Annual Report • Mar 31, 2016
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Klaar voor de toekomst
Jaarverslag over 2015
Invloed van afboeking goodwill op enkele participaties
Common equity ratio op groepsniveau (Basel III, Deense compromismethode)
We zijn een geïntegreerde bank-verzekeraar en we focussen op retail- en privatebankingklanten, kmo's en midcaps. Onze kernmarkten zijn België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. We zijn ook aanwezig in Ierland en, in beperkte mate, in enkele andere landen om onze bedrijfsklanten uit onze kernmarkten te ondersteunen.
| Klanten (schatting) | 10 miljoen |
|---|---|
| Medewerkers | 38 450 (36 411 vte's) |
| Bankkantoren | 1 560 |
| Verzekeringsnetwerk | 441 agentschappen in België, diverse |
| distributiekanalen in Centraal- en Oost-Europa |
| Fitch | Moody's | Standard & Poor's | |
|---|---|---|---|
| KBC Bank NV | A- | A1 | A |
| KBC Verzekeringen NV | A | – | A |
| KBC Groep NV | A- | Baa1 | BBB+ |
| KBC Ancora | 18,5% |
|---|---|
| Cera | 2,7% |
| MRBB | 11,5% |
| Andere vaste aandeelhouders | 7,6% |
Gegevens van 31 december 2015, tenzij anders vermeld. Voor definities verwijzen we naar de gedetailleerde tabellen en analyses verder in dit verslag. De outlook/watch/review bij onze kredietratings vindt u verder in dit verslag. Voor KBC Verzekeringen betreft het de financial strength rating.
| 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde balans (op einde periode, in miljoenen euro) | |||||
| Balanstotaal | 285 382 | 256 928 | 238 686 | 245 174 | 252 356 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 138 284 | 128 492 | 120 371 | 124 551 | 128 223 |
| Effecten | 65 036 | 67 295 | 64 904 | 70 359 | 72 623 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 165 226 | 159 632 | 161 135 | 161 783 | 170 109 |
| Technische voorzieningen en schulden m.b.t. beleggingscontracten, | |||||
| verzekeringen | 26 928 | 30 058 | 30 488 | 31 487 | 31 919 |
| Totaal eigen vermogen | 16 772 | 15 879 | 14 514 | 16 521 | 15 811 |
| Risicogewogen activa (Basel II tot en met 2012, Basel III vanaf 2013) | 126 333 | 102 148 | 91 216 | 91 236 | 89 067 |
| Geconsolideerde resultaten (in miljoenen euro) | |||||
| Totale opbrengsten | 7 310 | 7 733 | 7 448 | 6 720 | 7 148 |
| Exploitatiekosten | -4 344 | -4 248 | -3 843 | -3 818 | -3 890 |
| Waardeverminderingen | -2 123 | -2 511 | -1 927 | -506 | -747 |
| Nettoresultaat, groepsaandeel | 13 | 612 | 1 015 | 1 762 | 2 639 |
| België | – | – | – | 1 516 | 1 564 |
| Tsjechië | – | – | – | 528 | 542 |
| Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland) | – | – | – | -182 | 245 |
| Groepscenter | – | – | – | -100 | 287 |
| Genderdiversiteit | |||||
| Genderdiversiteit volledig personeelsbestand: percentage vrouwen | 59% | 58% | 57% | 57% | 56% |
| Genderdiversiteit Raad van Bestuur: percentage vrouwen | 4% | 10% | 15% | 22% | 25% |
| Milieuefficiëntie* | |||||
| Elektriciteitsverbruik (in GJ per vte; België) | 22,5 | 21,8 | 22,4 | 22,2 | 21,0 |
| Verbruik gas en stookolie (in GJ per vte; België) | 13,3 | 13,2 | 16,8 | 13,3 | 14,3 |
| Woon-werkverkeer en dienstritten (in km per vte; België) | 15 394 | 15 151 | 14 334 | 14 141 | 13 632 |
| Papierverbruik (in ton per vte; België) | 0,15 | 0,13 | 0,13 | 0,11 | 0,12 |
| Waterverbruik (in m3 per vte; België) |
8,7 | 9,0 | 9,5 | 9,5 | 9,8 |
| Broeikasgasemissie (in ton per vte; België) | 2,3 | 1,9 | 2,6 | 2,3 | 2,1 |
| KBC-aandeel | |||||
| Aantal uitstaande aandelen op einde periode (in miljoenen) | 358,0 | 417,0 | 417,4 | 417,8 | 418,1 |
| Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel, op einde periode (in | |||||
| euro) | 28,7 | 29,0 | 28,3 | 31,4 | 34,5 |
| Gemiddelde koers tijdens het boekjaar (in euro) | 22,3 | 17,3 | 32,8 | 43,1 | 56,8 |
| Slotkoers boekjaar (in euro) | 9,7 | 26,2 | 41,3 | 46,5 | 57,7 |
| Brutodividend per aandeel (in euro) | 0,01 | 1,00 | 0,00 | 2,00 | 0,00 |
| Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro) | -1,93 | -1,09 | 1,03 | 3,32 | 3,80 |
| Marktkapitalisatie op einde periode (in miljarden euro) | 3,5 | 10,9 | 17,2 | 19,4 | 24,1 |
| Financiële ratio's | |||||
| Rendement op eigen vermogen | -6% | 1% | 9% | 14% | 22% |
| Kosten-inkomstenratio, bankieren | 61% | 64% | 52% | 58% | 55% |
| Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen | 92% | 95% | 94% | 94% | 91% |
| Kredietkostenratio, bankieren | 0,82% | 0,71% | 1,21% | 0,42% | 0,23% |
| Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode, | |||||
| phased-in/fully loaded) | – | – | 13,3%/12,8% | 14,4%/14,3% | 15,2%/14,9% |
| Totale kapitaalratio (Basel III, Deense compromismethode, | |||||
| phased-in/fully loaded) | – | – | 18,4%/17,8% | 18,9%/18,3% | 19,8%/19,0% |
| Net stable funding ratio (NSFR) | – | 105% | 111% | 123% | 121% |
| Liquidity coverage ratio (LCR) | – | 107% | 131% | 120% | 127% |
| Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL) | – | – | – | 12,5% | 13,9% |
Voor definities en toelichtingen verwijzen we naar de analyses en het Glossarium verder in dit verslag. Dividendvoorstel voor 2015 onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering.
* We pasten de referentiecijfers van de milieu-indicatoren licht aan als gevolg van een gewijzigde berekening van het aantal vte's.
181 Toelichting 21: Financiële activa volgens portefeuille en kwaliteit
Wettelijk jaarverslag: de wettelijk vereiste minimale inhoud van het jaarverslag hebben we verwerkt in het Verslag van de Raad van Bestuur, dat daarnaast bijkomende, niet-verplichte informatie bevat. We combineren bovendien het jaarverslag over de vennootschappelijke jaarrekening met het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De andere rapporten en de websites waarnaar we verwijzen, maken geen deel uit van ons jaarverslag.
Integrated reporting: we hebben ervoor gekozen ons jaarverslag – meer bepaald het deel over ons bedrijfsmodel en onze strategie – zo geïntegreerd mogelijk op te stellen, en daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met de richtlijnen van de IIRC. We zien geïntegreerd rapporteren als een einddoel, waar we elk jaar wat dichter bij komen.
Naam van de vennootschap: met KBC, we, de groep of de KBC-groep bedoelen we de geconsolideerde entiteit, dus KBC Groep NV inclusief alle in de consolidatiekring opgenomen groepsmaatschappijen. Met KBC Groep NV bedoelen we enkel die vennootschap.
Vertaling: dit jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere versies zijn officieuze vertalingen. We hebben alles wat redelijkerwijs mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermijden, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse versie voorrang.
Disclaimer: de in dit jaarverslag opgenomen verwachtingen, prognoses en verklaringen over toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en inschattingen die gemaakt zijn bij het opmaken van dit jaarverslag. Toekomstgerichte verklaringen zijn per definitie onzeker. Diverse factoren kunnen ertoe leiden dat de uiteindelijke resultaten en ontwikkelingen afwijken van de initiële verklaringen.
Verslag van de Raad van Bestuur
Ontstaan in 1998 als fusie van twee grote Belgische banken (Kredietbank en CERA Bank) en een grote Belgische verzekeringsmaatschappij (ABB Verzekeringen)
Hoofdactiviteit: geïntegreerd bankverzekeren
Circa 10 miljoen klanten
Circa 38 000 medewerkers
Kernmarkten: België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije. In de rest van de wereld aanwezig in Ierland en, in beperkte mate, in enkele andere landen.
Belangrijkste merknamen en geschat marktaandeel:
Circa 1 560 bankkantoren, verkoop van verzekeringen via eigen agenten en andere kanalen, daarnaast diverse elektronische kanalen
Onze visie: de referentie zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.
Onze strategie steunt op vier principes die elkaar versterken:
We voeren onze strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.
2015 2016 december januari februari • Lancering van de vernieuwde bedrijfswebsite www.kbc.com • Terugbetaling van de laatste nog uitstaande schijf van 2 miljard euro overheidssteun plus 50% premie aan de Vlaamse overheid. KBC houdt ook na de terugbetaling nog altijd een solide buffer aan bovenop de door de regelgevers bepaalde minimumkapitaalvereisten. • Bekendmaking dat de solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen, berekend volgens het nieuwe Solvency II-raamwerk, op een comfortabel niveau ligt
• Publicatie van de resultaten van het vierde kwartaal met een nettowinst van 862 miljoen euro, inclusief het effect van de vereffening van KBC Financial Holding Inc.
2016
november
Thomas Leysen: Het was zeker een goed jaar. Meer nog, het was het eerste jaar waarin we opnieuw onze volle aandacht konden richten op onze kernactiviteiten, terwijl we in de voorgaande jaren een aanzienlijk deel van onze tijd moesten besteden aan het desinvesteringsplan dat met Europa was overeengekomen. Uiteraard blijven we de lessen uit de financiële crisis ter harte nemen. We zijn afgeslankt, we hebben ons risicoprofiel aanzienlijk verbeterd in de afgelopen jaren en vooral: we zijn teruggekeerd naar de essentie van ons metier, bankverzekeren in een weloverwogen selectie van Europese landen. Onze resultaten bewijzen dat dat werkt. We staan opnieuw een stap dichter bij de realisatie van ons doel om de referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten. We zijn, met andere woorden, klaar voor de toekomst.
Johan Thijs: We zagen onze inkomsten stijgen met een mooie 6%. Die groei werd geschraagd door zowat alle activiteiten in onze bankverzekeringsgroep. De nettorente-inkomsten bleven, ondanks het lagerenteklimaat, op het niveau van het vorige jaar. Onze nettoprovisie-inkomsten daarentegen kenden een mooie groei van 7%, met dank vooral aan onze assetmanagementactiviteiten. Ook de verzekeringsactiviteiten presteerden sterk: de premies stegen met 4% en de gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 91%. Alle andere inkomstenposten samen stegen per saldo met bijna de helft tegenover 2014. De kwaliteit van onze kredietportefeuille verbeterde opnieuw. De aanleg van waardeverminderingen op onze kredietportefeuille was veel lager dan in 2014, onder meer dankzij een significante verbetering in Ierland. We boekten bovendien ook de goodwill op enkele participaties af. Onze kosten bleven in 2015 goed onder controle, waardoor de kosten-inkomstenratio uitkwam op een uitstekende 55%. Daarbovenop komt nog de positieve invloed van de liquidatie van een groepsvennootschap van per saldo 765 miljoen euro. Dat brengt onze nettowinst voor 2015 dus in totaal op 2,6 miljard euro. Een uitstekend resultaat waar we trots op zijn en waarvoor we onze klanten en onze medewerkers van harte willen bedanken.
Thomas Leysen: Inderdaad. Eind 2015 betaalden we de volledige resterende uitstaande staatssteun van 2 miljard euro, vermeerderd met een premie van 50%, terug aan de Vlaamse overheid. We deden dat aanzienlijk vroeger dan oorspronkelijk overeengekomen met Europa. We zijn blijvend dankbaar voor de steun die we ontvangen hebben toen onze groep het moeilijk had en voor het vertrouwen van de overheden in onze veerkracht. Tegelijk is het ook zo dat de overheid – de maatschappij dus – uiteindelijk een mooie meerwaarde heeft geboekt door die steunoperaties. Ook na de terugbetaling van de staatsteun blijft onze solvabiliteitspositie trouwens bijzonder sterk. Eind 2015 bedroeg onze common equity-kapitaalratio volgens Basel III immers ongeveer 15%, volgens de Deense compromismethode. Daarmee ligt die ratio nog altijd ruim boven de door de regelgever opgelegde doelstelling.
Johan Thijs: Onze focus ligt duidelijk op onze huidige kernlanden, waar we onze positie verder willen optimaliseren. We gaan onze huidige geografische aanwezigheid dus niet uitbreiden. In onze kernlanden gaat onze aandacht in eerste instantie uit naar organische groei. Concreet betekent dat dat we in die landen al onze kernactiviteiten, zeg maar bankieren, verzekeren, leasen, vermogensbeheer, enzovoort, op een rendabele wijze willen laten groeien. Voor België betekent dat onder meer dat we van start gingen met KBC Brussels en verder werkten aan de uitrol van de groeistrategie van CBC in Wallonië. Als er zich in onze kernlanden overnameopportuniteiten aandienen, zullen we die zeker bekijken. Maar alleen als ze passen in onze strategie én voldoen aan duidelijke en strikte financiële criteria, worden ze een optie. Een goed voorbeeld daarvan is onze overname van Volksbank Leasing Slovakia, waardoor we in Slowakije onze positie op de leasingmarkt konden versterken.
Thomas Leysen: De concurrentie is en blijft snoeihard, niet alleen van de traditionele spelers, maar ook van internetbanken en e-commerce in het algemeen. We blijven dus inzetten op nieuwe producten en diensten, om onze klanten innovatieve oplossingen aan te kunnen bieden. Ook het lagerenteklimaat heeft invloed op onze huidige en toekomstige rente-inkomsten. We hebben daarop geanticipeerd, maar de mogelijkheden zijn niet eindeloos. Om onze afhankelijkheid van rentemarges te verminderen, blijven we werken aan de diversificatie van onze inkomsten, onder meer met onze fondsen en beleggingsverzekeringen. We waken er bovendien over dat onze kosten onder controle blijven en werken verder aan vereenvoudiging in alle lagen van de organisatie.
Thomas Leysen: Duurzaamheid betekent voor ons dat we de focus leggen op onze prestaties op lange termijn, dat we het belang van de klant centraal stellen, dat we onze bedrijfsvoering kaderen in een strikt risicomanagement en dat we rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en de dialoog met onze stakeholders aangaan.
Onder duurzaamheid verstaan we ook dat we transparant rapporteren, met oog voor alle stakeholders. We gaan dus verder op de weg die we vorig jaar zijn ingeslagen, dat wil zeggen dat we op een pragmatische manier werken aan een geïntegreerde rapportering van financiële én niet-financiële informatie. We hechten daarbij veel aandacht aan het principe van beknoptheid. We gaan er immers van uit dat een te gedetailleerd rapport door bijna niemand gelezen wordt en dus zijn doel eigenlijk voorbijschiet.
Johan Thijs: Ons credo is het centraal stellen van de klant. Concreet betekent dat dat we op een proactieve manier de noden van onze klanten inzake financiële producten trachten in te vullen. Ook de manier waarop we onze klanten willen bedienen, wordt bepaald door hun voorkeur en gedrag. Onze verschillende distributiekanalen, onze kantoren, ons callcenter, onze internettoepassingen en onze mobiele applicaties
worden op een naadloze manier geïntegreerd. Dat geeft onze klanten de mogelijkheid zelf de manier te kiezen waarmee ze met KBC in contact treden, en dat zonder extra moeite voor hen. Naast ons uitgebreide netwerk van bankkantoren en verzekeringsagentschappen, zetten we volop in op digitalisering. Dankzij de digitalisering van onze producten en processen kunnen we de klant een groter gebruiksgemak én een groter gebruiksbereik bieden, 7 dagen op 7, de klok rond. De wereld waarin wij allemaal leven, verandert door de digitalisering zeer snel. Die transformatie is ook aan de gang in het financiële landschap. We bereiden ons vandaag volop voor op die nieuwe toekomst.
Thomas Leysen: De wereldconjunctuur werd in 2015 gekenmerkt door een tweedeling tussen ontwikkelde economieën en opkomende markten. In de eurozone werd de groei aangedreven door de particuliere consumptie, vooral dankzij lagere energie- en grondstoffenprijzen en een verdere verbetering op de arbeidsmarkt. Ook het soepelere budgettaire beleid, de bijkomende monetaire versoepeling door de ECB en de zwakkere euro droegen hun steentje bij. De opkomende economieën leden onder de lage grondstoffenprijzen en het vooruitzicht van een eerste renteverhoging in de VS, die in december effectief werd doorgevoerd. Voor 2016 verwachten we een voortzetting van die trend. We verwachten ook dat de groei van de wereldeconomie in 2016 per saldo nog licht zal aantrekken. We kijken dus de toekomst met vertrouwen tegemoet. We stelden onze strategie scherp, bepaalden onze langetermijndoelen en focussen nu volledig op de verdere uitbouw van onze bankverzekeringsgroep. Daarbij stellen we resoluut de klant centraal.
We wensen u veel genoegen bij het lezen van ons jaarverslag.
Johan Thijs Thomas Leysen
Chief Executive Officer voorzitter van de Raad van Bestuur
In het deel over ons bedrijfsmodel beschrijven we hoe we waarde creëren, wat de specifieke kenmerken zijn van ons model, in welke omstandigheden we onze activiteiten uitoefenen, welke middelen we daarvoor inzetten en welk resultaat we daarmee bereiken. In het deel over onze strategie bespreken we de principes die we hanteren om ons doel te bereiken, namelijk dé referentie te zijn voor bankverzekeren in al onze kernmarkten.
Als bankier zorgen we er met onze spaarrekeningen en andere spaar- en beleggingsproducten voor dat onze klanten goed geïnformeerd kunnen sparen en beleggen. Op die manier kan iedere klant zijn vermogen laten aangroeien rekening houdend met zijn eigen risicoprofiel. Hij kan daarbij rekenen op de expertise van onze medewerkers. We zien het ook als onze taak bij te dragen tot de algemene financiële vorming en nemen diverse initiatieven op dat gebied.
Met het geld uit onze depositowerving verlenen we kredieten aan particulieren, ondernemingen en overheden. We wenden dat geld dus productief aan in de samenleving. Als kredietverlener zorgen we er bijvoorbeeld voor dat mensen een huis kunnen bouwen of een auto kopen, en dat bedrijven kunnen worden opgestart of kunnen groeien. Ook via onze beleggingsportefeuille investeren we onrechtstreeks in de economie. Naast kredieten aan particulieren en bedrijven, financieren we ook specifieke sectoren en doelgroepen, zoals de socialprofitsector. We financieren ook infrastructuurprojecten met een belangrijke invloed op de binnenlandse economische ontwikkeling en we dragen bij aan de ontwikkeling van groene-energieprojecten.
Uiteindelijk nemen we in onze intermediërende rol tussen depositoontvanger en kredietverlener risico's over van onze klanten. Die risico's managen we dankzij ons sterk uitgebouwd risico- en kapitaalbeheer.
Als verzekeraar bieden we onze klanten de mogelijkheid om hun activiteiten met een gerust gemoed uit te oefenen en hun risico's te beperken.
Onze klanten kunnen bij ons terecht voor het realiseren van hun dromen en projecten via onze kredietverlening, depositoproducten en vermogensbeheerdiensten, en voor de bescherming van die dromen en projecten via onze verzekeringen.
De maatschappelijke relevantie van verzekeringen voor economie en maatschappij behoeft weinig commentaar. Het is het instrument bij uitstek om de risico's te dekken van activiteiten die levensnoodzakelijk zijn: zonder de autoverzekering geen verkeer en transport, zonder aansprakelijkheidsverzekeringen geen exploitatie van bedrijven, zonder brandverzekeringen geen beveiliging van het opgebouwde patrimonium, zonder arbeidsongevallenverzekeringen geen bescherming van de werknemers, zonder inkomens- en gezondheidsverzekeringen geen betaalbare gezondheidszorg.
We hebben bovendien een jarenlange traditie van samenwerking met organisaties die actief zijn op het vlak van verkeersveiligheid, welzijn en begeleiding van slachtoffers en we trekken als verzekeraar resoluut de kaart van preventie. Het voorkomen van menselijk leed en aandacht voor waarden als veiligheid, gezondheid en zorg voor slachtoffers zijn maar enkele van onze maatschappelijke doelstellingen, die onder meer in onze sensibiliseringscampagnes tot uiting komen.
We bieden onze klanten daarnaast ook verschillende andere financiële diensten aan die onontbeerlijk zijn in het dagelijkse leven. We denken dan bijvoorbeeld aan betalingsverkeer, cashmanagement, handelsfinanciering, leasing, corporate finance, geld- en kapitaalmarktproducten, enzovoort. Ook op die manier leveren we een bijdrage aan het economische raderwerk.
In al onze kernmarkten dragen we significant bij tot de werkgelegenheid. We beseffen dat we een belangrijke rechtstreekse impact hebben op het leven van onze mensen. We bieden hun een faire vergoeding voor het geleverde werk, en dragen zo bij tot de welvaart van de landen waarin we opereren. We bieden hun ook ontplooiingsmogelijkheden en middelen om hun werk-thuis-balans zo evenwichtig mogelijk te maken. Als grote lokale speler in elk van onze kernlanden zijn we bovendien een deel van het economisch en sociaal weefsel van die landen. We houden daar rekening mee in onze activiteiten en we nemen diverse initiatieven om lokale gemeenschappen te ondersteunen.
Om onze activiteiten te kunnen uitvoeren, maken we gebruik van verschillende soorten werkmiddelen of kapitalen.
• Financieel kapitaal is het geld dat we ontvangen van verschillende kapitaalverschaffers om onze activiteiten te ondersteunen en verder te investeren in onze bedrijfsstrategie. Het bestaat uit het kapitaal dat onze aandeelhouders ter beschikking stellen, de (eind 2015 al volledig terugbetaalde) overheidssteun en overgedragen winsten die voortvloeien uit onze activiteiten.
$$
\begin{pmatrix}\n\circ \
\circ \
\circ\n\end{pmatrix}
$$
• Menselijk en intellectueel kapitaal verwijst naar het aanwerven, het managen en het ontwikkelen van onze medewerkers zodat zij hun talenten en ervaring optimaal kunnen gebruiken om onze dienstverlening verder te verbeteren en oplossingen voor onze klanten te ontwikkelen. Intellectueel kapitaal verwijst onder meer naar de kennis en creativiteit van onze medewerkers en onze intellectuele eigendomsrechten en merknaam.
• Maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met en onze reputatie bij onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden die ons toelaten onze activiteiten uit te voeren.
• Logistiek kapitaal is een verzamelnaam voor alle vormen van infrastructuur die we gebruiken bij het uitvoeren van onze activiteiten. Het omvat onder meer onze gebouwen, kantoren en agentschappen, onze elektronische en andere netwerken, en onze ICT-platformen.
• Natuurlijk kapitaal verwijst naar de natuurlijke grondstoffen die we gebruiken bij onze activiteiten. Voor een financiële instelling is het gebruik van natuurlijke grondstoffen minder belangrijk dan voor de meeste industriële sectoren, maar als verantwoord bedrijf willen we toch voldoende aandacht besteden aan onze impact op het milieu, en ook dat aspect integreren in onze activiteiten.
Rekening houdend met de kenmerken van ons bedrijfsmodel en onze waarden, voeren we onze activiteiten uit binnen de economische en sociale context van elk land. economische en sociale context van elk land.
Terugbetaling van de steun gekregen van Terugbetaling van de steun gekregen van de overheid (voltooid eind 2015)
Onze bedrijfscultuur en onze waarden zijn bepalend voor de manier waarop we werken om de referentie als bank-verzekeraar te worden en om positief bij te dragen aan de samenleving. Onze bedrijfscultuur vatten we samen in het letterwoord PEARL. Dat staat voor Performance, Empowerment, Accountability, Responsiveness en Local Embeddedness. Bovendien moedigen we al onze medewerkers aan zich responsive, respectvol en resultaatgericht te gedragen. In het schema hiernaast leggen we uit wat we daarmee bedoelen.
We volgen uiteraard op hoe onze cultuur en waarden bij onze medewerkers ingebed zijn. Om te verzekeren dat al onze medewerkers doordrongen zijn van die waarden, stelden we een specifieke PEARL-manager aan die op regelmatige basis aan onze groeps-CEO rapporteert. De PEARL-manager zorgt er dus voor dat het topmanagement voeling houdt met de mate waarin PEARL bekend, gedragen en ingebed is in onze groep.
Naast onze cultuur en onze waarden, wordt ons bedrijfsmodel ook gekenmerkt door een aantal heel specifieke elementen die ons van onze concurrenten onderscheiden, bijvoorbeeld ons geïntegreerde bankverzekeringsmodel en onze focus op een aantal specifieke landen. In de tabel op pagina 16 gaan we daar dieper op in.
(performantie) We streven naar uitstekende resultaten en
doen wat we beloven.
We behandelen mensen als onze gelijke, we zijn transparant, we vertrouwen ze en waarderen ze om wat ze doen en wie ze zijn.
Respectvol
(lokale verwevenheid) We zien de verscheidenheid van onze teams en van onze klanten in de verschillende kernmarkten als een troef.
We doen wat we beloven, we halen onze doelstellingen, we leveren kwaliteit, we doen dat op tijd en op een kostenefficiënte manier.
(ruimte om te ondernemen) We bieden elke medewerker de kans zijn creativiteit en talent te ontplooien.
We anticiperen en spelen in op vragen, suggesties, bijdragen en inspanningen van onze klanten, medewerkers en leidinggevenden.
We anticiperen en reageren spontaan en op een positieve manier op suggesties en vragen.
Responsive
Accountability
(individuele verantwoordelijkheid) We nemen onze persoonlijke verantwoordelijkheid op ten opzichte van onze klanten, collega's, aandeelhouders en de maatschappij.
We spelen geïntegreerd in op de bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten. Ook onze organisatie is geïntegreerd: de meeste diensten werken op overkoepelend niveau, en we sturen de groep geïntegreerd aan. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop financiële dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.
We concentreren ons op onze kernmarkten België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije. Daardoor opereren we nu in een mix van mature markten en groeimarkten, en kunnen we bij die laatste rekenen op het inhaalpotentieel inzake financiële dienstverlening. In Ierland focussen we op een verhoging van de rentabiliteit door er onze retailactiviteiten uit te bouwen. In de rest van de wereld zijn we beperkt aanwezig om de activiteiten in de kernmarkten te ondersteunen.
In onze kernlanden willen we duurzame relaties met onze lokale particuliere klanten, kmo's en midcaps opbouwen. Local responsiveness is daarbij erg belangrijk voor ons. Dat betekent dat we onze lokale klanten beter begrijpen en kennen, alert zijn voor signalen en er proactief op inspelen, en producten en diensten op maat van die lokale behoeften aanbieden. Het betekent ook dat we focussen op duurzame ontwikkeling van de markten en gemeenschappen waarbinnen we actief zijn.
Bijzonder aan ons aandeelhouderschap is het vaste aandeelhouderssyndicaat bestaande uit Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, dat eind 2015 iets meer dan 40% van onze aandelen in handen hield. Die aandeelhouders treden op in onderling overleg en verzekeren op die manier de aandeelhoudersstabiliteit en de verdere ontwikkeling van onze groep.
| Goed ontwikkelde | |||
|---|---|---|---|
| bankverzekerings | |||
| strategie, wat ons | |||
| toelaat direct in te | |||
| spelen op de | |||
| behoeften van | |||
| onze klanten |
Sterke en fijngemaasde commerciële banken verzekeringsfranchises in België en Tsjechië, met solide returns
Verder turnaroundpotentieel van de divisie Internationale Markten
Succesvolle track record inzake onderliggende bedrijfsresultaten Solide kapitaalpositie en historisch sterke liquiditeit
Sterke inbedding in de lokale economieën van onze kernlanden
| Macro |
|---|
| economische |
| omgeving |
| gekenmerkt door |
| lage rentes, |
| vergrijzing en |
| meer nervositeit |
Strengere regelgeving omtrent klantenbescherming, solvabiliteit, enz.
Concurrentie, nieuwe spelers op de markt, nieuwe technologieën en veranderend klantengedrag
Toenemende cybercriminaliteit Imago van de financiële sector bij het brede publiek
Informatie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Informatie over onze cultuur en waarden vindt u op www.kbc.com/Over ons.
* Een deel van onze medewerkers werkt in andere landen of in groepsfuncties. We wijzen bovendien een deel van het kapitaal en de opbrengsten toe aan het Groepscenter (zie verder).
We hebben de manier waarop we onze groep aansturen afgestemd op onze strategische keuzes en ons bedrijfsmodel en ervoor gezorgd dat onze structuur een effectieve besluitvorming en individuele verantwoordelijkheid ondersteunt.
Onze groep is daarom opgebouwd rond drie divisies, die focussen op de lokale activiteiten en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Die divisies zijn België, Tsjechië en Internationale Markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Ierland). Het belang van de verschillende divisies wordt weergegeven in het schema hierboven. Een uitgebreide omschrijving van elke divisie (en van Groepscenter) vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
Ik weet de empowerment bij K&H echt te waarderen. Het is een van de kernwaarden van PEARL. Je merkt dat duidelijk aan de houding van onze managers. Ze ondersteunen ons in alles wat we doen en tonen dat ze in ons geloven. Ik ga dan ook op dezelfde manier om met mijn team. Ik ben mijn mensen ook echt dankbaar.
András Árva, hoofd Private Individuals bij K&H (Hongarije)
In onze groep bepaalt de Raad van Bestuur de strategie, het algemene beleid en het niveau van te nemen risico's. Een aantal gespecialiseerde comités staat de Raad bij. Het gaat om het Auditcomité, het Risico- en Compliance Comité, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité. We gaan dieper in op de rol en de activiteiten van die comités in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Het Directiecomité is belast met het operationele bestuur van de groep, binnen de door de Raad van Bestuur goedgekeurde algemene strategie. Gezien zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot financieel beleid en risicobeheer omvat het Directiecomité ook een chief financial officer (CFO) en een chief risk officer (CRO).
De belangrijkste onderwerpen die de Raad van Bestuur in 2015 besprak, sommen we op in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Ook over ons vergoedingsbeleid voor het management vindt u uitgebreide informatie in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, meer bepaald in het deel Remuneratieverslag. We gaan in dat vergoedingsbeleid voor het management – net zoals voor alle medewerkers trouwens – uit van het principe dat goede prestaties mogen worden beloond. We vinden het niet meer dan fair dat alle medewerkers die zich inzetten, behoorlijk worden vergoed, ook onder meer door een (begrensde) variabele vergoeding.
| Raad van Bestuur | Aantal leden | 16 |
|---|---|---|
| Mannen/vrouwen | 12/4 | |
| Belangrijkste diploma's* | economie, rechten, actuariële wetenschappen, wiskunde, management, filosofie, literatuur, enz. |
|
| Nationaliteiten | Belgisch (14), Hongaars (1), Tsjechisch (1) | |
| Onafhankelijke bestuurders |
3 | |
| Aanwezigheden | Zie hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur | |
| Directiecomité | Aantal leden | 6 |
| Mannen/vrouwen | 5/1 | |
| Belangrijkste diploma's* | rechten, economie, actuariële wetenschappen, wiskunde, internationale betrekkingen |
|
| Nationaliteiten | Belgisch (5), Brits (1) |
* Op basis van alle diploma's (verschillende personen hebben meer dan 1 diploma).
Benaderende verdeling op basis van totaal aantal diploma's (meerdere personen hebben meer dan 1 diploma).
Uitgebreide informatie over onze divisies vindt u in het hoofdstuk Onze divisies. Uitgebreide informatie over ons bestuur vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur en in het Corporate Governance Charter van de groep op www.kbc.com.
De wereldeconomie, de financiële markten en andere macro-economische en demografische ontwikkelingen kunnen ons resultaat sterk beïnvloeden. Dat geldt ook voor technologische veranderingen en de toenemende en veranderende concurrentie. Bovendien blijft de regelgeving toenemen en strenger worden, wat zijn invloed heeft op onze activiteiten en kapitaalbeheer. In een steeds meer gedigitaliseerde wereld is ook het cyberrisico bijzonder belangrijk geworden. We bespreken elk van die uitdagingen in het hiernavolgende overzicht.
De specifieke risico's verbonden aan onze kernactiviteit van bank-verzekeraar, zoals het kredietrisico, het marktrisico en het verzekeringstechnische risico, bespreken we kort in het deel Onze Strategie, onder We willen onze ambities waarmaken binnen een strikt risicobeheer, en uitgebreider in de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid.
De economische groei werd in 2015 gekenmerkt door een bevredigende groei in de ontwikkelde landen en sputterende economieën in de opkomende landen. Dalende olie- en grondstoffenprijzen betekenden een koopkrachtinjectie voor de consument in de eerste groep, maar inkomensverlies voor de producerende landen. Ook de onzekerheid over de duurzaamheid van het Chinese groeimodel speelde een belangrijke rol. In de eurozone zijn Spanje en Ierland bezig aan een fors herstel en kwam de financiële stabiliteit nauwelijks in gevaar, ook niet toen Griekenland in de zomer op de drempel van een grexit stond. Over het algemeen bleef de zwakke investeringsgroei in de eurozone de achilleshiel van de groei. Lage inflatie en nerveuze financiële markten zorgden voor wisselende verwachtingen omtrent de eerste renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank, die er pas op het einde van het jaar kwam. Tegen de achtergrond van sluimerende vrees voor deflatie in de eurozone ging de ECB daarentegen in maart een stap verder in de versoepeling van haar beleid met een nieuw aankoopprogramma van vooral overheidsobligaties. Daarop anticiperend daalde de Duitse tienjaarsoverheidsrente tijdelijk tot net boven het nulpunt. Nadien volgde een correctie, maar nog verdere versoepeling in december deed de Duitse langetermijnrente weer dalen tot circa 0,5%. Het aankoopprogramma van de ECB deed de renteverschillen op overheidsobligaties in de eurozone verder dalen.
De wereldeconomie (zie apart kader op de vorige pagina), de financiële markten en demografische ontwikkelingen kunnen ons resultaat sterk beïnvloeden. Het betreft dan zaken zoals het niveau en de volatiliteit van de interestvoeten, inflatie, werkgelegenheid, faillissementen, beschikbaar gezinsinkomen, liquiditeit van de financiële markten, wisselkoersschommelingen, beschikbaarheid van financiering, beleggers- en consumentenvertrouwen en credit spreads.
De laatste jaren is het risico van een aanhoudend lage rente belangrijk geworden. Dat zorgt voor significante druk op de inkomsten van banken en verzekeraars. Ook de vergrijzing is een uitdaging, onder meer voor onze levensverzekeringsactiviteiten, waar het kan leiden tot een veranderend productaanbod, door de gewijzigde samenstelling van de verzekerde populatie en omdat het de vraag naar renteproducten met langere looptijden doet toenemen.
Bij de meeste van onze activiteiten hebben we af te rekenen met een sterke concurrentie. Naast de traditionele spelers neemt ook de concurrentie toe van kleinere bankspelers en internetbanken en van e-commerce in het algemeen.
De concurrentie wordt ook beïnvloed door technologische veranderingen en het veranderende gedrag van klanten. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan de enorme groei van de onlinedienstverlening. We willen en moeten mee zijn met de technologische ontwikkelingen en de nieuwe behoeften van een veranderende samenleving.
We nemen proactief maatregelen. Voorbeelden zijn het afstemmen van ons aanbod op de toenemende vergrijzing (meer verzekeringen gerelateerd aan gezondheidszorg, beleggingsproducten die gelinkt zijn aan financiële planning, enz.), het versterken van onze eigen kapitaalpositie om financiële stabiliteit te waarborgen en het blijven investeren in beleggingsoplossingen die bescherming bieden tegen beursschokken.
Om ons te wapenen tegen concurrentie en technologische veranderingen is de creatieve input van onze medewerkers bijzonder belangrijk. We doen er alles aan om getalenteerde medewerkers aan te trekken en te stimuleren.
De toenemende regelgeving is een gegeven voor de hele financiële sector. Daarbij gaat het onder meer over gedragsregels om de klant te beschermen tegen oneerlijke of ongepaste praktijken, zoals de Markets in Financial Instruments Directive en Regulation en de Insurance Distribution Directive. Andere regelgeving betreft de pijlers van de Europese Bankenunie: het eengemaakte toezicht door de Europese Centrale Bank op de belangrijkste banken van de Eurozone (Single Supervisory Mechanism) en het eengemaakte afwikkelingsregime in de Eurozone (Single Resolution Mechanism). In België werd de Bankenwet van kracht. Die zet onder meer de bepalingen uit de Capital Requirements Directive om in Belgisch recht en legt beperkingen op voor bepaalde activiteiten. Op het gebied van solvabiliteit zijn er momenteel diverse nieuwe initiatieven gaande, onder andere de recente ontwikkelingen in de Baselreglementering voor banken en de introductie van de Solvency II-richtlijn voor verzekeraars vanaf 2016. Ook belangrijk is de Bank Recovery and Resolution Directive met daarin de introductie van afwikkelingsinstrumenten zoals bail-in en de daaraan gekoppelde MREL-vereiste, die ervoor moeten zorgen dat de beleggers, en niet de overheid, verliezen bij banken opvangen. Ten slotte zijn er nog de toekomstige nieuwe IFRS-voorschriften, zoals IFRS 4, dat specifiek geldt voor verzekeringsactiviteiten en vooral IFRS 9, dat onder meer een nieuwe classificatie van financiële instrumenten en nieuwe regels voor waardeverminderingen oplegt.
In een wereld die steeds meer digitaal wordt, zijn hacking en cyberaanvallen een constante bedreiging, met mogelijk aanzienlijke financiële en reputatieschade.
U vindt meer informatie over de marktomstandigheden en de positie van KBC in elk land in het hoofdstuk Onze divisies.
Onze medewerkers zijn zonder twijfel onze belangrijkste kracht. Ze staan in rechtstreeks contact met onze klanten en bepalen hoe die klanten KBC zien. We zijn ons ervan bewust dat we vooral dankzij de betrokkenheid en de inspanningen van onze medewerkers sterke resultaten kunnen boeken en onze strategie kunnen realiseren.
Als financiële groep doen we een beroep op verschillende werkmiddelen. In eerste instantie zijn dat onze medewerkers en onze kapitaalbasis. Daarnaast zijn ook onze merken, reputatie en innovatiecapaciteit, onze relaties met alle stakeholders, ons bakstenen en elektronische netwerk en onze ICTinfrastructuur belangrijke elementen om onze activiteiten te kunnen ontplooien. We doen ten slotte ook een beroep op diverse natuurlijke grondstoffen, maar dat is, zeker in vergelijking met industriële bedrijven, minder belangrijk.
Ons HR-beleid is ingebed in onze PEARL-bedrijfscultuur, waarin de begrippen Performance, Empowerment, Accountability en Responsiveness cruciaal zijn, samen met een regionale aanpak in elk van onze kernlanden (Local embeddedness). Onze medewerkers maken dat beleid tastbaar. De manier waarop ze dat doen, straalt de drie kernwaarden van KBC uit: resultaatgericht, respectvol en responsive. In al onze kernlanden volgen we van nabij hoe de PEARL-bedrijfscultuur begrepen wordt. We gaan ervan uit dat onze sterke PEARL-cultuur uiteindelijk leidt tot meer tevreden stakeholders en een sterke economische performance.
Om de bedrijfscultuur te verankeren, pasten we ook onze HR-tools aan. In 2015 lanceerden we vernieuwde loopbaanonderzoeken, gelijklopend voor alle kernlanden. Zo verzekeren we dat we de juiste sollicitanten aanwerven en dat nieuwe KBC'ers aan het juiste profiel beantwoorden. Ook bij de doorgroei naar hogere functieniveaus garanderen de nieuwe loopbaanonderzoeken kansen voor eigen medewerkers.
We creëren een stimulerende werkomgeving waarin medewerkers de mogelijkheid krijgen om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen. Niet alleen door te leren, maar ook door hun ideeën kenbaar te maken en verantwoordelijkheid te nemen. We zien zelfontplooiing als de sleutel tot loopbaanlange inzetbaarheid. Daarom bieden we onze medewerkers een ruim aanbod aan klassieke opleidingen, e-learning, Skype-sessions, coaching op de werkvloer en andere ontwikkelingsmogelijkheden. Hoewel elke medewerker in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor de uitbouw van zijn loopbaan, reikt KBC heel wat ondersteuning aan. Bovendien is er een ruim gamma aan interessante functies en geven we volop kansen om intern van job te veranderen of te groeien in zijn huidige functie. Tegelijk schenken we bijzondere aandacht aan loopbaanlange inzetbaarheid. Met Minerva, ons HR-traject voor oudere medewerkers in België, stappen we naar een meer geïndividualiseerde aanpak, afgestemd op de behoeften van onze oudere werknemers. We komen daarmee tegemoet aan de demografische ontwikkelingen en bereiden de mensen voor op langer werken.
Leiderschap gaat niet zozeer meer over delegeren en opvolgen, maar over enthousiasmeren en inspireren en mensen in beweging brengen. We zijn er ons van bewust dat goede leidinggevenden de sleutel zijn om bij medewerkers het beste in zichzelf naar boven te laten komen. Daarom hebben we intensieve leiderschapstrajecten op verschillende niveaus. Daarin gaan leidinggevenden aan de slag rond lead yourself, lead your business en lead your people. In 2015 ging ook KBC University van start, een ambitieus ontwikkelingsprogramma voor senior managers uit de hele KBC-groep, met verschillende sprekers en modules rond bankverzekeren, leiderschap en de klant
centraal. Daarnaast lanceerden we ook het open intranetportaal leadership@kbc, waar iedereen terecht kan om gedachten uit te wisselen.
KBC beloont zijn medewerkers op een faire manier, met een competitief loonpakket dat het verschil in functieverantwoordelijkheden weerspiegelt. We differentiëren voor individuele en teamprestaties door middel van het variabele loon. Naast die loonelementen bevat het totale remuneratiepakket een mooi aanbod aan extralegale voordelen, zoals de opbouw van pensioenkapitaal en gratis verzekeringen. Naast de financiële beloning hechten we ook veel belang aan het erkennen van medewerkers die bijvoorbeeld voor een project een bijzondere prestatie leverden.
We bieden onze medewerkers ruimte voor ondernemerschap en moedigen samenwerking aan, we investeren in zelfsturende teams en zetten internationale samenwerkingsprojecten op. In 2015 ging bijzondere aandacht naar het reduceren van complexiteit in onze producten, processen en tools en onze concrete manier van werken.
In 2015 startte KBC ook met de uitrol van eenzelfde informaticaplatform voor de soft HR-processen. Om de talenten van onze medewerkers maximaal tot hun recht te laten komen, zijn er transparante HR-processen nodig en intuïtieve tools die die processen ondersteunen. Het voordeel van een geïntegreerd informaticaplatform is dat de HR-gegevens vergelijkbaar zijn over de verschillende landen heen. In Tsjechië wordt het nieuwe systeem al gebruikt voor prestatiemanagement en rekrutering. België volgt met de interne arbeidsmarkt, rekrutering en opvolgingsmanagement.
In onze HR-beleidslijnen, ons rekruterings- en promotiebeleid en onze loonsystemen maken we geen onderscheid qua geslacht, geloof, etnische achtergrond of seksuele geaardheid. Gelijke behandeling van werknemers staat ook opgenomen in de KBC-Gedragscode en in de verschillende manifesten en charters die KBC heeft ondertekend. KBC wil als werkgever een duidelijk signaal geven aan de maatschappij: we behandelen onze werknemers op een maatschappelijk verantwoorde manier en daarbij spelen wederzijds vertrouwen en respect een belangrijke rol.
Gezien het belang van de medewerkers voor onze groep, hechten we bijzonder belang aan het opvolgen van de personeelstevredenheid en -betrokkenheid en houden we regelmatig bevragingen bij onze medewerkers. In 2015 bevroegen we voor het eerst de volledige groep, waarbij een uitzonderlijk hoge 80% van de medewerkers effectief antwoordde. Uit de bevraging blijkt voor de hele groep een betrokkenheid die boven het gemiddelde van de financiële sector in Europa ligt. De betrokkenheidsindex steeg in België en Bulgarije. In Tsjechië daalde de index tegenover het zeer hoge niveau van vorig jaar, maar blijft hij ruim boven de benchmark. Ook in Hongarije blijft de index op zijn traditioneel hoge niveau. In Slowakije en Ierland ligt de betrokkenheidsindex iets onder de benchmark voor het land.
| Personeelsbestand van de KBC-groep | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| In vte's | 36 187 | 36 411 |
| In procent | ||
| België | 45% | 44% |
| Centraal- en Oost-Europa | 51% | 52% |
| Rest van de wereld | 4% | 4% |
| Divisie België | 35% | 34% |
| Divisie Tsjechië | 23% | 23% |
| Divisie Internationale Markten | 29% | 30% |
| Groepsfuncties en Groepscenter | 13% | 13% |
| Mannen | 43% | 44% |
| Vrouwen | 57% | 56% |
| Voltijders | 81% | 82% |
| Deeltijders | 19% | 18% |
| Gemiddelde leeftijd (in jaren) | 42 | 42 |
| Gemiddelde anciënniteit (in jaren) | 14 | 13 |
| Aantal dagen opleiding per vte | 9 | 7 |
U vindt meer informatie over hoe we met onze medewerkers omgaan op www.kbc.com/Werken bij KBC.
Onze activiteiten zijn uiteraard alleen maar mogelijk als we beschikken over een degelijke kapitaalbasis. Eind 2015 bedroeg ons totale eigen vermogen 15,8 miljard euro. Dat bestond vooral uit het eigenlijke aandelenkapitaal, uitgiftepremies, diverse opgebouwde reserves en bepaalde AT1-instrumenten. Een gedetailleerd overzicht van de samenstelling van ons eigen vermogen vindt u in de tabel over de Geconsolideerde vermogensmutaties, in het deel Geconsolideerde jaarrekening. De belangrijkste wijzigingen in ons eigen vermogen in 2015 waren de opname van de jaarwinst (+2,6 miljard euro) en de finale terugbetaling van de overheidssteun (-3 miljard euro). Eind 2015 was ons kapitaal vertegenwoordigd door 418 087 058 aandelen, dat is een kleine toename van 306 400 aandelen tegenover het jaar voordien, als gevolg van de traditionele kapitaalverhoging voor het personeel in december.
Ons aandeel is genoteerd op Euronext Brussels. De slotkoers van ons aandeel op 31 december 2015 bedroeg 57,67 euro, een stijging van 24% in een jaar tijd. Daardoor bedroeg de waarde van ons bedrijf op de beurs eind 2015 ruwweg 24 miljard euro.
Onze aandelen zijn in handen van een groot aantal aandeelhouders, verspreid over verschillende landen. Een groep aandeelhouders, bestaande uit MRBB, Cera, KBC Ancora en de Andere vaste aandeelhouders vormen de zogenaamde vaste aandeelhouders van de groep. Zij sloten een aandeelhoudersovereenkomst om het algemene beleid van onze groep te ondersteunen en te coördineren en om toe te zien op de toepassing van dat beleid. De overeenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat en bevat bepalingen over de overdracht van effecten en de uitoefening van het stemrecht. De huidige overeenkomst werd aangegaan voor een periode van tien jaar met ingang van 1 december 2014. Volgens de recentste kennisgeving bezaten de vaste aandeelhouders samen ongeveer 40% van onze aandelen.
De algemene vergadering van aandeelhouders beslist elk jaar over het te betalen dividend. De intenties van de groep inzake dividend vindt u in de tabel.
| KBC-aandeel | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen op 31 december (in miljoenen) | 417,8 | 418,1 |
| Koersontwikkeling* | ||
| Hoogste koers van het boekjaar (in euro) | 46,9 | 65,3 |
| Laagste koers van het boekjaar (in euro) | 38,0 | 44,3 |
| Gemiddelde koers van het boekjaar (in euro) | 43,1 | 56,8 |
| Slotkoers van het boekjaar (in euro) | 46,5 | 57,7 |
| Verschil slotkoers einde boekjaar en slotkoers einde vorig boekjaar | +13% | +24% |
| Marktkapitalisatie, in miljarden euro, op 31 december | 19,4 | 24,1 |
| Gemiddelde dagelijkse omzet op NYSE Euronext Brussels (bron: Bloomberg) | ||
| Aantal aandelen in miljoenen | 1,03 | 0,86 |
| In miljoenen euro | 44,2 | 48,2 |
| Eigen vermogen per aandeel (in euro) | 31,4 | 34,5 |
* Op basis van slotkoersen; afgerond op een cijfer na de komma.
| Aandeelhoudersstructuur KBC Groep NV* | Aantal aan delen op het moment van kennisgeving |
Percentage van het huidige aantal aan delen |
|---|---|---|
| KBC Ancora | 77 516 380 | 18,5% |
| Cera | 11 127 166 | 2,7% |
| MRBB | 47 889 864 | 11,5% |
| Andere vaste aandeelhouders | 31 768 376 | 7,6% |
| Subtotaal vaste aandeelhouders | 168 301 786 | 40,3% |
| Free float | 249 785 272 | 59,7% |
| Totaal | 418 087 058 | 100,0% |
* Het overzicht in de tabel is gebaseerd op de recentste transparantiemeldingen of, als ze recenter zijn, meldingen in het kader van de wet inzake openbare overnamebiedingen of andere beschikbare informatie. Informatie over transparantiemeldingen vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
| Over boekjaar 2015 | Geen dividend |
|---|---|
| Over boekjaar 2016 en volgende | Uitkering van minimaal 50% van de beschikbare geconsolideerde winst (onder de vorm van dividenden en coupons op de AT1-instrumenten samen) |
* Telkens onder voorbehoud van goedkeuring door de betreffende Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de toezichthouders.
In 2008 en 2009 ontvingen we steun van de Belgische en Vlaamse overheden om ons kapitaal aan te sterken. Die overheidssteun bedroeg bij aanvang 7 miljard euro en hebben we, na een laatste terugbetaling van 2 miljard euro plus 50% premie eind 2015, volledig terugbetaald. In 2009 ondertekenden we ook een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van onze portefeuille gestructureerde kredieten (CDO's). Door de afbouw van de CDO-blootstelling kon ook die waarborgregeling ondertussen worden beëindigd.
Onze activiteiten zijn mogelijk dankzij onze sterke kapitaalbasis. Die activiteiten bestaan voor een groot deel in het transformeren van deposito's en andere financieringsvormen in kredieten. Naast kapitaal is dus ook onze financiering via depositowerving en de uitgifte van schuldpapier een belangrijke grondstof voor onze groep. We hebben daarom een sterke depositobasis van particulieren en midcaps
opgebouwd in onze kernmarkten. We zijn ook een regelmatige emittent van schuldinstrumenten en we geven gewone en achtergestelde obligaties uit in verschillende munten, onder meer door uitgiften in het kader van de wholesale- en retailprogramma's van KBC Ifima.
In de tabel vermelden we de langetermijn- en kortetermijnkredietratings van KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. De rating van KBC Groep NV werd in juni 2015 door Moody's verlaagd van A3 naar Baa2. De rating van KBC Verzekeringen werd begin december 2015 door Standard & Poor's verlaagd van A naar A-. In januari 2016 verhoogde Fitch de financial strength rating van KBC Verzekeringen van A- naar A, verlaagde Standard & Poor's de rating van KBC Groep van A- naar BBB+ en verhoogde Moody's de rating van KBC Bank van A2 naar A1 en van KBC Groep van Baa2 naar Baa1.
| Outlook/watch/ | ||
|---|---|---|
| review | Kortetermijnrating | |
| A- | (Stabiele outlook) | F1 |
| A | (Stabiele outlook) | – |
| A- | (Stabiele outlook) | F1 |
| A1 | (Stabiele outlook) | P-1 |
| Baa1 | (Stabiele outlook) | P-2 |
| A | (Negatieve outlook) | A-1 |
| A- | (Stabiele outlook) | – |
| BBB+ | (Stabiele outlook) | A-2 |
| Langetermijnrating |
* Voor uitleg bij de verschillende ratings verwijzen we naar de respectievelijke ratingagentschappen. Voor KBC Verzekeringen gaat het over de financial strength rating. Die geeft een idee van de waarschijnlijkheid van het honoreren van claims van verzekerden, terwijl de vermelde ratings voor KBC Bank en KBC Groep de waarschijnlijkheid meten van het honoreren van financiële verplichtingen (schulden).
Naast onze medewerkers en ons kapitaal zijn ook ons netwerk en onze relaties uiterst belangrijk voor onze activiteiten. U vindt een overzicht van ons netwerk bij De marktomstandigheden in onze belangrijkste landen in 2015. Ons maatschappelijk en relationeel kapitaal omvat alle relaties met onze klanten, aandeelhouders, overheden, regelgevers en andere belanghebbenden die ons toelaten om maatschappelijk relevant te blijven en te fungeren als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dat onderwerp komt uitgebreid aan bod in het deel Onze strategie, met name in de paragraaf Onze rol in de samenleving: we houden rekening met de maatschappelijke verwachtingen en gaan de dialoog aan met onze stakeholders.
U vindt meer informatie over onze aandeelhoudersstructuur in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur, onder Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007. Meer over onze kredietratings vindt u op www.kbc.com/Investor Relations/Kredietratings, en informatie over onze financieringsbronnen vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, onder
Liquiditeitsrisico.
(1 januari 2015 = 100%, eindeweekgegevens)
Het staat buiten kijf dat winstgevendheid – ingebed in een duurzaam kader (zie verder) – belangrijk is voor gelijk welke onderneming. Aan het begin van dit jaarverslag, onder Kerncijfers, geven we een overzicht van de belangrijkste financiële gegevens en de
ontwikkeling ervan in de voorbije vijf jaar. In die periode voerden we vanwege de ontvangen overheidssteun een zwaar
desinvesteringsprogramma uit, wat tot uiting komt in de daling van ons balanstotaal in de eerste jaren. Dat desinvesteringsprogramma en
de uitlopers van de financiële crisis hadden uiteraard ook een invloed op onze nettowinst in die jaren. Niettemin bleef in die periode ons bedrijfsmodel rendabel en efficiënt, wat onder meer blijkt uit de ontwikkeling van onze aangepaste nettowinst (vereenvoudigd gesteld, de nettowinst gecorrigeerd voor de invloed van desinvesteringen en CDO's) en onze kosteninkomstenratio (zie grafiek). Dat we die periode nu achter ons laten, wordt treffend geïllustreerd in de grafiek van onze nettowinst, die een gestage stijging vertoont. We staan er dus weer en zijn, met andere woorden, volledig klaar voor de toekomst.
In het hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2015 gaan we dieper in op onze financiële resultaten voor 2015. De belangrijkste elementen daarbij waren:
Kosten-inkomstenratio
| Selectie van financiële gegevens, KBC-groep1 | 2014 | 2015 | verschil | KPI3 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Balanstotaal | miljoenen euro | 245 174 | 252 356 | +3% | |
| Leningen en vorderingen aan klanten | miljoenen euro | 124 551 | 128 223 | +3% | |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | miljoenen euro | 161 783 | 170 109 | +5% | |
| Technische reserves verzekeringen, incl. tak 23 | miljoenen euro | 31 487 | 31 919 | +1% | |
| Totaal eigen vermogen | miljoenen euro | 16 521 | 15 811 | -4% | |
| Risicogewogen activa (Basel III, Deense compromismethode, fully loaded) |
miljoenen euro | 91 236 | 89 067 | -2% | |
| Nettoresultaat | miljoenen euro | 1 762 | 2 639 | +50% | |
| Totale opbrengsten | miljoenen euro | 6 720 | 7 148 | +6% | n |
| Brutobankverzekeringsopbrengsten | miljoenen euro | 500 | 507 | +1% | n |
| Kosten-inkomstenratio, bankieren | % | 58% | 55% | -3%-pt | n |
| Gecombineerde ratio, schadeverzekeringen | % | 94% | 91% | -3%-pt | n |
| LCR | % | 120% | 127% | –1 | n |
| NSFR | % | 123% | 121% | -2%-pt | n |
| Common equity ratio2 | % | 14,4%/14,3% | 15,2%/14,9% | +0,8%-pt/+0,5%-pt | n |
| Totale kapitaalratio2 | % | 18,9%/18,3% | 19,8%/19,0% | +0,9%-pt/+0,7%-pt | n |
| Dividenduitkeringsratio | % | 59% | – | – | n |
1 De ontwikkeling van verschillende gegevens is beïnvloed door diverse eenmalige factoren of definitiewijzigingen. Voor meer informatie: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2015 en het glossarium.
2 Volgens Basel III, Deense compromismethode, phased-in/fully loaded.
3 Zie hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
Zoals al vermeld, vinden we het belangrijk dat onze winstgevendheid ingebed is in een streven naar duurzaamheid.
Bij duurzaam ondernemen (Corporate Sustainability and Responsibility of CSR) denken we meestal spontaan aan milieu-impact of sociale impact, maar duurzaamheid gaat voor ons heel wat verder.
Het betekent dat we, in alles wat we doen, het belang van de klant centraal stellen, dat we focussen op onze langetermijnprestaties, dat we rekening houden met de maatschappelijke verwachtingen en dat we dat alles inbedden in een degelijk risicobeheer. Al die elementen zitten verweven in onze strategie voor de toekomst, waarover we het uitgebreid hebben in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de specifieke impact op milieu en samenleving voor ons geen belang zou hebben. Ook al is de milieu-impact
van een financiële instelling traditioneel veel minder groot dan die van een industrieel bedrijf, toch leveren we continu inspanningen om onze ecologische voetafdruk verder te verkleinen. Het milieu heeft bovendien ook een rechtstreekse invloed op onze activiteiten. Om maar een voorbeeld te geven: de klimaatverandering (meer extreme weersomstandigheden) kan rechtstreeks, door hogere schadeclaims, onze verzekeringsresultaten negatief beïnvloeden. We blijven uiteraard ook oog hebben voor de sociale impact die we hebben op onze omgeving, in het bijzonder in de steden waar we gevestigd zijn, en doen ook actief aan mecenaat. Elke divisie van onze groep zet zich in voor lokale maatschappelijke projecten, waarbij de focus afhangt van de lokale prioriteiten en cultuur.
In samenspraak met onze Internal Sustainability Board (zie verder) beslisten we een aantal focusdomeinen te definiëren met betrekking tot duurzaam ondernemen. Op groepsniveau zullen we focussen op de volgende domeinen:
Deyan Avramov, directeur Schadeverzekeringen bij DZI (Bulgarije)
Ik ben fier bij de KBC-groep te horen en ik vind het geweldig dat de duurzame waarden van onze PEARL-cultuur ook te vinden zijn in onze verzekeringsactiviteiten. In de samenleving van vandaag spelen verzekeringen een vitale rol. Deel mogen uitmaken van dit fantastische team geeft me echt voldoening, zowel op professioneel als op persoonlijk vlak.
financiële geletterdheid, ondernemerschap en verantwoordelijkheid voor het milieu. Voor het vierde domein kunnen alle entiteiten boven op hun bestaande initiatieven kiezen tussen gezondheid en vergrijzingsproblematiek.
Hierna vindt u een selectie van gegevens die te maken hebben met onze inspanningen voor het milieu. In 2015 breidden we de scope uit naar de volledige KBC-groep. Ter vergelijking geven we ook de relevante cijfers van 2014 en 2015 voor België en Tsjechië alleen.
| 2014 | 2015 | 2015 | |
|---|---|---|---|
| Selectie van niet-financiële gegevens | België en Tsjechië | België en Tsjechië | Volledige groep |
| Elektriciteitsverbruik | 480 382 GJ | 448 479 GJ | 558 864 GJ |
| Waterverbruik | 302 173 m3 | 268 266 m3 | 402 039 m3 |
| CO2 -emissies |
56 107 ton | 54 905 ton | 68 395 ton* |
| Afval | – | – | 6 476 ton |
* Zonder Bulgarije.
Ons CSR-beleid is geen afzonderlijk beleid, maar maakt integraal deel uit van de groepswijde strategie. We hebben wel een afzonderlijke CSR-dienst, die rechtstreeks aan de CEO rapporteert, en we hebben bovendien specifieke CSR-comités in al onze kernmarkten en in Ierland, die niet-financiële gegevens aanleveren en valideren, en lokale initiatieven organiseren en erover communiceren. Duurzaam ondernemen moet echter gedragen worden door alle medewerkers van de groep. Daarom hebben we, naast onze Sustainability Advisory Board met externe experts, ook een Internal Sustainability Board opgericht, waarin afgevaardigden van de verschillende businessunits samen met de CEO en de directeur CSR een platform creëren voor interne bewustmaking en communicatie.
Aangezien het duurzaamheidsbeleid integraal deel uitmaakt van de strategie van de groep, rapporteren we waar mogelijk op een geïntegreerde manier. We hebben dus geen apart hoofdstuk over CSR meer, maar integreren die informatie in de beschrijving van ons model en onze strategie.
Om duurzaamheid effectief in te bedden in onze dagdagelijkse activiteiten, hebben we verschillende beleidslijnen ontwikkeld. De belangrijkste daarvan vindt u hierna. De gedragslijnen zelf vindt u integraal op www.kbc.com.
Rol in de samenleving
Mensenrechten
Sinds KBC Asset Management in 1992 duurzame fondsen op de markt bracht, zijn we op dat vlak pionier in onze kernmarkten. De eerste generatie fondsen ging uit van uitsluiting, wat betekende dat die fondsen niet belegden in bedrijven uit sectoren die morele vragen opriepen. De tweede generatie spitste zich toe op positieve criteria, dus op bedrijven met een positieve impact op de samenleving, meestal met een ecologische focus. De huidige generatie duurzame fondsen bekijkt niet alleen ecologische criteria, maar ook de sociale impact en deugdelijk bestuur, en houdt rekening met de verschillende stakeholders. De fondsen beleggen alleen in bedrijven die op het vlak van duurzaamheid tot de beste in hun sector behoren. De nieuwste trend in duurzaam beleggen is impact investing. Die vorm van beleggen legt de brug tussen traditionele beleggingen, die focussen op financieel rendement, en filantropie, waar geen financieel rendement verwacht wordt. Met het eerste impact investing-beleggingsfonds in België wil KBC Asset Management zijn pioniersrol in duurzaam beleggen in zijn thuismarkten voortzetten.
Meer informatie over onze duurzame beleggingen: https://kbcam.kbc.be/nl/duurzame-beleggingsproducten.
U vindt gedetailleerde financiële informatie in onze presentaties en verslagen op www.kbc.com. U vindt ook uitgebreide informatie over CSR op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen en in het hoofdstuk Onze divisies.
Onze strategie steunt op vier principes die elkaar versterken:
We voeren die strategie uit binnen een strikt kader van beheer van risico's, kapitaal en liquiditeit.
Ons einddoel is dé referentie voor bankverzekeren te zijn in al onze kernmarkten. We zijn ervan overtuigd dat onze strategie ons helpt om elke dag het vertrouwen in ons te vergroten en ons dus op weg zet naar dat einddoel.
Om de referentie te worden, moeten we dag na dag het vertrouwen van onze klanten verdienen en behouden. Daarom stellen we onze klanten centraal in alles wat we doen. We bieden hun complete, toegankelijke en relevante oplossingen en een optimale klantervaring. Bij alles wat we doen laten we ons leiden door vertrouwen, gebruiksgemak en proactiviteit.
Hoe zetten we de klant centraal in alles wat we doen?
We willen niet alleen inspelen op de behoeften van onze klanten, we willen hen ook beschermen tegen bepaalde risico's. Als bank werken we bijvoorbeeld in elk van onze kernmarkten aan oplossingen voor klanten die een moeilijke financiële periode moeten overbruggen. Als verzekeraar focussen we dan weer sterk op preventie, gezondheid en veiligheid en lanceren we gedurende het jaar diverse preventiecampagnes.
Aangezien het centraal stellen van de klant de hoeksteen van onze strategie is, willen we dat ook grondig opvolgen. Daarom verzamelen we in onze verschillende markten informatie over de ervaringen van onze klanten en verbeteren we op basis daarvan onze diensten en producten. We volgen ook onze reputatie nauwlettend op. Verschillende factoren beïnvloeden die reputatie (zie tekening). We berekenen dus niet alleen onze score inzake reputatie in het algemeen, maar ook die van de onderliggende elementen. Die analyse delen we met alle betrokken diensten en personen opdat die het nodige kunnen doen. In 2015 lag de nadruk op acties inzake Governance, Citizenship en Customer centricity.
Ik ben heel fier op de manier waarop we met onze klanten omgaan. Ze kiezen voor KBC vanwege onze expertise, maar vooral omdat wij de mens achter onze klant zien. Omdat we hen warm en oprecht benaderen. Dat is voor mij de klant centraal stellen.
Kristof Claessens, Relatiebeheerder en adviseur bij KBC België
| KPI | Wat | Doel en resultaat in 20151 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Reputatie-index | De index toont de algemene attitude van het publiek t.o.v. het bedrijf en wordt |
Doel | dan het gemiddelde van de sector | We willen in elk land een hogere absolute score dan het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan |
||||||
| beïnvloed door de performance van 7 beheersbare reputation drivers die ook gemeten worden in deze jaarlijkse strategische studie. De bevraging wordt uitgevoerd door de externe firma Ipsos. |
Reputatie | Vooruitgang ten opzichte van de peergroep, per land |
||||||||
| Minder vooruitgang |
Zelfde vooruitgang |
Meer vooruitgang |
||||||||
| Betere prestatie |
Cˇ SOB (Tsjechië) K&H (Hongarije) KBCI (Ierland) |
Cˇ SOB (Slowakije) |
||||||||
| Resultaat 2015 |
Prestatie | Zelfde prestatie |
KBC (België) |
|||||||
| ten opzichte van de peergroep, per land | Minder goede prestatie |
|||||||||
| Klantervaring wordt gemeten aan de hand van de antwoorden bij de stellingen 'biedt |
Doel | We willen in elk land een hogere absolute score dan het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan dan het gemiddelde van de sector |
||||||||
| Klantervaring | kwaliteitsproducten en -diensten aan', 'biedt transparante producten en diensten |
Klantervaring | Vooruitgang ten opzichte van de peergroep, per land |
|||||||
| aan', 'is gemakkelijk aanspreekbaar', 'biedt een goede prijs-kwaliteitverhouding' en |
Minder vooruitgang |
Zelfde vooruitgang |
Meer vooruitgang |
|||||||
| 'begrijpt wat de klant nodig heeft'. De bevraging wordt uitgevoerd door de |
Betere prestatie |
K&H (Hongarije) Cˇ SOB (Slowakije) |
||||||||
| externe firma Ipsos. | Resultaat 2015 |
ten opzichte van de peergroep, per land Prestatie |
Zelfde prestatie |
Cˇ SOB (Tsjechië) KBCI (Ierland) |
KBC (België) |
|||||
| Minder goede prestatie |
1 De financiële benchmarks zijn in België: BNP Paribas Fortis, ING, Argenta, AXA, Ethias, AG Insurance, Deutsche Bank, Rabobank, bpost bank, Belfius, BKCP; in Tsjechië: Air Bank, GE Money Bank, Cˇeská sporˇitelna, Komercˇní banka, Kooperativa pojišt'ovna, Cˇeská pojišt'ovna, Fio banka, Cˇeská pošta, Unicredit Bank; in Hongarije: OTP Bank, Erste Bank Hungary, Budapest Bank, CIB Bank, Raiffeisen Bank Hungary, UniCredit Bank Hungary; in Slowakije: Slovenská sporitel'nˇa, VUB Banka, Tatra banka, Prima banka, Sberbank Slovensko, Unicredit Bank; in Ierland: Credit Union, Zurich Ireland, Permanent TSB, Bank of Ireland, Ulster Bank, AIB. In eerste instantie slaan de scores voor Tsjechië op CˇSOB Bank. Voor Bulgarije wordt de methodologie nog verfijnd en zijn er nog geen definitieve resultaten beschikbaar.
In de tekeningen vergelijken we:
a) de score van de KBC-entiteit met de gemiddelde score van de sector (per land);
b) de vooruitgang van de KBC-entiteit met de gemiddelde vooruitgang van de sector (per land).
Bijvoorbeeld: wanneer de score van een KBC-entiteit in een land significant boven het gemiddelde van de sector ligt, en de vooruitgang tegenover vorig jaar significant lager is dan de gemiddelde vooruitgang van de sector, zetten we die KBC-entiteit in het linkerbovenvak. Voor de meeste indicatoren betekent significant vanaf 5% verschil.
Een van de fundamenten van ons bedrijfsmodel is dat we aan geïntegreerd bankverzekeren doen. Dat betekent dat we geïntegreerd inspelen op alle bank- en verzekeringsbehoeften van onze klanten en ons ook in onze organisatie positioneren als geïntegreerde bank-verzekeraar. Voor de klant biedt ons geïntegreerde model het voordeel van een uitgebreide one-stop dienstverlening, waarbij hij kan kiezen uit een breder, complementair en geoptimaliseerd aanbod. Voor de groep biedt het voordelen inzake inkomstendiversificatie, risicospreiding, bijkomend verkooppotentieel door de intense samenwerking tussen de bank- en verzekeringskanalen, belangrijke kostenbesparingen en synergieën.
Hoe bieden we als bank-verzekeraar onze klanten een unieke ervaring?
• Als geïntegreerde bank-verzekeraar kunnen we de behoefte van onze klant centraal stellen door hem een geïntegreerd productaanbod
aan te bieden en hem te adviseren op basis van behoeftenbundels die het pure bankieren of verzekeren overstijgen, zoals betaalcomfort, wonen, mobiliteit en gezin.
Ik geloof echt in bankverzekeren. We kunnen klanten oplossingen aanbieden om hen te helpen hun dromen waar te maken in elke situatie. Het doel is niet een huis of een auto te bezitten, maar te wonen, te reizen, van het leven te genieten. Dat maken we mogelijk met onze geïntegreerde bankverzekeringsoplossingen.
Martin Renner, specialist Bankverzekeren & Directe kanalen bij CˇSOB (Slowakije)
uitrol van het model verschilt van markt tot markt.
• In België staan we het verst, en treedt ons bankverzekeringsbedrijf al op als één operationeel bedrijf dat zowel commerciële als niet-commerciële synergieën realiseert. Een
Bankverzekeringsopbrengsten (bruto) (in miljoenen euro*)
belangrijk kenmerk van ons model in België is trouwens de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Onze bankkantoren verkopen bankproducten en standaardverzekeringen en verwijzen voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Onze verzekeringsagentschappen verkopen alle verzekeringsproducten en behandelen alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht.
| KPI | Wat | Doel en resultaat 20151 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Samengestelde jaarlijkse groeivoet van: | BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | Groep | |||||
| CAGR bruto bankverzeke ringsinkomsten |
[provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar] + |
Doel CAGR 2013-2017 |
≥ 5% | ≥ 15% | ≥ 10% | ≥ 20% | ≥ 5% | – | ≥ 5% | |||
| [verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden] + [bij de assetmanager geboekte beheersvergoeding voor tak-23 |
CAGR 2013-2015 |
0% | 14%2 | -3% | 5%2 | 11% | – | 0% | ||||
| verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden]1 |
1 We hebben de berekening van de CAGR van de brutobankverzekeringsinkomsten verfijnd in 2015, en retroactief toegepast voor 2014. Zie Glossarium.
2 Voor Tsjechië en Hongarije berekend in lokale munt.
• Dankzij ons bankverzekeringsmodel realiseren we ook verschillende commerciële synergieën. In België, bijvoorbeeld, namen onze klanten in 2015 bij ruwweg zeven op de tien woningkredieten van onze bank ook een schuldsaldoverzekering bij onze verzekeraar en bij acht à negen op de tien een woningverzekering. Bij Cˇ SOB in Tsjechië
namen ongeveer zes op tien klanten die in 2015 een hypothecaire lening aangingen, ook een woningverzekering van de groep. Nog een ander voorbeeld: in België heeft ongeveer een vijfde van de gezinnen die bankieren bij KBC Bank, minimaal drie bankproducten en drie verzekeringsproducten van KBC in portefeuille.
Om ons bestaan op lange termijn veilig te stellen, bouwen we langetermijnrelaties met onze klanten uit. We mikken niet op hoge rendementen op korte termijn waaraan overdreven risico's verbonden zijn, maar we kiezen voor duurzame en rendabele groei op lange termijn.
Hoe zorgen we voor een duurzame en winstgevende groei?
• Onze financiële prestaties zijn belangrijk, maar moeten vooral duurzaam zijn. Dat betekent dat we ons niet blind staren op rendementen op korte termijn, maar dat we de focus leggen op langetermijnprestaties die bijdragen tot een duurzame groei. We hebben er bijvoorbeeld bewust voor gekozen geen doelstelling voor Rendement op Eigen Vermogen (ROE) te definiëren. We willen immers duurzaam rendabel zijn en niet meegezogen worden in het kortetermijndenken waarbij elk kwartaal
opnieuw gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke ROE.
Ik ben er fier op dat we ons niet louter beperken tot het invullen van de financiële behoeften van onze klanten. We bevorderen ook de cohesie tussen de generaties en leren families bewust om te gaan met hun financiën. Met onze pensioenspaarplannen voor kinderen bijvoorbeeld helpen we ouders de financiële toekomst van hun kinderen veilig te stellen. Zo helpen we hen ook rekening te houden met de verre toekomst en doen we aan financiële vorming. Ook dat is een deel van duurzaam ondernemen.
Patrik Madle, specialist Marketingcommunicatie bij CˇSOB (Tsjechië)
zijn, lanceerden we enkele jaren gelden Start it @kbc. Daarmee wil KBC, samen met een aantal partners, starters helpen bij verschillende aspecten van het ondernemerschap, zoals contacten leggen en een netwerk uitbouwen. Momenteel hebben we al vijf Start it @kbc-centra in de belangrijkste steden in Vlaanderen en Brussel en ondersteunen we 240 startende ondernemingen.
• We definieerden België, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije als onze kernlanden en verkochten in de laatste jaren het grootste deel van onze aanwezigheid daarbuiten. De aangekondigde verkoop van Union KBC Asset Management in India en de acquisitie van Volksbank Leasing Slovakia, beide in 2015, kaderen trouwens in die strategie. In al onze kernlanden zien we onze aanwezigheid als een engagement op lange termijn. We zijn niet van plan onze geografische voetafdruk significant te wijzigen. We willen onze huidige geografische aanwezigheid verder
optimaliseren om de referentie in bankverzekeren te worden in elk kernland. In die kernlanden zullen we onze aanwezigheid versterken door organische groei of interessante overnames, volgens duidelijke strategische en financiële criteria en streven we naar marktleiderschap tegen 2020 (top 3 inzake bankactiviteiten, top 4 inzake verzekeringsactiviteiten). In Ierland werken we verder aan de winstgevendheid. Daarna zullen alle opties worden overwogen (verder organisch uitgroeien tot een winstgevende bank, een aantrekkelijke bankverzekeringsgroep uitbouwen of een winstgevende bank verkopen).
• We volgen onze langetermijnprestaties en onze focus op de reële economie en duurzaamheid op aan de hand van een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat | Doel en resultaat 20151 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Samengestelde jaarlijkse groei van totale | BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | Groep | |||
| CAGR totale | opbrengsten. De berekening is gebaseerd op de aangepaste resultaten van 2013, en |
Doel CAGR 2013-2017 |
≥ 2% | ≥ 3% | ≥ 3% | ≥ 4% | ≥ 3% | ≥ 25% ≥ 2,25% | ||
| opbrengsten | zonder de waardeschommeling van de ALM-derivaten gebruikt voor balansbeheer. |
CAGR 2013-2015 |
1,6% | 1,8%2 | 2,4% | 1,0%2 | 5,8% | 28,5% | 2,6%3 | |
| [Exploitatiekosten van de bankactiviteiten] / | BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | Groep | |||
| [totale opbrengsten van de bankactiviteiten] | Doel 2017 | ≤ 50% | ≤ 45% | ≤ 58% | ≤ 62% | ≤ 67% | ≤ 50% | ≤ 53% | ||
| Kosten inkomstenratio |
Resultaat 2015 | 50% | 48% | 60% | 65% | 65% | 75% | 55% | ||
| [Verzekeringstechnische lasten, inclusief | BEL | TSJ | SLO | HON | BUL | IER | Groep | |||
| interne schaderegelingskosten / verdiende | Doel 2017 | ≤ 94% | ≤ 94% | ≤ 94% | ≤ 96% | ≤ 96% | – | ≤ 94% | ||
| Gecombineerde ratio |
verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte verzekeringspremies] (voor schadeverzekeringen, en gegevens na herverzekering) |
Resultaat 2015 | 90% | 94% | 88% | 97% | 97% | – | 91% | |
| Innovatie | Innovatie gaat over: 'Lanceert innovatieve producten/diensten sneller dan de concurrentie', 'Innoveert continu om de |
We willen in elk land een hogere absolute score dan Doel het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan dan het gemiddelde van de sector |
||||||||
| klantervaring te verbeteren', 'Overtreft de verwachtingen van de klant', 'Gebruikt |
Innovatie | Vooruitgang | ||||||||
| geavanceerde technologieën'. De bevraging | ten opzichte van de peergroep, per land | |||||||||
| wordt uitgevoerd door de externe firma | Minder vooruitgang |
Zelfde vooruitgang |
Meer vooruitgang |
|||||||
| Ipsos. | Prestatie Resultaat |
Betere prestatie |
K&H (Hongarije) KBCI (Ierland) Cˇ SOB (Slowakije) |
|||||||
| ten opzichte van de peergroep, per land 2015 |
prestatie | Zelfde | KBC (België) |
|||||||
| Minder goede prestatie |
Cˇ SOB (Tsjechië) |
|||||||||
| Marktaandeel in duurzame | BEL | |||||||||
| beleggingsfondsen | Doel | Marktleiderschap | ||||||||
| Positie in duurzame fondsen |
(gebaseerd op eigen KBC-berekeningen) |
Resultaat 2015 (september) |
52% |
1 De lijst van benchmarks en uitleg bij de diagrammen vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur op pagina 40.
2 Voor Tsjechië en Hongarije berekend in lokale munt.
3 Na eliminatie van het effect van de vereffening van KBC Financial Holding Inc.
Samenvatting van de belangrijkste strategische initiatieven voor de komende jaren:
Internationale markten (Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Ierland)
Informatie over de strategie per divisie en land vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
We bouwen niet alleen aan vertrouwen door financiële duurzaamheid te creëren, maar ook door tegemoet te komen aan de verwachtingen van onze klanten, onze medewerkers, onze aandeelhouders en de maatschappij. We moeten immers de loyaliteit en voorkeur van onze stakeholders voortdurend blijven verdienen. Daarom werken we met volharding aan het engagement van onze medewerkers en bewijzen we dag na dag hoe we positief bijdragen tot de maatschappij: we stimuleren de lokale economie in al onze kernmarkten, we werken aan innovatieve oplossingen voor de problemen van vandaag en morgen, en we communiceren zo transparant mogelijk over maatschappelijke thema's.
Hoe houden we rekening met de verwachtingen van de samenleving?
financiële crisis ligt de lat hoog voor de financiële wereld en is vertrouwen de license to operate. In die nieuwe wereld een verantwoordelijke en gerespecteerde speler zijn, betekent dus dat we vooral voortwerken aan het herstel van het vertrouwen.
• Of we voldoende focussen op maatschappelijk relevante thema's en of we de verwachtingen van stakeholders inlossen, volgen we ook op via een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste vindt u in de tabel.
| KPI | Wat | Doel en resultaat 20151 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Formeel | Heeft de entiteit een formeel proces voor interactie met haar stakeholders? |
Doel | BEL | TSJ SLO Bestaan van formeel stakeholderinteractieproces |
HON | BUL | IER | |||||
| stakeholderproces | Resultaat 2015 | ok | ok ok |
ok | ok | ok | ||||||
| Governance | Governance gaat over: 'gedraagt zich ethisch correct', 'is open en transparant', 'gedraagt zich als een bedrijf dat zijn |
Doel | We willen in elk land een hogere absolute score dan het gemiddelde van de sector en/of meer vooruitgaan dan het gemiddelde van de sector |
|||||||||
| verantwoordelijkheid opneemt', 'speelt in | Governance | Vooruitgang | ||||||||||
| op wat er leeft', 'leeft de wetgeving, | ten opzichte van de peergroep, per land | |||||||||||
| reglementen en richtlijnen voor de sector | Minder vooruitgang |
Zelfde vooruitgang |
Meer vooruitgang |
|||||||||
| na'. De bevraging wordt uitgevoerd door de externe firma Ipsos. |
Prestatie | ten opzichte van de peergroep, per land | Betere prestatie |
Cˇ SOB (Slowakije) |
||||||||
| Resultaat 2015 |
Zelfde prestatie |
Cˇ SOB (Tsjechië) K&H (Hongarije) KBCI (Ierland) |
||||||||||
| Minder goede prestatie |
KBC (België) |
|||||||||||
| Oorspronkelijk 7 miljard euro aan niet | Doel | Volledige terugbetaling uiterlijk eind 2017 | ||||||||||
| Terugbetaling van overheidssteun |
stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheden in 2008 en 2009. |
Resultaat 2015 | Eind 2015 al volledig terugbetaald | |||||||||
| [(Brutodividend x aantal | Doel | ≥ 50% vanaf boekjaar 2016 | ||||||||||
| Dividend uitkeringsratio |
dividendgerechtigde aandelen) + (coupon op uitstaande AT1-effecten (en, tot eind 2015, op resterende staatsteun)] / [geconsolideerd nettoresultaat] |
Resultaat 2015 | Nog niet relevant voor 2015 |
1 De lijst van benchmarks en uitleg bij de diagrammen vindt u onder de tabel bij De klant staat centraal in onze bedrijfscultuur op pagina 40.
Empathie is in onze job onontbeerlijk. Onze drive vinden we in de ondersteuning aan slachtoffers die zich in uiterst moeilijke omstandigheden bevinden. Daarmee nemen we effectief onze rol in de samenleving op. Een flinke dosis ervaring en mensenkennis is in onze job handig meegenomen.
Beatrijs Fabry, schadebeheerder-adviseur bij KBC België
prestaties van KBC op dat domein (horizontale as) weer. De prestaties van KBC worden weergegeven als de gemiddelde score die KBC gekregen heeft van alle deelnemende stakeholders op elk van de 16 duurzaamheidsaspecten. De bevraagden hebben de duurzaamheidprestaties van KBC beoordeeld op een schaal van 1 tot 5, waarbij 1 'helemaal niet akkoord' en 5 'helemaal akkoord' voorstelt. De resultaten op de matrix tonen ons dat KBC op elk van deze duurzaamheidsaspecten goed scoort, aangezien we voor bijna alle items boven 3 (= neutraal) scoren. In ons Verslag aan de samenleving vindt u nog bijkomende informatie daarover.
5 Ontwikkelt producten en diensten voor de problemen van morgen
15 Heeft een verantwoord risicobeheer dat de belangen van alle stakeholders op lange termijn beschermt
16 Is een stabiele onderneming met goede financiële resultaten
Jaarverslag KBC 2015 51
Onze duurzame en rendabele prestaties komen tot stand binnen een degelijk risico-, kapitaal- en liquiditeitsbeheer.
We hebben ons risicobeheer al volledig ingebed in onze strategie en ons besluitvormingsproces. Enkele voorbeelden:
Ons risicobeheer is gebaseerd op een model met drie verdedigingslinies (Three Lines of Defensemodel), waarmee we ons wapenen tegen risico's die het behalen van onze doelstellingen in het gedrang kunnen brengen (zie tabel).
| 1 De business zelf |
De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en dient te zorgen voor effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in zelfbeoordelingen van de eigen business en er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en voldoende prioriteit/capaciteit toegewezen wordt aan risico onderwerpen. |
|---|---|
| 2 De Risicofunctie, Compliance, en (voor bepaalde zaken) Finance, Juridische en Fiscale Zaken en Informatierisico beveiliging |
Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisico- en controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier geven de tweedelijnsrisico- en controlefuncties een behoorlijke zekerheid dat de eerstelijnscontrolefunctie zijn risico's onder controle heeft, dit evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. Hiervoor dienen de tweedelijnsfuncties risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, heeft deze een vetorecht. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de Groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan. De compliancefunctie is een onafhankelijke functie, die als doel heeft te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels. In dat kader besteedt ze bijzondere aandacht aan de naleving van het integriteitsbeleid. |
| 3 Interne audit |
Als onafhankelijke derdelijnscontrole is Interne Audit verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van de bestaande bedrijfsprocessen. Zij voeren risico-gebaseerde en algemene audits uit om de effectiviteit en efficiëntie te verzekeren van het interne controle- en risicobeheersysteem, inclusief het Risicobeleid, en dat beleidsmaatregelen en processen aanwezig zijn en consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten verzekerd is. |
Hoewel de activiteiten van een grote financiële groep inherent zijn blootgesteld aan diverse risico's die pas achteraf duidelijk worden, zien we op dit moment een aantal belangrijke uitdagingen en prioriteiten voor onze groep. Die beschrijven we in het deel Ons bedrijfsmodel, onder In welke omgeving zijn we actief? Het betreft:
de toegenomen concurrentie en nieuwe technologieën (nieuwe spelers, digitalisering, enz.) en daardoor veranderend consumentengedrag;
de toenemende regelgeving, onder meer inzake klantenbescherming en kapitaalvereisten;
Naast die algemene risico's zijn we als bankverzekeraar blootgesteld aan typische risico's voor de sector zoals kredietrisico, landenrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen en operationele risico's. Een overzicht daarvan vindt u in de tabel en gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid.
| Typische risico's voor de sector | Hoe gaan we daarmee om? |
|---|---|
| Kredietrisico Mogelijke negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij als gevolg van het onvermogen of de onwil tot betaling of prestatie door die partij, of van bepaalde situaties of maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land. Vooral eventuele concentraties in de kredietportefeuille kunnen een belangrijke invloed hebben. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Boeken van waardeverminderingen, nemen van risicobeperkende maatregelen, optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel, enz. |
| Marktrisico van niet-tradingactiviteiten Structurele marktrisico's, zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico. Structurele risico's zijn risico's die inherent deel uitmaken van de commerciële activiteit of de langetermijnposities. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • ALM-VaR-limieten op groepsniveau, per risicosoort en entiteit; aanvulling met andere risicomeetmethodes, zoals Basis-Point-Value (BPV), nominale bedragen, limietopvolging voor cruciale indicatoren, enz. |
| Liquiditeitsrisico Risico dat KBC niet in staat is om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Liquiditeitsstresstests, beheer van financieringsstructuur, enz. |
| Marktrisico van tradingactiviteiten Mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument veroorzaakt door wijzigingen van de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Historical VaR-methode, rentegevoeligheid, greeks voor producten met opties, stresstests, enz. |
| Verzekeringstechnische risico's Risico's die voortvloeien uit de onzekerheid over de frequentie en de omvang van verzekerde schadegevallen. Naast de lage rentes is ook de vergrijzingsproblematiek hier een focuspunt. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid, enz. • Ontwikkelen nieuwe producten |
| Operationeel risico en andere niet-financiële risico's De kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en (ICT-) systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Group key controls, Loss Event Databases, Risicoscans (bottom-up en top-down), Case-Study Assessments, Key Risk Indicators (KRI), enz. |
| Solvabiliteitsrisico Risico dat de kapitaalbasis beneden een aanvaardbaar niveau valt. |
• Bestaan van een degelijk beheerskader • Wettelijke en in-house minimale solvabiliteitsratio's, actief kapitaalmanagement, enz. |
Naast de uitgebreide opvolging van Risico-indicatoren (zie hoofdstuk Risicobeheer), volgen we onze prestaties inzake solvabiliteit en liquiditeit op via een aantal kernindicatoren (KPI's). De belangrijkste daarvan vindt u in de tabel.
| KPI | Wat? | Doel en resultaat 2015 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Common equity ratio |
[Common Equity tier 1-kapitaal] / [totaal gewogen risicovolume]. De hier getoonde berekening is phased-in en gebaseerd op de Deense compromismethode. |
≥ 10,25% (phased-in) vanaf 2016, op groepsniveau Doel Resultaat 2015 15,2% Dit minimum stijgt in 2017 met 0,5 procentpunt en in 2018 opnieuw met 0,5 procentpunt, in lijn met de stijgende buffer voor nationaal relevante instellingen opgelegd door de Nationale Bank van België. |
|||||
| Totale kapitaalratio |
[Totaal reglementair eigen vermogen] / [totaal gewogen risicovolume]. De hier getoonde berekening is fully loaded en gebaseerd op de Deense compromismethode. |
Doel Resultaat 2015 |
≥ 17% (fully loaded) vanaf 2017, op groepsniveau 19,0% |
||||
| Netto stabiele financieringsratio, NSFR |
[Beschikbaar bedrag stabiele financiering] / [Vereist bedrag stabiele financiering] |
Doel Resultaat 2015 |
≥ 105% vanaf 2014, op groepsniveau 121% |
||||
| Liquiditeits dekkingsratio, LCR |
[Liquide activa van hoge kwaliteit] / [totaal nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalenderdagen] |
Doel Resultaat 2015 |
≥ 105% vanaf 2014, op groepsniveau 127% |
* We pasten de doelstelling aan aan de nieuwe vereisten van de NBB en de ECB ter zake.
Gedetailleerde informatie vindt u in de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid verder in dit verslag.
| Geconsolideerde resultaten van de KBC-groep (in miljoenen euro)1 | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 4 308 | 4 311 |
| Rente-inkomsten | 7 893 | 7 150 |
| Rentelasten | -3 586 | -2 839 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 512 | 611 |
| Verdiende premies | 1 266 | 1 319 |
| Technische lasten | -754 | -708 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering)2 | -216 | -201 |
| Verdiende premies | 1 247 | 1 301 |
| Technische lasten | -1 463 | -1 502 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 16 | -29 |
| Dividendinkomsten | 56 | 75 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
227 | 214 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 150 | 190 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 573 | 1 678 |
| Provisie-inkomsten | 2 245 | 2 348 |
| Provisielasten | -672 | -670 |
| Overige netto-inkomsten | 94 | 297 |
| Totale opbrengsten | 6 720 | 7 148 |
| Exploitatiekosten | -3 818 | -3 890 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -506 | -747 |
| op leningen en vorderingen | -587 | -323 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | -29 | -45 |
| op goodwill | 0 | -344 |
| op overige | 109 | -34 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 25 | 24 |
| Resultaat vóór belastingen | 2 420 | 2 535 |
| Belastingen | -657 | 104 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | 1 763 | 2 639 |
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (nettoresultaat) |
1 762 | 2 639 |
| Nettoresultaat per divisie | ||
| België | 1 516 | 1 564 |
| Tsjechië | 528 | 542 |
| Internationale Markten | -182 | 245 |
| Groepscenter | -100 | 287 |
| Rendement op eigen vermogen | 14% | 22% |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 58% | 55% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringsactiviteiten | 94% | 91% |
| Kredietkostenratio, bankieren | 0,42% | 0,23% |
1 Definitie van de ratio's: zie Glossarium.
2 Cijfers m.b.t. de verdiende premies (en technische lasten) bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten (0,8 miljard euro premies in 2014, 0,7 miljard euro in 2015).
| Kerncijfers geconsolideerde balans, solvabiliteit en liquiditeit, KBC-groep (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Balanstotaal | 245 174 | 252 356 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 124 551 | 128 223 |
| Effecten (eigenvermogensinstrumenten en schuldinstrumenten) | 70 359 | 72 623 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 161 783 | 170 109 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering en schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 31 487 | 31 919 |
| Risicogewogen activa | 91 236 | 89 067 |
| Totaal eigen vermogen | 16 521 | 15 811 |
| Common equity ratio (Basel III, Deense compromismethode): phased-in/fully loaded | 14,4%/14,3% | 15,2%/14,9% |
| Common equity ratio (FICOD-methode): phased-in/fully loaded | 14,6%/14,6% | 14,9%/14,6% |
| Totale kapitaalratio (Basel III, Deense compromismethode): phased-in/fully loaded | 18,9%/18,3% | 19,8%/19,0% |
| Leverage ratio (Basel III, Deense compromismethode): fully loaded | 6,4% | 6,3% |
| Minimum requirement for own funds and eligible liabilities (MREL) | 12,5% | 13,9% |
| Liquidity coverage ratio (LCR) | 120% | 127% |
| Net stable funding ratio (NSFR) | 123% | 121% |
KBC Financial Holding Inc.
Invloed van afboeking goodwill op enkele participaties
De nettorente-inkomsten bedroegen 4 311 miljoen euro in 2015. Ze bleven dus op hetzelfde niveau als in 2014 en waren zelfs 1% beter als er geen rekening gehouden wordt met consolidatiekringschommelingen. En dat ondanks de omgeving van lage rente en de daarmee gerelateerde lage herbeleggingsopbrengsten. Die werden gecompenseerd door het positieve effect van de verlaging van de rente op onder meer spaarrekeningen, lagere financieringskosten en hogere volumes (zie verder). Bovendien leidde in België het hoge niveau van herfinancieringen van woningkredieten in de eerste jaarhelft van 2015, net zoals in de tweede helft van 2014, tot een hoog bedrag aan ontvangen vervroegdeterugbetalingsrente. Maar dat werd gecompenseerd door het daaraan gerelateerde negatieve hedgingeffect (pro rata financieringsverliezen), dat trouwens nog blijft spelen in de komende jaren. Wat volumes betreft: op vergelijkbare basis stegen de leningen en voorschotten aan klanten zonder reverse repo's (128 miljard euro eind 2015) met 3% in 2015, met een groei van 3% in Divisie België en 8% in Divisie Tsjechië, een status quo in Divisie Internationale Markten (groei in Slowakije en Bulgarije, maar daling in Ierland en Hongarije) en een daling bij Groepscenter. Het totale depositovolume (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's, 162 miljard euro eind 2015) steeg met 5% in 2015, met een groei van 5% in Divisie België, 6% in Divisie Tsjechië en 15% in Divisie Internationale Markten (met groei in alle landen) en een daling bij Groepscenter.
De nettorentemarge van de bankactiviteiten bedroeg daardoor 2,02% in 2015, 6 basispunten lager dan in 2014. De rentemarge voor 2015 bedroeg 1,91% in België, 3,03% in Tsjechië en 2,55% in de Divisie Internationale Markten.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 678 miljoen euro in 2015, een stijging met 7% ten opzichte van het jaar daarvoor. De stijging situeert zich voor het grootste deel in België in de eerste jaarhelft en heeft vooral te maken met de groei van het beheerde vermogen (beleggingsfondsen, discretionair en adviserend vermogensbeheer, enz.). Eind 2015 bedroeg dat totale beheerde vermogen van de groep ongeveer 209 miljard euro. Dat is 12% meer dan eind 2014, door een positief volume-effect (8%) en een per saldo ook positief prijseffect
(4%). Het grootste deel van het totale beheerde vermogen van eind 2015 heeft betrekking tot de divisies België (194 miljard euro, 13% groei) en Tsjechië (9 miljard euro, 19% groei).
Het verzekeringstechnische resultaat (verdiende premies min technische lasten plus het nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 381 miljoen euro in 2015. De verdiende premies van schadeverzekeringen bedroegen 1 319 miljoen euro, 4% meer dan het jaar daarvoor. De verandering in België bedroeg 3%, in Tsjechië 7% en in de drie andere Centraal- en Oost-Europese markten samen 11%. De verzekeringstechnische lasten daalden met 6% in 2015, vooral door België, waar 2014 negatief was beïnvloed door hagelstormen. Op groepsniveau verbeterde de gecombineerde ratio van 94% naar 91%.
De verdiende levensverzekeringspremies bedroegen 1 301 miljoen euro in 2015. Daarbij zijn evenwel, conform IFRS, bepaalde types levensverzekeringen uitgesloten (vereenvoudigd: de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen). Als we de premie-inkomsten voor die producten meetellen, bedragen de totale premie-inkomsten uit levensverzekeringen ongeveer 1,8 miljard euro, 5% minder dan in 2014. In de belangrijkste markt, België, was er een daling van 12%, zowel bij de levensverzekeringen met rentegarantie (-4%) als bij de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen (-26%, onder meer als gevolg van minder commerciële campagnes en een verschuiving naar beleggingsfondsen). Voor heel de groep maakten de producten met rentegarantie in 2015 ongeveer 60% uit van de levensverzekeringspremie-inkomsten en namen de levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen 40% voor hun rekening. Op 31 december 2015 bedroegen de Levenreserves 26,7 miljard euro voor Divisie België, 1,0 miljard euro voor Tsjechië en 0,6 miljard euro voor de drie andere Centraal- en Oost-Europese kernmarkten samen.
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, of kortweg trading- en reëlewaarderesultaat, bedroeg in 2015 214 miljoen euro. Dat cijfer bevat ook -156 miljoen euro invloed (vóór belastingen) verbonden aan de liquidatie van KBC Financial Holding Inc. (het betreft het wisselkoersverlies op het eigen vermogen van KBC Financial Holding Inc. naar aanleiding van de liquidatie ervan, zie Toelichting 5; zie bovendien ook de invloed bij de post Belastingen). Zonder dat element zou die post 370 miljoen euro hebben bedragen in 2015, 63% meer dan in 2014. Die stijging heeft vooral te maken met de marked-tomarketwaardering van bepaalde derivaten die worden gebruikt voor balansbeheer, die zeer negatief was in 2014 (-201 miljoen euro) en positief in 2015 (+101 miljoen euro), en die de lagere dealingroomresultaten in België en de negatieve invloed van diverse marktwaardeaanpassingen (MVA, CVA, FVA) meer dan compenseert.
De andere inkomsten (dividenden, gerealiseerde meerwaarden en overige netto-inkomsten) bedroegen samen 562 miljoen euro in 2015, tegenover 300 miljoen euro in 2014. Dat verschil is voor het grootste deel toewijsbaar aan de hogere Overige netto-inkomsten, die in 2014 zwaar beïnvloed werden door de aanleg van voorzieningen in verband met een wet inzake retailkredieten in Hongarije (-231 miljoen euro vóór belastingen; in 2015 konden we een deel – 34 miljoen euro – hiervan terugboeken; zie verder bij Divisie Internationale Markten).
De exploitatiekosten bedroegen 3 890 miljoen euro in 2015. Dat is een beperkte stijging van 2% ten opzichte van het jaar daarvoor, of 3% zonder consolidatiekringschommelingen. Daarbij spelen diverse elementen mee, waaronder hogere speciale bankentaksen (in totaal 417 miljoen euro, stijging onder meer door de bijdrage in verband met het European Resolution Fund), ICT-kosten (onder meer verband houdend met digitalisatie) en pensioenkosten, deels gecompenseerd door onder meer lagere marketingkosten en lagere kosten met betrekking tot de activiteiten van de voormalige Antwerpse Diamantbank (cf. herstructureringskosten in 2014). De kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten van de groep bedroeg daardoor in 2015 ongeveer 55%, tegenover 58% in 2014. Die ratio wordt uiteraard ook door nietoperationele en uitzonderlijke elementen beïnvloed (bijvoorbeeld de marked-to-marketwaarderingen voor ALM-derivaten, de invloed van de Hongaarse wet op particuliere kredieten in vreemde valuta, de invloed van de vereffening van KBC Financial Holding Inc.). Zonder die (en
enkele minder belangrijke) specifieke elementen bedroeg de kosten-inkomstenratio ook 55% in 2015, tegenover 54% in 2014. Voor Divisie België bedroeg de kosten-inkomstenratio 50% (53% zonder specifieke elementen), voor Divisie Tsjechië 48% (ook 48% zonder specifieke elementen) en voor Divisie Internationale Markten 66% (ook 66% zonder specifieke elementen).
De totale waardeverminderingen in 2015 bedroegen 747 miljoen euro. De waardeverminderingen op leningen en vorderingen of kredietvoorzieningen bedroegen 323 miljoen euro in 2015, tegenover 587 miljoen euro in 2014. Die significante verbetering is voor een zeer belangrijk deel toe te schrijven aan Ierland, waar de kredietvoorzieningen daalden van 198 miljoen euro naar 48 miljoen euro in 2015. Voor 2016 verwachten we dat de kredietvoorzieningen er tussen 50 miljoen en 100 miljoen euro zullen bedragen (waarschijnlijk dichter bij de 50 miljoen dan bij de 100 miljoen). Voor de andere landen waren de kredietvoorzieningen in 2015 als volgt: 177 miljoen euro in België (28 miljoen minder dan in 2014), 6 miljoen euro in Hongarije (41 miljoen minder dan in 2014), 36 miljoen euro in Tsjechië (2 miljoen meer dan in 2014) en 56 miljoen euro voor de rest (46 miljoen minder dan in 2014, vooral dankzij de lagere aanleg in Groepscenter). Per saldo verbeterde de kredietkostenratio van de groep daardoor van 42 basispunten in 2014 naar een zeer gunstige 23 basispunten in 2015. Dat was 19 basispunten in Divisie België, 18 basispunten in Divisie Tsjechië en 32 basispunten in Divisie Internationale Markten (Ierland: 34 basispunten, Slowakije: 32 basispunten, Hongarije: 12 basispunten en Bulgarije: 121 basispunten).
Op 31 december 2015 bedroeg het aandeel van de impaired kredieten (definitie: zie Glossarium) in de totale kredietportefeuille 8,6%, tegenover 9,9% in 2014. Dat was 3,8% in België, 3,4% in Tsjechië en 30% in Internationale Markten (vooral door Ierland, met een ratio van 47%). Het aandeel van de impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroeg 4,8% in 2015, tegenover 5,5% in 2014. De impaired kredieten waren eind 2015 voor 45% gedekt door specifieke waardeverminderingen. U vindt meer informatie over de samenstelling van de kredietportefeuille in het hoofdstuk Risicobeheer.
De andere waardeverminderingen bedroegen in 2015 samen 423 miljoen euro en hadden onder meer betrekking op voor
verkoop beschikbare effecten (45 miljoen euro), goodwill (344 miljoen euro, vooral met betrekking tot CIBANK in Bulgarije en Cˇ SOB in Slowakije, zie Toelichting 14 in de geconsolideerde jaarrekening) en overige (34 miljoen euro).
De post Belastingen droeg in 2015 positief bij: 104 miljoen euro, tegenover een negatieve 657 miljoen in 2014. Dat is het gevolg van het feit dat die post in 2015 voor 921 miljoen euro werd begunstigd door boeking van een uitgestelde belastingvordering met betrekking tot de liquidatie van KBC Financial Holding Inc., een uitloper van het desinvesteringsprogramma dat KBC in 2009 met de Europese Commissie overeenkwam (het vermelde bedrag bevat ook de belastinginvloed van het wisselkoersverschil vermeld onder het punt Andere inkomsten). U vindt meer informatie daarover in Toelichting 16 van de geconsolideerde jaarrekening.
euro tegenover 2014, vooral wegens hogere nettocommissieinkomsten, technische verzekeringsinkomsten en trading- en fair value-inkomsten en lagere kredietverliezen, en ondanks iets lagere nettorente-inkomsten en hogere kosten en enkele eenmalige elementen), Tsjechië 542 miljoen euro (stijging met 14 miljoen euro tegenover 2014, onder meer door hogere trading- en fair value-inkomsten en ondanks iets hogere kosten), Internationale Markten 245 miljoen euro (verbetering met 427 miljoen euro tegenover 2014, vooral door lagere kredietvoorzieningen in Ierland in 2015, terwijl 2014 negatief was beïnvloed door het boeken van een voorziening van 183 miljoen euro na belastingen in verband met de Hongaarse wet inzake retailkredieten) en Groepscenter 287 miljoen euro (verbetering met 387 miljoen euro tegenover 2014, vooral door de boeking van de uitgestelde belastingvordering met betrekking tot KBC Financial Holding Inc.).
Per divisie is het nettoresultaat van de groep in 2015 als volgt verdeeld: België 1 564 miljoen euro (stijging met 48 miljoen
Samenstelling van de balans eind 2015
Leningen en voorschotten aan klanten, zonder rev. repo's
Eind 2015 bedroeg het geconsolideerde balanstotaal van de groep 252 miljard euro, 3% meer dan eind 2014. De risicogewogen activa (Basel III) daalden echter met 2% tot 89 miljard euro, wat onder meer deels te danken was aan het wegvallen van bepaalde toeslagen (add-ons) die tot dan golden voor onze IRB advanced-modellen, de verdere daling van de resterende activiteiten in afbouw (bij het Groepscenter) en enkele andere elementen. U vindt meer informatie in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid.
De kernactiviteit van het bankbedrijf van de groep is het aantrekken van deposito's en het verstrekken van kredieten. Dat reflecteert zich uiteraard in het belang van de Leningen en voorschotten aan klanten (zonder reverse repo's) aan de actiefzijde van de balans, met 128 miljard euro eind 2015. Op vergelijkbare basis stegen die leningen en voorschotten aan klanten in totaal met 3% (3% groei in Divisie België, 8% groei in Divisie Tsjechië, en ruwweg status quo bij Internationale Markten, met groei in Slowakije en Bulgarije en een daling in Hongarije en Ierland). De belangrijkste producten (cijfers inclusief reverse repo's) blijven de termijnkredieten met 57 miljard euro en de woningkredieten met 55 miljard euro. Aan de passiefzijde stegen de klantendeposito's (deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's) met 5%, tot 162 miljard euro. De deposito's groeiden aan in Divisie België met 5%, in Divisie Tsjechië met 6% en in Divisie Internationale Markten met 15% (met stijgingen in alle landen), maar daalden met 17% in Groepscenter. De voornaamste depositoproducten (cijfers inclusief repo's) blijven de termijndeposito's met 37 miljard euro, de zichtdeposito's met 55 miljard euro en de spaarrekeningen met 50 miljard euro (dat laatste is een groei van 6% in vergelijking met eind 2014).
De groep houdt bovendien een portefeuille waardepapier aan, zowel bij de bank als bij de verzekeraar (en daar vooral als belegging in het kader van de verzekeringen, vooral Leven). Eind 2015 bedroeg de totale effectenportefeuille van de groep ruwweg 73 miljard euro. Van de totale effectenportefeuille is ruwweg 30% gerelateerd aan de verzekeringsactiviteiten van de groep en 70% aan de bankactiviteiten. De totale
effectenportefeuille bestond voor 3% uit aandelen en voor 97% uit obligaties. Die laatste groeiden in 2015 aan met bijna 2 miljard euro. Eind 2015 had ruwweg drie vierde van die obligaties betrekking op overheden, met als belangrijkste België, Tsjechië, Frankrijk, Spanje, Slowakije en Italië. U vindt een gedetailleerd overzicht in het hoofdstuk Risicobeheer.
Andere belangrijke posten aan de actiefzijde van de balans waren de Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (14 miljard euro, 8% stijging jaar-op-jaar onder meer door hogere reverse repo's), Derivaten (9 miljard euro positieve marktwaarde, 12% daling jaar-opjaar) en de Beleggingscontracten van (tak 23-) verzekeringen (13 miljard euro, nagenoeg onveranderd jaar-op-jaar). Bij de andere belangrijke posten aan de passiefzijde van de balans vermelden we de technische voorzieningen en de schulden met betrekking tot de beleggingscontracten van de verzekeraar (samen 32 miljard euro, ruwweg status quo jaar-op-jaar), derivaten (10 miljard euro negatieve marktwaarde, 14% daling jaar-op-jaar) en de deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (19 miljard euro, 7% stijging jaar-op-jaar).
Op 31 december 2015 bedroeg het totale eigen vermogen van de groep 15,8 miljard euro. Dat bestond uit 14,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,4 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen daalde in 2015 per saldo met 0,7 miljard euro. De belangrijkste elementen daarbij waren de terugbetaling van de resterende Vlaamse overheidssteun (-3,0 miljard euro inclusief de 50% premie), de opname van de jaarwinst (+2,6 miljard euro), de betaling van het dividend en de coupon op de overheidssteun met betrekking tot 2014 (samen -1,0 miljard euro) en een aantal kleinere overige elementen (wijzigingen van de AFS- en cashflowreserves, van de toegezegdpensioenregelingen en van de omrekeningsverschillen, samen +0,7 miljard euro). Eind 2015 bedroeg de common equity ratio 15,2% (phased-in) of 14,9% (fully loaded), volgens de Deense compromismethode. Volgens de FICOD-methode was dat 14,9% (phased-in) of 14,6% (fully loaded). Onze leverage ratio
bedroeg eind 2015 eveneens een uitstekende 6,3% en de MREL eindigde op 13,9%. Gedetailleerde berekeningen van onze solvabiliteitsindicatoren vindt u in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid.
Ook de liquiditeitspositie van de groep bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 127% en een NSFR-ratio van 121% eind 2015.
voorstelling van de winst-en-verliesrekening. Daarin namen we een beperkt aantal niet-operationele elementen (invloed van legacy-activiteiten in verband met desinvesteringen en CDO's, en van de waardering van het eigen kredietrisico) niet op in de gebruikelijke posten. Ook herschikten we in die aangepaste versie bepaalde marktactiviteitgebonden resultaten in de post Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. U vindt daarover meer informatie in onze vorige jaarverslagen. Aangezien de invloed van de legacy-activiteiten (na de voltooiing van het desinvesteringsplan en de afbouw van de CDO-portefeuille) onbelangrijk is geworden, en om onze rapportering te vereenvoudigen, hebben we die aangepaste resultaten afgeschaft en bespreken we vanaf nu alleen nog de IFRS-resultaten. Dat geldt ook voor de segmentinformatie (Toelichting 2 bij de Geconsolideerde jaarrekening), waarvoor we ook retroactief aangepaste IFRS-cijfers van 2014 hebben toegevoegd.
Divisie Internationale Markten omvat de activiteiten in de andere Centraal- en Oost-Europese kernlanden, met name CˇSOB Bank en CˇSOB Poist'ovnˇ a in Slowakije, K&H Bank en K&H Insurance in Hongarije en CIBANK en DZI Insurance in Bulgarije, en ook de activiteiten van KBC Bank Ireland in Ierland.
De managementstructuur van onze groep hebben we opgebouwd rond drie divisies: België, Tsjechië en Internationale Markten. Die laatste omvat de andere kernlanden in Centraalen Oost-Europa (Slowakije, Hongarije en Bulgarije) en Ierland.
Divisie België omvat de activiteiten van KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV en van hun Belgische dochtervennootschappen, met als belangrijkste CBC Banque, KBC Asset Management, KBC Lease Groep, KBC Securities en KBC Group Re.
Na een behoorlijke eerste jaarhelft deed een tanend vertrouwen van gezinnen en bedrijven de groei tijdens de zomer wat terugvallen, maar naar het jaareinde toe klaarde de conjunctuur weer op. Per saldo bedroeg de groei 1,4%, voor het eerst sinds 2006 beneden het gemiddelde van de eurozone. Meer nog dan in de voorgaande jaren droeg vooral de gezinsconsumptie positief bij tot de groei. Het herstel van de bedrijfsinvesteringen bleef evenwel bescheiden. Dat kwam ook tot uiting in een zwakke ontwikkeling van de bedrijfskredieten. Pas in de tweede jaarhelft werd daarin een herleving zichtbaar. De woningbouw ontwikkelde zich zwak en de secundaire woningmarkt zette een zachte landing in. Toch was de groei van de woningkredieten dynamischer dan verwacht, omdat veel gezinnen gebruik bleven maken van de lage rente. Dat zorgde voor een groeivertraging bij de uitstaande deposito's. Daarnaast waren beleggingsfondsen erg in trek. De Belgische concurrentiekracht evolueerde gunstig, onder andere dankzij de volgehouden loonmatiging. Samen met werkgelegenheidsmaatregelen van de regionale overheden bevorderde die ook de jobcreatie. De inflatie liep op, van -0,7% in januari tot 1,5% in december. Dat hield verband met prijsaanpassingen op initiatief van de overheid, zoals het wegvallen van het effect van de btw-verlaging op elektriciteit in april 2014, de verhoging van het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs en een nieuwe btw-verhoging op elektriciteit naar het jaareinde toe. De onzekerheid over een mogelijke grexit deed de rentespread van de Belgische 10-jaarse OLO ten opzichte van de overeenstemmende Duitse staatsobligaties begin juli kortstondig toenemen tot boven
50 basispunten, maar voor het overige schommelde die meestal rond 30 basispunten. We verwachten dat de reële bbp-groei in 2016 ongeveer 1,4% bedraagt.
Na Ierland was Tsjechië in 2015 de best presterende economie in de Europese Unie. Dankzij de binnenlandse vraag verdubbelde de reële bbp-groei tot 4,3%, meer dan twee keer zo sterk als in het geheel van de EU. De gezinsconsumptie kreeg steun van reële loonstijgingen en banencreatie, terwijl een inhaalbeweging in de benutting van de Europese cohesiefondsen de overheidsinvesteringen een belangrijke impuls gaf. Ook de bedrijfsinvesteringen groeiden behoorlijk fors. Toch droegen ze niet bij tot de bbp-groei, omdat er voornamelijk voor werd ingevoerd. Ze gaven wel een krachtige impuls aan het bankkrediet aan bedrijven. Historisch lage interestvoeten en een verbeterende arbeidsmarkt zorgden voor nog een versnelling van de groei van de woningkredieten.
De relatief gunstige conjunctuur ging gepaard met sterke werkgelegenheidsgroei en een significante daling van de werkloosheidsgraad. Eind 2015 bedroeg die nog maar 4,5% van de beroepsbevolking, tegenover een piek van 7,8% begin 2010. De inflatie bleef heel het jaar net boven 0% schommelen, dus ver beneden de doelstelling van de centrale bank van 2%. Het monetaire beleid bleef dan ook expansief. De lage rente belette niet dat de depositogroei stevig bleef, maar ook beleggingsfondsen en aandelen waren erg in trek.
We verwachten dat de reële bbp-groei in 2016 zal verzwakken tot naar raming 2,5%, doordat de impuls van Europese fondsen voor overheidsinvesteringen zal wegvallen.
Onderliggend blijft de binnenlandse vraag evenwel gezond, met een aangehouden groei van de gezinsconsumptie.
Net als in Tsjechië profiteerde de investeringsgroei ook in andere Centraal-Europese landen van de inhaalbeweging in de benutting van de Europese cohesiefondsen. Ook in Slowakije, Hongarije en Bulgarije lag de reële bbp-groei daardoor ruim boven het EUgemiddelde, namelijk respectievelijk 3,5%, 2,8% en 2,7%. In Bulgarije werd de groei vooral gedreven door de netto-uitvoer, terwijl in Slowakije en Hongarije de binnenlandse vraag de voornaamste groeimotor was. Sterke reële loonstijgingen en een forse daling van de werkloosheid ondersteunden er de gezinsconsumptie. Dalende energieprijzen deden de inflatie in Hongarije heel het jaar rond 0% schommelen en zorgden in Slowakije en Bulgarije zelfs voor negatieve inflatie. Net als elders namen de rentespreads van Slowakije, Hongarije en Bulgarije ten opzichte van Duitsland tijdens de Griekse crisis tijdelijk lichtjes toe.
In Slowakije ging de stevige binnenlandse vraag gepaard met een aanhoudend sterke groei van de kredietverlening aan gezinnen en een herleving van het bedrijfskrediet. In Bulgarije bleef de groei van de kredietverlening echter zwak en Hongarije geraakte nog niet uit de greep van de schuldafbouw, ondanks het stimuleringsprogramma van de centrale bank. Die lanceerde in november een nieuw groeisteunprogramma om de kredietverstrekking aan kmo's verder te stimuleren. De Hongaarse centrale bank gaf ook te kennen de beleidsrente wellicht tot het najaar van 2017 ongewijzigd te
zullen laten. Daaruit blijkt haar bezorgdheid over het verdere conjunctuurverloop. We verwachten dat de reële bbp-groei in Slowakije, Hongarije en Bulgarije in 2016 door het wegvallen van de inhaalbeweging van financiering uit de Europese cohesiefondsen wat zal vertragen tot respectievelijk 3,3%, 2,4% en 2,5%.
Van alle industrielanden realiseerde Ierland de sterkste economische groei in 2015 (7,2%). De groei van de uitvoer bleef robuust en de binnenlandse vraag trok sterk aan. Groeibevorderende elementen waren de daling van de olieprijs, de ruilvoetverbetering, de lage inflatie, de stevige werkgelegenheidscreatie, het soepeler begrotingsbeleid en de inhaalvraag na de diepe crisis. De sterke economische groei helpt bij de vermindering van de schuld, die niettemin nog altijd hoog is. Verdere schuldafbouw deed de uitstaande kredietvolumes bij de banken dan ook verder dalen, terwijl gezins- en bedrijfsdeposito's in een stevig tempo groeiden. In 2016 zal de economische groei weliswaar vertragen, maar nog altijd zeer stevig blijven.
We zijn voor alle landen uitgegaan van prognoses van begin 2016. Het is dus mogelijk dat de werkelijkheid daar (sterk) van afwijkt.
| Macro-economische | België | Tsjechië | Hongarije Slowakije |
Bulgarije | Ierland | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| indicatoren* | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | |
| Groei van het bbp (reëel) | 1,3% | 1,4% | 2,0% | 4,3% | 3,7% | 2,8% | 2,5% | 3,5% | 1,5% | 2,7% | 5,2% | 7,2% | |
| Inflatie (gemiddelde jaarstijging van de consumptieprijzen in %) |
0,5% | 0,6% | 0,4% | 0,3% | 0,0% | -0,1% | -0,1% | -0,3% | -1,6% | -1,0% | 0,3% | -0,1% | |
| Werkloosheidsgraad (in % van de beroepsbevolking, jaareinde, Eurostat definitie) |
8,6% | 7,9% | 5,8% | 4,5% | 7,3% | 6,3% | 12,4% | 10,6% | 10,2% | 8,8% | 10,2% | 9,0% | |
| Financieringssaldo overheid (in % van het bbp) |
-3,1% | -2,8% | -1,9% | -1,9% | -2,5% | -2,3% | -2,8% | -2,7% | -5,8% | -2,8% | -3,9% | -1,5% | |
| Overheidsschuld (in % van het bbp) |
106,7% | 106,5% | 42,7% | 41,0% | 76,2% | 75,8% | 53,5% | 52,7% | 27,0% | 31,8% | 107,5% | 96,0% |
* Gegevens voor 2015 zijn gebaseerd op schattingen van begin 2016.
De onderstaande tabel geeft een indicatie van onze aanwezigheid (merken, netwerk) en ons belang (klanten, kredietportefeuille, deposito's, marktaandelen) per land.
| Marktpositie, 20151 | België | Tsjechië | Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Belangrijkste merken | KBC, CBC, KBC Brussels |
CˇSOB | K&H | CˇSOB | CIBANK, DZI | KBC Bank Ireland |
| Netwerk | 783 bankkantoren |
316 bankkantoren2 |
209 bankkantoren |
125 bankkantoren |
100 bankkantoren |
17 bankkantoren |
| 441 verzekerings agentschappen |
Verzekeren via verschillende kanalen |
Verzekeren via verschillende kanalen |
Verzekeren via verschillende kanalen |
Verzekeren via verschillende kanalen |
– | |
| Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
Diverse online kanalen |
|
| Klanten (miljoenen, schatting) |
3,5 | 4,0 | 1,6 | 0,6 | 0,6 | 0,2 |
| Kredietportefeuille (miljarden euro) | 93 | 20 | 4,5 | 6,0 | 0,9 | 13,9 |
| Deposito's en schuldpapier (miljarden euro) |
111 | 24 | 5,9 | 5,3 | 0,7 | 5,3 |
| Marktaandelen - bankproducten - beleggingsfondsen - levensverzekeringen |
21% 40% 13% |
19% 26% 7% |
10% 18% 4% |
11% 7% 4% |
3% – 12% |
–3 – – |
| - schadeverzekeringen | 9% | 7% | 5% | 3% | 10% | – |
1 Marktaandelen en klantenaantallen: gebaseerd op eigen schattingen (bij de klantenaantallen werd rekening gehouden met een ruw geschatte overlapping tussen de verschillende maatschappijen van de groep in elk land). Voor traditionele bankproducten: gemiddelde van de geschatte marktaandelen in kredieten en in deposito's. Voor levensverzekeringen in België bedraagt het marktaandeel voor retail (exclusief groepsverzekeringen) 17%, gebaseerd op reserves; voor de andere landen is het marktaandeel in levensverzekeringen gebaseerd op premies. Kredietportefeuille: zie hoofdstuk Risicobeheer. Deposito's en schuldpapier: deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's. Tot Divisie België behoort ook het beperkte netwerk van buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië, die focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC (10 kantoren; totale kredietportefeuille circa 5 miljard euro). In Tsjechië werkt de groep via verschillende merken waaronder CˇSOB, Era, PSB, CˇMSS en Hypotecˇní banka. 2 CˇSOB Bank en Era.
3 Retailmarktaandeel: 11% voor woningkredieten, 6% voor deposito's.
In bijna al onze landen bieden we een brede waaier van krediet-, deposito-, assetmanagement-, verzekerings- en andere financiële producten aan. Daarbij ligt de focus op privépersonen, kmo's en vermogende klanten. De dienstverlening aan bedrijven omvat bovendien nog onder meer cashmanagement, betalingsverkeer, handelsfinanciering, leasing, geldmarktactiviteiten, kapitaalmarktproducten, aandelenhandel en corporate finance. In Bulgarije bieden we voorlopig nog geen assetmanagementproducten aan en in Ierland hebben we alleen een bancaire dochtermaatschappij.
In alle landen, met uitzondering van Ierland, positioneren we ons bovendien als bankverzekeraar, maar de uitrol van ons bankverzekeringsconcept verschilt van markt tot markt.
In België treedt ons bankverzekeringsbedrijf al op als één operationeel bedrijf dat zowel commerciële als niet-commerciële synergieën realiseert. Een belangrijk kenmerk van ons model in België is de unieke samenwerking tussen onze bankkantoren en verzekeringsagentschappen in micromarkten. Onze bankkantoren verkopen bankproducten en standaardverzekeringen en verwijzen voor andere verzekeringsproducten door naar het verzekeringsagentschap in dezelfde micromarkt. Onze verzekeringsagentschappen verkopen alle verzekeringsproducten en behandelen alle schadegevallen, ook die waarvoor de verzekering door een bankkantoor werd verkocht.
In onze andere kernlanden staan we nog niet zo ver als in België, maar willen we ten laatste in 2017 een geïntegreerd distributiemodel creëren dat commerciële synergieën mogelijk maakt.
In 2014 maakten we tijdens een Investor Day onze toekomstplannen en vernieuwde strategie bekend. We definieerden ook verschillende financiële en niet-financiële doelstellingen per land. U vindt daarover meer in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
Hierna geven we een selectie van specifieke initiatieven en realisaties per divisie.
We willen met CBC het groeipotentieel op het vlak van bankverzekeren in specifieke marktsegmenten verder aanboren en onze aanwezigheid in Wallonië, evenals onze toegankelijkheid en dienstverlening uitbreiden door nieuwe verzekeringsagentschappen en bankkantoren te openen en bestaande bankkantoren te verplaatsen.
Dat alles komt boven op de verdere optimalisatie van het bankverzekeringsmodel in België. We mikken voor de komende jaren op een toename van onze bankverzekeringsopbrengsten met gemiddeld minimaal 5% per jaar, onder meer door het aanbieden van digitale oplossingen en specifieke bankverzekeringsinitiatieven voor bepaalde doelgroepen.
Bij de Beste werkgevers in België (Great Place to Work®) – Goud voor de campagne Alles kan beter in de categorie Geïntegreerde communicatie en zilver in de rubriek B2B (Best of Activation Awards) – Best new product or Service Innovation voor Bolero Crowdfunding (Efma Awards) – Best Private Bank van België (Private Wealth Magazine en Euromoney) – Social Media Insurance Award en Social Media Insurance Event Award (Financelab) – enz.
Cˇ SOB bij de Beste werkgevers in Tsjechië (Sodexo) – Cˇ SOB beste bank in Tsjechië (Euromoney, The Banker, Global Finance, Hospodárˇské noviny) – Cˇ SOB Best Private Bank van Tsjechië (Euromoney, Professional Wealth Management / The Banker) – Cˇ SOB Golden Certificate for Responsible Reporting (TOP Responsible Company 2015) – enz.
In Bulgarije concentreert CIBANK zich op specifieke klantensegmenten binnen een robuust risicokader. DZI concentreert zich op producten met hoge marges, operationele efficiëntie, vereenvoudiging en uitmuntende dienstverlening aan de klant. De samenwerking tussen DZI en CIBANK wordt verder uitgebreid door producten (onder meer Unit-Linked) en distributiekanalen verder te ontwikkelen.
In Ierland evolueren we naar een retailbank met een volledig productaanbod. De distributie moet meer en meer via eigen kanalen verlopen, inclusief online, mobiel en via een contactcenter, ondersteund door een flexibele fysieke aanwezigheid (hubs, mobiele banken en adviseurs) in belangrijke stedelijke gebieden. We willen sterk groeien in nieuwe particuliere hypotheekleningen, het aanbod van retailproducten uitbreiden en de lokale depositowerving verder uitbouwen. De bestaande portefeuille van kredieten aan bedrijven en kmo's wordt verder ingekrompen.
Bulgarije
Ierland
KBC Bank Ireland werd uitgeroepen tot bank met de Best Corporate Reputation (Rep Track) en beloond met de Product Innovation Award (Temenos Community Forum Istanbul) – Cˇ SOB is Best Trade Finance Bank in Slowakije (Global Finance Magazine) – Cˇ SOB Poist'ovnˇ a is Insurer of the Year in Slowakije (Trend) – K&H is een van de National Champions in de categorie Customer Focus bij de European Business Awards en ontving de MAF Award voor zijn initiatief Ready, Steady, Money – enz.
In 2015 haalde de divisie België een nettoresultaat van 1 564 miljoen euro, tegenover 1 516 miljoen euro het jaar daarvoor.
De belangrijkste inkomstenpost, de nettorente-inkomsten, bedroeg 2 819 miljoen euro in 2015. Dat is een daling van 3%, maar gezien de context van lage rente – en dus lage herbeleggingsopbrengsten – blijft het toch een behoorlijke prestatie. Dat was mogelijk dankzij lagere financieringskosten, de verlaging van de rente op spaarrekeningen en hogere kredietgerelateerde rente-inkomsten (onder meer dankzij woningkredieten). Bovendien leidde het hoge niveau van herfinancieringen van woningkredieten in de eerste jaarhelft van 2015, net zoals in de tweede helft van 2014, tot een hoog bedrag aan ontvangen vervroegdeterugbetalingsrente, maar ook tot een daaraan gerelateerd negatief hedgingeffect (pro rata financieringsverliezen). Qua volume stegen onze leningen en voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (88 miljard euro eind 2015), met 3% en de deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (111 miljard euro eind 2015),
groeiden aan met 5%. De gemiddelde nettorentemarge daalde van 2,01% in 2014 naar 1,91% in 2015. De nettoprovisie-inkomsten (1 280 miljoen euro) stegen sterk, met 11%. Dat was vooral te danken aan de sterke prestaties van onze assetmanagementactiviteiten, die resulteerden in een flinke groei van de inkomsten uit beleggingsfondsen (vooral de beheersvergoedingen). Het totale beheerde vermogen in België steeg met niet minder dan 13% tot 194 miljard euro, door een combinatie van een nettovolumetoename (+8%) en de waardestijging van de activa zelf (+4%). Onze verzekeringsactiviteiten genereerden 1 958 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 969 miljoen euro voor levensverzekeringen en 989 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten met 3% (vooral in de takken Motorrijtuigen en Brand en andere schade aan goederen) en een daling van de schadeclaims met 10% (in 2014 was er een sterk negatieve invloed van stormen, weliswaar grotendeels gecompenseerd door herverzekeringen). De gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringsactiviteiten kwam bijgevolg
uit op een zeer goede 90%, beter dan het jaar voordien (94%). De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, ruwweg de tak 23-producten) bereikte 1,4 miljard euro. Die daling met 12% is vooral een gevolg van lagere verkopen van tak 23-producten in 2015 (-26%). Eind 2015 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven 26,7 miljard euro, 1% meer dan eind 2014. De andere inkomstenposten bestaan vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (149 miljoen euro, iets meer dan in 2014, en vooral op aandelen), de ontvangen dividenden op de effecten in onze portefeuilles (65 miljoen euro, ook iets beter dan in 2014), de trading- en reëlewaarde-inkomsten (162 miljoen euro, significant beter dan in 2014, vooral door de positieve impact van de waardestijging van de derivaten gebruikt voor balansbeheer, die het lagere dealingroomresultaat en diverse negatieve marktwaardeaanpassingen meer dan compenseert) en de overige inkomsten (207 miljoen euro, iets lager dan in 2014). Die laatste post omvat, naast de gebruikelijke posten (resultaten van KBC Autolease, VAB, enz.), ook diverse eenmalige zaken.
Onze kosten stegen in 2015 met 4% tot 2 373 miljoen euro. Daarbij spelen verschillende elementen mee, onder andere hogere speciale bankentaksen (onder meer door de bijdrage aan het European Resolution Fund), hogere pensioenkosten en lagere marketing- en communicatiekosten. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten (de kosteninkomstenratio van de bankactiviteiten) bedroeg nog altijd een uitstekende 50%, ruwweg hetzelfde niveau als in 2014. Zonder éénmalige zaken was dat 53%, tegenover 49% in 2014.
De kredietvoorzieningen waren relatief beperkt in 2015. Ze bedroegen 177 miljoen euro, 14% minder dan in 2014. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedragen de kredietvoorzieningen bijgevolg maar 19 basispunten in 2015, tegenover 23 basispunten het jaar voordien. Eind 2015 was ongeveer 3,8% van de kredietportefeuille van de divisie België geclassificeerd als impaired (definitie: zie Glossarium), tegenover 4,3% eind 2014. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 2,2% uit van de kredietportefeuille (net als in 2014).
In 2015 behaalde de divisie Tsjechië een nettowinst van 542 miljoen euro, tegenover 528 miljoen euro in 2014.
Ondanks lage rentes en rentemargevernauwing stegen onze totale opbrengsten. De belangrijkste opbrengstenpost, de nettorente-inkomsten, leed onder het lagerenteklimaat en de daarmee verbonden lagere herbeleggingsopbrengsten, maar kon de daling beperken tot 2%, tot 845 miljoen euro, en zelfs tot minder dan 1% bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder wisselkoersimpact. De belangrijkste positieve elementen daarbij waren de verlaging van de rente op spaarrekeningen en de sterke volumegroei, zowel voor kredietverlening als voor depositowerving. Wat dat laatste betreft: onze leningen in voorschotten aan klanten, zonder reverse repo's (18 miljard euro eind 2015) stegen met 8% in 2015 en de deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (24 miljard euro eind 2015) groeiden aan met 6% in een jaar tijd. De gemiddelde nettorentemarge daalde van 3,18% in 2014 naar 3,03% in 2015. De nettoprovisie-inkomsten (201 miljoen euro) bleven een sterkhouder in 2015, met een verdere groei van 4%. Dat was vooral te danken aan de sterke prestaties van de assetmanagementactiviteiten in 2015, die resulteerden in een flinke groei van de beheersvergoedingen voor beleggingsfondsen, onder meer dankzij de groei van het beheerde vermogen. Dat totale beheerde vermogen in Tsjechië steeg in 2015 met 19% tot bijna 9 miljard euro, door een combinatie van een nettovolumetoename (+12%) en de waardestijging van de activa zelf (+7%).
Onze verzekeringsactiviteiten in Tsjechië genereerden in totaal 420 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 243 miljoen euro voor levensverzekeringen en 177 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premie-inkomsten met 7% (vooral in de takken Motorrijtuigen en Brand en andere schade aan goederen) en een stijging van de schadeclaims met 8%. De gecombineerde ratio van onze schadeverzekeringsactiviteiten kwam daardoor uit op een goede 94%, hetzelfde niveau als het jaar voordien. De verkoop van levensverzekeringen bereikte 0,2 miljard euro, de helft hoger dan in 2014 dankzij een hoger aantal uitgiften van Maximal Invest-producten. Eind 2015 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van Divisie Tsjechië 1,0 miljard euro, ongeveer op hetzelfde niveau als eind 2014.
De andere inkomstenposten bestaan vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (12 miljoen euro), trading- en reëlewaardeinkomsten (98 miljoen euro in 2015, tegenover 62 miljoen euro in 2014, onder meer door de positieve impact van de waardestijging van de derivaten gebruikt voor balansbeheer, en hogere dealingroominkomsten) en overige inkomsten (23 miljoen euro).
De kosten in Tsjechië stegen in 2015 met 4% tot 617 miljoen euro (3% bij gelijkblijvende consolidatiekring en zonder wisselkoersimpact). Daarbij spelen verschillende elementen mee, onder andere hogere kosten voor ICT, facilitaire diensten en andere administratieve kosten, die de iets lagere personeelskosten en afschrijvingen meer dan compenseerden. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten (de kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten) bedroeg daardoor nog altijd een goede 48%, ongeveer hetzelfde niveau als in 2014.
De kredietvoorzieningen bleven beperkt in 2015. Ze bedroegen 36 miljoen euro, slechts 2 miljoen euro meer dan het lage niveau van 2014, ondanks enkele modelaanpassingen met negatief effect. In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedragen de kredietvoorzieningen dus maar 18 basispunten voor 2015, ongeveer hetzelfde niveau als het jaar voordien. Eind 2015 was ongeveer 3,4% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 3,8% eind 2014. Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 2,5% uit van de kredietportefeuille (2,9% in 2014).
In 2015 bedroeg het nettoresultaat van de divisie Internationale Markten 245 miljoen euro, tegenover -182 miljoen euro het jaar daarvoor. Die verbetering heeft voor een groot deel te maken met Hongarije (in 2014 moesten we daar voor een aanzienlijk bedrag voorzieningen aanleggen in verband met nieuwe wetgeving op retailkredieten) en Ierland (sterke daling van de aanleg van kredietvoorzieningen). Per land bedroeg het nettoresultaat 131 miljoen euro voor Hongarije, 82 miljoen euro voor Slowakije, 18 miljoen euro voor Bulgarije en 13 miljoen euro voor Ierland.
De nettorente-inkomsten van de divisie bedroegen 711 miljoen euro in 2015. Dat is 5% meer dan in 2014 en vooral te danken aan de lagere financierings- en liquiditeitskosten in Ierland en in mindere mate aan volumegroei in onder meer Slowakije. Wat het laatste betreft: de leningen in voorschotten aan klanten van de volledige divisie, zonder reverse repo's (21 miljard euro), bleven ruwweg gelijk in 2015. Daarbij werden de stijgingen in Slowakije (+16%, vooral dankzij de woningkredieten) en Bulgarije (+9%) tenietgedaan door een daling in Ierland (-4%, onder meer door de afbouw van bedrijfskredieten) en Hongarije (-7%). De deposito's van klanten en schuldpapier, zonder repo's (17 miljard euro eind 2015), stegen met 15%. Dat is voor het grootste deel te danken aan de depositocampagne in Ierland (+26%). De deposito's groeiden ook aan in Slowakije (+8%), Bulgarije (+15%) en Hongarije (+12%). De gemiddelde nettorentemarge steeg van 2,41% in 2014 naar 2,55% in 2015. Bij de nettoprovisie-inkomsten (206 miljoen euro) noteren we een kleine daling van 1%, vooral op het conto van Bulgarije, terwijl de nettoprovisie-inkomsten in de andere landen stabiel bleven of licht vooruit gingen. De verzekeringsactiviteiten van de divisie hebben alleen betrekking op Hongarije, Slowakije en Bulgarije. Die
genereerden in totaal 259 miljoen euro aan verdiende premies, waarvan 90 miljoen euro voor levensverzekeringen en 169 miljoen euro voor schadeverzekeringen. Bij de schadeverzekeringen was er een groei van de premieinkomsten met 11% (groei in alle landen) en namen de schadeclaims maar met 3% toe. De gecombineerde ratio van de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg bijgevolg een goede 95%, iets beter dan het jaar voordien (96%). De verkoop van levensverzekeringen (inclusief de niet in de IFRS-cijfers vervatte beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, ruwweg de tak 23-producten) klokte af op 0,1 miljard euro, 17% hoger dan in 2014, vooral door hogere verkopen van tak 23-producten in Hongarije in 2015. Eind 2015 bedroegen de uitstaande reserves voor de tak Leven van de divisie 0,6 miljard euro, 8% meer dan eind 2014, vooral door de toename in Hongarije.
De andere inkomstenposten bestaan vooral uit de gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van aandelen en obligaties (6 miljoen euro), trading- en reëlewaarde-inkomsten (76 miljoen euro) en de overige inkomsten (50 miljoen euro). Die laatste zijn beduidend beter dan in 2014 (een negatieve 227 miljoen euro),
toen die post werd beïnvloed door de aanleg van een voorziening van 231 miljoen euro om de gevolgen van de nieuwe Hongaarse wet over particuliere kredieten op te vangen (de Curia-voorziening; zie Toelichting 8 van de Geconsolideerde jaarrekening). Van die voorziening kon bovendien in 2015 ongeveer 34 miljoen worden teruggedraaid.
De kosten stegen in 2015 met een bescheiden 2% tot 752 miljoen euro. Het grootste deel van die stijging is gesitueerd in Ierland en heeft vooral te maken met de uitrol van de retailstrategie. De verhouding van de kosten ten opzichte van de opbrengsten (de kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten) van de divisie bedroeg daardoor 66%, ten opzichte van 92% in 2014. Dat laatste was uiteraard beïnvloed door de aanleg van de Curia-voorziening in Hongarije.
De kredietvoorzieningen bedroegen 82 miljoen euro in 2015, 191 miljoen euro minder dan in 2014, vooral dankzij de verbetering in Ierland (van 198 naar 48 miljoen euro). In verhouding tot onze volledige kredietportefeuille bedragen de kredietvoorzieningen van de hele divisie 32 basispunten in 2015, tegenover 106 basispunten het jaar voordien. Per land was dat: 34 basispunten voor Ierland (tegenover 133 basispunten het jaar voordien), 12 basispunten voor Hongarije, 32 basispunten voor Slowakije en 121 basispunten voor Bulgarije. Eind 2015 was ongeveer 30% van de kredietportefeuille van de divisie geclassificeerd als impaired, tegenover 34% eind 2014. Dat hoge cijfer heeft vooral te maken met Ierland (eind 2015 maakten impaired kredieten daar 47% uit). Impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid maakten 16% van de kredietportefeuille uit (19% in 2014).
Voor onze financiële rapportering onderscheiden we naast de drie divisies een Groepscenter. Dat bevat de resultaten van de holdingactiviteiten van de groep, bepaalde aan kapitaal- en liquiditeitsbeheer gerelateerde kosten, kosten gerelateerd aan het aanhouden van participaties en de resultaten van de overblijvende maatschappijen en activiteiten die afgebouwd worden. Het Groepscenter bevat de resultaten van de legacy-activiteiten (CDO's en desinvesteringen) tot en met 2014 (daarna onbeduidend) en de waardering van het eigen kredietrisico.
In 2015 was het Groepscenter goed voor een nettoresultaat van 287 miljoen euro, tegenover -100 miljoen euro in het jaar daarvoor. Het omvat:
| Resultaten per Divisie* (in miljoenen euro) | België | Tsjechië Internationale Markten | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | |
| Nettorente-inkomsten | 2 917 | 2 819 | 860 | 845 | 677 | 711 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 374 | 460 | 75 | 80 | 68 | 81 |
| Verdiende premies | 964 | 989 | 165 | 177 | 153 | 169 |
| Technische lasten | -590 | -530 | -89 | -96 | -86 | -88 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -252 | -243 | 24 | 26 | 12 | 16 |
| Verdiende premies | 1 004 | 969 | 160 | 243 | 84 | 90 |
| Technische lasten | -1 256 | -1 212 | -136 | -216 | -71 | -73 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 19 | -20 | -7 | -8 | 2 | -6 |
| Dividendinkomsten | 49 | 65 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
44 | 162 | 62 | 98 | 73 | 76 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 115 | 149 | 9 | 12 | 16 | 6 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 152 | 1 280 | 194 | 201 | 208 | 206 |
| Overige netto-inkomsten | 269 | 207 | 18 | 23 | -227 | 50 |
| Totale opbrengsten | 4 688 | 4 878 | 1 235 | 1 277 | 828 | 1 141 |
| Exploitatiekosten | -2 282 | -2 373 | -594 | -617 | -740 | -752 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -251 | -222 | -36 | -42 | -284 | -84 |
| Op leningen en vorderingen | -205 | -177 | -34 | -36 | -273 | -82 |
| Op voor verkoop beschikbare financiële activa | -27 | -38 | 0 | -4 | 0 | 0 |
| Op goodwill | 0 | 0 | 0 | -2 | 0 | 0 |
| Op overige | -19 | -7 | -3 | 0 | -11 | -2 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | -1 | -1 | 23 | 23 | 0 | 0 |
| Resultaat vóór belastingen | 2 154 | 2 282 | 628 | 640 | -196 | 305 |
| Belastingen | -638 | -717 | -100 | -98 | 14 | -60 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Resultaat na belastingen | 1 517 | 1 565 | 528 | 542 | -182 | 245 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de | ||||||
| moedermaatschappij (nettoresultaat) | 1 516 | 1 564 | 528 | 542 | -182 | 245 |
| Bankactiviteiten | 1 205 | 1 230 | 501 | 516 | -204 | 225 |
| Verzekeringsactiviteiten | 311 | 334 | 27 | 26 | 23 | 20 |
| Holdingactiviteiten | – | – | – | – | – | – |
| Risicogewogen activa op einde periode, bankieren (Basel III) | 42 919 | 42 157 | 12 345 | 12 919 | 18 425 | 19 424 |
| Solvabiliteit op einde periode, verzekeringen (Solvency I) | 868 | 891 | 67 | 72 | 44 | 48 |
| Toegewezen kapitaal op einde periode | 6 026 | 5 985 | 1 414 | 1 482 | 2 011 | 2 123 |
| Rendement op toegewezen kapitaal | 26% | 26% | 37% | 37% | -9% | 12% |
| Kosten-inkomstenratio bankactiviteiten | 50% | 50% | 48% | 48% | 92% | 66% |
| Gecombineerde ratio schadeverzekeringen | 94% | 90% | 94% | 94% | 96% | 95% |
* Aanpassing van enkele referentiecijfers over 2014: zie hoofdstuk Geconsolideerd resultaat in 2015.
| Totale groep | Groepscenter | Waarvan | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Ierland | Bulgarije | Slowakije | Hongarije | |||||||
| 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 |
| 4 308 4 311 |
-63 | -146 | 202 | 149 | 47 | 43 | 214 | 210 | 248 | 274 |
| 512 | -10 | -6 | 0 | 0 | 35 | 21 | 20 | 20 | 27 | 27 |
| 1 266 1 319 |
-16 | -16 | 0 | 0 | 76 | 71 | 29 | 27 | 65 | 55 |
| -754 | 6 | 10 | 0 | 0 | -41 | -50 | -9 | -7 | -38 | -29 |
| -216 | 0 | -1 | 0 | 0 | 4 | 4 | 10 | 10 | 2 | -1 |
| 1 247 1 301 |
0 | 0 | 0 | 0 | 23 | 16 | 52 | 53 | 15 | 15 |
| -1 463 -1 502 |
0 | 0 | 0 | 0 | -20 | -12 | -41 | -43 | -13 | -16 |
| 16 | 6 | 2 | 0 | 0 | -2 | 6 | -1 | -2 | -3 | -2 |
| 56 | 10 | 7 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 227 | -121 | 49 | -2 | -7 | 2 | 2 | 16 | 15 | 60 | 62 |
| 150 | 23 | 10 | 1 | 0 | 0 | 0 | 2 | 2 | 3 | 14 |
| 1 573 1 678 |
-9 | 19 | -3 | -3 | -2 | 1 | 47 | 46 | 160 | 160 |
| 94 | 17 | 34 | 0 | -2 | 0 | 0 | 9 | 0 | 42 | -225 |
| 6 720 7 148 |
-148 | -31 | 198 | 138 | 83 | 77 | 317 | 301 | 539 | 307 |
| -3 818 -3 890 |
-149 | -203 | -149 | -132 | -56 | -52 | -190 | -185 | -353 | -368 |
| -506 | -399 | 65 | -48 | -207 | -10 | -10 | -18 | -18 | -8 | -49 |
| -587 | -28 | -75 | -48 | -198 | -10 | -10 | -18 | -17 | -6 | -47 |
| -29 | -3 | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 0 | -342 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 109 | -25 | 142 | 0 | -9 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2 | -1 |
| 25 | 3 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 2 420 | -693 | -166 | 1 | -202 | 17 | 15 | 108 | 98 | 179 | -109 |
| -657 | 980 | 65 | 12 | 23 | 2 | 0 | -26 | -24 | -47 | 15 |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 1 763 | 287 | -100 | 13 | -179 | 18 | 15 | 82 | 75 | 131 | -94 |
| 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 1 762 2 639 |
287 | -100 | 13 | -179 | 18 | 15 | 82 | 75 | 131 | -94 |
| 1 470 2 403 |
432 | -31 | 13 | -179 | 12 | 11 | 74 | 65 | 125 | -102 |
| 391 | -26 | 30 | 0 | 0 | 6 | 5 | 8 | 10 | 6 | 8 |
| -99 | -119 | -99 | – | – | – | – | – | – | – | – |
| – | 5 433 | 6 650 | 7 449 | 6 931 | 750 | 671 | 4 350 | 3 815 | 6 858 | 6 996 |
| – | 0 | 1 | 0 | 0 | 16 | 15 | 15 | 15 | 16 | 14 |
| – | 571 | 701 | 782 | 728 | 108 | 96 | 483 | 426 | 749 | 759 |
| – | – | – | 2% | -28% | 18% | 16% | 18% | 18% | 17% | -12% |
| 58% | – | – | 75% | 96% | 65% | 63% | 60% | 62% | 65% | 125% |
| 94% | – | – | – | – | 97% | 101% | 88% | 83% | 97% | 96% |
KBC is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico's voor de sector, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationele risico's, enz.
In dit hoofdstuk van het jaarverslag concentreren we ons op ons risicobeleidsmodel en op de belangrijkste sectorgebonden risico's die we lopen. De algemene risico's (die verband houden met de macro-economische situatie, concurrentie, regelgeving, enz.) omschrijven we in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie.
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRSjaarrekening, geauditeerd. Het betreft de volgende delen:
(her)verzekeraars, per risicoklasse en de tabel Blootstelling aan overheidsobligaties;
De belangrijkste kenmerken van ons risicobeleidsmodel zijn:
• één enkele, onafhankelijke risicofunctie die de chief risk officer van de groep (CRO), lokale CRO's en risicofuncties en de groepsrisicofunctie omvat. De risicofunctie vormt (samen met Compliance) de tweede verdedigingslinie en Interne Audit vormt de derde verdedigingslinie.
Relevante risicobeheerorganen en controlefuncties:
en behandelt essentiële onderwerpen die de specifieke risicocomités of het Groeps-ALCO doorsturen;
opvolgen van limieten met betrekking tot de verzekeringsactiviteiten op groepsniveau.
Jaarlijks wordt de performantie beoordeeld als onderdeel van de Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding). Hierboven vindt u een vereenvoudigd schema van ons risicobeleidsmodel.
KBC wil een sterke risicocultuur bevorderen in zijn organisatie. De risicofunctie streeft ernaar dat risico een aandachtspunt van iedereen wordt, met als bedoeling de groep te helpen om een duurzame groei te creëren en het vertrouwen van de klanten te verdienen. De risicofunctie heeft als opdracht de business te inspireren, uit te dagen en van de nodige middelen te voorzien om zo het evenwicht tussen risico en rendement van zijn activiteiten uitmuntend te beheren, binnen het speelveld dat wordt bepaald door de risicobereidheid.
We zijn ervan overtuigd dat voor effectief en efficiënt risicobeheer een sterke risicocultuur erg belangrijk is. Ze bevordert bij alle medewerkers het besef dat risicobeheer een prioriteit is. Daar hoort ook bij dat duidelijk moet zijn welke risicogebonden praktijken en gedragingen verwacht, gewaardeerd en aangemoedigd worden.
Om te beoordelen of we op dat vlak vooruitgang boeken, stellen we onszelf de volgende vragen:
Kredietrisico is de potentiële negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contractpartij (bijvoorbeeld een kredietnemer), als gevolg van de insolvabiliteit, het onvermogen of de onwil van die partij om te betalen of haar
• Is de directe leidinggevende een effectief rolmodel voor wenselijk risicogedrag?
In heel de groep hebben afzonderlijke entiteiten en diensten belangrijke stappen gezet om de risicocultuur in te voeren in hun respectieve organisaties. Met de bovenstaande vragen voor ogen zijn er allerlei lokale initiatieven opgestart om het risicobewustzijn te versterken. Het onderwerp stond ook boven aan de agenda van KBC's CRO Community, waar inzichten, best practices en ideeën gedeeld kunnen worden.
In 2015 waren er ook heel wat initiatieven in andere domeinen om de kwaliteit en de doeltreffendheid van de internecontroleomgeving verder te verbeteren. We herbekeken en vereenvoudigden onze overkoepelende risicobeheerskaders (RMF's) om te komen tot een beter en meer geconcentreerd risicobeheer. In het bijzonder hebben we het Three Lines of Defence-model van KBC grondig herzien. We zetten daarmee een belangrijke stap om duidelijke verantwoordelijkheid (accountability) te stimuleren voor het nemen van risico's, het verzekeren van toezicht en het creëren van onafhankelijke opinies die bijdragen tot de nodige zekerheid.
prestatie te leveren, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land (landenrisico). Kredietrisico omvat dus het wanbetalingsrisico en het landenrisico, maar ook het migratierisico, met name het risico van nadelige wijzigingen van kredietratings.
Meer informatie over risicobeheer vindt u in ons Risk Report op www.kbc.com, onder Investor Relations/Rapporten/ Risicorapporten.
We beheren het kredietrisico zowel op transactie- als op portefeuilleniveau. Het beheer op transactieniveau houdt in dat we degelijke procedures, processen en instrumenten ter beschikking hebben om de risico's te identificeren en te meten voor en na de acceptatie van individuele kredietrisico's. Er zijn limieten en machtigingen vastgelegd om het maximaal toegestane kredietrisico en het niveau waarop acceptatiebeslissingen worden genomen, te bepalen. Het beheer op portefeuilleniveau omvat onder meer de periodieke meting en analyse van en rapportering over het kredietrisico dat is ingebed in de geconsolideerde krediet- en beleggingsportefeuille, de controle op de naleving van limieten, het stresstesten van kredietrisico in verschillende scenario's, het nemen van risicobeperkende maatregelen en de optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel.
We hebben degelijke acceptatiebeleidslijnen en -procedures voor alle soorten van kredietrisico. We beperken de omschrijving hieronder tot risico's verbonden aan klassieke bedrijfskredieten en aan kredietverlening aan particulieren, omdat die het grootste deel uitmaken van het kredietrisico van de groep.
Kredietverlening aan particulieren (zoals hypothecaire leningen) is onderworpen aan een gestandaardiseerd proces, waarbij de resultaten van scoremodellen een belangrijke rol spelen in de acceptatieprocedure. Kredietverlening aan bedrijven is onderworpen aan een meer geïntegreerd acceptatieproces waarbij rekening wordt gehouden met relatiebeheer, kredietacceptatiecomités en de resultaten van modellen.
Voor de meeste soorten kredietrisico wordt de bewaking in hoofdzaak gestuurd door de risicoklasse, waarbij een onderscheid wordt gemaakt op basis van de Probability of Default (PD), of de kans op een in gebreke blijven, en de Loss Given Default (LGD), of het verwachte verlies in het geval dat een debiteur in gebreke blijft.
Om de risicoklasse te bepalen, hebben we diverse ratingmodellen ontwikkeld. Enerzijds om de kredietwaardigheid van debiteuren te meten en anderzijds om het verwachte verlies van de verschillende types van transacties in te schatten. Een aantal uniforme modellen gebruiken we in de hele groep (de modellen voor overheden, banken, grote ondernemingen, enz.), andere zijn ontwikkeld voor specifieke geografische markten (kmo's, particulieren, enz.) of types van transacties. We gebruiken in de hele groep dezelfde interne ratingschaal.
De resultaten van die modellen gebruiken we om de kredietportefeuille die niet in gebreke is, in te delen in interneratingklassen gaande van 1 (laagste risico) tot 9 (hoogste risico) voor de PD. Een debiteur die in gebreke is gebleven, kennen we een interne rating toe van PD 10, PD 11 of PD 12. PD-klasse 12 kennen we toe als een van de kredietfaciliteiten van de debiteur is stopgezet door de bank of als een vonnis de terugneming van de waarborg beveelt. PD-klasse 11 omvat debiteuren die meer dan 90 dagen te laat zijn met hun betaling (achterstal of overschrijding), maar niet beantwoorden aan de criteria van PD 12. PD-klasse 10 kennen we toe aan debiteuren waarbij er reden is om aan te nemen dat ze niet (op tijd) zullen betalen, maar die niet beantwoorden aan de criteria voor PD 11 of PD 12. De status wanbetaling stemt overeen met de status non-performing en impaired. Debiteuren in PD 10, 11 en 12 worden daarom in wanbetaling en impaired genoemd. De status performing stemt overeen met normaal en niet impaired.
Kredieten aan grote ondernemingen herzien we minstens jaarlijks. Daarbij actualiseren we minstens de interne rating. Als de ratings niet tijdig worden geactualiseerd, wordt een kapitaaltoeslag in rekening gebracht. Kredieten aan kleinere en middelgrote ondernemingen en kredieten aan particulieren worden periodiek herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met alle beschikbare nieuwe informatie (zoals achterstallige betalingen, nieuwe financiële informatie, beduidende wijziging in de risicoklasse). Die maandelijkse oefening kan aanleiding geven tot een uitgebreidere herziening of leiden tot maatregelen voor de klant.
Op kredieten aan debiteuren in gebreke in de PD-klassen 10, 11 en 12 passen we bijzondere waardeverminderingen toe op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Die schatting gebeurt op individuele basis en voor kleinere kredietfaciliteiten op statistische basis. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op portefeuillebasis berekende bijzondere
waardeverminderingen toe door middel van een formule die rekening houdt met de intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advanced-modellen, of op een alternatieve manier als een geschikt IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is.
We bewaken het kredietrisico ook op portefeuillebasis, onder meer met een maand- en/of kwartaalrapportering over de geconsolideerde kredietportefeuille om te verzekeren dat het kredietbeleid en de limieten worden nageleefd. Daarnaast bewaken we de belangrijkste risicoconcentraties met periodieke en ad-hocrapporten. Er bestaan limieten voor debiteuren, garantieverstrekkers, emittenten en tegenpartijen, voor sectoren en voor specifieke activiteiten en geografische zones. Bovendien voeren we stresstests uit op bepaalde soorten kredieten, maar ook op de volledige kredietrisicoscope.
Terwijl sommige limieten zijn uitgedrukt in termen van gecontracteerde bedragen, maken we ook gebruik van concepten als verwacht verlies (Expected Loss) en verlies bij in gebreke blijven (Loss Given Default). Die concepten vormen, samen met de kans op een in gebreke blijven (Probability of Default ) en het uitstaande risico bij een in gebreke blijven (Exposure at Default), de bouwstenen voor de berekening van de reglementaire kapitaalvereisten voor kredietrisico, aangezien KBC heeft geopteerd voor de Internal Rating Based (IRB)-benadering. Eind 2015 hadden de belangrijkste groepsentiteiten (behalve CIBANK in Bulgarije en Cˇ SOB in Slowakije) en enkele kleinere entiteiten de IRB Advancedbenadering ingevoerd. Andere entiteiten zullen in de komende jaren, na goedkeuring door de toezichthouder, overstappen naar de IRB Advanced-benadering. De kleinere entiteiten zullen de standaardbenadering blijven gebruiken.
In de volgende delen gaan we dieper in op de kredietrisico's van de entiteiten van de KBC-groep.
Kredietrisico's doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de groep. Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de krediet- en beleggingsportefeuille. Die portefeuille bestaat voornamelijk uit pure, traditionele kredietactiviteiten. Hij omvat alle kredietverlening aan particulieren, zoals hypotheekleningen en consumentenkredieten, alle kredietverlening aan bedrijven, zoals (bevestigde en niet-bevestigde) bedrijfskapitaalfinancieringen, investeringskredieten, garantiekredieten en kredietderivaten (verkochte protectie) en alle niet-overheidseffecten in de beleggingsportefeuilles van de bankentiteiten van de groep. Andere kredietrisico's, zoals het tradingrisico (emittentenrisico), het tegenpartijrisico verbonden aan professionele transacties, internationale handelsfinanciering (documentair krediet, enz.) en overheidsobligaties zijn niet opgenomen in de tabel. Die elementen beschrijven we verderop apart.
De krediet- en beleggingsportefeuille zoals die in dit hoofdstuk is bepaald, verschilt sterk van Leningen en voorschotten aan klanten in Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening. Meer informatie vindt u in het glossarium van ratio's en termen.
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totale kredietportefeuille (in miljarden euro) | ||
| Toegestaan bedrag | 166 | 174 |
| Uitstaand bedrag | 139 | 143 |
| Kredietportefeuille per divisie (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten) | ||
| België | 64% | 65% |
| Tsjechië | 14% | 14% |
| Internationale Markten | 18% | 18% |
| Groepscenter | 4% | 3% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per sector van de tegenpartij (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1 | ||
| Particulieren | 42% | 42% |
| Financiële en verzekeringsdiensten | 6% | 6% |
| Overheden | 4% | 3% |
| Bedrijven | 49% | 49% |
| Diensten | 11% | 11% |
| Distributie | 8% | 8% |
| Vastgoed | 7% | 7% |
| Bouw | 4% | 4% |
| Landbouw, veeteelt en visserij | 3% | 3% |
| Auto-industrie | 2% | 2% |
| Overige2 | 14% | 14% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per regio (in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 6 | ||
| West-Europa | 75% | 74% |
| Centraal- en Oost-Europa | 21% | 22% |
| Noord-Amerika | 1% | 1% |
| Overige | 2% | 3% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Kredietportefeuille per risicoklasse (deel van de portefeuille, in procenten van portefeuille uitstaande kredieten)1, 3 | ||
| PD 1 (laagste risico, kans op in gebreke blijven van 0,00% tot 0,10%) | 30% | 31% |
| PD 2 (0,10% – 0,20%) | 11% | 11% |
| PD 3 (0,20% – 0,40%) | 13% | 14% |
| PD 4 (0,40% – 0,80%) | 15% | 15% |
| PD 5 (0,80% – 1,60%) | 11% | 11% |
| PD 6 (1,60% – 3,20%) | 10% | 9% |
| PD 7 (3,20% – 6,40%) | 5% | 4% |
| PD 8 (6,40% – 12,80%) | 2% | 2% |
| PD 9 (hoogste risico, ≥ 12,80%) | 2% | 2% |
| Totaal | 100% | 100% |
| Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Impaired kredieten4 (PD 10 + 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten5 | 13 692 | 12 305 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 5 709 | 5 517 |
| Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 1 tot 9) | 215 | 229 |
| Kredietkostenratio | ||
| Divisie België | 0,23% | 0,19% |
| Divisie Tsjechië | 0,18% | 0,18% |
| Divisie Internationale Markten | 1,06% | 0,32% |
| Ierland | 1,33% | 0,34% |
| Slowakije | 0,36% | 0,32% |
| Hongarije | 0,94% | 0,12% |
| Bulgarije | 1,30% | 1,21% |
| Groepscenter | 1,17% | 0,54% |
| Totaal | 0,42% | 0,23% |
| Ratio van impaired kredieten | ||
| Divisie België | 4,3% | 3,8% |
| Divisie Tsjechië | 3,8% | 3,4% |
| Divisie Internationale Markten | 34,1% | 29,8% |
| Groepscenter | 8,6% | 10,0% |
| Totaal | 9,9% | 8,6% |
| Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + 12; in miljoenen euro of in procenten) | ||
| Impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 7 676 | 6 936 |
| Bijzondere waardevermindering voor impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | 4 384 | 4 183 |
| Ratio van impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn | ||
| Divisie België | 2,2% | 2,2% |
| Divisie Tsjechië | 2,9% | 2,5% |
| Divisie Internationale Markten | 19,0% | 16,0% |
| Groepscenter | 6,3% | 6,1% |
| Totaal | 5,5% | 4,8% |
| Dekkingsratio [Bijzondere waardeverminderingen op kredieten]/[impaired kredieten] | ||
| Totaal | 42% | 45% |
| Totaal (exclusief hypothecaire leningen) | 51% | 53% |
Tot Divisie België behoort ook het beperkte netwerk van tien buitenlandse kantoren van KBC Bank in Europa, de VS en Zuidoost-Azië. Die kantoren focussen op activiteiten en klanten die een link hebben met de kernmarkten van KBC en hebben een totale kredietportefeuille van circa 5 miljard euro.
1 Cijfers gecontroleerd door de commissaris.
2 Individuele sectoraandelen niet groter dan 3%.
3 Interneratingschaal.
4 Cijfers wijken af van die in Toelichting 21 in het deel Geconsolideerde jaarrekening wegens verschillen in consolidatiekring.
5 Aansluiting van eindejaarcijfers: het verschil van 1 386 miljoen euro tussen de cijfers van 2014 en 2015 is het gevolg van een daling van 277 miljoen euro in Divisie België, van 5 miljoen euro in Divisie Tsjechië, van 6 miljoen euro in Groepscenter en van 1 099 miljoen euro in Divisie Internationale Markten (waarvan 962 miljoen euro in Ierland).
6 Een meer gedetailleerd overzicht per land vindt u in het Extended Quarterly Report van KBC over het vierde kwartaal van 2015 op www.kbc.com.
Voor de krediet- en beleggingsportefeuille in Ierland geven we de volgende bijkomende informatie, gezien de specifieke situatie op die markt.
| Details over de krediet- en beleggingsportefeuille van KBC Bank Ireland1 | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) | 14 | 14 |
| Verdeling per krediettype | ||
| Woningkredieten | 82% | 84% |
| Kmo- en bedrijfskredieten | 9% | 8% |
| Vastgoedbelegging en vastgoedontwikkeling | 9% | 8% |
| Verdeling per risicoklasse | ||
| Normaal, PD 1 - 9 | 48% | 53% |
| Impaired, PD 10 | 25% | 24% |
| Impaired, PD 11 + 12 | 27% | 24% |
| Kredietkostenratio2 | 1,33% | 0,34% |
| Dekkingsratio | 37% | 41% |
1 Een definitie vindt u in Kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten (d.i. exclusief onder meer overheidsobligaties).
2 Niet geauditeerd door de commissaris.
Om te vermijden dat een debiteur die in financiële moeilijkheden verkeert, uiteindelijk in gebreke blijft, kunnen we beslissen zijn kredieten te herschikken en een kredietherstructurering toe te staan in overeenstemming met de interne beleidslijnen.
Kredietherstructureringen zijn toegevingen aan een klant die betalingsproblemen heeft of verwacht.
Dat kan betekenen dat:
Nadat is beslist om een kredietherstructurering toe te staan, wordt het dossier in de kredietsystemen gemerkt als geherstructureerd met het oog op identificatie, controle en rapportering.
Een klant met een geherstructureerd krediet wordt in principe een hogere PD-klasse toegekend dan vóór de herstructurering, aangezien het risico van de klant is toegenomen.
Als aan een klant/krediet de status wanbetaling is toegekend (voor of op het ogenblik dat een kredietherstructurering wordt toegestaan), moet de klant/het geherstructureerde krediet (afhankelijk van het feit of de status wanbetaling is toegekend
op klant- of kredietniveau) minstens een jaar de status wanbetaling behouden. Alleen onder strikte voorwaarden kan de klant/het krediet opnieuw de status normaal krijgen. Een geherstructureerd krediet met de status normaal blijft het etiket geherstructureerd evenwel minstens twee jaar behouden na de toekenning van de herstructurering, of nadat de klant opnieuw de status normaal heeft gekregen, en dat kan alleen verwijderd worden als is voldaan aan strikte bijkomende criteria (niet in wanbetaling, regelmatige betalingen, enz.).
Aangezien een herstructurering een objectieve indicator is (een impairment trigger) waardoor moet worden beoordeeld of een waardevermindering nodig is, worden alle herstructureringen onderworpen aan een impairmenttest.
Eind 2015 maakten geherstructureerde kredieten 5% van de totale kredietportefeuille uit. De onderstaande tabellen geven meer details over de ontwikkeling in geherstructureerde kredieten en de waardeverminderingen daarop tussen eind 2014 en eind 2015 en een verdeling per PD-klasse. Ten opzichte van eind 2014 was er een daling van de blootstelling aan geherstructureerde kredieten met 1,3%. De lichte stijging als gevolg van het nieuwe beleid op basis van de EBA-richtlijnen (minstens 2 jaar etiket geherstructureerd) werd namelijk meer dan gecompenseerd door de daling als gevolg van terugbetalingen, normaliseringen en afschrijvingen en – met name in Hongarije ingevolge de Curia-wet – de invloed op hypotheekleningen van de afwikkeling en omzetting naar forint van leningen in vreemde munten.
| Brutoboekwaarde | Openings balans 2015 |
Ontwikkelingen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kredieten waaraan een herstruc turering is toegekend |
Kredieten die niet langer als geher structureerd worden beschouwd |
Terug betalingen |
Afschrij vingen |
Overige1 | |||
| Totaal | 7 897 | 2 099 | -1 443 | -671 | -105 | 16 | 7 794 |
| Waarvan | |||||||
| KBC Bank Ireland | 5 703 | 541 | -377 | -426 | -75 | 17 | 5 383 |
| K&H Bank | 197 | 91 | -3 | -138 | -24 | 4 | 128 |
| Waardeverminderingen | Openings balans 2015 |
Ontwikkelingen | Slotbalans 2015 |
||||
| Bestaande waardever minderingen op kredieten waaraan een herstruc turering is toegekend |
Daling van waardever minderin gen omdat kredieten niet langer geher structureerd zijn |
Stijging van waardever minderingen op geher structureerde kredieten |
Daling van waardever minderingen op geher structureerde kredieten |
Overige2 | |||
| Totaal | 2 108 | 586 | -304 | 209 | -378 | -19 | 2 203 |
| Waarvan | |||||||
| KBC Bank Ireland | 1 664 | 228 | -160 | 176 | -300 | 0 | 1 607 |
| K&H Bank | 72 | 19 | -1 | 5 | -49 | -1 | 46 |
1 Omvat onder meer wisselkoerseffecten voor kredieten toegestaan in andere munten dan de lokale munt, wijzigingen in het opgenomen/niet-opgenomen deel van de faciliteiten, en stijgingen van de brutoboekwaarde van bestaande geherstructureerde kredieten.
2 Omvat het gebruik van waardeverminderingen met betrekking tot afschrijvingen.
| Geherstructureerde kredieten | In % van de uitstaande |
Verdeling per PD-klasse (in % van de portefeuille geherstructureerde kredieten van de entiteit) |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| portefeuille | PD 1-8 | PD 9 | PD 10 | PD 11-12 | ||||
| (impaired, minder dan 90 dagen achterstallig) |
(impaired, 90 dagen of meer achterstallig) |
|||||||
| 31-12-2014 | ||||||||
| Totaal | 6% | 6% | 7% | 58% | 29% | |||
| Waarvan | ||||||||
| KBC Bank Ireland | 39% | 1% | 6% | 61% | 32% | |||
| K&H Bank | 4% | 1% | 5% | 55% | 39% | |||
| Per klantensegment | ||||||||
| Particulieren1 | 8% | 6% | 7% | 62% | 25% | |||
| Kmo's | 1% | 21% | 16% | 40% | 23% | |||
| Bedrijven2 | 5% | 4% | 5% | 54% | 37% | |||
| 31-12-2015 | ||||||||
| Totaal | 5% | 8% | 11% | 53% | 28% | |||
| Waarvan | ||||||||
| KBC Bank Ireland | 38% | 1% | 11% | 59% | 29% | |||
| K&H Bank | 3% | 2% | 8% | 70% | 21% | |||
| Per klantensegment | ||||||||
| Particulieren1 | 8% | 9% | 13% | 59% | 19% | |||
| Kmo's | 1% | 28% | 12% | 35% | 25% | |||
| Bedrijven2 | 5% | 3% | 6% | 46% | 45% |
1 In 2015 had 99% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op hypotheekleningen (in 2014 was dat 99%).
2 In 2015 had 53% van het totaal aan geherstructureerde kredieten betrekking op commerciële vastgoedleningen (in 2014 was dat 55%).
De belangrijkste bronnen van andere kredietrisico's verbonden aan de bankactiviteiten zijn:
Commerciële transacties op korte termijn. Dit betreft de financiering van export of import (documentaire kredieten, pre-export- en post-importfinancieringen, enz.) en brengt alleen risico's tegenover financiële instellingen met zich mee. De risico's met betrekking tot deze activiteit beheren we op basis van limieten per financiële instelling en per land of landengroep.
Effecten in de tradingportefeuille. Die effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als gevolg van wanbetaling door de emittent). De blootstelling aan dat risico meten we op basis van de marktwaarde van de effecten. Het
emittentenrisico beperken we door limieten te gebruiken, zowel per emittent als per ratingklasse.
Professionele transacties (plaatsingen bij professionele tegenpartijen en verhandeling van derivaten). Die transacties brengen tegenpartijrisico met zich mee. De in de tabel weergegeven bedragen zijn de presettlementrisico's van de groep, gemeten als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). De risico's worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. We maken ook gebruik van close-out netting en zekerheden. Financiële zekerheden nemen we alleen in aanmerking als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal.
| (in miljarden euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Commerciële transacties op korte termijn | 4,4 | 2,9 |
| Emittentenrisico1 | 0,2 | 0,1 |
| Tegenpartijrisico van professionele transacties2 | 10,1 | 9,6 |
1 Exclusief een nominatieve lijst van centrale overheden, en alle blootstellingen aan EU-instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken. 2 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.
Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden meten we in termen van nominale waarde en boekwaarde. Ze heeft in hoofdzaak betrekking op EU-overheden (in het bijzonder België). We hebben limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van zowel niet-kernlanden als kernlanden. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor bank- en verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.
Voor de verzekeringsactiviteiten zijn er vooral kredietrisico's in de beleggingsportefeuille (emittenten van schuldinstrumenten) en ten aanzien van herverzekeraars. We hebben richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings.
| Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep | ||
|---|---|---|
| (in miljoenen euro, marktwaarde)1 | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
| Per balanspost | ||
| Effecten | 21 282 | 22 048 |
| Obligaties en soortgelijke effecten | 19 935 | 20 490 |
| Tot einde looptijd aangehouden | 6 982 | 6 629 |
| Voor verkoop beschikbaar | 12 952 | 13 813 |
| Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden |
1 | 1 |
| Als leningen en vorderingen | 0 | 46 |
| Aandelen en andere niet-vastrentende effecten | 1 345 | 1 555 |
| Voor verkoop beschikbaar | 1 340 | 1 551 |
| Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden |
5 | 3 |
| Overige | 3 | 3 |
| Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 373 | 341 |
| Beleggingscontracten, tak 232 | 13 425 | 13 330 |
| Overige | 1 074 | 1 485 |
| Totaal | 36 155 | 37 204 |
| Details over obligaties en soortgelijke effecten | ||
| Per externe rating3 | ||
| Investment grade | 96% | 95% |
| Non-investment grade | 2% | 3% |
| Zonder rating | 2% | 2% |
| Per sector3 | ||
| Overheden | 65% | 59% |
| Financieel4 | 13% | 26% |
| Overige | 22% | 15% |
| Per restlooptijd3 | ||
| Maximaal 1 jaar | 12% | 12% |
| Tussen 1 en 3 jaar | 18% | 21% |
| Tussen 3 en 5 jaar | 20% | 18% |
| Tussen 5 en 10 jaar | 30% | 26% |
| Meer dan 10 jaar | 20% | 22% |
1 De totale boekwaarde bedroeg 35 847 miljoen euro eind 2015 en 34 716 miljoen euro eind 2014.
2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.
3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen.
4 Inclusief gedekte obligaties en financiële bedrijven die geen banken zijn.
We zijn ook blootgesteld aan een kredietrisico ten aanzien van (her)verzekeraars, aangezien die in gebreke zouden kunnen blijven voor hun verplichtingen die voortvloeien uit met ons gesloten (her)verzekeringscontracten. Dat type van kredietrisico meten we onder meer aan de hand van een nominale benadering (het maximale verlies) en het verwachte
verlies. Er gelden naamconcentratielimieten. De PD, en bij uitbreiding het verwachte verlies, wordt berekend op basis van de interne of externe ratings. De Exposure at Default bepalen we door de nettoschadereserves en de premies op te tellen, en het Loss Given Default (LGD)-percentage is vastgesteld op 50%.
Een uitmuntende dienstverlening betekent bij ons actief luisteren naar de klant en onze belofte waarmaken dat de klant altijd kan rekenen op het beste. Meteen met de juiste oplossing komen, dat is telkens weer mijn streefdoel, en op die manier blijven onze klanten tevreden.
Colin Rockett, kredietadviseur bij KBC Bank Ireland
| Kredietrisico op (her)verzekeraars, per risicoklasse1 : Exposure at Default (EAD) en verwacht verlies (EL)2 (in miljoenen euro) |
EAD 2014 |
EL 2014 |
EAD 2015 |
EL 2015 |
|---|---|---|---|---|
| AAA tot en met A- | 190 | 0,06 | 236 | 0,10 |
| BBB+ tot en met BB- | 123 | 0,12 | 27 | 0,03 |
| Lager dan BB- | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Zonder rating | 28 | 0,65 | 4 | 0,09 |
| Totaal | 341 | 0,83 | 267 | 0,22 |
1 Op basis van interne ratings.
2 EAD-gegevens zijn geauditeerd, EL-gegevens zijn niet geauditeerd.
We hebben een belangrijke portefeuille overheidsobligaties, voornamelijk als gevolg van ons aanzienlijke liquiditeitsoverschot en de herbelegging van
verzekeringsreserves in vastrentende instrumenten. In de volgende tabel geven we een uitsplitsing per land.
Blootstelling aan overheidsobligaties op het einde van 2015, boekwaarde1 (in miljoenen euro) Totaal, per portefeuille
| Totale nomi nale waarde |
19 070 | 29 566 | 110 | 22 | 1 187 | 49 956 | 48 646 | – |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale boekwaarde |
21 892 | 31 353 | 120 | 22 | 1 408 | 54 796 | 53 298 | – |
| Overige2 | 1 703 | 1 894 | 10 | 0 | 121 | 3 727 | 3 643 | -233 |
| Nederland | 102 | 410 | 1 | 0 | 3 | 516 | 905 | -32 |
| Oostenrijk | 312 | 473 | 21 | 0 | 11 | 817 | 1 182 | -56 |
| Duitsland | 317 | 482 | 0 | 0 | 4 | 803 | 861 | -47 |
| Polen | 902 | 148 | 12 | 0 | 6 | 1 068 | 624 | -52 |
| Frankrijk | 2 248 | 3 147 | 0 | 0 | 117 | 5 512 | 4 214 | -471 |
| Andere landen | ||||||||
| Bulgarije | 375 | 15 | 0 | 0 | 0 | 390 | 279 | -25 |
| Slowakije | 1 533 | 1 380 | 0 | 0 | 2 | 2 915 | 2 792 | -181 |
| Hongarije | 578 | 1 450 | 0 | 5 | 128 | 2 161 | 2 073 | -77 |
| Tsjechië | 1 841 | 5 147 | 0 | 18 | 491 | 7 496 | 7 587 | -438 |
| België | 5 845 | 15 844 | 77 | 0 | 510 | 22 276 | 24 545 | -1 206 |
| KBC-kernlanden | ||||||||
| Ierland | 489 | 546 | 0 | 0 | 3 | 1 038 | 775 | -52 |
| Italië | 2 615 | 116 | 0 | 0 | 8 | 2 739 | 2 123 | -175 |
| Spanje | 2 685 | 263 | 0 | 0 | 3 | 2 951 | 1 609 | -195 |
| Portugal | 348 | 36 | 0 | 0 | 1 | 385 | 83 | -27 |
| Griekenland | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Zuid-Europa en Ierland | ||||||||
| beschikbaar | aangehouden | liesrekening | vorderingen | doeleinden | Totaal | einde 2014 | punten3 | |
| Voor verkoop | Tot einde looptijd |
ingen in de winst-en-ver |
Leningen en | houden voor handels |
Ter vergelij king: totaal |
invloed van + 100 basis |
||
| verminder | Aange | Economische | ||||||
| van waarde | ||||||||
| verwerking | ||||||||
| tegen reële waarde met |
||||||||
| Gewaardeerd |
1 Met uitsluiting van blootstelling aan supranationale entiteiten van geselecteerde landen. Er zijn geen belangrijke waardeverminderingen op de overheidsobligaties in portefeuille.
2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 0,5 miljard euro op het einde van 2015.
3 Geeft de theoretische economische invloed op de reële waarde weer van een parallelle stijging van de spread met 100 basispunten over de volledige looptijdenstructuur (in miljoenen euro). Die invloed wordt maar gedeeltelijk weerspiegeld in de winst-en-verliesrekening en/of het eigen vermogen. De cijfers hebben alleen betrekking op de blootstelling van de bankportefeuille (de invloed op de blootstelling van de tradingportefeuille was heel beperkt en bedroeg -27 miljoen euro op het einde van 2015).
• De boekwaarde van de totale portefeuille overheidsobligaties steeg met 1,5 miljard euro. Dat komt voornamelijk door de grotere posities in Spaanse, Franse, Italiaanse, Poolse en Portugese overheidsobligaties (respectievelijk +1,3 miljard euro, +1,3 miljard euro, +0,6 miljard euro, +0,4 miljard euro en +0,3 miljard euro). De stijging werd wel deels gecompenseerd door een kleinere positie in Belgische overheidsobligaties (-2,3 miljard euro). Herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa op het einde van 2015:
KBC ziet geen belangrijke bronnen van schattingsonzekerheid (estimation uncertainty) die een ernstig risico inhouden dat er in het boekjaar 2016 een belangrijke aanpassing van de boekwaarde van overheidsobligaties nodig zou zijn.
Portefeuille Belgische overheidsobligaties:
volgens IFRS bedraagt -205 miljoen euro (na belastingen).
De totale nettoportefeuille (d.w.z. exclusief derisked posities) van gestructureerde kredietproducten (voornamelijk Europese residential mortgage-backed securities (RMBS'en)) bedroeg 1,6 miljard euro. Dat is een daling met 0,1 miljard euro ten opzichte van het niveau van eind 2014. De terugbetalingen lagen namelijk 0,1 miljard euro hoger dan de nieuwe beleggingen. In 2013 besliste KBC om het strikte verbod op beleggingen in ABS'en op te heffen en thesauriebeleggingen toe te staan in liquide niet-synthetische Europese ABS'en van hoge kwaliteit, die ook aanvaard worden als zekerheden die in aanmerking komen voor de Europese Centrale Bank (ECB). Dat maakt een verdere diversificatie van de beleggingsportefeuilles mogelijk. Het verbod op beleggingen in synthetische securitisaties en hersecuritisaties blijft bestaan.
In september 2014 ontmantelden we de laatste twee CDO's uitgegeven door KBC Financial Products. Zo konden we onze CDO-portefeuille volledig afbouwen. In 2008 bedroeg die nog meer dan 25 miljard euro. Door de ontmanteling van de CDO's verviel de waarborgregeling met de Belgische federale overheid en verdween de blootstelling van de groep aan MBIA volledig. Voor de volledigheid vermelden we dat er bij derde beleggers nog 0,2 miljard euro aan CDO-notes, uitgegeven door KBC Financial Products, uitstaan tot november 2017 waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is.
Het beheersproces van structurele marktrisico's (zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico) wordt Asset-Liability Management (ALM) genoemd.
Met structurele risico's worden alle risico's bedoeld die inherent deel uitmaken van onze commerciële activiteit of onze langetermijnposities (bank en verzekeringen). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. De structurele risico's kunnen ook worden omschreven als de combinatie van:
De belangrijkste elementen van het ALM-risicobeheerskader binnen KBC zijn:
* Exclusief een aantal kleine groepsmaatschappijen. Er is geen rekening gehouden met cyclische voorafbetalingsopties ingebed in hypothecaire kredieten. De VaR wordt berekend op basis van de VaR-CoVaR-benadering. De stijging in 2015 was vooral toe te schrijven aan het spreadrisico, als gevolg van een stijging van het obligatievolume.
De belangrijkste techniek die we gebruiken om renterisico's te meten, is de 10 BPV-methode. Die geeft de waardeverandering van de portefeuille weer bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve met tien basispunten (negatieve cijfers wijzen op een daling van de
waarde van de portefeuille). Daarnaast hanteren we ook technieken, zoals gapanalyses, durationbenadering, scenarioanalyse en stresstesting (zowel wat reglementair kapitaal als wat netto-inkomsten betreft).
| Invloed van een parallelle stijging van de rentecurve met 10 basispunten voor de KBC-groep | Invloed op de waarde* | ||
|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 | |
| Bankactiviteiten | -57 | -25 | |
| Verzekeringsactiviteiten | 16 | 17 | |
| Totaal | -41 | -8 |
* Volledige marktwaarde, ongeacht de boekhoudkundige categorie of waardeverminderingsregels.
We beheren de ALM-renteposities van de bankentiteiten op basis van een marktgerichte interne prijsstelling voor looptijdgebonden producten en een replicating portfoliotechniek voor de niet-looptijdgebonden producten (bijvoorbeeld zicht- en spaarrekeningen).
De bank houdt voornamelijk renteposities aan via overheidsobligaties, gericht op het verwerven van renteinkomsten, zowel in de obligatieportefeuille die dient ter herbelegging van het eigen vermogen als in een op korte termijn gefinancierde obligatieportefeuille. De tabel illustreert het renterisico van de bank op basis van de 10 BPV.
| (in miljoenen euro) 2014 |
2015 |
|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal -55 |
-60 |
| Gemiddelde 2e kwartaal -61 |
-40 |
| Gemiddelde 3e kwartaal -71 |
-28 |
| Gemiddelde 4e kwartaal -57 |
-25 |
| Op 31 december -57 |
-25 |
| Maximum in jaar -71 |
-60 |
| Minimum in jaar -55 |
-25 |
* Niet-geauditeerde cijfers, met uitzondering van de regel Op 31 december.
Conform de Baselrichtlijnen voeren we regelmatig een 200 basispunten-stresstest uit. Die zet het gehele renterisico van de bankportefeuille (bij een parallelle beweging van de rente met 2%) af tegen het totale eigen vermogen. Voor de bankportefeuille op KBC-groepsniveau bedroeg dat risico 9,5% van het totale eigen vermogen op 31 december 2015. Dat is ruim onder de drempel van 20% waar de Nationale Bank van België op toeziet.
De volgende tabel toont de renterisicogap van de ALMbankportefeuille. Om de renterisicogap te bepalen, delen we de boekwaarde van activa (positief bedrag) en passiva (negatief bedrag) in volgens de eerste renteherprijzingsdatum of vervaldag, om de lengte te kennen van de periode waarvoor de rente vast is. Derivaten, hoofdzakelijk om het risico als gevolg van schommelingen van rentevoeten te beperken, nemen we mee op volgens hun nominale bedrag en herprijzingsdatum.
| 3-12 | Niet-rente | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ≤ 1 maand | 1-3 maanden | maanden | 1-5 jaar | 5-10 jaar | 10 jaar | dragend | Totaal | |
| 31-12-2014 | -13 126 | -2 961 | 5 099 | 20 560 | 9 205 | -2 172 | -16 606 | 0 |
| 31-12-2015 | -20 413 | 300 | 13 132 | 15 847 | 8 163 | -4 006 | -13 024 | 0 |
De renterisicogap toont dat we een algemene longpositie hebben inzake renterisico. Over het algemeen hebben activa een langere looptijd dan passiva, wat betekent dat de nettorente-inkomsten van KBC baat hebben bij een normale rentecurve. De economische waarde van de KBC-groep is voornamelijk gevoelig voor bewegingen aan het langere eind van de rentecurve.
Wat de verzekeringsactiviteiten van de groep betreft, worden de vastrentende beleggingen voor de Niet-levenreserves belegd in overeenstemming met de verwachte uitbetalingspatronen voor claims, op basis van uitgebreide actuariële analyses.
De tak 21-Levenactiviteiten combineren een rentegarantie met een discretionaire, door de verzekeringsmaatschappij te
bepalen winstdeling. De belangrijkste risico's waaraan de verzekeraar in dat soort activiteiten is blootgesteld, zijn het lagerenterisico (het risico dat de beleggingsopbrengst beneden het gegarandeerde renteniveau zakt) en het risico dat de beleggingsopbrengst niet volstaat om een concurrentiële winstdeling te verzekeren. Het lagerenterisico wordt beheerd via cashflow matching, toegepast op het deel van de Levenportefeuilles dat door vastrentende effecten wordt
gedekt. Tak 23-beleggingsverzekeringen bespreken we hier niet, omdat die activiteit geen marktrisico's met zich meebrengt voor KBC.
In de tabel geven we een overzicht van het renterisico in ons Levenbedrijf. De activa en passiva met betrekking tot levensverzekeringen met rentegarantie zijn ingedeeld naar het verwachte tijdstip van de kasstromen.
| (in miljoenen euro) | 0-5 jaar | 5-10 jaar | 10-15 jaar | 15-20 jaar | 20 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2014 | ||||||
| Vastrentende activa | 10 466 | 4 639 | 2 332 | 865 | 1 050 | 19 351 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 10 282 | 3 303 | 1 994 | 1 402 | 1 986 | 18 967 |
| Verschil in verwachte kasstromen | 184 | 1 336 | 338 | -537 | -936 | 384 |
| Gemiddelde duration van activa | 5,85 jaar | |||||
| Gemiddelde duration van passiva | 6,72 jaar | |||||
| 31-12-2015 | ||||||
| Vastrentende activa | 10 309 | 4 368 | 2 469 | 1 259 | 1 264 | 19 671 |
| Verplichtingen volgend uit rentegarantie | 9 860 | 3 371 | 2 292 | 1 769 | 2 802 | 20 094 |
| Verschil in verwachte kasstromen | 449 | 997 | 177 | -509 | -1 538 | -423 |
| Gemiddelde duration van activa | 5,94 jaar | |||||
| Gemiddelde duration van passiva | 7,29 jaar |
Zoals hierboven vermeld, ligt het belangrijkste renterisico voor de verzekeraar in de daling van de rentevoeten. We concentreren ons in onze ALM-benadering op het beperken van het renterisico in overeenstemming met de
risicobereidheid van KBC. Voor het resterende renterisico voeren we een beleid dat rekening houdt met de mogelijke negatieve gevolgen van een aanhoudende rentedaling en bouwden we al belangrijke supplementaire reserves op.
| 5,00 en hoger* 3% 3% Meer dan 4,25% tot en met 4,99% 11% 10% Meer dan 3,50% tot en met 4,25% 5% 5% Meer dan 3,00% tot en met 3,50% 22% 21% Meer dan 2,50% tot en met 3,00% 22% 20% 2,50% en lager 35% 40% 0,00% 2% 2% Totaal 100% 100% |
Indeling van de reserves voor tak 21 naar rentegarantie, verzekeringsactiviteiten | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|---|
* Betreft contracten in Centraal- en Oost-Europa.
We beheren het creditspreadrisico van de portefeuille door op te volgen in hoeverre de waarde van de overheidsobligaties zou veranderen als de credit spreads over de hele curve met 100 basispunten zouden stijgen. In het deel Kredietrisico geven we een overzicht van de economische gevoeligheid van de belangrijkste posities in overheidsobligaties ten aanzien van veranderingen in de spreads.
Het grootste aandelenrisico ligt in het verzekeringsbedrijf, waar de ALM-strategieën gebaseerd zijn op een risicorendementberekening, rekening houdend met het marktrisico dat verbonden is aan open aandelenposities. Een groot deel van de aandelenportefeuille wordt aangehouden voor de discretionaire winstdeling van verzekeringsverplichtingen (met name winstdeling op de Belgische markt). Naast de verzekeringsentiteiten houden ook andere entiteiten van de groep (zoals KBC Bank en KBC Asset Management) kleinere aandelenportefeuilles aan. De tabellen hieronder geven meer informatie over de totale niet-tradingaandelenposities bij KBC. In 2015 heeft KBC Verzekeringen een afdekkingsstrategie opgesteld om het neerwaartse aandelenrisico te beperken.
| Aandelenportefeuille KBC-groep | Bankactiviteiten | Verzekeringsactiviteiten | Groep | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (naar sector, in procenten) | 31-12-2014 | 31-12-2015 | 31-12-2014 | 31-12-2015 | 31-12-2014 | 31-12-2015 | |
| Financiële sectoren | 68% | 71% | 18% | 19% | 23% | 24% | |
| Niet-cyclische consumentensectoren | 1% | 0% | 10% | 14% | 9% | 12% | |
| Communicatie | 0% | 1% | 2% | 3% | 2% | 3% | |
| Energie | 0% | 0% | 5% | 5% | 4% | 5% | |
| Industriële sectoren | 17% | 25% | 40% | 36% | 37% | 35% | |
| Nutsbedrijven | 0% | 0% | 2% | 4% | 2% | 3% | |
| Cyclische consumentensectoren | 0% | 1% | 12% | 13% | 11% | 12% | |
| Basismaterialen | 0% | 0% | 8% | 5% | 7% | 5% | |
| Overige en niet bepaald | 13% | 2%1 | 4% | 1% | 5% | 2% | |
| Totaal | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
| (in miljarden euro) | 0,2 | 0,25 | 1,3 | 1,6 | 1,5 | 1,82 | |
| Waarvan niet-genoteerd | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,1 |
1 Daling als gevolg van herclassificatie.
2 De belangrijkste verschillen tussen de 1,8 miljard euro in deze tabel en de 2,5 miljard euro voor Eigenvermogensinstrumenten in de tabel in Toelichting 18 van het deel Geconsolideerde jaarrekening – naast een aantal kleine verschillen in de consolidatiekring – zijn:
(a) Aandelen in de handelsportefeuille (0,4 miljard euro) zijn hierboven uitgesloten, maar zijn wel opgenomen in de tabel in Toelichting 18.
(b) Vastgoedparticipaties die niet geconsolideerd zijn, worden in deze tabel geclassificeerd als beleggingen in gebouwen, maar worden in de tabel in Toelichting 18 geclassificeerd als aandelen (omdat ze niet geconsolideerd zijn).
(c) De meeste beleggingen in fondsen worden op look through-basis behandeld (volgens de onderliggende activamix van het fonds en daardoor ook deels geclassificeerd als vastrentende instrumenten), terwijl ze in de tabel in Toelichting 18 geclassificeerd zijn als aandelen.
| Invloed van een 12,5%-daling van de aandelenkoersen | Invloed op de waarde | |||
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 | ||
| Bankactiviteiten | -20 | -30 | ||
| Verzekeringsactiviteiten | -166 | -199 | ||
| Totaal | -186 | -229 |
| Niet-tradingaandelenpositie (in miljoenen euro) |
Netto gerealiseerde winst (in winst-en-verliesrekening) |
Netto niet-gerealiseerde winst op posities op het einde van het jaar (in eigen vermogen) |
||
|---|---|---|---|---|
| 31-12-2014 | 31-12-2015 | 31-12-2014 | 31-12-2015 | |
| Bankactiviteiten | 2 | 31 | 108 | 238 |
| Verzekeringsactiviteiten | 84 | 105 | 261 | 320 |
| Totaal* | 86 | 136 | 385 | 573 |
* Het totale cijfer omvat winsten van enkele aandelenposities rechtstreeks toe te schrijven aan de KBC-groep. Winsten uit gezamenlijke deelnemingen met bank- en verzekeringsentiteiten van de KBC-groep zijn uitgesloten, omdat die deelnemingen op groepsniveau geconsolideerd worden.
De vastgoedactiviteiten van de groep houden een beperkte vastgoedbeleggingsportefeuille aan. KBC Verzekeringen houdt ook een gediversifieerde vastgoedportefeuille aan als belegging voor zowel Niet-levenreserves als Levenactiviteiten op lange termijn. De vastgoedpositie wordt daarbij gezien als
een langetermijnafdekking van inflatierisico's en als een manier om het risicorendementprofiel van die portefeuilles te optimaliseren. De tabel geeft een overzicht van de gevoeligheid van de economische waarde voor schommelingen op de vastgoedmarkten.
| Invloed van een daling van de vastgoedprijzen met 12,5% | Invloed op de waarde | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 | |||
| Bankportefeuilles | -51 | -48 | |||
| Verzekeringsportefeuilles | -30 | -30 | |||
| Totaal | -81 | -77 |
Bij het beheer van de structurele wisselposities volgen we een voorzichtig beleid dat er in essentie in bestaat het wisselrisico te vermijden. De wisselposities in de ALM-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselpositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille,
van verzekerings- en van andere entiteiten moet worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille hoeven niet te worden afgedekt. Participaties in vreemde valuta's worden in principe voor het bedrag van de nettoactiva, exclusief goodwill, gefinancierd door een lening in de desbetreffende vreemde munt.
Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden.
De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer van KBC is de groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de groep zelfs in ongunstige
omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. Sinds de financiële crisis is er in de hele sector meer aandacht voor liquiditeitsrisicobeheer en die focus werd nog versterkt door de minimale liquiditeitsvereisten die zijn vastgelegd door het Baselcomité en zijn omgezet in Europese wetgeving met CRD IV/CRR.
Op KBC-groepsniveau bestaat er een liquiditeitsrisicobeheerskader dat het speelveld inzake liquiditeitsrisico afbakent.
Het liquiditeitsbeheer zelf wordt georganiseerd binnen Treasury Groep, dat optreedt als eerste verdedigingslinie en verantwoordelijk is voor het algemene liquiditeits- en financieringsbeheer van de KBC-groep. Treasury Groep bewaakt en stuurt het liquiditeitsprofiel dagelijks en bepaalt de beleidslijnen en aansturingsmechanismen voor het financieringsbeheer (intragroepsfinanciering, funds transfer pricing). Die beleidslijnen geven het lokale management een drijfveer om te streven naar een gezond financieringsprofiel. Daarnaast bewaakt Treasury Groep actief zijn collateral op groepsniveau en stelt het het liquiditeitscontingencyplan op dat beschrijft hoe liquiditeitstekorten in noodsituaties moeten worden aangepakt.
Ons liquiditeitsrisicobeheerskader steunt op de volgende pijlers:
• Contingencyliquiditeitsrisico. Dit risico wordt beoordeeld op basis van liquiditeitsstresstests die meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bankentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. De liquiditeitsbuffer is gebaseerd op veronderstellingen inzake liquiditeitsuitstroom (zoals het gedrag van de retail- en professionele klanten en kredietopnames van bevestigde kredietlijnen) en inzake instromen uit liquiditeitsverhogende acties (zoals het belenen van de obligatieportefeuille en het verminderen van ongedekte interbancaire kredietverlening). De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken (nettokas- en collateraluitstromen) over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Het algemene doel van het liquiditeitskader is voldoende liquiditeit te behouden in noodsituaties, zonder toevlucht te nemen tot
liquiditeitsverhogende acties die aanzienlijke kosten met zich meebrengen of de kernactiviteiten van de bankgroep verstoren.
• Structureel liquiditeitsrisico. We beheren onze financieringsstructuur zo dat er een substantiële diversificatie wordt behouden, dat financieringsconcentraties in tijdsperiodes worden geminimaliseerd en dat de mate van afhankelijkheid van wholesalefinanciering op korte termijn beperkt blijft. We beheren de structurele financieringspositie als onderdeel van het geïntegreerde strategische planningproces, waarin financiering – naast kapitaal, winst en risico's – een van de belangrijke factoren is. Momenteel is onze strategie voor de komende jaren erop gericht een voldoende buffer op te bouwen voor de LCR en NSFR. We willen dat doen via een financieringsbeheerskader, dat duidelijke financieringsdoelstellingen bepaalt voor de dochterondernemingen (eigen financiering, afhankelijkheid van financiering binnen de groep) en voorziet in verdere stimulansen via een systeem van interne prijsstelling voor zover de dochterondernemingen onvoldoende gefinancierd zijn.
Ter illustratie van het structurele liquiditeitsrisico hebben we in de tabel hiernaast activa en passiva gegroepeerd volgens restlooptijd (tot contractuele vervaldag). Het verschil tussen de kasinstroom en -uitstroom is de nettofinancieringsgap. Eind 2015 had KBC bruto voor 28 miljard euro financiering aangetrokken uit de professionele interbancaire en repomarkt.
• Operationeleliquiditeitsrisico. Het beheer van de operationele liquiditeit gebeurt in de thesaurieafdelingen en is gebaseerd op ramingen van de financieringsbehoeften. De groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften worden dagelijks gecontroleerd door Treasury Groep, dat ervoor moet zorgen dat er op elk ogenblik een voldoende grote buffer beschikbaar is om het hoofd te bieden aan extreme liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is.
* Kasstromen zijn exclusief rentestromen conform de interne en reglementaire liquiditeitsrapportering. In- en uitgaande bewegingen als gevolg van margin calls voor/van MtM-posities in derivaten worden vermeld in het segment Niet bepaald. Professionele financiering omvat alle deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, alsook alle repo's. In de tabel zijn de instrumenten ingedeeld volgens de datum waarop ze voor het eerst opvraagbaar zijn. Sommige instrumenten worden gerapporteerd tegen reële waarde (op geactualiseerde basis), terwijl andere instrumenten worden gerapporteerd op niet-geactualiseerde basis (om ze te kunnen aansluiten met Toelichting 18 van de Geconsolideerde jaarrekening). Door het onzekere karakter van de vervaldagstructuur van niet-opgenomen verbintenissen en financiële garanties worden die instrumenten vermeld in het segment Niet bepaald. De categorie Overige onder Totale uitstroom omvat eigen vermogen, baisseposities, voorzieningen voor risico's en kosten, belastingverplichtingen en overige verplichtingen.
Typisch voor een bankgroep hebben financieringsbronnen meestal een kortere looptijd dan de activa die ze financieren. Dat leidt tot een negatieve nettoliquiditeitsgap in de korteretermijnbuckets en een positieve nettoliquiditeitsgap in de langeretermijnbuckets. Dat creëert een liquiditeitsrisico als KBC niet in staat zou zijn om zijn kortetermijnfinanciering te vernieuwen. Ons liquiditeitskader voorziet in een financieringsstrategie die ervoor zorgt dat het liquiditeitsrisico binnen de risicobereidheid van de groep blijft.
KBC heeft een stevige liquiditeitspositie en heeft altijd al een aanzienlijke hoeveelheid liquide middelen gehad. Eind 2015 had de KBC-groep voor 59 miljard euro aan bij de centrale bank beleenbare niet-bezwaarde activa, waarvan 43 miljard euro in de vorm van liquide overheidsobligaties (74%). De resterende beschikbare liquide middelen hebben voornamelijk betrekking op overige bij de ECB/Fed beleenbare obligaties (10%) en verpandbare kredietvorderingen (10%). De meeste liquide middelen zijn uitgedrukt in euro, Tsjechische kroon en Hongaarse forint (allemaal munten van thuismarkten).
De niet-bezwaarde liquide middelen waren meer dan drie keer zo groot als het nettogebruik van wholesalefinanciering op korte termijn. De financiering uit de niet-wholesalemarkten was afkomstig van een stabiele financiering door kernklantsegmenten in onze kernmarkten.
KBC heeft een sterke depositobasis van particulieren en midcaps in zijn kernmarkten, wat leidt tot een stabiele financieringsmix. Een belangrijk deel van die financiering is afkomstig uit de kernklantsegmenten en -markten.
We kunnen de financieringsmix van de KBC-groep (op 31 december 2015) opsplitsen als volgt:
• Financiering van klanten (ongeveer 140 miljard euro, 73% van het totale cijfer), bestaande uit zichtdeposito's, termijndeposito's, spaardeposito's, overige deposito's, kasbons en schulduitgiften geplaatst in het netwerk. Ongeveer 58% van de financiering van klanten is afkomstig van particulieren en kmo's.
• In november 2012 kondigden we de uitgifte aan van gedekte obligaties (covered bonds), gedekt door Belgische hypotheekleningen, voor een bedrag van 10 miljard euro. Dat programma geeft KBC toegang tot de markt van gedekte obligaties, waardoor het zijn financieringsstructuur
kan diversifiëren en de kosten verbonden aan langetermijnfinanciering kan verlagen. Begin december 2012 lanceerden we een eerste uitgifte van gedekte obligaties voor een bedrag van 1,25 miljard euro. In 2013 volgden er nog meer uitgiftes voor een totaal van 2,7 miljard euro, in 2014 voor een totaal van 0,9 miljard euro en in 2015 voor een totaal van 2 miljard euro.
• In 2014 leenden we 2,8 miljard euro van de ECB via de gerichte langetermijnfinancieringen (TLTRO's).
Zowel de Liquidity Coverage Ratio (LCR) als de Net Stable Funding Ratio (NSFR) worden omschreven in het glossarium van ratio's en termen. Eind 2015 bedroeg onze NSFR 121% en onze LCR 127%. De LCR voor 2015 werd berekend op basis van de definitie van de LCR in de Delegated Act, vanaf oktober 2015 de bindende Europese definitie. Onze NSFR en LCR liggen beide ruim boven de minimale reglementaire vereisten en de interne drempel van 105%.
Het marktrisico is de mogelijke negatieve afwijking van de verwachte waarde van een financieel instrument (of portefeuille van dergelijke instrumenten) veroorzaakt door wijzigingen van (de volatiliteit van) de rente, wisselkoersen, aandelen- of grondstoffenprijzen. De rente-, valuta- en aandelenrisico's van de bancaire niet-tradingposities en van de posities van de verzekeraar zijn integraal bij de marktrisico's in niet-tradingactiviteiten opgenomen.
Het doel van marktrisicobeheer bestaat erin het marktrisico van de gehele tradingpositie op groepsniveau te meten, te rapporteren en er advies over te geven, rekening houdend met de voornaamste risicofactoren en specifieke risico's.
We zijn blootgesteld aan marktrisico via de tradingportefeuilles van onze dealingrooms in België, Tsjechië, Slowakije en Hongarije en een beperkte aanwezigheid in het Verenigd Koninkrijk en Azië. De klassieke dealingrooms, waarbij de dealingroom in België het leeuwendeel van de limieten en risico's voor zijn rekening neemt, richten zich vooral op de handel in rente-instrumenten. De activiteit op de wisselmarkten daarentegen is traditiegetrouw beperkt. Alle dealingrooms concentreren zich op de bediening van hun klanten voor wat betreft geld- en kapitaalmarktproducten en op de financiering van de bankactiviteiten.
Het marktrisico en reglementaire kapitaal van de vier legacybedrijfsactiviteiten van KBC Investments Limited (het vroegere KBC Financial Products), namelijk de CDO-activiteiten,
fondsderivaten, omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten, zijn de voorbije jaren afgebouwd tot bijna nul. Dat geldt vooral voor de fondsderivaten, omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten, waar het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico maar 1% van het totaal vertegenwoordigt (in december 2015 werden de omgekeerde hypotheken en verzekeringsderivaten overgedragen aan KBC Bank NV als gevolg van de sluiting van bepaalde dochtermaatschappijen). Speciale teams houden zich verder bezig met de afbouw van die legacy-bedrijfsactiviteiten.
Zoals eerder vermeld in dit verslag, heeft KBC zijn CDOportefeuille nu volledig afgebouwd. De positie met betrekking tot de 0,2 miljard euro aan CDO-notes die nog uitstaan bij beleggers is opgenomen in de tradingportefeuille van KBC Investments Limited. Het reglementaire kapitaalbeslag voor marktrisico voor die positie is opgenomen in de kolom Hersecuritisatie van de tabel Vereisten inzake reglementair kapitaal trading (15 miljoen euro).
Het belangrijkste instrument voor de berekening en bewaking van marktrisico's in de tradingportefeuille is de Historical Value-at-Risk-methode (HVaR). VaR beoogt binnen een bepaald betrouwbaarheidsinterval een raming te geven van de economische waarde die een bepaalde portefeuille over een bepaalde houdperiode kan verliezen door marktrisico. De meting houdt rekening met het marktrisico van de huidige portefeuille. We gebruiken de historische simulatiemethode
(HVaR), conform de CRD IV-normen ter zake (99% eenzijdig betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische gegevens van minstens 250 werkdagen, waarvoor we – na analyse – kiezen om te werken met een gegevensoverzicht van 500 werkdagen). Dat betekent dat de HVaR die wordt gebruikt voor het beheer van het marktrisico, dezelfde houdperiode en hetzelfde betrouwbaarheidsniveau hanteert als de HVaR die wordt gebruikt voor de drie goedgekeurde interne modellen vermeld onder Reglementair kapitaal verder in dit hoofdstuk. De HVaR-methodiek maakt geen veronderstellingen wat de verdeling van koerssprongen of onderlinge correlaties betreft, maar gaat uit van het historische ervaringspatroon van de twee voorgaande jaren. De HVaR wordt berekend en bewaakt op desk- en entiteitsniveau, maar ook op KBC-groepsniveau.
Zoals bij elk model zijn er een aantal onzekerheden/ onvolkomenheden. Het model wordt evenwel regelmatig herzien en verbeterd. De belangrijkste ontwikkeling in 2015 betrof de aanpassing van het model om het risico verbonden aan rentederivaten in negatieve renteomgevingen juist te vatten.
Complexe en/of illiquide instrumenten die niet in een HVaRmodel passen, zijn onderworpen aan nominale en/of scenariolimieten.
Risicoconcentraties bewaken we met een reeks van secundaire limieten, zoals concentratielimieten voor aandelen en valuta's en Basis-Point-Value-limieten voor het renterisico en basisrisico. Er gelden ook concentratielimieten voor het specifieke risico van een bepaalde emittent of een bepaald land. Daarnaast hebben we scenarioanalyselimieten en – waar nodig – stressscenariolimieten met meerdere verschuivingen van onderliggende risicofactoren. Bovendien bestaan er secundaire limieten om de risico's te bewaken die verbonden zijn aan opties (de Greeks).
Naast de dagelijkse HVaR-berekeningen voeren we uitgebreide stresstests uit. Terwijl het HVaR-model mogelijke verliezen in normale marktomstandigheden berekent, tonen stresstests de invloed van bijzondere omstandigheden en gebeurtenissen met een lage waarschijnlijkheid. De historische en hypothetische stresstestscenario's omvatten zowel het
marktrisico als de liquiditeitsaspecten van marktverstoringen. In 2015 zijn we gestart met een volledige en grondige herziening van alle scenario's en berekeningsmethodes voor historische en hypothetische stresstestscenario's. Als rechtstreeks gevolg daarvan heeft het Groepscomité Markten opnieuw afgestemde hypothetische rentestresstestscenario's goedgekeurd die in het eerste kwartaal van 2016 worden ingevoerd. Later dit jaar komen er nog opnieuw afgestemde stresstests voor andere risicofactoren. Meer details over de stresstests vindt u onder het betreffende titeltje in het hoofdstuk Market Risk Management van het Risk Report, dat beschikbaar is op www.kbc.com.
Een van de elementen van een gezond risicobeheer is een voorzichtige waardering. Dagelijks voeren we in de midoffice een onafhankelijke waardering van frontofficeposities uit. Kan het onafhankelijke karakter of de betrouwbaarheid van het waarderingsproces niet worden gegarandeerd, dan voeren we een maandelijkse parameterherziening uit. Waar nodig passen we de reële waarde aan om rekening te houden met closeoutkosten, aanpassingen gekoppeld aan mark-tomodelwaarderingen, tegenpartijrisico, liquiditeitsrisico en exploitatiekosten.
Naast de parameterherziening voeren we ook periodiek risicocontroles uit. Die omvatten alle controles waarbij geen parameters of resultaten worden getoetst (dat gebeurt bij de parameterherziening), maar die nodig zijn voor een goed risicobeheer. Bovendien starten we voor elk nieuw product en elke nieuwe activiteit een businesscase op om de risico's te analyseren en na te gaan hoe we die zullen beheren.
De tabel toont het Historical Value-at-Risk-model van de KBC-groep (HVaR; 99% betrouwbaarheidsinterval, 10 dagen houdperiode, historische simulatie) dat wordt gebruikt voor zowel de lineaire als de niet-lineaire posities van alle dealingrooms van de KBC-groep (inclusief KBC Securities).
| Houdperiode: 10 dagen | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Gemiddelde 1e kwartaal | 24 | 14 |
| Gemiddelde 2e kwartaal | 19 | 15 |
| Gemiddelde 3e kwartaal | 15 | 15 |
| Gemiddelde 4e kwartaal | 15 | 16 |
| Op 31 december | 15 | 18 |
| Maximum in jaar | 29 | 21 |
| Minimum in jaar | 11 | 12 |
In de tabel hieronder vindt u een uitsplitsing van de risicofactoren (gemiddeld) in het HVaR-model van de KBC- groep. Het aandelenrisico is afkomstig van de handel in Europese aandelen en van KBC Securities.
| Indeling naar risicofactor van de trading-HVaR voor de KBC-groep (in miljoenen euro) voor 2014 Renterisico 18,7 Wisselkoersrisico 2,3 |
Gemiddelde | Gemiddelde |
|---|---|---|
| voor 2015 | ||
| 14,7 | ||
| 2,6 | ||
| Valutaoptierisico 1,8 |
2,2 | |
| Aandelenrisico 1,4 |
1,8 | |
| Invloed van diversificatie -6,2 |
-6,1 | |
| Totale HVaR 18,1 |
15,1 |
De betrouwbaarheid van het VaR-model testen we dagelijks met een backtest, waarbij het eendaagse VaR-cijfer wordt vergeleken met de no-action P&L (dat wil zeggen dat de posities ongewijzigd blijven, maar de marktgegevens veranderen in die van de volgende dag). Dat gebeurt zowel op het topniveau als op het niveau van de verschillende entiteiten en desks.
Een overzicht van de derivaten vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 29.
KBC Groep NV en KBC Investments Limited hebben de toestemming gekregen van de Belgische regelgever om hun respectieve VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de vereisten inzake reglementair kapitaal voor een deel van hun marktactiviteiten. Cˇ SOB (Tsjechië) heeft ook de goedkeuring gekregen van de lokale regelgever om zijn VaR-model te gebruiken voor de bepaling van de kapitaalvereisten. Die modellen worden ook gebruikt voor de berekening van de Stressed VaR (SVaR), een van de vereisten inzake reglementair kapitaal volgens CRD III die gelden sinds eind 2011. De berekening van een SVaR-maatstaf is gebaseerd op de
normale VaR-berekeningen en gaat uit van dezelfde methodologische assumpties, maar is samengesteld alsof de relevante marktfactoren werden blootgesteld aan een periode van stress. De stressperiode is gebaseerd op het recente verleden en wordt regelmatig aangepast.
De betreffende kapitaalvereisten voor tradingrisico's vindt u in de tabel hieronder. De vereisten inzake reglementair kapitaal voor de tradingrisico's van lokale KBC-entiteiten die van hun respectieve toezichthouder geen goedkeuring hebben gekregen om voor de kapitaalberekeningen een intern model te gebruiken, en de bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de HVaR-berekeningen, worden gemeten volgens de standaardbenadering. Die benadering bepaalt algemene en specifieke risicowegingen per type van marktrisico (renterisico, aandelenrisico, wisselkoersrisico en grondstoffenrisico). Zoals eerder al vermeld in dit hoofdstuk, is het reglementaire kapitaal voor hersecuritisatie voor 2015 (15 miljoen euro) afkomstig van de tegenpositie voor de 0,2 miljard euro aan CDO-notes die uitstaan bij beleggers (de tegenpositie bevindt zich in de handelsportefeuilles van KBC Investments Limited).
| Vereisten inzake reglementair kapitaal | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| trading, per risicotype | Aandelen | Wissel | Grondstof | Hersecuriti | |||
| (in miljoenen euro) | Renterisico | risico | koersrisico | fenrisico | satie | Totaal | |
| 31-12-2014 | |||||||
| Marktrisico's ingeschat door intern model | HVaR | 38 | 2 | 11 | – | ||
| SVaR | 56 | 3 | 17 | – – |
126 | ||
| Marktrisico's ingeschat door de standaardbena | |||||||
| dering | 27 | 4 | 14 | 3 | 19 | 68 | |
| Totaal | 120 | 9 | 43 | 3 | 19 | 194 | |
| 31-12-2015 | |||||||
| Marktrisico's ingeschat door intern model | HVaR | 68 | 3 | 9 | – | ||
| SVaR | 84 | 2 | 26 | – | – | 192 | |
| Marktrisico's ingeschat door de standaardbena | |||||||
| dering | 18 | 5 | 16 | 2 | 15 | 56 | |
| Totaal | 171 | 10 | 50 | 2 | 15 | 248 |
Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie van verzekerde schadegevallen en over de schadegrootte. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.
De Groepsrisicofunctie zorgt voor de ontwikkeling en uitrol van een groepskader voor het beheer van verzekeringsrisico's. Ze is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de lokale implementatie en het functioneel aansturen van het verzekeringsrisicobeheer van de verzekeringsdochtermaatschappijen.
Het verzekeringsrisicobeheerskader is hoofdzakelijk opgebouwd rond de volgende bouwstenen:
om maximale aandeelhouderswaarde te creëren. Voorbeelden daarvan zijn best estimate-waarderingen van verzekeringsverplichtingen, ex-postwinstgevendheidsanalyses, de modellering van natuurrampen en andere Leven-, Niet-leven- en gezondheidsrisico's, stresstests en berekeningen van het vereiste economisch kapitaal;
• het bepalen van verzekeringsrisicolimieten en controleren of die worden nageleefd, alsook het geven van advies over herverzekeringsprogramma's.
We ontwikkelen modellen voor alle belangrijke verzekeringsverplichtingen van de groep, te weten (i) de toekomstige schadegevallen die zich binnen een vooraf bepaalde tijdshorizon zullen voordoen, inclusief hun schadeafwikkelingspatroon; (ii) de toekomstige afwikkeling van schadegevallen (al dan niet al aangegeven aan de verzekeraar) die zich in het verleden hebben voorgedaan, maar nog niet volledig zijn geregeld en (iii) de impact van het herverzekeringsprogramma op voormelde schadegevallen. Die modellen gebruiken we om de verzekeringsinstellingen van de groep te sturen in de richting van de creatie van meer aandeelhouderswaarde met behulp van toepassingen om het economisch kapitaal te berekenen, beslissingen met betrekking tot herverzekeringsprogramma's te onderbouwen,
Voor mij is ons unieke bankverzekeringsmodel het beste voorbeeld van de klant centraal stellen. Het is een totaal andere benadering van bankieren en verzekeren waardoor we onze klanten een totaaladvies kunnen geven op één plaats, op een manier die het voor de klant gemakkelijk en aangenaam maakt.
Martina Kucˇerová, verzekeringsadviseur bij CˇSOB (Tsjechië)
de ex-postwinstgevendheid van specifieke deelportefeuilles te berekenen en de economischkapitaalvereisten te verrekenen in de tarifering van de verzekeringspolissen.
De verzekeringsportefeuilles worden door herverzekering beschermd tegen de invloed van zware schadegevallen of de opeenstapeling van verliezen (bijvoorbeeld door een concentratie van verzekerde risico's). We splitsen die herverzekeringsprogramma's op in drie grote blokken, namelijk zaakschade-, aansprakelijkheids- en personenverzekeringen, en we evalueren en onderhandelen ze elk jaar opnieuw.
Het overgrote deel van onze herverzekeringscontracten is op niet-proportionele basis afgesloten, waardoor de impact van heel zware schadegevallen of schadegebeurtenissen wordt afgedekt. Het is ook de opdracht van het onafhankelijke verzekeringsrisicobeheer om te adviseren over de hervorming van de herverzekeringsprogramma's. Die aanpak leidde tot een optimalisering van het eigen behoud van de KBC-groep, in het bijzonder voor zijn blootstelling aan natuurrampenrisico's, maar ook voor andere branches.
In het kader van de onafhankelijke bewaking van de verzekeringsrisico's voert de Groepsrisicofunctie regelmatig diepgaande onderzoeken uit. Die bevestigen dat de aangelegde technische voorzieningen Niet-leven van de groepsmaatschappijen met een hoge graad van waarschijnlijkheid toereikend zijn.
Daarnaast voeren de verschillende groepsmaatschappijen ook voor de technische voorzieningen Leven toereikendheidstests (liability adequacy tests) uit die in overeenstemming zijn met de lokale en IFRS-vereisten. Onze berekeningen zijn gebaseerd op prospectieve methodes (kasstroomprojecties rekening houdend met mogelijke afkopen en een verdisconteringsvoet die per verzekeringsentiteit is bepaald en waarbij de lokale macro-economische toestand en regelgeving in acht zijn genomen). Daarbij bouwen we extra marktwaardemarges in om met de onzekerheid in een aantal berekeningsparameters rekening te houden. Omdat er eind 2015 geen tekorten werden vastgesteld, hoefde er geen ontoereikendheidsreserve te worden opzijgezet binnen de KBC-groep.
De tabel hieronder toont de schadeafwikkelingsgegevens in Niet-leven over de laatste jaren en omvat KBC Verzekeringen NV, Cˇ SOB Pojišt'ovna (Tsjechië), Cˇ SOB Poist'ovnˇ a (Slowakije), DZI Insurance (sinds boekjaar 2008), K&H Insurance en KBC Group Re. Alle voorzieningen voor te betalen schadevergoedingen aan het einde van 2015 zijn opgenomen. In de schadeafwikkelingsgegevens werden alle bedragen meegenomen die aan individuele schadegevallen kunnen worden toegewezen, inclusief de incurred but not reported (IBNR)- en incurred but not enough reserved (IBNER) voorzieningen en de bedragen voor externe beheerskosten voor het regelen van schadegevallen, maar niet de bedragen in verband met interne schaderegelingskosten en de voorzieningen voor verwachte recuperaties. De opgenomen voorzieningen zijn vóór herverzekering en niet gezuiverd voor intercompanybedragen.
De eerste rij in de tabel geeft de totale schadelast (uitkeringen plus voorzieningen) weer voor de schadegevallen die plaatshadden tijdens een bepaald jaar, zoals geraamd aan het einde van het voorvalsjaar. De volgende rijen geven de situatie aan het einde van de volgende kalenderjaren weer. We hebben de bedragen herberekend tegen de wisselkoersen op 31 december 2015.
| Schadeafwikke | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| lingsdriehoeken, | Voorvals | Voorvals | Voorvals | Voorvals | Voorvals | Voorvals | Voorvals | Voorvals | Voorvals | Voorvals |
| KBC Verzekeringen | jaar | jaar | jaar | jaar | jaar | jaar | jaar | jaar | jaar | jaar |
| (in miljoenen euro) | 2006 | 2007 | 2008* | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
| Raming aan het einde van het voor |
||||||||||
| valsjaar | 631 | 687 | 794 | 825 | 868 | 805 | 845 | 906 | 996 | 949 |
| 1 jaar later | 537 | 620 | 756 | 723 | 769 | 710 | 738 | 760 | 885 | – |
| 2 jaar later | 510 | 587 | 726 | 668 | 719 | 654 | 702 | 694 | – | – |
| 3 jaar later | 499 | 565 | 714 | 651 | 716 | 635 | 677 | – | – | – |
| 4 jaar later | 485 | 561 | 709 | 634 | 710 | 623 | – | – | – | – |
| 5 jaar later | 478 | 556 | 701 | 626 | 701 | – | – | – | – | – |
| 6 jaar later | 463 | 549 | 676 | 619 | – | – | – | – | – | – |
| 7 jaar later | 457 | 549 | 672 | – | – | – | – | – | – | – |
| 8 jaar later | 455 | 548 | – | – | – | – | – | – | – | – |
| 9 jaar later | 453 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Huidige raming | 453 | 548 | 672 | 619 | 701 | 623 | 677 | 694 | 885 | 949 |
| Cumulatieve betalingen |
405 | 475 | 600 | 530 | 602 | 518 | 521 | 526 | 591 | 349 |
| Huidige voorzieningen |
48 | 73 | 72 | 89 | 99 | 105 | 156 | 167 | 293 | 601 |
* Sinds boekjaar 2008 worden de cijfers van DZI Insurance (Bulgarije) opgenomen. Exclusief die gegevens verkrijgen we de volgende bedragen voor boekjaar 2008 (bedrag en voorvalsjaar): 500 voor 2006 en 586 voor 2007.
De juiste oplossingen aanbieden, een excellente klantervaring, voor blijven op de concurrentie. Daarvoor moeten we goed begrijpen wat onze klanten willen en hoe ze het liefst hun bank- en verzekeringszaken regelen. De klant centraal stellen is inderdaad de goede aanpak. We merken dan ook dat de klanttevredenheid en het klantenbehoud op lange termijn blijven toenemen.
Nina Velikova, kantoordirecteur bij CIBANK (Bulgarije)
Specifieke informatie over de verzekeringsactiviteiten van de groep vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening in Toelichtingen 9, 10, 11 en 35. Een verdeling van de verdiende premies en technische lasten naar divisie vindt u in de Toelichtingen in verband met segmentinformatie.
Het operationeel risico is de kans op schade als gevolg van ontoereikendheden of tekortkomingen in de werkwijzen en systemen, menselijke fouten of plotse externe gebeurtenissen met een menselijke of natuurlijke oorzaak. Bedrijfs-, strategische en reputatierisico's maken geen deel uit van de operationele risico's.
Informatie over juridische geschillen vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening onder Toelichting 36.
We hebben één globaal kader voor het beheer van het operationeel risico op groepsniveau.
De Groepsrisicofunctie is in de eerste plaats verantwoordelijk voor het uitwerken van het kader voor het beheren van de operationele risico's in de hele KBC-groep. De ontwikkeling en implementatie van dat kader worden ondersteund door een uitgebreid beleidsmodel dat geldt voor alle entiteiten van de groep.
De Groepsrisicofunctie creëert een omgeving waarin risicospecialisten (in verschillende domeinen, waaronder informatierisicobeheer, bedrijfscontinuïteit en disaster recovery, compliance, fraudebestrijding, juridische en fiscale zaken en boekhouding) kunnen samenwerken (prioriteiten stellen, dezelfde taal en instrumenten gebruiken, uniforme rapportering, enz.). Ze wordt bijgestaan door de lokale risicobeheerafdelingen, die eveneens onafhankelijk zijn van de business.
Om operationele risico's te beheren, gebruiken we een aantal bouwstenen die alle aspecten van het operationeelrisicobeheer dekken.
Tussen 2011 en 2015 schonken we bijzondere aandacht aan de gestructureerde opmaak van procesgestuurde controlemechanismen op groepsniveau (Group Key Controls), die de voormalige Groepsstandaarden geleidelijk hebben vervangen. Group Key Controls zijn opgelegde controledoelstellingen die worden gebruikt om belangrijke (key and killer) risico's die inherent zijn aan de processen van KBC-entiteiten, te beperken. Ze vormen dan ook een essentiële bouwsteen van het operationeelrisicobeheerskader en van het internecontrolesysteem. Onze Group Key Controls dekken nu alle 45 processen in de KBC-groep. Er zijn structurele, risicogebaseerde herzieningscycli om alle processen te beheren, leemtes op te vullen, overlappingen weg te werken en groepswijde risico's en controles te optimaliseren.
De business en (lokale) controlefuncties beoordelen de Group Key Controls. De interne beoordelingen van risico's worden geconsolideerd door de Groepsrisicofunctie en verzekeren dat er een consistente relatie is tussen (i) processen, (ii) risico's, (iii) controleactiviteiten en (iv) beoordelingsscores. KBC creëerde zo een objectief beheersinstrument om zijn internecontroleomgeving te evalueren en de aanpak in alle entiteiten af te toetsen. Elk jaar rapporteren we de resultaten van de beoordelingen aan de Nationale Bank van België en aan de Europese Centrale Bank in onze Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding).
Naast de Group Key Controls zijn er nog een aantal andere bouwstenen:
De kwaliteit van de internecontroleomgeving en de daarmee gepaard gaande risicoblootstelling die aan de hand van de bouwstenen wordt geïdentificeerd, beoordeeld en beheerd, worden gemeld aan het senior management van KBC via een managementdashboard en aan de Nationale Bank van België en de FSMA via de jaarlijkse Internal Control Statement (Verklaring Effectieve Leiding). Informatie over de systemen voor interne controle en risicobeheer vindt u in het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Het is echt belangrijk dat we een positieve bijdrage leveren voor onze klanten, onze aandeelhouders, onze medewerkers én onze samenleving. Dat maken we waar door onze klanten een moderne bankervaring te bieden, veilig en comfortabel, en aangepast aan de veranderende behoeften en levensstijl van onze klanten en van de samenleving in het algemeen.
Sarah Ridge, hub manager bij KBC Bank Ireland
KBC berekent het operationeelrisicokapitaal in het kader van Basel II volgens de Standaardbenadering. Eind 2015 bedroeg het operationeelrisicokapitaal voor KBC Bank op geconsolideerd niveau 822 miljoen euro, tegenover 849 miljoen euro eind 2014.
Reputatierisico ontstaat door een negatieve perceptie bij klanten, tegenpartijen, aandeelhouders, beleggers, schuldhouders, marktanalisten, andere betrokken partijen of toezichthouders. Het risico bestaat erin dat die negatieve perceptie een ongunstige invloed heeft op de mogelijkheid van een financiële instelling om bestaande zakelijke relaties te behouden of er nieuwe op te bouwen en om voortdurende toegang tot financieringsbronnen te hebben (bijvoorbeeld via de interbancaire of de effectiseringsmarkt). Het reputatierisico is doorgaans een secundair of afgeleid risico omdat het meestal verbonden is aan en zich alleen voordoet samen met een ander risico.
We hebben het reputatierisicobeheerskader in 2015 bijgewerkt in overeenstemming met het risicobeheerskader van KBC. De business is verantwoordelijk voor het proactieve en reactieve beheer van het reputatierisico en wordt daarin bijgestaan door heel wat gespecialiseerde afdelingen (waaronder Communicatie Groep en Compliance Groep).
Volgens de pijler 2-benadering van kapitaaltoereikendheid wordt de invloed van het reputatierisico op de huidige activiteiten in de eerste plaats gedekt door het kapitaalbeslag voor primaire risico's (zoals krediet- of operationeel risico). Het wordt ook gedekt door het kapitaal dat is gereserveerd voor bedrijfsrisico's.
KBC omschrijft het bedrijfsrisico als het risico dat het gevolg is van veranderingen in externe factoren (het macroeconomische klimaat, de regelgeving, het gedrag van klanten, het concurrentielandschap, het sociodemografische klimaat, enz.) die de vraag naar en/of de winstgevendheid van onze producten en diensten beïnvloeden.
Het bedrijfsrisico beoordelen we met behulp van gestructureerde risicoscans, maar we melden risicosignalen ook doorlopend aan het topmanagement.
Het kapitaaltoereikendheidsrisico (of solvabiliteitsrisico) is het risico dat de kapitaalbasis van de groep, de bank of de verzekeraar beneden een aanvaardbaar niveau valt. In de praktijk wordt dat vertaald in een toetsing van de solvabiliteit aan de minimale reglementaire en interne solvabiliteitsdoelstellingen. Daarom benaderen we kapitaaltoereikendheid zowel vanuit reglementair oogpunt als vanuit intern oogpunt.
De commissarissen hebben de informatie in dit hoofdstuk die deel uitmaakt van de IFRS-jaarrekening, geauditeerd. Het betreft de tabel Solvabiliteit op groepsniveau (de gecontroleerde delen zijn aangegeven in de voetnoot bij de tabel), ICAAP en ORSA, en Stresstests.
We rapporteren over de solvabiliteit van de groep, de bank en de verzekeringsmaatschappij op basis van IFRS-gegevens en volgens de regels die de toezichthouder oplegt. Voor KBC Groep houdt dat in dat we onze solvabiliteitsratio's berekenen volgens CRR/CRD IV. Die nieuwe regelgeving werd sinds 1 januari 2014 geleidelijk aan ingevoerd en zal volledig van kracht zijn op 1 januari 2022.
Volgens CRR/CRD IV geldt als algemene regel voor verzekeringsparticipaties dat een verzekeringsparticipatie moet worden afgetrokken van het kernkapitaal (common equity) op groepsniveau, tenzij de bevoegde toezichthouder de toelating geeft om een risicoweging toe te passen (Deense compromismethode). KBC heeft die toelating gekregen van de toezichthouder en kent bijgevolg een weging van 370% toe aan de posities in eigenvermogensinstrumenten van de verzekeringsmaatschappij, na KBC Verzekeringen uit de geconsolideerde cijfers van de KBC-groep te hebben gehaald.
De minimale solvabiliteitsratio's die volgens CRR/ CRD IV moeten worden gehaald, zijn 4,5% voor de common equity tier 1-ratio (CET1), 6,0% voor de tier 1-kapitaalratio en 8,0% voor de totale kapitaalratio (miminumratio's pijler 1). Naar aanleiding van zijn Supervisory Review and Evaluation Process-beoordeling (SREP) kan de bevoegde toezichthouder (voor KBC is dat de ECB) hogere minimumratio's opleggen (= pijler 2-vereisten), omdat bijvoorbeeld niet alle risico's naar behoren zijn weergegeven in de
reglementaire pijler 1-berekeningen. Bovendien moeten er bijkomende buffers worden aangelegd, waaronder een kapitaalinstandhoudingsbuffer van 2,5% (die stapsgewijs zal worden ingevoerd tussen 2016 en 2019), een buffer voor systeemrelevante banken (te bepalen door de toezichthouder) en een anticyclische kapitaalbuffer in periodes van kredietgroei (tussen 0% en 2,5%, eveneens te bepalen door de toezichthouder). Die buffers moeten worden opgebouwd met CET1-kapitaal, de sterkste kapitaalvorm.
De ECB heeft KBC opgelegd in 2016 een CET1-ratio van minstens 9,75% te handhaven (phased-in, volgens de Deense compromismethode). Die omvat de CRR/CRD IV-minimumvereiste (4,5%), de kapitaalinstandhoudingsbuffer (0,625%) en de pijler 2-toeslag (4,625%). Daarnaast verplicht de Nationale Bank van België (NBB) KBC – als systeemrelevante Belgische bank – om een bijkomende buffer van 0,5% CET1-kapitaal te handhaven (phased-in, volgens de Deense compromismethode) in 2016, 1,0% in 2017 en 1,5% in 2018.
KBC overtreft ruim die vereisten van de ECB (9,75%) en de NBB (0,5% in 2016), samen 10,25% voor 2016. Eind 2015 bedroeg de phased-in CET1-ratio 15,2%, wat overeenkwam met een kapitaalbuffer van 4 289 miljoen euro tegenover de minimumvereiste van 10,25%. De reglementaire minimale solvabiliteitsdoelstellingen werden ook ruim overtroffen gedurende het volledige boekjaar.
Naast de solvabiliteitsratio's volgens CRD IV, moet KBC nu – als een financieel conglomeraat – ook zijn solvabiliteitspositie bekendmaken, gebaseerd op de richtlijn betreffende financiële conglomeraten (FICOD, 2002/87/EG). Dat houdt in dat het beschikbare eigen vermogen zal worden berekend op basis van de geconsolideerde positie van de groep en de in aanmerking komende vermogensbestanddelen die als zodanig worden aangemerkt in de desbetreffende sectorale voorschriften, namelijk CRD IV voor het bankbedrijf en Solvency I voor het verzekeringsbedrijf (Solvency II vanaf 2016). Het resultaat van die berekening moet worden vergeleken met een kapitaalvereiste uitgedrukt als een risicogewogen-activabedrag. Voor dat laatste cijfer wordt de kapitaalvereiste voor het verzekeringsbedrijf (op basis van Solvency I tot eind 2015 en van Solvency II vanaf 2016) vermenigvuldigd met 12,5 om een risicogewogen-activa-equivalent te verkrijgen (in plaats van de risicoweging van 370% die aan de participaties werd toegekend bij de Deense compromismethode). Eind 2015 bedroeg de common equity ratio (phased-in, volgens de FICOD-methode) 14,9%.
Hierna volgt een gedetailleerde berekening van de solvabiliteitsratio's van de KBC-groep volgens de Deense compromismethode en een beknopte berekening volgens de FICOD-methode.
Aanvullende informatie over de berekening van de solvabiliteit volgens Basel III, Deense compromismethode, fully loaded:
| Solvabiliteit op groepsniveau (geconsolideerd, volgens CRD IV/CRR (Basel III), Deense | 31-12-2014 | 31-12-2014 | 31-12-2015 | 31-12-2015 |
|---|---|---|---|---|
| compromismethode) (in miljoenen euro) | Phased-in | Fully loaded | Phased-in | Fully loaded |
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 16 723 | 16 688 | 17 305 | 16 936 |
| Tier 1-kapitaal | 14 136 | 14 476 | 14 691 | 14 647 |
| Kernkapitaal (common equity)1 | 12 684 | 13 076 | 13 242 | 13 247 |
| Eigen vermogen van aandeelhouders (na deconsolidatie van KBC Verzekeringen) | 12 592 | 12 592 | 14 075 | 14 075 |
| Kernkapitaalinstrumenten zonder stemrecht | 2 000 | 2 000 | 0 | 0 |
| Immateriële vaste activa, incl. invloed belastinglatenties (-) | -334 | -334 | -366 | -366 |
| Consolidatieverschillen, incl. invloed belastinglatenties (-) | -769 | -769 | -482 | -482 |
| Belangen van derden | -3 | -3 | 0 | 0 |
| Voor verkoop beschikbare herwaarderingsreserves (-)2 | -679 | – | -466 | – |
| Afdekkingsreserve, kasstroomafdekkingen (-) | 1 391 | 1 391 | 1 163 | 1 163 |
| Waarderingsverschillen in financiële verplichtingen tegen reële waarde – eigen kredietrisico (-) | -21 | -21 | -20 | -20 |
| Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering (-)3 | -43 | -92 | -53 | -94 |
| Egalisatiereserve (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividenduitkering | -836 | -836 | 0 | 0 |
| Vergoeding van overheidseffecten (-) | -171 | -171 | 0 | 0 |
| Vergoeding van AT1-instrumenten (-) | -2 | -2 | -2 | -2 |
| Aftrek m.b.t. financiering verstrekt aan aandeelhouders (-) | -159 | -159 | -91 | -91 |
| IRB-voorzieningstekort (-) | -225 | -225 | -171 | -171 |
| Uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen verliezen (-) | -59 | -297 | -345 | -765 |
| Aanvullend going concern-kapitaal | 1 452 | 1 400 | 1 450 | 1 400 |
| Toegelaten (grandfathered) innovatieve hybride tier 1-instrumenten | 52 | 0 | 50 | 0 |
| Toegelaten (grandfathered) niet-innovatieve hybride tier 1-instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| AT1-instrumenten die voldoen aan CRR | 1 400 | 1 400 | 1 400 | 1400 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in aanvullend going concern-kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Tier 2-kapitaal | 2 587 | 2 212 | 2 614 | 2 289 |
| IRB-voorzieningsoverschot (+) | 357 | 375 | 359 | 369 |
| Achtergestelde schulden | 2 230 | 1 837 | 2 255 | 1 920 |
| Achtergestelde leningen niet-geconsolideerde entiteiten uit de financiële sector (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Minderheidsbelangen op te nemen in tier 2-kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal gewogen risicovolume | 88 382 | 91 236 | 87 343 | 89 067 |
| Bankactiviteiten | 77 379 | 80 232 | 78 034 | 79 758 |
| Verzekeringsactiviteiten | 10 897 | 10 897 | 9 133 | 9 133 |
| Holdingactiviteiten | 191 | 191 | 208 | 208 |
| Eliminatie van intercompanytransacties | -85 | -85 | -33 | -33 |
| Solvabiliteitsratio's | ||||
| Common equity ratio | 14,4% | 14,3% | 15,2% | 14,9% |
| Tier 1-ratio | 16,0% | 15,9% | 16,8% | 16,4% |
| Totale kapitaalratio | 18,9% | 18,3% | 19,8% | 19,0% |
1 Cijfers gecontroleerd door de commissaris (exclusief de lijnen IRB-voorzieningstekort en Waardecorrecties door vereisten voor voorzichtige waardering).
2 Heeft betrekking op de prudentiële filter voor positieve herwaarderingsreserves in het eigen vermogen.
3 Ingevolge CRR moet er rekening worden gehouden met een voorzichtige waardering bij de berekening van het beschikbare kapitaal. Dat betekent dat alle tegen reële waarde gewaardeerde activa die een invloed hebben op het beschikbare kapitaal (door wijzigingen van de reële waarde in de winst-en-verliesrekening of in het eigen vermogen) moeten worden teruggebracht tot hun voorzichtige waarde. Het verschil tussen de reële waarde en de voorzichtige waarde (ook aanvullende waardecorrectie genoemd) moet worden afgetrokken van de CET1-ratio.
| 31-12-2014 | 31-12-2014 | 31-12-2015 | 31-12-2015 | |
|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro of in procenten)* | Phased-in | Fully loaded | Phased-in | Fully loaded |
| Kernkapitaal (common equity) | 13 136 | 13 528 | 13 503 | 13 508 |
| Totaal gewogen risicovolume | 89 742 | 92 596 | 90 841 | 92 565 |
| Common equity ratio | 14,6% | 14,6% | 14,9% | 14,6% |
* Meer details vindt u in de uitgebreide kwartaalrapporten van KBC (beschikbaar op www.kbc.com).
Eind 2015 bedroeg de fully loaded Basel III leverage ratio – op basis van de huidige CRR-wetgeving – 6,3% voor de KBCgroep op geconsolideerd niveau (zie tabel). De verschillen ten
opzichte van eind 2014 waren beperkt, waarbij een hoger tier 1-kapitaal werd gecompenseerd door een hogere totale exposure.
| Tier 1-kapitaal 14 476 14 647 Totale exposure 226 669 233 675 Balanstotaal 245 174 252 355 Deconsolidatie van KBC Verzekeringen -27 708 -31 545 Aanpassing voor derivaten -3 246 -3 282 Aanpassing voor reglementaire correcties bij de berekening van Basel III tier 1-kapitaal -1 559 -806 |
|---|
| Aanpassing voor blootstellingen aan effectenfinancieringstransacties 266 1 057 |
| Off-balance sheet exposure 13 742 15 897 |
| Leverage ratio 6,4% 6,3% |
Meer details, waaronder een beschrijving van de processen om het risico van een te hoge leverage te beheren, vindt u in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).
De ECB en NBB houden toezicht op KBC op going concernbasis, maar daarnaast zal KBC ook moeten voldoen aan vereisten die de SRB (Single Resolution Board) oplegt. De SRB stelt resolutieplannen op voor de grote banken van de eurozone. Die plannen beschrijven hoe de resolutieautoriteiten de afwikkeling moeten aanpakken van een bank die faalt (of dreigt te falen), zodat kritieke functies, overheidsgelden en de financiële stabiliteit beschermd zijn. Ze zijn op maat gemaakt en houden rekening met de specifieke kenmerken van de bank. Een belangrijk resolutie-instrument is de bail-in, waarbij de bank wordt geherkapitaliseerd en gestabiliseerd door
bepaalde ongedekte schulden af te schrijven en nieuwe aandelen uit te geven aan vroegere schuldeisers ter compensatie. Naargelang van de omvang van de verliezen, zou de bail-in kunnen volstaan om weer een voldoende kapitaalniveau te bereiken zodat het vertrouwen van de markt herstelt, en om stabiliteit te creëren waarna bijkomende maatregelen kunnen worden genomen. De aandacht gaat daarom in de eerste plaats naar de beschikbaarheid van een gepaste hoeveelheid schulden die in aanmerking komen voor bail-in. Die wordt gemeten door de minimumvereiste voor eigen middelen en in aanmerking komende passiva (MREL), die de SRB zal bepalen. Eind 2015 bedroeg de MREL 13,9% voor de KBC-groep.
De solvabiliteit van KBC Bank wordt, net zoals die van KBC Groep, berekend volgens CRR/CRD IV. De solvabiliteit van KBC Verzekeringen werd tot eind 2015 berekend op basis van de Solvency I-regels, maar die berekening zal gebeuren volgens de Solvency II-regels zodra die van kracht worden op 1 januari 2016.
In de tabel hieronder vindt u informatie over de solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk. Uitgebreidere informatie vindt u in hun geconsolideerde jaarrekening en in het Risk Report van KBC, dat beschikbaar is op www.kbc.com (het Risk Report werd niet geauditeerd door de commissaris).
| Solvabiliteit, KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk | ||
|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
| KBC Bank (geconsolideerd, CRR/CRD IV, fully loaded) | ||
| Totaal reglementair eigen vermogen, na winstverdeling | 14 154 | 16 045 |
| Tier 1-kapitaal | 11 132 | 12 346 |
| Waarvan kernkapitaal (common equity) | 9 727 | 10 941 |
| Tier 2-kapitaal | 3 021 | 3 699 |
| Totaal gewogen risico's | 80 232 | 79 758 |
| Common equity ratio | 12,1% | 13,7% |
| Tier 1-ratio | 13,9% | 15,5% |
| Totale kapitaalratio | 17,6% | 20,1% |
| KBC Verzekeringen (geconsolideerd, Solvency I) | ||
| Beschikbaar kapitaal | 3 166 | 2 922 |
| Vereiste solvabiliteitsmarge | 981 | 1 011 |
| Solvabiliteitsratio, in procenten | 323% | 289% |
| Solvabiliteitssurplus | 2 185 | 1 911 |
Solvency II is het nieuwe regelgevingskader voor verzekeraars in Europa. Terwijl de Solvency I-vereisten gebaseerd waren op volumes, gaat Solvency II uit van de risico's. Het wil solvabiliteitsvereisten invoeren die de risico's van ondernemingen beter weerspiegelen en een toezichtsysteem introduceren dat voor alle EU-lidstaten consistent is. KBC moet de Solvency II-regels naleven voor al zijn verzekeringsdochtermaatschappijen. Het nam in 2015 met succes deel aan de voorbereidende reglementaire verslaggeving voor Solvency II. Vanaf 2016 worden de Solvency II-resultaten op kwartaalbasis gerapporteerd aan de toezichthouders en in de financiële staten.
Op 31 december 2015 bedroeg de Solvency II-ratio voor KBC Verzekeringen op groepsniveau 231% (zie tabel hierna). Daarmee behoort KBC Verzekeringen duidelijk tot de beter gekapitaliseerde maatschappijen van de verzekeringssector. Deze sterke ratio is het resultaat van een sterke eigenvermogensbasis ten opzichte van het vereiste kapitaal. Om het vereiste kapitaal onder Pijler 1 te berekenen, koos KBC voor de Standaardformuleberekening, die als meer behoudend wordt beschouwd, en niet voor interne modellen. Gezien zijn comfortabele kapitalisatieniveau besliste KBC ook geen overgangsmaatregelen toe te passen. Om overdreven schommelingen in de Solvency II-ratio te vermijden, gebruikt het wel de volatiliteitsaanpassing voor al zijn dochterondernemingen.
| 31-12-2015 |
|---|
| 3 683 |
| 3 180 |
| 2 815 |
| -71 |
| -123 |
| 416 |
| 195 |
| -53 |
| 503 |
| 503 |
| 1 592 |
| 231% |
| 2 091 |
Het ICAAP van KBC bestaat uit een aantal bedrijfs- en risicoprocessen die samen bijdragen tot de doelstelling om na te gaan of en te verzekeren dat KBC altijd voldoende gekapitaliseerd is, rekening houdend met zijn risicoprofiel en de kwaliteit van zijn risicobeheer- en controleomgeving. Daarom beschikt KBC over een intern kapitaalmodel dat de bestaande reglementairkapitaalmodellen aanvult. KBC heeft zijn economischkapitaalmodel vervangen door een nieuw model om de interne kapitaaltoereikendheid te meten, dat niet alleen beter is afgestemd op de wijzigende reglementaire vereisten, maar ook meer geschikt is voor bv. het meten van risicogewogen prestaties en het ondersteunen van risicolimieten, naast de kapitaaltoereikendheidsbeoordeling. Het nieuwe interne kapitaalmodel wordt aangevuld met een kader voor winstbeoordeling dat de kwetsbaarheden van het KBC-businessmodel moet blootleggen met betrekking tot de duurzaamheid op langere termijn.
De eindverantwoordelijkheid voor het ICAAP ligt bij de Raad van Bestuur, die advies krijgt van het RCC.
Een heel belangrijk element in het ICAAP van KBC is de Alignment of Planning Cycles (APC). Het doel van dat jaarlijkse proces is een geïntegreerd driejarenplan op te stellen dat rekening houdt met de strategische, financierings-, treasuryen risicovooruitzichten. In dat proces wordt de risicobereidheid van de groep bepaald en naar de lagere echelons uitgewaaierd door risicolimieten op entiteitsniveau te bepalen. De APC gaat niet alleen over planning, maar ook over het nauwgezet opvolgen dat alle aspecten van het plan worden uitgevoerd (winst-en-verliesrekening, risicogewogen activa, liquiditeit). De verschillende groepsfuncties stellen daarover specifieke rapporten op.
Sinds 2014 voeren de KBC-verzekeringsgroep en zijn verzekerings- en herverzekeringsdochtermaatschappijen regelmatig een beoordeling van hun eigen risico en solvabiliteit (Own Risk and Solvency Assessment, ORSA) uit, zoals vereist door Solvency II. Net zoals bij het ICAAP is het doel van de ORSA erop toe te zien en ervoor te zorgen dat de business op een gezonde en voorzichtige manier wordt geleid en dat de KBC-verzekeringsgroep voldoende gekapitaliseerd is, rekening houdend met zijn risicoprofiel en de kwaliteit van zijn risicobeheer- en controleomgeving. ORSA maakt grotendeels gebruik van dezelfde kernprocessen als ICAAP, zoals APC, bepaling van de risicobereidheid en bedrijfs-, risico- en kapitaalbeheerprocessen. Waar nodig worden die processen aangepast om rekening te houden met de specifieke aard van de (her)verzekeringsactiviteiten en te voldoen aan de Solvency II-vereisten.
Stresstests vormen een belangrijk risicobeheerinstrument dat een meerwaarde biedt voor zowel strategische processen als het dagelijkse risicobeheer (risico's vaststellen, risicobereidheid en -begrenzing bepalen, enz.). Stresstests maken daarom integraal deel uit van het risicobeheerskader van KBC en van onderliggende specifieke risicokaders, en zijn een belangrijk onderdeel van het ICAAP-proces en de ORSA.
Voor KBC is stresstesting een proces dat managementbeslissingen ondersteunt. Het gebruikt daarbij allerlei technieken om de mogelijke negatieve invloed op de (financiële) toestand van KBC te beoordelen als gevolg van specifieke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen in risicofactoren, gaande van aannemelijk tot extreem, uitzonderlijk of onwaarschijnlijk.
Het is dus een belangrijk instrument om oorzaken van kwetsbaarheid op te sporen en vervolgens te beoordelen of KBC over voldoende kapitaal beschikt om de risico's die het loopt, te dekken. Daarom omvat de APC ook scenario's waarbij wordt uitgegaan van stresssituaties. De stresstests zijn ontworpen om te garanderen dat:
De kapitaalratio's die eruit voortvloeien, worden vergeleken met interne en externe kapitaaldoelstellingen. Er wordt nagegaan in welke mate eventuele tekortkomingen kunnen worden verholpen door risicobeheersmaatregelen te nemen.
In de context van het herstelplan (recovery plan) worden nog strengere scenario's en gevoeligheden onderzocht. Die scenario's focussen op gebeurtenissen die ertoe leiden dat de reglementaire kapitaalvereisten niet gehaald worden en het herstelplan in werking treedt. Zo geven ze een bijkomend inzicht in belangrijke kwetsbaarheden van de groep. Om te vermijden dat KBC in een herstelsituatie terechtkomt als het omschreven risicoscenario zich zou voordoen, stelt het management risicoverminderende maatregelen voor.
KBC voert nog heel wat andere stresstests uit, die waardevolle informatie opleveren om de kapitaaltoereikendheid van de groep te beoordelen. Het gaat dan onder meer over wettelijk verplichte stresstests, ad hoc geïntegreerde stresstests en stresstests voor specifieke risicotypes of portefeuilles op groepsniveau en lokaal niveau. Die stresstestresultaten zijn een waardevolle input bij het bepalen van sensitiviteiten in de APC-planning.
De voornaamste aspecten van het beleid van de vennootschap op het vlak van corporate governance zijn opgenomen in het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV (hierna het Charter genoemd, gepubliceerd op www.kbc.com). KBC Groep NV gebruikt daarbij de Belgische Corporate Governance Code 2009 (hierna de Code genoemd) als referentiecode. U kunt die Code raadplegen op www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over corporate governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen vindt u in deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur.
Tenzij anders vermeld, loopt de beschouwde periode van 1 januari tot 31 december 2015.
In dit hoofdstuk korten we enkele termen af als volgt. Raad van bestuur: Raad; Directiecomité: DC; Auditcomité: AC; Risico- en Compliancecomité: RCC.
In de tabel hiernaast geven we een overzicht van de samenstelling van de Raad en zijn comités op 31 december 2015. De externe mandaten en een kort curriculum vitae van de leden van de Raad vindt u op www.kbc.com. In de kolommen over de comités geven we het aantal bijgewoonde vergaderingen.
| 15 e Raad in 20 |
|---|
| Periode in d |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar Professor aan de International Business School van Boedapest |
| Volledig jaar Burgemeester van Lo-Reninge en voorzitter Raad van Bestuur Cera |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar Advocaat en ondervoorzitter Raad van Bestuur Cera Beheers |
| Volledig jaar |
| Volledig jaar (tot 30 november 2015: Voorzitter Boerenbond en MRBB CVBA) |
| Volledig jaar |
Marc De Ceuster nam deel aan 11 vergaderingen van de Raad en aan 10 vergaderingen van het RCC. Koen Algoed nam deel aan 4 vergaderingen van de Raad, aan 2 vergaderingen van het AC en aan 1 vergadering van het Benoemingscomité.
• Vladimira Papirnik, onafhankelijk bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen en in de Code, wordt door de Raad, op advies van het
Benoemingscomité, voorgedragen voor herbenoeming voor een nieuwe termijn van vier jaar in dezelfde hoedanigheid.
PricewaterhouseCoopers (PwC) wordt door de Raad, op voordracht van het AC, voorgedragen voor benoeming als commissaris voor een termijn van drie jaar. Die voordracht gebeurt met de goedkeuring van de toezichthouder. De commissaris zal vertegenwoordigd worden door Roland Jeanquart en Tom Meuleman. Het honorarium van de commissaris bedraagt 145 000 euro voor het boekjaar 2016 en 152 000 euro per jaar voor de boekjaren 2017 en 2018, desgevallend (niet automatisch) te indexeren of aan te passen ten gevolge van belangrijke wijzigingen in de activiteiten van de vennootschap door acquisities of het opstarten van nieuwe productlijnen.
Sonja De Becker is geboren in Erps-Kwerps in 1967. Ze studeerde af aan de KU Leuven (1990) en startte haar loopbaan als juridisch adviseur bij de Boerenbond (1990- 1997). Ze werd vervolgens diensthoofd Milieuconsulting SBB Bedrijfsdiensten Leuven (1997-1999), adjunct-algemeen secretaris van de Boerenbond (1999-2001), algemeen secretaris van de Boerenbond (2001-2013) en ondervoorzitter van de Boerenbond (2013-2015). Met ingang van 1 december 2015 is ze voorzitter van de Boerenbond.
Meer weten? U vindt het Corporate Governance Charter op www.kbc.com, onder Corporate Governance. De agenda van de Algemene Vergadering van 4 mei 2016 vindt u op www.kbc.com.
°1962 Belg Licentiaat in de Rechten (UGent) In dienst sinds* 1987 CRO (chief risk officer)
°1964 Belg Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen (UFSIA) In dienst sinds* 1988 CFO (chief financial officer)
Johan Thijs
°1965
Belg Licentiaat Wetenschappen (Toegepaste Wiskunde) en Actuariële Wetenschappen (KU Leuven)
In dienst sinds* 1988 Groeps-CEO (chief executive officer)
Daniel Falque
°1963 Belg Licentiaat in Internationale Betrekkingen (UCL) In dienst sinds* 2009 CEO Divisie België
eind 2015 Samenstelling van het DC
John Hollows °1956
Brit Licentiaat Rechten en Economie (Universiteit Cambridge) In dienst sinds* 1996 CEO Divisie Tsjechië
Luc Gijsens °1953 Belg Licentiaat in de Rechten (KU Leuven) In dienst sinds* 1977 CEO Divisie Internationale
Markten
* In dienst sinds: bij KBC Groep NV, zijn groepsmaatschappijen of entiteiten van voor de fusie (Kredietbank, Cera, ABB, enz.)
Meer informatie, waaronder cv's, vindt u op www.kbc.com.
Naast het vervullen van de taken die door het Wetboek van Vennootschappen zijn opgelegd, het vaststellen van de kwartaalresultaten en de kennisname van de werkzaamheden van het AC, het RCC, het Benoemingscomité en het Remuneratiecomité, en de behandeling en beslissing van de door die comités voorgelegde dossiers, behandelde de Raad onder meer de volgende onderwerpen:
Maandelijks bracht het DC ook verslag uit over de resultaatsontwikkeling en de algemene gang van zaken bij de verschillende divisies van de groep. Ook besteedde het regelmatig aandacht aan de strategie en de specifieke uitdagingen van de verschillende activiteitsgebieden.
Het AC heeft onder meer de opdracht om de Raad te adviseren over de integriteit van de financiële rapportering en de doeltreffendheid van het interne controleproces en het risicobeheer. Het AC stuurt de interne auditfunctie aan en overwaakt de externe revisor.
Het AC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de vennootschappelijke en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag, de halfjaar- en kwartaalcijfers, de goedkeuring van het desbetreffende persbericht en de bespreking van de bevindingen van de revisor, werden ook de kwartaalverslagen van de interne auditor besproken.
Het RCC adviseert de Raad over de huidige en toekomstige risicotolerantie en risicostrategie en staat de Raad bij in de uitoefening van het toezicht op het uitvoeren van die strategie door het DC. Het RCC waakt erover dat de prijzen van de activa en passiva en van de categorieën van producten die niet in de balans zijn opgenomen en die aan de klanten worden aangeboden, rekening houden met de risico's die de instelling loopt. Daarbij wordt gelet op haar bedrijfsmodel en haar strategie inzake risico's, met name de risico's die kunnen voortvloeien uit de types van producten die aan de klanten worden aangeboden, in het bijzonder reputatierisico's. Het RCC bewaakt de risico- en de compliancefuncties.
Het RCC vergaderde in aanwezigheid van de voorzitter van het DC, de groeps-CRO, de groeps-CFO, de interne auditor, de compliance officer en de erkende revisoren. Naast de bespreking van de periodieke rapporteringen van de risicofunctie en de compliance officer (inclusief de jaarverslagen) werd ook aandacht besteed aan de rapportering van de juridische, fiscale en kantoorinspectiediensten.
Daarnaast werden de volgende bijzondere rapporteringen behandeld:
Opmerking: het Benoemingscomité van KBC Groep NV vervult die rol ook voor KBC Verzekeringen en KBC Bank.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
• het vereiste profiel van de onafhankelijke bestuurder van KBC Bank,
• de aanpak van het successiemanagement van de KBC-groep.
Het Remuneratiecomité vergaderde meestal in aanwezigheid van de voorzitter van de Raad, de voorzitter van het DC en de vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid. Opmerking: het Remuneratiecomité van KBC Groep NV vervult die rol ook ten aanzien van KBC Verzekeringen en KBC Bank.
Belangrijkste behandelde onderwerpen:
Voor een algemene beschrijving van de werking van de Raad en zijn comités, zie hoofdstuk 5 en 6 van het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV op www.kbc.com.
Op 31 december 2015 zetelen in het AC 2 onafhankelijke bestuurders in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code:
een Ph.D in economie aan de Hongaarse Academy of Sciences. Ze was 15 jaar lang professor Financiële Wetenschappen aan de Corvinus University in Boedapest, gespecialiseerd in risicobeheer, risicometing, de Baselprincipes in theorie en praktijk, kapitaalplanning en financieel beheer bij banken. Ze was verantwoordelijk voor het risicobeheer bij de Hongaarse centrale bank. Momenteel is ze departementshoofd van de International Business School in Boedapest en Research Associate of the Centre for Economic and Regional Studies of the Hungarian Academy of Sciences.
De andere leden van het AC zijn:
Koen Algoed was als niet-uitvoerend bestuurder lid van het AC van 2 juli tot 28 december 2015. Hij behaalde een master in Science in Econometrics & Mathematical Economics (London School of Economics) en een Ph.D in economie (KU Leuven). Hij is professor Economie aan de KU Leuven en lid van de onderzoekseenheid Centre for Research on Economic Markets and their Environments (KU Leuven, Campus Brussel). Hij is kabinetschef bij de Vlaamse Minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het AC kan worden besloten dat het AC samengesteld is overeenkomstig de vereisten van het Charter en van artikel 526bis § 2 van het Wetboek van Vennootschappen en over de daarin vooropgestelde vaardigheden en ervaring beschikt.
Op 31 december 2015 zetelt in het RCC van KBC Groep NV één onafhankelijke bestuurder in de zin van en beantwoordend aan de criteria vastgelegd in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en in de Code.
Het RCC is samengesteld uit:
Marc De Ceuster was als niet-uitvoerend bestuurder lid van het RCC tot 28 december 2015. Hij is doctor in de Toegepaste Economische Wetenschappen (Universiteit Antwerpen, 1992) en master in de Rechten (UFSIA – UIA, 1987). Hij is professor Financiën (UA) en Academic Director van de masteropleidingen Real Estate Management, Personal Financial Planning en Financiën van de Antwerp Management School.
Rekening houdend met de profielen en competenties van de leden van het RCC kan worden besloten dat de leden individueel en het RCC in zijn geheel over de nodige vaardigheden en ervaring beschikken.
De Raad werkte een regeling uit betreffende transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap (met inbegrip van met haar verbonden vennootschappen) en haar bestuurders die niet onder de belangenconflictenregeling van artikel 523 of 524ter van het Wetboek van Vennootschappen vallen. Die regeling werd opgenomen in het Charter.
De Raad heeft een Dealing Code opgesteld die onder meer voorziet in de opstelling van een lijst van sleutelmedewerkers, de bepaling van jaarlijkse sperperiodes en de kennisgeving aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) van
verhandelingen door personen met leidinggevende verantwoordelijkheid en door met hen verbonden personen. De principes van die Dealing Code zijn opgenomen als bijlage bij het Charter.
De Raad streeft permanent naar een optimalisering van zijn werking en evalueert die daarom jaarlijks onder leiding van zijn voorzitter. Daarbij komen de volgende aspecten aan bod: samenstelling van de Raad, selectie, benoeming en vorming van de leden, praktische werking (agenda, vergaderingen, voorzitterschap, secretariaat), informatie aan de Raad, cultuur binnen de Raad, taakvervulling, vergoeding, relaties met het DC en met de aandeelhouders en andere stakeholders, comités van de Raad, de voorstellen voor te behandelen onderwerpen en de voorstellen voor training.
Op initiatief van de voorzitter vindt in het kader van de hernieuwing van de mandaten een individuele evaluatie van de betrokken bestuurders plaats, waarbij de nadruk wordt gelegd op hun inzet en effectiviteit binnen de Raad. In voorkomend geval wordt ook gelet op hun functioneren als voorzitter of lid van een comité van de Raad. De voorzitter staat in voor die individuele beoordeling. De individuele beoordeling van de voorzitter gebeurt, in zijn afwezigheid, door de Raad.
De niet-uitvoerende bestuurders beoordelen eens per jaar hun interactie met het uitvoerende management. Met dat doel komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste een keer per jaar samen in afwezigheid van de uitvoerende bestuurders.
Periodiek evalueert ieder comité van de Raad zijn eigen samenstelling en werking. Het brengt daarover verslag uit bij de Raad en doet indien nodig voorstellen.
Op initiatief van de voorzitter van het DC bespreekt het voltallige DC eens per jaar zijn doelstellingen en beoordeelt het daarbij zijn prestaties. De voorzitter van het DC maakt jaarlijks een individuele beoordeling van de leden van het DC. De individuele beoordeling van de voorzitter van het DC gebeurt door de voorzitter.
Algemeen: het vergoedingsbeleid voor de Raad en het DC stoelt op de toepasselijke wetgeving, de Corporate Governance Code en marktgegevens. Het wordt door het Remuneratiecomité – bijgestaan door in deze materie gespecialiseerde medewerkers – bewaakt en regelmatig getoetst aan de ontwikkelingen in de wetgeving, de Code en de courante marktpraktijken en -tendensen. De voorzitter van het Remuneratiecomité informeert de Raad over de werkzaamheden van het comité en adviseert hem over aanpassingen van het vergoedingsbeleid en de concrete uitvoering ervan. De Raad kan ook op eigen initiatief of op voorstel van het DC het Remuneratiecomité opdracht geven
mogelijke aanpassingen van het vergoedingsbeleid te onderzoeken en de Raad daarover te adviseren. Als dat wettelijk vereist is, legt de Raad op zijn beurt aanpassingen van het vergoedingsbeleid ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering.
Raad: op advies van het Remuneratiecomité beslist de Raad over het vergoedingsregime van de leden van de Raad. Als dat nodig is, vraagt de Raad ook een beslissing van de Algemene Vergadering.
DC: op advies van het Remuneratiecomité en op basis van het vastgelegde vergoedingsbeleid bepaalt de Raad de vergoeding van de leden van het DC en evalueert ze op geregelde tijdstippen. Die vergoeding wordt opgedeeld in een vaste component en een resultaats-/prestatiegebonden component.
Verklaring over het tijdens het door het jaarverslag behandelde boekjaar gehanteerde vergoedingsbeleid ten aanzien van de leden van de Raad en van het DC
Het Remuneratiecomité verklaart het volgende:
Zowel voor niet-uitvoerende bestuurders als voor uitvoerende bestuurders en andere leden van het DC geldt als basisbeginsel dat ze recht hebben op een billijke vergoeding die in verhouding staat tot de door hen geleverde bijdrage aan het beleid en de groei van de groep.
Voor niet-uitvoerende bestuurders geldt het volgende:
De bestuurders die in het AC of RCC zitting hebben, ontvangen een extra vergoeding (presentiegeld) voor de prestaties die ze in dat kader leveren. Ook daar geldt de regel dat voor vergaderingen die samen met het AC of RCC van KBC Bank en/of KBC Verzekeringen plaatsvinden, het presentiegeld maar eenmaal wordt uitgekeerd aan de bestuurders die in verschillende comités zitting hebben. De voorzitters van het AC en het RCC ontvangen een extra vaste vergoeding. Bestuurders die in het Benoemingscomité of het Remuneratiecomité zitting hebben, ontvangen daarvoor geen extra vergoedingen.
Gelet op de ruime tijdsbesteding die de deelname aan de vergaderingen van de Raad vergt voor bestuurders die woonachtig zijn buiten België, wordt aan hen een extra vergoeding (presentiegeld) toegekend per bijgewoonde vergadering.
Voor de uitvoerende bestuurders en andere leden van het DC geldt het volgende:
In overeenstemming met het vergoedingsbeleid van de KBC-groep is de individuele vergoeding van de leden van het DC samengesteld uit de volgende componenten: - een vaste maandvergoeding;
een jaarlijkse prestatiegebonden variabele vergoeding die afhankelijk is van de prestaties van het DC als geheel en van de instelling (geëvalueerd op basis van vooraf afgesproken criteria);
vergoeding toegekend, maar vervalt ook de uitbetaling van uitgestelde bedragen voor voorgaande jaren.
Het Remuneratiecomité evalueert de uitvoering van die criteria, formuleert op basis daarvan en binnen de limieten van het contractueel afgesproken stelsel een voorstel voor de omvang van de prestatiegebonden variabele vergoeding en geeft daarover een advies aan de Raad, die ten slotte een beslissing neemt. Het Remuneratiecomité geeft ook een advies aan de Raad over de omvang van de individuele variabele vergoeding op basis van een evaluatie van de prestaties van elk lid van het DC afzonderlijk. Het Remuneratiecomité houdt daarbij rekening met de evaluatie door de voorzitter van het DC.
• De leden genieten verder een stelsel van rust- en overlevingspensioen dat voorziet in een aanvullend ouderdomspensioen of – als de verzekerde overlijdt in actieve dienst en een echtgeno(o)t(e) achterlaat – een overlevingspensioen, alsook een invaliditeitsdekking.
De variabele component van de vergoeding wordt opgedeeld in een prestatiegebonden variabele vergoeding en een individuele variabele vergoeding. Voor de voorzitter van het DC situeert de prestatiegebonden variabele vergoeding zich tussen 0 en 300 000 euro en de individuele variabele vergoeding tussen 0 en 100 000 euro. Voor de leden van het DC gaat het om respectievelijk maximaal 200 000 en
maximaal 70 000 euro. Het uiteindelijke bedrag wordt bepaald door de Raad op advies van het Remuneratiecomité op basis van een evaluatie van de individuele en collectieve prestaties van het afgelopen boekjaar. Het aandeel van de variabele vergoeding in het totale vergoedingspakket is in elk geval lager dan 30%.
De betaling van de totale jaarlijkse (prestatiegebonden en individuele) variabele vergoeding van de leden van het DC wordt gespreid over vier jaar: 50% het eerste jaar en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende drie jaren. Bovendien wordt 50% van de totale jaarlijkse variabele vergoeding toegekend in de vorm van aandelengerelateerde instrumenten, meer bepaald phantom stocks (behalve in Tsjechië, waar gewerkt wordt met virtual investment certificates) waarvan de waarde gekoppeld is aan de koers van het aandeel van KBC Groep NV. De phantom stocks hebben een retentieperiode van een jaar vanaf toekenning. Net zoals voor het cashgedeelte van de variabele vergoeding wordt ook de toekenning daarvan gespreid over een periode van vier jaar. Voor de berekening van het aantal phantom stocks waarop elk lid van het DC recht heeft, wordt de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van het jaar gebruikt. Een jaar later worden de phantom stocks dan omgezet in cash op basis van de gemiddelde koers van het KBC-aandeel over de eerste drie maanden van dat jaar. De phantom stocks zijn onderhevig aan de toekennings- en verwervingsvoorwaarden die hierna beschreven worden onder Terugvorderingsbepalingen.
Het is niet de bedoeling iets te veranderen aan de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders. Wel zal het Remuneratiecomité een mogelijke omvorming van de zitpenningen voor de leden van het AC en het RCC naar een vaste vergoeding overwegen.
In 2015 voerden we in samenwerking met een extern onderzoeksbureau een studie uit over het bijkomende pensioen van de leden en de voorzitter van het DC. Daaruit bleek dat het pensioen waarin in het huidige bijkomendpensioenplan wordt voorzien, niet marktconform is. Het situeert zich beneden de marktmediaan van de BEL 20-bedrijven. Hoewel erg moeilijk, vergeleken we het ook met de bijkomende pensioenvoorzieningen van leden van het DC van een internationale peergroup van bedrijven uit de financiële sector. Het beeld dat daaruit naar voren kwam, is gelijklopend met de vergelijking met de BEL20. Bovendien bleek ook het merendeel van de benchmark niet langer met een vasteprestatieplan (defined benefit) te werken. Een laatste belangrijk verschil met het bestaande pensioenplan was dat het pensioenkapitaal in de overgrote meerderheid van de pensioenplannen een band heeft met de werkelijke vergoeding (en dus voor de CEO verschilt van dat van de andere leden van het DC).
Daarom startten we op 1 januari 2016 met een nieuw pensioenplan. Het betreft een vastebijdragenplan (defined contribution) dat volledig door KBC gefinancierd wordt. Bij de opmaak van dat plan hielden we er rekening mee dat de loopbaan van een lid van het DC (en in het bijzonder van de voorzitter) korter is dan die van een doorsnee werknemer. Daarom werd in de pensioenformule de hoofdmoot van de opbouw van het bijkomende pensioen gesitueerd gedurende de eerste 10 jaar dat iemand lid is van het DC. Het onderzoek toonde ook aan dat de overlijdensdekking eerder laag was tegenover de benchmark. Daarom werd in het nieuwe plan het overlijdenskapitaal opgetrokken. Het plan is van toepassing voor eenieder die vanaf 1 januari 2016 toetreedt tot het DC (voor zover in België gedomicilieerd). Aan de leden van het DC op 31 december 2015 werd de keuze geboden tussen het behoud van het bestaande plan en de overstap naar het nieuwe plan. Op één na koos iedereen voor de overstap naar het nieuwe plan. Voor hen werden de op 31 december 2015 opgebouwde verworven reserves overgeboekt naar het nieuwe plan.
Het vergoedingsbeleid voor de leden van het management wordt beschreven in de Remuneration Policy. Daarin worden vooral met betrekking tot het variabele loon een aantal principes vastgelegd voor de hele groep. De belangrijkste zijn:
• Het variabele loon moet altijd bestaan uit een resultaatsgebonden deel (waarvan ten minste 10% gebaseerd is op de resultaten van de KBC-groep) en een prestatiegebonden deel.
Voor de bepaling van de resultaatsgebonden variabele vergoeding voor de prestaties vanaf boekjaar 2012 werd naast de risk gateway een Risk-Adjusted Performance Measurement Framework geïntroduceerd. Het basisidee van dat beleid, dat gebruikt wordt voor de toewijzing van kapitaal, is dat noch het economische kapitaal, noch het reglementaire kapitaal geschikt is als de enige drijfveer voor kapitaaltoewijzing. Reglementair kapitaal heeft een beperkte dekking in termen van risicotypes en weerspiegelt maar gedeeltelijk de specifieke kenmerken van KBC. Economisch kapitaal omvat meer risicotypes en weerspiegelt de eigen inschatting van KBC van zijn risicoprofiel, maar is momenteel niet op hetzelfde gedetailleerde niveau beschikbaar. Gezien die beperkingen werd ervoor gekozen kapitaal toe te wijzen op basis van een RWA-coëfficiënt (RWA staat voor risicogewogen activa) die de inzichten van economisch kapitaal reflecteert. Dat beleid introduceert het begrip RAP (Risk-Adjusted Profit) als (absolute) maatstaf van de winstgevendheid van een bedrijf, maar met een intrinsieke correctie voor kapitaal- en
risico-elementen. Voor bepaalde categorieën van key identified staff waarvoor de RAP als risicoaanpassingsmechanisme als ontoereikend werd beoordeeld door de bevoegde controlefunctie, wordt dit kader aangevuld met extra prestatie-indicatoren die een betere risicomaatstaf zijn.
Zoals hiervoor al toegelicht, wordt de betaling van de totale jaarlijkse variabele vergoeding niet alleen gespreid in de tijd, maar wordt de helft ervan ook uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar. De variabele vergoeding, inclusief het uitgestelde gedeelte ervan, wordt maar verworven wanneer dat met de financiële toestand van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties van KBC Groep en de prestaties van het DC gerechtvaardigd wordt.
In de volgende omstandigheden kan er worden ingegrepen op de betaling van de uitgestelde maar nog niet verworven bedragen (malus):
advies geeft aan de Raad waarin het voorstelt geen malus toe te passen om welbepaalde redenen. Het Remuneratiecomité van de KBC-groep zal ook een advies geven over de malusgraad (het toe te passen percentage). De eindbeslissing ligt bij de Raad.
• In het geval dat het nettoresultaat exclusief de nietrecurrente winst of de voor risico aangepaste winst van de KBC-groep in het jaar voorafgaand aan het jaar van verwerving negatief is, zullen alle uitgestelde maar nog niet verworven bedragen die normaal gezien verworven zouden zijn in het jaar volgend op het jaar met het negatieve resultaat, niet verworven en dus verloren zijn.
De Raad neemt daarover een beslissing op advies van het Remuneratiecomité.
In de volgende omstandigheden wordt de al verworven variabele vergoeding uitzonderlijk teruggevorderd (claw back):
Overeenkomstig het geldende remuneratiesysteem ontvingen de niet-uitvoerende bestuurders een vaste vergoeding en presentiegeld in verhouding tot het aantal door hen bijgewoonde vergaderingen van de Raad van KBC Groep NV en, in voorkomend geval, van andere vennootschappen van de KBC-groep in België of in het buitenland. Zoals hierboven al vermeld, ontving de voorzitter van de Raad alleen een bijzondere vaste vergoeding. De voorzitters van het AC en RCC ontvingen een bijkomende vaste vergoeding. Ook de ondervoorzitter van de Raad ontving een bijkomende vaste vergoeding.
| Vergoeding | Vergoeding AC en RCC | Presentiegeld | |
|---|---|---|---|
| (m.b.t. boekjaar 2015) | (m.b.t. boekjaar 2015) | (m.b.t. boekjaar 2015) | |
| Thomas Leysen | 500 000 | 0 | 0 |
| Koen Algoed | 10 000 | 5 000 | 20 000 |
| Alain Bostoen | 33 333 | 0 | 55 000 |
| Jo Cornu | 6 667 | 0 | 20 000 |
| Marc De Ceuster | 20 000 | 30 000 | 55 000 |
| Franky Depickere | 65 000 | 130 000 | 60 000 |
| Luc Discry | 40 000 | 0 | 55 000 |
| Frank Donck | 33 333 | 25 000 | 55 000 |
| Júlia Király | 20 000 | 30 000 | 82 500 |
| Lode Morlion | 40 000 | 0 | 55 000 |
| Vladimira Papirnik | 20 000 | 30 000 | 82 500 |
| Theodoros Roussis | 40 000 | 0 | 55 000 |
| Ghislaine Van Kerckhove | 40 000 | 0 | 50 000 |
| Piet Vanthemsche | 40 000 | 0 | 40 000 |
| Philippe Vlerick | 63 333 | 0 | 50 000 |
| Marc Wittemans | 40 000 | 65 000 | 55 000 |
Er werd noch een vaste vergoeding noch presentiegeld uitgekeerd aan de leden van het DC die als gedelegeerd bestuurder lid zijn van de Raad.
De individuele variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van de prestaties van het betrokken lid van het DC. De prestatiegebonden variabele vergoeding van de leden van het DC wordt bepaald op basis van een evaluatie van enkele vooraf afgesproken criteria die betrekking hebben op de geleverde prestaties zowel van het DC zelf als van het bedrijf. Het resultaat van die evaluaties is een percentage tussen 0% en 100% dat toegepast wordt op het maximale bedrag van de variabele vergoeding. Voor het
jaar 2015 besliste de Raad, op advies van het Remuneratiecomité, om aan de leden van het DC een prestatiegebonden variabele vergoeding toe te kennen van 96,88%.
Het DC van KBC Groep NV is een collegiaal en solidair orgaan waarvan de voorzitter primus inter pares is en niet de enige operationele en verantwoordelijke vertegenwoordiger van het bedrijf. Niettemin worden in de tabel, ter uitvoering van de vennootschapswetgeving en de Code, de vergoedingen van de voorzitter van het DC (de CEO) individueel weergegeven. In de tabel worden bovendien de gezamenlijke vergoedingen vermeld die KBC Groep NV en zijn directe en indirecte dochtervennootschappen voor het boekjaar 2015 uitkeerden aan andere leden van het DC van KBC Groep NV. Het DC bestaat uit 6 leden (inclusief de voorzitter).
| CEO: | ||||
|---|---|---|---|---|
| Vergoeding van het DC van KBC Groep NV | Johan Thijs | Andere leden van het DC (samen) | ||
| (uitbetaald bedrag in euro) | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 |
| Statuut | zelfstandige | zelfstandige | zelfstandigen | zelfstandigen |
| Vaste basisvergoeding | 1 040 000 | 1 090 000 | 3 936 202 | 3 850 000 |
| Individuele variabele vergoeding voor het boekjaar1 | 21 667 | 21 667 | 75 526 | 70 292 |
| Prestatiegebonden variabele vergoeding voor het boekjaar1 | 70 312 | 72 656 | 264 965 | 242 188 |
| Resultaatgebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren2 | 72 447 | 54 384 | 341 189 | 155 781 |
| Prestatiegebonden variabele vergoeding voor voorgaande boekjaren2 | 35 743 | 28 521 | 140 183 | 77 242 |
| Totaal | 1 240 169 | 1 267 228 | 4 758 065 | 4 395 503 |
| Pensioen3 | ||||
| Aanvullend pensioenplan type vaste prestaties (service cost) | 116 343 | 100 297 | 820 318 | 778 964 |
| Aanvullend pensioenplan met vaste bijdragen (aan het pensioenfonds overgemaakte toelage) |
44 060 | 39 579 | 88 120 | 118 738 |
| Andere voordelen4 | 14 853 | 14 298 | 122 248 | 87 277 |
1 De helft van de variabele vergoeding wordt uitbetaald in de vorm van phantom stocks en de uitbetaling van de variabele vergoeding wordt gespreid over vier jaar (het eerste jaar 50% en de rest gelijkmatig gespreid over de volgende drie jaar). Het hier weergegeven bedrag betreft dan ook alleen het in 2016 in cash uitbetaalbare gedeelte van de totale variabele vergoeding (25% van het totale toegekende bedrag).
2 Het gaat hier telkens om 16,66% van het cashgedeelte van de variabele vergoeding voor de jaren 2012, 2013 en 2014.
3 Tot 31 december 2015 bestond het pensioenstelsel van de leden van het DC (behalve John Hollows) uit twee delen: een klein gedeelte in de vorm van het type vaste bijdragen en het belangrijkste gedeelte in de vorm van het type vaste prestaties. Het vastebijdragenplan is van toepassing op alle leden van het DC vanaf het jaar volgend op het jaar waarin de betrokkene gedurende drie jaar deel uitmaakt van het DC. Dat plan wordt door KBC gefinancierd d.m.v. een jaarlijkse toelage (aan het pensioenfonds van KBC) waarvan de omvang uitgedrukt wordt als een percentage van de geconsolideerde nettowinst van KBC Groep. Dat percentage is afhankelijk van de ontwikkeling van de winst per aandeel. Het vasteprestatiesplan is van toepassing voor elk lid van het DC vanaf het ogenblik van opname in het DC. Een volledig aanvullend rustpensioen wordt verworven na 25 jaar dienst in de KBC-groep, waarvan minstens zes jaar als lid van het DC. Elk aanvullend pensioen (tenzij het werd opgebouwd met persoonlijke bijdragen) dat in welke hoedanigheid ook (zelfstandige of werknemer) elders in de groep werd verworven, wordt bij de berekening van dat rustpensioen in rekening gebracht. Cumuleren is dus niet mogelijk. John Hollows is in Tsjechië aangesloten bij een vastebijdragenplan. Zoals hiervoor uiteengezet, werd met ingang van 2016 een nieuw pensioenplan ingevoerd van het type vaste bijdragen.
4 Elk lid van het DC ontvangt een maandelijkse representatievergoeding van 400 euro. Aangezien het hier om een forfaitaire terugbetaling van kosten gaat, werd dat bedrag niet in de tabel opgenomen. Elk lid van het DC heeft ook een bedrijfswagen. Op het privégebruik worden de leden van het DC belast op basis van een forfait van 7 500 km per jaar. Voordelen die de leden van het DC verder nog genieten, zijn onder meer een hospitalisatie-, een bijstands- en een ongevallenverzekering.
Het financiële statuut van de leden van het DC omvat geen langetermijncashbonus.
Zoals hierboven beschreven, wordt de helft van de totale jaarlijkse variabele vergoeding uitgekeerd in de vorm van phantom stocks met een retentieperiode van een jaar. Over 2015 worden de volgende bedragen toegekend in de vorm van phantom stocks (het aantal phantom stocks wordt bepaald op basis van de gemiddelde koers van het KBCaandeel over de eerste drie maanden van het jaar van toekenning).
| totaal | Vesting 2016 | Vesting 2017 | Vesting 2018 | Vesting 2019 |
|---|---|---|---|---|
| 188 646 | 94 323 | 32 070 | 32 070 | 30 183 |
| 125 458 | 62 729 | 21 328 | 21 328 | 20 073 |
| 126 042 | 63 021 | 21 427 | 21 427 | 20 167 |
| 124 292 | 62 146 | 21 130 | 21 130 | 19 887 |
| 123 708 | 61 854 | 21 030 | 21 030 | 19 793 |
| 125 458 | 62 729 | 21 328 | 21 328 | 20 073 |
* VIC's (Virtual Investment Certificates) i.p.v. phantom stocks.
Andere aandelen, aandelenopties of rechten om aandelen te verwerven, werden niet toegekend.
Een gedeelte van de phantom stocks die in 2011 voor het boekjaar 2010 werden toegekend, en van de phantom stocks die in 2013 voor het boekjaar 2012 werden toegekend, werden in april 2015 omgezet in cash tegen een koers van 51,61 euro. De volgende bedragen werden uitbetaald (in euro):
| • Johan Thijs | 87 117 |
|---|---|
| • Luc Popelier | 78 034 |
| • John Hollows | 78 034 |
Aangezien KBC in december 2015 het resterende gedeelte van de Vlaamse overheidssteun terugbetaalde, zijn de bijzondere voorwaarden met betrekking tot de vertrekvergoedingen die met de Vlaamse overheid in 2009 werden afgesproken, niet langer van toepassing. Conform het Wetboek van Vennootschappen en de bankenwet en op gemotiveerd advies van het Remuneratiecomité, besliste de Raad om de vertrekvergoeding voor uitvoerende bestuurders en leden van het DC vanaf 1 januari 2016 aan te passen. Voor een lid van het DC met een anciënniteit in KBC Groep van 6 jaar of minder wordt de vergoeding vastgelegd op 12 maanden beloning, voor iemand met een anciënniteit in de groep van 6 t.e.m. 9 jaar wordt het 15 maanden en met een anciënniteit van meer dan 9 jaar wordt de vergoeding gelijk aan 18 maanden beloning. Beloning dient in deze context begrepen te worden als de vaste vergoeding van het lopende jaar en de variabele vergoeding van het laatste volledige jaar voorafgaand aan de beëindiging van het mandaat.
Deel 1: Beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen binnen KBC
We bespreken de strategie en de organisatiestructuur van de KBC-groep in het hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie van dit jaarverslag.
De beleidsstructuur binnen de KBC-groep is op een functioneel duale structuur naar Belgisch model geschoeid:
Het Charter beschrijft voor beide beleidsorganen hun onderlinge bevoegdheden, hun samenstelling en werking, en de kwalificatievereisten van hun leden. Concrete informatie over samenstelling en werking is opgenomen in andere delen van dit hoofdstuk.
Deontologie en integriteit worden beschouwd als essentiële onderdelen van deugdelijk ondernemen. Eerlijkheid en integriteit maken deel uit van de hoge ethische normen die KBC hanteert – zowel naar de geest als naar de letter van de toepasselijke regelgeving. Daarom behandelen we onze klanten op een redelijke, eerlijke en professionele wijze.
Die principes zijn onder andere vervat in het integriteitsbeleid en in specifieke codes, onderrichtingen en gedragslijnen. De belangrijkste richtlijnen en beleidsnota's in verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen vindt u op www.kbc.com, onder Duurzaam ondernemen.
Het Integriteitsbeleid omvat o.a. ook gedragsrisico (conduct risk), een relatief recent begrip dat het risico als gevolg van een ongepaste levering van financiële diensten aangeeft. Daarvoor heeft KBC een omvattende aanpak opgezet met preventie, monitoring en rapportering. Een uitgebreide groepswijde communicatiecampagne zorgt voor de nodige bewustmaking rond dit thema.
Het Integriteitsbeleid van KBC richt zich in eerste instantie op de volgende domeinen, waarvoor naargelang het geval specifieke groepswijde complianceregels zijn uitgevaardigd:
Het Integriteitsbeleid heeft ook specifieke en uitgebreide aandacht voor deontologie en fraudebestrijding:
coördineert Compliance Groep het onderzoek, in zijn hoedanigheid van groepscompetentiecentrum voor fraude.
De KBC-Gedragslijn is een algemeen document gebaseerd op de waarden van de groep dat aan alle medewerkers een gedrag voorschrijft dat daarmee in overeenstemming is. Het vormt de basis voor de ontwikkeling van gespecialiseerde gedragslijnen voor specifieke doelgroepen en beleidslijnen op groepsniveau.
Het document KBC-principes voor maatschappelijk verantwoord ondernemen beschrijft de visie van KBC inzake Corporate Social Responsibility en is beschikbaar op www.kbc.com.
Om zich te wapenen tegen de risico's waaraan het bij het realiseren van zijn opdracht is blootgesteld, heeft het DC, onder zijn verantwoordelijkheid en onder toezicht van de Raad, een gelaagd intern controlesysteem geïmplementeerd. Dat systeem is algemeen bekend als het Three Lines of Defense-model.
De business draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle risico's van zijn activiteitsdomein en moet zorgen voor
effectieve controles. De business verzekert hierbij dat de juiste controles op de juiste manier uitgevoerd worden, er voldoende kwaliteit schuilt in de zelfbeoordelingen van de eigen business, er voldoende risicobewustzijn aanwezig is en er voldoende prioriteit en ruimte gegeven wordt aan risico-onderwerpen.
Onafhankelijk van de business formuleren de tweedelijnsrisicoen controlefuncties hun eigen mening aangaande de risico's waarmee KBC geconfronteerd wordt. Op die manier geven de tweedelijnsrisico- en controlefuncties een behoorlijke zekerheid dat de eerstelijnscontrolefunctie zijn risico's onder controle heeft, evenwel zonder de primaire verantwoordelijkheid over te nemen van de eerste lijn. De taak van de tweedelijnsfuncties bestaat erin risico's te identificeren, te meten en te rapporteren. Om te verzekeren dat de risicofunctie gehoord wordt, heeft ze een vetorecht. De tweedelijnsrisico- en controlefuncties ondersteunen eveneens de consistente implementatie van het risicobeleid, het groepswijde kader, enz. doorheen de Groep. Ze zien bovendien toe op de toepassing ervan.
De compliancefunctie is een onafhankelijke functie binnen de KBC-groep, wat wordt gevrijwaard door het aangepaste statuut van die functie (zoals opgenomen in het Compliance Charter), de plaats in het organogram (hiërarchisch onder de CRO met een functionele rapporteringslijn naar de voorzitter van het DC) en de rapporteringslijnen (rapportering aan het RCC als hoogste orgaan en in bepaalde gevallen zelfs de Raad). Haar hoofddoel is te voorkomen dat KBC een compliancerisico loopt of schade lijdt, van welke aard ook, als gevolg van het niet-naleven van de toepasselijke wetten, regelgeving of interne regels die tot het toepassingsgebied van de compliancefunctie behoren of binnen de domeinen vallen die het Directiecomité haar heeft toegewezen. Daarom besteedt de compliancefunctie bijzondere aandacht aan de naleving van het Integriteitsbeleid.
Interne Audit is verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van de bestaande bedrijfsprocessen. Als onafhankelijke derdelijnscontrole voert het risicogebaseerde en algemene audits uit om de effectiviteit en efficiëntie van het interne controle- en risicobeheersysteem, inclusief het Risicobeleid, te verzekeren. Het ziet er ook op toe dat beleidsmaatregelen en processen aanwezig zijn en consistent toegepast worden binnen de Groep, zodat de continuïteit van de activiteiten gegarandeerd is.
Verantwoordelijkheden, kenmerken, organisatiestructuur en rapporteringslijnen, toepassingsgebied, auditmethodologie, samenwerking tussen interne auditafdelingen van de KBCgroep en uitbesteding van interne auditactiviteiten worden beschreven en toegelicht in het Auditcharter van KBC Groep NV. Dat charter beantwoordt aan de bepalingen van het NBB-reglement van 19 mei 2015 – goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 5 juli 2015 – betreffende de interne controle en de interne auditfunctie, de uitvoeringscirculaire 2015_21 van 13 juli 2015 en de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014.
Conform internationale professionele auditstandaarden licht een externe derde partij de auditfunctie op regelmatige tijdstippen door. Dat gebeurde voor het laatst in 2014. De resultaten van die oefening werden aan het DC en het AC gerapporteerd.
Het DC beoordeelt jaarlijks of het interne controle- en risicobeheersysteem nog aan de vereisten voldoet en rapporteert daarover aan het AC en het RCC.
Die comités houden namens de Raad toezicht op de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het risicobeheer zoals dat onder de verantwoordelijkheid van het DC is opgezet, met specifieke aandacht voor een
correcte financiële verslaggeving. De comités bekijken ook of de door de vennootschap opgezette procedures aan de wet en andere reglementeringen voldoen.
Hun rol, samenstelling en werking en de kwalificatie van hun leden zijn vastgelegd in hun respectieve charters, die deel uitmaken van het Corporate Governance Charter. In andere paragrafen vindt u bijkomende informatie over deze comités.
Het is van cruciaal belang dat de financiële verslaggeving tijdig, accuraat en inzichtelijk is, zowel voor interne als voor externe stakeholders. Daarom moet het onderliggende proces voldoende robuust zijn.
De periodieke rapportering op het niveau van de vennootschap resulteert uit een gedocumenteerd boekhoudkundig proces. Er is een handleiding beschikbaar voor de boekhoudprocedures en het financiële verslaggevingsproces. De periodieke financiële staten worden rechtstreeks aangemaakt vanuit het grootboek. De boekhoudkundige rekeningen worden getoetst aan de achterliggende inventarissen. Het resultaat van die controles kan worden aangetoond.
De periodieke financiële staten worden opgesteld conform de lokale waarderingsregels. De periodieke rapportering over het eigen vermogen wordt opgesteld conform de recentste besluiten van de Nationale Bank van België (NBB).
De belangrijkste verbonden ondernemingen beschikken over een aangepaste boekhoudkundige en administratieve organisatie en hebben procedures voor financiële interne controles. Het consolidatieproces wordt uiteengezet in een beschrijvend document. Het consolidatiesysteem en het consolidatieproces zijn al geruime tijd operationeel en bevatten talrijke consistentiecontroles.
De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld conform de IFRS-waarderingsregels, die van toepassing zijn voor alle in de consolidatie opgenomen vennootschappen. De verantwoordelijke financiële directies (CFO's) van de dochterondernemingen certifiëren de juistheid en de volledigheid van de gerapporteerde financiële cijfers, conform de groepswaarderingsregels. Het fiatteringscomité (approval commission), dat wordt voorgezeten door de directeurs van Financial Insight and Communication en van Group Finance, controleert de naleving van de IFRS-waarderingsregels.
Conform de Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen van 25 april 2014 heeft het DC van KBC Groep NV een evaluatie gemaakt van het interne controlesysteem met betrekking tot het financiële verslaggevingsproces en daarover een verslag opgesteld.
De groepswijde uitrol van procedures voor versnelde afsluiting (Fast Close), de opvolging van verrichtingen tussen groepsmaatschappijen (Intercompanies) en de permanente follow-up van een aantal risico-, prestatie- en kwaliteitsindicatoren (Key Risk Indicators / Key Performance Indicators) dragen continu bij tot de verhoging van de kwaliteit van het boekhoudkundige proces en het financiële verslaggevingsproces.
De interne controle van het boekhoudkundige proces steunt sinds 2006 op groepswijde standaarden inzake boekhoudkundige controles (Group Key Control Accounting and External Financial Reporting). Die regels om de voornaamste risico's van het boekhoudkundige proces te beheersen, bepalen het opzetten en onderhouden van de architectuur van het boekhoudkundige proces: het opstellen en onderhouden van waarderingsregels en boekhoudschema's, het naleven van regels inzake autorisatie en functiescheiding bij de boekhoudkundige registratie van verrichtingen en het opzetten van een gepast eerstelijns- en tweedelijnsrekeningbeheer.
Het Reporting Framework (2011) en het Challenger Framework (2012) definiëren een degelijk beheer en beschrijven duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren binnen het financiële verslaggevingsproces. Het doel is de rapporteringsrisico's drastisch te verminderen door de
inputdata te toetsen en de analyse, en dus het inzicht in de gerapporteerde cijfers, te verbeteren.
Jaarlijks (sinds 2012) moeten de juridische entiteiten, ter voorbereiding van de Internal Control Statement aan de toezichthouders, zelf beoordelen of ze voldoen aan de Group Key Control Accounting and External Financial Reporting. Het resultaat van die zelfbeoordeling wordt geregistreerd in de Group Risk Assessment Tool van de risicofunctie. Het omvat naast een ingevulde CFO-vragenlijst ook een opsomming van alle verantwoordelijkheden (Entity Accountability Excel) voor accounting en voor externe financiële rapportering samen met de onderliggende Departmental Reference Documents (RACI's) die onderbouwd aantonen hoe de verantwoordelijkheden worden opgenomen. Daarmee bevestigen de CFO's formeel en onderbouwd dat binnen hun entiteit alle gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden met betrekking tot het end-toendproces van de externe financiële verslaggeving adequaat worden opgenomen. De waarheidsgetrouwheid van die bevestiging kan te allen tijde worden geverifieerd door alle betrokken interne en externe stakeholders.
Interne Audit van KBC Groep NV auditeert het boekhoudkundige proces en het externe financiële verslaggevingsproces end-to-end, zowel statutair als geconsolideerd.
Voor het toezicht dat het AC uitoefent, verwijzen we naar de tweede paragraaf onder punt 4 van Deel 1.
De Verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag moet een opsomming en uitleg geven van de bepalingen van de Code waarvan wordt afgeweken (comply or explainprincipe). Hierna volgt dat overzicht:
Bepaling 2.1 van de Belgische Corporate Governance Code (Code) stelt dat de samenstelling van de Raad onder meer wordt bepaald op basis van genderdiversiteit. Zie verder in de paragraaf over Genderdiversiteit.
Bepaling 5.2/1 van Bijlage C bij de Code schrijft voor dat de Raad een Auditcomité opricht dat uitsluitend bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Bepaling 5.2/4 van dezelfde Bijlage C stelt dat op zijn minst een meerderheid van de leden van dat comité onafhankelijk is. Bepaling 5.3/1 van Bijlage D bij de Code schrijft voor dat de Raad een Benoemingscomité opricht dat bestaat uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders.
Op 31 december 2015 was het AC samengesteld uit 4 niet-uitvoerende bestuurders, van wie 2 onafhankelijke bestuurders en 2 vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. De onafhankelijke bestuurders maakten dus niet de meerderheid uit in het AC. Het Benoemingscomité was op dezelfde datum samengesteld uit 4 bestuurders: de voorzitter van de Raad, die tevens onafhankelijk bestuurder is, en 3 vertegenwoordigers van de vaste aandeelhouders. De onafhankelijke bestuurders vormden in dat comité dus niet de meerderheid.
Zowel bij de samenstelling van het AC als bij die van het Benoemingscomité houdt de groep rekening – zoals voor de Raad – met de specificiteit van de aandeelhoudersstructuur en in het bijzonder met de aanwezigheid van de kernaandeelhouders Cera, KBC Ancora, MRBB en de andere vaste aandeelhouders, die zich ingeschreven hebben in het perspectief van een aandeelhouderschap op lange termijn. De Raad achtte het wenselijk hen, in het licht van hun engagement, via hun vertegenwoordigers in de Raad op een gepaste en evenwichtige wijze te betrekken bij de werkzaamheden van de comités.
De samenstelling van deze comités hield tot 28 december 2015 ook rekening met het recht op deelname van een door de overheid aangewezen bestuurder.
Uiterlijk op 1 januari 2017 moet ten minste een derde van de leden van de Raad van een ander geslacht zijn dan dat van de overige leden.
De Raad telde op 31 december 2015 4 vrouwen en 12 mannen. Vanaf de definitieve benoeming van Sonja De Becker zal de Raad 5 vrouwen en 11 mannen tellen, en wordt dus aan de bepalingen van de wet voldaan.
In de loop van het boekjaar 2015 kwamen geen belangenconflicten voor die een toepassing van artikel 523, 524 of 524ter van het Belgische Wetboek van Vennootschappen vereisten.
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA fungeert tot de algemene vergadering als commissaris van de vennootschap, met als vertegenwoordigers Christel Weymeersch en/of Jean-François Hubin. De bezoldiging van de commissaris vindt u in het deel Geconsolideerde jaarrekening, in Toelichting 43.
Voor het voorstel tot benoeming van PwC als commissaris met ingang van de jaarvergadering, zie Voorstel tot benoeming van de commissaris.
Bekendmaking ter uitvoering van artikel 34 van het Belgische KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt
Het maatschappelijk kapitaal is volgestort en wordt vertegenwoordigd door 418 087 058 maatschappelijke aandelen zonder nominale waarde. Meer informatie over het kapitaal van de groep vindt u in het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie.
Jaarlijks voert KBC Groep NV een kapitaalverhoging door waarbij de inschrijving is gereserveerd voor het personeel van KBC Groep NV en bepaalde van zijn Belgische dochtervennootschappen. Als de uitgifteprijs van de nieuwe aandelen een korting vertoont ten opzichte van de slotkoers, kunnen die nieuwe aandelen door het personeelslid niet worden overgedragen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf de betaaldatum, tenzij in geval van overlijden van het personeelslid. De aandelen waarop werd ingetekend door het personeel in het kader van de kapitaalverhoging waartoe de Raad van Bestuur op 13 november 2015 heeft beslist, zijn geblokkeerd tot en met 17 december 2017. Ook de aandelen uitgegeven bij de kapitaalverhoging in 2014 zijn nog geblokkeerd (tot 15 december 2016).
De opties op aandelen van KBC Groep NV die in handen zijn van medewerkers van diverse vennootschappen van de KBC-groep en die in het kader van op verschillende tijdstippen opgezette aandelenoptieplannen aan die medewerkers
werden toegekend, zijn niet overdraagbaar onder levenden. Een overzicht van het aantal aandelenopties voor het personeel vindt u in Toelichting 12 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
Nihil.
4 Mechanisme voor de controle van aandelenplannen voor werknemers wanneer de zeggenschapsrechten niet rechtstreeks door de werknemers worden uitgeoefend Nihil.
De stemrechten verbonden aan de aandelen die in het bezit zijn van KBC Groep NV en zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochtervennootschappen zijn geschorst. Op 31 december 2015 betrof het 2 aandelen (0,00% van de aandelen die op dat ogenblik in omloop waren).
Een groep rechtspersonen en natuurlijke personen treden in onderling overleg op en vormen de vaste aandeelhouderskern van KBC Groep NV. Volgens de door hen ingestuurde kennisgeving beschikken ze over de volgende aantallen stemrechten in onderling overleg:
In totaal zijn dat 168 301 786 stemrechten of 40,26% van het totale aantal stemrechten op 31 december 2015.
Tussen die partijen werd een aandeelhoudersovereenkomst gesloten om het algemene beleid van KBC Groep NV te ondersteunen en te coördineren, en op de toepassing van dat beleid toe te zien. De overeenkomst voorziet in een contractueel aandeelhouderssyndicaat. De aandeelhoudersovereenkomst bevat bepalingen over de overdracht van effecten en de uitoefening van het stemrecht binnen het kader van het syndicaat. De aandeelhoudersovereenkomst werd aangegaan voor een nieuwe periode van tien jaar, met ingang van 1 december 2014.
Benoeming en vervanging van leden van de Raad:
De benoeming van kandidaat-bestuurders en de herbenoeming van bestuurders worden door de Raad, na goedkeuring door of kennisgeving aan de toezichthouder, ter goedkeuring voorgesteld aan de Algemene Vergadering. Elk voorstel wordt vergezeld van een gedocumenteerde aanbeveling door de Raad, gebaseerd op het advies van het Benoemingscomité.
Onverminderd de toepasselijke wettelijke voorschriften worden de voorstellen tot benoeming ten minste dertig dagen vóór de Algemene Vergadering meegedeeld als een afzonderlijk punt in de agenda van de Algemene Vergadering. In geval van benoeming van een onafhankelijk bestuurder geeft de Raad aan of de kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria van het Wetboek van Vennootschappen.
De Algemene Vergadering benoemt de bestuurders bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De Raad kiest onder zijn niet-uitvoerende leden een voorzitter en eventueel een of meer ondervoorzitters. Aftredende bestuurders zijn altijd herbenoembaar. Als in de loop van een boekjaar een plaats van bestuurder openvalt wegens overlijden, ontslag of door een andere oorzaak, kunnen de overige bestuurders de vacature voorlopig invullen en een nieuwe bestuurder benoemen. In dat geval zal de Algemene Vergadering tijdens haar eerstvolgende bijeenkomst tot een definitieve benoeming overgaan. Een bestuurder die wordt benoemd ter vervanging van een bestuurder wiens mandaat niet was voltooid, beëindigt dat mandaat, tenzij de Algemene Vergadering bij de definitieve benoeming een andere duur voor het mandaat bepaalt.
Tenzij anders is bepaald, heeft de Algemene Vergadering het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten. De Algemene Vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan op geldige wijze beraadslagen en besluiten, als de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en als de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een nieuwe bijeenroeping nodig, en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze ongeacht het door de aanwezige aandeelhouders vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, als zij drie vierden van de stemmen heeft verkregen (art. 558 van het Wetboek van Vennootschappen).
Als de statutenwijziging betrekking heeft op het doel van de vennootschap, moet de Raad de voorgestelde wijziging omstandig verantwoorden in een verslag dat in de agenda wordt vermeld. Bij dat verslag wordt een staat van activa en passiva gevoegd die niet méér dan drie maanden voordien is vastgesteld. De commissarissen brengen afzonderlijk verslag
uit over die staat. Een exemplaar van die verslagen kan worden verkregen overeenkomstig artikel 535 van het Wetboek van Vennootschappen. Het ontbreken van die verslagen heeft de nietigheid van de beslissing van de Algemene Vergadering tot gevolg. De Algemene Vergadering kan alleen dan op geldige wijze over een wijziging van het doel van de vennootschap beraadslagen en besluiten, als de aanwezigen niet alleen de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen (…). Is deze voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig. Opdat de tweede vergadering op geldige wijze kan beraadslagen en besluiten, is het voldoende dat enig deel van het kapitaal er vertegenwoordigd is. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij ten minste vier vijfden van de stemmen heeft verkregen. (…) (uittreksel uit art. 559 van het Wetboek van Vennootschappen).
De Algemene Vergadering heeft de Raad tot en met 20 mei 2018 gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in een of meer keren te verhogen met in totaal 700 miljoen euro, in geld of in natura, door uitgifte van aandelen. De Raad is bovendien tot dezelfde datum gemachtigd om in een of meer keren te beslissen tot de uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants die al dan niet verbonden zijn aan al dan niet achtergestelde obligaties die aanleiding kunnen geven tot verhogingen van het kapitaal binnen het bovengenoemde bedrag van 700 miljoen euro. In dat kader kan de Raad het voorkeurrecht opheffen of beperken binnen de wettelijke en statutaire grenzen.
Op 13 november 2015 besliste de Raad gebruik te maken van het toegestane kapitaal om een kapitaalverhoging met uitsluiting van het voorkeurrecht door te voeren ten gunste van het personeel. Tegen een intekenprijs per aandeel van 46,67 euro en een maximum van 74 aandelen per personeelslid werd het geplaatste maatschappelijk kapitaal op 23 december 2015 verhoogd met 1 066 272 euro, vertegenwoordigd door 306 400 nieuwe aandelen.
Als gevolg daarvan bedroeg het toegestane kapitaal op 31 december 2015 nog 696 103 433,56 euro. Daarmee kunnen – rekening houdend met het boekhoudkundige pari van het aandeel op 31 december 2015 – nog maximaal 200 029 722 nieuwe aandelen worden uitgegeven. Dat is 47,84% van het aantal aandelen dat op dat ogenblik in omloop was.
De Algemene Vergadering van 2 mei 2013 heeft aan de Raad, met mogelijkheid tot subdelegatie, de bevoegdheid verleend om gedurende een termijn van 5 jaar maximaal 250 000 aandelen te verwerven. De verwerving kan gebeuren tegen een vergoeding per aandeel die niet hoger mag zijn dan de laatste slotkoers op Euronext Brussels voorafgaand aan de datum van verwerving vermeerderd met 10%, en niet lager dan 1 euro. Binnen de wettelijke voorwaarden geldt deze machtiging voor alle verwervingen onder bezwarende titel in de meest ruime betekenis, op of buiten de beurs.
De Raden van KBC Groep NV en de rechtstreekse dochtervennootschappen zijn gemachtigd om de aandelen van KBC Groep NV in hun bezit te vervreemden op de beurs of buiten de beurs, in het laatste geval tegen een vergoeding die niet lager mag zijn dan de op het ogenblik van de vervreemding geldende beurskoers verminderd met 10%. Op 31 december 2015 hadden KBC Groep NV en zijn rechtstreekse dochtervennootschappen geen aandelen van KBC Groep NV in bezit.
9 Belangrijke overeenkomsten waarbij KBC Groep NV partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over KBC Groep NV na een openbaar overnamebod Nihil.
10 Tussen KBC en zijn bestuurders of werknemers gesloten overeenkomsten die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt Nihil.
Meldingen in verband met aandeelhouderschap gebeuren:
In het deel Verslag van de Raad van Bestuur, hoofdstuk Ons bedrijfsmodel en onze strategie, vindt u een synthese met de meest recente meldingen.
We wijzen erop dat de hierna onder A) en B) vermelde gegevens kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
Aandeelhoudersstructuur zoals die blijkt uit ontvangen kennisgevingen in het kader van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt
Artikel 10bis van de statuten van KBC Groep NV legt vast vanaf welke grens een persoon zijn deelneming moet bekendmaken. KBC publiceert die ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com. In de tabel volgt een overzicht van het aandeelhouderschap van eind 2015, resulterend uit alle
kennisgevingen ontvangen tot en met 31 december 2015. In het deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie vindt u eveneens een overzicht van de ontvangen kennisgevingen in 2015 (en de eerste twee maanden van 2016).
| Aandeelhouderschap op 31-12- 2015, volgens de meest recente kennisgevingen overeenkomstig de wet van 2 mei 2007 |
Adres | Aantal KBC-aandelen/stem rechten (tegenover het huidige aantal aandelen/stemrechten) |
De kennisgeving betreft de situatie op |
|---|---|---|---|
| KBC Ancora Comm.VA | Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België | 77 516 380 (18,54%) | 1 december 2014 |
| Cera CVBA | Mgr. Ladeuzeplein 15, 3000 Leuven, België | 11 127 166 (2,66%) | 1 december 2014 |
| MRBB CVBA | Diestsevest 40, 3000 Leuven, België | 47 889 864 (11,45%) | 1 december 2014 |
| Andere vaste aandeelhouders | P.a. Ph. Vlerick, Ronsevaalstraat 2, 8510 Bellegem, België |
32 020 498 (7,66%) | 1 december 2014 |
| Vennootschappen behorend tot de KBC-groep |
Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | 300 (0,00%) | 16 oktober 2012 |
| Blackrock Inc. | Throgmorton Avenue 12, EC2N 2DL Londen, Verenigd Koninkrijk |
20 934 882 (5,01%) | 4 december 2015 |
| FMR LLC (Fidelity) | Summer Street 245, Boston, Massachusetts 02210, Verenigde Staten |
12 312 076 (2,94%) | 4 mei 2015 |
| Parvus Asset Management Europe Ltd. |
Clifford Street 7, W1S 2FT, Londen, Verenigd Koninkrijk |
12 341 146 (2,95%) | 13 februari 2015 |
Begin 2016 werden nieuwe kennisgevingen ontvangen (zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie).
In het kader van de vermelde wet ontving KBC Groep NV op 20 augustus 2015 een geactualiseerde mededeling. De vermelde personen treden op in onderling overleg.
a rechtspersonen,
b natuurlijke personen die 3% of meer van de effecten met stemrecht houden1
| Participatie, | In | Participatie, | In | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Aandeelhouder | aantal | procenten2 Aandeelhouder | aantal | procenten2 | |
| KBC Ancora Comm. Va | 77 516 380 | 18,54 Bareldam SA | 387 544 | 0,09 | |
| MRBB CVBA | 47 889 864 | 11,45 Robor NV | 359 606 | 0,09 | |
| CERA CVBA | 11 127 166 | 2,66 Dufinco BVBA | 357 002 | 0,09 | |
| SAK AGEV | 6 461 885 | 1,55 Sereno SA | 321 408 | 0,08 | |
| Ravago Finance NV | 3 855 915 | 0,92 Rodep Comm. Va | 304 181 | 0,07 | |
| VIM CVBA | 3 834 500 | 0,92 Efiga Invest SPRL | 230 806 | 0,06 | |
| 3D NV | 2 491 893 | 0,60 Gavel Comm. Va | 220 024 | 0,05 | |
| Almafin SA | 1 285 997 | 0,31 Ibervest | 190 000 | 0,05 | |
| De Berk BVBA | 1 138 208 | 0,27 Promark International NV | 189 008 | 0,05 | |
| Algimo NV | 1 040 901 | 0,25 Niramore International SA | 150 700 | 0,04 | |
| SAK PULA | 981 450 | 0,23 SAK Iberanfra | 120 107 | 0,03 | |
| Rainyve SA | 941 958 | 0,23 Isarick NV | 45 056 | 0,01 | |
| Alia SA | 937 705 | 0,22 Agrobos | 45 000 | 0,01 | |
| Stichting Amici Almae Matris | 912 731 | 0,22 Filax Stichting | 38 529 | 0,01 | |
| Ceco c.v.a | 568 849 | 0,14 I.B.P Ravaga Pensioenfonds | 34 833 | 0,01 | |
| Van Holsbeeck NV | 502 822 | 0,12 Hendrik Van Houtte CVA | 25 920 | 0,01 | |
| Nascar Finance SA | 485 620 | 0,12 Asphalia NV | 14 241 | 0,00 | |
| Cecan NV | 466 002 | 0,11 Vobis Finance NV | 685 | 0,00 | |
| Cecan Invest NV | 397 563 | 0,10 |
| Participatie, | In | Participatie, | In | Participatie, | Participatie, | In | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| aantal | procenten2 | aantal | procenten2 | aantal | In procenten2 | aantal | procenten2 |
| 861 395 | 0,21 | 182 826 | 0,04 | 80 500 | 0,02 | 20 836 | 0,00 |
| 285 000 | 0,07 | 159 100 | 0,04 | 46 821 | 0,01 | 19 522 | 0,00 |
| 285 000 | 0,07 | 107 744 | 0,03 | 41 500 | 0,01 | 3 431 | 0,00 |
| 193 200 | 0,05 | 107 498 | 0,03 | 32 554 | 0,01 | 2 800 | 0,00 |
1 Dergelijke mededelingen werden niet ontvangen.
2 De berekening in % van het totale aantal bestaande aandelen is gebaseerd op het totale aantal aandelen op 31 december 2015.
| (in miljoenen euro) | Toelichting | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten | 3 | 4 308 | 4 311 |
| Rente-inkomsten | 3 | 7 893 | 7 150 |
| Rentelasten | 3 | -3 586 | -2 839 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 9, 11 | 512 | 611 |
| Verdiende premies | 9 ,11 | 1 266 | 1 319 |
| Technische lasten | 9, 11 | -754 | -708 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | 9, 10 | -216 | -201 |
| Verdiende premies | 9, 10 | 1 247 | 1 301 |
| Technische lasten | 9, 10 | -1 463 | -1 502 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 9 | 16 | -29 |
| Dividendinkomsten | 4 | 56 | 75 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
5 | 227 | 214 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 6 | 150 | 190 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 7 | 1 573 | 1 678 |
| Provisie-inkomsten | 7 | 2 245 | 2 348 |
| Provisielasten | 7 | -672 | -670 |
| Overige netto-inkomsten | 8 | 94 | 297 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 6 720 | 7 148 | |
| Exploitatiekosten | 12 | -3 818 | -3 890 |
| Personeelskosten | 12 | -2 248 | -2 245 |
| Algemene beheerskosten | 12 | -1 303 | -1 392 |
| Afschrijvingen vaste activa | 12 | -266 | -253 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 14 | -506 | -747 |
| op leningen en vorderingen | 14 | -587 | -323 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | 14 | -29 | -45 |
| op goodwill | 14 | 0 | -344 |
| op overige | 14 | 109 | -34 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 15 | 25 | 24 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 420 | 2 535 | |
| Belastingen | 16 | -657 | 104 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 763 | 2 639 | |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | |
| Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 762 | 2 639 | |
| Waarvan m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 | |
| Winst per aandeel (in euro) | |||
| Gewoon | 17 | 3,32 | 3,80 |
| Verwaterd | 17 | 3,32 | 3,80 |
• We lichten de belangrijkste bestanddelen van de resultatenrekening toe in het deel Verslag van de Raad van Bestuur, in de hoofdstukken Geconsolideerd resultaat in 2015 en Onze divisies. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 763 | 2 639 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 762 | 2 639 |
| NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN ERKEND IN EIGEN VERMOGEN | ||
| Verwerkt in de winst-en-verliesrekening | ||
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor aandelen | 47 | 176 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 119 | 259 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -4 | -11 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -68 | -72 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 8 | 7 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | -76 | -79 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor obligaties | 675 | -210 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 1 006 | -258 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | -334 | 91 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 2 | -44 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | -34 | -57 |
| Proratering en bijzondere waardevermindering op herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa naar aanleiding van herklassering naar leningen en vorderingen en tot einde looptijd aangehouden financiële activa |
38 | -3 |
| Uitgestelde belastingen | -2 | 16 |
| Nettowijziging van de herwaarderingsreserve voor andere activa | 0 | 0 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 0 | 0 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Nettowinsten of -verliezen bij vervreemding | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
| Nettowijziging van de afdekkingsreserve (kasstroomafdekkingen) | -871 | 222 |
| Aanpassingen van de reële waarde vóór belastingen | -1 287 | 302 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen van de reële waarde | 440 | -110 |
| Overboeking van reserve naar nettoresultaat | -25 | 29 |
| Brutobedrag | -28 | 39 |
| Uitgestelde belastingen | 3 | -9 |
| Nettowijziging van de omrekeningsverschillen | 79 | 272 |
| Brutobedrag | 9 | 169 |
| Uitgestelde belastingen | 70 | 103 |
| Overige mutaties | 1 | 2 |
| Niet verwerkt in de winst-en-verliesrekening | ||
| Nettowijziging van de toegezegdpensioenregelingen | -198 | 226 |
| Wijzigingen, IAS 19 | -281 | 323 |
| Uitgestelde belastingen op wijzigingen, IAS 19 | 83 | -97 |
| TOTAAL GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 1 495 | 3 327 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 494 | 3 326 |
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken – 5 771 7 038 Financiële activa 18–29 231 421 237 346 Aangehouden voor handelsdoeleinden 18–29 12 182 10 385 Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 18–29 18 163 16 514 Voor verkoop beschikbaar 18–29 32 390 35 670 Leningen en vorderingen 18–29 135 784 141 305 Tot einde looptijd aangehouden 18–29 31 799 32 958 Afdekkingsderivaten 18–29 1 104 514 Deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen, verzekeringen 35 194 127 Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte feuille – 168 105 Belastingvorderingen 31 1 814 2 336 Actuele belastingvorderingen 31 88 107 Uitgestelde belastingvorderingen 31 1 726 2 228 Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten – 18 15 Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures 32 204 207 Vastgoedbeleggingen 33 568 438 Materiële vaste activa 33 2 278 2 299 34 Goodwill en andere immateriële vaste activa 1 258 959 Overige activa 30 1 480 1 487 TOTAAL ACTIVA 245 174 252 356 VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN (in miljoenen euro) Toelichting 31-12-2014 31-12-2015 Financiële verplichtingen 18–29 205 644 213 333 Aangehouden voor handelsdoeleinden 18–29 8 449 8 334 Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening 18–29 23 908 24 426 Tegen geamortiseerde kostprijs 18–29 169 796 178 383 Afdekkingsderivaten 18–29 3 491 2 191 Technische voorzieningen vóór herverzekering 35 18 934 19 532 Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte posities bij reëlewaardeafdekking van het renterisico van een porte feuille – 189 171 Belastingverplichtingen 31 697 658 Actuele belastingverplichtingen 31 98 109 Uitgestelde belastingverplichtingen 31 599 549 Verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten – 0 0 Voorziening voor risico's en kosten 36 560 310 Overige verplichtingen 37 2 629 2 541 TOTAAL VERPLICHTINGEN 228 652 236 545 Totaal eigen vermogen 39 16 521 15 811 Eigen vermogen van de aandeelhouders 39 13 125 14 411 Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten 39 2 000 0 AT1 (additional tier 1)-instrumenten in eigen vermogen 39 1 400 1 400 |
ACTIVA (in miljoenen euro) | Toelichting | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|---|---|
| Belangen van derden | 39 | -3 | 0 | |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN 245 174 252 356 |
| Geplaatst | ringsreserve Herwaarde |
Afdekkings | Eigen | Niet | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| gestort en vol aandelen |
Uitgifte- | Eigen | (voor verkoop beschikbare financiële |
reserve (kasstroom afdekkin |
Wijziging in toegezegd pensioen |
Reserves gedragen en over |
Omreke ningsver |
gen van vermo aandeel |
verlenende stemrecht kernkapi |
menten ineigen AT1-instru |
Belangen van der |
Totaal eigen ver |
|
| (in miljoenen euro) | kapitaal | premie | aandelen | activa) | gen) | regelingen | resultaat | schillen | houders | taaleffecten | vermogen | den | mogen |
| 2014 | |||||||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 452 | 5 404 | 0 | 1 094 | -497 | 65 | 4 648 | -340 | 11 826 | 2 333 | 0 | 354 | 14 514 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 762 | 0 | 1 762 | 0 | 0 | 0 | 1763 |
| Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 722 | -871 | -198 | 1 | 79 | -268 | 0 | 0 | 0 | -268 |
| Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 0 | 0 | 0 | 722 | -871 | -198 | 1 763 | 79 | 1 494 | 0 | 0 | 0 | 1 495 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Coupon op de niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -39 | 0 | -39 | 0 | 0 | 0 | -39 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 17 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 19 | 0 | 0 | 0 | 19 |
| Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaalef fecten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -167 | 0 | -167 | -333 | 0 | 0 | -500 |
| Uitgifte van additional tier 1-instrumenten in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -6 | 0 | -6 | 0 | 1 400 | 0 | 1 394 |
| Invloed van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2 | 0 | -2 | 0 | 0 | 0 | -2 |
| Wijzigingen in belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -358 | -358 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 17 | 0 | 722 | -871 | -198 | 1 548 | 79 | 1 298 | -333 | 1 400 | -358 | 2 007 |
| Saldo aan het einde van de periode | 1 453 | 5 421 | 0 | 1 815 | -1 368 | -133 | 6 197 | -261 | 13 125 | 2 000 | 1 400 | -3 | 16 521 |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen | – | – | – | 370 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties | – | – | – | 1 445 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor | |||||||||||||
| verkoop en groepen activa die worden afgestoten | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogensmu tatiemethode |
– | – | – | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 23 | – | – | – | 23 |
| 2015 | |||||||||||||
| Saldo aan het begin van het jaar | 1 453 | 5 421 | 0 | 1 815 | -1 368 | -133 | 6 197 | -261 | 13 125 | 2 000 | 1 400 | -3 | 16 521 |
| Nettoresultaat over de periode | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 639 | 0 | 2 639 | 0 | 0 | 0 | 2 639 |
| Niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | -34 | 222 | 226 | 2 | 272 | 688 | 0 | 0 | 0 | 688 |
| Subtotaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 0 | 0 | 0 | -34 | 222 | 226 | 2 640 | 272 | 3 326 | 0 | 0 | 0 | 3 327 |
| Dividenden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -836 | 0 | -836 | 0 | 0 | 0 | -836 |
| Coupon op de niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -171 | 0 | -171 | 0 | 0 | 0 | -171 |
| Coupon op de AT1-instrumenten in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -52 | 0 | -52 | 0 | 0 | 0 | -52 |
| Kapitaalverhoging | 1 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 17 | 0 | 0 | 0 | 17 |
| Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaalef | |||||||||||||
| fecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 000 | 0 | -1 000 | -2 000 | 0 | 0 | -3 000 |
| Uitgifte van additional tier 1-instrumenten in eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Invloed van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in belangen van derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 3 | 4 |
| Totaal wijzigingen | 1 | 16 | 0 | -33 | 222 | 226 | 582 | 272 | 1 286 | -2 000 | 0 | 3 | -710 |
| Saldo aan het einde van de periode | 1 454 | 5 437 | 0 | 1 782 | -1 146 | 94 | 6 779 | 11 | 14 411 | 0 | 1 400 | 0 | 15 811 |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor aandelen | – | – | – | 547 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan herwaarderingsreserve voor obligaties | – | – | – | 1 235 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
| Waarvan gerelateerd aan vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
– | – | – | – | – | – | – | -3 | -3 | – | – | – | -3 |
| Waarvan gerelateerd aan de toepassing van de vermogensmu | |||||||||||||
| tatiemethode | – | – | – | 22 | 0 | 0 | 0 | 7 | 28 | – | – | – | 28 |
Geconsolideerde vermogensmutaties
Vergadering van Aandeelhouders – geen dividend (noch coupon op de overheidssteun).
| (in miljoenen euro) | Verwijzing1 | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Resultaat vóór belastingen | Gecons. w-&-v- rekening | 2 420 | 2 535 |
| Aanpassingen voor | |||
| resultaat vóór belastingen m.b.t. beëindigde bedrijfsactiviteiten | Gecons. w-&-v- rekening | 0 | 0 |
| bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen van materiële en immateriële activa, vastgoedbeleggingen en effecten |
21, 33, 34 | 213 | 698 |
| winst of verlies uit de vervreemding van beleggingen | – | -25 | -24 |
| wijziging in bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 14 | 587 | 323 |
| wijziging in technische voorzieningen vóór herverzekering | 35 | 143 | 429 |
| wijziging in deel van de herverzekeraar in technische voorzieningen | 35 | -48 | 69 |
| wijzigingen in overige voorzieningen | 36 | -37 | -224 |
| overige niet-gerealiseerde winst of verlies | – | 967 | 147 |
| opbrengsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 15 | -25 | -24 |
| Kasstromen uit bedrijfswinst vóór belastingen en vóór wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen |
– | 4 195 | 3 927 |
| Wijzigingen in bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | -11 151 | -2 897 |
| Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 18 | -248 | 1 656 |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening |
18 | -686 | 2 066 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 18 | -4 561 | -3 324 |
| Leningen en vorderingen | 18 | -5 037 | -3 866 |
| Afdekkingsderivaten | 18 | -325 | 590 |
| Bedrijfsactiva in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige activa | – | -294 | -20 |
| Wijzigingen in bedrijfsverplichtingen (exclusief geldmiddelen en kasequivalenten) | – | 11 913 | 10 032 |
| Deposito's tegen geamortiseerde kostprijs | 18 | 12 076 | 9 464 |
| In schuldbewijzen belichaamde schulden tegen geamortiseerde kostprijs | 18 | 3 218 | 255 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | 18 | -4 682 | 172 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
18 | 1 112 | 1 226 |
| Afdekkingsderivaten | 18 | 522 | -998 |
| Bedrijfsverplichtingen in verband met groepen activa die worden afgestoten en overige verplichtingen | – | -333 | -88 |
| Betaalde belastingen | 16 | -407 | -457 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij bedrijfsactiviteiten | 4 550 | 10 604 |
| (in miljoenen euro) | Verwijzing1 | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Investeringsactiviteiten | |||
| Aankoop van tot einde looptijd aangehouden effecten | 18 | -1 929 | -3 202 |
| Opbrengst van de terugbetaling van tot einde looptijd aangehouden effecten op de eindvervaldag | 18 | 1 012 | 2 029 |
| Overname van een dochteronderneming of een bedrijfsonderdeel zonder de overgenomen geldmiddelen (inclusief stijgingen in participatiepercentages) |
– | 0 | 200 |
| Opbrengst van de afstoting van een dochteronderneming of bedrijfsonderdeel zonder de afgestoten geldmiddelen (inclusief dalingen in participatiepercentages) |
Volgende tabel | 559 | 0 |
| Aankoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 32 | 0 | 0 |
| Opbrengst van de verkoop van aandelen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 32 | 0 | 0 |
| Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 32 | -30 | 23 |
| Aankoop van vastgoedbeleggingen | 33 | -19 | -5 |
| Opbrengst van de verkoop van vastgoedbeleggingen | 33 | 53 | 15 |
| Aankoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 34 | -153 | -158 |
| Opbrengst van de verkoop van immateriële vaste activa (exclusief goodwill) | 34 | 28 | 39 |
| Aankoop van materiële vaste activa | 33 | -441 | -558 |
| Opbrengst van de verkoop van materiële vaste activa | 33 | 304 | 233 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij investeringsactiviteiten | -615 | -1 385 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Inkoop of verkoop van eigen aandelen | Geconsol. vermogens mut. |
0 | 0 |
| Uitgifte of terugbetaling van promessen en andere schuldbewijzen | 18 | -4 148 | -537 |
| Opbrengst van of terugbetaling van achtergestelde schulden | 18 | -2 396 | -277 |
| Kapitaalaflossingen van financiële leasing | – | 0 | 0 |
| Geconsol. vermogens | |||
| Opbrengst van de uitgifte van aandelenkapitaal | mut. | 19 | 17 |
| Terugbetaling van niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | Geconsol. vermogens mut. |
-500 | -3 000 |
| Opbrengst van de uitgifte van bevoorrechte aandelen | Geconsol. vermogens mut. |
1 042 | 0 |
| Uitgekeerde dividenden | Geconsol. vermogens mut. |
-39 | -1 058 |
| Nettokasstromen uit of aangewend bij financieringsactiviteiten | -6 023 | -4 855 | |
| Mutatie van geldmiddelen en kasequivalenten | |||
| Nettotoename of -afname van geldmiddelen en kasequivalenten | – | -2 088 | 4 364 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar | – | 8 691 | 6 518 |
| Gevolgen van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | – | -84 | 104 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode | – | 6 518 | 10 987 |
| Overige informatie | |||
| Betaalde rente2 | 3 | -3 586 | -2 839 |
| Ontvangen rente2 | 3 | 7 893 | 7 150 |
| Ontvangen dividenden (inclusief vermogensmutatiemethode) | 4, 32 | 56 | 98 |
| Componenten van geldmiddelen en kasequivalenten | |||
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken | Geconsol. balans | 5 771 | 7 038 |
| Leningen en voorschotten aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken in minder dan drie maanden |
18 | 4 287 | 6 541 |
| Deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 18 | -3 539 | -2 593 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten inbegrepen in groepen activa die worden afgestoten | – | 0 | 0 |
| Totaal | – | 6 518 | 10 987 |
| Waarvan niet beschikbaar | – | 0 | 0 |
1 De toelichtingen waarnaar wordt verwezen, bevatten niet altijd de exacte bedragen zoals opgenomen in de kasstroomtabel. Op die bedragen worden immers onder meer correcties aangebracht in het kader van overnames/afstotingen van dochters zoals bepaald in IAS 7.
2 De betaalde en de ontvangen rente worden in dit overzicht gelijkgesteld met de rentelasten en -inkomsten zoals vermeld in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening. Gezien de veelheid van onderliggende contracten aan de basis van de rentelasten en -inkomsten zou een exacte bepaling van de effectieve kasstromen een zeer belangrijke administratieve inspanning vragen. Bovendien is het redelijk te veronderstellen dat voor een bank-verzekeraar de effectieve kasstromen niet in belangrijke mate afwijken van de geprorateerde rentelasten en -inkomsten, omdat de meeste renteproducten een periodieke rentebetaling inhouden binnen het jaar.
| Jaar | 2014 |
|---|---|
| (in miljoenen euro) | KBC Bank Deutschland |
| Aankoop of verkoop | Verkoop |
| Percentage aandelen gekocht of verkocht in het betrokken jaar | 100% |
| Totaal percentage aandelen aan het einde van het betrokken jaar | 0% |
| Betreffende divisie/segment | Groepscenter |
| Datum sluiting transactie, maand en jaar | september 2014 |
| Resultaten van betreffende maatschappij opgenomen in resultaat van de groep tot en met: | 30 september 2014 |
| Aankoopprijs of verkoopprijs | 90 |
| Kasstroom voor de aankoop of verkoop van bedrijven min aangekochte of verkochte geldmiddelen en kasequivalenten | 559 |
| Activa en verplichtingen gekocht of verkocht | |
| Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken | 12 |
| Financiële activa | 2 230 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 19 |
| Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
0 |
| Voor verkoop beschikbaar | 163 |
| Leningen en vorderingen | 1 985 |
| Tot einde looptijd aangehouden | 64 |
| Afdekkingsderivaten | 0 |
| Waarvan geldmiddelen en kasequivalenten | 14 |
| Financiële verplichtingen | 1 781 |
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | 9 |
| Vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
0 |
| Tegen geamortiseerde kostprijs | 1 772 |
| Afdekkingsderivaten | 0 |
| Waarvan geldmiddelen en kasequivalenten | 483 |
| Technische voorzieningen vóór herverzekering | 0 |
De Raad van Bestuur keurde de geconsolideerde jaarrekening, inclusief alle toelichtingen, op 17 maart 2016 goed voor publicatie. Die jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd voor toepassing in de EU (endorsed IFRS) en bevat vergelijkende informatie over een jaar. Alle bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro en afgerond op het miljoental.
De volgende IFRS werden van kracht op 1 januari 2015 en KBC paste ze toe in deze rapportering.
• IFRIC 21 (heffingen) werd in juni 2014 goedgekeurd door de EU met 1 januari 2015 als datum van toepassing en met retroactieve toepassing. Het belangrijkste gevolg van IFRIC 21 in 2015 was dat bepaalde heffingen op voorhand geboekt moesten worden, wat een effect had op de kwartaalresultaten van 2015. Op het jaarresultaat van 2015 was er echter geen effect.
De volgende (wijzigingen aan) IFRS werden gepubliceerd, maar de toepassing ervan was nog niet verplicht op 31 december 2015. KBC heeft ervoor gekozen deze normen vanaf 2016 toe te passen:
• De wijziging aan IAS 1 (presentatie van de geconsolideerde jaarrekening) vereist dat het geaggregeerde aandeel in het nietgerealiseerde resultaat erkend in het eigen vermogen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures apart wordt weergegeven. Dit aandeel moet ook opgesplitst worden naargelang het al dan niet verwerkt wordt in de winst-en-verliesrekening. De in de overige componenten weergegeven bedragen van het nietgerealiseerde resultaat erkend in het eigen vermogen zijn dus exclusief het aandeel van geassocieerde ondernemingen en joint ventures.
De volgende IFRS werden gepubliceerd, maar waren nog niet van kracht op 31 december 2015. KBC zal die normen toepassen zodra dat verplicht wordt.
De drie fasen van IFRS 9 bepalen de structuur van het IFRS 9-project. Een overkoepelend onderdeel van het project behartigt de impact op de rapportering en de toelichtingen.
De complexiteit en de voornaamste implementatiekosten situeren zich in Fase 2. In Fase 2 worden financiële activa die onderhevig zijn aan waardeverminderingen in drie categorieën geclassificeerd:
De implementatie van het IFRS 9-project zit volledig op schema. KBC heeft in 2015 een highlevelimpactstudie uitgevoerd voor IFRS 9 en een aantal pilootmodellen ontwikkeld voor de berekening van bijzondere waardeverminderingen. Die impactstudie is gebaseerd op de huidige beschikbare informatie en kan nog veranderen op grond van verdere gedetailleerde analyses of bijkomende informatie waarover KBC in de toekomst zou kunnen beschikken. KBC verwacht momenteel geen significante impact op de balans of het eigen vermogen naar aanleiding van de wijzigingen in classificatie en waardering. Met betrekking tot het effect van het toepassen van de nieuwe waardeverminderingsvereisten onder IFRS 9 verwacht KBC momenteel een hogere aanleg van voorzieningen voor waardeverminderingen, die het eigen vermogen negatief zal beïnvloeden. In 2015 werd ook een voorlopig IFRS 9-beleid (ontwerp) uitgewerkt voor waardeverminderingen en kwamen er voorlopige richtlijnen voor modelontwikkelingen volgens IFRS 9. Daarnaast werd er gestart met de voorbereiding van de nodige ICT-implementatie. KBC zal in 2016 deelnemen aan de eerste EBA impactstudie. KBC verwacht momenteel stabiele impactinschattingen te kunnen bekendmaken in de tweede helft van 2017.
De methode van integrale consolidatie wordt toegepast voor alle (belangrijke) entiteiten (inclusief structured entities) waarover de consoliderende vennootschap, direct of indirect, controle (zoals door IFRS 10 gedefinieerd) uitoefent.
(Belangrijke) Ondernemingen waarover direct of indirect een gezamenlijke controle wordt uitgeoefend, worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode (IFRS 11).
De vermogensmutatiemethode wordt ook gehanteerd voor (belangrijke) deelnemingen in geassocieerde ondernemingen (dat zijn ondernemingen waarin KBC een invloed van betekenis op het beleid uitoefent).
Zoals volgens IAS 28 is toegestaan, worden deelnemingen aangehouden door risicokapitaalondernemingen geklasseerd als gehouden voor handelsdoeleinden (gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening).
Veranderingen in zeggenschap in een deelneming (die niet resulteren in een verlies van controle) worden verwerkt als een mutatie in eigen vermogen en hebben geen invloed op goodwill en resultaat.
Monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in een vreemde munt, worden omgerekend in hun tegenwaarde in de functionele munt tegen de contantkoers op de balansdatum.
Negatieve en positieve waarderingsverschillen, met uitzondering van waarderingsverschillen die betrekking hebben op de financiering van aandelen en deelnemingen van geconsolideerde ondernemingen in een vreemde munt, worden opgenomen in het resultaat.
De niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd op basis van hun historische kostprijs, worden omgerekend in de functionele munt tegen de wisselkoers van de transactiedatum.
Niet-monetaire bestanddelen, gewaardeerd tegen reële waarde, worden omgerekend op basis van de contantkoers van de dag waarop de reële waarde werd bepaald.
Omrekeningsverschillen worden samen met schommelingen in reële waarde gerapporteerd.
In vreemde munt uitgedrukte opbrengsten en kosten worden in het resultaat verwerkt tegen de koers die gold op het tijdstip van hun opname.
De balansen van de buitenlandse dochterondernemingen worden omgerekend in de presentatiemunt (euro) tegen de contantkoers op de balansdatum (uitgezonderd het eigen vermogen, dat tegen de historische koers wordt omgezet). De winst-en-verliesrekening wordt omgerekend tegen de gemiddelde koers van het boekjaar, als beste benadering van de wisselkoers op de transactiedatum.
De verschillen die voortvloeien uit het gebruik van een verschillende koers voor de activa en verplichtingen enerzijds en de elementen van het eigen vermogen anderzijds, worden (samen met de koersverschillen – na uitgestelde belastingen – op de leningen die werden afgesloten ter financiering van de deelnemingen in vreemde munt) voor het aandeel van KBC opgenomen onder het eigen vermogen.
Een financieel actief of een financiële verplichting wordt in de balans opgenomen op het moment dat KBC een betrokken partij wordt met betrekking tot de contractuele voorzieningen van de instrumenten. Aan- en verkopen van alle financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden in de balans verwerkt op de afwikkelingsdatum.
Alle financiële activa en verplichtingen – inclusief derivaten – moeten worden opgenomen in de balans op basis van de door IAS 39 bepaalde classificaties. Elke classificatie vereist een specifieke waardering.
IAS 39 onderscheidt de volgende classificaties:
depositocomponenten (dat wil zeggen financiële verplichtingen zonder discretionaire winstdeling) zoals bepaald in IFRS 4.
Financiële instrumenten worden voorgesteld tegen dirty price. Dat wil zeggen dat de geprorateerde rente in dezelfde post gepresenteerd wordt als de financiële instrumenten waarvoor die rente werd geprorateerd.
KBC past de volgende algemene regels toe:
• Vorderingen die werden geklasseerd als Leningen en vorderingen worden bij verwerving gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten. Leningen met een vaste vervaldag worden daarna gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentevoet. Dat is de rentevoet die exact alle toekomstige verwachte kasstromen van de vordering verdisconteert tot de nettoboekwaarde. Die rentevoet houdt rekening met alle gerelateerde vergoedingen en transactiekosten. Leningen zonder vaste vervaldag worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen voor vorderingen waarvoor – hetzij individueel, hetzij op portefeuillebasis – een indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat op de balansdatum. Die indicatie wordt bepaald aan de hand van de Probability of Default (PD). Die PD hangt af van bepaalde kenmerken van de betrokken kredieten zoals het type krediet, de bedrijfstak waartoe de kredietnemer behoort, de geografische locatie van de kredietnemer en andere aspecten die belangrijk zijn voor het risicoprofiel van een kredietnemer. Kredieten die dezelfde PD hebben, hebben bijgevolg een gelijksoortig kredietrisicoprofiel.
periode tussen het moment waarop er iets gebeurt dat zal leiden tot een waardevermindering en het moment dat KBC die gebeurtenis ontdekt, en is afhankelijk van de reviewfrequentie, de locatie en de betrokkenheid met de tegenpartijen. De emergenceperiode voor retailportefeuilles bedraagt 1 tot 12 maanden, voor bedrijvenportefeuilles zijn de grenzen respectievelijk 1 en 11 maanden. Gemiddeld genomen zijn de emergenceperiodes voor bedrijvenportefeuilles korter dan voor retailportefeuilles
Effecten geklasseerd als Leningen en vorderingen of Tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt over de resterende looptijd van de effecten als rente in het resultaat opgenomen. De opname gebeurt op actuariële basis, uitgaande van de effectieve rentevoet bij aankoop. Individuele bijzondere waardeverminderingen van effecten die geklasseerd zijn als Leningen en vorderingen of als Tot einde looptijd aangehouden effecten, worden – volgens dezelfde methode als voor de bovenvermelde vorderingen – opgenomen als er bewijs is van de bijzondere waardevermindering op de balansdatum.
Effecten geklasseerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden, worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde exclusief transactiekosten en daarna tegen reële waarde, waarbij alle schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar.
Effecten geklasseerd als RW die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden op dezelfde wijze gewaardeerd als Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden. Effecten geklasseerd als Voor verkoop beschikbare financiële activa, worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde inclusief transactiekosten en daarna tegen reële waarde, waarbij schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen tot de verkoop van de effecten of tot het moment dat ze een bijzondere waardevermindering ondergaan. In dat geval wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt van het eigen vermogen naar het resultaat van het boekjaar. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt als daarvoor een indicatie bestaat. Voor genoteerde aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt een indicatie van bijzondere waardevermindering bepaald aan de hand van een aanzienlijke (meer dan 30%) of langdurige (meer dan een jaar) daling van de reële waarde. Voor vastrentende effecten wordt de bijzondere waardevermindering bepaald op basis van de recupereerbaarheid van de aanschaffingswaarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar. Voor aandelen en andere niet-vastrentende effecten gebeuren terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen via een aparte post van het eigen vermogen. Terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen op vastrentende effecten gebeuren via het resultaat van het boekjaar. Als evenwel niet op een objectieve manier kan worden aangetoond dat de aanleiding tot duurzame waardevermindering niet langer bestaat (de gebeurtenis die aan de oorsprong ligt van de waardevermindering is niet volledig verdwenen), wordt elke stijging in reële waarde opgenomen in het eigen vermogen. De erkenning in eigen vermogen stopt als de indicatie voor waardevermindering niet langer bestaat. Op dat moment wordt de waardevermindering volledig teruggenomen in het resultaat met erkenning in eigen vermogen van elk verschil in reële waarde.
(waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen) als op het moment dat KBC het contract verwerft, geoordeeld wordt dat het risico van het besloten derivaat niet nauw verbonden is met het risico van het basiscontract. Achteraf mag er geen herbeoordeling gebeuren van het risico, behalve bij gewijzigde contractvoorwaarden die een substantiële invloed hebben op de kasstromen van het contract. Contracten met besloten derivaten worden evenwel voornamelijk geklasseerd als RW, zodat een afscheiding van het besloten derivaat onnodig wordt, omdat het volledige financiële instrument tegen reële waarde wordt gewaardeerd, waarbij schommelingen van de reële waarde in het resultaat van het boekjaar worden opgenomen.
• Afdekkingstransacties (hedge accounting): KBC maakt gebruik van afdekkingstransacties als aan alle daartoe vereiste voorwaarden is voldaan (volgens de vereisten voor hedge accounting die niet zijn geschrapt in de versie van IAS 39 zoals goedgekeurd door de EU, de carve-outversie). Die voorwaarden zijn de aanwezigheid van formele documentatie van de afdekkingsrelatie aan het begin van de afdekking, de verwachting dat de afdekking zeer effectief zal zijn, de mogelijkheid om de afdekkingseffectiviteit op betrouwbare wijze te meten en de continue meting tijdens de gerapporteerde periode waarin de afdekking als effectief kan worden bestempeld. Bij reëlewaardeafdekkingen worden zowel de derivaten ter afdekking van het risico als de afgedekte posities gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties of als het afdekkingsinstrument vervalt of wordt verkocht. In dat geval wordt het herwaarderingsresultaat van de afgedekte positie (in het geval van vastrentende financiële instrumenten) op een pro-ratabasis in het resultaat van het boekjaar opgenomen tot de eindvervaldag. KBC maakt gebruik van reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille om het renterisico van een portefeuille leningen en spaardeposito's af te dekken met renteswaps. De renteswaps worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De geprorateerde rente van die renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het afgedekte bedrag aan leningen wordt eveneens gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De reële waarde van het afgedekte bedrag wordt als een aparte post bij de activa opgenomen in de balans. KBC past de carve-outversie van IAS 39 toe, zodat er geen ineffectiviteit ontstaat als gevolg van vervroegde terugbetalingen, zolang er sprake is van een underhedging. In geval van een nieteffectieve afdekking zal de cumulatieve reëlewaardeschommeling van het afgedekte bedrag worden afgeschreven in de winst-enverliesrekening, en wel over de resterende levensduur van de afgedekte activa, of onmiddellijk worden weggeboekt uit de balans als de ineffectiviteit is ontstaan als gevolg van het feit dat de betreffende leningen niet langer worden erkend.
Bij kasstroomafdekkingen worden de derivaten ter afdekking van de risico's gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de schommelingen van de reële waarde toe te wijzen aan het effectieve deel van de afdekking, worden opgenomen in een aparte post van het eigen vermogen. De geprorateerde rente van renteswaps wordt opgenomen in de nettorenteopbrengsten. Het niet-effectieve deel
van de afdekking wordt opgenomen in het resultaat van het boekjaar. De afdekkingstransactie wordt gestopt als niet meer is voldaan aan de voorwaarden voor afdekkingstransacties. In dat geval worden de derivaten beschouwd als derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en als zodanig gewaardeerd.
Vreemdemuntfinanciering van het nettoactief van een buitenlandse participatie wordt verwerkt als een afdekking van een nettoinvestering in een buitenlandse entiteit. Die vorm van hedge accounting wordt toegepast voor participaties die niet zijn uitgedrukt in euro. Omrekeningsverschillen (rekening houdend met uitgestelde belastingen) op de financiering worden opgenomen in het eigen vermogen, samen met omrekeningsverschillen op het nettoactief.
Goodwill wordt beschouwd als het deel van de aanschaffingskosten boven op de reële waarde van de aangekochte identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, zoals verondersteld op de datum van de aankoop. Hij wordt opgenomen als een immaterieel vast actief en gewaardeerd tegen kostprijs min bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt getest op bijzondere waardeverminderingen, en dat minstens jaarlijks of als er daartoe interne of externe indicaties bestaan. Die worden toegepast als de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheden waartoe de goodwill behoort, hoger is dan zijn realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill kunnen niet worden teruggenomen. Voor elke nieuwe bedrijfscombinatie moet KBC een keuze maken inzake de waardering van de minderheidsbelangen, hetzij tegen reële waarde, hetzij volgens hun evenredige deel in het eigen vermogen. Die keuze bepaalt het bedrag van de goodwill. Software wordt opgenomen onder de immateriële vaste activa als de voorwaarden voor opname als actief zijn vervuld. Systeemsoftware wordt als actief opgenomen en volgt het afschrijvingstempo van de hardware (namelijk drie jaar) vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Standaardsoftware en door een derde
partij ontwikkelde maatsoftware worden als een actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar vanaf het moment dat de software beschikbaar is voor gebruik. Interne en externe ontwikkelingskosten van intern gegenereerde software van investeringsprojecten worden als actief opgenomen en lineair afgeschreven over vijf jaar, en van kernsystemen met een langere gebruiksduur over acht jaar. Investeringsprojecten zijn grootschalige projecten die een belangrijk bedrijfsdoel of -model introduceren of vervangen. Interne en externe onderzoekskosten verbonden aan die projecten en alle kosten van overige ICT-projecten aangaande intern gegenereerde software (andere dan investeringsprojecten) worden onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen.
Alle materiële vaste activa worden opgenomen tegen aanschaffingswaarde (inclusief direct toewijsbare kosten van aanschaffing), verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingspercentages zijn bepaald op basis van de verwachte economische levensduur en worden lineair toegepast zodra de activa gebruiksklaar zijn. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt als de boekwaarde van de activa hoger is dan hun realiseerbare waarde (zijnde het hoogste van de bedrijfswaarde en de verkoopprijs min verkoopkosten). Geboekte bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen via de winst-enverliesrekening. Bij verkoop van materiële vaste activa worden gerealiseerde winsten of verliezen onmiddellijk in het resultaat van het boekjaar opgenomen. Bij vernietiging wordt het resterende af te schrijven bedrag onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. De boekhoudkundige regels voor materiële vaste activa gelden ook voor vastgoedbeleggingen.
Externe financieringskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het verwerven van een actief, worden bij de activa opgenomen als onderdeel van de kosten van dat actief. Alle andere financieringskosten worden opgenomen als kosten tijdens de periode waarin ze werden gemaakt. Zodra er kosten worden gemaakt voor een actief, er financieringskosten ontstaan en activiteiten aan de gang zijn om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, worden die kosten bij de activa opgenomen. Als het proces onderbroken wordt, worden de financieringskosten niet meer geactiveerd. De activering van financieringskosten stopt als alle activiteiten om het actief klaar te maken voor het bedoelde gebruik of de verkoop, achter de rug zijn.
Voor het rechtstreekse bedrijf wordt de voorziening voor niet verdiende premies in principe dagelijks berekend op basis van de brutopremies. Voor de ontvangen herverzekering wordt de voorziening voor niet verdiende premies voor elke overeenkomst afzonderlijk bepaald op basis van de door de cedent meegedeelde informatie, en waar nodig aangevuld op basis van de eigen visie op het risico in de tijd. De voorziening voor niet verdiende premies voor de activiteit Leven wordt opgenomen onder de voorziening voor de activiteitsgroep Leven.
Die voorziening wordt, met uitzondering van de tak 23-producten, berekend volgens de geldende actuariële principes waarbij rekening wordt gehouden met de voorziening voor niet verdiende premies, de vergrijzingsvoorziening, de voorziening voor nog uit te keren maar niet vervallen rente, en andere.
In principe wordt die voorziening voor elke verzekeringsovereenkomst afzonderlijk berekend.
Voor geaccepteerde zaken wordt voor elke overeenkomst afzonderlijk een voorziening aangelegd op basis van de door de cedent meegedeelde informatie en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzichten.
Als aanvulling bij de onderstaande regels wordt er conform de wettelijke bepalingen een aanvullende voorziening aangelegd.
Daarbij geldt het volgende:
tak 21-levensverzekeringen en voor de voorziening voor aanvullende personeelsvoordelen om nieuwe aanvullende premies te betalen. De berekeningen volgens retrospectieve actuariële formules steunen op de technische bepalingen van de contracten, zij het dan zonder rekening te houden met toekomstige stortingen.
Voor de aangegeven schade wordt de voorziening in principe per schadegeval berekend, op basis van de bekende elementen van het dossier, ten belope van de nog verschuldigde sommen aan de slachtoffers of begunstigden en verhoogd met de externe kosten nodig voor de afhandeling van de schadegevallen. Als een schadevergoeding in de vorm van een periodieke betaling moet worden uitgekeerd, worden de daartoe te reserveren bedragen op basis van erkende actuariële methoden berekend.
Voor opgelopen maar nog niet gerapporteerde schadegevallen (claims incurred but not reported, IBNR) op de balansdatum wordt een IBNR-voorziening aangelegd. Voor het rechtstreekse bedrijf is die IBNR-voorziening gebaseerd op een forfaitaire som per verzekeringstak, afhankelijk van opgedane ervaringen en de ontwikkeling van de verzekerde portefeuille. Voor buitengewone gebeurtenissen wordt de IBNR-voorziening verhoogd met extra bedragen.
Voor opgelopen schadegevallen waarvoor onvoldoende voorzieningen aangelegd waren (claims incurred but not enough reserved, IBNER) op de balansdatum wordt een IBNER-voorziening aangelegd als de procedures aantonen dat de andere schadevoorzieningen niet toereikend zijn voor de toekomstige verplichtingen. Die voorziening bevat bedragen voor schadegevallen die wel al gemeld zijn, maar die om technische redenen nog niet konden worden opgenomen in het schadedossier. Waar passend wordt, op voorzichtige basis, een voorziening aangelegd voor mogelijke verplichtingen uit al afgesloten schadedossiers.
Er wordt een voorziening voor de interne schaderegelingskosten berekend waarvan het toegepaste percentage wordt bepaald op basis van opgedane ervaringen uit het verleden.
Verder worden op basis van wettelijke bepalingen ook aanvullende voorzieningen aangelegd, zoals voor arbeidsongevallen.
In die post wordt de voorziening opgenomen die betrekking heeft op de verdeelde maar nog niet toegekende winstdeling bij het afsluiten
van het boekjaar, zowel voor de activiteitsgroep Leven als voor Niet-leven.
Er wordt een toereikendheidstoets (liability adequacy test) uitgevoerd om de geldende verplichtingen te evalueren, mogelijke tekorten op te sporen en ze te erkennen als winst of verlies.
Het effect van afgestane herverzekeringen en retrocessies wordt als actief opgenomen, berekend voor elke overeenkomst afzonderlijk en waar nodig aangevuld op basis van eigen inzicht van het risico in de tijd.
De regels voor deposit accounting gelden voor financiële instrumenten zonder discretionaire winstdeling en voor de depositocomponent van tak 23-verzekeringscontracten. Dat betekent dat de depositocomponent en de verzekeringscomponent apart worden gewaardeerd. Via deposit accounting wordt het deel van de premies dat gerelateerd is aan de depositocomponent – net als de resulterende boeking van de verplichting – niet opgenomen in het resultaat. Beheerskosten en commissielonen worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Bij latere koerswijzigingen van de tak 23-beleggingen wordt zowel de schommeling van het actief als de resulterende schommeling van de verplichting onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Daarom wordt de depositocomponent, na de eerste opname, gewaardeerd tegen reële waarde met waardeverminderingen in de winst-en-verliesrekening. Die reële waarde wordt bepaald door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met de waarde van de eenheid die gebaseerd is op de reële waarde van de onderliggende financiële instrumenten. Uitkeringen met betrekking tot de depositocomponent worden niet opgenomen in de winst-enverliesrekening, maar resulteren in een afboeking van de verplichting. Financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling en de verzekeringscomponent van tak 23-verzekeringscontracten (gekoppeld aan een beleggingsfonds) worden gewaardeerd als verzekeringscontracten die niet aan een beleggingsfonds zijn verbonden (zie f Technische voorzieningen). De depositocomponent van de financiële instrumenten met een discretionaire winstdeling wordt dus niet afgesplitst van de verzekeringscomponent. Op de balansdatum wordt aan de hand van de toereikendheidstoets (liability adequacy test) beoordeeld of de verplichtingen voortkomend uit die financiële instrumenten of verzekeringscontracten adequaat zijn. Als het bedrag van die verplichtingen lager is dan hun verwachte toekomstige verdisconteerde kasstromen, dan wordt het tekort in de winst-enverliesrekening opgenomen tegenover een verhoging van de verplichting.
De pensioenverplichtingen zijn opgenomen onder Overige verplichtingen en hebben betrekking op verplichtingen voor rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en andere gelijksoortige pensioenen of renten.
Toegezegdpensioenregelingen zijn plannen waarbij KBC een wettelijke of constructieve verplichting heeft om extra bijdragen te betalen aan het pensioenfonds als dat fonds onvoldoende activa bezit om alle verplichtingen tegenover het personeel te betalen die ontstaan zijn uit huidige dienstprestaties en dienstprestaties in het verleden. De pensioenverplichtingen voortvloeiend uit die plannen voor het personeel worden berekend volgens IAS 19 aan de hand van de
Projected Unit Credit Method, waarbij elke dienstprestatieperiode aanleiding geeft tot een aanvullend recht op pensioen. Bewegingen in activa of verplichtingen inzake toegezegdpensioenregelingen worden verwerkt in de exploitatiekosten (aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten), de rentelasten (netto-interestlasten) en de niet-gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen (herberekeningen).
Die post bevat de actuele én de latente belastingverplichtingen. Actuele belastingverplichtingen worden bepaald aan de hand van het verwachte te betalen bedrag, berekend op basis van de belastingvoeten die geldig zijn op de balansdatum.
Latente belastingverplichtingen worden geboekt voor alle belastbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen. Ze worden berekend aan de hand van de belastingvoeten die geldig zijn op het moment van realisatie van de activa of de verplichtingen waarop ze betrekking hebben. Latente belastingvorderingen worden geboekt voor alle aftrekbare tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de activa en de verplichtingen, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waardoor die aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden gebruikt.
Voorzieningen worden opgenomen in de balans als:
Het eigen vermogen is het nettoactief na aftrek van alle verplichtingen. Eigenvermogensinstrumenten worden onderscheiden van financiële instrumenten volgens de regels van IAS 32:
• De herwaarderingsresultaten op voor verkoop beschikbare financiële activa worden opgenomen in het eigen vermogen tot de verkoop van de activa of tot wanneer zich een bijzondere waardevermindering voordoet. Dan wordt het cumulatieve herwaarderingsresultaat overgeboekt naar het resultaat van het boekjaar.
Putopties op minderheidsbelangen (en, indien van toepassing, combinaties van put- en callopties in forwardcontracten) worden erkend als financiële verplichtingen tegen de actuele waarde van hun uitoefenprijs. Het overeenstemmende minderheidsbelang wordt uit het eigen vermogen gehaald. Het verschil tussen beide wordt ofwel als een actief erkend (goodwill) ofwel opgenomen in de winst-enverliesrekening (negatieve goodwill).
| Wisselkoers op 31-12-2015 | Wisselkoersgemiddelde in 2015 | |||
|---|---|---|---|---|
| 1 EUR = … | Wijziging ten opzichte van 31-12-2014 | 1 EUR = … | Wijziging ten opzichte van het gemiddelde in 2014 | |
| … vreemde munt | Positief: appreciatie tegenover EUR | … vreemde munt | Positief: appreciatie tegenover EUR | |
| Negatief: depreciatie tegenover EUR | Negatief: depreciatie tegenover EUR | |||
| CZK | 27,023 | 3% | 27,299 | 1% |
| GBP | 0,7340 | 6% | 0,7261 | 11% |
| HUF | 315,98 | 0% | 309,57 | 0% |
| USD | 1,0887 | 12% | 1,1098 | 20% |
* Afgeronde cijfers.
Er waren in 2015 geen belangrijke wijzigingen in de waarderingsregels.
U vindt informatie over de managementstructuur van de groep in het hoofdstuk Onze divisies (de commissaris heeft dat hoofdstuk niet geauditeerd). Die structuur vormt de basis van onze financiële segmentrapportering.
De segmenten zijn (vereenvoudigd):
Een uitgebreidere definitie vindt u in het hoofdstuk Onze divisies.
Tot eind 2014 verschaften we, naast de cijfers volgens IFRS, ook aangepaste cijfers, die meer inzicht verschaften in de bedrijfsresultaten. Dat betekent dat enkele niet-operationele elementen (legacy-CDOactiviteiten, legacy-desinvesteringsactiviteiten en de invloed van reëlewaardeveranderingen van eigen schuldinstrumenten ten gevolge van eigen kredietrisico) niet waren opgenomen bij de posten van de winst-en-verliesrekening, maar werden samengevat in drie regels onderaan in het overzicht, en dat de tradingresultaten van de Divisie België werden gebundeld in de post Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde. De segmentrapportering was volledig gebaseerd op die aangepaste resultaten. U vindt een uitvoerige beschrijving van het concept aangepaste resultaten in ons jaarverslag over 2014.
Vanaf 2015, met retroactieve toepassing voor 2014 (met het oog op vergelijkbaarheid), schaften we de aangepaste resultaten af, omdat de niet-operationele elementen onbelangrijk zijn geworden (desinvesteringen zijn voltooid, CDO-blootstelling werd volledig afgebouwd) en omdat op die manier de financiële rapportering sterk wordt vereenvoudigd. De segmentgegevens zijn dus, vanaf dit rapport, volledig op IFRS-gegevens gebaseerd. Ook maken we niet langer de opsplitsing van Groepscenter in enerzijds Groepscenter (excl. eliminaties tussen segmenten) en anderzijds Eliminaties tussen segmenten, conform de interne rapportering aan het management (ook retroactief toegepast voor 2014).
We bespreken de resultaten per divisie in het deel Verslag van de Raad van Bestuur. De commissaris heeft die hoofdstukken niet geauditeerd.
| Divisie | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Interna | |||||||||
| Divisie | Divisie | tionale | Groeps | ||||||
| (in miljoenen euro) | België | Tsjechië | Markten Waarvan: | Ierland | center KBC-groep | ||||
| Hongarije Slowakije | Bulgarije | ||||||||
| WINST-EN-VERLIESREKENING 2014 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 917 | 860 | 677 | 274 | 210 | 43 | 149 | -146 | 4 308 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 374 | 75 | 68 | 27 | 20 | 21 | 0 | -6 | 512 |
| Verdiende premies | 964 | 165 | 153 | 55 | 27 | 71 | 0 | -16 | 1 266 |
| Technische lasten | -590 | -89 | -86 | -29 | -7 | -50 | 0 | 10 | -754 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -252 | 24 | 12 | -1 | 10 | 4 | 0 | -1 | -216 |
| Verdiende premies | 1 004 | 160 | 84 | 15 | 53 | 16 | 0 | 0 | 1 247 |
| Technische lasten | -1 256 | -136 | -71 | -16 | -43 | -12 | 0 | 0 | -1 463 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | 19 | -7 | 2 | -2 | -2 | 6 | 0 | 2 | 16 |
| Dividendinkomsten | 49 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7 | 56 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de |
|||||||||
| winst-en-verliesrekening | 44 | 62 | 73 | 62 | 15 | 2 | -7 | 49 | 227 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa |
115 | 9 | 16 | 14 | 2 | 0 | 0 | 10 | 150 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 152 | 194 | 208 | 160 | 46 | 1 | -3 | 19 | 1 573 |
| Overige netto-inkomsten | 269 | 18 | -227 | -225 | 0 | 0 | -2 | 34 | 94 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 4 688 | 1 235 | 828 | 307 | 301 | 77 | 138 | -31 | 6 720 |
| Exploitatiekostena | -2 282 | -594 | -740 | -368 | -185 | -52 | -132 | -203 | -3 818 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -251 | -36 | -284 | -49 | -18 | -10 | -207 | 65 | -506 |
| op leningen en vorderingen | -205 | -34 | -273 | -47 | -17 | -10 | -198 | -75 | -587 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | -27 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 | -29 |
| op goodwill | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| op overige | -19 | -3 | -11 | -1 | 0 | 0 | -9 | 142 | 109 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures |
-1 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 | 25 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 154 | 628 | -196 | -109 | 98 | 15 | -202 | -166 | 2 420 |
| Belastingen | -638 | -100 | 14 | 15 | -24 | 0 | 23 | 65 | -657 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 517 | 528 | -182 | -94 | 75 | 15 | -179 | -100 | 1 763 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de | |||||||||
| moedermaatschappij | 1 516 | 528 | -182 | -94 | 75 | 15 | -179 | -100 | 1 762 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -61 | -28 | -48 | -26 | -11 | -3 | -7 | -124 | -260 |
| Afschrijvingen vaste activa | -59 | -31 | -49 | -27 | -11 | -3 | -7 | -129 | -268 |
| Overige | -1 | 4 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 4 | 7 |
| Aanschaffing vaste activa* | 346 | 39 | 89 | 21 | 29 | 6 | 33 | 121 | 594 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
| (in miljoenen euro) | Divisie België |
Divisie Tsjechië |
Divisie Interna tionale |
Markten Waarvan: | Groeps | center KBC-groep | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hongarije Slowakije | Bulgarije | Ierland | |||||||
| WINST-EN-VERLIESREKENING 2015 | |||||||||
| Nettorente-inkomsten | 2 819 | 845 | 711 | 248 | 214 | 47 | 202 | -63 | 4 311 |
| Verzekeringen Niet-leven (vóór herverzekering) | 460 | 80 | 81 | 27 | 20 | 35 | 0 | -10 | 611 |
| Verdiende premies | 989 | 177 | 169 | 65 | 29 | 76 | 0 | -16 | 1 319 |
| Technische lasten | -530 | -96 | -88 | -38 | -9 | -41 | 0 | 6 | -708 |
| Verzekeringen Leven (vóór herverzekering) | -243 | 26 | 16 | 2 | 10 | 4 | 0 | 0 | -201 |
| Verdiende premies | 969 | 243 | 90 | 15 | 52 | 23 | 0 | 0 | 1 301 |
| Technische lasten | -1 212 | -216 | -73 | -13 | -41 | -20 | 0 | 0 | -1 502 |
| Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | -20 | -8 | -6 | -3 | -1 | -2 | 0 | 6 | -29 |
| Dividendinkomsten | 65 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 | 75 |
| Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
162 | 98 | 76 | 60 | 16 | 2 | -2 | -121 | 214 |
| Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa |
149 | 12 | 6 | 3 | 2 | 0 | 1 | 23 | 190 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 1 280 | 201 | 206 | 160 | 47 | -2 | -3 | -9 | 1 678 |
| Overige netto-inkomsten | 207 | 23 | 50 | 42 | 9 | 0 | 0 | 17 | 297 |
| TOTALE OPBRENGSTEN | 4 878 | 1 277 | 1 141 | 539 | 317 | 83 | 198 | -148 | 7 148 |
| Exploitatiekostena | -2 373 | -617 | -752 | -353 | -190 | -56 | -149 | -149 | -3 890 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -222 | -42 | -84 | -8 | -18 | -10 | -48 | -399 | -747 |
| op leningen en vorderingen | -177 | -36 | -82 | -6 | -18 | -10 | -48 | -28 | -323 |
| op voor verkoop beschikbare financiële activa | -38 | -4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -3 | -45 |
| op goodwill | 0 | -2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -342 | -344 |
| op overige | -7 | 0 | -2 | -2 | 0 | 0 | 0 | -25 | -34 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemin gen en joint ventures |
-1 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3 | 24 |
| RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 282 | 640 | 305 | 179 | 108 | 17 | 1 | -693 | 2 535 |
| Belastingen | -717 | -98 | -60 | -47 | -26 | 2 | 12 | 980 | 104 |
| Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfs activiteiten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 565 | 542 | 245 | 131 | 82 | 18 | 13 | 287 | 2 639 |
| Toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij |
1 564 | 542 | 245 | 131 | 82 | 18 | 13 | 287 | 2 639 |
| a Waarvan niet-kaskosten | -55 | -18 | -56 | -24 | -13 | -3 | -16 | -102 | -231 |
| Afschrijvingen vaste activa | -57 | -24 | -61 | -25 | -12 | -3 | -21 | -111 | -253 |
| Overige | 2 | 7 | 5 | 1 | -1 | 0 | 5 | 9 | 22 |
| Aanschaffing vaste activa* | 406 | 82 | 93 | 27 | 29 | 9 | 28 | 142 | 722 |
* Vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten, vastgoedbeleggingen, materiële vaste activa, investeringen in geassocieerde ondernemingen en goodwill en andere immateriële vaste activa.
De onderstaande tabel geeft een segmentindeling van enkele belangrijke producten uit de balans.
| Divisie In | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Divisie | Divisie | ternationale | Groeps | ||||||
| (in miljoenen euro) | België | Tsjechië | Markten Waarvan: | center | KBC-groep | ||||
| Hongarije | Slowakije | Bulgarije | Ierland | ||||||
| BALANS 31-12-2014 | |||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
105 885 | 22 047 | 14 860 | 5 220 | 4 856 | 600 | 4 185 | 11 187 | 153 979 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
84 165 | 16 216 | 20 790 | 3 771 | 4 578 | 666 | 11 776 | 1 990 | 123 161 |
| Termijnkredieten exclusief reverse repo's |
41 926 | 6 360 | 5 289 | 1 915 | 1 527 | 284 | 1 562 | 1 792 | 55 366 |
| Hypotheekleningen | 32 318 | 7 251 | 13 561 | 1 320 | 1 807 | 239 | 10 195 | 26 | 53 156 |
| Voorschotten in rekening courant |
2 318 | 922 | 653 | 312 | 329 | 0 | 12 | 161 | 4 054 |
| Financiële leasing | 3 172 | 442 | 523 | 92 | 425 | 0 | 6 | 0 | 4 138 |
| Afbetalingskredieten | 1 088 | 1 028 | 654 | 59 | 452 | 142 | 0 | 0 | 2 770 |
| Overige leningen en voorschotten |
3 343 | 213 | 111 | 72 | 38 | 0 | 0 | 12 | 3 678 |
| BALANS 31-12-2015 | |||||||||
| Deposito's van klanten en schuldpapier, exclusief repo's |
111 136 | 24 075 | 17 089 | 5 862 | 5 263 | 692 | 5 272 | 9 241 | 161 542 |
| Leningen en voorschotten aan klanten, exclusief reverse repo's |
88 017 | 18 005 | 21 035 | 3 552 | 5 462 | 725 | 11 295 | 664 | 127 721 |
| Termijnkredieten exclusief reverse repo's |
43 969 | 7 137 | 5 106 | 1 647 | 1 944 | 204 | 1 311 | 649 | 56 860 |
| Hypotheekleningen | 33 341 | 8 079 | 13 657 | 1 369 | 2 072 | 242 | 9 975 | 0 | 55 078 |
| Voorschotten in rekening courant |
2 271 | 954 | 800 | 284 | 374 | 139 | 4 | 0 | 4 026 |
| Financiële leasing | 3 303 | 527 | 683 | 117 | 566 | 0 | 0 | 0 | 4 512 |
| Afbetalingskredieten | 1 174 | 1 067 | 687 | 67 | 474 | 140 | 5 | 0 | 2 928 |
| Overige leningen en voorschotten |
3 958 | 241 | 102 | 69 | 33 | 0 | 0 | 15 | 4 316 |
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 4 308 | 4 311 |
| Rente-inkomsten | 7 893 | 7 150 |
| Voor verkoop beschikbare activa | 763 | 717 |
| Leningen en vorderingen | 4 510 | 4 085 |
| Tot einde looptijd aangehouden activa | 1 006 | 1 013 |
| Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde | 22 | 41 |
| Subtotaal rente-inkomsten uit financiële activa, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
6 301 | 5 857 |
| Waarvan rente-inkomsten op financiële activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen werden aangelegd | 119 | 94 |
| Activa aangehouden voor handelsdoeleinden | 926 | 807 |
| Afdekkingsderivaten | 459 | 360 |
| Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 208 | 127 |
| Rentelasten | -3 586 | -2 839 |
| Verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | -1 691 | -1 202 |
| Overige, niet gewaardeerd tegen reële waarde | -4 | -8 |
| Subtotaal rentelasten uit financiële verplichtingen, niet gewaardeerd tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-1 695 | -1 210 |
| Verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | -1 093 | -926 |
| Afdekkingsderivaten | -639 | -590 |
| Financiële verplichtingen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | -151 | -103 |
| Nettorentelasten m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | -7 | -10 |
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 56 | 75 |
| Aandelen aangehouden voor handelsdoeleinden | 7 | 9 |
| Aandelen vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de | ||
| winst-en-verliesrekening | 2 | 2 |
| Voor verkoop beschikbare aandelen | 46 | 65 |
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 227 | 214 |
| Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden (inclusief rente en marktwaardeveranderingen van derivaten aange houden voor handelsdoeleinden) |
144 | 211 |
| Andere financiële instrumenten vanaf eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde veranderingen in de winst-en-verliesrekening |
-37 | 71 |
| Waarvan: winst/verlies op eigen kredietrisico | -2 | 17 |
| Wisselbedrijf | 110 | -31 |
| Resultaten uit de verwerking van afdekkingstransacties | 10 | -37 |
| Microhedging | 10 | 2 |
| Reëlewaardeafdekkingen | 4 | -1 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | -465 | -30 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging | 469 | 29 |
| Kasstroomafdekkingen | 6 | 3 |
| Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel | 6 | 3 |
| Afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit, niet-effectieve deel | 0 | 0 |
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter afdekking van het renterisico van een portefeuille | 0 | -1 |
| Reëlewaardeafdekkingen van renterisico | 0 | 1 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afgedekte instrumenten | 18 | -54 |
| Reëlewaardeveranderingen van de afdekkingsderivaten, met inbegrip van beëindiging | -19 | 55 |
| Kasstroomafdekkingen van renterisico | 0 | -1 |
| Reëlewaardeveranderingen van afdekkingsinstrumenten, niet-effectieve deel | 0 | -1 |
| Stopzetting van hedge accounting in geval van kasstroomafdekking | 0 | -38 |
moeten compenseren binnen een marge van 80%-125%. Dat is momenteel het geval.
opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Als dat niet het geval is (als de variabelen dus niet alleen data van observeerbare markten bevatten), wordt de dag 1-winst gereserveerd en opgenomen in de winst-en-verliesrekening tijdens de looptijd en uiterlijk op de eindvervaldag van het financiële instrument. De invloed daarvan is voor KBC verwaarloosbaar.
• Reëlewaardeveranderingen (als gevolg van marking-to-market) van een groot deel van de ALM-afdekkingsinstrumenten (die als tradinginstrumenten worden behandeld) worden ook vermeld onder nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, terwijl de meeste gerelateerde activa niet tegen reële waarde (d.w.z. niet marked-to-market) worden geboekt. Het nettoresultaat van deze financiële instrumenten bedroeg een negatieve 201 miljoen euro vóór belastingen in 2014 en een positieve 101 miljoen euro in 2015.
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 150 | 190 |
| Vastrentende effecten | 64 | 54 |
| Aandelen | 86 | 136 |
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 573 | 1 678 |
| Ontvangen provisies | 2 245 | 2 348 |
| Effecten en assetmanagement | 1 179 | 1 289 |
| Provisies i.v.m. beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling (deposit accounting) | 89 | 81 |
| Verbinteniskredieten | 245 | 266 |
| Betalingsverkeer | 522 | 535 |
| Overige | 209 | 178 |
| Betaalde provisies | -672 | -670 |
| Provisies betaald aan tussenpersonen | -295 | -309 |
| Overige | -377 | -362 |
• Het overgrote deel van de provisies gerelateerd aan kredietverlening is opgenomen onder Nettorente-inkomsten, in het kader van de effectieve rentevoetberekening.
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 94 | 297 |
| Waarvan meer- of minderwaarden als gevolg van | ||
| verkoop van leningen en vorderingen | 3 | 3 |
| verkoop van tot einde looptijd aangehouden activa | 1 | 6 |
| terugkoop van financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs | 0 | -9 |
| andere, waaronder: | 90 | 297 |
| inkomsten uit (voornamelijk operationele) leasingactiviteiten, KBC Lease-groep | 87 | 81 |
| inkomsten van Groep VAB | 69 | 59 |
| meer- of minderwaarden bij desinvesteringen | 21 | 11 |
| moratoriuminteresten | 15 | 0 |
| aanleg van provisie ten gevolge van de nieuwe Hongaarse wet in verband met leningen aan particulieren | -231 | 34 |
| schikking van oud kredietdossier (Bell Group) | 31 | 0 |
| deconsolidatie immobiliënvenootschappen | 0 | 18 |
• Nieuwe Hongaarse wet in verband met leningen aan particulieren: op 4 juli 2014 heeft het Hongaarse parlement een nieuwe wetgeving goedgekeurd die van toepassing is voor de hele Hongaarse banksector (de wet over de regeling van vragen met betrekking tot de uniformiteitsbeslissing van het Hooggerechtshof (de Curia) over kredieten aan particulieren verleend door financiële instellingen). De wet heeft betrekking op kredieten aan particulieren, zowel in vreemde valuta als in Hongaarse forint. In het geval van kredieten aan particulieren in vreemde valuta verbiedt de wet het gebruik van
wisselkoersmarges en moeten de bied-laatspreads die op die kredieten werden toegepast, retroactief gecorrigeerd worden. Met betrekking tot alle kredieten aan particulieren maakt de wet alle unilaterale wijzigingen van rentevoeten en commissies door de banken ongedaan. De nieuwe wet heeft tot gevolg dat KBC in het tweede kwartaal van 2014 een bijkomende eenmalige nettoprovisie van 231 miljoen euro aanlegde (vóór belastingen) voor de correctie van bied-laatspreads en de unilaterale rentewijzigingen. In 2015 werd daarvan, als gevolg van een herinschatting van deze provisie, 34 miljoen euro teruggenomen.
| (in miljoenen euro) Leven Niet-leven rekening Totaal 2014 Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 249 1 286 – 2 535 Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 463 -755 – -2 218 Nettoprovisie-inkomsten -13 -234 – -247 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -2 18 – 16 Algemene beheerskosten -121 -240 – -362 Interne schaderegelingskosten -7 -58 – -66 Indirecte acquisitiekosten -30 -79 – -109 Administratiekosten -84 -103 – -187 Beheerskosten voor beleggingen 0 0 – -1 Technisch resultaat -350 74 – -276 Nettorente-inkomsten – – 675 675 Netto dividendinkomsten – – 40 40 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – – 42 42 Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa – – 96 96 Overige netto-inkomsten – – 2 2 Bijzondere waardeverminderingen – – -34 -34 Toewijzing aan de technische rekeningen 620 101 -721 0 Technisch-financieel resultaat 270 176 99 544 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures – – 3 3 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 270 176 102 547 Belastingen – – – -156 RESULTAAT NA BELASTINGEN – – – 392 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen – – – 0 Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij – – – 391 2015 Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering 1 303 1 338 – 2 642 Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering -1 502 -708 – -2 210 Nettoprovisie-inkomsten -15 -247 – -262 Nettoresultaat uit afgestane herverzekering -2 -27 – -29 Algemene beheerskosten -119 -231 -3 -353 Interne schaderegelingskosten -7 -53 – -60 Indirecte acquisitiekosten -29 -77 – -107 Administratiekosten -82 -101 – -183 Beheerskosten voor beleggingen 0 0 -3 -3 Technisch resultaat -334 125 -3 -212 Nettorente-inkomsten – – 636 636 Nettodividendinkomsten – – 53 53 Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening – – -9 -9 Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa – – 108 108 Overige netto-inkomsten – – -6 -6 Bijzondere waardeverminderingen – – -69 -69 Toewijzing aan de technische rekeningen 574 104 -678 0 Technisch-financieel resultaat 240 228 31 499 Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures – – 3 3 RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN 240 228 34 502 Belastingen – – – -148 RESULTAAT NA BELASTINGEN – – – 355 Toerekenbaar aan minderheidsbelangen – – – 0 |
Niet-technische | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | – | – | – | 354 |
• Cijfers over de verdiende premies bevatten niet de beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling, die ruwweg overeenkomen met de tak 23-producten.
• Als bank-verzekeraar presenteert KBC zijn financiële informatie op een geïntegreerde manier, dus bank- en verzekeringsactiviteiten samen. Meer informatie over de afzonderlijke bankactiviteiten en verzekeringsactiviteiten vindt u in de respectieve jaarverslagen van KBC Bank en KBC Verzekeringen. Toelichting 9 geeft alvast informatie over de verzekeringsresultaten apart. De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep (resultaten betreffende verzekeringen die werden gesloten tussen de bankentiteiten en verzekeringsentiteiten binnen de groep, rente die de verzekeringsondernemingen ontvangen op de bij de bankentiteiten geplaatste deposito's, betaalde provisies van de verzekeringsentiteiten aan de bankkantoren voor de verkoop van verzekeringen, enz.) om een juister beeld te geven van de rentabiliteit van de verzekeringsactiviteiten. Bijkomende informatie over de verzekeringsactiviteiten afzonderlijk vindt u in Toelichtingen 10, 11,
35 en 44 (deel KBC Verzekeringen), in het hoofdstuk Risicobeheer (Overzicht van kredietrisico's verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, Renterisico, Aandelenrisico en Vastgoedrisico verzekeringsactiviteiten, Verzekeringstechnisch risico) en in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid (Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen afzonderlijk).
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 1 249 | 1 303 |
| Opdeling per IFRS-categorie | ||
| Verzekeringscontracten | 765 | 897 |
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 485 | 406 |
| Opdeling per type | ||
| Aangenomen herverzekering | 0 | 0 |
| Rechtstreekse zaken | 1 249 | 1 303 |
| Opdeling van de rechtstreekse zaken | ||
| Individuele premies | 984 | 1 024 |
| Koopsommen | 364 | 393 |
| Periodieke premies | 619 | 631 |
| Premies betreffende groepsverzekeringsovereenkomsten | 265 | 279 |
| Koopsommen | 50 | 49 |
| Periodieke premies | 215 | 230 |
| Totale verkoop levensverzekeringen, inclusief beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling | ||
| Tak 23 | 785 | 722 |
| Tak 21 | 1 107 | 1 071 |
• Conform IFRS passen we voor beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling deposit accounting toe. Dat betekent dat we de premie-inkomsten (en technische lasten) van die contracten niet tonen onder de post Verdiende verzekeringspremies (en technische lasten) vóór herverzekering, maar de marge erop vermelden onder Nettoprovisie-inkomsten. Beleggingscontracten
zonder discretionaire winstdeling komen ruwweg overeen met tak 23-contracten die goed waren voor een premie-inkomen van 0,8 miljard euro in 2014 en 0,7 miljard euro in 2015.
• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep.
| Verdiende premies (vóór herver |
Schade (vóór herver |
Bedrijfskosten (vóór herver |
Afgestane herver |
||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | zekering) | zekering) | zekering) | zekering | Totaal |
| 2014 | |||||
| Totaal | 1 286 | -755 | -474 | 18 | 74 |
| Aangenomen herverzekering | 21 | 22 | -6 | -38 | -2 |
| Rechtstreekse zaken | 1 265 | -777 | -468 | 56 | 76 |
| Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen | 115 | -64 | -38 | 0 | 13 |
| Arbeidsongevallen, tak 1 | 72 | -63 | -19 | -1 | -12 |
| Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 | 342 | -211 | -122 | -2 | 7 |
| Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 | 182 | -130 | -67 | 25 | 10 |
| Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 | 4 | -1 | -1 | 0 | 0 |
| Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 | 391 | -239 | -155 | 37 | 34 |
| Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 | 86 | -43 | -37 | -1 | 5 |
| Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 | 1 | 0 | -1 | 0 | 0 |
| Diverse geldelijke verliezen, tak 16 | 9 | -1 | -3 | -2 | 4 |
| Rechtsbijstand, tak 17 | 45 | -19 | -19 | 0 | 8 |
| Hulpverlening, tak 18 | 17 | -4 | -6 | 0 | 6 |
| 2015 | |||||
| Totaal | 1 338 | -708 | -479 | -27 | 125 |
| Aangenomen herverzekering | 32 | -2 | -8 | 0 | 22 |
| Rechtstreekse zaken | 1 306 | -707 | -470 | -27 | 102 |
| Ongevallen en ziekte, takken 1 en 2, exclusief arbeidsongevallen | 110 | -50 | -36 | 0 | 24 |
| Arbeidsongevallen, tak 1 | 72 | -42 | -18 | -1 | 10 |
| Motorrijtuigen burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 10 | 359 | -240 | -122 | -1 | -5 |
| Motorrijtuigen andere takken, takken 3 en 7 | 193 | -110 | -70 | 1 | 15 |
| Scheepvaart, luchtvaart, transport, takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 | 3 | -1 | -1 | -1 | 0 |
| Brand en andere schade aan goederen, takken 8 en 9 | 403 | -152 | -153 | -21 | 77 |
| Algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid, tak 13 | 87 | -67 | -38 | -3 | -20 |
| Kredieten en borgtochten, takken 14 en 15 | 1 | -1 | 0 | 0 | -1 |
| Diverse geldelijke verliezen, tak 16 | 10 | -5 | -4 | 0 | 1 |
| Rechtsbijstand, tak 17 | 48 | -32 | -19 | 0 | -3 |
| Hulpverlening, tak 18 | 20 | -7 | -9 | 0 | 4 |
• De cijfers zijn vóór eliminatie van transacties tussen de bank- en verzekeringsentiteiten van de groep.
| (in miljoenen euro) 2014 |
2015 |
|---|---|
| Totaal -3 818 |
-3 890 |
| Personeelskosten -2 248 |
-2 245 |
| Algemene beheerskosten -1 303 |
-1 392 |
| Waarvan bankenheffingen -339 |
-417 |
| Afschrijvingen van vaste activa -266 |
-253 |
• Sinds 2000 heeft KBC verschillende aandelenoptieplannen opgezet. De aandelenopties werden toegekend aan alle of bepaalde personeelsleden van de vennootschap en diverse dochterondernemingen. De aandelenopties werden gratis toegekend aan het personeel, dat alleen op het moment van de toekenning de belastingen op de gratis verstrekking moest betalen. De aandelenopties hebben een looptijd van zeven tot tien jaar na de datum van uitgifte (deels verlengd tot 12 jaar) en kunnen, in de jaren waarin ze uitoefenbaar zijn, alleen in juni, september en december worden uitgeoefend. De aandelenopties kunnen ook gedeeltelijk worden uitgeoefend. Een personeelslid kan bij het uitoefenen ofwel de aandelen bewaren op zijn effectenrekening, ofwel ze onmiddellijk verkopen op NYSE Euronext Brussels. Een overzicht van het aantal aandelenopties voor het personeel geven we in de tabel.
| 2014 | 2015 | |||
|---|---|---|---|---|
| Gemiddelde | Gemiddelde | |||
| Opties | Aantal opties1 | uitoefenprijs | Aantal opties1 | uitoefenprijs |
| Uitstaand aan het begin van de periode | 183 526 | 72,69 | 174 660 | 71,95 |
| Toegekend tijdens de periode | 0 | – | 0 | – |
| Uitgeoefend tijdens de periode | -1 566 | 37,50 | -14 200 | 46,45 |
| Vervallen tijdens de periode | -7 300 | 97,94 | -8 380 | 69,95 |
| Uitstaand aan het einde van de periode2 | 174 660 | 71,95 | 152 080 | 74,44 |
| Uitoefenbaar aan het einde van de periode | 174 660 | 71,95 | 152 080 | 74,44 |
1 In equivalenten van aandelen.
2 2015: uitoefenprijzen tussen 46,45 en 89,21 euro, gewogen gemiddelde van de overblijvende contractuele looptijden: 24 maanden.
2014: uitoefenprijzen tussen 37,50 en 89,21 euro, gewogen gemiddelde van de overblijvende contractuele looptijden: 33 maanden.
• Kapitaalverhoging voorbehouden aan personeelsleden van de KBC-groep: zie deel Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie. Dat leidde in 2015 tot het boeken van een beperkt personeelsvoordeel (3 miljoen euro), omdat de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers. Informatie over de (hoogste, laagste, gemiddelde, enz.) koers van het KBC-aandeel vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
• Belangrijkste overeenkomsten op basis van eigen aandelen afgewikkeld met geldmiddelen: de personeelskosten over 2014 omvatten kosten van 4 miljoen euro voor een fantoomaandelenplan; voor 2015 was dat 5 miljoen euro.
| (in aantal) 2014 |
2015 |
|---|---|
| Gemiddeld personeelsbestand, in vte 36 258 |
36 199 |
| Indeling volgens juridische structuur | |
| KBC Bank 26 941 |
27 033 |
| KBC Verzekeringen 4 147 |
4 074 |
| KBC Groep NV (de holding) 5 170 |
5 092 |
| Indeling volgens statuut | |
| Arbeiders 361 |
366 |
| Bedienden 35 612 |
35 560 |
| Directieleden (senior management) 285 |
273 |
• Berekening: de cijfers vermeld in de tabel betreffen jaargemiddelden die inzake scope kunnen afwijken van de eindejaarscijfers die we elders in dit jaarverslag vermelden.
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | -506 | -747 |
| Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen | -587 | -323 |
| Indeling naar type | ||
| Bijzondere waardeverminderingen voor kredieten op balans | -676 | -322 |
| Voorzieningen voor verbinteniskredieten buiten balans | 19 | 9 |
| Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen | 70 | -10 |
| Indeling naar divisie | ||
| België | -205 | -177 |
| Tsjechië | -34 | -36 |
| Internationale Markten | -273 | -82 |
| Groepscenter | -75 | -28 |
| Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa | -29 | -45 |
| Indeling naar type | ||
| Aandelen | -29 | -43 |
| Andere | 0 | -3 |
| Bijzondere waardeverminderingen op goodwill | 0 | -344 |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige | 109 | -34 |
| Immateriële vaste activa (zonder goodwill) | -23 | -7 |
| Materiële vaste activa, inclusief vastgoedbeleggingen | -8 | -27 |
| Tot einde looptijd aangehouden financiële activa | 1 | 0 |
| Geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| Overige | 139 | 0 |
• Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen: betreffen vooral leningen en voorschotten aan klanten. De bijzondere waardeverminderingen in Divisie Internationale Markten omvatten onder andere de waardeverminderingen voor kredieten in Ierland (198 miljoen euro in 2014, 48 miljoen euro in 2015, zie aparte paragraaf), voor Hongarije (47 miljoen euro in 2014, 6 miljoen euro in 2015), voor Slowakije (17 miljoen euro in 2014, 18 miljoen euro in 2015) en voor Bulgarije (10 miljoen euro in 2014, 10 miljoen euro in 2015). De bijzondere waardeverminderingen in Groepscenter omvatten in 2014 onder meer 30 miljoen euro bij Antwerpse Diamantbank, 20 miljoen euro bij KBC Finance Ireland en 14 miljoen euro bij KBC Bank Deutschland, en in 2015 onder meer 21 miljoen euro bij de voormalige Antwerpse Diamantbank (Bedrijvencentrum Diamant na de fusie met KBC Bank).
obligaties (3 miljoen euro). Voor 2014 bevatte deze post uitsluitend waardeverminderingen op aandelen.
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 25 | 24 |
| Waarvan CˇMSS | 23 | 23 |
| (in miljoenen euro) | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal | -657 | 104 |
| Indeling naar type | ||
| Actuele belastingen | -407 | -457 |
| Uitgestelde belastingen | -250 | 562 |
| Componenten van de belastingberekening | ||
| Resultaat vóór belastingen | 2 420 | 2 535 |
| Winstbelastingen tegen het Belgische statutaire tarief | 33,99% | 33,99% |
| Berekende winstbelastingen | -823 | -861 |
| Plus of min belastinggevolgen toe te schrijven aan | ||
| verschillen in belastingtarieven, België-buitenland | 126 | 220 |
| belastingvrije winst | 140 | 143 |
| aanpassingen m.b.t. voorgaande jaren | 17 | -10 |
| aanpassingen beginsaldo uitgestelde belastingen toe te schrijven aan wijziging belastingtarief | 0 | 0 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de huidige belastingkosten te verminderen |
3 | 10 |
| niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden aangewend om de uitgestelde belastingkosten te verminderen |
1 | 1 |
| terugboeking van vroeger erkende uitgestelde belastingvorderingen als gevolg van fiscale verliezen | -14 | 0 |
| liquidatie KBC Financial Holding Inc. | 0 | 910 |
| overige, hoofdzakelijk niet-aftrekbare uitgaven | -108 | -310 |
| Het totaalbedrag van tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, filialen, geasso cieerde ondernemingen en belangen in joint ventures, waarvoor geen uitgestelde belastingverplichtingen zijn opgenomen* |
207 | 314 |
* Bestaat uit de reserves van (al dan niet) gezamenlijke dochtermaatschappijen, geassocieerde ondernemingen en kantoren die bij uitkering voor sommige entiteiten volledig belast zullen worden (voor 100% opgenomen) en waarbij voor een belangrijk aantal entiteiten de DBI-regeling van toepassing is (voor 5% opgenomen, aangezien 95% definitief belast is).
aftrekbaar is voor de moedermaatschappij op het moment van liquidatie, en niet op het moment dat de verliezen effectief werden geleden (meer bepaald 2008 en 2009). Per saldo bedraagt de volledige impact op het resultaat 765 miljoen euro (910 miljoen euro uitgestelde belastingvordering met betrekking tot fiscaal overgedragen verliezen, deels gecompenseerd door -156 miljoen euro (-145 miljoen euro na belastingen) overboeking van wisselkoersverschillen op het eigen vermogen van KBC Financial Holding Inc. naar het resultaat). De boeking van deze uitgestelde belastingvordering heeft in 2015 slechts een beperkte positieve invloed op de solvabiliteit van KBC, ten belope van circa 0,2 procentpunt (fully loaded CET1-ratio berekend onder de Deense compromismethode).
| (in miljoenen euro) 2014 |
2015 |
|---|---|
| Gewone winst per aandeel | |
| Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 762 |
2 639 |
| Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid -337 |
-1 000 |
| Coupon op AT1-instrumenten1 -41 |
-52 |
| Nettoresultaat voor de berekening van gewone winst per aandeel 1 384 |
1 587 |
| Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) 417 |
418 |
| Gewone winst per aandeel (in euro) 3,32 |
3,80 |
| Verwaterde winst per aandeel | |
| Resultaat na belastingen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij 1 762 |
2 639 |
| Coupon/penaltypremie op kernkapitaaleffecten verkocht aan de Belgische en Vlaamse overheid -337 |
-1 000 |
| Coupon op AT1-instrumenten1 -41 |
-52 |
| Nettoresultaat voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel 1 384 |
1 587 |
| Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen eenheden) 417 |
418 |
| Potentieel aantal aandelen die tot verwatering kunnen leiden (in miljoenen eenheden)2 0 |
0 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen voor verwaterde winst (in miljoenen eenheden) 417 |
418 |
| Verwaterde winst per aandeel (in euro) 3,32 |
3,80 |
1 De 41 miljoen euro in 2014 omvat de 39 miljoen euro zoals vermeld in de tabel Geconsolideerde vermogensmutaties en 2 miljoen euro proratering voor de laatste 2 weken van het boekjaar.
2 Er wordt alleen rekening gehouden met de nog uitstaande personeelsopties die een verwaterende invloed kunnen hebben (waarbij de uitoefenprijs onder de marktprijs ligt en als daarvoor eigen aandelen werden aangekocht (0 eind 2015 en 486 eind 2014)).
| Aange | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| houden | Gewaar | Voor | Lenin | Tot einde | Tegen | |||
| voor han | deerd te | verkoop | gen en | looptijd | Afdek | geamor | ||
| (in miljoenen euro) | delsdoel einden |
gen reële waarde1 |
beschik baar |
vorderin gen |
aange houden |
kings derivaten |
tiseerde kostprijs |
Totaal |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings | ||||||||
| ondernemingena | 141 | 1 636 | 0 | 10 812 | – | – | – | 12 590c |
| Leningen en voorschotten aan klantenb | 27 | 1 335 | 0 | 123 189 | – | – | – | 124 551 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 3 291 | – | – | – | 3 291 |
| Afbetalingskredieten | 0 | 0 | 0 | 2 770 | – | – | – | 2 770 |
| Hypotheekleningen | 0 | 33 | 0 | 53 123 | – | – | – | 53 156 |
| Termijnkredieten | 7 | 1 303 | 0 | 55 446 | – | – | – | 56 755 |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 4 138 | – | – | – | 4 138 |
| Voorschotten in rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 4 054 | – | – | – | 4 054 |
| Overige3 | 20 | 0 | 0 | 367 | – | – | – | 387 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 303 | 3 | 1 826 | – | – | – | – | 2 132 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | – | 13 425 | – | – | – | – | – | 13 425 |
| Schuldinstrumenten | 2 894 | 1 763 | 30 564 | 1 207 | 31 799 | – | – | 68 227 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 2 391 | 1 063 | 19 469 | 31 | 30 342 | – | – | 53 296 |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 297 | 293 | 4 427 | 159 | 859 | – | – | 6 035 |
| Van ondernemingen | 206 | 407 | 6 667 | 1 018 | 598 | – | – | 8 896 |
| Derivaten | 8 814 | – | – | – | – | 1 104 | – | 9 918 |
| Overige3 | 3 | – | – | 576 | 0 | 0 | – | 579 |
| Totaal | 12 182 | 18 163 | 32 390 | 135 784 | 31 799 | 1 104 | – | 231 421 |
| a Waarvan reverse repo's2 | 3 319 | |||||||
| b Waarvan reverse repo's2 | 1 389 | |||||||
| c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden | 4 287 | |||||||
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings | ||||||||
| ondernemingena | 0 | 2 107 | 0 | 11 524 | – | – | – | 13 631c |
| Leningen en voorschotten aan klantenb | 0 | 394 | 0 | 127 829 | – | – | – | 128 223 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 3 729 | – | – | – | 3 729 |
| Afbetalingskredieten | 0 | 0 | 0 | 2 928 | – | – | – | 2 928 |
| Hypotheekleningen | 0 | 28 | 0 | 55 050 | – | – | – | 55 078 |
| Termijnkredieten | 0 | 366 | 0 | 56 997 | – | – | – | 57 363 |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 4 512 | – | – | – | 4 512 |
| Voorschotten in rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 4 026 | – | – | – | 4 026 |
| Overige3 | 0 | 0 | 0 | 587 | – | – | – | 587 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 411 | 2 | 2 071 | – | – | – | – | 2 485 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | – | 13 330 | – | – | – | – | – | 13 330 |
| Schuldinstrumenten | 1 785 | 681 | 33 598 | 1 117 | 32 958 | – | – | 70 138 |
| Van publiekrechtelijke emittenten | 1 408 | 120 | 21 892 | 22 | 31 353 | – | – | 54 796 |
| Van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen | 192 | 104 | 4 893 | 158 | 984 | – | – | 6 330 |
| Van ondernemingen | 184 | 456 | 6 813 | 937 | 622 | – | – | 9 013 |
| Derivaten | 8 188 | – | – | – | – | 514 | – | 8 702 |
| Overige3 | 1 | – | – | 835 | 0 | 0 | – | 836 |
| Totaal | 10 385 | 16 514 | 35 670 | 141 305 | 32 958 | 514 | – | 237 346 |
| a Waarvan reverse repo's2 | 5 012 | |||||||
| b Waarvan reverse repo's2 | 502 | |||||||
| c Waarvan leningen en vorderingen aan banken terugbetaalbaar op verzoek en termijnleningen aan banken op minder dan drie maanden | 6 541 | |||||||
| 1 De leningen en voorschotten in de kolom Gewaardeerd tegen reële waarde betreffen overwegend reverserepotransacties en een beperkte portefeuille van woningkredieten. Telkens benadert de boekwaarde het |
maximale kredietrisico.
2 Een reverserepotransactie is een transactie waarbij een partij (KBC) effecten koopt van een andere partij en zich ertoe verbindt die effecten opnieuw te verkopen op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. In de meeste gevallen wordt de reverserepoactiviteit geregeld in een bilateraal overeengekomen raamcontract (meestal de Global Master Repo Agreement), waarin ook de uitwisseling van de waarborgen op periodieke basis wordt beschreven. De in de tabel vermelde reverserepotransacties betreffen voornamelijk het tijdelijk ontlenen van obligaties. Bij die ontlening blijven het risico en de opbrengst van de obligaties bij de tegenpartij. Het bedrag van de reverse repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (uitgeleende) activa.
3 Het betreft financiële activa die niet werden opgenomen bij de leningen en voorschotten aan klanten omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële kredietverlening.
| Aange | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| houden | Gewaar | Voor | Lenin | Tot einde | Tegen | |||
| voor han | deerd te | verkoop | gen en | looptijd | Afdek | geamor | ||
| (in miljoenen euro) | delsdoel einden |
gen reële waarde |
beschik baar |
vorderin gen |
aange houden |
kings derivaten |
tiseerde kostprijs |
Totaal |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingena | 60 | 1 004 | – | – | – | – | 16 628 | 17 692c |
| Deposito's van klanten en schuldpapierb | 367 | 10 352 | – | – | – | – | 151 064 | 161 783 |
| Zichtdeposito's | 0 | 35 | – | – | – | – | 47 011 | 47 046 |
| Termijndeposito's | 69 | 8 028 | – | – | – | – | 31 425 | 39 523 |
| Spaarrekeningen | 0 | 0 | – | – | – | – | 47 455 | 47 455 |
| Deposito's van bijzondere aard | 0 | 0 | – | – | – | – | 1 715 | 1 715 |
| Overige deposito's | 0 | 14 | – | – | – | – | 485 | 499 |
| Depositocertificaten | 9 | 3 | – | – | – | – | 5 922 | 5 935 |
| Kasbons | 0 | 0 | – | – | – | – | 762 | 762 |
| Converteerbare obligaties | 0 | 0 | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare obligaties | 289 | 1 732 | – | – | – | – | 12 741 | 14 761 |
| Converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 0 | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 540 | – | – | – | – | 3 549 | 4 088 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | 12 553 | – | – | – | – | 0 | 12 553 |
| Derivaten | 7 697 | – | – | – | – | 3 491 | – | 11 188 |
| Baisseposities | 325 | – | – | – | – | – | – | 325 |
| In eigenvermogensinstrumenten | 71 | – | – | – | – | – | – | 71 |
| In schuldinstrumenten | 254 | – | – | – | – | – | – | 254 |
| Overige2 | – | – | – | – | – | – | 2 103 | 2 104 |
| Totaal | 8 449 | 23 908 | – | – | – | 3 491 | 169 796 | 205 644 |
| a Waarvan repo's1 | 1 315 | |||||||
| b Waarvan repo's1 | 7 804 | |||||||
| c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 3 539 | |||||||
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015 | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingena | 1 | 1 123 | – | – | – | – | 17 828 | 18 953 c |
| Deposito's van klanten en schuldpapierb | 431 | 10 916 | – | – | – | – | 158 762 | 170 109 |
| Zichtdeposito's | 0 | 0 | – | – | – | – | 55 148 | 55 148 |
| Termijndeposito's | 57 | 9 360 | – | – | – | – | 27 724 | 37 141 |
| Spaarrekeningen | 0 | 0 | – | – | – | – | 50 075 | 50 075 |
| Deposito's van bijzondere aard | 0 | 0 | – | – | – | – | 1 983 | 1 983 |
| Overige deposito's | 0 | 0 | – | – | – | – | 484 | 484 |
| Depositocertificaten | 0 | 10 | – | – | – | – | 6 159 | 6 168 |
| Kasbons | 0 | 0 | – | – | – | – | 1 092 | 1 092 |
| Converteerbare obligaties | 0 | 0 | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare obligaties | 374 | 1 253 | – | – | – | – | 12 576 | 14 203 |
| Converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 0 | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Niet-converteerbare achtergestelde schulden | 0 | 293 | – | – | – | – | 3 522 | 3 815 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | 12 387 | – | – | – | – | 0 | 12 387 |
| Derivaten | 7 487 | 0 | – | – | – | 2 191 | – | 9 677 |
| Baisseposities | 415 | 0 | – | – | – | – | – | 415 |
| In eigenvermogensinstrumenten | 58 | 0 | – | – | – | – | – | 58 |
| In schuldinstrumenten | 357 | 0 | – | – | – | – | – | 357 |
| Overige2 | 0 | 0 | – | – | – | – | 1 792 | 1 792 |
| Totaal a Waarvan repo's1 |
8 334 | 24 426 | – | – | – | 2 191 | 178 383 | 213 333 1 128 |
| b Waarvan repo's1 | 8 567 | |||||||
| c Waarvan deposito's van banken terugbetaalbaar op verzoek en onmiddellijk terugbetaalbaar | 2 593 | |||||||
1 Een repotransactie is een transactie waarbij een partij effecten koopt van een andere partij (KBC) en zich ertoe verbindt die effecten opnieuw te verkopen op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs. In de meeste gevallen wordt de repoactiviteit geregeld in een bilateraal overeengekomen raamcontract (meestal de Global Master Repo Agreement), waarin ook de uitwisseling van de waarborgen op periodieke basis wordt beschreven. De in de tabel vermelde repotransacties betreffen voornamelijk het tijdelijk uitlenen van obligaties. Bij die uitlening blijven het risico en de opbrengst van de obligaties bij KBC. Het bedrag van de repo's is nagenoeg gelijk aan het bedrag van de onderliggende (ontleende) activa.
2 Het betreft financiële verplichtingen die niet werden opgenomen bij de deposito's van klanten omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de commerciële depositowerving.
| Aange houden voor han delsdoel einden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Voor verkoop beschik baar |
Leningen en vorde ringen |
Tot einde looptijd aangehou den |
Afdek kings derivaten |
Tegen geamor tiseerde kostprijs |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2 543 | 1 104 | 8 804 | 78 358 | 16 744 | 87 | – | 107 641 |
| 2 221 | 491 | 5 290 | 28 286 | 8 183 | 112 | – | 44 584 |
| 7 418 | 16 567 | 18 295 | 29 139 | 6 872 | 905 | – | 79 197 |
| 12 182 | 18 163 | 32 390 | 135 784 | 31 799 | 1 104 | – | 231 421 |
| 2 119 | 546 | 7 000 | 80 760 | 16 053 | 14 | – | 106 492 |
| 1 344 | 474 | 6 552 | 33 276 | 8 348 | 86 | – | 50 080 |
| 6 922 | 15 494 | 22 118 | 27 269 | 8 557 | 413 | – | 80 774 |
| 10 385 | 16 514 | 35 670 | 141 305 | 32 958 | 514 | – | 237 346 |
| 1 436 | 12 635 | – | – | – | 231 | 92 010 | 106 313 |
| 1 033 | 838 | – | – | – | 81 | 35 597 | 37 549 |
| 5 979 | 10 435 | – | – | – | 3 179 | 42 189 | 61 782 |
| 8 449 | 23 908 | – | – | – | 3 491 | 169 796 | 205 644 |
| 1 293 | 12 503 | – | – | – | 95 | 98 443 | 112 334 |
| 1 049 | 779 | – | – | – | 135 | 37 780 | 39 744 |
| 5 991 | 11 144 | – | – | – | 1 960 | 42 159 | 61 255 |
| 8 334 | 24 426 | – | – | – | 2 191 | 178 383 | 213 333 |
| (in miljoenen euro) | Aange houden voor han delsdoel einden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Voor verkoop beschik baar |
Leningen en vorde ringen |
Tot einde looptijd aangehou den |
Afdek kings derivaten |
Tegen geamor tiseerde kostprijs |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | ||||||||
| Tot 1 jaar | 1 322 | 3 146 | 3 647 | 47 279 | 2 213 | – | – | 57 608 |
| Meer dan 1 jaar | 1 593 | 8 760 | 26 826 | 81 592 | 29 586 | – | – | 148 357 |
| Niet bepaald* | 9 267 | 6 257 | 1 916 | 6 912 | 0 | 1 104 | – | 25 456 |
| Totaal | 12 182 | 18 163 | 32 390 | 135 784 | 31 799 | 1 104 | – | 231 421 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | ||||||||
| Tot 1 jaar | 468 | 3 251 | 3 434 | 48 161 | 1 967 | – | – | 57 282 |
| Meer dan 1 jaar | 1 317 | 6 625 | 30 090 | 89 924 | 30 991 | – | – | 158 947 |
| Niet bepaald* | 8 600 | 6 638 | 2 145 | 3 220 | 0 | 514 | – | 21 117 |
| Totaal | 10 385 | 16 514 | 35 670 | 141 305 | 32 958 | 514 | – | 237 346 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | ||||||||
| Tot 1 jaar | 517 | 9 480 | – | – | – | – | 99 643 | 109 639 |
| Meer dan 1 jaar | 158 | 9 576 | – | – | – | – | 31 306 | 41 040 |
| Niet bepaald* | 7 774 | 4 853 | – | – | – | 3 491 | 38 847 | 54 965 |
| Totaal | 8 449 | 23 908 | – | – | – | 3 491 | 169 796 | 205 644 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015 | ||||||||
| Tot 1 jaar | 571 | 10 747 | – | – | – | – | 98 462 | 109 781 |
| Meer dan 1 jaar | 225 | 8 108 | – | – | – | – | 28 287 | 36 620 |
| Niet bepaald* | 7 538 | 5 570 | – | – | – | 2 191 | 51 633 | 66 932 |
| Totaal | 8 334 | 24 426 | – | – | – | 2 191 | 178 383 | 213 333 |
* Met Niet bepaald bedoelen we dat de vervaldag onbepaald is of dat het niet zinvol is het financiële instrument volgens vervaldag te klasseren. De financiële activa met niet-bepaalde vervaldag betreffen vooral de afdekkingsderivaten (kolom Afdekkingsderivaten), de tradingderivaten en tradingaandelen (kolom Aangehouden voor handelsdoeleinden), een groot deel van de beleggingscontracten, verzekeringen (kolom Gewaardeerd tegen reële waarde), aandelen voor verkoop beschikbaar (kolom Voor verkoop beschikbaar) en voorschotten in rekening-courant en oninbare/dubieuze vorderingen (kolom Leningen en vorderingen). De financiële verplichtingen met niet-bepaalde vervaldag betreffen vooral de spaarrekeningen (kolom Tegen geamortiseerde kostprijs), de afdekkingsderivaten (kolom Afdekkingsderivaten), de tradingderivaten (kolom Aangehouden voor handelsdoeleinden) en een groot deel van de schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen (kolom Gewaardeerd tegen reële waarde).
• Het verschil tussen de financiële activa op korte termijn en de financiële verplichtingen op korte termijn is onder meer een weerspiegeling van de basisactiviteit van een bank, namelijk het omzetten van deposito's op kortere termijn in kredieten op langere termijn. Dat leidt tot een groter volume deposito's op minder dan één jaar (opgenomen onder de financiële verplichtingen) dan kredieten op minder dan één jaar (opgenomen onder de financiële activa). Die verhouding geeft aanleiding tot een liquiditeitsrisico. Meer informatie over het liquiditeitsrisico vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer.
| (in miljoenen euro) | Aange houden voor handels doeleinden |
Gewaar deerd tegen reële waarde |
Voor verkoop beschik baar |
Lenin gen en vorderin gen |
Tot einde looptijd aangehou den |
Afdek kings derivaten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | |||||||
| Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (unimpaired) |
12 182 | 18 163 | 32 153 | 128 330 | 31 798 | 1 104 | 223 730 |
| Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (impaired) |
– | – | 361 | 13 255 | 6 | – | 13 621 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -124 | -5 801 | -5 | – | -5 930 |
| Totaal | 12 182 | 18 163 | 32 390 | 135 784 | 31 799 | 1 104 | 231 421 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | |||||||
| Activa waarvoor geen bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (unimpaired) |
10 385 | 16 514 | 35 454 | 134 905 | 32 957 | 514 | 230 728 |
| Activa waarvoor bijzondere waardeverminderingen zijn geboekt (impaired) |
– | – | 356 | 12 023 | 6 | – | 12 386 |
| Bijzondere waardeverminderingen | – | – | -140 | -5 623 | -5 | – | -5 768 |
| Totaal | 10 385 | 16 514 | 35 670 | 141 305 | 32 958 | 514 | 237 346 |
• Bijzondere waardevermindering (impairment): dit begrip is relevant voor alle financiële activa die niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening worden geboekt. Vastrentende financiële activa zijn impaired als er een individuele indicatie van een bijzondere waardevermindering bestaat.
Voor leningen is dat het geval als de lening een Probability of Defaultrating (PD, zie verder) van 10, 11 of 12 heeft. De bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld op basis van een schatting van de netto actuele waarde van het recupereerbare bedrag. Daarnaast passen we voor kredieten in de PD-klassen 1 tot 9 op
portefeuillebasis berekende waardeverminderingen (IBNR) toe door middel van een formule die rekening houdt met de expected loss (EL) berekend op basis van intern gebruikte IRB (Internal Rating Based) Advanced-modellen en emergence period (of op een alternatieve manier wanneer een IRB Advanced-model nog niet beschikbaar is).
• PD-klasse: om de PD-klasse te bepalen, ontwikkelde KBC diverse ratingmodellen. De resultaten van die modellen worden gebruikt om de normale kredietportefeuille in te delen in interne ratingklassen gaande van PD 1 (laagste risico) tot PD 9 (hoogste risico). Meer informatie over PD vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, onder Kredietrisico.
| (in miljoenen euro) | Voor verkoop beschikbaar | Tot einde looptijd aangehouden |
Leningen en vorderingen | Voorzie ningen voor verbintenissen en financiële garanties* |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vastrentende activa |
Aandelen | Vastrentende activa |
Met individuele bijzondere waardever mindering |
Met op porte feuillebasis berekende bijzondere waardever mindering |
||
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2014 | ||||||
| Beginsaldo | 0 | 117 | 8 | 5 319 | 261 | 114 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Aangelegd | 0 | 30 | 0 | 1 295 | 64 | 32 |
| Teruggenomen | 0 | -2 | -1 | -620 | -130 | -55 |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||||
| Afschrijvingen | 0 | -16 | 0 | -439 | 0 | -3 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | -5 | 0 | -34 | 1 | 9 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor ver koop en groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 174 | 5 | 0 |
| Overige | 0 | -1 | -3 | -96 | 0 | 61 |
| Eindsaldo | 0 | 124 | 5 | 5 600 | 201 | 158 |
| BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN, 31-12-2015 | ||||||
| Beginsaldo | 0 | 124 | 5 | 5 600 | 201 | 158 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Aangelegd | 3 | 43 | 0 | 826 | 86 | 44 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | -1 | -504 | -78 | -52 |
| Mutaties zonder resultaatsimpact | ||||||
| Afschrijvingen | 0 | -10 | 0 | -494 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor ver koop en groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | -20 | 1 | -18 | 3 | -25 |
| Eindsaldo | 3 | 137 | 5 | 5 410 | 213 | 125 |
* Deze voorzieningen staan op de passiefzijde van de balans. Wijzigingen in dergelijke voorzieningen worden opgenomen bij de bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen in de winst-enverliesrekening.
| (in miljoenen euro) 31-12-2014 |
Minder dan 30 dagen achterstallig |
30 of meer, maar minder dan 90 dagen achterstallig |
|---|---|---|
| Leningen en voorschotten | 2 173 | 603 |
| Schuldinstrumenten | 0 | 0 |
| Derivaten | 0 | 0 |
| Totaal | 2 173 | 603 |
| 31-12-2015 | ||
| Leningen en voorschotten | 2 076 | 417 |
| Schuldinstrumenten | 0 | 0 |
| Derivaten | 0 | 0 |
| Totaal | 2 076 | 417 |
• Achterstallig: financiële activa zijn achterstallig (past due) wanneer een tegenpartij nalaat een betaling te doen op het contractueel afgesproken tijdstip. Het begrip achterstallig geldt per contract en niet per tegenpartij. Als bijvoorbeeld een tegenpartij nalaat haar maandelijkse aflossing te betalen, wordt de volledige lening als
achterstallig beschouwd, maar dat betekent niet dat andere leningen aan die tegenpartij als achterstallig worden beschouwd. Financiële activa die 90 dagen of meer achterstallig zijn, worden altijd als impaired beschouwd.
• Zie Toelichtingen 22 en 40.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bruto | Ontvangen waarborgen/ collateral |
Netto | Ontvangen waarborgen/ Bruto collateral |
|||||
| Maximaal kredietrisico | ||||||||
| Eigenvermogensinstrumenten | 2 132 | 0 | 2 132 | 2 485 | 0 | 2 485 | ||
| Schuldinstrumenten | 68 227 | 59 | 68 167 | 70 138 | 61 | 70 078 | ||
| Leningen en voorschotten | 137 140 | 69 842 | 67 298 | 141 854 | 70 285 | 71 570 | ||
| Waarvan gewaardeerd tegen reële waarde | 2 971 | 2 588 | 384 | 2 501 | 1 028 | 1 473 | ||
| Derivaten | 9 918 | 3 253 | 6 664 | 8 702 | 3 605 | 5 097 | ||
| Overige (inclusief geprorateerde rente) | 28 271 | 4 246 | 24 025 | 29 686 | 4 205 | 25 481 | ||
| Totaal | 245 687 | 77 401 | 168 286 | 252 866 | 78 156 | 174 710 |
• Maximaal kredietrisico van een financieel actief: meestal de brutoboekwaarde na aftrek van de bijzondere
waardeverminderingen. Het maximale kredietrisico bevat, naast de bedragen op de balans, ook het niet-opgenomen deel van de onherroepelijk verstrekte kredietlijnen, de verstrekte financiële garanties en de andere onherroepelijk verstrekte verbintenissen. Die zijn opgenomen onder de post Overige in de tabel.
• De kredietportefeuille omvat het belangrijkste deel van de financiële activa. Op basis van interne managementrapportering lichten we in
het hoofdstuk Risicobeheer (onder Kredietrisico) de samenstelling en kwaliteit van de kredietportefeuille toe. De door de commissaris geauditeerde delen uit dat hoofdstuk sommen we vooraan in dat hoofdstuk op.
• Ontvangen waarborgen (collateral): worden opgenomen tegen marktwaarde en beperkt tot het uitstaande bedrag van de betreffende leningen.
| Financiële instrumenten onderhevig aan netting, afdwingbare netting-raamovereenkomsten en soortgelijke overeenkomsten |
Brutobedrag van erkende financiële in strumenten |
Brutobe dragen van erkende financiële in strumenten die verre kend wor den (netting) |
Nettobe dragen van financiële in strumenten gepresen teerd op de balans |
Bedragen die niet verrekend worden op de balans (netting) |
Nettobedrag | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële | Effecten | ||||||
| (in miljoenen euro) | instru menten |
Kaswaar borgen |
waar borgen |
||||
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | |||||||
| Derivaten | 12 390 | 2 473 | 9 918 | 5 190 | 2 505 | 0 | 2 223 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 9 910 | 0 | 9 910 | 5 190 | 2 505 | 0 | 2 215 |
| Derivaten met central clearing houses* | 2 481 | 2 473 | 8 | 0 | 0 | 0 | 8 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeen | |||||||
| komsten | 6 415 | 1 707 | 4 708 | 645 | 0 | 4 047 | 15 |
| Reverse repo's | 6 415 | 1 707 | 4 708 | 645 | 0 | 4 047 | 15 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 18 805 | 4 180 | 14 626 | 5 835 | 2 505 | 4 047 | 2 238 |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | |||||||
| Derivaten | 11 238 | 2 536 | 8 702 | 4 659 | 2 213 | 0 | 1 831 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 8 695 | 0 | 8 695 | 4 659 | 2 213 | 0 | 1 824 |
| Derivaten met central clearing houses* | 2 543 | 2 536 | 7 | 0 | 0 | 0 | 7 |
| Reverse repo's, geleende effecten en soortgelijke overeen komsten |
8 035 | 2 521 | 5 514 | 340 | 0 | 5 141 | 33 |
| Reverse repo's | 8 035 | 2 521 | 5 514 | 340 | 0 | 5 141 | 33 |
| Geleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 19 273 | 5 057 | 14 216 | 4 999 | 2 213 | 5 141 | 1 863 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | |||||||
| Derivaten | 13 660 | 2 473 | 11 188 | 5 190 | 3 871 | 0 | 2 127 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 11 184 | 0 | 11 184 | 5 190 | 3 871 | 0 | 2 124 |
| Derivaten met central clearing houses* | 2 476 | 2 473 | 3 | 0 | 0 | 0 | 3 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkom sten |
10 827 | 1 707 | 9 120 | 645 | 0 | 8 470 | 4 |
| Repo's | 10 827 | 1 707 | 9 120 | 645 | 0 | 8 470 | 4 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 24 487 | 4 180 | 20 307 | 5 835 | 3 871 | 8 471 | 2 131 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015 | |||||||
| Derivaten | 12 231 | 2 536 | 9 695 | 4 659 | 3 630 | 0 | 1 407 |
| Derivaten, exclusief central clearing houses | 9 684 | 0 | 9 684 | 4 659 | 3 630 | 0 | 1 396 |
| Derivaten met central clearing houses* | 2 547 | 2 536 | 11 | 0 | 0 | 0 | 11 |
| Repo's, uitgeleende effecten en soortgelijke overeenkom | |||||||
| sten | 12 216 | 2 521 | 9 694 | 340 | 0 | 9 332 | 22 |
| Repo's | 12 216 | 2 521 | 9 694 | 340 | 0 | 9 332 | 22 |
| Uitgeleende effecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële instrumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 24 447 | 5 057 | 19 390 | 4 999 | 3 630 | 9 332 | 1 429 |
* Kaswaarborgen, rekening bij centrale clearinghuizen inbegrepen in het brutobedrag
niet aan de criteria voldoet zoals gedefinieerd onder IAS 32. De vermelde bedragen refereren aan die situaties waar netting alleen kan worden toegepast in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen. Hetzelfde principe is van toepassing voor financiële instrumenten die gegeven of ontvangen worden als waarborg. Voor waarborgen ontvangen in de vorm van niet-contanten (in de kolom Effectenwaarborgen onder Bedragen die niet verrekend worden op de balans) zal de waarde in de tabel die zijn die overeenstemt met de marktwaarde en het is die waarde die gebruikt wordt in het geval van verzuim, insolventie of bankroet van een van de tegenpartijen.
genomen. Die waarderingen worden gewogen op basis van de kredietwaardigheid van de tegenpartij, die bepaald wordt door middel van een gequoteerde Credit Default Swap (CDS)-spread, of, als die er niet is, afgeleid wordt uit obligaties waarvan de emittenten karakteristieken vertonen vergelijkbaar met die van de tegenpartij van het financiële instrument (rating, sector, geografische ligging). Voor contracten waarbij de tegenpartij een risico heeft op KBC (in plaats van KBC op de tegenpartij) wordt een DVA (Debt Value Adjustment) bepaald. Die is gelijkaardig aan de CVA, waarbij de verwachte toekomstige negatieve marktwaarde van de contracten in rekening wordt gebracht. FVA (funding value adjustment) is een aanpassing van de marktwaarde van niet-gecollateraliseerde afgeleide financiële instrumenten (derivaten), om bij de waardering rekening te houden met de (toekomstige) financieringskosten of -opbrengsten die gepaard gaan met het afsluiten en indekken van dergelijke instrumenten.
| Reële waarde van financiële instrumenten die niet tegen reële waarde op de balans zijn opgenomen (in miljoenen euro) |
Leningen en vorderingen | Financiële activa tot einde looptijd aangehouden |
tegen geamortiseerde kostprijs | Financiële verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2014 | ||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en | ||||||
| beleggingsondernemingen | 10 812 | 10 953 | – | – | – | – |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 123 189 | 126 392 | – | – | – | – |
| Schuldinstrumenten | 1 207 | 1 400 | 31 799 | 36 001 | – | – |
| Overige | 576 | 576 | – | – | – | – |
| Totaal | 135 784 | 139 322 | 31 799 | 36 001 | – | – |
| Niveau 1 | – | 929 | – | 34 848 | – | – |
| Niveau 2 | – | 19 992 | – | 984 | – | – |
| Niveau 3 | – | 118 401 | – | 169 | – | – |
| FINANCIËLE ACTIVA, 31-12-2015 | ||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en | ||||||
| beleggingsondernemingen | 11 524 | 11 438 | – | – | – | – |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 127 829 | 128 859 | – | – | – | – |
| Schuldinstrumenten | 1 117 | 1 136 | 32 958 | 36 693 | – | – |
| Overige | 835 | 836 | – | – | – | – |
| Totaal | 141 305 | 142 268 | 32 958 | 36 693 | – | – |
| Niveau 1 | – | 231 | – | 35 468 | – | – |
| Niveau 2 | – | 21 350 | – | 794 | – | – |
| Niveau 3 | – | 120 687 | – | 431 | – | – |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2014 | ||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder nemingen |
– | – | – | – | 16 628 | 17 887 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | – | – | – | – | 151 064 | 153 732 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Overige | – | – | – | – | 2 103 | 1 981 |
| Totaal | – | – | – | – | 169 796 | 173 601 |
| Niveau 1 | – | – | – | – | – | 1 052 |
| Niveau 2 | – | – | – | – | – | 78 637 |
| Niveau 3 | – | – | – | – | – | 93 911 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN, 31-12-2015 | ||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsonder | ||||||
| nemingen | – | – | – | – | 17 828 | 17 842 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | – | – | – | – | 158 762 | 159 367 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | – | – | – | – | 0 | 0 |
| Overige | – | – | – | – | 1 792 | 1 743 |
| Totaal | – | – | – | – | 178 383 | 178 952 |
| Niveau 1 | – | – | – | – | – | 75 |
| Niveau 2 | – | – | – | – | – | 83 804 |
| Niveau 3 | – | – | – | – | – | 95 073 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Waarderingshiërarchie | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings |
||||||||
| ondernemingen | 0 | 141 | 0 | 141 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 0 | 27 | 0 | 27 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 294 | 8 | 0 | 303 | 256 | 155 | 0 | 411 |
| Schuldinstrumenten | 1 998 | 634 | 262 | 2 894 | 1 254 | 244 | 287 | 1 785 |
| Waarvan overheidsobligaties | 1 872 | 487 | 32 | 2 391 | 1 157 | 209 | 42 | 1 408 |
| Derivaten | 1 | 6 492 | 2 321 | 8 814 | 0 | 6 133 | 2 055 | 8 188 |
| Overige | 0 | 3 | 0 | 3 | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggings |
||||||||
| ondernemingen | 0 | 1 636 | 0 | 1 636 | 0 | 2 107 | 0 | 2 107 |
| Leningen en voorschotten aan klanten | 0 | 1 309 | 26 | 1 335 | 0 | 366 | 28 | 394 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 3 | 0 | 0 | 3 | 2 | 0 | 0 | 2 |
| Beleggingscontracten, verzekeringen | 13 270 | 156 | 0 | 13 425 | 13 046 | 284 | 0 | 13 330 |
| Schuldinstrumenten | 1 278 | 149 | 337 | 1 763 | 257 | 41 | 383 | 681 |
| Waarvan overheidsobligaties | 1 034 | 29 | 0 | 1 063 | 80 | 40 | 0 | 120 |
| Voor verkoop beschikbaar | ||||||||
| Eigenvermogensinstrumenten | 1 432 | 0 | 393 | 1 826 | 1 641 | 19 | 411 | 2 071 |
| Schuldinstrumenten | 26 349 | 3 051 | 1 163 | 30 564 | 28 814 | 3 486 | 1 298 | 33 598 |
| Waarvan overheidsobligaties | 18 331 | 982 | 156 | 19 469 | 20 761 | 687 | 444 | 21 892 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 1 104 | 0 | 1 104 | 0 | 514 | 0 | 514 |
| Totaal | 44 624 | 14 711 | 4 503 | 63 839 | 45 271 | 13 348 | 4 462 | 63 082 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en | ||||||||
| beleggingsondernemingen | 0 | 60 | 0 | 60 | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 0 | 326 | 41 | 367 | 0 | 429 | 2 | 431 |
| Derivaten | 2 | 5 359 | 2 335 | 7 697 | 0 | 5 428 | 2 058 | 7 487 |
| Baisseposities | 325 | 0 | 0 | 325 | 415 | 0 | 0 | 415 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Gewaardeerd tegen reële waarde | ||||||||
| Deposito's van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
0 | 1 004 | 0 | 1 004 | 0 | 1 123 | 0 | 1 123 |
| Deposito's van klanten en schuldpapier | 0 | 9 928 | 424 | 10 352 | 0 | 10 321 | 594 | 10 916 |
| Schulden m.b.t. beleggingscontracten | 12 552 | 1 | 0 | 12 553 | 12 386 | 0 | 0 | 12 387 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afdekkingsderivaten | ||||||||
| Derivaten | 0 | 3 491 | 0 | 3 491 | 0 | 2 191 | 0 | 2 191 |
| Totaal | 12 879 | 20 170 | 2 800 | 35 848 | 12 801 | 19 495 | 2 654 | 34 950 |
• De IAS 39-waarderingshiërarchie verdeelt de waarderingstechnieken, samen met de respectieve waarderingsparameters waarop die gebaseerd zijn, op basis van prioriteit, in drie niveaus. De waarderingshiërarchie kent de hoogste prioriteit toe aan parameters van niveau 1.
Dat betekent dat, als er een actieve markt bestaat, gepubliceerde prijsnoteringen moeten worden gebruikt om het financiële actief of passief tegen reële waarde te waarderen. Parameters van niveau 1 zijn gepubliceerde (genoteerde) prijzen afkomstig van een beurs, een handelaar, een makelaar, een sectorgroep, een waarderingsdienst (pricing service) of een regelgevende instantie. Die prijzen zijn op een eenvoudige wijze en op regelmatige basis beschikbaar en zijn ontleend aan huidige en regelmatig uitgevoerde markttransacties tussen onafhankelijke partijen op actieve markten die voor KBC toegankelijk zijn. De reële waarde is dan gebaseerd op de marktwaarde die wordt afgeleid van de huidige beschikbare transactieprijzen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.
Als er geen prijsnoteringen beschikbaar zijn, bepaalt de rapporterende entiteit de reële waarde met behulp van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare of niet-waarneembare parameters. Het gebruik van waarneembare parameters moet worden gemaximaliseerd, terwijl het gebruik van niet-waarneembare parameters moet worden geminimaliseerd. Waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 2 genoemd. Ze weerspiegelen alle factoren die marktdeelnemers bij de waardering van het actief of de verplichting tegen reële waarde in beschouwing zouden nemen op basis van marktgegevens afkomstig van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterende entiteit. Waarneembare waarderingsparameters zijn bijvoorbeeld de risicovrije rente, wisselkoersen van vreemde valuta, aandelenkoersen en de impliciete volatiliteit. Waarderingstechnieken op basis van waarneembare parameters zijn onder andere: de verdiscontering van
toekomstige kasstromen, de vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument. Niet-waarneembare parameters worden ook parameters van niveau 3 genoemd. Ze zijn gebaseerd op de assumpties die marktpartijen volgens de rapporterende entiteit zouden gebruiken bij de waardering van het actief of de verplichting (inclusief assumpties over de betrokken risico's). Niet-waarneembare parameters weerspiegelen een markt die niet actief is. Waarderingsparameters die benaderingen zijn voor niet-waarneembare parameters (proxy) en correlatiefactoren kunnen worden beschouwd als niet-waarneembaar op de markt.
| Soort instrument | Producten | Type waardering | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Liquide financiële instrumenten waarvoor genoteerde koersen regelmatig beschikbaar zijn |
Valutacontantcontracten, beursgenoteerde financiële futures, beursgenoteerde opties, beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde fondsen (ETF), liquide overheidsobligaties, andere liquide obligaties, liquide asset backed securities op actieve markten |
Mark-to-market (gepubliceerde prijsnoteringen op een actieve markt) |
|||
| (Cross-Currency) Renteswaps (IRS), valutaswaps, valutatermijncontracten, rentetermijncontracten (FRA), inflatieswaps, dividendswaps, commodity swaps, reverse floaters, opties op obligatiefutures, opties op rentefutures, overnight index swaps, FX reset |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
|||||
| Plain vanilla / liquide derivaten | Caps en floors, renteopties, Europese en Amerikaanse aandelenopties, Europese en Amerikaanse valutaopties, forward start-opties, digitale valutaopties, FX strips van eenvoudige opties, Europese swaptions, constant maturity swaps (CMS), European cancelable IRS, compound options |
Waarderingsmodel voor opties op basis van waarneembare parameters (bv. volatiliteit) |
||||
| Credit default swaps (CDS) | CDS-model op basis van credit spreads | |||||
| Niveau 2 | Lineaire financiële activa (zonder optionele kenmerken) – cashinstrumenten |
Deposito's, eenvoudige kasstromen, transacties in het kader van repo's |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
|||
| Asset Backed Securities | Halfliquide asset backed securities | Prijsstelling door derden (bv. leadmanager); prijscontrole a.d.h.v. alternatieve observeerbare marktgegevens, of via vergelijkbare spreadmethode |
||||
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC Ifima (passiva), hypotheekobligaties op het actief van Cˇ SOB |
Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van observeerbare parameters |
||||
| Lineaire financiële passiva (cashinstrumenten) | Leningen, thesauriebewijzen | Verdiscontering van toekomstige kasstromen op basis van verdisconterings- en inschattingscurves (op basis van gepubliceerde depositoquoteringen, FX swaps en (CC)IRS) |
||||
| Exotische derivaten | Target profit forwards, target strike forwards, Bermudan swaptions, digitale renteopties, quanto renteopties, digitale aandelenopties, Aziatische aandelenopties, barrieropties op aandelen, quanto digital FX options, FX Asian options, FX European barrier options, FX simple digital barrier options, FX touch rebate, double average rate options, inflatieopties, cancelable reverse floaters, American and Bermudan cancelable IRS, CMS spread options, CMS interest rate caps/floors, (callable) range accruals, outperformance options, autocallable options |
Waarderingsmodel voor opties op basis van niet waarneembare parameters (bv. correlatie) |
||||
| Niveau 3 | Illiquide instrumenten met kredietkoppeling | Collateralised debt obligations (notes) | Waarderingsmodel op basis van de correlatie tussen de respectieve defaultkansen van de onderliggende activa |
|||
| Private Equity Investments | Private equity en niet-genoteerde deelnemingen | Op basis van de waarderingsrichtlijnen van de EVCA (European Private Equity & Venture Capital Association) |
||||
| Illiquide obligaties / ABS | Illiquide (hypotheek-)obligaties / Asset backed securities die indicatief worden geprijsd door één prijsleverancier op een niet-actieve markt |
Prijsstelling door derden (bv. leadmanager), geen prijscontrole mogelijk ten gevolge van gebrek aan beschikbare/betrouwbare alternatieve marktgegevens |
||||
| Schuldinstrumenten | Eigen uitgiftes door KBC (KBC Ifima) | Verdiscontering van toekomstige kasstromen en waardering van gerelateerde derivaten op basis van niet-observeerbare parameters (indicatieve prijsstelling door derden voor de derivaten) |
Mutatietabel met betrekking tot activa en verplichtingen in niveau 3 van de waarderingshiërarchie, 2014 (in miljoenen euro) Financiële activa gewaardeerd volgens niveau 3
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | Gewaardeerd tegen reële waarde | Voor verkoop beschikbaar |
Afdek kingsde rivaten |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Leningen en voor schotten |
Eigenvermogens instrumenten |
Beleggingscontrac ten, verzekeringen |
Schuldinstrumenten | Derivaten | Leningen en voor schotten |
Eigenvermogens instrumenten |
Beleggingscontrac ten, verzekeringen |
Schuldinstrumenten | Eigenvermogens instrumenten |
Schuldinstrumenten | Derivaten | |
| Beginsaldo | 0 | 1 | 0 | 342 | 2 141 | 24 | 5 | 0 | 352 | 300 | 1 472 | 0 |
| Winsten en verliezen | 0 | 0 | 0 | 17 | 253 | 1 | 0 | 0 | 0 | 41 | -11 | 0 |
| In winst-en-verliesrekening* | 0 | 0 | 0 | 17 | 253 | 1 | 0 | 0 | 0 | 4 | -24 | 0 |
| In eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 37 | 13 | 0 |
| Aanschaffingen | 0 | 0 | 0 | 2 | 305 | 0 | 0 | 0 | 18 | 23 | 835 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 | -20 | -77 | 0 | -5 | 0 | -2 | -6 | -74 | 0 |
| Afwikkelingen | 0 | 0 | 0 | -61 | -312 | -3 | 0 | 0 | -16 | -1 | -464 | 0 |
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 110 | 0 |
| Overdracht vanuit niveau 3 | 0 | 0 | 0 | -31 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -687 | 0 |
| Overdracht van/naar vaste activa aangehouden voor verkoop |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 0 | 0 | 14 | 11 | 3 | 0 | 0 | 36 | 0 | 1 | 0 |
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -22 | -3 | -20 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -29 | 39 | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 0 | 0 | 0 | 263 | 2 321 | 26 | 0 | 0 | 337 | 393 | 1 163 | 0 |
| Totale winsten (positieve cijfers) en verliezen (negatieve cijfers) opgenomen in winst-en-verlies rekening voor activa aan het einde van de periode |
0 | 0 | 0 | 22 | 304 | 1 | 1 | 0 | 10 | -1 | 6 | 0 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3 | Aangehouden voor handelsdoeleinden | Gewaardeerd tegen reële waarde | Afdekkings derivaten |
|||||||||
| kredietinstellingen Deposito's van |
Deposito's van klan ten en schuldpapier |
Schulden m.b.t. be leggingscontracten |
Derivaten | Baisseposities | Overige | Deposito's van | Deposito's van klan kredietinstellingen |
ten en schuldpapier | Schulden m.b.t. be leggingscontracten |
Overige | Derivaten | |
| Beginsaldo | 0 | 102 | 0 | 2 542 | 13 | 0 | 0 543 |
0 | 0 | 0 | ||
| Winsten en verliezen | 0 | 1 | 0 | -58 | 0 | 0 | 0 | -25 | 0 | 0 | 0 | |
| In winst-en-verliesrekening* | 0 | 1 | 0 | -58 | 0 | 0 | 0 | -25 | 0 | 0 | 0 | |
| In eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Uitgiften | 0 | 0 | 0 | 293 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Terugkopen | 0 | -5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 -119 |
0 | 0 | 0 | ||
| Afwikkelingen | 0 | -66 | 0 | -452 | -13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht vanuit niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht van/naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 7 | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 23 |
0 | 0 | 0 | ||
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Eindsaldo | 0 | 41 | 0 | 2 335 | 0 | 0 | 0 424 |
0 | 0 | 0 | ||
| Totale winsten (negatieve cijfers) en verliezen (positieve cijfers) opgenomen in winst-en-verlies rekening voor verplichtingen aan |
||||||||||||
| het einde van de periode | 0 | 0 | 0 | 329 | 0 | 0 | 0 | -8 | 0 | 0 | 0 |
* Voornamelijk opgenomen in het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa.
| Voor verkoop | Afdek kingsde |
|||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Leningen en voor schotten |
Aangehouden voor handelsdoeleinden Eigenvermogens instrumenten |
Beleggingscontrac ten, verzekeringen |
Schuldinstrumenten | Derivaten | Leningen en voor schotten |
Gewaardeerd tegen reële waarde Eigenvermogens instrumenten |
Beleggingscontrac ten, verzekeringen |
Schuldinstrumenten | Eigenvermogens instrumenten |
beschikbaar Schuldinstrumenten |
rivaten Derivaten |
|
| Beginsaldo | 0 | 0 | 0 | 263 | 2 321 | 26 | 0 | 0 | 337 | 393 | 1 163 | 0 |
| Winsten en verliezen | 0 | 0 | 0 | 2 | -195 | 2 | 2 | 0 | -42 | 73 | 30 | 0 |
| In winst-en-verliesrekening* | 0 | 0 | 0 | 2 | -195 | 2 | 2 | 0 | -42 | -12 | 0 | 0 |
| In eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 85 | 30 | 0 |
| Aanschaffingen | 0 | 0 | 0 | 78 | 372 | 0 | 0 | 0 | 70 | 3 | 546 | 0 |
| Vervreemdingen | 0 | 0 | 0 | -57 | -2 | 0 | -2 | 0 | -18 | -20 | -58 | 0 |
| Afwikkelingen | 0 | 0 | 0 | -13 | -446 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -28 | 0 |
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 | 211 | 0 |
| Overdracht vanuit niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -44 | -568 | 0 |
| Overdracht van/naar vaste activa | ||||||||||||
| aangehouden voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 0 | 0 | 15 | 5 | 0 | 0 | 0 | 35 | -8 | 1 | 0 |
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 0 | 0 | 0 | 287 | 2 055 | 28 | 0 | 0 | 383 | 411 | 1 298 | 0 |
| Totale winsten (positieve cijfers) en verliezen (negatieve cijfers) opgenomen in winst-en-verlies rekening voor activa aan het einde van de periode |
0 | 0 | 0 | 2 | -57 | 2 | 0 | 0 | -34 | -3 | 0 | 0 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd volgens niveau 3 | ||||||||||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | Gewaardeerd tegen reële waarde | Afdekkings derivaten |
||||||||||
| kredietinstellingen Deposito's van |
Deposito's van klan ten en schuldpapier |
Schulden m.b.t. be leggingscontracten |
Derivaten | Baissepositie | Overige | kredietinstellingen Deposito's van |
Deposito's van klan ten en schuldpapier |
Schulden m.b.t. be | leggingscontracten | Overige | Derivaten | |
| Beginsaldo | 0 | 41 | 0 | 2 335 | 0 | 0 | 0 | 424 | 0 | 0 | 0 | |
| Winsten en verliezen | 0 | 0 | 0 | -148 | 0 | 0 | 0 | -79 | 0 | 0 | 0 | |
| In winst-en-verliesrekening* | 0 | 0 | 0 | -148 | 0 | 0 | 0 | -79 | 0 | 0 | 0 | |
| In eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Uitgiften | 0 | 0 | 0 | 324 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Terugkopen | 0 | 0 | 0 | -4 | 0 | 0 | 0 | -165 | 0 | 0 | 0 | |
| Afwikkelingen | 0 | -43 | 0 | -449 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdracht naar niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Overdracht vanuit niveau 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van/naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 21 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in de consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 394 | 0 | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 0 | 2 | 0 | 2 058 | 0 | 0 | 0 | 594 | 0 | 0 | 0 |
| Totale winsten (negatieve cijfers) en verliezen (positieve cijfers) opgenomen in winst-en-verlies rekening voor verplichtingen aan het einde van de periode |
0 | 0 | 0 | -57 | 0 | 0 | 0 | -28 | 0 | 0 | 0 |
* Voornamelijk opgenomen in het Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde, Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa en Bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa.
Jaarverslag KBC 2015 191
naar een verwaarloosbaar bedrag op 31 december 2014 en op 31 december 2015. De overblijvende kleine waardeschommelingen zijn toe te schrijven aan het feit dat er nog tot 7 oktober 2017 voor 0,2 miljard euro aan CDO-notes bij beleggers uitstaan waarvan KBC zelf tegenpartij en emittent is. Die CDO-notes kunnen nog in waarde schommelen, vooral door de ontwikkeling van de credit spreads op de onderliggende portefeuille.
| Eigen schulduitgiften gewaardeerd tegen reële waarde | ||
|---|---|---|
| (in miljoenen euro) (+: winst, -: verlies, bedragen vóór belastingen) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
| Invloed van de verandering in eigen credit spreads op de winst-en-verliesrekening | -2 | 17 |
| Totale gecumuleerde invloed op balansdatum | -31 | -14 |
• De reële waarde van financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening houdt rekening met het eigen kredietrisico. Een belangrijk deel van de financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening betreft KBC Ifima-uitgiften. Voor de waardering van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening houden we rekening met het eigen kredietrisico door het gebruik van de
effectieve financieringsspread van KBC. De totale reële waarde van KBC Ifima-uitgiften gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening bedroeg ongeveer 1,3 miljard euro op 31 december 2015, rekening houdend met het eigen kredietrisico van KBC. Resultaten van gevoeligheidstoetsen op de totale reële waarde van KBC Ifimauitgiften waarbij de effectieve financieringsspread verschoven wordt, worden weergegeven in de onderstaande tabel.
| (in miljarden euro) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Spreads -50% |
Spreads -20% |
Spreads -10% |
Spreads +10% |
Spreads +20% |
Spreads +50% |
|
| 31-12-2014 | -0,01 | -0,00 | -0,00 | +0,00 | +0,00 | +0,01 |
| 31-12-2015 | -0,01 | -0,00 | -0,00 | +0,00 | +0,00 | +0,01 |
• Als we geen rekening houden met de invloed van veranderingen in het kredietrisico, is het verschil tussen de boekwaarde en de terugbetalingsprijs van de financiële verplichtingen gewaardeerd
tegen reële waarde met waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening beperkt (minder dan 0,2 miljard euro).
| (in miljoenen euro) | |||
|---|---|---|---|
| Boekwaarde | 711 | ||
| Reële waarde | 735 | ||
| Indien niet geherklasseerd (voor verkoop beschikbaar) |
Na herclassificatie (leningen en vorderingen) |
Invloed | |
| Invloed op uitstaande herwaarderingsreserve (voor verkoop beschikbare financiële activa), vóór belastingen |
-65 | -90 | -25 |
| Invloed op winst-en-verliesrekening, vóór belastingen | 0 | 0 | 0 |
• Herclassificaties: in oktober 2008 publiceerde de IAS Board aanpassingen van IAS 39 en IFRS 7 onder de noemer herclassificatie van financiële activa. Naar aanleiding van die aanpassingen heeft de KBC-groep een aantal activa geherklasseerd van de categorie Voor verkoop beschikbaar naar de categorie Leningen en vorderingen, omdat die activa minder liquide waren geworden. Die activa voldeden op de datum van de herclassificatie aan de definitie van Leningen en vorderingen en de groep heeft de intentie en de mogelijkheid om die activa aan te houden voor de voorzienbare toekomst of tot op de vervaldag. KBC heeft ervoor gekozen die herclassificaties door te voeren op 31 december 2008. Op de datum van de herclassificatie (31 december 2008) bedroeg de verwachte recupereerbare kasstroom voor die activa 5 miljard euro en varieerde de effectieve rentevoet tussen 5,88% en 16,77%. De bovengenoemde herclassificaties resulteerden in een negatief effect van 25 miljoen euro op het eigen vermogen en in geen effect op winst-en-verliesrekening.
• Overige herclassificaties (niet inbegrepen in de tabel):
| Voor handelsdoeleinden | Microhedging: reëlewaardeafdekkingen | Microhedging: kasstroomafdekkingen* | Reëlewaardeafdekkingstransacties ter af- | dekking van het renterisico van een porte- | feuille | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gecontracteerde | Gecontracteerde | Gecontracteerde | Gecontracteerde be- | |||||||||||||
| Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | dragen | |||||||||
| (in miljoenen euro) | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
kocht Aange- |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
kocht Aange- |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht |
| 31-12-2014 | ||||||||||||||||
| Totaal | 8 814 | 7 697 | 380 492 | 377 541 | 426 | 736 | 25 223 | 25 223 | 650 | 2 610 | 25 711 | 25 647 | 28 | 144 | 2 749 | 2 749 |
| Indeling naar type | ||||||||||||||||
| Rentecontracten | 5 304 | 4 596 | 217 557 | 214 711 | 426 | 736 | 25 223 | 25 223 | 642 | 2 600 | 25 525 | 25 525 | 28 | 144 | 2 749 | 2 749 |
| Renteswaps | 4 120 | 4 056 | 148 425 | 149 039 | 426 | 736 | 25 223 | 25 223 | 642 | 2 600 | 25 525 | 25 525 | 28 | 144 | 2 749 | 2 749 |
| Rentetermijncontracten | 0 | 3 | 1 880 | 2 385 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 3 | 3 | 12 879 | 13 727 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 1 181 | 534 | 54 374 | 49 560 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Forwards | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valutacontracten | 1 339 | 982 | 125 336 | 126 203 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7 | 10 | 186 | 122 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valutatermijncontracten | 189 | 180 | 17 419 | 17 394 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 31 | 31 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valuta- en renteswaps | 1 028 | 621 | 95 689 | 95 268 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7 | 9 | 155 | 91 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 284 | 284 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 121 | 180 | 11 944 | 13 257 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelencontracten | 2 016 | 2 022 | 32 162 | 31 912 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelenswaps | 1 674 | 1 704 | 30 120 | 30 120 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Forwards | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 342 | 318 | 2 042 | 1 793 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Warrants | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Kredietcontracten | 105 | 46 | 4 826 | 4 104 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Creditdefaultswaps | 105 | 46 | 4 826 | 4 104 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Creditspreadopties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totalreturnswaps | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Grondstoffen- en andere contracten |
51 | 51 | 611 | 611 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.
| Reëlewaardeafdekkingstransacties ter af dekking van het renterisico van een porte |
||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voor handelsdoeleinden | Microhedging: reëlewaardeafdekkingen | Microhedging: kasstroomafdekkingen* | feuille | |||||||||||||
| Gecontracteerde | Gecontracteerde | Gecontracteerde | Gecontracteerde | |||||||||||||
| Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | bedragen | Boekwaarde | bedragen | |||||||||
| (in miljoenen euro) | Activa | Verplich tingen |
Aange- kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
kocht Aange- |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht | Activa | Verplich- tingen |
Aange- kocht |
Verkocht |
| 31-12-2015 | ||||||||||||||||
| Totaal | 8 188 | 7 487 | 374 627 | 376 167 | 127 | 469 | 31 073 | 31 065 | 356 | 1 708 | 26 724 | 26 718 | 31 | 13 | 7 809 | 7 569 |
| Indeling naar type | ||||||||||||||||
| Rentecontracten | 4 458 | 4 283 | 207 334 | 206 585 | 127 | 469 | 31 065 | 31 065 | 346 | 1 703 | 26 607 | 26 607 | 31 | 13 | 7 809 | 7 569 |
| Renteswaps | 3 546 | 3 854 | 155 102 | 155 321 | 127 | 469 | 31 065 | 31 065 | 346 | 1 703 | 26 607 | 26 607 | 31 | 13 | 6 765 | 6 524 |
| Rentetermijncontracten | 0 | 3 | 1 525 | 2 062 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 6 066 | 8 135 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 912 | 425 | 44 637 | 41 063 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 045 | 1 045 |
| Forwards | 0 | 0 | 3 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valutacontracten | 1 814 | 1 340 | 133 090 | 136 179 | 0 | 0 | 8 | 0 | 10 | 5 | 117 | 111 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valutatermijncontracten | 149 | 192 | 18 381 | 18 409 | 0 | 0 | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Valuta- en renteswaps | 1 434 | 1 032 | 104 376 | 104 146 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 | 5 | 117 | 111 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 67 | 67 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 231 | 117 | 10 266 | 13 557 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelencontracten | 1 717 | 1 721 | 32 141 | 31 842 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelenswaps | 1 409 | 1 422 | 28 961 | 28 962 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Forwards | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Futures | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Opties | 308 | 299 | 3 154 | 2 880 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Warrants | 0 | 0 | 26 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Kredietcontracten | 66 | 8 | 916 | 413 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Creditdefaultswaps | 66 | 8 | 916 | 413 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Creditspreadopties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totalreturnswaps | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Grondstoffen- en andere contracten |
133 | 134 | 1 147 | 1 148 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Inclusief afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit.
marktwaardeschommelingen van de ingedekte activa en passiva.
marktwaardeschommeling van het derivaat in eigen vermogen worden geboekt in een cash flow hedge reserve.
| Verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsderivaten (in miljoenen euro) | Instroom | Uitstroom |
|---|---|---|
| Maximaal 3 maanden | 11 | -15 |
| Meer dan 3 maanden en maximaal 6 maanden | 20 | -56 |
| Meer dan 6 maanden en maximaal 1 jaar | 44 | -115 |
| Meer dan 1 jaar en maximaal 2 jaar | 102 | -338 |
| Meer dan 2 jaar en maximaal 5 jaar | 340 | -932 |
| Meer dan 5 jaar | 1 409 | -2 139 |
| (in miljoenen euro) 31-12-2014 |
31-12-2015 |
|---|---|
| Totaal 1 480 |
1 487 |
| Vorderingen uit hoofde van rechtstreekse verzekeringsverrichtingen 349 |
376 |
| Vorderingen uit hoofde van herverzekeringsverrichtingen 13 |
17 |
| Overige vorderingen en opgevraagd, niet-gestort kapitaal 0 |
0 |
| Deposito's bij cederende ondernemingen 13 |
216 |
| Te ontvangen opbrengsten (andere dan renteopbrengsten uit financiële activa) 281 |
26 |
| Overige 824 |
852 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| ACTUELE BELASTINGEN | ||
| Actuele belastingvorderingen | 88 | 107 |
| Actuele belastingverplichtingen | 98 | 109 |
| UITGESTELDE BELASTINGEN | 1 127 | 1 680 |
| Uitgestelde belastingvorderingen, per type van tijdelijk verschil | 2 279 | 2 829 |
| Personeelsbeloningen | 198 | 191 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 540 | 1 146 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 48 | 32 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 53 | 38 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 230 | 218 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
267 | 244 |
| Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
844 | 828 |
| Technische voorzieningen | 33 | 29 |
| Overige | 65 | 103 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen, per type van tijdelijk verschil | 1 152 | 1 150 |
| Personeelsbeloningen | 2 | 91 |
| Fiscaal overgedragen verliezen | 0 | 0 |
| Materiële en immateriële vaste activa | 101 | 103 |
| Voorziening voor risico's en kosten | 1 | 1 |
| Bijzondere waardeverminderingen voor verliezen op leningen en voorschotten | 7 | 8 |
| Financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening en reëlewaardeafdekkingen |
48 | 45 |
| Reëlewaardeveranderingen, voor verkoop beschikbare financiële activa, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse entiteiten |
776 | 665 |
| Technische voorzieningen | 126 | 134 |
| Overige | 89 | 102 |
| Netto opgenomen in de balans als volgt | ||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 1 726 | 2 228 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 599 | 549 |
| Niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden | 1 283 | 492 |
De nettowijziging van de uitgestelde belastingen (+553 miljoen euro in 2015) is als volgt verdeeld:
Toename van uitgestelde belastingvorderingen: +550 miljoen euro;
van de marktwaarde van kasstroomafdekkingen: -126 miljoen euro;
+6 miljoen euro;
tot niet gerealiseerde resultaten erkend in eigen vermogen gerelateerd aan wijzigingen van toegezegdpensioenregelingen: +88 miljoen euro;
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 204 | 207 |
| Overzicht van investeringen inclusief goodwill | ||
| CˇMSS | 175 | 179 |
| Overige | 28 | 28 |
| Goodwill op geassocieerde ondernemingen en joint ventures | ||
| Brutobedrag | 0 | 0 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Indeling naar type | ||
| Niet-beursgenoteerd | 204 | 207 |
| Beursgenoteerd | 0 | 0 |
| Reële waarde van investeringen in beursgenoteerde geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 0 |
| MUTATIETABEL | 2014 | 2015 |
| Beginsaldo, 1 januari | 182 | 204 |
| Overnames | 0 | 0 |
| Boekwaarde overboekingen | 0 | 0 |
| Aandeel in het resultaat voor de periode | 25 | 24 |
| Kapitaalverhoging | 0 | 0 |
| Uitgekeerde dividenden | -30 | -23 |
| Aandeel in de winsten en verliezen niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 11 | -2 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 7 |
| Wijzigingen in goodwill | 0 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 |
| Overige mutaties | 16 | -4 |
| Eindsaldo, 31 december | 204 | 207 |
Financiële activa: 2 773 (3 089)
Niet-financiële activa: 30 (28)
• Goodwill betaald op geassocieerde ondernemingen en joint ventures: is opgenomen in het nominale bedrag van Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures in de balans. We
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Materiële vaste activa | 2 278 | 2 299 | |||
| Vastgoedbeleggingen | 568 | 438 | |||
| Huurinkomsten | 66 | 54 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die huurinkomsten hebben gegenereerd | 18 | 15 | |||
| Directe exploitatiekosten die voortvloeien uit vastgoedbeleggingen die geen huurinkomsten hebben gegenereerd | 1 | 0 | |||
| MUTATIETABEL | Terreinen en gebouwen |
IT-apparatuur | Overige uit rusting |
Totaal ma teriële vaste activa |
Vastgoed beleggingen |
| 2014 | |||||
| Beginsaldo | 1 362 | 133 | 962 | 2 457 | 598 |
| Aanschaffingen | 78 | 42 | 321 | 441 | 19 |
| Vervreemdingen | -152 | -1 | -126 | -279 | -49 |
| Afschrijvingen | -72 | -55 | -27 | -154 | -28 |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Opgenomen | -1 | -6 | -1 | -8 | 0 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
-20 | 0 | 0 | -20 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | -4 | -1 | -2 | -7 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 8 | 0 | 0 | 8 | 33 |
| Overige mutaties | 2 | -1 | -163 | -162 | -5 |
| Eindsaldo | 1 202 | 111 | 965 | 2 278 | 568 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 142 | 338 | 624 | 2 104 | 328 |
| Waarvan kosten van activa in opbouw | 31 | 9 | 22 | 62 | – |
| Waarvan financiële leasing als leasingnemer | 0 | 0 | 0 | 0 | – |
| Reële waarde 31-12-2014 | – | – | – | – | 716 |
| 2015 | |||||
| Beginsaldo | 1 202 | 111 | 965 | 2 278 | 568 |
| Aanschaffingen | 108 | 53 | 397 | 558 | 5 |
| Vervreemdingen | -68 | -2 | -150 | -221 | -5 |
| Afschrijvingen | -70 | -54 | -29 | -153 | -21 |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Opgenomen | -7 | -10 | -10 | -27 | 0 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
-4 | 0 | -1 | -4 | -10 |
| Omrekeningsverschillen | 12 | 0 | 2 | 14 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | -1 | -57 | 28 | -30 | -89 |
| Overige mutaties | -10 | 55 | -162 | -117 | -10 |
| Eindsaldo | 1 161 | 96 | 1 041 | 2 299 | 438 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
1 159 | 373 | 653 | 2 186 | 229 |
| Waarvan kosten van activa in opbouw | 32 | 5 | 17 | 55 | – |
| Waarvan financiële leasing als leasingnemer | 0 | 0 | 0 | 0 | – |
| Reële waarde 31-12-2015 | – | – | – | – | 609 |
kapitalisatie van de geschatte huurwaarde en eenheidsprijzen van soortgelijke onroerende goederen. Daarbij houden we rekening met alle marktparameters die beschikbaar zijn op de datum van de schatting (onder meer ligging en marktsituatie, bouwwijze en constructie, staat van onderhoud en bestemming).
• Eigen specialisten waarderen jaarlijks een aantal andere vastgoedbeleggingen en baseren zich daarbij op de actuele jaarhuur per gebouw en de verwachte ontwikkeling ervan en op een geïndividualiseerde kapitalisatievoet per gebouw.
| Intern ontwikkelde |
Extern ontwikkelde |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | Goodwill | software | software | Overige | Totaal |
| 2014 | |||||
| Beginsaldo | 950 | 180 | 138 | 9 | 1 276 |
| Aanschaffingen | 0 | 56 | 91 | 6 | 153 |
| Vervreemdingen | 0 | -16 | -5 | -7 | -28 |
| Wijzigingen uit latere identificaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afschrijvingen | 0 | -59 | -50 | -1 | -110 |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Opgenomen | 0 | -22 | -1 | 0 | -23 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | -16 | 0 | -2 | 0 | -18 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | -8 | 0 | -8 |
| Overige mutaties | -1 | 26 | -8 | 0 | 17 |
| Eindsaldo | 933 | 165 | 153 | 7 | 1 258 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 1 202 | 497 | 567 | 52 | 2 318 |
| 2015 | |||||
| Beginsaldo | 933 | 165 | 153 | 7 | 1 258 |
| Aanschaffingen | 0 | 71 | 78 | 9 | 158 |
| Vervreemdingen | 0 | -28 | -5 | -6 | -39 |
| Wijzigingen uit latere identificaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afschrijvingen | 0 | -53 | -48 | -1 | -103 |
| Bijzondere waardeverminderingen | |||||
| Opgenomen | -344 | -5 | 0 | 0 | -350 |
| Teruggenomen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht van of naar vaste activa aangehouden voor verkoop en groepen activa die worden afgestoten |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 7 | 0 | 1 | 0 | 9 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | -1 | -2 | -1 | 0 | -5 |
| Overige mutaties | 0 | 28 | 3 | 0 | 30 |
| Eindsaldo | 594 | 176 | 181 | 9 | 959 |
| Waarvan geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | 829 | 495 | 594 | 54 | 1 971 |
geconsolideerde entiteit, d.w.z. inclusief dochtermaatschappijen). Ze werden allemaal gewaardeerd op basis van de DCF-methode. Bij die methode wordt het realiseerbare bedrag van een investering berekend als de huidige waarde van alle toekomstige vrije kasstromen van het bedrijf. Daarbij gaan we uit van langetermijnprognoses over de activiteit van de onderneming en de daaruit resulterende kasstromen (enerzijds gaat het om voorspellingen voor een aantal jaren in de toekomst (meestal zeventien jaar), anderzijds om de restwaarde van het bedrijf na die expliciete voorspellingsperiode). Die langetermijnprognoses zijn het resultaat van een combinatie van een beoordeling van de vroegere en huidige prestaties, en externe informatiebronnen inzake toekomstige ontwikkelingen in de respectieve markten en de globale macro-economische omgeving. De terminale groeivoet bepalen we op basis van het langetermijngemiddelde van de groei van de markt. De huidige waarde van die toekomstige kasstromen berekenen we door een samengestelde discontovoet na belastingen toe te passen. We bepalen de samengestelde discontovoet aan de hand van de CAPM-theorie (Capital Asset Pricing Model) en gebruiken daarbij een risicovrije rente, samen met een marktrisicopremie (vermenigvuldigd met een activiteitsafhankelijke bèta). We voegen ook een landenrisicopremie toe om de invloed van de economische toestand van het land waarin KBC actief is, in rekening te brengen. Binnen
KBC hebben we twee specifieke DCF-modellen ontwikkeld: een bankmodel en een verzekeringsmodel. In beide gevallen beschouwen we als vrije kasstromen de dividenden die kunnen worden uitgekeerd
aan de aandeelhouders van het bedrijf, rekening houdend met de reglementaire vereisten voor het minimumkapitaal.
| Discontovoeten over de expliciete periode van kasstroomprognose heen |
||||
|---|---|---|---|---|
| Uitstaande goodwill (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
| K&H Bank | 219 | 220 | 11,6%-8,0% | 13,6%-10,7% |
| CˇSOB (Tsjechië) | 229 | 233 | 8,4%-7,8% | 9,9%-9,7% |
| CˇSOB (Slowakije) | 191 | 0 | 8,9%-8,1% | 10,0%-9,0% |
| CIBANK | 117 | 0 | 9,3%-7,7% | 11,1%-9,5% |
| DZI Insurance | 108 | 74 | 9,4%-8,1% | 9,2%-7,6% |
| Rest | 69 | 68 | – | – |
| Totaal | 933 | 594 | – | – |
| Toename | ||||
|---|---|---|---|---|
| Toename in | Afname in terminale |
in beoogde solva |
Afname van de jaarlijkse |
|
| Verandering in hoofdparameters1 | discontovoet2 | groeivoet3 | biliteitsratio4 | nettowinst |
| K&H Bank | 10,2% | – | 1,7% | 9,8% |
1 Uiteraard moet er rekening worden gehouden met het feit dat een verandering in de parameters effect kan hebben op andere parameters in de berekening van de realiseerbare waarde.
2 De discontovoet van het eerste jaar verhoogden we met het getoonde percentage. Volgend uit de manier waarop de (ontwikkeling van) discontovoeten (is) zijn gemodelleerd, dragen we de toename in de discontovoet van het eerste jaar gradueel afnemend over als (verhoogde) discontovoeten voor de komende jaren.
3 Niet relevant voor K&H Bank, omdat dat zou betekenen dat de terminale groeivoet negatief wordt.
4 Absolute toename van de Tier 1-kapitaalratio.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 | ||
|---|---|---|---|---|
| Technische voorzieningen vóór herverzekering (bruto) | 18 934 | 19 532 | ||
| Verzekeringscontracten | 9 757 | 10 297 | ||
| Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's | 603 | 647 | ||
| Voorziening voor Leven | 6 274 | 6 677 | ||
| Voorziening voor te betalen schade | 2 360 | 2 436 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 18 | 18 | ||
| Andere technische voorzieningen | 502 | 519 | ||
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 9 176 | 9 235 | ||
| Voorziening voor Leven | 9 080 | 9 143 | ||
| Voorziening voor Niet-leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 96 | 92 | ||
| Aandeel herverzekeraar | 194 | 127 | ||
| Verzekeringscontracten | 194 | 127 | ||
| Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico's | 2 | 1 | ||
| Voorziening voor Leven | 1 | 2 | ||
| Voorziening voor te betalen schade | 192 | 123 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 0 | 0 | ||
| Andere technische voorzieningen | 0 | 0 | ||
| Beleggingscontracten met discretionaire winstdeling | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor Leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor Niet-leven | 0 | 0 | ||
| Voorziening voor winstdeling en restorno's | 0 | 0 | ||
| Bruto | Herverzekeringen | Bruto | Herverzekeringen | |
| MUTATIETABEL VERZEKERINGSCONTRACTEN, LEVEN |
2014 | 2014 | 2015 | 2015 |
| Beginsaldo | 6 261 | 2 | 6 754 | 2 |
| Stortingen exclusief commissies | 647 | 0 | 788 | 0 |
| Uitbetaalde voorzieningen | -547 | 0 | -599 | 0 |
| Gecrediteerde interest | 225 | 0 | 234 | 0 |
| Kosten van winstdeling | 2 | 0 | 3 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | -27 | 0 | 27 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring Overige mutaties |
0 193 |
0 0 |
0 -36 |
0 1 |
| Eindsaldo | 6 754 | 2 | 7 170 | 3 |
| VERZEKERINGSCONTRACTEN, NIET-LEVEN | ||||
| Beginsaldo | 2 922 | 144 | 3 004 | 192 |
| Wijziging in de voorziening voor niet-verdiende premies | 33 | 0 | 35 | 0 |
| Uitkeringen schadegevallen vorige boekjaren | -216 | -9 | -204 | -7 |
| Overschot en/of tekort voorziening voor schadegevallen van vorige boekjaren |
-131 | -22 | -129 | 8 |
| Voorziening voor nieuwe schadegevallen | 370 | 100 | 332 | 13 |
| Wisselkoersverschillen | -7 | 0 | -5 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties | 32 | -21 | 93 | -83 |
| Eindsaldo | 3 004 | 192 | 3 127 | 123 |
| BELEGGINGSCONTRACTEN MET DISCRETIONAIRE WINSTDELING, LEVEN | ||||
| Beginsaldo | 9 518 | 0 | 9 176 | 0 |
| Stortingen exclusief commissies | 517 | 0 | 378 | 0 |
| Uitbetaalde voorzieningen | -859 | 0 | -606 | 0 |
| Gecrediteerde interest | 199 | 0 | 259 | 0 |
| Kosten van winstdeling | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijziging in consolidatiekring | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige mutaties | -199 | 0 | 27 | 0 |
| Eindsaldo | 9 176 | 0 | 9 235 | 0 |
de ziekte- en sterftecijfers: die zijn gebaseerd op de standaardsterftetabellen en worden waar nodig aangepast op basis van opgedane ervaringen;
assumpties m.b.t. kosten: die zijn gebaseerd op huidige kostenniveaus en kostenopslagen;
| Voorzienin | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| gen voor | Voorzienin | |||||
| Voorzie | belastingen | gen voor | ||||
| ningen voor | en lopende | verbintenissen | ||||
| (in miljoenen euro) | herstructu rering |
rechts geschillen |
Overige | Subtotaal | en financiële garanties |
Totaal |
| 2014 | ||||||
| Beginsaldo | 19 | 292 | 98 | 409 | 114 | 523 |
| Mutaties met resultaatsimpact | 0 | |||||
| Bedragen aangelegd | 24 | 12 | 235 | 271 | 32 | 304 |
| Bedragen gebruikt | -8 | -80 | -194 | -282 | -3 | -285 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid |
-2 | -3 | -11 | -16 | -55 | -71 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden |
||||||
| afgestoten | 2 | 0 | 0 | 2 | 0 | 2 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | -1 | 0 | 0 | 0 | 9 | 9 |
| Overige mutaties | -2 | 4 | 16 | 18 | 61 | 79 |
| Eindsaldo | 32 | 225 | 144 | 402 | 158 | 560 |
| 2015 | ||||||
| Beginsaldo | 32 | 225 | 144 | 402 | 158 | 560 |
| Mutaties met resultaatsimpact | ||||||
| Bedragen aangelegd | 7 | 22 | 11 | 40 | 44 | 84 |
| Bedragen gebruikt | -31 | -82 | -80 | -194 | 0 | -194 |
| Bedragen teruggenomen wegens overtolligheid |
0 | -47 | -19 | -66 | -52 | -118 |
| Overdracht van of naar verplichtingen i.v.m. groepen activa die worden |
||||||
| afgestoten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | 0 | -1 | -1 | 0 | -1 |
| Overige mutaties | 2 | 0 | 1 | 3 | -25 | -22 |
| Eindsaldo | 9 | 118 | 58 | 184 | 125 | 310 |
betrokken bij de overdracht van kasgeldvennootschappen. Een kasgeldvennootschap wordt gekenmerkt door het feit dat de actiefzijde van de balans hoofdzakelijk uit vorderingen en kasgelden bestaat naast andere liquide activa. KB Consult trad in de periode 1995-1997 meermaals op als tussenpersoon tussen de verkopers en de kopers van dergelijke vennootschappen. De bank kon op verschillende manieren betrokken zijn, maar meestal betrof het betalingsverkeer of kredietverlening. KBC Bank en/of KB Consult zijn betrokken in meerdere burgerlijke procedures aanhangig voor de rechtbank. Daarnaast werd KB Consult in 2004 in verdenking gesteld door de onderzoeksrechter en samen met KBC Bank en KBC Groep NV opgeroepen voor de regeling van de procedure voor de Raadkamer in Brugge. Bij beschikking van de Raadkamer van 9 november 2011 werden KB Consult en KBC Bank naar de correctionele rechtbank van Brugge verwezen voor gebruik van valse stukken en werd KBC Groep NV buiten vervolging gesteld. De Belgische staat heeft beroep aangetekend tegen deze buitenvervolgingstelling. Op 27 oktober 2015 besliste de kamer van inbeschuldigingstelling dat de vervolging verjaard was en bevestigde ze de buitenvervolgingstelling. De zaak wordt ingevolge de verwijzing verder behandeld voor de correctionele rechtbank in Brugge in de loop van 2016. Er werd een gepaste voorziening aangelegd om de mogelijke invloed van eisen tot schadevergoeding in dat verband op te vangen. De overdracht van een kasgeldvennootschap is op zichzelf een volledig wettelijke transactie. Achteraf is echter gebleken dat sommige kopers te kwader trouw handelden, aangezien ze helemaal niet investeerden en geen belastingaangiften indienden voor de kasgeldvennootschappen die ze hadden aangekocht. KBC Bank en KB Consult namen onmiddellijk de nodige maatregelen om verder zakendoen met die partijen stop te zetten. Een verwijzing naar de correctionele rechtbank houdt geen enkele veroordeling in van een KBC-entiteit en KBC voert ten volle zijn verdediging in die zaken,
onder meer op grond van de wettelijke niet-strafbaarheid van de rechtspersoon in de betrokken periode van de feiten, maar vooral omdat ieder strafrechtelijk opzet door KBC volledig ontbrak.
110 miljoen dollar ten gevolge van overdrachten ten gunste van KBC-entiteiten. De eis is gegrond op opeenvolgende transacties die KBC ontving van Harley International, een Madoff feeder-fonds (fonds van fondsen) opgezet onder de wetgeving van de Kaaimaneilanden. Deze eis maakt deel uit van een hele reeks vorderingen ingesteld door Picard (SIPA) tegen verschillende banken, hedgefondsen, feederfondsen en investeerders. Naast de behandeling van andere rechtskwesties vonden er briefings plaats voor de rechtbank (district court) over de toepasselijkheid van Bankruptcy Code's safe harbors and good defenses voor opeenvolgende begunstigden, zoals dat het geval is voor KBC. KBC had moties tot afwijzing ingediend samen met tal van andere verweerders. Rechter Rakoff van de district court heeft verschillende tussenvonnissen geveld in dat verband. De belangrijkste vonnissen betreffen de verdediging op grond van extraterritorialiteit en goede trouw. Op 27 april 2014 heeft rechter Rakoff een dergelijk vonnis geveld betreffende de toepasselijke standaard voor goede trouw en de bewijslast gebaseerd op afdelingen 548(b) en 559(b) van de faillissementswet. Zo wordt de bewijslast dat KBC zich bewust zou zijn geweest van het door Madoff gepleegde bedrog bij Picard/SIPA gelegd. Op 7 juli 2014 oordeelde rechter Rakoff dat de inroeping door Picard/SIPA van afdeling 550(a) de terugvordering van opeenvolgende overdrachten door een buitenlandse overdrager aan een ontvanger in het buitenland, zoals dat het geval is voor KBC Investments Ltd, niet toelaat. Daarom zijn de terugvorderingen van de trustee afgewezen aangezien ze alleen buitenlandse overdrachten betreffen. In juni 2015 legde Irving Picard, de trustee, een verzoekschrift neer ter hervorming van de beslissing tot afwijzing op grond van extraterritorialiteit. In dat verzoekschrift wijzigde de trustee ook de oorspronkelijke vorderingen met inbegrip van het bedrag dat hij tracht te verhalen. Dat bedrag werd verhoogd tot 196 miljoen dollar.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Totaal | 2 629 | 2 541 |
| Indeling naar type | ||
| Werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen | 657 | 371 |
| Deposito's van herverzekeraars | 67 | 77 |
| Toe te rekenen kosten (andere dan van rente-uitgaven i.v.m. financiële verplichtingen) | 254 | 244 |
| Overige | 1 650 | 1 849 |
• Meer informatie over pensioenverplichtingen: zie Toelichting 38 (noteer dat het in Toelichting 37 opgenomen bedrag van werknemerspensioenverplichtingen of andere personeelsvoordelen een ruimere scope heeft dan de in Toelichting 38 opgenomen bedragen).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN | ||
| Aansluiting van brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | ||
| Brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het begin van het jaar | 2 034 | 2 610 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 98 | 120 |
| Rentekosten | 63 | 45 |
| Wijziging in de pensioenregeling | ||
| Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | 26 | -9 |
| Actuariële winst of verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | 500 | -220 |
| Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren | -1 | 0 |
| Betaalde uitkeringen | -128 | -116 |
| Wisselkoersverschillen | 7 | 8 |
| Inperkingen | -2 | -9 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 16 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 |
| Overige | -3 | -49 |
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen aan het einde van het jaar | 2 610 | 2 380 |
| Aansluiting van de reële waarde van fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbeleggingen aan het begin van het jaar | 1 818 | 2 103 |
| Feitelijk rendement op fondsbeleggingen | 283 | 82 |
| Verwacht rendement op fondsbeleggingen | 57 | 36 |
| Bijdragen van de werkgever | 87 | 65 |
| Bijdragen van de deelnemers aan de regeling | 22 | 21 |
| Betaalde uitkeringen | -128 | -116 |
| Wisselkoersverschillen | 6 | 7 |
| Afwikkelingen | 0 | 0 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | 14 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 |
| Overige | 1 | 2 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen aan het einde van het jaar | 2 103 | 2 165 |
| Waarvan financiële instrumenten uitgegeven door de groep | 25 | 50 |
| Waarvan vastgoed in eigendom van KBC | 0 | 9 |
| Financieringsstatus | ||
| Fondsbeleggingen meer dan brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | -507 | -215 |
| Restitutierecht | 0 | 0 |
| Begrenzing van het financieringsplafond | 0 | -4 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | -507 | -220 |
| Mutatie in de nettoverplichting of het nettoactief | ||
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het begin van het jaar | -216 | -507 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -79 | -103 |
| Niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | -281 | 323 |
| Bijdragen van de werkgever | 87 | 65 |
| Wisselkoersverschillen | -1 | -1 |
| Overdracht i.v.m. IFRS 5 | -2 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 |
| Overige | -14 | 2 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten aan het einde van het jaar | -507 | -221 |
| In de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 79 | 103 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 98 | 120 |
| Pensioenkosten toegerekend aan verstreken dienstjaren | -1 | 0 |
| Rentekosten | 7 | 9 |
| Bijdragen van de bij het plan aangesloten werknemers | -22 | -21 |
| Inperkingen | -2 | -5 |
| Afwikkelingen | 0 | 0 |
| Veranderingen in de consolidatiekring | 0 | 0 |
| Wijzigingen van de niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen bedragen | 281 | -323 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in demografische veronderstellingen | 26 | -9 |
| Actuariële winst of actuarieel verlies ten gevolge van wijzigingen in financiële veronderstellingen | 500 | -220 |
| Actuariële resultaten op fondsbeleggingen | -227 | -46 |
| Ervaringsaanpassingen | -5 | -50 |
| Overige | -14 | 0 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Voornaamste gehanteerde actuariële veronderstellingen (gewogen gemiddelden) | ||
| Disconteringsvoet | 1,6% | 2,1% |
| Verwacht percentage van loonsverhoging | 3,0% | 3,0% |
| Verwacht inflatiepercentage | 2,0% | 2,0% |
| TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN | ||
| Kosten voor toegezegdebijdrageregelingen | 5 | 8 |
• De pensioenaanspraken van de Belgische personeelsleden van de verschillende vennootschappen van de KBC-groep zijn afgedekt door pensioenfondsen en groepsverzekeringen. De actieve pensioenopbouw (d.w.z. voor huidige tewerkstelling) voor personeelsleden van KBC Bank, KBC Verzekeringen en het grootste deel van hun Belgische dochterondernemingen verloopt uitsluitend via de KBC-pensioenfondsen. De pensioenopbouw gefinancierd met werkgeverstoelagen gebeurt vandaag voornamelijk in een toegezegdpensioenregeling, waarbij de pensioenprestatie wordt berekend op basis van het loon voorafgaand aan de pensionering, de periode van aansluiting en een formule in schijven met progressieve percentages. Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdragenplan voor alle nieuwe indiensttredingen, waarbij op basis van het maandloon voor de lopende maand een bijdrage wordt gestort. Bij pensionering worden de gestorte bijdragen vermeerderd met het (gewaarborgd) rendement uitbetaald. Beide types pensioenplannen worden beheerd door het OFP Pensioenfonds KBC en het OFP Pensioenfonds Senior Management KBC, dat voor de
beleggingsstrategie een beroep doet op KBC Asset Management. Bijkomend zijn er een aantal stopgezette groepsverzekeringen uit het verleden die verder gefinancierd worden. Een van de belangrijkste daarvan is de polis van personeelsleden van KBC Verzekeringen (een toegezegdpensioenregeling voor de periode van tewerkstelling tot 1 januari 2007).
• KBC Bank Ireland was deelnemer van een volledig gefinancierde toegezegdpensioenregeling tot 31 augustus 2012. Vanaf die datum worden er geen bijkomende pensioenrechten voor toekomstige dienstjaren meer opgebouwd in het pensioenplan. De verworven pensioenprestaties in het plan houden rekening met toekomstige salarisstijgingen van de aangeslotenen (dynamisch beheer). De activa van het pensioenplan worden afgezonderd van de activa van de bank. Werknemers van KBC Finance Ireland en KBC Bank Dublin branch zijn eveneens aangesloten bij dit pensioenplan. De pensioenprestatie wordt berekend op basis van een wiskundige formule die rekening houdt met de leeftijd, het salaris en de periode van aansluiting.
| Bijkomende informatie pensioenverplichtingen (in miljoenen euro) | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|---|---|
| Ontwikkeling belangrijkste elementen uit hoofdtabel | |||||
| Brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen | 1 823 | 2 191 | 2 034 | 2 610 | 2 380 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 1 557 | 1 765 | 1 818 | 2 103 | 2 165 |
| Niet-gefinancierde te betalen of vooruitbetaalde pensioenkosten | -372 | -425 | -216 | -507 | -220 |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van planactiva en brutoverplichtingen* |
|||||
| Invloed op planactiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Invloed op brutoverplichtingen | -76 | 213 | -85 | -135 | 24 |
* Uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen. Plus bij een positieve invloed, min bij een negatieve invloed.
| KBC-Pensioenfonds | Groepsverzekering KBC Verzekeringen |
Pensioenplan KBC Bank Ireland | |
|---|---|---|---|
| Samenstelling op 31-12-2015 | |||
| Aandelen | 38% | 11% | 41% |
| Obligaties | 49% | 89% | 16% |
| Vastgoed | 10% | 0% | 3% |
| Liquiditeiten | 3% | 0% | 2% |
| Beleggingsfondsen | 0% | 0% | 37% |
| Waarvan illiquide activa | 4% | 0% | 0% |
| Samenstelling op 31-12-2014 | |||
| Aandelen | 39% | 10% | 36% |
| Obligaties | 51% | 89% | 42% |
| Vastgoed | 9% | 0% | 3% |
| Liquiditeiten | 1% | 1% | 1% |
| Beleggingsfondsen | 0% | 0% | 18% |
| Waarvan illiquide activa | 3% | 0% | 0% |
| Verwachte bijdragen in 2016 (in miljoenen euro) | 48 | 2 | 3 |
| Aard van de voordelen van het pensioenplan | Kapitaal op pensioenleeftijd. Overlijdenskapitaal ingevolge overlijden tijdens actieve dienst. Wezenvoorziening ingevolge overlijden tijdens actieve dienst. Maandelijkse rente-uitkering ingevolge arbeidsongeschiktheid vanaf 13e maand ongeschikheid. |
Kapitaal op pensioenleeftijd | Levenslange annuïteit op pensioenleeftijd. Het pensioenfonds werd afgesloten op 30 augustus 2012. Verworven prestaties worden dynamisch beheerd. |
| Wetgevend kader | pensioenreglement. Jaarlijkse rapportering van de financieringsniveaus aan | Pensioenplannen zijn opgenomen in de CAO's en worden omgezet in een de controleautoriteiten (FSMA/NBB). In geval van onderfinanciering rapportering aan controleautoriteiten. |
Gereguleerd door de Ierse Pensions Authority. Jaarlijkse berekening van financieringsniveau, driejaarlijkse certificatie van financieringsniveau. In geval van onderfinanciering rapportering aan Ierse Pensions Authority. |
| Verantwoordelijkheden van KBC | Adequate bijdragen betalen conform financieringsovereenkomst van het plan. Verantwoordelijk voor de financiering van het pensioenplan. Jaarlijks pensioenfiche bezorgen aan aangeslotenen. Informatieverplichting naar aanleiding van uitdiensttreding |
Adequate bijdragen betalen conform de financieringsovereenkomst van het plan. Verantwoordelijk voor de financiering van het pensioenplan. Verzekeraar inlichten bij uitdiensttreding. |
Adequate bijdragen betalen conform financierings overeenkomst van het plan. |
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico en inflatierisico | Investeringsrisico | |
| Asset liability-beleid | De hedgingportefeuille dekt renterisico en inflatierisico af d.m.v. renteswaps. |
Investeringen in leveraged LDI pooled-fondsen. |
|
| De returnportefeuille beoogt extra opbrengst te genereren. | |||
| Planwijzigingen | Sinds 1 januari 2014 is er een toegezegdebijdragenplan, gefinancierd met werkgeverstoelagen. Alle nieuwe indiensttredingen vanaf 2014 worden aangesloten op dat nieuwe bijdrageplan, al wie op 31 december 2013 in dienst was, blijft aangesloten bij de toegezegdpensioenregeling, tenzij hij heeft gekozen voor overstap naar het nieuwe bijdragenplan. |
De beheerders beslisten de pen sioenprestaties van de aangesloten werknemers te ver minderen voor 2015 ter verrekening van de heffing op de pensioen prestatie ingevoerd door de Ierse overheid. |
|
| Financiering | Bijdragen aan het plan berekend volgens de Projected Unit Credit-methode. | Bijdragen aan het plan worden berekend volgens de Projected Unit Credit-methode. Het pensioenfonds werd afgesloten op 30 augustus 2012. Geen verdere opbouw van toekomstige dienstjaren. |
|
| Inperkingen en afwikkelingen | Niet van toepassing. | De beheerders beslisten de pensi oenprestaties van de aangesloten werknemers te verminderen voor 2015 ter verrekening van de heffing op de pensioenprestatie ingevoerd door de Ierse overheid. |
|
| Verdisconteringsmethode | Vertrekpunt zijn de Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfs obligaties met AA-rating. De bekomen yield-curve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf jaar 16 wordt extrapolatie toegepast en vanaf jaar 20 krijgen we een vlakke curve. |
De Mercer-methode vertrekt van een eigen korf van bedrijfsobligaties met AAA-, AA- en A-ratings. Van de noteringen van bedrijfsobligaties met een A-rating wordt een spread afgetrokken om tot een soort equivalente bedrijfsobligatie met AA-rating te komen. Na omzetting naar zero coupon-formaat met extrapolatie voor lange looptijden wordt finaal de equivalente verdis conteringsvoet bepaald. |
| Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN |
|---|
| -------------------------------------------------------------------------------- |
| KBC-Pensioenfonds | Groepsverzekering KBC Verzekeringen |
Pensioenplan KBC Bank Ireland | |
|---|---|---|---|
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | |||
| Gemiddelde verdisconteringsvoet | 2,13% | 1,95% | 2,80% |
| Verwachte salarisstijging | 3,00% | 2,83% | 2,50% |
| Verwachte inflatie | 2,00% | 2,00% | 1,50% |
| Verwachte stijging van de pensioenen | – | – | 1,50% |
| Gemiddelde looptijd van de verplichtingen | 13,82 jaar | 11,83 jaar | 17 jaar |
| Gewogen gemiddelde duration van de verplichtin gen |
12,20 jaar | 12,06 jaar | 25 jaar |
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen |
|||
| Stijging brutoverplichting op 31-12-2015 als gevolg van: |
|||
| 1% daling in de verdisconteringsvoet | 13,82% | 11,88% | 28,40% |
| 1% stijging in de verwachte inflatie | 11,03% | 11,19% | 28,10% |
| 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op inflatie |
14,17% | 23,82% | 8,15% |
| Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven | 1,76% | 0,67% | – |
| Stijging van de levensverwachting met 1 jaar | – | – | 2,71% |
| De invloed van de volgende veronderstellingen werd niet berekend: |
Impact van dalende sterftecijfers: het pensioenfonds betaalt altijd een kapi | taal uit, langlevenrisico is verwaarloosbaar. Impact van personeelsverloop: het verwachte personeelsverloop situeert zich op een zeer laag niveau. |
Niet van toepassing. |
| Bijkomende informatie over pensioenverplichtingen: TOEGEZEGDEBIJDRAGEREGELINGEN | |||
| KBC-Pensioenfonds | |||
| Verwachte bijdragen in 2016 (in miljoenen euro) | 18 | ||
| Aard van de voordelen van het pensioenplan | Kapitaal op pensioenleeftijd Bij overlijden worden de verworven rechten uitgekeerd. |
||
| Wetgevend kader | Volgens de Belgische Wet op Aanvullende pensioenen (WAP) moet de werkgever een minimumrendement van 3,75% garanderen op werknemersbijdragen. |
||
| Verantwoordelijkheden van KBC | Informatieverplichting n.a.v. uittreding. Doorstorten van de persoonlijke bijdragen aan pensioeninstelling. |
||
| Risico's voor KBC | Investeringsrisico | ||
| Financiering | Bijdragen aan het plan berekend volgens Fixed Component Liability-methode. | ||
| Verdisconteringsmethodologie | Vertrekpunt zijn Iboxx-noteringen van diverse tijdsbuckets van bedrijfsobligaties met AA-rating. De bekomen yield-curve wordt omgevormd tot een zero coupon-curve. Vanaf jaar 16 wordt extrapolatie toegepast en vanaf 20 jaar krijgen we een vlakke curve. |
||
| Voornaamste actuariële veronderstellingen | |||
| Gemiddelde verdisconteringsvoet | 2,00% | ||
| Verwachte salarisstijging | – | ||
| Verwachte inflatie | – | ||
| Verwachte stijging van de pensioenen | – | ||
| Gewogen gemiddelde duration van de verplichtin gen |
11 jaar | ||
| Invloed van wijziging van gebruikte veronderstellingen voor actuariële berekening van brutoverplichtingen |
|||
| Stijging brutoverplichting op 31-12-2015 als gevolg van: |
|||
| 1% daling in de verdisconteringsvoet | 4,46% | ||
| 1% stijging in de verwachte inflatie | – | ||
| 1% hoger dan verwachte salarisstijging boven op inflatie |
– | ||
| Pensioenleeftijd 65 jaar voor alle actieven | -0,04% | ||
| Stijging van de levensverwachting met 1 jaar | – |
| In aantal | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Gewone aandelen | 417 780 658 | 418 087 058 |
| Waarvan gewone aandelen die de houder recht geven op een dividenduitkering | 417 780 658 | 418 087 058 |
| Waarvan eigen aandelen | 488 | 2 |
| Verplicht in aandelen terugbetaalbare obligaties | 0 | 0 |
| Kernkapitaalinstrumenten zonder stemrecht | 67 796 608 | 0 |
| Overige informatie | ||
| Fractiewaarde per aandeel (in euro) | 3,48 | 3,48 |
| Aantal uitgegeven maar niet-volgestorte aandelen | 0 | 0 |
| MUTATIETABEL, in aantal | Gewone aandelen | Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten |
| 2014 | ||
| Beginsaldo | 417 364 358 | 79 096 044 |
| Uitgifte van aandelen | 416 300 | – |
| Terugbetaling van kernkapitaaleffecten | – | -11 299 436 |
| Eindsaldo | 417 780 658 | 67 796 608 |
| 2015 | ||
| Beginsaldo | 417 780 658 | 67 796 608 |
| Uitgifte van aandelen | 306 400 | – |
| Terugbetaling van kernkapitaaleffecten | – | -67 796 608 |
| Eindsaldo | 418 087 058 | 0 |
KBC 3 miljard euro plus een premie van 15% terug aan de Belgische overheid (op de balans op 31 december 2012). Op 3 juli 2013 betaalde KBC 1,17 miljard euro plus een premie van 50% terug aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2013). Op 8 januari 2014 betaalde KBC 0,33 miljard euro plus een premie van 50% terug aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2014). Op 28 december 2015 betaalde KBC de resterende 2 miljard euro plus een premie van 50% terug aan de Vlaamse overheid (op de balans op 31 december 2015).
• AT1-instrumenten: in maart 2014 plaatste KBC CRD IV-conforme AT1-effecten voor een bedrag van 1,4 miljard euro. Die effecten voldoen als additional tier 1-kapitaal aan de Basel III-normen (zoals overgenomen in CRD IV) en hebben bijgevolg een positieve invloed op het tier 1-kapitaal van KBC. De effecten zijn perpetueel met een calloptie vanaf het vijfde jaar. Aangezien de effecten geklasseerd worden als aandelen (conform IAS 32, gezien het discretionaire karakter van de interestbetaling en de perpetualiteit) wordt de coupon van 5,625% op jaarbasis, die elk kwartaal uitbetaald wordt, aanzien als dividend. Deze transactie heeft geen effect op het aantal gewone aandelen.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Niet-opgenomen deel van committed kredietlijnen | ||
| Verstrekt | 31 520 | 36 575 |
| Onherroepelijk | 17 520 | 19 266 |
| Herroepelijk | 14 000 | 17 309 |
| Ontvangen | 33 | 134 |
| Financiële garanties | ||
| Verstrekt | 9 985 | 9 364 |
| Ontvangen garanties en zekerheden | 30 385 | 34 477 |
| Voor impaired of achterstallige activa | 1 741 | 1 699 |
| Voor activa die niet impaired noch achterstallig zijn | 28 644 | 32 778 |
| Andere verbintenissen | ||
| Verstrekt | 186 | 220 |
| Onherroepelijk | 186 | 220 |
| Herroepelijk | 0 | 0 |
| Ontvangen | 0 | 0 |
| Boekwaarde van financiële activa door KBC als waarborg gegeven | ||
| Voor verplichtingen* | 30 841 | 31 723 |
| Voor eventuele verplichtingen | 3 969 | 3 311 |
* Eind 2015 waren ongeveer 12,0 miljard euro woningkredieten en cashcollecties ingeschreven in het register van de dekkingswaarden van het bijzonder vermogen van het covered bond-programma (eind 2014: 9,2 miljard euro). Meer informatie over covered bonds vindt u in het hoofdstuk Risicobeheer, bij Liquiditeitsrisico.
| Aangehouden waarborgen (die mogen worden verkocht of doorverpand zonder in gebreke blijven van de eigenaar) (in miljoenen euro) |
Reële waarde van ontvangen Reële waarde van verkochte of waarborgen doorverpande waarborgen |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2014 | 31-12-2015 | 31-12-2014 | 31-12-2015 | |||
| Financiële activa | 15 450 | 12 666 | 5 208 | 6 881 | ||
| Eigenvermogensinstrumenten | 7 | 1 | 0 | 0 | ||
| Schuldinstrumenten | 15 297 | 12 499 | 5 208 | 6 881 | ||
| Leningen en voorschotten | 146 | 166 | 0 | 0 | ||
| Liquiditeiten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| Andere activa | 2 | 0 | 0 | 0 | ||
| Materiële vaste activa | 2 | 0 | 0 | 0 | ||
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Waarborgen in eigendom genomen (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Vaste activa aangehouden voor verkoop | 1 | 1 |
| Materiële vaste activa | 0 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 2 | 3 |
| Eigenvermogensinstrumenten en schuldpapier | 0 | 0 |
| Geldmiddelen | 89 | 162 |
| Overige | 26 | 12 |
| Totaal | 118 | 177 |
| (in miljoenen euro) | ||
|---|---|---|
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Vorderingen voor financiële leasing | ||
| Bruto-investering in financiële leasing, vordering | 4 774 | 5 114 |
| Tot 1 jaar | 1 133 | 1 229 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 2 376 | 2 615 |
| Meer dan 5 jaar | 1 265 | 1 270 |
| Niet-verdiende toekomstige financieringsinkomsten met betrekking tot financiële leasing | 636 | 593 |
| Netto-investering in financiële leasing | 4 138 | 4 515 |
| Tot 1 jaar | 999 | 1 100 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 2 105 | 2 361 |
| Meer dan 5 jaar | 1 034 | 1 054 |
| Waarvan niet-gegarandeerde restwaarden voor de leasinggever | 23 | 38 |
| Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen voor oninbare leasingvorderingen | 120 | 83 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 101 | 95 |
| Vorderingen voor operationele leasing | ||
| Toekomstige minimaal te ontvangen leasingbetalingen uit hoofde van niet-opzegbare leasing | 407 | 434 |
| Tot 1 jaar | 148 | 173 |
| Meer dan 1 jaar tot 5 jaar | 250 | 255 |
| Meer dan 5 jaar | 9 | 6 |
| Voorwaardelijke huurinkomsten opgenomen in de winst-en-verliesrekening | 1 | 0 |
• Er zijn geen belangrijke gevallen waarin KBC optreedt als leasingnemer in operationele en financiële leasing.
• Conform de bepalingen van IFRIC 4 stelden we noch operationele noch financiële leasingcontracten vast die besloten zijn in andere contracten.
• Financiële leasing: KBC verstrekt het merendeel van de financiële leasing via aparte maatschappijen die hoofdzakelijk in België en Centraal-Europa actief zijn. KBC biedt financiëleleasingproducten aan, gaande van leasing van uitrusting en voertuigen tot vastgoedleasing. Financiële leasing wordt in België over het algemeen door het kantorennetwerk van de KBC-groep aangeboden. Ook in Centraal-Europa wordt dat model steeds belangrijker.
• Operationele leasing betreft hoofdzakelijk fullserviceverhuur van auto's. Die service bieden we aan zowel via het kantorennetwerk van KBC Bank en CBC Banque als via een intern verkoopteam. Ook in Centraal-Europa ontwikkelen we de fullserviceverhuur verder.
| 2014 | 2015 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Transacties met verbonden partijen, exclusief key management (in miljoenen euro) |
tschappijen Dochtermaa |
appijen de maatsch Geassocieer |
es Joint ventur |
west Vlaams Ge |
Overige | Totaal | tschappijen Dochtermaa |
appijen de maatsch Geassocieer |
es Joint ventur |
Overige | Totaal |
| Activa | 207 | 410 | 106 | 548 | 179 | 1 450 | 304 | 325 | 39 | 77 | 745 |
| Leningen en voorschotten | 70 | 159 | 64 | 0 | 175 | 467 | 133 | 55 | 2 | 34 | 223 |
| Voorschotten in rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 0 | 145 | 145 | 1 | 0 | 0 | 4 | 4 |
| Termijnkredieten | 69 | 158 | 64 | 0 | 30 | 322 | 132 | 55 | 2 | 30 | 219 |
| Financiële leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afbetalingskredieten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Hypotheekleningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Eigenvermogensinstrumenten | 136 | 68 | 17 | 0 | 0 | 221 | 154 | 81 | 11 | 4 | 251 |
| Voor handelsdoeleinden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Voor beleggingsdoeleinden | 136 | 68 | 17 | 0 | 0 | 221 | 154 | 81 | 11 | 4 | 251 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 0 | 177 | 25 | 0 | 0 | 202 | 0 | 179 | 27 | 0 | 205 |
| Overige vorderingen | 2 | 6 | 0 | 548 | 4 | 560 | 18 | 10 | 0 | 38 | 66 |
| Verplichtingen | 547 | 123 | 782 | 0 | 184 | 1 636 | 720 | 121 | 315 | 173 | 1 329 |
| Deposito's | 543 | 15 | 782 | 0 | 181 | 1 522 | 581 | 17 | 259 | 171 | 1 027 |
| Deposito's | 543 | 15 | 782 | 0 | 181 | 1 522 | 581 | 17 | 259 | 171 | 1 027 |
| Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Andere financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 101 | 0 | 0 | 0 | 101 |
| Schuldbewijzen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 101 | 0 | 0 | 0 | 101 |
| Achtergestelde schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Share-based payments, toegestaan | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Share-based payments, uitgeoefend | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige verplichtingen | 3 | 108 | 0 | 0 | 3 | 114 | 38 | 104 | 56 | 3 | 201 |
| Winst-en-verliesrekening | -3 | -1 | -10 | 24 | -6 | 3 | 2 | -3 | -7 | 3 | -5 |
| Nettorente-inkomsten | 3 | 0 | -8 | 24 | 0 | 20 | -1 | -1 | -5 | 1 | -7 |
| Rente-inkomsten | 4 | 3 | 3 | 24 | 0 | 34 | 2 | 1 | 2 | 1 | 6 |
| Rentelasten | -1 | -3 | -10 | 0 | 0 | -14 | -4 | -2 | -8 | 0 | -14 |
| Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Technische verzekeringslasten vóór herverzekering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Dividendinkomsten | 1 | 5 | 0 | 0 | 2 | 8 | 1 | 0 | 1 | 6 | 9 |
| Nettoprovisie-inkomsten | 0 | -1 | -3 | 0 | -2 | -6 | 14 | -1 | -3 | 2 | 11 |
| Provisie-inkomsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 2 | 14 | 0 | 0 | 2 | 17 |
| Provisielasten | 0 | -1 | -3 | 0 | -3 | -7 | 0 | -1 | -3 | 0 | -5 |
| Overige netto-inkomsten | 3 | 1 | 0 | 0 | 1 | 5 | 5 | 3 | 0 | 2 | 10 |
| Algemene beheerskosten | -11 | -6 | 0 | 0 | -7 | -25 | -17 | -5 | 0 | -6 | -28 |
| Niet opgenomen deel van kredietlijnen, financiële garanties en andere verbin tenissen |
|||||||||||
| Gegeven door de groep | 35 | 101 | 3 | 0 | 390 | 528 | 138 | 6 | 1 | 185 | 329 |
| Ontvangen door de groep | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Transacties met key management (leden van Raad van Bestuur en Directiecomité van KBC Groep NV) (in miljoenen euro)* | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Totaal* | 11 | 9 |
| Indeling naar type bezoldiging | ||
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 9 | 8 |
| Vergoedingen na uitdiensttreding | 2 | 1 |
| Toegezegdpensioenregelingen | 2 | 1 |
| Toegezegdebijdrageregelingen | 0 | 0 |
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen | 0 | 0 |
| Vergoedingen bij uitdiensttreding | 1 | 0 |
| Betalingen in aandelen | 0 | 0 |
| Aandelenopties, in eenheden | ||
| Aan het begin van het jaar | 0 | 0 |
| Toegestaan | 0 | 0 |
| Uitgeoefend | 0 | 0 |
| Verandering van samenstelling | 0 | 0 |
| Aan het einde van het jaar | 0 | 0 |
| Voorschotten en leningen toegestaan aan key management en partners | 3 | 2 |
* Bedragen van de bezoldiging van key management of partners van de consoliderende onderneming, op grond van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, met inbegrip van het bedrag van op die grond aan gewezen key management toegekende rustpensioenen.
KBC Groep NV en zijn dochtervennootschappen samen betaalden in 2015 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 8 992 752 euro in het kader van de standaardcontroleopdrachten (in 2014: 9 621 322 euro). Voor de overige diensten werd in 2015 een vergoeding betaald van 1 433 353 euro (in 2014: 1 628 013 euro), verdeeld als volgt: andere controleopdrachten 1 060 625 euro; belastingadviesopdrachten
125 667 euro; andere opdrachten buiten de revisoraatsopdrachten 247 061 (in 2014 respectievelijk 979 261, 92 868 en 555 884 euro).
KBC Groep NV alleen betaalde in 2015 aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA 148 100 euro (2014: 149 124 euro) in het kader van de standaardcontroleopdrachten. Voor speciale auditdiensten werd een vergoeding betaald van 58 468 euro (2014: 113 144 euro).
De juridische structuur van de groep bestaat in essentie uit KBC Groep NV, dat twee grote vennootschappen controleert: KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. Elk van die vennootschappen bezit een aantal dochter- en kleindochtermaatschappijen.
| Gehouden deel van het kapitaal |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| Vennoot | op groeps | ||||
| Naam | Zetel | schapsnummer | niveau (%) | Divisie3 | Activiteit |
| KBC Bank: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden | |||||
| KBC Bank NV | Brussel – BE | 0462.920.226 | 100,00 | BEL/GRP | kredietinstelling |
| ADB Asia Pacific Limited | Singapore – SG | -- | 100,00 | GRP | kredietinstelling |
| Almafin Real Estate NV | Brussel – BE | 0403.355.494 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Almafin Real Estate Services NV | Brussel – BE | 0416.030.525 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Immo Arenberg NV | Brussel – BE | 0471.901.337 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Apitri NV | Brussel – BE | 0469.889.873 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| CBC BANQUE SA | Brussel – BE | 0403.211.380 | 100,00 | BEL | kredietinstelling |
| Cˇeskoslovenská Obchodná Banka a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| CˇSOB Centrála s.r.o. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | facilitaire en ondersteunende diensten |
| CˇSOB Factoring a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | factoring |
| CˇSOB Leasing a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| CˇSOB Leasing Poist'ovací Maklér s.r.o. | |||||
| Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | ondersteuning leasing | |
| VB Leasing SK, spol. s.r.o. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| VB Leasing Sprostredkovatel'ská s.r.o. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmakelaar |
| CˇSOB Stavebná Sporitel'nˇ a a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | bouwspaardeposito's en -leningen |
| Cˇeskoslovenská Obchodní Banka a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | kredietinstelling |
| Bankovní Informacˇní Technologie s.r.o. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | automatische gegevensverwerking |
| Centrum Radlická a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vastgoed |
| CˇSOB Advisory a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | investeringsadministratie |
| CˇSOB Factoring a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | factoring |
| CˇSOB Leasing a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | leasing |
| CˇSOB Leasing Pojist'ovací Maklér s.r.o. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | ondersteuning leasing |
| CˇSOB Penzijní spolecˇnost a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | pensioenverzekeringsfonds |
| CˇSOB Property Fund a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vastgoedfonds |
| Merrion Properties a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vastgoed |
| Hypotecˇní banka a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR kredietinstelling – hypotheekleningen | |
| Patria Online a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | onlinebeleggingsinformatie |
| Patria Finance a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | effectenhandel via internet |
| Patria Finance CF a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | agent- en consultingdiensten |
| Radlice Rozvojavá a.s. | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vastgoed |
| CIBANK EAD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Management of Assets for Sale – 2 EOOD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| Katarino Spa Hotel EAD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| IIB Finance Ireland | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | holding |
| KBC Finance Ireland | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | kredietverlening |
| KBC Financial Services (Ireland) Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | holding |
| Immo-Quinto NV | Brussel – BE | 0466.000.470 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Immo Senningerberg | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Asset Management NV | Brussel – BE | 0469.444.267 | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Asset Management SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Fund Management Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Participations Renta B | Luxemburg LU | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Participations Renta C | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| CˇSOB Asset Management, a.s., Investicˇní Spolecˇnost | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | vermogensbeheer |
| KBC Participations Renta SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Towarzystwo Funduszy Inwestycyjnych a.s. | Warschau – PL | -- | 100,00 | IMA | vermogensbeheer |
| KBC Autolease NV | Leuven – BE | 0422.562.385 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Lease (Luxembourg) SA | Betrange – LU | -- | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Bail Immobilier France sas | Paris – FR | -- | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Bank Ireland Plc. | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| Boar Lane Nominee (Number 1) Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Boar Lane Nominee (Number 2) Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Boar Lane Nominee (Number 3) Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Danube Holdings Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| Glare Nominee Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| IIB Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | commerciële en financiële diensten |
| IIB Asset Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| IIB Commercial Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| IIB Leasing Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Lease Services Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
|---|---|---|---|---|---|
| IIB Homeloans and Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | holding |
| KBC Homeloans and Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | holding |
| Premier Homeloans Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | IMA | woningkredieten |
| Irish Homeloans and Finance Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| KBC ACS Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| KBC Mortgage Finance | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | hypotheekfinanciering |
| KBC Nominees Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Fermion Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | beheer van hypotheekleningen |
| Intercontinental Finance | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Linkway Developments Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Commercial Leasing Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Merrion Equipment Finance Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Assets Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Finance Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Industrial Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | IMA | * |
| Merrion Leasing Services Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Monastersky Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | holding |
| Needwood Properties Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| Phoenix Funding 2 Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| Phoenix Funding 3 Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| Phoenix Funding 4 Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| Phoenix Funding 5 Limited | Dublin – IE | -- | 100,00 | IMA | effectiseringsvehikel |
| Rolata Limited | Douglas – IM | -- | 100,00 | IMA | beleggingen |
| KBC Commercial Finance NV | Brussel – BE | 0403.278.488 | 100,00 | BEL | factoring |
| KBC Credit Investments NV | Brussel – BE | 0887.849.512 | 100,00 | BEL/GRP | beleggingsmaatschappij |
| KBC Financial Products UK Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | GRP | (afgeleide) financiële producten |
| KBC Financial Products International SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| KBC Ifima SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | financiering |
| KBC Immolease NV | Leuven – BE | 0444.058.872 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Investments Hong Kong Limited | Hongkong – HK | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| KBC Investments Limited | Londen – GB | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| KBC AIM Feeder Fund | George Town – KY | -- | 100,00 | GRP | fonds |
| KBC AIM Master Fund | George Town – KY | -- | 100,00 | GRP | fonds |
| KBC Financial Products (Cayman Islands) Limited "Cayman I" |
George Town – KY | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| KBC Investments Cayman Islands V Limited | George Town – KY | -- | 100,00 | GRP | fonds |
| Hanover Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Baker Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Dorset Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Pembridge Square Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Regent Street Finance Limited | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| KBC Lease Belgium NV | Leuven – BE | 0426.403.684 | 100,00 | BEL | leasing |
| KBC Lease France SA | Lyon – FR | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| KBC Lease (UK) Limited | Uxbridge – GB | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| KBC Real Estate Luxembourg SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Vastgoedinvesteringen NV | Brussel – BE | 0455.916.925 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Vastgoedportefeuille België NV | Brussel – BE | 0438.007.854 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Apicinq NV | Brussel – BE | 0469.891.457 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Securities NV | Brussel – BE | 0437.060.521 | 100,00 | BEL | beursmakelaar |
| K&H Bank Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | kredietinstelling |
| K&H Befektetési Alapkezelö Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | effectenmakelaar en fondsenbeheer |
| K&H Csoportszolgáltató Központ Kft. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | boekhouding en belastinginning |
| K&H Equities Tanácsadó Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | business- en managementadvies |
| K&H Faktor Pénzügyi Szolgáltató Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | factoring |
| K&H Alkusz Biztosításközvetítö Kft. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmakelaar |
| K&H Autópark Bérleti és Szolgáltató Kft. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | wagenparkbeheerder |
| K&H Eszközlizing Gép-és Tehergépjármü Bérleti Kft. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| K&H Ingatlanlizing Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | leasing |
| Loan Invest NV "Institutionele VBS naar Belgisch recht" | Brussel – BE | 0889.054.884 | 100,00 | BEL | effectiseringsvehikel |
| Old Broad Street Invest NV | Brussel – BE | 0871.247.565 | 100,00 | GRP vastgoed | |
| Poelaert Invest NV | Brussel – BE | 0478.381.531 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| RSL Leasing IFN SA | Boekarest – RO | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| KBC Bank: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden | |||||
| 111 OBS (General Partner) Limited1 | Londen – GB | -- | 100,00 | GRP | vastgoed |
| 111 OBS Limited Partnership1 | Londen – GB | -- | 100,00 | GRP | vastgoed |
|---|---|---|---|---|---|
| 111 OBS (Nominee) Limited1 | Londen – GB | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| 2 B Delighted Italia Srl1 | Turijn – IT | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| 2 B Delighted NV1 | Roeselare – BE | 0891.731.886 | 99,58 | GRP | verlichting |
| Wever & Ducré NV1 | Roeselare – BE | 0412.881.191 | 99,58 | GRP | verlichting |
| Asia Pacific Trading & Investment Company Limited1 | Hongkong – HK | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| Dark NV1 | Roeselare – BE | 0472.730.389 | 99,58 | GRP | verlichting |
| Limis Beyond Light NV1 | Roeselare – BE | 0806.059.310 | 99,58 | GRP | verlichting |
| Wever & Ducré BV1 | Den Haag – NL | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| Wever & Ducré GmbH1 | Herzogenrath – DE | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| Wever & Ducré Iluminación SL1 | Madrid – ES | -- | 99,58 | GRP | verlichting |
| Almaloisir & Immobilier sas1 | Nice – FR | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Banque Diamantaire (Suisse) SA1 | Genève – CH | -- | 100,00 | GRP | kredietinstelling |
| Belrom Cinci SRL1 | Boekarest – RO | -- | 100,00 | BEL | leasing |
| Belrom Sapte SRL1 | Boekarest – RO | -- | 100,00 | BEL | leasing |
| Brussels North Distribution NV1 | Brussel – BE | 0476.212.887 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| CˇSOB Nadácia1 | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | vastgoed |
| Eurincasso s.r.o.1 | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | schuldinvordering |
| Fitraco NV1 | Leuven – BE | 0425.012.626 | 100,00 | BEL | leasing |
| Immo-Antares NV² | Brussel – BE | 0456.398.361 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo-Basilix NV² | Brussel – BE | 0453.348.801 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo-Beaulieu NV² | Brussel – BE | 0450.193.133 | 50,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immobilière Distri-Land NV² | Brussel – BE | 0436.440.909 | 87,52 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo Genk-Zuid NV² | Brussel – BE | 0464.358.497 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immolease-Trust NV1 | Brussel – BE | 0406.403.076 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Immo Lux-Airport SA² | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo NamOtt NV² | Brussel – BE | 0840.412.849 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo NamOtt Tréfonds NV² | Brussel – BE | 0840.620.014 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo-Zénobe Gramme NV² | Brussel – BE | 0456.572.664 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| IP Exit, a.s.² | Praag – CZ | -- | 71,30 | CZR | * |
| Julienne Holdings S.à.r.l.1 | Luxemburg – LU | -- | 93,00 | BEL | holding |
| Julie LH BVBA1 | Brussel – BE | 0890.935.201 | 93,00 | BEL | vastgoed |
| Juliette FH BVBA1 | Zaventem – BE | 0890.935.397 | 93,00 | BEL | vastgoed |
| KB Consult NV1 | Brussel – BE | 0437.623.220 | 100,00 | BEL | * |
| KBC Bail France II sas1 | |||||
| Lyon – FR | -- | 100,00 | GRP | leasing | |
| KBC Clearing NV1 | Amsterdam – NL | -- | 100,00 | BEL | clearing |
| KBC Lease (Nederland) BV1 | Almere – NL | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| KBC Private Equity NV1 | Brussel – BE | 0403.226.228 | 100,00 | GRP | beleggingsvennootschap |
| KBC Securities USA, Inc.1 | New York – US | -- | 100,00 | GRP | beursmakelaar |
| Luxembourg North Distribution SA² | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Immo Mechelen City Center NV2 | Brussel – BE | 0635.828.862 | 100,00 | BEL | uitgifte van vastgoedcertificaten |
| Midas Life Settlements LLC1 | Delaware – US | -- | 100,00 | GRP | life settlement dienstverlener |
| Motokov a.s.1 | Praag – CZ | -- | 70,09 | CZR | voertuigen |
| Newcourt Street Finance Limited1 | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| NV ACTIEF NV1 | Brussel – BE | 0824.213.750 | 57,14 | BEL | opleiding |
| Oxford Street Finance Limited1 | Jersey – GB | -- | 100,00 | GRP | CDO-activiteiten |
| Posselton Limited1 | Dublin – IE | -- | 100,00 | GRP | energie |
| Property LM s.r.o.1 | Bratislava – SK | -- | 100,00 | CZR | vastgoed |
| Reverse Mortgage Loan Trust 2008-11 | New York – US | -- | 100,00 | GRP | omgekeerde hypotheken |
| RHVG DK NV2 | Brussel – BE | 0539.765.408 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| RHVG QT NV2 | Brussel – BE | 0539.764.121 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| RHVG RB NV2 | Brussel – BE | 0539.765.012 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| RHVG SB NV2 | Brussel – BE | 0539.764.814 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| RHVG TB NV2 | Brussel – BE | 0539.764.517 | 100,00 | BEL | uitgifte vastgoedcertificaten |
| Securitas sam1 | Monaco – MC | -- | 100,00 | GRP | leasing |
| Sisyphus Holding Corporation1 | Delaware – US | -- | 100,00 | GRP | holding |
| Setanta Energy LLC1 | Delaware – US | -- | 100,00 | GRP | energie |
| TEE Square Limited1 | Road Town – VG | -- | 100,00 | CZR | * |
| Transformation Fund Stabilita1 | Praag – CZ | -- | 100,00 | CZR | pensioenverzekering |
| Vastgoed Ruimte Noord NV1 | Brussel – BE | 0863.201.515 | 100,00 | BEL | vastgoed |
| Weyveld Vastgoedmaatschappij NV² | Brussel – BE | 0425.517.818 | 100,00 | BEL | uitgifte van vastgoedcertficaten |
| World Alliance Financial Corporation1 | New York – US | -- | 100,00 | GRP | omgekeerde hypotheken |
| KBC Bank: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| Cˇeskomoravská Stavební Sporˇitelna (CˇMSS) | Praag – CZ | -- | 55,00 | CZR | bouwsparen |
| Union KBC Asset Management Company Private Limited | Mumbai – IN | -- | 49,00 | BEL | vermogensbeheer |
| KBC Bank: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 |
| Atrium Development SA | Luxemburg – LU | -- | 25,00 | BEL | vastgoed |
|---|---|---|---|---|---|
| Covent Garden Development NV | Brussel – BE | 0892.236.187 | 25,00 | BEL | vastgoed |
| Covent Garden Real Estate NV | Zaventem – BE | 0872.941.897 | 50,00 | BEL | vastgoed |
| Jesmond Amsterdam B.V. | Amsterdam – NL | -- | 50,00 | BEL | holding |
| Miedziana Sp z.o.o. | Warschau – PL | -- | 47,75 | BEL | vastgoed |
| Real Estate Participation NV | Zaventem – BE | 0473.018.817 | 50,00 | BEL | vastgoed |
| UNION KBC Trustee Company Private Limited | Mumbai – IN | -- | 49,00 | BEL | trustee |
| Xiongwei Lighting (Guangzhou) Co., Ltd | Guangzhou – CY | -- | 49,79 | GRP | verlichting |
| KBC Bank: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| HAGE Hajdúsági Agráripari Zrt. | Nádudvar – HU | -- | 25,00 | IMA | landbouw |
| KBC Bank: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 | |||||
| Bancontact-MisterCash NV | Brussel – BE | 0884.499.250 | 20,00 | BEL | kredietkaarten |
| Banking Funding Company NV | Brussel – BE | 0884.525.182 | 20,25 | BEL | betalingsverrichtingen |
| Bedrijvencentrum Regio Roeselare NV | Roeselare – BE | 0428.378.724 | 22,22 | BEL | bedrijvencenter |
| Brussels I3 Fund NV | Brussel – BE | 0477.925.433 | 36,37 | BEL | venturefondsen |
| Citylife Belgium NV | Hasselt – BE | 0578.946.577 | 33,33 | BEL | IT en consultancy |
| Cofely Ren s.r.o. | Praag – CZ | -- | 42,82 | CZR | verhuur |
| Czech Banking Credit Bureau a.s. | Praag – CZ | -- | 20,00 | CZR | ICT |
| Etoiles d'Europe sas | Parijs – FR | -- | 45,00 | BEL | hotels |
| Gemma Frisius-fonds K.U. Leuven | Leuven – BE | 0477.960.372 | 40,00 | BEL | risicokapitaal |
| Isabel NV | Brussel – BE | 0455.530.509 | 25,33 | BEL | ICT |
| Justinvest NV | Antwerpen – BE | 0476.658.097 | 33,33 | BEL | vastgoed |
| První Certifikacˇni Autorita a.s. | Praag – CZ | -- | 23,25 | CZR | certificatiediensten |
| Qbic Feeder Fund NV | Gent – BE | 0846.493.561 | 21,02 | BEL | risicokapitaal |
| Rabot Invest NV | Antwerpen – BE | 0479.758.733 | 25,00 | BEL | vastgoed |
| Thanksys NV | Hasselt – BE | 0553.877.423 | 22,22 | BEL | IT en consultancy |
| Xenarjo cvba | Mechelen – BE | 0899.749.531 | 22,39 | BEL | sociale sector |
| KBC Verzekeringen: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden | |||||
| KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 0403.552.563 | 100,00 | BEL/GRP | verzekeringsmaatschappij |
| ADD NV | Heverlee – BE | 0406.080.305 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| KBC Group Re SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | BEL/GRP | herverzekeringsmaatschappij |
| CˇSOB Pojišt'ovna a.s. | Pardubice – CZ | -- | 100,00 | CZR | verzekeringsmaatschappij |
| CˇSOB Poist'ovnˇ a a.s. | Bratislava – SK | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| Double U Building BV | Rotterdam – NL | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| DZI Life Insurance JSC | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | levensverzekeringen |
| DZI – GENERAL INSURANCE JSC | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | schadeverzekeringen |
| DZI – HEALTH INSURANCE AD | Sofia – BG | -- | 100,00 | IMA | ziekteverzekeringen |
| Groep VAB NV | Zwijndrecht – BE | 0456.920.676 | 95,00 | BEL | holding |
| VAB Rijschool NV | Sint-Niklaas – BE | 0448.109.811 | 95,00 | BEL | rijschool |
| VAB NV | Zwijndrecht – BE | 0436.267.594 | 95,00 | BEL | reisbijstand |
| K&H Biztosító Zrt. | Budapest – HU | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmaatschappij |
| KBC Verzekeringen Vastgoed Nederland I BV | Rotterdam – NL | -- | 100,00 | BEL | vastgoed |
| KBC Verzekeringen: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden1 | |||||
| Algemene Maatschappij voor Risicobeheer NV | Merelbeke – BE | 0420.104.030 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| CˇSOB Insurance Service Limited | Pardubice – CZ | -- | 100,00 | IMA | verzekeringsmakelaar |
| Depannage 2000 NV | Hoboken – BE | 0403.992.429 | 95,00 | BEL | voertuigen |
| KBC Zakenkantoor NV | Leuven – BE | 0462.315.361 | 100,00 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| Maatschappij voor Brandherverzekering cvba | Leuven – BE | 0403.552.761 | 90,09 | BEL | herverzekeringen |
| Net Fund Administration Sp z.o.o. | Warschau – PL | -- | 100,00 | GRP | vermogensbeheer |
| Omnia NV | Leuven – BE | 0413.646.305 | 100,00 | BEL | reisagentschap |
| Probemo Dubbele Bedieningen NV | Sint-Niklaas – BE | 0435.357.180 | 95,00 | BEL | rijschool |
| Rijscholen Sanderus NV | Mechelen – BE | 0413.004.719 | 95,00 | BEL | rijschool |
| VAB Banden Peeters NV | Overijse – BE | 0459.070.118 | 80,81 | BEL | voertuigen |
| VAB Fleet Services NV | Zwijndrecht – BE | 0866.583.053 | 66,50 | BEL | voertuigen |
| VAB Fleet Services BV | Apeldoorn – NL | -- | 66,50 | BEL | voertuigen |
| 24+ NV | Zwijndrecht – BE | 0895.810.836 | 97,50 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| KBC Verzekeringen: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| NLB Vita d.d. | Ljubljana – SI | -- | 50,00 | GRP | levensverzekeringen |
| KBC Verzekeringen: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 – |
|||||
| KBC Verzekeringen: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode – |
|||||
| KBC Verzekeringen: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 | |||||
| AIA-Pool cvba | Brussel – BE | 0453.634.752 | 33,47 | BEL | verzekeringsmakelaar |
| geïnformatiseerd derdebetalers |
AssurCard NV Leuven – BE 0475.433.127 33,33 BEL
systeem
| Olympus Mobility NV | Brussel – BE | 0638.809.930 | 49,76 | BEL | computerprogrammeeractiviteiten |
|---|---|---|---|---|---|
| Optimobil Belgium NV | Brussel – BE | 0471.868.277 | 24,06 | BEL | voertuigen |
| Traject NV | Gent – BE | 0448.394.475 | 47,50 | BEL | mobiliteit |
| KBC Groep: dochterondernemingen die integraal geconsolideerd worden | |||||
| KBC Groep NV | Brussel – BE | 0403.227.515 | 100,00 | GRP | bankverzekeringsholding |
| KBC Bank NV | Brussel – BE | 0462.920.226 | 100,00 | BEL/GRP | kredietinstelling |
| KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 0403.552.563 | 100,00 | BEL/GRP | verzekeringsmaatschappij |
| Kredietcorp SA | Luxemburg – LU | -- | 100,00 | GRP | beleggingsvennootschap |
| KBC Groep: dochterondernemingen die niet integraal geconsolideerd worden1 | |||||
| – | |||||
| KBC Groep: joint ventures die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| – | |||||
| KBC Groep: joint ventures die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 | |||||
| – | |||||
| KBC Groep: geassocieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | |||||
| – | |||||
| KBC Groep: geassocieerde ondernemingen die niet worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode1 | |||||
| Experience@work CVBA | Mechelen – BE | 0627.819.632 | 33,00 | GRP | consultancy |
* niet actief
Reden voor uitsluiting:
1 te verwaarlozen betekenis
2 vastgoedcertificaten en maatschappijen waarbij de Groep niet blootgesteld is aan de variabiliteit van het resultaat
3 BEL: divisie België; CZR: divisie Tsjechië: IMA: divisie Internationale Markten; GRP: Groepscenter.
Een onderneming die in aanmerking komt voor consolidatie wordt ook werkelijk in consolidatie opgenomen als twee van de volgende criteria worden overschreden:
• Het deel van de groep in het eigen vermogen overschrijdt 2,5 miljoen euro.
• Het deel van de groep in het resultaat overschrijdt 1 miljoen euro.
• Het balanstotaal overschrijdt 100 miljoen euro.
Het gezamenlijke balanstotaal van de uitgesloten vennootschappen mag niet meer bedragen dan 1% van het geconsolideerde balanstotaal.
omdat KBC Groep de gezamenlijke controle over die entiteiten heeft op basis van aandeelhoudersovereenkomsten.
overdragen of gebruiken om aan de verplichtingen van andere entiteiten van de KBC-groep te voldoen.
dat is goedgekeurd door de Ierse centrale bank en kan worden geraadpleegd op www.kbc.be/prospectus/spv. De gestructureerde entiteiten zijn evenwel niet geconsolideerd omdat ze niet voldoen aan de drie criteria voor consolidatie (zeggenschap, blootstelling aan variabel rendement en de mogelijkheid om die zeggenschap te gebruiken om de rendementen te beïnvloeden). Op 31 december 2015 bedroeg het beheerde vermogen van die entiteiten 16,2 miljard euro.
| Onderneming | Directe moeder maatschappij |
Consolidatie methode |
Percentage aandeelhouderschap op | groepsniveau | Commentaar |
|---|---|---|---|---|---|
| 31-12-2014 | 31-12-2015 | ||||
| Toevoegingen | |||||
| VB Leasing SK, spol. s.r.o. | Cˇ SOB Leasing | Integraal | – | 100,0% | Acquisitie door Cˇ SOB Leasing in 3e kwartaal van 2015 |
| VB Leasing Sprostredkovatel'ská s.r.o. |
Cˇ SOB Leasing | Integraal | – | 100,0% | Acquisitie door Cˇ SOB Leasing in 3e kwartaal van 2015 |
| Afstotingen | |||||
| KBC Bank Deutschland AG | KBC Bank | Integraal | – | – | Verkoop in 3e kwartaal van 2014 |
| Transformation Fund Stabilita | Cˇ SOB | Integraal | – | – | Deconsolidatie in 3e kwartaal van 2014 |
| KBC Financial Holding Inc. | KBC Bank | Integraal | 100,0% | – | Liquidatie in 4e kwartaal van 2015 |
| Naamsveranderingen | |||||
| Geen | |||||
| Wijzigingen in percentage aandeelhouderschap en interne fusies | |||||
| Antwerpse Diamantbank NV | KBC Bank | Integraal | 100,0% | – | Fusie met KBC Bank in 3e kwartaal van 2015 |
| KBC Lease Holding NV | KBC Bank | Integraal | 100,0% | – | Fusie met KBC Bank in 3e kwartaal van 2015 |
Aangezien er in 2014 en 2015 geen belangrijke maatschappijen onder IFRS 5 vielen, verstrekken we hier geen bijkomende informatie (meer).
De vereiste informatie in verband met risico's (IFRS 4 en IFRS 7) en kapitaal (IAS 1) nemen we op in de door de commissaris geauditeerde delen van de hoofdstukken Risicobeheer en Kapitaaltoereikendheid.
Belangrijke gebeurtenissen tussen de balansdatum en de goedkeuring van de jaarrekening door de Raad van Bestuur op 17 maart 2016 die niet hebben geleid tot aanpassingen in de jaarrekening voor 2015:
• 5-5-5-emissie van KBC Groep: zie Toelichting 36.
tweede zin. De vennootschap kan verder alle commerciële, financiële en industriële verrichtingen doen die nuttig of dienstig kunnen zijn ter verwezenlijking van haar maatschappelijke doel en die er rechtstreeks of onrechtstreeks verband mee houden. Ze kan ook door middel van inschrijving, inbreng, participatie of onder welke andere vorm ook deelnemen in alle vennootschappen, bedrijven of instellingen die een gelijkaardige, verwante of aanvullende activiteit uitoefenen. In het algemeen kan ze, zowel in het binnen- als buitenland, alle verrichtingen stellen die tot de realisatie van haar doel kunnen bijdragen (artikel 2 van de statuten, die beschikbaar zijn op www.kbc.com).
We stellen de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV hier voor in een verkorte versie. De volledige vennootschappelijke jaarrekening wordt op 4 mei 2016 ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
De vennootschappelijke jaarrekening, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. U kunt die documenten gratis opvragen bij KBC Groep NV, Investor Relations – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. Ze zijn ook beschikbaar op www.kbc.com.
De commissaris heeft over de vennootschappelijke jaarrekening van KBC Groep NV een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
De vennootschappelijke jaarrekening werd opgesteld rekening houdend met de Belgische boekhoudnormen (B-GAAP) en is bijgevolg niet vergelijkbaar met de volgens IFRS opgestelde gegevens uit de andere hoofdstukken van dit verslag.
Vennootschappelijke jaarrekening en overige informatie
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 17 442 | 18 140 |
| Immateriële vaste activa | 226 | 160 |
| Materiële vaste activa | 138 | 105 |
| Terreinen en gebouwen | 32 | 31 |
| Installaties, machines en uitrusting | 82 | 60 |
| Meubilair en rollend materieel | 12 | 13 |
| Overige materiële vaste activa | 1 | 0 |
| Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | 11 | 1 |
| Financiële vaste activa | 17 078 | 17 875 |
| Verbonden ondernemingen | 17 077 | 17 874 |
| Deelnemingen | 14 529 | 14 044 |
| Vorderingen | 2 547 | 3 830 |
| Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | 1 | 1 |
| Deelnemingen | 1 | 1 |
| Vorderingen | 0 | 0 |
| Vlottende activa | 524 | 261 |
| Vorderingen op meer dan 1 jaar | 1 | 0 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 1 | 0 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 1 | 1 |
| Voorraden | 1 | 1 |
| Handelsgoederen | 1 | 1 |
| Vorderingen op ten hoogste 1 jaar | 69 | 10 |
| Handelsvorderingen | 33 | 6 |
| Overige vorderingen | 36 | 5 |
| Geldbeleggingen | 0 | 0 |
| Eigen aandelen | 0 | 0 |
| Overige beleggingen | 0 | 0 |
| Liquide middelen | 405 | 163 |
| Overlopende rekeningen | 49 | 87 |
| Totaal activa | 17 966 | 18 401 |
| Eigen vermogen | 11 486 | 13 670 |
| Kapitaal | 1 453 | 1 454 |
| Geplaatst kapitaal | 1 453 | 1 454 |
| Uitgiftepremies | 5 409 | 5 423 |
| Reserves | 1 466 | 1 466 |
| Wettelijke reserves | 145 | 145 |
| Onbeschikbare reserves | 1 | 1 |
| Belastingvrije reserves | 190 | 190 |
| Beschikbare reserves | 1 129 | 1 129 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) | 3 158 | 5 327 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 20 | 13 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 20 | 13 |
| Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 17 | 12 |
| Overige risico's en kosten | 3 | 1 |
| Schulden | 6 459 | 4 718 |
| Schulden op meer dan 1 jaar | 4 878 | 3 080 |
| Financiële schulden | 4 878 | 3 080 |
| Achtergestelde leningen | 4 297 | 3 080 |
| Niet-achtergestelde obligatieleningen | 581 | 0 |
| Kredietinstellingen | 0 | 0 |
| Schulden op ten hoogste 1 jaar | 1 363 | 1 583 |
| Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen | 0 | 480 |
| Financiële schulden | 376 | 937 |
| Kredietinstellingen | 0 | 0 |
| Overige leningen | 376 | 937 |
| Handelsschulden | 39 | 33 |
| Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 80 | 78 |
| Belastingen | 3 | 7 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 77 | 71 |
| Overige schulden | 868 | 55 |
| Overlopende rekeningen | 219 | 55 |
| Totaal passiva | 17 966 | 18 401 |
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 1 082 | 1 060 |
| Omzet | 1 026 | 971 |
| Voorraad goederen in bewerking, gerede producten en bestellingen in uitvoering: toename/afname (-) | 0 | 0 |
| Geproduceerde vaste activa | 49 | 61 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 7 | 28 |
| Bedrijfskosten | 1 153 | 1 115 |
| Diensten en diverse goederen | 568 | 577 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 435 | 430 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa | 118 | 110 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen / bestedingen en terugnemingen (-) | 1 | -7 |
| Andere bedrijfskosten | 31 | 5 |
| Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies (-)) | -71 | -55 |
| Financiële opbrengsten | 1 441 | 3 366 |
| Opbrengsten uit financiële vaste activa | 1 354 | 3 224 |
| Opbrengsten uit vlottende activa | 5 | 0 |
| Andere financiële opbrengsten | 82 | 142 |
| Financiële kosten | 444 | 1 144 |
| Kosten van schulden | 432 | 1 128 |
| Waardeverminderingen op vlottende activa: toevoegingen (terugnemingen (-)) | 0 | 0 |
| Andere financiële kosten | 12 | 16 |
| Winst (Verlies (-)) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting | 926 | 2 167 |
| Uitzonderlijke opbrengsten | 158 | 51 |
| Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten | 1 | 0 |
| Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa | 157 | 23 |
| Andere uitzonderlijke opbrengsten | 0 | 28 |
| Uitzonderlijke kosten | 1 | 27 |
| Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële activa en materiële activa | 0 | 26 |
| Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten | 0 | 0 |
| Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa | 1 | 0 |
| Andere uitzonderlijke kosten | 0 | 1 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar vóór belasting | 1 083 | 2 191 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 1 | 0 |
| Overboeking naar de uitgestelde belastingen | 0 | 4 |
| Belastingen op het resultaat | 4 | 6 |
| Winst (Verlies (-)) van het boekjaar | 1 080 | 2 181 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 1 080 | 2 181 |
In dit schema worden kosten ook met een positief teken vermeld (in tegenstelling tot de voorstellingswijze van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening).
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | 31-12-2015 |
|---|---|---|
| Te bestemmen winst (verlies (-)) | 4 006 | 5 338 |
| Te bestemmen winst (verlies (-)) van het boekjaar | 1 080 | 2 181 |
| Overgedragen winst (verlies (-)) van het vorige boekjaar | 2 927 | 3 158 |
| Toevoeging aan het eigen vermogen 0 |
0 | |
| Aan de wettelijke reserve | 0 | 0 |
| Aan de overige reserves | 0 | 0 |
| Over te dragen winst (verlies (-)) | 3 158 | 5 327 |
| Uit te keren winst | 849 | 11 |
| Vergoeding van het kapitaal | 836 | 0 |
| Bestuurders of zaakvoerders | 0 | 0 |
| Andere rechthebbenden, werknemersparticipatie | 13 | 11 |
Aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld het te bestemmen winstsaldo voor 2015 te verdelen zoals in de tabel is aangegeven. Als dat voorstel wordt goedgekeurd, wordt over 2015 geen dividend betaald.
| (in miljoenen euro) | Deelnemingen in verbonden ondernemingen |
Vorderingen op verbonden ondernemingen |
Deelnemingen in ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding bestaat |
Vorderingen op ondernemingen waarmee er een deelnemingsverhouding bestaat |
|---|---|---|---|---|
| Boekwaarde 31-12-2014 | 14 529 | 2 547 | 1 | 0 |
| Aanschaffingen in 2015 | 0 | 1 283 | 0 | 0 |
| Vervreemdingen in 2015 | -486 | 0 | 0 | 0 |
| Andere wijzigingen in 2015 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Boekwaarde 31-12-2015 | 14 044 | 3 830 | 1 | 0 |
De deelnemingen in verbonden ondernemingen van KBC Groep NV betreffen voornamelijk de participaties in KBC Bank NV, KBC Verzekeringen NV en KBC Asset Management NV. De voornaamste wijziging in 2015 is de kapitaalvermindering van KBC
Verzekeringen van 500 miljoen euro.
De vorderingen op verbonden ondernemingen betreffen leningen aan KBC Bank van het type additional tier 1-kapitaal (1,4 miljard euro) en tier 2-kapitaal (1,7 miljard euro), een achtergestelde perpetuele lening aan KBC Bank NV van 0,25 miljard euro en een achtergestelde lening aan KBC Verzekeringen NV van 0,5 miljard euro.
| (in miljoenen euro) | 31-12-2014 | Kapitaalverhoging voor het personeel |
Resultaats aanwending |
31-12-2015 |
|---|---|---|---|---|
| Kapitaal | 1 453 | 1 | 0 | 1 454 |
| Uitgiftepremies | 5 409 | 13 | 0 | 5 423 |
| Reserves | 1 466 | 0 | 0 | 1 466 |
| Overgedragen resultaat | 3 158 | 0 | 2 169 | 5 327 |
| Eigen vermogen | 11 486 | 14 | 2 169 | 13 670 |
Op 31 december 2015 bedroeg het geplaatste maatschappelijk kapitaal van de vennootschap 1 454 298 014,35 euro, verdeeld in 418 087 058 aandelen zonder nominale waarde. De uitgiftepremies bedroegen 5 422 640 121,69 euro. Het maatschappelijk kapitaal is volgestort.
Wijzigingen in 2015:
• Door een kapitaalverhoging in het kader van het toegestane kapitaal op 23 december 2015 waarop alleen de personeelsleden van KBC Groep NV en sommige van zijn Belgische dochterondernemingen konden intekenen, werden 306 400 aandelen uitgegeven tegen 46,67 euro per aandeel. Die aandelen zijn gedurende twee jaar geblokkeerd, aangezien de uitgifteprijs een korting vertoonde ten opzichte van de beurskoers van het KBCaandeel op 11 november 2015. Het kapitaal verhoogde met 1 066 272,00 euro en de uitgiftepremies stegen met 13 233 416,00 euro. Met die kapitaalverhoging wil KBC Groep NV de band met zijn personeel en met het personeel van de Belgische
dochterondernemingen nauwer aanhalen. Door de geringe omvang van de kapitaalverhoging zijn de financiële gevolgen voor de bestaande aandeelhouders uiterst beperkt. Alle aandelen die in de loop van 2015 werden uitgegeven, zijn ook dividendgerechtigd vanaf boekjaar 2015.
• Van de te bestemmen winst van 5 338 miljoen euro wordt, onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering, geen dividend uitgekeerd, maar wel 11 miljoen euro onder de vorm van werknemersparticipatie. Het overgedragen resultaat is bijgevolg 5 327 miljoen euro.
De machtiging voor het toegestane kapitaal kan nog tot en met 20 mei 2018 worden gebruikt voor een bedrag van 696 103 433,56 euro. Gerekend tegen een fractiewaarde van 3,48 euro per aandeel kunnen dus nog maximaal 200 029 722 nieuwe aandelen van KBC Groep NV worden uitgegeven in het kader van die machtiging.
Hierna volgt een overzicht van de in 2015 en de eerste twee maanden van 2016 ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. KBC publiceert de ontvangen kennisgevingen op www.kbc.com.
We vestigen er de aandacht op dat de in de kennisgevingen opgenomen aantallen kunnen afwijken van de huidige aantallen in bezit, aangezien een wijziging van het aantal aangehouden aandelen niet altijd aanleiding geeft tot een nieuwe kennisgeving.
| Aantal aangehouden | % van totale | |||
|---|---|---|---|---|
| KBC-aandelen (= stem | stemrechten op | |||
| De kennisgeving be | rechten) op de betrokken | de betrokken | ||
| Kennisgevingen* | treft de situatie op: | Toelichting | datum | datum* |
| FMR LLC (Fidelity) | 12 januari 2015 | Overschrijding van de rapporteringsdrempel van 3% | 12 687 206 | 3,04% |
| Parvus Asset Management | ||||
| Europe Ltd | 13 februari 2015 | Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 3% | 12 341 146 | 2,95% |
| FMR LLC (Fidelity) | 4 mei 2015 | Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 3% | 12 312 076 | 2,95% |
| BlackRock Inc. | 17 augustus 2015 | Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 5% | 20 886 993 | 4,9995% |
| BlackRock Inc. | 19 augustus 2015 | Overschrijding van de rapporteringsdrempel van 5% | 20 907 517 | 5,0044% |
| BlackRock Inc. | 20 augustus 2015 | Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 5% | 20 881 252 | 4,9981% |
| BlackRock Inc. | 4 december 2015 | Overschrijding van de rapporteringsdrempel van 5% | 20 934 882 | 5,01% |
| BlackRock Inc. | 9 februari 2016 | Daling tot onder de rapporteringsdrempel van 5% | 20 650 780 | 4,94% |
* Details vindt u in de respectieve kennisgevingsformulieren op www.kbc.com.
In het hoofdstuk Verklaring inzake deugdelijk bestuur geven we een overzicht van het aandeelhouderschap op het einde van 2015, zoals dat blijkt uit alle ontvangen kennisgevingen in het kader van de Belgische Wet van 2 mei 2007.
| 31 december | 31 december | ||
|---|---|---|---|
| KBC-aandelen bij KBC-groepsmaatschappijen | Adres | 2014 | 2015 |
| Bij KBC Securities NV | Havenlaan 12, 1080 Brussel, België | 2 | 2 |
| Bij KBC Groep NV zelf | Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | 486 | 0 |
| Totaal | 488 | 2 | |
| In procent van het totale aantal aandelen | 0,0% | 0,0% |
De gemiddelde fractiewaarde van het KBC-aandeel in 2015 bedroeg 3,48 euro. Eind 2014 kocht KBC 486 eigen aandelen aan (op de beurs; voor 22 524 euro) die in 2015 werden geleverd aan personeelsleden die eind 2014 hun opties uitoefenden.
Zie Toelichting 43 in het deel Geconsolideerde jaarrekening.
KBC Groep NV had op 31 december 2015 drie bijkantoren (in Tsjechië, Slowakije en Hongarije).
De vereiste wettelijke informatie volgens artikel 96 van het Belgische Wetboek van Vennootschappen, die hierboven nog niet werd vermeld, vindt u in het deel Verslag van de Raad van Bestuur.
kernkapitaaleffecten, die is gestegen met 833 miljoen euro (167 miljoen euro in 2014 en 1 miljard euro in 2015; post Kosten van schulden).
In 2008 en 2009 heeft KBC Groep NV voor 7 miljard euro uitgegeven aan perpetuele, niet-overdraagbare kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, pari passu met gewone aandelen bij liquidatie, waarop werd ingetekend door de Belgische staat (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij) en het Vlaams Gewest, elk voor 3,5 miljard euro.
KBC betaalde dat als volgt terug:
• in 2015: 2,00 miljard euro plus een premie van 50% aan de Vlaamse overheid.
In 2009 ondertekende KBC een akkoord met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van zijn portefeuille gestructureerde kredieten. Het plan ging initieel over een notioneel bedrag van in totaal 20 miljard euro. Meer informatie over de structuur van die transactie vindt u in de vorige jaarverslagen. In de laatste jaren heeft KBC zijn CDO-blootstelling versneld afgebouwd. In 2014 heeft KBC de twee laatste CDO's in zijn portefeuille ontmanteld. Daarmee is de CDOportefeuille van KBC, die in 2008 nog meer dan 25 miljard euro bedroeg, op 5 jaar tijd volledig afgebouwd en kon ook de garantieregeling voor CDO's worden beëindigd.
Geeft een inzicht in de opbrengsten met betrekking tot de verkoop van verzekeringsproducten via het bankkanaal, en dus in het succes van het bankverzekeringsmodel.
| Berekening (in miljoenen euro) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Provisie-inkomsten ontvangen door de bank van de gelinkte verzekeraar (A) |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettoprovisie-inkomsten | 151 | 146 |
| + | |||
| Verzekeringsinkomsten van de verzekeringsproducten die door de bankkantoren verkocht worden (B) |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten (diverse lijnen) |
295 | 298 |
| + | |||
| Bij de assetmanager geboekte beheersvergoeding voor tak 23-verzekeringsproducten die door de bankkantoren |
|||
| verkocht worden (C) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettoprovisie-inkomsten | 54 | 63 |
| = (A)+(B)+(C) | 500 | 507 | |
We hebben de berekening verfijnd in 2015 en retroactief toegepast voor 2014. Het betreft vooral de volledige opname van de managementfees verbonden aan tak 23-producten verkocht door de bankkantoren (vroeger slechts gedeeltelijk meegeteld) en enkele kleinere verfijningen (totale invloed op 2014: verhoging van ongeveer 64 miljoen euro).
Een risicogewogen maatstaf van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het kernkapitaal (common equity tier 1-kapitaal).
| Berekening | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau. De hier ver | ||
| melde ratio is gebaseerd op de Deense compromismethode. Phased-in* |
14,4% | 15,2% |
| Fully loaded* | 14,3% | 14,9% |
* De CRD IV-kapitaalregels worden geleidelijk geïmplementeerd om banken toe te laten de nodige kapitaalbuffers op te bouwen. De kapitaalpositie van een bank, rekening houdend met de overgangsperiode, wordt de phased-in view genoemd. De kapitaalpositie op basis van een volledige toepassing van alle regels zoals geldig na die overgangsperiode wordt fully loaded genoemd.
Geeft weer welk deel van de impaired kredieten (definitie: zie Impaired kredieten) gedekt is door waardeverminderingen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Specifieke waardeverminderingen op kredieten / |
Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
5 709 | 5 517 |
| Uitstaande impaired kredieten | Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
13 692 | 12 305 |
| = (A) / (B) | 42% | 45% |
Teller en noemer in de formule kunnen in voorkomend geval worden beperkt tot de impaired kredieten met meer dan 90 dagen achterstalligheid.
Geeft een idee van de mate waarin KBC Groep zijn jaarwinst uitkeert (en dus onrechtstreeks ook de mate waarin winsten worden gereserveerd om het kapitaal te versterken).
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Uit te keren dividendbedrag (A) | Gecons. vermogensmutaties | 836 | * |
| + | |||
| Te betalen coupon op de staatssteun (B) | Gecons. vermogensmutaties | 171 | |
| + | |||
| Te betalen/betaalde coupon op de AT1-instrumenten in het eigen vermogen (C) |
Gecons. vermogensmutaties | 41 | |
| / | |||
| Nettoresultaat, groepsaandeel (D) | Gecons. w-&-v-rekening | 1 762 | |
| = (A+B+C) / (D) | 59% | – |
* Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering wordt met betrekking tot 2015 geen dividend uitgekeerd.
Weerspiegelt de boekwaarde van een KBC-aandeel, m.a.w. de waarde in euro die elk aandeel vertegenwoordigt in het eigen vermogen van de aandeelhouders van KBC.
| Berekening (in miljoenen euro of aantallen) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen van de aandeelhouders (A) | Geconsolideerde balans | 13 125 | 14 411 |
| / | |||
| Aantal gewone aandelen min eigen aandelen (per einde | |||
| periode) (B) | Toelichting 39 | 417 780 170 | 418 087 056 |
| = (A) / (B) (in euro) | 31,4 | 34,5 |
Geeft een inzicht in de technische winstgevendheid (d.w.z. onder meer abstractie makend van beleggingsresultaten) van de schadeverzekeringsactiviteiten, meer bepaald in welke mate de verzekeringspremies voldoen om de schade-uitkeringen en kosten te dekken. De gecombineerde ratio houdt rekening met afgestane herverzekering.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schade regelingskosten (A) |
Toelichting 9 | 760 | 757 |
| / | |||
| Verdiende verzekeringspremies (B) | Toelichting 9 | 1 243 | 1 301 |
| + | |||
| Bedrijfskosten (C) | Toelichting 9 | 417 | 435 |
| / | |||
| Geboekte verzekeringspremies (D) | Toelichting 9 | 1 258 | 1 325 |
| = (A/B)+(C/D) | 94% | 91% |
Deze ratio geeft het aandeel van impaired kredieten in de kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille), en dus een idee van de kredietwaardigheid van die portefeuille. Impaired loans zijn leningen waarvoor het onwaarschijnlijk is dat de volledige contractuele hoofdsom en interesten worden (terug)betaald. Het gaat om de leningen met KBC-defaultstatus PD 10, PD 11 en PD 12, wat overeenkomt met de nieuwe definitie van non-performing zoals gebruikt door de Europese Bankautoriteit (EBA).
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Uitstaand bedrag van impaired kredieten (A) | Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
13 692 | 12 305 |
| / | |||
| Totale uitstaande kredietportefeuille (B) | Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, | ||
| bankactiviteiten | 138 931 | 143 400 | |
| = (A) / (B) | 9,9% | 8,6% |
De teller kan in voorkomend geval worden beperkt tot impaired loans die meer dan 90 dagen achterstallig zijn (PD 11 + PD 12).
Geeft een beeld van de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de bankactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Exploitatiekosten van de bankactiviteiten (A) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van exploitatiekosten | 3 315 | 3 391 |
| / | |||
| Totale opbrengsten van de bankactiviteiten (B) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van totale opbrengsten | 5 739 | 6 144 |
| = (A) / (B) | 58% | 55% | |
Na de afschaffing van het aangepaste resultatenschema in 2015 wordt deze ratio volledig op IFRS-gegevens gebaseerd (met retroactieve aanpassing van de referentiecijfers).
Geeft een idee van de in de winst-en-verliesrekening opgenomen waardeverminderingen op kredieten voor een bepaalde periode (een jaar in dit geval), in verhouding tot de totale kredietportefeuille (definitie: zie Kredietportefeuille). Op langere termijn kan deze ratio een indicatie geven van de kredietkwaliteit van de portefeuille.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Nettowijziging in de waardeverminderingen voor kre dietrisico's (A) / |
Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van bijzondere waardevermin deringen |
587 | 323 |
| Gemiddelde uitstaande kredietportefeuille (B) | Hoofdstuk Risicobeheer: tabel Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten |
139 178 | 141 951 |
| = (A) / (B) | 0,42% | 0,23% |
Geeft een idee van de omvang van de (voornamelijk pure, traditionele) kredietactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Leningen en voorschotten aan klanten (gerelateerd aan de bankactiviteiten van de groep) (A) |
Toelichting 18, onderdeel van Leningen en voorschotten aan klanten |
123 275 | 126 812 |
| - | |||
| Reverse repo's aan klanten (B) | Toelichting 18 | -1 389 | -502 |
| + | |||
| Schuldinstrumenten van ondernemingen en van kredietin stellingen en beleggingsondernemingen (gerelateerd aan de bankactiviteiten van de groep) (C) |
Toelichting 18, onderdeel van Schuldinstrumenten van onder nemingen en van Schuldinstrumenten van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen |
6 860 | 7 118 |
| + | |||
| Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (gerelateerd aan de bankac tiviteiten van de groep, exclusief marktzaalactiviteiten) (D) |
Toelichting 18, onderdeel van Leningen en voorschotten aan kre dietinstellingen en beleggingsondernemingen |
1 443 | 1 060 |
| + | |||
| Verstrekte financiële garanties aan klanten (E) | Toelichting 40: onderdeel van Verstrekte financiële garanties | 8 168 | 7 823 |
| + | |||
| Bijzondere waardeverminderingen op kredieten (F) | Toelichting 21: onderdeel van Bijzondere waardeverminderingen | 5 801 | 5 623 |
| + | |||
| Overige (onder meer geprorateerde rente) (G) | Onderdeel van Toelichting 18 | -5 227 | -4 534 |
| = (A)-(B)+(C)+(D)+(E)+(F)+(G) | 138 931 | 143 400 |
Geeft een idee van de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op een eenvoudige, niet-risicogewogen ratio.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Reglementair beschikbaar tier 1-kapitaal (A) | Hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid: tabel Solvabiliteit op groeps niveau |
14 476 | 14 647 |
| / | |||
| Totale exposure measures (totaal van niet-risicogewogen binnen- en buitenbalanselementen, met enkele aanpas |
|||
| singen) (B) | Gebaseerd op de Capital Requirements Regulation (CRR) | 226 669 | 233 675 |
| = (A) / (B) | 6,4% | 6,3% |
Geeft een idee van de liquiditeitspositie van de bank op korte termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan gedurende een maand.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Liquide activa van hoge kwaliteit (A) | Voor 2015 gebaseerd op de EC Delegated Act on LCR, voor 2014 gebaseerd op CRR, dus niet volledig vergelijkbaar. |
37 700 | 47 300 |
| / | |||
| Totale nettokasuitstroom voor de volgende dertig kalen | |||
| derdagen (B) | 31 400 | 37 150 | |
| = (A) / (B) | 120% | 127% |
Weerspiegelt de beurswaarde van de KBC-groep.
| Berekening (in euro of aantallen) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Slotkoers KBC-aandeel (A) (in euro) | – | 46,5 | 57,7 |
| X | |||
| Aantal gewone aandelen (B) | Toelichting 39 | 417 780 658 | 418 087 058 |
| = (A) X (B) (in miljarden euro) | 19,4 | 24,1 |
Geeft weer in welke mate een bank, naast eigen vermogen, ook een gepaste hoeveelheid schulden heeft die in aanmerking komen voor bail-in (de zogenaamde eigen middelen en in aanmerking komende passiva). MREL en bail-in gaan uit van het principe dat bij een bankfaillissement in eerste instantie de aandeel- en schuldhouders de verliezen moeten dragen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen* en verplichtingen die voldoen aan de vereisten van de BRRD, met uitzondering van specifiek uitgesloten verplichtingen) (A) / |
Gebaseerd op BRRD | 30 656 | 30 704 |
| Eigen vermogen* en verplichtingen (B) | Geconsolideerde balans | 245 174 | 220 809 |
| = (A) / (B) | 12,5% | 13,9% | |
* na deconsolidatie van KBC Verzekeringen
Geeft een idee van de structurele liquiditeitspositie van de bank op lange termijn, meer bepaald in welke mate de groep in staat is liquiditeitsmoeilijkheden te doorstaan over een periode van één jaar.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Beschikbaar bedrag stabiele financiering (A) | – | 134 750 | 135 400 |
| / | |||
| Vereist bedrag stabiele financiering (B) | 109 500 | 111 800 | |
| = (A) / (B) | 123% | 121% |
In 2014 pasten we de berekening aan naar aanleiding van KBC's interpretatie van de nieuwe Basel Committee guidance in oktober 2014. De cijfers van voor 2014 zijn dus niet volledig vergelijkbaar met die van 2014 en 2015.
Geeft een idee van de relatieve nettorente-opbrengsten van de bankactiviteiten (een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de groep) ten opzichte van de gemiddelde totale rentedragende activa van de bankactiviteiten.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Nettorente-inkomsten van de bankactiviteiten* (A) | Gecons. w-&-v-rekening: onderdeel van nettorente-inkomsten | 3 539 | 3 594 |
| / | |||
| Gemiddelde rentedragende activa van de bankacti | |||
| viteiten* (B) | Gecons. balans: onderdeel van totale activa | 170 168 | 177 629 |
| = (A) / (B) | 2,08% | 2,02% |
* De definitie werd begin 2014 herwerkt (en retroactief toegepast) om alle desinvesteringen en volatiele kortetermijnactiva gebruikt voor liquiditeitsbeheer, uit te sluiten.
Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op de ingezette eigen middelen.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel houders van de moedermaatschappij (A) - |
Gecons. w-&-v-rekening | 1 762 | 2 639 |
| Coupon op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid (B) - |
Gecons. vermogensmutaties | -171 | -0 |
| Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen (C) / |
Gecons. vermogensmutaties | -41 | -52 |
| Gemiddeld eigen vermogen van de aandeelhouders, exclusief de herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa (D) |
Gecons. vermogensmutaties | 11 021 | 11 969 |
| = (A-B-C) / (D) | 14% | 22% |
Geeft een idee van de relatieve rendabiliteit van een divisie, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op het aan de divisie toegewezen kapitaal.
| Berekening (in miljoenen euro of %) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| DIVISIE BELGIË | |||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van de divisie (A) |
Toelichting 2: segmentering volgens de managementstructuur | 1 516 | 1 564 |
| / | |||
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor ver |
|||
| zekeringsactiviteiten (volgens Solvency I) (B) | Hoofdstuk Onze divisies | 5 878 | 5 955 |
| = (A) / (B) | 26% | 26% | |
| DIVISIE TSJECHIË | |||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van de divisie (A) |
Toelichting 2: segmentering volgens de managementstructuur | 528 | 542 |
| / | |||
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor ver |
|||
| zekeringsactiviteiten (volgens Solvency I) (B) | Hoofdstuk Onze divisies | 1 441 | 1 474 |
| = (A) / (B) | 37% | 37% | |
| DIVISIE INTERNATIONALE MARKTEN | |||
| Resultaat na belastingen (inclusief belangen van derden) van de divisie (A) |
Toelichting 2: segmentering volgens de managementstructuur | -182 | 245 |
| / | |||
| Gemiddeld aan de divisie toegewezen kapitaal (gebaseerd op de risicogewogen activa voor bankactiviteiten (volgens Basel III) en risicogewogen activa-equivalenten voor ver |
|||
| zekeringsactiviteiten (volgens Solvency I) (B) | Hoofdstuk Onze divisies | 1 949 | 2 028 |
| = (A) / (B) | -9% | 12% |
Een maatstaf voor de solvabiliteit van de verzekeringsactiviteiten, berekend volgens Solvency I (tot en met 2015) of Solvency II (vanaf 2016).
| Berekening | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid, onder Solvabiliteit van KBC Bank en KBC Verzekeringen | ||
| afzonderlijk, volgens Solvency I | 323% | 289% |
| volgens Solvency II | – | 231% |
Het totale beheerde vermogen omvat de activa van derden en van de KBC-groep die beheerd worden door de verschillende assetmanagers van de groep (KBC Asset Management, Cˇ SOB Asset Management, enz.) en ook de activa onder adviserend vermogensbeheer bij KBC Bank. De activa betreffen dus vooral KBC-beleggingsfondsen en tak 23-verzekeringsproducten, en activa onder mandaten tot discretionair en adviserend vermogensbeheer van (vooral retail, private banking en institutionele) klanten, en bepaalde groepsactiva. De omvang en de ontwikkeling van het totale beheerde vermogen is een belangrijke bron van nettoprovisie-inkomsten (genereert toetredings- en managementfees) en verklaart bijgevolg een groot deel van de wijziging in die inkomstenlijn. In die optiek wordt het beheerde vermogen van een fonds dat niet direct aan klanten wordt verkocht, maar waarin wordt geïnvesteerd door een ander fonds of via een discretionaire of adviserende vermogensbeheerportefeuille, gezien het ermee gerelateerde werk en de eventuele provisie-inkomsten die daarmee gepaard gaan, ook meegeteld in het totale beheerde vermogen.
| Berekening (in miljarden euro) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Divisie België (A) | Jaarverslag KBC Asset Management | 172,2 | 193,8 |
| + | |||
| Divisie Tsjechië (B) | 7,4 | 8,8 | |
| + | |||
| Divisie Internationale Markten (C) | 6,1 | 6,2 | |
| (A)+(B)+(C) | 185,7 | 208,8 |
Een risicogewogen maatstaf voor de solvabiliteit van de groep, gebaseerd op het totale reglementaire eigen vermogen.
| Berekening | 2014 | 2015 |
|---|---|---|
| Gedetailleerde berekening in het hoofdstuk Kapitaaltoereikendheid, onder Solvabiliteit op KBC-groepsniveau. De hier ver | ||
| melde ratio is gebaseerd op de Deense compromismethode. Phased-in |
18,9% | 19,8% |
| Fully loaded | 18,3% | 19,0% |
Geeft een idee van hoeveel winst van een bepaalde periode toekomt aan één aandeel (en desgevallend inclusief verwaterende instrumenten).
| Berekening (in miljoenen euro) | Verwijzing | 2014 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Resultaat na belastingen, toerekenbaar aan de aandeel houders van de moedermaatschappij (A) |
Geconsolideerde w-&-v-rekening | 1 762 | 2 639 |
| - Coupon (en/of penaltypremie) op de kernkapitaaleffecten verkocht aan de overheid (B) - |
Gecons. eigenvermogensmutaties | -337 | -1 000 |
| Coupon op de additional tier 1-instrumenten in het eigen vermogen (C) / |
Gecons. eigenvermogensmutaties | -41 | -52 |
| Gemiddelde aantal gewone aandelen min eigen aandelen van de periode, in miljoenen (D) |
Toelichting 39 | 417 | 418 |
| of: Gemiddeld aantal gewone aandelen en verwaterende opties min eigen aandelen van de periode (E) |
(idem) | (idem) | |
| Gewoon = (A-B-C) / (D) (in euro) | 3,32 | 3,80 | |
| Verwaterd = (A-B-C) / (E) (in euro) | 3,32 | 3,80 |
"Ik, Luc Popelier, chief financial officer van de KBC-groep, verklaar namens het Directiecomité van KBC Groep NV dat, voor zover mij bekend, de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van KBC Groep NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden."
| Investor Relations Office | |
|---|---|
| Wim Allegaert (directeur Financial Insight and Communication) | |
| [email protected] | |
| KBC Groep NV, Investor Relations Office – IRO, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | |
| Pers | |
| Viviane Huybrecht (directeur Corporate Communicatie, woordvoerster) | |
| [email protected] | |
| KBC Groep NV, Corporate Communicatie – GCM, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | |
| Maatschappelijk verantwoord ondernemen | |
| Vic Van de Moortel (directeur CSR) | |
| [email protected] | |
| KBC Groep NV, Corporate Sustainability and Responsibility – CSR, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België | |
De meest actuele versie van de financiële kalender is beschikbaar op www.kbc.com.
| Publicatie resultaten 4e kwartaal 2015 en volledig jaar 2015 | 18 februari 2016 |
|---|---|
| Publicatie Jaarverslag 2015 en Risk Report 2015 | 31 maart 2016 |
| Algemene Vergadering (agenda op www.kbc.com) | 4 mei 2016 |
| Publicatie resultaten 1e kwartaal 2016 | 12 mei 2016 |
| Publicatie resultaten 2e kwartaal 2016 | 11 augustus 2016 |
| Publicatie resultaten 3e kwartaal 2016 | 17 november 2016 |
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.