Annual Report • Apr 27, 2018
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet 1 000 1 100 1 200 1 300 1 400 1 500 -6% -4% -2% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 1280,1 1347,9 2013 2014 2015 2016 2017 1258,6 1328,4 3,8% 1,7% 1,5% 1460,8 (in miljoen EUR) -4,6% 8,4% Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet -6%-4% 2013 2014 2015 2016 2017 4% 6% 10% 12% 20 40 60 80 100 6,3% 6,4% 3,9% 67,8 (in miljoen EUR) Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet 2% 4% 6% 8% 10% 1347,9 1258,6 1328,4 3,8% 1,7% 1,5%
Gecombineerde bedrijfsopbrengsten & groeivoet
2013 2014 2015 2016 2017
(in miljoen EUR)
(in miljoen EUR)
(in miljoen EUR)
Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge 2013 2014 2015 2016 2017 3,9% Gecombineerde REBITDA en REBITDA-marge
Gecombineerde EBITDA en EBITDA-marge Gecombineerde EBIT en EBIT-marge Bedrijfsopbrengsten Jaarlijkse groeivoet
Eigen vermogen (deel van de Groep)
Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten
16,3
1,6%
2017
2%
6,3% 6,4%
3,9
4,0
200
300
(in miljoen EUR)
88,4%
2013 2014 2015 2016 2017 1,0 2,0 3,0 1,5 50,2% 1,3 46,9% 49,4% 3,9 88,4% Schuldgraadratio Leverage Frequency index - industrial accidents 2012 2013 2014 2015 2016 2013 3 10,0 8,8 Frequency = number of accidents x 1,000,000 number of hours performed 2012 2013 2014 2015 2016 2013 0 3 12 Frequency index - industrial accidents number of accidents x 1,000,000 -3% 2% (30) (40) (20) (10) 0 10 20 Netto-resultaat Netto-resultaat als % van de bedrijfsopbrengsten 1,2% 16,3 -0,8% (9,7) (36,1) 2013 2014 2015 2016 2017 2013 2014 2015 2016 2017 (in miljoen EUR) 1,6% 2012 2013 2014 2015 2016 2013 Frequency = number of hours performed Gemiddeld netto werkkapitaal (in miljoen EUR) 100 150 200 166,2 2015 2016 186,8 251,2 249,0 2013 2014 2015 2016 2017 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 7,0 6,0 25% 50% 75% 100% 125% Gecombineerde Schuldgraad- en Leverageratio 1,5 50,2% 1,3 46,9% 1,8 49,4% 3,9 6,0 117,1% 88,4% Schuldgraadratio Leverage
Eigen vermogen (deel van de Groep)
als percentage van de bruto omzet
10,0
100%
(in miljoen EUR)
125%
25%
50%
75%
100%
125%
Frequency =
166,2 186,8 12,9% 11,9% 12,7% 13,9% Gemiddeld netto werkkapitaal als percentage van de bruto omzet Eigen vermogen (deel van de Groep)
13,9%
| DIT WAS 2017 | 02 |
|---|---|
| Ons profiel | 04 |
| Hoogtepunten in 2017 en begin 2018 | 06 |
| Brief van de Voorzitter en de Chief Executive Officer | 10 |
| Verslag van de Raad van Bestuur* | 12 |
| ONZE MISSIE, VISIE, WAARDEN, STRATEGIE EN ACTIVITEITEN | 28 |
| Onze kernwaarden | 30 |
| Strategie van de Groep | 32 |
| Onze activiteiten: | 38 |
| Isolatie | 40 |
| Slaapcomfort | 44 |
| Soepelschuim | 48 |
| Automobiel | 52 |
| DUURZAME INNOVATIE | 56 |
| HUMAN RESOURCES | 62 |
| VERKLARING INZAKE CORPORATE GOVERNANCE * | 68 |
| 1. Geldende regels en referentiecode | 70 |
| 2. Interne audit en risicobeheer | 70 |
| 3. Externe audit | 71 |
| 4. Samenstelling van de Raad van Bestuur | 72 |
| 5. Comités opgericht door de Raad van Bestuur | 75 |
| 6. Uitvoerend managementcomité | 77 |
| 7. Remuneratieverslag | 77 |
| 8. Transacties en andere contractuele banden tussen de Vennootschap en gelieerde ondernemingen en leden van de Raad van Bestuur of leden |
|
| van het Managementcomité 9. Handel met voorkennis en marktmanipulatie |
84 85 |
| 10. Diversiteitsbeleid | 85 |
| 11. Relaties met referentieaandeelhouders en andere elementen in verband | |
| met mogelijke openbare overnamebiedingen | 86 |
| VERKLARENDE WOORDENLIJST | 88 |
| FINANCIEEL VERSLAG* | 90 |
| KERNCIJFERS | 194 |
* Deze hoofdstukken vormen een essentieel onderdeel van het Verslag van de Raad van Bestuur en bevatten de informatie die volgens het Wetboek van vennootschappen verplicht moet worden verstrekt over geconsolideerde rekeningen.
Dit document bevat specifieke kwantitatieve en/of kwalitatieve toekomstgerichte verklaringen en verwachtingen over resultaten en de financiële toestand van de Recticel-groep. Deze verklaringen zijn geen garantie voor toekomstige verwezenlijkingen, aangezien de toekomst gepaard gaat met risico's en onzekerheden in verband met toekomstige gebeurtenissen en ontwikkelingen. De werkelijke resultaten en prestaties kunnen in aanzienlijke mate afwijken van de voorspelde verwachtingen, doelstellingen en mogelijke verklaringen. De belangrijkste relevante risico- en onzekerheidsfactoren worden uitvoeriger beschreven in het hoofdstuk 'Risicofactoren en risicobeheer' van het financiële deel van dit jaarverslag. Recticel is niet verplicht om updates te verstrekken over potentiële veranderingen of ontwikkelingen die betrekking hebben op deze risicofactoren, of om informatie te publiceren over de potentiële impact daarvan op zijn vooruitzichten.
RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 2 RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 3
Trading update eerste kwartaal 2018 26 april 2018 (om 7.00 u CET) Jaarlijkse algemene vergadering 29 mei 2018 (om 10.00 u CET) Ex-coupondatum 30 mei 2018 Registratiedatum 31 mei 2018 Dividendbetalingsdatum 1 juni 2018 Resultaten eerste halfjaar 2018 29 augustus 2018 (om 10.00 u CET)
Trading update derde kwartaal 2018 31 oktober 2018 (om 10.00 u CET)
Met onze industriële activiteiten wil Recticel een essentieel verschil maken in de universele dagelijkse comfortervaring. Daarvoor maken wij gebruik van onze uitvoerige expertise in de conversie van polyurethaanchemie. Onze overkoepelende ambitie bestaat erin om tegelijkertijd waarde te creëren voor Recticel, onze stakeholders en de maatschappij als geheel. Wij streven ernaar op een efficiënte, duurzame en evenwichtige wijze een gestage rendabele groei te verwezenlijken voor al onze klanten en aandeelhouders.
We willen verantwoorde oplossingen aanreiken voor de uiteenlopende uitdagingen en de dynamische behoeften van onze hedendaagse wereld, en op die manier onze klanten en eindklanten een betere dienstverlening bieden dan om het even welke concurrent. We ondersteunen onze industriële klanten in de hele wereld door verantwoorde, waardegenererende producten en diensten te implementeren.
Recticel is als internationale industriële speler actief op verschillende markten. 91% van onze netto-omzet wordt in Europa gegenereerd, maar we zijn ook actief in de Verenigde Staten en Azië. We zijn actief in vier toepassingsgebieden: Isolatie voor de bouw, Slaapcomfort, Soepelschuim voor huishoudelijke en industriële toepassingen en Automobiel.
Hoewel wij voornamelijk halfafgewerkte producten (Soepelschuim en Automobiel) produceren, ontwikkelen, vervaardigen en commercialiseren we ook afgewerkte producten en duurzame goederen voor eindgebruikers (Slaapcomfort en Isolatie).
Onze divisie Isolatie biedt thermische isolatieproducten van hoge kwaliteit die worden gebruikt in bouwprojecten en renovaties. Deze producten worden gecommercialiseerd onder
bekende merk- en productnamen zoals Eurowall®, Powerroof®, Powerdeck®, Powerwall®, Xentro® en Recticel Insulation®.
Binnen onze divisie Slaapcomfort worden gebruiksklare matrassen, lattenbodems en boxsprings ontwikkeld en vervaardigd, die voornamelijk worden gecommercialiseerd onder populaire merknamen zoals Beka®, Lattoflex®, Literie Bultex®, Schlaraffia®, Sembella®, Superba®, Swissflex®, en 'ingredient brands' zoals GELTEX inside® en Bultex®.
Onze divisie Soepelschuim ontwikkelt en vervaardigt uiteenlopende innovatieve oplossingen met specifieke producteigenschappen zoals geluid dempen, dichten, filteren, dragen, beschermen, ondersteunen en comfort bieden.
Onze divisie Automobiel ontwikkelt zetelkussens (via een joint venture) en interieuronderdelen voor de auto-industrie, en legt zich daarbij in eerste instantie toe op innovatie, technologische vooruitgang, een superieure kwaliteit en een uitstekende klantenservice. Het hoofdkantoor van Recticel is gevestigd in Brussel (België). We hebben in totaal (inclusief ons evenredige aandeel in joint ventures) circa 8.411 medewerkers in dienst, in 98 locaties verspreid over 28 landen. In 2017 realiseerden wij een gecombineerde omzet van EUR 1,46 miljard (geconsolideerde omzet volgens IFRS 11: EUR 1,14 miljard).
Recticel (EuronextTM: REC.BE – Reuters: RECTt.BR – Bloomberg: REC.BB) wordt genoteerd aan de beurs EuronextTM in Brussel.
In 2017 hebben wij ons strategische plan en grondige transformatie in een hogere versnelling gebracht. In dit jaarverslag presenteren we een update van dit proces.
Europa 91% van de gecombineerde netto-omzet 7.612 werknemers 86 vestigingen 1 internationale sustainable innovation department (SID) Verenigde Staten 3% van de gecombineerde netto-omzet 164 werknemers 4 vestigingen Azië 6% van de gecombineerde netto-omzet 635 werknemers 8 vestigingen Onze aanwezigheid
Recticel Insulation introduceerde twee nieuwe producten op Batibouw®, de grootste bouw- en renovatiebeurs van België. In de Xentro®-technologie introduceert onze business line Isolatie dunnere isolatiepanelen met verbeterde isolatieprestaties. Deze Xentro® isolatiepanelen zijn 13% performanter dan de huidige PUR/PIR-panelen, goed voor een ongeëvenaarde λ (lambda) isolatiewaarde van 0,019 W/mK.
CEO Olivier Chapelle nam ad interim de verantwoordelijkheden over van de Group General Manager Bedding ter vervanging van Philipp Burgtorf, die het bedrijf verliet.
Een van onze productiehallen van de Automobiel Interiorsfabriek in Most (Tsjechië) werd getroffen door een zware brand, waardoor het bedrijf zich genoodzaakt zag overmacht in te roepen.
Simfofit®-panelen voor geluidsisolatie werden tijdens de beurs eveneens geïntroduceerd. Simfofit® is een akoestisch materiaal gemaakt van gerecyclede polyurethaanvlokken dat ook thermische isolatie-eigenschappen biedt.
2017
Januari - 2017 Februari - 2017 Maart - 2017
Recticel maakte bekend dat zijn divisie Isolatie van plan is ten minste EUR 20 miljoen te investeren in extra productiecapaciteit in het Verenigd Koninkrijk, om nog beter te kunnen beantwoorden aan de behoeften van de markt. Door de onzekerheid in verband met de brexit ligt het project voorlopig stil.
In mei 2017 was als gevolg van een overmachtsituatie bij Covestro en opstartproblemen bij Huntsman, de beschikbaarheid van MDI-grondstoffen beperkt, wat leidde tot een nooit gezien aanbodtekort. Dit tekort had een invloed op de Isolatie-activiteiten van Recticel, waardoor de productie-output tijdelijk tot oktober 2017 met 10-15% daalde.
Recticel kondigde aan dat zijn isolatiedivisie van plan is om EUR 26 miljoen te investeren in een nieuwe productievestiging in Finland om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar thermische isolatiematerialen van hoge kwaliteit op de Scandinavische markt (Finland, Noorwegen, Zweden, Denemarken en de Baltische landen). De start van de productie is gepland voor het vierde kwartaal van 2018.
Op de vervaldatum heeft Recticel alle uitstaande bedragen in het kader van zijn converteerbare obligaties (EUR 57,5 miljoen) 2007-2017 en met een coupon van 5% terugbetaald.
Op 05 oktober 2017 waarschuwde BASF Recticel en zijn andere klanten dat er tussen 25 augustus 2017 en 29 september 2017 vervuild tolueendiisocyanaat ('TDI') – meer specifiek Lupranate T80 A – is geleverd door de BASF-fabriek in Ludwigshafen (Duitsland). Het vervuilde materiaal werd aan vijf Recticel-vestigingen geleverd.
Omdat Recticel het grootste belang hecht aan gezondheid en veiligheid werd de productie in de getroffen vestigingen onmiddellijk stopgezet en werden alle vereiste veiligheidsmaatregelen genomen.
Midden oktober 2017 bevestigde Recticel dat alle getroffen vestigingen de productie opnieuw hadden opgestart met conform TDI. Alle getroffen schuimproducten die zich nog in de vestigingen van Recticel bevonden, werden in quarantaine geplaatst, en Recticel wist in nauwe samenwerking met zijn klanten alle getroffen schuimleveringen op te sporen.
In de tussentijd heeft BASF in een aanvullende verklaring gezegd dat er geen gevaar was voor de gezondheid en dat het bedrijf als voorzorgsmaatregel alle schuimproducten met niet-conform TDI van BASF voor de sectoren slaapcomfort en bekleding zou ophalen.
In 2017 zijn er in China en de VS nieuwe meerjarige contracten toegekend aan onze divisie Automobiel – Interiors. Deze contracten betreffen de levering van hoogwaardige interieurbekledingsonderdelen voor auto's van BMW en Volvo, en voor vrachtwagens van Peterbilt, Kenworth en Nevistar. De nieuwe programma's zullen in de loop van de volgende twee jaar geleidelijk aan worden uitgerold en zijn goed voor een geschatte cumulatieve omzet over de duur van de contracten van circa EUR 110 miljoen. De interieurbekledingsonderdelen zijn gebaseerd op onze gepatenteerde Colo-Sense® Lite Spray-technologie en zullen worden geleverd door onze fabrieken in China (Shenyang) en de VS (Tuscaloosa).
Recticel BV heeft haar voornemen bekendgemaakt om haar Soepelschuimomzettingsactiviteiten in Nederland te stroomlijnen, resulterend in de mogelijke sluiting van haar schuimverwerkingsfabriek in Buren voor het einde van juni 2018. De activiteiten van deze site worden overwogen voor integratie in de conversiecapaciteiten bij de conversieeenheid in Kesteren (Nederland).
Recticel Slaapcomfort (Schlaraffia®, Superba®, Swissflex®, Ubica®) zette zijn marketing- en productinnovaties in de kijker op imm Cologne, de meest toonaangevende meubelbeurs van Europa, die wordt bezocht door 80.000 bezoekers uit 128 landen. Recticel presenteerde er zijn nieuwe boxspringcollectie en de nieuwe GELTEX®-technologie.
Ook introduceerde het met succes het 'Silence'-hoofdeinde dat technische innovatie combineert met uitstekend design. Het geluidblokkerende effect van dit goed onthaalde akoestische paneel werd in een indrukwekkende demonstratie met een luide wekker aangetoond. Kort na de beurs werd dit bed door het deskundigencomité van de Duitse raad voor design (Rat für Formgebung) genomineerd voor de Duitse Innovation Award.
Recticel Soepelschuim ondersteunde zijn klant SpaceX tijdens de historische lancering van de Falcon Heavy. Via zijn Amerikaanse dochteronderneming Soundcoat levert Recticel hoogperformante thermische en akoestische isolatie voor het vrachtcompartiment in de neuskegel van de raket. De neuskegel beschermt satellieten die in een lage omloopbaan om de aarde worden gebracht (LEOsatellieten) of in een geostationaire omloopbaan (GTO-satellieten) en daarbuiten. Bij de testlancering van de Falcon Heavy boden Soundcoatmaterialen 'bescherming' voor de rode Tesla Roadster van Elon Musk tijdens zijn reis naar de ruimte.
GROWING TOGETHER TOWARDS A PURE FUTURE
Sustainability through technological advances
Met de publicatie van ons tweede duurzaamheidsverslag, opgesteld conform de G4 Global Initiative Report (GRI) Guidelines G4 - Core level, werd een nieuwe mijlpaal in onze geschiedenis bereikt. Het nieuwe verslag belicht niet alleen onze duurzaamheidsstrategie – het resultaat van een strategisch proces waar interne en externe stakeholders bij betrokken zijn om onze belangrijkste duurzaamheidsaspecten uit te stippelen –, maar legt ook objectieve KPI's en duidelijke doelstellingen voor 2020 vast.
Duurzaamheid is nu strategisch in onze organisatie ingebed als een sleutelfactor voor innovatie. Door onze O & O-inspanningen te focussen op de klimaatverandering, het behoud van natuurlijke rijkdommen en ondersteuning voor onze verouderende bevolking, streven wij naar oplossingen met toegevoegde waarde voor onze klanten en de maatschappij.
Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Philippe Muyters heeft de nieuwe pilootlijn voor zachtschuimrecyclage ingehuldigd bij Recticel in Wetteren (België). De pilootlijn is het resultaat van het CATALISTIonderzoeksproject ALFIBOND, dat gericht is op de ontwikkeling van verwerkingstechnologieën voor, onder andere, materiaal van afgedankte matrassen. De nieuwe pilootlijn en de nieuwe laboratoria vormen het sluitstuk van een meerjarig O & O-investeringsproject van meer dan EUR 10 miljoen dat past binnen de Recticel Group-strategie om duurzame innovatie centraal te stellen. Met dit initiatief zet Recticel een nieuwe stap naar een circulaire economie.
Recticel start in Most (Tjechië) met de productie van interieurbekleding voor de nieuwe Audi A6, een eerste programma dat door Recticel Interiors werd gewonnen voor deze premium OEM.
1
Brussel, 26 april 2018
Geachte werknemer, Geachte klant, Geachte aandeelhouder, Geachte lezer,
2017 was voor Recticel alweer een succesvol jaar, ondanks enkele aanzienlijke tegenvallers en onvoorziene incidenten met grote gevolgen. Ondanks die omstandigheden heeft de organisatie van Recticel daadkrachtig en snel gereageerd en is ze erin geslaagd om de winstgevendheid van het bedrijf te verbeteren en een historisch hoog nettoresultaat te verwezenlijken.
In een gunstig macro-economisch klimaat wist Recticel zijn omzet en zijn REBITDA met respectievelijk 8,4% en 8,0% te verhogen en realiseerde het bedrijf een recordwinst na belastingen van EUR 23,9 miljoen. 2017 was echter ook het jaar waarin onze Groep het hoofd moest bieden aan ongunstige wisselkoerseffecten en ongeziene stijgingen van de grondstoffenprijzen. Onze Isolatie-divisie kampte met een MDI-tekort en er woedde een ernstige brand in onze Automobiel-fabriek in het Tsjechische Most, en dan was er nog de levering van niet-conform TDI door BASF. We hebben de potentiële gevolgen van deze situaties in de loop van het jaar echter wel weten te beperken.
Toch is Recticel groei-initiatieven blijven ontwikkelen op basis van geografische expansieprojecten en belangrijke innovaties die naar verwachting vanaf 2019 een bijdrage zullen leveren aan de omzetgroei.
Ten slotte heeft Recticel voorbereidingen getroffen voor de afstoting van zijn Automobiel-activiteit, en een externe adviseur aangesteld om de afstoting in 2018 uit te voeren.
De omzet is tijdens het volledige jaar 2017 gestaag gestegen met 8,4%. Dat was te danken aan een gunstig economisch klimaat, de geslaagde introductie van een aantal nieuwe producten en ondanks negatieve wisselkoerseffecten van -0,9%. De auto-industrie is in de 28 EU-lidstaten blijven groeien, de Europese bouwsector doet het goed, slaapcomfort en meubilair in het algemeen laten dankzij het positieve consumentenvertrouwen een voorzichtig positief resultaat optekenen en de industriële productie is solide gebleven. De enige uitzondering op dat positieve klimaat is het Verenigd Koninkrijk, waar we in elke sector waarin we actief zijn een vertraging van de markt hebben vastgesteld. China, India, Turkije en de VS, de niet-Europese landen waar Recticel actief is, presteren bovendien ook nog steeds goed. Het gevolg is dat met
MR. JOHNNY THIJS Voorzitter van de Raad van Bestuur
MR. OLIVIER CHAPELLE Chief Executive Officer
uitzondering van Slaapcomfort, alle divisies een stijging laten optekenen: +21,3% voor Automobiel, +16,3% voor Isolatie, +3,1% voor Soepelschuim, terwijl Slaapcomfort met -7,1% daalt, voornamelijk door de Duitse markt waar een aantal nieuwe online spelers roet in het eten van de traditionele distributiekanalen hebben gestrooid.
De winstgevendheid is verbeterd in een veelbewogen 2017, dat gekenmerkt werd door een aantal ernstige en onverwachte incidenten. Op de markt voor isocyanaten ontstond er geleidelijk aan een steeds grotere wanverhouding tussen vraag en aanbod, wat leidde tot een ongeziene stijging van de prijzen voor MDI en TDI. Voor Recticel betekende dit een kostenverhoging van circa EUR 100 miljoen. De commerciële teams hebben aanzienlijke inspanningen geleverd om deze hogere kosten door te rekenen aan onze klanten, waardoor de risico's voor onze winstgevendheid konden worden beperkt. Maar in het tweede en het derde kwartaal van 2017 werden we geconfronteerd met een MDI-tekort, waardoor we minder isolatiepanelen konden produceren. Daardoor konden we de door onze klanten gevraagde hoeveelheden niet leveren, en zagen zij zich veelal genoodzaakt om hun bouwwerven stop te zetten. We hadden het grootste begrip voor hun frustraties en deden ons uiterste best om de gevolgen voor hun activiteiten tot een minimum te beperken. De brand in onze Automobiel-fabriek in het Tsjechische Most had uiteraard ook een invloed op de activiteiten van onze klanten. Dankzij de gezamenlijke inspanningen en het uitstekende teamwerk van onze OEM's en eerstelijnsklanten, onze operationele teams, onze commerciële teams en onze verzekeraars, hopen we de leveringsproblemen in aanzienlijke mate te hebben beperkt. We willen de gelegenheid aangrijpen om ze allemaal te bedanken voor hun uiterst constructieve reacties en steun.
In 2017 hebben we in eerste instantie geïnvesteerd in groeiprojecten: de installatie en uitrusting van onze nieuwe conversie-installaties voor Technische schuimen in China en Marokko, die beide naar verwachting in het tweede kwartaal van 2018 in gebruik worden genomen, de bouw van onze nieuwe Isolatie-fabriek in Finland, die naar verwachting in het vierde kwartaal van 2018 in bedrijf wordt genomen, en de aanhoudende investeringen in Automobiel, waardoor veel projecten die in vorige jaren zijn geboekt met succes konden worden gestart.
Onze Sustainable Innovation-teams hebben zich, in nauwe samenwerking met onze commerciële teams, toegelegd op 5 belangrijke innovatieprogramma's, allemaal bedoeld om onze waardepropositie ten aanzien van onze klanten te verbeteren en tegelijkertijd een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij (zie de 2e editie van ons duurzaamheidsverslag dat in maart 2018 is gepubliceerd). Daardoor konden we in februari 2017 de Xentro®-isolatietechnologie introduceren, waardoor onze isolatiepanelen met een nieuw prestatieniveau van lambda 19, een verbetering van 13% ten opzichte van de huidige technologie, de lat weer iets hoger hebben gelegd. In januari 2018 hebben we ons nieuwe Geltex® 2.0-schuim geïntroduceerd, uitsluitend verkrijgbaar voor Slaapcomfort-merken van Recticel. De 2.0-versie is een verbetering van alle kenmerken van Geltex® en biedt tegelijkertijd hoogwaardige duurzaamheid met hernieuwbaar materiaal. Tot slot heeft onze ColoSense® X-Litetechnologie voor huiden, de opvolger voor onze ColoSense® Lite-technologie, de vijfde ontwikkelingsfase doorstaan (van de zes). Ze wordt momenteel getest bij onze OEM-klanten van de Automobiel-divisie en voorziet in betere prestaties in verhouding tot gewicht.
Deze laatste innovatie, in combinatie met de winstgevende groei waarvan onze Automobiel-activiteit in 2017 heeft blijk gegeven en de uitzonderlijke klantenportfolio van de divisie (in 2018 aangevuld met de opmerkelijke toevoeging van de nieuwe Audi A6), geeft ons het vertrouwen om de activiteit in de loop van dit jaar met succes af te stoten. In dat kader hebben we Ernst & Young aangesteld als adviseur.
Het economische klimaat van het eerste kwartaal van 2018 ligt in het verlengde van 2017: gunstige economische omstandigheden, de ongunstige ontwikkeling van de wisselkoersen, nog steeds stijgende grondstoffenprijzen, zeer slechte weersomstandigheden, vooral in februari en maart, en onzekere geopolitieke ontwikkelingen op het wereldtoneel. Ondanks deze onzekerheden en dankzij het vertrouwen dat Recticel in 2017 heeft gekregen, verwacht het zijn omzet te kunnen verhogen, optimaal gebruik te kunnen maken van kansen op de markt en betere resultaten te behalen dankzij een steeds betere concurrentiepositie.
Wij willen onze medewerkers bedanken voor de uitzonderlijke inspanningen die zij in 2017 hebben geleverd, onze klanten voor hun vertrouwen in ons, en onze aandeelhouders voor hun aanhoudende loyauteit, steun en hun waardevolle inzichten.
Mr. Johnny Thijs Voorzitter van de Raad van Bestuur
Mr. Olivier Chapelle Chief Executive Officer 1
De gecombineerde omzetgroei versnelde in 2017 tot +8,4%, wat leidde tot een stijging van de gecombineerde REBITDA met 8,0%; resultaten die ondanks forse tegenwind werden verwezenlijkt: de ongeziene stijging van de grondstoffenprijzen en het daaropvolgende tekort aan isocyanaten, de negatieve wisselkoerseffecten en de onvoorspelbare situaties die ontstonden als gevolg van de brand in onze Automobiel Interiors-fabriek in Most in Tsjechië tijdens het eerste kwartaal van 2017 en van de kwaliteitsproblemen met TDI van BASF in het vierde kwartaal van 2017.
Het resultaat over de periode bereikte een historisch hoog niveau van EUR 23,9 miljoen, terwijl de gecombineerde netto financiële schuld een dieptepunt van EUR 122,9 miljoen bereikte.
Olivier Chapelle (CEO): "We zijn tevreden over onze omzet- en winstgroei in 2017, die bereikt werden onder bijzonder moeilijke marktomstandigheden en ondanks de uitzonderlijke gebeurtenissen. Deze groei van de omzet en de resultaten bewijst de weerbaarheid van de Groep en versterkt ons vertrouwen in ons vermogen om onze langetermijndoelstellingen te verwezenlijken en consequent waarde te creëren.
Naar de toekomst toe blijven wij ons richten op groei en streven wij naar een algemene verbetering van de prestaties via de continue versterking van onze productportefeuille, de verbetering van de productiviteit en de optimalisatie van het bedrijfsmodel van de Groep, alsook door de uitbreiding van onze business line Isolatie."
Voor het volledige jaar 2018 verwacht de Groep een voortgezette groei van haar gecombineerde omzet en REBITDA dankzij een combinatie van volumegroei, een verbeterde mix en efficiëntiewinsten.
Alle vergelijkingen zijn met de vergelijkbare periode van 2016, tenzij anders vermeld. a Definities van andere gebruikte begrippen vindt u in de woordenlijst aan het einde van dit jaarverslag.
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| 2016 (a) |
2017 (b) |
Δ 2017/2016 (b)/(a)-1 |
|
| Omzet | 1 048,3 | 1 135,4 | 8,3% |
| Brutowinst2 | 201,1 | 183,5 | -8,7% |
| als % van de omzet | 19,2% | 16,2% | |
| EBITDA | 72,7 | 82,8 | 13,9% |
| als % van de omzet | 6,9% | 7,3% | |
| EBIT | 39,2 | 44,9 | 14,4% |
| als % van de omzet | 3,7% | 4,0% | |
| Resultaat over de periode (aandeel van de Groep) | 16,3 | 23,9 | 46,4% |
| Resultaat over de periode (aandeel van de Groep) - basis (per aandeel, in EUR) |
0,31 | 0,44 | 44,8% |
| Bruto dividend per aandeel (in EUR) | 0,18 | 0,22 | 22,2% |
| Totaal eigen vermogen | 251,2 | 261,8 | 4,2% |
| Netto financiële schuld 1 | 108,4 | 87,1 | -19,6% |
| Schuldgraadratio | 43,1% | 33,3% | |
| Hefboomratio | 1,49 | 1,05 |
1 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoringprogramma's zonder verhaal: EUR 54,7 miljoen per 31 december 2017 (EUR 51,7 miljoen per 31 december 2016, en EUR 66,9 miljoen per 30 september 2017).
2 De brutowinst 2017 omvat EUR -30.0 miljoen niet-recurrente lasten als gevolg van alternatieve productie-oplossingen en operationele inefficiënties in verband met de brand in de fabriek in Most (Automobiel Interiors-Tsjechië).
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 686,0 | 661,9 | 1 347,9 | 726,8 | 734,0 | 1 460,8 | 5,9% | 10,9% | 8,4% |
| Brutowinst2 | 133,4 | 112,1 | 245,5 | 100,2 | 107,2 | 207,4 | -24,9% | -4,4% | -15,5% |
| als % van de omzet | 19,4% | 16,9% | 18,2% | 13,8% | 14,6% | 14,2% | |||
| REBITDA | 54,8 | 42,9 | 97,7 | 50,1 | 55,4 | 105,5 | -8,6% | 29,2% | 8,0% |
| als % van de omzet | 8,0% | 6,5% | 7,2% | 6,9% | 7,5% | 7,2% | |||
| EBITDA | 47,9 | 37,6 | 85,4 | 41,0 | 53,1 | 94,1 | -14,3% | 41,3% | 10,2% |
| als % van de omzet | 7,0% | 5,7% | 6,3% | 5,6% | 7,2% | 6,4% | |||
| REBIT | 35,6 | 22,6 | 58,2 | 31,3 | 35,1 | 66,5 | -11,9% | 55,2% | 14,2% |
| als % van de omzet | 5,2% | 3,4% | 4,3% | 4,3% | 4,8% | 4,6% | |||
| EBIT | 27,6 | 16,6 | 44,3 | 22,2 | 25,9 | 48,1 | -19,6% | 55,3% | 8,6% |
| als % van de omzet | 4,0% | 2,5% | 3,3% | 3,1% | 3,5% | 3,3% | |||
| 30 JUN 16 | 31 DEC 16 | 30 JUN 17 | 31 DEC 17 | ||||||
| Totaal eigen vermogen | 245,6 | 251,2 | 251,2 | 257,1 | 261,8 | 261,8 | 4,7% | 4,2% | 4,2% |
| Netto financiële schuld 1 | 132,9 | 126,0 | 126,0 | 151,4 | 122,9 | 122,9 | 13,9% | -2,4% | -2,4% |
| Schuldgraadratio | 54,1% | 50,1% | 50,1% | 58,9% | 46,9% | 46,9% | |||
| Hefboomratio | 1,5 | 1,3 |
1 Zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoringprogramma's zonder verhaal: EUR 54,7 miljoen per 31 december 2017 (EUR 52,2 miljoen per 31 december 2016, en EUR 66,9 miljoen per 30 september 2017).
2 De brutowinst 2017 omvat EUR -30.0 miljoen niet-recurrente lasten als gevolg van alternatieve productie-oplossingen en operationele inefficiënties in verband met de brand in de fabriek in Most (Automobiel Interiors-Tsjechië).
Gedetailleerde toelichtingen bij de omzet en de resultaten van de verschillende segmenten worden verstrekt in hoofdstuk 6 op basis van de gecombineerde financiële gegevens (joint ventures geïntegreerd volgens de proportionele consolidatiemethode).
van EUR 1.347,9 miljoen tot EUR 1.460,8 MILJOEN (+8,4%),
inclusief ongunstige wisselkoerseffecten van -0,9% door de waardedaling van de meeste valuta's ten opzichte van de euro.
Er waren geen wijzigingen in de consolidatiekring in 2017.
Behalve Slaapcomfort hebben alle segmenten een hogere omzet gerapporteerd. De algemene stijging is te danken aan (i) de sterke volumegroei in Automobiel, positief beïnvloed door de start van geplande nieuwe programma's in Automobiel – Interiors, en (ii) hogere gemiddelde verkoopprijzen na de scherpe stijging van de grondstoffenkosten (met name isocyanaten MDI en TDI).
| in miljoen EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| 1K2017 | 2K2017 | 3K2017 | 4K2017 | |
| Soepelschuim | 160,6 | 157,0 | 148,6 | 159,9 |
| Literie | 75,0 | 63,3 | 64,9 | 68,9 |
| Isolatie | 61,3 | 67,9 | 72,4 | 70,8 |
| Automobiel | 84,6 | 88,8 | 84,1 | 92,8 |
| Eliminaties | (16,3) | (15,4) | (14,0) | (14,4) |
| TOTAAL GECOMBINEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 365,3 | 361,5 | 356,0 | 378,0 |
| Aanpassing voor joint ventures door toepassing van IFRS 11 | (83,4) | (77,4) | (77,1) | (87,5) |
| TOTAAL GECONSOLIDEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 281,9 | 284,1 | 278,9 | 290,5 |
| in miljoen EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2H2016 | 2H2017 | Δ 2H | FY2016 | FY2017 | Δ FY | |
| 297,0 | 308,6 | 3,9% | Soepelschuim | 607,2 | 626,1 | 3,1% |
| 144,9 | 133,8 | -7,7% | Slaapcomfort | 292,9 | 272,1 | -7,1% |
| 116,0 | 143,1 | 23,4% | Isolatie | 234,1 | 272,3 | 16,3% |
| 142,0 | 176,9 | 24,6% | Automobiel | 288,9 | 350,4 | 21,3% |
| (38,0) | (28,4) | -25,4% | Eliminaties | (75,4) | (60,1) | -20,2% |
| 661,9 | 734,0 | 10,9% | TOTAAL GECOMBINEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN |
1 347,9 | 1 460,8 | 8,4% |
| 3K2016 | 3K2017 | Δ 3Q | 4K2016 | 4K2017 | Δ 4Q | |
| 141,3 | 148,6 | 5,2% | Soepelschuim | 155,7 | 159,9 | 2,7% |
| 70,1 | 64,9 | -7,5% | Slaapcomfort | 74,7 | 68,9 | -7,8% |
| 59,0 | 72,4 | 22,5% | Isolatie | 57,0 | 70,8 | 24,2% |
| 64,2 | 84,1 | 30,9% | Automotive | 77,8 | 92,8 | 19,3% |
| (16,7) | (14,0) | -16,0% | Eliminaties | (21,4) | (14,4) | -32,7% |
| 318,1 | 356,0 | 11,9% | TOTAAL GECOMBINEERDE BEDRIJFSOPBRENGSTEN |
343,8 | 378,0 | 10,0% |
De omzetgroei die in de eerste drie kwartalen werd waargenomen (1K2017: +5,7%, 2K2017: +6,2% en 3K2017: +11,9%) werd bevestigd met een groei van +10,0% in 4K2017, waarbij de gecombineerde omzet steeg van EUR 343,8 miljoen in 4K2016 tot EUR 378,0 miljoen in 4K2017, inclusief negatieve wisselkoerseffecten van EUR -1,5 miljoen (-0,8%).
Het segment Isolatie tekende in 4K2017 een groei van +24,2% op, dankzij de hogere verkoopprijzen ter compensatie van de hogere prijzen voor chemische grondstoffen.
De groei van het segment Automobiel bedroeg +19,3% tijdens 4K2017 dankzij de sterke automobielmarkt en de start van tal van nieuwe programma's.
De omzet in het segment Soepelschuim steeg met +2,7% in 4K2017, voornamelijk dankzij het segment Technische schuimen. Het segment Comfort had tijdelijk te lijden van de kwaliteitsproblemen van TDI bij BASF (zie persbericht van 19 oktober 2017).
Het segment Slaapcomfort bleef in 4K2017 verder krimpen door de lagere vraag, onder invloed van de kwaliteitsproblemen van TDI bij BASF.
van EUR 97,7 miljoen tot EUR 105,5 miljoen (+8,0%)
De REBITDA-marge stabiliseerde op 7,2%.
Ondanks de hogere grondstoffenprijzen en ongunstige wisselkoerseffecten is de recurrente winstgevendheid gestegen dankzij een combinatie van volumegroei, hogere verkoopprijzen, efficiëntieverbeteringen en verbeteringen van de operationele efficiëntie op het niveau van de Groep.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Soepelschuim | 28,2 | 18,1 | 46,3 | 23,3 | 17,3 | 40,6 | -17,2% | -4,9% | -12,4% |
| Slaapcomfort | 7,9 | 7,8 | 15,7 | 7,7 | 7,4 | 15,1 | -2,0% | -5,4% | -3,7% |
| Isolatie | 17,8 | 15,3 | 33,1 | 14,2 | 26,1 | 40,3 | -20,2% | 71,2% | 21,9% |
| Automobiel | 10,5 | 9,4 | 19,9 | 13,5 | 12,1 | 25,6 | 27,9% | 29,1% | 28,5% |
| Corporate | (9,6) | (7,8) | (17,3) | (8,6) | (7,5) | (16,1) | -9,9% | -3,1% | -6,8% |
| TOTAAL GECOMBINEERDE REBITDA |
54,8 | 42,9 | 97,7 | 50,1 | 55,4 | 105,5 | -8,6% | 29,2% | 8,0% |
van EUR 58,2 miljoen tot EUR 66,5 miljoen (+14.2%)
De REBIT-marge steeg van 4,3% tot 4,6%.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Soepelschuim | 22,0 | 11,8 | 33,8 | 17,1 | 10,7 | 27,9 | -22,0% | -9,1% | -17,5% |
| Slaapcomfort | 5,1 | 5,3 | 10,4 | 5,4 | 5,1 | 10,5 | 5,3% | -3,9% | 0,6% |
| Isolatie | 14,7 | 12,0 | 26,8 | 11,0 | 22,7 | 33,7 | -25,6% | 88,7% | 25,8% |
| Automobiel | 3,9 | 1,8 | 5,7 | 7,0 | 4,5 | 11,4 | 80,5% | 147,5% | 101,8% |
| Corporate | (10,1) | (8,3) | (18,4) | (9,1) | (7,9) | (17,0) | -10,0% | -5,2% | -7,9% |
| TOTAAL GECOMBINEERDE REBIT |
35,6 | 22,6 | 58,2 | 31,3 | 35,1 | 66,5 | -11,9% | 55,2% | 14,2% |
Niet-recurrente elementen: (op gecombineerde basis, inclusief het evenredige aandeel in joint ventures)
EBIT omvat niet-recurrente elementen voor een totaal nettobedrag van EUR -18,4 miljoen (in vergelijking met EUR -13,9 miljoen in 2016).
| in miljoen EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2016 | 1H2017 | 2H2017 | 2017 | |
| Netto impact brand in Most | 0,0 | (4,9) | 3,9 | (1,1) |
| Reorganisatielasten en -voorzieningen | (7,8) | 0,4 | (4,1) | (3,7) |
| Overige | (4,4) | (4,5) | (2,1) | (6,6) |
| TOTALE IMPACT OP EBITDA | (12,2) | (9,1) | (2,3) | (11,4) |
| Bijzondere waardeverminderingen i.v.m. brand in Most | 0,0 | 0,0 | (6,7) | (6,7) |
| Bijzondere waardeverminderingen - overige | (1,7) | 0,0 | (0,3) | (0,3) |
| TOTALE IMPACT OP EBIT | (13,9) | (9,1) | (9,3) | (18,4) |
De belangrijkste eenmalige gebeurtenis in 2017 was de brand in de Automobiel Interiors-fabriek in Most (Tsjechië) op 22 januari 2017. Op EBIT niveau bedroeg de netto financiële impact ervan EUR -7,8 miljoen , inclusief bijkomende uitgaven, inefficiënties en verliezen op activa als gevolg van de brand, bijzondere waardeverminderingen, herverzekeringskosten en verzekeringsvergoedingen.
Daarnaast werden er reorganisatiemaatregelen (EUR -3,7 miljoen) beslist en/of ingevoerd in het kader van de uitvoering van het strategische rationalisatieplan van de Groep, waaronder (i) de voortgezette reorganisatie in Soepelschuim en (ii) enkele extra kosten in verband met vestigingen die in 2016 werden gesloten.
De 'overige' niet-recurrente elementen (EUR -6,6 miljoen) houden voornamelijk verband met oude milieugebonden en juridische dossiers alsook voorzieningen voor rechtsgeschillen.
De bijzondere waardeverminderingen bedroegen EUR -7,0 miljoen (2016: EUR -1,7 miljoen) en houden verband met (i) bijzondere waardevermindering van machines in Automobiel – Interiors (EUR -6,7 miljoen) na de brand in de fabriek van Most in Tsjechië, en (ii) niet-gebruikte materiële en immateriële activa in Soepelschuim en Slaapcomfort (EUR -0,3 miljoen).
De EBITDA-marge steeg van 6,3% tot 6,4%.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Soepelschuim | 23,6 | 15,9 | 39,6 | 18,7 | 11,9 | 30,6 | -21,0% | -25,2% | -22,7% |
| Slaapcomfort | 6,6 | 5,5 | 12,1 | 7,6 | 6,8 | 14,3 | 15,0% | 21,8% | 18,1% |
| Isolatie | 17,8 | 15,1 | 32,9 | 14,2 | 25,9 | 40,1 | -20,0% | 71,4% | 22,0% |
| Automobiel | 9,5 | 8,8 | 18,3 | 9,1 | 15,9 | 25,0 | -4,4% | 81,1% | 36,6% |
| Corporate | (9,7) | (7,8) | (17,4) | (8,6) | (7,3) | (16,0) | -10,9% | -5,5% | -8,5% |
| TOTAAL GECOMBINEERDE EBITDA |
47,9 | 37,6 | 85,4 | 41,0 | 53,1 | 94,1 | -14,3% | 41,3% | 10,2% |
| Aanpassing voor joint ventures door toepassing van IFRS 111 |
(6,9) | (5,9) | (12,7) | (5,6) | (5,8) | (11,3) | -19,1% | -1,7% | -11,1% |
| TOTAAL GECONSOLIDEERDE EBITDA |
41,0 | 31,7 | 72,7 | 35,4 | 47,3 | 82,8 | -13,5% | 49,3% | 13,9% |
Door toepassing van IFRS 11 wordt het netto resultaat na afschrijvingen, rentelasten en belastingen geïntegreerd in de geconsolideerde EBITDA
van EUR 44,3 miljoen tot EUR 48,1 miljoen (+8,6%)
De EBIT-marge stabiliseerde op 3,3%.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Soepelschuim | 17,2 | 9,3 | 26,5 | 12,5 | 5,2 | 17,7 | -27,3% | -43,8% | -33,1% |
| Slaapcomfort | 3,1 | 2,6 | 5,8 | 5,3 | 4,3 | 9,6 | 67,3% | 65,3% | 66,4% |
| Isolatie | 14,7 | 11,9 | 26,6 | 11,0 | 22,5 | 33,5 | -25,3% | 89,2% | 26,0% |
| Automobiel | 2,9 | 1,2 | 4,0 | 2,6 | 1,5 | 4,1 | -8,6% | 28,8% | 2,2% |
| Corporate | (10,2) | (8,3) | (18,6) | (9,1) | (7,7) | (16,8) | -11,0% | -7,4% | -9,4% |
| TOTAAL GECOMBINEERDE EBIT |
27,6 | 16,6 | 44,3 | 22,2 | 25,9 | 48,1 | -19,6% | 55,3% | 8,6% |
| Aanpassing voor joint ventures door toepassing van IFRS 111 |
(3,0) | (2,0) | (5,1) | (1,6) | (1,6) | (3,2) | -45,6% | -22,9% | -36,4% |
| TOTAAL GECONSOLIDEERDE EBIT |
24,6 | 14,6 | 39,2 | 20,6 | 24,3 | 44,9 | -16,4% | 66,3% | 14,4% |
Door toepassing van IFRS 11 wordt het netto resultaat na afschrijvingen, rentelasten en belastingen geïntegreerd in de geconsolideerde EBIT
De nettorentelasten daalden van EUR -8,1 miljoen tot EUR -6,5 miljoen als gevolg van lagere rentelasten.
'Andere netto financiële inkomsten en uitgaven' (EUR +1,7 miljoen, in vergelijking met EUR -3,6 miljoen in 2016) bestonden voornamelijk uit rentekapitalisatiekosten van pensioenvoorzieningen (EUR -1,0 miljoen tegenover EUR -1,1 miljoen in 2016) en wisselkoersverschillen (EUR +3,2 miljoen tegenover EUR -2,6 miljoen in 2016).
• Courante belastingen op het resultaat: EUR -6,0 miljoen (2016: EUR -3,5 miljoen);
• Uitgestelde belastingen: EUR -10,2 miljoen (2016: EUR -7,6 miljoen).
De hervorming van de vennootschapsbelasting in België leidde tot een bijkomende uitgestelde belastingslast van EUR -4.5 million.
GROEP): van EUR +16,3 miljoen tot EUR +23,9 miljoen (+46,4%).
Op 31 december 2017 bedroeg de gecombineerde netto financiële schuld EUR 122,9 miljoen (31 december 2016: EUR 126,0 miljoen; 30 september 2017: EUR 151,6 miljoen), zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoringprogramma's van EUR 54,7 miljoen (31 december 2016: EUR 52,2 miljoen; 30 september 2017: EUR 66,9 miljoen).
De totale gecombineerde nettoschuld, inclusief bedragen opgenomen in het kader van niet in de balans opgenomen factoringprogramma's zonder verhaal, bedroeg EUR 177,6 miljoen (31 december 2016: EUR 178,2 miljoen; 30 september 2017: EUR 218,5 miljoen).
Op 31 december 2017 bedroeg de geconsolideerde netto financiële schuld EUR 87,1 miljoen (31 december 2016: EUR 108,4 miljoen; 30 september 2017: EUR 114,4 miljoen), zonder de opgenomen bedragen in het kader van factoringprogramma's van EUR 54,7 miljoen (31 december 2016: EUR 51,7 miljoen; 30 september 2017: EUR 66,9 miljoen).
De totale geconsolideerde nettoschuld, inclusief bedragen opgenomen in het kader van niet in de balans opgenomen factoringprogramma's zonder verhaal, bedroeg EUR 141,8 miljoen (31 december 2016: EUR 160,1 miljoen; 30 september 2017: EUR 181,3 miljoen).
Per 31 december 2017 bedroeg het totale eigen vermogen EUR 261,8 miljoen, in vergelijking met EUR 251,2 miljoen per 31 december 2016.
Op gecombineerde basis verbeterde de schuldgraad tot 46,9% (2016: 50,1%). Op geconsolideerde basis verbeterde de schuldgraad tot 33,3% (2016: 43,1%).
Netto financiële schuld (per 31 december)
Op 24 juli 2017 heeft de Groep de uitstaande bedragen (EUR 27,7 miljoen) in het kader van de converteerbare obligaties 2007-2017 met een coupon van 5% volledig terugbetaald.
Op 31 januari 2018 zijn de banken die participeren in de 2016-2021 kredietfaciliteit van EUR 175 miljoen akkoord gegaan met de vrijgave van alle eerder toegekende zekerheden.
De Groep bevestigt dat alle voorwaarden in het kader van de financiële regelingen met haar banken per 31 december 2017 werden nageleefd.
De Raad van Bestuur zal aan de Jaarlijkse Algemene Vergadering van 29 mei 2018 voorstellen dat er een brutodividend wordt uitgekeerd van EUR 0,22 per aandeel op 54,8 miljoen aandelen, wat neerkomt op een totale dividenduitkering van EUR 12,1 miljoen (2016: respectievelijk EUR 0,18/ aandeel en EUR 9,7 miljoen in totaal).
1
Op 22 januari 2017 werd één van de productiehallen van de Automobiel Interiors-fabriek in Most (Tsjechië) getroffen door een zware brand. Hierdoor was RAI Most s.r.o., een 100%-dochteronderneming van Recticel, genoodzaakt om tegenover zijn klanten overmacht in te roepen.
Recticel en zijn klanten, gesteund door de getroffen OEM's PSA Peugeot Citroën, Renault, Daimler, BMW en Volkswagen, hebben sindsdien actief samengewerkt om de contractuele leveringen volledig te herstellen, hetgeen sinds september 2017 is gebeurd.
RAI Most s.r.o. is verzekerd volgens de normen van de sector. Aan het einde van 2017 werd de netto niet-recurrente financiële impact geschat op EUR -7,8 miljoen, wat overeenkomt met: bijkomende uitgaven, inefficiënties en verliezen op activa als gevolg van de brand, bijzondere waardeverminderingen, herverzekeringskosten en verzekeringsvergoedingen. Bijkomende eenmalige kosten alsook verzekeringsvergoedingen worden nog verwacht voor 2018.
De fabriek in Most produceert – op basis van de gepatenteerde Colo-Fast®- en Colo-Sense® Lite-spraytechnologieën – interieurbekledingsonderdelen van elastomeer voor auto's, zoals dashboardhuiden en bekleding voor deurpanelen, die worden verkocht aan verschillende eerstelijnsleveranciers in de auto-industrie. In 2017 realiseerde RAI Most s.r.o. een omzet van CZK 865 miljoen (EUR 32,8 miljoen) en stelde het 519 mensen tewerk.
Op 10 oktober 2017 heeft Recticel aangekondigd dat het op 5 oktober 2017 een kennisgeving van BASF heeft ontvangen waarin werd vermeld dat er tussen 25 augustus 2017 en 29 september 2017 door de BASF-fabriek in Ludwigshafen (Duitsland) vervuild tolueendiisocyanaat ('TDI') – meer in het bijzonder Lupranate T80 A – werd geleverd aan vijf vestigingen van Recticel waar soepel polyurethaanschuim voor de sector wordt geproduceerd. BASF is een van de belangrijkste leveranciers van TDI en andere klanten van BASF werden met hetzelfde probleem geconfronteerd en hebben eenzelfde kennisgeving ontvangen.
Op 19 oktober 2017 heeft Recticel bevestigd dat alle getroffen vestigingen de productie opnieuw hebben opgestart met conform TDI. Alle getroffen schuimproducten die zich nog in de vestigingen van Recticel bevonden, zijn in quarantaine geplaatst. Recticel heeft in nauwe samenwerking met zijn klanten een uitvoerig traceerbaarheidsonderzoek voltooid om alle getroffen schuimleveringen te identificeren. BASF heeft duidelijkheid verschaft over het veiligheidsprobleem en het risico dat met het niet-conforme TDI van BASF gepaard gaat, en heeft verklaard dat er geen gevaar was voor de gezondheid. Als voorzorgsmaatregel hebben ze aangeboden om alle schuimproducten die met niet-conform TDI van BASF voor de sectoren slaapcomfort en bekleding zijn vervaardigd, op te halen.
Recticel blijft met BASF samenwerken om de resterende problemen met klanten op te lossen en om de getroffen schuimproducten op te halen, en verwacht niet dat dit probleem een aanzienlijke financiële impact zal hebben.
IFRS 8 vereist dat er operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapporteringsstructuur van de Groep, die een regelmatige prestatiebeoordeling door de operationele verantwoordelijke mogelijk maken en waardoor aan elk segment de juiste middelen kunnen worden toegewezen. Daarom blijft de Groep over de ontwikkeling van de verschillende segmenten toelichtingen verstrekken op basis van de gecombineerde cijfers, in overeenstemming met de verslaggeving van het management en in overeenstemming met IFRS 8.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 310,3 | 297,0 | 607,2 | 317,5 | 308,6 | 626,1 | 2,3% | 3,9% | 3,1% |
| REBITDA | 28,2 | 18,1 | 46,3 | 23,3 | 17,3 | 40,6 | -17,2% | -4,9% | -12,4% |
| als % van de omzet | 9,1% | 6,1% | 7,6% | 7,3% | 5,6% | 6,5% | |||
| EBITDA | 23,6 | 15,9 | 39,6 | 18,7 | 11,9 | 30,6 | -21,0% | -25,2% | -22,7% |
| als % van de omzet | 7,6% | 5,4% | 6,5% | 5,9% | 3,9% | 4,9% | |||
| REBIT | 22,0 | 11,8 | 33,8 | 17,1 | 10,7 | 27,9 | -22,0% | -9,1% | -17,5% |
| als % van de omzet | 7,1% | 4,0% | 5,6% | 5,4% | 3,5% | 4,5% | |||
| EBIT | 17,2 | 9,3 | 26,5 | 12,5 | 5,2 | 17,7 | -27,3% | -43,8% | -33,1% |
| als % van de omzet | 5,5% | 3,1% | 4,4% | 3,9% | 1,7% | 2,8% |
De gecombineerde omzet steeg van EUR 155,7 miljoen in 4K2016 tot EUR 160,0 miljoen in 4K2017 (+2,8%), inclusief wisselkoersverschillen (-0,8%). Exclusief intersegmentenverkopen steeg de gecombineerde externe omzet met +6,2% tot EUR 147,9 miljoen. De robuuste groei van Technische schuimen (+10,1%) werd deels tenietgedaan door een beperkte daling in Comfort (-1,7%).
De gecombineerde omzet steeg over het volledige jaar 2017 van EUR 607,2 miljoen in 2016 tot EUR 626,1 miljoen (+3,1%), inclusief wisselkoersverschillen (-1,0%). Exclusief intersegmentenverkopen steeg de gecombineerde externe omzet met +4,4% tot EUR 575,8 miljoen.
Die positieve ontwikkeling was voornamelijk te danken aan de divisie Technische schuimen (+7,5%); de divisie Comfort (+0,2%) had dan weer tijdelijk te lijden van de TDI-kwaliteitsproblemen bij BASF, hetgeen ook indirect een invloed had op de sector van het slaapcomfort.
De REBITDA-marge daalde van 7,6% tot 6,5%.
De winstmarges daalden omdat de joint venture Eurofoam er niet in slaagde om de aanzienlijk hogere grondstoffenprijzen door te rekenen aan de markt.
EBITDA over het volledige jaar daalde met EUR 9,0 miljoen, van EUR 39,6 miljoen tot EUR 30,6 miljoen. EBITDA omvat EUR -10,0 miljoen niet-recurrente elementen (2016: EUR -6,8 miljoen), die voornamelijk verband houden met (i) kosten in verband met extra reorganisatiemaatregelen uitgevoerd in het kader van het rationalisatieplan van de Groep, (ii) kosten in verband met de sluiting van de vestiging in Buren (Nederland) en (iii) gemaakte juridische kosten en voorzieningen voor rechtsgeschillen.
| in miljoen EUR | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | ||
| Omzet | 148,1 | 144,9 | 292,9 | 138,3 | 133,8 | 272,1 | -6,6% | -7,7% | -7,1% | |
| REBITDA | 7,9 | 7,8 | 15,7 | 7,7 | 7,4 | 15,1 | -2,0% | -5,4% | -3,7% | |
| als % van de omzet | 5,3% | 5,4% | 5,4% | 5,6% | 5,5% | 5,6% | ||||
| EBITDA | 6,6 | 5,5 | 12,1 | 7,6 | 6,8 | 14,3 | 15,0% | 21,8% | 18,1% | |
| als % van de omzet | 4,5% | 3,8% | 4,1% | 5,5% | 5,0% | 5,3% | ||||
| REBIT | 5,1 | 5,3 | 10,4 | 5,4 | 5,1 | 10,5 | 5,3% | -3,9% | 0,6% | |
| als % van de omzet | 3,5% | 3,7% | 3,6% | 3,9% | 3,8% | 3,9% | ||||
| EBIT | 3,1 | 2,6 | 5,8 | 5,3 | 4,3 | 9,6 | 67,3% | 65,3% | 66,4% | |
| als % van de omzet | 2,1% | 1,8% | 2,0% | 3,8% | 3,2% | 3,5% |
De omzettrend uit de eerste negen maanden (1K: -5,0%; 2K: -8,4% en 3K: -7,5%) werd in het laatste kwartaal voortgezet. De gecombineerde omzet in 4K2017 daalde met -7,8%, van EUR 74,7 miljoen in 4K2016 tot EUR 68,9 miljoen, inclusief een impact van wisselkoersverschillen van -0,4%.
Exclusief intersegmentenverkopen daalde de gecombineerde externe omzet met -4,1% tot EUR 67,2 miljoen in 4K2017. In een moeilijk marktklimaat als gevolg van de kwaliteitsproblemen in verband met de door BASF geleverde TDI in oktober 2017 bleef het subsegment Merkproducten nagenoeg stabiel, terwijl het subsegment Merkloos/Huismerken -7,7% verloor, inclusief een voortgezette rationalisatie van de mix.
Over het volledige jaar 2017 is de gecombineerde omzet gedaald van EUR 292,9 miljoen tot EUR 272,1 miljoen (-7,1%), met een geringe impact van wisselkoersverschillen (-0,2%).
Exclusief intersegmentenverkopen is de gecombineerde externe omzet met -3,7% gedaald tot EUR 264,2 miljoen. In een moeilijk marktklimaat, vooral in Duitsland, bleef de daling in het subsegment Merkproducten beperkt (-1,6%), terwijl het subsegment Merkloos/Huismerken -7,2% verloor.
Ondanks de lagere omzet steeg de REBITDA-marge van 5,4% tot 5,6%.
De winstmarges verbeterden dankzij een betere productmix en aanzienlijk betere prestaties van de toeleveringsketen.
De EBITDA voor het volledige jaar steeg van EUR 12,1 miljoen naar EUR 14,3 miljoen. De EBITDA werd in geringe mate beïnvloed door niet-recurrent reorgansiatiemaatregelen van EUR -0,8 miljoen (2016: EUR -3,6 miljoen).
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 118,1 | 116,0 | 234,1 | 129,2 | 143,1 | 272,3 | 9,4% | 23,4% | 16,3% |
| REBITDA | 17,8 | 15,3 | 33,1 | 14,2 | 26,1 | 40,3 | -20,2% | 71,2% | 21,9% |
| als % van de omzet | 15,1% | 13,2% | 14,1% | 11,0% | 18,2% | 14,8% | |||
| EBITDA | 17,8 | 15,1 | 32,9 | 14,2 | 25,9 | 40,1 | -20,0% | 71,4% | 22,0% |
| als % van de omzet | 15,0% | 13,0% | 14,0% | 11,0% | 18,1% | 14,7% | |||
| REBIT | 14,7 | 12,0 | 26,8 | 11,0 | 22,7 | 33,7 | -25,6% | 88,7% | 25,8% |
| als % van de omzet | 12,5% | 10,4% | 11,4% | 8,5% | 15,9% | 12,4% | |||
| EBIT | 14,7 | 11,9 | 26,6 | 11,0 | 22,5 | 33,5 | -25,3% | 89,2% | 26,0% |
| als % van de omzet | 12,4% | 10,3% | 11,4% | 8,5% | 15,7% | 12,3% |
De stevige omzettrend die in de eerste negen maanden werd waargenomen (1K: +10,5%; 2K: +8,4% en 3K: +22,5%) hield ook in het laatste kwartaal van het jaar aan. De omzet in 4K2017 steeg met +24,2%, van EUR 57,0 miljoen tot EUR 70,7 miljoen, inclusief een negatief wisselkoerseffect van het Britse pond (-0,7%). De hogere omzet kan voornamelijk worden verklaard door de hogere verkoopprijzen om de hogere kosten van chemische grondstoffen te weerspiegelen en het uitstel van een deel van de volumes uit 3K2017 naar 4K2017 door het bevoorradingstekort tijdens de zomermaanden.
Over het volledige jaar 2017 steeg de omzet met +16,3%, van EUR 234,1 miljoen tot EUR 272,3 miljoen, inclusief wisselkoersverschillen (-2,3%, met name het Britse pond). De volumes waren globaal vlak in vergelijking met 2016, niet door de zwakkere vraag, maar door het MDI-tekort in 2K en 3K2017. De lagere volumes en de negatieve impact van het Britse pond werden gecompenseerd door een betere productmix en aanzienlijk hogere verkoopprijzen die moesten worden ingevoerd na de aanzienlijke stijging van de prijzen voor chemische grondstoffen (MDI).
Zoals aangekondigd in het persbericht van 21 juni 2017 zal Recticel een nieuwe productie-eenheid in Finland oprichten. Naar verwachting zal de productie in de loop van 4K2018 worden aangevat en zal het project vanaf 2019 groei genereren in Scandinavië, de Baltische staten en Rusland.
REBITDA margin increased from 14.1% to 14.8%.
Despite the temporarily limited market availability of MDI volumes in 2Q and 3K2017 (cfr press release of 12 May 2017), and the consequently higher chemical raw material costs, profitability margins increased. Substantially increased selling prices, combined with a better product-mix, and the spread of the volumes over a longer building season explains this favourable evolution. Although the MDI market supply gradually normalised towards the end of the year, raw material prices still remain at a high level.
| in miljoen EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1H16 | 2H16 | FY16 | 1H17 | 2H17 | FY17 | Δ 1H | Δ 2H | Δ FY | |
| Omzet | 146,9 | 142,1 | 288,9 | 173,5 | 176,9 | 350,4 | 18,1% | 24,5% | 21,3% |
| REBITDA | 10,5 | 9,4 | 19,9 | 13,5 | 12,1 | 25,6 | 27,9% | 29,1% | 28,5% |
| als % van de omzet | 7,2% | 6,6% | 6,9% | 7,8% | 6,9% | 7,3% | |||
| EBITDA | 9,5 | 8,8 | 18,3 | 9,1 | 15,9 | 25,0 | -4,4% | 81,1% | 36,6% |
| als % van de omzet | 6,5% | 6,2% | 6,3% | 5,3% | 9,0% | 7,1% | |||
| REBIT | 3,9 | 1,8 | 5,7 | 7,0 | 4,5 | 11,4 | 80,5% | 147,5% | 101,8% |
| als % van de omzet | 2,6% | 1,3% | 2,0% | 4,0% | 2,5% | 3,3% | |||
| EBIT | 2,9 | 1,2 | 4,0 | 2,6 | 1,5 | 4,1 | -8,6% | 28,8% | 2,2% |
| als % van de omzet | 2,0% | 0,8% | 1,4% | 1,5% | 0,8% | 1,2% |
De omzettrend die tijdens de eerste negen maanden werd waargenomen (1K: +14,5%; 2K: +21,7% en 3K: +30,9%) hield ook in het laatste kwartaal aan. De gecombineerde omzet steeg van EUR 77,8 miljoen in 4K2016 naar EUR 92,8 miljoen (+19,3%) in 4K2017, inclusief een wisselkoerseffect van -0,9%. Het segment Automobiel bleef profiteren van sterke volumes door lopende programma's en van de geslaagde start van nieuwe programma's. Beide subsegmenten, Interiors en Seating, rapporteerden een hogere omzet.
Het subsegment Interiors liet een groei van +22,2% optekenen. Net als in vorige kwartalen was deze groei te danken aan de geleidelijke start van geplande nieuwe programma's en aan de sterke marktvraag naar verschillende automodellen.
Het subsegment Seating (d.w.z. Proseat, de 51/49 joint venture tussen Recticel en Woodbridge) rapporteerde een omzet die +16,1% hoger lag en profiteerde eveneens van de sterke vraag op de markt.
Over het volledige jaar 2017 steeg de gecombineerde omzet van EUR 288,9 miljoen tot EUR 350,4 miljoen (+21,3%), met een geringe impact van
wisselkoersverschillen (-0,2%). De omzet van beide subsegmenten steeg aanzienlijk: +30,4% voor Interiors tot EUR 187,1 miljoen, en +12,2% voor Seating tot EUR 163,3 miljoen.
De groei bij Interiors werd gerealiseerd ondanks de ernstige impact van de brand in de fabriek van Most (Tsjechië) – waardoor Recticel zich verplicht zag eerder tijdens het jaar overmacht in te roepen tegenover zijn klanten.
De REBITDA-marge steeg van 6,9% tot 7,3%. Meer programma's en hogere volumes vormen de verklaring voor de verbetering, vooral voor Interiors, ondanks enkele tijdelijke tegenslagen in verband met de brand in de Interiors-fabriek in Most. De hogere kosten van chemische grondstoffen (nl. TDI) hadden een negatieve impact op de winstmarges van het subsegment Seating, aangezien deze kosten onvoldoende aan de markt konden worden doorgerekend.
De EBITDA omvat eenmalige elementen voor een totaal nettobedrag van EUR -0,6 miljoen (2016: EUR -1,6 miljoen), die voornamelijk verband houden met de netto-impact, inclusief de kosten voor verzekeringsdekking en herverzekering), van de brand in de Interiors-fabriek in Most (Tsjechië).
De Jaarlijkse Algemene Vergadering beslist over de bestemming van de voor uitkering beschikbare bedragen op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur.
Bij de opstelling van zijn voorstel streeft de Raad van Bestuur naar het ideale evenwicht tussen een stabiel dividend voor de Aandeelhouders enerzijds en het behoud van voldoende investeringsmiddelen en mogelijkheden voor autofinanciering anderzijds, om de groei van de vennootschap op langere termijn zeker te stellen.
De Raad van Bestuur heeft het hierna volgende voorstel van resultaatverdeling voorgelegd aan de Algemene Vergadering:
| in EUR | ||
|---|---|---|
| Winst/(verlies) voor het boekjaar | 26 302 493 | |
| Overgedragen winst/(verlies) van vorig jaar | + | 53 596 623 |
| Winst/(verlies) toe te voegen aan de wettelijke reserves | - | 1 315 125 |
| Winst/(verlies) toe te voegen aan de overige reserves | - | 0 |
| Te bestemmen resultaat | = | 78 583 991 |
| Brutodividend (1) | - | 12 050 799 |
| Over te dragen winst | = | 66 533 193 |
(1) Brutodividend per aandeel van EUR 0,22, wat leidt tot een nettodividend na belastingen van EUR 0,154 per gewoon aandeel.
Op voorwaarde dat de winstverdeling wordt goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 29 mei 2018, zal er een dividend van EUR 0,22 bruto worden betaald per gewoon aandeel, of EUR 0,154 netto (-30% roerende voorheffing). Dit dividend is betaalbaar vanaf 1 juni 2018. KBC Bank treedt op als betaalkantoor.
Betalingen voor de aandelen op naam worden uitgevoerd via bankoverschrijving naar de bankrekening van de aandeelhouders.
| Brutodividend per aandeel | EUR 0,22 |
|---|---|
| Ex-coupondatum | 30 mei 2018 |
| Registratiedatum | 30 mei 2018 |
| Dividendbetalingsdatum | 1 juni 2018 |
in polymeeroplossingen, vooral polyurethaan. Wij bieden onze klanten concurrerende oplossingen met een hoge toegevoegde waarde, om zo het dagelijkse comfort te bevorderen en tegelijkertijd waarde te creëren voor onze
Wij streven ernaar de toonaangevende wereldwijde leverancier te zijn van comfortoplossingen in al onze kernmarkten, door oplossingen aan te reiken voor belangrijke wereldwijde uitdagingen zoals milieubescherming, energiebehoud, de vergrijzing en toename van de wereldbevolking en
Begin 2016 hebben wij de kernwaarden van onze Groep herbekeken, om de werkwijze en de filosofie van onze organisatie optimaal af te stemmen op interne en externe belanghebbenden.
Vandaag kunnen onze kernwaarden, die stuk voor stuk tot uiting komen in een specifieke gedragswijze, als volgt worden samengevat:
Bij Recticel vinden we dat kernwaarden meer moeten zijn dan holle slogans die op glossy posters worden afgebeeld. Ze moeten door alle belanghebbenden – in de eerste plaats onze mensen – worden gedeeld, besproken, geloofd en uitgedragen. Onze kernwaarden zijn actieve en ambitieuze actiepijlers die onze medewerkers moeten helpen vooruitgang te boeken, een positieve
bedrijfscultuur te scheppen en onze organisatie als geheel een sterke stimulans voor groei te bezorgen.
ACTIVITEITEN Gemiddeld zal de polyurethaansector naar verwachting sneller groeien dan de wereldwijde economie, omdat ze ondersteund wordt door megatrends zoals klimaatverandering, duurzaamheid, behoud, vergrijzing en toename van de bevolking, verstedelijking, steeds grotere mobiliteit en hogere levensstandaarden. Onze producten en diensten reiken oplossingen aan voor de uitdagingen die ons te wachten staan. De strategie van onze Groep is specifiek uitgewerkt op basis van deze belangrijke ondersteunende marktfactoren. Via product- en procesinnovatie, internationale aanwezigheid en operationele uitmuntendheid zullen wij ons kunnen onderscheiden van de concurrentie.
2
We kijken vol vertrouwen naar de toekomst en we maken ons op voor verdere duurzame en winstgevende groei.
De strategie van Recticel bestaat erin de Groep op duurzame wijze te positioneren als de toonaangevende leverancier van oplossingen met een hoge toegevoegde waarde in onze kernmarkten.
Onze prioriteiten zijn:
We streven ernaar ons talent voor mensen continu te ontwikkelen, aangezien mensen en teams een cruciale rol spelen in onze succesvolle toekomst. Ook het voldoen aan criteria van duurzame ontwikkeling is een absolute voorwaarde voor onze groei op lange termijn. In deze context hebben wij in het begin van 2018 ons tweede duurzaamheidsverslag gepubliceerd.
De bouwstenen van onze strategie:
Het strategische plan van de Groep wijst middelen toe aan onze bedrijfssegmenten op basis van onze troeven en vaardigheden op de markt.
Om dat plan te ontwikkelen, hebben we op basis van specifieke criteria zoals grootte, groei, winstgevendheid en kapitaalintensiteit onderzocht hoe interessant de markten van onze business lines zijn. We beoordeelden ook onze concurrentiepositie op elk van deze markten. We kwamen tot het besluit dat de business line Isolatie over het beste potentieel beschikt, gevolgd door Slaapcomfort en Soepelschuim. De twee activiteiten van onze business line Automobiel zijn nietkernactiviteiten.
Het management van de Groep heeft voor de toekomst specifieke strategische acties vastgelegd die gebaseerd zijn op de positionering van onze business lines. Sommige acties zijn hetzelfde voor alle business lines en andere gelden specifiek voor een bepaalde business line. Het gevolg is dat elke business line haar eigen strategie heeft:
| Isolatie | Groei door geografische expansie, innovatie en de introductie van nieuwe producten, modules en distributiekanalen. Daarnaast, versnellen van de groei via overnames. |
|---|---|
| Slaapcomfort | Voorrang voor merkproducten, ondersteund door (i) een sterke marketingstrategie, (ii) productinnovatie, (iii) een online verkoopkanaal, (iv) geografische expansie en (v) een geoptimaliseerd netwerk van zeer efficiënte productiefaciliteiten. Europa blijft de kernmarkt voor deze business line. |
| Soepelschuim | Winstgevendheid versterken door (i) selectieve groei-initiatieven op basis van nieuwe producten en verdere geografische expansie in de divisie Technische schuimen, vooral in Noord-Amerika, Azië en Noord-Afrika, (ii) de rationalisering en modernisering van onze industriële infrastructuur, en (iii) commerciële en operationele excellentie. |
| Automobiel | Optimaal gebruikmaken van de bestaande productiecapaciteit en de introductie van innovatieve producten. |
De strategieën van onze business lines kunnen alleen succesvol zijn als ze worden ondersteund en geleid door drie actiepijlers:
Om snel te kunnen reageren op marktontwikkelingen, de winstgevendheid te vergroten en onze mensen en processen beter te beheren, zal de Groep haar structuur en processen verder vereenvoudigen, waardoor de operationele efficiëntie toeneemt en de vaste kosten dalen.
De afgelopen zeven jaar hebben wij een grootschalig programma voor de herstructurering van onze industriële voetafdruk uitgevoerd. Er zijn 34 fabrieken gesloten en 5 verkocht, maar er zijn ook 12 nieuwe faciliteiten geopend of overgenomen, vooral buiten Europa. Tezelfdertijd is het personeelsbestand verlaagd tot circa 8.411 werknemers en is het aantal joint ventures verminderd van 22 tot 13 entiteiten. In dezelfde context werd ook gesnoeid in het aantal dochterondernemingen, van 119 rechtspersonen tot 81. De komende jaren zullen verdere rationaliseringskansen worden benut.
Intern bevordert het management van de Groep synergieën via een verdere centralisering, standaardisering en optimalisering van gezamenlijke processen en administratieve taken.
Dankzij onze reeds sterke positie op de Europese markten, blijven we verdere groei nastreven door internationale expansie, zowel binnen als buiten Europa.
Marktgerichte innovatie is de kern van het succes van Recticel. Om met succes te kunnen inspelen op toekomstige kansen, is onze afdeling Research & Development gereorganiseerd om het 'lokeffect' van de business lines te verhogen. Daarbovenop worden onze innovatie-inspanningen ondersteund door de nieuwe en flexibele benadering inzake het gebruik van middelen.
Onze Groep is nu perfect gepositioneerd om winstgevende groei te blijven realiseren.
Er zijn verschillende innovaties geïntroduceerd met een aanzienlijke impact:
Onze business line Isolatie heeft verschillende nieuwe oplossingen geïntroduceerd, waaronder een performanter product met een extreem concurrerende isolatiefactor (lambda) van 0,019 W/mK. Zoals al eerder in dit document is vermeld, biedt deze nieuwe generatie van PIR-platen, die op de markt worden gebracht onder de merknaam Xentro®, dankzij verbeterde chemische eigenschappen een 13% hogere thermische isolatie, waardoor er op energiekosten wordt bespaard.
Onze business line Slaapcomfort heeft de nieuwe generatie GELTEX® inside geïntroduceerd. Naast de combinatie van eigenschappen zoals optimale drukverdeling, ideale ondersteuning en maximale luchtdoorlaatbaarheid/temperatuurbeheersing, voegt de nieuwe GELTEX® ongeëvenaarde performantie alsook verbeterde duurzaamheid toe door het gebruik van polyolen op basis van CO2 . Deze belangrijke innovatie-inspanning zullen Recticels technologische voorsprong verder ondersteunen, en stijgende verkopen genereren.
Onze business line Soepelschuim heeft een nieuwe generatie van akoestisch schuim geïntroduceerd, wat heeft geleid tot nieuwe contracten met SpaceX in het toepassingsgebied Technische schuimen. Ook zijn er nieuwe producten en oplossingen ontwikkeld en op de markt gebracht voor akoestische isolatie voor de bouwsector. Voor externe slaapcomfortklanten hebben we een nieuw comfortschuim ontwikkeld, angelpearl®.
Onze business line Automobiel bracht in 2013 voor het eerst Colo-Sense® X-Lite op de markt, een verbeterde versie van de Colo-Sense® Lite hoogperformante huid voor auto-interieuronderdelen. Colo-Sense® X-Lite kan het gewicht verder terugschroeven en de verpakkingsefficiëntie verbeteren. Zo speelt het product uitstekend in op de constante zoektocht van OEM's naar lichtere producten.
Behalve deze drie strategische actiepijlers is ook een professionele, proactieve benadering van ons personeelsbeleid essentieel voor het succes van de strategie.
In de dynamische bedrijfsomgeving van vandaag is het vermogen om snel te leren en nieuwe vaardigheden te verwerven een kritiek concurrentievoordeel voor de toekomstige groei van onze Groep. Wij vinden het belangrijk om onze werknemers regelmatig relevante ontplooiingskansen te kunnen presenteren. Daarom hebben wij een brede waaier van beleidsregels, programma's en acties voor talentontwikkeling en verdere opleiding ingevoerd.
Duurzaamheid is het kompas waardoor de Groep zich in de toekomst bij haar acties zal laten leiden. Bij alle nieuwe investeringen wordt rekening gehouden met duurzaamheid, om ons concurrentievoordeel te versterken en nog meer waarde te creëren voor onze belanghebbenden.
Sinds het begin van het transformatieproces dat we in 2010 zijn gestart, blijven we de lat voor onze financiële prestaties steeds hoger leggen.
Wat onze financiële doelstellingen betreft, streven wij de volgende doelstellingen na op middellange termijn (tegen 2020):
Slaapcomfort
Automobiel
Wij bieden onze klanten bruikbare oplossingen voor energie-efficiënte gebouwen, brandstofefficiënte auto's, geluiddemping of andere duurzame comfortbehoeften.
Polyurethaan is een extreem veelzijdig materiaal, vervaardigd van polyolen en isocyanaten, beide derivaten van ruwe aardolie. Polyurethaanchemie vormt de kern van de business lines van onze Groep.
Dankzij de pioniersgeest en de passie voor comfort van Recticel ontwikkelen wij al zeventig jaar lang innovatieve toepassingen en oplossingen die de grenzen van polyurethaantechnologie steeds verder verleggen.
2
Onze portefeuille is georganiseerd rond vier afzonderlijke business lines, die allemaal goed gepositioneerd zijn op hun respectieve markt. Hoewel onze activiteiten onmiskenbaar verbonden zijn met polyurethaantechnologie, bedienen ze elk een specifieke marktsector.
Circa 91% van de totale omzet van onze Groep wordt in Europa gerealiseerd.
Gecombineerde omzet 2017 (voor intragroep transacties)
Onze nieuwe fabriek in
is een mooi opstapje naar de veelbelovende Scandinavische en Baltische markten
vacuum insulation panels vervolledigen onze isolatieproducten
RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 40 RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 41
Onze klanten verwachten van onze producten superieure uiterlijke kenmerken en thermische prestaties.
onze focus is de Europese isolatiemarkt
We laten ons leiden door een cultuur van innovatie, technische competentie en flair en blijven inspanningen leveren om voor thermische isolatieproducten voor de bouwsector steeds strengere kwaliteitsnormen te hanteren. Onze business line Isolatie richt zich op de productie en commercialisering van hoogperformante en duurzame thermische isolatiepanelen in hard polyurethaan met gesloten celstructuur - (PU/PUR) en polyisocyanuraatschuim (PIR).
Al onze PIR-isolatiepanelen worden in de ontwikkelingsfase en voor ze op de markt worden gebracht, streng getest om uitmuntende productkwaliteit te garanderen. Tegenwoordig is dit het beste isolatiemateriaal tegen koude en hitte dat op industriële schaal kan worden ingezet. Eind 2016 hebben we ook Vacuum Insulation Panels (VIP's) voor nichetoepassingen aan ons productassortiment toegevoegd.
Ons assortiment van thermische isolatiepanelen bestrijkt een ruime waaier van toepassingen in alle onderdelen van de bouwsector. Voor vlakke en hellende daken, muren en vloeren bieden wij oplossingen voor nieuwbouw- en renovatieprojecten, zowel voor woningen als voor commerciële, industriële, openbare, logistieke en landbouwgebouwen. Wij streven ernaar de thermische isolatieprestaties van onze producten continu te verbeteren, en daarbij de hoeveelheid vereiste basismaterialen terug te dringen. Onze producten beschikken over het potentieel om het energieverbruik en de CO2 -uitstoot aanzienlijk te verminderen.
De divisie Isolatie van Recticel werkt vanuit 3 grote, geavanceerde productievestigingen in Wevelgem (België), Bourges (Frankrijk) en Stoke-on-Trent (Verenigd Koninkrijk), met lokale verkoopkantoren in Duitsland, Polen en Nederland. In 2016 werden twee kleinere activiteiten in Frankrijk (gebonden schuim) en Slovenië (vacuum insulation panels) opgenomen, en momenteel wordt in Finland een nieuwe productievestiging gebouwd die de Scandinavische en de Baltische markten zal bedienen. Deze fabriek wordt in het vierde kwartaal van 2018 in gebruik genomen.
Klanten van onze isolatieproducten zijn voornamelijk aannemers, bouwpromotoren en groothandelaars en verkopers van bouwmaterialen. Ter ondersteuning van ons commerciële beleid worden ook sales- en marketinginspanningen geleverd ten aanzien van architecten en eindconsumenten.
De kleinste business line van de Groep is Isolatie. Hoewel de business line momenteel goed is voor 17,9% van de totale gecombineerde omzet, heeft ze het sterkste toekomstige groeipotentieel.
Thermische isolatieoplossingen van polyurethaan zijn de hoogstperformante isolatiematerialen op industriële schaal. Mede door de steeds strengere normen voor isolatie verovert polyurethaanisolatie marktaandeel op de traditionelere isolatiematerialen, zoals minerale wol (glaswol, rotswol) en polystyreen (EPS, XPS). De Europese wetgeving voor energieprestatievereisten en energie-efficiëntie, bijv. de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen 2010/31/EU (EPBD) en de
Europese energierichtlijn (2012/27/EU) (EED), blijft een belangrijke steunpijler voor de isolatiesector.
Daarnaast profiteert onze business line Isolatie van een zuinige en schone productie-infrastructuur op strategische locaties, voor nog betere kostenprestaties.
Tot slot verwachten wij, mede dankzij consequente inspanningen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, een hoog ontwikkelingspotentieel door de introductie van nieuwe innovatieve producten en oplossingen en door voortdurende geografische expansie.
Hoogperformante isolatieoplossingen in PUR/PIR spelen een
toonaangevende rol in de markttransitie naar gebouwen met betere energieprestaties
Wereldwijde megatrends in verband met milieubescherming, duurzaamheid en energiebehoud zijn bepalend voor de sector van de thermische isolatiematerialen. Bijgevolg zal de sector blijven profiteren van striktere normen en standaarden voor bouwen en isoleren, vooral in Europa. Het marktpotentieel van thermische isolatieproducten wordt het best geïllustreerd door het feit dat het wereldwijde energieverbruik voor circa 22% kan worden toegeschreven aan de verwarming en koeling van gebouwen. In Europa zijn gebouwen goed voor 40% van het totale energieverbruik.
De groei van isolatieoplossingen op de markt voor nieuwe gebouwen is mede te danken aan EU-richtlijnen en -verordeningen, terwijl het subsidiëringsbeleid in verschillende lidstaten verantwoordelijk is voor de groei op de renovatiemarkt.
Niet alleen is de sector van de bouwisolatie aantrekkelijk, maar door zijn extreem hoogperformante eigenschappen is PU-hardschuim beter gepositioneerd dan traditionele alternatieven.
Naast de superieure technische kenmerken van onze PU-hardschuimoplossingen, staat Recticel op de markt bekend om zijn uitgebreide assortiment van kwaliteitsproducten, en om zijn professionele en efficiënte klantenservice.
Zelfs inclusief de geplande expansie in Finland is onze industriële voetafdruk nog steeds relatief beperkt als we het aantal vestigingen in beschouwing nemen. Daardoor is Recticel uiterst kostenefficiënt.
Eind 2016 hebben we ook vacuum insulation panels (VIP's) in onze portefeuille opgenomen, een veelbelovende nieuwe technologie die wordt beschouwd als de efficiëntste oplossing voor bouwisolatie. Maar vanwege hun productkenmerken en hoge kostprijs zijn VIP's nog steeds een aanvullende technologie die nuttig is voor specifieke of veeleisende situaties of nicheprojecten.
In de toekomst zal onze specifieke strategie voor de business line zich blijven toeleggen op Europese markten voor bouwisolatie. Hoewel we verwachten dat onze bestaande kansen verdere organische groei zullen genereren, streven we ook naar een sneller tempo van die groei, door nieuwe investeringen in capaciteit en/of door externe overnames. Aangezien innovatie bepalend zal zijn voor de toekomst van ons segment Isolatie, zijn de introductie van nieuwe producten en de diversificatie van de distributiekanalen belangrijke prioriteiten.
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| GECOMBINEERDE KERNCIJFERS ISOLATIE | 2015 | 2016 | 2017 |
| Omzet(1) | 229,4 | 234,1 | 272,3 |
| Omzetgroei (%) | 8,4% | 2,1% | 16,3% |
| REBITDA | 32,3 | 33,1 | 40,3 |
| REBITDA-marge (als % van de omzet) | 14,1% | 14,1% | 14,8% |
| EBITDA | 33,4 | 32,9 | 40,1 |
| EBITDA-marge (als % van de omzet) | 14,6% | 14,0% | 14,7% |
| REBIT | 26,4 | 26,8 | 33,7 |
| REBIT-marge (als % van de omzet) | 11,5% | 11,4% | 12,4% |
| EBIT | 27,5 | 26,6 | 33,5 |
| EBIT-marge (als % van de omzet) | 12,0% | 11,4% | 12,3% |
(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties
(2) herwerkt voor de afstoting van de joint venture Kingspan Tarec Industrial Insulation in februari 2015
Sterke merken met een uniek waardevoorstel dat een meer comfortabel, esthetisch, modieus en modern slaapcomfort belichaamt.
met een lokaal verhaal
Onze business line Slaapcomfort richt zich specifiek op eindconsumenten en ontwikkelt, produceert en commercialiseert afgewerkte matrassen, lattenbodems en bedbodems. Onze strategie is opgebouwd rond sterke (nationale) merken – waarvan wij de eigenaar zijn of waarvoor wij een licentie hebben verkregen – die verder worden ondersteund door innovatieve 'ingredient brands' zoals GELTEX® inside. Om onze productie-infrastructuur verder te optimaliseren, bieden we bovendien ook huismerken aan.
De Slaapcomfort-divisie verkoopt aan eindgebruikers via een netwerk van externe distributiekanalen, en wij beschikken over een uitgebreid en gevarieerd klantenbestand van ruim 1.000 klanten met meer dan 5.000 verkooppunten in heel Europa. Onze klanten variëren van onafhankelijke beden meubelspecialisten met 1 tot 30 winkels via warenhuisketens, postorder- en e-commercebedrijven en leden van overwegend nationale aankoopgroepen tot internationale winkelketens met meer dan 1.000 winkels.
Momenteel telt onze divisie Slaapcomfort 12 hoofdproductievestigingen in Oostenrijk (1), België (2), Duitsland (3), Nederland (1), Polen (1), Roemenië (1), Zweden (1) en Zwitserland (2).
Ons segment Slaapcomfort is goed voor 17,9% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.
12 productievestigingen
in 8 landen
in miljoen EUR 0 100 200 300 295 293 Slaapcomfort is een markt van traag verkopende consumptiegoederen. Slaapcomfortproducten kunnen daarom alleen op veel belangstelling van klanten rekenen wanneer ze een matras of bed moeten kopen of vervangen. In deze situaties zijn consumenten gevoelig voor de comfortaspecten van de producten en de waargenomen voordelen van verschillende slaapcomforttechnologieën.
Overige 12,9% Bedbodems 8,9% Mattrassen Om wegwijs te raken in het diverse en soms onduidelijke assortiment van beschikbare slaapcomfortproducten, die slechts in beperkte mate kunnen worden getest, laten klanten zich voornamelijk leiden door de communicatie over het product en het advies van de verkoper. Uiteindelijk zijn het productimago en het vertrouwen van de consument in het merk even belangrijk om de klant van een aankoop te overtuigen.
Box springs 9,4% Wij reageren op en profiteren optimaal van deze structurele ondersteunende marktfactoren door te vertrouwen op onze expertise op het gebied van materialen (schuim, veren, latex…) en onze sterke merken. Ons ingredient brand Geltex®, een troef waarmee wij ons van de concurrentie onderscheiden, is een duidelijk voorbeeld van deze strategie in actie. Voor functioneel comfort blijkt uit consumentenonderzoek dat lichaamsondersteuning, drukverdeling en thermisch comfort, d.w.z. ademend vermogen of vochtafvoer, de belangrijkste aankoopcriteria zijn. Die komen bovenop de standaardcriteria in het midden- en luxemarktsegment van de sector, namelijk duurzaamheid en antiallergische en antibacteriële eigenschappen.
in miljoen EUR 0 100 De Europese markt voor Slaapcomfort wordt voornamelijk bepaald door de demografische ontwikkeling en de toenemende behoefte aan beter en gezonder slaapcomfort. Deze
EUR 272,1 miljoen
trends zorgen ervoor dat consumenten hun slaapcomfortoplossingen vaker vervangen en er ook meer geld aan uitgeven.
Hoogwaardige merkartikelen vertegenwoordigen het luxemarktsegment, maar het marktaandeel van het huismerkensegment neemt toe.
Eén matras die bij iedereen past, bestaat niet. De beste matras is uiteindelijk degene die elke unieke klant het beste (persoonlijke) comfort biedt met een goede prijs-kwaliteitverhouding. De keuze voor een bepaalde aankoop wordt bepaald door persoonlijke slaapgewoonten, individuele eisen en extra's, specifieke slaapcomforttechnologie en materiaalkwaliteit.
In de laatste decennia hebben matrassen van polyurethaanschuim heel wat marktaandeel veroverd op traditionele technologieën zoals veren of latex. Door zijn eigenschappen is schuim geschikt voor een uitgebreid en divers productassortiment, ook voor hybride technologieën. Onze Slaapcomfortactiviteiten zijn nauw verweven met het segment
Soepelschuim. De synergieën van beide segmenten versterken onze concurrentiepositie. Door deze nauwe band kan Recticel snel innovaties en nieuwe producten introduceren op een concurrerende en gefragmenteerde markt.
Naast onze technologische expertise zorgt ook onze sterke merkenportefeuille ervoor dat wij onze concurrentiepositie op de Europese markten kunnen versterken. We zijn vooral goed gepositioneerd in vijf Europese landen, waar we concurreren met voornamelijk nationale merken.
Hoewel we externe groeikansen niet uitsluiten, berust de strategie van onze Slaapcomfort-divisie voornamelijk op organische groei. Om deze strategie te ondersteunen, zullen we ons blijven toeleggen op solide productmerken en ingredient brands zoals Geltex® en Bultex®, gesteund door kenmerkende productinnovatie. Wij willen onze productieinfrastructuur verder blijven rationaliseren en optimaliseren om ons kostenconcurrentievermogen te verbeteren.
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| GECOMBINEERDE KERNCIJFERS SLAAPCOMFORT | 2015 | 2016 | 2017 |
| Omzet (1) | 294,5 | 292,9 | 272,1 |
| Omzetgroei (%) | 4,6% | -0,5% | -7,1% |
| REBITDA | 14,1 | 15,7 | 15,1 |
| REBITDA-marge (als % van de omzet) | 4,8% | 5,4% | 5,6% |
| EBITDA | 9,5 | 12,1 | 14,3 |
| EBITDA-marge (als % van de omzet) | 3,2% | 4,1% | 5,3% |
| REBIT | 7,7 | 10,4 | 10,5 |
| REBIT-marge (als % van de omzet) | 2,6% | 3,6% | 3,9% |
| EBIT | 3,2 | 5,8 | 9,6 |
| EBIT-marge (als % van de omzet) | 1,1% | 2,0% | 3,5% |
(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties
& Ubica®
Wij bieden onze klanten superieure oplossingen voor hun praktische comfortbehoeften
Zeven belangrijke productkenmerken – eindeloze mogelijkheden
RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 48 RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 49
Schuim is zo extreem veelzijdig dat het in vrijwel elke sector een pasklaar antwoord biedt op uiteenlopende vragen
PU-schuim is zo succesvol omdat de toepassingsmogelijkheden vrijwel eindeloos zijn. Het kan specifiek worden ingezet voor vrijwel elke toepassing en we blijven onophoudelijk innoveren om ons productassortiment optimaal te laten aansluiten bij nieuwe behoeften en ideeën. De kenmerken van onze uitgebreide portefeuille van oplossingen bieden een antwoord op de vereisten van alle markten die wij bedienen. Er zijn er zeven: geluid dempen, dichten, filteren, dragen, beschermen, ondersteunen en comfort bieden.
Met het juiste materiaal en de juiste technologie extra waarde toevoegen aan de producten van onze klanten: dat is de vruchtbare basis van onze business line Soepelschuim. Om dat te bereiken bieden we hoofdzakelijk halfafgewerkte producten en componenten in zacht polyurethaanschuim voor b2b-markten. We vervaardigen producten op maat die door het gebruik van verschillende technologieën over andere eigenschappen beschikken of zich anders gedragen. Wanneer er nieuwe eisen en ideeën ontstaan, reiken we ook nieuwe oplossingen aan.
Onze schuimactiviteiten kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: Comfort, dat hoofdzakelijk betrekking heeft op volumineuze handelsgoederen voor meubelbekleding en matrassen, en Technische schuimen, in principe hoogwaardigere schuimspecialiteiten voor kleinere nichemarkten. Technisch schuim wordt gebruikt in een brede waaier van toepassingen, zoals sponzen, schuursponzen, filters, verfrollen, dichtingen, verpakking, schokdempers en akoestische isolatie.
Onze Soepelschuim-divisie telt vandaag 11 schuimfabrieken en 23 conversiefabrieken verspreid over de EMEA-regio, Azië-Pacific en Noord-Amerika. De Soepelschuim-activiteiten in Centraal- en Oost-Europa worden beheerd via een joint venture met Eurofoam (50/50 met het Oostenrijkse Greiner). In Italië worden de activiteiten uitgevoerd via een joint venture met Orsafoam (33/67 met de Italiaanse Orsa Group).
Historisch gezien is onze business line Soepelschuim altijd de grootste geweest. Momenteel is ze goed voor 41,2% van de totale gecombineerde omzet van de Groep.
Door zijn brede waaier van eigenschappen kan polyurethaan worden gebruikt in uiteenlopende toepassingen (akoestische isolatie, trillingsdemping, schokdemping, antistatisch enz.) en voor verschillende doelmarkten. Onze belangrijkste markten zijn transport, industrie, meubilair en bekleding, medische toepassingen, gebouwen en sportinfrastructuur en consumptiegoederen.
Al deze markten worden in belangrijke mate bepaald door de steeds hogere comfortverwachtingen. Bijvoorbeeld:
• Medische toepassingen: in de medische sector worden er steeds hogere eisen gesteld aan comfort, hygiëne en kostenefficiëntie. Ziekenhuizen staan door de vergrijzing onder grotere druk en betere oplossingen voor thuiszorg kunnen helpen om middelen te besparen en tegelijkertijd de levenskwaliteit te verbeteren. Veilige en betrouwbare apparatuur is overal nodig waar er patiënten worden behandeld. Ons schuim wordt gebruikt in tal van medische toepassingen: van matrassen en rolstoelkussens tot tracheostomiefilters.
EUR 626,1 miljoen
2
De markt voor schuim groeit iets sneller dan het bbp omdat er steeds hogere eisen worden gesteld aan dagelijks comfort en omdat alternatieve technologieën en oplossingen worden vervangen door polyurethaanschuim. Hoewel beide productportefeuilles op dezelfde productielijnen worden vervaardigd, is de markt voor soepelschuim onderverdeeld in Comfort en Technische schuimen. Standaardtoepassingen worden voornamelijk ondergebracht in het segment Comfort, terwijl gespecialiseerde toepassingen worden samengebracht in het segment Technische schuimen.
Als een belangrijke Europese speler kunnen wij dankzij onze robuuste O & O-capaciteiten een sterke positie innemen op bestaande markten en nieuwe nicheafzetmarkten ontwikkelen.
Onze brede geografische aanwezigheid en gevestigde industriële voetafdruk zijn essentieel voor onze concurrentiepositie en verschaffen ons toegang tot concurrerende grondstoffenprijzen. De prioriteiten liggen enigszins anders: onze Comfort-divisie focust op optimaal activabeheer en kostenprestaties, en onze divisie Technische Schuimen berust op innovatie en onderscheidende producten.
Eén belangrijke strategische focus van onze Soepelschuim-activiteiten is de rationalisering en modernisering van onze industriële infrastructuur. We willen niet alleen een kostenefficiënte producent worden, maar we ontwikkelen en introduceren ook nieuwe op groei gerichte producten en oplossingen en streven voor ons segment Technische Schuimen naar geografische expansie.
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| GECOMBINEERDE KERNCIJFERS SOEPELSCHUIM | 2015 | 2016 | 2017 |
| Omzet (1) | 602,3 | 607,2 | 626,1 |
| Omzetgroei (%) | 1,6% | 0,8% | 3,1% |
| REBITDA | 38,0 | 46,3 | 40,6 |
| REBITDA-marge (als % van de omzet) | 6,3% | 7,6% | 6,5% |
| EBITDA | 34,0 | 39,6 | 30,6 |
| EBITDA-marge (als % van de omzet) | 5,6% | 6,5% | 4,9% |
| REBIT | 26,1 | 33,8 | 27,9 |
| REBIT-marge (als % van de omzet) | 4,3% | 5,6% | 4,5% |
| EBIT | 21,1 | 26,5 | 17,7 |
| EBIT-marge (als % van de omzet) | 3,5% | 4,4% | 2,8% |
(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties
Onze business line Automobiel omvat twee activiteiten: interieurbekleding (Interiors) en voorgevormde autozetelkussens en hoofdsteunen (Seating). Beide divisies zijn gericht op veeleisende wereldwijde eerstelijnsklanten en OEM's in de autoindustrie.
Onze Interiors-divisie ontwikkelt, produceert en commercialiseert innovatieve interieurbekledingsoplossingen van elastomeer voor auto's. Onze gepatenteerde technologie op basis van polyurethaan – onder de merknaam Colo-Fast® en Colo-Sense® Lite Spray – biedt niet alleen een extreme vrijheid op het vlak van design, maar weegt ook zo'n 40% minder dan traditionele thermoplastische kunststoffen.
Onze befaamde gepigmenteerde lichtstabiele PUcompounds, dashboardhuiden, bekledingsonderdelen voor het bestuurdersgedeelte en deurpanelen worden vervaardigd in 11 productievestigingen in China (5), Tsjechië (2), Duitsland (2) en de Verenigde Staten (2).
Onze Seating-divisie ontwikkelt, produceert en commercialiseert voorgevormde comfortschuimvulling voor autozetels, hoofdsteunen
en lichtgewicht structurele auto-onderdelen van EPP. Onze Seating-activiteiten worden beheerd via Proseat, een 51/49 joint venture van Recticel en Woodbridge.
Geografisch is Proseat alleen in Europa actief. Het
bedrijf telt 8 productievestigingen verspreid over Tsjechië (1), Frankrijk (1), Duitsland (2), Polen (2), Spanje (1) en het Verenigd Koninkrijk (1).
Ons segment Automobiel genereert 23,0% van de totale gecombineerde omzet van onze Groep.
in miljoen EUR 0 200 100 2015 2016 2017 Ondanks het gunstige marktklimaat voor de autoindustrie hebben de meeste OEM-klanten nog steeds vrijwel alleen oog voor concurrerende prijzen. OEM's blijven de prijsdruk op leveranciers opvoeren om hun kosten terug te dringen, maar blijven hoge eisen stellen aan kwaliteit en technische specificaties, zoals gewicht en ontwerpvrijheid. Deze ontwikkeling oefent verdere druk uit op eerstelijnsleveranciers, wat leidt tot een trend van centralisatie en interne productie om hun capaciteit te optimaliseren, wat op zijn beurt een invloed heeft op de tweedelijnsleveranciers.
Duurzaamheid en verlaging van de CO2-uitstoot en andere emissies zijn eveneens belangrijke tendensen. In de sector van de auto-interieuronderdelen, ook zetelkussens, wordt er hierdoor meer aandacht besteed aan de verlaging van het gewicht van producten en onderdelen.
EUR 350,4 miljoen
lichtgewicht materialen dragen in aanzienlijke mate bij tot een betere brandstofefficiëntie in moderne voertuigen
Onze
De volgroeide automobielsectoren van West-Europa zijn voornamelijk uiterst concurrerende cyclische vervangingsmarkten. Maar de nieuwe mobiliteitsbehoeften en milieu-uitdagingen zijn een goede motivatie om te innoveren.
Twee van de belangrijkste antwoorden op deze nieuwe uitdagingen zijn productinnovatie en -differentiatie.
Hoewel onze Seating-activiteit een uiterst gestandaardiseerd segment is, is onze Interiorsactiviteit goed gepositioneerd om een vooraanstaande rol te spelen op de markt voor tweedelijnsleveranciers voor de auto-industrie. Technologie is sterk bepalend voor deze activiteit. Daarom biedt ze andere oplossingen met concurrerende prijzen dan degene die gebaseerd zijn op traditionele materialen zoals pvc.
De activiteiten van onze Automobiel-divisie zijn goed gepositioneerd bij eerstelijnsklanten en OEM's. Wij zijn bekend vanwege de topprestaties van onze gepatenteerde Interiors-producten en onze innovatieve concepten in Seating. Onze Interiorsactiviteit beschikt over een ideale wereldwijde industriële infrastructuur in Europa, de Verenigde Staten en China.
Geleidelijke verbetering en stabilisatie van het bedrijfsresultaat zijn de kern van de strategie van het segment Automobiel. Om dat te verwezenlijken, richten we ons in eerste instantie op de optimalisering van onze industriële voetafdruk en capaciteitsbenutting. De introductie van innovatieve producten is bepalend voor onze concurrentiepositie.
| in miljoen EUR | |||
|---|---|---|---|
| GECOMBINEERDE KERNCIJFERS AUTOMOBIEL | 2015 | 2016 | 2017 |
| Omzet | 280,3 | 288,9 | 350,4 |
| Omzetgroei (%) | 6,2% | 3,1% | 21,3% |
| REBITDA | 15,4 | 19,9 | 25,6 |
| REBITDA-marge (als % van de omzet) | 5,5% | 6,9% | 7,3% |
| EBITDA | 9,9 | 18,3 | 25,0 |
| EBITDA-marge (als % van de omzet) | 3,5% | 6,3% | 7,1% |
| REBIT | 3,6 | 5,7 | 11,4 |
| REBIT-marge (als % van de omzet) | 1,3% | 2,0% | 3,3% |
| EBIT | -1,9 | 4,0 | 4,1 |
| EBIT-marge (als % van de omzet) | -0,7% | 1,4% | 1,2% |
(1) vóór eliminatie van intragroepstransacties
In februari 2018 hebben we ons tweede duurzaamheidsverslag gepubliceerd. Dit verslag van 2017 is het eindstation van een reis die we in 2012 zijn begonnen. De eerste fase van deze reis was het uitstippelen van onze duurzaamheidsstrategie, die in 2015 in de strategie van de Groep werd opgenomen en in 2016 leidde tot ons eerste duurzaamheidsverslag. Dit eerste rapport was bedoeld om externe en interne stakeholders een inzicht te bieden in onze reis naar duurzaamheid, onze strategie en zes belangrijke aspecten. Voor elk van deze aspecten selecteerden we een key performance indicator (KPI) en een streefdoel om de vooruitgang te meten.
Twee jaar na de invoering van onze duurzaamheidsstrategie is het duidelijk dat recticels focus op innovatie de juiste beslissing was. onze stakeholders bevestigden dat we in ons plan voor duurzame innovatie relevante prioriteiten hebben geselecteerd.
In ons tweede duurzaamheidsverslag verschaften we cijfergegevens over onze geboekte vooruitgang en beschreven we de struikelblokken die we op onze weg moesten overwinnen. PwC voerde een beperkt extern nazicht uit van de zes wezenlijke aspecten voor de zeven KPI's die in het verslag waren geïdentificeerd.
In september 2017 werd de Europese Richtlijn 2014/95/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit omgezet in Belgisch nationaal recht. We presenteren in ons jaarverslag niet langer alleen een verklaring inzake deugdelijk bestuur en risicobeheer (zoals dat door het Belgische Wetboek van vennootschappen wordt vereist), maar berichten in ons duurzaamheidsverslag eveneens over onderwerpen zoals milieu, maatschappij, mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoperij.
De Richtlijn verstrekt een aanbeveling om voor de structurering en publicatie van onze antwoorden gebruik te maken van internationaal erkende kaders en normen. Daarom werd ons tweede duurzaamheidsverslag opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI). Dit uitgebreide kader is wereldwijd bekend vanwege zijn geloofwaardigheid, samenhang en vergelijkbaarheid, en vormt nu een de facto standaard voor duurzaamheidsrapportage.
Samen groeien naar een PUre toekomst is onze overtuigde belofte om negatieve gevolgen van onze activiteiten terug te dringen en de positieve impact die Recticel heeft in de hele waardeketen te optimaliseren. We blijven op zoek gaan naar innovatieve oplossingen voor de belangrijke problemen van de maatschappij zoals klimaatverandering, vergrijzing en behoud van onze natuurlijke rijkdommen.
Duurzaamheid heeft altijd al een centrale plaats ingenomen in onze activiteiten. Onze thermische isolatieoplossingen voor bouwrenovatie en nieuwbouwprojecten dragen bij aan een koolstofarme maatschappij. Ze verlagen de uitstoot met 20 maal meer CO2 dan de koolstofvoetafdruk van alle activiteiten van Recticel bij elkaar. Duurzaamheid is ook een belangrijk element van onze business line Automobiel, waar de vraag van klanten naar minder CO2 -uitstoot bepalend is voor onze ontwikkeling van lichtgewicht materialen. Ook in onze business line Soepelschuim zijn er innovatieve lichtgewicht oplossingen ontwikkeld voor gespecialiseerde toepassingen in motorcompartimenten die superieure geluiddempende eigenschappen vereisen.
In andere markten lag de traditionele focus op duurzaamheid en optimaal comfort tijdens de hele gebruiksfase. Op dit moment bereiden we onze duurzame producten op basis van polyurethaan voor op de overschakeling naar een kringloopeconomie zonder afval.
Samen met onze stakeholders – klanten, werknemers, leveranciers, de sector, kennisinstituten en autoriteiten – gaan we op zoek naar manieren om minder afval te genereren en milieuvriendelijke producten te ontwerpen die gemakkelijk kunnen worden ontmanteld. Dankzij nieuwe chemische en mechanische recyclageprocessen zullen we materialen kunnen hergebruiken, wat de weg vrijmaakt voor geavanceerdere toepassingen met toegevoegde waarde. Onze Simfofit®-isolatiepanelen zijn een perfect voorbeeld van de manier waarop productie-afval en materialen aan het einde van hun levensduur (momenteel in ontwikkeling) kunnen worden omgevormd tot een innovatief product voor akoestische isolatie dat geluid met 60% dempt.
Innovatie- en efficiëntie-initiatieven hebben ons grondstoffenverbruik teruggedrongen en moeten worden aangevuld met onze selectie van duurzamere grondstoffen. In samenwerking met Covestro, het vroegere Bayer MaterialScience, is Recticel het eerste bedrijf ter wereld dat gebruikmaakt van een polyol op basis van CO2 in zijn productieproces voor soepelschuim voor producten zoals matrassen. Daardoor sparen we onze natuurlijke hulpbronnen en bestrijden we de klimaatverandering.
Deze duurzaamheidskwesties binnen onze maatschappij blijven het uitgangspunt voor onze toekomstige innovaties.
We mogen het risico niet nemen dat we achterhaald worden omdat we geen gelijke tred houden met de evolutie. de kringloopeconomie is een flinke uitdaging en we zullen ons uiterste best doen om een onmisbare schakel te worden.
Innovatie en mensen zijn essentieel voor de verwezenlijking van onze duurzaamheidsstrategie. In overleg met onze stakeholders hebben we de zes belangrijkste aspecten voor Recticel gedefinieerd. Die hebben we vervolgens samengebracht in een Plan voor duurzame innovatie en een Plan met mensen als prioriteit. Vervolgens selecteerden we voor elk aspect een Key Performance Indicator en een streefdoel.
We steunen de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties, vooral diegene waarvoor de expertise en de activiteiten van Recticel het relevantst zijn, zoals: 'Klimaatactie', 'Verantwoorde consumptie en productie' en 'Menswaardig werk en economische groei'. 10 15 in miljoen EUR
Recticel wil een voortrekkersrol spelen in de overschakeling naar een kringloopeconomie en een koolstofarme maatschappij en streeft naar algemeen welzijn. Daarom zijn de O & O-inspanningen van Recticel in het kader van SID uitgewerkt rond vijf innovatieprogramma's, die elk worden geleid door een Innovation Manager. Vier programma's zijn ontwikkeld door een permanente samenwerking tussen de teams voor productontwikkeling en de SID-innovatieteams. Ze sluiten aan bij de marktverwachtingen en zullen onze divisies Automobiel, Slaapcomfort, Soepelschuim en Isolatie duurzamer maken. Trend in samenstelling jaarbudget voor O&O
Het vijfde programma omvat projecten die een invloed hebben op de vier divisies en coördineert alle initiatieven om duurzame polyurethaanproducten klaar te maken voor de kringloopeconomie. Dit heeft betrekking op de hele productwaardeketen, van de aankoop van grondstoffen tot de recyclage en het hergebruik van polyurethaan.
Deze programma's vormen de basis voor onze duurzaamheidsstrategie, zorgen ervoor dat Recticel zich van zijn concurrenten kan onderscheiden en genereren waarde voor alle belanghebbenden. Enkele specifieke voorbeelden van in 2016 en 2017 geboekte vooruitgang:
• Nieuw comfortschuim voor Slaapcomfort en Seating
Door de ontwikkeling van het nieuwe Geltex® schuim met CO2 -polyolen ondersteunen we de introductie van nieuwe duurzame technologieën in onze productportefeuille voor Slaapcomfort. Tegelijkertijd zijn Geltex®-matrassen ook duurzamer. De wereldwijde introductie vond plaats tijdens de handelsbeurs imm Cologne in januari 2018.
• Technologieën voor lichtere autointerieuronderdelen Door innovaties om de laagdichtheid terug te dringen zijn autobekledingsonderdelen van Colo-Sense® X Lite nog lichter, hoogperformanter en kostenefficiënter, met als gevolg minder transportkosten en minder uitstoot.
• Programma voor duurzaam ondernemen Het programma coördineert alle initiatieven om duurzame polyurethaanproducten klaar te maken voor de kringloopeconomie. Dit heeft betrekking op de hele waardeketen van onze producten: van grondstoffen tot onderzoek naar manieren waarop polyurethaan kan worden gerecycled en hergebruikt.
Dankzij een overname in Frankrijk in oktober 2016 konden we het marktintroductieproces van een geavanceerde technologie die afval van onze productie van soepelschuim omvormt tot hoogperformante akoestische isolatie bespoedigen. De eerste resultaten zijn Simfofit®, een akoestisch isolatiepaneel voor de doe-het-zelfmarkt dat geluid tot wel 12 dB dempt, en Silentpart®, een akoestisch isolatiepaneel voor gebruik in systemen of lichtgewicht scheidingswanden.
In 2018 zal Recticel blijven deelnemen aan gezamenlijke internationale onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten die gekoppeld zijn aan een of meer van onze vijf innovatieprogramma's, waarvan er twee hierna zijn beschreven.
De vervaardiging van hoogwaardige polyurethaanmaterialen uit CO2-bijproducten uit de staalindustrie is de ambitie van Carbon4PUR, in het kader van het Horizon2020-project, een onderzoeksen innovatieprogramma van de EU waar 14 partners uit 8 landen bij betrokken zijn. Als de technologie haalbaar blijkt, zal Recticel de technologie testen in hardschuimtoepassingen zoals isolatiepanelen.
Recticel zal proactief deelnemen aan internationale O & O-partnerships met kennisinstituten en spelers in de hele waardeketen om duurzame polyurethaanproducten klaar te maken voor de kringloopeconomie.
4
RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 62 RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 63
In 2017 is Recticel actieve inspanningen blijven leveren om het kernwaardenproject te implementeren. Concreet zijn er een e-learningmodule over kernwaarden en een video 'CEO's Core Values' in 14 talen geïntroduceerd. De video is ook extern gedeeld via Linkedin en kon worden bekeken op de website van Recticel.
In het begin van het jaar zijn er teamgesprekken over kernwaarden gestart, die in de rest van het jaar zijn voortgezet. Dankzij deze teamgesprekken konden onze werknemers beter vertrouwd raken met elk van de vijf waarden en gedragingen, en kon elke waarde worden gekoppeld aan individuele of teamprestaties. Door teamgesprekken worden de kernwaarden reëler doordat ze in de context van situaties op het werk of het leven worden geplaatst.
Meer dan 70 kernwaardenambassadeurs hebben het hele jaar door hard gewerkt om de line managers en werknemers te ondersteunen bij de organisatie van verschillende evenementen, informatie- en opleidingssessies en interne campagnes over kernwaarden. Ook organiseerden ze teamgesprekken.
In mei 2017 zijn we onze wereldwijde campagne Living The Values Award gestart. We waren erg tevreden om van onze vestigingen over de hele wereld 203 nominaties te ontvangen voor de Living The Values Award. Daaruit blijkt hoezeer onze Recticel-gemeenschap zich inzet voor de vijf kernwaarden. In oktober 2017 werd een selectiecomité voor de Living The Values Award
samengesteld waaraan mensen met verschillende functies en verschillende culturele achtergronden deelnamen, met als doel onder de genomineerden de vijf winnaars (individueel of in teamverband) te selecteren. De vijf uiteindelijke winnaars werden in december 2017 bekendgemaakt en eind maart 2018 werd de allereerste Living The Values Award Ceremony georganiseerd.
Recticel bleef zijn talent actief ontwikkelen, in eerste instantie door nieuwe, bekwame werknemers aan te trekken. We bleven onze werknemers op gestructureerde wijze evalueren en opleiden. Cruciaal voor deze strategie waren de regelmatige evaluatiegesprekken met alle bedienden wereldwijd (circa 1.800 mensen). In het kader van deze evaluatiegesprekken kregen de werknemers de kans om te praten over hun ambities voor loopbaanontwikkeling, hun werkomstandigheden en het evenwicht tussen werk en privéleven. De resultaten werden niet alleen gebruikt om de opleidingen en ontwikkelingsinitiatieven te optimaliseren, maar ook om betere processen te ontwikkelen voor beloning, personeelsbehoud, opvolging en carrièreplanning.
In 2017 hechtte Recticel University vooral belang aan vaardigheden op het vlak van lean management, projectmanagement, leiderschap, presentatie, communicatie en onderhandeling. Van de 1.000 opleidingsdagen van Recticel University – een recordniveau – was bijna de helft toegesneden op de behoeften van specifieke business lines of functies, en ging er vooral aandacht naar de verbetering van de concrete impact op de activiteiten.
| JAAR | STANDAARDCURSUSSEN | CURSUSSEN OP MAAT | # DEELNEMERS | # OPLEIDINGSDAGEN |
|---|---|---|---|---|
| 2014 | 24 | 1 | 302 | 691 |
| 2015 | 29 | 12 | 556 | 984 |
| 2016 | 21 | 8 | 352 | 808 |
| 2017 | 29 | 16 | 516 | 1 024 |
In 2017 hebben wij ons evaluatieproces voortgezet en hogere eisen gesteld door meer nadruk te leggen op actieplannen en follow-up. Onder leiding van het HR-team van de Groep hebben de managementteams van iedere business line of functie een volledige dag uitgetrokken om onderwerpen te bespreken zoals opvolgingsplanning, SWOT-analyse van mensen, identificatie van hoog potentieel, planning voor toekomstige aanwerving en pensionering, met inbegrip van plannen voor kennisoverdracht. Na deze vergaderingen besteedde het Managementcomité van de Groep twee halve dagen aan dezelfde oefening om voor de geïdentificeerde mensen met hoog potentieel actieplannen uit te werken.
Voor deze mensen met hoog potentieel ontwikkelde het bedrijf een plan voor carrièreontwikkeling. Het evaluatieproces People Review zal ook in 2018 nauwlettend worden gevolgd via driemaandelijkse evaluaties van actieplannen door elke business line, en een halfjaarlijkse evaluatie met de CEO. Dankzij deze benadering kunnen wij anticiperen op interne opvolgingsbehoeften en motivatie, betrokkenheid, kennisoverdracht en werkprestaties van werknemers bevorderen.
In september 2016 organiseerde Recticel een betrokkenheidsenquête voor alle werknemers in België, het VK en Spanje, in totaal circa 1.700 werknemers. 1.340 werknemers gaven hun mening over het bedrijf in het algemeen en over verschillende aspecten van de werkomgeving.
Wel 79% van de werknemers nam deel aan de enquête, die ons inzicht verschafte in de werknemersbetrokkenheid en -tevredenheid in
deze drie landen. Er werd onder meer gepeild naar leiderschap, jobinhoud, vergoeding, persoonlijke ontwikkeling, communicatie, samenwerking, fysieke werkomgeving en impact op maatschappij en welzijn. De enquête werd georganiseerd in samenwerking met een externe leverancier, ICMA Group. De resultaten van de betrokkenheidsenquête werden in verschillende informatiesessies gedeeld met het management en de werknemers. Er werden projectteams toegewezen om kritieke punten te behandelen, duidelijke actieplannen op te stellen en voor elk land belangrijke focusgebieden te bepalen:
België: verbetering van vaardigheden zoals leiderschap en communicatie in de activiteiten, vooral op het eerste managementniveau; verbetering van de communicatie (door actieve raden van toezicht, informatievergaderingen, de werkgroep 'Communicatie', de standaardisering van communicatie via informatievergaderingen, de ontwikkeling van een intern communicatieplan); betere toegang bieden tot opleiding enz.
VK: verbeteringen op het vlak van management (vooral cursussen en persoonlijke ontwikkeling), welzijn (inclusief werksfeer en werkomgeving) en communicatie (communicatie over de strategie en de functie van elke werknemer).
Tegen augustus 2017 waren er in alle fabrieken focusgroepen georganiseerd. Er werd een basisprogramma voor essentiële vaardigheden op het vlak van people management van drie dagen georganiseerd voor 110 managers (dat in april 2018 wordt voltooid). Er werd een evaluatieprogramma voor arbeiders ingevoerd en een 'met de fiets naar het werk'-programma gestart.
Spanje: er werd een samenwerking tussen verschillende functies opgezet voor de voorbereiding en opvolging van de actieplannen waarbij de arbeiders en de werknemersafgevaardigden werden betrokken.
Het actieplan voor het land werd voltooid. Het omvat vier belangrijke pijlers: management, persoonlijke ontwikkeling, communicatie en werkomstandigheden.
Met de hulp van een externe consultant heeft het Managementcomité van de Groep één dag uitgetrokken om de resultaten van de enquête te bespreken en concrete acties op het niveau van het bedrijf te bepalen om de betrokkenheid van werknemers te vergroten en belangrijke aspecten in stand te houden en te versterken.
In 2017 zijn er met de steun van ICMA Group in twee extra landen betrokkenheidsenquêtes uitgevoerd: Polen en Roemenië. De enquête is in Polen uitgevoerd in twee vestigingen bij zowel de business line Slaapcomfort als de business line Isolatie (520 werknemers). In Roemenië werd de enquête georganiseerd in één vestiging van de business line Slaapcomfort (175 werknemers). De betrokkenheidsenquête werd zowel afgenomen bij bedienden als arbeiders.
Elk jaar zal de betrokkenheidsenquête in twee nieuwe landen worden uitgevoerd. In 2018 zijn Zweden en Noorwegen aan de beurt. De enquête zal worden uitgevoerd in drie vestigingen bij 204 werknemers.
In 2017 is Recticel zijn praktijken voor het beheer van vergoedingen en voordelen in de hele wereld blijven stroomlijnen en professionaliseren.
Er werden op het niveau van de Groep ontwerpen bestuursprincipes ingevoerd om lokale bonusregelingen te organiseren die zijn afgestemd op het nieuwe beleid voor bonusregelingen van de Groep. Deze functie wordt mogelijk gemaakt door een IT-functie die intern is ontwikkeld in het kader van ons algemene prestatiebeheerproces. Managers en werknemers kunnen hun bonusdoelstellingen en -verwezenlijkingen bespreken en bevestigen, en het online EPMD-platform (Employee Performance Management Discussion) verwerkt automatisch de berekeningen voor uitbetaling.
In de Recticel Career Map worden 30 groepen van banen beschreven. Op dit vlak heeft Recticel vooruitgang geboekt bij de invoering van de nieuwe scorestructuur van Hay in alle Europese activiteiten, eerst in de Isolatie-divisie. Het resultaat zal worden geanalyseerd in het kader van Hay PayNet, dat geactualiseerde inzichten biedt in de beste vergoedingspraktijken op onze markten, op basis waarvan er geïnformeerde beslissingen over vergoedingen en voordelen kunnen worden genomen.
| 31 DEC 2016 | 31 DEC 2017 | |||
|---|---|---|---|---|
| Polen | 1 270 | 16,0% | 1 338 | 15,9% |
| Tsjechië | 972 | 12,3% | 1 161 | 13,8% |
| België | 1 110 | 14,0% | 1 089 | 12,9% |
| Duitsland | 1 011 | 12,8% | 1 019 | 12,1% |
| Frankrijk | 655 | 8,3% | 606 | 7,2% |
| Verenigd Koninkrijk | 542 | 6,8% | 556 | 6,6% |
| Volksrepubliek China | 236 | 3,0% | 515 | 6,1% |
| Roemenië | 308 | 3,9% | 323 | 3,8% |
| Nederland | 308 | 3,9% | 320 | 3,8% |
| Spanje | 243 | 3,1% | 245 | 2,9% |
| Oostenrijk | 233 | 2,9% | 224 | 2,7% |
| Zweden | 169 | 2,1% | 169 | 2,0% |
| VS | 152 | 1,9% | 164 | 1,9% |
| Hongarije | 135 | 1,7% | 134 | 1,6% |
| Estland | 95 | 1,2% | 95 | 1,1% |
| Zwitserland | 112 | 1,4% | 94 | 1,1% |
| Finland | 91 | 1,1% | 85 | 1,0% |
| Turkije | 87 | 1,1% | 80 | 1,0% |
| Italië | 61 | 0,8% | 61 | 0,7% |
| India | 42 | 0,5% | 40 | 0,5% |
| Noorwegen | 36 | 0,5% | 35 | 0,4% |
| Bulgarije | 19 | 0,2% | 20 | 0,2% |
| Slowakije | 11 | 0,1% | 11 | 0,1% |
| Servië | 11 | 0,1% | 10 | 0,1% |
| Litouwen | 7 | 0,1% | 7 | 0,1% |
| Oekraïne | 7 | 0,1% | 6 | 0,1% |
| Rusland | 5 | 0,1% | 5 | 0,1% |
| Marokko | 2 | 0,0% | 3 | 0,0% |
| TOTAAL | 7 925 | 100% | 8 411 | 100% |
4
| 31 DEC 2016 | 31 DEC 2017 | |||
|---|---|---|---|---|
| West-Europa | 4 569 | 57,7% | 4 502 | 53,5% |
| Oost-Europa | 2 832 | 35,7% | 3 108 | 36,9% |
| Rest van de wereld | 524 | 6,6% | 802 | 9,5% |
| TOTAAL | 7 925 | 100% | 8 411 | 100% |
1 Voltijds en deeltijds personeel met een geldig voltijds of deeltijds arbeidscontract aan het einde van de periode. Informatie over het aantal werknemers omvat geen externe werknemers, maar wel het deel van de personeelsbezetting van joint ventures die voor minimaal 33% door Recticel worden gecontroleerd (afgeronde cijfers).
RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 68 RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 69
In overeenstemming met de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 publiceert Recticel haar Corporate Governance Charter op haar website (www.recticel.com). De laatste versie dateert van 25 april 2017. Elke belanghebbende kan het Charter aldaar downloaden, of een exemplaar aanvragen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. Het Charter bevat een gedetailleerde beschrijving van de bestuursstructuur en het governance beleid van de vennootschap.
Recticel hanteert de Belgische Governance Code 2009 als haar referentiecode, en deze code kan op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be) geraadpleegd worden.
Sinds de Gewone Algemene Vergadering van 26 mei 2015 past Recticel alle aanbevelingen van de referentiecode toe.
Dit hoofdstuk bevat meer feitelijke informatie omtrent corporate governance in het algemeen en in het bijzonder, de toepassing van de Code bij Recticel tijdens het afgesloten boekjaar.
Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen is de Raad van Bestuur bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of nuttig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bevoegdheden van de Raad van Bestuur worden niet verder beperkt door de statuten.
Het intern reglement van de Raad van Bestuur wordt beschreven in het Corporate Governance Charter van Recticel.
Elke entiteit bestaat om waarde te creëren voor haar stakeholders en dit vormt de basis van het risicomanagement van elke onderneming. De uitdaging voor de Raad van Bestuur en voor het uitvoerend management bestaat erin om te bepalen hoeveel onzekerheid zij wenst te aanvaarden in haar streven om waarde te creëren. De waardecreatie wordt gemaximaliseerd wanneer het bestuur erin slaagt om een optimale balans te creëren tussen groei en opbrengst enerzijds en de daaraan gekoppelde risico's anderzijds.
Het identificeren en kwantificeren van de risico's en het opzetten en onderhouden van efficiënte controlemechanismen behoort tot de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en het uitvoerend management van de Recticel Groep.
Het kader voor de interne controle en risk management toegepast door de Recticel Groep is gebaseerd op het COSO (Committee of Sponsoring Organisations of the Treadway Commission) model en is in lijn met de vereisten opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code, dit alles rekening houdend met de grootte en de specifieke noden van de Recticel Groep.
Sinds midden 2010 hebben de Raad van Bestuur en het uitvoerend management het kader voor de interne controle en risk management herbekeken, en een aangepast Compliance programma geïmplementeerd.
De basis wordt gevormd door een herziene Code of Conduct, toepasselijk op alle Recticel bestuurders, corporate officers en werknemers, en kan op de website van Recticel (www.recticel.com) geraadpleegd worden.
Belangrijke onderwerpen zoals ethiek, veiligheid, gezondheid en milieu, kwaliteit, belangenconflicten, mededinging, oplichterij, etc. worden er behandeld.
De daarin gehuldigde principes worden vervolgens verder uitgewerkt in de Business Control Guide, die in meer concrete en gedetailleerde richtlijnen voorziet, zoals onder meer richtlijnen op het vlak van Belastingbeheer, Schatkistbeheer, Boekhoudingregels, Investeringen, Aankoop, Fusies en Overnames, e.d. De interne financiële rapportering en controle gebeurt op basis van de Group Accounting Manual, Group Accounting Methodology en Cost Accounting Methodology.
Deze Business Control Guide omvat tevens de algemene delegatie van beslissingsmachten en verantwoordelijkheden voor specifieke bevoegdheidsdomeinen.
De Raad van Bestuur en het uitvoerend management evalueren geregeld de belangrijkste risico's waaraan de Recticel Groep blootgesteld wordt en leggen een prioriteitenlijst vast. Een algemene beschrijving van de risico's is terug te vinden in het financieel deel van dit jaarverslag, onder hoofdstuk VIII.
Een van de oogmerken van het interne controle en risk management systeem is tevens het verzekeren van een tijdige, volledige en precieze communicatie. Daartoe omvat de Business Control Guide en alle verbonden richtlijnen de nodige regels over rollen en verantwoordelijkheden. Tevens wordt de nodige aandacht aan de dag gelegd voor het verzekeren van de beveiliging en vertrouwelijkheid van de gegevensuitwisseling, indien nodig of nuttig.
De Recticel Groep heeft op het vlak van haar interne rapporteringssystemen in geval van overtreding van de externe of interne wetten en regels tevens een beleid op Groepsniveau geïmplementeerd voor het Melden van Wangedrag en de Bescherming van Klokkenluiders teneinde eenieder de mogelijkheid te bieden om over wangedrag in strijd met de Code of Conduct, de Groepsbeleiden of alle andere wetten of regelgevingen te rapporteren.
Ten slotte heeft het Auditcomité onder meer als taak om de Raad van Bestuur in te lichten en te adviseren omtrent de opvolging die zij minstens jaarlijks doorvoert betreffende de systemen van interne controle en risk management.
De Recticel Groep heeft tevens een Interne Audit dienst ingericht die werkt op basis van een Intern Audit Charter. De Interne Audit heeft als voornaamste opdracht het afleveren van verslagen met opinies en andere informatie in hoeverre de interne controle erin slaagt vooraf bepaalde criteria te halen. De interne controle heeft als doel de redelijke zekerheid
te bieden dat de objectieven van de Recticel Groep inzake strategie, bedrijfsactiviteiten, compliance en reporting gerealiseerd kunnen worden op de meest efficiënte wijze. Hiertoe tracht ze volgende doeleinden te verzekeren:
De externe controle van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen van Recticel NV werd door de Algemene Vergadering van 2016 toevertrouwd aan de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "DELOITTE Bedrijfsrevisoren", vertegenwoordigd door de heer Kurt DEHOORNE.
De Commissaris voert zijn controles uit overeenkomstig de Internationale Controlestandaarden (ISA) en levert een verslag af waarin bevestigd wordt of de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap. Het Auditcomité onderzoekt en bespreekt deze rapporten in aanwezigheid van de Commissaris, en ze worden nadien ook besproken in de Raad van Bestuur.
De bezoldiging van het Deloitte netwerk (in haar hoedanigheid van Commissaris) betreffende de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van Recticel bedoeld in artikel 134, §2 van het Wetboek van Vennootschappen, bedraagt EUR 867.000 voor 2017.
Het globale bedrag van de bezoldigingen voor bijkomende diensten van de Commissaris en aan de Commissaris verbonden partijen bedraagt op het niveau van de Groep Recticel EUR 234.000.
Dit bedrag omvat een bedrag van EUR 33.000 voor bijkomende audit gerelateerde opdrachten en EUR 201.000 voor overige adviesopdrachten (samengesteld uit een bedrag van EUR 169.000 voor bijkomende belastingadviesopdrachten en een bedrag van EUR 32.000 voor andere consultingopdrachten).
Het detail van deze vergoedingen is opgenomen in de toelichting op VOL 6.18.2. in de statutaire jaarrekening alsook in de toelichtingen in het financieel deel van het geconsolideerd jaarverslag.
Het mandaat van de Commissaris (dat werd hernieuwd in 2016) loopt af na de Gewone Algemene Vergadering van 2019.
De Raad van Bestuur van Recticel bestaat thans uit tien leden. Er zijn negen niet-uitvoerende bestuurders, waarvan zes onafhankelijk zijn. OLIVIER CHAPELLE BVBA, vertegenwoordigd door de heer Olivier CHAPELLE, Gedelegeerd Bestuurder, is uitvoerend bestuurder.
De Gedelegeerd Bestuurder vertegenwoordigt het management en drie bestuurders vertegenwoordigen de referentieaandeelhouder.
Met betrekking tot de wet d.d. 28 juli 2011 die voorziet in de verplichting dat minstens 1/3 van de leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht dienden zijn tegen 1 januari 2017, heeft de Raad van Bestuur verschillende opties om het aantal vrouwelijke bestuurders te verhogen onderzocht. Het mandaat van REVAM BVBA, vast vertegenwoordigd door de heer Wilfried VANDEPOEL liep af na de Gewone Algemene Vergadering van 30 mei 2017. Op de Gewone Algemene Vergadering van 30 mei 2017 werd IPGM Consulting GmbH, vertegenwoordigd door Mevr Anne De Vos, benoemd als bestuurder waardoor drie van de tien bestuurders vrouwen zijn, en bijgevolg voldaan is aan de verplichting van artikel 518bis van het Wetboek van Vennootschappen.
In de hiernavolgende tabel vindt u een overzicht van de huidige leden van de Raad van Bestuur van Recticel (d.i. de situatie sinds 30 mei 2017).
Van links naar rechts : Frédéric VAN GANSBERGHE, Pierre-Yves de Laminne de Bex, Benoit DECKERS, Danielle SIOEN, Johnny THIJS, Olivier CHAPELLE, Ingrid MERCKX, Kurt PIERLOOT, Anne DE VOS, Luc MISSORTEN
| NAAM | FUNCTIE | TYPE | GEBOORTE JAAR |
AANVANG MANDAAT |
EINDE MANDAAT |
HOOFDFUNCTIE BUITEN RECTICEL |
LIDMAATSCHAP COMITÉ |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Johnny THIJS (1) | Voorzitter | Onafhankelijk | 1952 | 2015 | 2018 | Spadel, Corealis, Hospital Logistics, Voorzitter / Essers, Ahold Delhaize, Bestuurder |
AC / RC |
| Olivier CHAPELLE (2) | Gedelegeerd Bestuurder |
Uitvoerend | 1964 | 2009 | 2019 | Bestuurder Cofinimmo | MC |
| Benoit DECKERS (3) | Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1964 | 2015 | 2018 | CEO van Compagnie du Bois Sauvage SA |
AC |
| Pierre-Yves de Laminne de Bex (4) |
Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1969 | 2014 | 2018 | Voorzitter bij Compagnie du Bois Sauvage SA / Managing Director bij Entreprises et Chemins de Fer en Chine SA |
|
| Ingrid MERCKX (5) | Bestuurder | Onafhankelijk | 1966 | 2012 | 2019 | Agfa Healthcare (Fr- Belux) Gedelegeerd Bestuurder |
AC |
| Luc MISSORTEN (6) | Bestuurder | Onafhankelijk | 1955 | 2015 | 2018 | Ontex Voorzitter |
AC / RC |
| Kurt PIERLOOT | Bestuurder | Onafhankelijk | 1972 | 2015 | 2018 | Lid van Executive Committee Bpost- Domestic & International |
RC |
| Anne DE VOS (7) | Bestuurder | Onafhankelijk | 1958 | 30/05/17 | 2020 | Sigma - Aldrich Corporation - Bestuurder, Sales & Tactical Marketing |
|
| Frédéric VAN GANSBERGHE (8) | Bestuurder | Niet-uitvoerend | 1958 | 2014 | 2019 | GALACTIC NV - Managing Director |
RC |
| Danielle SIOEN | Bestuurder | Onafhankelijk | 1966 | 2016 | 2019 | Sioen Industries NV Bestuurder |
(1) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA (2) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van OLIVIER CHAPELLE BVBA
MC = Managementcomité
RC = Remuneratie- & Benoemingscomité
5
(3) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA (4) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA
(5) in haar hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van IMRADA BVBA
(6) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA
(7) in haar hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van IPGM Consulting GmbH
(8) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA
In de hiernavolgende tabel vindt u een overzicht van de leden van de Raad van Bestuur van Recticel waarvan het mandaat tijdens het boekjaar 2017 tot een einde kwam.
| NAAM | FUNCTIE | TYPE | GEBOORTE JAAR |
AANVANG MANDAAT |
EINDE MANDAAT |
HOOFDFUNCTIE BUITEN RECTICEL |
LIDMAATSCHAP COMITÉ |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Wilfried VANDEPOEL (1) | Bestuurder | Non-executive | 1945 | 1999 | 30/05/17 | Van Rooy NV, Bestuurder | AC |
(1) in zijn hoedanigheid als Vaste Vertegenwoordiger van REVAM BVBA AC = Auditcomité
AC = Auditcomité
Op voorstel van de Raad van Bestuur en na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft de Algemene Vergadering van 30 mei 2017 het volgende beslist:
Rekening gehouden met het bovenstaande en na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité stelt de Raad van Bestuur aan de algemene vergadering van 29 mei 2018 het volgende voor:
een nieuwe termijn van drie jaar die zal eindigen na de Gewone Algemene Vergadering van 2021.
De Raad van Bestuur kwam in 2017 zesmaal samen. Eén vergadering behandelde voornamelijk het budget voor 2017 en twee vergaderingen handelden vooral over de vaststelling van de jaarrekeningen per 31 december 2016 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2017.
Op elke vergadering wordt verder aandacht besteed aan de gang van zaken per afdeling, en aan de belangrijkste lopende overname en/of desinvesteringsdossiers. Andere onderwerpen (human resources, externe communicatie, geschillen en juridische vraagstukken, delegatie van bevoegdheden en dergelijke) komen aan bod indien nodig of nuttig.
De schriftelijke besluitvormingsprocedure werd in 2017 niet toegepast.
Het secretariaat van de Raad van Bestuur wordt verzorgd door de heer Dirk VERBRUGGEN, General Counsel & General Secretary.
Het individuele aanwezigheidspercentage van de bestuurders op de vergaderingen in 2017 bedroeg:
| NAAM | AANWEZIGHEID IN 2017 |
|---|---|
| Johnny THIJS | 6/6 |
| Olivier CHAPELLE | 6/6 |
| Benoit DECKERS | 6/6 |
| Pierre-Yves de LAMINNE de BEX | 6/6 |
| Ingrid MERCKX | 6/6 |
| Luc MISSORTEN | 6/6 |
| Kurt PIERLOOT | 6/6 |
| Wilfried VANDEPOEL (1) | 2/2 |
| Frédéric VAN GANSBERGHE | 5/6 |
| Danielle SIOEN | 4/6 |
| Anne DE VOS (2) | 4/4 |
(1) Einde mandaat 30/5/2017 (2) Begin mandaat 30/5/2017
De Raad van Bestuur organiseert een zelfbeoordeling van zijn werking evenals een beoordeling van de interactie met de leden van het managementcomité op regelmatige basis. Die gaat uit van een vragenlijst die door alle bestuurders wordt beantwoord. De resultaten uit de vragenlijst worden dan besproken en verder geanalyseerd tijdens een volgende vergadering van de Raad van Bestuur. De laatste beoordeling vond plaats medio 2017. De individuele evaluatie van de bestuurders gebeurt door het Remuneratie- en Benoemingscomité.
Ingevolge de wijziging van artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen werden de taken en opdrachten van het Auditcomité voor het boekjaar 2017 door de Raad van Bestuur herbekeken met het oog op de eventuele aanpassing ervan aan de gewijzigde wetgeving.
Het Auditcomité ziet overeenkomstig artikel 526bis,§4 van het Wetboek van Vennootschappen onder meer toe op het financiële verslaggevingsproces, de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de vennootschap, de interne audit, de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, en de onafhankelijkheid van de Commissaris. Het intern reglement van het Auditcomité is opgenomen in het Corporate Governance Charter dat eveneens de taken van het Auditcomité nader in detail omschrijft.
Het Auditcomité telt op vandaag vier leden. Alle leden zijn niet-uitvoerende bestuurders, en drie leden, waaronder de Voorzitter, zijn onafhankelijk in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.
Het secretariaat van het Comité wordt verzorgd door de heer Dirk Verbruggen, General Counsel & General Secretary.
De samenstelling van het Auditcomité voldoet aan de bepalingen van de statuten van Recticel en aan de voorschriften terzake van het Wetboek van Vennootschappen en voldoet sedert 26 mei 2015 eveneens aan principe 5.2./4. van de Belgische Corporate Governance Code 2009 dat voorziet dat minstens de meerderheid van de leden van het auditcomité onafhankelijk moet zijn.
Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart Recticel dat de Voorzitter van het Auditcomité, de heer Luc MISSORTEN, aan de vereisten van onafhankelijkheid voldoet en dat hij de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit. De leden van het Auditcomité beschikken tevens over collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van de Vennootschap.
De hiervolgende tabel bevat de leden van het Auditcomité tijdens het boekjaar 2017 en tot heden.
| NAAM | FUNCTIE | AANWEZIGHEID IN 2017 |
|---|---|---|
| Luc MISSORTEN (1) | Voorzitter | 4/4 |
| Johnny THIJS (2) | Lid | 4/4 |
| Ingrid MERCKX (3) | Lid | 4/4 |
| Benoit DECKERS (4) | Lid | 4/4 |
| Wilfried VANDEPOEL (5) (6) | Lid | 2/2 |
(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA
(2) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA
(3) In haar hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van IMRADA BVBA (4) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van COMPAGNIE DU BOIS
SAUVAGE SERVICES SA (8) Einde mandaat 30/5/2017
(5) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVAM BVBA
Het Auditcomité kwam viermaal samen in 2017. Twee vergaderingen waren voornamelijk gewijd aan het nazicht van de jaarrekeningen per 31 december 2016 en de halfjaarlijkse rekeningen per 30 juni 2017. Op alle vergaderingen wordt tevens aandacht besteed aan het programma voor de interne audit, risicobeheer, fiscaliteit en boekhoudkundige vragen gelieerd aan IFRS.
Het Auditcomité realiseert geregeld tijdens één van zijn vergaderingen een informele zelfbeoordeling van zijn werking en besteedt de nodige tijd aan het bespreken en analyseren ervan. Begin 2017 werd een formele evaluatie doorgevoerd.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité doet voorstellen aan de Raad van Bestuur over het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie van de bestuurders en de leden van het Managementcomité, en bereidt het remuneratieverslag voor en licht het toe op de Algemene Vergadering. Tevens doet zij de nodige voorstellen betreffende de evaluatie en herbenoeming van bestuurders evenals de benoeming en installatie van nieuwe bestuurders. Het intern reglement van het Remuneratie- en Benoemingscomité is opgenomen in het Recticel Corporate Governance Charter.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité bestaat uit vier leden, allen niet-uitvoerende bestuurders, waarvan drie onafhankelijke bestuurders.
Het secretariaat van het Comité wordt verzorgd door de heer Dirk Verbruggen, General Counsel & General Secretary.
De samenstelling van het Remuneratie- en Benoemingscomité voldoet aan de voorschriften terzake van het Wetboek van Vennootschappen, evenals aan de vereisten van de Belgische Corporate Governance Code.
De samenstelling luidt als volgt:
| NAAM | FUNCTIE | AANWEZIGHEID IN 2017 |
|---|---|---|
| Johnny THIJS (1) | Voorzitter | 3/3 |
| Kurt PIERLOOT | Lid | 3/3 |
| Frédéric VAN GANSBERGHE (2) | Lid | 3/3 |
| Luc MISSORTEN (3) | Lid | 3/3 |
(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van THIJS JOHNNY BVBA (2) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van ENTREPRISES ET CHEMINS DE
FER EN CHINE SA
(3) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van REVALUE BVBA
Conform artikel 526quater van het Wetboek van Vennootschappen verklaart Recticel dat het Remuneratie- en Benoemingscomité over de nodige deskundigheid beschikt op het gebied van remuneratiebeleid.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam driemaal samen in 2017.
Deze vergaderingen behandelden de vaste en variabele remuneratie van het uitvoerend management en de benoeming en herbenoeming van bestuurders.
De samenstelling en de werking van het Remuneratieen Benoemingscomité werden einde 2010 grondig herzien naar aanleiding van de Wet d.d. 6 april 2010 die het Wetboek van Vennootschappen wijzigde door een artikel 526quater in te voeren, waarin het oprichten van een Remuneratiecomité verplicht werd voor vennootschappen waarvan de aandelen genoteerd zijn op een gereglementeerde markt.
Dientengevolge voert het Remuneratie- en Benoemingscomité geregeld tijdens één van zijn vergaderingen een informele zelfbeoordeling van zijn werking en besteedt de nodige tijd aan het bespreken en analyseren ervan.
5
De Raad van Bestuur heeft het dagelijks beleid van de vennootschap toevertrouwd aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "OLIVIER CHAPELLE", gevestigd te 1180 Brussel, Avenue de la Sapinière 28, vertegenwoordigd door haar Zaakvoerder en vaste vertegenwoordiger, de heer Olivier CHAPELLE.
De Gedelegeerd Bestuurder wordt in zijn taken bijgestaan door het Managementcomité, waarvan de leden (voor de periode 2017 tot heden) opgenomen zijn in de hierna volgende lijst:
| NAAM | FUNCTIE |
|---|---|
| Olivier CHAPELLE (1)(2) | Chief Executive Officer |
| Ralf BECKER | Group General Manager Insulation |
| Betty BOGAERT | Chief Information Officer |
| Jean-Pierre DE KESEL | Chief Sustainable Innovation Officer |
| François DESNE | Group General Manager Flexible Foams |
| Bart MASSANT | Chief Human Resources Officer |
| Jean-Pierre MELLEN | Chief Financial Officer |
| Jan MEULEMAN | Group General Manager Automotive |
| François PETIT | Chief Procurement Officer |
| Dirk VERBRUGGEN | General Counsel & General Secretary |
(1) In zijn hoedanigheid van Vaste Vertegenwoordiger van OLIVIER CHAPELLE BVBA (2) vanaf 20/1/2017 - Group General Manager Bedding
Het Managementcomité heeft een adviserende rol ten behoeve van de Raad van Bestuur in zijn geheel en is geen directiecomité in de zin van artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen.
Het Remuneratiebeleid van de Recticel Groep kan teruggevonden worden in het Corporate Governance Charter op de Recticel website (www.recticel.com).
Er zijn tijdens het jaar 2017 geen wijzigingen doorgevoerd.
Op aanbeveling van het Remuneratie- en Benoemingscomité bepaalt de Raad van Bestuur van de Groep de bezoldiging van de leden van het managementcomité (hierna het "Senior Management" of de "Senior Managers" genoemd) en stelt zij de bezoldiging van de bestuurders voor aan de algemene vergadering.
Van links naar rechts : Jean-Pierre MELLEN, Jan MEULEMAN, Betty BOGAERT, Jean-Pierre DE KESEL, François DESNÉ, François PETIT, Olivier CHAPELLE, Bart MASSANT, Dirk VERBRUGGEN, Ralf BECKER
Om het comité bij te staan in zijn analyse van de concurrentiële omgeving in België en Europa, evenals andere factoren die nuttig zijn voor de evaluatie door het comité van bezoldigingsaangelegenheden, kan het comité een beroep doen op de diensten van internationaal erkende bezoldigingsconsulenten.
Voor de volgende 3 jaren heeft het Remuneratieen Benoemingscomité de principes van het Remuneratiebeleid herbevestigd, met uitzondering van hetgeen hieronder wordt vermeld.
De bestuurders van de vennootschap worden beloond voor hun diensten met een vaste vergoeding per jaar, gekoppeld aan een aanwezigheidsvergoeding per bijgewoonde vergadering. De remuneratie wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur op voorstel van het Remuneratie- en Benoemingscomité en aan de Algemene Vergadering van aandeelhouders ter goedkeuring voorgelegd. De voorzitter van de raad ontvangt een remuneratie die 200% bedraagt van de persoonlijke remuneratie bepaald voor de andere leden van de Raad.
De Raad doet een voorstel over de bijkomende bezoldiging voor de leden van het comité. De voorzitters van de comités ontvangen een remuneratie die 200% bedraagt van de persoonlijke remuneratie bepaald voor de andere leden van het comité. Zowel het niveau als de structuur van de bezoldiging van de bestuurders wordt jaarlijks bekeken. Voor 2018 zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van 29 mei 2018 geen wijzigingen voorstellen, enkel een bevestiging van de emolumenten van 2017:
• Bepaling van de zitpenningen van de leden van het Remuneratie- en Benoemingscomité op EUR 2.500 per vergadering en die van de Voorzitter van het Remuneratie- en Benoemingscomité op EUR 5.000 per vergadering.
Niet-uitvoerende bestuurders van de vennootschap ontvangen geen enkele bezoldiging, bonus of aandeel-gebonden of andere incentives vanwege de vennootschap en haar verbonden ondernemingen tenzij als bezoldiging voor de door hen gepresteerde diensten als bestuurder van de vennootschap en/of haar verbonden ondernemingen. Ten behoeve van om het even welk lid van de Raad van Bestuur zal de vennootschap noch een krediet toestaan, noch een krediet in stand houden, noch een krediet verlengen in de vorm van een persoonlijke lening.
De bezoldiging van de leden van het Management Comité is berekend om:
Zowel het niveau als de structuur van de bezoldiging van de leden van het Management Comité worden jaarlijks herbekeken door het Remuneratie- en Benoemingscomité, dat daarna voorstellen voorlegt aan de Raad van Bestuur ter goedkeuring.
Het bezoldigingspakket voor de leden van het Management Comité combineert drie geïntegreerde elementen die samen de "totale directe bezoldiging" worden genoemd. Deze geïntegreerde elementen zijn de vaste remuneratie, de jaarlijkse incentive bonus en de lange-termijnincentives. Ten behoeve van om het even welk lid van het Management Comité zal de vennootschap noch een krediet toestaan, noch een
Bij het bepalen van de bezoldigingsniveaus ten behoeve van de leden van het Management Comité wordt, samen met interne factoren, rekening gehouden met de bezoldiging van executives in Belgische multinationale ondernemingen en middelgrote ondernemingen. Het is de bedoeling bezoldigingsniveaus tot stand te brengen die, in het algemeen, op of rond het gemiddelde marktniveau liggen, voor zover de resultaten van de vennootschap het toelaten.
De CEO ontvangt een bonusvergoeding op basis van zijn prestatie gedurende het boekjaar. Die bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 100% van zijn jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op collectieve doelstellingen inzake bepaalde determinerende indicatoren van prestatie (Key Performance Indicators" of "KPI's") met betrekking tot REBITDA en Combined Net Cash Flow op niveau van de Groep en eveneens op individuele doelstellingen met betrekking tot de ontwikkeling van de vennootschap voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Collectieve doelstellingen komen in aanmerking voor 70% van de bonus. Individuele doelstellingen komen in aanmerking voor 30%. Het Remuneratie- en Benoemingscomité beoordeelt de prestatie in een privé-zitting en bespreekt dan verder de beoordeling met de CEO, alvorens de Raad van Bestuur een voorstel te doen.
Group General Managers aan het hoofd van vier verschillende business lines ontvangen een gelijkaardige bonusvergoeding op basis van hun prestatie gedurende het boekjaar. Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie. De beoordelingscriteria worden gebaseerd op financiële doelstellingen ("KPI's") met betrekking tot het jaarlijks budget niet alleen op niveau van de Groep maar ook op niveau van hun respectievelijke business line. Financiële doelstellingen komen in aanmerking voor 70% van de bonus, waarvan 30% Combined Group
Net Cash Flow, 30% business line REBITDA en 10% bepaald wordt door een specifiek bepaalde business line doelstelling. Individuele doelstellingen komen in aanmerking voor 30% en hebben betrekking op de ontwikkeling van de business line voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.).
Voor de steunfuncties binnen het Managementcomité (CFO, General Counsel, Aankoop, ICT, HR en O & O) komen collectieve doelstellingen in aanmerking voor 70% van de bonus waarvan 30% Combined Group Net Cash Flow en 40% Group REBITDA. Individuele doelstellingen komen voor 30% in aanmerking en hebben betrekking op de ontwikkeling van hun departement voor de toekomst (bv. structuur, handelspraktijken, nieuwe producten en/of markten, M&A, human resources, compliance, enz.). Hun bonusvergoeding kan oplopen tot maximum 50% van hun jaarlijkse vaste remuneratie.
Bij het halen van de collectieve financiële doelstellingen ontvangt men 75% van het maximum voor die doelstelling. Bij het halen van de individuele doelstelling ontvangt men 100% indien de doelstelling bereikt wordt.
De CEO staat in voor de beoordeling van de overige leden van het Managementcomité en bespreekt de resultaten van zijn beoordeling met het Remuneratieen Benoemingscomité.
Met betrekking tot artikel 520ter van het Wetboek van Vennootschappen dat vereist dat de uitbetaling van de variabele remuneratie over een periode van drie jaar wordt uitgesteld, indien bepaalde criteria worden overschreden, had de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van 2017 voorgesteld om een afwijking van deze regel goed te keuren in overstemming met de door de wet voorgeschreven optie aangezien dit alleen van toepassing was op de Gedelegeerd Bestuurder en CEO, OLIVIER CHAPELLE BVBA, terwijl alle andere leden van het Managementcomité beneden de 25%-drempel bleven, aangezien de berekening hier gebeurt op basis van het totale verloningspakket.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité en de Raad van Bestuur hebben de verschillende toepassingen opnieuw bekeken die de wet mogelijk maakt, en hebben uiteindelijk besloten dat het in het belang van de Vennootschap blijft om de structuur voor uitbetaling van de variabele remuneratie op gelijke voet te laten voortbestaan voor alle leden van het Managementcomité. Aangezien de targetbonus als variabele remuneratie voor de Gedelegeerd
Bestuurder en CEO de 25%-drempel overschrijdt, stelt de Raad van Bestuur de Algemene Vergadering van 2018 voor om, zoals vorig jaar, van het principe van uitstel van betaling over drie jaar af te wijken en dan ook binnen één jaar de volledige uitbetaling van de variabele remuneratie toe te laten.
Ten slotte dient te worden genoteerd dat er geen terugvorderingsrecht bestaat voor het geval dat de variabele vergoeding op basis van onjuiste financiële gegevens zou worden bepaald.
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| NAAM | AANWEZIG HEIDS VERGOEDING RAAD VAN BESTUUR 2017 |
VASTE VERGOEDING RAAD VAN BESTUUR 2017 |
AUDITCOMITÉ 2017 |
REMUNERATIE- EN BEZOLDIGINGS COMITÉ 2017 |
VERGOEDING VOOR SPECIALE OPDRACHTEN |
TOTAAL (BRUTO) 2017 |
| THIJS JOHNNY BVBA | 30 000 | 30 000 | 10 000 | 15 000 | - | 85 000 |
| OLIVIER CHAPELLE BVBA | 15 000 | 15 000 | - | - | - | 30 000 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA |
15 000 | 15 000 | 10 000 | - | - | 40 000 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA | 15 000 | 15 000 | - | - | - | 30 000 |
| ENTREPRISES ET CHEMIN DE FER EN CHINE SA |
15 000 | 12 500 | - | 7 500 | - | 35 000 |
| IMRADA BVBA | 15 000 | 15 000 | 10 000 | - | - | 40 000 |
| REVAM BVBA (1) | 6 223 | 7 500 | 5 000 | - | - | 18 723 |
| REVALUE BVBA | 15 000 | 15 000 | 20 000 | 7 500 | - | 57 500 |
| Kurt PIERLOOT | 15 000 | 15 000 | - | 7 500 | - | 37 500 |
| Danielle SIOEN | 15 000 | 10 000 | - | - | - | 25 000 |
| IPGM Consulting GmbH (2) | 8 777 | 10 000 | - | - | - | 18 777 |
(1) Einde mandaat 30/5/2017
(2) Begin mandaat 30/5/2017
Sinds 2017 wordt er een vaste jaarlijkse vergoeding van EUR 15.000 voor een bestuurder en EUR 30.000 voor de Voorzitter toegekend. De leden van het Auditcomité ontvangen EUR 2.500 per bijgewoonde vergadering en de Voorzitter EUR 5.000. De leden van het Renumeratie-en Benoemingscomité hebben recht op EUR 2.500 per vergadering en de Voorzitter EUR 5.000.
Voor het jaar 2018 wordt aan de gewone algemene vergadering voorgesteld bovenvermelde cijfers te bevestigen.
De vergoeding van de uitvoerende bestuurder (Olivier Chapelle SPRL/BVBA) in zijn hoedanigheid als bestuurder, zoals opgenomen in het overzicht hierboven, wordt meeberekend voor de totale remuneratie volgens zijn managementovereenkomst.
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| TOTALE KOST VOOR DE ONDERNEMING |
OLIVIER CHAPELLE BVBA VERTEGENWOORDIGD DOOR OLIVIER CHAPELLE |
OVERIGE LEDEN VAN HET MANAGEMENTCOMITÉ |
TOTAAL | |||
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| Aantal personen | 1 | 1 | 10 | 11 | 11 | 12 |
| Vaste vergoeding | 520 000 | 500 000 | 2 612 904 | 2 295 700 | 3 132 904 | 2 795 700 |
| Variable vergoeding | 354 640 | 497 250 | 744 046 | 1 101 548 | 1 098 686 | 1 598 798 |
| Subtotaal | 874 640 | 997 250 | 3 356 950 | 3 397 248 | 4 231 590 | 4 394 498 |
| Pensioenen | 0 | 0 | 280 649 | 192 254 | 280 649 | 192 254 |
| Overige voordelen | 26 128 | 38 328 | 261 030 | 230 979 | 287 158 | 269 307 |
| Totaal | 900 768 | 1 035 578 | 3 898 629 | 3 820 481 | 4 799 397 | 4 856 059 |
• De tabel hierboven werd opgemaakt in overeenstemming met de richtlijnen van het Belgische Corporate Governance Comité, d.w.z. vermelding van de brutobezoldiging zonder de sociale bijdrage van de werkgever voor alle leden met werknemerstatuut, en totaal gefactureerde vergoeding gedurende het boekjaar voor leden die via een managementvennootschap werkzaam zijn.
• Onder variabele vergoeding verstaat men de vergoeding die voor de prestatie van het boekjaar 2017 verdiend werd, maar die pas in 2018 zal worden uitbetaald. Het bedrag dat tijdens het boekjaar 2017 als variabele vergoeding effectief werd uitbetaald is terug te vinden onder boekjaar 2016.
In juni 2017 werd een aandelenoptieplan uitgegeven ten behoeve van de leidinggevende kaderleden van de Groep.
Dit plan had betrekking op 410.000 aandelenopties voor een totaal van 30 kaderleden. De uitoefenprijs werd vastgelegd op de gemiddelde prijs per aandeel gedurende de voorafgaande 30 dagen, te weten EUR 7,00 en de uitoefeningsperiode loopt van 1 januari 2021 tot 29 juni 2024. De totale kost ten laste van de Vennootschap voor deze reeks 2017 bedraagt EUR 0,928 per aandelenoptie of EUR 380.480 in het totaal, verspreid over 4 jaar (jaar uitgifte en drie jaar onbeschikbaarheidsperiode).
| In het kader van dit plan hebben de leden van het Management Comité de volgende warranten ontvangen: | |
|---|---|
| ------------------------------------------------------------------------------------------------------ | -- |
| NAAM | AANTAL WARRANTEN TOEGEKEND | THEORETISCHE WAARDE VAN WARRANTEN OP HET MOMENT VAN TOEKENING |
|---|---|---|
| Olivier CHAPELLE | 60 000 | 55 680 |
| Ralf BECKER | 25 000 | 23 200 |
| Betty BOGAERT | 25 000 | 23 200 |
| François DESNE | 25 000 | 23 200 |
| Jean-Pierre DE KESEL | 25 000 | 23 200 |
| Bart MASSANT | 25 000 | 23 200 |
| Jean-Pierre MELLEN | 25 000 | 23 200 |
| Jan MEULEMAN | 25 000 | 23 200 |
| François PETIT | 25 000 | 23 200 |
| Dirk VERBRUGGEN | 25 000 | 23 200 |
Gedurende 2017 zijn de volgende warrants vervallen:
| NAAM | AANTAL WARRANTEN UITGEOEFEND |
PLAN |
|---|---|---|
| Olivier CHAPELLE | 59 665 | mei 2011 |
| 59 665 | december 2011 | |
| 35 799 | december 2012 | |
| Betty BOGAERT | 19 690 | mei 2011 |
| 9 690 | december 2011 | |
| 11 814 | december 2012 | |
| François PETIT | 11 814 | december 2012 |
| Jan MEULEMAN | 8 353 | mei 2011 |
| 8 353 | december 2012 | |
| Jean-Pierre DE KESEL | 19 690 | mei 2011 |
| 11 814 | december 2012 | |
| Jean-Pierre MELLEN | 19 690 | mei 2011 |
| 11 814 | december 2012 | |
| Dirk VERBRUGGEN | 8 353 | mei 2011 |
Gedurende 2017 werden volgende warrants uitgeoefend door de leden van het Managementcomité:
Het total aantal Aandelen en Warranten aangehouden door leden van de Raad van Bestuur per 31 december 2017 bedraagt:
| BESTUURDERS | AANDELEN | WARRANTEN |
|---|---|---|
| JOHNNY THIJS BVBA | 0 | 0 |
| Johhny THIJS (Vaste Vertegenwoordiger) | 28 950 | 0 |
| OLIVIER CHAPELLE BVBA | 206 799 | 170 799 |
| Olivier CHAPELLE (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA | 0 | 0 |
| Frédéric VAN GANSBERGHE (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA | 0 | 0 |
| Benoit DECKERS (Vaste Vertegenwoordiger) | 2 700 | 0 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA | 15 044 410 | 0 |
| Pierre-Yves de LAMINNE de BEX (Vaste Vertegenwoordiger) | 540 | 0 |
| IMRADA BVBA | 0 | 0 |
| Ingrid MERCKX (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| IPGM Consulting GmbH | 0 | 0 |
| Anne DE VOS (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| REVALUE BVBA | 0 | 0 |
| Luc MISSORTEN (Vaste Vertegenwoordiger) | 0 | 0 |
| Kurt PIERLOOT | 0 | 0 |
| SIHOLD NV (gelieerd aan Danielle SIOEN) | 1 341 189 | 0 |
| Danielle SIOEN | 0 | 0 |
Het total aantal Aandelen en Warranten aangehouden door leden van het Managementcomité per 31 december 2017 bedraagt:
| LEDEN VAN HET MANAGEMENT COMITÉ | AANDELEN | WARRANTEN |
|---|---|---|
| Ralf Becker | 0 | 50 000 |
| Betty Bogaert | 16 504 | 79 714 |
| Jean-Pierre De Kesel | 21 004 | 73 714 |
| François Desné | 6 250 | 25 000 |
| Bart Massant | 0 | 50 000 |
| Jean-Pierre Mellen | 14 004 | 79 714 |
| Jan Meuleman | 8 353 | 66 110 |
| François Petit | 11 814 | 61 814 |
| Dirk Verbruggen | 9 414 | 77 208 |
De meeste overeenkomsten met de bestaande leden van het Managementcomité bevatten geen eindecontract regeling. Bijgevolg is het gemeen
arbeidsrecht terzake bepalend. Een aantal leden beschikken wel over een dergelijke regeling, die in verhouding staat tot hun anciënniteit.
In dat verband vindt u hieronder een overzicht van de opzegtermijn of -vergoeding van elk lid van het Managementcomité.
| NAAM | OPZEGTERMIJN OF -VERGOEDING |
COMMENTAAR |
|---|---|---|
| Olivier Chapelle | 12 maanden | |
| Ralf Becker | 12 maanden | |
| Betty Bogaert | 12 maanden | wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving |
| Jean-Pierre De Kesel | 18 maanden | wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving |
| François Desné | 6 maanden | 12 maanden vanaf oktober 2017 |
| Bart Massant | 12 maanden | |
| Jean-Pierre Mellen | 15 maanden | |
| Jan Meuleman | 15 maanden | wettelijk minimum - Claeys formula van toepassing tot 31/12/2013 - nadien nieuwe wetgeving |
| François Petit | 12 maanden | |
| Dirk Verbruggen | 12 maanden | wettelijk minimum |
In hoofstuk VII.1. van het Recticel Corporate Governance Charter wordt het beleid van Recticel NV betreffende dergelijke transacties die niet onder de belangenconflicten-regeling vallen, toegelicht. Hier wordt de toepassing van dat beleid besproken.
Tijdens het jaar 2017 heeft zich geen belangenconflict tussen een bestuurder en de vennootschap voorgedaan als bedoeld in de artikelen 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen, uitgezonderd in het kader van het Aandelenoptieplan editie Juni 2017, waarbij de heer Olivier CHAPELLE een belangenconflict had. De procedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen werd toegepast. Er wordt hier verwezen naar het statutair jaarverslag, dat in dit verband een uittreksel van de notulen van 30 juni 2017 bevat.
Het beleid van de vennootschap inzake het voorkomen van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie wordt uiteengezet in hoofdstuk VII.2 van het Recticel Corporate Governance Charter.
Deze maatregelen omvatten de invoering van beperkingen op het uitvoeren van transacties (« gesloten periodes ») die sinds 2006 van toepassing zijn.
De heer Dirk VERBRUGGEN werd aangesteld als Compliance Officer, belast met het toezicht op de naleving van deze regels.
Recticel streeft ernaar om een omgeving te creëren waar iedereen inbegrepen en gerespecteerd wordt, en waarbij mensen worden bijeengebracht met het oog op het creëren van een betere wereld. We geloven dat een divers team de kwaliteit van beslissingen nemen verbetert alsook de prestaties in het algemeen.
Recticel heeft op vandaag geen formeel specifiek diversiteitsbeleid vastgesteld, maar voert niettemin op het vlak van recrutering en selectie een beleid van gelijke kansen voor iedereen en past een faire en consistente benadering op dit vlak toe. Recticel werkt actief aan het ontwikkelen van een positief imago bij de interne en externe stakeholders op dit vlak. Recticel verbindt er zich toe om alle kandidaten aan te werven los van leeftijd, handicap, geslachtswijziging, huwelijk of samenwoning, zwangerschap en bevalling, ras, religie en geloofsovertuiging, geslacht en seksuele geaardheid of werkuren.
Recticel verbindt er zich eveneens toe om opleidingsopportuniteiten aan te bieden aan alle werknemers los van leeftijd, handicap, geslachtswijziging, huwelijk of wettelijke samenwoning, zwangerschap en bevalling, ras, religie en geloofsovertuiging, geslacht en seksuele geaardheid of werkuren.
Recticel is trots om aanwezig te zijn in 19 landen, met werknemers van verschillende nationaliteiten.
Op vandaag is één vrouw vertegenwoordigd in het managementcomité. Verder is één derde van de leden van de raad van bestuur een vrouw, in overeenstemming met artikel 518bis van het Wetboek van Vennootschappen.
Het selectieproces van de leden van de Raad van Bestuur wordt beschreven in het Corporate Governance Charter van Recticel, met als doel een samenstelling te bekomen die divers is in al haar aspecten, zowel op het vlak van geslacht, achtergrond, beroepservaring, deskundigheid en opleiding.
Hierna volgt het overzicht van de aandeelhouders die overeenkomstig de statuten of de wet een kennisgeving hebben gericht aan de vennootschap en aan de FSMA:
| NAAM | DATUM VAN NOTIFICATIE |
AANTAL AANDELEN (2) |
% VAN STEMRECHTEN VERBONDEN AAN AANDELEN (UITGEZONDERD AANDELEN AANGEHOUDEN DOOR RECTICEL) (1) (4) |
% VAN STEMRECHTEN VERBONDEN AAN AANDELEN (INCLUSIEF AANDELEN AANGEHOUDEN DOOR RECTICEL) (1) (4) |
|---|---|---|---|---|
| Compagnie du Bois Sauvage SA (2) (3) | 13/05/2015 | 15 044 410 | 27,63% | 27,47% |
| Entreprises Chemins de Fer en Chine SA (2) (3) | 26/05/2015 | 0 | 0,00% | 0,00% |
| Totaal Compagnie du Bois Sauvage SA | 15 044 410 | 27,63% | 27,47% | |
| Capfi Delen Asset Management NV | 28/05/2015 | 2 130 992 | 3,91% | 3,89% |
| BNP Investment Partners | 12/05/2016 | 1 615 744 | 2,97% | 2,95% |
| Dimensional Holdings Inc/Dimensional Fund | ||||
| Advisors LP (5) | 10/05/2017 | 1 628 985 | 2,99% | 2,97% |
| Public | N/A | 34 029 426 | 62,50% | 62,12% |
| Totaal (exclusief eigen aandelen) | 54 449 557 | 100,00% | 99,40% | |
| Eigen aandelen | N/A | 326 800 | 0,60% | |
| Total (inclusief eigen aandelen) | 54 776 357 | 100,00% |
(1) Het percentage stemrechten is berekend op basis van de 54.776.357 bestaande aandelen per 31 december 2017. De berekening is aangepast om rekening te houden met de opschorting van
de stemrechten verbonden aan de 326.800 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap zoals voorzien in de wet. (2) Het percentage aan stemrechten is berekend op basis van de 54.776.357 bestaande aandelen per 31 december 2017 (inbegrepen de eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap), op basis van het aantal stemrechten dat blijkt uit de informatie die de Vennootschap heeft ontvangen van haar aandeelhouders per 31 december 2017- hetgeen kan verschillen van de werkelijke
situatie (3) Met het oog op hun notificatie gedateerd op 13 en 26 mei 2015, hebben Compagnie du Bois Sauvage SA en Entreprises et Chemins de Fer en Chine SA de 326.800 eigen aandelen aangehouden door de Vennootschap inbegrepen in het aantal aandelen dat zij controleren, gelet op het feit dat zij wettelijk vermoed worden in gezamenlijk overleg te handelen met de Vennootschap
voor de doeleinden van de toepasselijke transparantiewetgeving. (4) Gelet op mogelijk afrondingen kan het zijn dat de som van de percentages van stemrechten niet exact overeenkomt met 100%.
De kapitaalstructuur, met het aantal aandelen en warranten van de vennootschap kan worden teruggevonden in het hoofdstuk "Informatie over het Aandeel" op de website van Recticel (www.recticel. com).
Een wijziging in de statuten van Recticel kan enkel plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 37 van de statuten vermelde bijzondere meerderheden.
De Raad van Bestuur legt haar voorstellen met betrekking tot de benoeming of herverkiezing van bestuurders voor aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Het Remuneratie- en Benoemingscomité beveelt de Raad van Bestuur één of meerdere kandidaten aan, rekening houdend met de noden van de vennootschap en overeenkomstig de benoemingsprocedure en selectiecriteria in dat verband opgesteld door de Raad van Bestuur.
De samenstelling van de Raad van Bestuur wordt bepaald op grond van de noodzaak aan diversiteit, complementaire vaardigheden, ervaring en kennis.
De algemene vergadering van aandeelhouders stelt de bestuurders van hun keuze aan bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bestuurders kunnen eveneens at nutum worden vervangen door de algemene vergadering voor het verstrijken van hun mandaat bij gewone meerderheid van uitgebrachte stemmen.
Indien een functie als bestuurder vacant wordt tengevolge van ontslag, handelingsonbekwaamheid of overlijden, kan de raad van bestuur de vacature voorlopig invullen, na aanbeveling door het Remuneratie- en Benoemingscomité.
Er zijn geen wettelijke, noch statutaire beperkingen van overdracht van effecten. Er zijn geen effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn. Er is geen wettelijke noch statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht, voor zover de aandeelhouder geldig vertegenwoordigd is op de algemene vergadering, en zijn stemrecht niet om een of andere reden opgeschort is.
Overeenkomstig de machten haar toegekend door de algemene vergadering van 7 juli 2017, en opgenomen in artikel 6 van de statuten, beschikt de Raad van Bestuur over bepaalde bevoegdheden tot uitgifte van nieuwe aandelen, converteerbare obligaties, obligaties of inschrijvingsrechten, met of zonder voorkeurrecht, en deze mag aanbieden aan aandeelhouders of andere personen, met beperking van het voorkeurrecht, overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen. Zo kan de Raad van Bestuur via het toegestaan kapitaal het maatschappelijk kapitaal verhogen op alle mogelijke manieren. De machtiging is geldig voor een periode van drie jaar en kan hernieuwd worden volgens de wettelijke bepalingen terzake. Zij kan zelfs uitgeoefend worden na ontvangst van de mededeling gedaan door de FSMA dat bij haar een bericht van openbaar overnamebod werd ingediend.
Overeenkomstig artikel 15 van de statuten was de vennootschap gerechtigd tot 31 augustus 2017 om eigen aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden, zonder beslissing van de algemene vergadering, wanneer deze verwerving noodzakelijk blijkt te zijn ter vermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap overeenkomstig artikel 620 of 622 van het Wetboek van Vennootschappen.
Er bestaan geen overeenkomsten tussen de vennootschap en haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen zouden voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien, of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.
Volgende overeenkomsten, waarbij de vennootschap partij is, bevatten clausules die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen, in geval van een wijziging van de controle over Recticel NV:
Deze clausules werden specifiek goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Recticel of zullen aan deze laatste worden voorgelegd op 29 mei 2018.
Overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van Vennootschappen is de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders vereist om deze clausules van kracht te laten worden.
| Blaasmiddel | Uit de reactie van isocyanaat met water wordt koolstofdioxide verkregen. Dit gas fungeert als blaasmiddel bij de productie van zacht schuim. |
|---|---|
| Colo-Fast® | Alifatisch polyurethaan dat zich onderscheidt door zijn kleurvastheid (lichtstabiel). |
| Colo-Sense® | Variant van Colo-Fast® |
| Dodecaëder | Een regelmatig twaalfvlak of een ruimtelijke figuur met 12 vijfhoekige vlakken, 20 hoekpunten en 30 ribben. Het is een van de vijf regelmatige veelvlakken in drie dimensies. |
| Ernstgraad arbeidsongevallen |
Aantal verletdagen per duizend werkuren. |
| Frequentiegraad arbeidsongevallen |
Aantal arbeidsongevallen met verlet per miljoen werkuren. |
| IDC | International Development Center, de internationale onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling van de Groep Recticel. |
| Isocyanaat | Zeer reactieve stof die zich makkelijk bindt met andere stoffen (zoals alcoholen). De structuur van deze alcoholen bepaalt de hardheid van het PU-schuim. |
| Katalysator | Versnelt het reactieproces en verzekert het evenwicht in de polymerisatie en de blaasreactie. Katalysatoren bepalen de opschuimsnelheid van het proces. |
| Lambda | Uitdrukking van de thermische geleidingscoëfficiënt van thermische isolatie. |
| MDI | Methyleen difenyl diisocyanaat. |
| PIR | Polyisocyanuraat. |
| Polyisocyanuraat | Is een verbeterde versie van polyurethaan. PIR-schuim heeft een verbeterde dimensionele stabiliteit, goede mechanische eigenschappen, zoals druksterkte en is veel sterker brandvertragend. PIR wordt hoofdzakelijk gebruikt als thermische isolatie. |
| Polyol | Synoniem voor PU polyalcohol, wat verkregen wordt uit propyleenoxide. |
| Polyurethaan | Staat voor een belangrijke groep van producten binnen de grote familie van de polymeren of plastics. Polyurethaan is een verzamelnaam voor een ruim gamma van schuimvariëteiten. |
| PU of PUR | Afkorting van polyurethaan. |
| REACH | Is een systeem voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen dat in de Europese Unie geproduceerd of geïmporteerd worden. Deze regelgeving is vanaf 1 juni 2007 van kracht geworden. |
| Stabilisator | Zorgt bij het reactieproces voor de homegene opbouw en de stabilisatie van het cellulair netwerk tot en met het volledig oprijzen van het schuim. |
| TDI | Tolueen difenyl diisocyanaat |
| CGU | Staat voor Cash Generating Unit of kasstroom genererende eenheid. |
|---|---|
| Dochterondernemingen | Entiteiten waarover Recticel de zeggenschap heeft en die integraal worden geconsolideerd. |
| EBIT | Bedrijfsresultaat + winst of verlies uit deelnemingen. |
| EBITDA | EBIT + afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen/-vermeerderingen op activa |
| Eigen vermogen | Eigen vermogen, inclusief minderheidsbelangen. |
| Geassocieerde deelnemingen |
Entiteiten waarin Recticel een invloed van betekenis heeft en die verwerkt worden volgens de equity-methode. |
| Gecombineerde cijfers | Bedragen inclusief het pro-rata aandeel van Recticel in joint ventures, na eliminatie van intercompany transacties, verwerkt volgens de proportionele consolidatiemethode |
| Geconsolideerde cijfers | Bedragen volgens de toepassing van IFRS 11, waarbij de Recticel joint ventures verwerkt worden volgens de 'equity' methode |
| Investeringen | Gekapitaliseerde investeringen in immateriële en materiële activa. |
| Joint ventures | Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en die proportioneel geconsolideerd worden. Ingevolge de vervroegde toepassing van IFRS 1 sinds 2013, worden deze deelnemingen geconsolideerd volgens de 'equity' methode |
| Netto financiële schuld | Rentedragende financiële schulden op meer dan één jaar + rentedragende financiële schulden op ten hoogste één jaar – kasmiddelen en kasequivalenten - activa beschikbaar voor verkoop + marktwaarde nettopositie indekkingsderivaten. |
| Winst per aandeel, basis | Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / Gemiddeld aantal uitstaande aandelen over de periode. |
| Winst per aandeel, verwaterd |
Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / [Gemiddeld aantal uitstaande aandelen over de periode – eigen aandelen + (aantal mogelijke nieuwe aandelen die uitgegeven moeten worden in het kader van de bestaande uitstaande aandelenoptieplannen x verwateringseffect van de aandelenoptieplannen)]. |
| Aangewend kapitaal | Netto immateriële vaste activa + goodwill + materiële vaste activa + werkkapitaal. Gemiddelde = [Aangewend kapitaal op einde van vorig jaareinde + Aangewend kapitaal op het einde van afgelopen periode] / 2. |
|---|---|
| Aangewend kapitaal, Gemiddelde |
Voor halfjaar: gemiddelde van het aangewend kapitaal aan het begin en aan het einde van de periode. Gemiddelde = [Aangewend kapitaal op einde van vorig jaareinde + Aangewend kapitaal op het einde van afgelopen periode] / 2. Voor het volledige jaar: gemiddelde van de halfjaargemiddelden. |
| Beurskapitalisatie | Slotkoers x totaal aantal uitstaande aandelen. |
| Leverage | Netto financiële schuld/EBITDA |
| Niet-recurrente elementen | omvatten het bedrijfsresultaat, uitgaven of voorzieningen die verband houden met herstructureringsprogramma's (ontslagvergoedingen, sluitings- en opruimkosten, verhuiskosten), reorganisatie lasten en resterende huurverplichtingen na stopzetting van activiteiten, bijzondere waardeverminderingen op activa ((im)materiële activa en goodwill), waarderingsmeerwaarden of –minwaarden op vastgoed, winsten of verliezen op de vervreemding van niet-operationeel vastgoed, winsten of verliezen op de vervreemding (of liquidatie) van investeringen in geassocieerde & verbonden deelnemingen, meer- of minwaarden op desinvesteringen en op de liquidatie van verbonden ondernemingen, winsten of verliezen op stopgezette operaties en baten of lasten als gevolg van belangrijke juridische geschillen (bvb 'non-compliance' zaken/gebeurtenissen inzake (inter) nationale wetgeving). |
| Recurrente EBIT(DA) of REBIT(DA) |
EBIT(DA) voor niet-recurrente elementen. |
| Return on Capital Employed | EBIT / gemiddelde aangewend kapitaal. |
| ROCE | Staat voor Return on Capital Employed. |
| Return on Equity (ROE) | Nettoresultaat voor de periode (aandeel van de Groep) / Gemiddeld eigen vermogen over de periode (aandeel van de Groep) |
| Schuldgraadratio | Netto financiële schuld / Eigen Vermogen (aandeel van derden inbegrepen) |
| Totale financiële schuld | = Netto financiële schulden + de opgenomen bedragen in het kader van factoring-/ forfeitingprogramma's zonder verhaal |
| Werkkapitaal | Voorraden + handelsvorderingen + overige vorderingen + terug te vorderen belastingen - handelsverplichtingen - te betalen belastingen - overige verplichtingen. |
RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 90 RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 91
| Geconsolideerde financiële staten a � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 94 | ||
|---|---|---|
| I.1. | Geconsolideerde winst- en verliesrekening� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 94 | |
| I.2. | Resultaat per aandeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 94 | |
| I.3. | Geconsolideerd totaal resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �95 | |
| I.4. | Geconsolideerde balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 96 | |
| I.5. | Geconsolideerde kasstroomoverzicht� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 97 | |
| I.6. | Mutatieoverzicht van het eigen vermogen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 99 |
| II.1. | Samenvatting van de waarderingsregels� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �100 | ||
|---|---|---|---|
| II.1.1. | Verklaring van overeenstemming – grondslagen voor de opstelling van de financiële | ||
| staten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �100 | |||
| II.1.2. | Wijzigingen in waarderingsregels en toelichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �100 | ||
| II.1.3. | Algemene principes� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 103 | ||
| II.1.4. | Balanselementen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �106 | ||
| II.1.5. | Opname van opbrengsten � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 112 | ||
| II.1.6. | Kritische boekhoudkundige beoordelingen en belangrijkste bronnen van onzekerheid� � � �114 | ||
| II.2. | Wijzigingen in de consolidatiekring� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �118 | ||
| II.3. | Bedrijfs- en geografische segmenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �118 | ||
| II.3.1. | Bedrijfssegmenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �118 | ||
| II.3.2. | Geografische informatie� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 123 | ||
| II.4. | Winst- en verliesrekening � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 124 | ||
| II.4.1. | Algemene en administratieve kosten - Verkoop- en marketingkosten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 124 | ||
| II.4.2. | Overige bedrijfsopbrengsten en -lasten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 124 | ||
| II.4.3. | Bedrijfsresultaat (EBIT)� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 126 | ||
| II.4.4. | Financieel resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �127 | ||
| II.4.5. | Belastingen op het resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 128 | ||
| II.4.6. | Dividenden� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 131 | ||
| II.4.7. | Gewone winst per aandeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 132 | ||
| II.4.8. | Verwaterde winst per aandeel � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 132 | ||
| II.5. | Balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 133 | ||
| II.5.1. | Immateriële vaste activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 133 | ||
| II.5.2. | Materiële vaste activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 135 | ||
| II.5.3. | Activa onder financiële lease � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �137 | ||
| II.5.4. | Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 138 | ||
| II.5.5. | Belangen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 143 | ||
| II.5.6. | Vorderingen op meer dan één jaar � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 145 | ||
| II.5.7. | Voorraden � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �146 | ||
| II.5.8. | Onderhanden projecten in opdracht van derden� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �146 | ||
| II.5.9. | Handelsvorderingen en overage vorderingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 147 | ||
| II.5.10. | Geldmiddelen en kasequivalenten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �149 | ||
| II.5.11. | Activa bestemd voor verkoop� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 150 |
| II.5.12. | Aandelenkapitaal � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 150 | |||
|---|---|---|---|---|
| II.5.13. | Uitgiftepremie � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 150 | |||
| II.5.14. | Pensioenen en gelijkaardige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 150 | |||
| II.5.15. | Voorzieningen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �156 | |||
| II.5.16. | Financiële verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 157 | |||
| II.5.17. | Financiële leaseverplichtingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �160 | |||
| II.5.18. | Financiële instrumenten en financiële risico's� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �160 | |||
| II.5.19. | Handels- en overige verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �169 | |||
| II.5.20. | Bedrijfscombinaties en overdrachten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 170 | |||
| II.5.21. | Kapitaalstructuur � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 170 | |||
| II.6. | Diversen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 170 | |||
| II.6.1. | Operationele lease-overeenkomsten � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 170 | |||
| II.6.2. | Andere niet in de balans opgenomen elementen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 170 | |||
| II.6.3. | Op aandelen gebaseerde betalingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 171 | |||
| II.6.4. | Gebeurtenissen na balansdatum� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 172 | |||
| II.6.5. | Transacties met verbonden partijen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 172 | |||
| II.6.6. | Vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur en het Managementcomité� � � � � � � � � � � � � � � � � � 173 | |||
| II.6.7. | Wisselkoersen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �174 | |||
| II.6.8. | Personeel� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �174 | |||
| II.6.9. | Audit- en niet-auditdiensten verleend door de commissaris� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �175 | |||
| II.6.10. | Voorwaardelijke activa en verplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �175 | |||
| III. | Recticel n.v. - Algemene informatie� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �177 | |||
| IV. | Recticel n.v. – Verkorte enkelvoudige financiële staten� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �178 | |||
| V. | Verklaring door verantwoordelijken a � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 180 | |||
| VI. | Verslag van de commissaris over de geconsolideerde financiële staten per 31 december 2017 a � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 181 |
|||
| VII. | Vergelijkend overzicht van de geconsolideerde financiële staten (2008-2017)� � � � � � � � � � � � � � � � � � � 188 | |||
| VIII. Risicofactoren en risicobeheer a� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 190 |
De geconsolideerde financiële staten zijn door de Raad van Bestuur goedgekeurd voor publicatie op 23 februari 2018.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING* | 2017 | 2016 |
| Bedrijfsopbrengsten | II.3. | 1 135 353 | 1 048 323 |
| Distributiekosten | (61 952) | (57 855) | |
| Kostprijs van de omzet | (889 866) | (789 360) | |
| Brutowinst1 | 183 535 | 201 108 | |
| Algemene en administratieve kosten | II.4.1. | (78 426) | (79 395) |
| Verkoop- en marketingkosten | II.4.1. | (69 537) | (72 031) |
| Kosten van onderzoek en ontwikkeling | (13 724) | (12 890) | |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa | II.3.1. | (7 009) | (1 672) |
| Overige bedrijfsopbrengsten (1) | 55 976 | 6 907 | |
| Overige bedrijfsuitgaven (2) | (28 344) | (19 735) | |
| Totaal overige operationele bedrijfsopbrengsten/(-uitgaven) (1)+(2) | II.4.2. | 27 632 | (12 828) |
| Winst of verlies uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen | II.5.5. | 2 390 | 16 927 |
| Bedrijfresultaat (EBIT) | II.4.3. | 44 861 | 39 219 |
| Renteopbrengsten | 615 | 689 | |
| Rentelasten | (7 075) | (8 784) | |
| Andere financiële opbrengsten | 12 585 | 7 116 | |
| Andere financiële lasten | (10 867) | (10 749) | |
| Financieel resultaat | II.4.4. | (4 742) | (11 728) |
| Winst of verlies van de periode voor belastingen | 40 119 | 27 491 | |
| Courante belastingen op het resultaat | II.4.5. | (5 986) | (3 539) |
| Uitgestelde belastingen | II.4.5. | (10 220) | (7 622) |
| Winst of verlies van de periode na belastingen | 23 913 | 16 330 | |
| waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | |
| waarvan toerekenbaar aan de Groep | 23 913 | 16 330 |
1 De brutowinst 2017 omvat EUR -30,0 miljoen eenmalige kosten voor bijkomende uitgaven als gevolg van alternatieve productieoplossingen en operationele inefficiënties na het brandincident in de fabriek in Most (Automobiel Interiors - Tsjechië).
* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst- en verliesrekening.
| in EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING * | 2017 | 2016 |
| Gewone winst (verlies) per aandeel | II.4.7. | 0,44 | 0,31 |
| Verwaterde winst (verlies) per aandeel | II.4.8. | 0,43 | 0,30 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Winst of verlies voor de periode na belastingen | 23 913 | 16 330 |
| Overig totaal resultaat | ||
| Componenten die later niet zullen erkend worden in de resultatenrekening | ||
| Actuariële winsten en verliezen op personeelsvoordelen | (4 082) | (7 971) |
| Uitgestelde belastingen op actuariële winsten en verliezen op personeelsvoordelen | (738) | 2 656 |
| Omrekeningsverschillen | 291 | 886 |
| Joint ventures en geassocieerde deelnemingen | (383) | 296 |
| Totaal | (4 912) | (4 133) |
| Componenten die later mogelijks kunnen erkend worden in de resultatenrekening | ||
| Indekkingsreserves | 2 212 | 1 857 |
| Omrekeningsverschillen | (6 509) | (5 057) |
| Reserveverschil voor wisselkoersverschillen erkend via de winst- en verliesrekening | 0 | (332) |
| Uitgestelde belastingen op reserves voor rente-indekkingen | (781) | (631) |
| Uitgestelde belastingen op overgedragen winsten | 1 225 | 0 |
| Joint ventures en geassocieerde deelnemingen | 1 154 | 355 |
| Totaal | (2 699) | (3 808) |
| Overig totaal resultaat (netto) voor de periode | (7 611) | (7 941) |
| Totaal resultaat voor de periode | 16 302 | 8 389 |
| Totaal resultaat voor de periode | 16 302 | 8 389 |
| waarvan toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| waarvan toerekenbaar aan de Groep | 16 302 | 8 389 |
Voor meer details inzake het totaal resultaat uit Belangen in Joint Ventures en Geassocieerde Vennootschappen, zie II.5.5.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING * | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Immateriële vaste activa | II.5.1. | 12 323 | 12 104 |
| Goodwill | 24 169 | 25 073 | |
| Materiële vaste activa | II.5.2.& II.5.3. | 226 783 | 216 207 |
| Vastgoedbeleggingen | 3 331 | 3 331 | |
| Investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen | II.5.4. & II.5.5. | 76 241 | 82 389 |
| Andere financiële activa | 64 | 71 | |
| Deelnemingen beschikbaar voor verkoop | 603 | 410 | |
| Langlopende vorderingen | II.5.6. | 14 804 | 13 860 |
| Uitgestelde belastingen | II.4.5. | 26 241 | 37 820 |
| Vaste activa | 384 559 | 391 265 | |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | II.5.7. & II.5.8. | 99 408 | 91 900 |
| Handelsvorderingen | II.5.9. | 110 935 | 101 506 |
| Overige vorderingen | II.5.9. | 73 373 | 69 561 |
| Terug te vorderen belastingen | 1 350 | 1 441 | |
| Overige beleggingen | 123 | 107 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | II.5.10. | 57 844 | 37 174 |
| Activa bestemd voor verkoop | II.5.11. | 2 570 | 0 |
| Vlottende activa | 345 603 | 301 689 | |
| TOTAAL ACTIVA | 730 162 | 692 954 |
* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING * | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Kapitaal | II.5.12. | 136 941 | 135 156 |
| Uitgiftepremies | II.5.13. | 127 982 | 126 071 |
| Uitgegeven kapitaal | 264 923 | 261 227 | |
| Eigen aandelen | (1 450) | (1 450) | |
| Overige reserves | (22 633) | (17 430) | |
| Overgedragen winsten | 40 868 | 24 855 | |
| Indekkings- en omrekeningsverschillen | (19 922) | (15 997) | |
| Eigen vermogen - aandeel van de Groep | 261 786 | 251 205 | |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | |
| Totaal eigen vermogen | 261 786 | 251 205 | |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | II.5.14. | 54 295 | 50 979 |
| Voorzieningen | II.5.15. | 14 266 | 13 208 |
| Uitgestelde belastingen | II.4.5. | 9 113 | 10 116 |
| Financiële leaseverplichtingen | II.5.16 & II.5.17. | 18 078 | 8 683 |
| Kredietinstellingen | II.5.16. | 76 160 | 86 589 |
| Overige leningen | 1 842 | 1 777 | |
| Rentedragende financiële verplichtingen | II.5.16. | 96 080 | 97 049 |
| Overige verplichtingen | 230 | 183 | |
| Langlopende verplichtingen (1) | 173 984 | 171 535 | |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | II.5.14. | 3 978 | 4 168 |
| Voorzieningen | II.5.15. | 1 155 | 1 780 |
| Obligaties en schuldpapier | 0 | 27 269 | |
| Overige leningen | II.5.16. | 48 988 | 22 878 |
| Rentedragende financiële verplichtingen | II.5.16. | 48 988 | 50 147 |
| Handelsverplichtingen | II.5.19. | 126 584 | 102 929 |
| Belastingen | 2 411 | 2 291 | |
| Overige verplichtingen | II.5.19. | 111 276 | 108 899 |
| Kortlopende verplichtingen (2) | 294 392 | 270 214 | |
| Totaal verplichtingen (1)+(2) | 468 376 | 441 749 | |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN + TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 730 162 | 692 954 |
* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING * | 2017 | 2016 |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | II.4.3. | 44 861 | 39 219 |
| Afschrijvingen van immateriële vaste activa | II.5.1. | 2 785 | 2 896 |
| Afschrijvingen van materiële vaste activa | II.5.2. | 26 578 | 27 582 |
| Afschrijvingen van uitgestelde lange termijn betalingen en voorschotten | II.4.3. | 1 569 | 1 338 |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 0 | 700 | |
| Waardeverminderingen op materiële vaste activa | II.5.2. | 7 009 | 972 |
| Afboekingen/(terugnemingen) activa | 6 489 | (1 557) | |
| Wijziging in de voorzieningen | (484) | (3 577) | |
| (Winst) / Verlies op de vervreemding van activa | (853) | 292 | |
| Opbrengsten uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen | (2 390) | (16 927) | |
| BRUTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN VOOR WIJZIGINGEN IN HET WERKKAPITAAL | 85 563 | 50 938 | |
| Voorraden | (11 827) | 137 | |
| Handelsvorderingen | (3 921) | (20 704) | |
| Overige vorderingen | (9 601) | (5 799) | |
| Handelsverplichtingen | 14 892 | 8 122 | |
| Overige verplichtingen | 7 514 | 19 224 | |
| Wijzigingen in het werkkapitaal | (2 943) | 980 | |
| Handels- en overige lange termijnverplichtingen en verplichtingen die binnen het jaar vervallen | (5) | (6 915) | |
| Belastingskrediet langlopende vorderingen | (1 293) | 0 | |
| Betaalde inkomstenbelastingen | (5 749) | (2 539) | |
| NETTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (a) | 75 573 | 42 465 | |
| Ontvangen rente-opbrengsten | 1 026 | 1 052 | |
| Ontvangen dividenden | 8 800 | 7 350 | |
| Toename van verplichtingen en vorderingen | (501) | (11 096) | |
| Afname van verplichtingen en vorderingen | 1 203 | 2 751 | |
| Investeringen in immateriële activa | II.5.1. | (3 124) | (3 060) |
| Investeringen in materiële vaste activa | II.5.3. | (61 061) | (40 552) |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen | 0 | (1 513) | |
| Opbrengsten uit vervreemding van immateriële activa | II.5.1. | 107 | 95 |
| Opbrengsten uit vervreemding van materiële vaste activa | II.5.3. | 12 746 | 7 506 |
| Opbrengsten uit vervreemding van joint ventures | 0 | 503 | |
| (Toename) / Afname van activa beschikbaar voor verkoop | (16) | (16) | |
| NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (b) | (40 820) | (36 980) | |
| Betaalde rentelasten of financiële verplichtingen (1) | (6 913) | (7 225) | |
| Betaalde rentelasten op lease verplichtingen (1) | (179) | (334) | |
| Uitgekeerde dividenden | (9 683) | (7 492) | |
| Toename kapitaal | 3 695 | 1 210 | |
| Afname kapitaal | 0 | ||
| Toename financiële verplichtingen | 34 372 | 85 326 | |
| Toename lease verplichtingen | 9 524 | 506 | |
| Afname financiële verplichtingen | (44 108) | (90 932) | |
| Afname lease verplichtingen | (2 079) | (3 236) | |
| NETTO KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (c) | (15 369) | (22 176) | |
| Effect van wisselkoerswijzigingen (d) | 1 280 | (2 101) | |
| Effect van wijziging van de consolidatiekring en reserves voor omrekeningsverschillen opgenomen in de winst- en verliesrekening |
5 | 0 | |
| WIJZIGINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (a)+(b)+(c)+(d)+(e) | 20 669 | (18 792) | |
| Netto kaspositie bij aanvang van de verslagperiode | 37 174 | 55 967 | |
| Netto kaspositie aan het einde van de verslagperiode | 57 844 | 37 174 | |
| WIJZIGINGEN IN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | 20 669 | (18 792) | |
| NETTO VRIJE KASSTROOM (a)+(b)+(1) | 27 662 | (2 074) |
Wat de investerings-/vervreemdingsactiviteiten betreft, werden enkel de kasbetalingen en -ontvangsten gerapporteerd, zoals voorgeschreven onder IAS 7.
* De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van dit kasstroomoverzicht.
steeg van EUR 50,9 miljoen tot EUR 85,6 miljoen, of +68,0% in vergelijking met 2016. Het verschil van EUR 34,6 miljoen is hoofdzakelijk het resultaat van:
De netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten steeg met EUR +33,1 miljoen van EUR +42,5 million tot EUR +75,6 miljoen; na aftrek van de hogere werkkapitaalbehoeften (EUR -2.9 miljoen) als gevolg van de hogere activiteitsgraad en de gestegen grondstofprijzen, en belastingselementen (EUR -7,0 miljoen).
De voornaamste wijzigingen in de werkkapitaalelementen zijn:
Daarnaast werd de netto operationele kasstroom beïnvloed door:
De stijging is voornamelijk het resultaat van EUR 20,6 miljoen hogere netto betalingen voor investeringen in immateriële vaste activa (EUR -3,1 miljoen) en materiële vaste activa (EUR -61,1 miljoen) in vergelijking met vorig jaar. De stijging in investeringsuitgaven heeft voornamelijk te maken met investeringen in de Interiors-fabriek van Most (Tsjechië) nà het brandincident, de afronding van de investeringsprogramma's in Automobiel Interiors (i.e. China) en de lease-back (EUR -9,3 miljoen) van de uitbreiding van de Isolatie-fabriek in Wevelgem (België).
EUR +12,7 miljoen werd gegenereerd door de verkoop van materiële vaste activa (EUR +7,5 miljoen in 2016). Deze desinvesteringen hebben voornamelijk betrekking op (i) de sale-and-lease back van de Isolatie-fabriek in België (EUR +8,8 miljoen) en (ii) de vervreemding van machines in Automobiel Interiors in China (EUR +3,1 miljoen).
Overige leningen & vorderingen daalden met EUR 0,7 miljoen (EUR 8,3 miljoen in 2016) en hebben voornamelijk betrekking op korte- en langetermijn leningen aan dochterondernemingen.
Op het einde van het boekjaar bedroegen 'Geldmiddelen en kasequivalenten' EUR +57,8 miljoen, een stijging met EUR +20,7 miljoen in vergelijking met eind 2016.
De netto vrije kasstroom, dat (i) de netto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten (EUR +75,6 miljoen), (ii) de netto kasstroom uit de investeringsactiviteiten (EUR -40,8 miljoen) en (iii) de betaalde rentelasten op financiële en lease verplichtingen (EUR -7,1 miljoen) omvat, bedraagt EUR +27,7 miljoen, in vergelijking met EUR -2,1 miljoen in 2016.
| in duizend EUR | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| NIET-KASSTROOMBEWEGINGEN | ||||||||||||
| KOST VAN DE SCHULDEN | ||||||||||||
| Groep Recticel | 31 DEC 2016 | KASSTROOM | VERLOPEN RENTEN |
FAIR VALUE VAN AFDEKKINGS INSTRUMENTEN |
ACTUALISATIE AFSCHRIJVINGEN ARRANGEMENTS KOSTEN |
TRANSFER | WISSELKOERS BEWEGINGEN |
31 DEC 2017 | ||||
| Lange termijn schuldverplichtingen | 88 366 | (10 907) | 0 | 0 | 0 | 279 | 264 | 0 | 78 002 | |||
| Korte termijn schuldverplichtingen | 39 647 | 1 172 | 11 | 0 | 331 | 0 | 10 | 3 367 | 44 538 | |||
| Leaseverplichtingen | 12 335 | 7 445 | 0 | 0 | 23 | 0 | 52 | 0 | 19 855 | |||
| Verlopen renteverplichtingen | 6 848 | (7 092) | 6 403 | (2 212) | 0 | 0 | (49) | (1 225) | 2 673 | |||
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten |
147 196 | (9 382) | 6 414 | (2 212) | 354 | 279 | 277 | 2 142 | 145 068 |
| in duizend EUR | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | KAPITAAL | UITGIFTE PREMIES |
EIGEN AANDELEN |
ACTUARIELE WINSTEN EN VERLIEZEN (IAS 19R) |
RESERVES OMREKENINGS VERSCHILLEN |
INDEKKINGS RESERVES |
EIGEN VERMOGEN, VOOR MINDERHEIDS BELANGEN |
MINDERHEIDS BELANGEN |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN, MINDERHEIDS BELANGEN INBEGREPEN |
|
| Per eind van de vorige verslagperiode (31 december 2016) |
135 156 | 126 071 | (1 450) | (17 430) | 24 855 | (11 043) | (4 954) | 251 205 | 0 | 251 205 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | (9 679) | 0 | 0 | (9 679) | 0 | (9 679) |
| Stock opties (IFRS 2) | 0 | 0 | 0 | 263 | 0 | 0 | 0 | 263 | 0 | 263 |
| Kapitaalbewegingen (1) | 1 785 | 1 911 | 0 | (554) | 554 | 0 | 0 | 3 696 | 0 | 3 696 |
| Bewegingen toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij |
1 785 | 1 911 | 0 | (291) | (9 125) | 0 | 0 | (5 720) | 0 | (5 720) |
| Winst en verlies van de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 23 913 | 0 | 0 | 23 913 | 0 | 23 913 |
| Overige totaalresultaat | 0 | 0 | 0 | (4 912) | 1 225 | (5 356) | 1 431 | (7 612) | 0 | (7 612) |
| Per einde van de verslagperiode (31 december 2017) |
136 941 | 127 982 | (1 450) | (22 633) | 40 868 | (16 399) | (3 523) | 261 786 | 0 | 261 786 |
(1) zie toelichtingen II.5.12. en II.5.13.
| in duizend EUR | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | KAPITAAL | UITGIFTE PREMIES |
EIGEN AANDELEN |
ACTUARIELE WINSTEN EN VERLIEZEN (IAS 19R) |
IFRS 2 OVERIGE KAPITAAL RESERVES |
RESERVES | OMREKENINGS VERSCHILLEN |
INDEKKINGS RESERVES |
EIGEN VERMOGEN, VOOR MINDERHEIDS BELANGEN |
MINDERHEIDS BELANGEN |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN, MINDERHEIDS BELANGEN INBEGREPEN |
| Per eind van de vorige verslagperiode (31 december 2015) |
134 329 125 688 | (1 450) | (15 471) | 3 147 | 14 906 | (5 986) | (6 203) | 248 960 | 0 | 248 960 | |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (7 522) | 0 | 0 | (7 522) | 0 | (7 522) |
| Stock opties (IFRS 2) | 0 | 0 | 0 | 0 | (430) | 598 | 0 | 0 | 168 | 0 | 168 |
| Kapitaalbewegingen (1) | 827 | 383 | 0 | 0 | (146) | 146 | 0 | 0 | 1 210 | 0 | 1 210 |
| Herklassering | 0 | 0 | 0 | 0 | (396) | 396 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bewegingen toerekenbaar aan de eigenaars van de moedermaatschappij |
827 | 383 | 0 | 0 | (972) | (6 382) | 0 | 0 | (6 144) | 0 | (6 144) |
| Winst en verlies van de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 330 | 0 | 0 | 16 330 | 0 | 16 330 |
| Overige totaal inkomsten | 0 | 0 | 0 | (4 133) | (1) | 1 | (5 057) | 1 249 | (7 941) | 0 | (7 941) |
| Per einde van de verslagperiode (31 december 2016) |
135 156 126 071 | (1 450) | (19 604) | 2 174 | 24 855 | (11 043) | (4 954) | 251 205 | 0 | 251 205 | |
(1) zie toelichtingen II.5.12. en II.5.13.
Recticel n.v. (de "Vennootschap") is een naamloze onderneming gedomicilieerd in België. De geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap bevat de financiële staten van de Vennootschap, haar dochterondernemingen, haar belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (joint ventures) en in geassocieerde deelnemingen, beiden waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (samen "de Groep" genoemd).
De geconsolideerde financiële staten werden opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS), zoals goedgekeurd binnen de Europese Unie.
IFRS 9 Financiële Instrumenten en de daaropvolgende aanpassingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
De hierboven vernoemde standaarden hebben geen materiële impact op de financiële staten.
• IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten, toepasbaar vanaf 1 januari 2018
IFRS 15 werd uitgegeven mei 2014 en toelichting op IFRS 15 in april 2016 als onderdeel van een convergentieproject met de FASB. De standaard moet worden toegepast voor de rapporteringsperiodes die aanvangen op 1 januari 2018 of later. De standaard vervangt de huidige normen IAS 18 en IAS 11, evenals hun interpretaties.
Een volledige retroactieve toepassing of een gewijzigde retroactieve toepassing is vereist. Een vervroegde toepassing is toegestaan. De Groep is van plan om de nieuwe standaard toe
te passen op de gewenste ingangsdatum op basis van de gewijzigde retrospectieve methode. Bij deze methode zal IFRS 15 alleen toegepast worden op overeenkomsten die niet zijn voltooid op datum van eerste toepassing (1 januari 2018). Dit betekent dat vergelijkende cijfers voor 2017 niet zullen worden aangepast en dat het cumulatieve effect van aanvankelijk toepassing IFRS 15 wordt herkend als een aanpassing in de openingsbalans van de ingehouden winsten 2018.
Het kernprincipe van IFRS 15 bestaat erin dat een entiteit opbrengsten moet erkennen door de overdracht van beloofde goederen of diensten aan klanten in een bedrag te weer te geven dat overeenstemt met de inkomsten die de entiteit mag verwachten in ruil voor die goederen of diensten. De nieuwe standaard volgt een vijfstappenbenadering voor de erkenning van de opbrengsten:
Onder IFRS 15, wordt de opbrengst erkend wanneer een klant controle over een goed of dienst verwerft, m.a.w. als het zowel de mogelijkheid heeft om het gebruik ervan te sturen en de voordelen van het goed of dienst te verkrijgen. De klant verwerft controle op een specifiek moment in de tijd of later op een later tijdstip. IFRS 15 omvat nieuwe richtlijnen om te bepalen of de inkomsten na verloop van tijd of op een punt in de tijd moeten worden erkend. Onder de huidige norm IAS 18, was "overdracht of risico's en voordelen" het belangrijkste element met betrekking tot de tijdsbepaling van de opbrengsten in verband met de verkoop van goederen.
Tijdens 2016, voerde de Vennootschap een eerste beoordeling van IFRS 15 door op het niveau van de moedermaatschappij en haar dochterondernemingen; deze is weliswaar onderhevig aan aanpassingen ten gevolge van een meer gedetailleerde voortschrijdende analyse. In het huidge stadium werd nog geen gedetailleerd overzicht van de belangrijkste contracten opgesteld. De voorlopige bevindingen die hieronder worden besproken, zijn allemaal gebaseerd op gesprekken met controllers van de verschillende operationele segmenten van de Groep, personen die betrokken zijn bij de contractonderhandelingen en business line leidinggevenden.
Zoals uitgelegd in het jaarverslag 2016 heeft de Groep voorlopig geconcludeerd dat onder IFRS 15 sommige matrijzen in Automobiel niet kunnen onderscheiden worden, waardoor deze derhalve gecombineerd worden met de te leveren stukken die op de specifieke matrijzen worden geproduceerd. Dit zal de opname van opbrengsten met betrekking tot deze matrijzen spreiden over een langere periode in vergelijking met de huidige praktijk waarbij opbrengsten worden opgenomen over de bouwperiode van de matrijs door toepassing van het
voltooiingspercentage. De Groep raamt de impact van de gerelateerde aanpassing op het totale eigen vermogen op een bedrag tussen EUR -19 miljoen en EUR -21 miljoen voor belastingen.
• IFRS 9 Financiële instrumenten (herziene versie van 2014), van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2018
In juli 2014 finaliseerde de IASB de hervorming van de boekhouding van financiële instrumenten en publiceerde IFRS 9 (herziene versie van 2014), die de vereisten bevat voor a) de classificatie en waardering van financiële activa en financiële verplichtingen, b) de methodologie voor bijzondere waardevermindering, en c) algemene hedge accounting. IFRS 9 (herziene versie van 2014) vervangt IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering op de datum van inwerkingtreding.
De Groep heeft ervoor gekozen om de vergelijkende bedragen van 2017 voor de impact van IFRS 9 niet te herwerken.
De datum van eerste toepassing (de datum waarop de Groep haar bestaande financiële activa en financiële verplichtingen heeft beoordeeld in het licht van de vereisten van IFRS 9) is 1 januari 2018. Dienovereenkomstig past de Groep de vereisten van IFRS 9 toe op instrumenten die niet uit de balans verwijderd werden per 1 januari 2018 en past de vereisten van IFRS 9 niet toe op instrumenten die al zijn uitgeboekt op 1 januari 2018.
Het management van de Groep overliep en beoordeelde de bestaande financiële activa en verplichtingen van de Groep op 1 januari 2018 op basis van de feiten en omstandigheden die op die datum bestonden en concludeerde dat de initiële toepassing van IFRS 9 de volgende impact heeft op de financiële activa van de Groep wat betreft hun classificatie en waardering:
De financiële activa (niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen) die opgenomen zijn in de categorie "Beleggingen beschikbaar voor verkoop" zoals andere financiële beleggingen, beleggingen beschikbaar voor verkoop, andere beleggingen onder IAS 39, worden aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde via het totaalresultaat. Het management heeft vastgesteld dat de kostprijs een juiste schatting is van de reële waarde van die niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen, omdat er een breed scala aan mogelijke waarderingen tegen reële waarde bestaat en de kostprijs de beste schatting van de reële waarde binnen dat bereik vertegenwoordigt.
Classificatie en waardering van financiële verplichtingen van de Groep wordt niet gewijzigd onder de vereisten van IFRS 9.
Met betrekking tot de waardevermindering van financiële activa vereist IFRS 9 een verwacht kredietverliesmodel in tegenstelling tot een opgelopen model voor kredietverliezen onder IAS 39. Het verwachte kredietverliezenmodel vereist dat de Groep de verwachte kredietverliezen en veranderingen in die verwachte kredietverliezen boekt op elke verslagdatum om veranderingen in kredietrisico weer te geven sinds de eerste opname van de financiële activa.
In het bijzonder vereist IFRS 9 dat de Groep een verliesverrekening boekt voor verwachte kredietverliezen op: 1) handelsvorderingen; 2) leningen aan verbonden partijen; 3) leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten waarop de vereisten voor waardevermindering van IFRS 9 van toepassing zijn; 4) geldmiddelen en kasequivalenten.
IFRS 9 biedt een vereenvoudigde methode voor het meten van de verliescompensatie tegen een bedrag dat gelijk is aan de verwachte kredietverliezen voor handelsvorderingen zonder een significant financieringscomponent (kortlopende handelsvorderingen).
Voor langetermijnleningen aan verbonden partijen wordt het algemene beoordelingsmodel voor bijzondere waardevermindering toegepast. In het bijzonder vereist IFRS 9 dat de Groep de verliesverrekening voor een financieel instrument meet voor een bedrag dat gelijk is aan het verwachte kredietverlies gedurende de levensduur indien het kredietrisico op dat financiële instrument aanzienlijk is toegenomen sinds de eerste opname, of indien het financiële instrument is gekocht of ontstaan financieel vermogen met verminderde kredietwaardigheid.
Anderzijds, als het kredietrisico op een financieel instrument sinds de eerste opname (met uitzondering van een gekocht of ontstaan financieel vermogen met verminderde waarde voor eigen rekening) niet aanzienlijk is toegenomen, is de Groep verplicht de verliesverrekening voor dat financiële instrument te waarderen op een bedrag van gelijk aan 12 maanden verwacht kredietverlies.
Het management heeft geconcludeerd dat het onnodige kosten en moeite zou vergen om het kredietrisico van elke lening te bepalen op hun respectieve data van eerste erkenning. Deze leningen worden ook beoordeeld als kredietrisico anders dan laag. Dienovereenkomstig neemt de Groep levenslange ECL (expected credit loss) voor deze leningen op tot ze niet langer in de balans worden opgenomen.
IFRS 9 past dezelfde metingsbenadering toe op leningverplichtingen en financiële garantiecontracten (anders dan gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening) waar voorheen deze werden gewaardeerd met verwijzing naar IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa.
Alle banksaldi worden op elke rapportagedatum geacht een laag kredietrisico te hebben, aangezien ze worden aangehouden bij gerenommeerde internationale bankinstellingen.
De introductie van het verwachte verliesmodel door IFRS 9 heeft geen materiële impact op de financiële positie of het totaalresultaat van de Groep op de datum van eerste toepassing van IFRS 9.
De nieuwe algemene vereisten voor hedge accounting behouden de drie soorten hedge accounting. Er is echter meer flexibiliteit geïntroduceerd in de soorten transacties die in aanmerking komen voor hedge accounting, met name de verbreding van de soorten instrumenten die in aanmerking komen voor afdekkingsinstrumenten en de soorten risicocomponenten van niet-financiële items die in aanmerking komen voor hedge accounting. Bovendien is de effectiviteitstest gereviseerd en vervangen door een principe van een "economische relatie".
Een retrospectieve beoordeling van de effectiviteit van hedge is ook niet langer nodig. Er zijn ook verbeterde openbaarmakingsvereisten ingevoerd met betrekking tot de risicobeheeractiviteiten van de Groep.
In overeenstemming met IFRS 9's overgangsbepalingen voor hedge accounting heeft de Groep de IFRS 9 hedge accounting vereisten prospectief toegepast vanaf de datum van eerste toepassing op 1 januari 2018. De kwalificerende afdekkingsrelaties van de Groep die van kracht waren op 1 januari 2018, komen ook in aanmerking voor hedge accounting in overeenstemming met IFRS 9 en werden daarom beschouwd als blijvende afdekkingsrelaties. Geen herverdeling van de afdekkingsrelaties was noodzakelijk op 1 januari 2018.
Aangezien de kritieke voorwaarden van de afdekkingsinstrumenten overeenkomen met die van hun overeenkomstige afgedekte posities, blijven alle afdekkingsrelaties effectief onder de vereisten voor effectiviteitsbeoordeling van IFRS 9. De Groep heeft ook geen afdekkingsrelaties aangemaakt onder IFRS 9 die volgens IAS 39 niet zouden hebben voldaan aan de kwalificerende criteria voor hedge accounting.
De toepassing van de IFRS 9 hedge accounting vereisten heeft geen impact op de financiële positie of het totaalresultaat van de Groep op de datum van eerste toepassing van IFRS 9.
• IFRS 16 Lease-overeenkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019)
IFRS 16 vervangt de bestaande verplichtingen uit hoofde van leasingschulden en vertegenwoordigt een belangrijke wijziging in de administratieve verwerking en rapportage van huurcontracten die voorheen als operationele leases werden geclassificeerd, met een aanzienlijke toename van activa als gevolg van de erkenning van de gebruiksrechten en bijbehorende verplichtingen met betrekking tot de huurovereenkomsten die op de balans moeten worden vermeld, evenals een andere opname van contractuele huurkosten. De Groep is bezig met het evalueren van de mogelijke impact van IFRS 16 op de bedragen die worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep. Het is niet praktisch om een redelijke schatting van de impact te geven voordat de beoordeling is voltooid.
Operationele lease overeenkomsten worden verder toegelicht in II.6.1.
De financiële staten zijn opgesteld in euro (EUR), afgerond op het dichtste duizendtal (tenzij anders vermeld). De euro is de valuta van de primaire economische omgeving waarin de Groep actief is. De financiële staten van de buitenlandse deelnemingen worden omgerekend in overeenstemming met de principes, beschreven in de paragraaf 'Vreemde valuta'.
De financiële staten zijn opgesteld op basis van de historische kostprijs, tenzij hieronder anders wordt toegelicht in de waarderingsregels. Investeringen in eigenvermogensinstrumenten die niet genoteerd zijn op een actieve markt en waarvan de reële waarde niet op betrouwbare wijze kan bepaald worden aan de hand van alternatieve waarderingsmethodes, worden gewaardeerd tegen kostprijs.
Verrichtingen in vreemde valuta worden omgerekend aan de wisselkoers die op de datum van de verrichting van toepassing is. Op elke balansdatum worden monetaire activa en verplichtingen die in vreemde valuta zijn uitgedrukt, omgerekend aan de slotkoers. De niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen hun reële waarde in een vreemde munt zijn opgenomen, worden omgerekend aan de wisselkoers die van toepassing was op het ogenblik dat hun reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen die voortvloeien uit dergelijke omrekeningen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Wanneer ze echter uitgesteld worden, worden ze opgenomen in het eigen vermogen.
Met het oog op de voorstelling van de geconsolideerde financiële staten, worden activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteiten van de Groep omgerekend aan de slotkoers. Baten en lasten worden omgerekend aan de gemiddelde wisselkoers over de periode, tenzij de wisselkoersen erg schommelen. De wisselkoersverschillen die hieruit voortvloeien worden opgenomen in het overige totaal resultaat en toegevoegd in het eigen vermogen (toegewezen aan minderheidsbelangen indien van toepassing). Bij het afstoten van een buitenlandse activiteit (in het bijzonder bij het afstoten van het volledige belang van de Groep in de buitenlandse activiteit, of het afstoten waarbij er een verlies van controle ontstaat over een dochteronderneming dat een buitenlandse activiteit bevat, of het verlies van controle over een joint venture vennootschap dat een buitenlandse activiteit bevat, of het verlies van een significante invloed over een geassocieerde onderneming dat een buitenlandse activiteit bevat) wordt het cumulatieve bedrag van de wisselkoersverschillen, dat was opgenomen in het eigen vermogen, in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Daarnaast zal, in relatie met het gedeeltelijk afstoten van een dochteronderneming dat niet resulteert in het verlies van controle van de Groep over deze vennootschap, het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen toegewezen worden aan de minderheidsbelangen en niet opgenomen worden in de resultatenrekeningen. Voor alle overige partiële vervreemdingen (in het bijzonder gedeeltelijke vervreemding van geassocieerde vennootschappen en gezamenlijk gecontroleerde vennootschappen waarbij de Groep geen significante invloed of gemeenschappelijke controle verliest) zal het proportionele deel van de gecumuleerde wisselkoersverschillen geherclassificeerd worden in de resultatenrekeningen.
Goodwill en aanpassingen aan de reële waarde die ontstaan bij het verwerven van een buitenlandse entiteit, worden behandeld als activa en passiva van de buitenlandse entiteit en omgerekend aan de slotkoers.
De geconsolideerde financiële staten omvatten de dochterondernemingen en de belangen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en de geassocieerde deelnemingen die geconsolideerd worden volgens de vermogensmutatiemethode.
De geconsolideerde financiële staten zijn opgesteld op basis van uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor vergelijkbare transacties en gebeurtenissen in soortgelijke omstandigheden.
Alle saldi en transacties, baten en lasten binnen de Groep worden geëlimineerd in de consolidatie.
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de Vennootschap direct of indirect de zeggenschap uitoefent. Zeggenschap is de macht om het financiële en operationele beleid van een entiteit te sturen teneinde voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. De consolidatie van dochterondernemingen vangt aan op de datum waarop Recticel de zeggenschap over die entiteiten verkrijgt en stopt wanneer ze de zeggenschap verliest.
Wijzigingen in het belang van de Groep in een dochteronderneming dat niet resulteert in het verlies van de controle, worden als eigen vermogenstransacties geboekt. De boekwaarde van de belangen van de Groep en de minderheidsbelangen worden aangepast om deze wijzigingen in de relatieve belangen in een dochteronderneming weer te geven. Elke afwijking tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de uitgevoerde of ontvangen betaling wordt onmiddellijk erkend in het eigen vermogen.
Wanneer de Groep echter de controle over een dochteronderneming verliest, dan wordt de winst of het verlies van de verkoop berekend als het verschil tussen (i) de totale reële waarde van de ontvangen betaling en de reële waarde van het overblijvende belang, en (ii) de vroegere boekwaarde van de activa (inclusief goodwill) en de verplichtingen van de dochteronderneming en alle minderheidsbelangen. Bedragen die voordien, voor deze dochterondernemingen, erkend werden in het totaal resultaat worden op dezelfde manier verwerkt (t.t.z. herklassificatie van winst of verlies of rechtstreeks getransfereerd naar de overgedragen resultaten) als zou vereist zijn indien de relevante activa en passiva zouden zijn afgestoten. De reële waarde, op datum van het verlies van de controle, van elke weerhouden investering in de vroegere dochteronderneming, wordt gezien als de reële waarde op het moment van de eerste erkenning onder IAS 39 Financiële instrumenten: Erkenning en Waardebepaling of, indien van toepassing, de kost van de initiële erkenning van een investering in een geassocieerde of gezamenlijk gecontroleerde entiteit.
IFRS 11 vervangt IAS 31 "Belangen in Joint Ventures" en de richtsnoeren uit een gerelateerde interpretatie, SIC-13 "Entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend – Niet-monetaire bijdragen door door deelnemers in een joint venture", zijn opgenomen in IAS 28 (zoals herzien in 2011). In IFRS 11 wordt beschreven hoe een gezamenlijke overeenkomst waarover twee of meer partijen de zeggenschap hebben, moet worden geclassificeerd en administratief moet worden vastgelegd. Overeenkomstig IFRS 11 zijn er slechts twee typen gezamenlijke overeenkomsten: joint operations (gezamenlijke bedrijfsactiviteiten) en joint ventures (gezamenlijke ondernemingen). Bij de classificatie van gezamenlijke overeenkomsten wordt onder IFRS 11 uitgegaan van de rechten en verplichtingen van de entiteiten die partij zijn bij een gezamenlijke overeenkomst, en wordt er rekening gehouden met de structuur, de rechtsvorm van de overeenkomst, de contractuele voorwaarden zoals overeengekomen door de entiteiten die partij zijn bij de overeenkomst en, indien van toepassing, met andere feiten en omstandigheden. Een joint operation is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (zijnde: de gezamenlijke exploitanten), rechten hebben op de activa en aansprakelijk zijn voor de verplichtingen die verband houden met de overeenkomst. Een joint venture is een gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de overeenkomst hebben (zijnde: de gezamenlijke ondernemingen), rechten hebben op de nettoactiva van de overeenkomst. Voorheen was er onder IAS 31 sprake van drie typen gezamenlijke overeenkomsten: entiteiten onder gezamenlijke zeggenschap, bedrijfsactiviteiten onder gezamenlijke zeggenschap en activa onder gezamenlijke zeggenschap. Voor de classificatie van gezamenlijke overeenkomsten werd onder IAS 31 in de eerste plaats uitgegaan van de rechtsvorm van de overeenkomst (bv.: een gezamenlijke overeenkomst die middels een aparte entiteit werd gesloten, werd als een entiteit onder gezamenlijke zeggenschap beschouwd).
Het opzetten en bijhouden van de boekhouding van joint ventures verschilt van die van joint operations. Bij de boekhouding van beleggingen in joint ventures wordt gebruik gemaakt van de vermogensmutatiemethode (proportionele consolidatie is niet langer toegestaan). De boekhouding van beleggingen in joint operations gebeurt als volgt: iedere exploitant in de overeenkomst neemt zijn eigen activa (inclusief zijn aandeel in activa die in gezamenlijk bezit zijn), passiva (inclusief zijn aandeel in gezamenlijk gedragen passiva), opbrengsten (inclusief zijn aandeel in opbrengsten uit de verkoop van de output van de joint operation) en uitgaven (inclusief zijn aandeel in gezamenlijk gedragen uitgaven) op. Iedere exploitant in de overeenkomst houdt de activa en passiva bij, alsook de opbrengsten en uitgaven met betrekking tot zijn belang in de joint operation overeenkomstig de toepasselijke normen.
7
De bestuurders van de Groep voerden een herziening en beoordeling uit van de classificatie van de beleggingen in gezamenlijke overeenkomsten van de Groep, conform de vereisten van IFRS 11. De bestuurders kwamen tot de conclusie dat de beleggingen van de Groep in Eurofoam en in Proseat, die overeenkomstig IAS 31 als entiteit onder gezamenlijke zeggenschap werden geclassificeerd en volgens de proportionele consolidatiemethode werden verwerkt, overeenkomstig IFRS 11 als joint venture moeten worden geclassificeerd en middels de vermogensmutatiemethode moeten worden verwerkt.
De resultaten en de activa en passiva van joint ventures en geassocieerde deelnemingen zijn in deze geconsolideerde financiële staten verwerkt volgens de
vermogensmutatiemethode, behalve wanneer de investering geclassificeerd is als aangehouden voor verkoop. In dat geval wordt de investering verwerkt in overeenstemming met IFRS 5 "Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten". In overeenstemming met de vermogensmutatiemethode wordt een investering in een joint venture en geassocieerde deelneming aanvankelijk in de geconsolideerde financiële staten van de financiële positie opgenomen tegen kostprijs en later aangepast om het aandeel van de Groep in de winst of het verlies en het overige totaal resultaat ('comprehensive income') van de joint venture en geassocieerde deelneming weer te geven. Wanneer het aandeel van de Groep in het verlies van een joint venture en geassocieerde deelneming het belang van de Groep in die joint venture en geassocieerde deelneming overstijgt (met inbegrip van eventuele langetermijnbelangen die, in hoofdzaak, deel uitmaken van de netto kapitaalsinvesteringen van de Groep in de joint venture en geassocieerde deelneming) beëindigt de Groep de opname van zijn aandeel in de toekomstige verliezen. Bijkomende verliezen worden alleen gewaardeerd voor zover de Groep juridische of feitelijke verplichtingen heeft opgelopen of betalingen heeft uitgevoerd in naam van de joint venture en geassocieerde deelneming.
Elk positief verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van een joint venture en geassocieerde deelneming, gewaardeerd op de overnamedatum, wordt gewaardeerd als goodwill, die wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering. Elk positief verschil tussen het aandeel van de Groep in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en de aankoopprijs, na herwaardering, wordt direct in de winst- en verliesrekening gewaardeerd.
IAS 28.28 staat alleen de opname toe van de winst of het verlies uit stroomafwaartse transacties "voor zover het gaat om niet-verbonden beleggers in de geassocieerde deelneming of joint venture". De standaard richt zich echter niet specifiek op
de verwerking van inkomsten uit transacties met investeringen in vermogensmutatiemethoden (bijvoorbeeld inkomsten uit de verkoop van goederen of rentebaten) en of die opbrengsten moeten worden geëlimineerd uit de geconsolideerde jaarrekening.
Met betrekking tot de verwerking van inkomsten uit transacties met joint ventures en geassocieerde deelnemingen (bijvoorbeeld verkoopdiensten, rentebaten, ...), heeft de Groep ervoor gekozen om zijn belang in deze transacties niet weg te nemen. Recticel ontvangt bijvoorbeeld EUR 100 rentebaten op een lening verstrekt aan een 50/50 joint venture. Volgens de door Recticel toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving zouden deze rentebaten worden verantwoord als EUR 100 rentebaten van de Groep. De kosten die door de joint venture worden gemaakt, zouden proportioneel (50%) worden verwerkt via "resultaten in joint ventures en geassocieerde ondernemingen" zonder enige aanpassing aan te brengen voor het proportionele belang dat Recticel aanhoudt.
De vereisten van IAS 39 worden toegepast om te bepalen of het noodzakelijk is om bijzondere
waardeverminderingsverliezen op te nemen met betrekking tot de investering van de Groep in een joint venture en geassocieerde deelneming. Indien nodig wordt de totale boekwaarde van de investering (inclusief goodwill) getoetst op bijzondere waardevermindering overeenkomstig IAS 36 "Bijzondere waardevermindering van activa" als een individueel actief door de realiseerbare waarde ervan (de hoogste van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus de verkoopkosten) te vergelijken met de boekwaarde. Alle opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen maken deel uit van de boekwaarde van de investering. Alle terugnemingen van bijzondere waardeverminderingsverliezen worden gewaardeerd overeenkomstig IAS 36 voor zover de realiseerbare waarde van de investering vervolgens stijgt.
Bij afstoting van een joint venture en geassocieerde deelneming waardoor de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest, worden alle overblijvende investeringen gewaardeerd tegen hun reële waarde op die datum en wordt de reële waarde beschouwd als de reële waarde bij de initiële waardering als financieel actief in overeenstemming met IAS 39. Het verschil tussen de eerdere boekwaarde van de joint venture en geassocieerde deelneming die toewijsbaar is aan het overblijvende belang en zijn reële waarde is opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies bij de afstoting van de joint venture en geassocieerde deelneming. Daarnaast boekt de Groep alle eerder gewaardeerde bedragen in het overige totaal resultaat ('comprehensive income') met betrekking tot die joint venture en geassocieerde deelneming op dezelfde basis als zou zijn vereist wanneer die joint venture en geassocieerde deelneming de betreffende activa en verplichtingen meteen zou hebben afgestoten. Daartoe zal de Groep, wanneer winst of verlies die eerder werden gewaardeerd als overige totaal resultaat ('comprehensive income') door die joint venture en
geassocieerde deelneming zouden worden geherclassificeerd als winst of verlies bij de afstoting van de betreffende activa of verplichtingen, de winst of het verlies herclassificeren vanuit het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening (aanpassing van de herclassificatie) wanneer de Groep invloed van betekenis in die joint venture en geassocieerde deelneming verliest.
Overnames van activiteiten worden geboekt volgens de acquisitiemethode. De prijs voor elke overname wordt bepaald als de som van de reële waarden (op datum van de betaling) van de overhandigde activa, de overgenomen of vermoede verplichtingen, en de eigen vermogensinstrumenten uitgegeven door de Groep in ruil voor de controle over de overgenomen partij. Kosten in verband met de overname worden in de resultatenrekeningen opgenomen.
Wanneer Recticel een entiteit of bedrijfsactiviteit overneemt, worden de identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen partij op datum van de aanschaf opgenomen aan hun reële waarde; behalve voor:
Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen de som van de overgemaakte betalingen, het bedrag van elke minderheidsbelang in de overgenomen partij, en de reële waarde van de door de overnemer voordien aangehouden belang (indien van toepassing) in het eigen vermogen van de overgenomen partij, boven het netto bedrag van de overgenomen activa en verplichtingen op de datum van overname. Wanneer dit verschil negatief is, wordt het surplus, na een herbeoordeling van de reële waarden, onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen als een winst uit een koopje.
Minderheidsbelangen die huidige eigendomsbelangen zijn en die de houders een proportioneel recht in de netto activa van de entiteit geeft in geval van liquidatie, mogen initieel bepaald worden aan hun reële waarde of aan het proportioneel deel van de erkende bedragen van de geïdentificeerde netto activa van de overgenomen partij. De bepalingskeuze hangt van transactie tot transactie.
Indien Recticel zijn belang verhoogt in een deelneming waarin het nog niet de controle had (in principe verhoging van het deelnemingspercentage kleiner of gelijk aan 50% tot 51% en meer) (bedrijfscombinaties uitgevoerd in verschillende fases), dan wordt het door de Groep aangehouden belang in de overgenomen partij geherwaardeerd aan de reële waarde op datum van de overname (t.t.z. datum waarop de Groep de controle verwerft), en de hieruit resulteerde winst of verlies, indien van toepassing, wordt herkend in de resultatenrekening.
Indien de initiële boekhoudkundige verwerking van bedrijfscombinaties onvolledig is op het einde van de rapporteringsperiode waarin deze hebben plaatsgevonden, dan zal de Groep voorzieningen aanleggen voor deze elementen die nog onvolledig zijn. Deze voorzieningen worden aangepast tijdens de bepalingsperiode (maximum één jaar na de aanschaffingsdatum), of bijkomende activa of verplichtingen zullen worden erkend, opdat zodoende alle nieuw verkregen informatie inzake de bestaande feiten en omstandigheden op datum van de overname; indien gekend; de bedragen zodanig zouden bijstellen als zouden deze gekend zijn geweest op die datum.
Immateriële activa met bepaalde gebruiksduur die afzonderlijk zijn verworven, worden geboekt tegen kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. Afschrijvingen worden gewaardeerd op lineaire basis over de geschatte gebruiksduur. De geschatte gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden aan het eind van elke verslagperiode beoordeeld, waarbij de gevolgen van eventuele wijzigingen in de schattingen prospectief worden gewaardeerd. Immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur die afzonderlijk zijn verworven, worden geboekt tegen kostprijs minus de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten worden gewaardeerd als een uitgave in de periode waarin ze zijn gebeurd.
Een intern gegenereerd immaterieel actief dat afkomstig is uit ontwikkeling (of uit de ontwikkelingsfase van een intern project) wordt alleen, en alleen dan gewaardeerd als alle hiernavolgende voorwaarden aanwezig zijn:
de intentie om het immateriële actief te voltooien en te gebruiken of te verkopen;
de wijze waarop het immateriële actief wellicht toekomstige economische voordelen zal opleveren;
Het initieel gewaardeerde bedrag voor intern gegenereerde immateriële activa is de som van de opgelopen uitgaven vanaf de datum waarop het immateriële actief voor het eerst voldoet aan de hierboven vermelde waarderingscriteria. Wanneer er geen intern gegenereerd immaterieel actief kan worden gewaardeerd, worden de uitgaven voor ontwikkeling opgenomen in de winst- en verliesrekening op het moment dat ze zich voordoen.
Immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie en die afzonderlijk van de goodwill worden gewaardeerd, worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum (die wordt beschouwd als de kostprijs).
Na de eerste opname in de balans worden immateriële activa die zijn verworven in het kader van een bedrijfscombinatie gewaardeerd tegen kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde basis als immateriële activa die afzonderlijk zijn verworven.
Een immaterieel actief wordt afgeboekt bij de verkoop, of wanneer er uit het gebruik of de verkoop geen toekomstige economische voordelen worden verwacht. Winst of verlies als gevolg van de afboeking van een immaterieel actief, berekend als het verschil tussen de netto-opbrengsten uit de verkoop en de boekwaarde van het actief, worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het actief wordt afgeboekt.
Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen de som van de overgemaakte betalingen, het bedrag van elke minderheidsbelang in de overgenomen partij, en de reële waarde van de door de overnemer voordien aangehouden belang (indien van toepassing) in het eigen vermogen van de overgenomen partij, boven het netto bedrag van de overgenomen activa en verplichtingen op de datum van overname.
Goodwill dat voortkomt uit de overname van een activiteit wordt gewaardeerd aan zijn kostprijs minus alle afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen, indien van toepassing, en wordt apart vermeld in de geconsolideerde financiële staten.
Goodwill wordt minstens jaarlijks onderworpen aan een test op bijzondere waardevermindering. Elk bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk opgenomen in de winst- en verliesrekening en wordt nadien niet meer teruggenomen.
Bij afstoting van een dochteronderneming, geassocieerde deelneming of entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend, wordt de gerelateerde goodwill opgenomen in de bepaling van de winst of het verlies van de afstoting.
Een materieel vast actief wordt opgenomen indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het actief naar de Groep zullen vloeien en indien de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. Na de opname worden alle materiële vaste activa gewaardeerd aan hun kostprijs, verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, met uitzondering van gronden die niet worden afgeschreven. De kostprijs omvat alle directe kosten en alle rechtstreeks toerekenbare kosten om het actief op de locatie en in de staat te krijgen die noodzakelijk is om te functioneren op de beoogde wijze.
Materieel vast actief in opbouw voor productie-, leverings- of administratieve doeleinden worden opgenomen aan kostprijs, minus eventuele erkende waardeverminderingen. De kostprijs omvat professionele honoraria en, voor gekwalificeerde activa, de gekapitaliseerde financieringskosten in overeenstemming met de boekhoudregels van de Groep. Deze materiële activa worden onder de gepaste categorieën van gebouwen en machines geklasseerd wanneer ze voltooid en klaar voor gebruik zijn. De afschrijvingen van deze activa starten, op dezelfde basis als de overige vaste activa, wanneer deze klaar zijn voor het beoogde gebruik.
Latere uitgaven verbonden aan een materieel vast actief worden als last opgenomen wanneer ze gedaan worden.
De verschillende categorieën van materiële vaste activa worden aan de hand van de lineaire methode afgeschreven over hun geschatte gebruiksduur. De afschrijving vangt aan op het moment dat de activa klaar zijn voor hun beoogde gebruik. De geschatte gebruiksduur, restwaarden en afschrijvingsmethode worden op het einde van elke verslagperiode herbekeken met het oog op het inschatten van het effect van elke wijziging hiervan op de verwachte rapportering.
De geschatte gebruiksduur van de belangrijkste materiële vaste activa ligt binnen de volgende vorken:
| Grondverbeteringswerken | : 25 jaar |
|---|---|
| Administratieve gebouwen | : 25 tot 40 jaar |
| Industriële gebouwen | : 25 jaar |
| Fabrieken | : 10 tot 15 jaar |
| Machines | |
| Zware installaties | : 11 tot 15 jaar |
| Halfzware installaties | : 8 tot 10 jaar |
| Lichte installaties | : 5 tot 7 jaar |
| Preoperationele kosten | : 5 jaar maximum |
| Uitrustingen | : 5 tot 10 jaar |
| Meubilair | : 5 tot 10 jaar |
| Hardware | : 3 tot 10 jaar |
| Rollend materieel | |
| Wagens | : 4 jaar |
| Vrachtwagens | : 7 jaar |
De winst of het verlies als gevolg van de buitengebruikstelling of vervreemding van een actief wordt bepaald als zijnde het verschil tussen de netto-opbrengst bij vervreemding en de boekwaarde van het actief. Dit verschil wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Lease-overeenkomsten worden ingedeeld als financiële lease indien ze nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen overdragen. Alle andere lease-overeenkomsten worden ingedeeld als operationele lease.
Activa aangehouden onder financiële lease worden opgenomen als activa van de Groep tegen de reële waarde of, indien lager, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Beide worden bepaald op het tijdstip van het aangaan van de lease-overeenkomst.
De overeenkomstige verplichting tegenover de "lessor" wordt in de balans opgenomen als een financiële leaseverplichting. De leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen, zodat een constante periodieke rente bekomen wordt over het resterende saldo van de verplichting.
Geleasde activa worden afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur, waarbij de afschrijvingsgrondslagen consistent zijn met de afschrijvingsgrondslagen voor activa in eigendom. Indien de "lessee" aan het einde van de leaseperiode de eigendom niet verkrijgt, wordt het actief volledig afgeschreven over de leaseperiode of de gebruiksduur indien deze laatste korter is.
Lease-overeenkomsten waarbij nagenoeg alle aan de eigendom verbonden risico's en voordelen bij de "lessor" blijven, worden ingedeeld als operationele lease. Leasebetalingen op grond van een operationele lease worden op tijdsevenredige basis als last opgenomen gedurende de leaseperiode. Voordelen, ontvangen of te ontvangen, om een
operationele lease-overeenkomst aan te gaan, worden lineair opgenomen over de leaseperiode.
Naast de goodwill en immateriële vaste activa met een onbepaalde gebruiksduur, die minstens jaarlijks onderworpen worden aan een test op bijzondere waardevermindering, gebeurt deze toets ook voor immateriële activa en materiële vaste activa wanneer er een indicatie is dat hun boekwaarde lager zou kunnen zijn dan hun realiseerbare waarde. Indien een actief geen instroom van kasmiddelen genereert die onafhankelijk is van andere activa, schat de Groep de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten of de bedrijfswaarde en de boekwaarde. Voor de berekening van de reële waarde of de bedrijfswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen verdisconteerd naar hun contante waarde aan de hand van een pre-tax discontovoet die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdwaarde van geld en de specifieke risico's van het actief waarvoor de geschatte toekomstige kasstromen niet werden aangepast.
Indien de realiseerbare waarde van een actief (of kasstroomgenererende eenheid) lager geschat wordt dan zijn boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) verlaagd tot zijn realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt onmiddellijk als een last opgenomen.
Indien een bijzonder waardeverminderingsverlies daarna wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) verhoogd tot de herziene schatting van zijn realiseerbare waarde, maar enkel zo dat de verhoogde boekwaarde niet hoger is dan de boekwaarde die zou zijn bepaald als in de voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) was opgenomen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op goodwill worden echter nooit teruggenomen.
Vaste activa en beëindigde bedrijfsactiviteiten worden ondergebracht in de rubriek aangehouden voor verkoop indien hun boekwaarde voornamelijk kan gerealiseerd worden door een verkoopstransactie en niet door hun voortgezet gebruik. Deze voorwaarde wordt als voldaan geacht, enkel en alleen wanneer de verkoop een hoge waarschijnlijkheid heeft en de activa (of beëindigde bedrijfsactiviteiten) zich in een toestand van onmiddellijke verkoopbaarheid bevinden. Het management moet daarenboven ervan overtuigd zijn dat de verkoop, in haar geheel, kan gerealiseerd worden binnen het jaar vanaf het tijdstip van deze classificatie.
Vaste activa en beëindigde bedrijfsactiviteiten die gekwalificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd aan de laagste waarde tussen de boekwaarde en de reële waarde (fair value) verminderd met de verkoopskosten.
Een vastgoedbelegging, wat een onroerende belegging is die wordt aangehouden om huuropbrengsten, een waardestijging of beide te realiseren, wordt op balansdatum gewaardeerd aan reële waarde. Winsten of verliezen die voortvloeien uit een wijziging in de reële waarde van een vastgoedbelegging moeten worden opgenomen in de resultaten over de periode waarin ze ontstaan.
Investeringen worden opgenomen of niet langer opgenomen op de transactiedatum, de datum waarop een entiteit zich verbindt om een actief te kopen of te verkopen. Financiële investeringen worden gewaardeerd aan de reële waarde van de betaalde vergoeding, vermeerderd met de transactiekosten.
Investeringen aangehouden voor handelsdoeleinden of "beschikbaar voor verkoop" worden opgenomen aan hun reële waarde. Indien investeringen worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden de winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde opgenomen in de winst- en verliesrekening over die periode.
Bij voor verkoop beschikbare investeringen worden winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen totdat het financieel actief wordt verkocht of onderhevig is aan een bijzondere waardevermindering. In dat geval wordt de cumulatieve winst of verlies die voorheen opgenomen was in het eigen vermogen, opgenomen in de winst of het verlies over de periode.
Deelnemingen die niet ingedeeld zijn als beschikbaar voor verkoop, die niet genoteerd zijn op een actieve markt en waarvoor de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald aan de hand van alternatieve waarderingsregels, worden aan kostprijs gewaardeerd.
Financiële investeringen die tot einde looptijd worden aangehouden, worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, door toepassing van de effectieve-rentemethode. Dit geldt niet voor korte-termijndeposito's, aangezien die gewaardeerd worden tegen hun kostprijs.
Het bijzondere waardeverminderingsverlies van een financieel actief dat tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd wordt, is gelijk aan het verschil tussen de boekwaarde en de geschatte toekomstige instroom van kasmiddelen, verdisconteerd tegen de initiële effectieve rentevoet. De bijzondere waardevermindering voor een financieel actief dat voor
verkoop beschikbaar is, wordt berekend aan de hand van de huidige reële waarde ervan.
Voor elk materieel financieel actief wordt op individuele basis een bijzondere waardeverminderingstest uitgevoerd. Andere activa worden getest als groepen van financiële activa met gelijkaardige eigenschappen wat kredietrisico betreft.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Met betrekking tot activa die voor verkoop beschikbaar zijn, worden in het geval van een bijzonder waardeverminderingsverlies de gecumuleerde negatieve veranderingen in reële waarde die voorheen opgenomen werden bij het eigen vermogen, nu getransfereerd naar de winst-en-verliesrekening.
Het bijzondere waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de terugname objectief toegeschreven kan worden aan een gebeurtenis die plaatsvond nadat de bijzondere waardevermindering erkend werd.
Voor financiële activa die gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs en financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop, wordt de terugname opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Voor financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop en die eigen-vermogensinstrumenten voorstellen, wordt de terugname rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen. Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot activa die tegen kostprijs gewaardeerd worden, mogen niet teruggenomen worden.
De Groep boekt een financieel actief slechts af wanneer de contractuele rechten op de instroom van kasmiddelen uit het actief vervallen, of wanneer de groep het financieel actief en nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen van het actief transfereert naar een andere entiteit. Als de Groep niet nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen transfereert of behoudt en het getransfereerde actief blijft beheren, dan neemt de Groep het behouden belang in het actief op, evenals de daaraan verbonden verplichting voor de bedragen die ze eventueel moet betalen.
Als de Groep nagenoeg alle aan het eigendom verbonden risico's en voordelen van een getransfereerd financieel actief behoudt, dan blijft de Groep het financieel actief opnemen en neemt het ook een krediet op onderpand op voor de inkomsten die hierbij ontvangen worden.
Bij het volledig afboeken van een financieel actief in zijn geheel, wordt het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de som van de ontvangen en te ontvangen vergoeding en de cumulatieve winst of verlies die opgenomen werden in overige totaal inkomsten (comprehensive income) en geaccumuleerd in het eigen vermogen, opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Bij het gedeeltelijk afboeken van een financieel actief anders dan in zijn geheel (bv. wanneer de Groep de mogelijkheid behoudt om een gedeelte van een getransfereerd actief opnieuw aan te kopen), verdeelt de Groep de voorafgaande boekwaarde van het financieel actief tussen het deel dat de Groep blijft opnemen bij aanhoudende betrokkenheid, en het deel dat de Groep niet langer opneemt op basis van de relatieve reële waarde van die delen op het moment van de transfer.
Het verschil tussen de boekwaarde die toegekend wordt aan het deel dat niet langer opgenomen wordt en de som van de vergoeding die ontvangen werd voor het deel dat niet langer opgenomen wordt en eventuele cumulatieve winst of verlies die eraan toegekend wordt en die opgenomen werd in overige totaal inkomsten (comprehensive income), wordt opgenomen in de winst-of-verliesrekening.
Een cumulatieve winst of verlies die opgenomen werd in overige totaal inkomsten (comprehensive income), wordt verdeeld tussen het deel dat opgenomen blijft en het deel dat niet langer opgenomen wordt op basis van de relatieve reële waarde van die delen.
Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs en de opbrengstwaarde. De kostprijs van voorraden omvat directe materiaalkosten en, indien van toepassing, directe arbeidskosten. Daarnaast omvat de kostprijs ook die kosten die gemaakt zijn om de voorraden op hun huidige locatie en in de huidige staat te brengen. De kostprijs wordt berekend aan de hand van de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs.
De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten tot voltooiing en de kosten nodig om de verkoop te realiseren.
Kortlopende vorderingen worden opgenomen tegen hun nominale waarde, verminderd met de gepaste voorzieningen voor de geschatte dubieuze vorderingen.
Rentedragende financiële verplichtingen en eigenvermogensinstrumenten worden geclassificeerd op basis van de economische realiteit van de contractuele overeenkomst. Een eigen-vermogensinstrument is een contract dat het overblijvend recht omvat op een belang in de activa van de Groep, na aftrek van alle verplichtingen.
Eigen-vermogensinstrumenten uitgegeven door de Vennootschap worden opgenomen tegen de ontvangen vergoedingen, verminderd met de directe uitgiftekosten.
De onderdelen van samengestelde instrumenten (bv. converteerbare effecten) die door het Vennootschap zijn uitgegeven, worden apart geclassificeerd als financiële verplichtingen en eigen vermogen in overeenstemming met de economische realiteit van de contractuele overeenkomsten en de bepalingen van een financiële verplichting en een eigen-vermogensinstrument.
Op het moment dat de conversieoptie wordt geregeld door het uitwisselen van een vastgesteld bedrag aan geldmiddelen of een ander financieel actief voor een vastgesteld aantal van de eigen-vermogensinstrumenten van het Vennootschap, wordt het samengesteld instrument geherkwalificeerd tot een eigen-vermogensinstrument.
Op de datum van uitgave wordt de reële waarde van de financiële verplichtingscomponent geschat op basis van de heersende marktrentevoet voor gelijkaardige nietconverteerbare instrumenten. Dat bedrag wordt opgenomen als een verplichting tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode tot het vervalt bij conversie of op de vervaldatum van het instrument.
De waardering van de conversieoptie die als eigen vermogen geclassificeerd wordt, wordt bepaald door het bedrag van de verplichtingscomponent af te trekken van de reële waarde van het samengestelde instrument als geheel. Dit wordt verdeeld en opgenomen in eigen vermogen, na aftrek van het effect van inkomstenbelasting, en wordt daaropvolgend niet opnieuw bepaald.
Bovendien blijft de conversieoptie die als eigen vermogen geclassificeerd is, in het eigen vermogen tot de conversieoptie uitgevoerd is, en in dit geval wordt het saldo dat in het eigen vermogen opgenomen is getransfereerd naar financiële verplichting.
Wanneer de conversieoptie onuitgevoerd blijft op de vervaldatum van het converteerbare schuldpapier, wordt het saldo dat in het eigen vermogen opgenomen is, getransfereerd naar financiële verplichting. Er wordt geen winst of verlies opgenomen in de winst-of-verliesrekening bij conversie of uitdoven van de conversieoptie.
Transactiekosten die verband houden met de uitgave van de converteerbare effecten worden verdeeld tussen de verplichtingscomponent en de eigen-vermogenscomponent in verhouding tot de indeling van de bruto-opbrengst. Transactiekosten in verband met de eigenvermogenscomponent worden rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen. Transactiekosten in verband met de verplichtingscomponent worden opgenomen in de boekwaarde van de verplichtingscomponent en worden afgeschreven over de duurtijd van de converteerbare effecten op basis van de effectieverentemethode.
Financiële verplichtingen worden tegen reële waarde geclassificeerd via de winst-en-verliesrekening ("RWWV" of "FVTPL", fair value through profit and loss) als zij aangehouden zijn voor trading. Financiële verplichtingen tegen RWWV worden aan reële waarde opgenomen, waarbij de resulterende winst of verlies opgenomen wordt in de winst-enverliesrekening. Een financiële verplichting wordt in deze categorie geplaatst als deze in principe verworven werd met verkoop op korte termijn als doel. Afgeleide producten worden ook als RWWV gecategoriseerd tenzij zij als afdekking worden opgenomen en effectief zijn.
In overeenstemming met de wetten en gebruiken van elk land, beschikken de verbonden entiteiten over toegezegdpensioenregelingen of toegezegde-bijdragenregelingen.
Betalingen aan toegezegde-bijdrageregelingen worden als last opgenome op het moment dat deze verschuldigd zijn. Het is de politiek van de Groep om voor nieuw aangeworven personeelsleden, daar waar mogelijk en gepast, toegezegdebijdragenregelingen te hanteren.
Het bedrag dat uit hoofde van toegezegdepensioenregelingen op balans wordt opgenomen, is de contante waarde van de toegezegde-pensioenregelingen verminderd met de reële waarde van eventuele fondsbeleggingen.
Indien het bedrag dat in de balans wordt opgenomen negatief is, bedraagt het maximaal het totaal van de contante waarde van terugbetalingen uit de regeling of verlagingen van toekomstige bijdragen aan de regeling.
In de winst- en verliesrekening worden de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten (inclusief de inkrimpingen), de afrekenings- en de administratiekosten en de pensioenkosten m.b.t. verstreken diensttijd opgenomen in de rubriek "overige bedrijfsinkomsten en -uitgaven", terwijl de netto rentekost wordt opgenomen in de rubriek "andere financiële opbrengsten en kosten".
De contante waarde van de verplichting uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen en de gerelateerde aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en pensioenkosten van verstreken diensttijd worden berekend door erkende actuarissen aan de hand van de 'projected unit credit' methode.
De discontovoet is gebaseerd op de geldende rendementen van kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties (in het bijzonder AA bedrijfsobligaties) met looptijden die de periode van de toegezegde verplichtingen benaderen.
De reële waarde van de collectieve verzekeringscontracten die overeenkomen met het bedrag en de timing van sommige of alle vergoedingen uit hoofde van het plan, wordt geacht overeen te komen met de contante waarde van de gerelateerde verplichtingen.
De actuariële winsten en verliezen, die voortvloeien uit verschillen tussen de vroegere actuariële hypothesen en de huidige ervaring of uit wijzigingen in de actuariële hypothesen, worden voor elke toegezegde-pensioenregeling afzonderlijk berekend en worden opgenomen in het totaal resultaat. De activa winsten en verliezen en het effect van de wijzigingen in het activaplafond, exclusief de bedragen opgenomen in de netto renten, worden ook opgenomen in het totaal resultaat.
Pensioenkosten m.b.t. verstreken diensttijd, die ontstaan uit wijzigingen aan de regeling, worden onmiddellijk als een last opgenomen.
Toegezegde-bijdrageregelingsplannen in België en Zwitserland zijn 'hybride' pensioenregelingen die kwalificeren als toegezegd-pensioenregelingen voor IFRS-doeleinden, omdat zij volgens de wet onderworpen zijn aan een minimum gegarandeerd rendement en deze een minimum lijfrente conversieratio's moeten garanderen. Er is bijgevolg een risico dat de Vennootschap aanvullende bijdragen moet betalen die verband houden met het verleden dienstprestaties. Dergelijke extra bijdragen zijn afhankelijk van de werkelijke rendementen en de toekomstige ontwikkeling van de minimumgaranties.
De entiteit dient een verplichting en een uitgave voor beëindigingsvoordelen te erkennen op de vroegste van volgende data: (a) wanneer de entiteit zich niet langer kan onttrekken aan het voorstel van deze voordelen; en (b) wanneer de entiteit reorganisatielasten erkent die binnen de draagwijdte van IAS 37 vallen en wanneer dit de betaling van beëindigingsvoordelen met zich meebrengt.
Op aandelen gebaseerde betalingen aan werknemers en anderen die soortgelijke diensten verlenen, worden gewaardeerd aan de reële waarde (fair value) van de eigen vermogensinstrumenten op het moment van hun toekenning. De reële waarde (fair value) wordt bepaald aan de hand van een Black & Scholes model. Overige details over hoe de reële waarde van de op aandelen gebaseerde betalingen werden bepaald wordt verder in de toelichtingen beschreven.
De reële waarde (fair value) zoals bepaald op de datum van toekenning van de op aandelen gebaseerde betalingen worden in kosten genomen, waarbij deze kosten lineair worden gespreid over de wachtperiode (vesting period), dewelke gebaseerd is op de door de Groep verwachte looptijd waarover de aandelen zullen gevestigd worden.
Deze politiek wordt toegepast op alle op aandelen gebaseerde betalingen die werden toegekend na 07 november 2002 en die onvoorwaardelijk zijn geworden na 01 januari 2005. Geen enkel bedrag werd opgenomen in de financiële staten voor eventueel andere op aandelen gebaseerde betalingen.
Voorzieningen worden in de balans opgenomen wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden die waarschijnlijk zal leiden tot een toekomstige uitstroom van middelen en waarvan het bedrag op betrouwbare wijze kan bepaald worden.
Voorzieningen voor productwaarborgen worden opgenomen op de datum waarop de relevante goederen verkocht worden tegen de beste schatting van de uitgave die nodig is om de verplichting van de Groep af te wikkelen.
Voorzieningen voor reorganisatiekosten worden opgenomen indien de Groep over een gedetailleerd formeel plan voor de reorganisatie beschikt dat reeds voor de balansdatum werd meegedeeld aan de betrokken partijen.
Rentedragende financiële verplichtingen worden opgenomen tegen de ontvangen vergoedingen, verminderd met de opgelopen transactiekosten.
Rentedragende financiële verplichtingen worden vervolgens gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs aan de hand van de effectieve-rentemethode. Elk verschil tussen de vergoedingen (na aftrek van de transactiekosten) en de aflossingswaarde (met inbegrip van te betalen premies bij aflossing) wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode van de financiering.
Handelsverplichtingen die niet-rentedragend zijn worden gewaardeerd aan hun kostprijs, wat overeenkomt met de reële waarde van het te betalen bedrag.
Afgeleide financiële instrumenten worden als volgt verwerkt:
Wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan is vastgesteld dat ze effectieve afdekkingen zijn voor toekomstige kasstromen worden direct in het eigen vermogen opgenomen, terwijl het niet-effectieve deel van de winst of het verlies op het afdekkingsinstrument in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen. Indien de kasstroomafdekking van een vaststaande toezegging of een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie resulteert in de opname van een actief of een verplichting dan worden, op het ogenblik van de opname, de verbonden winsten en verliezen op het afgeleide instrument die voorheen in het eigen vermogen waren opgenomen, nu opgenomen in de initiële
waardering van het actief of de verplichting. Voor afdekkingen die niet resulteren in de opname van een actief of een verplichting, worden bedragen die waren uitgesteld in het eigen vermogen opgenomen in de winst- en verliesrekening over dezelfde periode waarin het afgedekte item de winst of het verlies beïnvloedt.
De afdekking van netto-kapitaalsinvesteringen in buitenlandse activiteiten wordt op vergelijkbare wijze verwerkt als die van kasstromen. Elk verlies of elke winst op het afdekkingsinstrument in verband met het effectieve deel van de hedge wordt meegerekend in overige totaal resultaat ('comprehensive income') en geaccumuleerd in de buitenlandse valutareserve. De winst of het verlies van het niet-effectieve deel wordt meteen als winst en verlies verrekend.
Een afgeleid instrument wordt opgenomen als een reëlewaarde-afdekking indien het instrument het risico afdekt van wijzigingen in de reële waarde van de opgenomen activa en verplichtingen. Derivaten opgenomen als reële-waardeafdekkingen en afgedekte activa en verplichtingen worden opgenomen aan hun reële waarde. De overeenkomstige wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Wijzigingen in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten die niet voldoen aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties worden opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer ze zich voordoen.
Hedge accounting wordt gestaakt wanneer het afdekkingsinstrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend of wanneer de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting. In dat geval blijft de, direct in het eigen vermogen verwerkte, cumulatieve winst of verlies op het afdekkingsinstrument, afzonderlijk in het eigen vermogen opgenomen tot de verwachte toekomstige transactie plaatsvindt. Indien een verwachte toekomstige transactie naar verwachting niet meer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies, opgenomen in het eigen vermogen, getransfereerd naar de winst- en verliesrekening over de periode.
Opbrengsten worden gewaardeerd aan de reële waarde van ontvangen of te ontvangen vergoeding en vertegenwoordigen de te ontvangen bedragen met betrekking tot de verkoop van goederen en het verrichten van diensten over het normale verloop van de bedrijfsvoering, verminderd met kortingen, BTW en andere verkoopgerelateerde belastingen.
Opbrengsten van de verkoop van goederen worden opgenomen wanneer de goederen geleverd zijn en de eigendom is overgedragen, zodat aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
Rentebaten worden op een tijdsevenredige basis opgenomen, in functie van de uitstaande som en tegen de effectieve rentevoet die van toepassing is, met name de rentevoet die de verwachte toekomstige kasstromen verdisconteert naar de boekwaarde van de financiële activa over de verwachte gebruiksduur van dat actief.
Dividenden worden opgenomen op het moment dat de aandeelhouder het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen.
Indien het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden betrouwbaar kan worden ingeschat, worden de opbrengsten en kosten opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de projectactiviteiten op de balansdatum.
Dit wordt gewoonlijk bepaald door de verhouding van de tot dat moment in het kader van de verrichte prestaties gemaakte kosten tot de geschatte totale kosten van het project, behalve indien deze methode niet representatief zou zijn voor het stadium van voltooiing.
Wijzigingen in projectwerk, claims en aanmoedigingspremies worden enkel opgenomen indien er een kans is dat deze zullen worden aanvaard door de klant and de bedragen betrouwbaar kunnen worden bepaald.
Als het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden niet betrouwbaar kan worden ingeschat, worden opbrengsten enkel opgenomen tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, en waarbij deze mogelijk kunnen worden gerecupereerd. De projectkosten worden dan als last opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt.
Als de totale projectkosten waarschijnlijk hoger zullen liggen dan de totale projectopbrengsten, worden de verwachte verliezen onmiddellijk als last opgenomen.
Overheidsubsidies worden niet opgenomen tot dat er een redelijke zekerheid is dat de Groep zal voldoen aan de hieraan verbonden voorwaarden en dat de subsidies zullen worden ontvangen.
Overheidssubsidies met betrekking tot de opleiding van personeel worden als opbrengst opgenomen over de periodes die nodig zijn om ze te verbinden aan de betrokken lasten en worden in mindering gebracht van de verbonden uitgave.
Overheidssubsidies met betrekking tot materiële vaste activa worden verwerkt door de ontvangen subsidies in mindering te brengen van de boekwaarde van de betrokken activa. Dergelijke subsidies worden als opbrengst opgenomen over de gebruiksduur van de af te schrijven activa.
Belastinglasten omvatten over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten en uitgestelde belastinglasten.
De over de verslagperiode verschuldigde belastinglasten zijn gebaseerd op de belastbare winst over de periode. Belastbare winst verschilt van de nettowinst uit de winst- en verliesrekening, omdat ze bepaalde elementen van baten of lasten uitsluit die belastbaar of verrekenbaar zijn in andere jaren of die nooit belastbaar of verrekenbaar zullen worden. De actuele belastingverplichting wordt berekend op basis van de belastingtarieven waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op de balansdatum.
Uitgestelde belastingen zijn de belastingen, waarvan men verwacht ze te moeten betalen of terug te vorderen, op verschillen tussen de boekwaarde van activa of verplichtingen in de financiële staten en hun fiscale basis gebruikt voor de berekening van de belastbare winst. Ze worden verwerkt aan de hand van de 'balance sheet liability'-methode. Uitgestelde belastingverplichtingen worden meestal opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen en uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen, in zoverre het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. Dergelijke activa en verplichtingen worden niet opgenomen indien de tijdelijke verschillen voortvloeien uit goodwill of uit de eerste opname (behalve in het kader van een bedrijfscombinatie) van andere activa en verplichtingen in een transactie die geen invloed heeft op de fiscale winst of op de winst vóór belasting.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastinglatenties erkend op de niet-uitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, daar de impact niet materieel is.
De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt beoordeeld op minstens elke balansdatum en verlaagd in zoverre het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om het mogelijk te maken het voordeel van die uitgestelde belastingvordering geheel of gedeeltelijk aan te wenden.
Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn in de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingen worden als baten of lasten opgenomen in de winst of het verlies over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval wordt ook de uitgestelde belasting verwerkt in het eigen vermogen.
De opstelling van de financiële staten in overeenstemming met IFRS vereist de nodige schattingen en beoordelingen door het management. Het management baseert haar schattingen op historische ervaring en andere redelijke
beoordelingselementen. Deze worden periodiek herzien en de effecten van zulke herzieningen worden opgenomen in de financiële staten van de desbetreffende periode. Ook toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de Groep zijn hierin begrepen.
De geschatte resultaten van zulke mogelijke toekomstige gebeurtenissen kunnen dan ook afwijken van de reële toekomstige impact op de resultaten. Beoordelingen en schattingen werden onder andere gemaakt bij:
Het kan niet uitgesloten worden dat toekomstige herzieningen van deze inschattingen en beoordelingen tijdens de volgende boekjaren een aanpassing in de waarde van de activa en passiva zouden kunnen veroorzaken.
Voor afschrijfbare lange termijn activa, dient een bijzondere waardeverminderingsanalysis gemaakt te worden in het geval er bijzondere waardeverminderingsindicatoren zijn. Indien zulke indicatoren bestaan, dient een bijzondere waardeverminderingsanalysis uitgevoerd te worden op CGU (cash generating unit (CGU)), niveau. Voor goodwil (en overige nietafschrijfbare lange termijn activa) dient minstens jaarlijks een bijzondere waardeverminderingstest gemaakt te worden. De boekwaarde kan op een redelijke en consistente basis toegewezen worden. Goodwill kan voor bijzondere waardeverminderingstesting toegewezen worden aan een groep van kasstroomgenererende eenheden (cash generating units (CGU)), indien de leidinggevende beslissingsverantwoordelijk oordeelt dat dit de meest gepaste toewijzing is. Er bestaat een verband tussen het niveau op hetwelke goodwill wordt getest voor bijzondere waardevermindering en het niveau van de interne rapportering dat weergeeft hoe de entiteit zijn operaties beheert, en waarmee de goodwill is geassocieerd (aldusdanig kan het niet het niveau van de segmentrapportering zoals bepaald door IFRS 8 overstijgen).
Voor het segment Soepelschuim, is het CGU-niveau vastgelegd op basis van markt en productiecapaciteit. Deze benadering leidt tot de bepaling van vier CGUs:
Een bijzondere waardeverminderingsanalyse werd toegepast op de CGU "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk" en "Soepelschuim - Scandinavië", waarbij de goodwill werd toegewezen aan deze CGUs. Voor de overige CGUs van de divisie Soepelschuim is er geen goodwill en er zijn geen bijzondere waardeverminderingsindicatoren voor lange termijn activa. Bijgevolg is er geen herziening voor bijzondere waardeverminderingen nodig, conform IAS 36.
Voor het segment Slaapcomfort is het CGU niveau globaal gedefinieerd op het niveau van het Slaapcomfort segment in zijn geheel; dit op basis van de sterke onderlinge afhankelijkheid tussen de verschillende markten en de productiecapaciteit en het centrale beslissingsproces.
De netto boekwaarde van de activa die weerhouden werden voor onderzoek naar bijzondere waardeverminderingen, zoals opgenomen in onderstaande tabel, vertegenwoordigt ongeveer 85,5% van de totale goodwill, 45,2% van de totale materiële vaste activa en 38,2% van de totale immateriële vaste activa. De onderzochte activa hebben betrekking op (i) de Soepelschuim-activiteiten in het Verenigd Koninkrijk en in Scanindavië, (ii) de Slaapcomfort-activiteiten op het niveau van het hele segment en (iii) de Automobiel Interiorsactiviteiten van de Groep.
De meest relevante resultaten van deze onderzoeken worden hierna besproken.
| Boekwaarde in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM | SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | TOTAAL | ||||
| Verenigd Koninkrijk |
Scandinavië | Interiors | ||||||
| Goodwill | 4 048 | 5 449 | 11 160 | 0 | 20 657 | |||
| Overige immateriële activa | 117 | 891 | 1 544 | 2 149 | 4 701 | |||
| Materiële vaste activa | 3 123 | 8 450 | 30 303 | 60 725 | 102 601 | |||
| Totaal | 7 288 | 14 790 | 43 007 | 62 874 | 127 959 | |||
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | (141) | (6 696) | (6 837) | |||
| Netto boekwaarde | 7 288 | 14 790 | 42 866 | 56 178 | 121 122 |
Opmerking: Werkkapitaal is niet opgenomen in de analyse.
| Boekwaarde in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM | SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | TOTAAL | |||
| Verenigd Koninkrijk |
Scandinavië | Interiors | |||||
| Goodwill | 4 194 | 5 583 | 11 647 | 0 | 21 424 | ||
| Overige immateriële activa | 154 | 253 | 2 692 | 2 525 | 5 624 | ||
| Materiële vaste activa | 4 084 | 7 277 | 32 368 | 51 466 | 95 195 | ||
| Totaal | 8 432 | 13 113 | 46 707 | 53 991 | 122 243 | ||
| Bijzondere waardeverminderingen | (284) | 0 | (1 130) | 0 | (1 414) (1) | ||
| Netto boekwaarde | 8 148 | 13 113 | 45 577 | 53 991 | 120 829 |
Opmerking: Werkkapitaal is niet opgenomen in de analyse. (1) zonder de bijkomende bijzondere waardevermindering (EUR 0,258 miljoen) als gevolg van de herstructurering van de Soepelschuim-fabriek in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) in 2016; waardoor het totale bedrag aan in 2016 opgenomen bijzondere waardeverminderingen EUR 1,673 miljoen bedraagt.
Voor het onderzoek op bijzondere waardevermindering van de balansposten in bovenstaande tabel werden bepaalde veronderstellingen gemaakt. Het recupereerbare bedrag van de totale "cash generating unit" ("CGU") wordt bepaald op basis van de bedrijfswaarde.
Een bijzondere waardevermindering werd opgenomen als gevolg van (i) ongebruikte machines ten gevolge van de rationalisatie van de industriële voetafdruk in Soepelschuim (Nederland) (EUR 0,2 miljoen) en in Slaapcomfort (Duitsland) (EUR 0,1 miljoen).
Bij de bepaling van de verwachte toekomstige kasstromen, houdt de Groep rekening met voorzichtige, doch realistische, veronderstellingen met betrekking tot haar markten, haar omzet, grondstofprijzen, de impact van vorige herstructureringen en bruto marges, dewelke alle gebaseerd zijn op (i) vroegere ervaringen van het management en/of (ii) dewelke in lijn liggen met betrouwbare externe informatiebronnen. Voor de toekomst is het niet uitgesloten dat een herinschatting van de assumpties en van de marktanalyse als gevolg van wijzigingen in de economische omgeving zou kunnen leiden tot de erkenning van bijkomende bijzondere waardeverminderingen.
Voor de verdiscontering van de toekomstige cash flows, wordt een uniforme, globale pre-tax disconteringsvoet van 7,0% (6,4% in 2016) gehanteerd voor alle CGUs van de Groep. Deze disconteringsvoet is gebaseerd op een (lange-termijn) gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden; waarbij de risico's impliciet in de kasstromen vervat zijn.
Voor landen met een hoger gepercipieerd risico (o.a. ontluikende markten), is het investeringsniveau relatief beperkt (1,4% van de totale vaste activa); waardoor bijgevolg geen aparte pre-tax disconteringsvoet wordt gebruikt.
De pre-tax disconteringsvoet voor bijzondere
waardeverminderingstesten is gebaseerd op de volgende hypotheses: (EUR basis)
| Groep's doelratios: Schuldgraadratio: netto financiële |
2017 | 2016 |
|---|---|---|
| schuld/totaal eigen vermogen | : 50% | 50% |
| % netto financiële schuld | : 33% | 33% |
| % totaal eigen vermogen | : 67% | 67% |
| Pre-tax kost van de schuld | : 3,2% | 3,6% |
| Pre-tax kost van het eigen | ||
| vermogen = Rf + Em * β + Sp)/(1-T) |
: 11,7% | 9,3% |
| Risicovrije rentevoet = Rf | : 2,0% | 0,77% |
| Beta = β | : 1,05 | 0,8 |
| Marktrisicopremie eigen | ||
| vermogen = Em | : 5,5% | 6,5% |
| Premie klein bedrijf (small cap) = Sp | : 1,0% | 1,0% |
| Bedrijfsbelastingvoet = T | : 25.0% | 25.0% |
| Verwachte inflatievoet | : 1,9% | 1,0% |
| Pre-tax WACC (weighted average cost |
De verdisconteringsfactoren worden minstens jaarlijks herbekeken.
Voor de CGU "Soepelschuim – Verenigd Koninkrijk" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van twee jaar zonder verdere jaarlijkse omzetgroei. Na deze periode van 2 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.
Voor de CGU "Soepelschuim – Scandinavië" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarden gebaseerd op budgetten en financiële plannen zonder groei over een periode van drie jaar. Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.
Op basis van de disconteringsvoet bedraagt de bedrijfswaardewaarde van de CGU "Soepelschuim - Verenigd Koninkrijk" 2,3 keer (2016: 9,4 keer) de netto boekwaardeen de bedrijfswaarde van de CGU "Soepelschuim - Scandinavië" 6,4 keer (2016: 5,6 keer) de netto boekwaarde.
Een eerste sensitiviteitsanalyse (A) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde disconteringsvoet (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten (zie overzichtstabel onderaan).
Een tweede sensitiviteitsanalyse (B) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de bruto marge op bedrijfsopbrengsten (-1%) – toegepast op het business plan 2018-2020 en op de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten (zie overzichtstabel onderaan).
Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en een wijziging van de bruto marge op bedrijfsopbrengsten (-1%) – toegepast op het bedrijfsplan 2018-2020 en de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten (zie tabel hieronder). Gezien de onzekerheid en de volatiliteit van de omgeving in het Verenigd Koninkrijk is een gevoeligheidsanalyse afgerond met een disconteringsvoet van 8,45% in combinatie met een vermindering van de brutomarge van 1%, wat leidt tot een bedrijfswaarde gelijk aan die van de netto boekwaarde.
| Sensitiviteit | HUIDIGE BUFFER | 1% STIJGING VAN DE WACC (A) | 1% DALING VAN DE BRUTO MARGE OP BEDRIJFSOPBRENGSTEN (B) |
COMBINATIE VAN (A) EN (B) |
|---|---|---|---|---|
| Soepelschuim - VK | 2,3 keer de netto | 1,9 keer de netto | 1,2 keer de netto | 1,2 keer de netto |
| boekwaarde | boekwaarde | boekwaarde | boekwaarde | |
| Soepelschuim - Scandinavië | 6,4 keer de netto | 5,6 keer de netto | 5,9 keer de netto | 5,1 keer de netto |
| boekwaarde | boekwaarde | boekwaarde | boekwaarde |
Voor de CGU "Slaapcomfort – Segment" worden vanaf 2017 de voorspelling van de bedrijfswaarde gebaseerd op budgetten en financiële plannen over een periode van drie jaar met een verwachte gemiddelde jaarlijkse omzetgroei van 4,00% en een verwachte gemiddelde verbetering van de bruto marge op bedrijfsopbrengsten met 1%. Na deze periode van 3 jaar werd een perpetuïteit, zonder groeivoet, in aanmerking genomen.
Op basis van deze disconteringsvoet bedraagt de bedrijfswaardewaarde van de CGU "Slaapcomfort - Segment" 5,4 keer (2016: 6,2 keer) de netto boekwaarde.
Een eerste sensitiviteitsanalyse (A) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde disconteringsvoet (+1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten (zie overzichtstabel onderaan).
Een tweede sensitiviteitsanalyse (B) werd uitgevoerd om de impact van een wijziging van de gehanteerde brutomarge (-1%) op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:
Er werd ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en een wijziging van de bruto marge (-1%) – toegepast op het bedrijfsplan 2018-2020 en de perpetuïteit - op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten:
| Sensitiviteit | HUIDIGE BUFFER | 1% STIJGING VAN DE WACC (A) | 1% DALING VAN DE BRUTO MARGE OP BEDRIJFSOPBRENGSTEN (B) |
COMBINATIE VAN (A) EN (B) |
|---|---|---|---|---|
| Slaapcomfort | 5,4 keer de netto | 4,7 keer de netto | 4,2 keer de netto | 3,6 keer de netto |
| boekwaarde | boekwaarde | boekwaarde | boekwaarde |
Voor de CGU "Interiors" worden de voorspellingen van de bedrijfswaarde gebaseerd op het budget en de financiële plannen voor de looptijd van elk project/model in combinatie met een globale visie over de totale capaciteitsbenutting. Projectgerbonden activa worden afgeschreven over de productielooptijd van het project. Uitgezonderd voor RAI Most (Tsjechië) (zie hieronder) zullen deze activa op het einde van de projecttermijn geen residuele boekwaarde meer hebben.
De CGU "Interiors" hanteert een projectbenadering. Waardeverminderingen worden geboekt op materiële en immateriële vaste activa:
Er werden geen bijzondere waardeverminderingen erkend in 2017, uitgezonderd voor RAI Most.
De gehanteerde pre-tax disconteringsvoet bedraagt 7,0% (2016: 6,4%)en is gebaseerd op een gewogen gemiddelde kapitaalkost op basis van de huidige marktverwachtingen inzake de tijdswaarde van geld en de risico's voor dewelke toekomstige kasstromen dienen aangepast te worden.
Met betrekking tot de CGU "Interiors", zou een stijging van de pre-tax disconteringsvoet tot 8,0% (2016: 7,4%) of een verlaging van de bruto marge op bedrijfsopbrengsten met 1%, geen aanleiding geven tot een materiële waardevermindering.
Uitgezonderd voor RAI Most (Tsjechië) (zie hieronder), werd er ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om het gecombineerde effect van een wijziging van de WACC (+1%) en samen met een wijziging van de bruto marge op bedrijfopbrengsten (-1%) –toegepast op het bedrijfsplan 2018–2020 en de perpetuïteit- op de uitkomst van de bijzondere waardeverminderingstest te meten. Dit geeft geen aanleiding tot materiële bijzondere waardeverminderingen.
Na de vervanging van de vernietigde activa als gevolg van het brandincident, overschreed de nettoboekwaarde van de activa de waarde van de gedisconteerde kasstromen. Bovendien is het management van mening dat de restwaarde aan het einde van de levensduur van de projecten dient verminderd te worden, rekening houdend met de specifieke aard van de activa en zakelijke contractuele verplichtingen jegens de klanten. De test op bijzondere waardevermindering gerelateerd aan de vervangen activa heeft geleid tot de opname van een aanpassingswaarde voor EUR -6,7 miljoen.
Uitgestelde belastingvorderingen worden erkend voor de niet-gebruikte overgedragen fiscale verliezen en niet-gebruikte belastingkredieten, in de mate dat verwacht wordt dat er toekomstige belastbare winsten zullen beschikbaar zijn tegen dewelke deze niet-gebruikte overgedragen fiscale verliezen en niet-gebruikte belastingkredieten kunnen gebruikt worden. Hiervoor baseert het Management zijn erkenning van uitgestelde belastingvorderingen op basis van haar bedrijfsplannen (zie toelichting II.4.5.)
De uitgestelde belastingvorderingen daalden van EUR 37,8 miljoen naar EUR 26,2 miljoen en beïnvloedden de winst- en verliesrekening met EUR -10,2 miljoen en het eigen vermogen met EUR -1,4 miljoen. Management beoordeelde en boekte de impact van de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting. EUR -10,2 miljoen uitgestelde belastingen opgenomen in de winst- en-verliesrekening omvat een impact van EUR -4,5 miljoen als gevolg van de wijziging van de vennootschapsbelastingwetgeving in België. De hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting genereerde ook een negatief effect van EUR -1,8 miljoen op het eigen vermogen, als gevolg van de wijziging in de vennootschapsbelasting berekend op de reserves voor pensioenen IAS 19 voor actuariële winsten en verliezen. Naast Recticel NV, worden bijdragen voor overige uitgestelde belastingvorderingen voornamelijk opgenomen in Duitsland (EUR 2,6 miljoen) en het Verenigd Koninkrijk (EUR 2,8 miljoen), dewelke verder ondersteund worden door structurele toekomstige belastbare winsten.
Er waren geen wijzigingen in de consolidatiekring in 2017.
IFRS 8 vereist dat de operationele bedrijfssegmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapporteringsstructuur van de Groep, dat een regelmatige beoordeling van de prestaties toelaat door de operationele verantwoordelijken alsook een adequate allocatie van de nodige werkingsmiddelen aan elk segment. Ondanks de toepassing van IFRS 11 gaan de leidinggevenden verantwoordelijk voor het bedrijfsbeleid nog steeds uit van financiële gegevens per segment op een "gecombineerde" basis, d.w.z. met inbegrip van het pro rata-aandeel in de joint ventures, na schrapping van de intercompany-verrichtingen, overeenkomstig de proportionele consolidatiemethode.
De aan de operationele verantwoordelijken gerapporteerde informatie, met het oog op de toewijzing van werkingsmiddelen en de beoordeling van de segmentprestaties, concentreert zich voornamelijk op de Bedrijfsopbrengsten, EBITDA, EBIT, Capital Employed en Operationele Cash Flow per segment. De hoofdsegmenten zijn: Soepelschuim, Slaapcomfort, Isolatie, Automobiel, en Corporate. Voor meer informatie over de sectoren wordt verwezen naar het eerste deel van dit jaarverslag. Segmentinformatie wordt hierna weergegeven. De intersegment verkopen gebeuren aan de algemeen geldende marktvoorwaarden.
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES | GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDEERD (A)+(B) |
|
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN | ||||||||
| Externe opbrengsten | 575 797 | 264 197 | 348 716 | 272 110 | 1 460 820 | |||
| Inter-segment opbrengsten | 50 329 | 7 897 | 1 651 | 227 | (60 104) | 0 | ||
| Totale opbrengsten | 626 126 | 272 094 | 350 367 | 272 337 | (60 104) | 1 460 820 | (325 467) | 1 135 353 |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | ||||||||
| Niet-toegewezen bedrijfslasten (1) | (16 821) | 0 | (16 821) | |||||
| EBIT | 17 704 | 9 598 | 4 117 | 33 484 | 0 | 48 082 | (3 221) | 44 861 |
| Financieel resultaat | (4 742) | |||||||
| Winst of verlies van de periode voor belastingen |
40 119 | |||||||
| Belastingen op het resultaat | (16 206) | |||||||
| Winst of verlies van de periode na belastingen |
23 913 | |||||||
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | |||||||
| toerekenbaar aan de Groep | 23 913 | |||||||
(1) Bevat voornamelijk kosten van het hoofdkantoor (EUR 14,5 miljoen) (2016: EUR 15,6 miljoen)) en kosten voor onderzoek en ontwikkeling (Corporate Programme) (EUR 2,3 miljoen (2016: EUR 3,0 miljoen)).
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | ISOLATIE | CORPORATE | GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDEERD (A)+(B) |
|
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 12 714 | 4 597 | 14 196 | 6 659 | 861 | 39 027 | (8 110) | 30 917 |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-terugnames) opgenomen in de winst of het verlies |
172 | 141 | 6 696 | 0 | 0 | 7 009 | 0 | 7 009 |
| EBITDA | 30 590 | 14 336 | 25 009 | 40 144 | (15 960) | 94 119 | (11 332) | 82 787 |
| Investeringen | 11 968 | 3 182 | 36 100 | 14 096 | 2 928 | 68 274 | (2 354) | 65 920 |
In 2017 bedroegen de bijzondere waardeverminderingen EUR -7,0 miljoen; deze hebben betrekking op (i) bijzondere waardevermindering op uitrusting in Automotive Interiors (EUR -6,7 miljoen) na de brand in de Most-fabriek in Tsjechië en (ii) ongebruikte materiële activa in Soepelschuim en Slaapcomfort (EUR -0,3 miljoen).
EBITDA per segment wordt becommentarieerd in het eerste deel van dit jaarverslag (hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur).
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDEERD (A)+(B) |
||
| ACTIVA | ||||||||
| Segmentactiva | 283 945 | 113 990 | 261 917 | 122 047 | (117 554) | 664 345 | (171 372) | 492 973 |
| Joint ventures en geassocieerde deelnemingen | 15 110 | 0 | 0 | 1 490 | 0 | 16 600 | 59 642 | 76 241 |
| Niet-toegewezen activa | 140 205 | 20 744 | 160 948 | |||||
| Totaal geconsolideerde activa | 821 149 | (90 987) | 730 162 | |||||
| PASSIVA | ||||||||
| Segmentpassiva | 138 658 | 55 302 | 116 512 | 78 943 | (117 320) | 272 096 | (60 172) | 211 924 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 287 267 | (30 815) | 256 452 | |||||
| Totaal geconsolideerde passiva (zonder eigen vermogen) |
559 363 | (90 987) | 468 376 |
RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 119
De niet-toegewezen activa bedragen EUR 140,2 miljoen en omvatten hoofdzakelijk de volgende elementen:
De niet-toegewezen verplichtingen ten belope van EUR 287,3 miljoen (zonder eigen vermogen) omvatten voornamelijk de volgende elementen:
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDATEERD (A)+(B) |
| Eurofoam | 488 | (488) | 0 |
| Duitsland | 806 | 0 | 806 |
| Nederland | 253 | 0 | 253 |
| Scandinavië | 5 434 | 0 | 5 434 |
| Verenigd Koninkrijk | 4 048 | 0 | 4 048 |
| Totaal Soepelschuim | 11 029 | (488) | 10 541 |
| Totaal Slaapcomfort | 11 073 | 0 | 11 073 |
| België | 1 619 | 0 | 1 619 |
| Verenigd Koninkrijk | 935 | 0 | 935 |
| Totaal Insolatie | 2 554 | 0 | 2 554 |
| Proseat (Zetelkussens) | 8 978 | (8 978) | 0 |
| Totaal Automobiel | 8 978 | (8 978) | 0 |
| 0 | |||
| Totaal goodwill | 33 634 | (9 466) | 24 168 |
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES | GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDEERD (A)+(B) |
|
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN | ||||||||
| Externe opbrengsten | 551 273 | 274 455 | 288 041 | 234 131 | 1 347 900 | |||
| Inter-segment opbrengsten | 55 975 | 18 473 | 905 | 3 | (75 356) | 0 | ||
| Totale opbrengsten | 607 248 | 292 928 | 288 946 | 234 134 | (75 356) | 1 347 900 | (299 577) | 1 048 323 |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | ||||||||
| Niet-toegewezen bedrijfslasten (1) | (18 568) | 0 | (18 568) | |||||
| EBIT | 26 473 | 5 768 | 4 028 | 26 583 | 0 | 44 284 | (5 065) | 39 219 |
| Financieel resultaat | (11 728) | |||||||
| Winst of verlies van de periode voor belastingen |
27 491 | |||||||
| Belastingen op het resultaat | (11 161) | |||||||
| Winst of verlies van de periode na belastingen |
16 330 | |||||||
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | |||||||
| toerekenbaar aan de Groep | 16 330 |
(1) Bevat voornamelijk kosten van het hoofdkantoor (EUR 12,0 miljoen) (2015: EUR 15,6 miljoen)) en kosten voor onderzoek en ontwikkeling (Corporate Programme) (EUR 3,0 miljoen (2015: EUR 2,7 miljoen)).
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES | GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDEERD (A)+(B) |
|
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 12 535 | 5 238 | 14 281 | 6 312 | 1 122 | 39 488 | (7 672) | 31 816 |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-terugnames) opgenomen in de winst of het verlies |
542 | 1 130 | 0 | 0 | 0 | 1 672 | 0 | 1 672 |
| EBITDA | 39 550 | 12 136 | 18 309 | 32 895 | (17 446) | 85 444 | (12 737) | 72 707 |
| Investeringen | 13 150 | 2 550 | 22 030 | 13 243 | 2 885 | 53 858 | (9 471) | 44 387 |
In 2016 werden in de winst- en verliesrekening bijzondere waardeverminderingen erkend die hoofdzakelijk verband houden met niet-gebruikte machines in Soepelschuim (Frankrijk en Verenigd Koninkrijk) (EUR 0,54 miljoen) en verbeteringswerken aan een gebouw (EUR 0,43 miljoen), en immateriële vaste activa (EUR 0,70 miljoen) in Slaapcomfort.
EBITDA per segment wordt becommentarieerd in het eerste deel van dit jaarverslag (hoofdstuk Verslag van de Raad van Bestuur).
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | ISOLATIE | ELIMINATIES | GECOMBINEERD TOTAAL (A) |
AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDEERD (A)+(B) |
|
| ACTIVA | ||||||||
| Segmentactiva | 281 172 | 131 468 | 260 939 | 107 879 | (183 568) | 597 890 | (148 725) | 449 165 |
| Joint ventures en geassocieerde deelnemingen | 14 246 | 0 | 0 | 1 521 | 0 | 15 767 | 66 622 | 82 389 |
| Niet-toegewezen activa | 145 394 | 16 006 | 161 400 | |||||
| Totaal geconsolideerde activa | 759 051 | (66 097) | 692 954 | |||||
| PASSIVA | ||||||||
| Segmentpassiva | 155 610 | 67 611 | 125 784 | 64 415 | (183 368) | 230 052 | (51 068) | 178 984 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 277 794 | (15 029) | 262 765 | |||||
| Totaal geconsolideerde passiva (zonder eigen vermogen) |
507 846 | (66 097) | 441 749 |
De niet-toegewezen activa bedragen EUR 145,4 miljoen en omvatten hoofdzakelijk de volgende elementen:
De niet-toegewezen verplichtingen ten belope van EUR 277,8 miljoen (zonder eigen vermogen) omvatten voornamelijk de volgende elementen:
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | GECOMBINEERD TOTAAL (A) | AANPASSING VOOR JOINT VENTURES DOOR TOEPASSING VAN IFRS 11 (B) |
GECONSOLIDATEERD (A)+(B) |
| Eurofoam | 488 | (488) | 0 |
| Duitsland | 806 | 0 | 806 |
| Nederland | 253 | 0 | 253 |
| Scandinavië | 5 583 | 0 | 5 583 |
| Verenigd Koninkrijk | 4 195 | 0 | 4 195 |
| Totaal Soepelschuim | 11 325 | (488) | 10 837 |
| Totaal Slaapcomfort | 11 648 | 0 | 11 648 |
| België | 1 619 | 0 | 1 619 |
| Verenigd Koninkrijk | 969 | 0 | 969 |
| Totaal Insolatie | 2 588 | 0 | 2 588 |
| Proseat (Zetelkussens) | 8 978 | (8 978) | 0 |
| Totaal Automobiel | 8 978 | (8 978) | 0 |
| 0 | |||
| Totaal goodwill | 34 539 | (9 466) | 25 073 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | SOEPELSCHUIM | SLAAPCOMFORT | AUTOMOBIEL | ISOLATIE | NIET TOEGEWEZEN |
GECOMBINEERD TOTAAL |
| 2017 | ||||||
| Bijzondere waardeverminderingen | (172) | (141) | (6 696) | 0 | 0 | (7 009) |
| Netto impact (zonder bijzondere waardeverminderingen) van het brandincident in de Interiors-fabriek in Most (Tsjechië) |
0 | 0 | (1 092) | 0 | 0 | (1 092) |
| Reorganisatielasten | (3 347) | (630) | 470 | (194) | 0 | (3 701) |
| Overige | (6 617) | (160) | 10 | 0 | 172 | (6 595) |
| TOTAAL | (10 136) | (931) | (7 308) | (194) | 172 | (18 397) |
| 2016 | ||||||
| Bijzondere waardeverminderingen | (542) | (1 130) | 0 | 0 | 0 | (1 672) |
| Reorganisatielasten | (2 461) | (3 542) | (1 549) | (191) | 0 | (7 743) |
| Meerwaarde op desinvestering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | (4 287) | (3) | (85) | 0 | (127) | (4 502) |
| TOTAAL | (7 290) | (4 675) | (1 634) | (191) | (127) | (13 917) |
De activiteiten van de Groep vinden voornamelijk plaats in de Europese Unie.
De volgende tabel analyseert de bedrijfsopbrengsten en de vaste activa van de Groep naar de geografische markt.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| België | 149 549 | 133 925 |
| Frankrijk | 154 826 | 135 190 |
| Duitsland | 198 472 | 194 285 |
| Verenigd Koninkrijk | 151 642 | 145 292 |
| Overige EU landen | 307 886 | 293 800 |
| Europese Unie | 962 374 | 902 491 |
| Overige | 172 979 | 145 832 |
| TOTAAL | 1 135 353 | 1 048 323 |
De Groep heeft geen klanten die meer dan 10% van de totale bedrijfsopbrengsten vertegenwoordigen. De top-10 klanten van de Groep vertegenwoordigt 25,4% van de totale geconsolideerde bedrijfsopbrengsten.
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOEVOEGINGEN, INCLUSIEF EIGEN PRODUCTIE | |||
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | 2017 | 2016 | |
| België | 74 723 | 73 468 | 18 114 | 16 341 |
| Frankrijk | 37 398 | 40 156 | 1 279 | 3 140 |
| Duitsland | 17 576 | 19 229 | 5 050 | 7 525 |
| Verenigd Koninkrijk | 9 435 | 11 585 | 278 | 1 239 |
| Overige EU landen | 69 904 | 55 878 | 31 737 | 9 111 |
| Europese Unie | 209 036 | 200 316 | 56 458 | 37 356 |
| Overige | 33 400 | 31 325 | 8 874 | 7 031 |
| TOTAAL | 242 437 | 231 641 | 65 332 | 44 387 |
De algemene en administratieve kosten daalden licht met EUR -1,0 miljoen tot EUR 78,4 miljoen als gevolg van kostenbesparingsmaatregelen die de looninflatie compenseerde.
Verkoop- en marketingkosten daalden met EUR -2,5 miljoen tot EUR 69,5 miljoen. De daling is voornamelijk het gevolg van lagere advertentie- en promotie-uitgaven in het segment Slaapcomfort.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 55 976 | 6 907 |
| Overige bedrijfslasten | (28 344) | (19 735) |
| TOTAAL | 27 632 | (12 828) |
| Reorganisatielasten, inclusief sluitingskosten site, verlieslatende contracten en opruimingskosten | (3 701) | (6 004) |
| Winst (verlies) op de vervreemding van materiële en immateriële vaste activa | 853 | (117) |
| Winst (verlies) op de vervreemding van joint ventures en overige financiële belangen | 0 | (88) |
| Terugname/(afschrijvingen) op verbonden ondernemingen en verliezen op vorderingen | (529) | 28 |
| Overige lasten | (24 114) | (13 302) |
| Overige opbrengsten | 55 123 | 6 655 |
| TOTAAL | 27 632 | (12 828) |
In 2017 hadden reorganisatielasten voornamelijk betrekking op Soepelschuim in Frankrijk en Nederland; op Slaapcomfort in Duitsland en Zwitserland; op Automobiel Interiors in Duitsland en op Isolatie in Frankrijk.
In 2016 hadden reorganisatielasten voornamelijk betrekking op het segment Soepelschuim in Frankrijk, Scandinavië en Spanje; op Slaapcomfort in Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland en op Automobiel Interiors in Duitsland en de VS.
In 2017 had deze rubriek betrekking op de meerwaarde bij de verkoop van machines van Automobiel Interiors in China.
In 2017 had deze rubriek hoofdzakelijk betrekking op de afschrijving van een financiële vordering op twee verbonden ondernemingen in vereffening (EUR -0,5 miljoen).
In 2017 omvatte de rubriek "Overige opbrengsten en lasten" voornamelijk:
In 2016 omvatte de rubriek "Overige opbrengsten en lasten" voornamelijk:
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 | ||
| Bedrijfsopbrengsten | 1 135 353 | 100% | 1 048 323 | 100% |
| Aankopen en voorraadwijzigingen | (579 864) | -51,1% | (511 522) | -48,8% |
| Overige goederen en diensten | (244 864) | -21,6% | (214 009) | -20,4% |
| Personeelslasten | (292 802) | -25,8% | (276 263) | -26,4% |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen van vaste activa |
(29 349) | -2,6% | (30 389) | -2,9% |
| Bijzondere waardeverminderingen op vaste activa | (7 009) | -0,6% | (1 672) | -0,2% |
| Terugname/(Waardeverminderingen) op investeringen in verbonden ondernemingen |
0 | 0,0% | 28 | 0,0% |
| Terugname/(Waardeverminderingen) op voorraden en vorderingen | (2 682) | -0,2% | 913 | 0,1% |
| Terugname/(Waardeverminderingen) op vorderingen | 304 | 0,0% | 1 316 | 0,1% |
| Afschrijvingen van uitgestelde lange termijn betalingen en voorschotten |
(1 569) | -0,1% | (1 338) | -0,1% |
| Voorzieningen | (3 467) | -0,3% | (6 647) | -0,6% |
| Waardevermeerderingen/(-verminderingen) op deelnemingen | (13) | 0,0% | (88) | 0,0% |
| Eigen productie | 8 822 | 0,8% | 7 194 | 0,7% |
| Overige opbrengsten 1 | 78 385 | 6,9% | 27 356 | 2,6% |
| Overige lasten 2 | (18 773) | -1,7% | (20 910) | -2,0% |
| Resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 2 390 | 0,2% | 16 927 | 1,6% |
| Bedrijfresultaat (EBIT) | 44 861 | 4,0% | 39 219 | 3,7% |
| 2017 | 2016 |
|---|---|
| 11 747 | 11 332 |
| 2 496 | 2 810 |
| 48 158 | 932 |
| 1 554 | 2 778 |
| 1 840 | 1 083 |
| 798 | 1 067 |
| 890 | 97 |
| 39 | 472 |
| 2 254 | 1 930 |
| 8 609 | 4 855 |
| 78 385 | 27 356 |
| 2 Overige lasten | ||
|---|---|---|
| Operationele belastingen | (6 037) | (6 143) |
| Vergoedingen voor claims | (176) | (2 101) |
| Schadeclaim | (1 864) | (491) |
| Terug te betalen uitgaven | 0 | (984) |
| Verlies op verkoop materiële activa | 0 | (102) |
| Afschrijvingen op materiële activa a | (3 307) | 0 |
| Verlies op de realisatie van handelsvorderingen | (334) | (551) |
| Verlies op de realisatie van financiële vorderingen | (434) | 0 |
| Verlies op sale & lease backs | (53) | (671) |
| Herstellingskosten | 0 | (1 622) |
| Overige | (6 569) | (8 245) |
| Totaal | (18 773) | (20 910) |
a Heeft betrekking op de vernietigde activa na de brand in Most (Tsjechië)
7
Bedrijfsopbrengsten: alle segmenten behalve Slaapcomfort rapporteerden een hogere omzet. De algemene vooruitgang is het resultaat van (i) een sterke volumegroei in Automobiel, positief beïnvloed door de start van geplande nieuwe programma's in Interiors, en (ii) hogere gemiddelde verkoopprijzen als gevolg van de sterke stijging van de grondstofkosten (i.e. isocyanaten MDI en TDI).
hoofdzakelijk toe als gevolg van hogere prijzen van chemische grondstoffen.
Overige goederen en diensten omvatten transportkosten (EUR 53,6 miljoen versus EUR 50,1 miljoen in 2016), operationele leases (EUR 31,7 miljoen versus EUR 28,2 miljoen in 2016), benodigdheden (EUR 23,7 miljoen versus EUR 24,9 miljoen in 2016), honoraria (EUR 17,6 miljoen versus EUR 16,5 miljoen in 2016), herstellings- en onderhoudskosten (EUR 18,3 miljoen versus EUR 14,5 miljoen in 2016), advertentie- en handelsbeurskosten (EUR 13,2 miljoen versus EUR 16,8 miljoen in 2016), reiskosten (EUR 8,2 miljoen versus EUR 8,8 miljoen in 2016) en administratieve uitgaven (EUR 8,4 miljoen versus EUR 6,5 miljoen in 2016). In 2017 wordt de stijging van overige goederen en diensten voornamelijk verklaard door EUR -30,0 miljoen eenmalige kosten als gevolg van alternatieve productieoplossingen en operationele inefficiënties na het brandincident in de fabriek in Most (Automobiel Interiors - Tsjechië).
Personeelslasten stegen voornamelijk door looninflatie en de start van nieuwe programma's in Automobiel Interiors.
De lagere inkomsten van joint ventures en geassocieerde vennootschappen wordt hoofdzakelijk verklaard door de hogere kosten voor chemische grondstoffen die onvoldoende konden worden doorgerekend in de markt. Bovendien werd Proseat (Automobiel Zetelkussens) beïnvloed door operationele problemen in één van zijn fabrieken.
Overige opbrengsten werden voornamelijk beïnvloed door de ontvangen vergoedingen in de context van het brandincident in Most, de kwaliteitsproblemen met grondstoffen bij een leverancier en het lekincident in de Soepelschuimfabriek in Noorwegen.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Rentelasten op obligaties en schuldpapier | (803) | (1 440) |
| Rentelasten op financiële lease-overeenkomsten | (251) | (334) |
| Rentelasten op bankverplichtingen | (1 213) | (2 329) |
| Rentelasten op korte-termijn bancaire leningen en rekening-courant | (2 043) | (1 177) |
| Netto rentelasten op rente swaps | (2 390) | (2 405) |
| Netto rentelasten op vreemde valuta swaps | 63 | (552) |
| Totale rentelasten | (6 638) | (8 236) |
| Rente-opbrengsten uit bankdeposito's | 47 | 29 |
| Rente-opbrengsten uit financiële vorderingen | 506 | 660 |
| Rente-opbrengsten uit financiële vorderingen en bankdeposito's | 553 | 689 |
| Rentelasten op overige schulden | (419) | (720) |
| Rente-opbrengsten uit overige financiële vorderingen | 44 | 172 |
| Overige rente-opbrengsten /(-lasten) | (375) | (548) |
| Totaal rente-opbrengsten /(-lasten) | (6 460) | (8 095) |
| Wisselkoersverschillen | 3 204 | (2 554) |
| Netto rentelast IAS 19 | (967) | (1 102) |
| Opbrensten uit rente-actualisatie uit vorderingen | 15 | 10 |
| Rente uit voorzieningen voor personeelsvoordelen en overige verplichtingen | (952) | (1 092) |
| Overige financieel resultaat | (534) | 12 |
| Totaal overige financieel resultaat | 1 717 | (3 633) |
| FINANCIEEL RESULTAAT | (4 742) | (11 728) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Opgenomen in de winst- en verliesrekening | ||
| Courante belastingen op het resultaat: | ||
| Lopend boekjaar | (5 184) | (4 741) |
| Vorig boekjaar | (802) | 1 202 |
| Totaal courante belastingen (1) | (5 986) | (3 539) |
| Uitgestelde belastingen: | ||
| Belastingseffect op uitgestelde belastingsaanpassingen m.b.t. vorige jaren (2.a.) | (5 351) | (5 673) |
| Bewegingen van tijdelijke verschillen (2.b.) | 849 | 2 695 |
| Aanwending verliezen van vorige verslagperiodes (2.c.) | (7 489) | (8 618) |
| Aanwending verliezen van vorige verslagperiodes als gevolg van de belastingshervorming in België (2.d.) | (4 492) | 0 |
| Uitgestelde belastingen als gevolg van een wijziging in de belastingsvoeten (2.e.) | 2 246 | (306) |
| Uitgestelde belastingen op verliezen huidige verslagperiode (2.f.) | 4 016 | 4 281 |
| Totaal uitgestelde belastingen (2) | (10 221) | (7 621) |
| Algemeen totaal (A) | (16 207) | (11 160) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Aansluiting effectief belastingtarief | ||
| Winst voor belastingen | 40 119 | 27 490 |
| Minus winst of verlies van geassocieerde deelnemingen | (2 390) | (16 927) |
| Winst voor belastingen en voor het aandeel in de winst of het verlies van geassocieerde deelnemingen | 37 729 | 10 563 |
| Belastingen aan het toepasselijke belastingtarief van 33,99% (B) | (12 824) | (3 590) |
| Fiscale impact van niet-verrekenbare uitgaven: | ||
| Fiscaal niet verrekenbare uitgaven (2.A.a.) | (4 667) | (5 567) |
| Overige | (2 050) | (4 807) |
| Fiscale impact van niet-belastbare opbrengsten : | ||
| Fiscaal aftrekbare uitgaven en niet-belastbare financiële en andere opbrengsten | 3 539 | 2 916 |
| Overige | 1 680 | 555 |
| Impact op uitgestelde belastingen van wijzigingen in belastingtarieven entiteiten | 2 246 | (306) |
| Impact op uitgestelde belastingen van belastingshervorming in België | (4 492) | 0 |
| Fiscale impact van correcties in uitgestelde actuele belastingen, m.b.t. voorgaande periodes (2.A.b.) | (3 732) | (4 778) |
| Invloed van verschillende belastingtarieven van entiteiten in andere rechtsgebieden | 1 339 | (150) |
| Belastingseffect van notionele interestaftrek | 29 | 538 |
| Terugname van waardevermindering van uitgestelde belastingsvorderingen en niet erkende belastingsactiva (2.A.c.) | 2 725 | 4 029 |
| Belastingslast en het effectieve belastingtarief voor de periode (A) | (16 207) | (11 160) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Uitgestelde belastingopbrengsten/(vorderingen) rechtstreeks opgenomen in eigen vermogen | ||
| Impact van IAS 19R op het eigen vermogen | 483 | 2 160 |
| Impact van wisselkoerswijzigingen | (57) | 30 |
| Op het effectief gedeelte van de wijziging in reële waarde van de kasstroomindekkingen | (776) | 631 |
| Totaal | (350) | 2 821 |
7
De totale belastinglasten bedragen EUR -16.2 miljoen en omvatten twee elementen:
De uitgestelde belastingen van EUR -10,2 miljoen worden voornamelijk verklaard door:
d. Het effect van de nieuwe belastingshervorming in België (EUR -4,5 miljoen).
e. Het effect van de wijziging van de belastingsvoeten op de uitgestelde belastingen bedraagt EUR 2,2 miljoen.
De afloopdatum voor het gebruik van uitgestelde belastingsvorderingen in het verleden:
Aanpassingen van vorige jaren:
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |||
| Groep Recticel | UITGESTELDE BELASTING VORDERINGEN |
UITGESTELDE BELASTING VERPLICHTINGEN |
UITGESTELDE BELASTING VORDERINGEN |
UITGESTELDE BELASTING VERPLICHTINGEN |
| Opgenomen uitgestelde belastingen | ||||
| Immateriële activa | 12 370 | (832) | 12 406 | (889) |
| Materiële vaste activa | 23 937 | (18 433) | 25 094 | (19 145) |
| Beleggingen | 0 | (1 197) | 0 | (1 152) |
| Voorraden | 698 | (528) | 654 | (719) |
| Vorderingen | 485 | (3 031) | 1 237 | (1 201) |
| Indekkingen (eigen vermogen) | 117 | 0 | 897 | 0 |
| Andere activa | 628 | 0 | 764 | 0 |
| Voorzieningen voor pensioenen | 14 538 | 0 | 14 090 | (102) |
| Andere voorzieningen | 6 055 | (5 839) | 6 412 | (5 896) |
| Andere verplichtingen | 1 248 | (6 524) | 2 053 | (4 322) |
| Notionele interestaftrek | 4 550 | 0 | 9 182 | 0 |
| Fiscaal overdraagbare verliezen/belastingvorderingen | 162 388 | 0 | 171 347 | 0 |
| Totaal | 227 014 | (36 384) | 244 136 | (33 426) |
| Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen (1) | (173 602) | 0 | (183 006) | 0 |
| Saldering (2) | (27 171) | 27 171 | (23 310) | 23 310 |
| Totaal (zoals aangegeven in de balans) | 26 241 | (9 213) | 37 820 | (10 116) |
(1) De wijziging van EUR +9,4 miljoen (EUR 173,6 miljoen versus EUR 183,0 miljoen) is hoofdzakelijk verklaard door de waardevermindering op uitgestelde belastingsvorderingen voor EUR +2,7 miljoen, door het effect van een wijziging in de belastingsvoet voor EUR +6,0 miljoen, door het effect op het eigen vermogen
voor EUR +0,7 miljoen in verband met pensioenen onder IAS 19R. (2) Volgens IAS 12 (Belastingen op het resultaat) zouden uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen, onder bepaalde voorwaarden, gesaldeerd moeten worden als ze door een identieke fiscale autoriteit geheven worden.
De overgedragen fiscale verliezen, gerangschikt volgens vervaldatum, zijn als volgt:
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Binnen 1 jaar | 15 297 | 15 439 |
| Binnen 2 jaar | 4 391 | 16 930 |
| Binnen 3 jaar | 68 391 | 8 077 |
| Binnen 4 jaar | 4 078 | 3 645 |
| Binnen 5 jaar of meer | 139 760 | 207 041 |
| Zonder tijdslimiet | 360 493 | 366 662 |
| Totaal | 592 410 | 617 794 |
Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2017:
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOTAAL POTENTIËLE ACTIEVE BELASTINGSLATENTIES |
OPGENOMEN ACTIEVE BELASTINGSLATENTIES |
NIET OPGENOMEN ACTIEVE BELASTINGSLATENTIES |
BRUTO BEDRAG AAN NIET-ERKENDE BELASTINGSVERLIEZEN |
| Overgedragen fiscale verliezen (*) | 162 388 | 32 636 | 129 752 | 460 142 |
| Notionele interestaftrek (*) | 4 550 | 0 | 4 550 | 13 386 |
| Materiële vaste activa | 23 937 | 3 628 | 20 309 | 63 128 |
| Voorzieningen voor pensioenen | 14 538 | 6 830 | 7 708 | 24 635 |
| Andere voorzieningen | 6 057 | 2 106 | 3 951 | 12 906 |
| Andere tijdelijke verschillen | 15 544 | 8 212 | 7 332 | 26 462 |
| Totaal | 227 014 | 53 412 | 173 602 | 600 659 |
(*) Per 31/12/2017, werden overgedragen fiscale verliezen en notionele interestaftrekken voor EUR 32,6 miljoen (2016: EUR 37,8 miljoen) opgenomen op een totaal van overdraagbare belastingsverliezen van EUR 592,4 milljoen (2016: EUR 617,8 miljoen). Deze belastingsactiva vertegenwoordigen belastbare winsten die realiseerbaar zijn in een voorzienbare toekomst.
Uitgestelde belastingvorderingen opgenomen en niet-opgenomen door de Groep met betrekking tot de volgende elementen op 31 december 2016:
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOTAAL POTENTIËLE ACTIEVE BELASTINGSLATENTIES |
OPGENOMEN ACTIEVE BELASTINGSLATENTIES |
NIET OPGENOMEN ACTIEVE BELASTINGSLATENTIES |
BRUTO BEDRAG AAN NIET-ERKENDE BELASTINGSVERLIEZEN |
| Overgedragen fiscale verliezen (*) | 171 346 | 37 819 | 133 527 | 460 904 |
| Notionele interestaftrek (*) | 9 182 | 0 | 9 182 | 27 013 |
| Materiële vaste activa | 25 094 | 3 995 | 21 099 | 64 358 |
| Voorzieningen voor pensioenen | 14 090 | 7 059 | 7 031 | 21 463 |
| Andere voorzieningen | 6 412 | 2 385 | 4 027 | 12 301 |
| Andere tijdelijke verschillen | 18 012 | 9 872 | 8 140 | 27 422 |
| Totaal | 244 136 | 61 130 | 183 006 | 613 461 |
(*) Per 31/12/2016, werden overgedragen fiscale verliezen en notionele interestaftrekken voor EUR 37,8 miljoen (2015: EUR 46,8 miljoen) opgenomen op een totaal van overdraagbare belastingsverliezen van EUR 617,8 milljoen (2015: EUR 649,8 miljoen). Deze belastingsactiva vertegenwoordigen belastbare winsten die realiseerbaar zijn in een voorzienbare toekomst.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en deelnemingen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, tenzij de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld of indien het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Er worden geen uitgestelde belastinglatenties erkend op de niet-uitgekeerde in reserves opgenomen resultaten van dochterondernemingen, geassocieerde vennootschappen en joint ventures, daar de impact niet materieel is.
Bedragen opgenomen als uitkeringen aan aandeelhouders in de verslagperiode.
Dividend voor de periode die afsluit op 31 december 2016 van EUR 0,18 (2015: EUR 0,14) per aandeel.
Voorgesteld dividend voor de periode die afsluit op 31 december 2017 van EUR 0,22 per aandeel, of in totaal voor alle uitstaande aandelen EUR 12.050.799 (2016: EUR 9.731.253,60), inclusief het gedeelte toewijsbaar aan de eigen aandelen.
Het voorgestelde dividend moet worden goedgekeurd door de aandeelhouders op de jaarlijkse Algemene Vergadering en is niet opgenomen als een verplichting in deze jaarrekening.
De berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel is gebaseerd op de volgende gegevens:
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Netto winst (verlies) over de periode (in duizend EUR) | 23 913 | 16 330 |
| Netto winst (verlies) uit voortgezette activiteiten | 23 913 | 16 330 |
| Netto winst (verlies) uit beëindigde activiteiten | 0 | 0 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | ||
| Gewone aandelen op 01 januari (zonder ingekochte eigen aandelen) | 53 735 720 | 53 404 808 |
| Uitoefening van warrants | 713 837 | 330 912 |
| Gewone aandelen op 31 december (zonder ingekochte eigen aandelen) | 54 449 557 | 53 735 720 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen | 54 110 396 | 53 504 432 |
| in EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Gewone winst (verlies) per aandeel | 0,44 | 0,31 |
| Gewone winst (verlies) per aandeel uit voortgezette activiteiten | 0,44 | 0,31 |
| Gewone winst (verlies) per aandeel uit stopgezette activiteiten | 0,00 | 0,00 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Berekening van de verwaterde winst (verlies) per aandeel: | ||
| Verwaterende elementen | ||
| Netto winst (verlies) uit de voortgezette activiteiten | 23 913 | 16 330 |
| Converteerbare obligatielening (2) | 791 | 1 341 |
| Winst (verlies) toerekenbaar aan de gewone houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moederonderneming inclusief veronderstelde conversies |
24 704 | 17 671 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen | 54 110 396 | 53 504 432 |
| Aandelenoptieplannen - warranten (1) | 318 464 | 116 657 |
| Converteerbare obligatielening (2) | 3 512 841 | 6 022 013 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen voor de verwaterde winst per aandeel | 57 941 701 | 59 643 102 |
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Verwaterde winst (verlies) per aandeel | 0,43 | 0,30 |
| Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit voortgezette activiteiten | 0,43 | 0,30 |
| Verwaterde winst (verlies) per aandeel uit stopgezette activiteiten | 0,00 | 0,00 |
| 2017 | 2016 | |
|---|---|---|
| Winstverhogende elementen | ||
| Invloed op de resultaten van voortgezette activiteiten | ||
| Converteerbare obligatielening (2) | 0 | 0 |
| Invloed op gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen | ||
| Aandelenoptieplan - warranten - "out-of-the-money" (1) | 66 691 | 897 121 |
| Converteerbare obligatielening (2) | 0 | 0 |
(1) Per 31 december 2017 waren alle warrantplannen vanaf december 2012 'in-the-money'. De overige warrantplannen waren 'out-of-the-money' en zijn aldusdanig
winstverhogend. (2) Per 31 december 2017 was de converteerbare obligatielening niet meer bestaande, derhalve werd enkel een pro rata in de berekening opgenomen, dit in lijn met de richtlijnen. De obligatielening werd volledig terugbetaald op 23 juli 2017.
| in duizend EUR | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | ONTWIKKELINGS KOSTEN |
CONCESSIES, OCTROOIEN EN LICENTIES |
CLIËNTEEL EN HANDELSFONDSEN |
OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN |
TOTAAL | |||
| Per einde van de vorige verslagperiode | |||||||||
| Aanschaffingswaarde | 14 296 | 47 318 | 8 507 | 328 | 5 928 | 76 377 | |||
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (12 431) | (35 088) | (8 494) | (282) | (143) | (56 438) | |||
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
0 | (6 303) | 0 | 0 | (1 531) | (7 834) | |||
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode |
1 865 | 5 927 | 13 | 47 | 4 253 | 12 105 | |||
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | |||||||||
| Aanschaffingen, met inbegrip van interne productie |
19 | 201 | (0) | 0 | 2 960 | 3 180 (1) | |||
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
| Afschrijving opgenomen als last | (757) | (1 883) | (16) | (19) | (109) | (2 785) | |||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | 0 | (32) | 0 | 0 | (121) | (153) (2) | |||
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 318 | 1 705 | 3 | (8) | (2 055) | (37) | |||
| Wisselkoersverschillen | 47 | (42) | 0 | 0 | 7 | 13 | |||
| Per einde van de verslagperiode | 1 492 | 5 876 | 0 | 19 | 4 936 | 12 323 | |||
| Aanschaffingswaarde | 14 411 | 48 720 | 9 574 | 260 | 6 716 | 79 682 | |||
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (12 920) | (36 544) | (9 574) | (241) | (249) | (59 528) | |||
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
0 | (6 300) | 0 | 0 | (1 531) | (7 831) | |||
| Netto boekwaarde per einde van de verslagperiode |
1 491 | 5 876 | 0 | 19 | 4 936 | 12 323 | |||
| Gebruiksduur (in jaren) | 3-5 | 3-10 | 5-10 | 5 maximum | n.a. | ||||
| Aanschaffingen | Overdrachten | ||||||||
| Cash out voor aanschaffingen immateriële activa | (3 124) | Cash in uit overdrachten immateriële activa | 107 | ||||||
| Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal | (56) | Overdrachten opgenomen in werkkapitaal | 45 | ||||||
| Totaal aanschaffingen immateriële activa (1) | (3 180) | Totaal overdrachten immateriële activas (2) 153 |
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | ONTWIKKELINGS KOSTEN |
CONCESSIES, OCTROOIEN EN LICENTIES |
CLIËNTEEL EN HANDELSFONDSEN |
OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN |
TOTAAL | |
| Per einde van de vorige verslagperiode | |||||||
| Aanschaffingswaarde | 15 346 | 46 259 | 8 631 | 337 | 6 853 | 77 426 | |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (14 117) | (33 817) | (8 597) | (279) | 0 | (56 810) | |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(11) | (6 363) | 0 | 0 | (831) | (7 205) | |
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode |
1 218 | 6 079 | 34 | 58 | 6 022 | 13 411 | |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | |||||||
| Aanschaffingen | 0 | 157 | 0 | 13 | 1 958 | 2 128 (1) | |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | (700) | (700) | |
| Afschrijving opgenomen als last | (666) | (1 955) | (21) | (24) | (143) | (2 807) | |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | 0 | (2) | 0 | 0 | 0 | (2) (2) | |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 1 312 | 1 745 | 0 | 0 | (2 882) | 176 | |
| Wisselkoersverschillen | 0 | (98) | (0) | (0) | (3) | (101) | |
| Per einde van de verslagperiode | 1 865 | 5 927 | 13 | 47 | 4 253 | 12 104 | |
| Aanschaffingswaarde | 14 296 | 47 318 | 8 507 | 328 | 5 928 | 76 377 | |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (12 431) | (35 088) | (8 494) | (282) | (143) | (56 438) | |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
0 | (6 303) | 0 | 0 | (1 531) | (7 834) | |
| Netto boekwaarde per einde van de verslagperiode |
1 865 | 5 927 | 13 | 47 | 4 253 | 12 104 | |
| Gebruiksduur (in jaren) | 3-5 | 3-10 | 5-10 | 5 maximum | n.a. | ||
| Aanschaffingen | Overdrachten | ||||||
| Cash out voor aanschaffingen immateriële activa | (3 060) | Cash in uit overdrachten immateriële activa | 95 | ||||
| Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal | 932 | Overdrachten opgenomen in werkkapitaal | (93) | ||||
| Totaal aanschaffingen immateriële activa (1) | (2 128) | Totaal overdrachten immateriële activas (2) |
In 2017 bedroegen de totale aanschaffingen en de interne productie van immateriële activa EUR 3,2 miljoen in vergelijking met EUR 2,1 miljoen in de vorige verslagperiode. De investeringen in immateriële activa hadden in 2017 voornamelijk betrekking op "Activa in aanbouw & vooruitbetalingen" die verband houden met nieuwe ontwikkelings- en licentiekosten voor het uitrollen van het SAP informaticaplatform (EUR 2,0 miljoen) en met de kapitalisatie van ontwikkelingskosten voor Automobiel Interiors projecten (EUR 0,5 miljoen).
In 2016 bedroegen de totale aanschaffingen en de interne productie van immateriële activa EUR 2,1 miljoen in vergelijking met EUR 3,4 miljoen in de vorige verslagperiode. De investeringen in immateriële activa hadden in 2016 voornamelijk betrekking op "Activa in aanbouw & vooruitbetalingen" die verband houden met nieuwe ontwikkelings- en licentiekosten voor het uitrollen van het SAP informaticaplatform (EUR 1,8 miljoen) en met de kapitalisatie
van ontwikkelingskosten voor Automobiel Interiors projecten (EUR 0,3 miljoen).
In december 2011 heeft Recticel n.v. samen met Recticel International Services n.v. een gezamenlijke kredietovereenkomst ("club deal") afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen. In het raamwerk van deze club deal hebben Recticel n.v. en/of haar dochternemingen hun belangrijkste handelsmerken en octrooien als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. De looptijd van deze club deal kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TERREINEN EN GEBOUWEN |
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING |
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL |
FINANCIËLE LEASE | OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUIT BETALINGEN |
TOTAAL |
| Per einde van de vorige verslagperiode | |||||||
| Aanschaffingswaarde | 181 487 | 498 464 | 24 912 | 35 319 | 5 076 | 18 307 | 763 565 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (114 877) | (385 022) | (20 803) | (15 805) | (1 325) | (79) | (537 910) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(1 302) | (7 059) | (3) | (76) | (984) | (24) | (9 447) |
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode |
65 308 | 106 383 | 4 106 | 19 438 | 2 767 | 18 205 | 216 207 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | |||||||
| Aanschaffingen, inclusief interne productie | 464 | 4 936 | 770 | 9 300 | 7 | 46 675 | 62 152 (1) |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | (6 868) | 0 | 0 | 0 | (141) | (7 009) |
| Afschrijving opgenomen als last | (3 771) | (20 080) | (1 846) | (701) | (22) | (158) | (26 578) |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | (8 827) | (3 330) | (72) | 0 | 0 | (2 395) | (14 623) (2) |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 2 993 | 35 052 | 1 248 | 228 | (2 663) | (39 000) | (2 142) |
| Wisselkoersverschillen | (26) | (929) | (68) | (0) | (3) | (197) | (1 222) |
| Per einde van de verslagperiode | 56 142 | 115 165 | 4 139 | 28 265 | 86 | 22 987 | 226 783 |
| Aanschaffingswaarde | 174 573 | 509 343 | 25 562 | 44 751 | 1 146 | 23 248 | 778 622 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (117 173) | (381 437) | (21 422) | (16 410) | (1 060) | (240) | (537 741) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(1 258) | (12 741) | (2) | (76) | 0 | (21) | (14 098) |
| Netto boekwaarde per einde van de verslagperiode |
56 142 | 115 165 | 4 139 | 28 265 | 86 | 22 987 | 226 783 |
| Aanschaffingen | Overdrachten | ||||||
| Cash out voor aanschaffingen materiële vaste activa |
(61 061) | Cash in van overdrachten materiële vaste activa | 12 746 | ||||
| Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal | (1 091) | Overdrachten opgenomen in werkkapitaal | 1 878 | ||||
| Totaal aanschaffingen materiële vaste activa (1) | (62 152) | Totaal overdrachten materiële vaste activa (2) | 14 623 |
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TERREINEN EN GEBOUWEN |
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING |
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL |
FINANCIËLE LEASE | OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUIT BETALINGEN |
TOTAAL |
| Per einde van de vorige verslagperiode | |||||||
| Aanschaffingswaarde | 185 070 | 519 470 | 24 892 | 35 340 | 5 071 | 20 144 | 789 988 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (119 699) | (413 237) | (20 410) | (14 247) | (1 292) | (36) | (568 920) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(697) | (9 478) | (9) | (81) | (984) | (136) | (11 386) |
| Netto boekwaarde per einde van de vorige verslagperiode |
64 673 | 96 755 | 4 473 | 21 013 | 2 795 | 19 972 | 209 681 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | |||||||
| Aanschaffingen, inclusief interne productie | 289 | 4 439 | 670 | 503 | 76 | 36 282 | 42 259 (1) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (682) | (287) | (3) | 0 | 0 | 0 | (972) |
| Afschrijving opgenomen als last | (3 622) | (20 399) | (1 786) | (1 599) | (98) | (78) | (27 582) |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen | (3 921) | (285) | (14) | 0 | (6) | (8) | (4 233) (2) |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | 8 762 | 28 278 | 864 | (479) | 0 | (37 616) | (191) |
| Wisselkoersverschillen | (191) | (2 118) | (99) | 0 | (1) | (346) | (2 756) |
| Per einde van de verslagperiode | 65 308 | 106 383 | 4 106 | 19 438 | 2 767 | 18 205 | 216 207 |
| Aanschaffingswaarde | 181 487 | 498 464 | 24 912 | 35 319 | 5 076 | 18 307 | 763 565 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen | (114 877) | (385 022) | (20 803) | (15 805) | (1 325) | (79) | (537 910) |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen |
(1 302) | (7 059) | (3) | (76) | (984) | (24) | (9 447) |
| Netto boekwaarde per einde van de verslagperiode |
65 308 | 106 383 | 4 106 | 19 438 | 2 767 | 18 205 | 216 207 |
| Aanschaffingen Cash out voor aanschaffingen materiële vaste |
(40 552) | Overdrachten Cash in van overdrachten materiële vaste activa |
7 506 | ||||
| activa | |||||||
| Aanschaffingen opgenomen in werkkapitaal | (1 707) | Overdrachten opgenomen in werkkapitaal | (3 273) | ||||
| Totaal aanschaffingen materiële vaste activa (1) | (42 259) | Totaal overdrachten materiële vaste activa (2) | 4 233 |
De totale aanschaffing van materiële vaste activa bedroeg EUR 62,2 miljoen in vergelijking met EUR 42,3 miljoen tijdens de vorige verslagperiode. De toename wordt voornamelijk verklaard door een combinatie van (i) nieuwe investeringen na het brandincident in de Automobiel Interiors fabriek in Most (Tsjechië) en voor de ontwikkeling van de Interiors activiteiten in China, en (ii) de impact van de sale and lease-back van de Isolatie-fabriek in België (EUR +9,3 miljoen).
Op 31 december 2017 was de Groep contractuele verbintenissen aangegaan in verband met de verwerving van materiële vaste activa voor EUR 2,4 miljoen (2016: EUR 6,7 miljoen).
In 2017, werden bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winst- en verliesrekeningen die voornamelijk betrekking hadden op de vervanging van de vernietigde activa bij Automobiel Interiors na het brandincident in the fabriek in Most (Tsjechië) (EUR -6,7 miljoen).
In 2016, werden bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winst- en verliesrekeningen met betrekking tot inactieve machines in Soepelschuim (Frankrijk en Verenigd Koninkrijk) (EUR -0,5 miljoen) en een gebouw in Slaapcomfort (Oostenrijk) (EUR -0,4 miljoen).
In 2017 weerspiegelt 'Overdrachten en buitengebruikstellingen' (i) de verkoop en terughuur van een Isolatie-gebouw in België (EUR -8,8 miljoen), (ii) de afschrijving van vernietigde activa na de brand in de Interiors-fabriek Most (EUR -3,3 miljoen) en (iii) de verkoop van machines in Interiors China (EUR -2,4 miljoen).
In 2017 heeft 'Herklassering naar activa aangehouden voor verkoop' (EUR 2,6 miljoen) betrekking op het gebouw (Soepelschuim) in Legutiano (Spanje).
Zoals reeds vermeld onder Immateriële Activa, hebben Recticel n.v. samen met Recticel International Services n.v., in december 2011 een nieuwe gezamenlijke kredietovereenkomst (club deal) afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen. In het kader van deze club deal hebben Recticel n.v. en/of haar dochternemingen hun aandelen en/of hun productieterreinen in België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden als waarborg gegeven aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. De looptijd van deze club deal kredietfaciliteit werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Totaal terreinen en gebouwen | 28 259 | 19 424 |
| Totaal installaties, machines en uitrusting | 0 | 0 |
| Totaal meubilair en rollend materieel | 6 | 14 |
| Totaal activa onder financiële lease | 28 265 | 19 438 |
| Vaste activa onder financiële lease - Bruto | 44 751 | 35 319 |
| Vaste activa onder financiële lease - Geaccumuleerde afschrijvingen | (16 410) | (15 805) |
| Vaste activa onder financiële lease - Bijzondere waardeverminderingen | (76) | (76) |
| Vaste activa onder financiële lease | 28 265 | 19 438 |
De hieronder weergegeven deelnemingspercentages komen, tenzij anders aangegeven, overeen met de stemrechtenpercentages.
| Deelnemingspercentage (%) | ||||
|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |||
| Oostenrijk | ||||
| Sembella GmbH | Aderstrasse 35 - 4850 Timelkam | 100,00 | 100,00 | |
| België s.c. sous forme de s.a. Balim b.v. onder vorm van n.v. |
Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere | 100,00 | 100,00 | |
| s.a. Finapal n.v. | Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere | 100,00 | 100,00 | |
| s.a. Recticel International Services n.v. | Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere | 100,00 | 100,00 | |
| s.a. Recticel UREPP Belgium n.v. | Damstraat 2 - 9230 Wetteren | 100,00 | 100,00 | |
| China | ||||
| Ningbo Recticel Automotive Parts Co. Ltd. | 525, Changxing Road, (C Area of Pioneer Park) Jiangbei District, Ningbo Municipality | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Foams (Shanghai) Co Ltd | 525, Kang Yi Road - Kangyiao Industrial Zone, 201315 Shanghai | 100,00 | 100,00 | |
| Shenyang Recticel Automotive Parts Co Ltd | 12, Hangtian Road - Dongling District, 110043 Shenyang City | 100,00 | 100,00 | |
| Shenyang Recticel II Automotive Parts Co Ltd | 70, Dawang Road - Dadong District, 11043 Shenyang City | 100,00 | - | |
| Beijing Recticel Automotive parts CO Ltd | 32A, Block Yi, No. 15, Jingsheng Nan Si Jie, Jingiao Science | 100,00 | 100,00 | |
| Langfang Recticel Automotive Parts Co Ltd | 10, Anjin Road - Anci Industrial Zone, 065000 Langfang City | 100,00 | 100,00 | |
| Changchun Recticel Automotive Parts Co Ltd. | Intersection of C19 Rd. and C43 St. in Automotive industry Development Zone; 13000 Changchun, Jilin Province | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Foam (Wuxi) Co Ltd | No 30, Wanquan Road; Xishan Economic and Technological Developement Zone, Wuxi City | 100,00 | - | |
| Tsjechië | ||||
| RAI Most s.r.o. | Moskevska 3055 - Most | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Czech Automotive s.r.o. | Chuderice-Osada 144 - 418,25 Bilina | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Interiors CZ s.r.o. | Plazy, 115 - PSC 293 01 Mlada Boleslav | 100,00 | 100,00 | |
| Estland | ||||
| Recticel ou | Pune Tee 22 - 12015 Tallin | 100,00 | 100,00 | |
| Finland | ||||
| Recticel oy | Nevantie 2, 45100 Kouvola | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Insulation oy | Nevantie 2, 45100 Kouvola | 100,00 | - | |
| Frankrijk | ||||
| Recticel s.a.s. | 7, rue du Fossé blanc, bâtiment C2 - 92622 Gennevilliers | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Insulation s.a.s. | 7, rue du Fossé blanc, bâtiment C2 - 92622 Gennevilliers | 100,00 | 100,00 | |
| Duitsland | ||||
| Recticel Automobilsysteme GmbH | Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Dämmsysteme Gmbh | Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid | - (a) | 100,00 | |
| Recticel Deutschland Beteiligungs GmbH | Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Grundstücksverwaltung GmbH | Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Dämmsysteme Gmbh (formerly Recticel Handel GmbH) | Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter | 100,00 (b) | 100,00 | |
| Recticel Schlafkomfort GmbH | Schlaraffiastrasse 1-10 - 44867 Bochum 6 - Wattenscheid | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Verwaltung Gmbh & Co. KG | Im Muehlenbruch 10-12 - 53639 Königswinter | 100,00 | 100,00 | |
| Luxemburg | ||||
| Recticel RE s.a. | 23, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Luxembourg s.a. | 23, Avenue Monterey, L-2163 Luxembourg | 100,00 | 100,00 | |
| India | ||||
| Recticel India Private Limited | 407, Kapadia Chambers, 599 JSS Road, Princess Street, Marine Lines (East), 400002 Mumbai Maharashtra | 100,00 | 100,00 | |
| Marrokko | ||||
| Recticel Mousse Maghreb s.à.r.l. | 31 Avenue Prince Héritier, Tanger | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel Maroc s.à.r.l.a.u. | Ilot K, Module 4, Atelier 2, Zone Franche d'Exportation de Tanger | 100,00 | - | |
| Nederland | ||||
| Enipur Holding B.V. | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | 100,00 | 100,00 | |
| Recticel B.V. | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | 100.00 | 100.00 | |
| Recticel Holding Noord B.V. | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | 100.00 | 100.00 | |
| Recticel International B.V. | Spoorstraat 69 - 4041 CL Kesteren | 100.00 | 100.00 | |
(a) Gefuseerd met Recticel Handel GmbH op 16 juni 2017
(b) Recticel Handel GmbH werd herdoopt tot Recticel Dämmsysteme GmbH, vanaf 16 juni 2017
| Deelnemingspercentage (%) | |||
|---|---|---|---|
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | ||
| Noorwegen | |||
| Recticel AS | Øysand - 7224 Mehus | 100.00 | 100.00 |
| Polen | |||
| Recticel Sp. z o.o. | Ul. Graniczna 60, 93-428 Lodz | 100.00 | 100.00 |
| Roemenië | |||
| Recticel Bedding Romania s.r.l. | Miercurea Sibiului, DN1, FN, ground floor room 2 3933 Sibiu County | 100.00 | 100.00 |
| Zweden | |||
| Recticel AB | Södra Storgatan 50 b.p. 507 - 33228 Gislaved | 100.00 | 100.00 |
| Spanje | |||
| Recticel Iberica s.l. | Cl. Catalunya 13, Pol. Industrial Cam Ollersanta Perpetua de Mogoda 08130 | 100.00 | 100.00 |
| Zwitserland | |||
| Recticel Bedding (Schweiz) AG | Bettenweg 12 Postfach 65 - 6233 Büron - Luzern | 100.00 | 100.00 |
| Turkije | |||
| Recticel Teknik Sünger Izolasyon Sanayi ve Ticaret a.s. | Orta Mahalle, 30 - 34956 Istanbul | 100,00 | 100,00 |
| Verenigd Koninkrijk | |||
| Gradient Insulations (UK) Limited | Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton | 100.00 | 100.00 |
| Recticel (UK) Limited | Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton | 100.00 | 100.00 |
| Recticel Limited | Blue Bell Close Clover Nook Industrial Park - DE554RD Alfreton | 100.00 | 100.00 |
| Verenigde Staten van Amerika | |||
| Recticel Interiors North America Llc. | 5600 Bow Point Drive - MI 48346-3155 Clarkston | - (c) | 100.00 |
| Recticel Urepp North America Inc. | Metro North Technology Park - Atlantic Boulevard 1653 - MI 48326 Auburn Hills | 100.00 | 100.00 |
| The Soundcoat Company Inc. | Burt Drive 1 PO Box 25990 - NY 11729 Deer Park County of Suffolk | 100.00 | 100.00 |
(c) Recticel Interiors North America Llc werd gefuseerd met Recticel Urepp North America Inc op 01 januari 2018
In het kader van de EUR 175 miljoen club deal kredietovereenkomst dd. 9 december 2011, zoals geamendeerd op 25 februari 2016, heeft Recticel n.v. aan haar banken volgende zekerheden verleend:
Op 31 januari 2018 hebben de banken die deelnemen aan de kredietfaciliteit 2016-2021 voor EUR 175 miljoen ingestemd met de kwijting en vrijgave van al eerder toegekende zekerheden. Recticel n.v. heeft bankgaranties verleend ten behoeve van (i) OVAM betreffende sanerings- of monitoringprojecten voor enkele van haar sites en/of sites van dochtervennootschappen, voor een totaal bedrag van EUR 2,0 miljoen, evenals (ii) ten aanzien van het Waalse Département du Sol et des Déchets - DSD voor een bedrag van EUR 0,8 miljoen.
Recticel n.v. verleent verder garanties en comfortbrieven aan en/of ten behoeve van verschillende rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen, waarvan de belangrijkste (> EUR 1 miljoen) zijn:
ten behoeve van Recticel Bedding Romania s.r.l.: EUR 1,4 miljoen;
ten behoeve van Recticel Ltd.: EUR 18,4 miljoen; waarvan een geschatte EUR 11,7 miljoen voor het pensioenfonds;
Recticel n.v. heeft zich verder garant gesteld voor haar dochtervennootschappen Recticel Interiors North America LLP en Recticel North America Inc. in het kader van de herziene overeenkomsten met de Johnson Controls Groep ingevolge de uittreding van beide Amerikaanse ondernemingen uit de Chapter 11 procedure (april 2010).
Recticel n.v. heeft zich ook garant gesteld ten aanzien van Daimler AG voor de goede uitvoering van alle lopende Mercedes programma's van haar Interiors divisie.
Zoals voorzien in de club deal kredietovereenkomst, bedraagt het maximaal toegestane dividend, exclusief het deel toewijsbaar aan de eigen aandelen (treasury shares), beschikbaar voor uitbetaling, het grootste van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.
| Deelnemingspercentage (%) | ||||
|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |||
| Oostenrijk | ||||
| Eurofoam GmbH | Greinerstrasse 70 - 4550 Kremsmünster | 50,00 | 50,00 | |
| België | ||||
| s.a. Proseat n.v. | Olympiadenlaan 2 - 1140 Evere | 51,00 | 51,00 | |
| Bulgarije | ||||
| Eurofoam-BG o.o.d. | Raiko Aleksiev Street 40, block n° 215-3 Izgrev district, Sofia | 50,00 | 50,00 | |
| Tsjechië | ||||
| Eurofoam Bohemia s.r.o. | Osada 144, Chuderice - 418 25 Bilina | 50,00 | 50,00 | |
| Proseat Mlada Boleslav s.r.o. | Plazy, 115 - PSC 293 01 Mlada Boleslav | 51,00 | 51,00 | |
| Frankrijk | ||||
| Proseat s.a.s. | Avenue de Verdun, 71, 77470 Trilport | 51,00 | 51,00 | |
| Duitsland Eurofoam Deutschland GmbH Schaumstoffe |
Hagenauer Strasse 42 – 65203 Wiesbaden | 50,00 | 50,00 | |
| KFM-Schaumstoff GmbH | Rosenauer Strasse, 28 - 96487 Dörfles-Esbach | 50,00 | 50,00 | |
| Proseat Gmbh & Co. KG | Hessenring 32 - 64546 Mörfelden-Walldorf | 51,00 | 51,00 | |
| Proseat Schwarzheide GmbH | Schipkauer Strasse 1 - 01987 Schwarzheide | 51.00 | 51.00 | |
| Proseat Verwaltung Gmbh | Hessenring 32 - 64546 Mörfelden-Walldorf | 51,00 | 51,00 | |
| Hongarije | ||||
| Eurofoam Hungary Kft. | Miskolc 16 - 3792 Sajobabony | 50,00 | 50,00 | |
| Polen | ||||
| Eurofoam Polska Sp. z o.o. | ul Szczawinska 42 - 95-100 Zgierz | 50,00 | 50,00 | |
| Proseat Spolka. z o.o. | ul Miedzyrzecka, 16 - 43-382, Bielsko-Biala | 51,00 | 51,00 | |
| Roemenië | ||||
| Eurofoam s.r.l. | Str. Garii nr. 13 Selimbar 2428 - O.P.8 C.P. 802 - Jud. Sibiu | 50,00 | 50,00 | |
| Rusland | ||||
| Eurofoam Kaliningrad | Kaliningrad District, Guierwo Region , 238352 Uszakowo | 50,00 | 50,00 | |
| Slowakije | ||||
| Poly | Dolné Rudiny 1 - SK-01001 Zilina | 50,00 | 50,00 | |
| Servië Eurofoam Sunder d.o.o. |
Vojvodanska Str. 127 - 21242 Budisava | 50,00 | 50,00 | |
| Slovenië | ||||
| Turvac d.o.o. | Primorska 6b, 3325 Šoštanj | 50,00 | 50,00 | |
| Spanje | ||||
| Proseat Foam Manufacturing SLU | Carretera Navarcles s/n, Poligono Industrial Santa Ana II - Santpedor (08251 Barcelona) | 51,00 | 51,00 | |
| Verenigd Koninkrijk | ||||
| Proseat LLP | Unit A, Stakehill Industrial Estate, Manchester, Lancashire | 51,00 | 51,00 |
Los van het feit dat een goedkeuring van de andere joint venture partner nodig is om dividenden uit te keren, zijn er verder geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van de joint ventures om fondsen te transfereren naar Recticel in de vorm van cash dividenden of de terugbetaling van leningen of voorschotten verstrekt door Recticel.
Recticel n.v. verleent garanties en comfortbrieven aan en/of ten behoeve van verschillende rechtstreekse en onrechtstreekse joint ventures, waarvan de belangrijkste (> EUR 1 miljoen) zijn:
De Groep heeft geen wettelijke noch contractuele verplichtingen om netto actieftekorten van een joint venture te ondersteunen voor een bedrag dat hoger is dan haar belang in de joint venture.
| Deelnemingspercentage (%) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | ||||
| Tsjechië | |||||
| B.P.P. spol s.r.o. | ul. Hájecká 11 – 61800 Brno | 25,68 | 25,68 | ||
| Eurofoam TP spol.s.r.o. | ul. Hájecká 11 – 61800 Brno | 40,00 | 40,00 | ||
| Sinfo | Souhradi 84 - 391 43 Mlada Vozice | 25,50 | 25,50 | ||
| Italië | |||||
| Orsafoam s.p.a. | Via A. Colombo, 60 21055 Gorla Minore (VA) | 33,00 | 33,00 | ||
| Litouwen | |||||
| UAB Litfoam | Radziunu Village, Alytus Region | 30,00 | 30,00 | ||
| Polen | |||||
| Caria Sp. z o.o. | ul Jagiellonska 48 - 34 - 130 Kalwaria Zebrzydowska | 25,50 | 25,50 | ||
| PPHIU Kerko Sp. z o.o. | Nr. 366 - 36-073 Strazow | 25,86 | 25,86 | ||
| Roemenië | |||||
| Flexi-Mob Trading s.r.l. | Interioara Street, 3 Pol. II, Inc. Federalcoop, Nr. 1, Constanta | 25,00 | 25,00 | ||
| Oekraïne | |||||
| Porolon Limited | Grodoocka 357 - 290040 - Lviv | 47,50 | 47,50 |
Los van het feit dat een goedkeuring van de controllerende aandeelhouder(s) nodig is om dividenden uit te keren, zijn er verder geen specifieke beperkingen op de mogelijkheid van de geassocieerde vennootschappen om fondsen te transfereren naar Recticel in de vorm van cash dividenden of de terugbetaling van leningen of voorschotten verstrekt door Recticel.
Sommige entiteiten die voor meer dan 50% worden gecontroleerd worden niet in de consolidatie opgenomen omdat ze (nog) niet materieel zijn. Van zodra zij een voldoende omvang zullen bereikt hebben, zullen ze echter wel opgenomen worden in de consolidatiekring.
| Deelnemingspercentage (%) | ||||
|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |||
| China | ||||
| Recticel Shanghai Ltd | No. 518, Fute North Road, Waigaoqiao Free Trade Zone - 200131 Shanghai | 100,00 | 100,00 | |
| Japan | ||||
| Inorec Japan KK | Imaika-Cho 1-36, Anjo-Shi | 50,00 | 50,00 | |
| Luxemburg | ||||
| Recfin S.A. | 412F, route d'Esch, L-2086 Luxembourg | 100,00 | 100,00 | |
| Roemenië | ||||
| Eurofoam s.r.l. Baia Mare | Str. Margeanulin, 5 - 4800 Baia Mare | 50,00 | 50,00 | |
| Zweden | ||||
| Nordflex A.B. | Box 507 - 33200 Gislaved | 100,00 | 100,00 |
Een overzicht van de belangrijke investeringen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen is opgenomen in toelichting II.5.4.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Per einde van de vorige verslagperiode | 82 389 | 73 196 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||
| Actuariële winsten/(verliezen) opgenomen in het eigen vermogen | (236) (1) | (552) (1) |
| Uitgestelde belastingen op het resultaat met betrekking tot componenten van het overige totaal resultaat | (131) | 248 |
| Wisselkoersverschillen | 912 (2) | (1 231) (2) |
| Winst of verlies (aandeel van de Groep) over de verslagperiode | 2 390 (3) | 16 927 (3) |
| Uitbetaalde dividenden | (8 765) (4) | (7 522) (4) |
| Transfer van resultaat | (318) | (189) |
| Kapitaalverhogingen | 0 | 1 512 |
| Per einde van de verslagperiode | 76 241 | 82 389 |
(1) In 2017 hebben de actuariële winsten betrekking op de impact van de lagere disconteringsvoet onder de IAS19 pensioenverplichtingen
(2) Wisselkoersverschillen hebben voornamelijk betrekking op de PLN (Eurofoam Polska en Proseat Poland)
(3) In 2017 worden de lagere opbrengsten uit joint ventures & geassocieerde vennootschappen voornamelijk verklaard door hogere kosten voor chemische grondstoffen die onvoldoende konden doorgerekend worden aan de markt, en door een zwakkere performantie van Proseat (Automobiel Zetelkussens) dat getroffen werd door operationele problemen in één van zijn fabrieken.
(4) In 2017 sloegen de uitbetaalde dividenden door joint ventures enkel op de Eurofoam groep.
(1) In 2016 hebben de actuariële winsten betrekking op de impact van de lagere disconteringsvoet onder de IAS19 pensioenverplichtingen
(2) Wisselkoersverschillen hebben voornamelijk betrekking op GBP (Proseat UK) en PLN (Eurofoam Polska en Proseat Poland)
(3) In 2016 worden de opbrengsten uit joint ventures & geassocieerde vennootschappen voornamelijk verklaard door de goede operationele prestaties van respectievelijk Proseat (Automobiel - Zetelkussens), Eurofoam (Soepelschuim) en Orsafoam (Soepelschuim)
(4) In 2016 sloegen de uitbetaalde dividenden door joint ventures enkel op de Eurofoam groep.
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | EUROFOAM PROSEAT |
TOTAL | ||||
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |
| Opgetelde cijfers | ||||||
| Vaste activa | 157 350 | 151 243 | 79 724 | 73 668 | 237 074 | 224 911 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 3 341 | 9 182 | 25 020 | 17 989 | 28 361 | 27 171 |
| Vlottende activa | 130 496 | 109 777 | 210 439 | 168 050 | 340 935 | 277 827 |
| Totaal activa | 287 846 | 261 020 | 290 163 | 241 718 | 578 009 | 502 738 |
| Rentedragende financiële verplichtingen | (25 019) | (25 141) | (15 124) | (15 786) | (40 143) | (40 927) |
| Langlopende verplichtingen | (41 653) | (42 063) | (46 707) | (47 679) | (88 360) | (89 742) |
| Rentedragende financiële verplichtingen | (49 461) | (17 504) | (133 223) | (99 731) | (182 684) | (117 235) |
| Kortelopende verplichtingen | (101 555) | (70 383) | (193 828) | (143 015) | (295 383) | (213 398) |
| Totaal passiva | (143 208) | (112 446) | (240 535) | (190 694) | (383 743) | (303 140) |
| Eigen vermogen | 144 638 | 148 574 | 49 628 | 51 024 | 194 266 | 199 598 |
| Netto bijdrage aan 100% in de gecombineerde cijfers van de Groep | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 410 779 | 378 218 | 291 122 | 262 751 | 701 901 | 640 969 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
(9 227) | (8 071) | (6 109) | (6 358) | (15 337) | (14 428) |
| Belastingen op het resultaat | (3 169) | (5 974) | (1 266) | (792) | (4 435) | (6 765) |
| Winst of (Verlies) van de periode | 5 446 | 23 679 | (4 204) | 7 138 | 1 242 | 30 817 |
Vootnoot:
• De bovenstaande cijfers zijn niet noodzakelijkerwijs gelijk aan die gepubliceerd door de joint venture bedrijven. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van verschillen in de boekhoudkundige regels en consolidatiekring.
• Recticel n.v. heeft zich garant gesteld voor (i) EUR 7,5 miljoen onder de vorm van een comfortbrief ten behoeve van de joint venture vennootschap Eurofoam GmbH (Oostenrijk/Duitsland) ter de dekking van een locale banklening, (ii) EUR 5,1 miljoen ten behoeve van de joint venture Proseat n.v. en Proseat sp.z.o.o., ter dekking van een locale banklening, (iii) EUR 3,9 miljoen ten behoeve van de joint venture Proseat GmbH, ter dekking van twee locale lease-overeenkomsten en (iv) een garantie ten behoeve van de joint venture Proseat GmbH, ter dekking van een kredietlijn van EUR 6,0 miljoen.
• Zowel Eurofoam als Proseat boekte een lager resultaat, voornamelijk door de negatieve impact van hogere chemische grondstofprijskosten die onvoldoende konden worden doorgerekend in de markt. Bovendien kende Proseat operationele problemen in een van zijn fabrieken.
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | EUROFOAM | PROSEAT | ||
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |
| Netto eigen vermogen (aandeel van de Groep) | 72 319 | 74 287 | 25 309 | 26 021 |
| Goodwill | 499 | 499 | 8 974 | 8 977 |
| Intragroep-eliminaties | (5 895) | (5 883) | 11 780 | 12 428 |
| Investering in partnership | 0 | 0 | 15 276 | 15 276 |
| Uitgestelde belastingen | 280 | 535 | (453) | (381) |
| IAS 19 hypothesen | (527) | (139) | 0 | 0 |
| Overige | (2 217) | 135 | 0 | 0 |
| Investering in dochtervennootschappen | (33 636) | (33 637) | (32 089) | (31 496) |
| Boekwaarde belangen in joint ventures | 30 823 | 35 797 | 28 797 | 30 825 |
De volgende kerncijfers van de geassocieerde deelnemingen worden weergegeven op een 100% basis:
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Vaste activa | 38 455 | 38 259 |
| Vlottende activa | 77 771 | 74 765 |
| Totaal activa | 116 226 | 113 024 |
| Langlopende verplichtingen | (5 509) | (6 012) |
| Kortlopende verplichtingen | (63 542) | (62 354) |
| Totaal verplichtingen | (69 051) | (68 366) |
| Eigen vermogen | 47 175 | 44 658 |
| Bedrijfsopbrengsten | 130 537 | 117 337 |
| Winst of (Verlies) van de periode | 5 644 | 4 109 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |||||
| Groep Recticel | SOM VAN TOTAAL RESULTAAT VAN JOINT VENTURES |
SOM VAN TOTAAL RESULTAAT VAN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN |
TOTAAL | SOM VAN TOTAAL RESULTAAT VAN JOINT VENTURES |
SOM VAN TOTAAL RESULTAAT VAN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN |
TOTAAL |
| Resultaat uit gecontinueerde operaties | 758 | 1 632 | 2 390 | 15 480 | 1 447 | 16 927 |
| Actuariële winsten/(verliezen) op personeelsvoordelen | 236 | 0 | 236 | 552 | 0 | 552 |
| Uitgestelde belastingen op actuariële winsten/(verliezen) op personeelsvoordelen |
131 | 0 | 131 | (248) | 0 | (248) |
| Wisselkoersverschillen opgenomen in de winst- en verliesrekening |
16 | 0 | 16 | (8) | 0 | (8) |
| Wisselkoersverschillen | (1 010) | (144) | (1 154) | 329 | 26 | 355 |
| Per einde van de verslagperiode | 131 | 1 488 | 1 619 | 16 106 | 1 473 | 17 580 |
De Groep heeft geen voorwaardelijke verplichtingen aangegaan waarvan de waarschijnlijkheid van verlies hoger is dan haar belang in geassocieerde deelnemingen of joint ventures.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Leningen | 5 976 | 6 053 |
| Cash voorschotten en deposito's | 727 | 758 |
| Overige vorderingen | 1 270 | 1 510 |
| Belastingskrediet voor onderzoek en ontwikkeling | 6 831 | 5 538 |
| Totaal | 14 804 | 13 860 |
De rubriek 'Leningen' heeft voornamelijk betrekking op een lening aan de joint venture Proseat s.r.o. (EUR 4,1 miljoen; 2016: EUR 3,9 miljoen) en leningen verleend door Recticel SAS, Frankrijk (EUR 1,8 miljoen; 2016: EUR 2,0 miljoen).
De boekwaarde van deze vorderingen op meer dan één jaar benadert de marktwaarde omdat de rentevoet van vlottende aard is in lijn met marktvoorwaarden.
De maximale blootstelling aan kredietrisico's is gelijk aan de boekwaarde van deze activa zoals opgenomen in de balans. Er zijn geen onbetaalde, doch verschuldigde vorderingen, noch bijzondere waardeverminderingen op uitstaande vorderingen. Er zijn geen specifieke garanties aangeboden voor uitstaande vorderingen.
Een belangrijke post onder de "Vorderingen op meer dan één jaar" betreft de "Kasvoorschotten en –deposito's", welke als volgt samengesteld is:
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Huur | 470 | 491 |
| Aankopen diensten (water, electriciteit, telecommunicatie, afvalverwerking, …) | 120 | 223 |
| Overige | 137 | 44 |
| Totaal | 727 | 758 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Grond- en hulpstoffen - Aanschaffingswaarde | 60 993 | 54 521 |
| Grond- en hulpstoffen - Waardeverminderingen | (4 390) | (4 567) |
| Grond- en hulpstoffen | 56 602 | 49 954 |
| Goederen in bewerking - Aanschaffingswaarde | 9 468 | 9 789 |
| Goederen in bewerking - Waardeverminderingen | (354) | (220) |
| Goederen in bewerking | 9 114 | 9 569 |
| Gereed product - Aanschaffingswaarde | 26 939 | 24 753 |
| Gereed product - Waardeverminderingen | (1 958) | (1 910) |
| Gereed product | 24 981 | 22 843 |
| Handelsgoederen - Aanschaffingswaarde | 6 343 | 6 091 |
| Handelsgoederen - Waardeverminderingen | (401) | (302) |
| Handelsgoederen | 5 942 | 5 789 |
| Vooruitbetalingen - Aanschaffingswaarde | 269 | 310 |
| Vooruitbetalingen - Waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Vooruitbetalingen | 269 | 310 |
| Bestellingen in uitvoering - Aanschaffingswaarde | 2 499 | 3 435 |
| Bestellingen in uitvoering - Waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Bestellingen in uitvoering | 2 499 | 3 435 |
| Totaal voorraden | 99 408 | 91 900 |
| Afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de verslagperiode | (5 672) | (2 491) |
| Terugname van afgeschreven bedragen op voorraden tijdens de verslagperiode | 2 989 | 3 403 |
In 2017 omvatten de waardeverminderingen op voorraden een impact van het brandincident in Most voor EUR -1,9 miljoen.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Projectopbrengsten opgenomen tijdens de verslagperiode | 22 303 | 24 297 |
| Projectlasten opgelopen en opgenomen winsten minus tot dusver opgenomen verliezen | 10 559 | 13 728 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 710 | 1 412 |
In de automobielsector heeft Recticel een technologie ontwikkeld op basis van polyurethaan voor de productie van interieurbekledingscomponenten. Voor de optimale implementatie van deze twee toepassingen, gebaseerd op de wensen van de klanten, zorgt Recticel er tijdens de preoperationele fase voor dat de productie van de vormen (moulds) gebeurt bij haar eigen leveranciers voor de productie van de componenten op te starten. Aan het einde van dit proces van onderaanbesteding, worden de vormen verkocht aan de klant.
Omdat dit aanzien wordt als een langetermijncontract gebeurt de opname van de baten en lasten van de vormenactiviteit naar rato van het stadium van voltooiing. Onder de zogenaamde 'procentuele voltooiingmethode' ('percentage of completion'), worden contract baten in overeenstemming gebracht met de reeds opgelopen kosten tot het punt van voltooiing.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Handelsvorderingen | 115 495 | 106 543 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen van handelsvorderingen | (4 560) | (5 037) |
| Totaal handelsvorderingen | 110 935 | 101 506 |
| Overige vorderingen (1) | 39 330 | 26 768 |
| Afgeleide producten (wisselkoers forward contracten) | 67 | 1 646 |
| Leningen aan geamortiseerde kost | 33 976 | 41 146 |
| Totaal financiële activa (2) | 34 043 | 42 793 |
| Subtotaal (1)+(2) | 73 373 | 69 560 |
| Totaal vorderingen en overige vorderingen | 184 308 | 171 066 |
Handelsvorderingen op balansdatum 2017 omvatten te ontvangen bedragen uit de verkoop van goederen en het leveren van diensten voor EUR 110,9 miljoen (2016: EUR 101,5 miljoen).
Dit netto bedrag van EUR 110,9 miljoen is samengesteld uit:
(i) een bruto bedrag aan handelsvorderingen van EUR 179,2 miljoen (2016: EUR 174,0 miljoen), na aftrek van:
(ii) EUR 19,8 miljoen aan wissels, nog op te maken facturen en voorschotten aan leveranciers (2016: EUR 19,0 miljoen).
In 2017 bedroegen de overige vorderingen EUR 39,3 miljoen; deze omvatten in hoofdzaak (i) nog te ontvangen BTW (EUR 19,3 miljoen), (ii) betaalde voorschotten aan derden voor exploitatiekosten die over verschillende boekjaren verdeeld worden (EUR 10,9 miljoen), (iii) vooruitbetalingen, belastingkredieten en subsidies, en contractuele verbintenissen met medecontractanten (EUR 9,1 miljoen).
In 2016 bedroegen de overige vorderingen EUR 26,8 miljoen; deze omvatten in hoofdzaak (i) nog te ontvangen BTW (EUR 10,2 miljoen), (ii) betaalde voorschotten aan derden voor exploitatiekosten die over verschillende boekjaren verdeeld worden (EUR 8,3 miljoen), (iii) vooruitbetalingen,
belastingkredieten en subsidies, en contractuele verbintenissen met medecontractanten (EUR 8,3 miljoen).
De overige financiële activa in 2017 (EUR 34,0 miljoen) zijn voornamelijk samengesteld uit financiële vorderingen op verbonden ondernemingen die niet worden geconsolideerd (EUR 16,6 miljoen), een vordering van EUR 17,4 miljoen (2016: EUR 24,1 miljoen) verbonden aan het niet-opgenomen saldo onder de factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, hetgeen de residuele risico's bevat die bij de betrokken geaffilieerde vennootschappen blijven als gevolg van hun blijvende betrokkenheid, alsook EUR 0,1 miljoen inzake de herwaardering van afdekkingsinstrumenten op renten en wisselkoersen.
De overige financiële activa in 2016 (EUR 42,8 miljoen) zijn voornamelijk samengesteld uit financiële vorderingen op verbonden ondernemingen die niet worden geconsolideerd (EUR 17,0 miljoen), een vordering van EUR 24,1 miljoen (2015: EUR 21,3 miljoen) verbonden aan het niet-opgenomen saldo onder de factoringprogramma's zonder verhaal in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, hetgeen de residuele risico's bevat die bij de betrokken geaffilieerde vennootschappen blijven als gevolg van hun blijvende betrokkenheid, alsook EUR 1,7 miljoen inzake de herwaardering van afdekkingsinstrumenten op renten en wisselkoersen.
De belangrijkste vlottende financiële activa van de Groep zijn de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, en investeringen, die de maximale blootstelling van de Groep vertegenwoordigen aan het kredietrisico met betrekking tot financiële activa.
Het kredietrisico van de Groep is voornamelijk toe te schrijven aan haar handelsvorderingen. De bedragen worden in de balans gepresenteerd netto van de voorzieningen voor dubieuze debiteuren, geschat door het management van de Groep op basis van ervaringen uit het verleden en hun inschatting van de huidige economische omgeving.
Het risicoprofiel van de portefeuille handelsvorderingen is gesegmenteerd per activiteitensector, en steunt op de waargenomen verkoopsvoorwaarden in de markt. Het wordt tevens beperkt door de afgesproken limieten van de algemene verkoopsvoorwaarden en de specifiek –daaraan aangepasteovereengekomen voorwaarden. Deze laatsten hangen verder af van de graad van industriële en commerciële integratie van de klant, alsook van de concurrentiegraad van de markt.
De portefeuille handelsvorderingen in de sector Soepelschuim, Slaapcomfort en Isolatie bestaat uit een grote hoeveelheid klanten, verdeeld over verschillende markten waarvan het kredietrisico continu wordt geëvalueerd en op dewelke de commerciële en financiële voorwaarden worden toegekend. Daarnaast worden de kredietrisico's op handelsvorderingen, met uitzondering van de Automobielsector, meestal gedekt door kredietverzekeringspolissen die de Groep centraal beheert en harmoniseert. Het beheer van de kredietrisico's is verder ondersteund door de implementatie van SAP software
modules (FSCM) en 'best practice' processen inzake de inning van vorderingen.
In de sector Automobiel zijn de kredietrisico's redelijk geconcentreerd en beroept de Groep zich op solvabiliteitsratio's die door onafhankelijke rating agentschappen worden toegekend.
De toegekende kredietperiodes bij verkopen variëren in functie van de kredietbeoordeling van de klant, de sector en het land van operatie.
Er is een beperkte beoordeling van het kredietrisico op aandeelhoudersleningen toegekend aan de joint ventures. Aandeelhoudersleningen aan joint ventures worden aangegaan in overeenstemming met de regels voorzien in de joint venture-overeenkomsten, die onderworpen zijn aan de evolutie van de operationele business performance zijn.
Met het oog op de beperking van kredietrisico's, werden factoring-, forfeiting- en verdisconteringsprogramma's zonder verhaal voor een totaal bedrag van EUR 89,2 miljoen (waarvan EUR 71,4 miljoen effectief benut per 31 december 2017) opgezet. Eind 2016 werden alle forfeitingprogramma's stopgezet.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Factoring zonder verhaal | ||
| Bruto bedrag | 71 364 | 75 098 |
| Inhouding | (17 414) | (24 147) |
| Netto bedrag | 53 950 | 50 952 |
| Bedragen opgenomen in schuld * | 751 | 701 |
| Forfeiting - netto bedrag | 0 | 0 |
| Bedragen opgenomen in schuld * | 0 | 0 |
* inclusief de kortlopende financiële verplichtingen
Het gemiddelde aan uitstaande bedragen van vervallen vorderingen varieert, afhankelijk van de sector, tussen 0,5% en 1,5% van de totale verkopen. De Groep oordeelt dat er geen bijzonder risico van niet-inning bestaat, hoewel grote waakzaamheid geboden is.
Het retentiebedrag omvat het gedeelte van vorderingen die niet in aanmerking komen voor buiten-balansbehandelingen en daarom ook niet kunnen afgewenteld worden (ingebrekereserve, concentratie, kortingen en kredietnota's).
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| 30 dagen | 3 636 | 5 899 |
| 60 dagen | 1 095 | 1 678 |
| 90 dagen | 735 | 476 |
| 120 dagen | 430 | 190 |
| 150 dagen | 19 | 370 |
| 180 dagen en meer | 2 331 | 156 |
| Totaal vervallen | 8 247 | 8 769 |
| Niet-vervallen vorderingen | 99 604 | 90 176 |
| Totaal handelsvorderingen | 107 851 | 98 945 |
De ouderdomsbalans van de achterstallige handelsvorderingen heeft betrekking op bruto handelsvorderingen ten belopen van EUR 179,2 miljoen (in 2016: EUR 174,0 miljoen). De hierboven vermelde totale handelsvorderingen houden geen rekening met de handelsvorderingen die getransfereerd werden onder de factoring programma's (EUR 71,4 miljoen versus 2016: EUR 75,1 miljoen).
Het hogere bedrag van achterstallen >=180 dagen wordt verklaard door een uitgestelde betaling door een klant in het Automobiel segment. De situatie is genormaliseerd door de betalingen van deze achterstallen in januari 2018.
Het hogere bedrag aan niet-vervallen handelsvorderingen wordt hoofdzakelijk verklaard door de hogere omzet als gevolg van hogere verkoopprijzen, welke op hun beurt verklaard worden door hogerd grondstofkosten, tijdens de laatste maanden van 2017.
Wijzigingen voorzieningen voor dubieuze handelsvorderingen:
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Per einde van de vorige verslagperiode | (5 037) | (7 513) |
| Toewijzingen | (282) | (322) |
| Terugnemingen | 585 | 1 618 |
| Niet recupereerbare bedragen | 144 | 1 052 |
| Herklassering | (76) | 37 |
| Wisselkoersverschillen | 105 | 90 |
| Totaal per einde van de verslagperiode | (4 560) | (5 037) |
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten geldmiddelen aangehouden door de Groep en bankdeposito's op korte termijn met een oorspronkelijke looptijd van ten hoogste drie maanden. De boekwaarde van deze activa komt ongeveer overeen met hun reële waarde:
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Geldmiddelen | 57 844 | 37 174 |
| Totaal geldmiddelen en kasequivalenten | 57 844 | 37 174 |
In 2017 heeft deze rubriek betrekking op een gebouw in Legutiano (Spanje; Soepelschuim).
| in duizend EUR | |
|---|---|
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| 136 941 | 135 156 |
| 136 941 | 135 156 |
De wijziging van het aandelenkapitaal wordt verklaard door de uitoefening van een aantal warranten in 2017.
| in duizend EUR | |
|---|---|
| Groep Recticel | |
| Balans op 31 december 2016 | 126 071 |
| Premie op de uitgifte van eigen-vermogensinstrumenten tijdens 2017 (1) | 1 911 |
| Balans op 31 december 2017 | 127 982 |
(1) zie II.5.12. hierboven
Verscheidene Recticel entiteiten hebben toegezegdepensioenregelingen en/of toegezegde-bijdragenregelingen.
Meer dan 99% van de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen heeft betrekking op vijf landen: België (40%), het Verenigd Koninkrijk (26%), Zwitserland (18%), Duitsland (8%) en Frankrijk (7%).
In deze vijf landen biedt Recticel gefinancierde en nietgefinancierde pensioenregelingen aan. In het kader van die toegezegde pensioenregelingen wordt doorgaans een pensioenvergoeding verstrekt op basis van de hoogte van de beloning en de duur van de diensttijd. De volgende paragrafen beschrijven de grootste pensioenplannen die samen 84% van de totale toegezegde pensioenregelingen uitmaken.
| in duizend EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 31 DEC 2017 | TOEGEZEGDE PENSIOEN REGELINGEN |
ACTIVA | FINANCIERINGS STATUS |
AANPASSING DOOR ACTIVAPLAFOND |
NETTO VERPLICHTING |
| België | 66 270 | 44 455 | 21 815 | 0 | 21 815 |
| Verenigd Koninkrijk | 42 663 | 31 215 | 11 448 | 0 | 11 448 |
| Zwitserland | 28 251 | 30 755 | (2 504) | 2 504 | 0 |
| Overige landen | 25 904 | 4 179 | 21 725 | 0 | 21 725 |
| Totaal | 163 088 | 110 604 | 52 484 | 2 504 | 54 988 |
De toegezegd en hybride pensioenregelingen in België vertegenwoordigen 40% van de totale toegezegde pensioenregelingen. Het zijn gefinancierde plannen, verzekerd door middel van collectieve en / of individuele groepsverzekeringscontracten. Alleen de werkgever betaalt bijdragen om de plannen te financieren. De toegezegde pensioenregelingen zijn gesloten voor nieuwe medewerkers. De meeste hybride plannen zijn nog steeds open voor nieuwe medewerkers. De plannen functioneren volgens en voldoen aan een ruim regelgevend kader en voldoen aan de lokale minimaal vereiste dekkingsgraad. De deelnemers aan de regeling hebben recht op een forfaitair bedrag bij pensionering op de leeftijd van 65. De pensioenuitkeringen die door de plannen zijn gerelateerd aan het salaris van de werknemers. Actieve deelnemers krijgen ook een uitkering bij overlijden in dienst. De veronderstelde vorm van uitkering is in alle gevallen een forfaitair bedrag, maar de plannen voorzien in de mogelijkheid om deze om te zetten naar een lijfrente.
Recticel financiert in het Verenigd Koninkrijk slechts één toegezegde pensioenregeling, dat 26% van de totale toegezegde pensioenregelingsverplichtingen vertegenwoordigt. Het betreft een gefinancierde pensioenregeling waartoe geen nieuwe leden meer kunnen toetreden. Deze regeling wordt beheerd via een pensioenfonds dat juridisch gescheiden is van Recticel. De Raad van Trustees van het fonds is samengesteld door vertegenwoordigers van zowel de werkgever als de werknemers. De Trustees zijn wettelijk verplicht om in het belang van alle relevante begunstigden te handelen en dragen verantwoordelijkheid voor het investeringsbeleid wat betreft de activa, alsook voor het dagelijks beheer van de vergoedingen. De regeling valt onder en voldoet aan het wetgevingskader en voldoet aan de locale minimumfinancieringsvereisten. Volgens deze regeling hebben de deelnemers recht op een jaarlijks pensioen bij uitdiensttreding op 65-jarige leeftijd op basis van de pensioengrondslag en het aantal dienstjaren. De leden ontvangen ook een vergoeding bij overlijden.
Krachtens wetgeving van het Verenigd Koninkrijk moeten pensioenregelingen op prudente wijze worden gefinancierd. De laatste waardering van de financiering van de regeling werd uitgevoerd op 1 januari 2014 en liet een tekort zien ten belopen van GBP 7,4 miljoen. Er werd een nieuw herstelplan goedgekeurd in januari 2018 teneinde het financieringstekort weg te werken tegen 31 december 2024. Recticel heeft ermee ingestemd om in de periode tussen 1 januari 2017 en 31 december 2024 een totaalbedrag van GBP 8,4 miljoen te betalen als herstelbijdrage. Op 31 december 2017 bedroeg het uitstaande bedrag GBP 7,6 miljoen.
Recticel sponsort een hybride pensioenregeling in Zwitserland, die goed is voor 18% van de totale toegezegde pensioenregelingen. Zowel de werkgever als werknemers betalen bijdragen aan het plan. Het plan staat open voor nieuwe medewerkers. Het plan wordt beheerd via een pensioenfonds en een welzijnsfonds, beide juridisch gescheiden van Recticel. De Raad van Trustees van het pensioenfonds is eveneens samengesteld uit vertegenwoordigers van zowel de werkgever en de werknemers, terwijl bij het bestuur van het welzijnsfonds is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgever. De Trustees zijn wettelijk verplicht om te handelen in het belang van alle betrokken begunstigden en zijn verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid ten aanzien van de activa en het beheer en de financiering van de voordelen. Het plan functioneert volgens en voldoet aan een ruim regelgevend kader en in overeenstemming met de lokale minimaal vereiste dekkingsgraad. Volgens het plan, worden de deelnemers verzekerd tegen de financiële gevolgen van ouderdom, invaliditeit en overlijden.
• Risico's in verband met toegezegde pensioenregelingen
De meest significante risico's die gepaard gaan met de toegezegde pensioenregelingen van Recticel zijn:
De passiva worden berekend middels een disconteringsvoet op basis van de bedrijfsobligatierendementen. Indien activa slechter presteren dan deze rendementen, ontstaat er een tekort. De regelingen beschikken over een aanzienlijke hoeveelheid waardepapieren, die, hoewel ze naar verwachting op lange termijn beter zullen presteren dan bedrijfsobligaties, op korte termijn gepaard gaan met volatiliteit en risico's. Er wordt toezicht gehouden op de beleggingen in waardepapieren om ervoor te zorgen dat ze aangepast blijven aan de langetermijnverplichtingen.
Een daling van bedrijfsobligatierendementen leidt tot een stijging van de waarde die voor boekhoudkundige doeleinden is toegekend aan de passiva, hoewel dat gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de obligatieportefeuilles.
De verplichtingen uit hoofde van de vergoedingen houden verband met inflatie, en een hogere inflatie gaat gepaard met hogere passiva (hoewel er in sommige gevallen limieten zijn ingesteld op de hoogte van de inflatiestijgingen om tegen extreme inflatie te beschermen). De meerderheid van de activa ondervindt geen invloed van inflatie of staat er slechts op losse wijze mee in correlatie, wat betekent dat een stijging van de inflatie ook tot een stijging van het tekort zal leiden.
Veel van de verplichtingen bestaan erin dat er vergoedingen moeten worden verstrekt op basis van de levensduur van de leden of door rekening te houden met de sterftecijfers van de leden, en dus leidt een stijging van de levensverwachting tot een stijging van de passiva.
Het risico dat ontstaat bij een wijziging van de waarde van de euro ten opzichte van andere valuta.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Evolutie van de netto verplichtingen tijdens het jaar is als volgt: | ||
| Netto verplichtingen per 1 januari | 51 559 | 47 563 |
| Lasten opgenomen in de winst- en verliesrekening | 6 986 | 5 066 |
| Werkgevers bijdragen | (7 216) | (6 782) |
| Transfers tussen rekeningen | 0 | 39 |
| Herindeling van hybride pensioenplannen | 0 | 600 |
| Bedrag opgenomen in overig totaal resultaat | 4 082 | 6 866 |
| Wisselkoersverschillen | (423) | (1 793) |
| Netto verplichtingen per 31 december | 54 988 | 51 559 |
De herindeling van hybride pensioenregelingen heeft betrekking op de Belgische en Zwitserse toegezegde-bijdrageregelingen die als toegezegd-pensioenregelingen worden behandeld met ingang van 1 januari 2016. De overdracht tussen rekeningen heeft betrekking op de Indiase plan dat is opgenomen in de IAS19 cijfers vanaf 1 januari 2016
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Pensioenlasten opgenomen in de winst- en verliesrekening en in het overig totaal resultaat: | ||
| Toegerekende lasten | ||
| Lopende toegerekende lasten | 6 754 | 6 743 |
| Werknemersbijdragen | (440) | (558) |
| Lasten voor verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) | (812) | (2 739) |
| Last of opbrengst uit uitkering | 208 | 244 |
| Administratiekosten | 364 | 346 |
| Netto rentelast: | ||
| Rentelasten | 2 646 | 3 069 |
| Rente-opbrengsten | (1 734) | (2 039) |
| Pensioensuitgaven opgenomen in de winst- en verliesrekening | 6 986 | 5 066 |
| Herberekening van overig totaal resultaat | ||
| Rendement op fondsactiva (bovenop)/onder datgene opgenomen in netto renten | (2 611) | (11 455) |
| Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg van wijzigingen in de financiële hypothesen | 6 047 | 13 270 |
| Actuariële (winsten)/verliezen als gevolg van wijzigingen in de demografische hypothesen | (920) | 1 638 |
| Actuariële (winsten)/verliezen ten gevolge van ervaringen | (1 067) | 3 411 |
| Aanpassingen als gevolg van de asset ceiling, exclusief bedragen opgenomen in de netto rentelast | 2 633 | 2 |
| Totaal bedrag opgenomen in het overig totaal resultaat | 4 082 | 6 866 |
| Totaal bedrag opgenomen in winst- en verliesrekening en in het overig totaal resultaat | 11 068 | 11 932 |
Bedragen voor verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) en verrekeningen in 2017 zijn gerelateerd aan de impact van het ontslag van een aantal werknemers in Zwitserland.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Bedragen met betrekking tot de toegezegde-pensioenregelingen opgenomen in de balans: | ||
| Toegezegde-pensioenregelingen - gefinancierde plannen | 156 109 | 157 160 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | (110 604) | (112 560) |
| Financieringsstatus van de gefinancieerde plannen | 45 505 | 44 600 |
| Toegezegde-pensioenregelingen - niet gefinancierde plannen | 6 979 | 6 957 |
| Totale financieringsstatus per 31 december | 52 484 | 51 557 |
| Aanpassingen als gevolg van de asset ceiling, exclusief bedragen opgenomen in de netto rentelast | 2 504 | 2 |
| Netto verplichtingen per 31 december | 54 988 | 51 559 |
| Kortlopende verplichtingen | 941 | 1 457 |
| Langlopende verplichtingen | 54 047 | 50 102 |
| De voornaamste actuariële hypothesen gebruikt per 31 december (gewogen gemiddelden) zijn: | ||
| Disconteringsvoet | 1,44% | 1,67% |
| Toekomstige pensioenverhogingen | 0,77% | 0,77% |
| Geschatte loonsverhogingen | 1,76% | 1,71% |
| Inflatie | 1,71% | 1,66% |
De hypotheses inzake levensverwachting zijn gebaseerd op recente levensverwachtingstabellen. Op basis van de levensverwachtingstabellen van het Verenigd Koninkrijk wordt een verbetering verwacht in de sterftecijfers.
| Wijzigingen in de fondsbeleggingen | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Reële waarde van de fondsbeleggingen per 1 januari | 112 560 | 57 490 | |||
| Rente-opbrengsten | 1 734 | 2 039 | |||
| Werkgeversbijdragen | 7 216 | 6 782 | |||
| Werknemersbijdragen | 440 | 558 | |||
| Betaalde voordelen (directe & indirecte, inclusief belastingen op de betaalde bijdragen) | (7 241) | (4 471) | |||
| Rendement op fondsbeleggingen, exclusief rente-opbrengsten | 2 611 | 11 455 | |||
| Uitbetaalde bedragen in verband met schikkingen | (2 487) | (1 656) | |||
| Herindeling van hybride pensioenplannen | 0 | 44 662 | |||
| Actuele administrative uitgaven | (364) | (346) | |||
| Wisselkoersverschillen | (3 865) | (3 953) | |||
| Reële waarde van de fondsbeleggingen per 31 december | 110 604 | 112 560 |
De activa van de gefinancierde plannen worden geïnvesteerd in een gemengde portefeuille van aandelen en obligaties of verzekeringscontracten. De fondsbeleggingen omvatten geen rechtstreekse investeringen in Recticel aandelen, Recticel obligaties of enig eigendom gebruikt door Recticel bedrijven.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Samenstelling fondsbeleggingen per 31 december | ||
| Overheidsobligaties (genoteerde) | 13,39% | 13,26% |
| Overheidsobligaties (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Bedrijfsobligaties (genoteerde) | 12,91% | 13,47% |
| Bedrijfsobligaties (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Aandelen (genoteerde) | 15,19% | 15,42% |
| aandelen (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Geldmiddelen (genoteerde) | 0,40% | 0,12% |
| Geldmiddelen (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Vastgoed (genoteerd) | 8,56% | 9,04% |
| Vastgoed (niet-genoteerd) | 0,00% | 0,00% |
| Afgeleide instrumenten (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Afgeleide instrumenten (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Asset backed securities (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Asset backed securities (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Gestructureerde schuld (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Gestructureerde schuld (niet-genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Overige (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Overige (niet-genoteerde) | 5,61% | 4,35% |
| Niet unit-gelinkte verzekeringscontracten (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Niet unit-gelinkte verzekeringscontracten (niet-genoteerde) | 26,00% | 11,52% |
| Unit-gelinkte verzekeringscontracten (genoteerde) | 0,00% | 0,00% |
| Unit-gelinkte verzekeringscontracten (niet-genoteerde) | 17,94% | 32,82% |
| Waarbij de unit-linked verzekeringscontracten kunnen onderverdeeld worden in de volgende activaklassen: | ||
| % schuldpapier | 71,84% | 73,41% |
| % aandelen | 23,95% | 24,47% |
|---|---|---|
| % geldmiddelen | 4,21% | 2,12% |
|---|---|---|
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Wijzigingen in de toegezegde-pensioenregelingen | ||
| Toegezegde-pensioenregelingen per 1 januari | 164 117 | 105 053 |
| Huidige toegerekende lasten | 6 314 | 6 185 |
| Werknemersbijdragen | 440 | 558 |
| Rentelasten | 2 646 | 3 069 |
| Betaalde voordelen (directe & indirecte, inclusief belastingen op betaalde bijdragen) | (7 241) | (4 471) |
| Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van wijzigingen in de financiële hypothesen | 6 047 | 13 270 |
| Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van wijzigingen in de demografische hypothesen | (920) | 1 638 |
| Actuariële (winsten)/verliezen op verplichtingen ten gevolge van eigen ervaringen | (1 067) | 3 411 |
| Herindeling van hybride pensioenplannen | 0 | 45 262 |
| Transfers tussen rekeningen | 0 | 39 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd (inclusief inperkingen) | (812) | (2 739) |
| (Opbrengsten)/verliezen uit schikkingen | (2 279) | (1 412) |
| Wisselkoersverschillen | (4 157) | (5 746) |
| Toegezegde-pensioenregelingen per 31 december | 163 088 | 164 117 |
| Verdeling van de toegezegde-pensioenregelingen per populatie | ||
| Actieve leden | 83 979 | 75 718 |
| Leden met uitgestelde pensioenrechten | 32 316 | 30 293 |
| Gepensioneerden/Begunstigden | 46 793 | 58 106 |
| Totaal toegezegde-pensioenregelingen per 31 december | 163 088 | 164 117 |
| Wijzigingen in het effect van asset ceiling tijdens het boekjaar | ||
| Asset ceiling op 1 januari | 2 | 0 |
| Renten op asset ceiling | 0 | 0 |
| Effect van inperkingen en schikkingen | 0 | 0 |
| Actuariële opbrengsten/(verliezen) | 2 633 | 2 |
| Wisselkoersverschillen | (131) | 0 |
| Asset ceiling at 31 December | 2 504 | 2 |
| Gewogen gemiddelde looptijd van de toegezegde-pensioenregelingen per 31 december | 15 | 15 |
| Sensitiviteit van de toegezegde-pensioenregelingen met betrekking tot de hoofdhypothesen per 31 december | ||
| Huidige toegezegde-pensioenregelingen per 31 december | 163 088 | 164 117 |
| % stijging in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% daling van de disconteringsvoet | 3,69% | 3,95% |
| % daling in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% stijging van de disconteringsvoet | -3,49% | -3,71% |
| % daling in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% daling van de inflatievoet | -1,68% | -1,57% |
| % stijging in de toegezegde-pensioenregelingen als gevolg van een 0,25% stijging van de inflatievoet | 1,77% | 1,65% |
Voor regelingen die een volledige waardering hebben ondergaan, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie exact en gebaseerd op deze volledige waardering. Voor regelingen die zijn overgeheveld van de laatste volledige actuariële waardering, is de hierboven vermelde gevoeligheidsinformatie een schatting waarbij rekening gehouden wordt met de looptijd van de verplichtingen en het totale profiel van het lidmaatschap van de regeling.
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2018 | |||
| Verwachte bijdragen voor het komende jaar | ||||
| Verwachte werkgeversbijdragen | 6 639 |
Het totaal aan door Recticel uitbetaalde bijdragen bedroeg in het huidige jaar EUR 3.466.400, vergeleken met een bedrag van EUR 3.263.254 vorig jaar.
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | VOORDELEN PERSONNEL |
ANDERE GESCHILLEN |
PRODUCT DEFECTEN |
LEEFMILIEU RISICO'S |
REORGANISATIE LASTEN |
VOORZIENINGEN VOOR VERLIESLATENDE CONTRACTEN |
OVERIGE RISICO'S |
TOTAAL |
| Per einde van de vorige verslagperiode | 55 147 | 48 | 3 002 | 4 452 | 2 631 | 2 097 | 2 758 | 70 134 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||||||||
| Verwachte opbrengst uit activa/actuariële winsten (verliezen) opgenomen in het eigen vermogen |
4 082 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 082 |
| Actualisatie | 967 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 967 |
| Toevoegingen | 6 277 | 120 | 411 | 40 | 2 815 | 420 | 1 736 | 11 820 |
| Bestedingen | (7 461) | (48) | (453) | (619) | (1 562) | (307) | 0 | (10 450) |
| Terugnemingen | (42) | 0 | (277) | (500) | (355) | (716) | (229) | (2 118) |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | (274) | 0 | 0 | 0 | 0 | (274) | ||
| Wisselkoersverschillen | (423) | 0 | (3) | 0 | 0 | (42) | 0 | (468) |
| Per einde van de verslagperiode | 58 274 | 120 | 2 681 | 3 373 | 3 530 | 1 453 | 4 265 | 73 695 |
| Voorzieningen op meer dan één jaar | 54 295 | 120 | 2 334 | 3 152 | 3 440 | 956 | 4 265 | 68 561 |
| Voorzieningen op minder dan één jaar | 3 978 | 0 | 347 | 221 | 90 | 497 | 0 | 5 134 |
| Totaal | 58 274 | 120 | 2 681 | 3 373 | 3 530 | 1 453 | 4 265 | 73 695 |
De voorzieningen voor voordelen personeel stegen met EUR 3,1 miljoen. Deze wijziging wordt voornamelijk verklaard door een actuariële verliezen als gevolg van een lagere discontovoet (EUR 4,1 miljoen), die deels werden gecompenseerd door (i) een terugname ten gevolge van de herstructurering in Zwitserland (EUR -0,6 miljoen) en (ii) wisselkoersverschillen in het Verenigd Koninkrijk (EUR -0,4 miljoen).
De voorzieningen voor productwaarborgen hebben voornamelijk betrekking op de garanties op producten van de slaapcomfortdivisie. De voorzieningen worden in het algemeen berekend op basis van 1% van de jaarlijkse opbrengsten uit verkoop, wat overeenkomt met de beste schatting van het management van het risico voor de garantie van 12 maanden. Wanneer historische gegevens beschikbaar zijn, worden de voorzieningen vergeleken met de jaarlijkse effectieve verplichtingen en, indien nodig, wordt het bedrag van de voorziening aangepast.
Voorzieningen voor leefmilieurisico's dekken voornamelijk (i) het geïdentificeerde risico met betrekking tot de terreinen in Tertre (België) (zie deel II.6.10.1.) en (ii) de andere vervuilingsrisico's in België. Van deze voorzieningen werd in 2017 EUR -0.6 miljoen gebruikt voor de opkuiskosten op de site in Tertre. Een herinschatting van de verplichtingen tegenover OVAM voor de site in Wetteren (België) leidde tot een terugname van EUR -0,5 miljoen.
Voorzieningen voor reorganisatie hebben betrekking op de uitstaande saldi van verwachte uitgaven met betrekking tot de sluiting van de Soepelschuim-fabrieken in Noyen-sur-Sarthe (Frankrijk) en in Buren (Nederland), en bijkomende herstructureringslasten in Slaapcomfort (Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland).
voornamelijk betrekking op operationele leaseovereenkomsten. De daling van EUR -0,5 miljoen wordt verklaard door (i) de terugname van de voorziening voor een overeenkomst in Duitsland (Automobiel Interiors) (EUR -0,6 miljoen), (ii) een nieuwe voorziening voor Nederland (Soepelschuim) (EUR +0,4 miljoen) in verband met de aangekondigde sluiting van de site in Buren, en (iii) een terugname van voorzieningen voor een overeenkomst in Oostenrijk (Slaapcomfort) (EUR -0,3 miljoen).
Voorzieningen voor andere risico's hebben vooral betrekking op de juridische kosten en de toekomstige schadevergoedingen.
Voor de belangrijkste risico's (o.a. leefmilieu-, reorganisatie- en overige risico's) wordt verwacht dat de kasuitstromen (cash outflows) zullen plaatsvinden binnen een horizon van twee jaar.
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | VOORDELEN PERSONNEL |
ANDERE GESCHILLEN |
PRODUCT DEFECTEN |
LEEFMILIEU RISICO'S |
REORGANISATIE LASTEN |
VOORZIENINGEN VOOR VERLIESLATENDE CONTRACTEN |
OVERIGE RISICO'S |
TOTAAL |
| Per einde van de vorige verslagperiode | 51 951 | 60 | 2 177 | 5 240 | 6 747 | 434 | 1 413 | 68 022 |
| Wijzigingen tijdens de verslagperiode | ||||||||
| Verwachte opbrengst uit activa/actuariële winsten (verliezen) opgenomen in het eigen vermogen |
6 867 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 867 |
| Actualisatie | 1 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 102 |
| Toevoegingen | 5 313 | 40 | 1 076 | 0 | 1 744 | 2 165 | 1 800 | 12 138 |
| Bestedingen | (7 182) | (52) | (123) | (788) | (5 997) | (91) | (400) | (14 634) |
| Terugnemingen | (1 071) | 0 | (114) | 0 | (10) | 0 | (55) | (1 249) |
| Getransfereerd van één rubriek naar een andere | (38) | 0 | 0 | 0 | 151 | (420) | 0 | (307) |
| Wisselkoersverschillen | (1 796) | 0 | (15) | 0 | (4) | 10 | 0 | (1 805) |
| Per einde van de verslagperiode | 55 147 | 48 | 3 002 | 4 452 | 2 631 | 2 097 | 2 758 | 70 134 |
| Voorzieningen op meer dan één jaar | 50 979 | 48 | 2 652 | 4 202 | 1 948 | 1 600 | 2 758 | 64 187 |
| Voorzieningen op minder dan één jaar | 4 168 | 0 | 350 | 250 | 683 | 497 | 0 | 5 947 |
| Totaal | 55 147 | 48 | 3 002 | 4 452 | 2 631 | 2 097 | 2 758 | 70 134 |
| in duizend EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN - OPGENOMEN |
KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN - OPGENOMEN |
||||
| Groep Recticel | TOELICHTING | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Gewaarborgd | |||||
| Financiële leases | 18 078 | 8 683 | 1 778 | 3 652 | |
| Kredietinstellingen | 76 160 | 86 589 | 0 | 0 | |
| Kredietinstellingen - factoring | 0 | 0 | 751 | 701 | |
| Totaal gewaarborgd | 94 238 | 95 272 | 2 529 | 4 353 | |
| Niet-gewaarborgd | |||||
| Obligaties & schuldpapier | 0 | 0 | 0 | 27 269 | |
| Overige leningen | 1 842 | 1 777 | 260 | 250 | |
| Kredietinstellingen - kortlopend | 0 | 0 | 3 103 | 860 | |
| Commercial paper | 0 | 0 | 19 999 | 0 | |
| Voorschotten op lopende rekening | 0 | 0 | 20 195 | 10 178 | |
| Overige financiële verplichtingen | II.5.16.2. | 0 | 0 | 2 902 | 7 237 |
| Totaal niet-gewaarborgd | 1 842 | 1 777 | 46 459 | 45 794 | |
| Totaal rentedragende verplichtingen aan geamortiseerde kost |
96 080 | 97 049 | 48 988 | 50 147 |
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| NIET-OPGENOMEN KREDIETFACILITEITEN | ||||||||
| LANGLOPEND | KORTLOPEND | |||||||
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | ||||
| Gewaarborgd * | ||||||||
| Kredietinstellingen | 78 840 | 89 118 | 0 | 0 | ||||
| Totaal gewaarborgd | 78 840 | 89 118 | 0 | 0 | ||||
| Niet-gewaarborgd | ||||||||
| Kredietinstellingen | 0 | 0 | 52 298 | 52 808 | ||||
| Totaal niet-gewaardborgd | 0 | 0 | 52 298 | 52 808 | ||||
| Totaal rentedragende verplichtingen aan geamortiseerde kost | 78 840 | 89 118 | 52 298 | 52 808 |
* Op 31 januari 2018 hebben de banken die deelnemen aan de kredietfaciliteit van EUR 175 miljoen 2016-2021 ingestemd met de kwijting en vrijgave van alle eerder verleende zekerheden.
Per einde 2017 bedroeg de bruto rentedragende financiële verplichtingen van de Groep EUR 145,1 miljoen, in vergelijking met EUR 147,2 miljoen eind 2016, t.t.z. een daling van EUR 2,1 miljoen.
In 2017 startte de Groep een kortlopend commercial paperprogramma (TCN - Titres de Créances Négociables) in Frankrijk voor een bedrag van EUR 100 miljoen. Dit TCN-programma wordt gebruikt voor de financiering van de dagelijkse werkkapitaalbehoeften van de Groep tegen zeer lage rentetarieven.
De opnamen onder de factoring programma's zonder verhaal bedroegen EUR 54,7 miljoen tegenover EUR 51,7 miljoen in 2016.
Per eind 2017 bedroeg de gewogen gemiddelde looptijd van langlopende rentedragende financiële verplichtingen 5,0 jaar (2016: 4,0 jaar), de gemiddelde looptijd nam toe als gevolg van de verlenging in 2017 van de looptijd van resterende deel van de sale and lease back voor gebouwen in België en de afsluiting van een nieuwe financiële lease van 15 jaar voor het uitbreidingsgebouw in Wevelgem (België). De financiële lease-overeenkomsten zijn tegen vaste rente, uitgezonderd de financiële lease voor de site in Bourges, Frankrijk.
Per eind 2017 beschikt de Groep, naast de netto opgenomen kredietbedragen onder de club deal kredietovereenkomst (EUR 76,2 miljoen), ook nog over EUR 22,7 miljoen lange termijn krediettoezeggingen, waarvan EUR 2,8 miljoen binnen het jaar vervalt. De Groep beschikt nog over EUR 78,8 miljoen onder de club deal kredietlijn, en over EUR 86.8 miljoen onder niet opgenomen korte termijn kredietlijnen ('op de balans' (EUR 52,3 miljoen) en beschikbare 'buiten balans' bedragen onder de factoring programma's (EUR 34.5 miljoen)).
Per eind 2016 beschikt de Groep, naast de netto opgenomen kredietbedragen onder de club deal kredietovereenkomst (EUR 86,6 miljoen), ook nog over EUR 42,3 miljoen lange termijn krediettoezeggingen, waarvan EUR 31,2 miljoen binnen het jaar vervalt. De Groep beschikt nog over EUR 89,1 miljoen onder de club deal kredietlijn, en over EUR 84,6 miljoen onder niet opgenomen korte termijn kredietlijnen ('op de balans' (EUR 52,8 miljoen) en beschikbare 'buiten balans' bedragen onder de factoring programma's (EUR 31.8 miljoen)).
Opgenomen bedragen, ander dan de club deal kredietovereenkomst
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Langlopende verplichtingen | ||
| Financiële leases | 18 078 | 8 683 |
| Overige leningen | 1 843 | 1 777 |
| Subtotaal | 19 920 | 10 460 |
| Kortlopende verplichtingen | ||
| Obligaties & schuldpapier | 0 | 27 269 |
| Financiële leases | 1 778 | 3 652 |
| Commerical paper | 751 | 701 |
| Leningen - Factoring | 19 999 | 0 |
| Overige leningen | 260 | 250 |
| Subtotaal | 22 788 | 31 872 |
| Totaal | 42 708 | 42 332 |
De reële waarde van de verplichtingen met variabele rente benaderen de nominale waarde. De rentelast van de leningen aan variabele rente varieerde van 0,05% tot 3,0% per jaar in EUR.
Het grootste deel van de rentedragende financiële verplichtingen van de Groep worden centraal aangegaan en beheerd door Recticel International Services n.v., dat als interne bank van de Groep handelt.
De opnames onder de club deal kredietovereenkomst zijn onderhevig aan bankcovenanten op basis van een schuldgraadratio, een rentedekkingsratio en een minimaal eigenvermogensverplichting. Per eind 2017 voldeed Recticel aan al zijn bankcovenanten. Op grond van het budget 2018 verwacht het management in staat te zijn om in het komende jaar aan de bankcovenanten te voldoen.
Zoals voorzien in de club deal kredietovereenkomst, bedraagt het maximaal toegestane dividend, exclusief het deel toewijsbaar aan de eigen aandelen (treasury shares), beschikbaar voor uitbetaling, het grootste van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.
Referentie naar II.5.19. Liquiditeitsrisico.
De converteerbare obligaties, uitgegeven in juli 2007 voor een nominaal bedrag van EUR 57,5 miljoen, - waarvan de Groep in de loop van 2008 EUR 11,2 miljoen; in 2009 EUR 17,3 miljoen en in 2011 EUR 1,4 miljoen, reeds terug had ingekocht-, werd zonder uitoefening van de conversieoptie op vervaldag (23 juli 2017) volledig in cash terugbetaald aan 100% van de nominale waarde, samen met de nog niet betaalde verlopen renten.
Deze rubriek omvat voornamelijk drie leases. De eerste financiert de Isolatie-fabriek in Bourges (Frankrijk) en heeft per 31 december 2017 een uitstaand bedrag van EUR 8,7 miljoen en is aan vlottende rentevoet. De tweede, voor gebouwen in België, heeft per 31 december 2017 een uitstaand bedrag van EUR 2,0 miljoen op de balans en is aan vaste rentevoet. In 2017
werd een nieuw lease afgesloten ter financiering van de uitbreiding van de Isolatie-fabriek in Wevelgem (België). Per 31 december 2017 bedroeg het uitstaande bedrag van deze nieuwe lease EUR 9,1 miljoen.
Op 09 december 2011 heeft Recticel een club deal overeenkomst afgesloten voor een multi-valuta lening van EUR 175 miljoen voor vijf jaar. De looptijd van deze club deal kredietfaciliteit - in dewelke 6 europese banken deelnemen werd in februari 2016 verlengd voor vijf jaar, met een nieuwe vervaldag in februari 2021.
In 2017 startte de Groep een kortlopend commercial paperprogramma (TCN - Titres de Créances Négociables) in Frankrijk voor een bedrag van EUR 100 miljoen. Dit TCN-programma wordt gebruikt voor de aanvullende financiering van de dagelijkse werkkapitaalbehoeften van de Groep.
Voor rentevoetswaps wordt gerefereerd naar II.5.19.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Renteswaps | 1 454 | 3 690 |
| Rente van wissekoersswaps | 1 | 131 |
| Wisselkoers forward contracten - financieel | 79 | 0 |
| Wisselkoersswapcontracten - financieel | 9 | 316 |
| Transactionele hedges - operationele | 42 | 1 706 |
| Economic hedges - operationele | 82 | 0 |
| Afgeleide producten aan reële waarde | 1 667 | 5 843 |
| Overige financiële verplichtingen | 229 | 389 |
| Verlopen renten | 1 006 | 1 004 |
| Totaal | 2 902 | 7 237 |
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | MINIMALE LEASEBETALINGEN |
CONTANTE WAARDE VAN DE MINIMALE LEASEBETALINGEN |
MINIMALE LEASEBETALINGEN |
CONTANTE WAARDE VAN DE MINIMALE LEASEBETALINGEN |
| 31 DEC 2017 | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | 31 DEC 2016 | |
| Leasebetalingen vervallend binnen het jaar | 2 068 | 1 778 | 3 975 | 3 652 |
| Tussen 1 en 5 jaar | 14 199 | 11 877 | 10 783 | 8 683 |
| Meer dan 5 jaar | 6 630 | 6 201 | 0 | 0 |
| Totale leasebetalingen | 22 897 | 19 855 | 14 758 | 12 335 |
| Toekomstige financiële lasten | (3 042) | - | (2 423) | - |
| Contante waarde van de leaseverplichtingen | 19 855 | 19 855 | 12 335 | 12 335 |
| Minus betalingen die binnen het jaar vervallen | - | (1 778) | - | (3 652) |
| Betalingen die na 1 jaar vervallen | - | 18 078 | - | 8 683 |
De financiële leases werden door de dochterondernemingen afgesloten ter financiering van gebouwen voor een bedrag van EUR 19,9 miljoen met een financiële last die varieert tussen 1,43% per jaar en 3,0% per jaar.
Details inzake de significante boekhoudregels en –methodes, inclusief de criteria voor de erkenning, de basis van bepaling en de basis waarop inkomsten en uitgaven worden erkend, dit voor elke categorie van financiële activa, financiële verplichtingen en eigen vermogensinstrumenten worden in toelichting II.1.3. uiteengezet.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Financiële activa | |||
| Renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie | II.5.9. | 0 | 0 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie (b) | 0 | 0 | |
| Reële waarde via winst- en verliesrekening ("RWWV") | |||
| Wisselkoersswapcontracten | 0 | 475 | |
| Transactionele afdekkingen - operationeel | 39 | 1 172 | |
| Financiële activa aan reële waarde via winst- en verliesrekening (b) | II.5.9. | 39 | 1 646 |
| Langlopende handelsvorderingen (a) | II.5.6. | 0 | 0 |
| Kortlopende handelsvorderingen | II.5.9. | 110 936 | 101 506 |
| Handelsvorderingen (A) | 110 936 | 101 506 | |
| Overige langlopende vorderingen (a) | II.5.6. | 8 100 | 7 049 |
| Overige vorderingen (b) | II.5.9. | 39 330 | 26 768 |
| Overige vorderingen (B) | 47 430 | 33 817 | |
| Leningen aan verbonden ondernemingen | II.5.6. | 4 109 | 3 883 |
| Overige leningen | II.5.6. | 1 867 | 2 170 |
| Langlopende leningen (a) | 5 976 | 6 053 | |
| Financiële vorderingen (b) | II.5.9. | 34 004 | 41 146 |
| Leningen (C) | 39 980 | 47 199 | |
| Kas en kasequivalenten (D) | I.4. & II.5.10. | 57 844 | 37 174 |
| Totaal leningen & vorderingen (A+B+C+D) | 256 189 | 219 696 | |
| Overige investeringen (beleggingen beschikbaar voor verkoop) | 725 | 517 | |
| Langlopende vorderingen (som van (a)) | I.4. & II.5.6. | 14 076 | 13 102 |
| Overige vorderingen (som van (b)) | I.4. & II.5.9. | 73 373 | 69 560 |
| Financiële verplichtingen | |||
| Renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie | 1 454 | 3 690 | |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als kasstroomrelatie (E) | 1 454 | 3 690 | |
| Renten van wisselkoersswaps | 1 | 131 | |
| Wisselkoersswapcontracten | 9 | 316 | |
| Transactionele afdekkingen - operationeel | 42 | 1 706 | |
| Economische afdekkingen - operationeel | 82 | 0 | |
| Financiële verplichtingen aan reële waarde via winst- en verliesrekening (F) | II.5.16. | 134 | 2 153 |
| Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (G) | I.4. & II.5.16. | 96 080 | 97 050 |
| Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (H) | II.5.16. | 47 400 | 44 303 |
| Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+H) | I.4. & II.5.16. | 48 988 | 50 147 |
| Handelsverplichtingen (I) | II.5.19. | 126 583 | 102 930 |
| Overige lange termijn verplichtingen | 230 | 183 | |
| Overige verplichtingen | II.5.19. | 111 276 | 108 900 |
| Overige verplichtingen (J) | II.5.16. | 111 506 | 109 082 |
| Totaal financiële en overige verplichtingen (G+H+I+J) | I.4. & II.5.16. | 381 569 | 353 365 |
Voetnoot: Wisselkoersswapcontracten worden aangegaan om (1) financiële wisselkoersblootstelling die voortvloeit uit rekeningen-courant tegoeden van filialen in de richting van Recticel International in vreemde valuta en (2) de blootstelling financiële wisselkoersen die het gevolg is van de lange termijn leningen en deposito's naar/van buitenlandse filialen valuta's, af te dekken. Transactionele indekking zijn forward wisselkoerscontracten genomen om de muntblootstelling ten gevolge van de monetaire activa en passiva van filialen geboekt in vreemde valuta's (Balansblootstelling) af te dekken.
De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het vaststellen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten, ingedeeld volgens waarderingstechniek:
Niveau 3: technieken waarbij de inputs die een significant effect hebben op de geboekte reële waarde, niet gebaseerd zijn op waarneembare marktgegevens.
Tijdens de rapportageperiode die eindigde op 31 december 2017 waren er geen overdrachten tussen waarderingen tegen een reële waarde op niveau 1 en niveau 2, en geen overdrachten van en naar waarderingen tegen een reële waarde op niveau 3.
| AAN REËLE | in duizend EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | ONTWORPEN IN INDEKKINGS RELATIONSHIP |
WAARDE OPGENOMEN IN WINST- & VERLIES REKENING AANGEHOUDEN VOOR TRADING |
BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
LENINGEN EN VORDERINGEN AAN GEAMORTISEERDE KOST |
REËLE WAARDE | REËLE WAARDE NIVEAU |
| Financiële activa | ||||||
| Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship (b) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Wisselkoersswapcontracten | 0 | 39 | 0 | 0 | 39 | 2 |
| Transactionele afdekkingen - operationeel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Financiële activa aan reële waarde opgenomen in winst- en verliesrekening (b) |
0 | 39 | 0 | 0 | 39 | 2 |
| Langlopende handelsvorderingen (a) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Kortlopende handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 110 935 | 110 935 | 2 |
| Handelsvorderingen (A) | 0 | 0 | 0 | 110 935 | 110 935 | 2 |
| Overige langlopende vorderingen (a) | 0 | 0 | 0 | 8 100 | 8 100 | 2 |
| Overige vorderingen (b) | 0 | 0 | 0 | 39 330 | 39 330 | 2 |
| Overige vorderingen (B) | 0 | 0 | 0 | 47 430 | 47 430 | 2 |
| Leningen aan verbonden ondernemingen | 0 | 0 | 0 | 4 109 | 4 109 | 2 |
| Overige leningen | 0 | 0 | 0 | 1 867 | 1 867 | 2 |
| Langlopende leningen (a) | 0 | 0 | 0 | 5 976 | 5 976 | 2 |
| Financiële vorderingen (b) | 0 | 0 | 0 | 34 004 | 34 004 | 2 |
| Leningen (C) | 0 | 0 | 0 | 39 980 | 39 980 | 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (D) Totaal leningen en vorderingen (A+B+C+D) |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
57 844 256 189 |
57 844 256 189 |
2 |
| Overige investeringen (beschikbaar voor verkoop) | 0 | 0 | 725 | 0 | 725 | 3 |
| Langlopende vorderingen (som van (a)) | 0 | 0 | 0 | 14 076 | 14 076 | |
| Overige vorderingen (som van (b)) | 0 | 39 | 0 | 73 334 | 73 373 | |
| Financiële verplichtingen | ||||||
| Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship | 1 454 | 0 | 0 | 0 | 1 454 | 2 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship (E) |
1 454 | 0 | 0 | 0 | 1 454 | 2 |
| Renten van wisselkoersswaps | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 2 |
| Wisselkoersswapcontracten | 0 | 9 | 0 | 0 | 9 | 2 |
| Transactionele afdekkingen - operationeel | 0 | 42 | 0 | 0 | 42 | 2 |
| Economische afdekkingen - operationeel | 0 | 82 | 0 | 0 | 82 | 2 |
| Financiële verplichtingen aan reële waarde opgenomen in de winst- en verliesrekening (F) |
0 | 134 | 0 | 0 | 134 | 2 |
| Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (G) |
0 | 0 | 0 | 96 080 | 96 080 | 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (H) |
0 | 0 | 0 | 47 400 | 47 400 | 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+H) | 1 454 | 134 | 0 | 47 400 | 48 988 | |
| Handelsverplichtingen (I) | 0 | 0 | 0 | 126 583 | 126 583 | 2 |
| Overige lange termijn verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 230 | 230 | 2 |
| Overige verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 111 276 | 111 276 | 2 |
| Overige verplichtingen (J) | 0 | 0 | 0 | 111 506 | 111 506 | 2 |
| Totaal financiële en overige verplichtingen (G+H+I+J) | 0 | 0 | 0 | 381 569 | 381 569 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | ONTWORPEN IN INDEKKINGS RELATIONSHIP |
AAN REËLE WAARDE OPGENOMEN IN WINST- & VERLIES REKENING AANGEHOUDEN VOOR TRADING |
BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
LENINGEN EN VORDERINGEN AAN GEAMORTISEERDE KOST |
REËLE WAARDE | REËLE WAARDE NIVEAU |
| Financiële activa | ||||||
| Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship (b) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Wisselkoersswapcontracten | 0 | 475 | 0 | 0 | 475 | 2 |
| Transactionele afdekkingen - operationeel | 0 | 1 172 | 0 | 0 | 1 172 | 2 |
| Financiële activa aan reële waarde opgenomen in winst- en verliesrekening (b) |
0 | 1 646 | 0 | 0 | 1 646 | 2 |
| Langlopende handelsvorderingen (a) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 |
| Kortlopende handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 101 506 | 101 506 | 2 |
| Handelsvorderingen (A) | 0 | 0 | 0 | 101 506 | 101 506 | 2 |
| Overige langlopende vorderingen (a) | 0 | 0 | 0 | 7 049 | 7 049 | 2 |
| Overige vorderingen (b) | 0 | 0 | 0 | 26 768 | 26 768 | 2 |
| Overige vorderingen (B) | 0 | 0 | 0 | 34 574 | 34 574 | 2 |
| Leningen aan verbonden ondernemingen | 0 | 0 | 0 | 3 883 | 3 883 | 2 |
| Overige leningen | 0 | 0 | 0 | 2 170 | 2 170 | 2 |
| Langlopende leningen (a) | 0 | 0 | 0 | 6 053 | 6 053 | 2 |
| Financiële vorderingen (b) | 0 | 0 | 0 | 41 146 | 41 146 | 2 |
| Leningen (C) | 0 | 0 | 0 | 47 199 | 47 199 | 2 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten (D) | 0 | 0 | 0 | 37 174 | 37 174 | 2 |
| Totaal leningen en vorderingen (A+B+C+D) | 0 | 0 | 0 | 219 696 | 219 696 | |
| Overige investeringen (beschikbaar voor verkoop) | 0 | 0 | 517 | 0 | 517 | 3 |
| Langlopende vorderingen (som van (a)) | 0 | 0 | 0 | 13 860 | 13 860 | |
| Overige vorderingen (som van (b)) | 0 | 1 646 | 0 | 67 914 | 69 560 | |
| Financiële verplichtingen | ||||||
| Renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship | 3 690 | 0 | 0 | 0 | 3 690 | 2 |
| Subtotaal renteswaps aangeduid als cash flow indekkingsrelationship (E) |
3 690 | 0 | 0 | 0 | 3 690 | 2 |
| Renten van wisselkoersswaps | 0 | 131 | 0 | 0 | 131 | 2 |
| Wisselkoersswapcontracten | 0 | 316 | 0 | 0 | 316 | 2 |
| Transactionele afdekkingen - operationeel | 0 | 1 706 | 0 | 0 | 1 706 | 2 |
| Financiële verplichtingen aan reële waarde opgenomen in de winst- en verliesrekening (F) |
0 | 2 153 | 0 | 0 | 2 153 | 2 |
| Langlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (G) |
0 | 0 | 0 | 97 050 | 97 050 | 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen aan geamortiseerde kost (H) |
0 | 0 | 0 | 44 303 | 44 303 | 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen (E+F+H) | 3 690 | 2 153 | 0 | 44 303 | 50 147 | |
| Handelsverplichtingen (I) | 0 | 0 | 0 | 102 930 | 102 930 | 2 |
| Overige lange termijn verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 183 | 183 | 2 |
| Overige verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 108 900 | 108 900 | 2 |
| Overige verplichtingen (J) | 0 | 0 | 0 | 109 082 | 109 082 | 2 |
| Totaal financiële en overige verplichtingen (G+H+I+J) | 0 | 0 | 0 | 353 365 | 353 365 | |
RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 163
Hiervoor wordt gerefereerd naar II.5.9. - Handelsvorderingen en overige vorderingen
De Groep beheert een portefeuille van financiële derivaten om risico's in te dekken met betrekking tot wisselkoers- en renteposities die voortvloeien uit bedrijfs- en financiële activiteiten. Het is het beleid van de Groep niet deel te nemen in speculatieve of hefboomtransacties noch derivaten aan te houden of uit te geven voor handelsdoeleinden.
Recticel dekt op globaal niveau het renterisico af van rentedragende financiële verplichtingen. De belangrijkste gehanteerde instrumenten zijn renteswaps (IRS). De verhouding vastrentende schuld / variabel rentende schuld wordt regelmatig overlopen op het niveau van het Financieel Comité en aangepast indien nodig. In deze streeft het Financieel Comité ernaar om een aangepast evenwicht te vinden tussen vastrentende akkoorden en overeenkomsten met variabele rente gebaseerd op een filosofie van gezonde spreiding van de renterisico's.
Bij een renteswap-overeenkomst ('IRS') verbindt de Groep er zich toe om het verschil tussen het rentebedrag aan vaste en vlottende rentevoet berekend op een nominaal bedrag te betalen of te ontvangen. Dit type van overeenkomsten laat de Groep toe om schommelingen op te vangen die het gevolg zijn van wijzigingen in de marktwaarde van de schuld aan vaste rentevoet.
De reële waarde van de renteswap-portefeuille op de balansdatum wordt bepaald door de actualisatie van de toekomstige geldstromen uit het contract en dit door gebruikt te maken van de rentecurves van dat moment en mits in acht name van het inherent kredietrisico voor dit soort overeenkomsten.
De huidige portefeuille IRS dekt een deel van de rentedragende leningen tot februari 2018 voor EUR 67 miljoen en tot oktober 2019 voor EUR 10 miljoen. De totale IRS portefeuille (EUR 77,0 miljoen) valt onder de afdekkingsboekhouding ('hedge accounting') volgens de regels van IAS 39. Daarnaast werd er een in de toekomst startende renteswap voor EUR 25 miljoen afgesloten, die aanvangt in februari 2018 en vervalt in februari 2021.
De gewogen gemiddelde looptijd van de totale renteswapportefeuille bedraagt 0,27 jaar.
Op 31 december 2017 werd de reële waarde van de renteswaps geschat op EUR -1,5 miljoen. De herwaardering van de IRS portfolio beïnvloedt rechtstreeks het eigen vermogen van de Groep (en niet de winst- & verliesrekening) omdat deze instrumenten genieten van de boekhoudkundige afdekking die gebaseerd is op periodieke testen en hierbij het feit bevestigen dat deze afdekkingen perfect aansluiten met de karakteristieken van de onderliggende schuld.
Een deel van de totale financiële leases (ttz. EUR 2,0 miljoen) werden uitgegeven tegen een vaste rente, terwijl de meeste andere bankverplichtingen werden aangegaan tegen variabele rente. Een huidige portefeuille van derivaten biedt een globale afdekkingen voor een totaal bedrag van EUR 77,0 miljoen per 31 december 2017, wat betekent dat de totale vasterenteovereenkomsten 40% vertegenwoordigen van de totale netto verplichtingen, inclusief 'buiten balans' factoring.
| in duizend EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| PER EINDE VAN DE VORIGE VERSLAGPERIODE |
BETALING VAN RENTEN | REËLE WAARDE OPGENOMEN IN HET EIGEN VERMOGEN |
RENTEN OPGENOMEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING |
TRANSFER | PER EINDE VAN DE HUIDIGE VERSLAGPERIODE |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| (3 690) | 2 414 | 2 212 | (2 390) | 0 | (1 454) |
| (3 690) | 2 414 | 2 212 | (2 390) | 0 | (1 454) |
De tabel houdt geen rekening met de impact van uitgestelde belastingen voor een bedrag van EUR -0,781 miljoen.
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | PER EINDE VAN DE VORIGE VERSLAGPERIODE |
BETALING VAN RENTEN |
REËLE WAARDE OPGENOMEN IN HET EIGEN VERMOGEN |
RENTEN OPGENOMEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING |
TRANSFER | PER EINDE VAN DE HUIDIGE VERSLAGPERIODE |
| Renteswaps (IRS) activa | 1 | (1) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Renteswaps (IRS) verplichtingen | (5 464) | 2 321 | 1 857 | (2 404) | 0 | (3 690) |
| Netto positie | (5 463) | 2 320 | 1 857 | (2 404) | 0 | (3 690) |
De tabel houdt geen rekening met de impact van uitgestelde belastingen voor een bedrag van EUR -0,631 miljoen.
| in duizend EUR | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | UITSTAANDE PORTEFEUILLE IRS PER 31 DEC 2017 | |||||||||||
| START | VERVALDAG | RENTEVOET | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | REËLE WAARDE PER 31 DEC 2017 |
|||||
| 22/02/13 | 22/02/18 | 1,07% | 7 000 | 0 | 0 | 0 | (48) | |||||
| 22/02/13 | 22/02/18 | 3,96% | 25 000 | 0 | 0 | 0 | (540) | |||||
| 22/02/13 | 22/02/18 | 3,80% | 12 500 | 0 | 0 | 0 | (260) | |||||
| 22/02/13 | 22/02/18 | 3,64% | 12 500 | 0 | 0 | 0 | (250) | |||||
| 22/02/14 | 22/02/18 | 1,12% | 10 000 | 0 | 0 | 0 | (71) | |||||
| 06/10/14 | 06/10/19 | 0,48% | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | (136) | |||||
| Gemiddelde rentevoet | 2,60% | 77 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | (1 306) |
7
De Groep is blootgesteld aan rentevoetrisico's omdat de financieringen van de Groep zowel vaste als variabele rentevoeten hebben. Het renterisico wordt door de Groep centraal beheerd in de mate dat er een aangepaste samenstelling bestaat van leningen aan vaste en variabele rentevoeten en door gebruik te maken van renteswaps (IRS). De rentevoetafdekkingen worden regelmatig geëvalueerd om ze in lijn te brengen met de visie die de Groep heeft over de evolutie van de rentevoeten op de financiële markten; en dit met het oog op de optimalisatie van de rentelasten doorheen de verschillende economische cycli.
Indien de rentecurve met 100 basispunten zou gestegen zijn en alle andere parameters ongewijzigd zouden blijven, dan zou de winst van de Groep in 2017 niet beïnvloed geweest zijn door de wijziging van de 'marked-to-market value' van de afgeleide producten. De reserves in het eigen vermogen zouden met EUR -0,1 miljoen zijn afgenomen als gevolg van de wijziging in de 'marked-to-market value' van de afgesloten renteswaps ter afdekking van uitstaande schulden (in vergelijking met EUR +1,2 miljoen in 2016).
Omgekeerd, indien de rentecurve met 100 basispunten zou gedaald zijn en alle andere parameters ongewijzigd, dan zouden de reserves in het eigen vermogen met EUR -0,2 miljoen zijn afgenomen als gevolg van de wijziging in de 'marked-to-market value' van de afgesloten renteswaps ter afdekking van schulden (in vergelijking met EUR -1,2 miljoen in 2016).
De sensitiviteit van rentevoetwijzigingen is in 2017 afgenomen in vergelijking met 2016 door het effect van een kortere aangepaste duration. In 2017 bedroeg het nominaal portefeuillebedrag EUR 77,0 miljoen (2016: EUR 87,0 miljoen).
Indien de rentecurve met 100 basispunten zou gestegen zijn en alle andere parameters ongewijzigd zouden blijven, dan zou de winst van de Groep in 2017 met EUR -0,8 miljoen gedaald zijn, in vergelijking met een daling van EUR -0,9 miljoen in 2016.
Omgekeerd, indien de rentecurve met 100 basispunten zou gedaald zijn en alle andere parameters ongewijzigd, dan zou winst van de Groep in 2017 met EUR +0,8 miljoen toegenomen zijn, in vergelijking met EUR +0,9 miljoen in 2016.
Het is het beleid van de Groep om valutarisico's die voortvloeien uit financiële en bedrijfsactiviteiten af te dekken via Recticel International Services n.v. (RIS), die hierbij dienst doet als interne bank van de Groep. Dit afdekkingsbeleid gebeurt voornamelijk via termijnwisselcontracten. Hedge accounting onder IAS 39 wordt echter niet toegepast voor wisselkoersrisikobeheer.
Algemeen sluit de Groep termijnwisselcontracten af om wisselkoersrisico's op betalingen en ontvangen bedragen in vreemde valuta in te dekken. De Groep sluit tevens termijnwisselcontracten af, alsook optiecontracten, om wisselkoersrisico's in te dekken die verbonden zijn aan voorziene verkopen en aankopen van het jaar en voor een percentage dat varieert in functie van de voorspelbaarheid van de betalingsstromen.
Op balansdatum hadden de termijnwisselcontracten betrekking op een referentiebedrag van EUR 91,8 miljoen en een overeenkomstige totale reële waarde van EUR -0,3 miljoen.
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | NOMINALE WAARDE |
REELE WAARDE POSITIEF PER 31 DEC 2017 |
REELE WAARDE NEGATIEF PER 31 DEC 2017 |
NETTO REELE WAARDE PER 31 DEC 2017 |
OPGENOMEN IN DE RESULTATEN REKENING 2017 |
OPGENOMEN IN DE RESULTATEN REKENINGEN VAN HET VORIGE JAAR |
| Termijnaankoopcontracten < 6 maanden | 44 924 | 4 | (358) | (355) | (10 111) | 6 082 |
| Termijnaankoopcontracten > 6 maanden | 0 | 0 | 0 | 0 | (2 384) | 3 626 |
| Termijnverkoopcontracten < 6 maanden | 28 882 | 45 | (48) | (3) | 15 292 | (2 092) |
| Termijnverkoopcontracten > 6 maanden | 17 961 | 31 | (20) | 11 | 2 895 | (2 235) |
| Totaal termijnwisselcontracten | 91 767 | 79 (a) | (426) (b) | (347) | 5 692 | 5 381 |
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | NOMINALE WAARDE | REELE WAARDE POSITIEF PER 31 DEC 2016 |
REELE WAARDE NEGATIEF PER 31 DEC 2016 |
NETTO REELE WAARDE PER 31 DEC 2016 |
OPGENOMEN IN DE RESULTATEN REKENING 2016 |
OPGENOMEN IN DE RESULTATEN REKENINGEN VAN HET VORIGE JAAR |
| Termijnaankoopcontracten < 6 maanden | 73 679 | 1 820 | (316) | 1 504 | 6 082 | 1 570 |
| Termijnaankoopcontracten > 6 maanden | 21 354 | 98 | (386) | (288) | 3 626 | 2 930 |
| Termijnverkoopcontracten < 6 maanden | 88 878 | 173 | (1 551) | (1 378) | (2 092) | (762) |
| Termijnverkoopcontracten > 6 maanden | 25 913 | 84 | (284) | (200) | (2 235) | 48 |
| Totaal termijnwisselcontracten | 209 824 | 2 175 (a) | (2 537) (b) | (362) | 5 381 | 3 786 |
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | NOMINALE WAARDE |
REELE WAARDE POSITIEF PER 31 DEC 2017 |
REELE WAARDE NEGATIEF PER 31 DEC 2017 |
NETTO REELE WAARDE PER 31 DEC 2017 |
| Verkopen / Aankopen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aankopen / Verkopen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal swapwisselcontracten | 0 | 0 (a) | 0 (b) | 0 |
| in duizend EUR | ||||
|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | NOMINALE WAARDE |
REELE WAARDE POSITIEF PER 31 DEC 2016 |
REELE WAARDE NEGATIEF PER 31 DEC 2016 |
NETTO REELE WAARDE PER 31 DEC 2016 |
| Verkopen / Aankopen | 98 429 | 624 | (287) | 337 |
| Aankopen / Verkopen | 34 483 | 112 | (290) | (178) |
| Totaal swapwisselcontracten | 132 911 | 736 (a) | (577) (b) | 159 |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Activa (som van (a)) | 39 | 1 172 |
| Passiva (som van (b)) | (42) | (1 706) |
| Wisselkoers forward contracten | (3) | (534) |
De Groep is voornamelijk blootgesteld aan 6 valuta buiten de Eurozone: GBP, USD, CHF, SEK, PLN en CZK.
De volgende tabel detailleert de gevoeligheid van de Groep bij een positieve of negatieve variatie, vergelijkbaar met de jaarlijkse variatie van de valutaparen tijdens het vorige boekjaar.
De sensitiviteitsanalyse omvat enkel de uitstaande financiële bedragen in vreemde valuta die opgenomen zijn in de balans per 31 december. Zij bepaalt hun variaties op de conversievoeten dewelke gebaseerd zijn op de volgende assumpties: USD en GBP 10%; CZK, CHF, PLN en SEK 5%.
De volgende tabel toont de gevoeligheid van de Groep in de winst of het verlies of het eigen vermogen bij een stijging (of daling) van respectievelijk 10% van de Amerikaanse dollar en het Britse pond ten opzichte van de Euro, en 5% stijging (of daling) van de Tsjechische kroon, Poolse Zloty, Zweedse kroon en de Zwitserse frank tegenover de Euro. De toegepaste percentages in de gevoeligheidsanalyse zijn de inschatting van de volatiliteit van deze wisselkoersen door het management.
De gevoeligheidsanalyse omvat enkel de in vreemde valuta's uitstaande monetaire activa en passiva en past hun omzetting aan het einde van de periode aan bij een verandering in valutakoersen met respectievelijk 10% en 5%. De gevoeligheidsanalyse omvat externe leningen alsook leningen voor buitenlandse operaties binnen de Groep waarbij de munteenheid van de lening in een andere dan de functionele valuta van de geldschieter of de lener valuta is uitgedrukt. Het omvat ook de wisselkoersderivaten (niet aangeduid als afdekkingsinstrumenten).
Een positief cijfer wijst op een stijging van de winst of het eigen vermogen als de Euro verzwakt met respectievelijk 10% ten opzichte van de Amerikaanse dollar en het Britse pond, of 5% ten opzichte van de Tsjechische kroon, Poolse Zloty, Zweedse kroon en de Zwitserse Frank. Bij een versterking van de Euro met respectievelijk 10% van ten opzichte van de Amerikaanse dollar of de Pond Sterling, of 5% ten opzichte van de Tsjechische kroon, Poolse Zloty, Zweedse kroon en de Zwitserse frank, zou er een vergelijkbaar tegengestelde impact hebben op de winst of het eigen vermogen (i.e. de impacten zullen negatief zijn).
| in duizend EUR | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| VERSTEVIGING VAN USD TEGENOVER EUR |
VERSTEVIGING VAN GBP TEGENOVER EUR |
VERSTEVIGING VAN CZK TEGENOVER EUR |
VERSTEVIGING VAN SEK TEGENOVER EUR |
VERSTEVIGING CHF TEGENOVER EUR |
VERSTEVIGING PLN TEGENOVER EUR |
|||||||
| Groep Recticel | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 |
| Historisch gemiddelde variatie | 10% | 10% | 10% | 10% | 5% | 5% | 5% | 5% | 5% | 5% | 5% | 5% |
| Winst of (verlies) erkend in de winst- & verliesrekening |
289 | 5 512 | 3 380 | 160 | 2 476 | 2 020 | 180 | (471) | 196 | 461 | 554 | 322 |
| Winst of (verlies) erkend in het eigen vermogen |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financiële activa * | 28 003 | 61 150 | 14 879 | 6 538 | 152 261 | 24 171 | 2 205 | 2 255 | 4 311 | 36 326 | 6 387 | 11 623 |
| Financiële passiva * | (39 577) | (70 342) | (37 699) | (40 296) | (66 953) | (28 962) | (5 396) | (7 950) | (7 730) | (34 913) | (5 969) | (3 688) |
| Afgeleide producten | 8 679 | 64 316 | (10 980) | 35 358 | (35 788) | 45 199 | (418) | (3 735) | (508) | 7 810 | 10 666 | (1 486) |
| Totale netto blootstelling | (2 895) | 55 124 (33 800) | 1 600 | 49 520 | 40 409 | (3 609) | (9 429) | (3 927) | 9 223 | 11 084 | 6 449 |
* inclusief handels- en overige vorderingen, en handels- en overige schulden.
Financiële activa en passiva vertegenwoordigen de valutablootstelling van de verschillende verbonden ondernemingen van de Groep in relatie met hun locale munt.
De financieringsbronnen zijn goed gediversifieerd en het grootste gedeelte van de schulden is onherroepelijk en op lange termijn afgesloten. Deze omvatten de club deal lening voor 5 jaar die afgesloten werd op 09 december 2011 voor een bedrag van EUR 175 miljoen, en die in februari 2016 voor een nieuwe periode van 5 jaar werd verlengd tot februari 2021. Daarnaast beschikt de Groep nog over EUR 12,5 miljoen overige langlopende verplichtingen.
Naast deze langlopende leningen beschikt de Groep ook over een gediversifieerd aantal kortlopende financieringsbronnen, waarvan een belangrijk gedeelte onder de vorm van factoringprogramma's zonder verhaal.
De gediversifieerde financieringsstructuur en de beschikbaarheid van ongebruikte en toegewezen (committed) kredietfaciliteiten voor EUR 86,8 miljoen (2016: EUR 84,6 miljoen) garanderen de nodige liquiditeit om de toekomstige activiteiten te verzekeren en de financiële verplichtingen op korte en middellange termijn na te komen.
De Groep neemt geen financiële instrumenten die een cash deposito of andere garanties (bvb margin calls) vereisen.
De club deal kredietovereenkomst is onderhevig aan bankcovenanten op basis van een aangepaste schuldgraadratio, een renteafdekkingsratio en een minimum eigen vermogen verplichting. Per eind 2017 voldeed Recticel aan al zijn bankcovenanten. Op grond van het budget 2018 en het bedrijfsplan verwacht het management in staat te zijn om in het komende jaar aan de bankcovenanten te kunnen voldoen.
Zoals voorzien in de club deal kredietovereenkomst, bedraagt het maximaal toegestane dividend, exclusief het deel toewijsbaar aan de eigen aandelen (treasury shares), beschikbaar voor uitbetaling, het hoogste bedrag van (i) 50% van de consolideerde netto winst van de Groep tijdens het voorafgaande boekjaar en (ii) EUR 12,0 miljoen.
| in duizend EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| TOELICHTING | MET VERVALDAG NA MEER DAN 5 JAAR |
TOTAAL LANGE TERMIJN |
TOEKOMSTIGE FINANCIËLE LASTEN |
BOEKWAARDE | ||
| 6 630 | 22 897 | (3 042) | 19 855 | |||
| 0 | 77 182 | (1 022) | 76 160 | |||
| 1 060 | 2 290 | (187) | 2 103 | |||
| 7 690 | 102 369 | (4 251) | 98 117 II.5.16.1. | |||
| 1 | ||||||
| 0 | 1 454 | |||||
| 1 | 0 | 1 | ||||
| 0 | 79 | |||||
| 9 | 0 | 9 | ||||
| 0 | 42 | |||||
| 0 | 82 | |||||
| 0 | 1 667 | |||||
| MET VERVALDAG BINNEN HET JAAR 2 068 91 270 2 429 3 103 751 19 999 20 195 160 69 699 44 977 1 318 79 42 82 1 531 |
MET VERVALDAG TUSSEN 1 EN 5 JAAR 14 199 77 091 960 92 250 136 0 0 0 0 0 136 |
| Totaal financiële verplichtingen op korte termijn |
48 936 | |
|---|---|---|
| Langlopende financiële verplichtingen | I.4. | 96 080 |
| Deel langlopende financiële verplichtingen met vervaldag binnen het jaar (b) |
2 038 | |
| Totaal | 98 117 | |
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) | 44 977 | |
| Totaal afgeleide instrumenten aan reële waarde (b) |
1 667 | |
| Deel langlopende financiële verplichtingen met vervaldag binnen het jaar (c) |
2 038 | |
| Verlopen rentelasten op langlopende financiële verplichtingen |
307 | |
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen |
I.4. | 48 988 |
| in duizend EUR | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | TOELICHTING | MET VERVALDAG BINNEN HET JAAR |
MET VERVALDAG TUSSEN 1 EN 5 JAAR |
MET VERVALDAG NA MEER DAN 5 JAAR |
TOTAAL LANGE TERMIJN |
TOEKOMSTIGE FINANCIËLE LASTEN |
BOEKWAARDE | |
| Obligaties en schuldpapier | 28 763 | 0 | 0 | 28 763 | (1 494) | 27 269 | ||
| Financiële leases | 3 975 | 10 783 | 0 | 14 758 | (2 423) | 12 335 | ||
| Kredietinstellingen | 230 | 88 301 | 0 | 88 531 | (1 942) | 86 589 | ||
| Overige verplichtingen | 260 | 905 | 1 090 | 2 255 | (228) | 2 027 | ||
| Totaal langlopende financiële verplichtingen |
33 228 | 99 990 | 1 090 | 134 307 | (6 087) | 128 220 II.5.16.1. | ||
| Kredietinstellingen | 860 | |||||||
| Kredietinstellingen - forfeiting | 0 | |||||||
| Kredietinstellingen - forfeiting met verhaal | 701 | |||||||
| Voorschotten op lopende rekeningen | 10 178 | |||||||
| Overige financiële verplichtingen | 315 | |||||||
| Zichtrekeningen & cash pooling | 74 | |||||||
| Overlopende verplichtingen - financieel korte termijn |
22 | |||||||
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) |
12 150 | |||||||
| Renteswaps | 63 | 3 627 | 0 | 3 690 | ||||
| Rente van FX-swaps | 131 | 131 | ||||||
| Rente valutaswaps | 316 | 316 | ||||||
| Trading/economische indekking | 1 706 | 0 | 0 | 1 706 | ||||
| Totaal afgeleide instrumenten aan reële waarde (b) |
2 216 | 3 627 | 0 | 5 843 | ||||
| Totaal financiële verplichtingen op korte termijn |
47 594 | |||||||
| Langlopende financiële verplichtingen | I.4. | 97 049 | ||||||
| Deel langlopende financiële verplichtingen met vervaldag binnen het jaar (b) |
31 171 | |||||||
| Totaal | 128 220 | |||||||
| Totaal kortlopende financiële verplichtingen (a) | 12 150 | |||||||
| Totaal afgeleide instrumenten aan reële waarde (b) |
5 843 | |||||||
| Deel langlopende financiële verplichtingen met vervaldag binnen het jaar (c) |
31 171 |
verplichtingen982
verplichtingen I.4. 50 147
Verlopen rentelasten op langlopende financiële
Totaal kortlopende financiële
Handelsverplichtingen omvatten voornamelijk uitstaande bedragen voor handelsaankopen. De hogere handelsverplichtingen worden verklaard door de verhoogde activiteitsgraad en grondstofprijsverhogingen in het laatste kwartaal van het jaar.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Overige langlopende verplichtingen die binnen het jaar vervallen | 142 | 187 |
| Te betalen BTW - lokaal | 11 132 | 4 558 |
| Overige belastingsverplichtingen | 2 514 | 2 834 |
| Lonen en sociale zekerheid | 36 414 | 39 762 |
| Te betalen dividend | 283 | 287 |
| Transfert resultaat (fiscale eenheid) | 13 035 | 13 063 |
| Overige schulden | 20 297 | 19 828 |
| Overlopende passiva - operationeel | 20 932 | 24 046 |
| Uitgestelde opbrengsten - operationeel | 5 983 | 4 261 |
| Uitgestelde opbrengsten - winst op sale & leaseback | 545 | 73 |
| Totaal | 111 276 | 108 899 |
Er vonden geen materiële bedrijfscombinaties plaats in 2017.
Eind 2017 daalde de netto geconsolideerde financiële schuld, zonder de opgenomen bedrag onder de 'buiten balans' factoring programma's zonder verhaal, tot EUR 87,1 miljoen (eind 2016: EUR 108,4 miljoen). De geconsolideerde netto financiële schuld bedraagt 33,3% van het eigen vermogen (2016: 43,1%).
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Cash | (57 844) | (37 174) |
| Afdekkingsactiva | (67) | (1 646) |
| Afdekkingspassiva | 1 667 | 5 843 |
| Langlopende financiële verplichtingen | 96 080 | 97 049 |
| Korte termijn gedeelte van de langlopende financiële verplichtingen | 2 038 | 31 171 |
| Kortlopende financiële verplichtingen | 44 242 | 12 123 |
| Verlopen renten | 1 006 | 1 004 |
| Totaal netto financiële schulden | 87 121 | 108 370 |
Operationele leasebetalingen vertegenwoordigen de som van de niet-verdisconteerde toekomstige lease betalingen voor bepaalde van industriële en/of kantooreigendommen en voor bepaalde uitrustingen met betrekking tot de productie, logistiek en/of administratie.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Betalingen vervallend binnen het jaar | (23 992) | (22 810) |
| Tussen 1 en 5 jaar | (51 630) | (52 006) |
| Na 5 jaar | (32 680) | (25 957) |
| Minimale toekomstige leasebetalingen | (108 302) | (100 772) |
Bovenstaande tabel omvat de erkende huurbedragen van het boekjaar.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Operationele lease - terreinen en gebouwen | (17 918) | (17 168) |
| Operationele lease - installaties, machines en uitrusting | (6 482) | (3 507) |
| Operationele lease - meubilair | (281) | (294) |
| Operationele lease - rollend materieel | (6 999) | (7 204) |
| Totaal | (31 679) | (28 173) |
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Zekerheden die door Recticel NV werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen | 89 278 | 82 780 |
Deze zekerheden bevatten in hoofdzaak garanties van de moedermaatschappij en zachte garanties ('letters of comfort') voor engagementen aangegaan door dochterondernemingen met banken (EUR 57,3 miljoen), lessors (EUR 16,9 miljoen), overheidsinstellingen (EUR 3,1 miljoen) en andere derde partijen (EUR 12,0 miljoen).
Recticel n.v. heeft samen met Recticel International Services n.v., in december 2011 een gezamenlijke kredietovereenkomst (club deal) afgesloten voor een bedrag van EUR 175 miljoen.
Deze overeenkomst werd in februari 2016 verlengd voor 5 jaar tot februari 2021. In het kader van deze club deal hebben Recticel n.v. en/of haar dochternemingen waarborgen (zie II.5.4.) verstrekt aan de banken, voor een totaal maximum bedrag van EUR 175 miljoen plus interest en gerelateerde kosten. Op 31 januari 2018 hebben de banken die deelnemen aan de kredietfaciliteit van EUR 175 miljoen 2016-2021 ingestemd met de kwijting en vrijgave van alle eerder verleende zekerheden.
De Recticel Groep heeft een warrantenplan ingevoerd voor zijn leidinggevende managers.
Onderstaande tabel geeft het overzicht van alle uitstaande warranten per 31 december 2017:
| UITGIFTE | AANTAL UITSTAANDE WARRANTEN | UITOEFENPRIJS (IN EUR) | UITOEFENPERIODE (1) |
|---|---|---|---|
| Mei 2007 | 51 909 | 8,77 | 01 Jan 11 - 01 Mei 18 |
| Dec 2007 | 465 390 | 8,20 | 01 Jan 11 - 02 Dec 18 |
| Dec 2012 | 58 351 | 4,15 | 01 Jan 16 - 20 Dec 18 |
| Apr 2014 | 358 112 | 5,64 | 01 Jan 18 - 28 Apr 20 |
| Jun 2015 | 304 000 | 4,31 | 01 Jan 19 - 22 Jun 21 |
| Apr 2016 | 317 500 | 5,73 | 29 Apr 19 - 29 Apr 25 |
| Jun 2017 | 410 000 | 7,00 | 29 Jun 20 - 29 Jun 24 |
| Totaal | 1 965 262 |
(1) alle warrantplannen hebben een wachtperiod van drie jaar.
Alle warrants hebben een wachtperiode van 3 jaar. De begunstigden kunnen het recht om hun warrants in geval van vrijwillig vertrek of ontslag om dringende redenen uit te oefenen verliezen.
De kost van de op aandelen gebaseerde betalingen opgenomen voor het boekjaar bedraagt EUR 0,380 miljoen (2016: EUR 0,168 miljoen).
Een meer algemeen overzicht die de evolutie in 2017 toont, wordt hieronder gepresenteerd:
| Aantal | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 |
| Warrants - einde periode (31 december) | 1 965 262 | 2 687 944 |
| Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in EUR) | 6,38 | 6,15 |
| Uitstaand aan het begin van de periode | 2 687 944 | 2 701 356 |
| Toegekend gedurende de periode | 410 000 | 317 500 |
| Opgegeven gedurende de periode | 418 845 | 0 |
| Uitgeoefend gedurende de periode | 713 837 | 330 912 |
| Uitstaand aan het einde van de periode | 1 965 262 | 2 687 944 |
| Totaal uitoefenbaar aan het einde van de periode | 575 650 | 1 707 752 |
| Totaal 'in-the-money' aan het einde van de periode | 1 447 963 | 736 703 |
| Totaal uitoefenbaar en 'in-the-money' aan het einde van de periode | 58 351 | 432 703 |
De uitstaande warranten op 31 december 2017 hadden een gewogen gemiddelde uitoefenprijs van EUR 6,38 en een gewogen gemiddelde resterende contractuele looptijd van 2,37 jaar.
De Groep volgt de overgangsbepalingen voorgeschreven door IFRS 2 (i.e. eigenvermogensinstrumenten toegekend na 7 november 2002 en nog niet verworven op 1 januari 2008).
In 2017 werden er 713.837 warranten uitgeoefend aan een gewogen gemiddelde uitoefenprijs van EUR 4,38. De gemiddelde slotkoers van de periode waarin deze warrants werden uitgeoefend (tussen 31 maart 2017 en 30 november 2017) was EUR 7,37 per aandeel. De gemiddelde dagelijkse slotkoers voor het volledige jaar 2017 bedroeg EUR 7,31 per aandeel. Er werd één nieuw warrantenplan (410.000 warranten met uitgifteprijs van EUR 7,00) uitgegeven in juni 2017.
Tot op vandaag heeft de Groep geen 'share appreciation rights' uitgegeven aan haar managers of werknemers, noch een aandeleninkoopplan opgestart.
De theoretische waarde van de warranten op het moment van uitgifte wordt berekend met toepassing van de Black & Scholes formule, en met inachtname van bepaalde hypotheses met betrekking van de dividendbetaling (laatste dividend in vergelijking met de aandelenprijs) (dividendrendement: 2,60%), de rentevoet (Euribor 5 jaar) (0,0001%) en de volatiliteit (marktgegevens over het Recticel-aandeel) (23%). Voor de serie van juni 2017 bedraagt de marktwaarde EUR 0,928 per warrant.
Overzicht van het aantal uitstaande warranten aangehouden door de leden van het huidige Managementcomité:
| in units | |
|---|---|
| UITGIFTEA | AANTAL WARRANTEN AANGEHOUDEN DOOR DE LEDEN VAN HET HUIDIGE MANAGEMENTCOMITE |
| Mei 2007 | 3 580 |
| Dec 2007 | 55 490 |
| Dec 2012 | 11 814 |
| Apr 2014 | 103 222 |
| Jun 2015 | 110 000 |
| Apr 2016 | 165 000 |
| Jun 2017 | 260 000 |
| Totaal | 709 106 |
a de voorwaarden van de verschillende uitgiften worden weergegeven in de hierboven vermelde overzichtstabel.
Leden van het Managementcomité ontvingen de volgende aandelenopties van de reeks 2017:
| NAAM | TOTAAL AANTAL AANDE LENOPTIES |
TOTAAL THEORETISCHE WAARDE VAN DE AANDE LENOPTIES BIJ UITGIFTE - IN EUR (*) |
|---|---|---|
| Olivier Chapelle | 60 000 | 55 680 |
| Ralf Becker | 25 000 | 23 200 |
| Betty Bogaert | 25 000 | 23 200 |
| François Desné | 25 000 | 23 200 |
| Jean-Pierre De Kesel | 25 000 | 23 200 |
| Bart Massant | 25 000 | 23 200 |
| Jean-Pierre Mellen | 25 000 | 23 200 |
| Jan Meuleman | 25 000 | 23 200 |
| François Petit | 25 000 | 23 200 |
| Dirk Verbruggen | 25 000 | 23 200 |
(*) de theoretische waarde werd berekend op basis van de Black & Scholes formule en van bepaalde hypothesen over rendement, rentevoet en volatiliteit
Er waren geen materiële gebeurtenissen post-balansdatum 31 december 2017, behalve het feit dat op 31 januari 2018 de banken die participeren in de 2016-2021 kredietfaciliteit van EUR 175 miljoen akkoord zijn gegaan met de vrijgave van alle eerder toegekende zekerheden.
Transacties tussen Recticel n.v. en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, worden geëlimineerd in de consolidatie en worden hier niet toegelicht. Transacties met andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht en hebben voornamelijk betrekking op commerciële transacties uitgevoerd aan de heersende marktvoorwaarden. In onderstaande tabellen worden enkel materieel bevonden transacties opgenomen, met andere woorden, transacties die in totaal EUR 1 miljoen overschrijden.
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | VORDERINGEN OP LANGE TERMIJN |
HANDELS VORDERINGEN |
OVERIGE VORDERINGEN OP KORTE TERMIJN |
HANDELS VERPLICHTINGEN |
OVERIGE SCHULDEN |
BEDRIJFS OPBRENGSTEN |
AANKOPEN |
| Totaal Orsafoam vennootschappen | 0 | 58 | 916 | 209 | 0 | 146 | (155) |
| Totaal Eurofoam vennootschappen | 0 | 3 013 | 42 | 3 235 | 0 | 27 600 | (22 351) |
| Totaal Proseat vennootschappen | 4 109 | 4 483 | 15 994 | 29 | 13 035 | 30 362 | 0 |
| TOTAAL | 4 109 | 7 554 | 16 952 | 3 473 | 13 035 | 58 108 | (22 506) |
| in duizend EUR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | VORDERINGEN OP LANGE TERMIJN |
HANDELS- VORDERINGEN | OVERIGE VORDERINGEN OP KORTE TERMIJN |
HANDELS VERPLICHTINGEN |
OVERIGE SCHULDEN |
BEDRIJFS- OPBRENGSTEN | AANKOPEN |
| Totaal Orsafoam vennootschappen | 0 | 7 | 1 443 | 221 | 0 | 165 | (434) |
| Totaal Eurofoam vennootschappen | 0 | 2 587 | 0 | 3 189 | 0 | 23 951 | (24 863) |
| Totaal Proseat vennootschappen | 3 883 | 1 857 | 15 630 | 83 | 13 160 | 23 566 | 0 |
| TOTAAL | 3 883 | 4 451 | 17 074 | 3 492 | 13 160 | 47 682 | (25 297) |
De vergoedingen van de leden van de Raad van Bestuur en van het Managementcomité maken deel uit van deze toelichting. Voor meer informatie wordt gerefereerd naar het remuneratierapport in het hoofdstuk "Corporate Governance" van dit verslag.
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| NAME | VASTE VERGOEDING 2017 |
AANWEZIGHEIDS VERGOEDING 2017 |
AUDIT COMITE 2017 |
COMITE VOOR BEZOLDIGINGEN EN BENOEMINGEN 2017 |
VERGOEDING VOOR BIJZONDERE OPDRACHTEN 2017 |
TOTAAL (BRUTO) 2017 |
| JOHNNY THIJS BVBA | 30 000,00 | 30 000,00 | 10 000,00 | 15 000,00 | - | 85 000,00 |
| OLIVIER CHAPELLE BVBA | 15 000,00 | 15 000,00 | - | - | - | 30 000,00 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA | 15 000,00 | 15 000,00 | 10 000,00 | - | - | 40 000,00 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA | 15 000,00 | 15 000,00 | - | - | - | 30 000,00 |
| ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA | 15 000,00 | 12 500,00 | - | 7 500,00 | - | 35 000,00 |
| IMRADA BVBA | 15 000,00 | 15 000,00 | 10 000,00 | - | - | 40 000,00 |
| REVAM BVBA (1) | 6 222,53 | 7 500,00 | 5 000,00 | - | - | 18 722,53 |
| REVALUE BVBA | 15 000,00 | 15 000,00 | 20 000,00 | 7 500,00 | - | 57 500,00 |
| Kurt PIERLOOT | 15 000,00 | 15 000,00 | - | 7 500,00 | - | 37 500,00 |
| Danielle SIOEN | 15 000,00 | 10 000,00 | - | - | - | 25 000,00 |
| IPGM CONSULTING GmbH (2) | 8 777,47 | 10 000,00 | - | - | - | 18 777,47 |
| TOTAAL | 165 000,00 | 160 000,00 | 55 000,00 | 37 500,00 | 0,00 | 417 500,00 |
(1) einde mandaat 30 mei 2017
(2) aanvang mandaat 30 mei 2017
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| NAME | VASTE VERGOEDING 2016 |
AANWEZIGHEIDS VERGOEDING 2016 |
AUDIT COMITE 2016 |
COMITE VOOR BEZOLDIGINGEN EN BENOEMINGEN 2016 |
VERGOEDING VOOR BIJZONDERE OPDRACHTEN 2016 |
TOTAAL (BRUTO) 2016 |
| JOHNNY THIJS BVBA | 25 900.00 | 20 000.00 | 5 550.00 | 7 400.00 | - | 58 850.00 |
| OLIVIER CHAPELLE BVBA | 12 950.00 | 10 000.00 | - | - | - | 22 950.00 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SERVICES SA | 12 950.00 | 10 000.00 | 5 550.00 | - | - | 28 500.00 |
| COMPAGNIE DU BOIS SAUVAGE SA | 11 100.00 | 10 000.00 | 1 850.00 | - | - | 22 950.00 |
| ENTREPRISES ET CHEMINS DE FER EN CHINE SA | 11 100.00 | 10 000.00 | - | 3 700.00 | - | 24 800.00 |
| IMRADA BVBA | 11 100.00 | 10 000.00 | 5 550.00 | - | - | 26 650.00 |
| REVAM BVBA | 12 950.00 | 10 000.00 | 7 400.00 | - | - | 30 350.00 |
| REVALUE BVBA | 12 950.00 | 10 000.00 | 14 800.00 | 1 850.00 | - | 39 600.00 |
| Kurt PIERLOOT | 12 950.00 | 10 000.00 | - | 3 700.00 | - | 26 650.00 |
| Danielle ZOETE | 7 400.00 | 5 824.18 | - | - | - | 13 224.18 |
| MARION DEBRUYNE BVBA | 3 700.00 | 4 175.82 | 1 850.00 | - | - | 9 725.82 |
| Patrick VAN CRAEN | 5 550.00 | 4 175.82 | - | - | - | 9 725.82 |
| Jacqueline ZOETE | 5 550.00 | 4 175.82 | - | - | - | 9 725.82 |
| TOTAAL | 146 150.00 | 118 351.64 | 42 550.00 | 16 650.00 | 0.00 | 323 701.64 |
| in EUR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| TOTALE KOST AAN DE ONDERNEMING |
OLIVIER CHAPELLE SPRL VERTEGENWOORDIGD DOOR OLIVIER CHAPELLE |
OVERIGE LEDEN VAN HET MANAGEMENTCOMITÉ |
TOTAAL | |||
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| Aantal personen | 1 | 1 | 10 | 11 | 11 | 12 |
| Vaste vergoeding | 520 000 | 500 000 | 2 612 904 | 2 295 700 | 3 132 904 | 2 795 700 |
| Variable vergoeding | 354 640 | 497 250 | 744 046 | 1 101 548 | 1 098 686 | 1 598 798 |
| Subtotaal | 874 640 | 997 250 | 3 356 950 | 3 397 248 | 4 231 590 | 4 394 498 |
| Pensioenen | 0 | 0 | 280 648 | 192 254 | 280 648 | 192 254 |
| Andere voordelen | 26 128 | 38 328 | 261 030 | 230 979 | 287 158 | 269 307 |
| Totaal | 900 768 | 1 035 578 | 3 898 628 | 3 820 481 | 4 799 396 | 4 856 059 |
| in EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| SLOTKOERS | GEMIDDELDE KOERS | ||||
| Groep Recticel | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| Bulgaarse Lev | BGN | 0,511300 | 0,511300 | 0,511300 | 0,511300 |
| Zwitserse Frank | CHF | 0,854555 | 0,931185 | 0,899544 | 0,917301 |
| Yuan Renminbi | CNY | 0,128133 | 0,136608 | 0,131079 | 0,136013 |
| Tsjechische Kroon | CZK | 0,039162 | 0,037008 | 0,037986 | 0,036990 |
| Euro | EUR | 1,000000 | 1,000000 | 1,000000 | 1,000000 |
| Pound Sterling | GBP | 1,127103 | 1,167979 | 1,140675 | 1,220281 |
| Forint | HUF | 0,003222 | 0,003228 | 0,003234 | 0,003211 |
| Indische Rupee | INR | 0,013054 | 0,013968 | 0,013599 | 0,013446 |
| Yen | JPY | 0,007407 | 0,008104 | 0,007892 | 0,008320 |
| Marokaanse Dirham | MAD | 0,091609 | 0,096544 | 0,093577 | 0,094886 |
| Noorse Kroon | NOK | 0,101623 | 0,110056 | 0,107215 | 0,107636 |
| Poolse Zloty | PLN | 0,239406 | 0,226742 | 0,234906 | 0,229189 |
| Roemeense Leu (nieuw) | RON | 0,214661 | 0,220313 | 0,218876 | 0,222696 |
| Servische Dinar | RSD | 0,008456 | 0,008104 | 0,008268 | 0,008132 |
| Russische Roebel | RUB | 0,014411 | 0,015552 | 0,015166 | 0,013487 |
| Zweedse Kroon | SEK | 0,101587 | 0,104685 | 0,103787 | 0,105609 |
| Turkse Lira (nieuw) | TRY | 0,219954 | 0,269745 | 0,242451 | 0,299110 |
| Oekraïnsche Hryvnia | UAH | 0,030434 | 0,034980 | 0,033369 | 0,035230 |
| US Dollar | USD | 0,833820 | 0,948677 | 0,885206 | 0,903421 |
| in eenheden | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 |
| Management Comité | 10 | 10 |
| Bedienden | 1 970 | 2 131 |
| Arbeiders | 4 698 | 4 280 |
| Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld (voltijdse equivalenten) op een geconsolideerde basis (i.e. zonder joint ventures) |
6 678 | 6 421 |
| Gemiddeld aantal personen tewerkgesteld in België | 1 058 | 1 068 |
| Bezoldigingen en andere personeelskosten (in EUR duizenden) | 292 802 | 276 263 |
Overzicht van de auditvergoedingen en bijkomende diensten aan de Groep verleend door de auditors en verbonden entiteiten aan de auditor voor de verslagperiode die afsluit op 31 december 2017.
| in duizend EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | DELOITTE | OTHERS |
| Auditvergoedingen | 867 | 458 |
| Andere wettelijke opdrachten | 7 | 0 |
| Fiscaal advies | 169 | 117 |
| Overige verleende diensten in verband met rapportering | 59 | 0 |
| Totaal vergoedingen in 2017 | 1 102 | 575 |
In het bovenstaande overzicht worden de vergoedingen van de joint ventures voor 100% opgenomen.
In 1986 verkocht Recticel zijn divisie "meststoffen", meer bepaald de activiteiten op het terrein van Tertre, aan de vennootschap Kemira, intussen overgenomen door Yara. In het kader van deze overeenkomstheeft Recticel ertoe zich verbonden om een oud klaarbassin ("Valcke Bassin"), in overeenstemming te brengen met de milieureglementeringen. Deze verplichting werd nog niet uitgevoerd omwille van de onderlinge afhankelijkheid van de milieusituaties binnen het industrieterrein van Tertre. Yara heeft om conservatoire redenen Recticel gedagvaard tot uitvoering van deze verplichting in juli 2003. In de loop van 2011 werd een Settlement Agreement werd onderhandeld en ondertekend door de partijen, waardoor het geschil definitief beëindigd werd.
Onder deze Settlement Agreement hebben Yara en Recticel er zich toe verbonden om samen een saneringsplan voor vier vervuilde terreinen van het industriegebied van Tertre, waaronder het Valcke Bassin en een stortplaats van Finapal, voor te bereiden en de kosten ervan te delen.
Dit plan werd in december 2013 goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van de Waalse Overheid. Beide partijen hebben in gezamenlijk overleg een lastenboek uitgewerkt, hetgeen werd goedgekeurd door de autoriteiten. Eind december 2015 werd Ecoterres als aannemer aangesteld. De provisie voor deze werken bedraagt op 31 december 2017 EUR 1,65 miljoen. De werken werden aangevat op 15 februari 2016. Het einde van de werken is voorzien voor eind 2019.
De uitvoering van het saneringsplan ging in 2013 van start en verloopt tot nu toe zoals gepland. De saneringswerken werden vorig jaar beëindigd, maar blijven onderworpen aan een monitoringsfase gedurende 3 jaar. De voorzieningen voor de kosten van de werken bedragen op 31 december 2017 EUR 1,89 miljoen.
De Groep heeft het voorwerp uitgemaakt van antitrustonderzoek op Europees en nationaal niveau. Op Europees niveau kondigde Recticel op 29 januari 2014 aan dat een schikking werd bereikt met de Europese Commissie in het onderzoek naar polyurethaanschuim. De zaak werd gesloten na betaling van de laatste tranche van de effectieve boete in april 2016. Op nationaal niveau was de Groep betrokken bij verschillende beroepsprocecedures die door concurrenten werden gestart na een beslissing van de Spaanse mededingingsautoriteit in 2013. De laatste Spaanse beroepsprocedure eindigde in het begin van 2018, zonder impact op de positie van Recticel. Het kan niet worden uitgesloten dat andere vorderingen/claims (inclusief claims voor class actions) op basis van dezelfde feiten worden ingediend.
Er zijn verschillende claims ingediend door één of meer klanten in het Verenigd Koninkrijk, waarbij deze partijen aanvoeren schade te hebben geleden ten gevolge van de beslissing van de Europese Commissie inzake de vermeende kartelvorming . Sommige procedures zijn stopgezet of geregeld in de loop van 2016 en 2017.
Hoewel Recticel van mening is dat er geen schade is aangericht, en het aan de klant is om eventuele schade te bewijzen, bekijkt en beoordeelt Recticel samen met zijn juridische adviseurs nauwkeurig de gegrondheid van elke zaak; dit om de juiste defensieve strategie te bepalen en legt de Groep voor relevante gevallen de nodige voorzieningen aan om eventuele juridische kosten in dit verband te dekken.
Met betrekking tot de lopende geschillen kan in dit stadium geen weloverwogen oordeel worden gevormd op de verdiensten van deze claims of op het bedrag van een mogelijk verlies voor de vennootschap.
Eén van de entiteiten van de Groep in het Verenigd Koninkrijk is het onderwerp van een HSE-onderzoek na het overlijden van een van zijn werknemers. Het kan niet worden uitgesloten dat de autoriteiten verdere procedurele stappen ondernemen die leiden tot vervolging, juridische kosten en boetes.
Eén van de entiteiten van de Groep in Frankrijk is betrokken bij een arbeidsrechtelijke zaak na de sluiting van een productielocatie, waarbij de voormalige werknemers een claim hebben ingediend om aanvullende vergoedingen te krijgen, op grond van het feit dat de economische redenen voor de sluiting ongeldig waren.
Eén van de entiteiten van de Groep in Nederland is het voorwerp geweest van een arbeidsrechtelijke claim door uitzendkrachten waarbij deze de tijdelijke aard van hun dienstverband in twijfel trekken.
Na het brandincident in Most is de betrokken Groepsentiteit tijdelijk niet in staat geweest om de contractueel overeengekomen hoeveelheden producten te leveren, wat leidde tot productieonderbrekingen bij de directe klanten en de autofabrikanten. Hoewel de betrokken Groepsentiteit in dit opzicht overmacht heeft opgeëist, is dit in twijfel getrokken of zelfs betwist door bepaalde klanten, met vermelding dat verdere claims konden worden ingesteld om schadevergoeding te verkrijgen. Hoewel de Groep op dit punt verzekerd is in overeenstemming met industriële normen, kan niet worden uitgesloten dat dergelijke claims kunnen leiden tot financiële verliezen voor de betrokken vennootschappen van de Groep.
Enkele jaren geleden heeft Recticel oppositieprocedures ingeleid tegen de octrooiaanvraag van een Zwitserse concurrent, dat door de Groep was ontwikkeld en sinds vele jaren werd gebruikt. Recticel's oppositie was succesvol en het patent werd ingetrokken. De patenthouder heeft beroep aangetekend tegen deze beslissing. Recticel heeft er vertrouwen in dat de intrekking van het octrooi in hoger beroep zal worden gehandhaafd.
Op 31 december 2017 bedroegen de totale voorzieningen voor geschillen en overlopende activa op het niveau van Recticel Group EUR 8,8 miljoen in de gecombineerde jaarrekening.
Addres: Olympiadenlaan, 2 B-1140 Brussel (Evere)
Opgericht: op 19 juni 1896 voor dertig jaar, later verlengd voor onbepaalde duur.
Doel: (artikel 3 van de gecoördineerde statuten) De vennootschap heeft tot doel de ontwikkeling, de productie, de verwerking, de handel, de aankoop, de verkoop en het transport, voor eigen rekening of voor rekening van derden, van alle kunststoffen, polymeren, polyurethanen en andere synthetische componenten, van natuurlijke stoffen, metaalproducten, chemische of andere producten die gebruikt worden door de particulieren of door de industrie, de handel en het transport, met name voor meubilering, slaapcomfort, isolatie, bouwnijverheid, automobielsector, chemie, petrochemie, alsook de producten die horen bij of noodzakelijk zijn voor hun productie of hieruit kunnen voortkomen of hieruit afgeleid kunnen worden.
Zij kan haar doel volledig of gedeeltelijk bereiken, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, via dochtermaatschappijen, samenwerkingsverbanden, participaties in andere vennootschappen, partnerships of verenigingen. Teneinde dit doel te bereiken kan zij alle handelingen uitvoeren op industrieel-; immobiliën-, financieel- of commercieel gebied die, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, met haar maatschappelijk doel verband houden, of die van aard zouden zijn haar werking of haar handel, of die van de vennootschappen, partnerships of verenigingen waarin zij een participatie of een belang heeft, te bevorderen, te ontwikkelen of te vergemakkelijken; zij kan met name alle roerende en onroerende goederen en alle intellectuele eigendommen ontwikkelen, overdragen, verwerven, huren, verhuren en uitbaten.
Rechtsvorm: naamloze vennootschap
Rechtspersonenregister van Brussel
Ondernemingsnummer: 0405 666 668
Geplaatst kapitaal: EUR 136 940 892,50 (per 31 december 2017)
Type en aantal aandelen: op 31 december 2017 bestond er slecht één enkel type van aandelen, met name gewone aandelen (aantal: 54 776 357)
Nog te storten gedeelte van het geplaatste kapitaal: 0 aantal aandelen/EUR 0.
Aard van de niet-volgestorte aandelen: geen.
Volstortingspercentage: 100 %. De aandelen zijn alle volledig volgestort.
De financiële staten worden opgesteld volgens de indeling die opgelegd wordt door het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001.
Deze financiële staten omvatten de balans, de resultatenrekening en de toelichtingen die door de wet worden voorzien. Ze worden hier voorgesteld in een verkorte vorm.
In navolging van de wet zullen het jaarverslag en de financiële staten van Recticel n.v., samen met het verslag van de Commissaris, worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Ze zijn op aanvraag verkrijgbaar bij:
Recticel n.v. Corporate Communications Olympiadenlaan, 2 B-1140 Brussel (Evere)
Tel.: +32 (0)2 775 18 11 Fax: +32 (0)2 775 19 90 E-mail: [email protected]
De commentaren die volgen op de rekeningen hebben betrekking op de financiële toestand van het bedrijf zoals die blijkt uit de balans. De resultaten worden eveneens toegelicht in het jaarverslag dat eraan vooraf gaat.
De Commissaris heeft over de statutaire jaarrekening van Recticel n.v. een verklaring zonder voorbehoud gegeven.
De statutaire financiële staten van Recticel n.v., als ook het statutaire verslag van de Raad van Bestuur is kosteloos beschikbaar op de web site van de vennootschap https://www.recticel.com/investors/annual-half-year-reports. html.
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |
| ACTIVA | |||
| VASTE ACTIVA | 364 447 | 360 193 | |
| I. | Oprichtingskosten | 1 622 | 2 294 |
| II. | Immateriële vaste activa | 30 614 | 32 764 |
| III. | Materiële vaste activa | 58 838 | 58 088 |
| IV. | Financiële vaste activa | 273 372 | 267 047 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 199 810 | 178 567 | |
| V. | Vorderingen op meer dan 1 jaar | 12 274 | 11 778 |
| VI. | Voorraden en bestellingen in uitvoering | 23 068 | 22 951 |
| VII. | Vorderingen op ten hoogste 1 jaar | 160 759 | 140 747 |
| VIII. | Geldbeleggingen | 1 398 | 1 398 |
| IX. | Liquide middelen | 295 | 305 |
| X. | Overlopende rekeningen | 2 016 | 1 388 |
| TOTAAL ACTIVA | 564 257 | 538 761 | |
| PASSIVA | |||
| I. | Kapitaal | 136 941 | 135 156 |
| II. | Uitgiftepremies | 127 982 | 126 071 |
| III. | Herwaarderingsmeerwaarden | 2 551 | 2 551 |
| IV. | Reserves | 13 411 | 12 096 |
| V. | Overgedragen winst (verlies) | 66 533 | 53 597 |
| VI. | Kapitaalsubsidies | 5 | 17 |
| VII. | A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 7 822 | 7 562 |
| B. Uitgestelde belastingen | 0 | 0 | |
| VIII. | Schulden op meer dan 1 jaar | 54 688 | 13 883 |
| IX. | Schulden op ten hoogste 1 jaar | 147 318 | 180 035 |
| X. | Overlopende rekeningen | 7 005 | 7 793 |
| TOTAAL PASSIVA EN EIGEN VERMOGEN | 564 257 | 538 761 |
| in duizend EUR | |||
|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | |
| RESULTATENREKENING | |||
| I. | Bedrijfsopbrengsten | 395 982 | 369 983 |
| II. | Bedrijfskosten | (369 321) | (348 433) |
| III. | Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) | 26 660 | 21 549 |
| IV. | Financiële opbrengsten | 12 156 | 17 401 |
| V. | Financiële kosten | (12 481) | (13 893) |
| VI. | Winst (Verlies) van het boekjaar voor belastingen | 26 336 | 25 057 |
| VII. | Belastingen | (34) | (51) |
| VIII. | Winst (Verlies) van het boekjaar na belastingen | 26 302 | 25 006 |
| XII. | Onttrekking (overboeking) naar de belastingsvrije reserves | 0 | 0 |
| XIII. | Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar | 26 302 | 25 006 |
De statutaire financiële staten van Recticel n.v., als ook het statutaire verslag van de Raad van Bestuur is kosteloos beschikbaar op de web site van de vennootschap (www.recticel.com).
De Algemene Vergadering beslist over de besteding van de voor uitkering vatbare bedragen, op voorstel van de Raad van Bestuur.
Op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur beslist de Algemene Vergadering over de besteding van de winst beschikbaar voor de uitkering van een dividend. De Raad van Bestuur heeft de intentie om een stabiel of geleidelijk toenemend jaarlijks dividend voor te stellen, weliswaar rekening houdend met de volgende elementen:
De Raad van Bestuur heeft besloten om het hierna volgende voorstel van resultaatverdeling voor te leggen aan de Algemene Vergadering:
| in EUR | ||
|---|---|---|
| Groep Recticel | ||
| Winst/(Verlies) van het boekjaar | 26 302 493,28 | |
| Overgedragen winst/(verlies) van het vorige boekjaar | + | 53 596 622,59 |
| Winst/(Verlies) toe te voegen bij de wettelijke reserves | - | 1 315 124,66 |
| Winst/(Verlies) toe te voegen bij de overige reserves | - | 0,00 |
| Te bestemmen resultaat | = | 78 583 991,21 |
| Bruto dividend (1) | - | 12 050 798,54 |
| Over te dragen winst | = | 66 533 192,67 |
7
(1) Bruto dividend per aandeel van EUR 0,22 te verminderen met de roerende voorheffing, resulterend in een netto dividend van EUR 0,154 per gewoon aandeel.
Dhr Johnny Thijs (Voorzitter van de Raad van Bestuur), dhr Olivier Chapelle (Chief Executive Officer) en dhr Jean-Pierre Mellen (Chief Financial Officer), verklaren dat:
| Kernpunten van de controle | Hoe onze controle de kernpunten van de controle behandelde |
|---|---|
| Risico op bijzondere waardevermindering op materiële vaste activa gerelateerd aan de interiors afdeling |
| 31 DEC 2017 31 DEC 2016 31 DEC 2015 31 DEC 2014 31 DEC 2013 31 DEC 2012 31 DEC 2012 31 DEC 2011 31 DEC 2010 31 DEC 2009 31 DEC 2008 Groep Recticel GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD GECOMBINEERD ACTIVA Immateriële activa 12 323 12 104 13 411 12 384 11 954 11 148 13 031 12 580 13 307 14 301 20 104 Goodwill 24 169 25 073 25 888 24 949 24 610 25 113 35 003 34 688 34 365 33 311 39 164 Materiële vaste activa 226 783 216 207 209 681 202 733 204 614 219 180 270 904 255 347 270 979 286 789 336 560 Vastgoedbeleggingen 3 331 3 331 3 331 3 306 3 330 4 452 4 452 3 331 896 896 896 Entiteiten waarop de 'equity'-methode 76 241 82 389 73 196 73 644 72 507 69 123 13 784 12 957 15 451 15 697 13 626 wordt toegepast Andere financiële activa 64 71 30 160 161 236 240 3 399 1 151 1 999 11 446 Deelnemingen beschikbaar voor verkoop 603 410 1 015 771 275 111 122 121 86 85 197 Vorderingen op meer dan één jaar 14 804 13 860 13 595 13 373 10 973 10 153 7 664 8 305 10 070 9 605 5 005 Uitgestelde belastingen 26 241 37 820 43 272 46 834 48 929 49 530 45 520 50 290 55 739 43 365 52 020 Vaste activa 384 559 391 265 383 419 378 154 377 353 389 046 390 720 381 018 402 044 406 048 479 018 Voorraden en bestellingen in uitvoering 99 408 91 900 93 169 96 634 94 027 91 028 116 607 116 002 113 671 105 827 120 035 Handelsvorderingen 110 935 101 506 83 407 78 109 64 516 78 359 114 540 132 910 141 783 142 104 170 117 Overige vorderingen 73 373 69 561 55 327 49 597 46 358 56 528 48 123 39 567 62 285 58 016 60 095 Terug te vorderen belastingen 1 350 1 441 2 061 504 3 851 3 736 4 345 3 847 3 552 4 367 1 130 Deelnemingen beschikbaar voor verkoop 123 107 91 75 60 45 45 205 181 156 293 Geldmiddelen en kasequivalenten 57 844 37 174 55 967 26 163 26 237 18 533 27 008 54 575 53 938 41 388 68 151 Activa aangehouden voor verkoop 2 570 0 3 209 8 569 0 0 0 0 0 0 0 Vlottende activa 345 603 301 689 293 231 259 651 235 049 248 229 310 668 347 106 375 410 351 858 419 821 Totaal activa 730 162 692 954 676 650 637 805 612 402 637 275 701 388 728 124 777 454 757 906 898 839 |
in duizend EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend EUR | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 31 DEC 2017 | 31 DEC 2016 | 31 DEC 2015 | 31 DEC 2014 | 31 DEC 2013 | 31 DEC 2012 | 31 DEC 2012 | 31 DEC 2011 | 31 DEC 2010 | 31 DEC 2009 | 31 DEC 2008 |
| GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | ||||||
| PASSIVA | |||||||||||
| Kapitaal | 136 941 | 135 156 | 134 329 | 74 161 | 72 368 | 72 329 | 72 329 | 72 329 | 72 329 | 72 329 | 72 329 |
| Uitgiftepremies | 127 982 | 126 071 | 125 688 | 108 568 | 107 042 | 107 013 | 107 013 | 107 013 | 107 013 | 107 013 | 107 013 |
| Uitgegeven kapitaal | 264 923 | 261 227 | 260 017 | 182 729 | 179 410 | 179 342 | 179 342 | 179 342 | 179 342 | 179 342 | 179 342 |
| Eigen aandelen | (1 450) | (1 450) | (1 450) | (1 735) | (1 735) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Reserves | 18 235 | 7 425 | 2 582 | 1 768 | 27 364 | 75 565 | 95 010 | 85 191 | 75 179 | 67 582 | 51 222 |
| Indekkings- en omrekeningsverschillen | (19 922) | (15 997) | (12 189) | (16 599) | (18 279) | (13 817) | (13 728) | (15 739) | (12 853) | (21 395) | (19 951) |
| Eigen vermogen voor minderheidsbelangen | 261 786 | 251 205 | 248 960 | 166 163 | 186 760 | 241 090 | 260 624 | 248 794 | 241 668 | 225 529 | 210 613 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 429 | 23 090 |
| Eigen vermogen, minderheidsbelangen inbegrepen |
261 786 | 251 205 | 248 960 | 166 163 | 186 760 | 241 090 | 260 624 | 248 794 | 241 668 | 225 958 | 233 703 |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 54 295 | 50 979 | 49 581 | 54 548 | 44 557 | 44 548 | 28 048 | 35 289 | 34 988 | 37 209 | 40 155 |
| Voorzieningen | 14 266 | 13 208 | 11 505 | 7 301 | 8 149 | 9 439 | 9 798 | 12 964 | 24 452 | 23 008 | 17 893 |
| Uitgestelde belastingen en belastingslatenties | 9 113 | 10 116 | 9 505 | 8 907 | 8 203 | 7 257 | 8 554 | 9 134 | 8 800 | 8 187 | 9 429 |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 89 014 |
| Obligaties en schuldpapier | 0 | 0 | 26 631 | 26 037 | 0 | 25 023 | 45 023 | 44 546 | 39 780 | 39 368 | 14 500 |
| Financiële leasingverplichtingen | 18 078 | 8 683 | 11 867 | 15 057 | 18 113 | 19 941 | 20 850 | 11 024 | 13 285 | 15 986 | 19 346 |
| Kredietinstellingen | 76 160 | 86 589 | 0 | 99 240 | 78 850 | 73 458 | 74 595 | 79 534 | 111 977 | 128 200 | 140 161 |
| Overige leningen | 1 842 | 1 777 | 1 865 | 1 801 | 1 871 | 2 038 | 2 039 | 2 111 | 2 082 | 2 201 | 5 123 |
| Rentedragende financiële verplichtingen | 96 080 | 97 049 | 40 363 | 142 135 | 98 834 | 120 460 | 142 507 | 137 215 | 167 124 | 185 755 | 268 144 |
| Overige leningen | 230 | 183 | 226 | 6 810 | 444 | 704 | 501 | 353 | 510 | 359 | 1 782 |
| Verplichtingen op meer dan één jaar | 173 984 | 171 535 | 111 180 | 219 701 | 160 187 | 182 408 | 189 408 | 194 955 | 235 874 | 254 518 | 337 403 |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 3 978 | 4 168 | 2 370 | 2 205 | 1 809 | 1 404 | 1 529 | 3 126 | 3 846 | 3 893 | 4 674 |
| Voorzieningen | 1 155 | 1 780 | 4 566 | 4 687 | 6 732 | 1 255 | 1 523 | 6 328 | 14 480 | 8 312 | 8 516 |
| Rentedragende financiële verplichtingen | 48 988 | 50 147 | 114 675 | 52 798 | 66 181 | 36 454 | 57 840 | 67 680 | 45 691 | 47 740 | 68 872 |
| Handelsverplichtingen | 126 584 | 102 929 | 94 276 | 96 373 | 81 720 | 86 066 | 104 980 | 119 274 | 141 887 | 114 208 | 146 993 |
| Belastingen | 2 411 | 2 291 | 2 463 | 414 | 3 086 | 2 071 | 2 281 | 3 974 | 7 542 | 4 712 | 3 389 |
| Overige verplichtingen | 111 276 | 108 899 | 98 160 | 95 464 | 105 927 | 86 527 | 83 203 | 83 993 | 86 466 | 98 565 | 95 289 |
| Verplichtingen op ten hoogste één jaar | 294 392 | 270 214 | 316 510 | 251 941 | 265 455 | 213 777 | 251 356 | 284 375 | 299 912 | 277 430 | 327 733 |
| Toaal passiva en eigen vermogen | 730 162 | 692 954 | 676 650 | 637 805 | 612 402 | 637 275 | 701 388 | 728 124 | 777 454 | 757 906 | 898 839 |
| in duizend EUR | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2017 | 2016 | 2015 | 2014 | 2013 | 2012 | 2012 | 2011 | 2010 | 2009 | 2008 |
| GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD GECONSOLIDEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | GECOMBINEERD | ||||||
| RESULTATENREKENING | |||||||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 1 135 353 | 1 048 323 | 1 033 762 | 983 367 | 976 763 | 1 035 050 | 1 319 488 | 1 378 122 | 1 348 430 | 1 276 662 | 1 555 450 |
| Distributiekosten | (61 952) | (57 855) | (58 039) | (54 135) | (52 934) | (54 460) | (65 838) | (65 182) | (64 768) | (62 061) | (74 528) |
| Kostprijs van de omzet | (889 866) | (789 360) | (781 282) | (757 025) | (756 916) | (809 871) | (1 042 700) | (1 101 628) | (1 066 780) | (982 511) | (1 260 090) |
| Brutowinst | 183 535 | 201 108 | 194 441 | 172 207 | 166 913 | 170 719 | 210 950 | 211 312 | 216 882 | 232 090 | 220 832 |
| Algemene en administratieve lasten | (78 426) | (79 395) | (76 723) | (72 299) | (74 397) | (66 772) | (83 711) | (85 059) | (80 367) | (82 166) | (90 587) |
| Verkoop- en marketingkosten | (69 537) | (72 031) | (77 123) | (73 257) | (64 532) | (65 796) | (74 792) | (73 836) | (74 331) | (81 040) | (88 077) |
| Kosten van onderzoek en ontwikkeling | (13 724) | (12 890) | (12 537) | (13 277) | (14 177) | (12 940) | (14 899) | (14 820) | (15 794) | (13 941) | (17 006) |
| Bijzondere waardeverminderingen | (7 009) | (1 672) | (983) | (688) | (3 365) | (1 110) | (1 555) | (5 260) | (10 800) | (10 362) | (12 280) |
| Overige bedrijfsopbrengsten/(-uitgaven) | 27 632 | (12 828) | (10 714) | (12 869) | (31 766) | 2 867 | 3 033 | 8 363 | (10 075) | 31 | 26 367 |
| Winst of verlies van entiteiten waarop de 'equity'-methode wordt toegepast |
2 390 | 16 927 | 6 874 | 8 964 | 439 | 6 008 | 711 | 1 741 | 935 | 1 608 | 1 899 |
| Winst of verlies uit deelnemingen | 0 | 0 | 0 | 2 | 0 | 0 | 0 | (406) | 1 164 | 7 | 265 |
| Bedrijfresultaat (EBIT) | 44 861 | 39 219 | 23 235 | 8 783 | (20 885) | 32 976 | 39 737 | 42 035 | 27 614 | 46 227 | 41 413 |
| Renteopbrengsten en -lasten | (6 460) | (8 095) | (9 554) | (10 031) | (9 405) | (9 320) | (11 889) | (13 270) | (11 770) | (16 919) | (24 414) |
| Andere financiële opbrengsten en lasten | 1 718 | (3 633) | (2 968) | (2 799) | (1 940) | (2 271) | (2 450) | (3 414) | (5 325) | 3 125 | (2 022) |
| Financieel resultaat | (4 742) | (11 728) | (12 522) | (12 830) | (11 345) | (11 591) | (14 339) | (16 684) | (17 095) | (13 794) | (26 436) |
| Winst of verlies van de periode voor belastingen |
40 119 | 27 491 | 10 713 | (4 047) | (32 230) | 21 385 | 25 398 | 25 351 | 10 519 | 32 433 | 14 977 |
| Belastingen | (16 206) | (11 161) | (6 170) | (5 702) | (3 908) | (6 035) | (7 834) | (7 933) | 4 108 | (12 396) | (10 378) |
| Winst of verlies van de periode na belastingen |
23 913 | 16 330 | 4 543 | (9 749) | (36 138) | 15 350 | 17 564 | 17 418 | 14 627 | 20 037 | 4 599 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | (188) | 703 | 6 949 |
| Winst of verlies toerekenbaar aan de Groep |
23 913 | 16 330 | 4 543 | (9 749) | (36 138) | 15 350 | 17 564 | 17 418 | 14 439 | 20 740 | 11 548 |
De Raad van Bestuur, hierin bijgestaan door het Auditcomité, bepaalt de politiek van de Groep inzake risicomanagement, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang van de algemene ondernemingsrisico's die zij bereid is te aanvaarden.
Bedrijfsvoering en ondernemerschap gaan meestal gepaard met externe en interne onzekerheden. Als gevolg van deze onzekerheden dienen er onvermijdelijk op alle niveaus permanent beslissingen genomen worden die intrinsiek mogelijke risico's inhouden. Daarom en opdat een bedrijf haar doelstellingen zou kunnen realiseren, wordt het alsmaar belangrijker om de verschillende bedrijfsrisico's zo perfect mogelijk te omschrijven, in te schatten, te kwantificeren en prioritair te rangschikken. Een aangepast en adequaat risicomanagementsysteem dat bovendien kan terugvallen op performante controlemechanismen en best practices moet het mogelijk maken om de eventuele nefaste gevolgen van mogelijke risico's op de onderneming en haar bedrijfswaarde te vermijden, of op zijn minst te beheersen of te minimaliseren.
De hieronder vermelde risicofactoren dienen beschouwd te worden als zijnde de meest relevante risicofactoren voor de Recticel- groep, zoals naar voren gekomen tijdens bovengemelde analyse.
De activiteiten van de Groep zijn kapitaalintensief en zullen dat ook in de toekomst blijven. Een aantal fabrieken van de Groep is al vele jaren actief, en een groot deel van de investeringsuitgaven van de Groep heeft betrekking op de reparatie, het onderhoud en de verbetering van deze bestaande faciliteiten.
De investeringsprogramma's van de Groep op het vlak van reparatie, onderhoud en verbeteringen van haar bestaande apparatuur en faciliteiten, zijn onderworpen aan het risico van een onjuiste of ontoereikende beoordeling. Bijgevolg is het mogelijk dat die investeringsprogramma's te lijden hebben onder vertragingen of andere complicaties, en dat ze mogelijk niet het rendement behalen dat in het begin van dergelijke programma's wordt vooropgesteld. Bovendien kunnen de werkelijke uitgaven van de Groep uiteindelijk om verschillende redenen waarover de Groep geen controle heeft, hoger blijken dan in het budget was voorzien. Dergelijke stijgingen van de kosten kunnen aanzienlijk zijn en kunnen een wezenlijk nadelig effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand, de bedrijfsresultaten en de kasstromen van de Groep.
Als producent en verwerker van polyurethaanschuim en andere producten is de Groep gevoelig voor schommelingen in de prijzen van haar scheikundige grondstoffen, vooral degene die worden gebruikt voor de productie van polyurethaan. De belangrijkste scheikundige grondstoffen die door de Groep worden gebruikt, zijn polyolen (ester- en etherpolyolen) en isocyanaten (TDI en MDI). Hoewel de prijzen doorgaans de algemene prijsevolutie voor petrochemische producten en bijgevolg de olieprijs volgen, kunnen er zich productspecifieke ontwikkelingen voordoen die niet volledig gecorreleerd zijn met de algemene markttendens. Volatiliteit in de prijzen van scheikundige grondstoffen, evenals schaarste of tekort kan een negatief effect vertonen op de resultaten van Rectidel en haar financiële situatie.
Gemiddeld vertegenwoordigen scheikundige grondstoffen bijna 48% van de kostprijs van de omzet uit afgewerkte producten van de Groep. Voor bepaalde toepassingen van soepelschuim, zetelkussens en isolatie ligt dit percentage zelfs hoger.
Deze scheikundige grondstoffen worden gekocht op de vrije markt. Op heden heeft de Groep zich niet ingedekt voor dit grondstoffenrisico.
De aankoop van scheikundige grondstoffen wordt centraal onderhandeld door de aankooporganisatie van de Groep. Door die gecentraliseerde benadering beschikt de vennootschap over een betere onderhandelingspositie en kunnen onderhandelingen continue worden geoptimaliseerd. Hoewel de Groep toeziet op de ontwikkelingen in de grondstoffenprijzen en in haar verkoopprijzen prijsstijgingen tracht op te nemen wanneer dat gepast is; is de mate waarin die hogere prijzen voor scheikundige grondstoffen aan klanten in rekening kunnen worden gebracht, uiteindelijk afhankelijk van de commerciële onderhandelingen met klanten en de concurrentie op de markt. Er kunnen perioden zijn waarin de Groep stijgingen in de kosten van scheikundige grondstoffen niet of niet tijdig kan recuperen vanwege een zwakke vraag naar haar prducten of vanwege acties van haar concurrenten.
Anderzijds is het mogelijk dat de Groep in perioden van dalende marktprijzen voor de scheikundige grondstoffen van de Groep, geconfronteerd wordt met vragen van klanten om haar prijzen te verlagen, of met dalingen van de vraag naar haar producten terwijl klanten bestellingen uitstellen in afwachting van prijsverlagingen.
Acquisities maken integraal deel uit van de groeistrategie van de Vennootschap. Er kan geen enkele zekerheid worden gegeven dat deze verrichtingen zullen gerealiseerd worden of, indien gerealiseerd, in het voordeel van de Groep zullen uitdraaien.
De Groep blijft verdere kansen verkennen om haar strategie uit te voeren, waarvoor mogelijk aanzienlijke investeringen en daarmee gepaard gaande investeringsuitgaven vereist zijn. Tot op heden is de Groep er steeds in geslaagd om haar kapitaalinvesteringsprojecten te financieren met geldmiddelen uit interne activiteiten en schuldfinanciëring. Als de kasstromen van de Groep zouden afnemen of als de Groep verdere overnames zou uitvoeren, dan zou de Groep haar kasbehoeften moeten trachten te financieren via extra schuld- en aandelenfinanciering of via afstoting van activa.
De Groep brengt regelmatig nieuwe producten op de markt, zoals Thermoflex® in de Business Line Soepelschuim, het ingrediënt van het merk GELTEX® Inside in haar Business Line Slaapcomfort, Lambda 19 Eurowall® Xentro® en Eurofloor Xentro® in haar Business Line Isolatie en Colo-Sense Lite® in haar Business Line Automobiel.
De Groep concurreert in sectoren die veranderingen ondergaan en steeds complexer worden.Opdat de Groep bestaande producten met succes kan laten evolueren tot nieuwe productaanbiedingen en haar producten kan differentiëren, moeten er nauwkeurige voorspellingen van zowel het productontwikkelingsschema als de marktvraag worden gedaan. Het proces om nieuwe producten te ontwikkelen is complex en vaak onzeker, omdat er door concurrenten vaak nieuwe producten op de markt worden gebracht. De Groep kan anticiperen op een vraag en een aanvaarding door de markt die uiteindelijk verschillen van de haalbare vraag van klanten naar het product en de inkomstenstroom daaruit. Gezien de hevige concurrentie binnen de sector zou enige onverwachte vertraging in de uitvoering van bepaalde productstrategieën of in de ontwikkeling, productie of marketing van een nieuw product, bovendien een nadelige invloed kunnen hebben op de inkomsten van de Groep.
De Groep investeert continu in de ontwikkeling van nieuwe producten. Deze investeringen houden een aantal risico's in, waaronder: moeilijkheden en vertragingen in de ontwikkeling, de productie, het testen en de marketing van producten; de aanvaarding van producten door de klant; middelen die
moeten worden gewijd aan de ontwikkeling van de nieuwe technologie; en het vermogen om de producten van de Groep te onderscheiden van andere en te concurreren met andere bedrijven die op dezelfde markten actief zijn.
Het vermogen van de Groep om toekomstige inkomsten en bedrijfsopbrengsten te genereren, is onder andere afhankelijk van haar vermogen om tijdig producten te ontwikkelen die geschikt zijn om op rendabele wijze te worden vervaardigd en die voldoen aan vastgestelde specificaties voor productontwerp, technische kenmerken en prestaties.
Al deze factoren zouden een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep.
De Groep kan worden getroffen door wangedrag van haar werknemers en managers of door externe onderaannemers, zoals diefstal, omkoperij, fraude, sabotage, witwaspraktijken, schending van wetten of andere onregelmatigheden, en kan worden blootgesteld aan het risico van onderbrekingen door derden, zoals transportbedrijven. Dergelijk wangedrag kan leiden tot strafrechtelijke sancties, boetes of andere sancties, reputatieschade, productievertragingen, hogere kosten, gederfde inkomsten, hogere verplichtingen ten aanzien van derden, bijzondere waardevermindering van activa, die allemaal een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep. De Groep heeft verschillende interne initiatieven ontwikkeld om het risico van wangedrag van haar eigen werknemers en managers te beperken. Deze initiatieven omvatten de versterking van de interne auditafdeling, de oprichting van een Compliancecomité dat de taak heeft om gerapporteerde kwesties te onderzoeken, en om regelmatig verschillende interne opleidingssessies te organiseren om werknemers meer bewust te maken van compliance. Er kan echter geen zekerheid worden geboden dat de Groep geen verdere onregelmatigheden zal ontdekken met betrekking tot toekomstige of vroegere periode of dat dergelijke initiatieven ertoe zullen leiden dat wangedrag van werknemers en managers effectief wordt voorkomen.
Bovendien zijn dergelijke initiatieven niet gericht op externe onderaannemers, en bijgevolg vertrouwt de Groep op het vermogen van externe onderaannemers om wangedrag van hun eigen werknemers en managers te voorkomen.
De Groep kan blootgesteld zijn aan het risico dat een innovatieproject faalt of dat de investering in een innovatie niet het verhoopte effect creëert om te zorgen voor een aanzienlijke inkomensgroei of kostenefficiëntie, met inbegrip van het risico om niet over de nodige menselijke middelen te beschikken om de veranderingen door te voeren nodig voor de innovatie strategie.
De Groep heeft met belangrijke leveranciers jaarlijkse of meerjarige bevoorradingsovereenkomsten gesloten om ruim de helft van haar jaarlijkse voorraden van isocyanaten zeker te stellen. De levering van polyolen wordt voor een beperkt deel gewaarborgd in het kader van jaarlijkse bevoorradingsovereenkomsten. De Groep koopt haar resterende scheikundige grondstoffen voornamelijk van leveranciers waarmee ze een langetermijnrelatie onderhoudt, maar met maandelijkse of driemaandelijkse onderhandelingen over prijzen en volumes.
Hoewel er voor bepaalde scheikundige grondstoffen langlopende bevoorradingsovereenkomsten bestaan, kan het risico van een onderbreking in de levering van scheikundige grondstoffen niet worden uitgesloten. Dergelijke onderbrekingen in leveringen kunnen onder andere het gevolg zijn van een belangrijk ongeval of incident in de verwerkingsinstallatie van een leverancier, transportproblemen of andere feiten of omstandigheden waardoor er een situatie van overmacht kan ontstaan. In een dergelijk geval kan er geen zekerheid worden geboden dat de Groep andere leveringen van scheikundige grondstoffen kan verkrijgen, of dat de Groep dit tijdig en onder aanvaardbare voorwaarden kan bewerkstelligen, hetgeen een wezenlijke nadelige impact zou kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep. Evenmin kan worden uitgesloten dat een daling in de volumes van de grondstoffenbevoorrading (bijv. als gevolg van markttendensen) een impact zouden kunnen hebben op de grondstoffenprijzen, of dat leveranciers daardoor zouden kunnen besluiten om hun leveringen aan de Groep stop te zetten. In dat laatste geval zou de Groep genoodzaakt zijn om op zoek te gaan naar andere leveranciers, die mogelijk niet beschikbaar zijn, of niet tijdig of niet onder aanvaardbare voorwaarden. Dit zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering, de activiteiten en de financiële resultaten van de Groep.
Door de aard van haar activiteiten is de Groep blootgesteld aan milieurisico's. De Groep gebruikt potentieel gevaarlijke stoffen (o.a. chemicaliën) bij productontwikkeling en
productieprocessen. Verontreiniging kan nooit worden uitgesloten. De Groep tracht verontreiniging te voorkomen door het nemen van aangepaste beleidslijnen. Scenario's die het voorkomen van dit type crisis en het managen van de gevolgen beschrijven, zijn wijd verspreid in de organisatie.
Het spreekt voor zich dat het werken met deze producten een gevaar kan vormen voor de gezondheid van het personeel, klanten en andere bezoekers, in het bijzonder wanneer de veiligheidsregels die door de Groep zijn opgesteld, niet worden nageleefd.
Het risico bestaat dat nieuwe regelgeving op dit vlak een belangrijke negatieve impact op de business van de Groep kan hebben. Niet-naleven van de verschillende wetten en regelgevingen met betrekking tot de groepsaktiviteiten kunnen een negatieve impact hebben en aansprakelijkheid inroepen.
De activiteiten van de Groep zijn onderworpen aan talrijke wetten, voorschriften en vereisten die mogelijks kunnen leiden tot grote compliance kosten of gerechtelijke kosten.
De Groep is tevens in bepaalde landen aanwezig op oude industriële sites, daterend van een tijd voor er sprake was van enige milieuregelgeving, hetgeen mogelijk aanleiding kan geven tot historische verontreiniging, waarvoor de Groep aansprakleijk kan worden gesteld hetgeen aanleiding kan geven tot belangrijke kosten.
Bovendien kan de Groep aankijken naar andere grote kosten ten gevolge van de niet- nakoming van haar contractuele verplichtingen of in het geval de overeengekomen contractuele provisies onvoldoende of inadequaat blijken te zijn.
Het risico bestaat dat het belang van bepaalde stakeholders wordt onderschat wanneer er belangrijke strategische beslissingen worden genomen voor de Groep. Dit kan resulteren in tegenwind en de implementatie van de strategie in het gedrang brengen.
De Groep kan blootgesteld worden aan risico's, indien investeringsbeslissingen niet voldoende werden geanalyseerd waardoor de vooropgestelde doelstellingen niet gehaald werden, evenals het risico dat de investeringscapaciteit wordt gebruikt voor één business unit, waardoor er geen ruimte wordt gelaten voor meer winstgevende investeringen in een andere business unit.
De Groep is ook blootgesteld aan het risico van een suboptimale uitvoering van transacties ten gevolge van onvoldoende voorbereiding, communicatie en/of project management.
Niettegenstaande de Groep M&A richtlijnen heeft uitgewerkt, bestaat het risico dat deze niet worden nageleefd en zo een aanzienlijk negatieve impact zouden kunnen hebben op de operaties en financiële resultaten van de Groep.
De Groep is blootgesteld aan de risico's die verband houden met een economisceh recessie. Economische factoren waarover de Groep geen controle heeft (waaronder de vertraging van de economische groei, vooral in Europa waar de Groep circa 91% van haar geconsolideerde omzet realiseert, inflatie of deflatie of schommelingen in rentevoeten en wisselkoersen), zouden een invloed kunnen hebben op de financiële resultaten en vooruitzichten van de Groep.
Het risico bestaat dat bepaalde markten waarin de Groep actief is, in de toekomst het hoofd moeten bieden aan economische achteruitgang of een langere periode van verwaarloosbare groei. De huidige onzekerheid over het economisch herstel en het groeitempo kan een negatieve invloed hebben op de vraag van bestaande en potentiële klanten. Bijkomende factoren die een invloed kunnen hebben op de vraag van klanten zijn onder meer de toegang tot krediet, budgettaire beperkingen, de werkloosheid en het consumentenvertrouwen.
De Groep vervaardigt en verkoopt zowel halfafgewerkte als afgewerkte producten in de vorm van verbruiksgoederen (bijv. in haar Business Line Slaapcomfort) en duurzame consumptiegoederen (bijv. in haar Business Line Isolatie). In beide gevallen is de Groep blootgesteld aan klachten en claims in verband met productaansprakelijkheid en garantie. Om de risico's van productaansprakelijkheid en garantie te beperken, heeft de Groep strikte kwaliteitscontroles ingevoerd en een verzekeringspolis voor algemene aansprakelijkheid gesloten.
Het vermogen van de Groep om haar concurrentiepositie te handhaven en haar bedrijfsstrategie uit te voeren, is in grote mate afhankelijk van haar vermogen om bekwame personeelsen managementleden aan te trekken en te behouden. Het verlies van bekwame personeels- en managementleden of een afname in hun diensten, of moeilijkheden om ze aan te werven of te behouden, zou een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep. De concurrentie voor personeel met relevante expertise is intens omdat het aantal gekwalificeerde personen relatief beperkt is, en de Groep moeilijkheden kan ondervinden om van haar bekwame personeels- en managementleden niet-concurrentiebedingen te verkrijgen of af te dwingen, hetgeen allemaal een ernstige invloed kan hebben op het vermogen van de Groep om bestaande bekwame personeels- en managementleden te behouden en bijkomend gekwalificeerd personeel aan te trekken. Als de Groep moeilijkheden zou ondervinden om gekwalificeerd personeel aan te werven of te behouden, dan zou dit een wezenlijk nadelig effect kunnen hebben op de activiteiten, de bedrijfsvoering en de financiële resultaten van de Groep.
Algemene operationele of industriële risico's worden doorgaans afgedekt door verzekeringscontracten die centraal beheerd worden. De voorwaarden van deze contracten worden op regelmatige basis herbekeken om er zeker van te zijn dat de dekkingen afdoende zijn en aangepast aan de risico's. De Groep bezit twee herverzekeringsfilialen met als belangrijkste taak de herverzekering binnen de Groep van het eigen risico verbonden aan de franchises, die de externe verzekerignspolissen ten laste leggen van de Groep.
De risico's en onzekerheden waarvoor voorzieningen werden aangelegd bij toepassing van de IFRS regels worden toegelicht onder noot II.5.15 bij het geconsolideerd financieel verslag. Dit betreft meer bepaald de voorzieningen voor geschillen, productwaarborgen, leefmilieurisico's en reorganisatielasten.
De Interne Auditafdeling van Recticel participeert in de creatie, de implementatie en de naleving van de controleprocedures in brede zin. Daarnaast speelt de afdeling een belangrijke rol in de continue monotirong van de ondernemingsrisico's en verleent zij haar medewerking aan de fundamentele overdenking van de bedrijfsrisico's binnen Recticel.
| in miljoen EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
| Gecombineerde resultatenrekening | |||||
| Bedrijfsopbrengsten | 1 258,6 | 1 280,1 | 1 328,4 | 1 347,9 | 1 460,8 |
| REBITDA | 72,8 | 65,9 | 81,9 | 97,7 | 105,5 |
| EBITDA | 27,7 | 49,3 | 67,8 | 85,4 | 94,1 |
| REBIT | 33,2 | 30,7 | 44,9 | 58,2 | 66,5 |
| EBIT | (15,4) | 13,4 | 29,8 | 44,3 | 48,1 |
| Winst of verlies van de periode na belastingen | (36,1) | (9,7) | 4,5 | 16,3 | 23,9 |
| Rendabiliteitsratio's (gecombineerd) | |||||
| REBITDA / Bedrijfsopbrengsten | 5,8% | 5,2% | 6,2% | 7,2% | 7,2% |
| EBITDA / Bedrijfsopbrengsten | 2,2% | 3,9% | 5,1% | 6,3% | 6,4% |
| REBIT / Bedrijfsopbrengsten | 2,6% | 2,4% | 3,4% | 4,3% | 4,6% |
| EBIT / Bedrijfsopbrengsten | -1,2% | 1,0% | 2,2% | 3,3% | 3,3% |
| Winst of verlies toerekenbaar aan de Groep / Bedrijfsopbrengsten | -2,9% | -0,8% | 0,3% | 1,2% | 1,6% |
| Jaarlijkse groeipercentages (gecombineerd) | |||||
| Bedrijfsopbrengsten | -4,6% | 1,7% | 3,8% | 1,5% | 8,4% |
| REBITDA | -17,0% | -9,4% | 24,2% | 19,3% | 8,0% |
| EBITDA | -64,5% | 77,9% | 37,4% | 26,0% | 10,2% |
| REBIT | -30,6% | -7,6% | 46,5% | 29,6% | 14,2% |
| EBIT | -141,8% | n.r. | 122,4% | 48,6% | 8,6% |
| Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep | -336,2% | -73,0% | -146,6% | 259,5% | 46,4% |
| in miljoen EUR | |||||
| Geconsolideerde balans | |||||
| Vaste activa | 377,4 | 378,2 | 383,4 | 391,3 | 384,6 |
| Vlottende activa | 235,0 | 259,7 | 293,2 | 301,7 | 345,6 |
| TOTAAL ACTIVA | 612,4 | 637,8 | 676,7 | 693,0 | 730,2 |
| Eigen vermogen, minderheidsbelangen inbegrepen | 186,8 | 166,2 | 249,0 | 251,2 | 261,8 |
| Verplichtingen op meer dan één jaar | 160,2 | 219,7 | 111,2 | 171,5 | 174,0 |
| Verplichtingen op ten hoogste één jaar | 265,5 | 251,9 | 316,5 | 270,2 | 294,4 |
| TOTAAL PASSIVA | 612,4 | 637,8 | 676,7 | 693,0 | 730,2 |
| Netto werkkapitaal | 18,0 | 32,6 | 39,1 | 50,3 | 44,8 |
| Beurskapitalisatie (31 december) | 163,0 | 152,8 | 300,9 | 358,4 | 423,4 |
| Minderheidsbelangen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Netto financiële schuld | 165,1 | 194,5 | 123,0 | 126,0 | 122,9 |
| WAARDE VAN DE ONDERNEMING | 328,1 | 347,3 | 423,9 | 484,4 | 546,3 |
| Investeringen versus Afschrijvingen | |||||
| Investeringen in immateriële en materiële vaste activa | 30,5 | 35,8 | 46,5 | 53,9 | 68,3 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (exclusief afschrijvingen | 43,1 | 36,0 | 38,0 | 39,5 | 39,0 |
| op consolidatieverschillen) | |||||
| Investeringen / Bedrijfsopbrengsten | 2,4% | 2,8% | 3,5% | 4,0% | 4,7% |
| Ratio's financiële structuur (gecombineerd) | |||||
| Netto financiële schuld / Totaal eigen vermogen (minderheidsbelangen inbegrepen) |
88% | 117% | 49% | 50% | 47% |
| Totaal eigen vermogen (minderheidsbelangen inbegrepen) / Balanstotaal | 30% | 26% | 37% | 36% | 36% |
| Leverage (Gecombineerde netto financiële schuld/Gecombineerde EBITDA) | 6,0 | 3,9 | 1,8 | 1,5 | 1,3 |
| Current ratio | 0,9 | 1,0 | 0,9 | 1,1 | 1,2 |
| Waarderingsratio's | |||||
| Price / Earnings (Beurskapitalisatie (31 dec)/ Winst of verlies toerekenbaar aan de Groep) |
n.r. | n.r. | 66,2 | 21,9 | 17,7 |
| Waarde van de onderneming / EBITDA | 11,8 | 7,0 | 6,3 | 5,7 | 5,8 |
| Prijs / Boekwaarde (=Beurskapitalisatie / Boekwaarde (aandeel Groep)) | 0,87 | 0,92 | 1,21 | 1,43 | 1,62 |
| in miljoen EUR | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Groep Recticel | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
| Gecombineerde bedrijfsopbrengsten per sector | |||||
| Soepelschuim | 583,4 | 593,0 | 602,3 | 607,2 | 626,1 |
| groeivoet | -0,8% | 1,6% | 1,6% | 0,8% | 3,1% |
| Slaapcomfort | 283,0 | 281,6 | 294,5 | 292,9 | 272,1 |
| groeivoet | 2,3% | -0,5% | 4,6% | -0,5% | -7,1% |
| Isolatie | 220,0 | 227,0 | 229,4 | 234,1 | 272,3 |
| groeivoet | -0,3% | 3,2% | 1,1% | 2,1% | 16,3% |
| Automobiel | 258,4 | 264,0 | 280,3 | 288,9 | 350,4 |
| groeivoet | -10,8% | 2,2% | 6,2% | 3,1% | 21,3% |
| Eliminaties | (86,2) | (85,6) | (78,1) | (75,4) | (60,1) |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 1 258,6 | 1 280,1 | 1 328,4 | 1 347,9 | 1 460,8 |
| groeivoet | -4,6% | 1,7% | 3,8% | 1,5% | 8,4% |
| in miljoen EUR | |||||
| Gecombineerde EBITDA per sector | |||||
| Soepelschuim | (2,4) | 25,1 | 34,0 | 39,6 | 30,6 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | -0,4% | 4,2% | 5,6% | 6,5% | 4,9% |
| Slaapcomfort | 10,4 | 2,9 | 9,5 | 12,1 | 14,3 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 3,7% | 1,0% | 3,2% | 4,1% | 5,3% |
| Isolatie | 27,6 | 27,1 | 33,4 | 32,9 | 40,1 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 12,5% | 11,9% | 14,6% | 14,0% | 14,7% |
| Automobiel | 10,4 | 12,5 | 9,9 | 18,3 | 25,0 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 4,0% | 4,7% | 3,5% | 6,3% | 7,1% |
| Corporate | (18,3) | (18,2) | (19,1) | (17,4) | (16,0) |
| Totaal EBITDA | 27,7 | 49,3 | 67,8 | 85,4 | 94,1 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 2,2% | 3,9% | 5,1% | 6,3% | 6,4% |
| in miljoen EUR | |||||
| Gecombineerde EBIT per sector | |||||
| Soepelschuim | (16,4) | 13,2 | 21,1 | 26,5 | 17,7 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | -2,8% | 2,2% | 3,5% | 4,4% | 2,8% |
| Slaapcomfort | 3,8 | (3,5) | 3,2 | 5,8 | 9,6 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 1,4% | -1,2% | 1,1% | 2,0% | 3,5% |
| Isolatie | 21,9 | 21,1 | 27,5 | 26,6 | 33,5 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | 10,0% | 9,3% | 12,0% | 11,4% | 12,3% |
| Automobiel | (5,3) | 1,8 | (1,9) | 4,0 | 4,1 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | -2,1% | 0,7% | -0,7% | 1,4% | 1,2% |
| Corporate | (19,4) | (19,2) | (20,0) | (18,6) | (16,8) |
| Totaal EBIT | (15,4) | 13,4 | 29,8 | 44,3 | 48,1 |
| als % van bedrijfsopbrengsten | -1,2% | 1,0% | 2,2% | 3,3% | 3,3% |
| in units | |||||
| Informatie per aandeel | |||||
| Aantal aandelen (31 december) | 28 947 356 | 29 664 256 | 53 731 608 | 54 062 520 | 54 776 357 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen (voor verwateringseffect) | 28 498 521 | 28 953 478 | 44 510 623 | 53 504 432 | 54 110 396 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen (na verwateringseffect) | 28 498 521 | 28 953 478 | 44 704 483 | 59 643 102 | 57 941 701 |
| in EUR | |||||
| Gecombineerde REBITDA | 2,55 | 2,28 | 1,84 | 1,83 | 1,95 |
| Gecombineerde EBITDA | 0,97 | 1,70 | 1,52 | 1,60 | 1,74 |
| Gecombineerde REBIT | 1,16 | 1,06 | 1,01 | 1,09 | 1,23 |
| Gecombineerde EBIT | -0,54 | 0,46 | 0,67 | 0,83 | 0,89 |
| Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep - Basis (1) | -1,27 | -0,34 | 0,10 | 0,31 | 0,44 |
| Winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep - Verwaterd | -1,27 | -0,34 | 0,10 | 0,30 | 0,43 |
| Bruto dividend | 0,20 | 0,20 | 0,14 | 0,18 | 0,22 |
| Uitbetalingsratio | n.r. | n.r. | 137% | 59% | 50% |
| Netto boekwaarde (aandeel Groep) | 6,45 | 5,60 | 4,63 | 4,65 | 4,78 |
| Price / Earnings ratio (2) | n.r. | n.r. | 66,2 | 21,9 | 17,7 |
| (1) berekend op het gewogen aantal uitstaande aandelen (voor verwateringseffect) |
(2) gebaseerd op de prijs van het aandeel op 31 december. Earnings = winst of verlies van de periode toerekenbaar aan de Groep per aandeel. |
||||
| in EUR | |||||
| Gewoon aandeel | |||||
| op 31 december | 5,63 | 5,15 | 5,60 | 6,63 | 7,73 |
| laagste van het jaar | 4,63 | 4,90 | 3,88 | 4,57 | 6,43 |
| RECTICEL JAARVERSLAG 2017 I 195 | |
|---|---|
| --------------------------------- | -- |
hoogste van het jaar 6,82 7,98 5,64 6,63 8,75 gemiddeld dagvolume (eenheden) 36 049 43 974 83 737 51 513 70 435
Olympiadenlaan 2 B - 1140 Brussels T. +32 (0)2 775 18 11 F. +32 (0)2 775 19 90
Michel De Smedt T. + 32 (0)2 775 18 09 F. + 32 (0)2 775 19 91 [email protected]
Dit verslag is beschikbaar in het Nederlands en het Engels. Ce rapport est disponible en néerlandais et anglais. This report is available in English and Dutch.
In geval van tekstuele tegenstrijdigheden tussen de Engelse en de Nederlandse versie zal de eerste voorrang hebben.
U kan dit Jaarverslag ook downloaden van www.recticel.com
Algemene coördinatie: Michel De Smedt
Met dank aan alle medewerkers die hebben bijgedragen tot de realisatie van dit Jaarverslag.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.