen die ze eventueel moet betalen.

Als de Groep nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen van een getransfereerd financieel actief behoudt, dan blijft de Groep het financieel actief opnemen en neemt het ook een krediet op onderpand op voor de inkomsten die hierbij ontvangen worden.

Bij het volledig afboeken van een financieel actief in zijn geheel, wordt het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de som van de ontvangen en te ontvangen vergoeding en de cumulatieve winst of verlies die voorheen opgenomen werden in de overige elementen van het totaalresultaat (other comprehensive income) en gecumuleerd in het eigen vermogen, opgenomen als winst of verlies.

Bij het gedeeltelijk afboeken van een financieel actief anders dan in zijn geheel (bv. wanneer de Groep de mogelijkheid behoudt om een gedeelte van een getransfereerd actief opnieuw aan te kopen), verdeelt de Groep de voorafgaande boekwaarde van het financieel actief tussen het deel dat de Groep blijft opnemen bij aanhoudende betrokkenheid, en het deel dat de Groep niet langer opneemt op basis van de relatieve reële waarde van die delen op het moment van de transfer.

Het verschil tussen de boekwaarde die toegekend wordt aan het deel dat niet langer opgenomen wordt en de som van de vergoeding die ontvangen werd voor het deel dat niet langer opgenomen wordt en eventuele cumulatieve winst of verlies die eraan toegekend wordt en die opgenomen werd in overige totaal inkomsten (comprehensive income), wordt opgenomen in de winst-of-verliesrekening.

Een cumulatieve winst of verlies die opgenomen werd in de overige elementen van het totaalresultaat (other comprehensive income), wordt verdeeld tussen het deel dat opgenomen blijft en het deel dat niet langer opgenomen wordt op basis van de relatieve reële waarde van die delen.

Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs en de opbrengstwaarde. De kostprijs van voorraden omvat directe materiaalkosten en, indien van toepassing, directe arbeidskosten. Daarnaast omvat de kostprijs ook die kosten die gemaakt zijn om de voorraden op hun huidige locatie en in de huidige staat te brengen. De kostprijs wordt berekend aan de hand van de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs.

De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten tot voltooiing en de kosten nodig om de verkoop te realiseren.

Financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten

Een instrument wordt geclassificeerd als een financiële verplichting of als een eigenvermogensinstrument volgens de inhoud van de contractuele regelingen die zijn aangegaan. Een eigen-vermogensinstrument is elk contract dat een overblijvend belang in de activa van de Groep aantoont, na aftrek van alle verplichtingen.

Eigen vermogensinstrumenten uitgegeven door de Vennootschap worden geboekt tegen de ontvangen opbrengsten, na aftrek van directe uitgiftekosten.

• Samengestelde financiële instrumenten

De componenten van samengestelde instrumenten (converteerbare obligaties) uitgegeven door de Vennootschap worden afzonderlijk geclassificeerd als schuldcomponent en eigen vermogenscomponent in overeenstemming met de economische realiteit van de contractuele regelingen en de definities van het schuldgedeelte en een eigen vermogen van een dergelijk instrument.

Op het moment dat de conversieoptie zal worden afgewikkeld door een vast bedrag contant geld of een ander financieel actief te ruilen voor een vast aantal eigenvermogensinstrumenten van de Vennootschap, wordt dergelijk samengesteld instrument opnieuw gekwalificeerd als een eigen-vermogensinstrument.

Op de uitgiftedatum wordt de reële waarde van de schuldcomponent geschat op basis van de geldende marktrente voor vergelijkbare niet-converteerbare instrumenten. Dit bedrag wordt geboekt als een verplichting op basis van de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode totdat deze is uitgedoofd bij conversie of op de vervaldatum van het instrument.

De waarde van de conversieoptie geclassificeerd als eigen vermogen wordt bepaald door het bedrag van de vreemdvermogenscomponent af te trekken van de reële waarde van het samengestelde instrument als geheel. Dit wordt opgenomen en opgenomen in het eigen vermogen, na aftrek van winstbelastingeffecten en wordt vervolgens niet opnieuw gewaardeerd.

Bovendien blijft de conversieoptie geclassificeerd als eigen vermogen in het eigen vermogen totdat de conversieoptie wordt uitgeoefend; in welk geval het in het eigen vermogen verantwoorde saldo wordt overgedragen naar de financiële verplichting.

Wanneer de conversieoptie niet uitgeoefend wordt op de vervaldatum van de converteerbare obligatie, zal het in het eigen vermogen verantwoorde saldo worden overgedragen naar de financiële verplichting. Geen winst of verlies wordt opgenomen in winst of verlies bij conversie of bij het aflopen van de conversiemogelijkheid.

Transactiekosten die betrekking hebben op de uitgifte van converteerbare obligaties worden toegewezen aan de schuld- en eigenvermogenscomponenten in verhouding tot de toewijzing van de bruto-opbrengsten. Transactiekosten met betrekking tot de aandelencomponent worden rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. Transactiekosten met betrekking tot de schuldcomponent worden opgenomen in de boekwaarde van de schuldcomponent en worden geamortiseerd over de levensduur van de converteerbare obligaties met behulp van de effectieve-rentemethode.

Financiële verplichtingen

Financiële verplichtingen (inclusief rentedragende leningen en handelsschulden) worden initieel gewaardeerd aan reële waarde minus, in het geval van een financiële verplichting niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitgifte van de financiële verplichting. Vervolgens worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, behalve voor afgeleide instrumenten.

• Rentedragende leningen en schulden

Rentedragende leningen worden opgenomen tegen de ontvangen opbrengsten, na aftrek van transactiekosten. Leningen worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieverentemethode. Elk verschil tussen de opbrengsten (na aftrek van transactiekosten) en de aflossingswaarde (inclusief premies betaalbaar bij afwikkeling of terugkoop) wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen gedurende de leningsperiode.

Handelsschulden die niet rentedragend zijn, worden gewaardeerd aan kostprijs, zijnde de reële waarde van de te betalen vergoeding.

• Afgeleide financiële instrumenten

Afgeleide instrumenten met een negatieve reële waarde worden geclassificeerd als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening ("FVTPL"), tenzij ze zijn aangewezen en effectief zijn als afdekking.

Hedge accounting

De Groep wijst bepaalde derivaten, met betrekking tot renterisico en wisselkoersrisico, aan als afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekkingsrelatie.

Bij het aangaan van de afdekkingsrelatie documenteert de entiteit de relatie tussen het afdekkingsinstrument en het afgedekte item, samen met haar risicobeheerdoelstellingen en haar strategie voor het uitvoeren van verschillende hedgetransacties. Bovendien documenteert de Groep bij het begin van de afdekking en op permanente basis of het afdekkingsinstrument effectief is in het compenseren van veranderingen in reële waarden of kasstromen van de afgedekte positie die zijn toe te schrijven aan het afgedekte risico.

• Kasstroomafdekkingen

Veranderingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten die zijn aangewezen en effectief als afdekkingen van toekomstige kasstromen worden rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt en het niet-effectieve deel wordt onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Als de kasstroomafdekking van een vaste verplichting of een verwachte transactie resulteert in de opname van een actief of een verplichting, dan worden op het moment van opname van het actief of de verplichting de gerelateerde winsten of verliezen op het derivaat die eerder waren opgenomen in eigen vermogen worden opgenomen in de eerste waardering van het actief of de verplichting. Voor afdekkingen die niet leiden tot de opname van een actief of een verplichting, worden bedragen die worden uitgesteld in het eigen vermogen, opgenomen in de winst- en verliesrekening in dezelfde periode waarin het afgedekte item de nettowinst of het nettoverlies beïnvloedt.

• Afdekking van een netto-investering in een buitelandse entiteit

Afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten worden op dezelfde manier verwerkt als kasstroomafdekkingen. Elke winst of elk verlies op het afdekkingsinstrument met betrekking tot het effectieve deel van de afdekking wordt opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en geaccumuleerd in de reserve voor omrekeninsgverschillen. De winst of het verlies op het niet-effectieve deel wordt onmiddellijk in winst en verlies opgenomen.

• Reële-waardeafdekkingen

Een afgeleid instrument wordt opgenomen als reëlewaardeafdekking wanneer het de blootstelling aan variatie van de reële waarde van de opgenomen activa of verplichtingen afdekt. Derivaten geclassificeerd als een reële-waardeafdekking en de afgedekte activa of verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde. De overeenkomstige veranderingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Hedge accounting wordt stopgezet wanneer het afdekkingsinstrument vervalt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, of niet langer in aanmerking komt voor hedge accounting. Op dat moment wordt elke cumulatieve winst of verlies op het afdekkingsinstrument dat wordt opgenomen in het eigen vermogen, behouden in het eigen vermogen tot de verwachte transactie plaatsvindt. Als niet langer wordt verwacht dat een afgedekte transactie zal plaatsvinden, wordt de netto cumulatieve winst of verlies die in het eigen vermogen is opgenomen, over de periode overgedragen aan de nettowinst of het nettoverlies.

Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen

• Pensioenschema's

In accordance with the laws and practices of each country, the affiliated companies of the Group operate ''defined benefit'' and/ or ''defined contribution" retirement benefit plans.

  1. Toegezegde-bijdragenregelingen

Betalingen aan toegezegde-bijdrageregelingen worden als last opgenome op het moment dat deze verschuldigd zijn. Het is de politiek van de Groep om voor nieuw aangeworven personeelsleden, daar waar mogelijk en gepast, toegezegde-bijdragenregelingen te hanteren.

2. Toegezegde-pensioenregelingen Het bedrag dat uit hoofde van toegezegdepensioenregelingen op balans wordt opgenomen, is de contante waarde van de toegezegde-pensioenregelingen verminderd met de reële waarde van eventuele fondsbeleggingen.

Indien het bedrag dat in de balans wordt opgenomen negatief is, bedraagt het maximaal het totaal van de contante waarde van terugbetalingen uit de regeling of verlagingen van toekomstige bijdragen aan de regeling.

In de winst- en verliesrekening worden de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten (inclusief de inkrimpingen), de afrekenings- en de administratiekosten en de pensioenkosten m.b.t. verstreken diensttijd opgenomen in de rubriek "overige bedrijfsinkomsten en -uitgaven", terwijl de netto rentekost wordt opgenomen in de rubriek "andere financiële opbrengsten en kosten".

De contante waarde van de verplichting uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen en de gerelateerde aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en pensioenkosten van verstreken diensttijd worden berekend door erkende actuarissen aan de hand van de 'projected unit credit'-methode.

De discontovoet is gebaseerd op de geldende rendementen van kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties (in het bijzonder AA bedrijfsobligaties) met looptijden die de periode van de toegezegde verplichtingen benaderen.

De reële waarde van de collectieve verzekeringscontracten die overeenkomen met het bedrag en de timing van sommige of alle vergoedingen uit hoofde van het plan, wordt geacht overeen te komen met de contante waarde van de gerelateerde verplichtingen.

De actuariële winsten en verliezen, die voortvloeien uit verschillen tussen de vroegere actuariële hypothesen en de huidige ervaring of uit wijzigingen in de actuariële hypothesen, worden voor elke toegezegde-pensioenregeling afzonderlijk berekend en worden opgenomen in het totaal resultaat. De activa winsten en verliezen en het effect van de wijzigingen in het activaplafond, exclusief de bedragen opgenomen in de netto renten, worden ook opgenomen in het totaal resultaat.

Pensioenkosten m.b.t. verstreken diensttijd, die ontstaan uit wijzigingen aan de regeling, worden onmiddellijk als een last opgenomen.

Toegezegde-bijdrageregelingsplannen in België en Zwitserland zijn 'hybride' pensioenregelingen die kwalificeren als toegezegdpensioenregelingen voor IFRS-doeleinden, omdat zij volgens de wet onderworpen zijn aan een minimum gegarandeerd rendement en deze een minimum lijfrente conversieratio's moeten garanderen. Er is bijgevolg een risico dat de Vennootschap aanvullende bijdragen moet betalen die verband houden met het verleden dienstprestaties. Dergelijke extra bijdragen zijn afhankelijk van de werkelijke rendementen en de toekomstige ontwikkeling van de minimumgaranties.

Beëindigingsvoordelen

De entiteit dient een verplichting en een uitgave voor beëindigingsvoordelen te erkennen op de vroegste van volgende data: (a) wanneer de entiteit zich niet langer kan onttrekken aan het voorstel van deze voordelen; en (b) wanneer de entiteit reorganisatielasten erkent die binnen de draagwijdte van IAS 37 vallen en wanneer dit de betaling van beëindigingsvoordelen met zich meebrengt.

Op aandelen gebaseerde betalingen

Op aandelen gebaseerde betalingen aan werknemers en anderen die soortgelijke diensten verlenen, worden gewaardeerd aan de reële waarde (fair value) van de eigen vermogensinstrumenten op het moment van hun toekenning. De reële waarde (fair value) wordt bepaald aan de hand van een Black & Scholes model. Overige details over hoe de reële waarde van de op aandelen gebaseerde betalingen werden bepaald wordt verder in toelichting II.4.2.6.3 beschreven.

De reële waarde (fair value) zoals bepaald op de datum van toekenning van de op aandelen gebaseerde betalingen worden in kosten genomen, waarbij deze kosten lineair worden gespreid over de wachtperiode (vesting period), dewelke gebaseerd is op de door de Groep verwachte looptijd waarover de aandelen zullen gevestigd worden.

Deze politiek wordt toegepast op alle op aandelen gebaseerde betalingen die werden toegekend na 07 november 2002 en die onvoorwaardelijk zijn geworden na 01 januari 2005. Geen enkel bedrag werd opgenomen in de financiële staten voor eventueel andere op aandelen gebaseerde betalingen.

Voorzieningen

• Algemeen

Voorzieningen worden opgenomen wanneer (i) de Groep een huidige (juridische of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, (ii) het waarschijnlijk is dat de Groep verplicht zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en (iii) een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het bedrag van de verplichting.

Het bedrag opgenomen als voorziening is de beste schatting van de vergoeding die vereist is om de huidige verplichting aan het einde van de verslagperiode af te wikkelen, rekening houdend met de risico's en onzekerheden rond de verplichting. Wanneer het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, is het bedrag de contante waarde van de uitgaven die vereist zijn om de verplichting af te wikkelen. De effecten van veranderingen in disconteringsvoeten worden over het algemeen opgenomen in het financiële resultaat.

Wanneer sommige of alle economische voordelen vereist om een voorziening af te wikkelen naar verwachting zullen worden teruggevorderd van een derde partij, wordt een vordering opgenomen als een actief als het vrijwel zeker is dat terugbetaling zal worden ontvangen als de Groep de verplichting afwikkelt.

• Verlieslatende contracten

Een verlieslatend contract is een contract waarbij de onvermijdelijke kosten om aan de verplichtingen uit hoofde van het contract te voldoen groter zijn dan de economische voordelen die naar verwachting zullen worden ontvangen. Huidige verplichtingen die voortvloeien uit verlieslatende contracten worden als voorzieningen opgenomen en gewaardeerd.

• Herstructureringen

Een reorganisatievoorziening wordt opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd formeel plan voor de herstructurering heeft ontwikkeld en door de aanvang van de uitvoering van het plan of de aankondiging van de belangrijkste kenmerken van de herstructurering van de betrokkenen, een geldige verwachting heeft gewekt bij de uitvoering van het herstructureringsplan. De waardering van een reorganisatievoorziening omvat alleen de directe uitgaven die voortvloeien uit de herstructurering, die bedragen die beide noodzakelijkerwijs door de herstructurering zijn en niet samenhangen met de lopende activiteiten van de entiteit.

• Milieuverplichtingen

Recticel analyseert twee keer per jaar alle milieurisico's en de bijbehorende voorzieningen. De Groep meet deze voorzieningen naar beste weten van de geldende voorschriften, de aard en omvang van de vervuiling, opruimtechnieken en andere beschikbare informatie.

Opname van opbrengsten

IFRS 15 bepaalt de principes die een entiteit toepast bij het rapporteren van informatie over de aard, hoeveelheid, timing en onzekerheid van opbrengsten en kasstromen uit een contract met een klant. Met toepassing van IFRS 15, neemt een entiteit opbrengsten op om de overdracht van beloofde goederen of diensten aan de klant tot uitdrukking te brengen in een bedrag dat de vergoeding weerspiegelt waarop de entiteit verwacht in ruil voor die goederen of diensten recht te zullen hebben.

Klanten verkrijgen zeggenschap over producten wanneer de goederen worden afgeleverd bij en zijn geaccepteerd in hun gebouwen. Facturen worden gegenereerd en de omzet wordt op dat moment erkend.

Om opbrengsten te erkennen, gebruikt IFRS 15 een "vijf stappen" model:

  • identificeer de overeenkomst(en) met een klant.
  • identificeer de prestatieverplichtingen in het contract.
  • bepaal de transactieprijs.
  • wijs de transactieprijs toe aan elke prestatieverplichting.
  • opname van opbrengsten wanneer aan een prestatieverplichting is voldaan door een beloofd goed of een dienst aan een klant over te dragen (wanneer de klant zeggenschap verkrijgt over dat goed of deze dienst).

Transactieprijs

De transactieprijs is het bedrag van de vergoeding waarop een entiteit verwacht recht te hebben in ruil voor het overdragen van beloofde goederen of diensten aan een klant. Als de in een contract beloofde vergoeding een variabel bedrag omvat, moet een entiteit het bedrag van de vergoeding inschatten waartoe zij verwacht recht te hebben in ruil voor overdracht van de beloofde goederen of diensten aan een klant.

De meest voorkomende soorten variabele overwegingen die kunnen worden geïdentificeerd, zijn:

  • Volumekortingen (Soepelschuim, Slaapcomfort, Isolatie)
  • Eindejaarskortingen (Soepelschuim, Slaapcomfort, Isolatie)
  • Aanpassingen om veranderingen in de grondstofprijzen op een toekomstige basis aan te kunnen (Soepelschuim).

Het is niet ongebruikelijk om overeenstemming te bereiken over jaarlijkse leveringsovereenkomsten met de klant, die de verkoopprijzen van de goederen voor het betreffende jaar vaststelt. In deze overeenkomsten zijn geen verplichtingen opgenomen ten aanzien van volumes die door de klant zijn gemaakt. Het bedrag van de geboekte omzet wordt aangepast voor verwachte kortingen en kortingen. Een contractverplichting wordt bij de verkoop van de goederen aan de klant opgenomen en vrijgegeven bij de uitgifte van de creditnota.

Als een creditnota wordt afgegeven aan de klant ter compensatie van kwaliteitsclaims, wordt dit erkend als een vermindering van de opbrengsten.

De meest voorkomende soorten vergoedingen die aan de klant worden betaald (in Slaapcomfort en Isolatie) hebben betrekking op:

  • Deelname aan flyers
  • Deelname aan reclamecampagnes
  • Promotionele activiteiten in de winkel

De vergoedingen die worden betaald om deel te nemen aan de flyers van de klant, worden in mindering van de opbrengsten opgenomen, omdat de diensten die door de klant aan de Groep worden geleverd over het algemeen niet als afzonderlijk kunnen worden beschouwd.

• Opname op een bepaald moment of over een periode

Een prestatieverplichting kan op een bepaald moment worden voldaan (meestal voor beloften om goederen aan een klant over te dragen) of na verloop van tijd (meestal voor beloften om diensten aan een klant over te dragen). Als een prestatieverplichting in de loop van de tijd is vervuld, zou een entiteit een geschikte voortgangsmaatstaf selecteren om te bepalen hoeveel opbrengsten moeten worden opgenomen als aan de prestatieverplichting is voldaan.

Het grootste deel van de omzet van de Groep wordt erkend op een moment, d.w.z. op het moment dat de goederen worden overgedragen aan de klant, met uitzondering van de opbrengsten gegenereerd door de Automotive-activiteiten voor de verkoop van matrijzen.

De Groep bedient wereldwijd Tier-1-klanten en Original Equipment Manufacturers (OEM) in de automobielsector. Onderdelen worden geproduceerd met matrijzen die zijn gekocht voor rekening van de Tier-1-klant. Deze matrijzen worden doorgefactureerd aan de Tier-1-klant.

Klanten krijgen de zeggenschap over de producten wanneer de goederen worden afgeleverd bij en zijn geaccepteerd in hun gebouwen.

De onderdelen hebben geen alternatief gebruik en er zijn afdwingbare rechten op betaling. Daarom wordt de opbrengst in de loop van de tijd erkend. Omdat de productietijd erg kort is, heeft Recticel er echter om praktische redenen voor gekozen de opbrengst van de onderdelen op een bepaald moment te erkennen.

De matrijs is geen afzonderlijke prestatieverplichting maar moet worden gecombineerd met de te produceren onderdelen. De opbrengst van de matrijzen zoals deze moeten gecombineerd worden met de levering van de onderdelen, wordt in de loop van de tijd erkend. Recticel past een lineaire opname van de opbrengsten toe gezien dit verder niet resulteert in materiële verschillen van opbrengstenverantwoording in de resultatenrekening in

vergelijking met de opbrengstverantwoording die zou moeten worden toegepast in overeenstemming met de principes van IFRS 15:

  • a. de prijs die contractueel is vastgelegd met betrekking tot de matrijs wordt opgenomen naar rato van het aantal daadwerkelijk geleverde onderdelen in relatie tot de beste inschatting van Recticel mbt de vermoedelijke hoeveelheden die onder het contract moeten worden geleverd;
  • b. opbrengsten van de onderdelen worden opgenomen op basis van het werkelijke aantal verkochte onderdelen vermenigvuldigd met de overeengekomen prijs per eenheid.

De omzet en kosten van matrijzen worden over een periode van vier jaar (aangezien dit een gemiddelde duur van de productie van de onderdelen is) opgenomen vanaf het moment dat seriële onderdelen aan de klant worden geleverd (dwz begin van de productie), ongeacht het moment waarop de matrijskosten worden vergoed door de klant. Vóór de start van de productie wordt een "Overig contractactief - lopende contracten" opgenomen voor alle aanschaf- en ontwikkelingskosten van de matrijzen die vanaf het begin van de productie zijn gemaakt en over vier jaar worden vrijgegeven.

Rente-opbrengsten

Renteinkomsten worden op een tijdsevenredige basis opgenomen, in functie van de uitstaande som en tegen de effectieve rentevoet die van toepassing is, met name de rentevoet die de verwachte toekomstige kasstromen verdisconteert naar de boekwaarde van de financiële activa over de verwachte gebruiksduur van dat actief.

Dividendopbrengsten

Dividenden worden opgenomen op het moment dat de aandeelhouder het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen.

Overheidssubsidies

Overheidsubsidies worden niet opgenomen tot dat er een redelijke zekerheid is dat de Groep zal voldoen aan de hieraan verbonden voorwaarden en dat de subsidies zullen worden ontvangen.

Overheidssubsidies met betrekking tot de opleiding van personeel worden als opbrengst opgenomen over de periodes die nodig zijn om ze te verbinden aan de betrokken lasten en worden in mindering gebracht van de verbonden uitgave.

Overheidssubsidies met betrekking tot materiële vaste activa worden verwerkt door de ontvangen subsidies in mindering te brengen van de boekwaarde van de betrokken activa. Dergelijke subsidies worden als opbrengst opgenomen over de gebruiksduur van de af te schrijven activa.

Winstbelastingen

Belastinglasten omvatten over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten en uitgestelde belastinglasten.

De over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten zijn gebaseerd op de belastbare winst over de periode. Belastbare winst verschilt van de nettowinst uit de winst- en verliesrekening, omdat ze bepaalde elementen van baten of lasten uitsluit die belastbaar of verrekenbaar zijn in andere jaren of die nooit belastbaar of verrekenbaar zullen worden. De actuele belastingverplichting wordt berekend op basis van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op de balansdatum.

Uitgestelde belastingen zijn de belastingen, waarvan men verwacht ze te moeten betalen of terug te vorderen, op verschillen tussen de boekwaarde van activa of verplichtingen in de financiële staten en hun fiscale basis gebruikt voor de berekening van de belastbare winst. Ze worden verwerkt aan de hand van de 'balance sheet liability'-methode. Uitgestelde belastingverplichtingen worden meestal opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen en uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen, in zoverre het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. Dergelijke activa en verplichtingen worden niet opgenomen indien de tijdelijke verschillen voortvloeien uit goodwill of uit de eerste opname (behalve in het kader van een bedrijfscombinatie) van andere activa en verplichtingen in een transactie die geen invloed heeft op de fiscale winst of op de winst vóór belasting.

Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastinglatenties erkend op de niet-uitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, daar de impact niet materieel is.

De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt beoordeeld op minstens elke balansdatum en verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om het mogelijk te maken het voordeel van die uitgestelde belastingvordering geheel of gedeeltelijk aan te wenden.

Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn in de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingen worden als baten of lasten opgenomen in de winst of het verlies over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval wordt ook de uitgestelde belasting verwerkt in het eigen vermogen.

II.4.2.1.5. Kritische boekhoudkundige beoordelingen en belangrijkste bronnen van onzekerheid

De opstelling van de financiële staten in overeenstemming met IFRS vereist de nodige schattingen en beoordelingen door het management. Het management baseert haar schattingen op historische ervaring en andere redelijke beoordelingselementen. Deze worden periodiek herzien en de effecten van zulke herzieningen worden opgenomen in de financiële staten van de desbetreffende periode. Ook toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de Groep zijn hierin begrepen.

De geschatte resultaten van zulke mogelijke toekomstige gebeurtenissen kunnen dan ook afwijken van de reële toekomstige impact op de resultaten. Beoordelingen en schattingen werden onder andere gemaakt bij de:

  • bijzondere waardeverminderingen op goodwill, immateriële en materiële vaste activa
  • bepaling van voorzieningen voor verwachte kredietverliezen
  • bepaling van voorzieningen voor herstructureringen
  • bepaling van voorzieningen voor verlieslatende contracten
  • bepaling van voorzieningen voor voorwaardelijke verplichtingen, geschillen en overige risico's.
  • waardering van toegezegde-pensioenverplichtingen, andere langlopende personeelsvoordelen en beëindigingsvoordelen.
  • recupereerbaarheid van uitgestelde belastingvorderingen.
  • de opname over een periode van 4 jaar van opbrengsten uit de verkoop van matrijzen.

Het kan niet uitgesloten worden dat toekomstige herzieningen van deze inschattingen en beoordelingen tijdens de volgende

boekjaren een aanpassing in de waarde van de activa en passiva zouden kunnen veroorzaken.

• Bijzondere waardeverminderingen op Goodwill, Immateriële en Materiële vaste activa

Voor afschrijfbare lange termijn activa, dient een bijzondere waardeverminderingsanalysis in eerste plaats gemaakt te worden op het niveau van het individuele actief. Alleen als het niet mogelijk is om een realiseerbare waarde op individueel niveau te schatten, wordt de evaluatie uitgevoerd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid (hierna "KGE") waartoe het actief behoort. Voor afschrijfbare langetermijnactiva dient een bijzondere waardeverminderingstest uitgevoerd te worden in het geval er bijzondere waardeverminderingsindicatoren zijn. Indien zulke indicatoren bestaan, dient een bijzondere waardeverminderingsanalysis uitgevoerd te worden op KGE-niveau.

Voor goodwil (en overige niet-afschrijfbare lange termijn activa) dient minstens jaarlijks een bijzondere waardeverminderingstest gemaakt te worden. De boekwaarde kan op een redelijke en consistente basis toegewezen worden. De toewijzing van goodwill aan een KGE of een groep KGE's houdt ook rekening met de synergieën van de bedrijfscombinatie zoals verwacht door de beslissingsnemer. Goodwill kan voor bijzondere waardeverminderingstesting toegewezen worden aan een groep van KGEs, indien de leidinggevende beslissingsverantwoordelijk oordeelt dat dit de meest gepaste toewijzing is. Er bestaat een verband tussen het niveau op hetwelke goodwill wordt getest voor bijzondere waardevermindering en het niveau van de interne rapportering dat weergeeft hoe de entiteit zijn operaties beheert, en waarmee de goodwill is geassocieerd (aldusdanig kan het niet het niveau van de segmentrapportering zoals bepaald door IFRS 8 overstijgen).

Voor het segment Soepelschuim, is het KGE-niveau vastgelegd op basis van markt en productiecapaciteiten. Deze benadering leidt tot de bepaling van vier KGEs:

  • KGE "Soepelschuim Verenigd Koninkrijk";
  • KGE "Soepelschuim Continentaal Europa";
  • KGE "Soepelschuim Scandinavië";
  • KGE "Soepelschuim Internationaal".

Een bijzondere waardeverminderingsanalyse werd toegepast op de KGE "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk", "Soepelschuim – Continentaal Europa" en "Soepelschuim - Scandinavië", waarbij de goodwill werd toegewezen aan deze KGEs.

Voor het segment Slaapcomfort is het KGE niveau gedefinieerd op het niveau van het Slaapcomfort segment in zijn geheel; dit op basis van de sterke onderlinge afhankelijkheid tussen de verschillende markten, de gedeelde productiecapaciteiten alsook het centrale beslissingsproces.

Voor het segment Isolatie wordt het CGU-niveau gedefinieerd volgens de markt en de productiecapaciteiten. Deze benadering leidt tot de bepaling van twee KGE's:

  • CGU "Isolatie Verenigd Koninkrijk";
  • CGU "Isolatie Continentaal Europa".

Voor het segment Automotive wordt elk afzonderlijk project geïdentificeerd als een afzonderlijke KGE.

De netto boekwaarde van de activa die weerhouden werden voor onderzoek naar bijzondere waardeverminderingen, zoals opgenomen in onderstaande tabel, vertegenwoordigt 100% van de totale goodwill.

Voor 2018:

Boekwaarde in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT ISOLATIE AUTOMOBIEL CORPORATE TOTAAL
Verenigd Koninkrijk 3 044 - 908 - - 3 952
Continentaal Europa 1 061 - 1 619 - - 2 680
Scandinavië 5 403 - - - - 5 403
Overige 0 11 318 - 0 0 11 319
Totale netto boekwaarde goodwill 9 508 11 318 2 527 0 0 23 354

Voor 2017:

Boekwaarde in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT ISOLATIE AUTOMOBIEL CORPORATE TOTAAL
Verenigd Koninkrijk 4 047 - 935 - - 4 983
Continentaal Europa 1 061 - 1 514 - - 2 575
Scandinavië 5 449 - - - - 5 449
Overige 0 11 161 - 0 0 11 161
Totale netto boekwaarde goodwill 10 558 11 161 2 449 0 0 24 168

De nettoboekwaarde van de activa die zijn weerhouden voor impairmenttests, zoals opgenomen in de onderstaande tabel, vertegenwoordigt ongeveer 64,0% van de totale materiële vaste activa en 35,4% van de totale immateriële vaste activa. De onderzochte activa hebben betrekking op (i) de

Soepelschuim-activiteiten in het Verenigd Koninkrijk, Continentaal Europa en in Scandinavië, (ii) de Slaapcomfortactiviteiten op het niveau van het hele segment en (iii) de Automobiel Interiorsactiviteiten van de Groep.

I.1.

I.2. Als gevolg van de analyse van bijzondere waardeverminderingen werden de hieronder genoemde KGE's overeenkomstig beïnvloed:

Voor 2018:

Boekwaarde in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT AUTOMOBIEL TOTAAL
Scandinavië Continental
Europe
Scandinavia Interiors
Goodwill 3 044 1 061 5 403 11 318 0 20 827
Overige immateriële activa 67 843 618 1 264 1 471 4 263
Materiële vaste activa 2 727 39 633 7 626 24 924 53 541 128 450
Onderhanden projecten 575 8 637 373 3 399 7 490 20 473
Totale netto boekwaarde 6 413 50 174 14 019 40 905 62 501 174 012
waarvan bijzondere waardevermindering opgenomen tijdens het
boekjaar
(1 000) (3 849) 0 430 (1 400) (5 819)

Opmerking: Werkkapitaal is niet opgenomen in de analyse

Bijzondere waardeverminderingsverliezen hebben betrekking op (i) goodwill in het Verenigd Koninkrijk (Soepelschuim) (EUR -1,0 miljoen; opgenomen per 30 juni 2018), (ii) activa in Continentaal Europa (Soepelschuim) (EUR - 3,8 miljoen) als

gevolg van de sluiting van de fabriek in Catarroja (Spanje) en (iii) activa in Automotive Interiors in Tsjechië (EUR -1,4 miljoen; opgenomen per 31 december 2018).

Voor 2017:

Boekwaarde in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT AUTOMOBIEL TOTAAL
Verenigd
Koninkrijk
Continental
Europe
Scandinavia Interiors
Goodwill 4 047 1 061 5 449 11 161 0 21 718
Overige immateriële activa 117 540 891 1 544 2 151 5 243
Materiële vaste activa 2 992 45 163 7 936 26 754 56 480 139 325
Onderhanden projecten 132 3 752 514 3 549 5 822 13 768
Totale netto boekwaarde 7 289 50 515 14 790 43 007 64 453 180 054
waarvan bijzondere waardevermindering opgenomen tijdens het
boekjaar
0 (172) 0 (141) (6 696) (7 009)

Opmerking: Werkkapitaal is niet opgenomen in de analyse

Voor het onderzoek op bijzondere waardevermindering van de balansposten in bovenstaande tabel werden bepaalde veronderstellingen gemaakt. De impairmenttests zijn toegepast op de KGEs op basis van de hierboven uiteengezette principes. Het recupereerbare bedrag van de totale KGE wordt bepaald op basis van de bedrijfswaarde.

Bij de bepaling van de verwachte toekomstige kasstromen, houdt de Groep rekening met voorzichtige, doch realistische, veronderstellingen met betrekking tot haar markten, haar omzet, grondstofprijzen, de impact van vorige herstructureringen en bruto marges, dewelke alle gebaseerd zijn op (i) vroegere ervaringen van het management en/of (ii) dewelke in lijn liggen met betrouwbare externe informatiebronnen. Voor de toekomst is het niet uitgesloten dat een herinschatting van de assumpties en van de marktanalyse als gevolg van wijzigingen in de economische omgeving zou kunnen leiden tot de erkenning van bijkomende bijzondere waardeverminderingen.

Voor de verdiscontering van de toekomstige cash flows, wordt een uniforme, globale pre-tax disconteringsvoet van 7,2% (7,0% in 2017) gehanteerd voor alle KGEs van de Groep. Deze disconteringsvoet is gebaseerd op een (lange-termijn) gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden; waarbij de risico's impliciet in de kasstromen vervat zijn.

Voor landen met een hoger gepercipieerd risico (o.a. ontluikende markten), is het investeringsniveau zeer beperkt (1,0% van de totale vaste activa); waardoor bijgevolg geen aparte pre-tax disconteringsvoet wordt gebruikt.

De pre-tax disconteringsvoet voor bijzondere waardeverminderingstesten is gebaseerd op de volgende hypotheses: (EUR basis)

Groep's doelratios:
Schuldgraadratio: netto financiële
2018 2017
schuld/totaal eigen vermogen 50% 50%
% netto financiële schuld 33% 33%
% totaal eigen vermogen 67% 67%
Pre-tax kost van de schuld 1,0% 3,2%
Pre-tax kost van het eigen vermogen =
(Rf
+ Em * β + Sp)/(1-T)
11,5% 11,7%
Risicovrije rentevoet = Rf 0,9% 2,0%
Beta = β 1,25 1,05
Marktrisicopremie eigen vermogen = Em 5,5% 5,5%
Premie klein bedrijf (small cap) = Sp 1,0% 1,0%
Bedrijfsbelastingvoe = T 23,5% 25,0%
Verwachte inflatievoet 2,0% 1,9%
Pre-tax WACC (weighted average
cost of capital - gewogen gemiddelde
kapitaalskost) 7,2% 7,0%

De verdisconteringsfactoren worden minstens jaarlijks herbekeken.

A. Soepelschuim

• Belangrijke veronderstellingen

De dynamiek van het bedrijfsmodel, de budgetten en de geprojecteerde kasstromen worden gebaseerd op stabiele kostenstructuren die de inflatie op arbeid en andere kosten weergeven, stabiele vaste kosten en kapitaaluitgaven. Brutomarges en bedrijfsresultaten zijn echter gevoelig voor de volatiliteit van chemische grondstofkosten, die onvoorspelbaar zijn. Daarom zijn de budgetten gebaseerd op de veronderstelling dat stijgingen of dalingen van grondstoffen gecompenseerd worden door aanpassingen van de verkoopprijzen.

Voor de KGE "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar met een jaarlijkse omzetgroei van respectievelijk 5,00%, 5,00% en 3,00%, aangezien geanticipeerd wordt op een verbetering van de volumes na een uitdagend jaar 2018. Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.

Voor de KGE "Soepelschuim – Continentaal Europa" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar zonder jaarlijkse omzetgroei. Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.

Voor de KGE "Soepelschuim – Scandinavië" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen zonder groei over een periode van drie jaar. Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.

Op basis van de disconteringsvoet bedraagt de bedrijfswaardewaarde van de KGE "Soepelschuim - Verenigd Koninkrijk" 1,9 keer (2017: 2,3 keer) de netto boekwaarde, de bedrijfswaardewaarde van de KGE "Soepelschuim – Continentaal Europa" 5,4 keer de netto boekwaarde, en de bedrijfswaarde van de KGE "Soepelschuim - Scandinavië" 6,2 keer (2017: 5,6 keer) de netto boekwaarde.

• Sensitiviteitsanalyse

Een eerste sensitiviteitsanalyse (A) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde disconteringsvoet (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten (zie overzichtstabel onderaan).

Een tweede sensitiviteitsanalyse (B) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de bruto marge op bedrijfsopbrengsten (-1%) (met inbegrip van de impliciete omzetgroeivoet) – toegepast op het business plan 2019-2021 en op de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten (zie overzichtstabel onderaan).

Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en een wijziging van de bruto marge op bedrijfsopbrengsten (-1%) – toegepast op het bedrijfsplan en de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten (zie tabel hieronder).

Voor beide sensitiviteitsanalyses wordt verondersteld dat alle andere parameters van de onderliggende veronderstellingen, zoals marktevolutie, verkoop, grondstofprijzen, impact van eerdere herstructureringen en brutomarges, operationele kosten, werkkapitaalbehoeften, kapitaaluitgaven, ... (niet exhaustief), onveranderd blijven.

VERDISCONTEERDE KASSTROOM / NETTO BOEKWAARDE
Sensitiviteit BASISHYPOTHESE 1% STIJGING VAN DE WACC (A) 1% DALING VAN DE BRUTO MARGE OP
BEDRIJFS-OPBRENGSTEN (B)
COMBINATIE VAN (A) EN (B)
Soepelschuim - Verenigd Koninkrijk 1.9 keer de netto boekwaarde 1.5 keer de netto boekwaarde 0.5 keer de netto boekwaarde 0.3 keer de netto boekwaarde
Soepelschuim - Continentaal Europa 5.4 keer de netto boekwaarde 4.5 keer de netto boekwaarde 4.8 keer de netto boekwaarde 4.0 keer de netto boekwaarde
Soepelschuim - Scandinavië 6.2 keer de netto boekwaarde 5.3 keer de netto boekwaarde 5.5 keer de netto boekwaarde 4.7 keer de netto boekwaarde

B. Slaapcomfort

• Belangrijke veronderstellingen

Gegeven de dynamiek van het bedrijfsmodel, zijn de budgetten en de geprojecteerde kasstromen gebaseerd op over het algemeen stabiele kostenstructuren die de inflatie op arbeid en andere kosten weergeven, relatief stabiele vaste kosten en kapitaaluitgaven. Brutomarges en bedrijfsresultaten zijn echter gevoeliger voor de volatiliteit van variabele kosten die in hoge mate verband houden met de volatiliteit van chemische grondstofkosten.

Voor de KGE "Slaapcomfort – Segment" worden vanaf 2019 de voorspelling van de bedrijfswaarde gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar met een verwachte gemiddelde jaarlijkse omzetgroei van 2,0% (2017: 4,0%) en een verwachte gemiddelde verbetering van de bruto marge op bedrijfsopbrengsten met 1,0% (2017: 1,0%). Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen. Het management is van mening dat 2018 een overgangsjaar is geweest met een uitzonderlijk zwakke vraag, die naar verwachting voor de nabije toekomst uitbodemt.

Op basis van deze disconteringsvoet bedraagt de bedrijfswaardewaarde van de KGE "Slaapcomfort - Segment" 3,2 keer (2017: 5,4 keer) de netto boekwaarde.

• Sensitiviteitsanalyse

Een eerste sensitiviteitsanalyse (A) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde disconteringsvoet (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten (zie overzichtstabel onderaan).

Een tweede sensitiviteitsanalyse (B) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde brutomarge (-1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten.

Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en een wijziging van de bruto marge (-1%) – toegepast op het bedrijfsplan 2019-2021 en de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten.

Voor beide sensitiviteitsanalyses wordt verondersteld dat alle andere parameters van de onderliggende veronderstellingen onveranderd blijven.

VERDISCONTEERDE KASSTROOM / NETTO BOEKWAARDE
Sensitiviteit BASISHYPOTHESE 1% STIJGING VAN DE WACC (A) 1% DALING VAN DE BRUTO MARGE OP
BEDRIJFS-OPBRENGSTEN (B)
COMBINATIE VAN (A) EN (B)
Slaapcomfort 3.2 keer de netto boekwaarde 2.6 keer de netto boekwaarde 2.0 keer de netto boekwaarde 1.6 keer de netto boekwaarde

C. Automobiel

• Belangrijke veronderstellingen

Kasstromen:

Voor de KGE "Interiors" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarde gebaseerd op het budget en de financiële plannen voor de looptijd van elk individueel project/model in combinatie met een globale visie over de totale capaciteitsbenutting. Projectgerbonden activa worden afgeschreven over de productielooptijd van het project.

De KGE "Interiors" hanteert een projectbenadering. Waardeverminderingen worden geboekt op materiële en immateriële vaste activa:

  • wanneer een project onvoldoende kasstromen genereert om de afschrijvingen van materiële en immateriële activa te dekken,
  • voor materiële en immateriële vaste activa waarvan verwacht wordt dat deze niet kunnen toegewezen worden aan andere projecten. Bijgevolg dienen activa die naar verwachting zullen beschikbaar komen binnen de 2 jaar en die geen herbestemming naar andere projecten hebben, afgescheven te worden.

In het geval van een herallocatie van volledig afgeschreven activa, kan de laatstgenoemde een reconditionering vereisen. Deze reconditioneringskosten worden afgeschreven over de looptijd van het nieuwe project, zonder bijkomende herwaardering of terugname van een eventuele bijzondere waardevermindering.

In 2018 werden er voor EUR 1,4 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen opgenomen als gevolg van lagere volumes in twee Interiorsprogramma's.

Disconteringsvoet:

De gehanteerde pre-tax disconteringsvoet bedraagt 7,2% (2017: 7,0%) en is gebaseerd op een gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden.

• Sensitiviteitsanalyse

Met betrekking tot de KGE "Interiors", zou een stijging van de pre-tax disconteringsvoet tot 8,2% (2017: 8,0%) of een verlaging van de bruto marge op bedrijfsopbrengsten met 1%, geen aanleiding geven tot een materiële waardevermindering. Voor

I.1. I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.2. II.3.

II.4.

beide sensitiviteitsanalyses wordt verondersteld dat alle andere parameters van de onderliggende veronderstellingen onveranderd blijven.

Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en samen met een wijziging van de bruto marge op bedrijfopbrengsten (-1%) –toegepast op het bedrijfsplan 2019–2021 en de perpetuïteit- op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten. Dit geeft geen aanleiding tot materiële bijzondere waardeverminderingen.

• Voorzieningen voor verwachte kredietverliezen

Een voorziening voor verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen waarvoor het risico bestaat dat de uitstaande vorderingen geheel of gedeeltelijk niet worden betaald wordt opgenomen vanwege de slechte financiële situatie van de debiteur of om economische, juridische of politieke redenen. Het besluit om een vordering als dubieus te classificeren, zal door het management worden genomen op basis van alle informatie waarover zij op elk moment beschikken. In overeenstemming met de waarderingsregels van de Groep zijn details over de bedragen van de voorziening voor voor verwachte kredietverliezen te vinden in toelichting II.4.2.5.9.

• Voorzieningen voor herstructureringen en verlieslatende contracten

Een voorziening voor herstructurering wordt opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd formeel plan voor de herstructurering heeft ontwikkeld en door de aanvang van de uitvoering van het plan of de aankondiging van de belangrijkste kenmerken van de herstructurering van de betrokkenen, een geldige verwachting heeft gewekt bij de uitvoering van het herstructureringsplan.

Een verlieslatend contract is een contract waarbij de onvermijdelijke kosten om aan de verplichtingen uit hoofde van het contract te voldoen groter zijn dan de economische voordelen die naar verwachting zullen worden ontvangen.

In overeenstemming met de waarderingsregels van de Groep zijn details over de bedragen van voorzieningen voor herstructureringen en verlieslatende contracten te vinden in toelichting II.4.2.3.1. en II.4.2.4.4.

• Voorzieningen voor voorwaardelijke verplichtingen, geschillen en andere blootstellingen

Elke belangrijke rechtszaak (belasting en andere, inclusief dreiging van rechtszaken) wordt minstens elk halfjaar beoordeeld door de interne juristen van Recticel, met de ondersteuning, indien van toepassing, van externe adviseurs. Deze beoordeling omvat een beoordeling van de noodzaak om voorzieningen te erkennen en / of bestaande bepalingen opnieuw te meten in samenwerking met de afdeling Financiën en de afdeling Verzekeringen. Verdere details worden gegeven in toelichting II.4.2.6.10.

• Waardering van verplichtingen uit hoofde van toegezegde-pensioenregelingen na uitdiensttreding, overige langetermijnpersoneelsbeloningen en ontslagvergoedingen

De actuariële veronderstellingen die worden gebruikt bij het bepalen van de verplichtingen met betrekking tot toegezegdepensioenregelingen op 31 december, evenals de jaarlijkse kosten, zijn te vinden in toelichting II.4.2.5.14. Alle belangrijke personeelsbeloningsplannen worden jaarlijks beoordeeld door onafhankelijke actuarissen. Disconteringsvoeten en inflatiepercentages worden centraal door het management gedefinieerd. De andere aannames (zoals toekomstige salarisverhogingen en verwachte tarieven voor kosten van medische zorg) worden op lokaal niveau bepaald. Alle plannen worden gecontroleerd door de centrale Human Resourcesafdeling van de Groep met behulp van een centrale actuaris om de aanvaardbaarheid van de resultaten te controleren en consistentie in rapportage te verzekeren.

• Courante en uitgestelde belastingen

Alle belastingaangiften worden te goeder trouw opgesteld op basis van de beschikbare informatie, vaak met de hulp van externe belastingadviseurs. Er zijn een aantal belastingaudits aan de gang in de Groep. Tot nu toe hebben geen materiële belastingcorrecties plaatsgevonden. Belangrijke belastingcorrecties kunnen echter nooit worden uitgesloten. In een dergelijk geval zal Recticel zijn positie altijd verdedigen in volledige samenwerking met de belastingautoriteiten.

Uitgestelde belastingvorderingen worden voornamelijk opgenomen voor de overgedragen ongebruikte fiscale verliezen voor zover toekomstige belastbare winsten beschikbaar worden geacht om deze ongebruikte compensabele verliezen te compenseren. Voor dit doel baseert het management de opname van uitgestelde belastingvorderingen op haar bedrijfsplannen (zie toelichting II.4.2.4.6).

De uitgestelde belastingvorderingen daalden van EUR 26,2 miljoen naar EUR 20,5 miljoen en beïnvloedden de winst- en verliesrekening met EUR -7,0 miljoen en het eigen vermogen met EUR -4,1 miljoen. De impact van EUR -7,0 miljoen op de winst-en-verliesrekening omvat EUR -1,6 miljoen als gevolg van de wijziging in de vennootschapsbelastingwetgeving in België en EUR -3,1 miljoen door het gebruik van overgedragen fiscale verliezen.

Uitgestelde belastingvorderingen worden voornamelijk opgenomen in België (Recticel n.v. – Eur 13,7 miljoen; Recticel UREPP Belgium n.v. – EUR 1,4 miljoen), in Duitsland (Recticel Verwaltung GmbH & Co KG – EUR 2,6 miljoen) en in het Verenigd Koninkrijk (Recticel Ltd - EUR 0,9 miljoen). De erkende uitgestelde belastingvorderingen worden ondersteund door de verwachte belastbare winst.

II.4.2.2. Wijzigingen in de consolidatiekring

Er waren geen wijzigingen in de consolidatiekring in 2018.

II.4.2.3. Bedrijfs- en geografische segmenten

II.4.2.3.1. Bedrijfssegmenten

IFRS 8 vereist dat de operationele bedrijfssegmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapporteringsstructuur van de Groep, dat een regelmatige beoordeling van de prestaties toelaat door de operationele verantwoordelijken alsook een adequate allocatie van de nodige werkingsmiddelen aan elk segment. Ondanks de toepassing van IFRS 11 gaan de leidinggevenden verantwoordelijk voor het bedrijfsbeleid nog steeds uit van financiële gegevens per

segment op een "gecombineerde" basis, d.w.z. met inbegrip van het pro rata-aandeel in de joint ventures, na schrapping van de intercompany-verrichtingen, overeenkomstig de proportionele consolidatiemethode.

De aan de operationele verantwoordelijken gerapporteerde informatie, met het oog op de toewijzing van werkingsmiddelen en de beoordeling van de segmentprestaties, concentreert zich voornamelijk op de Bedrijfsopbrengsten, EBITDA, EBIT, Capital Employed en Operationele Cash Flow per segment. De hoofdsegmenten zijn: Soepelschuim, Slaapcomfort, Isolatie, Automobiel, en Corporate. Voor meer informatie over de sectoren wordt verwezen naar het eerste deel van dit jaarverslag. Segmentinformatie wordt hierna weergegeven. De intersegment verkopen gebeuren aan voorwaarden zoals omschreven in het raamwerk van de Transfer Pricing Politiek van de Groep.

Resultatenrekening voor de verslagperiode 2018

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPEL
SCHUIM
SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE ELIMINATIES GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11 (B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Externe opbrengsten 577 688 237 421 362 018 271 137 0 1 448 264
Inter-segment opbrengsten 43 796 6 369 1 862 29 (52 056) 0
Totale opbrengsten 621 484 243 790 363 880 271 166 (52 056) 1 448 264 (330 612) 1 117 652
BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT)
Niet-toegewezen bedrijfslasten (1) (17 482) 0 (17 482)
EBIT 15 562 (2 070) 12 914 38 123 0 47 046 (4 099) 42 947
Financieel resultaat (3 886)
Winst of verlies van de periode voor
belastingen
39 061
Belastingen op het resultaat (10 212)
Winst of verlies van de periode na
belastingen
28 849
toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
toerekenbaar aan de Groep 28 849

(1) Bevat voornamelijk kosten van het hoofdkantoor (EUR 15,3 miljoen) (2017: EUR 14,5 miljoen)) en kosten voor onderzoek en ontwikkeling (Corporate Programme) (EUR 2,2 miljoen (2017: EUR 2,3 miljoen)).

Overige informatie 2018

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAP- COMFORT AUTOMOBIEL ISOLATIE CORPORATE GECOMBINEERD TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN IFRS 11(B)
GECONSOLI- DEERD
(A)+(B)
Afschrijvingen en waardeverminderingen 12 605 4 505 16 144 6 588 681 40 523 (8 890) 31 633
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
(-terugnames) opgenomen in de winst of het
verlies
4 814 (430) 1 400 0 0 5 784 35 5 819
EBITDA 32 981 2 004 30 458 44 711 (16 801) 93 353 (12 954) 80 399
Investeringen 16 412 3 363 13 636 16 951 2 009 52 371 (7 384) 44 987

Bijzondere waardevermindering

In 2018 bedroegen de bijzondere waardeverminderingen EUR -5,8 miljoen; deze hebben betrekking op (i) goodwill in het Verenigd Koninkrijk (Soepelschuim (EUR -1,0 miljoen), (ii) (ii) niet-langer gebruikte materiële vaste activa in Soepelschuim (EUR -3,9 miljoen) na de sluiting van de fabriek in Catarroja (Spanje) en (iii) activa in Automobiel Interiors in Tsjechië (EUR -1,4 miljoen).

EBITDA

EBITDA per segment wordt becommentarieerd in het eerste deel van dit jaarverslag (hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur).

Balans per 31 december 2018

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPEL
SCHUIM
SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE ELIMINATIES GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11 (B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
ACTIVA
Segmentactiva 263 773 87 932 255 872 124 475 ( 77 837) 654 215 (143 636) 510 579
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 15 675 0 0 1 433 0 17 108 51 523 68 631
Niet-toegewezen activa 109 903 46 123 156 026
Totaal geconsolideerde activa 781 226 (45 990) 735 236
PASSIVA
Segmentpassiva 117 860 44 294 127 873 66 576 ( 77 604) 278 999 (40 835) 238 164
Niet-toegewezen verplichtingen 237 250 (5 155) 232 095
Totaal geconsolideerde passiva (zonder
eigen vermogen)
516 249 (45 990) 470 259

De niet-toegewezen activa bedragen EUR 109,9 miljoen en omvatten hoofdzakelijk de volgende elementen:

  • Financiële vorderingen voor EUR 17,0 miljoen
  • Terug te vorderen belastingen voor EUR 6,9 miljoen
  • Overige vorderingen (inbegrepen belastingskredieten) voor EUR 13,3 miljoen
  • Uitgestelde belastingvorderingen voor EUR 21,4 miljoen
  • Geldmiddelen en kasequivalenten voor EUR 36,8 miljoen.

De niet-toegewezen verplichtingen ten belope van EUR 237,3 miljoen (zonder eigen vermogen) omvatten voornamelijk de volgende elementen:

  • Voorzieningen voor pensioenen lange termijn voor EUR 55,9 miljoen
  • Voorzieningen voor pensioenen korte termijn voor EUR 4,7 miljoen
  • Overige voorzieningen lange termijn voor EUR 15,5 miljoen
  • Overige voorzieningen korte termijn voor EUR 2,7 miljoen
  • Uitgestelde belastingverplichtingen voor EUR 10,2 miljoen
  • Rentedragende financiële verplichtingen lange termijn voor EUR 29,7 miljoen
  • Rentedragende financiële verplichtingen korte termijn voor EUR 89,7 miljoen
  • Verschuldigde courante belastingen voor EUR 3,9 miljoen.

De samenstelling van de goodwill per segment per 31 december 2018

in duizend EUR
Groep Recticel GECOMBINEERD TOTAAL
(A)
AANPASSING VOOR
JOINT VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN IFRS 11 (B)
GECONSOLIDATEERD
(A)+(B)
Eurofoam 482 (482) 0
Duitsland 808 0 808
Nederland 253 0 253
Scandinavië 5 403 0 5 403
Verenigd Koninkrijk 3 044 0 3 044
Totaal Soepelschuim 9 990 (482) 9 508
Totaal Slaapcomfort 11 319 0 11 319
België 1 619 0 1 619
Verenigd Koninkrijk 908 0 908
Totaal Insolatie 2 527 0 2 527
0
Totaal goodwill 23 836 (482) 23 354

I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.4. II.2. II.3.

I.1.

Resultatenrekening voor de verslagperiode 2017

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPEL
SCHUIM
SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE ELIMINATIES GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11 (B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Externe opbrengsten 575 797 264 197 348 716 272 110 1 460 820
Inter-segment opbrengsten 50 329 7 897 1 651 227 (60 104) 0
Totale opbrengsten 626 126 272 094 350 367 272 337 (60 104) 1 460 820 (325 467) 1 135 353
BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT)
Niet-toegewezen bedrijfslasten (1) (16 821) 0 (16 821)
EBIT 17 704 9 598 4 117 33 484 0 48 082 (3 221) 44 861
Financieel resultaat (4 742)
Winst of verlies van de periode voor
belastingen
40 119
Belastingen op het resultaat (16 206)
Winst of verlies van de periode na
belastingen
23 913
toerekenbaar aan minderheidsbelangen 0
toerekenbaar aan de Groep 23 913

(1) Bevat voornamelijk kosten van het hoofdkantoor (EUR 14,5 miljoen) (2016: EUR 15,6 miljoen)) en kosten voor onderzoek en ontwikkeling (Corporate Programme) (EUR 2,3 miljoen (2016: EUR 3,0 miljoen)).

Overige informatie 2017

in duizend EUR
SOEPELSCHUIM SLAAP- COMFORT AUTOMOBIEL ISOLATIE CORPORATE GECOMBINEERD TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN IFRS 11 (B)
GECONSOLI- DEERD
(A)+(B)
12 714 4 597 14 196 6 659 861 39 027 (8 110) 30 917
172 141 6 696 0 0 7 009 0 7 009
30 590 14 336 25 009 40 144 (15 960) 94 119 (11 332) 82 787
11 968 3 182 36 100 14 096 2 928 68 274 (2 354) 65 920

Bijzondere waardevermindering

In 2017 bedroegen de bijzondere waardeverminderingen EUR -7,0 miljoen; deze hebben betrekking op (i) bijzondere waardevermindering op uitrusting in Automotive Interiors (EUR -6,7 miljoen) na de brand in de Most-fabriek in Tsjechië en (ii) ongebruikte materiële activa in Soepelschuim en Slaapcomfort (EUR -0,3 miljoen).

EBITDA

EBITDA per segment wordt becommentarieerd in het eerste deel van dit jaarverslag (hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur).

Balans per 31 december 2017

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPEL
SCHUIM
SLAAP
COMFORT
AUTOMOBIEL ISOLATIE ELIMINATIES GECOMBINEERD
TOTAAL
(A)
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11 (B)
GECONSOLI
DEERD
(A)+(B)
ACTIVA
Segmentactiva 283 945 113 990 261 917 122 047 ( 117 554) 664 345 (171 372) 492 973
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 15 110 0 0 1 490 0 16 600 59 642 76 241
Niet-toegewezen activa 140 205 20 744 160 948
Totaal geconsolideerde activa 821 149 (90 987) 730 162
PASSIVA
Segmentpassiva 138 658 55 302 116 512 78 943 ( 117 320) 272 096 (60 172) 211 924
Niet-toegewezen verplichtingen 287 267 (30 815) 256 452
Totaal geconsolideerde passiva (zonder eigen
vermogen)
559 363 (90 987) 468 376

I.1. I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.2.

II.4.

II.3.

De niet-toegewezen activa bedragen EUR 140,2 miljoen en omvatten hoofdzakelijk de volgende elementen:

  • Financiële vorderingen voor EUR 19,7 miljoen
  • Terug te vorderen belastingen voor EUR 3,3 miljoen
  • Overige vorderingen (inbegrepen belastingskredieten) voor EUR 17,2 miljoen
  • Uitgestelde belastingvorderingen voor EUR 26,7 miljoen
  • Geldmiddelen en kasequivalenten voor EUR 73,2 miljoen.

De niet-toegewezen verplichtingen ten belope van EUR 287,3 miljoen (zonder eigen vermogen) omvatten voornamelijk de volgende elementen:

  • Voorzieningen voor pensioenen lange termijn voor EUR 63,4 miljoen
  • Voorzieningen voor pensioenen korte termijn voor EUR 4,0 miljoen
  • Overige voorzieningen lange termijn voor EUR 17,1 miljoen
  • Overige voorzieningen korte termijn voor EUR 1,4 miljoen
  • Uitgestelde belastingverplichtingen voor EUR 10,3 miljoen
  • Rentedragende financiële verplichtingen lange termijn voor EUR 90,5 miljoen
  • Rentedragende financiële verplichtingen korte termijn voor EUR 81,6 miljoen
  • Verschuldigde courante belastingen voor EUR 2,9 miljoen.

De samenstelling van de goodwill per segment per 31 december 2017

in duizend EUR
Groep Recticel GECOMBINEERD TOTAAL (A) AANPASSING VOOR JOINT
VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B)
GECONSOLIDATEERD (A)+(B)
Eurofoam 488 (488) 0
Duitsland 806 0 806
Nederland 253 0 253
Scandinavië 5 434 0 5 434
Verenigd Koninkrijk 4 048 0 4 048
Totaal Soepelschuim 11 029 (488) 10 541
Totaal Slaapcomfort 11 073 0 11 073
België 1 619 0 1 619
Verenigd Koninkrijk 935 0 935
Totaal Insolatie 2 554 0 2 554
Proseat (Zetelkussens) 8 978 (8 978) 0
Totaal Automobiel 8 978 (8 978) 0
Totaal goodwill 33 634 (9 466) 24 168

Aanpassingen aan het bedrijfsresultaat (EBIT) (op een gecombineerde basis) per segment

in duizend EUR
Groep Recticel SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT AUTOMOBIEL ISOLATIE NIET
TOEGEWEZEN
GECOMBINEERD
TOTAAL
2018
Bijzondere waardeverminderingen (4 814) 430 (1 400) 0 0 (5 784)
Netto impact (zonder bijzondere waardeverminderingen) van het
brandincident in de Interiors-fabriek in Most (Tsjechië)
0 0 5 639 0 0 5 639
Reorganisatielasten (4 339) (4 851) (473) 0 (441) (10 104)
Overige (4 161) 13 (649) 0 (1 180) (5 977)
TOTAAL (13 314) (4 408) 3 117 0 (1 621) (16 226)
2017
Bijzondere waardeverminderingen (172) (141) (6 696) 0 0 (7 009)
Netto impact (zonder bijzondere waardeverminderingen) van het
brandincident in de Interiors-fabriek in Most (Tsjechië)
0 0 (1 092) 0 0 (1 092)
Reorganisatielasten (3 347) (630) 470 (194) 0 (3 701)
Overige (6 617) (160) 10 0 172 (6 595)
TOTAAL (10 136) (931) (7 308) (194) 172 (18 397)

Voor 2018

  • Bijzondere waardeverminderingen bedroegen EUR -5,8 miljoen en hebben betrekking op (i) goodwill in het Verenigd Koninkrijk (Soepelschuim) (EUR -1,0 miljoen), (ii) niet-gebruikte materiële activa in Soepelschuim (EUR -3,9 miljoen) na de sluiting van de fabriek in Catarroja (Spanje) en (iii) activa in Automotive Interiors in Tsjechië (EUR -1,4 miljoen).
  • De netto-impact van het brandincident in Most omvat aanvullende schadevergoedingen ontvangen na het brandincident van vorig jaar in Most (Tsjechische Republiek).
  • Herstructureringsmaatregelen (EUR -10 miljoen) in uitvoering van het rationalisatieplan van de Groep, omvatten: (i) verdere herstructureringskosten in Soepelschuim voor de sluiting van fabrieken in Catarroja (Spanje) en Buren (Nederland), (ii) in Slaapcomfort hoofdzakelijk de sluiting van de fabriek in Hassfurt (Duitsland) en (iii) enkele aanvullende rationaliseringsinitatieven in de Automobiel.
  • De 'overige' aanpassingen aan het bedrijfsresultaat (EBIT) (-6,0 miljoen EUR) hebben betrekking op kosten en vergoedingen voor lopende remediaties en rechtsgeschillen.

II.4.2.3.2. Geografische informatie en uitsplitsing van omzet

De activiteiten van de Groep vinden voornamelijk plaats in de Europese Unie.

Voor 2017

  • Bijzondere waardeverminderingen bedroegen EUR -7,0 miljoen en hebben betrekking op (i) bijzondere waardevermindering op uitrusting in Automotive Interiors (-6,7 miljoen EUR) na het brandincident in de Most-fabriek in Tsjechië en (ii) niet-gebruikte materiële en immateriële activa in Soepelschuim en Slaapcomfort (EUR -0,3 miljoen).
  • De netto financiële impact, zonder bijzondere waardeverminderingen, van het brandincident in Most bedraagt EUR -1,1 miljoen en omvat: bijkomende uitgaven, inefficiënties en verliezen op activa ten gevolge van de brand, afboekingen, herverzekeringskosten en compensatiebetalingen door de verzekeraars.
  • Aanvullende herstructureringsmaatregelen werden doorgevoerd in de uitvoering van het rationalisatieplan van de Groep, met inbegrip van de sluiting van de Soepelschuim-fabriek in Buren (Nederland) (EUR -1,8 miljoen), extra kosten met betrekking tot de Soepelschuimfabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) en in Slaapcomfort (Duitsland en Zwitserland) (EUR -0,6 miljoen).
  • Overige niet-recurrente elementen hebben vooral betrekking op gemaakte kosten en voorzieningen voor juridische kosten en geschillen.

Bedrijfsopbrengsten (per regio van bestemming)

De volgende tabel analyseert de bedrijfsopbrengsten en de vaste activa van de Groep naar de geografische markt.

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
België 134 531 149 549
Frankrijk 148 018 154 826
Duitsland 181 119 198 472
Verenigd Koninkrijk 157 132 151 642
Overige EU landen 318 347 307 886
Europese Unie 939 148 962 374
Overige 178 504 172 979
TOTAAL 1 117 652 1 135 353

Disaggregatie van gecombineerde omzet

in duizend EUR
Groep Recticel 2018
Comfortschuim 356 701
Technische Schuimen 264 783
Soepelschuim 621 484
Merkproducten 150 966
Merkloos/Huismerken 92 823
Slaapcomfort 243 789
Isolatie 271 166
Interiors 199 449
Seating 164 431
Automobiel 363 880
Eliminaties (52 056)
TOTAAL GECOMBINEERDE OMZET 1 448 264
Aanpassing voor joint ventures door toepassing van IFRS 11 (330 612)
TOTAAL GECONSOLIDEERDE OMZET 1 117 652
Tijdstip van omzetopname
Op een bepaald moment 1 426 046
Over een periode/in de tijd (matrijzen) 22 218

TOTAAL GECOMBINEERDE OMZET 1 448 264

De omzetopname in de tijd (EUR 22,2 miljoen) heeft betrekking op de verkoop van matrijzen in het segment Automobiel.

Afhankelijkheid van grote klanten

De Groep heeft geen klanten die meer dan 10% van de totale bedrijfsopbrengsten vertegenwoordigen. De top-10 klanten van de Groep vertegenwoordigt 27,5% (2017: 25,4%) van de totale geconsolideerde bedrijfsopbrengsten.

Immateriële activa – materiële vaste activa & vastgoedbeleggingen

in duizend EUR
Groep Recticel TOEVOEGINGEN, INCLUSIEF EIGEN PRODUCTIE
31 DEC 2018 31 DEC 2017 2018 2017
België 74 234 74 723 6 435 18 114
Frankrijk 38 030 37 398 4 192 1 279
Duitsland 12 287 17 576 2 121 5 050
Verenigd Koninkrijk 9 006 9 435 1 349 278
Overige EU landen 79 113 69 904 23 618 31 737
Europese Unie 212 670 209 036 37 714 56 458
Overige 35 206 33 400 7 272 8 874
TOTAAL 247 875 242 437 44 987 65 332

II.4.

I.1.

II.4.2.4. Winst- en verliesrekening

II.4.2.4.1. Brutowinst

De brutowinst steeg met 9,9% van 183,5 miljoen naar EUR 201,6 miljoen. De brutowinst 2017 werd negatief beïnvloed door EUR -30,0 miljoen niet-recurrente extra kosten als gevolg van alternatieve productieoplossingen na de brand in de Automotive Interiors-fabriek in Most (Tsjechië).

II.4.2.4.2. Algemene en administratieve kosten - Verkoop- en marketingkosten – Kosten voor onderzoek en ontwikkeling

De algemene en administratieve kosten daalden met EUR -7,9 miljoen tot EUR 70,6 miljoen (cfr. II.4.2.4.1. – Brutowinst). Verkoop- en marketingkosten stegen met EUR 3,1 miljoen tot EUR 72,6 miljoen. De stijging is voornamelijk het gevolg van hogere advertentie- en promotie-uitgaven in het segment Slaapcomfort als gevolg van de lancering van het nieuwe Geltex 2.0 productengamma.

Onderzoeks- en ontwikkelingskosten daalden met EUR 2,7 miljoen tot EUR 11,0 miljoen. De daling is voornamelijk te wijten aan ontvangen subsidies (EUR 1,4 miljoen) en andere compensaties (EUR 0,8 miljoen).

II.4.2.4.3. Overige bedrijfsopbrengsten en -lasten

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Overige bedrijfsopbrengsten 17 900 55 976
Overige bedrijfslasten (26 731) (28 344)
TOTAAL (8 831) 27 632
Reorganisatielasten, inclusief sluitingskosten site, verlieslatende contracten en opruimingskosten (10 104) (3 701)
Winst (verlies) op de vervreemding van materiële en immateriële vaste activa 671 853
Terugname/(afschrijvingen) op verbonden ondernemingen en verliezen op vorderingen (0) (529)
Overige opbrengsten 16 901 55 123
Overige lasten (16 299) (24 114)
TOTAAL (8 831) 27 632

Reorganisatielasten

In 2018 hebben reorganisatielasten voornamelijk betrekking op (i) verdere herstructureringskosten in Soepelschuim voor de sluiting van de fabrieken in Catarroja (Spanje) en Buren (Nederland), (ii) in Slaapcomfort, voornamelijk de sluiting van de fabriek in Hassfurt (Duitsland), en (iii) enkele extra rationaliseringsinspanningen in de automobielsector.

In 2017 hadden reorganisatielasten voornamelijk betrekking op Soepelschuim in Frankrijk en Nederland; op Slaapcomfort in Duitsland en Zwitserland; op Automobiel Interiors in Duitsland en op Isolatie in Frankrijk.

Winst (verlies) op vervreemding van materiële en immateriële activa

In 2018 heeft deze post voornamelijk betrekking op een meerwaarde op verkoop van uitrusting van Automobiel in België en China (EUR 0,3 miljoen) en in Soepelschuim in Nederland (EUR 0,4 miljoen).

In 2017 had deze rubriek betrekking op de meerwaarde bij de verkoop van machines van Automobiel Interiors in China.

Verlies op vorderingen

In 2017 had deze rubriek betrekking op de afschrijving van een financiële vordering op een niet-geconsolideerde dochteronderneminge en een geassocieerde vennootschap, beiden in vereffening (EUR -0,5 miljoen).

Overige opbrengsten en lasten

In 2018 omvatte de rubriek "Overige opbrengsten en lasten" voornamelijk:

  • (i) (de netto-impact van pensioenverplichtingen en andere personeelsbeloningen (EUR -1,4 miljoen), inclusief een inperkingseffect, extra servicekosten, andere sociale kosten en valuta-effecten op pensioenregelingen.
  • (ii) kosten van een industrieel incident (RAI Most: EUR -1,6 miljoen, andere: EUR -0,7 miljoen)
  • (iii) bijkomende juridische lasten en kosten in verband met claims ten gevolge de onderzoeken van de EC (Soepelschuim) (-3,2 miljoen EUR)
  • (iv) ontvangen royalty's (+0,1 miljoen EUR)
  • (v) netto-inkomsten uit verzekeringspremies (+1,1 miljoen EUR)
  • (vi) herfacturatie van diensten en goederen, huurgelden (EUR +2,3 miljoen)
  • (vii) omkering van overlopende posten voor sociale risico's (+1,0 miljoen EUR)
  • (viii) ontvangen schadevergoedingen (+7,7 miljoen EUR)
  • (ix) aanvullende voorzieningen voor risico's en kosten (-4,3 miljoen EUR)
  • (x) terugname van milieuvoorzieningen (+0,5 miljoen EUR)

In 2017 omvatte de rubriek "Overige opbrengsten en lasten" voornamelijk:

  • (i) (i) de netto impact van de brand in Most (EUR +28,9 miljoen), zonder de EUR -30,0 miljoen aan bijkomende kosten die werden opgenomen onder 'Kostprijs van de verkochte goederen'.
  • (ii) de netto impact van kwaliteitsproblemen bij een grondstofleverancier (EUR +1,9 miljoen)
  • (iii) de netto impact van pensioenverplichtingen (EUR -4,0 miljoen), inclusef additionele toegerekende lasten, overige sociale lasten en wisselkoersverschillen op pensioenplannen.
  • (iv) netto opbrengsten uit verzekeringspremies (EUR +2,5 miljoen).
  • (v) bijkomende juridische lasten en kosten in verband met claims ten gevolge de onderzoeken van de EC (Soepelschuim) (EUR -2,3 miljoen)
  • (vi) de doorfacturatie van diensten, goederen en huurinkomsten (EUR +0,7 miljoen)
  • (vii) bijkomende lasten voor verschillende operationele claims (EUR -0,5 miljoen)
  • (viii) ontvangen schadekosten in verband met een lekincident in de Soepelschuim-fabriek in Noorwegen (EUR +0,6 miljoen).
  • (ix) terugname van voorzieningen voor milieurisico's (EUR +0,5 miljoen)
  • (x) opbrengsten uit royalties (EUR +0,6 miljoen)
  • (xi) opbrengsten uit belastingskredieten voor onderzoeksuitgaven (EUR +1,3 miljoen).

II.4.2.4.4. Bedrijfresultaat (EBIT)

De componenten (per natuur) van EBIT zijn als volgt:

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Bedrijfsopbrengsten 1 117 652 100% 1 135 353 100%
Aankopen en voorraadwijzigingen (549 563) -49,2% (579 864) -51,1%
Overige goederen en diensten (216 687) -19,4% (244 864) -21,6%
Personeelslasten (291 647) -26,1% (292 802) -25,8%
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen van vaste
activa
(29 997) -2,7% (29 349) -2,6%
Bijzondere waardeverminderingen op vaste activa (5 819) -0,5% (7 009) -0,6%
Terugname/(Waardeverminderingen) op investeringen in verbonden
ondernemingen
(0) 0,0% 0 0,0%
Terugname/(Waardeverminderingen) op voorraden en vorderingen (152) 0,0% (2 682) -0,2%
Terugname/(Waardeverminderingen) op vorderingen (2) 0,0% 304 0,0%
Afschrijvingen van uitgestelde lange termijn betalingen en
voorschotten
(1 637) -0,1% (1 569) -0,1%
Voorzieningen (9 428) -0,8% (3 467) -0,3%
Waardevermeerderingen/(-verminderingen) op deelnemingen 0 0,0% (13) 0,0%
Eigen productie 4 908 0,4% 8 822 0,8%
Overige opbrengsten 1 37 104 3,3% 78 385 6,9%
Overige lasten 2 (21 956) -2,0% (18 773) -1,7%
Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures 10 170 0,9% 2 390 0,2%
Bedrijfresultaat (EBIT) 42 947 3,8% 44 861 4,0%
1 Overige opbrengsten 2018 2017
Doorfacturatie van uitgaven 10 406 11 747
Verzekeringspremies 2 484 2 496
Vergoedingen 8 837 48 158
Subsidies 2 858 1 554
Dienstvergoedingen 623 1 840
Royalties 244 798
Meerwaarde op verkoop materiële activa 976 890
Meerwaarde op sale & lease backs 23 39
Operationele lease opbrengsten 2 168 2 254
Overige 8 485 8 609
Totaal 37 104 78 385
2 Overige lasten
Operationele belastingen (6 301) (6 037)
Vergoedingen voor claims (1 099) (176)
Schadeclaim (2 341) (1 864)
Terug te betalen uitgaven (1 873) 0
Verlies op verkoop materiële activa (328) 0
Afschrijvingen op materiële activa a (2 342) (3 307)
Verlies op de realisatie van handelsvorderingen (355) (334)
Verlies op de realisatie van financiële vorderingen 0 (434)
Verlies op sale & lease backs 0 (53)
Overige (7 317) (6 569)
Totaal (21 956) (18 773)

a Heeft voornamelijk betrekking op de vernietigde activa na de brand in Most (Tsjechië)

I.1. I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.4. II.2. II.3.

Bedrijfsopbrengsten: alle segmenten behalve Automobiel rapporteerden een lagere omzet als gevolg van wisselkoersverschillen en algemene zwakke marktomstandigheden in de sectoren duurzame consumptiegoederen en automobiel tijdens de tweede helft van het jaar. Meer details per segment zijn te vinden in de commentaren op de gecombineerde cijfers in het Verslag van de Raad van Bestuur.

Aankopen en wijzigingen in voorraden namen

hoofdzakelijk af als gevolg van lagere prijzen van chemische grondstoffen.

Overige goederen en diensten omvatten transportkosten (EUR 52,7 miljoen versus EUR 53,6 miljoen in 2017), operationele lease-uitgaven (EUR 29,3 miljoen versus EUR 31,7 miljoen in 2017), benodigdheden (EUR 23,8 miljoen versus EUR 23,7 miljoen in 2017), honoraria (EUR 16,2 miljoen versus EUR 17,6 miljoen in 2017), herstellings- en onderhoudskosten (EUR 16,5 miljoen versus EUR 18,3 miljoen in 2017), advertentie- en handelsbeurskosten (EUR 15,7 miljoen versus EUR 13,2 miljoen in 2017), reiskosten (EUR 8,7 miljoen versus EUR 8,2 miljoen in 2017), administratieve uitgaven (EUR 9,1 miljoen versus EUR 8,4 miljoen in 2017), verzekeringskosten (EUR 5,3 miljoen versus EUR 5,1 miljoen in 2017), afvalverwijderings- en milieukosten (EUR 4,8 miljoen versus EUR 4,5 miljoen in 2017) en beveiligingsuitgaven (EUR 1,9 miljoen versus EUR 2,0 miljoen in 2017).

II.4.2.4.5. Financieel resultaat

Bovendien omvatte dit in 2017 EUR -30,0 miljoen eenmalige kosten als gevolg van alternatieve productieoplossingen en operationele inefficiënties na het brandincident in de fabriek in Most (Automobiel Interiors - Tsjechië).

Personeelslasten stegen licht voornamelijk als gevolg van looninflatie.

Overige opbrengsten daalden tegenover 2017. 2017 werd voornamelijk beïnvloed door de ontvangen vergoedingen in de context van het brandincident in Most, de kwaliteitsproblemen met grondstoffen bij een leverancier en het lekincident in de Soepelschuimfabriek in Noorwegen.

De hogere inkomsten van joint ventures en geassocieerde vennootschappen wordt hoofdzakelijk verklaard door ontvangen compensaties (EUR +0,9 miljoen), de terugname van voorzieningen (EUR +1,5 miljoen) en een betere operationele performantie bij Eurofoam.

in duizend EUR
2018 2017
(19) (803)
(296) (251)
(759) (1 213)
(2 097) (2 043)
(3 171) (4 310)
72 47
516 506
588 553
(95) (419)
51 44
(44) (375)
(2 627) (4 133)
71 3 204
(759) (967)
19 15
(645) (2 327)
(1 385) (3 280)
56 (534)
(1 259) (610)
(3 886) (4 742)

De lagere financieringskosten vloeien voort uit (i) de terugbetaling van een converteerbare obligatie van 5% (juli 2017), (ii) een commercial paper-programma tegen een lagere rente en (iii) een lager gemiddeld schuldniveau.

II.4.2.4.6. Belastingen op het resultaat

1. Belastingen op het resultaat

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Opgenomen in de winst- en verliesrekening
Courante belastingen op het resultaat:
Lopend boekjaar (7 788) (5 184)
Aanpassingen met betrekking tot vorig boekjaar (1) 4 534 (802)
Totaal courante belastingen (3 254) (5 986)
Uitgestelde belastingen:
Ontstaan en omkering van tijdelijke verschillen (813) (486)
Aanwending fiscale verliezen die voorheen werden opgenomen asl uitgestelde belastingsactiva (2) (3 936) (7 489)
Aanwending fiscale verliezen ten gevolge van de belastingshervorming in België (2 241) (4 492)
Effect van wijzigingen in de belastingsvoeten op uitgestelde belastingen 32 2 246
Totaal uitgestelde belastingen (6 958) (10 221)
Algemeen totaal (A) (10 212) (16 207)

(1) 2018: voornamelijk met betrekking tot belastingteruggaven die in Duitsland moeten worden ontvangen. (2) Het gebruik van de fiscale verliezen van vorige jaren (EUR -3,9 miljoen tegenover EUR -7,5 miljoen in 2017) wordt voornamelijk verklaard door het Verenigd Koninkrijk (EUR -2,9 miljoen) en België (EUR -1,0 miljoen).

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Aansluiting effectief belastingtarief
Winst voor belastingen 39 061 40 119
Minus winst of verlies van geassocieerde deelnemingen (10 170) (2 390)
Winst voor belastingen en voor het aandeel in de winst of het verlies van geassocieerde deelnemingen 28 891 37 729
Belastingen aan het toepasselijke belastingtarief (B) (8 546) (12 824)
Toepasselijke belastingsvoet 29,58% 33,99%
Belastingeffect van niet-aftrekbare kosten en niet-belastbaar inkomen (1 090) (1 128)
Gebruik van fiscale verliezen die eerder werden erkend als uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van de nieuwe
belastinghervorming in België
(2 241) (4 492)
Belastingeffect van actuele en uitgestelde belastingaanpassingen met betrekking tot voorgaande jaren (1 060) (978)
Belastingeffect van niet eerder erkende fiscale verliezen 1 141 0
Effect van verschillende belastingtarieven van dochterondernemingen die in andere rechtsgebieden actief zijn 2 237 1 339
Effect van wijzigingen in belastingtarieven op uitgestelde belastingen 32 2 246
Overige (685) (370)
Belastingslasten voor het jaar (10 212) (16 207)
in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Uitgestelde belastingopbrengsten/(-lasten) rechtstreeks opgenomen in eigen vermogen
Wijziging in boekhoudregels 1 247 0
Impact van IAS 19R op het eigen vermogen (619) 483
Impact van wisselkoerswijzigingen 19 (57)
Op het effectief gedeelte van de wijziging in reële waarde van de kasstroomindekkingen 0 (776)
Totaal 647 (350)

2. Uitgestelde belastingsactiva en -verplichtingen

in duizend EUR
31 DEC 2018 31 DEC 2017
Groep Recticel UITGESTELDE
BELASTING
VORDERINGEN
UITGESTELDE
BELASTING
VERPLICH-TINGEN
UITGESTELDE
BELASTING
VORDERINGEN
UITGESTELDE
BELASTING
VERPLICH-TINGEN
Opgenomen uitgestelde belastingen
Immateriële activa 10 036 (824) 12 370 (832)
Materiële vaste activa 21 715 (15 982) 23 937 (18 333)
Beleggingen 0 (1 213) 0 (1 197)
Voorraden 952 (1 338) 698 (528)
Vorderingen 1 263 (998) 485 (3 031)
Indekkingen (eigen vermogen) 0 0 117 0
Andere activa 2 640 0 628 0
Voorzieningen voor pensioenen 12 920 0 14 538 0
Andere voorzieningen 4 663 (6 262) 6 055 (5 839)
Andere verplichtingen 1 553 (2 293) 1 248 (6 524)
Notionele interestaftrek 0 0 4 550 0
Fiscaal overdraagbare verliezen/belastingvorderingen 159 886 0 162 388 0
Totaal 215 628 (28 910) 227 014 (36 284)
Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen (1) (175 900) 0 (173 602) 0
Saldering (2) (19 260) 19 260 (27 171) 27 171
Totaal (zoals aangegeven in de balans) 20 468 (9 650) 26 241 (9 113)

(1) De wijziging van EUR -2,3 miljoen (EUR 175,9 miljoen versus EUR 173,6 miljoen) is hoofdzakelijk verklaard door de waarde-aanpassing op uitgestelde belastingsvorderingen voor EUR +4,1 miljoen, door het effect van een wijziging in de belastingsvoet voor EUR +0,6 miljoen, door het effect op het eigen vermogen voor EUR -4,1 miljoen door toepassing van IFRS 15 en in verband met pensioenen onder IAS 19R, en het effect van wisselkoersverschillen voor EUR -2,9 miljoen.

(2) Volgens IAS 12 (Belastingen op het resultaat) zouden uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen, onder bepaalde voorwaarden, gesaldeerd moeten worden als ze door een identieke fiscale autoriteit geheven worden.

De overgedragen fiscale verliezen - gerangschikt volgens vervaldatum:

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Binnen 1 jaar 1 563 15 297
Binnen 2 jaar 4 751 4 391
Binnen 3 jaar 69 882 68 391
Binnen 4 jaar 6 612 4 078
Binnen 5 jaar of meer 129 763 139 760
Zonder tijdslimiet 350 389 360 493
Totaal 562 960 592 410

Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2018:

in duizend EUR
Groep Recticel TOTAAL POTENTIËLE
ACTIEVE BELASTINGS
LATENTIES
OPGENOMEN ACTIEVE
BELASTINGS-LATENTIES
WAARDE
VERMINDERINGEN
Overgedragen fiscale verliezen (*) 159 886 23 752 136 134
Notionele interestaftrek (*) 0 0 0
Materiële vaste activa 21 715 2 430 19 285
Voorzieningen voor pensioenen 12 922 5 227 7 695
Andere voorzieningen 4 663 939 3 724
Andere tijdelijke verschillen 16 442 7 380 9 062
Totaal voor saldering 215 628 39 728 175 900

(*) Per 31/12/2018, werden overgedragen fiscale verliezen en notionele interestaftrekken voor EUR 23,8 miljoen (2017: EUR 32,6 miljoen) opgenomen op een totaal van overdraagbare belastingsverliezen van EUR 563,0 milljoen (2017: EUR 592,4 miljoen). Deze belastingsactiva vertegenwoordigen belastbare winsten die realiseerbaar zijn in een voorzienbare toekomst.

II.4.

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

I.7. Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2017:

in duizend EUR
Groep Recticel TOTAAL POTENTIËLE
ACTIEVE BELASTINGS
LATENTIES
OPGENOMEN ACTIEVE
BELASTINGS
LATENTIES
WAARDE
VERMINDERINGEN
Overgedragen fiscale verliezen (*) 162 388 32 636 129 752
Notionele interestaftrek (*) 4 550 0 4 550
Materiële vaste activa 23 937 3 628 20 309
Voorzieningen voor pensioenen 14 538 6 830 7 708
Andere voorzieningen 6 057 2 106 3 951
Andere tijdelijke verschillen 15 544 8 212 7 332
Totaal voor saldering 227 014 53 412 173 602

(*) Per 31/12/2017, werden overgedragen fiscale verliezen en notionele interestaftrekken voor EUR 32,6 miljoen (2016: EUR 37,8 miljoen) opgenomen op een totaal van overdraagbare belastingsverliezen van EUR 592,4 milljoen (2016: EUR 617,8 miljoen). Deze belastingsactiva vertegenwoordigen belastbare winsten die realiseerbaar zijn in een voorzienbare toekomst.

Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of

II.4.2.4.7. Dividenden

Bedragen opgenomen als uitkeringen aan aandeelhouders in de verslagperiode.

Dividend voor de periode die afsluit op 31 december 2017 van EUR 0,22 per aandeel.

Voorgesteld dividend voor de periode die afsluit op 31 december 2018 van EUR 0,24 per aandeel, of in totaal voor alle uitstaande aandelen EUR 13.254.483 (2017: EUR 12.050.799),

II.4.2.4.8. Gewone winst per aandeel

Uit voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten

De berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel is gebaseerd op de volgende gegevens:

Groep Recticel 2018 2017 Netto winst (verlies) over de periode (in duizend EUR) 28 849 23 913 Netto winst (verlies) uit voortgezette activiteiten 28 849 23 913 Netto winst (verlies) uit beëindigde activiteiten 0 0 Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen Gewone aandelen op 01 januari (zonder ingekochte eigen aandelen) 54 449 557 53 735 720 Uitgeoefende warrants 450 655 713 837 Gewone aandelen op 31 december (zonder ingekochte eigen aandelen) 54 900 212 54 449 557 Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen 54 659 774 54 110 396

in EUR
Groep Recticel 2018 2017
Gewone winst (verlies) per aandeel 0,53 0,44
Gewone winst (verlies) per aandeel uit voortgezette activiteiten 0,53 0,44
Gewone winst (verlies) per aandeel uit stopgezette activiteiten 0,00 0,00

indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastinglatenties erkend op de niet-uitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, daar de impact niet materieel is.

inclusief het gedeelte toewijsbaar aan de eigen aandelen (treasury shares).

Het voorgestelde dividend moet worden goedgekeurd door de aandeelhouders op de jaarlijkse Algemene Vergadering en is niet opgenomen als een verplichting in deze jaarrekening.

II.4.2.4.9. Verwaterde winst per aandeel

Berekening van de verwaterde winst (verlies) per aandeel:

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Verwaterende elementen
Netto winst (verlies) uit de voortgezette activiteiten 28 849 23 913
Converteerbare obligatielening (2) 0 791
Winst (verlies) toerekenbaar aan de gewone houders van eigen-vermogensinstrumenten van de
moederonderneming inclusief veronderstelde conversies
28 849 24 704
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen 54 659 774 54 110 396
Aandelenoptieplannen - warranten (1) 433 521 318 464
Converteerbare obligatielening (2) 0 3 512 841
Gewogen gemiddeld aantal aandelen voor de verwaterde winst per aandeel 55 093 295 57 941 701
Groep Recticel 2018 2017
Verwaterde winst (verlies) per aandeel 0,52 0,43
Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette activiteiten 0,52 0,43
Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit stopgezette activiteiten 0,00 0,00
2018 2017
Winstverhogende elementen
Invloed op de resultaten van voortgezette activiteiten
Converteerbare obligatielening (2) 0 0
Invloed op gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen
Aandelenoptieplan - warranten - "out-of-the-money" (1) 57 256 66 691
Converteerbare obligatielening (2) 0 0

(1) Per 31 december 2018 waren alle warrantplannen vanaf april 2014 'in-the-money', uitgezonderd het plan van april 2018 dat 'out-of-the-money' was. De uitstaande

warrantplannen die 'out-of-the-money' zijn worden als winstverhogend beschouwd. (2) De converteerbare obligatielening werd volledig terugbetaald op 23 juli 2017.

I.1.

I.2.

II.4.2.5. Balans

II.4.2.5.1. Immateriële activa

Voor de verslagperiode 2018:

in duizend EUR
Groep Recticel ONTWIKKELINGS
KOSTEN
CONCESSIES,
OCTROOIEN EN
LICENTIES
CLIËNTEEL EN
HANDELS
FONDSEN
OVERIGE
IMMATERIËLE
ACTIVA
ACTIVA IN AANBOUW
EN VOORUIT
BETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Aanschaffingswaarde 14 411 48 720 9 574 260 6 716 79 682
Geaccumuleerde afschrijvingen (12 920) (36 544) (9 574) (241) (249) (59 528)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
0 (6 300) 0 0 (1 531) (7 831)
Netto boekwaarde per einde van de vorige
verslagperiode
1 491 5 876 0 19 4 936 12 323
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Aanschaffingen, met inbegrip van interne
productie
0 139 0 (2) 2 450 2 586 (1)
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0
Afschrijving opgenomen als last (716) (1 904) (0) (9) (0) (2 629)
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0 0 0 19 (0) 19 (2)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 149 2 124 0 (16) (2 474) (217)
Wisselkoersverschillen (4) (32) 0 (0) (0) (37)
Per einde van de verslagperiode 920 6 203 0 12 4 910 12 045
Aanschaffingswaarde 14 820 50 802 9 568 262 6 693 82 145
Geaccumuleerde afschrijvingen (13 853) (38 271) (9 568) (250) (252) (62 194)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(47) (6 328) 0 0 (1 531) (7 906)
Netto boekwaarde per einde van de
verslagperiode
920 6 203 0 12 4 910 12 045
Gebruiksduur (in jaren) 3-5 3-10 5-10 5 maximum n.a.
Aanschaffingen Overdrachten
Cash out voor aanschaffingen immateriële activa (3 205) Cash in uit overdrachten immateriële activa 110
Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal 619 Overdrachten opgenomen in werkkapitaal (91)
(1) Totaal aanschaffingen immateriële activa (2 586) (2) Totaal overdrachten immateriële activa 19

Zie ook II.4.2.1.8. - Kritische boekhoudkundige beoordeling en belangrijkste bronnen van onzekerheid.

In 2018 bedroegen de totale aanschaffingen en de interne productie van immateriële activa EUR 2,6 miljoen in vergelijking met EUR 3,2 miljoen in de vorige verslagperiode. De investeringen in immateriële activa hadden in 2018 voornamelijk betrekking op "Activa in aanbouw & vooruitbetalingen" die verband houden met nieuwe ontwikkelings- en licentiekosten voor het uitrollen van het SAP informaticaplatform (EUR 2,3 miljoen) en met de kapitalisatie van ontwikkelingskosten voor Automobiel Interiors projecten (EUR 0,3 miljoen).

Voor de verslagperiode 2017:

in duizend EUR
Groep Recticel ONTWIKKELINGS
KOSTEN
CONCESSIES,
OCTROOIEN EN
LICENTIES
CLIËNTEEL EN
HANDELS
FONDSEN
OVERIGE
IMMATERIËLE
ACTIVA
ACTIVA IN AANBOUW
EN VOORUIT
BETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Aanschaffingswaarde 14 296 47 318 8 507 328 5 928 76 377
Geaccumuleerde afschrijvingen (12 431) (35 088) (8 494) (282) (143) (56 438)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
0 (6 303) 0 0 (1 531) (7 834)
Netto boekwaarde per einde van de vorige
verslagperiode
1 865 5 927 13 47 4 253 12 105
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Aanschaffingen, met inbegrip van interne
productie
19 201 (0) 0 2 960 3 180 (1)
Bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0
Afschrijving opgenomen als last (757) (1 883) (16) (19) (109) (2 785)
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0 (32) 0 0 (121) (153) (2)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 318 1 705 3 (8) (2 055) (37)
Wisselkoersverschillen 47 (42) 0 0 7 13
Per einde van de verslagperiode 1 492 5 876 0 19 4 936 12 323
Aanschaffingswaarde 14 411 48 720 9 574 260 6 716 79 682
Geaccumuleerde afschrijvingen (12 920) (36 544) (9 574) (241) (249) (59 528)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
0 (6 300) 0 0 (1 531) (7 831)
Netto boekwaarde per einde van de
verslagperiode
1 491 5 876 0 19 4 936 12 323
Gebruiksduur (in jaren) 3-5 3-10 5-10 5 maximum n.a.
Aanschaffingen Overdrachten
Cash out voor aanschaffingen immateriële activa (3 124) Cash in uit overdrachten immateriële activa 107
Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal (56) Overdrachten opgenomen in werkkapitaal 45
(1) Totaal aanschaffingen immateriële activa (3 180) (2) Totaal overdrachten immateriële activa 153

In 2017 bedroegen de totale aanschaffingen en de interne productie van immateriële activa EUR 3,2 miljoen in vergelijking met EUR 2,1 miljoen in de vorige verslagperiode. De investeringen in immateriële activa hadden in 2017 voornamelijk betrekking op "Activa in aanbouw & vooruitbetalingen" die verband houden met nieuwe ontwikkelings- en licentiekosten voor het uitrollen van het SAP informaticaplatform (EUR 2,0 miljoen) en met de kapitalisatie van ontwikkelingskosten voor Automobiel Interiors projecten (EUR 0,5 miljoen).

II.4.2.5.2. Materiële vaste activa

Voor de verslagperiode 2018:

in duizend EUR
Groep Recticel TERREINEN EN GEBOUWEN INSTALLATIES,
MACHINES EN
UITRUSTING
MEUBILAIR EN ROLLEND
MATERIEEL
FINANCIËLE LEASE OVERIGE
MATERIËLE VASTE ACTIVA
ACTIVA IN AANBOUW EN
VOORUIT- BETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Aanschaffingswaarde 174 573 509 343 25 562 44 751 1 146 23 248 778 622
Geaccumuleerde afschrijvingen (117 173) (381 437) (21 422) (16 410) (1 060) (240) (537 741)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(1 258) (12 741) (2) (76) 0 (21) (14 098)
Netto boekwaarde per einde van de vorige
verslagperiode
56 142 115 165 4 139 28 265 86 22 987 226 783
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Aanschaffingen, inclusief interne productie 665 2 212 484 0 10 39 030 42 400 (1)
Bijzondere waardeverminderingen (2 705) (2 061) (10) 0 0 0 (4 777)
Afschrijving opgenomen als last (3 628) (21 037) (1 758) (925) (21) 0 (27 368)
Overdrachten en buitengebruikstellingen 0 (162) (1) (29) 0 (279) (471) (2)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 19 422 26 194 1 334 8 (3) (46 772) 182
Wisselkoersverschillen (49) (473) (13) (0) (3) 90 (448)
Herclassering naar activa bestemd voor verkoop (3 761) 0 0 0 0 0 (3 761)
Per einde van de verslagperiode 66 086 119 838 4 174 27 319 70 15 055 232 541
Aanschaffingswaarde 187 887 526 968 25 945 44 698 1 112 15 315 801 925
Geaccumuleerde afschrijvingen (117 837) (394 780) (21 749) (17 303) (1 043) (238) (552 951)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(3 964) (12 350) (21) (76) 0 (22) (16 432)
Netto boekwaarde per einde van de
verslagperiode
66 086 119 838 4 174 27 319 70 15 055 232 541
Aanschaffingen Overdrachten
Cash out voor aanschaffingen materiële vaste
activa
(45 873) Cash in van overdrachten materiële vaste activa 453
Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal 3 473 Overdrachten opgenomen in werkkapitaal 19

(1) Totaal aanschaffingen materiële vaste activa (42 400) (2) Totaal overdrachten materiële vaste activa 471

Zie ook II.4.2.1.8. - Kritische boekhoudkundige beoordeling en belangrijkste bronnen van onzekerheid.

Voor de verslagperiode 2017:

in duizend EUR
Groep Recticel TERREINEN EN
GEBOUWEN
INSTALLATIES,
MACHINES EN
UITRUSTING
MEUBILAIR EN
ROLLEND
MATERIEEL
FINANCIËLE LEASE OVERIGE
MATERIËLE
VASTE ACTIVA
ACTIVA IN
AANBOUW EN
VOORUIT
BETALINGEN
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode
Aanschaffingswaarde 181 487 498 464 24 912 35 319 5 076 18 307 763 565
Geaccumuleerde afschrijvingen (114 877) (385 022) (20 803) (15 805) (1 325) (79) (537 910)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(1 302) (7 059) (3) (76) (984) (24) (9 447)
Netto boekwaarde per einde van de vorige
verslagperiode
65 308 106 383 4 106 19 438 2 767 18 205 216 207
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Aanschaffingen, inclusief interne productie 464 4 936 770 9 300 7 46 675 62 152 (1)
Bijzondere waardeverminderingen 0 (6 868) 0 0 0 (141) (7 009)
Afschrijving opgenomen als last (3 771) (20 080) (1 846) (701) (22) (158) (26 578)
Overdrachten en buitengebruikstellingen (8 827) (3 330) (72) 0 0 (2 395) (14 623) (2)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 2 993 35 052 1 248 228 (2 663) (39 000) (2 142)
Wisselkoersverschillen (26) (929) (68) (0) (3) (197) (1 222)
Per einde van de verslagperiode 56 142 115 165 4 139 28 265 86 22 987 226 783
Aanschaffingswaarde 174 573 509 343 25 562 44 751 1 146 23 248 778 622
Geaccumuleerde afschrijvingen (117 173) (381 437) (21 422) (16 410) (1 060) (240) (537 741)
Geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingen
(1 258) (12 741) (2) (76) 0 (21) (14 098)
Netto boekwaarde per einde van de
verslagperiode
56 142 115 165 4 139 28 265 86 22 987 226 783
Aanschaffingen Overdrachten
Cash out voor aanschaffingen materiële vaste
activa
(61 061)
Cash in van overdrachten materiële vaste activa
12 746
Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal Overdrachten opgenomen in werkkapitaal
(1 091)
1 878
(1) Totaal aanschaffingen materiële vaste
activa
(62 152) (2) Totaal overdrachten materiële vaste activa 14 623

I.1.

I.2.

I.3. De totale aanschaffing van materiële vaste activa bedroeg EUR 42,4 miljoen in vergelijking met EUR 62,2 miljoen tijdens de vorige verslagperiode. De toename wordt voornamelijk verklaard door een combinatie van nieuwe investeringen in (i) de greenfield Isolatiefabriek in Finland, (ii) de nieuwe Soepelschuim verwerkingseenheden in China en Marokko en (iii) Automobiel Interiors voor de ontwikkeling van de Interiors activiteiten in China.

Op 31 december 2018 was de Groep contractuele verbintenissen aangegaan in verband met de verwerving van materiële vaste activa voor EUR 10,5 miljoen (2017: EUR 2,4 miljoen).

In 2018, werden bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winst- en verliesrekeningen die voornamelijk betrekking hadden op (i) goodwill in het Verenigd Koninkrijk (Soepelschuim) (EUR -1,0 miljoen), (ii) niet-gebruikte materiële activa in Soepelschuim (EUR -3,9 miljoen) na de sluiting van de fabriek in Catarroja (Spanje) en (iii) activa in Automotive Interiors in Tsjechië (EUR -1,4 miljoen).

In 2017, werden bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winst- en verliesrekeningen die voornamelijk betrekking hadden op de vervanging van de vernietigde activa bij Automobiel Interiors na het brandincident in de fabriek in Most (Tsjechië) (EUR -6,7 miljoen).

In 2017 weerspiegelt 'Overdrachten en buitengebruikstellingen' (i) de verkoop en terughuur van een Isolatie-gebouw in België (EUR -8,8 miljoen), (ii) de afschrijving van vernietigde activa na de brand in de Interiors-fabriek Most ( EUR -3,3 miljoen) en (iii) de verkoop van machines in Interiors China (EUR -2,4 miljoen).

In 2018 heeft 'Herclassering bestemd voor verkoop' (EUR 3,8 miljoen) betrekking op twee gebouwen; één in Espelkamp (Duitsland), die wordt verhuurd aan de Automotive joint venture Proseat, en één in Hassfurt (Duitsland) (Slaapcomfort).

In 2017 heeft 'Herklassering naar activa aangehouden voor verkoop' (EUR 2,6 miljoen) betrekking op het gebouw (Soepelschuim) in Legutiano (Spanje).

II.4.2.5.3. Activa onder financiële lease

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Totaal terreinen en gebouwen 27 308 28 259
Totaal installaties, machines en uitrusting 11 0
Totaal meubilair en rollend materieel 0 6
Totaal activa onder financiële lease 27 319 28 265
Vaste activa onder financiële lease - Bruto 44 698 44 751
Vaste activa onder financiële lease - Geaccumuleerde afschrijvingen (17 303) (16 410)
Vaste activa onder financiële lease - Bijzondere waardeverminderingen (76) (76)
Vaste activa onder financiële lease 27 319 28 265

II.4.2.5.4. Dochterondernemingen, entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde deelnemingen

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

II.1.

II.2.

II.4.

II.3.

I.7.

De hieronder weergegeven deelnemingspercentages komen, tenzij anders aangegeven, overeen met de stemrechtenpercentages.

1. INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN (Dochterondernemingen)

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2018 31 DEC 2017
Oostenrijk
Sembella GmbH Aderstrasse 35 - 4850 Timelkam 100,00 100,00
België
s.c. sous forme de s.a. Balim b.v. onder vorm van n.v. Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere 100,00 100,00
s.a. Finapal n.v. Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere 100,00 100,00
s.a. Recticel International Services n.v. Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere 100,00 100,00
s.a. Recticel UREPP Belgium n.v. Damstraat 2 - 9230 Wetteren 100,00 100,00
China
Ningbo Recticel Automotive Parts Co. Ltd. 525, Changxing Road, (C Area of Pioneer Park) Jiangbei District, Ningbo Municipality 100,00 100,00
Recticel Foams (Shanghai) Co Ltd 525, Kang Yi Road - Kangyiao Industrial Zone, 201315 Shanghai 100,00 100,00
100,00 100,00
Shenyang Recticel Automotive Parts Co Ltd 12, Hangtian Road - Dongling District, 110043 Shenyang City
Shenyang Recticel II Automotive Parts Co Ltd 70, Dawang Road - Dadong District, 11043 Shenyang City 100,00 100,00
Beijing Recticel Automotive parts CO Ltd 32A, Block Yi, No. 15, Jingsheng Nan Si Jie, Jingiao Science -(a) 100,00
Langfang Recticel Automotive Parts Co Ltd 10, Anjin Road - Anci Industrial Zone, 065000 Langfang City 100,00 100,00
Changchun Recticel Automotive Parts Co Ltd. Intersection of C19 Rd. and C43 St. in Automotive industry Development Zone; 13000 Changchun, Jilin Province 100,00 100,00
Recticel Flexible Foam (Wuxi) Co Ltd No 30, Wanquan Road; Xishan Economic and Technological Developement Zone, Wuxi City 100,00 100,00
Tsjechië
RAI Most s.r.o. Moskevska 3055 - Most 100,00 100,00
Recticel Czech Automotive s.r.o. Chuderice-Osada 144 - 418,25 Bilina 100,00 100,00
Recticel Interiors CZ s.r.o. Plazy, 115 - PSC 293 01 Mlada Boleslav 100,00 100,00
Estland
Recticel ou Pune Tee 22 - 12015 Tallin 100,00 100,00
Finland
Recticel oy
Nevantie 2, 45100 Kouvola 100,00 100,00
Recticel Insulation oy Nevantie 2, 45100 Kouvola 100,00 100,00
Frankrijk
Recticel s.a.s.
Recticel Insulation s.a.s.
71, avenue de Verdun - 77470 Trilport (since 1 March 2019)
1, rue Ferdinand de Lesseps - 18000 Bourges
100,00
100,00
100,00
100,00
Duitsland
Recticel Automobilsysteme GmbH Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter 100,00 100,00
Recticel Deutschland Beteiligungs GmbH Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid 100,00 100,00
Recticel Grundstücksverwaltung GmbH Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter 100,00 100,00
Recticel Dämmsysteme Gmbh (formerly Recticel Handel GmbH) Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter 100,00 100,00
Recticel Schlafkomfort GmbH Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid 100,00 100,00
Recticel Verwaltung GmbH & Co. KG Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter 100,00 100,00
Luxemburg
Recticel RE s.a. 23, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg 100,00 100,00
Recticel Luxembourg s.a. 23, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg 100,00 100,00
India
Recticel India Private Limited 407, Kapadia Chambers, 599 JSS Road, Princess Street, Marine Lines (East), 400002 Mumbai Maharashtra 100,00 100,00
Marokko
Recticel Mousse Maghreb s.à.r.l.
31 Avenue Prince Héritier, Tanger 100,00 100,00
Recticel Maroc s.à.r.l.a.u. Ilot K, Module 4, Atelier 2, Zone Franche d'Exportation de Tanger 100,00 100,00
Nederland
Enipur Holding B.V. Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren 100,00 100,00
Recticel B.V. Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren 100.00 100.00
Recticel Holding Noord B.V. Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren 100.00 100.00
Recticel International B.V. Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren 100.00 100.00

(a) Geliquideerd op 24 oktober 2018

1. INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN (Dochterondernemingen) (vervolg)

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2018 31 DEC 2017
Noorwegen
Recticel AS Øysand - 7224 Mehus 100.00 100.00
Polen
Recticel Sp. z o.o. Ul. Graniczna 60, 93-428 Lodz 100.00 100.00
Roemenië
Recticel Bedding Romania s.r.l. Miercurea Sibiului, DN1, FN, ground floor room 2 3933 Sibiu County 100.00 100.00
Zweden
Recticel AB Södra Storgatan 50 b.p. 507 - 33228 Gislaved 100.00 100.00
Spanje
Recticel Iberica s.l. Cl. Catalunya 13, Pol. Industrial Cam Ollersanta Perpetua de Mogoda 08130 100.00 100.00
Zwitserland
Recticel Bedding (Schweiz) AG Bettenweg 12 Postfach 65 - 6233 Büron - Luzern 100.00 100.00
Turkije
Recticel Teknik Sünger Izolasyon Sanayi ve Ticaret a.s. Orta Mahalle, 30 - 34956 Istanbul 100,00 100,00
Verenigd Koninkrijk
Gradient Insulations (UK) Limited Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton 100.00 100.00
Recticel (UK) Limited Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton 100.00 100.00
Recticel Limited Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton 100.00 100.00
Verenigde Staten van Amerika
Recticel North America Inc. Metro North Technology Park - Atlantic Boulevard 1653 - MI 48326 Auburn Hills 100.00 100.00
The Soundcoat Company Inc. Burt Drive 1 PO Box 25990 - NY 11729 Deer Park County of Suffolk 100.00 100.00

Belangrijke beperkingen om activa te realiseren of verplichtingen na te komen

In het kader van de EUR 175 miljoen club deal kredietovereenkomst dd. 9 december 2011, zoals geamendeerd op 25 februari 2016, heeft Recticel n.v. aan haar banken volgende zekerheden verleend:

  • Mandaat tot inpandgeving van het handelsfonds;
  • Hypothecair mandaat op verschillende sites van de Recticel Groep gelegen in België, Duitsland en Zweden;
  • Hypotheek op onroerend goed gelegen in Kesteren (Nederland);
  • Een pand op aandelen die zij aanhoudt in verschillende groepsvennootschappen.

Op 31 januari 2018 hebben de banken die deelnemen aan de kredietfaciliteit 2016-2021 voor EUR 175 miljoen ingestemd met de kwijting en vrijgave van alle eerder toegekende zekerheden.

Recticel n.v. heeft bankgaranties verleend ten behoeve van (i) OVAM betreffende sanerings- of monitoringprojecten voor enkele van haar sites en/of sites van dochtervennootschappen, voor een totaal bedrag van EUR 2,0 miljoen, evenals (ii) ten aanzien van het Waalse Département du Sol et des Déchets - DSD voor een bedrag van EUR 0,8 miljoen.

Recticel n.v. verleent verder garanties en comfortbrieven (voor een totaal bedrag van EUR 78,8 miljoen) aan en/of ten behoeve van verschillende rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen, waarvan de belangrijkste (> EUR 1

miljoen) zijn:

  • ten behoeve van Recticel Iberica S.L.: EUR 1,75 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel Bedding Romania s.r.l.: EUR 1,4 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel Ltd.: EUR 18,2 miljoen; waarvan een geschatte EUR 5,6 miljoen voor het pensioenfonds;
  • ten behoeve van Recticel Verwaltung GmbH: EUR 5,0 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel Insulation s.a.s. in het kader van een onroerende leasing: EUR 13,0 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel Teknik Sünger Izolasyon Sanayi ve Ticaret a.s.: EUR 3,0 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel AB: EUR 1,9 miljoen;
  • ten behoeve van Recticel India Private Limited: EUR 3,6 miljoen;
  • ten behoeve van Sembella GmbH (Oostenrijk);
  • ten behoeve van Recticel Bedding Schweiz AG: EUR 1,9 miljoen;
  • ten behoeve van Ningbo Recticel Automotive Parts Co. Ltd: EUR 9,2 miljoen; en
  • ten behoeve van Recticel Insulation OY: EUR 15,5 miljoen.

Bovendien waarborgt Recticel /n.v. (i) Yanfeng Automotive Interiorsgroep (voorheen Johnson Controls) voor de juiste uitvoering van de contracten onder twee lopende programma's van haar dochteronderneming Recticel North America Inc en (ii) Daimler AG voor alle lopende Mercedes-programma's van de divisie Interiors.

Onder de voorwaarden van de club deal kredietovereenkomst, bedraagt het maximaal toegestane dividend, exclusief het deel toewijsbaar aan de eigen aandelen (treasury shares), beschikbaar voor uitbetaling, het grootste van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.

2. JOINT VENTURES GECONSOLIDEERD VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2018 31 DEC 2017
Oostenrijk
Eurofoam GmbH Greinerstrasse 70 - 4550 Kremsmünster 50,00 50,00
België
s.a. Proseat n.v. Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere 51,00 51,00
Bulgarije
Eurofoam-BG o.o.d. Raiko Aleksiev Street 40, block n° 215-3 Izgrev district, Sofia 50,00 50,00
Tsjechië
Eurofoam Bohemia s.r.o. Osada 144, Chuderice - 418 25 Bilina 50,00 50,00
Proseat Mlada Boleslav s.r.o. Plazy, 115 - PSC 293 01 Mlada Boleslav 51,00 51,00
Frankrijk
Proseat s.a.s. Avenue de Verdun, 71, 77470 Trilport 51,00 51,00
Duitsland
Eurofoam Deutschland GmbH Schaumstoffe Hagenauer Strasse 42 – 65203 Wiesbaden 50,00 50,00
KFM-Schaumstoff GmbH Rosenauer Strasse, 28 - 96487 Dörfles-Esbach - (b) 50,00
Proseat Gmbh & Co. KG Hessenring 32 - 64546 Mörfelden-Walldorf 51,00 51,00
Proseat Schwarzheide GmbH Schipkauer Strasse 1 - 01987 Schwarzheide 51.00 51.00
Proseat Verwaltung GmbH Hessenring 32 - 64546 Mörfelden-Walldorf 51,00 51,00
Hongarije
Eurofoam Hungary Kft. Miskolc 16 - 3792 Sajobabony 50,00 50,00
Polen
Eurofoam Polska Sp. z o.o. ul Szczawinska 42 - 95-100 Zgierz 50,00 50,00
Proseat Spolka. z o.o. ul Miedzyrzecka, 16 - 43-382, Bielsko-Biala 51,00 51,00
Roemenië
Eurofoam s.r.l. Str. Garii nr. 13 Selimbar 2428 - O.P.8 C.P. 802 - Jud. Sibiu 50,00 50,00
Rusland
Eurofoam Kaliningrad Kaliningrad District, Guierwo Region , 238352 Uszakowo 50,00 50,00
Slowakije
Poly Dolné Rudiny 1 - SK-01001 Zilina 50,00 50,00
Servië
Eurofoam Sunder d.o.o. Vojvodanska Str. 127 - 21242 Budisava 50,00 50,00
Slovenië
Turvac d.o.o. Primorska 6b, 3325 Šoštanj 50,00 50,00
Spanje
Proseat Foam Manufacturing SLU Carretera Navarcles s/n, Poligono Industrial Santa Ana II - Santpedor (08251 Barcelona) 51,00 51,00
Verenigd Koninkrijk
Proseat LLP Unit A, Stakehill Industrial Estate, Manchester, Lancashire 51,00 51,00

Na de aankondiging op 19 december 2018 aangaande de transactie met Sekisui Plastics Co Ltd (zie II.4.2.6.4.), werd 26% van Recticel's participatie in de joint venture Proseat (Automotive Seating) overgebracht naar de rubriek Activa bestemd voor verkoop; het resterende belang van 25% in Proseat werd nog steeds gerapporteerd onder de rubriek Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen.

Los van het feit dat een goedkeuring van de andere joint venture partner nodig is om dividenden uit te keren, zijn er verder geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van de joint ventures om fondsen te transfereren naar Recticel in de vorm van cash dividenden of de terugbetaling van leningen of voorschotten verstrekt door Recticel.

Recticel n.v. verleent garanties en comfortbrieven - voor een totaal bedrag van EUR 21,6 miljoen) aan en/of ten behoeve van verschillende rechtstreekse en onrechtstreekse joint ventures, waarvan de belangrijkste (> EUR 1 miljoen) zijn:

  • ten behoeve van Eurofoam GmbH en
  • dochtersvennootschappen: EUR 7,5 miljoen;
  • ten behoeve van Proseat n.v. en Proseat Sp.z.o.o.: EUR 5,1 miljoen;
  • ten behoeve van Proseat GmbH & Co KG: EUR 8,9 miljoen.

De Groep heeft geen wettelijke noch contractuele verplichtingen om netto actieftekorten van een joint venture te ondersteunen voor een bedrag dat hoger is dan haar belang in de joint venture.

3. GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN VERWERKT VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2018 31 DEC 2017
Tsjechië
B.P.P. spol s.r.o. ul. Hájecká 11 – 61800 Brno 25,68 25,68
Eurofoam TP spol.s.r.o. ul. Hájecká 11 – 61800 Brno 40,00 40,00
Sinfo Souhradi 84 - 391 43 Mlada Vozice 25,50 25,50
Italië
Orsa Foam S.p.a. Via A. Colombo, 60 21055 Gorla Minore (VA) 33,00 33,00
Litouwen
UAB Litfoam Radziunu Village, Alytus Region 30,00 30,00
Polen
Caria Sp. z o.o. ul Jagiellonska 48 - 34 - 130 Kalwaria Zebrzydowska 25,50 25,50
PPHIU Kerko Sp. z o.o. Nr. 366 - 36-073 Strazow 25,86 25,86
Roemenië
Flexi-Mob Trading s.r.l. Interioara Street, 3 Pol. II, Inc. Federalcoop, Nr. 1, Constanta - (c) 25,00
Oekraïne
Porolon Limited Grodoocka 357 - 290040 - Lviv 47,50 47,50

(b)Gefuseerd met Eurofoam Deutschland GmbH Schaumstoffe op 01 januari 2018

Los van het feit dat een goedkeuring van de controllerende aandeelhouder(s) nodig is om dividenden uit te keren, zijn er verder geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van de geassocieerde vennootschappen om fondsen te transfereren

naar Recticel in de vorm van cash dividenden of de terugbetaling van leningen of voorschotten verstrekt door Recticel.

4. NIET-GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN

Sommige entiteiten die voor meer dan 50% worden gecontroleerd worden niet in de consolidatie opgenomen omdat ze (nog) niet materieel zijn. Van zodra zij een voldoende omvang zullen bereikt hebben, zullen ze echter wel opgenomen worden in de consolidatiekring.

Deelnemingspercentage (%)
31 DEC 2018 31 DEC 2017
No. 518, Fute North Road, Waigaoqiao Free Trade Zone - 200131 Shanghai 100,00 100,00
Imaika-Cho 1-36, Anjo-Shi 50,00 50,00
412F, route d'Esch, L-2086 Luxembourg 100,00 100,00
Box 507 - 33200 Gislaved 100,00 100,00

II.4.2.5.5. Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen

Een overzicht van de belangrijke investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen is opgenomen in toelichting II.4.2.5.4.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Per einde van de vorige verslagperiode 76 241 82 389
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Actuariële winsten/(verliezen) opgenomen in het eigen vermogen 348 (1) (236) (7)
Uitgaande entiteiten 2 0
Uitgestelde belastingen op het resultaat met betrekking tot componenten van het overige totaal resultaat 93 (131)
Wisselkoersverschillen (798) (2) 912 (8)
Winst of verlies (aandeel van de Groep) over de verslagperiode 10 168 (3) 2 390 (9)
Uitbetaalde dividenden (5 640) (4) (8 765) (10)
Transfer van resultaat (952) (318)
Kapitaalverhoging 2 040 (5) 0
Herclassering naar activa bestemd voor verkoop (12 870) (6) 0
Per einde van de verslagperiode 68 631 76 241

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

II.1.

II.2.

II.4.

II.3.

I.7.

(1) In 2018 hebben de actuariële winsten betrekking op de impact van de hogere disconteringsvoet onder de IAS19 pensioenverplichtingen

(2) Wisselkoersverschillen hebben voornamelijk betrekking op de PLN (Eurofoam Polska)

(3) De hogere opbrengsten uit joint ventures & geassocieerde vennootschappen zijn voornamelijk toe te schrijven aan de Soepelschuim joint venture Eurofoam. De resultaten van Proseat waren in lijn met deze van 2017.

(4) In 2018 sloegen de uitbetaalde dividenden door joint ventures enkel op de Eurofoam groep.

(5) In 2018 werd het maatschappelijk kapitaal van de Proseat groep verhoogd.

(6) In 2018 werd 26% van het 51%-belang van Recticel in de joint venture vennootschap Proseat (Autombiel Seating) getransfereerd naar 'Activa bestemd voor verkoop'.

(7) In 2017 hebben de actuariële winsten betrekking op de impact van de lagere disconteringsvoet onder de IAS19 pensioenverplichtingen

(8) Wisselkoersverschillen hebben voornamelijk betrekking op de PLN (Eurofoam Polska en Proseat Poland)

(9) In 2017 worden de lagere opbrengsten uit joint ventures & geassocieerde vennootschappen voornamelijk verklaard door hogere kosten voor chemische grondstoffen die onvoldoende konden doorgerekend worden aan de markt, en door een zwakkere performantie van Proseat (Automobiel Zetelkussens) dat getroffen werd door operationele problemen in één van zijn fabrieken.

(10) In 2017 sloegen de uitbetaalde dividenden door joint ventures enkel op de Eurofoam groep.

Pro forma kerncijfers van de joint ventures (op een 100% basis)

in duizend EUR
Groep Recticel EUROFOAM PROSEAT TURVAC TOTAL
31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Opgetelde cijfers (som van de individuele grootboeken van de vennootschappen zonder eliminaties)
Vaste activa 157 655 157 350 79 293 79 724 2 894 2 999 239 842 240 073
Geldmiddelen en kasequivalenten 9 325 3 341 37 963 25 020 4 14 47 292 28 375
Vlottende activa 108 501 130 496 229 680 210 439 547 704 338 728 341 639
Totaal activa 266 156 287 846 308 973 290 163 3 441 3 703 578 570 581 712
Langlopende rentedragende financiële verplichtingen ( 25 000) ( 25 019) ( 14 686) ( 15 124) 0 0 ( 39 686) ( 40 143)
Langlopende verplichtingen ( 40 597) ( 41 653) ( 47 905) ( 46 707) 0 0 ( 88 502) ( 88 360)
Kortlopende rentedragende financiële verplichtingen ( 18 154) ( 49 461) ( 166 232) ( 133 223) ( 396) ( 492) ( 184 782) ( 183 176)
Kortelopende verplichtingen ( 73 102) ( 101 555) ( 215 979) ( 193 828) ( 575) ( 723) ( 289 656) ( 296 106)
Totaal passiva ( 113 699) ( 143 208) ( 263 884) ( 240 535) ( 575) ( 723) ( 378 158) ( 384 466)
Eigen vermogen 152 457 144 638 45 089 49 628 2 866 2 980 200 412 197 246
Netto bijdrage aan 100% in de gecombineerde cijfers van de Groep
Bedrijfsopbrengsten 418 717 410 779 293 293 291 122 984 768 712 994 702 669
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen ( 9 987) ( 9 227) ( 6 318) ( 6 109) ( 168) ( 90) ( 16 472) ( 15 427)
EBIT 25 468 9 231 407 ( 1 249) ( 104) ( 63) 25 772 7 919
Interest income 89 85 88 17 0 0 176 102
Interest expenses ( 666) ( 616) ( 1 666) ( 1 689) ( 10) 0 ( 2 343) ( 2 306)
Belastingen op het resultaat ( 3 094) ( 3 169) ( 1 451) ( 1 266) 0 0 ( 4 545) ( 4 435)
Winst of (Verlies) van de periode 21 708 5 446 ( 2 710) ( 4 204) ( 114) ( 63) 18 884 1 179

Vootnoot:

• De bovenstaande cijfers zijn niet noodzakelijkerwijs gelijk aan die gepubliceerd door de joint venture bedrijven. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van verschillen in de boekhoudkundige regels en consolidatiekring.

• Recticel n.v. heeft zich garant gesteld voor (i) EUR 7,5 miljoen onder de vorm van een comfortbrief ten behoeve van de joint venture vennootschap Eurofoam GmbH (Oostenrijk/Duitsland) ter de dekking van een locale banklening, (ii) EUR 5,1 miljoen ten behoeve van de joint venture Proseat n.v. en Proseat sp.z.o.o., ter dekking van een locale banklening, (iii) EUR 2,9 miljoen ten behoeve van de joint venture Proseat GmbH, ter dekking van twee locale lease-overeenkomsten en (iv) een garantie ten behoeve van de joint venture Proseat GmbH, ter dekking van een kredietlijn van EUR 6,0 miljoen.

• Eurofoam rapporteerde een hoger resultaat als gevolg van een combinatie van lagere chemische grondstofkosten en een betere operationele prestatie. Proseat boekte een lager resultaat door de verzwakkende marktomstandigheden in de autosector in het tweede halfjaar.

in duizend EUR
Groep Recticel EUROFOAM (50%) PROSEAT (51%) TURVAC (50%)
31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Netto eigen vermogen (aandeel van de Groep) 76 229 72 319 22 997 25 309 1 433 1 490
Goodwill 494 499 8 977 8 974 0 0
Intragroep-eliminaties (7 109) (5 895) 16 563 11 780 0 0
Investering in partnership/ Schuld als eigen vermogen 0 0 15 276 15 276 0 0
Uitgestelde belastingen 892 280 (471) (453) 0 0
IAS 19 hypothesen (507) (527) 0 0 0 0
Overige (301) (2 217) 0 0 0 0
Investering in dochtervennootschappen (33 250) (33 636) (35 343) (32 089) 0 0
Boekwaarde belangen in joint ventures 36 447 30 823 27 999 28 797 1 433 1 490

Na de aankondiging op 19 december 2018 aangaande de transactie met Sekisui Plastics Co Ltd (zonder Proseat n.v.)(zie II.4.2.6.4.), werd 26% van Recticel's participatie in de joint venture Proseat (Automotive Seating) overgebracht naar de

rubriek Activa bestemd voor verkoop; het resterende belang van 25% in Proseat werd nog steeds gerapporteerd onder de rubriek Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen.

De volgende kerncijfers van de geassocieerde deelnemingen worden weergegeven op een 100% basis:

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Vaste activa 39 815 38 455
Vlottende activa 73 257 77 771
Totaal activa 113 072 116 226
Langlopende verplichtingen (6 422) (5 509)
Kortlopende verplichtingen (61 305) (63 542)
Totaal verplichtingen (67 727) (69 051)
Eigen vermogen 45 345 47 175
Bedrijfsopbrengsten 132 767 130 537
Winst of (Verlies) van de periode 3 915 5 644
in duizend EUR
31 DEC 2018 31 DEC 2017
Groep Recticel SOM VAN TOTAAL
RESULTAAT VAN
JOINT VENTURES
SOM VAN TOTAAL
RESULTAAT VAN
GEASSOCIEERDE
DEELNEMINGEN
TOTAAL SOM VAN TOTAAL
RESULTAAT VAN
JOINT VENTURES
SOM VAN TOTAAL
RESULTAAT VAN
GEASSOCIEERDE
DEELNEMINGEN
TOTAAL
Resultaat uit gecontinueerde operaties 8 786 1 384 10 170 758 1 632 2 390
Actuariële winsten/(verliezen) op personeelsvoordelen (348) 0 (348) 236 0 236
Uitgestelde belastingen op actuariële winsten/(verliezen)
op personeelsvoordelen
(93) 0 (93) 131 0 131
Wisselkoersverschillen opgenomen in de winst- en
verliesrekening
(8) 0 (8) 16 0 16
Wisselkoersverschillen 824 (18) 805 (1 010) (144) (1 154)
Per einde van de verslagperiode 9 160 1 366 10 526 131 1 488 1 619

De Groep heeft geen voorwaardelijke verplichtingen

aangegaan waarvan de waarschijnlijkheid van verlies hoger is dan haar belang in geassocieerde deelnemingen of joint ventures.

II.4.2.5.6. Vorderingen op meer dan één jaar

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Leningen 5 841 5 976
Langlopende financiële vorderingen 5 841 5 976
Cash voorschotten en deposito's 738 728
Overige vorderingen 905 1 270
Belastingskrediet voor onderzoek en ontwikkeling 8 171 6 831
Langlopende overige vorderingen 9 813 8 829
Totaal 15 655 14 804

De rubriek 'Leningen' heeft voornamelijk betrekking op een lening aan Proseat s.r.o. (EUR 4,1 miljoen; 2017: EUR 4,1 miljoen) en leningen verleend door Recticel SAS, Frankrijk aan personeelsleden (EUR 1,7 miljoen; 2017: EUR 1,8 miljoen).

De boekwaarde van deze vorderingen op meer dan één jaar benadert de marktwaarde omdat de rentevoet van vlottende aard is in lijn met marktvoorwaarden.

De maximale blootstelling aan kredietrisico's is gelijk aan de boekwaarde van deze activa zoals opgenomen in de balans.

Er zijn geen onbetaalde, doch verschuldigde vorderingen, noch bijzondere waardeverminderingen op uitstaande vorderingen. Er zijn geen specifieke garanties aangeboden voor uitstaande vorderingen.

Een belangrijke post onder de "Vorderingen op meer dan één jaar" betreft de "Kasvoorschotten en –deposito's", welke als volgt samengesteld is:

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Huur 498 470
Aankopen diensten (water, electriciteit, telecommunicatie, afvalverwerking, …) 125 120
Overige 114 137
Totaal 738 727

Belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling hebben voornamelijk betrekking op onderzoek en ontwikkeling in België en Frankrijk.

II.4.2.5.7. Voorraden

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Grond- en hulpstoffen - Aanschaffingswaarde 58 847 60 993
Grond- en hulpstoffen - Waardeverminderingen (4 517) (4 390)
Grond- en hulpstoffen 54 330 56 602
Goederen in bewerking - Aanschaffingswaarde 9 670 9 468
Goederen in bewerking - Waardeverminderingen (269) (354)
Goederen in bewerking 9 400 9 114
Gereed product - Aanschaffingswaarde 24 526 26 939
Gereed product - Waardeverminderingen (1 770) (1 958)
Gereed product 22 756 24 981
Handelsgoederen - Aanschaffingswaarde 6 622 6 343
Handelsgoederen - Waardeverminderingen (701) (401)
Handelsgoederen 5 921 5 942
Vooruitbetalingen - Aanschaffingswaarde 233 269
Vooruitbetalingen - Waardeverminderingen 0 0
Vooruitbetalingen 233 269
Bestellingen in uitvoering - Aanschaffingswaarde 11 149 2 499
Bestellingen in uitvoering - Waardeverminderingen 0 0
Bestellingen in uitvoering 1 11 149 2 499
Totaal voorraden 103 789 99 408
Afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de verslagperiode (2 685) (5 672)
Terugname van afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de verslagperiode 2 534 2 989

1 omvat EUR 4,7 miljoen aan Bestellingen in uitvoering - Matrijzen

De bovenstaande overzichtstabel is exclusief de bedragen voor matrijzen in het segment Automobiel, die gerapporteerd worden onder de rubrieken Kort- en langlopende contractactiva.

In 2017 omvatten de waardeverminderingen op voorraden een impact van het brandincident in Most voor EUR -1,9 miljoen.

II.4.2.5.8. Overige contractactiva en contractverplichtingen

in duizend EUR
Groep Recticel OPENINGS
BALANS
WIJZIGINGEN
IN DE WAAR
DERINGS
REGELS
HERWERKTE
OPENINGS
BALANS
WIJZIGINGEN
IN DE
VOORRADEN
VERSCHUL
DIGDE
BETALINGEN
AAN
KLANTEN
STIJGING DALING HERCLASSIFI
CATIE
WISSEL
KOERS
VERSCHILLEN
BALANS OP
HET EINDE
VAN DE
PERIODE
Langlopende contractactiva
- Vergoeding te betalen aan
de klant
0 2 557 2 557 0 26 0 (804) (349) (9) 1 421
Langlopende contractactiva
- Onderhanden projecten
0 32 569 32 569 (7 518) 0 0 0 (11 108) (38) 13 905
Langlopende
contractactiva
0 35 126 35 126 (7 518) 26 0 (804) (11 457) (47) 15 326
Kortlopende contractactiva
- Vergoeding te betalen aan
de klant
0 0 0 0 0 0 0 349 (0) 349
Kortlopende contractactiva
- Onderhanden projecten
0 8 351 8 351 (1 265) 0 0 0 11 108 (32) 18 163 (1)
Kortlopende
contractactiva
0 8 351 8 351 (1 265) 0 0 0 11 457 (32) 18 512
Totale contractactiva 0 43 476 43 476 (8 782) 26 0 (804) 0 (78) 33 837
Langlopende
contractverplichtingen
- Omzet uit matrijzen
opgenomen voor SOP (start
of production)
1 289 1 289 0 0 11 839 0 (10 751) (1) 2 375 2 375
Langlopende
contractverplichtingen
- Omzet uit matrijzen
opgenomen na SOP (start of
production)
53 472 53 472 0 0 0 (22 077) (9 615) (60) 21 720 21 720
Langlopende
contractverplichtingen
54 760 54 760 0 0 11 839 (22 077) (20 366) (61) 24 096 24 096
Contractverplichtingen
-Verwachte kortingen en
volumekortingen
20 359 20 359 0 0 68 289 (64 186) 0 (92) 24 369 24 369
Contractverplichtingen
- Lange termijn
oveenkomsten
247 247 0 0 329 (241) 0 (1) 334 334
Contractverplichtingen
- Omzeterkenning van
matrijzen ('moulds')
0 0 0 0 0 (63) 20 366 (42) 20 262 20 262
Kortlopende
contractverplichtingen
20 606 20 606 0 0 68 617 (64 490) 20 366 (134) 44 964 44 964
Totale
contractverplichtingen
75 366 75 366 0 0 80 456 (86 567) 0 (195) 69 060 69 060

1 omvat EUR 4,7 miljoen aan Bestellingen in uitvoering

In de Automobielsector heeft Recticel een technologie ontwikkeld op basis van polyurethaan voor de productie van interieurbekledingscomponenten. Voor de optimale implementatie van deze twee toepassingen, gebaseerd op de wensen van de klanten, zorgt Recticel er tijdens de preoperationele fase voor dat de productie van de matrijzen

(moulds) gebeurt bij haar eigen leveranciers voor de productie van de componenten op te starten. Aan het einde van dit proces van onderaanbesteding, worden de vormen verkocht aan de klant.

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

II.1.

II.2.

II.4.

II.3.

I.7.

II.4.2.5.9. Handelsvorderingen en overige vorderingen

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Handelsvorderingen 112 392 115 495
Voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (4 712) (4 560)
Totaal handelsvorderingen 107 680 110 935
Overige vorderingen (1) 26 245 39 330
Afgeleide producten (FX forward contracten) 19 67
Leningen aan geamortiseerde kost 28 961 33 976
Overige financiële activa (2) 28 981 34 043
Overige vorderingen en overige financiële activa (1)+(2) 55 226 73 373

In 2018 bedroegen de overige vorderingen EUR 26,2

miljoen; deze omvatten in hoofdzaak (i) nog te ontvangen BTW (EUR 14,3 miljoen), (ii) betaalde voorschotten aan derden voor exploitatiekosten die over verschillende boekjaren verdeeld worden (EUR 4,7 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingkredieten en subsidies, en contractuele verbintenissen met medecontractanten (EUR 7,2 miljoen).

In 2017 bedroegen de overige vorderingen EUR 39,3 miljoen; deze omvatten in hoofdzaak (i) nog te ontvangen BTW (EUR 19,3 miljoen), (ii) betaalde voorschotten aan derden voor exploitatiekosten die over verschillende boekjaren verdeeld worden (EUR 10,9 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingkredieten en subsidies, en contractuele verbintenissen met medecontractanten (EUR 9,1 miljoen).

De overige financiële activa in 2018 (EUR 29,0 miljoen) zijn voornamelijk samengesteld uit financiële vorderingen op verbonden ondernemingen die niet worden geconsolideerd (EUR 14,7 miljoen), een vordering van EUR 13,8 miljoen (2017: EUR 17,4 miljoen) verbonden aan voortdurende betrokkenheid onder de factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

De overige financiële activa in 2017 (EUR 34,0 miljoen) zijn voornamelijk samengesteld uit financiële vorderingen op verbonden ondernemingen die niet worden geconsolideerd (EUR 16,6 miljoen), een vordering van EUR 17,4 miljoen (2016: EUR 24,1 miljoen) verbonden aan voortdurende betrokkenheid onder de factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Factoring

Met het oog op de beperking van kredietrisico's, werden factoring- en verdisconteringsprogramma's zonder verhaal voor een totaal bedrag van EUR 89,6 miljoen (waarvan EUR 51,3 miljoen effectief benut per 31 december 2018) opgezet.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Factoring zonder verhaal
Bruto bedrag 64 480 71 364
Inhouding (13 806) (17 414)
Netto bedrag 50 674 53 950
Bedragen opgenomen in schuld (kredietinstellingen - factoring zonder verhaal) * 646 751
Totaal factoring zonder verhaal 51 320 54 701

* opgenomen in de kortlopende financiële verplichtingen

Het gemiddelde aan uitstaande bedragen van vervallen vorderingen varieert, afhankelijk van de sector, tussen 0,5% en 1,5% van de totale verkopen. De Groep oordeelt dat er geen bijzonder risico van niet-inning bestaat, hoewel grote waakzaamheid geboden is.

Het retentiebedrag omvat het gedeelte van vorderingen die niet in aanmerking komen voor buiten-balansbehandelingen en daarom ook niet kunnen afgewenteld worden (ingebrekereserve, concentratie, kortingen en kredietnota's).

Wijzigingen in voorzieningen voor verwachte kredietverliezen:

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Totaal per einde van vorige verslagperiode (4 560) (5 037)
Toevoegingen (711) (282)
Terugnemingen 710 585
Niet recupereerbare bedragen (137) 144
Herklassering 0 (76)
Wisselkoersverschillen (12) 105
Totaal per einde van de huidige verslagperiode (4 711) (4 560)

De niet-recupereerbare bedragen verwijzen naar handelsvorderingen die zijn afgeschreven omdat de Groep van mening is dat deze niet meer invorderbaar zijn.

II.4.2.5.10. Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten geldmiddelen aangehouden door de Groep en bankdeposito's op korte termijn met een oorspronkelijke looptijd van ten hoogste drie maanden. De boekwaarde van deze activa komt ongeveer overeen met hun reële waarde.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Beschikbare geldmiddelen 39 554 57 844
Totaal geldmiddelen en kasequivalenten 39 554 57 844

II.4.2.5.11. Activa bestemd voor verkoop

In 2018 heeft deze rubriek betrekking op (i) Recticel's participatie van 26% in de joint venture Proseat (Automobiel Seating), (ii) twee sites in het bezit van Recticel Grundstückverwaltung GmbH en (iii) het gebouw in Legutiano (Spanje, Soepelschuim).

Na de aankondiging op 19 december 2018 van de transactie met Sekisui Plastics Co Ltd (zie II.4.2.6.4.), werd 26% van

Recticel's 51%-participatie in de joint venture Proseat (Automotive Seating) overgebracht onder 'Activa bestemd voor verkoop'; het resterende belang van 25% in Proseat werd nog steeds gerapporteerd onder 'Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen'.

In 2017 had deze rubriek enkel betrekking op een gebouw in Legutiano (Spanje; Soepelschuim).

I.1.

II.4.2.5.12. Aandelenkapitaal

in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Aantal aandelen
Aantal uitgegeven en volledig volstorte aandelen op 01 januari 54 776 357 54 062 520
Aantal uitgegeven en volledig volstorte aandelen op 31 december 55 227 012 54 776 357
waarvan eigen aandelen (treasury shares) per 31 december 326 800 326 800
in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Uitgegeven en volledig volstorte aandelen 138 068 136 941

De wijziging van het aandelenkapitaal wordt verklaard door de uitoefening van een aantal warranten in 2018.

Recticel beheert zijn aandelenkapitaal, zonder correcties of aanpassingen. Er zijn geen externe kapitaalbeperkingen van toepassing op het aandelenkapitaal, met uitzondering van de 'clubdeal' financieringsfaciliteit die aan een aantal financiële convenanten is onderworpen. Eén convenant vereist een minimum totaal eigen vermogen. Een tweede convenant beperkt de jaarlijkse dividendbetaling tot maximaal 50% van het resultaat van de periode na belastingen.

II.4.2.5.13. Uitgiftepremie

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Per einde van de vorige verslagperiode 127 982 126 071
Premie op de uitgifte van eigen-vermogensinstrumenten tijdens de periode (1) 1 959 1 911
Per einde van de verslagperiode 129 941 127 982

(1) zie II.4.2.5.12. hierboven

II.4.2.5.14. Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen

Pensioenplannen

Verscheidene Recticel entiteiten hebben toegezegdepensioenregelingen en/of toegezegde-bijdragenregelingen.

• Toegezegde pensioenregelingen voor vergoedingen na uitdiensttreding

  • Overzicht van de voorzieningen voor toegezegde pensioenregelingen

Meer dan 99% van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen heeft betrekking op vijf landen: België (43%), het Verenigd Koninkrijk (24%), Zwitserland (18%), Duitsland (8%) en Frankrijk (6%).

In deze vijf landen biedt Recticel gefinancierde en nietgefinancierde pensioenregelingen aan. In het kader van die toegezegde pensioenregelingen wordt doorgaans een pensioenvergoeding verstrekt op basis van de hoogte van de beloning en de duur van de diensttijd. De volgende paragrafen beschrijven de grootste pensioenplannen die samen 85% van de totale toegezegde pensioenregelingen uitmaken.

in duizend EUR
Groep Recticel - 31 DEC 2018 TOEGEZEGDE
PENSIOEN
REGELINGEN
ACTIVA FINANCIERINGS
STATUS
AANPASSING
DOOR
ACTIVAPLAFOND
NETTO
VERPLICHTING
België 67 886 (43 926) 23 960 0 23 960
Verenigd Koninkrijk 37 483 (30 289) 7 194 0 7 194
Zwitserland 28 185 (31 300) (3 115) 3 115 (0)
Overige landen 22 731 (3 930) 18 801 0 18 801
Totaal 156 285 (109 445) 46 840 3 115 49 954

I.1. I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.4. II.2. II.3.

België

De toegezegd en hybride pensioenregelingen in België vertegenwoordigen 43% van de totale toegezegde pensioenregelingen. Het zijn gefinancierde plannen, verzekerd door middel van collectieve en / of individuele groepsverzekeringscontracten. Alleen de werkgever betaalt bijdragen om de plannen te financieren. De toegezegde pensioenregelingen zijn gesloten voor nieuwe medewerkers. De meeste hybride plannen zijn nog steeds open voor nieuwe medewerkers. De plannen functioneren volgens en voldoen aan een ruim regelgevend kader en voldoen aan de lokale minimaal vereiste dekkingsgraad. De deelnemers aan de regeling hebben recht op een forfaitair bedrag bij pensionering op de leeftijd van 65. De pensioenuitkeringen die door de plannen zijn gerelateerd aan het salaris van de werknemers. Actieve deelnemers krijgen ook een uitkering bij overlijden in dienst. De veronderstelde vorm van uitkering is in alle gevallen een forfaitair bedrag, maar de plannen voorzien in de mogelijkheid om deze om te zetten naar een lijfrente.

Verenigd Koninkrijk

Recticel financiert in het Verenigd Koninkrijk slechts één toegezegde pensioenregeling, dat 24% van de totale toegezegde pensioenregelingsverplichtingen vertegenwoordigt. Het betreft een gefinancierde pensioenregeling waartoe sinds juli 2009 geen nieuwe leden meer kunnen toetreden. Deze regeling wordt beheerd via een pensioenfonds dat juridisch gescheiden is van Recticel. De Raad van Trustees van het fonds is samengesteld door vertegenwoordigers van zowel de werkgever als de werknemers. De Trustees zijn wettelijk verplicht om in het belang van alle relevante begunstigden te handelen en dragen verantwoordelijkheid voor het investeringsbeleid wat betreft de activa, alsook voor het dagelijks beheer van de vergoedingen. De regeling valt onder en voldoet aan het wetgevingskader en voldoet aan de locale minimumfinancieringsvereisten. Volgens deze regeling hebben de deelnemers recht op een jaarlijks pensioen bij uitdiensttreding op 65-jarige leeftijd op basis van de pensioengrondslag en het aantal dienstjaren. De leden ontvangen ook een vergoeding bij overlijden.

Krachtens wetgeving van het Verenigd Koninkrijk moeten pensioenregelingen op prudente wijze worden gefinancierd. De laatste waardering van de financiering van de regeling werd uitgevoerd op 1 januari 2017 en liet een tekort zien ten belopen van GBP 7,4 miljoen. Er werd een nieuw herstelplan goedgekeurd in januari 2018 teneinde het financieringstekort weg te werken tegen 31 december 2024. Recticel heeft ermee ingestemd om in de periode tussen 1 januari 2017 en 31 december 2024 een totaalbedrag van GBP 8,4 miljoen te betalen als herstelbijdrage. Op 31 december 2018 bedroeg het uitstaande bedrag GBP 5,6 miljoen.

Zwitserland

Recticel sponsort een hybride pensioenregeling in Zwitserland, die goed is voor 18% van de totale toegezegde pensioenregelingen. Zowel de werkgever als werknemers betalen bijdragen aan het plan. Het plan staat open voor nieuwe medewerkers. Het plan wordt beheerd via een pensioenfonds en een welzijnsfonds, beide juridisch gescheiden van Recticel. De Raad van Trustees van het pensioenfonds is eveneens samengesteld uit vertegenwoordigers van zowel de werkgever en de werknemers, terwijl bij het bestuur van het welzijnsfonds is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgever. De Trustees zijn wettelijk verplicht om te handelen in het belang van alle betrokken begunstigden en zijn verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid ten aanzien van de activa en het beheer en de financiering van de voordelen. Het plan functioneert volgens en voldoet aan een ruim regelgevend kader en in overeenstemming met de lokale minimaal vereiste dekkingsgraad. Volgens het plan, worden de deelnemers verzekerd tegen de financiële gevolgen van ouderdom, invaliditeit en overlijden.

• Risico's in verband met toegezegde pensioenregelingen

De meest significante risico's die gepaard gaan met de toegezegde pensioenregelingen van Recticel zijn:

Volatiliteit van de activa:

De passiva worden berekend middels een disconteringsvoet op basis van de bedrijfsobligatierendementen. Indien activa slechter presteren dan deze rendementen, ontstaat er een tekort. De regelingen beschikken over een aanzienlijke hoeveelheid waardepapieren, die, hoewel ze naar verwachting op lange termijn beter zullen presteren dan bedrijfsobligaties, op korte termijn gepaard gaan met volatiliteit en risico's. Er wordt toezicht gehouden op de beleggingen in waardepapieren om ervoor te zorgen dat ze aangepast blijven aan de langetermijnverplichtingen. Wijzigingen in obligatierendementen:

Een daling van bedrijfsobligatierendementen leidt tot een stijging van de waarde die voor boekhoudkundige doeleinden is toegekend aan de passiva, hoewel dat gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de obligatieportefeuilles.

Inflatierisico:

De verplichtingen uit hoofde van de vergoedingen houden verband met inflatie, en een hogere inflatie gaat gepaard met hogere passiva (hoewel er in sommige gevallen limieten zijn ingesteld op de hoogte van de inflatiestijgingen om tegen extreme inflatie te beschermen). De meerderheid van de activa ondervindt geen invloed van inflatie of staat er slechts op losse wijze mee in correlatie, wat betekent dat een stijging van de inflatie ook tot een stijging van het tekort zal leiden.

Levensverwachting:

Veel van de verplichtingen bestaan erin dat er vergoedingen moeten worden verstrekt op basis van de levensduur van de leden of door rekening te houden met de sterftecijfers van de leden, en dus leidt een stijging van de levensverwachting tot een stijging van de passiva.

Valutarisico:

Het risico dat ontstaat bij een wijziging van de waarde van de euro ten opzichte van andere valuta.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Evolutie van de netto verplichtingen tijdens het jaar is als volgt:
Netto verplichtingen per 1 januari 54 988 51 559
Lasten opgenomen in de winst- en verliesrekening 5 678 6 986
Werkgevers bijdragen (6 129) (7 216)
Bedrag opgenomen in overig totaal resultaat (4 530) 4 082
Wisselkoersverschillen (53) (423)
Netto verplichtingen per 31 december 49 954 54 988
in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Pensioenlasten opgenomen in de winst- en verliesrekening en in het overig totaal resultaat:
Toegerekende lasten
Lopende toegerekende lasten 5 989 6 754
Werknemersbijdragen (358) (440)
Lasten voor verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) (986) (812)
Last of opbrengst uit uitkering 0 208
Administratiekosten 313 364
Netto rentelast:
Rentelasten 2 243 2 646
Rente-opbrengsten (1 539) (1 734)
Rente op activaplafond 16 0
Pensioensuitgaven opgenomen in de winst- en verliesrekening 5 678 6 986
Herberekening van overig totaal resultaat
Rendement op fondsactiva (bovenop)/onder datgene opgenomen in netto renten 4 356 (2 611)
Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg van wijzigingen in de financiële hypothesen (6 478) 6 047
Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg van wijzigingen in de demografische hypothesen (3 341) (920)
Actuariële (winsten)/verliezen ten gevolge van ervaringen 447 (1 067)
Aanpassingen als gevolg van de asset ceiling, exclusief bedragen opgenomen in de netto rentelast 486 2 633
Totaal bedrag opgenomen in het overig totaal resultaat (4 530) 4 082
Totaal bedrag opgenomen in winst- en verliesrekening en in het overig totaal resultaat 1 148 11 068

Bedragen voor pensioenkosten van verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) in 2018 houden verband met een planwijziging in Frankrijk en de geschatte impact van de gewaarborgde minimale pensioenvereveningsregeling in het Verenigd Koninkrijk.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Bedragen met betrekking tot de toegezegde-pensioenregelingen opgenomen in de balans:
Toegezegde-pensioenregelingen - gefinancierde plannen 149 940 156 109
Reële waarde van fondsbeleggingen (109 445) (110 604)
Financieringsstatus van de gefinancieerde plannen 40 495 45 505
Toegezegde-pensioenregelingen - niet gefinancierde plannen 6 345 6 979
Totale financieringsstatus per 31 december 46 840 52 484
Aanpassingen als gevolg van de asset ceiling, exclusief bedragen opgenomen in de netto rentelast 3 115 2 504
Netto verplichtingen per 31 december 49 954 54 988
Kortlopende verplichtingen 635 941
Langlopende verplichtingen 49 319 54 047
De voornaamste actuariële hypothesen gebruikt per 31 december (gewogen gemiddelden) zijn:
Disconteringsvoet 1,72% 1,44%
Toekomstige pensioenverhogingen 0,87% 0,77%
Geschatte loonsverhogingen 1,81% 1,76%
Inflatie 1,70% 1,71%
De hypotheses inzake levensverwachting zijn
gebaseerd op recente levensverwachtingstabellen. Op
basis van de levensverwachtingstabellen van het
Verenigd Koninkrijk en Zwitserland wordt verwacht dat
de levensverwachtingen zullen stijgen in de volgende

jaren.

Wijzigingen in de fondsbeleggingen
Reële waarde van de fondsbeleggingen per 1 januari 110 604 112 560
Rente-opbrengsten 1 539 1 734
Werkgeversbijdragen 6 129 7 216
Werknemersbijdragen 358 440
Betaalde voordelen (directe & indirecte, inclusief belastingen op de betaalde bijdragen) (5 437) (7 241)
Rendement op fondsbeleggingen, exclusief rente-opbrengsten (4 356) 2 611
Uitbetaalde bedragen in verband met schikkingen 0 (2 487)
Actuele administrative uitgaven (313) (364)
Wisselkoersverschillen 921 (3 865)
Reële waarde van de fondsbeleggingen per 31 december 109 445 110 604

De activa van de gefinancierde plannen worden geïnvesteerd in een gemengde portefeuille van aandelen en obligaties of verzekeringscontracten. De fondsbeleggingen omvatten geen rechtstreekse investeringen in Recticel aandelen, Recticel obligaties of enig eigendom gebruikt door Recticel bedrijven.

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

I.7.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Samenstelling fondsbeleggingen per 31 december
Overheidsobligaties (genoteerde) 13,20% 13,39%
Overheidsobligaties (niet-genoteerde) 0,00% 0,00%
Bedrijfsobligaties (genoteerde) 12,57% 12,91%
Bedrijfsobligaties (niet-genoteerde) 0,00% 0,00%
Aandelen (genoteerde) 15,09% 15,19%
aandelen (niet-genoteerde) 0,00% 0,00%
Geldmiddelen (genoteerde) 0,64% 0,40%
Geldmiddelen (niet-genoteerde) 0,00% 0,00%
Vastgoed (genoteerd) 9,18% 8,56%
Vastgoed (niet-genoteerd) 0,00% 0,00%
Afgeleide instrumenten (genoteerde) 0,00% 0,00%
Afgeleide instrumenten (niet-genoteerde) 0,00% 0,00%
Asset backed securities (genoteerde) 0,00% 0,00%
Asset backed securities (niet-genoteerde) 0,00% 0,00%
Gestructureerde schuld (genoteerde) 0,00% 0,00%
Gestructureerde schuld (niet-genoteerde) 0,00% 0,00%
Overige (genoteerde) 0,00% 0,00%
Overige (niet-genoteerde) 5,79% 5,61%
Niet unit-gelinkte verzekeringscontracten (genoteerde) 0,00% 0,00%
Niet unit-gelinkte verzekeringscontracten (niet-genoteerde) 26,37% 26,00%
Unit-gelinkte verzekeringscontracten (genoteerde) 0,00% 0,00%
Unit-gelinkte verzekeringscontracten (niet-genoteerde) 17,17% 17,94%
Waarbij de unit-linked verzekeringscontracten kunnen onderverdeeld worden in de volgende activaklassen:
% schuldpapier 60,31% 71,84%
% aandelen 22,45% 23,95%
% geldmiddelen 17,24% 4,21%

Unit-gelinkte verzekeringscontracten zijn beleggingen in schuld-, aandelen- en contantinstrumenten beheerd door een verzekeringsmaatschappij, waarin Recticel een specifiek aantal fondseenheden bezit waarvan de intrinsieke waarde op regelmatige basis wordt aangegeven. Niet-unit-gelinkte verzekeringscontracten zijn pure verzekeringspolissen met slechts een beperkt financieel beleggingsrisico.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Wijzigingen in de toegezegde-pensioenregelingen
Toegezegde-pensioenregelingen per 1 januari 163 088 164 117
Huidige toegerekende lasten 5 631 6 314
Werknemersbijdragen 358 440
Rentelasten 2 243 2 646
Betaalde voordelen (directe & indirecte, inclusief belastingen op betaalde bijdragen) (5 437) (7 241)
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van wijzigingen in de financiële hypothesen (6 478) 6 047
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van wijzigingen in de demografische hypothesen (3 341) (920)
Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van eigen ervaringen 447 (1 067)
Pensioenkosten van verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) (986) (812)
(Opbrengsten)/verliezen uit schikkingen 0 (2 279)
Wisselkoersverschillen 760 (4 157)
Toegezegde-pensioenregelingen per 31 december 156 285 163 088
Verdeling van de toegezegde-pensioenregelingen per populatie
Actieve leden 83 858 83 979
Leden met uitgestelde pensioenrechten 29 307 32 316
Gepensioneerden/Begunstigden 43 120 46 793
Totaal toegezegde-pensioenregelingen per 31 december 156 285 163 088
Wijzigingen in het effect van asset ceiling tijdens het boekjaar
Asset ceiling op 1 januari 2 504 2
Renten op activaplafond 16 0
Actuariële opbrengsten/(verliezen) 486 2 633
Wisselkoersverschillen 109 (131)
Asset ceiling at 31 December 3 115 2 504
Gewogen gemiddelde looptijd van de toegezegde-pensioenregelingen per 31 december 14 15
Sensitiviteit van de toegezegde-pensioenregelingen met betrekking tot de hoofdhypothesen per 31
december
Huidige toegezegde-pensioenregelingen per 31 december 156 285 163 088
% stijging in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% daling van de disconteringsvoet 3,54% 3,69%
% daling in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% stijging van de disconteringsvoet -3,36% -3,49%
% daling in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% daling van de inflatievoet -1,55% -1,68%
% stijging in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% stijging van de inflatievoet 1,62% 1,77%

Voor regelingen die een volledige waardering hebben ondergaan, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie exact en gebaseerd op deze volledige waardering. Voor regelingen die zijn overgeheveld van de laatste volledige actuariële waardering, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie een schatting waarbij rekening gehouden wordt met de looptijd van de verplichtingen en het totale profiel van het lidmaatschap van de regeling.

• Toegezegde bijdragenregelingen

Het totaal aan door Recticel uitbetaalde bijdragen bedroeg in het huidige jaar EUR 3.371.327, vergeleken met een bedrag van EUR 3.466.400 vorig jaar.

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

I.6.

I.5.

I.8.

II.1.

I.7.

II.4.2.5.15. Voorzieningen

Voor de verslagperiode 2018

in duizend EUR
Groep Recticel VOORDELEN
PERSONNEL
ANDERE GESCHILLEN PRODUCT
DEFECTEN
LEEFMILIEU- RISICO'S REORGANISA- TIE-LASTEN VOORZIENIN- GEN VOOR
VERLIESLA- TENDE
CONTRACTEN
OVERIGE
RISICO'S
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode 58 274 120 2 681 3 373 3 530 1 453 4 265 73 695
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Verwachte opbrengst uit activa/actuariële winsten
(verliezen) opgenomen in het eigen vermogen
(4 530) 0 0 0 0 0 0 (4 530)
Actualisatie 759 0 0 0 0 0 0 759
Toevoegingen 6 212 5 191 0 8 624 448 4 255 19 735
Bestedingen (6 635) 0 (219) (664) (864) (142) (5 837) (14 361)
Terugnemingen (1 253) (50) (939) (472) (2 226) (653) (160) (5 753)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere 0 97 0 0 0 0 68 165
Wisselkoersverschillen (52) (1) (1) 0 0 11 0 (43)
Per einde van de verslagperiode 52 775 171 1 713 2 237 9 063 1 117 2 591 69 666
Voorzieningen op meer dan één jaar 48 055 171 1 560 2 029 7 193 775 2 591 62 373
Voorzieningen op minder dan één jaar 4 720 0 153 208 1 870 342 0 7 293
Totaal 52 775 171 1 713 2 237 9 063 1 117 2 591 69 666

Voor de verslagperiode 2017

in duizend EUR
Groep Recticel VOORDELEN
PERSONNEL
ANDERE
GESCHILLEN
PRODUCT
DEFECTEN
LEEFMILIEU
RISICO'S
REORGANISA
TIE-LASTEN
VOORZIENIN
GEN VOOR
VERLIESLA
TENDE
CONTRACTEN
OVERIGE
RISICO'S
TOTAAL
Per einde van de vorige verslagperiode 55 147 48 3 002 4 452 2 631 2 097 2 758 70 134
Wijzigingen tijdens de verslagperiode
Verwachte opbrengst uit activa/actuariële winsten
(verliezen) opgenomen in het eigen vermogen
4 082 0 0 0 0 0 0 4 082
Actualisatie 967 0 0 0 0 0 0 967
Toevoegingen 6 277 120 411 40 2 815 420 1 736 11 820
Bestedingen (7 461) (48) (453) (619) (1 562) (307) 0 (10 450)
Terugnemingen (42) 0 (277) (500) (355) (716) (229) (2 118)
Getransfereerd van één rubriek naar een andere (274) 0 0 0 0 (274)
Wisselkoersverschillen (423) 0 (3) 0 0 (42) 0 (468)
Per einde van de verslagperiode 58 274 120 2 681 3 373 3 530 1 453 4 265 73 695
Voorzieningen op meer dan één jaar 54 295 120 2 334 3 152 3 440 956 4 265 68 561
Voorzieningen op minder dan één jaar 3 978 0 347 221 90 497 0 5 134
Totaal 58 274 120 2 681 3 373 3 530 1 453 4 265 73 695

Voorzieningen voor voordelen personeel daalden met EUR 5,5 miljoen. Deze wijziging wordt voornamelijk verklaard door (i) actuariële verliezen als gevolg van een hogere discontovoet (EUR -4,5 miljoen), en (ii) een terugname (EUR -1,3 miljoen) als gevolg van een inperkingseffect in de pensioenregeling in Frankrijk.

Voorzieningen voor productwaarborgen hebben

voornamelijk betrekking op de garanties op producten van de slaapcomfortdivisie. De voorzieningen worden in het algemeen berekend op basis van 1% van de jaarlijkse opbrengsten uit verkoop, wat overeenkomt met de beste schatting van het management van het risico voor de garantie van 12 maanden. Wanneer historische gegevens beschikbaar zijn, worden de voorzieningen vergeleken met de jaarlijkse effectieve verplichtingen en, indien nodig, wordt het bedrag van de voorziening aangepast.

I.1. I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.2. II.3.

(i) het geïdentificeerde risico met betrekking tot de terreinen in Tertre (België) (zie deel II.4.2.6.10.1.) en (ii) de andere vervuilingsrisico's in België. Van deze voorzieningen werd in 2017 EUR -0.7 miljoen gebruikt voor de opruimingskosten op de site in Tertre. Een herinschatting van de verplichtingen tegenover OVAM voor de site in Wetteren (België) leidde tot een terugname van EUR -0,5 miljoen. Voorzieningen voor reorganisatie hebben betrekking op

Voorzieningen voor leefmilieurisico's dekken voornamelijk

de uitstaande saldi van verwachte uitgaven met betrekking tot (i) de sluiting van de Soepelschuim-fabriek in respectievelijk Catarroja (Spanje) en Buren (Nederland), (ii) de Slaapcomfortfabriek in Hassfurt (Duitsland) en (iii) een aantal bijkomende rationalisatie-inspanningen in Automobiel.

Voorzieningen voor verlieslatende contracten hebben betrekking op huur- en operationele lease-overeenkomsten. De netto daling van EUR -0,3 miljoen wordt verklaard door (i) een nieuwe voorziening voor Nederland (Soepelschuim) (EUR +0,4 miljoen) in verband met de aangekondigde sluiting van de site in Buren, en (ii) een aanwending in Zwitserland (Slaapcomfort) (EUR -0,1 miljoen) en (iii) een terugname van voorzieningen voor een overeenkomst in Oostenrijk (Slaapcomfort) (EUR -0,7 miljoen).

Voorzieningen voor andere risico's hebben vooral betrekking op de juridische kosten en vergoedingen voor lopende remediaties en rechtsgeschillen (zie II.4.6.10. – Voorwaardelijke activa en verplichtingen).

Voor de belangrijkste risico's (o.a. leefmilieu-, reorganisatie- en overige risico's) wordt verwacht dat de kasuitstromen (cash outflows) zullen plaatsvinden binnen een horizon van twee jaar.

II.4.2.5.16. Financiële verplichtingen

• Financiële verplichtingen opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs omvatten voornamelijk rentedragende leningen:

LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN -
OPGENOMEN
KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN -
OPGENOMEN
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Gewaarborgd
Financiële leases 17 505 18 078 640 1 778
Kredietinstellingen 15 500 76 160 0 0
Kredietinstellingen - factoring met voortdurende betrokkenheid 0 0 646 751
Totaal gewaarborgd 33 005 94 238 1 286 2 529
Niet-gewaarborgd
Overige leningen 1 701 1 843 260 260
Kredietinstellingen - kortlopend 0 0 2 945 3 103
Commercial paper 0 0 58 985 19 999
Voorschotten op lopende rekening 0 0 25 780 20 195
Overige financiële verplichtingen 0 0 765 2 902
Totaal niet-gewaarborgd 1 701 1 843 88 734 46 459

* Op 31 januari 2018 hebben de banken die deelnemen aan de kredietfaciliteit van EUR 175 miljoen 2016-2021 ingestemd met de kwijting en vrijgave van alle eerder verleende zekerheden.

Totaal rentedragende verplichtingen aan geamortiseerde kost 34 706 96 080 90 021 48 988

• Bruto financiële schuld: rentedragende leningen, inclusief voortlopende betrokkenheid van factoringprogramma's buiten de balanstelling zonder verhaal

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Opgenomen bedragen onder de verschillende beschikbare rentedragende financiële verplichtingen
Uitstaande bedragen onder club deal financieringsfaciliteit 0 0
Uitstaande bedragen onder financiële leases 17 504 18 078
Uitstaande bedragen onder overige langlopende leningen 17 201 78 003
Uitstaande bedragen onder langlopende rentedragende financiële verplichtingen (a) 34 705 96 080
Uitstaande bedragen onder rekening-courant bij banken 23 959 20 195
Uitstaande bedragen onder kortlopende bankleningen 2 945 3 103
Uitstaande bedragen onder financiële leases 640 1 778
Uitstaande bedragen onder factoring programma's - met voortlopende betrokkenheid 646 751
Uitstaande bedragen onder commercial paper programs 1 58 985 19 999
Uitstaande bedragen onder overige kortlopende leningen 260 260
Uitstaande bedragen onder overige financiële verplichtingen 765 2 902
Uitstaande bedragen onder kortlopende rentedragende verplichtingen (b) 88 200 48 988
Totaal Uitstaande bedragen onder bruto rentedragende verplichtingen (c)=(a)+(b) 122 905 145 068
Uitstaande bedragen onder factoring programma's zonder verhaal (d) 51 320 54 701
Totaal uitstaande bedragen onder bruto rentedragende verplichtingen en factoring programma's (e)=(c)+(d) 174 225 199 769
Gewogen gemiddelde looptijd van langlopende rentedragende verplichtingen (in jaren) 7,1 5,0
Gewogen gemiddelde rentevoet van de bruto financiële schulden aan vaste rentevoet 2,00% 1,20%
Vork van rentevoeten op bruto financiële schulden aan vaste rentevoet 1.46% - 2.62% 1.46% - 2.62%
Gewogen gemiddelde rentevoet van de bruto financiële schuld aan vlottende rentevoet 1,00% 1,40%
Vork van rentevoeten op bruteo financiële schuld aan vlottende rentevoet 0.11% - 3.70% 0.11% - 3.70%
Gewogen gemiddelde rentevoet van de totale bruto financiële schuld 1,31% 2,30%
Percentage van bruto financiële schuld aan vaste rentevoet 31,0% 44,1%
Percentage van bruto financiële schuld aan vlottende rentevoet 69,0% 55,9%

1 Het opgenomen bedrag on het commercial paper programma dient op elk moment afgedekt te worden door het niet-opgenomen bedrag on de club deal kredietlijn. Daarom wordt het gerapporteerde niet-opgenomen bedrag onder de EUR 175 million club deal revolving kredietlijn weergegeven na aftrek van het bedrag opgenomen onder het commercial paper programma.

De reële waarde van de verplichtingen met variabele rente benaderen de nominale waarde.

Het grootste deel van de rentedragende financiële verplichtingen van de Groep worden centraal aangegaan en beheerd door Recticel International Services n.v., dat als interne bank van de Groep handelt.

(i) Financiële leases

Deze rubriek omvat voornamelijk drie leases. De eerste financiert de Isolatie-fabriek in Bourges (Frankrijk) en heeft per 31 december 2018 een uitstaand bedrag van EUR 7,6 miljoen en is aan vlottende rentevoet. De tweede, voor gebouwen in België, heeft per 31 december 2018 een uitstaand bedrag van EUR 2,0 miljoen op de balans en is aan vaste rentevoet. In 2017 werd een nieuw lease afgesloten ter financiering van de uitbreiding van de Isolatie-fabriek in Wevelgem (België). Per 31 december 2018 bedroeg het uitstaande bedrag van deze nieuwe lease EUR 8,5 miljoen. Deze lease is afgesloten aan vaste rentevoet.

(ii) Kredietinstellingen – club deal kredietovereenkomst

Op 09 december 2011 heeft Recticel een club deal overeenkomst afgesloten voor een multi-valuta lening van EUR 175 miljoen voor vijf jaar. De looptijd van deze club deal kredietfaciliteit - in dewelke 6 europese banken deelnemen werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.

(iii) Andere bankleningen

In 2018 sloot Recticel een nieuwe bilaterale banklening met vaste rentevoet af van 15,5 miljoen voor de financiering van de nieuwe greenfield-Isolatiefabriek in Finland. De looptijd van deze banklening met aflossingsschema bedraagt 15 jaar, met vervaldag in maart 2033.

(iv) Programma voor handelspapier (Commercial paper)

In 2017 startte de Groep een kortlopend commercial paperprogramma (TCN - Titres de Créances Négociables) in Frankrijk voor een bedrag van EUR 100 miljoen, wat in 2018 verhoogd werd tot EUR 150 miljoen. Dit TCN-programma wordt gebruikt voor de aanvullende financiering van de dagelijkse werkkapitaalbehoeften van de Groep. Het bedrag dat wordt uitgegeven onder het TCN-programma dient steeds gedekt te worden door het niet-opgenomen bedrag onder de club deal kredietlijn van EUR 175 miljoen.

• Overige financiële verplichtingen

Voor rentevoetswaps wordt gerefereerd naar II.4.2.5.19.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Overige financiële verplichtingen 65 229
Verlopen renten 270 1 006
Totaal 336 1 235

II.4.2.5.17. Financiële leaseverplichtingen

in duizend EUR
Groep Recticel MINIMALE
LEASE-BETALINGEN
CONTANTE WAARDE VAN DE MINIMALE
LEASE-BETALINGEN
MINIMALE
LEASE-BETALINGEN
CONTANTE WAARDE VAN DE MINIMALE
LEASE-BETALINGEN
31 DEC 2018 31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2017
Leasebetalingen vervallend binnen 1 jaar 793 640 2 068 1 778
Leasebetalingen vervallend binnen 2 jaar 3 423 2 987 2 084 1 769
Leasebetalingen vervallend binnen 3 jaar 2 150 1 828 2 138 1 795
Leasebetalingen vervallend binnen 4 jaar 4 202 3 888 7 257 5 686
Leasebetalingen vervallend binnen 5 jaar 2 178 1 893 2 721 2 627
Leasebetalingen vervallend tussen 6 en 10 jaar 4 993 4 486 3 463 3 129
Leasebetalingen vervallend tussen 11 en 15 jaar 2 479 2 422 3 167 3 072
Leasebetalingen vervallend na 15 jaar 0 0 0 0
Totale leasebetalingen 20 219 18 144 22 897 19 855
Toekomstige financiële lasten (2 075) - (3 042) -
Contante waarde van de leasebetalingen 18 144 18 144 19 855 19 855
Minus betalingen die binnen het jaar vervallen - (640) - (1 778)
Betalingen die na 1 jaar vervallen - 17 503 - 18 078

De financiële leases werden door de dochterondernemingen afgesloten ter financiering van gebouwen voor een bedrag van EUR 18,1 miljoen met een financiële last die varieert tussen 1,43% per jaar en 3,0% per jaar.

II.4.2.5.18. Handels- en overige verplichtingen

Handelsschulden omvatten voornamelijk uitstaande bedragen voor handelsaankopen. De lagere handelsschulden (EUR 90,8 miljoen in vergelijking met EUR 126,6 miljoen in 2017) worden verklaard door lagere activiteitsniveaus en lagere grondstoffenprijzen in het laatste kwartaal van het jaar.

Overige kortlopende verplichtingen daalden met EUR 6,3 miljoen en zijn als volgt samengesteld:

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Overige langlopende verplichtingen die binnen het jaar vervallen 155 142
Te betalen BTW - lokaal 12 968 11 132
Overige belastingsverplichtingen 3 172 2 514
Lonen en sociale zekerheid 34 823 36 414
Te betalen dividend 311 283
Transfert resultaat (fiscale eenheid) 12 898 13 035
Overige schulden 18 986 20 297
Overlopende passiva - operationeel 11 248 20 932
Uitgestelde opbrengsten - operationeel 9 873 5 983
Uitgestelde opbrengsten - winst op sale & leaseback 523 545
Totaal 104 957 111 276

II.4.

I.1.

I.2.

I.4.

I.3.

II.4.2.5.19. Financiële instrumenten en financiële risico's

De volgende tabel geeft de financiële instrumenten weer per categorie van IFRS 9 en het reële waarderingsniveau voor de financiële activa en verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde:

in duizend EUR
Groep Recticel IFRS 9
CATEGORY
31 DEC 2018 31 DEC 2017 FAIR VALUE LEVEL
Overige financiële investeringen 791 667
Eigen-vermogensinvesteringen FVTOCI (1) 791 667 3
Langlopende vorderingen 5 841 5 976
Leningen AC 5 841 5 976 N/A
Handelsvorderingen AC 107 680 110 935
Overige vorderingen en overige financiële activa 28 980 34 043
Afgeleide instrumenten - FX forwards FVTPL 0 28 2
Afgeleide instrumenten - Rentevoerswaps FVTPL (2018); FVTOCI (2017) 19 39 2
Leningen AC 28 961 33 976 N/A
Geldmiddelen en kasequivalenten AC 39 554 57 844 N/A
Totaal financiële activa 182 846 209 465
Langlopende financiële verplichtingen 34 705 96 217
Financiële leases AC 17 504 18 078 N/A
Kredietinstellingen AC 15 500 76 160 N/A
Overige leningen AC 1 701 1 843 N/A
Overige financiële verplichtingen - Afgeleide producten - Rentevoetswaps FVTPL 0 136 2
Kortlopende financiële verplichtingen 90 021 48 852
Financiële leases AC 640 1 778 N/A
Kredietinstellingen AC 2 945 3 103 N/A
Bankleningen - factoring met voortdurende betrokkenheid AC 646 751 N/A
Overige leningen AC 260 260 N/A
Commercial paper AC 58 985 19 999 N/A
Bank overdrafts AC 25 780 20 195 N/A
Overige financiële verplichtingen - Leningen AC 335 1 235 N/A
Overige financiële verplichtingen - Afgeleide producten - FX forwards FVTPL 201 213 2
Overige financiële verplichtingen - Afgeleide producten - Rentevoetswaps FVTPL 229 1 318 2
Handelsverplichtingen AC 90 756 126 584 N/A
Totaal financiële verplichtingen 215 482 271 653

(1) In 2017 werden de aandelenbeleggingen geclassificeerd als voor verkoop beschikbare financiële activa in overeenstemming met IAS 39.

De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het vaststellen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten, ingedeeld volgens waarderingstechniek:

  • Niveau 1: genoteerde (niet-gecorrigeerde) marktprijzen in actieve markten voor identieke activa of passiva
  • Niveau 2: andere technieken waarbij alle inputs waarneembaar zijn die een significant effect op de geboekte reële waarde hebben, zij het direct of indirect
  • Niveau 3: technieken waarbij de inputs die een significant effect hebben op de geboekte reële waarde, niet gebaseerd zijn op waarneembare marktgegevens.

Tijdens de rapportageperiode die eindigde op 31 december 2018 waren er geen overdrachten tussen waarderingen tegen een reële waarde op niveau 1 en niveau 2, en geen overdrachten van en naar waarderingen tegen een reële waarde op niveau 3.

Beheer van financiële risico's

• Kredietrisico

De belangrijkste vlottende financiële activa van de Groep zijn de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, en investeringen, die de maximale blootstelling van de Groep vertegenwoordigen aan het kredietrisico met betrekking tot financiële activa.

Het kredietrisico van de Groep is voornamelijk toe te schrijven aan haar handelsvorderingen. De bedragen worden in de balans gepresenteerd netto van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, geschat door het management van de Groep op basis van ervaringen uit het verleden en hun inschatting van de huidige economische omgeving.

Het risicoprofiel van de portefeuille handelsvorderingen is gesegmenteerd per activiteitensector, en steunt op de waargenomen verkoopsvoorwaarden in de markt. Het wordt tevens beperkt door de afgesproken limieten van de algemene verkoopsvoorwaarden en de specifiek –daaraan aangepasteovereengekomen voorwaarden. Deze laatsten hangen verder af van de graad van industriële en commerciële integratie van de klant, alsook van de concurrentiegraad van de markt.

De portefeuille handelsvorderingen in de sector Soepelschuim, Slaapcomfort en Isolatie bestaat uit een grote hoeveelheid klanten, verdeeld over verschillende markten waarvan het kredietrisico continu wordt geëvalueerd en op dewelke de commerciële en financiële voorwaarden worden toegekend. Daarnaast worden de kredietrisico's op handelsvorderingen, met uitzondering van de Automobielsector, meestal gedekt door kredietverzekeringspolissen die de Groep centraal beheert en harmoniseert. Het beheer van de kredietrisico's is verder ondersteund door de implementatie van SAP software modules (FSCM) en 'best practice' processen inzake de inning van vorderingen.

In de sector Automobiel zijn de kredietrisico's geconcentreerd en beroept de Groep zich op solvabiliteitsratio's die door onafhankelijke rating agentschappen worden toegekend.

De toegekende kredietperiodes bij verkopen variëren in functie van de kredietbeoordeling van de klant, de sector en het land van operatie.

Er is een beperkte beoordeling van het kredietrisico op aandeelhoudersleningen toegekend aan de joint ventures. Aandeelhoudersleningen aan joint ventures worden aangegaan in overeenstemming met de regels voorzien in de joint venture-overeenkomsten, die onderworpen zijn aan de evolutie van de operationele business performance zijn.

• Beheer van rentevoetrisico's

Recticel dekt op globaal niveau het renterisico af van rentedragende financiële verplichtingen. De belangrijkste gehanteerde instrumenten zijn renteswaps (IRS). De verhouding vastrentende schuld / variabel rentende schuld wordt regelmatig overlopen op het niveau van het Financieel Comité en aangepast indien nodig. In deze streeft het Financieel Comité ernaar om een aangepast evenwicht te vinden tussen vastrentende akkoorden en overeenkomsten met variabele rente gebaseerd op een filosofie van gezonde spreiding van de renterisico's.

Bij een renteswap-overeenkomst ('IRS') verbindt de Groep er zich toe om het verschil tussen het rentebedrag aan vaste en vlottende rentevoet berekend op een nominaal bedrag te betalen of te ontvangen. Dit type van overeenkomsten laat de Groep toe om schommelingen op te vangen die het gevolg zijn van wijzigingen in de marktwaarde van de schuld aan vaste rentevoet.

De reële waarde van de renteswap-portefeuille op de balansdatum wordt bepaald door de actualisatie van de toekomstige geldstromen uit het contract en dit door gebruikt te maken van de rentecurves van dat moment en mits in acht name van het inherent kredietrisico voor dit soort overeenkomsten.

De huidige portefeuille IRS dekt een deel van de rentedragende leningen voor EUR 10 miljoen tot oktober 2019 februari 2018 en tot februari 2021 voor EUR 25 miljoen.

De gewogen gemiddelde looptijd van de totale renteswapportefeuille bedraagt 1,75 jaar.

Op 31 december 2018 werd de reële waarde van de renteswaps geschat op EUR -0,3 miljoen.

Alle financiële leases (EUR 18,1 miljoen) en de nieuwe banklening van EUR 15,5 miljoen werden uitgegeven tegen een vaste rente, terwijl de meeste andere bankverplichtingen zijn aangegaan tegen variabele rente. De huidige portefeuille van derivaten biedt een globale afdekkingen voor een totaal bedrag van EUR 35,0 miljoen per 31 december 2018, wat betekent dat de totale vaste-renteovereenkomsten 31% vertegenwoordigen van de totale netto verplichtingen, inclusief 'buiten balans' factoring.

Sensitiviteit rentevoeten

De Groep is blootgesteld aan rentevoetrisico's omdat de financieringen van de Groep zowel vaste als variabele rentevoeten hebben. Het renterisico wordt door de Groep centraal beheerd in de mate dat er een aangepaste samenstelling bestaat van leningen aan vaste en variabele rentevoeten en door gebruik te maken van renteswaps (IRS). De rentevoetafdekkingen worden regelmatig geëvalueerd om ze in lijn te brengen met de visie die de Groep heeft over de evolutie van de rentevoeten op de financiële markten; en dit met het oog op de optimalisatie van de rentelasten doorheen de verschillende economische cycli.

In 2018 bedroeg het nominaal portefeuillebedrag EUR 35,0 miljoen (2017: EUR 77,0 miljoen).

• Impact winst- en verliesrekening

Indien de rentecurve met 100 basispunten zou gestegen zijn en alle andere parameters ongewijzigd zouden blijven, dan zou de winst van de Groep in 2018 met EUR -0,4 miljoen gedaald zijn, in vergelijking met een daling van EUR -0,8 miljoen in 2017.

Omgekeerd, indien de rentecurve met 100 basispunten zou gedaald zijn en alle andere parameters ongewijzigd, dan zou winst van de Groep in 2018 met EUR +0,1 miljoen toegenomen zijn, in vergelijking met EUR +0,8 miljoen in 2017.

• Beheer van wisselkoersrisico's

Het is het beleid van de Groep om valutarisico's die voortvloeien uit financiële en bedrijfsactiviteiten af te dekken via Recticel International Services n.v. (RIS), die hierbij dienst doet als interne bank van de Groep. Dit afdekkingsbeleid gebeurt voornamelijk via termijnwisselcontracten. Hedge accounting onder IFRS 9 wordt echter niet toegepast voor wisselkoersrisikobeheer.

Algemeen sluit de Groep termijnwisselcontracten af om wisselkoersrisico's op betalingen en ontvangen bedragen in vreemde valuta in te dekken. De Groep kan tevens termijnwisselcontracten afsluiten, alsook optiecontracten, om wisselkoersrisico's af te dekken die verbonden zijn aan voorziene verkopen en aankopen van het jaar en voor een percentage dat varieert in functie van de voorspelbaarheid van de betalingsstromen.

Op balansdatum hadden de termijnwisselcontracten betrekking op een nominaal bedrag van EUR 84,8 miljoen en een overeenkomstige totale reële waarde van EUR -0,3 miljoen.

Sensitiviteitsanalyse van de wisselkoersrisico's

De Groep is voornamelijk blootgesteld aan 7 valuta buiten de Eurozone: GBP, USD, CHF, SEK, PLN, CNY en CZK.

in duizend EUR

31 DEC 2018 31 DEC 2017
Groep Recticel VASTE RENTEVOET VLOTTENDE
RENTEVOET
TOTAAL VASTE RENTEVOET VLOTTENDE
RENTEVOET
TOTAAL
Financiële schuld
CHF 0 0 0 0 32 32
CNY 0 1 156 1 156 0 0 0
CZK 0 967 967 0 0 0
EUR 15 500 12 283 27 783 0 76 260 76 260
GBP 0 0 0 0 0 0
PLN 0 0 0 0 0 0
SEK 0 3 354 3 354 0 3 048 3 048
USD 0 9 125 9 125 0 17 629 17 629
Other 0 784 784 0 2 495 2 495
Totaal 15 500 27 669 43 169 0 99 464 99 464
Overige financiële instrumentvorderingen
CHF 0 0 0 0 0 0
CNY 0 0 0 0 0 0
CZK 0 0 0 0 0 0
EUR 10 573 69 163 79 736 11 134 31 574 42 708
GBP 0 0 0 0 0 0
PLN 0 0 0 0 0 0
SEK 0 0 0 0 0 0
USD 0 0 0 0 0 0
Other 0 0 0 0 0 0
Totaal 10 573 69 163 79 736 11 134 31 574 42 708
Geldmiddelen en kasequivalenten
CHF 0 287 287 0 1 043 1 043
CNY 0 16 299 16 299 0 13 991 13 991
CZK 0 1 144 1 144 0 153 153
EUR 0 18 786 18 786 0 28 953 28 953
GBP 0 (1 981) (1 981) 0 973 973
PLN 0 2 402 2 402 0 4 612 4 612
SEK 0 242 242 0 282 282
USD 0 644 644 0 1 098 1 098
Other 0 (89) (89) 0 1 192 1 192
Totaal 0 37 733 37 733 0 52 297 52 297

De volgende tabel detailleert de gevoeligheid van de Groep bij een positieve of negatieve variatie, vergelijkbaar met de jaarlijkse variatie van de valutaparen tijdens het vorige boekjaar.

De sensitiviteitsanalyse omvat enkel de uitstaande financiële bedragen in vreemde valuta die opgenomen zijn in de balans per 31 december. Zij bepaalt hun variaties op de conversievoeten dewelke gebaseerd zijn op de volgende assumpties: USD en GBP 10%; CZK, CHF, PLN en SEK 5%.

De volgende tabel toont de gevoeligheid van de Groep in de winst of het verlies bij een stijging (of daling) van respectievelijk 10% van de Amerikaanse dollar en het Britse pond ten opzichte van de Euro, en 5% stijging (of daling) van de Tsjechische kroon, Poolse Zloty, Zweedse kroon en de Zwitserse frank tegenover de Euro. De toegepaste percentages in de

gevoeligheidsanalyse zijn de inschatting van de volatiliteit van deze wisselkoersen door het management. De

gevoeligheidsanalyse omvat enkel de in vreemde valuta's uitstaande monetaire activa en passiva en past hun omzetting aan het einde van de periode aan bij een verandering in valutakoersen met respectievelijk 10% en 5%. De gevoeligheidsanalyse omvat externe leningen alsook leningen voor buitenlandse operaties binnen de Groep waarbij de munteenheid van de lening in een andere dan de functionele valuta van de geldschieter of de lener valuta is uitgedrukt. Het omvat ook de wisselkoersderivaten (niet aangeduid als afdekkingsinstrumenten).

Een positief cijfer wijst op een stijging van de winst of het eigen vermogen als de Euro verzwakt met respectievelijk 10% ten opzichte van de Amerikaanse dollar en het Britse pond, of 5% ten opzichte van de Tsjechische kroon, Poolse Zloty, Zweedse kroon en de Zwitserse Frank. Bij een versterking van de Euro met respectievelijk 10% van ten opzichte van de Amerikaanse dollar of de Pond Sterling, of 5% ten opzichte van de Tsjechische kroon, Poolse Zloty, Zweedse kroon en de Zwitserse frank, zou er een vergelijkbaar tegengestelde impact hebben op de winst of het eigen vermogen (i.e. de impacten zullen negatief zijn).

in duizend EUR
Groep Recticel VERSTEVIGING VAN USD
VERSTEVIGING VAN GBP
TEGENOVER EUR
TEGENOVER EUR
VERSTEVIGING VAN CZK
TEGENOVER EUR
VERSTEVIGING VAN SEK
TEGENOVER EUR
VERSTEVIGING CHF
TEGENOVER EUR
VERSTEVIGING PLN
TEGENOVER EUR
2018 2017 2018 2017 2018 2017 2018 2017 2018 2017 2018 2017
Historisch gemiddelde variatie 10% 10% 10% 10% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 5% 5%
Winst of (verlies) erkend in de winst-
& verliesrekening
2 221 289 2 747 3 380 173 2 476 403 180 326 196 154 554
Winst of (verlies) erkend in het eigen
vermogen
34 441 28 003 7 665 14 879 35 310 152 261 1 479 2 205 10 592 4 311 6 052 6 387
Financiële activa * (59 906) (39 577) (62 781) (37 699) (33 311) (66 953) (12 045) (5 396) (3 718) (7 730) (8 626) (5 969)
Financiële passiva * 3 250 8 679 27 647 (10 980) (5 453) (35 788) 2 496 (418) (355) (508) (510) 10 666
Afgeleide producten (22 215) (2 895) (27 469) (33 800) (3 455) 49 520 (8 070) (3 609) 6 519 (3 927) (3 084) 11 084

* inclusief handels- en overige vorderingen, en handels- en overige schulden.

Financiële activa en passiva vertegenwoordigen de valutablootstelling van de verschillende verbonden ondernemingen van de Groep in relatie met hun locale munt.

Liquiditeitsrisico

De financieringsbronnen zijn goed gediversifieerd en het grootste gedeelte van de schulden is onherroepelijk en op lange termijn afgesloten. Deze omvatten de revolving club deal kredietlijn voor 5 jaar die afgesloten werd in december 2011 voor een bedrag van EUR 175 miljoen, en die in februari 2016 voor een nieuwe periode van 5 jaar werd verlengd tot februari 2021.

Naast deze langlopende leningen beschikt de Groep ook over een gediversifieerd aantal kortlopende financieringsbronnen, inclusief een commercial paper- en factoringprogramma's zonder verhaal.

De gediversifieerde financieringsstructuur en de beschikbaarheid van ongebruikte en toegewezen (committed) kredietfaciliteiten voor EUR 199,5 miljoen garanderen de nodige liquiditeit om de toekomstige activiteiten te verzekeren en de financiële verplichtingen op korte en middellange termijn na te komen.

De Groep neemt geen financiële instrumenten die een cash deposito of andere garanties (bvb margin calls) vereisen.

De club deal kredietovereenkomst is onderhevig aan bankcovenanten op basis van een aangepaste schuldgraadratio, een renteafdekkingsratio en een minimum eigen vermogen verplichting; allen op gecombineerde basis. Per eind 2018 voldeed Recticel aan al zijn bankcovenanten. Op grond van het budget 2019 en het bedrijfsplan verwacht het management in staat te zijn om in het komende jaar aan de bankcovenanten te kunnen voldoen. Deze bankconvenanten zullen verder worden bepaald op basis van de algemeen aanvaarde boekhoudprincipes die golden op het moment van afsluiting van de clubdealovereenkomst ("frozen GAAP"). De toepassing van IFRS 16 zal geen impact hebben op de waardering van deze convenanten.

Zoals voorzien in de club deal kredietovereenkomst, bedraagt het maximaal toegestane dividend, exclusief het deel toewijsbaar aan de eigen aandelen (treasury shares), beschikbaar voor uitbetaling, het hoogste bedrag van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.

I.1.

I.2. De volgende tabel geeft een overzicht van de voor de Groep beschikbare maar niet-opgenomen kredietlijnen:

in duizend EUR
NIET-OPGENOMEN KREDIETLIJNEN
Groep Recticel LANGLOPEND KORTLOPEND
31 DEC 2017 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Gewaarborgd
Club deal financieringsfaciliteit 2016-2021 0 78 840 0 0
Totaal gewaarborgd 0 78 840 0 0
Niet-gewaarborgd
Club deal financieringsfaciliteit 2016-2021 116 015 0 0 0
Overige kredietinstellingen 0 0 45 827 52 298
Commerical paper 0 0 91 015 80 000
Totaal niet-gewaardborgd 116 015 0 136 842 132 298
Totaal rentedragende verplichtingen aan geamortiseerde kost 116 015 78 840 136 842 132 298
in duizend EUR
Groep Recticel 2018 2017
Niet opgenomen bedragen onder langlopende financieringslijnen
Niet opgenomen beschikbare toezegging onder de club deal financieringsfaciliteit 1 116 015 78 841
Niet opgenomen beschikbare toezeggingen onder langlopende verplichtingen die binnen het jaar vervallen 0 2 800
Niet opgenomen beschikbare onder overige langlopende verplichtingen 0 19 900
Totaal beschikbaar onder langlopende leningen 116 015 101 541
Niet opgenomen bedragen onder kortlopende leningen
Niet opgenomen onder kortlopende kredietlijnen op de balans 45 827 52 298
Niet opgenomen onder off-balance factoring programma's 37 627 34 500
Totaal beschikbaar onder kortlopende leningen 83 454 86 798

Totaal niet opgenomen bedragen onder leningen 199 469 188 339

1 Het bedrag opgenomen in het commercial paper-programma moet op elk moment worden gedekt door het niet-opgenomen bedrag onder de club deal kredietlijn. Daarom is het gerapporteerde niet opgenomen bedrag onder de EUR 175 miljoen club deal kredietlijn weergegeven na aftrek van de uitgegeven bedragen onder het commercial paper-programma.

• Looptijdanalyse van de financiële verplichtingen

Voor de verslagperiode 2018

in duizend EUR
Groep Recticel MET VERVALDAG
BINNEN HET JAAR
(A)
MET VERVALDAG
TUSSEN
1 EN 5 JAAR
(B)
MET VERVALDAG
NA MEER
DAN 5 JAAR
(C)
TOTAAL
(A)+(B)+(C)
TOEKOMSTIGE
FINANCIËLE
LASTEN
BOEKWAARDE
Financiële leases 793 11 954 7 472 20 219 (2 074) 18 145
Kredietinstellingen 111 6 059 12 660 18 831 (3 331) 15 500
Overige verplichtingen 423 1 001 823 2 247 (286) 1 961
Rentedragende financiële verplichtingen 1 327 19 015 20 956 41 297 (5 692) 35 606
Overige financiële verplichtingen - Afgeleide producten 88 691 0 0 88 691 0 88 691
Overige financiële verplichtingen - Niet-afgeleide
producten
430 0 0 430 0 430
Langlopende financiële verplichtingen 34 706
Kortlopende financiële verplichtingen 90 021

Voor de verslagperiode 2017

in duizend EUR
Groep Recticel MET VERVALDAG
BINNEN HET JAAR
MET VERVALDAG
TUSSEN
1 EN 5 JAAR
MET VERVALDAG
NA MEER
DAN 5 JAAR
TOTAAL TOEKOMSTIGE
FINANCIËLE
LASTEN
BOEKWAARDE
(A) (B) (C) (A)+(B)+(C)
Financiële leases 1 778 14 199 6 630 22 607 (3 042) 19 565
Kredietinstellingen 3 103 77 091 0 80 194 (1 022) 79 172
Overige verplichtingen 260 960 1 060 2 280 (187) 2 093
Rentedragende financiële verplichtingen 5 141 92 250 7 690 105 081 (4 251) 100 830
Overige financiële verplichtingen - Afgeleide producten 42 044 0 0 42 044 0 42 044
Overige financiële verplichtingen - Niet-afgeleide
producten
1 531 136 0 1 667 0 1 667
Langlopende financiële verplichtingen 95 689
Kortlopende financiële verplichtingen 48 852

I.1.

I.2.

I.4.

I.5.

I.3.

II.4.2.5.20. Bedrijfscombinaties en overdrachten

Er vonden geen materiële bedrijfscombinaties plaats in 2018 noch in 2017.

II.4.2.5.21. Kapitaalbeheer

Het onderstaande overzicht bepaalt de kapitaalcomponenten die door het management als essentieel worden beschouwd met het oog op het bereiken van de doelratio inzake een kapitaalstructuur -Totaal netto financiële schuld/Totaal eigen vermogen- van minder dan 50%.

Groep Recticel
31 DEC 2018
31 DEC 2017
Afdekkingsverplichtingen
430
1 667
Langlopende financiële verplichtingen
34 706
96 080
Kortlopend gedeelte van langlopende financiële verplichtingen
900
2 038
Kortlopende financiële verplichtingen
88 421
44 242
Verlopen renten
270
1 006
Bruto financiële schuld
124 727
145 032
Geldmiddelen en kasequivalenten
(39 554)
(57 844)
Uitgestelde renten
(616)
0
Afdekkingsactiva
(19)
(67)
Netto financiële schuld
84 538
87 121
Opgenomen on der 'buiten balans' factoring programma's zonder verhaal
51 320
54 701
Totale netto financiële schuld
135 858
141 822
Totaal eigen vermogen
264 978
261 786
Ratios

Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen 31,9% 33,3% Totale netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen 51,3% 54,2%

II.4.2.6. Diversen

II.4.2.6.1. Operationele

lease-overeenkomsten

Operationele leasebetalingen vertegenwoordigen de som van de niet-verdisconteerde toekomstige lease betalingen voor bepaalde van industriële en/of kantooreigendommen en voor

bepaalde uitrustingen met betrekking tot de productie, logistiek en/of administratie.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Betalingen vervallend binnen het jaar (24 007) (23 992)
Tussen 1 en 5 jaar (49 417) (51 630)
Na 5 jaar (26 726) (32 680)
Minimale toekomstige leasebetalingen (100 150) (108 302)

Onderstaande tabel omvat de erkende operationele lease huurbedragen van het boekjaar.

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Operationele lease - terreinen en gebouwen (17 442) (17 918)
Operationele lease - installaties, machines en uitrusting (4 322) (6 482)
Operationele lease - meubilair (464) (281)
Operationele lease - rollend materieel (7 041) (6 999)
Totaal (29 269) (31 679)

II.4.2.6.2. Andere niet in de balans opgenomen elementen

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Zekerheden die door Recticel NV werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen 102 916 89 278

Deze zekerheden bevatten in hoofdzaak garanties van de moedermaatschappij en zachte garanties ('letters of comfort') voor engagementen aangegaan door dochterondernemingen met banken (EUR 70,9 miljoen), lessors (EUR 16,9 miljoen), overheidsinstellingen (EUR 3,1 miljoen) en andere derde partijen (EUR 12,0 miljoen).

II.4.2.6.3. Op aandelen gebaseerde betalingen

De Recticel Groep heeft een warrantenplan ingevoerd voor zijn leidinggevende managers.

Onderstaande tabel geeft het overzicht van alle uitstaande warranten per 31 december 2018:

Uitgifte AANTAL UITSTAANDE WARRANTEN UITOEFENPRIJS (IN EUR) UITOEFENPERIODE (1)
April 2014 165 693 5,64 01 Jan 18 - 28 Apr 20
June 2015 304 000 4,31 01 Jan 19 - 22 Jun 21
April 2016 317 500 5,73 29 Apr 19 - 29 Apr 25
June 2017 410 000 7,00 29 Jun 20 - 29 Jun 24
April 2018 460 000 10,21 25 Apr 21 - 25 Apr 25
Total 1 657 193

(1) alle warrantplannen hebben een wachtperiod van drie jaar.

Alle warrants hebben een wachtperiode van 3 jaar. De begunstigden kunnen het recht om hun warrants in geval van vrijwillig vertrek of ontslag om dringende redenen uit te oefenen verliezen.

De kost van de op aandelen gebaseerde betalingen opgenomen voor het boekjaar bedraagt EUR 0,73 miljoen (2017: EUR 0,38 miljoen).

Een meer algemeen overzicht die de evolutie in 2018 toont, wordt hieronder gepresenteerd:

in units
Groep Recticel 2018 2017
Totaal aantal uitstaande warrants per 31 december 1 657 193 1 965 262
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in EUR) 7,02 6,38
Gewogen gemiddelde resterende looptijd (in jaren) 4,92 2,37
Bewegingen in het aantal warranten
Uitstaand aan het begin van de periode 1 965 262 2 687 944
Toegekend gedurende de periode 460 000 410 000
Opgegeven gedurende de periode (317 414) (418 845)
Uitgeoefend gedurende de periode (450 655) (713 837)
Uitstaand aan het einde van de periode 1 657 193 1 965 262
Status van uitstaande warranten
Slotkoers aan het einde van de periode (in EUR) 6,39 7,73
Totaal uitoefenbaar aan het einde van de periode 165 693 575 650
Totaal 'in-the-money' aan het einde van de periode * 1 197 143 1 447 963
Totaal uitoefenbaar en 'in-the-money' aan het einde van de periode * 165 693 58 351

* in vergelijking met de gemiddelde slotkoers over de periode

II.1.

II.2.

I.1.

I.2.

I.4.

I.3. De uitstaande warranten op 31 december 2018 hadden een gewogen gemiddelde uitoefenprijs van EUR 7,02 en een gewogen gemiddelde resterende contractuele looptijd van 4,92 jaar.

Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van alle uitgeoefende warranten tijdens de verslagperiode:

in units
Groep Recticel 2018 2017
Totaal aantal uitgeoefende warranten 450 655 713 837
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in EUR) 6,85 4,38
Periode tijdens hetwelke deze warranten werden uitgeoefend 29 Maart - 18 December 31 Maart - 30 November
Gemiddelde slotkoers van de periode tijdens hetwelke deze warranten werden uitgeoefend (in EUR) 9,11 7,37
Average daily closing price for full year (in EUR) 9,08 7,31
Aantal nieuw toegekende warranten tijdens de periode 460 000 410 000
Serienaam van de nieuw toegekende warranten tijdens de periode April 2018 Juni 2017
Uitoefenprijs van de nieuwe serie warranten (in EUR) 10,21 7,00

Tot op vandaag heeft de Groep geen 'share appreciation rights' uitgegeven aan haar managers of werknemers, noch een aandeleninkoopplan opgestart.

De theoretische waarde van de warranten op het moment van uitgifte wordt berekend met toepassing van de Black & Scholes formule, en met inachtname van bepaalde hypotheses met betrekking van de dividendbetaling (laatste dividend in vergelijking met de aandelenprijs - dividendrendement: 2,12%), de rentevoet (Euribor 5 jaar - 0,05%) en de volatiliteit (marktgegevens over het Recticel-aandeel: 23%). Voor de serie van April 2018 bedraagt de marktwaarde EUR 1,572 per warrant.

Overzicht van het aantal uitstaande warranten aangehouden door de leden van het huidige Managementcomité:

in units
Uitgiftea AANTAL WARRANTEN AANGEHOUDEN DOOR DE LEDEN
VAN HET HUIDIGE MANAGEMENTCOMITE
April 2014 103 222
Juni 2015 110 000
April 2016 165 000
Juni 2017 260 000
April 2018 325 000
Totaal 963 222

a de voorwaarden van de verschillende uitgiften worden weergegeven in de hierboven vermelde overzichtstabel.

Leden van het Managementcomité ontvingen de volgende aandelenopties van de reeks 2018:

Naam TOTAAL AANTAL
AANDELENOPTIES
TOTAAL THEORETISCHE
WAARDE VAN DE AANDE-
LENOPTIES BIJ UITGIFTE - IN EUR (*)
Olivier Chapelle 100 000 157 200
Ralf Becker 25 000 39 300
Betty Bogaert 25 000 39 300
François Desné 25 000 39 300
Jean-Pierre De Kesel 25 000 39 300
Bart Massant 25 000 39 300
Jean-Pierre Mellen 25 000 39 300
Jan Meuleman 25 000 39 300
François Petit 25 000 39 300
Dirk Verbruggen 25 000 39 300
Total 325 000 510 900

(*) de theoretische waarde werd berekend op basis van de Black & Scholes formule en van bepaalde hypothesen over rendement, rentevoet en volatiliteit

II.4.2.6.4. Gebeurtenissen na balansdatum

Er waren geen materiële gebeurtenissen post-balansdatum 31 december 2018, uitgezonderd de volgende vier:

• Automobiel Seating – Proseat

In zijn persbericht van 19 december 2018 kondigde Recticel aan dat het definitieve overeenkomsten had gesloten om eerst de resterende 49% van de joint venture in Proseat van zijn Canadese partner Woodbridge Foam Corporation te kopen en vervolgens 75% van zijn belang in Proseat te verkopen aan de Japanse naamloze vennootschap Sekisui. Beide transacties (Recticel/Woodbridge en Recticel/Sekisui) waren onderworpen aan de gebruikelijke voorwaarden, waaronder goedkeuring door de bevoegde instanties.

Op 19 februari 2019 maakte Recticel bekend dat het de transacties had afgesloten, als gevolg waarvan Sekisui Plastics Co., Ltd. een belang van 75% in Proseat verwierf. Recticel behoudt een belang van 25% in Proseat, met de optie om deze resterende participatie binnen drie jaar te verkopen indien Sekisui zijn call optie uitoefent binnen deze periode, of na drie jaar indien Recticel zijn put optie uitoefent.

De netto-opbrengsten van de huidige transacties bedroegen EUR 21 miljoen, waardoor de joint venture Proseat wordt gewaardeerd tegen een bedrijfswaarde van 8,5 maal de gemiddelde EBITDA van 2016-2018.

De transactie resulteerde in een winst van ongeveer EUR 2,9 miljoen, die zal opgenomen worden in de geconsolideerde resultaten van 2019.

• Isolatie - Turvac

Op 31 januari 2019 werd Recticel Insulation meerderheidsaandeelhouder (74%) van Turvac d.o.o., de Sloveense producent van vacuümisolatieplaten (VIP), door nog eens 24% van de aandelen van Turvac d.o.o. over te nemen van de Sloveense partner in deze joint venture, Turna d.o.o, wat overeenkomt met een bijkomende investering van EUR 0,8 miljoen. Recticel had sinds november 2016 al een belang van 50% in de joint venture Turvac d.o.o., die opereert vanuit Šoštanj (Slovenië).

De fabriek in Šoštanj (Slovenië) verbetert haar VIPproductaanbod voortdurend om te voldoen aan de kwaliteitsvereisten van de bouwsector. Vandaag hebben deze CE-gecertificeerde VIP-platen een lambdawaarde op lange termijn van 0,006 W/mK, de laagste op de markt.

Recticel bracht onlangs Deck-VQ® op de markt, een VIP-plaat met beschermende PIR-laag die een extreem hoge thermische isolatiewaarde biedt voor gebruik op platte daken en terrassen.

Door zijn belang van 74% in het aandelenkapitaal van Turvac d.o.o. stelt Recticel de knowhow en productiebasis voor dit isolatiemateriaal van hoge kwaliteit veilig. Dit is dan ook een nieuwe stap in ons streven om de Europese marktleider in kwaliteitsisolatie voor gebouwen te worden.

• Kingspan (in associatie met Greiner)

In haar persbericht van 16 april 2019 kondigde Recticel NV aan dat het een ongevraagd niet-bindend bod (het "Bod") van Kingspan Group Plc om Recticel's Isolatie en Soepelschuim divisies te verwerven voor een ondernemingswaarde van EUR 700 miljoen op een schuldenvrije, cashvrije basis en afhankelijk van verdere prijs aanpassingsmechanismen.

Kingspan gaf eveneens aan dat het een back-to-backovereenkomst met een derde partij had aangegaan voor de doorverkoop van alle activiteiten van Soepelschuim. Kingspan heeft Recticel geen details verstrekt, inclusief, maar niet beperkt tot, de identiteit, de aard, de reden of de te betalen vergoeding voor de Soepelschuimactiviteiten ten aanzien van deze derde partij.

Het niet-bindende bod van Kingspan was onder voorbehoud van een voor Kingspan toereikend boekenonderzoek, een overeengekomen transactiedocumentatie (inclusief een clausule inzake wezenlijke ongunstige afwijkingen) en het verkrijgen van antitrustverklaringen.

In haar persbericht van 18 april 2019 kondigde Recticel aan dat het Bod een aantal kritische informatie-elementen miste om de Raad van Bestuur toe te laten een gefundeerd besluit te nemen, in overeenstemming met haar fiduciaire plichten. Daarom heeft Recticel een aantal vragen en verzoeken tot verduidelijking ingediend bij Kingspan Group Plc.

Recticel's gevraagde verduidelijkingen hebben betrekking op de anti-trustrisico's verbonden aan het bod van Kingspan en de inperking daarvan, alsook de details van het Bod, inclusief maar niet beperkt tot de identiteit, beweegredenen, (inter) conditionaliteit, antitrustrisico's en overwegingen met betrekking tot de niet-geïdentificeerde derde partij met wie Kingspan een back-to-back-overeenkomst is aangegaan met betrekking tot de divisie Soepelschuim, evenals op sommige implicaties van een mogelijke transactie met Kingspan, inclusief belastingen en de impact op de belanghebbenden van Recticel.

Na ontvangst van deze informatie van Kingspan, zou de Raad van Bestuur van Recticel het Bod verder analyseren in overeenstemming met haar fiduciaire plichten en de markt op gepaste wijze informeren.

In haar persbericht van 26 april 2019 maakte Recticel bekend dat haar Raad van Bestuur (de "RvB"), na zorgvuldige overweging en in overeenstemming met haar fiduciaire verplichtingen, unaniem besloten heeft om het ongevraagde niet-bindende bod van Kingspan Plc van 16 april 2019 om Recticel's Isolatie- en Soepelschuimdivisies te verwerven (het "I/SS Bod"), af te wijzen, omdat het van mening is dat het niet in het belang van haar stakeholders is om hierop in te gaan.

Een verkoop van de divisies Isolatie en Soepelschuim strookt niet met de strategie van Recticel. Als gevolg van de I/SS Bod zou Recticel als beursgenoteerde entiteit achterblijven met een aanzienlijk verminderde activiteit gericht op Slaapcomfort en Automobiel, met een aanzienlijk lagere geconsolideerde omzet en EBITDA. De RvB is van mening dat dit een onaantrekkelijke voorstel zou zijn voor zijn aandeelhouders en werknemers gezien het gebrek aan schaalgrootte, de verminderde strategische fit, financiële flexibiliteit, equity story en synergiepotentieel tussen de twee overgebleven divisies. De RvB gelooft niet dat een dergelijke fundamentele wijziging in de strategie, zonder dwingende reden, in het belang van haar stakeholders is.

Gesteund door het oordeel van haar juridische adviseurs, is de RvB van mening dat het I/SS Bod legale risico's inhoudt, waarvoor Kingspan geen adequate oplossingen heeft voorgesteld.

Het I/SS Bod zou aanleiding geven tot aanzienlijke negatieve fiscale gevolgen, zowel voor Recticel als, in het geval van een kapitaaluitkering, voor haar aandeelhouders.

Zoals eerder aangegeven, werpt de back-to-backovereenkomst met Greiner een aantal vragen op die niet op een bevredigende manier werden beantwoord, noch door Kingspan noch door Greiner. Er is met betrekking tot de back-to-back transactie bijvoorbeeld geen duidelijkheid over de prijs, de (inter)conditionaliteit met Kingspan's bod, de carve-out, de integratiestrategie en de impact op Recticel's stakeholders, inclusief maar niet beperkt tot haar werknemers en klanten.

Tot slot is de RvB van oordeel dat het I/SS Bod de stand alone waarde van de divisies Isolatie en Soepelschuim aanzienlijk onderschat. Bovendien is zij van mening dat een aantal elementen niet in het I/SS Bod in aanmerking werden genomen, waaronder bijvoorbeeld de materiële synergieën die door de combinatie van de divisies Isolatie en Soepelschuim met respectievelijk Kingspan en Greiner zouden gegenereerd worden, de bijdrage van Recticel's net opgestarte state-of-theart Isolatiefabriek in Finland, alsook de betaalde multiples voor recente soortgelijke transacties. Bij gevolg is de RvB van mening dat de geboden prijs ontoereikend is.

Recticel kondigde aan dat zij op 23 april 2019 door Kingspan werd benaderd om de mogelijkheid tot verwerving van alle uitstaande effecten van Recticel via een openbaar bod te overwegen. Deze benadering verwijst naar een ongevraagd, niet-bindend, voorwaardelijk voorstel dat door Kingspan eerder dit jaar werd geformuleerd met betrekking tot een mogelijke verwerving van alle uitstaande effecten van Recticel via een openbaar overnamebod aan EUR 10 per aandeel (exclusief het jaarlijkse dividend voor FY2018). Toen besloot de RvB in overeenstemming met haar fiduciaire verplichtingen, na voorafgaande interactie met Kingspan en na zorgvuldige analyse van de voorwaarden en condities van het voorstel, om niet op het Kingspan-voorstel in te gaan, omdat zij van oordeel was dat de combinatie van waardering, conditionaliteit, impact op de stakeholders en niet-financiële aspecten niet voldoende overtuigend waren om verdere besprekingen te rechtvaardigen.

De RvB blijft bereid om met Kingspan te overleggen en, aan de juiste voorwaarden en condities, een mogelijke verwerving door Kingspan van alle uitstaande effecten van Recticel te bespreken, in overeenstemming met haar fiduciaire verplichtingen. Het is in dit stadium niet zeker dat dergelijke besprekingen zullen uitmonden in een transactie. De RvB van Recticel zal de markt indien en wanneer nodig verder informeren.

• Isolatie - Verenigd Koninkrijk

In januari 2019 oefende de Groep een aankoopoptie uit voor de overname van de eerder gehuurde fabriek in Stoke-on-Trent (Verenigd Koninkrijk). De kortlopende operationele lease verplichtingen die hiermee verband houden is opgenomen in de door de Groep geschatte impact bij implementatie van IFRS 16. Naar verwachting zal de transactie vóór eind juni 2019 afgesloten zijn.

II.4.2.6.5. Transacties met verbonden partijen

Transacties tussen Recticel n.v. en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, worden geëlimineerd in de consolidatie en worden hier niet toegelicht. Transacties met andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht en hebben voornamelijk betrekking op commerciële transacties uitgevoerd aan de heersende marktvoorwaarden. In onderstaande tabellen worden enkel materieel bevonden transacties opgenomen, met andere woorden, transacties die in totaal EUR 1 miljoen

overschrijden.

Transacties met joint ventures en met geassocieerde deelnemingen: 2018

in duizend EUR
Groep Recticel VORDERINGEN
OP LANGE
TERMIJN
HANDELS
VORDERINGEN
OVERIGE
VORDERINGEN
OP KORTE
TERMIJN
HANDELS
VERPLICHTIN
GEN
OVERIGE
SCHULDEN
BEDRIJFS
OPBRENGSTEN
AANKOPEN
Totaal Proseat vennootschappen 4 078 2 885 6 260 18 8 30 157 206
Totaal Orsafoam vennootschappen 0 57 815 169 0 172 (40)
Totaal Eurofoam vennootschappen 0 1 807 42 1 266 0 29 167 (15 910)
Turvac 0 59 0 (2) 0 1 (68)
TOTAAL 4 078 4 808 7 117 1 451 8 59 497 (15 812)

Transacties met joint ventures en met geassocieerde deelnemingen: 2017

in duizend EUR
Groep Recticel VORDERINGEN
OP LANGE
TERMIJN
HANDELS
VORDERINGEN
OVERIGE
VORDERINGEN
OP KORTE
TERMIJN
HANDELS
VERPLICHTIN
GEN
OVERIGE
SCHULDEN
BEDRIJFS
OPBRENGSTEN
AANKOPEN
Totaal Orsafoam vennootschappen 0 58 916 209 0 146 (155)
Totaal Eurofoam vennootschappen 0 3 013 42 3 235 0 27 600 (22 351)
Totaal Proseat vennootschappen 4 109 4 483 15 994 29 13 035 30 362 0
TOTAAL 4 109 7 554 16 952 3 473 13 035 58 108 (22 506)

II.4.2.6.6. Vergoedingen van leden van Raad van Bestuur van het Managementcomité

De vergoedingen van de leden van de Raad van Bestuur en van het Managementcomité maken deel uit van deze toelichting. Voor meer informatie wordt gerefereerd naar het remuneratierapport in het hoofdstuk "Corporate Governance" van dit verslag.

Bruto vergoedingen voor de leden van de Raad van Bestuur: 2018

in EUR
NAAM VASTE
VERGOEDING
2018
AANWEZIG
HEIDS
VERGOEDING
2018
AUDIT COMITE
2018
COMITE VOOR
BEZOLDIGINGEN
EN
BENOEMINGEN
2018
VERGOEDING
VOOR
BIJZONDERE
OPDRACHTEN
2018
TOTAAL (BRUTO)
2018
JOHNNY THIJS BVBA 30 000,00 40 000,00 10 000,00 10 000,00 - 90 000,00
OLIVIER CHAPELLE BVBA 15 000,00 20 000,00 - - - 35 000,00
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA 15 000,00 20 000,00 10 000,00 - - 45 000,00
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA 15 000,00 17 500,00 - - - 32 500,00
ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA 15 000,00 20 000,00 - 2 500,00 - 37 500,00
IMRADA BVBA 15 000,00 20 000,00 10 000,00 - - 45 000,00
REVALUE BVBA 15 000,00 20 000,00 20 000,00 5 000,00 - 60 000,00
Kurt PIERLOOT 15 000,00 15 000,00 - 5 000,00 - 35 000,00
Danielle SIOEN 15 000,00 12 500,00 - - - 27 500,00
IPGM CONSULTING GmbH 15 000,00 20 000,00 - - - 35 000,00
TOTAL 165 000,00 205 000,00 50 000,00 22 500,00 0,00 442 500,00

II.4.

II.3.

I.1.

I.2.

Bruto vergoedingen voor de leden van de Raad van Bestuur: 2017

in EUR
NAAM VASTE
VERGOEDING
2017
AANWEZIG
HEIDS
VERGOEDING
2017
AUDIT COMITE
2017
COMITE VOOR
BEZOLDIGINGEN
EN
BENOEMINGEN
2017
VERGOEDING
VOOR
BIJZONDERE
OPDRACHTEN
2017
TOTAAL (BRUTO)
2017
JOHNNY THIJS BVBA 30 000,00 30 000,00 10 000,00 15 000,00 - 85 000,00
OLIVIER CHAPELLE BVBA 15 000,00 15 000,00 - - - 30 000,00
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA 15 000,00 15 000,00 10 000,00 - - 40 000,00
COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA 15 000,00 15 000,00 - - - 30 000,00
ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA 15 000,00 12 500,00 - 7 500,00 - 35 000,00
IMRADA BVBA 15 000,00 15 000,00 10 000,00 - - 40 000,00
REVAM BVBA (1) 6 222,53 7 500,00 5 000,00 - - 18 722,53
REVALUE BVBA 15 000,00 15 000,00 20 000,00 7 500,00 - 57 500,00
Kurt PIERLOOT 15 000,00 15 000,00 - 7 500,00 - 37 500,00
Danielle SIOEN 15 000,00 10 000,00 - - - 25 000,00
IPGM CONSULTING GmbH (2) 8 777,47 10 000,00 - - - 18 777,47
TOTAL 165 000,00 160 000,00 55 000,00 37 500,00 0,00 417 500,00

(1) einde mandaat 30 mei 2017

(2) aanvang mandaat 30 mei 2017

Vergoeding van leden van het Managementcomité

in EUR
Totale kost aan de
onderneming
OLIVIER CHAPELLE SPRL
VERTEGENWOORDIGD DOOR OLIVIER
CHAPELLE
OVERIGE LEDEN VAN HET
MANAGEMENTCOMITÉ
TOTAAL
2018 2017 2018 2017 2018 2017
Aantal personen 1 1 9 10 10 11
Vaste vergoeding 540 000 520 000 2 225 207 2 612 904 2 765 207 3 132 904
Variable vergoeding 297 000 354 640 725 788 744 046 1 022 788 1 098 686
Subtotaal 837 000 874 640 2 950 995 3 356 950 3 787 995 4 231 590
Pensioenen 0 0 354 937 280 648 354 937 280 648
Andere voordelen 1 130 26 128 279 631 261 030 280 761 287 158
Totaal 838 130 900 768 3 585 563 3 898 628 4 423 693 4 799 396

II.4.2.6.7. Wisselkoersen

in EUR
SLOTKOERS GEMIDDELDE KOERS
Groep Recticel 2018 2017 2018 2017
Bulgaarse Lev BGN 0,511300 0,511300 0,511300 0,511300
Zwitserse Frank CHF 0,887390 0,854555 0,865832 0,899544
Yuan Renminbi CNY 0,126983 0,128133 0,128072 0,131079
Tsjechische Kroon CZK 0,038874 0,039162 0,038991 0,037986
Euro EUR 1,000000 1,000000 1,000000 1,000000
Pound Sterling GBP 1,117905 1,127103 1,130319 1,140675
Forint HUF 0,003115 0,003222 0,003136 0,003234
Indische Rupee INR 0,012542 0,013054 0,012386 0,013599
Yen JPY 0,007946 0,007407 0,007669 0,007892
Marokaanse Dirham MAD 0,091303 0,091609 0,090841 0,093577
Noorse Kroon NOK 0,100520 0,101623 0,104194 0,107215
Poolse Zloty PLN 0,232482 0,239406 0,234660 0,234906
Roemeense Leu (nieuw) RON 0,214431 0,214661 0,214868 0,218876
Servische Dinar RSD 0,008461 0,008456 0,008469 0,008268
Russische Roebel RUB 0,012545 0,014411 0,013506 0,015166
Zweedse Kroon SEK 0,097515 0,101587 0,097482 0,103787
Turkse Lira (nieuw) TRY 0,165049 0,219954 0,175203 0,242451
Oekraïnsche Hryvnia UAH 0,031812 0,030434 0,031902 0,033369
US Dollar USD 0,873362 0,833820 0,846773 0,885206

II.4.2.6.8. Personeel

in units
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
Management Comité 10 10
Bedienden 2 366 1 970
Arbeiders 4 108 4 698
Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld (voltijdse equivalenten) op een geconsolideerde basis
(i.e. zonder joint ventures)
6 484 6 678
Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld in België 1 058 1 058
Bezoldigingen en andere personeelskosten (in EUR duizenden) 291 647 292 802

II.4.2.6.9. Audit- en niet-auditdiensten verleend door de commissaris

Overzicht van de auditvergoedingen en bijkomende diensten aan de Groep verleend door de auditors en verbonden entiteiten aan de auditor voor de verslagperiode die afsluit op 31 december 2018.

in duizend EUR
Groep Recticel DELOITTE OVERIGE
Auditvergoedingen 947 512
Andere wettelijke opdrachten 27 10
Fiscaal advies 81 119
Overige verleende diensten in verband met rapportering 76 0
Consulting services 22 31
Totaal vergoedingen in 2018 1 153 672

In het bovenstaande overzicht worden de vergoedingen van de joint ventures voor 100% opgenomen.

II.4.2.6.10. Voorwaardelijke activa en verplichtingen

• Tertre (Belgium)

  1. De entiteit Carbochimique, dat in verschillende fasen in de loop van de jaren '80 en het begin van de jaren '90 geïntegreerd werd in de Recticel Groep, was eigenaar van een industrieterrein te Tertre waar sinds 1928 diverse activiteiten, meer bepaald op het gebied van de carbochimie, werden ontwikkeld. Deze activiteiten werden geleidelijk afgesplitst en verkocht aan verschillende industriële ondernemingen waaronder Yara en Prince Erachem (groep Eramet). Finapal, een dochteronderneming van Recticel, is eigenaar gebleven van verschillende percelen op het industrieterrein, hoofdzakelijk oude stortplaatsen en klaarbassins die zijn uitgedroogd.

In 1986 verkocht Recticel zijn divisie "meststoffen", meer bepaald de activiteiten op het terrein van Tertre, aan de vennootschap Kemira, intussen overgenomen door Yara. In het kader van deze overeenkomstheeft Recticel ertoe zich verbonden om een oud klaarbassin ("Valcke Bassin"), in overeenstemming te brengen met de milieureglementeringen. Deze verplichting werd nog niet

uitgevoerd omwille van de onderlinge afhankelijkheid van de milieusituaties binnen het industrieterrein van Tertre. In juli 2003 heeft Yara om conservatoire redenen Recticel gedagvaard tot uitvoering van deze verplichting. In de loop van 2011 werd een Settlement Agreement onderhandeld en ondertekend door de partijen, waardoor het geschil beëindigd werd.

Onder deze Settlement Agreement hebben Yara en Recticel er zich toe verbonden om samen een saneringsplan voor vier vervuilde gebieden van het industriegebied van Tertre, waaronder het Valcke Bassin, en een stortplaats van Finapal voor te bereiden en de kosten ervan te delen.

Dit plan werd in december 2013 goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van de Waalse Overheid. Beide partijen hebben in gezamenlijk overleg een lastenboek uitgewerkt, dat werd goedgekeurd door de autoriteiten. Eind december 2015 werd Ecoterres als aannemer aangesteld. De werken werden in 2016 aangevat en het einde van deze werken is voorzien voor eind 2020.

I.1.

I.2.

  1. In gevolge de verkoop van de entiteit Sadacem aan de Franse groep Comilog, die tegenwoordig deel uitmaakt van de groep Eramet, heeft Recticel zich ertoe verbonden om met gedeelde kosten een oude opslagplaats van industrieel afval gesitueerd op het terrein van Prince Erachem te saneren. De aanvang van de uitvoering van deze verbintenis werd bestudeerd in overleg met de entiteit Prince Erachem en vormt het voorwerp van een voorziening in de jaarrekening van de groep Recticel. Een voorstel werd in april 2009 aan het Office Wallon des Déchets voorgelegd en intussen goedgekeurd.

De uitvoering van het saneringsplan ging in 2013 van start en werd afgewerkt zoals gepland. De saneringswerken werden in 2017 beëindigd, maar blijven onderworpen aan een monitoringsfase gedurende 3 jaar.

• Geschillen

De Groep heeft het voorwerp uitgemaakt van antitrustonderzoek op Europees en nationaal niveau. Op Europees niveau kondigde Recticel op 29 januari 2014 aan dat een schikking werd bereikt met de Europese Commissie in het onderzoek naar polyurethaanschuim. De zaak werd gesloten na betaling van de laatste tranche van de effectieve boete in april 2016. Op nationaal niveau was de Groep betrokken bij verschillende beroepsprocecedures die door concurrenten werden gestart na een beslissing van de Spaanse mededingingsautoriteit in 2013. De laatste Spaanse beroepsprocedure eindigde in het begin van 2018, zonder impact op de positie van Recticel.

Verder werden er verschillende claims ingediend door één of meer klanten, waarbij deze partijen aanvoeren schade te hebben geleden ten gevolge van de beslissing van de Europese Commissie inzake de vermeende kartelvorming. Sommige procedures zijn stopgezet of geregeld in de loop van 2016-2018, terwijl nog één procedure loopt in Duitsland.

Hoewel Recticel van mening is dat er geen schade is aangericht, en het aan de klant is om eventuele schade te bewijzen, bekijkt en beoordeelt Recticel samen met zijn juridische adviseurs nauwkeurig de gegrondheid van elke zaak; dit om de juiste defensieve strategie te bepalen en legt de Groep voor relevante gevallen de nodige voorzieningen aan om eventuele juridische kosten in dit verband te dekken.

Met betrekking tot het lopende geschil kan in dit stadium geen weloverwogen oordeel worden gevormd op de verdiensten van deze claims of op het bedrag van een mogelijk verlies voor de vennootschap.

Eén van de entiteiten van de Groep in het Verenigd Koninkrijk is het onderwerp van een HSE-onderzoek na het overlijden van één van zijn werknemers. Het kan niet worden uitgesloten dat de autoriteiten verdere procedurele stappen ondernemen die leiden tot vervolging, juridische kosten en boetes.

Eén van de entiteiten van de Groep in Frankrijk is betrokken bij een arbeidsrechtelijke zaak na de sluiting van een productielocatie, waarbij de voormalige werknemers een claim hebben ingediend om aanvullende vergoedingen te krijgen, op grond van het feit dat de economische redenen voor de sluiting ongeldig waren.

Eén van de entiteiten van de Groep in Nederland is het voorwerp geweest van een arbeidsrechtelijke claim door uitzendkrachten waarbij deze de tijdelijke aard van hun dienstverband in twijfel trekken. In 2018 werd in deze zaak een finale uitspraak gedaan, waarbij Recticel volledig vrijgesproken werd.

Na het brandincident in Most (Tsjechië) is de betrokken Groepsentiteit tijdelijk niet in staat geweest om de contractueel overeengekomen hoeveelheden producten te leveren, wat leidde tot productieonderbrekingen bij de directe klanten en de autofabrikanten. Hoewel de betrokken Groepsentiteit in dit opzicht overmacht heeft opgeëist, is dit in twijfel getrokken of zelfs betwist door bepaalde klanten, met vermelding dat verdere claims konden worden ingesteld om schadevergoeding te verkrijgen. Hoewel de Groep op dit punt verzekerd is in overeenstemming met industriële normen, kan niet worden uitgesloten dat dergelijke claims kunnen leiden tot financiële verliezen voor de betrokken vennootschappen van de Groep.

Enkele jaren geleden heeft Recticel oppositieprocedures ingeleid tegen de octrooiaanvraag van een Zwitserse concurrent, dat door de Groep was ontwikkeld en sinds vele jaren werd gebruikt. Recticel heeft de procedure gewonnen. In maart 2019 heeft de Europese Patentenbureau de beslissing in beroep bevestigd. De belissing is definitief.

Na de aangekondigde sluiting van de fabriek in Catarroja (Spanje), stuurde een transportbedrijf een claimbrief voor schadevergoeding tegen de Spaanse entiteit van Recticel. Recticel weerlegde de claim en verdedigt deze zaak indien nodig voor de rechtbank.

Op 31 december 2018 bedroegen de totale voorzieningen voor overige geschillen, milieurisiko's en overige risiko's op het niveau van Recticel Group EUR 5,0 miljoen in de geconsolideerde jaarrekening (of EUR 6,3 miljoen in de gecombineerde jaarcijfers). Overeenkomstig de informatievrijstelling onder IAS 37 §92 zal de Groep geen verdere informatie bekendmaken over de opnames aan voorzieningen, met inbegrip van details over het huidige en het verwachte aantal rechtszaken en claims.

De openbaarmaking van dergelijke informatie wordt verondersteld schadelijk te zijn voor de Groep; dit in verband met de lopende vertrouwelijke onderhandelingen en zou derhalve kunnen resulteren in financiële verliezen voor Recticel en haar aandeelhouders.

II.4.2.6.11. Aansluiting met alternatieve prestatiemaatstaven

De Groep gebruikt en publiceert een aantal Alternatieve PrestatieMaatstaven (("APM") om additioneel waardevol inzicht te verstrekken aan financiële analisten en beleggers. APM's houden verband met de normen die door het management worden gebruikt om de financiële prestaties te bewaken en te meten.

In de onderstaande overzichtstabellen wordt de aansluiting van deze APM's in respectievelijk de winst- en verliesrekening en de balans samengevat.

31 DEC 2018 31 DEC 2017
GECOMBINEERDE
CIJFERS
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
GECONSO
LIDEERDE
CIJFERS
GECOMBINEERDE
CIJFERS
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
GECONSO
LIDEERDE
CIJFERS
Omzet 1 448 264 (330 612) 1 117 652 1 460 820 (325 467) 1 135 353
Brutowinst 239 499 (37 876) 201 623 207 412 (23 877) 183 535
EBITDA 93 353 (12 853) 80 500 94 118 (11 331) 82 787
EBIT 47 046 (4 099) 42 947 48 081 (3 220) 44 861
EBIT 47 046 (4 099) 42 947 48 081 (3 220) 44 861
Afschrijvingen immateriële vaste activa 4 167 (1 538) 2 629 3 847 (1 062) 2 785
Afschrijvingen materiële vaste activa 34 080 (6 712) 27 368 33 232 (6 654) 26 578
Bijzondere waardeverminderingen op goodwil,
immateriële en materiële vaste activa
5 783 36 5 819 7 009 0 7 009
Afschrijvingen overige operationele activa1 2 276 (539) 1 737 1 949 (395) 1 554
EBITDA 93 353 (12 853) 80 500 94 118 (11 330) 82 787
1

Voornamelijk opname van geactiveerde kosten voor de verwerving van een contract/upfront fees (Automobiel)

EBITDA 93 353 - - 94 118 - -
Netto-impact brand in Most (5 639) - - 1 092 - -
Reorganisatielasten 10 103 - - 3 701 - -
Kosten en vergoedingen voor lopende
remediaties en rechtsgeschillen
5 977 - - 6 639 - -
Aangepaste EBITDA 103 794 - - 105 550 - -
EBIT 47 046 - - 7 009 - -
Netto-impact brand in Most (5 639) - - 1 092 - -
Reorganisatielasten 10 103 - - 3 701 - -
Kosten en vergoedingen voor lopende
remediaties en rechtsgeschillen
5 977 - - 6 639 - -
Bijzondere waardeverminderingen 5 783 - - 7 009 - -
Aangepaste EBIT 63 270 - - 25 450 - -
Totaal netto financiële schuld
Langlopende rentedragende schulden 47 205 (12 499) 34 706 112 194 (16 114) 96 080
Kortlopende rentedragende schulden 90 437 (2 237) 88 200 83 989 (35 001) 48 988
Geldmiddelen (36 780) (953) (37 733) (73 206) 15 362 (57 844)
Overige financiële activa 1 (691) 83 (608) (85) (18) (103)
Netto financiële schuld op de balans 100 171 (15 606) 84 565 122 892 (35 771) 87 121
Factoring programma's 51 320 0 51 320 54 701 0 54 701
Totale netto financiële schuld 151 491 (15 606) 135 885 177 593 (35 771) 141 822
1
Afdekkingsinstrumenten en rentevoorschotten
Schuldgraadratio (Netto financiële schuld /
Totaal eigen vermogen)
Totaal eigen vermogen 264 978 0 264 978 261 786 0 261 786
Netto financiële schuld op de balans / Totaal
eigen vermogen
37,8% - 31,9% 46,9% - 33,3%
Totale netto financiële schuld / Totaal eigen
vermogen
57,2% - 51,3% 67,8% - 54,2%

I.1.

in EUR

31 DEC 2018 31 DEC 2017
GECOMBINEERDE
CIJFERS
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
GECONSO
LIDEERDE
CIJFERS
GECOMBINEERDE
CIJFERS
AANPASSING
VOOR JOINT
VENTURES DOOR
TOEPASSING VAN
IFRS 11
GECONSO
LIDEERDE
CIJFERS
Hefboomratio (Netto financiële schuld /
EBITDA)
EBITDA 93 353 (12 883) 80 470 94 119 (11 337) 82 782
Netto financiële schuld op de balans / EBITDA 1,1 - 1,1 1,3 - 1,1
Totaal net Financiële schuld / EBITDA 1,6 - 1,7 1,9 - 1,7
Netto werkkapitaal
Voorraden en bestellingen in uitvoering - - 103 789 - - 99 408
Handelsvorderingen - - 107 680 - - 110 935
Kortlopende contract activa - - 13 782 - - 0
Overige vorderingen - - 55 227 - - 73 373
Terug te vorderen inkomstenbelasting - - 5 587 - - 1 350
Handelsverplichtingen - - (90 756) - - (126 584)
Kortlopende contract verplichtingen - - 44 964 - - 0
Te betalen inkomstenbelasting - - (3 061) - - (2 411)
Overige verplichtingen - - (104 957) - - (111 276)
Netto werkkapitaal - - 132 255 - - 44 795
Kortlopende ratio (= Kortlopende activa /
Kortlopende liabilities)
Kortlopende activa - - 343 137 - - 345 603
Kortlopende verplichtingen - - 339 774 - - 294 392

Current ratio (factor) - - 1,0 - - 1,2

in EUR

II.4.3. Recticel n.v. - Algemene informatie

Recticel n.v.

Adres: Olympiadenlaan, 2 B-1140 Brussel (Evere)

Opgericht: op 19 juni 1896 voor dertig jaar, later verlengd voor onbepaalde duur.

Doel: (artikel 3 van de gecoördineerde statuten) De vennootschap heeft tot doel de ontwikkeling, de productie, de verwerking, de handel, de aankoop, de verkoop en het transport, voor eigen rekening of voor rekening van derden, van alle kunststoffen, polymeren, polyurethanen en andere synthetische componenten, van natuurlijke stoffen, metaalproducten, chemische of andere producten die gebruikt worden door de particulieren of door de industrie, de handel en het transport, met name voor meubilering, slaapcomfort, isolatie, bouwnijverheid, automobielsector, chemie, petrochemie, alsook de producten die horen bij of noodzakelijk zijn voor hun productie of hieruit kunnen voortkomen of hieruit afgeleid kunnen worden.

Zij kan haar doel volledig of gedeeltelijk bereiken, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, via dochtermaatschappijen, samenwerkingsverbanden, participaties in andere vennootschappen, partnerships of verenigingen. Teneinde dit doel te bereiken kan zij alle handelingen uitvoeren op industrieel-; immobiliën-, financieel- of commercieel gebied die, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, met haar maatschappelijk doel verband houden, of die van aard zouden zijn haar werking of haar handel, of die van de vennootschappen, partnerships of verenigingen waarin zij een participatie of een belang heeft, te bevorderen, te ontwikkelen of te vergemakkelijken; zij kan met name alle roerende en onroerende goederen en alle intellectuele eigendommen ontwikkelen, overdragen, verwerven, huren, verhuren en uitbaten.

Rechtsvorm: naamloze vennootschap

Rechtspersonenregister van Brussel Ondernemingsnummer: 0405 666 668

Geplaatst kapitaal: EUR 138 067 530 (per 31 december 2018)

Type en aantal aandelen: op 31 december 2018 bestond er slecht één enkel type van aandelen, met name gewone aandelen; totaal aantal uitstaande aandelen: 55 227 012

Nog te storten gedeelte van het geplaatste kapitaal: 0 aantal aandelen/EUR 0.

Aard van de niet-volgestorte aandelen: geen.

Volstortingspercentage: 100 %. De aandelen zijn alle volledig volgestort.

De financiële staten worden opgesteld volgens de indeling die opgelegd wordt door het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001.

Deze financiële staten omvatten de balans, de resultatenrekening en de toelichtingen die door de wet worden voorzien. Ze worden hier voorgesteld in een verkorte vorm.

In navolging van de wet zullen het jaarverslag en de financiële staten van Recticel n.v., samen met het verslag van de Commissaris, worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.

Ze zijn op aanvraag verkrijgbaar bij:

Recticel n.v. Corporate Communications Olympiadenlaan, 2 B-1140 Brussel (Evere)

Tel.: +32 (0)2 775 18 11 Fax: +32 (0)2 775 19 90 E-mail: [email protected]

De commentaren die volgen op de rekeningen hebben betrekking op de financiële toestand van het bedrijf zoals die blijkt uit de balans. De resultaten worden eveneens toegelicht in het jaarverslag dat eraan vooraf gaat.

De Commissaris heeft over de statutaire jaarrekening van Recticel n.v. een verklaring zonder voorbehoud gegeven.

De statutaire financiële staten van Recticel n.v., als ook het statutaire verslag van de Raad van Bestuur is kosteloos beschikbaar op de web site van de vennootschap https://www.recticel.com/investors/annual-half-year-reports. html.

I.1.

II.4.4. Recticel n.v. – Verkorte enkelvoudige financiële staten

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017
ACTIVA
VASTE ACTIVA 354 873 364 447
I. Oprichtingskosten 951 1 622
II. Immateriële vaste activa 29 948 30 614
III. Materiële vaste activa 57 091 58 838
IV. Financiële vaste activa 266 883 273 372
VLOTTENDE ACTIVA 214 113 199 810
V. Vorderingen op meer dan 1 jaar 13 138 12 274
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering 20 945 23 068
VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 176 622 160 759
VIII. Geldbeleggingen 1 398 1 398
IX. Liquide middelen 182 295
X. Overlopende rekeningen 1 828 2 016
TOTAAL ACTIVA 568 986 564 257
PASSIVA
I. Kapitaal 138 068 136 941
II. Uitgiftepremies 129 941 127 982
III. Herwaarderingsmeerwaarden 2 551 2 551
IV. Reserves 14 053 13 411
V. Overgedragen winst (verlies) 65 479 66 533
VI. Kapitaalsubsidies 0 5
VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 7 522 7 822
B. Uitgestelde belastingen 0 0
VIII. Schulden op meer dan 1 jaar 14 080 54 688
IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar 189 403 147 318
X. Overlopende rekeningen 7 889 7 005
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 568 986 564 257
in duizend EUR
Groep Recticel
31 DEC 2018
31 DEC 2017
RESULTATENREKENING
I. Bedrijfsopbrengsten 341 025 395 982
II. Bedrijfskosten (325 265) (369 321)
III. Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) 15 760 26 660
IV. Financiële opbrengsten 21 458 12 156
V. Financiële kosten (23 465) (12 481)
VI. Winst (Verlies) van het boekjaar voor belastingen 13 753 26 336
VII. Belastingen (911) (34)
VIII. Winst (Verlies) van het boekjaar na belastingen 12 842 26 302
IX. Onttrekking (overboeking) naar de belastingsvrije reserves 0 0
X. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 12 842 26 302

I.1. I.2. I.6. I.4. I.8. I.3. I.7. I.5. II.1. II.4. II.2. II.3.

De statutaire financiële staten van Recticel n.v., als ook het statutaire verslag van de Raad van Bestuur is kosteloos beschikbaar op de web site van de vennootschap (www.recticel.com).

Bestemming van het resultaat

Op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur beslist de Algemene Vergadering over de besteding van de winst beschikbaar voor de uitkering van een dividend. De Raad van Bestuur heeft de intentie om een stabiel of geleidelijk toenemend jaarlijks dividend voor te stellen, weliswaar rekening houdend met de volgende elementen:

  • een gepaste vergoeding voor de aandeelhouders
  • behoud van voldoende zelffinancieringscapaciteit om investeringen in waardecreatie-opportuniteiten mogelijk te maken.

De Raad van Bestuur heeft besloten om het hierna volgende voorstel van resultaatverdeling voor te leggen aan de Algemene Vergadering:

Groep Recticel
Winst/(Verlies) van het boekjaar
12 842 215,07
Overgedragen winst/(verlies) van het vorige boekjaar
+
66 533 192,67
Winst/(Verlies) toe te voegen bij de wettelijke reserves
-
642 110,75
Winst/(Verlies) toe te voegen bij de overige reserves
-
0,00
Te bestemmen resultaat
=
78 733 296,99
Bruto dividend (1)
-
13 254 482,88
Over te dragen winst
=
65 478 814,11
in EUR

(1) Bruto dividend per aandeel van EUR 0,24 te verminderen met de roerende voorheffing, resulterend in een netto dividend van EUR 0,168 per gewoon aandeel.

II.4.5. Risicofactoren en risicobeheer

De Raad van Bestuur, hierin bijgestaan door het Auditcomité, bepaalt de politiek van de Groep inzake risicomanagement, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang van de algemene ondernemingsrisico's die zij bereid is te aanvaarden.

Bedrijfsvoering en ondernemerschap gaan meestal gepaard met externe en interne onzekerheden. Als gevolg van deze onzekerheden dienen er onvermijdelijk op alle niveaus permanent beslissingen genomen worden die intrinsiek mogelijke risico's inhouden. Daarom en opdat een bedrijf haar doelstellingen zou kunnen realiseren, wordt het alsmaar belangrijker om de verschillende bedrijfsrisico's zo perfect mogelijk te omschrijven, in te schatten, te kwantificeren en prioritair te rangschikken. Een aangepast en adequaat risicomanagementsysteem dat bovendien kan terugvallen op performante controlemechanismen en best practices moet het mogelijk maken om de eventuele nefaste gevolgen van mogelijke risico's op de onderneming en haar bedrijfswaarde te vermijden, of op zijn minst te beheersen of te minimaliseren.

RISICOFACTOREN

De hieronder vermelde risicofactoren dienen beschouwd te worden als zijnde de meest relevante risicofactoren voor de Recticel- groep, zoals naar voren gekomen tijdens bovengemelde analyse.

1. De investeringsprogramma's van de Groep zijn onderworpen aan het risico van vertragingen, kostenoverschrijdingen en andere complicaties, en behalen mogelijk niet de verwachte rendementen.

De activiteiten van de Groep zijn kapitaalintensief en zullen dat ook in de toekomst blijven. Een aantal fabrieken van de Groep is al vele jaren actief, en een groot deel van de investeringsuitgaven van de Groep heeft betrekking op de reparatie, het onderhoud en de verbetering van deze bestaande faciliteiten.

De investeringsprogramma's van de Groep op het vlak van reparatie, onderhoud en verbeteringen van haar bestaande apparatuur en faciliteiten, zijn onderworpen aan het risico van een onjuiste of ontoereikende beoordeling. Bijgevolg is het mogelijk dat die investeringsprogramma's te lijden hebben onder vertragingen of andere complicaties, en dat ze mogelijk niet het rendement behalen dat in het begin van dergelijke programma's wordt vooropgesteld. Bovendien kunnen de werkelijke uitgaven van de Groep uiteindelijk om verschillende redenen waarover de Groep geen controle heeft, hoger blijken dan in het budget was voorzien. Dergelijke stijgingen van de kosten kunnen aanzienlijk zijn en kunnen een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de kasstromen van de Groep.

2. Schommelingen in de prijzen van scheikundige grondstoffen

Als producent en verwerker van polyurethaanschuim en andere producten is de Groep gevoelig voor schommelingen in de prijzen van haar scheikundige grondstoffen, vooral degene die worden gebruikt voor de productie van polyurethaan. De belangrijkste scheikundige grondstoffen die door de Groep worden gebruikt, zijn polyolen (ester- en etherpolyolen) en isocyanaten (TDI en MDI). Hoewel de prijzen doorgaans de algemene prijsevolutie voor petrochemische producten en bijgevolg de olieprijs volgen, kunnen er zich productspecifieke ontwikkelingen voordoen die niet volledig gecorreleerd zijn met de algemene markttendens. Volatiliteit in de prijzen van scheikundige grondstoffen, evenals schaarste of tekort kan een negatief effect vertonen op de resultaten van Rectidel en haar financiële situatie.

Gemiddeld vertegenwoordigen scheikundige grondstoffen bijna 48% van de kostprijs van de omzet uit afgewerkte producten van de Groep. Voor bepaalde toepassingen van soepelschuim, zetelkussens en isolatie ligt dit percentage zelfs hoger.

Deze scheikundige grondstoffen worden gekocht op de vrije markt. Op heden heeft de Groep zich niet ingedekt voor dit grondstoffenrisico.

De aankoop van scheikundige grondstoffen wordt centraal onderhandeld door de aankooporganisatie van de Groep. Door die gecentraliseerde benadering beschikt de vennootschap over een betere onderhandelingspositie en kunnen onderhandelingen continue worden geoptimaliseerd.

Hoewel de Groep toeziet op de ontwikkelingen in de grondstoffenprijzen en in haar verkoopprijzen prijsstijgingen tracht op te nemen wanneer dat gepast is; is de mate waarin die hogere prijzen voor scheikundige grondstoffen aan klanten in rekening kunnen worden gebracht, uiteindelijk afhankelijk van de commerciële onderhandelingen met klanten en de concurrentie op de markt. Er kunnen perioden zijn waarin de Groep stijgingen in de kosten van scheikundige grondstoffen niet of niet tijdig kan recuperen vanwege een zwakke vraag naar haar prducten of vanwege acties van haar concurrenten. Anderzijds is het mogelijk dat de Groep in perioden van dalende marktprijzen voor de scheikundige grondstoffen van de Groep, geconfronteerd wordt met vragen van klanten om haar prijzen te verlagen, of met dalingen van de vraag naar haar producten terwijl klanten bestellingen uitstellen in afwachting van prijsverlagingen.

3. De Groep kan blootgesteld zijn aan het risico van het niet- identificeren van een investeringsopportuniteit of het zich niet kunnen veroorloven

Acquisities maken integraal deel uit van de groeistrategie van de Vennootschap. Er kan geen enkele zekerheid worden gegeven dat deze verrichtingen zullen gerealiseerd worden of, indien gerealiseerd, in het voordeel van de Groep zullen uitdraaien.

De Groep blijft verdere kansen verkennen om haar strategie uit te voeren, waarvoor mogelijk aanzienlijke investeringen en daarmee gepaard gaande investeringsuitgaven vereist zijn. Tot op heden is de Groep er steeds in geslaagd om haar

kapitaalinvesteringsprojecten te financieren met geldmiddelen uit interne activiteiten en schuldfinanciëring. Als de kasstromen van de Groep zouden afnemen of als de Groep verdere overnames zou uitvoeren, dan zou de Groep haar kasbehoeften moeten trachten te financieren via extra schuld- en aandelenfinanciering of via afstoting van activa.

4. Als de Groep er niet in slaagt om nieuwe producten te identificiëren, te ontwikkelen en op de markt te brengen, kan ze belangrijke klanten verliezen of productbestellingen mislopen en kan dit ernstige schade berokkenen aan haar bedrijfsvoering

De Groep brengt regelmatig nieuwe producten op de markt, zoals Thermoflex® in de Business Line Soepelschuim, het ingrediënt van het merk GELTEX® Inside in haar Business Line Slaapcomfort, Lambda 19 Eurowall® Xentro® en Eurofloor Xentro® in haar Business Line Isolatie en Colo-Sense Lite® in haar Business Line Automobiel.

De Groep concurreert in sectoren die veranderingen ondergaan en steeds complexer worden. Opdat de Groep de ontwikkeling van bestaande producten met succes kan laten evolueren tot nieuwe productaanbiedingen en haar producten kan differentiëren, moeten er nauwkeurige voorspellingen van zowel het productontwikkelingsschema als de marktvraag worden gedaan. Het proces om nieuwe producten te ontwikkelen is complex en vaak onzeker, omdat er door concurrenten vaak nieuwe producten op de markt worden gebracht. De Groep kan anticiperen op een vraag en een aanvaarding door de markt die uiteindelijk verschillen van de haalbare vraag van klanten naar het product en de inkomstenstroom daaruit. Gezien de hevige concurrentie binnen de sector zou enige onverwachte vertraging in de uitvoering van bepaalde productstrategieën of in de ontwikkeling, productie of marketing van een nieuw product, bovendien een nadelige invloed kunnen hebben op de inkomsten van de Groep.

De Groep investeert continu in de ontwikkeling van nieuwe producten. Deze investeringen houden een aantal risico's in, waaronder: moeilijkheden en vertragingen in de ontwikkeling, de productie, het testen en de marketing van producten; de aanvaarding van producten door de klant; middelen die moeten worden gewijd aan de ontwikkeling van de nieuwe technologie; en het vermogen om de producten van de Groep te onderscheiden van andere en te concurreren met andere bedrijven die op dezelfde markten actief zijn.

Het vermogen van de Groep om toekomstige inkomsten en bedrijfsopbrengsten te genereren, is onder andere afhankelijk van haar vermogen om tijdig producten te ontwikkelen die geschikt zijn om op rendabele wijze te worden vervaardigd en die voldoen aan vastgestelde specificaties voor productontwerp, technische kenmerken en prestaties.

Al deze factoren zouden een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep.

5. De Groep kan worden getroffen door wangedrag van haar werknemers en managers of door externe onderaannemers

De Groep kan worden getroffen door wangedrag van haar werknemers en managers of door externe onderaannemers, zoals diefstal, omkoperij, fraude, sabotage, witwaspraktijken, schending van wetten of andere onregelmatigheden, en kan worden blootgesteld aan het risico van onderbrekingen door derden, zoals transportbedrijven. Dergelijk wangedrag kan leiden tot strafrechtelijke sancties, boetes of andere sancties, reputatieschade, productievertragingen, hogere kosten, gederfde inkomsten, hogere verplichtingen ten aanzien van derden, bijzondere waardevermindering van activa, die allemaal een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep. De Groep heeft verschillende interne initiatieven ontwikkeld om het risico van wangedrag van haar eigen werknemers en managers te beperken. Deze initiatieven omvatten de versterking van de interne auditafdeling, de oprichting van een Compliancecomité dat de taak heeft om gerapporteerde kwesties te onderzoeken, en om regelmatig verschillende interne opleidingssessies te organiseren om werknemers meer bewust te maken van compliance. Er kan echter geen zekerheid worden geboden dat de Groep geen verdere onregelmatigheden zal ontdekken met betrekking tot toekomstige of vroegere periode of dat dergelijke initiatieven ertoe zullen leiden dat wangedrag van werknemers en managers effectief wordt voorkomen.

Bovendien zijn dergelijke initiatieven niet gericht op externe onderaannemers, en bijgevolg vertrouwt de Groep op het vermogen van externe onderaannemers om wangedrag van hun eigen werknemers en managers te voorkomen.

6. Evaluatie van projecten en investeringen

De Groep kan blootgesteld zijn aan het risico dat een innovatieproject faalt of dat de investering in een innovatie niet het verhoopte effect creëert om te zorgen voor een aanzienlijke inkomensgroei of kostenefficiëntie, met inbegrip van het risico om niet over de nodige menselijke middelen te beschikken om de veranderingen door te voeren nodig voor de innovatie strategie.

7. Het niet kunnen verkrijgen van de vereiste scheikundige grondstoffen

De Groep heeft met belangrijke leveranciers jaarlijkse of meerjarige bevoorradingsovereenkomsten gesloten om ruim de helft van haar jaarlijkse voorraden van isocyanaten zeker te stellen. De levering van polyolen wordt voor een beperkt deel gewaarborgd in het kader van jaarlijkse

bevoorradingsovereenkomsten. De Groep koopt haar resterende scheikundige grondstoffen voornamelijk van leveranciers waarmee ze een langetermijnrelatie onderhoudt, maar met maandelijkse of driemaandelijkse onderhandelingen over prijzen en volumes.

Hoewel er voor bepaalde scheikundige grondstoffen langlopende bevoorradingsovereenkomsten bestaan, kan het risico van een onderbreking in de levering van scheikundige grondstoffen niet worden uitgesloten. Dergelijke onderbrekingen in leveringen kunnen onder andere het gevolg zijn van een belangrijk ongeval of incident in de verwerkingsinstallatie van een leverancier, transportproblemen of andere feiten of omstandigheden waardoor er een situatie van overmacht kan ontstaan. In een dergelijk geval kan er geen zekerheid worden geboden dat de Groep andere leveringen van scheikundige grondstoffen kan verkrijgen, of dat de Groep dit tijdig en onder aanvaardbare voorwaarden kan bewerkstelligen, hetgeen een wezenlijke nadelige impact zou kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep. Evenmin kan worden uitgesloten dat een daling in de volumes van de grondstoffenbevoorrading (bijv. als gevolg van markttendensen) een impact zouden kunnen hebben op de grondstoffenprijzen, of dat leveranciers daardoor zouden kunnen besluiten om hun leveringen aan de Groep stop te zetten. In dat laatste geval zou de Groep genoodzaakt zijn om op zoek te gaan naar andere leveranciers, die mogelijk niet beschikbaar zijn, of niet tijdig of niet onder aanvaardbare voorwaarden. Dit zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep.

8. De activiteiten van de Groep zijn onderworpen aan strenge wetten, voorschriften en eisen op het vlak van gezondheid, veiligheid en milieu en hun impact

Door de aard van haar activiteiten is de Groep blootgesteld aan milieurisico's. De Groep gebruikt potentieel gevaarlijke stoffen (o.a. chemicaliën) bij productontwikkeling en productieprocessen. Verontreiniging kan nooit worden uitgesloten. De Groep tracht verontreiniging te voorkomen door het nemen van aangepaste beleidslijnen. Scenario's die het voorkomen van dit type crisis en het managen van de gevolgen beschrijven, zijn wijd verspreid in de organisatie.

Het spreekt voor zich dat het werken met deze producten een gevaar kan vormen voor de gezondheid van het personeel, klanten en andere bezoekers, in het bijzonder wanneer de veiligheidsregels die door de Groep zijn opgesteld, niet worden nageleefd.

Het risico bestaat dat nieuwe regelgeving op dit vlak een belangrijke negatieve impact op de business van de Groep kan hebben. Niet-naleven van de verschillende wetten en regelgevingen met betrekking tot de groepsaktiviteiten kunnen een negatieve impact hebben en aansprakelijkheid inroepen.

De activiteiten van de Groep zijn onderworpen aan talrijke wetten, voorschriften en vereisten die mogelijks kunnen leiden tot grote compliance kosten of gerechtelijke kosten.

De Groep is tevens in bepaalde landen aanwezig op oude industriële sites, daterend van een tijd voor er sprake was van enige milieuregelgeving, hetgeen mogelijk aanleiding kan geven tot historische verontreiniging, waarvoor de Groep aansprakleijk kan worden gesteld hetgeen aanleiding kan geven tot belangrijke kosten.

Bovendien kan de Groep aankijken naar andere grote kosten ten gevolge van de niet- nakoming van haar contractuele verplichtingen of in het geval de overeengekomen contractuele provisies onvoldoende of inadequaat blijken te zijn.

9. Het risico bestaat dat het belang van bepaalde stakeholders onderschat wordt wanneer er strategische beslissingen worden genomen

Het risico bestaat dat het belang van bepaalde stakeholders wordt onderschat wanneer er belangrijke strategische beslissingen worden genomen voor de Groep. Dit kan resulteren in tegenwind en de implementatie van de strategie in het gedrang brengen.

10. Risico verbonden aan het niet volledig analyseren van investeringsbeslissingen

De Groep kan blootgesteld worden aan risico's, indien investeringsbeslissingen niet voldoende werden geanalyseerd waardoor de vooropgestelde doelstellingen niet gehaald werden, evenals het risico dat de investeringscapaciteit wordt gebruikt voor één business unit, waardoor er geen ruimte wordt gelaten voor meer winstgevende investeringen in een andere business unit.

11. Risico verbonden aan een suboptimale uitvoering van transacties

De Groep is ook blootgesteld aan het risico van een suboptimale uitvoering van transacties ten gevolge van onvoldoende voorbereiding, communicatie en/of project management. Niettegenstaande de Groep M&A richtlijnen heeft uitgewerkt, bestaat het risico dat deze niet worden nageleefd en zo een aanzienlijk negatieve impact zouden kunnen hebben op de operaties en financiële resultaten van de Groep.

De Groep is blootgesteld aan de risico's die verband houden met een economisceh recessie. Economische factoren waarover de Groep geen controle heeft (waaronder de vertraging van de economische groei, vooral in Europa waar de Groep circa 91% van haar geconsolideerde omzet realiseert, inflatie of deflatie of schommelingen in rentevoeten en wisselkoersen), zouden een invloed kunnen hebben op de financiële resultaten en vooruitzichten van de Groep.

Het risico bestaat dat bepaalde markten waarin de Groep actief is, in de toekomst het hoofd moeten bieden aan economische achteruitgang of een langere periode van verwaarloosbare groei. De huidige onzekerheid over het economisch herstel en het groeitempo kan een negatieve invloed hebben op de vraag van bestaande en potentiële klanten. Bijkomende factoren die een invloed kunnen hebben op de vraag van klanten zijn onder meer de toegang tot krediet, budgettaire beperkingen, de werkloosheid en het consumentenvertrouwen.

13. De Groep is mogelijk blootgesteld aan productaansprakelijkheid

De Groep vervaardigt en verkoopt zowel halfafgewerkte als afgewerkte producten in de vorm van verbruiksgoederen (bijv. in haar Business Line Slaapcomfort) en duurzame consumptiegoederen (bijv. in haar Business Line Isolatie). In beide gevallen is de Groep blootgesteld aan klachten en claims in verband met productaansprakelijkheid en garantie. Om de risico's van productaansprakelijkheid en garantie te beperken, heeft de Groep strikte kwaliteitscontroles ingevoerd en een verzekeringspolis voor algemene aansprakelijkheid gesloten.

14. De invoering van de bedrijfsstrategie van de Groep is afhankelijk van haar vermogen om gekwalificeerd personeel aan te trekken en te behouden

Het vermogen van de Groep om haar concurrentiepositie te handhaven en haar bedrijfsstrategie uit te voeren, is in grote mate afhankelijk van haar vermogen om bekwame personeels- en managementleden aan te trekken en te behouden. Het verlies van bekwame personeels- en managementleden of een afname in hun diensten, of moeilijkheden om ze aan te werven of te behouden, zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep. De concurrentie voor personeel met relevante expertise is intens omdat het aantal gekwalificeerde personen relatief beperkt is, en de Groep moeilijkheden kan ondervinden om van haar bekwame personeels- en managementleden nietconcurrentiebedingen te verkrijgen of af te dwingen, hetgeen

allemaal een ernstige invloed kan hebben op het vermogen van de Groep om bestaande bekwame personeels- en managementleden te behouden en bijkomend gekwalificeerd personeel aan te trekken. Als de Groep moeilijkheden zou ondervinden om gekwalificeerd personeel aan te werven of te behouden, dan zou dit een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep.

15. Brexit

De omzet van de Groep in het Verenigd Koninkrijk vertegenwoordigt ongeveer 10% van de totale gecombineerde verkopen. De producten die de Groep in het Verenigd Koninkrijk verkoopt worden hoofdzakelijk lokaal geproduceerd. De directe impact van een Brexit behelst (i) de invoer van chemische grondstoffen noodzakelijk voor lokale productie, gelet op het feit dat deze grondstoffen niet van aanwezig zijn in het Verenigd Koninkrijk, en (ii) een wisselkoersrisico. Gelet op de grote onzekerheid inzake de Brexitproblematiek, is het op heden niet mogelijk om zinvolle commentaren te geven of oordelen te vormen inzake mogelijke impact.

RISICO-CONTROLE

Algemene operationele of industriële risico's worden doorgaans afgedekt door verzekeringscontracten die centraal beheerd worden. De voorwaarden van deze contracten worden op regelmatige basis herbekeken om er zeker van te zijn dat de dekkingen afdoende zijn en aangepast aan de risico's. De Groep bezit twee herverzekeringsfilialen met als belangrijkste taak de herverzekering binnen de Groep van het eigen risico verbonden aan de franchises, die de externe verzekerignspolissen ten laste leggen van de Groep.

De risico's en onzekerheden waarvoor voorzieningen werden aangelegd bij toepassing van de IFRS regels worden toegelicht onder noot II.4.2.5.15 bij het geconsolideerd financieel verslag. Dit betreft meer bepaald de voorzieningen voor geschillen, productwaarborgen, leefmilieurisico's en reorganisatielasten.

De Interne Auditafdeling van Recticel participeert in de creatie, de implementatie en de naleving van de controleprocedures in brede zin. Daarnaast speelt de afdeling een belangrijke rol in de continue monotirong van de ondernemingsrisico's en verleent zij haar medewerking aan de fundamentele overdenking van de bedrijfsrisico's binnen Recticel.

II.4.6. Verklaring door verantwoordelijken

Dhr Johnny Thijs (Voorzitter van de Raad van Bestuur), dhr Olivier Chapelle (Chief Executive Officer) en dhr Jean-Pierre Mellen (Chief Financial Officer), verklaren dat:

  • De financiële staten, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor financiële staten, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Recticel en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen.
  • Het rapport over 12 maanden eindigend op 31 december 2018 een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van Recticel en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

II.4.7. Verslag van de commissaris over de geconsolideerde financiële staten per 31 december 2018

Kernpunten van de controle Hoe onze controle de kernpunten van de
controle behandelde
Voorziening voor EU civiele claims
De Groep heeft het voorwerp uitgemaakt van
antitrustonderzoek op Europees en nationaal niveau.
Alhoewel de Groep een schikking heeft bereikt en
We hebben inzicht verkregen in het proces voor
identificatie van deze geschillen.
betaald met de Europese Commissie in het
onderzoek naar polyurethaanschuim, kan het niet
Bijzondere aandacht werd gegeven aan de
redelijkheid van de gemaakte assumpties door he
worden uitgesloten dat andere vorderingen, inclusief
vorderingen voor class actions, op basis van
dezelfde feiten worden ingediend.
management in het bepalen van mogelijke
voorzieningen. Deze werden ook kritisch
beoordeeld.
Door de complexiteit van de juridische procedures,
de onvoorspelbaarheid van de uitkomst en de
Verder werd het ontwerp en de implementatie va
de relevante controles getoetst.
belangrijke beoordeling van het management in het
bepalen van het risico op (potentiële) geschillen,
beschouwen we de volledigheid van de
voorzieningen voor mogelijke geschillen als een
kernpunt in onze controle.
Advocatenconfirmaties zijn ook gebruikt om de
volledigheid van de geschillen te testen (indien va
toepassing) en of de beoordeling van het
management in lijn is met de informatie in deze
confirmatiebrieven.
We verwijzen naar toelichting II.4.2.6.10 in de
geconsolideerde jaarrekening.
Tenslotte hebben we de gepastheid van de
toelichting opgenomen in de geconsolideerde
jaarrekening nagezien.
Realiseerbaarheid van uitgestelde
belastingvorderingen
Per 31 december 2018 heeft de Groep uitgestelde
belastingvorderingen erkend, voornamelijk op fiscale
Als deel van onze controlewerkzaamheden hebbe
we de belastingplanning en de potentiële risico's
gerelateerd aan de waardering en ervenning van

-

-

-

III. Verklarende woordenlijst

ALGEMENE BEGRIPPEN

Colo-Fast® Alifatisch polyurethaan dat zich onderscheidt door zijn kleurvastheid (lichtstabiel)
Colo-Sense® Variant van Colo-Fast®
Isocyanaat Zeer reactieve stof die zich makkelijk bindt met andere stoffen (zoals alcoholen). De structuur van deze alcoholen bepaalt de hardheid
van het PU-schuim
Lambda Uitdrukking van de thermische geleidingscoëfficiënt van thermische isolatie
MDI Methyleen difenyl diisocyanaat
PIR Polyisocyanuraat
Polyisocyanuraat Is een verbeterde versie van polyurethaan. PIR-schuim heeft een verbeterde dimensionele stabiliteit, goede mechanische
eigenschappen, zoals druksterkte en is veel sterker brandvertragend. PIR wordt hoofdzakelijk gebruikt als thermische isolatie
Polyol Synoniem voor PU polyalcohol, wat verkregen wordt uit propyleenoxide
Polyurethaan Staat voor een belangrijke groep van producten binnen de grote familie van de polymeren of plastics. Polyurethaan is een
verzamelnaam voor een ruim gamma van schuimvariëteiten
PU of PUR Afkorting van polyurethaan
SID staat voor Sustainable Innovation Department, de internationale onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling van de Groep Recticel
TDI Toluene diphenyl diisocyanate

FINANCIËLE BEGRIPPEN

• IFRS maatstaven
Geconsolideerde (gegevens) financiële gegevens volgens de toepassing van IFRS 11, waarbij de joint ventures van Recticel worden verwerkt volgens de
'equity'-methode
• Alternatieve prestatiemaatstaven
volgens de IFRS.
Daarnaast maakt de Groep gebruik van alternatieve prestatiemaatstaven (APM's) om de onderliggende prestaties van de Groep tot uitdrukking te brengen en om de
lezer te helpen de resultaten beter te begrijpen. APM's zijn geen door de IFRS gedefinieerde prestatie-indicatoren. De Groep presenteert APM's niet als een alternatief
voor financiële maatstaven die zijn vastgesteld in overeenstemming met de IFRS en legt niet meer nadruk op APM's dan op de vastgelegde financiële maatstaven
Aangepaste EBIT
(voorheen REBIT)
EBIT vóór niet-recurrente elementen
Aangepaste EBITDA
(voorheen REBITDA)
EBITDA vóór niet-recurrente elementen
Aanpassingen aan EBIT
(voorheen 'Niet-recurrente
elementen')
omvatten het bedrijfsresultaat, uitgaven of voorzieningen die verband houden met herstructureringsprogramma's
(ontslagvergoedingen, sluitings- en opruimkosten, verhuiskosten), reorganisatie lasten en resterende huurverplichtingen
na stopzetting van activiteiten, bijzondere waardeverminderingen op activa ((im)materiële activa en goodwill),
waarderingsmeerwaarden of –minwaarden op vastgoed, winsten of verliezen op de vervreemding van niet-operationeel
vastgoed, winsten of verliezen op de vervreemding (of liquidatie) van investeringen in geassocieerde & verbonden
deelnemingen, meer- of minwaarden op desinvesteringen en op de liquidatie van verbonden ondernemingen, winsten of
verliezen op stopgezette operaties en baten of lasten als gevolg van belangrijke juridische geschillen (bvb 'non-compliance'
zaken/gebeurtenissen inzake (inter) nationale wetgeving).
Current ratio Kortlopende activa/Kortlopende verplichtingen
EBIT Bedrijfsresultaat voor financieel resultaat en belastingen. Het bedrijfsresultaat omvat de inkomsten uit joint ventures en
geassocieerde deelnemingen
EBITDA EBIT + waardeverminderingen, afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen/-vermeerderingen op activa
Gecombineerde (gegevens) financiële gegevens inclusief het pro rata aandeel van Recticel in joint ventures, na eliminatie van transacties binnen de
Groep, verwerkt volgens de proportionele consolidatiemethode
Hefboomratio Netto financiële schuld / EBITDA
Netto financiële schuld Rentedragende financiële schulden op meer dan één jaar + rentedragende financiële schulden op ten hoogste één
jaar + verlopen rentelasten - geldmiddelen en kasequivalenten + marktwaarde nettopositie afdekkingsderivaten.
De rentedragende financiële verplichtingen omvatten niet de opgenomen bedragen in het kader van factoring-/
forfeitingprogramma's zonder verhaal.
Netto vrije kasstroom Netto vrije kasstroom is de som van (i) Netto kasstroom na belastingen uit bedrijfsactiviteiten, (ii) Netto kasstroom uit

geconsolideerde kasstroomoverzicht

forfeitingprogramma's zonder verhaal

verplichtingen Schuldgraadratio Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen

Netto werkkapitaal Voorraden en bestellingen in uitvoering + Handelsvorderingen + Overige vorderingen + Terug te vorderen

Totale netto financiële schuld Netto financiële schuld + de opgenomen bedragen in het kader van niet in de balans opgenomen factoring-/

investerinsactiviteiten en (iii) betaalde rentelasten op financiële en lease verplicthingen; zoals weergegeven in het

inkomstenbelasting + Verlopen rentelasten – Handelsverplichtingen – Te betalen inkomstenbelasting – Overige

IV. KERNCIJFERS 2009-2018

in duizend EUR
Groep Recticel 31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2014 31 DEC 2013 31 DEC 2012 31 DEC 2012 31 DEC 2011 31 DEC 2010 31 DEC 2009
GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD
ACTIVA
Immateriële activa 12 045 12 323 12 104 13 411 12 384 11 954 11 148 13 031 12 580 13 307 14 301
Goodwill 23 354 24 169 25 073 25 888 24 949 24 610 25 113 35 003 34 688 34 365 33 311
Materiële vaste activa 232 541 226 783 216 207 209 681 202 733 204 614 219 180 270 904 255 347 270 979 286 789
Vastgoedbeleggingen 3 289 3 331 3 331 3 331 3 306 3 330 4 452 4 452 3 331 896 896
Entiteiten waarop de 'equity'-methode
wordt toegepast
68 631 76 241 82 389 73 196 73 644 72 507 69 123 13 784 12 957 15 451 15 697
Andere financiële activa 63 64 71 30 160 161 236 240 3 399 1 151 1 999
Deelnemingen beschikbaar voor
verkoop
728 603 410 1 015 771 275 111 122 121 86 85
Langlopende contractactiva 15 655 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vorderingen op meer dan één jaar 15 326 14 804 13 860 13 595 13 373 10 973 10 153 7 664 8 305 10 070 9 605
Uitgestelde belastingen 20 468 26 241 37 820 43 272 46 834 48 929 49 530 45 520 50 290 55 739 43 365
Vaste activa 392 099 384 559 391 265 383 419 378 154 377 353 389 046 390 720 381 018 402 044 406 048
Voorraden en bestellingen in
uitvoering
103 789 99 408 91 900 93 169 96 634 94 027 91 028 116 607 116 002 113 671 105 827
Handelsvorderingen 107 680 110 935 101 506 83 407 78 109 64 516 78 359 114 540 132 910 141 783 142 104
Kortlopende contractactiva 13 782 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige vorderingen 55 227 73 373 69 561 55 327 49 597 46 358 56 528 48 123 39 567 62 285 58 016
Terug te vorderen belastingen 5 587 1 350 1 441 2 061 504 3 851 3 736 4 345 3 847 3 552 4 367
Deelnemingen beschikbaar voor
verkoop
138 123 107 91 75 60 45 45 205 181 156
Geldmiddelen en kasequivalenten 37 733 57 844 37 174 55 967 26 163 26 237 18 533 27 008 54 575 53 938 41 388
Activa aangehouden voor verkoop 19 201 2 570 0 3 209 8 569 0 0 0 0 0 0
Vlottende activa 343 137 345 603 301 689 293 231 259 651 235 049 248 229 310 668 347 106 375 410 351 858
Totaal activa 735 236 730 162 692 954 676 650 637 805 612 402 637 275 701 388 728 124 777 454 757 906
in duizend EUR
31 DEC 2018 31 DEC 2017 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2014 31 DEC 2013 31 DEC 2012 31 DEC 2012 31 DEC 2011 31 DEC 2010 31 DEC 2009
Groep Recticel GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD
PASSIVA
Kapitaal 138 068 136 941 135 156 134 329 74 161 72 368 72 329 72 329 72 329 72 329 72 329
Uitgiftepremies 129 941 127 982 126 071 125 688 108 568 107 042 107 013 107 013 107 013 107 013 107 013
Uitgegeven kapitaal 268 009 264 923 261 227 260 017 182 729 179 410 179 342 179 342 179 342 179 342 179 342
Eigen aandelen (1 450) (1 450) (1 450) (1 450) (1 735) (1 735) 0 0 0 0 0
Reserves 20 422 18 235 7 425 2 582 1 768 27 364 75 565 95 010 85 191 75 179 67 582
Indekkings- en omrekeningsverschillen (22 003) (19 922) (15 997) (12 189) (16 599) (18 279) (13 817) (13 728) (15 739) (12 853) (21 395)
Eigen vermogen voor
minderheidsbelangen
264 978 261 786 251 205 248 960 166 163 186 760 241 090 260 624 248 794 241 668 225 529
Minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 429
Eigen vermogen,
minderheidsbelangen inbegrepen
264 978 261 786 251 205 248 960 166 163 186 760 241 090 260 624 248 794 241 668 225 958
Pensioenen en soortgelijke
verplichtingen
48 055 54 295 50 979 49 581 54 548 44 557 44 548 28 048 35 289 34 988 37 209
Voorzieningen 13 775 14 266 13 208 11 505 7 301 8 149 9 439 9 798 12 964 24 452 23 008
Uitgestelde belastingen en
belastingslatenties
9 650 9 113 10 116 9 505 8 907 8 203 7 257 8 554 9 134 8 800 8 187
Obligaties en schuldpapier 0 0 0 26 631 26 037 0 25 023 45 023 44 546 39 780 39 368
Financiële leasingverplichtingen 17 505 18 078 8 683 11 867 15 057 18 113 19 941 20 850 11 024 13 285 15 986
Kredietinstellingen 15 500 76 160 86 589 0 99 240 78 850 73 458 74 595 79 534 111 977 128 200
Overige leningen 1 701 1 842 1 777 1 865 1 801 1 871 2 038 2 039 2 111 2 082 2 201
Rentedragende financiële
verplichtingen
34 706 96 080 97 049 40 363 142 135 98 834 120 460 142 507 137 215 167 124 185 755
Overige leningen 202 230 183 226 6 810 444 704 501 353 510 359
Langlopende contractverplichtingen 24 096 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verplichtingen op meer dan één
jaar
130 484 173 984 171 535 111 180 219 701 160 187 182 408 189 408 194 955 235 874 254 518
Pensioenen en soortgelijke
verplichtingen
4 720 3 978 4 168 2 370 2 205 1 809 1 404 1 529 3 126 3 846 3 893
Voorzieningen 3 116 1 155 1 780 4 566 4 687 6 732 1 255 1 523 6 328 14 480 8 312
Rentedragende financiële
verplichtingen
88 200 48 988 50 147 114 675 52 798 66 181 36 454 57 840 67 680 45 691 47 740
Handelsverplichtingen 90 756 126 584 102 929 94 276 96 373 81 720 86 066 104 980 119 274 141 887 114 208
Kortlopende contractverplichtingen 44 964 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Belastingen 3 061 2 411 2 291 2 463 414 3 086 2 071 2 281 3 974 7 542 4 712
Overige verplichtingen 104 957 111 276 108 899 98 160 95 464 105 927 86 527 83 203 83 993 86 466 98 565
Verplichtingen op ten hoogste
één jaar
339 774 294 392 270 214 316 510 251 941 265 455 213 777 251 356 284 375 299 912 277 430
Toaal passiva 735 236 730 162 692 954 676 650 637 805 612 402 637 275 701 388 728 124 777 454 757 906
in duizend EUR
2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2012 2011 2010 2009
Groep Recticel GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD
RESULTATENREKENING
Bedrijfsopbrengsten 1 117 652 1 135 353 1 048 323 1 033 762 983 367 976 763 1 035 050 1 319 488 1 378 122 1 348 430 1 276 662
Distributiekosten (59 973) (61 952) (57 855) (58 039) (54 135) (52 934) (54 460) (65 838) (65 182) (64 768) (62 061)
Kostprijs van de omzet (856 056) (889 866) (789 360) (781 282) (757 025) (756 916) (809 871) (1 042 700) (1 101 628) (1 066 780) (982 511)
Brutowinst 201 623 183 535 201 108 194 441 172 207 166 913 170 719 210 950 211 312 216 882 232 090
Algemene en administratieve lasten (70 562) (78 426) (79 395) (76 723) (72 299) (74 397) (66 772) (83 711) (85 059) (80 367) (82 166)
Verkoop- en marketingkosten (72 593) (69 537) (72 031) (77 123) (73 257) (64 532) (65 796) (74 792) (73 836) (74 331) (81 040)
Kosten van onderzoek en ontwikkeling (11 042) (13 724) (12 890) (12 537) (13 277) (14 177) (12 940) (14 899) (14 820) (15 794) (13 941)
Bijzondere waardeverminderingen
goodwill
(1 000) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijzondere waardeverminderingen (4 819) (7 009) (1 672) (983) (688) (3 365) (1 110) (1 555) (5 260) (10 800) (10 362)
Overige bedrijfsopbrengsten/
(-uitgaven)
(8 830) 27 632 (12 828) (10 714) (12 869) (31 766) 2 867 3 033 8 363 (10 075) 31
Winst of verlies van entiteiten waarop
de 'equity'-methode wordt toegepast
10 170 2 390 16 927 6 874 8 964 439 6 008 711 1 741 935 1 608
Winst of verlies uit deelnemingen 0 0 0 0 2 0 0 0 (406) 1 164 7
Bedrijfresultaat (EBIT) 42 947 44 861 39 219 23 235 8 783 (20 885) 32 976 39 737 42 035 27 614 46 227
Renteopbrengsten en -lasten (3 272) (6 460) (8 095) (9 554) (10 031) (9 405) (9 320) (11 889) (13 270) (11 770) (16 919)
Andere financiële opbrengsten en lasten (614) 1 718 (3 633) (2 968) (2 799) (1 940) (2 271) (2 450) (3 414) (5 325) 3 125
Financieel resultaat (3 886) (4 742) (11 728) (12 522) (12 830) (11 345) (11 591) (14 339) (16 684) (17 095) (13 794)
Winst of verlies van de periode
voor belastingen
39 061 40 119 27 491 10 713 (4 047) (32 230) 21 385 25 398 25 351 10 519 32 433
Belastingen (10 212) (16 206) (11 161) (6 170) (5 702) (3 908) (6 035) (7 834) (7 933) 4 108 (12 396)
Winst of verlies van de periode na
belastingen
28 849 23 913 16 330 4 543 (9 749) (36 138) 15 350 17 564 17 418 14 627 20 037
Minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 (188) 703
Winst of verlies toerekenbaar aan
de Groep
28 849 23 913 16 330 4 543 (9 749) (36 138) 15 350 17 564 17 418 14 439 20 740

Kerncijfers

in miljoen EUR
Groep Recticel 2014 2015 2016 2017 2018
Gecombineerde resultatenrekening
Bedrijfsopbrengsten 1 280,1 1 328,4 1 347,9 1 460,8 1 448,3
Aangepaste EBITDA 65,9 81,9 97,7 105,5 103,8
EBITDA 49,3 67,8 85,4 94,1 93,4
Aangepaste EBIT 30,7 44,9 58,2 66,5 63,3
EBIT 13,4 29,8 44,3 48,1 47,0
Winst of verlies van de periode na belastingen ( 9,7) 4,5 16,3 23,9 28,8
Rendabiliteitsratio's (gecombineerd)
Aangepaste EBITDA / Bedrijfsopbrengsten 5,2% 6,2% 7,2% 7,2% 7,2%
EBITDA / Bedrijfsopbrengsten 3,9% 5,1% 6,3% 6,4% 6,4%
Aangepaste EBIT / Bedrijfsopbrengsten 2,4% 3,4% 4,3% 4,6% 4,4%
EBIT / Bedrijfsopbrengsten 1,0% 2,2% 3,3% 3,3% 3,2%
Winst of verlies toerekenbaar aan de Groep / Bedrijfsopbrengsten -0,8% 0,3% 1,2% 1,6% 2,0%
Jaarlijkse groeipercentages (gecombineerd)
Bedrijfsopbrengsten 1,7% 3,8% 1,5% 8,4% -0,9%
Aangepaste EBITDA -9,4% 24,2% 19,3% 8,0% -1,6%
EBITDA 77,9% 37,4% 26,0% 10,2% -0,8%
Aangepaste EBIT -7,6% 46,5% 29,6% 14,2% -4,8%
EBIT n.r. 122,4% 48,6% 8,6% -2,2%
Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep -73,0% -146,6% 259,5% 46,4% 20,6%
in million EUR
Geconsolideerde balans
Vaste activa 378,2 383,4 391,3 384,6 376,8
Vlottende activa 259,7 293,2 301,7 345,6 329,4
TOTAAL ACTIVA 637,8 676,7 693,0 730,2 706,1
Eigen vermogen, minderheidsbelangen inbegrepen 166,2 249,0 251,2 261,8 265,0
Verplichtingen op meer dan één jaar 212,9 111,0 171,4 173,8 130,3
Verplichtingen op ten hoogste één jaar 251,9 316,5 270,2 294,4 294,8
TOTAAL PASSIVA 631,0 676,4 692,8 729,9 690,1
Netto werkkapitaal 32,6 39,1 50,3 44,8 73,5
Beurskapitalisatie (31 december) 152,8 300,9 358,4 423,4 352,9
Minderheidsbelangen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Netto financiële schuld 194,5 123,0 126,0 122,9 100,2
WAARDE VAN DE ONDERNEMING 347,3 423,9 484,4 546,3 453,1
Investeringen versus Afschrijvingen
Investeringen in immateriële en materiële vaste activa 35,8 46,5 53,9 68,3 52,4
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (exclusief afschrijvingen 36,0 38,0 39,5 39,0 40 523,0
op consolidatieverschillen)
Investeringen / Bedrijfsopbrengsten 2,8% 3,5% 4,0% 4,7% 3,6%
Ratio's financiële structuur (gecombineerd)
Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen (minderheidsbelangen
inbegrepen)
117% 49% 50% 47% 38%
Totaal eigen vermogen (minderheidsbelangen inbegrepen) / Balanstotaal 26% 37% 36% 36% 36%
Leverage (Gecombineerde netto financiële schuld/Gecombineerde EBITDA) 3,9 1,8 1,5 1,3 1,1
Current ratio 1,0 0,9 1,1 1,2 1,0
Waarderingsratio's
Price / Earnings (Beurskapitalisatie (31 dec)/ Winst of verlies toerekenbaar
aan de Groep)
n.r. 66,2 21,9 17,7 12,2
Waarde van de onderneming / EBITDA 7,0 6,3 5,7 5,8 4,9
Prijs / Boekwaarde (=Beurskapitalisatie / Boekwaarde (aandeel Groep)) 0,92 1,21 1,43 1,62 1,33
Groep Recticel
2014
2015
2016
2017
2018
Gecombineerde bedrijfsopbrengsten per sector
Soepelschuim
593,0
602,3
607,2
626,1
621,5
groeivoet
1,6%
1,6%
0,8%
3,9%
2,3%
Slaapcomfort
281,6
294,5
292,9
272,1
243,8
groeivoet
-0,5%
4,6%
-0,5%
-7,6%
-16,8%
Isolatie
227,0
229,4
234,1
272,3
271,2
groeivoet
3,2%
1,1%
2,1%
18,7%
15,8%
Automobiel
264,0
280,3
288,9
350,4
363,9
groeivoet
2,2%
6,2%
3,1%
25,0%
25,9%
Eliminaties
( 85,6)
( 78,1)
( 75,4)
( 60,1)
( 52,1)
Totaal bedrijfsopbrengsten
1 280,1
1 328,4
1 347,9
1 460,8
1 448,3
groeivoet
1,7%
3,8%
1,5%
10,0%
7,4%
in miljoen EUR
Gecombineerde EBITDA per sector
Soepelschuim
25,1
34,0
39,6
30,6
33,0
als % van bedrijfsopbrengsten
4,2%
5,6%
6,5%
4,9%
5,3%
Slaapcomfort
2,9
9,5
12,1
14,3
2,0
als % van bedrijfsopbrengsten
1,0%
3,2%
4,1%
5,3%
0,8%
Isolatie
27,1
33,4
32,9
40,1
44,7
als % van bedrijfsopbrengsten
11,9%
14,6%
14,0%
14,7%
16,5%
Automobiel
12,5
9,9
18,3
25,0
30,5
als % van bedrijfsopbrengsten
4,7%
3,5%
6,3%
7,1%
8,4%
Corporate
(18,2)
(19,1)
(17,4)
(16,0)
(16,8)
Totaal EBITDA
49,3
67,8
85,4
94,1
93,4
als % van bedrijfsopbrengsten
3,9%
5,1%
6,3%
6,4%
6,4%
in miljoen EUR
Gecombineerde EBIT per sector
Soepelschuim
(16.4)
13.2
21.1
26.5
17.7
als % van bedrijfsopbrengsten
-2.8%
2.2%
3.5%
4.4%
2.8%
Slaapcomfort
3.8
(3.5)
3.2
5.8
9.6
als % van bedrijfsopbrengsten
1.4%
-1.2%
1.1%
2.0%
3.5%
Isolatie
21.9
21.1
27.5
26.6
33.5
als % van bedrijfsopbrengsten
10.0%
9.3%
12.0%
11.4%
12.3%
Automobiel
(5.3)
1.8
(1.9)
4.0
4.1
als % van bedrijfsopbrengsten
-2.1%
0.7%
-0.7%
1.4%
1.2%
Corporate
(19.4)
(19.2)
(20.0)
(18.6)
(16.8)
Totaal EBIT
(15.4)
13.4
29.8
44.3
48.1
als % van bedrijfsopbrengsten
-1.2%
1.0%
2.2%
3.3%
3.3%
in eenheden
Informatie per aandeel
Aantal aandelen (31 december)
29 664 256
53 731 608
54 062 520
54 776 357
55 227 012
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen (voor verwateringseffect)
28 953 478
44 510 623
53 504 432
54 110 396
54 659 774
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen (na verwateringseffect)
28 953 478
44 704 483
59 643 102
57 941 701
55 093 295
in EUR
Gecombineerde Aangepaste EBITDA
2,28
1,84
1,83
1,95
1,90
Gecombineerde EBITDA
1,70
1,52
1,60
1,74
1,71
Gecombineerde Aangepaste EBIT
1,06
1,01
1,09
1,23
1,16
Gecombineerde EBIT
0,46
0,67
0,83
0,89
0,86
Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep - Basis (1)
-0,34
0,10
0,31
0,44
0,53
Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep - Verwaterd
-0,34
0,10
0,30
0,43
0,52
Bruto dividend
0,20
0,14
0,18
0,22
0,24
Uitbetalingsratio
n.r.
137%
59%
50%
45%
Netto boekwaarde (aandeel Groep)
5,60
4,63
4,65
4,78
4,80
Price / Earnings ratio (2)
n.r.
66,2
21,9
17,7
12,2
(1) berekend op het gewogen aantal uitstaande aandelen (voor
(2) gebaseerd op de prijs van het aandeel op 31 december. Earnings = winst of
verwateringseffect)
verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep per aandeel.
in EUR
Gewoon aandeel
in miljoen EUR
Gewoon aandeel
op 31 december 5,15 5,60 6,63 7,73 6,39
laagste van het jaar 4,90 3,88 4,57 6,43 6,06
hoogste van het jaar 7,98 5,64 6,63 8,75 10,54
gemiddeld dagvolume (eenheden) 43 974 83 737 51 513 70 435 65 089

Colophon

Recticel n.v.

Olympiadenlaan 2 B - 1140 Brussels T. +32 (0)2 775 18 11 F. +32 (0)2 775 19 90

Communications & Investor Relations Officer

Michel De Smedt T. + 32 (0)2 775 18 09 F. + 32 (0)2 775 19 91 [email protected]

Dit verslag is beschikbaar in het Nederlands en het Engels. Ce rapport est disponible en néerlandais et anglais. This report is available in English and Dutch.

In geval van tekstuele tegenstrijdigheden tussen de Engelse en de Nederlandse versie zal de eerste voorrang hebben.

U kan dit Jaarverslag ook downloaden van www.recticel.com

Algemene coördinatie: Michel De Smedt

Met dank aan alle medewerkers die hebben bijgedragen tot de realisatie van dit Jaarverslag.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.