AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Koninklijke Brill NV

Annual Report Apr 6, 2011

3822_10-k_2011-04-06-094500_16dbb41b-fedd-4002-8b58-331e167df18d.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

To e z i c h t h o u d e r

Raad van Commissarissen

Mr. A.R. baron van Heemstra Mr. R.E. Rogaar Drs. ing. H.P. Spruijt

B e s t u u r

Directeur Drs. H.A. Pabbruwe

koninklijke brill nv Plantijnstraat 2 po box 9000 2300 pa leiden The Netherlands

t +31 71 53 53 500 f +31 71 53 17 532

Dit jaarverslag is als geheel of in gedeelten als pdf-document beschikbaar via de website brill.nl

I N H O U D

Ja a r v e r s l a g 2 0 1 0

  • Bericht van de directeur 2
  • Brill: internationaal uitgever sinds 1683 5
  • Kerncijfers 8
  • Gegevens per aandeel 9
  • Bericht van de Raad van Commissarissen 10
  • Raad van Commissarissen 13
  • Corporate Governance 14
  • Remuneratiebeleid 17

  • Verslag van de Directie 19

    1. Algemeen verslag 2010
    1. Financieel verslag 2010
    1. Strategische vooruitzichten 2011-2013
      1. Risico's en risicobeheersing
      1. Maatschappelijk verantwoord ondernemen
  • Rapport van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill 32
  • Rapport van de Stichting Luchtmans 34
  • G e c o n s o l i d e e r d e j a a r r e k e n i n g 2 0 1 0 35
  • Ve n n o o t s c h a p p e l i j k e j a a r r e k e n i n g 2 0 1 0 79
  • O v e r i g e g e g e v e n s 88
  • C o n t r o l e v e r k l a r i n g v a n d e o n a f h a n k e l i j k e a c c o u n t a n t 89
  • I n f o r m a t i e v o o r a a n d e e l h o u d e r s 91
  • Fi n a n c i ë l e a g e n d a 2 0 1 1 92
  • O v e r d i t j a a r v e r s l a g 93
  • C o l o f o n 93

2 0 1 0 w e r d t o c h e e n g o e d j a a r

Hoewel de marktverwachtingen in 2009 terughoudend waren en ook tot aan de maand december van het vorig jaar nauwelijks enige groei werd verwacht, is de omzet door een goede verkoop van boeken en de eindafrekening van licenties en uitgeefrechten meegevallen. Bijna vier procent groei, vrijwel geheel autonoom, geeft vertrouwen. Bij nadere analyse blijkt er vorig jaar ook een grote dynamiek in de samenstelling van de omzet. Veel meer bibliotheken hebben besloten zich alleen nog te abonneren op de elektronische versies van onze tijdschriften, en hoewel onze prijsmodellen zijn ingericht op deze migratie had de snelheid waarmee dit gebeurde toch een drukkend effect op de omzet tijdschriften. Voor het huidig jaar zal dit effect vrijwel zeker kleiner zijn.

De boekenprogramma's bleven qua productie goed op peil, maar ook daar zagen we een forse groei in de afname van digitale edities en een voortgaande afkalving van het papier. De verkoop van primaire bronnen stond onder druk, omdat in slechte tijden investeringen in bronnenmateriaal nogal eens worden uitgesteld.

Al met al bleef dus bemoedigende groei over en bleken we goed in staat de snelle migratie naar ongedrukt uitgeven op te vangen. Bijna 40% van de omzet is inmiddels bij het digitale product terecht gekomen. Ons beleid blijft overigens om ons niet aan voorspellingen te wagen óf en wanneer precies onze afnemers besluiten het gedrukte woord vaarwel te zeggen.

Alle aandacht gaat daarentegen uit naar het ons voorbereiden op deze ingrijpende migratie, zodat we er ook niet door overvallen kunnen worden. De inzet van nieuwe technieken waaronder printing on demand, de inrichting van mediumonafhankelijke redactionele processen en de oriëntatie op algemeen gehanteerde standaarden hebben intussen hun waarde bewezen.

Regionale tendensen speelden in 2010 een ondergeschikte rol; natuurlijk zijn er grote verschillen in de economische ontwikkeling van verschillende landen, maar de veranderingen in het wetenschappelijk klimaat volgen een veel trager tijdpad. We zijn verheugd te zien dat de markt in de Verenigde Staten en Duitsland ondanks alle bescheiden verwachting veerkrachtig bleek en dat we toch ook kans zien in ontwikkelende markten zoals Brazilië groei te bereiken. Toch zijn we in 2011 nog niet verlost van onzekerheden. De na-ijleffecten van bezuinigingen laten zich vaak jaren later voelen. Ook op korte termijn moet van landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Japan in beginsel krimp verwacht worden.

Binnen Brill is voortgang geboekt met de administratieve controle en de afronding van IT projecten. We kunnen het tempo van de technologische ontwikkelingen goed volgen en lopen nooit ver achter de feiten aan. Het kantoor in Boston is een belangrijk en goed functionerend verlengstuk van de uitgeverij geworden en kan vrijwel alle diensten aanbieden die ook vanuit Leiden beschikbaar zijn, o.a. doordat de IT-infrastructuur gedeeld wordt. Ook met de gecontroleerde uitbesteding van bedrijfsprocessen zetten we nuttige stappen. Het vorig jaar overgenomen uitgeefprogramma van Global Oriental is, zonder dat daarvoor de vaste staf behoeft te worden uitgebreid, daardoor relatief eenvoudig te integreren.

Op het vlak van productiviteit en efficiency verdienen de medewerkers een compliment; in 2009 waren pijnlijke maatregelen onontkoombaar, maar in 2010 heeft iedereen geleerd met minder mensen opnieuw groei te bereiken en kwaliteit te verbeteren, hetgeen onder meer blijkt uit de ontwikkeling van de omzet en toegevoegde waarde per medewerker.

Cost leadership is een leidraad voor ons beleid; Brill heeft het imago van een kwalitatief goede maar prijzige uitgever, en de al jaren volgehouden terughoudendheid met betrekking tot prijsstelling maakt ons een steeds betere concurrent. Er is geen enkel gebrek aan goede kopij en ook boeken we vaker dan voorheen succes bij het aangaan van strategische samenwerking met instituten. Afgelopen jaar nam het aantal institutionele uitgeefovereenkomsten toe en zo zullen we met ingang van 2011 de huisuitgever van de prestigieuze Brusselse Union of International Associations zijn. Ook op het terrein van bronnenuitgaven vanuit bijzondere bibliotheekcollecties en archieven staan lanceringen van databanken voor de deur. Met de Chinese Academy of Social Sciences werd de uitgeefovereenkomst aangescherpt en het programma Contemporary Chinese Studies wordt vanuit ons kantoor Boston gestaag uitgebreid. Vanuit een open opstelling past aandacht voor nieuwe paradigma's en verdienmodellen. Brill doet actief mee aan Open Access projecten en experimenten zoals OAPEN Library, Europeana en door NWO gesteunde pilots.

Naast deze bredere ontwikkelingen en uitgeefprogramma's heeft Brill in 2010 weer vele monografieën, major reference works (naslagwerken) en tijdschriften in de bekende nissen gepubliceerd. Elke keuze daaruit doet het collectief tekort, maar een aantal titels wil ik graag met name noemen. Binnen het fonds Religie is dat het Handbook for the Study of the Historical Jesus (in vier delen). Vanuit de portfolio wordt uitbreiding gezocht naar vakgebieden als Ethiek en Filosofie en zo zal binnenkort the International Journal for the Study of Skepticism worden gelanceerd. Aan de online portfolio is The Index to the Study of Religions toegevoegd, naast nieuwe uitbreidingen van Christian Muslim Relations Online en Religion Past and Present Online. Bij History wordt gericht gebouwd aan de tijdschriftenportefeuille. Een aantal titels kon worden overgenomen waaronder Nuncius, en Canadian-American

Slavic Studies. Ook het programma voor handboeken en kleinere naslagwerken groeit voorspoedig en de Encyclopedia of the Medieval Chronicle (in twee delen) is daar een goed voorbeeld van.

Ook de collectie atlassen kreeg een flinke impuls door de nieuwe Atlas of Islam die de contemporaine geschiedenis van de Islamitische wereld van 1800 tot 2000 in kaart brengt. Op het gebied van historische cartografie trok de uitgave Maps of Persia veel aandacht. Franstalige Islam wetenschappers kregen online toegang tot de meer dan tienduizend pagina's tellende Franse versie van de Encyclopaedia of Islam, tot dan toe uitsluitend in het Engels beschikbaar. Een belangrijk hiaat in kennis werd opgevuld door de vijfdelige Encyclopedia of Jews in the Islamic World. In de prestigieuze serie Handbook of Oriental Studies, verscheen het eerste deel van Reference Guide of Ancient and Early Medieval Chinese Literature en Esoteric Buddhism and the Tantras in East Asia. The Encyclopedia of Indonesia in the Pacific War werd onderscheiden met Choice's Outstanding Academic Title 2010. Bij Language and Linguistics ging het Indo-European Etymological Dictionary project online. Intussen verloopt de verkoop van de gedrukte delen in deze reeks woordenboeken voorspoedig. Voor Science & Biology was in 2010 het tweedelige A Handbook of the World's Conifers een belangrijke titel.

De ontwikkeling van onze eigen letter "The Brill" ligt op schema en voorbereidingen worden getroffen om de letter met bijbehorende software in het vierde kwartaal van dit jaar in de markt te zetten. In de brochure Brill in 2010 wordt verslag gelegd van de voortgang van dit project.

Later dit jaar zullen de twee belangrijkste elektronische uitgeefplatformen grondig worden herzien; na drie tot vier jaar door ontwikkeling en voortschrijdend inzicht is dat nodig. De investeringen daarvoor vallen ruimschoots binnen de investeringsruimte van Brill.

Financieel is de uitgeverij gezond. De lange bankschuld zal dit jaar zijn afbetaald en de kasstroom maakt expansie mogelijk. Een gericht acquisitiebeleid biedt kansen, van "kralen rijgen" tot wat omvangrijker uitbreidingen. Het convenant met de bank is ruim en Brill kan zo nodig snel schakelen.

Als we kijken naar de winstgevendheid valt de ogenschijnlijke verslechtering van de bruto marge op. Het betreft hier voornamelijk eenmalige effecten die met een strenger voorraadwaarderingssysteem te maken hebben en een vollediger royalty administratie waardoor met terugwerkende kracht ook vergoedingen aan auteurs zijn uitgekeerd die voorheen niet goed waren toe te wijzen. In de jaarrekening worden deze bewegingen nader toegelicht en transparant gemaakt. De kosten zijn afgelopen jaar goed bewaakt. Door de afslanking begin 2009 daalden de personeelskosten op jaarbasis aanmerkelijk, en door de onthechting van ons pensioenfonds eind 2008 konden de turbulente ontwikkelingen ons daar niet raken. Voor het huidig jaar moet wel weer met stijging van personele lasten rekening worden gehouden, omdat onder meer de pensioenpremies zullen stijgen. Ook de operationele kosten ontwikkelden zich volgens plan en wij verwachten deze lijn goed vast te kunnen houden.

Er zijn uitgebreide programma's ontwikkeld voor management development, training en begeleiding van de medewerkers. Daar wordt veel gebruik van gemaakt en we gaan daar onverkort mee door. Project management, kostenbeheer en key account management zijn enkele van de competenties die wij van de staf verwachten. Op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen wil Brill zich door een hoger ambitieniveau laten leiden.

In oktober ontvingen wij het droeve bericht dat op 9 oktober 2010 vredig en te midden van zijn familie mr. R.J. Kasteleijn was overleden. Reinout Kasteleijn werd midden 1994 tot directeur van onze uitgeverij

benoemd, maar moest helaas in 2004, een paar jaar nadat bij hem een ernstige ziekte was geconstateerd, om gezondheidsredenen terugtreden. Ondanks zijn telkens terugkerende ziekte heeft hij de jaren daarna veel werk verzet voor pensioenfonds Peltenburg. Wij denken aan hem met groot respect.

Op basis van de positieve ontwikkelingen en de beschikbare middelen zal voorgesteld worden over 2010 een dividend van eur 0,90 uit te keren. De pay out bedraagt daarbij ca 60% en past in het door ons in de AvA van 2009 aangegeven dividendbeleid. Het dividend zal in ons voorstel opnieuw geheel in contanten zijn.

Brill is een prachtig bedrijf met een kundige en gemotiveerde staf en met goede kansen in de markt. Het is ook een duurzame groeier die ondernemingszin aan voorzichtig manoeuvreren wil blijven koppelen. We moeten een "spiegel van onze tijd" kunnen zijn en blijven. Het huidig tijdsgewricht is om allerlei redenen minder voorspelbaar en daarom past het niet op dit moment een verwachting voor de resultaten van 2011 uit te spreken. Zodra dat wel kan, zullen we dat doen. Tot dan tellen we onze zegeningen en werken we intussen hard door aan de toekomst van onze uitgeverij.

Ik dank alle stakeholders voor het in ons gestelde vertrouwen.

Drs. H.A. Pabbruwe Directeur Koninklijke Brill nv

Leiden, 15 maart 2011

Toen Brill in 2008 op feestelijke wijze zijn 325ste verjaardag vierde dacht menigeen nostalgisch terug aan de tijd dat bij het bedrijf een zetterij, drukkerij, boekhandel en antiquariaat behoorden. Het afstoten van deze activiteiten heeft Brill echter uiteindelijk geen windeieren gelegd. Een bloeiende uitgeefpraktijk bleef gehandhaafd, en daarmee de kernactiviteit van Brill: het faciliteren van de informatiestroom tussen auteurs en hun lezers, zoals ooit in 1683 begonnen door de in Leiden gevestigde drukker en boekverkoper Jordaan Luchtmans (1652-1708). Zijn bedrijf kreeg in 1848 de naam E.J. Brill, genoemd naar bedrijfsleider Evert Jan Brill (1812-1871). Het bedrijf werd door derden onder dezelfde naam voortgezet tot 1896, toen de N.V. Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill (kortweg N.V. Brill of E.J. Brill Ltd.) werd opgericht. Onder directeuren als Cornelis Peltenburg en Frederik Wieder groeide de naamloze vennootschap Brill in de twintigste eeuw uit tot een naar verhouding kleine, maar zeer belangrijke speler in de internationale uitgeefwereld. Anders dan de grote academische uitgevers met een zeer breed aanbod, richt Brill zich grotendeels op de wetenschappelijke onderzoeksmarkt in de humaniora en het internationale recht. Hierdoor heeft Brill veel weg van een grotere internationale universiteitspers. Door een verstandige toepassing van bewezen succesvolle technologieën behaalt Brill rendementen die meestal geassocieerd worden met grotere ondernemingen binnen het uitgeefvak.

Ve l e i m p r i n t s m a k e n B r i l l

De uitgeverij Brill komt voort uit de firma Luchtmans ("Lugduni Batavorum apud Jordanum Luchtmans") die in verschillende variaties in naam en beeldmerk werd voortgezet. Vanaf 1848 werd de uitgeefnaam gewijzigd en verkreeg de imprint E.J. Brill internationaal grote bekendheid. Het predicaat 'koninklijk' werd toegekend in het jaar 1996, maar tegenwoordig zijn Koninklijke Brill nv of Brill Academic Publishers verruild voor de uitgeefnaam Brill, die een breed

georiënteerde humaniora uitgeverij is. Onder de imprint Brill bevinden zich ook enkele overgenomen kleine uitgeverijen, fondsonderdelen en losse titels (onder andere IDC Publishers, Humanities Press, Styx, Index Islamicus, Gieben en Koninklijke Van Gorcum). De overname van IDC in 2006 luidde een periode van productvernieuwing in bij Brill; voortaan leverde de uitgever ook speciale collecties (wetenschappelijk belangrijke primaire bronnen) aan instituten met afdelingen voor bijzondere en zeldzame collecties. De business modellen zijn hierdoor enigszins verschillend, de prijzen op het oog hoog en de oplagen laag, en de aankopen worden vaak uit speciale fondsen door bibliotheken bekostigd. Daar waar IDC traditioneel de collecties op microfilm, op microfiche en in online databanken uitbracht, brengt Brill nieuwe primaire bronnencollecties online op het eigen Brill online platform (Brill's Primary Sources). IDC was een oude bekende van Brill: in het verleden werkten beide al eens succesvol samen in het kader van de uitgave van de Dode Zee Rollen. De Bibliografie Linguistique, die tot 2008 bij Springer werd verzorgd, vormt nu een belangrijke pijler onder het Language & Linguistics fonds van Brill.

Hiernaast voert Brill ook andere imprints, zoals Nijhoff, VSP, Hotei en sinds kort Global Oriental. In 2003 wist Brill het internationaal recht fonds van Martinus Nijhoff Publishers, toen ondergebracht bij Kluwer Academic Publishers (thans Springer), te verwerven. Nijhoff geeft de prestigieuze publicatiereeks van The Hague Academy of International Law wereldwijd uit. Brill heeft zich hiermee een leidende positie op het gebied van Public International Law en Human Rights and Humanitarian Law verworven. In 2007 werd het contract met The Hague Academy uitgebreid met de opdracht een grote online database te ontwikkelen en te exploiteren. In 2009 werd het gehele uitgeefcontract voor nog eens vijf jaar verlengd. Met de in 1999 verworven imprint VSP (als sciencesuitgeverij ontstaan binnen VNU) speelt Brill naast zijn gevestigde rol in de beschrijvende biologie (taxonomie, morfologie en ethologie) ook een bescheiden maar belangrijke rol op het gebied van de materiaalkunde. In 2006 werd van het Koninklijke Instituut voor de Tropen het vermaarde Hotei fonds overgenomen. Dit fonds op het terrein van de Japanse prentkunst vormt een aantrekkelijke aanvulling op het van oudsher bestaande Japanologie fonds van de Asian Studies van Brill. In 2010 acquireerde Brill de Engelse uitgeverij Global Oriental, de enige uitgever in het Verenigd Koninkrijk die zich concentreert op Oost-Azië en Centraal Azië. De lijst van ruim tweehonderd boektitels van Global Oriental bevat een belangrijk Japans programma, maar sluit ook perfect aan bij Brill's Asian Studies, vooral wat betreft China en Korea.

D e p r o d u c t e n v a n B r i l l i n e e n v e r a n d e r e n d e w e r e l d

Van de trends waar elke internationale uitgever mee te maken heeft - globalisering, digitalisering en gebruikerseisen van nieuwe generaties - is Brill zich goed bewust. De onderneming hecht er belang aan zich nieuwe technologische mogelijkheden eigen te maken om te gebruiken bij het bedienen van zijn klanten. De productvormen boek, tijdschrift en naslagwerk (major reference work) bestaan naast elkaar, in papieren en elektronische vorm. Het boek, dat anders dan bij bètawetenschappen nog niet verdrongen is door tijdschriften, speelt bij Brill en Nijhoff nog steeds een grote rol. Tegelijk groeit de elektronische omzet stevig: Brill biedt de e-versie van zijn producten zelf aan en versterkt zo zijn positie. Dit duale uitgeefbeleid maakt Brill minder kwetsbaar; het uitgeefproces is vrijwel geheel digitaal ingericht en door een multimediaal bestandsformaat kan de klant vrijwel altijd kiezen op welke wijze de informatie wordt afgenomen.

De levensduur van Brill's producten is over het algemeen lang. De grote houdbaarheid van wetenschappelijke informatie in de alfawetenschappen zorgt ervoor dat Brill nog steeds flinke voorraden oude titels verkoopt. De organisatie gebruikt de kansen om met nieuwe technologie op bestelling of in kleine oplaag te herdrukken (printing on demand), of gebiedscollecties en compilaties samen te stellen. In ieder geval kan zonder terughouding gesteld worden dat boeken van Brill altijd leverbaar blijven.

I n t e r n a t i o n a a l : a u t e u r s , k o p e r s e n l e z e r s

De afzet van Brill is voor meer dan 95% internationaal. De uitgeverij Brill is vanaf het begin een internationaal actieve speler geweest. Al in de zeventiende en achttiende eeuw kwamen auteurs, redacteuren en correctoren uit vele windstreken in Leiden samen. De Leidse universiteit en de wetenschappelijke boekhandels rondom het Rapenburg (waar ook Luchtmans was gevestigd) vormden rond 1700 samen het hart van de geleerde wereld in Europa. Brill koestert deze traditie en heeft contacten met alle belangrijke academische onderzoekscentra in de wereld. Tachtig procent van deze contacten heeft betrekking op Europa en Noord-Amerika, twintig procent op Azië en Australië. De band tussen de Leidse universiteit en Brill is altijd zeer sterk geweest. Mede door de sterke positie van Brill in een aantal Leidse specialismen zoals Islam studies, kleine talen, archeologie en sinologie zijn de in Leiden actieve wetenschappers gemiddeld goed vertegenwoordigd bij Brill.

Brill concentreert zich voor zijn afzet op de bibliotheken van grote universiteiten. De bibliotheekbudgetten voor de humaniora in de rijkere landen staan al enkele jaren onder druk. Toch blijft er bij de universiteitsbibliotheken een tamelijk stabiel verzamelbeleid en een bestendige vraag. De reputatie van Brill en vooral die van zijn producten is van grote invloed op de toekomstmogelijkheden van de uitgeverij. Het gevestigde grote marktaandeel in de humaniora draagt belangrijk bij aan het succes van Brill. Hoewel Brill altijd uitziet naar vernieuwing en verbreding van zijn producten en productvormen, bewaakt de onderneming streng het uitgangspunt niet in teveel verschillende, niet met elkaar samenhangende disciplines terecht te komen. Groei door productontwikkeling en acquisitie wordt juist gezocht in de humaniora, het internationale recht en de wetenschapsgeschiedenis.

U i t g e v e r s r e c h t e n e n ( v e r ) s p r e i d i n g

De uitgeefstrategie van Brill bestaat uit het koesteren en beschermen van zijn sterke merken en het volgen van ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek in specifieke vakgebieden. Met auteurs wordt door middel van standaardovereenkomsten een redelijke en juridisch solide basis voor exploitatie afgesproken, waardoor een gecontroleerde verspreiding van de research door de auteurs zelf of hun instituten mogelijk gemaakt wordt. Brill volgt met belangstelling de ontwikkelingen met betrekking tot Open Access Repositories en ondervindt geen problemen bij het regelen van auteursrechterlijke aspecten. De spreiding van Brill's portefeuille is optimaal: qua disciplines, verkoopkanalen, productformaten, samenstelling van de omzet uit oud en nieuw fonds en geografie. Het bestaan van een overzeese vestiging, Brill USA Inc. in Boston, vergemakkelijkt de toegang tot de Amerikaanse markten.

De marketing- en verkooptactiek behelst een zo breed mogelijke verspreiding van Brill's producten, dus niet uitsluitend binnen de door de auteur beoogde primaire doelgroep van vakgenoten. Was deze mondiale marketingaanpak in het recente verleden kostbaar en minder convergent, tegenwoordig is de effectiviteit groot door gebruikmaking van internettechnologie. Daarnaast draagt samenwerking met Google en een groot aantal andere partners bij aan het succesvol en met gezond rendement opereren in de huidige informatiemaatschappij.

O r g a n i s a t i e e n m e d e w e r k e r s

Brill is een centraal geleide onderneming met een aantal gemeenschappelijke en een aantal gedelegeerde functies. De algehele dagelijkse leiding van Brill berust bij de directeur, die tevens verantwoordelijk is voor business development en het personeelsbeleid. De primaire ondernemingsfunctie is gelegd bij publishing units die gericht zijn op de hoofddisciplines waarin Brill thans actief is. Uitgevers zijn verantwoordelijk voor de multimediale fondsontwikkeling en het commerciële contact met hun redacties en auteurs. De uitgeefeenheden worden actief ondersteund door twee centrale afdelingen: Sales & Marketing en Finance & Operations, beide geleid door een eigen directeur. De subafdeling Operations bevat het uitbestede zet-, druk- en bindwerk, voorraadbeheer, bureauredactie, metadatabeheer, elektronische uitgeeftechniek en automatisering.

De menselijke factor in het bedrijf is uiterst belangrijk. De hoog opgeleide en gemotiveerde medewerkers van Brill houden de speurtocht naar nieuw wetenschappelijk onderzoek of de relevante ordening van wetenschappelijk materiaal gaande. Daarbij zijn handhaving en zo mogelijk aanscherping van kwaliteitsnormen de belangrijkste strategische uitgangspunten van de onderneming. Het klimaat binnen de onderneming wordt tenslotte in toenemende mate bepaald door een maatschappelijk verantwoorde wijze van bedrijfsontwikkeling. Het past Brill daarbij aan te sluiten op een traditie die evenwicht nastreeft tussen handel en wetenschap, en die juist die waarden in het maatschappelijke verkeer voorop stelt die van belang zijn bij het bestendig toevoegen van waarde.

K E R N C I J F E R S

in duizenden euro's

2010 2009 2008 2007 2006
R e s u l t a t e n
1) ebitda = Earnings Before Omzet 27.054 26.124 25.713 25.883 25.327
Interest, Taxes, Depreciation Brutowinst 17.555 17.567 17.162 17.150 16.869
and Amortisation. Dit is ebitda1) 4.614 3.613 2.135 4.505 4.156
het bedrijfsresultaat voor Winst voor rente en belasting 3.669 2.804 1.408 3.859 3.457
afschrijvingen op immateri Winst 2.761 2.140 179 2.998 2.565
ële en materiële vaste activa.
Vrije kasstroom2) 4.388 1.232 369 2.030 –2.018
2) Vrije kasstroom = Totaal netto investeringen in vaste activa –1.032 –2.285 –2.027 2.142 4.261
operationele kasstroom Gemiddeld geïnvesteerd vermogen3) 20.517 18.925 21.100 20.969 18.322
– investeringskasstroom
G r o e i t e n o p z i c h t e v a n v o r i g j a a r
3) Gemiddeld geïnvesteerd Omzet 3,6% 1,6% -0,7% 2,2% 17,1%
vermogen = gemiddelde van Brutowinst –0,1% 2,4% 0,1% 1,7% 19,5%
(vaste activa en vlottende ebitda 27,7% 69,2% –52,6% 8,4% 8,6%
activa – kortlopende Winst voor rente en belasting 30,8% 99,1% –63,5% 11,6% 5,8%
schulden) Winst 29,0% 1.096,9% –94,0% 16,9% 14,2%
R e n d e m e n t s c i j f e r s
Brutowinst als % van de omzet 64,9% 67,2% 66,7% 66,3% 66,6%
ebitda als % van de omzet 17,1% 13,8% 8,3% 17,4% 16,4%
Winst voor rente en belasting als
% van de omzet
13,6% 10,7% 5,5% 14,9% 13,6%
Winst als % van de omzet 10,2% 8,2% 0,7% 11,6% 10,0%
Omzet/gemiddeld geïnvesteerd vermogen 1,3 1,4 1,2 1,2 1,4
Winst in % van het gemiddeld geïnvesteerd
vermogen
13,5% 11,3% 0,8% 14,3% 14,0%
Winst in % van het eigen vermogen 13,1% 10,7% 1,0% 16,0% 17,3%
B a l a n s v e r h o u d i n g e n
Eigen vermogen/totaal vermogen 57,1% 53,6% 48,5% 50,8% 45,1%
Vlottende activa/kortlopende verplichtingen 1,51 1,36 1,29 1,40 1,35
Pe r s o n e e l
Gemiddelde bezetting (fte's) 114 121 127 124 120
Omzet per werknemer 237 217 202 211 212
Bijdrage per medewerker (EBITDA per fte) 40 30 17 37 35
Gemiddelde loonkosten per werknemer 55 58 73 59 61

G E G EVE N S P E R AA N D EE L

In duizenden euro's, op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen

2010 2009 2008 2007 2006
Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen 1.874.444 1.874.444 1.865.590 1.835.948 1.789.556
Eigen vermogen per aandeel 11,24 10,65 9,58 10,23 9,00
Toename in % 5,5% 11,1% –6,3% 13,7% 14,6%
ebitda per aandeel 2,46 1,93 1,14 2,45 2,32
Toename in % 27,7% 68,4% –53,4% 5,6% 5,0%
Winst per aandeel 1,47 1,14 0,10 1,63 1,43
Toename in % 29,0% 1.091,3% –94,1% 13,9% 10,4%
Vrije kassstroom per aandeel 2,34 0,66 0,20 1,11 –1,13
Toename in % 256,2% 232,2% –82,1% 198,0% –452,5%
Dividend per aandeel 0,90 0,90 0,00 0,81 0,71
Toename in % 0,00% n.v.t. –100,0% 14,1% 10,9%
Pay out ratio 61,1% 78,8% 0,0% 50,1% 50,1%
Het aantal uitstaande aandelen per einde jaar 1.874.444 1.874.444 1.873.507 1.854.507 1.809.965
Hoogste aandelenkoers in het jaar 13,85 12,63 23,00 24,10 21,00
Laagste aandelenkoers in het jaar 10,20 9,20 10,00 19,56 16,70
Aandelenkoers per einde jaar 13,16 10,22 11,55 23,00 21,00

Ja a r r e k e n i n g

De Raad van Commissarissen heeft de balans en de winst- en verliesrekening van Koninklijke Brill nv over het boekjaar 2010, met de daarbij behorende toelichting, laten onderzoeken door Ernst & Young Accountants LLP. De goedkeurende verklaring van de accountant is opgenomen op pagina 89 van dit jaarverslag. Mede op grond van deze verklaring heeft de Raad van Commissarissen samen met de Directie de jaarrekening ondertekend. Wij adviseren aandeelhouders de aldus opgemaakte jaarrekening ongewijzigd vast te stellen. Wij stellen voor over het jaar 2010 een dividend van eur 0,90 per (certificaat van) aandeel uit te keren.

A c t i v i t e i t e n

De Raad van Commissarissen ontving van de Directie per kwartaal een uitgebreide en gedetailleerde rapportage tot op het niveau van uitgeefeenheden. Tussentijds is op onderdelen aan ons gerapporteerd, veelal ter voorbereiding van de vergaderingen. In het verslagjaar heeft de Raad van Commissarissen zes maal vergaderd met de Directie, waarbij uitvoerig is overlegd over onder andere de analyse van bedrijfsrisico's, mede op initiatief van de Commissarissen. In de eerste plaats stond de afwikkeling van de reorganisatie van 2009 op de agenda. Daarnaast kwamen de lange termijn strategie van de onderneming aan de orde, de voortgaande migratie naar elektronische uitgeefvormen en de daarbij behorende verdien- en prijsmodellen, het standpunt met betrekking tot auteursen uitgeefrechten en de voortgaande samenwerking met internetbedrijven. Ook de voortgang van binnen het bedrijf gestarte projecten, waaronder de afronding van de implementatie van het geautomatiseerd productinformatiesysteem (Klopotek), investeringen, acquisities en desinvesteringen werd uitgebreid besproken. Bovendien werd stil gestaan bij de bepaling respectievelijk evaluatie van doelen in het kader van de bonusregeling van Directie en staf. In de eerder vastgestelde strategie wordt het accent gelegd op

de kwaliteit van de winst die met de kernactiviteiten van de onderneming wordt behaald. Deze strategie, die voorts gericht is op groei door productontwikkeling, exploitatie van elektronische uitgaven en het realiseren van grote projectacquisities, is onverkort voortgezet en wordt waar mogelijk verankerd in de gestelde doelen.

Veel aandacht is besteed aan de noodzaak om bij een mogelijk tegenvallende omzetontwikkeling de resultaten op peil te houden. Met de Directie is in dit kader overlegd over kostenbeheersing. In het laatste kwartaal is uitgebreid stilgestaan bij de kwaliteit van de organisatie en de personele aspecten daarvan. De wijziging van samenstelling van het management team, waarvoor de Directie de steun van de Raad in 2009 had gekregen, is in 2010 gerealiseerd. Tussentijds vond ook informeel overleg plaats tussen leden van de Raad van Commissarissen en de Directie. De Raad van Commissarissen vergaderde buiten aanwezigheid van de Directie teneinde het functioneren van de Raad van Commissarissen, van haar individuele leden en dat van de Directie te bespreken. Met de externe accountant vond het jaarlijkse overleg plaats, in aanwezigheid van Directie en staf. Zoals te doen gebruikelijk vond ook met de Ondernemingsraad twee keer overleg plaats.

Pr o f i e l s c h e t s

De Raad van Commissarissen dient zodanig te zijn samengesteld dat elk lid van de Raad en de Raad als geheel in staat is zijn taak, inhoudende het uitoefenen van toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, alsmede advisering aan de Directie, adequaat uit te oefenen. Gezien de internationale spreiding van de activiteiten van de vennootschap en van de met haar verbonden ondernemingen, dienen alle leden van de Raad te beschikken over internationale ervaring. Daarnaast is het noodzakelijk dat tenminste één lid in het bijzonder op de hoogte is van de gang van zaken in een uitgeverij en ervaring heeft als uitgever. Voorts dient één lid van de Raad financieel deskundig te zijn, hetgeen inhoudt dat deze persoon relevante kennis en ervaring heeft opgedaan op financieel-administratief/accountinggebied bij beursgenoteerde vennootschappen en/ of bij andere grote rechtspersonen.

De leden van de Raad dienen te beschikken over voldoende tijd om hun taak adequaat te kunnen uitoefenen. Dit geldt meer in het bijzonder voor de President Commissaris van de Raad. De Raad van Commissarissen bestaat uit drie personen. Nadere gegevens van de leden van de Raad staan vermeld op pagina 13. De leden van de Raad zijn onafhankelijk in de zin van de Nederlandse corporate governance code. Alle leden van de Raad bezitten deskundigheid op financieel, administratief en accounting terrein. De Raad heeft zich gedurende het jaar nader beraden op de vraag of het profiel dient te worden aangescherpt, maar is van mening dat daar thans geen aanleiding toe is.

Indien sprake is van een voorzienbare vacature die niet kan of zal worden vervuld door herbenoeming zal overwogen worden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor te stellen de beoogde opvolger al voor het voorziene aftreden te benoemen, zodat de Raad in die gevallen tijdelijk uit vier personen zal bestaan.

Volgens het door de Raad van Commissarissen opgemaakte rooster is de heer mr. R.E. Rogaar aftredend in 2011. De Gecombineerde Vergadering zal op 19 mei 2011 aan de Algemene Vergadering van

Aandeelhouders voor herbenoeming voor een termijn van 4 jaar de heer mr. R.E. Rogaar voordragen.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

In dit jaarverslag is op pagina 14 een apart onderdeel opgenomen over de corporate governance structuur van de vennootschap. Daarin wordt uiteengezet op welke wijze de vennootschap is omgegaan met implementatie van de Nederlandse corporate governance code. De Raad van Commissarissen toetst haar werkwijze jaarlijks aan de code en heeft in 2010 opnieuw besloten van de code af te wijken voor wat betreft het gebruik van certificering als mogelijk beschermingsinstrument (nader toegelicht op pagina 14-15). De wetgever heeft deze mogelijkheid in het verslagjaar opnieuw opengelaten. Er hebben zich met betrekking tot de Raad van Commissarissen en de Directie geen transacties met tegenstrijdige belangen voorgedaan.

A a n d e e l h o u d e r s v e r g a d e r i n g

Op 18 mei 2010 vond in het kantoor van de vennootschap in Leiden de Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaats. Alle voorliggende besluiten werden na kort beraad genomen, en er was grote instemming met het besluit om de dividendbetaling te hervatten (eur 0,90 per aandeel), omdat er meer zekerheid over financiering en bestendige winstgevendheid bestond (na het ongebruikelijke maar volgens Raad en Directie noodzakelijke besluit in 2009 dividend te passeren).

S l o t

Koninklijke Brill nv heeft in 2010 laten zien dat zij ook vooruit kan komen in een moeilijke markt (als gevolg van de mondiale crisis in voorgaande jaren) en vast kan houden aan de gekozen strategie. Voor de sector moet nog altijd rekening worden gehouden met mogelijke tegenwind. Overheden zullen zich immers gedwongen zien hun tekorten ook af te wentelen op de publieke uitgaven, zoals de financiering van het wetenschappelijke onderwijs en de bibliotheekmarkt. Een bedrijf dat in staat is praktische maatregelen te nemen voor aanpassingen op korte termijn, maar tegelijkertijd vasthoudt aan een kansrijke strategie van dienstverlening en ondernemerschap zal in de visie van de Raad een winnaar zijn voor alle stakeholders. Het streven blijft wat de Raad betreft gericht op de goede beheersing van bedrijfsrisico's

en de verdere verbetering van alle primaire bedrijfsprocessen. Het doel blijft klanten en auteurs optimaal te bedienen en daarbij een gezonde groei en voortdurende beheersing van kosten mogelijk te maken. Door aandacht voor deze aspecten en een evenwichtig prijsbeleid kan verder gewerkt worden aan groei van de activiteiten en verbetering van de resultaten; ook in een tijd van economische tegenwind is het mogelijk de eigen relatieve positie in de markt te verbeteren. Hoewel de informatievoorziening binnen het bedrijf sterk verbeterd is, blijven wij hier structurele aandacht voor vragen. De uitvoerige kwartaalrapporten zijn van uitstekend niveau en het in 2009 geïmplementeerde automatiseringssysteem ondersteunt, na een periode van fijnstellen in 2010, de primaire processen binnen de onderneming met industriële standaard werkmethodes. De op deze wijze ontstane infrastructuur zal een gezonde ontwikkeling en een voortgaande groei van het bedrijf stimuleren. Wij menen dat de uitgangspositie van Brill verder is versterkt en wij danken vanzelfsprekend alle medewerkers voor hun bijdrage aan het realiseren van de resultaten in 2010.

Leiden, 15 maart 2011

Raad van Commissarissen

Mr. A.R. baron van Heemstra Mr. R.E. Rogaar Drs. ing. H.P. Spruijt

R AA D VA N C O M M I S S A R I S S E N

M r. A . R . b a r o n v a n H e e m s t r a , 1 9 4 6 , Ne d e r l a n d e r

President Commissaris Koninklijke Brill nv sinds 2008, termijn loopt tot 2012 Bestuurslid der Nederlandse senior experts (PUM) Vicevoorzitter van de Academy of Business in Society (EABIS) Voorzitter van de Raad van Toezicht van het Rijksmuseum van Oudheden Leiden Lid van het bestuur van de Stichting Boijmans van Beuningen Voorzitter van het Netherlands Network of the Global Compact (GCNL) Voorzitter Stichting MEARC (Modern East Asia Research Centre)

M r. R . E . R o g a a r, 1 9 4 4 , Ne d e r l a n d e r

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 2007, termijn loopt tot 2011 Voorzitter van de Raad van Commissarissen De Eendragt Pensioen nv Lid van de Raad van Commissarissen Darlin nv Lid van de Raad van Commissarissen Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum Treasurer Europa Nostra, Pan-European Federation for Cultural Heritage Penningmeester Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen Bestuurslid Sirtema Stichting Bestuurslid Stichting Erik Hazelhoff Roelfzema Prijs Penningmeester Stichting Jan Brouwer Fonds

D r s . i n g . H . P. S p r u i j t , 1 9 4 9 , Ne d e r l a n d e r

Lid van de Raad van Commissarissen Koninklijke Brill nv sinds 2000, termijn loopt tot 2013 Voorzitter van de Raad van Commissarissen M&R De Monchy nv Bestuurslid Stichting Luchtmans Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Koninklijke Jumbo bv Voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Koninklijke Barneveldse Drukkerij en Uitgeverij Holding bv Lid van de Raad van Commissarissen van V-Ventures bv Bestuurslid van de Vereniging AEGON

C O R P O R ATE G O VE R N A N C E

Koninklijke Brill nv is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Leiden. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is verdeeld in gewone aandelen en cumulatief preferente aandelen. Er zijn momenteel geen cumulatief preferente aandelen uitgegeven. Van de geplaatste gewone aandelen is ongeveer 99% gecertificeerd en ondergebracht bij de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill. Alleen certificaten van aandelen zijn beursgenoteerd op de beurs van Euronext Amsterdam. De meerderheid van het kapitaal is in handen van Nederlandse, veelal particuliere beleggers. Naar schatting wordt ongeveer 50% van de certificaten gehouden in pakketten van 5% of meer.

Omdat Brill een relatief kleine, zeer specialistische en goed renderende uitgeverij is, en bovendien activiteiten ontplooit op gebieden waarop diverse zeer grote uitgeverijen werkzaam zijn, wordt bescherming tegen onvriendelijke overnames noodzakelijk geacht. Daarom heeft de vennootschap een aantal beschermingsconstructies. In de eerste plaats bestaat de mogelijkheid preferente aandelen uit te geven. In geval van uitgifte worden deze geplaatst bij de Stichting Luchtmans. Na bespreking in de AvA van 18 mei 2010 is met de Stichting Luchtmans overeengekomen dat de Stichting uit te geven preferente aandelen zal verwerven tot maximaal 100% van het aantal aan gewone aandelen geplaatste kapitaal. Daarnaast worden de (met medewerking van de vennootschap) uitgegeven certificaten van aandelen ook gezien als beschermingsmogelijkheid omdat de Stichting Administratiekantoor zich het recht voorbehoudt ingeval van een zogenaamde onvriendelijke overname geen stemvolmachten te geven en evenmin bindende steminstructies te aanvaarden.

De omzetting van certificaten van aandelen is beperkt mogelijk door een in de statuten van de vennootschap opgenomen beperking tot 1%, terwijl bovendien het aandeelhouderschap alleen openstaat voor natuurlijke personen, de vennootschap zelf, het administratiekantoor en vennootschappen die in het verleden (vóór 29 juli 1997) reeds aandeelhouder waren. Daarenboven is een aantal rechten toegekend aan de Gecombineerde Vergadering, zijnde de vergadering van Raad van Commissarissen en Directie tezamen. De rechten van de Gecombineerde Vergadering betreffen onder meer het doen van bindende voordrachten voor de benoeming van bestuurders en commissarissen en het doen van voorstellen tot statutenwijziging. Koninklijke Brill nv is hiermee sterk beschermd tegen eventuele "overvallen".

De vennootschap wordt bestuurd door een Directie die bestaat uit één persoon, bijgestaan door een managementteam. De vennootschap heeft een Raad van Commissarissen die bestaat uit drie personen. De Raad heeft geen aparte commissies ingesteld en is niet voornemens dit op korte termijn te doen. De aanbevelingen die destijds door de Commissie Peters en later de Commissies Tabaksblat en Frijns zijn gedaan op het gebied van corporate governance zijn in voorgaande jaren al grotendeels onderschreven en maken inmiddels deel uit van de corporate governance structuur, met uitzondering van standpunten over bescherming van de vennootschap.

De Raad van Commissarissen en de Directie hebben sinds 2004 jaarlijks besproken op welke wijze uitvoering gegeven zal worden aan de best practice bepalingen en aan de sinds 1 oktober 2004 geldende wettelijke eisen. Zij stellen thans vast dat de corporate governance structuur van de vennootschap in hoofdlijnen in overeenstemming is gebracht met de principes zoals deze zijn verwoord in de Nederlandse corporate governance code, met uitzondering van het gebruik van certificaten als beschermingsconstructie. In het kader van een striktere functiescheiding is mede op verzoek van de Raad van Commissarissen door de Stichting Administratiekantoor in 2005 een statutenwijziging doorgevoerd die vertegenwoordiging van de Raad van Commissarissen in het bestuur van de Stichting Administratiekantoor heeft beëindigd. Ook op het terrein van transparantie zijn tussen Directie en Raad van Commissarissen en tussen commissarissen onderling duidelijke afspraken gemaakt. Deze hebben onder meer betrekking op het omgaan met financiële en andersoortige belangen. Een en ander is vastgelegd in reglementen en gedragsregels. De arbeidsovereenkomst met de directeur is in lijn met de best practice bepalingen van de Code opgesteld. Binnen de onderneming bestaan strikte gedragsregels en regelingen (raadpleegbaar op het eigen intranet), waaronder een regeling ter zake van insider trading, seksuele intimidatie en een zogenaamde klokkenluidersregeling.

Brill is relatief kwetsbaar ten aanzien van fusies en overnames die tot voor kort werden beheerst door primair op schaalvergroting gerichte investeerders uit financiële dan wel collegiale hoek. Schaalvoordelen spelen een beperkte rol bij een bedrijf waarvan een deel van de waarde juist besloten ligt in de onbetwiste reputatie bij afnemers en auteurs in binnen- en buitenland. Auteurs in nauw omschreven marktnissen leggen de basis van toekomstige groei door hun medewerking aan seriewerken, tijdschriften, handboeken, encyclopedieën en tijdschriften. Als onderzoekers geven zij de impuls tot aankoop, veelal via hun bibliotheken en instituten. De bibliothecarissen op hun beurt blijven alleen dan geabonneerd op vervolgwerken wanneer zij vertrouwen op de toekomstige kwaliteit en prijsstelling van te verschijnen publicaties. Door deze niet vanzelfsprekende verhouding met zulke belangrijke stakeholders, zijn en blijven de Raad van Commissarissen en Directie van mening dat de vennootschap maximaal dient te worden beschermd.

De Raad van Commissarissen en de Directie zijn van mening dat bescherming van de onderneming in de regel slechts tijdelijk van aard kan zijn en primair tot doel heeft ruimte te scheppen de strategische alternatieven voor het bedrijf zorgvuldig af te wegen en deze zo nodig met de belangrijkste stakeholders te beoordelen. Aan alle stakeholders en dus ook en vooral aan aandeelhouders moet daarom duidelijk worden gemaakt wat de strategie van het bedrijf behelst en welke waardevolle elementen uit verleden, heden en toekomst in het bedrijf besloten liggen. Het streven van het bestuur is de onderneming een aantrekkelijke belegging te doen zijn voor aandeelhouders die een voorkeur hebben voor een strategie die op duurzame groei is gericht. Duurzame groei is voor de onderneming in grote mate afhankelijk van de gunst van klanten en auteurs. Een actieve investor relations agenda is erop gericht deze samenhangende boodschap uit te dragen en het behouden van vertrouwen en sympathie van aandeelhouders is een basis element van het corporate governance beleid.

Zolang en voor zover certificaten een rol kunnen spelen in het geheel van maatregelen die een maximale bescherming verzekeren met het doel tot een afgewogen besluit te komen over de toekomst van de onderneming, worden zij daarom gehandhaafd. Dit standpunt is nog eens door Raad van Commissarissen en Directie bevestigd nadat zij zich in 2006 een aantal malen geïnformeerd hebben met betrekking tot de toen voorliggende wetswijzigingen en de nieuwe inzichten die zich op het terrein van beschermingsconstructies hebben ontwikkeld. In 2010 is deze bestendige lijn gehandhaafd.

In de geest van de Code is al eerder besloten dat het bestuur van de Stichting Administratiekantoor zal bestaan uit drie onafhankelijke leden. Het bestuur van de Stichting Administratiekantoor deelt de mening van Directie en Raad van Commissarissen omtrent het gebruik van certificaten als beschermingsconstructie. Zie het verslag van de Stichting op pagina 32 van dit jaarverslag.

Wat betreft de best practice bepalingen voor zover niet relevant voor de bescherming zijn Directie en Raad van Commissarissen altijd van mening geweest dat deze kunnen worden gezien als een nadere invulling en verfijning van de reeds bestaande corporate governance structuur. De ervaring die de vennootschap heeft opgedaan bij het invoeren van bepalingen ter zake van corporate governance, is een gunstige geweest. Het bedrijf heeft ondervonden dat een beursgenoteerde onderneming van bescheiden schaal zoals Brill, goed in staat is de moeite en kosten op te brengen die nodig zijn om goede uitvoering aan de Code te geven. Commissarissen en Directie zijn van mening dat de aangescherpte regels en de uitgebreide plicht verantwoording af te leggen duidelijk bijdragen aan de verbetering van het bestuur van de onderneming.

De Raad van Commissarissen en de Directie verklaren dat de bepalingen ii.3.2 tot en met ii.3.4 en iii.6.1 tot en met iii.6.4 van de Nederlandse corporate governance code zijn nageleefd.

Raad van Commissarissen

Directie

R E M U N E R AT I E B E L E I D

B e l o n i n g s b e l e i d R a a d v a n C o m m i s s a r i s s e n

De beloning van de voorzitter en de leden van de Raad van Commissarissen is bepaald op een jaarlijkse vaste vergoeding en bevat geen variabele elementen. Zij ontvangen geen prestatie- of aandelen gerelateerde beloning en bouwen geen pensioenrechten bij de onderneming op. Zij ontvangen bij vertrek geen ontslagvergoeding. De beloning van de Raad van Commissarissen wordt regelmatig beoordeeld. In 2010 zijn de vergoedingen onveranderd gebleven. Het eventuele aandelenbezit van leden van de Raad van Commissarissen is ter belegging op lange termijn. De Raad van Commissarissen heeft een reglement vastgesteld waarin regels worden gesteld ten aanzien van het bezit van en transacties in effecten door commissarissen anders dan die uitgegeven door Koninklijke Brill nv.

B e l o n i n g s b e l e i d D i r e c t i e

De beloning van de directeur wordt vastgesteld door de Raad van Commissarissen op basis van de hoofdlijnen van het beloningsbeleid, zoals hierin vastgelegd. Deze zijn in lijn met de principes en de best practice bepalingen van de Nederlandse corporate governance code (artikel ii.2.10). Het beleid inzake de beloning van de Directie is erop gericht aan de directeur een beloning voor zijn werkzaamheden toe te kennen die wat betreft hoogte en structuur zodanig is dat een gekwalificeerde en deskundige bestuurder kan worden aangetrokken en behouden. De beloning voor 2010 en volgende jaren kent een vaste en een tweetal prestatieafhankelijke variabele componenten.

Ter zake van de beloning toetst de Raad van Commissarissen jaarlijks, eventueel met behulp van een externe deskundige, of de beloning voor de directeur nog steeds marktconform is. In 2010 heeft de Raad besloten de vaste beloning per 1 januari 2010 met ruim 2% te verhogen. Voorts houdt het beleid in dat de vennootschap de pensioenpremie voor de directeur voor zijn rekening neemt, met dien verstande dat de directeur een eigen bijdrage betaalt van 30% van de verschuldigde premie. De vennootschap verstrekt geen leningen, voorschotten of garanties aan de directeur.

Ten aanzien van het beloningsbeleid kan het volgende worden opgemerkt:

a De Raad van Commissarissen ziet variabele beloning als een belangrijk onderdeel van het beloningspakket van de Directie. De bonusdoelstellingen en prestatievoorwaarden zijn een afspiegeling van de belangrijkste factoren voor waardegroei en groei van de aandeelhouderswaarde op korte en middellange termijn. De totale beloning bestaat dan ook voor een aanzienlijk deel uit variabele beloning, waarvan de hoogte afhankelijk is van prestatiemaatstaven. Vanaf het jaar 2009 is het variabele deel van de beloning voor de korte termijn doelstellingen maximaal 40% (in 2004-2008 maximaal 50%) en voor de driejaars lange termijn doelstelling maximaal 40% van de vaste beloning (in 2004-2008 20%) in het jaar dat het doel werd overeengekomen.

b Het beleid van de vennootschap met betrekking tot de arbeidsovereenkomst ligt in lijn met de best practice bepaling ii.2.8 van de Code. De geldende opzegtermijn bedraagt vier maanden en is in lijn met hetgeen gebruikelijk is.

c Het prestatiecriterium voor de lange termijnbonus 2010-2012 is een gemiddelde omzetgroei van 10% per jaar (autonoom en acquisities inbegrepen), gemeten als totale gerealiseerde omzetgroei per ultimo 2012 gedeeld door drie. De prestatiecriteria voor de korte termijnbonus in 2010 waren (1) winst per aandeel (maximaal 50% van de bonus) en daarnaast (2) de doelstelling van een HR-plan inzake het bewaken van personele kosten, de herinrichting van het management team en opleidingen en trainingen voor medewerkers (25% van de bonus) en (3) definitieve goedkeuring eind 2010 inzake een nieuw elektronisch uitgeefplatform, gericht op kostenbesparingen, alsook een beslissing inzake het al dan niet verlengen van het contract met distributiepartner Turpin (maximaal 25% van de bonus). Voor deze elementen zijn passende en meetbare criteria gehanteerd. Voor het jaar 2011 is opnieuw de winst per aandeel het belangrijkste prestatiecriterium voor de korte termijn. Daarnaast zijn er nog twee doelstellingen gekozen. De gedetailleerde studie van alle voor de onderneming relevante ontwikkelingen, resulterend in een grondig en op actie gericht meerjarenplan, en het succesvol afronden van een aantal IT-projecten. Voor de lange termijn is opnieuw een gemiddelde groei van de omzet van 10% tot doel gesteld.

d Aan de directeur zijn geen rechten gegeven op het verwerven van opties of aandelen. Het aandelenbezit in Koninklijke Brill nv van de Directie is ter belegging op lange termijn.

e De Raad van Commissarissen heeft een reglement opgesteld waarin regels worden gesteld ten aanzien van het bezit en transacties in effecten door de Directie anders dan die uitgegeven door Koninklijke Brill nv.

De Raad van Commissarissen heeft op eigen initiatief geen professioneel advies ingewonnen bij onafhankelijke externe adviseurs.

Raad van Commissarissen

1 . A l g e m e e n Ve r s l a g 2 0 1 0

E e n v o o r t g e z e t t e g r o e i

De succesvolle groei van Brill sinds 1993 is in 2008 onderbroken door een lichte daling. Over 2009 werd weer een omzetstijging gerapporteerd. Die heeft zich voortgezet in 2010. Naast maatregelen in de kostensfeer is het bedrijf blijven werken aan handhaving van het karakter van de uitgever als nichespeler in de alfawetenschappen. Consistent werken aan behoud en vergroting van Brill's unieke reputatie en aan uitbreiding van de onderneming door autonome groei en acquisities hebben in de visie van de Directie meer succes dan verbreding en daardoor verwatering van de activiteiten van Brill.

Brill werkt op vele markten tegelijk en met een sterk gedifferentieerd productaanbod. Het is Brill's beleid om in nauw gedefinieerde marktnissen een gevarieerd fonds te verzorgen van boeken, tijdschriften en naslagwerken, al dan niet in de vorm van samenhangende collecties en databanken. Alle publicaties die in druk verschijnen worden in beginsel ook in elektronische vorm aangeboden. Waar mogelijk worden digitale producten verrijkt met hyperlinks en verwijzingen naar andere publicaties en bronnen. De strategie om het marktaandeel in de traditionele disciplines van Brill te vergroten heeft vooral gestalte gekregen door de lancering van boekenseries en de ontwikkeling van naslagwerken (meerdelige encyclopedieën en handboeken, woordenboeken, concordanties, registers en indices). Naslagwerken en bibliografieën zijn in beginsel continu, hebben bij voorkeur een open einde en moeten, (in nauw overleg met redacties) voortdurend geactualiseerd en uitgebreid kunnen worden. Deze grote werken zijn van groot belang voor Brill. Niet alleen waren de verkoopresultaten van gedrukte en online versies van deze werken in 2010 wederom uitstekend, maar ze dragen ook in grote mate bij aan de reputatie van Brill als wetenschappelijk uitgever. Met name kunnen hier Brill's New Pauly, de

Franstalige editie van Encyclopaedia of Islam, de Encyclopaedia of Arabic Language and Lingusitics, de Encyclopedia of Hinduism, Etymological Dictionary of Greek, Brill's Companion Series voor Classical Studies, de Supplementum Epigraphicum Graecum, Diptera Diversity en uiteraard de Dode Zee Rollen genoemd worden. Ook de Linguistic Bibliography blijft een groot succes. Weinig concurrenten wagen zich doorgaans aan dergelijke langdurige uitgaven waarvoor grote investeringen en een eigen gespecialiseerde redactiegroep (ter handhaving van kwaliteit en consistentie) nodig zijn, maar waarbij bovendien een specifieke verkoopstrategie wordt gehanteerd. Met aandacht voor key account management richt men zich met succes op de grote koopkrachtige bibliotheken en consortia.

Het jaar 2009 met de economisch verslechterende markt was ook voor Brill een moeilijk jaar, en het effect ervan werkte nog door in 2010. De afnemende verkopen door wereldwijde koopkrachtdaling bij de bibliotheken hadden hun effect bij de lancering van nieuwe boeken en de verkoop van oudere titels. In 2010 werd de voorraadwaardering semi-automatisch op empirische en statistisch juiste wijze gekoppeld aan de voortschrijdende verkooppatronen. Het uitgeven van monografieën blijft voor een Brill een strategisch essentiële activiteit, maar er moet daarbij wel voortdurend op marges worden gelet. Een belangrijke bijdrage was het krachtdadig doorvoeren van de overstap naar printing on demand (POD) diensten (vanuit het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten). Niet alleen uitverkochte boeken, maar ook een groot aantal tijdschriften en nieuwe monografieën, wordt tegenwoordig alleen nog via deze productiemethode uitgeleverd. Op deze wijze kan voorraadreductie en besparing op verzendkosten gerealiseerd worden, waarbij Brill vanzelfsprekend alert blijft op de kwaliteit van POD-titels.

De gevreesde teruggang bij de abonnementen op Brill-tijdschriften in 2010 is uitgebleven, mede door het feit dat de onderneming tijdig is overgestapt op online producten. Dit is belangrijk, want door een gunstige marge en vooruitbetaling dragen tijdschriftabonnees bij aan de financiering van de onderneming. Tussen 2004 en 2010 is het aantal tijdschrifttitels in portefeuille verdubbeld tot omstreeks 135. Ook de komende jaren zal dit aantal door aankoop en lancering van nieuwe titels blijven groeien. Tot voor kort was het zelf ontwikkelen van nieuwe tijdschriften relatief ongunstig, omdat het gemiddeld vijf of meer jaren duurde voordat de investering ging renderen. Door een sterke standaardisatie en toepassing van digitale middelen in het uitgeefproces kan de kostprijs van startende titels tegenwoordig beperkt worden. Hiernaast is het digitale archief van alle tot op heden verschenen afleveringen van Brill-tijdschriften succesvol: het is vrij toegankelijk voor institutionele abonnees en daarnaast kunnen (inkoopcombinaties van) bibliotheken het archief eenmalig aanschaffen, waardoor zij eigenaar worden van al het materiaal dat tot op het moment van aanschaf ooit in het tijdschrift is verschenen. Overigens is de op de balans zichtbaar gemaakte waarde van zelf ontwikkelde titels nihil; conform de regelgeving zijn als actief alleen de overgenomen titels gewaardeerd.

K e r n a c t i v i t e i t e n e n u i t b e s t e d i n g

De leiding van Brill heeft vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw consequent gewerkt aan een verdere concentratie op de kernactiviteiten als internationaal uitgever. Hiermee begon een tot op heden doorlopend proces van afstoting, vervreemding en uitbesteding van taken en een professionalisering van de ondersteunende operationele afdelingen. Strategische controle over uitbesteding wordt belangrijker geacht dan werkzaamheden in eigen beheer. In het in 2005 betrokken moderne kantoorpand aan de Plantijnstraat is dan ook geen antiquariaat, magazijn of productieafdeling meer te vinden. Automatisering

is grotendeels uitbesteed. In plaats van de bouw van een op maat gemaakt uitgeverijpakket is gekozen voor het inmiddels organisatiebreed geïmplementeerde standaardpakket van de firma Klopotek. De aangeschafte analyse- en rapportagemodule van Business Objects levert de voor het bedrijf noodzakelijke rapporten. De voorraden boeken en tijdschriften van Brill bevinden zich bij Turpin in het Verenigd Koninkrijk en bij Books International in de Verenigde Staten. De prestaties op het gebied van orderverwerking en distributie van beide warehouses worden door Brill (en een onafhankelijke deskundige) zorgvuldig bewaakt. Begin 2011 is besloten het contract met Turpin te verlengen.

Twee projecten van Brill, de lancering van een geheel vernieuwde website en het ontwerp van een eigen kostenbesparende letter gebaseerd op unicode ("The Brill"), hebben enige vertraging opgelopen, maar zullen in de eerste helft van 2011 voltooid worden.

E e n k l e i n b e u r s f o n d s

Een jaarlijks terugkerende vraag bij Raad van Commissarissen en Directie is die over het voortbestaan van Brill als publieke onderneming. Vooralsnog heeft Brill gekozen voor het vasthouden aan zijn beursnotering, omdat een gespreide eigendomsstructuur op zichzelf goed past bij de oriëntatie op stakeholders. In de wetenschappelijke markt die Brill bedient staat de uitgeverij een lange termijn koers voor die continuïteit en objectieve kwaliteit koppelt aan bestendige groei en een gezond rendement. Certificaathouders van Brill genieten door de notering een zekere liquiditeit die met name voor kleinere certificaathouders belangrijk is. Brill is sinds 2008 doorlopend genoteerd. De door de onderneming ingehuurde liquidity provider SNS neemt posities in en zorgt zo voor voortdurende prijsvorming, waardoor forse koersschommelingen worden gedempt. Grote koersuitslagen naar beneden leveren immers een eigen ongewenste dynamiek die geheel los kan staan van de

werkelijke gang van zaken binnen Brill. Net als in 2009 zijn in 2010 de koersmutaties vrij klein zijn gebleven, zij het dat ook het handelsvolume in deze periode beperkt was. Ook nam Brill in 2010 weer deel aan roadshows en andere ontmoetingen met potentiële beleggers, en werd een onafhankelijk analistenrapport opgesteld.

D i v i d e n d

Door de groei van de ingehouden winst en de keuze voor stockdividend was er tot 2008 sprake van een jarenlange gestage groei van het eigen vermogen. De koersontwikkeling van het aandeel was in deze periode gunstig en er was onafgebroken sprake van een aantrekkelijk totaalrendement. Nadat in 2001 en 2002 overtollige liquiditeit werd uitgekeerd aan aandeelhouders in de vorm van extra contant dividend, werd met ingang van het boekjaar 2004 de pay out ratio verhoogd naar 50%. Hierdoor, en door de voorkeur van de meerderheid van de certificaathouders voor stockdividend, moest het maatschappelijk kapitaal worden uitgebreid. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders besloot daartoe in 2008. Over het zeer succesvolle jaar 2007 werd een dividend uitgekeerd van eur 0,81, voor de helft in contanten en voor de andere helft als keuzedividend. Omdat over 2008 door incidentele, veelal boekhoudkundige factoren een kleine winst ter verdeling overbleef, en de onderneming door de verslechterende markt rekening wilde houden met zeer zwaar weer, werd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei 2009 voorgesteld het dividend over 2008 te passeren. Bij die gelegenheid werd ook aangegeven dat, zodra er een beter zicht zou ontstaan op de marktomstandigheden in de directe toekomst en de bankfinanciering degelijk zou zijn vastgelegd, dividendbetaling zo spoedig mogelijk weer hervat zou worden. Dit is daadwerkelijk gebeurd in 2010, toen een hoger dividend dan de norm van 50%, te weten eur 0,90, werd uitgekeerd. Op zeer redelijke condities is met huisbankier Deutsche Bank een ruime kredietfaciliteit vastgelegd.

Het in 2010 uitgekeerde dividend over het jaar 2009 was bedoeld als compensatie op het voor de aandeelhouders teleurstellende besluit om over 2008 geen dividend uit te keren. Wij zijn verheugd dat het meer flexibele dividendbeleid en de goede resultaten de mogelijkheid bieden om aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 19 mei 2011 voor te stellen over 2010 wederom eur 0,90 als dividend uit te keren.

E c o n o m i s c h e v o o r u i t z i c h t e n

Brill staat een bestendig groeibeleid voor, waarbij de basis wordt gelegd door eigen productontwikkeling, strikte handhaving van kwaliteitsnormen en gerichte verkoopinspanning. Gezien de onzekere economische vooruitzichten onthoudt de onderneming zich voorlopig van expliciete cijfermatige uitspraken hierover, hoewel er voor 2011-2013 wel een doelstelling voor wat betreft acquisitie is neergelegd. Ofschoon er gezond vertrouwen is in de mogelijkheden om aantrekkelijke producten en diensten te blijven ontwikkelen, blijft de vraag in hoeverre Brill's voornaamste afnemers, de grotere bibliotheken, structurele financiële schade ondervinden. De sterk opgelopen overheidstekorten en lagere rendementen van beleggingen bij particuliere universiteiten en fondsen kunnen deze voor Brill cruciale koopkracht negatief beïnvloeden. Daarnaast blijft er de volatiliteit van de wisselkoersen van het Britse pond en de us-dollar. Verzwakking van deze koersen leidt tot het relatief duur worden van Brill's producten. Door het toepassen van hedge accounting is de winst- en verliesrekening minder gevoelig geworden voor ongerealiseerde koerswisselingen van de us-dollar. De praktijk koersrisico's grotendeels af te dekken wordt onverkort gehandhaafd. Brill handhaaft zijn ambities voor de lange termijn. Gestreefd wordt naar een verhoging van de omzet van 30% en een resultaatsverbetering van 40% in drie jaar. Zoals gezegd wordt hierbij rekening gehouden met een streven naar acquisities.

Pe r s o n e e l e n O r g a n i s a t i e

Het jaar 2010 heeft vooral in het teken gestaan van beheersing van de kosten van het personeel in vaste dienst (na de terugdringing ervan in het vorige verslagjaar), stabilisatie, verdere optimalisatie van werkprocessen, afbakening van taken en het versterken van competenties. Het management en de leidinggevenden vervullen hierbij een grote rol.

In het licht van de verdere optimalisering van werkprocessen werd besloten om binnen de afdeling Operations een herverdeling van verantwoordelijkheden door te voeren. Alle 'upstream' activiteiten, waaronder de bureauredactie van boeken, tijdschriften en naslagwerken, bibliografische ondersteuning en elektronische uitgeeftechnologie, zijn onder de leiding van dezelfde manager gebracht. Hetzelfde is gebeurd met de 'downstream' activiteiten als productiebegeleiding en voorraadbeheer. Deze organisatorische wijziging is gedurende het verslagjaar geïmplementeerd. Hiernaast werd de operationele slagkracht van het Brill kantoor in Boston vergroot door gedeeltelijke overheveling van bureauredactie- en productieactiviteiten. Binnen de afdeling Sales & Marketing werd in het najaar een sales support team geformeerd, ten einde de sales account managers efficiënt te ondersteunen en het gewenste niveau van serviceverlening aan klanten zeker te stellen.

Het primaire proces van Brill, de uitgeefactiviteiten, bevat de belangrijke functie van publishing manager, die als meewerkend voorman (m/v) leiding geeft aan de binnen hun team opererende uitgevers en uitgeefassistenten. De publishing managers hebben een (roulerende) verantwoordelijkheid voor de afstemming en optimalisatie van de samenwerking met andere afdelingen binnen de organisatie, dan wel voor afdelingsoverschrijdende bedrijfsprocessen. Bij aanvang van het verslagjaar heeft de (in 2009 vormgegeven) herschikking van uitgeefprogramma's plaatsgevonden. Het aantal formatieplaatsen voor publishing

managers werd teruggebracht van zeven naar vijf. Het aantal uitgevers steeg in 2010 van 19,7 naar 20,8 fte's. De samenstelling van deze groep bleef gedurende 2010 vrijwel gelijk, een verbetering ten opzichte van het jaar 2009 met zijn relatief grote verloop.

De samenstelling van het management team werd in het verslagjaar gewijzigd. Het team bestaat uit de Chief Executive Officer (CEO) en drie Executive Vice Presidents (EVPs): de EVP Sales & Marketing (tevens president van Brill USA), de EVP Finance & Operations en de EVP Publishing. In mei 2010 werd een nieuwe EVP Finance & Operations aangesteld. De functie van EVP Publishing wordt vooralsnog ad interim ingevuld door de CEO. Het management team, dat tweewekelijks vergadert, richt zich op het uitzetten van de strategische organisatiedoelen en de coördinatie op hoofdlijnen tussen uitgeefactiviteiten, verkoop en marketing, operaties, financiering, administratie, automatisering van werkprocessen, managementinformatie en personeelsbeleid.

De personele sterkte in 2010 bleef vrijwel ongewijzigd en bedroeg gemiddeld 113,9 fte's (2009: 114,0 fte's). Ultimo 2010 verrichtten 21,0 fte's (2009: 15,9 fte's) structureel gemiddeld werkzaamheden buiten Nederland (vanuit Brill's kantoor in Boston, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Duitsland en Zwitserland). Het totale personeelsbestand op fulltime basis steeg met 2,0 fte's van 113,2 fte's per ultimo 2009 naar 115,1 fte's per ultimo 2010.

Fte's ultimo 2010:
Uitgeefactiviteiten 41,5 36,1%
Operations*) 40,5 35,2%
Sales & Marketing 21,3 18,5%
Overige**) 11,8 10,2%
Fte's ultimo 2009:
Uitgeefactiviteiten 37,9 33,4%
Operations*) 42,6 37,6%
Sales & Marketing 21,1 18,7%
Overige**) 11,6 10,3%

* Afdelingen voor bureauredactie van boeken, tijdschriften en naslagwerken, bibliografische ondersteuning, elektronische uitgeeftechnologie, voorraadbeheer, productiebegeleiding en automatisering

** General Management en afdelingen Financiën, Legal en Human Resources

In de verhouding tussen mannen en vrouwen steeg het aandeel vrouwen licht in 2010, van 62% naar 64,2%. Het bestanddeel parttime medewerkers daalde van 36,4% naar 35,8%. Het ziekteverzuim daalde na een stijging in het vorige verslagjaar naar 3,1% (in 2009 4,4% en in 2008 en 2007 3,2%).

De leeftijdsopbouw van het personeel wijzigde ten opzichte van 2009 en was als volgt:

Leeftijdcategorie 2010 2009
20 – 29 jaar 13,0% 12,4%
30 – 39 jaar 29,3% 28,1%
40 – 49 jaar 23,6% 29,8%
50 – 59 jaar 27,6% 26,4%
60 – 70 jaar 6,5% 3,3%

De gemiddelde leeftijd steeg in het verslagjaar van 43,4 jaar ultimo 2009 naar 43,9 jaar ultimo 2010. De uitstroom van personeel bedroeg in 2010 11,6%, de instroom 13,9%.

Uitstroom in fte's 2010 2009
Reorganisatie
Tijdelijk contract 2,9 3,2
Vaste dienst 1,0 2,4
3,9 5,6
Initiatief Brill
Tijdelijk contract 2,0
Overige 2,8 1,7
4,8 1,7
Eigen verzoek
dienstverband 0-2 jaar 2,0 2,9
dienstverband 2-5 jaar 3,0
dienstverband 5-10 jaar 2,0 1,0
dienstverband 10-15 jaar 0,8 0,8
4,8 7,7
VUT 2,6
Totale uitstroom in fte's 13,5 17,6
Totale uitstroom in % 11,6% 14,6%
Instroom in fte's 2010
Tijdelijke functie 3,5
Tijdelijk contract 3,0
Vaste dienst 8,6
Totale instroom in fte's 15,1
Totale instroom in % 13,9%

De pensioenregeling van Brill is sinds 2009 ondergebracht bij Interpolis Solidair Pensioen. In het verslagjaar kon op grond van het pensioenreglement geen toeslag (indexatie) worden verleend. Vanuit het separate Brill depot bij Interpolis, gevormd met de resterende middelen van de geliquideerde Stichting Pensioenfonds Peltenburg ten behoeve van (gewezen) deelnemers, werd op initiatief van de door de OR ingestelde pensioencommissie besloten per 1 januari 2010 een bijzondere extra toeslag van 5% te verlenen.

O n d e r n e m i n g s r a a d

In 2010 heeft de Ondernemingsraad de opbouwende verstandhouding met de Directie verder gestalte gegeven. Positief advies is onder andere verschaft aangaande de formatie van een sales support team en de aanschaf van een nieuw digitaal uitgeefplatform. In het verslagjaar heeft de Ondernemingsraad zich geconcentreerd op de aandachtsgebieden personeelsbeleid (onder andere personele bezetting, werkdruk, tijdelijke contractanten, bijscholing en de pilot persoonlijk ontwikkelingsplan), resultaatgericht werken (onder andere voortgang diverse projecten, uitbestedingen, procedures en verantwoordelijkheden) en interne communicatie. Deze onderwerpen zijn op een open en constructieve wijze besproken in de overlegvergaderingen met de Directie en in het onderhoud met de Raad van Commissarissen.

De Pensioencommissie van de Ondernemingsraad heeft in 2010 de opgebouwde pensioenrechten met 3,92% verhoogd. Het Peltenburg depot is daarmee nagenoeg leeg maar blijft bestaan ten behoeve van eventuele premierestitutie. Met de belangenvereniging van de pensioengerechtigden is overlegd over nauwere samenwerking op het gebied van informatievoorziening en advies. Dit zal in 2011 verdere vorm krijgen.

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

Brill handhaaft het beleid de aanbevelingen en sindsdien ontstane wettelijke vereisten naar inhoud en geest toe te passen. Hiertoe zijn waar nodig statuten gewijzigd, is een strikte functiescheiding ingevoerd, en heeft raadpleging van certificaathouders door het bestuur van Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill plaatsgevonden. De besluitvorming op dit terrein door de Tweede Kamer in 2006 heeft Brill gesteund in zijn opvatting dat vastgehouden moet worden aan de mogelijkheid certificering als tijdelijk beschermingsinstrument te hanteren.

R e s p o n s i b i l i t y S t a t e m e n t

De jaarrekening geeft een getrouw beeld van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van Koninklijke Brill nv en de gezamenlijk in de consolidatie opgenomen ondernemingen. Tevens geeft het jaarverslag een getrouw beeld omtrent de toestand op de balansdatum, de gang van zaken gedurende het boekjaar van Koninklijke Brill nv en van de met haar verbonden ondernemingen waarvan de gegevens in haar jaarrekening zijn opgenomen en de verwachte gang van zaken, waarbij, voor zover gewichtige belangen zich hiertegen niet verzetten, in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de investeringen en de omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de omzet en van de rentabiliteit afhankelijk is.

2 . Fi n a n c i e e l v e r s l a g 2 0 1 0

O m z e t o n t w i k k e l i n g

De omzet van Brill vertoonde in 2010 een groei van 3,6% tot eur 27,1 miljoen (in 2009 eur 26,1 miljoen). De groei is net als in 2009 voornamelijk toe te wijzen aan de elektronische omzet. Die steeg met 86% en maakt nu 38% van de totale omzet uit (in 2009 21%). De ontwikkeling van de koers van de us-dollar in 2010 had een gering effect op de omzet, mede door het toepassen van hedge accounting.

De omzet van gedrukte boeken daalde met 1,4%. De daling van de omzet van gedrukte boeken werd gecompenseerd door een stijging van 159% (2009: 34%) bij de elektronische boeken omzet. Deze stijging werd onder andere veroorzaakt door de verkoop van diverse elektronische jaarcollecties monografieën. De elektronische omzet boeken maakt nu 19% van de totale boekenomzet uit (2009: 8%). De overnames in de loop van 2010 en 2009 hadden slechts een marginaal effect op de omzet. De totale omzet van de tijdschriften (gedrukt en elektronisch) vertoonde een daling van 1,5%. De omzet uit elektronische tijdschriften steeg met 176% (2009: 14%). De elektronische omzet tijdschriften maakt nu 73% van de totale omzet tijdschriften uit (2009: 24%).

K o s t p r i j s v a n d e o m z e t

De kostprijs van de omzet steeg ten opzichte van 2009, waardoor de kostprijs als percentage van de omzet steeg van 32,8% naar 35,1%. Ofschoon dit op het eerste gezicht wonderlijk lijkt, bij een aangescherpt inkoopbeleid en een efficiëntere productiestroomlijning, is het verklaarbaar door een tweetal eenmalige oorzaken, te weten een behoorlijke afschrijving van incourante voorraden (die bovendien hoger uitpakte vanwege het nieuwe systeem van voorraadwaardering) en de definitieve integratie van royaltycontracten in het centrale softwareprogramma Klopotek, waardoor extra uitkeringen over voorgaande jaren hebben plaatsgevonden.

Pe r s o n e l e e n o v e r i g e o p e r a t i o n e l e k o s t e n

De personele kosten daalden in 2010 met 11,0%. Het gemiddeld aantal fte's daalde van 120 naar 114 fte's. De overige operationele kosten daalden met 3,2%. Een van de oorzaken is de sterk verminderde inhuur van externe adviseurs.

A f s c h r i j v i n g e n , f i n a n c i e r i n g s k o s t e n e n - b a t e n

De afschrijvingskosten stegen in 2010 met eur 136 duizend tot eur 945 duizend. Deze stijging is met name toe te schrijven aan de investering in een nieuw geautomatiseerd productinformatiesysteem. De financieringsopbrengsten vertoonden een daling ten opzichte van 2010 door een lager exchange rate resultaat. De interestlasten daalden in 2010 met 41% als gevolg van de daling van de uitstaande schuldpositie.

W i n s t

Doordat de totale bedrijfslasten aanzienlijk daalden steeg de operationele marge (EBITDA/omzet) naar 17% (2009:14%). De winst steeg tot 10% van de omzet. Het aantal uitstaande aandelen bleef gelijk ten opzichte van 2009. De winst per aandeel bedroeg eur 1,47.

We r k k a p i t a a l e n k a s s t r o o m

Het saldo van voorraden, debiteuren en overige vorderingen alsmede crediteuren en overige te betalen posten daalde in 2010 met eur 483 duizend. Voorraad gereed product nam af met eur 49 duizend. De post debiteuren daalde licht per balansdatum met eur 2 duizend. Brill heeft in 2010 een kredietverzekering afgesloten.

De netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten nam onder andere toe door de hogere winst voor belasting. De investering in acquisities bedroeg eur 303 duizend en betrof voor het grootste deel de overname van Global Oriental (Verenigd Koninkrijk) en een aantal kleine acquisities van tijdschrifttitels.

De vrije kasstroom steeg tot eur 4,4 miljoen (2009: eur 1,2 miljoen). In 2010 werd eur 2,1 miljoen (in 2009 eur 1,3 miljoen) afgelost op bankleningen.

S o l v a b i l i t e i t

Het balanstotaal (eur 36,9 miljoen) daalde licht ten opzichte van 2009. De vaste activa daalden met eur 0,5 miljoen en de vlottende activa bleven nagenoeg gelijk. Het eigen vermogen steeg door toevoeging van de onverdeelde winst over 2010 (eur 2,8 miljoen). Het eigen vermogen bedroeg ultimo 2010 eur 21,1 miljoen (2009: eur 20,0 miljoen). Doordat het balanstotaal minder snel steeg dan het eigen vermogen steeg de solvabiliteit in 2010 naar 57,1% (2009: 53,6%).

3 . S t r a t e g i s c h e v o o r u i t z i c h t e n 2 0 1 1 - 2 0 1 3

M i s s i e e n s t r a t e g i e

Brill wil een vooraanstaande internationaal opererende uitgeverij zijn op het gebied van de humaniora, het internationale recht en op geselecteerde terreinen van de natuurwetenschappen. De uitgeverij voorziet daartoe in de informatiebehoefte van gespecialiseerde academische doelgroepen en markten, en wil daarbij waarde toevoegen voor alle stakeholders. Om deze missie te realiseren moet de onderneming bestendig groeien, met name door uitbreiding van het marktaandeel in bestaande en aanpalende markten. Dat kan bereikt worden door optimale dienstverlening aan auteurs en klanten, uitbreiding van de uitgeefportfolio met abonnementsgebonden uitgaven (zoals tijdschriften) en meer major reference works (grote naslagwerken, woordenboeken, primaire bronnen en boekenseries), acquisities en partnerships en verbetering van de bedrijfsvoering.

De markten waarin Brill actief is hebben specifieke kenmerken. Het uitgeefbeleid beperkt zich tot (deel) markten van het academische wetenschappelijk onderzoek die voldoende winstgevend zijn. In die wetenschapsgebieden zijn voldoende kwalitatief goede en uitgeefwaardige publicaties (toetsing door peer review) te contracteren. Brill biedt individuele wetenschappers de mogelijkheid de door hen beoogde doelgroep van vakgenoten te bereiken. Bovendien wordt aan bibliotheken en individuele geleerden een breed aanbod geleverd van hoogstaande vakliteratuur. Dienstverlening aan auteurs en lezers en aan alle daarbij van belang zijnde tussenschakels is derhalve de kerncompetentie van het bedrijf. Brill maakt hierbij gebruik van meerdere elektronische distributiekanalen en werkt samen met externe digitale platforms. Ook zijn er licentieafspraken voor elektronische levering aan bibliotheekconsortia. Brill's elektronische producten blijven ook op langere termijn bruikbaar en toegankelijk. In dit opzicht volgt Brill de Open

Access-discussie met grote belangstelling. Bij Open Access betalen auteurs of instellingen geheel of gedeeltelijk voor de verspreiding van informatie, en niet de eindgebruikers. Brill is bereid in een vroeg stadium in te spelen op levensvatbare nieuwe vormen van wetenschappelijke informatievoorziening. Behoud van de onafhankelijke rol als toevoeger van kwaliteit en waarde is de enige principiële voorwaarde die daarbij voor Brill centraal staat.

I n t e r n e f a c t o r e n

Het personeel is de belangrijkste interne factor die het succes van de onderneming bepaalt. Het aantrekken en behouden van hoog opgeleide en professioneel ingestelde medewerkers is dan ook van groot belang. Een onderneming als Brill heeft bijvoorbeeld excellente verkopers en marketeers nodig, maar feitelijk geldt voor alle onderdelen van de onderneming dat vakkundige en positief ingestelde professionals het verschil kunnen maken. Daarnaast kiest Brill niet voor specifiek voor het bedrijf ontwikkelde informatiesystemen, maar voor in de uitgeefsector breed gebruikte systemen als Aries, CODA en Klopotek. Redactionele automatisering moet eerst en vooral de dienstverlening aan auteurs en gebruikers dienen. Goede systemen moeten een bijdrage kunnen leveren aan gedifferentieerd prijsbeleid en de nagestreefde margeverbetering.

Fi n a n c i ë l e a m b i t i e s e n f i n a n c i e r i n g

Ofschoon het huidige economische klimaat nog steeds onzekerheid met betrekking tot valutaschommelingen en institutionele koopkracht veroorzaakt, handhaaft Brill vooralsnog zijn strategische ambities. De omzetgroei in die ambitie zal vooral door acquisities, maar ook door een zekere autonome groei worden gerealiseerd. Gestreefd wordt naar een groei van 30% groei van de omzet in drie jaar. Het gaat hier om meer dan een succesvolle verkoopstrategie, want ook de variabele en vaste kosten moeten streng bewaakt en liefst teruggedrongen worden. De ambitie in het

scenario van een groeiende omzet is dan ook 40% groei van de winst in drie jaar. Verbetering van het werkkapitaalbeheer zal de omloopsnelheid van het kapitaal doen toenemen, waarbij de groei van het werkkapitaal kleiner dient zijn dan de groei van de omzet.

Brill heeft een grote voorkeur voor solide balansverhoudingen, in het bijzonder voor wat betreft de solvabiliteit. Behoudens tijdelijke afwijkingen wordt uitgegaan van een solvabiliteit tussen de 40 en 60%. Binnen deze randvoorwaarde wordt gestreefd naar zo laag mogelijke kapitaalskosten.

A a n d e e l h o u d e r s b e l a n g

Een groeiend rendement is in het belang van de aandeelhouders. Voor de waardering van het aandeel is groei van de winst en de kasstroom belangrijk. Voor het bepalen van het dividend werd sinds 2004 een pay-out ratio toegepast van 50%. In de AvA in mei 2009 werd een nieuw dividendbeleid voorgelegd dat op een aantal overwegingen is gestoeld zoals een aantrekkelijk dividendrendement, winst en solvabiliteit. Om kasgeld te kunnen investeren in goed renderende uitgeefprojecten en bestaande aandeelhouders ter wille te zijn was Brill gewend het dividend geheel of gedeeltelijk aan te bieden in de vorm van een keuzedividend. Ook voor de toekomst zal dit instrument wel worden gehandhaafd, maar de aanbieding van keuzedividend zal afhankelijk worden gemaakt van de omstandigheden en bovenvermelde overwegingen. Wanneer de vrije kasstroom verbetert kan gaandeweg meer contant dividend worden betaald. Brill is in het belang van het creëren van aandeelhouderswaarde altijd doende maatregelen te nemen om de verhandelbaarheid van het aandeel te vergroten en de relatie met investeerders te verstevigen. De inschakeling van SNS Securities als liquidity provider past in dat beleid.

4 . R i s i c o's e n r i s i c o b e h e e r s i n g

S t r a t e g i s c h e e n o p e r a t i o n e l e r i s i c o's

Een van de fundamenten van elke uitgeverij is het auteursrecht, dat het recht om te mogen publiceren beschermt. Bij het uitgeven wordt aandacht besteed aan de volledigheid van rechten voor het publiceren in de verschillende verschijningsvormen, zowel in gedrukte als in elektronische vorm. Een functionaris is speciaal belast is met het beheer van eigendomsrechten en licenties.

Een ander potentieel risico is het vrij toegankelijk publiceren van primaire onderzoeksresultaten op het Internet door wetenschappelijke instellingen, oftewel Open Access (ook wel Open Archive). Brill gaat hier echter flexibel mee om. Het bijbehorend businessmodel, met een betalende auteur in plaats van een eindgebruiker, staat een hoogwaardig wetenschappelijk product volgens Brill niet in de weg. Met instituten die repositories met eigen wetenschappelijk onderzoek creëren zoekt Brill actief de samenwerking. Brill ziet de grootschalige boekendigitalisering die uitgevoerd wordt door Google als kans en niet als bedreiging. Deelname hieraan zorgt ervoor dat Brill's boeken digitaal eenvoudig vindbaar en gemakkelijker verkoopbaar worden, hetgeen zowel het belang van de auteur (zichtbaarheid en verspreiding) als van Brill dient.

Aan het uitbesteden van het merendeel van de bedrijfsprocessen kleeft een mogelijk risico vanwege de afhankelijkheid van externe leveranciers en partners. Brill heeft zetten, drukken en binden, orderverwerking, opslag en distributie, onderhoud van digitale databases en software, incasso en gedeelten van systeembeheer en bureauredactie uitbesteed, maar bewaakt deze activiteiten nauwkeurig: enerzijds door zorgvuldige contracten en service level agreements, en anderzijds door controle op de geleverde diensten door de eigen deskundige staf of zo nodig externe

experts. Hiermee is een groot gedeelte van het niet uit te sluiten risico dat uitbestede diensten niet naar behoren functioneren, afgedekt.

Andere operationele risico's als calamiteiten, computerstoringen en personele risico's worden geminimaliseerd door een breed pakket aan verzekeringen (waaronder een in 2010 afgesloten kredietverzekering) en calamiteiten- en uitwijkplannen voor IT.

Fi n a n c i ë l e r i s i c o's

Naast de in noot 14 van de jaarrekening beschreven financiële risico's van de onderneming (valuta-, renteen kredietrisico) bestaan er nog andere. Zo is er een beperkt risico op aanzienlijke afwaardering van uitgaverechten en/of goodwill. Het betreft hier gekochte auteursrechten, waarvan de overnameprijs (en dus de boekwaarde) nooit hoger is dan de netto contante waarde van de aan de overname verbonden toekomstige kasstromen. Deze waardering is een reële, die bovendien jaarlijks opnieuw beoordeeld wordt. Brill voert een actief beleid in het voorkomen van ontstaan van incourante voorraden. Er was al een stringent beleid voor de beperking van initiële oplages van boeken, maar het in 2010 ingevoerde nieuwe systeem van voorraadwaardering ontmoedigt het fenomeen van te hoge oplages verder. Incourante voorraden betreffen derhalve doorgaans oudere titels (ouder dan vijf jaar) en zijn op dit moment volledig voorzien. Nog courante voorraden worden periodiek beoordeeld en indien mogelijk volgen extra marketing en verkoopactiviteiten. De voorraden in de magazijnen worden periodiek gecontroleerd.

Brill besteedt veel aandacht aan de verdere verbetering van de interne risicobeheersing- en controlesystemen. Die zijn gebaseerd op twee belangrijke uitgangspunten. In de eerste plaats kent Brill uitvoerige regels en voorschriften op het gebied van functiescheiding, het aangaan van verplichtingen, het betalingsverkeer, beveiliging van toegang en systemen, en naleving van verslagleggingsregels, fiscale regelgeving en regelgeving vanwege de beursnotering. Ten tweede vindt

interne controle plaats binnen de planning en control cyclus, bestaande uit het jaarlijkse strategisch plan, de jaarbegroting en maandelijkse en kwartaalrapportages over financiële en niet-financiële aandachtspunten. De maandelijkse standaard managementinformatie is verbeterd: werkelijke resultaten worden vergeleken met budgetten en prognoses. Aanvullende interne controle vindt plaats aan de hand van een controleplan. Brill kent een klokkenluidersregeling, een vertrouwenspersoon en bovendien een medewerker operational audit. Deze laatste analyseert risico's, efficiency en effectiviteit van de bedrijfsprocessen en voert daarnaast een jaarlijkse (door de management letter van de accountant ingegeven) breed opgezette risicoanalyse volgens het COSO-IC model uit, die wordt besproken met de Raad van Commissarissen.

Hiernaast moeten uiteraard de controle door de externe accountant en periodieke EDP audits genoemd worden.

De Directie is verantwoordelijk voor de opzet en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen van Koninklijke Brill nv. Deze systemen hebben tot doel de significante risico's waaraan de onderneming is blootgesteld op te sporen en optimaal te beheersen. Een dergelijk systeem kan echter geen absolute zekerheid bieden tegen het niet realiseren van ondernemingsdoelstellingen, noch kan het onjuistheden van materiaal belang, verlies, fraude, menselijke fouten en overtredingen van wetten of regels geheel voorkomen. Waar tekortkomingen worden geconstateerd worden verbeteringen aangebracht. Risico's en beheersingsmaatregelen worden regelmatig besproken met het management en de Raad van Commissarissen wordt daarover geïnformeerd.

Ten aanzien van financiële verslaggevingsrisico's wordt over 2010 verklaard, dat de interne risicobeheersing- en controlesystemen een redelijke mate van zekerheid geven dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat. De externe accountant heeft opnieuw over 2010 de opzet

en werking van de belangrijkste financiële controles beoordeeld. Daarbij zijn geen nieuwe ernstige of urgente risico's geïdentificeerd. Tevens wordt verklaard dat de risicobeheersing- en controlesystemen in het verslagjaar adequaat hebben gewerkt en dat er geen indicaties zijn dat deze systemen in het lopende jaar niet naar behoren zullen werken.

5 . M a a t s c h a p p e l i j k v e r a n t w o o r d o n d e r n e m e n

Brill stelt zich ten doel een vitale rol te spelen in de selectie, verrijking en distributie van wetenschappelijk materiaal. Het beleid is daarbij vooral gericht op het onderhouden van duurzame relaties met auteurs en gebruikers. Vooral zij moeten de dienstverlening immers als nuttig en plezierig ervaren. Brill wil worden gezien als voorspelbaar, betrouwbaar, eerlijk en samenwerkend met alle partijen die de dienstverlening aan auteurs en gebruikers bevorderen. Hun wensen zijn van groot belang. De library advisory committees, bijeenkomsten die Brill twee maal per jaar in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk of in continentaal Europa organiseert, stellen de onderneming in staat zijn uitgeef- en verkooppraktijk te toetsen aan de mening van bibliothecarissen. Maar ook aan jonge onderzoekers van de Leidse Universiteit wordt frequent – bijvoorbeeld in workshops – om commentaar gevraagd over Brill's producten.

Het leidende uitgangspunt is auteurs te kunnen beloven dat hun boeken altijd leverbaar zullen blijven zonder dat daarvoor voorraad hoeft te worden aangehouden. In zijn oriëntatie op de wetenschap richt Brill zich op internationaal actieve groepen van wetenschappers. Brill is in zijn besluitvorming met betrekking tot het al dan niet publiceren van een werk onafhankelijk en wil niet verplicht worden daarbij aan enige overheid of maatschappelijke instantie verantwoording af te leggen. Het bedrijf onderneemt daartoe voor eigen rekening en risico. In de informatiemaatschappij met zijn groeiende behoefte aan betrouwbare en op kwaliteit en objectiviteit gecontroleerde informatie, is het van het grootste belang dat het belang van de vrijheid van informatiestromen en de objectieve waarheidsvinding wordt beschermd.

Vanuit zijn onafhankelijke positie en ervaring wil Brill een constructieve bijdrage aan de totstandkoming van deze informatiemaatschappij leveren. Voor de onderneming is door stakeholders gepercipieerde toevoeging van waarde een zeer belangrijke peiler onder de strategie. Winstgroei is daarbij een teken van toenemende waarde die bovendien nodig is voor de beloning van de kapitaalverschaffers, het kunnen bieden van carrièreperspectief en het kunnen aanvaarden van ondernemersrisico's. Winstgroei moet echter grotendeels bereikt worden door cost leadership, ofwel het vermogen voordeliger te produceren dan de concurrentie. Hierdoor is winstgroei vooral het gevolg van productiviteitsverbetering.

De onderneming maakt gebruik van op prijs en kwaliteit gekozen internationale preferred suppliers. De door de ontwikkeling van een universeel lettertype ("The Brill") verbeterde automatisering van de kopijvoorbereiding brengt veel tijdswinst en een aanzienlijke reductie van de fysieke verzending van geprinte proeven met zich mee. Ofschoon het uiterst onwaarschijnlijk wordt geacht dat verwerpelijke zaken als kinderarbeid bij Brill's leveranciers plaatsvinden, is in social contracts vastgelegd wat de sociale omstandigheden dienen te zijn. Voor grafische partners en distributeurs is gespecificeerd welke stoffen en materialen voor Brill's producten gebruikt mogen worden. Alle leveranciers zijn FSC gecertificeerd. Brill bedient zich niet van schemerige praktijken in een poging de verkoop aan een afnemer of tussenhandelaar te bevorderen, en betaling van commissies aan vertegenwoordigers en dergelijke moeten steeds gespecificeerd worden.

Het succes van Brill is afhankelijk van een goed imago en - belangrijker nog - een uitstekende en gemotiveerde staf die een grote mate van individuele vrijheid kent. Brill geeft de voorkeur aan medewerkers die dienstbaar willen zijn aan de wensen van auteurs en klanten. Daarvoor is werkelijke belangstelling voor

de wetenschap nodig, zonder dat de medewerkers de dienstverlening en de commerciële belangen van Brill uit het oog verliezen. Het oude beeldmerk van de uitgeverij toont dit immers: de harmonie tussen de werkelijkheid van de wetenschap en die van de handel, Pallas en Mercurius. De onderneming streeft er naar medewerkers actief te trainen en waar mogelijk verantwoordelijkheid te geven ten behoeve van een optimale ontplooiing en ondernemerschap. Deze aanpak is de voedingsbodem voor een autonome groei met aanvaardbare risico's. Tijdens jaarlijkse bedrijfsbijeenkomsten wordt specifiek aandacht gevraagd voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het is de uitdrukkelijke bedoeling van Commissarissen en Directie dat de medewerkers en andere stakeholders van Brill actief helpen vorm te geven aan een uitgeverij waar men ook vanuit MVO optiek trots op kan zijn.

Gezien het bijzondere karakter van het bedrijf is het van belang de historische reputatie in binnen en buitenland volledig waar te blijven maken. Dit vergt een internationale optiek en een verankering in de wetenschappelijke centra van de wereld. Brill streeft dan ook naar een zekere spreiding van nationaliteiten onder de medewerkers. Het kantoor in Boston is

weliswaar de ankerplaats voor de Noord Amerikaanse markt, maar draagt daarnaast vanwege de uitwisseling met Leiden ook bij aan deze internationalisering. Leiden is een belangrijke plaats in de geschiedenis van Brill en het bedrijf heeft zijn loyaliteit met de stad en de universiteit altijd laten blijken. Zo is Brill voor langere tijd een sponsor van de bestudering van de bijzondere collecties van de Leidse Universiteitsbibliotheek via het Brill Fellowship aan de Scaliger Stichting. De Veerstichting in Leiden kan rekenen op een sponsorbijdrage voor een jaarlijks symposium waar studenten zogeheten vormgevers van de maatschappij ontmoeten. De op de wereld gerichte blik van de zeventiende eeuw is nog altijd zichtbaar in de oriëntatie van de uitgeverij. Met alle belangrijke Nederlandse instituten die gezamenlijk het nationale erfgoed levend houden wil Brill goede betrekkingen onderhouden.

15 maart 2011

Drs. H.A. Pabbruwe Directeur

We r k z a a m h e d e n

Per 31 december 2010 waren 1.874.444 (per 31 december 2009 1.874.444) aandelen op naam met een nominale waarde van eur 0,60 in administratie genomen, waar tegenover certificaten aan toonder voor een gelijk bedrag zijn uitgegeven in coupures van 1 x eur 0,60, 10 x eur 0,60, 100 x eur 0,60 en 1.000 x eur 0,60 nominaal in cf-vorm. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen worden verricht door de administrateur van de Stichting, te weten, ANT Trust & Corporate Services nv (Claude Debussylaan 24, 1082 MD te Amsterdam). De kosten van de administratie bedroegen in 2010

eur 21,4 duizend.

De bestuursleden van de Stichting ontvangen elk een bezoldiging van eur 5 duizend op jaarbasis. In het verslagjaar kwam het bestuur één keer bij elkaar, op 11 mei 2010. In deze vergadering werd de agenda voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders besproken en werd besloten op welke wijze het bestuur stem zou uitbrengen in de vergadering. Besloten werd voor alle ter tafel liggende voorstellen te stemmen.

B e s t u u r s s a m e n s t e l l i n g

Hieronder staan de namen van de bestuursleden en hun functie genoemd, alsmede de datum van eerste benoeming en het einde van de thans lopende termijn. In 2010 is de heer Hovers opnieuw benoemd tot voorzitter.

benoemd
in
lopende
termijn tot
functie
Dr. J.C.M. Hovers 2000 2013 Voorzitter
Mr. J.M. Boll 2005 2012 Lid
Mr. Y.C.M.Th. van Rooy 2009 2012 Lid

C o r p o r a t e g o v e r n a n c e

In vorige gepubliceerde rapporten van de Stichting is al aangekondigd dat het Stichtingsbestuur niet de aanbeveling van de Nederlandse corporate governance code volgt omtrent het beschermingskarakter van de certificaten.

Het bestuur heeft toegezegd tijdens een vergadering van certificaathouders in 2005 het handhaven van de certificering en het handhaven van de certificering als beschermingsconstructie nog eens in overweging te zullen nemen. Voordat deze heroverweging had plaatsgevonden werd door de wetgever het wetsontwerp ter implementatie van de Dertiende EG-richtlijn bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel hield onder meer in dat de beschermingsfunctie van certificaten (neergelegd in artikel 2:118a bw) niet langer geoorloofd zou zijn, terwijl de bescherming door middel van preferente aandelen door een houder van meer dan 75% van het geplaatste kapitaal doorbroken zou kunnen worden. De Tweede Kamer heeft in 2006 dit onderdeel verworpen en daarmee expliciet de mogelijkheid gehandhaafd certificering als tijdelijk beschermingsinstrument te gebruiken. Het bestuur blijft de ontwikkelingen op de voet volgen, maar heeft mede op grond van de gevoerde discussie besloten zijn tot dan toe gehanteerde zienswijze te handhaven. Het Stichtingsbestuur neemt dit standpunt in omdat zij van mening is dat goede bescherming tegen ongewenste overnames voor een onderneming met de omvang en de bijzondere positionering van Koninklijke Brill nv van essentieel belang is.

De Stichting zal aan certificaathouders ten behoeve van vergaderingen van aandeelhouders stemvolmacht geven of van hen bindende steminstructies aanvaarden, behalve in overvalsituaties e.d. zoals genoemd in artikel 2:118a. lid 2 bw. Dezelfde procedure zal van toepassing zijn op een eventuele herroeping van een reeds gegeven volmacht.

Het bestuur is bereid certificaathouders in de gelegenheid te stellen aanbevelingen te doen in het geval van vacatures in het bestuur. Dergelijke aanbevelingen zal het bestuur echter niet in de besluitvorming meenemen indien naar de mening van het bestuur een voorgedragen kandidaat het boven omschreven belang van de beschermingsfunctie van de certificaten niet onderschrijft. Voorts zal het bestuur een zo praktisch mogelijke werkwijze voor eventuele aanbevelingen hanteren, inhoudende dat elk jaar in het rapport van de Stichting zal worden meegedeeld of en zo ja welke vacature(s) er in het daarop volgende jaar zal (zullen) ontstaan zodat certificaathouders buiten vergadering eventuele aanbevelingen kenbaar kunnen maken.

In 2012 ontstaan twee vacatures in het bestuur als gevolg van het volgens rooster aftreden van mevrouw Van Rooy, alsook de heer Boll. Zowel mevrouw Van Rooy als de heer Boll zijn herbenoembaar, en zijn bereid een eventuele herbenoeming te aanvaarden. Eventuele aanbevelingen van certificaathouders kunnen worden gedaan tot 1 september 2011, gericht aan het bestuur met als adres het adres van de vennootschap.

Het bestuur volgt de corporate governance code, echter met uitzondering van de wijze waarop het bestuur stemrecht uitoefent. In afwijking van de Nederlandse corporate governance code is de bepaling gehandhaafd: 'De Stichting zal de aan de aandelen verbonden rechten uitoefenen op zodanige wijze dat de belangen van de vennootschap en die van de met haar verbonden onderneming en alle daarbij betrokkenen zo goed mogelijk worden gewaarborgd'. Het bestuur is van mening dat het standpunt inzake het handhaven van het beschermingskarakter van de certificaten inhoudt dat het primaat bij de stemuitoefening niet uitsluitend bij het belang van de certificaathouders kan liggen. Uiteraard is het bestuur bereid onder normale omstandigheden te luisteren naar certificaathouders en met door hen geuite

meningen rekening te houden. Dit houdt ook in dat het bestuur de aandeelhoudersvergaderingen van de vennootschap zal bijwonen en daarin zo nodig een verklaring zal afleggen over het voorgenomen stemgedrag.

O n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g

Het Bestuur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill verklaart hiermede, dat naar haar oordeel voldaan is aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill gestelde eisen als bedoeld in artikel 5:71 lid 1 onder d van de Wet Financieel Toezicht.

Leiden, 15 maart 2011

Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill Het Bestuur

De Stichting Luchtmans (genoemd naar de zeventiende-eeuwse oprichter van het bedrijf) heeft tot doel het verwerven van cumulatief preferente aandelen in het aandelenpakket van de vennootschap en het beheren daarvan, daaronder met name ook begrepen het uitoefenen van het, aan die cumulatief preferente aandelen verbonden, stemrecht. De Stichting Luchtmans is in het bezit van een optie om in geval van (dreiging van) overname van de vennootschap cumulatief preferente aandelen te nemen. Bij uitoefening van de optie behoeft slechts 25% te worden volgestort. De uitoefenkoers is gelijk aan de nominale waarde. Met de Stichting Luchtmans is door de vennootschap overeengekomen dat de optie tot 100% van het geplaatste kapitaal kan worden uitgeoefend indien en zolang er (certificaten van) aandelen zijn genoteerd aan de Euronext Amsterdam nv.

Het bestuur van de Stichting Luchtmans bestaat uit drie bestuursleden B, te weten de heer prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (voorzitter), de heer jhr. mr. J.P. Backer en de heer mr. R.P. Voogd en twee bestuursleden A, te weten de heer drs. ing. H.P. Spruijt (vicevoorzitter) en de heer drs. H.A. Pabbruwe (secretaris/penningmeester). Bestuursleden B zijn onafhankelijk van de vennootschap in de zin van artikel 5:71 lid 1 onder c van de Wet Financieel Toezicht.

De Stichting streeft ernaar minstens één maal per jaar bijeen te komen. In 2010 vond er één vergadering plaats, op 17 mei 2010.

O n a f h a n k e l i j k h e i d s v e r k l a r i n g

Het Bestuur van Stichting Luchtmans verklaart hiermee dat naar zijn oordeel is voldaan aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Luchtmans gestelde eisen als bedoeld in artikel 5:71 lid 1 onder c van de Wet Financieel Toezicht.

Leiden, 15 maart 2011

Stichting Luchtmans Het Bestuur

G E C O N S O L I D EE R D E J AA R R E K E N I N G 2 0 1 0

I N H O U D

G e c o n s o l i d e e r d e j a a r r e k e n i n g 2 0 1 0

  • Geconsolideerd overzicht financiële positie per 31 december 2010 38
  • Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten over 2010 39
  • Geconsolideerd kasstroomoverzicht 40
  • Geconsolideerd mutatie-overzicht van het eigen vermogen 41

Algemene toelichting 42

42

50 51 53

73

76 77

    1. Informatie over de vennootschap
    1. Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening 42
  • Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 50
    1. Acquisities en desinvesteringen
    1. Materiële vaste activa
    1. Immateriële vaste activa
    1. Winstbelasting 56
    1. Voorraden
    1. Debiteuren en overige vorderingen
    1. Liquide middelen
    1. Geplaatst kapitaal en reserves
    1. Rentedragende leningen 60
    1. Crediteuren en overige te betalen posten
    1. Financiële instrumenten
    1. Financieel risicomanagement
    1. Gesegmenteerde informatie
    1. Kosten 71
    1. Financieringsopbrengsten, financieringskosten en overige baten
    1. Winst per aandeel 73
    1. Uitgekeerd en voorgesteld dividend 74
    1. Niet uit de balans blijkende verplichtingen 75
    1. Informatie over verbonden partijen
    1. Gebeurtenissen na balansdatum

G e consolid e e rd o v e r z ich t fin a nci ë l e posi t i e p e r 3 1 d e c e mb e r 2 0 1 0

Voor bestemming resultaat; in duizenden euro's

A c t i v a 2010 2009
Vaste activa
Materiële vaste activa [4] 1.327 1.625
Immateriële vaste activa [5] 14.667 14.852
15.994 16.447
Vlottende activa
Voorraden [7] 10.253 10.419
Debiteuren en
overige vorderingen [8]
7.762 7.921
Te vorderen belasting 224 427
Liquide middelen [9] 2.634 1.983
20.873 20.750
Totaal activa 36.867 37.227
Pa s s i v a
Totaal eigen vermogen toe te rekenen aan
aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
Geplaatst kapitaal [10] 1.125 1.125
Agio 343 343
Ingehouden winst 17.073 16.620
Overige reserves [10] –236 –260
Onverdeelde winst 2.761 2.140
21.066 19.968
Langlopende verplichtingen
Rentedragende leningen [11] 0 352
Uitgestelde belastingverplichtingen [6] 2.003 1.642
Kortlopende verplichtingen 2.003 1.994
Crediteuren en overige te
betalen posten [12]
10.768 10.610
Rentedragende schulden [11] 2.851 4.576
Renteswaps [13] 7 35
Valutatermijncontracten [13] 172 0
Te betalen belasting 0 44
13.798 15.265
Totaal passiva 36.867 37.227

G e consolid e e rd o v e r z ich t v a n g e r e a lis e e rd e e n ni e t g e r e a lis e e rd e r e sul t a t e n o v e r 2 0 1 0

In duizenden euro's

2010 2009
Netto-omzet [15] 27.054 26.124
Kostprijs van de omzet [16] –9.499
–8.557
Brutowinst 17.555 16.477
Bedrijfslasten
Overige baten [17] 5 0
Verkoopkosten [16] –4.995 –4.627
Algemene beheerskosten
Algemene operationele kosten [16] –7.951 –9.327
Afschrijving op immateriële vaste activa [5] –283 –115
Afschrijving op materiële vaste activa [4] –662 –694
–13.886
–14.763
Winst voor rente en belastingen 3.669 2.804
Financieringsopbrengsten [17] 179 299
Financieringskosten [17] –125
–210
Winst voor belasting 3.723 2.893
Belastinglast [6] –962
–753
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
toe te rekenen aan aandeelhouders van
Koninklijke Brill nv
2.761
2.140
Niet gerealiseerde resultaten voor belasting
Koersresultaten op
buitenlandse deelnemingen [10]
94 6
Kasstroom hedges [10] –114
–59
–20 –53
Niet gerealiseerde resultaten na belasting
Belasting over niet gerealiseerde resultaten[6] 44
0
24 –53
Totaal gerealiseerd en niet gerealiseerd
resultaat inclusief belasting toe te rekenen
aan aandeelhouders van Koninklijke
Brill nv
2.785
2.087
Winst per aandeel (WPA) [18]
Gewone/verwaterde winst per aandeel toe te
rekenen aan aandeelhouders van Koninklijke
Brill nv
1,47 1,14

G E C O N S O L I D EE R D K A S S T R O O M O VE R Z I C H T

In duizenden euro's

2010 2009
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
Winst voor belastingen uit voortgezette
bedrijfsactiviteiten
3.723 2.893
Correcties voor niet kasgerelateerde mutaties:
Financieringsopbrengsten [17] –179 –8
Financieringskosten [2.11] 125 –202
Overige baten –5 0
Afschrijving vaste activa 1.469 1.286
Direct verwerkt in eigen vermogen 195 0
Overige mutaties 23 6
Wijzigingen in het werkkapitaal:
Debiteuren en overige vorderingen 176 113
Voorraden 191 6
Crediteuren en overige te betalen posten 145 –457
Betaalde winstbelasting –443
–120
Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 5.420 3.517
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa [4] –359 –564
Investeringen in immateriële vaste activa [5] –370 –1.627
Acquisities gedaan met kasgeld [3] –303
–94
Netto kasstroom aangewend voor
investeringsactiviteiten
–1.032 –2.285
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangen financieringsopbrengst [17] 179 8
Betaalde rente –111 –174
Aflossing van bankleningen –2.114 –1.317
Betaald contant dividend over het vorig
boekjaar [19]
–1.687
0
Netto kasstroom uit
financieringsactiviteiten
–3.733 –1.483
Netto toename in liquide middelen 655 –251
Netto valuta omrekeningsverschillen –4 0
Liquide middelen per 1 januari 1.983 2.234
Liquide middelen per 31 december [9] 2.634 1.983

G E C O N S O L I D EE R D M U TAT I E - O VE R Z I C H T VA N H ET E I G E N VE R M O G E N

In duizenden euro's

geplaatst
kapitaal
[10]
A
gio
inge
houden
winst
valuta
omreke
nings
reserve [10]
kas
stroom
hedge
reserve [10]
onver
deelde
winst
totaal
eigen
ver
mogen
Stand eigen vermogen
per 31 december 2008
1.125 343 16.441 –207 0 179 17.881
Winst over het boekjaar 0 0 0 6 –59 0 –53
Niet gerealiseerde resultaten 0 0 0 0 0 2.140 2.140
Totaal gerealiseerd en niet gerealiseerd
resultaat
0 0 0 6 –59 2.140 2.087
Betaald contant dividend over het
vorig boekjaar
0 0 0 0 0 0 0
Winst over vorig boekjaar toegevoegd
aan de ingehouden winst
0 0 179 0 0 –179 0
Stand eigen vermogen
per 31 december 2009
1.125
343 16.620 –201
–59
2.140 19.968
Winst over het boekjaar 0 0 0 0 0 2.761 2.761
Niet gerealiseerde resultaten 0 0 0 94 –70 0 24
Totaal gerealiseerd en niet gerealiseerd
resultaat
0 0 0 94 –70 2.761 2.785
Betaald contant dividend over het
vorig boekjaar
0 0 0 0 0 –1.687 –1.687
Winst over vorig boekjaar toegevoegd
aan de ingehouden winst
0 0 453 0 0 –453 0
Stand eigen vermogen
per 31 december 2010
1.125 343 17.073 –107 –129 2.761 21.066

A L G E M E N E T O E L I C H T I N G

1 . I n f o r m a t i e o v e r d e v e n n o o t s c h a p

De geconsolideerde jaarrekening van Koninklijke Brill nv per 31 december 2010 is goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van de Raad van Commissarissen en de Directie van 15 maart 2011. Koninklijke Brill nv is een in Nederland opgerichte en gevestigde vennootschap waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld bij Euronext, Amsterdam. De activiteiten van de vennootschap worden uiteengezet op pagina 2 en verder van dit jaarverslag.

2 . G r o n d s l a g e n b i j d e o p s t e l l i n g v a n d e j a a r r e k e n i n g

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kostprijs, met uitzondering van de afgeleide financiële instrumenten die zijn gewaardeerd tegen reële waarde. De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro's en alle bedragen zijn afgerond naar duizendtallen (eur duizend), tenzij anders is vermeld. De geconsolideerde jaarrekening van Koninklijke Brill nv en haar dochterondernemingen is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals vastgesteld door de Europese Unie.

2.1 Grondslagen voor consolidatie

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Koninklijke Brill nv en haar dochterondernemingen per 31 december 2010. De jaarrekeningen van de dochterondernemingen zijn opgesteld voor hetzelfde verslagjaar als dat van de moedermaatschappij, waarbij consistente waarderingsgrondslagen zijn toegepast. In noot 21 bij de geconsolideerde jaarrekening wordt een overzicht gegeven van de dochterondernemingen.

Alle saldi, transacties, baten en lasten binnen de groep en winsten en verliezen voorvloeiend uit transacties binnen de groep die zijn opgenomen in de activa, worden volledig geëlimineerd.

Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf overnamedatum, zijnde de datum waarop feitelijke zeggenschap over de overgenomen partij wordt verworven. Consolidatie wordt voortgezet tot het moment dat de feitelijke zeggenschap ophoudt te bestaan.

Wijzigingen in het eigendomsbelang in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden administratief verwerkt als eigen vermogenstransactie. Mocht Koninklijke Brill nv de zeggenschap over een dochteronderneming verliezen dan zal Koninklijke Brill:

  • de activa (met inbegrip van enige goodwill) en verplichtingen van de dochteronderneming niet langer in de balans opnemen.
  • de boekwaarde van minderheidbelangen in de voormalige dochteronderneming niet langer in de balans opnemen.
  • de in het eigen vermogen opgenomen cumulatieve valuta omrekeningsverschillen niet langer in de balans opnemen.
  • de reële waarde van de ontvangen vergoeding opnemen.
  • de reële waarde van elke in de voormalige dochteronderneming aangehouden investering opnemen.
  • een eventueel overschot of tekort over boeken naar de winst of het verlies.
  • het aandeel van de moedermaatschappij in de componenten die voorheen in het niet-gerealiseerde resultaten werden opgenomen naar de winst of het verlies boeken.

Bij het opstellen van de vennootschappelijke jaarrekening is ten aanzien van de winst- en verliesrekening gebruik gemaakt van de vrijstelling op basis van artikel 402 van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2.2 Wijzigingen in de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening met ingang van 1 januari 2010

Wijzigingen

•ifrs 3r/ias 27r Bedrijfscombinaties en de geconsolideerde jaarrekening

De wijzigingen in de bovengenoemde grondslagen hebben geen effect op de financiële positie.

Improvements

  • •ifrs 2 Op aandelen gebaseerde betalingen
  • ias 27 Geconsolideerde en vennootschappelijke jaarrekening
  • •ias 39 Financiële instrumenten
  • ifric 12 Service contracten
  • •ifric 16 Hedge van investeringen in buitenlandse activiteiten
  • •ifric 17 Uitkering van activa niet zijnde geldmiddelen aan eigenaars
  • •ifric 18 Overdragen activa door klanten
  • Improvements gepubliceerd in mei 2008 en april 2009 De improvements in bovengenoemde grondslagen hebben geen effect op de financiële positie.

2.3 Toekomstige wijzigingen in de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening

De volgende wijzigingen worden per 1 januari 2011 of daarna doorgevoerd:

•ias 24 Informatie verschaffing over verbonden partijen

De wijzigingen in de bovengenoemde grondslagen hebben geen effect op de financiële positie.

Improvements

  • •ifrs 7 Financiële instrumenten: toelichtingen
  • •ifrs 9 Financiële instrumenten: classificatie en waardebepaling
  • •ias 12 Winstbelasting
  • •ias 32 Financiële instrumenten: presentatie
  • •ifric 14 Vooruitbetaling op een minimum dekkingsvereiste

  • •ifric 19 Betalen van verplichtingen door uitgifte van eigen vermogen

  • Improvements gepubliceerd in mei 2010

De improvements in bovengenoemde grondslagen hebben geen effect op de financiële positie.

2.4 Belangrijke oordelen, schattingen en veronderstellingen

Tenminste eenmaal per jaar wordt vastgesteld of uitgaverechten en goodwill onderhevig zijn geweest aan bijzondere waardeverminderingen. Dit vraagt om een schatting van de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan uitgaverechten en goodwill worden toegerekend. Daarbij wordt een schatting gemaakt van de toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid en wordt tevens de disconteringsvoet bepaald en de contante waarde van die kasstromen berekend. Zie voor toelichting noot 5 bij de geconsolideerde jaarrekening.

Voordat content- en informatiesystemen worden geactiveerd wordt een schatting gemaakt van de economische voordelen die deze zullen genereren. De op content gerelateerde activa worden afgeschreven op basis van een verwacht verkooppatroon. Dit verkooppatroon wordt jaarlijks getoetst. De belangrijkste groep activa bestaat uit de contentgerelateerde productiekosten die tot de voorraden worden gerekend. Door mediumneutraal uitgeven heeft content een andere levensduur dan de mediumgerelateerde productiekosten. Deze verschillen kunnen per product/marktcombinatie anders zijn.

Latente belastingvorderingen worden alleen opgenomen als het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winsten zijn waarmee deze vorderingen kunnen worden vereffend.

De voorziening voor afwaardering debiteuren wordt waar mogelijk individueel bepaald. Als dit niet mogelijk is vindt collectieve waardering plaats aan de hand van de historische kans op afwaardering van debiteuren.

De reële waarde van termijncontracten, valuta opties en renteswaps wordt bepaald aan de hand van de mark-to-market waarde van deze contracten per balansdatum.

Subsidies aan een uitgeefproject worden pas opgenomen als er een redelijke mate van zekerheid is dat de subsidie zal worden ontvangen en aan alle relevante voorwaarden zal worden voldaan.

2.5 Omrekening vreemde valuta

De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro's, die tevens de functionele en rapporteringvaluta van de vennootschap is. Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste opname verantwoord tegen de koers van de functionele valuta per de datum van de transactie. Monetaire activa en verplichtingen die luiden in vreemde valuta's worden omgerekend tegen de koers van de functionele valuta per balansdatum. Eventuele verschillen worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen historische kostprijs in een vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen per de datum van de oorspronkelijke transacties.

De functionele valuta van de deelneming in de Verenigde Staten is de us-dollar. Per balansdatum worden de activa en passiva van deze dochterondernemingen omgerekend naar de euro tegen de koers per balansdatum en de winst- en verliesrekeningen worden omgerekend tegen de gewogen gemiddelde koers voor het jaar. De koersverschillen die voortkomen uit de omrekening worden verwerkt in de niet gerealiseerde resultaten. Bij de afstoting van een buitenlandse entiteit wordt het uitgestelde cumulatieve

bedrag dat is opgenomen in het eigen vermogen voor die betreffende buitenlandse activiteit in de winst- en verliesrekening verantwoord.

2.6 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden tegen kostprijs opgenomen, onder aftrek van de cumulatieve afschrijving en de cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Afschrijving wordt lineair berekend op basis van de gebruiksduur van de betreffende activa en rekening houdend met een eventuele restwaarde. De boekwaarde van de materiële vaste activa wordt getoetst op bijzondere waardevermindering indien gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijk niet realiseerbaar is. Ook de restwaarde en de gebruiksduur worden jaarlijks beoordeeld en zo nodig herzien.

Een materieel vast actief wordt niet meer op de balans opgenomen in geval van afstoting of indien er geen toekomstige economische voordelen van het gebruik of de afstoting worden verwacht. Een eventuele opbrengst of verlies, voortvloeiend uit de verwijdering van het actief op de balans, wordt op het moment van verwijdering ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.

2.7 Immateriële vaste activa

Van derden verworven uitgaverechten en goodwill worden geactiveerd tegen verkrijgingsprijs. Uitgaverechten en goodwill zijn immateriële vaste activa met onbepaalbare gebruiksduur. Op deze immateriële vaste activa wordt niet afgeschreven. De boekwaarde van een immaterieel vast actief met een onbepaalbare gebruiksduur wordt jaarlijks getoetst, waarbij wordt beoordeeld of er sprake is van bijzondere waardeverminderingen op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid. Ook wordt dan beoordeeld of de onbepaalbare gebruiksduur nog gefundeerd is. Zo nodig wordt de gebruiksduur omgezet van onbepaalbaar in bepaalbaar.

Content en al dan niet in eigen beheer vervaardigde informatiesystemen worden eveneens tot de immateriële vaste activa gerekend. Deze worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs respectievelijk vervaardigingskosten. De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur. Indien de realiseerbare waarde lager is dan de aldus berekende boekwaarde, vinden aanvullende afwaarderingen plaats. Jaarlijks wordt de gebruiksduur geëvalueerd.

2.8 Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële activa

De vennootschap beoordeelt per verslagdatum of er aanwijzingen zijn dat een actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien een dergelijke aanwijzing aanwezig is, of indien de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering van een actief vereist is, maakt de vennootschap een schatting van de realiseerbare waarde van het actief. De realiseerbare waarde van een actief is de hoogste van de reële waarde van een actief na aftrek van de verkoopkosten of de gebruikswaarde, tenzij het actief geen inkomende kasstromen genereert die grotendeels onafhankelijk zijn van de stromen van andere activa of groepen van activa dan wordt de waarde geacht gelijk te zijn aan de gebruikswaarde. Indien de boekwaarde van een actief de realiseerbare waarde overschrijdt, wordt het actief geacht een bijzondere waardevermindering te hebben ondergaan en wordt deze afgewaardeerd tot de realiseerbare waarde. Bij de bepaling van de gebruikswaarde worden de geschatte toekomstige kasstromen contant gemaakt, waarbij een disconteringsvoet vóór belasting wordt toegepast die rekening houdt met de huidige marktbeoordelingen van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's van het actief. Bijzondere waardeverminderingsverliezen van voortgezette bedrijfsactiviteiten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de kostencategorie die overeenkomt met de functie van het betreffende actief.

Per iedere verslagdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een voorheen opgenomen bijzonder waardeverminderingsverlies niet langer bestaat of is verminderd. Indien een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde geschat. Een voorheen opgenomen verlies vanwege bijzondere waardevermindering wordt slechts teruggenomen indien er een wijziging is opgetreden in de schatting die wordt gebruikt ter bepaling van de realiseerbare waarde van het actief sinds de opname van het laatste bijzondere waardeverminderingsverlies. Indien dit het geval is, wordt de boekwaarde van het actief verhoogd naar de realiseerbare waarde. Dit verhoogde bedrag kan niet hoger zijn dan de boekwaarde die zou zijn bepaald (na aftrek van afschrijving) indien er geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief in eerdere jaren zou zijn opgenomen. Een dergelijke terugneming wordt verantwoord in de winst of het verlies tenzij het actief wordt opgenomen tegen het geherwaardeerde bedrag, in welk geval de terugneming wordt behandeld als een herwaarderingstoename. Na een dergelijke terugneming wordt de afschrijvingslast aangepast om de herziene boekwaarde van het actief (na aftrek van een eventuele restwaarde) over de resterende gebruiksduur systematisch toe te rekenen aan toekomstige perioden.

2.9 Voorraden

Voorraden gereed product en onderhanden werk worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs, waaronder begrepen de intern toegerekende personele kosten. De intern toegerekende personele kosten zijn exclusief een opslag voor overhead. De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere opbrengstwaarde.

De productiekosten van een boektitel bestaan uit content- en uit mediumgerelateerde kosten. Bij het gereedkomen van een titel worden de contentgerelateerde kosten (zetwerk, illustraties en redactie) geactiveerd en afgeschreven. De geactiveerde kosten zijn

deel van voorraad gereed product op de balans. De afschrijvingskosten komen ten laste van de kostprijs van de omzet. De afschrijving vindt niet lineair plaats, maar op basis van het geschatte verkooppatroon. De mediumgerelateerde kosten (vooral druken bindwerk) worden gedeeld door het aantal geproduceerde exemplaren en vormen de kostprijs per titel (unit costs), welke op de balans staan als voorraad gereed product en bij uitlevering ten laste van de kostprijs van de omzet komen. De voorraadwaarde wordt bepaald aan de hand van het geschatte verkooppatroon per segment. Voorraad waarvan wordt geschat dat deze niet verkocht zal kunnen worden, wordt volledig voorzien als incourant.

2.10 Debiteuren en overige vorderingen

Debiteuren worden initieel opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs. Overwegend worden deze vorderingen opgenomen tegen nominale waarde van de tegenprestatie minus een voorziening voor oninbare bedragen. Een dergelijke voorziening wordt opgenomen indien er objectief bewijs is dat de vennootschap niet in staat zal zijn de openstaande bedragen in zijn geheel te innen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven zodra de oninbaarheid is vastgesteld.

2.11 Liquide middelen

De liquide middelen op de balans (en in het geconsolideerde kasstroomoverzicht) bestaan uit banktegoeden, kasgeld en korte termijn deposito's met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of minder. De financieringskosten in het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de rentelasten. De herwaarderingen van leningen in vreemde valuta, herwaardering van de valutatermijn contracten en de renteswap hebben geen invloed op het kasstroomoverzicht.

2.12 Rentedragende leningen, handelsschulden en overige (kortlopende) schulden

Alle leningen en andere schulden worden bij de eerste opname opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie onder aftrek van de direct toerekenbare transactiekosten. Na deze eerste opname worden deze schulden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. Winsten en verliezen worden opgenomen in het nettoresultaat zodra de schulden niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het afschrijvingsproces.

2.13 Niet langer opnemen in de balans van financiële activa en passiva

Financiële activa worden niet langer opgenomen zodra (i) de entiteit geen recht meer heeft op de kasstromen uit dit actief, (ii) de vennootschap het recht heeft behouden om de kasstromen uit dit actief te ontvangen, maar een verplichting is aangegaan om deze volledig zonder belangrijke vertraging te betalen aan een derde ingevolge een bijzondere afspraak, of (iii) de vennootschap haar rechten op de kasstromen uit dit actief heeft overgedragen en grotendeels alle risico's en voordelen van dan wel de zeggenschap over dit actief heeft overgedragen. Financiële passiva worden niet langer op de balans opgenomen zodra aan de prestatie ingevolge de verplichting is voldaan, deze is opgeheven of is verlopen.

2.14 Bijzondere waardeverminderingen van financiële activa

De vennootschap bepaalt voor elke balansdatum of een financieel actief of een groep van financiële activa een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien er objectief bewijs voorhanden is dat een verlies is opgetreden vanwege bijzondere waardeverminderingen, dan wordt de boekwaarde van het actief direct verlaagd. Het bedrag van het verlies zal in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.

2.15 Voorzieningen

Een voorziening wordt opgenomen indien (i) de vennootschap een huidige (contractuele of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, (ii) het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en (iii) een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van het bedrag van de verplichting. Als verwacht wordt dat (een deel van) een voorziening gedeeltelijk wordt vergoed, bijvoorbeeld ingevolge een verzekeringscontract, dan wordt de vergoeding opgenomen als een afzonderlijk actief indien de vergoeding vrijwel zeker is.

De last die met een voorziening samenhangt, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening na aftrek van een eventuele vergoeding. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, worden de voorzieningen contant gemaakt tegen een disconteringsvoet vóór belasting die, indien noodzakelijk, met de specifieke risico's van de verplichting rekening houdt.

2.16 Pensioenen en overige regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding

De pensioenregelingen voor de medewerkers in zowel Nederland als de Verenigde staten zijn ondergebracht bij een verzekeraar en zijn aan te merken als een toegezegde bijdrageregeling. De pensioenpremies worden als lasten verantwoord in de winst- en verliesrekening.

2.17 Leaseovereenkomsten

De bepaling of een regeling een leaseovereenkomst vormt of deze bevat, is gebaseerd op de inhoud van de overeenkomst en vereist een beoordeling of de uitvoering van de overeenkomst afhankelijk is van het gebruik van een bepaald actief of bepaalde activa en of de overeenkomst het recht toekent om het actief te gebruiken. Operationele leasebetalingen worden gedurende de leaseperiode lineair opgenomen als last in de winst- en verliesrekening.

2.18 Opbrengstverantwoording

Opbrengsten worden verantwoord voor zover het waarschijnlijk is dat de economische voordelen ten goede zullen komen aan de vennootschap en de opbrengsten betrouwbaar kunnen worden bepaald. Dit gebeurt op het moment dat de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom zijn overgedragen aan de koper. De volgende specifieke verantwoordingscriteria zijn van toepassing:

Verkoop van boeken en tijdschriften

Hieronder wordt verstaan de opbrengst uit levering van boeken en tijdschriften aan derden. Ontvangen abonnementsgelden worden niet verantwoord als opbrengst maar als kortlopende schuld indien nog geen levering heeft plaatsgevonden. Levering vindt plaats in gedrukte of digitale vorm. Onder digitale levering valt ook het recht van toegang tot een database. Verder behoren daartoe verstrekte (licentie-) rechten. Van de opbrengsten worden de korting en de over de omzet geheven belastingen afgetrokken.

Geleverde diensten

Diensten zijn werkzaamheden in opdracht van en voor risico van derden. Dit betreft het op microfilm zetten of digitaal scannen van documenten. De opbrengst van geleverde diensten wordt evenredig over de contractperiode gespreid.

Rentebaten

De opbrengsten worden verantwoord naar gelang de rente aangroeit (via de effectieve-rentemethode, oftewel de rentevoet die bij contantmaking van de geschatte toekomstige kasontvangsten, gedurende de verwachte levensduur van het financiële instrument, uitkomt op de nettoboekwaarde van het financieel actief).

2.19 Kostprijs van de omzet

Indien een boek gereed is, worden de totale kosten opgenomen onder voorraad gereed product. De contentgerelateerde kosten komen ten laste van de kostprijs van de omzet op basis van het geschatte verkooppatroon. De mediumgerelateerde kosten worden gedeeld door het aantal geproduceerde exemplaren en vormen de kostprijs per titel (unit costs). Bij uitlevering komen deze ten laste van de kostprijs van de omzet. Indien een aflevering van een tijdschrift gereed is worden de bijbehorende kosten direct verantwoord in de winst- en verliesrekening. De kosten van een tijdschrift bestaan uit de directe productiekosten, afschrijvingskosten van content- en informatiesystemen, royalty's en verzendkosten.

2.20 Subsidies

Een subsidie wordt volledig toegerekend aan het uitgeefproject waarvoor de subsidie wordt ontvangen. Indien een subsidie betrekking heeft op een kostenpost wordt de subsidie onder de kostprijs van de omzet verrekend.

2.21 Belastingen

Verschuldigde en verrekenbare belastingen

Verschuldigde en verrekenbare belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande jaren worden gewaardeerd op het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de Belastingdienst. Het belastingbedrag wordt berekend op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving.

Uitgestelde belastingen

Voor uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen wordt een voorziening gevormd op basis van de tijdelijke verschillen per balansdatum tussen de fiscale boekwaarde van activa en passiva en hun in deze jaarrekening opgenomen boekwaarde. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen voor zover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen- en verplichtingen worden verantwoord voor alle belastbare tijdelijke verschillen, behalve:

  • indien de uitgestelde belastingvordering voortkomt uit de eerste opname van een vordering of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de winst vóór belasting of het fiscale resultaat, en/of
  • indien de uitgestelde belastingverplichting voortkomt uit de eerste opname van goodwill of de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en, op het moment van de transactie, geen invloed heeft op de winst vóór belasting of het fiscale resultaat, en
  • voor wat betreft belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen en belangen in joint ventures, indien het tijdstip van afwikkeling geheel zelfstandig kan worden bepaald, en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil niet in de nabije toekomst zal worden afgewikkeld.

Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien er een in rechte afdwingbaar recht bestaat om belastingvorderingen te salderen met belastingverplichtingen en de uitgestelde belastingen verband houden met dezelfde belastbare entiteit en dezelfde belastingautoriteit.

Omzetbelasting

Opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen na aftrek van de omzetbelasting. Het netto bedrag van de omzetbelasting dat kan worden teruggevorderd van of betaalbaar is aan de Belastingdienst wordt opgenomen als een onderdeel van de vorderingen of verplichtingen in de balans.

2.22 Afgeleide financiële instrumenten en afdekking van risico's

De vennootschap heeft afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten en opties voor valutatransacties en renteswaps voor het afdekken van risico's die samenhangen met vreemde valuta respectievelijk rente. Deze afgeleide financiële instrumenten worden op transactiedatum gewaardeerd tegen de reële waarde en worden opgenomen als een actief indien de reële waarde positief is en als een passief indien de reële waarde negatief is.

De reële waarde van de termijncontracten en opties op valutaverkopen wordt bepaald aan de hand van de marktwaarde van gelijksoortige instrumenten. Hedge accounting wordt toegepast op termijncontracten en opties waar deze voldoen aan de voorwaarde voor hedge accounting. Bij het afsluiten van afdekkingtransacties wordt de relatie tussen het afdekkinginstrument en de afgedekte positie, alsmede risicobeheersingdoelstellingen en uitgangspunten gedocumenteerd. Het effectieve gedeelte van de verandering in reële waarde van de afdekkinginstrumenten wordt, onder aftrek van een reservering voor latente belastingvordering of -verplichting verwerkt in het eigen vermogen. De bedragen die in het eigen vermogen zijn opgenomen, worden ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht op het moment dat de afgedekte positie de winst- en verliesrekening beïnvloedt. De verantwoording vindt plaats onder opbrengsten. Indien het instrument niet langer als afdekkinginstrument kan worden aangemerkt, of indien het afdekkinginstrument afloopt of wordt verkocht, blijven de cumulatieve bedragen in het eigen vermogen totdat de verwachte transactie zich voordoet. Indien de betreffende transactie zich naar verwachting niet zal voordoen, wordt het bedrag ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Op afdekkinginstrumenten die niet voldoende effectief zijn in het bereiken van compensatie van het risico van verandering in de reële waarde van de afgedekte positie wordt geen hedge accounting toegepast. Nietgerealiseerde waardemutaties op deze contracten worden verwerkt in de winst- en verliesrekening.

De reële waarde van de renteswaps wordt bepaald aan de hand van de marktwaarde van gelijksoortige instrumenten. In voorgaande jaren is hedge accounting toegepast op de renteswaps. Deze afdekking is naar verwachting zeer effectief in het bereiken van compensatie van het risico van verandering in de reële waarde van de afgedekte positie. Niet-gerealiseerde waardemutaties worden verrekend via het eigen vermogen, onder aftrek van een reservering voor latente belastingvordering of -verplichting.

Op de in 2008 afgesloten renteswap wordt uit kostenoverwegingen geen hedge accounting toegepast. Nietgerealiseerde waardemutaties op de renteswaps worden verwerkt in de winst- en verliesrekening.

T O E L I C H T I N G O P D E G E C O N S O L I D EE R D E J AA R R E K E N I N G

3 . A c q u i s i t i e s e n d e s i n v e s t e r i n g e n

Acquisities en desinvesteringen in 2010

In april 2010 is het boekenfonds Global Oriental (Verenigd Koninkrijk) overgenomen. Het betrof een overname van uitgaverechten en voorraden. De overnameprijs was eur 275 duizend en deze is volledig uit eigen kasmiddelen betaald. Het overgenomen boekenfonds heeft een bijdrage geleverd aan de omzet 2010 van eur 75 duizend. Voor 2011 wordt een verdere groei van de omzet verwacht.

In 2010 heeft er nog een kleine overname plaatsgevonden, waarbij alleen uitgaverechten zijn gekocht. De daarmee gemoeide overnameprijs was in totaal eur 12 duizend en deze is volledig uit eigen kasmiddelen betaald. De bijdrage van deze overname aan de omzet in 2010 was nihil. Naar verwachting zal op jaarbasis de omzet met in totaal eur 17 duizend toenemen. In september 2010 is het tijdschrift Journal of Conflict Archaeology verkocht aan Maney Publishing (Verenigd Koninkrijk). De boekwinst, verantwoord onder overige baten, was eur 5 duizend.

Acquisities en desinvesteringen in 2009

In januari 2009 heeft Brill van Charles Schlack een viertal tijdschriften overgenomen. Dit betrof een overname van uitgaverechten. De overnameprijs was eur 35 duizend (us-dollar 50 duizend) en deze is volledig uit eigen kasmiddelen betaald. De bijdrage aan de omzet in 2009 was eur 74 duizend. In 2009 hebben er daarnaast twee kleinere overnames plaatsgevonden. Bij deze overnames zijn alleen uitgaverechten gekocht. De daarmee gemoeide overnameprijs was in totaal eur 13 duizend en deze is volledig uit eigen kasmiddelen betaald. De bijdrage van deze kleinere overnames aan de omzet in 2009 was nihil.

Uitstroom kasmiddelen bij acquisities: 2010 2009
Betaald of nog te betalen met kasmiddelen –287 –48
Waarvan nog te betalen met kasmiddelen 0
25
Nettokasmiddelen acquisitie –287 –23
Kasmiddelen behorende bij acquisitie vorige
boekjaar
–16
–71
Netto kasmiddelen acquisities in boekjaar –303
–94

4 . M a t e r i ë l e v a s t e a c t i v a

2010 verbouwingen overige mva totaal
Boekwaarde op 1 januari 2010 314 1.311 1.625
Investeringen 0 359 359
Afschrijvingen –62 –600 –662
Omrekenverschillen 0 5 5
Boekwaarde op 31 december 2010 252 1.075 1.327
1 januari 2010
Kostprijs 612 5.276 5.888
Cumulatieve afschrijvingen –298 –3.965 –4.263
Boekwaarde 314 1.311 1.625
31 december 2010
Kostprijs 612 5.640 6.252
Cumulatieve afschrijvingen –360 –4.565 –4.925
Boekwaarde 252 1.075 1.327
2009 verbouwingen overige mva totaal
Boekwaarde op 1 januari 2009 375 1.380 1.755
Investeringen 0 564 564
Afschrijvingen –61 –633 –694
Boekwaarde op 31 december 2009 314
1.311
1.625
1 januari 2009
Kostprijs 612 4.712 5.324
Cumulatieve afschrijvingen –237
–3.332
–3.569
Boekwaarde 375
1.380
1.755
31 december 2009
Kostprijs 612 5.276 5.888
Cumulatieve afschrijvingen –298
–3.965
–4.263
Boekwaarde 314
1.311
1.625

De geschatte gebruiksduur van de activa is (in 2010 en 2009) als volgt: verbouwingen tien jaar en overige materiële vaste activa (investeringen in ICT) drie tot tien jaar. De post overige materiële vaste activa (mva) betreft investeringen in ICT. De afschrijvingstermijn voor verbouwingskosten is in overeenstemming met de looptijd van het initiële huurcontract.

5 . I m m a t e r i ë l e v a s t e a c t i v a

2010 uitgaverechten goodwill content- en
informatie
systemen
totaal
Boekwaarde op 1 januari 2010 10.377 1.879 2.596 14.852
Investeringen 252 0 370 622
Afschrijvingen 0 0 –807 –807
Boekwaarde op 31 december 2010 10.629 1.879 2.159 14.667
1 januari 2010
Kostprijs 10.377 1.879 4.989 17.245
Afschrijvingen 0 0 –2.393 –2.393
Boekwaarde 10.377 1.879 2.596 14.852
31 december 2010
Kostprijs 10.629 1.879 5.359 17.867
Afschrijvingen 0 0 –3.200 –3.200
Boekwaarde 10.629 1.879 2.159 14.667
2009 uitgaverechten goodwill content- en
informatie
systemen
totaal
Boekwaarde op 1 januari 2009 10.347 1.862 1.560 13.769
Investeringen 47 0 1.628 1.675
Afschrijvingen 0 0 –592 –592
Herclassificatie –17 17 0 0
Boekwaarde op 31 december 2009
10.377

1.879

2.596

14.852
1 januari 2009
Kostprijs 10.347 1.862 3.361 15.570
Afschrijvingen 0 0
–1.801

–1.801
Boekwaarde
10.347

1.862

1.560

13.769
31 december 2009
Kostprijs 10.377 1.879 4.989 17.245
Afschrijvingen 0 0
–2.393

–2.393

14.852

Uitgaverechten en goodwill hebben betrekking op verworven auteursrechten. Eind 2010 was de boekwaarde daarvan eur 12,5 miljoen (2009: eur 12,3 miljoen). Deze activa hebben in principe een onbepaalde levensduur. De waarde daarvan wordt jaarlijks getoetst op de realiseerbare waarde en/of bijzondere waardeverminderingen, door berekening van de contante waarde over vijf jaar plus 50% van de contant gemaakte restwaarde. Aangenomen wordt dat de restwaarde gelijk is aan de contante waarde van een eeuwigdurende kasstroom ter grootte van de kasstroom van het vijfde jaar. Met ingang van 2010 vindt toetsing van deze activa plaats op segmentniveau in plaats van een toetsing per verworven fonds. De toetsing per segment sluit beter aan bij de bedrijfsvoering.

De kasstroom voor belasting wordt verdisconteerd tegen 9% (2009: 10%), gebaseerd op 50% financiering van de onderneming met eigen vermogen. De belangrijkste veronderstellingen die zijn toegepast hebben betrekking op de omzetgroei en de ontwikkeling van de kostprijs van de omzet. Deze veronderstellingen zijn gebaseerd op inschattingen van het management. Indien bij het segment Law in plaats van de veronderstelde omzetgroei van gemiddeld 3,8% deze lager zou uitvallen dan gemiddeld 3,5% zou een bijzondere afwaardering nodig zijn. Bij de overige segmenten zou een afwaardering nodig zijn als in plaats van de veronderstelde omzetgroei van gemiddeld 3,0% er een daling van de omzet van gemiddeld 5,6% zou optreden. Indien de gemiddelde kostprijs van de omzet bij het segment Law in plaats van de veronderstelde 32% van de omzet hoger uitvalt dan gemiddeld 32,8% van

de omzet zou een afwaardering nodig zijn. Bij de overige segmenten zou een afwaardering nodig zijn als in plaats van de veronderstelde gemiddelde kostprijs van 33,0% van de omzet de gemiddelde kostprijs zou stijgen naar 49,1% van de omzet. Een omzetdaling zou het gevolg kunnen zijn van slechtere marktomstandigheden of een aanzienlijke waardedaling van de us-dollar (zie noot 14). Een stijging van de kostprijs zou het gevolg kunnen zijn van snel stijgende grondstofkosten of een aanzienlijke waardestijging van de us-dollar. Daarnaast leidt een stijging van de rente tot een lagere contante waarde van toekomstige kasstromen voor zover prijsstijgingen daarbij achterblijven. Bij het segment Law zou een stijging van de rente met 4% tot een disconteringsvoet van 9,3% nog geen bijzondere afwaardering nodig zijn. Bij de overige segmenten is het hoogst onwaarschijnlijk dat een stijging van de rente zal leiden tot een bijzondere afwaardering.

In de tabel op de pagina hiernaast wordt de boekwaarde van de grootste kasstroomgenererende eenheden aangegeven. De kasstroomgenererende eenheden zijn gelijk aan de operationele segmenten. Een verdere toelichting met betrekking tot de kasstroomgenererende eenheden en operationele segmenten staat in noot 15. De activa van de kasstroomgenererende eenheden zijn beoordeeld op bijzondere waardevermindering, conform bovenstaande methodiek.

De boekwaarde, bestaande uit uitgaverechten en goodwill, van deze activa was:

Boekwaarde uitgaverechten uitgaverechten goodwill totaal
en goodwill per segment (x eur 1.000) 2010 2009 2010 2009 2010 2009
Segmenten
Law 7.672 7.672 787 787 8.459 8.459
Middle East, Islam and African studies 584 584 278 278 862 862
History 48 40 341 341 389 381
Science & Biology 1.172 1.172 4 4 1.176 1.176
Religion 399 399 35 35 434 434
Classical studies 309 309 0 0 309 309
Overig 445
201
434
434 879
635
Boekwaarde 10.629
10.377
1.879
1.879 12.508
12.256

Naast immateriële activa met een onbepaalde levensduur zijn er immateriële activa met een bepaalde levensduur. Daartoe behoren content- en informatiesystemen. Deze worden in afhankelijk van hun economische levensduur in drie of vijf jaar afgeschreven. De afschrijvingslasten van content- en informatiesystemen waren in 2010 eur 807 duizend (2009: eur 592 duizend) en worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de kostprijs van de omzet eur 523 duizend (2009: eur 477 duizend) (zie toelichting 16) en onder afschrijving immateriële activa eur 283 duizend (2009: eur 115 duizend).

6 . W i n s t b e l a s t i n g 2010 2009
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Winstbelasting over het lopende boekjaar
Actuele belastinglast 630 500
Aanpassing belastinglast voorgaande jaren 0 –37
Uitgestelde belasting
M.b.t. herkomst en terugboeking
tijdelijke verschillen
332
290
Winstbelasting opgenomen in de
geconsolideerde winst- en verliesrekening
962
753

Onderstaande tabel geeft de aansluiting tussen de belastingdruk en de uitkomst van de berekening van de winst voor belasting vermenigvuldigd met het lokale belastingtarief van Nederland per 31 december 2010 en 2009.

Winst voor belasting 3.723 2.893
Tegen het wettelijke in Nederland van toe
passing zijnde tarief van 25,5% (2009: 25,5%)
949 738
Aanpassing winstbelasting vorige jaren 0 –37
Effect van afwijkend belastingtarief in de
Verenigde Staten
49 47
Effect verschil commerciële en fiscale kosten –36
5
Tegen een effectieve belastingdruk van 25,8%
(2009: 26,0%)
962
753

2010

2009

geconsolideerde
balans
geconsolideerde winst
en verliesrekening
Uitgestelde belastingen 2010 2009 2010 2009
Versnelde fiscale afschrijving –2.110 –1.882 207 252
Vertraagde fiscale afschrijving 39 114 75 –4
Te verrekenen verliezen IDC 68 126 58 42
Correctie voorgaande jaren 0
0 –29
0
–2.003
–1.642 332
290

IDC Publishers bv had bij overname eur 1,1 miljoen aan compensabele verliezen. In 2010 resteert daarvan nog eur 264 duizend van (2009: eur 494 duizend). De compensabele verliezen mogen ook na de fusie tussen Brill nv en IDC Publishers bv worden aangewend voor het deel van de winst voor belasting dat kan worden toegerekend aan de activiteiten van IDC. De uitgestelde belasting is gecalculeerd op basis van 25%, dat gelijk is aan het belastingpercentage dat geldt in het volgend boekjaar.

7 . Vo o r r a d e n 2010 2009
Onderhanden werk 1.801 1.918
Gereed product 8.452 8.501
10.253 10.419

De waarde van voorraad gereed product is inclusief een voorziening voor onverkoopbaarheid. Deze voorziening is in 2010 verhoogd met eur 1.044 duizend (2009: eur 212 duizend). In 2010 is een schattingwijziging voor de voorziening voor onverkoopbaarheid doorgevoerd. De wijziging houdt in dat met ingang van 2010 de voorziening bepaald wordt aan de hand van het verwachte verkooppatroon per segment. Onder het oude schattingssysteem zou in 2010 eur 429 duizend zijn toegevoegd aan de voorziening voor onverkoopbaarheid. Het verschil (eur 615 duizend)

wordt veroorzaakt doordat het nieuwe schattingssysteem veel nauwkeuriger de economische levensduur volgt en direct een voorziening treft als blijkt dat boeken onverkoopbaar zijn. Het oude schattingssysteem nam een voorziening eerst na vijf jaar. De extra kosten worden deels gecompenseerd door de schattingswijziging van de gebruiksduur van de content die een positief resultaat oplevert van eur 245 duizend. Beide resultaten zijn eenmalig. Zie ook noot 16.

8 . D e b i t e u r e n e n o v e r i g e
v o r d e r i n g e n
2010 2009
Debiteuren 6.042 6.044
Overige vorderingen 1.720 1.877
7.762 7.921

Debiteuren en overige vorderingen zijn kortlopend van karakter. Debiteuren zijn niet-rentedragend en hebben over het algemeen een betalingstermijn van dertig tot negentig dagen, afhankelijk van het land van vestiging van de debiteur.

Ouderdom handelsdebiteuren Betalings
termijn
verstreken maar niet afgewaardeerd
niet
verstreken
< 30 dagen 30-60
dagen
60-90
dagen
> 90 dagen Totaal
2010 4.506 1.132 295 67 42 6.042
2009 4.007 1.556 270 100 111 6.044

Mutaties in de voorziening voor afwaardering handelsdebiteuren

beoordeeld met de
individuele methode
beoordeeld met de
collectieve methode
totaal
Op 1 januari 2009 –223 –216 –439
Toevoegingen –250 150 –100
Aanwending 116 4 120
Op 31 december 2009 –357 –62 –419
Toevoegingen –78 28 –50
Aanwending 37 –4 33
Op 31 december 2010 –398 –38 –436

9 . L i q u i d e m i d d e l e n

Ultimo 2010 bedroegen de liquide middelen van Brill eur 2.634 duizend (ultimo 2009: eur 1.983 duizend). Op de banktegoeden in euro's wordt een rente vergoed tegen euribor -/- 0,25%; op balansdatum was dit 0,56%. Op banktegoeden in Britse ponden en Amerikaanse dollars wordt een rente vergoed tegen libor -/- 0,50%; op balansdatum was dit 0%. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van bankdeposito's met een hoger variabel tarief.

1 0 . G e p l a a t s t k a p i t a a l e n r e s e r v e s

Het aantal gewone aandelen van eur 0,60 per aandeel bedroeg in 2010 1.874.444 stuks (in 2009 1.874.444 stuks). Het geplaatst kapitaal was in 2010 eur 1.125 duizend (in 2009 eur 1.125 duizend).

De overige reserves bestaan uit een valuta omrekeningsreserve (omvat koersverschillen voortvloeiend uit omrekening van de jaarrekeningen van de buitenlandse dochteronderneming) en een valuta hedge reserve (omvat het aandeel in de waardestijging of -daling van een cash flow hedge waarvan is vastgesteld dat het een effectieve afdekking betreft). De specificatie is als volgt:

Overige reserves valuta
omrekenings
reserve
kasstroom
hedge reserve
totaal
1 januari 2009 –207 0 –207
Resultaat herwaardering 6 –59 –53
Belastingen over herwaarderingsresultaat
0
0 0
Netto resultaat herwaardering 6 –59 –53
31 december 2009 –201 –59 –260
Resultaat herwaardering 94 –114 –20
Belastingen over herwaarderingsresultaat
0

44

44
Netto resultaat herwaardering 94 –70 24
31 december 2010
–107

–129

–236
uitstaande schuld
datum opname *)
effectief percentage
vervaldatum 2010 2009
*) Het effectief rente Kortlopend
percentage houdt rekening Banklening I 2006 5,6% 1 okt 2011 245 227
met de bij de leningen Banklening II 2007 5,9% 1 jan 2011 125 525
behorende renteswap Bankkredieten euribor + 1,70% Direct opvraagbaar 2.481
3.824
2.851
4.576
Langlopend
Banklening I 2006 5,6% 1 okt 2011 0 227
Banklening II 2007 5,9% 1 jan 2011 0
125
0
352

1 1 . R e n t e d r a g e n d e l e n i n g e n

Banklening I is in het laatste kwartaal van 2006 afgesloten en betreft een bedrag van us-dollar 1,3 miljoen met een looptijd van vier jaar. Aflossing vindt plaats vanaf begin 2008 in vier termijnen per jaar van us-dollar 81 duizend.

Banklening II is in 2007 van eur 0,8 miljoen afgesloten voor het beschikbaar stellen van een achtergestelde lening aan het voormalige pensioenfonds. De achtergestelde lening is in 2008 aan het pensioenfonds kwijtgescholden vanwege de overgang naar een andere pensioenuitvoerder. Deze lening wordt afgelost vanaf 2009 tot en met 2011.

De in 2009 afgesloten kredietovereenkomst geeft Brill de beschikking over een multi valuta rekening courant krediet van in totaal eur 10 miljoen en een extra stand-by rekening courantkrediet van eur 2,5 miljoen. De overeenkomst is tot wederopzegging maar kan tot maximaal drie jaar worden gecommitteerd

waar op dit moment geen gebruik van wordt gemaakt. Het extra stand-by rekening courant krediet moet, wanneer het wordt opgenomen, in vijf jaar worden afgelost. Pandrecht op voorraden en debiteuren is verstrekt als zekerheid op de leningen. De boekwaarde van de verpande voorraden en debiteuren per ultimo 2010 is eur 16,4 miljoen (2009: eur 16,5 miljoen). De verpanding strekt tot zekerheid voor de voldoening van alle in hierboven genoemde leningen. Verder is bepaald dat de totale netto schuld niet meer dan drie keer ebitda (Earnings before interest, taxes, depreciation and amortization) mag bedragen, dat het interestdekking kengetal (bedrijfsresultaat voor interest en belasting gedeeld door rentelasten) niet hoger dan 3,0 mag zijn en dat kasstroomdekking kengetal (vrije kasstroom gedeeld door financieringslasten) hoger dan 1,1 moet zijn. Per eind 2010 voldoet de onderneming ruimschoots aan alle ratio's verbonden aan de leningen.

De kasstroom gerelateerd aan rentedragende leningen per jaar is (x eur 1.000):

Per 31 december 2010

Jaar 2011 2012 2013 2014 2015 totaal
Aflossing in eur 2.606 0 0 0 0 2.606
Aflossing in usd (in eur) 251 0 0 0 0 251
Totaal 2.857 0 0 0 0 2.857
Per 31 december 2009
Jaar 2010 2011 2012 2013 2014 totaal
Aflossing in eur 4.367 125 0 0 0 4.492
Aflossing in usd (in eur) 246 233 0 0 0 479
Totaal 4.613 358 0 0 0 4.971

De kasstroom is inclusief rente. De aan de leningen gerelateerde renteswap wordt aangehouden tot het einde van de looptijd en wordt tegelijkertijd met de rente betaling afgewikkeld.

Per 31 december 2010 was er een onbenutte toegezegde kredietruimte van eur 10,0 miljoen beschikbaar (2009: eur 8,7 miljoen).

1 2 . C r e d i t e u r e n e n o v e r i g e t e
b e t a l e n p o s t e n
2010 2009
Crediteuren 3.312 2.712
Vooruitontvangen omzet 5.130 5.066
Belasting en sociale premies 139 153
Overlopende passiva 1.646 1.650
Overige te betalen posten 541
1.029
10.768
10.610

Vooruitontvangen omzet heeft betrekking op abonnementsgelden. Deze wordt gedurende het jaar als omzet genomen naar rato van uitgeleverde abonnementen.

Crediteuren zijn niet-rentedragend en hebben normaliter een betalingstermijn van dertig dagen. Belastingen, sociale premies, reserveringen en overige te betalen posten worden gedurende het boekjaar afgerekend.

1 3 . Fi n a n c i ë l e i n s t r u m e n t e n

boekwaarde reële waarde
Reële waarde
2010 2009 2010 2009
Financiële activa
Liquide middelen 2.634 1.983 2.634 1.983
Debiteuren en overige vorderingen 7.762 7.921 7.762 7.921
Financiële verplichtingen
Bankkredieten –2.481 –3.824 –2.481 –3.824
Crediteuren en overige te betalen posten –10.768 –10.610 –10.768 –10.610
Rentedragende leningen
Leningen tegen variabele rente –370 –1.104 –370 –1.104
Renteswap –7 –35 –7 –35
Valutatermijncontracten –172 0 –172 0

De reële waarde van de financiële instrumenten is opgenomen tegen het bedrag waarvoor het instrument kan worden verhandeld in een actuele transactie tussen tot een transactie bereid zijnde partij. De reële waarde van de liquide middelen, debiteuren, crediteuren en overige kortlopende posten benadert de boekwaarde, hoofdzakelijk vanwege hun korte looptijd.

Hedge accounting

Brill maakt uitsluitend gebruik van cash flow hedging met behulp van synthetische en reguliere valuta termijncontracten. Op balansdatum was voor us-dollar 8,8 miljoen (2009 us-dollar 8,7 miljoen) aan termijncontracten afgesloten met een looptijd van maximaal twaalf maanden en waarvan de marktwaarde op balansdatum negatief eur 172 duizend was (2009 nihil).

Het doel van de cash flow hedge is om de zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige verkoop van usdollar kasstroom af te dekken tegen schommelingen in de valutakoers tot en met het verwachte moment van afwikkeling door ontvangst van vordering. De toekomstige us-dollar kasstroom zal binnen twaalf maanden na balansdatum plaatsvinden. De resultaten van nog lopende financiële instrumenten vallen geheel in het boekjaar 2011. In 2010 is er voor eur 9 duizend opgenomen in de winst- en verliesrekening vanwege ineffectiviteit van hedgecontracten.

In 2010 is er voor negatief eur 114 duizend (2009 negatief eur 59 duizend) aan reële waardemutaties op de cash flow hedge geboekt in het eigen vermogen. Uit toetsing van de termijncontracten gebruikt voor de cash flow hedge is gebleken dat op balansdatum de hedge effectief is.

Hiërarchie in reële waarden

Per 31 december 2010 hield Brill de onderstaande tegen reële waarde opgenomen financiële instrumenten, te onderscheiden naar waarderingsmethode:

Niveau 1: genoteerd (niet-aangepaste) koersen op actieve markten voor identieke activa of verplichtingen.

Niveau 2: overige methode waarbij alle variabelen een significant effect op de verwerkte reële waarde hebben en direct of indirect waarneembaar zijn Niveau 3: methoden waarbij variabelen worden gehanteerd die een significant effect op de verwerkte reële waarde hebben, doch niet zijn gebaseerd op waarneembare marktgegevens.

Tegen reële waarde opgenomen
verplichtingen
31 december
2010
niveau 1 niveau 2 niveau 3
Renteswap –7 0 –7 0
Valutatermijncontracten –172 0 –172 0
31 december
2009
niveau 1 niveau 2 niveau 3
Renteswap –35 0 –35 0
Valutatermijncontracten 0 0 0 0
Classificatie van de financiële
instrumenten per 31 december 2010
tegen reële
waarde met
waardeverande
tegen reële
waarde met
waardeverande
leningen en ringen verwerkt
in het eigen
ringen verwerkt
in de winst- en
Activa vorderingen vermogen verliesrekening totaal
Debiteuren en overige vorderingen 7.762 0 0 7.762
Liquide middelen
2.634
0 0
2.634
Totaal
10.396
0 0
10.396
Passiva
Bankkrediet en rentedragende leningen 2.851 0 0 2.851
Crediteuren en overige te betalen posten 10.768 0 0 10.768
Renteswaps 0 0 7 7
Valutatermijncontracten 0 172 0 172
Totaal
13.619
172 7
13.798
Classificatie van de financiële
instrumenten per 31 december 2009
tegen reële
waarde met
waardeverande
tegen reële
waarde met
waardeverande
Activa leningen en
vorderingen
ringen verwerkt
in het eigen
vermogen
ringen verwerkt
in de winst- en
verliesrekening
totaal
Debiteuren en overige vorderingen 7.921 0 7.921
Liquide middelen
1.983
0 0
1.983
Totaal
9.904
0 0
9.904
Passiva
Bankkrediet en rentedragende leningen 4.928 0 0 4.928
Crediteuren en overige te betalen posten 10.610 0 0 10.610
Renteswaps 0 0 35 35
Valutatermijncontracten 0 0 0 0
Totaal
15.538
0 35
15.573

1 4 . Fi n a n c i e e l r i s i c o m a n a g e m e n t

Valutarisico

Brill's financiële rapportage is gebaseerd op de euro. De us-dollar is de enig andere voor Brill relevante munteenheid. In 2010 komt ongeveer 44% (2009: 41%) van de inkomsten van Brill uit Noord-Amerika. Deze inkomsten worden gefactureerd in us-dollars. De us-dollar prijzen moeten voorafgaand aangekondigd worden en worden in de regel één keer per jaar aangepast. Bij het bepalen van de prijzen in us-dollar wordt het wisselkoersrisico verdisconteerd.

Het merendeel van de kasuitgaven is in euro's, waardoor er een overschot aan us-dollars ontstaat. Beleid is om ongeveer 90% van de verwachte vrije kasstroom voor de komende twaalf maanden in us-dollars af te dekken met termijncontracten of valutaopties.

Naast het gebruik van termijncontracten en opties kan het valutarisico worden beperkt door het vervangen van uitgaven van euro's door uitgaven in us-dollars en door het aangaan van schulden in usdollars ter compensatie van vorderingen in us-dollars. Per saldo blijft er een beperkt valutarisico.

In 2010 was er een positief valutaresultaat van eur 175 duizend (2009: eur 292 duizend).

Onderstaande tabel geeft het effect van een waardemutatie van de us-dollar ten opzichte van de euro op de winst en het eigen vermogen:

Gevoeligheid resultaat en eigen vermogen
voor us-dollar
winst voor
belastingen
eigen ver
mogen in
2010 in jaar jaar
eur : usd + 5% –116 330
eur : usd - 5% 128 –338
2009
eur : usd + 5% –116 329
eur : usd - 5% 128 –382

effect op

effect op

Het effect op winst voor belasting wordt voornamelijk veroorzaakt door de verandering van de waarde van activa en passiva in us-dollars. Het effect op het eigen vermogen wordt voornamelijk veroorzaakt door de aanpassing in waarde van de investeringen in deelneming in de Verenigde Staten en de aanpassing in waarde van de kasstroom hedge indekkinginstrumenten (zie noot 2.22).

Renterisico

De rente op de langlopende leningen en de kortlopende bankkredieten zijn variabel en gebaseerd op de geldmarkt. Een renteswap wordt afgesloten als op basis van renteverwachtingen voor de geld- en kapitaalmarkt er een redelijke mate van zekerheid bestaat dat door het afsluiten van een renteswap de totale rentelasten lager zullen zijn. De renterisico's op de banklening I en II (zie noot 11) zijn vanaf 2008 afgedekt

met renteswaps. De reële waarde van de renteswaps is bepaald door de marktwaarde daarvan. De gemiddeld effectieve rente per jaar op de renteswap van lening I is 5,6% en lening II 5,9%.

Onderstaande tabel geeft de gevoeligheid aan van een wijziging van de rente:

Gevoeligheid resultaat en eigen vermogen
voor rente
effect op
winst voor
belastingen
in jaar
2010
rente + 1% –35
rente - 1% 35
2009
rente + 1% –35
rente - 1% 35

Het effect op de winst voor belasting wordt voornamelijk veroorzaakt door stijging van rentelasten op kortlopende rentedragende schulden en een afname van de waarde van de renteswap. Het effect op het eigen vermogen is nihil door verwerking van de renteswap via winst- en verliesrekening.

Kredietrisico

De activiteiten van de vennootschap concentreren zich in West-Europa, de Verenigde Staten en Japan. Ruim 80% van Brill's verkopen loopt via derden, zoals verzendboekhandels en tijdschriftenagenten. In de markt is een verdere concentratie van handelsklanten gaande. Hoewel de kans op een faillissement van een handelsklant onveranderd is, nemen door deze concentratie wel de gevolgen van een mogelijk faillissement toe. Om deze gevolgen beheersbaar te houden is in oktober 2010 is een kredietverzekering afgesloten welke een deel van het kredietrisico op handelsklanten afdekt. Voor de levering van boeken en primaire bronnen heeft Brill ook een passende kredietcontrole

beschikbaar. Gestelde krediettermijnen, kredietlimieten, het sturen van herinneringen en het inschakelen van incassobureaus zijn belangrijke onderdelen van dit beleid. De kasstroom is gevoelig voor de betalingstermijn van debiteuren. De betalingstermijnen worden nauwkeurig bewaakt. In 2010 was de gemiddelde omloopsnelheid van de debiteuren in Noord Amerika 95 dagen (2009: 103 dagen) en in de rest van de wereld 94 dagen (2009: 94 dagen).

Bij de levering van tijdschriften en online producten bestaat in beginsel geen debiteurenrisico. Bij tijdschriften is dat zo omdat levering van de tijdschriftnummers pas na ontvangst van betaling van de abonnees plaatsvindt. Het is in het belang van de uitgever de abonnee een ononderbroken levering van nieuwe afleveringen te bezorgen en om die reden kan de uitgever in een enkel geval geneigd zijn te leveren voordat betaling plaatsvindt. In dit kader bestaat er een beperkt risico met betrekking tot abonnementsgelden die door de afnemende bibliotheek zijn afgegeven aan een tijdschriftenagent, maar die nog niet zijn overgeschreven op de bankrekening van de uitgever. Bij online producten is er ook geen risico omdat de toegang tot de aangeschafte online data te allen tijde kan worden stopgezet.

De inbaarheid van debiteuren die niet onder de kredietverzekering vallen wordt periodiek beoordeeld. Op basis van deze beoordeling wordt de hoogte van de voorziening voor afwaardering handelsdebiteuren vastgesteld. Beoordeling vindt plaats met de individuele methode, dat wil zeggen dat per factuur een oordeel wordt gevormd over de inbaarheid daarvan. Objectieve oordeelsvorming over de inbaarheid is gebaseerd op (i) historisch betaalgedrag van debiteur en (ii) informatie van derden over de kredietwaardigheid van de debiteur.

Daarnaast vindt beoordeling met de collectieve methode plaats. Deze methode houdt in dat te verwachte verliezen op uitstaande handelsdebiteuren statistisch op basis van ouderdom worden bepaald. Het

maximale risico op handels- en overige vorderingen is gelijk aan het totaal bedrag uitstaande per balansdatum. Vorderingen die vallen onder de kredietverzekering worden voor maximaal 20% als oninbaar opgenomen in de voorziening.

Liquiditeitsrisico

De liquiditeitspositie wordt regelmatig beoordeeld aan de hand van het seizoenspatroon in de kasstroom, alsmede de verwachte ontwikkeling van ontvangsten en uitgaven. Vooral het beheer van het werkkapitaal is een belangrijk instrument voor verbetering van de liquiditeit. Het beleid is waarborging van de continuïteit van de onderneming door flexibel gebruik te kunnen maken van kredietfaciliteiten en langlopend vreemd vermogen of door eigen vermogen aan te trekken ter financiering van structurele maatregelen die waarde toevoegen.

Onderstaande tabel geeft aan wanneer contractuele financiële verplichtingen betaald moeten worden.

Betaling financiële verplichtingen Per < 3 3 tot 12 1 tot 5 > 5
Per 31 december 2010 direct maanden maanden jaar jaren Totaal
Rentedragende schulden
inclusief rente
2.481 250 126 0 0 2.857
Crediteuren en overige te betalen posten 6.326 3.359 1.083 0 0 10.768
Valutatermijncontracten 0 22 150 0 0 172
Totaal 8.807 3.631 1.359 0 0 13.797
Betaling financiële verplichtingen Per < 3 3 tot 12 1 tot 5 > 5
Per 31 december 2009 direct maanden maanden jaar jaren Totaal
Rentedragende schulden
inclusief rente
3.824 220 569 358 0 4.971
Crediteuren en overige 7.694 1.286 1.630 0 0 10.610
te betalen posten
Valutatermijncontracten
0
31
–31
0
0
0
Totaal
11.518
1.537
2.168
358
0
15.581

Financieel beleid

Het financieel beleid is gericht op het solide financiering van de groeidoelstellingen van de onderneming, waarbij de vrije kasstroom voldoende moet zijn om de kosten en aflossing van vreemd vermogen en het contant dividend te kunnen betalen. Uitgegaan wordt van een solvabiliteit tussen 40 en 60%.

1 5 . G e s e g m e n t e e r d e i n f o r m a t i e

Gesegmenteerde gegevensverstrekking vindt plaats op de volgende gebieden: omzet, resultaat en activa per uitgeefactiviteit, omzet per productsoort, omzet per afzetgebied en geografische verdeling van het eigendom van de activa. De afschrijvingen, financieringskosten en -opbrengsten worden niet naar operationele segmenten gealloceerd.

De uitgeefactiviteiten van Brill zijn verdeeld in vakgebieden welke worden beschouwd als de volgende operationele segmenten:

  • Law; internationale rechtswetenschappen
  • Middle East, Islam and African studies (MIA): geschiedenis, cultuur, literatuur, economie en politiek van het Midden Oosten, de Islam en Afrika
  • History (HIS): geschiedenis, waaronder de geschiedenis van de wetenschap en vroeg moderne geschiedenis
  • Science & Biology (S&B): materiaalkunde en biologie

  • Religion (REL): religie- en Bijbelwetenschap, waaronder Jiddisch en het christendom

  • Classical Studies (CS): klassieke oudheid, waaronder oude geschiedenis, Grieks en Latijnse literatuur
  • Alle overige segmenten (OV): een aantal kleinere vakgebieden, namelijk Ancient Near East and Jewish Studies en Asian Studies.

Het management van Brill beoordeelt de resultaten van de individuele segmenten teneinde beslissingen te kunnen nemen over het toewijzen van middelen. Segmentresultaten worden beoordeeld op winstgevendheid welke in lijn is met de resultaten zoals gepresenteerd in het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten.

Segmenten Law MIA HIS S&B REL CS OV aanpas
singen
totaal
Omzet 2010 5.349 3.762 3.761 2.658 5.605 2.276 3.643 27.054
Omzet 2009 5.673 3.813 3.426 2.573 5.064 2.448 3.125 26.124
Winst voor belasting 2010 942 533 434 682 1.212 461 350 -891 3.723
Winst voor belasting 2009 1.021 524 225 441 997 562 -157 -719 2.893
Activa 31 december 2010 13.145 4.212 4.056 2.721 5.478 2.314 4.717 224 36.867
Activa 31 december 2009 13.590 4.466 3.900 2.761 5.433 2.578 4.071 427 37.227
Aansluiting omzet en winst 2010 2009
Omzet 27.054 26.124
Kostprijs van de omzet –9.499 –8.557
Overige baten 5 0
Verkoopkosten –4.995 –4.627
Algemene operationele kosten –7.591
–9.327
4.614
3.612
Aanpassingen
Afschrijving op immateriële vaste activa –283 –115
Afschrijving op materiële vaste activa –662 –694
Financieringsopbrengsten 179 299
Financieringskosten –125
–210
Winst voor belasting 3.723
2.893
Aansluiting activa 2010 2009
Segment activa 36.643 36.800
Aanpassingen
Te vorderen belasting 224
427
Activa 36.867
37.227

De segmentering naar producten is:

Omzet per product boeken
tijdschriften
totaal
Verkoop producten 2010 18.715 8.339 27.054
Verkoop producten 2009 17.763 8.361 26.124

Het product boeken bevat naast folio- en online boeken ook primaire bronnen. Tijdschriften bestaan uit folio- en online tijdschriften.

De geografische verdeling van de omzet (gebaseerd op de locatie van de klant) is:

Omzet per regio 2010 2009
Europa 11.671 11.191
Noord Amerika 12.041 10.745
Rest van de wereld 3.342
4.188
Totale verkopen aan externe klanten 27.054
26.124

Wat betreft de segmentatie van het eigendom van de activa kan vermeld worden dat deze in Nederland ligt.

1 6 . K o s t e n

De kostprijs van de omzet bestaat uit de volgende kostensoorten: Technische productiekosten, afschrijving op immateriële vaste activa, verzendkosten en royalty's.

Kostprijs van de omzet 2010 2009
Technische productiekosten 7.909 7.152
Afschrijving immateriële vaste activa 523 477
Verzendkosten 231 256
Royalty's 836
672
9.499
8.557

De stijging van de technische productiekosten met eur 757 duizend ten opzichte van 2009 wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de schattingswijziging van de voorziening voor onverkoopbaarheid (zie noot 7) en de aanpassing van de economische levensduur. Het totaal eenmalig extra effect van deze wijziging in 2010 is eur 420 duizend. De rest van de stijging (eur 337 duizend) is autonoom.

De stijging van de royaltykosten met eur 164 duizend ten opzichte van 2009 is ook grotendeels eenmalig. De integratie van de royaltyadministratie in de centrale productiesoftware heeft geleid tot een opschoning van de royaltycontracten, waardoor in 2010 extra uitkeringen over voorgaande jaren hebben plaatsgevonden van eur 90 duizend. De rest van de stijging (eur 74 duizend) is autonoom of wordt veroorzaakt door wijziging van de productmix.

Aansluiting verkoop- en algemene operationele beheerskosten met personeels- en operationele kosten

2010 2009
Verkoopkosten 4.995 4.627
Algemene operationele kosten 7.951
9.327
12.946
13.954
Personeelskosten 6.235 7.014
Operationele kosten 6.711
6.940
12.946
13.954

De specificatie van de personeelskosten is als volgt:

Personeelskosten 2010 2009
Salarissen en lonen 6.126 6.051
Sociale verzekeringen 731 803
Personeelskosten reorganisatie 2009 0 487
Toegezegde bijdrage pensioen regelingen 356 727
Overige toegezegde bijdrage regelingen 257
244
7.470 8.312
Salarissen en lonen geboekt
op onderhanden werk
–1.235
–1.298
Personele kosten verantwoord onder
de bedrijfslasten
6.235 7.014

De post toegezegde bijdrage pensioen regelingen (inclusief de bijdrage werknemers) bevatte in 2009 een bedrag van eur 150 duizend aan kosten die betrekking hadden op het afronden van de overgang naar de verzekerde regeling. In 2010 bevat deze post een bedrag aan minus eur 67 duizend die betrekking had op een meevaller in de kosten van integratie van de oude IDC pensioenregeling in de huidige verzekerde regeling van Koninklijke Brill nv.

De post operationele kosten ad eur 6.711 duizend bevat alle niet aan de technische kostprijs en directe verkoop gerelateerde kosten.

1 7 . Fi n a n c i e r i n g s o p b r e n g s t e n , f i n a n c i e r i n g s k o s t e n e n o v e r i g e b a t e n

Financieringsopbrengsten 2010 2009
Ontvangen interest 4 8
Koersverschillen uit termijncontracten in
vreemde valuta
21 271
Resultaat koersaanpassingen van overige
activa en passiva
154
20
179
299

Wat betreft de financieringskosten: de betaalde interest bedroeg in 2010 eur 125 duizend (in 2009 eur 210 duizend). De overige baten van eur 5 duizend in 2010 betroffen een resultaat op de verkoop van het tijdschrift Journal of Conflict Archaeology aan Maney Publishing in het Verenigd Koninkrijk.

1 8 . W i n s t p e r a a n d e e l

De winst per aandeel is berekend door de winst na belastingen toe te rekenen aan de houders van gewone aandelen en te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen.

2010 2009
Winst (x eur 1.000) 2.761 2.140
Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen
voor gewone winst per aandeel
1.874.444 1.874.444
Winst per aandeel
Gewone winst per aandeel toe te rekenen aan
aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
1,47 1,14
Verwaterde winst per aandeel toe te rekenen
aan aandeelhouders van Koninklijke Brill nv
1,47 1,14

Op balansdatum stonden er geen aandelenopties of aflosbare preferente aandelen uit die kunnen leiden tot verwatering van de winst per aandeel. Na balansdatum hebben zich geen transacties in aandelen voorgedaan.

1 9 . U i t g e k e e r d e n v o o r g e s t e l d d i v i d e n d

2010 2009
Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar
Dividend op gewone aandelen 1.687 0
Betaald dividend voor 2009: 90 cent
(2008: 0 cent)
Voorgesteld ter goedkeuring (niet opgenomen
als verplichting per 31 december)
Dividend op gewone aandelen 1.687 1.687
Voorgesteld dividend voor 2010: 90 cent
(2009: 90 cent)
Voorgestelde winstverdeling 2010
Dividend op gewone aandelen 1.687
Toevoeging aan winstreserve 1.074
Winst 2.761

2 0 . N i e t u i t d e b a l a n s b l i j k e n d e v e r p l i c h t i n g e n

Er is een huurcontract voor het kantoorgebouw Plantijnstraat 2 in Leiden. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot en met september 2016. Vanwege de huurovereenkomst is een bankgarantie verstrekt van eur 115 duizend. Daarnaast is er een huurcontract afgesloten voor kantoorruimte in Milk Street in Boston. Dit contract loopt tot en met 2014. Verder worden bedrijfsauto's geleased. Deze leasecontracten hebben een looptijd van vier jaar. Het betreft operationele leaseovereenkomsten.

De financiële verplichtingen vanwege leasing zijn:

Per 31 december 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 e.v.
(x eur 1.000)
Bedrijfswagens 75 53 34 17 0 0
Huur 447 460 474 488 326 241
Totaal 522 513 508 505 326 241
Per 31 december 2009
(x eur 1.000)
2010 2011 2012 2013 2014 2015 e.v.
Bedrijfswagens 71 47 21 3 0 0
Huur
445
458
472
486
331
0
Totaal
516
505
493
489
331
0

2 1 . I n f o r m a t i e o v e r v e r b o n d e n p a r t i j e n

Dochterondernemingen

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Koninklijke Brill nv en de (enige) dochteronderneming Brill USA, Inc. (in Boston, MA, Verenigde Staten). Brill nv had in 2010 een 100% belang in Brill USA, Inc. (in 2009 100%). Brill USA, Inc. heeft als taak de distributie van boeken in Noord-Amerika. De boeken worden van Koninklijke Brill nv gekocht met een marktconforme korting op het moment dat er een verkoop aan derden plaatsvindt.

Beloning sleutelfunctionarissen

De vennootschap wordt bestuurd door één statutair directeur onder toezicht van de Raad van Commissarissen. De commissarissen ontvangen uit hoofde van hun functie jaarlijks een beloning.

Er is geen sprake van een bonusuitkering of een beloning op termijn, zoals opties in aandelen. Er worden geen pensioenrechten opgebouwd die ten laste van de vennootschap komen. De beloning van de directeur bestaat uit een vast en een variabel deel. Het variabel deel bestaat uit een korte termijn bonus van maximaal 50% van de vaste beloning en een driejaars lange termijn bonus van maximaal 20% van de vaste beloning. Het bedrag vermeld als bonus van de directeur betreft de kosten van de bonus in het jaar. De uiteindelijk betaalde bonusuitkering in het jaar kan hiervan afwijken. In 2010 is er een bedrag van eur 21 duizend extra aan bonus opgenomen welke betrekking heeft op de doelstellingen uit 2009. De definitieve beoordeling kon pas plaatsvinden nadat de jaarrekening was vastgesteld. De directeur heeft geen beloning in opties of aandelen. Daarnaast bouwt de directeur ten laste van de vennootschap pensioenrechten op. De bezoldiging van de Directie wordt nader toegelicht in het remuneratieverslag.

Bezoldiging van de leden van
de Raad van Commissarisen (in eur)
2010 2009
Mr. R.E. Rogaar 19.750 19.750
Drs. ing. H.P. Spruijt 19.750 19.750
Mr. A.R. baron van Heemstra 24.000
24.000
63.500
63.500
Bezoldiging van de directeur (in eur) 2010 2009
Salaris 227.000 221.850
Bonusuitkering 90.134 0
Bonus 2009 (gedeeltelijk toegekend
na vaststelling van de jaarrekening 2009)
21.000 39.875
Pensioenlasten 50.238
52.309
388.462
314.034

2 2 . G e b e u r t e n i s s e n n a b a l a n s d a t u m

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die invloed hebben op de normale bedrijfsvoering.

VE N N O O T S C H A P P E L I J K E J AA R R E K E N I N G 2 0 1 0

I N H O U D

Ve n n o o t s c h a p p e l i j k e j a a r r e k e n i n g 2 0 1 0

  • Vennootschappelijke balans per 31 december 2010 82
  • Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2010 83
  • Algemene toelichting 83

83 83

    1. Informatie over de vennootschap
    1. Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
  • Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 84
    1. Materiële vaste activa 84
    1. Immateriële vaste activa
    1. Financiële vaste activa
    1. Voorraden
      1. Debiteuren en overige vorderingen
      1. Liquide middelen
      1. Geplaatst kapitaal en reserves
      1. Rentedragende schulden
    1. Crediteuren en overige te betalen posten
    1. Financiële instrumenten 86
    1. Financieel risicomanagement 86
    1. Niet uit de balans blijkende verplichtingen 86
    1. Accountantskosten 87
    1. Gebeurtenissen na balansdatum 87

VE N N O O T S C H A P P E L I J K E B A L A N S P E R 3 1 D E C E M B E R 2 0 1 0

Voor bestemming resultaat; in duizenden euro's

2010 2009
A c t i v a
Vaste activa
Materiële vaste activa [3] 1.268 1.570
Immateriële vaste activa [4] 14.667 14.852
Financiële vaste activa [5] 148 1.135
16.083 17.557
Vlottende activa
Voorraden [6] 10.253 10.419
Debiteuren en overige vorderingen [7] 7.781 7.897
Te vorderen belasting 144 426
Liquide middelen [8] 2.524 1.943
20.703 20.686
Totaal activa 36.785 38.243
Pa s s i v a
Eigen vermogen
Geplaatst kapitaal [9] 1.125 1.125
Agio [9] 343 343
Ingehouden winst [9] 17.073 16.620
Overige reserves [9] –236 –260
Onverdeelde winst [9] 2.761 2.140
21.066 19.968
Voorzieningen
Uitgestelde belastingverplichtingen 1.983 1.642
1.983 1.642
Langlopende verplichtingen
Rentedragende leningen [10] 0 352
0 352
Kortlopende verplichtingen
Crediteuren en overige te betalen posten [12] 10.707 11.670
Rentedragende schulden [10] 2.851 4.576
Renteswaps [12] 7 35
Valutatermijncontracten [12] 172 0
13.737 16.281
Totaal passiva 36.785 38.243

VE N N O O T S C H A P P E L I J K E W I N S T - E N VE R L I E S R E K E N I N G O VE R 2 0 1 0

In duizenden euro's

2010 2009
Resultaat deelnemingen na belastingen 89 184
Overig resultaat na belastingen 2.672
1.956
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 2.761
2.140

A L G E M E N E T O E L I C H T I N G

1 . I n f o r m a t i e o v e r d e v e n n o o t s c h a p

De vennootschappelijke jaarrekening van Koninklijke Brill nv per 31 december 2010 is goedgekeurd voor publicatie ingevolge het besluit van de Raad van Commissarissen en de Directie van 15 maart 2011. Koninklijke Brill nv is een in Nederland opgerichte en gevestigde vennootschap waarvan de aandelen openbaar worden verhandeld bij Euronext, Amsterdam.

2 . G r o n d s l a g e n b i j d e o p s t e l l i n g v a n d e j a a r r e k e n i n g

De vennootschappelijke jaarrekening wordt opgesteld op basis van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de grondslagen van waardering en resultaatbepaling (waaronder de grondslagen voor de classificatie van financiële instrumenten en eigen of vreemd vermogen) te baseren op de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Daarom wordt voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling verwezen naar de noot 2 (grondslagen) bij de geconsolideerde jaarrekening.

De deelnemingen worden verantwoord onder de financiële vaste activa en zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.

Als de verschillen tussen enkelvoudige noten de geconsolideerde noten geen aanvullende informatie laten zien is er voor gekozen om te verwijzen naar de geconsolideerde noten.

T O E L I C H T I N G O P D E VE N N O O T S C H A P P E L I J K E J AA R R E K E N I N G

3 . M a t e r i ë l e v a s t e a c t i v a

Aangezien er geen significant verschil is tussen de cijfers in de geconsolideerde jaarrekening en de vennootschappelijke jaarrekening, wordt verwezen naar de toelichting onder noot 4 van de geconsolideerde jaarrekening.

4 . I m m a t e r i ë l e v a s t e a c t i v a

Zie toelichting onder noot 5 van de geconsolideerde jaarrekening.

5 . Fi n a n c i ë l e v a s t e a c t i v a

Dit betreft Brill USA, Inc. In Boston, Verenigde Staten (100% eigendom van Koninklijke Brill nv). De daling van de financiële vaste activa is veroorzaakt doordat er in 2010 een dividend uitkering van us-dollar 1.555 duizend heeft plaatsgevonden van Brill USA, Inc. aan Koninklijke Brill nv.

6 . Vo o r r a d e n

Zie toelichting onder noot 7 van de geconsolideerde jaarrekening.

7 . D e b i t e u r e n e n o v e r i g e
v o r d e r i n g e n
2010 2009
Debiteuren 6.024 6.029
Vorderingen op dochterondernemingen 39 0
Overige vorderingen 1.718
1.868
7.781
7.897

Debiteuren en overige vorderingen zijn kortlopend van karakter. Debiteuren zijn niet-rentedragend en hebben over het algemeen een betalingstermijn van dertig tot negentig dagen, afhankelijk van het land van vestiging van de debiteur.

Betalings
termijn
verstreken maar niet afgewaardeerd
Ouderdom debiteuren niet
verstreken
< 30 dagen 30-60
dagen
60-90
dagen
> 90 dagen Totaal
2010 4.488 1.132 295 67 42 6.024
2009 3.992 1.556 270 100 111 6.029

Zie voor mutaties in de voorziening voor afwaardering debiteuren de toelichting onder noot 8 van de geconsolideerde jaarrekening.

8 . L i q u i d e m i d d e l e n

Ultimo 2010 bedroegen de liquide middelen van Brill eur 2.524 duizend (ultimo 2009: eur 1.943 duizend). De liquide middelen staan vrij ter beschikking van Brill.

9 . G e p l a a t s t k a p i t a a l e n r e s e r v e s

Zie toelichting onder noot 10 van de geconsolideerde jaarrekening.

1 0 . R e n t e d r a g e n d e s c h u l d e n

Zie toelichting onder noot 11 van de geconsolideerde jaarrekening.

1 1 . C r e d i t e u r e n e n o v e r i g e
t e b e t a l e n p o s t e n
2010 2009
Crediteuren 3.288 2.688
Schulden aan dochterondernemingen 0 1.086
Vooruitontvangen omzet 5.130 5.066
Belasting en sociale premies 138 153
Overlopende passiva 1.645 1.650
Overige te betalen posten 506
1.027
10.707
11.670

Vooruitontvangen omzet heeft betrekking op betaalde abonnementsgelden. Deze wordt gedurende het jaar als omzet genomen gerelateerd aan het uitkomen van afleveringen van tijdschriften. Crediteuren zijn niet-rentedragend en hebben normaliter een beta-

1 2 . Fi n a n c i ë l e i n s t r u m e n t e n

Zie toelichting onder noot 13 van de geconsolideerde jaarrekening

1 3 . Fi n a n c i e e l r i s i c o m a n a g e m e n t

Zie toelichting onder noot 14 van de geconsolideerde jaarrekening.

1 4 . N i e t u i t d e b a l a n s b l i j k e n d e v e r p l i c h t i n g e n

Er is een huurcontract voor het kantoorgebouw Plantijnstraat 2 in Leiden. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot en met september 2016. Vanwege de huurovereenkomst is een bankgarantie verstrekt van eur 115 duizend. Verder worden bedrijfsauto's geleased. Deze leasecontracten hebben een looptijd van vier jaar. Het betreft operationele leaseovereenkomsten.

lingstermijn van dertig dagen. Belastingen, sociale premies, overlopende activa en overige te betalen posten worden gedurende het boekjaar afgerekend.

De financiële verplichtingen vanwege leasing zijn:

Per 31 december 2010
(bedragen x 1.000)
2011 2012 2013 2014 2015 2016 e.v.
Bedrijfswagens 75 53 34 17 0 0
Huur 369 380 391 403 311 241
Totaal 444 433 425 420 311 241
Per 31 december 2009
(bedragen x 1.000)
2010 2011 2012 2013 2014 2015 e.v.
Bedrijfswagens 71 47 20 3 0 0
Huur
377
388
399
411
318
0
Totaal
448
435
419
414
318
0
1 5 . A c c o u n t a n t s k o s t e n 2010 2009
Controle jaarrekening 90 80
Andere controle opdrachten 8 7
Andere niet-controle diensten 17
19
115
106

Dit betreft alleen kosten van Ernst & Young accountants LLP Nederland. Er wordt geen gebruik gemaakt van de firma Ernst & Young in andere landen.

1 6 . G e b e u r t e n i s s e n n a b a l a n s d a t u m

Zie toelichting onder noot 22 bij de geconsolideerde jaarrekening.

O VE R I G E G E G EVE N S

W i n s t b e s t e m m i n g

Statutaire winstbestemmingsregeling

De winstbestemming vindt plaats overeenkomstig artikel 25 van de statuten, waarin is bepaald dat de winst als volgt wordt verdeeld:

  • a Uitkering van dividend over het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag.
  • b De Gecombineerde Vergadering bepaalt welk bedrag na aftrek van de onder A genoemde uitkering wordt gereserveerd.
  • c De Raad van Commissarissen stelt het tantième van de directeur vast.
  • d De Raad van Commissarissen stelt in overleg met de directeur de gratificaties van het overige personeel vast.
  • e Het bedrag dat resteert na uitkering van het dividend op de cumulatief preferente aandelen, de reserveringen, tantièmes en gratificaties, staat ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor uitkering aan de houders van (certificaten van) gewone aandelen.

Voorstel winstverdeling boekjaar 2010

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt een dividend voorgesteld van eur 0,90 per (certificaat van) aandeel van nominaal eur 0,60 in contanten. Zie verder "Informatie voor Aandeelhouders" op pagina 93.

Indien de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dit voorstel aanvaardt, wordt de winst over 2010 ad eur 2.761 duizend als volgt verdeeld:

Voorgestelde winstverdeling 2010
Dividend op gewone aandelen 1.687
Toevoeging aan winstreserve
1.074
Winst
2.761

Leiden, 15 maart 2011

Raad van Commissarissen

Mr. A.R. baron van Heemstra Mr. R.E. Rogaar Drs. ing. H.P. Spruijt

Directeur

Drs. H.A. Pabbruwe

C on t rol e v e rkl a ring v a n d e on a fh a nk e lijk e a ccoun t a n t

Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Koninklijke Brill nv

Ve r k l a r i n g b e t r e f f e n d e d e j a a r r e k e n i n g

Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2010 van Koninklijke Brill nv te Leiden gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2010, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2010 en de toelichting waarin zijn opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31 december 2010 en de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (bw), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 bw. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap, Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Koninklijke Brill nv per 31 december 2010 en van het resultaat en de kasstromen over 2010 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 bw.

Oordeel betreffende de enkelvoudige jaarrekening Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Koninklijke Brill nv per 31 december 2010 en van het resultaat en de kasstromen over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 bw.

Ve r k l a r i n g b e t r e f f e n d e o v e r i g e b i j o f k r a c h t e n s d e w e t g e s t e l d e e i s e n

Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f bw vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 bw is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h bw vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 bw.

Amsterdam, 15 maart 2011

Ernst & Young Accountants LLP namens deze

w.g. drs. O.E.D. Jonker RA

I N F O R M AT I E V O O R AA N D EE L H O U D E R S

H e t a a n d e e l B r i l l

Koninklijke Brill nv is sinds juli 1997 genoteerd aan Euronext Amsterdam. Het register van aandeelhouders Koninklijke Brill nv wordt beheerd door:

nv Algemeen Nederlands Trustkantoor ANT Postbus 11063 1001 gb Amsterdam t +31 20 52 22 555

ANT treedt ook op als administrateur van de Stichting Administratiekantoor Koninklijke Brill. Aandeelhouders op naam kunnen zich met vragen over aandelenbezit, adreswijzigingen of dividendbetalingen eveneens wenden tot voornoemd trustkantoor.

S p l i t s i n g

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft op 14 mei 2002 ingestemd met een splitsing van de aandelen, waarbij de nominale waarde van een (certificaat van) aandeel is gewijzigd van eur 1,20 in twee (certificaten van) aandelen van ieder eur 0,60. Deze splitsing is op 19 augustus 2002 van kracht geworden. Alle gegevens over aandelen zijn hierop aangepast.

We t M e l d i n g Z e g g e n s c h a p 2 0 0 6

In het kader van de Wet Melding Zeggenschap 2006 hebben de volgende certificaathouders, voor zover op 31 december 2010 bekend bij de onderneming, een belang van 5% of meer:

Gemelde belangen Omvang Meldingsdatum Kempen Oranje Participaties nv 22% 1 januari 2010 GVB Capital Management bv 5% 29 december 2006 Otterbrabant Beheer bv 7% 1 november 2006 Dr. E.M. Aarts 5% 1 november 2006 Jan Plas S.A. 5% 22 maart 2010 Boron Investments nv 5% 21 december 2007

A a n t a l a a n d e l e n

Het aantal uitstaande aandelen met een nominale waarde van eur 0,60 was op 31 december 2010 1.874.444 (op 31 december 2009: 1.874.444). Van het totaal aantal uitstaande aandelen per 31 december 2010 zijn 1.829.801 certificaten uitgegeven en 44.643 aandelen op naam in het aandelenregister opgenomen.

D i v i d e n d 2 0 1 0

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt op 19 mei 2011 voorgesteld een dividend van eur 0,90 per (certificaat van) aandeel in contanten uit te keren.

B e l a n g e n v a n D i r e c t i e e n C o m m i s s a r i s s e n

Drs. H.A. Pabbruwe (directeur) 8.149 stuks
Drs. ing. H.P. Spruijt (commissaris) 260 stuks

Met instemming van de Raad van Commissarissen heeft de directeur voor zijn indiensttreding voor eigen rekening en risico certificaten van aandelen Brill via zijn bank verworven. Met de Raad is afgesproken dat de directeur deze certificaten, vermeerderd met stockdividend waarvoor een standaardinstructie is gegeven, niet zal vervreemden of belasten gedurende zijn actieve dienst.

F I N A N C I Ë L E A G E N D A 2 0 1 1

Algemene Vergadering van Aandeelhouders 19 mei 2011

Bekendmaking resultaat eerste halfjaar 2011 22 augustus 2011, nabeurs

Trading update derde kwartaal 2011 9 november 2011, nabeurs

I n v e s t o r r e l a t i o n s

Koninklijke Brill nv voorziet (potentiële) aandeelhouders en andere belangstellenden graag zo goed mogelijk van relevante informatie. Exemplaren van (half-) jaarverslagen zijn te vinden op het internet onder brill.nl, Corporate Information, sectie Investor Relations. Daarnaast kunnen deze worden aangevraagd via onderstaand adres.

koninklijke brill nv Investor Relations Postbus 9000 2300 pa Leiden

t + 31 71 53 53 500 f + 31 71 53 17 532 e [email protected] www.brill.nl

O VE R D I T J AA R VE R S L A G

Ja a r v e r s l a g e n b r o c h u r e

Dit jaarverslag is als geheel of in gedeelten als pdfdocument beschikbaar via de website brill.nl.

Daarnaast wordt wederom een brochure uitgegeven, waarin uittreksels van de financiële verslaglegging worden samengevoegd met het Directieverslag en een speciaal artikel, vormgegeven in de vertrouwde huisstijl.

Deze brochure, Brill in 2010, zal tevens via de website brill.nl beschikbaar zijn.

C o l o f o n

Ontwerp en lay-out André van de Waal Coördesign, Leiden Celine Ostendorf

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.