Annual Report • Apr 22, 2014
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Montea Comm. VA is een openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht (Sicafi – SIIC), gespecialiseerd in logistiek en semi-industrieel vastgoed in België, Nederland en Frankrijk (Montea of de Vennootschap).
Het bedrijf is een referentiespeler in deze markten. Montea biedt haar klanten de ruimte om te groeien, aan de hand van flexibele en innoverende vastgoedoplossingen. Op deze manier creëert Montea waarde voor haar aandeelhouders.
Per 31/12/2013 vertegenwoordigt de vastgoedportefeuille een totale oppervlakte van 584.694m², verspreid over 37 locaties. Montea Comm. VA is sinds eind 2006 genoteerd op Euronext Brussel (MONT) en Parijs (MONTP).
Het aandeel Montea richt zich tot Belgische en buitenlandse particuliere en institutionele beleggers die op zoek zijn naar een indirecte belegging in logistiek en semi-industrieel vastgoed en die een relatief hoog dividendrendement met een matig risico nastreven.
Montea Comm.VA | Industrielaan 27 – Bus 6 | B-9320 Erembodegem (Aalst) Tel: +32 (0) 53 82 62 62 | Fax: +32 (0) 82 62 62 61 | www.montea.com RPR-RCB Dendermonde | BTW BE 0417 186 211
STUUR ONS UW OPMERKINGEN OF VRAGEN: [email protected] ONTWERP EN REALISATIE : Montea
De raad van bestuur van Montea Management NV, statutaire zaakvoerder van Montea Comm.VA, met statuaire zetel in Industrielaan 27, 9320 Erembodegem, is verantwoordelijk voor de inhoud van dit registratiedocument en verklaren hierbij dat zij alle redelijke maatregelen hebben genomen om te garanderen dat de inhoud van dit registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid.
Ce rapport financier annuel est également disponible en Français. This annual financial report is also available in English.
Het Franse en het Engelse jaarlijks financieel verslag zijn vertaald uit het Nederlandstalig jaarlijks financieel verslag. Enkel de Nederlandstalige versie heeft bewijskracht.
Het jaarlijks financieel verslag werd vertaald onder de verantwoordelijkheid van Montea en kan bekomen worden op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap. Dit jaarverslag werd opgesteld in de munteenheid EURO.
De optelling van cijfers in de tabellen en bijlagen, vermeld in dit jaarverslag, kan soms leiden tot afrondingsverschillen.
De gegevens in dit document zijn in overeenstemming met de werkelijkheid en er zijn geen gegevens weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het document zou wijzigen.
Een online versie is eveneens beschikbaar op www.montea.com.
Montea is een instelling voor collectieve belegging in vastgoed en staat onder toezicht van de FSMA (de Belgische Autoriteit voor Financiële diensten en Markten).
Dit jaarlijks financieel verslag is een registratiedocument in de zin van artikel 28 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Het jaarlijks financieel verslag werd door de FSMA goedgekeurd op 1 april 2014.
Montea stelt zich als doel een solide en gediversifieerde vastgoedportefeuille te ontwikkelen, teneinde stabiele huurinkomsten te genereren die leiden tot een stabiel en - in de mate van het mogelijke - groeiend dividend voor haar aandeelhouders.
Als investeerder in logistiek vastgoed oefent Montea haar activiteit uit in een voortdurend evoluerende markt. Dit brengt natuurlijk een aantal risico's met zich mee. Wanneer deze risico's zich concretiseren, kan dat een nadelige impact hebben op de activiteit van Montea, haar financiële situatie en haar vooruitzichten. Montea houdt met deze risico's rekening in het kader van haar investerings- en verhuurbeslissingen.
De raad van bestuur van Montea volgt, samen met het management, de bovenvermelde risico's constant op. Het management stippelt terzake een voorzichtig beleid uit dat wordt aangepast indien nodig1 . Dit verslag bevat een niet-exhaustieve lijst van de belangrijkste risico's die Montea kan identificeren. Er kunnen dus andere op heden onbekende of onwaarschijnlijke risico's bestaan die een ongunstige invloed kunnen hebben op de activiteit en de financiële situatie en de vooruitzichten van Montea.
a) Beschrijving van de risico's
De activiteit van Montea is onderhevig aan de economische cycli. Macro-economische indicatoren hebben een zekere invloed op, enerzijds, de investeringen en de huurovereenkomsten met ondernemingen in de sector van logistieke en semi-industriële panden en kunnen desgevallend een negatieve invloed hebben op de activiteiten van Montea, en, anderzijds, op de financieringsbronnen voor bestaande en toekomstige investeringen.
b) Beheersing van de risico's
Er wordt verwezen naar punt 1.1.2 in dit jaarverslag voor wat de beheersing van de risico's betreft inzake de investeringen en de huurovereenkomsten in de sector van logistieke en semi-industriële panden en naar punt 1.3. in dit jaarverslag voor wat de beheersing van het risico betreft inzake de financieringsbronnen.
a) Beschrijving van de risico's
De risico's in de vastgoedmarkt zijn het dalen van de huurprijzen, het dalen van de waarde van het vastgoed en leegstand of onderbezetting.
Het niveau van de huurprijzen, de waardering van de gebouwen en de leegstand of onderbezetting worden sterk beïnvloed door de vraag en het aanbod op de markt van de verkoop en verhuur van vastgoed. Voor wat Montea betreft, heeft dit in het bijzonder betrekking op logistiek en semi-industrieel vastgoed.
1 Voor meer informatie omtrent de strategie van Montea, wordt verwezen naar punt 4.1 in dit jaarverslag. Het beleid van Montea wordt aangepast waar nodig, aan de risico's die worden geïdentificeerd.
Wil zij haar groei en haar rendement vrijwaren, dan moet Montea de bezettingsgraad op peil houden en de huurprijzen en de waarde van het vastgoed handhaven bij het aangaan van nieuwe huurcontracten of bij de verlenging van de bestaande huurcontracten
Montea beoogt de impact van die risico's op haar resultaten en op de waarde van haar portefeuille te beperken door het verder zetten van:
Dankzij onder meer deze benadering, is Montea er steeds in geslaagd om de leegstand te beperken. Sinds haar beursintroductie heeft Montea nooit een bezettingsgraad gehad van minder dan 91%. Het streefdoel van Montea is een constante bezettingsgraad van meer dan 95%.
Daarenboven slaagt Montea er in de huurprijs per m² bij verlengingen van bestaande huurcontracten of het afsluiten van nieuwe huurcontracten te handhaven. In de logistieke sector is het gebruikelijk dat bij heronderhandelingen of het afsluiten van nieuwe huurcontracten, de basishuurprijs (zonder indexatie) wordt behouden of een huurvrije periode wordt toegekend van 3 tot 6 maanden naargelang de duurtijd van het huurcontract.
Door haar aanpak is Montea er in de meeste gevallen eveneens in geslaagd een hogere huurprijs te bedingen dan de geschatte huurwaarde. Op basis van de vastgoedschatting ligt de gemiddelde huurprijs, t.o.v. de geschatte huurwaarde van de verhuurde oppervlakte, 0,8% hoger in België en 6,6% hoger in Frankrijk. Momenteel bezit Montea één site in Nederland waarbij de geschatte huurwaarde van de verhuurde oppervlakte gelijk is aan de werkelijke huurprijs (zie ook punt 4.2.4).
De groeistrategie van Montea streeft naar een optimale risicospreiding2 op basis van de volgende twee pijlers:
Montea wil eveneens haar patrimonium blijven uitbreiden, zodat het relatieve belang van elk gebouw in haar portefeuille beperkt blijft.
2 Montea zorgt, in het belang van de aandeelhouders, voor de nodige diversificatie op het vlak van haar huurders.
Gelet op de omvang van de projecten waarin Montea investeert, bestaat het risico dat Montea te veel afhankelijk is van het voortbestaan van een vastgoedgeheel of van een contractuele relatie met één bepaalde klant.
Daarom ziet Montea erop toe het risico zo veel mogelijk te spreiden. Conform het KB Vastgoedbevaks, mag Montea geen enkele verrichting uitvoeren die tot gevolg zou hebben dat meer dan 20% van haar activa in vastgoed wordt belegd dat één enkel vastgoedgeheel vormt, of dat dit percentage, indien het voor één of meerdere vastgoedgehelen al meer dan 20% zou bedragen, verder toeneemt. Indien voormelde verplichtingen op het ogenblik van het uitvoeren van een verrichting niet zouden worden nageleefd, zal de Vennootschap meteen een vraag tot afwijking op de 20% grens moeten indienen bij de FSMA, dan wel de nodige maatregelen nemen om het belang van de positie terug te brengen tot onder de grens van 20%3 .
Per 31 december 2013 is er geen enkele klant-huurder bij Montea die meer dan 20% van de totale huurinkomsten uitmaakt, noch is er een vastgoedgeheel dat meer dan 20% van de portefeuille uitmaakt. De waarde van het grootste vastgoedgeheel in de portefeuille vertegenwoordigt 11,4% van de totale reële waarde van de portefeuille (site Saint-Cyr-en-Val in Orléans - Frankrijk).
a) Beschrijving van de risico's
Bij vaste rentevoeten wordt Montea beperkt blootgesteld aan het inflatierisico, daar de huuropbrengsten jaarlijks geïndexeerd worden. De impact van de index kan, voor een variatie van 100 basispunten, geschat worden op EUR 0,2 miljoen4 .
In geval van een stijging van de nominale rentevoeten leidt een zwakke inflatie daarentegen tot een stijging van de reële rentevoeten. Dit vormt een belangrijk risico door de verhoging van de financiële lasten, die sneller optreedt dan de indexatie van de inkomsten.
b) Beheersing van de risico's
Montea heeft de volgende maatregelen getroffen om zich in te dekken tegen dergelijke risico's:
Enerzijds beheerst Montea dit risico door in de huurcontracten een clausule te voorzien waarbij de actuele huurprijs wordt geïndexeerd. In deze clausule wordt ook een ondergrens als basishuur vastgelegd. Hierbij wordt eveneens verwezen naar punt 1.2.1 van dit jaarverslag.
Anderzijds, wordt het risico van de stijging van de reële rentevoeten beperkt door het afsluiten van indekkingscontracten van het type IRS voor het overgrote deel van de financieringen met variabele rentevoeten, waarbij de variabele rentevoet geswapt wordt tegen een vaste rentevoet. Voor meer informatie wordt verwezen naar punt 1.3.3 van dit jaarverslag.
3 Voor meer informatie inzake de 20%-regel verwijzen we naar artikel 39, § 1 t.e.m. 5 van het KB van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks.
4 Berekend op basis van het netto huurresultaat van Montea per 31/12/2013.
De raad van bestuur van de statutaire zaakvoerder van Montea en het management zijn zich ten volle bewust van het belang van het uitbouwen en handhaven van een degelijk beheer en als gevolg het behoud van een kwalitatieve portefeuille. Montea legt strikte en duidelijke normen op voor (i) het optimaliseren en verbeteren van de bestaande gebouwen, (ii) het commerciële beheer, (iii) het technische beheer van de gebouwen en (iv) eventuele investeringen in de bestaande gebouwen. Deze criteria hebben als doel de leegstand te beperken alsook de waarde van het vastgoedpatrimonium maximaal en duurzaam te doen stijgen.
Het grootste deel van het zakencijfer van Montea bestaat uit huurgelden die gegenereerd worden uit de verhuring aan derden. Wanbetaling door de huurders en een daling van de bezettingsgraad kunnen dus een negatieve invloed hebben op de resultaten.
Bovendien is Montea blootgesteld aan het risico van huurderving, verbonden aan het vertrek van huurders bij afloop van het huurcontract. In de huidige conjunctuur bestaat m.n. het risico dat het langer duurt om nieuwe (geschikte) huurders te vinden en dat deze bovendien een lagere huurprijs bedingen. Deze elementen kunnen het resultaat van Montea negatief beïnvloeden. De duurtijd van de huurcontracten bepaalt dus mede het risicoprofiel van Montea. Deze bedraagt momenteel 5,7 jaar op basis van de eerste vervaldatum.
b) Beheersing van de risico's
Montea beheert en begeleidt op een actieve wijze haar bestaande en toekomstige klanten om zo de leegstand en het verloop van huurders in haar vastgoedportefeuille te minimaliseren.
5 ICC – indice de coût de construction. 6 De huurovereenkomst van DHL op de site Grimbergen voorziet niet in de jaarlijkse indexering van de huurprijs. 7 De betreffende persberichten kan men terugvinden op www.montea.com/persberichten.
• Binnen de vastgoedsector mikt Montea op twee deelsectoren, enerzijds het logistieke vastgoed (opslag en overslag van goederen) en anderzijds het semi-industriële vastgoed (kleinere vestigingen van internationale groepen). Montea tracht op die manier haar risico te spreiden op het vlak van type huurder/sector en geografische ligging.
Het team van Montea, eventueel bijgestaan door externe adviseurs, staat in voor het dagelijks beheer van de gebouwen, zorgt voor het technisch beheer van de vastgoedportefeuille en stelt efficiënte en flexibele oplossingen voor ter verbetering van de kwaliteit en de duurzaamheid van de portefeuille. Daarenboven zal het team alles in het werk stellen om op een proactieve manier de eventuele leegstand te minimaliseren.
Het operationeel technische beheer en het onderhoud van de gebouwen, evenals de coördinatie van de lopende bouw- en renovatiewerken, worden opgevolgd door eigen mensen. Het team legt een onderhoudsen renovatieschema voor aan de raad van bestuur met als doel het veilig stellen van een optimale rendabiliteit van de portefeuille op lange termijn.
Montea voert een beleid waarbij het overgrote gedeelte inzake het beheer van de gebouwen wordt doorgefactureerd aan de huurders. Voor het jaar 2013 werd een totaal van EUR 14.000 gespendeerd aan kosten die niet konden worden doorgefactureerd aan de huurders. Daarenboven werd een bedrag van EUR 3,1 miljoen geïnvesteerd in verbeteringswerken aan de bestaande portefeuille. Dit bedrag komt overeen met 1% van de reële waarde van de vastgoedportefeuille.
Rekening houdend met haar relatief kleine team is de Vennootschap in geval van het vertrek van bepaalde personeelsleden in een sleutelfunctie, aan een organisatierisico blootgesteld. Het onverwachte vertrek van sommige personeelsleden zou nadelige gevolgen kunnen hebben voor de ontwikkeling van de Vennootschap en bijkomende beheerskosten met zich kunnen meebrengen.
b) Beheersing van de risico's
Mocht deze situatie zich voordoen, dan zal Montea deze sleutelfuncties tijdelijk opvangen via "outsourcing".
a) Beschrijving van de risico's
Directe operationele kosten worden hoofdzakelijk beïnvloed door twee factoren:
Montea voert een beleid van constant onderhoud en renovatie van haar vastgoedportefeuille om de bestaande huurprijzen te behouden of zelfs te verhogen, maar ook om de wederverhuring te vergemakkelijken. Ondanks deze voormelde maatregelen blijft het risico van waardevermindering van de gebouwen bestaan.
De voorbereiding en opvolging van onderhouds- en renovatiewerken maken deel uit van het takenpakket van het "Project Management" team onder de verantwoordelijkheid van de Chief Development Officer.
Montea focust zich in partnership eveneens op nieuwe ontwikkelingen, zowel in de Benelux als in Frankrijk en dit onder leiding van de Chief Development Officer.
a) Beschrijving van de risico's
Een bestaand risico is de vernieling van de gebouwen in de vastgoedportefeuille van Montea door brand, natuurrampen, ongevallen, terrorisme, enz.
b) Beheersing van de risico's
Het risico dat gebouwen worden vernield door brand of andere rampen wordt volledig verzekerd aan nieuwbouwwaarde. De verzekeringspolissen, onderschreven door Montea, omvatten eveneens bijkomende waarborgen (zoals huurderving8 ) die werden vastgelegd op basis van de op de markt best mogelijke dekking.
Op 31 december 2013 bedroeg de verzekerde waarde9 van de vastgoedportefeuille EUR 207,3 miljoen in België en EUR 21,6 miljoen in Nederland. Deze dekt volledig de reële waarde van de gebouwen van de vastgoedportefeuille in België en Nederland op diezelfde datum.
51% van de sites in Frankrijk (met een totale reële waarde van EUR 59,6 miljoen) worden direct door Montea verzekerd. Deze verzekering dekt de reële waarde van de gebouwen. De overige sites in Frankrijk (met een totale reële waarde van EUR 58,1 miljoen) worden door de huurder verzekerd10.
Tijdens het jaar 2013 werd een totale premie van EUR 344.180 betaald voor de verzekering van deze gebouwen. Deze premies werden doorgerekend aan de klanten. Premies voor leegstaande panden en premies waarvan de terugvordering contractueel niet mogelijk of beperkt is kunnen echter niet worden doorgerekend aan de klanten. Het totale percentage van de verzekeringspremies die niet zijn doorgerekend aan de klanten, bedraagt 50,4% van het totaal.
8 De gemiddelde waarborg voor huurderving bedraagt 2 jaar. 9 Deze waarde vertegenwoordigt de volledige nieuwbouwwaarde van de gebouwen inclusief niet terugvorderbare BTW, afbraak- en afvoerkosten.
10 De grootste site is die van Saint-Cyr-en-Val te Orléans (volledig verhuurd aan FM Logistics) met een reële waarde van EUR 35,5 miljoen.
Blootstelling aan wisselkoers-, rente-, liquiditeits- en kredietrisico's kunnen in de normale bedrijfsuitoefening van Montea ontstaan. Montea analyseert en herziet elk risico en definieert hierbij de strategieën om de economische impact op de prestaties van de Vennootschap te beheersen. De resultaten van deze analyses en voorgestelde strategieën worden op regelmatige basis herzien en goedgekeurd door de raad van bestuur.
a) Beschrijving van de risico's
De schuldgraad van Montea mag wettelijk niet meer bedragen dan 65%.
Montea heeft met de financiële instellingen convenanten afgesloten waarbij de geconsolideerde schuldgraad niet boven de 60% mag stijgen (d.w.z. groei van de vastgoedportefeuille met EUR 61,1 miljoen, volledig gefinancierd met schuld waarbij alle andere parameters constant blijven).
Bovendien werd in de voorwaarden van de obligatie-uitgifte van 24 juni 2013 een maximale geconsolideerde schuldgraad bedongen van 65% (d.w.z. groei van de vastgoedportefeuille met EUR 118,8 miljoen, volledig gefinancierd met schuld waarbij alle andere parameters constant blijven). Indien zij deze convenanten schendt, kan elke obligatiehouder, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan Montea, eisen dat zijn of haar obligaties onmiddellijk opeisbaar en terugbetaalbaar worden verklaard tegen de nominale waarde samen met verworven interest (indien er is) tot de datum van betaling, zonder verdere formaliteiten, tenzij dergelijke wanprestatie is rechtgezet vóór de ontvangst van dergelijke kennisgeving door Montea.
b) Beheersing van de risico's
Wanneer de geconsolideerde schuldgraad meer dan 50% bedraagt, moet in toepassing van het KB Vastgoedbevaks een financieel plan worden opgemaakt met een uitvoeringsschema waarin een beschrijving wordt weergegeven van de maatregelen die genomen zullen worden om te verhinderen dat deze ratio meer dan 65% zou bedragen11.
Op 31 december 2013 bedraagt de geconsolideerde schuldgraad 52,82%12 (t.o.v. 51,33% per 31 december 2012) op geconsolideerd niveau en 52,86% op enkelvoudige basis, waardoor Montea een financieel plan met het daarbij horende uitvoeringsschema moet opmaken. Voor meer informatie aangaande het financieel plan wordt verwezen naar punt 4.5.4 van dit jaarverslag.
Montea beschikt over een geconsolideerde schuldcapaciteit van ongeveer EUR 118 miljoen alvorens de wettelijke maximale schuldgraad van 65% te bereiken (dit komt neer op een mogelijke aangroei van de vastgoedportefeuille met 37,2% (additionele reële waarde van de vastgoedportefeuille van EUR 118 miljoen t.o.v. actuele reële waarde van de vastgoedportefeuille, inclusief de reële waarde van de zonnepanelen van EUR 319,5 miljoen) volledig met schulden gefinancierd). Montea heeft met haar banken convenanten afgesloten waarbij de schuldgraad niet mag stijgen boven de 60%. Hierdoor bedraagt de geconsolideerde schuldcapaciteit aldus EUR 61 miljoen (additionele reële waarde van de vastgoedportefeuille van EUR 61 miljoen t.o.v. actuele reële waarde van de vastgoedportefeuille, inclusief de reële waarde van de zonnepanelen van EUR 319,5 miljoen) (dit komt neer op een mogelijke aangroei van de vastgoedportefeuille met 19,1% volledig met schulden gefinancierd).
11 Art. 54 van het KB Vastgoedbevaks.
12 De schuldgraad wordt berekend volgens artikel 53 § 2 van het KB Vastgoedbevaks.
Omgekeerd zou de huidige balansstructuur, indien alle andere parameters constant blijven, een vermindering van de waarde van de vastgoedportefeuille met respectievelijk 19,9% of 12,7% kunnen absorberen alvorens een maximale schuldgraad van 65% of 60% te bereiken.
Het liquiditeitsrisico houdt in dat Montea het risico loopt om op een bepaald ogenblik niet te beschikken over de nodige kasmiddelen en niet langer de vereiste financiering te kunnen bekomen om haar kortlopende schulden te voldoen.
Rekening houdend met het wettelijk statuut van de vastgoedbevaks en gelet op de aard van de goederen waarin Montea investeert, is het risico van niet-hernieuwing van de kredietlijnen (behalve onvoorziene gebeurtenissen) klein, zelfs in de context van een verscherping van de kredietvoorwaarden. Anderzijds is het wel zo dat de kredietmarges kunnen stijgen op het ogenblik dat de kredietlijnen vervallen en hernieuwd moeten worden, indien de marktomstandigheden verslechteren ten opzichte van de voorgaande jaren.
Daarenboven bestaat het risico tot opzegging van de bilaterale kredietlijnen door de annulering, opzegging of herziening van de financieringscontracten als gevolg van het niet-nakomen van de verbintenissen ("convenants") die bij ondertekening van deze financieringscontracten werden bedongen. De verbintenissen die Montea met haar financiële instellingen heeft bedongen zijn marktconform en voorzien onder andere dat de schuldgraad (volgens het KB Vastgoedbevaks) het plafond van 60% niet overschrijdt.
Aldus is Montea, in geval van niet-nakoming van haar verplichtingen en meer algemeen, in geval van in gebreke blijven zoals bedoeld in deze contracten, blootgesteld aan het risico van een gedwongen vervroegde terugbetaling van deze kredieten. Op basis van de huidige omstandigheden en van de vooruitzichten die op deze basis redelijkerwijs kunnen worden gemaakt, heeft Montea geen kennis van elementen die erop wijzen dat één of meerdere verbintenissen niet zouden kunnen worden nageleefd. Het risico kan evenwel niet volledig worden uitgesloten.
Er werden door Montea (of haar dochtervennootschappen) geen hypotheken, leningen en voorschotten verstrekt of ontvangen met uitsluiting van de kredietlijnen zoals hierboven vermeld.
In het kader van de verdere diversificatie van de financieringen, heeft Montea een obligatielening voor een totaal bedrag van EUR 30 miljoen uitgegeven op 24 juni 2013. Deze obligatielening heeft een looptijd van zeven jaar met als vervaldatum 28 juni 2020. Montea kan de obligaties mogelijk niet terugbetalen op hun vervaldag.
Ingevolge artikel 5.6.3 van de algemene voorwaarden van de obligaties (Terms and Conditions) kan Montea verplicht worden tot vroegtijdige terugbetaling van de uitgegeven obligaties bij het optreden van een wijziging in de controle over Montea. Iedere obligatiehouder zal in dat geval het recht hebben om de wederinkoop van zijn obligaties door Montea te vorderen ten belope van 100,00 procent van hun nominale waarde, samen met de daarop vervallen, maar nog niet betaalde interest. Krachtens artikel 5.6.3 van de Terms and Conditions wordt een controlewijziging over Montea onder andere geacht te hebben plaatsgevonden in geval van controlewijziging over de Statutaire Zaakvoerder. Als gevolg van een controlewijziging over de Statutaire Zaakvoerder, kan met andere woorden de vroegtijdige terugbetaling van de uitgegeven obligaties door Montea worden gevorderd door de obligatiehouders.
Op 31 december 2013 heeft Montea in totaal EUR 160 miljoen aan kredietlijnen, waarvan EUR 138 miljoen reeds werd opgenomen. Gedurende het jaar 2014 zal EUR 26,7 miljoen van deze kredietlijnen komen te vervallen. Voor meer informatie omtrent de financieringsstructuur van Montea, wordt verwezen naar punt 4.5 van dit jaarverslag.
In toelichting 34 wordt een overzicht gegeven van de gecontracteerde en opgenomen kredietlijnen met hun respectieve looptijden.
Het liquiditeitsrisico wordt ingeperkt door:
Om een toekomstig liquiditeitsprobleem te voorkomen, onderneemt Montea steeds acties om tijdig de nodige financieringen aan te gaan voor de verdere groei van de portefeuille. De Vennootschap voorziet momenteel geen probleem om verdere financieringsbronnen te vinden. Hierbij staat het evenwicht tussen de kost van de financiering, de duurtijd en de diversificatie van de financieringsbronnen altijd voorop.
a) Beschrijving van de risico's
De korte- en/of langetermijnrentes op de (internationale) financiële markten kunnen sterk schommelen.
Met uitsluiting van de leasingovereenkomsten13 en de obligatielening 14 sluit Montea al haar financiële schulden af tegen een variabele rentevoet (bilaterale kredietlijnen aan EURIBOR 3 maanden). Hierdoor kan Montea profiteren van eventuele lage rentevoeten.
b) Beheersing van de risico's
Om het risico van de stijging van de rentevoeten in te dekken, voert Montea een beleid waarbij een deel van deze financiële schuld is ingedekt met rentedekkingsinstrumenten. Dit voorzichtig beleid voorkomt een stijging van de nominale rentevoeten zonder gelijktijdige groei van de inflatie, wat een verhoging van de reële rentevoeten als gevolg heeft. De verhoging van de reële rentevoeten kan dan niet worden gecompenseerd door een stijging van de huurinkomsten door indexatie. Bovendien stelt men vast dat er altijd een verschil in tijd is tussen de stijging van de nominale rentevoeten en de indexatie van de huurinkomsten.
13 Montea heeft een financiële schuld aangaande de lopende leasingovereenkomsten van EUR 5,0 miljoen (2,8% van de totale financiële schuld). Deze leasingovereenkomsten (voor 3 sites) lopen af tussen 2014 en 2017. Deze overeenkomsten werden destijds afgesloten
met een vaste annuïteit per trimester (inclusief de rentelast). 14 Montea heeft een obligatielening uitgegeven met een vaste interestvoet van 4,107%. Voor meer informatie wordt verwezen naar het persbericht van 24/06/2013.
Zodus wordt het risico op een stijgende rentevoet ingedekt door middel van IRS'en (Interest Rate Swap). 100% van de opgenomen bankfinancieringen heeft Montea afgesloten tegen een variabele rentevoet. Montea voert een beleid waarbij minstens 75% van de opgenomen bankfinancieringen worden ingedekt door het gebruik van indekkingsinstrumenten van het type IRS (waarbij de variabele rentevoet wordt geswapt met een vaste rentevoet). Op 31/12/2013 wordt de totale schuldpositie met variabele rentevoeten van EUR 138 miljoen voor 88,2% ingedekt door indekkingsinstrumenten van het type IRS, met een vervaldatum tussen 2013 en 2021. 17,8% (of EUR 24,6 miljoen) van de totale EUR 138 miljoen is zodus blootgesteld aan de variabele interestvoeten.
Tijdens het jaar 2013 werden 2 IRS contracten (met een totaal nominaal bedrag van EUR 25 miljoen) vervangen door 1 contract (met een totaal nominaal bedrag van EUR 25 miljoen). Deze transactie kadert in het onder controle houden van de financieringskost, waarbij de negatieve waarde van de duurste indekkingsinstrumenten verder wordt gespreid over een langere duurtijd, rekening houdend met een lagere indekkingskost. Door deze transactie zal op basis van eenzelfde bedrag van financieringen en indekkingsinstrumenten, de indekkingskost niet hoger zijn dan 2,5% (t.e.m. 31/10/2016).
Bovendien heeft elke variatie van de rentecurve een invloed op de reële waarde van de IRS. Montea boekt negatieve variaties op de reële waarde van de rente-indekkingsinstrumenten indien de rentevoeten lager liggen dan de op grond van de IRS geldende rentevoeten. Deze negatieve variaties kunnen het netto resultaat beïnvloeden maar hebben geen invloed op het netto courant resultaat. Dit jaar werden positieve variaties op de reële waarde van de rente-indekkingsinstrumenten opgetekend, als gevolg van de stijging van de rentevoeten.
In toelichting 17 vindt u een overzicht van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten. Een stijging of daling met 1 basispunt in de rentevoeten van onze schulden met vlottende rentevoeten, zou een stijging of daling van de marktwaarde van de financiële indekkingsinstrumenten betekenen met EUR 0,1 miljoen. Deze sensitiviteit is geen kaselement en zou geen impact hebben op het netto courant resultaat, maar wel op het netto resultaat.
Rekening houdend met de kredietlijnen met variabele interestvoet, de indekkingsinstrumenten, de vaste interestvoet op de obligatielening en de vaste rentevoeten op de leasingovereenkomsten, bedroeg de gemiddelde rentelast in 2013, 3,92%15 (inclusief bancaire marges).16
Op basis van de bestaande schuldpositie op 31 december 2013 en de toen geldende korte-termijn interestvoeten, zou een stijging van de korte-termijn interestvoeten met 100 basispunten een geringe stijging van de totale financiële kost met zich meebrengen (+ EUR 0,2 miljoen).
De vastgoedportefeuille van Montea bestaat uitsluitend uit gebouwen in België, Nederland en Frankrijk, en alle huurcontracten zijn in euro. Montea is bijgevolg niet blootgesteld aan enig wisselkoersrisico.
15 Deze financiële kost is een gemiddelde over het volledige boekjaar 2013, inclusief de leasingschulden in Frankrijk en België. Zij werd berekend op basis van de totale financiële kost t.o.v. het gemiddelde van het beginsaldo en eindsaldo van de financiële schuldenlast voor 2013.
16 Voor meer informatie omtrent de financieringspolitiek wordt verwezen naar punt 4.5.
a) Beschrijving van de risico's
Het kredietrisico is het risico op financieel verlies van de Vennootschap als een klant of een tegenpartij faalt in het voldoen van zijn contractuele verplichtingen.
b) Beheersing van de risico's
Het management beschikt over een kredietbeleid en de blootstelling aan het kredietrisico wordt op continue basis opgevolgd. Elke nieuwe huurder wordt afzonderlijk onderzocht op kredietwaardigheid vooraleer de Vennootschap een huurovereenkomst aanbiedt. Er worden ook stelselmatig huurgaranties van 3 of 6 maanden bedongen.
Montea heeft eerder melding gemaakt van het rechtsgeding dat een derde partij tegen Montea aangespannen heeft in 2008, omdat deze partij meende recht te hebben op de inbreng, door middel van een fusie of een andere operatie, van bepaalde gebouwen. Nadat de rechtbank van koophandel van Brussel bij vonnis van 28 april 2009 Montea in het gelijk had gesteld, heeft het hof van beroep van Brussel bij arrest van 21 februari 2012 de wederpartij gedeeltelijk in het gelijk gesteld. Montea heeft naar aanleiding van dit arrest een provisie opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening op 31/12/2011 ten belope van EUR 1.200K.
Tijdens het boekjaar 2012 werd overgegaan tot een betaling van EUR 1.198K. Tegen dit arrest heeft Montea een voorziening in cassatie ingediend. Bij arrest van 24 oktober 2013 heeft het Hof van Cassatie de voorziening echter afgewezen. Daarmee is dit rechtsgeding tot een einde gekomen. Dit arrest van het Hof van Cassatie heeft evenwel geen impact op de geconsolideerde cijfers van Montea voor het jaar 2013. Voor meer informatie wordt verwezen naar punt 4.3.8.1 "Overeenkomst tot inbreng van bepaalde gebouwen naar aanleiding van de beursgang" in dit jaarverslag.
Als vastgoedbevak geniet Montea een gunstig fiscaal stelsel. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden van verkopen verminderd met de bedrijfskosten en financiële lasten) zijn vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op het niveau van de vastgoedbevak (maar niet op het niveau van de dochterondernemingen). De dividenduitkeringen door een vastgoedbevak zijn onderworpen aan een voorheffingstarief van 25%17.
Bij verlies van de erkenning van het statuut van vastgoedbevak, wat een ernstig en aanhoudend verzuim door Montea van de naleving van de bepalingen van de Wet van 3 augustus 2012 of van het Koninklijk Besluit van 7 december 2010 (of de regelgeving die deze zou vervangen in de toekomst) veronderstelt, zou Montea het voordeel van dit gunstig fiscaal stelsel verliezen. Montea beschouwt dit risico als louter theoretisch, aangezien zij erop toeziet haar verplichtingen na te komen.
17 De verhoging van de roerende voorheffing van 25% op dividenden van (niet-residentiële) vastgoedbevaks werd doorgevoerd door aanpassing van art. 269 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 ingevolge art. 84 van de Programmawet van 27/12/2012 (B.S. 31/12/2012). Deze wijziging is van toepassing voor inkomsten die worden toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1/1/2013. Voordien bedroeg de roerende voorheffing op dividenden slechts 21%.
Bovendien geeft het verlies van de erkenning meestal aanleiding tot de verplichting voor Montea om de door haar aangegane kredieten vervroegd of versneld terug te betalen.
Ten slotte is Montea blootgesteld aan het risico van toekomstige wijzigingen van het stelsel van vastgoedbevak.
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Frankrijk heeft Montea geopteerd voor het fiscaal stelsel van de 'Sociétés d'Investissements Immobiliers Cotées' (hierna SIIC), zoals voorzien in artikel 208 C van de Franse Code général des impôts (CGI).
Niet-naleving of wijzigingen van de regels vereist door het fiscaal transparante regime gehanteerd voor de Franse activiteiten, kan leiden tot het verlies van het gunstige fiscaal statuut en tot verplichte terugbetaling van bepaalde kredieten.
Voor het realiseren van haar vastgoedinvesteringen in Nederland heeft Montea Comm. VA in september 2013 een verzoek ingediend voor toepassing van het fiscaal regime van de 'Fiscale Beleggingsinstelling' (hierna FBI) als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Het verzoek is momenteel in behandeling bij het Ministerie van Financiën.
Montea is er zich van bewust dat er veranderingen in reglementeringen kunnen worden doorgevoerd of dat nieuwe verplichtingen kunnen ontstaan.
Veranderingen in de reglementering en nieuwe verplichtingen voor de Vennootschap of haar medepartijen kunnen haar rendement en de waarde van haar patrimonium beïnvloeden.
We vermelden in dit verband ook de volgende Europese initiatieven: de Richtlijn AIFM ("Alternative Investment Fund Managers"), en de Verordening EMIR ("European Market Infrastructure Regulation").
Gelet op het statuut van openbare vastgoedbevak, kwalificeert Montea op heden onder Belgisch recht als een instelling voor collectieve belegging. Bijgevolg bestaat het risico dat zij zou worden beschouwd als een alternatieve beleggingsinstelling (AIF) onder de Richtlijn AIFM, die in Belgisch recht diende te worden omgezet tegen 22 juli 2013, maar dat voorlopig nog niet is. Indien de Vennootschap als AIF zou kwalificeren onder de Richtlijn AIFM (zoals omgezet in Belgisch recht), zouden de activiteiten, resultaten, rendement, financiële toestand en vooruitzichten, negatief worden beïnvloed. De bijkomende vereisten die de Richtlijn AIFM voorschrijft, zouden een negatieve invloed hebben op de operationele organisatie van Montea (o.a. door invoering van de bewaarder) en zouden haar administratieve kosten en beheerskosten aanzienlijk verhogen.
Indien de Vennootschap zou kwalificeren als AIF, zou zij eveneens geconfronteerd worden met de toepassing van andere Europese regelgeving, die van toepassing (zal) zijn op AIF's, waaronder de Verordening EMIR. Indien de Verordening EMIR van toepassing zou zijn op Montea, loopt zij het risico dat ze onderworpen wordt aan een hogere financieringskost omwille van de garantiestellingen voor haar indekkingsinstrumenten, die ze aanwendt voor het beheer van haar risico's en de impact op de beschikbaarheid van haar kredieten.
Op heden is het nog niet zeker of de voormelde Richtlijn en Verordening van toepassing zullen zijn op Montea en weet men nog niet hoe de Belgische wetgever de Richtlijn AIFM zal omzetten.
De Vennootschap is ook onderhevig aan het risico van toekomstige (ongunstige) wijzigingen aan het Vastgoedbevak-regime. Deze wijzigingen kunnen bijvoorbeeld een vermindering van de resultaten of de intrinsieke waarde veroorzaken of de schuldratio verhogen (bijvoorbeeld gewoon door de toepassing van nieuwe boekhoudkundige regels), de maximale schuldratio verminderen of de omvang van de verplichte uitkering van dividenden aan de aandeelhouders van Montea beïnvloeden.
Daarenboven kunnen eveneens nieuwe nationale wetgevingen en regelgevingen in werking treden, of mogelijke veranderingen in de bestaande wetgeving en regelgevingen plaatsvinden, zoals o.a. de bestaande praktijken binnen de fiscale administratie, waarvan sprake binnen de circulaire Ci.RH.423/567.729 van 23 oktober 2004 van het Belgisch Ministerie van Financiën met betrekking tot de berekening van de exit tax. Montea berekent de waarde kosten-koper, zoals bedoeld in de circulaire, met aftrek van registratierechten of BTW, waardoor de waarde kosten-koper zoals bedoeld in de circulaire, verschilt van (en ook lager kan zijn dan) de waarde van het vastgoed zoals opgenomen in de IFRS balans van de bevak.
Een verandering van de reglementeringen door de openbare of administratieve overheden kan een ongunstige invloed hebben op de exploitatiemogelijkheden van de gebouwen, met een invloed op de huurinkomsten en de herverhuurbaarheid, alsook een verhoging van de kosten voor het in stand houden van de exploitatiestaat.
b) Beheersing van de risico's
Montea evalueert de mogelijke verandering met betrekking tot de wettelijke vereisten inzake stedenbouw en milieu continu, en wordt daarbij bijgestaan door externe adviseurs.
Montea of de huurders beschikken over de nodige milieuvergunningen voor de exploitatie van alle gecertifieerde installaties in haar gebouwen18. Zij worden aangepast indien (wijzigingen van) de wetgeving, het type van exploitatie of de technische kenmerken dit vereisen.
a) Beschrijving van de risico's
Dit betreft risico's met betrekking tot de staat van gebouwen, de kwaliteit van de bodem, van de ondergrond en van het grondwater.
18 Montea is verantwoordelijk voor de vergunningen met betrekking tot de exploitatie van het gebouw. De huurder is verantwoordelijk voor de eventuele additionele exploitatievergunningen met betrekking tot de desbetreffende activiteit. Deze documenten maken deel uit van de procedure bij aankoop/verkoop en/of verhuringen.
Alvorens een gebouw wordt aangekocht, onderzoekt Montea zeer grondig alle afwijkingen en milieurisico's. Om elk vervuilingsrisico te vermijden, laat Montea eveneens een onderzoek uitvoeren naar de kwaliteit van de bodem, van de ondergrond en van het grondwater voor gebouwen waar risicovolle activiteiten worden of werden ontplooid. In geval van aangetoonde verontreiniging, stelt Montea alles in het werk om de potentieel hiermee samenhangende risico's te beheren als een goede huisvader. Bovendien controleert Montea op periodieke tijdstippen haar installaties, die mogelijkerwijze een risico inhouden voor de bodem.
Beste aandeelhouders,
Sinds haar oprichting heeft Montea een sterk groeiverhaal geschreven. Als specialist in de logistieke vastgoedsector screent Montea sinds 2006 de markt op zoek naar nieuwe investeringsopportuniteiten. Reeds kort na de beursgang besliste Montea te diversifiëren naar Frankrijk, in 2013 werd na grondige analyse ook de Nederlandse markt toegevoegd aan de actieradius van Montea.
Met een totaal investeringsvolume van EUR 40,6 miljoen in België en Nederland bevestigt Montea ook in 2013 haar groeiverhaal. In België mocht Montea haar rol als specialist in logistiek vastgoed opnemen, door ondermeer de ontwikkeling op maat voor St. Jude Medical, de aankoop van een kleiner logistiek pand op de luchthaven van Zaventem (Brucargo) en 2 verwervingen van logistieke panden in de haven van Gent. Op de Nederlandse markt zette Montea haar eerste stappen met de aankoop van een logistiek pand in Almere, verhuurd voor 22 jaar aan Aware-Food Group.
Naast de groei werd ook de focus gelegd op de performantie van de bestaande portefeuille en hield Montea de bezettingsgraad doorheen het jaar rond de 95%. Daarenboven werd ook gewerkt aan de gemiddelde duurtijd van de huurcontracten die op 31/12/2013, 5,7 jaar bedroeg.
De diversificatie van de schuld door de uitgifte van een obligatielening, de herfinanciering van de vervallen financiële bankschuld en het onder controle houden van de financieringskost was een derde belangrijke realisatie in 2013.
De vastgoedportefeuille van 584.694 m², die over 35 verschillende sites is verdeeld, levert een gemiddeld bruto rendement op van 8,35% (contractuele jaarlijkse huurinkomsten t.o.v. de reële waarde van de vastgoedportefeuille). Dit bruto rendement is op basis van huurcontracten met +/- 80 grote en kleinere klanten die actief zijn in heel uiteenlopende sectoren, gaande van logistiek (DHL, FM Logistics, Fedex, Chronopost en Norbert Dentressangle), over de industrie (BF Goodrich, Brossette en Jan De Nul) tot consumentengoederen (Unilever, H&M en Barry Callebaut).
Daarnaast is Montea zich in 2013 blijven toeleggen op het actief beheer van haar bestaande vastgoedpatrimonium.
Het netto huurinkomen bedraagt EUR 23,7 miljoen, wat overeenstemt met een stijging van 18,7% ten opzichte van 2012. Montea ondertekende nieuwe huurcontracten en verlengde bestaande huurcontracten voor meer dan 36.000 m². Hiermee slaagde Montea er in het jaar af te sluiten met een bezettingsgraad van 94,9% 19.
De operationele marge bedraagt 84,1% voor het volledige jaar 2013, in lijn met die van 2012.
De geconsolideerde schuldgraad bedraagt 52,8%. De financiële schuld wordt voor 82,2% van de financiële schuld t.o.v. de banken gedekt door contracten die samen een vaste financieringsgraad garanderen van 3,94%20.
19 De bezettingsgraad is gebaseerd op de m². Bij de berekening van deze bezettingsgraad werd, noch in de noemer, noch in de teller,
rekening gehouden met de niet verhuurbare m², bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank. 20 Deze financiële kost is de jaarlijkse runrate van de bankschuld, de uitstaande obligatielening en de leasingschulden, rekening houdend met de genomen indekkingen en rekening houdend met de korte termijn interestvoet op 31 december 2013.
Tot slot vestigen we uw aandacht op drie bijkomende elementen van het resultaat die eveneens een invloed hebben op het netto resultaat van EUR 15,97 miljoen maar niet op het netto courante resultaat van EUR 13,5 miljoen (en zodoende ook niet op het dividend).
Het betreft de negatieve variatie in de reële waarde van de vastgoedportefeuille (IAS 40, gewaardeerd door de onafhankelijke vastgoedgoeddeskundigen) met 1,3% (of EUR 4,1 miljoen). Daarnaast werd een gerealiseerde meerwaarde opgetekend van EUR 1,1 miljoen naar aanleiding van de verkoop van de panden te Laken en Vilvoorde, alsmede door de verkoop van de opstalovereenkomst aan Brussels Airport. Als laatste werd er een belangrijke positieve variatie in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten (IAS 39) opgenomen gedurende het boekjaar, ten gevolge van de evolutie van de lange termijn interestvoeten (EUR 5,5 miljoen, volledig in het resultaat opgenomen).
Op basis van het bovenstaande bedraagt het netto resultaat EUR 15,97 miljoen. Wanneer geen rekening wordt gehouden met de "non-cash" elementen die voorvloeien uit de toepassing van de boekhoudkundige normen inzake indekkingsinstrumenten en vastgoedbeleggingen, bedraagt het netto courante resultaat EUR 13,5 miljoen, wat een stijging vertegenwoordigt van 20,8% t.o.v. vorig jaar.
De Raad van Bestuur zal aan de gewone algemene vergadering van 20 mei 2014 voorstellen om een bruto dividend per aandeel uit te keren van EUR 1,97 voor het volledige jaar 2013, wat een stijging vertegenwoordigt van 2,1% t.o.v. vorig jaar (EUR 1,93 per aandeel). Dit komt overeen met een netto dividend van EUR 1,4775 per aandeel21, ten opzichte van EUR 1,4475 in 2012.
De raad van bestuur wenst ten slotte het volledige team van Montea te danken voor haar dagelijkse inzet en geleverde prestaties in 2013.
Gerard Van Acker* Jo De Wolf** Voorzitter van de raad van bestuur Chief Executive Officer
* Vaste vertegenwoordiger van Gerard Van Acker BVBA ** Vaste vertegenwoordiger van Jo De Wolf BVBA
21 Een geringe daling van 0,4% als gevolg van de roerende voorheffing van 25% in 2013.
| 31/12/2013 | 31/12/2012 | ||
|---|---|---|---|
| 12 maanden | 12 maanden | ||
| Vastgoedportefeuille | |||
| Vastgoedportefeuille - Gebouwen | |||
| Aantal sites | 35 | 32 | |
| Oppervlakte van de vastgoedportefeuille | |||
| Logistieke en semi-industriële panden | M² | 535.352 | 466.042 |
| Kantoren | M² | 49.342 | 48.725 |
| Totale oppervlakte | M² | 584.694 | 514.767 |
| Ontwikkelingspotentieel | M² | 90.500 | 90.500 |
| Waarde van het onroerend vermogen | |||
| Reële waarde (1) | K€ | 311.936 | 283.678 |
| Investeringswaarde (2) | K€ | 324.815 | 295.039 |
| Bezettingsgraad | |||
| Bezettingsgraad (3) | % | 94,85% | 96,27% |
| Vastgoedportefeuille - Zonnepanelen | |||
| Reële waarde (1) | K€ | 7.590 | 7.777 |
| Geconsolideerde resultaten | |||
| Netto courant resultaat | |||
| Netto huurresultaat | K€ | 23.659 | 19.927 |
| Operationeel resultaat (4) | K€ | 19.892 | 16.756 |
| Operationele marge (5) | % | 84,08% | 84,08% |
| Financieel resultaat | K€ | -6.206 | -5.469 |
| Netto courant resultaat (6) | K€ | 13.494 | 11.248 |
| Aantal aandelen die recht hebben op het resultaat van de periode (12) |
6.587.896 | 5.634.126 | |
| Netto courant resultaat / aandeel | € | 2,05 | 2,00 |
| Niet courant resultaat | |||
| Resultaat op de vastgoedportefeuille (7) | K€ | -3.022 | -6.330 |
| Resultaat op de financiële instrumenten (8) | K€ | 5.497 | -8.023 |
| Netto resultaat | K€ | 15.969 | -3.106 |
| Aantal aandelen die recht hebben op het resultaat van de periode |
6.587.896 | 5.634.126 | |
| Netto resultaat / aandeel | € | 2,42 | -0,55 |
| Geconsolideerde balans | |||
| Eigen vermogen (excl. Minderheidsparticipaties) | K€ | 138.869 | 123.663 |
| Schulden en passiva opgenomen in de schuldratio | K€ | 179.472 | 157.836 |
| Balanstotaal | K€ | 339.797 | 307.498 |
| Schuldratio (9) | % | 52,82% | 51,33% |
| Net Actief / aandeel | € | 20,39 | 19,18 |
| Net Actief / aandeel (excl. IAS 39) | € | 22,43 | 22,17 |
| Beurskoers(10) | € | 31,65 | 28,40 |
| Premie / (discount) | % | 41,13% | 28,07% |
(1) Boekhoudkundige waarde volgens de IAS/IFRS regels. Het bedrag van EUR 312.545K (vastgoedbeleggingen in rubriek I.C van de balans) is EUR 609K hoger dan de reële waarde van de vastgoedbeleggingen. Dit verschil betreft de boekwaarde van het kantoor voor eigen gebruik.
(2) Waarde van de portefeuille zonder aftrek van de transactiekosten.
(3) Bezettingsgraad, gebaseerd op de m². Bij de berekening van deze bezettingsgraad werd, noch in de noemer, noch in de teller, rekening gehouden met de niet verhuurbare m²,
bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank. (4) Operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille.
(5) Het operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille gedeeld door het netto huurresultaat.
(6) Netto resultaat zonder rekening te houden met het resultaat op de portefeuille (code XVI, XVII en XVIII van de resultatenrekening) en zonder rekening te houden met de variatie van de waarderingen van de financiële indekkingsinstrumenten.
(7) Negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de vastgoedportefeuille + de eventuele min- of meerwaarden naar aanleiding van de realisatie van vastgoed.
(8) Negatieve en/of positieve variaties in de reële waarde van de rente-indekkingsinstrumenten volgens IAS 39.
(9) Schuldratio volgens het KB van 7 december 2010.
(10) Beurskoers op het einde van het boekjaar.
Montea handelt volgens de onderstaande 3 kernbegrippen:
Montea gelooft in de lange-termijnwaarde van logistiek en semi-industrieel vastgoed. De totale levenscyclus van een logistiek gebouw is immers een stuk langer dan deze van andere institutionele vastgoedklasses. De eisen naar architectuur, veranderende technieken, vrije hoogte of andere technische specificaties zullen minder snel evolueren dan bij andere vastgoedklasses zoals kantorenvastgoed. Indien bepaalde renovaties zich doorheen de volledige levenscyclus van een gebouw toch opdringen, zal de renovatiekost hiervan in verhouding tot de totale waarde lager zijn dan voor andere vastgoedklasses. Hierdoor is logistiek vastgoed een interessante lange-termijnbelegging.
Montea heeft er voor geopteerd exclusief in semi-industrieel en logistiek vastgoed te investeren. Hierdoor slaagt Montea erin een zuivere focus te hebben op deze niche. De teams in België, Nederland en in Frankrijk zijn samengesteld uit specialisten in deze sector en kunnen derhalve ambiëren 'de beste van de klas' te zijn in hun domein. Hierdoor onderscheidt Montea zich van vele andere fondsen die hebben geopteerd voor diversificatie in hun vastgoedklasses, waardoor zij geen zuivere focus hebben.
Montea treedt in de markt op als eindinvesteerder met een lange-termijnvisie op haar vastgoedportefeuille. Het gebruik van haar expertise en ervaring in de nichemarkt kan Montea gebruiken om in samenwerking met andere spelers - zoals ontwikkelaars en grondeigenaars - vroeger in het ontwikkelingsproces betrokken te worden. Het build-to-suit project met Coca-Cola en de samenwerking met Group De Paepe voor de oplevering van het distributieplatform voor DHL Global Forwarding en St Jude Medical, zijn interessante voorbeelden van deze visie. Het is de ambitie van Montea om gelijkaardige projecten in de toekomst te blijven realiseren.
De financiële crisis met de val van Lehman Brothers als mijlpaal en de Eurocrisis als na-effect hebben lang gedrukt op het investeringsklimaat. De prille tekenen van een stabilisatie van de economische context worden dan ook maar al te graag geregistreerd. Daar waar de groei in 2013 nog minimaal (+ 0,1%) was, zijn de voorspellingen voor 2014 optimistischer (+1,1%). Zowel het consumentenvertrouwen als het vertrouwen bij de bedrijfsleiders zit intussen in stijgende lijn. De verdere stijging van de werkloosheid tempert evenwel het optimisme. De economische groei is immers onvoldoende om de stijging van de beroepsbevolking te compenseren en ook de concurrentiepositie van België ten opzichte van de ons omringende landen is voor verbetering vatbaar.
De activiteit van twee grote logistieke hubs, de haven van Antwerpen en de vrachtluchthaven Brucargo, geven een kijk op de economische prestaties van 2013.
De Antwerpse haven behandelde in 2013 bijna 191 miljoen ton goederen. De vooruitgang met bijna 4% betekent een nieuw record en was te danken aan de sterke stijging (+30%) in de categorie vloeibare bulk. De containertrafiek die de belangrijkste categorie vormt, vertoonde evenwel een lichte daling van de containertrafiek, uitgedrukt in TEU (Twenty-foot Equivalent Unit).
Bij de luchtvracht op Brucargo was er duidelijke daling ten gevolge van het afhaken van enkele 'full-freighter' verbindingen. Deze daling kon niet volledig gecompenseerd worden door de zogenaamde geïntegreerde spelers aangezien ook het vrachttransport in de passagiersvliegtuigen er op achteruitging. Het sterke derde kwartaal met een vooruitgang van bijna 7% geeft vertrouwen voor een beter 2014.
22 Bron: De Crombrugghe & Partners NV voor de vastgoedmarkt in België, Deloitte France voor de vastgoedmarkt in Frankrijk en Troostwijk BV voor de vastgoedmarkt in Nederland.
De ESI (Economic Sentiment Indicator) vormt een mooie synthese van het vertrouwen bij bedrijven en consumenten in Europa. Onderstaande kaart toont aan hoe het met het economisch vertrouwen in de EU is gesteld op het einde van 2013. Hoe groener het land ingekleurd is hoe beter het er gesteld is met het sentiment. Landen die het tijdens de crisis zwaar te verduren kregen zoals Spanje en Portugal halen intussen een betere score dan Frankrijk en Italië waar de problemen dan misschien wel minder diepgaand waren maar net daardoor bij gebrek aan radicale ommekeer blijven aanslepen. België bevindt zich eerder in de midden groep.
2013 betekende voor België een echte doorbraak in de online aankoop van goederen. BeCommerce, de vereniging van online handelaars, meldde een stijging van de omzet met ± 21% in vergelijking met de eindejaarsperiode van 2012. De globale jaaromzet steeg met ruim 18% tot meer dan 1,8 miljard euro. De talrijke aankopen die gebeuren via buitenlandse websites vallen hier buiten. De logistieke uitdagingen die deze groei met zich meebrengt zijn niet te onderschatten. Correcte en tijdige leveringen zijn immers cruciaal voor de klantentevredenheid van de online shopper. Keuzevrijheid bij levering staat hierbij voorop.
Deze kan onder verschillende vormen verlopen:
Nieuwe trends zijn de levering op de dag zelf of maximum 1 dag later en de mogelijkheid een welbepaald tijdsbestek te kiezen. Maar ook de mogelijkheid om zijn bestelling te kunnen opvolgen wordt gewaardeerd. Naast de digitale informatiestroom is er tevens de fysieke stroom die uitmondt in de uiteindelijke levering van de bestelling.
Samen met de verdere groei van de e-commerce in België en Europa is er ook een duidelijke uitbouw van de logistieke keten die de concrete afhandeling verzorgt. Het is overduidelijk dat het succes van e-commerce ook nieuwe eisen stelt voor de logistieke afhandeling ervan.
Binnen dit kader zijn er op vastgoedvlak twee tendensen merkbaar. Aan de ene kant zijn er de mega logistieke complexen die opslagplaats en startpunt van de verzending voor grote online spelers zijn. Aan de andere kant vinden we de flexibele cross-docks die het regionale doorgeefluik zijn tussen het vertrek van de bestelling en de uiteindelijke levering.
De stijgende omzetten en het groeiende aanbod hebben ervoor gezorgd dat vraag naar extra grote opslagruimte verder toeneemt. De minimale oppervlakte bedraagt al snel meer dan 50.000 m². Deze zogenaamde fulfilment centers van bijvoorbeeld Amazon verzorgen niet alleen de opslag en logistieke afhandeling van hun eigen webshop maar doen dit ook meer en meer voor derden. Vaak gaat het hierbij om kleinere internetspelers die hun logistieke afhandeling uitbesteden.
Op dit vlak speelt België vooralsnog geen rol van betekenis. De meest voor de hand liggende redenen zijn naast de loonkost ook de te beperkte thuismarkt. Goederen besteld via een Belgische website komen intussen vaak vanuit deze buitenlandse fulfilment centra in de ons omringende landen. Amazon heeft niet minder dan zeven dergelijke locaties in Duitsland waarvan meerdere in de omgeving van België. Docdata dat het fulfilment van het gekende bol.com verzorgt, bevindt zich dan weer in Waalwijk wat hun toelaat om ook vlot de Belgische markt te bedienen.
Het VIL (Vlaams Instituut voor de Logistiek) wil deze distributiecentra terug naar België halen en startte dan ook een werkgroep op. De centrale ligging en de Vlaamse havens zijn hierbij sterke troeven. Heel wat artikelen komen immers via de haven van Antwerpen Europa binnen en worden via België naar het Europese hinterland vervoerd.
Een volledig ander type gebouw wordt dan weer gebruikt bij de uiteindelijke verdeling van de goederen. Deze cross-docks zijn beperkter in omvang dan de grote logistieke complexen en hoeven gezien de snelle doorvoer ook geen vrije hoogte van 10 m te hebben zoals een traditionele opslagloods maar ze beschikken wel over een groter aantal laadpoorten. Vaak is dit een netwerk van hub's die de goederen ontvangen en opnieuw versturen binnen een kort tijdsbestek zonder dat er sprake is van langdurige opslag.
Deze hubstructuur heeft tal van voordelen zoals :
De sluiting van de Belgische autofabrieken van Renault, Opel en Ford heeft de voorbije jaren voor heel wat commotie gezorgd. Toch biedt deze sluiting ook nieuwe kansen door de vaak grote oppervlakten die ter beschikking komen.
De vroegere parking van Renault vertegenwoordigt een oppervlakte van 27 ha. Na de verkoop van ± 3,5 ha voor de bouw van het nieuwe Jan Portaels ziekenhuis rest er nog ongeveer 23 ha. Het is duidelijk dat een terrein van dergelijke omvang eerder uitzonderlijk is in de dicht bevolkte en bebouwde Vlaamse rand rond Brussel. De huidige eigenaar Renault zou de site graag zo snel mogelijk in haar geheel aan één speler verkopen.
De saga rond de verkoop van dit 90 ha grote terrein sleept intussen verder aan. Het Antwerpse havenbedrijf dat beschikt over een voorkooprecht raakt het maar niet eens over de prijs met de huidige eigenaar General Motors. De omvang van de site midden in het havengebied is zondermeer uitzonderlijk. Hoewel een logistieke bestemming mogelijk is wordt eerder de voorkeur gegeven aan een mogelijke invulling als productiegebonden site of als nieuwe chemiecluster. De toekomst zal uitwijzen welke investeerders kunnen worden aangetrokken en welke activiteiten deze zullen ontwikkelen.
Eind december 2013 werd de Vlaamse overheid eigenaar van deze 140 ha grootte site voor de symbolische prijs van 1 euro. Er dient wel rekening gehouden te worden met saneringskosten. Na de sluiting eind 2014 dient er nog één jaar te worden voorzien voor de volledige ontmanteling zodat de effectieve overdracht pas eind 2015 zal plaatsvinden. Hoe deze uiteindelijk zal ingevuld worden is nog koffiedik kijken. De site beschikt in ieder geval over enkele stevige troeven zoals een ontsluiting over het water dankzij het naastgelegen Albertkanaal en de aanwezige spoorinfrastructuur.
Bovenvermelde sites relativeren enigszins de veel gehoorde klacht uit de ondernemerswereld als zou er een groot gebrek aan ruimte zijn om te ondernemen. In bepaalde zones zoals Brussel en Vlaams-Brabant is de beschikbaarheid inderdaad beperkt maar iets ruimer beschouwd is er toch wel een zekere voorraad. Want er zijn niet alleen bovengenoemde sites maar ook andere meestal bouwrijpe sites die al jaren wachten op concrete invulling. Om er maar enkele te noemen: Sea Gate Logistics (Plassendale Oostende), Kristal Park (Lommel) of Magna Park (La Louvière). Ook Trilogiport in Luik waar de werken nu echt gestart zijn biedt op termijn ruim 70 ha aan opslag en overslagmogelijkheden en ook rond de haven van Gent zijn er ondermeer aan het Kluizendok, De Nest en Rieme Noord nog honderden ha grond ter beschikking met op korte termijn realiseerbare logistieke ontwikkelingen.
Door de verder schrijdende de-industrialisatie en automatisering kunnen op termijn nog een aantal oudere productie sites op de markt komen. Ook de impact van het lokaal op maat produceren van onderdelen via 3Dprinten kan gevolgen hebben voor de nood aan opslagruimte.
| 4.2.1.4 | SWOT analyse van de semi-industriële en logistieke vastgoedmarkt in België | |||
|---|---|---|---|---|
| --------- | -- | ---------------------------------------------------------------------------- | -- | -- |
| S - CENTRALE LIGGING IN W.EUROPA - STERKE KMO MARKT IN VLAANDEREN - MEERDERE VERGUNNINGSKLARE LOGISTIEKE PROJECTEN - COMPETITIEVE HUURPRIJS tov OMLIGGENDE REGIO'S |
W - HOGE ARBEIDSKOST - VERANDEREND FISCAAL KLIMAAT - ONDANKS WERKLOOSHEID BEPERKTE VOORRAAD WERKKRACHTEN MET LOGISTIEKE KENNIS - SECTOR IMAGO |
|---|---|
| O | T |
| - SANERING OUDE INDUSTRIELE SITES | - UITSTEL INVESTERINGEN IN MISSING LINKS |
| - OPBOUW VAN PORTFOLIO VAN EPB GEBOUWEN | - VERKEERSCONGESTIE EN MODERNISERING WEGENNET |
| - E-COMMERCE | - HOGE ENERGIEPRIJZEN |
| - MULTIMODALITEIT | - AFBOUW INDUSTRIELE SECTOR TEN VOORDELE VAN DIENSTEN |
| - PRIJSSTIJGINGEN TGV SCHAARSHEID IN BEPAALDE ZONES | - VERSCHUIVING RICHTING OOST-EUROPA |
Zowel dankzij de oplevering van enkele grote logistieke projecten als door de verdere uitbouw van de semiindustriële sector groeide de voorraad in 2013 verder aan. De stijging was evenwel niet gelijkmatig verdeeld. In Vlaanderen kenden vooral de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen een stevige groei. Hiertegenover staat de zwakke prestatie van Limburg. In Wallonië kende vooral Henegouwen een verdere groei en bleef Luik ter plaatse trappelen.
| Stock (m²) | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Antwerpen | 5.662.000 | 5.875.000 | 5.905.000 | 6.090.000 | 6.255.000 | 6.520.000 |
| Oost-Vlaanderen | 1.756.000 | 1.785.000 | 1.845.000 | 1.895.000 | 1.930.000 | 1.995.000 |
| West-Vlaanderen | 1.165.000 | 1.175.000 | 1.200.000 | 1.230.000 | 1.240.000 | 1.250.000 |
| Limburg | 3.916.000 | 3.925.000 | 3.945.000 | 3.955.000 | 4.045.000 | 4.060.000 |
| Vlaams-Brabant | 2.915.000 | 3.055.000 | 3.060.000 | 3.090.000 | 3.135.000 | |
| Brussel | 4.675.000 | 795.000 | 810.000 | 835.000 | 845.000 | 850.000 |
| Waals- Brabant | 1.185.000 | 1.185.000 | 1.190.000 | 1.190.000 | 1.190.000 | |
| Luik | 2.435.000 | 2.445.000 | 2.485.000 | 2.495.000 | 2.525.000 | 2.535.000 |
| Namen | 600.000 | 600.000 | 610.000 | 610.000 | 610.000 | 610.000 |
| Henegouwen | 1.636.000 | 1.775.000 | 1.940.000 | 1.955.000 | 1.990.000 | 2.035.000 |
| Luxembourg | 665.000 | 670.000 | 680.000 | 680.000 | 680.000 | 680.000 |
| TOTAAL | 22.510.000 | 23.145.000 | 23.660.000 | 23.995.000 | 24.400.000 | 24.860.000 |
Zuiver speculatieve ontwikkelingen zijn enkel terug te vinden in de semi-industriële sector waarbij kleinere bedrijfsparken met KMO units het goed blijven doen. Deze markt is vaak het werk van lokale ontwikkelaars, al is er wel een verdere professionalisering merkbaar. Verder worden er ook in Vlaanderen maar vooral in Wallonië gronden te koop aangeboden door een aantal intercommunales of regionale ontwikkelingsmaatschappijen.
De ontwikkelingen in de logistieke sector zijn het werk van een handvol professionele spelers. Gezien de speculatieve ontwikkeling van nieuwe projecten in de logistieke sector haast volledig is gestopt is het voor deze spelers in eerste instantie van belang om te beschikken over bouwrijpe terreinen en vergunningen. Eens een akkoord met de verhuurder of eindgebruiker kan de realisatie dan snel beginnen en is, afhankelijk van het project, een oplevering binnen het jaar mogelijk. Gezien de relatief lage huurprijzen en de hoge grondprijzen dient er optimaal gebruik gemaakt te worden van mogelijke schaalvoordelen en efficiënte bouwtechnieken.
| Projecten (m²) | Semi-industrieel | Logistiek (2014 - 2017) |
Logistiek (> 2017) |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Antwerpen | 81.058 | 467.380 | 227.500 | 775.938 |
| Oost-Vlaanderen | 29.900 | 218.112 | 303.750 | 551.762 |
| West-Vlaanderen | 82.480 | - | 58.500 | 140.980 |
| Limburg | 30.650 | 40.000 | - | 70.650 |
| Vlaams-Brabant | 61.436 | 85.000 | - | 146.436 |
| Brussel | 3.000 | - | 55.000 | 58.000 |
| Waals-Brabant | 7.000 | 27.000 | - | 34.000 |
| Luik | 4.000 | 38.000 | 265.000 | 307.000 |
| Namen | 1.000 | 13.143 | - | 14.143 |
| Henegouwen | 13.852 | 12.500 | 166.000 | 192.352 |
| Luxembourg | 14.000 | - | 110.000 | 124.000 |
| TOTAAL | 328.376 | 901.135 | 1.185.750 | 2.415.261 |
De actuele vraag naar nieuwe grote logistieke ruimte is echter beperkt. Vaak gaat het eerder om een verschuiving in plaats van om een echte uitbreiding.
De belangrijkste projecten waarvan een aantal reeds tot de take up gerekend zijn vermits het om een ontwikkeling voor eigen gebruik gaat zijn ondermeer :
| Gemeente | Adres / Project | Type | Oppervlakten | Beschikbaarheid | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (m²) | ||||||
| 2830 Willebroek | De Hulst | logistiek | 200.000 | (*) | ||
| 2830 Willebroek | Bridge Logistics III | logistiek | 40.000 | (*) | ||
| 3945 Ham | Nike Zwartenhoek | logistiek | 40.000 | 2016 | ||
| 4684 Haccourt | Trilogiport | logistiek | 200.000 | > 2015 | ||
| 2280 Grobbendonk | Antwerp East Port | logistiek | 90.000 | (*) | ||
| 1120 Brussel(N-O-Heembeek) | Katoennatie (ex Marly) | logistiek | 80.000 | 2015-2016 | ||
| 9000 Gent | Port of Ghent | logistiek | 185.000 | (*) | ||
| (*) bouw volgens concrete vraag |
De leegstand in 2013 bleef min of meer stabiel of daalde lichtjes. De leegstand is voornamelijk terug te vinden bij de oudere panden. In de semi-industriële markt is er een ruimere waaier aan kleinere panden die nauwelijks nog in aanmerking komen voor gebruik, zelfs niet aan bodem verhuurprijzen. Het is dan ook opvallend dat ondanks een grotere leegstand binnen dit segment de vraaghuurprijzen omhoog lijken te gaan. De mogelijke verklaring ligt bij de nieuwe ontwikkelingen die aan hogere prijzen in de markt worden geplaatst. Er is dus een zekere tweespalt binnen dit segment tussen verouderde en nieuwe panden.
Hoewel er op de logistieke markt heel wat vierkante meters beschikbaar zijn, is het aantal onmiddellijk beschikbare kwalitatieve panden eerder beperkt. Dit is mede het gevolg van de beperkte oplevering aan nieuwe panden die de voorbije jaren plaatsvond en die bovendien haast altijd voorverhuurd is. Oudere panden zonder voldoende vrije hoogte of laadkades krijgen het moeilijk. De professionele logistieke spelers zijn in dit segment de drijvende kracht doch zij zijn geen vragende partij meer voor dit type gebouwen vermits deze niet meer passen binnen het moderne en hyperefficiënte logistieke gebeuren.
| Beschikbaarheid (m²) 2013 | Beschikbaarheid (€/m²/j) 2013 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| < 5.000 | > 5.000 | < 5.000 | > 5.000 | Gewogen | ||
| m² | m² | Totaal | m² | m² | gemiddelde | |
| Antwerpen | 108.368 | 614.411 | 722.779 | 41 | 34 | 37 |
| Oost-Vlaanderen | 115.777 | 122.687 | 238.464 | 39 | 34 | 35 |
| West-Vlaanderen | 62.971 | 10.000 | 72.971 | 26 | 32 | 24 |
| Limburg | 84.404 | 30.392 | 114.796 | 39 | 39 | 39 |
| Vlaams-Brabant | 121.351 | 56.642 | 177.993 | 51 | 37 | 47 |
| Brussel | 132.460 | 37.995 | 170.455 | 52 | 45 | 50 |
| Waals- Brabant | 50.095 | 12.320 | 62.415 | 52 | 45 | 50 |
| Luik | 43.734 | 39.921 | 83.655 | 42 | 36 | 40 |
| Namen | 16.078 | - | 16.078 | 45 | - | 45 |
| Henegouwen | 58.522 | 71.019 | 129.541 | 39 | 32 | 37 |
| Luxembourg | 1.945 | - | 1.945 | 45 | - | 45 |
| Totaal | 795.705 | 995.387 | 1.791.092 |
In absolute cijfers vertegenwoordigt de leegstand ± 7,00% van de bestaande voorraad.
De opname van industrieel vastgoed kende in 2013 een lichte stijging ten opzichte van 2012 dankzij de hogere opname in het logistieke segment. Hierdoor werd de abnormale situatie van 2012 met een hogere opname in het semi-industriële dan in het logistieke segment teruggeschroefd. De semi-industriële markt kende een lichte terugval, maar 2012 was dan ook een uiterst sterk jaar.
De meest opvallende verschuivingen zijn terug te vinden in de logistieke opname in Brussel en Vlaams-Brabant. Voor Brussel is deze vertienvoudiging toe te wijzen aan de opname van ± 80.000 m² door BPost op de oude carcoke site aan het kanaal in Neder-Over-Heembeek. Opnames van deze omvang zijn dan ook eerder uitzonderlijk. In Vlaams-Brabant was er heel wat dynamiek rond de vrachtluchthaven Brucargo met opnames van Geodis en Nippon Express voor telkens ± 6.500 m². Ondanks een lichte daling bevestigt Oost-Vlaanderen zijn positie ondermeer via de verhuring aan DSV (± 24.000 m²). Opvallende daler is de provincie Luik waar de opname bijna met de helft gedaald is.
| 2011 | 2012 | 2013 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Take-up (m²)* | < 5.000 m² > 5.000 m² | Totaal | < 5.000 m² > 5.000 m² | Totaal | < 5.000 m² > 5.000 m² | Totaal | |||
| Antwerpen | 231.708 | 346.723 | 578.430 | 308.696 | 137.465 | 446.161 | 173.599 | 229.375 | 402.974 |
| Oost-Vlaanderen | 115.485 | 32.291 | 147.776 | 163.947 | 26.237 | 190.184 | 102.167 | 77.620 | 179.787 |
| West-Vlaanderen | 26.233 | 31.610 | 57.843 | 56.811 | 83.107 | 139.918 | 70.335 | 32.495 | 102.830 |
| Limburg | 18.872 | 132.402 | 151.273 | 29.606 | 54.934 | 84.540 | 8.663 | 68.300 | 76.963 |
| Vlaams-Brabant | 85.299 | 54.915 | 140.214 | 118.385 | 29.003 | 147.388 | 134.280 | 104.492 | 238.772 |
| Brussel | 15.762 | 34.593 | 50.355 | 27.290 | 12.870 | 40.160 | 49.611 | 131.604 | 181.215 |
| Waals-Brabant | 18.738 | 12.650 | 31.388 | 25.053 | - | 25.053 | 26.230 | - | 26.230 |
| Luik | 28.180 | 62.120 | 90.299 | 79.205 | 124.952 | 204.157 | 41.682 | 66.168 | 107.850 |
| Namen | 5.877 | 10.120 | 15.997 | 5.950 | 28.012 | 33.961 | 5.908 | 16.500 | 22.408 |
| Henegouwen | 29.822 | 54.914 | 84.735 | 16.968 | 18.273 | 35.241 | 22.598 | 43.036 | 65.634 |
| Luxemburg | - | - | - | 1.055 | - | 1.055 | - | - | - |
| TOTAAL | 575.974 | 772.337 1.348.311 | 832.964 | 514.853 1.347.817 | 635.073 | 769.590 1.404.663 |
*inclusief aankoop eigen gebruik en huurhernieuwingen
De absorptieperiode, bepaald op basis van de huidige beschikbare oppervlakten met toevoeging van de projecten en gerelateerd aan de historische take-up, vertoont in het algemeen een stijging. Nochtans waren de opnamecijfers van 2013 behoorlijk en daalde de onmiddellijk beschikbare logistieke oppervlakte. De oorzaak is dan ook eerder te vinden bij de bekendmaking van meerdere grote projecten die de komende jaren in de steigers staan. In Oost-Vlaanderen is de stijging voornamelijk te wijten aan de lancering van de ontwikkeling Port Of Ghent (± 180.000 m²). In de provincie Antwerpen wordt het cijfer dan weer beïnvloed door het project 'De Hulst' in Willebroek. Luik en Henegouwen bieden op basis van het actuele aanbod en de projecten eveneens tal van mogelijkheden in de zoektocht naar nieuwe oppervlakten. Niet toevallig zijn er in beide provincies enkele grotere projecten zoals TrilogiPort of het Magna Park.
Duurdere gronden in Vlaams-Brabant en Brussel en de beperkte logistieke uitbreidingsmogelijkheden maken dat de absorptiegraad in deze regio lager ligt. Hoe deze absorptiegraad in de toekomst verder zal evolueren, hangt ondermeer af van de verdere herneming van de economie en hiermee samenhangende verhoging van de take-up. Historische cijfers kunnen hierbij richtinggevend zijn maar dienen toch met de nodige voorzichtigheid bekeken te worden. Hoe dan ook zullen de aangekondigde projecten slechts heel geleidelijk ontwikkeld worden volgens actuele marktvraag zodat de volledige invulling ervan jaren in beslag kan nemen.
| Logistiek & Semi-industrieel | Beschik baarheid (m²) * |
Projecten (m²) |
Historische take-up (m²)** |
Absorptie (jaar) |
|---|---|---|---|---|
| Antwerpen | 675.000 | 775.500 | 430.000 | 3,4 |
| Oost-Vlaanderen | 184.500 | 551.500 | 152.500 | 4,8 |
| West-Vlaanderen | 72.500 | 140.500 | 65.500 | 3,3 |
| Limburg | 114.500 | 70.500 | 78.500 | 2,4 |
| Vlaams-Brabant | 145.000 | 146.000 | 152.500 | 1,9 |
| Brussel | 99.500 | 58.000 | 86.500 | 1,8 |
| Waals-Brabant | 55.000 | 34.000 | 23.000 | 3,9 |
| Luik | 83.500 | 307.000 | 101.000 | 3,9 |
| Namen | 16.000 | 14.000 | 17.500 | 1,7 |
| Henegouwen | 142.500 | 192.000 | 65.000 | 5,1 |
| Luxembourg | niet representatief | |||
| TOTAAL | 1.588.000 | 2.289.000 | 1.172.000 | 3,2 |
* : zonder de projecten ** : 5 laatste jaren
De huurprijzen bleven in het algemeen net als de voorbije jaren stabiel. Hoewel de gevraagde huurprijs wel degelijk een rol speelt bij de keuze van een pand, hoeft dit niet altijd het cruciale element te zijn. Er wordt immers in de eerste plaats gekeken naar de ligging en naar het feit of het gebouw al dan niet voldoet aan de activiteiten van de onderneming. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat sommige panden ondanks hun lage huurprijs van minder dan 30 €/m²/j nog steeds niet verhuurd raken omdat deze blijkbaar niet voldoen aan de eisen van de gebruikers. Tekortkomingen op het gebied van vrije hoogte, draagkracht van vloeren of een te beperkt aantal laadkaaien per m² vormen hiervan een voorbeeld. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de huurprijzen voor logistiek vastgoed in de verschillende provincies.
| Provincie/regio | Minimum | Maximum | Maximum | Maximum | Evolutie |
|---|---|---|---|---|---|
| logistiek 2013 | logistiek 2011 | logistiek 2012 | logistiek 2013 | ||
| €/m²/j | €/m²/j | €/m²/j | €/m²/j | ||
| Antwerpen | 36 | 46 | 46 | 45 | = |
| Oost-Vlaanderen | 35 | 42 | 42 | 39 | = |
| West-Vlaanderen | 34 | 38 | 38 | 38 | = |
| Limburg | 33 | 39 | 39 | 40 | = |
| Vlaams-Brabant | |||||
| Brussel | 34 | 50 | 50 | 51 | = |
| Waals - Brabant | |||||
| Luik | 34 | 39 | 39 | 40 | = |
| Namen | 35 | 40 | 40 | 40 | = |
| Henegouwen | 34 | 38 | 38 | 38 | = |
| Luxembourg | 30 | 35 | 35 | 35 | = |
De investeringsmarkt kende een stijging ten opzicht van de voorbije jaren. De grootste deals werden afgesloten door de Belgische bevaks die zich specifiek op dit segment richten. Het betreft hier doorgaans logistieke panden aangezien de semi-industriële markt voornamelijk een kopers eindgebruikersmarkt is.
Ondanks het feit dat er niet echt sprake is van een krachtig economisch herstel heeft de investeringsmarkt dus mooie cijfers weten te behalen. Kwalitatieve investeringsobjecten die passen binnen de portfolio van een bevak, blijven hoe dan ook schaars en vinden snel hun weg naar de professionele investeringsmarkt. Naast logistiek gingen ook de investeringen in kantoren vooruit, dit alles ten nadele van de investeringen in retail en rusthuizen.
| 140.000.000 € |
|---|
| 99.000.000 € |
| 305.000.000 € |
| 600.000.000 € |
| 431.500.000 € |
| 135.000.000 € |
| 145.000.000 € |
| 165.000.000 € |
| 155.000.000 € |
| 195.000.000 € |
Onderstaande tabel geeft een overzicht van enkele transacties.
| Plaats | Opp. (m²) | Investeerder | Type | Rendement/VK Prijs |
|---|---|---|---|---|
| CargoVil | 75.000 | WDP | Logistiek | 8,00% |
| Gent Evenstuk | 24.100 | Montea | Logistiek | 7,80% |
| Ghent Logistics | 12.900 | Montea | Logistiek | 8,50% |
| Kortenberg | 9.000 | Patronal Life | Logistiek | 7,10% |
| Tongeren | 12.600 | Prologis | Logistiek | ± 8.500.000,-€ |
| Geel | 30.000 | WDP | Logistiek | 24.400.000 ,-€ |
Net als de vorige jaren zijn het vooral de Belgische investeerders die het meest actief waren op de markt. Deze wordt daarenboven gestuurd door de vraag van eindgebruikers die eveneens voor een deel van de opname en de prijszetting zorgen.
Net zoals bij de huurprijzen zijn er ook op het gebied van de rendementen voor industrieel vastgoed geen noemenswaardige verschuivingen merkbaar. De scherpste rendementen situeren zich rond de 7%. Al kunnen gebouwen met een lange termijn huurzekerheid hier soms onderduiken. De prime yields voor industriële gebouwen bevinden zich in een bandwijdte van 7,25% tot 8,50%. De Belgische langetermijnrente die in de lente nog gedaald was, kende naar het jaareinde toe een beperkte stijging. Naast de traditionele financieringsmogelijkheden via de banken verkiezen meerdere bevaks intussen rechtstreeks de markt aan te spreken om via de uitgifte van obligaties middelen op te halen. De obligaties, uitgegeven door de Belgische bevaks, werden omwille van het grote succes doorgaans vervroegd afgesloten.
Verwacht wordt dat na het haperend herstel in 2013 de economie in 2014 verder zal aantrekken. De economische groei komt in 2013 allicht uit op +0,1%. Voor 2014 zijn de verwachtingen duidelijk positiever met een verwachte groei van 1,1%. Het herstel zet zich dus verder maar blijft nog erg broos en is in eerste instantie onvoldoende om voor een echtere kentering van de werkloosheidscijfers te zorgen. Ondanks de toenemende werkloosheid neemt het algemene consumentenvertrouwen toch verder toe. De consument leeft dus duidelijk op hoop dat het beter zal gaan en neemt aldus een voorschot op de verwachte heropleving.
Hoe deze verwachtingen concreet de semi-industriële en logistieke markt gaan beïnvloeden is moeilijk te voorspellen. Ondanks de centrale ligging van België en de relatief lage huurprijzen is gebleken dat er ook heel wat andere parameters een rol spelen. Hierbij kan gedacht worden aan de loonkosten en de verkeerscongestie. De concurrentie met de ons omringende landen voor het aantrekken van nieuw distributiecentra blijft hoe dan ook erg groot. Intussen worden zowel qua huurprijzen, rendementen als opname weinig veranderingen verwacht. De komst van een grote e-commerce speler zou mooi zijn maar lijkt op korte termijn moeilijk haalbaar.
Hoewel de Franse economie zwaar getroffen werd door de wereldwijde recessie en door de onrust in de eurozone, zou de activiteit de komende twee jaren geleidelijk moeten heropleven. 2012 vertoonde een kleine recessie, maar het NIS (Nationaal Instituut voor Statistiek) verwacht voor 2013 een BNP-groei met 0,2% en voor 2014 met 0,7% (verworven BNP).23
In 2013 is het verbruik van de Franse gezinnen met slechts 0,4% gestegen. De lonen bleven nagenoeg ongewijzigd en de slechte arbeidsmarkt bleef doorwegen waardoor het consumentenverbruik uitbleef. Verder hebben de gezinnen sommige van hun uitgaven vervroegd omwille van de aangekondigde verhoging van het bonus-malus systeem voor de auto en de stijging van de BTW-tarieven op 1 januari 2014.
De bedrijfsinvesteringen zijn in 2013 teruggelopen, vooral omwille van de zwakke marges en de schuldgraad van de ondernemingen24. Het bedrijfsklimaat is in alle sectoren niettemin sterk verbeterd in het derde kwartaal 2013, zoals blijkt uit de marktgegevens en conjunctuurenquêtes. Begin 2014 verwachten we echter een zekere terugval die onder meer zal leiden tot het uitblijven van het herstel in de bouw. Deze sector werd zwaar getroffen. De beperkte vraag naar krediet heeft sinds eind 2011 geleid tot een bruuske terugval in het verstrekken van nieuwe vastgoedleningen. Verder zou de export in 2014 kleiner zijn dan de vraag uit het buitenland. Buiten de Europese zone lijdt de uitvoer onder een recurrente sterke euro. De export is in 2013 gestegen met 0,6%: dat is een kleinere stijging dan in 2012 (+2,5%). Volgens het NIS zou de export in 2014 niettemin weer moeten aanwakkeren – weliswaar minder snel dan de vraag uit het buitenland (stijging met 2,7%).
Om te kunnen blijven lenen tegen lage intrestvoeten, moet de Franse Staat een fragiel evenwicht hanteren tussen een streng budgettair beleid en een beleid dat de concurrentiekracht van de ondernemingen stimuleert. Ratingbureau Standard & Poor's heeft eind 2013 zijn score voor Frankrijk verlaagd, vlak nadat de ECB haar basisrente naar 0,25% had verlaagd. Hierdoor wordt de Staat hogere rentevoeten opgelegd. Dit negatieve effect wordt echter op korte termijn gecompenseerd door de daling van de referentie-rentevoeten van de Europese Centrale Bank. Dit bevordert de toegang tot krediet en een herstel van het vertrouwen.
Het economisch herstel lijkt in zicht maar het is moeilijk het verloop ervan te voorspellen. Veel hangt af van de investeringen van ondernemingen. We stellen een daling van de werkloosheid vast in de Verenigde Staten en een stijging van het consumentenverbruik in het Verenigd Koninkrijk. Frankrijk zal allicht profiteren van het dynamisme van de andere economieën. De eurozone zou in 2014 een licht positieve BNP-groei moeten kennen, terwijl sommige van de zwaarst getroffen landen uit de recessie geraken.
23 Bron: NIS Conjunctuurnota. 24 Bron: OESO.
In 2013 werd er nog steeds belegd in bedrijfsvastgoed ondanks de aanhoudende sombere economische conjunctuur en de slechte consumentenmarkt. Er bleef evenwel een kloof tussen de verwachtingen van beleggers inzake opbrengsten en rentabiliteit, en het beschikbare aanbod.
Op Franse de beleggingsmarkt bedroeg het totale volume in bedrijfsvastgoed (inclusief diensten) 17,9 miljard euro25 in 2013, iets hoger dan in 2012 maar vergelijkbaar met het jaar 2011. De trends verschillen echter aanzienlijk volgens de typologie van de activa.
Ondanks een vermindering van het totaal aantal transacties, waren de volumes in 2013, net zoals in 2012, hoger omwille van grote transacties.
Bijna de helft van het investeringstotaal omvat een veertigtal transacties van elk >100 miljoen euro, vooral op Île-de-France, zoals:
Tegen eind 2013 werd 62% van de acquisities in het vierde kwartaal 2013 gerealiseerd door internationale beleggers zoals beleggers uit de UK, beleggingsfondsen en grondmaatschappijen, omwille van de toegevoegde waarde op de activamarkt. Anderzijds is er een terugval van soevereine fondsen, vooral te verklaren door een tekort aan "prime" aanbiedingen. 60% van de contracten in 201326 waren in handen van nationale beleggers, waarvan de institutionele beleggers, ofwel direct (verzekeraars SCPI's), ofwel via OPCI's van het RFA-type, het meest actief waren. De grondmaatschappijen (met name SIIC-) bleven achterop en waren vooral actief in verkooptransacties.
25 Bron BNP R.E.
26 Bron CBRE.
De kantoorgebouwen eisen met 62% het leeuwendeel van de investeringen op. De investeringen in Franse retail komen met 18% op de tweede plaats van de belegde volumes. Er werd 3,6 miljard euro aan verhandelde activa geregistreerd, waardoor het record van 201228 geëvenaard werd. Investeringen in logistiek en semiindustrieel vastgoed bleven redelijk stabiel, met een stijging van 15% (tot 1,5 miljard euro). Deze stijging was mede door de komst van enkele nieuwe spelers op de markt die zich laten verleiden door de rendementen die in Frankrijk hoger zijn dan in de rest van Europa. Desondanks kende de markt, vooral voor logistieke platformen, een tekort aan "prime"-aanbiedingen.
De rentevoet is in 2013 nog groter geworden tussen "core" activa enerzijds en secundaire activa anderzijds. Het aanbod is structureel te klein voor het type activa van de best gelegen tertiaire wijken, die het hele jaar door hun waarde hebben behouden. Paris QCA blijft tussen 4,25% en 4,8% in het vierde kwartaal (afhankelijk van de bron), terwijl de rendementen voor de best-gelegen boetieks onder de drempel van 4% gezakt zijn. Deze elementen hebben een groeiend aantal mogelijke "core"-kopers aangezet om hun selectiecriteria te versoepelen. De secundaire markt heeft een hogere rente, hoewel bepaalde activa van de "Première Couronne" aan liquiditeit winnen.
Een gunstigere economische context, zou potentiële kopers in 2014 ertoe kunnen aanzetten om hun risicoinschatting te versoepelen en hun strategie te diversifiëren. Het "prime"-aanbod zal wellicht onvoldoende blijven, maar deze activa zullen hun de bodemrente bereiken door de almaar lagere kostprijs. Dit creëert een interessante opportuniteit voor verkopers.
Op de huurmarkt voor kantoren werd een take-up van 1,8 miljoen m² genoteerd in Île-de-France29: dat is een forse terugval (-25%) tegenover het jaar 2012. Dit resultaat ligt ver onder de lange termijn tendens en heeft vooral te maken met het economisch klimaat en het concurrentiebeding. Het vierde kwartaal was overwegend positief, met een groei van 15% (512.000 m²). De terugval van de kantorenhuurmarkt is vooral te wijten aan de kleinere transacties van > 5.000 m² (45% minder dan in de topjaren 2007 en 2012). Het is wachten op grote instapklare projecten die duidelijk een rol hebben gespeeld in de volumestijging van 2009 tot 2012 (bv.: Thales in Gennevilliers, Carrefour in Massy of Orange in Châtillon).
Tegen het eind van het jaar werden grotere transacties (> 5.000 m²) ondertekend, zoals:
De geografische ongelijkheid bleef groot in 2013. Het take-upvolume van Parijs (inclusief QCA) daalt op jaarbasis gemiddeld met 10%. Het zuidwesten is de enige sector van de "Première Couronne" die dit jaar stijgt (23%). Voor de hele regio van Île de France hebben de oppervlaktes van <5.000 m² globaal beter stand gehouden, met een beperkte daling tot 6% over het jaar.
Deze beweging bevestigt in 2013 dat de gebruikers voorrang geven aan de verlaging van hun vastgoedkosten. Samenvoegings- en rationaliseringsactiviteiten waren goed voor bijna 90% van het volume van de totale takeup > 4.000 m².30
27 Bron BNPP RE. 28 Bron CBRE. 29 Bron CBRE.
30 Bron Cushman & Wakefield.
In de regio van Lyon bedroeg de take-up 252.000 m², wat 35% méér is dan in 2012 en dus net het omgekeerde is van Île-de-France31. in Lyon heeft regio Part-Dieu 21% van de take-up met vlak daarna regio Gerland en Carré de Soie met elk 18%.
In Lille steeg de vraag in geringere mate, tot 160.000 m² (7% meer dan in 2012). De regio Marseille onderging dan weer een nog sterkere daling dan Île-de-France (-31%), met 156.000 m² in 2013, wat evenveel is als in Lille.
Door de vertraging van de huuractiviteit is in 2013 het aanbod globaal gestegen met 6% in Île-de-France, goed voor bijna 5 miljoen m² beschikbare m², een kwart van het totale aanbod. De leegstand in Île-de-France loopt nu op tot 7,5%, wat duidelijk meer is dan 6,9% in 201232. In Parijs blijft het toekomstige aanbod relatief beperkt, terwijl het toeneemt op La Défense en in sommige sectoren van de periferie zoals de "Croissant Ouest". Dit helpt om de stevige spreiding van huurwaarden te handhaven (nominale huur HT HC/jaar):
Wat betreft regio Lyon, wordt 2013 gekenmerkt door de lancering van de grootste toren, de "INCITY"-toren. We zien niettemin een lichte terugval van de beschikbaarheden in regio Lyon, een daling met 10% op een totale beschikbaarheid van 345.000 m².
De "prime" nominale huurwaarde in zowel Lyon als in Marseille bedraagt 270 €/m², ten opzichte van 220 €/m² in Lille.
In 2013 is het take-up volume voor opslagplaatsen van > 5.000 m² met 12% toegenomen op de huurmarkt en op jaarbasis (2,5 miljoen m² 34 aan transacties). Dit resultaat is meer dan 12% hoger dan het gemiddelde van de voorbije tien jaar. Ondanks de sombere economische context is de markt er dus in geslaagd een nieuw elan te geven, gedreven door o.a. transacties voor eigen rekening en door startklare transacties die een zeer sterke groei kenden (+48% per jaar). Het belang van zeer grote transacties – 1% van de transacties omvat platformen van > 40.000 m² (bijna 30% van de totale take-up) - geeft aan dat groepstransacties prioritair blijven.
Toch blijft de Franse logistieke markt heterogeen. De provinciestreek was in 2013 bijzonder performant, met een hoogste transactievolume sinds 2009 (bijna 2 miljoen m² take-up in totaal). Een opvallend fenomeen is echter dat ongeveer 40% van deze transacties werden gerealiseerd op de secundaire markten (zonder de "Dorsale") 35 . De grote transacties van >50.000 m² zijn in opmars in de regio's, met 22% van het transactievolume over 2013 (tegen gemiddeld 12% sinds 2008).
32 Bron BNPP RE. 33 Bron Cushman & Wakefield. 34 Bron BNPP RE.
31 Bron FNAIM Entreprises.
35 Bron BNPP RE.
In 2013 evolueert de regio Dorsale traag en maakt slechts voor 55% deel uit van de verhandelde volumes. Îlede-France en "Couloir Rhodanien" voldoen niet aan de behoeftes van de gebruikers en lijden onder een te zwaar fiscaal regime. De ontwikkeling van logistieke distributieplatformen stijgt aan de Atlantische kust (zonder de Dorsale) vooral omdat ze aantrekkelijk zijn voor zowel de tewerkstelling als voor de bedrijven.
In het algemeen hebben de laders – vooral in de sector van de grootdistributie en de e-commerce – zich meer toegelegd op nieuwe ontwikkelingen wegens het gebrek aan beschikbare bestaande kwaliteitsgebouwen en het royale aanbod aan grote en niet zo dure terreinen in de regio.
In 2013 op Île-de-France 512.000 m² verhandeld, een lichte terugval met 3% te opzichte van 201236 en meteen ook het laagste niveau van de afgelopen vijf jaar. Momenteel worden meedere bouwaanvragen onderzocht: dit kan een goed signaal zijn voor de verhandelde volumes in 2014. Het zuiden van Île-de-France noteert dit jaar de enige transactie van >50.000 m² in regio Parijs, namelijk de verhuring van 75.000 m² aan Transalliance in Moissy-Cramayel. De rest van de transacties in Île-de-France zijn kleiner dan 30.000 m²/project, met een gemiddelde van 12.200 m²/transactie (een daling ten opzichte van vorig jaar). Het westen en het oosten van Île-de-France maken vooruitgang, met in het westen Gennevilliers als meest actieve zone. De take-up is in deze gemeente op één jaar tijd verdrievoudigd. Het oosten zag zijn take-up verdubbelen sinds 2012, met drie van de vijf instapklare projecten van dit jaar in Île-de-France. Het noorden van Île werd zwaar getroffen met een terugval van 30% van het aantal verhandelde volumes 37.
Ondanks een daling met 29% van de take-up op één jaar tijd (297.500 m²) behaalt de regio Lyon het gemiddelde van de take-up van de voorbije tien jaar38. 2013 was een bijzonder jaar voor deze regio. Deze terugval is te wijten aan een vrij zwak jaarbegin en een lichte terugval in het laatste kwartaal. Die evolutie is gedeeltelijk het resultaat van weinig marktaanbod inzake beschikbare kwaliteitsgebouwen en een tekort aan grondopportuniteiten om grote platformen voor lange termijn te kunnen ontwikkelen. De meeste verhandelde oppervlakken (75%) zijn klasse A opslagplaatsen.
De drie grote regionale markten van "Dorsale" (Lyon, Lille en Marseille) hebben nochtans niet dezelfde dynamiek gekend (slechts 55% van de verhandelde volumes). De activiteit in Nord-Pas de Calais is vergelijkbaar met die van 2012, met 265.000 m² in 2013 en dit door een aantal kleine transacties (15 in 2013 tegenover 9 in 2012) en een project van 74.000 m² voor Gifi in Sin-le-Noble.
In de regio PACA is in 2013 de huuractiviteit opnieuw verhoogd met een take-up van 340.000 m², of bijna het dubbele van 2012. Deze ommekeer is vooral te danken aan twee instapklare projecten die samen goed zijn voor bijna de helft van het regionale volume:
Het aanbod werd in 2013 gekenmerkt door een matige stijging (+5 % op jaarbasis) en resulteert in iets meer dan 3 miljoen m² beschikbare oppervlakte op 1 januari 2014, ondanks een uitgesproken toename van de transacties. De verhandelingen betreffen vooral instapklare huurprojecten of projecten voor eigen rekening waardoor de beschikbare voorraad niet weggewerkt wordt. Île-de-France concentreert de helft van die beschikbaarheid, meer bepaald in het zuiden van de regio Parijs (rond Sénart), maar ook in het noorden van Parijs, rond de pool van de Roissy (Marly-la-Ville en Saint-Witz).
36 Bron CBRE. 37 Bron CBRE.
38 Bron FNAIM Entreprises.
Het gebrek aan "blanco" lanceringen tijdens de afgelopen 3 jaar, heeft geleid tot een tekort aan nieuwe opslagplaatsen (-40%/jaar). Dit werd weliswaar gecompenseerd door tweedehands "klasse A" opslagplaatsen (stijging met 12%/jaar).39 Het aanbod blijft heterogeen, afhankelijk van de geografische zones: het aanbod van klasse "A" vertegenwoordigt slechts een derde van de beschikbare oppervlaktes in Rhône-Alpes, 40% in regio Nord, de helft in Île-de-France en 60% in de regio PACA.
Ondanks een lichte toename blijft het aanbod beperkt in Frankrijk, zeker in de regio Lyon. Het is dringend tijd om de markt de komende jaren te commercialiseren met beschikbare oppervlaktes.
In 2013 konden de nominale huurwaardes standhouden dankzij de commerciële voordelen die de verhuurders aanbieden om elke leegstand te vermijden. De nominale huurwaarden bleven dus over het hele gebied relatief stabiel, maar verschillen toch van de economische waardebepaling. Voor de beste activa worden huurvrije periodes gegeven van 1 tot 1,5 maand/jaar en per vaste huurperiode.
De markt wordt niettemin gekenmerkt door een zeer grote heterogeniteit van de huurwaarden, met een opwaartse druk op sommige micromarkten met beperkt aanbod (Rhône-Alpes, Parijse "Première Couronne") enerzijds en anderzijds een toename van de commerciële voordelen in sommige zones met een overaanbod of omwille van een minder gunstige ligging. De waarden kunnen sterk variëren volgens de intrinsieke kwaliteit van het gebouw, de ligging, de fiscaliteit van de gemeente en het soort transactie (product beschikbaar op de markt, instapklaar project, …).
| Ile de France | Lyon | Lille | Marseille |
|---|---|---|---|
| 44-52 | 42-47 | 40-42 | 40-42 |
Bron :BNPP RE en C&W
Er zijn weinig statistische data beschikbaar over het vastgoedsegment van de semi-industriële ruimtes dat veel heterogener en ouder is dan dat van de logistiek.
De transacties met betrekking tot semi-industriële ruimtes en kleine opslagplaatsen (<5.000 m²) in Île-de-France bereikten slechts 714.000 m²40 in 2013, m.a.w. het laagste niveau van het decennium:
De take-up blijft heterogeen volgens de oppervlakken. Er is een sterke afname voor oppervlaktes tussen 1.000 m² en 3.000 m², de markt voor oppervlakken van <1.000 m² is in tegenstelling stabiel gebleven. De kleine oppervlakken (<500 m²) gaan er zelfs op vooruit.
In 2013 is de take-up voor semi-industriële ruimtes in regio Lyon daarentegen licht gestegen (ongeveer 4%), tot bijna 322.000 m². De markt blijft gespannen door een daling van het aantal transacties, met name op het segment 500 - 1.000 m².
39 Bron BNPP RE.
40 Bron CBRE.
Op 1 januari 2014 bedraagt de direct beschikbare voorraad meer dan 2,5 miljoen in Île-de-France41, wat een stijging vertegenwoordigt met 14% per jaar. Het aandeel van nieuwe projecten vertegenwoordigt slechts 15% van dit aanbod. Dit onderstreept het recurrente probleem van de economische veroudering en vernieuwing. In sommige zones blijft het aanbod nochtans veeleer kwaliteitsvol, met name in de "Première Couronne" en in bepaalde goed gelegen bedrijvenparken. Het onmiddellijke aanbod behaalt het hoogste niveau van het decennium. Het bestaat voor 85% uit ruimtes in gebruikte staat en uit verouderde ruimtes en dit vormt op lange termijn een kritieke uitdaging.
De kloof tussen vraag en aanbod is groot in deze activaklasse. Het gebrek aan opbrengsten, gecombineerd met slechte kredietvoorwaarden heeft geleid tot een verminderde verkoop. Tegen midden 2014 zou iets minder dan 30.000 m² aan "blanco" aanbod de voorraad moeten aanvullen. Het verzekerde toekomstige aanbod bestaat nagenoeg uitsluitend uit vrijkomende oudere gebouwen die nog voor einde 2014 opnieuw op de markt zouden moeten komen (minder dan 200.000 m²).
De streek rond Lyon heeft zijn aanbod met bijna 12% verminderd tegenover 2012, ondanks een veroudering van het activapark. Dit concentreert zich in de sector Sud42.
De huurwaarden zijn in 2013 globaal stabiel gebleven, zeker voor de kleine en middelgrote oppervlakken. De zeer brede prijsvork weerspiegelt grote structurele ongelijkheden op deze markt met traditioneel heterogene activa. Een lichte "repricing" was enkel van toepassing op de activa met grote oppervlakken die het verst van Parijs in Île-de-France liggen.
41 Bron CBRE.
42 Bron FNAIM Entreprises.
| Huurwaarden van de semi-industriële ruimtes in Île-de-France (in euro HT HC/m²/jaar) Op 31 december 2013 |
||||
|---|---|---|---|---|
| Geografische zone | Nieuw | Gebruikte staat | ||
| Intra A86 | 90-115 | 60-107 | ||
| Noord | Tussen A86 en Francilienne | 60-85 | 45-75 | |
| Voorbij de Francilienne | N.S | N.S | ||
| Intra A86 | 100-120 | 65-90 | ||
| Oost | Tussen A86 en Francilienne | 75-85 | 40-80 | |
| Voorbij Francilienne | 75-85 | 40-80 | ||
| Intra A86 | 80-150 | 75-80 | ||
| West | Tussen A86 en Francilienne | 80-85 | 65-75 | |
| Voorbij Francilienne | 75-90 | 45-60 | ||
| Intra A86 | 80-95 | 65-80 | ||
| Zuid | Tussen A86 en Francilienne | 70-85 | 60-75 | |
| Voorbij Francilienne | 65-85 | 60-70 | ||
| N.S: Niet significant |
Bron: CBRE
| Huurwaarden van semi-industriële ruimtes in regio Lyon (in euro HT HC/m²/jaar) Op 31 december 2013 |
|||
|---|---|---|---|
| Nieuw | Gebruikte staat | ||
| 78 | 55 | ||
| Bron: FNAIM Entreprises |
Bron: CBRE
| Huurwaarden van semi-industriële ruimtes in regio Lyon (in euro HT HC/m²/jaar) Op 31 december 2013 |
|||
|---|---|---|---|
| Nieuw | Gebruikte staat | ||
| 830 | 400 | ||
| Bron: FNAIM Entreprises |
In Frankrijk werd in 2013 in totaal voor 17,9 miljard euro43 geïnvesteerd in bedrijfsvastgoed (inclusief diensten) en dit ondanks een netto terugval voor de kantorenmarkt.
Het investeringsvolume van logistieke en semi-industriële ruimtes komt met 1,5 miljard euro44 opnieuw licht boven het tien-jaar-gemiddelde. Vanaf 2009 bedraagt de groei jaarlijks gemiddeld 25%. Het investeringsaandeel van logistieke en semi-industriële ruimtes stijgt op een jaar met 10% ten opzicht van het globale volume.
Vooral de verkoop van semi-industriële ruimtes en kleine opslagplaatsen is toegenomen en omvat nu 35% van de contracten in logistieke en semi-industriële ruimtes (+ 11 punten ten opzichte van 2012).
Bron: CW; BNPP RE
De prestaties van Île-de-France verschillen van die in de provincie. In 2013 was regio Parijs goed voor 30% van de geïnvesteerde bedragen in logistiek45, terwijl buiten de hoofdstad de verkoop van grote portefeuilles en het dynamisme van de markten om en rond Lyon, Lille en Marseille plaatsvond.
Portefeuilleverkoop was typerend voor de logistieke markt. De joint-venture tussen Prologis en NBIM voor 272 miljoen € in het 1e kwartaal en de portefeuille Logicad die Icade verkocht voor 145 miljoen € aan Apollo, vertegenwoordigen ongeveer 40% van de bedragen die in logistiek werden geïnvesteerd. De acquisities betreffen respectievelijk 544.000 m² en 370.000 m².
Twee instapklare platformen van >100.000 m² in Saint-Martin-de-Crau zijn onderdeel van de betekenisvolle transacties. Het eerste – verhuurd aan Maisons du Monde – werd voor 56 miljoen € verkocht aan Tristan Capital Partners (115.000 m²). Het tweede werd ontwikkeld voor Castorama en werd aan AG Real Estate verkocht voor 62 miljoen € (110.000 m²). Ook de markt van de semi-industriële ruimtes waren grote transacties, met in het 4e kwartaal de belangrijkste acquisitie van de portefeuille Spring (266.000 m²) van Axa door Northwood, voor een bedrag van 123 m€.
43 Bron BNPP RE. 44 Bron Cushman & Wakefield.
45 Bron Cushman & Wakefield.
In 2013 bleef Foncière Argan nadrukkelijk aanwezig met twee transacties voor een totaal van 113.000 m²:
Behalve deze enkele "pure players", trekt de logistiek ook buitenlandse institutionelen aan die hun risico willen diversifiëren, zoals AG Real Estate in de transactie Castorama in Saint Martin de Crau en enkele opportunismefondsen (Blackstone, Apollo). We zien in 2013, net zoals in 2012, een verhoogde concurrentie tegenover de schaarste inzake "prime"-aanbod op de investeringsmarkt, cfr de acquisitie door Amundi van de opslagplaats, verhuurd aan C-Discount voor een rendement van 7,25%.
De "prime"-tarieven van de semi-industriële ruimtes en grote opslagplaatsen (>5.000 m²) werden eind 2013 licht verlaagd. Volgens onze bronnen schommelt de rendementsvork tussen 7% en 7,25% voor "prime" logistieke platformen, en tussen 7,75% en 8,25% (afhankelijk van de bron) voor de semi-industriële ruimtes.
| Indicatoren bedrijfsruimtemarkt 2013 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Opname | Aanbod | Huurprijzen | Beleggingsvol. | ||
| 2013 | 707.000 m² - |
2.627.000 m² +5% |
€ 44 per m² -3% |
€ 437 mln. +140 |
|
| 2012 | 1.165.000 m² | 2.504.000 m² | € 45 per m² | € 182 mln. |
2013 stond nog volop in het teken van de economische crisis. Pas in de tweede helft van het jaar vertoonde de economie tekenen van herstel. Echter, over het hele jaar gemeten kromp de economie met circa 0,8%. Het herstel dat optrad vanaf medio 2013 werd gedreven door een toename van de investeringen in vaste activa (o.a. bedrijfswagens, bedrijfsgebouwen, machines en installaties, en computers) en de industriële productie. Daarnaast leverden de in- en uitvoer van goederen en diensten een bescheiden bijdrage aan de groei. Twee andere belangrijke pijlers van de economie, de consumptieve bestedingen van huishoudens en overheid, lieten nog steeds een neergaande beweging zien.
De ontwikkeling van de sectoren Handel en Vervoer en opslag zijn altijd van groot belang voor de Nederlandse economie, immers bijna 23% van de werkgelegenheid in Nederland is terug te vinden in deze sectoren. De ontwikkeling van de internationale handel en daarmee de transportsector is dan ook van groot belang voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie. De beperkte groei van de wereldhandel zorgde er dan ook voor dat de groei van de im- en export stagneerde. De export groeide nog licht met circa 1,3%, maar de import daalde met 0,5%. Voor 2014 zijn de vooruitzichten iets gunstiger. Niet alleen de Nederlandse economie toont tekenen van herstel, maar ook vooruitzichten van de economie in Duitsland en Frankrijk, belangrijke handelspartners voor Nederland, zijn duidelijk verbeterd. Ook in de VS is sprake van een duidelijk herstel van de economie. Echter in grote opkomende economieën is in de tweede helft van 2013 juist sprake van tegenvallende groeicijfers, hoewel er nog steeds sprake is van substantiële economische groei. De verwachting voor 2014 is dan ook dat de wereldhandel beduidend sterker zal groeien dan in 2013. Dit zal dan ook een positief hebben op de Nederlandse transportsector.
Uit de kwartaalberichtgeving van Transport en Logistiek Nederland (TLN) blijkt dat de bedrijvigheid in de transportsector gedurende het jaar herstelde. Naast de bedrijvigheid lieten de omzetten in de sector ook een stijgende lijn zien in 2013. Echter, de winst liet geen herstel zien in 2013. Dit wordt veroorzaakt door stijgende kosten, terwijl de vrachtprijzen niet stijgen. In het vierde kwartaal wist 'slechts' 55% van de ondernemers het kwartaal met winst af te sluiten. Over het gehele jaar gemeten sloot ruim 64% het jaar met winst af (2012: 54%). Het aantal faillissementen nam wel af in 2013. In totaal gingen 363 bedrijven (exclusief eenmanszaken) failliet in 2013. In 2012 waren dit nog 385 bedrijven. Echter, het aantal faillissementen in 2013 ligt nog altijd ruim boven het tienjarig gemiddelde van 281 en is ook het op één na hoogste aantal faillissementen van de afgelopen tien jaar.
De sector is voor 2014 iets positiever dan in de voorgaande twee jaar. Zo verwacht bijna 40% een omzetgroei (2012: 23%) en 47% minimaal een gelijke omzet (2012: 49%). Ook verwacht ruim 27% van de ondernemers een uitbreiding van de logistieke diensten (2012: 18%). Wat betreft de algemene zakelijke verwachtingen, verwacht 25,5% een goed tot zeer goed jaar (2012: 10,5%), 60% een normaal jaar (2012: 53%) en 14,5% een slecht tot zeer slecht jaar (2012: 36%).
| Economische indicatoren (in %) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014* | |
| Economische groei | -3,5 | 1,7 | 1,0 | -1,2 | -0,8 | 0,5 |
| Export | -9,2 | 10,8 | 4,4 | 1,9 | 1,3 | 4,0 |
| Wederuitvoer | -6,9 | 17,2 | 4,9 | 3,0 | 1,75 | 5,25 |
| Invoer | -10,4 | 10,6 | 4,7 | 3,6 | -0,5 | 3,5 |
| Relevante wereldhandel | -13,6 | 11,0 | 4,0 | 0,7 | 1,5 | 3,75 |
* Betreft prognoses CPB december 2013, overige cijfers CBS
De vooruitzichten voor de Nederlandse economie zijn voor 2014 aanzienlijk gunstiger dan in 2013. Naar verwachting zal de economie groeien, hoewel beperkt (+0,5%). Door de aantrekkende wereldhandel zullen inen uitvoer van goederen duidelijke groei laten zien. Voor de middellange termijn, gemeten over de periode 2013-2017, gaat het CPB nog steeds uit van een gemiddelde economische groei van 1,5% per jaar.
De logistieke sector zal als eerste profiteren van het economisch herstel. Dit zal zich naar verwacht vertalen in een toenemende vraag naar logistieke ruimte. De vraag zal vooral gericht zijn op moderne objecten, het aanbod hiervan is echter beperkt. Hierdoor zouden huurprijzen in het topsegment weer licht kunnen oplopen. In het midden segment en aan de onderkant van de markt is echter sprake van overaanbod, waardoor er hier nog steeds sprake zal zijn van prijsdruk.
De beleggingsmarkt zal in 2014 naar verwachting een vergelijkbaar beeld als in 2013 laten zien. De vraag van beleggers is gericht op moderne (nieuwbouw) objecten. Het aanbod hiervan is beperkt, waardoor bruto aanvangsrendementen voor dergelijke objecten relatief stabiel zullen blijven en bij toenemende vraag zelfs weer iets kunnen dalen. Voor verouderde objecten kunnen de aanvangsrendementen juist nog iets verder oplopen.
Samenvattend kan gesteld worden dat er op de logistieke vastgoed markt sprake is van een mismatch tussen vraag en aanbod, zowel bij gebruikers als beleggers.
| Vooruitzichten 2014 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aanbod | Opname | Huur | Beleggingen | BAR | |
| Moderne logistiek | | | | / | / |
| Middensegment | | | | | |
| Verouderde logistiek | | | / | | |
De vraag naar logistieke ruimte liet in 2013 een sterke terugval zien. Mede door de economische crisis waren logistieke dienstverleners terughoudend met het aanhuren van nieuwe distributiecentra. Door tegenvallende groei van de in- en uitvoer van goederen was er nauwelijks behoefte aan extra logistieke ruimte. In totaal werd er in 2013 circa 707.000 m² logistieke ruimte verhuurd of verkocht aan eindgebruikers. Dit is een daling van 39% ten opzichte van 2012 toen nog ruim 1,16 miljoen m² werd opgenomen door de markt.
In heel 2013 waren er 69 transacties van logistiek vastgoed, waarmee de gemiddelde grootte per transactie op circa 10.250 m² uitkwam. In 2012 waren er 91 transacties, met een gemiddelde grootte per transactie van 12.800 m².
De grootste transactie in 2013 betrof de aanhuur van een nieuwbouw distributiecentrum door DB Schenker. Het distributiecentrum, gelegen op bedrijventerrein Vossenberg West II, heeft een oppervlakte van 47.700 m².
| Top 10 logistieke gebruikerstransacties 2013 | ||||
|---|---|---|---|---|
| Plaats | Locatie | Huurder/koper | m² | |
| Tilburg | Vossenberg West II | DB Schenker | 47.700 | |
| Zwolle | Hessenpoort | Wehkamp.nl | 35.000 | |
| Oud Gastel | Borchwerf II | Tommy Hilfiger | 32.630 | |
| Breda | Heilaar | Broekman Logistics | 30.800 | |
| Didam | Fluun | Alpha Deuren | 30.000 | |
| Eindhoven | Flight Forum | Fab.com | 23.750 | |
| Amersfoort | De Hoef | Red Swan | 21.200 | |
| Zevenbergen | Tradeparc Moerdijk | Talke Nederland | 19.400 | |
| Veghel | Dorshout | Udea | 18.270 | |
| Ridderkerk | Donkersloot | Van Domburg Partners | 17.900 |
In alle regio's, met uitzondering van Tiel/Geldermalsen, was sprake van een daling van de opname. Hoewel in Tiel/Geldermalsen sprake was van een stijging van 15%, gaat het in absolute aantallen meters om een beperkte stijging van 3.000 m². De mainports Rotterdam en Amsterdam/Schiphol lieten een wisselend beeld zien. Terwijl de opname in Amsterdam/Schiphol beperkt afnam met 4%, daalde de opname in Rotterdam e.o. met maar liefst 58%. Ook in logistieke hotspots als Venlo/Venray, Tilburg e.o. en Oss/Den Bosch/Eindhoven was sprake van een forse terugval van de vraag. Hoewel in West-Brabant ook sprake was van een duidelijke terugval van de vraag, was de daling hier minder. In whitespots (potentiële hotspots) als Almere/Zeewolde en Arnhem/Nijmegen viel de vraag het sterkst terug met respectievelijk -94% en -89%.
Internationaal georiënteerde logistieke dienstverleners en internationale bedrijven die de Europese distributieactiviteiten in Nederland vestigen, richten zich vooral op de logistieke hotspots. Een goede ontsluiting naar de mainports Rotterdam en Amsterdam/Schiphol en een goede ontsluiting naar het Europese achterland zijn hierbij van belang. Hierdoor is de vraaguitval vaak veel minder groot dan in whitespots waar de vraag van landelijk georiënteerde logistieke dienstverleners een veel grotere rol speelt. De vraaguitval bij deze partijen was veel groter omdat ze veel meer last hadden van de slecht draaiende nationale economie. Daarbij komt dat deze partijen ook veel vaker kiezen voor een locatie buiten de hot- en whitespots, zoals bijvoorbeeld Utrecht, Waddinxveen, Zwolle en Ede/Veenendaal. Lagere huurprijzen is hierbij een van de factoren die meespeelt.
| Opname naar logistieke regio in m² | |||
|---|---|---|---|
| Regio | 2012 | 2013 | Δ |
| Rotterdam e.o. | 163.000 | 68.000 | -58% |
| Venlo/Venray | 185.000 | 64.000 | -65% |
| Amsterdam/Schiphol | 58.000 | 56.000 | -3% |
| Tilburg e.o. | 157.000 | 76.000 | -52% |
| Tiel/Geldermalsen | 20.000 | 23.000 | 15% |
| Oss/Den Bosch/Eindhoven | 129.000 | 70.000 | -46% |
| West-Brabant | 119.000 | 99.000 | -17% |
| Arnhem/Nijmegen | 46.000 | 5.000 | -89% |
| Almere/Zeewolde | 49.000 | 3.000 | -94% |
| Zuid-Limburg | 28.000 | 16.000 | -43% |
| Overige regio's | 210.000 | 227.000 | 8% |
| Totaal | 1.165.000 | 707.000 | -39% |
Begin 2014 stond er circa 2,63 miljoen m² logistieke bedrijfsruimte te koop of te huur. Dit is een stijging met 5% ten opzichte van het aanbodniveau begin 2013, toen het aanbod 2,5 miljoen m² bedroeg.
Circa twee derde van het aanbod heeft een bouwjaar van voor 2000 en een derde heeft zelfs een bouwjaar van voor 1990. De verwachting is dat met name het aandeel van voor 1990 de komende jaren verder zal toenemen, aangezien deze panden niet meer voldoen aan de huidige eisen van logistieke dienstverleners. Hoogte is hierbij één factor. Tegenwoordig is de minimale hoogte 11 tot 12 meter, terwijl de panden van voor 1990 vaak niet hoger zijn dan 8 tot 10 meter. Verder speelt de toenemende automatisering een belangrijke rol, deze is vaak moeilijker toe te passen in verouderde panden. Tenslotte speelt de toenemende vervangingsvraag een belangrijke rol bij de toename van oudere objecten. In toenemende mate vervangen logistieke dienstverleners hun verouderde ruimte voor nieuwe moderne panden. Dit is dan ook duidelijk terug te zien in de sterke stijging van de nieuwbouw in 2013 (zie paragraaf nieuwbouw). Van de opname in 2013 had circa 50% een bouwjaar van na 2000. Circa 55% hiervan had zelfs een bouwjaar van 2008 en later. Het aanbod van modern, kwalitatief hoogwaardig logistiek vastgoed op goede locaties is dan ook relatief beperkt van omvang. Circa 10% van het aanbod heeft een bouwjaar van 2008 en later.
| Aanbod naar logistieke regio in m² | |||
|---|---|---|---|
| Regio | 1-1-2013 | 1-1-2014 | Stijging/daling |
| Rotterdam e.o. | 179.000 | 172.000 | -4% |
| Venlo/Venray | 189.000 | 166.000 | -12% |
| Amsterdam/Schiphol | 230.000 | 188.000 | -18% |
| Tilburg e.o. | 198.000 | 198.000 | 0% |
| Tiel/Geldermalsen | 122.000 | 122.000 | 0% |
| Oss/Den Bosch/Eindhoven | 366.000 | 395.000 | 8% |
| West-Brabant | 325.000 | 461.000 | 42% |
| Arnhem/Nijmegen | 99.000 | 132.000 | 33% |
| Almere/Zeewolde | 43.000 | 66.000 | 53% |
| Zuid-Limburg | 77.000 | 70.000 | -9% |
| Overige regio's | 676.000 | 656.000 | -3% |
| Totaal | 2.504.000 | 2.627.000 | 5% |
Binnen de logistieke hotspots is veruit het meeste aanbod te vinden in de regio's West-Brabant, Oss/Den Bosch/Eindhoven en Tilburg. Gezamenlijk zijn deze regio's goed voor circa 40% van het totale logistieke aanbod. Hierbij moet ook opgemerkt worden dat deze regio's over de grootste voorraad van logistieke ruimte beschikken.
Opvallend is wel de sterke stijging van het aanbod in West-Brabant. In totaal steeg het aanbod hier met 42% tot 461.000 m². De stijging werd vooral veroorzaakt door toevoeging aan het aanbod van logistieke objecten in Roosendaal, Moerdijk en Oosterhout. In Roosendaal betrof het twee "verouderde" objecten met een bouwjaar van voor 1987 en 1997. Opvallend genoeg ging het in Oosterhout en Moerdijk om toevoeging aan het aanbod van zeven relatief moderne panden met een bouwjaar van na 2000, waarvan vier zelfs in 2005 of later zijn gerealiseerd. Dit laatste kan er op duiden dat logistieke objecten steeds sneller niet meer aan de eisen van de gebruiker voldoen. Echter, doordat er slechts een zeer beperkt aanbod is van moderne objecten die de afgelopen vijf jaar zijn gerealiseerd, is het wel de verwachting dat bij het aantrekken van de markt deze nog relatief moderne panden als eerste uit de markt zullen worden genomen.
Naast de forse stijging van het aanbod in West-Brabant, steeg ook het aanbod in Almere/Zeewolde en Arnhem/Nijmegen sterk in 2013. Deze drie regio's waren gezamenlijk de oorzaak van de stijging van het landelijke aanbod van logistieke ruimte. In de overige regio's stabiliseerde het aanbod of was zelfs sprake van een daling. De regio's Amsterdam/Schiphol en Venlo/Venray zagen het aanbod het sterkst afnemen met respectievelijk 18% en 12%. Doordat er op dit moment weinig op risico voor de markt wordt gebouwd moet de vraag voornamelijk worden geabsorbeerd door het huidige aanbod. Hierdoor kan ondanks een daling van de vraag het aanbod toch nog afnemen.
De gemiddelde gerealiseerde huurprijs in 2013 is licht gedaald met circa 3% ten opzichte van het huurprijsniveau van 2012. De gemiddelde gerealiseerde huurprijs lag in 2013 net onder de € 44 per m². De huurprijzen voor moderne logistieke bedrijfsruimte bleven stabiel binnen een bandbreedte van € 50 per m² tot € 65 per m². Voor het midden segment geldt een iets bredere bandbreedte in 2013 van € 32,50 tot € 50 per m² (2012: € 37,50 to € 50 per m²). Terwijl aan de onderkant van de markt een bandbreedte geldt van € 15 tot € 40 per m² (2012: € 20 tot € 40 per m²).
De hoogste huurprijzen (tot circa € 88,-- per m²) worden nog altijd gerealiseerd voor moderne logistieke bedrijfsruimte rondom de luchthaven Schiphol. Overigens is de gemiddelde vraaghuur voor logistieke bedrijfsruimte in de omgeving Schiphol circa € 84,-- per m².
| Bandbreedte huurprijzen logistieke bedrijfsruimte naar regio (in € per m²) | ||||
|---|---|---|---|---|
| Regio | 2012 | 2013 | ||
| Rotterdam e.o. | 40 – 65 | 40 – 65 | ||
| Venlo/Venray | 30 – 50 | 30 – 52 | ||
| Amsterdam | 40 – 65 | 30 – 65 | ||
| Schiphol | 70 – 90 | 70 – 88 | ||
| Tiel/Geldermalsen | 35 – 50 | 35 – 50 | ||
| Oss/Den Bosch/Eindhoven | 40 – 55 | 35 – 55 | ||
| West-Brabant | 35 – 55 | 35 – 55 | ||
| Arnhem/Nijmegen | 35 - 55 | 25 – 50 | ||
| Zuid-Limburg | 30 - 55 | 30 - 55 | ||
| Almere/Zeewolde | 40 - 55 | 35 - 55 |
Er was in 2013 duidelijk sprake van prijsdruk. Dit is niet alleen terug te zien bij de gerealiseerde huurprijzen, maar ook in de ontwikkeling van de vraaghuurprijzen. In de onderstaande tabel is dit goed terug te zien. Hieruit blijkt ook dat de prijsdruk het grootst was in het middensegment. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de huurprijzen voor verouderde panden in de voorgaande jaren al sterk is gedaald. De sterke daling van de vraaghuurprijs wordt veroorzaakt door de teruggevallen vraag en het toch nog ruime aanbod. Bovendien zorgt de mismatch tussen vraag (modern logistiek) en aanbod (midden segment tot verouderd logistiek) voor extra druk op de huurprijzen.
Dat ook de vraaghuurprijzen in het topsegment licht zijn gedaald, wordt vooral veroorzaakt door de sterke daling van de vraagprijzen in het middensegment. Hierdoor worden de prijzen in het topsegment ook licht naar beneden bijgesteld om te kunnen blijven concurreren met het middensegment.
| Ontwikkeling gewogen gemiddelde vraaghuurprijs (per m²) | ||||
|---|---|---|---|---|
| Bouwjaar | 1-1-2013 | 1-1-2014 | Δ in % | |
| > 2005 | 57 | 55 | -3,5 | |
| 2000 – 2005 | 52 | 47 | -9,2 | |
| 1990 – 2000 | 52 | 47 | -9,3 | |
| < 1990 | 38 | 37 | -3,0 |
In 2013 zijn 35 logistieke centra opgeleverd met een totale vloeroppervlakte van circa 768.000 m². Bij 22 distributiecentra ging het om eigenbouw met een totale vloeroppervlakte van 456.000 m². De overige 13 logistieke centra betrof nieuwbouw voor de markt, waarbij in 10 gevallen al voor de start van de bouw een eindgebruiker was vastgelegd. In totaal ging het om 312.000 m² logistieke ruimte.
De grootste eigenbouw projecten die in 2013 zijn opgeleverd zijn DC Edco in Deurne (100.000 m²), DC Lidl in Heerenveen (65.000 m²), DC McGregor in Waalwijk (45.000 m²) en DC OMS/Lidl in Oosterhout NB (36.000 m²). De grootste nieuwe distributiecentra voor de markt betrof DC Dok Vast in Son en Breugel (55.000 m²) verhuurd aan Rhenus, DC Dok Vast Tilburg (47.700 m²) verhuurd aan DB Schenker, DC BusinessPark Siberie (fase I) in Peel en Maas (44.700 m²) verhuurd aan Brand Loyalty en DC Maessen in Venray (40.000 m²) verhuurd aan Philips.
De oplevering van nieuwe logistieke centra zal naar verwachting in 2014 lager uitvallen dan in 2013. Aan het begin van 2014 staan er 17 distributiecentra gepland om voor het einde van 2014 te worden opgeleverd. De totale vloeroppervlakte van deze distributiecentra bedraagt circa 330.000 m² (inclusief 180.000 m² eigenbouw). Met een gemiddelde bouwtijd van acht tot 12 maanden kan dit nog iets oplopen.
De volledige planvoorraad (exclusief eigenbouw) van logistieke ruimte is toegenomen van 1,3 miljoen m² aan het begin van 2013 tot ruim 2 miljoen m² aan het begin van 2014.
| Nieuwbouw logistieke ruimte naar regio en status (in m²) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Regio | Opgeleverd 2013 |
In aanbouw | Nieuwbouw onverhuurd |
Planvoorraad in verhuur |
|
| Rotterdam e.o. | 5.000 | - | - | 20.000 | |
| Venlo/Venray | 101.000 | 150.000 | 25.000 | 398.000 | |
| Amsterdam/Schiphol | 3.000 | - | 39.000 | 276.000 | |
| Tilburg e.o. | 135.000 | 10.000 | 13.000 | 382.000 | |
| Tiel/Geldermalsen | - | 43.000 | - | 55.000 | |
| Oss/Den | |||||
| Bosch/Eindhoven | 260.000 | 10.000 | - | 210.000 | |
| West-Brabant | 52.000 | - | 18.000 | 374.000 | |
| Arnhem/Nijmegen | 5.000 | - | - | 13.000 | |
| Almere/Zeewolde | - | - | - | 117.000 | |
| Zuid-Limburg | - | - | - | 41.000 | |
| Overig | 207.000 | 28.000 | 32.000 | 125.000 | |
| Totaal | 768.000 | 241.000 | 127.000 | 2.011.000 |
Cijfers zijn inclusief nieuwbouw voor eigen gebruik
De regio Venlo/Venray heeft verreweg de grootste planvoorraad. De plannen zijn voor een belangrijk deel gelegen op Trade Park Noord in Venlo. Onder andere Prologis en Goodman hebben hier uitbreidingsplannen. Ook Tilburg e.o. en West-Brabant hebben een aanzienlijke planvoorraad. Bijna de helft van alle plannen is gelegen in de provincie Noord-Brabant, wat de sterke positie van deze provincie op de logistieke markt bevestigd. In de regio Amsterdam/Schiphol zijn de nieuwbouwplannen (276.000 m²) vooral geconcentreerd op en rond de luchthaven Schiphol. Opvallend genoeg is de planvoorraad beperkt in de regio Rotterdam. De opening van de Tweede Maasvlakte zou hier verandering in kunnen brengen. Daarnaast dient te worden opgemerkt dat Canon heeft aangekondigd haar nieuwe Europese distributie centrum van 120.000 m² op de Maasvlakte te gaan realiseren, de oplevering vindt naar verwachting in 2015 plaats. Van de whitespots heeft Almere/Zeewolde veruit de grootste planvoorraad (117.000 m²). Hiermee wordt bevestigd dat ook ontwikkelaars denken dat deze regio in de toekomst een steeds belangrijkere positie binnen de logistieke markt zal innemen.
Buiten de logistieke regio's zijn er vooral plannen voor nieuwbouw in de regio Utrecht en Zwolle. In Utrecht betreft het onder andere de tweede fase van DC Lage Weide (28.800 m²). In Zwolle zal Wehkamp haar nieuwe distributiecentrum van 35.000 m² vestigen. Volgens Wehkamp wordt het ''het grootste geautomatiseerde warehouse ter wereld". De totale investering in de nieuwbouw bedraagt ruim € 100 miljoen, waarvan circa € 30 miljoen voor het vastgoed.
De onverhuurde nieuwbouw (nieuwbouw distributiecentra die na oplevering nog nooit zijn verhuurd) lag met 127.000 m² aan het begin van 2014 iets hoger dan aan het begin van 2013 (116.000 m²). In vergelijking met begin van 2012 toen er nog 246.000 m² onverhuurde nieuwbouw in aanbod stond is er sprake van een forse afname. Wat de trend bevestigd van de grote vraag naar kwalitatief goede en moderne logistieke ruimte. De aanwas is op dit moment beperkt doordat er de afgelopen jaren relatief weinig projecten voor eigen rekening en risico zijn ontwikkeld. In de tweede helft van 2013 zijn er weer enkele partijen die op risico met de bouw van nieuwe logistieke centra zijn begonnen. Het grootste deel van de onverhuurde nieuwbouw is te vinden in de regio's Amsterdam/Schiphol (39.000 m²) en Venlo/Venray (circa 25.000 m²).
In 2013 werd fors meer geïnvesteerd in logistiek, vooral in de tweede helft van het jaar was sprake van een sterke stijging. In totaal werd er circa € 437 miljoen in logistiek belegd in 2013, een stijging van 140% ten opzichte van 2012. Het beleggingsvolume in het tweede halfjaar van 2013 bedroeg circa € 290 miljoen, bijna het dubbele van het beleggingsvolume in het eerste halfjaar. Het beleggingsvolume werd opgestuwd door een drietal portefeuilletransacties. LogiCor, Delin Capital en Granite Real Estate Investment kochten allen in de tweede helft van 2013 een portefeuille. Gezamenlijk waren deze transacties goed voor 80% van de beleggingen in het tweede halfjaar van 2013 en bijna 55% van de totale beleggingen in 2013. De vraag van beleggers blijft gericht op moderne, langjarig verhuurde objecten.
Het beleggingsaanbod van dergelijke objecten is echter zeer beperkt. Dit is ook terug te zien in de transacties. Van de 26 objecten die van eigenaar wisselden hadden 15 een bouwjaar van 2007 of later, 5 een bouwjaar van tussen de 2000 en 2006 en 6 een bouwjaar van voor 2000.
De grootste single asset transactie betrof de aankoop van een distributiecentrum in Born door Delin Capital. Het object van 51.000 m² is voor gemiddeld vijf jaar verhuurd aan Stanley Black & Decker, Kuehne+Nagel en Helly Hansen. Het bruto aanvangsrendement bedroeg circa 8,2% (k.k.).
De Britse belegger Delin Capital was in 2013 veruit de meest actieve belegger in logistiek vastgoed en kocht voor ruim € 127 miljoen 4 objecten. Ook de Belgische "vastgoedbevak" WDP, dat in 2012 ook al flink in de Nederlandse markt investeerde, was in 2013 opnieuw actief. Het kocht drie bestaande objecten voor een totaal investeringsvolume van € 30,7 miljoen. Daarnaast ontwikkelt WDP ook voor eigen portefeuille in Nederland. Onder andere het DC van Wehkamp in Zwolle wordt door WDP gerealiseerd.
Het merendeel van de beleggingen kwam overigens voor rekening van buitenlandse beleggers, circa 90% van het totaal. In 2013 ging het vooral om Angelsaksische en Belgische beleggers.
| Top 10 logistieke beleggingstransacties 2013 | ||||
|---|---|---|---|---|
| Plaats | Koper | Metrage | Koopsom (€ mln) | |
| Portefeuille | LogiCor | 171.300 | 87,3 | |
| Portefeuille | Delin Capital | 101.700 | 77,9 | |
| Portefeuille | Granite REI | 122.300 | 72,3 | |
| Born | Delin Capital Asset Management | 51.000 | 36,4 | |
| Zaltbommel | Real Estate Growth Fund | 31.000 | 30,0 | |
| Venlo | W.P. Carey | 44.000 | 27,4 | |
| Hoofddorp | Aspen Real Estate Investments | 18.000 | 16,3 | |
| Zwolle | WDP | 18.000 | 14,0 | |
| Almere | Montea | 24.700 | 13,7 | |
| Utrecht | ProLogis European Property Fund II | 23.100 | 13,3 |
De bruto aanvangsrendementen voor moderne logistieke bedrijfsruimte zijn gedurende 2013 iets opgelopen ten opzichte van 2012. Gemiddeld bewogen de aanvangsrendementen voor dergelijke objecten zich tussen de 7,8% en 8,5% (2012: 7,2% tot 8,25%). Voor het midden segment lagen de aanvangsrendementen tussen de 8,5% en 12% (2012: 8,25% tot 10%). Aan de onderkant van de markt liggen de aanvangsrendementen het hoogst, gemiddeld tussen de 10% en 15% (2012: 10% tot 12,5%). Echter, voor sterk verouderde en/of leegstaande objecten kan dit nog veel hoger liggen.
Troostwijk Research voert permanent onderzoek uit naar de ontwikkelingen op de diverse vastgoedmarkten in Nederland. Diverse gegevens zoals huurtransacties, beleggingen, projecten, aanbod, prijsontwikkeling en uitgifte bedrijventerrein worden op basis van zowel interne als externe bronnen verzameld en verwerkt in onze researchdatabase. De marktrapportages, referenties en andere onderzoeken en analyses van Troostwijk zijn gebaseerd op gegevens uit deze researchdatabase, eventueel aangevuld met gegevens van derden, in combinatie met eigen marktkennis van Troostwijk Taxaties en Troostwijk Real Estate.
De hoeveelheid bedrijfsruimte vanaf 500 m² die voor verhuur of verkoop beschikbaar is. Het aanbod betreft uitsluitend reeds opgeleverde of nog in aanbouw zijnde complexen. Plannen worden niet in de cijfers meegenomen.
Vastgoed dat is gebouwd voor bedrijfsactiviteiten, niet zijnde een kantoor of een winkel. Tot bedrijfspanden kunnen worden gerekend distributiecentra, bedrijfsverzamelgebouwen, fabrieksgebouwen en opslagruimten. Bedrijfscomplexen bestaan veelal uit een combinatie van verschillende componenten, zoals opslagruimte, productieruimte, logistieke ruimte, showroomruimte en kantoorruimte. Indien de kantoorruimte 50% of meer van het totale metrage beslaat, wordt het totale object niet meegenomen in het onderzoek.
Kooptransacties van bedrijfsruimte vanaf € 2 miljoen door een belegger. Ook sale-and-leaseback transacties worden hierin meegenomen. Koop ten behoeve van herontwikkeling wordt alleen tot de beleggingstransacties gerekend indien het bestaande object nog minimaal vijf jaar wordt verhuurd.
Bruto aanvangsrendement De bruto huuropbrengsten als percentage van de koopsom
Prijzen per vierkante meter vloeroppervlak. Incentives, BTW en servicekosten worden niet meegenomen.
Bedrijfsobject vanaf 5.000 m² met min. 5 loading docks, voornamelijk bestemd voor opslag-, overslag-, sorteeren vervoerfuncties.
Nieuwbouw
Bedrijfsruimte niet ouder dan twee jaar.
Betreft objecten die na oplevering nooit verhuurd zijn geweest.
Bedrijfsruimte vanaf 500 m² die op de vrije markt is verhuurd of verkocht, met uitzondering van sale-andleaseback transacties en nieuwbouw ten behoeve van eigenaar-gebruikers (eigenbouw). Huurverlengingen en koop door huurder worden eveneens buiten beschouwing gelaten. Transacties worden geregistreerd op het moment van wilsovereenstemming tussen betrokken partijen.
Bouwplannen voor nog te realiseren bedrijfsruimte.
Bestaande of in aanbouw zijnde bedrijfsruimte met een vloeroppervlak van 500 m² of meer.
| Totaal 31/12/2013 |
België | Frankrijk | Nederland | Totaal 31/12/2012 |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Vastgoedportefeuille - Gebouwen | |||||
| Aantal sites | 35 | 19 | 15 | 1 | 32 |
| Oppervlakte opslag (m²) Oppervlakte kantoren (m²) |
535.352 49.342 |
306.540 33.640 |
203.375 15.291 |
25.437 411 |
466.042 48.725 |
| Totale oppervlakte (m²) Ontwikkelingspotentieel (m²) |
584.694 90.500 |
340.180 54.500 |
218.666 36.000 |
25.848 0 |
514.767 90.500 |
| Reële waarde (EUR) | 311.936.000 | 179.926.000 | 117.710.000 | 14.300.000 | 283.678.000 |
| Investeringswaarde (EUR) | 324.814.965 | 184.628.941 | 124.986.715 | 15.199.308 | 295.039.331 |
| Contractuele jaarlijkse huurinkomsten (EUR) Bruto rendement (%) |
26.047.883 8,35% |
14.091.062 7,83% |
10.806.821 9,18% |
1.150.000 8,04% |
22.641.245 7,98% |
| Bruto rendement als 100% verhuurd (%) | 8,73% | 8,50% | 9,18% | 8,04% | 8,25% |
| Niet verhuurde delen (m²) Huurwaarde van niet verhuurde delen (EUR) |
28.981 1.199.428 |
28.981 1.199.428 |
0 0 |
0 0 |
18.260 772.425 |
| Bezettingsgraad (% van m²) ³ Bezettingsgraad (% van huurwaarde) |
94,85% 95,28% |
90,90% 91,51% |
100,00% 100,00% |
100,00% 100,00% |
96,27% 96,71% |
| Vastgoedportefeuille - Zonnepanelen (1) | |||||
| Reële waarde (EUR) | 7.590.069 | 7.590.069 | 0 | 7.777.132 |
De reële waarde van de investering in zonnepanelen wordt opgenomen in rubriek "D" van de vaste activa in de balans.
| België | Frankrijk | Nederland | |
|---|---|---|---|
| Reële waarde | EUR 179,9 miljoen | EUR 117,7 miljoen | EUR 14,3 miljoen |
| Aanschaffingswaarde | EUR 175,4 miljoen | EUR 113,2 miljoen | EUR 13,9 miljoen |
| Verzekerde waarde | EUR 207,3 miljoen | **EUR 72,2 miljoen | EUR 21,6 miljoen |
| Huuropbrengsten* | EUR 14,1 miljoen | EUR 10,8 miljoen | EUR 1,2 miljoen |
(*) deze huuropbrengsten betreffen de contractuele huurgelden (zie eveneens volgende tabel).
(**) 51% van desites in Frankrijk met een totale reële waarde van EUR 59,6 miljoen, wordt door Montea verzekerd (EUR 72,2 miljoen). De rest van de portefeuille in Frankrijk wordt door de huurder zelf verzekerd. (zie punt 1.2.4).
De totale oppervlakte van de vastgoedportefeuille-gebouwen bedraagt 584.694 m², verspreid over negentien sites in België, één site in Nederland en vijftien sites in Frankrijk.
De totale initiële aanschaffingswaarde van de portefeuille in België bedraagt EUR 175,4 miljoen, EUR 113,2 miljoen in Frankrijk en EUR 13,9 miljoen in Nederland46.
De hypotheses inzake de waardebepaling door de vastgoedexpert, vindt men terug in punt 4.2.5 van dit jaarverslag.
46 De aanschaffingswaarde van de deelportefeuille in België wordt gedefinieerd als enerzijds de inbrengwaarde van de totale portefeuille bij de beursgang in oktober 2006 en anderzijds de totale aanschaffingswaarde, inclusief alle daarmee gepaard gaande kosten bij de aankoop van de site. De aanschaffingswaarde van de deelportefeuille in Nederland en Frankrijk worden gedefinieerd als de totale aanschaffingswaarde, inclusief alle daarmee gepaard gaande kosten bij de aankoop van de site.
De stijging van de reële waarde van de vastgoedportefeuille-gebouwen met EUR 28,3 miljoen tot EUR 311,9 miljoen door:
Vier van de vijfendertig sites vertegenwoordigen elk meer dan 5% van de geconsolideerde vastgoedportefeuille en vertegenwoordigen samen 31,0% van de totale reële waarde van de vastgoedportefeuille:
• Saint-Cyr-en-Val, Orléans EUR 35,5 miljoen FM Logistics deze site vertegenwoordigt 11,4% van de totale reële waarde van de portefeuille (de netto huurinkomsten op deze site voor het jaar 2013 vertegenwoordigen EUR 3,2 miljoen of 13,5% van het netto huurrresultaat voor het jaar 2013).
Reële waarde Klant(en)
Het totale ontwikkelingspotentieel bedraagt ongeveer 90.500 m² waarvan ongeveer 60% in België. Dit potentieel betreft geenszins een grondbank voor nieuw te ontwikkelen sites maar eventuele uitbreidingen op de bestaande sites (vier sites in België en twee sites in Frankrijk). Montea is constant in contact met haar bestaande klanten op deze sites voor eventuele verdere ontwikkeling.
Het bruto vastgoedrendement 47 op het totaal van de portefeuille bedraagt 8,50% in België, 8,04% in Nederland en 9,18% in Frankrijk, op basis van een volledig verhuurde portefeuille en rekening houdend met de geschatte huur op leegstand (het bruto vastgoedrendement voor België, Nederland en Frankrijk bedraagt respectievelijk 7,83%, 8,04% en 9,18%, waarbij geen rekening wordt gehouden met de geschatte huur op de leegstand).
De door Montea behaalde bezettingsgraad op het totaal van de portefeuille, uitgedrukt in % van de geschatte huurwaarde bedraagt 95,3% en op grond van het aantal bezette m² 94,9%48.
De contractuele jaarlijkse huurinkomsten49 (exclusief huurwaarborgen) bedragen EUR 26,1 miljoen, zijnde een stijging van 15% ten opzichte van 31/12/2012, toe te schrijven aan de bijkomende vastgoedbeleggingen in gebouwen.
De gecontracteerde huurinkomsten in België bedragen EUR 14,1 miljoen, 1% hoger dan de geschatte huurwaarde50 van de verhuurde oppervlakte. De gecontracteerde huurinkomsten in Nederland bedragen EUR 1,2 miljoen, 0,5% lager dan de geschatte huurwaarde van de verhuurde oppervlakte en in Frankrijk EUR 10,8 miljoen, 6,7% hoger dan de geschatte huurwaarde van de verhuurde oppervlakte.
Montea streeft ernaar om een vastgoedportefeuille met een gezonde mix van klanten te hebben met zowel klanten uit industriële sector (bv. Coca-Cola, Jan De Nul, Barry Callebaut, Unilever) en de logistieke sector (bv. FM Logistics, DHL en Norbert Dentressangle). De industriële sector wordt gekenmerkt door langere duurtijden van huurcontracten maar vergen soms ook grotere investeringen. De logistieke sector is meestal gekenmerkt door typische 3, 6, 9 contracten (kortere duurtijden) daar de logistieke sector sterk afhankelijk is van de economische omstandigheden en de specifieke logistieke wensen van hun klanten.
De gemiddelde looptijd t.e.m. de eerst mogelijke opzegging bedraagt 5,7 jaar. Montea streeft ernaar om deze looptijd zo hoog mogelijk te stellen, maar de Vennootschap opereert in een markt waar de normale marktomstandigheden 3, 6, 9 contracten zijn.
In de volgende tabel wordt, op basis van de gecontracteerde jaarlijkse huurinkomsten, de vervaldatum weergegeven van deze huurgelden waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de vervallen huurgelden in 2014, 2015 tot en met 2017 en vanaf 2018. Uit deze tabel blijkt dat 12% van deze jaarlijkse huurinkomsten vervallen in 2014. EUR 965K (31%) betreft de jaarlijkse huurinkomsten ivm de site Grimbergen, waarvoor reeds een oplossing werd gevonden.51
47 Het bruto vastgoedrendement wordt als volgt gedefinieerd: de gecontracteerde huurinkomsten gedeeld door de reële waarde van de
vastgoedportefeuille. 48 Bij de berekening van deze bezettingsgraad werd, noch in de noemer, noch in de teller, rekening gehouden met de niet verhuurbare m², bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank.
49 Dit zijn de gecontracteerde jaarlijkse huurinkomsten zoals afgesloten in het huurcontract met de huurder. 50 Dit is de geschatte huurwaarde/m², zoals vastgesteld door de vastgoedexpert, rekening houdend met de locatie, de kenmerken van het gebouw, de bedrijfsactiviteit, enz. en dit vermenigvuldigd met het aantal m².
51 Voor meer informatie verwijzen we naar het persbericht van 19/02/2014 of www.montea.com.
| CONTRACTUELE HUURGELDEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
0 - 1 jaar | 1 - 3 jaar | > 3 jaar | |
|---|---|---|---|---|---|
| België | 14.091 | 1.935 | 2.650 | 9.507 | |
| Aalst | Tragel 48-58 | 1.916 | 0 | 134 | 1.781 |
| Bornem | Industrieweg 4-24 | 418 | 418 | 0 | 0 |
| Grimbergen | Eppegemsestwg 31-33 | 965 | 965 | 0 | 0 |
| Hoboken | Smallandlaan 7 | 235 | 0 | 235 | 0 |
| Meer | Europastraat 28 | 355 | 0 | 355 | 0 |
| Puurs | Schoonmansveld 18 | 769 | 0 | 769 | 0 |
| Erembodegem | Industrielaan 27 | 954 | 0 | 321 | 633 |
| Mechelen | Zandvoortstraat 16 | 762 | 416 | 0 | 346 |
| Vorst | Humaniteitslaan 292 | 1.356 | 135 | 0 | 1.220 |
| Milmort | Avenue du Parc Industriel | 1.120 | 0 | 548 | 571 |
| Heppignies | Rue Brigade Piron | 757 | 0 | 0 | 757 |
| Zaventem | Brucargo 830 | 1.969 | 0 | 0 | 1.969 |
| Zaventem | Brucargo 831 | 600 | 0 | 0 | 600 |
| Gent | Evenstuk | 992 | 0 | 0 | 992 |
| Zaventem | Brucargo 763 | 287 | 0 | 287 | 0 |
| Gent | Korte Mate | 637 | 0 | 0 | 637 |
| Frankrijk | 10.807 | 1.204 | 2.766 | 6.837 | |
| Savigny-le-Temple | Rue du Chrome 2 | 717 | 376 | 0 | 341 |
| Feuqueires | Zoning Industriel du moulin | 359 | 0 | 359 | 0 |
| Bondoufle | Rue Henrie Dunant 9-11 | 233 | 0 | 233 | 0 |
| Saint-Priest | Chemin de la Fouilousse | 600 | 0 | 0 | 600 |
| Cambrai | P.d. Activité Actipole | 553 | 0 | 0 | 553 |
| Roissy | Rue de la Belle Etoile 280+ 383 | 1.025 | 187 | 481 | 358 |
| Décines | Rue a Rimbaud 1 | 370 | 0 | 370 | 0 |
| Alfortville | Le Techniparc | 235 | 0 | 0 | 235 |
| Le Mesnil Amelot | Rue du Gué 1-3 | 1.180 | 435 | 704 | 42 |
| Orléans | Rue des Genêts 660 | 3.286 | 0 | 0 | 3.286 |
| Marennes | La Donnière | 826 | 206 | 620 | 0 |
| Saint-Laurent-Blangy | Actipark | 633 | 0 | 0 | 633 |
| Saint-Martin-de-Crau | Ecopole | 790 | 0 | 0 | 790 |
| Nederland | 1.150 | 0 | 0 | 1.150 | |
| Almere | Stichtse Kant | 1.150 | 0 | 0 | 1.150 |
| TOTAAL | 26.048 | 3.138 | 5.416 | 16.343 |
Montea investeerde in het jaar 2011 eveneens in zonnepanelen. Op 31/12/2013 bedraagt de totale reële waarde van de zonnepanelen EUR 7,5 miljoen. Deze zonnepanelen werden geïnstalleerd op vier sites in Vlaanderen (Grimbergen, Puurs, Bornem en Herentals) voor een totale investeringswaarde van EUR 7,5 miljoen. Daarnaast financierde Montea in zonnepanelen op één site in Wallonië (Coca-Cola – Heppignies) voor een totale investeringswaarde van EUR 0,3 miljoen.
Deze zonnepanelen zorgen voor een additionele jaarlijkse netto inkomst van ongeveer EUR 0,8 miljoen en komt vooral uit de opbrengst van de groene stroomcertificaten met een vaste looptijd van 20 jaar.
In onderstaande tabel vindt met een overzicht van de globale vastgoedportefeuille waaruit blijkt dat:
| Bouwjaar / jaar met belangrijkste renovaties |
Kantoren m² | Opslag m² | Totaal m² | Contractuele huurgelden |
Geschatte Huurwaarde (*) |
Bezettingsgraad (op basis van m²) |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| België | |||||||
| AALST (ABCDEFG), TRAGEL 48-58 | (1975 - 2002) 2009 | 2.098 | 17.833 | 19.931 | 650.914 | 613.695 | 100,0% |
| AALST (HIJ), TRAGEL 48-58 | 2000 - 2002 | 540 | 17.740 | 18.280 | 1.000.340 | 807.457 | 100,0% |
| AALST (KLM), TRAGEL 48-58 | 1985 - 2009 | 1.397 | 4.591 | 5.988 | 264.370 | 242.015 | 100,0% |
| BORNEM, INDUSTRIEWEG 4-24 | 1977 | 1.437 | 13.163 | 14.600 | 418.241 | 533.961 | 100,0% |
| GRIMBERGEN, EPPEGEMSESTWG 31-33 HOBOKEN SMALLANDLAAN 7 |
1980 - 1995 - 1996 / 2003 2001 |
2.478 393 |
23.758 836 |
26.236 1.229 |
964.797 234.854 |
1.078.246 63.733 |
100,0% 100,0% |
| MEER EUROPASTRAAT 28 | 1990 - 2006 | 775 | 9.455 | 10.230 | 355.057 | 319.538 | 100,0% |
| PUURS RIJKSWEG 89 & 85 | 1975 - 1982 - 1984 - 1991 | 1.380 | 16.650 | 18.030 | 0 | 971.220 | |
| HERENTALS, TOEKOMSTLAAN 33 | 2004 | 1.642 | 12.954 | 14.596 | 0 | 583.790 | 0,0% |
| NIJVEL, RUE DE L'INDUSTRIE | 2000 | 1.385 | 12.649 | 14.034 | 0 | 583.170 | |
| PUURS, SCHOONMANSVELD 18 | 1998 | 1.334 | 11.907 | 13.241 | 768.948 | 607.210 | 100,0% |
| EREMBODEGEM, INDUSTRIELAAN 27 | 1973 / 2007 | 4.074 | 13.181 | 17.255 | 953.757 | 876.291 | 98,0% |
| MECHELEN, ZANDVOORTSTRAAT 16 | 1984 - 1990 - 1998 | 768 | 22.190 | 22.958 | 761.866 | 855.750 | 100,0% |
| VORST, HUMANITEITSln 292, SITE LIPTON | 1984 | 778 | 4.819 | 5.597 | 341.128 | 269.260 | 100,0% |
| VORST, HUMANITEITSln 292, SITE CM | 1966 / 2007 | 0 | 7.150 | 7.150 | 353.125 | 268.125 | 100,0% |
| VORST, HUMANITEITSln 292, SITE RESTAURANT (STATION) | 1971 / 1995 | 2.110 | 920 | 3.030 | 135.454 | 209.900 | 100,0% |
| VORST, HUMANITEITSln 292, SITE SALVESEN (NEW PROJECT) | 1966 - 1979 | 0 | 3.850 | 3.850 | 525.836 | 296.500 | |
| MILMORT, AVENUE DU PARC INDUSTRIEL | 2000 | 1.225 | 27.112 | 28.337 | 1.119.874 | 1.000.323 | 100,0% |
| HEPPIGNIES, RUE BRIGADE PIRON | 2011 | 730 | 13.381 | 14.111 | 757.128 | 568.723 | 100,0% |
| ZAVENTEM, BRUCARGO 830 | 2012 | 4.328 | 23.951 | 28.279 | 1.969.186 | 1.969.010 | 100,0% |
| ZAVENTEM, BRUCARGO 831 | 2013 | 1.896 | 7.891 | 9.787 | 600.000 | 684.275 | 100,0% |
| GENT, EVENSTUK | 2013 | 750 | 23.400 | 24.150 | 992.337 | 1.021.300 | 100,0% |
| ZAVENTEM, BRUCARGO 763 | 1995 -1999 / 2007 / 2009 | 1.198 | 5.120 | 6.318 | 287.000 | 359.378 | |
| GENT, KORTE MATE | 2011 | 924 | 12.039 | 12.963 | 636.850 | 616.567 | 100,0% |
| Totaal België | 33.640 | 306.540 | 340.180 | 14.091.062 | 15.399.435 | 90,9% | |
| Frankrijk | |||||||
| SAVIGNY LE TEMPLE, RUE DU CHROME | 1992 / 2007 | 646 | 15.650 | 16.296 | 716.777 | 634.188 | 100,0% |
| FEUQUIERES, ZI DU MOULIN 80 CAMBRAI, P. d' A. ACTIPOLE |
1995 - 1998 - 2000 2008 |
763 682 |
8.230 10.588 |
8.993 11.270 |
358.559 553.281 |
314.755 484.900 |
100,0% 100,0% |
| ROISSY, RUE DE LA BELLE ETOILE 280 | 1990 - 2001 | 737 | 3.548 | 4.285 | 357.550 | 353.118 | 100,0% |
| BONDOUFLE, RUE HENRI DUNANT 9-11 | 1990 | 1.307 | 2.478 | 3.785 | 232.674 | 221.925 | 100,0% |
| DECINES-CHARPIEU, RUE ARTHUR RIMBAUD 1 | 1996 | 1.108 | 2.713 | 3.821 | 370.432 | 339.490 | 100,0% |
| LE MESNIL AMELOT, RUE DU GUE 4& RUE DE LA GRANDE BORNE 11 | 1992 | 648 | 2.846 | 3.494 | 209.697 | 229.080 | 100,0% |
| LE MESNIL AMELOT, RUE DE LA GRANDE BORNE 11 | 1992 | 700 | 4.465 | 5.165 | 493.862 | 448.200 | |
| ALFORTVILLE, LE TECHNIPARC | 2001 | 382 | 1.665 | 2.047 | 234.645 | 216.160 | 100,0% |
| ROISSY, RUE DE LA BELLE ETOILE 383 | 2001 | 1.965 | 4.492 | 6.457 | 667.648 | 627.210 | 100,0% |
| LE MESNIL AMELOT, RUE DU GUE 1-3 | 1998 | 1.211 | 4.043 | 5.254 | 476.650 | 393.755 | 100,0% |
| SAINT PRIEST, RUE NICEPHORE NIEPCE | 2008 | 906 | 15.120 | 16.026 | 600.000 | 629.820 | 100,0% |
| SAINT-CYR-EN-VAL, RUE DES GENETS 660 | 1996 - 2006 | 1.655 | 73.797 | 75.452 | 3.285.692 | 3.004.800 | 100,0% |
| MARENNES, LA DONNIERE | 1998 - 2000 / 2001 | 524 | 19.965 | 20.489 | 826.460 | 865.599 | 100,0% |
| SAINT-LAURENT-BLANGY, ACTIPARK | 2006 | 757 | 15.328 | 16.085 | 633.245 | 560.855 | 100,0% |
| SAINT-MARTIN-DE-CRAU | 2002 | 1.300 | 18.447 | 19.747 | 789.649 | 807.710 | 100,0% |
| Totaal Frankrijk | 15.291 | 203.375 | 218.666 | 10.806.821 | 10.131.565 | 100,0% | |
| Nederland | |||||||
| ALMERE, STICHTSE KANT | 2008 | 411 | 25.437 | 25.848 | 1.150.000 | 1.155.472 | 100,0% |
| Totaal Nederland | 411 | 25.437 | 25.848 | 1.150.000 | 1.155.472 | 100,0% | |
| Totaal | 49.342 | 535.352 | 584.694 | 26.047.883 | 26.686.472 | 94,9% |
(*) de geschatte huurwaarde/m², zoals vastgesteld door de vastgoedexpert, houdt rekening met de locatie van de site, de kenmerken van de site,de technische kenmerken van het gebouw, de bedrijfsactiviteit, enz. en dit vermenigvuldigd met het aantal m².
In onderstaande tabel vindt u een detail, gerangschikt volgens het initiële bouwjaar of het jaar van de belangrijkste renovatie. Daaruit blijkt dat 58% van de portefeuille niet ouder is dan 10 jaar. In geval een site grondig gerenoveerd wordt, wordt de site na de renovatie opgenomen in het jaar van renovatie.
| Bouwjaar of jaar met | ||||
|---|---|---|---|---|
| belangrijkste renovaties | Kantoren m² | Opslag m² | Totaal m² | % of total |
| 1977 | 1.437 | 13.163 | 14.600 | 2,59% |
| 1984 | 778 | 4.819 | 5.597 | 0,99% |
| 1990 | 1.307 | 2.478 | 3.785 | 0,67% |
| 1992 | 1.348 | 7.311 | 8.659 | 1,54% |
| 1995 | 2.110 | 920 | 3.030 | 0,54% |
| 1996 | 1.108 | 2.713 | 3.821 | 0,68% |
| 1998 | 3.313 | 38.140 | 41.453 | 7,37% |
| 1999 | 1.198 | 5.120 | 6.318 | 1,12% |
| 2000 | 3.373 | 47.991 | 51.364 | 9,13% |
| 2001 | 4.001 | 30.506 | 34.507 | 6,13% |
| 2002 | 1.840 | 36.187 | 38.027 | 6,76% |
| 2003 | 2.478 | 23.758 | 26.236 | 4,66% |
| 2004 | 1.642 | 12.954 | 14.596 | 2,59% |
| 2006 | 3.187 | 98.580 | 101.767 | 18,08% |
| 2007 | 4.720 | 35.981 | 40.701 | 7,23% |
| 2008 | 1.999 | 51.145 | 53.144 | 9,44% |
| 2009 | 3.495 | 22.424 | 25.919 | 4,61% |
| 2011 | 1.654 | 25.420 | 27.074 | 4,81% |
| 2012 | 4.328 | 23.951 | 28.279 | 5,02% |
| 2013 | 2.646 | 31.291 | 33.937 | 6,03% |
| Totaal | 47.962 | 514.852 | 562.814 | 100,00% |
Montea analyseert haar vastgoedportefeuille eveneens op basis van de activiteiten van haar klanten, het type gebruiker en het type gebouw.
In onderstaande tabel vindt u de verschillende percentages terug op basis van de jaarlijkse contractuele huurinkomsten. Hieruit blijkt dat 47% van huurinkomsten afkomstig zijn van pure logistiekers. Daarenboven kan men zeggen dat het aandeel van de semi-industriële panden ongeveer 12% bedraagt.
| % | |
|---|---|
| Sector | |
| Logistics | 46,61% |
| Healthcare | 3,13% |
| Consumer goods | 25,82% |
| Services | 5,14% |
| Technology | 0,23% |
| Food | 4,53% |
| Industrial | 14,55% |
| 100,00% | |
| Type gebouw | |
| Semi-industrial | 11,62% |
| Logistics | 88,38% |
| 100,00% | |
| Type Gebruiker | |
| End user | 45,02% |
| Logistics | 54,98% |
| 100,00% |
Het aanvangsrendement (het beschouwde huurinkomen ten opzichte van de investeringswaarde) van de volledige portefeuille bedraagt 8,02%.
Patrimonium Het patrimonium telt op heden ±535.352 m² opslagruimte en ±49.342 m² kantoorachtige oppervlakten of een totale oppervlakte van 584.694 m². Het is gelegen op vijfendertig sites, waarvan negentien in België, vijftien in Frankrijk en één in Nederland. Drie sites (Grimbergen53, Gent Evenstuk en Gent Hulsdonk) zijn in concessie. Op drie andere sites wordt een opstalvergoeding betaald (Brucargo 763, 830 en 731). De toename van de marktwaarde van de portefeuille is vooral het gevolg van de acquisities in België en één pand in Nederland (Almere).
Behalve de vijftien sites in Frankrijk en de site in Nederland zijn de huidige eigendommen hoofdzakelijk gelegen in de Vlaamse ruit. Eén site (Vorst) is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen en drie gebouwen in Wallonië, met name in Milmort, Nijvel en Heppignies. Van de vijftien sites in Frankrijk zijn er zeven gelegen in de regio Parijs (Savigny-le-Temple en Roissy, Bondoufle, Le Mesnil Amelot, Alfortville) en acht andere in de provincie (Lyon en Saint-Priest, Cambrai en Arras, Feuquières-en-Vimeu en Orléans/Saint-Cyr-en-Val en Marseille).
Huurinkomsten Het effectief huurinkomen wordt berekend na aftrek van de onroerende voorheffing wanneer deze ten laste van de eigenaar is en in enkele zeldzame gevallen als een gemiddeld huurinkomen tot eerstvolgende vervaldag indien er huurkortingen zijn of de huur contractueel niet constant verloopt.
Dit jaarlijkse huurinkomen bedroeg EUR 26.047.883 per jaar op 31/12/2013. De lopende huurcontracten liggen 3,1% hoger dan de overeenstemmende geschatte markthuurwaarde.
De vermelde huurbedragen zijn netto huurinkomsten los van bijkomende betalingen voor gemeenschappelijke lasten en eventuele verzekeringspremies.
De bezettingsgraad voor de ganse portefeuille, berekend op basis van de oppervlakten, bedraagt ± 94,9%.
Bron: De Crombrugghe & Partners, Herman-Debrouxlaan 54, 1160 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Pascal Van Humbeek, in de hoedanigheid van aangestelde deskundige.
52 Niet het volledige verslag van de vastgoedexpert van 31/12/2013 werd opgenomen in dit jaarverslag maar enkel de conclusies, gezien
het volledige verslag vertrouwelijke informatie bevat die voor de concurrentie van belang kan zijn. 53 De site te Grimbergen wordt samen met een andere openbare vastgoedbevak, WDP Comm.VA, aangehouden in onverdeeldheid op basis van een 50/50 verdeling. Hierdoor is WDP Comm.VA mede-eigenaar van deze site.
Montea verwierf op 19 juni 2013 de aandelen van Acer Park NV. Acer Park was eigenaar van het gebouw dat werd ontwikkeld door MG Real Estate (De Paepe group). Montea heeft na oplevering de aandelen van Acer Park (dochtervenootschap van MG Real Estate (De Paepe group) verworven. Het gebouw bestaat uit 6.000 m² magazijnruimte, 1.700 m² mezzanine en 1.900 m² kantoorruimte en werd ontwikkeld voor St Jude Medical te
Brucargo. Het betreft een investering van EUR 5.624.00055, op basis van een aanvangsrendement van 7,7%. Montea heeft een huurovereenkomst onder marktconforme voorwaarden afgesloten met St Jude Medical voor een looptijd van 8,5 jaar. Zoals reeds aangekondigd56, hebben The Brussels Airport Company en Montea een samenwerkingsakkoord ondertekend voor de ontwikkeling van het laatst beschikbare plot op Brucargo West met een totale oppervlakte van 31.000 m². Hiertoe tekende Montea een (verlengbare) opstalovereenkomst van 50 jaar met de luchthaven. Deze investering is in lijn met de reële waarde, bepaald door de vastgoedexpert. Montea "Space for Growth" – Site Brucargo 831
Op 27 juni 2013 verwierf Montea van DHL Global Forwarding (Belgium) NV het gebouw 765 op Brucargo. Het gebouw staat op een terrein van 12.700 m² en omvat 4.900 m² opslagruimte en 1.400 m² kantoorruimte. Bovendien ondertekende Montea een onderhandse opstalovereenkomst met The Brussels Airport Company voor een looptijd van 50 jaar, die kan verlengd worden voor een nieuwe periode van 50 jaar. De opstalvergoeding bedraagt 27,50% van de gefactureerde brutohuur.
Montea investeert in dit vastgoed, rekening houdend met bovenvermelde opstalovereenkomst, op basis van een aanvangsrendement van 8,67%, hetzij een investeringswaarde van EUR 2,40 miljoen. Deze investering is in lijn met de reële waarde, bepaald door de vastgoedexpert. Zoals vermeld in punt 4.3.4, heeft Montea een huurovereenkomst voor het gebouw afgesloten met Geodis voor een looptijd van 9 jaar op basis van een aanvangsrendement van 8,7%.
54 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 19/06/2013 of www.montea.com.
55 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 20/12/2012 of www.montea.com. 56 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 13/09/2012 of www.montea.com. 57 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 07/05/2013 of www.montea.com. De oppervlaktes in het persbericht van 07/05/2013 waren foutief vermeld. De oppervlaktes vermeld in dit jaarverslag zijn correct.
Op 28 juni 2013 verwierf Montea de aandelen van Cordeel Evenstuk NV. Cordeel ontwikkelde over de
afgelopen maanden een nieuw logistiek platform voor DSV Solutions. De site bestaat uit 23.400 m² opslagruimte en 750 m² kantoorruimte. Het gebouw is verhuurd voor een periode van 9 jaar, ingaand op 1 juli 2013. De gehele site voldoet aan de strenge TAPA 'A' normen inzake beveiliging. Het distributiecentrum bevindt zich op een terrein van ca. 74.400 m² en biedt nog de mogelijkheid voor een uitbreiding van ca. 17.000 m².
Montea "Space for Growth" – Site Haven Gent Evenstuk
Montea investeert in dit vastgoed op basis van een aanvangsrendement van 7,80%, hetzij een investeringswaarde van EUR 10,9 miljoen. De groep Cordeel verwierf voor deze ontwikkeling een concessie van het Havenbedrijf voor een periode van 30 jaar, verlengbaar met 20 jaar. Deze investering is in lijn met de reële waarde, bepaald door de vastgoedexpert.
Montea heeft van Axa Real Estate - namens één van haar fondsen - een recent gebouwd distributiecentrum
(2008) verworven, gelegen in de logistieke zone "Stichtse Kant" in Almere. De site heeft een totale oppervlakte van ca. 36.000 m² met 24.000 m² opslagruimte en 700 m² kantoorruimte. Deze transactie vertegenwoordigt een investeringswaarde van EUR 13,7 miljoen, op basis van een aanvangsrendement van 8,0%. Het gebouw is verhuurd voor een vaste looptijd van 22 jaar aan A-ware Food group, met een aankoopoptie – in lijn met de investeringswaarde – in 2024. Deze investering is in lijn met de reële waarde, bepaald door de vastgoedexpert.
Montea "Space for Growth" – Site Almere
MG Real Estate (De Paepe Group) heeft de aandelen van NV Ghent Logistics, die eigenaar is van een logistiek platform, gelegen in de Haven van Gent op 18 december 2013 ingebracht in het kapitaal van Montea. De site heeft een totale oppervlakte van ca. 18.000 m² en omvat 11.950 m² opslagruimte en 1.000 m² kantoorruimte. Het gebouw is ESFR gesprinklerd en heeft een vrije hoogte van 10 m. Het gebouw is verhuurd aan SAS Automotive Belgium voor een looptijd van 13 jaar, met een eerste break na 7 jaar Deze transactie vertegenwoordigt een investeringswaarde van EUR 6,50 miljoen, op basis van een aanvangsrendement van 8,5 %. Deze investering is in lijn met de reële waarde, bepaald door de vastgoedexpert.
Montea "Space for Growth" – Site Haven Gent Hulsdonk
58 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 11/06/2013 of www.montea.com. 59 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 09/10/2013 of www.montea.com.
60 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 18/12/2013 of www.montea.com.
Montea en MG Real Estate (De Paepe Group) hebben een partnershipovereenkomst ondertekend voor de ontwikkeling van het 40 ha grote MG Park De Hulst in Willebroek. Het logistiek park omvat een bebouwbare oppervlakte van 30 ha en 10 ha groen-buffer. MG Park De Hulst heeft de ambitie om met zijn totaal ontwikkelingspotentieel van 150.000 m² aan logistieke ruimte, dé referentie te worden op het vlak van duurzaam logistiek vastgoed.
Het partnership bestaat er in dat Montea voor EUR 4,50 miljoen zal deelnemen aan de ontwikkelingskost van de infrastructuur van het park. In ruil daarvoor heeft Montea een voorrecht op elke ontwikkeling op de site aan een op voorhand bepaald rendement, afhankelijk van de parameters van elk afzonderlijk deelproject. MG Real Estate (De Paepe Group) en Montea zullen daarnaast hun commerciële krachten bundelen voor het vinden van gebruikers voor deze ontwikkeling. De totale ontwikkeling heeft een geschatte waarde bij realisatie van EUR 120 miljoen. De partners schatten de totale doorlooptijd van het project op 3 tot 5 jaar.
Tijdens het jaar 2013 werden volgende desinvesteringen verwezenlijkt:
Laken: de site bestaat uit 340 m² kantoorruimte en 5.085 m² opslagruimte en werd verkocht aan een eindgebruiker. Deze transactie werd gerealiseerd via bemiddeling door Property Partners voor een bedrag van EUR 2,90 miljoen en is hoger dan de reële waarde, bepaald door de vastgoedexpert.
Vilvoorde: het betreft een gemengde site bestaande uit 3.000 m²
kantoorruimte en 1.000 m² opslagruimte. Deze transactie werd bemiddeld door Verac voor een bedrag van EUR 2,45 miljoen en is hoger dan de reële waarde, bepaald door de vastgoedexpert.
De notariële aktes werden verleden in het eerste semester van 2013.
61 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 18/12/2013 of www.montea.com.
Het jaar 2013 werd gekenmerkt door een hoge huuractiviteit waarbij voor meer dan 36.000 m² aan nieuwe huurovereenkomsten werden ondertekend.
Montea en LPF (Le Piston Français) hebben een lange-termijn huurovereenkomst ondertekend voor een vaste looptijd van 12 jaar en 8 maanden voor de laatst beschikbare opslagruimte van 8.850 m² op de site in Savigny-le-Temple. Deze huurovereenkomst werd onder marktconforme voorwaarden afgesloten. De site in Savigny-le-Temple heeft een "1510"
classificatie en heeft bovendien een topligging ten zuiden van Parijs, in de nabijheid van de A5 Parijs/Lyon. CBRE was raadgever bij de onderhandelingen.
In het kader van de verwerving van het nieuwe distributiecentrum van DHL Global Forwarding op Brucargo in december 2012, sloot Montea eveneens een akkoord met DHL tot aankoop van het gebouw 765 op Brucargo. Het gebouw staat op een terrein van 12.700 m² en omvat 4.900 m² opslagruimte en 1.400 m² kantoorruimte.
Montea heeft een huurovereenkomst voor het gebouw afgesloten met Geodis voor een looptijd van 9 jaar. Deze huurovereenkomst werd onder marktconforme voorwaarden afgesloten. De onderhandelingen met Geodis, dat reeds jarenlang zijn kantoren had op Brucargo, werden begeleid door CBRE Antwerpen.
Montea en TNT Innight NV hebben een huurovereenkomst ondertekend voor een vaste looptijd van 6 jaar op de site in Mechelen voor een logistieke site van ruim 10.000 m². Deze huurovereenkomst werd onder marktconforme voorwaarden afgesloten. TNT Innight NV was reeds gevestigd in de regio Mechelen maar was door de sterke groei in volume van de afgelopen jaren op zoek naar een groter logistiek gebouw.
TNT Innight maakt deel uit van de groep TNT NV, is in meer dan 200 landen actief en biedt aan bedrijven en consumenten wereldwijd een breed scala aan post- en expressdiensten aan. DTZ was raadgever bij de onderhandelingen.
62 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 07/05/2013 of www.montea.com. De oppervlaktes in het persbericht van 07/05/2013 waren foutief vermeld. De oppervlaktes vermeld in dit jaarverslag zijn correct.
63 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 07/05/2013 of www.montea.com. De oppervlaktes in het persbericht van 07/05/2013 waren foutief vermeld. De oppervlaktes vermeld in dit jaarverslag zijn correct.
Montea en Globis hebben een huurovereenkomst ondertekend met ingang op 1 januari 2014 en voor een periode van 7 jaar, voor de huur van de resterende kantoorruimte van 740 m² op Montea's site in Erembodegem. Deze huurovereenkomst werd onder marktconforme voorwaarden afgesloten. Software ontwikkelaar Globis was reeds gevestigd in de regio Aalst en verzorgt de parametrisatie van business processen (barcodescanning, EDI integratie, E-business, …).
Montea en DHL Supply Chain Belgium NV hebben een huurovereenkomst ondertekend voor een termijn van drie jaar voor de site in Mechelen. Deze huurovereenkomst werd onder marktconforme voorwaarden afgesloten en omvat 10.208 m² opslagruimte en 207 m² kantoorruimte en vervangt de huurovereenkomst met Pomax die het pand voortijdig zal verlaten.
Op 31/12/2013 bedraagt de bezettingsgraad 94,9%.
De totale leegstand bedraagt 28.981 m², en heeft hoofdzakelijk betrekking op de site in Nijvel (14.034 m²) en de site in Herentals (14.600 m²).
Op het einde van 2013 bedraagt de gemiddelde looptijd van de contracten tot hun eerste breakdatum 5,7 jaar. Met de aankondiging van EUR 42,2 miljoen investeringen (zie persmededeling van 07/02/2014), waarbij de nieuwe investeringen een gemiddelde looptijd van 14 jaar hebben, zal Montea haar doel om een gemiddelde looptijd van haar contracten van 6 jaar te behalen tot eerste vervaldatum, in 2014 bereiken.
Ter ondersteuning van de verdere groei van Montea, werd aan de aandeelhouders een keuzedividend aangeboden. In totaal werd 50% van de dividendcoupons 2012 ingeleverd tegen nieuwe aandelen. Hierdoor werden op 19 juni 2013 139.622 nieuwe aandelen uitgegeven voor een totaal uitgiftebedrag van EUR 4.042.056,90 (EUR 2.803.720,03 in kapitaal en EUR 1.238.336,87 in uitgiftepremie). Ingevolge deze kapitaalverhoging bedroeg het maatschappelijk kapitaal van Montea per 20 juni 2013 EUR 132.290.154,64, vertegenwoordigd door 6.587.896 aandelen.
64 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 18/12/2013 of www.montea.com. 65 De bezettingsgraad is gebaseerd op de m². Bij de berekening van deze bezettingsgraad werd, noch in de noemer, noch in de teller, rekening gehouden met de niet verhuurbare m², bedoeld voor herontwikkeling en met de landbank.
66 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 19/06/2013 of www.montea.com.
In het kader van de verdere diversificatie van de financieringen, is Montea overgegaan tot de uitgifte van een obligatielening voor een totaal bedrag van EUR 30 miljoen door middel van een private plaatsing. De obligaties hebben een nominale waarde van EUR 100.000. Deze obligatielening heeft een looptijd van zeven jaar met als vervaldatum 28/06/2020 en biedt een vast jaarlijks bruto rendement van 4,107%. De obligaties werden toegelaten tot de verhandeling op Euronext Brussels vanaf 4 juli 2013.
Montea kondigde in haar persbericht van 18 december 2013 een kapitaalverhoging aan voor de verwerving via inbreng in natura van de aandelen van Ghent Logistics NV, die eigenaar is van een recent gebouwd logistiek platform (2011), gelegen in de Haven van Gent (zie boven, punt 4.3.1).
De kapitaalverhoging werd succesvol onderschreven voor een bedrag van EUR 6.477.239,24 met de uitgifte van 221.066 nieuwe aandelen tegen een uitgifteprijs van EUR 29,30 per nieuw aandeel, wat overeenstemt met het 30-daags gemiddelde voorafgaand aan de datum van de inbrengovereenkomst, gecorrigeerd met het geschatte bruto dividend van EUR 2,00 per aandeel voor het boekjaar, eindigend per 31 december 2013. Deze kapitaalverhoging is gebeurd binnen het kader van het toegestaan kapitaal.
Het kapitaal werd – inclusief de incorporatie van de uitgiftepremie – verhoogd met EUR 6.477.239,24 en werd dus gebracht op EUR 138.767.393,88, vertegenwoordigd door 6.808.962 aandelen. De nieuwe aandelen Montea zijn van dezelfde aard en hebben dezelfde rechten als de bestaande aandelen van Montea en delen in het resultaat van het boekjaar dat een aanvang nam op 1 januari 2014.
De notering van de nieuw uitgegeven aandelen zal worden aangevraagd zo snel mogelijk na de detachering van de bestaande aandelen van coupon nr. 11. Montea zal haar beste inspanningen leveren om de toelating tot de verhandeling aan te vragen tegen eind mei 2014.
Het netto courant resultaat van Montea bedraagt EUR 13,50 miljoen (EUR 2,05 per aandeel) tijdens het jaar 2013, ten opzichte van EUR 11,25 miljoen tijdens dezelfde periode vorig jaar (EUR 2,00 per aandeel), een stijging van 20%.
Deze groei met EUR 2,25 miljoen is het resultaat van:
67 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 24/06/2013 of www.montea.com. 68 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 19/12/2013 of www.montea.com. 69 Netto resultaat exclusief resultaat op de vastgoedportefeuille (code XVI, XVII, XVIII en XIV van de resultatenrekening) en exclusief de variatie in de reële waarde van de rente-indekkingsinstrumenten (code XXIII van de resultatenrekening).
Het resultaat, beschikbaar voor uitkering, bedraagt EUR 13,72 miljoen (EUR 2,08 per aandeel). Op basis van dit resultaat zal de raad van bestuur van Montea een dividend voorstellen van EUR 1,97 bruto per aandeel72 (EUR 1,4775 netto per aandeel), wat een uitkeringspercentage inhoudt van 94,7% ten opzichte van het resultaat, beschikbaar voor uitkering en 96,1% ten opzichte van het netto courant resultaat.
Montea heeft eerder melding gemaakt van het rechtsgeding dat een derde partij tegen Montea aangespannen heeft in 2008, omdat deze partij meende recht te hebben op de inbreng, door middel van een fusie of een andere operatie, van bepaalde gebouwen. Nadat de rechtbank van koophandel van Brussel bij vonnis van 28 april 2009 Montea in het gelijk had gesteld, heeft het hof van beroep van Brussel bij arrest van 21 februari 2012 de wederpartij gedeeltelijk in het gelijk gesteld. Montea nam naar aanleiding van dit arrest, een provisie op in de geconsolideerde jaarrekening op 31/12/2011 ten belope van EUR 1.200K (voor meer informatie verwijzen we naar pag. 15 van het geconsolideerde jaarverslag 2011). Tijdens het boekjaar 2012 werd overgegaan tot een betaling van EUR 1.198K. Tegen dit arrest heeft Montea een voorziening in cassatie ingediend. Bij arrest van 24 oktober 2013 heeft het Hof van Cassatie de voorziening echter afgewezen. Daarmee is dit rechtsgeding tot een einde gekomen. Het arrest van het Hof van Cassatie heeft geen impact op de geconsolideerde cijfers van Montea voor het jaar 2013.
70 De gemiddelde financiële schuldenlast wordt bepaald door het gemiddelde van alle financiële schulden van Montea, inclusief de kredietlijnen, de hedginginstrumenten, de obligatielening en de leasingschulden. Bij de gemiddelde financiële schuldenlast wordt geen rekening gehouden met de negatieve waarde van de indekkingsinstrumenten. De gemiddelde financiële kost is de volledige financiële cash kost (zonder rekening te houden met de variaties in de indekkingsinstrumenten) t.o.v. deze gemiddelde financiële schuld.
71 Dit betreft de financiële kost op het einde van het boekjaar 2013, rekening houdend met de stand van de financiële schuldenlast op
het einde van het boekjaar en rekening houdend met de thans geldende interestvoeten. 72 Berekend op basis van 6.587.896 aandelen. Het totaal aantal aandelen per 31 december 2013 bedraagt 6.808.962 aandelen. Op 19 december 2013 is Montea overgegaan tot een kapitaalverhoging van EUR 6,5 miljoen door de uitgifte van 221.066 nieuwe aandelen. Deze nieuwe aandelen zijn van dezelfde aard en hebben dezelfde rechten als de bestaande aandelen van Montea, met dien verstande dat zij evenwel niet gerechtigd zijn in het dividend van het boekjaar 2013 (dat zal toegekend worden door de jaarvergadering van 20 mei 2014).
Met ingang van 21 mei 2013, namen de bestuursmandaten van volgende bestuurders een einde en werden niet verlengd:
Op de algemene vergadering van 21 mei 2013 werd het ontslag aanvaard van Stratefin Management BVBA, vertegenwoordigd door de heer Christian Terlinden, als bestuurder van Montea Management NV.
Op de algemene vergadering van 21 mei 2013, werden 2 nieuwe onafhankelijke bestuurders benoemd voor een looptijd van 3 jaar (tot de algemene vergadering van 2016).
De aandeelhouders van Montea Management NV hebben op 3 oktober 2013 Insumat NV, vertegenwoordigd door Sophie Maes, benoemd tot onafhankelijk bestuurder voor een looptijd van 3 jaar (tot de algemene vergadering van 2016).
4.4.1 Verkorte vorm van het geconsolideerd overzicht van de resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2013 (in duizenden euro)73
| VERKORTE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (K EUR) Analytisch |
31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
|---|---|---|
| COURANT RESULTAAT | ||
| NETTO HUURRESULTAAT | 23.659 | 19.927 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 24.010 | 20.508 |
| % t.o.v netto huurresultaat | 101,5% | 102,9% |
| TOTAAL VASTGOEDKOSTEN | -708 | -1.046 |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 23.302 | 19.462 |
| Algemene kosten van de vennootschap | -3.573 | -2.938 |
| Andere operationele opbrengsten en kosten | 163 | 231 |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE | 19.892 | 16.756 |
| % t.o.v netto huurresultaat | 84,1% | 84,1% |
| FINANCIEEL RESULTAAT (excl. IAS 39) | -6.206 | -5.469 |
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 13.687 | 11.287 |
| Belastingen | -193 | -39 |
| NETTO COURANT RESULTAAT | 13.494 | 11.248 |
| per aandeel | 2,05 | 2,00 |
| NIET COURANT RESULTAAT | ||
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 1.107 | 362 |
| Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -4.130 | -6.692 |
| Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 |
| RESULTAAT OP DE VASTGOEDPORTEFEUILLE | -3.022 | -6.330 |
| Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 5.497 | -8.023 |
| RESULTAAT IN DE REELE WAARDE VAN FINANCIELE ACTIVA EN PASSIVA | 5.497 | -8.023 |
| NETTO RESULTAAT | 15.969 | -3.106 |
| per aandeel | 2,42 | -0,55 |
73 Deze verkorte vorm van de geconsolideerde resultatenrekening houdt rekening met 6.587.896 aandelen die deelgerechtigd zijn in het resultaat van het boekjaar 2013. Het totaal aantal aandelen bedraagt 6.808.962 op het einde van het boekjaar 2013. Het verschil heeft volledig te maken met de uitgifte van 221.066 aandelen op 18 december 2013 als gevolg van de inbreng in natura. Deze aandelen zijn niet deelgerechtigd in het resultaat en dividend van het boekjaar 2013.
Het netto huurresultaat bedraagt EUR 23,66 miljoen, zijnde een stijging van 18,7% ten opzichte van dezelfde periode in 2012 (EUR 19,93 miljoen). Deze toename van EUR 3,73 miljoen is toe te schrijven aan:
Het operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille stijgt van EUR 16,76 miljoen vorig jaar tot EUR 19,89 op 31/12/2013. Deze stijging van EUR 3,13 miljoen (of 18,7%) van het operationeel resultaat vóór het resultaat op de vastgoedportefeuille is het gevolg van:
De exploitatie- of operationele marge74 bedraagt 84,1% voor het volledige jaar 2013, in lijn met dezelfde periode vorig jaar.
74 Het operationeel resultaat voor het resultaat op de vastgoedportefeuille t.o.v. het netto huurresultaat.
In de operationele marge van vorig boekjaar en dit jaar werden éénmalige inkomsten in rekening gebracht. Zonder rekening te houden met de éénmalige inkomsten in 2012 (EUR 171K) en 2013 (EUR 231K) zou de operationele marge dit jaar 83,4% en in het vorig boekjaar 82,9% bedragen. Zodoende vertoont de operationele marge in het jaar 2013 een stijging van 0,5%.
De gedane investeringen in de structuur van Montea tijdens het jaar 2012 en 2013 (versterking van het team in België), de aankopen in het jaar 2013 met een hogere operationele marge alsook de recent aangekondigde investeringen (zie persmededeling van 07/02/2014) moeten Montea op weg zetten om in 2014 haar vooropgestelde operationele marge van >85% te behalen.
Het financieel resultaat per 31/12/2013 bedraagt EUR -6,21 miljoen, zijnde een stijging van 13,5% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (EUR -5,47 miljoen). De gemiddelde schuldenlast steeg met EUR 21,11 miljoen (+15,4%). Daarentegen was er een geringe daling van de gemiddelde financiële kost (met 1,7%) tot 3,92%75 voor het boekjaar 2013.
De geringe daling van de financiële kost met 1,7% is het gevolg van de daling van het indekkingspercentage van de bankschuld. Deze daling van het indekkingspercentage is het gevolg van de herstructurering die Montea doorvoerde in het eerste semester, waardoor zij kon genieten van de lagere variabele interestvoeten op het overige gedeelte (dat niet onderhevig is aan de rentevoetindekking). Niettegenstaande het voorgaande schreef Montea een obligatielening uit op het einde van het 2de trimester met een coupon van 4,107%.
Montea heeft op 31/12/2013 een totale bankschuld (bilaterale kredietlijnen) van EUR 138 miljoen bij 5 Belgische bankinstellingen. Montea heeft geopteerd voor een goede huisvaderpolitiek waarbij deze bankschuld voor 82,2% wordt ingedekt door contracten voor rentevoetindekking van het type IRS (Interest Rate Swap).
Het resultaat op de vastgoedportefeuille bedraagt EUR -3,02 miljoen op 31/12/2013. Dit negatief resultaat is te wijten aan:
75 Deze financiële kost is een gemiddelde over gans het jaar, inclusief de leasingschulden in Frankrijk, Nederland en België, en werd berekend op basis van de totale financiële kost t.o.v. het gemiddelde van het beginsaldo en eindsaldo van de financiële schuldenlast voor 2013, zonder rekening te houden met de waardering van de indekkingsinstrumenten.
Bij de waardering van de zonnepanelen worden de meerwaarden in een afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen. Minderwaarden worden ook in deze component opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde onder de oorspronkelijke kost daalt.
Het resultaat op de rentedekkingsinstrumenten bedraagt EUR 5,50 miljoen op 31/12/2013. Dit positief resultaat is te wijten aan de geringe heropleving van de langetermijn-interestvoeten tijdens het jaar 2013.
Ter informatie: de rente voor een IRS-instrument op 5 jaar bedroeg 0,75% op 31/12/2012 en is gestegen tot 1,25% op het einde van 2013.
Het netto resultaat op 31/12/2013 bedraagt EUR 15,97 miljoen (EUR 2,42 per aandeel) ten opzichte van EUR -3,11 miljoen voor dezelfde periode in 2012. De variatie in dit netto resultaat (EUR +19,08 miljoen) werd sterk beïnvloed door de positieve variatie in de waarde van de indekkingsinstrumenten (EUR 13,52 miljoen) en in mindere mate door de positieve evolutie van de reële waarde van de vastgoedportefeuille (EUR +3,31 miljoen). Deze laatste variaties zijn geen kasopbrengsten/kaskosten en hebben geenszins een impact op het netto courant resultaat.
Het netto courant resultaat op 31/12/2013 bedraagt EUR 13,50 miljoen, wat een verhoging is van 20,0% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het uitkeerbaar resultaat bedraagt EUR 13,71 miljoen.
Op basis van het uitkeerbaar resultaat zal Montea een dividend van EUR 1,97 per aandeel voorstellen aan de algemene vergadering, een verhoging van 2,1% ten opzichte van het dividend van vorig jaar.
| GECONSOLIDEERDE BALANS (EUR) | 31/12/2013 Conso |
31/12/2012 Conso |
|---|---|---|
| VASTE ACTIVA | 320.347.115 | 290.229.600 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 19.450.170 | 17.268.629 |
| TOTAAL ACTIVA | 339.797.286 | 307.498.229 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 138.966.518 | 123.763.016 |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervenootschap | 138.868.511 | 123.663.108 |
| Minderheidsbelangen | 98.007 | 99.908 |
| VERPLICHTINGEN | 200.830.768 | 183.735.212 |
| Langlopende verplichtingen | 158.798.489 | 141.897.714 |
| Kortlopende verplichtingen | 42.032.279 | 41.837.498 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 339.797.286 | 307.498.229 |
Op 31/12/2013 bestaat het totaal van de activa (EUR 339,80 miljoen) uit beleggingsvastgoed (91,8% van het totaal) en de zonnepanelen (2,2% van het totaal). Het resterende bedrag van de activa (6,0% van het totaal) bestaat uit de immateriële, overige materiële en financiële vaste activa en vlottende activa met daarin de geldbeleggingen, de handels- en fiscale vorderingen.
Het totaal van de passiva bestaat uit het eigen vermogen ten belope van EUR 138,97 miljoen en totale verplichtingen van ten belope van EUR 200,83 miljoen.
De totale verplichtingen van EUR 200,83 miljoen bestaan uit:
Tijdens het jaar 2013 werd overgegaan tot een uitgifte van een obligatielening van EUR 30 miljoen, deels ter herfinanciering van de bestaande kredietlijnen die op vervaldatum kwamen.
Tijdens het jaar 2014 en 2015 vervalt respectievelijk EUR 26,67 miljoen en EUR 50,00 miljoen aan kredietlijnen.
De financieringskost is de grootste kostenrubriek in het resultaat van Montea. Daarom beheert Montea de kost van haar financieringen op een proactieve manier. Vooreerst wil de Vennootschap garanderen dat haar verschillende financieringen over een zo lang mogelijke periode beschikbaar zijn. Daarenboven streeft de Vennootschap naar financieringen met een variabele rentevoet die voor het grootste deel ingedekt zijn door indekkingsinstrumenten van het type "IRS" ("Interest Rate Swaps").
76 Berekend overeenkomstig het KB van 7 december 2010. 77 Bij de berekening van de netto activa waarde per aandeel werd rekening gehouden met het totaal aantal aandelen van 6.808.962 op het einde van het jaar (inclusief de uitgegeven aandelen als gevolg van de inbreng in natura – zie punt 1.2.6.3).
Dit beleid is gebaseerd op het feit dat dit een bescherming biedt tegen verstorende schommelingen in de economische cycli.
In tijden van hoogconjunctuur zal de financieringskost mogelijks stijgen. Dit wordt in principe gecompenseerd door de hogere operationele inkomsten (zoals de hogere bezetting en een hogere inflatie). Deze compensatie is eerder beperkt en daarom werd overgegaan tot een indekkingsbeleid en dit voor het grootste deel van de schuld.
Op 31/12/2013 heeft de financiële structuur van Montea de volgende hoofdkenmerken:
De Vennootschap ziet erop toe om tijdig de nodige financieringen aan te gaan. Hierbij staat het evenwicht tussen de kost van de financiering, de duurtijd en de diversificatie van de financieringsbronnen altijd voorop.
De volledige financiële schuld van Montea (excl. de bankwaarborgen) bedraagt EUR 173,05 miljoen (EUR 144,52 miljoen langlopend en EUR 28,53 miljoen kortlopend) en bestaat uit:
• een totaal bedrag aan opgenomen kredietlijnen van EUR 138 miljoen. Montea beschikt op 31/12/2013 over een totaal bedrag aan bevestigde bilaterale kredietlijnen van EUR 160 miljoen bij 5 Belgische financiële instellingen, waarvan 86,3% aan kredietlijnen is opgenomen. Op 31/12/2013 bedraagt de gewogen gemiddelde duurtijd van deze kredietlijnen nog 2,5 jaar. In 2013 werd een totaal bedrag van EUR 20 miljoen geherfinancierd.
Het te herfinancieren bedrag in 2014 bedraagt EUR 26,67 miljoen en in het jaar 2015 bedraagt dit bedrag EUR 50,76 miljoen.
78 De schuldratio wordt berekend overeenkomstig artikel 53 van het KB Vastgoedbevaks en mag niet meer bedragen dan 65%. 79 Deze financieringskost is een jaarlijkse runrate, gebaseerd op de totale opgenomen kredietlijnen op 31/12/2013, de afgesloten indekkingsinstrumenten op 31/12/2013 en de korte termijn interestvoet (Euribor 3 maanden) op 31/12/2013.
• een totaal bedrag van EUR 0,45 miljoen aan gestorte waarborgen. Een aantal Franse klanten hebben, in plaats van een huurgarantie te stellen, een waarborg gestort die dient als huurgarantie.
Zoals reeds eerder aangehaald heeft Montea een financieringsbeleid waarbij een groot deel van haar bankschuld wordt ingedekt. Op 31/12/2013 wordt 82,2% van de opgenomen kredietlijnen ingedekt met indekkingsinstrumenten van het type "IRS". Montea streeft er altijd naar om tussen de 70% en 100% te laten indekken voor een periode van 3 t.e.m. 10 jaar.
Op 31/12/2013 heeft de Vennootschap een totaal van EUR 138,43 miljoen aan indekkingscontracten afgesloten van het type "IRS" waarvan EUR 113,43 is opgenomen. Het verschil betreft een Forward IRS contract die zal ingaan op 01/07/2014 voor een totaal nominaal bedrag van EUR 25 miljoen.
In toelichting 17 vindt men een overzicht van de indekkingsinstrumenten.
Indien de geconsolideerde schuldratio van de openbare vastgoedbevak en haar dochtervennootschappen meer bedraagt dan 50 % van de geconsolideerde activa, onder aftrek van de toegelaten financiële afdekkingsinstrumenten, stelt de openbare vastgoedbevak een financieel plan op met een uitvoeringsschema, waarin zij een beschrijving geeft van de maatregelen die zullen worden genomen om te verhinderen dat de geconsolideerde schuldratio meer bedraagt dan 65 % van de geconsolideerde activa.
Over het financieel plan wordt een bijzonder verslag opgesteld door de commissaris, waarin bevestigd wordt dat deze laatste de wijze van opstelling van het plan geverifieerd heeft, met name wat de economische grondslagen ervan betreft, en dat de cijfers die dit plan bevat, overeenstemmen met die van de boekhouding van de openbare vastgoedbevak.
Het financieel plan en het bijzonder verslag van de commissaris worden ter informatie aan de FSMA overgemaakt.
De algemene richtlijnen van het financieel plan zijn gedetailleerd opgenomen in de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële verslagen. In de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële verslagen wordt beschreven en verantwoord (a) hoe het financieel plan in de loop van de relevante periode werd uitgevoerd en (b) hoe de openbare vastgoedbevak het plan in de toekomst zal uitvoeren.
Op basis van de cijfers per 31/12/2013 bedraagt de geconsolideerde schuldgraad van de Vastgoedbevak 52,82%. Voor meer informatie aangaande de verkorte vorm van de geconsolideerde balans per 31/12/2013 verwijzen wij naar punt 4.4.2 in dit jaarverslag.
Historisch gezien is de schuldgraad van Montea sinds eind 2008 gestegen boven de 50% tot het hoogste percentage medio 2010 van 57,62%. Op 2 juli 2010 werd tot een kapitaalverhoging overgegaan waarbij de schuldgraad terug daalde onder de 50%.
In september 2012 steeg de schuldgraad tot 55,29%. Op 20 december 2012 werd overgegaan tot een kapitaalverhoging van EUR 21,1 miljoen ter financiering van het project op Brucargo voor DHL Global forwarding. De schuldgraad daalde terug tot 50,80% in het eerste trimester van 2013.
Mede door de dividenduitkering, de verwerving van de aandelen van de onderneming Evenstuk NV (waartoe het pand behoort dat verhuurd wordt aan DSV Solutions), de verwerving van de aandelen van Acer Parc NV (waartoe het op maat ontwikkelde pand behoort dat verhuurd wordt aan St-Jude Medical), de eerste investering in Nederland (volledig gefinancierd met schuld) en de verwerving van de aandelen van Ghent Logistics NV (gefinancierd door de uitgifte van nieuwe aandelen Montea), steeg de schuldgraad terug tot 52,82% op 31/12/2013.
De schuldgraad bij Montea heeft nooit een alarmerend niveau aangenomen, ook niet tijdens de periodes van financiële crisis die zich vanaf het einde van 2008 manifesteerde.
Momenteel bedraagt de schuldgraad 52,82%. Op basis van de huidige schuldgraad zou het investeringspotentieel bijna EUR 118 mio 80 (een stijging van bijna 37%) bedragen zonder daarbij de maximale schuldgraad van 65% te overschrijden.
Montea heeft bij enkele bancaire instellingen convenanten afgesloten waarbij de schuldgraad niet meer dan 60% mag bedragen. Op basis van deze convenanten zou, met dezelfde berekeningsmethode, het investeringspotentieel EUR 61 mio bedragen.
In bovenstaande berekeningen werd o.a. geen rekening gehouden met de eventuele variaties in de waarde van de vastgoedportefeuille. Deze eventuele variaties kunnen tevens een belangrijke impact hebben op de schuldgraad.
Op basis van het huidige eigen vermogen zou pas bij een negatieve variatie in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen van meer dan EUR 64 Mio de maximale toegelaten schuldgraad van 65% overschreden worden. Dit komt overeen met een daling van de bestaande portefeuille van bijna 19,9%.
Sinds de oprichting van Montea heeft Montea een totale negatieve variatie in de waarde van de vastgoedportefeuille van EUR 35,8 Mio opgenomen, het merendeel door de recente financiële crisis einde 2008 en 2009.
Op basis van de huidige staat van de portefeuille en de waardebepaling van de portefeuille van Montea door de onafhankelijke schatter ziet Montea ook geen substantiële mogelijke negatieve variaties in de reële waarde.
Montea is dan ook van oordeel dat de huidige schuldgraad van 52,82% voldoende buffer biedt om mogelijke verdere negatieve variaties in de bestaande portefeuille op te vangen.
80 Deze berekening houdt geen rekeningen met de variaties in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen, noch met de eventuele variaties in de overlopende rekeningen, voorzieningen voor risico's en uitgestelde belastingen van het passief en de eventueel toekomstige netto courante resultaten.
Onderstaande tabel geeft de evolutie weer van de schuldgraad tot en met 31/12/2014.
| 31/12/2013 | 30/06/2014 | 31/12/2014 | |
|---|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen | 319.325.482 | 364.815.982 | 419.378.482 |
| Andere activa | 16.379.307 | 16.379.307 | 16.379.307 |
| Cash | 4.092.496 | 36.419.997 | 2.088.994 |
| TOTAAL ACTIVA | 339.797.286 | 417.615.286 | 437.846.784 |
| Eigen vermogen | 138.966.518 | 181.294.018 | 187.265.016 |
| Verplichtingen | 200.830.768 | 236.321.268 | 250.581.768 |
| Langlopende verplichtingen | 158.798.489 | 194.288.989 | 208.549.489 |
| Voorzieningen | - | - | - |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | 13.830.162 | 13.830.162 | 13.830.162 |
| Uitgestelde belastingen - verplichtingen | - | - | - |
| Andere langlopende verplichtingen | 144.968.327 | 180.458.827 | 194.719.327 |
| Kortlopende verplichtingen | 42.032.279 | 42.032.279 | 42.032.279 |
| Voorzieningen | - | - | - |
| Andere kortlopende financiële verplichtingen | - | - | - |
| Overlopende rekeningen | 7.528.461 | 7.528.461 | 7.528.461 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 34.503.818 | 34.503.818 | 34.503.818 |
| TOTAAL PASSIVA | 339.797.286 | 417.615.286 | 437.846.784 |
| Schuldgraad | 52,82% | 51,47% | 52,35% |
Deze evolutie van de schuldgraad is gebaseerd op:
Bij deze berekening werd geen rekening gehouden met eventuele variaties in de waarde van de vastgoedportefeuille.
Montea is van oordeel dat de schuldgraad niet boven de 65% zal uitstijgen en dat er geen bijkomende maatregelen dienen genomen te worden op basis van de geplande wijzigingen in de samenstelling van de vastgoedportefeuille en de verwachte evolutie van het eigen vermogen.
Het doel van Montea blijft om zich te financieren met een schuldgraad van ongeveer 55% en zal erop toezien dat zij nooit een schuldgraad van meer dan 60% zal hebben (zoals afgesproken met enkele banken).
De schuldgraad van 55% is perfect te verantwoorden gezien de aard van het vastgoed waarin Montea investeert, nl. logistiek en semi-industrieel vastgoed met een gemiddeld rendement van ongeveer 8%. Mocht zich een situatie voordoen waarin bepaalde gebeurtenissen een bijsturing van de strategie zouden vergen, zal Montea dit onverwijld doen en zullen de aandeelhouders hiervan op de hoogte gebracht worden.
Op financieel vlak werd het jaar 2013 voor Montea vooral gekenmerkt door over het algemeen goede operationele resultaten:
Op basis van de resultaten per 31 december 2013 stelt de raad van bestuur van Montea Management NV aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 20 mei 2014 voor, een bruto dividend uit te keren van EUR 1,97 bruto per aandeel. Dit komt overeen met een netto dividend van EUR 1,4775 per aandeel.
7 februari 2014 – Groei van de portefeuille in Nederland met EUR 25,6 miljoen via de opstart van een build-to-suit project van 25.600 m² in Oss en de verwerving van een logistiek distributiecentrum van 19.500 m² in Waddinxveen81
Montea en Vos Logistics hebben een overeenkomst ondertekend voor de bouw en huur van een nieuw Europees Distributiecentrum op bedrijventerrein "De Geer" in Oss. Na een uitgebreide tenderprocedure werd uiteindelijk het gezamenlijk build-to-suit project van Van der Maazen (turn key aannemer) en Montea (eindinvesteerder) als winnaar geselecteerd. De site heeft een oppervlakte van ca 35.000 m². Het gebouw zal bestaan uit ca 24.300 m² opslagruimte, 680 m² kantoorruimte en een mezzanine van 800 m². Het platform zal tegen 1 oktober 2014 operationeel zijn. Deze transactie werd begeleid door Cushman & Wakefield.
81 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 7/02/2014 of www.montea.com.
Bij de ontwikkeling zal bijzondere aandacht worden besteed aan de duurzame aanpak, o.a. met plaatsing van LED-verlichting, voorzieningen voor zonnepanelen, etc. waardoor het gebouw BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) gecertifieerd zal zijn. Het gebouw is verhuurd voor een
vaste periode van 7 jaar en drie maanden aan Vos Logistics.
Montea «Space for Growth» - site Oss (NL)
Montea heeft een logistiek distributiecentrum verworven op een terrein van 25.800 m², gelegen in Waddinxveen langs de A12. Het distributiecentrum bestaat uit 14.100 m² opslagruimte, 2.560 m² mezzanine en ca 2.800 m² kantoorruimte.
Het gebouw is uitgerust met 17 laadkades. De site biedt nog een bijkomend uitbreidings-potentieel van 6.000
m². Deze transactie werd begeleid door Cushman & Wakefield. Het gebouw is verhuurd voor een vaste looptijd van 15 jaar aan Delta Wines. Het distributiecentrum zal tevens dienst doen voor de bevoorrading van Centraal Europa.
Montea «Space for Growth» - site Waddinxveen (NL)
Deze twee transacties in Nederland vertegenwoordigen samen een totale investeringswaarde van EUR 25,6 miljoen en zullen op basis van een bruto aanvangsrendement van 8.0% een bijkomende huur van EUR 2,04 miljoen per jaar genereren.
In december 2013 sloot Montea met MG Real Estate (De Paepe Group) een partnershipovereenkomst voor de ontwikkeling van het duurzaam logistiek park "MG Park De Hulst" in Willebroek. Met het project voor Dachser kondigen de partners hun eerste gezamelijke ontwikkeling aan. Partijen hebben een lange termijn huurovereenkomst afgesloten voor een vaste periode van 15 jaar.
Montea «Space for Growth» - site MG Park De Hulst - Dachser (BE)
82 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 7/02/2014 of www.montea.com.
De ontwikkeling van het eerste plot omvat een terrein van ca 37.800 m² waarop een crossdock gebouw op maat zal worden gebouwd van ca 6.800 m² opslagruimte en ca 2.300 m² kantoorruimte. In een tweede fase kan het gebouw met 1.700 m² worden uitgebreid.
Het crossdock gebouw zal in de loop van het derde kwartaal van 2014 operationeel zijn. Montea zal dit pand verwerven bij de oplevering, mits aan een aantal gebruikelijke opschortende voorwaarden is voldaan.
In 2008 kocht Montea de site "Unilever" in Vorst. Deze site is een van de weinige strategische industriële en logistieke sites op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (gemeente Vorst) langs de Brusselse buitenring. De site heeft een oppervlakte van ongeveer 87.000 m² en bestond bij de aankoop uit 8 verschillende gebouwen met Unilever als hoofdhuurder. In het kader van het dynamisch beheer van haar vastgoedportefeuille, besloot Montea in 2013 om het oudste gebouw van ca 14.000 m² af te breken en een nieuw duurzaam project te ontwikkelen.
In een eerste fase zal Montea voor Metro op de site een distributiecentrum op maat ontwikkelen met een
totale oppervlakte van 3.500 m². De werken werden reeds gestart en het nieuwe distributiecentrum zal in principe in september 2014 operationeel zijn. De huurovereenkomst heeft een vaste looptijd van 27 jaar. Deze transactie werd begeleid door Colliers International.
Montea «Space for Growth» - site Vorst - Metro (BE)
Deze twee transacties in België vertegenwoordigen samen een totale investeringswaarde van EUR 16,6 miljoen en zullen op basis van een bruto aanvangsrendement van 7,7% een bijkomende huur van EUR 1,28 miljoen per jaar genereren.
De activiteiten van Montea worden onder meer beïnvloed door de algemene economische conjunctuur. Een lagere economische groei kan onrechtstreeks een invloed hebben op de bezettingsgraad en op de huurinkomsten. Tevens kan dit ook het risico vergroten dat bepaalde huurders hun verplichtingen niet nakomen.
Dit risico wordt bij Montea deels verholpen door de diversificatie van de inkomsten (e.g. zonnepanelen), de geografische diversificatie (België, Frankrijk en Nederland) en het aangaan van huurcontracten voor een langere looptijd met kwalitatief hoogstaande klanten uit verschillende sectoren. Het stopzetten van de subsidies voor nieuwgeplaatste zonnepanelen vanaf 1/02/2014, zal geen (retro-actieve) impact hebben op de resultaten van Montea.
In 2014 zal Montea zich verder focussen op de groei van haar portefeuille (externe groei), de verbetering van de kwaliteit van de gebouwen (interne groei) en de diversificatie van haar inkomsten.
In het jaar 2014 zal Montea haar expertise en ervaring gebruiken om haar externe groei te verder te zetten. Hierbij wordt gefocust op:
Naast externe groei, zal Montea de focus leggen op de optimalisatie van de bestaande portefeuille. Montea ziet drie belangrijke opportuniteiten:
Tot slot bekijkt Montea een aantal mogelijke desinvesteringen van enkele kleinere sites in België en Frankrijk.
• Bezettingsgraad
Op 31/12/2013 bedraagt de bezettingsgraad 94,9%.
In het jaar 2014 is er een totale oppervlakte van 62.000 m² die voorwerp zal uitmaken van huurverlengingen en/of nieuwe huurcontracten (10,6% van de totale oppervlakte).
83 In de berekening van de bezettingsgraad werd geen rekening gehouden met dit uitbreidingspotentieel.
75% van deze eventuele leegstand (45.000 m²) bevindt zich in België. Meer dan de helft van deze totale oppervlakte in België betreft de site in Grimbergen (gedeelde eigendom met WDP).
WDP en Montea hebben een huurovereenkomst gesloten met Caterpillar Distribution Services Europe voor een periode van 9 jaar, met aanvang op 1 januari 2015. Hiermee kan de site proactief herverhuurd worden, nog voor de huidige huurder DHL de site zal verlaten (voorzien eind maart 2014) na 40 jaar trouwe klant geweest te zijn op deze locatie. DHL blijft daarnaast ook een langetermijnpartner op andere sites van zowel WDP als Montea84.
25% van deze eventuele leegstand (17.000 m²) bevindt zich op een vijftal sites in Frankrijk. Montea is ervan overtuigd dat zij deze huurcontracten kunnen verlengen en of nieuwe huurders kunnen vinden gelet op de goede ligging en de goede staat van deze sites.
Montea streeft ernaar om de 95% bezettingsgraad te bereiken.
• Ambitie om de waarde van de vastgoedportefeuille te laten stijgen met 30%
Rekening houdend met de reeds aangekondigde investeringen (zie persmededeling per 07/02/2014) en de ambitie om verder te groeien op basis van haar bestaande investeringspipeline heeft Montea de ambitie om haar vastgoedportefeuille te laten stijgen met 30% (> EUR 400 miljoen).
• Investeringscapaciteit van EUR 60 miljoen bij 60% schuldgraad
Rekening houdend met een schuldgraad van 60% beschikt Montea nog over een investeringscapaciteit van EUR 60 miljoen. Met de reeds aangekondigde investeringen (zie persmededeling per 07/02/2014) en de ambitie om verder te groeien op basis van haar bestaande investeringspipeline is Montea bezig met het bekijken van de diverse financieringsopportuniteiten in schuld en eigen vermogen (zoals een inbreng in natura en/of het organiseren van een kapitaalverhoging).
• Netto courant resultaat
Montea behaalde in het jaar 2013 een netto courant resultaat van EUR 13,50 miljoen (EUR 2,05 per aandeel). Op basis van deze resultaten, en rekening houdend met (i) de full year impact van de gedane investeringen in 2013, (ii) de reeds aangekondigde investeringen (die vooral bestaan uit "build-to-suit" projecten die slechts beperkte huurinkomsten genereren voor het jaar 2014) en (iii) een inschatting van de herverhuring van de leegstaand, heeft Montea de ambitie om het netto courant resultaat te laten stijgen met minstens 10% tot EUR 14,8 miljoen.
84 Voor meer informatie verwijzen wij naar het persbericht van 19/02/2014 of www.montea.com.
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur herneemt de belangrijkste regels die Montea heeft aangenomen in toepassing van de wetgeving en aanbevelingen inzake corporate governance en de manier waarop ze deze heeft toegepast gedurende het boekjaar 2013.
Montea past de aanbevelingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 (www.corporategovernancecommittee.be) toe. Indien zij daarvan afwijkt, licht zij dat in toepassing van artikel 96, §2 van het Wetboek van vennootschappen toe in deze verklaring inzake deugdelijk bestuur. Daarbij moet in ieder geval rekening worden gehouden met de omvang van het bedrijf en de aard van haar activiteit. Typisch voor een vastgoedbevak is dat zij een lichte structuur heeft met weinig personeel, wat een impact heeft op de organisatie van het bestuur.
De toepasselijke wetgeving omvat niet alleen het Wetboek van Vennootschappen, maar ook de Wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles (ICB-Wet) en het Koninklijk Besluit van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks (KB Vastgoedbevaks).
Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur maakt deel uit van het jaarverslag, overeenkomstig artikel 96, § 2 en § 3 van het Wetboek van vennootschappen.
Montea zelf heeft de vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen aangenomen en heeft slechts één statutair benoemde zaakvoerder. Deze statutaire zaakvoerder, Montea Management NV, heeft de vorm van een naamloze vennootschap (de Zaakvoerder). Als beherend vennoot is zij hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor alle verbintenissen van Montea.
De Vennootschap en haar Zaakvoerder leven de aanbevelingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 en de wettelijke bepalingen inzake corporate governance na door deze mutatis mutandis toe te passen op de organisatie van het bestuur binnen de Zaakvoerder. Als bestuursorgaan van de Zaakvoerder van de Vennootschap is het immers de raad van bestuur van Montea Management NV die collegiaal beslist over de waarden en de strategie van Montea, over haar bereidheid om risico's te nemen en over de voornaamste beleidslijnen. De structuur van de commanditaire vennootschap op aandelen is aldus transparant met betrekking tot corporate governance.
In het corporate governance charter en in deze verklaring inzake deugdelijk bestuur wordt dan ook met de term "raad van bestuur" de raad van bestuur van de Zaakvoerder van Montea – Montea Management NV – bedoeld.
Het uitvoerend management wordt wel georganiseerd binnen de rechtspersoon Montea Comm.VA en staat onder het toezicht van de raad van bestuur van de Zaakvoerder.
De Vennootschap leeft aldus de bepalingen na van de Corporate Governance Code, met uitzondering van de hierna volgende bepalingen:
• overeenkomstig bepaling 4.6 van de Corporate Governance Code 2009 mag het mandaat van een bestuurder niet meer dan vier jaar bedragen. Van dit maximum kan worden afgeweken teneinde een zekere rotatie binnen het bestuur mogelijk te maken. Deze uitzondering geldt voor de gedelegeerd bestuurder die op 30/09/2010 voor zes jaar werd benoemd.
Voor verdere informatie wordt verwezen naar de tabel onder punt 4.10.3.6, (iii) (Raad van bestuur – Samenstelling).
De raad van bestuur van de Zaakvoerder is verantwoordelijk voor de evaluatie van de risico's die eigen zijn aan de Vennootschap en voor de opvolging van de doeltreffendheid van de interne controle.
Het uitvoerend management van de Vennootschap is op zijn beurt dan verantwoordelijk voor het opzetten van een systeem van risicobeheer en de doeltreffendheid van de interne controle.
Montea organiseert het beheer van de interne controle en van de risico's van de Vennootschap aan de hand van:
Daarbij gaat ook een bijzondere aandacht uit naar de betrouwbaarheid van het proces van rapportering en de financiële informatieverstrekking.
De belangrijkste kenmerken van de controleomgeving bestaan uit:
• De risicocultuur:
Montea gedraagt zich als een goede huisvader om stabiele en recurrente inkomsten te genereren. Montea hanteert een voorzichtige aanpak aangaande het investeringsbeleid en zal speculatieve projecten vermijden.
• Een duidelijke omschrijving van het doel van de Vennootschap: Montea is een toonaangevende beursgenoteerde vastgoedbevak in logistiek en semi-industrieel vastgoed. Montea stelt zich tot doel om een gediversifieerde vastgoedportefeuille op te bouwen die stabiele recurrente inkomsten genereert. Montea laat zich hierbij leiden door het belang van de logistieke wereld in de Benelux en Frankrijk.
85 Voor de beschrijving van deze risico's wordt verwezen naar hoofdstuk 1: Risicofactoren.
• Een definitie van de rol van de verschillende beheersorganen:
Montea beschikt over een raad van bestuur, een auditcomité, een remuneratie- en benoemingscomité en een investeringscomité. Het auditcomité heeft de specifieke taak inzake de interne controle en het risicobeheer van de Vennootschap. Inzake de boekhouding van de Franse en de Nederlandse vennootschappen laat de Vennootschap zich bijstaan door een derde partij, Primexis en Vistra, die louter materiële bijstand leveren aan Montea (het betreft voor alle duidelijkheid geen delegatie van beheerstaken).
Op prioriteitsbasis van de risico's wordt er tweemaal per jaar een evaluatie gemaakt van de voornaamste risico's van de Vennootschap. Deze risico's worden besproken in het hoofdstuk "Risicofactoren" van dit verslag.
De specifieke controlewerkzaamheden van de Vennootschap kunnen we onderverdelen in de volgende categorieën:
o er worden ad hoc steekproeven uitgevoerd naargelang de materialiteit.
controlewerkzaamheden op het vlak van de voornaamste financiële risico's zoals:
De algemene communicatie binnen de Vennootschap is aangepast aan haar omvang. Deze is voornamelijk gebaseerd op algemene personeelscommunicatie, interne werkvergaderingen en algemeen e-mailverkeer.
Het proces van de financiële informatie is op kwartaal-, halfjaarlijkse en jaarlijkse basis gebaseerd. Jaarlijks wordt hiervoor een retroplanning opgesteld. Het interne boekhoudteam in België en het externe kantoor in Frankrijk en Nederland verschaffen de boekhoudkundige cijfers. Deze cijfers worden geconsolideerd en geverifieerd door het controlling team dat verslag uitbrengt bij de CFO.
De kwaliteit van de interne controle wordt in de loop van het boekjaar beoordeeld door:
Montea heeft de rechtsvorm van een commanditaire vennootschap op aandelen en werd op 26 september 2006 door de FSMA erkend als openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht. Die erkenning ging in op 1 oktober 2006.
In overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen en haar statuten wordt Montea bestuurd door een statutaire zaakvoerder-vennoot, Montea Management NV ("Montea Management" of de "Zaakvoerder"), een vennootschap die hoofdelijk en zonder beperking aansprakelijk is voor alle verbintenissen van Montea en die zelf wordt vertegenwoordigd door haar vaste vertegenwoordiger, de heer Jo De Wolf.
Montea Management wordt bestuurd door een raad van bestuur die zo is samengesteld dat Montea autonoom en in het uitsluitend belang van haar aandeelhouders kan worden bestuurd, en telt minstens drie onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, conform de bepalingen van de ICB-Wet en het KB Vastgoedbevaks.
De structuur van de commanditaire vennootschap op aandelen is transparant. Dit betekent dat alle regels van het KB Vastgoedbevaks van toepassing zijn op haar bestuursorgaan, de Zaakvoerder en op de bestuurders van de Zaakvoerder.
In deze optiek heeft Montea de principes op het vlak van corporate governance uitgebreid tot de bestuurders van de Zaakvoerder.
De corporate governance structuur van Montea kan, conform de Belgische Corporate Governance Code 2009, als volgt schematisch worden weergegeven:
De Zaakvoerder vertegenwoordigt de Vennootschap in en buiten rechte. Overeenkomstig artikel 9, § 2 van het KB Vastgoedbevaks wordt de Vennootschap voor iedere handeling betreffende beschikking over vastgoed in de zin van artikel 2, 20° van het KB Vastgoedbevaks vertegenwoordigd door de Zaakvoerder, die daarvoor wordt vertegenwoordigd door de vaste vertegenwoordiger van de Zaakvoerder, de heer Jo De Wolf, en ten minste één bestuurder van de Zaakvoerder.
De personen die deel uitmaken van de bedrijfsleiding, alsook de statutaire zaakvoerder, hebben hun kantooradres op de maatschappelijke zetel van Montea (dit uitsluitend voor aangelegenheden die betrekking hebben op Montea).
De bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering van Montea Management NV bij gewone meerderheid uit een lijst van kandidaten, voorgedragen door de raad van bestuur, op advies van het remuneratie- en benoemingscomité. Met uitzondering van één aandeel aangehouden door Jo De Wolf, is de algemene vergadering van de Zaakvoerder samengesteld uit de vijf kinderen van wijlen de heer Pierre De Pauw, die elk 20% van de aandelen aanhouden.
De bestuurders worden in principe benoemd voor een periode van maximum vier jaar, doch, in afwijking van aanbeveling 4.6. van de Belgische Corporate Governance Code 2009, kan van dit maximum worden afgeweken teneinde een zekere rotatie binnen het bestuur mogelijk te maken.
Montea brengt de FSMA voorafgaandelijk op de hoogte van de voordracht tot benoeming of hernieuwing van benoeming, van de niet-hernieuwing van benoeming of van het ontslag van de bestuurders in toepassing van artikel 39, § 3 van de ICB-Wet.
Het benoemingsproces wordt geleid door de Voorzitter van de raad van bestuur. Kandidaat-bestuurders of kandidaten tot herbenoeming als bestuurder worden door de raad van bestuur aan de aandeelhouders van de Zaakvoerder voorgedragen op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité.
Vóór elke nieuwe benoeming gebeurt een evaluatie van de bekwaamheden, kennis en ervaring die reeds aanwezig zijn in de raad van bestuur en deze die nog nodig zijn. Dit zorgt voor de vereiste diversiteit en complementariteit inzake de diverse achtergronden en competenties van de bestuurders. Er wordt een profiel uitgewerkt van de vereiste rol.
Niet-uitvoerende bestuurders worden bewust gemaakt van de omvang van hun plichten op het ogenblik van hun kandidaatstelling.
De leden van de raad van bestuur worden geëvalueerd op grond van volgende criteria:
Niet-uitvoerende bestuurders mogen niet meer dan vijf (5) bestuursmandaten in beursgenoteerde vennootschappen tegelijk bekleden. Eventuele wijzigingen in hun andere engagementen buiten Montea, worden ten gepaste tijde aan de Voorzitter en het remuneratie- en benoemingscomité gemeld.
Conform artikel 9, §1 van het KB Vastgoedbevaks moeten minstens drie bestuurders onafhankelijk zijn in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen. Op heden voldoen de volgende bestuurders aan de onafhankelijkheidscriteria van voormeld artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen:
86 Vanaf zijn voorgestelde herbenoeming door de algemene vergadering van Montea Management NV op 20 mei 2014, zal hij niet langer kwalificeren als onafhankelijk in de technische zin van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen. Hij blijft in voorkomend geval niet-uitvoerend bestuurder.
De raad van bestuur bestaat uit tien leden87:
| Naam | Hoedanigheid/Functie | Aanvang eerste | Einde mandaat |
|---|---|---|---|
| Gerard Van Acker BVBA, vertegenwoordigd door Gerard Van Acker |
Onafhankelijk bestuurder, Voor zitter van de raad van bestuur |
mandaat 01/10/2006 |
20/05/2014 |
| Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door Jo De Wolf |
Gedelegeerd Bestuurder, Chief Executive Officer (CEO). |
30/09/2010 | 17/05/2016 |
| DDP Management BVBA, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw |
Uitvoerend bestuurder, voorzitter van het investeringscomité en verantwoordelijk voor business development in Frankrijk |
01/10/2006 | 19/05/2015 |
| PSN Management BVBA, vertegenwoordigd door Peter Snoeck |
Uitvoerend bestuurder, Chief Operating Officer (COO) |
01/10/2006 | 19/05/2015 |
| André Bosmans Mgt BVBA, vertegenwoordigd door André Bosmans |
Niet-uitvoerend bestuurder | 01/10/2006 | 19/05/2015 |
| Federale Verzekering, vertegenwoordigd door Jean-Marc Mayeur |
Niet-uitvoerend bestuurder | 15/05/2012 | 19/05/2015 |
| Belfius Insurance Belgium NV (voorheen Dexia Insurance Belgium NV), ver-tegenwoordigd door Dirk Vanderschrick |
Niet-uitvoerend bestuurder | 15/05/2012 | 19/05/2015 |
| EMOR BVBA, vertegenwoordigd door Francis Rome |
Onafhankelijk bestuurder | 21/05/2013 | 17/05/2016 |
| Ciska Servais BVBA, vertegenwoordigd door Ciska Servais |
Onafhankelijk bestuurder | 21/05/2013 | 17/05/2016 |
| Insumat NV, vertegenwoordigd door Sophie Maes |
Onafhankelijk bestuurder | 03/10/2013 | 17/05/2016 |
De raad van bestuur heeft op advies van het remuneratie- en benoemingscomité geverifieerd dat de onafhankelijke bestuurders voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen.
Met ingang van 21 mei 2013, namen de bestuursmandaten van volgende bestuurders een einde:
Op de algemene vergadering van 21 mei 2013 werd het ontslag aanvaard van Stratefin Management BVBA, vertegenwoordigd door de heer Christian Terlinden, als bestuurder van Montea Management NV.
Met ingang van 21 mei 2013, startte het bestuursmandaat van volgende bestuurders:
87 De vlotte en efficiënte werking van de raad van bestuur wordt niet gehinderd door zijn relatief omvangrijke samenstelling.
Met ingang van 3 oktober 2013, startte het bestuursmandaat van Insumat NV, met als vaste vertegenwoordiger Sophie Maes.
De raad van bestuur telt momenteel twee vrouwelijke leden. De raad van bestuur houdt er rekening mee dat tegen 1 maart 2017, minstens 1/3 van de bestuursmandaten door personen van het andere geslacht dienen te worden opgenomen en zal op basis hiervan telkens de kandidatuur van vrouwelijke leden overwegen ter vervanging van bestaande mandaten of voor de aanstelling van nieuwe mandaten. In dit kader werden de twee mandaten die kwamen te vervallen in 2013, vervangen door vrouwelijke leden.
Op de algemene vergadering van 20/05/2014 komt het mandaat van BVBA Gerard Van Acker ten einde. De raad van bestuur zal voorstellen aan de algemene vergadering van Montea Management NV om diens mandaat voor één jaar te verlengen. Dit wordt het vierde mandaat van (de vaste vertegenwoordiger van) de BVBA Gerard Van Acker, waardoor hij vanaf 20/05/2014 niet langer zal kwalificeren als onafhankelijk bestuurder in de technische zin van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen. Hij zal zijn mandaat voortzetten als niet-uitvoerend bestuurder.
Hierna vindt u het beknopte curriculum van ieder van de bestuurders of, in het geval dat vennootschappen bestuurder zijn, van hun vaste vertegenwoordigers, met vermelding van de andere mandaten die zij als lid van de administratieve, beheer- of controleorganen in andere vennootschappen in de loop van de voorbije vijf jaar hebben vervuld (met uitzondering van de dochterondernemingen van de Vennootschap).
Gerard Van Acker, geboren in 1943, studeerde rechten en politieke en administratieve Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel.
Hij is bestuurder van de vennootschappen ABO Holding NV, Capricon Venture Partners, Qbic nv, ICAB nv en voorzitter van de raad van bestuur van Capital E en van Capital E II, alsmede van BI3 Fund. Tevens is hij bestuurder bij Imec vzw. Bij bepaalde van deze vennootschappen en vzw's is hij bovendien voorzitter of lid van het auditcomité en/of het remuneratie- en benoemingscomité. Hij is ook erevoorzitter van Plan België. Vanaf 5 november 2008 werd de heer Gerard Van Acker als bestuurder van de NV Montea Management, Zaakvoerder van Montea Comm. VA, vervangen door de BVBA Gerard Van Acker, met als vaste vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker, in overeenstemming met artikel 39 van de ICB-Wet.
Jo De Wolf, geboren in 1974, behaalde een diploma van Master in Applied Economics aan de KU Leuven, behaalde een MBA aan de Vlerick School voor Management en volgde het Master in Real Estate programma aan de KU Leuven.
a. De mandaten die in de afgelopen vijf jaar zijn vervallen: In 2006 (tot oktober 2010) kwam hij aan het hoofd van de vastgoedafdeling van The Brussels Airport Company, waar hij onder andere verantwoordelijk was voor de herontwikkelingsstrategie en de uitbreiding van de logistieke zone Brucargo op Brussels Airport.
88 In de vorige jaarverslagen stond de einddatum van het mandaat van Jo De Wolf BVBA verkeerd vermeld.
Vanaf 30 september 2010 werd Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door de heer Jo De Wolf, aangesteld als effectieve leider van Montea Comm. VA, overeenkomstig artikel 38 van de Wet van 20 juli 2004 (thans artikel 39 van de ICB-Wet). Sinds mei 2011 bestuurder van BVS-UPSI (Beroepsvereniging van de Vastgoedsector). Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door de heer Jo De Wolf, is aangesteld als effectieve leider van Montea Comm. VA, overeenkomstig artikel 39 van de ICB-Wet.
Peter Snoeck, geboren in 1957, behaalde zijn diploma van industrieel ingenieur elektromechanica in Gent. Hij studeerde daarna bedrijfsbeheer aan de KUL en volgde een opleiding tot vastgoedmakelaar.
Sinds 2006 is Peter Snoeck uitvoerend bestuurder van de Zaakvoerder van Montea. Hij bekleedt de functie van COO en vertegenwoordigt de familie Pierre De Pauw in de raad van bestuur.
Dirk De Pauw, geboren in 1956, is één van de stichtende aandeelhouders van Montea. Hij behaalde zijn diploma boekhouding en bedrijfsbeheer aan het IHNUS te Gent en volgde daarna aanvullende opleidingen aan de Vlerick Leuven Gent Management School.
Hij is sinds 1982 gedelegeerd bestuurder van de NV CLIPS te Asse. Dirk De Pauw is Bestuurder van de Zaakvoerder van Montea en Voorzitter van het Investeringscomité van de Vennootschap. Hij vertegenwoordigt de familie Pierre De Pauw in de raad van bestuur.
André Bosmans, geboren in 1954, behaalde een diploma rechten (Rijksuniversiteit Gent - RUG) en behaalde in 1978 eveneens een diploma notariaat aan de RUG.
b. De lopende mandaten:
Sinds 1996 is hij secretaris-generaal van Banimmo. In 2007 werd hij en lid van het directiecomité van Banimmo en in 2011 werd hij bestuurder van Banimmo. Hij is sinds augustus 2006, via zijn managementvennootschap, bestuurder van diverse vennootschappen (Banimmo, NV Conferinvest, Comulex, Immo Property Services – IPS, Lex 84, Luso Invest). Hij is ook in persoonlijke naam bestuurder van de naamloze vennootschap Grondbank The Loop, van Cardev NV en van Schoonmeers-Bugten NV en zaakvoerder van de CVBA P.D.S.M. Hij is ten slotte onafhankelijk bestuurder van de NV VEDIS in persoonlijke naam en van de NV International Commerce and Trading via zijn managementvennootschap. Hij is lid van het directiecomité van Belgian Land NV.
Jean-Marc Mayeur, geboren in 1970, behaalde een diploma Handelsingenieur (Solvay Business School – ULB).
Federale Management sinds 2012, Federale Invest sinds 2013, K building (Filiaal van de Federale Verzekering die in studentenkamers investeert) sinds 2012, Senior Housing Invest (Filiaal van de Federale Verzekering die in rusthuizen investeert) sinds 2012; Milsenhof NV sinds 201 , De Muze NV sinds 2013. Sinds mei 2012 vertegenwoordigt hij als Chief Investment Officer de Federale Verzekering als bestuurder van Montea.
Dirk Vanderschrick, geboren in 1965, behaalde het diploma van Licentiaat Handels- en Financiële Wetenschappen en een Master of Business Administration aan de K.U. Leuven.
Francis Rome, geboren in 1948, behaalde het diploma van Licentiaat Toegepaste en Economische Wetenschappen en een M.A. en Doctoraat in International Relations.
Eurobrokers N.V. (transport en distributie), Inno.com CVBA (I.T. consultancy), Logit Systems AS (I.T. Norway mandaat tot februari 2013) en Logit Systems BVBA (I.T. solutions).
Francis Rome is professor aan de Universiteit Antwerpen, Directeur van het Vlaams Instituut voor de Logistiek en voorzitter van de Vlaamse Havencommissie.
Ciska Servais, geboren in 1965, behaalde het diploma van Licentiaat in de Rechten, een Master in International Legal Cooperation en een bijzondere licentie in de Milieukunde.
Sophie Maes, geboren in 1957, behaalde het diploma van Licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen.
c. De lopende mandaten in eigen naam: Bestuurder Ghent Industrial Investment NV, Aalterpaint NV, ACS Technics NV, Investissement Leopold NV, Profin BVBA, Algemene Bouw Maes NV, MAPP SCI, Imco SCI, VOKA Vlaams Economisch Verbond VZW, Insumat NV, Buidling Hotel Maes NV, BVS- UPSI ( voorzitter Vlaanderen), BNP Paribas Fortis Bank ( Comité van beheer), Vlaams Overleg voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting VZW
d. De lopende mandaten van de vennootschap Insumat: Bestuurder bij Aedifica, Alides Projects NV, Orelio NV, Building Hotel Maes NV, Investera NV, Investpool NV, ACS Technics NV, Alides NV, Espace Belliard NV, Fonsny NV, Gindac NV, Immo Spa NV, Krekelendries NV, R. Maes NV, Paestum NV.
De Vennootschap bevestigt dat de bovenvermelde niet-uitvoerende bestuurders (zie 4.10.3.2) voldoen aan bepaling 4.5 van de Belgische Corporate Governance Code 2009 (zie (iii) Samenstelling), die voorschrijft dat niet-uitvoerende bestuurders niet meer dan vijf mandaten in genoteerde vennootschappen mogen uitoefenen.
Montea Management NV handelt, bij de uitvoering van haar taken in de hoedanigheid van Zaakvoerder, in het exclusieve belang van Montea. De raad van bestuur van Montea Management NV heeft in dit kader in het bijzonder volgende taken:
In 2013 is de raad van bestuur zes maal samengekomen. Emor BVBA en Ciska Servais BVBA waren pas vertegenwoordigd in de raad van bestuur na hun aanstelling op de algemene vergadering van mei 2013. Insumat NV was pas vertegenwoordigd in de raad van bestuur na haar aanstelling op 3 oktober 2013. De bestuurders waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Bestuurder, | Einddatum | Aanwezigheid | ||
|---|---|---|---|---|
| Naam | Functie | vertegenwoordiger van | mandaat | in 2013 |
| Van Acker Gerard BVBA, vertegenwoordigd door Gerard Van Acker | Voorzitter | Onafhankelijk bestuurder | Mei 2014 | 6/6 |
| First Stage Management NV, vertegenwoordigd door Hugo Van Hoof | Ondervoorzitter | Onafhankelijk bestuurder | Mei 2013 | 3/3 |
| Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door Jo De Wolf | CEO Montea Comm.VA | Gedelegeerd bestuurder | Mei 2016 | 6/6 |
| André Bosmans Management BVBA, vertegenwoordigd door André Bosmans | Bestuurder | Banimmo | Mei 2015 | 6/6 |
| Stratefin Management BVBA, vertegenwoordigd door Christian Terlinden | Bestuurder | Banimmo | Mei 2013 | 2/2 |
| DDP Management BVBA, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Bestuurder | Familie De Pauw | Mei 2015 | 6/6 |
| PSN Management BVBA, vertegenwoordigd door Peter Snoeck | COO Montea Comm.VA | Familie De Pauw | Mei 2015 | 5/6 |
| Eddy Hartung | Onafhankelijk Bestuurder | Onafhankelijk bestuurder | Mei 2013 | 3/3 |
| Philip Van gestel BVBA, vertegenwoordigd door Philip Van gestel | Onafhankelijk Bestuurder | Onafhankelijk bestuurder | Mei 2013 | 3/3 |
| Jean-Marc Mayeur | Bestuurder | Federale Verzekering | Mei 2015 | 6/6 |
| Dirk Vanderschrick | Bestuurder | Belfius Insurance Belgium | Mei 2015 | 4/6 |
| Emor BVBA, vertegenwoordigd door Francis Rome | Onafhankelijk Bestuurder | Onafhankelijk bestuurder | Mei 2016 | 3/3 |
| Ciska Servais BVBA, vertegenwoordigd door Ciska Servais | Ondervoorzitter | Onafhankelijk bestuurder | Mei 2016 | 3/3 |
| Insumat NV, vertegenwoordigd door Sophie Maes | Onafhankelijk Bestuurder | Onafhankelijk bestuurder | Mei 2016 | 3/3 |
Op de vergaderingen van de raad van bestuur werden onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
Teneinde de werking van de raad van bestuur te optimaliseren heeft de raad van bestuur twee adviserende comités opgericht in zijn schoot en onder zijn verantwoordelijkheid:
De raad van bestuur beoordeelt de doeltreffendheid van haar comités.
Na elke vergadering ontvangt de raad van bestuur van elk comité een verslag over haar bevindingen en aanbevelingen. Tussentijds wordt ad hoc informatie verstrekt aan de bestuurders en elke bestuurder kan te allen tijde alle informatie opvragen op eerste verzoek via de Voorzitter van de raad van bestuur.
Individuele bestuurders en de comités kunnen te allen tijde via de Voorzitter van de raad van bestuur, de raad van bestuur verzoeken om op kosten van de Vennootschap beroep te doen op externe deskundigen (juridische adviseurs, fiscale adviseurs, enz., conform artikel 4.11 van de Belgische Corporate Governance Code 2009). Deze externe deskundigen kunnen worden aangesteld in het licht van nieuwe aankopen, desinvesteringen en nieuwe reglementeringen inzake milieu en wettelijke aangelegenheden. De raad van bestuur is verplicht om op een dergelijke vraag van een bestuurder of comité in te gaan indien deze door de meerderheid van de bestuurders wordt goedgekeurd.
Daarnaast laat de raad van bestuur zich inzake investeringsdossiers adviseren door een investeringscomité waarvan de raad de samenstelling heeft bepaald.
Gelet op de omvang van de Vennootschap, haar activiteiten en de efficiëntie van haar beslissingsproces, is er geen nood tot formele aanduiding van een secretaris.
De Voorzitter van de raad van bestuur wordt door de raad van bestuur gekozen onder zijn leden. De Voorzitter wordt aangesteld op basis van zijn kennis, vakkundigheid, ervaring en bemiddelingsvermogen.
De functie van Voorzitter kan niet gecumuleerd worden met die van CEO.
De Voorzitter heeft de bijzondere taak om:
De professionele ontwikkeling van de bestuurders wordt gegarandeerd door:
Dit jaar zijn er informele opleidingssessies geweest omtrent good governance en e-commerce.
De evaluatie van de bestuurders gebeurt op verschillende niveaus:
De raad van bestuur wordt hierin bijgestaan door het remuneratie- en benoemingscomite en eventueel ook door externe deskundigen.
De bijdrage van elke bestuurder wordt periodiek geëvalueerd, zodat, in geval van wijzigende omstandigheden, de samenstelling van de raad van bestuur zou kunnen worden aangepast. In geval van een herbenoeming vindt er een evaluatie plaats van de bijdrage van de bestuurder op basis van een vooraf bepaalde en transparante procedure.
De raad van bestuur zorgt ervoor dat kan worden voorzien in de opvolging van de bestuurders. Hij zorgt ervoor dat alle benoemingen en herbenoemingen, zowel van uitvoerende als niet-uitvoerende bestuurders, toelaten om het evenwicht van bekwaamheden en ervaring binnen de raad van bestuur in stand te houden.
Het auditcomité werd opgericht conform artikel 526bis van het Wetboek van vennootschappen, met ingang van 1 januari 2009 en staat de raad van bestuur bij in de vervulling van diens toezichtstaak op de interne en externe controle in de ruime zin van het woord.
Het auditcomité bestaat uit de volgende bestuurders:
Het mandaat van First Stage Management NV, vertegenwoordigd door Hugo Van Hoof, voormalig voorzitter, en van de heer Eddy Hartung werd beëindigd in mei 2013.
Overeenkomstig artikel 526bis van het Wetboek van vennootschappen moet ten minste één lid van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. Terzake kan onder meer worden verwezen naar de ruime ervaring en deskundigheid van het voltallige comité.
De heer Gerard Van Acker heeft onder meer de volgende relevante ervaring:
De heer Dirk Vanderschrick heeft onder meer de volgende relevante ervaring:
• verantwoordelijk voor retail and commercial banking bij Belfius Bank.
Mevrouw Ciska Servais heeft onder meer de volgende relevante ervaring:
• lid van het auditcomité van CFE NV.
Wanneer het auditcomité beraadslaagt met betrekking tot de jaarlijkse financiële audit kan desgewenst een externe financiële adviseur en/of de commissaris worden uitgenodigd.
Het auditcomité is belast met de wettelijke taken beschreven in artikel 526bis van het Wetboek van vennootschappen. De taken van het auditcomité omvatten onder meer:
Daarnaast zal de aanbeveling tot benoeming (of hernieuwing van de benoeming) van de commissaris die door de raad van bestuur aan de algemene vergadering wordt gedaan, slechts kunnen gebeuren op voorstel van het auditcomité.
Het auditcomité brengt na iedere bijeenkomst verslag uit bij de raad van bestuur over de uitoefening van zijn taken, en in het bijzonder wanneer de raad van bestuur de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, en, in voorkomend geval, de voor publicatie bestemde verkorte-termijn financiële overzichten opstelt.
In 2013 kwam het auditcomité vijf maal bijeen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheidslijst 2013 |
|---|---|---|
| First Stage Management NV, vertegenwoordigd door Hugo Van Hoof | Bestuurder en Voorzitter | 3/3 |
| Van Acker Gerard BVBA, vertegenwoordigd door Gerard Van Acker | Onafhankelijk Bestuurder | 5/5 |
| Ciska Servais BVBA, vertegenwoordigd door Ciska Servais | Onafh. Bestuurder en Voorzitter | 2/2 |
| Dirk Vanderschrick | Bestuurder | 4/5 |
| Eddy Hartung | Bestuurder | 3/3 |
Daarbij werden onder meer volgende aangelegenheden behandeld:
Tijdens twee van de vergaderingen zijn voorgaande punten tevens besproken met de commissaris. Op alle vergaderingen werden voorgaande punten tevens besproken met de CEO en de CFO.
De belangrijkste criteria voor het evalueren van het auditcomité en haar leden zijn:
De evaluatie van de leden en de werking van het auditcomité gebeurt op permanente basis (i) enerzijds door de collega's onderling en (ii) anderzijds door de voltallige raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een collega/lid, kan hij dat bespreken met de Voorzitter van de raad van bestuur. De Voorzitter kan dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
De raad van bestuur heeft een remuneratiecomité opgericht conform artikel 526quater van het Wetboek van vennootschappen. Het remuneratiecomité treedt tevens op als benoemingscomité omwille van de beperkte omvang van de Vennootschap.
Het remuneratie- en benoemingscomité bestaat uit de volgende leden:
Het mandaat van Stratefin Management BVBA, vertegenwoordigd door Christian Terlinden en van de heer Eddy Hartung, werd beëindigd in mei 2013.
Deze samenstelling zorgt ervoor dat het comité beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratiebeleid omwille van hun ruime beroepservaring. Terzake kan worden verwezen naar de ruime ervaring en deskundigheid van Van Acker Gerard BVBA, vertegenwoordigd door Gerard Van Acker en van Ciska Servais BVBA, vertegenwoordigd door Ciska Servais.
De heer Gerard Van Acker heeft ondermeer de volgende relevante ervaring:
Mevrouw Ciska Servais heeft ondermeer de volgende relevante ervaring:
• lid van het remuneratiecomité van CFE NV.
Het remuneratie- en benoemingscomité neemt volgende activiteiten voor haar rekening:
Het remuneratie- en benoemingscomité is in 2013 vier maal bijeengekomen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheidslijst 2013 |
|---|---|---|
| Van Acker Gerard BVBA, vertegenwoordigd door Gerard Van Acker | Onafhankelijk Bestuurder | 4/4 |
| Stratefin Management BVBA, vertegenwoordigd door Christian Terlinden | Bestuurder | 1/1 |
| Eddy Hartung | Onafhankelijk Bestuurder | 1/1 |
| André Bosmans Management BVBA, vertegenwoordigd door André Bosmans | Bestuurder | 3/3 |
| Ciska Servais BVBA, vertegenwoordigd door Ciska Servais | Onafhankelijk Bestuurder | 3/3 |
Daarbij werden volgende aangelegenheden besproken:
De CEO woont de vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité bij wanneer het remuneratie- en benoemingscomité de objectieven en de remuneratie van het uitvoerend management en van het personeel bespreekt.
De werking van het remuneratie- en benoemingscomité wordt geëvalueerd aan de hand van volgende criteria:
De evaluatie van de leden en de werking van het remuneratie- en benoemingscomité gebeurt op permanente basis (i) enerzijds door de collega's onderling en (ii) anderzijds door de voltallige raad van bestuur. Wanneer iemand vraagtekens heeft bij de bijdrage van een collega/lid, kan hij dat bespreken met de Voorzitter van de raad van bestuur. De Voorzitter kan dan, naar eigen goeddunken, de nodige stappen ondernemen.
De raad van bestuur heeft het bestaande investeringscomité opgesplitst per geografische regio met het oog op het verkrijgen van professioneel advies in investeringsdossiers. In 2013 werd een specifiek investeringscomité opgericht voor Frankrijk.
Het investeringscomité België – Nederland bestaat uit de volgende personen:
Doordat het mandaat van First Stage Management NV, vertegenwoordigd door Hugo Van Hoof, als onafhankelijk bestuurder van Montea Management NV, eindigde in mei 2013 maakt hij geen deel meer uit van het investeringscomité Benelux. Door het vertrek van Amaury de Crombrugghe BVBA, vertegenwoordigd door Amaury de Crombrugghe bij de firma Banimmo, is hij geen lid meer van het investeringscomité Belgë – Nederland. Naar aanleiding van de aanstelling als bestuurder van Montea Management NV, werden Emor BVBA, vertegenwoordigd door Francis Rome en Insumat NV, vertegenwoordigd door Sophie Maes, opgenomen als lid van het investeringscomité Benelux.
Het investeringscomité Frankrijk, dat dit jaar is opgericht, bestaat uit de volgende personen:
Het investeringscomité is belast met de voorbereiding van de investerings- en desinvesteringsdossiers voor de raad van bestuur. Het investeringscomité volgt daarnaast de onderhandelingen met de verschillende tegenpartijen van Montea op. Deze onderhandelingen hebben voornamelijk betrekking op de verwerving (onder gelijk welke vorm) en de vervreemding van vastgoed, het sluiten van belangrijke verhuurovereenkomsten en/of de overnames van vastgoedvennootschappen.
In 2013 is het investeringscomité Benelux acht maal samengekomen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheidslijst 2013 |
|---|---|---|
| DDP Management BVBA, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Voorzitter | 8/8 |
| First Stage Management NV, vertegenwoordigd door Hugo Van Hoof | Lid | 3/3 |
| Amaury de Crombrugghe BVBA, vertegenwoordigd door Amaury de Crombrugghe | Lid | 2/2 |
| Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door Jo De Wolf | Lid | 8/8 |
| PSN Management BVBA, vertegenwoordigd door Peter Snoeck | Lid | 8/8 |
| Peter Verlinde | Lid | 8/8 |
| PDM cv, vertegenwoordigd door Peter Demuynck | Lid | 8/8 |
| GCA Consult BVBA, vertegenwoordigd door Griet Cappelle | Lid | 8/8 |
| Emor BVBA, vertegenwoordigd door Francis Rome | Lid | 4/4 |
| Insumat NV, vertegenwoordigd door Sophie Maes | Lid | 2/2 |
In 2013 is het investeringscomité Frankrijk zeven maal samengekomen. De leden waren aanwezig zoals aangegeven in onderstaande tabel:
| Naam | Functie | Aanwezigheidslijst 2013 |
|---|---|---|
| DDP Management BVBA, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | Voorzitter | 7/7 |
| Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door Jo De Wolf | Lid | 7/7 |
| Peter Verlinde | Lid | 7/7 |
| Jean de Beaufort | Lid | 7/7 |
| Laurent Horbette | Lid | 3/3 |
De raad van bestuur delegeert het uitvoerend management van Montea aan het uitvoerend management.
Op 31 december 2013 bestaat het uitvoerend management uit89:
Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door de heer Jo De Wolf, en PSN Management BVBA, vertegenwoordigd door de heer Peter Snoeck, kwalificeren eveneens als effectieve leiders in de zin van artikel 39, § 1 van de ICB-Wet.
89 De heer Peter Verlinde, PDM cv, vertegenwoordigd door Peter Demuynck, de heer Jean de Beaufort en GCA Consult BVBA, vertegenwoordigd door mevrouw Griet Cappelle hebben geen beslissingsbevoegdheid.
Het uitvoerend management is ondermeer belast met:
Het uitvoerend management is in het bijzonder belast met het beheer van vastgoed, het financieringsbeleid, het algemeen beheer van het personeel en het personeelsbeleid, het voorbereiden van alle wettelijk vereiste financiële en andere informatie en verslaggeving en het verstrekken van alle vereiste informatie aan het publiek of bevoegde instanties.
Het uitvoerend management werkt nauw samen in permanent overleg. Belangrijke beslissingen worden bij consensus genomen. Wanneer het uitvoerend management niet tot een akkoord komt, wordt de beslissing overgelaten aan de raad van bestuur.
Het uitvoerend management komt wekelijks bijeen. Op deze vergaderingen worden ondermeer de operationele zaken besproken met betrekking tot de dagelijkse werking, de stand van zaken van de lopende projecten en verhuringen en de evaluatie van nieuwe projecten die bestudeerd worden.
Het uitvoerend management brengt geregeld verslag uit aan de raad van bestuur over de vervulling van zijn opdracht.
Het uitvoerend management voorziet de raad van bestuur van alle relevante bedrijfs- en financiële informatie. Hierbij worden onder andere verstrekt: kerncijfers, een analytische voorstelling van de resultaten versus het budget, een overzicht van de evolutie van de vastgoedportefeuille, de geconsolideerde jaarrekening en toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening.
Voorstellen voor beslissingen die de raad van bestuur moet nemen, worden op de raad van bestuur toegelicht door de CEO.
Het uitvoerend management wordt geëvalueerd door de raad van bestuur, op basis van prestaties en doelstellingen.
De statuten van de Zaakvoerder voorzien dat de opdracht van Montea Management NV als statutair Zaakvoerder van de vastgoedbevak wordt vergoed. Deze vergoeding bestaat uit twee delen: een vast deel en een variabel deel.
Het vaste deel van de vergoeding van de Zaakvoerder wordt ieder jaar vastgelegd door de algemene vergadering van de vastgoedbevak. Deze forfaitaire vergoeding kan niet lager zijn dan EUR 15.000 per jaar.
Het variabel statutair gedeelte is gelijk aan 0,25% van het bedrag gelijk aan de som van het gecorrigeerd resultaat90 en van de netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld. De Zaakvoerder heeft recht op terugbetaling van de daadwerkelijk gedane kosten die rechtstreeks verband houden met zijn opdracht en waar voldoende bewijs van wordt geleverd.
In de loop van het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2013, bedroeg de vergoeding van de Zaakvoerder EUR 650.000 excl. BTW (vast en variabel gedeelte). Dit bedrag omvat de totale remuneratiekost in hoofde van de raad van bestuur van de Zaakvoerder, de vergoeding voor de gedelegeerd bestuurder en de werkingskosten van Montea Management NV.
De stijging van de vergoeding van de Zaakvoerder (van EUR 470.640,54 in 2012 naar EUR 650.000) werd doorgevoerd doordat, op basis van een jaarlijkse evaluatie en benchmarking, het remuneratie- en benoemingscomité beslist heeft om enerzijds het bedrag van de zitpenningen voor alle comités en anderzijds de vergoeding van de CEO aan te passen aan marktconforme voorwaarden.
Voor de niet-uitvoerende bestuurders wordt het continuïteitsprincipe toegepast. Zij worden enkel vergoed onder de vorm van zitpenningen betaald per effectief bijgewoonde vergadering van de raad van bestuur en van comités binnen de raad van bestuur. De voorzitter van de raad van bestuur ontvangt naast de zitpenningen een vaste vergoeding.
Deze uitbetaling van "zitpenningen" geldt niet voor de gedelegeerd bestuurder, de operationeel directeur en de Voorzitter van het investeringscomité (uitvoerende bestuurders). Deze worden afzonderlijk vergoed voor hun opdracht. Overeenkomstig de principes op het vlak van corporate governance is de vergoeding van de bestuurders proportioneel met hun verantwoordelijkheden en met de tijd die zij besteden aan hun functies.
90 Het gecorrigeerd resultaat = Netto resultaat + Afschrijvingen + Waardeverminderingen - Terugnemingen van waardeverminderingen - Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren +/- Andere niet-monetaire bestanddelen +/- Resultaat verkoop vastgoed +/- Variaties in de reële waarde van vastgoed. De variabele remuneratie bedraagt EUR 21.989 en werd berekend op basis van het gecorrigeerd resultaat.
Het bedrag van de zitpenningen voor de niet-uitvoerende bestuurders wordt jaarlijks goedgekeurd door de algemene vergadering op voorstel van de raad van bestuur, voorbereid door het remuneratie- en benoemingscomité. Alle leden van de raad van bestuur zijn bovendien gedekt door een polis burgerlijke aansprakelijkheid bestuurders. De totale premie van EUR 21.989 voor alle bestuurders samen, wordt gedragen door Montea Comm. VA.
Er worden geen aanvullende vergoedingen (bedrijfswagen, pensioen, opties, GSM, enz.) uitgekeerd aan de bestuurders. De niet-uitvoerende bestuurders komen ook niet in aanmerking voor de toekenning van variabele vergoedingen.
De zitpenning voor de niet-uitvoerende bestuurders werd voor het boekjaar 2013 vastgelegd op EUR 1.500 per vergadering voor alle bestuurders die daadwerkelijk deelnemen aan de raad van bestuur.
De Voorzitter van de raad van bestuur ontvangt ieder jaar een bijkomende vaste vergoeding van EUR 50.000.
Leden van het auditcomité, remuneratie- en benoemingscomité ontvangen een bijkomende zitpenning per effectief bijgewoonde vergadering van het comité. Deze zitpenningen voor het boekjaar 2013 werden vastgelegd op EUR 2.000 per zitting voor de Voorzitter van het auditcomité en EUR 1.000 per zitting voor de voorzitter van het remuneratie- en benoemingscomité en alle leden van het auditcomité en van het remuneratie- en benoemingscomité.
Op basis van een jaarlijkse evaluatie en benchmarking, heeft het remuneratie- en benoemingscomité beslist om het bedrag van de zitpenningen voor alle comités aan te passen aan marktconforme voorwaarden en om het aantal zittingen te beperken ten opzichte van voorgaande jaren.
Voor de bestuurders betekent dit dus dat zij m.b.t. het boekjaar 2013 volgende vergoeding hebben ontvangen:
| Naam | Functie | Bestuurder, vertegenwoordiger van |
Raad van Bestuur Jaarlijkse vaste vergoeding |
Raad van Bestuur Presentiegelden |
Auditcomité Presentiegelden |
Remuneratie comité Presentiegelden |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Van Acker Gerard BVBA vertegenwoordigd door Gerard Van Acker |
Voorzitter | Onafhankelijk bestuurder |
50.000,00 € | 7.500,00 € | 3.900,00 € | 2.000,00 € | 63.400,00 € |
| First Stage Management NV vertegenwoordigd door Hugo Van Hoof |
Ondervoorzitter | Onafhankelijk bestuurder |
3.000,00 € | 1.500,00 € | 0,00 € | 4.500,00 € | |
| Jo De Wolf BVBA vertegenwoordigd door Jo De Wolf |
Gedelegeerd bestuurder en CEO |
Gedelegeerd Bestuurder |
0,00 € | 0,00 € | |||
| André Bosmans Management BVBA vertegenwoordigd door André Bosmans |
Bestuurder | Banimmo | 7.500,00 € | 1.000,00 € | 8.500,00 € | ||
| Stratefin Management BVBA vertegenwoordigd door Christian Terlinden |
Bestuurder | Banimmo | 2.000,00 € | 600,00 € | 2.600,00 € | ||
| DDP Management BVBA vertegenwoordigd door Dirk De Pauw |
Bestuurder | Familie De Pauw | 0,00 € | 0,00 € | 0,00 € | ||
| PSN Management BVBA vertegenwoordigd door Peter Snoeck |
Bestuurder en COO | Familie De Pauw | 0,00 € | 0,00 € | 0,00 € | ||
| Eddy Hartung | Onafhankelijk bestuurder | Onafhankelijk bestuurder |
3.000,00 € | 900,00 € | 600,00 € | 4.500,00 € | |
| Philip Van gestel BVBA vertegenwoordigd door Philip Van gestel |
Onafhankelijk bestuurder | Onafhankelijk bestuurder |
3.000,00 € | 0,00 € | 3.000,00 € | ||
| Ciska Servais BVBA vertegenwoordigd door Ciska Servais |
4.500,00 € | 1.500,00 € | 1.000,00 € | 7.000,00 € | |||
| Jean-Marc Mayeur | 7.500,00 € | 7.500,00 € | |||||
| Dirk Vanderschrick | 4.000,00 € | 1.500,00 € | 5.500,00 € | ||||
| Emor BVBA vertegenwoordigd door Francis Rome |
4.500,00 € | 4.500,00 € | |||||
| Insumat BVBA vertegenwoordigd door Sophie Maes |
3.000,00 € | 3.000,00 € | |||||
| 50.000,00 € | 49.500,00 € | 9.300,00 € | 5.200,00 € | 114.000,00 € |
De raad van bestuur zal te allen tijde de remuneratie van de leden van de raad van bestuur en haar comités benchmarken met de markt. Deze zullen op jaarlijkse basis besproken worden in het remuneratie-en benoemingscomité en voorgelegd worden aan de raad van bestuur.
Voor de boekjaren 2014 en 2015 worden er geen wijzigingen voorzien aan de thans geldende remuneraties voor de leden van de raad van bestuur en haar comités.
Met uitzondering van het uitvoerend management, ontvangen de leden een zitpenning van EUR 2.000 per deelgenomen vergadering.
Voor de leden betekent dit dus dat zij m.b.t. het boekjaar 2013 volgende vergoeding hebben ontvangen:
| Naam | Functie | Bestuurder, vertegenwoordiger van |
IC |
|---|---|---|---|
| First Stage Management NV vertegenwoordigd door Hugo Van Hoof |
Ondervoorzitter | Onafhankelijk bestuurder |
4.000,00 € |
| de Crombrugghe BVBA vertegenwoordigd door Amaury de Crombrugghe |
2.000,00 € | ||
| DDP Management BVBA vertegenwoordigd door Dirk De Pauw |
Bestuurder | Familie De Pauw | 27.881,00 € |
| Emor BVBA, vertegenwoordigd door Francis Rome |
6.000,00 € | ||
| Insumat BVBA, vertegenwoordigd door Sophie Maes |
6.000,00 € | ||
| 45.881,00 € |
De raad van bestuur van de zaakvoerder zal te allen tijde de remuneratie van de leden het investeringscomité evalueren en analyseren. Deze zullen op jaarlijkse basis besproken worden in het remuneratie- en benoemingscomité en voorgelegd worden aan de raad van bestuur.
Voor de boekjaren 2014 en 2015 worden er geen wijzigingen aangebracht aan de thans geldende remuneraties voor de leden van de raad van bestuur en haar comités.
Leden van het uitvoerend management die tevens bestuurder zijn, ontvangen geen bezoldiging voor de uitoefening van hun bestuurdersmandaat.
De vergoeding van de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur, bestaat uit een vast en een variabel deel. Het bedrag van deze beide delen wordt vastgelegd door de raad van bestuur, rekening houdend met de verantwoordelijkheden en de tijd nodig voor deze functies, evenals met de in de sector gangbare praktijk. Voor de CEO bedraagt het variabel gedeelte 25% van de totale vergoeding. Voor de leden van het uitvoerend management bedraagt het variabel gedeelte tussen de 10% en de 25% van de totale vergoeding.
Noch de vaste vergoeding, noch de variabele vergoeding van de leden van het uitvoerend management mogen worden bepaald in functie van de door Montea of haar dochtervennootschappen uitgevoerde verrichtingen en transacties.
Zo zij in aanmerking komen voor variabele vergoeding, moeten de criteria die een deel of het geheel van de variabele vergoeding doen afhangen van resultaten, uitsluitend betrekking hebben op het geconsolideerde netto resultaat, met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en de afdekkingsinstrumenten.
Jaarlijks beslist de raad van bestuur op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité over de variabele vergoeding waarop de leden van het uitvoerend management recht kunnen hebben m.b.t. hun activiteiten voor het volgende boekjaar. Daarbij bepaalt de raad van bestuur de bedragen van de variabele vergoeding, alsook de prestatiecriteria waarvan deze vergoedingen afhankelijk zijn. In voorkomend geval worden de bepalingen van artikel 520bis, 520ter en 525 van het Wetboek van vennootschappen nageleefd.
De variabele vergoeding van de CEO voor het boekjaar 2013 werd in het begin van het boekjaar 2013 door het remuneratiecomité vastgelegd op basis van de volgende doelstellingen, die evenredig een mogelijke variabele vergoeding vertegenwoordigen:
Elk jaar wordt, aan de hand van een evaluatiegesprek met de Voorzitter van de raad van bestuur, bepaald of de vooropgestelde doelstellingen niet, geheel of gedeeltelijk behaald werden. Deze evaluatie (en de eventuele variabele vergoeding) wordt besproken op het remuneratie-en benoemingscomité en wordt nadien voorgelegd aan de eerstvolgende raad van bestuur.
De variabele vergoeding voor het boekjaar 2013 van de overige leden van het uitvoerend management werd in het begin van het boekjaar 2013 door het remuneratiecomité vastgelegd op basis van de volgende doelstellingen:
Elk jaar wordt, aan de hand van een evaluatiegesprek met de CEO, bepaald of de vooropgestelde doelstellingen niet, geheel of gedeeltelijk behaald werden. Deze evaluatie (en de eventuele variabele vergoeding) wordt voorgelegd door de CEO aan het remuneratie-en benoemingscomité en wordt nadien voorgelegd aan de eerstvolgende raad van bestuur.
Tijdens het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2013 heeft het uitvoerend management91 de volgende vaste en variabele vergoedingen ontvangen:
| Naam | Vaste vergoeding | Variabele vergoeding | Pensioenregeling | Andere bestanddelen van de vergoeding en diverse voordelen (*) |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| BVBA Jo De Wolf | 361.420,00 € | 116.930,00 € | 0,00 € | 0,00 € | 478.350,00 € |
| Andere leden van het uitvoerend management |
798.703,40 € | 174.857,60 € | 7.693,44 € | 16.595,00 € | 997.849,44 € |
| 1.160.123,40 € | 291.787,60 € | 7.693,44 € | 16.595,00 € | 1.476.199,44 € |
(*) Andere bestanddelen omvatten het voordeel van de hospitalisatieverzekering, de bedrijfswagen en de mobiele telefoon.
De vergoedingen van de andere leden van het uitvoerend management, bevatten enerzijds de gefactureerde bedragen van de management vennootschappen (PDM cv, PSN Management BVBA en GCA Consult BVBA) en anderzijds de volledige loonkost voor Peter Verlinde en Jean de Beaufort.
De contracten van het uitvoerend management voorzien niet in enig terugvorderingsrecht inzake variabele remuneratie die wordt toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
De CEO zal op jaarlijkse basis een analyse en evaluatie maken van de remuneratie voor het uitvoerend management op basis van marktanalyse. De samenvatting van deze analyse en evaluatie wordt door de CEO samen met de voorzitter van de raad van bestuur besproken voorafgaand het remuneratiecomité.
Op het remuneratiecomité wordt de analyse en evaluatie besproken en wordt een voorstel geformuleerd voor de remuneratie van het ganse team van Montea, inclusief die van het uitvoerend management. Deze wordt dan voorgelegd aan de eerstvolgende raad van bestuur ter goedkeuring.
Op het remuneratiecomité van 27 januari 2014 werden de volgende objectieven voor 2014 voor het uitvoerend management besproken en vastgelegd:
Voor de CEO:
91 Het uitvoerend management bestaat uit zes leden (zie punt 5.10.4).
Op de raad van bestuur van 14 november 2011 werd een optieplan goedgekeurd voor alle leden van het uitvoerend management, inclusief de uitvoerende bestuurders. De belangrijkste kenmerken van het optieplan zijn de volgende:
In het kader van het goedgekeurde optieplan, heeft de raad van bestuur op 5 november 2012 beslist om 1.046 additionele opties toe te kennen aan Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door Jo De Wolf, op advies van het remuneratie- en benoemingscomité. Dit optieplan is op geen enkele wijze verbonden met enige objectieven die elk lid van het uitvoerend management heeft in de uitoefening van zijn of haar taken.
In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de begunstigden van het optieplan met het aantal toegekende, niet-uitgeoefende en niet-vervallen opties.
| Naam | Aantal opties |
|---|---|
| Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door Jo De Wolf | 6.446 |
| PSN Management BVBA, vertegenwoordigd door Peter Snoeck | 3.900 |
| PDM cv, vertegenwoordigd door Peter Demuynck | 3.900 |
| Peter Verlinde | 3.900 |
| DDP Management BVBA, vertegenwoordigd door Dirk De Pauw | 1.300 |
| Jean de Beaufort | 3.900 |
De managementovereenkomst gesloten tussen de CEO en Montea voorziet in een éénmalige equivalente vergoeding van 6 maanden (vast en variabel gedeelte) bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst.
In de managementovereenkomsten van de andere leden van het uitvoerend management is bij beëindiging van de overeenkomst voorzien in het toekennen van een éénmalige equivalente vergoeding van 1 tot 12 maanden bij vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst. In de arbeidsovereenkomsten is niet afgeweken van de wettelijke bepalingen inzake arbeidsovereenkomsten.
In het volgend overzicht vindt u een overzicht van de vertrekvergoedingen voor de leden van het uitvoerend management.
| Naam | Vertrekvergoedingen |
|---|---|
| Jo De Wolf BVBA, vertegenwoordigd door Jo De Wolf | 6 maanden |
| PSN Management BVBA, vertegenwoordigd door Peter Snoeck | 12 maanden |
| PDM cv, vertegenwoordigd door Peter Demuynck | 3 maanden (*) |
| Peter Verlinde | (**) |
| Jean de Beaufort | (**) |
| GCA Consult BVBA, vertegenwoordigd door Griet Cappelle | 3 maanden (*) |
(*) dit wordt verhoogd met 1 maand per gepresteerd jaar met een Max. Van 6 maanden.
(**) de vertrekvergoedingen worden bepaald volgens de wettelijke bepalingen inzake arbeidsovereenkomsten.
Het toezicht op het uitvoerend management komt, conform de Belgische Corporate Governance Code 2009, toe aan de voltallige raad van bestuur van de Zaakvoerder. In de vervulling van deze opdracht van toezicht wordt de raad van bestuur bijgestaan door twee natuurlijke personen bestuurders, namelijk de Voorzitter van de raad van bestuur van de Zaakvoerder en de heer André Bosmans Management BVBA, vertegenwoordigd door André Bosmans, die gezamenlijk de voor de voltallige raad van bestuur, vereiste informatie verzamelen en de beraadslaging en de raad van bestuur terzake voorbereiden.
Dit toezicht houdt geen controle in op de inhoud van alle handelingen gesteld door de personen die zijn belast met het uitvoerend management.
Montea heeft in haar Corporate Governance Charter een bijzonder reglement ter preventie van marktmisbruik opgenomen.
De heer Peter Verlinde (CFO) werd in het kader van het bijzonder reglement ter preventie van marktmisbruik, benoemd tot Compliance Officer van Montea.
De commissaris wordt aangesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders en wordt gekozen uit de lijst van door de FSMA erkende commissarissen. De commissaris is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, met maatschappelijke zetel te 1831 Diegeen, De Keetman 2, vertegenwoordigd door mevrouw Christel Wymers. De commissaris werd op de jaarlijkse algemene vergadering van 21 mei 2013 herbenoemd voor een termijn van 3 jaar, zijnde tot de jaarvergadering van 2016. Deze herbenoeming werd bekrachtigd door de bijzondere algemene vergadering van 13 augustus 2013.
Conform het Wetboek van vennootschappen moet de commissaris onderstaande taken uitoefenen. Deze taken hebben voornamelijk betrekking op de controle van de boekhoudkundige informatie in de jaarrekeningen.
Verder verleent de commissaris zijn medewerking aan het toezicht door de FSMA en zal hij daartoe:
De berekeningsbasis voor het ereloon van de commissaris-revisor is een vaste jaarlijkse vergoeding. Voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2013 bedraagt het vaste ereloon van de commissaris Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door mevrouw Christel Wymers, voor het onderzoek en de controle van de enkelvoudige en geconsolideerde rekeningen van de groep Montea EUR 42.804,88 (excl. BTW). Naast het vermelde ereloon werd geen enkele andere vergoeding aan de commissaris uitgekeerd.
Artikel 6 van het KB Vastgoedbevaks, voorziet dat de vastgoedbevak haar vastgoed moet laten waarderen door één of meer onafhankelijke vastgoeddeskundigen. De deskundige treedt op in volle onafhankelijkheid en bezit de voor vastgoedwaardering vereiste professionele betrouwbaarheid en passende ervaring en beschikt over een geschikte organisatie voor zijn opdrachten. De deskundige wordt aangeduid voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. Hij mag slechts gedurende maximaal drie jaar met de waardering van een bepaald vastgoed worden belast.
De deskundigen zijn "de Crombrugghe & Partners", Herman-Debrouxlaan 54, 1160 Brussel, voor de activa in België en Nederland 92, "Deloitte France" 93, 185 avenue Charles de Gaulle, 92200 Neuilly-sur-Seine voor de activa in Frankrijk.
In de raad van bestuur van 14 november 2011 werd de aanstelling van de Crombrugghe & Partners NV, vertegenwoordigd door de heer Pascal van Humbeeck goedgekeurd voor een looptijd van 3 jaar. Het contract is op jaarlijkse basis opzegbaar en is opgemaakt volgens het nieuwe KB.
Overeenkomstig artikel 6, § 1, laatste lid van het KB Vastgoedbevaks, mag de vergoeding van de expert rechtstreeks noch onrechtstreeks verband houden met de waarde van het door hem aan een expertise onderworpen vastgoed.
De erelonen van de vastgoedexperts worden berekend op basis van een vaste kost per site in België, Nederland en Frankrijk. De experts kunnen daarnaast erelonen ontvangen in het kader van specifieke opdrachten.
Die deskundigen zullen de marktwaarde van het vastgoed bepalen en meedelen overeenkomstig de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen voor de waardering van het vastgoed van de vastgoedbevak, waarmee de deskundige rekening zal houden. De tussen de partijen gemaakte afspraken blijven onderworpen en zijn ondergeschikt aan de bepalingen van het KB Vastgoedbevaks en in het algemeen aan alle op de vastgoedbevak van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, alsook aan alle wettelijke bepalingen die de huidige wettelijke bepalingen, van toepassing op de vastgoedbevak, zouden aanvullen of vervangen.
Voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2013 bedroeg het totaal aan erelonen die werden betaald in het kader van deze opdrachten EUR 119.100 (excl. BTW).
Naar aanleiding van het nieuwe KB Vastgoedbevaks werd de verplichting om een bewaarder aan te stellen in de aangepaste statuten van 7 mei 2011 geschrapt. Het contract met de bewaarder werd stopgezet op 31 augustus 2011 en de stopzetting is in werking getreden 3 maanden na datum van het aangetekend schrijven, namelijk op 30 november 2011.
De personen die belast zijn met de financiële dienst van de vennootschap zijn:
Voor Nederland werd geen persoon aangesteld die de financiële dienst waarneemt.
92 Voor het pand te Almere heeft de Crombrugghe & Partners NV, vertegenwoordigd door P. Van Humbeek, zich laten bijstaan door Troostwijk BV. De vastgoedbevak, samen met de Crombrugghe & Partners NV, finaliseren momenteel het contract met een Nederlandse vastgoedschatter.
93 Deloitte France is dezelfde vastgoedexpert als Drivers Jonas France, die in de loop van 2013 werd overgenomen door Deloitte France.
De uitvoering van deze financiële dienst had een totale kost van EUR 6.478 in 2013 (EUR 6.339 vaste vergoeding en EUR 139 variabele vergoeding). Deze fee behelst zowel een vaste fee per jaar en een variabele fee per uitgekeerd dividend voor de niet-nominatieve aandelen.
Montea heeft geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.
In toepassing van artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen dient iedere bestuurder die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een vermogensrechtelijk belang aanhoudt dat strijdig is met een beslissing of handeling die valt onder de bevoegdheid van de raad van bestuur, dit te melden aan de andere leden van de raad en mag hij niet deelnemen aan de beraadslagingen van de raad.
In toepassing van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen moet iedere beslissing of handeling die betrekking heeft op de relaties tussen de Vennootschap en een hiermee verbonden vennootschap (met uitzondering van de dochtervennootschappen) en tussen de dochtervennootschappen van de Vennootschap en een verbonden vennootschap (andere dan een dochtervennootschap), het voorwerp uitmaken van een speciaal verslag dat moet worden opgesteld door drie onafhankelijke bestuurders die daarbij worden bijgestaan door een onafhankelijk expert.
In de loop van het boekjaar 2013 heeft de raad van bestuur de procedures voorzien in de artikelen 523 en 524 van het Wetboek van vennootschappen niet moeten toepassen.
In toepassing van artikel 18 van het KB Vastgoedbevaks moet de FSMA geïnformeerd worden wanneer bij een verrichting enig voordeel zou verkregen worden door bepaalde in dit artikel opgesomde partijen. De Vennootschap moet daarbij het belang van de verrichting melden, alsook het feit dat de geplande verrichting zich situeert binnen zijn beleggingsgebied. Deze verrichtingen moeten ook tegen marktvoorwaarden gebeuren en dienen onmiddellijk openbaar gemaakt te worden. In toepassing van artikel 31, § 2 van het KB Vastgoedbevaks zal de reële waarde, zoals vastgesteld door de expert, bij een transactie met de in artikel 18 opgesomde partijen de maximum prijs zijn wanneer de Vennootschap vastgoed verwerft dan wel de minimum prijs zijn wanneer de Vennootschap vastgoed vervreemdt. Tevens moeten deze transacties toegelicht worden in het jaarverslag.
In de loop van het boekjaar heeft de Vennootschap de volgende verrichtingen uitgevoerd met toepassing van art. 18 van het KB Vastgoedbevaks:
94 Voor meer informatie wordt verwezen naar het persbericht van 24/06/2013 of www.montea.com.
Er zijn geen belangrijke regelingen en/of overeenkomsten met belangrijke aandeelhouders, cliënten, leveranciers of andere personen op grond waarvan personen werden geselecteerd als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding.
Eenieder die rechtstreeks of onrechtstreeks stemgerechtigde effecten van de Vennootschap verwerft, moet zowel de FSMA, als de Vennootschap kennis geven van het aantal effecten die hij bezit, wanneer de stemrechten verbonden aan de stemgerechtigde effecten die hij houdt, de statutair bepaalde drempel van 3% van het totaal aantal stemrechten verbonden aan de effecten van de Vennootschap, actief of passief overschrijdt. Eenzelfde kennisgeving is eveneens verplicht bij overdracht, rechtstreeks of onrechtstreeks, van de stemgerechtigde effecten, wanneer als gevolg hiervan de stemrechten dalen onder deze 3%. De voorschriften van de artikelen 6 tot 17 van de wet van 2 mei 2007, op de openbaarmaking van de belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn van toepassing op voormelde quota.
Deze bepaling geldt onverminderd de verplichting tot kennisgeving in geval de wettelijke drempels95 van 5%, 10%, 15%, enz., telkens per schijf van 5%-punten, wordt bereikt of onder deze drempel wordt gedaald.
4.10.14 Bescherming tegen openbare overnamebiedingen - Elementen die een invloed kunnen hebben in geval van een openbaar overnamebod (overeenkomstig artikel 34 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt) 96
Het kapitaal, EUR 138.767.393,88 wordt vertegenwoordigd door 6.808.962 aandelen. Er zijn geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen verleent één stemrecht op de Algemene Vergadering en deze aandelen vertegenwoordigen dus de noemer voor doeleinden van kennisgevingen ingeval van het bereiken, overschrijden of onderschrijden van de statutaire of wettelijke drempels (transparantiereglementering).
Montea wordt geleid door een Zaakvoerder, Montea Management NV, in de hoedanigheid van beherend vennoot. Montea Management NV werd statutair met ingang van 1 oktober 2006 aangesteld voor een periode van 10 jaar. Het belangrijkste gevolg van het feit dat Montea een Commanditaire vennootschap is, is dat de Zaakvoerder, Montea Management NV, op grond van de statuten een uitgebreide bevoegdheid heeft en zelfs een vetorecht voor wat bv. belangrijke beslissingen en statutenwijzigingen97 betreft.
Montea Management NV wordt voor de uitoefening van de opdracht van Zaakvoerder in naam en voor rekening van de Vennootschap vertegenwoordigd door een vaste vertegenwoordiger, overeenkomstig artikel 61, § 2 van het Wetboek van vennootschappen. De Zaakvoerder kan op ieder ogenblik zijn ontslag indienen.
Het mandaat van Zaakvoerder kan uitsluitend worden ingetrokken door een gerechtelijke beslissing na een vordering die door de algemene vergadering van Montea op basis van gegronde redenen werd ingesteld.
95 Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de
verhandeling op een gereglementeerde markt. 96 Indien anders vermeld in onderstaande paragraaf, bevestigt Montea dat de andere onderdelen van artikel 34 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 niet van toepassing zijn.
97 Hierbij kan ook verwezen worden naar art. 28 van de statuten van Montea Comm. VA met betrekking tot de besluitvorming.
Wanneer de algemene vergadering zich over deze kwestie moet uitspreken, mag de Zaakvoerder niet aan de stemming deelnemen. De Zaakvoerder blijft zijn functie uitoefenen tot aan zijn ontslag ten gevolge van een gerechtelijke beslissing die kracht van gewijsde heeft. De Zaakvoerder moet zo zijn georganiseerd dat, binnen zijn raad van bestuur, ten minste twee natuurlijke personen op collegiale wijze instaan voor het toezicht op de persoon (personen) die belast is (zijn) met het dagelijks bestuur van handelingen die in het belang zijn van Montea.
De leden van de bestuursorganen van de Zaakvoerder moeten de vereiste professionele betrouwbaarheid bezitten alsook de vereiste ervaring, zoals voorgeschreven door het KB Vastgoedbevaks en de ICB-Wet.
In geval van verlies, uit hoofde van de leden van de bestuursorganen of het orgaan van dagelijks bestuur van de Zaakvoerder, van de vereiste professionele betrouwbaarheid of de vereiste ervaring, zoals vereist door het Koninklijk Besluit Vastgoedbevaks, moet(en) de Zaakvoerder of de commissaris(sen) een algemene vergadering van Montea Comm.VA bijeenroepen, met op de dagorde de eventuele vaststelling van het verlies van deze vereisten en de te nemen maatregelen.
Indien één of meer leden van de organen belast met het bestuur of het dagelijks bestuur van de Zaakvoerder niet meer aan de hierboven vermelde vereisten voldoen, dan moet de Zaakvoerder deze binnen de maand vervangen. Wanneer deze termijn is verstreken, dient een algemene vergadering van Montea te worden bijeengeroepen, zoals hierboven beschreven, zonder afbreuk te doen aan de maatregelen die de FSMA kan nemen in het kader van de uitoefening van haar bevoegdheden.
De opdracht van de Zaakvoerder bestaat er met name in om alle handelingen te stellen die nuttig of nodig zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van Montea, met uitzondering evenwel van deze die bij wet of overeenkomstig de statuten zijn voorbehouden aan de algemene vergadering van Montea. De Zaakvoerder kan het kapitaal van Montea verhogen binnen de beperkingen van het toegestane kapitaal.
De Zaakvoerder beschikt over de uitdrukkelijke toelating om het maatschappelijk kapitaal, in één of meerdere keren, te verhogen tot een maximumbedrag van EUR 108.000.000, en overeenkomstig de modaliteiten die door de Zaakvoerder en conform de regels van het Wetboek van vennootschappen en het KB Vastgoedbevaks werden vastgelegd. De Zaakvoerder werd hiertoe gemachtigd door de buitengewone algemene vergadering van 17 mei 2011. Conform artikel 7 van de statuten van Montea Comm. VA werd deze toelating verleend voor een periode van 5 jaar (tot 22 juni 2016). Deze kapitaalverhogingen kunnen gebeuren in speciën, door een inbreng in natura of door de omzetting van reserves.
Als gevolg van de beslissing van de raad van bestuur in het kader van het toegestaan kapitaal tot kapitaalverhoging op 19 december 2013, bedraagt het saldo van het toegestaan kapitaal thans EUR 76.377.004,86. Het saldo van het toegestaan kapitaal houdt rekening met de uitgiftepremie.
Montea kan zijn eigen aandelen inkopen of deze in pand geven in overeenstemming met een, conform de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen, door de algemene vergadering genomen beslissing. Diezelfde vergadering legt eveneens de voorwaarden vast voor de vervreemding van deze aandelen.
Op 17 september 2012 maakte Montea de beslissing bekend98 om een programma op te zetten voor de inkoop van eigen aandelen voor maximum EUR 0,75 miljoen, op basis van de toestemming van de Buitengewone Algemene Vergadering van 17 mei 2011. Dit programma ging van start op 18 september 2012 tot en met 31 december 2012. Deze inkoop van eigen aandelen werd gedaan in het kader van het goedgekeurde optieplan bij Montea.
In het totaal werden er 23.346 eigen aandelen aangekocht voor een totale aanschaffingswaarde van EUR 636.329. Volgens de geldende regels inzake IFRS werd in de geconsolideerde rekeningen een aparte reserve opgenomen voor dit bedrag.
Er zijn geen belangrijke overeenkomsten waarbij Montea partij is en die van kracht worden, worden gewijzigd of die aflopen, wanneer de controle over de emittent ten gevolge van een openbaar overnamebod zou wijzigen, behoudens de bepaling in de uitgiftevoorwaarden van de obligaties (Termen and Condities).
98 Zie persmededeling van 17 september 2012.
Het aandeel Montea richt zich tot Belgische en buitenlandse particuliere of institutionele beleggers die zich aangetrokken voelen tot een onrechtstreekse investering in logistiek en semi-industrieel vastgoed en het bekomen van een mooi dividendrendement met een matig risicoprofiel.
Het aandeel Montea is sinds oktober 2006 genoteerd op de Euronext Brussels continue markt (MONT) en sinds januari 2007 op Euronext Paris (MONTP). Zij maakt deel uit van het compartiment C (Small Caps).
Op grond van de slotkoers op 31/12/2013 (EUR 31,65) noteerde het aandeel Montea 41,1% boven de waarde van het netto actief per aandeel (excl. IAS39).
Rekening houdend met de slotkoers op 31/12/2013 is het Montea aandeel dit jaar met 11,4% gestegen (17,2% wanneer rekening wordt gehouden met de gemiddelde koers over het jaar 2013 en 2012).
De raad van bestuur van Montea zal op de Algemene Vergadering voorstellen om een dividend uit te keren van EUR 1,97 bruto per aandeel (EUR 1,4775 netto per aandeel).
Kerncijfers voor het aandeel Montea:
| BEURSPERFORMANTIE | 31/12/2013 | 31/12/2012 |
|---|---|---|
| Beurskoers (€) | ||
| Bij aflsluiting | 31,65 | 28,40 |
| Hoogste | 34,00 | 28,70 |
| Laagste | 27,51 | 23,91 |
| Gemiddelde | 30,80 | 26,27 |
| Netto Activa / Aandeel (€) | ||
| Incl. IAS 39 (*) | 20,39 | 19,18 |
| Excl. IAS 39 (*) | 22,43 | 22,17 |
| Premie / (Discount) (%) | 41,1% | 28,1% |
| Dividendrendement (%) | 6,2% | 6,8% |
| Dividend (€) | ||
| Bruto | 1,97 | 1,93 |
| Netto | 1,48 | 1,45 |
| Volume (aantal effecten) | ||
| Gemiddeld dagvolume | 1.453 | 1.027 |
| Periodevolume | 370.419 | 261.919 |
| Aantal aandelen | 6.808.962 | 6.448.274 |
| Beurskapitalisatie ('000 euros) | ||
| Beurskapitalisatie bij afsluiting | 215.504 | 183.131 |
| Ratio's (%) | ||
| "Velocity" | 5,7% | 4,1% |
Dividendrendement (%): Bruto dividend gedeeld door de gemiddelde beurskoers. "Elocutie": Volume van de periode gedeeld door het aantal aandelen.
In de persmededeling van 13/02/2014 werd het % Velocity verkeerdelijk op 4,6% vermeld. 4,1% is het juiste bedrag.
| Aantal uitgegeven aandelen | 6.808.962 | |
|---|---|---|
| Familie De Pauw | 1.459.895 | 21,4% |
| Belfius Insurance | 898.139 | 13,2% |
| Banimmo NV | 833.934 | 12,2% |
| Federale Verzekering | 690.058 | 10,1% |
| Familie De Smet | 251.459 | 3,7% |
| Eigen aandelen | 23.346 | 0,3% |
| Openbaar (free flat) | 2.652.131 | 39,0% |
Alle aandeelhouders hebben dezelfde stemrechten. Elk aandeel geeft recht op één stem. Belangrijke participaties waarvan Montea werd ingelicht worden in toepassing van de transparantiewetgeving bekend gemaakt op www.montea.com.
Als Zaakvoerder heeft Montea Management NV conform artikel 659 van het Wetboek van vennootschappen een veto tegen beslissingen van de algemene vergadering die de belangen van de Vennootschap ten opzichte van derden betreffen of die de statuten wijzigen.
De stille vennoten staan voor de schulden en verliezen van Montea slechts in tot het beloop van hun inbreng, op voorwaarde dat zij geen enkele daad van bestuur stellen.
Typisch aan de commanditaire vennootschap op aandelen is dat de Zaakvoerder een veto heeft tegen alle belangrijke besluiten van de algemene vergadering.
De familie De Pauw bestaat uit:
Zij bezitten 21,4% van de stemrechten van Montea Comm. VA.
De familie De Pauw handelt in onderling overleg. Dit blijkt tevens uit de kennisgevingen die werden gedaan aan de FSMA, uit persberichten en deze informatie is eveneens terug te vinden op de website van Montea.
De BVBA DDP Management, met als vaste vertegenwoordiger de heer Dirk De Pauw, zoals al eerder werd vermeld in het jaarverslag, is bestuurder van de NV Montea Management. Peter Snoeck is vaste vertegenwoordiger van de BVBA PSN Management, zoals al eerder werd vermeld in het jaarverslag. Peter Snoeck is de echtgenoot van Dominika De Pauw.
De familie De Smet bestaat uit:
Zij bezitten 3,7% van de stemrechten van Montea Comm. VA.
De familie De Smet handelt in onderling overleg zoals blijkt uit de kennisgeving die werd gedaan aan de FSMA en uit de informatie terug te vinden op de website van Montea.
Als specialist in de logistieke en semi-industriële vastgoedsector, streeft Montea er naar om zich als een maatschappelijk verantwoordelijke onderneming te gedragen. Daarom werkt Montea aan een continu verbeteringsproces waarbij op systematische wijze economische, milieu- en sociale overwegingen op een geïntegreerde manier in de dagelijkse bedrijfsvoering worden opgenomen. Montea streeft er naar om niet enkel te voldoen aan de wettelijke vereisten, maar wenst aan de hand van initiatieven en acties verder gaan dan de geldende wetgeving.
Het management van Montea is ervan overtuigd dat een verantwoordelijke aanpak van haar activiteiten doorslaggevend is voor de duurzaamheid van het bedrijf.
Montea implementeerde, samen met externe specialisten, haar eigen "Blue Label". Dit plan omvat de globale aanpak wat betreft de duurzaamheid, zowel voor de bestaande portefeuille als voor nieuwe investeringen.
Wereldwijd bestaan er verschillende normen op vlak van duurzaamheid voor de vastgoedsector. De meest gekende zijn: HQE (Franse norm), BREEAM (UK norm), LEED (U.S. norm). Montea heeft de belangrijkste normen opgenomen in haar "Blue Label" plan.
Op 10 december 2013 ontving Montea, uit handen van Minister Joke Schauvliege, de Lean and Green Award voor haar inspanningen in het kader van het verduurzamen van haar vastgoedportefeuille.
Als lid van het VIL (Vlaams Instituut voor de Logistiek) steunt Montea het Lean and Green duurzaamheidsprogramma. Lean and Green stimuleert en ondersteunt bedrijven om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen. Gezien Montea sterk bezig is met de duurzaamheid en het verduurzamen van haar vastgoedportefeuille, was dit het ideale moment om in dit project te stappen.
Door het verkrijgen van deze extra onafhankelijke erkenning, kan Montea haar duurzaamheidsdoelstellingen zowel aan haar partners (aannemers, architecten, leveranciers, …) als aan haar huurders doorgeven. Binnen Montea zijn we immers overtuigd dat we, als eigenaar van logistieke gebouwen, als katalysator kunnen functioneren om het Lean and Green programma ook bij de huurders te promoten om zodoende een coherent duurzaamheidsconcept uit te bouwen. DHL Freight, VDAB, Coca-Cola Enterprises Belgium en Norbert Dentressangle zijn huurders van Montea die eveneens de Lean and Green Award hebben ontvangen.
Montea is zich als verantwoordelijke onderneming bewust van haar activiteiten voor het milieu in de ruime zin van het woord en onderschrijft hierbij de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling.
De Vennootschap verbindt zich ertoe om haar vastgoedpatrimonium te beheren met respect voor o.a. onderstaande aspecten.
Montea heeft een rationeel beleid ontwikkeld om het energiegebruik te optimaliseren.
In 2012 werd het programma met betrekking tot het maken van energiescans verder afgewerkt, tesamen met de uitvoering van Life Cycle Analyses. Aan de hand van deze gedetailleerde analyses en bijkomende energetische berekeningen werd een totaalstudie uitgevoerd voor de sites in Mechelen en Puurs.
Deze totaalstudie stelt Montea in staat om een volledig investeringsprogramma op te maken met volgende rubrieken:
Met deze doorgedreven studies bevestigt Montea haar focus op het optimaliseren van de duurzaamheid en de kwaliteit van haar vastgoedportefeuille.
Op de sites te Erembodegem, Mechelen, Milmort en Heppignies werden monitoringssystemen in gebruik genomen. Aan de hand van een periodieke rapportering kan Montea het energiebeheer zorgvuldig opvolgen en bijsturen in geval van extreem verbruik.
Uit bovenvermelde monitoring blijkt de totaal geproduceerde energie van de PV Installaties te beantwoorden aan de vooropgestelde verwachtingen: 2,35MWh werd door zonnepanelen geproduceerd, hetzij een besparing van 600 ton CO2 uitstoot.
Naargelang van hun exploitatie, verbruiken de huurders van Montea tot 90% van de geproduceerde zonneenergie. Per kwartaal informeert Montea haar huurders over de geproduceerde zonne-enenergie, de lokaal verbruikte zonne-energie en het financieel voordeel.
Eind 2011 werd de implementatie ingevoerd van een Facility Management programma. Dit programma is enerzijds een intern beheersysteem en biedt anderzijds aan de huurders de toegang tot een beveiligde web portal "My Montea". Het Facility Management programma biedt o.a. volgende toepassingen:
De implementatie van het Facility management programma kadert perfect in het "Blue Label" plan en de transparantie die Montea wenst te geven aan haar huurders en partners.
Montea stimuleert haar huurders om afval te sorteren, stelt hen daarvoor aparte containers ter beschikking en biedt aangepaste oplossingen op het vlak van vuilnisomhaling.
| GECONSOLIDEERDE BALANS (EUR x 1.000) | Toelichting | 31/12/2013 Conso |
31/12/2012 Conso |
31/12/2011 Conso |
|
|---|---|---|---|---|---|
| I. | VASTE ACTIVA | 320.347 | 290.230 | 253.631 | |
| A. Goodwill | 0 | 0 | 0 | ||
| B. Immateriële vaste activa | 19 | 114 | 141 | 52 | |
| C. Vastgoedbeleggingen | 20 | 312.545 | 282.100 | 245.131 | |
| D. Andere materiële vaste activa | 21 | 7.651 | 7.883 | 8.087 | |
| E. Financiële vaste activa | 22 | 0 | 0 | 0 | |
| F. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | ||
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 23 | 37 | 105 | 361 | |
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | ||
| I. Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures | 0 | 0 | 0 | ||
| II. | vermogensmutatie VLOTTENDE ACTIVA |
19.450 | 17.269 | 15.851 | |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 24 | 0 | 2.225 | 2.541 | |
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | ||
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | ||
| D. Handelsvorderingen | 25 | 6.978 | 5.720 | 6.269 | |
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 26 | 844 | 989 | ||
| F. Kas en kasequivalenten | 27 | 638 | 7.007 | 4.948 | |
| G. Overlopende rekeningen | 28 | 4.092 | 1.472 | 1.104 | |
| 7.741 | |||||
| TOTAAL ACTIVA TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
339.797 138.967 |
307.498 123.763 |
269.482 117.001 |
||
| I. | Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervenootschap | 123.663 | 116.896 | ||
| 138.869 | |||||
| A. Kapitaal | 29 | 137.537 | 128.340 | 107.329 | |
| B. Uitgiftepremies | 29 | 1.771 | 533 | 543 | |
| C. Reserves | 30 | -16.410 | -2.108 | 9.322 | |
| D. Nettoresultaat van het boekjaar | 31 | 15.970 | -3.102 | -297 | |
| II. | Minderheidsbelangen | 32 | 98 | 100 | 104 |
| VERPLICHTINGEN | 200.831 | 183.735 | 152.481 | ||
| I. | Langlopende verplichtingen | 158.798 | 141.898 | 116.055 | |
| A. Voorzieningen | 33 | 0 | 208 | 0 | |
| B. Langlopende financiële schulden | 34 | 144.517 | 121.913 | 104.320 | |
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 35 | 13.830 | 19.327 | 11.304 | |
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | ||
| E. Andere langlopende verplichtingen | 36 | 452 | 450 | 431 | |
| F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 0 | ||
| II. | Kortlopende verplichtingen | 42.032 | 41.837 | 36.425 | |
| A. Voorzieningen | 37 | 0 | 0 | 1.200 | |
| B. Kortlopende financiële schulden | 34 | 28.529 | 31.851 | 26.782 | |
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | ||
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 38 | 3.365 | 3.184 | 2.735 | |
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 38 | 2.610 | 439 | 194 | |
| F. Overlopende rekeningen | 39 | 7.528 | 6.364 | 5.514 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 339.797 | 307.498 | 269.482 |
99 Er is geen wijziging van betekenis in de financiële of handelspositie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde financiële informatie, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd.
| GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING (EUR x 1.000) |
Toelichting | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|
|---|---|---|---|---|---|
| I. | Huurinkomsten | 1 | 24.038 | 19.849 | 19.372 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | 0 | |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | 2 | -379 | 78 | -97 |
| NETTO HUURRESULTAAT | 23.659 | 19.927 | 19.275 | ||
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 0 | 0 | 0 | |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde | 3 | 3.910 | 3.546 | 3.256 |
| VI. | gebouwen Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en |
0 | 0 | 0 | |
| wedersamenstelling op het einde van de huur | |||||
| VII. | Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde gebouwen | 3 | -4.803 | -4.463 | -4.069 |
| VIII. | Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 4 | 1.244 | 1.498 | 607 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 24.010 | 20.508 | 19.069 | ||
| IX. | Technische kosten | 5 | -14 | -29 | -53 |
| X. | Commerciële kosten | 6 | -111 | -91 | -135 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | 7 | -255 | -174 | 0 |
| XII. | Beheerskosten vastgoed | 8 | -244 | -637 | -702 |
| XIII. | Andere vastgoedkosten | 9 | -83 | -115 | -102 |
| VASTGOEDKOSTEN | -708 | -1.046 | -992 | ||
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 23.302 | 19.462 | 18.078 | ||
| XIV. | Algemene kosten van de vennootschap | 10 | -3.573 | -2.938 | -2.620 |
| XV. | Andere operationele opbrengsten en kosten | 11 | 163 | 231 | -952 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 19.892 | 16.756 | 14.506 | ||
| XVI. | Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 12 | 1.107 | 362 | 0 |
| XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 | 0 | ||
| XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 13 | -4.130 | -6.692 | -4.420 | |
| XIX. | Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 | 0 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 16.870 | 10.425 | 10.086 | ||
| XX. | Financiële inkomsten | 14 | 49 | 178 | 84 |
| XXI. | Netto interestkosten | 15 | -6.219 | -5.537 | -5.478 |
| XXII. Andere financiële kosten | 16 | -36 | -110 | -30 | |
| XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 17 | 5.497 | -8.023 | -4.918 | |
| FINANCIEEL RESULTAAT | -708 | -13.492 | -10.341 | ||
| XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint venture | 0 | 0 | 0 | ||
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 16.161 | -3.067 | -255 | ||
| XXV. Vennootschapsbelasting | 18 | -193 | -39 | -38 | |
| XXVI. Exit taks | 0 | 0 | 0 | ||
| BELASTINGEN | -193 | -39 | -38 | ||
| NETTO RESULTAAT | 15.969 | -3.106 | -293 | ||
| Toerekenbaar aan: | |||||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | -15.970 | -3.102 | -297 | ||
| Minderheidsbelangen | 2 | -4 | 4 | ||
| NETTO COURANT RESULTAAT | 18.991 | 3.224 | 4.127 | ||
| NETTO COURANT RESULTAAT (excl. IAS 39) | 13.494 | 11.248 | 9.044 | ||
| Aantal aandelen in omloop deelgerechtigd in het resultaat van de periode (AANDELEN) | 6.587.896 | 5.634.126 | 5.634.126 | ||
| Aantal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor de periode | 6.536.507 | 5.701.972 | 5.634.126 | ||
| Aantal aandelen op het einde van de periode | 6.808.962 | 6.448.274 | 5.634.126 | ||
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL / aantal aandelen deelgerechtigd in het resultaat (EUR) | 2,42 | -0,55 | -0,05 | ||
| NETTO COURANT RESULTAAT PER AANDEEL (excl. IAS 39) / aantal aandelen, deelgerechtigd in | 2,05 | 2,00 | 1,61 | ||
| het resultaat (EUR) | |||||
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL / gewogen aantal aandelen (EUR) NETTO COURANT RESULTAAT PER AANDEEL (excl. IAS 39) / gewogen aantal aandelen (EUR) |
2,44 2,06 |
-0,54 1,97 |
-0,05 1,61 |
100 Het Geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december houdt rekening met 6.587.896 aandelen die deelgerechtigd zijn in het resultaat van het boekjaar 2013. Het totaal aantal aandelen bedraagt 6.808.962 op het einde van het boekjaar 2013. Het verschil heeft volledig te maken met de uitgifte van 221.066 aandelen op 18 december 2013 als gevolg van de inbreng in natura. Deze aandelen zijn niet deelgerechtigd in het resultaat en dividend van het boekjaar 2013.
Het netto courant resultaat is gelijk aan het netto resultaat exclusief het resultaat op de portefeuille (XVI tot en met XIX van het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor winstverdeling).
Het netto courant resultaat (exclusief IAS 39) is gelijk aan het netto resultaat exclusief de waardering van de indekkingsinstrumenten (zie XXIII van het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor winstverdeling en exclusief het resultaat op de portefeuille (XVI tot en met XIX van het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor winstverdeling).
Montea rapporteert in het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2013, het netto courant resultaat excl. IAS 39 per aandeel en het netto resultaat per aandeel, gebaseerd op:
Het verwaterde resultaat per aandeel (zowel voor het netto courant resultaat (exc. IAS 39), alsook het netto resultaat) is gelijk aan het netto resultaat en het netto courant resultaat per aandeel excl. IAS 39, volgens de gewogen aantal aandelen.
| VERKORT GECONSOLIDEERD GLOBAAL RESULTAAT (EUR x 1.000) |
31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Netto resultaat | 15.969 | -3.106 | -293 |
| Items die in het resultaat zullen worden genomen | -1.286 | -1.196 | 467 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-1.095 | -1.068 | -1.099 |
| Impact van de variatie in de reële waarde van de zonnepanelen | -191 | -128 | 1.566 |
| Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking |
0 | 0 | 0 |
| Items die niet in het resultaat zullen worden genomen | 0 | 0 | 0 |
| Globaal resultaat | 14.682 | -4.302 | 173 |
| Toerekenbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 14.684 | -4.297 | 170 |
| Minderheidsbelangen | -2 | -4 | 4 |
| GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (EUR x 1.000) |
31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN IN HET BEGIN VAN HET BOEKJAAR | 7.007 | 4.948 | 14.119 |
| Netto resultaat | 15.969 | -3.106 | -293 |
| Financiële kaselementen (die van het netto resultaat worden afgetrokken) om tot het operationeel resultaat te komen) |
6.206 | 5.469 | 5.424 |
| Ontvangen rente | -49 | -178 | -84 |
| Betaalde interesten op financieringen | 6.255 | 5.647 | 5.508 |
| Ontvangen dividenden Belastingen (die van het netto resultaat worden afgetrokken) om tot het operationeel resultaat te komen) |
0 193 |
0 -39 |
0 -38 |
| Niet-kas elementen die worden toegevoegd aan/afgetrokken van het resultaat | -2.448 | 13.270 | 10.849 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 220 | 77 | 274 |
| Afschrijvingen/Waardeverminderingen (of terugname) op materiële en immateriële activa (+/-) | 154 | 155 | 177 |
| Waardeverliezen op vlottende activa (+) | 143 | 26 | 136 |
| Terugname waardeverliezen op vlottende activa (-) | -77 | -104 | -39 |
| Andere niet-kas elementen | -2.668 | 13.193 | 10.576 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) | 4.130 | 6.692 | 4.420 |
| IAS 39 impact (+/-) | -5.497 0 |
8.023 | 4.918 |
| Andere elementen Gerealiseerde meerwaarde verkoop vastgoedbeleggingen |
-1.107 | -362 | 0 |
| Voorzieningen | 0 | -1.200 | 1.200 |
| Belastingen | -193 | 39 | 38 |
| NETTO KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN VOOR VERANDERING IN VEREISTE QUA WERKKAPITAAL |
19.919 | 15.594 | 15.942 |
| Veranderingen in de vereisten qua werkkapitaal | -3.846 | 2.201 | 42 |
| Bewegingen in activa posten | -7.363 | 658 | 40 |
| Handelsvorderingen en andere vaste activa (lange termijn) | 23 | 256 | 215 |
| Handelsvorderingen (korte termijn) | -1.324 | 626 | -151 |
| Andere kortlopende activa | 206 | 144 | 420 |
| Over te dragen kosten en verworven opbrengsten | -6.269 | -368 | -445 |
| Bewegingen in passiva posten Handelsschulden |
3.517 -112 |
1.543 244 |
2 -790 |
| Belastingen, sociale lasten en schulden m.b.t. bezoldigingen | 293 | 205 | 261 |
| Andere kortlopende passiva | 2.171 | 246 | -591 |
| Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten | 1.165 | 849 | 1.122 |
| NETTO KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN (A) | 23.080 | 22.744 | 30.103 |
| Investeringsactiviteiten | -31.420 | -43.152 | -24.312 |
| Acquisitie van immateriële vaste activa | -18 | -119 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen en projectontwikkelingen | -43.623 | -47.633 | -20.751 |
| Andere materiële activa | -26 | -9 | -21 |
| Zonnepanelen | -4 | -2 | -6.336 |
| Verkoop vastgoedbeleggingen Verkoop opstal |
5.350 6.901 |
4.612 0 |
2.796 0 |
| NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (B) | -31.420 | -43.152 | -24.312 |
| VRIJE CASHFLOW (A+B) | -8.340 | -20.408 | 5.791 |
| Verandering in financiële verplichtingen en financiële schulden | 19.284 | 22.681 | 12.960 |
| Toename (+) /Afname (-) van de financiële schulden | 19.282 | 22.661 | 12.897 |
| Toename (+) /Afname (-) van de andere financiële verplichtingen | 2 | 19 | 63 |
| Toename (+) /Afname (-) van de handelsschulden en andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 |
| Veranderingen in andere verplichtingen | -208 | 208 | 0 |
| Toename (+) /Afname (-) in andere verplichtingen Toename (+) /Afname (-) in andere schulden |
-208 0 |
208 0 |
0 0 |
| Verandering in eigen vermogen | -438 | 9.995 | -8.379 |
| Toename (+) /Afname (-) in kapitaal | 9.197 | 21.011 | 0 |
| Toename (+) /Afname (-) in uitgiftepremies | 1.239 | -10 | 0 |
| Toename (+) /Afname (-) in consolidatieverschillen | 0 | 0 | 0 |
| Uitgekeerde dividenden | -10.874 | -10.367 | -8.379 |
| Toename (+) /Afname (-) van de reserves | 0 | -639 | 0 |
| Toename (+) /Afname (-) in variaties in de reële waarde van financiële activa/passiva | 0 | 0 | 0 |
| Verkoop eigen aandelen | 0 | 0 | 0 |
| Dividend ter betaling gesteld (+ winstdeelnameplan) Uitgekeerde interimdividenden (-) |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
| Financiële kaselementen | -6.206 | -5.469 | -5.424 |
| NETTO FINANCIELE KASSTROOM (C ) | 12.432 | 27.415 | -843 |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR (A+B+C) | 4.092 | 7.007 | 4.948 |
| MUTATIE IN EIGEN VERMOGEN (EUR x 1.000) |
Kapitaal | Uitgiftepremies | Reserves (1) | Resultaat | Aftrekrecht van mutatierechten en -kosten (2) |
Minderheids belang |
Eigen Vermogen |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| OP 31/12/2011 | 107.329 | 543 | 18.958 | -297 | -9.636 | 104 | 117.001 |
| Elementen onmiddellijk erkend als Eigen Vermogen | |||||||
| Kapitaalsverhoging | 20.998 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 20.998 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij | 0 | 0 | 1.068 | 0 | -1.068 | 0 | 0 |
| hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen | |||||||
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) | 0 | 0 | -127 | 0 | 0 | 0 | -127 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | -639 | 0 | 0 | 0 | -639 |
| Aandeelkapitaal opties personeel | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 |
| Minderheidsbelang Rechtzettingen |
0 10 |
0 -10 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
-4 0 |
-4 0 |
| Subtotaal | 128.340 | 533 | 19.260 | -297 | -10.704 | 100 | 137.232 |
| Dividenden | 0 | 0 | -10.367 | 0 | 0 | 0 | -10.367 |
| Overgedragen resultaat | 0 | 0 | -297 | 297 | 0 | 0 | 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | -3.102 | 0 | 0 | -3.102 |
| OP 31/12/2012 | 128.340 | 533 | 8.596 | -3.102 | -10.704 | 100 | 123.763 |
| Elementen onmiddellijk erkend als Eigen Vermogen | |||||||
| Kapitaalsverhoging | 9.197 | 1.238 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.435 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij | 0 | 0 | -1.095 | 0 | 1.095 | 0 | 0 |
| hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen | |||||||
| Positieve variatie van de waarde van de zonnepanelen (IAS 16) | 0 | 0 | -191 | 0 | 0 | 0 | -191 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeelkapitaal opties personeel Minderheidsbelang |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 -2 |
0 -2 |
| Rechtzettingen | 0 | 0 | -135 | 0 | 0 | 0 | -135 |
| Subtotaal | 137.537 | 1.771 | 7.175 | -3.102 | -9.609 | 98 | 133.870 |
| Dividenden Overgedragen resultaat |
0 0 |
0 0 |
-10.874 -3.102 |
0 3.102 |
0 0 |
0 0 |
-10.874 0 |
| Resultaat van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | 15.971 | 0 | 0 | 15.971 |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| OP 31/12/2013 | 137.537 | 1.771 | -6.801 | 15.971 | -9.609 | 98 | 138.967 |
Voor meer informatie omtrent bovenvermelde tabel, verwijzen we naar toelichting 29, 30, 30.1, 30.2, 31 en 32.
De financiële rekeningen van de onderneming zijn opgesteld in overeenstemming met de vereisten van de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals deze door de EU werden goedgekeurd, zoals deze door de 'International Accounting Standards Board (IASB)' werden uitgegeven en zoals deze worden geïnterpreteerd door de 'International Financial Interpretations Committee of the IASB'. De geconsolideerde financiële rekeningen zijn opgesteld op basis van de historische kostprijs met uitzondering van de vastgoedbeleggingen (inclusief de projecten) en financiële instrumenten die aan werkelijke waarde zijn geboekt. Wanneer het aangeduid is dat cijfers in duizenden euro zijn, kunnen er zich kleine afrondingsverschillen voordoen.
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de onderneming controle uitoefent. Onder "controle" over een vennootschap moet worden verstaan, de bevoegdheid in rechte of in feite om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van bestuurders of zaakvoerders of op de oriëntatie van het beleid (voor meer informatie inzake "controle" verwijzen wij naar IAS27).
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de datum waarop de onderneming controle uitoefent tot de datum waarop de controle ophoudt. Waar nodig worden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de consistentie met de door de groep aangenomen principes te waarborgen.
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen hebben betrekking op dezelfde boekhoudperiode als die van de consoliderende onderneming. De minderheidsbelangen zijn de belangen in de dochterondernemingen die noch rechtstreeks noch onrechtstreeks door de groep worden aangehouden.
Intra-groep saldi en transacties, en alle niet gerealiseerde winsten binnen de groep, worden geëlimineerd in verhouding tot het groepsbelang in de onderneming. Niet gerealiseerde verliezen worden op dezelfde manier geëlimineerd als de niet gerealiseerde winsten, maar enkel in die mate dat er geen indicatie is van waardeverlies ("impairment").
De voorbereiding van de geconsolideerde financiële verklaringen overeenkomstig IFRS vereist een goed beheer om oordelen, ramingen en veronderstellingen te kunnen maken die toepassing hebben op het beleid en de regelgeving en het rapporteren van de vorderingen en schulden, de inkomsten en de uitgaven. De ramingen en bijhorende veronderstellingen zijn gebaseerd op historische gebeurtenissen en diverse factoren die in die omstandigheden als redelijk worden geacht. De daadwerkelijke resultaten kunnen van deze ramingen afwijken. De ramingen en onderliggende veronderstellingen worden herzien op continue basis. Revisie en accounting raming worden erkend in de periode waarin de raming wordt herzien, zowel in de gevallen waar de raming het gecontroleerde boekjaar als wanneer de raming de toekomst beïnvloedt. Per 31 december 2013 zijn er geen belangrijke veronderstellingen betreffende de toekomst en andere belangrijke bronnen van schattingsonzekerheden op balansdatum die een aanmerkelijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing in de boekwaarde van de activa en de verplichtingen van het volgend boekjaar.
101 Voor alle ondernemingen die in de consolidatie worden opgenomen, verwijzen we naar punt 8.1.7 van dit jaarverslag. Met uitzondering van Montea Management NV, statutaire zaakvoerder van Montea Comm.VA, worden alle ondernemingen vermeld onder 8.1.7, opgenomen in de consolidatie.
Vastgoedbeleggingen omvatten alle gebouwen en terreinen die verhuurbaar zijn en (geheel of gedeeltelijk) huurinkomsten genereren, met inbegrip van de gebouwen waar een beperkt gedeelte wordt aangehouden voor eigen gebruik. In toepassing van IAS 40 worden vastgoedbeleggingen aan reële waarde of "fair value" gewaardeerd. Een externe, onafhankelijke deskundige, De Crombrugghe & Partners in België, bijgestaan door Deloitte in Frankrijk en Troostwijk in Nederland·, maken per kwartaal een waardering van de vastgoedportefeuille op. Elke winst of verlies, na de acquisitie van een gebouw, als gevolg van een wijziging in de reële waarde wordt geboekt in de resultatenrekening. De waardering wordt uitgevoerd in overeenstemming met de methode van verdiscontering van de huurinkomsten zoals uiteengezet in de International Valuation Standards 2005, uitgegeven door het International Valuation Standards Committee.
De reële waarde stemt overeen met de prijs die een derde partij-investeerder bereid zou zijn te betalen teneinde elk van de gebouwen in de portefeuille te verwerven. De reële waarde moet daarbij de lopende huurcontracten, de huidige kasstromen en redelijke veronderstellingen met betrekking tot de verwachte huurinkomsten en kosten weergeven. De verkoop van een vastgoedbelegging is gewoonlijk onderhevig aan de betaling aan de publieke overheden van de registratierechten of een belasting op de toegevoegde waarde. Aangaande de omvang van deze registratierechten publiceerde de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) op 8 februari 2006 een mededeling dienaangaande. Na analyse van een groot aantal transacties werd gekomen tot het besluit dat de impact van de verwervingskosten op belangrijk investeringsvastgoed dat een waarde van EUR 2.500.000 overstijgt, beperkt is tot 2,5%. De investeringswaarde stemt overeen met de "fair value" waarde met toevoeging van 2,5% verwervingskosten.
De reële waarde is dus te berekenen door de waarde vrij op naam te delen door 1,025. Objecten die onder de drempel van EUR 2.500.000 liggen, blijven onderhevig aan de gebruikelijke registratieheffing en hun reële waarde stemt dus overeen met de waarde exclusief kosten van registratie, notaris en BTW, rekening houdend met de lopende huurovereenkomsten. De impact op de reële waarde van de geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen worden getoond als een afzonderlijke rubriek van het eigen vermogen (als onderdeel van de rubriek I.C. Reserves) De netto wijziging van de reële waarde van vastgoedbeleggingen wordt in de resultatenrekening getoond onder de rubriek XVIII.
Onroerende goederen welke worden gebouwd of ontwikkeld met het oog op een toekomstig gebruik als vastgoedbelegging, worden opgenomen onder de rubriek "vastgoedbeleggingen" en aan reële waarde gewaardeerd ("Fair Value").
Alle rechtstreekse aan de ontwikkeling gerelateerde kosten worden geactiveerd, alsook de direct toewijsbare interestlasten worden gekapitaliseerd, in overeenstemming met de bepalingen van IAS 23 - Financieringskosten.
Alle materiële vaste activa welke niet voldoen aan de definitie van vastgoedbelegging, noch aan de definitie van projectontwikkeling, catalogeren we onder deze rubriek. De andere materiële vaste activa worden initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna gewaardeerd in overeenstemming met het kostprijsmodel. Subsidies worden in mindering gebracht van de kostprijs. Bijkomende kosten worden slechts geactiveerd indien de toekomstige economische voordelen met betrekking tot het materieel vast actief toenemen voor de Vennootschap. Andere materiële vaste activa worden afgeschreven op basis van de lineaire afschrijvingsmethode. De volgende percentages zijn van toepassing op jaarbasis:
Indien het actiefbestanddeel onderhevig is aan een bijzonder waardeverlies, wordt de boekwaarde vergeleken met de realiseerbare waarde. Indien deze laatste lager is, wordt een bijzondere afwaardering genomen ten laste van het resultaat voor het verschil.
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 - Materiële vaste activa. Na de initiële opname dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
De gebruiksduur van de zonnepanelen wordt geschat op 20 jaar.
De waardering van de zonnepanelen wordt op trimestriële basis bepaald.
De meerwaarde bij opstart van een nieuwe site qua zonnepanelen wordt in een afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen. Minderwaarden worden ook in deze component opgenomen, tenzij ze gerealiseerd zijn of tenzij de reële waarde onder de oorspronkelijke kost daalt. In deze laatste gevallen worden zij in het resultaat opgenomen.
Langlopende vorderingen worden gewaardeerd op basis van hun verdisconteerde waarde volgens de geldende marktrentevoet op het tijdstip van hun uitgifte. Er wordt een waardevermindering geboekt indien er onzekerheid bestaat betreffende de volledige betaling van de vordering op de vervaldag.
De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs of inbrengwaarde. Voor de vorderingen en borgtochten heeft de boeking plaats tegen de nominale waarde. Tot een waardevermindering wordt overgegaan in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding.
Kas en kasequivalenten omvatten bankrekeningen, geldmiddelen en korte-termijn beleggingen.
Het kapitaal omvat de netto geldmiddelen verkregen bij oprichting, fusie of kapitaalverhoging, waarbij de rechtstreekse externe kosten in mindering worden gebracht (zoals registratierechten, juridische, notaris en publicatiekosten, …). Het verschil tussen de reële waarde van het vastgoed en de investeringswaarde van het vastgoed zoals bepaald door de externe deskundigen, wordt opgenomen in de rubriek "Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en –kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" van het eigen vermogen. Wanneer de onderneming overgaat tot de inkoop van eigen aandelen, wordt het betaalde bedrag, inclusief de direct toewijsbare kosten in mindering gebracht van het eigen vermogen (onbeschikbare reserves). Dividenden maken deel uit van het overgedragen resultaat tot wanneer de algemene vergadering der aandeelhouders de dividenden toekent.
Een voorziening wordt gevormd indien de onderneming een wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit het verleden en waarbij het waarschijnlijk is dat er een uitgaande kasstroom vereist zal zijn om aan de verplichting te voldoen. Voorzieningen worden gewaardeerd aan de verdisconteerde waarde van de verwachte toekomstige kasstromen aan de marktrente.
Handels- en andere schulden worden gewaardeerd aan hun nominale waarde op balansdatum. Rentedragende schulden worden initieel opgenomen aan kostprijs, verminderd met de direct toewijsbare kosten. Nadien wordt het verschil tussen de boekwaarde en het terugbetaalbaar bedrag opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve interestmethode.
Opbrengsten omvatten bruto huurinkomsten en opbrengsten resulterend uit de diensten en het beheer van de gebouwen. Opbrengsten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de vergoeding welke is ontvangen of waarop men recht heeft. Opbrengsten worden slechts opgenomen vanaf het ogenblik dat het voldoende zeker is dat de economische voordelen zullen toekomen aan de onderneming. Kosten van gratuïteiten en voordelen verleend aan de huurders worden erkend in mindering van de huurinkomsten over de looptijd van het huurcontract, zijnde de periode tussen de inwerkingtreding en de eerste verbrekingsoptie. De vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten worden onmiddellijk in resultaat genomen.
De kosten worden gewaardeerd aan de reële waarde van de vergoeding die is betaald of die verschuldigd is.
Inzake uitgevoerde werken in de gebouwen wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Commissies met betrekking tot het verhuren van gebouwen worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze werden gedragen. Commissies met betrekking tot de aankoop van gebouwen, registratierechten en andere bijkomende kosten worden beschouwd als zijnde een deel van de aankoopprijs van het gebouw en worden als gevolg mee geactiveerd. Commissies betaald bij het verkopen van gebouwen worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
Algemene kosten zijn kosten die verband houden met het beheer en de algemene werking van de vastgoedbevak. Dit betreft onder meer algemene administratieve kosten, personeelskosten voor algemeen beheer en afschrijvingen van activa welke gebruikt worden voor het algemeen beheer.
Het financieel resultaat bestaat enerzijds uit de interestkosten op leningen, bijkomende financieringskosten en opbrengsten van beleggingen en anderzijds uit positieve en negatieve variaties in de reële waarde van indekkingsinstrumenten. Rente-inkomsten en kosten worden pro rata tempora opgenomen in de resultatenrekening. Eventuele dividendinkomsten worden in de resultatenrekening geboekt op de dag dat het dividend wordt toegekend.
De belasting op het resultaat van het boekjaar omvat de courante belastinglast. De belasting op het resultaat wordt geboekt in de resultatenrekening met uitzondering van de elementen die rechtstreeks in het eigen vermogen worden geboekt. Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen worden geboekt op basis van de schuldmethode ("liability methode") voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als passiva. Uitgestelde belastingvorderingen worden slechts erkend indien het waarschijnlijk is dat zij in de toekomst zullen kunnen afgezet worden tegen belastbare winsten.
De exit taks is de belasting op de meerwaarde als gevolg van een fusie, splitsing, inbreng in natura of overdracht van een vastgoedbevak met een onderneming die geen vastgoedbevak is102.
Wanneer deze laatste voor het eerst in de consolidatiekring van de groep wordt opgenomen, wordt een voorziening voor exit taks opgenomen samen met een meerwaarde die gelijk is aan het verschil tussen de waarde kosten-koper (investeringswaarde verminderd met alle met de verkoop gerelateerde kosten zoals registratie- en notariskosten) van het gebouw op het ogenblik van de verwerving en de boekwaarde. De exit taks is in principe ten laste van de inbrenger van een pand of vennootschap maar Montea moet deze boeken omwille van het feit dat de taks pas na een zekere tijd wordt ingekohierd. Deze taks wordt in mindering gebracht van de waarde van het in te brengen goed of de in te brengen vennootschap.
Elke daaropvolgende aanpassing van deze exit taks-verplichting wordt in het resultaat genomen. Het bedrag van de exit taks kan nog variëren na de inbreng of fusie waaruit deze variatie kan voortvloeien.
Montea gaat bij financiële instellingen kredieten aan met een variabele interestvoet. Om het risico van een stijging van deze variabele interestvoeten in te dekken maakt de Vennootschap gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS ("Interest Rate Swaps"). Zodoende worden de aan de kredieten gekoppelde variabele interestvoeten voor een groot gedeelte geswapt tegen een vaste interestvoet. In overeenstemming met haar financieel beleid en de van toepassing zijnde reglementering houdt Montea geen afgeleide instrumenten aan of geeft er geen uit voor speculatieve doeleinden.
De indekkingsinstrumenten voldoen evenwel niet aan de voorwaarden van het type "indekking" zoals bedoeld in IAS 39 waardoor alle bewegingen in de werkelijke waarde van het instrument volledig in de resultatenrekening worden opgenomen. Voor de bepaling van de reële waarde wordt de market-to-market waarde op balansdatum gehanteerd.
102 De exit taks is de belasting op het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde en bedraagt 16,5% + crisisbelasting.
Deze rechten en verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde op basis van het bedrag dat in het contract wordt vermeld. Indien er geen nominale waarde beschikbaar is of waardering niet mogelijk is, worden de rechten en verplichtingen pro memorie vermeld.
De eerste toepassing van bepaalde standaarden en wijzigingen verplichten een onderneming tot het eventueel aanpassen van de cijfers in het vorige boekjaar, echter voor Montea hadden deze wijzigingen geen impact. Het betreft namelijk de standaarden IAS 19 Personeelsbeloningen (gewijzigd in 2011) en wijzigingen aan IAS 1 Weergave van de Jaarrekening.
Verschillende andere wijzigingen werden in 2013 voor het eerst toegepast en hieronder worden de aard en de impact van elk van de volgende nieuwe standaarden, wijzigingen en/of interpretaties beschreven:
De onderstaande standaarden en interpretaties waren op de datum van publicatie van de jaarrekening van de Groep uitgegeven maar nog niet van kracht. Hier zijn alleen de standaarden en interpretaties opgesomd waarvan de groep een redelijke verwachting heeft dat deze bij toekomstige toepassing een impact zullen hebben op de toelichtingen, de financiële positie of de resultaten van de Groep. De Groep is van plan deze standaarden en interpretaties toe te passen zo gauw deze van toepassing zijn.
De onderneming is momenteel de impact van deze wijzigingen aan het bestuderen. Echter blijkt uit de eerste analyses dat deze wijzigingen geen materiele impact zullen hebben.
Montea verhuurt haar vastgoedbeleggingen op grond van huurovereenkomsten. Deze inkomsten zijn bruto huurinkomsten die gegenereerd worden door deze afgesloten huurovereenkomsten en verschijnen onder deze rubriek.
Hierboven vindt men een overzicht van de huurinkomsten per site.
| 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 | ||
|---|---|---|---|---|
| HUURINKOMSTEN (EUR x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden | |
| België | 13.037 | 10.122 | 10.902 | |
| Aalst | Tragel 48-58 | 1.952 | 1.919 | 1.901 |
| Aartselaar | Helstraat 47 | 0 | 4 | 257 |
| Berchem | Vosstraat 200 | 0 | 197 | 203 |
| Bornem | Industrieweg 4-24 | 418 | 413 | 378 |
| Grimbergen | Eppegemsestwg 31-33 | 1.012 | 1.012 | 1.012 |
| Laken | Emiel Bockstaellaan 74 | 87 | 244 | 237 |
| Moorsel | Waverstraat 3 | 0 | 0 | 265 |
| Vilvoorde | Schaarbeeklei 207-213 | 38 | 103 | 109 |
| Hoboken | Smallandlaan 7 | 235 | 230 | 223 |
| Meer | Europastraat 28 | 354 | 330 | 353 |
| Herentals | Toekomstlaan 33 | 440 | 739 | 715 |
| Nivelles | Rue de la Technique 11 | 0 | 0 | 717 |
| Puurs | Schoonmansveld 18 | 763 | 747 | 727 |
| Erembodegem | Industrielaan 27 | 976 | 881 | 803 |
| Mechelen | Zandvoortstraat 16 | 573 | 653 | 623 |
| Vorst | Humaniteitslaan 292 | 920 | 1.030 | 1.401 |
| Milmort | Avenue du Parc Industriel | 975 | 895 | 796 |
| Heppignies | Rue Brigade Piron | 742 | 725 | 181 |
| Zaventem | Brucargo 830 | 1.969 | 0 | 0 |
| Zaventem | Brucargo 831 | 325 | 0 | 0 |
| Gent | Evenstuk | 530 | 0 | 0 |
| Zaventem | Brucargo 763 | 187 | 0 | 0 |
| Gent | Korte Mate | 22 | 0 | 0 |
| Verbrekingsvergoedingen | 519 | 0 | 0 | |
| Frankrijk | 10.737 | 9.727 | 8.470 | |
| Savigny-le-Temple | Rue du Chrome 2 | 541 | 593 | 437 |
| Feuqueires | Zoning Industriel du moulin | 354 | 344 | 335 |
| Bondoufle | Rue Henrie Dunant 9-11 | 233 | 228 | 221 |
| Saint-Priest | Chemin de la Fouilousse | 707 | 695 | 675 |
| Cambrai | P.d. Activité Actipole | 553 | 535 | 513 |
| Roissy | Rue de la Belle Etoile 280+ 383 | 869 | 1.018 | 981 |
| Décines | Rue a Rimbaud 1 | 369 | 357 | 345 |
| Alfortville | Le Techniparc | 233 | 224 | 221 |
| Le Mesnil Amelot | Rue du Gué 1-3 | 1.214 | 1.180 | 1.148 |
| Orléans | Rue des Genêts 660 | 3.208 | 3.132 | 3.041 |
| Marennes | La Donnière | 825 | 884 | 553 |
| Saint-Laurent-Blangy | Actipark | 627 | 326 | 0 |
| Saint-Martin-de-Crau | Ecopole | 814 | 211 | 0 |
| Verbrekingsvergoedingen | 190 | 0 | 0 | |
| Nederland | 264 | 0 | 0 | |
| Almere | Witte Vrouwen | 264 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 24.038 | 19.849 | 19.372 |
De huurinkomsten stegen in 2013 met 21,11% naar EUR 24.038K. Deze verhoging is het resultaat van de stijgende huurinkomsten in België (EUR 2.915K of +28,8%) en Frankrijk (EUR 1.010K of +10,38%), alsook door de nieuwe huurinkomsten in Nederland (EUR 264K).
De stijging van de huurinkomsten in België is voornamelijk het netto resultaat van
De stijging in de huurinkomsten in Frankrijk is het netto-resultaat van:
Wanneer we rekening houden met alle panden die de laatste 3 jaren deel uitmaakten van de vastgoedportefeuille (i.e. zonder rekening te houden met de aanschaffing van nieuwe sites of desinvesteringen - totaal van 24 sites), zijn de huurinkomsten als volgt:
| HUURINKOMSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 | |
|---|---|---|---|---|
| 12 maanden | 12 maanden | |||
| België | 9.360 | 9.574 | 9.830 | |
| Aalst | Tragel 48-58 | 1.952 | 1.919 | 1.901 |
| Bornem | Industrieweg 4-24 | 418 | 413 | 378 |
| Grimbergen | Eppegemsestwg 31-33 | 1.012 | 1.012 | 1.012 |
| Hoboken | Smallandlaan 7 | 235 | 230 | 223 |
| Meer | Europastraat 28 | 354 | 330 | 353 |
| Herentals | Toekomstlaan 33 | 440 | 739 | 715 |
| Nivelles | Rue de la Technique 11 | 0 | 0 | 717 |
| Puurs | Schoonmansveld 18 | 763 | 747 | 727 |
| Erembodegem | Industrielaan 27 | 976 | 881 | 803 |
| Mechelen | Zandvoortstraat 16 | 573 | 653 | 623 |
| Vorst | Humaniteitslaan 292 | 920 | 1.030 | 1.401 |
| Milmort | Avenue du Parc Industriel | 975 | 895 | 796 |
| Heppignies | Rue Brigade Piron | 742 | 725 | 181 |
| Frankrijk | 9.106 | 9.190 | 8.470 | |
| Savigny-le-Temple | Rue du Chrome 2 | 541 | 593 | 437 |
| Feuqueires | Zoning Industriel du moulin | 354 | 344 | 335 |
| Bondoufle | Rue Henrie Dunant 9-11 | 233 | 228 | 221 |
| Saint-Priest | Chemin de la Fouilousse | 707 | 695 | 675 |
| Cambrai | P.d. Activité Actipole | 553 | 535 | 513 |
| Roissy | Rue de la Belle Etoile 280+ 383 | 869 | 1.018 | 981 |
| Décines | Rue a Rimbaud 1 | 369 | 357 | 345 |
| Alfortville | Le Techniparc | 233 | 224 | 221 |
| Le Mesnil Amelot | Rue du Gué 1-3 | 1.214 | 1.180 | 1.148 |
| Orléans | Rue des Genêts 660 | 3.208 | 3.132 | 3.041 |
| Marennes | La Donnière | 825 | 884 | 553 |
| TOTAAL | 18.466 | 18.764 | 18.300 |
Op 7 van deze 24 sites werden nieuwe huurcontracten ondertekend of bestaande huurovereenkomsten verlengd waarbij er geen belangrijke evoluties zijn in de gemiddelde huurprijs per vierkante meter. Bij de afsluiting en verlengingen van deze overeenkomsten werd uitzonderlijk gebruik gemaakt van een gemiddelde huurvrije periode van 2 t.e.m. 6 maanden. Geen enkele belangrijke andere incentives werden gegeven in dit kader.
Vier van de vijfendertig sites vertegenwoordigen elk meer dan 5% van de geconsolideerde vastgoedportefeuille en vertegenwoordigen samen 31,0% van de totale reële waarde van de vastgoedportefeuille:
| Reële waarde | Klant(en) |
|---|---|
• Saint-Cyr-en-Val, Orléans EUR 35,5 miljoen FM Logistics
deze site vertegenwoordigt 11,4% van de totale reële waarde van de portefeuille (de netto huurinkomsten op deze site voor het jaar 2013 vertegenwoordigen EUR 3,2 miljoen of 13,5% van het netto huurrresultaat voor het jaar 2013).
| MET HUUR VERBONDEN KOSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Te betalen huur op gehuurde activa | -314 | 0 | 0 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -143 | -26 | -136 |
| Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen | 77 | 104 | 39 |
| TOTAAL | -379 | 78 | -97 |
Onder "Te betalen huur op gehuurde activa" wordt sinds 2013 het bedrag aan betaalde concessies vermeld. Deze werden tot 2012 opgenomen onder de rubriek "Andere vastgoedkosten".
De stijging van de waardeverminderingen op handelsvorderingen werd hoofdzakelijk veroorzaakt door het juridisch dossier dat werd geopend tegen a3 Group, een voormalige huurder op de site te Erembodegem. Deze huurder staakte de betaling van de openstaande facturen en kondigde aan in vereffening te gaan.
Op 18 april 2013 werd een verzoekschrift neergelegd betreffende de huurovereenkomst waarop 8 mei 2013 een eerste vonnis volgde dat (i) de huurovereenkomst ten nadele van de A3 Group ontbond, (ii) tegenpartij veroordeelde het pand te ontruimen tegen uiterlijk 8 juni 2013, (iii) tegenpartij veroordeelde ten provisionele titel de achterstallige huishuren voor de som van EUR 60.000 te betalen, vermeerderd met de gerechtelijke intresten en (iv) stelt dat de huurwaarborgen ten bedrage van EUR 40.282,74 dienen worden vrijgegeven.
Bij vonnis van het Vredegerecht dd. 16 oktober 2013 werd de a3 Group veroordeeld tot betaling aan Montea van een bedrag van EUR 101.834,57 te vermeerderen met intresten en gerechtskosten. Bij uitvoering van het voornoemde vonnis, diende Montea echter vast te stellen dat niet kon worden overgegaan tot uitvoering gelet op het feit dat de a3 Group onvermogend was geworden. In tussentijd werd wel de huurwaarborg ten bedrage van EUR 36.350,74 geïnd. De geleden schade werd dan nog begroot op een bedrag van EUR 65.483,83.
Op 12 december 2013 werd tegenpartij via aangetekend schrijven door de raadsman van Montea voor een laatste maal in gebreke gesteld teneinde de openstaande schuld te betalen."
Montea past steeds het voorzichtigheidsprincipe toe. Wanneer Montea, ter inning van de huur- en/of andere gelden, beroep doet op extern juridisch advies, wordt er onmiddellijk een voorziening voor dubieuze vorderingen aangelegd. Wanneer de gelden ontvangen worden, wordt een terugneming van de waardevermindering geboekt.
| HUURLASTEN EN BELASTINGEN GEDRAGEN DOOR DE HUURDER OP VERHUURDE GEBOUWEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden | |
| Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de | 3.910 | 3.546 | 3.256 |
| huurder op verhuurde gebouwen | |||
| Doorrekening van huurlasten gedragen door de eigenaar | 1.787 | 1.621 | 1.228 |
| Doorrekening van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 2.122 | 1.924 | 2.028 |
| Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op | -4.803 | -4.463 | -4.069 |
| verhuurde gebouwen | |||
| Huurlasten gedragen door de eigenaar | -1.914 | -1.832 | -1.586 |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | -2.889 | -2.631 | -2.483 |
| TOTAAL | -893 | -918 | -813 |
De daling van de netto impact tot EUR -893K is grotendeels het gevolg van:
Bij leegstand is de grootste kostprijs de onroerende voorheffing en de al dan niet doorgerekende verzekeringen. De voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen bedroegen in 2013 EUR 2.889K (12,02% van de huurinkomsten).
Wanneer alle verhuurde sites 100% leeg zouden staan, zou er een additionele kost zijn van EUR 755K m.b.t. onroerende voorheffing en van EUR 126K m.b.t. onderhoudskosten en verzekeringen.
| ANDERE MET VERHUUR VERBONDEN INKOMSTEN EN UITGAVEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Property management fee | 229 | 172 | 114 |
| Inkomsten zonnepanelen | 798 | 769 | 421 |
| Andere | 216 | 557 | 72 |
| TOTAAL | 1.244 | 1.498 | 607 |
De inkomsten van de zonnepanelen bestaan enerzijds uit de opgewekte elektriciteit die wordt doorgerekend aan de huurders en de netbeheerder (9,07%) en anderzijds uit de inkomsten van de groenestroomcertificaten (90,93%).
De zonnepanelen op de gebouwen van de sites in Bornem (EUR 215K EUR), Grimbergen (EUR 177K), Herentals (EUR 140K) en Puurs Schoonmansveld (EUR 266K) genereerden samen EUR 798K aan inkomsten.
Onder "Andere" werden in 2012 de one-offs geboekt n.a.v. de verzekeringskwesties op de sites in Aartselaar en Puurs Rijksweg, evenals de vergoedingen welke Montea ontving in het kader van de uitgaande plaatsbeschrijvingen op de sites in Nijvel, Mechelen en Vorst.
In 2013 werd onder de post "Andere" werd hoofdzakelijk de gerecupereerde onroerende voorheffing op leegstaande sites geboekt.
| TECHNISCHE KOSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden | |
| Recurrente technische kosten | -15 | -32 | -53 |
| Herstellingen | -25 | -21 | -42 |
| Verzekeringspremies | 10 | -10 | -11 |
| Niet-recurrente technische kosten | 1 | 3 | 0 |
| Grote herstellingen | 0 | 0 | 0 |
| Schadegevallen | 1 | 3 | 0 |
| TOTAAL | -14 | -29 | -53 |
De daling van de technische kosten sinds 2011, is voornamelijk het gevolg van de desinvestering van de verouderde gebouwen in Moorsel (2011), Aartselaar (2012) en Vilvoorde (2013).
| COMMERCIELE KOSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Makelaarscommissies | -33 | -65 | -65 |
| Publiciteit | -2 | 0 | -1 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | -76 | -26 | -69 |
| TOTAAL | -111 | -91 | -135 |
Door de verkoop van de site in Aartselaar werd in 2012 het saldo van de gespreide makelaarsfees op de verschillende huurcontracten in resultaat genomen.
De stijging van de erelonen van de advocaten is het gevolg van het juridisch dossier tegen a3 Group, alsook van het indienen van een voorziening in cassatie (zie ook punt 1.3.6 voor meer uitleg).
| KOSTEN EN TAKSEN NIET VERHUURDE GEBOUWEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Lasten | -80 | -67 | 0 |
| Onroerende voorheffing | -137 | -86 | 0 |
| Verzekeringspremies | -38 | -21 | 0 |
| TOTAAL | -255 | -174 | 0 |
De kosten en taksen niet verhuurde gebouwen betreffen enkel de kosten op de volledig leegstaande sites van Puurs Rijksweg, Nijvel en Herentals). De verhoging van deze kosten wordt voornamelijk verklaard door de leegstand van de site te Herentals per 01/08/2013. In het jaar 2011 werden deze kosten opgenomen onder de rubriek "Huurlasten en belastingen gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen".
| BEHEERKOSTEN VASTGOED (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Interne beheerkosten van het patrimonium | -221 | -618 | -665 |
| Externe beheerkosten | -23 | -20 | -36 |
| TOTAAL | -244 | -637 | -702 |
Deze kosten omvatten enerzijds de kosten met betrekking tot het interne team dat verantwoordelijk is voor het beheer en de commercialisering van het vastgoed en anderzijds de direct aan het beheer toe te wijzen kosten.
De daling van de interne beheerskosten heeft hoofdzakelijk te maken met de verschillende nieuwe realisaties en projecten (waardoor meer personeelskosten geactiveerd werden), alsook met de verdere desinvestering van de arbeidsintensieve sites (verkoop van de sites in Laken en Vilvoorde in 2013).
| ANDERE VASTGOEDKOSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Concessierechten | 0 | -82 | -81 |
| Andere vastgoedkosten | -83 | -34 | -21 |
| TOTAAL | -83 | -115 | -102 |
De concessierechten worden sinds 2013 geboekt onder de rubriek "Met verhuur verbonden kosten".
De stijging van de andere vastgoedkosten is het gevolg van de hogere kosten m.b.t. milieu op de verschillende sites.
| 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 | |
|---|---|---|---|
| ALGEMENE KOSTEN VAN DE VENNOOTSCHAP (EUR x 1.000) | 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden |
| Kantoorkosten | -310 | -250 | -149 |
| Representatiekosten | -104 | -82 | -74 |
| Erelonen | -599 | -537 | -540 |
| Vastgoedschatter | -168 | -116 | -149 |
| Commissaris | -42 | -40 | -41 |
| Juridische adviseurs | -151 | -60 | -80 |
| Boekhouding en financiële adviseurs | -164 | -138 | -151 |
| Andere | -74 | -183 | -119 |
| Noteringskosten | -172 | -114 | -158 |
| Marketing en communicatie | -216 | -141 | -127 |
| Personeelskosten en vergoedingen zaakvoerder | -2.017 | -1.659 | -1.395 |
| Afschrijvingen | -154 | -155 | -177 |
| TOTAAL | -3.573 | -2.938 | -2.620 |
De algemene kosten omvatten hoofdzakelijk de kosten verbonden aan het dagelijks management en de kosten gemaakt in het kader van de verplichtingen voor beursgenoteerde vennootschappen.
In totaal werd EUR 4.328K aan algemene kosten gemaakt. Hiervan werd:
Zodoende blijft 82,56% van deze kosten (EUR 3.573K) behouden als algemene kosten van de vennootschap. De stijging van de algemene kosten is het gevolg van van de versterking van het operationeel team en meer advieskosten in het kader van de verdere groei van Montea.
De honoraria van de Commissaris, E&Y Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door Christel Weymeersch, met betrekking tot de vergoedingen in het kader van zijn wettelijke opdracht voor het onderzoek en de revisie van de maatschappelijke en geconsolideerde rekeningen, bedragen EUR 42.804,88 excl. BTW (zie commissaris).
Naast de vergoedingen voor de commisaris-revisor, de vastgoedschatters en de Zaakvoerder waren er geen andere aanzienlijke vergoedingen verschuldigd in 2013.
| ANDERE OPERATIONELE OPBRENGSTEN EN KOSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Andere operationele opbrengsten | 305 | 356 | 315 |
| Andere operationele kosten | -142 | -125 | -1.268 |
| TOTAAL | 163 | 231 | -952 |
De andere operationele opbrengsten zijn hoofdzakelijk het gevolg van:
De andere operationele kosten in 2013 hebben betrekking op de kosten die werden gemaakt voor een mogelijk project dat uiteindelijk niet gerealiseerd werd.
| RESULTAAT VERKOOP VASTGOEDBELEGGINGEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Netto meerwaarde verkochte gebouwen | 1.107 | 362 | 0 |
| TOTAAL | 1.107 | 362 | 0 |
De gerealiseerde meerwaarde van EUR 362K in 2012 was het resultaat van de verkoop van de sites in Aartselaar en Berchem en de aangelegde provisie voor nog uit te voeren werken op de eerder verkocht site in Grobbendonk.
De gerealiseerde meerwaarde van EUR 1.107K in 2013 is het resultaat van de verkoop van de sites in Laken en Vilvoorde en de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van opstal aan de luchthaven103. Met deze laatste overeenkomst is de luchthaven terug eigenaar van de grond en Montea betaalt hiervoor een variabele vergoeding op basis van de huurinkomsten die zij van de huurder krijgt.
103 Op 20/12/2012 heeft Montea de aandelen verworven van Warehouse Nine NV. Deze transactie betrof een ontwikkeling op maat voor DHL Global Forwarding op Brucargo te Zaventem, waarbij Warehouse NIne NV voor deze ontwikkeling een opstalrecht verwierf voor een periode van 50 jaar aan marktconforme voorwaarden. Eind 2013 heeft Montea (Warehouse Nine NV werd intussen gefusioneerd met Montea) dit opstalrecht opnieuw verkocht aan de luchthaven, waardoor een meerwaarde (EUR 301K) ontstond. Vanaf 2014, is Montea geen eigenaar meer van deze grond maar betaalt zij een variabele vergoeding aan de luchthaven.
| VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden | |
| Positieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 1.879 | 1.260 | 2.296 |
| Negatieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -6.009 | -7.952 | -6.716 |
| TOTAAL | -4.130 | -6.692 | -4.420 |
Het resultaat op de vastgoedportefeuille bedraagt EUR 4.130K op 31 december 2013. Dit negatief resultaat is te wijten aan:
Toelichting 13: Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen
Voor meer informatie aangaande grondslagen van de waardering van de vastgoedportefeuille verwijzen wij naar 4.2.4 Vastgoedverslag.
| FINANCIELE INKOMSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Geïnde interesten en dividenden | 47 | 177 | 82 |
| Andere | 2 | 0 | 2 |
| TOTAAL | 49 | 178 | 84 |
De financiële inkomsten hebben betrekking op de geïnde interesten op beschikbare fondsen.
| NETTO INTERESTKOSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden | |
| Nominale interestlasten op leningen | -3.169 | -2.845 | -2.578 |
| Wedersamenstelling van het nominaal bedrag van financiële schulden | 23 | 50 | 74 |
| Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | -3.068 | -2.739 | -2.962 |
| Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten | 0 | 0 | 0 |
| Andere interestkosten | -5 | -3 | -11 |
| TOTAAL | -6.219 | -5.537 | -5.478 |
104 Deze betreffen investeringen op de bestaande sites waarvoor geen onmiddellijke meerwaarde werd erkend.
De gemiddelde financiële kost bedroeg 3,92%105 ten opzichte van 3,84% vorig jaar. Dit is het percentage van de bankfinancieringen, inclusief bankmarges op de uitstaande obligatielening, rekening houdend met de kaskost van de financiële indekkingsinstrumenten, de financieringskosten op de leasingschulden alsook de coupon van 4,107%.
De netto interestkosten stegen met EUR 682K of 12,32%. De gemiddelde schuldenlast steeg met EUR 21,11K (zie ook de verhoging van de schuldratio van 51,33% naar 52,82%). Daarentegen daalde de gemiddelde financiële kost tijdens het jaar naar 3,92%. Rekening houdend met de stand van de financiële schulden op datum van 31/12/2013 (uitstaande obligatielening, lopende kredietlijnen met de daarbij horende hedging instrumenten en de leasingschulden) bedraagt de gemiddelde financiële kost 3,96%.
De categorie "Wedersamenstelling van het nominaal bedrag van financiële schulden" heeft uitsluitend te maken met de geïnde interesten op de door gefactureerde meerwerken op de site in Cambrai (Frankrijk). Deze werken worden, volgens een overeengekomen aflossingstabel, door Montea aan de bestaande huurder door gefactureerd. Zie ook toelichting 23.
| ANDERE FINANCIELE KOSTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Bankkosten en andere commissies | -36 | -110 | -29 |
| Andere | 0 | 0 | -1 |
| TOTAAL | -36 | -110 | -30 |
De stijging van de bankkosten in 2012 had voornamelijk betrekking op de dossierkosten in het kader van de afsluiting van de nieuwe kredietlijnen.
De variaties in de reële waarde van de financiële activa en passiva bedraagt EUR 5.497K bestaande uit:
| REELE WAARDE VAN DE INDEKKINGSINSTRUMENTEN (EUR x 1.000) |
Startdatum | Vervaldatum | Nominaal Bedrag | Opgenomen Bedrag 31/12/2013 |
Rentevoet | Reële waarde 2013 |
Reële waarde 2012 |
Reële waarde variatie |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Forward IRS | -495 | -495 | ||||||
| Forward IRS | 30/05/2012 | 30/05/2017 | 10.000 | 10.000 | 2,82% | -749 | -1.044 | -295 |
| Multi-Callable Swap | 15/09/2007 | 15/09/2017 | 13.425 | 13.425 | 3,82% | -1.622 | -2.158 | -536 |
| Forward IRS | 01/07/2013 | 01/07/2018 | 25.000 | 2,62% | -1.559 | 1.559 | ||
| Forward IRS | 30/05/2012 | 30/05/2019 | 10.000 | 10.000 | 3,07% | -1.042 | -1.441 | -399 |
| Forward IRS | 2,66% | -1.197 | -1.197 | |||||
| Forward IRS | 01/10/2011 | 01/10/2020 | 10.000 | 10.000 | 2,77% | -930 | -1.353 | -423 |
| Forward IRS | 01/10/2011 | 01/10/2020 | 10.000 | 10.000 | 2,77% | -939 | -1.348 | -409 |
| Stepped IRS | 01/07/2012 | 01/07/2022 | 60.000 | 60.000 | 4,50% | -7.538 | -10.291 | -2.753 |
| TOTAAL | 138.425 | 113.425 | -14.379 | -19.327 | -4.948 |
De netto schuldpositie van Montea in het kader van de indekkingsinstrumenten bedraagt EUR 14.379K.
Montea heeft op het einde van 2013 indekkingsinstrumenten voor een nominaal bedrag van EUR 138.425K. Initieel was het nominaal bedrag eveneens EUR 138.425K. Tijdens het jaar 2013 heeft Montea 2 IRS contracten met een totale nominale waarde van EUR 25.000K omgezet in een nieuwe forward IRS van EUR 25.000K waarvan deze zal worden opgenomen per 1/07/2014.
105 Deze financiële kost is een gemiddelde over gans het jaar, inclusief de leasingschulden in Frankrijk en België en de uitstaande obligatielening, en werd berekend op basis van de totale financiële kost t.o.v. het gemiddelde van het beginsaldo en eindsaldo van de financiële schuldenlast voor 2013. Indien Montea geen hedgingcontracten zou hebben, dan zou de financiële kost 2,28% bedragen.
Daarnaast boekte Montea, als gevolg van de aanpassingen volgens IFRS 13, de een bijkomende positieve variatie in de waardering van de indekkingsinstrumenten van EUR 549K (dit betreft de zogenaamde "Debit Value Adjustment".
Rekening houdend met dit bovenstaande bedraagt de reële waarde van de indekkingsinstrumenten EUR 13.830K (schuld) en vindt u terug bij de langlopende financiële schulden op het passief van de balans.
De gemiddelde "hedging cost" daalde van 3,82% naar 2,36% (rekening houdend met een constante perimeter).
| VENNOOTSCHAPSBELASTING (EUR x 1.000) | 31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Roerende voorheffing | -2 | -26 | -12 |
| Actuele belastingslasten (-baten) | -190 | -13 | -26 |
| TOTAAL | -193 | -39 | -38 |
De stijging in 2013 is het gevolg van een provisie die werd aangelegd in het kader van een nieuwe Franse wetgeving m.b.t. de belasting op dividenden.
| IMMATERIËLE VASTE ACTIVA | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 52 |
| Aankopen | 118 |
| Afschrijvingen | -30 |
| OP 31/12/2012 | 141 |
| Aankopen | 19 |
| Afschrijvingen | -45 |
| OP 31/12/2013 | 114 |
Deze rubriek vermeldt de bedragen van de immateriële vaste activa voor eigen gebruik. Deze immateriële vaste activa omvatten voornamelijk de licentie- en ontwikkelingskosten voor property management, facility en accounting software.
De stijging in 2012 was het gevolg van de ingebruikname van een nieuw facility management systeem.
| VASTGOEDBELEGGINGEN | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 245.131 |
| Investeringen | 43.690 |
| - nieuwe verwervingen | 17.190 |
| - verwervingen via aandelentransacties | 26.500 |
| Desinvesteringen | -1.954 |
| Stijging/(daling) van de reële waarde | -4.767 |
| OP 31/12/2012 | 282.100 |
| Investeringen | 40.590 |
| - nieuwe verwervingen | 34.070 |
| - verwervingen via aandelentransacties | 6.520 |
| Desinvesteringen | -8.746 |
| Stijging/(daling) van de reële waarde | -1.399 |
| OP 31/12/2013 | 312.545 |
De verhoging van de vastgoedbeleggingen is voornamelijk het gevolg van de verwerving van de sites in Brucargo-Zaventem (763 + 831), Gent-Zeehaven (Evenstuk + Korte Mate) en Almere in Nederland , welke gecompenseerd werd door de verkoop van de opstal van de site in Brucargo 830 aan Brussels Airport106 en de verkoop van de site in Laken.
De desinvesteringen omvatten de reële waarde van de sites in Laken (verkocht op 07/05/2014) en de opstal van de site te Brucargo eind 2013. De site in Vilvoorde werd verkocht op 18/07/2013 maar werd per 31/12/2013 reeds gecatalogeerd onder de activa voor verkoop.
De daling van de reële waarde betreft de aanpassing van de waardering van alle sites, behalve deze van Laken en Vilvoorde die verkocht werden.
| ANDERE MATERIELE VASTE ACTIVA | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 8.087 |
| Aanschaffingswaarde 01/01/2012 | 8.416 |
| Aankopen | 9 |
| Zonnepanelen | -125 |
| Aanschaffingswaarde 31/12/2012 | 8.301 |
| Afschrijvingen 01/01/2012 | -330 |
| Afschrijvingen | -88 |
| Afschrijvingen 31/12/2012 | -418 |
| OP 31/12/2012 | 7.883 |
| Aanschaffingswaarde 01/01/2013 | 8.301 |
| Aankopen | 26 |
| Zonnepanelen | -187 |
| Aanschaffingswaarde 31/12/2013 | 8.140 |
| Afschrijvingen 01/01/2013 | -418 |
| Afschrijvingen | -71 |
| Afschrijvingen 31/12/2013 | -489 |
| OP 31/12/2013 | 7.651 |
De daling van de andere materiële vaste activa omvat grotendeels de minderwaarde van de zonnepanelen op de sites in Bornem, Grimbergen, Herentals en Puurs Schoonmansveld. Deze minderwaarde werd rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen.
| ZONNEPANELEN (EUR x 1.000) | Investeringen | Reële waarde 31/12/2013 |
Delta |
|---|---|---|---|
| Zonnepanelen op site in Bornem | 1.614 | 1.900 | 286 |
| Zonnepanelen op site in Grimbergen | 1.379 | 1.648 | 269 |
| Zonnepanelen op site in Herentals | 1.034 | 1.141 | 107 |
| Zonnepanelen op site in Puurs, Schoonmansveld | 2.116 | 2.700 | 584 |
| Zonnepanelen op site in Heppignies | 201 | 201 | 0 |
| TOTAAL | 6.343 | 7.590 | 1.247 |
Zonnepanelen worden gewaardeerd op basis van het herwaarderingsmodel in overeenstemming met IAS 16 - Materiële vaste activa. Na de initiële opname dient het actief waarvan de reële waarde betrouwbaar kan worden bepaald, te worden geboekt tegen de geherwaardeerde waarde, zijnde de reële waarde op het moment van de herwaardering, verminderd met eventuele latere geaccumuleerde afschrijvingen en latere geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De reële waarde wordt bepaald op basis van de verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten.
Zoals uit de tabel blijkt, bedraagt de totale kostprijs van de investeringen EUR 6.343K, gerealiseerd tijdens het jaar 2011. Op basis van het herwaarderingsmodel werd in een afzonderlijke component van het eigen vermogen een meerwaarde genomen van EUR 1.672K. Per 31/12/2013 is deze herwaarderingsmeerwaarde reeds verminderd naar EUR 1.247K.
106 Voor meer informatie verwijzen we naar voetnoot 101.
Inzake de waardering van de zonnepanelen werden de netto meerwaarden (EUR 1.247K voor 2013) in een afzonderlijke component van het eigen vermogen opgenomen. Zie ook toelichting 30.1.
| FINANCIELE VASTE ACTIVA | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 0 |
| Activa aangehouden tot einde looptijd | 0 |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding | 0 |
| Activa aan reële waarde via resultaat | 0 |
| Indekkingsinstrumenten | 0 |
| OP 31/12/2012 | 0 |
| Activa aangehouden tot einde looptijd | 0 |
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding | 0 |
| Activa aan reële waarde via resultaat | 0 |
| Indekkingsinstrumenten | 0 |
| OP 31/12/2013 | 0 |
De financiële vaste activa betreffen uitsluitend de positieve waardering van de indekkingsinstrumenten.
De negatieve waardering van de indekkingsinstrumenten voor 2013 vindt men terug in toelichting 35.
| HANDELSVORDERINGEN EN ANDERE VASTE ACTIVA | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 361 |
| Borgtochten betaald in contanten | 0 |
| Voorfinanciering site Cambrai | -257 |
| OP 31/12/2012 | 105 |
| Borgtochten betaald in contanten | 0 |
| Voorfinanciering site Cambrai | -68 |
| OP 31/12/2013 | 37 |
Dit bedrag betreft een lange-termijn vordering t.o.v. de huurder op de site in Cambrai en dit n.a.v. de afbetaling van de doorgefactureerde meerwerken.
Bij de verwerving van de site in Cambrai in 2008 werden door Montea investeringen uitgevoerd voor een bedrag van EUR 1.150K. Deze werken werden doorgefactureerd en worden op kwartaalbasis afbetaald volgens een overeengekomen aflossingstabel.
De lange-termijn vordering wordt onder deze rubriek vermeld. De korte-termijn vordering vindt men onder de rubriek "Belastingvorderingen en andere vlottende activa" (zie toelichting 26). De financiële opbrengsten aangaande deze transactie worden vermeld in de rubriek "Financiële inkomsten" (zie toelichting 14).
| ACTIVA BESTEMD VOOR VERKOOP | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 2.541 |
| Boekwaarde vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop | -316 |
| OP 31/12/2012 | 2.225 |
| Boekwaarde vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop | -2.225 |
| OP 31/12/2013 | 0 |
De boekwaarde van de activa bestemd voor verkoop bestond in 2012 uit de reële waarde van de site in Vilvoorde. Deze site werd verkocht op 18/07/2013.
| HANDELSVORDERINGEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Bruto handelsvorderingen | 7.533 | 6.209 | 6.835 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren | -554 | -489 | -567 |
| OP 31/12/2013 | 6.978 | 5.720 | 6.269 |
Op 31 december 2013 bedroegen de bruto handelsvorderingen EUR 7.533K waarvan
| WAARDEVERMINDERINGEN VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 551 |
| Terugname voorziening lopend boekjaar | -91 |
| OP 31/12/2012 | 460 |
| Aangelegde voorziening lopend boekjaar | 181 |
| Terugname voorziening lopend boekjaar | -77 |
| OP 31/12/2013 | 564 |
| GEBOEKTE WAARDEVERMINDERINGEN OP HANDELSVORDERINGEN | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 567 |
| Terugname geboekte waardeverminderingen | -78 |
| OP 31/12/2012 | 489 |
| Aangelegde voorziening lopend boekjaar | 123 |
| Terugname geboekte waardeverminderingen | -58 |
| OP 31/12/2013 | 554 |
Om de impact van achterstallige vorderingen op het resultaat te minimaliseren beheert Montea haar klantenbestand op een efficiënte manier. Op regelmatige basis onderwerpt Montea haar klanten aan een kredietanalyse. Zo ook zal Montea potentiële klanten onderwerpen aan een voorafgaande kredietanalyse, alvorens over te gaan tot het afsluiten van nieuwe contracten.
In onderstaande tabel vindt men een ouderdomsanalyse van de bruto handelsvorderingen van EUR 6.446K en de dubieuze debiteuren van EUR 564K.
| OUDERDOMSBALANS HANDELSVORDERINGEN | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| handelsvorderingen, niet vervallen | 5.427 |
| handelsvorderingen, 1 - 30 dagen vervallen | 464 |
| handelsvorderingen, 31 - 60 dagen vervallen | -96 |
| handelsvorderingen, 61 - 90 dagen vervallen | 497 |
| handelsvorderingen, > 90 dagen vervallen | 154 |
| TOTAAL | 6.446 |
| OUDERDOMSBALANS DUBIEUZE DEBITEUREN | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| handelsvorderingen, niet vervallen | 0 |
| handelsvorderingen, 1 - 30 dagen vervallen | 1 |
| handelsvorderingen, 31 - 60 dagen vervallen | -40 |
| handelsvorderingen, 61 - 90 dagen vervallen | 1 |
| handelsvorderingen, > 90 dagen vervallen | 602 |
| TOTAAL | 564 |
Montea heeft de nodige inspanningen geleverd opdat de openstaande handelsvorderingen na jaareinde reeds grotendeels geïnd werden.
| BELASTINGVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| BELASTINGEN | 445 | 242 | 298 |
| BTW | 175 | 113 | 169 |
| Belastingen | 271 | 129 | 129 |
| ANDERE VLOTTENDE ACTIVA | 193 | 602 | 691 |
| TOTAAL | 638 | 844 | 989 |
Het bedrag van de andere vlottende activa omvat grotendeels de korte-termijn vordering naar aanleiding van de voorfinanciering op de site in Cambrai (EUR 69K - zie ook toelichting 23), alsook de vordering m.b.t. de schadevergoeding op dezelfde site (EUR 75K).
| KAS EN KASEQUIVALENTEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Contante geldstortingen bij kredietinstellingen | 2.551 | 5.175 | 1.409 |
| Termijnbeleggingen | 1.541 | 1.832 | 3.499 |
| Te innen cheques | 1 | 0 | 40 |
| TOTAAL | 4.092 | 7.007 | 4.948 |
De termijnbeleggingen betreffen geldstortingen op termijnrekeningen bij kredietinstellingen.
| OVERLOPENDE REKENINGEN - ACTIEF (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Verkregen opbrengsten | 989 | 299 | 256 |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 6.013 | 572 | 153 |
| Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten | 310 | 345 | 312 |
| Andere | 429 | 256 | 383 |
| TOTAAL | 7.741 | 1.472 | 1.104 |
De stijging van de vooraf betaalde vastgoedkosten is vooral te verklaren door de stijging van de al gemaakte opstartkosten voor mogelijke nieuwe projecten en de onbeschikbaarheidsvergoeding van EUR 4.500K107 in het kader van de partnership-overeenkomst met de Groep De Paepe. Voor meer informatie aangaande deze onbeschikbaarheidsvergoeding verwijzen we naar punt 4.3.2. van dit jaarverslag.
De post "Vooraf betaalde interesten en andere financiële kosten" bestaat voornamelijk uit de reeds vooraf betaalde kapitaal- en interestaflossingen van de leasingschulden op het project van Orléans.
De post "Andere" betreft hoofdzakelijk de reeds betaalde makelaarscommissies voor nieuwe huurcontracten die worden gespreid over de looptijd van die huurcontracten.
| Kosten | Aandeelkapitaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| KAPITAAL EN UITGIFTEPREMIES (x EUR 1.000) | Kapitaal | kapitaalverhoging | opties personeel | Uitgiftepremies | Aantal aandelen |
| OP 31/12/2011 | 108.373 | -1.044 | 0 | 543 | 5.634.126 |
| Kapitaalverhoging op 20 december 2012 (verwerving van aandelen van Warehouse 9 door middel van koop-/verkoopovereenkomst) |
21.114 | -106 | 3 | -10 | 814.148 |
| OP 31/12/2012 | 129.486 | -1.150 | 3 | 533 | 6.448.274 |
| Kapitaalverhoging op 20 juni 2013 (verwerving van aandelen van Acer Parc NV door middel van koop-/verkoopovereenkomst) Kapitaal verhoging op 19 december 2013 (verwerving via inbreng in natura van de aandelen van Ghent Logistics NV) |
2.803 6.477 |
-84 0 |
0 0 |
1.238 0 |
139.622 221.066 |
| OP 31/12/2013 | 138.767 | -1.234 | 3 | 1.771 | 6.808.962 |
107 Naar aanleiding van de partnershipovereenkomst met MG Real Estate (zie punt 4.3.2) zal Montea EUR 4,5 miljoen betalen als deelname in de ontwikkelingskost in de infrastructuur van het park. Deze onbeschikbaarheidsvergoeding werd opgenomen in de overlopende rekening van het actief, waarvan de helft (EUR 2,25 miljoen) reeds betaald werd op jaareinde. Het saldo werd opgnomen in de andere kortlopende verplichtingen.
| (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Reserves | -16.410 | -2.108 | 9.322 |
| Wettelijke reserve | 829 | 30 | 30 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed | -35.881 | -32.031 | -25.211 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische | -11.799 | -10.704 | -9.636 |
| vervreemding van vastgoedbeleggingen | |||
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die | 0 | 0 | 0 |
| onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS | |||
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet | -13.830 | -19.327 | -11.294 |
| onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS | |||
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse | 0 | 0 | 0 |
| activiteit | |||
| Reserve voor eigen aandelen | -639 | -639 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenreglingen | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden | 0 | 0 | 0 |
| Andere reserves | 44.910 | 60.563 | 55.433 |
| Overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 |
Het verschil in de post "reserve voor het saldo van de variatie in de reële waarde van vastgoed" t.o.v. vorig jaar bedraagt EUR 3.850K. Deze variatie van EUR 3.850K bestaat enerzijds uit de variatie in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen voor een bedrag van EUR -3.658K en anderzijds uit de herwaarderingsmeerwaarde van de zonnepanelen voor een bedrag van EUR -192K. In de resultatenrekeningen vinden we een bedrag terug van EUR 4.130K.
Bij de bepaling van de reële waarde wordt, naar aanleiding van een analyse van een groot aantal transacties door een werkgroep van deskundigen die optreden voor beursgenoteerde vastgoedinstellingen, rekening gehouden met 2,5% aan totale koopkosten op belangrijk investeringsvastgoed (i.e. > EUR 2.500.000). D.w.z. dat men voor alle sites EUR >2.500.000 de investeringswaarde moet delen door 1,025 om tot de reële waarde te komen. Op alle andere sites wordt 10% of 12,5% registratierechten toegepast om tot de reële waarde te komen.
Dit betekent dat voor 1 site in België, nl. Hoboken, de regel van 10% wordt toegepast.
Bij de valorisatie van de sites in Frankrijk en Nederland werd een estimatie gemaakt van het totaal bedrag van aankoopkosten. Dit vertegenwoordigt ongeveer 6,2% in Frankrijk en 6,3% in Nederland. D.w.z. dat men van het investeringsbedrag 6,2% moet aftrekken om tot de reële waarde te komen van de site.
| RESERVE VOOR HET SALDO VAN DE VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOED | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2007 (15 maanden) | 5.629 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2008 (12 maanden) | -10.046 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2009 (12 maanden) | -16.034 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2010 (12 maanden) | -1.906 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2011 (12 maanden) | -4.420 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2012 (12 maanden) | -6.692 |
| Variatie reële waarde vastgoedbeleggingen 2013 (12 maanden) | -3.658 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2011 (12 maanden) | 1.566 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2012 (12 maanden) | -128 |
| Herwaarderingsmeerwaarde zonnepanelen 2013 (12 maanden) | -192 |
| OP 31/12/2013 | -35.881 |
Toelichting 30.2: Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS
| RESERVE VOOR HET SALDO VAN DE VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN TOEGELATEN AFDEKKINGSINSTRUMENTEN DIE NIET ONDERWORPEN ZIJN | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| AAN EEN AFDEKKINGSBOEKHOUDING ZOALS DEFINIEERD IN IFRS | |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2007 (15 maanden) | 861 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2008 (12 maanden) | -6.792 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2009 (12 maanden) | -2.089 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2010 (12 maanden) | 1.643 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2011 (12 maanden) | -4.917 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2012 (12 maanden) | -8.033 |
| Variatie reële waarde indekkingsinstrumenten 2013 (12 maanden) | 5.497 |
| OP 31/12/2013 | -13.830 |
De variatie in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten wordt volledig opgenomen in de resultatenrekening.
| RESULTAAT (EUR x 1.000) | Resultaat |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | -297 |
| Resultaat 12 maanden | -3.102 |
| Minderheidsbelangen | -4 |
| OP 31/12/2012 | -3.106 |
| Resultaat 12 maanden | 15.970 |
| Minderheidsbelangen | -2 |
| OP 31/12/2013 | 15.969 |
| MINDERHEIDSBELANG | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| OP 31/12/2011 | 104 |
| 5% van het resultaat van SCI 3R per 31/12/2012 | -4 |
| OP 31/12/2012 | 100 |
| 5% van het resultaat van SCI 3R per 31/12/2013 | -2 |
| OP 31/12/2013 | 98 |
| VOORZIENINGEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Pensioenen | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | -208 | 0 |
| TOTAAL | 0 | -208 | 0 |
De voorziening in 2012 had betrekking op de verdere reorganisatie van het operationele team.
| FINANCIELE SCHULDEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| LANGLOPENDE FINANCIËLE SCHULDEN | 144.517 | 121.913 | 104.320 |
| Kredietinstellingen | 111.333 | 116.500 | 97.500 |
| Obligatielening | 29.557 | 0 | 0 |
| Borgstellingen, bankgaranties d.m.v. gestorte gelden | 404 | 547 | 278 |
| Financiële leasing | 3.177 | 4.865 | 6.542 |
| Andere | 45 | 0 | 0 |
| KORTLOPENDE FINANCIËLE SCHULDEN | 28.529 | 31.851 | 26.782 |
| Kredietinstellingen | 26.667 | 30.000 | 25.000 |
| Financiële leasing | 1.862 | 1.851 | 1.782 |
| TOTAAL | 173.046 | 153.763 | 131.102 |
De financiële schulden betreffen nominale bedragen waarbij de interesten niet vervat zijn.
De financiële schulden bestaan hoofdzakelijk uit bilaterale kredietlijnen bij 5 Belgische financiële instellingen. Op 31/12/2013 heeft Montea een totaal van EUR 160.000K aan gecontracteerde kredietlijnen waarvan 86,25% (EUR 138.000K) opgenomen is.
Volgend jaar vervalt 19,32% (of EUR 26.667K) van de opgenomen schuld.
| KREDIETINSTELLINGEN | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| Kredietlijnen, binnen het jaar te vervallen | 26.667 |
| Kredietlijnen, te vervallen binnen 1 - 2 jaar | 44.000 |
| Kredietlijnen, te vervallen binnen 2 - 3 jaar | 26.667 |
| Kredietlijnen, te vervallen binnen > 3 jaar | 40.667 |
| TOTAAL | 138.000 |
Daarnaast bestaat de financiële schulden uit de uitstaande obligatielening (nominaal bedrag van EUR 30.000K) en de uitstaande leasingschulden (Montea heeft leasingschulden op de volgende sites: Milmort (BE), Roissyen-France en St Cyr-en-Val (Orléans) in Frankrijk). In het kader van de verdere diversificatie van de financieringen, heeft Montea op 24 juni 2013 een obligatielening uitgegeven voor een totaal bedrag van EUR 30 miljoen. Voor meer uitleg, zie punt 1.3.2.
| LEASING SCHULDEN | (x EUR 1.000) |
|---|---|
| Leasing schulden, te vervallen binnen 1 jaar | 1.862 |
| Leasingschulden, te vervallen binnen 1-5 jaar | 3.177 |
| Leasingschulden, te vervallen binnen >5 jaar | 0 |
| TOTAAL | 5.038 |
| ANDERE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | 13.830 | 19.327 | 11.304 |
| TOTAAL | 13.830 | 19.327 | 11.304 |
De andere langlopende financiële verplichtingen omvatten uitsluitend de negatieve waardering van de rentedekkingsinstrumenten op 31/12/2013. In toelichting 22, onder de financiële vaste activa, bevinden zich de positieve variaties in de waarde van de rentedekkingsinstrumenten. De rentedekkingsinstrumenten hebben op 31/12/2013 een negatieve waarde van 13.830K EUR. Voor de vergelijking van de reële waarden met de boekwaarden verwijzen we naar toelichting 17.
| ANDERE LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Waarborgen | 452 | 450 | 431 |
| TOTAAL | 452 | 450 | 431 |
Het totaal betreft de gestelde waarborgen van Franse klanten.
| VOORZIENINGEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Pensioenen | 0 | 0 | 0 |
| Andere | 0 | 0 | -1.200 |
| TOTAAL | 0 | 0 | -1.200 |
De voorziening in 2011 was volledige te verklaren door de schadevergoeding van EUR 1.200K (EUR 960K + interesten) welke Montea diende te betalen in het kader van het arrest van het hof van beroep dat zij op 29 februari 2012 ontvangen had. Voor meer informatie verwijzen we naar punt 4.3.8.1. van dit jaarverslag.
| HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Leveranciers | 1.536 | 1.648 | 1.405 |
| Exit taks | 314 | -35 | -35 |
| BTW en belastingen | 1.376 | 1.373 | 1.158 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 139 | 197 | 208 |
| TOTAAL | 3.365 | 3.184 | 2.735 |
| ANDERE KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Dividenden | 12 | 12 | 12 |
| Intercompany verplichtingen | 343 | 182 | 181 |
| Andere | 2.255 | 245 | 0 |
| TOTAAL | 2.610 | 439 | 194 |
De stijging van de andere kortlopende verplichtingen is vooral te verklaren doordat de helft van de onbeschikbaarheidsvergoeding (EUR 4.500K) in het kader van de partnershipovereenkomst met de Groep De Paepe pas in 2014 werd gestort. Voor meer informatie aangaande deze onbeschikbaarheidsvergoeding verwijzen we naar punt 4.3.2. van dit jaarverslag.
| OVERLOPENDE REKENINGEN - PASSIEF (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2012 | 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 5.563 | 5.283 | 4.553 |
| Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten | 1.965 | 1.081 | 961 |
| TOTAAL | 7.528 | 6.364 | 5.514 |
De stijging van de overlopende rekeningen van het passief bestaat voornamelijk uit de vooraf gefactureerde huurinkomsten die betrekking hebben op het eerste trimester van 2014, alsook uit de toerekening van de interesten m.b.t. de obligatielening en dit voor het 2e semester van 2013.
| Reële waarde hierarchie (EUR x 1.000) |
31/12/2013 Boekwaarde |
31/12/2013 Level 1 (1) |
31/12/2013 Level 2 (2) |
31/12/2013 Level 3 (3) |
|
|---|---|---|---|---|---|
| I. | VASTE ACTIVA | 320.347 | 0 | 37 | 312.545 |
| C. | Vastgoedbeleggingen | 312.545 | 0 | 0 | 312.545 |
| E. | Financiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 |
| G. | Handelsvorderingen en andere vaste activa | 37 | 0 | 37 | 0 |
| H. | Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
| I. | Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures | 0 | 0 | 0 | 0 |
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 19.450 | 7.741 | 7.617 | 0 |
| A. | Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 |
| B. | Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
| C. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 |
| D. | Handelsvorderingen | 6.978 | 0 | 6.978 | 0 |
| E. | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 638 | 0 | 638 | 0 |
| F. | Kas en kasequivalenten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| G. | Overlopende rekeningen | 7.741 | 7.741 | 0 | 0 |
| TOTAAL ACTIVA | 339.797 | 7.741 | 7.653 | 312.545 | |
| VERPLICHTINGEN | 200.831 | 7.528 | 179.473 | 13.830 | |
| I. | Langlopende verplichtingen | 158.798 | 0 | 144.969 | 13.830 |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| B. | Langlopende financiële schulden | 144.517 | 0 | 144.517 | 0 |
| C. | Andere langlopende financiële verplichtingen | 13.830 | 0 | 13.830 | |
| D. | Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | 0 |
| E. | Andere langlopende verplichtingen | 452 | 0 | 452 | 0 |
| F. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| II. | Kortlopende verplichtingen | 42.032 | 7.528 | 34.504 | 0 |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| B. | Kortlopende financiële schulden | 28.529 | 0 | 28.529 | 0 |
| C. | Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| D. | Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 3.365 | 0 | 3.365 | 0 |
| E. | Andere kortlopende verplichtingen | 2.610 | 0 | 2.610 | 0 |
| F. | Overlopende rekeningen | 7.528 | 7.528 | 0 | |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 200.831 | 7.528 | 179.473 | 13.830 |
(1) Marktw aardering in actieve markt voor hetzelfde product (2) Marktw aardering in actieve markt voor gelijkaardig product
(3) Waardering op basis van andere w aarderingstechnieken; niet gebaseerd op marktw aardering in actieve markt
IFRS 13 behandelt de praktische toepassing van de reële waardebepaling wanneer dit door een andere standaard wordt verplicht of toegestaan. Deze werd ook toegepast voor wat betreft de waardebepaling van de vastgoedbelegging, zonnepanelen alsook de financiële instrumenten.
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering van de vastgoedbeleggingen werd gedaan op basis van de externe schatter, grotendeels gebaseerd op een tweetal methodes:
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering van de vastgoedbeleggingen, op basis van de kapitalisatiemethode, werd gedaan op basis van de externe schatter die markthuurwaardes en marktrendementen op alle individuele sites heeft bepaald. Op deze markthuurwaarde en marktrendementen worden bepaalde correcties toegevoegd in functie van de specifieke situatie (bv. verschil tussen actuele huur en markthuurwaarde, de actuele waarde van de toekomstige investeringen alsook de inschatting van de toekomstige leegstand).
In onderstaande tabel vindt men de belangrijkste hypotheses met betrekking tot de reële waarde van de vastgoedbeleggingen. Zoals hierboven aangehaald wordt de reële waarde van de vastgoedbeleggingen hoofdzakelijk bepaald aan de hand van de markthuurwaarde (EUR/m²), equivalent yield (bruto rendement op basis van een gelijkwaardig product op deze locatie). In onderstaande tabel vindt men per geografische regio een overzicht van deze twee parameters met een minimum, maximum en gewogen gemiddelde. Daarenboven wordt de reële waarde van de vastgoedbeleggingen bepaald door het verschil van de actuele huur t.ov. de markthuurwaarde.
Voor meer informatie over deze marktrendementen verwijzen we naar punt 4.2.4. van dit jaarverslag.
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering van de vastgoedbeleggingen, op basis van de "Discounted Cash Flow" methode, is gebaseerd op:
In de onderstaande tabel vindt men de belangrijkste kwantitatieve parameters met betrekking tot de "Discounted Cash Flow" methode:
| Hypotheses Waardering Reële waarde vastgoedbeleggingen |
BE | FR | NL |
|---|---|---|---|
| Huurkapitalisatiemethode | |||
| Markthuurwaarde (Min - Max.) (EURO /m²) Markthuurwaarde - Gewogen Gemiddelde (EURO /m²) |
31,24 - 69,92 45,01 |
35,00- 105,70 46,19 |
44,70 44,70 |
| Equivalent Yield (Min - Max.) (%) Equivalent Yield - Gewogen Gemiddelde (%) |
6,58% - 8,71% 7,63% |
7,40% - 14,40% 8,16% |
7,31% 7,31% |
| Actuele huur t.o.v. Markthuurwaarde (%) | 100,80% | 106,70% | 99,53% |
| "Discounted Cash Flow" methode (*) | |||
| Actualisatievoet (Min - Max.) (%) Actualisatievoet (Gewogen Gemiddelde) (%) |
5,02% - 9,52% 6,70% |
5,38% - 11,85% 7,08% |
8,27% 8,27% |
(*) bij de berekening werd rekening gehouden met 2% inflatie voor België en Nederland en met 1% inflatie voor Frankrijk.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het minimum en maximum van de markthuurwaardes ver uiteen liggen. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met:
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering van de zonnepanelen wordt bepaald op basis van een berekening van de netto actuele waarde over de resterende looptijd van de groene stroomcertificaten. Voor meer informatie verwijzen we naar punt 7.6.2.3 van dit jaarverslag.
Bij de bepaling van de reële waarde van de afgeleide instrumenten werd enerzijds rekening gehouden met de reële waarde die door de financiële instellingen aan Montea ter beschikking werden gesteld, gebaseerd op de swap-rate van gelijkaardige produkten op 31/12/2013, t.o.v. de gecontracteerde hedging instrumenten. De reële waarde van de afgeleide instrumenten per 31/12/2013 bedraagt EUR -14.378K. Dit zou normaal moeten gecatalogeerd te worden onder level II. Daarnaast dient de onderneming ook het "non-performance risk" te waarderen. Montea heeft een negatieve reële waarde op haar hedging instrumenten.
Op basis van inschattingen (credit default swaps per 31/12/2013, de gemiddelde leeftijd van de uitstaande swaps), heeft Montea een "non-performance risk" berekend ten belope van EUR 548K, wat de reële waarde positief beïnvloedt. Door het feit van het tot uitdrukking brengen van dit "non-performance risk", wordt de volledige reële waarde van EUR -13.830 opgenomen in level III.
De financiële verplichtingen bestaan enerzijds uit de uitgegeven obligatielening in juli 2013 en anderzijds uit de opgenomen kredietlijnen van EUR 138 miljoen.
De praktische toepassing van de reële waardebepaling bij de waardering van de obligatie werd gedaan op basis van de indicatieve prijsbepaling op de actieve markt. Daar deze per 31/12/2013 niet verhandeld is, wordt de obligatie geclassificeerd in level 2 (marktwaardering in de actieve markt voor een gelijkaardig product).
Alle kredietlijnen bij Montea werden afgesloten aan variabele rentevoet (Euribor 3 maanden). Zodoende is de reële waarde van de uitstaande kredietlijnen nagenoeg gelijk aan de boekwaarde van de kredietlijnen waardoor deze geclassificeerd worden in level II.
Met betrekking tot de verplichting inzake gesegmenteerde informatie past de Vennootschap IFRS 8 toe.
Geografisch bevindt de huidige portefeuille zich in België, Nederland en Frankrijk. De Vennootschap stuurt en coördineert haar zaken op geografisch gebied en zodoende rapporteert zij ook volgens deze geografische segmentatie. In de volgende tabellen vindt u de balans en de resultatenrekening volgens de geografische segmentatie.
| (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2013 | 31/12/2013 | 31/12/2013 | 31/12/2013 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| BE | FR | NL | Elim. | Conso | ||
| I. | VASTE ACTIVA | 195.346 | 117.746 | 14.300 | -7.045 | 320.347 |
| A. | Goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| B. | Immateriële vaste activa | 114 | 0 | 0 | 0 | 114 |
| C. | Vastgoedbeleggingen | 180.535 | 117.710 | 14.300 | 0 | 312.545 |
| D. | Andere materiële vaste activa | 7.651 | 0 | 0 | 0 | 7.651 |
| E. | Financiële vaste activa | 7.045 | 0 | 0 | -7.045 | 0 |
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| G. | Handelsvorderingen en andere vaste activa | 1 | 36 | 0 | 0 | 37 |
| H. | Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| I. | Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| vermogensmutatie | ||||||
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 129.384 | 5.251 | 368 | -115.554 | 19.450 |
| A. | Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| B. | Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| C. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| D. | Handelsvorderingen | 3.199 | 3.780 | 0 | 0 | 6.978 |
| E. | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 97.214 | 303 | 0 | -96.879 | 638 |
| F. | Kas en kasequivalenten | 3.583 | 405 | 104 | 0 | 4.092 |
| G. | Overlopende rekeningen | 25.389 | 763 | 264 | -18.675 | 7.741 |
| TOTAAL ACTIVA | 324.730 | 122.998 | 14.668 | -122.599 | 339.797 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 132.025 | 6.416 | 7.571 | -7.045 | 138.967 | |
| I. | Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de | 132.025 | 6.318 | 7.571 | -7.045 | 138.869 |
| moedervennootschap | ||||||
| A. | Kapitaal | 137.537 | 0 | 45 | -45 | 137.537 |
| B. | Uitgiftepremies | 1.771 | 0 | 0 | 0 | 1.771 |
| C. | Reserves | -18.808 | 2.398 | 7.000 | -7.000 | -16.410 |
| D. | Nettoresultaat van het boekjaar | 11.524 | 3.920 | 526 | 0 | 15.970 |
| II. | Minderheidsbelangen | 0 | 98 | 0 | 0 | 98 |
| VERPLICHTINGEN | 192.706 | 116.582 | 7.097 | -115.554 | 200.831 | |
| I. | Langlopende verplichtingen | 156.616 | 2.182 | 0 | 0 | 158.798 |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| B. | Langlopende financiële schulden | 142.786 | 1.731 | 0 | 0 | 144.517 |
| C. | Andere langlopende financiële verplichtingen | 13.830 | 0 | 0 | 0 | 13.830 |
| D. | Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| E. F. |
Andere langlopende verplichtingen Uitgestelde belastingen - verplichtingen |
0 0 |
452 0 |
0 0 |
0 0 |
452 0 |
| II. | Kortlopende verplichtingen | 36.089 | 114.400 | 7.097 | -115.554 | 42.032 |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| B. | Kortlopende financiële schulden | 27.157 | 1.372 | 0 | 0 | 28.529 |
| C. | Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| D. | Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 1.631 | 1.733 | 1 | 0 | 3.365 |
| E. | Andere kortlopende verplichtingen | 2.590 | 108.478 | 7.034 | -115.492 | 2.610 |
| F. | Overlopende rekeningen | 4.712 | 2.817 | 62 | -62 | 7.528 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 324.730 | 122.998 | 14.668 | -122.599 | 339.797 |
Het bedrag van EUR 180.535K (vastgoedbeleggingen in rubriek I.C) is EUR 609K hoger dan de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in België (zie punt 4.2.4). Dit verschil betreft de boekwaarde van het kantoor voor eigen gebruik.
| (EUR x 1.000) | 31/12/2012 | 31/12/2012 | 31/12/2012 | 31/12/2012 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| BE | FR | Elim. | Conso | |||
| I. | VASTE ACTIVA | 171.765 | 118.465 | 0 | 290.230 | |
| A. | Goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Immateriële vaste activa | 141 | 0 | 0 | 141 | |
| C. | Vastgoedbeleggingen | 163.740 | 118.360 | 0 | 282.100 | |
| D. | Andere materiële vaste activa | 7.883 | 0 | 0 | 7.883 | |
| E. | Financiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| G. | Handelsvorderingen en andere vaste activa | 1 | 105 | 0 | 105 | |
| H. | Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| I. | Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| vermogensmutatie | ||||||
| II. | VLOTTENDE ACTIVA | 123.901 | 7.282 | -113.914 | 17.269 | |
| A. | Activa bestemd voor verkoop | 2.225 | 0 | 0 | 2.225 | |
| B. | Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| C. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| D. | Handelsvorderingen | 1.845 | 3.876 | 0 | 5.720 | |
| E. | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 99.648 | 430 | -99.233 | 844 | |
| F. G. |
Kas en kasequivalenten Overlopende rekeningen |
4.433 15.751 |
2.574 402 |
0 -14.681 |
7.007 1.472 |
|
| TOTAAL ACTIVA | 295.666 | 125.746 | -113.914 | 307.498 | ||
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 121.265 | 2.498 | 0 | 123.763 | ||
| I. | Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de | 121.265 | 2.398 | 0 | 123.663 | |
| moedervennootschap | ||||||
| A. | Kapitaal | 128.340 | 0 | 0 | 128.340 | |
| B. | Uitgiftepremies | 533 | 0 | 0 | 533 | |
| C. | Reserves | -1.439 | -669 | 0 | -2.108 | |
| D. | Nettoresultaat van het boekjaar | -6.168 | 3.067 | 0 | -3.102 | |
| II. | Minderheidsbelangen | 0 | 100 | 0 | 100 | |
| VERPLICHTINGEN | 174.401 | 123.249 | -113.914 | 183.735 | ||
| I. | Langlopende verplichtingen | 138.376 | 3.521 | 0 | 141.898 | |
| A. | Voorzieningen | 208 | 0 | 0 | 208 | |
| B. | Langlopende financiële schulden | 118.841 | 3.071 | 0 | 121.913 | |
| C. | Andere langlopende financiële verplichtingen | 19.327 | 0 | 0 | 19.327 | |
| D. | Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| E. | Andere langlopende verplichtingen | 0 | 450 | 0 | 450 | |
| F. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| II. | Kortlopende verplichtingen | 36.024 | 119.727 | -113.914 | 41.837 | |
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| B. | Kortlopende financiële schulden | 30.461 | 1.389 | 0 | 31.851 | |
| C. | Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| D. | Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 1.580 | 1.604 | 0 | 3.184 | |
| E. | Andere kortlopende verplichtingen | 257 | 114.097 | -113.914 | 439 | |
| F. | Overlopende rekeningen | 3.726 | 2.637 | 0 | 6.364 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 295.666 | 125.746 | -113.914 | 307.498 |
| (EUR x 1.000) | 31/12/2013 | 31/12/2013 | 31/12/2013 | 31/12/2013 | 31/12/2013 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| BE | FR | NL | Elim. | 12 maanden | ||
| I. | Huurinkomsten | 13.037 | 10.737 | 264 | 0 | 24.038 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | -372 | -7 | 0 | 0 | -379 |
| NETTO HUURRESULTAAT | 12.665 | 10.730 | 264 | 0 | 23.659 | |
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
1.947 | 1.962 | 0 | 0 | 3.910 |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| wedersamenstelling op het einde van de huur | ||||||
| VII. | Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde gebouwen |
-2.469 | -2.325 | -8 | 0 | -4.803 |
| VIII. | Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 1.014 | 230 | 0 | 0 | 1.244 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 13.157 | 10.596 | 256 | 0 | 24.010 | |
| IX. | Technische kosten | -14 | 0 | 0 | 0 | -14 |
| X. | Commerciële kosten | -65 | -46 | 0 | 0 | -111 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | -255 | 0 | 0 | 0 | -255 |
| XII. | Beheerskosten vastgoed | -221 | -23 | 0 | 0 | -244 |
| XIII. | Andere vastgoedkosten | -40 | -44 | 0 | 0 | -83 |
| VASTGOEDKOSTEN | -595 | -112 | 0 | 0 | -708 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 12.562 | 10.484 | 256 | 0 | 23.302 | |
| XIV. | Algemene kosten van de vennootschap | -2.688 | -864 | -22 | 0 | -3.573 |
| XV. | Andere operationele opbrengsten en kosten | 18 | 145 | 0 | 0 | 163 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 9.892 | 9.765 | 235 | 0 | 19.892 | |
| XVI. | Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 1.107 | 0 | 0 | 0 | 1.107 |
| XVII. | Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| XVIII. | Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -2.786 | -1.698 | 354 | 0 | -4.130 |
| XIX. | Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 8.214 | 8.067 | 589 | 0 | 16.870 | |
| XX. | Financiële inkomsten | 4.043 | 0 | 0 | -3.994 | 49 |
| XXI. | Netto interestkosten | -6.210 | -3.940 | -62 | 3.994 | -6.219 |
| XXII. | Andere financiële kosten | -23 | -13 | 0 | 0 | -36 |
| XXIII. | Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 5.497 | 0 | 0 | 0 | 5.497 |
| FINANCIEEL RESULTAAT | 3.307 | -3.953 | -62 | 0 | -708 | |
| XXIV. | Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint venture | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 11.521 | 4.114 | 526 | 0 | 16.161 | |
| XXV. | Vennootschapsbelasting | 4 | -196 | 0 | 0 | -193 |
| XXVI. | Exit taks | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| BELASTINGEN | 4 | -196 | 0 | 0 | -193 | |
| NETTO RESULTAAT | 11.524 | 3.918 | 526 | 0 | 15.969 | |
| NETTO COURANT RESULTAAT (exclusief IAS 39) | 7.706 | 5.616 | 172 | 0 | 13.494 | |
| Aantal aandelen in omloop deelgerechtigd in het resultaat van de periode | 6.588 | 6.588 | 6.588 | 6.588 | 6.588 | |
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL | 1,75 | 0,59 | 0,08 | 0,00 | 2,42 | |
| NETTO COURANT RESULTAAT PER AANDEEL (exclusief IAS 39) | 1,17 | 0,85 | 0,03 | 0,00 | 2,05 |
| (EUR x 1.000) | 31/12/2012 | 31/12/2012 | 31/12/2012 | 31/12/2012 | |
|---|---|---|---|---|---|
| BE | FR | Elim. | 12 maanden | ||
| I. | Huurinkomsten | 10.122 | 9.727 | 0 | 19.849 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | 0 | 0 |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | 91 | -13 | 0 | 78 |
| NETTO HUURRESULTAAT | 10.213 | 9.714 | 0 | 19.927 | |
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
1.839 | 1.707 | 0 | 3.546 |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en | 0 | 0 | 0 | 0 |
| wedersamenstelling op het einde van de huur | |||||
| VII. | Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurders op verhuurde gebouwen |
-2.406 | -2.058 | 0 | -4.463 |
| VIII. | Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 1.356 | 143 | 0 | 1.498 |
| VASTGOEDRESULTAAT | 11.001 | 9.507 | 0 | 20.508 | |
| IX. | Technische kosten | -29 | 0 | 0 | -29 |
| X. | Commerciële kosten | -65 | -26 | 0 | -91 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | -174 | 0 | 0 | -174 |
| XII. | Beheerskosten vastgoed | -618 | -20 | 0 | -637 |
| XIII. | Andere vastgoedkosten | -96 | -19 | 0 | -115 |
| VASTGOEDKOSTEN | -981 | -65 | 0 | -1.046 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 10.020 | 9.442 | 0 | 19.462 | |
| XIV. | Algemene kosten van de vennootschap | -2.116 | -822 | 0 | -2.938 |
| XV. | Andere operationele opbrengsten en kosten | 240 | -9 | 0 | 231 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 8.145 | 8.611 | 0 | 16.756 | |
| XVI. | Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 362 | 0 | 0 | 362 |
| XVII. | Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
| XVIII. | Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -5.038 | -1.655 | 0 | -6.692 |
| XIX. | Ander portefeuilleresultaat | 0 | 0 | 0 | 0 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 3.469 | 6.956 | 0 | 10.425 | |
| XX. | Financiële inkomsten | 4.022 | 0 | -3.845 | 178 |
| XXI. | Netto interestkosten | -5.511 | -3.871 | 3.845 | -5.537 |
| XXII. | Andere financiële kosten | -98 | -12 | 0 | -110 |
| XXIII. | Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | -8.023 | 0 | 0 | -8.023 |
| FINANCIEEL RESULTAAT | -9.610 | -3.882 | 0 | -13.492 | |
| XXIV. | Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint venture | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | -6.141 | 3.074 | 0 | -3.067 | |
| XXV. | Vennootschapsbelasting | -28 | -11 | 0 | -39 |
| XXVI. | Exit taks | 0 | 0 | 0 | 0 |
| BELASTINGEN | -28 | -11 | 0 | -39 | |
| NETTO RESULTAAT | -6.168 | 3.062 | 0 | -3.106 | |
| NETTO COURANT RESULTAAT (exclusief IAS 39) | 6.530 | 4.717 | 0 | 11.248 | |
| Aantal aandelen in omloop deelgerechtigd in het resultaat van de periode | 5.634 | 5.634 | 5.634 | 5.634 | |
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL | -1,09 | 0,54 | 0,00 | -0,55 | |
| NETTO COURANT RESULTAAT PER AANDEEL (exclusief IAS 39) | 1,16 | 0,84 | 0,00 | 2,00 |
De kolom " eliminaties" betreft de consolidatieboekingen die dienen te gebeuren in het kader van de consolidatie en hebben geenszins impact op het geconsolideerde resultaat.
Naast de geografische segmentatie maakt de Vennootschap ook gebruik van de sectorale segmentatie qua klantenbestand om zodoende het risicoprofiel te spreiden. Daar risicospreiding in deze tijden zeer belangrijk is, maakt de Vennootschap ook het onderscheid tussen de markt van het logistiek en het semi-industrieel vastgoed op de huidige portefeuille. Dit onderscheid heeft volgens het management echter niet tot gevolg dat onderscheiden bedrijfssegmenten moeten worden gemaakt. De aard van de dienstverlening alsook de aard van de klanten in het logistiek en semi-logistiek vastgoed vertonen immers geen significante verschillen.
Blootstelling aan wisselkoers-, rente-, liquiditeits- en kredietrisico's kunnen in de normale bedrijfsuitoefening van Montea ontstaan. De onderneming analyseert en herziet elk risico en definieert hierbij de strategieën om de economische impact op de prestaties van de Vennootschap te beheersen. De resultaten van deze analyses en voorgestelde strategieën worden op regelmatige basis herzien en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
De gevoeligheidsanalyse voor het renterisico dient zowel op het nettoresultaat als op het eigen vermogen te gebeuren. Gezien er geen afdekking wordt toegepast zal de impact niet verschillen.
De langlopende en kortlopende financiële schulden van de Vennootschap bestaan uitsluitend uit schulden met vlottende rentevoeten. De Vennootschap maakt gebruik van financiële indekkingsinstrumenten van het type IRS ("Intrest Rate Swaps) om het renterisico in te dekken. In toelichting 17 vindt u een overzicht van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten.
Een stijging of daling met 1 basispunt in de rentevoeten van onze schulden met vlottende rentevoeten, zou een stijging of daling van de marktwaarde van de financiële indekkingsinstrumenten betekenen met EUR 0,1 miljoen. Deze sensitiviteit is geen kaselement en zou geen impact hebben op het netto courant resultaat, maar wel op het netto resultaat.
Op 31/12/2013 werd het renterisico op kredietlijnen met variabele rentevoet voor 82,2% ingedekt zodoende dat een stijging/daling van de rentevoeten een minimale impact hebben op het resultaat van de Vennootschap. Bij een stijging of daling van 100 basispunten zal de jaarlijkse interestlast voor de onderneming slechts stijgen of dalen met EUR 245K.
Het kredietrisico is het risico op financieel verlies van de Vennootschap als een klant of een tegenpartij faalt in het voldoen van haar contractuele verplichtingen. Het management beschikt over een kredietbeleid en de blootstelling aan het kredietrisico wordt op continue basis beheerd. Elke nieuwe huurder wordt afzonderlijk onderzocht op kredietwaardigheid vooraleer de Vennootschap een huurovereenkomst aanbiedt, rekening houdend met een huurgarantie van 3 of 6 maanden
De vastgoedportefeuille van de Vennootschap bestaat uitsluitend uit gebouwen in België en Frankrijk en alle huurcontracten zijn in EURO. De onderneming is bijgevolg niet blootgesteld aan enig wisselkoersrisico.
In toelichting 34 vindt u een overzicht van de financiële schulden met hun respectieve looptijden. De onderneming beheerst haar liquiditeitsrisico door over voldoende beschikbare kredietfaciliteiten 108 te beschikken en door de ontvangsten en betalingen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
Er waren geen transacties met verbonden ondernemingen.
108 Montea beschikt op 31/12/2013 over 160 miljoen EUR aan kredietlijnen, waarvan 138 miljoen EUR reeds is opgenomen. Dit betekent dat Montea nog over EUR 22 miljoen EUR kan beschikken.
Montea had het recht om tegen eind 2012 de resterende 5% van de aandelen van SCI 3R te kopen. Deze 5% blijven in handen van de actuele huurder, Debflex SA, die de vorige eigenaar was. De SCI 3R was de begunstigde van een leasingcontract afgesloten op 25 juli 1995. Dit contract viel onder het "SICOMI-stelsel".
Principieel zijn de ondernemingen die vallen onder het "SICOMI-stelsel" verplicht, om hun huur- of leasingverrichtingen te verwezenlijken in functie van de ondernemingen die de gehuurde gebouwen daadwerkelijk huren: zij kunnen dus geen clausule van onderverhuring toepassen (Inst. 28 mei 1970, 4H-11-70, n°12).
De administratieve rechtsleer maakt hierop echter wel een uitzondering in de toepassing van onderverhuring tussen twee ondernemingen, indien deze deel uitmaken van dezelfde groep of verband houden met elkaar in de zin van artikel 145 van de "CgI". Het is om die reden dat de vennootschap DEBFLEX in eerste instantie nog een participatie van 10% had in de vennootschap SCI 3R, tot op het moment van lichting van de aankoopoptie van het gebouw.
Voorts werd de handhaving van de subsidies, die krachtens de financiering van het gebouw door "DRIRE" van PICARDIE werden toegekend, afhankelijk van het behoud van de participatie van DEBLEX in de SCI 3R voor 5% (bevestiging van "DRIRE" op datum van 13 augustus 2007).
Bijgevolg werd de participatie van DEBFLEX in de SCI 3R teruggebracht van 10% naar 5%.
Er werden tot op heden geen belangrijke overeenkomsten gesloten die niet passen in de normale bedrijfsuitoefening van de Vennootschap, waarvan de groep Montea deel uitmaakt.
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening (de "Geconsolideerde Jaarrekening") evenals ons verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen zoals hieronder gedefinieerd. De Geconsolideerde Jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2013, het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vóór winstverdeling per 31 december 2013, het geconsolideerd globaal resultaat vóór winstverdeling per 31 december 2013, het overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen per 31 december 2013 en het geconsolideerd kasstroomoverzicht van het boekjaar afgesloten op 31 december 2013 en de toelichting.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Montea ("de Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep") over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013. Deze Geconsolideerde Jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt € 339.797 duizend en de resultatenrekening sluit af met een winst van het boekjaar van € 15.969 duizend.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie. De raad van bestuur is ook verantwoordelijk voor het implementeren van de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat, die gevolg is van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze Geconsolideerde Jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden ("International Standards on Auditing - ISA") uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de Geconsolideerde Jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de Groep in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, ten einde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen, alsmede de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening als geheel.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening van de Vennootschap per 31 december 2013 een getrouw beeld van de financiële toestand van de Groep alsook van haar geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, inclusief de verklaring inzake deugdelijk bestuur, in overeenstemming met artikels 96 en 119 van het Wetboek van vennootschappen, evenals het naleven van het Wetboek van vennootschappen voor deze Geconsolideerde Jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de van toepassing zijnde bijkomende norm uitgegeven door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatblad op 28 augustus 2013 (de "Bijkomende Norm"), is het onze verantwoordelijkheid om bepaalde procedures uit te voeren aangaande de naleving, in alle van materieel belang zijnde opzichten, van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals gedefinieerd in de Bijkomende Norm. Als gevolg van deze procedures, doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de Geconsolideerde Jaarrekening te wijzigen:
• Het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Brussel, 7 april 2014
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba Commissaris vertegenwoordigd door
Christel Weymeersch Vennoot
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 105 van het Wetboek van vennootschappen, wordt de jaarrekening van Montea Comm. VA voorgesteld volgens het verkorte-termijn schema.
| BALANS | IFRS - 31/12/2013 | IFRS - 31/12/2012 | IFRS - 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden | |
| ACTIVA | |||
| VASTE ACTIVA | 275.588 | 248.469 | 214.097 |
| A. Goodwill | 0 | 0 | 0 |
| B. Immateriële vaste activa | 114 | 141 | 52 |
| C. Vastgoedbeleggingen | 228.270 | 198.295 | 186.366 |
| D. Andere materiële vaste activa | 7.651 | 7.883 | 8.087 |
| E. Financiële vaste activa | 39.521 | 42.119 | 19.562 |
| F. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 |
| G. Handelsvorderingen en andere vaste activa | 31 | 31 | 30 |
| H. Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | 0 |
| I. Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures vermogensmutatie | 0 | 0 | 0 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 59.941 | 49.474 | 51.796 |
| A. Activa bestemd voor verkoop | 0 | 2.225 | 2.541 |
| B. Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 |
| C. Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | 0 |
| D. Handelsvorderingen | 4.780 | 3.780 | 4.086 |
| E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 45.025 | 36.071 | 39.980 |
| F. Kas en kasequivalenten | 3.029 | 5.957 | 4.120 |
| G. Overlopende rekeningen | 7.107 | 1.441 | 1.070 |
| TOTAAL ACTIVA | 335.529 | 297.943 | 265.893 |
| BALANS | IFRS - 31/12/2013 | IFRS - 31/12/2012 | IFRS - 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| PASSIVA | |||
| EIGEN VERMOGEN | 138.457 | 123.229 | 116.463 |
| EIGEN VERMOGEN TOEWIJSBAAR AAN DE AANDEELHOUDERS VAN DE MOEDERVENNOOTSCHAP | 138.457 | 123.229 | 116.463 |
| A. Kapitaal | 137.537 | 128.340 | 107.329 |
| B. Uitgiftepremies | 1.771 | 533 | 543 |
| C. Reserves | -16.821 | -2.541 | 8.888 |
| D. Nettoresultaat van het boekjaar | 15.970 | -3.102 | -297 |
| MINDERHEIDSBELANGEN | 0 | 0 | 0 |
| VERPLICHTINGEN | 197.072 | 174.714 | 149.430 |
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | 158.148 | 136.176 | 115.539 |
| A. Voorzieningen | 0 | 208 | 0 |
| B. Langlopende financiële schulden | 144.318 | 116.641 | 104.234 |
| C. Andere langlopende financiële verplichtingen | 13.830 | 19.327 | 11.304 |
| D. Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | 0 |
| E. Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | 0 |
| F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 | 0 |
| KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | 38.924 | 38.537 | 33.891 |
| A. Voorzieningen | 0 | 0 | 1.200 |
| B. Kortlopende financiële schulden | 28.529 | 31.851 | 26.782 |
| C. Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 |
| D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 2.216 | 1.905 | 1.907 |
| E. Andere kortlopende verplichtingen | 2.290 | 124 | -121 |
| F. Overlopende rekeningen | 5.889 | 4.657 | 4.124 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 335.529 | 297.943 | 265.893 |
| RESULTATENREKENING | IFRS - 31/12/2013 | IFRS - 31/12/2012 | IFRS - 31/12/2011 | |
|---|---|---|---|---|
| 12 maanden | 12 maanden | 12 maanden | ||
| I. | Huurinkomsten (+) | 18.102 | 14.523 | 14.646 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren (+) | 0 | 0 | 0 |
| III. | Met verhuur verbonden kosten (+/-) | -278 | 91 | -68 |
| NETTO HUURRESULTAAT | 17.824 | 14.614 | 14.578 | |
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten (+) | 0 | 0 | 0 |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurder op verhuurde gebouwen (+) | 2.703 | 2.465 | 2.349 |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde | 0 | 0 | 0 |
| van de huur (-) | ||||
| VII. | Huurlasten en belastingen normaal gedragen door huurder op verhuurde gebouwen (-) | -3.232 | -3.004 | -2.764 |
| VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven (+/-) | 1.252 | 1.666 | 684 | |
| VASTGOEDRESULTAAT | 18.547 | 15.741 | 14.847 | |
| IX. | Technische kosten (-) | -14 | -29 | -53 |
| X. | Commerciële kosten (-) | -76 | -76 | -133 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen (-) | -255 | -174 | 0 |
| XII. | Beheerskosten vastgoed (-) | -227 | -628 | -688 |
| XIII. Andere vastgoedkosten (-) | -39 | -115 | -102 | |
| VASTGOEDKOSTEN | -611 | -1.022 | -976 | |
| OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT | 17.936 | 14.719 | 13.871 | |
| XIV. Algemene kosten van de vennootschap (-) | -3.412 | -2.764 | -2.464 | |
| XV. | Andere operationele opbrengsten en kosten (+/-) | -17 | 230 | -949 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE | 14.507 | 12.185 | 10.459 | |
| XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen (+/-) | 716 | 362 | 0 | |
| XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa (+/-) | 0 | 0 | 0 | |
| XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) | -3.448 | -4.760 | -3.856 | |
| XIX. Ander portefeuilleresultaat (+/-) | 0 | 0 | 0 | |
| OPERATIONEEL RESULTAAT | 11.776 | 7.787 | 6.603 | |
| XX. | Financiële inkomsten (+) | 1.050 | 1.396 | 1.493 |
| XXI. Netto interestkosten (-) | -6.242 | -5.575 | -5.551 | |
| XXII. Andere financiële kosten (-) | -27 | -102 | -23 | |
| XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (+/-) | 9.605 | -6.570 | -2.781 | |
| FINANCIELE RESULTAAT | 4.386 | -10.850 | -6.863 | |
| XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint ventures (+) | ||||
| RESULTAAT VOOR BELASTINGEN | 16.162 | -3.063 | -260 | |
| XXV. Vennootschapsbelasting (-) | -192 | -38 | -37 | |
| XXVI. Exit taks (-) | 0 | 0 | 0 | |
| BELASTINGEN | -192 | -38 | -37 | |
| NETTO RESULTAAT | 15.970 | -3.102 | -297 | |
| Aantal aandelen in omloop deelgerechtigd in het resultaat van de periode | 6.588 | 5.634 | 5.634 | |
| NETTO RESULTAAT PER AANDEEL in euros | 2,42 | -0,55 | -0,05 |
| VERKORT STATUTAIR GLOBAAL RESULTAAT (EUR x 1.000) |
31/12/2013 12 maanden |
31/12/2012 12 maanden |
31/12/2011 12 maanden |
|---|---|---|---|
| Netto resultaat | 15.970 | -3.102 | -297 |
| Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-590 | -822 | -2.802 |
| Impact van de variatie in de reële waarde van de zonnepanelen | -191 | -128 | 1.566 |
| Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten in een kasstroomafdekking |
0 | 0 | 0 |
| Globaal resultaat | 15.189 | -4.051 | -1.533 |
| Toerekenbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | 15.187 | -4.056 | -1.529 |
| Minderheidsbelangen | -2 | -4 | 4 |
| TE VERWERKEN RESULTAAT | IFRS - 31/12/2013 | IFRS - 31/12/2012 | IFRS - 31/12/2011 | |
|---|---|---|---|---|
| A. | NETTO RESULTAAT | 12 maanden 15.970 |
12 maanden -3.102 |
12 maanden -297 |
| B. | TOEVOEGING/ONTTREKKING RESERVES (-/+) | -2.992 | 13.975 | 10.664 |
| 1. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het positieve of negatieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (-/+) |
3.428 | 4.760 | 17.448 |
| 1a. | Boekjaar | 3.428 | 4.760 | 3.856 |
| 1b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 | 13.592 |
| 1c. | Realisatie vastgoed | |||
| 2. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-/+) |
590 | 822 | 2.802 |
| 3. | Onttrekking van de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
0 | 0 | 0 |
| 3a. | Boekjaar | 0 | 0 | 0 |
| 3b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 |
| 4. | Onttrekking aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
0 | 0 | 0 |
| 4a. | Boekjaar | 0 | 0 | 0 |
| 4b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 |
| 5. | Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
-5.497 | 8.033 | 11.294 |
| 5a. | Boekjaar | -5.497 | 8.033 | 4.918 |
| 5b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 | 6.376 |
| 6. | Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
0 | 0 | 0 |
| 6a. | Boekjaar | 0 | 0 | 0 |
| 6b. | Vorige boekjaren | 0 | 0 | 0 |
| 7. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (-/+) |
0 | 0 | 0 |
| 8. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (-/+) |
0 | 0 | 0 |
| 9. | Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+) |
0 | 0 | 0 |
| 10. | Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) | -1.513 | -2.951 | -24.243 |
| 11. | Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) | 0 | 3.311 | 3.363 |
| C. | VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 27, § 1, LID 1 | 7.447 | 6.344 | 10.367 |
| D. | VERGOEDING VOOR HET KAPITAAL, - ANDERE DAN C | 5.531 | 4.529 | 0 |
Volgens art. 27 moet Montea, ten belope van het bedrag van het positief netto resultaat van het boekjaar en na aanzuivering van de overgedragen verliezen en na de toevoegingen/onttrekkingen aan/van de reserves zoals bedoeld in ″Punt B. Toevoeging/onttrekking reserves″ zoals omschreven in Afdeling 4 van Deel 1 van Hoofdstuk 1 van de Bijlage C, tenminste het positieve verschil tussen de volgende bedragen uitkeren als vergoeding van het kapitaal:
| ARTIKEL 27 UITKERINGSPLICHT | IFRS - 31/12/2013 |
|---|---|
| 12 maanden | |
| Positieve verschil (1)-(2) | 7.447 |
| 80 % van het bedrag bepaald volgens het in Hoofdstuk III van Bijlage C opgenomen schema (1) | 7.447 |
| Gecorrigeerd resultaat (A) + netto meerwaarden (B) | 9.309 |
| Gecorrigeerd resultaat + netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld (A) |
9.309 |
| Netto resultaat | 15.970 |
| + Afschrijvingen | 154 |
| + Waardeverminderingen | 136 |
| - Terugnemingen van waardeverminderingen | -77 |
| - Terugneming overgedragen en verdisconteerde huren | 0 |
| +/- Andere niet-monetaire bestanddelen | -9.605 |
| +/- Resultaat verkoop vastgoed | -716 |
| +/- Variaties in de reële waarde van vastgoed | 3.448 |
| Netto meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld (B) | 0 |
| +/- gedurende het boekjaar gerealiseerde meer-en minderwaarden | 0 |
| - gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte uitkering onder | |
| voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar | 0 |
| + gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de verplichte uitkering en die niet werden | |
| herbelegd binnen een periode van 4 jaar | 0 |
| Nettovermindering van de schuldenlast (2) | 0 |
| Variatie in de schuldenlast in functie van de berekening van de schuldgraad | 26.624 |
| Totaal van de verplichtingen | 22.358 |
| Langlopende verplichtingen - toegelaten afdekkingsinstrumenten | -5.497 |
| Langlopende verplichtingen - voorzieningen | 0 |
| Langlopende verplichtingen - uitgestelde belastingen | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - toegelaten afdekkingsinstrumenten | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - voorzieningen | 0 |
| Kortlopende verplichtingen - overlopende rekeningen | 1.231 |
Volgens deze berekening is Montea verplicht tot het uitkeren van een dividend van EUR 7.447K.
Als vennootschap moet Montea zich ook houden aan art. 617 van de Wetboek van vennootschappen waarbij het netto actief door middel van dividenduitkering, niet mag dalen onder het bedrag van het kapitaal en de onbeschikbare reserves.
Volgens onderstaande tabel heeft Montea nog een buffer van 7.899K EUR, na uitkering van het vooropgesteld dividend van EUR 1,97.
| ARTIKEL 617 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN (EUR x 1.000) | IFRS - 31/12/2013 | IFRS - 31/12/2012 | IFRS - 31/12/2011 |
|---|---|---|---|
| 12 maand | 12 maand | 12 maanden | |
| Gestort Kapitaal of, als deze hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) | 137.537 | 128.340 | 107.329 |
| Volgens de statuten niet-uitkeerbare uitgiftepremies (+) | 1.771 | 533 | 543 |
| Reserves voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en kosten bij hypothetische | -8.089 | -7.499 | -6.677 |
| vervreemding van vastgoedbeleggingen | |||
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die | 0 | 0 | 0 |
| onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) | |||
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet | -13.830 | -19.327 | -11.294 |
| onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) | |||
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse activiteit (+/ | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor eigen aandelen | -639 | -639 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop (+/- | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (+) | 0 | 0 | 0 |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (+) | 0 | 0 | 0 |
| Andere door de algemene vergadering onbeschikbaar verklaarde reserves (+) | 829 | 30 | 30 |
| Wettelijke reserve (+) | 1 | 1 | 1 |
| Niet-uitkeerbaar eigen vermogen volgens Artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen | 117.580 | 101.438 | 89.931 |
| Netto Activa vóór dividenduitkering | 138.457 | 123.229 | 116.463 |
| Vooropgestelde dividenduitkering | 12.978 | 10.874 | 10.367 |
| Netto Activa na dividenduitkering | 125.479 | 112.355 | 106.096 |
| Resterende marge na dividenduitkering | 7.899 | 10.917 | 16.165 |
De resterende marge, na dividenduitkering, is op het einde van 2013 gedaald tot 7.899K EUR doordat het kapitaal van de bevak relatief fel gestegen is en het bedrag van de netto-activa (berekend conform artikel 617 Wetboek Vennootschap en dus met vermelding van 0 EUR voor de reële waarde van het vastgoed) gedaald is.
Montea Comm. VA is een vastgoedbevak (Sicafi), gespecialiseerd in logistiek en semi-industrieel vastgoed in België en Frankrijk. Montea is sinds oktober 2006 genoteerd op NYSE Euronext Brussel en sinds december 2006 op Euronext Parijs. De activiteiten van Montea, als vastgoedbevak, zijn gestart op 1 oktober 2006 door het samenbrengen van verschillende vastgoedportefeuilles. Het bedrijf is een referentiespeler in deze groeiende markt. Montea biedt meer dan gewone opslagplaatsen en wil flexibele en innoverende vastgoedoplossingen bieden aan haar huurders.
Montea is lid van AFILOG (Association Française des Professionnels de la Logistique, een Franse vereniging voor professionals in logistiek), van Logistics in Wallonia en van het VIL (Vlaams Instituut voor de Logistiek).
Montea is een openbare vastgoedbeleggingsmaatschappij met vast kapitaal naar Belgisch recht of een openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht.
Haar vaste inrichting in Frankrijk is erkend als SIIC (Société d'Investissements Immobiliers Cotée).
De maatschappelijke en administratieve zetel van Montea Comm.VA in België is gevestigd te B-9320 Erembodegem (Aalst) Industrielaan 27. De zetel van de vaste inrichting in Frankrijk, Montea SCA, is sinds 1 oktober 2010 gevestigd te 75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine. De zetel van de vaste inrichting in Nederland, Montea Nederland NV, is sinds 25 september 2013 gevestigd te 1118 BH Amsterdam Schiphol, WTC, Schiphol Airport, Schiphol Boulevard 231.
De Vennootschap is ingeschreven in het Rechtspersonenregister (RPR) van Dendermonde onder het nummer 0417.186.211. Haar BTW nummer is BE 0417.186.211.
De vaste inrichting in Frankrijk is ingeschreven in het "régistre du commerce et des sociétés" te Parijs onder het nummer 497 673 145. Haar BTW nummer is FR 06497 673 145.
De vaste inrichting in Nederland is ingeschreven te Rotterdam onder het RSIN/FI-nummer 853631712801. Haar BTW nummer is NL85361712801.
De Commanditaire Vennootschap op aandelen naar Belgisch recht Montea109 werd opgericht op 26 februari 1977 onder de vorm van een naamloze vennootschap en onder de naam Parou, overeenkomstig een akte verleden voor Notaris Eric Loncin te Puurs, gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad op 16 maart 1977, onder het nummer 836-1. Sinds 1 oktober 2006 is Montea erkend als openbare vastgoedbeleggingsmaatschappij met vast kapitaal naar Belgisch recht, of afgekort openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht, ingeschreven bij de FSMA.
109 Op 26 februari 1977 werd de NV Parou opgericht door de heer Pierre De Pauw, mevr. Marie-Christine De Pauw, de heer Albert De Pauw, de heer Jozef Roumieux, de heer Lucas Roumieux, de heer Joseph Molleman en mevr. Maria Biesemans. In 2006 werd de naam gewijzigd naar Montea NV. Per 1 oktober 2006 werd de naamloze vennootschap omgezet in een commanditaire vennootschap op aandelen.
Zij is onderworpen aan het wettelijke stelsel van beleggingsmaatschappijen met vast kapitaal zoals bedoeld in artikel 18 van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.
De statuten werden meerdere keren en voor het laatst gewijzigd op 19 december 2013 conform een akte verleden voor notaris Vincent Vroninks te Elsene.
De Vennootschap doet een openbaar beroep op het spaarwezen in de betekenis van artikel 438 van het Wetboek van vennootschappen.
De Vennootschap werd opgericht voor onbepaalde duur.
Het boekjaar start op 1 januari en sluit af op 31 december van ieder jaar, met uitzondering van het eerste boekjaar dat begonnen is op 1 oktober 2006 en dat afgesloten is op 31 december 2007 en aldus 15 maanden heeft geduurd.
De statuten van de Vennootschap kunnen worden geraadpleegd op de Griffie van de Rechtbank van Koophandel van Dendermonde evenals op de zetel van Montea en op de website www.montea.com.
De statutaire en geconsolideerde rekeningen van Montea werden neergelegd bij de Nationale Bank van België, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen ter zake. De beslissingen op het vlak van benoeming en ontslag van leden van de raad van bestuur, worden gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.
De bijeenroepingen van de algemene vergaderingen worden gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad en in twee financiële dagbladen. Deze bijeenroepingen en alle documenten die betrekking hebben op de algemene vergaderingen zijn tegelijkertijd beschikbaar op de website www.montea.com.
Alle persberichten en andere financiële informatie, die door Montea worden verspreid, kunnen worden geraadpleegd op de website www.montea.com. De jaarverslagen kunnen worden verkregen op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap of kunnen geraadpleegd worden op de website www.montea.com. Zij worden ieder jaar verstuurd naar de houders van aandelen op naam en naar de personen die deze hebben aangevraagd. De jaarverslagen omvatten de verslagen van de vastgoedexpert en van de commissaris.
De groep Montea omvat de volgende ondernemingen:
Industrielaan 27, bus 6, B- 9320 Erembodegem (Aalst) RCB Dendermonde 882.872.026 | BTW BE0882.872.026
Per 1 oktober 2006 werd deze vennootschap aangesteld als Zaakvoerder en beheert in deze hoedanigheid Montea Comm. VA en haar dochtervennootschappen. Deze vennootschap heeft tot doel, in België en in het buitenland, in eigen naam of in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden, daden te stellen die nodig of nuttig zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van Montea Comm. VA. De vennootschap, als Zaakvoerder van Montea Comm. VA, handelt in het uitsluitend belang van alle aandeelhouders. Voor het uitoefenen van haar taken ontvangt de Zaakvoerder van de Vennootschap een vergoeding die ieder jaar wordt berekend110.
Industrielaan 27, bus 6, B-9320 Erembodegem (Aalst) RPR-RCB Dendermonde 417.186.211 | BTW BE0417.186.211 Montea Comm. VA is een openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht, gereglementeerd door het KB Vastgoedbevaks van 7 december 2010.
Maatschappelijke zetel: Industrielaan 27, bus 6, B-9320 Erembodegem (Aalst) BTW BE0846.024.201
Maatschappelijke zetel: FR-75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine RCS PARIS 497 673 145 00023 | BTW FR06497673145
Voor haar vastgoedactiviteiten in Frankrijk heeft Montea een bijkantoor opgericht onder de benaming Montea SCA, dewelke sinds 24 april 2007 tevens het SIIC statuut heeft verworven. Montea houdt, via deze vaste inrichting, aandelen aan in zeven Franse vennootschappen.
Maatschappelijke zetel: WTC Schiphol Airport, Schiphol Boulevard 231, B-Tower, 5th Floor, NL-1118 BH Amsterdam Schiphol RSIN/FI 853631712801 | BTW NL85361712801.
Maatschappelijke zetel: WTC Schiphol Airport, Schiphol Boulevard 231, B-Tower, 5th Floor, NL-1118 BH Amsterdam Schiphol
Maatschappelijke zetel: WTC Schiphol Airport, Schiphol Boulevard 231, B-Tower, 5th Floor, NL-1118 BH Amsterdam Schiphol
Maatschappelijke zetel: FR-75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine RCS PARIS 493 288 948 00018 | BTW FR33493288948
110 Zie hoofdstuk "Vergoeding van de Zaakvoerder en van de raad van bestuur". 111 Société d'Investissement Immobiliers Cotée.
112 Société Civile Immobilière of burgerlijke vastgoedvennootschap.
SCI 3R (95%) Maatschappelijke zetel: FR-75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine RCS NANTERRE 400 790 366 | BTW FR44400790366
Per 1 oktober 2007 heeft Montea via haar Franse vaste inrichting 95% van de aandelen verworven in de Franse vennootschap SCI 3R voor circa EUR 1,8 miljoen. SCI 3R is eigenaar van een opslagplaats in Feuquières dichtbij Amiens dat wordt verhuurd aan Debflex voor een vaste periode van 9 jaar. De overeenkomst werd voltrokken via de aankoop van aandelen van de vennootschap die de leasing van het gebouw in handen heeft. In het laatste kwartaal van 2007 werd evenwel de optie tot aankoop van het gebouw gelicht door SCI 3R113.
Maatschappelijke zetel: FR-75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine RCS NANTERRE 501 414 254 | BTW FR45501414254
Maatschappelijke zetel: FR-75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine RCSP ARIS 433 787 967 | BTW FR79433787967
Maatschappelijke zetel: FR-75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine RCS PARIS 485 123 129 | BTW FR23485123129
Maatschappelijke zetel: FR-75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine RCS PARIS 438 357 659 | BTW FR48438357659
Maatschappelijke zetel: FR-75008 Paris, 18-20 Place de la Madeleine RCS PARIS 481 979 292 | BTW FR16481979292
113 De huidige huurder Debflex is momenteel nog steeds eigenaar van 5% van de aandelen van SCI 3R.
Het geconsolideerde maatschappelijk kapitaal van Montea bedraagt EUR 138.767.393,88 inclusief de kosten van de kapitaalverhoging (EUR 1.150K) en de variaties in waarde van de eigen aandelen (EUR -3K).
| KAPITAAL EN AANDELEN | (x EUR 1.000) | Aantal aandelen |
|---|---|---|
| Oprichting | 62.380 | 2.855.607 |
| OP 31/12/2007 | 62.380 | 2.855.607 |
| Kapitaalverhoging (zie persmededeling 26 maart 2008) Partiële splitsing waarbij de vastgoedbedrijfstak van Unilever Belgium BVBA wordt overgedragen aan Montea |
21.972 | 729.747 |
| OP 31/12/2008 | 84.352 | 3.585.354 |
| Kapitaalvermindering (zie persmededeling 7 december 2009) Kapitaalvermindering door incorporatie van geleden verliezen (van EUR 84.352.467,07 naar EUR 68.964.362,33). |
-15.388 | 0 |
| OP 31/12/2009 | 68.964 | 3.585.354 |
| Kapitaalverhoging door inbreng in geld (zie persmededeling 7 mei 2010) Uitgifte van 2.048.772 nieuwe aandelen tegen EUR 19,50 per aandeel |
38.364 | 2.048.772 |
| OP 31/12/2010 | 107.329 | 5.634.126 |
| 0 | 0 | |
| OP 31/12/2011 | 107.329 | 5.634.126 |
| Kapitaalverhoging (zie persmededeling 11 december 2012) voor de verwerving van de aandelen van Warehouse 9 door middel van koop-/ verkoopovereenkomst |
21.008 | 814.148 |
| OP 31/12/2012 | 128.336 | 6.448.274 |
| Kapitaalsverhoging Verwerving van aandelen van Acer Parc NV door middel van koop-/verkoop- overeenkomst (zie persmededeling 19 juni 2013) Voor de verwerving via inbreng in natura van de aandelen van Ghent Logistics NV (zie persmededeling 19 december 2013) |
9.197 | 360.688 |
| OP 31/12/2013 | 137.534 | 6.808.962 |
Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 6.808.962 volledig volstortte gewone aandelen zonder nominale waarde. Er zijn geen bevoorrechte aandelen. Elk van deze aandelen verleent één stemrecht op de Algemene Vergadering en deze aandelen vertegenwoordigen dus de noemer voor doeleinden van kennisgevingen ingeval van het bereiken, overschrijden of onderschrijden van de statutaire of wettelijke drempels (transparantiereglementering).
De Zaakvoerder is gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal te verhogen op de data en tegen de voorwaarden die hij zal vaststellen, in één of meerdere keren, ten belope van EUR 108.000.000. Deze machtiging (vanaf 14/06/2011) is geldig voor een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf deze publicatie van het proces-verbaal van de buitengewone algemene vergadering. Deze machtiging is hernieuwbaar.
Tot op heden werd drie keer gebruik gemaakt van het toegestaan kapitaal, zodat het bedrag van EUR 108.000.000 verminderd werd tot een bedrag van EUR 76.377.004,86 dat nog kan worden aangewend door de Zaakvoerder in het kader van het toegestaan kapitaal.
De Zaakvoerder van Montea, Montea Management NV, met maatschappelijke zetel Industrielaan 27, 9320 Erembodegem, is verantwoordelijk voor de informatie die in dit jaarlijks financieel verslag verstrekt wordt. De Zaakvoerder heeft al het mogelijke in het werk gesteld om deze informatie te verifiëren. Hij verklaart hierbij dat, voor zover hem bekend, de gegevens in dit jaarlijks financieel verslag in overeenstemming zijn met de werkelijkheid, en dat geen informatie of gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van dit jaarlijks financieel verslag zou wijzigen.
De raad van bestuur van Montea Management NV verklaart dat:
De statutaire zaakvoerder, Montea Management NV, verklaart dat de inlichtingen verstrekt door de experts en de erkende commissaris getrouw werden overgenomen. Voor zover de statutaire zaakvoerder op de hoogte is en in staat is om dit te verzekeren in het licht van gegevens die door derde partijen werden gepubliceerd, werd geen enkel feit weggelaten waardoor de weergegeven informatie fout of bedrieglijk zou worden114.
Dit jaarverslag omvat verklaringen die betrekking hebben op de toekomst. Dergelijke verklaringen zijn gebaseerd op schattingen en vooruitzichten van de Vennootschap en bevatten van nature onbekende risico's, onzekere elementen en andere factoren die tot gevolg zouden kunnen hebben dat de resultaten, de financiële toestand, de performantie en de huidige verwezenlijkingen zullen verschillen van deze die uitgedrukt of impliciet zijn meegedeeld in deze op de toekomst gerichte verklaringen. Gelet op deze onzekere factoren houden de op de toekomst gerichte verklaringen geen enkele garantie in.
114 Montea bevestigt hierbij dat het de toestemming ontvangen heeft om de informatie van derden te publiceren in dit jaarverslag.
Behalve de rechtsgedingen waarvan sprake in punt 4.3.12 "Informatie met betrekking tot lopende rechtsgedingen", verklaart de raad van bestuur van Montea Management NV dat er geen tussenkomst van overheidswege, geen enkel rechtsgeding of scheidsrechterlijke procedure bestaat, die een relevante invloed zouden kunnen hebben op de financiële toestand of op de rendabiliteit van Montea en dat er, bij haar weten, geen situaties of feiten zijn die aanleiding zouden kunnen geven tot dergelijke overheidstussenkomsten, rechtsgedingen of scheidsrechterlijke procedures.
De raad van bestuur van Montea Management NV verklaart dat, bij haar weten:
Er heeft zich na 31 december 2013 geen betekenisvolle wijziging plaatsgevonden in de financiële en handelspositie van de groep waarvoor gecontroleerde financiële informatie is gepubliceerd.
Vanaf hoofdstuk 7 in dit jaarverslag, worden de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekeningen van 2013 vergeleken met 2012 en 2011. Voor meer informatie over de toelichtingen over het jaar 2012 en 2011 verwijzen wij naar de respectievelijke jaarverslagen van 2012 en 2011 zoals gepubliceerd op de website van Montea (www.montea.com).
115 Zie hoofdstuk "Executive management en dagelijks bestuur van de Zaakvoerder".
De vennootschap werd opgericht krachtens akte verleden voor Meester Eric Loncin, Notaris te Puurs, op 26 februari 1977, bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 16 maart nadien, onder nummer 836-1.
− processen-verbaal opgemaakt door notaris François De Clippel, te Dendermonde, op 1 oktober 2006, houdende onder meer wijziging van het doel, omzetting van de vennootschap in een commanditaire vennootschap op aandelen met bevakstatuut, en houdende ondermeer voorwaardelijke fusies met verschillende vennootschappen en kapitaalverhogingen door inbrengen in natura, bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad ad van 24 oktober 2006 onder de nummers 20061024/0162795-0162796- 0162797-0162798-0162799-0162800-0162801-0162802-0162803, welke akten werden bekrachtigd bij akte op 17 oktober 2006, bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 6 december daarna, onder nummer 20061206-0182828.
− proces-verbaal verleden voor notaris François De Clippel, te Dendermonde, op 19 december 2007, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 18 januari 2008, onder nummer 08011153.
− proces-verbaal opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 25 maart 2008, houdende kapitaalverhoging als gevolg van de partiële splitsing van de vennootschap "Unilever Belgium", waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 9 april daarna, onder nummer 08052478.
− proces-verbaal opgemaakt door notaris Nicolas Moyersoen, notaris te Aalst, vervangende zijn ambtsgenoot notaris Vincent Vroninks, notaris te Elsene, territoriaal belet, op 17 november 2008, houdende wijzigingen aan de statuten, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van elf december daarna, onder nummer 08191881.
− proces-verbaal opgemaakt door notaris Nicolas Moyersoen, notaris te Aalst, vervangende zijn ambtsgenoot notaris Vincent Vroninks, notaris te Elsene, territoriaal belet, op 31 december 2009, houdende wijzigingen aan de statuten, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsb1ad van 27 januari daarna, onder nummer 10014627.
− proces-verbaal opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, voornoemd, op 2 juli 2010, houdende kapitaalverhoging en wijziging van artikel 6 van de statuten, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de Bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 15 juli daarna, onder nummer 10105283.
− proces-verbaal opgemaakt door notaris Nicolas Moyersoen, voornoemd, vervangende zijn ambtsgenoot notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, territoriaal belet, op 17 mei 2011, houdende wijzigingen aan de statuten, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 22 juni daarna, onder nummer 11092467.
− proces-verbaal opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 20 december 2012, houdende wijziging aan de statuten, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 24 januari 2013, onder nummer 13014427.
− proces-verbaal opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 20 juni 2013, houdende vaststelling kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal door middel van een inbreng in natura in de context van een keuzedividend wijziging aan de statuten, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 3 juli daarna, onder nummer 0101481;
− proces-verbaal opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, op 19 december 2013, houdende vaststelling kapitaalverhogingen in het kader van het toegestaan kapitaal door middel van een inbreng in natura – wijziging aan de statuten, waarvan een uittreksel werd bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 6 januari daarna, onder nummer 0006289.
Deze lijst is afgesloten na het opstellen van de gecoordineerde tekst van de statuten naar aanleiding van het proces-verbaal, opgemaakt door notaris Vincent Vroninks, voornoemd, op 19 december 2013.
De vennootschap heeft de vorm van een Commanditaire Vennootschap op Aandelen naar Belgisch recht en draagt de benaming "Montea". Deze naam wordt onmiddellijk gevolgd door en alle stukken die van de vennootschap uitgaan, bevatten de vermelding "Vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht" of "Vastgoedbevak naar Belgisch recht". De vennootschap doet een publiek beroep op het spaarwezen in de zin van artikel 438, alinea 1, van het Wetboek van Vennootschappen. Zij is een openbare instelling voor collectieve belegging met een vast aantal rechten van deelneming onderworpen aan het wettelijk stelsel van de beleggingsvennootschappen et vast kapitaal, genaamd "Bevak", voorzien door artikel 19 van de wet van twintig juli tweeduizend en vier betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. De vennootschap heeft geopteerd voor de categorie van beleggingen in vastgoed, zoals voorzien door artikel 7, lid 1, al. 5° van voornoemde wet. De vennootschap is onderworpen aan de relevante bepalingen van de Wet van twintig juli tweeduizend en vier betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, evenals aan de Koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de wet en van toepassing op openbare instellingen voor collectieve belegging met een vast aantal rechten van deelneming die beleggen in de in artikel 7, eerste lid, al. 5 van de wet bedoelde activa (vastgoed) (deze wet en deze Koninklijke besluiten worden hierna aangeduid gezamenlijk als de "vastgoedbevak wetgeving").
De duur van de vennootschap is onbeperkt. Zij kan worden ontbonden door een beslissing van de algemene vergadering beraadslagend volgens de voorwaarden en vormen vereist voor een statutenwijziging. De vennootschap zal niet ontbonden worden door het ontslag, de uitwijzing, de herroeping, de uitkoop, de onbekwaam-verklaring, de verhindering, de ontbinding of de faillietverklaring van de beherende vennoot.
De vennootschap is gevestigd te B-9320 Erembodegem, Industrielaan, 27. De zetel kan zonder statutenwijziging verplaatst worden in België bij besluit van de statutaire zaakvoerder, mits inachtneming van de taalwetgeving. De vennootschap kan bij eenvoudige beslissing van de statutaire bijkantoren of agentschappen oprichten zowel in België als in het buitenland.
De vennootschap beeft tot doel het collectiefbeleggen van uit het publiek aangetrokken financieringsmiddelen in vastgoed, zoals gedefinieerd in de vastgoedbevak wetgeving en waaronder begrepen wordt:
Binnen de grenzen van het beleggingsbeleid, zoals omschreven in artikel 5 van de statuten en in overeenstemming met de vastgoedbevak wetgeving, mag de vennootschap zich inlaten met:
De vennootschap kan ter financiering van deze politiek in de ruimst mogelijke mate beroep doen, binnen de grenzen van de vastgoedbevak wetgeving, op externe financiering, al dan niet hiervoor de nodige waarborgen, voorrechten en zekerheden verschaffen, overgaan tot uitgifte van nieuwe aandelen, obligaties of andere schuldtitels al dan niet converteerbaar, met warrant, achtergesteld of anderszins. De beleggingen in roerende waarden worden uitgevoerd overeenkomstig de criteria vastgesteld in de artikelen 56 en 57 van het Koninklijk Besluit van vier maart negentienhonderd eenennegentig tot bepaalde instellingen voor Collectieve Belegging.
Het collectief beleggen in onroerende goederen door middel van kapitalen bijeengebracht door het publiek beroep op het spaarwezen in België of in het buitenland zal, overeenkomstig het Koninklijk Besluit van tien april negentienhonderd vijfennegentig, gebeuren als volgt: De vennootschap streeft ernaar een gediversifieerde onroerend goed portefeuille met beleggingen in kwalitatief hoogstaande projecten
samen te stellen op basis van de volgende criteria: • in hoofdorde: kwalitatief hoogstaande semi-industriële en industriële gebouwen en/of gronden, bestemd voor fabricage, Iicht
industriële activiteiten, distributie, opslag en andere logistieke functies, gelegen op toplocaties in Belgie en in de omliggende Ianden; • in bijkomende orde: kwalitatief hoogstaande residentiele, commerciële en kantoorpanden geografisch gespreid in heel België en in de omliggende Ianden;
• in laatste orde, wordt er gestreefd naar een goede diversificatie van de risico's door geografische spreiding over de hele Europese Unie met de nadruk op België en de omliggende Ianden en groeizones die daarvan in de toekomst deel kunnen uitmaken; productiespreiding; veelheid van panden en van huurders.
De vennootschap kan dit doel verwezenlijken door een gericht aan- en verkoopbeleid te voeren, eigen ontwikkelingen, renovaties en uitbreidingen te doen, lange- en/of korte termijn verhuringen met solvabel geachte huurders af te sluiten; zij kan zelf of via derden het beheer van deze panden doen.
De vennootschap kan ter financiering van deze politiek in de ruimst mogelijke mate beroep doen binnen het wettelijk kader op extreme financiering, al dan niet hiervoor de nodige waarborgen, voorrechten en zekerheden verschaffen, overgaan tot uitgifte van nieuwe aandelen, obligaties of andere schuldtitels al dan niet converteerbaar, met warrant, achtergesteld of anderszins. De beleggingen in roerende waarden worden uitgevoerd overeenkomstig de criteria vastgesteld in de artikelen 56 en 57 van het Koninklijk Besluit van vier maart Negentienhonderd éénennegentig tot bepaalde instellingen voor Collectieve Belegging.
Het kapitaal van de vennootschap bedraagt honderd achtendertig miljoen zevenhonderd zevenenzestig duizend driehonderd drieënnegentig euro en achtentachtig eurocent (138.767.393,88 EUR) en is vertegenwoordigd door zes miljoen achthonderd en acht duizend negenhonderd tweeënzestig (6.808.962) aandelen zonder vermelding van nominale waarde, die elk een/zes miljoen achthonderd en acht duizend negenhonderd tweeënzestigste (1/6.808.962ste) deel van het kapitaal vertegenwoordigen.
De statutaire zaakvoerder is gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal te verhogen op de data en tegen de voorwaarden die hij zal vaststellen, in een of meerdere keren, ten belope van honderd en acht miljoen euro (108.000.000,00 EUR). Deze machtiging is geldig voor een duur van vijf jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad, van de statutenwijziging beslist door de buitengewone algemene vergadering van 17 mei 2011. Zij is hernieuwbaar. Binnen de hierboven gestelde grenzen en zonder afbreuk te doen aan de dwingende bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen, kan de statutaire zaakvoerder beslissen het kapitaal te verhogen, hetzij door inbrengen in geld, hetzij door inbrengen in natura, hetzij door omzetting van reserves of uitgiftepremies, naar gelang het geval met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Verder is de statutaire zaakvoerder gemachtigd door de algemene vergadering om andere effecten uit te geven, waaronder maar niet beperkt tot, converteerbare obligaties, warrants, aandelen zonder stemrecht, aandelen met een voorrecht op dividenden en/of liquidatievoorrecht.
Het is de statutaire zaakvoerder verder toegestaan om het voorkeurrecht, verleend door het Wetboek van Vennootschappen aan de aandeelhouders, te beperken of uit te sluiten zelfs ten gunste van een of meerdere bepaalde personen die geen personeelsleden zijn van de vennootschap of van een van baar dochtervennootschappen mits aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht wordt verleend bij de toekenning van nieuwe effecten. Dat onherleidbaar toewijzingsrecht voldoet aan de voorwaarden opgelegd door de vastgoedbevak wetgeving en artikel 9.1 van de statuten. Dat recht moet niet worden verleend bij een inbreng in geld in het kader van de uitkering van een keuzedividend onder de voorwaarden voorzien door artikel 9.1 van de statuten. Kapitaalverhogingen door inbreng in natura worden verricht overeenkomstig de bepalingen van de vastgoedbevak wetgeving en artikel 9.1 van de statuten. Dergelijke inbrengen kunnen ook betrekking hebben op het recht op dividend in het kader van de uitkering van een keuzedividend. Onverminderd de machtiging verleend aan de statutaire zaakvoerder overeenkomstig de vorige alinea's, is de statutaire zaakvoerder gemachtigd het geplaatst kapitaal, eenmalig of in meerdere malen, te verhogen in geval van een openbaar overnamebod op alle aandelen van de vennootschap, mits inachtneming van de voorwaarden bepaald in artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen en voor zover de vennootschap de kennisgeving van het openbaar overnamebod van de Autoriteit Financiële Diensten en Markten of "FSMA" heeft ontvangen binnen een termijn van drie jaar na de buitengewone algemene vergadering van 17 mei 2011. In voorkomend geval dient de statutaire zaakvoerder het onherleidbaar toewijzingsrecht voorzien door de vastgoedbevak wetgeving na te Ieven. De kapitaalverhogingen waartoe wordt beslist in het kader van voornoemde machtiging, zullen in mindering worden gebracht van het resterende gedeelte van het toegestaan kapitaal voorzien in de eerste alinea. lndien de statutaire zaakvoerder naar aanleiding van zijn beslissing tot kapitaalverhoging de betaling van een uitgiftepremie vraagt, zal het bedrag van die premie besteed orden aan een onbeschikbare rekening, "uitgiftepremie" genoemd, die in dezelfde mate als het maatschappelijk kapitaal tot waarborg van derden zal strekken, en die onder voorbehoud van incorporatie in het kapitaal, enkel mag verminderd of afgeboekt worden bij beslissing van de algemene vergadering beraadslagend volgens de voorwaarden bepaald in artikel 612 van het Wetboek van Vennootschappen.
8.1. De vennootschap kan haar eigen aandelen verwerven of in pand nemen onder de voorwaarden voorzien door de wet. De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, haar eigen aandelen ter beurze of buiten de beurs verwerven of vervreemden onder de voorwaarden opgelegd door de statutaire zaakvoerder.
8.2. De statutaire zaakvoerder is gemachtigd om, mits naleving van de bepalingen van artikel 620 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen, te beslissen dat de vennootschap haar eigen aandelen kan verwerven, in pand nemen en vervreemden wanneer de verkrijging of vervreemding noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap. Deze bevoegdheid is drie (3) jaar geldig, te rekenen vanaf de datum van bekendmaking in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de buitengewone algemene vergadering van 17 mei 2011 en kan door de algemene vergadering verlengd worden met eenzelfde termijn.
8.3. De statutaire zaakvoerder is gemachtigd voor rekening van de vennootschap om voor een periode van vijf (5) jaar na de buitengewone algemene vergadering van 17 mei 2011, haar eigen aandelen te verwerven, in pand te nemen of te vervreemden (zelfs buiten de beurs) aan een eenheidsprijs die niet lager mag zijn dan 75% van de slotkoers van de dag voor de datum van de transactie verwerving, vervreemding of inpandneming) en die niet lager mag zijn dan 125% van de slotkoers van de dag voor de datum van de transactie (verwerving, vervreemding of inpandneming) zonder dat de vennootschap meer dan 20% van het totaal aantal uitgegeven aandelen mag bezitten.
8.4. Deze voorwaarden en grenzen gelden eveneens voor de verkrijgingen en vervreemdingen van aandelen van de vennootschap door dochtervennootschappen in de zin van artikel 627, alinea 1 van het Wetboek van Vennootschappen, alsook op deze verworven door personen die optreden in naam maar voor rekening van de dochtervennootschap.
Iedere kapitaalverhoging moet worden verricht in overeenstemming met artikelen 581 a 609 van het Wetboek van vennootschappen evenals de vastgoedbevak wetgeving. Het kapitaal van de vennootschap kan verhoogd worden door beslissing van de algemene vergadering, beraadslagend overeenkomstig het artikel 558 en, in voorkomend geval, artikel 560 van het Wetboek van Vennootschappen, of door beslissing van de statutaire zaakvoerder binnen het kader van het toegestaan kapitaal. Het is de vennootschap evenwel verboden rechtstreeks of onrechtstreeks in te tekenen op haar eigen kapitaal.
Het onherleidbaar toewijzingsrecht is van toepassing op uitgiften van aandelen, converteerbare obligaties (al dan niet achtergesteld) en warrants maar moet niet worden toegekend bij een inbreng in geld met beperking of opheffing van het voorkeurrecht, in aanvulling op een inbreng in natura in het kader van de uitkering van een keuzedividend, voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld.
Kapitaalverhogingen door inbreng in natura zijn onderworpen aan de regels voorgeschreven door artikelen 601 en 602 van het Wetboek van Vennootschappen.
Bovendien, moeten de volgende voorwaarden overeenkomstig de vastgoedbevak wetgeving worden nageleefd bij de uitgifte van effecten tegen inbreng in natura:
Een vermindering van het geplaatst kapitaal kan slechts plaatsvinden indien de aandeelhouders die zich in gelijke omstandigheden bevinden, gelijk worden behandeld, en indien de voorwaarden gesteld door het Wetboek van Vennootschappen worden geëerbiedigd. 9.3. Fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen
Overeenkomstig de vastgoedbevak wetgeving, zijn de bijkomende voorwaarden bij inbreng in natura zoals hierboven vermeld in artikel 9.1 mutatis mutandis van toepassing op de in de artikelen 671 tot 677, 681 tot 758 en 77211 van het Wetboek van vennootschappen bedoelde fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen.
9.4. Kapitaalverhoging van een institutionele vastgoedbevak dochtervennootschap
Overeenkomstig de vastgoedbevak wetgeving, bij een kapitaalverhoging door inbreng in geld bij een institutionele vastgoedbevak dochtervennootschap tegen een prijs die I 0 % of meer lager ligt dan de laagste waarde van (a) een netto-inventariswaarde die dateert van ten hoogste vier maanden voor de aanvang van de uitgifte, en (b) de gemiddelde slotkoers gedurende de dertig kalenderdagen voor de aanvangsdatum van de uitgifte, stelt de statutaire zaakvoerder van MONTEA een verslag op waarin hij toelichting geeft bij de economische rechtvaardiging van het toegepaste disagio, bij de financiële gevolgen van de verrichting voor de aandeelhouders van MONTEA en bij het belang van de betrokken kapitaalverhoging voor MONTEA. Dit verslag en de toegepaste waarderingscriteria en -methodes worden door de commissaris van MONTEA in een afzonderlijk verslag toegelicht. Voor de toepassing van de vorige alinea is het toegestaan om van het in punt (b) van het eerste lid bedoelde bedrag een bedrag af te trekken dat overeenstemt met het deel van het niet- uitgekeerde brutedividend waarop de nieuwe aandelen eventueel geen recht zouden geven, op voorwaarde dat de statutaire zaakvoerder van MONTEA het af te trekken bedrag van het gecumuleerde dividend specifiek verantwoordt en de financiële voorwaarden van de verrichting in het jaarlijks financieel verslag toeIicht. Indien de betrokken dochtervennootschap niet genoteerd is, wordt de in het eerste lid bedoelde disagio enkel berekend op basis van een netto-inventariswaarde die van ten hoogste vier maanden dateert. Artikel 9.4 is niet van toepassing op kapitaalverhogingen die volledig worden onderschreven door MONTEA of haar dochtervennootschappen waarvan het kapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks volledig in banden is van MONTEA.
De aandelen van de vennootschap zijn op naam, in gedematerialiseerde vorm of - zolang de wet dit toelaat - aan toonder, naar keuze van de aandeelhouder. De aandelen zullen steeds op naam zijn in de gevallen vereist door de wet. Binnen de termijnen opgelegd door de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder, kunnen de aandeelhouders op hun kosten schriftelijk de omzetting vragen van aandelen aan toonder in aandelen op naam of in gedematerialiseerde aandelen. De aandeelhouders kunnen tevens op elk ogenblik schriftelijk de omzetting vragen van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen of omgekeerd.
Conform voornoemde wet zullen de aandelen die op 1december 2014 nog niet automatisch werden omgezet in gedematerialiseerde aandelen of waarvan op die datum mag geen omzetting in aandelen op naam werd gevraagd, automatisch worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen. Deze aandelen zullen op een effectenrekening op naam van de vennootschap worden geboekt, zonder dat de vennootschap hierdoor de hoedanigheid van eigenaar verwerft. De uitoefening van de rechten die verbonden zijn aan deze aandelen wordt geschorst totdat de aandeelbouder alsnog de omzetting vraagt en de aandelen op zijn naam worden ingeschreven in het register van aandelen op naam of op een effectenrekening gehouden door de vennootschap, een erkende rekeningbouder of een vereffeningsinstelling. Een gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een erkende rekeningbouder of bij een vereffeningsinstelling en wordt overgedragen door overschrijving van rekening op rekening. De aandelen op naam worden ingeschreven in het aandelenregister dat wordt bijgehouden op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. De eigendom van de aandelen blijkt uitsluitend uit de inschrijving in het aandelenregister. De effecten die aan toonder waren, reeds zijn uitgegeven en op een effectenrekening zijn ingeschreven, bestaan in gedematerialiseerde vorm naar aanleiding van de omzetting van rechtswege voorgezien door voornoemde wet. De andere effecten aan toonder zullen in gedematerialiseerde effecten automatisch worden omgezet door hun inschrijving op een effectenrekening. Houders van gedrukte aandelen aan toonder die deze aandelen bij een financiële instelling voorleggen teneinde de betaling te bekomen van hun dividend, dienen voorafgaand de inschrijving te vragen van hun aandelen op een effectenrekening. Zolang deze inschrijving op een effectenrekening niet wordt gevraagd, zal de betaling van het dividend verbonden aan deze aandelen worden geschorst.
De aandelen zijn ondeelbaar en de vennootschap erkent slechts een eigenaar per effect. Indien meerdere personen rechten hebben met betrekking tot eenzelfde aandeel, zal de uitoefening van de eraan verbonden rechten geschorst worden tot een enkele persoon is aangeduid als eigenaar van het effect ten opzichte van de vennootschap.
De vennootschap is bevoegd om de - in artikel 460 van het Wetboek van vennootschappen bedoelde effecten uit te geven, met uitzondering van winstbewijzen en soortgelijke effecten en mits inachtneming van de specifieke regels voorgeschreven door de vastgoedbevak wetgeving en de statuten.
De beherende vennoot, die de statutaire zaakvoerder is, staat hoofdelijk en onbeperkt in voor alle verbintenissen van de vennootschap. De beherende vennoot wordt benoemd in de statuten. De stille vennoten staan voor de schulden en verliezen van de vennootschap slechts in tot het beloop van hun inbreng, op voorwaarde dat zij geen enkele daad van bestuur stellen.
De aandelen van de vennootschap moeten toegelaten zijn tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt overeenkomstig de vastgoedbevak wetgeving. ledere aandeelhouder is verplicht kennis te geven aan de Autoriteit Financiële Diensten en Markten of "FSMA" van het houden van stemverlenende effecten, stemrechten of met stemrechtverlenende effecten gelijkgestelde financiële instrumenten overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving betreffende de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. De quota waarvan de drempeloverschrijdingen verplichten tot een kennisgeving voor de toepassing van de wetgeving betreffende de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen worden vastgelegd op 3, %, 5 % en de veelvouden van 5 %. Behoudens de uitzonderingen vermeld in het Wetboek van Vennootschappen, kan op de algemene vergadering niemand deelnemen voor meer stemrechten dan diegene verbonden aan aandelen waarvoor hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven van zijn bezit.
15.1. De vennootschap wordt bestuurd door een statutaire zaakvoerder, die de hoedanigheid van beherende vennoot heeft. Tot statutaire zaakvoerder wordt aangesteld voor een eerste beperkte duur van tien (10) jaar startende op een oktober tweeduizend en zes: de Naamloze Vennootschap "Montea Management", met zetel te B-9320 Erembodegem, Industrielaan, 27; ingeschreven in het rechtspersonenregister te Dendermonde en met ondernemingsnummer 0882.872.026 die verklaart dit mandaat te aanvaarden en meedeelt dat niets zich hier tegen verzet. De statutaire zaakvoerder wordt benoemd door een buitengewone algemene vergadering, ten overstaan van een notaris en met inachtneming van de vereisten voor statutenwijziging. Is de statutaire zaakvoerder een rechtspersoon, dan wordt hij voor de uitoefening van de opdracht van statutaire zaakvoerder in naam en voor rekening van de vennootschap vertegenwoordigd door een vaste vertegenwoordiger overeenkomstig artikel 61 § 2 van het Wetboek van vennootschappen.
15.2. De raad van bestuur van de statutaire zaakvoerder moet op een zodanige wijze zijn samengesteld dat MONTEA autonoom en in het uitsluitend belang van haar aandeelhouders kan worden bestuurd. De statuten van de statutaire zaakvoerder bepalen tevens dat deze raad van bestuur ten minste drie onafhankelijke leden telt in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. De naleving van de in artikel 526ter bedoelde criteria wordt ook beoordeeld alsof het betrokken onafhankelijke lid van de raad van bestuur van de statutaire zaakvoerder dezelfde bestuurder van MONTEA zou zijn. De leden van de raad van bestuur van de statutaire zaakvoerder moeten de vereiste professionele betrouwbaarheid en de voor de uitoefening van hun taken passende ervaring bezitten overeenkomstig de vastgoedbevak wetgeving. Bovendien, moet de effectieve Ieiding van MONTEA worden toevertrouwd aan ten minste twee natuurlijke personen of eenhoofdige besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid onder de voorwaarden opgelegd door de vastgoedbevak wetgeving.
15.3. De statutaire zaakvoerder kan te allen tijde zelf ontslag nemen. De opdracht van de statutaire zaakvoerder kan slechts worden herroepen bij rechterlijke uitspraak op vordering daartoe ingesteld door de algemene vergadering op grond van wettige redenen. De algemene vergadering dient daartoe te beslissen waarbij de statutaire zaakvoerder niet aan de stemming mag deelnemen. De statutaire zaakvoerder blijft zijn functie verder vervullen tot dat zijn afzetting bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing is uitgesproken. Een statutaire zaakvoerder is verplicht na zijn ontslag zijn opdracht verder te vervullen totdat redelijkerwijze in zijn vervanging kan worden voorzien. In dat geval zal de algemene vergadering binnen een maand samenkomen om tot de vaste benoeming van een nieuwe statutaire zaakvoerder over te gaan.
15.4. Het overlijden, de onbekwaam-verklaring, de ontbinding, het faillissement, het ontslag, de afzetting bij rechterlijke beslissing van de statutaire zaakvoerder om welke reden ook of het vrijkomen van het mandaat van de statutaire zaakvoerder op enige andere wijze, zal niet tot gevolg hebben dat de vennootschap wordt ontbonden, doch hij zal worden opgevolgd door de opvolger-zaakvoerder, aangewezen door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders, op voorwaarde dat hij, in voorkomend geval, aanvaardt toe te treden tot de vennootschap als beherende vennoot. Indien een statutaire zaakvoerder een rechtspersoon is, leidt de fusie, splitsing, de omzetting of elke andere vorm van vennootschapsrechtelijke herstructurering waarbij de rechtspersoonlijkheid van de statutaire zaakvoerder krachtens het toepasselijk recht voortgezet wordt, niet automatisch tot het ontslag of de vervanging van de statutaire zaakvoerder. In geval van het verlies, in hoofde van de leden van de raad van bestuur of het dagelijks bestuur van de statutaire zaakvoerder van de betrouwbaarheid, ervaring en autonomie vereist door de vastgoedbevak wetgeving, moet de statutaire zaakvoerder of de commissaris(sen) een algemene vergadering bijeenroepen met als agenda de eventuele vaststelling van het verlies van de vereisten en de te nemen maatregelen; deze vergadering moet binnen twee maanden samenkomen; indien enkel een of meerdere leden van de raad van bestuur of van dagelijks bestuur van de statutaire zaakvoerder niet meer aan de bovenvermelde vereisten voldoen, dient de statutaire zaakvoerder hen binnen de maand te vervangen; na deze termijn, zal de vergadering van de vennootschap zoals hierboven bijeengeroepen worden; dit alles in het een of ander geval, onder voorbehoud van de maatregelen die de Autoriteit Financiële Diensten en Markten of "FSMA" zou treffen krachtens haar bevoegdheden.
De statutaire zaakvoerder zal zijn mandaat bezoldigd uitoefenen. Deze bezoldiging telt twee gedeelten: een vast gedeelte en een variabel gedeelte. Het vast gedeelte van de bezoldiging van de statutaire zaakvoerder wordt jaarlijks vastgesteld door de algemene vergadering van Montea Comm. VA. Deze bezoldiging zal op jaarbasis niet minder dan vijftienduizend euro (15.000,00 EUR) bedragen. Het variabel statutair gedeelte is gelijk aan nul komma vijfentwintig procent (0,25%) van het geconsolideerde nettoresultaat van Montea Comm. VA, met uitsluiting van alle schommelingen van de reële waarde van de activa en de afdekkingsinstrumenten. Bovendien kan in overeenstemming met de vastgoedbevak wetgeving de vergoeding van de statutaire zaakvoerder niet worden toegekend in functie van een specifieke verrichting of transactie van de vennootschap of haar dochtervennootschappen. De statutaire zaakvoerder heeft ook recht op de terugbetaling van de kosten welke rechtstreeks met zijn opdracht verbonden zijn.
De statutaire zaakvoerder is bevoegd om alle handelingen van bestuur te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, met uitzondering van die handelingen waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering bevoegd is. De statutaire zaakvoerder stelt driemaandelijkse- en semesterverslagen op, evenals het ontwerp van jaarverslag. De statutaire zaakvoerder kan de vergoeding vaststellen van elke mandataris aan wie speciale bevoegdheden werden toegekend overeenkomstig de vastgoedbevak wetgeving. De statutaire zaakvoerder neemt alle beslissingen naar eigen inzicht.
De vennootschap wordt in al haar handelingen, in en buiten rechte, met inbegrip van de akten voor dewelke de tussenkomst van een openbaar ambtenaar of een notaris vereist is, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de statutaire zaakvoerder. Voor elke daad van beschikking met betrekking tot een vastgoed zal de vennootschap moeten worden vertegenwoordigd door de permanente vertegenwoordiger van de statutaire zaakvoerder en ten minste een bestuurder van de zaakvoerder samen optredend. De hierboven vermelde regel is niet van toepassing wanneer een verrichting betrekking heeft op een goed waarvan de waarde minder bedraagt dan het laagste bedrag van 1 % van het geconsolideerde actief van de vennootschap en 2.500.000 EUR. De vennootschap is bovendien, geldig verbonden door bijzondere gevolmachtigden handelend binnen het kader van hun verleende opdracht, onverminderd de verantwoordelijkheid van de statutaire zaakvoerder in geval van overdreven volmacht.
De statutaire zaakvoerder kan gevolmachtigden van de vennootschap aanstellen. Alleen bijzondere en beperkte volmachten voor bepaalde of een reeks bepaalde rechtshandelingen zijn geoorloofd.
De statutaire zaakvoerder is persoonlijk, hoofdelijk en onbeperkt verbonden door de verbintenissen van de vennootschap.
De controle van de vennootschap wordt toevertrouwd aan een of meerdere commissarissen die de taken die hen toevertrouwd worden door het Wetboek van Vennootschappen en de vastgoedbevak wetgeving uitoefenen. De commissaris(sen) moet(en) worden goedgekeurd door de Autoriteit Financiële Diensten en Markten of "FSMA".
De gewone jaarlijkse algemene vergadering wordt ieder jaar gehouden op de derde dinsdag van de maand mei om tien uur of, indien deze dag een wettelijke feestdag is, op de voorgaande werkdag op hetzelfde uur. Een buitengewone of bijzondere algemene vergadering mag bijeengeroepen worden telkens als het belang van de vennootschap zulks vereist. Deze algemene vergaderingen mogen bijeengeroepen worden door de statutaire zaakvoerder of de commissaris(sen) en moeten bijeengeroepen worden telkens de aandeelhouders die samen een vijfde van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen er om vragen. De algemene vergaderingen worden gehouden op de zetel van de vennootschap of op iedere andere plaats in de oproepingsbrief of op andere wijze medegedeeld.
Een of meer aandeelhouders die samen minstens 3 % bezitten van het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap kunnen, overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en binnen de perken hiervan, te behandelen onderwerpen op de agenda van dealgemene vergadering Iaten plaatsen en voorstellen tot besluit indienen met betrekking tot op de agenda opgenomen of daarin op te nemen te behandelen onderwerpen. De bijkomende te behandelen onderwerpen of voorstellen tot besluit moeten uiterlijk op de tweeëntwintigste (22ste) dag voor de datum van de algemene vergadering door de vennootschap worden ontvangen.
De algemene vergadering is bevoegd om te beraadslagen en te besluiten ter zake van:
De algemene vergadering heeft voorts alle bevoegdheden die voortvloeien uit de wet en is met name (zonder dat deze opsomming limitatief is) bevoegd om wijzigingen aan te brengen in de statuten, met name om te besluiten tot benoeming van een statutaire zaakvoerder, tot vervroegde ontbinding van de vennootschap, verhoging of vermindering van het geplaatst kapitaal, de mogelijkheid van een toegestaan kapitaal door besluit van de statutaire zaakvoerder, de aflossing van et kapitaal, fusie met een of meerdere vennootschappen, omzetting van de vennootschap in een vennootschap met een andere rechtsvorm.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 533 van het Wetboek van vennootschappen moeten de oproepingen tot een algemene vergadering worden gedaan door middel van een aankondiging die tenminste 30 dagen vóór de vergadering wordt geplaatst in het Belgisch Staatsblad, in een nationaal verspreid blad (behoudens in de gevallen uitdrukkelijk voorzien door het Wetboek van Vennootschappen) en in media overeenkomstig de voorschriften van het Wetboek van vennootschappen. Aan de houders van aandelen, obligaties of warrants op naam, aan de houders van certificaten op naam, die met medewerking van de vennootschap werden uitgegeven, aan de bestuurders en aan de commissarissen worden de oproepingen binnen bovenvermelde oproepingstermijn meegedeeld; deze mededeling geschiedt door middel van een gewone brief tenzij de bestemmelingen individueel, uitdrukkelijk en schriftelijk hebben ingestemd om de oproeping via een andere communicatiemiddel te ontvangen. Van de vervulling van deze formaliteit dient geen bewijs te worden voorgelegd. De oproeping bevat de agenda van de vergadering met opgave van de te behandelen onderwerpen en voorstellen tot besluit, naast datum, uur en plaats van de vergadering en de andere informatie voorgeschreven door het Wetboek van vennootschappen. De vereiste stukken worden ter beschikking gesteld en een afschrift ervan wordt naar de rechthebbenden gezonden in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen.
25.1. Het recht om deel te nemen aan een algemene vergadering en om er het stemrecht uit te oefenen wordt slechts verleend op grand van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelbouder, op de veertiende dag voor de algemene vergadering, om vierentwintig uur (Belgisch uur) (hierna de "registratiedatum"), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling, hetzij door voorlegging van de aandelen aan toonder aan een financiële tussenpersoon, ongeacht het aantal aandelen dat de aandeelbouder bezit op de dag van de algemene vergadering.
25.2. De houders van gedematerialiseerde aandelen of aandelen aan toonder die wensen deel te nemen aan de algemene vergadering moeten een attest bezorgen afgeleverd door hun financiële tussenpersoon, of de erkende rekeninghouder of de vereffeningsinstelling, waaruit blijkt met hoeveel aandelen aan toonder of gedematerialiseerde aandelen die respectievelijk zijn voorgelegd of op naam van de aandeelhouder op zijn rekeningen zijn ingeschreven op de registratiedatum, de aandeelhouder heeft aangegeven te willen deelnemen aan de algemene vergadering. De neerlegging cliënt te geschieden op de maatschappelijke zetel van de vennootschap of bij de daartoe door haar aangestelde persoon aangeduid in de oproepingen, uiterlijk op de zesde dag voor de datum van de vergadering.
25.3. De houders van aandelen op naam die wensen deel te nemen aan de algemene vergadering moeten kennis geven van hun voornemen om aan de vergadering deel te nemen bij een gewone brief, fax, e-mail, te richten aan de zetel van de vennootschap of aan het e-mailadres vermeld in de oproepingsbrief, uiterlijk op de zesde dag voor de datum van de vergadering.
25.4. Aandeelhouders zonder stemrecht en obligatiehouders hebben het recht aan de algemene vergadering deel te nemen met raadgevende stem. In de gevallen bepaald bij artikel 481 van het Wetboek van Vennootschappen hebben de houders van aandelen zonder stemrecht gewoon stemrecht.
25.5. De commissaris(sen) woont(wonen) de algemene vergadering bij wanneer de algemene vergadering te beraadslagen heeft op grond van een verslag dat door hem/hen werd opgemaakt.
Elke aandeelhouder mag zich op een algemene vergadering doen vertegenwoordigen door een gemachtigde, al dan niet aandeelhouder. De aandeelhouder kan voor een welbepaalde algemene vergadering slechts een persoon aanduiden als volmacht houder, behoudens afwijkingen voorzien door het Wetboek van Vennootschappen. Elk verzoek tot verlening van een volmacht bevat, op straffe van nietigheid, ten minste de volgende vermeldingen: 1° de agenda, met opgave van de te behandelen onderwerpen en de voorstellen tot besluit; 2° het verzoek om instructies voor de uitoefening van het stemrecht ten aanzien van de verschillende onderwerpen van de agenda; 3° de mededeling hoe de gemachtigde zijn stemrecht zal uitoefenen bij gebreke van instructies van de aandeelhouder. De volmacht moet ondertekend zijn door de aandeelhouder en moet uiterlijk op de zesde dag voor de datum van de vergadering, worden neergelegd op de maatschappelijke zetel van de vennootschap of op de plaats aangeduid in de oproeping. De mede-eigenaars, de vruchtgebruikers en de naakte eigenaars, de pandhoudende schuldeisers en pandgevende schuldenaars moeten zich respectievelijk door een en dezelfde persoon Iaten vertegenwoordigen. Aandeelhouders kunnen kandidaat-gevolmachtigden, op initiatief van deze laatsten, volmacht verlenen om hen te vertegenwoordigen op de aandeelhoudersvergadering. Dergelijk openbaar verzoek tot het verlenen van volmachten teneinde het stemrecht uit te oefenen in de Vennootschap cliënt te geschieden conform de bepalingen van artikel 549, en in het bijzonder derde tot en met zesde lid, van het Wetboek van vennootschappen.
Mits toestemming van de statutaire zaakvoerder in de oproeping, zullen de aandeelhouders gemachtigd zijn om per brief deel te nemen aan de stemming over de agendapunten door middel van een door de vennootschap ter beschikking gesteld formulier. Het formulier voor het stemmen op afstand bevat minstens de volgende vermeldingen: 1° de naam van de aandeelhouder en zijn woonplaats of maatschappelijke zetel; 2° het aantal stemmen dat de aandeelhouder tijdens de algemene vergadering wenst uit te brengen; 3° de vorm van de gehouden aandelen; 4° de agenda van de vergadering, inclusief de voorstellen tot besluit; 5° de termijn waarbinnen de vennootschap het formulier voor het stemmen op afstand dient te ontvangen en 6° de handtekening van de aandeelhouder. Dit formulier zal uitdrukkelijk vermelden dat het formulier ondertekend moet zijn door de aandeelhouder en uiterlijk op de zesde dag voor de datum van de algemene vergadering worden overgemaakt aan de vennootschap per aangetekende zending.
Elke algemene vergadering wordt voorgezeten door de statutaire zaakvoerder. De voorzitter van de raad van bestuur van de statutaire zaakvoerder wijst een secretaris en stemopnemer aan, die geen aandeelhouder hoeft te zijn. Die twee functies kunnen uitgeoefend worden door een persoon. De voorzitter, de secretaris en de stemopnemer vormen samen het bureau.
29.1. De beraadslaging en stemming geschieden onder de leiding van de voorzitter en in overeenstemming met de gebruikelijke regels van een behoorlijke vergaderingtechniek. De statutaire zaakvoerder geeft antwoord op de vragen die hem tijdens de vergadering of schriftelijk worden gesteld door de aandeelhouders met betrekking tot hun verslag of tot de agendapunten, voor zover de mededeling van gegevens of feiten niet van dien aard is dat zij nadelig zou zijn voor de zakelijke belangen van de vennootschap of voor de vertrouwelijkheid waartoe de vennootschap of de statutaire zaakvoerder zich hebben verbonden. Zodra de oproeping tot een algemene vergadering gepubliceerd is, kunnen de aandeelhouders schriftelijk vragen stellen, die tijdens de vergadering zullen worden beantwoord, op voorwaarde dat de vennootschap de schriftelijke vragen uiterlijk op de zesde dag v66r de vergadering heeft ontvangen. De commissaris(sen) geeft (geven) antwoord op de vragen die hem (hen) worden gesteld door de aandeelhouders met betrekking tot zijn (hun) controleverslag.
29.2. De statutaire zaakvoerder heeft het recht, tijdens de zitting van een jaarvergadering, de beslissing met betrekking tot de goedkeuring van de jaarrekening drie weken uit te stellen, zonder dat deze beslissing enige motivering behoeft. Deze verdaging doet geen afbreuk aan de andere genomen besluiten, behoudens andersluidende beslissing van de algemene vergadering hieromtrent. De volgende vergadering heeft het recht de jaarrekening definitief vast te stellen. De statutaire zaakvoerder heeft tevens het recht elke andere algemene vergadering tijdens de zitting met drie weken uit te stellen, tenzij deze vergadering bijeengeroepen werd op verzoek van een of meer aandeelhouders die tenminste een/vijfde van het kapitaal vertegenwoordigen of door de commissaris(sen).
29.3. De algemene vergadering kan alleen rechtsgeldig beraadslagen of besluiten over punten die in de aangekondigde agenda zijn opgenomen of daarin impliciet zijn vervat. Over niet in de agenda begrepen punten kan slechts beraadslaagd worden in een vergadering waarin alle aandelen aanwezig zijn en mits daartoe met eenparigheid van stemmen besloten wordt. De vereiste instemming staat vast indien geen verzet is aangetekend in de notulen van de vergadering. De agenda moet, naast de te behandelen onderwerpen, de voorstellen tot besluit bevatten.
30.1. Elk aandeel geeft recht op een stem, onder voorbehoud van de gevallen voorzien door het Wetboek van Vennootschappen waar het stemrecht geschorst is.
30.2. Is een aandeel met vruchtgebruik bezwaard, dan wordt de uitoefening van het aan dat aandeel verbonden stemrecht uitgeoefend door de vruchtgebruiker behoudens verzet van de blote eigenaar.
30.3. De houders van obligaties en warrants mogen de algemene vergadering bijwonen, doch enkel met een raadgevende stem.
De gewone en de bijzondere algemene vergadering beraadslagen en besluiten op geldige wijze ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde aandelen, doch mits aanwezigheid van de statutaire zaakvoerder. Is de statutaire zaakvoerder niet aanwezig, dan kan een tweede vergadering worden belegd, die beraadslaagt en besluit, ook al is de statutaire zaakvoerder afwezig. De besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen en mits instemming van de aanwezige of vertegenwoordigde statutaire zaakvoerder bij handelingen, die de belangen van de vennootschap jegens derden betreffen, zoals dividenduitkering alsook elk besluit waarbij het vermogen van de vennootschap wordt aangetast.
Onthouding of blanco stemmen en de nietige stemmen worden bij de berekening van de meerderheid verwaarloosd. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Van elke algemene vergadering worden tijdens de vergadering notulen opgemaakt die ondertekend worden overeenkomstig artikel 33 van de statuten.
31.2. Buitengewone algemene vergaderingen
De buitengewone algemene vergadering kan over een statutenwijziging alleen op rechtsgeldige wijze beraadslagen en besluiten, wanneer zij die aan de vergadering deelnemen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen en mits aanwezigheid van de statutaire zaakvoerder. Is het genoemde quotum niet bereikt of is de statutaire zaakvoerder niet aanwezig, dan is een nieuwe bijeenroeping volgens artikel 558 van het Wetboek van Vennootschappen nodig; de tweede vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het aanwezige of vertegenwoordigde deel van het kapitaal en ongeacht de afwezigheid van de statutaire zaakvoerder. Een wijziging van de statuten is alleen dan aangenomen, indien zij goedgekeurd werd door de Autoriteit Financiële Diensten en Markten of "FSMA" en wanneer zij drie vierde van de stemmen verbonden aan de aanwezige of vertegenwoordigde aandelen heeft verkregen en met instemming van de aanwezige of vertegenwoordigde statutaire zaakvoerder. Bij de berekening van de vereiste meerderheid worden de stemmen van degenen die zich onthouden, de blanco stemmen en de nietige stemmen als stemmen tegen beschouwd.
De notulen van de algemene vergadering worden ondertekend door de leden van het bureau en door de aandeelhouders die er om vragen. De afschriften of uittreksels in rechte of anderszins voor te leggen, worden door de voorzitter, de secretaris, stemopnemers of de statutaire zaakvoerder ondertekend.
Het boekjaar van de vennootschap gaat telkens in op een januari en eindigt op eenendertig december van ieder jaar. Op het einde van elk boekjaar worden de boeken en bescheiden afgesloten en maakt de statutaire zaakvoerder de inventaris op, alsmede de jaarrekening. De statutaire zaakvoerder stelt tevens een jaarverslag op waarin bij rekenschap geeft van zijn beleid. Met het oog op de algemene vergadering, stelt de commissaris ook een omstandig schriftelijk verslag op. Deze documenten worden overeenkomstig de wet opgesteld.
De vennootschap moet jaarlijks aan baar aandeelhouders, mits inachtneming van de beperkingen voorzien door het Wetboek van Vennootschappen en de vastgoedbevak wetgeving, een dividend uitkeren waarvan het minimum bedrag is opgelegd door de vastgoedbevak wetgeving.
De statutaire zaakvoerder beeft de bevoegdheid om, met inachtneming van de relevante bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en de vastgoedbevak wetgeving, op het resultaat van het boekjaar een interim-dividend uit te keren en de betalingsdatum ervan vaststellen.
De uitbetaling van dividenden waarvan de uitkering door de gewone algemene vergadering werd besloten, geschiedt op de tijdstippen en op de plaatsen bepaald door deze algemene vergadering of door de statutaire zaakvoerder. Elke uitkering van dividenden of interimdividenden die gebeurde in strijd met de wet dient door de aandeelbouder die deze heeft ontvangen te worden terugbetaald, indien de vennootschap bewijst dat de aandeelbouder wist dat de uitkering te zijnen gunste in strijd met de voorschriften was of daarvan, gezien de omstandigheden, niet onkundig kon zijn.
De statutaire zaakvoerder duidt een instelling aan die zal instaan voor de financiële dienst van de vennootschap overeenkomstig de vastgoedbevak wetgeving. De instelling die instaat voor de financiële dienst kan te allen tijde worden geschorst of ontstaan door de statutaire zaakvoerder. De vennootschap zorgt ervoor dat dergelijke schorsing of ontslag de continuïteit van de financiële dienstverlening niet benadeelt. De schorsingen en ontslagen hierboven vermeld zullen worden bekendgemaakt op de website van de vennootschap en door middel van een persbericht overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
Het jaarlijks en halfjaarlijks verslag, inclusief de statutaire en geconsolideerde jaar –en halfjaarlijkse rekening en het verslag van de commissaris, wordt ter herschikking gesteld van de aandeelhouders overeenkomstig de wettelijke bepalingen toepasselijk op emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en de vastgoedbevak wetgeving. Het jaarlijks en halfjaarlijks verslag van de vennootschap wordt op de website van de vennootschap gepubliceerd. De aandeelhouders hebben het recht om zonder kosten een kopie van het jaarlijks en halfjaarlijks verslag te verkrijgen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap.
In geval van ontbinding van de vennootschap, om welke reden of op welk tijdstip ook, geschiedt de vereffening door een of meerdere vereffenaar(s) benoemd door de algemene vergadering. De vereffenaar(s) treden/treedt slechts in functie na bevestiging van hun/zijn benoeming door de rechtbank van koophandel. Bij gebreke van benoeming van (een) vereffenaar(s), worden de statutaire zaakvoerder als vereffenaars beschouwd ten aanzien van derden. De vereffenaars vormen een college. Te dien einde beschikken/beschikt de vereffenaar(s) over de meest uitgebreide machten overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen, behoudens beperkingen opgelegd door de algemene vergadering. De vereffenaar(s) zijn/is gehouden de algemene vergadering bijeen te roepen telkens wanneer de aandeelhouders die een vijfde van de in omloop zijnde effecten vertegenwoordigen het vragen. De algemene vergadering bepaalt de vergoeding van de vereffenaar(s). De vereffening van de vennootschap geschiedt overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen.
Vooraleer de vereffening wordt afgesloten, leggen de vereffenaars het plan voor de verdeling van de activa onder de verschillende schuldeisers voor akkoord voor aan de rechtbank van koophandel van het arrondissement waarbinnen de vennootschap haar zetel heeft. Na aanzuivering van alle schulden, lasten en kosten van de vereffening, wordt het netto- actief vooreerst aangewend om, in geld of in natura, het volgestorte en nog niet-terugbetaalde bedrag van de aandelen terug te betalen. Het overschot van de vereffening wordt verdeeld onder de aandeelhouders in verhouding met hun rechten.
De statutaire zaakvoerder en vereffenaars van de vennootschap, worden gedurende de uitoefening van hun mandaat geacht keuze van woonplaats te hebben gedaan op de zetel van de vennootschap waar hen alle mededelingen, betekeningen en dagvaardingen geldig kunnen worden gedaan betreffende de zaken van de vennootschap. De houders van effecten op naam zijn verplicht de vennootschap kennis te geven van elke verandering van woonplaats. Bij ontstentenis van kennisgeving worden zij geacht te wonen op hun laatst gekende woonplaats.
Voor alle geschillen tussen de vennootschap, haar statutaire zaakvoerder, baar aandeelhouders en vereffenaars betreffende de zaken van de vennootschap en de uitvoering van de huidige statuten wordt uitsluitend bevoegdheid toegekend aan de rechtbanken van de zetel van de vennootschap, tenzij de vennootschap er uitdrukkelijk aan verzaakt.
De bepalingen van onderhavige statuten die strijdig zijn met enige dwingende bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen of de vastgoedbevak wetgeving worden als niet- geschreven geacht; de nietigheid of van een deel van een artikel van onderhavige statuten en andere artikelen.
De vastgoedbevak (vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal – Vastgoedbevak) die door de wet van 4 december 1990 (vervangen door de wet van 20 juli 2004, vervangen door de wet van 3 augustus 2012) werd ingevoerd, maakt de oprichting in België mogelijk van instellingen voor de belegging in vastgoed, zoals die in tal van andere landen bestaan: Real Estate Investments Trusts (REITs) in de Verenigde Staten, Fiscale Beleggingsinstellingen (FBI) in Nederland, G-REITs in Duitsland, Sociétés d'Investissements Immobiliers Cotées (SIIC) in Frankrijk en UK-REITs in het Verenigd Koninkrijk. In België bestaat het wettelijke kader voor vastgoedbevaks sinds 1990, hoewel heel wat van de rechten en verplichtingen van dit beleggingsinstrument pas in 1995 concreet werden vastgelegd. Dit beleggingsinstrument werd door de overheid gecreëerd om particuliere beleggers de kans te geven om ook toegang te krijgen tot de professionele vastgoedmarkt en om te investeren in vastgoedprojecten die tot dan waren voorbehouden aan institutionele beleggers. Het statuut maakte het voorwerp uit van een Koninklijk Uitvoeringsbesluit van 10 april 1995, vervangen door het Koninklijk Besluit van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks. De Wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen heeft de fiscale aspecten van de erkenning van de bestaande vennootschappen geregeld.
De belangrijkste kenmerken van de vastgoedbevak zijn:
De vennootschappen die de erkenning als vastgoedbevak aanvragen of die met een vastgoedbevak fuseren, zijn onderworpen aan een belasting (exit taks), die gelijkgesteld is aan een liquidatiebelasting, op de netto latente meerwaarde en op de vrijgestelde reserves van 16,5% (vermeerderd met 3% aanvullende crisisbijdrage, of in totaal 16,995%).
116 Berekend op basis van het schema vermeld in hoofdstuk B van de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 21 juni 2006, vervangen door het Koninklijk Besluit van 7 december 2010.
Montea is eveneens een SIIC (Société d'Investissements Immobiliers Cotée) in Frankrijk en staat eveneens genoteerd op de tweede markt van Euronext Paris, de tweede notering na Euronext Brussels. In Frankrijk heeft Montea in 2007 geopteerd voor het statuut van SIIC om ook in dit land de voordelen te kunnen genieten die samenhangen met het statuut van vastgoedbevak. De fiscale kenmerken van de vastgoedbevak en de SIIC zijn vrij gelijklopend: zij zijn bijvoorbeeld allebei vrijgesteld van vennootschapsbelasting op de jaarlijkse inkomsten en op de gerealiseerde meerwaarden. De winsten uit andere activiteiten dan de verhuur of verkoop van vastgoed is daarentegen wel onderworpen aan de vennootschapsbelasting.
Wanneer het statuut van vastgoedbevak of SIIC wordt verkregen, is de onderneming een eenmalige bevrijdende belasting, "exit taks" genaamd, verschuldigd. Deze wordt berekend op basis van het verschil tussen de investeringswaarde van de portefeuille en de fiscale boekhoudkundige waarde van het vastgoed. De exit-taks die van toepassing is op SIIC bedraagt 16,5%. De betaling van de exit-taks voor SIIC is gespreid over vier jaar, met de storting van een eerste schijf van 15% na afloop van het eerste jaar. In België moet ten minste 80% van het bedrijfsresultaat worden uitgekeerd. In Frankrijk bedraagt dit percentage 85%, maar dan na aftrek van de afschrijvingen.
De bepalingen met betrekking tot de uitkering van de meerwaarden op de verkoop van vastgoed verschillen echter grondig. In België moeten zij ten belope van ten minste 80% worden uitgekeerd indien de winst niet opnieuw wordt geïnvesteerd. Voor de SIIC daarentegen moet ten minste 50% worden uitgekeerd op het einde van het jaar volgend op het jaar waarin de winst werd gerealiseerd. En nog steeds voor de SIIC geldt dat de dividenden van de dochtervennootschappen die zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting integraal moeten worden uitgekeerd in het jaar waarin ze worden ontvangen. Voor wat de structuur van het aandeelhouderschap betreft, moet de "free float" van vastgoedbevaks, dit is het aantal aandelen dat niet vast wordt aangehouden, ten minste 30% bedragen. In Frankrijk moet dat 40% zijn. Voor de SIIC geldt geen maximale schuldgraad. Voor bevaks werd de maximale schuldgraad, die aanvankelijk werd bepaald op 50%, door het Koninklijk Besluit van 21 juni 2006 (vervangen door het KB van 7 december 2010) opgetrokken tot 65%.
Franse reglementering betreffende de brandveiligheid voor opslagplaatsen, die de volgende aspecten betreft : (i) vuurresistentie van structurele elementen, (ii) vuurresistentie van secundaire elementen en (iii) globaal gedrag van structuren bij brand.
Koninklijk Besluit van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks, B.S. 28 december 2010.
Koninklijk Besluit van 21 juni 2006 betreffende de boekhouding, de jaarrekeningen en de geconsolideerde rekeningen van openbare vastgoedbevaks
Openbare aanbieding van de aandelen Montea die afliep bij toelating van deze aandelen op 17 oktober 2006 tot Euronext Brussels
Montea Comm. VA, commanditaire vennootschap op aandelen met maatschappelijke zetel aan de Industrielaan 27, 9320 Erembodegem en ingeschreven in het Rechtspersonenregister van Dendermonde onder het nummer 0417.186.211.
Montea Management NV, naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel aan de Industrielaan 27, 9320 Erembodegem en ingeschreven in het Rechtspersonenregister van Dendermonde onder het nummer 0882.872.026.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.