Annual Report • Apr 16, 2021
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
JAARVERSLAG 2020
Dit jaarlijks financieel verslag van Qrf Comm. VA (hierna aangeduid als "Qrf" of de "Vennootschap") is een universeel registratiedocument in de zin van de prospectusverordening van 14 juni 2017.
De statutaire zaakvoerder verklaart dat:
– dit jaarlijks financieel verslag als Universeel Registratiedocument gedeponeerd werd bij de FSMA op 16/04/2021, als bevoegde autoriteit overeenkomstig de Verordening (EU) 2017/1129, zonder voorafgaande goedkeuring, overeenkomstig Artikel 9 van voormelde Verordening;
– het Universeel Registratiedocument mag worden gebruikt met het oog op een aanbieding van effecten aan het publiek of de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt, mits het, in voorkomend geval, samen met eventuele wijzigingen en een overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 goedgekeurde verrichtingsnota en samenvatting door de FSMA is goedgekeurd.
Qrf kiest voor het Nederlands als officiële taal waardoor enkel het voorliggende Nederlandstalige jaarlijks financieel verslag bewijskracht heeft. De Franstalige1 en Engelstalige2 versie zijn vertalingen van het Nederlandstalig jaarlijks financieel verslag.
Hoofdstukken 3, 4, 5 en 11 van dit jaarlijks financieel verslag maken het jaarverslag uit in de zin van Artikel 3:6 - 3:8 en Artikel 3:32 - 3:34 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
1 Ce rapport financier annuel est également disponible en français.
2 This financial annual report is also available in English.
| Oostende | |
|---|---|
| Adolf Buylstraat | |
| België |
| 1 Risicofactoren |
1 |
|---|---|
| 2 Woord van de Statutaire Zaakvoerder |
13 |
| 3 Geconsolideerde kerncijfers |
17 |
| 4 Toelichting bij de geconsolideerde resultaten 2020 |
21 |
| 5 Transacties en verwezenlijkingen |
29 |
| 6 Wie is Qrf |
35 |
| 7 Verklaring inzake deugdelijk bestuur |
43 |
| 8 Qrf op de beurs |
83 |
| 9 Vastgoedverslag |
91 |
| 10 EPRA – kernprestatie-indicatoren |
109 |
| 11 Jaarrekening |
115 |
| 12 Permanent document |
181 |
| 13 APM – Alternatieve prestatiemaatstaven |
207 |
| 14 Lexicon |
213 |
| MARKTRI SICO'S | 3 |
|---|---|
| OPERATIONELE RISICO'S | 6 |
| FI NANCIËLE RISICO'S | 9 |
| REGLEMENTAIR E RISICO'S 10 |
Mechelen Bruul 15 - Botermarkt 1 België
Het Uitvoerend Management en de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder van Qrf zijn zich bewust van de specifieke risico's die verbonden zijn aan het beheer van een vastgoedportefeuille.
Als gevolg van de inwerkingtreding op 21 juli 2019 van de Prospectusverordening, vindt u onderstaand een overzicht van de belangrijkste risico's die specifiek en van materieel belang zijn voor de onderneming. Als gevolg zijn meer algemene risico's die van toepassing zijn op iedere vennootschap hierin niet opgenomen, deze worden uiteraard ook opgevolgd en zo goed als mogelijk beheerst. We verwijzen hiervoor naar Hoofdstuk 7.2.5 waarin het interne controlesysteem beschreven wordt.
Specifiek voor 2020 werd rekening gehouden met de positionering van Qrf voor wat betreft de vastgoedportefeuille ten gevolge van de impact van de COVID-19 pandemie. De COVID-19 pandemie en crisis heeft impact op het marktrisico, het operationele risico en het financiële risico.
In de eerste kolom van onderstaande risicomatrix wordt het risico benoemd. De tweede kolom beschrijft de mogelijke invloed van het risico op de onderneming. Tenslotte geven we in de derde kolom een overzicht van hoe Qrf omgaat met deze risico's.
De impact van de mogelijke invloed van de hierna genoemde Risicofactoren hebben allen een mogelijke impact op één of meerdere posten van de Resultatenrekening of van de Balans. Als slot van dit hoofdstuk wordt de draagwijdte van de mogelijke invloed kwantitatief weergegeven.
| RISICOFACTOR | MOGELIJKE INVLOED | POSITIONERING VAN QRF |
|---|---|---|
| Algemene achteruitgang van de economische conjunctuur |
1. Daling van de huurprijzen bij herverhuur of eventuele aanvragen tot huurkortingen of huurverminderingen tot mogelijke faillissementen van huurders. |
Enerzijds heeft Qrf de investeringscriteria voor wat betreft winkelvastgoed aangescherpt, anderzijds wil Qrf verder diversifiëren naar andere types van commercieel vastgoed binnen de portefeuille. Tenslotte houdt Qrf een opsplitsing van de vastgoedportefeuille aan tussen een Kern en Niet-Kern portefeuille. (1, 2) |
| 2. Daling van de Reële Waarde van de vastgoedbeleggingen en bijgevolg ook van het eigen vermogen en de Nettoactiefwaarde. |
Geografische spreiding van de vastgoedportefeuille, alsook een spreiding naar type commercieel vastgoed.1 (1, 2) |
|
| Opbouw en gebruikmaking van marktkennis. (1, 2) |
1 Zie Vastgoedverslag voor meer informatie over de spreiding van de portefeuille.
| RISICOFACTOR | MOGELIJKE INVLOED | POSITIONERING VAN QRF |
|---|---|---|
| Algemene achteruitgang binnen de retailsector of binnen een specifieke subsector met een negatieve impact op de financiële draagkracht van huurders van winkelpanden |
1. Mogelijke faillissementen van huurders. |
Permanente contacten met makelaarskantoren in commercieel vastgoed en met de (expansie) verantwoordelijken van grote ketens die actief zijn op de Belgische en Nederlandse markt, met het oog op lange termijn relaties met de klanten. (2, 3) |
| 2. Mogelijke daling van het Nettohuurresultaat te wijten aan een stijging van de wanbetalingen of een daling van de incassograad. |
Kwalitatieve en professionele huurders, vooral nationale en internationale ketens, waar het risico op faillissementen en wanbetaling lager ligt dan bij winkels uitgebaat door zelfstandigen. (1, 2) |
|
| 3. Toename van de leegstand2 wegens het niet vinden van kandidaat-huurders of (her)verhuren aan een lagere huurprijs dan de bestaande situatie. |
Diversificatie van de huurdersportefeuille op sectorniveau waardoor de impact van sector gekoppelde resultaten wordt beperkt, met een grotere aandacht voor e-commerce en COVID 19 resistente sectoren. (1, 2, 3) |
|
| Beperking van het aandeel van één huurder in de totaliteit van de Huurinkomsten, alsook, voor zover mogelijk, de spreiding van Huurinkomsten per huurder over verschillende panden.3 (1, 2) |
||
| Actieve opvolging van het huurdersbestand en de incasso. Het, voor zover mogelijk, afsluiten van huurwaarborgen. (2) |
||
| Duidelijke en intern georganiseerde incassoprocedure die onder meer voorziet in het correct vooraf laten betalen van de huur, alsook het voorzien en correct opvolgen van huurwaarborgen, zoals voorzien in de huurovereenkomst.4 (1, 2) |
||
| Op basis van regelmatige contacten met de huurders een idee vormen van hoe zij zich voortdurend aanpassen aan de gewijzigde economische context met onder meer de korte alsook lange termijn impact van COVID-19 op hun business model. (1, 2) |
||
| Voor zover mogelijk gebruik maken van domiciliëring om Huurinkomsten te innen. (2) |
2 Een toename van de leegstand kan (op termijn) potentieel leiden tot een daling van de Reële Waarde van de vastgoedbeleggingen. Een toename van de leegstand kan tevens leiden tot een daling van de Huurinkomsten. Zie Operationele risico's voor verdere mogelijke impact van leegstand.
3 Zie Hoofdstuk 9 voor meer informatie rond spreiding van de portefeuille naar huurders.
4 In principe dienen huurders een huurwaarborg te stellen, meestal in de vorm van een bankgarantie ter waarde van drie tot zes maanden huur.
| MARKTRISICO'S | |||
|---|---|---|---|
| RISICOFACTOR | MOGELIJKE INVLOED | POSITIONERING VAN QRF | |
| Dalende of onvoldoende vraag naar binnenstedelijk winkelvastgoed op de huurmarkt of de investeringsmarkt |
1. Daling van de Reële Waarde van het vastgoed en als gevolg ook de Nettoactiefwaarde. |
Actief beheer van de portefeuille en kritische evaluatie van de lange termijn inzetbaarheid van elk pand als winkelruimte, of een mogelijke alternatieve invulling (al dan niet na herontwikkeling). Hiervoor werd een onderscheid gemaakt tussen Kern en Niet-Kern vastgoed in de portefeuille, alsook een strikt beheer van "asset rotation". (1, 2, 4) |
|
| 2. Toename van de leegstand wegens het niet vinden van (kandidaat)huurders of (her)verhuren aan een lagere huurprijs dan de bestaande situatie. |
Diversificatie van de vastgoedportefeuille, zowel geografisch als naar type commercieel vastgoed. (1, 2, 4) |
||
| 3. Als gevolg van het niet vinden van (kandidaat)huurders: het mislopen van Huurinkomsten. |
Actieve samenwerking met vastgoedmakelaars voor de herverhuur van bestaande panden, "asset rotation", en voor potentiële nieuwe investeringsopportuniteiten. (2, 4) |
||
| 4. Het niet kunnen verkopen van vastgoed om strategische- of diversificatieredenen. |
Duidelijke investerings- en onderhoudscriteria met aandacht voor de bouwtechnische functionaliteit en kwaliteit van panden. (1, 2, 3, 4) |
||
| Een tijdelijke bezetting van het pand in de vorm van pop-ups, marketingacties of andere bezettingsvormen. (1, 2, 3) |
|||
| Inflatierisico | 1. Toename van de financieringskost ingevolge een stijging van de rentevoeten. |
Indekken tegen deze schommelingen via afgeleide financiële instrumenten (zoals Interest Rate Swaps).5 (1) |
|
| 2. Toenemende discrepantie tussen de werkelijk geïnde Huurinkomsten en de ERV.6 |
Het standaard voorzien van indexatieclausules in huurovereenkomsten. (2) |
||
| Volatiliteit en onzekerheid op de internationale (financiële) markten |
1. Beperkte mogelijkheden om nieuw kapitaal aan te trekken in de vorm van eigen of vreemd vermogen. |
Het uitbouwen van solide lange termijn relaties met investeerders en kredietinstellingen waardoor op regelmatige basis dialoog kan plaatsvinden. (1, 2, 3) |
|
| 2. Daaruit volgend een toename van de Schuldgraad en een beperking op de groeimogelijkheden. |
Systematisch en consequent communiceren over de financiële vooruitzichten aan alle belanghebbende stakeholders. (1, 2, 3) |
||
| 3. Volatiliteit in de aandelenkoers. | Toepassing en naleving van de GVV-wetgeving. (3) |
||
| Streven naar het behoud van een toereikend niveau aan beschikbare kredietlijnen.7 (2) |
5 Zie Hoofdstuk 4 voor een verdere toelichting.
6 Estimated Rental Value (zie: Lexicon).
7 Zie Hoofdstuk 4 voor een verdere toelichting.
| RISICOFACTOR | MOGELIJKE INVLOED | POSITIONERING VAN QRF |
|---|---|---|
| Veroudering van de panden |
1. Stijgende onderhoudskosten. | Jaarlijks een plan en budget opstellen voor structureel onderhoud en renovatie van de portefeuille. (1, 2, 3) |
| 2. Daling van de Bezettingsgraad. | Verkoop van bepaalde panden die niet langer passen in de investeringsstrategie, om op die manier, in geval van leegstand of dreigende leegstand, de Bezettingsgraad van de portefeuille op peil te houden.8 (2) |
|
| 3. Verminderde aantrekkelijkheid voor huurders en bijgevolg mislopen of vermindering van Huurinkomsten. |
De focus op panden gelegen in de kern van hun verzorgingsgebied in de veronderstelling dat de aantrekkingskracht van deze locaties gewaarborgd blijft. (2, 3) |
|
| Regelmatige toetsing van de hierboven besproken investeringsstrategie en de gestelde criteria hiervan om te kijken of de aantrekkingskracht van deze locaties aan de gestelde verwachtingen blijft beantwoorden. (2, 3) |
||
| Strikte interne coördinatie door het management, alsook opvolging in samenwerking met de Property Manager. (1, 2, 3) |
||
| Leegstandsrisico | 1. Daling van de Bezettingsgraad. | De focus leggen op kwalitatieve panden naar stad, locatie en bouwfysische invulling in de veronderstelling dat de aantrekkingskracht van deze locaties groot is. (1, 2, 3, 4) |
| 2. Daling van de Reële Waarde van het vastgoed en als gevolg ook de Nettoactiefwaarde. |
Actief portefeuillebeheer met de nodige aandacht voor "asset rotation". (1, 2, 3, 4) |
|
| 3. Mislopen van Huurinkomsten en een mogelijke neerwaartse herziening van de ERV. |
Een tijdelijke bezetting van het pand in de vorm van pop-ups, marketingacties of andere bezettingsvormen. (1, 2, 3, 4) |
|
| 4. Toename van onvoorziene of normaal door te rekenen kosten zoals (maar niet gelimiteerd tot) onroerende voorheffing, |
Actieve samenwerking met vastgoedmakelaars voor de herverhuur van bestaande panden, "asset rotation", en voor potentiële nieuwe investeringsopportuniteiten. (1, 2, 3, 4) |
|
| leegstandsbelasting, commerciële kosten voor herverhuur, … |
Spreiding van de vastgoedportefeuille zoals voorzien in de GVV-wetgeving om de impact van leegstand van één vastgoedgeheel – en de gevolgen hiervan – te beperken. (1, 2, 3, 4) |
8 Zie Hoofdstuk 9 voor een bespreking van de Bezettingsgraad.
| RISICOFACTOR | MOGELIJKE INVLOED | POSITIONERING VAN QRF | ||
|---|---|---|---|---|
| Concentratierisico van huurders en panden |
1. Materiële terugval van Huurinkomsten in geval van vertrek, faillissement of daling van de incasso van een huurder. |
Risicospreiding via diversificatie van gegenereerde opbrengsten per huurder, met inachtneming van de wettelijke bepalingen hieromtrent.9 (1, 2) |
||
| 2. Materiële daling van de Reële Waarde van het vastgoed. |
Spreiding van de vastgoedportefeuille zoals voorzien in de GVV-wetgeving10 om de impact van leegstand van één vastgoedgeheel – en de gevolgen hiervan – te beperken. (1, 2) |
|||
| Vroegtijdige opzegging of het niet verlengen van het contract |
1. Kans op leegstand met als gevolg een daling van de Bezettingsgraad. |
Indien mogelijk, beroep doen op huurwaarborgen of huurgaranties. (1, 2, 3) |
||
| 2. Vermindering van Huurinkomsten. | Permanente prospectie naar nieuwe of alternatieve huurders via rechtstreekse contacten, of via regelmatige opvolging met de betreffende makelaars (1, 2, 3) |
|||
| 3. Toename van onvoorziene of normaal door te rekenen kosten zoals (maar niet gelimiteerd tot) onroerende voorheffing, leegstandsbelasting, commerciële kosten voor herverhuur, … |
Uitwinnen van contractuele rechten, ofwel algemeen, of specifiek door het afsluiten van modaliteiten binnen de wetgeving die toelaten om meer contractuele zekerheden te bekomen over huurinkomsten, onder andere in het kader van COVID-19 huurkortingen. (1, 2, 3) |
9 Voor meer informatie met betrekking concentratierisico naar huurders wordt verwezen naar Hoofdstuk 9 van dit jaarlijks financieel verslag. 10 Conform Artikel 30 § 1, 1° en 2° van de GVV-Wet mag, onverminderd Artikel 29, geen enkele door de openbare GVV uitgevoerde verrichting tot gevolg hebben dat: meer dan 20% van haar geconsolideerde activa in vastgoed wordt belegd dat één enkel vastgoedgeheel vormt of dit percentage verder toeneemt, indien het al meer bedraagt dan 20%, ongeacht wat in dit laatste geval de oorzaak is van de
oorspronkelijke overschrijding van dit percentage.
| RISICOFACTOR | MOGELIJKE INVLOED | POSITIONERING VAN QRF |
|---|---|---|
| Suboptimale strategische en investeringskeuzes |
1. Het niet behalen van de verwachte rendementen. |
Het opstellen (en regelmatig evalueren) van een duidelijke investeringsstrategie met een langetermijnvisie en consequent beheer van de kapitaalstructuur, waarbij elke investering wordt getoetst aan de vooropgestelde inves teringscriteria. (1, 2, 3, 4) |
| 2. Vermindering van de stabiliteit van de inkomstenstroom en een daling van het inkomstenpotentieel. |
Opvolgen van wijzigingen in economische, vastgoedspecifieke en reglementaire trends (o.a. met betrekking tot fiscaal recht, vennootschapsrecht, regelgeving inzake GVV statuut etc.). (2, 3, 4) |
|
| 3. De vastgoedportefeuille is niet aangepast aan de marktvraag met potentiële huurleegstand tot gevolg. |
Een ervaren managementteam en supervisie door de Raad van Bestuur. (3, 4) |
|
| 4. Herziening van het risicoprofiel van de onderneming. |
Het aanstellen van een onafhankelijke Vastgoeddeskundige die informatie verschaft over het te verwachten vastgoedrendement en het lange termijn huurniveau voor het betrokken pand (op basis van recente en gelijkaardige markttransacties), alsook een driemaandelijkse waardering van de vastgoedportefeuille door een onafhankelijke Vastgoeddeskundige. (1, 2, 3, 4, 5) |
|
| 5. Daling van de Bezettingsgraad. | Het bedingen, indien mogelijk of opportuun, van een huurgarantie vanwege verkopers om eventuele leegstand op te vangen en zodoende de geldstromen voor een bepaalde periode te garanderen. (1, 2, 4, 5) |
| RISICOFACTOR | MOGELIJKE INVLOED | POSITIONERING VAN QRF |
|---|---|---|
| Tegenpartijrisico – Mogelijk risico op insolvabiliteit van financiële of bancaire |
1. Verlies van deposito's. | Voldoende aantal verschillende financiële partners en vooraf nakijken en vergelijken van de financiële ratings van de kredietinstellingen indien mogelijk. (1, 2, 3, 4) |
| tegenpartijen/partners | 2. Hogere of onvoorziene (financiële) kosten. |
Streven naar het behoud van toereikende beschikbaarheidsmarges op bevestigde |
| 3. Annulatie of opzegging van bestaande kredietlijnen of van Interest Rate Swaps (IRS) en aldus een (tijdelijke) beperking van de financiële middelen. |
kredietlijnen. Voor meer informatie met betrekking tot het financieringsbeleid wordt verwezen naar hoofdstukken 3 en 6 van het jaarverslag. (3, 4) |
|
| 4. Negatieve impact op de inkomsten. | ||
| Liquiditeitsrisico – onbeschikbaarheid van voldoende (financiële) middelen |
1. Kortlopende financiële verplichtingen (zowel operationeel als financieel) niet kunnen nakomen. |
Aanhouden van voldoende beschikbare kredietlijnen ter financiering van voorziene uitgaven en geplande investeringen. (1, 2, 3, 4, 5) |
| om aan directe verplichtingen te voldoen |
2. In de onmogelijkheid verkeren om groei/acquisities te realiseren. |
Het uitbouwen van solide langetermijnrelaties met investeerders en kredietinstellingen. (1, 2, 3, 4, 5) |
| 3. Gedwongen verkoop van (strategisch opportuun) vastgoed (al dan niet tegen een prijs onder de Reële Waarde). |
Actieve opvolging van de cashflows, het huurdersbestand en incasso. Het afsluiten, voor zover mogelijk, van huurwaarborgen, alsook het aanleggen van provisies voor dubieuze debiteuren. (1, 2) |
|
| 4. Onvoorziene toename van de Schuldgraad wegens tijdelijke wanbetaling, wat resulteert in een verhoogd solvabiliteitsrisico. |
Mogelijkheid tot keuze dividend voorstellen aan bestaande aandeelhouders. (1,2,3) |
|
| 5. Contractuele (herstellings-) verplichtingen naar huurders niet (tijdig) kunnen nakomen, wat kan resulteren in schadeclaims. |
Volledige dekking van het commercial paper programma door middel van beschikbare kredietlijnen. (1, 2, 3, 4, 5) |
|
| Volatiliteit van de korte- en/of lange termijn interestvoeten op de (internationale) financiële markt |
1. Verhoging van de Netto interestkosten. |
Diversifiëren van de verschillende kapitaalsbronnen. (1, 2, 3) |
| 2. Schommelingen in de waarde ofwel herwaardering van de financiële instrumenten. |
Voldoende aantal financiële partners en voor zover mogelijk vooraf nakijken van de financiële rating van de kredietinstellingen en hieraan hoge eisen stellen. (1, 3) |
|
| 3. Voldoende aantal financiële partners en voor zover mogelijk vooraf nakijken van de financiële rating van de kredietinstellingen en hieraan hoge eisen stellen. (1, 3) |
Indekken tegen schommelingen in interestvoeten via afgeleide financiële instrumenten (zoals Interest Rate Swaps). (1, 3) |
| RISICOFACTOR | MOGELIJKE INVLOED POSITIONERING VAN QRF |
|
|---|---|---|
| Het niet (kunnen) naleven van de geldende algemene en fiscale wetgeving en regelgeving die van toepassing is op de Gereglementeerde Vastgoedvennoot schappen, wijzigingen in de wetgeving en regelgeving die in de toekomst van toepassing zijn |
1. Wijziging van het statuut naar een gewone vastgoedvennootschap of een AIF met mogelijk het verlies van het fiscaal transparant statuut tot gevolg. Bovendien zou dit mogelijk implicaties hebben op de kostenstructuur van de vennootschap alsook in bepaalde gevallen een vervroegde opeisbaarheid van financiële schulden. |
Continue evaluatie van de veranderingen met betrekking tot wettelijke vereisten en de naleving ervan, bijgestaan door externe, gespecialiseerde adviseurs en adviesvergaring bij sectororganen. (1, 2, 3) |
| 2. Mogelijke invloed op de aan- en verkoopprijzen van vastgoed met als gevolg een mogelijke impact op de waardering van het vastgoed, de Nettoactiefwaarde en de winstgevendheid. |
||
| Wijziging van de | 1. Toename van de exploitatiekosten. | Op de hoogte blijven van nieuwe |
| wetgeving inzake stedenbouw, ruimtelijke ordening of milieu |
2. Daling van de Bezettingsgraad. | wetgevingen door het volgen van seminaries, bijstandverlening door specialisten ter zake en |
| 3. Daling van de Reële Waarde van de vastgoedbeleggingen. |
zelfstudie. (1, 2, 3, 4, 5) |
De lijst van risico's is niet exhaustief en werd opgesteld op basis van de informatie gekend op dit ogenblik. Andere onbekende of onwaarschijnlijke risico's kunnen bestaan, net als risico's waarvan op datum van dit registratiedocument niet wordt aangenomen dat ze, als ze zich in de toekomst zouden voordoen, een ongunstige invloed kunnen hebben op de vennootschap, op haar activiteit of haar financiële situatie. De permanente evoluties op de vastgoedmarkten en de financiële markten vereisen een continue opvolging van de strategische, operationele, financiële en compliance risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van Qrf.
Daarnaast is het belangrijk om de impact van deze risico's te kunnen kwantificeren en dit zowel op het niveau van EPRA resultaat, als bewegingen in de balans en van de cashflow.
Hieronder geeft de onderneming mee wat de mogelijke impact is van een kwantificeerbare verandering in de twee meest variabele bestanddelen van de financiële structuur; enerzijds het EPRA-resultaat gedreven door de inkomsten en anderzijds verandering in waardering van het vastgoed door de onafhankelijke schatter.
De impact van dalende huurinkomsten, onder gelijkblijvende vaste kosten, kan direct worden doorgerekend aan het operationeel en/of EPRA resultaat. Er kan dan ook vanuit gegaan worden dat elke verandering (stijging of daling) in inkomsten, een disproportioneel effect heeft op het resultaat. Dit valt te wijten aan de voornamelijk vaste kostenstructuur van de onderneming en de huidige schaalgrootte van de onderneming.
Een stijging of daling van de verwachte huurinkomsten met 10% heeft een effect van 18,4% op het EPRA resultaat (positief bij stijging van de huurinkomsten en negatief bij daling van de huurinkomsten).
Op basis van de schuldgraad per 31 december 2020 van 49,28%, en bij onveranderde samenstelling van de vastgoedportefeuille, zou een waardedaling van de vastgoedactiva van de vennootschap met 2,00% (wat overeenkomt met een waardedaling van 4,17 MEUR op de vastgoedactiva van 208,43 MEUR per 31 december 2020) de schuldgraad met 1% doen stijgen tot 50,15%.
| Gent | |
|---|---|
| Lange Munt 61-63 | |
| België |
Beste mede-aandeelhouders,
2020 zal voor altijd onlosmaakbaar verbonden zijn met COVID-19. Wat in het begin van het jaar begon als een druk op de wereldwijde stop-knop werd meer een sectoriële crisis waar sommige sectoren minder getroffen werden dan anderen.
Voor Qrf en haar klanten betekende COVID-19 de verplichte sluiting van nietessentiële winkels gecombineerd met langere periodes van beperkingen van de ontspanningsmogelijkheden in de bruisende binnensteden in België en Nederland. De druk op onze klanten lag hiermee uitzonderlijk hoog, maar de passie, het uithoudingsvermogen en het innovatieve karakter van alle partners hebben ervoor gezorgd dat samen naar oplossingen werd gezocht om deze crisis door te maken.
De korte termijn financiële impact voor Qrf bedraagt dan ook 1,30 MEUR of 10,51% van de verwachte huurinkomsten. Op de middellange termijn gaat de grootste aandacht naar het behouden van de hoge bezettingsgraad en het blijvend monitoren van mogelijke risico's binnen de bestaande vastgoedportefeuille.
Ondanks de significante impact van COVID-19 is de eindbalans voor 2020 positief: (i)Beide ontwikkelingsprojecten werden formeel opgestart, samen met onze robuuste ontwikkelingspartners, en vormen een interessante diversificatie van het risico; (ii) het verkoopsprogramma werd verder doorgerold met de verkoop van 7,71 MEUR aan niet-kern activa, en (iii) de beoogde diversificatie van de vastgoedportefeuille kende een eerste investering met de aankoop van het Rijksarchief te Brugge.
Het dividendbeleid dat werd uitgestippeld gaat uit van een stabilisatie van het huidige dividend van 0,80 EUR per aandeel voor de komende jaren. De Raad van Bestuur stelt daarnaast een keuze dividend voor aan de aandeelhouders. Het intekenen laat de onderneming toe gericht haar herpositionering door te voeren en van de marktomstandigheden gebruik te maken om opportunistisch investeringsprojecten te bekijken zonder de schuldgraad significant te verhogen.
Bedankt voor het vertrouwen.
William Vanmoerkerke Vaste Vertegenwoordiger van Qrf Management NV, Statutaire Zaakvoerder
Het boekjaar 2020 heeft betrekking op de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.
| VASTGOEDPORTEFEUILLE | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| Reële Waarde van de vastgoedbeleggingen inclusief activa bestemd voor verkoop1 | (KEUR) | 208.430 | 251.654 |
| Totale bruto oppervlakte | (m²) | 74.208 | 84.054 |
| Contractuele Huren op jaarbasis2 | (KEUR) | 12.863 | 14.253 |
| Geschatte Huurwaarde van leegstaande ruimtes | (KEUR) | 318 | 840 |
| Brutohuurrendement3 | 6,17% | 5,66% | |
| Bezettingsgraad4 | 97,59% | 97,32% | |
| BALANS | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
| Eigen vermogen (excl. minderheidsbelangen) | (KEUR) | 117.506 | 128.032 |
| Schuldgraad (GVV-Wet)5 | 49,28% | 48,73% | |
| RESULTATENREKENING | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
| Netto huurresultaat | (KEUR) | 11.135 | 15.100 |
| Operationeel resultaat voor resultaat op de portefeuille | (KEUR) | 8.914 | 11.853 |
| Operationele marge6 | 80,1% | 78,5% | |
| Portefeuilleresultaat | (KEUR) | -12.731 | -28.906 |
| Financieel resultaat | (KEUR) | -2.024 | -3.645 |
| Belastingen | (KEUR) | 527 | 207 |
| Netto resultaat (aandeel groep) | (KEUR) | -5.315 | -20.478 |
| Correctie portefeuilleresultaat | (KEUR) | 12.731 | 28.906 |
| Correctie Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva (niet-effectieve deel van de rente-indekkingen) |
(KEUR) | -24 | 892 |
| Correctie voor uitgestelde belastingen met betrekking tot EPRA correcties | (KEUR) | -494 | -277 |
| Correctie voor gerealiseerde winst op verkoop van aandelen in vastgoedvenn. | (KEUR) | -381 | - |
1 Reële Waarde of "Fair Value" van de vastgoedbeleggingen is de investeringswaarde zoals bepaald door een onafhankelijke vastgoeddeskundige, waarvan de mutatiekosten zijn afgetrokken. De Reële Waarde stemt overeen met de boekwaarde onder IFRS. 2 Contractuele Huren op jaarbasis = De geïndexeerde basishuurprijzen zoals contractueel bepaald in de huurovereenkomsten vóór
aftrek van de gratuïteiten of andere voordelen die aan de huurders zijn toegestaan.
3 Brutohuurrendement = (Contractuele Huren op jaarbasis)/Reële Waarde van de vastgoedbeleggingen).
4 Bezettingsgraad = (Contractuele Huren op jaarbasis exclusief huren op ontwikkelingspanden)/(Contractuele Huren op jaarbasis vermeerderd met de Geschatte Huurwaarde van leegstaande ruimtes, uitgezonderd de ontwikkelingspanden).
5 Berekend volgens het K.B. van 13 juli 2014 in uitvoering van de Wet van 12 mei 2014 met betrekking tot de Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen.
6 Operationele marge = (Operationeel resultaat voor resultaat op de portefeuille)/(Netto huurresultaat).
7 Het EPRA resultaat is het Netto resultaat (aandeel groep) met uitsluiting van het portefeuilleresultaat en de variaties in de Reële Waarde van de niet-effectieve rente-indekkingen. Deze term wordt gebruikt in overeenstemming met de Best Practices Recommendations van EPRA.
| KERNCIJFERS PER AANDEEL | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| Aantal aandelen in omloop per einde periode | 7.153.322 | 7.153.322 | |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen8 | 7.153.322 | 7.031.062 | |
| Netto resultaat per aandeel | (EUR) | -0,74 | -2,91 |
| EPRA resultaat per aandeel | (EUR) | 0,91 | 1,29 |
| Slotkoers van het aandeel op einde periode | (EUR) | 11,35 | 16,25 |
| IFRS NAV per aandeel9 | (EUR) | 16,43 | 17,90 |
| Premie/discount ten opzichte van IFRS NAV10 (einde periode) | -30,5% | -9,2% | |
| EPRA NTA per aandeel11 | (EUR) | 16,71 | 18,19 |
| Premie/discount ten opzichte van EPRA NAV12 (einde periode) | -32,1% | -10,7% |
8 Aandelen worden pro-rata temporis meegerekend vanaf het moment van uitgifte. Het moment van uitgifte kan verschillen van het moment van winstdeelname.
9 IFRS NAV per aandeel = Net Asset Value of Nettoactiefwaarde per aandeel volgens IFRS.
10 Premie/Discount ten opzichte van IFRS NAV=[(Slotkoers van het aandeel op einde periode)/(IFRS NAV per aandeel op einde periode)-1].
11 EPRA NTA per aandeel = Net Tangible Assets of Nettoactiefwaarde per aandeel volgens EPRA Best Practices Recommendations.
12 Premie/Discount ten opzichte van EPRA NAV = [(Slotkoers van het aandeel op einde periode)/(EPRA NAV per aandeel op einde periode)-1].
| 4.1 R | ESULTATEN 23 | |
|---|---|---|
| 4.2 | BALANS 25 | |
| 4.3 FI | NANCIERI NGSSTRUCTUUR 26 | |
| 4.4 | GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM 27 |
Het netto huurresultaat is met 26,26% gedaald van 15,10 MEUR in 2019 naar 11,14 MEUR in 2020. Deze daling is voornamelijk toe te schrijven aan de verkoop van verschillende panden in 2019 en 2020 en de impact van de COVID-19 pandemie.
De recurrente daling in het netto huurresultaat (2.67 MEUR) is enerzijds een gevolg van de gerealiseerde desinvesteringen in 2019 (0,75 MEUR), in 2020 (0,27 MEUR) en opstart van de joint-venture in Leuven (0,54 MEUR). Verder heeft het globale akkoord met H&M (met volledige uitwerking in 2020), inclusief de aan de nieuwe huurder in Hasselt gegeven huurincentives, een impact van 1,07 MEUR. De overige huurinkomsten bleven nagenoeg stabiel (-0,04 MEUR).
Daarnaast heeft de COVID-19 pandemie een belangrijke impact gehad op het netto huurresultaat en dit ten belope van 1,30 MEUR. Dit kwam deels door de tijdelijke, en in veel gevallen voorwaardelijke, huurkortingen die Qrf heeft gegeven aan solvabele en lange termijn partners voor een totaal van 1,19 MEUR. Daarbovenop was er een beperkte blootstelling aan onbetaalde en niet recupereerbare huurgelden als gevolg van faillissementen (Wibra, Orchestra-Prémaman en Neckermann).
Dit dalende netto huurresultaat zorgde voor een daling in het operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille, welke met 8,91 MEUR 24,79% lager lag dan in 2019 (11,85 MEUR). Echter als gevolg van de insourcing van het beheer van de Belgische vastgoedportefeuille alsook door een algemeen strikter kostenbeheer is de operationele marge gestegen van 78,50% in 2019 tot 80,05% in 2020.
Het portefeuilleresultaat van 2020, ten bedrage van -12,73 MEUR (vs. -28,91 MEUR in 2019) is voornamelijk het resultaat van de negatieve variaties in de Reële Waarde van de vastgoedbeleggingen voor een bedrag van 13,02 MEUR. De Reële Waarde van het Belgische luik van de portefeuille kende een negatieve evolutie van 10,60 MEUR, de negatieve evolutie bij de Nederlandse portefeuille bedroeg 2,42 MEUR. Daarnaast werd een positief resultaat op de verkopen van vastgoedbeleggingen (0,68 MEUR) opgetekend.
Het financieel resultaat bedraagt -2,02 MEUR in 2020 (ten opzichte van -3,65 MEUR in 2019). De netto interestkosten zijn gedaald van 2,59 MEUR in 2019 naar 2,14 MEUR in 2020. Deze daling is toe te schrijven aan een daling van het gemiddelde opgenomen bedrag aan leningen met 22,35 MEUR (ofwel 16,14% in vergelijking met 2019), gecombineerd met een daling van de gemiddelde financieringskost naar 1,85% (ten opzichte van 1,87% in 2019). De daling in het gemiddelde opgenomen bedrag aan leningen is voornamelijk een gevolg van de schuldafbouw gerealiseerd met de ontvangsten uit de verkopen van Niet-Kern panden in 2019. De stijging in de andere financiële kosten is in hoofdzaak gelinkt aan hogere reserveringscommissies als gevolg van het grotere volume aan beschikbare kredietlijnen in vergelijking met 2019.
De variatie in de Reële Waarde van de financiële activa en passiva ten slotte was in 2020 beperkt positief ten opzichte van een belangrijke daling die zich voordeed in 2019 (+0,92 MEUR).
De belastingen dragen in 2020 voor 0,53 MEUR bij aan het resultaat voornamelijk als gevolg van de beweging in het tijdelijk verschil tussen de reële en fiscale waarde van de panden in Nederland (0,52 MEUR).
Het Netto resultaat (aandeel groep) is gestegen van -20,48 MEUR in 2019 naar -5,31 MEUR in 2020, hetzij van -2,91 EUR per aandeel in 2019 naar -0,74 EUR per aandeel in 2020.
Na correctie voor het portefeuilleresultaat (12,73 MEUR), de winst gerealiseerd op de inbreng van de aandelen CCFH (0,38 MEUR) en de uitgestelde belastingen met betrekking tot EPRA correcties (-0,49 MEUR) tekent Qrf een daling op van het EPRA resultaat van 27,93% tot 6,52 MEUR in 2020 (ten opzichte van 9,04 MEUR in 2019). Deze daling is voor een belangrijk deel een gevolg van de noodzakelijke genomen acties in 2019 (verkoopprogramma Niet-Kern panden & opzetten JV's) die hun volle uitwerking hebben in 2020 alsook van de COVID-19 pandemie. Dit werd deels gecompenseerd door een betere kostbeheersing.
Het EPRA resultaat per aandeel daalt tot 0,91 EUR in 2020 (-29,37% ten opzichte van 2019).
Door het afbouwen van haar nettoschuldenlast in 2020, is Qrf op grond van Artikel 13 van het GVV-KB vrij in de keuze al dan niet een dividend uit te keren, alsook de daar aan gekoppelde uitkeringsgraad. Met het oog op het verder versterken van de balans van de vennootschap alsook het voeren van een lange termijn en duurzaam dividendbeleid, heeft de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder besloten om een bruto dividend voor te stellen van 0,80 EUR per aandeel (5,72 MEUR) aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Dit weerspiegelt een uitkeringsgraad van het EPRA resultaat van 87,81%.
Op 31 december 2020 bedraagt de Reële Waarde van de vastgoedbeleggingen 208,43 MEUR, ten opzichte van 251,65 MEUR op 31 december 2019, een daling van 17,17%:
Globaal wordt de portefeuille door de vastgoeddeskundige gewaardeerd aan een brutohuurrendement van 6,17%. De portefeuille omvat per eind 2020 37 panden, waarvan 26 Kern en 11 Niet-Kern. De Reële Waarde van de portefeuille kan opgedeeld worden in 185,04 MEUR Kern (88,79%), gewaardeerd aan een brutohuurrendement van 6,03%, en 23,39 MEUR Niet-Kern (11,21%), gewaardeerd aan een brutohuurrendement van 7,32%.
Het eigen vermogen van de groep daalde met 8,75% van 128,03 MEUR op 31 december 2019 tot 116,83 MEUR op 31 december 2020.
De IFRS NAV per aandeel is gedaald met 8,22% van 17,90 EUR op 31 december 2019 tot 16,43 EUR op 31 december 2020. EPRA publiceerde drie nieuwe NAV indicatoren ter vervanging van EPRA NAV. De nieuwe indicatoren zijn EPRA NTA (Net Tangible Assets), EPRA NRV (Net Reinstatement Value) en EPRA NDV (Net Disposal Value). De EPRA NTA sluit grotendeels aan met de 'oude' EPRA NAV.
De EPRA NTA per aandeel daalde met 8,12% van 18,19 EUR tot 16,71 EUR over dezelfde periode.
De Schuldgraad is gestegen tot 49,22% op 31 december 2020 (ten opzichte van 48,73% op 31 december 2019).
1 Inclusief de afwaardering van de geactiveerde investeringskosten bedragen de variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen 13,01 MEUR.
Op 31 december 2020 heeft Qrf 115,5 MEUR financiële schulden die bestaan uit:
Qrf beschikt op 31 december 2020 over 164,00 MEUR kredietlijnen. Het nietopgenomen gedeelte van de beschikbare kredietlijnen bedraagt 54,00 MEUR, waarvan 1 kredietlijn van 10,00 MEUR uitsluitend dient ter dekking van het uitgegeven Commercial Paper.
Eind 2020 werden drie kredietlijnen die op vervaldag kwamen in resp. december 2020 en april 2021 verlengd tot eind 2023 - eind 2024. Met deze verlengingen wordt het geloof in de nieuwe strategie van Qrf ook door de betrokken banken onderschreven. In de komende 12 maanden komen twee kredietlijnen voor een totale waarde van 15,0 MEUR op vervaldag, waarvan slechts 5 MEUR werd opgenomen.
De Gemiddelde Financieringskost bedraagt 1,85 % in 2020 (ten opzichte van 1,87% in 2019).
Op 31 december 2020 is de samenstelling van de financiële schulden als volgt:
Op 31 december 2020 hadden de financiële schulden (totaal van opgenomen kredietlijnen en uitstaande thesauriebewijzen) voor 98,7% een vaste interestvoet, onder meer door gebruik te maken van Interest Rate Swaps als indekkingsinstrument. De vaste rentevoeten hebben een gewogen gemiddelde resterende looptijd van 3,2 jaar.
De totale waarde van de indekkingen op afsluitdatum was negatief voor een bedrag van 1,77 MEUR door een daling van de interestvoeten na de afsluiting van de indekkingen. Het Uitvoerend Management van Qrf wijst erop dat zij op deze manier de vennootschap maximaal wenst te beschermen tegen een eventuele rentestijging.
Na balansdatum werd een verkoop gerealiseerd (bindende koop-verkoopovereenkomst) voor een netto opbrengst van 0,8 MEUR, voor een onroerend goed gelegen te A. Buylstraat 35, Oostende. De verkoop werd gerealiseerd 5,26% boven de laatste Reële Waarde. De verkoop zal doorgaan eind augustus 2021 en tot dan behoudt Qrf de huurinkomsten.
| 5.1 | COVID-19 IMPACT 31 | |
|---|---|---|
| 5.2 | ACQUISITIES 32 | |
| 5.3 | DESINVESTERI NGEN 32 | |
| 5.4 | HERONTWIKKELINGEN 33 | |
| 5.5 | VOORUITZICHTEN VOOR 2021 34 |
| Zwolle | |
|---|---|
| Diezerstraat 60 | |
| Nederland |
De verplichte sluiting van niet-essentiële winkels in België en Nederland, en overige beperkende overheidsmaatregelen, hebben een invloed gehad op het winkelgedrag doorheen het jaar 2020 en bijgevolg een substantiële impact op onze huurders.
Qrf heeft doorheen het jaar huurders, op individuele basis, ondersteund met de mogelijkheid van uitstel van betaling, of kwijtschelding van huur. Er werd hiervoor rekening gehouden met verschillende factoren, onder andere het type huurder, de financiële situatie van de huurder, de resterende termijn van het huurcontract, de historiek en het toekomstperspectief van de relatie tussen beide partijen.
Daarnaast heeft Qrf aan het merendeel van haar solvabele huurders bijkomende voorwaarden gesteld met betrekking tot de kwijtschelding van een gedeelte van de verschuldigde huurgelden. De kwijtschelding wordt aanzien als een uitgestelde betalingsverplichting die slechts definitief kwijtgescholden wordt wanneer de Handelshuurovereenkomst op de eerste dag van de volgende driejarige periode ongewijzigd van kracht is, en dus de facto de volgende opzegmogelijkheid door de huurder niet wordt uitgeoefend.
De totale impact op het huurresultaat voor 2020 van deze gedeeltelijke en voorwaardelijke kwijtschelding bedraagt 1,30 MEUR ofwel 10,51% van de totale gebudgetteerde huurinkomsten.
Hiervan kan 1,19 MEUR toegewezen worden aan tijdelijke huurkortingen die Qrf gegeven heeft aan solvabele en lange termijn partners, en kan 0,11 MEUR toegewezen worden aan de beperkte blootstelling die Qrf ondervonden heeft van onbetaalde, niet recupereerbare, huurgelden door faillissementen (Wibra, Orchestra-Prémaman en Neckermann).
Daarnaast heeft de COVID-19 crisis een negatieve impact gehad op de waarde van de vastgoedportefeuille, ten belope van 12,05 MEUR1 per 31 december 2020. Dit vertegenwoordigt een relatieve daling van 6,03% ten opzichte van 31 december 2019:
■ op de Niet-Kern panden werd 1,03 MEUR afgewaardeerd, wat een daling van 4,68% bedraagt ten opzichte van de Reële Waarde van de Niet-Kern portefeuille per 31 december 2019;
1 Samen met de afwaardering van de in 2020 gedane investeringen op de bestaande portefeuille bedraagt de variatie in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen 13,02 MEUR.
■ op de Kern panden werd 11,02 MEUR afgewaardeerd, wat een daling van 6,20% bedraagt ten opzichte van de Reële Waarde van de Kern-portefeuille per 31 december 2019.
De waardering van de Niet-Kern panden kenden relatief gezien een kleinere daling dan van de Kern panden als gevolg van de relatief zwaardere afwaardering die bij die panden in 2019 reeds doorgevoerd werd.
Op 1 december 2020 werd het Rijksarchief te Brugge aangekocht via de verwerving van 100% van de aandelen in RAB Invest NV voor een bedrag van 20,64 MEUR. Met de acquisitie zet Qrf een belangrijke stap in de diversificatie van de vastgoedportefeuille naar een meer gebalanceerde portefeuille met een focus op consument georiënteerd vastgoed in de belangrijkste centrumsteden van België en Nederland.
De jaarlijkse huurincasso bedraagt 1,38 MEUR (10,73% van de contractuele huren per eind december 2020). Het huurcontract loopt tot medio 2037 zonder tussentijdse opzegmogelijkheden.
In 2020 werden twee locaties verkocht voor een netto-opbrengst van 7,11 MEUR, wat een meerwaarde van 0,57 MEUR (of 8,89%) op de meest recente Reële Waarde betekent. Zowel de locatie in Wilrijk, Boomsesteenweg 935-937 als de locatie in Hasselt, Koning Albertstraat 60 behoorden tot de Niet-Kern portefeuille.
Daarnaast werden twee locaties ingebracht in joint-venture vennootschappen (zie infra). De inbrengwaarde voor beide locatie bedroeg in 2020 45,29 MEUR, dewelke in lijn lag met de meest recente Reële Waarde.
| TOTALE | ||||
|---|---|---|---|---|
| BRUTO HUUR | ||||
| LAND | STAD | STRAAT | HUURDER(S) | OPPERVLAKTE |
| BE | Wilrijk | Boomsesteenweg 935-937 | Vandenborre, Tom&Co, Troc.com | 3.336 m² |
| BE | Hassselt | Koning Alberstraat 60 | Casa | 451 m2 |
| BE | Leuven | Bondgenotenlaan 58 | Match, leegstand | 12.033 m² |
| BE | Antwerpen | Century Center | Q Park, McDonalds, Versato, e.a. | 5.279 m² |
Reeds sinds de beursgang van Qrf in 2013 (Century Center, Antwerpen) en door een inbreng in natura in 2016 (Bondgenotenlaan, Leuven) beschikt Qrf over twee interessante herontwikkelingsprojecten. De meest recente Reële Waarde van beide projecten bedroeg 45,4 MEUR of 18,04% van de totale vastgoedportefeuille.
Voor beide ontwikkelingsprojecten heeft Qrf in 2020 de aangekondigde samenwerking met een specialist-ontwikkelaar opgestart en behoudt het 30% van de aandelen in de respectievelijke joint ventures:
Dankzij beide transacties werd in 2020 20,34 MEUR cash gegeneerd en worden er participaties in joint venture vennootschappen ter waarde van 24,95 MEUR aangehouden per 31 december 2020.
Het participeren als minderheidsaandeelhouder in herontwikkelingsprojecten binnen de eigen portefeuille heeft het voordeel dat: (1) een belangrijk deel liquiditeit direct verkregen werd en geherinvesteerd kan worden, (2) Qrf mee profiteert van de jarenlange ervaring van ontwikkelingspartners en (3) dat Qrf een hoger rendement verwacht op de realisatie van de ontwikkeling in vergelijking met traditionele huurinkomsten gedurende de looptijd van de ontwikkeling.
Er dient rekening mee gehouden te worden dat het herontwikkelen van locaties ervoor zorgt dat er in de tussentijdse periode (vanaf 2021 tot aan oplevering) beperkte huurinkomsten gerealiseerd worden in de joint ventures.
Qrf verwacht een jaarlijks rendement (IRR) op beide projecten die hoger ligt dan het bestaande huurrendement. Gezien het om ontwikkelingsprojecten gaat zal dit jaarlijks rendement echter niet gereflecteerd worden in de EPRA-cijfers gedurende de jaren van ontwikkeling, en zal het rendement bij verkoop van beide projecten gerealiseerd worden.
Het verloop van 2021 kent nog steeds onzekerheden voor wat betreft de bedrijfscontinuiteit van onze klanten. Sommige sectoren zijn bij publicatie van dit financieel verslag gesloten (Horeca), andere niet-essentiële winkels werken met beperkingen.
Qrf ageert snel op de veranderde situatie in 2021 en kan beroep doen op de opgedane ervaring. De vennootschap blijft een individuele aanpak hanteren op maat van de specifieke maatregelen en de specifieke situatie van haar huurders.
Daarnaast ligt de klemtoon in 2021 dan ook op het beheersen van mogelijk kredietrisico op enkele specifieke huurders, en de herverhuur van leegstaande locaties.
Qrf verwacht daarnaast een daling van de recurrente huurinkomsten als gevolg van de inbreng van zowel de Bondgenotenlaan, Leuven als het Century Center in ontwikkelingsvennootschappen.
Daartegenover staat het positieve effect op de huurinkomsten van de acquisitie van het Rijksarchief te Brugge.
Op basis van de op vandaag gekende informatie en inschattingen behoudt Qrf haar middellange termijn dividendbeleid van minstens 0,8 EUR per aandeel voor 2021.
| 6.1 I | DENTITEIT 37 | |
|---|---|---|
| 6.2 | PERI METERVENNOOTSCHAPPEN 39 | |
| 6.3 | GESCHIEDENIS VAN QRF 40 |
|
| 6.4 | STRATEGIE 40 |
Antwerpen Kammenstraat 34 België
Qrf is een Belgische openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV of BE-REIT) die investeert in binnenstedelijk vastgoed in België en Nederland. De vennootschap focust op de verwerving, de herontwikkeling en verhuur van commercieel vastgoed gericht op retail, vrije tijd en HoReCa.
Door middel van een actief portefeuillebeheer streeft Qrf, bovenop de basisdoelstelling van waardebehoud van haar vastgoed, tevens naar waardecreatie, door een conservatief, doch actief en gericht investeringsbeleid en het activeren van herontwikkelingsmogelijkkheden binnen de bestaande vastgoedportefeuille.
Qrf werd opgericht voor onbepaalde duur bij akte voor notaris Vroninks op 3 september 2013 onder de vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen, en wordt bestuurd door haar enige Statutaire Zaakvoerder, Qrf Management NV.
Op 7 november 2014 heeft Qrf het statuut van openbare GVV aangenomen. Op 31 december 2020 bestond het team van Qrf uit 6 medewerkers. Qrf beoogt hetzelfde aantal medewerkers te behouden over het boekjaar 2020.
Organigram 1 STRUCTUUR VERBONDENHEID QRF PER 31 DECEMBER 2020
1 Beursgenoteerde BE-REIT
2 Statutaire Zaakvoerder van Qrf Comm. VA
3 Toezicht op de Statutaire Zaakvoerder en Qrf Comm. VA
Op 31 december 2020 heeft Qrf 5 Perimetervennootschappen.
Organigram 2 PERIMETERVENNOO TSCHAPPEN QRF (DIRECTE OF INDIRECTE PARTICIPATIE)
Tabel 1 LIJST VAN DE PERIMETERVENNOO TSCHAPPEN VAN QRF OP 31 DECEMBER 2020
| PERIMETER VENNOOTSCHAP |
AANDEELHOUDERSCHAP | BESTUURDERS | COMMISSARIS |
|---|---|---|---|
| Qrf Nederland BV Maatschappelijke zetel: Emmalaan 25 1075AT Amsterdam, Nederland |
100% van de aandelen worden direct of indirect aangehouden door Qrf |
William Vanmoerkerke Tom Schockaert |
/ |
| RIGS NV (GVBF) Maatschappelijke zetel: Gaston Crommenlaan 8 9000 Gent, België |
100% van de aandelen worden direct of indirect aangehouden door Qrf |
Qrf Comm. VA Tom Schockaert |
PwC |
| RAB Invest NV Maatschappelijke zetel: Gaston Crommenlaan 8 9000 Gent, België |
100% van de aandelen worden direct of indirect aangehouden door Qrf |
Qrf Comm. VA Tom Schockaert |
PwC |
| Century Center Offices BV Maatschappelijke zetel: Pauline Van Pottelsberghelaan 10 9051 Gent, België |
30% Qrf 70% Baltisse |
Qrf Management NV Particimmo NV Baltissimo NV |
Finvision |
| Bond 58 BV Maatschappelijke zetel: Naamsestraat 37 3000 Leuven, België |
30% Qrf 70% Dyls NV |
Dominique Van Etterijk Yves Puttemans William Vanmoerkerke |
/ |
De aangescherpte focus van Qrf ligt op kwalitatief vastgoed in een beperkt aantal belangrijke centrumsteden in België en Nederland. Daarnaast beperkt Qrf zich niet langer tot uitsluitend winkelvastgoed, maar is vanaf heden op zoek naar een bijkomende spreiding van haar activa in Vrije Tijds- en HoReCa-vastgoed.
Qrf trekt hiermee de kaart van het vrij beschikbaar inkomen van eindconsumenten en streeft ernaar een vastgoedportefeuille op te bouwen die het huidige en toekomstige bestedingspatroon van inwoners, verblijfstoeristen en dagbezoekers van centrumsteden weerspiegelt.
De voorbije tien jaar is het bestedingspatroon van de consument dermate veranderd, dat een solitaire focus op winkelvastgoed niet de nodige bescherming biedt tegen lange termijn marktevoluties.
In het verleden ging het leeuwendeel van het vrij beschikbaar inkomen (exclusief levensnoodzakelijke of duurzame "white goods") naar fysiek winkelen. Het aanbod van winkels (retail) veranderde de voorbije twintig jaar enorm: van lokale middenstand naar grote internationale ketens. Echter op vandaag leert de markt ons dat de pendel langs de andere kant is doorgeslaan: een verzadiging van het binnenstedelijk winkelgebied heeft zich sinds 2016 gemanifesteerd. Daarenboven werd er in België de voorbije jaren een groter aandeel aan online-aankopen geregistreerd, een trend die zich nog enkele jaren zal doorzetten om te stabiliseren op een omni-channel model waar retailers beide kanalen (traditionele winkels en e-commerce) met elkaar integreren teneinde een antwoord te bieden op de economische, ecologische en sociale uitdagingen van deze tijd.
Winkelvastgoed blijft een belangrijke investeringsmarkt voor Qrf. Echter hanteert Qrf strengere investeringscriteria met betrekking tot bestaande en nieuwe investeringen in winkelvastgoed. Strikte criteria worden aangehouden met betrekking tot de stad; de locatie in het winkelgebied; de fysieke opbouw van de winkel alsook met betrekking tot de waardering die gebaseerd wordt op een duurzaam huurniveau en conservatief rendement.
Voor wat betreft de bestaande portefeuille ligt de focus op het bestendigen van de Kern locaties en het opportunistisch desinvesteren van Niet-Kern locaties, indien er op deze locaties toekomstige neerwaartse risico's worden geïdentificeerd.
Daarnaast en op basis van voornoemde strategie, beoogt Qrf op termijn te beschikken over een vastgoedportefeuille die zich diversifieert tussen winkel-, vrije tijds- en HoReCa-vastgoed.
Qrf heeft een financieringsstrategie vastgelegd conform de volgende principes:
Qrf erkent dat een belangrijke pijler om meerwaarde te creëren binnen de vastgoedportefeuille het herontwikkelingen van activa is. Zowel binnen de bestaande vastgoedportefeuille voor onderbenut vastgoed, alsook bij het nemen van investeringsbeslissingen kan de herontwikkelingsmogelijkheid een driver van meerwaarde zijn.
In het verleden heeft Qrf nooit de actieve kennis opgebouwd om ontwikkelingsprojecten te realiseren. Daarom kiest het management op korte termijn om bestaande ontwikkelingsprojecten via joint ventures te realiseren.
Gezien de belangrijkheid van dergelijke competentie kan op termijn gekozen worden, op basis van de opportuniteiten in de bestaande portefeuille of nieuwe activa, om de competenties noodzakelijk om ontwikkelingen efficiënt te beheren aan te trekken en op te bouwen.
| 7.1 | ALGEMENE INFORMATIE | 45 |
|---|---|---|
| 7.2 | BESLISSINGSORGANEN | 48 |
| 7.3 | PREVENTIE VAN BELANGENCONFLICTEN | 69 |
| 7.4 R | EMUNERATIEVERSLAG | 76 |
| Oostende | |
|---|---|
| Kapellestraat | |
| België |
Voor het boekjaar 2020, wordt de Belgische Corporate Governance Code 2020 (de "Code") als referentiecode gehanteerd door Qrf. Deze Code is beschikbaar op de website van het Belgisch Staatsblad en die van het Corporate Governance Comittee (www.corporategovernancecommittee.be). Verder worden de bepalingen van de toepasselijke vennootschapswetgeving met betrekking tot Corporate Governance nageleefd.
In overeenstemming met Artikel 17, § 6 van de GVV-Wet heeft Qrf een passend integriteitsbeleid uitgewerkt. Hieronder wordt een overzicht van de regels en de principes opgelijst op basis waarvan het deugdelijk bestuur (Corporate Governance) van Qrf is georganiseerd.
Deze verklaring bevat de belangrijkste regels die Qrf heeft aangenomen in toepassing van de wetgeving en aanbevelingen inzake deugdelijk bestuur. De verklaring maakt tevens deel uit van het jaarverslag, overeenkomstig Artikel 3:6, § 2 en § 3 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De Governance Code 2020 is gebaseerd op het "pas toe of leg uit"-principe (comply or explain): Belgische beursgenoteerde ondernemingen dienen de Governance Code 2020 na te leven, maar kunnen van de bepalingen en richtlijnen (maar niet van de principes) afwijken, op voorwaarde dat zij de redenen voor die afwijkingen bekend maken in hun verklaring inzake deugdelijk bestuur.
De Statutaire Zaakvoerder staat volledig achter de principes van de Governance Code 2020, maar gelooft dat bepaalde (beperkte) afwijkingen van de bepalingen ervan gerechtvaardigd zijn in het licht van de specifieke situatie van Qrf.
Meer specifiek is Qrf afgeweken van de volgende aanbeveling van de Governance Code 2020:
■ in afwijking van principes 3.19 tem 3.21 van de Governance Code 2020 wordt er geen formele secretaris aangesteld gelet op de omvang van Qrf, haar activiteiten en de efficiëntie van haar beslissingsproces. Om dezelfde redenen heeft ze ook geen interne bedrijfsjurist en zal zij beroep doen op gespecialiseerd extern juridisch advies wanneer zij dit nuttig en nodig acht;
■ in afwijking van aanbeveling 7.6 van de Governance Code 2020 ontvangen niet-uitvoerende Bestuurders geen variabele prestatiegebonden remuneratie die rechtstreeks verband houdt met de resultaten van de Vennootschap zoals bonussen of aandelengerelateerde incentiveprogramma's op lange termijn, noch voordelen in natura of voordelen die verbonden zijn aan pensioenplannen. De Vennootschap motiveert deze afwijking door het feit dat een dergelijke vergoeding in aandelen van niet-uitvoerende Bestuurders nieuw is in de Code 2020 en evenmin ingeburgerd is bij Belgische beursgenoteerde bedrijven in het algemeen of meer specifiek in de GVV-sector. De Vennootschap is van mening dat het beoordelingsvermogen van deze Bestuurders – in het bijzonder als niet-uitvoerende Bestuurders – niet aangetast wordt door de afwezigheid van een vergoeding in aandelen. Naar weten van de Vennootschap is er internationaal ook nog geen consensus dat een vergoeding in aandelen waarborgt dat het belang van de niet-uitvoerende Bestuurders gealigneerd wordt met het aandeelhoudersbelang. De Vennootschap beslist om de ontwikkeling van de praktijk van de Belgische beursgenoteerde bedrijven in het algemeen of meer specifiek in de GVV-sector af te wachten en regelmatig te heroverwegen of het in het belang van de Vennootschap en haar aandeelhouders kan zijn om alsnog over te gaan tot (gedeeltelijke) betaling van niet-uitvoerende Bestuurders in aandelen.
Het integriteitsbeleid van Qrf werd samengevat in het Corporate Governance Charter. Het Corporate Governance Charter behandelt onder meer de beheersorganen van de vennootschap, belangenconflicten, ethische code en duurzaam ondernemen. Het Corporate Governance Charter van Qrf werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder in overeenstemming met de aanbevelingen in de Governance Code 2020. De Statutaire Zaakvoerder zal het Corporate Governance Charter van Qrf op gezette tijdstippen herzien.
De Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder heeft dit Charter initieel aangenomen op haar vergadering van 26 november 2013. Het Charter werd laatst herzien op 7 februari 2019.
De meest recente versie van het Corporate Governance Charter van Qrf kan steeds worden geraadpleegd op de website investor.qrf.be, onder de rubriek Corporate Governance, en kan na aanvraag kosteloos verkregen worden op de zetel van Qrf (Gaston Crommenlaan 8, 9050 Gent).
Voor de informatie zoals bedoeld in Artikel 14, 4de lid van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt wordt verwezen naar Hoofdstuk 8 "Qrf op de beurs".
De procedure voor de benoeming en vervanging van de Statutaire Zaakvoerder en de leden van diens Raad van Bestuur wordt beschreven in respectievelijk Hoofdstuk 7.2.1 en 7.2.2.1. Er wordt verwezen naar Hoofdstuk 8.4 van dit jaarverslag voor een beschrijving van de houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn (alsook een beschrijving van deze rechten). Er is geen wettelijke of statutaire beperking van de uitoefening van het stemrecht met uitzondering van het feit dat het stemrecht van eventuele eigen aandelen van Qrf geschorst is.
Hoofdstuk 12 van dit jaarverslag bevat een kopie van de gecoördineerde statuten van Qrf. Elke wijziging van de statuten van Qrf dient te verlopen conform de regels uiteengezet in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, de GVV-Wet en het GVV-KB. Voor een overzicht van de bevoegdheid van de Statutaire Zaakvoerder om aandelen uit te geven of eigen aandelen in te kopen verwijzen we naar Hoofdstuk 11 (Toelichting 17.2 en 17.3) van dit jaarverslag.
Qrf past het volgende diversiteitsbeleid toe overeenkomstig Artikel 3:6, § 2, 6° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen:
Overeenkomstig Artikel 11 van de statuten wordt Qrf bestuurd door een Statutaire Zaakvoerder die de hoedanigheid van beherende (gecommanditeerde) vennoot heeft en benoemd wordt in de statuten. Overeenkomstig Artikel 11 van de statuten van Qrf werd Qrf Management NV, met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, Oud Vliegveld 12, aangesteld tot enige Statutaire Zaakvoerder van Qrf voor een periode van 15 jaar. Deze periode is gestart op 3 september 2013.
Als Statutaire Zaakvoerder en beherende vennoot is Qrf Management NV bevoegd om alle handelingen te stellen die nuttig of vereist zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van Qrf, met uitzondering van de handelingen die de wet of de statuten van Qrf heeft voorbehouden aan de Algemene Vergadering van aandeelhouders.
Het mandaat van de Statutaire Zaakvoerder is voor bepaalde duur, zoals voorzien in de statuten van Qrf. Bij het verlopen van het mandaat kan de Statutaire Zaakvoerder worden herbenoemd door de Buitengewone Algemene Vergadering bij statutenwijziging voor notaris. (Het kan slechts worden herroepen bij rechterlijke uitspraak op vordering, daartoe ingesteld door de Algemene Vergadering, op grond van wettige redenen.)
De Statutaire Zaakvoerder kan niet deelnemen aan de stemming over de beslissing om dergelijke vordering in te stellen. De Statutaire Zaakvoerder blijft haar mandaat verder vervullen tot dat de rechterlijke uitspraak tot herroeping hiervan in kracht van gewijsde is getreden.
De Statutaire Zaakvoerder kan te allen tijde zelf ontslag nemen, maar moet dan haar opdracht verder vervullen totdat redelijkerwijze in haar vervanging kan worden voorzien. In dat geval zal de Algemene Vergadering binnen een maand samenkomen om tot de vaste benoeming van een nieuwe Statutaire Zaakvoerder over te gaan.
Qrf Management NV handelt bij het uitoefenen van haar bestuurstaken als Statutaire Zaakvoerder in het uitsluitend belang van de aandeelhouders van Qrf.
De Statutaire Zaakvoerder duidt een vaste vertegenwoordiger aan overeenkomstig Artikel 2:55, lid 1 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. De heer William Vanmoerkerke werd aangeduid als vaste vertegenwoordiger van Qrf Management NV.
Vermits Qrf de vorm heeft aangenomen van een commanditaire vennootschap op aandelen, die bestuurd wordt door een zaakvoerder-rechtspersoon, worden door de GVV-Wet en het GVV-KB onder meer de volgende bijzondere verplichtingen opgelegd aan het bestuur van de Statutaire Zaakvoerder:
De rol van de Raad van Bestuur bestaat erin het lange termijn succes van Qrf na te streven door ondernemend leiderschap te garanderen en ervoor te zorgen dat risico's kunnen worden ingeschat en beheerd.
De Raad van Bestuur beslist over de waarden en de strategie van Qrf, het risicobeleid en de voornaamste beleidslijnen. Daarnaast ziet de Raad van Bestuur erop toe dat de verplichtingen van Qrf ten aanzien van haar aandeelhouders duidelijk zijn en dat aan deze verplichtingen wordt voldaan, rekening houdend met de belangen van de overige stakeholders.
In het bijzonder heeft de Raad van Bestuur de volgende, niet-limitatief opgesomde kerntaken:
In 2020 is de Raad van Bestuur in haar hoedanigheid van Statutaire Zaakvoerder van Qrf 7 keer (digitaal) samengekomen, waarvan 2 keer telefonisch.
In 2020 bestond de Raad van Bestuur uit de volgende leden: William Vanmoerkerke, Inge Boets, Jan Brouwers, Frank De Moor en Francis Vanderhoydonck.
| William Vanmoerkerke | Niet-onafhankelijk, uitvoerend bestuurder | 7/7 |
|---|---|---|
| Francis Vanderhoydonck | Niet-onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder | 7/7 |
| Frank De Moor | Onafhankelijk bestuurder | 7/7 |
| Jan Brouwers | Onafhankelijk bestuurder | 7/7 |
| Inge Boets | Onafhankelijk bestuurder en Voorzitter Raad van Bestuur | 7/7 |
| RAAD VAN BESTUUR NAAM |
FUNCTIE | AANWEZIGHEID |
De Raad van Bestuur heeft zich naast wederkerige onderwerpen ook uitgesproken over verschillende dossiers zoals onder meer:
Op datum van dit jaarverslag bestaat de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder uit zes leden, meer bepaald:
De wet van 28 juli 2011 (voetnoot 6) en Artikel 7:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen beoogt een grotere aanwezigheid van vrouwen in de Raad van Bestuur van genoteerde bedrijven. Qrf voldoet op datum van dit jaarverslag aan de vereiste.
De Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV van 20 september 2017 heeft de volgende personen benoemd als bestuurder voor de periode die loopt van 20 september 2017 tot de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2021:
Per 30 januari 2019 heeft de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV de volgende personen benoemd als bestuurder voor de periode die loopt van 30 januari 2019 tot de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2023:
Per 24 februari 2021 heeft de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV de volgende persoon benoemd als bestuurder voor de periode die loopt van 24 februari 2021 tot de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2023:
■ mevrouw Stefanie Vanden Broucke
Van links naar rechts: Jan Brouwers, Frank De Moor, William Vanmoerkerke, Inge Boets, Stefanie Vanden Broucke en Francis Vanderhoydonck.
| NAAM FUNCTIE |
GEBOORTE JAAR |
M/V | BEGIN MANDAAT |
EINDE MANDAAT |
|---|---|---|---|---|
| Inge Boets - Voorzitter van de Raad van Bestuur - Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder zoals bedoeld in Artikel 7:87 van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen - Lid van het auditcomité - Lid van het remuneratie- en benoemingscomité - Eindverantwoordelijke m.b.t. interne audit |
1962 | V | 20 september 2017 | Bij de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2021 |
| Jan Brouwers - Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder zoals bedoeld in Artikel 7:87 van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen - Voorzitter van het remuneratie en benoemingscomité |
1974 | M | 20 september 2017 | Bij de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2021 |
| Frank De Moor - Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder zoals bedoeld in Artikel 7:87 van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen - Voorzitter van het auditcomité |
1962 | M | 20 september 2017 | Bij de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2021 |
| William Vanmoerkerke - Uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder - Voorzitter van het investeringscomité |
1983 | M | 30 januari 2019 | Bij de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2023 |
| Francis Vanderhoydonck - Niet-uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder - Lid van het auditcomité - Lid van het remuneratie en benoemingscomité |
1958 | M | 30 januari 2019 | Bij de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2023 |
| Stefanie Vanden Broucke - Niet-uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder |
1978 | V | 26 februari 2021 | Bij de sluiting van de Gewone Algemene Vergadering van Qrf Management NV die zal beslissen over de jaarrekening van het boekjaar afgesloten op 31 maart 2023 |
De bestuurders dienen, conform Artikel 14 van de GVV-Wet, permanent over de professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid te beschikken die vereist is voor de uitoefening van hun functie.
Andere functies en mandaten van de bestuurders van de Raad van Bestuur van Qrf die thans of tijdens de voorbije vijf jaar werden uitgeoefend:
| NAAM HUIDIGE FUNCTIE |
HUIDIGE MANDATEN | MANDATEN DIE DE VOORBIJE 5 JAAR WERDEN UITGEOEFEND EN BEËINDIGD |
|---|---|---|
| Inge Boets Huidige functie: bestuurder bij diverse vennootschappen (Onderheide 28, 2930 Brasschaat) |
- Econopolis Wealth Management NV, voorzitter (2013-heden); - Inge Boets BVBA, zaakvoerder (1996-heden); - VZW Altijd Vrouw, bestuurder (2012-heden); - La Scoperta BVBA, aandeelhouder/zaakvoerder (2011-heden); - Euroclear SA, onafhankelijk bestuurder en Voorzitter van het auditcomité (2014-heden); - Ontex*, onafhankelijk bestuurder en Voorzitter van het auditcomité (2014-heden); - Econoholding NV, voorzitter (2019-heden). |
- Euroclear Belgium, onafhankelijk bestuurder (2012-2014); - Vlaams Parlement, lid van het auditcomité (2011-2015); - Euroclear plc, onafhankelijk bestuurder (2014-2018); - Euroclear Holding NV, onafhankelijk bestuurder (2018-2019); - Guberna, Advisor Board Effectiveness (2011-2019); - Van Breda Risk & Benefits, onafhankelijk bestuurder en Voorzitter van het auditcomité (2015-2019); - Triginta, voorzitter (2017-2020). |
| Jan Brouwers Huidige functie: bestuurder Jaran Capital Fund SA (11 Rue Aldringen, L-1118 Luxembourg) |
- Jaran Capital BV Nederland, bestuurder (2013-heden); - Jaran Capital Fund, bestuurder sinds 2016, - JJJ Moore LTD, bestuurder (2020 - heden) |
- Morgan Stanley, Managing Director (1999-2013); - Proviron Holding NV, onafhankelijk bestuurder (2004-2016). |
| Frank De Moor Huidige functie: CEO Q-Park NV (Stationsplein 8E, 6221 BT Maastricht) |
||
| William Vanmoerkerke Huidige functie: director CEO Qrf (Gaston Crommenlaan 8, 9050 Gent) |
- Hotel Bel EUR, bestuurder (2014-heden); - Restotel, bestuurder (2015-heden); - Ampla House Properties, bestuurder (2016-heden); - Noordzee Investments, bestuurder (2016-heden); - WVM Projects, bestuurder (2016-heden); - Horizon Retail Investeringen WP, bestuurder (2016-heden). |
- Auction Club S.a.r.l. (Luxembourg), bestuurder (2014-2018); - WVM Projects, zaakvoerder (2014-2017); - Horizon Retail Investeringen MVV, bestuurder (2011-2019); - Horizon Retail Investeringen DMB, bestuurder (2016-2019). |
| HUIDIGE MANDATEN | MANDATEN DIE DE VOORBIJE 5 JAAR WERDEN UITGEOEFEND EN BEËINDIGD |
|---|---|
| - Denderland-Martin NV, bestuurder (2001-heden); - Essers Group BVBA, bestuurder (1999-heden); - Integrate NV, bestuurder (2014-heden); - Jansen Group NV, bestuurder (2011-heden); - Jezet International NV, bestuurder (2016-heden); - Mintjens Group NV, bestuurder (2000-heden); - Polyscope Holding BV, bestuurder (2009-heden); - Resilux NV*, bestuurder (2000-heden). - W Beheer, bestuurder (2018- heden) - Danae Beheer Groep, bestuurder (2010 – heden) - Noordzee Investments, bestuurder (2018- heden) |
- Baarsma Benelux NV, bestuurder (2009-2016); - GIMV NV, bestuurder (2011-2015); - Option NV, bestuurder (2012-2017). - Agilitas Groep NV, bestuurder (2017-2020); - Alro NV, bestuurder (2003-2019). |
| - Ulnate BV, bestuurder (2011 – heden) |
- CAAAP NV, CEO (2018 – 2021) |
Vennootschappen aangeduid met een * zijn beursgenoteerde vennootschappen.
Mevrouw Inge Boets werd tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder van 20 september 2017 voor een onbepaalde termijn herbenoemd als de Voorzitter van de Raad van Bestuur. Het mandaat van mevrouw Inge Boets als Voorzitter zal een einde nemen op het moment dat haar huidige mandaat als bestuurder ten einde komt, behoudens een uitdrukkelijke hernieuwing door de Raad van Bestuur na advies van het remuneratie- en benoemingscomité.
Het auditcomité is belast met de wettelijke taken beschreven in Artikel 7:99 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. De taken van het auditcomité omvatten onder meer:
De taken en bevoegdheden van het auditcomité staan beschreven in de Artikelen 4.3 en 4.5 tot en met 4.8 van het Corporate Governance Charter van Qrf.
In 2020 bestond het Audit Comité uit de volgende leden: Inge Boets, Frank De Moor, Francis Vanderhoydonck.
Op datum van dit jaarverslag bestaat het auditcomité uit 3 leden:
| TYPE COMITÉ | PERIODICITEIT | DOEL | SAMENSTELLING |
|---|---|---|---|
| Auditcomité | Min. 4x per jaar | Controleren integriteit openbare financiële informatie |
Twee niet-uitvoerende en onafhankelijke bestuurders: 1) Inge Boets; 2) Frank De Moor. |
| Onderzoek interne controle en systemen inzake risicobeheer opgezet door Uitvoerend Management |
Eén niet-uitvoerende en niet-onafhankelijke bestuurder: 1) Francis Vanderhoydonck. |
De nadere regels met betrekking tot de samenstelling van het auditcomité zijn opgenomen in Artikel 4.2 van het Corporate Governance Charter van Qrf. Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders waarvan de meerderheid onafhankelijk is. De leden van het auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid met betrekking tot de activiteiten van Qrf en over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit.
Het auditcomité vergadert zoveel als nodig om zijn taken goed uit te voeren, en dit niet minder dan vier maal per boekjaar. De bijeenroeping gebeurt door de Voorzitter van het auditcomité, de heer Frank De Moor. Hij is verplicht een vergadering bijeen te roepen telkens wanneer een lid van het auditcomité daarom verzoekt. Het auditcomité kan naar keuze niet-leden (zoals bijvoorbeeld de CEO, de CFO, de interne auditor of de Commissaris van Qrf) uitnodigen om de vergaderingen bij te wonen.
Minstens de meerderheid van de leden van het auditcomité dient aanwezig te zijn of vertegenwoordigd opdat de vergaderingen rechtsgeldig zouden zijn samengesteld.
Het auditcomité heeft minstens twee maal per jaar een ontmoeting met de Commissaris van Qrf en de interne auditor, om met hen te overleggen over materies die betrekking hebben op het interne reglement en over alle aangelegenheden die voortvloeien uit het auditproces en in het bijzonder de belangrijke zwakke punten van de interne controle.
De Commissaris van Qrf heeft rechtstreeks en onbeperkt toegang tot de Voorzitter van het auditcomité en tot de Voorzitter van de Raad van Bestuur.
Het auditcomité heeft de mogelijkheid om op kosten van Qrf extern professioneel advies in te winnen, nadat de Voorzitter van de Raad van Bestuur hiervan werd ingelicht. Het auditcomité evalueert jaarlijks zijn werking, doeltreffendheid en intern reglement. Na de evaluatie doet het comité aanbevelingen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot eventuele wijzigingen.
In 2020 kwam het auditcomité vier keer samen. Hierin werden de onderwerpen binnen het kader van zijn opdracht besproken, met name de bewaking van de juistheid van de rapportering van de halfjaar- en de jaarcijfers van Qrf.
| NAAM | FUNCTIE | AANWEZIGHEID |
|---|---|---|
| Frank De Moor | Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder en Voorzitter van het auditcomité |
4/4 |
| Inge Boets | Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder | 4/4 |
| Francis Vanderhoydonck | Niet-uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder | 4/4 |
Het investeringscomité, opgericht door de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder, is belast met de voorbereiding van de investerings- en desinvesteringsdossiers voor de Raad van Bestuur. Het investeringscomité volgt daarnaast de onderhandelingen met de verschillende tegenpartijen van Qrf op. Deze onderhandelingen hebben voornamelijk betrekking op de verwerving (onder gelijk welke vorm) en de vervreemding van vastgoed, het sluiten van belangrijke verhuurovereenkomsten en/of de overnames van vastgoedvennootschappen.
De Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder kan te allen tijde beslissen om meerdere investeringscomités op te richten wanneer de Raad van Bestuur dit nodig acht (bv. per geografische regio). Het kader en de bepalingen van het investeringscomité zullen dan mutatis mutandis worden toegepast op de verschillende investeringscomités.
De taken en bevoegdheden van het investeringscomité staan beschreven in Artikel 6.3 van het Corporate Governance Charter van Qrf.
Tabel 6 SAMENSTELLING INVESTERINGSCOMITÉ - PERIODICITEIT - DOEL
| TYPE COMITÉ | PERIODICITEIT | DOEL | SAMENSTELLING |
|---|---|---|---|
| Investeringscomité | Min. 4x per jaar | Voorbereiden investerings en desinvesteringsdossiers voor de Raad van Bestuur. |
Uitvoerend Management: 1) William Vanmoerkerke; 2)Tom Schockaert. |
| Uitvoerende bestuurders: 1) William Vanmoerkerke. |
De nadere regels met betrekking tot de samenstelling van het investeringscomité zijn opgenomen in Artikel 6.2 van het Corporate Governance Charter van Qrf.
Het investeringscomité vergadert zoveel als nodig om zijn taken goed uit te voeren, en dit niet minder dan viermaal per boekjaar. De bijeenroeping gebeurt door de Voorzitter van het investeringscomité.
Alle vergaderingen worden gehouden volgens een agenda die wordt vastgesteld door de Voorzitter van het investeringscomité.
Op de eerstvolgende vergadering van de Raad van Bestuur brengt de Voorzitter verslag uit van het laatste investeringscomité. Beslissingen en adviezen worden (aan)genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Deze problematiek wordt dan voorgelegd aan de voltallige Raad van Bestuur op diens eerstvolgende vergadering. Leden die tegen een beslissing of een advies hebben gestemd kunnen hun redenen hiertoe omstandig laten opnemen in de notulen van het investeringscomité.
Het investeringscomité evalueert jaarlijks zijn werking, doeltreffendheid en intern reglement. Na de evaluatie doet het comité aanbevelingen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot eventuele wijzigingen.
Het remuneratie- en benoemingscomité, opgericht door de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder, doet voorstellen en verschaft advies aan de Raad van Bestuur inzake het remuneratiebeleid alsook de individuele remuneratie van bestuurders en de leden van het Uitvoerend Management. Het geeft advies over aanwervingen en promoties en evalueert de omvang en samenstelling van de Raad van Bestuur. Het verzekert de bekwaamheid van de leden van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management en kijkt toe op een adequaat remuneratiesysteem.
Het remuneratie- en benoemingscomité heeft meer bepaald als taak:
de voorbereiding van het remuneratieverslag dat door de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder wordt gevoegd in de verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag;
de toelichting van het remuneratieverslag op de jaarlijkse Algemene Vergadering van aandeelhouders;
Het remuneratie- en benoemingscomité neemt de voorstellen in overweging die worden gedaan door relevante partijen, met inbegrip van het management (waaronder ook de CEO) en de aandeelhouders. De CEO heeft ook de mogelijkheid om voorstellen in te dienen bij het remuneratie- en benoemingscomité waardoor hij afdoende wordt geadviseerd door het remuneratie- en benoemingscomité, vooral wanneer het kwesties bespreekt die verband houden met uitvoerende bestuurders of het Uitvoerend Management van de Statutaire Zaakvoerder.
De taken en bevoegdheden van het remuneratie- en benoemingscomité staan beschreven in Artikel 5.3 van het Corporate Governance Charter van Qrf.
Op datum van dit jaarverslag bestaat het remuneratie- en benoemingscomité uit 3 leden:
| TYPE COMITÉ | PERIODICITEIT | DOEL | SAMENSTELLING |
|---|---|---|---|
| Remuneratie- en benoemingscomité |
Min. 2x per jaar | Opstellen remuneratieverslag inzake het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie van haar Statutaire Zaakvoerder, analyse nieuwe effectieve leiders, |
Niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders: 1) Inge Boets; 2) Jan Brouwers. |
| Niet-uitvoerende, niet-onafhankelijke bestuurder: 1) Francis Vanderhoydonck. |
De nadere regels met betrekking tot de samenstelling van het remuneratie- en benoemingscomité zijn opgenomen in Artikel 5.2 van het Corporate Governance Charter van Qrf.
Het remuneratie- en benoemingscomité vergadert zoveel als nodig om zijn verplichtingen goed na te komen, en dit niet minder dan twee keer per boekjaar. De bijeenroeping gebeurt door de Voorzitter, de heer Jan Brouwers, van het remuneratie- en benoemingscomité. Hij is verplicht een vergadering bijeen te roepen telkens wanneer een lid van het remuneratie- en benoemingscomité daarom vraagt. Het remuneratie- en benoemingscomité kan naar keuze niet-leden uitnodigen om de vergaderingen bij te wonen.
Minstens de meerderheid van de leden van het remuneratie- en benoemingscomité dient aanwezig te zijn of vertegenwoordigd opdat de vergaderingen rechtsgeldig zijn.
Niemand beslist/adviseert over zijn/haar eigen vergoeding. Daarom verlaat de betrokken bestuurder de vergadering van het remuneratie- en benoemingscomité wanneer zijn/haar eigen vergoeding wordt besproken. Deze werkwijze wordt niet toegepast wanneer het remuneratie- en benoemingscomité het algemene remuneratiebeleid en het beleid ten aanzien van categorieën van bestuurders bespreekt. De CEO neemt deel aan de vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité wanneer dit de remuneratie van andere leden van het Uitvoerend Management behandelt.
Jaarlijks beoordeelt het remuneratie- en benoemingscomité zijn samenstelling en werking, evalueert het zijn eigen doeltreffendheid en doet het aan de Raad van Bestuur aanbevelingen met betrekking tot de nodige wijzigingen.
| NAAM | FUNCTIE | AANWEZIGHEID |
|---|---|---|
| Jan Brouwers | Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder en Voorzitter van het remuneratie- en benoemingscomité |
2/2 |
| Inge Boets | Niet-uitvoerend, onafhankelijk bestuurder | 2/2 |
| Francis Vanderhoydonck | Niet-uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder | 2/2 |
Het Uitvoerend Management van Qrf bestaat uit de effectieve leiders zijnde de CEO en de CFO.
De CEO is in eerste instantie de eindverantwoordelijke voor:
1 Het mandaat van Freddy Hoorens als bestuurder en bijgevolg als lid van het remuneratie- en benoemingscomité nam een einde op 30 januari 2019. Sinds 30 januari 2019 is William Vanmoerkerke lid van het investeringscomité als uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder. Sinds 30 januari is Francis Vanderhoydonck lid van het remuneratie-en benoemingscomité als niet-uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder.
De CFO is in eerste instantie verantwoordelijk voor:
De heer William Vanmoerkerke en de heer Tom Schockaert maakten in 2020 de effectieve leiding uit van Qrf.
Tabel 9 SAMENSTELLING UITVOEREND MANAGEMENT - FUNCTIE - DUURTIJD MANDAAT
| NAAM FUNCTIE |
GEBOORTEDATUM | M/V | BEGIN MANDAAT | EINDE MANDAAT |
|---|---|---|---|---|
| William Vanmoerkerke CEO Effectieve Leider Uitvoerend bestuurder Lid van de Raad van Bestuur Voorzitter van het Investeringscomité Kantooradres: Gaston Crommenlaan 8, 9050 Gent |
7 december 1983 | M | 30 januari 2019 | Onbepaalde duur |
| Tom Schockaert CFO Effectieve Leider Lid van het Investeringscomité Compliance Officer en Risk Manager Kantooradres: Gaston Crommenlaan 8, 9050 Gent |
27 maart 1984 | M | 22 april 2019 | Onbepaalde duur |
| Michiel Gevers COO Lid van het Investeringscomité Kantooradres: Gaston Crommenlaan 8, 9050 Gent |
30/10/1983 | M | 1 oktober 2017 | 30 januari 2021 |
(°07/12/1983) behaalde zijn Master Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Gent (2005), een Master in Marketing Management aan de Vlerick Leuven Gent Management School (2006) en een Master of Business Administration aan de New York University (2012).
Hij startte zijn carrière bij eBay als Segment Manager. In 2008 ging hij aan de slag als consultant bij Roland Berger Strategy Consultants, om vervolgens in 2012 deze functie verder te zetten bij The Boston Consulting Group. In 2013 zette hij zijn carrière voort als Senior Director Strategy & Business Development bij Elsevier Inc.
Sinds 2014 behartigt hij, samen met Olivia en Mark Vanmoerkerke, de belangen van de familie in diverse ondernemingen en participaties.
(°27/03/1984) studeerde af als Master Handelswetenschappen en Bedrijfskunde aan de Hogeschool en Universiteit Gent. Nadien vervolledigde hij het Postgraduaat in het Financiënwezen aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Tom startte zijn loopbaan in 2007 bij KPMG als auditor en transaction services advisor. In 2011 maakte hij de overstap naar de Elia Groep waar hij 6 jaar lang verschillende posities bekleedde. Zo was hij onder andere actief als Managing Director van de Duitse tak Eurogrid Gmbh en als Head of Group Controlling verantwoordelijk voor Group Controlling, M&A en Investor Relations binnen de Elia Group zelf. De afgelopen jaren was hij actief als Business Unit Controller (Chemicals) bij Katoen Natie, waar hij een team van 14 mensen aanstuurde.
Overeenkomstig de Corporate Governance regels en de wettelijke verplichtingen inzake de GVV-wetgeving, heeft Qrf verschillende onafhankelijke controlefuncties ingevoerd, in overeenstemming met de GVV-Wet en in het bijzonder Artikel 14, 15, 16 en 17 van de GVV-Wet.
| FUNCTIE | PERSOON | BEGIN MANDAAT | EINDE MANDAAT | VERGOEDING |
|---|---|---|---|---|
| Interne Auditor | EY met als vertegenwoordiger Michel Brabants en als eindverantwoordelijke de Voorzitter van de Raad van Bestuur |
2 februari 2015 | Onbepaald | Besproken onder Hoofdstuk 12 |
| Compliance Officer | Tom Schockaert CFO |
22 april 2019 | Onbepaald | Inbegrepen in totaal loonpakket |
| Risk Manager | Tom Schockaert CFO |
22 april 2019 | Onbepaald | Inbegrepen in totaal loonpakket |
Het interne controlesysteem en de bespreking van de risico's voor Qrf maken jaarlijks deel uit van de agenda van zowel het auditcomité als de Raad van Bestuur.
Deze structuur beantwoordt aan het principe van de 3 lines of defence waarbij de organisatie van risk management en interne controle de bevoegdheid van de effectieve leiders en hun teams is. De interne audit ziet toe op de organisatie van deze activiteiten en test de kwaliteit van de interne controle. Het auditcomité en de Raad van Bestuur ontvangen rapportering van zowel de effectieve leiding als de interne audit en waken erover dat het systeem van risk management en interne controle adequaat is.
Conform de Corporate Governance regels en Artikel 17, § 2 van de GVV-Wet, heeft Qrf een intern controlesysteem uitgewerkt dat een redelijke mate van zekerheid verschaft over de betrouwbaarheid van het financiële verslaggevingsproces. Hierdoor zijn in het bijzonder de jaarrekening en de halfjaarlijkse rekening, alsook het jaarverslag en halfjaarlijks verslag in overeenstemming met de geldende boekhoudreglementering. Daarnaast heeft Qrf uitgebreid haar risico's in kaart gebracht.
De lijst van risico's is niet exhaustief en werd opgesteld op basis van de informatie gekend op dit ogenblik. Andere onbekende of onwaarschijnlijke risico's kunnen bestaan, of risico's waarvan op datum van de opmaak van dit document niet wordt aangenomen dat ze, als ze zich in de toekomst zouden voordoen, een ongunstige invloed kunnen hebben op de vennootschap, op haar activiteit of haar financiële situatie. De permanente evoluties op de vastgoedmarkten en de financiële markten vereisen een continue opvolging van de strategische, operationele, financiële en compliance risico's ter bewaking van de resultaten en de financiële situatie van Qrf.
Gezien de onafhankelijkheid van de operationele vennootschapsactiviteiten en gezien de kleine structuur van Qrf, is de CFO de meest geschikte persoon om dit op een onafhankelijke manier te doen.
De belangrijkste risico's bij Qrf zijn opgedeeld in marktrisico's, operationele en vastgoedgebonden risico's, juridische en fiscale risico's en financiële risico's. De CFO neemt de leiding bij het inventariseren van deze risico's en het bepalen van de juiste beheersende maatregelen.
Daarnaast zal hij de medewerkers van Qrf wijzen op aanwezige risico's in de interne en externe omgeving en er mee op toekijken dat het goede voorbeeld en het Corporate Governance Charter worden gevolgd. Hij zal minimum jaarlijks verslag uitbrengen aan het auditcomité, de Interne Auditor en de Commissaris.
Regels betreffende compliance en integriteit zijn opgenomen in de functie van de Compliance Officer.
Overeenkomstig principes van de Governance Code 2020, was Tom Schockaert, als CFO van Qrf, door de Raad van Bestuur aangesteld als Compliance Officer. Hierbij was hij belast met het toezicht op de wetten, reglementen en gedragsregels die van toepassing zijn op Qrf, waaronder de naleving van de regels inzake marktmisbruik, zoals deze regels onder meer opgelegd worden door de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten enerzijds en de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (zoals van tijd tot tijd gewijzigd) anderzijds.
De Compliance Officer stelt alles in het werk om naar goed vermogen toezicht te houden op Qrf zodat o.a. de GVV-wetgeving, de Handelshuurwetgeving, het Corporate Governance Charter en de wetgeving inzake marktmisbruik wordt nageleefd. We verwijzen naar het Verhandelingsreglement in Bijlage 2 van het Corporate Governance Charter. Gezien de onafhankelijkheid van de operationele vennootschapsactiviteiten en gezien de kleine structuur van Qrf, is de CFO de meest geschikte persoon om dit op een onafhankelijke manier te doen.
De interne audit kan worden begrepen als een onafhankelijke evaluatiefunctie, gericht op het evalueren van de werking en de efficiëntie van de interne vennootschapsprocessen. Deze evaluatie kan zich over meerdere domeinen uitstrekken, waaronder o.a. de financiële, operationele, boekhoudkundige en verslaggevingsprocessen van de vennootschap, alsook de kwaliteit van het management van deze processen, de compliance en de risicobeheerfunctie.
Qrf doet beroep op een gespecialiseerde partij voor wat betreft de onafhankelijke Interne Auditfunctie. Als Interne Auditor werd EY, vertegenwoordigd door Michel Brabants, benoemd.
EY is marktleider op vlak van risk advisory, inclusief interne controle, interne audit en risk management. De interne audit methodologie die wordt gehanteerd, is in overeenstemming met de internationale Normen voor de Professionele Uitoefening van Interne Audit van het IIA (Institute of International Auditors). EY beschikt eveneens over een gedegen risk management methodologie gebaseerd op de internationale COSO standaard en op de "ISO: 31000 2009 Risk Management Principle & Guidelines" norm. Daarnaast oefent EY momenteel geen andere consultancyfuncties, dan wel Externe Auditfunctie uit voor Qrf.
De rapportering van de dagelijkse werking gebeurt rechtstreeks naar mevrouw Inge Boets, Voorzitter van de Raad van Bestuur en tevens de eindverantwoordelijke voor de Interne Auditfunctie. Daarnaast is er een rechtstreekse toegang tot de Voorzitter van het auditcomité om de onafhankelijkheid te garanderen.
Qrf kiest als referentiekader het ERM-model (Enterprise Risk Management) zoals ontwikkeld door COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) voor haar interne audit.
De Interne Auditor heeft in dat kader een intern audit plan opgesteld waarin hij op basis van een risicoanalyse een aanpak heeft voorgesteld om de systemen voor de interne controle en risicobeheer, opgezet door het Uitvoerend Management, te onderzoeken. In 2019 werd de initiële risico-analyse voor het bedrijf doorgelicht en geüpdatet waar nodig, volgende op de belangrijke wijzigingen in het Uitvoerend Management alsook in het toekomstig beheer van de Belgische vastgoedportefeuille. Samen met de Raad van Bestuur werd een audit plan voor de komende drie jaar uitgetekend.
Artikel 14 en 15 van de GVV-Wet legt de bestuurders van de Statutaire Zaakvoerder specifieke verplichtingen op inzake professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid (fit and proper-test van de bestuurders).
In het kader van deze verplichtingen verklaart de Vennootschap dat
I. De bestuurders, het Uitvoerend Management en de Effectieve Leiding gedurende de voorgaande vijf jaar niet zijn veroordeeld voor fraudemisdrijven, zij als lid van een bestuurs-, leidinggevend of toezichtsorgaan de voorgaande vijf jaar niet betrokken zijn geweest bij enig faillissement, surseance en dat zij niet het voorwerp zijn geweest van enige officiële of openbaar geuite beschuldigingen en/of sancties opgelegd door een wettelijk of toezichthoudende autoriteit, noch dat zij door de rechtbank onbekwaam verklaard werden om op te treden (i) als een lid van het bestuurs-, leidinggevend of toezichtsorgaan van een emittent van financiële instrumenten of (ii) met het oog op het beheer of de uitoefening van de activiteiten van een emittent van financiële instrumenten.
II . De niet-uitvoerende bestuurders hebben bevestigd niet meer dan vijf mandaten in beursgenoteerde vennootschappen te cumuleren.
III. Tussen de leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen geen familiebanden bestaan.
IV. De bestuurders, het Uitvoerend Management en de Effectieve Leiding, conform Artikel 14 van de GVV-Wet, permanent over de professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken die vereist is voor de uitoefening van hun functie.
Qrf bouwt controlepunten en detectiesystemen in met als doel het voorkomen, detecteren en minimaliseren van mogelijke belangenconflicten of onverenigbaarheden.
De volgende middelen worden gehanteerd om belangenconflicten preventief te detecteren:
Gezien de bestuurders van de Statutaire Zaakvoerder benoemd worden op grond van hun competenties en ervaring inzake vastgoed, komt het voor dat zij bestuursmandaten hebben in andere vastgoedvennootschappen of in vennootschappen die vastgoedvennootschappen controleren, of dat zij als natuurlijke persoon vastgoedactiviteiten uitoefenen.
Qrf en de Statutaire Zaakvoerder leven de aanbevelingen van de Governance Code 2020 en de wettelijke bepalingen inzake Corporate Governance na door deze mutatis mutandis toe te passen op de organisatie van het bestuur binnen de Statutaire Zaakvoerder. Als bestuursorgaan van de zaakvoerder van Qrf, is het immers de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder die collegiaal beslist over de waarden en de strategie van Qrf, over haar bereidheid om risico's te nemen en over de voornaamste beleidslijnen, en die collegiaal toezicht houdt op Qrf.
Het kan voorvallen dat een verrichting die aan de Raad van Bestuur wordt voorgelegd (bijvoorbeeld de aankoop van een gebouw in het kader van een veiling), de belangstelling kan wekken van een andere vennootschap waarin een bestuurder een mandaat uitoefent. Voor dergelijke gevallen, die soms tot belangenconflicten kunnen leiden, heeft Qrf besloten om een procedure toe te passen die grotendeels ontleend is aan deze die Artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen inzake belangenconflicten voorziet.
De betrokken bestuurder meldt het bestaan van een dergelijke situatie onmiddellijk aan de Voorzitter van de Raad van Bestuur. De CEO en/of de Compliance Officer zien er ook op toe om het bestaan van een dergelijke situatie te identificeren.
Eens het risico is geïdentificeerd, onderzoeken de betrokken bestuurder en de Voorzitter of de CEO gezamenlijk of de bestaande Chinese Walls procedures binnen Qrf de bestuurder toelaten om ervan uit te gaan dat hij/zij, zonder betwisting en onder zijn eigen verantwoordelijkheid, aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur kan deelnemen. Indien dergelijke procedures niet zijn ingevoerd of wanneer de betrokken bestuurder of de Raad van Bestuur van oordeel zou zijn dat het verstandiger is dat de betrokken bestuurder zich onthoudt, trekt de laatstgenoemde zich terug uit het beraadslagings- en beslissingsproces omtrent de verrichting. De voorbereidende nota's worden hem/haar in dat geval niet toegezonden en hij/zij verwijdert zich uit de vergadering van de Raad van Bestuur zodra het bewuste punt aan de orde komt. Het naleven van deze procedure ontslaat de betrokken bestuurder echter niet van zijn verplichting tot confidentialiteit ten aanzien van Qrf.
De notulen van de Raad van Bestuur stellen de naleving vast van deze procedure of lichten de redenen toe waarom zij niet werden toegepast.
Zodra het risico niet meer bestaat, is deze procedure niet langer van toepassing.
De Commissaris van Qrf wordt op de hoogte gebracht van een belangenconflict dat zich heeft voorgedaan via de notulen van de vergadering.
In 2020 is deze procedure niet van toepassing geweest.
In overeenstemming met Artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet heeft Qrf samen met de Statutaire Zaakvoerder een aantal procedures ingebouwd met het oog op risicobeperking van enige nadelige impact van belangenconflicten op Qrf.
Belangenconflicten met o.a. (i) de personen die Qrf controleren of er een deelneming in bezitten, (ii) personen die verbonden zijn met of een deelnemingsverhouding hebben met Qrf, een Perimetervennootschap van Qrf, de Statutaire Zaakvoerder, de Promotor, etc., (iii) de Statutaire Zaakvoerder, (iv) de andere aandeelhouders van Perimetervennootschappen, (v) het Uitvoerend Management van Qrf en de Statutaire Zaakvoerder, (vi) de bestuurders van de Statutaire Zaakvoerder, etc. worden conform Artikel 37 van de GVV-Wet meegedeeld aan de FSMA. In haar mededeling aan de FSMA dient Qrf aan te tonen dat de geplande verrichting van belang is voor haar en dat die verrichting zich binnen haar strategie situeert. Indien de FSMA oordeelt dat de gegevens in de voorafgaande mededeling onvoldoende, onvolledig, niet afdoend of irrelevant zijn, dan geeft zij hiervan kennis aan Qrf.
Zij kan haar standpunt publiek maken indien Qrf geen rekening houdt met haar opmerkingen. Conform Artikel 8 van het GVV-KB wordt deze melding aan de FSMA openbaar gemaakt en dienen de verrichtingen die een belangenconflict inhouden speciaal te worden vermeld in het jaarverslag en desgevallend in het halfjaarverslag alsook in het verslag van de Commissaris.
Overeenkomstig Artikel 38 van de GVV-Wet zijn Artikelen 36 en 37 van de GVV-Wet niet van toepassing in de volgende gevallen:
In toepassing van Artikel 37, § 3 en 49, § 2 van de GVV-Wet moet, wanneer de tegenpartij één van de personen bedoeld in Artikel 37, § 1 is of indien één van die personen bij de verrichting enig voordeel verkrijgt, de Reële Waarde van het betrokken vastgoed worden gewaardeerd, ongeacht de waarde van de verrichting:
In overeenstemming met Artikel 37 § 3 van de GVV-Wet, moeten de in Artikel 37 § 1 van de GVV-Wet bedoelde verrichtingen onder normale marktvoorwaarden worden uitgevoerd.
Daarnaast zijn de Artikelen 7:96 en 7:97 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen onverminderd van toepassing op Qrf en de Statutaire Zaakvoerder.
Er kunnen potentiële belangenconflicten ontstaan in hoofde van sommige leden van de Raad van Bestuur. Qrf zal er in dit geval naar streven de impact van deze conflicten zoveel mogelijk te beperken door het naleven van de wettelijke belangenconflictenprocedures. Transacties tussen Qrf en de bestuurders dienen tegen de gebruikelijke marktvoorwaarden plaats te vinden.
De wettelijke regels bij belangenconflicten die dienen toegepast te worden zijn Artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en Artikelen 36, 37 en 38 van de GVV-Wet die voorzien in de verplichting om de FSMA in bepaalde gevallen voorafgaand te informeren. Een belangenconflict van een bestuurder met Qrf zal beschouwd worden een belangenconflict te vormen van die bestuurder met de Statutaire Zaakvoerder.
Qrf heeft in 2020 1 belangenconflictprocedure2 in de zin van Artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen toegepast:
Uittreksel uit de notulen van de Raad van Bestuur van 22 december 2020:
"d) Update statuten als gevolg van introduceren mogelijkheid keuzedividend
Gezien de heer William Vanmoerkerke een belang van vermogensrechtelijke aard heeft bij bovenvermeld onderwerp, verlaat hij, conform Artikel 526 W. Venn. de vergadering.
Gezien bovenvermeld punt c) [bespreking van de introductie van een keuzedividend] een Bijzondere Algemene Vergadering met zich mee zou brengen, dienen de statuten ook gewijzigd te worden om in regel te zijn met het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen. De statuten werden bijgevolg zo aangepast, mede met de omzetting naar de vennootschapsvorm NV met een single director, en ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad.
Er wordt gesproken over de modaliteiten van de single director naar de toekomst toe en de Raad vraagt aan de heer Tom Schockaert om in een volgende vergadering een overzicht te hebben van de verschillende opties qua termijn en vergoedingsmodel."
Buiten het kader van haar verplichtingen op grond van Artikel 37 van de GVV-Wet, vereist Qrf bovendien dat elk lid van het Uitvoerend Management het ontstaan van belangenconflicten zoveel mogelijk vermijdt. Wanneer toch een belangenconflict ontstaat met betrekking tot een materie die tot de bevoegdheid van het Uitvoerend Management of de Raad van Bestuur behoort, en waarover het een beslissing moet nemen, zal de betrokkene zijn collega's hiervan op de hoogte brengen. Zij beslissen dan of het betrokken lid al dan niet kan meestemmen over de materie waarop het belangenconflict betrekking heeft, en of hij al dan niet de bespreking van deze materie kan bijwonen. Het Uitvoerend Management legt dit dan voor aan de Raad van Bestuur.
2 Bovenop het reeds gerapporteerde belangenconflict in het jaarverslag 2019 omtrent de variabele vergoeding 2019 van William Vanmoerkerke
Er is sprake van een belangenconflict in hoofde van een lid van het Uitvoerend Management wanneer:
In 2020 hebben zich bij Qrf geen belangenconflicten voorgedaan in hoofde van het Uitvoerend Management.
Qrf leeft de in Artikel 7:97 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen vastgelegde procedure na in het geval van:
Beslissingen over dergelijke aangelegenheden moeten voorafgaandelijk worden onderworpen aan de beoordeling van een comité van drie onafhankelijke bestuurders bijgestaan door één of meerdere onafhankelijke experts aangesteld door het comité. Het schriftelijk gemotiveerd advies van het comité (met melding van de informatie voorzien in Artikel 7:97 § 3 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen) wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur, die dan beraadslaagt over de voorgenomen verrichting. De Raad van Bestuur vermeldt in zijn notulen of de omschreven procedure werd nageleefd en, in voorkomend geval, of en op welke gronden van het advies van het comité wordt afgeweken. De Commissaris verleent een oordeel over de getrouwheid van de gegevens die vermeld staan in het advies van het comité en in de notulen van de Raad van Bestuur. Dit oordeel wordt aan de notulen van de Raad van Bestuur gehecht. Het besluit van het comité, een uittreksel uit de notulen van de Raad van Bestuur en het oordeel van de Commissaris worden afgedrukt in het jaarverslag.
Qrf heeft in de periode van 1 januari 2021 tot de datum van dit jaarverslag twee keer de belangenconflictprocedure van Artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen toegepast:
(1) Uittreksel uit de notulen van de Raad van Bestuur van 24 februari 2021:
"In navolging van de bepalingen in de GVV-Wet en Artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) dient een bestuurder met een vermogensrechtelijk belangenconflict dit te melden aan zijn/haar collega-bestuurders. Deze bestuurder dient zich vervolgens te onthouden van de beraadslaging en beslissing.
William Vanmoerkerke verklaart dat hij een vermogensrechtelijk belang heeft dat mogelijks strijdig is met dat van de Vennootschap in de zin van Artikel 7:96 WVV bij de beslissing omtrent de goedkeuring van de variabele vergoeding 2020 aangezien hij lid is van het uitvoerend management van Qrf. Hij zal de vergadering verlaten wanneer de Raad van Bestuur hieromtrent beraadslaagt en beslist.
In overeenstemming met Artikel 7:96 WVV werd de commissaris op de hoogte gebracht van het belangenconflict, en zal het jaarverslag met betrekking tot het lopend boekjaar een uittreksel van deze notulen bevatten.
In toepassing van Artikel 7:96 WVV verlaat de heer William Vanmoerkerke de vergadering opdat de Raad van Bestuur zou kunnen beraadslagen en beslissen over huidig agendapunt.
De Raad van Bestuur neemt kennis van het verslag van het benoemings- en remuneratiecomité van 24 februari 2021 aangaande de evaluatie en variabele vergoeding 2020 van het uitvoerend management, bestaande uit William Vanmoerkerke en Tom Schockaert.
De evaluatie is gebeurd aan de hand van de volgende criteria: evolutie resultaten, evolutie portefeuille, communicatie, team management en vergelijking ten opzichte van de peer group.
Besluit: de Raad van Bestuur besluit om de volgende variabele vergoedingen toe te kennen aan het uitvoerend management:
■ William Vanmoerkerke: 51.200 EUR"
(2) Uittreksel uit de notulen van de Raad van Bestuur van 24 februari 2021:
"In navolging van de bepalingen in de GVV-Wet en Artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) dient een bestuurder met een vermogensrechtelijk belangenconflict dit te melden aan zijn/haar collega-bestuurders. Deze bestuurder dient zich vervolgens te onthouden van de beraadslaging en beslissing.
William Vanmoerkerke verklaart dat hij een vermogensrechtelijk belang heeft dat mogelijks strijdig is met dat van de Vennootschap in de zin van Artikel 7:96 WVV bij de beslissing omtrent de modaliteiten van de single director in het kader van de mogelijke omzetting van de vennootschap van een commanditaire (met statutaire zaakvoerder) naar een naamloze (met single director) vennootschap. Hij zal de vergadering verlaten wanneer de Raad van Bestuur hieromtrent beraadslaagt en beslist.
In overeenstemming met Artikel 7:96 WVV werd de commissaris op de hoogte gebracht van het belangenconflict, en zal het jaarverslag met betrekking tot het lopend boekjaar een uittreksel van deze notulen bevatten.
In toepassing van Artikel 7:96 WVV verlaat de heer William Vanmoerkerke de vergadering opdat de Raad van Bestuur zou kunnen beraadslagen en beslissen over huidig agendapunt.
De Raad van Bestuur bespreekt de mogelijkheden van de duurtijd alsook de vergoeding van het mandaat van de single director. Zij ziet een belangrijke waarde in het onbeperkt maken van de duur van het mandaat, zowel naar juridische en bestuurlijke stabiliteit en duidelijkheid als naar toekomstige strategische en commerciële waarde. Echter is zij van mening dat hier tegenover moet staan dat er ook een financieel voordeel moet zijn voor Qrf.
Besluit: De Raad van Bestuur besluit de aandeelhouders van Qrf voor te stellen om de duurtijd van het mandaat van de Single Director onbeperkt te maken en de huidige vergoeding van 4% van het netto courant resultaat voor kost van de Statutaire Zaakvoerder na de contractuele periode, die afloopt op 3 september 2028, te laten ophouden met bestaan."
In toepassing van Artikel 3:6, § 3 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen stelt Qrf een remuneratieverslag op inzake het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie van haar Statutaire Zaakvoerder, haar bestuurders en haar Uitvoerend Management.
De Statutaire Zaakvoerder ontvangt een vergoeding die bepaald wordt volgens de hieronder beschreven modaliteiten, in overeenstemming met Artikel 35 van de GVV-Wet.
De nettovergoeding van de Statutaire Zaakvoerder (d.w.z. na de terugbetaling van alle kosten die rechtstreeks verband houden met de dagelijkse werking van Qrf) wordt elk jaar berekend op basis van het netto courant resultaat voor kost van de Statutaire Zaakvoerder, voor belastingen en exclusief portefeuilleresultaat.
De nettovergoeding is gelijk aan 4% van het netto courant resultaat voor kost van de Statutaire Zaakvoerder, voor belastingen en exclusief portefeuilleresultaat. De aldus berekende vergoeding is verschuldigd op de laatste dag van het betrokken boekjaar, maar is slechts betaalbaar na goedkeuring van de berekening op de Algemene Vergadering van aandeelhouders van Qrf. De berekening van de vergoeding van de Statutaire Zaakvoerder wordt gecontroleerd door de Commissaris. Aangezien de vergoeding van de Statutaire Zaakvoerder verbonden is aan het resultaat van Qrf, stemt het belang van de Statutaire Zaakvoerder overeen met het belang van de aandeelhouders, in overeenstemming met Artikel 35 van de GVV-Wet.
De Statutaire Zaakvoerder van Qrf heeft tevens recht op de terugbetaling van alle kosten die rechtstreeks verband houden met de dagelijkse werking van Qrf, waaronder de vergoedingen van de leden van de Raad van Bestuur en de effectieve leiders
De Statutaire Zaakvoerder ontvangt een vergoeding die bepaald wordt volgens de hierboven beschreven modaliteiten en in overeenstemming met de statuten van Qrf.
Wat betreft het vergoedingsbeleid van de bestuurders maakt Qrf een onderscheid tussen twee types van bestuurders: de uitvoerende bestuurder en de nietuitvoerende, al dan niet onafhankelijke bestuurder.
De Voorzitter van de Raad van Bestuur krijgt een bijkomende vergoeding voor de voorbereiding van alle vergaderingen.
De bestuurders krijgen een vaste jaarlijkse vergoeding. Deze dekt vier fysieke vergaderingen per jaar alsook alle telefonische en schriftelijke vergaderingen van de Raad van Bestuur. De bezoldigde bestuurders zullen recht hebben op een zitpenning voor elke fysieke vergadering van de Raad van Bestuur die ze bijwonen bovenop de vier voornoemde fysieke vergaderingen.
Alle leden van de Raad van Bestuur zijn tevens gedekt door een polis burgerlijke aansprakelijkheid bestuurders waarvan de premie wordt betaald door Qrf. De premies voor 2020 zijn vastgesteld op 20.561 EUR.
De bestuurders genieten geen andere voordelen (bedrijfswagen, pensioen, opties, GSM, enz.).
Voor het Uitvoerend Management bestaat de bezoldiging uit een vaste vergoeding en is er de mogelijkheid tot een variabele vergoeding. Het bedrag van deze beide componenten wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur, rekening houdend met de verantwoordelijkheden en de tijd nodig voor de uitoefening van deze functies, evenals met de in de sector gangbare praktijken.
Het remuneratie- en benoemingscomité analyseert jaarlijks het bezoldigingsbeleid dat toegepast wordt en gaat na of er een wijziging dient doorgevoerd te worden. Dit comité geeft dienaangaande de nodige aanbevelingen aan de Raad van Bestuur.
Overeenkomstig de bepalingen van de Tweede Aandeelhoudersrichtlijn ("SRD II"), het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen ("WVV"), de Wet betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen ("GVV-Wet") en de Belgische Corporate Governance Code 2020 ("Code 2020") zal het remuneratiebeleid ter goedkeuring voorgelegd worden op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van 18 mei 2021. Dit remuneratiebeleid zal – voor wat het beleid betreft dat niet reeds werd goedgekeurd door de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van 19 mei 2020, indien goedgekeurd door de algemene vergadering – van toepassing zijn op de vergoeding van het bestuur en de leden van het Uitvoerend Management vanaf het boekjaar 2021. Dit remuneratiebeleid is bedoeld om tot en met boekjaar 2024 te worden toegepast. Het remuneratiebeleid wordt opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering, en dit bij iedere materiële wijziging ervan en ten minste om de vier jaar.
De vergoeding voor de Statutaire Zaakvoerder bedroeg 287.056 EUR in 2020.
Daarnaast werden de kosten van de Statutaire Zaakvoerder terugbetaald. Deze kosten omvatten onder meer de vergoeding van de bestuurders, de comités en het Uitvoerend Management van de Statutaire Zaakvoerder en bedroegen voor het boekjaar 2020 in totaal 788.840 EUR (inclusief BTW indien van toepassing).
De leden van de Raad van Bestuur kwamen in 2020 7 keer samen, digitaal of telefonisch.
De bestuurders kregen in 2020 een vaste jaarlijkse vergoeding van 10.000 EUR. Deze dekt vier fysieke vergaderingen per jaar alsook alle telefonische en schriftelijke vergaderingen van de Raad van Bestuur. De bezoldigde bestuurders hebben recht op een zitpenning van 2.000 EUR voor elke fysieke vergadering van de Raad van Bestuur die ze bijwoonden bovenop de vier voornoemde fysieke vergaderingen. Gezien alle vergaderingen digitaal hebben plaatsgevonden werd beslist dat er geen bijkomende vergoedingen uitgekeerd werden.
De Voorzitter van de Raad van Bestuur, mevrouw Inge Boets, heeft een bijkomende vergoeding van 10.000 EUR gekregen voor het boekjaar 2020.
De leden van het remuneratie- en benoemingscomité hebben over boekjaar 2020 een vaste jaarlijkse vergoeding ontvangen van 1.750 EUR; de leden van het auditcomité een vaste jaarlijkse vergoeding van 3.500 EUR.
Tijdens 2020 vonden twee vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité plaats, het auditcomité kwam in 2020 vier keer samen.
| AANWEZIGHEDEN | BEZOLDIGING | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BESTUURDER | RAAD VAN BESTUUR |
AUDIT COMITÉ |
REMUNE RATIE COMITÉ |
RAAD VAN BESTUUR |
AUDIT COMITÉ |
REMUNE RATIE COMITÉ |
TOTAAL |
| Inge Boets | 7/7 | 4/4 | 2/2 | 20.000 EUR | 3.500 EUR | 1.750 EUR | 25.250 EUR |
| Jan Brouwers | 7/7 | 2/2 | 10.000 EUR | 1.750 EUR | 11.750 EUR | ||
| Frank De Moor | 7/7 | 4/4 | 10.000 EUR | 3.500 EUR | 13.500 EUR | ||
| Francis Vanderhoydonck | 7/7 | 4/4 | 2/2 | 10.000 EUR | 3.500 EUR | 1.750 EUR | 15.250 EUR |
| William Vanmoerkerke | 7/7 |
Er werden geen Aandelen, opties op Aandelen of enige andere regeling toegekend aan de leden van de Raad van Bestuur. Voor de leden van het investeringscomité werd geen vergoeding voorzien.
Het bedrag van de vaste vergoeding voor het Uitvoerend Management bedroeg in 2020, 575.000 EUR, waarvan 230.000 EUR voor de CEO en 345.000 EUR voor de andere leden van het Uitvoerend Management.
Voor 2020 werd een variabele vergoeding van 51.200 EUR toegekend aan de CEO en van 47.000 EUR aan de overige leden van het uitvoerend management.
De betaling van de variabele vergoedingen voor boekjaar 2020 was afhankelijk van de volgende criteria:
| PARAMETER | CEO | CFO | COO |
|---|---|---|---|
| Kwantitatieve criteria | 40% | 65% | 65% |
| Implementatie strategie | 10% | 10% | 10% |
| Communicatie en team management | 30% | 15% | 15% |
| Kwalitatieve criteria | 20% | 10% | 10% |
Het remuneratie- en benoemingscomité gaat jaarlijks na of er al dan niet (en in welke mate) aan de remuneratiecriteria werd voldaan en doet hiertoe aanbevelingen aan de raad van bestuur, welke hierover een beslissing neemt. De variabele vergoeding voor een criterium wordt toegekend wanneer het objectief volledig behaald werd.
Er werden geen Aandelen of opties op Aandelen toegekend aan de leden van het Uitvoerend Management.
| NAAM FUNCTIE |
VASTE VERGOEDING |
VARIABELE VERGOEDING |
UITZON DERLIJKE ITEMS |
PENSIOEN KOST |
TOTALE REMUNE RATIE |
VERHOUDING VASTE EN VARIABELE VERGOEDING |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Basis vergoeding |
Bestuurders vergoeding |
Bijkomende voordelen |
Eén jaar variabel |
Meer jaren variabel |
Vast | Variabel | ||||
| William Vanmoerkerke, uitvoerend (CEO) |
230.000 | 0 | 0 | 51.200 | 0 | 0 | 0 | 281.200 | 82% | 18% |
| Andere leden van het uitvoerend |
345.000 | 0 | 0 | 47.000 | 0 | 0 | 0 | 392.000 | 88% | 12% |
management
De ratio tussen de hoogste vergoeding toegekend aan een lid van het Uitvoerend Management en de laagste vergoeding aan een werknemer bedraagt 1:4,3 voor het boekjaar 2020. Voor de berekening is gebruik gemaakt van de volgende assumpties:
Het remuneratie- en benoemingscomité maakt jaarlijks de analyse van het remuneratiebeleid dat geldt voor de effectieve leiders en het Uitvoerend Management en bekijkt, op basis van een benchmark oefening, of de bezoldiging van het Uitvoerend Management nog steeds gepast en conform de marktpraktijken is. Daarnaast wordt ook gekeken of het vergelijkbaar is met andere Belgische beursgenoteerde bedrijven (in de vastgoedsector).
Daarnaast wordt geëvalueerd of, gegeven de omvang van de vennootschap en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheden, de verloning steeds voldoende intrinsiek motiverend is om het Uitvoerend Management te behouden.
Er werden, rekening houdend met voorgaande elementen en naast de gebruikelijke jaarlijkse indexatie, volgende wijzigingen aangebracht aan de vergoeding van het Uitvoerend Management:
De betaling van de variabele vergoeding voor boekjaar 2021 voor het Uitvoerend Management is afhankelijk van criteria en doelstellingen die werden bepaald door het remuneratie- en benoemingscomité en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
Op basis van een vergelijkende studie werd geanalyseerd welke prestatiecriteria voor het komende boekjaar het best passen in de uitvoering van de gekozen strategie, rekening houdend met de belangen voor de aandeelhouders.
Daartoe werden voor 2021 de volgende criteria vastgelegd en gewogen naar relevantie:
Tabel 14 REMUNERATIECRITERIA VOO R DE VARIABELE VERGOEDING VOO R HET BOEKJAAR 2021
| TOTAAL | 100% | 100% |
|---|---|---|
| Vergelijking ten opzichte van peer group | 10% | 10% |
| Implementatie van de strategie | 40% | 15% |
| Communicatie en team management | 10% | 10% |
| Kwantitatieve criteria | 40% | 65% |
| PARAMETER | CEO | CFO |
Er is een afzonderlijke weging toegekend per lid van het Uitvoerend Management, afhankelijk van zijn functie en verantwoordelijkheden. De variabele vergoeding zal in 2021 maximaal 64.000 EUR bedragen voor de CEO en maximaal 47.000 EUR voor de CFO.
In het kader van een vervroegde beëindiging van een managementovereenkomst met een huidig lid van het Uitvoerend Management mag de vertrekvergoeding niet meer mag bedragen dan vier maanden basisvergoeding. In de huidige managementovereenkomst van de CEO en de CFO is er een opzegvergoeding van vier maanden voorzien. Artikel 7:92 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is aldus niet van toepassing.
Naar aanleiding van de beëindiging van de functie van Michiel Gevers als COO werd geen vertrekvergoeding toegekend.
Er is niet voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de Vennootschap van variabele vergoeding die wordt toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
| 8.1 | HET AANDEEL QRF |
85 |
|---|---|---|
| 8.2 | KOERSEVOLUTIE VAN HET AANDEEL EN VERHANDELD VOLUME |
86 |
| 8.3 | DIVIDEND EN RENDEMENT | 88 |
| 8.4 | AANDEELHOUDERSCHAP | 88 |
| 8.5 FI | NANCIËLE KALENDER VOOR 2021 | 89 |
Nederland Den Bosch Hinthamerstraat 41-45
Qrf biedt particuliere en institutionele beleggers de mogelijkheid om op een gediversifieerde wijze toegang te krijgen tot investeringen in commercieel vastgoed, zonder zich te hoeven bekommeren om het beheer, dat door professionele teams wordt uitgevoerd.
Het aandeel Qrf (Euronext Brussel: QRF, ISIN code BE0974272040) is sinds 18 december 2013 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel. Qrf maakt deel uit van de Bel Small-index.
Per 31 december 2020 en op moment van publicatie van dit registratiedocument bedroeg het totale kapitaal van Qrf 7.153.322 EUR. Per 31 december 2020 werd het kapitaal vertegenwoordigd door 7.153.322 volledig volgestorte gewone aandelen.
Voor meer informatie rond de bewegingen van het kapitaal en het aantal aandelen, verwijzen wij naar hoofdstuk 11, toelichting 17.1 van dit jaarverslag.
Elk van deze aandelen verleent één stem op de Algemene Vergadering. De aandelen hebben geen nominale waarde. Qrf, noch één van haar Perimetervennootschappen, hield per 31 december 2020 aandelen van Qrf aan.
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| Aantal aandelen in omloop per einde boekjaar | 7.153.322 | 7.153.322 |
| Aandelen op naam | 2.866.963 | 2.866.963 |
| Gedematerialiseerde Aandelen | 4.286.359 | 4.286.359 |
| Beurskapitalisatie per einde boekjaar (in EUR) | 81.190.205 | 116.241.483 |
| Free float1 | 62,8% | 62,8% |
| Beurskoers (in EUR) | ||
| Hoogste | 16,85 | 17,90 |
| Laagste | 8,40 | 13,80 |
| Bij einde boekjaar | 11,35 | 16,25 |
| Gemiddelde | 11,90 | 15,32 |
| Volume (in aantal aandelen) | ||
| Gemiddeld dagvolume | 4.931 | 4.925 |
| Jaarvolume | 1.276.239 | 1.255.798 |
| Omloopsnelheid2 | 17,8% | 17,6% |
| IFRS NAV per aandeel3 | 16,43 | 17,90 |
| Premie/discount ten opzichte van IFRS NAV (op einde boekjaar) | -30,5% | -9,2% |
| EPRA NTA per aandeel4 | 16,71 | 18,19 |
| Premie/discount ten opzichte van EPRA NTA (op einde boekjaar) | -32,1% | -10,7% |
| Bruto dividend per aandeel (in EUR) | 0,80 | 0,80 |
| Netto dividend per aandeel (in EUR)5 | 0,56 | 0,56 |
| Bruto dividendrendement (op basis van slotkoers per einde boekjaar) | 7,05% | 4,92% |
| Netto dividendrendement (op basis van slotkoers per einde boekjaar) | 4,93% | 3,4% |
| Uitkeringsgraad6 | 88% | 62% |
De beurskoers van het aandeel Qrf eindigde per 31 december 2020 op 11,35 EUR (ten opzichte van 16,25 EUR op 31 december 2019). Bij de start van het jaar werd de hoogste koers opgetekend van 16,85 EUR; de laagste koers van 8,40 EUR werd opgetekend op 29 oktober 2020.
Op 31 december 2020 bedroeg de marktkapitalisatie van Qrf 81,19 MEUR.
1 Free float = [(Aantal aandelen bij afsluiting boekjaar) - (totaal aantal aandelen aangehouden door partijen die zich kenbaar hebben gemaakt door middel van een transparantiemelding in overeenstemming met de Wet van 2 mei 2007)]/[aantal aandelen bij afsluiting boekjaar].
2 Omloopsnelheid = (Jaarvolume)/(Aantal aandelen in omloop per einde boekjaar). 3 IFRS NAV per aandeel = Net Asset Value of Nettoactiefwaarde per aandeel volgens IFRS.
4 EPRA NTA per aandeel = Net Tangible Assets of Nettoactiefwaarde per aandeel volgens EPRA Best Practices Recommendations.
5 Rekening houdend met een Roerende Voorheffing van 30%.
6 Uitkeringsgraad = (Bruto dividend per aandeel)/(EPRA resultaat per aandeel).
De verhandelde volumes zijn licht gestegen in 2020. Het gemiddelde dagvolume steeg van 4.925 aandelen per dag in 2019 naar 4.931 aandelen per dag in 2020. De Omloopsnelheid, i.e. het gedeelte van het kapitaal dat over 2020 verhandeld werd, bedroeg 17,8% (ten opzichte van 17,6% in 2019). In totaal werden in 2020 1.276.239 aandelen verhandeld voor een bedrag van 15,23 MEUR.
Het Uitvoerend Management van Qrf levert permanente inspanningen om de liquiditeit van het aandeel te verhogen door deel te nemen aan roadshows, het organiseren van meetings met particuliere en institutionele beleggers, alsook door het verzorgen van de communicatie met analisten.
Bovendien heeft Qrf een liquiditeitsovereenkomst afgesloten met KBC Securities NV om de verhandelbaarheid van het aandeel te bevorderen.
De Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder zal aan de Gewone Algemene Vergadering van 18 mei 2021 een brutodividenduitkering7 voorstellen van 0,80 EUR per aandeel (idem aan 2019). Er zal voor de eerste keer in de geschiedenis van Qrf een keuzedividend voorgesteld worden.
Het brutodividendrendement bedraagt 7,05%, berekend op de slotkoers van 31 december 2020.
Sinds 1 januari 2017 bedraagt de roerende voorheffing op de toegekende dividenden 30%.8
Het recht op het dividend met betrekking tot het volledige boekjaar 2020 (1 januari 2020 – 31 december 2020) wordt vertegenwoordigd door coupon nummer 7.
Op basis van de transparantiekennisgevingen die Qrf heeft ontvangen, ziet de aandeelhoudersstructuur van Qrf er per 31 december 2020 als volgt uit:
| TOTAAL | 7.153.322 | 100,0% |
|---|---|---|
| Free float9 | 4.493.664 | 62,8% |
| Familie Vanmoerkerke | 2.025.978 | 28,3% |
| AXA SA | 633.680 | 8,9% |
| AANDEELHOUDERS | AANDELEN | PERCENTAGE |
7 Voor wat betreft de beperkingen die gelden ten aanzien van de dividenduitkering wordt verwezen naar Artikel 7:212 WVV. en de berekening van het niet-uitkeerbaar eigen vermogen conform Hoofdstuk 4 van bijlage C van het GVV-KB (zie punt 11.4.8 van het jaarverslag). Bovendien wordt verwezen naar Artikel 13 § 2 van het GVV-KB dat de uitbetaling van een dividend verbiedt voor zover deze uitbetaling zou leiden tot een stijging van de enkelvoudige of geconsolideerde Schuldgraad tot boven 65% of voor zover de enkelvoudige of geconsolideerde Schuldgraad reeds hoger zou zijn dan 65%.
8 De roerende voorheffing op dividenden van openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen is ten gevolge van de programmawet van 25 december 2016, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2016, verhoogd van 27% naar 30% (behoudens bepaalde vrijstellingen) met ingang vanaf 1 januari 2017.
9 Free float = [(Aantal Aandelen bij afsluiting boekjaar) - (totaal aantal Aandelen aangehouden door partijen die zich kenbaar hebben gemaakt door middel van een transparantiemelding in overeenstemming met de Wet van 2 mei 2007)] / [aantal Aandelen bij afsluiting boekjaar].
| AANTAL AANDELEN IN HANDEN | |
|---|---|
| BESTUURDERS EN EFFECTIEVE LEIDERS | OP 31 DECEMBER 2020 |
| Inge Boets | 0 |
| Jan Brouwers | 0 |
| Frank De Moor | 0 |
| William Vanmoerkerke | 0 |
| Francis Vanderhoydonck | 1.150 |
| Tom Schockaert | 900 |
| Stefanie Vanden Broucke | 0 |
Wanneer Qrf wordt ingelicht van belangrijke participaties, zullen deze in toepassing van de transparantiewetgeving bekend gemaakt worden op http://investor.qrf.be. Eventuele meegedeelde wijzigingen kunnen ook daar worden teruggevonden.
Er zijn geen speciale controlerechten toegekend aan bepaalde categorieën van aandeelhouders. Aldus hebben alle aandeelhouders dezelfde stemrechten.
| DATUM | |
|---|---|
| Publicatie kwartaalupdate Q1 | 03/05/2021 |
| Algemene Vergadering van aandeelhouders | 18/05/2021 |
| Dividend (ex date) | 20/05/2020 |
| Dividend (record date) | 21/05/2020 |
| Publicatie halfjaarresultaten en halfjaarverslag | 30/07/2021 |
| Publicatie kwartaalupdate Q3 | 29/10/2021 |
Voor mogelijke wijzigingen van de agenda wordt verwezen naar "financiële kalender" op de website http://investor.qrf.be. Eventuele wijzigingen zullen tevens worden aangekondigd per persbericht.
| 9.1 | BESPREKING VAN DE GECONSOLIDEERDE | |
|---|---|---|
| VASTGOEDPORTEFEUILLE | 93 | |
| 9.2 | ONTWIKKELINGEN IN DE WINKELVASTGOEDMARKT 102 | |
| 9.3 | CONCLUSIES VAN DE VASTGOEDDESKUNDIGE 106 |
| Oostende |
|---|
| Kapellestraat |
| België |
Op 31 december 2020 bestond de geconsolideerde portefeuille uit 37 sites met een totale bruto oppervlakte van 74.208 m² en een Reële Waarde van 208,43 MEUR. De Contractuele Huren op jaarbasis bedroegen 12,86 MEUR.
Het Brutohuurrendement op basis van de Contractuele Huren op jaarbasis bedroeg per 31 december 2020 6,17%.
Met het oog op de creatie van toekomstige aandeelhouderswaarde en om duidelijkheid omtrent de bestaande portefeuille te scheppen, werd de vastgoedportefeuille opgesplitst in twee types: een Kern en Niet-Kern portefeuille.
De Kern portefeuille werd op basis van verschillende criteria vastgelegd, nl. een combinatie van de aantrekkelijkheid van de stad (demografisch, toeristisch, etc.), de positionering binnen het winkelgebied en de kwaliteit van het vastgoed voor retailers. Daarnaast bevat de Kern portefeuille ook de panden die voor herontwikkeling bestemd zijn (Century Center Antwerpen en Bondgenotenlaan Leuven).
| KERN PORTEFEUILLE | NIET-KERN PORTEFEUILLE |
|---|---|
| Aalst - Nieuwstraat 29-31-33 | Dendermonde - Oude Vest 19-37 |
| Antwerpen - Kammenstraat 34 | Liège - Rue de la Cathédrale 79-83 |
| Antwerpen - Meir 107 | Liège - Rue de la Cathédrale 87-93 |
| Antwerpen - Meirbrug 2 / Schoenmarkt 22 | Mechelen - Graaf van Egmontstraat 10 |
| Antwerpen - Schuttershofstraat 53 | Namur - Rue de Fer 10 |
| Antwerpen - Wiegstraat 4 | Oostende - Kapellestraat 105 |
| Antwerpen - Wiegstraat 6 | Oudenaarde - Nederstraat 43/45 |
| Boncelles - Route du Condroz 42-44 | Sint-Truiden - Luikerstraat 49-51 |
| Hasselt - Demerstraat 21-25 | Tongeren - Maastrichterstraat 20a-20b |
| Hasselt - Koning Albertstraat 48-50 | Ukkel - Alsembergsesteenweg 767 |
| Huy - Shopping Mosan | |
| Mechelen - Bruul 15 | |
| Oostende - Adolf Buylstraat 1A | |
| Oostende - Adolf Buylstraat 33 | |
| Oostende - Adolf Buylstraat 35(1) | |
| Oostende - Adolf Buylstraat 42 | |
| Oostende - Adolf Buylstraat 44 | |
| Oostende - Kapellestraat 65 | |
| Brugge - Predikherenrei 4A | |
| Wilrijk - Boomsesteenweg 894-898 | |
| Den Bosch - Hinthamerstraat 41-45 (NL) | |
| Enschede - Kalanderstraat 2-4 9 (NL) | |
| Maastricht - Grote Staat 58 (NL) | |
| Nijmegen - Broerstraat 49 (NL) | |
| Zwolle - Diezerstraat 60 (NL) | |
(1) Pand waarvoor een bindende koop-verkoop overeenkomst is afgesloten.
In totaal wordt 88,78% of 185,04 MEUR beschouwd als Kern portefeuille. Deze Kern heeft een bezettingsgraad van 97,72. Dit deel van de portefeuille biedt een betere weerstand tegen veranderende marktomstandigheden en kent een huurrendement van 6,03%.
De resterende Niet-Kern portefeuille, goed voor 23,39 MEUR of 11,22% van de totale portefeuille, bevat de panden die op de gestelde criteria minder scoorden. Hier staat vanzelfsprekend een hoger huurrendement tegenover (7,32%) en een lagere bezettingsgraad (96,75%).
Globaal gezien geeft dit een huurrendement van 6,17% op de volledige portefeuille en een bezettingsgraad van 97,59%.
| TYPE | AANSCHAFFI NGS WAARDE |
REËLE WAARDE |
CONTRACTUELE HUREN OP JAARBASIS |
VERZEKERDE WAARDE |
|---|---|---|---|---|
| Kern | 212,3 MEUR | 185,0 MEUR | 11,2 MEUR | 138,2 MEUR |
| Niet-Kern | 40,9 MEUR | 23,4 MEUR | 1,7 MEUR | 29,1 MEUR |
| EINDTOTAAL | 253,2 MEUR | 208,4 MEUR | 12,9 MEUR | 167,3 MEUR |
| LAND | AANSCHAFFI NGS WAARDE |
REËLE WAARDE |
CONTRACTUELE HUREN OP JAARBASIS |
VERZEKERDE WAARDE |
|---|---|---|---|---|
| Belgie | 226,7 MEUR | 184,0 MEUR | 11,5 MEUR | 156,3 MEUR |
| Nederland | 26,5 MEUR | 24,4 MEUR | 1,4 MEUR | 11,0 MEUR |
| EINDTOTAAL | 253,2 MEUR | 208,4 MEUR | 12,9 MEUR | 167,3 MEUR |
Het bedrag van de verzekerde waarde is gebaseerd op de geschatte nieuwbouwwaarde (exclusief de grondwaarde) van de portefeuille (vermeerderd met BTW). Dit bedrag vertegenwoordigt ongeveer 80% van de Reële Waarde van de vastgoedbeleggingen op 31 december 2020. De in 2020 betaalde premies bedragen in totaal 32 KEUR.
De concentratie van de vastgoedportefeuille naar waarde van de vijf grootste panden bedroeg op 31 december 2020 45,09% (op 31 december 2019 bedroeg deze concentratie 41,83%).
Tabel 3 VIJF BELANGRIJKSTE PANDEN IN DE PORTEFEUILLE VAN QRF PER 31 DECEMBER 2020 (UITGEDRUKT ALS PERCENTAGE VAN DE REËLE WAARDE)
| PAND LOCATIE | PERCENTAGE VAN GECONSOLIDEERDE ACTIVA |
|---|---|
| 3500 Hasselt - Koning Albertstraat 48-50 | 12,00% |
| 8000 Brugge - Predikherenrei 4 | 9,96% |
| 3500 Hasselt - Demerstraat 21-25 | 8,60% |
| 9300 Aalst - Nieuwstraat 29-31-33 | 8,06% |
| 2000 Antwerpen - Meir 107 | 6,45% |
Grafiek 1 SECTORALE SPREIDING VAN DE VASTGOEDPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2020 (UITGEDRUKT ALS PERCENTAGE VAN DE CONTRACTUELE HUREN OP JAARBASIS)
In onderstaande grafiek worden de Contractuele Huren op jaarbasis verder uitgesplitst naar de voornaamste klanten van Qrf. De sterke aanwezigheid van retailers binnen het modesegment in het klantenbestand van Qrf vloeit voort uit het historisch aankoopbeleid van het vorige management. Zoals uiteengezet focust de huidige strategie zich meer op een afspiegeling van het consumentengedrag in de besteding van het vrij beschikbaar inkomen. In navolging van de uitvoering van deze strategie werd reeds een eerste diversificatie bekomen via de aankoop van het Rijksarchief, dewelke classificatie vond onder Cultuur en 10,47% van de Contractuele Huren vertegenwoordigd.
Grafiek 2 SPREIDING VAN DE VASTGOEDPORTEFEUILLE NAAR HUURDERS PER 31 DECEMBER 2020 (UITGEDRUKT ALS PERCENTAGE VAN DE CONTRACTUELE HUREN OP JAARBASIS)
De tien belangrijkste huurders van Qrf vertegenwoordigen 61,4% van de Contractuele Huren op jaarbasis.
Belangrijk te noteren is de verdere substantiële daling van H&M van 15,8% in 2018 naar 9,5%, in 2019 naar 5,5% per eind 2020.
In België worden Handelshuurovereenkomsten gebruikelijk afgesloten voor een periode van 9 jaar, 18 jaar dan wel 27 jaar.
Wel moet de nuance worden gemaakt dat de huurder in het kader van een handels-huurovereenkomst het contract om de 3 jaar kan beëindigen in België. Deze break optie in hoofde van de huurder is van dwingend recht. Daarnaast heeft de huurder tot drie maal toe een wettelijk recht op hernieuwing van de handelshuur na afloop van de handelshuurovereenkomst.
In Nederland worden Handelshuurovereenkomsten gebruikelijk afgesloten voor een vaste periode van 5 jaar, met een verlengingsoptie voor opnieuw een vaste periode van 5 of 10 jaar. Noch de huurder of verhuurder heeft tijdens een huurovereenkomst met vaste duurtijd de wettelijke mogelijkheid om op te zeggen voor het einde van de overeenkomst. In het geval er een optie tot verlenging werd voorzien, heeft doorgaans alleen de huurder het recht zijn of haar opzeg uit te oefenen bij het einde van de eerste periode.
In Nederland kan een optie tot verlenging contractueel worden toegekend, doch is dit geen wettelijk recht in hoofde van de huurder.
In navolging van de korte termijn impact van de COVID-19 impact verwacht Qrf bijkomende druk vanuit de huurders op de break-mogelijkheden. Het is immers een belangrijk drukkingsmiddel vanuit de huurder teneinde huurkorting(en) te bekomen.
De WALL (Weighted Average Lease Length) bedraagt bij publicatiedatum 3,9 jaar, voornamelijk te danken aan de reeds gevoerde heronderhandeling van enkele belangrijke huurcontracten op een langere termijn, alsook de acquisitie van het Rijksarchief te Brugge waarvan de huur een looptijd kent tot medio 2037.
Handelshuurcontracten bevatten steeds contractuele opzegmogelijkheden voor de huurder elke drie jaar. Het is dan ook de strategie van de vennootschap om deze opzegmogelijkheden te ondervangen door middel van onderhandeling met de huurders. In 2020 en de eerste maanden van 2021 heeft de vennootschap gebruik gemaakt van de COVID-19 huurafspraken, om in vele gevallen reeds engagementen voor de toekomst af te spreken met haar huurders.
Op 31 december 2020 bedroeg de Bezettingsgraad 97,59% (tegenover 97,32% op 31 december 2019).
Qrf streeft er naar de waarde van haar portefeuille te optimaliseren en duurzame huurdersrelaties op te bouwen door een actief beheer van haar vastgoed. Door de internalisering van het beheer van de Belgische vastgoedportefeuille sinds 1 januari 2020 (voorheen werd de technische bijstand alsook het administratieve en boekhoudkundige beheer uitbesteedt aan de Quares groep), werd er niet alleen een significante kostenbesparing gerealiseerd, maar heeft Qrf ook de relevante profielen inzake technisch beheer alsook facturatie en incasso aangetrokken.
Op vandaag valt het technisch beheer onder de verantwoordelijkheid van de CEO en het administratief en boekhoudkundig beheer onder de verantwoordelijkheid van de CFO.
Teneinde de processen verder te stroomlijnen werd eind 2020 gekozen voor een nieuw ERP pakket die de voorbije periode werd geimplementeerd. Dergelijk pakket laat de onderneming toe sterke analytische inzichten te hebben in het klantenbeheer en risicobeheer van incasso.
| GESCHATTE HUURWAARDE VOOR LEEGSTAANDE RUIMTES WAAROP |
GESCHATTE | ||
|---|---|---|---|
| CONTRACTUELE HUREN (i) |
GEEN HUURGARANTIE VAN TOEPASSING IS (ii) |
HUURWAARDE OP JAARBASIS (iii) |
|
| ADRES | (IN EUR) | (IN EUR) | (IN EUR) |
| BELGIË | |||
| PROVINCIE ANTWERPEN | 2.131.207 | 17.400 | 2.256.715 |
| Antwerpen - Kammenstraat 34 | |||
| Antwerpen - Meir 107 | |||
| Antwerpen - Schuttershofstraat 53 | |||
| Antwerpen - Wiegstraat 4 | |||
| Antwerpen - Wiegstraat 6 | |||
| Antwerpen - Meirbrug 22 | |||
| Mechelen - Bruul 15 | |||
| Mechelen - Graaf van Egmontstraat 10 | |||
| Wilrijk - Boomsesteenweg 894-898 | |||
| PROVINCIE LIMBURG | 3.311.709 | 11.250 | 2.666.500 |
| Hasselt - Demerstraat 21-25 | |||
| Hasselt - Koning Albertstraat 48-50 | |||
| Tongeren - Maastrichterstraat 20 | |||
| Sint-Truiden - Luikerstraat 49-51 | |||
| PROVINCIE LUIK | 1.467.399 | 0 | 1.445.414 |
| Boncelles - Route du Condroz 42-44 | |||
| Huy - Shopping Mosan | |||
| Liège - Rue de la Cathédrale 79-83 | |||
| Liège - Rue de la Cathédrale 87-93 | |||
| PROVINCIE NAMEN | 197.033 | 0 | 153.600 |
| Namur - Rue de Fer 10 | |||
| PROVINCIE OOST-VLAANDEREN | 1.740.905 | 159.245 | 1.644.152 |
| Aalst - Nieuwstraat 29 - 31 - 33 | |||
| Gent - Lange Munt 61-63 | |||
| Dendermonde - Oude Vest 19-37 | |||
| Sint Niklaas - Stationsstraat 33 | |||
| Oudenaarde - Nederstraat 43-45 | |||
| PROVINCIE WEST-VLAANDEREN | 2.230.883 | 14.700 | 1.413.119 |
| Oostende - Adolf Buylstraat 1A | |||
| Oostende - Adolf Buylstraat 35 | |||
| Oostende - Adolf Buylstraat 42 | |||
| Oostende - Adolf Buylstraat 44 | |||
| Oostende - Kapellestraat 65 | |||
| Oostende - Adolf Buylstraat 33 | |||
| Brugge - Predikherenrei 4 | |||
| Oostende - Kapellestraat 105 | |||
| BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | 220.689 | 0 | 235.000 |
| Ukkel - Alsembergsesteenweg 767 | |||
| NEDERLAND | 1.426.131 | 0 | 1.385.639 |
| Den Bosch, Hinthamerstraat 41-45 | |||
| Nijmegen, Broerstraat 49 | |||
| Zwolle, Diezerstraat 60 | |||
| Enschede, Kalanderstraat 2-4, | |||
| Maastricht, Grote Staat 58 | |||
| EINDTOTAAL | 12.699.036 | 202.595 | 10.626.943 |
| ADRES BELGIË |
TOTALE BRUTO HUUROPPER VLAKTE (iv) (IN M²) |
TOTAAL AANTAL VERHUURBARE EENHEDEN |
BOUW- OF VERBOUWINGS JAAR (v) |
BEZETTINGS GRAAD (vi) (IN %) 99% |
|---|---|---|---|---|
| PROVINCIE ANTWERPEN | 10.638 | 25 | ||
| Antwerpen - Kammenstraat 34 | 2014 | |||
| Antwerpen - Meir 107 | 2000 | |||
| Antwerpen - Schuttershofstraat 53 | 2016 | |||
| Antwerpen - Wiegstraat 4 | 1998 | |||
| Antwerpen - Wiegstraat 6 | 1998 | |||
| Antwerpen - Meirbrug 22 | 2018 | |||
| Mechelen - Bruul 15 | 1994 | |||
| Mechelen - Graaf van Egmontstraat 10 | 2000 | |||
| Wilrijk - Boomsesteenweg 894-898 | 2002 | 100% | ||
| PROVINCIE LIMBURG | 16.460 | 8 | ||
| Hasselt - Demerstraat 21-25 | 2010 | |||
| Hasselt - Koning Albertstraat 48-50 | 2014 | |||
| Tongeren - Maastrichterstraat 20 | 2000 | |||
| Sint-Truiden - Luikerstraat 49-51 | 2009 | 100% | ||
| PROVINCIE LUIK | 12.651 | 25 | ||
| Boncelles - Route du Condroz 42-44 | 1988 | |||
| Huy - Shopping Mosan | 2010 | |||
| Liège - Rue de la Cathédrale 79-83 | 2004 | |||
| Liège - Rue de la Cathédrale 87-93 | 1999 | 100% | ||
| PROVINCIE NAMEN | 192 | 1 | ||
| Namur - Rue de Fer 10 | 2014 | 90% | ||
| PROVINCIE OOST-VLAANDEREN | 12.688 | 18 | ||
| Aalst - Nieuwstraat 29 - 31 - 33 | 2003 | |||
| Gent - Lange Munt 61-63 | 2010 | |||
| Dendermonde - Oude Vest 19-37 | 1982 | |||
| Sint Niklaas - Stationsstraat 33 | 2009 | |||
| Oudenaarde - Nederstraat 43-45 | 2008 | 98% | ||
| PROVINCIE WEST-VLAANDEREN | 9.810 | 8 | ||
| Oostende - Adolf Buylstraat 1A | 1964 | |||
| Oostende - Adolf Buylstraat 35 | 2014 | |||
| Oostende - Adolf Buylstraat 42 | 2016 | |||
| Oostende - Adolf Buylstraat 44 | 2016 | |||
| Oostende - Kapellestraat 65 | 2012 | |||
| Oostende - Adolf Buylstraat 33 | 2012 | |||
| Brugge - Predikherenrei 4 | 2012 | |||
| Oostende - Kapellestraat 105 | 2009 | 100% | ||
| BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | 2.122 | 1 | ||
| Ukkel - Alsembergsesteenweg 767 | 2009 | |||
| NEDERLAND | 4.369 | 18 | ||
| Den Bosch, Hinthamerstraat 41-45 | 1970 | |||
| Nijmegen, Broerstraat 49 | 1955 | |||
| Zwolle, Diezerstraat 60 | 1992 | |||
| Enschede, Kalanderstraat 2-4, | 2015 | |||
| Maastricht, Grote Staat 58 | 1987 | 98,43% | ||
| EINDTOTAAL | 67.702 | 101 | 94,44% |
De hierna vernoemde uiteenzetting moet samen gelezen worden met de strategische visie van Qrf en de verdere diversificatie van uitsluitend winkelvastgoed naar vrijetijds- en HoReCa-vastgoed die eerder in dit jaarverslag werd toegelicht.
Gezien de huidige vastgoedportefeuille grotendeels uit winkelvastgoed bestaat volgt hieronder een marktoverzicht van de winkelvastgoedmarkt in België en Nederland.
Als vastgoedfonds met een focus op binnenstedelijk vrijetijds-, horeca- en winkel-vastgoed zijn de huurders van Qrf in 2020 Qrf onderhevig geweest aan de beperkingen die de overheden in België en Nederland opleggen in de strijd tegen de verdere uitbreiding van COVID-19. Op datum van publicatie gelden de onderstaande beperkende maatregelen nog steeds:
Het is algemeen geweten dat de druk op de winkelvastgoedmarkt de voorbije jaren verhoogd is, mede gedreven door een stijging in e-commerce transacties, maar hoofdzakelijk door een verdere spreiding van het vrij beschikbaar inkomen van consumenten overheen verschillende consumptie-mogelijkheden. Het aandeel van mode in de maandelijkse bestedingen daalt, ten voordele van ervaringen, en HoReCa uitgaven.
De COVID-19 crisis heeft ervoor gezorgd dat verschillende van de effecten waar de fysieke winkelvastgoedmarkt aan onderhevig is een versnelde impact hebben gekend. e-Commerce heeft in 2020 een sprong gemaakt, voornamelijk gedreven door het gebrek aan fysieke winkelmogelijkheden. Hoewel de markt een sterke terugkeer ziet naar de winkels in periodes van weinig beperkingen (bvb. Zomer 2020) heeft een nieuw segment van de bevolking de weg gevonden naar e-commerce.
Wij zijn er echter van overtuigd dat dergelijke versnelde impact, ook een versnelde impact zal hebben op de aanpassingen die de fysieke winkeliers gaan maken teneinde de voldoen aan de wensen van de consument.
Omni-channel (het samengaan van het fysieke winkelkanaal met de online webshop) moet nog verder worden ontwikkeld, hoewel een stijgend aantal retailers de voordelen, financieel en operationeel, inzien van dergelijke aanpak. Verschillende studies tonen een substantieel "Halo-effect"1 aan waarbij de aanwezigheid van fysieke winkels de transacties via internet verhoogt en vice versa.
Dergelijk model wordt dan ook reeds versneld en doortastend uitgevoerd. De winkelier van de toekomst beschikt over een performant winkelnetwerk gecombineerd met een professionele online aanwezigheid, die hij aansnijdt als zowel fysieke winkel-ervaring, maar evenzeer als stedelijke logistieke centra, waarbij de consument aangekochte producten kan ophalen, terugbrengen of inwisselen. Vergaandere modellen worden ook onderzocht, waarbij via digitale inventory management systemen (met RFID) de
1 McKinsey&Company, Who's Shopping Where? The power of geospatial analytics in omnichannel retail, July 2018, Alana Podreciks, Nathan Uhlenbrock, and Kelly Ungerman.
winkelrekken perfect geïnventariseerd kunnen worden. Indien een online shopper een bepaald product besteld die in een naburige winkel aanwezig is, krijgt de consument de keuze tussen gratis ophalen in de winkel (per direct), of het laten versturen, waarbij het gekozen product uit het winkelrek door de winkelbediende verstuurd wordt, via een duurzame koerier (fiets of elektrisch voertuig) naar de consument.
Hoewel het nog een hele tijd zal duren alvorens alle aanwezige merken hun fysieke winkels op dit nieuw systeem hebben aangepast, toont dergelijk voorbeeld hoe de toekomst er hoogstwaarschijnlijk uitziet.
De prime yields hebben de licht stijgende trend van 2018 doorgezet. In vergelijking met 2018 is de gemiddelde yield in de belangrijkste shopping-assen met 0,23% gestegen. Dit is in lijn met de marktevolutie.
2 Cushman & Wakefield, Market Data Belgium Retail 2020.
De prime yields hebben de stijgende trend van 2019 doorgezet. In vergelijking met 2019 is de gemiddelde yield in de belangrijkste shopping-assen gestegen tot 4%. Dit is in lijn met de marktevolutie.
In 2020 eindigde de zogenaamde "take-up" op 400.000 m², 10% ten opzichte van 2019. Er werden 16% minder transacties waargenomen. Deze cijfers zijn goed en beter dan aan het begin van de pandemie werd verwacht. Ze weerspiegelen echter belangrijke verschillen volgens de sectoren. De impact op de huren is ook heel anders. Doordat de bedrijvigheid daalde en de bezoekersaantallen onder druk stonden, werden de tophuren negatief beïnvloed in deze specifieke segmenten met een daling van ongeveer 15% tot 20% ten opzichte van 2019.
De impact van de gezondheidscrisis heeft geleid tot een "communicerende vaten" -effect in de consumptie van huishoudens, met minder uitgaven in mode en persoonlijke apparatuur en meer in doe-het-zelf, huishoudelijke apparatuur, sportartikelen (merken zoals Snipes, JD Sports of Courir zijn getuige van een snelle uitbreiding). De F&B-sector is ook een van de meest actieve ondanks de verschillende sluitingen van cafés en restaurants gedurende het jaar.
In Nederland bedragen de prime rent (de zogenaamde top-huren) 2.700 EUR per vierkante meter, wat een daling van 6,8% is ten opzichte van 2019. In Nederland is er een groot verschil tussen Amsterdam en de regionale steden, dit is voornamelijk te verklaren door de enorme toeristische aantrekkking van Amsterdam voor verblijfstoerisme. Dit bevestigt ook een eerder gemaakte observatie dat een winkelgebied dat de nodige aantrekking heeft van zowel inwoners, dagbezoekers als verblijfstoerisme substantieel hogere prime rents neerzet dan regionale steden met een beperkt toeristisch aanbod.
Net zoals in België noteren de hoofdwinkelstraten nog steeds een lagere yield dan de overige winkelbestemmingen (buitenstedelijk en shopping centers). De trend is al enkele jaren stabiel.
De retail vastgoedmarkt vertegenwoordigde 12% van het totale investeringsvolume van 2020, een stijging van 2% ten opzichte van vorig jaar. Ondanks de toename van het aandeel, bedroeg het winkelbeleggingsvolume EUR 2,0 miljard, wat 17% lager is dan 2019. Het grootste deel van het investeringsvolume werd gerealiseerd vóór de virusuitbraak, hoewel december ook getuige was van een sterke prestatie vanwege de overdrachtsbelasting die in 2021 zal stijgen.
Net zoals in België noteren de hoofdwinkelstraten nog steeds met een lagere yield dan de overige winkelbestemmingen (buitenstedelijk en shopping centers). De trend is al enkele jaren stabiel.
De retail vastgoedmarkt vertegenwoordigde 12% van het totale investeringsvolume van 2020, een stijging van 2% ten opzichte van vorig jaar. Ondanks de toename van het aandeel, bedroeg het winkelbeleggingsvolume EUR 2,0 miljard, wat 17% lager is dan 2019. Het grootste deel van het investeringsvolume werd gerealiseerd vóór de virusuitbraak, hoewel december ook getuige was van een sterke prestatie vanwege de overdrachtsbelasting die in 2021 zal stijgen.
3 Cushman & Wakefield, Market data The Netherlands Retail 2020.
De vastgoedportefeuille van Qrf wordt gewaardeerd door Cushman & Wakefield.
Wij hebben de eer u onze schatting van de reële waarde van de vastgoedportefeuille van Qrf op 31 december 2020 over te maken.
Onze schattingen werden opgesteld op basis van de door u verstrekte inlichtingen die verondersteld werden juist te zijn. De waarden werden bepaald, rekening houdend met de huidige marktparameters.
Rekening houdend met alle bemerkingen, definities en reserves, die in het schattingsverslag en in zijn bijlagen opgenomen zijn en die er volledig deel van uitmaken, en gebaseerd op de huidige waarden op 31 december 2020, geven wij aan de bestaande vastgoedportefeuille de volgende waardes:
| Totaal*: | België*: | Nederland: |
|---|---|---|
| 208.430.000 | 184.010.000 | 24.420.000 |
Voor het gedeelte van de vastgoedportefeuille gelegen in België
Niels Goodeweeck Valuer Valuation & Advisory
Gregory Lamarche MRI CS Associate Valuation & Advisory
Voor het gedeelte van de vastgoedportefeuille gelegen in Nederland
Cushman & Wakefield V.O.F. Ronald H.J. van der Zalm MRI CS RT Associate Valuation & Advisory
De uitbraak van het nieuwe coronavirus (COVID-19), verklaard door de World Health Organisatie als een "wereldwijde pandemie" op 11 maart 2020 heeft wereldwijde gevolgen gehad op de financiële markten. Reisbeperkingen zijn door veel landen geïmplementeerd.
In veel sectoren wordt de marktactiviteit beïnvloed. Op waarderingsdatum kunnen we minder gewicht geven aan eerdere marktgegevens als vergelijkingspunt, dewelke waarderingen beïnvloeden.
De huidige reactie op COVID-19 betekent dat we geconfronteerd worden met een ongekende reeks omstandigheden waarop onze schatting dient gebaseerd te worden.
Onze waardering wordt daarom gerapporteerd op basis van "materiële waarderingsonzekerheid" volgens VPS 3 en VPGA 10 van het RICS Red Book Global. Bijgevolg kan er minder zekerheid – en een hogere mate van voorzichtigheid – aan onze waardering worden gegeven dan normaal het geval is.
Voor alle duidelijkheid: de opname van de verklaring 'materiële waarderingsonzekerheid' betekent niet dat er niet op deze waardering kan worden vertrouwd. Het wordt gebruikt om duidelijk en transparant te zijn met alle partijen, op een professionele manier.
| 10.1 EPRA RESULTAAT 112 | |
|---|---|
| 10.2 EPRA NAV 112 | |
| 10.3 EPRA NNNAV 112 | |
| 10.4 EPRA NIY EN EPRA TOPPED-UP NIY 113 | |
| 10.5 EPRA LEEGSTANDSPERCENTAGE 113 | |
Oostende Kapellestraat 105 België
EPRA, de European Public Real Estate Association, is een non-profit organisatie die beursgenoteerde vastgoedbedrijven in Europa vertegenwoordigd. EPRA vertegenwoordigt 450 miljard aan onroerende activa. EPRA publiceert aanbevelingen voor de bepaling van de belangrijkste kernprestatieindicatoren voor beursgenoteerde vastgoedvennootschappen. De publicatie van deze gegevens is niet verplicht volgens de regelgeving op openbare GVV's.
Deze cijfergegevens werden niet geauditeerd door de Commissaris.
| TABEL EPRA - INDICATOREN | DEFINITIES EPRA | 31/12/2020 | 31/12/2019 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | EPRA resultaat | Resultaat uit operationele activiteiten. | (EUR/aandeel) | 0,91 | 1,29 |
| 2 | EPRA NAV | De Nettoactiefwaarde, aangepast zodat vastgoed en andere investeringen aan hun Reële Waarde worden inbegrepen met uitsluiting van bepaalde items die in een lange termijn business model niet verwacht worden zich te materialiseren. |
(EUR/aandeel) | 16,71 | 18,19 |
| EPRA NTA | De nettoactiefwaarde in een bedrijfsmodel met vastgoedbeleggingen op lange termijn. |
(EUR/aandeel) | 16,71 | 18,19 | |
| EPRA NDV | De nettoactiefwaarde in het scenario van een verkoop van de activa van de vennootschap. |
(EUR/aandeel) | 16,43 | 17,90 | |
| EPRA NRV | De nettoactiefwaarde welke nodig zou zijn om de vennootschap opnieuw samen te stellen. |
(EUR/aandeel) | 17,63 | 19,27 | |
| 3 | EPRA NNNAV | De EPRA Nettoactiefwaarde, aangepast zodat de Reële Waarde van de financiële instrumenten, schulden en uitgestelde belastingen wordt inbegrepen. |
(EUR/aandeel) | 16,43 | 17,90 |
| 4 | EPRA NIY | De geannualiseerde brutohuurinkomsten, gebaseerd op de cash huren op balansdatum, met uitsluiting van niet-recupereerbare vastgoedkosten, gedeeld door de marktwaarde van het vastgoed, met inbegrip van geschatte aankoopkosten. |
5,7% | 5,0% | |
| EPRA "topped-up" NIY | De EPRA NIY, aangepast zodat rekening gehouden wordt met de afloop van huurvrije periodes (of andere niet-vervallen tegemoetkomingen zoals huurvrije periodes en getrapte huurprijzen). |
5,2% | 5,2% | ||
| 5 | EPRA leegstandspercentage |
De geschatte huurwaarde van leegstaande ruimtes, gedeeld door de geschatte huurwaarde van de volledige portefeuille. |
2,9% | 5,9% | |
| 6 | EPRA kostratio (inclusief directe leegstandskosten) |
Administratieve en operationele kosten (met inbegrip van directe leegstandskosten) gedeeld door de brutohuurinkomsten. |
16,6% | 21,5% | |
| EPRA kostratio (exclusief directe leegstandkosten) |
Administratieve en operationele kosten (met uitsluiting van directe leegstandskosten) gedeeld door de brutohuurinkomsten. |
15,2% | 20,4% |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| IFR S resultaat (aandeelhouders van de reële groep) |
-5.315 | -20.478 |
| (i) Wijzigingen in de waarde van vastgoedbeleggingen |
13.410 | 28.022 |
| (ii) Winst of verlies op de verkoop van vastgoedbeleggingen |
-1.062 | 884 |
| (iii) Wijzigingen in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
-24 | 892 |
| (iv) Uitgestelde belastingen met betrekking tot EPRA-wijzigingen |
-494 | -277 |
| EPRA resultaat | 9.043 | |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 7.031.062 | |
| EPRA resultaat per aandeel (in EUR) | 0,91 | 1,29 |
| 31/12/2020 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | EPRA NRV | EPRA NTA | EPRA NDV | EPRA NAV | |||
| IFR | S NAV | 117.507 | 117.507 | 117.507 | 117.507 | ||
| IFRS NAV/aandeel (in euro) | 16,43 | 16,43 | 16,43 | 16,43 | |||
| Verwaterde NAV aan fair value | 117.507 | 117.507 | 117.507 | 117.507 | |||
| Uit te sluiten: | |||||||
| (v) | Uitgestelde belastingen gerelateerd aan de herwaardering van vastgoedbeleggingen |
293 | 293 | 293 | |||
| (vi) | Reële Waarde van de financiële instrumenten | 1.767 | 1.767 | 1.767 | |||
| (vii.b) Immateriële vaste activa volgens de IFRS-balans | -9 | ||||||
| Subtotaal | 119.567 | 119.558 | 117.507 | 119.567 | |||
| Omvat: | |||||||
| (xi) | Real estate transfer taks | 6.535 | |||||
| NAV | 126.102 | 119.558 | 117.507 | 119.567 | |||
| Aantal aandelen | 7.153.322 | 7.153.322 | 7.153.322 | 7.153.322 | |||
| NAV/aandeel (in euro) | 17,63 | 16,71 | 16,43 | 16,71 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | EPRA NRV | EPRA NTA | EPRA NDV | EPRA NAV |
|---|---|---|---|---|
| IFR S NAV |
128.032 | 128.032 | 128.032 | 128.032 |
| IFRS NAV/aandeel (in euro) | 17,90 | 17,90 | 17,90 | 17,90 |
| Verwaterde NAV aan fair value | 128.032 | 128.032 | 128.032 | 128.032 |
| Uit te sluiten: | ||||
| (v) Uitgestelde belastingen gerelateerd aan de herwaardering van vastgoedbeleggingen |
-96 | -96 | -96 | |
| (vi) Reële Waarde van de financiële instrumenten |
2.156 | 2.156 | 2.156 | |
| (vii.b) Immateriële vaste activa volgens de IFRS-balans | ||||
| Subtotaal | 130.092 | 130.092 | 128.032 | 130.092 |
| Omvat: | ||||
| (xi) Real estate transfer taks |
7.772 | |||
| NAV | 137.864 | 130.092 | 128.032 | 130.092 |
| Aantal aandelen | 7.153.322 | 7.153.322 | 7.153.322 | 7.153.322 |
| NAV/aandeel (in euro) | 19,27 | 18,19 | 17,90 | 18,19 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| EPRA NAV | 119.566 | 130.139 | |
| (i) | Reële Waarde van financiële instrumenten | -1.767 | -2.156 |
| (ii) | Herwaarderingen van de Reële Waarde van financieringen met vaste rentevoet | 0 | 0 |
| (iii) | Uitgestelde belastingen | -293 | 96 |
| Minderheidsbelangen met betrekking tot uitgestelde belastingen | -47 | ||
| EPRA NNNAV | 117.507 | 128.032 | |
| Aantal aandelen | 7.153.322 | 7.153.322 | |
| EPRA NNNAV per aandeel (in EUR) | 16,43 | 17,90 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen | 208.430 | 206.100 |
| Activa bestemd voor verkoop | 0 | 45.554 |
| Projectontwikkelingen | 0 | 0 |
| Geschatte mutatierechten en -kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen | 5.498 | 7.182 |
| Investeringswaarde van de vastgoedportefeuille beschikbaar voor verhuur | 213.928 | 258.836 |
| Geannualiseerde brutohuurinkomsten | 12.863 | 14.253 |
| Vastgoedkosten | -632 | -1.239 |
| Geannualiseerde nettohuurinkomsten | 12.231 | 13.014 |
| Notioneel bedrag bij aflopen van huurvrije periode | 335 | 335 |
| Aangepaste geannualiseerde nettohuurinkomsten | 13.349 | 13.349 |
| EPRA NIY | 5,7% | 5,0% |
| EPRA topped-up NIY | 5,2% | 5,2% |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| Geschatte huurwaarde van leegstaande ruimtes | 318 | 840 |
| Geschatte huurwaarde van de volledige portefeuille | 11.091 | 14.290 |
| EPRA leegstandspercentage | 2,9% | 5,9% |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| Inclusief | ||
| (i) Operationele kosten (vastgoed- en algemene kosten) zoals in de IFRS-resultatenrekening |
2.152 | 3.088 |
| (iv) Andere bedrijfsopbrengsten/doorrekeningen, bedoeld om de algemene kosten te dekken, exclusief winstmarge |
0 | 0 |
| Exclusief (indien vervat in bovenstaande) | ||
| (vi) Afschrijvingen |
-17 | -19 |
| EPRA-kosten (inclusief directe leegstandskosten) | 2.134 | 3.069 |
| (ix) Directe leegstandskosten |
-182 | -161 |
| EPRA-kosten (exclusief directe leegstandskosten) | 1.953 | 2.908 |
| (x) Brutohuurinkomsten min te betalen huur op gehuurde grond |
12.863 | 14.253 |
| Brutohuurinkomsten | 12.863 | 14.253 |
| EPRA kostratio (inclusief directe leegstandskosten) | 16,59% | 21,53% |
| EPRA kostratio (exclusief directe leegstandskosten) | 15,18% | 20,40% |
| 11.1 GECONSOLIDEERDE JAARR EKENING OVER HET BOEKJAAR 2020 117 |
|
|---|---|
| 11.2 TOELICHTINGEN 123 | |
| 11.3 VERSLAG VAN DE COMMISSARI S 165 | |
| 11.4 VERKORTE VERSIE VAN DE STATUTAIR E JAARR EKENING VAN QRF 172 |
|
| 11.5 OVERI GE VERKLARI NGEN VAN DE STATUTAIR E ZAAKVOERDER 179 |
| A. GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING | ||||
|---|---|---|---|---|
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
| (+) | I. Huurinkomsten | 12.434 | 15.189 | |
| (+) | II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | |
| (+/-) III. Met verhuur verbonden kosten | -1.298 | -89 | ||
| NETTO HUURRESULTAAT | 11.135 | 15.100 | ||
| (+) (+) |
IV. Recuperatie van vastgoedkosten V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de |
0 | 0 | |
| huurders op verhuurde gebouwen | 1.328 | 1.216 | ||
| (-) | VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en | |||
| wederinstaatstelling op het einde van de huur | 0 | 0 | ||
| (-) | VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurders op | |||
| verhuurde gebouwen | -1.397 | -1.375 | ||
| (+/-) VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 0 | 0 | ||
| VASTGOEDRESULTAAT | 5 | 11.066 | 14.941 | |
| (-) | IX. Technische kosten | -164 | -239 | |
| (-) | X. Commerciële kosten | -99 | -164 | |
| (-) | XI. Kosten en taksen van niet verhuurde gebouwen | -182 | -161 | |
| (-) | XII. Beheerskosten van het vastgoed | -196 | -579 | |
| (-) | XIII. Andere vastgoedkosten | 0 | 0 | |
| VASTGOEDKOSTEN | 6 | -641 | -1.144 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 10.425 | 13.798 | ||
| (-) | XIV. Algemene kosten van de vennootschap | 7 | -1.511 | -1.945 |
| (+/-) XV. Andere operationele opbrengsten en kosten | 0 | 0 | ||
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 8.914 | 11.853 | ||
| (+/-) XVI. Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen | 680 | -884 | ||
| (+/-) XVII. Resultaat op verkopen van andere niet-financiële activa | 0 | 0 | ||
| (+/-) XVIII. Variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen | -13.015 | -28.022 | ||
| (+/-) XIX. Ander portefeuilleresultaat | -396 | 0 | ||
| PORTEFEUILLERESULTAAT | 8 | -12.731 | -28.906 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | -3.817 | -17.053 | ||
| (+) | XX. Financiële inkomsten | 392 | 0 | |
| (-) | XXI. Netto interestkosten | -2.143 | -2.587 | |
| (-) | XXII. Andere financiële kosten | -298 | -166 | |
| (+/-) XXIII. Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva | 24 | -892 |
1 Volgens het schema opgenomen in het KB van 13 juli 2014.
| FINANCIEEL RESULTAAT | 9 | -2.025 | -3.645 | |
|---|---|---|---|---|
| (+) | XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en | |||
| joint ventures | 0 | 0 | ||
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | -5.842 | -20.698 | ||
| (+/-) XXV. Vennootschapsbelasting | 527 | 207 | ||
| (+/-) XXVI. Exit taks | 0 | 0 | ||
| BELASTINGEN | 527 | 207 | ||
| NETTO RESULTAAT | -5.314 | -20.491 | ||
| Toerekenbaar aan: | ||||
| Aandeelhouders van de groep | -5.314 | -20.478 | ||
| Minderheidsbelangen | 0 | -13 | ||
| Componenten van het Netto resultaat - Aandeelhouders van de groep: | ||||
| NETTO RESULTAAT (AANDEEL GROEP) | -5.314 | -20.478 | ||
| Resultaat op de portefeuille | 12.731 | 28.906 | ||
| Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva | -24 | 892 | ||
| Resultaat op de realisatie van aandelen in vastgoedvennootschappen | -381 | |||
| Uitgestelde belastingen met betrekking to EPRA-wijzigingen | -494 | -277 | ||
| EPRA RESULTAAT* | 6.518 | 9.043 |
*Het EPRA resultaat is het Netto resultaat (aandeel groep) met uitsluiting van het portefeuilleresultaat, de variaties in de Reële Waarde van de niet effectieve rente-indekkingen en EPRA Wijzigingen met betrekking tot uitgestelde belastingen.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|---|
| I. NETTO RESULTAAT | -5.314 | -20.491 | |
| II. ANDERE ELEMENTEN VAN HET GLOBAAL RESULTAAT RECYCLEERBAAR IN WINST- EN VERLIESREKENING |
0 | 0 | |
| (+/-) B. Variaties in het effectieve deel van de Reële Waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten in een kasstroomdekking zoals gedefinieerd in IFRS |
22 | 0 | 0 |
| GLOBAAL RESULTAAT | -5.314 | -20.491 | |
| Toerekenbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van de groep | -5.314 | -20.478 | |
| Minderheidsbelangen | 0 | -13 |
| Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| Aantal gewone aandelen in omloop op einde van het boekjaar | 18 | 7.153.322 | 7.153.322 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen gedurende het boekjaar | 18 | 7.153.322 | 7.031.062 |
| NETTO RESULTAAT PER GEWOON AANDEEL - AANDEEL GROEP (in EUR) | -0,74 | -2,91 | |
| VERWATERD NETTO RESULTAAT PER AANDEEL - AANDEEL GROEP (in EUR) | -0,74 | -2,91 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | ||||
| I. VASTE ACTIVA | 234.721 | 206.815 | ||
| B | Immateriële vaste activa | 9 | 0 | |
| C | Vastgoedbeleggingen | 10 | 208.430 | 206.100 |
| D | Andere materiële vaste activa | 11 | 25 | 15 |
| E | Financiële vaste activa | 12 | 26.257 | 700 |
| II. VLOTTENDE ACTIVA | 4.824 | 49.541 | ||
| A | Activa bestemd voor verkoop | 0 | 45.554 | |
| D | Handelsvorderingen | 13 | 1.310 | 182 |
| E | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 14 | 1.606 | 1.261 |
| F | Kas en kasequivalenten | 15 | 1.727 | 2.483 |
| G | Overlopende rekeningen - activa | 16 | 181 | 61 |
| TOTAAL ACTIVA | 239.545 | 256.356 | ||
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
| PASSIVA | ||||
| EIGEN VERMOGEN | 117.507 | 128.319 | ||
| I. | Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de | |||
| moedervennootschap | 117.507 | 128.032 | ||
| A | Kapitaal | 17 | 6.823 | 6.823 |
| a. Geplaatst kapitaal | 7.153 | 7.153 | ||
| b. Kosten kapitaalverhoging | -331 | -331 | ||
| B | Uitgiftepremies | 149.867 | 149.867 | |
| C Reserves | -33.869 | -8.179 | ||
| D Nettoresultaat van het boekjaar | -5.314 | -20.478 | ||
| II. Minderheidsbelangen | 19 | 0 | 287 | |
| VERPLICHTINGEN | 122.039 | 128.036 | ||
| I. | Langlopende verplichtingen | 106.826 | 92.385 | |
| B | Langlopende financiële schulden | 20 | 104.952 | 89.946 |
| a. Kredietinstellingen | 104.952 | 89.946 | ||
| C Andere langlopende financiële verplichtingen | 22 | 1.767 | 2.156 | |
| E | Andere langlopende verplichtingen | 26 | 108 | 102 |
| F | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 21 | 0 | 181 |
| b. Andere | 0 | 181 | ||
| II. Kortlopende verplichtingen | 15.213 | 35.651 | ||
| B | Kortlopende financiële schulden | 10.548 | 31.999 | |
| D Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 23 | 1.776 | 1.540 | |
| b. Andere | 1.776 | 1.540 | ||
| E | Andere kortlopende verplichtingen | 24 | 661 | 1.343 |
| F | Overlopende rekeningen | 25 | 2.228 | 770 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 239.546 | 256.356 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN PERIODE | 2.483 | 2.180 | |
| 1. Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 6.681 | 9.003 | |
| Netto resultaat | 11.1.1 | -5.314 | -20.491 |
| Niet-betaalde Intresten en bankkosten | 301 | 321 | |
| Aanpassing van het resultaat voor niet-kasstroomverrichtingen | 12.617 | 29.929 | |
| - Afschrijvingen op gekapitaliseerde financieringskosten | 9 | 17 | |
| - Afschrijvingen op immateriële en andere materiële vaste activa | 11 | 0 | 17 |
| - Resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen | 8 | -680 | 887 |
| - Resultaat op de verkoop van aandelen in vastgoedvennootschappen | -381 | 0 | |
| - Toename/Afname van te ontvangen facturen (+/-) | 283 | 248 | |
| - Variatie in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen en | |||
| projectontwikkelingen | 8 | 13.015 | 28.021 |
| - Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva | -24 | 740 | |
| - Ander portefeuille resultaat | 396 | 0 | |
| Variatie in de behoefte van het werkkapitaal: | -924 | -756 | |
| Beweging van activa: | -1.256 | -551 | |
| - Handelsvorderingen | 13 | -1.151 | 190 |
| - Belastingsvorderingen en andere vlottende activa | 14 | 16 | -872 |
| - Overlopende rekeningen | 16 | -120 | 131 |
| Beweging van verplichtingen: | 332 | -206 | |
| - Andere langlopende verplichtingen | 5 | 0 | |
| - Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 23 | -538 | 359 |
| - Andere kortlopende verplichtingen (incl. belastingsschulden) | 24 | 0 | 19 |
| - Overlopende rekeningen | 25 | 866 | -583 |
| 2. Kasstroom uit investeringsactiviteiten | 4.742 | 15.011 | |
| Aankopen van immateriële en andere materiële vaste activa | 11 | -9 | 0 |
| Verkopen van aandelen van vastgoedvennootschappen | 29 | 20.669 | 0 |
| Financiering aan niet volledig gecontroleerde entiteiten | -959 | 0 | |
| Aanschaffing van vastgoed | -20.738 | 0 | |
| Investeringen in bestaande vastgoedbeleggingen | -1.201 | -772 | |
| Opbrengsten uit de verkoop van vastgoedbeleggingen | 8 | 6.980 | 15.783 |
| 3. Kasstroom uit financieringsactiviteiten | -12.177 | -23.712 | |
| Terugbetaling van leningen | -6.454 | -19.000 | |
| Opname van leningen | 20 | 0 | 0 |
| Kosten Kapitaalverhoging | 0 | -179 | |
| Betaling van dividenden | -5.723 | -4.533 | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE PERIODE | 1.727 | 2.483 |
2 Inbrengen in natura gelden als non-cash transacties en worden niet meegenomen in het kasstroomoverzicht.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Kapitaal | Kosten kapitaal verhoging |
Uitgifte | premies Reserves | Netto resultaat van het boekjaar |
Minder heids belangen |
Eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BALANS OP 31 DECEMBER 2018 | 131.724 | -152 | 1.496 | -4.405 | 607 | 301 | 129.572 |
| Bestemming resultaat 2018 | -3.926 | -607 | -4.532 | ||||
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | -7.193 | 7.193 | - | ||||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | 3.913 | -3.913 | - | ||||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
-646 | 646 | - | ||||
| Dividend boekjaar 2018 | -4.533 | -4.533 | |||||
| Netto resultaat 2019 | -20.478 | -13 | -20.491 | ||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | - | - | - | 152 | - | - | 152 |
| Reserve voor de impact op de Reële Waarde van financiële instrumenten |
152 | 152 | |||||
| Wijziging fractiewaarde aandelen | -126.058 | 126.058 | |||||
| Kapitaalverhoging door inbreng in natura | 1.488 | -179 | 22.313 | 23.621 | |||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | 7.153 | -331 | 149.867 | -8.179 | -20.478 | 288 | 128.319 |
| Kosten kapitaal |
Uitgifte | Netto resultaat van het |
Minder heids |
Eigen | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Kapitaal | verhoging | premies Reserves | boekjaar | belangen | vermogen | |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | 7.153 | -331 | 149.867 | -8.179 | -20.478 | 288 | 128.319 |
| Bestemming resultaat 2019 | -26.203 | 20.478 | -5.723 | ||||
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | -20.009 | 20.009 | - | ||||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | -5.801 | 5.801 | - | ||||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van | |||||||
| de financiële instrumenten | -393 | 393 | - | ||||
| Dividend boekjaar 2019 | -5.723 | -5.723 | |||||
| Netto resultaat 2020 | -5.314 | - | -5.314 | ||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | - | - | - | 367 | - | - | 367 |
| Reserve voor de impact op de Reële Waarde van financiële instrumenten |
367 | 367 | |||||
| Deconsolidatie CCFH | 147 | -288 | -142 | ||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | 7.153 | -331 | 149.867 | -33.870 | -5.314 | - | 117.506 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR BALANS OP 30 DECEMBER 2018 |
Wettelijke reserve - |
Reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarde van vastgoed 2.009 |
en -kosten bij hypothetische vervreemding Waarde van geschatte mutatierechten Reserve voor de impact op de Reële van vastgoedbeleggingen -9.486 |
afdekkingsinstrumenten die onderworpen Reserve voor het saldo van de variaties zijn aan een afdekkingsboekhouding in de Reële Waarde van toegelaten zoals gedefinieerd in IFRS -976 |
afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen Reserve voor het saldo van de variaties zijn aan een afdekkingsboekhouding in de Reële Waarde van toegelaten zoals gedefinieerd in IFRS 53 |
Beschikbare reserve: reserve voor voorzienbare verliezen 14 |
Andere reserves - |
Overgedragen resultaten van vorige boekjaren 3.982 |
Totaal van de reserves -4.404 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verwerking netto resultaat 2018 | 0 | -7.604 | 410 | 0 | -646 | 0 | 0 | 3.913 | -3.927 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | -7.604 | 410 | -7.194 | ||||||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | 3.913 | 3.913 | |||||||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
-646 | -646 | |||||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 609 | -216 | 0 | 0 | 0 | 393 |
| Variaties in de Reële Waarde van vastgoed | 0 | ||||||||
| Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva |
609 | -216 | 393 | ||||||
| Andere | -241 | -241 | |||||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | - | -5.595 | -9.076 | -367 | -1.050 | 14 | - | 7.894 | -8.180 |
| Verwerking netto resultaat 2019 | 0 | -21.877 | 1.868 | 0 | -393 | 0 | 0 | -5.801 | -26.203 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | -21.877 | 1.868 | -20.009 | ||||||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | -5.801 | -5.801 | |||||||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
-393 | -393 | |||||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 367 | 0 | 0 | 0 | 0 | 367 |
| Variaties in de Reële Waarde van vastgoed | 0 | ||||||||
| Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva |
367 | 367 | |||||||
| Deconsolidatie van Century Center Freehold | -71 | 26 | 192 | 147 | |||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | - | -27.543 | -7.182 | - | -1.443 | 14 | - | 2.285 | -33.869 |
| Toelichting 1. Algemene bedrijfsinformatie 124 | |
|---|---|
| Toelichting 2. Grondslagen voor financiële verslaggeving 124 | |
| Toelichting 3. Schattingen, veronderstellingen en belangrijkste | |
| bronnen van onzekerheid 136 | |
| Toelichting 4. Segmentinformatie 139 | |
| Toelichting 5. Vastgoedresultaat 140 | |
| Toelichting 6. Vastgoedkosten 141 | |
| Toelichting 7. Algemene kosten 141 | |
| Toelichting 8. Portefeuilleresultaat 142 | |
| Toelichting 9. Financieel resultaat 142 | |
| Toelichting 10. Vastgoedbeleggingen 143 | |
| Toelichting 11. Andere Materiële Vaste activa 144 | |
| Toelichting 12. Financiële Vaste Activa 144 | |
| Toelichting 13. Handelsvorderingen 145 | |
| Toelichting 14. Belastingvorderingen en andere vlottende activa 146 | |
| Toelichting 15. Kas en kasequivalenten 146 | |
| Toelichting 16. Overlopende rekeningen – activa 147 | |
| Toelichting 17. Kapitaal 147 | |
| Toelichting 18. Aantal aandelen gehanteerd ter berekening | |
| van het nettoresultaat per aandeel 154 | |
| Toelichting 19. Minderheidsbelangen 155 | |
| Toelichting 20. Financiële schulden 155 | |
| Toelichting 21. Uitgestelde belastingen – verplichtingen 156 | |
| Toelichting 22. Andere langlopende financiële verplichtingen 157 | |
| Toelichting 23. Handelsschulden en andere kortlopende schulden 158 | |
| Toelichting 24. Andere kortlopende verplichtingen 158 | |
| Toelichting 25. Overlopende rekeningen – passief 158 | |
| Toelichting 26. Andere langlopende verplichtingen 158 | |
| Toelichting 27. Financiële Activa en verplichtingen 159 | |
| Toelichting 28. Schuldgraad 160 | |
| Toelichting 29. Consolidatiekring 161 | |
| Toelichting 30. Rechten en verplichtingen buiten balans 162 | |
| Toelichting 31. Transacties met verbonden partijen met betrekking | |
| tot de resultatenrekening 162 | |
| Toelichting 32. Gebeurtenissen na afsluitingsdatum 163 | |
| Toelichting 33. Vergoeding van de Commissaris 163 | |
| Toelichting 34. Gemiddeld personeelsbestand 163 |
QRF Comm. VA ("Qrf ") is een gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te 9050 Gent, Gaston Crommenlaan 8.
De geconsolideerde jaarrekening van Qrf voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 omvat Qrf en haar Perimetervennootschappen (de "Groep"). De jaarrekening werd goedgekeurd voor publicatie door de Statutaire Zaakvoerder op de Raad van Bestuur van 24 februari 2021 en zal aan de jaarlijkse Algemene Vergadering van aandeelhouders ter goedkeuring worden voorgelegd op 18 mei 2021.
Qrf richt zich op binnenstedelijk vrije tijds-, horeca- en winkel-vastgoed in België en Nederland. Als vastgoedspeler focust zij op de investering in, de (her)ontwikkeling van en de verhuring van voornamelijk binnenstedelijke winkels gelegen in de straten die dominant zijn voor hun verzorgingsgebied. Qrf streeft naar waardebehoud door een actief portefeuillebeheer.
De financiële verslaggeving van Qrf wordt opgesteld in overeenstemming met IFRS zoals goedgekeurd binnen de Europese Unie en volgens de bepalingen van de GVV‑wet en het KB van 13 juli 2014.
Deze standaarden omvatten alle nieuwe en herziene standaarden en interpretaties gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRI C) en goedgekeurd door de Europese Unie (EU), voor zover van toepassing op activiteiten van Qrf.
De Groep heeft gedurende het huidige boekjaar alle nieuwe en herziene Standaarden en Interpretaties, uitgevaardigd door het International Accounting Standards Board (IASB) en het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRI C) van de IASB, die relevant zijn voor haar activiteiten en die van kracht zijn voor het boekjaar van Qrf dat start op 1 januari 2020, toegepast.
De volgende standaarden en wijzigingen aan standaarden zijn voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2020 en zijn goedgekeurd door de EU:
De Groep heeft ervoor gekozen om de volgende nieuwe Standaarden, Interpretaties en Wijzigingen, goedgekeurd voor toepassing door de Europese Unie maar die nog niet verplicht van toepassing waren voor het boekjaar startend op 1 januari 2020, niet vroegtijdig toe te passen:
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen en interpretaties aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2020 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU:
De Groep bepaalt momenteel de impact van bovenvermelde standaarden.
De financiële informatie wordt opgesteld in duizenden euro, afgerond op het dichtste duizendtal.
Qrf voert haar boekhouding eveneens in euro's. Hieronder vindt u een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving.
De overgenomen bedrijven werden niet als bedrijfscombinaties verwerkt zoals gedefinieerd onder IFRS 3 maar als aankoop van activa, gezien Qrf enkel het actief en het huurcontract heeft overgenomen en deze vervolgens volledig heeft geïntegreerd in de organisatie.
Perimetervennootschappen zijn entiteiten waarover Qrf controle uitoefent.
Een onderneming oefent derhalve controle over een Perimetervennootschap uit als, en alleen als, de moederonderneming:
De jaarrekeningen van de Perimetervennootschappen worden opgenomen in de consolidatie vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle volgens de methode van de integrale consolidatie.
De integrale consolidatie bestaat erin dat de activa- en passivagegevens van de geconsolideerde ondernemingen integraal overgenomen worden, evenals de kosten en de opbrengsten waarna de noodzakelijke eliminaties worden uitgevoerd.
De minderheidsbelangen zijn de belangen in de Perimetervennootschappen die noch rechtstreeks noch onrechtstreeks door de Groep worden aangehouden.
Onroerende goederen die worden aangehouden met het oog op het genereren van Huurinkomsten of het realiseren van meerwaarden op lange termijn, en die niet dienen voor eigen gebruik door Qrf, worden als een vastgoedbelegging geboekt.
De eerste opname in de balans gebeurt tegen aanschaffingswaarde, met inbegrip van bijkomende transactiekosten zoals professionele erelonen, wettelijke diensten, registratierechten en andere overdrachtsbelastingen en niet aftrekbare BTW. De commissielonen betreffende de aankopen van gebouwen worden beschouwd als bijkomende kosten van die aankopen en worden toegevoegd aan de aanschaffingswaarde.
Wanneer de vastgoedbeleggingen worden verkregen door inbreng in natura van een onroerend goed tegen de uitgifte van nieuwe aandelen, via fusie door overneming van een vastgoedvennootschap of via partiële splitsing, worden audit- en bijstandskosten, wederbeleggingsvergoedingen en handlichtingskosten van de overgenomen vennootschappen en andere kosten verbonden aan de operatie, beschouwd als deel uitmakend van de aankoopprijs en worden zij geactiveerd.
Indien het onroerend goed verworven wordt via een aandelentransactie, omvat de aanschaffingsprijs eveneens de exit-taks (zie ook toelichting 21), verschuldigd door vennootschappen waarover Qrf directe of indirecte controle verwerft, (zij wordt in principe in mindering gebracht van de waarde van het achterliggend vastgoed vermits het een belasting op de latente meerwaarde betreft die in hoofde van de verworven vennootschap bestond voor de controleverwerving), tenzij deze vennootschappen niet in aanmerking komen voor fusie met Qrf (op beslissing van de Statutaire Zaakvoerder van Qrf).
Na de initiële opname worden de vastgoedbeleggingen gewaardeerd door de Vastgoeddeskundige.
De Vastgoeddeskundige waardeert op het einde van elk kwartaal op precieze wijze de volgende bestanddelen:
De Reële Waarde wordt bepaald in 2 fasen.
In een eerste fase bepalen de deskundigen de Investeringswaarde van elke eigendom op basis van de kapitalisatie van geschatte huurwaarden (ERV of Estimated Rental Value) aangepast voor correcties die rekening houden met de effectief betaalde huur en/of elk ander element dat invloed heeft op de waarde zoals bijvoorbeeld leegstandskosten.
Voor het bepalen van deze markthuurwaarde baseren de deskundigen zich op hun kennis van de vastgoedmarkt en op recente transacties gerealiseerd in de markt. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met de ligging, kwaliteiten en toegankelijkheid van het gebouw en lokale marktomstandigheden.
Vervolgens wordt een yield of kapitalisatievoet bepaald dewelke een investeerder of hypothetische koper zou betalen om het goed te verwerven met als doel te genieten van de huurinkomsten en een rendement op zijn investering.
In een tweede fase houden de deskundigen van de investeringswaarde van de vastgoedportfolio een geschat bedrag in voor overdrachtstaksen (registratietaksen en/of meerwaardetaksen) die de koper of verkoper moet betalen om een eigendomsoverdracht te kunnen uitvoeren. De investeringswaarde min de geschatte overdrachtstaksen vormt de Reële Waarde in de betekenis van IFRS 13.
In België is de overdracht onderworpen aan overdrachtstaksen. Het bedrag van deze taksen is afhankelijk van de overdrachtsmethode, de hoedanigheid van de koper en de geografische ligging van het goed. De eerste twee elementen, en bijgevolg het totale bedrag van de te betalen taksen, zijn dus slechts gekend eens de eigendomsoverdracht werd voltooid.
De waaier aan vastgoedoverdrachtsmogelijkheden en hun overeenstemmende taksen zijn de volgende:
Hierdoor varieert het effectieve percentage van de registratietaksen van 0 tot 12,5%, waarbij het onmogelijk is te voorspellen welk percentage van toepassing is bij de overdracht van een gegeven Belgisch vastgoed vooraleer de overdracht werkelijk plaatsvond. In januari 2006 werd aan alle deskundigen die betrokken zijn bij de waardebepaling van de Belgische vastgoedportefeuilles gevraagd om een gewogen gemiddeld percentage van de effectieve taksen voor de vastgoedportefeuilles van vastgoedbevaks te bepalen. Voor transacties van eigendommen met een waarde van meer dan 2,5 MEUR werd een gewogen gemiddelde transactietaks van 2,5% bepaald. Voor de transacties van eigendommen waarvan de waarde kleiner is dan 2,5 MEUR wordt er rekening gehouden met overdrachtsrechten van 10 tot 12,5% volgens het gewest waarin de gebouwen gelegen zijn. In 2016 werd, in samenwerking tussen de deskundigen en de BE-REIT Association, een update gemaakt die de bevindingen van 2006 ondersteunen.3
Voor de gebouwen gelegen buiten België, wordt door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen rekening gehouden met de theoretische lokale overdrachtsbelastingen.
In Nederland bedragen de overdrachtsbelastingen 6,0% op bedrijfsvastgoed en 2,0% op residentieel vastgoed. Vanaf 1 januari 2021 bedraagt de overdrachtsbelasting 8,0% voor alle vastgoed.
Het verschil tussen de Reële Waarde van het vastgoed en de Investeringswaarde van het vastgoed wordt opgenomen in de resultatenrekening en wordt jaarlijks in de resultaatsbestemming toegewezen aan de post "Reserve voor de impact op de Reële Waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" in het eigen vermogen.
3 Zie persbericht van de BE-REIT Association van 10 november 2016 "Confirmation of the rate used for the fair value calculation of properties of BE-REITs".
Alle winsten of verliezen die voortvloeien uit de waardeschommelingen in de Reële Waarde van een vastgoedbelegging worden opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin ze ontstaan in de post "Variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen" en worden bij de winstverdeling toegewezen aan de "Reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarde van vastgoed".
De uitgaven voor werken aan vastgoedbeleggingen komen ten laste van het operationeel vastgoedresultaat indien de uitgaven geen positief effect hebben op de verwachte toekomstige economische voordelen. Ze worden geactiveerd indien de verwachte economische voordelen die aan de entiteit toekomen erdoor verhogen. Er zijn vier soorten uitgaven:
De gerealiseerde winsten of verliezen op de verkoop van een vastgoedbelegging komen in de resultatenrekening van de verslagperiode onder de post "Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen". Aangezien het vastgoed verkocht is, wordt zowel de "Reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarde van vastgoed" als de "Reserve voor de impact op de Reële Waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" met betrekking tot het verkochte pand overgeboekt naar beschikbare reserves.
Commissies betaald bij het verkopen van gebouwen, transactiekosten en verplichtingen aangegaan naar aanleiding van transacties worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopsprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Onder projectontwikkelingen vallen de terreinen en gebouwen in ontwikkeling waardoor deze gedurende een bepaalde periode enkel investeringen vergen en geen huurinkomsten opleveren.
Onroerende goederen die gebouwd of ontwikkeld zijn voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging worden opgenomen in de subrubriek "Projectontwikkelingen" en conform IAS 40 gewaardeerd aan hun Reële Waarde totdat de ontwikkeling voltooid is. Op dat ogenblik worden de activa overgeboekt naar de subrubriek "Vastgoed beschikbaar voor verhuur", steeds aan Reële Waarde.
Na initiële opname worden de projecten gewaardeerd aan Reële Waarde indien aan al de volgende criteria voldaan is: (i) de te maken projectkosten kunnen betrouwbaar worden ingeschat, (ii) alle nodige vergunningen voor het uitvoeren van de projectontwikkeling zijn bekomen en (iii) een substantieel deel van de projectontwikkeling is voorverhuurd (definitief getekende huurovereenkomst). Deze Reële Waarde waardering is gebaseerd op de waardering door de Vastgoeddeskundige (volgens de gebruikelijke methodes en assumpties) en houdt rekening met de nog te maken kosten voor de volledige afwerking van het project.
Alle rechtstreeks aan de aankoop of ontwikkeling gerelateerde kosten en alle daaropvolgende investeringen die als transactiekosten (kosten van nieuw- en/ of verbouwingswerken, inclusief de aanschaffingswaarde van het terrein en het bouwklaar maken van het terrein) worden erkend, worden op de balans opgenomen.
Indien de duur van het project één jaar overschrijdt, worden ook de interestkosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de projectontwikkeling geactiveerd als deel van de kostprijs van de projectontwikkeling.
De activering van financieringskosten als onderdeel van de kostprijs van een in aanmerking komend actief gebeurt enkel als:
De activering van financieringskosten wordt opgeschort tijdens lange perioden waarin de actieve ontwikkeling wordt onderbroken.
De rubriek "Projectontwikkelingen" is een subrubriek van de post "Vastgoedbeleggingen" en wordt mee opgenomen in de berekening van de Reële Waarde van de vastgoedportefeuille in uitbating.
De materiële vaste activa, andere dan vastgoedbeleggingen, worden geclassificeerd als "andere materiële vaste activa" en worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde, verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen. De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast op basis van de verwachte gebruiksduur.
In het boekjaar waarin de investering plaatsvindt, worden afschrijvingen pro rata temporis het aantal maanden dat het actief in gebruik was, geboekt.
De volgende afschrijvingspercentages op jaarbasis zijn van toepassing:
Langlopende vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Er wordt een waardevermindering geboekt indien er onzekerheid bestaat betreffende de inbaarheid van de vordering op de vervaldag.
Financiële activa worden getest op bijzondere waardevermindering wanneer er hiervoor objectieve aanwijzingen zijn. Een bijzondere waardevermindering wordt rechtstreeks ten laste genomen van het resultaat. Voor handelsvorderingen worden op elke balansdatum de oninbare vorderingen afgeschreven tegenover de betreffende provisierekening.
Vaste activa waarvan de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd door de verkoop van de goederen en niet door de verdere verhuring, worden als aangehouden voor verkoop beschouwd. Deze activa worden conform IAS 40 gewaardeerd tegen Reële Waarde.
Qrf kan afgeleide producten of financiële rentederivaten gebruiken (zoals onder meer Interest Rate Swaps) om zich in te dekken tegen renterisico's afkomstig van operationele, financiële en investeringsactiviteiten. Afgeleide financiële producten worden initieel aan hun kostprijs erkend en worden geherwaardeerd aan hun Reële Waarde op de daaropvolgende rapporteringsdatum.
Na eerste verwerking worden de financiële rentederivaten in de jaarrekening gewaardeerd tegen Reële Waarde. Winsten of verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de Reële Waarden van de financiële rentederivaten worden onmiddellijk verwerkt in de resultatenrekening, tenzij een derivaat voldoet aan de voorwaarden voor hedge accounting.
De Reële Waarde van de financiële rentederivaten is het bedrag dat Qrf verwacht te ontvangen of te betalen indien het financiële rentederivaat op balansdatum wordt beëindigd waarbij de geldende rente en het kredietrisico van de betreffende tegenpartij in aanmerking wordt genomen.
Indien een financieel rentederivaat kan worden gedocumenteerd als een effectieve hedge van de mogelijke variabiliteit van kasstromen die zijn toe te rekenen aan een bepaald risico verbonden aan een actief of verplichting of een zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transactie, wordt het deel van het resultaat voortvloeiend uit de waarde mutatie van het financiële rentederivaat, waarvan is vastgesteld dat het een effectieve hedge is, onmiddellijk in de andere elementen van het globaal resultaat (eigen vermogen) verantwoord onder "Variatie in het effectieve deel van de Reële Waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking zoals gedefinieerd in IFRS". Het ineffectieve deel van het financiële rentederivaat wordt opgenomen in de resultatenrekening.
Wanneer een indekkingsinstrument vervalt of verkocht wordt, of wanneer een indekking niet langer voldoet aan de criteria van indekkingsboekhouding, blijven de geaccumuleerde winsten en verliezen in eerste instantie behouden in het eigen vermogen. Ze worden pas opgenomen in de resultatenrekening wanneer de verbintenis of de afgedekte kasstromen worden opgenomen in de resultatenrekening.
Indien de afgedekte kasstromen niet langer worden verwacht, worden de geaccumuleerde winsten of verliezen uit het eigen vermogen onmiddellijk naar de resultatenrekening overgebracht.
Vorderingen op ten hoogste één jaar worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde, onder aftrek van waardeverminderingen voor dubieuze of oninbare vorderingen.
Kas en kasequivalenten (bankrekeningen, geldmiddelen en korte termijnbeleggingen) worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk in de resultatenrekening verwerkt.
Het kapitaal omvat de geldmiddelen verkregen bij oprichting, fusie of kapitaalverhoging. De externe kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden afgetrokken van het eigen vermogen.
Dividenden maken deel uit van het overgedragen resultaat totdat de Algemene Vergadering van aandeelhouders de dividenden toekent. Daarna worden deze dividenden geboekt als een schuld.
Een voorziening wordt opgenomen wanneer:
■ Qrf een bestaande – juridisch afdwingbare of feitelijke – verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden;
Het bedrag dat wordt opgenomen als een voorziening is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op balansdatum af te wikkelen, rekening houdend met de risico's en onzekerheden verbonden aan de verplichting.
Handelsschulden worden uitgedrukt tegen hun nominale waarde op balansdatum.
Interestdragende leningen worden initieel aan kostprijs erkend, verminderd met de direct toewijsbare kosten. Vervolgens worden de interestdragende leningen gewaardeerd aan de huidige waarde van de nog af te lossen saldi, waarbij elk verschil tussen deze laatste en de aflossingswaarde erkend wordt in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve rentemethode.
Het netto huurresultaat omvat de huren, operationele leasevergoedingen en andere inkomsten die hiermee verband houden min de met verhuur verbonden kosten zoals te betalen huur op gehuurde activa, huurvoordelen en waardeverminderingen op handelsvorderingen.
De huurvoordelen omvatten tijdelijke huurkortingen of huurvrije periodes ten gunste van de huurder, evenals mogelijke tussenkomst van Qrf in de inrichtingswerken van de huurder.
De recuperatie van vastgoedkosten omvat de opbrengsten verkregen uit de doorrekening van kosten en vergoedingen van huurschade.
De huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen en de recuperatie van deze lasten betreffen kosten die contractueel of volgens de gebruiken ten laste vallen van de huurder of lessee. De eigenaar zal deze kosten overeenkomstig de contractuele afspraken met de huurder wel of niet aan hem doorrekenen.
Opbrengsten worden gewaardeerd tegen de Reële Waarde van de vergoeding die is ontvangen en worden lineair in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarop ze betrekking hebben.
De betaalde verbrekingsvergoedingen door huurders voor de vroegtijdige verbreking van een huurovereenkomst worden volledig als inkomsten verwerkt in het jaar waarin de vergoeding wordt ontvangen.
De vastgoedkosten worden gewaardeerd tegen de Reële Waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is.
De technische kosten omvatten onder meer structureel en occasioneel onderhoud en verliezen uit schadegevallen gedekt door de verzekeringsmaatschappijen. De commerciële kosten omvatten onder meer makelaarscommissies. De beheerskosten van het vastgoed omvatten hoofdzakelijk: (i) de kosten van het personeel verantwoordelijk voor deze activiteit, (ii) de operationele kosten van de hoofdzetel van Qrf en (iii) de erelonen betaald aan derde partijen. De van huurders of derden ontvangen beheersvergoedingen die gedeeltelijk de beheerskosten van het vastgoed dekken, worden in mindering gebracht.
De algemene kosten van Qrf dekken de vaste bedrijfskosten van Qrf die actief is als een juridische beursgenoteerde onderneming en die geniet van het GVV-statuut. Deze kosten worden opgelopen om transparante financiële informatie te verschaffen, economisch vergelijkbaar te zijn met andere types van investeringen en om aan beleggers de mogelijkheid te bieden om op een liquide manier indirect deel te nemen aan een gediversifieerde vastgoedbelegging. Een deel van de kosten die gemaakt worden in het kader van de strategische groei van Qrf vallen eveneens onder deze categorie.
Het financieel resultaat bestaat uit de interestkosten op leningen, bankkosten en bijkomende financieringskosten zoals de variaties van, verminderd met de opbrengsten van beleggingen.
Deze rubriek omvat de courante belastinglast op het resultaat van het boekjaar en de uitgestelde belastingen. De vennootschapsbelasting wordt rechtstreeks in het resultaat geboekt, behalve als de belasting betrekking heeft op elementen die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen. In dat geval wordt ook de belasting rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen. De courante belastinglast bestaat uit de verwachte belasting op het belastbaar inkomen van het jaar en de correcties op vorige boekjaren.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden geboekt op basis van de balansmethode voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde en dit zowel voor activa als verplichtingen. Uitgestelde belastingverplichtingen worden over het algemeen opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst zal gerealiseerd worden waartegen de tijdelijke verschillen kunnen worden afgezet.
De exit-taks is de vennootschapsbelasting op de vrijgestelde reserves en de meerwaarde die vastgesteld wordt bij de erkenning als (I)GVV of GVBF en bij vennootschapsrechtelijke herstructureringen (i.e. fusies, splitsingen of hiermee gelijkgestelde verrichtingen) waarbij een (I)GVV of GVBF een Belgische vennootschap overneemt die geen (I)GVV of GVBF is.
Met de wet van 3 augustus 2016 werd, met ingang vanaf 1 juli 2016, voorzien dat ook (i) de inbreng door een vennootschap van een bedrijfstak of algemeenheid in de zin van Artikel 46, § 1, tweede lid WIB in een GVV, en (ii) de exclusief met nieuwe aandelen vergoede inbreng van een onroerend goed door een vennootschap in een GVV, aan de exit-taks onderworpen zijn.
Wanneer een vennootschap die het statuut van (I)GVV of GVBF zal aanvragen of die zal worden overgenomen via vennootschapsrechtelijke herstructurering, voor het eerst in de consolidatiekring van de groep wordt opgenomen, komt de exit-taks in mindering van het eigen vermogen van deze vennootschap. Indien de onderneming niet onmiddellijk gefuseerd wordt met de GVV worden aanpassingen aan de exit-taks verplichtingen, die op het ogenblik van de fusie noodzakelijk zouden blijken ten opzichte van het geprovisioneerde bedrag, geboekt via de resultatenrekeningen.
Het percentage van de exit-taks bedroeg in 2016 en 2017 16,5%. Dit percentage werd vermeerderd met de aanvullende crisisbelasting ten belope van 0,495% (d.i. 3% op het toegepaste percentage van 16,5%). De verschuldigde exit-taks werd dus berekend aan 16,995%.
Naar aanleiding van de verlaging van het standaardtarief van de vennootschapsbelasting werd eveneens het tarief van de exit-taks verlaagd. Vanaf aanslagjaar 2019, verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018, bedraagt het tarief van de exit-taks 12,50%. Dit percentage moet worden vermeerderd met de aanvullende crisisbijdrage ten belope van 0,25% (d.i. 2% op het toegepaste percentage van 12,5%). De verschuldigde exit-taks wordt dus berekend aan 12,75%.
Vanaf aanslagjaar 2021, verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020, wordt het tarief van de exit-taks opnieuw verhoogd naar 15% en wordt de aanvullende crisisbijdrage afgeschaft. De verschuldigde exit-taks zal aldus berekend worden aan 15%.
De exit-taks is van toepassing bij fusies, splitsingen en met fusies of splitsingen gelijkgestelde verrichtingen waaraan Qrf als GVV deelneemt. Dergelijke verrichtingen worden uitdrukkelijk uitgesloten van de fiscale neutraliteit. Zowel de erkenning als (I)GVV of GVBF van een vastgoeddochter van Qrf, als voormelde verrichtingen waaraan Qrf als GVV zou deelnemen, worden vanuit fiscaal oogpunt gelijkgesteld met een ontbinding en vereffening van de hierbij betrokken vastgoedvennootschap(pen).
Voor de berekening van de exit-taks wordt de werkelijke waarde van het maatschappelijk vermogen van Qrf respectievelijk de betrokken vastgoedvennootschap(pen) op datum van de erkenning of van de betreffende verrichting gelijkgesteld met een "bij verdeling van maatschappelijk vermogen uitgekeerde som". Het positief verschil tussen, enerzijds de bij wettelijke fictie uitgekeerde som en, anderzijds, de gerevaloriseerde waarde van het gestort kapitaal wordt als dividend aangemerkt. In het geval van een met splitsing gelijkgestelde verrichting waaraan Qrf als GVV zou deelnemen, zijn de regels inzake vereffening en ontbinding slechts van toepassing op het afgesplitste vermogen van de hierbij betrokken vastgoedvennootschap(pen).
Wanneer Qrf deelneemt aan een fusie, splitsing of een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting, wordt de exit-taks berekend op de latente meerwaarden en de vrijgestelde reserves van de vastgoedvennootschap die de inbreng door fusie, splitsing of een gelijkgestelde verrichting doet. In het geval van een erkenning als (I)GVV of GVBF wordt de exit-taks toegepast op de latente meerwaarden en de vrijgestelde reserves van de betrokken vastgoedvennootschap op datum van erkenning. De latente meerwaarden worden berekend als het positief verschil tussen de fiscale werkelijke waarde van de (afgesplitste) onroerende goederen van de betrokken vastgoedvennootschap enerzijds en de aanschaffingswaarde van die onroerende goederen verminderd met de voorheen fiscaal aangenomen afschrijvingen en waardeverminderingen anderzijds.
De exit-taks wordt berekend rekening houdend met Circulaire Ci.RH.423/567.729 van de Belgische belastingadministratie van 23 december 2004, waarvan de interpretatie of praktische toepassing steeds zou kunnen wijzigen. De "fiscale werkelijke waarde" zoals bedoeld in deze circulaire wordt door Qrf berekend met aftrek van registratierechten of BTW (die van toepassing zou zijn in geval van een verkoop van de activa) (de "Waarde Kosten Koper") en kan verschillen van (inclusief lager zijn dan) de Reële Waarde van het vastgoed zoals opgenomen in de balans van de GVV conform IAS 40.
Bij een fusie, splitsing of een met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichting waaraan Qrf als GVV deelneemt, een inbreng van een bedrijfstak of algemeenheid in de zin van Artikel 46, § 1, tweede lid WIB 1992 in Qrf of een exclusief met nieuwe aandelen vergoede inbreng van onroerend goed in Qrf, is de exit-taks verschuldigd door de vastgoedvennootschap die de inbreng in Qrf doet. Bij een inbreng in Qrf door middel van een fusie zal de exit-taks de facto weliswaar verschuldigd zijn door Qrf als overnemende vennootschap.
Bij de erkenning als (I)GVV of GVBF is de exit-taks verschuldigd door de erkende vennootschap.
De financiële vaste activa (deelnemingen) worden geboekt aan Reële Waarde. De wijzigingen in hun Reële Waarde worden via de resultatenrekening geboekt.
Vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd aan Reële Waarde. Dit is het bedrag waarvoor een gebouw kan worden verhandeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de overdrachtsbelastingen of registratierechten.
Het geschatte bedrag van overdrachtsbelastingen voor in België gelegen onroerende goederen werd forfaitair bepaald op 2,5% voor vastgoedbeleggingen met een waarde hoger dan 2,5 MEUR. Voor transacties met een globale waarde lager dan 2,5 MEUR moet rekening worden gehouden met overdrachtsbelastingen van 10% tot 12,5%, afhankelijk van het gewest waar de gebouwen gelegen zijn.
Voor de gebouwen gelegen buiten België, wordt door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen rekening gehouden met de theoretische lokale overdrachtsbelastingen.
In Nederland bedragen de overdrachtsbelastingen 6,0% op bedrijfsvastgoed en 2,0% op residentieel vastgoed. Vanaf 1 januari 2021 bedraagt de overdrachtsbelasting 8,0% voor alle vastgoed.
Ook al gebeurt de waardering van het vastgoed op basis van standaardnormen, toch gaat er een zekere subjectiviteit gepaard met de inschatting van vastgoed door de Vastgoeddeskundige wanneer hij zijn vastgoedexpertiseverslag schrijft. Bijgevolg houdt elke waardering een bepaalde onzekerheid in.
Het is mogelijk dat de vastgoedexpertiseverslagen van de Vastgoeddeskundige, waarvan de belangrijkste bevindingen en conclusies in dit jaarverslag zijn opgenomen, gebaseerd zijn op hypotheses die naderhand verkeerd of niet-aangepast zouden blijken. Hierdoor zou het kunnen dat de Reële Waarde verschilt van de waarde die Qrf kan realiseren bij de verkoop van het vastgoed. Mogelijke verschillen tussen onafhankelijke waarderingen en de Reële Waarde van het vastgoed dat tot de vastgoedportefeuille van Qrf behoort, kunnen bijgevolg een wezenlijk ongunstige invloed hebben op de activiteiten, de financiële toestand en/of de resultaten van Qrf, alsook, bijgevolg, op het effectief voortgebrachte rendement.
Wanneer een nieuwe vastgoeddeskundige wordt aangesteld bestaat tevens het risico dat deze de vastgoedportefeuille van Qrf op een andere basis waardeert, wat kan resulteren in significante afwijkingen van de waardering van de vastgoedportefeuille door de huidige Vastgoeddeskundige. Dergelijke verschillen in waardering kunnen bijgevolg een wezenlijk ongunstige invloed hebben op de activiteiten, de financiële toestand en/of de resultaten van Qrf, alsook, bijgevolg, op het effectief voortgebrachte rendement.
De Reële Waarde van de indekkingsinstrumenten is het geraamde bedrag van de vergoedingen die Qrf dient te betalen of ontvangen om haar posities op balansdatum af te wikkelen, rekening houdend met de op dat moment geldende rentecurve, kredietwaardigheid van de tegenpartijen en eventuele optiewaarde.
De Reële Waarde van indekkingsinstrumenten wordt driemaandelijks geschat door de emitterende financiële instelling. Een overzicht bevindt zich in "Toelichting 22 Andere langlopende financiële verplichtingen" in het Financieel verslag.
| Niet | ||||
|---|---|---|---|---|
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | BELGIË | NEDERLAND | toegewezen bedragen |
TOTAAL |
| NETTO HUURRESULTAAT | 9.924 | 1.211 | 0 | 11.135 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 9.952 | 1.114 | 0 | 11.066 |
| VASTGOEDKOSTEN | -521 | -119 | 0 | -641 |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 9.431 | 995 | 0 | 10.425 |
| (-) Algemene kosten van de vennootschap (+/-) Andere operationele opbrengsten en kosten |
-118 0 |
-3 0 |
-1.391 0 |
-1.511 0 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
9.313 | 992 | -1.391 | 8.914 |
| (+/-) Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen (+/-) Variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) Ander portefeuilleresultaat |
680 -10.595 0 |
0 -2.420 0 |
0 0 -396 |
680 -13.015 -396 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | -602 | -1.428 | -1.787 | -3.816 |
| FINANCIEEL RESULTAAT | 0 | 0 | -2.025 | -2.025 |
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | -602 | -1.428 | -3.812 | -5.841 |
| BELASTINGEN | 0 | 0 | 527 | 527 |
| NETTO RESULTAAT | -602 | -1.428 | -3.285 | -5.314 |
| MINDERHEIDSBELANGEN | 0 | 0 | 0 | 0 |
| NETTO RESULTAAT - AANDEEL GROEP | -602 | -1.428 | -3.285 | -5.314 |
| 31/12/2020 | Niet | |||
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR ACTIVA |
BELGIË | NEDERLAND | toegewezen bedragen |
TOTAAL |
| Vastgoedbeleggingen Andere activa |
182.890 0 |
25.540 0 |
0 31.115 |
208.430 31.115 |
| TOTAAL ACTIVA | 182.890 | 25.540 | 31.115 | 239.545 |
| PASSIVA | ||||
| EIGEN VERMOGEN | 0 | 0 | 117.507 | 117.507 |
| Eigen vermogen groep Minderheidsbelangen |
0 0 |
0 0 |
117.507 0 |
117.507 0 |
| VERPLICHTINGEN | 0 | 0 | 122.039 | 122.039 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 0 | 0 | 239.546 | 239.546 |
De Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder is het orgaan dat de beslissingen neemt en het orgaan dat de prestaties van de verschillende segmenten meet. De Raad van Bestuur bekijkt de resultaten op niveau van de geografische spreiding.
| Niet | |
|---|---|
| toegewezen BELGIË NEDERLAND bedragen |
CIJFERS IN DUIZENDEN EUR |
| 13.568 1.447 86 |
NETTO HUURRESULTAAT |
| 13.481 1.369 91 |
VASTGOEDRESULTAAT |
| -816 -75 -253 |
VASTGOEDKOSTEN |
| 12.666 1.294 -162 |
OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT |
| -193 -5 -1.747 107 0 -107 |
(-) Algemene kosten van de vennootschap (+/-) Andere operationele opbrengsten en kosten |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT 12.580 1.289 -2.016 |
OP DE PORTEFEUILLE |
| -1.009 0 125 |
(+/-) Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen |
| (+/-) Variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen -27.652 -640 271 0 0 0 |
(+/-) Ander portefeuilleresultaat |
| -16.082 649 -1.620 |
OPERATIONEEL RESULTAAT |
| 0 0 -3.645 |
FINANCIEEL RESULTAAT |
| -16.082 649 -5.265 |
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN |
| 0 0 207 |
BELASTINGEN |
| -16.082 649 -5.058 |
NETTO RESULTAAT |
| 13 0 0 |
MINDERHEIDSBELANGEN |
| -16.069 649 -5.058 |
NETTO RESULTAAT - AANDEEL GROEP |
| 31/12/2019 | |
| Niet toegewezen |
|
| BELGIË NEDERLAND bedragen |
CIJFERS IN DUIZENDEN EUR ACTIVA |
| 179.260 26.840 0 50.256 |
Vastgoedbeleggingen Andere activa |
| 179.260 26.840 50.256 |
TOTAAL ACTIVA |
| PASSIVA | |
| 0 0 128.319 |
EIGEN VERMOGEN |
| 0 0 128.032 0 0 287 |
Eigen vermogen groep Minderheidsbelangen |
| 0 0 128.036 |
VERPLICHTINGEN |
| 0 0 256.355 |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN |
Qrf heeft twee huurders die meer dan 10% van de Contractuele Huren vertegenwoordigen. De contractuele huur van Galeria Inno is goed voor 13,1%, die van de Regie der Gebouwen 10,7% van het totaal aan contractuele huren.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| (+) | I. Huurinkomsten | 12.434 | 15.189 |
| - Huur | 12.434 | 15.189 | |
| - Gegarandeerde inkomsten | 0 | 0 | |
| (+) | II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 |
| (+/-) III. Met verhuur verbonden kosten | -1.298 | -89 | |
| - Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -1.259 | -155 | |
| - Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen | -40 | 66 | |
| NETTO HUURRESULTAAT | 11.135 | 15.100 | |
| (+) | IV. Recuperatie van vastgoedkosten | 0 | 0 |
| (+) | V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurders op | ||
| verhuurde gebouwen | 1.328 | 1.216 | |
| - Doorrekening van huurlasten gedragen door de eigenaar | 385 | 311 | |
| - Doorrekening van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 943 | 905 | |
| (-) | VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en | ||
| wederinstaatstelling op het einde van de huur | 0 | 0 | |
| (-) | VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurders op verhuurde | ||
| gebouwen | -1.397 | -1.375 | |
| - Huurlasten gedragen door de eigenaar | -324 | -349 | |
| - Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | -1.073 | -1.026 | |
| (+/-) VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 0 | 0 | |
| VASTGOEDRESULTAAT | 11.066 | 14.941 |
De contante waarde van de toekomstige Huurinkomsten tot aan de eerste vervaldatum van de huurovereenkomsten heeft onderstaande inningstermijnen:
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| OVERZICHT VAN DE CONTRACTUEEL TE VERKRIJGEN HUURINKOMSTEN TOT AAN EERSTE VERVALDATUM |
||
| Binnen één jaar | 11.845 | 10.469 |
| Tussen één en vijf jaar | 9.238 | 9.918 |
| Meer dan vijf jaar | 21.845 | 550 |
| TOTAAL | 42.928 | 20.937 |
In België zijn de meeste huurovereenkomsten van Qrf handelshuurcontracten voor een periode van 9 jaar, in principe opzegbaar na afloop van het derde en zesde jaar mits inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden voor de vervaldag.
In Nederland zijn de meeste huurovereenkomsten van Qrf handelshuurcontracten voor een periode van 5 jaar, welke contractueel een optie tot verlenging kan verlenen in hoofde van de huurder voor een periode van 5 of 10 jaar, met een opzegmogelijkheid in hoofde van de huurder op het einde van de eerste periode, alsook bij het einde van elke daaropvolgende periode voor zover deze wordt gevolgd door een volgende optie tot verlenging in hoofde van de huurder.
Om de naleving van de verplichtingen die de huurder worden opgelegd krachtens de overeenkomst te garanderen, dient de huurder, zowel in België als in Nederland, in principe een huurwaarborg te stellen, meestal in de vorm van een bankgarantie ter waarde van drie tot zes maanden huur.
De huurprijzen worden, zowel voor België als Nederland, meestal maandelijks (soms driemaandelijks) vooruitbetaald en worden meestal jaarlijks op de vervaldag geïndexeerd. Belastingen en taksen, onroerende voorheffing inbegrepen en de gemeenschappelijke kosten komen voornamelijk ten laste van de huurder.
Bij aanvang van de overeenkomst wordt in principe tussen partijen een plaatsbeschrijving opgemaakt door een onafhankelijke expert. Bij het verstrijken van de overeenkomst moet de huurder de door hem gehuurde ruimten teruggeven in de staat zoals beschreven in de plaatsbeschrijving bij intrede onder voorbehoud van normale slijtage. De huurder kan de huurovereenkomst niet overdragen noch de ruimten geheel of gedeeltelijk onderverhuren, tenzij mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de verhuurder. De huurder heeft de verplichting om op zijn kosten de overeenkomst te registeren.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| (-) IX. Technische kosten |
-164 | -239 | |
| - Recurrente technische kosten | -164 | -239 | |
| - Herstellingen | -147 | -194 | |
| - Verzekeringspremies | -16 | -45 | |
| - Niet-recurrente technische kosten | 0 | 0 | |
| - Grote herstellingen (aannemers, architecten, studiebureau,…) | 0 | 0 | |
| - Schadegevallen | 0 | 0 | |
| (-) X. Commerciële kosten |
-99 | -164 | |
| - Makelaarscommissies | -79 | -64 | |
| - Publiciteit | 0 | 0 | |
| - Erelonen van advocaten en juridische kosten | -20 | -101 | |
| (-) | XI. Kosten en taksen van niet verhuurde gebouwen | -182 | -161 |
| (-) XII. Beheerskosten van het vastgoed |
-196 | -579 | |
| - Externe beheersvergoedingen | -75 | -579 | |
| - Interne beheerskosten van het patrimonium | -121 | ||
| (-) XIII. Andere vastgoedkosten |
0 | 0 | |
| VASTGOEDKOSTEN | -641 | -1.144 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| (-) | XIV. Algemene kosten van de vennootschap | -1.511 | -1.945 |
| - Erelonen van advocaten en notarissen | -43 | -220 | |
| - Audit | -50 | -42 | |
| - Erelonen adviseurs (accounting, fiscaal,…) | -48 | -48 | |
| - Kosten Statutaire Zaakvoerder, Uitvoerend Management en Raad van Bestuur | -792 | -975 | |
| - Verzekeringen | -22 | -21 | |
| - Andere algemene kosten | -556 | -640 | |
| ALGEMENE KOSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP | -1.511 | -1.945 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| (+/-) XVI. Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen | 680 | -884 |
| - Netto verkopen van de onroerende goederen (verkoopprijs - transactiekosten) | 50.890 | 15.786 |
| - Boekwaarde van de verkochte onroerende goederen | -50.209 | -16.670 |
| (+/-) XVII. Resultaat op verkopen van andere niet-financiële activa | 0 | 0 |
| (+/-) XVIII. Variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen | -13.015 | -28.022 |
| - Positieve variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen | 1.285 | 1.680 |
| - Negatieve variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen | -14.300 | -29.701 |
| (+/-) XIX. Ander portefeuilleresultaat | -396 | 0 |
| PORTEFEUILLERESULTAAT | -12.731 | -28.906 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| (+) | XX. Financiële inkomsten | 392 | 0 |
| - Netto gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van aandelen in vastgoedvennootschappen | 381 | ||
| - Andere | 11 | 0 | |
| (-) | XXI. Netto interestkosten | -2.144 | -2.587 |
| - Nominale interestlasten op leningen | -1.392 | -1.731 | |
| - Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -751 | -856 | |
| - Andere interestkosten | 0 | 0 | |
| (-) | XXII. Andere financiële kosten | -298 | -166 |
| - Bankkosten en andere commissies | -298 | -166 | |
| (+/-) XXIII. Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva | 24 | -892 | |
| - Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | |||
| zoals gedefinieerd in IFRS | 0 | 0 | |
| - Andere | 24 | -892 | |
| FINANCIEEL RESULTAAT | -2.025 | -3.645 |
Qrf is blootgesteld aan verhogingen van de financiële kosten die veroorzaakt kunnen worden door een stijging van de rentevoeten. Om dit risico te beperken heeft Qrf de vlottende rentevoeten deels omgezet in vaste rentevoeten via Interest Rate Swaps afgesloten bij verschillende financiële instellingen. De looptijd van deze financiële instrumenten is afgestemd op de looptijd van de kredieten van Qrf. Indien de interestvoeten op lange termijn sterk dalen, kan de marktwaarde van deze Interest Rate Swaps sterk negatief worden, met als gevolg dat de kostprijs zou stijgen om deze contracten te ontbinden.
De Gemiddelde Financieringskost in 2020 bedraagt 1,85%, met inbegrip van de kredietmarge en de rentelasten die voortvloeien uit de Interest Rate Swaps.
Op 31 december 2020 hadden de opgenomen kredietlijnen voor 98,79% (hetzij ten belope van 114 MEUR) een vaste rentevoet, onder meer door gebruik te maken van Interest Rate Swaps als indekkingsinstrument.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| INVESTERINGSTABEL | ||
| Saldo per begin van het boekjaar | 206.100 | 271.793 |
| Verwerving door aankoop of inbreng van vastgoedvennootschappen | 20.770 | 0 |
| Verwerving door aankoop of inbreng van vastgoedbeleggingen | 0 | 23.800 |
| Andere elementen in resultaat genomen | 0 | -19 |
| Boekwaarde verkochte vastgoedbeleggingen | -6.410 | -16.670 |
| Overdracht naar activa beschikbaar voor verkoop | 0 | -45.554 |
| Gekapitaliseerde uitgaven (Capex) | 985 | 772 |
| Variatie in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen | -13.015 | -28.022 |
| Saldo per einde van het boekjaar | 208.430 | 206.100 |
De verkopen van vastgoedbeleggingen bestaat uit de Reële Waarde van de verkochte vastgoedbeleggingen:
| LAND | STAD | STRAAT | HUURDER(S) | TOTALE BRUTO HUUROPPERVLAKTE |
|---|---|---|---|---|
| BE4 | Wilrijk | Boomseseteenweg 925-935-937 | Vandenborre, Tom &Co, Troc | 3.336 m² |
| BE | Hasselt | Koning Albertstraat 60 | Casa Int | 451 m² |
Bijkomend werden er 2 panden ter herontwikkeling ingebracht in twee projectvennootschappen, nl. Century Center, Antwerpen en Bondgenotenlaan, Leuven.
Qrf verkocht daaropvolgend 70% van de aandelen aan die joint-venture partner waarmee de herontwikkeling gerealiseerd zal worden, resp. de Baltisse group voor het Century Center en Dyls NV voor de Bondgotenlaan. Qrf behoudt 30% van de aandelen in de 2 joint venture vennootschappen, respectievelijk Century Center Offices NV en Bond 58 NV.
| LAND | STAD | STRAAT | HUURDER(S) | TOTALE BRUTO HUUROPPERVLAKTE |
|---|---|---|---|---|
| BE | Leuven | Bondgenotenlaan 585 | Match, Bpost, leegstand | 12.033 m² |
| BE | Antwerpen | Century Center | Q Park, McDonalds, Versato, e.a. | 5.279 m² |
Vastgoedbeleggingen worden geboekt tegen de Reële Waarde overeenkomstig IFRS 13.
De Reële Waardehiërarchie bestaat uit drie niveaus:
Niveau 1: De Reële Waarde wordt bepaald op basis van gepubliceerde noteringen in een actieve markt;
Niveau 2: Waarderingsmethoden met in de markt waarneembare parameters;
Niveau 3: Waarderingsmethoden die input betrekken die niet-waarneembaar is in de markt en die een meer dan insignificante impact heeft op de Reële Waarde van het instrument.
4 Bindende verkoopovereenkomst getekend tijdens boekjaar 2019, met akte in boekjaar 2020.
5 Samen met de Jan Stasstraat 12.
De vastgoedbeleggingen vallen onder niveau 3 in de Reële Waarde hiërarchie. De waarderingsmethoden en belangrijkste parameters worden nader toegelicht in toelichting 2.6 van dit jaarverslag.
| 31/12/2020 | 31/12/2019 | |||
|---|---|---|---|---|
| Niet-observeerbare parameters (Input op 31/12/2020) | Bandbreedte | Gewogen gemiddelde |
Bandbreedte | Gewogen gemiddelde |
| ERV (in EUR/m²)6 | 38-839 EUR/m² | 164 EUR/m² | 38-950 EUR/m² | 167 EUR/m² |
| Lange termijn leegstandshypothese | 0%-100% | 5,4% | 0%-100% | 5,6% |
| Yield | 3,2%-7,7% | 6,2% | 3%-9,4% | 5,7% |
| Aantal m² | 30-8.700 m² | 1.863 m² | 114-8.700 m² | 2.050 m² |
De gemiddelde yield, toegepast door de vastgoeddeskundige bedraagt 6,17% op 31/12/2020. Een stijging van de yield met 0,25% zou resulteren in een negatieve variatie in de Reële Waarde van het vastgoed van 9,46 MEUR. Een daling van de ERV met 2% zou resulteren in een negatieve variatie in de Reële Waarde van het vastgoed van ongeveer 4,17 MEUR. Op 31/12/2020 lag de ERV van de totale portefeuille 1,7% lager dan de Contractuele Huren. De waardering door Cushman & Wakefield werd gerapporteerd op basis van "materiële waarderingsonzekerheid" (zie punt 9.3 van dit halfjaarverslag).
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| D. ANDERE MATERIËLE VAST ACTIVA | ||
| Materiële vaste activa voor eigen gebruik per begin van het boekjaar | 16 | 32 |
| - Investeringen | 39 | 3 |
| - Afschrijvingen | -20 | -19 |
| Materiële vaste activa voor eigen gebruik per einde van het boekjaar | 35 | 16 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| E. FINANCIËLE VASTE ACTIVA | 0 | 0 |
| Activa aangehouden tot einde looptijd | 0 | 0 |
| Activa beschikbaar voor verkoop | 0 | 0 |
| Activa aan Reële Waarde via resultaat | 0 | 0 |
| Leningen en vorderingen | 1.303 | 700 |
| Andere | 24.954 | 0 |
| TOTAAL | 26.257 | 700 |
Per 31/12/2020 is de marktwaarde van de Interest Rate Swaps (IRS) negatief en kunnen deze op de passief-zijde van de balans worden teruggevonden. De leningen en vorderingen bestaan enerzijds uit de waarde van het nog te innen bedrag voor het in 2019 verkochte pand gelegen te Leuven, Diestsestraat (0,344 MEUR), welke gespreid tot september 2022 betaald zal worden.
6 De ruime bandbreedte van de ERV laat zich vooral verklaren door de grote verschillen in locatie van de winkelpanden alsook in oppervlakte en concipiëring van de gebouwen.
Anderzijds is er een vordering ten aanzien van de joint-venture vennootschap Century Center Offices (0,96 MEUR betreft een vordering van Century Center Offices (vennootschap opgericht voor de herontwikkeling van Century Center te Antwerpen).
De andere financiële vaste activa bevatten voornamelijk de volgens de vermogensmutatie opgenomen participaties in Century Center Offices en Bond 58:
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | % | Waarde |
|---|---|---|
| Vennootschap | ||
| Century Center Offices NV | 30 | 19.494 |
| Bond 58 NV | 30 | 5.460 |
Beide herontwikkelingsprojecten zijn per 31/12/2020 nog niet opgestart. De resultatenrekening van beide vennootschappen is derhalve niet materieel per einde 2020 en in de resultatenrekening van Qrf is dan ook geen resultaat van de desbetreffende participaties opgenomen.
Per 31/12/2020 bedraagt de vastgoedwaarde in Century Center Offices 67,6 MEUR, in Bond 58 bedraagt deze 17,9 MEUR. Daartegenover staat dat er bij CCO een totaal aan aandeelhoudersleningen van 3,2 MEUR is toegestaan, waarvan 0,96 MEUR vanuit Qrf. Bond 58 is per 31/12/2020 schuldenvrij.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| D. HANDELSVORDERINGEN | ||
| Handelsvorderingen | 1.992 | 40 |
| Op te maken facturen | 37 | - |
| Te innen opbrengsten | 13 | 13 |
| Te ontvangen creditnota's | 28 | 24 |
| Dubieuze debiteuren | 784 | - |
| Geboekte waardeverminderingen | -1.544 | -196 |
| TOTAAL | 1.310 | 182 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | ||
|---|---|---|---|---|
| Voorzien als dubieuze |
Voorzien als dubieuze |
|||
| 7 Ouderdomsanalyse van de Handelsvorderingen |
Totaal | debiteuren | Totaal | debiteuren |
| Niet vervallen en vervallen < 60 dagen | 711 | 415 | 193 | 0 |
| Vervallen 60 - 90 dagen | 527 | 76 | -42 | 27 |
| Vervallen 90 - 120 dagen | 467 | -11 | -56 | 27 |
| Vervallen > 120 dagen | 1.149 | 1.064 | 283 | 142 |
| TOTAAL | 2.854 | 1.544 | 378 | 196 |
De afschrijvingen op handelsvorderingen zijn geboekt op individuele basis.
7 Incl. op te maken facturen, te innen opbrengsten en te ontvangen CN.
Het risico bestaat dat verlies wordt geleden op een schuldvordering. Het belang van dit risico hangt uiteraard af van drie factoren: (1) het bedrag van de schuldvordering, (2) de kans op wanbetaling en (3) het deel van de schuldvordering dat in geval van wanbetaling wordt teruggevorderd. Dit risico wordt fors verminderd doordat over het algemeen gevraagd wordt de huur vooruit te betalen, meestal aan het begin van de huurperiode (doorgaans wordt de huur maandelijks of driemaandelijks vooruitbetaald) alsook door de kredietwaardigheid van de debiteuren op te volgen. Bovendien is in de meeste gevallen een huurwaarborg gesteld door de huurder.
Echter heeft de COVID-19 pandemie in 2020 een belangrijke impact gehad op de handelsvorderingen. Hierdoor werden extra voorzieningen genomen voor de maanden in dewelke de handelaars verplicht de deuren moesten sluiten.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| E. BELASTINGVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA | ||
| Belastingen | 109 | 422 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 0 | 0 |
| Andere | 1.497 | 839 |
| TOTAAL | 1.606 | 1.261 |
De andere vlottende activa bestaan uit de vordering van de verkoopprijs van het pand te Leuven, Diestsestraat, voor het deel dat binnen het jaar betaald zal worden, enerzijds en een uitgestelde belastingvordering anderzijds. Er werd per 31 december 2020 een uitgestelde belastinglatentie opgezet voor het verschil tussen de fiscale waarde en de waarde voor IFRS doeleinden van het vastgoed binnen Qrf Nederland.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| F. KAS EN KASEQUIVALENTEN | ||
| Banken | 1.727 | 2.483 |
| Geldmiddelen | 0 | 0 |
| TOTAAL | 1.727 | 2.483 |
Er staan geen beperkingen op het gebruik of de aanwending van de kas en kasequivalenten. De kas en kasequivalenten voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in IAS 7.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| G. OVERLOPENDE REKENINGEN - ACTIVA | ||
| Gelopen, niet vervallen vastgoedopbrengsten | 0 | 0 |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 0 | 0 |
| Andere | 182 | 61 |
| TOTAAL | 182 | 61 |
| EVOLUTIE KAPITAAL Datum Verrichting 03/09/2013 Oprichting 62 62 1.230 27/11/2013 Splitsing bestaande aandelen (1 tegen 2) 0 62 1.230 27/11/2013 Storting in speciën 1.139 1.200 45.540 18/12/2013 Inbreng Laagland 5.243 6.443 209.711 18/12/2013 IPO en eerste notering op Euronext Brussel 75.380 81.823 3.015.200 3.272.911 18/12/2013 Kapitaalvermindering ter dekking van toekomstige verliezen -5.734 76.089 0 |
CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Kapitaal beweging |
Totaal uitstaand kapitaal |
Uitgifte premies |
Kosten kapitaal verhoging |
Aantal gecreëerde aandelen |
Totaal aantal aandelen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1.230 | |||||||
| 2.460 | |||||||
| 48.000 | |||||||
| 257.711 | |||||||
| 3.272.911 | |||||||
| BALANS OP 30 DECEMBER 2013 76.089 |
3.272.911 | ||||||
| BALANS OP 30 DECEMBER 2014 76.089 |
3.272.911 | ||||||
| Datum Verrichting |
|||||||
| 24/06/2015 Kapitaalverhoging inbreng in natura 4.490 80.579 238 -20 193.097 |
3.466.008 | ||||||
| 08/12/2015 Kapitaalverhoging inbreng in natura 14.733 95.312 608 -8 633.680 |
4.099.688 | ||||||
| 09/12/2015 Kapitaalverhoging inbreng in natura 8.913 104.225 37 -5 383.363 |
4.483.051 | ||||||
| BALANS OP 30 DECEMBER 2015 104.225 883 -32 |
4.483.051 | ||||||
| Datum Verrichting |
|||||||
| 01/01/2016 Kapitaalverhoging inbreng in natura | |||||||
| (met betrekking tot boekjaar 2015) 104.225 -23 |
4.483.051 | ||||||
| 30/06/2016 Kapitaalverhoging inbreng in natura 7.567 111.792 371 -27 325.466 |
4.808.517 | ||||||
| 21/12/2016 Kapitaalverhoging inbreng in natura 7.470 119.262 206 -28 321.285 |
5.129.802 | ||||||
| BALANS OP 30 DECEMBER 2016 119.262 1.459 -111 |
5.129.802 | ||||||
| Datum Verrichting |
|||||||
| 01/01/2017 Kapitaalverhoging inbreng in natura | |||||||
| (met betrekking tot boekjaar 2016) 119.262 -14 |
5.129.802 | ||||||
| 25/09/2017 Kapitaalverhoging inbreng in natura 12.462 131.724 38 -27 536.020 |
5.665.822 | ||||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2017 131.724 1.496 -152 |
5.665.822 | ||||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2018 131.724 1.496 -152 |
5.665.822 | ||||||
| Datum Verrichting |
|||||||
| 09/01/2019 Wijziging fractiewaarde aandelen -126.058 -126.058 126.058 |
5.665.822 | ||||||
| 30/01/2019 Kapitaalverhoging inbreng in natura 1.488 1.488 22.313 -179 1.487.500 |
7.153.322 | ||||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 7.153 149.867 -331 |
7.153.322 | ||||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 7.153 149.867 -331 |
7.153.322 |
In het boekjaar 2014 en 2018 vonden geen kapitaaloperaties plaats.
Qrf werd op 3 september 2013 opgericht als een commanditaire vennootschap op aandelen onder de benaming "Qrf", bij akte verleden voor notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, zoals gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 17 september 2013 onder het nummer 13141597.
Qrf werd opgericht met een maatschappelijk kapitaal van 61.500 EUR, vertegenwoordigd door 1.230 aandelen, welke als volgt werden toegekend aan de oprichters:
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste wijzigingen die hebben plaatsgevonden binnen Qrf, sedert de oprichting van Qrf:
(i) aandelensplitsing waarbij de bestaande 1.230 aandelen werden gesplitst in 2.460 nieuwe aandelen in een verhouding van 1 bestaand aandeel tegen 2 nieuwe aandelen;
(ii) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf met 1.138.500 EUR door de uitgifte van 45.540 nieuwe aandelen en het aanpassen van de statuten;
(iii) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, met 5.242.775 EUR ingevolge de inbreng in natura van alle aandelen van Laagland NV door uitgifte van 209.711 nieuwe aandelen;
(iv) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, op basis van het overzicht van ontvangen en toegewezen inschrijvingen, met 75.380.000 EUR door uitgifte van 3.015.200 nieuwe aandelen;
(v) het verminderen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, voor de creatie van een beschikbare reserve ter dekking van voorzienbare verliezen, met een bedrag van 5.734.000 EUR;
(vi) machtiging aan de Statutaire Zaakvoerder, om het geplaatste maatschappelijk kapitaal van Qrf in één of meer malen te verhogen tot een bedrag van 76.088.775 EUR;
(vii) omvorming van openbare vastgoedbevak naar Gereglementeerde Vastgoedvennootschap door statutenwijziging op 7 november 2014;
(viii) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, met 4.489.505 EUR door uitgifte van 193.097 nieuwe aandelen ingevolge de inbreng in natura van de handelspanden gelegen te Antwerpen, Kammenstraat en Namen, Rue de Fer;
(ix) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, met 14.733.060 EUR door uitgifte van 633.680 nieuwe aandelen ingevolge de inbreng in natura van het handelspand gelegen te Leuven, Bondgenotenlaan;
(x) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, met 8.913.189 EUR door uitgifte van 383.363 nieuwe aandelen ingevolge de inbreng in natura van een gedeelte van de aandelen van TT Center Plus NV;
(xi) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, met 7.567.085 EUR door uitgifte van 325.466 nieuwe aandelen ingevolge de inbreng in natura van de aandelen van RIGS NV;
(xii) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, met 7.469.876 EUR door uitgifte van 321.285 nieuwe aandelen ingevolge de inbreng in natura van de handelspanden gelegen te Antwerpen, Wapper en Schuttershofstraat;
(xiii) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, met 12.462.465 EUR door uitgifte van 536.020 nieuwe aandelen ingevolge de inbreng in natura van de 6 handelspanden gelegen te Antwerpen en Oostende;
(xiv) het verminderen van het maatschappelijke kapitaal van Qrf naar 5.665.822 EUR door een wijziging van de fractiewaarde per aandeel naar 1 EUR met overboeking naar de onbeschikbare reserverekening 'uitgiftepremies';
(xv) het verhogen van het maatschappelijk kapitaal van Qrf, met 1.487.500 EUR door uitgifte van 1.487.500 nieuwe aandelen ingevolge de inbreng in natura van de 9 handelspanden gelegen te Antwerpen en Oostende.
Artikel 7:215 en volgende van het WVV bepalen dat de Statutaire Zaakvoerder op twee manieren kan gemachtigd worden om te beslissen tot de verwerving of vervreemding van eigen aandelen van Qrf, namelijk: (i) mits een voorafgaand besluit van de Algemene Vergadering, en (ii) in geval van een dreigend ernstig nadeel voor Qrf, mits een uitdrukkelijke statutaire clausule is voorzien hieromtrent. Deze beide situaties worden hieronder verder verduidelijkt.
Artikel 7:215 van het WVV en Artikel 25 van de statuten van Qrf bepalen uitdrukkelijk dat de Algemene Vergadering, mits inachtneming van de voorschriften inzake quorum (de helft van het maatschappelijk kapitaal is vertegenwoordigd) en meerderheid (vier/vijfde van de stemmen) vereist voor een doelswijziging, ten allen tijde kan beslissen tot het machtigen van de Statutaire Zaakvoerder tot het verwerven en vervreemden van eigen aandelen, op voorwaarde dat (i) de nominale waarde, of bij gebreke daarvan, de fractiewaarde van de verkregen aandelen niet hoger is dan 20% van het geplaatste kapitaal, (ii) de verrichting enkel betrekking heeft op volgestorte aandelen, (iii) het voor de verkrijging uitgetrokken bedrag, vermeerderd met enerzijds het bedrag dat werd uitgetrokken voor het eerder verkrijgen van aandelen in Qrf en anderzijds met het aantal aandelen verkregen door een persoon die handelt in eigen naam maar voor rekening van Qrf, voor uitkering vatbaar moet zijn, en (iv) het aanbod tot verkrijging ten aanzien van alle aandeelhouders en onder dezelfde voorwaarden geschiedt (onder voorbehoud van hetgeen hieronder is vermeld), behalve voor wat betreft de verkrijgingen waartoe eenparig werd besloten door een Algemene Vergadering waarop alle aandeelhouders aanwezig of vertegenwoordigd waren.
Qrf moet tevens de volgende principes in aanmerking nemen:
Bij de beslissing tot machtiging van de Statutaire Zaakvoerder, dient de Algemene Vergadering uitdrukkelijk het maximum aantal te verwerven aandelen vast te stellen, alsook de minimum- en maximumwaarde van de vergoeding. Daarenboven mag deze machtiging worden toegekend voor maximaal vijf jaar. Deze machtiging is hernieuwbaar mits inachtneming van de voorschriften inzake quorum en meerderheid vereist voor een doelswijziging.
Artikel 7:215 van het WVV bepaalt verder dat geen uitdrukkelijke voorafgaande machtiging van de Algemene Vergadering is vereist wanneer de statuten uitdrukkelijk bepalen dat de Statutaire Zaakvoerder kan beslissen dat de verkrijging of vervreemding van eigen aandelen noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel. De Statutaire Zaakvoerder dient in deze situatie tevens de hierboven opgesomde voorwaarden in acht te nemen. Dergelijke statutaire clausule is weliswaar enkel geldig voor een periode van drie jaar te rekenen vanaf de publicatie van de statutenwijziging in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Deze statutaire machtiging is hernieuwbaar mits inachtneming van de voorschriften inzake quorum en meerderheid vereist voor een doelswijziging. Meer bepaald dient de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigd te zijn tijdens de buitengewone Algemene Vergadering, en dient de beslissing tot hernieuwing van de statutaire machtiging goedgekeurd te worden met een vier/vijfde meerderheid van de stemmen.
Artikel 13 van de statuten van Qrf voorziet in de mogelijkheid voor de Statutaire Zaakvoerder om over te gaan tot de verwerving en vervreemding van haar eigen aandelen wanneer de verkrijging noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor Qrf, onderhevig aan de voorwaarden opgenomen in Artikel 7:215 en volgende van het WVV. Deze machtiging werd door de Algemene Vergadering van Qrf toegekend voor een periode van drie jaar te rekenen vanaf de publicatie van deze machtiging in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 27 juni 2017.
De Statutaire Zaakvoerder heeft op datum van dit jaarverslag nog geen gebruik gemaakt van de machtiging aan hem toevertrouwd in deze statutaire clausule. Qrf bezit op datum van dit jaarverslag dan ook geen eigen aandelen.
Overeenkomstig Artikel 7:215 van het WVV moet Qrf de FSMA kennis geven van verrichtingen tot inkoop van eigen aandelen die zij overweegt. De FSMA gaat na of de verrichtingen tot wederinkoop in overeenstemming zijn met het besluit van de Algemene Vergadering of, in voorkomend geval, van de Statutaire Zaakvoerder. Indien de FSMA van oordeel is dat deze verrichtingen daarmee niet in overeenstemming zijn, maakt zij haar advies openbaar.
Overeenkomstig Artikel 7:198 van het WVV kunnen de statuten aan de Statutaire Zaakvoerder de bevoegdheid toekennen om het geplaatste maatschappelijk kapitaal in één of meer malen tot een bepaald bedrag te verhogen dat niet hoger mag zijn dan het bedrag van dat maatschappelijk kapitaal. Onder dezelfde voorwaarden kunnen de statuten de Statutaire Zaakvoerder de bevoegdheid toekennen om converteerbare obligaties of warrants uit te geven.
Deze bevoegdheid kan slechts worden uitgeoefend gedurende vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van de oprichtingsakte of van de wijziging van de statuten. Zij kan echter door de Algemene Vergadering, bij een besluit genomen volgens de regels die voor de wijziging van de statuten zijn gesteld, in voorkomend geval met toepassing van Artikel 7:155 van het WVV, één of meerdere malen worden hernieuwd voor een termijn die niet langer mag zijn dan vijf jaar. Wanneer de oprichters of de Algemene Vergadering besluiten om deze bevoegdheid toe te kennen of te vernieuwen, worden de bijzondere omstandigheden waarin van het toegestaan kapitaal kan worden gebruikgemaakt en de hierbij nagestreefde doeleinden in een bijzonder verslag uiteengezet. In voorkomend geval wordt dit verslag in de agenda vermeld. Een afschrift ervan kan worden verkregen overeenkomstig Artikel 7:132 van het WVV. Het ontbreken van dit verslag heeft de nietigheid van de beslissing van de Algemene Vergadering tot gevolg.
Op 6 juni 2017 heeft de Algemene Vergadering van Qrf aan de Statutaire Zaakvoerder de machtiging verleend om het geplaatste maatschappelijk kapitaal in één of meerdere malen te verhogen met een bedrag van 119.261.490,75 EUR.
Ingevolge akte verleden op 27 oktober 2017 voor notaris Benoit Ricker, te Elsene, werd het kapitaal in het kader van het toegestaan kapitaal, verhoogd met twaalf miljoen vierhonderd tweeënzestigduizend vierhonderd vijfenzestig euro (12.462.465,00 EUR) zodat het saldo van het toegestaan kapitaal honderd en zes miljoen zevenhonderd negenennegentigduizend vijfentwintig euro en vijfenzeventig eurocent (106.799.025,75 EUR) bedraagt.
Ingevolge akte verleden op 30 januari 2019 voor notaris Vincent Vroninks, te Elsene, en met tussenkomst van Meester Xavier De Maesschalck, notaris met standplaats Oostende, werd het kapitaal in het kader van het toegestaan kapitaal, verhoogd met één miljoen vierhonderdzevenentachtigduizend vijfhonderd euro (1.487.500 EUR) zodat het saldo van het toegestaan kapitaal drie miljoen zeshonderdtweeënveertigduizend driehonderdentwee euro (3.642.302 EUR) bedraagt.
Op 7 november 2019 werd door de Algemene Vergadering van Qrf beslist de machtiging aan de Statutaire Zaakvoerder om het toegestaan kapitaal te hernieuwen ten belope van het maximumbedrag van 7.153.322 EUR voor een hernieuwbare periode van vijf jaar.
Overeenkomstig de machtiging die op 7 november 2019 door de Algemene Vergadering van Qrf aan de Statutaire Zaakvoerder werd verleend, zal de Statutaire Zaakvoerder bij elke kapitaalverhoging de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van de nieuwe effecten vastleggen. De kapitaalverhogingen zullen kunnen onderschreven worden in geld, in natura, door een gemengde inbreng of door incorporatie van reserves of van uitgiftepremies, naar gelang het geval met of zonder de creatie van nieuwe effecten of door uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, eventueel met opheffing of beperking van het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders (mits toekenning van een onherleidbaar toewijzingsrecht).
Wanneer dergelijke kapitaalverhoging een uitgiftepremie bevat, zal het bedrag van deze uitgiftepremie worden toegewezen aan een onbeschikbare of beschikbare rekening "Uitgiftepremies", die in dezelfde mate als het maatschappelijk kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en waarover, behoudens de mogelijkheid tot omzetting in kapitaal, slechts zal kunnen worden beschikt bij beslissing van de Algemene Vergadering van aandeelhouders overeenkomstig de voorwaarden door het Wetboek van Vennootschappen gesteld voor een statutenwijziging. De uitgiftepremie die naast de kapitaalverhoging gevraagd wordt door de Statutaire Zaakvoerder, wordt niet in rekening gebracht om het overgebleven bruikbare bedrag van het toegestaan kapitaal te berekenen.
Onder dezelfde voorwaarden als hierboven uiteengezet en onderworpen aan de toepasselijke wettelijke bepalingen, kan Qrf, met uitzondering van winstbewijzen en soortgelijke effecten en mits inachtname van de toepasselijke GVV-wetgeving, de in Artikel 460 van het Wetboek van Vennootschappen bedoelde en eventueel door andere door het vennootschapsrecht toegelaten effecten uitgeven in overeenstemming met de daar voorgeschreven regels.
Tenzij de statuten daarin uitdrukkelijk voorzien, kan de bevoegdheid inzake het toegestaan kapitaal niet gebruikt worden voor (i) de kapitaalverhogingen of de uitgiften van converteerbare obligaties (of van warrants) waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders is beperkt of uitgesloten (mits naleving van het onherleidbaar toewijzingsrecht), (ii) de kapitaalverhogingen of de uitgiften van converteerbare obligaties waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders is beperkt of uitgesloten ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van Qrf of van haar Perimetervennootschappen (mits naleving van het onherleidbaar toewijzingsrecht), en (iii) de kapitaalverhogingen die geschieden door omzetting van reserves.
De bevoegdheid inzake het toegestaan kapitaal mag nooit gebruikt worden voor de volgende verrichtingen:
(i) kapitaalverhogingen die voornamelijk tot stand worden gebracht door een inbreng in natura uitsluitend voorbehouden aan een aandeelhouder van Qrf die effecten van Qrf in zijn bezit houdt waaraan meer dan 10% van de stemrechten verbonden zijn. Bij de door deze aandeelhouder in bezit gehouden effecten, worden de effecten gevoegd die in bezit worden gehouden door:
(ii) de uitgifte van aandelen zonder vermelding van nominale waarde beneden de fractiewaarde van de oude aandelen van dezelfde soort;
(iii) de uitgifte van warrants die in hoofdzaak is bestemd voor één of meer bepaalde personen, andere dan de leden van het personeel van Qrf of van één of meer van haar Perimetervennootschappen.
Vanaf het tijdstip dat Qrf de mededeling van de FSMA ontvangt dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van Qrf, mag de Statutaire Zaakvoerder van deze laatste tot aan het einde van het bod (i) het kapitaal van Qrf niet meer verhogen door inbreng in natura of in geld met beperking of opheffing van het voorkeurrecht van de aandeelhouders en (ii) geen stemrechtverlenende effecten meer uitgeven die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, noch effecten die recht geven op inschrijving op of op verkrijging van dergelijke effecten, indien genoemde effecten of rechten niet bij voorkeur worden aangeboden aan de aandeelhouders naar evenredigheid van het kapitaal dat door hun aandelen wordt vertegenwoordigd. Dit verbod geldt echter niet voor:
(i) de verplichtingen die op geldige wijze zijn aangegaan voor de ontvangst van de mededeling bedoeld in dit Artikel; en
(ii) de kapitaalverhogingen waartoe de Statutaire Zaakvoerder uitdrukkelijk en vooraf werd gemachtigd door een Algemene Vergadering die beslist als inzake statutenwijzigingen en die ten hoogste drie jaar voor de ontvangst van voornoemde mededeling plaats heeft, voor zover (a) de aandelen uitgegeven op grond van de kapitaalverhoging vanaf hun uitgifte volledig volgestort zijn, (b) de uitgifteprijs van de aandelen uitgegeven op grond van de kapitaalverhoging niet minder bedraagt dan de prijs van het bod, en (c) het aantal aandelen uitgegeven op grond van de kapitaalverhoging niet meer bedraagt dan een tiende van de voor de kapitaalverhoging uitgegeven aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen.
De bovenvermelde beslissingen worden onmiddellijk en op omstandige wijze ter kennis gebracht van de bieder en van de FSMA. Zij worden tevens openbaar gemaakt.
Rekening houdend met de ontvangen transparantieverklaringen tot op 31 december 2020 en de informatie waarover Qrf beschikt, zijn de belangrijkste aandeelhouders:
| AANDEELHOUDER | % |
|---|---|
| AXA SA | 8,9% |
| Familie Vanmoerkerke | 28,3% |
| Free float8 | 62,8% |
De ontvangen transparantieverklaringen zijn beschikbaar op de website van de Vennootschap (www.qrf.be) onder de rubriek Investor Relations – Aandeelhoudersstructuur.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| AANTAL AANDELEN | ||
| Aantal aandelen bij het begin van het boekjaar | 7.153.322 | 5.665.822 |
| Aantal aandelen bij het einde van het boekjaar | 7.153.322 | 7.153.322 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 7.153.322 | 7.031.062 |
| NETTO RESULTAAT PER GEWOON AANDEEL - AANDEEL GROEP (in EUR) | -0,74 | -2,91 |
| VERWATERD NETTO RESULTAAT PER AANDEEL (in EUR) | -0,74 | -2,91 |
Zie toelichting 17 voor de evolutie van het aantal aandelen sinds de oprichting van Qrf.
Het gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de berekening van het resultaat per aandeel gebeurt op basis van de datum van uitgifte van de aandelen. De datum van uitgifte stemt niet altijd overeen met de datum van winstdeelname.
Alle aandelen op het einde van het boekjaar zijn gerechtigd op het dividend dat betrekking heeft op boekjaar 2020. Aangezien de Raad van Bestuur van de Statutaire Zaakvoerder aan de jaarlijkse Algemene Vergadering van 18 mei 2021 zal voorstellen om voor boekjaar 2020 een brutodividend uit te betalen van 0.80 EUR per aandeel, zal in totaal een bedrag van 5.723 KEUR aan dividenden worden uitbetaald.
8 Free float = [(Aantal aandelen bij afsluiting boekjaar) - (totaal aantal aandelen aangehouden door partijen die zich kenbaar hebben gemaakt door middel van een transparantiemelding in overeenstemming met de Wet van 2 mei 2007)] / [aantal aandelen bij afsluiting boekjaar].
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| MINDERHEIDSBELANGEN | ||
| SALDO PER BEGIN VAN HET BOEKJAAR | 287 | 300 |
| Variaties in de resultatenrekening | 0 | -13 |
| Deconsolidatie CCFH | -287 | 0 |
| TOTAAL | 0 | 287 |
De minderheidsbelangen zijn ontstaan in 2013 door de aankoop van 51% van de aandelen van Century Center Freehold BV waarbij de controle werd verworven op 18 december 2013.
Deze Perimetervennootschap werd integraal gedeconsolideerd in 2020 waardoor er per 31 december 2020 geen minderheidsbelangen meer aanwezig zijn.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| FINANCIËLE SCHULDEN | ||
| I. B. Langlopende financiële schulden | 104.952 | 89.946 |
| -Kredietinstellingen | 105.000 | 90.000 |
| -Kosten opname leningen | -48 | -54 |
| II. B. Kortlopende financiële schulden | 10.548 | 31.999 |
| -Kredietinstellingen | 10.549 | 32.000 |
| -Kosten opname leningen | -1 | -1 |
| TOTAAL | 115.500 | 121.945 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
| OPDELING VOLGENS DE MATURITEIT VAN DE LANGLOPENDE FINANCIËLE SCHULDEN | ||
| Tussen één en twee jaar | 18.000 | 15.000 |
| Tussen twee en vijf jaar | 77.000 | 33.000 |
| Meer dan vijf jaar | 10.000 | 42.000 |
| TOTAAL | 105.000 | 90.000 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
| OPDELING VOLGENS DE MATURITEIT VAN DE NIET OPGENOMEN KREDIETLIJNEN | ||
| Vervallende binnen het jaar | 10.000 | 10.000 |
| Vervallende na één jaar | 44.000 | 54.000 |
| TOTAAL | 54.000 | 64.000 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
| INSCHATTING TOEKOMSTIGE INTERESTLASTEN | ||
| Binnen één jaar | 2.044 | 2.330 |
| Tussen één en vijf jaar | 3.968 | 5.833 |
| Meer dan vijf jaar | 114 | 1.043 |
| TOTAAL | 6.126 | 9.206 |
Ten behoeve van de financiering van Qrf zijn er op 31 december 2020 geen hypothecaire inschrijvingen genomen, noch hypothecaire volmachten toegestaan door Qrf. Op afsluitdatum van het boekjaar had Qrf voor 115,5 MEUR financiële schulden bestaande uit 110 MEUR bilaterale kredieten en 5,5 MEUR commercial paper.
Op 31 december 2020 hadden de opgenomen schulden voor 98,7% een vaste interestvoet, onder meer door gebruik te maken van Interest Rate Swaps als indekkingsinstrument.
Bij de inschatting van de toekomstige interestlasten is rekening gehouden met de interesten en marges voor financiële schulden die openstaan per 31 december 2020 en de afgesloten rente-indekkingen op basis van de Schuldgraad per 31 december 2020.
In 2020 bedroeg de Gemiddelde Financieringskost 1,85% (ten opzichte van 1,87% in 2019). Indien de financieringskost zou verhoogd worden met 0,25%, dan zouden de jaarlijkse interestlasten stijgen met 289 KEUR bij een onveranderd bedrag aan uitstaande financiële schulden.
Qrf beschikt over 164,0 MEUR kredietlijnen bij zeven verschillende financiële instellingen. Het niet-opgenomen gedeelte van de kredieten bedraagt dus 54,0 MEUR.
We verwijzen naar toelichting 28 inzake de Schuldgraad van Qrf.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| F. UITGESTELDE BELASTINGEN | ||
| a. Exit taks | 0 | 0 |
| b. Andere | 0 | 181 |
| TOTAAL | 0 | 181 |
Als gevolg van de deconsolidatie van Century Center Freehold BVBA zijn er geen uitgestelde belastingen per eind 2020.
De totale marktwaarde van de toegelaten afdekkingsinstrumenten bedroeg per 31 december 2020 -1.767 KEUR en is terug te vinden bij de Langlopende Financiële Verplichtingen en de Kortlopende Financiële Verplichtingen.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| C. ANDERE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | ||
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | 1.767 | 2.156 |
| TOTAAL | 1.767 | 2.156 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
| C. ANDERE KORTLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | ||
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | 0 | 0 |
Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de afdekkingsinstrumenten op 31 december 2020:
| INDEKKINGSINSTRUMENTEN | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tegenpartij | Type | Notioneel Startdatum | Einddatum | Rentevoet | Reële Waarde | ||
| 31/12/2020 | 31/12/2019 | ||||||
| BELFIUS | IRS | 10.000 07/12/2015 | 30/04/2021 | 0,54% | 0 | 0 | |
| BELFIUS | FLOOR | 10.000 07/12/2015 | 30/04/2021 | 0,54% | -21 | -76 | |
| BELFIUS | IRS | 10.000 16/12/2016 | 31/12/2020 | 0,46% | 0 | -86 | |
| BELFIUS | IRS | 5.000 16/12/2016 | 31/12/2021 | 0,47% | -51 | -84 | |
| CEHDF | FLOOR | 10.000 02/01/2019 | 04/11/2024 | 0,56% | -206 | -203 | |
| CEHDF | FLOOR | 10.000 02/01/2019 | 02/11/2026 | 0,82% | -433 | -381 | |
| KBC | IRS | 10.000 16/06/2015 | 14/12/2021 | 1,16% | -171 | -308 | |
| KBC | IRS | 5.000 17/06/2015 | 14/12/2020 | 1,12% | 0 | 0 | |
| KBC | IRS | 5.000 04/09/2015 | 14/12/2020 | 0,36% | 0 | 0 | |
| KBC | IRS | 10.000 09/12/2015 | 30/06/2022 | 0,42% | -147 | -192 | |
| KBC | IRS + FLOOR | 10.000 30/06/2017 | 30/06/2022 | 0,49% | -73 | -118 | |
| KBC | IRS + FLOOR | 10.000 30/06/2017 | 28/06/2024 | 0,76% | -259 | -295 | |
| BNP | IRS | 5.000 27/06/2018 | 31/12/2023 | 0,54% | 0 | 0 | |
| BNP | FLOOR | 5.000 27/06/2018 | 31/12/2023 | 0,54% | -80 | -92 | |
| BNP | IRS | 10.000 27/06/2018 | 30/06/2025 | 0,76% | 0 | 0 | |
| BNP | FLOOR | 10.000 27/06/2018 | 30/06/2025 | 0,76% | -324 | -321 | |
| TOTALE REËLE WAARDE INDEKKINGSINSTRUMENTEN | -1.767 | -2.156 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| D. HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN | |||
| a. Exit taks | 0 | 0 | |
| - Exit taks | 0 | 0 | |
| b. Andere | 1.776 | 1.540 | |
| - Leveranciers | 616 | 544 | |
| - Huurders | 0 | 817 | |
| - Belastingen, bezoldigingen en sociale schulden | 1.160 | 178 | |
| TOTAAL | 1.776 | 1.540 |
De stijging in de belastingen, bezoldigingen en sociale schulden is een gevolg van de initiële erkenning van de fiscale latentie gelinkt aan het Rijksarchief te Brugge dat eind 2020 verworven werd met de aankoop van de aandelen van RAB Invest NV.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| E. ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | ||
| Andere schulden | 662 | 1.343 |
| TOTAAL | 662 | 1.343 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| F. OVERLOPENDE REKENINGEN - PASSIVA | ||
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 170 | 130 |
| Andere | 583 | 639 |
| Over te dragen opbrengsten | 1.474 | 0 |
| TOTAAL | 2.227 | 770 |
De stijging in de overlopende rekeningen – passief is voornamelijk een gevolg van de in 2020 gewijzigde facturatieflow waardoor de facturen voor januari 2021 reeds opgemaakt zijn in 2020. Deze zijn integraal opgenomen op de overlopende rekeningen – passief als over te dragen opbrengsten.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| E. ANDERE LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | ||
| Huurwaarborgen | 108 | 102 |
| Andere | 0 | 0 |
| TOTAAL | 108 | 102 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2019 | 31/12/2019 | ||
|---|---|---|---|---|
| Categorie | Boekwaarde | Reële Waarde | Niveau | |
| OVERZICHT VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN | ||||
| ACTIVA | ||||
| Financiële vlottende activa | ||||
| Handelsvorderingen | B | 182 | 182 | Niveau 2 |
| Belastingvorderingen en andere vlottende activa | B | 1.261 | 1.261 | Niveau 2 |
| Kas en kasequivalenten | C | 2.483 | 2.483 | Niveau 1 |
| TOTAAL FINANCIËLE ACTIVA | 3.926 | 3.926 | ||
| VERPLICHTINGEN | ||||
| Langlopende financiële verplichtingen | ||||
| Langlopende financiële schulden | B | 89.946 | 89.946 | Niveau 2 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | ||||
| Ontvangen huurwaarborgen | B | 102 | 102 | Niveau 2 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | ||||
| Andere langlopende financiële verplichtingen | A | 2.156 | 2.156 | Niveau 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen | ||||
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | B | 1.540 | 1.540 | Niveau 2 |
| Andere kortlopende verplichtingen | B | 1.343 | 1.343 | Niveau 2 |
| Kortlopende financiële schulden | B | 31.999 | 31.999 | Niveau 2 |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | A | 0 | 0 | Niveau 2 |
| TOTAAL FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | 127.086 | 127.086 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2020 | ||
|---|---|---|---|---|
| Categorie | Boekwaarde | Reële Waarde | Niveau | |
| OVERZICHT VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN | ||||
| ACTIVA | ||||
| Financiële vlottende activa | ||||
| Handelsvorderingen | B | 1.310 | 1.310 | Niveau 2 |
| Belastingvorderingen en andere vlottende activa | B | 1.606 | 1.606 | Niveau 2 |
| Kas en kasequivalenten | C | 1.727 | 1.727 | Niveau 1 |
| TOTAAL FINANCIËLE ACTIVA | 4.643 | 4.643 | ||
| VERPLICHTINGEN | ||||
| Langlopende financiële verplichtingen | ||||
| Langlopende financiële schulden | B | 104.952 | 104.952 | Niveau 2 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | ||||
| Ontvangen huurwaarborgen | B | 108 | 108 | Niveau 2 |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | ||||
| Andere langlopende financiële verplichtingen | A | 1.767 | 1.767 | Niveau 2 |
| Kortlopende financiële verplichtingen | ||||
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | B | 1.775 | 1.775 | Niveau 2 |
| Andere kortlopende verplichtingen | B | 662 | 662 | Niveau 2 |
| Kortlopende financiële schulden | B | 10.548 | 10.548 | Niveau 2 |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | A | 0 | 0 | Niveau 2 |
| TOTAAL FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | 119.811 | 119.811 |
De categorieën komen overeen met volgende financiële instrumenten:
A. Activa of passiva gehouden aan Reële Waarde (indekkingsinstrumenten).
B. Financiële activa of passiva (met inbegrip van vorderingen en leningen) aan de geamortiseerde kostprijs.
C. Geldbeleggingen aan de geamortiseerde kostprijs.
Het geheel der financiële instrumenten van de Groep stemt overeen met de niveaus 1 en 2 in de hiërarchie van de Reële Waarden. De waardering aan Reële Waarde gebeurt op regelmatige basis.
Niveau 1 in de hiërarchie der Reële Waarden weerhoudt de kas- en kasequivalenten.
Niveau 2 in de hiërarchie der Reële Waarden betreft de overige financiële activa en passiva waarvan de Reële Waarde gebaseerd is op andere gegevens die, direct of indirect, kunnen vastgesteld worden voor de betrokken activa of passiva. De waarderingstechnieken betreffende de Reële Waarde van de financiële instrumenten van niveau 2 zijn de volgende:
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| Verplichtingen | 122.039 | 128.036 |
| - Aanpassingen | -3.994 | -3.106 |
| Schuldenlast zoals bedoeld in Artikel 13 van het GVV-KB | 118.044 | 124.930 |
| Totaal activa | 239.545 | 256.356 |
| SCHULDGRAAD | 49,28% | 48,73% |
De schuldenlast zoals bedoeld in Artikel 13 van het GVV-KB bedraagt 118.044 KEUR op 31 december 2020. De Schuldgraad bedraagt 49,28% op 31 december 2020.
De Schuldgraad wordt berekend als de verhouding van de schuldenlast (i.e. de verplichtingen exclusief voorzieningen, overlopende rekeningen en andere lang/ kortlopende financiële verplichtingen, zoals voornamelijk de negatieve variaties in de Reële Waarde van de indekkingsinstrumenten) ten opzichte van het totaal der activa.
Qrf moet blijvend voldoen aan de financiële ratio's zoals opgelegd door de GVV-Wet. Tenzij dit het gevolg is van een variatie van de Reële Waarde van de activa, mag de Schuldgraad van een GVV niet meer bedragen dan 65% van de activa, onder aftrek van de toegelaten afdekkingsinstrumenten, overeenkomstig Artikel 45 van de GVV-Wet. Indien de Schuldgraad van Qrf meer dan 50% zou bedragen, dient zij een aantal stappen te ondernemen, onder meer het opstellen van een financieel plan waarin zij een beschrijving geeft van de maatregelen die zullen worden genomen om te verhinderen dat de Schuldgraad boven 65% zou stijgen. De jaarlijkse financiële kosten die aan de schuldlast van een GVV en haar Perimetervennootschappen zijn verbonden mogen op geen enkel ogenblik meer bedragen dan 80% van het geconsolideerde netto bedrijfsresultaat van Qrf. Bovendien is in bepaalde financieringsovereenkomsten met financiële instellingen een convenant overeengekomen dat de Schuldgraad van Qrf niet hoger dan 60% mag zijn.
Qrf streeft er naar op lange termijn een Schuldgraad te handhaven van maximaal 55%.
Per 31 december 2020 bestaat de consolidatieperimeter uit Qrf en haar Perimetervennootschappen:
Behalve Century Center Offices BV en Bond 58 BV, welke verwerkt worden volgens de methode van vermogensmutatie, worden de overige vennootschappen volledig geconsolideerd.
In de volgende tabel wordt een overzicht weergegeven van de portefeuille van Qrf en haar Perimetervennootschappen op individuele basis:
| AANTAL VASTGOEDSITES | Totaal | België | Nederland |
|---|---|---|---|
| Qrf | 30 | 30 | 0 |
| Qrf Nederland BV | 5 | 0 | 5 |
| RIGS NV | 1 | 1 | 0 |
| RAB Invest NV | 1 | 1 | 0 |
| Century Center Offices BV | 1 | 1 | 0 |
| Bond 58 BV | 1 | 1 | 0 |
| TOTAAL | 37 | 32 | 5 |
Qrf heeft verschillende incassoprocedures lopen, die een beperkte impact kunnen hebben op de cijfers. Daarnaast is Qrf betrokken in enkele rechtszaken. Deze geschillen betreffen onder meer onenigheden in het kader van een huurhernieuwingsaanvraag waartoe de huurder overeenkomstig Artikel 13 van de Handelshuurwetgeving gerechtigd is, discussies over het al dan niet verschuldigd zijn van gemeenschappelijke lasten met betrekking tot panden die deel uitmaken van een mede-eigendom, de inning van achterstallige huurgelden en de aangifte van schuldvorderingen naar aanleiding van een faillissement van enkele voormalige huurders.
Daarnaast is er een geschil hangende betreffende overname van de vennootschap Centre Commercial Hutois NV te Hoei, waarbij een dispuut bestaat met de vroegere eigenaars ten aanzien van de regularisatie van de bouwvergunning.
Er zijn geen huurgaranties verstrekt aan Qrf gedurende 2020.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN | |||
| XIV. Algemene kosten van de vennootschap | 769 | 976 | |
| - Vergoeding Uitvoerend Management | 410 | 554 | |
| - Vergoeding Statutaire Zaakvoerder | 287 | 338 | |
| - Werkingskosten Statutaire Zaakvoerder | 6 | 4 | |
| - Vergoeding raad van bestuur en comités | 66 | 80 | |
| X. | Commerciële kosten | - | - |
| - Vergoeding Quares Property Management NV/Quares Property en Facility Management BV | - | - | |
| XII. Beheerskosten van het vastgoed | - | - | |
| - Vergoeding Quares Property Management NV/Quares Property en Facility Management BV | - | - | |
| - | |||
| Handelsvorderingen | - | - | |
| Handelsschulden en andere kortlopende schulden | - | - |
Op het einde van het boekjaar had Qrf geen openstaande vorderingen met verbonden partijen. Er werden geen provisies voor dubieuze debiteuren aangelegd met betrekking tot vorderingen op verbonden partijen.
In 2020 werden voor een bedrag van 769 KEUR transacties met verbonden partijen opgenomen in de resultatenrekening. Dit bedrag bestond uit de volgende 4 posten:
De in resultaat genomen vergoeding van het Uitvoerend Management voor 2020 bedraagt 410 KEUR excl. BTW. Deze vergoeding wordt geboekt onder "XIV. Algemene kosten van de vennootschap". Het detail van de vergoedingen is terug te vinden onder hoofdstuk 7 van het jaarverslag. De vergoeding van het Uitvoerend Management bestaat uitsluitend uit korte termijn personeelsbeloningen.
De vergoeding van de Statutaire Zaakvoerder bedraagt 287 KEUR excl. BTW. Deze vergoeding wordt geboekt onder "XIV. Algemene kosten van de vennootschap". Het detail van de vergoedingen is terug te vinden onder hoofdstuk 7 van het jaarverslag.
De vergoeding van de Raad van Bestuur en comités bedraagt 66 KEUR excl. BTW. Deze vergoeding wordt geboekt onder "XIV. Algemene kosten van de vennootschap". Het detail van de vergoedingen is terug te vinden onder hoofdstuk 7 van het jaarverslag.
Na balansdatum werd een verkoop gerealiseerd (bindende koop-verkoopovereenkomst) voor een netto opbrengst van 0,8 MEUR, voor een onroerend goed gelegen te A. Buylstraat 35, Oostende. De verkoop werd gerealiseerd 5,26% boven de laatste Reële Waarde. De verkoop zal doorgaan eind augustus 2021 en tot dan behoudt Qrf de huurinkomsten.
| VERGOEDING VAN DE COMMISSARIS | |
|---|---|
| Fee in EUR | |
| Mandaat van de commissaris | 38.670 |
| Wettelijke opdrachten | 6.800 |
| Belastingsadviesopdrachten | 0 |
| Andere opdrachten | 0 |
| TOTAAL | 45.470 |
| One to one-ratio | 70,00 |
Aangezien de 70% ratio niet werd bereikt, wordt de limiet voorzien in Artikel 3:62 §5 van het WVV niet bereikt.
De bedragen in bovenstaande tabel worden voorgesteld exclusief BTW.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND | ||
| Bedienden | 2,5 | 2,2 |
| Uitvoerend management | 3,0 | 3,0 |
| VOLTIJDSE EQUIVALENTEN | 5,5 | 5,2 |
11.3.1 Verslag boekjaar 2020
QRF COMM. VA
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van aandeelhouders over de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2020
16 april 2021
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van QRF Comm.VA (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar.
Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 21 mei 2019, overeenkomstig het voorstel van de bestuurder uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2021. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap uitgevoerd gedurende 8 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2020 omvat, alsook de staat van het totaal geconsolideerd resultaat en de staat van het globaal resultaat, de geconsolideerde staat van de bewegingen van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een totaal van het geconsolideerd overzicht van de financiële positie van EUR '000' 239.546 en het geconsolideerd overzicht van winst of verlies en niet-gerealiseerde resultaten sluit af met een verlies van het boekjaar van EUR '000' 5.314.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2020, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
PwC Bedrijfsrevisoren bv - PwC Reviseurs d'Entreprises srl - Financial Assurance Services Maatschappelijke zetel/Siège social: Woluwe Garden, Woluwedal 18, B-1932 Sint-Stevens-Woluwe Vestigingseenheid/Unité d'établissement: Generaal Lemanstraat 67, B-2018 Antwerpen T: +32 (0)3 259 3011, F: +32 (0)3 259 3099, www.pwc.com BTW/TVA BE 0429.501.944 / RPR Brussel - RPM Bruxelles / ING BE43 3101 3811 9501 - BIC BBRUBEBB / BELFIUS BE92 0689 0408 8123 - BIC GKCC BEBB
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
| Kernpunt van de controle | De onderneming heeft op 31 december 2020 vastgoedbeleggingen op het actief van de balans geboekt voor een totaalbedrag van EUR '000' 208.430. De IFRS-standaarden vereisen dat vastgoedbeleggingen aan reële waarde worden geboekt. De bepaling van die reële waarde hangt sterk af van een aantal gekozen parameters. De belangrijkste zijn de huurwaarde van het vastgoed, de bezettingsgraad, de verdisconteringsvoet en de geschatte kosten voor onderhoud en herstellingen. |
|---|---|
| In overeenstemming met de voor gereglementeerde vastgoedvennootschappen van toepassing zijnde wetgeving worden de vastgoedbeleggingen gewaardeerd door een externe schatter. In hun verslag per 31 december 2020 vestigen de externe schatters de aandacht op een belangrijke onzekerheid van de effecten van het coronavirus op de toekomstige waardering van het vastgoed. Deze onzekerheid heeft voornamelijk betrekking op de toekomstige macro-economische gevolgen van de huidige Covid-19 pandemie, met betrekking tot mogelijke thesaurie- en continuïteitsproblemen van de huurders en, op langere termijn, de verhouding tussen aanbod en vraag van commercieel vastgoed en het daaruit voortvloeiende risico op leegstand. |
|
| De waardering van de vastgoedbeleggingen vormt een kernpunt bij onze controle van de geconsolideerde jaarrekening, enerzijds vanwege hun materieel belang in de jaarrekening en anderzijds vanwege het subjectieve karakter van het waarderingsproces. Voor meer informatie betreffende de waardering van de vastgoedbeleggingen verwijzen wij naar toelichting 10 van deze geconsolideerde jaarrekening. |
| Hoe werd dit kernpunt behandeld in het kader van onze controle? |
Wij hebben de betrouwbaarheid van de externe waardering en de redelijkheid van de gebruikte parameters geëvalueerd op basis van onderstaande werkzaamheden: |
||
|---|---|---|---|
| • Wij hebben de objectiviteit, onafhankelijkheid en bekwaamheid van de externe schatters beoordeeld. |
|||
| • Voor de vastgoedportefeuille hebben we de redelijkheid van gebruikte parameters getoetst door de parameters van de externe schatters te vergelijken met deze gebruikt door onze interne schatters. Indien deze parameters aanzienlijk verschilden van deze gebruikt door de externe schatter werd de impact van dit verschil op de reële waarde bepaald, op, indien van toepassing, enerzijds de individuele vastgoedbelegging en anderzijds ook op de volledige vastgoedportefeuille. |
|||
| • Bovendien hebben wij voor de wijzigingen in de reële waarde ten opzichte van 31 december 2019 de redelijkheid van de onderliggende parameters geanalyseerd. |
|||
| • Daarnaast hebben wij ook de realisatiewaarden van de vastgoedbeleggingen die werden verkocht tijdens het boekjaar vergeleken met hun reële waarden in de laatste jaarrekening voor de overdracht. |
|||
| • Wij hebben getoetst of de onzekerheid waarnaar door de schatters werd verwezen op adequate wijze toegelicht werd in het jaarverslag en in de toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening. |
|||
| • Tenslotte hebben wij getoetst of de opgenomen informatie in de toelichting van de geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming is met de IFRS-standaarden. |
De bestuurder is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de bestuurder noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de bestuurder verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de bestuurder het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de bestuurder de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de bestuurder gehanteerde continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
het concluderen of de door de bestuurder gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is, en het concluderen, op basis van de verkregen controle-informatie, of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven. Indien wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de geconsolideerde jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controleinformatie die verkregen is tot de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de Groep zijn continuïteit niet langer kan handhaven;
het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening, en van de vraag of de geconsolideerde jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld;
Wij communiceren met de bestuurder en het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle.
Wij verschaffen aan de bestuurder tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Uit de aangelegenheden die met de bestuurder zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
De bestuurder is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport over de geconsolideerde jaarrekening, zijnde volgende hoofdstukken van het jaarrapport:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Antwerpen, 16 april 2021
De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV Vertegenwoordigd door
Peter Ringoot Bedrijfsrevisor
7 van 7
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|---|
| (+) I. Huurinkomsten |
10.505 | 12.708 | |
| (+) II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren |
0 | 0 | |
| (+/-) III. Met verhuur verbonden kosten | -1.130 | -89 | |
| NETTO HUURRESULTAAT | 9.375 | 12.619 | |
| (+) IV. Recuperatie van vastgoedkosten |
0 | 0 | |
| (+) V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de |
|||
| huurders op verhuurde gebouwen | 1.238 | 1.131 | |
| (-) VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur |
0 | 0 | |
| VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurders op | |||
| (-) verhuurde gebouwen (+/-) VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven |
-1.206 0 |
-1.212 0 |
|
| VASTGOEDRESULTAAT | 9.407 | 12.538 | |
| (-) IX. Technische kosten |
-108 | -201 | |
| (-) X. Commerciële kosten |
-67 | -163 | |
| (-) XI. Kosten en taksen van niet verhuurde gebouwen |
-178 | -161 | |
| (-) XII. Beheerskosten van het vastgoed (-) XIII. Andere vastgoedkosten |
-39 0 |
-508 0 |
|
| VASTGOEDKOSTEN | -392 | -1.033 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 9.015 | 11.505 | |
| (-) XIV. Algemene kosten van de vennootschap |
-1.591 | -1.915 | |
| (+/-) XV. Andere operationele opbrengsten en kosten | 252 | 255 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 7.676 | 9.846 | |
| (+/-)XVI. Resultaat op verkopen van vastgoedbeleggingen (+/-)XVII. Resultaat op verkopen van andere niet-financiële activa |
680 0 |
-884 0 |
|
| (+/-)XVIII. Variaties in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen | -9.635 | -25.228 | |
| (+/-)XIX. Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 | |
| PORTEFEUILLERESULTAAT | -8.955 | -26.113 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | -1.279 | -16.267 | |
| (+) XX. Financiële inkomsten |
937 | 567 | |
| (-) XXI. Netto interestkosten |
-2.144 | -2.567 | |
| (-) XXII. Andere financiële kosten |
-693 | -164 | |
| (+/-) XXIII. Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva | -2.606 | -2.284 | |
| FINANCIEEL RESULTAAT | -4.507 | -4.449 | |
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | -5.786 | -20.716 | |
| (+/-) XXV. Vennootschapsbelasting (+/-) XXV. Exit taks |
-6 0 |
-6 0 |
|
| BELASTINGEN | -6 | -6 | |
| NETTO RESULTAAT | -5.792 | -20.722 |
9 Verkorte versie van de statutaire financiële staten. De Commissaris heeft een "oordeel zonder voorbehoud" uitgebracht met betrekking tot de statutaire jaarrekening. De statutaire jaarrekening is op datum van publicatie van dit jaarlijks financieel verslag niet neergelegd bij de Nationale Bank.
| Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|
| Aantal gewone aandelen in omloop op einde van het boekjaar | 14 | 7.153.322 | 7.153.322 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen gedurende het boekjaar | 14 | 7.153.322 | 7.031.062 |
| NETTO WINST PER GEWOON AANDEEL - AANDEEL GROEP (in EUR) | -0,81 | -2,95 | |
| VERWATERD NETTO RESULTAAT PER AANDEEL - AANDEEL GROEP (in EUR) | -0,81 | -2,95 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|---|
| I. NETTO RESULTAAT | -5.792 | -20.722 | |
| II. ANDERE ELEMENTEN VAN HET GLOBAAL RESULTAAT RECYCLEERBAAR IN WINST- EN VERLIESREKENING |
0 | 0 | |
| (+/-) B. Variaties in het effectieve deel van de Reële Waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten in een kasstroomdekking zoals gedefinieerd in IFRS |
0 | 0 | |
| GLOBAAL RESULTAAT | -5.792 | -20.722 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | ||||
| I. VASTE ACTIVA | 231.586 | 205.983 | ||
| A | Goodwill | 0 | 0 | |
| B | Immateriële vaste activa | 9 | -0 | |
| C Vastgoedbeleggingen | 145.320 | 160.250 | ||
| D Andere materiële vaste activa | 25 | 15 | ||
| E | Financiële vaste activa | 86.232 | 45.717 | |
| F | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | |
| G Handelsvorderingen en andere vaste activa | 0 | 0 | ||
| H Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | ||
| II. VLOTTENDE ACTIVA | 5.478 | 48.361 | ||
| A | Activa bestemd voor verkoop | -0 | 43.615 | |
| B | Financiële vlottende activa | 0 | 0 | |
| C Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | ||
| D Handelsvorderingen | 1.774 | 407 | ||
| E | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 1.706 | 2.231 | |
| F | Kas en kasequivalenten | 856 | 1.605 | |
| G Overlopende rekeningen - activa | 1.143 | 503 | ||
| TOTAAL ACTIVA | 237.064 | 254.344 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Toelichting | 31/12/2020 | 31/12/2019 | |
|---|---|---|---|---|
| PASSIVA | ||||
| EIGEN VERMOGEN | 116.751 | 127.900 | ||
| A | Kapitaal | 11.4.6 | 6.823 | 6.823 |
| Geplaatst kapitaal | 7.153 | 7.153 | ||
| Kosten kapitaalverhoging | -331 | -331 | ||
| B | Uitgiftepremies | 11.4.6 | 149.867 | 149.867 |
| C Reserves | 11.4.7 | -34.147 | -8.068 | |
| D Nettoresultaat van het boekjaar | -5.792 | -20.722 | ||
| VERPLICHTINGEN | 120.312 | 126.443 | ||
| I. | Langlopende verplichtingen | 106.810 | 92.188 | |
| A | Voorzieningen | 0 | 0 | |
| B | Langlopende financiële schulden | 104.952 | 89.946 | |
| C Andere langlopende financiële verplichtingen | 1.767 | 2.156 | ||
| D Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | ||
| E | Andere langlopende verplichtingen | 91 | 87 | |
| F | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | |
| a. Exit taks | 0 | 0 | ||
| b. Andere | 0 | 0 | ||
| II. Kortlopende verplichtingen | 13.502 | 34.255 | ||
| A | Voorzieningen | 0 | 0 | |
| B | Kortlopende financiële schulden | 10.548 | 31.999 | |
| C Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | ||
| D Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 520 | 889 | ||
| a. Exit taks | -0 | -0 | ||
| b. Andere | 520 | 889 | ||
| E | Andere kortlopende verplichtingen | 597 | 597 | |
| F | Overlopende rekeningen | 1.837 | 770 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 237.064 | 254.344 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Kapitaal | Kosten kapitaal verhoging |
Uitgifte premies |
Reserves | Netto resultaat van het boekjaar |
Eigen vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| BALANS OP 31 DECEMBER 2016 | 119.262 | -110 | 1.459 | -6.164 | 8.409 | 122.855 |
| Bestemming resultaat 2016 | 0 | 0 | 0 | 2.402 | -8.409 | -6.007 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | 544 | -544 | 0 | |||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | 1.858 | -1.858 | 0 | |||
| Dividend boekjaar 2016 | -6.007 | -6.007 | ||||
| Netto resultaat van 2017 | 4.811 | 4.811 | ||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 717 | 0 | 717 |
| Reserve voor de impact op de Reële Waarde van financiële instrumenten |
717 | 717 | ||||
| Kapitaalverhoging door inbreng in natura | 12.462 | -41 | 39 | 0 | 0 | 12.460 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2017 | 131.724 | -151 | 1.497 | -3.044 | 4.811 | 134.836 |
| Bestemming resultaat 2017 | 0 | 0 | 0 | -2.114 | -4.811 | -6.925 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | 1.902 | -1.902 | 0 | |||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | -4.056 | 4.056 | 0 | |||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
40 | -40 | 0 | |||
| Dividend boekjaar 2017 | -6.925 | -6.925 | ||||
| Netto resultaat van 2018 | 592 | 592 | ||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 878 | 0 | 878 |
| Reserve voor de impact op de Reële Waarde van financiële instrumenten |
878 | 878 | ||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2018 | 131.724 | -151 | 1.497 | -4.280 | 593 | 129.382 |
| Bestemming resultaat 2018 | 0 | 0 | 0 | -3.940 | -593 | -4.533 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | 3.899 | -3.899 | 0 | |||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | -7.193 | 7.193 | 0 | |||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de | ||||||
| financiële instrumenten | -646 | 646 | 0 | |||
| Dividend boekjaar 2018 | -4.533 | -4.533 | ||||
| Netto resultaat van 2019 | -20.722 | -20.722 | ||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 152 | 0 | 152 |
| Reserve voor de impact op de Reële Waarde van financiële instrumenten |
152 | 152 | ||||
| Uitgifte van nieuwe aandelen | -126.058 | 126.058 | 0 | |||
| Kapitaalverhoging door inbreng in natura | 1.488 | -179 | 22.313 | 23.621 | ||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | 7.153 | -331 | 149.867 | -8.068 | -20.722 | 127.899 |
| Bestemming resultaat 2019 | 0 | 0 | 0 | -26.445 | 20.722 | -5.723 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | -20.009 | 20.009 | 0 | |||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | -6.043 | 6.043 | 0 | |||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
-393 | 393 | 0 | |||
| Dividend boekjaar 2019 | -5.723 | -5.723 | ||||
| Netto resultaat van 2020 | -5.792 | -5.792 | ||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 365 | 0 | 365 |
| Reserve voor de impact op de Reële Waarde van financiële instrumenten |
365 | 365 | ||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | 7.153 | -331 | 149.867 | -34.148 | -5.792 | 116.749 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | Wettelijke reserve | Reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarde van vastgoed |
en -kosten bij hypothetische vervreemding Waarde van geschatte mutatierechten Reserve voor de impact op de Reële van vastgoedbeleggingen |
zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals afdekkingsinstrumenten die onderworpen Reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarde van toegelaten gedefinieerd in IFRS |
Reserve voor het saldo van de variaties boekhouding zoals gedefinieerd in IFR onderworpen zijn aan een afdekkings in de Reële Waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet |
Beschikbare reserve: reserve voor voorzienbare verliezen |
Overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
Totaal van de reserves |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BALANS OP 30 DECEMBER 2016 | - | 1.374 | -5.340 | -2.571 | - | 14 | 359 | -6.164 |
| Netto resultaatverwerking | 0 | 2.595 | -2.050 | 0 | 0 | 0 | 1.858 | 2.403 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | 2.595 | -2.050 | 545 | |||||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | 1.858 | 1.858 | ||||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat Variaties in de Reële Waarde van vastgoed |
0 | 0 | 0 | 717 | 0 | 0 | 0 | 717 0 |
| Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva |
717 | 717 | ||||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2017 | - | 3.969 | -7.390 | -1.853 | - | 14 | 2.217 | -3.043 |
| Netto resultaatverwerking | 0 | -1.987 | -2.070 | 0 | 40 | 0 | 1.902 | -2.115 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | -1.987 | -2.070 | -4.057 | |||||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
40 | 40 | ||||||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | 1.902 | 1.902 | ||||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat Variaties in de Reële Waarde van vastgoed |
0 | 0 | 0 | 878 | 13 | 0 | -13 | 878 0 |
| Variaties in de Reële Waarde van financiële activa | ||||||||
| en passiva | 878 | 13 | -13 | 878 | ||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2018 | - | 1.982 | -9.460 | -975 | 53 | 14 | 4.106 | -4.280 |
| Netto resultaatverwerking | 0 | -7.648 | 410 | 0 | -1.103 | 0 | 3.944 | -4.397 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | -7.648 | 410 | -7.238 | |||||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
-1.103 | -1.103 | ||||||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | 3.944 | 3.944 | ||||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 610 | 0 | 610 | ||
| Variaties in de Reële Waarde van vastgoed | 0 | |||||||
| Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva |
610 | 610 | ||||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | - | -5.666 | -9.050 | -365 | -1.050 | 14 | 8.050 | -8.067 |
| Netto resultaatverwerking | 0 | -21.877 | 1.868 | 0 | -393 | 0 | -6.043 | -26.445 |
| Overboeking resultaat portefeuille naar reserves | -21.877 | 1.868 | -20.009 | |||||
| Overboeking variaties in de Reële Waarde van de financiële instrumenten |
-393 | -393 | ||||||
| Overboeking operationeel resultaat naar reserves | -6.043 | -6.043 | ||||||
| Andere elementen erkend in het globaal resultaat | 0 | 0 | 0 | 365 | 0 | 0 | 0 | 365 |
| Variaties in de Reële Waarde van vastgoed Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva |
365 | 0 365 |
||||||
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | - | -27.543 | -7.182 | - | -1.443 | 14 | 2.007 | -34.148 |
Door het afbouwen van haar nettoschuldenlast in 2020 is Qrf op grond van Artikel 13 van het GVV-KB niet verplicht om een uitkering te doen in de vorm van een dividend.
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| Netto resultaat | -5.792 | -20.722 |
| Afschrijvingen (+) | 0 | 41 |
| Waardeverminderingen (+) | 1.091 | 155 |
| Terugneming van waardeverminderingen (-) | 40 | -66 |
| Terugneming van overgedragen en verdisconteerde huren (-) | 0 | 0 |
| Andere niet-monetaire posten (+/-) | 2.606 | 2.284 |
| Resultaat verkoop vastgoed (+/-) | -680 | 884 |
| Variaties in de Reële Waarde van vastgoed (+/-) | 9.635 | 25.228 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) | 6.900 | 7.805 |
| Gedurende het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarde op vastgoed (+/-) | 680 | -884 |
| Gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden vrijgesteld van de verplichte uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van vier jaar (-) |
-680 | 884 |
| Gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de verplichte uitkering en die niet werden herbelegd binnen een periode van vier jaar (+) |
0 | 0 |
| Nettomeerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van verplichte uitkering (B) | 0 | 0 |
| Totaal (A+B) x 80% | 5.520 | 6.244 |
| Schuldvermindering (-) | 5.520 | 6.244 |
| Uitkeringsplicht | 0 | 0 |
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| Gestort kapitaal of, als dit hoger ligt, opgevraagd kapitaal | 7.153 | 7.153 |
| Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies | 0 | 0 |
| Reserve voor het positief saldo van de variatie in de Reële Waarde van het vastgoed | ||
| Reserve impact op de Reële Waarde van geschatte mutatie rechten- en kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-5.498 | -7.134 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarden van toegestane afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
0 | -365 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarden van toegestane afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-1.101 | -528 |
| Andere door Algemene Vergadering onbeschikbaar verklaarde reserves | 0 | 0 |
| Niet-uitkeerbaar eigen vermogen volgens Artikel 617 van het Wetboek van vennootschappen | 554 | -875 |
| Nettoactief | 116.751 | 127.900 |
| Voorgestelde dividenduitkering | 5.723 | 5.733 |
| Nettoactief na uitkering | 111.029 | 122.167 |
| Resterende marge na uitkering | 110.474 | 123.042 |
Op grond van Artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen, berekend in overeenstemming met Hoofdstuk 4 van bijlage C van het GVV-KB, bedroeg het uitkeerbare eigen vermogen, voor dividenduitkering 116,2 MEUR.
Voor Perimetervennootschappen waar Qrf 100% van de aandelen bezit, past Qrf een look-through methode toe. De deelnemingen worden in de enkelvoudige rekeningen opgenomen aan Reële Waarde. De wijzigingen in hun Reële Waarde worden via de resultatenrekening geboekt onder rubriek "XXIII. Variaties in de Reële Waarde van financiële activa en passiva". Ter berekening van het Niet-Uitkeerbaar Eigen Vermogen (Bijlage C – Hoofdstuk 4 – van het GVV-KB) wordt enkel en alleen het gedeelte van de post "XXII. Variaties in de Reële Waarde van financiële vaste activa en passiva – Andere" dat voortvloeit uit Variaties in de Reële Waarde van het onderliggende vastgoed toegewezen aan de reserverekening "Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de Reële Waarde van vastgoed". Het bedrag dat overeenstemt met de mutatierechten voor het vastgoed aangehouden door de deelnemingen wordt verwerkt in de reserverekening "Reserve impact op de Reële Waarde van geschatte mutatie rechten- en kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen".
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 | 31/12/2018 | 31/12/2017 |
|---|---|---|---|---|
| A. Netto resultaat | -5.792 | -20.722 | 592 | 4.811 |
| B. Toevoeging / Onttrekking Reserves | 14.629 | 28.452* | 11.990 | 6.233 |
| 1. Toevoeging aan/ onttrekking van de reserve voor het (positieve of negatieve) | ||||
| saldo van de variaties in de Reële Waarde van vastgoed (-/+) Boekjaar |
14.648 13.141 |
21.877 26.088 |
7.648 7.869 |
1.986 1.786 |
| Realisatie vastgoed | 1.507 | -4.211* | -221,2 | 200 |
| 2. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en | ||||
| -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-/+) | -1.684 | -1.868 | -410 | 2.070 |
| 3. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de Reële | ||||
| Waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een | ||||
| afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) | ||||
| Boekjaar | ||||
| 4. Onttrekking van de reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een |
||||
| afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) | ||||
| Boekjaar | ||||
| 5. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de Reële | ||||
| Waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan | ||||
| een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) | -342 | 393* | 633 | -40 |
| Boekjaar | -342 | 393* | 633 | -40 |
| 6. Onttrekking van de reserve voor het saldo van de variaties in de Reële Waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan |
||||
| een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) | ||||
| Boekjaar | ||||
| 7. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het saldo van de | ||||
| wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (-/+) | ||||
| 8. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking tot | ||||
| vastgoed gelegen in het buitenland (-/+) | ||||
| 9. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+) |
||||
| 10. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) | ||||
| 11. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van | ||||
| vorige boekjaren (-/+) | 2.007 | 8.050 | 4.119 | 2.217 |
| C. Vergoeding voor het kapitaal overeenkomstig Artikel 13, § 1, eerste lid | 0 | 0 | 0 | -5.829 |
| D. Vergoeding voor het kapitaal, andere dan C | -5.723 | -5.723* | -4.533 | -1.096 |
| E. Over te dragen resultaat | 3.115 | 2.007* | 8.050 | 4.119 |
*Aangepaste cijfers ten aanzien van jaarverslag 2019.
De Statutaire Zaakvoerder van Qrf verklaart dat er geen overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages bestaan, anders dan deze beschreven onder hoofdstuk 12.7, die een invloed van betekenis kunnen hebben – of in een recent verleden hebben gehad – op de financiële positie of de rentabiliteit van Qrf. Hij verklaart ook dat er, voor zover hij weet, geen omstandigheden of feiten zijn die aanleiding kunnen geven tot dergelijke overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages. Verder verklaart de zaakvoerder dat, voor zover hem bekend:
Qrf verklaart dat de inlichtingen verstrekt door de experts en de Commissaris getrouw werden overgenomen.
Dit jaarlijks financieel verslag bevat toekomstgerichte verklaringen. Dergelijke verklaringen omvatten niet-gekende risico's, onzekerheden en andere factoren die als gevolg kunnen hebben dat de huidige resultaten, financiële toestand, performantie en realisaties verschillend zijn van enige toekomstige resultaten, financiële toestand, performantie en realisaties, uitgedrukt of geïmpliceerd door dergelijke toekomstgerichte verklaringen. Gezien deze onzekere factoren, houden toekomstgerichte verklaringen geen garanties in.
De Statutaire Zaakvoerder van Qrf verklaart dat er zich geen wijziging van betekenis heeft voorgedaan in de financiële of handelspositie van de groep na 31 december 2020.
| 12.1 | ALGEMENE INLICHTINGEN 183 | |
|---|---|---|
| 12.2 | MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL 186 | |
| 12.3 | TOEZICHTHOUDER VAN DE GVV 186 | |
| 12.4 | DIENSTVERLENERS VAN DE GVV 186 | |
| 12.5 | GECOÖRDINEERDE STATUTEN VAN 20 DECEMBER 2019 188 |
|
| 12.6 | DE GVV EN DIENS FISCAAL STELSEL 203 | |
| 12.7 | GERECHTELIJKE EN ARBITRAGEPROCEDURES 204 | |
| 12.8 | VERKLARI NGEN VAN DE STATUTAIR E ZAAKVOERDER 205 |
Qrf Comm. VA, openbare Gereglementeerde Vastgoedvennootschap naar Belgisch Recht, ofwel openbare GVV naar Belgisch Recht. Btw-nummer: BE 0537.979.024. Qrf Comm. VA neemt deel aan het handelsverkeer onder de handelsnaam Qrf.
Gaston Crommenlaan 8, 9050 Gent.
Te bereiken op het nummer +32 9 296 21 63 of per e-mail: [email protected].
De Vennootschap is ingeschreven bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen onder het ondernemingsnummer 0537.979.024.
De Vennootschap is opgericht voor onbepaalde duur ingevolge akte verleden door Meester Vincent Vroninks, te Elsene, op 3 september 2013, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 17 september daarna, onder nummer 13141597 (rép 2013/1048).
De statuten zijn herhaaldelijk gewijzigd en voor de laatste maal gecoördineerd op 20 december 2019.
■ proces-verbaal opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 26 november 2013, houdende statutenwijziging – aanneming van een nieuwe tekst van de statuten – benoeming commissaris – voorwaardelijke kapitaalverhoging en -vermindering – voorwaardelijke statutenwijziging en machtiging toegestaan kapitaal;
■ proces-verbaal opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 18 december 2013, houdende kapitaalverhoging door inbreng in natura – statutenwijziging;
■ akte verleden voor notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 18 december 2013, houdende vaststelling van de kapitaalverhoging, kapitaalvermindering en statutenwijziging besloten door de Buitengewone Algemene Vergadering van 26 november 2013;
■ proces-verbaal opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 7 november 2014, houdende statutenwijziging, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 29 januari 2015, onder nummer 15015962;
■ akte verleden voor notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 24 juni 2015, houdende kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal – statutenwijziging, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 4 september 2015, onder nummer 15126483;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 8 december 2015, houdende kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal – statutenwijziging, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 10 februari 2016, onder nummer 16021534;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 9 december 2015, houdende kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal – statutenwijziging, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 10 februari 2016, onder nummer 16021535;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 30 juni 2016, houdende kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal – statutenwijziging, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 23 augustus 2016, onder nummer 16118138;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 21 december 2016, houdende kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal – statutenwijziging, bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 1 februari 2017, onder nummer 17017727;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 6 juni 2017, houdende machtigingen inkoop eigen aandelen – machtigingen inzake het toegestaan kapitaal – vertegenwoordiging van de vennootschap – wijziging van het boekjaar – statutenwijziging, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 27 juni 2017, onder nummer 17091062;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 27 oktober 2017, houdende kapitaalsverhoging door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal – wijziging aan de statuten;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 9 januari 2019, houdende statutenwijziging naar aanleiding van de gewijzigde wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 28 januari daarna, onder nummer 19304450;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, met tussenkomst van Meester Xavier De Maesschalck, notaris met standplaats te Oostende, eerste kanton, op 30 januari 2019, houdende kapitaalverhoging door inbreng in natura in het kader van het toegestaan kapitaal – wijzigingen aan de statuten;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 7 november 2019, houdende machtigingen inzake toegestaan kapitaal – beschikbaarstelling van de uitgiftepremies – statutenwijziging, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 19 november 2019, onder nummer 19343982;
■ akte verleden door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 20 december 2019, houdende verplaatsing van de maatschappelijke zetel – statutenwijziging, waarvan uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 3 januari 2020, onder nummer 20301132.
Tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument is er inzage mogelijk van de volgende documenten (of afschriften daarvan), indien toepasselijk, behoudens deze documenten die omwille van confidentialiteitsredenen niet kunnen worden vrijgegeven.
(a) akte van oprichting en statuten van de uitgevende instelling;
(b) alle verslagen, briefwisseling en andere documenten, historische financiële informatie, alsmede door deskundigen op verzoek van de uitgevende instelling opgestelde verklaringen wanneer het registratiedocument gedeelten daarvan bevat of naar gedeelten daarvan verwijst;
(c) de historische financiële informatie van de uitgevende instelling voor elk van beide boekjaren die aan de publicatie van het registratiedocument voorafgaan.
Daarbij kunnen de statutaire en de geconsolideerde jaarrekening, statuten, jaarverslagen en andere informatie die ten behoeve van de aandeelhouders publiek worden gemaakt, kosteloos worden bekomen op de zetel van de Vennootschap.
De statutaire en de geconsolideerde jaarrekeningen en de bijkomende verslagen worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De statuten kunnen tevens worden gevonden op de website www.qrf.be.
Alle persberichten en andere financiële informatie die Qrf Comm. VA bekendmaakt en zal bekendmaken, kunnen tevens geraadpleegd worden op bovenvermelde website.
De jaarverslagen van de Vennootschap worden verzonden naar de houders van aandelen op naam, de andere effectenhouders die de formaliteiten, voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, hebben vervuld en naar de personen die erom vragen. Zij kunnen eveneens op de zetel van de Vennootschap worden bekomen.
Dit jaarlijks financieel verslag geeft informatie over boekjaren 2020 en 2019. Voor historische informatie met betrekking tot boekjaar 2018, 2017 en 2016 wordt verwezen naar de jaarverslagen van 2018 en 2017 die kunnen worden geraadpleegd op de website https://qrf.be/financiele-publicaties/. Zij bevatten de statutaire en geconsolideerde jaarrekeningen, de verslagen van de Commissaris en het jaarverslag in de zin van Artikel 3:6 en Artikel 3:32 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Het aantal Qrf-aandelen bedraagt op 31 december 2020 7.153.322 en deze vertegenwoordigen een maatschappelijk kapitaal ten belope van 7.153.322 EUR. Het kapitaal werd volledig volstort.
De GVV staat onder toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten ofwel FSMA.
Artikel 24 van de GVV-Wet voorziet dat de GVV haar vastgoed moet laten waarderen door één of meer onafhankelijke vastgoeddeskundigen. De deskundige treedt op in volle onafhankelijkheid en bezit de voor vastgoedwaardering vereiste professionele betrouwbaarheid en passende ervaring en beschikt over een geschikte organisatie voor zijn opdrachten. De deskundige wordt aangeduid voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. Hij mag slechts gedurende maximaal drie jaar met de waardering van een bepaald vastgoed worden belast.
De Vastgoeddeskundigen zijn:
■ voor de activa in België: Cushman & Wakefield Belgium SA, ingeschreven in de Kruispuntbank voor Ondernemingen onder nummer BE 0422.118.165, vertegenwoordigd door de heer Bastien Van der Auwermeulen;
■ voor de activa in Nederland: Cushman & Wakefield, vennootschap onder firma naar Nederlands recht met maatschappelijke zetel te 1082ME Amsterdam, Gustav Mahlerlaan 362, ingeschreven bij de Kamer van koophandel onder het nummer KvK 33154480, vertegenwoordigd door de heer Hans Hinfelaar.
De mandaten van Cushman & Wakefield als Vastgoeddeskundige hebben een termijn van 3 jaar. Deze termijn is hernieuwbaar. Het mandaat voor de schatting van de Belgische activa is ingegaan vanaf 31 december 2019 om te eindigen op 31 december 2022. Het mandaat voor de schatting van de Nederlandse activa is ingegaan vanaf 31 maart 2020 om te eindigen op 31 maart 2023.
De vergoeding van Cushman & Wakefield is marktconform en werd bepaald op basis van een matrix met tarieven die variëren afhankelijk van de grootte van een site.
Conform Artikel 24, § 1 van de GVV-Wet houdt de vergoeding van de Vastgoeddeskundige rechtstreeks noch onrechtstreeks verband met de waarde van het door hem aan een expertise onderworpen vastgoed.
De vergoeding voor de Vastgoeddeskundige in de hoedanigheid van vastgoedschatter bedroeg 57.816 EUR (inclusief niet-aftrekbare BTW) over het boekjaar 2020.
Qrf heeft tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering gehouden op 17 mei 2016, PriceWaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA (hierna PwC), met maatschappelijke zetel te Woluwedal 18, 1932 Sint-Stevens-Woluwe, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW 0429.501.944 (RPR Brussel), en ingeschreven in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, met als vaste vertegenwoordiger Peter Ringoot, herbenoemd als Commissaris van Qrf (d.i. de Commissaris), en dit tot en met de gewone Algemene Vergadering die zal beslissen over de jaarrekening opgesteld voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2021.1
Conform Artikel 3:65, § 6 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen mag de bezoldiging van de Commissaris niet worden bepaald of beïnvloed door het verlenen van bijkomende diensten aan de vennootschap waarvan hij de jaarrekening, bedoeld in Artikel 3:73 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, controleert of van een Belgische vennootschap die onderworpen is aan de wettelijke controle van haar geconsolideerde jaarrekening, bedoeld in Artikel 3:77 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Buiten deze bezoldigingen mag de commissaris geen enkel voordeel, in welke vorm ook, van de Vennootschap ontvangen. De Vennootschap mag hem geen leningen of voorschotten toestaan, noch te hunnen behoeve waarborgen stellen of geven.
Over 2020 bedroeg de totale vergoeding voor het mandaat van commissaris 59.924 EUR (inclusief niet aftrekbare BTW).
In 2014 werd EY aangesteld door de Raad van Bestuur voor alle interne auditaangelegenheden.
Het auditcomité bepaalt hoeveel interne auditprojecten jaarlijks worden uitgevoerd.
In 2020 werd in het kader van interne auditprojecten een vergoeding toegekend voor een bedrag van 1.511 EUR (inclusief niet-aftrekbare BTW).
In toepassing van Artikel 19 van de GVV-wet, vertrouwde Qrf het beheer van haar Nederlandse portefeuille aan Quares Property & Facility Management BV.
De vergoeding van de Property Manager bedraagt na het sluiten van de nieuwe overeenkomst op 30 januari 2019 2,55% op de Huurinkomsten en 1,275% op de ERV in geval van leegstaande ruimtes. Voor 2019 bedroeg de totale vergoeding 579 KEUR (inclusief niet-aftrekbare BTW).2
Bovendien is bij ondertekening van een nieuwe huurovereenkomst of een huurverlenging een vergoeding voorzien voor de Property Manager van 2,5%, aan te rekenen op de jaarlijkse gecontracteerde nominale huur, zonder rekening te houden met huurkortingen. Voor 2018 bedroeg de totale vergoeding hiervoor 10 KEUR (inclusief niet-aftrekbare BTW).
Sinds 1 januari 2020 beheert Qrf haar Belgische portefeuille zelf. Qrf verwacht met deze insourcing een kostenbesparing te realiseren van om en bij de 40%.
1 In overeenstemming is met de regels voor externe rotatie in Verordening 537/2014 van 16 april 2014, werd de heer Peter Ringoot door de Raad van Bestuur van 19 februari 2019 aangesteld als de nieuwe Commissaris.
2 In de totale vergoeding is een verbrekingsvergoeding ten belope van 135 KEUR vervat voor het beëindigen van de overeenkomst met betrekking tot het beheer van de Belgische vastgoedportefeuille.
ING België NV werd belast met de financiële dienstverlening van Qrf. Deze dienstverlening omhelst onder meer:
De vergoeding voor deze dienst bedroeg 7.795 EUR (inclusief niet-aftrekbare BTW) in 2020.
In 2020 liep met KBC Securities NV (de Liquidity Provider) een liquiditeitsovereenkomst om de verhandelbaarheid van de aandelen te bevorderen. Dit houdt onder meer in dat de Liquidity Provider met aankoop- en verkooporders in de markt aanwezig zal zijn waarbij een zeker ordervolume en spread zullen gerespecteerd worden.
De vergoeding voor deze dienst is vastgelegd op een vast bedrag van 14.994 EUR per jaar (inclusief niet-aftrekbare BTW).
1.1. De Vennootschap heeft de vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen met de benaming: "Qrf".
1.2. De Vennootschap is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap (afgekort, openbare GVV) zoals bedoeld in Artikel 2, 2°, van de wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen (hierna de GVV wet genoemd) waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en die haar financiële middelen in België of in het buitenland aantrekt via een openbaar aanbod van aandelen.
De maatschappelijke benaming van de Vennootschap wordt voorafgegaan of gevolgd door de woorden "openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht" of "Openbare GVV naar Belgisch recht" en alle documenten die van de Vennootschap uitgaan bevatten dezelfde vermelding.
De Vennootschap is onderworpen aan de GVV wet en aan het koninklijk besluit van 13 juli 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen (hierna het GVV koninklijk besluit genoemd) (deze wet en dit koninklijk besluit worden hierna samen de GVV wetgeving genoemd).
De Vennootschap is samengesteld uit twee categorieën van vennoten:
de naamloze vennootschap Qrf Management, beherende vennoot die onbeperkt aansprakelijk is voor de verbintenissen van de Vennootschap. De beherende vennoot neemt de functies waar van het beheer van de vennootschap overeenkomstig het Artikel 11 van de statuten;
de aandeelhouders die slechts aansprakelijk zijn ten belope van hun inbreng en dit zonder hoofdelijkheid.
Zij mogen zich in geen enkel geval mengen met het beheer van de Vennootschap.
Zij kunnen echter wel handelen in de hoedanigheid van lasthebber.
De maatschappelijke zetel is gevestigd te 9050 Gent, Gaston Crommenlaan 8. Hij kan bij eenvoudig besluit van de zaakvoerder worden overgebracht naar eender welke andere plaats in België mits naleving van de taalwetten; de zaakvoerder geniet de volledige bevoegdheid om de wijziging in de statuten die eruit voortvloeit authentiek te laten vaststellen.
De Vennootschap kan bij eenvoudig besluit van zaakvoerder zowel in België als in het buitenland administratieve zetels, filialen of agentschappen oprichten.
4.1. De Vennootschap heeft uitsluitend als doel:
(a) om rechtstreeks of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit conform de bepalingen van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, onroerende goederen ter beschikking te stellen van gebruikers; en
(b) om, binnen de grenzen van de GVV wetgeving, vastgoed te bezitten zoals vermeld in Artikel 2, 5°, vi tot xi van de GVV wet.
(c) het op lange termijn rechtstreeks, of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalingen van de GVV wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, desgevallend in samenwerking met derden, met een publieke opdrachtgever afsluiten van of toetreden tot één of meerdere:
(i) DBF-overeenkomsten, de zogenaamde "Design, Build, Finance";
(ii) DB(F)M-overeenkomsten, de zogenaamde "Design, Build, (Finance) and Maintain" overeenkomsten);
(iii) DBF(M)O-overeenkomsten, de zogenaamde "Design, Build, Finance, (Maintain) and Operate" overeenkomsten); en/of
(iv) overeenkomsten voor concessie van openbare werken met betrekking tot gebouwen en/of andere infrastructuur van onroerende aard en daarop betrekking hebbende diensten, en op basis waarvan:
(i) zij instaat voor de terbeschikkingsstelling, het onderhoud en/of de exploitatie ten behoeve van een publieke entiteit en/of de burger als eindgebruiker, ten einde invulling te geven aan een maatschappelijk behoefte en/of de voorziening van een openbare dienst toe te laten; en
(ii) het daarmee gepaard gaande financierings-, beschikbaarheids-, vraag-en/of exploitatierisico, bovenop het eventuele bouwrisico, geheel of gedeeltelijk door haar kan worden gedragen, zonder daarbij noodzakelijkerwijze over zakelijke rechten te beschikken; of
(d) het op lange termijn rechtstreeks, of via een vennootschap waarin zij een deelneming bezit overeenkomstig de bepalingen van de GVV wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, desgevallend in samenwerking met derden, ontwikkelen, laten ontwikkelen, oprichten, laten oprichten, beheren, laten beheren, uitbaten, laten uitbaten of ter beschikking stellen van:
(i) voorzieningen en opslagplaatsen voor vervoer, verdeling of opslag van elektriciteit, gas, fossiele of niet-fossiele brandstof en energie in het algemeen en de daarmee verband houdende goederen;
(ii) nutsvoorzieningen voor vervoer, verdeling, opslag of zuivering van water en de daarmee verband houdende goederen;
(iii) installaties voor opwekking, opslag en het transport van al dan niet hernieuwbare energie en de daarmee verband houdende goederen; of
(iv) afval- en verbrandingsinstallaties en de daarmee verband houdende goederen.
Onder vastgoed wordt verstaan, het vastgoed in de zin van de GVV wetgeving.
In het kader van de terbeschikkingstelling van onroerende goederen, kan de Vennootschap met name alle activiteiten uitoefenen die verband houden met de oprichting, de verbouwing (zonder afbreuk te doen aan het verbod om op te treden als bouwpromotor, behoudens wanneer het occasionele verrichtingen betreft), de renovatie, de ontwikkeling, de verwerving, de vervreemding, het beheer en de exploitatie van onroerende goederen.
4.2. De Vennootschap kan bijkomend of tijdelijk beleggen in effecten die geen vastgoed zijn in de zin van de GVV wetgeving. Deze beleggingen zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met het risicobeheerbeleid aangenomen door de Vennootschap en zullen gediversifieerd zijn, zodat zij een passende risicodiversificatie verzekeren. De Vennootschap mag eveneens niet-toegewezen liquide middelen aanhouden in alle munten in de vorm van zicht- of termijndeposito's of in de vorm van enig ander gemakkelijk verhandelbaar monetair instrument.
De Vennootschap mag bovendien verrichtingen betreffende afdekkingsinstrumenten aangaan, voor zover deze er uitsluitend toe strekken het rente- en wisselkoersrisico te dekken in het kader van de financiering en het beheer van de activiteiten van de Vennootschap bedoeld in Artikel 4 van de GVV wet en met uitsluiting van elke verrichting van speculatieve aard.
4.3. De Vennootschap mag één of meer onroerende goederen in leasing nemen of geven. De activiteit van het met aankoopoptie in leasing geven van onroerende goederen mag alleen als bijkomstige activiteit worden uitgeoefend, tenzij deze onroerende goederen bestemd zijn voor een doel van algemeen belang met inbegrip van sociale huisvesting en onderwijs (in dit geval mag de activiteit als hoofdactiviteit worden uitgeoefend).
4.4. De Vennootschap kan zich door middel van een fusie of op een andere wijze, interesseren in alle zaken, ondernemingen of vennootschappen met een soortgelijk of aanvullend doel en die van dien aard zijn dat ze de ontwikkeling van haar bedrijf zullen promoten en, in het algemeen, kan ze alle verrichtingen uitoefenen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op haar maatschappelijk doel evenals alle voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel relevante of nodige daden.
De Vennootschap kan geenszins:
■ financiële instrumenten lenen, met uitzondering evenwel van leningen onder de voorwaarden en volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 maart 2006;
■ financiële instrumenten verwerven die uitgegeven zijn door een vennootschap of een privaatrechtelijke vereniging die failliet verklaard werd, die een onderhands akkoord met zijn schuldeisers gesloten heeft, die het voorwerp uitmaakt van een procedure van gerechtelijke reorganisatie, die uitstel van betaling bekomen heeft of die in het buitenland het voorwerp uitgemaakt heeft van een gelijkaardige maatregel.
■ contractuele afspraken maken of statutaire bedingen voorzien met betrekking tot perimetervennootschappen, die afbreuk zouden doen aan de stemkracht die haar overeenkomstig de toepasselijke wet toekomt in functie van een deelneming van 25% plus één aandeel.
6.1. De Vennootschap wordt opgericht voor onbepaalde duur.
6.2. Deze Vennootschap zal geen einde nemen door de ontbinding, de uitsluiting, de terugtrekking, het faillissement, de gerechtelijke reorganisatie of elke andere reden van de stopzetting van de functies van de zaakvoerder.
Het kapitaal van de vennootschap bedraagt zeven miljoen honderddrieënvijftigduizend driehonderdtweeëntwintig euro (EUR 7.153.322), en is vertegenwoordigd door zeven miljoen honderddrieënvijftigduizend driehonderd-tweeëntwintig (7.153.322) aandelen zonder vermelding van nominale waarde, die elk één / zeven miljoen honderddrieënvijftigduizend driehonderdtweeëntwintigste (1/7.153.322ste) deel van het kapitaal vertegenwoordigen.
De zaakvoerder is gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren te verhogen met een maximum bedrag van zeven miljoen honderddrieënvijftigduizend driehonderdtweeëntwintig euro (EUR 7.153.322) op de data en overeenkomstig de modaliteiten die hij zal bepalen, conform de Artikelen 7:198-7:203 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Bij een kapitaalverhoging die gepaard gaat met een storting of een boeking van een uitgiftepremie, wordt enkel het bij het kapitaal ingeschreven bedrag afgetrokken van het bruikbaar blijvend bedrag van het toegestane kapitaal.
Deze machtiging wordt verleend voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de bekendmaking van het proces-verbaal van de buitengewone algemene vergadering die deze machtiging heeft verleend.
De kapitaalverhogingen waarover de zaakvoerder aldus heeft beslist, kunnen plaatsvinden door inbrengen in geld, door inbrengen in natura of door gemengde inbreng, door omzetting van (beschikbare of onbeschikbare) reserves of van uitgiftepremies, met of zonder creatie van nieuwe effecten en telkens met naleving van de wettelijke bepalingen. De kapitaalverhogingen kunnen aanleiding geven tot de uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht. Deze kapitaalverhogingen kunnen ook gebeuren door de uitgifte van converteerbare obligaties of van inschrijvingsrechten – al dan niet aan een andere roerende waarde gehecht – die aanleiding kunnen geven tot het creëren van aandelen met of zonder stemrecht.
De zaakvoerder is gemachtigd om bij de kapitaalverhoging of uitgifte van converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten het voorkeurrecht van de aandeelhouders op te heffen of te beperken, overeenkomstig hetgeen bepaald in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de GVV wetgeving. De zaakvoerder kan bij kapitaalverhogingen of uitgiften van converteerbare obligaties eveneens het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of uitsluiten ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de vennootschap of haar dochtervennootschappen, overeenkomstig hetgeen bepaald in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de GVV wetgeving. In dergelijke gevallen zal er bij de toekenning van nieuwe effecten aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht worden verleend indien (i) de Vennootschap hiertoe verplicht is krachtens de GVV wetgeving of andere wetgeving en (ii) de zaakvoerder dit onherleidbaar toewijzingsrecht niet heeft beperkt of opgeheven. De zaakvoerder is gemachtigd om het onherleidbaar toewijzingsrecht van de aandeelhouders op te heffen of te beperken indien en in de mate dat de GVV wetgeving of enige andere wetgeving deze mogelijkheid in de toekomst zou voorzien.
In voorkomend geval beantwoordt dit onherleidbaar toewijzingsrecht aan de voorwaarden die de GVV wetgeving en Artikel 7.4 van de statuten vastleggen. Het moet niet worden verleend in geval van (i) inbreng in geld in aanvulling op een inbreng in natura in het kader van de uitkering van een keuzedividend, voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld of (ii) kapitaalverhogingen door inbreng in geld die gebeuren met gebruik van het toegestaan kapitaal en waarbij het gecumuleerde bedrag van de kapitaalverhogingen die op die wijze hebben plaatsgevonden over een periode van 12 maanden niet meer dan 10% van het bedrag van het kapitaal op het ogenblik van de beslissing tot kapitaalverhoging bedragen.
Kapitaalverhogingen door inbreng in natura worden verricht in overeenstemming met de voorwaarden voorgeschreven door de GVV wetgeving en het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Dergelijke inbrengen kunnen ook betrekking hebben op het dividendrecht in het kader van de uitkering van een keuzedividend.
Wanneer de kapitaalverhogingen waartoe ingevolge deze machtiging werd beslist, een uitgiftepremie bevatten, zal het bedrag ervan, na eventuele aanrekening van de kosten, naar keuze van de zaakvoerder op een onbeschikbare of beschikbare rekening onder het eigen vermogen op het passief van de balans worden geplaatst.
7.3. Verkrijging, inpandneming en vervreemding van eigen aandelen.
Het is de zaakvoerder toegestaan om, voor een duur van drie jaar vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering die deze machtiging heeft verleend, voor rekening van de Vennootschap, de eigen aandelen van de Vennootschap te verwerven, in pand te nemen en te vervreemden zonder voorafgaande beslissing van de algemene vergadering, wanneer deze verwerving of deze vervreemding nodig is om ernstige en dreigende schade voor de Vennootschap te vermijden. Deze machtiging strekt zich uit tot de verkrijgingen en vervreemdingen van aandelen van de Vennootschap door een of meer rechtstreekse perimetervennootschappen van de Vennootschap, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende de verkrijging van aandelen van hun moedervennootschap door perimetervennootschappen.
Elke kapitaalverhoging zal gebeuren overeenkomstig de Artikelen 7:177 tot 7:204 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de GVV wetgeving.
Het is de Vennootschap verboden rechtstreeks of onrechtstreeks in te schrijven op haar eigen kapitaalverhoging.
Ter gelegenheid van welke kapitaalverhoging ook bepaalt de zaakvoerder de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de voorwaarden van uitgifte van de nieuwe aandelen tenzij de algemene vergadering die zelf zou bepalen.
Bij uitgifte van aandelen zonder vermelding van nominale waarde beneden pari moet de bijeenroeping van de algemene vergadering hiervan uitdrukkelijk melding maken.
Indien de algemene vergadering beslist de betaling van een uitgiftepremie te vragen, zal het bedrag ervan, na eventuele aanrekening van de kosten, naar keuze van de zaakvoerder op een onbeschikbare of beschikbare rekening onder het eigen vermogen op het passief van de balans worden geplaatst.
De inbrengen in natura kunnen ook betrekking hebben op het dividendrecht in het kader van de uitkering van een keuzedividend, met of zonder extra inbreng in geld.
In geval van kapitaalverhoging door inbreng in geld bij beslissing van de algemene vergadering of in het kader van het toegestaan kapitaal, kan het voorkeurrecht van de aandeelhouders alleen beperkt of opgeheven worden voor zover er aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten indien (i) de Vennootschap hiertoe verplicht is krachtens de GVV wetgeving en (ii) de algemene vergadering respectievelijk de zaakvoerder dit onherleidbaar toewijzingsrecht niet heeft beperkt of opgeheven indien en in de mate dat de GVV wetgeving deze mogelijkheid in de toekomst zou voorzien.
De kapitaalverhogingen door inbreng in natura zijn onderworpen aan de voorschriften van de Artikelen 7:196 en 7:197 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met de voorwaarden zoals voorzien in de GVV wetgeving.
De Vennootschap mag overgaan tot kapitaalverminderingen met naleving van de wettelijke bepalingen ter zake.
7.6. Fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen
De fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen zoals bedoeld in de Artikelen 12:2 tot 12:8, 12:12 tot 12:91 en 12:106 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden zoals voorzien in de GVV wetgeving.
7.7. Kapitaalverhoging van een perimetervennootschap met het statuut van institutionele GVV
Elke kapitaalverhoging van een perimetervennootschap met het statuut van een institutionele GVV door inbreng in geld voor een prijs die 10% of meer lager ligt dan de laagste waarde van: ofwel (a) een netto-waarde per aandeel die dateert van ten hoogste vier maanden vóór de aanvang van de uitgifte, ofwel (b) de gemiddelde slotkoers gedurende de dertig kalenderdagen vóór de aanvangsdatum van de uitgifte, wordt uitgevoerd in overeenstemming met de in de GVV wetgeving voorziene voorwaarden.
De aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde.
De aandelen zijn op naam of gedematerialiseerd, en dit naar keuze van hun eigenaar of houder (hierna de Titularis genoemd) en volgens de beperkingen opgelegd door de wet. De Titularis kan op elk moment en zonder kosten de omzetting vragen van zijn aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen. Elk gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door een boeking op een rekening op naam van zijn Titularis bij een erkende rekeninghouder of bij een vereffeninginstelling.
Er wordt op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap een register van de aandelen op naam bijgehouden dat, in voorkomend geval, onder elektronische vorm kan bestaan. De Titularissen van aandelen op naam kunnen kennis nemen van de inschrijvingen die op hen betrekking hebben in het register van de aandelen op naam.
De Vennootschap mag effecten uitgeven die bedoeld zijn in Artikel 7:22 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, met uitzondering van winstbewijzen en soortgelijke effecten en onder voorbehoud van de specifieke bepalingen van de GVV wetgeving en de statuten. Deze effecten kunnen de vormen aannemen waarin het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen voorziet.
De aandelen van de Vennootschap moeten worden toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, overeenkomstig de GVV wetgeving.
De drempels waarvan de overschrijding aanleiding geeft tot een kennisgevingsverplichting ingevolge de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, worden bepaald op 5% en elk veelvoud van 5% van het totaal aantal der bestaande stemrechten.
Behoudens de uitzonderingen voorzien in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, kan niemand deelnemen aan de algemene vergadering van de Vennootschap met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de effecten waarvan hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven ze in bezit te hebben.
11.1. De Vennootschap wordt bestuurd door een zaakvoerder, die een beherende vennoot moet zijn, aangeduid in de huidige statuten.
11.2. Werd benoemd als enige statutaire zaakvoerder voor een duur van vijftien (15) jaar startende op 3 september 2013: de naamloze vennootschap Qrf Management, met maatschappelijke zetel in 2000 Antwerpen, Leopold de Waelplaats 8/1, opgenomen in het rechtspersonenregister van Antwerpen onder het nummer 0537.925.079.
11.3. De zaakvoerder van de Vennootschap is een naamloze vennootschap, die afhankelijk van de aard van de daden die verricht moeten worden in de Vennootschap, handelt via haar raad van bestuur, haar vaste vertegenwoordiger en, indien van toepassing, de perso(o)n(en) belast met het dagelijks bestuur. De bestuurders en de personen belast met het dagelijks bestuur van de naamloze vennootschap die zaakvoerder is van de Vennootschap, mogen ten persoonlijke titel geen zaakvoerder, noch persoon belast met het dagelijkse bestuur noch beherende vennoot van de Vennootschap zijn.
11.4. De raad van bestuur van de zaakvoerder telt minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van Artikel 7:87 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Onverminderd de overgangsbepalingen voorzien door de GVV wetgeving, moeten de bestuurders van de raad van bestuur van de zaakvoerder natuurlijke personen zijn; zij moeten voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid en deskundigheid zoals voorzien in de GVV wetgeving en mogen niet onder de werkingssfeer van de in de GVV wetgeving vastgelegde verbodsbepalingen vallen.
11.5. De benoeming van de zaakvoerder wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
12.1. De statutair benoemde zaakvoerder is vast benoemd en zijn aanstelling is niet herroepbaar, behalve door een rechter, en om wettige redenen.
12.2. De functies van de zaakvoerder nemen een einde in de volgende gevallen:
■ het verstrijken van de duur van zijn mandaat;
■ het ontslag: de zaakvoerder kan enkel ontslag nemen indien dit ontslag mogelijk is in het kader van zijn verbintenissen die hij tegenover de Vennootschap heeft genomen en in de mate hij de Vennootschap niet in moeilijkheden brengt; zijn ontslag moet bekend gemaakt worden door de oproeping van een algemene vergadering met als agenda de vaststelling van het ontslag en de te nemen maatregelen; deze algemene vergadering zal moeten samenkomen minstens één maand voordat het ontslag uitwerking heeft;
■ de ontbinding, de faillietverklaring of elke andere gelijkaardige procedure met betrekking tot de zaakvoerder;
■ het verlies, in hoofde van alle leden van de organen van bestuur of het dagelijks bestuur van de zaakvoerder van de vereisten van betrouwbaarheid, bekwaamheid en ervaring vereist door de GVV wetgeving; in dit geval moet de zaakvoerder of de commissaris een algemene vergadering bijeenroepen met als agenda de eventuele vaststelling van het verlies van de vereisten en de te nemen maatregelen; deze vergadering moet binnen de zes weken samenkomen; indien slechts één of meerdere leden van de organen van bestuur of van dagelijks bestuur van de zaakvoerder niet meer aan de bovenvermelde vereisten voldoen, dient de zaakvoerder hen binnen de maand te vervangen; na deze termijn, zal de vergadering van de Vennootschap zoals hierboven beschreven bijeengeroepen worden; dit alles in het één of ander geval, onder voorbehoud van de maatregelen die de FSMA zou treffen krachtens de bevoegdheden voorzien door de GVV wetgeving;
■ het verbod in de zin van Artikel 15 van de GVV wet dat alle leden van de organen van bestuur of het dagelijks bestuur van de zaakvoerder zou treffen; in dit geval moet de zaakvoerder of de commissaris de algemene vergadering bijeenroepen met als agenda de vaststelling van het verlies van die vereisten en de te nemen beslissingen; deze vergadering moet binnen de maand plaatsvinden; indien slechts één of meerdere leden van de organen van bestuur of van dagelijks bestuur van de zaakvoerder niet meer aan de bovenvermelde vereisten voldoen, dient de zaakvoerder hen binnen de maand te vervangen; na deze termijn, zal de vergadering van de Vennootschap zoals hierboven beschreven bijeengeroepen worden; dit alles in het één of ander geval, onder voorbehoud van de maatregelen die de FSMA zou treffen krachtens de bevoegdheden voorzien door de GVV wetgeving.
12.3. In geval van beëindiging van de functies van de zaakvoerder, wordt de Vennootschap niet ontbonden. Deze zaakvoerder wordt door de algemene vergadering vervangen, beraadslagend zoals voor statutenwijziging, na bijeenroeping door de commissaris of bij gebreke hieraan door een op verzoek van iedere belanghebbende door de voorzitter van de rechtbank van koophandel aangestelde voorlopig bewindvoerder, al dan niet vennoot. Binnen vijftien dagen na zijn aanstelling roept de voorlopig bewindvoerder de algemene vergadering bijeen op de wijze door de statuten bepaald. Hij is dan niet verder aansprakelijk voor de uitvoering van zijn opdracht.
De voorlopig bewindvoerder verricht de dringende daden van louter beheer tot aan de eerste algemene vergadering.
De beraadslagingen van de zaakvoerder worden vastgelegd in door hem ondertekende notulen.
Deze notulen worden opgenomen in een bijzonder register. De delegaties, evenals adviezen en stemmen die schriftelijk worden uitgebracht of andere documenten worden er aangehecht.
De afschriften of uittreksels in rechte of elders voor te leggen worden ondertekend door de zaakvoerder.
14.1. De zaakvoerder zal een vergoeding ontvangen, vastgesteld conform de modaliteiten die hierna worden gedefinieerd overeenkomstig de GVV wetgeving.
Hij zal bovendien recht hebben op de terugbetaling van alle kosten die rechtstreeks verband houden met de dagelijkse werking van de Vennootschap, zodat het deel hierna bepaald een nettopercentage is.
14.2. De vergoeding van de statutaire zaakvoerder wordt elk jaar berekend op basis van het netto courant resultaat voor kost van de statutaire zaakvoerder, voor belastingen en exclusief portefeuilleresultaat.
De vergoeding is gelijk aan 4% van het netto courant resultaat voor kost van de statutaire zaakvoerder, voor belastingen en exclusief portefeuilleresultaat. De aldus berekende vergoeding is verschuldigd op de laatste dag van het betrokken boekjaar maar is slechts betaalbaar na goedkeuring op de vergadering van de vennootschap.
14.3. De berekening van de vergoeding is onderworpen aan de controle van de commissaris.
15.1. De zaakvoerder bezit de meest uitgebreide bevoegdheden om alle handelingen te verrichten die noodzakelijk of nuttig zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel met uitzondering van de handelingen die door de wet of door de statuten voor de algemene vergadering zijn gereserveerd.
15.2. De zaakvoerder stelt de halfjaarverslagen op evenals het ontwerp van de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekeningen en jaarverslagen.
De zaakvoerder stelt de deskundige(n) aan in overeenstemming met de GVV wetgeving en stelt desgevallend elke wijziging voor aan de lijst van deskundigen die is opgenomen in het dossier dat bij de aanvraag om erkenning als GVV is gevoegd.
De zaakvoerder kan aan elke lasthebber, zijn bevoegdheden met betrekking tot bijzondere en specifieke doeleinden geheel of gedeeltelijk overdragen.
De zaakvoerder kan in overeenstemming met de GVV wetgeving, de vergoeding vaststellen van elke lasthebber aan wie bijzondere bevoegdheden werden toegekend. De zaakvoerder kan het mandaat van deze lasthebber(s) te allen tijde herroepen.
De raad van bestuur van de zaakvoerder richt in zijn midden een auditcomité alsook een remuneratie- en benoemingscomité op, en omschrijft hun samenstelling, hun opdrachten en bevoegdheden. De raad van bestuur van de zaakvoerder kan in zijn midden en onder zijn verantwoordelijkheid één of meerdere consultatieve comités oprichten, waarvan hij de samenstelling en de opdracht vaststelt.
Onverminderd de overgangsbepalingen voorzien door de GVV wetgeving, wordt de effectieve leiding van de Vennootschap toevertrouwd aan minstens twee natuurlijke personen.
De met de effectieve leiding belaste personen moeten voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid en deskundigheid zoals voorzien in de GVV wetgeving en mogen niet binnen de werkingssfeer van de in de GVV wetgeving vastgelegde verbodsbepalingen vallen.
De benoeming van de effectieve leiders wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de FSMA.
Behoudens bijzondere bevoegdheidsoverdracht door de zaakvoerder, wordt de Vennootschap geldig vertegenwoordigd in alle handelingen, met inbegrip van diegene waaraan een openbaar of ministerieel ambtenaar zijn medewerking verleent, evenals in rechte, hetzij als eiser hetzij als verweerder, door de zaakvoerder, op haar beurt vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger.
De Vennootschap is eveneens geldig vertegenwoordigd door bijzondere volmachthebbers van de Vennootschap binnen de grenzen van het mandaat dat hen tot dien einde is toevertrouwd door de zaakvoerder.
De Vennootschap wijst één of meer commissarissen aan die de functies uitoefenen waarmee ze worden belast krachtens het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de GVV wetgeving.
De commissaris moet erkend zijn door de FSMA.
De jaarlijkse algemene vergadering komt samen op de derde dinsdag van de maand mei om 14 uur.
Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering op de eerstvolgende werkdag gehouden op hetzelfde uur (een zaterdag of een zondag zijn geen werkdagen).
De gewone of buitengewone algemene vergaderingen worden gehouden op de plaats aangeduid in de oproeping.
De drempel vanaf wanneer één of meerdere aandeelhouders een oproeping van een algemene vergadering mogen eisen om er één of meerdere voorstellen voor te leggen, en dit conform het Artikel 7:126 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, is vastgelegd op 20% van het geheel van de aandelen die stemrecht hebben.
Eén of meer aandeelhouders die samen ten minste drie procent (3%) van het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap bezitten, kunnen in overeenstemming met de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen vragen dat te bespreken onderwerpen worden opgenomen op de agenda van gelijk welke algemene vergadering en kunnen voorstellen van beslissing indienen met betrekking tot te bespreken onderwerpen die op de agenda zijn of zullen worden ingeschreven.
Het recht om aan een algemene vergadering deel te nemen en er het stemrecht uit te oefenen, is afhankelijk gemaakt van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder op de veertiende dag voorafgaand aan de algemene vergadering om vierentwintig uur (Belgische tijd) (hierna de registratiedatum genoemd), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de Vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling, ongeacht het aantal aandelen in het bezit van de aandeelhouder op de dag van de algemene vergadering.
De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest voorleggen dat door hun financiële tussenpersoon of erkende rekeninghouder werd afgegeven en waaruit blijkt hoeveel gedematerialiseerde aandelen er op de registratiedatum in hun rekeningen zijn ingeschreven op naam van de aandeelhouder, en waarvoor de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan de algemene vergadering. Deze neerlegging moet ten laatste op de zesde dag voorafgaand aan de datum van de algemene vergadering worden verricht op de maatschappelijke zetel of bij de in de uitnodiging genoemde instellingen. De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten de Vennootschap per gewone brief, fax of e-mail uiterlijk de zesde dag voorafgaand aan de datum van de vergadering op de hoogte brengen van hun voornemen.
Elke eigenaar van effecten die recht geven op deelname aan de vergadering, kan zich laten vertegenwoordigen door een lasthebber, die al of niet een aandeelhouder kan zijn.
De aandeelhouder kan voor een bepaalde algemene vergadering slechts één persoon als lasthebber aanwijzen, behoudens afwijkingen zoals bedoeld in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De volmacht moet door de aandeelhouder worden getekend en moet ten laatste de zesde dag voorafgaand aan de algemene vergadering aankomen bij de Vennootschap of op de in de uitnodiging vermelde plaats.
De zaakvoerder kan een volmachtformulier opmaken.
De mede-eigenaars, de anderen personen die in onverdeeldheid zijn, de vruchtgebruikers en blote eigenaars, de pandhoudende schuldeisers en schuldenaars moeten zich respectievelijk laten vertegenwoordigen door één en dezelfde persoon.
Alle algemene vergaderingen worden voorgezeten door de zaakvoerder.
De voorzitter wijst de secretaris aan.
De vergadering kiest twee stemopnemers.
De aandelen geven elk recht op één stem, onder voorbehoud van de gevallen van opschorting van het stemrecht voorzien in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De algemene vergadering kan geldig beraadslagen en stemmen, ongeacht het deel van het maatschappelijk kapitaal dat aanwezig of vertegenwoordigd is, behalve in de gevallen waarin het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen een aanwezigheidsquorum oplegt.
De algemene vergadering kan slechts geldig beraadslagen over wijzigingen aan de statuten indien ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien deze voorwaarde niet vervuld is, dan moet de algemene vergadering opnieuw worden bijeengeroepen en beslist de tweede vergadering op geldige wijze ongeacht het deel van het kapitaal dat de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders vertegenwoordigen.
De beslissingen van de algemene vergadering, met inbegrip van de wijziging van de statuten, worden slechts geldig genomen mits instemming van de zaakvoerder.
De algemene vergadering kan niet beraadslagen over de punten die niet op de agenda voorkomen.
Behoudens andersluidende wettelijke bepaling wordt elke beslissing door de algemene vergadering genomen bij gewone meerderheid van de stemmen, ongeacht het aantal vertegenwoordigde aandelen. Blanco of ongeldige stemmen kunnen niet worden toegevoegd aan het aantal uitgebrachte stemmen.
Iedere wijziging van de statuten is slechts toegelaten indien ze wordt goedgekeurd door ten minste drie vierde van de stemmen of, indien het gaat om de wijziging van het maatschappelijk doel of teneinde de Vennootschap toe te staan over te gaan tot de inkoop van eigen aandelen overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, door vier vijfde van de stemmen.
Stemmen gebeurt door handopsteking of naamafroeping, tenzij de algemene vergadering een andere beslissing neemt bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Ieder ontwerp van statutenwijziging moet voorafgaandelijk worden voorgelegd aan de FSMA.
Een aanwezigheidslijst met de namen van de aandeelhouders en het aantal aandelen wordt ondertekend door elk van hen of door een vertegenwoordiger, alvorens de zitting begint.
De aandeelhouders zullen per brief kunnen stemmen door middel van een formulier opgemaakt door de Vennootschap indien de zaakvoerder hiertoe de toelating heeft gegeven in zijn oproepingsbrief. Dit formulier moet verplicht de datum en de plaats van de vergadering vermelden, de naam of maatschappelijke benaming van de aandeelhouder en zijn woonplaats of maatschappelijke zetel, het aantal stemmen waarmee de aandeelhouder wil stemmen op de algemene vergadering, de vorm van de aandelen die hij bezit, de agendapunten van de vergadering (inclusief de voorstellen van beslissing), een ruimte die toelaat te stemmen voor of tegen elke beslissing dan wel om zich te onthouden, evenals de termijn waarbinnen het stemformulier op de vergadering moet toekomen. Het formulier moet uitdrukkelijk vermelden dat het moet worden getekend, dat de handtekening moet worden gelegaliseerd en dat het geheel uiterlijk de zesde dag voorafgaand aan de datum van de vergadering per aangetekend schrijven moet worden bezorgd.
De notulen van de algemene vergadering worden ondertekend door de leden van het bureau en door de aandeelhouders die er om vragen. De afschriften of de uittreksels van de notulen die moeten dienen in rechte of anderzijds worden ondertekend door twee bestuurders van de zaakvoerder.
De zaakvoerder en de commissaris(sen) van de Vennootschap kunnen de obligatiehouders bijeenroepen in algemene vergadering van de obligatiehouders. Zij moeten eveneens de algemene vergadering bijeenroepen wanneer obligatiehouders die een vijfde van het bedrag van de in omloop zijnde obligaties vertegenwoordigen, het vragen. De oproeping bevat de dagorde en wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Om toegelaten te worden op de algemene vergadering van de obligatiehouders moeten de obligatiehouders de formaliteiten voorzien in het Artikel 7:166 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen nakomen, evenals de eventuele formaliteiten voorzien in de uitgiftevoorwaarden van de obligaties of in de bijeenroepingen.
Het boekjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar. Op het einde van elk boekjaar worden de boeken en boekhoudkundige verrichtingen afgesloten en maakt de zaakvoerder een inventaris alsook de jaarrekening op.
De zaakvoerder stelt een verslag op (het "jaarverslag"), waarin de raad verantwoording aflegt voor zijn beheer. De commissaris stelt met het oog op de algemene jaarvergadering een schriftelijk en omstandig verslag op (het "controleverslag").
De Vennootschap moet aan haar aandeelhouders en binnen de door het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de GVV wetgeving bepaalde grenzen, een dividend uitkeren waarvan het minimumbedrag is voorgeschreven door de GVV wetgeving.
De zaakvoerder kan onder zijn verantwoordelijkheid en voor zover de resultaten dat mogelijk maken, besluiten tot de uitkering van interim-dividenden, in de gevallen en binnen de termijnen toegestaan door de wet.
De jaar- en halfjaarverslagen van de Vennootschap, die de statutaire en geconsolideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse rekeningen van de Vennootschap bevatten evenals het verslag van de commissaris, worden ter beschikking van de aandeelhouders gesteld in overeenstemming met de bepalingen die van toepassing zijn op de emittenten van financiële instrumenten die toegelaten zijn tot verhandeling op een gereglementeerde markt en met de GVV wetgeving.
De jaar en halfjaarverslagen van de Vennootschap worden op de website van de Vennootschap gepubliceerd.
De aandeelhouders kunnen een gratis exemplaar van de jaar- en halfjaarverslagen krijgen op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap.
In geval het kapitaal met de helft of drie vierde verminderd is, moet de zaakvoerder aan de algemene vergadering de vraag tot ontbinding voorleggen ingevolge en volgens de vormen bepaald in Artikel 7:228 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
In geval van ontbinding van de Vennootschap, om welke reden ook en op welk ogenblik ook, geschiedt de vereffening door de zaakvoerder die een vergoeding zal ontvangen overeenkomstig deze van Artikel 14 van de statuten.
In het geval de zaakvoerder deze opdracht niet aanvaardt, zal er tot de vereffening worden overgegaan door één of meerdere vereffenaars, welke natuurlijke of rechtspersonen kunnen zijn en die benoemd zullen worden door de algemene vergadering van aandeelhouders, onder voorbehoud van het akkoord van de beherende venno(o)t(en).
De algemene vergadering zal zijn (hun) bevoegdheden en zijn (hun) vergoeding bepalen.
De vereffenaar(s) treedt (treden) pas in functie na bevestiging van zijn (hun) benoeming door de rechtbank van koophandel.
De vereffening van de Vennootschap wordt afgesloten overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De verdeling aan de aandeelhouders zal pas plaats vinden na de vergadering tot sluiting van de vereffening.
Tenzij in geval van een fusie, wordt het netto-actief van de Vennootschap, na aanzuivering van alle schulden of een consignatie van de hiervoor noodzakelijke sommen, eerst aangewend om het volstortte kapitaal terug te betalen en het eventuele saldo wordt gelijkmatig verdeeld tussen alle aandeelhouders van de Vennootschap, in verhouding met het aantal aandelen dat ze bezitten.
Voor de uitvoering van de statuten wordt elke aandeelhouder die gedomicilieerd is in het buitenland, elke beherende vennoot, aandeelhouder, zaakvoerder, commissaris, directeur, vereffenaar, geacht woonplaats te kiezen in België. Indien dit niet gebeurd, wordt hij geacht woonplaats te hebben gekozen op de maatschappelijke zetel waar alle mededelingen, aanmaningen, dagvaardingen en betekeningen aan hem geldig kunnen worden gedaan.
De houders van aandelen op naam moeten elke verandering van woonplaats aan de Vennootschap melden. Indien dit niet gebeurt, gebeuren alle mededelingen, oproepingen of officiële kennisgevingen geldig op de laatst gekende woonplaats.
Voor alle geschillen tussen de Vennootschap, haar beherende veno(o)t(en), haar aandeelhouders, obligatiehouders, zaakvoerder, commissarissen en vereffenaars met betrekking tot de zaken van de Vennootschap en tot uitvoering van deze statuten, wordt de uitsluitende bevoegdheid verleend aan de Rechtbanken van de maatschappelijke zetel tenzij de Vennootschap er uitdrukkelijk aan verzaakt.
De bepalingen van deze statuten die strijdig zouden zijn met de dwingende bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de GVV wetgeving, worden voor niet geschreven gehouden. De nietigheid van één Artikel of van een deel van een artikel van deze statuten zal geen uitwerking hebben op de geldigheid van de andere statutaire clausules.
De rechtspersonen die, op de datum van inwerkingtreding van de GVV wet, een functie uitoefenen van bestuurder van de raad van bestuur van de zaakvoerder mogen hun lopend mandaat blijven uitoefenen tot het verstrijkt. Tot het verstrijken van zijn mandaat, moet de vaste vertegenwoordiger van de desbetreffende rechtspersoon permanent over de voor de uitoefening van zijn functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken.
De eenhoofdige besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die, op de datum van inwerkingtreding van GVV wet, belast waren met de effectieve leiding van de Vennootschap, mogen hun lopend mandaat blijven uitoefenen tot het verstrijkt. Tot het verstrijken van zijn mandaat, moet de permanente vertegenwoordiger van de desbetreffende eenhoofdige besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid permanent over de voor de uitoefening van zijn functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken.
Qrf heeft sinds 7 november 2014 het statuut van openbare Gereglementeerde Vastgoedvennootschap (openbare GVV).
Dit stelsel werd gereglementeerd door de Wet van 12 mei 2014 en het Koninklijk Besluit van 13 juli 2014 betreffende de Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen en werd gewijzigd door de wet van 22 oktober 2017.
Het GVV-statuut staat open voor operationele vastgoedvennootschappen die gespecialiseerd zijn in de terbeschikkingstelling van onroerende goederen aan gebruikers, en beantwoorden aan de wettelijke kenmerken van de GVV.
De GVV mag binnen de wettelijke grenzen andere types van vastgoed bezitten (aandelen in openbare Vastgoedbevaks, rechten van deelneming in bepaalde buitenlandse ICBs, aandelen uitgegeven door andere REITs en vastgoedcertificaten), en alle activiteiten uitoefenen die verbonden zijn aan de oprichting, de verbouwing, de renovatie, de ontwikkeling (voor eigen portefeuille), de verwerving, de vervreemding, het beheer en de exploitatie van onroerende goederen. Een GVV streeft algemene bedrijfsdoeleinden na op lange termijn en handelt, net als elke andere operationele en commerciële onderneming, in het belang van de vennootschap en bij uitbreiding van al haar stakeholders.
Volgende kenmerken zijn eigen aan het openbare GVV-statuut:
Een GVV is onderworpen aan de vennootschapsbelasting tegen het normale tarief, zij het slechts op een beperkte belastbare grondslag (m.n. op de niet-aftrekbare beroepskosten, abnormale of goedgunstige voordelen en de bijzondere aanslag op geheime commissielonen). Wanneer een GVV deelneemt aan een fusie, een splitsing of een gelijkgestelde verrichting, zal deze verrichting niet van het regime van fiscale neutraliteit kunnen genieten maar zal deze aanleiding geven tot de toepassing van de exit tax. De door een GVV aan een aandeelhouder uitgekeerde dividenden, geven in de regel aanleiding tot de inning van de roerende voorheffing aan het tarief van 30%.
Qrf heeft verschillende incassoprocedures lopen, die een beperkte impact kunnen hebben op de cijfers. Daarnaast is Qrf betrokken in enkele rechtszaken. Deze geschillen betreffen onder meer onenigheden in het kader van een huurhernieuwingsaanvraag waartoe de huurder overeenkomstig Artikel 13 van de Handelshuurwetgeving gerechtigd is, discussies over het al dan niet verschuldigd zijn van gemeenschappelijke lasten met betrekking tot panden die deel uitmaken van een mede-eigendom, de inning van achterstallige huurgelden en de aangifte van schuldvorderingen naar aanleiding van een faillissement van enkele voormalige huurders.
Daarnaast is er een geschil hangende betreffende overname van de vennootschap Centre Commercial Hutois NV te Hoei, waarbij een dispuut bestaat met de vroegere eigenaars ten aanzien van de regularisatie van de bouwvergunning.
De Statutaire Zaakvoerder van Qrf, Qrf Management NV, met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, Oud Vliegveld 12, en met ondernemingsnummer BE 0537.925.079 is verantwoordelijk voor de informatie die in dit jaarlijks financieel verslag verstrekt wordt. De Statutaire Zaakvoerder heeft alle redelijke inspanningen geleverd om deze informatie te verifiëren. Zij verklaart hierbij dat, voor zover haar bekend, de gegevens in dit jaarlijks financieel verslag in overeenstemming zijn met de werkelijkheid, en dat geen informatie is weggelaten waarvan de vermelding de strekking van dit jaarlijks financieel verslag zou wijzigen.
De Statutaire Zaakvoerder van Qrf verklaart dat de Commissaris en de Vastgoeddeskundige hun goedkeuring hebben gegeven dat de inhoud van respectievelijk hun verslag en van hun conclusies worden opgenomen in het jaarlijks financieel verslag en dat zij hun goedkeuring hebben gegeven aan de inhoud en de vorm van en de context waarin desbetreffend gedeelte in het jaarlijks financieel verslag is opgenomen. Om confidentialiteitsredenen is niet het volledige verslag van de Vastgoeddeskundigen opgenomen.
De van derden afkomstige informatie die in dit document is opgenomen, is steeds correct weergegeven, en voor zover Qrf weet dan wel heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, zijn er geen feiten weggelaten, waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden.
| 13.1 EPRA NAV 209 | |
|---|---|
| 13.2 EPRA RESULTAAT 211 | |
| 13.3 GEMIDDELDE FINANCIERI NGSKOST 211 | |
| 13.4 OPERATIONELE MARGE 212 |
De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn vanaf 3 juli 2016 voor het gebruik en de toelichting van de alternatieve prestatiemaatstaven.
Alternatieve prestatiemaatstaven zijn maatstaven die Qrf gebruikt in de presentatie van haar resultaten die niet gedefinieerd zijn in de wet of in de International Financial Reporting Standards (IFRS).
Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de alternatieve prestatiemaatstaven die in dit jaarlijks financieel verslag gebruikt zijn en die voorzien zijn van een definitie, doelstelling en reconciliatie.
In oktober 2019 publiceerde EPRA de nieuwe Best Practice Recommendations voor financiële disclosures van beursgenoteerde vastgoedvennootschappen. EPRA NAV wordt vervangen door drie nieuwe Net Asset Valuation indicatoren: EPRA Net Reinstatement Value (NRV), EPRA Net Tangible Assets (NTA) en EPRA Net Disposal Value (NDV).
Doelstelling: De EPRA NAV indicatoren worden bekomen door de IFRS NAV op een dergelijke manier te corrigeren zodat stakeholders de meest relevante informatie krijgen over de Reële Waarde van de activa en passiva.
Definitie: De drie verschillende EPRA NAV indicatoren worden berekend op basis van de volgende scenario's:
Voor 2020 en 2019 worden in onderstaand overzicht zowel een reconciliatie van de EPRA NAV indicatoren volgens de oude (2016) en de nieuwe (2019) EPRA Best Practise Recommendations opgenomen.
| 31/12/2020 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | EPRA NRV | EPRA NTA | EPRA NDV | EPRA NAV | ||||
| IFR | S NAV | 117.507 | 117.507 | 117.507 | 117.507 | |||
| IFRS NAV/aandeel (in euro) | 16,43 | 16,43 | 16,43 | 16,43 | ||||
| Verwaterde NAV aan fair value | 117.507 | 117.507 | 117.507 | 117.507 | ||||
| Uit te sluiten: | ||||||||
| (v) | Uitgestelde belastingen gerelateerd aan de herwaardering van vastgoedbeleggingen |
293 | 293 | 293 | ||||
| (vi) | Reële Waarde van de financiële instrumenten | 1.767 | 1.767 | 1.767 | ||||
| (vii.b) Immateriële vaste activa volgens de IFRS-balans | -9 | |||||||
| Subtotaal | 119.567 | 119.558 | 117.507 | 119.567 | ||||
| Omvat: | ||||||||
| (xi) | Real estate transfer taks | 6.535 | ||||||
| NAV | 126.102 | 119.558 | 117.507 | 119.567 | ||||
| Aantal aandelen | 7.153.322 | 7.153.322 | 7.153.322 | 7.153.322 | ||||
| NAV/aandeel (in euro) | 17,63 | 16,71 | 16,43 | 16,71 |
| 31/12/2019 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | EPRA NRV | EPRA NTA | EPRA NDV | EPRA NAV | |
| IFR S NAV |
128.032 | 128.032 | 128.032 | 128.032 | |
| IFRS NAV/aandeel (in euro) | 17,90 | 17,90 | 17,90 | 17,90 | |
| Verwaterde NAV aan fair value | 128.032 | 128.032 | 128.032 | 128.032 | |
| Uit te sluiten: | |||||
| (v) van vastgoedbeleggingen |
Uitgestelde belastingen gerelateerd aan de herwaardering | -96 | -96 | -96 | |
| (vi) Reële Waarde van de financiële instrumenten |
2.156 | 2.156 | 2.156 | ||
| (vii.b) Immateriële vaste activa volgens de IFRS-balans | |||||
| Subtotaal | 130.092 | 130.092 | 128.032 | 130.092 | |
| Omvat: | |||||
| (xi) Real estate transfer taks |
7.772 | ||||
| NAV | 137.864 | 130.092 | 128.032 | 130.092 | |
| Aantal aandelen | 7.153.322 | 7.153.322 | 7.153.322 | 7.153.322 | |
| NAV/aandeel (in euro) | 19,27 | 18,19 | 17,90 | 18,19 |
Definitie: Netto resultaat (aandeel groep) met voornamelijk uitsluiting van het portefeuilleresultaat en de variaties in de Reële Waarde van de niet-effectieve renteindekkingen. Deze term wordt gebruikt in overeenstemming met de Best Practices Recommendations van EPRA.
Doelstelling: Deze APM meet de onderliggende operationele resultaten van de vennootschap en is een belangrijke maatstaf van de onderliggende operationele resultaten van een vastgoedbedrijf, die ook aangeeft in welke mate de huidige dividendbetalingen worden ondersteund door de winst.
Reconciliatie:
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| IFR S resultaat (aandeelhouders van de groep) |
-5.315 | -20.478 |
| (i) Wijzigingen in de Reële Waarde van vastgoedbeleggingen |
13.410 | 28.022 |
| (ii) Winst of verlies op de verkoop van vastgoedbeleggingen |
-1.062 | 884 |
| (vi) Wijzigingen in de Reële Waarde van financiële instrumenten |
-24 | 892 |
| (viii) EPRA-wijzigingen met betrekking tot uitgestelde belastingen | -494 | -277 |
| EPRA resultaat | 6.515 | 9.043 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen | 7.153.322 | 7.031.062 |
| EPRA resultaat per aandeel (in EUR) | 0,91 | 1,29 |
Definitie: Dit is de gemiddelde kostprijs van de financiële schulden. Deze wordt berekend door de "Netto interestkosten" op jaarbasis te delen door het gemiddeld bedrag aan uitstaande financiële schulden tijdens de periode.
Doelstelling: De activiteiten van de vennootschap worden gedeeltelijk gefinancierd door het aangaan van schulden. Deze APM meet de gemiddelde financieringskost die gepaard gaat met deze schulden.
Reconciliatie:
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| XXI. Netto interestkosten | 2.143 | 2.587 |
| Gemiddeld gewogen bedrag aan uitstaande financiële schulden tijdens de periode | 116.033 | 138.379 |
| Gemiddelde Financieringskost | 1,85% | 1,87% |
Definitie: Deze alternatieve prestatiemaatstaf meet de operationele rendabiliteit van de vennootschap als een percentage van de Huurinkomsten en wordt berekend door het "Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille" te delen door het "Netto huurresultaat".
Doelstelling: Deze APM meet de operationele rendabiliteit van de vennootschap.
Reconciliatie:
| CIJFERS IN DUIZENDEN EUR | 31/12/2020 | 31/12/2019 |
|---|---|---|
| Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille | 8.914 | 11.853 |
| Netto huurresultaat | 11.135 | 15.100 |
| Operationele marge | 80,1% | 78,5% |
| Mechelen | |
|---|---|
| Bruul 15 - Botermarkt 1 | |
| België |
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht 2im BVBA, met maatschappelijke zetel te Oud Vliegveld 12, 8400 Oostende, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0888.808.129 (RPR Gent, afdeling Oostende).
De aandelen, gedematerialiseerd of op naam, zonder nominale waarde met stemrecht die het kapitaal vertegenwoordigen en uitgegeven zijn door Qrf.
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010.
Hiermee wordt de waarde van het vastgoed bij aankoop bedoeld. Indien er Overdrachtskosten betaald werden, zijn deze inbegrepen in de Aanschaffingswaarde.
De verhouding van de Contractuele Huren op jaarbasis ten opzichte van de Contractuele Huren op jaarbasis vermeerderd met de Geschatte Huur op jaarbasis van de leegstaande ruimtes.
Het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars.
De besloten vennootschap naar Belgisch recht Bond58 BV, met maatschappelijke zetel te Naamsestraat 37, 3000 Leuven, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0478.907.702 (RPR Leuven).
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht Century Center Freehold BV, met maatschappelijke zetel te Pauline Van Pottelsberghelaan 10, 9051 Gent, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0879.602.829 (RPR Gent, afdeling Gent).
De besloten vennootschap naar Belgisch recht Century Center Offices BV, met maatschappelijke zetel te Pauline Van Pottelsberghelaan 10, 9051 Gent, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0564.823.476 (RPR Gent, afdeling Gent)).
Chief Executive Officer.
Chief Financial Officer.
De Commissaris van Qrf, i.e. PwC vertegenwoordigd door de heer Peter Ringoot.
De geïndexeerde basishuurprijzen zoals contractueel bepaald in de huurovereenkomsten vóór aftrek van de gratuïteiten of andere voordelen die aan de huurders zijn toegestaan.
De vennootschap onder firma naar Nederlands recht Cushman & Wakefield VOF, met maatschappelijke zetel te 1082ME Amsterdam, Gustav Mahlerlaan 362, Nederland, ingeschreven bij de Kamer van koophandel onder het nummer KvK 33154480, handelend in België door middel van haar Belgisch bijkantoor met zetel te Koningsstraat 97 (4de verdieping), 1000 Brussel, België, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0418.915.383.
De naamloze vennootschap naar Belgisch recht Dyls NV, met maatschappelijke zetel te Naamsestraat 37, 3000 Leuven, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0877.573.054 (RPR Leuven).
Een éénpersoons besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otcderivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters.
European Public Real Estate Association
Net Reinstatement Value of Netto vervangingswaarde volgens EPRA Best Practices Recommendations. Geeft weer wat nodig zou zijn om de vennootschap opnieuw samen te stellen via de investeringsmarkt en op basis van de huidige kapitaal- en financieringsstructuur, inclusief real estate transfer taxes.
Net Tangible Assets of Netto actiefwaarde volgens EPRA Best Practices Recommendations. Is de NAV aangepast om ook vastgoed en overige investeringen tegen hun reële waarde te omvatten die bepaalde posten uitsluit die naar verwachting niet zullen materialiseren in een bedrijfsmodel met vastgoedbeleggingen op lange termijn.
Net Disposable Value of Netto beschikbare waarde volgens EPRA Best Practices Recommendations. Geeft een scenario van verkoop van activa van de vennootschap weer, wat leidt tot de realisatie van uitgestelde belastingen en de liquidatie van de schulden en financiële instrumenten.
De gereglementeerde markt van Euronext Brussels NV.
De naamloze vennootschap naar Belgisch recht Euronext Brussels NV, met maatschappelijke zetel te Markiesstraat 1 bus 1, 1000 Brussel, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0242.100.122 (RPR Brussel, Griffie van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel Brussel), de Belgische marktonderneming die Euronext Brussels exploiteert.
Ernst & Young Advisory Services. De coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met maatschappelijke zetel te De Kleetlaan 2, 1831 Diegem, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0467.239.793 (RPR Brussel, Griffie van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel Brussel).
De interne medewerker van de Vennootschap die de boekhouding voert.
De Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (Financial Services and Markets Authority).
Dit is de geschatte huurwaarde op jaarbasis die wordt gehanteerd door de Vastgoeddeskundige in de waarderingsverslagen.
De Belgische Corporate Governance Code voor beursgenoteerde vennootschappen van 2020, opgesteld door de Commissie Corporate Governance, en beschikbaar op haar website.
Qrf en haar Perimetervennootschappen.
Gereglementeerde Vastgoedvennootschap, zijnde een vennootschap die is opgericht voor onbepaalde duur en uitsluitend een activiteit uitoefent die erin bestaat rechtstreeks, of via een vennootschap waarin zij deelneming bezit, onroerende goederen ter beschikking te stellen van gebruikers en in voorkomend geval vastgoed te bezitten, als zodanig vergund door de FSMA en geregeld door de GVV-Wet en het GVV-KB.
Het koninklijk besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
Wet van 12 mei 2014 betreffende de gereglementeerde vastgoedvennootschappen.
De rekenkundige som van de huurinkomsten, na huurkortingen, effectief of contractueel gefactureerd door Qrf, over de periode van (een deel van) een boekjaar.
International Accounting Standards Board.
International Financial Reporting Interpretations Committee.
International Financial Reporting Standards, de boekhoudkundige standaard volgens dewelke GVV's verplicht zijn te rapporteren, op basis van Artikel 28 van de GVV-Wet.
Net Asset Value of Nettoactiefwaarde per aandeel volgens IFRS. Deze waarde stemt overeen met de netto waarde per aandeel zoals bedoeld in Artikel 2, 23° van de GVV-Wet.
De naamloze vennootschap naar Belgisch recht ING België, met maatschappelijke zetel te Marnixlaan 24, 1000 Brussel, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0403.200.393 (RPR Brussel, Griffie van de Franstalige Rechtbank van Koophandel Brussel).
Deze waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde partijen, instemmend en handelend in omstandigheden van normale concurrentie. De marktwaarde is inclusief de eventuele registratierechten (10% in het Vlaams Gewest en 12,5% in het Waalse Gewest en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en notariskosten of BTW (wanneer het een koop onderworpen aan BTW betreft).
De Kern portefeuille bevat de locaties binnen de vastgoedportefeuille van Qrf die aan verschillende criteria voldoen, zoals: de aantrekkelijkheid van de stad (demografisch, toeristisch, etc.), de positionering binnen het winkelgebied en de kwaliteit van het vastgoed voor retailers. Daarnaast bevat de Kern portefeuille ook de panden die voor herontwikkeling bestemd zijn.
De Niet-Kern Portefeuille bevat de locaties binnen de vastgoedportefeuille van Qrf die niet voldoen aan de vooropgestelde criteria van de Kern Portefeuille.
KBC Securities NV, met maatschappelijke zetel te Havenlaan 2, 1080 Brussel, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0437.060.521 (RPR Brussel, Griffie van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel Brussel).
De marktwaarde is het geschatte bedrag waarvoor een eigendom op de waardepeildatum kan worden verkocht door een bereidwillige verkoper aan een bereidwillige koper in een marktconforme transactie, na behoorlijke marketing, waarbij de partijen geïnformeerd, zorgvuldig en zonder dwang hebben gehandeld.
De Investeringswaarde verminderd met de registratierechten en notariskosten of BTW.
De overdracht van de eigendom van een onroerend goed is in principe onderworpen aan de inning door de Staat van mutatierechten die het grootste deel van de transactiekosten uitmaken. Het bedrag van deze rechten hangt af van de overdrachtswijze, de hoedanigheid van de koper en de geografische ligging van het onroerend goed.
De coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht Particimmo BV, met maatschappelijke zetel te Pauline Van Pottelsberghelaan 10, 9051 Gent, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0838.744.449 (RPR Gent).
De vennootschap waarin de GVV rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 25% van de aandelen aanhoudt (hieronder inbegrepen haar dochtervennootschappen zoals gedefinieerd in Artikel 61:15, 2°, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen).
De burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PriceWaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA, met maatschappelijke zetel te Woluwedal 18, 1932 Sint-Stevens-Woluwe, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0429.501.944 (RPR Brussel, Griffie van de Nederlandstalige Rechtbank van Koophandel Brussel).
De commanditaire vennootschap op aandelen naar Belgisch recht Qrf, een openbare Gereglementeerde Vastgoedvennootschap naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Gaston Crommenlaan 8, 9050 Gent, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0537.979.024.
De naamloze vennootschap naar Belgisch recht Qrf Management NV, met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, Oud Vliegveld 12, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0537.925.079 (RPR Antwerpen, afdeling Antwerpen).
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands Recht Qrf Nederland BV, met maatschappelijke zetel te Emmalaan 25, 1075 AT, Amsterdam, Nederland, ingeschreven in de Kamer Van Koophandel met KVK-nummer 68633181.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands Recht Quares Property Management BV, met maatschappelijke zetel te Emmalaan 25, 1075 AT, Amsterdam, Nederland, ingeschreven in de Kamer Van Koophandel met KVK-nummer 34351584.
De raad van bestuur van de Statutaire Zaakvoerder.
De naamloze vennootschap naar Belgisch recht RAB Invest NV, met maatschappelijke zetel te 9050 Gent, Gaston Crommenlaan 8, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0820.897.736 (RPR Gent, afdeling Gent).
Het bedrag waarvoor een gebouw kan worden verhandeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Vanuit het standpunt van de verkoper moet zij worden begrepen mits aftrek van de overdrachtsbelastingen of registratierechten.
De Schuldgraad wordt berekend als de verhouding van de verplichtingen (exclusief voorzieningen, overlopende rekeningen en andere lang/kortlopende financiële verplichtingen, d.w.z. de negatieve variaties in de Reële Waarde van de indekkingsinstrumenten) ten opzichte van het totaal der activa. De berekeningsmethode van de schuldgraad is conform Artikel 13, § 1, 2°, van het GVV-KB.
Qrf Management NV.
De verhouding van het bruto dividend per aandeel gedeeld door het EPRA resultaat per aandeel.
Cushman & Wakefield.
Het document opgenomen als bijlage 2 van het Corporate Governance Charter.
Een dag (met uitsluiting van zaterdag, zondag of de wettelijke feestdagen in België) waarop banken in België open zijn voor zaken.
De wet van 16 juni 2006 betreffende de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, B.S. 21 juni 2006, 31.341 in voorkomend geval zoals gewijzigd.
Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van 23 maart 2019, B.S. 4 april 2019 in voorkomend geval zoals gewijzigd.
Qrf Comm. VA Gaston Crommenlaan 8, B 9050 Gent Tel. +32 (0) 9 296 21 63 [email protected] www.qrf.be
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.