Management Discussion and Analysis • Apr 18, 2025
Management Discussion and Analysis
Open in ViewerOpens in native device viewer
_________________________________________________
_________________________________________________
Overeenkomstig artikelen 3:5 en 3:6 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen, hebben wij de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van Nyrstar NV (de "Vennootschap") met betrekking tot het boekjaar dat de periode dekt van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. Dit rapport bevat ook de verklaring inzake deugdelijk bestuur en het remuneratieverslag in overeenstemming met artikel 3:6 §2 en §3 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen zoals aan dit verslag gehecht in respectievelijk bijlage C en D.
De Vennootschap heeft haar statutaire zetel te Zinkstraat 1, Balen, België. De Vennootschap werd op 29 oktober 2007 geïntroduceerd op de beurs van Euronext te Brussel.
Tot 31 juli 2019 was de Vennootschap de holdingvennootschap van de Nyrstar groep (bestaande uit Nyrstar NV en haar dochterondernemingen). Bovendien verleende de Vennootschap tot 31 juli 2019 ook een aantal ondersteunende diensten aan de Nyrstar groep, zoals, maar niet beperkt tot, regionale aankoop, IT, milieu, innovatie en ontwikkeling, continue verbetering en juridische diensten. Na de voltooiing van de Herstructurering van de Nyrstar groep op 31 juli 2019 (in detail beschreven in afdeling 2 hieronder) was het de bedoeling van de Vennootschap om haar activiteiten als houdstervennootschap voort te zetten, waarbij zij 2% van het eigen vermogen in NN2 NewCo Limited ("NN2") aanhoudt ten behoeve van de aandeelhouders van de Vennootschap.
Op 9 december 2019 werd de Buitengewone Algemene Vergadering ("BAV") van de Vennootschap gehouden om te beraadslagen over de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap en een voorgestelde kapitaalvermindering. De aandeelhouders verwierpen de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap. Als gevolg daarvan wordt de jaarrekening van de Vennootschap op 31 december 2024 opgesteld op basis van discontinuïteit. Ten gevolge van een beschikking van 26 juni 2020 van de voorzitter van de ondernemingsrechtbank van Antwerpen (afdeling Antwerpen), op verzoek van een groep aandeelhouders, was het de Vennootschap verboden om een algemene vergadering te laten plaatsvinden met als agendapunt de ontbinding van de Vennootschap tot drie maanden nadat er een in kracht van gewijsde gegane beslissing over de aanstelling van een college van deskundigen (zie onder afdeling 8.3) zou zijn gewezen.
Zoals aangekondigd op 14 februari 2023, is de Vennootschap, in het licht van de aankondiging in de pers dat bepaalde aandeelhouders van de Vennootschap een cassatieberoep zouden instellen tegen het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 17 november 2022 met betrekking tot de vordering tot aanstelling van een college van deskundigen (welk beroep ondertussen is ingesteld en op datum van dit verslag nog lopende is), van oordeel dat het niet opportuun is om hangende het cassatieberoep haar verplichting om de ontbinding op de agenda te plaatsen uit te voeren. De Vennootschap heeft derhalve aangekondigd dat zij geen stappen zou ondernemen om een algemene vergadering bijeen te roepen met de ontbinding als agendapunt (of voorbereidende handelingen daartoe te verrichten) tot de uitspraak van het Hof van Cassatie, en dat zij de markt tegen die tijd op de hoogte zou brengen. Op 2 mei 2024 heeft het Hof van Cassatie het beroep van de aandeelhouders verworpen. Op dezelfde dag kondigde de Vennootschap aan dat ze de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap op dat moment niet zou voorleggen aan de algemene vergadering en dat ze niet eerder op deze zaak zou terugkomen dan nadat de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) een uitspraak zal hebben gedaan over het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen dat door een groep van minderheidsaandeelhouders werd neergelegd op 11 maart
Krachtens artikel 3:23 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen is een moedervennootschap die zeggenschap heeft over één of meer dochterondernemingen verplicht een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, tenzij deze dochterondernemingen, gelet op de geconsolideerde activa, financiële positie of de geconsolideerde resultaten, afzonderlijk en gezamenlijk, van te verwaarlozen betekenis zijn. Aangezien Nyrstar NV op 31 december 2024 geen controle had over enige belangrijke dochteronderneming, was de Vennootschap niet verplicht om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen voor het jaar eindigend op 31 december 2024. In overeenstemming met artikel 12, §3, laatste paragraaf, van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007, heeft de Vennootschap de enkelvoudige statutaire jaarrekening van 31 december 2024 opgesteld in overeenstemming met het Belgische boekhoudkundig referentiestelsel.
In oktober 2018 startte de voormalige Nyrstar groep het nazicht van haar balansstructuur (het "Nazicht van de Balansstructuur") naar aanleiding van de uitdagende financiële en operationele omstandigheden waarmee de Nyrstar groep werd geconfronteerd. Het Nazicht van de Balansstructuur heeft een zeer aanzienlijke bijkomende financieringsbehoefte aangetoond waaraan de Nyrstar groep niet kon voldoen zonder een aanzienlijke vermindering van de schuldenlast van de Nyrstar groep. Als gevolg hiervan moest er in het kader van het Nazicht van Balansstructuur tussen de financiële schuldeisers van de Nyrstar groep onderhandeld worden, wat uiteindelijk resulteerde in de herstructurering van de Nyrstar groep, die op 31 juli 2019 van kracht werd (de "Herstructurering"). Als gevolg van de Herstructurering werd Trafigura Group Pte. Ltd., via haar indirecte 98%-eigendom van de nieuwe holdingvennootschap NN2 Newco Limited ("NN2"), de uiteindelijke moedervennootschap van de voormalige (directe en indirecte) dochterondernemingen van de Vennootschap (de "Operationele Groep"), waarbij het resterende 2%-belang in NN2 (en daarmee de Operationele Groep) toen in handen was van de Vennootschap.
Hieronder worden de overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is of was nader besproken.
De lock-up overeenkomst ("Lock-Up Overeenkomst") die op 14 april 2019 werd gesloten tussen, onder andere, de Vennootschap en vertegenwoordigers van haar belangrijkste groepen van financiële schuldeisers, beoogde dat de Vennootschap, Trafigura Pte Ltd ("Trafigura") en Nyrstar Holdings Limited ("Nyrstar Holdings", een special-purpose vehicle van Trafigura dat werd opgericht, onder andere, ten behoeve van de uitvoering van de Herstructurering, nu bekend onder de naam Nyrstar Holdings Plc) een overeenkomst zouden sluiten waarin zij hun instemming zouden bevestigen met (i) bepaalde stappen die nodig waren voor de uitvoering van de herstructurering zoals beoogd in de Lock-Up Overeenkomst en (ii) de voorwaarden van de huidige relatie tussen de Vennootschap en de Trafigura groep (de "NNV-Trafigura Deed"). De NNV-Trafigura Deed werd op 19 juni 2019 ondertekend.
Bepaalde belangrijke bepalingen van de NNV-Trafigura Deed, namelijk die welke betrekking hebben op het uitkeringsbeleid, volgrechten- en plichten en de controlewijziging over NN2, zijn eerder beschreven in de informatie over verbonden partijen van de Vennootschap. Echter, na de uitoefening van de Putoptie (zoals hieronder gedefinieerd en waarover meer details in 2.2 hieronder) en de beëindiging door de Vennootschap van haar deelneming in NN2, zijn deze bepalingen van de NNV-Trafigura Deed niet langer relevant / niet langer van toepassing.
Krachtens de bepalingen van de NNV-Trafigura Deed die blijven gelden niettegenstaande de uitoefening van de Putoptie en de beëindiging door de Vennootschap van haar deelneming in NN2, blijft de Vennootschap het recht genieten (met inachtneming van de toepasselijke wetgeving en eventuele relevante vertrouwelijkheidsverplichtingen) om aan Trafigura redelijke verzoeken te richten om te verkrijgen dat de Vennootschap financiële of andere informatie krijgt met betrekking tot de Operationele Groep (of een lid daarvan).
Krachtens de NNV-Trafigura Deed kwamen de Vennootschap en Trafigura ook overeen dat Trafigura aan de Vennootschap een optie zou verlenen om een Trafigura entiteit te verplichten het volledige belang van de Vennootschap in NN2 te kopen. De voorwaarden van deze optie zijn uiteengezet in een afzonderlijke overeenkomst, gedateerd 25 juni 2019, tussen de Vennootschap, Trafigura en Nyrstar Holdings (de "Put Option Deed"). Onder de voorwaarden van de Put Option Deed zou de Vennootschap het geheel (maar niet slechts een deel) van haar 2%-belang in NN2 aan Trafigura kunnen verkopen tegen een prijs gelijk aan EUR 20 miljoen (de "Putoptie").
Op 18 november 2021 kondigde de Vennootschap aan dat zij Moore Corporate Finance had aangesteld om een onafhankelijk expertenadvies op te stellen voor de onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap ("Comité van Onafhankelijke Bestuurders"), in het kader van artikel 7:97 van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Het advies van de onafhankelijke expert moest het Comité van Onafhankelijke Bestuurders adviseren bij de beoordeling van het voordeel voor de Vennootschap, rekening houdend met alle relevante omstandigheden, van het al dan niet uitoefenen van de Putoptie die de Vennootschap had met betrekking tot haar volledige 2% deelneming in NN2.
Op 28 juli 2022 maakte de Vennootschap publiekelijk bekend dat de Raad haar gedetailleerd evaluatieproces had afgerond met betrekking tot de beslissing om de Putoptie met betrekking tot haar volledige 2% belang in NN2 al dan niet uit te oefenen. Gelet op het door Moore Corporate Finance opgestelde onafhankelijk expertenverslag, waarin de waarde van het 2% belang in NN2 wordt geschat tussen EUR 0 miljoen en EUR 3,4 miljoen, het advies van de onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap, vragen en opmerkingen van bepaalde minderheidsaandeelhouders en andere informatie die ter beschikking werd gesteld, besloot de Raad dat het in het vennootschapsbelang van de Vennootschap was om de Putoptie uit te oefenen. Op 28 juli 2022 heeft de Vennootschap Nyrstar Holdings Plc en Trafigura Pte Ltd. naar behoren in kennis gesteld van de uitoefening van de Putoptie overeenkomstig de voorwaarden van de Put Option Deed. De Vennootschap ontving de opbrengst van de uitoefening van de Putoptie op 29 juli 2022.
Documentatie met betrekking tot de beslissing van de Vennootschap om de Putoptie uit te oefenen werd gepubliceerd op de website van de Vennootschap nyrstarnv.be op 28 juli 2022. Bovendien werd een memo van Moore Law op 17 november 2022 gepubliceerd op de website van de Vennootschap, op verzoek van verschillende aandeelhouders. Deze documenten zijn daar op de datum van dit verslag nog steeds beschikbaar.
In dit verband wordt verwezen naar de informatie over verbonden partijen in de jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2024 met betrekking tot de verplichtingen tot verplichte vervroegde terugbetaling en de bepalingen inzake beperkt verhaal onder de Limited Recourse Loan Facility (zoals hieronder gedefinieerd) die van toepassing zijn op de opbrengsten van de Putoptie.
Zoals hierboven vermeld, was de Vennootschap vóór de datum van inwerkingtreding van de Herstructurering, namelijk 31 juli 2019 (de "Effectieve Datum van de Herstructurering"), de uiteindelijke moedervennootschap van de Nyrstar groep, en had ze voordien verscheidene moedervennootschapsgaranties (de "PCG's") verleend ten aanzien van de verplichtingen van haar dochterondernemingen, waaronder, maar niet beperkt tot, twee moedervennootschapsgaranties (de "Trafigura PCG's") die verleend werden ten aanzien van de voornaamste financiële verplichtingen van de toenmalige indirecte dochteronderneming van de Vennootschap, Nyrstar Sales & Marketing AG ("NSM"), aan Trafigura, namelijk in het kader van de Trade Finance Framework Agreement ("TFFA") van USD 650 miljoen en de Bridge Finance Facility Agreement ("BFFA") van USD 250 miljoen. De Trafigura PCG's en alle andere zekerheden en/of garanties die de Operationele Groep aan Trafigura verstrekte in verband met de TFFA en BFFA, werden op de Effectieve Datum van de Herstructurering volledig vrijgegeven.
Voorafgaand aan, en als onderdeel van de uitvoering van, de Herstructurering sloot de Vennootschap een overeenkomst voor de verkoop en overdracht door de Vennootschap van vrijwel al haar activa, waaronder 100% van haar aandelenbezit in Nyrstar Netherlands (Holdings) BV en ook haar deelnemingen (direct en indirect) in haar dochterondernemingen, maar met uitzondering van haar aandelen in NN1 NewCo Limited ("NN1"), aan NN2 (de "NNV-NN2 SPA"). Krachtens de NNV-NN2 SPA geniet de Vennootschap van contractuele overeenkomsten met NN2 en Trafigura met betrekking tot de vrijgave van, of schadeloosstelling voor, aansprakelijkheden voor bestaande financiële schulden en verplichtingen aan derden in verband met financiële, commerciële of andere verplichtingen van de toenmalige leden van de Operationele Groep (de "PCG's"), zodat die derden geen verhaal meer zouden hebben op de Vennootschap. De vrijstellings- en/of schadeloosstellingsverplichtingen van NN2 waarvan de Vennootschap geniet kunnen als volgt worden samengevat.
Op 23 juli 2019 sloot de Vennootschap een EUR 13,5 miljoen committed limited recourse loan facility af (de "Limited Recourse Loan Facility") die haar door NN2 (als "Lender" of "Kredietverstrekker") ter beschikking werd gesteld. De belangrijkste voorwaarden van de Limited Recourse Loan Facility worden hieronder beschreven. De Limited Recourse Loan Facility wordt in twee afzonderlijke schijven beschikbaar gesteld: (i) tot EUR 8,5 miljoen voor de lopende gewone bedrijfsactiviteiten van de Vennootschap ("Facility A"); en (ii) tot EUR 5 miljoen bestemd voor de betaling van bepaalde kosten in verband met de verdediging in rechtszaken ("Facility B"). Er zijn geen zekerheden, onderpanden of garanties verleend met betrekking tot de verplichtingen van de Vennootschap onder de Limited Recourse Loan Facility.
Op 31 december 2024 was de Vennootschap in het kader van Facility A EUR 6,6 miljoen (2023: 6,3 miljoen) verschuldigd. Facility A kan door de Vennootschap gebruikt worden om dagelijkse bedrijfskosten te dekken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, redelijke kosten voor bestuurders en personeel, premies voor D&O verzekeringen (voor zover niet betaald vóór de Effectieve Datum van de Herstructurering), auditkosten, juridische kosten (behalve die in verband met rechtszaken of andere lopende of dreigende procedures tegen de Vennootschap, die gefinancierd moeten worden uit Facility B (hieronder gedefinieerd)), noteringskosten en investor relations kosten. De financiering in het kader van Facility A wordt aan de Vennootschap verstrekt op basis van de driemaandelijkse kasstroomprognose die door de Vennootschap wordt opgesteld en aan Trafigura wordt verstrekt als voorwaarde voor de financiering. Het totale bedrag van de fondsen die in het kader van Facility A beschikbaar worden gesteld, is overeengekomen op basis van de geraamde bedrijfskosten van de Vennootschap voor een periode van vijf jaar na de voltooiing van de Herstructurering, rekening houdend met de doorlopende operationele diensten die NN2, zoals overeengekomen in de NNV-NN2 SPA, aan de Vennootschap verleende voor een periode van ongeveer drie jaar vanaf de Effectieve Datum van de Herstructurering (de "Doorlopende Diensten"). De door NN2 aan de Vennootschap verleende Doorlopende Diensten omvatten financiële, fiscale, bedrijfsadvies-, IT- en administratieve diensten. De levering van de Doorlopende Diensten aan de Vennootschap was bedoeld om de bedrijfskosten van de Vennootschap in de periode na de Effectieve Datum van de Herstructurering te verminderen.
Op 31 december 2024 had de Vennootschap EUR 3,9 miljoen (2023: EUR 3,7 miljoen) opgenomen onder Facility B. Behoudens de hieronder beschreven beperkingen kan Facility B door de Vennootschap worden aangewend voor de betaling of terugbetaling van kosten in verband met een geschil, procedure, rechtsvordering of vordering (met inbegrip van belastingvorderingen) aangespannen, ingesteld of dreigend tegen de Vennootschap, NN1 Newco Limited ("NN1") of een van hun huidige of vroegere bestuurders of kaderleden (elk een "Vordering").
Onder Facility A kon de Vennootschap tot EUR 8,5 miljoen lenen vóór 31 juli 2024. Financiering onder Facility B kan worden opgenomen op basis van de kosten die gemaakt worden in verband met een Vordering (onder voorbehoud van de hierna genoemde beperkingen, en tegen overlegging van een factuur voor die kosten). Het gebruik van elke facility is beperkt tot maximaal drie opnames per financieel kwartaal per facility (exclusief PIK Loans (zie hieronder)). Op de datum van dit verslag heeft de Vennootschap EUR 6,6 miljoen opgenomen onder Facility A en EUR 3,9 miljoen onder Facility B.
Als gevolg van de uitoefening van de Putoptie en het feit dat de Vennootschap geen aandeelhouder meer is van NN2, heeft de "NNV Exit Date" (de "NNV Exitdatum") (zoals gedefinieerd in de Limited Recourse Loan Facility) plaatsgevonden. De NNV Exit Date is gespecificeerd als een Event of Default (zoals gedefinieerd) onder de Limited Recourse Loan Facility, die NN2 (als Lender) het recht geeft om (door kennisgeving aan de Vennootschap) het geheel of een deel van de resterende verplichtingen van de Lenders onder de Limited Recourse Loan Facility op te zeggen. Op de datum van dit verslag heeft NN2 dit recht niet uitgeoefend.
Elk verzoek om gebruik te maken van de Limited Recourse Loan Facility moet echter (tenzij anders overeengekomen met de Lender) vergezeld worden van een certificaat ondertekend door een bestuurder waarin onder meer wordt verklaard dat (kortweg) de "Available Cash" van de Vennootschap (zoals daarin gedefinieerd) niet voldoende is om te voldoen aan de verwachte kosten en verplichtingen waarvoor het desbetreffende gebruik is bedoeld. Gelet op de ontvangst door de Vennootschap van EUR 20 miljoen uit de uitoefening van de Putoptie in juli 2022, wordt momenteel niet verwacht dat de Vennootschap nog andere geldige verzoeken tot gebruik onder de Limited Recourse Loan Facility zou kunnen maken.
De rentevoet op de uitstaande bedragen onder de Limited Recourse Loan Facility is de som van EURIBOR plus een marge van 0,5% per jaar. De rente is betaalbaar binnen 10 werkdagen na de verjaardag van de datum waarop het bedrag ter beschikking werd gesteld, met dien verstande dat de rente gekapitaliseerd wordt als zij gedurende een periode van een jaar of langer is aangegroeid en de Vennootschap een kennisgeving in de door de Limited Recourse Loan Facility voorgeschreven vorm heeft gegeven. Elke gekapitaliseerde rente wordt behandeld als een nieuwe lening (een "PIK Loan") onder de betrokken Facility. Elke PIK Loan brengt zelf rente op, en die rente kan ook gekapitaliseerd worden. De Vennootschap heeft geen rentebetalingen gedaan, gezien alle tot 31 december 2024 te betalen rente van EUR 753k (2023: EUR 327k) gekapitaliseerd is in een nieuwe PIK Loan. De rentelasten op de Limited Recourse Loan Facility die zijn opgenomen als uitgave in de winst- en verliesrekening in het jaar eindigend op 31 december 2023 bedroegen EUR 428k (2023: EUR 368k).
De Vennootschap mag geen enkel bedrag dat in het kader van Facility A of Facility B wordt geleend gebruiken voor de financiering (direct of indirect) van kosten in verband met het instellen of helpen instellen van vorderingen (met inbegrip van tegenvorderingen of verweer) tegen Trafigura, andere leden van de Trafigura groep, NN2 en/of een Vervangende Holdco, en/of een ander lid van de Operationele Groep), tegen huidige of vroegere bestuurders, kaderleden of adviseurs van deze entiteiten, tegen enige schuldeiser ten aanzien van deze entiteiten (anders dan met toestemming van NN2, welke toestemming niet onredelijk mag worden ingehouden of uitgesteld) of in verband met enige betwisting van de Herstructurering, ook in verband met de TFFA en de BFFA of enig ander document dat door de akte tot implementatie van de Herstructurering werd beoogd.
De bepalingen van de Limited Recourse Loan Facility die betrekking hebben op de verplichte vervroegde aflossing uit "Excess Cash", en die in eerdere versies van dit verslag door de Vennootschap werden beschreven, zijn niet langer van toepassing als gevolg van het feit dat de Vennootschap niet langer aandeelhouder van NN2 is en de opbrengsten van de uitoefening van de Putoptie heeft ontvangen (die opbrengsten vormen "Disposal Proceeds" ("Vervreemdingsopsbrengsten") voor de toepassing van de Limited Recourse Loan Facility).
Onmiddellijk na ontvangst van enige Vervreemdingsopbrengsten, en met inachtneming van de hieronder beschreven bepalingen inzake beperkt verhaal (meer bepaald in 2.5.5), zal de Vennootschap ervoor zorgen dat deze in de eerste plaats aangewend worden om enig uitstaand bedrag onder Facility B vervroegd terug te betalen (zijnde de tranche voor geschillen), en in de tweede plaats, indien (i) er enige Vervreemdingsopbrengsten overblijven na enige vereiste vervroegde terugbetaling van Facility B, en (ii) het totaalbedrag van alle onder Facility A uitstaande bedragen (zijnde de tranche voor operationele kosten) meer bedraagt dan EUR 5 miljoen, om dergelijke Facility Bedragen vervroegd terug te betalen tot of richting een totaalbedrag van EUR 5 miljoen.
De Vennootschap zal ervoor zorgen dat, indien op of na de Exitdatum van de Vennootschap een uitkering wordt betaald aan de aandeelhouders van de Vennootschap, een bedrag gelijk aan die uitkering wordt aangewend om de uitstaande bedragen onder Facility A vóór of gelijktijdig met die uitkering terug te betalen of vervroegd af te lossen.
De Vennootschap is ook overeengekomen dat, als ze bedragen ontvangt uit kostenvergoedingen, schadevergoedingen en/of andere recuperaties van een tegenpartij bij een Vordering (dergelijke bedragen vormen "Vorderingsopbrengsten"), die Vorderingsopbrengsten onmiddellijk gebruikt moeten worden om de onder Facility B uitstaande bedragen terug te betalen of vervroegd af te lossen.
Bovendien zijn er gebruikelijke bepalingen die verplichten tot vervroegde terugbetaling van de uitstaande bedragen onder Facility A en Facility B of beide in geval van bepaalde gevallen van wanprestatie die een vervroegde invordering door de Lender toelaten.
In overeenstemming met de bepalingen inzake beperkt verhaal van de Limited Recourse Loan Facility (zoals nader uiteengezet onder 2.5.5.), is het verhaal van NN2 op de Vennootschap met betrekking tot de terugbetaling van opgenomen bedragen of enige andere verplichting uit hoofde daarvan echter beperkt tot de eventuele netto activa van de Vennootschap.
Zoals hierboven vermeld is het verhaal van NN2 als Lender onder de Limited Recourse Loan Facility op de terugbetaling daarvan of op enige andere verplichting van de Vennootschap uit hoofde daarvan beperkt tot de "Netto Activa van de Vennootschap", zijnde de activa (met inbegrip van alle huidige en toekomstige eigendommen, inkomsten en rechten van welke aard ook) van de Vennootschap (met uitzondering van activa die worden gehouden of ontvangen in beheer voor een persoon die geen lid is van Nyrstar of haar dochterondernemingen) die haar "Verplichtingen" (zijnde alle huidige of toekomstige verplichtingen en verbintenissen, zowel vaststaande als voorwaardelijke, die alleen of gezamenlijk zijn aangegaan, dan wel als lastgever of borg of in enigerlei andere hoedanigheid) heeft voldaan of daarvoor heeft gezorgd, met uitzondering van de Verplichtingen van de Vennootschap uit hoofde van de Limited Recourse Loan Facility en verbonden financieringsdocumenten die in dit verband buiten beschouwing worden gelaten.
Verder zullen, voor zover de Netto Activa van de Vennootschap ontoereikend zijn om de verplichtingen van de Vennootschap onder de Limited Recourse Loan Facility te voldoen, deze verplichtingen geacht worden beperkt te zijn tot het bedrag van de Netto Activa van de Vennootschap, en de Lender zal niet gerechtigd zijn een vordering in te stellen en zal geen verder verhaal tegen de Vennootschap hebben en de Vennootschap zal niet gehouden zijn tot betaling of anderszins.
Alle actuele, voorwaardelijke en toekomstige verplichtingen moeten in aanmerking worden genomen bij de berekening van de Netto Activapositie van de Vennootschap. Op het moment van de uitoefening van de Putoptie op 28 juli 2022 en op 31 december 2024 heeft de Vennootschap vastgesteld dat het in het vennootschapsbelang van de Vennootschap is dat, met het oog op de verplichte vervroegde aflossing, deze verplichtingen worden berekend op basis van een worst-case scenario, en niet (i) in overeenstemming met IFRS of het Belgische boekhoudkundig referentiestelsel (GAAP), noch (ii) op basis van de inschatting door de Vennootschap van de waarschijnlijkheid dat dergelijke voorwaardelijke of toekomstige verplichtingen zich uiteindelijk zullen voordoen. Op basis van de ramingen van de Vennootschap heeft de Vennootschap vastgesteld dat de Netto Activa van de Vennootschap (zoals gedefinieerd onder de Limited Recourse Loan Facility) negatief zijn, zelfs rekening houdend met de ontvangst van de opbrengsten van de Putoptie, en dat momenteel geen terugbetalingen van de Limited Recourse Loan Facility nodig zijn. De Vennootschap zal echter de ontwikkeling van de Netto Activapositie van de Vennootschap blijven volgen tot de voltooiing van het liquidatieproces, om na te gaan of een terugbetaling van de Limited Recourse Loan Facility moet worden verricht.
Deze beperking van NN2's verhaal op de Vennootschap geldt echter niet voor zover de waarde van de Netto Activa van de Vennootschap wordt aangetast, of NN2 verlies lijdt ten gevolge van een schending door de Vennootschap van enige bepaling van de Limited Recourse Loan Facility (of enig daaraan verbonden financieringsdocument), anders dan de herhalende verklaringen/waarborgen daaronder of de bepalingen die betaling van rente/kosten of terugbetaling/voorafbetaling van de hoofdsom daaronder vereisen.
Zolang er een bedrag uitstaat onder de Limited Recourse Loan Facility of de verbintenis van de Lender in het kader daarvan nog van kracht is, moet de Vennootschap, indien een Vordering ontstaat tengevolge waarvan de Vennootschap redelijkerwijs verwacht dat zij een beroep zou kunnen doen op Facility B, de Lender en Trafigura in kennis stellen van de Vordering. De Vennnootschap zal:
Vennootschap zal er ook voor zorgen dat deze juridische adviseurs ereloonramingen verstrekken zoals NN2 of Trafigura vragen;
De Vennootschap moet ook met Trafigura overleggen alvorens enige actie te ondernemen in verband met insolventie- of faillissementsprocedures, ook uit hoofde van Boek XX van het Belgisch Wetboek van Economisch Recht.
De Vennootschap is ook verplicht NN2 bepaalde financiële informatie te verstrekken, waaronder driemaandelijkse kasstroomprognoses (en eventuele herzieningen daarvan die krachtens de voorwaarden van de Limited Recourse Loan Facility vereist zijn), halfjaarlijkse financiële overzichten en gecontroleerde jaarrekeningen, opgesteld op geconsolideerde basis (voor zover de Vennootschap dochterondernemingen heeft) en in overeenstemming met de boekhoudkundige principes die krachtens de voorwaarden van de Limited Recourse Loan Facility overeengekomen zijn.
Bij de voltooiing van de Herstructurering op 31 juli 2019 werd de "Relatieovereenkomst" tussen Trafigura Group Pte Ltd en de Vennootschap (gedateerd 9 november 2015) beëindigd. De Relatieovereenkomst regelde de relatie tussen de Vennootschap (en de bredere Nyrstar groep) en Trafigura Group Pte. Ltd. en de met haar verbonden personen tussen de ondertekening ervan op 9 november 2015 en de voltooiing van de Herstructurering op 31 juli 2019.
Op 31 december 2024, op basis van de voor de Vennootschap beschikbare informatie, is de Vennootschap volledig bevrijd van alle voorwaardelijke verplichtingen die door de Vennootschap eerder waren verstrekt of onherroepelijk waren toegezegd voor schulden en verplichtingen van derden die nog moesten worden overgedragen aan de Trafigura groep waarvoor de Vennootschap is gevrijwaard. De Vennootschap is volledig gevrijwaard voor elke aansprakelijkheid die in dit verband zou kunnen ontstaan (zie "Informatie over verbonden partijen"). Voor meer details wordt verwezen naar de informatie over de garanties van de moedervennootschap in toelichting C 6.14 en C 6.20.
Voor 28 juli 2022 had de Vennootschap, in haar geldbeleggingen, een 2%-belang in NN2 voor EUR 15.395.000. De belegging in NN2 van EUR 15.395.000 werd gewaardeerd tegen de laagste van de kosten en de reële waarde, rekening houdend met het feit dat de Vennootschap een Putoptie (zoals hierboven gedefinieerd) had, die haar in staat stelde om het geheel (maar niet alleen een deel) van haar 2%-belang in NN2 te verkopen aan Trafigura tegen een prijs die gelijk is aan EUR 20 miljoen in totaal te betalen aan de Vennootschap.
Op 18 november 2021 deelde de Vennootschap mee dat ze Moore Corporate Finance had aangesteld om een onafhankelijk expertenadvies op te stellen voor de onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap ("Comité van Onafhankelijke Bestuurders"), in het kader van artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Het advies van de onafhankelijke expert bestaat erin om het Comité van Onafhankelijke Bestuurders te adviseren bij de beoordeling van het voordeel voor de Vennootschap, rekening houdend met alle relevante omstandigheden, van het al dan niet uitoefenen van de Putoptie die de Vennootschap heeft met betrekking tot haar (volledige) 2%-participatie in NN2.
Op 28 juli 2022 maakte de Vennootschap publiekelijk bekend dat de Raad haar gedetailleerd evaluatieproces had afgerond met betrekking tot de beslissing om de Putoptie met betrekking tot haar volledige 2% belang in NN2 al dan niet uit te oefenen. Gelet op het door Moore Corporate Finance opgestelde onafhankelijk expertenverslag, waarin de waarde van het 2% belang in NN2 wordt geschat tussen EUR 0 miljoen en EUR 3,4 miljoen, het advies van de onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap, vragen en opmerkingen van bepaalde minderheidsaandeelhouders en andere informatie die ter beschikking werd gesteld, besloot de Raad dat het in het vennootschapsbelang van de Vennootschap was om de Putoptie uit te oefenen. Op 28 juli 2022 heeft de Vennootschap Nyrstar Holdings Plc en Trafigura Pte Ltd. naar behoren in kennis gesteld van de uitoefening van de Putoptie overeenkomstig de voorwaarden van de Put Option Deed. De Vennootschap ontving de opbrengst van de uitoefening van de Putoptie op 29 juli 2022.
Documentatie met betrekking tot de beslissing van de Vennootschap om de Putoptie uit te oefenen werd gepubliceerd op de website van de Vennootschap nyrstarnv.be op 28 juli 2022. Bovendien werd een memo van Moore Law op 17 november 2022 gepubliceerd op de website van de Vennootschap, op verzoek van verschillende aandeelhouders. Deze documenten blijven daar beschikbaar op de datum van dit verslag.
Op 9 december 2019 werd een BAV gehouden om te beraadslagen over de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap en een voorgestelde kapitaalvermindering. De aandeelhouders verwierpen de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap. De aandeelhouders verwierpen ook de voorgestelde kapitaalvermindering, waardoor deze niet werd doorgevoerd.
Zoals hierboven uiteengezet, riep de Raad van Bestuur van de Vennootschap een nieuwe BAV bijeen om formeel te beslissen over de ontbinding van de Vennootschap, en indien goedgekeurd, een vereffenaar te benoemen. Ten gevolge van een beschikking van 26 juni 2020 van de voorzitter van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen (afdeling Antwerpen), op verzoek van een groep aandeelhouders, was het de Vennootschap echter verboden om een algemene vergadering te houden met de ontbinding van de Vennootschap op de agenda tot drie maanden nadat er een in kracht van gewijsde gegane beslissing over de aanstelling van een college van deskundigen (zie onder afdeling 8.3) zou zijn gewezen. Zoals aangekondigd op 14 februari 2023, in het licht van de aankondiging in de pers dat bepaalde aandeelhouders van de Vennootschap een cassatieberoep zouden instellen tegen het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 17 november 2022 met betrekking tot de vordering tot aanstelling van een college van deskundigen (welk beroep ondertussen is verworpen bij arrest van 2 mei 2024), was de Vennootschap van oordeel dat het niet opportuun is om hangende het cassatieberoep haar verplichting om de ontbinding op de agenda te plaatsen uit te voeren. De Vennootschap heeft derhalve aangekondigd dat zij geen stappen zou ondernemen om een algemene vergadering bijeen te roepen met de ontbinding als agendapunt (of voorbereidende handelingen daartoe te verrichten) tot het arrest van het Hof van Cassatie, en dat zij de markt tegen die tijd op de hoogte zou brengen. Op 2 mei 2024 heeft het Hof van Cassatie het beroep van de aandeelhouders verworpen. Op dezelfde dag kondigde de Vennootschap aan dat ze de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap op dat moment niet zou voorleggen aan de algemene vergadering en dat ze niet eerder op deze zaak zou terugkomen dan nadat de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) een uitspraak zal hebben gedaan over het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen dat door een groep van minderheidsaandeelhouders werd neergelegd op 11 maart 2024.
Naar aanleiding van de uitspraak van 9 januari 2025 van de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) om de beoordeling ten gronde van het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen dat door een groep van minderheidsaandeelhouders werd neergelegd op 11 maart 2024 uit te stellen, kondigde de Vennootschap op 6 februari 2025 aan dat ze op dit punt de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap op dat moment niet zal voorleggen aan de algemene vergadering en dat ze zou beoordelen of dit standpunt in het vennootschapsbelang van de Vennootschap moet worden heroverwogen, inclusief indien en wanneer er verdere ontwikkelingen zijn..
Deze opmerkingen zijn gebaseerd op de balans en de voorgestelde resultaatbestemming en zijn dus afhankelijk van de goedkeuring van de voorgestelde resultaatbestemming door de aandeelhouders van de Vennootschap. De statutaire jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Belgische boekhoudwetgeving.
Tijdens het laatste boekjaar genereerde de Vennootschap een netto verlies van EUR 4.471k en heeft ze een balanstotaal van EUR 13.343k per 31 december 2024.
Het operationeel resultaat vertoont een verlies van EUR 4.500k. Dit resultaat vloeit voort uit een bedrijfsopbrengst van EUR 1.889k en de bedrijfskosten van EUR 6.390k.
De bedrijfsopbrengsten zijn hoodzakelijk gerelateerd aan de terugbetaling van de diverse juridische kosten door de D&O verzekeraars van de Vennootschap.
De bedrijfskosten hebben voornamelijk betrekking op diensten en andere goederen voor EUR 5.040k, voornamelijk met betrekking tot audithonoraria, juridische en advieskosten, bestuurdersvergoedingen en andere administratieve diensten.
Het financiële resultaat heeft voornamelijk betrekking op:
In 2024 zijn er geen winstbelastingen geweest.
De vlottende activa per 31 december 2024 bestaan uit:
Het eigen vermogen op 31 december 2024 bedroeg negatief EUR 8.432k.
De wijzigingen in het eigen vermogen voor het boekjaar 2024 hebben betrekking op een verlies van EUR 4.471k.
De verplichtingen per 31 december 2024 hebben voornamelijk betrekking op:
De Raad van Bestuur stelt voor om het verlies van het lopende jaar van EUR 4.471k toe te wijzen aan de overgedragen verliezen.
De Vennootschap heeft het grootste deel van de opbrengst van de uitoefening van de Putoptie geïnvesteerd in de kortetermijndeposito's, met behoud van voldoende dagelijkse liquiditeit.
Voor informatie over het risicobeheer van de Vennootschap en het beheer van onzekerheden en informatie over het gebruik van financiële instrumenten door de Vennootschap wordt verwezen naar de verklaring inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.
Als gevolg van de Herstructurering en de uitkomst van de BAV van 9 december 2019, waar de aandeelhouders de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap verwierpen, is de jaarrekening van de Vennootschap op 31 december 2024 opgesteld op basis van discontinuïteit.
Op de datum van goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2024 heeft de Vennootschap geoordeeld dat ze, rekening houdend met haar beschikbare geldmiddelen, kasequivalenten en haar kasstroomprognoses voor de komende 12 maanden vanaf de goedkeuring door de Raad van Bestuur van de jaarrekening per 31 december 2024, voldoende liquiditeit heeft om aan haar huidige verplichtingen te voldoen en de behoefte aan werkkapitaal te dekken. De verwachte beschikbare liquiditeit van de Vennootschap omvat liquide middelen en termijndeposito's van EUR 12,5 miljoen per 31 december 2024 en is afhankelijk van verschillende zaken, waaronder de mogelijke benoeming van een vereffenaar en diens volgende stappen, het bestaan en de omvang van de juridische vorderingen tegen de Vennootschap die financiering van deze juridische procedures zouden kunnen vereisen en andere zaken die momenteel niet voorzien zijn, zoals beschreven in afdeling d) van de waarderingsregels hierboven. Als de benoeming van de vereffenaar verder wordt uitgesteld of niet door de aandeelhouders wordt goedgekeurd, of als de kosten hoger uitvallen dan nu verwacht, kan de Vennootschap aanvullende financiering nodig hebben. Het risico bestaat dat dergelijke aanvullende financiering niet beschikbaar is voor de Vennootschap of dat ze niet tegen aanvaardbare voorwaarden beschikbaar is. Er wordt ook verwezen naar de informatie over verbonden partijen met betrekking tot de verplichte vervroegde aflossing en de bepalingen inzake beperkt verhaal onder de Limited Recourse Loan Facility (voor zover deze van toepassing zijn na de ontvangst van de opbrengsten van de uitoefening van de Putoptie (zie ook de punten 2.2, 2.5.4 en 2.5.5 hierboven).
Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan na het einde van het boekjaar, behalve die welke in afdeling 8 hieronder worden vermeld.
Zoals hierboven beschreven werd op 9 december 2019 een BAV gehouden om te beraadslagen over de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap en een voorgestelde kapitaalvermindering. De aandeelhoudersvergadering verwierp de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap. De aandeelhoudersvergadering verwierp ook de voorgestelde kapitaalvermindering, waardoor deze niet werd uitgevoerd. De Raad van Bestuur van de Vennootschap had de nodige maatregelen genomen om samen met haar commissaris de nodige verslagen op te stellen en had een nieuwe BAV bijeenroepen om een voorstel tot vereffening formeel te overwegen. Die BAV zou eerst gehouden worden op 25 maart 2020, maar moest uitgesteld worden wegens de Covid-19 uitbraak en de overeenkomstige beperkingen die in Europa waren ingevoerd. De Vennootschap riep die BAV op 30 april 2020 opnieuw bijeen voor 2 juni 2020 en, als het vereiste aanwezigheidsquorum niet gehaald zou worden, voor 30 juni 2020.
Bepaalde aandeelhouders spanden een kortgeding aan voor de rechtbank van Antwerpen om de rechtbank te verzoeken te bevelen dat de beslissing over de ontbinding van de Vennootschap, na de BAV van 9 december 2019, wordt uitgesteld (i) tot drie maanden nadat een eindverslag is uitgebracht door een college van deskundigen waarvan de benoeming is gevraagd in een afzonderlijke procedure voor de rechtbank, of, als alternatief (ii) tot drie maanden nadat een definitieve beslissing is genomen in de voornoemde procedure over de benoeming van een college van deskundigen.
Op 26 juni 2020 verwierp de rechtbank van Antwerpen de vordering van de minderheidsaandeelhouders voor het uitstel tot drie maanden nadat een eindverslag is uitgebracht door een college van deskundigen waarvan de benoeming wordt gevraagd. De rechtbank heeft echter wel hun vordering toegewezen voor het uitstel van de beslissing over de ontbinding van de Vennootschap tot drie maanden nadat er een in definitieve (d.i. in kracht van gewijsde gegane) beslissing is over de aanstelling van een college van deskundigen. Bijgevolg werd, in overeenstemming met de beschikking van de rechtbank van 26 juni 2020, de voor 30 juni 2020 geplande (tweede) BAV met de besluiten over het voorstel tot ontbinding van de Vennootschap op de agenda, uitgesteld.
Zoals aangekondigd op 14 februari 2023, was de Vennootschap, in het licht van de aankondiging in de pers dat bepaalde aandeelhouders van de Vennootschap een beroep bij het Hof van Cassatie zouden instellen tegen het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 17 november 2022 met betrekking tot de vordering tot aanstelling van een college van deskundigen (welk beroep ondertussen is verworpen bij uitspraak van 2 mei 2024), van oordeel dat het niet opportuun was om hangende het cassatieberoep haar verplichting tot agendering van de ontbinding uit te voeren. De Vennootschap heeft derhalve aangekondigd dat zij geen stappen zou ondernemen om een algemene vergadering bijeen te roepen met de ontbinding als agendapunt (of voorbereidende handelingen daartoe te verrichten) tot de uitspraak van het Hof van Cassatie, en dat zij de markt tegen die tijd op de hoogte zou brengen. Op 2 mei 2024 heeft het Hof van Cassatie het beroep van de aandeelhouders verworpen. Op dezelfde dag kondigde de Vennootschap aan dat ze de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap op dat moment niet zou voorleggen aan de algemene vergadering en dat ze niet eerder op deze zaak zou terugkomen dan nadat de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) een uitspraak zal hebben gedaan over het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen dat door een groep van minderheidsaandeelhouders werd neergelegd op 11 maart 2024. Naar aanleiding van de uitspraak van 9 januari 2025 van de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) om de beoordeling ten gronde van het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen uit te stellen, kondigde de Vennootschap op 6 februari 2025 aan dat ze het in dit stadium niet in het belang van de Vennootschap achtte om de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap voor te leggen aan de algemene vergadering en dat ze zou beoordelen of dit standpunt in het vennootschapsbelang van de Vennootschap moet worden heroverwogen, inclusief indien en wanneer er verdere ontwikkelingen zijn.
De uitgestelde beslissing over het voorstel tot ontbinding of voortzetting van de Vennootschap en, desgevallend, de benoeming van een vereffenaar kan een negatief effect hebben op de liquiditeitspositie van de Vennootschap, aangezien de Vennootschap lopende kosten en kosten in verband met de hierboven en hieronder genoemde juridische procedures blijft maken. Als de benoeming van de vereffenaar verder dan zoals momenteel verwacht wordt uitgesteld of niet door de aandeelhoudersvergadering wordt goedgekeurd, of als de kosten hoger uitvallen dan momenteel wordt verwacht, kan de
Vennootschap zich genoodzaakt zien aanvullende financiering te verwerven. Het risico bestaat dat dergelijke aanvullende financiering niet beschikbaar is voor de Vennootschap of dat ze niet tegen aanvaardbare voorwaarden beschikbaar is.
8.2. Procedure ten gronde tegen onder andere Nyrstar en sommige van haar huidige en voormalige bestuurders
Op 29 mei 2020 heeft een groep aandeelhouders Nyrstar, enkele van haar huidige bestuurders en de voormalige commissaris van de Vennootschap, Deloitte, gedagvaard voor de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout). Deze dagvaarding werd op een aantal punten verbeterd door een nieuwe dagvaarding op 9 november 2020.
Nyrstar vernam dat dezelfde groep aandeelhouders rond dezelfde tijd ook dagvaardingen had uitgebracht tegen bepaalde voormalige bestuurders van Nyrstar en tegen Trafigura PTE Ltd. en Trafigura Group PTE Ltd. (de "Trafigura Vennootschappen").
In hun dagvaardingen brengen de eisende aandeelhouders onder andere de volgende vorderingen:
De behandeling van deze vorderingen is onmiddellijk na de inleidende zitting op 18 november 2020 (op verzoek van de eisende aandeelhouders) voor onbepaalde tijd uitgesteld, met uitzondering van de procedure tegen de Trafigura Vennootschappen, waarin conclusies zijn uitgewisseld tussen de laatste en de eisende aandeelhouders. Nyrstar begrijpt dat de groep van eisende aandeelhouders in deze conclusies een vordering heeft ingesteld tegen de Trafigura Vennootschappen tot nietigverklaring van bepaalde transacties sinds 2015.
Bij tussenvonnis van 26 juli 2022 heeft de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) de procedure tegen de Trafigura Vennootschappen samengevoegd met de procedure tegen sommige van de huidige en voormalige bestuurders van Nyrstar en Deloitte. Vervolgens zijn op 27 februari 2023 dertien nieuwe eisende aandeelhouders vrijwillig tussengekomen in deze procedure (die voor het overige voor onbepaalde tijd is opgeschort op verzoek van de eisende aandeelhouders).
Op 22 januari 2024 heeft Deloitte een conclusie in deze procedure neergelegd. In deze conclusies vraagt Deloitte dat de vorderingen van de eisende aandeelhouders als onontvankelijk, minstens ongegrond, worden verklaard en dat de eisende aandeelhouders worden veroordeeld tot de gerechtskosten. In ondergeschikte orde vraagt Deloitte dat Nyrstar en de bij deze procedure betrokken bestuurders hoofdelijk, in solidum, of de ene bij gebreke aan de andere worden veroordeeld om Deloitte te vrijwaren voor alle veroordelingen (met inbegrip van interesten en kosten) die zij zou oplopen ten opzichte van de eisende aandeelhouders.
Nyrstar merkt op dat noch de aansprakelijkheidsvorderingen, noch de vordering tot nietigverklaring tegen Nyrstar zijn ingesteld. Nyrstar betwist formeel de aantijgingen van de eisende aandeelhouders met betrekking tot de Vennootschap en zal deze behandelen in de procedure ten gronde.
Op 11 maart 2024 hebben de eisende aandeelhouders een verzoekschrift voor voorlopige maatregelen ingediend op basis van art. 19, lid 3 van het Gerechtelijk Wetboek. Zij dienden dit verzoek in in het kader van de (samengevoegde) procedure ten gronde die hangende is voor de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) tegen Nyrstar, enkele van haar huidige en voormalige bestuurders, de Trafigura Vennootschappen en Deloitte. De eisende aandeelhouders verzochten de rechtbank om de volgende voorlopige maatregelen op te leggen, zoals aangepast in hun conclusies van 30 augustus 2024:
De eisende aandeelhouders verzochten de rechtbank om enkel te oordelen over het verzoek tot voorlopige maatregelen en om de behandeling van de vorderingen ten gronde verder uit te stellen.
Het verzoek om voorlopige maatregelen werd besproken op de inleidingszitting van 25 april 2024. De pleidooien werden gehouden op 28 november 2024. De Vennootschap betwist de aantijgingen van de eisende aandeelhouders en verdedigde bijgevolg haar positie in de procedure met betrekking tot de voorlopige maatregelen.
Bij vonnis van 9 januari 2025 heeft de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) het verzoek tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder of lasthebber ad hoc ontvankelijk verklaard, maar beslist om de beoordeling van de gegrondheid van dit verzoek uit te stellen. De rechtbank stelde vast dat er momenteel geen aanwijzingen zijn dat de raad van bestuur van de Vennootschap niet naar behoren functioneert en merkte op dat er momenteel een procedure voor de sanctiecommissie van de FSMA hangende is, evenals een strafrechtelijk onderzoek. Met het oog hierop heeft de rechtbank de beoordeling ten gronde van het verzoek tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder of lasthebber ad hoc uitgesteld tot na een uitspraak van zowel de sanctiecommissie van de FSMA als de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling. De rechtbank heeft het verzoek dus voor onbepaalde tijd verdaagd.
8.4. Onderzoek door de FSMA en procedure voor de sanctiecommissie met betrekking tot de informatieverstrekking door Nyrstar
In september 2019 besliste het directiecomité van de FSMA om een onderzoek in te stellen naar de informatieverstrekking door Nyrstar. De FSMA heeft zelf op verschillende tijdstippen over dit onderzoek gecommuniceerd:
Nyrstar bevestigt dat het Directiecomité van de FSMA haar op 30 september 2022 in kennis heeft gesteld van de grieven, haar het definitieve verslag van het onderzoek van de auditeur heeft bezorgd en het dossier vervolgens heeft doorverwezen naar de sanctiecommissie.
Ondertussen heeft het directiecomité van de FSMA ook het dossier tegen de bestuurders van Nyrstar die in functie waren op het ogenblik van de feiten, doorverwezen naar de sanctiecommissie. De sanctiecommissie heeft deze zaak vervolgens samengevoegd met de zaak tegen Nyrstar, alsook in het verlengde daarvan een kalender bepaald.
Nyrstar is van mening dat zij te allen tijde de vereiste informatie overeenkomstig de relevante financiële regelgeving en wetgeving heeft bekendgemaakt, en verdedigt dit standpunt in de procedure die thans hangende is voor de sanctiecommissie. Zij zal niet verder ingaan op de inhoud of het verloop van deze lopende procedure, gelet op het vertrouwelijke karakter ervan. De hoorzittingen voor de sanctiecommissie van de FSMA zijn afgelopen.
Nyrstar is op de hoogte van de volgende gerechtelijke onderzoeken.
In 2019 werd een gerechtelijk onderzoek opgestart in Brussel nadat verschillende personen een klacht met burgerlijke partijstelling hadden ingediend. In een beslissing van 1 oktober 2024 besliste de raadkamer van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel om de Vennootschap te ontslaan van rechtsvervolging in dit onderzoek. Tegen deze beslissing werd beroep aangetekend. Bij vonnis van 5 maart 2025 heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Franstalige hof van beroep te Brussel het vonnis van de raadkamer bevestigd en de Vennootschap ontslagen van rechtsvervolging. De kamer van inbeschuldigingstelling oordeelde dat er geen redenen waren om het strafdossier door te verwijzen naar de onderzoeksrechter van het gerechtelijk onderzoek te Antwerpen, zoals de burgerlijke partijen hadden gevraagd. Ze bevestigde dat het onderzoek op geen enkel moment voldoende gronden heeft opgeleverd om Nyrstar voor de strafrechter te brengen, en dat het hier gaat om een vennootschapsrechtelijk geschil tussen aandeelhouders, dat onder de bevoegdheid van de ondernemingsrechtbank valt. De raadkamer zag ook niet in hoe Nyrstar voordeel had kunnen halen uit de bestreden handelingen. De raadkamer was kritisch over het strafrechtelijk beleid van de Belgische Staat, in het bijzonder over het gebrek aan capaciteit om (bijkomende) onderzoeksmaatregelen uit te voeren. De raadkamer had vastgesteld dat, ook in deze zaak, niet alle door de onderzoeksrechter toegekende aanvullende onderzoeksmaatregelen waren uitgevoerd. Omdat de raadkamer van oordeel is dat de Belgische Staat in deze zaak nalatig is geweest ten gevolge van zijn strafrechtelijk beleid en de situatie kennelijk onredelijk is, veroordeelde zij de burgerlijke partij die aanvankelijk een klacht had ingediend, tot de betaling van enkel een symbolische procedurevergoeding van EUR 1 aan Nyrstar. De rechtbank veroordeelde de andere burgerlijke partij die betrokken was bij het beroep niet tot betaling van een procedurele compensatie, aangezien haar klacht het strafrechtelijk onderzoek niet had opgestart. De Vennootschap werd ervan op de hoogte gebracht dat er geen beroep werd aangetekend bij het Hof van Cassatie tegen het vonnis van de kamer van inbeschuldigingstelling, dat bijgevolg definitief is.
In 2020 werd een gerechtelijk onderzoek gestart in Mechelen.
In 2022 werd een onderzoek gestart door het parket van Antwerpen, dat later werd afgesloten. Ook in Antwerpen loopt een gerechtelijk onderzoek, in het kader waarvan een huiszoeking heeft plaatsgevonden.
Bij beslissing van 24 oktober 2024 heeft de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen beslist om de onderzoeksrechter te Mechelen te ontslaan van het strafrechtelijk onderzoek naar Nyrstar NV, met het oog op de overdracht van het strafdossier aan de onderzoeksrechter van het gerechtelijk onderzoek te Antwerpen. Tegen deze beslissing werd geen beroep aangetekend. Het gerechtelijk onderzoek in Mechelen wordt dus overgebracht naar Antwerpen.
De Vennootschap werkt volledig en loyaal mee met betrekking tot elk (gerechtelijk) onderzoek. Zij zal verder geen commentaar geven op de inhoud of stand ervan.
De Vennootschap heeft geen bijkantoren.
Tot 31 juli 2019 ondernam de Groep onderzoeks' en ontwikkelingsactiviteiten door middel van een aantal activiteiten in verschillende productievestigingen van de Groep. Deze onderzoeks en ontwikkelingsactiviteiten concentreerden zich voornamelijk op de productie van verschillende niet-grondstofwaardige legeringsproducten en bijproducten in de Metaalverwerkingsactiviteiten van Nyrstar met een hoge marge. Na de voltooiing van de Herstructurering op 31 juli 2019 doet de Vennootschap niet aan onderzoek of ontwikkeling.
Op 31 december 2024 en 2023 bezat de Vennootschap geen eigen aandelen.
| Per 31 december 109.873.001 |
109.873.001 | |
|---|---|---|
| Eigen aandelen | - | - |
| Uitstaande aandelen | 109.873.001 | 109.873.001 |
| Uitgegeven aandelen | 2024 | 2023 |
| Beweging in de uitstaande aandelen | 2024 | 2023 |
|---|---|---|
| Per 1 januari Kapitaalsverhoging |
109.873.001 - |
109.873.001 - |
| Overdracht in kader van LTIP | - | - |
| Per 31 december | 109.873.001 | 109.873.001 |
Bestuurders worden geacht hun persoonlijke en zakelijke activiteiten zo te regelen dat ze belangenconflicten met de Vennootschap vermijden. Elke bestuurder met een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap (zoals uiteengezet in artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen) naar aanleiding van een bepaald agendapunt van de Raad van Bestuur, moet dit melden aan de commissaris van de Vennootschap en zijn medebestuurders. Hij mag dan niet deelnemen aan de beraadslagingen of de stemming over dat punt. Bepaling 1.4 van het Charter omschrijft de procedure voor transacties tussen Nyrstar en de bestuurders die niet gedekt worden door de wettelijke bepalingen op het belangenconflict.
Tijdens het boekjaar eindigend op 31 december 2024 heeft zich één (1) situatie voorgedaan tijdens een vergadering van de Raad van Bestuur die onder het toepassingsgebied van artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen viel. Tijdens de vergadering van 17 juli 2024 paste de Raad van Bestuur de procedure van artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen toe met betrekking tot een beslissing over de vergoeding van de leden van de Bijzondere Comités:
"Alvorens de beraadslaging over dit agendapunt aan te vatten, verklaart de heer Marc Taeymans dat hij een rechtstreeks belangenconflict heeft, aangezien het ook gaat over zijn vergoeding in zijn hoedanigheid van lid van het Bijzonder Comité voor de lopende FSMA-procedure en het Bijzonder Comité voor de lopende procedure ten gronde. De Secretaris van de Vennootschap merkt op dat de andere bestuurder met een rechtstreeks belangenconflict voor dit agendapunt mevrouw Jane Moriarty is, aangezien het haar vergoeding betreft in haar hoedanigheid als lid van het Bijzonder Comité voor de lopende FSMA-procedure. De Secretaris van de Vennootschap merkt verder op dat mevrouw Moriarty niet aanwezig is op de vergadering van de Raad van Bestuur en daarom niet zal deelnemen aan de beraadslagingen over dit agendapunt. De heer Marc Taeymans deelt mee dat hij, wegens zijn rechtstreeks conflict, de vergadering op dit ogenblik zal verlaten voor de beraadslaging over dit agendapunt. De Secretaris van de Vennootschap merkt op dat de heer Taeymans de vergadering van de Raad van Bestuur om 14.10 uur CEST heeft verlaten.
De Secretaris van de Vennootschap merkt op dat het Benoemings- en Remuneratiecomité op 12 juli 2024 is samengekomen om de vergoeding van de leden van de Bijzondere Comités te bespreken. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft unaniem aanbevolen dat de Raad van Bestuur een eenmalige vergoeding goedkeurt van EUR 5.000 voor elk van de bestuurders die momenteel lid zijn van het Bijzonder Comité voor de lopende FSMA-procedure (d.w.z. mevrouw Jane Moriarty en de heer Marc Taeymans) en een eenmalige vergoeding van EUR 10.000 voor de enige bestuurder die momenteel lid is van het Bijzonder Comité voor de lopende procedure ten gronde (d.w.z. de heer Marc Taeymans). De eenmalige betalingen zouden bedoeld zijn om de bestuurders te vergoeden voor hun extra verantwoordelijkheden en tijdsbesteding sinds de start van zowel de Bijzondere Comités als toekomstige werkzaamheden tot eind 2024. Het Benoemings- en Remuneratiecomité zou in 2025 opnieuw beoordelen of er bijkomende vergoedingen nodig zouden zijn voor het werk dat de bestuurders in 2025 hebben uitgevoerd en nog zullen uitvoeren. Voor alle duidelijkheid werd opgemerkt dat er geen bijkomende vergoeding zou worden betaald aan de twee adviserende managers van de Vennootschap (d.w.z. de Secretaris van de Vennootschap en de CFO) voor hun lidmaatschap van de twee Bijzondere Comités.
De niet-conflicterende leden van de Raad van Bestuur besloten unaniem om de bijkomende vergoeding voor mevrouw Jane Moriarty en de heer Marc Taeymans goed te keuren. De Secretaris van de Vennootschap en de CFO merkten op dat zij instructies zouden geven aan de accountants van de Vennootschap om de eenmalige betaling uit te voeren op basis van de goedkeuring van de Raad van Bestuur."
Wanneer beslissingen of verrichtingen door de Vennootschap worden genomen waarbij haar verbonden partijen zijn betrokken in de zin van IAS 24, zijn ze onderworpen aan de besluitvormingsprocedure zoals uiteengezet in artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Er hebben in het boekjaar eindigend op 31 december 2024 geen beslissingen of verrichtingen plaatsgevonden die onder het toepassingsgebied van artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen vielen.
De elementen die moeten worden opgegeven in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 voor zover die elementen van aard zijn een gevolg te hebben in geval van een openbare overnamebieding, worden gedetailleerd besproken in de verklaring inzake deugdelijk bestuur in bijlage B bij dit rapport.
Het Auditcomité bestaat uit minstens drie bestuurders. Alle leden van het Auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. Overeenkomstig het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen, moeten alle leden van het Auditcomité nietuitvoerende bestuurders zijn, en moet minstens één lid van het Auditcomité onafhankelijk zijn in de zin van de Belgische Corporate Governance Code. De leden van het Auditcomité op datum van 31 december 2024 waren Anne Fahy (Voorzitter), Jane Moriarty, Carole Cable en Marc Taeymans. De huidige samenstelling van het Auditcomité leeft het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen na. Voor de verantwoording van de onafhankelijkheid en de deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van de leden van het Auditcomité wordt verwezen naar de verklaring inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.
De leden van het Auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van de Vennootschap, alsook in boekhouding, audit en financiën. De huidige Voorzitter van het Auditcomité is deskundig op het gebied van boekhouding en audit, zoals wordt aangetoond door haar voorgaande functies als Chief Financial Officer bij BP's Aviation Fuels business. Volgens de Raad van Bestuur voldoen de andere leden van het Auditcomité ook aan deze vereiste, zoals aangetoond door de verschillende mandaten in het senior management en bestuursmandaten die zij in het verleden hebben bekleed en momenteel bekleden (zie ook "—Andere Mandaten" in de verklaring inzake deugdelijk bestuur).
De opdrachten van het Auditcomité kunnen variëren naargelang de omstandigheden. Het Auditcomité heeft echter hoofdzakelijk de volgende taken (artikel 7:99 §4 WVV):
Het Auditcomité rapporteert regelmatig aan de Raad van Bestuur over de uitoefening van haar opdrachten, inclusief bij het voorbereiden van de jaarrekening.
In principe komt het Auditcomité zo vaak samen als nodig voor de efficiënte werking van het Auditcomité, maar minstens tweemaal per jaar.
De Raad van Bestuur verzoeken de aandeelhouders van de Vennootschap om de hierbijgevoegde enkelvoudige jaarrekening te willen goedkeuren en om kwijting te willen verlenen aan de Bestuurders van de Vennootschap en aan de commissaris voor de uitoefening van hun mandaat gedurende het boekjaar van de Vennootschap.
* * *
Gedaan te Brussel op 17 april 2025
Namens de Raad van Bestuur,
Martyn Konig Bestuurder
___________________________ ___________________________
Anne Fahy Bestuurder
Bijlage A: Statutaire jaarrekening van Nyrstar NV voor het jaar eindigend op 31 december 2024
Bijlage B: Verantwoordelijkheidsverklaring van Nyrstar NV voor het jaar eindigend op 31 december 2024
Bijlage C: Verklaring inzake deugdelijk bestuur in overeenstemming met artikel 3:6 §2 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen
Bijlage D: Remuneratieverslag in overeenstemming met artikel 3:6 §3 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen
Statutaire jaarrekening van Nyrstar NV voor het jaar eindigend op 31 december 2024
[Apart document]
Ondergetekende, Martyn Konig, Voorzitter van de Raad van Bestuur, en Anne Fahy, Bestuurder, verklaren dat voor zover zij weten:
Brussel, 17 april 2025
Martyn Konig Anne Fahy Voorzitter van de Raad van Bestuur Bestuurder
Verklaring inzake deugdelijk bestuur in overeenstemming met artikel 3:6 §2 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen
[Apart document]
[Apart document]
| JAARREKENING EN/OF ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| IDENTIFICATIEGEGEVENS (op datum van neerlegging) | Nyrstar | ||||
| NAAM: Nyrstar |
|||||
| 1 Rechtsvorm : |
Naamloze vennootschap | ||||
| Adres: Zinkstraat |
Nr.: 1 |
||||
| Postnummer: 2490 |
Gemeente: Balen |
||||
| Land: België |
|||||
| 2 Internetadres : E-mailadres : 2 |
Rechtspersonenregister (RPR) - Ondernemingsrechtbank van | Antwerpen, afdeling Turnhout | |||
| Ondernemingsnummer | 0888728945 | ||||
| DATUM | 10/07/2020 de oprichtingsakte en van de akte tot statutenwijziging vermeldt. |
van de neerlegging van het recentste stuk dat de datum van bekendmaking van | |||
| Deze neerlegging betreft : 3 | |||||
| de JAARREKENING in X |
4 EURO (2 decimalen) |
goedgekeurd door de algemene vergadering van | 24/06/2025 | ||
| de ANDERE DOCUMENTEN X |
|||||
| met betrekking tot | |||||
| het boekjaar dat de periode dekt van | tot 1/01/2024 |
31/12/2024 | |||
| het vorig boekjaar van de jaarrekening van | tot 1/01/2023 |
31/12/2023 | |||
| 5 De bedragen van het vorige boekjaar zijn zijn niet / |
identiek met die welke eerder openbaar werden gemaakt. | ||||
| Totaal aantal neergelegde bladen: | 46 | Nummers van de secties van het standaardmodel die niet werden neergelegd | |||
| omdat ze niet dienstig zijn: | 6.18.2, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15 | 6.1, 6.2.1, 6.2.2, 6.2.3, 6.2.4, 6.2.5, 6.3.1, 6.3.2, 6.3.3, 6.3.4, 6.3.5, 6.3.6, 6.4.1, 6.4.2, 6.4.3, 6.5.1, 6.5.2, 6.17, | |||
| Handtekening (naam en hoedanigheid) |
Handtekening (naam en hoedanigheid) |
||||
| Martyn Konig | Anne Fahy | ||||
| Bestuurder | Bestuurder |
VOL-kap 1
In voorkomend geval wordt na de rechtsvorm "in vereffening" vermeld. 1
Facultatieve vermelding. 2
3 Aanvinken van het (de) gepaste vak(ken).
Indien nodig, aanpassen van de eenheid en munt waarin de bedragen zijn uitgedrukt. 4
Schrappen wat niet van toepassing is. 5
VOLLEDIGE LIJST met naam, voornamen, beroep, woonplaats (adres, nummer, postnummer en gemeente) en functie in de vennootschap
Fahy Anne Zinkstraat 1, 2490 Balen, België
Mandaat: Bestuurder, begin: 26/06/2024, einde: 27/06/2028
Cable Carole Zinkstraat 1, 2490 Balen, België
Mandaat: Bestuurder, begin: 29/06/2021, einde: 24/06/2025
Zinkstraat 1, 2490 Balen, België
Mandaat: Bestuurder, begin: 27/06/2023, einde: 29/06/2027
Zinkstraat 1, 2490 Balen, België
Mandaat: Voorzitter van de raad van bestuur, begin: 27/06/2023, einde: 29/06/2027
Zinkstraat 1, 2490 Balen, België
Mandaat: Bestuurder, begin: 27/06/2023, einde: 29/06/2027
Lidmaatschapsnummer: B00023 Vincilaan 9, bus E.6, 1930 Zaventem, België Mandaat: Commissaris, begin: 27/06/2023, einde: 30/06/2026 Vertegenwoordigd door:
Claes Gert 1.
Da Vincilaan 9 , bus E.6 1930 Zaventem België
, Lidmaatschapsnummer: A01775
Het bestuursorgaan verklaart dat geen enkele opdracht voor nazicht of correctie werd gegeven aan iemand die daar wettelijk niet toe gemachtigd is met toepassing van artikel 5 van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur.
De jaarrekening werd / werd niet * geverifieerd of gecorrigeerd door een gecertificeerd accountant of door een bedrijfsrevisor die niet de commissaris is.
In bevestigend geval, moeten hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke gecertificeerde accountant of bedrijfsrevisor en zijn lidmaatschapsnummer bij zijn Instituut, evenals de aard van zijn opdracht:
Indien taken bedoeld onder A. of onder B. uitgevoerd zijn door accountants of door fiscaal accountants, kunnen hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke accountant of fiscaal accountant en zijn lidmaatschapsnummer bij het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (IBA), evenals de aard van zijn opdracht.
| Naam, voornamen, beroep en woonplaats | Lidmaatschaps nummer |
Aard van de opdracht (A, B, C en/of D) |
|---|---|---|
* Schrappen wat niet van toepassing is.
** Facultatieve vermelding.
| Toel. | Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | ||||
| OPRICHTINGSKOSTEN | 6.1 | 20 | ||
| VASTE ACTIVA | 21/28 | |||
| Immateriële vaste activa | 6.2 | 21 | ||
| Materiële vaste activa | 6.3 | 22/27 | ||
| Terreinen en gebouwen | 22 | |||
| Installaties, machines en uitrusting | 23 | |||
| Meubilair en rollend materieel | 24 | |||
| Leasing en soortgelijke rechten | 25 | |||
| Overige materiële vaste activa | 26 | |||
| Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | 27 | |||
| Financiële vaste activa | 6.4 / 6.5.1 |
28 | ||
| Verbonden ondernemingen | 6.15 | 280/1 | ||
| Deelnemingen | 280 | |||
| Vorderingen | 281 | |||
| Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat |
6.15 | 282/3 | ||
| Deelnemingen | 282 | |||
| Vorderingen | 283 | |||
| Andere financiële vaste activa | 284/8 | |||
| Aandelen | 284 | |||
| Vorderingen en borgtochten in contanten | 285/8 | |||
| Toel. | Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|---|
| VLOTTENDE ACTIVA | 29/58 | 13.343.148,97 | 16.211.966,96 | |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 29 | |||
| Handelsvorderingen | 290 | |||
| Overige vorderingen | 291 | |||
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 3 | |||
| Voorraden | 30/36 | |||
| Grond- en hulpstoffen | 30/31 | |||
| Goederen in bewerking | 32 | |||
| Gereed product | 33 | |||
| Handelsgoederen | 34 | |||
| Onroerende goederen bestemd voor verkoop | 35 | |||
| Vooruitbetalingen | 36 | |||
| Bestellingen in uitvoering | 37 | |||
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 40/41 | 550.534,66 | 321.505,95 | |
| Handelsvorderingen | 40 | |||
| Overige vorderingen | 41 | 550.534,66 | 321.505,95 | |
| Geldbeleggingen | 6.5.1 / 6.6 |
50/53 | 11.000.000,00 | 13.000.000,00 |
| Eigen aandelen | 50 | |||
| Overige beleggingen | 51/53 | 11.000.000,00 | 13.000.000,00 | |
| Liquide middelen | 54/58 | 1.520.289,03 | 1.915.376,70 | |
| Overlopende rekeningen | 6.6 | 490/1 | 272.325,28 | 975.084,31 |
| TOTAAL VAN DE ACTIVA | 20/58 | 13.343.148,97 | 16.211.966,96 |
| Toel. | Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|---|
| PASSIVA | ||||
| EIGEN VERMOGEN | 10/15 | -8.431.977,81 | -3.960.901,78 | |
| Inbreng | 6.7.1 | 10/11 | 1.330.530.636,44 | 1.330.530.636,44 |
| Kapitaal | 10 | 114.134.760,97 | 114.134.760,97 | |
| Geplaatst kapitaal | 100 | 114.134.760,97 | 114.134.760,97 | |
| 6 Niet-opgevraagd kapitaal |
101 | |||
| Buiten kapitaal | 11 | 1.216.395.875,47 | 1.216.395.875,47 | |
| Uitgiftepremies | 1100/10 | 1.216.395.875,47 | 1.216.395.875,47 | |
| Andere | 1109/19 | |||
| Herwaarderingsmeerwaarden | 12 | |||
| Reserves | 13 | 16.257.028,06 | 16.257.028,06 | |
| Onbeschikbare reserves | 130/1 | 16.257.028,06 | 16.257.028,06 | |
| Wettelijke reserve | 130 | 16.257.028,06 | 16.257.028,06 | |
| Statutair onbeschikbare reserves | 1311 | |||
| Inkoop eigen aandelen | 1312 | |||
| Financiële steunverlening | 1313 | |||
| Overige | 1319 | |||
| Belastingvrije reserves | 132 | |||
| Beschikbare reserves | 133 | |||
| Overgedragen winst (verlies) | (+)/(-) | 14 | -1.355.219.642,31 | -1.350.748.566,28 |
| Kapitaalsubsidies | 15 | |||
| Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het 7 netto-actief |
19 | |||
| VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN | 16 | 10.744.967,68 | 9.396.097,76 | |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 160/5 | 10.744.967,68 | 9.396.097,76 | |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 160 | |||
| Belastingen | 161 | |||
| Grote herstellings- en onderhoudswerken | 162 | |||
| Milieuverplichtingen | 163 | |||
| Overige risico's en kosten | 6.8 | 164/5 | 10.744.967,68 | 9.396.097,76 |
| Uitgestelde belastingen | 168 |
Bedrag in mindering te brengen van het geplaatst kapitaal. 6
Bedrag in mindering te brengen van de andere bestanddelen van het eigen vermogen. 7
| Toel. | Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|---|
| SCHULDEN | 17/49 | 11.030.159,10 | 10.776.770,98 | |
| Schulden op meer dan één jaar | 6.9 | 17 | ||
| Financiële schulden | 170/4 | |||
| Achtergestelde leningen | 170 | |||
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 171 | |||
| Leasingschulden en soortgelijke schulden | 172 | |||
| Kredietinstellingen | 173 | |||
| Overige leningen | 174 | |||
| Handelsschulden | 175 | |||
| Leveranciers | 1750 | |||
| Te betalen wissels | 1751 | |||
| Vooruitbetalingen op bestellingen | 176 | |||
| Overige schulden | 178/9 | |||
| Schulden op ten hoogste één jaar | 6.9 | 42/48 | 10.850.267,58 | 10.598.442,27 |
| Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen |
42 | |||
| Financiële schulden | 43 | 10.485.695,27 | 10.059.138,49 | |
| Kredietinstellingen | 430/8 | |||
| Overige leningen | 439 | 10.485.695,27 | 10.059.138,49 | |
| Handelsschulden | 44 | 343.007,49 | 500.974,31 | |
| Leveranciers | 440/4 | 343.007,49 | 500.974,31 | |
| Te betalen wissels | 441 | |||
| Vooruitbetalingen op bestellingen | 46 | |||
| Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten |
6.9 | 45 | 21.564,82 | 38.329,47 |
| Belastingen | 450/3 | 16.564,82 | 16.316,83 | |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 454/9 | 5.000,00 | 22.012,64 | |
| Overige schulden | 47/48 | |||
| Overlopende rekeningen | 6.9 | 492/3 | 179.891,52 | 178.328,71 |
| TOTAAL VAN DE PASSIVA | 10/49 | 13.343.148,97 | 16.211.966,96 |
| Toel. | Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 70/76A | 1.889.047,80 | 3.584.339,22 | ||
| Omzet | 6.10 | 70 | |||
| Voorraad goederen in bewerking en gereed product en bestellingen in uitvoering: toename (afname) |
(+)/(-) | 71 | |||
| Geproduceerde vaste activa | 72 | ||||
| Andere bedrijfsopbrengsten | 6.10 | 74 | 35.051,83 | 33.025,32 | |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 6.12 | 76A | 1.853.995,97 | 3.551.313,90 | |
| Bedrijfskosten | 60/66A | 6.389.890,77 | 5.060.102,39 | ||
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 60 | ||||
| Aankopen | 600/8 | ||||
| Voorraad: afname (toename) | (+)/(-) | 609 | |||
| Diensten en diverse goederen | 61 | 5.039.935,33 | 5.070.617,88 | ||
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | (+)/(-) | 6.10 | 62 | ||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa |
630 | ||||
| Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in | |||||
| uitvoering en handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen) |
(+)/(-) | 6.10 | 631/4 | ||
| Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) |
(+)/(-) | 6.10 | 635/8 | -5.230,08 | -11.767,68 |
| Andere bedrijfskosten | 6.10 | 640/8 | 1.085,52 | 1.252,19 | |
| Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfs kosten |
(-) | 649 | |||
| Niet-recurrente bedrijfskosten | 6.12 | 66A | 1.354.100,00 | ||
| Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) | (+)/(-) | 9901 | -4.500.842,97 | -1.475.763,17 |
| Toel. | Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Financiële opbrengsten | 75/76B | 461.066,76 | 386.635,76 | ||
| Recurrente financiële opbrengsten | 75 | 461.066,76 | 386.635,76 | ||
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 750 | ||||
| Opbrengsten uit vlottende activa | 751 | 460.891,66 | 386.510,00 | ||
| Andere financiële opbrengsten | 6.11 | 752/9 | 175,10 | 125,76 | |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten | 6.12 | 76B | |||
| Financiële kosten | 6.11 | 65/66B | 431.299,82 | 374.437,68 | |
| Recurrente financiële kosten | 65 | 431.299,82 | 374.437,68 | ||
| Kosten van schulden | 650 | 428.119,59 | 367.698,70 | ||
| Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan voorraden, bestellingen in uitvoering en handels vorderingen: toevoegingen (terugnemingen) |
(+)/(-) | 651 | |||
| Andere financiële kosten | 652/9 | 3.180,23 | 6.738,98 | ||
| Niet-recurrente financiële kosten | 6.12 | 66B | |||
| Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting | (+)/(-) | 9903 | -4.471.076,03 | -1.463.565,09 | |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 780 | ||||
| Overboeking naar de uitgestelde belastingen | 680 | ||||
| Belastingen op het resultaat | (+)/(-) | 6.13 | 67/77 | ||
| Belastingen | 670/3 | ||||
| Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen |
77 | ||||
| Winst (Verlies) van het boekjaar | (+)/(-) | 9904 | -4.471.076,03 | -1.463.565,09 | |
| Onttrekking aan de belastingvrije reserves | 789 | ||||
| Overboeking naar de belastingvrije reserves | 689 | ||||
| Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar | (+)/(-) | 9905 | -4.471.076,03 | -1.463.565,09 |
| Nr. | 0888728945 | VOL-kap 5 | ||
|---|---|---|---|---|
| ----- | ------------ | -- | ----------- | -- |
RESULTAATVERWERKING
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | ||
|---|---|---|---|---|
| Te bestemmen winst (verlies) | (+)/(-) | 9906 | -1.355.219.642,31 | -1.350.748.566,28 |
| Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar | (+)/(-) | (9905) | -4.471.076,03 | -1.463.565,09 |
| Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar | (+)/(-) | 14P | -1.350.748.566,28 | -1.349.285.001,19 |
| Onttrekking aan het eigen vermogen | 791/2 | |||
| aan de inbreng | 791 | |||
| aan de reserves | 792 | |||
| Toevoeging aan het eigen vermogen | 691/2 | |||
| aan de inbreng | 691 | |||
| aan de wettelijke reserve | 6920 | |||
| aan de overige reserves | 6921 | |||
| Over te dragen winst (verlies) | (+)/(-) | (14) | -1.355.219.642,31 | -1.350.748.566,28 |
| Tussenkomst van de vennoten in het verlies | 794 | |||
| Uit te keren winst | 694/7 | |||
| Vergoeding van de inbreng | 694 | |||
| Bestuurders of zaakvoerders | 695 | |||
| Werknemers | 696 | |||
| Andere rechthebbenden | 697 |
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|
| OVERIGE GELDBELEGGINGEN | |||
| Aandelen en geldbeleggingen andere dan vastrentende beleggingen | 51 | ||
| Aandelen - Boekwaarde verhoogd met het niet-opgevraagde bedrag | 8681 | ||
| Aandelen - Niet-opgevraagd bedrag | 8682 | ||
| Edele metalen en kunstwerken | 8683 | ||
| Vastrentende effecten | 52 | ||
| Vastrentende effecten uitgegeven door kredietinstellingen | 8684 | ||
| Termijnrekeningen bij kredietinstellingen | 53 | 11.000.000,00 | 13.000.000,00 |
| Met een resterende looptijd of opzegtermijn van | |||
| hoogstens één maand | 8686 | ||
| meer dan één maand en hoogstens één jaar | 8687 | 11.000.000,00 | 13.000.000,00 |
| meer dan één jaar | 8688 | ||
| Hierboven niet-opgenomen overige geldbeleggingen | 8689 | ||
| Boekjaar | |
|---|---|
| OVERLOPENDE REKENINGEN | |
| Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt | |
| Kosten verzekering | 120.766,77 |
| Diverse erelonen - consultants | 577,75 |
| Telefoon/communicatie | 16.305,53 |
| Advocaatkosten niet terugbet. door verzekering | 43.454,10 |
| Lidgelden en bijdragen | 2.083,34 |
| Ontvangen intresten | 28.147,79 |
| Erelonen commissaris | 60.990,00 |
Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
Wijzigingen tijdens het boekjaar
Samenstelling van het kapitaal Soorten aandelen
Aandelen op naam
Gedematerialiseerde aandelen
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar |
|---|---|---|
| 100P | XXXXXXXXXXXXXX | 114.134.760,97 |
| (100) | 114.134.760,97 |
| Codes | Bedragen | Aantal aandelen | |
|---|---|---|---|
| Wijzigingen tijdens het boekjaar | |||
| Samenstelling van het kapitaal | |||
| Gewone aandelen zonder vermelding van nominale waarde | 114.134.760,97 | 109.873.001 | |
| Aandelen op naam | 8702 | XXXXXXXXXXXXXX | 7.429.434 |
| Gedematerialiseerde aandelen | 8703 | XXXXXXXXXXXXXX | 102.443.567 |
| Codes | Niet-opgevraagd bedrag | Opgevraagd, niet-gestort bedrag |
|
|---|---|---|---|
| Niet-gestort kapitaal | |||
| Niet-opgevraagd kapitaal | (101) | XXXXXXXXXXXXXX | |
| Opgevraagd, niet-gestort kapitaal | 8712 | XXXXXXXXXXXXXX | |
| Aandeelhouders die nog moeten volstorten | |||
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| Eigen aandelen | ||
| Gehouden door de vennootschap zelf | ||
| Kapitaalbedrag | 8721 | |
| Aantal aandelen | 8722 | |
| Gehouden door haar dochters | ||
| Kapitaalbedrag | 8731 | |
| Aantal aandelen | 8732 | |
| Verplichtingen tot uitgifte van aandelen | ||
| Als gevolg van de uitoefening van conversierechten | ||
| Bedrag van de lopende converteerbare leningen | 8740 | |
| Bedrag van het te plaatsen kapitaal | 8741 | |
| Maximum aantal uit te geven aandelen | 8742 | |
| Als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten | ||
| Aantal inschrijvingsrechten in omloop | 8745 | |
| Bedrag van het te plaatsen kapitaal | 8746 | |
| Maximum aantal uit te geven aandelen | 8747 | |
| Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal | 8751 |
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| Aandelen buiten kapitaal | ||
| Verdeling | ||
| Aantal aandelen | 8761 | |
| Daaraan verbonden stemrecht | 8762 | |
| Uitsplitsing van de aandeelhouders | ||
| Aantal aandelen gehouden door de vennootschap zelf | 8771 | |
| Aantal aandelen gehouden door haar dochters | 8781 | |
BIJKOMENDE TOELICHTING MET BETREKKING TOT DE INBRENG (WAARONDER DE INBRENG IN NIJVERHEID)

zoals die blijkt uit de kennisgevingen die de vennootschap heeft ontvangen overeenkomstig artikel 7:225 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, artikel 14, 4de lid van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen of artikel 5 van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels betreffende bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten.
| Boekjaar | |
|---|---|
| UITSPLITSING VAN DE POST 164/5 VAN DE PASSIVA INDIEN DAARONDER EEN BELANGRIJK | |
| BEDRAG VOORKOMT. | |
| Provisie voor vereffeningskosten | 10.733.200,00 |
| Provisie voor verplichtingen uit andere aandelen optieplannen | 11.767,68 |
Codes Boekjaar
| Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | ||
|---|---|---|
| Financiële schulden | 8801 | |
| Achtergestelde leningen | 8811 | |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 8821 | |
| Leasingschulden en soortgelijke schulden | 8831 | |
| Kredietinstellingen | 8841 | |
| Overige leningen | 8851 | |
| Handelsschulden | 8861 | |
| Leveranciers | 8871 | |
| Te betalen wissels | 8881 | |
| Vooruitbetalingen op bestellingen | 8891 | |
| Overige schulden | 8901 | |
| Totaal der schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | (42) | |
| Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar doch hoogstens 5 jaar | ||
| Financiële schulden | 8802 | |
| Achtergestelde leningen | 8812 | |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 8822 | |
| Leasingschulden en soortgelijke schulden | 8832 | |
| Kredietinstellingen | 8842 | |
| Overige leningen | 8852 | |
| Handelsschulden | 8862 | |
| Leveranciers | 8872 | |
| Te betalen wissels | 8882 | |
| Vooruitbetalingen op bestellingen | 8892 | |
| Overige schulden | 8902 | |
| Totaal der schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar doch hoogstens 5 jaar | 8912 | |
| Schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar | ||
| Financiële schulden | 8803 | |
| Achtergestelde leningen | 8813 | |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 8823 | |
| Leasingschulden en soortgelijke schulden | 8833 | |
| Kredietinstellingen | 8843 | |
| Overige leningen | 8853 | |
| Handelsschulden | 8863 | |
| Leveranciers | 8873 | |
| Te betalen wissels | 8883 | |
| Vooruitbetalingen op bestellingen | 8893 | |
| Overige schulden | 8903 | |
| Totaal der schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar | 8913 |
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| GEWAARBORGDE SCHULDEN (begrepen in de posten 17 en 42/48 van de passiva) |
||
| Door Belgische overheidsinstellingen gewaarborgde schulden | ||
| Financiële schulden | 8921 | |
| Achtergestelde leningen | 8931 | |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 8941 | |
| Leasingschulden en soortgelijke schulden | 8951 | |
| Kredietinstellingen | 8961 | |
| Overige leningen | 8971 | |
| Handelsschulden | 8981 | |
| Leveranciers | 8991 | |
| Te betalen wissels | 9001 | |
| Vooruitbetalingen op bestellingen | 9011 | |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 9021 | |
| Overige schulden | 9051 | |
| Totaal van de door Belgische overheidsinstellingen gewaarborgde schulden | ||
| Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op activa van de vennootschap |
||
| Financiële schulden | 8922 | |
| Achtergestelde leningen | 8932 | |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 8942 | |
| Leasingschulden en soortgelijke schulden | 8952 | |
| Kredietinstellingen | 8962 | |
| Overige leningen | 8972 | |
| Handelsschulden | 8982 | |
| Leveranciers | 8992 | |
| Te betalen wissels | 9002 | |
| Vooruitbetalingen op bestellingen | 9012 | |
| Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 9022 | |
| Belastingen | 9032 | |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 9042 | |
| Overige schulden | 9052 | |
| Totaal der schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op activa van de vennootschap |
9062 |
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN | ||
| Belastingen (post 450/3 en 179 van de passiva) |
||
| Vervallen belastingschulden | 9072 | |
| Niet-vervallen belastingschulden | 9073 | 16.564,82 |
| Geraamde belastingschulden | 450 | |
| (post 454/9 en 179 van de passiva) Bezoldigingen en sociale lasten |
||
| Vervallen schulden ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid | 9076 | |
| Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 9077 | 5.000,00 |
| Nr. | 0888728945 | VOL-kap 6.9 | |
|---|---|---|---|
| Boekjaar | |||
| OVERLOPENDE REKENINGEN | |||
| Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. | |||
| Toe te rekenen kosten | 179.891,52 |
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN | |||
| Netto-omzet | |||
| Uitsplitsing per bedrijfscategorie | |||
| Uitsplitsing per geografische markt | |||
| Andere bedrijfsopbrengsten | |||
| Exploitatiesubsidies en vanwege de overheid ontvangen compenserende bedragen |
740 | ||
| BEDRIJFSKOSTEN | |||
| Werknemers waarvoor de vennootschap een DIMONA-verklaring heeft ingediend of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister |
|||
| Totaal aantal op de afsluitingsdatum | 9086 | ||
| Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten | 9087 | ||
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | 9088 | ||
| Personeelskosten | |||
| Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen | 620 | ||
| Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen | 621 | ||
| Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen | 622 | ||
| Andere personeelskosten | 623 | ||
| Ouderdoms- en overlevingspensioenen | 624 | ||
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | ||
|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen | ||||
| Toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) | (+)/(-) | 635 | ||
| Waardeverminderingen | ||||
| Op voorraden en bestellingen in uitvoering | ||||
| Geboekt | 9110 | |||
| Teruggenomen | 9111 | |||
| Op handelsvorderingen | ||||
| Geboekt | 9112 | |||
| Teruggenomen | 9113 | |||
| Voorzieningen voor risico's en kosten | ||||
| Toevoegingen | 9115 | |||
| Bestedingen en terugnemingen | 9116 | 5.230,08 | 11.767,68 | |
| Andere bedrijfskosten | ||||
| Bedrijfsbelastingen en -taksen | 640 | 118,00 | 283,93 | |
| Andere | 641/8 | 967,52 | 968,26 | |
| Uitzendkrachten en ter beschikking van de vennootschap gestelde personen |
||||
| Totaal aantal op de afsluitingsdatum | 9096 | |||
| Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten | 9097 | |||
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | 9098 | |||
| Kosten voor de vennootschap | 617 | |||
FINANCIËLE RESULTATEN
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|
| RECURRENTE FINANCIËLE OPBRENGSTEN | |||
| Andere financiële opbrengsten | |||
| Door de overheid toegekende subsidies, aangerekend op de resultatenrekening |
|||
| Kapitaalsubsidies | 9125 | ||
| Interestsubsidies | 9126 | ||
| Uitsplitsing van de overige financiële opbrengsten | |||
| Gerealiseerde wisselkoersverschillen | 754 | ||
| Andere | |||
| positieve wisselkoersverschillen | 175,10 | 125,76 | |
| RECURRENTE FINANCIËLE KOSTEN | |||
| Afschrijving van kosten bij uitgifte van leningen | 6501 | ||
| Geactiveerde interesten | 6502 | ||
| Waardeverminderingen op vlottende activa | |||
| Geboekt | 6510 | ||
| Teruggenomen | 6511 | ||
| Andere financiële kosten | |||
| Bedrag van het disconto ten laste van de vennootschap bij de verhandeling van vorderingen |
653 | ||
| Voorzieningen met financieel karakter | |||
| Toevoegingen | 6560 | ||
| Bestedingen en terugnemingen | 6561 | ||
| Uitsplitsing van de overige financiële kosten | |||
| Gerealiseerde wisselkoersverschillen | 654 | ||
| Resultaten uit de omrekening van vreemde voluta | 655 | ||
| Andere | |||
| Negatieve wisselkoersverschillen | 1.163,56 | 4.112,27 |
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|
| NIET-RECURRENTE OPBRENGSTEN | 76 | 1.853.995,97 | 3.551.313,90 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | (76A) | 1.853.995,97 | 3.551.313,90 |
| Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa |
760 | ||
| Terugneming van voorzieningen voor niet-recurrente bedrijfsrisico's en -kosten |
7620 | 1.443.200,00 | |
| Meerwaarden bij de realisatie van immateriële en materiële vaste activa | 7630 | ||
| Andere niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 764/8 | 1.853.995,97 | 2.108.113,90 |
| Niet-recurrente financiële opbrensten | (76B) | ||
| Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa | 761 | ||
| Terugneming van voorzieningen voor niet-recurrente financiële risico's en kosten |
7621 | ||
| Meerwaarden bij de realisatie van financiële vaste activa | 7631 | ||
| Andere niet-recurrente financiële opbrengsten | 769 | ||
| NIET-RECURRENTE KOSTEN | 66 | 1.354.100,00 | |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | (66A) | 1.354.100,00 | |
| Niet-recurrente afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa |
660 | ||
| Voorzieningen voor niet-recurrente bedrijfsrisico's en -kosten: toevoegingen (bestedingen) (+)/(-) |
6620 | 1.354.100,00 | |
| Minderwaarden bij de realisatie van immateriële en materiële vaste activa | 6630 | ||
| Andere niet-recurrente bedrijfskosten | 664/7 | ||
| Als herstructureringskosten geactiveerde niet-recurrente bedrijfskosten (-) |
6690 | ||
| Niet-recurrente financiële kosten | (66B) | ||
| Waardeverminderingen op financiële vaste activa | 661 | ||
| Voorzieningen voor uitzonderlijke financiële risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen) (+)/(-) |
6621 | ||
| Minderwaarden bij de realisatie van financiële vaste activa | 6631 | ||
| Andere niet-recurrente financiële kosten | 668 | ||
| Als herstructureringskosten geactiveerde niet-recurrente financiële kosten (-) |
6691 |
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| BELASTINGEN OP HET RESULTAAT | ||
| Belastingen op het resultaat van het boekjaar | 9134 | |
| Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen | 9135 | 138.267,49 |
| Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen | 9136 | 138.267,49 |
| Geraamde belastingsupplementen | 9137 | |
| Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren | 9138 | |
| Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen | 9139 | |
| Geraamde belastingsupplementen of belastingen waarvoor een voorziening werd gevormd | 9140 | |
Belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de winst vóór belastingen, zoals die blijkt uit de jaarrekening, en de geraamde belastbare winst
Invloed van de niet-recurrente resultaten op de belastingen op het resultaat van het boekjaar
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| Bronnen van belastinglatenties | ||
| Actieve latenties | 9141 | 332.998.113,12 |
| Gecumuleerde fiscale verliezen die aftrekbaar zijn van latere belastbare winsten | 9142 | 228.901.295,23 |
| Andere actieve latenties | ||
| DBI | 104.096.817,89 | |
| Passieve latenties | 9144 | |
| Uitsplitsing van de passieve latenties |
In rekening gebrachte belasting op de toegevoegde waarde
Aan de vennootschap (aftrekbaar)
Door de vennootschap
Ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van
Bedrijfsvoorheffing
Roerende voorheffing
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | ||
|---|---|---|---|---|
| 9145 | 911.982,91 | 863.420,75 | ||
| 9146 | 187.610,89 | 229.957,40 | ||
| 9147 | ||||
| 9148 | ||||
| Boekjaar | |
|---|---|
Boekjaar
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| DOOR DE VENNOOTSCHAP GESTELDE OF ONHERROEPELIJK BELOOFDE PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN ALS WAARBORG VOOR SCHULDEN OF VERPLICHTINGEN VAN DERDEN |
||
| Waarvan | ||
| Door de vennootschap geëndosseerde handelseffecten in omloop | 9150 | |
| Door de vennootschap getrokken of voor aval getekende handelseffecten | 9151 | |
| Maximumbedrag ten belope waarvan andere verplichtingen van derden door de vennootschap zijn gewaarborgd |
9153 | |
| ZAKELIJKE ZEKERHEDEN | ||
| Zakelijke zekerheden die door de vennootschap op haar eigen activa werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen van de vennootschap Hypotheken |
||
| Boekwaarde van de bezwaarde activa | 91611 | |
| Bedrag van de inschrijving | 91621 | |
| Voor de onherroepelijke mandaten tot hypothekeren, het bedrag waarvoor de volmachthebber krachtens het mandaat inschrijving mag nemen |
91631 | |
| Pand op het handelsfonds | ||
| Maximumbedrag waarvoor de schuld is gewaarborgd en waarvoor registratie plaatsvindt | 91711 | |
| Voor de onherroepelijke mandaten tot verpanding van het handelsfonds, het bedrag waarvoor de volmachthebber krachtens het mandaat tot registratie mag overgaan |
91721 | |
| Pand op andere activa of onherroepelijke mandaten tot verpanding van andere activa | ||
| Boekwaarde van de bezwaarde activa | 91811 | |
| Maximumbedrag waarvoor de schuld is gewaarborgd | 91821 | |
| Gestelde of onherroepelijk beloofde zekerheden op nog te verwerven activa | ||
| Bedrag van de betrokken activa | 91911 | |
| Maximumbedrag waarvoor de schuld is gewaarborgd | 91921 | |
| Voorrecht van de verkoper | ||
| Boekwaarde van het verkochte goed | 92011 | |
| Bedrag van de niet-betaalde prijs | 92021 |
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| Zakelijke zekerheden die door de vennootschap op haar eigen activa werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden |
||
| Hypotheken | ||
| Boekwaarde van de bezwaarde activa | 91612 | |
| Bedrag van de inschrijving | 91622 | |
| Voor de onherroepelijke mandaten tot hypothekeren, het bedrag waarvoor de volmachthebber krachtens het mandaat inschrijving mag nemen |
91632 | |
| Pand op het handelsfonds | ||
| Maximumbedrag waarvoor de schuld is gewaarborgd en waarvoor registratie plaatsvindt | 91712 | |
| Voor de onherroepelijke mandaten tot verpanding van het handelsfonds, het bedrag waarvoor de volmachthebber krachtens het mandaat tot registratie mag overgaan |
91722 | |
| Pand op andere activa of onherroepelijke mandaten tot verpanding van andere activa | ||
| Boekwaarde van de bezwaarde activa | 91812 | |
| Maximumbedrag waarvoor de schuld is gewaarborgd | 91822 | |
| Gestelde of onherroepelijk beloofde zekerheden op nog te verwerven activa | ||
| Bedrag van de betrokken activa | 91912 | |
| Maximumbedrag waarvoor de schuld is gewaarborgd | 91922 | |
| Voorrecht van de verkoper | ||
| Boekwaarde van het verkochte goed | 92012 | |
| Bedrag van de niet-betaalde prijs | 92022 |
GOEDEREN EN WAARDEN GEHOUDEN DOOR DERDEN IN HUN NAAM MAAR TEN BATE EN OP RISICO VAN DE VENNOOTSCHAP, VOOR ZOVER DEZE GOEDEREN EN WAARDEN NIET IN DE BALANS ZIJN OPGENOMEN
Gekochte (te ontvangen) goederen Verkochte (te leveren) goederen 9214 Gekochte (te ontvangen) deviezen 9215 Verkochte (te leveren) deviezen 9216
VERPLICHTINGEN VOORTVLOEIEND UIT DE TECHNISCHE WAARBORGEN VERBONDEN AAN REEDS GEPRESTEERDE VERKOPEN OF DIENSTEN


| Nr. 0888728945 |
VOL-kap 6.14 | ||
|---|---|---|---|
| Boekjaar | |||
| BEDRAG, AARD EN VORM VAN BELANGRIJKE HANGENDE GESCHILLEN EN ANDERE BELANGRIJKE | |||
| VERPLICHTINGEN | |||
| DIRECTIELEDEN | REGELING INZAKE HET AANVULLEND RUST- OF OVERLEVINGSPENSIOEN TEN BEHOEVE VAN DE PERSONEELS- OF | ||
| Beknopte beschrijving | |||
| Genomen maatregelen om de daaruit voortvloeiende kosten te dekken | |||
| Code | Boekjaar | ||
| PENSIOENEN DIE DOOR DE VENNOOTSCHAP ZELF WORDEN GEDRAGEN | |||
| Geschat bedrag van de verplichtingen die voortvloeien uit reeds gepresteerd werk | 9220 | ||
| Basis en wijze waarop dit bedrag wordt berekend | |||
| Boekjaar | |||
| AARD EN FINANCIËLE GEVOLGEN VAN MATERIËLE GEBEURTENISSEN DIE ZICH NA BALANSDATUM | |||
| HEBBEN VOORGEDAAN en die niet in de resultatenrekening of balans worden weergegeven | |||
| Toegelicht in 6.20 | |||
| Boekjaar | |||
| AAN- OF VERKOOPVERBINTENISSEN DIE DE VENNOOTSCHAP ALS OPTIESCHRIJVER VAN CALL- EN | |||
| PUTOPTIES HEEFT | |||
| Boekjaar | |||
| AARD, ZAKELIJK DOEL EN FINANCIËLE GEVOLGEN VAN BUITENBALANS REGELINGEN | |||
| Mits de risico's of voordelen die uit dergelijke regelingen voortvloeien van enige betekenis zijn en voor zover de openbaarmaking van dergelijke risico's of voordelen noodzakelijk is voor de |
|||
| beoordeling van de financiële positie van de vennootschap | |||
| Boekjaar | |||
| niet kunnen worden becijferd) | ANDERE NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN (met inbegrip van deze die | ||
| enhaar voormalige | Tot 31 juli 2019 was de Vennootschap de holding van de Nyrstar groep (bestaande uit de Vennootschap | ||
| de Vennootschap vrijgesteld | dochterondernemingen). Op 31 juli 2019, toen de Herstructurering van de Nyrstar-groep werd afgerond, werd | ||
| van verplichtingen voor bestaande financiële schulden enverplichtingen verschuldigd uit | |||
| hoofde van moedervennootschapgaranties ten aanzien van commerciële of andere verplichtingen van de huidige leden van de Operationale Groep (alle voormalige |
|||
| dochterondernemingen van de Nyrstar-groep met uitzondering van NN1) (of geniet zij van schadeloosstelling door NN2 voor zover dergelijke garantieverplichtingen niet worden vrijgegeven). Per 31 december 2024 is |
|||
| deVennootschap, op basis van | |||
| de informatie |
| Nr. | 0888728945 | VOL-kap 6.14 | ||
|---|---|---|---|---|
| ----- | ------------ | -- | -------------- | -- |
| Boekjaar | |
|---|---|
| ANDERE NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN (met inbegrip van deze die niet kunnen worden becijferd) |
|
| waarover de Vennootschap beschikt, volledig vrijgesteld van alle voorwaardelijke verplichtingen die de Vennootschap eerder heeft vertstrekt of onherroepelijk heefttoegezegd voor schulden en verplichtingen van derden. De vennootschap is volledig gevrijwaard met betrekking tot elke aansprakelijkheid die in dit verband zou kunnen ontstaan (zie "Informatie over Verbondenpartijen"). |
|
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|
| VERBONDEN ONDERNEMINGEN | |||
| Financiële vaste activa | (280/1) | ||
| Deelnemingen | (280) | ||
| Achtergestelde vorderingen | 9271 | ||
| Andere vorderingen | 9281 | ||
| Vorderingen | 9291 | ||
| Op meer dan één jaar | 9301 | ||
| Op hoogstens één jaar | 9311 | ||
| Geldbeleggingen | 9321 | ||
| Aandelen | 9331 | ||
| Vorderingen | 9341 | ||
| Schulden | 9351 | ||
| Op meer dan één jaar | 9361 | ||
| Op hoogstens één jaar | 9371 | ||
| Persoonlijke en zakelijke zekerheden | |||
| Door de vennootschap gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van verbonden ondernemingen |
9381 | ||
| Door verbonden ondernemingen gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van de vennootschap |
9391 | ||
| Andere betekenisvolle financiële verplichtingen | 9401 | ||
| Financiële resultaten | |||
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 9421 | ||
| Opbrengsten uit vlottende activa | 9431 | ||
| Andere financiële opbrengsten | 9441 | ||
| Kosten van schulden | 9461 | ||
| Andere financiële kosten | 9471 | ||
| Realisatie van vaste activa | |||
| Verwezenlijkte meerwaarden | 9481 | ||
| Verwezenlijkte minderwaarden | 9491 | ||
| Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar | |
|---|---|---|---|
| GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN | |||
| Financiële vaste activa | 9253 | ||
| Deelnemingen | 9263 | ||
| Achtergestelde vorderingen | 9273 | ||
| Andere vorderingen | 9283 | ||
| Vorderingen | 9293 | ||
| Op meer dan één jaar | 9303 | ||
| Op hoogstens één jaar | 9313 | ||
| Schulden | 9353 | ||
| Op meer dan één jaar | 9363 | ||
| Op hoogstens één jaar | 9373 | ||
| Persoonlijke en zakelijke zekerheden | |||
| Door de vennootschap gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van geassocieerde ondernemingen |
9383 | ||
| Door geassocieerde ondernemingen gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van de vennootschap |
9393 | ||
| Andere betekenisvolle financiële verplichtingen | 9403 | ||
| ANDERE ONDERNEMINGEN WAARMEE EEN DEELNEMINGSVERHOUDING BESTAAT |
|||
| Financiële vaste activa | 9252 | ||
| Deelnemingen | 9262 | ||
| Achtergestelde vorderingen | 9272 | ||
| Andere vorderingen | 9282 | ||
| Vorderingen | 9292 | ||
| Op meer dan één jaar | 9302 | ||
| Op hoogstens één jaar | 9312 | ||
| Schulden | 9352 | ||
| Op meer dan één jaar | 9362 | ||
| Op hoogstens één jaar | 9372 | ||
| Boekjaar | |
|---|---|
| TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN BUITEN NORMALE MARKTVOORWAARDEN | |
| Vermelding van dergelijke transacties indien zij van enige betekenis zijn, met opgave van het bedrag van deze transacties, de aard van de betrekking met de verbonden partij, alsmede andere informatie over de transacties die nodig is voor het verkrijgen van inzicht in de financiële positie van de vennootschap |
|
| De relatie met Trafigura, inclusief de uitstaande saldi per 31 december 2024 en de rentelasten op de LRLF gedurende het jaar geëindigd op 31 december 2024, worden nader toegelicht in Vol 6.20. |
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| BESTUURDERS EN ZAAKVOERDERS, NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN DIE DE VENNOOTSCHAP RECHTSTREEKS OF ONRECHTSTREEKS CONTROLEREN ZONDER VERBONDEN ONDERNEMINGEN TE ZIJN, OF ANDERE ONDERNEMINGEN DIE DOOR DEZE PERSONEN RECHTSTREEKS OF ONRECHTSTREEKS GECONTROLEERD WORDEN |
||
| Uitstaande vorderingen op deze personen | 9500 | |
| Voornaamste voorwaarden betreffende de vorderingen, interestvoet, looptijd, eventueel afgeloste of afgeschreven bedragen of bedragen waarvan werd afgezien |
||
| Waarborgen toegestaan in hun voordeel | 9501 | |
| Andere betekenisvolle verplichtingen aangegaan in hun voordeel | 9502 | |
| Rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen en ten laste van de resultatenrekening toegekende pensioenen, voor zover deze vermelding niet uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op de toestand van een enkel identificeerbaar persoon |
||
| Aan bestuurders en zaakvoerders | 9503 | 598.363,96 |
| Aan oud-bestuurders en oud-zaakvoerders | 9504 | |
| Codes | Boekjaar | |
|---|---|---|
| DE COMMISSARIS(SEN) EN DE PERSONEN MET WIE HIJ (ZIJ) VERBONDEN IS (ZIJN) | ||
| Bezoldiging van de commissaris(sen) | 9505 | 159.605,00 |
| Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris(sen) |
||
| Andere controleopdrachten | 95061 | |
| Belastingadviesopdrachten | 95062 | |
| Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 95063 | |
| Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris(sen) verbonden is (zijn) |
||
| Andere controleopdrachten | 95081 | |
| Belastingadviesopdrachten | 95082 | |
| Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 95083 | |
Vermeldingen in toepassing van artikel 3:64, §2 en §4 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen
De vennootschap heeft een geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag opgesteld en openbaar gemaakt*
De vennootschap heeft geen geconsolideerde jaarrekening en geconsolideerd jaarverslag opgesteld, omdat zij daarvan vrijgesteld is om de volgende reden(en)*
De vennootschap en haar dochtervennootschappen overschrijden op geconsolideerde basis niet meer dan één van de in artikel 1:26 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vermelde criteria*
De venootschap heeft alleen maar dochtervennootschappen die, gelet op de beoordeling van het geconsolideerd vermogen, de geconsolideerde financiële positie of het geconsolideerd resultaat, individueel en tezamen, slechts van te verwaarlozen betekenis zijn* (artikel 3:23 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen)
De vennootschap is zelf dochtervennootschap van een moedervennootschap die een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt en openbaar maakt*
Naam, volledig adres van de zetel en, zo het een vennootschap naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer van de moedervennootschap(pen) en de aanduiding of deze moedervennootschap(pen) een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt (opstellen) en openbaar maakt (maken)**:
Indien de moedervennootschap(pen) (een) vennootschap(pen) naar buitenlands recht is (zijn), de plaats waar de hiervoor bedoelde geconsolideerde jaarrekening verkrijgbaar is**
* Schrappen wat niet van toepassing is.
** Wordt de jaarrekening van de vennootschap op verschillende niveaus geconsolideerd, dan worden deze gegevens verstrekt, enerzijds voor het grootste geheel en anderzijds voor het kleinste geheel van vennootschappen waarvan de vennootschap als dochter deel uitmaakt en waarvoor een geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld en openbaar gemaakt.
Waarderingsregels Nyrstar NV (hierna "de Vennootschap") Algemeen:
De waarderingsregels zijn opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Koninklijk Besluit d.d. 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen betreffende de waarderingsregels. Als gevolg van de Herstructurering (zoals gedefinieerd hieronder) en de resultaten van de Buitengewone Algemene Vergadering ("BAV") van 9 december 2019, waar de aandeelhoudersvergadering de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap verwierp, zijn de financiële overzichten van de Vennootschap per 31 december 2024 opgesteld op basis van discontinuïteit. Voor meer informatie omtrent de gevolgen van de Herstructurering, gelieve te verwijzen naar "Informatie over verbonden partijen".
Waarderingsregels toegepast op de balans van de Vennootschap opgesteld op basis van discontinuïteit omvatten: I.Financiële vaste activa
De deelnemingen worden geboekt aan het laagste van de realisatiewaarde en de historische aanschaffingswaarde.
Vlottende activa, die de opgelopen BTW omvatten op lopende uitgaven waarvoor de Vennootschap terugbetaling heeft ontvangen of verwacht te ontvangen van de bevoegde autoriteiten, en vlottende schulden worden gewaardeerd aan hun realisatiewaarde. Op 31 december 2024 zijn de realisatiewaarden gelijk aan de nominale waarden. Vlottende activa en schulden die uitgedrukt zijn in vreemde valuta, worden omgerekend aan de slotkoersen die gelden op afsluitdatum van de balans. De negatieve (niet-gerealiseerde) omrekeningsverschillen worden in de resultatenrekening opgenomen. Op basis van het voorzichtigheidsprincipe worden de positieve, niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op balansdatum als over te dragen opbrengsten geboekt.
Voorzieningen worden opgenomen om verliezen en kosten te dekken die voortvloeien uit een gebeurtenis uit het verleden waarvan de aard duidelijk vaststaat en die op de balansdatum waarschijnlijk of zeker worden geacht, doch waarvan het bedrag niet vaststaat. De voorzieningen die betrekking hebben op voorgaande boekjaren worden regelmatig herzien en tegengeboekt wanneer ze geen voorwerp meer hebben of wanneer de risico's of kosten gerealiseerd zijn.
Er wordt rekening gehouden met alle kosten en opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd.
Aanpassingen die werden geboekt met betrekking tot de waardering en de classificatie van bepaalde balansposten als gevolg van het opstellen van de financiële overzichten per 31 december 2024 op basis van discontinuïteit:
a)De oprichtingskosten werden volledig afgeschreven zoals vereist door artikel 3:6 van het Koninklijk Besluit d.d. 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
b)Toelichting bij de bepaling van de verwachte, vermoedelijke realisatiewaarde overeenkomstig artikel 3:6 van het Koninklijk Besluit d.d. 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Voor 28 juli 2022 had de Vennootschap, in haar geldbeleggingen, een 2%-aandelenbelang in NN2 NewCo Limited ("NN2") ten gevolge van de uitgifte door NN2 van een 2%-aandelenbelang in NN2 aan de Vennootschap, waarbij het resterende 98%-belang werd uitgegeven aan Nyrstar Holdings Plc (een holdingvennootschap binnen de Trafigura vennootschapsgroep, vroeger bekend onder de naam Nyrstar Holdings Limited). De Vennootschap had ook een Putoptie (zoals hieronder gedefinieerd) waardoor ze het geheel (maar niet slechts een deel) van haar 2%-belang in NN2 kon verkopen aan een Trafigura entiteit tegen een totale prijs gelijk aan EUR 20 miljoen te betalen aan de Vennootschap. Zoals aangekondigd door de Vennootschap op 28 juli 2022, werd deze Putoptie uitgeoefend door de Vennootschap op 28 juli 2022 (zie de informatie over Verbonden Partijen - 1.2 hieronder) en op 29 juli 2022 ontving de Vennootschap de prijs van EUR 20 miljoen van de Putoptie als gevolg van deze uitoefening. In dit verband wordt verwezen naar de informatie over verbonden partijen met betrekking tot de verplichte vervroegde aflossing en bepalingen inzake beperkt verhaal onder de Lening met Beperkt Regresrecht (Limited Recourse Loan Facility) (voor zover die van toepassing zijn na de ontvangst van de opbrengsten van de uitoefening van de Putoptie (zie 1.5.4. en 1.5.5 hieronder).
c)De beslissing van de BAV van 9 december 2019 om de activiteiten van de Vennootschap niet voort te zetten, heeft geleid tot de verplichting voor de Vennootschap om een voorziening voor stopzetting te boeken die de geschatte kosten vertegenwoordigt die de Vennootschap verwacht te maken vóór de voltooiing van de vereffening. Op 31 december 2024 heeft de Vennootschap een voorziening voor stopzetting geboekt van EUR 10,7 miljoen (31 december 2023: EUR 9,4 miljoen) die de geschatte kosten vertegenwoordigt die de Vennootschap verwacht te maken voor de voltooiing van een vereffening die naar verwachting voor het einde van Q3 2031 (31 december 2023: voor het einde van 2030) zou worden afgerond. Mogelijke bijkomende rechtszaken kunnen leiden tot een verdere vertraging van deze veronderstelde datum van voltooiing van een vereffeningsproces; de Vennootschap heeft daar momenteel geen aanwijzingen voor.
Bij het bepalen van het bedrag van de voorziening per 31 december 2024 is rekening gehouden met de volgende juridische en regelgevende maatregelen.
De BAV van 9 december 2019 en de beschikking van de voorzitter van de ondernemingsrechtbank van Antwerpen (afdeling Antwerpen) van 26 juni 2020
Zoals hierboven beschreven, werd op 9 december 2019 een BAV gehouden om te beraadslagen over de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap en een voorgestelde kapitaalvermindering. De aandeelhoudersvergadering verwierp de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap. De aandeelhoudersvergadering verwierp ook de voorgestelde kapitaalvermindering, waardoor deze niet werd uitgevoerd. De Raad van Bestuur van de Vennootschap had de nodige maatregelen genomen om de nodige verslagen op te stellen met haar commissaris en had een nieuwe BAV bijeengeroepen om een voorstel tot vereffening formeel te overwegen. Die BAV zou eerst gehouden worden op 25 maart 2020, maar moest uitgesteld worden wegens de Covid-19 uitbraak en de overeenkomstige beperkingen die in Europa waren ingevoerd. De Vennootschap riep die BAV op 30 april 2020 opnieuw bijeen voor 2 juni 2020 en, als het vereiste aanwezigheidsquorum niet gehaald zou worden, voor 30 juni 2020.
Bepaalde aandeelhouders spanden een kortgeding aan voor de rechtbank van Antwerpen om de rechtbank te verzoeken te bevelen dat
de beslissing over de ontbinding van de Vennootschap, na de BAV van 9 december 2019, wordt uitgesteld (i) tot drie maanden nadat een eindverslag is uitgebracht door een college van deskundigen waarvan de benoeming is gevraagd in een afzonderlijke procedure voor de rechtbank, of, als alternatief (ii) tot drie maanden nadat een definitieve beslissing is genomen in de voornoemde procedure over de benoeming van een college van deskundigen.
Op 26 juni 2020 verwierp de rechtbank van Antwerpen de vordering van de minderheidsaandeelhouders voor het uitstel tot drie maanden nadat een eindverslag is uitgebracht door een college van deskundigen waarvan de benoeming wordt gevraagd. De rechtbank heeft echter wel hun vordering toegewezen voor het uitstel van de beslissing over de ontbinding van de Vennootschap tot drie maanden nadat er een in definitieve (d.i. in kracht van gewijsde gegane) beslissing is over de aanstelling van een college van deskundigen. Bijgevolg werd, in overeenstemming met de beschikking van de rechtbank van 26 juni 2020, de voor 30 juni 2020 geplande (tweede) BAV met de besluiten over het voorstel tot ontbinding van de Vennootschap op de agenda, uitgesteld.
Zoals aangekondigd op 14 februari 2023, was de Vennootschap, in het licht van de aankondiging in de pers dat bepaalde aandeelhouders van de Vennootschap een beroep bij het Hof van Cassatie zouden instellen tegen het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 17 november 2022 met betrekking tot de vordering tot aanstelling van een college van deskundigen (welk beroep ondertussen is verworpen bij arrest van 2 mei 2024), van oordeel dat het niet opportuun is om hangende het cassatieberoep haar verplichting tot agendering van de ontbinding uit te voeren. De Vennootschap heeft derhalve aangekondigd dat zij geen stappen zou ondernemen om een algemene vergadering bijeen te roepen met de ontbinding als agendapunt (of voorbereidende handelingen daartoe te verrichten) tot het arrest van het Hof van Cassatie, en dat zij de markt tegen die tijd op de hoogte zou brengen. Op 2 mei 2024 heeft het Hof van Cassatie het beroep van de aandeelhouders verworpen. Op dezelfde dag kondigde de Vennootschap aan dat ze de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap op dat moment niet zou voorleggen aan de algemene vergadering en dat ze niet eerder op deze zaak zou terugkomen dan nadat de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) een uitspraak zal hebben gedaan over het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen dat door een groep van minderheidsaandeelhouders werd neergelegd op 11 maart 2024. Naar aanleiding van de uitspraak van 9 januari 2025 van de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) om de beoordeling ten gronde van het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen uit te stellen, kondigde de Vennootschap op 6 februari 2025 aan dat ze het in dit stadium niet in het belang van de Vennootschap achtte om de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap voor te leggen aan de algemene vergadering en dat ze zou beoordelen of dit standpunt in het vennootschapsbelang van de Vennootschap moet worden heroverwogen, inclusief indien en wanneer er verdere ontwikkelingen zijn.
De uitgestelde beslissing over het voorstel tot ontbinding of voortzetting van de Vennootschap en, desgevallend, de benoeming van een vereffenaar kan een negatief effect hebben op de liquiditeitspositie van de Vennootschap, aangezien de Vennootschap lopende kosten en kosten in verband met de boven- en onder vermelde juridische procedures blijft maken. Als de benoeming van de vereffenaar verder dan zoals momenteel verwacht wordt uitgesteld of niet wordt goedgekeurd door de aandeelhoudersvergadering of indien de kosten hoger uitvallen dan momenteel wordt verwacht, kan de Vennootschap zich genoodzaakt zien aanvullende financiering te verwerven. Het risico bestaat dat dergelijke aanvullende financiering niet beschikbaar is voor de Vennootschap of dat ze niet beschikbaar is tegen aanvaardbare voorwaarden.
Procedure ten gronde tegen onder andere Nyrstar en sommige van haar huidige en voormalige bestuurders
Op 29 mei 2020 heeft een groep aandeelhouders Nyrstar, enkele van haar huidige bestuurders en de voormalige commissaris van de Vennootschap, Deloitte, gedagvaard voor de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout). Deze dagvaarding werd op een aantal punten verbeterd door een nieuwe dagvaarding op 9 november 2020.
Nyrstar vernam dat dezelfde groep aandeelhouders rond dezelfde tijd ook dagvaardingen had uitgebracht tegen bepaalde voormalige bestuurders van Nyrstar en tegen Trafigura PTE Ltd. en Trafigura Group PTE Ltd. (de "Trafigura Vennootschappen").
In hun dagvaardingen brengen de eisende aandeelhouders onder andere de volgende vorderingen:
"een minderheidsvordering voor rekening van Nyrstar voor beweerde tekortkomingen in het bestuur door de bestuurders en inbreuken op het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen ("WVV") en de statuten van Nyrstar. Deze minderheidsvordering is een afgeleide vordering waarbij de eventuele opbrengst zou toekomen aan Nyrstar (en niet aan de eisende aandeelhouders). De eisers vragen met name dat de gedaagde bestuurders, Deloitte en de Trafigura Vennootschappen hoofdelijk worden veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan Nyrstar, die in de (verbeterende) dagvaarding wordt begroot op ten minste EUR 1,2 miljard. Nyrstar begrijpt dat de eisende aandeelhouders de beweerde schade vandaag begroten op ten minste EUR 2 miljard;
"een rechtstreekse aansprakelijkheidsvordering tegen onder andere bepaalde huidige en voormalige bestuurders voor fouten waardoor de eisende aandeelhouders beweren individuele schade te hebben geleden. Op basis hiervan vorderen de eisers een persoonlijke schadevergoeding, voorlopig geraamd op EUR 1;
"een vordering tegen Nyrstar voor de terugbetaling van door de eisende aandeelhouders gemaakte kosten die niet door de andere gedaagden zouden worden vergoed.
De behandeling van deze vorderingen is onmiddellijk na de inleidende zitting op 18 november 2020 (op verzoek van de eisende aandeelhouders) voor onbepaalde tijd uitgesteld, met uitzondering van de procedure tegen de Trafigura Vennootschappen, waarin conclusies zijn uitgewisseld tussen de laatste en de eisende aandeelhouders. Nyrstar begrijpt dat de groep van eisende aandeelhouders in deze conclusies een vordering heeft ingesteld tegen de Trafigura Vennootschappen tot nietigverklaring van bepaalde transacties sinds 2015.
Bij tussenvonnis van 26 juli 2022 heeft de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) de procedure tegen de Trafigura Vennootschappen samengevoegd met de procedure tegen sommige van de huidige en voormalige bestuurders van Nyrstar en Deloitte. Vervolgens zijn op 27 februari 2023 dertien nieuwe eisende aandeelhouders vrijwillig tussengekomen in deze procedure (die voor het overige voor onbepaalde tijd is opgeschort op verzoek van de eisende aandeelhouders).
Op 22 januari 2024 heeft Deloitte een conclusie in deze procedure neergelegd. In deze conclusies vraagt Deloitte dat de vorderingen van de eisende aandeelhouders als onontvankelijk, minstens ongegrond, worden verklaard en dat de eisende aandeelhouders worden veroordeeld tot de gerechtskosten. In ondergeschikte orde vraagt Deloitte dat Nyrstar en de bij deze procedure betrokken bestuurders hoofdelijk, in solidum, of de ene bij gebreke aan de andere worden veroordeeld om Deloitte te vrijwaren voor alle veroordelingen (met
inbegrip van interesten en kosten) die zij zou oplopen ten opzichte van de eisende aandeelhouders.
Nyrstar merkt op dat noch de aansprakelijkheidsvorderingen, noch de vordering tot nietigverklaring tegen Nyrstar zijn ingesteld. Nyrstar betwist formeel de aantijgingen van de eisende aandeelhouders met betrekking tot de Vennootschap en zal deze behandelen in de procedure ten gronde.
Verzoek om voorlopige maatregelen in het kader van de procedure ten gronde
Op 11 maart 2024 hebben de eisende aandeelhouders een verzoekschrift voor voorlopige maatregelen ingediend op basis van art. 19, lid 3 van het Gerechtelijk Wetboek. Zij dienden dit verzoek in in het kader van de (samengevoegde) procedure ten gronde die hangende is voor de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) tegen Nyrstar, enkele van haar huidige en voormalige bestuurders, de Trafigura Vennootschappen en Deloitte. De eisende aandeelhouders verzochten de rechtbank om de volgende voorlopige maatregelen op te leggen, zoals aangepast in hun conclusies van 30 augustus 2024:
"de aanstelling van een voorlopig bewindvoerder in de Vennootschap (of, in ondergeschikte orde, een lasthebber ad hoc) gedurende een termijn van 12 maanden met mogelijkheid tot verlenging, minstens tot aan een definitieve beslissing in de procedure ten gronde, met als opdracht om alle taken van beheer en bestuur in de meest ruime zin over te nemen;
"een bevel tegen Nyrstar en de betrokken bestuurders om volledig mee te werken met de voorlopig bewindvoerder (of lasthebber ad hoc) onder verbeurte van dwangsommen;
"een veroordeling tot de provisionering van de kosten van de voorlopig bewindvoerder of lasthebber ad hoc;
"de onmiddellijke opschorting van de uitvoerbaarheid van alle, of minstens een deel van de verbintenissen onder de Limited Recourse Loan Facility gesloten tussen de Vennootschap en NN2 Newco Limited, tot aan een definitieve beslissing in de procedure ten gronde, minstens voor de volledige duurtijd van het mandaat van de voorlopig bewindvoerder dan wel van de lasthebber ad hoc.
De eisende aandeelhouders verzochten de rechtbank om enkel te oordelen over het verzoek tot voorlopige maatregelen en om de behandeling van de vorderingen ten gronde verder uit te stellen.
Het verzoek om voorlopige maatregelen werd besproken op de inleidingszitting van 25 april 2024. De pleidooien werden gehouden op 28 november 2024. De Vennootschap betwist de aantijgingen van de eisende aandeelhouders en verdedigde bijgevolg haar positie in de procedure met betrekking tot de voorlopige maatregelen.
Bij vonnis van 9 januari 2025 heeft de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) het verzoek tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder of lasthebber ad hoc ontvankelijk verklaard, maar beslist om de beoordeling van de gegrondheid van dit verzoek uit te stellen. De rechtbank stelde vast dat er momenteel geen aanwijzingen zijn dat de raad van bestuur van de Vennootschap niet naar behoren functioneert en merkte op dat er momenteel een procedure voor de sanctiecommissie van de FSMA hangende is, evenals een strafrechtelijk onderzoek. Met het oog hierop heeft de rechtbank de beoordeling ten gronde van het verzoek tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder of lasthebber ad hoc uitgesteld tot na een uitspraak van zowel de sanctiecommissie van de FSMA als de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling. De rechtbank heeft het verzoek dus voor onbepaalde tijd verdaagd.
Onderzoek door de FSMA en procedure voor de sanctiecommissie met betrekking tot de informatieverstrekking door Nyrstar
In september 2019 besliste het directiecomité van de FSMA om een onderzoek in te stellen naar de informatieverstrekking door Nyrstar. De FSMA heeft zelf op verschillende tijdstippen over dit onderzoek gecommuniceerd:
"Aanvankelijk spitste het onderzoek van de FSMA zich toe op de informatie verstrekt over de commerciële relatie met Trafigura. In een persbericht van 29 mei 2020 maakte de FSMA echter bekend dat het onderzoek werd uitgebreid met twee bijkomende elementen: de bekendgemaakte informatie (i) over de verwachte winstbijdrage van de herontwikkeling van de Australische Port Pirie-smelter en de totale kosten van dit project, en (ii) over de solvabiliteits- en liquiditeitspositie van Nyrstar op het einde van 2018.
"In een persbericht van 25 juli 2022 gaf de FSMA een stand van zaken van het onderzoek. De FSMA gaf daarbij onder andere te kennen dat de auditeur een voorlopig verslag had opgesteld.
"In een persbericht van 30 september 2022 maakte de FSMA bekend dat het directiecomité van de FSMA, na beraadslaging over het definitieve verslag van de auditeur, had besloten een procedure tegen Nyrstar in te stellen voor de sanctiecommissie van de FSMA, die tot het opleggen van een administratieve boete kan leiden. Het komt de sanctiecommissie toe om te oordelen of er al dan niet sprake is van een inbreuk en om te beslissen over de eventuele oplegging van een administratieve geldboete. In het persbericht van de FSMA werd ook toegelicht welke grieven het directiecomité heeft weerhouden ten aanzien van Nyrstar en werd uiteengezet dat het directiecomité de kennisgeving van grieven heeft overgemaakt aan de procureur des Konings van het parket Antwerpen (zie hieronder).Ten slotte vermeldde het persbericht dat het directiecomité de auditeur had verzocht om een bijkomend verslag over de mogelijke toepassing van een administratieve boete op elk van de bestuurders (of hun vaste vertegenwoordigers) van Nyrstar die in functie waren op het moment van de feiten.
Nyrstar bevestigt dat het Directiecomité van de FSMA haar op 30 september 2022 in kennis heeft gesteld van de grieven, haar het definitieve verslag van het onderzoek van de auditeur heeft bezorgd en het dossier vervolgens heeft doorverwezen naar de sanctiecommissie.
Ondertussen heeft het directiecomité van de FSMA ook het dossier tegen de bestuurders van Nyrstar die in functie waren op het ogenblik van de feiten, doorverwezen naar de sanctiecommissie. De sanctiecommissie heeft deze zaak vervolgens samengevoegd met de zaak tegen Nyrstar, alsook in het verlengde daarvan een kalender bepaald.
Nyrstar is van mening dat zij te allen tijde de vereiste informatie overeenkomstig de relevante financiële regelgeving en wetgeving heeft bekendgemaakt, en verdedigt dit standpunt in de procedure die thans hangende is voor de sanctiecommissie. Zij zal niet verder ingaan op de inhoud of het verloop van deze lopende procedure, gelet op het vertrouwelijke karakter ervan. De hoorzittingen voor de sanctiecommissie van de FSMA zijn afgelopen.
Nyrstar is op de hoogte van de volgende gerechtelijke onderzoeken.
In 2019 werd een gerechtelijk onderzoek opgestart in Brussel nadat verschillende personen een klacht met burgerlijke partijstelling hadden ingediend. In een beslissing van 1 oktober 2024 besliste de raadkamer van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel om de Vennootschap te ontslaan van rechtsvervolging in dit onderzoek. Tegen deze beslissing werd beroep aangetekend. Bij vonnis van 5 maart 2025 heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Franstalige hof van beroep te Brussel het vonnis van de raadkamer bevestigd en de Vennootschap ontslagen van rechtsvervolging. De kamer van inbeschuldigingstelling oordeelde dat er geen redenen waren om het strafdossier door te verwijzen naar de onderzoeksrechter van het gerechtelijk onderzoek te Antwerpen, zoals de burgerlijke partijen hadden gevraagd. Ze bevestigde dat het onderzoek op geen enkel moment voldoende gronden heeft opgeleverd om Nyrstar voor de strafrechter te brengen, en dat het hier gaat om een vennootschapsrechtelijk geschil tussen aandeelhouders, dat onder de bevoegdheid van de ondernemingsrechtbank valt. De raadkamer zag ook niet in hoe Nyrstar voordeel had kunnen halen uit de bestreden handelingen. De raadkamer was kritisch over het strafrechtelijk beleid van de Belgische Staat, in het bijzonder over het gebrek aan capaciteit om (bijkomende) onderzoeksmaatregelen uit te voeren. De raadkamer had vastgesteld dat, ook in deze zaak, niet alle door de onderzoeksrechter toegekende aanvullende onderzoeksmaatregelen waren uitgevoerd. Omdat de raadkamer van oordeel is dat de Belgische Staat in deze zaak nalatig is geweest ten gevolge van zijn strafrechtelijk beleid en de situatie kennelijk onredelijk is, veroordeelde zij de burgerlijke partij die aanvankelijk een klacht had ingediend, tot de betaling van enkel een symbolische procedurevergoeding van EUR 1 aan Nyrstar. De rechtbank veroordeelde de andere burgerlijke partij die betrokken was bij het beroep niet tot betaling van een procedurele compensatie, aangezien haar klacht het strafrechtelijk onderzoek niet had opgestart. De Vennootschap werd ervan op de hoogte gebracht dat er geen beroep werd aangetekend bij het Hof van Cassatie tegen het vonnis van de kamer van inbeschuldigingstelling, dat bijgevolg definitief is.
In 2020 werd een gerechtelijk onderzoek gestart in Mechelen.
In 2022 werd een onderzoek gestart door het parket van Antwerpen, dat later werd afgesloten. Ook in Antwerpen loopt een gerechtelijk onderzoek, in het kader waarvan een huiszoeking heeft plaatsgevonden.
Bij beslissing van 24 oktober 2024 heeft de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen beslist om de onderzoeksrechter te Mechelen te ontslaan van het strafrechtelijk onderzoek naar Nyrstar NV, met het oog op de overdracht van het strafdossier aan de onderzoeksrechter van het gerechtelijk onderzoek te Antwerpen. Tegen deze beslissing werd geen beroep aangetekend. Het gerechtelijk onderzoek in Mechelen wordt dus overgebracht naar Antwerpen.
De Vennootschap werkt volledig en loyaal mee met betrekking tot elk (gerechtelijk) onderzoek. Zij zal verder geen commentaar geven op de inhoud of stand ervan.
Bij de raming van de per 31 december 2024 geboekte voorziening voor stopzetting ten bedrage van EUR 10,7 miljoen en rekening houdende met de bovenvermelde (hangende) gerechtelijke procedures (en op basis van een redelijke verwachting inzake de timing van de Belgische gerechtelijke procedures), gaat de Vennootschap ervan uit dat het vereffeningsproces ongeveer tegen eind Q3 2031 zal zijn voltooid, d.w.z. binnen ongeveer zes en een half jaar na de publicatie van de financiële overzichten per 31 december 2024. Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op de geraamde exploitatiekosten die vóór en tijdens het vereffeningsproces moeten worden gemaakt. Deze kosten omvatten de kosten van de vereffenaar, de juridische, boekhoud- en auditkosten, de noteringsvergoedingen en andere bedrijfskosten. Het geraamde bedrag van de voorziening gaat uit van een stabiel verloop van de kosten van de vereffenaar en andere kosten die de Vennootschap over de periode tot de voltooiing van de vereffeningsprocedure zal moeten maken.
Het geraamd bedrag van de voorziening sluit alle kosten uit die de Vennootschap zou kunnen maken in verband met de verdediging in de bovenvermelde gerechtelijke procedures waarvoor de Directors & Officers ("D&O") verzekeraar van de Vennootschap thans heeft bevestigd de Vennootschap schadeloos te stellen voor haar gemaakte erelonen, kosten en uitgaven. De D&O verzekeraar heeft thans alleen bevestigd de Vennootschap schadeloos te stellen voor haar erelonen, kosten en uitgaven gemaakt met betrekking tot: (i)haar raadslieden voor het assisteren bij de reactie op de ingebrekestelling van 17 maart 2020, en het vertegenwoordigen van de Vennootschap in de burgerrechtelijke procedure ten gronde;
(ii)haar raadslieden voor het vertegenwoordigen van de Vennootschap in de kort geding (deskundigen) procedure van 27 april 2020, alsmede het door de Vennootschap op 15 december 2020 ingestelde hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank van 30 oktober 2020 tot aanstelling van een college van deskundigen in de zin van artikel 7:160 WVV (en niet, duidelijkheidshalve, met betrekking tot het derdenverzet dat de Trafigura Vennootschappen hebben ingesteld tegen de rechterlijke beschikking van 30 oktober 2020 en het hoger beroep tegen de rechterlijke beschikkingen van 2 juli en 9 november 2021), alsook het cassatieberoep; (iii)haar raadslieden voor het vertegenwoordigen van de Vennootschap in het bij voornoemde beschikking van 30 oktober 2020 gelaste (nu beëindigde) deskundigenonderzoek;
(iv)de door de Vennootschap ingeschakelde partij-benoemde deskundigen voor het onderzoek van de in voornoemde procedures ingediende vorderingen alsmede om de Vennootschap bij te staan in het voornoemde deskundigenonderzoek; en (v)haar raadslieden voor het vertegenwoordigen van de Vennootschap met betrekking tot het FSMA-onderzoek en de deskundigen die door de Vennootschap zijn aangesteld voor haar verdediging, tot 80% van het werk dat vanaf 6 oktober 2022 is verricht; (vi)haar raadslieden voor het vertegenwoordigen van de Vennootschap in de kort geding procedure voor voorlopige maatregelen ingesteld door bepaalde aandeelhouders op 3 januari 2023.
Mocht de vereffeningsprocedure langer duren dan verwacht, dan zouden de geraamde kosten die de Vennootschap vóór de voltooiing van de vereffening moet maken, hoger liggen. In de veronderstelling dat in dat geval de vereffening tegen eind Q3 2033 is voltooid, schat de Vennootschap dat de tijdens het vereffeningsproces opgelopen kosten tot EUR 13,4 miljoen zouden stijgen. Deze extra kosten boven de per 31 december 2024 opgenomen voorziening van EUR 10,7 miljoen zouden het eigen vermogen van de Vennootschap na 31 december 2024 verder doen dalen. Indien er bijkomende kosten zijn of indien de kosten in verband met een of meer van de hierboven vermelde juridische procedures niet zouden worden gedekt door de D&O verzekering van de Vennootschap, kan dit de Vennootschap noodzaken bijkomende financiering aan te trekken. Indien de Vennootschap niet in staat is dergelijke aanvullende financiering te verkrijgen, is het mogelijk dat de vereffening geen solvente vereffening is.
De Vennootschap heeft de lopende exploitatiekosten die zij in het jaar eindigend op 31 december 2024 heeft gemaakt opgenomen als Diensten en diverse goederen (code 61). Tijdens het jaar eindigend op 31 december 2024 heeft de Vennootschap de voorziening voor stopzetting van de bedrijfsactiviteiten ten bedrage van EUR 3,1 miljoen aangewend, voornamelijk ter compensatie van de lopende
exploitatiekosten. Het gebruik van de voorziening is opgenomen in de niet-recurrente exploitatiekosten (code 66A), na aftrek van de toevoegingen aan de voorziening voor stopzetting van EUR 4,5 miljoen.
Per 31 december 2024 was de Vennootschap, op basis van de informatie waarover de Vennootschap beschikt, volledig bevrijd van alle voorwaardelijke verplichtingen die door de Vennootschap eerder waren verstrekt of onherroepelijk waren toegezegd voor schulden en verplichtingen van derden. De Vennootschap is volledig gevrijwaard voor elke aansprakelijkheid die in dit verband zou kunnen ontstaan (zie "Informatie over verbonden partijen").
De Vennootschap heeft de mogelijke impact van de oorlog in Oekraïne op de opname en waardering van de activa en passiva van de Vennootschap per 31 december 2024 beoordeeld. Na de uitoefening van de Putoptie en de ontvangst van de opbrengst van de uitoefening van de Putoptie zijn de belangrijkste activa van de Vennootschap liquide middelen en termijndeposito's in contanten. Naar het oordeel van de Vennootschap zijn er geen potentiële significante gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor de waardering van de activa en passiva van de Vennootschap per 31 december 2024.
Op 9 december 2019 werd een BAV van de Vennootschap gehouden om te beraadslagen over de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap en een voorgestelde kapitaalvermindering. De aandeelhoudersvergadering verwierp de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap. Als gevolg van een beschikking van 26 juni 2020 van de voorzitter van ondernemingsrechtbank van Antwerpen (afdeling Antwerpen), uitgesproken op verzoek van een groep aandeelhouders, was het de Vennootschap verboden een algemene vergadering te laten plaatsvinden met als agendapunt de ontbinding van de Vennootschap tot drie maanden nadat er een in kracht van gewijsde gegane beslissing over de aanstelling van een college van deskundigen zou zijn gewezen. Zoals hierboven uiteengezet, zoals aangekondigd op 14 februari 2023, in het licht van de aankondiging in de pers dat bepaalde aandeelhouders van de Vennootschap een cassatieberoep zouden instellen tegen het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen van 17 november 2022 met betrekking tot de vordering tot aanstelling van een college van deskundigen (welk beroep ondertussen is verworpen bij arrest van 2 mei 2024), was de Vennootschap van oordeel dat het niet opportuun is om hangende het cassatieberoep haar verplichting om de ontbinding op de agenda te plaatsen uit te voeren. De Vennootschap heeft derhalve aangekondigd dat zij geen stappen zou ondernemen om een algemene vergadering bijeen te roepen met de ontbinding als agendapunt (of voorbereidende handelingen daartoe te verrichten) tot het arrest van het Hof van Cassatie, en dat zij de markt tegen die tijd op de hoogte zou brengen.
Op 2 mei 2024 heeft het Hof van Cassatie het beroep van de aandeelhouders verworpen. Op dezelfde dag kondigde de Vennootschap aan dat ze de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap op dat moment niet zou voorleggen aan de algemene vergadering en dat ze niet eerder op deze zaak zou terugkomen dan nadat de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) een uitspraak zal hebben gedaan over het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen dat door een groep van minderheidsaandeelhouders werd neergelegd op 11 maart 2024.
Naar aanleiding van de uitspraak van 9 januari 2025 van de ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) om de beoordeling ten gronde van het verzoekschrift voor voorlopige maatregelen dat door een groep van minderheidsaandeelhouders werd neergelegd op 11 maart 2024 uit te stellen, kondigde de Vennootschap op 6 februari 2025 aan dat ze het in dit stadium niet in het belang van de Vennootschap achtte om de ontbinding of de voortzetting van de Vennootschap voor te leggen aan de algemene vergadering en dat ze zou beoordelen of dit standpunt in het vennootschapsbelang van de Vennootschap moet worden heroverwogen, inclusief indien en wanneer er verdere ontwikkelingen zijn.
Als zodanig zijn deze financiële overzichten van de Vennootschap per 31 december 2024 opgesteld op basis van discontinuïteit.
Krachtens artikel 3:23 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is een moedervennootschap die één of meer dochterondernemingen controleert, verplicht een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, tenzij deze dochterondernemingen, gelet op het geconsolideerde vermogen, alleen of gezamenlijk, een geconsolideerde financiële positie of geconsolideerde resultaten hebben die slechts van te verwaarlozen betekenis zijn. Aangezien dat de Vennootschap op 31 december 2024 geen controle had over enige belangrijke dochteronderneming, was de Vennootschap niet verplicht om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen voor het jaar eindigend op 31 december 2024. In overeenstemming met artikel 12, §3, laatste lid, van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007, heeft de Vennootschap de enkelvoudige statutaire financiële overzichten per 31 december 2024 opgesteld in overeenstemming met het Belgische boekhoudkundig referentiestelsel (GAAP).
Op de datum van goedkeuring van de financiële overzichten per 31 december 2024 heeft de Vennootschap geoordeeld dat, rekening houdend met haar beschikbare liquide middelen, kasequivalenten en haar kasstroomprognoses voor de komende 12 maanden na de goedkeuring van de financiële overzichten per 31 december 2024 door de Raad van Bestuur, zij voldoende liquiditeit heeft om aan haar huidige verplichtingen te voldoen en de behoefte aan werkkapitaal te dekken. De verwachte beschikbare liquiditeit van de Vennootschap omvat het saldo van de liquide middelen en termijndeposito's in contanten van EUR 12,5 miljoen per 31 december 2024 en is afhankelijk van verschillende zaken, waaronder de mogelijke benoeming van een vereffenaar en zijn volgende stappen, het bestaan en de reikwijdte van de juridische claims tegen de Vennootschap die financiering zou vereisen van deze juridische procedures en andere momenteel niet voorziene zaken zoals beschreven in onderdeel d) van de waarderingsregels hierboven. Zoals hierboven vermeld, is het mogelijk dat, indien de aanstelling van de vereffenaar verder wordt uitgesteld of niet wordt goedgekeurd door de aandeelhoudersvergadering of indien de kosten hoger zijn dan momenteel verwacht, de Vennootschap zich moet verzekeren van bijkomende financiering. Het risico bestaat dat dergelijke bijkomende financiering niet beschikbaar is voor de Vennootschap of dat ze niet beschikbaar is tegen aanvaardbare voorwaarden. Er wordt ook verwezen naar de informatie over verbonden partijen met betrekking tot de verplichte vervroegde aflossing en bepalingen inzake beperkt verhaal onder de Limited Recourse Loan Facility (voor zover die van toepassing zijn na de ontvangst van de opbrengsten van de Putoptie (zie 1.5.4. en 1.5.5 hieronder).
In oktober 2018 startte de voormalige Nyrstar groep het nazicht van haar balansstructuur (het "Nazicht van de Balansstructuur") naar aanleiding van de uitdagende financiële en operationele omstandigheden waarmee de Nyrstar groep werd geconfronteerd. Het Nazicht van de Balansstructuur heeft een zeer aanzienlijke bijkomende financieringsbehoefte aangetoond waaraan de Nyrstar groep niet kon voldoen zonder een aanzienlijke vermindering van haar schuldenlast. Als gevolg hiervan moest er in het kader van het Nazicht van Balansstructuur tussen de financiële schuldeisers van de Nyrstar groep onderhandeld worden, wat uiteindelijk resulteerde in de herstructurering van de Nyrstar groep, die op 31 juli 2019 van kracht werd (de "Herstructurering"). Als gevolg van de Herstructurering werd Trafigura Group Pte. Ltd., via haar indirecte 98%-eigendom van de nieuwe holdingvennootschap van NN2, de uiteindelijke moedervennootschap van de voormalige (directe en indirecte) dochterondernemingen van de Vennootschap (de "Operationele Groep"), waarbij het resterende 2%-belang in NN2 (en daarmee de Operationele Groep) toen in handen was van de Vennootschap (zie echter 1.2 hieronder voor details over de uitoefening van de Putoptie door de Vennootschap op 28 juli 2022).
De overeenkomsten met Trafigura waarbij de Vennootschap partij is worden hieronder in meer detail besproken.
De lock-up overeenkomst ("Lock-Up Overeenkomst") die op 14 april 2019 werd gesloten tussen, onder andere, de Vennootschap en vertegenwoordigers van haar belangrijkste groepen van financiële schuldeisers, beoogde dat de Vennootschap, Trafigura Pte Ltd
("Trafigura") en Nyrstar Holdings Plc (voorheen gekend onder de naam Nyrstar Holdings Limited, "Nyrstar Holdings", een special-purpose vehicle van Trafigura dat werd opgericht, onder andere, ten behoeve van de uitvoering van de Herstructurering) een overeenkomst zouden sluiten waarin zij hun instemming zouden bevestigen met (i) bepaalde stappen die nodig waren voor de uitvoering van de herstructurering zoals beoogd in de Lock-Up Overeenkomst en (ii) de voorwaarden van de huidige relatie tussen de Vennootschap en de Trafigura groep (de "NNV-Trafigura Deed"). De NNV-Trafigura Deed werd op 19 juni 2019 ondertekend.
Bepaalde belangrijke bepalingen van de NNV-Trafigura Deed, namelijk die welke het uitkeringsbeleid, de volgrechten/volgplichten en de controlewijziging ten aanzien van NN2 regelen, zijn eerder beschreven in de informatie van de Vennootschap over verbonden partijen. Als gevolg van de uitoefening van de Putoptie (zie 1.2 hieronder voor meer details) en het feit dat de Vennootschap geen aandeelhouder meer is van NN2, zijn deze bepalingen van de NNV-Trafigura Deed echter niet langer relevant / niet langer van toepassing.
Krachtens de bepalingen van de NNV-Trafigura Deed die wel van kracht blijven ondanks de uitoefening van de Putoptie en het feit dat de Vennootschap geen aandeelhouder meer is van NN2, behoudt de Vennootschap het recht (behoudens naleving van de toepasselijke wetgeving en eventuele relevante vertrouwelijkheidsverplichtingen) om Trafigura redelijke verzoeken te doen toekomen om ervoor te zorgen dat de Vennootschap financiële of andere informatie ontvangt met betrekking tot de Operationele Groep (of een van de leden daarvan).
Krachtens de NNV-Trafigura Deed kwamen de Vennootschap en Trafigura ook overeen dat Trafigura aan de Vennootschap een optie zou verlenen om een Trafigura entiteit te verplichten het volledige belang van de Vennootschap in NN2 te kopen. De voorwaarden van deze optie zijn uiteengezet in een afzonderlijke overeenkomst, gedateerd 25 juni 2019, tussen de Vennootschap, Trafigura en Nyrstar Holdings (de "Put Option Deed"). Onder de voorwaarden van de Put Option Deed kon de Vennootschap het geheel (maar niet slechts een deel) van haar 2%-belang in NN2 aan een Trafigura entiteit verkopen tegen een prijs gelijk aan EUR 20 miljoen (de "Putoptie"). In dit verband wordt verwezen naar de informatie over verbonden partijen met betrekking tot de verplichte vervroegde terugbetalingsverplichtingen en bepalingen inzake beperkt verhaal onder de Limited Recourse Loan Facility (voor zover die van toepassing zijn na de ontvangst van de opbrengsten van de uitoefening van de Putoptie (zie 1.5.4 en 1.5.5 hieronder). De Putoptie kon door de Vennootschap worden uitgeoefend tot 31 juli 2022, onder voorbehoud van beperkte triggers die een vroegere beëindiging van de Put Optie vóór 31 juli 2022 mogelijk zouden hebben maken.
Op 18 november 2021 deelde de Vennootschap mee dat ze Moore Corporate Finance had aangesteld om een onafhankelijk expertenadvies op te stellen voor de onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap ("Comité van Onafhankelijke Bestuurders"), in het kader van artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Het advies van de onafhankelijke expert bestond erin om het Comité van Onafhankelijke Bestuurders te adviseren bij de beoordeling van het voordeel voor de Vennootschap, rekening houdend met alle relevante omstandigheden, van het al dan niet uitoefenen van de Putoptie die de Vennootschap had met betrekking tot haar volledige 2%-belang in NN2.
Op 28 juli 2022 kondigde de Vennootschap publiekelijk aan dat de Raad van Bestuur zijn gedetailleerde evaluatieproces had voltooid met betrekking tot de beslissing om al dan niet de Putoptie uit te oefenen die verband houdt met haar volledige 2%-belang in NN2. Gelet op het door Moore Corporate Finance opgestelde onafhankelijke expertenverslag, waarin de waarde van het 2%-belang in NN2 werd geschat tussen EUR 0 miljoen en EUR 3,4 miljoen, het advies van de onafhankelijke bestuurders van de Vennootschap, vragen en opmerkingen van bepaalde minderheidsaandeelhouders en andere informatie die aan de Raad van Bestuur ter beschikking werd gesteld, besloot de Raad van Bestuur dat het in het belang van de Vennootschap was om de Putoptie uit te oefenen. Op 28 juli 2022 heeft de Vennootschap Nyrstar Holdings Plc en Trafigura Pte Ltd. Naar behoren in kennis gesteld van de uitoefening van de Putoptie in overeenstemming met de bepalingen van de Put Option Deed. De Vennootschap heeft de opbrengst van de uitoefening van de Putoptie op 29 juli 2022 ontvangen.
Documentatie met betrekking tot de beslissing van de Vennootschap om de Putoptie uit te oefenen werd op 28 juli 2022 gepubliceerd op de website van de Vennootschap nyrstarnv.be en is daar op de datum van dit verslag nog steeds beschikbaar.
Zoals hierboven vermeld, was de Vennootschap vóór de datum van inwerkingtreding van de Herstructurering, namelijk 31 juli 2019 (de "Effectieve Datum van de Herstructurering"), de uiteindelijke moedervennootschap van de Nyrstar groep, en had ze voordien verscheidene moedervennootschapsgaranties (de "PCG's") verleend ten aanzien van de verplichtingen van haar dochterondernemingen, waaronder, maar niet beperkt tot, twee PCG's die verleend werden ten aanzien van de principale financiële verplichtingen van de toenmalige indirecte dochteronderneming van de Vennootschap, Nyrstar Sales & Marketing AG ("NSM"), aan Trafigura, namelijk in het kader van de Trade Finance Framework Agreement ("TFFA") van USD 650 miljoen en de Bridge Finance Facility Agreement ("BFFA") van USD 250 miljoen (de "Trafigura PCG's"). De Trafigura PCG's en alle andere zekerheden en/of garanties die de Operationele Groep aan Trafigura verstrekte in verband met de TFFA en BFFA, werden op de Effectieve Datum van de Herstructurering volledig vrijgegeven.
1.4.Vrijgave van de moedervennootschapgaranties ("PCG's") ten gunste van derden en de rechten van de Vennootschap op schadeloosstelling door NN2 krachtens de NNV-NN2 SPA
Voorafgaand aan, en als onderdeel van de uitvoering van, de Herstructurering sloot de Vennootschap een overeenkomst voor de verkoop en overdracht door de Vennootschap van vrijwel al haar activa, waaronder 100% van haar aandelenbezit in Nyrstar Netherlands (Holdings) BV en ook haar deelnemingen (direct en indirect) in haar dochterondernemingen, maar met uitzondering van haar aandelen in NN1, aan NN2 (de "NNV-NN2 SPA"). Krachtens de NNV-NN2 SPA geniet de Vennootschap van contractuele overeenkomsten met NN2 en Trafigura met betrekking tot de vrijgave van, of schadeloosstelling voor, aansprakelijkheden voor bestaande financiële schulden en verplichtingen aan derden in verband met financiële, commerciële of andere verplichtingen van de toenmalige leden van de Operationele Groep (de "PCG's"), zodat die derden geen verhaal meer zouden hebben op de Vennootschap. De vrijstellings- en/of schadeloosstellingsverplichtingen van NN2 waarvan de Vennootschap geniet kunnen als volgt worden samengevat.
-Vrijstelling van PCG's en algemene schadeloosstelling: De NNV-NN2 SPA bevat een verbintenis van NN2 om redelijke inspanningen te leveren om de vrijstelling te verkrijgen van verplichtingen die de Vennootschap uit hoofde van PCG's van derden verschuldigd is. Deze verplichting wordt gecombineerd met een verplichting van NN2 om de Vennootschap, voor zover die PCG's niet worden vrijgegeven, te vrijwaren voor alle aansprakelijkheden in verband met die PCG's als gevolg van het niet volledig nakomen van de hoofdverplichtingen door het betreffende lid van de Operationele Groep.
-Schadeloosstelling voor specifieke historische aansprakelijkheden: Verder bevat de NNV-NN2 SPA ook een verplichting voor NN2 om de Vennootschap, voor zover niet gedekt door de vrijgave en/of schadeloosstelling van de hierboven vermelde PCG's, schadeloos te stellen
voor bepaalde specifieke aansprakelijkheden, waaronder bepaalde aansprakelijkheden die voortvloeien uit bepaalde historische vervreemdingen door de vroegere Nyrstar groep en/of uit bepaalde historische mijnsluitingen, die in een bijlage bij de NNV-NN2 SPA worden gespecificeerd.
-Beperking van verhaal op de Vennootschap door vroegere dochterondernemingen: Om eventuele financiële verplichtingen op de Vennootschap verder te beperken en vrij te geven, verplicht de NNV-NN2 SPA NN2 om ervoor te zorgen dat, en verplicht de NNV-Trafigura Deed Trafigura om ervoor te zorgen dat, geen voormalige dochterondernemingen van de Vennootschap enige aanspraak op betaling van de Vennootschap zullen maken, behalve (i) in het kader van de Limited Recourse Loan Facility, (ii) zoals anders overeengekomen na de voltooiing van de Herstructurering; of (iii) voor zover de Vennootschap over voldoende middelen beschikt (met uitzondering van dividenden of verkoopopbrengsten met betrekking tot de (inmiddels verkochte) rechtstreekse deelneming van 2% van de Vennootschap in NN2).
1.5.Financiële transacties met Trafigura entiteiten - de Limited Recourse Loan Facility
Op 23 juli 2019 sloot de Vennootschap een EUR 13,5 miljoen committed limited recourse loan facility af (de "Limited Recourse Loan Facility") die haar door NN2 (als "Lender") ter beschikking werd gesteld. De belangrijkste voorwaarden van de Limited Recourse Loan Facility worden hieronder beschreven. De Limited Recourse Loan Facility bestaat uit twee afzonderlijke schijven: (i) tot EUR 8,5 miljoen voor de lopende gewone bedrijfsactiviteiten van de Vennootschap ("Facility A"); en (ii) tot EUR 5 miljoen bestemd voor de betaling van bepaalde kosten in verband met de verdediging in rechtszaken ("Facility B"). Er zijn geen zekerheden, onderpanden of garanties verleend met betrekking tot de verplichtingen van de Vennootschap onder de Limited Recourse Loan Facility.
De Beschikbaarheidsperiode van de LRLF, die van toepassing is op zowel Facility A als Facility B (hieronder meer in detail beschreven), liep - in overeenstemming met de voorwaarden - eind juli 2024 af (vijf jaar na de Effectieve Datum van de Herstructurering, d.w.z. vijf jaar na 31 juli 2019), op welk moment alle ongebruikte toezeggingen daaronder onmiddellijk werden geannuleerd.
Op 31 december 2024 was de Vennootschap in het kader van Facility A EUR 6,6 miljoen (31 december 2023: EUR 6,3 miljoen) verschuldigd. Facility A moet door de Vennootschap gebruikt worden om dagelijkse bedrijfskosten te dekken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, redelijke kosten voor bestuurders en personeel, premies voor D&O verzekeringen (voor zover niet betaald vóór de Effectieve Datum van de Herstructurering), auditkosten, juridische kosten (behalve die in verband met rechtszaken of andere lopende of dreigende procedures tegen de Vennootschap, die gefinancierd moeten worden uit Facility B (hieronder gedefinieerd)), noteringskosten en investor relations kosten. Vóór het verstrijken van de Beschikbaarheidsperiode, werd de financiering in het kader van Facility A aan de Vennootschap verstrekt op basis van de driemaandelijkse kasstroomprognose die door de Vennootschap wordt opgesteld en aan Trafigura wordt verstrekt als voorwaarde voor de financiering. Onder Facility A kon de Vennootschap, onderworpen aan de gebruiksvoorwaarden, tot EUR 8,5 miljoen lenen vóór 31 juli 2024. Het totale bedrag van de fondsen die in het kader van Facility A beschikbaar worden gesteld, is overeengekomen op basis van de geraamde bedrijfskosten van de Vennootschap voor een periode van vijf jaar na de voltooiing van de Herstructurering, rekening houdend met de doorlopende operationele diensten die NN2, zoals overeengekomen in de NNV-NN2 SPA, aan de Vennootschap verleende voor een periode van ongeveer drie jaar vanaf de Effectieve Datum van de Herstructurering (de "Doorlopende Diensten").
De Doorlopende Diensten omvatten financiële, fiscale, bedrijfsadvies-, IT- en administratieve diensten. De levering van de Doorlopende Diensten aan de Vennootschap was bedoeld om de bedrijfskosten van de Vennootschap in de periode na de Effectieve Datum van de Herstructurering te verminderen. Hierbij wordt opgemerkt dat, in overeenstemming met de voorwaarden van de NNV-NN2 SPA, de periode voor het verlenen van de Doorlopende Diensten aan de Vennootschap afliep op het moment dat de Vennootschap de opbrengsten uit de uitoefening van de Putoptie ontving.
Op 31 december 2024 was de Vennootschap EUR 3,9 miljoen (31 december 2023: EUR 3,7 miljoen) verschuldigd onder Facility B. Behoudens de hieronder beschreven beperkingen is het doel van leningen onder Facility B de aanwending ervan door de Vennootschap voor de betaling of terugbetaling van kosten in verband met een geschil, procedure, rechtsvordering of vordering (met inbegrip van belastingvorderingen) aangespannen, ingesteld of dreigend tegen de Vennootschap, NN1 of een van hun huidige of vroegere bestuurders of kaderleden (elk een "Vordering").
Vóór het verstrijken van de Beschikbaarheidsperiode, kon financiering onder Facility B worden opgenomen op basis van de kosten die gemaakt worden in verband met een Vordering (mits naleving van de voorwaarden en andere beperkingen, en tegen overlegging van een factuur voor die kosten). Het gebruik van elke facility was onderworpen aan verschillende voorwaarden (waarover hieronder meer), en was beperkt tot maximaal drie opnames per financieel kwartaal per facility (exclusief PIK Loans (zie hieronder)). Onder Facility B kon de Vennootschap, onderworpen aan de gebruiksvoorwaarden, tot EUR 5 miljoen lenen vóór 31 juli 2024.
Op de datum van dit verslag was de Vennootschap EUR 6,6 miljoen verschuldigd onder Facility A en EUR 3,9 miljoen onder Facility B.
Als gevolg van de uitoefening van de Putoptie en het feit dat de Vennootschap geen aandeelhouder meer is van NN2, is de "NNV Exit Date" (zoals gedefinieerd in de Limited Recourse Loan Facility) ingetreden. De NNV Exit Date is gespecificeerd als een Event of Default (zoals gedefinieerd) onder de Limited Recourse Loan Facility, die NN2 (als Lender) het recht gaf om (door kennisgeving aan de Vennootschap) de gehele of een deel van de resterende verplichtingen van de Lenders onder de Limited Recourse Loan Facility te annuleren. NN2 heeft dit recht niet uitgeoefend. Hoe dan ook, en zoals hierboven vermeld, verstreek de beschikbaarheidsperiode van de Limited Recourse Loan Facility eind juli 2024 in overeenstemming met de voorwaarden ervan, en alle ongebruikte toezeggingen in het kader van deze faciliteit werden op dat moment onmiddellijk geannuleerd. Als zodanig kunnen nieuwe verzoeken tot gebruik van de Limited Recourse Loan Facility niet langer geldig worden gegeven.
De rentevoet op de uitstaande bedragen onder de Limited Recourse Loan Facility is de som van EURIBOR plus een marge van 0,5% per jaar. De rente is betaalbaar binnen 10 werkdagen na de verjaardag van de datum waarop het bedrag ter beschikking werd gesteld, met dien verstande dat de rente gekapitaliseerd wordt als zij gedurende een periode van een jaar of langer is aangegroeid en de Vennootschap een kennisgeving in de door de Limited Recourse Loan Facility voorgeschreven vorm heeft gegeven. Elke gekapitaliseerde rente wordt behandeld als een nieuwe lening (een "PIK Loan") onder de betrokken Facility. Elke PIK loan brengt zelf rente op, en die rente kan ook gekapitaliseerd worden. De Vennootschap heeft geen rentebetalingen gedaan, gezien alle tot 31 december 2024 te betalen rente van EUR 753.000 gekapitaliseerd is in een nieuwe PIK Loan. De rentelasten op de Limited Recourse Loan Facility die ten laste van de
winst-en-verliesrekening zijn gebracht in het jaar eindigend op 31 december 2024 bedroegen EUR 428.000.
De Vennootschap mag geen enkel bedrag dat in het kader van Facility A of Facility B wordt geleend gebruiken voor de financiering (direct of indirect) van kosten in verband met het instellen of helpen instellen van vorderingen (met inbegrip van tegenvorderingen of verweer) tegen Trafigura, andere leden van de Trafigura groep, NN2 en/of een Vervangende Holdco, en/of een ander lid van de Operationele Groep), tegen huidige of vroegere bestuurders, kaderleden of adviseurs van deze entiteiten, tegen enige schuldeiser ten aanzien van deze entiteiten (anders dan met toestemming van NN2, welke toestemming niet onredelijk mag worden ingehouden of uitgesteld) of in verband met enige betwisting van de Herstructurering, ook in verband met de TFFA en de BFFA of enig ander document dat door de akte tot implementatie van de Herstructurering werd beoogd.
-Excess Cash (Overschot aan Contanten): de bepalingen van de Limited Recourse Loan Facility die betrekking hebben op verplichte vooruitbetaling uit "Excess Cash", en die werden beschreven in de versie van deze informatie in eerdere verslagen van de Vennootschap, zijn niet langer van toepassing als gevolg van het feit dat de Vennootschap geen aandeelhouder meer is van NN2 en de opbrengsten heeft ontvangen van de uitoefening van de Putoptie (waarbij die opbrengsten "Vervreemdingsopbrengsten" vormen voor de doeleinden van de Limited Recourse Loan Facility).
-Disposals (Vervreemdingen): Onmiddellijk na ontvangst van enige Vervreemdingsopbrengsten en onderworpen aan de hieronder beschreven bepalingen inzake beperkt verhaal (zie in het bijzonder 1.5.5), zal de Vennootschap ervoor zorgen dat deze in de eerste plaats aangewend worden om enig uitstaand bedrag onder Facility B vervroegd terug te betalen (zijnde de schijf voor geschillen), en in de tweede plaats, indien (i) er enige Vervreemdingsopbrengsten overblijven na enige vereiste vervroegde terugbetaling van Facility B, en (ii) het totaalbedrag van alle onder Facility A uitstaande bedragen (zijnde de schijf voor operationele kosten) meer bedraagt dan EUR 5 miljoen, om dergelijke bedragen onder Facility A vervroegd terug te betalen tot of ten belope van een totaalbedrag van EUR 5 miljoen.
-Uitkeringen: De Vennootschap zal ervoor zorgen dat, indien op of na de NNV Exit Date van de Vennootschap een uitkering wordt betaald aan de aandeelhouders van de Vennootschap, een bedrag gelijk aan die uitkering wordt aangewend om de uitstaande bedragen onder Facility A vóór of gelijktijdig met die uitkering terug te betalen of vervroegd af te lossen.
De Vennootschap is ook overeengekomen dat, als ze bedragen ontvangt uit kostenvergoedingen, schadevergoedingen en/of andere recuperaties van een tegenpartij bij een Vordering (dergelijke bedragen vormen "Vorderingsopbrengsten"), die Vorderingsopbrengsten onmiddellijk gebruikt moeten worden om de onder Facility B uitstaande bedragen terug te betalen of vervroegd af te lossen.
Bovendien zijn er gebruikelijke bepalingen die verplichten tot vervroegde terugbetaling van de uitstaande bedragen onder Facility A en Facility B of beide in geval van bepaalde gevallen van wanprestatie die een vervroegde invordering door de Lender zouden toelaten.
In overeenstemming met de bepalingen inzake beperkt verhaal van de Limited Recourse Loan Facility (zoals nader uiteengezet in 1.5.5 hieronder), is het verhaal van NN2 op de Vennootschap met betrekking tot de terugbetaling van opgenomen bedragen of enige andere verplichting uit hoofde daarvan echter beperkt tot de eventuele Netto Activa (Net Assets) (zoals gedefinieerd in de Limited Recourse Loan Facility, en zoals hieronder beschreven) van de Vennootschap.
Zoals hierboven vermeld is het verhaal van NN2 als Lender onder de Limited Recourse Loan Facility op de terugbetaling daarvan of op enige andere verplichting van de Vennootschap uit hoofde daarvan beperkt tot de "Netto Activa van de Vennootschap", zijnde de activa (met inbegrip van alle huidige en toekomstige eigendommen, inkomsten en rechten van welke aard ook) van de Vennootschap (met uitzondering van activa die worden gehouden of ontvangen in beheer voor een persoon die geen lid is van Nyrstar of haar dochterondernemingen) die haar "Verplichtingen" (zijnde alle huidige of toekomstige verplichtingen en verbintenissen, zowel vaststaande als voorwaardelijke, die alleen of gezamenlijk zijn aangegaan, dan wel als lastgever of borg of in enigerlei andere hoedanigheid) heeft voldaan of daarvoor heeft gezorgd, met uitzondering van de Verplichtingen van de Vennootschap uit hoofde van de Limited Recourse Loan Facility en verbonden financieringsdocumenten die in dit verband buiten beschouwing worden gelaten.
Verder zullen, voor zover de Netto Activa van de Vennootschap ontoereikend zijn om de verplichtingen van de Vennootschap onder de Limited Recourse Loan Facility te voldoen, deze verplichtingen geacht worden beperkt te zijn tot het bedrag van de Netto Activa van de Vennootschap, en de Lender zal niet gerechtigd zijn een vordering in te stellen en zal geen verder verhaal tegen de Vennootschap hebben en de Vennootschap zal niet gehouden zijn tot betaling of anderszins.
Alle actuele, voorwaardelijke en toekomstige verplichtingen moeten worden opgenomen in de berekening van de Netto Activapositie van de Vennootschap. De Vennootschap heeft ten tijde van de uitoefening van de Putoptie op 28 juli 2022 en per 31 december 2024 bepaald dat het in het belang van de Vennootschap is dat deze verplichtingen met het oog op de verplichte vervroegde aflossing worden berekend op basis van een worst-case scenario, en niet (i) in overeenstemming met IFRS of het Belgische boekhoudkundig referentiestelsel (GAAP), noch (ii) gebaseerd op de beoordeling door de Vennootschap van de waarschijnlijkheid dat dergelijke voorwaardelijke of toekomstige verplichtingen zich uiteindelijk zullen materialiseren. Op basis van de ramingen van de Vennootschap heeft de Vennootschap bepaald dat de Netto Activa van de Vennootschap (zoals gedefinieerd onder de Limited Recourse Loan Facility) negatief zijn, zelfs rekening houdend met de ontvangst van de opbrengsten van de Putoptie, en dat momenteel geen terugbetalingen van de LRLF noodzakelijk zijn. De Vennootschap zal echter tot de voltooiing van het liquidatieproces de ontwikkeling van haar Netto Activapositie van de Vennootschap blijven volgen om te overwegen of een terugbetaling van de LRLF moet worden verricht.
Deze beperking van NN2's verhaal op de Vennootschap geldt echter niet voor zover de waarde van de Netto Activa van de Vennootschap wordt aangetast, of NN2 verlies lijdt ten gevolge van een schending door de Vennootschap van enige bepaling van de Limited Recourse Loan Facility (of enig daaraan verbonden financieringsdocument), anders dan de herhalende verklaringen/waarborgen daaronder of de bepalingen die betaling van rente/kosten of terugbetaling/voorafbetaling van de hoofdsom daaronder vereisen.
Zolang enig bedrag uitstaat onder de Limited Recourse Loan Facility of de toezegging van de Lender daaronder nog van kracht is, moet de Vennootschap, indien een Vordering ontstaat ten gevolge waarvan de Vennootschap redelijkerwijs verwacht dat zij een beroep zou
kunnen doen op Facility B, de Lender en Trafigura in kennis te stellen van de Vordering. De Vennootschap zal: -NN2 en Trafigura onverwijld op de hoogte brengen van de Vordering;
-met inachtneming van de toepasselijke wetgeving of vertrouwelijkheidsverplichtingen jegens derden, aan NN2 en Trafigura alle informatie ter beschikking stellen die zij in haar bezit en onder haar controle heeft en waarom NN2 of Trafigura redelijkerwijs verzoekt in verband met de beoordeling, betwisting, aanvechting, verdediging, beroep of schikking van de Vordering, op voorwaarde dat NN2 en Trafigura de vertrouwelijkheid en/of het voorrecht met betrekking tot die informatie in acht nemen;
-NN2 en Trafigura op de hoogte houden van de voortgang/ontwikkelingen met betrekking tot de Vordering, en alle correspondentie of andere informatie die in verband met de Vordering wordt ontvangen, onverwijld verstrekken;
-overleggen met en rekening houden met de standpunten van NN2 en Trafigura over de toepasselijke juridische adviseurs die de Vennootschap, NN1, of de toepasselijke bestuurders of kaderleden zullen vertegenwoordigen. De Vennootschap zal er ook voor zorgen dat deze juridische adviseurs ereloonramingen verstrekken zoals NN2 of Trafigura vragen;
-overleggen met en rekening houden met de standpunten van NN2 en Trafigura met betrekking tot het voeren van de verdediging/onderhandelingen/schikkingen met betrekking tot de Vordering; en
-zolang er een bedrag uitstaat onder Facility B in verband met een burgerlijke Vordering, geen enkele erkenning van aansprakelijkheid, overeenkomst, schikking of compromis aangaan in verband met die Vordering zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Trafigura.
De Vennootschap moet ook met Trafigura overleggen alvorens enige actie te ondernemen in verband met insolventie- of faillissementsprocedures, ook uit hoofde van Boek XX van het Belgisch Wetboek van Economisch Recht.
De Vennootschap is ook verplicht NN2 bepaalde financiële informatie te verstrekken, waaronder driemaandelijkse kasstroomprognoses (en eventuele herzieningen daarvan die krachtens de voorwaarden van de Limited Recourse Loan Facility vereist zijn), halfjaarlijkse financiële overzichten en gecontroleerde jaarrekeningen, opgesteld op geconsolideerde basis (voor zover de Vennootschap dochterondernemingen heeft) en in overeenstemming met de boekhoudkundige principes die krachtens de voorwaarden van de Limited Recourse Loan Facility overeengekomen zijn.
Bij de voltooiing van de Herstructurering op 31 juli 2019 werd de "Relatieovereenkomst" tussen Trafigura Group Pte Ltd en de Vennootschap (gedateerd 9 november 2015) beëindigd. De Relatieovereenkomst regelde de relatie tussen de Vennootschap (en de bredere Nyrstar groep) en Trafigura Group Pte. Ltd. en de met haar verbonden personen tussen de ondertekening ervan op 9 november 2015 en de voltooiing van de Herstructurering op 31 juli 2019.
Afgezien van hetgeen in deze informatie is beschreven, heeft de Vennootschap geen commerciële of andere transacties met Trafigura gesloten in het halfjaar eindigend op 31 december 2024.
OVERIGE RECHTEN EN VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN DIE NIET VOORKOMEN OP DE BALANS (met inbegrip van die welke niet kunnen worden gekwantificeerd)
Tot 31 juli 2019 was de Vennootschap de holding van de Nyrstar groep (bestaande uit de Vennootschap en haar voormalige dochterondernemingen). Op 31 juli 2019, toen de Herstructurering van de Nyrstar-groep werd afgerond, werd de Vennootschap vrijgesteld van verplichtingen voor bestaande financiële schulden en verplichtingen verschuldigd uit hoofde van moedervennootschapgaranties ten aanzien van commerciële of andere verplichtingen van de huidige leden van de Operationele Groep (alle voormalige dochterondernemingen van de Nyrstar-groep met uitzondering van NN1) (of geniet zij van schadeloosstelling door NN2 voor zover dergelijke garantieverplichtingen niet worden vrijgegeven). Per 31 december 2024 is de Vennootschap, op basis van de informatie waarover de Vennootschap beschikt, volledig vrijgesteld van alle voorwaardelijke verplichtingen die de Vennootschap eerder heeft verstrekt of onherroepelijk heeft toegezegd voor schulden en verplichtingen van derden. De Vennootschap is volledig gevrijwaard met betrekking tot elke aansprakelijkheid die in dit verband zou kunnen ontstaan (zie "Informatie over Verbonden partijen").
Naast de bovenvermelde juridische en regelgevende vorderingen en procedures is de Vennootschap onderhevig aan risico's in verband met belastingzaken, aangezien de mogelijke belastingcontroles van bepaalde boekjaren nog niet zijn afgerond. Hoewel de Vennootschap het risico in verband met deze mogelijke belastingcontroles niet als beperkt kan inschatten, acht zij het momenteel niet waarschijnlijk dat de uitkomst van deze mogelijke belastingcontroles een significante impact zal hebben op de financiële positie van de Vennootschap.
De Vennootschap heeft besloten dat er op dit moment geen bijkomende voorziening vereist is met betrekking tot hangende of potentiële belastingcontroles en dat ze momenteel niet in staat is om de potentiële risico's te kwantificeren, maar ze blijft de situatie opvolgen en evalueren.
Nummers van de paritaire comités die voor de vennootschap bevoegd zijn: 224
| Tijdens het boekjaar | Codes | Totaal | 1. Mannen | 2. Vrouwen |
|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal werknemers | ||||
| Voltijds | 1001 | |||
| Deeltijds | 1002 | |||
| Totaal in voltijdse equivalenten (VTE) | 1003 | |||
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren | ||||
| Voltijds | 1011 | |||
| Deeltijds | 1012 | |||
| Totaal | 1013 | |||
| Personeelskosten | ||||
| Voltijds | 1021 | |||
| Deeltijds | 1022 | |||
| Totaal | 1023 | |||
| Bedrag van de voordelen bovenop het loon | 1033 |
Gemiddeld aantal werknemers in VTE
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
Personeelskosten
Bedrag van de voordelen bovenop het loon 1033
| Codes | P. Totaal | 1P. Mannen | 2P. Vrouwen |
|---|---|---|---|
| 1003 | |||
| 1013 | |||
| 1023 | |||
| Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|
|---|---|---|---|---|
| Op de afsluitingsdatum van het boekjaar | ||||
| Aantal werknemers | 105 | |||
| Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst | ||||
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | 110 | |||
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | 111 | |||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | 112 | |||
| Vervangingsovereenkomst | 113 | |||
| Volgens het geslacht en het studieniveau | ||||
| Mannen | 120 | |||
| lager onderwijs | 1200 | |||
| secundair onderwijs | 1201 | |||
| hoger niet-universitair onderwijs | 1202 | |||
| universitair onderwijs | 1203 | |||
| Vrouwen | 121 | |||
| lager onderwijs | 1210 | |||
| secundair onderwijs | 1211 | |||
| hoger niet-universitair onderwijs | 1212 | |||
| universitair onderwijs | 1213 | |||
| Volgens de beroepscategorie | ||||
| Directiepersoneel | 130 | |||
| Bedienden | 134 | |||
| Arbeiders | 132 | |||
| Andere | 133 |
| Tijdens het boekjaar |
|---|
| Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen |
| Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren |
| Kosten voor de vennootschap |
| Codes | 1. Uitzendkrachten | 2. Ter beschikking van de vennootschap gestelde personen |
|---|---|---|
| 150 | ||
| 151 | ||
| 152 |
Aantal werknemers waarvoor de vennootschap tijdens het boekjaar een DIMONA-verklaring heeft ingediend of die tijdens het boekjaar werden ingeschreven in het algemeen personeelsregister
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk
Vervangingsovereenkomst
Aantal werknemers met een in de DIMONA-verklaring aangegeven of een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam
| Overeenkomst voor een onbepaalde tijd | ||||
|---|---|---|---|---|
| Overeenkomst voor een bepaalde tijd | ||||
| Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk | ||||
| Vervangingsovereenkomst | ||||
| Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst | ||||
| Pensioen | ||||
| Werkloosheid met bedrijfstoeslag | ||||
| Afdanking | ||||
| Andere reden | ||||
| Waarvan: | het aantal werknemers dat als zelfstandige |
ten minste op halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de vennootschap
| Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|
| 205 | |||
| 210 | |||
| 211 | |||
| 212 | |||
| 213 | |||
| Codes | 1. Voltijds | 2. Deeltijds | 3. Totaal in voltijdse equivalenten |
|---|---|---|---|
| 305 | |||
| 310 | |||
| 311 | |||
| 312 | |||
| 313 | |||
| 340 | |||
| 341 | |||
| 342 | |||
| 343 | |||
| 350 |
| Totaal van de formele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever |
Mannen | Codes | Vrouwen | |
|---|---|---|---|---|
| Aantal betrokken werknemers | 5811 | |||
| Aantal gevolgde opleidingsuren | 5812 | |||
| Nettokosten voor de vennootschap | 5803 | 5813 | ||
| waarvan brutokosten rechtstreeks verbonden met de opleiding | 58031 | 58131 | ||
| waarvan betaalde bijdragen en stortingen aan collectieve fondsen | 58032 | 58132 | ||
| waarvan ontvangen tegemoetkomingen (in mindering) | 58033 | 58133 | ||
| Totaal van de minder formele en informele voortgezette beroeps opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever |
||||
| Aantal betrokken werknemers | 5821 | 5831 | ||
| Aantal gevolgde opleidingsuren | 5832 | |||
| Nettokosten voor de vennootschap | 5823 | 5833 | ||
| Totaal van de initiële beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever |
||||
| Aantal betrokken werknemers | 5841 | 5851 | ||
| Aantal gevolgde opleidingsuren | 5842 | 5852 | ||
| Nettokosten voor de vennootschap | 5843 | 5853 |








Nyrstar NV ("Nyrstar" of de "Vennootschap") heeft deze Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur opgesteld in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance Code van 9 mei 2019 (de "Belgische Corporate Governance Code") voor dit boekjaar, dat eindigt op 31 december 2024.
Deze Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur is opgenomen in het verslag van de Raad van Bestuur over de enkelvoudige jaarrekening voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2024, in overeenstemming met artikel 3:6, §2 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen ("WVV").
De Vennootschap heeft een Corporate Governance Charter aangenomen in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance Code, rekening houdend met alle omstandigheden, met inbegrip van de huidige activiteiten van de Vennootschap en het statuut van de Vennootschap als houdstervennootschap na de voltooiing van de herstructurering die op 15 april 2019 door de Vennootschap werd aangekondigd en op 31 juli 2019 werd voltooid (de "Herstructurering") en het feit dat de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap op 9 december 2019 de voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap heeft verworpen (het "Besluit van 9 december 2019") en de verschillende procedures waarin de Vennootschap momenteel betrokken is. De Vennootschap past de tien corporate governance principes toe die zijn opgenomen in de Belgische Corporate Governance Code. De Vennootschap voldoet ook aan de bepalingen vastgelegd in de Belgische Corporate Governance Code, behalve zoals hieronder uitgelegd. De Raad van Bestuur is van plan de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code voortdurend te evalueren om zich ervan te vergewissen dat eventuele afwijkingen gerechtvaardigd blijven in de omstandigheden van de Vennootschap.
In 2019, na de Herstructurering, verlieten alle leden, inclusief de CEO, het Managementcomité, werd het Managementcomité ontbonden en had de Vennootschap geen werknemers meer in dienst. Gelet op de huidige activiteiten van de Vennootschap, gerelateerd aan haar werking als houdstervennootschap en de verschillende procedures waarin de Vennootschap momenteel betrokken is, en rekening houdend met het Besluit van 9 december 2019, is de Raad van Bestuur van mening dat er momenteel geen management- of uitvoerende functies zijn die binnen Nyrstar moeten worden uitgevoerd door een CEO, Managementcomité, uitvoerend management of werknemer en acht het daarom in het belang van de Vennootschap om de activiteiten voort te zetten en geen nieuwe CEO te zoeken en toe te voegen, noch enig ander lid van het Managementcomité of uitvoerend management of werknemer (zie ook hieronder). In de mate dat de afwezigheid van een CEO, Managementcomité, uitvoerend management en/of een werknemer een afwijking vormt op enige bepaling van de Belgische Corporate Governance Code, zoals de bepalingen 2.3, 2.5, 2.6, 2.9, 2. 10, 2.11, 2.12, 2.14, 2.19 tot 2.24, 3.14, 3.16, 3.20, 4.6, 4.12, 4.18, 4.21, 4.23, 5.1, 7.9 tot 7.12 voor zover deze bepalingen betrekking hebben op het uitvoerend management of de CEO, wordt dit verklaard door de elementen die in deze paragraaf worden uiteengezet. Dit verklaart ook het ontbreken van een gedragscode die tot 2019 bestond, wat kan worden beschouwd als een afwijking van bepaling 2.18, dit alles terwijl de Raad van Bestuur zijn activiteiten en de bedrijfsdoelstellingen van de Vennootschap uitvoert volgens de strengste ethische normen en principes.
Bovendien heeft de Vennootschap, in afwijking van bepaling 4.14 van de Belgische Corporate Governance Code, niet langer een onafhankelijke interne auditfunctie. Deze afwijking wordt verklaard door de huidige activiteiten en omstandigheden van de Vennootschap, zoals hierboven beschreven. Het auditcomité ziet toe op de noodzaak om een onafhankelijke interne auditfunctie op te richten en zal, waar nodig, een beroep doen op externe personen om specifieke interne auditopdrachten uit te voeren en zal de Raad van Bestuur op de hoogte brengen van het resultaat van deze opdrachten.
Voorts zou, overeenkomstig bepaling 7.6 van de Belgische Corporate Governance Code, een niet-uitvoerend lid van de raad van bestuur een deel van zijn of haar remuneratie in de vorm van aandelen van de Vennootschap moeten ontvangen. Gelet op het Besluit van 9 december 2019 en de overige omstandigheden van de Vennootschap, wijkt de Vennootschap af van deze bepaling.
Het Corporate Governance Charter beschrijft de belangrijkste aspecten van de corporate governance van de Vennootschap, met inbegrip van haar bestuursmodel, de bepalingen omtrent de Raad van Bestuur en haar Comités en andere belangrijke onderwerpen.
Waaruit goede corporate governance precies bestaat, evolueert met de veranderende omstandigheden van een vennootschap en met de standaarden voor corporate governance wereldwijd. De corporate governance moet aangepast zijn aan deze veranderende omstandigheden. De Raad van Bestuur heeft de intentie om het Corporate Governance Charter zo vaak als nodig aan te passen om de veranderingen weer te geven in de corporate governance van de Vennootschap. In het licht van de toepasselijkheid van de Belgische Corporate Governance Code vanaf 1 januari 2020, de huidige activiteiten van de Vennootschap, het statuut van de Vennootschap als houdstervennootschap en het Besluit van 9 december 2019, heeft de Vennootschap in 2020 ook haar Corporate Governance Charter herzien. Het Corporate Governance Charter kan geraadpleegd worden op de website van de Vennootschap (www.nyrstarnv.be). De Raad van Bestuur keurde het initiële charter op 5 oktober 2007 goed. Er werden aangepaste versies van het charter goedgekeurd op verschillende momenten. De huidige versie werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 3 december 2020. Een kopie van de Belgische Corporate Governance Code kan geraadpleegd worden op www.corporategovernancecommittee.be.
Nyrstar had een gedragscode aangenomen voor al het personeel en alle vestigingen van Nyrstar, die werd toegepast tot de voltooiing van de Herstructurering. Na de voltooiing van de Herstructurering en de uitoefening van de Putoptie waarover de Vennootschap beschikte met betrekking tot haar 2% belang in NN2 NewCo Limited, dewelke de voormalige operationele groep van Nyrstar aanhoudt, die haar het recht geeft de 2% te verkopen aan Nyrstar Holdings Plc voor een vast bedrag van EUR 20 miljoen (de "Putoptie"). De Putoptie werd uitgeoefend op 28 juli 2022 en sindsdien heeft de Vennootschap geen personeel of sites en heeft ze geen belang in de operationele groep van Nyrstar. Op de datum van deze Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur en sinds de Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur van de Vennootschap voor het boekjaar dat eindigde op 31 december 2022, wordt de gedragscode dus niet meer door de Vennootschap toegepast.
| Naam | Voornaamste Functie binnen de Vennootschap |
Aard van het Bestuursmandaat |
Begin van de Termijn |
Einde van de Termijn |
|---|---|---|---|---|
| Martyn Konig | Voorzitter | Niet-Uitvoerend | 2015 | 2027 |
| Carole Cable | Bestuurder | Niet-Uitvoerend, Onafhankelijk |
2013 | 2025 |
| Anne Fahy | Bestuurder | Niet-Uitvoerend, Onafhankelijk |
2016 | 2028 |
| Jane Moriarty | Bestuurder | Niet-Uitvoerend, Onafhankelijk |
2019 | 2027 |
| Marc Taeymans | Bestuurder | Niet-Uitvoerend, Onafhankelijk |
2023 | 2027 |
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de huidige leden van de Raad van Bestuur van de Vennootschap en de duurtijd van hun mandaat:
Martyn Konig, niet-uitvoerend voorzitter, werd in april 2016 tot voorzitter van de Raad van Bestuur benoemd. Tussen 18 januari 2019 en 31 juli 2019 kwam de heer Konig niet meer in aanmerking als onafhankelijk bestuurder in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen omwille van zijn uitvoerende rol binnen de Vennootschap. Hij is tevens niet-uitvoerend bestuurder van Euromax Resources Ltd (sinds mei 2012). Van juni 2015 tot juli 2023, was de heer Konig adviseur van T Wealth Management SA, dat sinds juni 2015 afgesplitst is van Galena Asset Management (een dochtervennootschap van Trafigura). Voorheen, sinds 2008, was hij uitvoerend voorzitter en voorzitter van European Goldfields tot aan de overname door Eldorado Gold Corp voor 2,5 miljard USD in 2012. Hij was ook gedurende 15 jaar een van de belangrijkste bestuurders van NM Rothschild and Sons Ltd. en bekleedde senior functies bij Goldman Sachs en UBS. De heer Konig is advocaat en eveneens een Fellow van het Chartered Institute of Bankers.
Carole Cable, niet-uitvoerend Bestuurder, is thans partner van de Brunswick Group, een internationaal communicatiebureau, waar ze
het co-hoofd is van de energie- en grondstoffenpraktijk met specialisatie in de metalen- en mijnbouwsector. Vóór haar huidige positie werkte zij bij Credit Suisse en JPMorgan, waar ze analist was voor de mijnbouw, en werd daarna actief in de institutionele equity sales voor de wereldwijde mijnbouwsector evenals Azië (ex Japan). Daarvoor heeft ze ook voor een Australisch beursgenoteerd mijnbouwbedrijf gewerkt. Zij is lid van het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité. Mevrouw Cable is een niet-uitvoerende bestuurder van CQS Natural Resources Growth and Income plc.
Anne Fahy, niet-uitvoerend Bestuurder, zetelde vroeger in de raad van bestuur van SThree Plc en was de voorzitter van het auditcomité van SThree Plc. Verder zetelde ze voorheen in de raad van bestuur en was zij voorzitter van het Audit and Risk Committee van Coats Group Plc. Zij is tevens een Trustee van Save the Children Global Ventures. Voorheen was zij Chief Financial Officer van BP's Aviation Fuels business, waar zij gedurende 27 jaren werkte in verschillende financiële en financieel gerelateerde functies. Zij is de voorzitter van het Auditcomité en lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité. Zij is een Fellow van het Institute of Chartered Accountants in Ierland en werkte voor KPMG in Ierland en Australië voordat ze bij BP startte in 1988. Zij behaalde een diploma Bachelor of Commerce van de University College Galway, Ierland.
Jane Moriarty, niet-uitvoerend bestuurder, zetelt momenteel in de raad van bestuur van NG Bailey Group Limited waar zij Audit and Risk Chair is, Mitchells & Butlers plc waar zij Senior Independent Director en Audit Chair is; Tennants Consolidated Limited waar zij Audit and Risk Chair is en Babcock International Group plc. Voorheen was zij een Senior Restructuring Partner bij KPMG LLP in Groot-Brittannië, waar zij 29 jaar tewerkgesteld was. Zij is lid van het Auditcomité en voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité. Zij is een Fellow van het Institute of Chartered Accountants in Ierland en heeft een bachelor in Business Studies van het Trinity College in Dublin.
Marc Taeymans, niet-uitvoerend bestuurder, heeft een carrière van bijna 30 jaren bij beursgenoteerde ondernemingen die in een internationale context opereren (Fortis, BNP Paribas, Barco en Generale Bank). Van 2013 tot 2018 was hij bestuurder bij het Instituut voor Bedrijfsjuristen. Hij is tevens geaccrediteerd bemiddelaar in burgerlijke en handelszaken geweest en professor in de rechten aan de Thomas More Hogeschool tussen 2017 en 2025. Hij werd benoemd tot de Raad van Bestuur van de Vennootschap op 27 juni 2023 en is lid van het Auditcomité en Benoemings- en Remuneratiecomité. De heer Taeymans behaalde diploma's rechten aan de KU Leuven en de University of Virginia.
Het zakenadres voor alle Bestuurders in het kader van de uitoefening van hun bestuursmandaat is Zinkstraat 1, 2490 Balen, België.
Anthony Simms, Hoofd Juridische en Externe Zaken van de Vennootschap, is met ingang van 6 november 2019 benoemd tot secretaris van de Vennootschap.
De secretaris van de Vennootschap adviseert de Raad van Bestuur over alle bestuursaangelegenheden en brengt verslag uit aan de Raad van Bestuur over hoe de procedures worden nageleefd en of de Raad van Bestuur handelt in overeenstemming met zijn verplichtingen krachtens de wet en de statuten. De rol van de secretaris van de Vennootschap omvat het verzekeren, onder toezicht van de voorzitter, van een goede informatiestroom binnen de Raad van Bestuur en haar comités, en tussen het management en de bestuurders, alsmede het faciliteren van de introductie en het assisteren bij de professionele ontwikkeling waar nodig. Hij of zij staat de Voorzitter ook bij in de logistiek die verband houdt met de aangelegenheden van de Raad van Bestuur (informatie, agenda, enz.). De individuele bestuurders hebben rechtstreeks toegang tot de secretaris van de Vennootschap.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de benoeming en het ontslag van de secretaris van de Vennootschap. Hij ziet erop toe dat de persoon die wordt benoemd tot secretaris van de Vennootschap over de nodige vaardigheden en kennis beschikt op het gebied van corporate governance.
In 2019, na de Herstructurering, hebben alle leden, inclusief de CEO, het Managementcomité verlaten, werd het Managementcomité ontbonden en had de Vennootschap geen werknemers meer in dienst. Sinds de voltooiing van de Herstructurering, heeft de Vennootschap gebruik gemaakt van de diensten van management consultants. Onder de voorwaarden van de overeenkomst voor de verkoop door de Vennootschap van activa en aandelen aan NN2 Newco Limited die werd uitgevoerd als onderdeel van de
Herstructurering (de "Sale Deed"), werden bepaalde beperkte uitvoerende diensten ook aan de Vennootschap geleverd door NN2 Newco Limited tot 28 juli 2022 wanneer de Putoptie werd uitgeoefend. Deze beperkte uitvoerende diensten werden kosteloos aan de Vennootschap verleend en omvatten bepaalde financiële, fiscale, bedrijfsjuridische, IT- en administratieve diensten. Sinds de uitoefening van de Putoptie, worden deze beperkte uitvoerende diensten verleend aan de Vennootschap via consultancyovereenkomsten.
Geen Bestuurder:
Anders dan aangegeven in de onderstaande tabel, is geen enkele Bestuurder op eender welk moment tijdens de voorbije vijf jaar lid geweest van een administratief-, management-, of toezichthoudend orgaan of vennoot in vennootschappen of maatschappen. Gedurende de vijf jaar voorafgaand aan de datum van dit verslag vervulden de Bestuurders naast hun mandaat binnen Nyrstar de volgende bestuursmandaten of lidmaatschappen van administratieve-, management-, of toezichthoudende organen en/of maatschappen:
| Naam | Op heden | Verleden | |
|---|---|---|---|
| Martyn Konig | Euromax Resources | Newgold Stemcor Group NN2 Newco Limited NN1 Newco Limited |
|
| Carole Cable | Brunswick Group CQS Natural Resources Growth and Income plc |
Women in Mining UK | |
| Anne Fahy | Save the Children Global Ventures | Interserve Plc SThree Plc Coats Group Plc Save the Children International |
|
| Jane Moriarty | NG Bailey Group Limited Mitchells & Butlers plc (genoteerd op LSE) Tennants Consolidated Limited Babcock International Group plc (genoteerd op on LSE) |
Martin's Financial No 1 Ltd Martin's Financial No 2 Ltd Martin's Properties Holdings Ltd Martin's Properties (Chelsea) Limited NN2 Newco Limited KPMG LLP NN1 Newco Limited Martin's Investments Limited (en een aantal dochtervennootschappen) Martin's DevCo Limited (en een aantal dochtervennootschappen) Martin's Financial Holdings Limited The Quarto Group Inc |
|
| Marc Taeymans | VJV-Organisatie vzw | Instituut voor bedrijfsjuristen |
(
De Vennootschap heeft gekozen voor een monistische governance structuur waarbij de Raad van Bestuur het orgaan is met de ultieme beslissingsbevoegdheid. De Raad van Bestuur draagt de algemene verantwoordelijkheid voor het bestuur en de controle van de Vennootschap en is bevoegd om alle handelingen uit te voeren die noodzakelijk of nuttig worden geacht om het voorwerp van de Vennootschap te verwezenlijken. De Raad van Bestuur heeft alle bevoegdheden, behalve deze die door de wet of de statuten van de Vennootschap voorbehouden zijn aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Ten minste om de vijf jaar moet de Raad van Bestuur beoordelen of de gekozen governance structuur nog steeds geschikt is, en zo niet, dan moet hij een nieuwe governance structuur voorstellen aan de algemene vergadering van aandeelhouders. In 2020 heeft de Vennootschap haar governance structuur herzien om ervoor te zorgen dat ze blijft voldoen aan de Belgische Corporate Governance Code, die verplicht van toepassing is op de boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2020. Gelet op haar statuut als houdstervennootschap sinds de Herstructurering, de uitoefening van de Putoptie en het Besluit van 9 december 2019, wordt geoordeeld dat een monistische governance structuur volstaat. In 2025 zal de Vennootschap opnieuw beoordelen of de governance structuur nog steeds geschikt is in overeenstemming met bepaling 1.1 van de Belgische Corporate Governance Code.
Overeenkomstig Sectie 1.1 van het Corporate Governance Charter van de Vennootschap, bestaat de rol van de Raad van Bestuur erin het succes van de Vennootschap na te streven door leiderschap te garanderen en ervoor te zorgen dat risico's worden ingeschat en beheerd.
De Raad van Bestuur wordt bijgestaan door een aantal comités om specifieke kwesties te analyseren. De comités adviseren de Raad van Bestuur hierover, maar het nemen van beslissingen komt toe aan de Raad van Bestuur in haar geheel, met uitzondering:
vanaf 25 januari 2023, van het Bijzonder Comité voor de lopende FSMA-procedure, dat de exclusieve bevoegdheid heeft om (i) op intern niveau te beslissen en (ii) de Vennootschap op extern niveau te vertegenwoordigen, met betrekking tot de FSMAsanctieprocedure en het FSMA-onderzoek (alleen, en beperkt tot de duur van deze procedure en dit onderzoek), en daartoe een bijzondere volmacht van de Raad van Bestuur heeft gekregen; en
vanaf 10 april 2024, van het Bijzonder Comité voor de lopende procedure ten gronde voor de Ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout), dat de exclusieve bevoegdheid heeft om (i) op intern niveau te beslissen en (ii) de Vennootschap op extern niveau te vertegenwoordigen, met betrekking tot die procedure (m.i.v. eventuele rechtsmiddelen) (alleen, en beperkt tot de duur van deze procedure en enige tussentijdse maatregel die in dat kader zou worden gevraagd en/of toegestaan), en daartoe een bijzondere volmacht van de Raad van Bestuur heeft gekregen;
Overeenkomstig de statuten van de Vennootschap en het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen moet de Raad van Bestuur uit minstens drie bestuurders bestaan. Het Corporate Governance Charter van de Vennootschap bepaalt dat de samenstelling van de Raad van Bestuur dient te verzekeren dat beslissingen steeds in het belang van de Vennootschap genomen worden. Deze samenstelling wordt bepaald op basis van diversiteit, evenals op basis van complementaire vaardigheden, ervaring en kennis. Overeenkomstig de Belgische Corporate Governance Code moet minstens de helft van de bestuurders niet-uitvoerend zijn. Overeenkomstig het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen moet ten minste één derde van de leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht zijn, waarbij het vereiste minimumaantal wordt afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal, en moeten minstens drie bestuurders onafhankelijk zijn overeenkomstig, ten minste, de criteria die omschreven worden in de Belgische Corporate Governance Code. Aan deze bepalingen wordt voldaan.
De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders voor een termijn van ten hoogste vier jaar. Zij kunnen worden herbenoemd voor een nieuwe termijn. Voorstellen door de Raad van Bestuur voor de benoeming of herbenoeming van bestuurders moeten gebaseerd zijn op een aanbeveling door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Indien een bestuursmandaat vacant wordt, kunnen de bestuurders een opvolger benoemen die de opengevallen plaats tijdelijk invult tot aan de volgende algemene vergadering van aandeelhouders. De algemene vergadering van aandeelhouders kan de bestuurders op ieder moment ontslaan.
De Raad van Bestuur kiest een voorzitter onder zijn niet-uitvoerende bestuurders op basis van zijn of haar kennis, vaardigheden, ervaring en bemiddelingsvermogen. De voorzitter geeft leiding aan en zorgt voor de behoorlijke en efficiënte werking van de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur komt samen telkens wanneer dat nodig is in het belang van de Vennootschap of op verzoek van één of meer bestuurders. In principe komt de Raad van Bestuur voldoende regelmatig en minstens zesmaal per jaar samen. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden waarmee de Vennootschap in 2024 werd geconfronteerd, in verband met de verschillende brieven van minderheidsaandeelhouders, de voorbereiding van de aandeelhoudersvergaderingen, procedures en onderzoeken waarin de Vennootschap momenteel is verwikkeld, diende de Raad van Bestuur regelmatiger bijeen te komen. De beslissingen van de Raad van Bestuur worden genomen met een eenvoudige meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De voorzitter van de Raad van Bestuur heeft een beslissende stem. In 2024 heeft de voorzitter op geen enkel moment gebruik gemaakt van zijn doorslaggevende stem en alle beslissingen van de Raad van Bestuur zijn met eenparigheid van stemmen genomen.
In de loop van 2024 werden 13 formele vergaderingen van de Raad van Bestuur gehouden. De voorzitter van de Raad van Bestuur, bijgestaan door de secretaris van de Vennootschap, zorgt ervoor dat de leden van de Raad van Bestuur correct, beknopt, tijdig en duidelijk worden geïnformeerd vóór de vergaderingen en, indien nodig, tussen de vergaderingen in, zodat zij met kennis van zaken en geïnformeerd kunnen bijdragen aan de besprekingen in de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur heeft een Auditcomité en een Benoemings- en Remuneratiecomité ingesteld, die de Belgische Corporate Governance Code naleven. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur op 25 januari 2023 een Bijzonder Comité voor de lopende FSMAprocedure en op 10 april 2024 een Bijzonder Comité voor de procedure ten gronde voor de Ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) ingericht.
Het Auditcomité bestaat uit minstens drie bestuurders. Alle leden van het Auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. Alle leden van het Auditcomité moeten niet-uitvoerende bestuurders zijn, en minstens één lid van het Auditcomité moet onafhankelijk zijn in de zin van de Belgische Corporate Governance Code. De huidige leden van het Auditcomité zijn Anne Fahy (voorzitter), Jane Moriarty, Carole Cable en Marc Taeymans. De huidige samenstelling van het Auditcomité is in overeenstemming met het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de Belgische Corporate Governance Code.
De leden van het Auditcomité zijn collectief deskundig in de bedrijfsactiviteiten van de Vennootschap, alsook in de boekhouding, de controle en de financiën. De huidige voorzitter van het Auditcomité is deskundig op het gebied van boekhouding en controle, zoals wordt aangetoond door haar voorgaande functie als Chief Financial Officer bij BP's Aviation Fuels business. Volgens de Raad van Bestuur voldoen de andere leden van het Auditcomité ook aan deze vereiste, zoals aangetoond door de verschillende mandaten in het senior management en bestuursmandaten die zij in het verleden hebben bekleed en momenteel bekleden (zie ook "Andere Mandaten").
De opdrachten van het Auditcomité kunnen variëren naargelang de omstandigheden. Het Auditcomité heeft echter hoofdzakelijk de volgende taken (artikel 7:99 §4 WVV):
Op het gebied van financiële en boekhoudkundige informatie,
Op het gebied van audit en controle,
• is het Auditcomité verantwoordelijk voor de selectieprocedure van de commissaris overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving en doet het aanbevelingen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot de benoeming en vergoeding van de
commissaris, die door de Raad van Bestuur verder moeten worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders;
Op het gebied van de beoordeling van risico's en risicobeheer,
Wanneer nieuwe wetgeving wordt overwogen die op korte of lange termijn aanzienlijke gevolgen zou kunnen hebben voor de rekeningen van Nyrstar, haar financiële situatie of haar inkomsten, wordt het Auditcomité op de hoogte gebracht van de implementatie en de impact ervan, en ook van de door het management goedgekeurde uitvoeringsmaatregelen. Indien nodig formuleert het hierover aanbevelingen aan de Raad van Bestuur.
Zo snel mogelijk na een vergadering van het Auditcomité presenteert de voorzitter van het Auditcomité de bevindingen en aanbevelingen van de vergadering aan alle leden van de Raad van Bestuur.
In principe komt het Auditcomité zo vaak samen als nodig voor de efficiënte werking van het Auditcomité, maar minstens tweemaal per jaar. Ten minste eenmaal per jaar dient het Auditcomité de externe auditors te ontmoeten om kwesties te bespreken betreffende de interne regels en eventuele andere kwesties die voortvloeien uit het auditproces. Zoals hieronder uiteengezet, heeft het Auditcomité de externe auditors in 2024 minstens twee keer ontmoet. De leden van het Auditcomité dienen vrije toegang te hebben tot de Chief Financial Officer die zij wensen te spreken teneinde hun verantwoordelijkheden uit te voeren. Na de voltooiing van de Herstructurering op 31 juli 2019 heeft de Vennootschap, gelet op haar omstandigheden, met inbegrip van de huidige operaties van de Vennootschap en het statuut van de Vennootschap als houdstervennootschap, geen interne auditfunctie meer.
Tijdens 2024 werden drie vergaderingen van het Auditcomité gehouden.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestaat uit minstens drie bestuurders. Alle leden van het Benoemings- en Remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. In overeenstemming met het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bestaat het
Benoemings- en Remuneratiecomité uit een meerderheid onafhankelijke, niet-uitvoerende bestuurders. Het Benoemings- en Remuneratiecomité wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van Bestuur of een andere door het Benoemings- en Remuneratiecomité benoemde niet-uitvoerende bestuurder. De volgende bestuurders zijn momenteel leden van het Benoemings- en Remuneratiecomité: Jane Moriarty (voorzitter), Carole Cable, Anne Fahy en Marc Taeymans. Overeenkomstig het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen, moet het Benoemings- en Remuneratiecomité de nodige expertise over remuneratiebeleid hebben. Dit blijkt uit de ervaring en vroegere functies van de huidige leden.
De taak van het Benoemings- en Remuneratiecomité is het doen van aanbevelingen aan de Raad van Bestuur betreffende de benoeming van bestuurders en het uitvoerend management en het doen van voorstellen aan de Raad van Bestuur betreffende het remuneratiebeleid van bestuurders en het uitvoerend management.
Ingevolge de Herstructurering, het Besluit van 9 december 2019 en het feit dat de Vennootschap niet langer een Uitvoerend Management noch werknemers heeft, onderneemt het Benoemings- en Remuneratiecomité momenteel geen activiteiten met betrekking tot leden van het uitvoerend management van de Vennootschap. Bovendien onderneemt het Benoemings- en Remuneratiecomité momenteel geen activiteiten met betrekking tot het verzekeren dat gepaste programma's voor talentontwikkeling en leiderschapsdiversiteit aanwezig zijn binnen de Vennootschap.
In principe komt het Benoemings- en Remuneratiecomité zo vaak als nodig samen voor de efficiënte werking van het comité, maar minstens eenmaal per jaar.
Tijdens 2024 werden twee vergaderingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité gehouden.
Op 25 januari 2023 besliste de Raad van Bestuur unaniem om een bestuursstructuur goed te keuren voor het beheer van en de vertegenwoordiging met betrekking tot het FSMA-onderzoek en de FSMA-procedure, die de vorm aanneemt van een Bijzonder Comité bestaande uit één onafhankelijke bestuurder die op 30 oktober 2018 niet in functie was (nl. mevrouw Moriarty) en de twee consultant managers van de Vennootschap (nl. de heer Matej (CFO) en de heer Simms (Head of External Affairs and Legal)) om de verschaffing van historische en feitelijke informatie en documenten te vergemakkelijken. Na de benoeming van de heer Taeymans tot de Raad van Bestuur op 27 juni 2023 werd hij ook benoemd tot lid van het Bijzonder Comité voor de FSMA-procedure.
De Raad van Bestuur besliste unaniem om goed te keuren dat het Bijzonder Comité de exclusieve bevoegdheid heeft (i) om te beslissen op intern niveau en (ii) om de Vennootschap te vertegenwoordigen op extern niveau, met betrekking tot de FSMA-sanctieprocedure en het FSMA-onderzoek (alleen, en beperkt tot de duur van deze procedure en dit onderzoek), en daartoe een bijzondere volmacht krijgt van de Raad van Bestuur.
Verder besloot de Raad van Bestuur unaniem om goed te keuren dat het Bijzonder Comité:
Op 10 april 2024 besliste de Raad van Bestuur unaniem om een bestuursstructuur goed te keuren voor het beheer van en de vertegenwoordiging van de Vennootschap met betrekking tot de procedure ten gronde tegen (onder andere) de Vennootschap en enkele van haar bestuurders ingevolge een dagvaarding voor de Ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) door een groep aandeelhouders dd. 29 mei 2020, die de vorm aanneemt van een Bijzonder Comité bestaande uit één onafhankelijke bestuurder die op 31 juli 2019 niet in functie was (nl. de heer Taeymans) en de twee consultant managers van de Vennootschap (i.e. de heer Matej (CFO)
en de heer Simms (Head of External Affairs and Legal)) om de verschaffing van historische en feitelijke informatie en documenten te vergemakkelijken.
De Raad van Bestuur besliste unaniem om goed te keuren dat het Bijzonder Comité de exclusieve bevoegdheid heeft (i) om te beslissen op intern niveau en (ii) om de Vennootschap te vertegenwoordigen op extern niveau, met betrekking tot de procedure ten gronde (met inbegrip van eventuele rechtsmiddelen) (alleen, en beperkt tot de duur van deze procedure en enige tussentijdse maatregel die in dat kader zou worden gevraagd en/of toegestaan), en daartoe een bijzondere volmacht krijgt van de Raad van Bestuur.
Verder besloot de Raad van Bestuur unaniem om goed te keuren dat het Bijzonder Comité:
De tabel geeft een overzicht van de aanwezigheid van de leden van de Raad van Bestuur in persoon of per conference call op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en de respectievelijke comités van de Raad van Bestuur in de loop van 2023.
| Naam | Bijgewoonde Raden van Bestuur |
Audit | Benoeming en remuneratie |
|---|---|---|---|
| Carole Cable | 10 van 13 | 2 van 3 | 1 van 2 |
| Martyn Konig | 13 van 13 | NVT | NVT |
| Anne Fahy | 11 van 13 | 3 van 3 | 1 van 2 |
| Jane Moriarty | 12 van 13 | 3 van 3 | 2 van 2 |
| Marc Taeymans | 12 van 13 | 3 van 3 | 1 van 2 |
De onderwerpen die worden besproken tijdens de vergaderingen van de Raad van Bestuur en haar comités liggen in lijn met de rol en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur en haar comités zoals uiteengezet in het Corporate Governance Charter, en hadden in 2024 vooral betrekking op de verschillende brieven van de minderheidsaandeelhouders, de voorbereiding van de aandeelhoudersvergaderingen, procedures en onderzoeken waarin de Vennootschap momenteel betrokken is, de voorbereiding van de algemene vergaderingen van aandeelhouders van de Vennootschap en financiële informatie.
Een bestuurder komt alleen in aanmerking als onafhankelijk bestuurder als hij of zij ten minste voldoet aan de criteria die zijn vastgelegd in de Belgische Corporate Governance Code, en voor zover de Raad van Bestuur geen indicatie heeft van enig element dat de onafhankelijkheid van de bestuurder in twijfel zou kunnen trekken. Wanneer de Raad van Bestuur de kandidatuur van een onafhankelijk bestuurder indient, moet hij uitdrukkelijk bevestigen dat hij geen enkele indicatie heeft van enig element dat twijfel zou doen rijzen over de onafhankelijkheid van de voorgestelde bestuurder. Indien er enige twijfel zou kunnen bestaan over de onafhankelijkheid van een kandidaat-bestuurder, licht de Raad van Bestuur deze indicatie(s) toe wanneer hij de kandidaatstelling van een onafhankelijke bestuurder voorlegt aan de algemene vergadering en zet hij de redenen uiteen waarom hij aanneemt dat de kandidaat daadwerkelijk onafhankelijk is:
De Belgische Corporate Governance Code stelt dat een onafhankelijk bestuurder aan de volgende voorwaarden moet voldoen:
Het besluit dat de bestuurder benoemt, vermeldt de redenen op basis waarvan de hoedanigheid van onafhankelijk bestuurder wordt verleend.
De Vennootschap maakt in haar jaarverslag bekend welke bestuurders onafhankelijke bestuurders zijn. Een onafhankelijke bestuurder die niet langer voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid moet hiervan onmiddellijk de Raad van Bestuur informeren.
Jane Moriarty, Carole Cable, Anne Fahy en Marc Taeymans zijn onafhankelijke bestuurders en Martyn Konig is dat niet meer sinds hij de rol van uitvoerend voorzitter op zich heeft genomen in de aanloop naar de Herstructurering.
De Raad van Bestuur evalueert haar eigen omvang, samenstelling en prestaties en dat van haar comités op een voortdurende basis.
De evaluatie gaat na hoe de Raad van Bestuur en haar comités werken, controleert dat belangrijke kwesties effectief worden voorbereid en besproken, evalueert de bijdrage en betrokkenheid van elke bestuurder en vergelijkt de huidige samenstelling van de Raad van Bestuur en de comités met de gewenste samenstelling. Deze evaluatie houdt rekening met hun algemene rol als bestuurder, en specifieke rollen als voorzitter, voorzitter of lid van een comité van de Raad van Bestuur, evenals hun relevante verantwoordelijkheden en tijdsverbintenis.
De evaluatie wordt meestal uitgevoerd door middel van individuele gesprekken tussen de leden van de Raad van Bestuur en de secretaris van de Vennootschap. Er wordt passende actie ondernomen op die punten die verbetering behoeven.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité evalueert verder regelmatig de samenstelling, de omvang en de werking van de Raad van Bestuur en de verschillende comités binnen de Raad van Bestuur. Bij de laatste evaluatie werd rekening gehouden met verschillende elementen, onder meer de samenstelling en de werking van de Raad van Bestuur en de comités, de grondigheid waarmee belangrijke onderwerpen en beslissingen worden voorbereid en besproken, de daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder in functie van aanwezigheid op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en/of de comités en de constructieve betrokkenheid bij de beraadslaging en de resoluties, de evaluatie of de effectieve samenstelling overeenstemt met de gewenste of ideale samenstelling, de toepassing van de corporate governance regels binnen de Vennootschap en haar organen, en een evaluatie van de specifieke rollen zoals de voorzitter van de Raad van Bestuur en de voorzitter of het lid van een comité binnen de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur neemt actie op basis van de resultaten van de prestatie-evaluatie.
Zie "Managementcomité" hierboven.
Van de bestuurders wordt verwacht dat zij hun persoonlijke en zakelijke aangelegenheden zo regelen dat belangenconflicten met de Vennootschap worden vermeden. Elke bestuurder met een tegenstrijdig financieel belang (zoals bedoeld in artikel 7:96 WVV) bij een beslissing of verrichting die aan de Raad van Bestuur wordt voorgelegd, moet dit onder de aandacht brengen van zijn medebestuurders en zijn verklaringen over de aard van het belangenconflict worden opgenomen in de notulen van de vergadering van de Raad van Bestuur. De bestuurder met een tegenstrijdig financieel belang mag niet deelnemen aan de beraadslaging of de stemming over een dergelijke beslissing of verrichting. De Raad van Bestuur neemt in de notulen ook een beschrijving op van de aard van de betrokken beslissing of verrichting en de financiële gevolgen ervan voor de Vennootschap. Dit deel van de notulen wordt integraal opgenomen in het jaarverslag van de Vennootschap. De notulen worden ook gedeeld met de commissaris van de Vennootschap die de financiële gevolgen van dergelijke beslissingen beschrijft in zijn verslag op grond van artikel 3:74 WVV.
Bij het begin van elke vergadering van de Raad van Bestuur (of vergadering van een comité van de Raad van Bestuur) verklaren de bestuurders of zij menen dat zij een belangenconflict hebben zoals bepaald in artikel 7:96 WVV met betrekking tot de agendapunten.
Elke bestuurder handelt zonder conflict en stelt steeds het belang van Nyrstar boven zijn/haar persoonlijk belang. Elke bestuurder regelt zijn/haar persoonlijke en zakelijke aangelegenheden zodanig dat directe en indirecte belangenconflicten met Nyrstar worden vermeden. De bestuurders hebben de plicht om de belangen van alle aandeelhouders op een gelijkwaardige basis te behartigen. Elke bestuurder handelt volgens de principes van redelijkheid en billijkheid. Alle bestuurders brengen de Raad op de hoogte van belangenconflicten die zich volgens hen kunnen voordoen en die hun beoordelingsvermogen zouden kunnen beïnvloeden.
Elke bestuurder moet in het bijzonder aandacht hebben voor belangenconflicten die kunnen ontstaan tussen Nyrstar, haar bestuurders, haar belangrijke of controlerende aandeelhouder(s) en andere aandeelhouders. De bestuurders die door belangrijke of controlerende aandeelhouder(s) worden voorgedragen, moeten ervoor zorgen dat de belangen en intenties van deze aandeelhouder(s) voldoende duidelijk zijn en tijdig aan de Raad van Bestuur worden meegedeeld.
De Raad van Bestuur moet zo handelen dat een belangenconflict, of de schijn van een dergelijk conflict, wordt vermeden. In het mogelijke geval van een belangenconflict moet de Raad van Bestuur, onder leiding van zijn voorzitter, beslissen welke procedure het zal volgen om de belangen van Nyrstar en al zijn aandeelhouders te beschermen. In het volgende jaarverslag moet de Raad van Bestuur uitleggen waarom het voor deze procedure heeft gekozen. Wanneer er echter een wezenlijk belangenconflict is, moet de Raad van Bestuur zorgvuldig overwegen om zo snel mogelijk te communiceren over de gevolgde procedure, de belangrijkste overwegingen en de conclusies.
Indien van toepassing moeten de regels en procedures van artikel 7:96 en 7:97 WVV worden nageleefd.
Er zijn geen uitstaande leningen die werden toegekend door de Vennootschap aan de personen vermeld in "Raad van Bestuur", noch zijn er garanties geleverd door de Vennootschap ten voordele van de personen vermeld in "Raad van Bestuur".
Geen van de personen vermeld in "Raad van Bestuur" heeft een familiale verwantschap met de andere personen vermeld in "Raad van Bestuur".
De Vennootschap heeft aan bepaalde bestuurders advieskosten vergoed in verband met (verklaringen afgelegd op) de algemene vergadering van aandeelhouders, in het bijzonder in verband met verklaringen van bepaalde aandeelhouders aan bepaalde bestuurders. Deze kosten waren beperkt (in dit geval minder dan EUR 5.000). De vergoeding volgde het algemene kostenvergoedingsbeleid van de Vennootschap, dat in overeenstemming is met bepaling 3.10 van de Belgische Corporate Governance Code, en de betreffende bestuurder(s) heeft (hebben) in dit verband niet deelgenomen aan de besluitvorming in overeenstemming met bepaling 6.9 van de Belgische Corporate Governance Code.
Teneinde marktmisbruik te voorkomen (handel met voorkennis en marktmanipulatie) heeft de Raad van Bestuur een dealing code opgesteld. De dealing code beschrijft de verplichtingen qua bekendmaking en gedrag van de bestuurders en bepaalde andere personen met betrekking tot transacties in aandelen of andere financiële instrumenten van de Vennootschap. De dealing code legt beperkingen op aan transacties in aandelen van de Vennootschap en staat de verhandeling ervan door de bovengenoemde personen enkel toe gedurende bepaalde periodes. Een kopie van de dealing code is beschikbaar op de website van de Vennootschap (www.nyrstarnv.be).
De Raad van Bestuur van Nyrstar is verantwoordelijk voor de beoordeling van de doeltreffendheid van de interne controles van Nyrstar. De Vennootschap kiest voor een proactieve aanpak inzake risicobeheer. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat de aard en omvang van de risico's tijdig geïdentificeerd worden in overeenstemming met de strategische doelstellingen en activiteiten van de Groep.
Het Auditcomité speelt een belangrijke rol in het monitoren van de doeltreffendheid van het Risk Management Framework en is een belangrijk medium om risico's onder de aandacht van de Raad van Bestuur te brengen. Indien een kritiek risico of probleem wordt geïdentificeerd door de Raad van Bestuur of het management, kan het nuttig zijn om alle bestuurders te laten deelnemen in het relevante risicobeheerproces.
De systemen voor interne controle en risicobeheer van de Vennootschap vereisen een regelmatige evaluatie van de doeltreffendheid van dergelijke interne controles om te verzekeren dat de risico's van de Vennootschap adequaat worden beheerd. De systemen voor interne controle en risicobeheer van de Vennootschap zijn ontworpen om de doelstellingen van de Vennootschap te behalen.
Efficiënt risicobeheer laat de Vennootschap toe om een geschikte balans te bereiken tussen het realiseren van opportuniteiten en daarbij het minimaliseren van nadelige effecten.
Dit onderdeel geeft een overzicht van de belangrijkste kenmerken van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de Vennootschap die momenteel van kracht zijn na de voltooiing van de Herstructurering.
De systemen voor interne controle en risicobeheer van de Vennootschap zijn gericht op de volgende hoofdprincipes:
Inzicht in de interne en externe bedrijfsomgeving en het effect daarvan op de bedrijfsstrategie en plannen van Nyrstar. Dit verschaft
informatie betreffende de algemene risicotolerantie van de Vennootschap.
Implementatie van systemen en processen voor de consistente identificatie en analyse van risico's, bestaande controles en de doeltreffendheid van de controles. Beoordelen of het aanvaarde risiconiveau in overeenstemming is met de voor het Auditcomité aanvaardbare risiconiveaus.
Het gebruik van innovatief en creatief denken bij het reageren op risico's en het nemen van maatregelen wanneer wordt vastgesteld dat de Vennootschap wordt blootgesteld aan onaanvaardbare risiconiveaus.
Het betrekken van alle Nyrstar-belanghebbenden, zoals aandeelhouders, bij het beheren van risico's en het communiceren van de belangrijkste geïdentificeerde risico's en controles.
Het regelmatig monitoren en evalueren van het Risk Management Framework van Nyrstar, de risico's en de doeltreffendheid van controles van Nyrstar.
De kritische interne controles van Nyrstar die tot aan de voltooiing van de Herstructurering op 31 juli 2019 van kracht waren, zijn niet langer van toepassing gezien de rol van de Vennootschap als houdstervennootschap na de Herstructurering en gezien het feit dat er geen werknemers of activiteiten zijn. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor alle controle en besluitvorming, met uitzondering, vanaf 25 januari 2023, van het Bijzonder Comité voor de lopende FSMA-procedure, en vanaf 10 april 2024, van het Bijzonder Comité voor de procedure ten gronde voor de Ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout). Beide comités hebben de exclusieve bevoegdheid om (i) op intern niveau te beslissen en (ii) de Vennootschap op extern niveau te vertegenwoordigen, met betrekking tot respectievelijk de FSMA-sanctieprocedure en het FSMA-onderzoek (alleen, en beperkt tot de duur van deze procedure en dit onderzoek), en de procedure ten gronde voor de Ondernemingsrechtbank Antwerpen (afdeling Turnhout) (met inbegrip van eventuele rechtsmiddelen) (alleen, en beperkt tot de duur van deze procedure en enige tussentijdse maatregel die in dat kader zou worden gevraagd en/of toegestaan), en daartoe een bijzondere volmacht van de Raad hebben gekregen (zie ook "Comités van de Raad van Bestuur" hieronder). De Raad van Bestuur heeft zijn controles aangepast aan de huidige omstandigheden.
De Raad van Bestuur past echter nog steeds de principes van deugdelijk bestuur toe in al zijn besluitvorming. De Raad van Bestuur voert zijn activiteiten en bedrijfsdoelstellingen uit volgens de strengste ethische normen en principes.
Nyrstar gebruikt een uitgebreide standaard voor financiële rapportering. De standaard is in overeenstemming met het toepasselijke Belgische boekhoudkundig referentiestelsel en toepasselijke Belgische wetgeving. De doeltreffendheid en naleving van de standaard voor financiële rapportering wordt consequent bijgewerkt en gemonitord door het Auditcomité.
Om een geschikte financiële planning en opvolging te verzekeren, wordt de financiële budgetprocedure die de planning beschrijft, de kwantificatie, de implementatie en de validatie van het budget in lijn met de voorspellingen, van dichtbij opgevolgd.
Nyrstar blijft de financiële resultaten halfjaarlijks aan haar aandeelhouders communiceren, maar dit wordt niet langer op kwartaalbasis aangevuld met tussentijdse managementverklaringen.
De Vennootschap wijdt zich aan voortdurende controle en verbetering van haar beleid, systemen en procedures.
De Vennootschap heeft een relatief ruime basis van aandeelhouders gevestigd in verschillende rechtsgebieden. Het percentage vrij verhandelbare aandelen van de Vennootschap op datum van dit rapport bedraagt 60,49%.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de aandeelhouders die kennisgevingen hebben gedaan aan de Vennootschap krachtens de toepasselijke kennisgevingsregels tot op de datum van dit rapport. Hoewel de toepasselijke kennisgevingsregels vereisen dat een kennisgeving moet gedaan worden door elke persoon die onder of boven de toepasselijke drempels daalt of stijgt, is het mogelijk dat de informatie hieronder met betrekking tot een aandeelhouder niet langer up-to-date is.
| Datum Kennisgeving |
% van de stemrechten gekoppeld aan de aandelen voor de verwatering(1) |
% van de stemrechten gekoppeld aan de aandelen op een volledig verwaterde basis(1) |
|
|---|---|---|---|
| Urion Holdings (Malta) Ltd(2) Kris Vansanten, BEE INSPIRED BV, Quanteus Group BV, een niet nader genoemde natuurlijke persoon, E3V & Partners BV, een andere niet nader genoemde natuurlijke persoon, Etimar BV, vier andere niet nader genoemde natuurlijke personen, Galina maatschap, drie andere niet nader genoemde natuurlijke personen, Toxon NV, Group Minerva NV, een andere niet nader genoemde natuurlijke persoon, Querinjean BV, een andere niet nader genoemde natuurlijke persoon, Spanassur BV, twee andere niet nader genoemde natuurlijke personen, Martens-De Vuyst maatschap, een andere niet nader genoemde natuurlijke persoon, Zikojet BV en vijfenveertig andere niet nader genoemde natuurlijke |
18 januari 2019 | 24,42% | 24,42% |
| personen | 28 december 2021 | 15,09% | 15,09% |
Opmerkingen:
(1) Het percentage van de stemrechten is berekend op basis van de 109.873.001 uitstaande aandelen.
(2) Urion Holdings (Malta) Ltd, een rechtstreekse dochtervennootschap van Trafigura Holdings Limited. Volgens de laatste informatie ontvangen door de Vennootschap hield Urion op de datum van dit rapport 26.830.622 aandelen aan, die 24,42% vertegenwoordigen van de stemrechten.
De bovengenoemde aandeelhouders hebben geen bijzondere stemrechten of zeggenschapsrechten.
Geen andere aandeelhouders, alleen of in onderling overleg met andere aandeelhouders, hebben de Vennootschap kennis gegeven omtrent een deelname of een overeenkomst om in onderling overleg te handelen met betrekking tot 3% of meer van de huidige totaal bestaande stemrechten gekoppeld aan de stemrecht verlenende effecten van de Vennootschap.
Op de datum van dit verslag bedraagt het kapitaal van de Vennootschap EUR 114.134.760,97 en is het volledig volgestort. Het wordt vertegenwoordigd door 109.873.001 gewone aandelen, die elk een fractiewaarde vertegenwoordigen van (afgerond) EUR 1,04 en die één 109.873.001ste van het kapitaal vertegenwoordigen. De aandelen van de Vennootschap hebben geen nominale waarde.
De aandelen van de Vennootschap kunnen de vorm aannemen van aandelen op naam en gedematerialiseerde aandelen. Alle aandelen van de Vennootschap zijn volledig volgestort en vrij overdraagbaar.
De aandelen van de Vennootschap hebben geen nominale waarde, maar geven dezelfde fractie weer van het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap, dat in euro uitgedrukt wordt.
Elke aandeelhouder van de Vennootschap heeft recht op één stem per aandeel. Aandeelhouders mogen bij volmacht stemmen, onderworpen aan de regels beschreven in de statuten van de Vennootschap.
Stemrechten kunnen voornamelijk worden opgeschort met betrekking tot aandelen:
Overeenkomstig het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen worden de stemrechten opgeschort die verbonden zijn aan de aandelen die door de Vennootschap worden gehouden.
Alle aandelen hebben een gelijk recht om deel te nemen in de (eventuele) winsten van de Vennootschap. Krachtens het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen kunnen de aandeelhouders op de jaarvergadering in principe met een eenvoudige meerderheid van stemmen beslissen over de uitkering van de winsten, op basis van de meest recente enkelvoudige geauditeerde jaarrekening, opgesteld overeenkomstig de in België algemeen aanvaarde boekhoudkundige principes en op basis van een (niet-bindend) voorstel van de Raad van Bestuur van de Vennootschap. De statuten van de Vennootschap kennen de Raad van Bestuur ook de bevoegdheid toe om interim dividenden goed te keuren, mits naleving van de bepalingen en voorwaarden van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Het vermogen van de Vennootschap om dividenden uit te keren hangt af van de beschikbaarheid van voldoende uitkeerbare winsten zoals bepaald in het kader van de Belgische wetgeving op basis van de enkelvoudige jaarrekening van de Vennootschap. Meer bepaald mogen dividenden alleen worden uitgekeerd als na de goedkeuring en uitgifte van de dividenden het bedrag van het nettoactief van de Vennootschap op de datum van de afsluiting van het laatste boekjaar zoals dit voortvloeit uit de enkelvoudige (niet-geconsolideerde) jaarrekening (d.w.z., samengevat, het bedrag van de activa zoals blijkt uit de balans, verminderd met voorzieningen en schulden, dit alles opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudkundige regels), verminderd met de niet-afgeschreven kosten van oprichting en uitbreiding en de niet-afgeschreven kosten voor onderzoek en ontwikkeling, niet is gedaald of door de uitkering zal dalen beneden het bedrag van het volgestorte maatschappelijk kapitaal (of, indien hoger, het opgevraagde kapitaal), verhoogd met het bedrag van de nietuitkeerbare reserves. Daarnaast moet voor de uitkering van dividenden, 5% van de nettowinsten worden toegewezen aan een reservefonds, totdat het reservefonds 10% van het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap bedraagt. De wettelijke reserve van de Vennootschap voldoet momenteel aan deze vereiste.
In het licht van de Herstructurering heeft de Raad van Bestuur beslist om de aandeelhouders geen uitkering voor het boekjaar 2024 voor te stellen. Eventuele toekomstige dividenden of andere uitkeringen zullen afhangen van de financiële situatie waarin de Vennootschap zich op dat moment bevindt, met inbegrip van elementen zoals terugbetalingsverplichtingen in het kader van haar leningen.
In overeenstemming met de diversiteitsvereisten bepaald door het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen, is ten minste een derde van de leden van de Raad van Bestuur van Nyrstar van het andere geslacht.
De Vennootschap verschaft de volgende informatie in overeenstemming met artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007:
Er werd geen overnamebod gedaan door derden met betrekking tot het vermogen van de Vennootschap tijdens het vorige en het huidige boekjaar.
De Gewone Algemene Vergadering zal plaatsvinden op 24 juni 2025. Tijdens deze vergadering zullen de aandeelhouders worden gevraagd om onder andere volgende besluiten in overweging te nemen, waar nodig, en goed te keuren:
De Vennootschap stelt een remuneratieverslag op met betrekking tot de remuneratie van de bestuurders. Dit remuneratieverslag maakt deel uit van de Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur, hetgeen een onderdeel is van het jaarverslag. Het remuneratieverslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gewone algemene vergadering van aandeelhouders ("GAV").
Nyrstar's remuneratiebeleid is ontworpen om:
De aan de leden van de Raad van Bestuur en de andere personen belast met de leiding toegekende remuneratie is aanzienlijk gewijzigd na de implementatie van de herstructurering zoals aangekondigd door de Vennootschap op 15 april 2019 en voltooid op 31 juli 2019 (de "Herstructurering").
Alle leden van het Uitvoerend Management waren werknemers van Nyrstar Sales & Marketing AG, een juridische entiteit die deel uitmaakt van de operationele groep die bij de Herstructurering werd overgedragen aan NN2 Newco Limited. Onmiddellijk na de Herstructurering had de Vennootschap geen Uitvoerend Management noch werknemers meer.
Aangezien de Vennootschap in de loop van 2020 niet effectief in vereffening werd gesteld, werden stappen ondernomen om een remuneratiebeleid te implementeren overeenkomstig artikel 7:89/1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Dergelijk remuneratiebeleid werd ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders van 29 juni 2021 (het "Remuneratiebeleid"). Nyrstar heeft sindsdien geen wijzigingen voorgesteld die moeten worden gereflecteerd in het Remuneratiebeleid. Aangezien het Remuneratiebeleid vier (4) jaar geleden voor het laatst werd goedgekeurd, zal het Remuneratiebeleid, overeenkomstig artikel 7:89/1, §3, opnieuw ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders die zal plaatsvinden op 24 juni 2025.
Het niveau van de vergoeding van de Raad van Bestuur wordt regelmatig getoetst aan die van vergelijkbare Europese ondernemingen en aan die van de referentie aandelenmarkt index van Euronext Brussels (BEL All-Share).
In de loop van 2024 werd de volgende brutoremuneratie uitbetaald aan de bestuurders, overeenkomstig de besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders van 27 april 2011, zoals van tijd tot tijd gewijzigd en aangevuld. Er wordt opgemerkt dat de onderstaande remuneratie enkel een vaste remuneratie betreft en dat het totaalbedrag van de remuneratie bijgevolg niet is opgesplitst tussen basissalaris en variabele remuneratie. Overeenkomstig de thans geldende remuneratieprincipes ontvangen niet-uitvoerende bestuurders geen variabele remuneratie en hebben zij geen recht op andere voordelen dan de gebruikelijke verzekering voor bestuurders en managers ("D&O verzekering"). Er werden geen pensioenskosten toegekend.
| Remuneratiekost | Betaald in cash | |
|---|---|---|
| Martyn Konig | € 200.000 | € 200.000 |
| Carole Cable | € 70.000 | € 70.000, hetgeen bestaat uit: |
| - een vaste vergoeding van € 50.000 per jaar voor lidmaatschap van de Raad van Bestuur; |
||
| - een vaste vergoeding van € 10.000 per jaar voor lidmaatschap van het Auditcomité; en |
||
| - een vaste vergoeding van €10.000 per jaar voor lidmaatschap van het Benoemings- en Remuneratiecomité. |
||
| Anne Fahy | € 80.000 | € 80.000, hetgeen bestaat uit: |
| - een vaste vergoeding van € 50.000 per jaar voor lidmaatschap van de Raad van Bestuur; |
||
| - een vaste vergoeding van € 20.000 per jaar voor voorzitterschap van het Auditcomité; en |
||
| - een vaste vergoeding van € 10.000 per jaar voor lidmaatschap van het Benoemings- en Remuneratiecomité. |
||
| Jane Moriarty | € 80.000 | € 80.000, hetgeen bestaat uit: |
| - een vaste vergoeding van € 50.000 per jaar voor lidmaatschap van de Raad van Bestuur; |
||
| - een vaste vergoeding van € 10.000 per jaar voor lidmaatschap van het Auditcomité; |
||
| - een vaste vergoeding van € 15.000 per jaar voor voorzitterschap van het Benoemings- en Remuneratiecomité; en |
||
| - een eenmalige vergoeding van € 5.000 voor lidmaatschap van het Bijzonder Comité voor de lopende FSMA-procedure (op basis van de bijzondere machtiging voor de Raad van Bestuur in het remuneratiebeleid zoals goedgekeurd op 29 juni 2021 om van tijd tot tijd de regels en het niveau van de vergoeding vast te stellen en te herzien voor bestuurders die een bijzonder mandaat uitoefenen). |
||
| Marc Taeymans | € 85.000 | € 85.000, hetgeen bestaat uit: |
| - een vaste vergoeding van € 50.000 per jaar voor lidmaatschap van de Raad van Bestuur; |
||
| - een vaste vergoeding van € 10.000 per jaar voor lidmaatschap van het Auditcomité; |
| - een vaste vergoeding van €10.000 per jaar voor lidmaatschap van het Benoemings- en Remuneratiecomité; |
|---|
| - een eenmalige vergoeding van € 5.000 voor lidmaatschap van het Bijzonder Comité voor de lopende FSMA-procedure (op basis van de bijzondere machtiging voor de Raad van Bestuur in het remuneratiebeleid zoals goedgekeurd op 29 juni 2021 om van tijd tot tijd de regels en het niveau van de vergoeding vast te stellen en te herzien voor bestuurders die een bijzonder mandaat uitoefenen); en |
| - een eenmalige vergoeding van € 10.000 voor voorzitterschap van het Bijzonder Comité voor de lopende procedure ten gronde (op basis van de bijzondere machtiging voor de Raad van Bestuur in het remuneratiebeleid zoals goedgekeurd op 29 juni 2021 om van tijd tot tijd de regels en het niveau van de vergoeding vast te stellen en te herzien voor bestuurders die een bijzonder mandaat uitoefenen). |
De Vennootschap heeft een gebruikelijke verzekering voor bestuurders en managers ("D&O verzekering") afgesloten. De D&O verzekering die aangegaan werd ten gunste van de bestuurders van de Vennootschap in 2024 heeft een aansprakelijkheidslimiet van € 1 miljoen in totaal. Deze verzekering werd afgesloten bij Aon tegen een kostprijs van ongeveer € 207.028.
In 2019 verlieten alle leden het Managementcomité na de voltooiing van de Herstructurering en werd het Managementcomité ontbonden. Onmiddellijk na de Herstructurering op 31 juli 2019 had de Vennootschap geen rechtstreekse werknemers meer. Onder de voorwaarden van de overeenkomst voor de verkoop door de Vennootschap van activa en aandelen aan NN2 Newco Limited die werd uitgevoerd als onderdeel van de Herstructurering (de "Sale Deed"), werden bepaalde beperkte uitvoerende diensten aan de Vennootschap geleverd door NN2 Newco Limited tot de uitoefening van de putoptie. De putoptie die de Vennootschap op 28 juli 2022 uitoefende, voor een vast bedrag van EUR 20 miljoen, had betrekking op haar volledige 2% belang in NN2 NewCo Limited, die de voormalige Nyrstar operationele groep aanhoudt (de "Putoptie"). Tot de uitoefening van de Putoptie werden deze beperkte uitvoerende diensten kosteloos aan de Vennootschap verleend en zij omvatten bepaalde financiële, fiscale, bedrijfsjuridische, IT- en administratieve diensten. Sinds de uitoefening van de Putoptie, heeft de Vennootschap bepaalde personen aangesteld om financiële, juridische en administratieve diensten te verlenen via consultancyovereenkomsten.
In de jaren 2016 tot 2018 keurde de algemene vergadering van aandeelhouders goed dat iedere niet-uitvoerende bestuurder die hieronder wordt opgesomd (de "In Aanmerking Komende Bestuurders"), zou worden vergoed voor zijn of haar bestuurdersmandaat voor de periode van de respectieve algemene vergadering van aandeelhouders tot de gewone algemene vergadering van aandeelhouders van het volgende jaar in de vorm van "uitgestelde aandelen" van de Vennootschap en niet in cash, onder de voorwaarden hieronder uiteengezet. De vergoeding in aandelen was voor iedere In Aanmerking Komende Bestuurder beperkt tot het gedeelte dat hieronder naast zijn of haar naam vermeld staat ("de In Aanmerking Komende Aandelenvergoeding") van de totale vergoeding die van toepassing is op het bestuurdersmandaat van de betrokken In Aanmerking Komende Bestuurder, in overeenstemming met de principes die werden bepaald door de gewone algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap gehouden op 27 april 2011 en die anders zouden worden betaald in cash ("de In Aanmerking Komende Vergoeding"). De aandelen worden niet onmiddellijk, maar onvoorwaardelijk verworven ten vroegste op (i) het einde van het bestuurdersmandaat als een In aanmerking Komende Bestuurder, of (ii) bij een controlewijziging van de Vennootschap. De aandelen worden gratis toegekend (d.i. zonder aanvullende tegenprestatie). Het aantal aandelen dat wordt toegekend aan een In Aanmerking Komende Bestuurder onder de voorwaarden van de uitgestelde aandelen zal gelijk zijn aan (i) het bedrag van de In Aanmerking Komende Aandelenvergoeding dat anders zou worden uitbetaald in cash, gedeeld door (ii) de gemiddelde slotkoers van de aandelen van de Vennootschap gedurende de 10 dagen voorafgaand aan de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders die elke toekenning goedkeurde, waarbij het resultaat naar beneden afgerond wordt tot het dichtstbijzijnde gehele getal.
De respectievelijke In Aanmerking Komende Bestuurders en hun In Aanmerking Komende Aandelenvergoeding die werd uitbetaald in uitgestelde aandelen is als volgt: (i) Mevr. Anne Fahy: EUR 10.000 van haar In Aanmerking Komende Vergoeding; (ii) Mevr. Carole Cable: 50% van haar In Aanmerking Komende Vergoeding; en (iii) Dhr. Martyn Konig: 100% van zijn In Aanmerking Komende Vergoeding. Het Benoemings- en Remuneratiecomité van de Vennootschap was bevoegd om de toekenning verder te documenteren en om de modaliteiten en voorwaarden van de toekenning te bepalen, welke gebruikelijke aanpassingsclausules bevatten om rekening te houden met, en aanpassingen te voorzien voor, vennootschapsrechtelijke handelingen van de Vennootschap, verwaterende transacties en gelijkaardige gebeurtenissen, zoals (maar niet beperkt tot) aandelensplitsingen, omgekeerde aandelensplitsingen, fusies en splitsingen, dividenduitkeringen, andere uitkeringen op aandelen, aanbiedingen met voorkeurrecht, en inkopen van aandelen.
De Raad van Bestuur heeft geen vergoeding in uitgestelde aandelen van de Vennootschap voorgesteld voor de niet-uitvoerende bestuurders op de gewone algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap die plaatsvond op 25 juni 2024.
De Vennootschap heeft geen uitgestelde aandelen (deferred share units, "DSU") aan haar Bestuurders toegekend in 2024. In de periode van 2016 tot 2019 werden DSU toegekend aan bepaalde bestuurders zoals goedgekeurd door de respectievelijke GAV's in 2016 tot 2018. De GAV's van 2016, 2017 en 2018 kenden de volgende DSU toe aan bestuurders:
| GAV 2016 | GAV 2017 | GAV 2018 voor jaar 2018 |
GAV 2018 voor jaar 2019 |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| Martyn Konig | 27.285 DSU | 37.282 DSU | 34.494 DSU | 34.361 DSU | 133.422 DSU |
| Carole Cable | 4.774 DSU | 6.524 DSU | 6.036 DSU | 6.013 DSU | 23.347 DSU |
| Anne Fahy | 1.364 DSU | 1.864 DSU | 1.725 DSU | 1.718 DSU | 6.671 DSU |
| Jane Moriarty | - | - | - | - | - |
Op 31 december 2024 had geen van de in functie zijnde bestuurders Nyrstar-aandelen in bezit.
De Vennootschap heeft momenteel geen werknemers en heeft daarom geen beschrijving gegeven van de jaarlijkse wijzigingen in de remuneratie, de jaarlijkse wijzigingen in de ontwikkeling van de prestaties van de Vennootschap en de jaarlijkse wijzigingen in de gemiddelde remuneratie van andere werknemers van de Vennootschap dan de bestuurders van de Vennootschap, noch van enige ratios in verband daarmee.
Have a question? We'll get back to you promptly.