Annual Report • Apr 4, 2011
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
www.deceuninck.com
| Kerncijfers (in miljoen euro) | 2009 | 2010 | Evolutie |
|---|---|---|---|
| Geconsolideerde resultatenrekening | |||
| Netto-omzet | 506,4 | 557,8 | 10,1% |
| Bruto winst (+) / verlies (-) | 154,6 | 163,7 | 5,9% |
| REBITDA | 45,0 | 57,7 | 28,2% |
| EBITDA | 20,9 | 57,3 | 174,2% |
| EBIT | -11,3 | 24,4 | 315,9% |
| Nettowinst (+) / verlies (-) | -16,9 | 8,5 | 150,3% |
| Geconsolideerde balans | |||
| Eigen vermogen | 197,4 | 212,0 | 7,4% |
| Nettoschuld | 112,5 | 100,7 | -10,5% |
| Balanstotaal | 469,8 | 471,4 | 0,34% |
| Investeringen | 16,0 | 15,6 | -2,5% |
| Werkkapitaal | 99,5 | 111,1 | 11,7% |
| Ratios | |||
| REBITDA op netto-omzet | 8,9% | 10,4% | |
| EBIT op netto-omzet | -2,2% | 4,4% | |
| Nettoschuld op eigen vermogen (Gearing) | 57,0% | 47,5% | |
| ROCE | -3,2% | 7,2% | |
| Personeel (VTE incl. tijdelijke medewerkers) | 2.816 | 2.821 |
| Kerncijfers per aandeel | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Aantal aandelen per einde boekjaar | 107.750.000 | 107.750.000 |
| Beurskapitalisatie per einde boekjaar (in miljoen euro) | 156,2 | 197,2 |
| Winst per aandeel per 31/12 (in euro) | -0,16 | 0,08 |
| Boekwaarde per aandeel (in euro) | 1,84 | 1,97 |
| Dividend per aandeel (in euro) | NVT | NVT |
| Koers per 31/12 (in euro) | 1,45 | 1,83 |
Netto-omzet (in miljoen euro)
2
Deceuninck is een internationaal toonaangevende designer & producent van hoogkwalitatieve kunststofsystemen voor ramen & deuren, tuintoepassingen, dak- en gevel en binnentoepassingen. De basistechnologie van het bedrijf is de extrusie van PVC en het geoctrooieerd Twinson-houtcomposietmateriaal. Het hoogtechnologische productieproces is sterk geïntegreerd en omvat compounding, matrijzenbouw, extrusie van dichtingen en profielen, bedrukking, PVC-bekleving en de geoctrooieerde Decoroc coatingtechnologie.
De Groep is actief in meer dan 75 landen, telt 35 filialen (productie en/of verkoop) verspreid over Europa, Noord-Amerika en Azië en stelt 2.821 VTE (inclusief tijdelijke medewerkers), waarvan 670 in België, te werk.
De hoofdzetel en het coördinatiecentrum van de Groep bevinden zich in België.
In 2010 behaalde de Groep Deceuninck een omzet van 557,8 miljoen euro, een stijging met 10,1 % in vergelijking met het vorige boekjaar.
Top 3 designer & producent van PVC-raamsystemen en bouwproducten in Europa
9 PVC extrusie vestigingen = 205.000 ton compound verwerkt
Verkoopsactiviteiten in meer dan 75 landen voor meer dan 4.500 Klanten wereldwijd
2.821 VTE (inclusief tijdelijke medewerkers)
Omzet 2010: 557,8 miljoen euro
Sterke focus op innovatie en branding
Kerncijfers — 2 Profiel van de onderneming — 3 Deceuninck 2010 — 4
Why, How, What visie — 5 Woord van de Voorzitter en de CEO — 8 Productoverzicht — 9 Deceuninck productievestigingen wereldwijd — 13 Structuur van de Groep Deceuninck — 14 Belangrijkste gebeurtenissen in 2010 — 15 Management — 16 Verklaring inzake deugdelijk bestuur — 18
Management report — 34 Duurzaam ondernemen — 43
Kenmerken aandelen Deceuninck — 48 Aandeelhoudersbeleid en dividenden — 48
Deceuninck geconsolideerd — 51 Deceuninck NV — 106 Verslag van de commissaris — 109 Verklaring m.b.t. de informatie gegeven in dit jaarverslag — 111
Adressen — 112 Lexicon — 116
Bij Deceuninck geloven we in "bouwen aan een duurzaam (t)huis":
Wij zijn er om materialen op basis van PVC en houtcomposiet te ontwerpen; steunend op onze wetenschap en onze decennialange knowhow. Met deze materialen creëren we innovatieve oplossingen voor ramen & deuren, tuintoepassingen, dak & gevel en binnentoepassingen. Onze systemen zijn gemakkelijk te produceren, gemakkelijk te installeren en gemakkelijk te onderhouden.
We zijn er om je te helpen een (t)huis te bouwen, dat energiezuiniger is om in te wonen. We creëren bouwproducten met een lange levensduur, met weinig onderhoud en die top isolerend zijn. Onze producten worden gecreëerd met de kleinste ecologische voetafdruk en kunnen op het einde van hun leven volledig worden gerecycleerd.
We zijn er om je te helpen je persoonlijke stijl te vinden in de architectuur en de esthetiek van je (t)huis. We zijn er om je (t)huis en je gezin beschutting te geven tegen externe elementen. We bieden je een uniek gamma kleuren en oppervlaktestructuren. Naast de duurzame product-eigenschappen, hebben onze producten een tijdloos design en dus een levensduur van 50+ jaar.
We zijn er om een duurzaam (t)huis te bouwen voor onze medewerkers en onze Klanten. We bouwen aan langdurige relaties en "intimacy", gebaseerd op onze kernwaarden.
We zeggen wat we doen, en we doen wat we zeggen: dit is onze verantwoordelijkheid en onze discipline.
Top performance betekent:
Onze reputatie is het resultaat van onze cultuur: medewerkers zijn fier om voor Deceuninck te werken volgens de waarden Candor, Top Performance en Entrepreneurship.
Deceuninck is een belangrijke marktspeler, wat zich vertaalt in een substantieel marktaandeel (>10% voor uPVC ramen) en een marktpositie bij de top 3 marktspelers. Deceuninck is top op vlak van Kwaliteit en Service via partnerships met onze klanten waarin we ons vetrouwen stellen.
Deceuninck ontwerpt duurzame bouwmaterialen. PVC en Twinson zijn onderhoudsvriendelijke materialen, die gedurende een levenscyclus van 50+ jaar energie besparen en aan het einde van de cyclus zullen gerecycleerd worden.
De onderneming is duurzaam op financieel vlak. We vertalen onze acties in financiële doelen (we zeggen wat we doen), en we bereiken onze doelen (we doen wat we zeggen).
Tom Debusschere (CEO) en Pierre Alain De Smedt (Voorzitter)
Sinds de herstructurering van 2009 focuste Deceuninck zich op 3 doelstellingen: schulden terugbetalen, de omzet verhogen en het bedrijf opnieuw winstgevend maken in 2010.
De resultaten van het eerste volledige jaar sinds de herstructurering van 2009 bevestigen dat we deze doelstellingen realiseerden.
Wij willen graag onze 2.821 medewerkers van de Deceuninck Groep wereldwijd bedanken die dit hebben waargemaakt door te werken en te leven volgens onze kernwaarden: Candor, Top Performance en Entrepreneurship.
2011 wordt een jaar van stabilisatie. De afbouw van de schuld, de stijging van de omzet en de verbetering van de marges blijven onze topprioriteiten. Ondertussen kondigt Deceuninck opnieuw een stijging van de verkoopprijzen aan om haar marges in 2011 veilig te stellen. In het begin van 2011 bleven de grondstofprijzen stijgen, in uiterst competitieve marktomstandigheden. De recente geopolitieke ontwikkelingen en de gevolgen voor olie- en PVC-prijzen worden op de voet gevolgd. In de eerste maanden van het jaar zijn de bestellingen volgens onze verwachtingen en weerspiegelen ze de
geleidelijke stopzetting van overheidspremies voor isolatiewerken. De gemengde tekenen van herstel in de bouwsector en de verdere stijging van de grondstofkosten blijven aanzetten tot voorzichtigheid. We verwachten echter dat in de huidige omstandigheden de omzet en de winst in 2011 verder zullen stijgen.
Bij Deceuninck geloven we in 'bouwen aan een duurzaam (t)huis'. Voor kunststoffen wordt slechts 4 % niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen op basis van olie en gas gebruikt. Voor PVC is dat minder dan 1 %. 40 % wordt opgebrand voor de verwarming van gebouwen. Kunststof bouwproducten zijn licht en onderhoudsvrij en bieden superieure isolatie. PVC en Twinsonhoutcomposiet besparen tijdens hun hele levenscyclus van meer dan 50 jaar energie en zullen worden gerecycleerd op het einde van hun levensduur. Vorig jaar werd in het kader van het 'Vinyl2010'-initiatief van de PVC-sector 250.000 ton PVC-afval van oude PVC-bouwtoepassingen ingezameld en gerecycleerd. Deceuninck blijft haar R&D-inspanningen focussen op duurzame bouwproducten. In overeenstemming met haar businessplan zal Deceuninck haar investeringen verdubbelen om de duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren op het vlak van energiebesparing, PVC-recyclage en ontwikkeling van nieuwe producten.
Duurzaam en energie-efficiënt bouwen en renoveren zal verder aan belang winnen als drijfkracht voor de bouwsector. Voor energiebesparingen bieden PVC-ramen 'best value for money'.
Tot slot wensen we al onze Klanten en aandeelhouders te bedanken voor het vertrouwen en de continue steun in 2010.
| Tom Debusschere | Pierre Alain De Smedt |
|---|---|
| CEO | Voorzitter |
Bij Deceuninck zorgt ons engagement op vlak van inovatie, design en ecologie voor een duidelijke focus: bouwen aan een duurzaam (t)huis.
Deceuninck is sterk in innovatie. Reeds tientallen jaren bevindt Deceuninck zich op de eerste rij bij nieuwe ontwikkelingen rond PVC. Dankzij een sterke focus op isolatie geven ramen en deuren van Deceuninck de beste thermische isolatie-waarden op de markt. In tijden waar elke energiebesparing telt, komt het 84mm profielsysteem Eforte van Deceuninck op de voorgrond als het meest efficiënte 80mm+ systeem. Een andere mijlpaal in haar innovatiegeschiedenis is de toekenning in 2010 van het RAL kwaliteitscertificaat voor de structurele verglazingstechnologie met lijmverbinding. Deze technologie creëert een statische verbinding tussen het isolerend glas en de PVC-raamprofielen die de thermische isolatie in de doorsnede van het profiel verbetert.
Deceuninck levert veel inspanningen in het design van haar ramen en deuren, dak- en gevel, alsook in haar producten voor binnen- en tuintoepassingen. Met onder meer het gepatenteerde Decoroccoatingsysteem is Deceuninck in Europa gekend voor de toegevoegde waarde en differentiatie die design met zich mee kan brengen. In Amerika en Turkije wordt ingezet op de milieuveilige en kleurvaste Sunshieldtechnologie. De veelzijdigheid van het houtcomposietmateriaal, Twinson, biedt talloze designmogelijkheden voor de ontwikkeling van duurzame producten met het natuurlijke gevoel en uitzicht van hout.
Ten slotte speelt ecologie ook een overheersende rol in het productbeleid van Deceuninck. Met PVC als beste isolatiemateriaal biedt Deceuninck oplossingen aan de alsmaar stijgende vraag naar grotere energiebesparing. Dit wordt gestaafd door het feit dat het productgamma dat Deceuninck aanbiedt zeer vaak gebruikt wordt in lage-energiewoningen of passiefhuizen. Het feit dat Deceuninck bewust ecologisch te werk gaat, wordt aangetoond door haar "geloten ketenbeheer"-oplossing voor de volledige levenscyclus van haar producten. Wanneer deze aan het eind van hun levensduur zijn kunnen alle producten van Deceuninck volledig gerecycleerd en hergebruikt worden in nieuwe profielen. Er werden zelfs speciaal recyclagetassen ontworpen om het productie- en montageafval van Twinson in te zamelen en vervolgens volledig te recycleren in nieuwe producten.
Door de verzoening van architecturale en designelementen bieden de ramen van Deceuninck de perfecte oplossing voor alle bouwstijlen doorheen Europa. In de standaardconfiguratie biedt Zendow een 5-kamersysteem, maar het productgamma bevat ook
Daarenboven, één van de unique selling points van Deceuninck Zendow is de mogelijkheid verschillende versies met Deuctone-kleuren en gepatenteerde Decoroc-structuren te combineren, wat het tot een extreem veelzijdig profielsysteem maakt.
Inoutic brengt een breed aanbod van innovatieve raamsystemen op de markt die moeiteloos de link leggen tussen de binnen- en buitenarchitecturale structuren:
Met het Turkse Winsa -gamma biedt Deceuninck een breed assortiment van performante raam- en deursystemen aan. Dit gamma bevat:
In Turkije worden door Egepen Deceuninck een groot aantal producten van de Groep (Zendow, Inoutic, Twinson, Everest Max) op de markt gebracht via een netwerk van distributeurs en een franchisewinkelconcept.
In de Verenigde Staten brengt Deceuninck, onder de merknaam Energex, raam- en deursystemen op de markt, uitgerust met de Sunshield technologie. Deze geavanceerde technologie garandeert een beter behoud van kleuren en biedt superieure prestaties in alle klimatologische condities, zoals het bij de reputatie van Deceuninck als kleurenexpert past.
Naast de voornaamste raamsystemen biedt Deceuninck een uitgebreid gamma van schuifsystemen aan. Van het zeer smalle Tecnocor-systeem, het meer robuuste maar elegante Monorail tot het hef- & schuif- (Lift&Slide) systeem voor zware belasting, laat Deceuninck u toe de natuur maximaal binnen te laten.
Met een compleet gamma aan rolluiken en sierluiken, biedt Deceuninck u ook privacy en beschermt u tegen overmatig licht, warmte, koude, wind en geluid. Het Protex-rolluik is waarschijnlijk het meest volledige systeem op de markt, terwijl de Storbox zich speciaal focust op de Franse markt. Voor sierluiken bevat het Kiuzo-gamma zowel de variant met paneel als met gelaste kader waarmee elke toepassing (met gesloten, open of verschuifbare lamellen) kan geproduceerd worden.
Vanzelfsprekend zijn deze complementaire systemen beschikbaar binnen het uitgebreid standaard gamma van kleuren en afwerkingen die Deceuninck aanbiedt.
Twinson, Deceuninck's innovatieve en 100% recycleerbare houtcomposietmateriaal, biedt het beste uit beide werelden: het natuurlijke en warme uitzicht van hout en de onderhoudsvriendelijkheid en duurzaamheid van PVC. Dit zorgt ervoor dat het de perfecte oplossing is voor terrassen: Twinson O-Terrace is ideaal voor residentiële toepassingen, zoals patio's, tuinpaden, vijver- en zwembadranden, enz., daar waar Twinson O-Terrace+ vooral toepasbaar is voor commerciële doeleinden, zoals restaurants, jachthavens of zwembaden.
Twinson is een revolutionair nieuw materiaal dat een ongelimiteerd aantal mogelijkheden biedt. Dankzij het uitgebreide onderzoek van Twinson werden talloze waterdichte montageopties ontwikkeld. Het gebruik van de Berekeningssoftware die kan worden gedownload van www.twinson.com zorgt voor een foutloze installatie. Ook al kende Twinson nog maar recent zijn introductie op de markt, toch behaalde het al verschillende kwaliteitslabels, ondermeer het PEFC label (Programme for the Endorsement of Forest Certification) en de kwaliteitslabels VHI (Verband der Deutschen Holzwerkstoffindustrie e. V.) (Duitsland) en LNE (Laboratoire National de métrologie et d'essais) (België). Deze labels benadrukken het ecologisch engagement van Deceuninck voor een duurzaam productontwerp.
Deceuninck biedt ook hoogwaardige, onderhoudsvriendelijke PVC-omheiningproducten met een lange levensduur aan. Het omheininggamma bestaat in Frankrijk uit het Grandparc-aanbod, dat Klanten een uitgebreid gamma van kleuren en afwerkingen aanbiedt, terwijl de omheining Kodiak in de Verenigde Staten een garantie van 30 jaar biedt aan haar Klanten dankzij de SunShield-technologie die de kleurechtheid waarborgt.
Het Deceuninck-gamma van dak- en gevelproducten dat vervaardigd wordt uit PVC-hardschuim, biedt onderhoudsvriendelijke toepassingen met een lange levensduur. Om een perfecte harmonie te verkrijgen, is het gamma beschikbaar in hetzelfde Deuctone-kleurenpallet dat gebruikt wordt voor Deceuninck raam- en deursystemen. Deceuninck dak- en gevelbekledingen voldoen steeds aan de hoogste isolatienormen voor huizen of kantoorgebouwen, of het nu Twinson-producten in Europa of Kodiak-producten zijn in de Verenigde Staten.
O-Face, een dak- en gevelbekleding uit Twinson-materiaal van Deceuninck, wordt geleidelijk aan vervangen door O-Wall. Door zijn buisvormige geometrie is O-Wall uitzonderlijk robuust, daarenboven zorgt het geïntegreerde ventilatiesysteem ervoor dat de voor-, top- of achtergevelbekleding isolerend en ventilerend is. O-Wall is gemaakt uit Twinson, Deceuninck's uniek 100% recycleerbaar materiaal dat recent werd bekroond met het PEFC-label.
In de Verenigde Staten staan de houtcomposiet gevelbekledingelementen van Kodiak garant voor een extreem sterke, resistente en duurzame gevelbekledingoplossing voor elk gebouw dat van een Kodiakgevelbekleding werd voorzien.
Deceuninck heeft een uitgebreid gamma van binnentoepassingen, namelijk PVC-vensterbanken, wand- en plafondbekleding. Deze producten zijn zowel beschikbaar in hedendaagse of meer traditionele stijlen en in een waaier aan kleuren en vormen.
De combinatie van de gesloten ketenbeheer-filosofie van Deceuninck en de zin voor innovatie, zorgde voor een serie van nieuwe producten naast de Twinson producten, zoals Cyclefoam. De geluidsabsorberende wanden uit gerecycleerde harde PVC zijn beschikbaar in een uitgebreide waaier aan kleuren en ondermeer toepasbaar voor snelwegen, luchthavens of spoorwegen.
(PER 31 MAART 2011)
Tom Debusschere CEO Ann Bataillie Directeur Juridische Zaken Stephan Coester Directeur Marketing General Manager Duitsland Bruno Deboutte Directeur Centraal- en Oost-Europa Philippe Maeckelberghe CFO Michael Stöger Directeur Technology Lieven Vandendriessche Directeur Operations Bernard Vanderper Directeur Noord–West-Europa General Manager Benelux General Manager Verenigd Koninkrijk Paul Van Wambeke Directeur Zuid–West-Europa General Manager Frankrijk
Steven Powell Directeur Interne audit
Ernst & Young, Bedrijfsrevisoren bcvba, vertegenwoordigd door de heer Marc Van Hoecke
Jo Casier
Deceuninck Tooling Technology Manager Group Bert Castel Treasury Manager Group
Ergun Cicekci Directeur Turkije
Lieven De Baets
Group Controller
Ludo Debever Communications Manager Group
Peter Degrande Product Development Manager Group
Geert Demeurisse Research Manager Group
Antonio Escobar General Manager Spanje
Filip Geeraert Directeur Verenigde Staten (vanaf 30-04-11)
Volker Guth General Manager Rusland
Filip Levrau General Manager IT Group
Bart Louwagie General Manager Operations Gits
Elena Marica General Manager Roemenië
Marc Michels Human Resources Manager Group
Mark Parrish Directeur Verenigde Staten (tot 29-04-11) Roberto Scafile General Manager Italië Radek Slabak General Manager Tsjechië Philippe Somers General Manager Compound Michel Strypstein Risk & Credit Manager Group Hugo Vanhoudt Manufacturing Manager Group David Vermeersch PMO Manager Group Commercial Controller Przemyslaw Zdziebkowski General Manager Polen
Dit deel beschrijft de regels en principes op basis waarvan de corporate governance van de vennootschap georganiseerd is overeenkomstig de Belgische Wet tot versterking van het deugdelijk bestuur bij genoteerde vennootschappen van 6 april 2010, de Belgische vennootschapswet, de Belgische Corporate Governance Code 2009, de statuten en het Corporate Governance Charter van de vennootschap.
In dit deel worden ook de relevante corporate governance gebeurtenissen beschreven die zich tijdens het afgelopen boekjaar hebben voorgedaan.
De raad van bestuur van de vennootschap heeft afgelopen boekjaar het Corporate Governance Charter aangepast aan de Belgische Corporate Governance Code 2009. De raad zal het Corporate Governance Charter regelmatig opnieuw beoordelen en zal waar noodzakelijk wijzigingen aanbrengen. Een exemplaar van dit Charter kan geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.deceuninck.com) en is gratis verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de vennootschap.
Het Corporate Governance Charter en de verklaring inzake corporate governance zijn opgesteld overeenkomstig de bepalingen van:
De raad van bestuur van de vennootschap leeft de Code na, maar is van mening dat de hieronder vermelde afwijkingen van de bepalingen ervan gerechtvaardigd zijn gelet op de specifieke situatie van de vennootschap.
De bekendmaking van het bedrag van de individuele en gedetailleerde bezoldiging van de CEO en van de remuneratie en andere voordelen die zijn betaald aan individuele niet-uitvoerende bestuurders (artikel 7.10 van de Code en artikel 3§3.6° van de Wet)
De raad van bestuur van de vennootschap heeft beslist om overeenkomstig de Wet bij verslaggeving in 2012 over het boekjaar 2011 de individuele en gedetailleerde bezoldiging van de CEO bekend te maken. De details van de vergoedingen van de individuele niet-uitvoerende bestuurders zullen eveneens bekend gemaakt worden met ingang van het boekjaar 2011 en waarover in 2012 verslag wordt gedaan. De vennootschap wijkt hierbij af van de Code. De vennootschap is immers van oordeel dat de bekendmaking van afzonderlijke bedragen geen toegevoegde waarde aan de beleggers/aandeelhouders biedt. De vennootschap vreest dat dit veeleer een omgekeerd effect zou hebben omdat deze informatie door andere kanalen kan worden gebruikt of misbruikt. Een dergelijke bekendmaking kan bovendien nadeel berokkenen aan de betrokken personen. De bekendmaking van de totale vergoeding van de bestuurders en de leden van het executive team stelt de aandeelhouders voldoende in staat om de invloed van de vergoedingen op de positie, de werking en de resultaten van de vennootschap te beoordelen. Om deze reden bevat ook het remuneratieverslag van de raad van bestuur, niet alle door de Code voorgeschreven informatie.
Aldus heeft de raad van bestuur van de vennootschap beslist om ook voor het afgelopen boekjaar het bedrag van de bezoldiging globaal bekend te maken. Omdat de bekendmaking van de individuele vergoeding bij de verslaggeving in 2012 over het boekjaar 2011 verplicht is, zal de
vennootschap vanzelfsprekend de wettelijke bepalingen hieromtrent naleven vanaf volgend boekjaar.
Het Charter schrijft niet voor dat aandeelhouders, met een percentage aandelen dat minstens 5% van het kapitaal bedraagt, voorstellen voor de algemene vergadering van aandeelhouders, zoals aanbevolen door de Code, kunnen indienen. In overeenstemming met het Belgisch Wetboek van Vennootschappen (artikel 532) kunnen aandeelhouders die meer dan 20% van de aandelen van de vennootschap bezitten echter een algemene vergadering van aandeelhouders bijeenroepen. Een lager percentage is, gelet op de grootte van de vennootschap, niet aangewezen.
De raad van bestuur bepaalt de strategische doelstellingen van de Groep en kan alle handelingen stellen die nodig of nuttig zijn om het maatschappelijk doel van de vennootschap te verwezenlijken, met uitzondering van die handelingen die bij wet of volgens de statuten van de vennootschap expliciet zijn voorbehouden voor de algemene vergadering van aandeelhouders. De leden van de raad van bestuur worden benoemd door de algemene vergadering. Het voorstel tot benoeming van een bestuurder wordt vergezeld van een aanbeveling door de raad van bestuur, gebaseerd op het advies van het remuneratie- en benoemingscomité. Wanneer een plaats van een bestuurder vrijkomt, hebben de overblijvende bestuurders de mogelijkheid om voorlopig in de vacature te voorzien. Het remuneratie- en benoemingscomité draagt één of meer kandidaten tot benoeming voor, rekening houdend met de noden van Deceuninck en overeenkomstig de
benoemingsprocedure en selectiecriteria die de raad van bestuur daartoe heeft opgesteld. Bij de samenstelling van de raad van bestuur wordt rekening gehouden met de noodzakelijke diversiteit en complementariteit inzake gender, bekwaamheden, ervaring en kennis.
Volgens de statuten van de vennootschap dient de raad van bestuur uit minstens 3 leden te bestaan. Tenminste de helft van de leden van de raad van bestuur moet uit niet-uitvoerende bestuurders bestaan en ten minste drie bestuurders moeten 'onafhankelijke bestuurders' zijn in de zin van, onder andere, artikel 526ter van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. De leden worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders. Hun initiële ambtstermijn is maximaal 4 jaar (gebaseerd op het Corporate Governance Charter van de vennootschap), maar kan worden verlengd. De leeftijdsbeperking voor bestuurders werd op 70 jaar vastgelegd op het ogenblik van de benoeming. In principe eindigt de termijn van een bestuurder bij de afsluiting van de jaarlijkse vergadering die geldt als het einde van zijn of haar mandaat.
De raad van bestuur komt minstens 6 maal per jaar bijeen, of zo vaak als nodig of wenselijk wordt geacht opdat de raad van bestuur correct zou kunnen functioneren.
De vergaderingen van de raad van bestuur worden samengeroepen door de voorzitter van de raad van bestuur of door tenminste 2 bestuurders, telkens het belang van de vennootschap dit vereist.
Voor een overzicht van de bevoegdheden, taken en werking van de raad van bestuur en de comités van de raad en een overzicht van de taken van de raad, wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van het Charter.
Conform het Charter kunnen bestuurders alleen als onafhankelijke bestuurders worden beschouwd als zij voldoen aan de criteria bepaald in artikel 526ter van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. Een onafhankelijke bestuurder die niet langer voldoet aan de vereisten inzake onafhankelijkheid dient de raad van bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte te brengen.
De huidige onafhankelijke bestuurders van de vennootschap worden hieronder vermeld.
De raad van bestuur heeft in het afgelopen boekjaar 9 keer vergaderd. Op de vergaderingen van 10 en 11 mei was Clement De Meersman
verontschuldigd. Op de vergadering van 23 november was Sophie Malarme-Lecloux verontschuldigd.
Raad van bestuur en lidmaatschap van de Comités in 2010:
| Einde mandaat | Aanwezigheden | |||
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | Pierre Alain De Smedt* | Lid van het auditcomité en van het remuneratie- en benoemingscomite |
2013 | 9 |
| Ondervoorzitter | Arnold Deceuninck** | Lid van het remuneratie- en benoemingscomité |
2013 | 9 |
| Ondervoorzitter | François Gillet** | Lid van het remuneratie- en benoemingscomité |
2014 | 9 |
| CEO | Tom Debusschere Vaste vertegenwoordiger van Tom Debusschere Comm V. |
2013 | 9 | |
| Bestuurder | Sophie Malarme-Lecloux** | 2014 | 8 | |
| Bestuurder | Marcel Klepfisch Vaste vertegenwoordiger van Marcel Klepfisch SARL |
Lid van het auditcomité | 2014 | 9 |
| Bestuurder | Willy Deceuninck** Vaste vertegenwoordiger van T.R.D. Comm. VA |
Lid van het auditcomité | 2011 | 9 |
| Bestuurder | Clement De Meersman | Lid van het auditcomité | 2011 | 7 |
| Bestuurder | Herwig Bamelis* Vaste vertegenwoordiger van HBM consult BVBA |
Voorzitter van het remuneratie en benoemingscomité |
2011 | 9 |
| Bestuurder | Gerhard Rooze* | Voorzitter van het auditcomité | 2011 | 9 |
| * Onafhankelijke bestuurder |
** Vertegenwoordiger referentie-aandeelhouder
Secretaris
Ann Bataillie, Directeur Juridische Zaken
Bij de algemene vergadering van 10 mei 2011 eindigt het mandaat van volgende bestuurders:
De heer Arnold Deceuninck stelt met ingang van de algemene vergadering van 10 mei 2011 zijn mandaat als niet-onafhankelijke bestuurder ter beschikking.
Op advies en aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité zal aan de algemene vergadering van 2011 worden voorgesteld om het mandaat van T.R.D. Comm. VA met als vaste vertegenwoordiger Willy Deceuninck, te hernieuwen voor een periode van 4 jaar en om R.A.M. Comm. VA met als vaste vertegenwoordiger Arnold Deceuninck te benoemen, eveneens voor een periode van 4 jaar. Het mandaat zal vervallen bij de sluiting van de jaarvergadering van 2015.
Na de algemene vergadering van 2011 zal voorgesteld worden om het mandaat van ondervoorzitter te laten waarnemen door R.A.M. Comm. VA met vaste vertegenwoordiger Arnold Deceuninck.
Aan de algemene vergadering van 2011 zal worden voorgesteld om de hoedanigheid van onafhankelijk bestuurder toe te kennen aan Marcel Klepfisch SARL met als vaste vertegenwoordiger Marcel Klepfisch. Marcel Klepfisch SARL voldoet aan de criteria van onafhankelijke bestuurder in de zin van het Corporate Governance Charter en van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. Indien de gewone algemene vergadering van 2011 van oordeel is dat Marcel Klepfisch SARL inderdaad voldoet aan de criteria van onafhankelijkheid, zal hij aldus voor de resterende tijd van zijn mandaat zetelen als onafhankelijk bestuurder en dit voor een periode van 3 jaar die afloopt bij de sluiting van de jaarvergadering van 2014.
Op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité zal de raad van bestuur aan de algemene vergadering van 2011 voorstellen om Paul Thiers te benoemen als onafhankelijke bestuurder in de zin van het Corporate Governance Charter en van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. De heer Thiers heeft bevestigd dat hij voldoet aan de criteria van het Charter en aan vermeld artikel 526ter. Zijn mandaat zal vervallen bij de sluiting van de jaarvergadering van 2015.
Onder voorbehoud van goedkeuring door de algemene vergadering van 10 mei 2011 zal de raad van bestuur er als volgt uitzien:
| Einde mandaat | |||
|---|---|---|---|
| Voorzitter | Pierre Alain De Smedt* | Voorzitter van het remuneratie- en benoemingscomite | 2013 |
| Ondervoorzitter | Arnold Deceuninck** Vaste vertegenwoordiger van R.A.M. Comm. VA |
Lid van het remuneratie- en benoemingscomité | 2015 |
| Ondervoorzitter | François Gillet** | Lid van het auditcomité en van het remuneratie- en benoemingscomité |
2014 |
| CEO | Tom Debusschere Vaste vertegenwoordiger van Tom Debusschere Comm V. |
2013 | |
| Bestuurder | Willy Deceuninck** Vaste vertegenwoordiger van T.R.D. Comm. VA |
2015 | |
| Bestuurder | Paul Thiers* | Lid van het auditcomité en van het remuneratie- en benoemingscomité |
2015 |
| Bestuurder | Sophie Malarme-Lecloux** | 2014 | |
| Bestuurder | Marcel Klepfisch* Vaste vertegenwoordiger van Marcel Klepfisch SARL |
Voorzitter van het auditcomité en lid van het remuneratie en benoemingscomité |
2014 |
* Onafhankelijke bestuurder
** Vertegenwoordiger referentie-aandeelhouder
De curricula vitae van de leden van de raad van bestuur:
Pierre Alain De Smedt behaalde een Master Business and Administration aan de Solvay Business School (ULB), een Diploma Handelsingenieur en een Master Economische en Financiële Wetenschappen aan de ULB. Pierre Alain De Smedt is momenteel voorzitter van het VBO/FEB, bestuurder van Belgacom NV, Avis Europe Plc en Alcopa NV. Als niet-uitvoerend bestuurder is hij lid van verschillende strategische, audit-, remuneratie- en benoemingscomités.
Tom Debusschere is Burgerlijk Ingenieur Elektromechanica met een bijkomend postgraduaat in 'Bedrijfskundig Ingenieur'. Hij startte zijn carrière in 1992 als Logistics Manager bij Deceuninck. In 1995 startte hij een negenjarige opdracht bij de Amerikaanse divisie, Dayton Technologies, waar hij doorgroeide tot Vice President Operations. In 2004 ging hij aan de slag bij de Belgische Unilin groep als hoofd van de divisie Unilin Decor, een leverancier van meubelonderdelen met een omzet van 100 miljoen euro. Op 1 december 2008 werd hij benoemd tot VP Marketing & Sales van Deceuninck. Hij werd benoemd tot CEO van Deceuninck op de raad van bestuur van 6 februari 2009.
Arnold Deceuninck behaalde een Bachelor Accounting en Bedrijfsbeheer. Arnold Deceuninck, de vaste vertegenwoordiger van R.A.M. Comm. VA, is momenteel bestuurder van R.A.M. Comm. VA ,niet-uitvoerend bestuurder van Didak Injection NV, Deceuninck Auto's NV, Edero BVBA en van Hunter en Colman NV.
François Gillet behaalde een Master Business and Administration aan de Leuven Management School (IAG). François Gillet is momenteel lid van het Executive Comité en is Chief Investment Officer van Sofina NV, een financiële holdingmaatschappij. Als vertegenwoordiger van Sofina NV bekleedt de heer Gillet eveneens functies als niet-uitvoerend bestuurder in verschillende participaties van Sofina NV en in Emakina Group NV.
Willy Deceuninck behaalde een Diploma Economie aan de middelbare school Franciscus Exaverius Instituut in Brugge. Willy Deceuninck, de vaste vertegenwoordiger van T.R.D. Comm. VA, is momenteel een bestuurder van T.R.D. Comm. VA, Deceuninck Auto's NV, De Palingbeek CV, Holim NV, Hoedec NV, Heating Service NV, Binder NV, CBS Invest NV en D-Hotel NV en is manager van Edero BVBA.
Sophie Malarme behaalde in 1994 een Master Business and Administration aan de Solvay Business School (ULB). Sophie Malarme-Lecloux bekleedt momenteel de functie van Senior Investment Manager van Sofina NV, een financiële holdingmaatschappij. Mevrouw Malarme-Lecloux bekleedt als vertegenwoordiger van Sofina NV functies als niet-uitvoerend bestuurder in verschillende participaties van Sofina NV.
Clement De Meersman (voormalig CEO van Deceuninck) behaalde het Diploma Burgerlijk Ingenieur Elektromechanica aan de Katholieke Universiteit van Leuven en vervolledigde zijn studies met een Doctoraat in Toegepaste Wetenschappen. Clement De Meersman is momenteel een bestuurder van Elia Asset NV, Elia System Operator NV, Koramic Industries NV, ANL NV, Smartroof NV en Plasticvision V.Z.W..
Gerhard Rooze studeerde af als Handelsingenieur aan de Vrije Universiteit Brussel (Solvay Business School). Naast zijn universiteitsdiploma nam hij deel aan het programma Interuniversitair Centrum in de Financiële Analyse (1986) en volgde hij verschillende fiscale en juridische opleidingen bij verschillende gespecialiseerde bedrijfsscholen, universiteiten en professionele organisaties. Gerhard Rooze is momenteel bestuurder van Degroof Corporate Finance NV en Degroof Structured Finance NV. De heer Rooze is een niet-uitvoerend bestuurder in verschillende gelieerde verenigingen en bedrijven van Bank Degroof.
Herwig Bamelis behaalde een Master Toegepaste Economie aan de Universitaire Faculteiten St-Ignatius, Antwerpen ('UFSIA').
Marcel Klepfisch behaalde een Diploma Handelsingenieur aan de Universiteit Antwerpen. Hij heeft een brede ervaring in crisis management en was in 2009 Chief Restructuring Officer bij Deceuninck NV. Hij was Chief Executive Officer bij Ilford Imaging, lid van het executief comité bij Vickers Plc en CFO van BTR Power Drives. Vandaag is hij lid van de raad van bestuur van Nybron Flooring International in Zwitserland, lid van het auditcomité en van het strategisch comité. Hij is eveneens lid van de Management Advisory Board van Tower Brook in Londen en voorzitter van de raad van bestuur van Pack2Pack.
Paul Thiers is een alumnus van zowel de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij afstudeerde als Master in de Rechten (1980) en als Master in het Notariaat (1981) als van Vlerick Management School waar hij in 1982-1983 PUB volgde. Hij was van 1982 tot 2005 Co-CEO en lid van de raad van bestuur van de
Unilin Groep. Hij is lid van de raad van bestuur van Pentahold NV, Altior CVBA, Accent NV, Vergokan en van Origis NV.
De onafhankelijke bestuurders voldoen allen aan de criteria die zijn vermeld in het Corporate Governance Charter en in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.
Begin 2010 werden op initiatief van de voorzitter, de raad van bestuur en haar comités geëvalueerd. Het evaluatieproces gebeurde aan de hand van schriftelijke vragenlijsten. De vragenlijst behandelde zes thema's:
Elk thema omvatte een aantal vragen. Aan elk van de vragen werd door de bestuurder een score toegekend. De antwoorden werden verwerkt in een rapport. Hetzelfde werd gedaan voor het auditcomité en voor het remuneratie- en benoemingscomité.
De resultaten van dit rapport werden besproken tijdens de vergadering van de raad van bestuur en werden als globaal genomen positief beschouwd. Op grond van de besproken evaluaties werden een aantal concrete afspraken gemaakt.
De raad van bestuur beschikt momenteel over een auditcomité en een remuneratie- en benoemingscomité. De rol van deze comités is louter om advies te verlenen. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij de raad van bestuur. De rol, de taken en de samenstelling van deze comités zijn vastgelegd in de statuten van de vennootschap en in het Charter.
Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende bestuurders. Drie leden van het auditcomité zijn onafhankelijk bestuurder in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen.
Het auditcomité is de belangrijkste schakel tussen de raad van bestuur en de interne auditor en de commissaris.
Het auditcomité doet aanbevelingen aan de raad van bestuur over de selectie, de benoeming en de herbenoeming van de commissaris en de voorwaarden voor zijn of haar benoeming.
Het auditcomité was gedurende het boekjaar 2010 samengesteld als volgt: Gerhard Rooze, Pierre Alain De Smedt, Willy Deceuninck, Clement De Meersman en Marcel Klepfisch SARL.
Vanaf de algemene vergadering van 2011 zal het auditcomité samengesteld zijn als volgt: Marcel Klepfisch SARL met als vaste vertegenwoordiger Marcel Klepfisch, François Gillet en Paul Thiers. Na de algemene vergadering van 2011 zal voorgesteld worden om het mandaat van voorzitter te laten waarnemen door Marcel Klepfisch, vaste vertegenwoordiger van Marcel Klepfisch SARL.
Het auditcomité is in 2010 5 keer bijeengekomen. Op alle vergaderingen waren alle leden aanwezig.
In 2010 heeft het auditcomité de raad van bestuur bijgestaan in de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden in de meest ruime zin en o.m. de volgende taken uitgevoerd:
Het comité heeft de interne controlesystemen en het risicobeheer beoordeeld zoals bepaald door het executive team op voorstel van de riskmanager. Het comité waakt erover dat de belangrijkste risico's (inclusief de risico's die verband houden met de naleving van de bestaande wetgeving en regelgeving), op correcte wijze zijn geïdentificeerd en worden beheerd
en dat de raad van bestuur van de vennootschap hierover in kennis wordt gesteld.
Het comité heeft aanbevelingen gedaan over de herbenoeming van de commissaris en de voorwaarden voor zijn of haar herbenoeming. Aan de algemene vergadering van 2011 zal worden voorgesteld om het mandaat van Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba te hernieuwen voor een periode van 3 jaar, waarbij de vertegenwoordiger Marc Van Hoecke zal vervangen worden door Jan De Luyck.
Het remuneratie- en benoemingscomité was gedurende het boekjaar 2010 als volgt samengesteld: HBM Consult BVBA, met vaste vertegenwoordiger de heer Herwig Bamelis, Pierre Alain De Smedt, François Gillet en Arnold Deceuninck. Het voorzitterschap werd waargenomen door Herwig Bamelis vaste vertegenwoordiger van HBM Consult BVBA.
Na de algemene vergadering van 2011 zal voorgesteld worden om het mandaat van voorzitter te laten waarnemen door de voorzitter van de raad van bestuur, Pierre Alain De Smedt. Op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité heeft de raad van bestuur van 7 september 2010 beslist om Marcel Klepfisch SARL met als vaste vertegenwoordiger Marcel Klepfisch te benoemen als lid van het remuneratie- en benoemingscomité. Op aanbeveling van het remuneratie- en benoemingscomité heeft de raad van bestuur van 22 februari 2011 beslist om Paul Thiers te benoemen als lid van het remuneratie- en benoemingscomité onder voorbehoud van zijn benoeming als bestuurder door de algemene vergadering van 10 mei 2011. De CEO neemt deel aan de vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité wanneer dit de remuneratie van de andere leden van het executive team behandelt.
Het comité is vorig jaar 5 keer bijeengekomen. Op alle vergaderingen waren alle leden aanwezig.
Het comité heeft afgelopen boekjaar in overleg met het management de regels omtrent de incentive policy en de performance & development policy verder op punt gesteld en de richtlijnen ivm de implementatie van deze policies verder uitgewerkt.
Het doel van de incentive policy van de vennootschap is het succes van de onderneming te verzekeren. Daarom vormen de bijdrage tot de ontwikkeling van de activiteiten en de resultaten van de Groep een belangrijk onderdeel van het remuneratiebeleid. Het behalen van de individuele doelstellingen van de medewerkers is eveneens in het belang van de aandeelhouders. Het remuneratie- en benoemingscomité toetst regelmatig de marktconformiteit van de vergoedingen.
Het executive team is geen directiecomité in de betekenis van artikel 524bis van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen.
De taak van het executive team is het bijstaan van de CEO bij het dagelijks bestuur van de Groep en bij de uitoefening van haar andere verantwoordelijkheden in overeenstemming met de waarden, strategieën, beleidslijnen, plannen en budgetten vastgelegd door de raad van bestuur. Het executive team komt samen zo veel als nodig voor de goede werking van haar functie, maar in elk geval minstens éénmaal om de twee weken. De vergaderingen worden meestal samengeroepen door de CEO, hoewel elk lid dit team kan samenroepen. De voorzitter van de raad van bestuur mag aanwezig zijn op elke meeting van het executive team.
Na elke meeting, wordt er een verslag van de meeting bezorgd aan de voorzitter van de raad van bestuur.
Het executive team bestaat momenteel uit de volgende personen:
Tom Debusschere behaalde het Diploma Burgerlijk Ingenieur Elektromechanica aan de Universiteit van Gent (1990), alsook een bijkomend postgraduaat Bedrijfskundig Ingenieur (Vlerick Management School Gent - 1992).
Ann Bataillie behaalde een Master Rechten aan de Universiteit van Leuven (1981) en heeft haar studies aangevuld met een Master Europees Recht aan de Universiteit van Nancy, Frankrijk (1982).
Philippe Maeckelberghe behaalde een Master Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen (1982), een Master Business Administration aan de KU Leuven (1983) en een Master Controllership – Chartered Controller BIMAC aan de Vlerick Leuven-Gent Management School (1999).
Lieven Vandendriessche behaalde een Master Financiële en Handelswetenschappen aan de Erasmus Universiteit Brussel (1993).
Stephan Coester behaalde het Diploma Economie aan de Universiteit Toegepaste Wetenschappen van Düsseldorf, Duitsland waarvan één jaar aan de Universiteit van Tuscaloosa, VSA (1989).
Bruno Deboutte behaalde een Master Industrieel Ingenieur Elektriciteit Specialisatie automatisatie aan KIHO in Gent (1990).
Michael Stöger behaalde het Diploma Electrical Engineering (1989) en een Doctoraat in Kunststofverwerking in Aachen, Duitsland (1993).
Bernard Vanderper behaalde een Master Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen (1984).
Paul Van Wambeke behaalde een Master Rechten aan de Universiteit van Gent alsook een Master Business Administration aan het French Institute of Management (1997).
Niet-uitvoerende bestuurders ontvangen als remuneratie voor de uitvoering van hun mandaat een forfaitair bedrag verhoogd met een vast bedrag per zitting van de raad van bestuur en begrensd op een maximumbedrag. Prestatiegebonden vergoedingen zoals bonussen, aandelen gerelateerde incentive programma's en voordelen in natura zijn uitgesloten. De hoogte van de vergoeding is verschillend voor de voorzitter, ondervoorzitter en andere niet-uitvoerende bestuurders.
Indien de niet-uitvoerende bestuurders bovendien lid zijn van een comité wordt deze vergoeding verhoogd met een vast bedrag per vergadering van het betreffende comité. De vennootschap en haar dochtervennootschappen verstrekken geen persoonlijke leningen, garanties en dergelijke aan de leden van de raad van bestuur of het executive team.
Indien bestuurders belast worden met bijzondere taken en projecten kunnen ze hiervoor een gepaste remuneratie ontvangen.
De remuneratie van de bestuurders wordt goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders. Er is geen compensatievergoeding voorzien voor niet-uitvoerende bestuurders bij beëindiging van het mandaat.
De totale remuneratie betaald aan de leden van de raad van bestuur in het boekjaar 2010 bedroeg 720.000 euro. Dit bedrag omvat een extra vergoeding voor de bestuurders voor hun aanwezigheid in de comités waarvan ze lid zijn. Deze remuneratie wordt toegekend door de algemene vergadering van
aandeelhouders en wordt geboekt als algemene kosten. In 2010 zijn er door de vennootschap of enige gelieerde onderneming van de Groep geen leningen toegekend aan enige bestuurder, noch zijn er uitstaande betalingen die door de bestuurders verschuldigd zijn aan de vennootschap of enige gelieerde onderneming van de Groep.
Het remuneratiebeleid streeft ernaar competente en professionele medewerkers aan te trekken, te behouden en te motiveren. Daarom wordt de grootte van de remuneratie bepaald in verhouding tot de individuele taken en verantwoordelijkheden. Het bedrag van de totale vergoeding wordt jaarlijks geëvalueerd door het remuneratie- en benoemingscomité. De bijdrage die door de leden van het executive team wordt geleverd aan de ontwikkeling van de activiteiten en de resultaten van de Groep vormt een belangrijk onderdeel van het remuneratiebeleid.
Teneinde de belangen van de leden van het executive team af te stemmen op die van de vennootschap en op die van haar aandeelhouders, wordt een deel van het remuneratiepakket gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf en een ander deel aan de individuele prestaties.
De prestaties van het bedrijf zijn gebaseerd op het netto resultaat en de EBITDA van het afgelopen boekjaar. Deze criteria worden jaarlijks op voorstel van het remuneratie- en benoemingscomité door de raad van bestuur geëvalueerd en desgewenst aangepast.
De individuele performantie is gebaseerd op een duidelijk geformuleerd evaluatiesysteem dat gebouwd is rond het behalen van specifieke meetbare doelstellingen, de realisatie van belangrijke kerncijfers en het respect voor kernwaarden die voor het bedrijf belangrijk zijn.
Alle doelstellingen moeten steeds in lijn zijn met de groepstrategie, het business plan, de kernwaarden en de richtlijnen. De individuele doelstellingen worden jaarlijks vastgelegd tijdens individuele gesprekken bij het begin van het boekjaar.
De eventuele bijdragen voor pensioenen en verzekeringen zijn gerelateerd aan de vaste vergoeding.
Voor de CEO en de andere leden van het executive team zal aan de algemene vergadering van 2011 worden voorgesteld om af te wijken van de bepaling van artikel 520ter lid 2 van het Wetboek van Vennootschappen en de betaling van de variabele vergoeding niet te spreiden in de tijd.
De leden van het executive team beschikken verder over een bedrijfswagen en zijn begunstigden van een groepsverzekering.
De CEO ontvangt ter vergoeding van zijn diensten als CEO en als voorzitter van het executive team:
Leden van het executive team (zoals samengesteld per 31 december 2010) ontvingen een vergoeding van 2.004.465 euro, hierin begrepen een variabele vergoeding van 8,73% gebaseerd op performantiecriteria 2009. Deze variabele vergoeding werd betaald begin 2010.
De pensioentoelage bedraagt 145.841 euro en bestaat in een goedgekeurde bijdrage procedure aan een externe verzekeringsmaatschappij.
Er worden eveneens opties en/of warranten op aandelen van de vennootschap toegekend aan de leden van het executive team. Deze optieen warrantenregeling is niet gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf. De buitengewone algemene vergadering van oktober 2006 heeft een optieplan op bestaande aandelen goedgekeurd waarbij aan de raad van bestuur de bevoegdheid werd verleend om jaarlijks 75.000 opties op bestaande aandelen toe te kennen. De buitengewone algemene vergadering van 31 december 2009 heeft een bijkomend warrantenplan 2010 voor de uitgifte van 1.000.000 warranten (warrantenplan 2010) goedgekeurd waarvan reeds 959.935 warranten werden aangeboden.
De warranten en opties worden gratis aangeboden en zijn niet gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf.
Ze zijn voor het eerst uitoefenbaar vanaf het derde kalenderjaar volgend op dit van het aanbod van de opties of warranten.
De warranten komen vrij voor uitoefening als volgt:
De warranten wordt aangeboden overeenkomstig de modaliteiten bepaald in de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgische actieplan voor de werkgelegenheid 1998.
De uitoefening van warranten kan aanleiding geven tot inschrijving op een kapitaalverhoging tenzij de raad van bestuur beslist om aandelen uit te keren die door de vennootschap werden ingekocht.
In 2010 werden aan de leden van het executive team 400.000 opties en warranten op aandelen aangeboden die als volgt werden verdeeld: Aan de CEO werden 200.000 opties en warranten op aandelen aangeboden en aan elk ander lid van het executive team 25.000.
De aandelenopties en warranten aangeboden in 2010 hebben een uitoefenprijs van 1,70 euro. Er werden geen aandelenopties of warranten uitgeoefend in 2010.
Voor de CEO, Michael Stöger en Stephan Coester bedraagt de vertrekvergoeding 12 maanden basisvergoeding. Voor de andere leden van het executive team werd geen bijzondere vertrekvergoeding overeengekomen zodat bij een eventueel vertrek de vergoeding zal bepaald worden in overeenstemming met vigerende arbeidswetgeving en de praktijk op dat ogenblik. Indien voormelde vergoeding meer bedraagt dan 12 maanden basisen variabele remuneratie, dan zal de toekenning van deze vergoeding voorgelegd worden aan de algemene vergadering.
De commissaris is benoemd voor een periode van 3 jaar op de algemene vergadering van aandeelhouders van 13 mei 2008. Zijn jaarlijkse vergoeding bedraagt 560.000 euro voor de hele Groep, inclusief voor de uitvoering van controle-opdrachten voor de geconsolideerde en enkelvoudige rekeningen. Het mandaat van de commissaris vervalt bij de eerstkomende algemene vergadering. Aan deze vergadering zal voorgesteld worden om het mandaat van de commissaris te hernieuwen voor een periode van 3 jaar. Aan de algemene vergadering zal voorgesteld worden om de vergoeding van de commissaris - voor de hele Groep inclusief voor de uitvoering van controleopdrachten voor de geconsolideerde en enkelvoudige rekeningen - vast leggen op 555.000 euro.
Iedere bestuurder en ieder lid van het executive team wordt aangemoedigd om zijn persoonlijke en zakelijke belangen zo te regelen dat er geen rechtstreeks of onrechtstreeks belangenconflict is met de vennootschap. Deceuninck heeft geen kennis van enig mogelijk belangenconflict bij de leden van de raad van bestuur en het executive team tussen hun taken jegens de vennootschap en hun privé- en/of andere taken. Het Corporate Governance Charter van de vennootschap bepaalt dat iedere transactie tussen de vennootschap (of enige van haar dochtermaatschappijen) en enige bestuurder of leidinggevende vooraf goedgekeurd dient te worden door de raad van bestuur, ongeacht of dergelijke transactie al dan niet onderhevig is aan toepasselijke rechtsregels. Een dergelijke transactie kan alleen geschieden op basis van voorwaarden in overeenstemming met de marktpraktijken.
Volgens artikel 523 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen dient binnen de raad van bestuur een bijzondere procedure te worden gevolgd
indien één of meerdere bestuurders mogelijk een belangenconflict hebben dat in strijd is met een of meer beslissingen of transacties die onder de bevoegdheid van de raad van bestuur vallen. In 2010 werd er aan de raad van bestuur één geval van belangenconflict gemeld in de zin van artikel 523 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen.
Het belangenconflict hield verband met de aanbieding van aandelenopties en warranten aan kaderleden, directieleden en de CEO. De CEO deelde de raad van bestuur mee dat een belangenconflict zou kunnen ontstaan. In overeenstemming met de bepalingen van artikel 523 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en aangezien de vennootschap een genoteerde vennootschap is, werd de betrokken bestuurder gevraagd om tijdens de bespreking van dit punt de vergadering te verlaten. Bijgevolg nam de betrokken bestuurder niet deel aan de beraadslagingen of aan de stemming over het onderwerp.
De belangenconflictregeling van artikel 524 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen werd in 2010 niet toegepast.
Bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 31 december 2009 werd aan de raad van bestuur voor een periode van 5 jaar de bevoegdheid gegeven om zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, krachtens artikel 620 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen, eigen aandelen te verwerven door aankoop of door ruil ten belope van het maximum toegelaten aantal aandelen en voor een prijs tussen 0,40 en 6,00 euro per aandeel.
Bij beslissing van dezelfde vergadering werd de raad van bestuur tevens gemachtigd om, zonder tijdsbeperking, de aldus ingekochte aandelen te vervreemden, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van een persoon die handelt in eigen naam maar voor rekening van de vennootschap, ofwel (i) tegen een prijs van minimum 0,40 euro, zijnde de minimumprijs vastgelegd in de vork bepaald voor de machtiging tot inkoop van eigen aandelen, ofwel (ii) wanneer de vervreemding geschiedt in het kader van de aandelenoptieplannen. In het laatste geval is de raad van bestuur gemachtigd om de aandelen, met toestemming van de begunstigden van de aandelenoptieplannen, buiten beurs te vervreemden.
In het boekjaar 2010 werden geen aandelen ingekocht.
Bij beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 31 december 2009 werd aan de raad van bestuur voor een periode van 3 jaar de bevoegdheid gegeven om, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 620 tot en met 625 en 630 van het Wetboek van vennootschappen, eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen of te vervreemden, indien de verkrijging of vervreemding noodzakelijk is ter vermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap.
De raad van bestuur werd door de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 31 december 2009 gemachtigd om voor een termijn van 5 jaar te rekenen vanaf 25 januari 2010, het geplaatst kapitaal in één of meerdere malen te verhogen met een bedrag van maximum 42.495.000,00 euro door inschrijving in geld, door inbreng in natura binnen de wettelijke grenzen of door incorporatie van de reserves of uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van aandelen. Ingeval van kapitaalverhoging door inbreng in geld kan de raad van bestuur, met eenparigheid van stemmen, het voorkeurrecht beperken of opheffen. De bijzondere omstandigheden waarin van het toegestane kapitaal kan gebruik gemaakt worden en de hierbij nagestreefde doeleinden werden in het bijzonder verslag van 27 oktober 2009 uiteengezet. Dit verslag kan geconsulteerd worden op www.deceuninck.com.
De wijziging van de statuten gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen.
Iedere aandeelhouder die minstens 5% van de stemrechten in bezit heeft, moet zich conformeren aan de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van de belangrijke deelnemingen, het KB van 14 februari 2008 en het Wetboek van Vennootschappen.
De wettelijke drempels per schijf van 5% zijn van toepassing. De betrokkenen dienen daarvoor een kennisgeving op te sturen naar de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en naar de vennootschap.
Op basis van de laatst ontvangen participatiemeldingen, in toepassing van de wet van 2 mei 2007, blijkt dat het aandeelhouderschap als volgt is verdeeld:
| Desco* | 18.856.250 aandelen | 17,50% |
|---|---|---|
| Sofina NV* | 18.856.250 aandelen | 17,50% |
| Fidec NV | 5.793.990 aandelen | 5,38% |
| Andere (institutionele beleggers, personeel, beurs,…) |
64.243.510 aandelen | 59,62% |
* Op grond van de transparantieverklaring aan de vennootschap dd. 29/10/08
In een brief van 21 september 2007 hebben Sofina en Desco aan de vennootschap medegedeeld dat ze hun aandeelhoudersovereenkomst van 27 juni 2006 hebben beëindigd en een nieuwe overeenkomst betreffende hun deelneming in Deceuninck NV hebben afgesloten op 27 augustus 2007. De overeenkomst maakt een "onderling overleg" uit in de zin van art. 7 van het KB van 10 mei 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen maar maakt geen "onderling overleg" uit in de zin van art. 3, §1, 5° van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen.
De belangrijkste kenmerken en elementen van de interne controleen risicobeheerssystemen, in verband met het proces van financiële verslaggeving, geïmplementeerd door het management, kunnen als volgt worden samengevat:
Bespreken met de interne auditor van zijn auditrapporten en desgevallend om bijkomende informatie en verduidelijking te verzoeken, alsook de maatregelen nemen ter implementatie en naleving van de aanbevelingen;
Permanente opvolging van de grondstofprijzen en de eventuele wijzigingen ervan;
Candor, Top Performance en Entrepreneurship zijn de drie kernwaarden van Deceuninck. Het nemen van berekende risico's maakt integraal deel uit van de bedrijfsvoering. Risicobeheer heeft als taak de risico's te identificeren en te managen. In een eerste stap werden in 2010 de risico's van de Belgische entiteiten geïdentificeerd en aangeduid. Na verdere verfijning zal dit systeem vanaf 2011 worden toegepast op de buitenlandse vestigingen.
Als kader voor het risicobeheerssysteem werd geopteerd voor de ISO 31000 standaard. Deceuninck is sterk vertrouwd met ISO standaarden (ISO 9001, ISO 14000,…) . Binnen deze nieuwe standaard van november 2009, wordt vooral het te volgen proces beschreven. Volgende stappen kunnen binnen dit proces worden onderscheiden:
Teneinde de risico's te detecteren, dient de context gekend te zijn waarin Deceuninck operationeel is. Enerzijds is er de externe context waarbij de sociale, culturele, politieke, juridische, wetgevende, financiële, technologische, economische, natuurlijke en concurrentiële omgeving een belangrijke rol spelen. Bijkomend dienen de belangrijkste drijvende krachten en trends bekeken te worden die een impact kunnen hebben op het bereiken van de objectieven. En ten slotte speelt ook de relatie met de externe stakeholders (Klanten, leveranciers, autoriteiten, aandeelhouders, …) een belangrijke rol. Anderzijds is er ook de interne context waarbij vooral de objectieven van Deceuninck als Groep maar ook de objectieven van iedere entiteit dienen gekend te worden. Dit laatste vereist inzicht in de middelen, de kennis, de interne cultuur, de organisatie, de interne standaarden, de strategie, de waarden, de objectieven en de relatie met interne stakeholders.
Risico-identificatie is de eerste stap binnen het eigenlijk risico-onderzoek. Aan de hand van afzonderlijke brainstormingsessies met een 10-tal Belgische departementen werden de risico's geïdentificeerd die mogelijk een impact hebben op het bereiken van de objectieven. Deze werden verzameld in een risicoregister.
Bij risicoanalyse wordt vooral bekeken wat de kansen zijn dat het risico zich voordoet en wat de impact kan zijn van het desbetreffende risico op het behalen van de objectieven. Hierbij wordt rekening gehouden met de impact op de kerndoelstellingen: mensen, planeet, kwaliteit, service en kost.
Aan de hand van de scores die werden gegeven op de waarschijnlijkheid en de impact van de risico's, worden deze risico's geëvalueerd en worden de prioriteiten vastgelegd. Er dient bepaald te worden welke risico's al dan niet kunnen aanvaard worden en tot welk niveau men deze risico's mogelijks wil verlagen.
Aan de hand van de risico-evaluatie worden die risico's geselecteerd die verder zullen worden behandeld. Hierbij zijn er 4 mogelijkheden:
Dit risicoproces is een continu proces waarbij de verschillende stappen doorlopend herbekeken en opgevolgd worden. Het is de verantwoordelijkheid van iedere manager van elk departement om dit proces te onderhouden. De riskmanager zal hierin een ondersteunende, faciliterende en consoliderende rol spelen. De risk manager rapporteert zowel aan de CFO als aan het audit comité. De interne audit zal zich in de toekomst concentreren op de opvolging van de systemen voor risicobeheer (RBIA: risk based internal audit).
De risico's waarmee Deceuninck wordt geconfronteerd, werden in 8 categorieën ondergebracht:
Operationele risico's: continuïteitsrisico's, aanvoer en prijs van grondstoffen, incidenten, kwaliteitsrisico's, IT-infrastructuur, volume, seizoensschommelingen, energie;
Personeelsrisico's: het behoud van personeel, het vinden van personeel, veiligheid van de mensen, motivatie, werkdruk;
Hierna worden de meest relevante risico's besproken:
De valutarisico's, interestrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's worden verder in dit verslag besproken onder Toelichting 23.
De activiteiten, de bedrijfsresultaten en de financiële positie van Deceuninck worden beïnvloed door het niveau van de activiteit in de woningbouwsector. Deze activiteit is sterk afhankelijk van de algemene economische omstandigheden maar ook van de beleidsmaatregelen van de lokale autoriteiten om de economische activiteit te bevorderen en de woningbouwactiviteit in het bijzonder. Het wegvallen van deze maatregelen kan significante gevolgen hebben op de omzet van Deceuninck. Deceuninck is zowel actief in de nieuwbouw als in de renovatiemarkt waardoor het risico meer gespreid wordt. In een periode van mindere bouwconjunctuur, is er meestal een verschuiving van nieuwbouw naar renovatie. Een groot deel van de activiteiten van Deceuninck is seizoensgebonden, wat een aanzienlijke invloed kan hebben op de werkkapitaalbehoeften en beschikbare cashflow. De vraag naar de producten van Deceuninck en bijgevolg de werkkapitaalniveaus, zijn het hoogst tijdens het tweede en derde kwartaal. De vraag bevindt zich op het laagste niveau tijdens het eerste kwartaal en in het vierde kwartaal, omdat de winterperiode minder gunstig is voor woningbouw. Langere winterperioden kunnen een negatieve impact hebben op de vraag, in het bijzonder tijdens het eerste kwartaal en vooral in Oost-Europa, waar de winterperioden langer duren. Door een grote geografische spreiding van de markten waarin Deceuninck actief is, wordt dit risico voor een stuk ook gespreid.
Deceuninck heeft haar omzet en activiteiten actief uitgebreid, ook in de opkomende markten, waardoor de vennootschap aan additionele risico's is blootgesteld. Deceuninck is actief in meer dan 75 landen. Hoewel de geografische spreiding als een troef wordt beschouwd, kunnen de financiële resultaten van de verschillende entiteiten in aanzienlijke mate verschillen, wat een effect kan hebben op de geconsolideerde resultaten van Deceuninck. Wijzigingen in een beleggingsbeleid of verschuivingen in het heersende politieke klimaat in een land waar Deceuninck actief is of producten verkoopt, zouden kunnen leiden tot de invoering van strengere overheidsreglementering, onder andere met betrekking tot prijsreglementering, export en import, inkomstenbelastingen en andere
belastingen, milieuwetgeving, beperkingen op buitenlandse eigendommen, wisselkoersen- en deviezencontrole, het beleid inzake arbeid en bijstandsvoordelen.
De winstgevendheid van Deceuninck wordt gedeeltelijk bepaald door wijzigingen in de aankoopprijzen voor grondstoffen, vooral PVC-harsen en additieven, alsmede door de verkoopprijzen die Deceuninck kan vragen voor haar producten en diensten. Er is altijd vertraging tussen wijzigingen in grondstofprijzen en de resulterende wijzigingen in de verkoopprijzen van de producten. Dit tijdverschil is een kenmerk van de bouwprofielenmarkt in het algemeen, en geldt niet specifiek voor Deceuninck. Prijsverhogingen kunnen niet altijd zomaar uitgevoerd worden gezien de concurrentie op de markt en de concurrentie met alternatieve materialen zoals aluminium en hout. Bij grote afnemers worden steeds meer de verkoopprijzen gekoppeld aan de PVC-index. Er is een duidelijke tendens naar verhoging van de grondstofprijzen waardoor ook de verkoopprijzen continu worden aangepast. Via nieuwe rapporteringssystemen, worden de marges van dichtbij opgevolgd.
Deceuninck moet instaan voor een continue bevoorrading van haar Klanten. Met uitzondering van de gekleurde profielen, zijn de meeste profielen onmiddellijk uit stock leverbaar. Teneinde deze continuïteit te kunnen garanderen, is het noodzakelijk dat Deceuninck zelf geen onderbrekingen kent in haar supply chain. Hierin spelen de leveranciers een belangrijke rol maar ook de interne leveranciers (compound, matrijzen, dichtingen,…) dienen als mogelijk risico meegenomen te worden. Deze risico's werden geïdentificeerd en worden verder behandeld en opgevolgd. Bijzondere aandacht wordt besteed aan bedrijfscontinuïteitsplannen ingeval van een bevoorradingsprobleem.
De verschillende businessprocessen binnen Deceuninck zijn sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van de IT-systemen. Om die beschikbaarheid te maximaliseren zijn een aantal maatregelen genomen met betrekking tot back-up, fysische toegang, stroomvoorziening, branddetectie, ontdubbelen van systemen en gespecialiseerde bijstand in geval van een calamiteit.
Deceuninck is onderworpen aan verschillende strikte en evoluerende wetten, reglementen en normen. De aanpassing aan een gewijzigde reglementaire omgeving of het niet naleven van dergelijke wetten, reglementen en normen zou een nadelig effect kunnen hebben op haar activiteiten, bedrijfsresultaten of financiële positie.
Deceuninck kan geconfronteerd worden met aantijgingen dat het de intellectuele-eigendomsrechten van anderen schendt.
Deceuninck is onderhevig aan risico's die voortvloeien uit productaansprakelijkheidsclaims met betrekking tot producten die door Deceuninck worden vervaardigd.
Binnen een internationaal bedrijf kunnen individuele acties van werknemers leiden tot een inbreuk op het gebied van compliance. Dit kan een negatieve weerslag hebben op het imago van het bedrijf, op de activiteiten en op de waarde van het aandeel.
Door strikte wereldwijde toepassing van haar Corporate Governance Charter en nauwgezette interne controle streeft Deceuninck wereldwijd naar een zo groot mogelijke compliance met haar Corporate Governance Charter en ethische code.
Gedurende 2010 heeft Finance verder haar C6-strategie uitgerold en dit in lijn met de missie en visie van de Groep.
De kerndoelstelling van de C6-strategie is de creatie van Vertrouwen (WHY). Finance heeft zich gepositioneerd als de enige betrouwbare bron van informatie. Het management van de Groep kan hierdoor beslissingen nemen op basis van betrouwbare cijfers, een factor van vertrouwen voor alle stakeholders, zowel intern als extern.
Om deze doelstelling te bereiken heeft Finance verder programma's ontwikkeld met als doel ondersteuning te bieden rond de gebieden Cash, Controle, Concept, Customer (Klant) en Cost (Kost) (WHAT). De kernwaarden zullen Finance verder ondersteunen om het doel te bereiken (HOW). C6+ werd verder gedefinieerd in de tweede helft van 2010.
De focus op Cash bleef de belangrijkste prioriteit. Een glijdende voorspelling van de kasstromen op 13 weken maakt het Deceuninck mogelijk om de kasplanning optimaal af te stemmen op de afspraken die er met de kredietverstrekkers en aandeelhouders gemaakt zijn. Het stelde de Groep in staat om te voldoen aan de cash-convenanten en om gebruik te maken van de mechanismen van de kredietovereenkomst van de Groep om zo de schuld te verminderen aan de hand van vrijwillige en opgelegde terugbetalingen. Door middel van up-to-date Controlesystemen kan Finance vertrouwen op de accurate en correcte cijfers die door deze systemen worden voortgebracht. De maandelijkse rapportering van Deceuninck (Deceuninck Monthly Reporting, DMR) is doorheen de volledige Groep geïmplementeerd als een businessproces en laat op die manier een snellere afsluiting toe. Onder Concept beschouwt men onder meer het nieuwe SAP plannings- en
voorspellingssysteem dat de volledige Groep de mogelijkheid biedt om kortetermijnvoorspellingen en jaarlijkse budgettering te doen op een meer betrouwbare en accurate manier. Concept verwijst ook naar het MAPL (Management Accounting P & L) dat werd uitgerold in 2010.
MAPL is een ondersteunend besluitvormingssysteem dat de winstgevendheidgegevens van de markten, productgroepen en -processen registreert, en ook zorgt voor het samenbrengen van deze 3 dimensies in een volledig winst- en verliesformaat. "Waarheidsgetrouwe" winstgevendheid betekent dat intercompany-transferprijzen buiten beschouwing worden gelaten maar dat er wel aansluiting kan gemaakt worden met de geconsolideerde resultaten.
Om de winstgevendheid te bepalen is een accurate en gedetailleerde berekening van de Costs vereist en voorzien binnen MAPL. Cost verwijst eveneens naar een continu kostenbewustzijn binnen de Groep wereldwijd en dit op alle niveaus.
Wat betreft de Customers gaat Finance zich focussen op kredietmanagement en Klantwinstgevendheid. In 2010 werd een nieuwe kredietmanagementrapportering ingevoerd. Het nieuwe systeem laat eenvoudige opvolging toe van de openstaande Klantensaldi evenals een betrouwbare en consistente rapportering. Het laat de lokale kredietcontrollers toe op een proactieve manier de nodige kortetermijnacties te nemen om het aantal dubieuze openstaande dagen tot een minimum te beperken. Als gevolg hiervan werd zowel de DSO (days outstanding, aantal dagen openstaand Klantensaldi) en de DDSO (delinquent DSO, het aantal dagen openstaand Klantensaldi dat reeds vervallen is) gereduceerd in 2010. C6+ verwijst naar de kernwaarden van de Groep Deceuninck (HOW). Candor wordt verkregen door een verbetering van de Communication & Collaboration. Een gezonde kapitaalstructuur zal het Entrepreneurship ondersteunen en Continuous improvement (voortdurende verbetering) van het Return on Capital Employed (rendement op geïnvesteerd vermogen), zal leiden tot Top Performance.
Inoutic Eforte Twinson O-Terrace Twinson O-Terrace
Technologie is één van de essentiële pijlers van Deceuninck's duurzaam succes in de markt van raam- en bouwproducten. Technologie verankert productinnovatie en productvereisten in de organisatie, ontwikkelt kostenefficiënte productieprocessen, materialen en matrijzen op maat en promoot standaardisatie in de productievestigingen. Er wordt gewerkt op procesinnovatie, procesvermogen en kostenreductie.
2010 was een jaar waarin de technologie werd geheroriënteerd op de kernactiviteiten van Deceuninck en alle middelen gestroomlijnd werden in functie van de vooropgestelde doelstellingen. Het ontwerp en de productie van matrijzen werd geconcentreerd in de vestiging van Gits om op die manier de belangrijke kerncompetenties nauw te laten aansluiten bij de productcreatie en productieprocessen. Naast nieuw ontwikkelde producten en processen – zoals de thermische versterking met staalkabel – ondersteunde standaardisering de invoering van 'best practices' binnen de Groep, alsook een verminderd gebruik van reserveonderdelen en de hiermee gepaard gaande kosten. Uitgebreid materiaalonderzoek verbeterde de productprestaties op het terrein en optimaliseerde de verwerkbaarheid van deze materialen in de verschillende PVC- en Twinson-extrusievestigingen.
De organisatiestructuur van Deceuninck – die bestaat uit regionale directeurs die verantwoordelijk worden gesteld voor de ontwikkeling van hun eigen regio – weerspiegelt de diversiteit van de markten waarin de Deceuninck Groep opereert. Niettemin zijn er ook overeenstemmingen te vinden in deze markten die synergieën toelaten in de strategische marketingaanpak van de Groep. Om deze synergieën te identificeren en toe te wijzen werd de rol van de marketingdirecteur toegevoegd aan het executive team van de Deceuninck Groep in oktober 2009.
Na de succesvolle herstructurering van de Deceuninck Groep in 2009 heeft het executive team de marketingstrategie herbekeken, rekening houdend met de achtergrond van de economische realiteit na de financiële en economische crisis.
De strategische verlangens van de Deceuninck Groep werden onderverdeeld in productgroepen en marketingstrategieën aangepast aan elke regio. Globaal gezien streeft Deceuninck Groep ernaar om een sterke marktpositie te behouden of verder uit te bouwen in alle markten waar de Groep actief is. In de enkele markten waar dit doel nog niet bereikt werd, zal Deceuninck Groep verder bouwen op een selectieve of agressieve manier, afhankelijk van de maturiteit van de markt.
De belangrijkste drijfveren voor de verdere winstgevende groei van de Deceuninck Groep zijn product- en service-innovatie op het vlak van energie-efficiëntie. De belangrijkste pijlers hierbij zijn het verbeteren van de thermische isolatie en differentiërende ontwerpmogelijkheden met unieke oppervlaktestructuren, die verkregen worden via de gepatenteerde technologieën zoals Decoroc en Twinson.
De succesvolle lancering van het Eforte-raamsysteem in Centraal-Europa is een voorbeeld van deze strategie. Eforte is het meest efficiënte raamprofielsysteem op de markt van passiefhuisramen. De K-waarden van dit systeem zijn onovertreffelijk. Daarenboven realiseerde de Deceuninck Groep deze uitstekende isolatiewaarden samen met de optimalisatie van alle relevante productieparameters voor haar Klanten. De basis van dit systeem zijn gestandaardiseerde productieprocedures die er voor zorgen dat de integratie in bestaande raamfabrieken gerealiseerd kan worden aan een minimale kostprijs. Ook het aantal machine-uren voor de productie van de ramen zijn beter dan vergelijkbare raamprofielsystemen van de concurrentie wat de concurrentiekracht van de Deceuninck-Klanten verhoogt. Het feit dat de raamprofielen recycleerbaar zijn, is in overeenstemming met de doelstellingen op vlak van duurzaamheid.
Een ander voorbeeld dat de strategische richting van Deceuninck Groep benadrukt, kan gevonden worden in West-Europa waar de Groep een nieuwe standaard leveringstermijn vastgelegd heeft voor gekleurde producten. Met deze sterk verbeterde service moedigt Deceuninck Groep haar Klanten aan om meer toegevoegde waarde te creëren door verder in te gaan op de groeiende markten van gekleurde ramen. De gepatenteerde Decoroc-coatingtechnologie onderscheidt Deceuninck en haar Klanten van de concurrentie.
De lancering van de productinnovaties werd aangemoedigd door aangepaste marketingconcepten die gebruik maken van alle marketingmixelementen om de ambitieuze doelstellingen te bereiken.
De strategische focus van Operations lag wereldwijd op de verwezenlijking van de doelstelling "het perfecte order tegen de laagst mogelijke kost" in overeenstemming met de Groepsstrategie PPQSP: People, Planet, Quality, Service en Profit.
PEOPLE omvat veiligheid, competentie en milieu. In de hele Groep Deceuninck werden belangrijke initiatieven gelanceerd met het oog op het verhogen van het veiligheidsbewustzijn. Per vestiging werden competentiematrices ontwikkeld om zo de competenties her op te bouwen na de herstructurering in 2009.
PLANET: belangrijke stappen werden gerealiseerd die tot een belangrijke vermindering van het energieverbruik doorheen het volledige proces hebben geleid. Verder was er meer aandacht voor de langetermijnduurzaamheid van de operationele activiteiten.
Op vlak van QUALITY stond de verdere ontwikkeling van milieuvriendelijke compounds op CaZn-basis centraal. Door toedoen van doelgerichte actieplannen per vestiging werd de totale kwaliteitskost in 2010 met 40% verminderd in vergelijking met 2009.
Voor SERVICE lag de focus op een verdere prestatieverbetering op het vlak van complete leveringen op tijd (OTCL, on time and complete). Dankzij geavanceerde stockbeheertechnieken leidde deze betere service niet tot hogere stockniveaus. In tegendeel, de 'days on hand'-prestatie werd verder verbeterd.
PROFIT: in 2010 is Deceuninck er in geslaagd te produceren tegen een lagere kost per eenheid. Een combinatie van hogere productievolumes, strikte kostencontrole en het invoeren van productiviteitsverbeteringsprojecten lagen aan de basis van dit resultaat.
In het Verenigd Koninkrijk werd het productievolume en de –capaciteit beïnvloed door de desinvestering van de hardschuimprofielenproductie in 2009.
De productievolumes in Turkije, de Verenigde Staten en Rusland stegen sneller, terwijl de volumes in Centraal-Europa aan het herstellen waren.
In 2010 bedroegen de investeringen 15,6 miljoen euro. De historische investeringen lieten een verder laag investeringsniveau toe. De investeringen van 2010 hadden betrekking op de productie van matrijzen (voor nieuwe en bestaande producten) en op de introductie van nieuwe technologieën om de productieprocessen te verbeteren op vlak van duurzaamheid (daling van energieverbruik, vermindering van de afvalvolumes) en productiviteit. Sommige van deze investeringen gaven reeds veelbelovende resultaten. Bijgevolg zullen in 2011 de investeringen in nieuwe technologieën verder toenemen.
De juridische dienst, na de herstructureringen van 2009, bleef op een pro-actieve manier bijdragen tot een kwaliteitsvolle, constructieve en resultaatgerichte ondersteuning en dienstverlening. Zij bleef daarbij fungeren als eerste aanspreekpunt voor alle juridische aspecten rond de Deceuninck strategie en haar verdere ontwikkeling.
De juridische dienst ziet toe dat de activiteiten van de Groep binnen een wettelijk kader worden uitgeoefend, dat juridische documenten doeltreffend zijn en dat Deceuninck in het algemeen compliant is.
Binnen de Groep verleent de juridische dienst diverse diensten: de dienst ondersteunt diverse afdelingen in het voorbereiden en interpreteren van contracten, voert onderzoek rond allerhande juridische thema's, ondersteunt de geschillenbeslechting, volgt activiteiten en taken met betrekking tot de organisatie en werking van de raden van bestuur op, en draagt op een algemene wijze bij tot de uitoefening van allerhande juridische opdrachten. In de loop van 2010 zorgde de juridische dienst er voor om diverse standaard contracten beschikbaar te maken.
Er wordt tevens werk van gemaakt om getekende contracten aan de hand van kerngegevens te inventariseren via het interne Deceuninck-netwerk.
De verkoopactiviteiten van Deceuninck zijn opgesplitst in 4 regio's, nl. West-Europa, Centraal- en Oost-Europa, Turkije en de Verenigde Staten. In alle markten bleef energie-efficiënt bouwen en renoveren groeien als motor van de industrie. PVC-ramen bleven de 'best value for money'. Energie-efficiënte renovaties werden ondersteund door strengere bouwvoorschriften en steunmaatregelen van de overheid. Deceuninck schat dat 70 tot 75% van de geconsolideerde verkopen afkomstig zijn van het segment van de huizenrenovatie. Daar voor de vervanging van ramen niet altijd een bouwvergunning vereist is, valt de activiteit in de sector niet altijd samen met de officiële statistieken van huizenrenovatie.
West-Europa is de belangrijkste regio voor Deceuninck. De belangrijkste markten zijn België, Frankrijk, Nederland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
De verkopen in 2010 in West-Europa bleven stabiel met een daling van 0,5% tot 207,5 miljoen euro ten opzichte van 208,4 miljoen euro in 2009. De regio vertegenwoordigt 37% van de geconsolideerde verkopen in 2010 versus 42% in 2009. De regio wordt gekenmerkt door duidelijke uiteenlopende dynamieken in elk van de individuele, nationale markten, wat merkbaar is in de verkoopresultaten.
Omzetgroei in België, Frankrijk en Italië stond in contrast met dalende verkopen in Spanje, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Verkopen in België en Frankrijk bereikten opnieuw het niveau van vóór de crisis met recordverkopen in beide landen. De verkoop in het VK werd beïnvloed door het stopzetten van een productlijn, dit bovenop de krimpende markt.
Energie-efficiëntie bleef de grootste motor van de verkopen, ondersteund door historisch lage intrestpercentages en stimulerende overheidsmaatregelen zoals lagere BTW-percentages voor renovatie van huizen in België, Frankrijk en Nederland. Andere overheidsmaatregelen betroffen belastingsvoordelen en goedkope leningen voor milieuvriendelijke investeringen. De tragere stijging van het beschikbare gezinsinkomen, gerelateerd aan de hoge werkloosheidsgraad, vertraagt de groei in de huizenmarkt.
In België was er een grote toename in bouwvergunningen voor woningbouw in het begin van 2010. Dit kwam door het stopzetten, eind maart 2010, van de gunstmaatregel van het verlaagde BTW-tarief naar 6% voor de eerste schijf van 50.000 euro bij nieuwbouwwoningen. Het aantal renovaties van huizen bleef hoog aangezien hier verder kon geprofiteerd worden van het 6% BTW-percentage en er belastingsvermindering was voor investeringen in energiebesparende verbeteringen van bestaande huizen.
Deceuninck Favorit Deceuninck Zendow Deceuninck Zendow
In Nederland bedraagt het aandeel nieuwbouw 50% van de totale bouwactiviteit. De volumedaling in Nederland is voornamelijk te wijten aan de lagere activiteit in de nieuwbouwmarkt door groeiende onzekerheid in de vastgoedmarkt en een vermindering van overheidstoelagen voor de woningbouw.
In Frankrijk stegen de bouwindicatoren in 2010. Het aantal bouwvergunningen en nieuwe verkavelingen zijn gestegen en dit werd ondersteund door een versnelde groei in het laatste kwartaal van 2010. Een gelijkaardige positieve trend kon vastgesteld worden in de renovatie van woningen, en dat met een hoger groeicijfer dan bij de nieuwbouw.
De markten in Spanje en Portugal bleven verder lijden onder een overaanbod van nieuwe huizen en een lager beschikbaar gezinsinkomen ten gevolge van de hoge werkloosheidsgraad.
De aantrekkelijke esthetiek van het 'Zendow' gamma van Deceuninck, in combinatie met de grote verscheidenheid aan kleuren, verklaart het succes van Deceuninck in Italië.
In het Verenigd Koninkrijk herstelde de nieuwbouwactiviteit weliswaar op een laag niveau. Woningrenovatie werd gestimuleerd door het 'Decent Homes for All' programma dat eindigde in december 2010. De 'Green Deal' werd gelanceerd. Dit is een steunprogramma van de overheid om gemakkelijker toegang te verschaffen tot voorfinanciering voor investeringen in energie-efficiëntie en technologieën die gebruik maken van hernieuwbare energie. Desondanks, verminderden de consumenten hun uitgaven drastisch als gevolg van de crisis. Minder dringende herstel- en onderhoudswerken werden uitgesteld. Deceuninck lanceerde in de tweede jaarhelft een nieuwe aanpak wat leidde tot een uitbreiding van het Klantenbestand.
In de Benelux participeerde Deceuninck in het co-brandinginitiatief, Isofinish, samen met andere gekende leveranciers van bouwmaterialen die actief zijn op de Belgische markt. Isofinish (www.isofinish.be) is een nieuw en innovatief isolatie- en afwerkingsconcept voor gevels. Er wordt vooral gedoeld op
oudere gebouwen met enkelwandige gevels zonder spouw. Met de nieuwe O-Wall gevelbekleding, gemaakt uit Twinson houtcomposiet, biedt Deceuninck een betaalbare oplossing voor de renovatie van oude huizen naar energiezuinige gebouwen. Eind 2010 werden de eerste projecten gerealiseerd.
In Frankrijk optimaliseerde Deceuninck zijn winkelnetwerkconcept, bekend onder de naam "Les Menuisiers Pévécistes Deceuninck" (www.menuisierspevecistes.com). Marketing- en opleidingsseminaries werden georganiseerd ter ondersteuning van de plaatselijke verkopers.
De verkoop van Twinson terras- en gevelbekledingsystemen evolueerden positief in de hele regio, met een opmerkelijke volumegroei in Frankrijk.
Centraal- en Oost-Europa is de tweede grootste afzetmarkt voor Deceuninck en heeft een aandeel van 31% in de geconsolideerde verkopen in 2010 (2009: 32%). Deceuninck is in bijna alle landen actief met een lokale verkoopafdeling met ondersteuning van een lokale logistieke dienst. De omzet voor het volledige jaar steeg met 6,6% tot 172,1 miljoen euro, vooral gedreven door een sterk herstel in Duitsland en Rusland. Naast een toename van het verkoopsvolume werden de verkopen positief beïnvloed door de wisselkoers van de Poolse zloty, Tsjechische kroon en de Russische roebel tegenover de euro.
Centraal- en Oost-Europa wordt gekenmerkt door een zeer competitieve omgeving met een groot aantal Europese en lokale actoren in bijna elk land. Dit leidde tot overcapaciteit als gevolg van de economische crisis in 2008-2009. In de markt zijn enkele consolidatiebewegingen van kleinere raamproducenten op te merken.
In Duitsland werd de omzetgroei van Inoutic/Deceuninck ondersteund door het economische herstel en financiële steunmaatregelen voor energieefficiënte renovaties.
Investeringen in de renovaties van oude gebouwen naar lage-energie- en passiefwoningen bleven sterk stijgen in 2010. De groei werd gedragen door zowel strengere bouwvoorschriften op vlak van energiebesparingen (ENEV 2009) als omvangrijke overheidssteunmaatregelen. Overheidsbesparingen zullen vanaf 2011 leiden tot de afbouw van het grootste deel van deze maatregelen. Dit verklaart de sterk gestegen omzet in het tweede semester van 2010.
Rusland kende een sterk herstel vanaf het tweede kwartaal van 2010. Als gevolg kon een substantieel deel van het volume gerecupereerd worden dat in 2009 verloren ging door de economische crisis waarbij de Russische woningbouw hard geraakt werd.
De woningbouw, zowel nieuwbouw als renovatie, was met name zwak in de meeste landen van Centraal-Europa.
Naast Duitsland en Rusland was er ook herstel merkbaar in de Balkan, Roemenië en Oekraïne vanaf de tweede helft van 2010.
Het aandeel van de omzet in de VS in de geconsolideerde omzet van Deceuninck in 2010 steeg tot 13% terwijl dit in 2009 11% bedroeg. De verkopen over 2010 stegen met 25,6% tot 70,2 miljoen euro (+15% tegen constante wisselkoers). De vraag vanuit het segment van de woningrenovatie bleef sterk gedurende het volledige jaar. De omzetstijging werd ondersteund door een sterke US dollar tegenover een zwakkere Euro. Terwijl het algemene economische klimaat in de VS zwak en onzeker bleef, begon het vertrouwen in de renovatiesector stilaan toe te nemen. Desalniettemin blijft de markt erg fragiel door de hoge werkloosheid, moeilijke toegang tot kredieten en gedaalde huizenprijzen. De ondersteunende overheidsmaatregelen voor energiezuinige investeringen van de American Recovery and Reinvestment Act (ARRA) speelde een belangrijke rol bij de 15% omzetgroei van Deceuninck North
Twinson O-Wall Twinson O-Terrace Inoutic Prestige
America (DNA). In 2010 groeide de omzet aanzienlijk als gevolg van de impact op het volledige jaar van belastingsstimulansen en als gevolg van de 5-jaren-strategie van DNA om te focussen op het vervangings- en renovatiesegment (Replacement & Remodelling – R&R). In het tweede kwartaal werden een aantal vervroegde verkopen vastgesteld toen de 'qualified first time home buyer' belastingsvermindering ten einde liep. Een zelfde fenomeen werd vastgesteld op het einde van het jaar bij het stopzetten van het belastingsvoordeel van 1500 dollar bij renovatie met als doel de energie-efficiëntie van bestaande huizen te verbeteren.
Het management schat dat bij DNA momenteel ongeveer 80% van de omzet van raam- en deursystemen gegenereerd wordt in het R&R segment, aangezien het nieuwbouwsegment het lastig blijft hebben. Het starten van nieuwbouwwoningen daalde verder met 6% ten opzichte van 2009. De focus op het R&R segment, samen met een sterke groei van twee Klantenallianties die groter was dan de marktgroei en een significante groei van verschillende belangrijke grote Klanten hebben de positie van DNA op de ramenmarkt in de Verenigde Staten succesvol verstevigd. Door optimaal gebruik te maken van nieuwe materiaaltechnologieën lanceerde DNA met succes Solstice Cellular PVC Decking, als een aanvulling op de continue groei van het Kodiak merk. Solstice Cellular PVC Decking is een terrastoepassing met het meest verfijnde houtreliëf binnen de sector. Bovendien straalt het uitzicht meest authenticiteit uit in vergelijking met gelijkaardige producten op de markt. Twee van de gepatenteerde technologieën van Deceuninck werken zowel van binnen naar buiten als van buiten naar binnen om zo de volgende generatie terrasplanken te creëren.
In 2010 vertegenwoordigen de verkopen in Turkije 19% van de geconsolideerde omzet van Deceuninck, ten opzichte van 16% in 2009. De omzet van het volledige jaar bedroeg 108 miljoen euro, een stijging van 34% (21% bij constante wisselkoers). De omzetgroei in euro werd gunstig beïnvloed door de sterke Turkse lira tegenover de zwakkere euro. Zowel de binnenlandse vraag als de vraag van Turkse exportmarkten bleef sterk. Deceuninck versterkte verder haar marktpositie door een uitgebreide focus op Klantenbinding en merknaambekendheid naar de eindgebruiker. Hierdoor verwierf Deceuninck in 2010 de nummer 1 positie in de Turkse PVC-ramenmarkt.
Het programma van Deceuninck rond duurzaam ondernemen vormt de basis voor de beslissingen binnen de onderneming. Het einddoel van het beleid met betrekking tot duurzaam ondernemen is het langetermijnsucces van het bedrijf in het belang van alle stakeholders. Het beleid is gebaseerd op het PPQSP-principe (People, Planet, Quality, Service, Profit) en is onlosmakelijk verbonden met de doelstellingen van het bedrijf. Deze doelstellingen houden verband met een gezond financieel beleid, verwachtingen van de Klanten overtreffen, het afleveren van producten en diensten van een hoge kwaliteit, een duidelijk engagement om te handelen met respect voor het individu, de maatschappij en de omgeving, evenals het creëren van een veilige, gezonde en lerende organisatie voor de werknemers.
Deceuninck is een aantrekkelijke werkgever. Het succes van Deceuninck is onlosmakelijk verbonden met de hoge bekwaamheid, motivatie en ondernemingsgeest van haar werknemers overal ter wereld. In 2010 werd het human resources beleid 'focus on people' ontwikkeld. Het beleid focust op de drie basiswaarden van Deceuninck: Candor, Top Performance en Entrepreneurship.
In 2010 zette Deceuninck haar nauwe samenwerking met het ESF-agentschap Vlaanderen verder. Met deze steun is het mogelijk om meer aandacht te besteden aan innovatie en andere strategische projecten door het verlenen van training en begeleiding.
De missie van Deceuninck is tweeledig. Enerzijds streeft Deceuninck er voortdurend naar om de ecologische voetafdruk van haar operationele activiteiten te verkleinen. Anderzijds plaatst Deceuninck continu producten en diensten in de markt om de eindgebruiker te helpen bij het verminderen van zijn ecologische voetafdruk.
In 2010 slaagde de productievestiging in Gits erin om het "Charter Duurzaam Ondernemen" te vernieuwen. In Turkije konden beide productievestigingen hun eerste milieu-audit in het kader van ISO 14000 succesvol afronden. Bovendien focussen alle productievestigingen wereldwijd op het verminderen van afvalpercentages en minder energieverbruik.
Deceuninck wil een 'duurzaam (t)huis bouwen'. Kunststoffen gebruiken slechts 4% van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen uit olie en gas. PVC gebruikt minder dan 1%. 40% van deze fossiele brandstoffen wordt gebruikt voor het verwarmen van de gebouwen.
Kunststof bouwproducten zijn licht, onderhoudsvriendelijk en hebben een superieure isolatie. Kunststofproducten besparen energie en verminderen de CO₂ uitstoot. Het ingeschatte gebruiksvoordeel van kunststofproducten is tegen 2020 15x hoger dan de gecombineerde uitstoot door productie- en afvalmanagement.
In 2010 erkende de Europese Commissie PVC als een veilig en milieuvriendelijk materiaal. In een antwoord aan het Europees parlement op 22 november 2010 bevestigde Antonio Tajani, Vice Voorzitter Europese Commissie en Commissaris Industry & Entrepreneurship dat "Producten gemaakt uit PVC stellen geen risico voor de gezondheid en voor het milieu op voorwaarde dat ze de geschikte additieven bevatten en dat ze in de afvalfase volgens de bestaande wettelijke voorschriften worden verwerkt". Binnen Vinyl2010, het vrijwillig engagement van de PVC-sector, engageerden de PVC-verwerkers, zich er onder andere toe om tegen 2015 alle PVC compounds binnen de EU27 over te schakelen op een milieuvriendelijke stabilisator, één van de additieven in de compound.
Deceuninck deed beter dan de vooropgestelde doelstelling. In 2010 werd 95% van het volume in Deceuninck's wereldwijde productievestigingen geproduceerd op basis van een milieuvriendelijke stabilisator.
Een Nederlands milieueffectenrapport concludeerde in april 2010 dat indien PVC-ramen gerecycleerd worden aan het einde van hun gebruik, zij de beste score laten optekenen. De analyse werd uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam (IVAM) op vraag van het Nederlandse Ministerie van Milieu (VROM) als onderdeel van het afvalbeleid volgens levenscyclusprincipes. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de de ReCiPe-methode. Deze methode houdt rekening met 22 belangrijke ecologische criteria. Eén van deze criteria is de impact op het gebruik van grond wat nadelig bleek voor de score van houten ramen.
Op 18 juni 2010 werd de herwerking van de Richtlijn 2010/31/EU met betrekking tot de energieprestaties van gebouwen (Energy Performance of Buildings (EPBD)) gepubliceerd in de officiële publicaties van de EU.
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor meer dan 40% van de energieconsumptie en voor 36% van de Europese CO₂-emissies. Energieprestaties van gebouwen is de sleutel om de Europese klimaat- en energieobjectieven te behalen, namelijk het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen met 20% en een stijging van de energiebesparingen met 20% tegen 2020. Het verbeteren van de energieprestaties van gebouwen is een kosteffectieve manier om te vechten tegen de klimaatveranderingen en de energieveiligheid te verbeteren, terwijl er ook nieuwe jobs gecreëerd worden en dit specifiek in de bouwsector.
Tegen 31 december 2020 zullen nieuwe gebouwen bijna energieneutrale gebouwen zijn en voor publieke gebouwen ligt deze streefdatum zelfs nog 2 jaar vroeger.
De nationale bouwvoorschriften introduceren geleidelijk aan striktere isolatie- en ventilatiedoelstellingen om zo tegen 2020 aan de Europese isolatiewetgeving te voldoen en het E-niveau van nieuwe gebouwen op middenlange termijn (± 2013) te verminderen met 50%. Op 27 oktober 2010 werden in Frankrijk de technische voorschriften voor nieuwe gebouwen RT 2012 (Réglementation Technique) gepubliceerd. RT2012 is een deel van het Franse milieuprogramma 'Grenelle de l'environnement', dat er naar streeft om de energieconsumptie van nieuwe gebouwen vanaf 2013 te verminderen met 33% tot een E50 niveau (publieke gebouwen vanaf oktober 2011). Duitsland verhoogt momenteel zijn EnEV2009 (Energieeinsparverordnung 2009) naar EnEV2012 om zo de Europese doelstellingen te behalen. België is ook begonnen met het E-niveau van nieuwe gebouwen geleidelijk aan te verminderen (Vlaanderen ging in april 2010 van E-niveau 100 naar E-niveau 80). In bijna alle lidstaten zijn gelijkaardige strikte bouwvoorschriften van toepassing.
Tegen deze achtergrond lanceerde Deceuninck in maart 2010, op de tweejaarlijkse beurs Fensterbau in Nürnberg, het best presterende en meest kostenefficiënte passiefhuisraamsysteem beschikbaar op de markt. Het ramensysteem 'Eforte' is een 6-kamersysteem met een inbouwdiepte van slechts 84mm. Samen met een geschikte driedubbele beglazing worden met traditionele staalversterkingen passiefhuiswaarden verkregen en dit zonder de profielkamers te vullen met PU-schuim.
Voor zijn bestaande systemen ontwikkelde Deceuninck een thermische versterking, een PVC-profiel met een hoge isolatiewaarde en de stevigheid van traditionele staalversterking.
Op het einde van 2010 lanceerde Deceuninck haar nieuwe O-Wall-systeem ter verbetering van de isolatiewaarde van bestaande, slecht geïsoleerde gevels. Voor de extrusie van O-Wall wordt Twinson- materiaal gebruikt. Twinson is een uniek, 100% recycleerbaar, materiaal gemaakt uit snelgroeiend dennenboomhout en PVC. In 2010 kreeg Twinson een PEFC-certificaat. PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification) werkt met een nationaal bosbouwvalidatiesysteem en reikt
certificaten uit aan bossen en hun continue herbeplanting evenals aan producten die gecertificeerd hout bevatten.
Als onderdeel van zijn ecodesigncriteria houdt Deceuninck ook rekening met uitputting van grondstoffen en met hernieuwbare grondstoffen.
Deceuninck hergebruikt al het productieafval (PVC en Twinson-materiaal) in nieuwe hoogwaardige bouwprofielen. Deceuninck werkt samen met externe recyclagebedrijven voor de inzameling en het vermalen van raamproductieen installatieresten van Klanten.
Het niet-verontreinigde wit recyclaat van raamprofielen wordt gemengd met een nieuwe compound en zo hergebruikt in nieuwe raamprofielen. Gemengd recyclaat van uiteenlopende kleuren wordt ofwel gebruikt als basismateriaal voor bouwproducten die afgewerkt worden met een decoratieve folie, zoals bij vensterbanken en wandbekleding, ofwel als het kernmateriaal in nieuwe, gecoëxtrudeerde raamprofielen. In dat laatste geval wordt de kern uit gerecycleerd materiaal gecoëxtrudeerd met een buitenste laag van nieuw materiaal.
Montageafval van Twinsonproducten kan ofwel onmiddellijk aan de Twinson-verdeler of aan Deceuninck zelf voor de recyclage teruggegeven worden. Hiervoor kan de Twinson-verdeler van Deceuninck de Twinsonrecyclagetas gebruiken die Deceuninck voor hen ontwikkeld heeft.
Postconsumerafval
Deceuninck heeft verder steun verleend en de cofinanciering bewerkstelligd van inzamel- en recyclage-initiatieven van Vinyl2010 (www.vinyl2010.org). In 2010, verzamelde en recycleerde het industrie-overkoepelende "Vinyl2010" initiatief 250.000 ton postconsumer PVC afkomstig van PVC-bouwproducten met een lange levensduur. Hiermee overtrof Vinyl2010 het vooropgestelde doel van 200.000 ton niet-gereglementeerd PVC-afval.
Een continue focus op recyclagetechnologieën zoals 'Cyclefoam' laten hergebruik van postindustrieel en postconsumer PVC-afval toe in overeenstemming met de principes van gesloten ketenbeheer. Op deze manier werden nieuwe, prestigieuze geluidswandprojecten gerealiseerd zoals aan het knooppunt van de E313 en de A13 vlakbij Antwerpen.
Deceuninck blijft investeren in R&D inspanningen voor de ontwikkeling van duurzame bouwproducten die gemakkelijk zijn om te installeren, licht zijn en superieure isolatiewaarden hebben.
Hoogwaardige kwaliteitsproducten en –diensten zijn de troeven van Deceuninck.
Om deze kwaliteit te garanderen zijn Deceuninck's operationele en groepsactiviteiten gecertificeerd volgens de norm ISO9001 met uitzondering van de operationele activiteiten bij Deceuninck North America en Deceuninck Rusland.
In 2010 werden de groeps- en operationele activiteiten in België (Gits & Diksmuide) en in Duitsland (Bogen) geaudit volgens de meest recente norm ISO 9001:2008. De audits werden met succes uitgevoerd en de certificatie werd verlengd tot 2013. De extrusie van thermoplastische elastomeerdichtingen (TPE) werd voor het eerst sinds de integratie in de extrusievestiging te Hooglede-Gits (B) in 2009 met succes geaudit samen met de andere operationele activiteiten Bovendien bevestigde PEFC (Programme for the Endorsement for Forest Certification Schemes) op 12 augustus 2010 dat de Twinsonproducten van Deceuninck voortaan het PEFC-label krijgen. De PEFC-licentie voor Twinson houtcomposietproducten biedt de zekerheid dat het hout en de producten op basis van hout afkomstig zijn van duurzaam beheerde bossen.
Tijdens het productontwikkelingsproces staat bij Deceuninck doelbewust de continue consultatie met de Klantenbasis centraal. Al naargelang het project of het type product kan een dergelijke interactie in hoge mate bijdragen tot het bekomen van een optimaal resultaat. Het biedt ontegensprekelijk de mogelijkheid om op een alerte manier rekening te houden met de specifieke marktnoden en -eisen.
Bovendien zijn onze Klanten een enorme bron van productkennis en ervaring, waardoor hun inbreng en voorstellen een significante toegevoegde waarde kunnen hebben.
Deceuninck gaat ervan uit dat zelfs het beste productbeleid en de beste producten niet volstaan. Ook marketing kan een sterke differentiërende factor zijn voor een raamfabrikant. Vandaar dat investeringen in merknaambekendheid via de diverse verkoopkanalen noodzakelijk zijn. Door zijn franchisepartners "Les Menuisiers Pévécistes Deceuninck" (Frankrijk), Winsa, Egepen Deceuninck (Turkije), Sumum (Spanje) onder andere te voorzien van verkoopondersteunende materialen, showroomdisplays, brochures, templates voor websites (inclusief 'dealer locator'), publiciteitscampagnes in de media, biedt Deceuninck aan haar partners een hoge bekendheid en visibiliteit voor zijn uitmuntende producten. Tegelijkertijd ontvangen de eindconsumenten de kwaliteitsgarantie van Deceuninck. Bijgevolg is communicatie een win-winfactor voor alle partijen. Ook de extranetservice SynergeBuild biedt een toegevoegde waarde voor de raamfabrikanten en de bouwmaterialenhandel. Deze applicatie biedt de mogelijkheid aan om orders te plaatsen en hun beschikbaarheid te raadplegen. Bovendien worden extra diensten aangeboden die de servicegraad verhogen (raadpleging van technische data, service naverkoop, bestelling van staalmateriaal, ….).
Deceuninck wil veel meer zijn dan zo maar een profielleverancier door te werken als echte partners met een uitmuntende servicegraad.
Winst is essentieel in het kader van duurzaam management. Deceuninck beschouwt zowel marktgedreven productinnovaties in co-design met haar Klanten en haar Klantenrelaties alsook merknaambekendheid als belangrijkste drijfveren voor een duurzame groei van de winst op lange termijn.
Het maatschappelijk kapitaal (42.495.000 euro) wordt vertegenwoordigd door 107.750.000 aandelen waarvan 86.200.000 met VVPR strips. Het aantal eigen aandelen, gehouden door de vennootschap Deceuninck, op 31 maart 2011 bedraagt 217.121.
Er zijn 88.587.587 gedematerialiseerde aandelen, 18.856.592 aandelen op naam en 305.821 aandelen aan toonder.
De effecten aan toonder die op een effectenrekening zijn ingeschreven, zijn op 1 januari 2008 van rechtswege omgezet en bestaan sinds die datum nog uitsluitend in gedematerialiseerde vorm. De andere effecten aan toonder worden, naarmate zij vanaf 1 januari 2008 op een effectenrekening worden ingeschreven, eveneens automatisch gedematerialiseerd. De effecten aan toonder die niet zijn ingeschreven op een effectenrekening, worden op 1 januari 2014 van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten. Voor omzetting van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen of omgekeerd, kan contact opgenomen worden met de Juridische Dienst van Deceuninck NV, Bruggesteenweg 164, 8830 Hooglede-Gits.
Op 31 december 2010 sloot het aandeel het kalenderjaar af met een notering van 1,83 euro. Deceuninck eerbiedigt nauwgezet de Belgische reglementering betreffende de financiële informatie die verstrekt moet worden aan Euronext en aan de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen.
Het Deceuninck-aandeel wordt onder de code DECB genoteerd en verhandeld op het continu segment van Euronext in Brussel. Het maakt deel uit van het Euronext-index BELSMALL.
2,5
2,0
1,5
DECB
1,0
0,5
0,0
De koers van het Deceuninck-aandeel steeg van 1,45 euro op 31 december 2009 tot 1,83 euro op 31 december 2010. De gemiddelde dagkoers in 2010 bedroeg 1,75 euro. De laagste koers bedroeg 1,37 euro op 9 februari 2010 en de hoogste koers bedroeg 1,97 euro op 3 mei 2010.
Als voorwaarde bij de schuldherschikkingsovereenkomst moet elke uitbetaling van een dividend worden goedgekeurd door de kredietverschaffers. Op de algemene aandeelhoudersvergadering op 10 mei 2011 zal de raad van bestuur adviseren om geen dividend uit te keren voor het financiële jaar 2010.
Deceuninck heeft continu en op een consistente manier de financiële wereld ingelicht over de evolutie van de onderneming. De jaarresultaten, halfjaarresultaten en tussentijdse verklaringen werden via een persbericht op de voorziene tijdstippen vóór beurstijd uitgestuurd en op de investorrelations-pagina van de website (www.deceuninck.com) geplaatst. Het bedrijf Deceuninck heeft institutionele beleggers in binnen- en buitenland geïnformeerd over de evolutie van het bedrijf en de markten tijdens one-to-one- en groepsgesprekken. Er werden roadshows georganiseerd in Brussel, London en Parijs. Op geregelde tijdstippen werden institutionele beleggers door de CEO en de CFO op de hoofdzetel in Hooglede-Gits ontvangen.
De privé-belegger kreeg de mogelijkheid zich te informeren op de Deceuninck-stand tijdens de privé-beleggingshappening van het VFB (Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers) in april en oktober alsook gedurende het bezoek van de VFB leden aan Deceuninck in november 2010.
Beleggers of aandeelhouders of andere personen die financiële gegevens wensen te ontvangen, kunnen contact opnemen met de dienst Investor Relations,
Bruggesteenweg 164, B-8830 Hooglede-Gits,
Er bestaat eveneens de mogelijkheid om te registreren via de investorrelations-pagina op de website (www.deceuninck.com).
| 10 mei 2011 | Activiteitenverslag 1e kwartaal 2011 |
|---|---|
| 10 mei 2011 | Gewone algemene vergadering van aandeelhouders |
| om 11 uur | |
| 14 juli 2011 | Activiteitenverslag 2e kwartaal 2011 |
| 26 augustus 2011 | Halfjaarresultaten 2011 |
| 20 oktober 2011 | Activiteitenverslag 3e kwartaal 2011 |
Dit jaarverslag dient samen met de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van de Deceuninck Groep, hierna de Groep genoemd, en de bijhorende Toelichtingen te worden gelezen. Deze geauditeerde geconsolideerde jaarrekening werd vastgesteld door de raad van bestuur op 22 februari 2011.
De geconsolideerde omzet evolueerde van 506,4 miljoen euro in 2009 tot 557,8 miljoen euro in 2010, een stijging met 51,4 miljoen euro of 10,1%. De versterking van bepaalde valuta's zoals de Turkse lira, Russische roebel, Tsjechische kroon en US dollar verhoogden de omzet met 21,1 miljoen euro of 4,2%. In volume steeg de omzet met 6,4%. Prijs- en mixeffect zorgden voor een daling van 0,4%.
De EBITDA steeg met 36,4 miljoen euro van 20,9 miljoen euro in 2009 tot 57,3 miljoen euro in 2010. Uitgedrukt als een percentage van de geconsolideerde omzet bedraagt de EBITDA 10,3% in 2010 ten opzichte van 4,1% in 2009. De EBITDA werd positief beïnvloed door afwezigheid van herstructureringskosten en door een daling van operationele kosten. De REBITDA bedraagt 57,7 miljoen euro of 10,4% van de geconsolideerde omzet. In 2009 bedroeg de REBITDA 45,0 miljoen euro of 8,9% van de geconsolideerde omzet. Ondanks de stijging van de grondstofkosten is er een verbetering van 1,5% ten opzichte van de geconsolideerde omzet dankzij lagere operationele kosten.
Het aandeel van de Groep in het resultaat steeg met 25,5 miljoen euro en bedraagt 8,4 miljoen euro positief ten opzichte van 17,1 miljoen euro negatief in 2009. De stijging van de EBITDA met 36,4 miljoen euro wordt gecompenseerd door negatieve impact van belastingen van 9,4 miljoen euro. Verder is het financieel resultaat 0,8 miljoen euro slechter dan in 2009 door o.a. negatief effect van wisselkoersevoluties die slechts gedeeltelijk gecompenseerd werden door afwezigheid van financiële herstructureringskosten.
Het balanstotaal steeg van 469,8 miljoen euro in 2009 naar 471,4 miljoen euro in 2010. De vlottende activa stegen met 12,6 miljoen euro door toename van het werkkapitaal omwille van hogere volumes. De vaste activa zijn met 11,0 miljoen euro afgenomen voornamelijk door de geboekte afschrijvingen. De investeringen bedroegen 15,6 miljoen euro voor het boekjaar 2010.
Het geconsolideerde eigen vermogen bedroeg 212,0 miljoen euro wat een toename betekent van 14,6 miljoen euro in vergelijking met 2009. Deze stijging is te verklaren door de geconsolideerde nettowinst van het boekjaar van 8,5 miljoen euro en door positieve omrekeningsverschillen. Het geconsolideerde eigen vermogen bedraagt nu 45,0% van het balanstotaal. De netto financiële schulden werden afgebouwd met 11,8 miljoen euro en bedragen nu 100,7 miljoen euro tegenover 112,5 miljoen euro eind 2009. Deze afbouw is het gevolg van terugbetalingen van de financiële schulden.
Investeringen omvatten de aanschaffingen van specifieke activa met als doel ze aan te wenden in het productieproces ofwel ze te gebruiken in een administratieve of ondersteunende rol. De Groep financierde haar werkmiddelen en investeringen met haar eigen middelen. De totale investeringen voor de aankoop van kapitaalgoederen bedroegen 15,6 miljoen euro in 2010 en 16,0 miljoen euro in 2009. De uitgaven hadden betrekking op gereedschap, productiviteitsverbeteringen en vervangingsinvesteringen. De vroegere investeringen in geavanceerde productiecapaciteit en nieuwe productplatformen boden de mogelijkheid om de investeringen verder op een laag niveau te houden.
Voor de analyse van het risicobeheer van de Groep wordt verwezen naar Toelichting 23 in de geconsolideerde jaarrekening.
2010 was een jaar waarin de technologie werd geheroriënteerd op de kernactiviteiten van Deceuninck en alle middelen gestroomlijnd werden in functie van de vooropgestelde doelstellingen. Het ontwerp en de productie van matrijzen werd geconcentreerd in de vestiging van Gits om op die manier de belangrijke kerncompetenties nauw te laten aansluiten bij de productcreatie en productieprocessen. Naast nieuw ontwikkelde producten en processen – zoals de thermische versterking met staalkabel – ondersteunde standaardisering de invoering van 'best practices' binnen de Groep, alsook een verminderd gebruik van reserveonderdelen en de hiermee gepaard gaande kosten. Uitgebreid materiaalonderzoek verbeterde de productprestaties op het terrein en optimaliseerde de verwerkbaarheid van deze materialen in de verschillende PVC- en Twinson-extrusievestigingen.
Hiervoor wordt verwezen naar Toelichting 24 in de geconsolideerde jaarrekening.
Er zijn geen andere omstandigheden dan diegene opgenomen in de paragraaf met betrekking tot beheersing van het marktrisico, die op de toestand van de Groep een belangrijke invloed gehad hebben.
| Geconsolideerde resultatenrekening (in miljoen euro) | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|
| Netto-omzet | 662,7 | 656,6 | 629,9 | 506,4 | 557,8 |
| EBITDA | 53,5 | 60,0 | 30,4 | 20,9 | 57,3 |
| EBITDA-marge (%) | 8,1% | 9,1% | 4,8% | 4,1% | 10,3% |
| REBITDA | 32,8 | 45,0 | 57,7 | ||
| REBITDA-marge (%) | 5,2% | 8,9% | 10,4% | ||
| EBITA | -1,7 | 18,3 | -15,0 | -11,3 | 24,4 |
| EBITA-marge (%) | -0,3% | 2,8% | -2,4% | -2,2% | 4,4% |
| EBIT | -21,5 | 18,3 | -23,2 | -11,3 | 24,4 |
| EBIT-marge (%) | -3,2% | 2,8% | -3,7% | -2,2% | 4,4% |
| EBT | -33,6 | 7,1 | -39,9 | -25,5 | 9,4 |
| EBT-marge (%) | -5,1% | 1,1% | -6,3% | -5,0% | 1,7% |
| Nettowinst (+)/verlies (-) | -35,0 | 5,3 | -37,4 | -16,9 | 8,5 |
| Nettowinst (+)/verlies (-)-marge (%) | -5,3% | 0,8% | -5,9% | -3,3% | 1,5% |
| Winst (+)/verlies (-) per aandeel (in euro) | -1,64 | 0,25 | -1,75 | -0,16 | 0,08 |
| Geconsolideerde balans (in miljoen euro) | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 282,0 | 298,2 | 269,7 | 248,6 | 237,6 |
| Vlottende activa | 276,2 | 280,8 | 249,9 | 221,2 | 233,8 |
| Eigen vermogen | 190,6 | 193,7 | 137,1 | 197,4 | 212,0 |
| Voorzieningen | 14,7 | 15,4 | 15,9 | 18,7 | 21,2 |
| Uitgestelde belastingschulden | 23,2 | 17,8 | 11,1 | 5,0 | 5,1 |
| Langlopende schulden | 161,7 | 155,8 | 0,1 | 129,9 | 93,6 |
| Kortlopende schulden | 168,0 | 196,3 | 355,4 | 118,8 | 139,5 |
| Balanstotaal | 558,2 | 579,0 | 519,6 | 469,8 | 471,4 |
| Werkkapitaal | 142,1 | 131,3 | 78,1 | 99,5 | 111,1 |
| Investeringen | 54,7 | 63,5 | 35,4 | 16,0 | 15,6 |
| Nettoschuld | 184,6 | 178,3 | 163,3 | 112,5 | 100,7 |
| Eigen vermogen / Balanstotaal (%) | 34,1% | 33,5% | 26,4% | 42,0% | 45,0% |
| Nettowinst (verlies)/Eigen vermogen (%) | -18,4% | 2,7% | -27,3% | -8,6% | 4,0% |
| Nettoschuld op eigen vermogen (Gearing) (%) | 96,9% | 92,0% | 119,1% | 57,0% | 47,5% |
| Personeel (Tijdelijke medewerkers inbegrepen) | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totaal voltijdsequivalenten (VTE) | 2.924(*) | 2.940(*) | 3.127 | 2.816 | 2.821 |
(*) Tijdelijke medewerkers niet inbegrepen
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in duizend euro) | Toelichting | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|
| Netto-omzet | 506.377 | 557.758 | |
| Kostprijs verkochte goederen | 3 | -351.804 | -394.093 |
| Brutowinst | 154.573 | 163.665 | |
| Marketing-, verkoop- en distributiekosten | -92.748 | -92.545 | |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | -4.663 | -5.177 | |
| Administratiekosten en algemene kosten | -43.043 | -40.852 | |
| Andere netto bedrijfskosten | 3 | -25.442 | -686 |
| Bedrijfswinst (+) /verlies (-) | -11.323 | 24.405 | |
| Financiële kosten | 3 | -48.118 | -30.685 |
| Financiële opbrengsten | 3 | 33.924 | 15.709 |
| Winst (+) /verlies (-) voor belastingen | -25.517 | 9.429 | |
| Winstbelastingen | 4 | 8.568 | -881 |
| Winst (+) /verlies (-) van het boekjaar | -16.949 | 8.548 | |
| Gewone winst (+) /verlies (-) per aandeel toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (in euro) | -0,16 | 0,08 | |
| Verwaterde winst (+) /verlies (-) per aandeel toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (in euro) | -0,16 | 0,08 | |
| Winst (+) /verlies (-) per aandeel op basis van het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen, toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (in euro) |
5 | -0,43 | 0,08 |
| Verwaterde winst (+) /verlies (-) per aandeel op basis van het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen, toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij (in euro) |
5 | -0,43 | 0,08 |
| De winst (+) /verlies (-) van het boekjaar is als volgt toewijsbaar aan: | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | -17.090 | 8.378 |
| Minderheidsbelangen | 141 | 170 |
| Totaal | -16.949 | 8.548 |
| Cijfers over 12 maanden eindigend op 31 december (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Winst (+) /verlies (-) van het boekjaar | -16.949 | 8.548 |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | ||
| Omrekeningsverschillen | -1.331 | 4.438 |
| Verlies (-) / winst (+) op indekkingsinstrumenten | -3.126 | 0 |
| Effect van winstbelastingen | 1.062 | 0 |
| Totaal netto verlies (-) / winst (+) op indekkingsinstrumenten | -2.064 | 0 |
| Verlies (-) / winst (+) op voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | -117 | 0 |
| Overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, na winstbelastingen | -3.512 | 4.438 |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | -20.461 | 12.986 |
| Is als volgt toewijsbaar aan: | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | -20.587 | 12.741 |
| Minderheidsbelangen | 126 | 245 |
| Totaal | -20.461 | 12.986 |
| Eindigend op 31 december (in duizend euro) | Toelichting | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Immateriële vaste activa | 6 | 5.442 | 4.733 |
| Goodwill | 7 | 10.843 | 10.860 |
| Materiële vaste activa | 8 | 219.569 | 204.574 |
| Financiële vaste activa | 9 | 1.274 | 1.310 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 4 | 9.459 | 14.475 |
| Overige vaste activa | 10 | 2.047 | 1.670 |
| Vaste activa | 248.634 | 237.622 | |
| Voorraden | 11 | 59.732 | 65.171 |
| Handelsvorderingen | 12 | 96.720 | 107.619 |
| Overige vorderingen | 9.705 | 8.433 | |
| Liquide middelen | 13 | 50.902 | 43.856 |
| Vaste activa aangehouden voor verkoop | 8 | 4.143 | 8.693 |
| Vlottende activa | 221.202 | 233.772 | |
| Totaal activa | 469.836 | 471.394 | |
| Passiva | |||
| Geplaatst kapitaal | 14 | 42.495 | 42.495 |
| Uitgiftepremies | 14 | 46.355 | 46.355 |
| Geconsolideerde reserves | 131.512 | 141.495 | |
| Eigen aandelen | 14 | -651 | -651 |
| Omrekeningsverschillen | 14 | -23.497 | -19.134 |
| Eigen vermogen exclusief minderheidsbelangen | 196.214 | 210.560 | |
| Minderheidsbelangen | 1.221 | 1.466 | |
| Eigen vermogen inclusief minderheidsbelangen | 197.435 | 212.026 | |
| Rentedragende schulden | 17 | 129.883 | 93.551 |
| Langlopende voorzieningen | 15,16 | 18.716 | 21.247 |
| Uitgestelde belastingschulden | 4 | 4.980 | 5.063 |
| Langlopende schulden | 153.579 | 119.861 | |
| Rentedragende schulden | 17 | 33.549 | 51.054 |
| Handelsschulden | 18 | 56.967 | 61.656 |
| Belastingschulden | 6.034 | 5.149 | |
| Personeelsgerelateerde schulden | 10.646 | 12.130 | |
| Overige schulden | 18 | 11.626 | 9.518 |
| Kortlopende schulden | 118.822 | 139.507 |
Totaal passiva 469.836 471.394
| In duizend euro | Geplaatst Kapitaal |
Uitgifte premies |
Geconso lideerde reserves |
Eigen aandelen |
Omreken ingsver schillen |
Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeel houders van de moeder maatschappij |
Minder heids belang |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2008 | 8.499 | 0 | 153.913 | -4.220 | -22.181 | 136.011 | 1.095 | 137.106 |
| Winst (+) /verlies (-) van het boekjaar | -17.090 | -17.090 | 141 | -16.949 | ||||
| Overige niet-gerealiseerde resultaten van het boekjaar |
-2.181 | -1.316 | -3.497 | -15 | -3.512 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet-gereali seerde resultaten van het boekjaar |
0 | 0 | -19.271 | 0 | -1.316 | -20.587 | 126 | -20.461 |
| Kapitaalverhoging door uitgifte van nieuwe aandelen |
33.996 | 50.480 | 84.476 | 84.476 | ||||
| Kosten van kapitaalverhoging | -4.125 | -4.125 | -4.125 | |||||
| Vergoeding in aandelen | 104 | 104 | 104 | |||||
| Herwaardering eigen aandelen | -3.234 | 3.234 | 0 | 0 | ||||
| Verkoop voorkeurrechten eigen aandelen |
335 | 335 | 335 | |||||
| Per 31 december 2009 | 42.495 | 46.355 | 131.512 | -651 | -23.497 | 196.214 | 1.221 | 197.435 |
| In duizend euro | Geplaatst Kapitaal |
Uitgifte premies |
Geconso lideerde reserves |
Eigen aandelen |
Omreken ingsver schillen |
Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeel houders van de moeder maatschappij |
Minder heids belang |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2009 | 42.495 | 46.355 | 131.512 | -651 | -23.497 | 196.214 | 1.221 | 197.435 |
| Winst (+) /verlies (-) van het boekjaar | 8.378 | 8.378 | 170 | 8.548 | ||||
| Overige niet-gerealiseerde resultaten van het boekjaar |
4.363 | 4.363 | 75 | 4.438 | ||||
| Totaal gerealiseerde en niet-gereali seerde resultaten van het boekjaar |
0 | 0 | 8.378 | 0 | 4.363 | 12.741 | 245 | 12.986 |
| Overige – Uitgestelde belastingen | 1.402 | 1.402 | 1.402 | |||||
| Vergoeding in aandelen | 203 | 203 | 203 | |||||
| Per 31 december 2010 | 42.495 | 46.355 | 141.495 | -651 | -19.134 | 210.560 | 1.466 | 212.026 |
| Eindigend op 31 december (in duizend euro) | Toelichting | 2009 | 2010 |
|---|---|---|---|
| Operationele activiteiten | |||
| Winst (+) /verlies (-) van het boekjaar | -16.949 | 8.548 | |
| Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa | 6,8 | 31.263 | 28.174 |
| Geboekte bijzondere waardeverminderingen op (im)materiële vaste activa | 6,8 | 2.547 | 1.729 |
| Voorzieningen voor pensioenen, herstructureringen en overige risico's en kosten | -1.760 | 811 | |
| Waardeverminderingen op vlottende activa | 250 | 2.208 | |
| Netto financiële kosten | 3 | 14.194 | 14.976 |
| Meerwaarde op realisatie materiële vaste activa | 3 | -1.596 | -235 |
| Minderwaarde op realisatie materiële vaste activa | 3 | 883 | 127 |
| Winstbelastingen | 4 | -8.568 | 881 |
| In eigen vermogen afgewikkelde op aandelen gebaseerde betalingstransacties | 104 | 203 | |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten voor mutatie in werkmiddelen en voorzieningen | 20.368 | 57.422 | |
| Afname/(toename) in handelsvorderingen en overige vorderingen | 7.646 | -11.429 | |
| Afname/(toename) in voorraden | 20.547 | -4.875 | |
| Toename/(afname) in handelsschulden | -53.093 | 4.689 | |
| Afname/(toename) in andere vaste activa | -126 | 376 | |
| Afname/(toename) in andere vlottende activa | 4.452 | -1.878 | |
| Toename/(afname) in andere langlopende schulden | -1.484 | 349 | |
| Toename/(afname) in andere kortlopende schulden | -4.064 | 414 | |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | -5.754 | 45.068 | |
| Ontvangen intresten (*) | 3.011 | 1.862 | |
| Betaalde belastingen | -3.464 | -4.579 | |
| Kasstromen uit operationele activiteiten | -6.207 | 42.351 | |
| Investeringsactiviteiten | |||
|---|---|---|---|
| Kasontvangsten bij verkoop van materiële vaste activa | 9.161 | 3.749 | |
| Aanschaffingen van materiële vaste activa | 8 | -14.822 | -15.481 |
| Aanschaffingen van immateriële vaste activa | 6 | -847 | -162 |
| Overige mutaties | -44 | -392 | |
| Kasstromen uit investeringsactiviteiten | -6.552 | -12.286 |
| Financieringsactiviteiten | |||
|---|---|---|---|
| Kapitaalverhoging | 80.351 | 0 | |
| Terugbetaling van langlopende schulden | 17 | -39.182 | -21.976 |
| Terugbetaling van kortlopende financieringen | 17 | -7.463 | -6.216 |
| Betaalde intresten | -13.459 | -7.629 | |
| Netto financiële kosten, excl. intresten | -3.599 | 1.061 | |
| Kasstromen uit financieringsactiviteiten | 16.648 | -34.760 | |
| Netto toename (+) /afname (-) van de liquide middelen | 3.889 | -4.695 | |
| Netto liquide middelen per 1 januari | 13 | 46.819 | 50.902 |
| Wisselkoersfluctuaties | 194 | -2.351 | |
| Netto liquide middelen per 31 december | 13 | 50.902 | 43.856 |
(*) De ontvangen intresten zijn niet langer opgenomen onder de investeringsactiviteiten, maar werden toegewezen aan de operationele activiteiten. 2009 werd consistent aangepast.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aangenomen voor gebruik in de EU. De geconsolideerde jaarrekening werd vastgesteld door de raad van bestuur op 22 februari 2011. De geconsolideerde jaarrekening kan nog aangepast worden tot op de algemene vergadering van Deceuninck NV van 10 mei 2011.
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizend euro tenzij anders vermeld. Ze werd opgesteld op basis van de historische kostprijsmethode, behalve voor de waardering aan reële waarde van de derivaten en de voor verkoop beschikbare financiële vaste activa. De geconsolideerde jaarrekening heeft betrekking op de financiële toestand per 31 december 2010. Ze wordt opgesteld
vóór winstverdeling van de moedermaatschappij zoals voorgesteld aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van Deceuninck NV en haar dochterondernemingen ("De Groep"). Dochterondernemingen zijn ondernemingen waarin Deceuninck NV, rechtstreeks of onrechtstreeks, meer dan de helft van de stemgerechtigde aandelen bezit of waarover Deceuninck NV op de één of andere manier, rechtstreeks of onrechtstreeks, zeggenschap heeft. Verwerving van dochtermaatschappijen wordt geboekt volgens de overnamemethode. De jaarrekeningen van dochterondernemingen hebben eenzelfde afsluitdatum als die van de moedermaatschappij en passen dezelfde waarderingsgrondslagen toe.
Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin Deceuninck NV op de één of andere manier rechtstreeks of onrechtstreeks, een invloed van betekenis, doch geen zeggenschap heeft. Dit wordt in het algemeen aangetoond door het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Ze worden in de consolidatie verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode vanaf
de datum waarop de invloed van betekenis begint tot de datum waarop de invloed van betekenis eindigt. Wanneer het aandeel van de Groep in het verlies de boekwaarde van de geassocieerde onderneming overschrijdt, wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden verdere verliezen niet meer in rekening gebracht, uitgezonderd in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot deze onderneming. De Groep bezit per 31 december 2009 en per 31 december 2010 geen geassocieerde ondernemingen. Een lijst van de dochterondernemingen van Deceuninck NV is opgenomen in Toelichting 26 in dit jaarverslag.
Om de jaarrekening op te stellen in overeenstemming met IFRS dient het management een aantal ramingen en assumpties te maken die een weerslag hebben op de bedragen vermeld in de jaarrekening. De schattingen gemaakt op de datum van rapportering weerspiegelen de bestaande voorwaarden op die data (bijvoorbeeld marktprijzen, rentevoeten en buitenlandse wisselkoersen). Hoewel deze ramingen met maximale kennis van de lopende zaken en van de acties die de Groep zou kunnen ondernemen worden uitgevoerd door het management, kunnen de werkelijke resultaten afwijken van die ramingen.
In het kader van het toepassen van de boekhoudprincipes van de Groep werd volgende beoordeling gemaakt:
De onderneming heeft geoordeeld dat er een feitelijke verplichting bestaat en dat de geldende CAO telkens hernieuwd zal worden.
De belangrijkste toepassing van schattingen met een potentieel belangrijke invloed op de nettoboekwaarde van activa en passiva in komend boekjaar betreft:
Jaarlijks wordt de goodwill m.b.t. bedrijfscombinaties getest op bijzondere waardeverminderingen. Deze test vereist een inschatting van de gebruikswaarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan de goodwill is toegewezen. Het schatten van de gebruikswaarde vereist een inschatting van de verwachte toekomstige kasstromen van de kasstroomgenererende eenheden en het kiezen van een passende verdisconteringsvoet teneinde de huidige waarde van deze kasstromen te bepalen. Meer details worden gegeven in Toelichting 7.
De kost van de toegezegde pensioenregelingen en de huidige waarde van de pensioenverplichtingen zijn bepaald op basis van een actuariële berekening. Bij de actuariële berekening worden assumpties gebruikt met betrekking tot de verdisconteringsvoet, verwachte opbrengst van de pensioenfondsen, toekomstige stijgingen van de compensaties, mortaliteitstabellen en toekomstige toenames van de pensioenen. Alle assumpties worden nagezien op rapporteringsdatum. Verdere details met betrekking tot de assumpties worden weergegeven in Toelichting 15.
De Groep waardeert de kost van de aandelenoptie- en warrantenprogramma's met werknemers op basis van de reële waarde van de instrumenten op de datum van de toekenning. De schatting van de reële waarde van de vergoedingen in aandelen vereist een aangepast waarderingsmodel, welke afhankelijk is van de voorwaarden van de toekenning. Het waarderingsmodel vereist ook de bepaling van aangepaste inputs zoals de verwachte levensduur van de optie, de volatiliteit en het dividendrendement. De assumpties en het gebruikte model voor de schatting van de reële waarde voor vergoedingen van aandelen is toegelicht in Toelichting 19.
Uitgestelde belastingvorderingen op niet-gebruikte fiscale verliezen worden geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zijn waartegen de fiscale verliezen kunnen gebruikt worden. Significante schattingen van het management zijn vereist om het bedrag van de uitgestelde belastingvordering te bepalen, gebaseerd op het tijdstip en het niveau van de toekomstige fiscale winsten. Verdere details worden weergegeven in Toelichting 4.
De resultaten van de Groep worden uitgedrukt in euro.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de maandkoers (wisselkoers vastgelegd door de Europese Centrale Bank op de laatste dag van de voorgaande maand). Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend aan de ECB-koers op balansdatum. Winsten en verliezen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omzetting van monetaire activa en passiva in vreemde valuta, worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening onder bedrijfsresultaat of financieel resultaat, afhankelijk van de aard van de transactie. Niet-monetaire activa en passiva worden omgezet
tegen de historische wisselkoers (maandkoers van toepassing op het ogenblik van de transactie).
Activa en passiva van entiteiten buiten de eurozone worden omgerekend naar euro tegen de ECB-koers op balansdatum. De resultatenrekening van entiteiten buiten de eurozone, worden omgezet naar euro aan jaarkoersen die de wisselkoersen van toepassing op de dag van de transacties benaderen. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische wisselkoers omgerekend. De wisselkoersverschillen die voortvloeien uit de euro-omrekening van het eigen vermogen aan de slotkoers op de balansdatum, worden in "omrekeningsverschillen" onder de rubriek "eigen vermogen" geboekt.
De volgende wisselkoersen werden gebruikt bij het opstellen van de jaarrekening:
| 1 euro is gelijk aan | Slotkoers 31/12/2009 | Slotkoers 31/12/2010 | Gemiddelden 31/12/2009 | Gemiddelden 31/12/2010 |
|---|---|---|---|---|
| USD | 1,4405 | 1,3362 | 1,3963 | 1,3184 |
| GBP | 0,8881 | 0,8608 | 0,8900 | 0,8554 |
| PLN | 4,1051 | 3,9750 | 4,3478 | 4,0036 |
| CZK | 26,4550 | 25,0600 | 26,5252 | 25,2526 |
| RUB | 43,3839 | 40,3331 | 44,2674 | 40,1014 |
| HRK | 7,2993 | 7,3830 | 7,3421 | 7,2944 |
| BGN | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 |
| THB | 48,0769 | 40,1700 | 47,8469 | 41,7098 |
| RON | 4,2355 | 4,2620 | 4,1982 | 4,2152 |
| LTL | 3,4530 | 3,4528 | 3,4530 | 3,4528 |
| TRY | 2,1603 | 2,0491 | 2,1515 | 1,9817 |
| AUD | 1,5803 | 1,3136 | 1,7640 | 1,4362 |
| RSD | 96,1538 | 105,2000 | 94,3396 | 103,4245 |
| BAM | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 | 1,9558 |
Kosten voor verworven octrooien en licenties worden geactiveerd tegen hun kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen en afgeschreven volgens de lineaire methode over hun verwachte levensduur of over de contractuele duurtijd indien deze korter is. De verwachte levensduur wordt meestal geschat op 3 jaar. Voor octrooien die in Noord-Amerika zijn erkend wordt de verwachte levensduur geschat op 15 jaar.
Kosten voor onderzoeksactiviteiten, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis, worden in het resultaat opgenomen. Kosten voor ontwikkelingsactiviteiten, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of substantieel verbeterde producten en processen, worden geactiveerd als en enkel als wordt voldaan aan alle criteria vermeld in IAS 38. De geactiveerde kost omvat de direct toewijsbare kosten om de activa te creëren, te produceren en klaar te maken voor gebruik (zoals grondstoffen, directe loonkosten en een gedeelte overheadkosten dewelke direct toewijsbaar zijn) verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Dergelijke kosten worden momenteel volgens de lineaire methode afgeschreven over hun verwachte levensduur, die meestal geschat wordt op 5 jaar.
Overige immateriële vaste activa verworven door de Groep, worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Dergelijke kosten worden momenteel volgens de lineaire methode afgeschreven over hun verwachte levensduur. Kosten voor intern gegenereerde goodwill en merken worden als kost in de resultatenrekening opgenomen. Immateriële vaste activa met een onbeperkte levensduur of niet beschikbaar voor gebruik worden jaarlijks getoetst voor bijzondere waardeverminderingen.
Latere uitgaven voor immateriële vaste activa na de aankoop of de voltooiing ervan, worden enkel in de balans opgenomen wanneer ze de toekomstige economische voordelen eigen aan de activapost waaraan ze verwant zijn, vergroten. Alle andere uitgaven worden beschouwd als kosten.
Goodwill is het positieve verschil tussen de aankoopprijs en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa van de dochteronderneming of geassocieerde onderneming op het moment van de verwerving. Goodwill wordt niet afgeschreven maar jaarlijks getoetst voor bijzondere waardeverminderingen. Goodwill wordt uitgedrukt in de munteenheid van de betrokken onderneming en wordt omgezet in euro aan slotkoers op de balansdatum.
Materiële vaste activa worden geboekt aan historische kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De historische kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met andere directe aanschaffingskosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen en transportkosten). De kostprijs van zelfgeproduceerde vaste activa (zoals matrijzen) omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead. Latere uitgaven worden enkel in de balans opgenomen wanneer ze de toekomstige, economische voordelen eigen aan de vaste activapost waaraan ze verwant zijn, vergroten. Herstellingen en instandhoudingskosten die de toekomstige economische voordelen niet vergroten, worden als kost in de resultatenrekening opgenomen. Afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode vanaf de datum van ingebruikname en dit over de verwachte economische levensduur.
De verwachte economische levensduur is als volgt vastgelegd:
| Activa | |
|---|---|
| Gebouwen | 40 jaar |
| Inrichting gebouwen | 10-20 jaar |
| Externe infrastructuur | 20-40 jaar |
| Machines en uitrusting | 8-20 jaar |
| Klein materiaal | 5 jaar |
| Schroeven en cilinders | 6 jaar |
| Gietvormen & matrijzen | 5 jaar |
| Installaties | 10-25 jaar |
| Kantoormateriaal | 4-10 jaar |
| Logistiek materiaal | 8 jaar |
| Meubilair | 10 jaar |
| Voertuigen | 4-5 jaar |
Terreinen worden niet afgeschreven aangezien aangenomen wordt dat zij een onbeperkte levensduur hebben.
Bij classificatie als 'vaste activa aangehouden voor verkoop' worden activa of groepen activa die worden afgestoten gewaardeerd tegen de laagste van de boekwaarde en de reële waarde minus verkoopkosten. Hetzelfde geldt voor een bedrijfsactiviteit die bedoeld is om afgestoten te worden.
Financiële leasingcontracten, waarbij de Groep substantieel alle risico's en voordelen draagt die voortspruiten uit de eigendom van het geleasde goed, worden in de balans opgenomen tegen de actuele waarde van de minimale aflossingen op het moment van het aangaan van de leasingovereenkomst of aan marktwaarde indien lager en weergegeven als materiële vaste activa. De leasebetalingen worden deels beschouwd als financiële lasten, deels als terugbetaling van de leasingschuld, die maakt dat over de volledige looptijd een constante intrestlast ontstaat in vergelijking met het openstaand kapitaal. De financiële lasten worden rechtstreeks ten laste van de inkomsten geboekt. Leasing van activa waarbij de voordelen en de risico's substantieel bij de leasinggever blijven, wordt beschouwd als operationele leasing. Betalingen gedaan onder het regime van operationele leasing worden lineair over de duur van de overeenkomst ten laste van de resultatenrekening genomen.
De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de financiële instrumenten te ramen:
De financiële instrumenten worden oorspronkelijk opgenomen wanneer de Groep de contractuele bepalingen van de instrumenten onderschrijft. Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op de transactiedatum. Financiële activa (of een gedeelte ervan) worden niet meer opgenomen wanneer de Groep de rechten op de vergoedingen bepaald in het contract te gelde maakt, wanneer de rechten vervallen of wanneer de Groep er afstand van doet of nog, indien de Groep de controle verliest over de contractuele rechten die betrekking hebben op het financiële actief. Financiële passiva (of een gedeelte ervan) worden niet meer opgenomen indien de verplichting bepaald in het contract ingetrokken of geannuleerd wordt of vervalt.
Een financieel actief en een financiel passief worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt opgenomen in de balans indien er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat om de opgenomen bedragen te salderen en de intentie aanwezig is om het passief af te wikkelen en op hetzelfde moment het actief te gelde te maken of om op nettobasis af te wikkelen.
Alle financiële activa worden aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, verhoogd met de acquisitiekosten van deze beleggingen. De Groep heeft voornamelijk voor verkoop beschikbare financiële activa. De niet-gerealiseerde winsten of verliezen die voortvloeien uit de veranderingen in de reële waarde van de voor verkoop beschikbare financiële activa worden direct geboekt in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten binnen het eigen vermogen, tot het actief verkocht, ontvangen of vervreemd wordt, of tot wordt vastgesteld dat het financieel actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Op dat moment worden de gecumuleerde winsten of verliezen die vroeger werden geboekt in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten binnen het eigen vermogen, opgenomen in de winst of het verlies van de betrokken periode. Het terugdraaien van bijzondere waardeverminderingen op aandelen zal niet opgenomen worden in de resultatenrekening.
bevat financiële activa aangehouden voor tradingdoeleinden of financiële activa welke gewaardeerd worden bij initiële boeking aan reële waarde via de resultatenrekening. Financiële activa aangehouden voor tradingdoeleinden zijn deze welke verworven worden met het doel deze te verkopen op korte termijn. Deze categorie bevat tevens de afgeleide financiële instrumenten welke niet voldoen aan de criteria van IAS 39 voor "hedge accounting". De niet-gerealiseerde winsten of verliezen die voortvloeien uit de veranderingen van de reële waarde van voor tradingdoeleinden bedoelde financiële activa worden aldus direct geboekt in de resultatenrekening.
bijgehouden zoals obligaties, worden gewaardeerd tegen hun geamortiseerde kostprijs waarbij gebruik gemaakt wordt van de effectieve rentemethode. Deze methode gebruikt een effectieve rentevoet die de verwachte stroom van toekomstige cashflows tijdens de verwachte looptijd van het financieel actief verdisconteert tot de nettoboekwaarde van het financieel actief. Bij de financiële vaste activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs wordt de winst of het verlies geboekt in de resultatenrekening wanneer de financiële activa niet meer worden opgenomen of een bijzondere waardevermindering wordt toegepast, alsmede via de aflossingen.
Er wordt een schatting gemaakt van de te boeken bijzondere waardeverminderingen wanneer inning van het volledige bedrag niet meer waarschijnlijk is. De bijzondere waardeverminderingen worden in resultaat genomen in de periode waarin ze als dusdanig worden geïdentificeerd.
De liquide middelen bestaan voornamelijk uit beschikbare middelen, onmiddellijk opvraagbare deposito's en beleggingen op zeer korte termijn (maximum looptijd van drie maanden vanaf de verwervingsdatum) die kunnen worden omgezet in contanten en die onderhevig zijn aan een minimale waardeverandering. Voor het kasstroomoverzicht omvatten de liquide middelen geldmiddelen en tegoeden bij kredietinstellingen (zicht- en termijnrekeningen). Eventuele negatieve geldmiddelen worden netto gepresenteerd van kortlopende schulden bij kredietinstellingen ("bank overdrafts").
ontvangen vergoeding verminderd met kosten verbonden aan de transactie. Na de initiële opname worden de rentedragende schulden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en wordt het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en de aflossingswaarde ten laste genomen van de resultatenrekening over de periode van de lening op basis van de effectieve rentemethode of op het moment dat de schuld niet meer wordt aangehouden.
De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten (voornamelijk termijncontracten en gekochte intrest- en FX-opties) om de risico's te beperken met betrekking tot schommelingen van intrestvoeten en wisselkoersen. Het beleid van de Groep verbiedt het gebruik van deze instrumenten voor speculatieve doeleinden.
De afgeleide financiële instrumenten worden geclassificeerd als "reële waarde" indekking indien deze instrumenten de veranderingen in de reële waarde van de geboekte activa of passiva compenseren of als "kasstroom"-indekking wanneer deze instrumenten de variabiliteit van de kasstromen compenseren die gerelateerd zijn aan een specifiek risico geassocieerd met een geboekt actief of verplichting of met een verwachte transactie.
Bij reële waarde-indekkingen die voldoen aan de speciale voorwaarden om als indekkingstransactie te worden verwerkt, worden de winsten of verliezen resulterend uit het herwaarderen van het indekkingsinstrument aan de reële waarde onmiddellijk geboekt in het resultaat.
De winst of het verlies op de ingedekte positie toe te rekenen aan het ingedekte risico, leidt tot een aanpassing van de boekwaarde van de ingedekte positie en dient opgenomen te worden in het resultaat. Indien de aanpassing betrekking heeft op de boekwaarde van een rentedragende schuld, wordt de aanpassing geamortiseerd via de resultatenrekening zodat het volledig geamortiseerd zal zijn op de vervaldag.
Bij kasstroomafdekkingen die vaststaande verplichtingen van de Groep indekken en die voldoen aan de speciale voorwaarden om als indekkingstransactie te worden verwerkt, wordt het gedeelte van de winst of het verlies op het indekkingsinstrument waarvan is vastgesteld dat het een effectieve afdekking is, direct in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten binnen het eigen vermogen opgenomen en het niet-effectieve gedeelte wordt geboekt in het resultaat.
De financiële instrumenten die niet voldoen aan de speciale voorwaarden om als indekkingstransactie te worden verwerkt, worden gewaardeerd aan reële waarde waarbij de winsten of verliezen voortvloeiend uit de verandering van de reële waarde van het instrument, direct in het resultaat worden geboekt. Per 31 december 2010 en gedurende 2010 werden er geen afgeleide financiële instrumenten aangeduid als "reële waarde"-indekkingen of "kasstroom" indekking. Er werd bijgevolg geen hedge accounting toegepast in 2010.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of aan opbrengstwaarde indien deze lager is. De opbrengstwaarde wordt gedefinieerd als de geschatte verkoopprijs bij een normale bedrijfsuitoefening, verminderd met de geschatte kosten nodig voor de verdere afwerking en de verkoop van het product. De kosten om elk product naar zijn huidige plaats en zijn huidige toestand te brengen, worden als volgt in rekening gebracht:
Wanneer eigen aandelen worden ingekocht, wordt het bedrag inclusief direct toerekenbare kosten, geboekt in mindering van het eigen vermogen.
Voor de activa van de Groep, andere dan voorraden en uitgestelde belastingvorderingen, wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid
waartoe het actief behoort, hoger zijn dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt in de resultatenrekening.
De realiseerbare waarde van de financiële activa die normaal tot einde looptijd worden aangehouden door de Groep en van vorderingen, wordt berekend door de actuele waarde van de verwachte, toekomstige kasstromen te verdisconteren aan de oorspronkelijke, effectieve intrestvoet inherent aan deze activa.
Een bijzondere waardevermindering op financiële activa die normaal tot einde looptijd worden aangehouden door de Groep of op vorderingen, wordt teruggenomen indien een latere toename van de realiseerbare waarde op objectieve basis kan verbonden worden met een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden na de afboeking.
De realiseerbare waarde van andere activa is het maximum van de opbrengstwaarde of de bedrijfswaarde van de betrokken activa. Om de bedrijfswaarde te bepalen, worden de verwachte, toekomstige kasstromen verdisconteerd tot hun actuele waarde, gebruik makend van een verdisconteringsvoet vóór belastingen, die zowel de actuele marktrente als de specifieke risico's met betrekking tot het actief weergeeft. Voor een actief dat op zichzelf geen kasstromen genereert die in ruime mate onafhankelijk zijn van de andere activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Een bijzondere waardevermindering met betrekking tot goodwill wordt niet teruggenomen. Met betrekking tot andere activa wordt een bijzondere waardevermindering teruggenomen indien er een wijziging heeft plaatsgevonden in de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde. De toegenomen boekwaarde van een actief, veroorzaakt door terugname van een bijzondere waardevermindering, mag niet hoger zijn dan de boekwaarde (na afschrijvingen) die bekomen zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn geboekt.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep verplichtingen heeft aangegaan (in rechte of in feite afdwingbaar) als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen noodzakelijk is en wanneer een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van de omvang van deze verplichtingen. Wanneer de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen, zullen vergoed worden door een andere partij, wordt de vergoeding slechts geboekt als een actief indien het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen. Een voorziening voor garantie wordt aangelegd voor alle producten onder garantie op basis van historische gegevens met betrekking tot de herstellingen en teruggenomen producten.
De Groep heeft voornamelijk toegezegde bijdrageregelingen alsook een toegezegde pensioenregeling in de dochteronderneming in Duitsland. De fondsen van deze pensioenplannen bestaan uit werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de toegezegde bijdrageregelingen worden door de Groep ten laste genomen in de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben. Bij de toegezegde pensioenregelingen wordt de pensioenverplichting geschat op basis van de "projected unit credit"-methode. Deze methode beschouwt elke tewerkstellingsperiode als een eenheid die recht geeft op een bijkomende eenheid pensioenvoordelen en beschouwt elke tewerkstellingsperiode apart. Volgens deze methode worden de pensioenkosten ten laste genomen van de resultatenrekening op zulke wijze dat de kost gespreid wordt over de nog te presteren diensttijd van de deelnemers, in overeenstemming met de adviezen van actuarissen die ten minste jaarlijks een volledige berekening maken van de pensioenplannen. De bedragen die ten laste genomen worden van de resultatenrekening omvatten de toename in contante waarde van toegekende pensioenrechten, de intrestkost, de verwachte opbrengst van de pensioenfondsen, de actuariële winsten of verliezen en de geboekte kosten over de verstreken diensttijd.
De pensioenverplichtingen opgenomen in de balans worden berekend als zijnde de actuele waarde van de geschatte toekomstige uitgaande kasstromen, berekend op basis van de intrestvoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties met een looptijd die de termijn van de pensioenverplichting benadert, aangepast voor de nog niet opgenomen actuariële winsten en verliezen en verminderd met de nog niet opgenomen kosten over de verstreken diensttijd en met de reële waarde van de activa van het fonds. Actuariële winsten en verliezen omvatten het effect van de verschillen tussen vorige, actuariële parameters en de werkelijkheid en de wijzigingen in actuariële parameters. Alle actuariële winsten of verliezen die een marge overschrijden van 10% van de reële waarde van de activa van het fonds of van de huidige waarde van de toekomstige verplichtingen, indien deze hoger is, worden geboekt in de resultatenrekening over de gemiddelde, resterende diensttermijn van de deelnemers. De andere actuariële winsten of verliezen worden niet erkend.
Daar waar de berekeningen resulteren in een voordeel voor de Groep, worden de geboekte activa beperkt tot het netto-totaal van alle niet in rekening genomen actuariële verliezen en kosten van gepresteerde diensten en de contante waarde van om het even welke terugbetaling van het plan of verminderingen van toekomstige bijdragen tot het plan. De Groep voorziet tevens een voorziening voor brugpensioen toegankelijk voor alle personeelsleden. Deze voorzieningen worden gevormd door de actuele waarde te berekenen van toekomstige tussenkomsten beloofd aan de betrokken werknemers.
Verschillende aandelenoptie- en warrantenplannen laten kader-, directieleden en de CEO toe aandelen van de onderneming te verwerven. De uitoefenprijs van de optie of warrant is gelijk aan de marktprijs van de onderliggende aandelen op de datum van de toekenning. Wanneer de opties worden uitgeoefend, wordt het eigen vermogen verhoogd met het bedrag van de opbrengsten. Wanneer de warranten worden uitgeoefend, wordt het eigen vermogen verhoogd met het bedrag van de uitoefenprijs. De kost van de transacties van vergoedingen met aandelen wordt gewaardeerd aan hun reële waarde op de datum dat ze werden toegekend. De reële waarde is bepaald door een expert door gebruik te maken van de binominale boomstructuur. De kost van de transacties van vergoedingen
met aandelen wordt erkend, tegelijkertijd met een overeenstemmende toename van het eigen vermogen, over de wachtperiode.
Wanneer de voorwaarden van in eigen vermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties, gewijzigd worden, is de minimale kost gelijk aan de kost alsof de voorwaarden niet gewijzigd werden. Een bijkomende kost wordt erkend voor om het even welke wijziging, dewelke de reële waarde van de vergoeding in aandelen verhoogt, of dewelke een voordeel inhoudt voor de werknemer op datum van wijziging (IFRS 2.28).
Wanneer een vergoeding in aandelen geannuleerd wordt, wordt deze beschouwd alsof de vergoeding werd toegekend op datum van annulatie en iedere kost die nog niet werd uitgedrukt, wordt onmiddellijk erkend. Echter, indien een nieuwe vergoeding toegekend wordt ter vervanging van de geannuleerde vergoeding, en aangeduid als een vervangende vergoeding op datum dat deze wordt toegekend, dan worden de geannuleerde en nieuwe vergoedingen beschouwd als een wijziging van de originele vergoeding, zoals beschreven in de vorige paragraaf.
Contractuele bonussen worden berekend op basis van beoogde financiële kerncijfers en persoonlijke prestaties. Het verwachte bedrag van de bonus wordt opgenomen als een kost, gebaseerd op een raming op de balansdatum.
De omzet (bestaat voornamelijk uit de verkoop van goederen) wordt beschouwd als gerealiseerd wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen verbonden aan de transactie zullen terugvloeien naar de Groep en de opbrengsten op een betrouwbare manier kunnen worden bepaald. De omzet wordt als gerealiseerd beschouwd op het ogenblik dat de voordelen en de risico's van de verkoop substantieel ten laste vallen van de koper en er niet langer onzekerheid bestaat over de ontvangst van de overeengekomen vergoeding, de transactiekosten en de mogelijke terugzending van de goederen.
Overheidssubsidies worden geboekt tegen hun reële waarde wanneer er een redelijke zekerheid bestaat dat ze zullen worden ontvangen en dat de Groep zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Overheidssubsidies worden systematisch opgenomen als andere opbrengsten over de perioden die nodig zijn om deze subsidies toe te rekenen aan de gerelateerde kosten die ze beogen te compenseren. Wanneer de subsidie betrekking heeft op een actief, wordt ze gepresenteerd in de balans als uitgestelde opbrengst.
Financieringskosten worden geactiveerd indien zij rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerking, bouw of productie van een in aanmerking komend actief.
Belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten courante en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de resultatenrekening tenzij ze betrekking hebben op elementen die onmiddellijk in het eigen vermogen worden geboekt. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen. Courante belastingen omvatten de verwachte belastingschuld op het belastbaar inkomen van het jaar en aanpassingen aan de belastingschulden van vorige jaren. Voor de berekening van de belastingen op het belastbaar inkomen van het jaar worden de op het ogenblik van afsluiting van kracht zijnde belastingpercentages gebruikt. Uitgestelde belastingen worden geboekt op basis van de "liability"-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen belastbare basis en boekwaarde voor financiële rapporteringsdoeleinden en dit zowel voor activa als passiva. Voor de berekening worden de belastingtarieven gehanteerd waarvan het wetgevingsproces (materieel) is afgesloten op balansdatum. Volgens deze methode moet de Groep onder meer uitgestelde belastingen berekenen op het verschil tussen de reële waarde van de netto verworven activa en hun belastingbasis ten gevolge van een nieuwe bedrijfsacquisitie. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare
winsten zullen zijn om belastingvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van een uitgestelde belastingvordering wordt verminderd wanneer het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.
De intrestopbrengsten omvatten de intresten verworven op de toegekende leningen en de intrestkosten omvatten de intresten verschuldigd op de ontvangen leningen. De geboekte intrest is gebaseerd op de "effectieve intrestenpercentage" methode. De financiële opbrengsten of kosten omvatten naast de gerealiseerde en niet-gerealiseerde wisselkoersverschillen van rentehoudende schulden tevens de winsten of verliezen geboekt resulterend uit de herwaardering op reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten beschouwd als "reële waarde" afdekkingsinstrumenten indien de ingedekte risico's van financiële aard zijn of de afgeleide financiële instrumenten die niet voldoen aan de speciale voorwaarden van "hedge accounting".
De Groep heeft per 1 januari 2010 de volgende nieuwe en gewijzigde IFRSstandaarden en IFRIC-interpretaties toegepast:
In de structuur en indeling van deze standaard zijn bepaalde aanpassingen doorgevoerd, doch de inhoud is feitelijk ongewijzigd. Aangezien de Groep niet een eerste toepasser van IFRS is, is de herziene standaard niet op de Groep van toepassing.
IFRS 1 bevat nu additionele vrijstellingen van de volledige retroactieve toepassing van IFRS voor de waardering van activa en leaseovereenkomsten voor olie en gasbedrijven. Aangezien de Groep niet een eerste toepasser van IFRS is, is de wijziging niet op de Groep van toepassing.
De wijziging verduidelijkt de reikwijdte van de standaard en de wijze van verwerking van in geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties binnen een groep. De Groep heeft geconcludeerd dat deze wijziging geen effect heeft op de financiële positie en resultaten van de Groep.
IFRS 3 Bedrijfscombinaties (herzien) en IAS 27 De geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening (gewijzigd) zijn van toepassing op bedrijfscombinaties waarbij de overnamedatum is gelegen op of na het begin van het eerste boekjaar die op of na 1 juli 2009 aanvangt. De herziene IFRS 3 omvat belangrijke wijzigingen ten aanzien van de verwerking van bedrijfscombinaties die na deze datum tot stand komen. De wijzigingen hebben een invloed op de waardering van minderheidsbelangen, de verwerking van transactiekosten, de eerste opname en waardering na de eerste opname van een voorwaardelijke vergoeding, en bedrijfscombinaties die in fasen tot stand komen. Deze wijzigingen hebben gevolgen voor het bedrag van de verantwoorde goodwill, de gerapporteerde resultaten over de periode waarin een overname plaatsvindt en toekomstige gerapporteerde resultaten.
IAS 27 (gewijzigd) verlangt dat een wijziging in het eigendomsbelang in een dochteronderneming (zonder dat sprake is van verlies van zeggenschap) wordt verwerkt als een transactie tussen eigenaren (aandeelhouders). Bij dergelijke transacties is dan ook niet langer sprake van goodwill of van een winst of een verlies. Voorts bevat de herziene standaard wijzigingen in de verwerking van door de dochteronderneming geleden verliezen evenals de verwerking van het verlies van zeggenschap over een dochteronderneming. De wijzigingen krachtens IFRS 3 (herzien) en IAS 27 (gewijzigd) worden prospectief toegepast en zijn van invloed op toekomstige bedrijfscombinaties, verlies van zeggenschap over dochterondernemingen en transacties met minderheidsbelangen (minderheidsaandeelhouders).
De wijziging verduidelijkt dat het een entiteit is toegestaan een gedeelte van de wijzigingen in de reële waarde of de wijzigingen in de kasstromen van een financieel instrument als een afgedekte positie aan te wijzen. Dit geldt eveneens voor het in bepaalde situaties aanwijzen van inflatie als een (gedeelte van een) afgedekt risico. De Groep is tot de conclusie gekomen dat de wijziging geen effect heeft op de financiële positie en resultaten van de Groep, aangezien de Groep dergelijke afdekkingen niet verricht.
Deze interpretatie is van toepassing op exploitanten van concessieovereenkomsten en zet de opname en waardering uiteen van in het kader van dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten aangegane verplichtingen en ontvangen rechten. Deze Interpretatie heeft geen effect op de financiële positie en resultaten van de Groep, aangezien geen van de groepsmaatschappijen een concessieovereenkomst exploiteert.
Deze interpretatie verschaft duidelijkheid over de vraag op welk moment en op welke wijze opbrengsten en daarmee samenhangende kosten in verband met de verkoop van onroerend goed dienen te worden verantwoord indien de projectontwikkelaar en de koper een overeenkomst sluiten voordat de bouw van het onroerend goed is voltooid. Verder verschaft de interpretatie aanwijzingen over de vaststelling of een overeenkomst valt onder de reikwijdte van IAS 11 of IAS 18. Toepassing van deze IFRIC heeft geen effect op de financiële positie en resultaten van de Groep.
Deze interpretatie verschaft aanwijzingen voor de verwerking van een afdekking van een netto-investering. Specifiek komt aan de orde:
- hoe een entiteit het bedrag van koerswinst of –verlies dient vast te stellen, zowel met betrekking tot de netto-investering als met betrekking tot het afdekkingsinstrument dat na afstoting van de netto-investering wordt "gerecycled".
Toepassing van deze IFRIC heeft geen effect op de financiële positie en resultaten van de Groep.
Deze interpretatie verschaft aanwijzingen voor de verwerking van dividenduitkeringen in natura en geeft verduidelijking omtrent opname en waardering van een verplichting, resp. waardering van de betreffende activa als ook het moment van verwijdering van de balans van het actief en de verplichting. IFRIC 17 heeft geen invloed op de geconsolideerde jaarrekening, aangezien de Groep geen dividenduitkeringen aan aandeelhouders heeft verricht en dit ook niet verwacht te doen in de toekomst.
Deze interpretatie is van toepassing op alle entiteiten die van Klanten een materieel vast actief ontvangen dan wel een bijdrage in geld ontvangen ten behoeve van de verwerving of aanleg van dergelijke activa. Deze activa dienen te worden gebruikt om de Klant op een netwerk aan te sluiten of de voortgaande toegang te verschaffen tot een levering van goederen, diensten of beide. Deze interpretatie verschaft aanwijzingen over het tijdstip en de wijze waarop een entiteit dergelijke activa dient te verantwoorden. De Groep heeft geconcludeerd dat deze wijziging geen effect op de financiële positie en resultaten van de Groep heeft.
In mei 2008 heeft de IASB een eerste bundel met wijzigingen van de standaarden gepubliceerd.
In april 2009 heeft de IASB een tweede bundel met wijzigingen van de standaarden gepubliceerd, hoofdzakelijk bedoeld ter verwijdering van inconsequenties en ter verduidelijking. Voor iedere standaard gelden verschillende overgangsbepalingen.
Wijzigingen van de onderstaande standaarden voortkomend uit verbeteringen hadden geen effect op de grondslagen voor financiële verslaggeving, de resultaten en de financiële positie van de Groep.
- IAS 17 Leaseovereenkomsten
- IAS 18 Opbrengsten
De onderstaande standaarden waren op de datum van de vaststelling van de jaarrekening van de Groep uitgegeven maar nog niet van kracht:
De Groep heeft de standaarden bestudeerd en beoordeelt momenteel de gevolgen ervan. De Groep verwacht dat deze veranderingen niet van materiële invloed op de jaarrekening zijn.
Een operationeel segment is een goed afgelijnd onderdeel van de Groep dat individuele goederen voortbrengt of individuele diensten verleent binnen een bepaalde economische omgeving en dat een van andere segmenten afwijkend rendement en risicoprofiel heeft. Er werd gekozen voor geografisch gerichte segmentrapportering vermits ze wordt gebruikt voor de interne financiële rapporteringsinformatie. Drie segmenten werden bepaald op basis van locatie van legale entiteiten. Zij omvatten de volgende landen:
Er zijn geen operationele segmenten geaggregeerd om tot bovenstaande segmenten te komen.
De transferprijzen tussen de operationele segmenten zijn gebaseerd op een "at arm's length basis" in een gelijkaardige wijze als bij transacties met derden.
De waarderingsbasis voor de operationele segmenten is dezelfde als bij de geconsolideerde jaarrekening.
De Groep evalueert de prestaties van haar operationele segmenten door het meten van de omzet en het bedrijfsresultaat per segment.
De gesegmenteerde informatie omvat resultaten die ofwel rechtstreeks ofwel op een redelijke basis aan een segment kunnen worden toegewezen. De gesegmenteerde investeringen zijn de totale kosten die tijdens het boekjaar worden gemaakt om gesegmenteerde activa aan te kopen waarvan wordt verwacht dat ze langer dan één boekjaar worden gebruikt.
(1) Nog niet goedgekeurd door de EU per 30 september 2010
| Gesegmenteerde informatie | West-Europa | Verenigde Staten | Centraal-Europa, Oost-Europa, Azië en Australië |
Geconsolideerd | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend euro | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Verkopen | 429.420 | 423.726 | 55.840 | 70.190 | 219.426 | 249.310 | 704.686 | 743.226 |
| Intragroep verkopen | -169.527 | -162.917 | -194 | -19 | -28.588 | -22.532 | -198.309 | -185.468 |
| Netto-omzet | 259.893 | 260.809 | 55.646 | 70.171 | 190.838 | 226.778 | 506.377 | 557.758 |
| Aandeel in geconsolideerde netto-omzet | 51,3% | 46,8% | 11,0% | 12,6% | 37,7% | 40,7% | 100% | 100% |
| Bedrijfswinst (+)/ verlies (-) | -13.990 | 11.082 | -3.606 | 4.502 | 6.273 | 8.821 | -11.323 | 24.405 |
| Als percentage van netto-omzet | -5,4% | 4,2% | -6,5% | 6,4% | 3,3% | 3,9% | -2,2% | 4,4% |
| Financieel resultaat | -14.194 | -14.976 | ||||||
| Winstbelastingen | 8.568 | -881 | ||||||
| Winst (+) / verlies (-) van het boekjaar | -16.949 | 8.548 | ||||||
| Investeringen | 10.367 | 8.407 | 866 | 1.439 | 4.760 | 5.797 | 15.993 | 15.643 |
| Afschrijvingen (im)materiële vaste activa | 18.020 | 16.234 | 5.717 | 4.604 | 7.527 | 7.336 | 31.263 | 28.174 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 1.963 | 1.461 | 201 | 120 | 382 | 148 | 2.547 | 1.729 |
| Andere niet-kaskosten | -3.710 | -530 | 480 | -402 | 1.720 | 3.952 | -1.510 | 3.020 |
De omzet van de twee belangrijkste productgroepen is voorgesteld in onderstaande tabel:
| Raam- en deursystemen | Geconsolideerd | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend euro | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 |
| Netto-omzet | 435.484 | 485.249 | 70.893 | 72.509 | 506.377 | 557.758 |
| Aandeel in geconsolideerde netto-omzet | 86,0% | 87,0% | 14,0% | 13,0% | 100% | 100% |
Er is geen significante concentratie van de omzet (>10%) bij één of enkele Klanten.
| Andere bedrijfsopbrengsten (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Ontvangen subsidies | 514 | 187 |
| Wisselkoerswinsten | 18.105 | 10.997 |
| Gerealiseerde meerwaarde materiële en financiële vaste activa |
1.596 | 235 |
| Ontvangen schadevergoedingen | 265 | 868 |
| Overige | 2.854 | 3.042 |
| Totaal | 23.334 | 15.329 |
De daling van de andere bedrijfsopbrengsten ten opzichte van 2009 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een daling van de niet-gerealiseerde wisselkoerswinsten.
De ontvangen subsidies bestaan bijna integraal uit ontvangen ESF-steun. De overige andere bedrijfsopbrengsten omvatten hoofdzakelijk ontvangen compensaties van verzekeringsmaatschappijen en verkoop van bedrijfsafval.
| Andere bedrijfskosten (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Herstructureringskosten | 24.110 | 413 |
| Wisselkoersverliezen | 19.732 | 11.156 |
| Toename van voorzieningen | 401 | 811 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 2.547 | 1.729 |
| Gerealiseerde minderwaarde materiële en financiële vaste activa |
883 | 126 |
| Overige | 1.103 | 1.780 |
| Totaal | 48.776 | 16.015 |
De daling van de andere bedrijfskosten in vergelijking met 2009 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de daling van de herstructureringskosten en de daling van de wisselkoersverliezen.
De bijzondere waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op terreinen en gebouwen, matrijzen en andere delen van het machinepark. De overige andere bedrijfskosten omvatten o.a. bijdragen voor niet-actieve werknemers.
| Financiële opbrengsten (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Intrestopbrengsten | 3.680 | 957 |
| Financiële kortingen - Leveranciers | 72 | 1.152 |
| Wisselkoerswinsten | 28.616 | 11.101 |
| Financiële instrumenten - marktwaarde | 323 | 2.003 |
| Overige | 1.233 | 496 |
| Totaal | 33.924 | 15.709 |
| Financiële kosten (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Intrestlasten | 14.275 | 12.414 |
| Financiële kortingen - Klanten | 1.563 | 1.858 |
| Wisselkoersverliezen | 25.577 | 14.618 |
| Financiële instrumenten - marktwaarde | 1.072 | 265 |
| Bankkosten | 2.434 | 845 |
| Overige | 3.197 | 685 |
| Totaal | 48.118 | 30.685 |
Het financieel resultaat is 0,8 miljoen euro lager dan in 2009 door o.a. negatieve wisselkoersevoluties (meer bepaald door de sterkere US dollar ten opzichte van de euro), gedeeltelijk gecompenseerd door lagere intrestlasten en lagere banken overige financiële kosten ten gevolge van de afwezigheid van financiële herstructureringskosten in 2010.
| Loonkosten en overige sociale voordelen (in duizend euro) |
2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Lonen en wedden | 87.676 | 91.835 |
| Sociale zekerheidsbijdragen | 26.653 | 26.384 |
| Bijdragen toegezegde bijdrageregelingen | 1.913 | 1.488 |
| Overige personeelskosten | 1.768 | 2.936 |
| Totaal | 118.010 | 122.643 |
| Aantal personeelsleden op de balansdatum | 2.816 | 2.821 |
De stijging van de personeelskosten is voornamelijk het gevolg van hogere productievolumes.
| Kostprijs verkochte goederen (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Materiaalkost | 235.789 | 274.995 |
| Lonen en wedden | 62.843 | 66.545 |
| Afschrijvingen van materiële vaste activa | 23.612 | 20.498 |
| Overige productiekosten | 29.560 | 32.055 |
| Totaal | 351.804 | 394.093 |
| Kosten per aard (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Materiaalkost | 235.789 | 274.995 |
| Personeelskosten | 118.010 | 122.643 |
| Afschrijvingen | 31.263 | 28.174 |
| Overige kosten | 107.196 | 106.855 |
| Totaal | 492.258 | 532.667 |
De toename van de totale kosten wordt verklaard door een stijging van het verhandelde volume.
De opsplitsing van de belastinglast over het boekjaar 2010 wordt weergegeven in de volgende tabel:
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Belastingen op het resultaat | ||
| Huidig boekjaar | 4.047 | 4.033 |
| Aanpassing belastingen van voorgaande periodes | -584 | 546 |
| Uitgestelde belastingen | ||
| Ontstaan en terugname van tijdelijke verschillen | -4.616 | -1.150 |
| Aangewende/geboekte uitgestelde belastingen op verliezen huidig boekjaar | -6.428 | -2.574 |
| Aangewende/geboekte uitgestelde belastingen op verliezen vorige boekjaren | -650 | 349 |
| Overige uitgestelde belastingen | -337 | -323 |
| Totale belastingkost (+)/ opbrengst (-) in de resultatenrekening | -8.568 | 881 |
| Winst (+)/ verlies (-) voor belastingen | -25.518 | 9.429 |
| Belastingen tegen statutaire belastingvoet Deceuninck NV (33,99%) | -8.674 | 3.205 |
| Effect verschillende belastingpercentages in andere landen | -4.168 | -5.430 |
| (Fiscaal) niet-aftrekbare uitgaven | 3.452 | 923 |
| Aanwending fiscaal overdraagbare verliezen | -642 | -10 |
| Aanwending/boeking van uitgestelde belasting op verliezen van vorige boekjaren waarvoor geen uitgestelde belasting erkend was in vorige jaren | -595 | -1.274 |
| Niet-erkennen van uitgestelde belastingen op verliezen huidig boekjaar | 3.531 | 3.066 |
| Uitgestelde belastingen op tijdelijke verschillen waarop in vorige jaren geen uitgestelde belastingen werden geboekt | -204 | 14 |
| Overige | -1.268 | 387 |
| Totale belastingkost (+)/ opbrengst (-) in de resultatenrekening | -8.568 | 881 |
| Reële aanslagvoet | NVT* | 9,3% |
(*) Ten gevolge van het verlies van het boekjaar is de reële aanslagvoet niet van toepassing.
| In duizend euro | 2009 | Mutatie resultaten rekening |
Rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen |
Effect vreemde valuta |
Transfers | 2010 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Uitgestelde belastingvorderingen | ||||||
| Belastingeffect fiscaal overdraagbare verliezen | 19.205 | 2.673 | -3 | 21.875 | ||
| Uitgestelde belastingen op materiële vaste activa | -11.023 | -84 | -9 | 228 | -10.888 | |
| Uitgestelde belastingen op meerwaarden | -738 | 323 | -415 | |||
| Uitgestelde belastingen op voorzieningen | 1.309 | -49 | 7 | 30 | 1.297 | |
| Uitgestelde belastingen op voorraden | 1.208 | -177 | 6 | 1 | 1.038 | |
| Uitgestelde belastingen op andere activa | -502 | 507 | 1.402 | 6 | 155 | 1.568 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 9.459 | 3.193 | 1.402 | 7 | 414 | 14.475 |
| Uitgestelde belastingschulden | ||||||
| Belastingeffect fiscaal overdraagbare verliezen | 656 | 4 | 338 | -4.673 | -3.675 | |
| Uitgestelde belastingen op materiële vaste activa | 8.425 | -165 | 114 | 1.475 | 9.849 | |
| Uitgestelde belastingen op voorzieningen | -1.766 | -427 | -102 | 1.187 | -1.108 | |
| Uitgestelde belastingen op voorraden | -988 | -84 | -81 | 1.106 | -47 | |
| Uitgestelde belastingen op andere activa | -1.080 | -84 | 1.164 | 0 | ||
| Uitgestelde belastingen op andere passiva | -267 | 167 | -11 | 155 | 44 | |
| Uitgestelde belastingschulden | 4.980 | -505 | 174 | 414 | 5.063 | |
| Netto uitgestelde belastingschuld (vordering) | -4.479 | -3.698 | -1.402 | 167 | 0 | -9.412 |
Volgende tabel geeft een overzicht van het belastingeffect van de tijdelijke verschillen na compensatie per juridische entiteit per 31 december 2009 en 2010:
Aansluiting met de uitgestelde belastingen geboekt in de geconsolideerde balans:
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Uitgestelde belastingvorderingen | 9.459 | 14.475 |
| Uitgestelde belastingschulden | 4.980 | 5.063 |
| Netto uitgestelde belastingschuld (vordering) | -4.479 | -9.412 |
De Groep heeft in 2010 uitgestelde belastingvorderingen geboekt op nietcompenseerbare verliezen (hoofdzakelijk in België), waarvan de aanwending afhankelijk is van toekomstige, belastbare winsten.
Het totaal bedrag van deze uitgestelde vordering bedraagt per einde 2010 25.550 duizend euro.
De budgetten geven voldoende zekerheid dat deze onderneming voldoende belastbare winst zal genereren in de nabije toekomst om de geboekte uitgestelde belastingvorderingen te kunnen aanwenden.
De Groep heeft geen uitgestelde belastingen uitgedrukt op fiscaal overdraagbare verliezen gerealiseerd in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten,
de Tsjechische Republiek en Polen in huidig en vorige boekjaren.
De gewone winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst van het boekjaar die toegekend kan worden aan de gewone aandeelhouders, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen, uitstaand gedurende het boekjaar met uitzondering van de gewone aandelen aangekocht door de Groep en bijgehouden als ingekochte eigen aandelen (gemiddeld aantal aandelen in duizend). Er is een winst per aandeel van 0,08 euro.
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Aan aandeelhouders toe te kennen nettowinst | -17.090 | 8.378 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (in duizend stuks) |
39.990 | 107.533 |
| Gewone winst (+) / verlies (-) per aandeel (in euro) | -0,43 | 0,08 |
De verwaterde winst per aandeel wordt berekend door de nettowinst die toegekend kan worden aan de gewone aandeelhouders, aangepast voor het effect op het resultaat van de potentiële gewone aandelen, te delen door het gewogen gemiddelde van het aantal gewone aandelen, uitstaand gedurende het boekjaar, vermeerderd met het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen dat zou zijn uitgegeven bij de conversie in gewone aandelen van alle potentiële aandelen die tot verwatering zullen leiden. De potentiële verwatering komt voort uit warranten toegekend aan kader-, directieleden en de CEO. Bij deze berekening is er nog steeds een winst per aandeel van 0,08 euro aangezien het potentieel uit te geven aandelen naar aanleiding van het toekennen van warranten niet materieel is ten opzichte van de bestaande aandelen.
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Aan aandeelhouders toe te kennen nettowinst | -17.090 | 8.378 |
| Gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (in duizend stuks) |
39.990 | 107.533 |
| Verwateringseffect van de niet-uitgeoefende warranten (in duizend stuks) |
0 | 790 |
| Gewogen gemiddelde aantal aandelen na verwateringseffect (in duizend stuks) |
39.990 | 108.323 |
| Verwaterde winst (+) / verlies (-) per aandeel (in euro) | -0,43 | 0,08 |
Afschrijvingen van immateriële vaste activa andere dan goodwill zijn opgenomen in de kostprijs van de verkochte goederen. Immateriële vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur werden getoetst voor bijzondere waardeverminderingen. Meer bepaald betreft het de handelsbenaming Winsa. Voor desbetreffend actief bestaat geen voorzienbaar einde van de periode waarin de kasstromen worden gegenereerd. De nettoboekwaarde van dit actief bedraagt 2.473 duizend euro. In de loop van 2010 werden bij benadering 258 duizend euro onderzoeks- en ontwikkelingskosten in resultaat genomen.
| In duizend euro | Octrooien, licenties en gelijkaardige rechten |
Ontwikkelings kosten |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | |||
| Saldo op het einde van 2008 | 17.036 | 1.153 | 18.189 |
| Aanschaffingen | 847 | 847 | |
| Buitengebruikstellingen | -41 | -41 | |
| Overige overdrachten | 108 | 108 | |
| Effect van wijziging in vreemde valuta | -271 | -7 | -278 |
| Saldo op het einde van 2009 | 17.679 | 1.146 | 18.825 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |||
| Saldo op het einde van 2008 | -10.940 | -1.153 | -12.093 |
| Aanschaffingen | -1.539 | -1.539 | |
| Buitengebruikstellingen | 35 | 35 | |
| Overige overdrachten | -2 | -2 | |
| Effect van wijziging in vreemde valuta | 209 | 7 | 216 |
| Saldo op het einde van 2009 | -12.237 | -1.146 | -13.383 |
| Immateriële vaste activa | |||
| Tegen aanschaffingswaarde | 17.679 | 1.146 | 18.825 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | -12.237 | -1.146 | -13.383 |
| Nettoboekwaarde | 5.442 | 0 | 5.442 |
| In duizend euro | Octrooien, licenties en gelijkaardige rechten |
Ontwikkelings kosten |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | |||
| Saldo op het einde van 2009 | 17.679 | 1.146 | 18.825 |
| Aanschaffingen | 162 | 162 | |
| Buitengebruikstellingen | -3 | -3 | |
| Overige overdrachten | 153 | 153 | |
| Effect van wijziging in vreemde valuta | 729 | 17 | 746 |
| Saldo op het einde van 2010 | 18.720 | 1.163 | 19.883 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | |||
| Saldo op het einde van 2009 | -12.237 | -1.146 | -13.383 |
| Aanschaffingen | -1.275 | -1.275 | |
| Buitengebruikstellingen | 3 | 3 | |
| Effect van wijziging in vreemde valuta | -478 | -17 | -495 |
| Saldo op het einde van 2010 | -13.987 | -1.163 | -15.150 |
| Immateriële vaste activa | |||
| Tegen aanschaffingswaarde | 18.720 | 1.163 | 19.883 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | -13.987 | -1.163 | -15.150 |
| Nettoboekwaarde | 4.733 | 0 | 4.733 |
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||
| Saldo op het einde van vorig boekjaar | 57.215 | 57.208 |
| Effect van wijziging in vreemde valuta | -7 | 2.328 |
| Saldo op het einde van het boekjaar | 57.208 | 59.536 |
| Bijzondere waardeverminderingen | ||
| Saldo op het einde van vorig boekjaar | -46.370 | -46.365 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 0 | 0 |
| Effect van wijziging in vreemde valuta | 5 | -2.311 |
| Saldo op het einde van het boekjaar | -46.365 | -48.676 |
| Goodwill | ||
| Tegen aanschaffingswaarde | 57.208 | 59.536 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -46.365 | -48.676 |
| Nettoboekwaarde | 10.843 | 10.860 |
De toepassing van IFRS 3 "Bedrijfscombinaties" houdt in dat de activa en passiva moeten worden opgenomen tegen de reële waarde op het ogenblik van de verwerving van een onderneming. Alle verschillen tussen de waarde van de netto-activa van de overgenomen onderneming en de reële waarde, bepaald bij acquisitie, moeten worden toegewezen aan goodwill en eventuele resterende verschillen in eigen vermogen.
De kasstroomgenererende eenheden werden bepaald op het niveau van de individuele entiteiten waarvoor een goodwill staat uitgedrukt. In de praktijk komt het er meestal op neer dat dit overeenstemt met het geografische gebied, aangezien er met uitzondering van België slechts één operationele entiteit is per land. De realiseerbare waarde betreft in deze gevallen de bedrijfswaarde. De netto boekwaarde van de goodwill wordt als volgt toegewezen:
| Kasstroomgenererende eenheid In duizend euro |
2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Turkije | 9.596 | 9.613 |
| België (Detajoint in vereffening) | 1.247 | 1.247 |
| Nettoboekwaarde | 10.843 | 10.860 |
De nettoboekwaarde van de goodwill op 31 december 2010 bedraagt 9,6 miljoen euro voor Turkije en 1,2 miljoen euro voor België. Deze boekwaarde bleef nagenoeg ongewijzigd ten opzichte van 2009.
In overeenstemming met IAS 36 wordt de goodwill niet afgeschreven maar maakt deze voorwerp uit van een jaarlijkse test met betrekking tot bijzondere waardeverminderingen. Deze test werd uitgevoerd per 31 december 2010.
De test met betrekking tot een bijzondere waardevermindering op goodwill voor België Detajoint (in vereffening), gaf geen aanleiding tot het boeken van een bijzondere waardevermindering op goodwill. De gerealiseerde goodwill ontstaan uit de overname van Detajoint (in vereffening) is opgenomen in de grootste kasgenererende eenheid van de Groep, België en wordt dan ook niet als omvangrijk beschouwd in het geheel van deze kasgenererende eenheid.
De test met betrekking tot een bijzondere waardevermindering op goodwill voor Turkije, gaf geen aanleiding tot het herkennen van bijzondere waardeverminderingen op goodwill op 31 december 2010. De realiseerbare waarde van de Turkse kasstroomgenererende eenheid werd bepaald door het berekenen van een bedrijfswaarde op basis van kasstroomprognoses uit financiële budgetten tot het jaar 2016.
De belangrijkste parameters voor het bepalen van de toekomstige kasstromen zijn de evolutie van de omzetgroei en de marge op de omzet (op basis van veronderstellingen met betrekking tot verkoopprijzen en kostprijzen). Deze veronderstellingen zijn gebaseerd op de prestaties van de afgelopen jaren en de prognoses voor de komende 6 jaar. Eén van de belangrijkste veronderstellingen is de gebruikte verdisconteringsvoet die de huidige inschatting weerspiegelt van de marktrisico's specifiek aan de kasstroomgenererende entiteit. De verdisconteringsvoet werd ingeschat op basis van het gemiddelde percentage van de gewogen gemiddelde kost van het vermogen (WACC) en bedraagt 8,7% (8,4% in 2009).
Zowel de groei als de verwachte rentabiliteit weerspiegelen de beste inschatting van het management van de toekomstige volumes en de evolutie van de verkoopmarges met behulp van de beschikbare informatie. Met betrekking tot de evolutie van het werkkapitaal, veronderstelt het management een verbetering van het werkkapitaal conform de doelstellingen van de Groep. De groeiratio's van de investeringen evolueren tussen de 3,5% en 4,7% over de periode.
De uitgevoerde test gaf geen aanleiding tot het herkennen van bijzondere waardeverminderingen op goodwill op 31 december 2010.
Met betrekking tot de beoordeling van de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid, is het management van mening dat een realistische wijziging in één van de bovenstaande parameters (met inbegrip van de verdisconteringsvoet, de verkoop en de evolutie van de verkoopmarges) niet zou leiden tot een situatie waarin de boekwaarde van de eenheid aanmerkelijk hoger is dan de realiseerbare waarde.
| In duizend euro | Terreinen en gebouwen |
Machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Geleasde vaste activa |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw |
Totaal | Vaste activa aangehou den voor verkoop |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||||||
| Saldo op het einde van 2008 | 158.742 | 378.687 | 21.070 | 574 | 4.821 | 9.014 | 572.908 | 4.447 |
| Aanschaffingen | 1.615 | 6.278 | 120 | 6.809 | 14.822 | |||
| Buitengebruikstellingen | -3.483 | -8.293 | -311 | -79 | -4.704 | -73 | -16.943 | -3.711 |
| Overige overdrachten | -459 | 5.883 | 169 | 68 | -9.947 | -4.286 | 4.178 | |
| Effect van wijziging in vreemde valuta |
-277 | -3.234 | -41 | -17 | -162 | -61 | -3.792 | -124 |
| Saldo op het einde van 2009 | 156.138 | 379.321 | 21.007 | 478 | 23 | 5.742 | 562.709 | 4.790 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ||||||||
| Saldo op het einde van 2008 | -35.220 | -269.506 | -15.673 | -342 | -4.802 | -261 | -325.804 | -403 |
| Aanschaffingen | -4.599 | -23.054 | -1.312 | -86 | -2 | -670 | -29.723 | -3 |
| Buitengebruikstellingen | 587 | 6.112 | 250 | 77 | 4.660 | 40 | 11.726 | 397 |
| Bijzondere waarde verminderingen |
-830 | -1.032 | -55 | -10 | -23 | -1.950 | -595 | |
| Overige overdrachten | 18 | 51 | -11 | 58 | -57 | |||
| Effect van wijziging in vreemde valuta |
95 | 2.273 | 21 | 7 | 162 | -5 | 2.553 | 14 |
| Saldo op het einde van 2009 | -39.949 | -285.156 | -16.780 | -354 | -5 | -896 | -343.140 | -647 |
| Materiële vaste activa en vaste activa aangehouden voor verkoop | ||||||||
| Tegen aanschaffingswaarde | 156.138 | 379.321 | 21.007 | 478 | 23 | 5.742 | 562.709 | 4.790 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en uitzonderlijke waardeverminde ringen |
-39.949 | -285.156 | -16.780 | -354 | -5 | -896 | -343.140 | -647 |
| Nettoboekwaarde | 116.189 | 94.165 | 4.227 | 124 | 18 | 4.846 | 219.569 | 4.143 |
| In duizend euro | Terreinen en gebouwen |
Machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Geleasde vaste activa |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw |
Totaal | Vaste activa aangehou den voor verkoop |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||||||
| Saldo op het einde van 2009 | 156.138 | 379.321 | 21.007 | 478 | 23 | 5.742 | 562.709 | 4.790 |
| Aanschaffingen | 1.462 | 9.321 | 661 | 3.757 | 15.201 | 280 | ||
| Buitengebruikstellingen | -152 | -2.798 | -939 | -109 | -3.998 | -4.154 | ||
| Overige overdrachten | -9.174 | 2.511 | 36 | 178 | -3.004 | -9.453 | 9.300 | |
| Overige | 356 | 356 | ||||||
| Effect van wijziging in vreemde valuta |
3.964 | 10.144 | 319 | 27 | 130 | 14.584 | 8 | |
| Saldo op het einde van 2010 | 152.594 | 398.499 | 21.084 | 574 | 23 | 6.625 | 579.399 | 10.224 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ||||||||
| Saldo op het einde van 2009 | -39.949 | -285.156 | -16.780 | -354 | -5 | -896 | -343.140 | -647 |
| Aanschaffingen | -4.619 | -20.880 | -1.305 | -93 | -2 | -26.899 | ||
| Buitengebruikstellingen | 174 | 2.839 | 762 | 92 | 3.867 | 645 | ||
| Bijzondere waarde verminderingen |
-550 | -1.148 | -16 | -1.714 | -15 | |||
| Overige overdrachten | 1.514 | -904 | 8 | 896 | 1.514 | -1.514 | ||
| Effect van wijziging in vreemde valuta |
-834 | -7.377 | -223 | -19 | -8.453 | |||
| Saldo op het einde van 2010 | -44.264 | -312.626 | -17.554 | -374 | -7 | 0 | -374.825 | -1.531 |
| Materiële vaste activa en vaste activa aangehouden voor verkoop | ||||||||
| Tegen aanschaffingswaarde | 152.594 | 398.499 | 21.084 | 574 | 23 | 6.625 | 579.399 | 10.224 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en uitzonderlijke waardeverminde ringen |
-44.264 | -312.626 | -17.554 | -374 | -7 | 0 | -374.825 | -1.531 |
| Nettoboekwaarde | 108.330 | 85.873 | 3.530 | 200 | 16 | 6.625 | 204.574 | 8.693 |
De Groep heeft geen belangrijke verbintenissen voor de aankoop van materiële vaste activa. De materiële vaste activa in aanbouw kunnen als volgt toegelicht worden:
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Terreinen en gebouwen | 1.182 | 1.251 |
| Materieel, machines en uitrusting | 3.539 | 5.182 |
| Overige | 125 | 192 |
| Totaal | 4.846 | 6.625 |
De vaste activa onder leasing betreffen rollend materieel in Rusland en Oekraïne.
De Groep heeft bijzondere waardeverminderingen geboekt op materiële vaste activa ten belope van 1,7 miljoen euro. Deze bijzondere waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op terreinen en gebouwen, matrijzen en andere delen van het machinepark.
Deze bijzondere waardeverminderingen werden opgenomen onder de andere bedrijfskosten.
De vaste activa aangehouden voor verkoop hebben voornamelijk betrekking op niet-strategische vaste activa, voornamelijk gebouwen in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De nodige acties zijn genomen om deze gebouwen te koop aan te bieden en verkopen worden verwacht in de loop van 2011.
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Aandelen - niet genoteerd | 66 | 66 |
| Totaal voor verkoop beschikbare financiële vaste activa |
66 | 66 |
| Financiële vaste activa aangehouden tot vervaldag | 1.208 | 1.244 |
| Totaal | 1.274 | 1.310 |
De financiële vaste activa aangehouden tot vervaldag hebben betrekking op instrumenten aangehouden in Duitsland naar aanleiding van een verplichting opgelegd door de Duitse wetgever teneinde toekomstige personeelsvergoedingen te beschermen tegen potentiële insolvabiliteit van de werkgever. Eind 2010 bedraagt het totaal bedrag gestort op een termijnrekening 1,2 miljoen euro.
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 1.278 | 882 |
| Overige vorderingen | 769 | 788 |
| Totaal | 2.047 | 1.670 |
De looptijd van deze handelsvorderingen situeert zich tussen 1 en 3 jaar.
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Grondstoffen (tegen kostprijs) | 20.931 | 24.191 |
| Goederen in bewerking (tegen kostprijs) | 1.141 | 1.163 |
| Afgewerkte goederen | ||
| - tegen kostprijs | 22.253 | 25.602 |
| - tegen netto realiseerbare waarde | 21.656 | 24.759 |
| Handelsgoederen | ||
| - tegen kostprijs | 16.812 | 15.859 |
| - tegen netto realiseerbare waarde | 16.004 | 15.058 |
| Totale voorraad aan gewogen gemiddelde kostprijs of aan netto realiseerbare waarde indien deze lager is |
59.732 | 65.171 |
In de loop van 2010 werd netto voor een bedrag van 564 duizend euro waardeverminderingen op voorraden teruggenomen.
Deze waardeverminderingen worden opgenomen onder de Marketing-, verkoopen distributiekosten.
De bruto-handelsvorderingen en de voorziening voor dubieuze debiteuren voor 2009 en 2010 zijn als volgt:
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Bruto-handelsvorderingen | 107.934 | 120.977 |
| Geboekte bijzondere waardeverminderingen | 11.216 | 13.358 |
| Netto-handelsvorderingen | 96.720 | 107.619 |
De stijging van de uitstaande bruto-handelsvorderingen kan verklaard worden door de stijging van het verhandelde volume.
De factoringkost voor 2010 bedraagt 453 duizend euro (2009: 1.074 duizend euro). Het effect van de factoringovereenkomst is voorgesteld als een daling van de handelsvorderingen in het geconsolideerde kasstroomoverzicht.
De bruto-handelsvorderingen omvatten naast de gefactureerde verkopen tevens een provisie voor op te maken facturen, een provisie voor te ontvangen kredietnota's, omrekeningsverschillen en uitgevoerde voorafbetalingen.
Onderstaand wordt een analyse gegeven van de ouderdom van de brutohandelsvorderingen en van de leningen aan Klanten, na aftrek van de geboekte waardeverminderingen op desbetreffende bedragen.
| Nettoboek | Waarvan noch een | Waarvan vervallen maar waarvoor nog geen waardevermindering werd opgenomen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| waarde per 31 december 2009 |
waardevermindering voor opgenomen, noch vervallen |
Vervallen minder dan 30 dagen |
Vervallen tussen 31 en 60 dagen |
Vervallen tussen 61 en 90 dagen |
Vervallen tussen 91 en 120 dagen |
Vervallen meer dan 120 dagen |
|
| Handelsvorderingen | 95.598 | 73.857 | 9.715 | 2.849 | 1.570 | 1.301 | 6.306 |
| Leningen aan Klanten | 1.122 | 1.122 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 96.720 | 74.979 | 9.715 | 2.849 | 1.570 | 1.301 | 6.306 |
| Nettoboek Waarvan noch een |
Waarvan vervallen maar waarvoor nog geen waardevermindering werd opgenomen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| waarde per 31 december 2010 |
waardevermindering voor opgenomen, noch vervallen |
Vervallen minder dan 30 dagen |
Vervallen tussen 31 en 60 dagen |
Vervallen tussen 61 en 90 dagen |
Vervallen tussen 91 en 120 dagen |
Vervallen meer dan 120 dagen |
|
| Handelsvorderingen | 107.372 | 84.135 | 10.693 | 3.944 | 1.230 | 574 | 6.796 |
| Leningen aan Klanten | 247 | 236 | 7 | 7 | 0 | 0 | -3 |
| Totaal | 107.619 | 84.371 | 10.700 | 3.951 | 1.230 | 574 | 6.793 |
Per eind december 2010 werd voor een bedrag van 13.358 duizend euro aan waardeverminderingen uitgedrukt op de handelsvorderingen en leningen aan Klanten. De bewegingen tijdens de laatste 2 boekjaren worden in onderstaande tabel uitgesplitst:
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Waardevermindering per 1 januari | 15.055 | 11.216 |
| Toename | 9.073 | 6.991 |
| Terugname | -5.294 | -3.675 |
| Aanwending | -7.491 | -1.334 |
| Effect van wijziging in vreemde valuta | -127 | 160 |
| Waardevermindering per 31 december | 11.216 | 13.358 |
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Liquide middelen | 23.707 | 26.689 |
| Niet-beschikbare liquide middelen | 1.181 | 0 |
| Kasequivalenten | 26.014 | 17.167 |
| Totaal | 50.902 | 43.856 |
In 2009, betroffen de niet-beschikbare liquide middelen tegoeden op een termijnrekening aangehouden door de Ierse dochtervennootschap Eurisk RE Ltd. (in vereffening). Daar deze dochtervennootschap in Ierland het statuut van verzekeringsmaatschappij heeft, was zij wettelijk verplicht een minimum bedrag in cash aan te houden. Het is de bedoeling om Eurisk RE Ltd. (in vereffening) in de loop van 2011 te liquideren. In het kader hiervan, kwam het volledige bedrag aan niet-beschikbare fondsen beschikbaar voor de Groep in 2010.
| 2009 | 2010 | |||
|---|---|---|---|---|
| In duizend euro | Aantal aandelen | Geplaatst kapitaal | Aantal aandelen | Geplaatst kapitaal |
| Saldo op 1 januari | 21.550.000 | 8.499 | 107.750.000 | 42.495 |
| Kapitaalverhoging | 86.200.000 | 33.996 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | 107.750.000 | 42.495 | 107.750.000 | 42.495 |
Het kapitaal is vastgesteld op 42.495 duizend euro en wordt vertegenwoordigd door 107.750.000 aandelen zonder aanduiding van nominale waarde.
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 0 | 46.355 |
| Kapitaalverhoging | 50.480 | 0 |
| Kosten van kapitaalverhoging | -4.125 | 0 |
| Saldo op 31 december | 46.355 | 46.355 |
| 2009 | 2010 | |||
|---|---|---|---|---|
| In duizend euro | Aantal eigen aandelen | Eigen aandelen | Aantal eigen aandelen | Eigen aandelen |
| Saldo op 1 januari | 217.121 | -4.220 | 217.121 | -651 |
| Verkoop voorkeurrecht eigen aandelen | 0 | 335 | 0 | 0 |
| Herwaardering eigen aandelen | 0 | 3.234 | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | 217.121 | -651 | 217.121 | -651 |
De Groep beschikt per einde jaar over 217.121 eigen aandelen om te voldoen aan haar aandelenoptieplannen.
Omrekeningsverschillen worden erkend bij de omrekening van de financiële staten van de dochterondernemingen naar euro. Voor 2010 is er een positieve impact van 4.363 duizend euro. Per 31 december 2010 bedragen de totale omrekeningsverschillen -19.134 duizend euro.
| In duizend euro | Inoutic/Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Belgische dochter ondernemingen |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Saldo op het einde van vorig boekjaar | 7.121 | 3.547 | 777 | 11.445 |
| Toename voorziening | 623 | 355 | 358 | 1.336 |
| Terugname/aanwending voorziening | -411 | -146 | -65 | -622 |
| Effect van wijziging in vreemde valuta | 27 | 27 | ||
| Saldo op het einde van het boekjaar | 7.333 | 3.756 | 1.097 | 12.186 |
| Langlopend | 6.903 | 3.756 | 1.097 | 11.756 |
| Kortlopend | 430 | 430 |
Bij de toegezegde bijdrageregeling betaalt de Groep bijdragen aan welbepaalde verzekeringsinstellingen. De Groep heeft geen verdere betalingsverplichtingen aan de verzekeringsinstelling buiten deze bijdragen. De pensioenbijdragen worden in de resultatenrekening opgenomen gedurende het jaar waarvoor zij verschuldigd zijn en bedragen 1.488 duizend euro voor 2010 (2009: 1.913 duizend euro).
Voor de Belgische vennootschappen refereren de voorzieningen voor personeelsvoordelen naar de voorziening voor brugpensioenen. Dit plan is toegankelijk voor alle bruggepensioneerden voor zover in overeenstemming met de geldende CAO. Overeenkomstig IFRS moet de actuariële huidige waarde van de beloofde pensioenvoordelen worden berekend, aangezien die waarde het totaal vertegenwoordigt van de bedragen die momenteel kunnen worden toegekend aan elke deelnemer van het plan. Hierdoor stegen de pensioenschulden met 355 duizend euro gedurende het boekjaar 2010. Het wettelijk minimum rendement in België voor toegezegde bijdrageregelingen bedraagt 3,25%. De Groep heeft haar pensioenplan met vast rendement ondergebracht bij een externe verzekeringsmaatschappij. Het minimum rendement is niet overgedragen naar de desbetreffende verzekeringsmaatschappij. Per 31 december 2010 was er geen tekort. De brugpensioenregeling is ongefinancierd en wordt gezien als een feitelijke verplichting. De actuariële huidige waarde werd berekend op basis van de volgende veronderstellingen:
| 2009 | 2010 | |
|---|---|---|
| Discontovoet | 5,40% | 5,00% |
| Verhoging van de compensatie - Bedienden | 3,50% | 3,50% |
| Verhoging van de compensatie - Arbeiders | 3,50% | 3,00% |
| Verhoging sociale zekerheid | 2,00% | 2,00% |
| Toename pensioenen | 2,00% | 2,25% |
| Inflatie | 2,00% | 2,00% |
Voor Inoutic/Deceuninck GmbH refereren de voorzieningen voor personeelsvoordelen naar de voorziening voor pensioenen. Dit plan is toegankelijk voor alle personeelsleden en is ongefinancierd. Het is geen wettelijke verplichting om dergelijk plan aan te bieden aan het personeel. De actuariële huidige waarde werd berekend op basis van de volgende veronderstellingen:
| Pensioenregeling Inoutic/Deceuninck GmbH (Duitsland) | ||
|---|---|---|
| 2009 | 2010 | |
| Discontovoet | 5,00% | 5,00% |
| Verhoging van de compensatie – Bedienden | 3,00% | 3,00% |
| Verhoging van de compensatie - Arbeiders | 3,00% | 3,00% |
| Verhoging sociale zekerheid | 3,00% | 3,00% |
| Toename pensioenen | 2,00% | 2,00% |
| Inflatie | 2,00% | 2,00% |
Desbetreffende voorzieningen voor personeelsvoordelen refereren naar plaatselijke reglementeringen inzake pensioenen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de netto periodieke pensioenkost erkend in de geconsolideerde resultatenrekening en de bedragen erkend in de geconsolideerde balans voor de toegekende pensioenregelingen van Inoutic/ Deceuninck GmbH en van de Belgische dochterondernemingen:
| Componenten netto periodieke kost 2010 | Inoutic/Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Belgische dochter - ondernemingen |
Totaal |
|---|---|---|---|
| In duizend euro | |||
| Afschrijving netto actuariële winst of verlies | 48 | -2 | 46 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 158 | 185 | 343 |
| Intrestkost | 417 | 172 | 589 |
| Netto periodieke kost | 623 | 355 | 978 |
| Bewegingen in nettoschuld geboekt in balans | Inoutic/Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Belgische dochter ondernemingen |
Totaal |
|---|---|---|---|
| In duizend euro | |||
| Nettoschuld op 1 januari | 7.121 | 3.547 | 10.668 |
| Afschrijving netto actuariële winst of verlies | 48 | -2 | 46 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 158 | 185 | 343 |
| Intrestkost | 417 | 172 | 589 |
| Betaald (ontvangen) | -411 | -146 | -557 |
| Nettoschuld per 31 december | 7.333 | 3.756 | 11.089 |
| Financiering | Inoutic/Deceuninck GmbH (Duitsland) |
Belgische dochter ondernemingen |
Totaal |
|---|---|---|---|
| In duizend euro | |||
| Huidige waarde van de verplichting | 8.698 | 3.117 | 11.815 |
| Activa | 0 | ||
| Netto actuariële winst of verlies | -1.365 | 639 | -726 |
| Nettoschuld per 31 december | 7.333 | 3.756 | 11.089 |
| In duizend euro | Garantieverplichting | Geschillen | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen per 31 december 2009 | 1.888 | 964 | 10.837 | 13.689 |
| Toename voorziening | 1.788 | 905 | 1.999 | 4.692 |
| Terugname voor niet aangewende voorziening | -282 | -106 | -541 | -929 |
| Tijdens het jaar aangewende voorzieningen | -1.306 | -108 | -2.150 | -3.564 |
| Netto-omrekeningsverschillen | 87 | 6 | 5 | 98 |
| Voorzieningen per 31 december 2010 | 2.175 | 1.661 | 10.150 | 13.986 |
| Langlopend | 2.175 | 1.070 | 6.247 | 9.491 |
| Kortlopend | 0 | 591 | 3.903 | 4.495 |
Er worden voorzieningen aangelegd voor garantieclaims voor producten die de voorbije 10 jaar werden verkocht op basis van ervaringen opgedaan met de herstellingen en de teruggenomen producten. De Groep verwacht dat het voornaamste deel van de voorzieningen voor garantieverplichtingen aangewend zal worden binnen een termijn van 2 tot 3 jaar.
De voorzieningen voor geschillen hebben voornamelijk betrekking op schadeclaims ten gevolge van kwaliteitsproblemen. Het is momenteel niet duidelijk wanneer en met welk resultaat de juridische procedures zullen worden afgerond. De overige voorzieningen betreffen voornamelijk voorzieningen voor personeelsvergoedingen bij Inoutic/Deceuninck GmbH. Het betreft voorzieningen voor jubileumpremies en voor een typisch Duitse maatregel waarbij een werknemer de mogelijkheid heeft om zijn loopbaan geleidelijk aan af te bouwen. Gezien de aard van deze voorzieningen is het onmogelijk hier een juiste aanwendingstermijn te bepalen. Daarnaast bestaan de overige voorzieningen o.a. uit een provisie voor een verlieslatend contract. Het betreft een huurovereenkomst voor een bedrijfsgebouw in Wroclaw (Polen).
In 2010 heeft de Groep Deceuninck zich verder gefinancierd via de kredietfaciliteiten die de Groep ter beschikking werden gesteld bij de schuldherschikking in 2009. De voornaamste kenmerken van deze faciliteiten zijn:
Bij de kapitaalverhoging in oktober 2009 werd reeds een belangrijk gedeelte van bovenstaande faciliteiten afgebouwd:
In de loop van 2010 werden de openstaande bedragen van bovenstaande Kredietovereenkomsten als volgt verder afgebouwd:
• Kredietovereenkomst bij consortium van Belgische banken: terugbetaling van 5,8 miljoen euro op 14/07/2010 en van 1,5 miljoen euro op 20/10/2010;
jaarverslag 2010
• Private Plaatsing bij institutionele investeerders: terugbetaling van 6,9 miljoen US dollar en 2,3 miljoen euro op 14/07/2010 en van 1,8 miljoen US dollar en 0,6 miljoen euro op 20/10/2010;
Na balansdatum (op 11 en 14 januari 2011) werd de openstaande lange termijnschuld nog verder afgebouwd:
Onderstaande tabellen geven een overzicht van de rentedragende schulden van de Groep Deceuninck op balansdatum:
| Langlopende schulden (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Leningen bij kredietinstellingen en institutionele investeerders |
129.734 | 93.437 |
| Financiële leasing | 149 | 114 |
| Totaal | 129.883 | 93.551 |
| Kortlopende schulden (in duizend euro) | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Leningen bij kredietinstellingen en institutionele investeerders |
33.466 | 50.455 |
| Kortetermijnfinancieringen | 0 | 588 |
| Financiële leasing | 83 | 11 |
| Totaal | 33.549 | 51.054 |
| Financiële leasingschulden | 2009 | 2010 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend euro | Aflossingen | Intrest | Kapitaal | Aflossingen | Intrest | Kapitaal | |
| Minder dan 1 jaar | 113 | 30 | 83 | 22 | 11 | 11 | |
| Tussen 1 en 5 jaar | 159 | 15 | 144 | 123 | 9 | 114 | |
| Meer dan 5 jaar | 5 | 0 | 5 | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal | 277 | 45 | 232 | 145 | 20 | 125 |
| Termijnen en terugbetalingsschema (oorspronkelijke terugbetalingstermijnen) | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend euro | < 1 jaar | 1-2 jaar | 2-5 jaar | > 5 jaar | Totaal | |||||
| 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | 2009 | 2010 | |
| Leningen bij kredietinstellingen en institutionele investeerders |
33.466 | 50.455 | 7.898 | 3.854 | 121.837 | 89.583 | 0 | 0 | 163.201 | 143.892 |
| Financiële leasing | 83 | 11 | 33 | 72 | 111 | 42 | 5 | 0 | 232 | 125 |
| Kortetermijnfinancieringen | 0 | 588 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 588 |
| Totaal | 33.549 | 51.054 | 7.931 | 3.926 | 121.948 | 89.625 | 5 | 0 | 163.432 | 144.604 |
De volgende tabel geeft een overzicht van de effectieve intrestvoet per einde boekjaar en de looptijd van de leningen bij kredietinstellingen/investeerders zonder borgstelling en de kortetermijnfinancieringen:
| Leningen | Rentevoet | Vervaldag | Langlopende schulden | Kortlopende schulden |
|---|---|---|---|---|
| In duizend euro | In duizend euro | |||
| Private plaatsing A1 – USD | 6,38% | 2014 | 32.100 | |
| Private plaatsing A2 – USD | 8,25% | 2014 | 16.033 | 8.149 |
| Private plaatsing B1 – EUR | 6,40% | 2014 | 14.129 | |
| Private plaatsing B2 – EUR | 7,91% | 2014 | 7.028 | 3.572 |
| Eur lening variabele rentevoet | EURIBOR + 5,00% | 2013 | 17.862 | 9.078 |
| Eur lening variabele rentevoet | EURIBOR + 3,50% | 2013 | 5.672 | 4.456 |
| Eur lening variabele rentevoet | EONIA + 3,50% | 2011 | 588 | |
| Try lening variabele rentevoet | TRLIBOR + 7,00% | 2011 | 569 | |
| Try lening vaste rentevoet | 11,75% | 2011 | 1.952 | |
| Try lening vaste rentevoet | 13,20% | 2012 | 613 | 1.107 |
| Try lening variabele rentevoet | 7,50% | 2011 | 3.416 | |
| Try lening vaste rentevoet | 8,20% | 2011 | 7.320 | |
| Try lening variabele rentevoet | 7,50% | 2011 | 2.440 | |
| Try lening variabele rentevoet | 7,50% | 2011 | 1.952 | |
| Try lening variabele rentevoet | 7,50% | 2011 | 1.464 | |
| Try lening vaste rentevoet | 8,10% | 2011 | 4.880 | |
| Try lening vaste rentevoet * | 0,00% | 2011 | 100 | |
| Totaal | 93.437 | 51.043 |
(*) Gratis lening voor betalingen aan de Turkse overheid
De niet-aangewende kredietplafonds bedroegen 63,5 miljoen euro per 31 december 2010.
De Groep huurt voornamelijk voertuigen, kantoormateriaal en gebouwen. In 2010 werd een totaal bedrag van 4.925 duizend euro met betrekking tot
operationele leasing betaald. Volgende tabel geeft een overzicht van de uit te voeren betalingen in volgende boekjaren:
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Minder dan 1 jaar | 3.847 | 3.404 |
| Tussen 1 en 5 jaar | 4.182 | 4.748 |
| Meer dan 5 jaar | 0 | 8 |
| Totaal | 8.029 | 8.160 |
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Handelsschulden - Totaal | 56.967 | 61.656 |
| Voorzieningen - deel korte termijn | 6.418 | 4.925 |
| Financiële instrumenten - marktwaarde | 1.246 | 188 |
| Garanties van Klanten | 1.220 | 1.570 |
| Toe te rekenen intresten | 960 | 635 |
| Toe te rekenen kosten | 802 | 1.302 |
| Over te dragen opbrengsten | 139 | 42 |
| Overige | 841 | 856 |
| Overige schulden - Totaal | 11.626 | 9.518 |
De voorwaarden voor bovenstaande handelsschulden en overige schulden zijn als volgt:
Voor de analyse van het korte termijngedeelte van de voorzieningen wordt verwezen naar Toelichting 15 en 16.
De handelsschulden omvatten naast de gefactureerde aankopen tevens een provisie voor te ontvangen facturen, een provisie voor op te maken kredietnota's, omrekeningsverschillen en ontvangen voorafbetalingen.
Onderstaand wordt een analyse gegeven van de vervaldag van de handelsschulden:
| Handels schulden netto boek waarde |
Te betalen minder dan 90 dagen |
Te betalen binnen 91 tot 180 dagen |
Te betalen binnen 181 tot 365 dagen |
Te betalen later dan 1 jaar |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Per 31 december 2009 |
56.967 | 51.614 | 1.242 | 4.109 | 2 |
| Per 31 december 2010 |
61.656 | 54.486 | 3.907 | 3.263 | 0 |
De Groep biedt aan kader-, directieleden en de CEO de gelegenheid om in te tekenen op aandelenoptie- of warrantenplannen. De verantwoording voor dergelijke beslissing bestaat in de motivatie van de kader-, directieleden en de CEO die op deze manier aandelen in de Groep kunnen verwerven aan relatief gunstige voorwaarden, wat hun betrokkenheid bij de Groep nog zal vergroten en verbeteren.
Per eind december 2010 werden er 405.025 opties aanvaard, die de houder recht geven op één Deceuninck-aandeel tegen een vaste uitoefenprijs die overeenstemt met de marktprijs op het ogenblik dat de optie werd toegewezen. Met betrekking tot de aandelenoptieplannen die toegekend werden in 1999, 2000 en 2001 zijn alle opties uitgeoefend, verbeurd verklaard of vervallen. In het kader van de nog uitoefenbare optieplannen, werden reeds 47.250 opties uitgeoefend. De opties vervallen indien ze niet zijn uitgeoefend op de laatste dag van de
laatste uitoefenperiode. De opties kunnen voor het eerst worden uitgeoefend na het einde van het derde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft
plaatsgevonden. De lichtingsperiodes van de plannen 2003, 2004, 2005 en 2007 werden in 2009 met 5 jaar verlengd.
| Stockoptieplannen Deceuninck NV | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | Totaal | |
| Uitoefenprijs (in euro) | 18,65 | 25,22 | 22,7 | 22,81 | 15,54 | 2,95 | 1,36 | |
| Toekenning | 64.000 | 64.000 | 49.000 | 66.250 | 70.750 | 70.750 | 75.000 | 459.750 |
| Aanvaard | 54.250 | 47.500 | 35.375 | 64.250 | 64.500 | 64.150 | 75.000 | 405.025 |
| Reeds uitgeoefend | -47.250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -47.250 |
| Verbeurd verklaard | -3.500 | -6.250 | -7.250 | -9.250 | -9.000 | -9.150 | 0 | -44.400 |
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Saldo | 3.500 | 41.250 | 28.125 | 55.000 | 55.500 | 55.000 | 75.000 | 313.375 |
| Lichtingsperiodes | 2006-2012 | 2007-2013 | 2008-2014 | 2009-2015 | 2011-2017 | 2012-2018 | 2013-2019 | |
| Verlenging lichtingsperiodes | NVT | 2014-2018 | 2015-2019 | 2016-2020 | 2018-2022 | NVT | NVT |
| Stockoptieplannen Deceuninck NV | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | Totaal | Gewogen gemid delde uitoefenprijs |
|
| Saldo 2009 | 3.500 | 41.250 | 29.375 | 57.500 | 59.000 | 59.150 | 75.000 | 324.775 | 13,17 |
| Aanvaard 2010 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Uitgeoefend 2010 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Verbeurd verklaard 2010 | 0 | 0 | 1.250 | 2.500 | 3.500 | 4.150 | 0 | 11.400 | 13,34 |
| Vervallen 2010 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Saldo 2010 | 3.500 | 41.250 | 28.125 | 55.000 | 55.500 | 55.000 | 75.000 | 313.375 | 13,16 |
Per eind december 2010 werden er 826.999 warranten aanvaard, die de houder recht geven op één Deceuninck-aandeel tegen een vaste uitoefenprijs die overeenstemt met de marktprijs op het ogenblik dat de warrant werd toegewezen. In het kader van de warrantenplannen, werden er nog geen warranten uitgeoefend. De warranten vervallen indien ze niet zijn uitgeoefend op de laatste dag van de laatste uitoefenperiode. De warranten kunnen voor het eerst worden uitgeoefend na het einde van het derde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden.
| Warrantenplannen Deceuninck NV | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2009 | 2010 I | 2010 II | Totaal | |||||
| Uitoefenprijs (in euro) | 1,44 | 1,46 | 1,48 | |||||
| Toekenning | 549.564 | 285.000 | 67.435 | 901.999 | ||||
| Aanvaard | 519.564 | 240.000 | 67.435 | 826.999 | ||||
| Reeds uitgeoefend | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| Verbeurd verklaard | 22.000 | 15.000 | 0 | 37.000 | ||||
| Vervallen | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
| Saldo | 497.564 | 225.000 | 67.435 | 789.999 | ||||
| Lichtingsperiodes | 2013-2019 | 2013-2019 | 2013-2019 |
| Warrantenplannen Deceuninck NV | 2009 | 2010 I | 2010 II | Totaal | Gewogen gemid delde uitoefenprijs |
|---|---|---|---|---|---|
| Saldo 2009 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Aanvaard 2010 | 519.564 | 240.000 | 67.435 | 826.999 | 1,45 |
| Uitgeoefend 2010 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Verbeurd verklaard 2010 | 22.000 | 15.000 | 0 | 37.000 | 1,45 |
| Vervallen 2010 | 0 | 0 | 0 | 0 | NVT |
| Saldo 2010 | 497.564 | 225.000 | 67.435 | 789.999 | 1,45 |
De reële waarde werd berekend op basis van de volgende veronderstellingen:
| Warranten 2009 | Warranten 2010 I | Warranten 2010 II | |
|---|---|---|---|
| Datum van toekenning | 01/02/2010 | 01/03/2010 | 01/03/2010 |
| Uitoefenprijs | 1,44 | 1,46 | 1,48 |
| Prijs van het aandeel op datum van toekenning | 1,48 | 1,40 | 1,40 |
| Volatiliteit | 40% | 40% | 40% |
| Risicovrije rentevoet | 2,55% | 2,41% | 2,41% |
| Dividend (in euro) vanaf 2014 | 0,03 | 0,03 | 0,03 |
| Minimum vereiste winst voor vervroegde uitoefening | 25% | 25% | 25% |
| Bijhorende kans op vervroegde uitoefening | 50% | 50% | 50% |
De impact van IFRS 2 op het resultaat van 2010 bedraagt 203 duizend euro in negatief.
De optie- en warrantenplannen werden gewaardeerd op basis van de binominale boomstructuur. De volatiliteit werd bepaald op basis van historische gegevens.
In 2010 heeft de Groep voor 0,19 miljoen euro (0,14 miljoen euro in 2009) aangekocht tegen marktconforme prijzen bij ondernemingen waarvan bestuurders controlerende aandeelhouders zijn. Deze verrichtingen hebben betrekking op aankopen in verband met matrijzen en uitrusting, onderhoud van machines, het verlenen van diensten en het terbeschikkingstellen van vergaderruimtes.
De totale remuneratie betaald aan de leden van de raad van bestuur in het boekjaar 2010 bedroeg 720.000 euro (880.000 euro in 2009). Dit bedrag omvat een extra vergoeding voor de bestuurders voor hun aanwezigheid in de comités waarvan ze lid zijn. Deze remuneratie wordt toegekend door de algemene vergadering van aandeelhouders en wordt geboekt als algemene kosten. Indien bestuurders belast worden met bijzondere taken en projecten kunnen ze hiervoor een gepaste remuneratie ontvangen.
Leden van het executive team (zoals samengesteld per 31 december 2010) ontvingen een vergoeding van 2.004.465 euro (1.864.834 euro in 2009), hierin begrepen een variabele vergoeding van 8,73% (11,3% in 2009). De individuele performantie is gebaseerd op een duidelijk geformuleerd evaluatiesysteem dat gebouwd is rond het behalen van specifieke meetbare doelstellingen, de realisatie van belangrijke kerncijfers en het respect voor kernwaarden die voor het bedrijf belangrijk zijn.
Alle doelstellingen moeten steeds in lijn zijn met de groepstrategie, het business plan, de kernwaarden en de richtlijnen. De individuele doelstellingen worden jaarlijks vastgelegd tijdens individuele gesprekken bij het begin van het boekjaar.
De pensioentoelage bedraagt 145.841 euro (184.119 euro in 2009) en bestaat in een goedgekeurde bijdrage procedure aan een externe verzekeringsmaatschappij.
Er worden eveneens opties en/of warranten op aandelen van de vennootschap toegekend aan kaderleden, directieleden en de CEO waarvan 400.000 aan de leden van het executive team. Deze optie- en warrantenregeling is niet gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf. De buitengewone algemene vergadering van oktober 2006 heeft een optieplan op bestaande aandelen goedgekeurd waarbij aan de raad van bestuur de bevoegdheid werd verleend om jaarlijks 75.000 opties op bestaande aandelen toe te kennen. De buitengewone algemene vergadering heeft een bijkomend warrantenplan 2010 voor de uitgifte van 1.000.000 warranten (warrantenplan 2010) goedgekeurd waarvan reeds 959.935 warranten werden aangeboden.
In 2010 werden op Groepsniveau volgende prestaties van de commissaris ten laste genomen van het resultaat:
Audit diensten: 562.000 euro Andere controle-opdrachten: 2.500 euro Fiscale adviezen: 19.000 euro Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten: 8.000 euro
Er zijn geen aanwijzingen van factoren die de continuïteit van de activiteiten in het gedrang kunnen brengen.
De financiële risico's waarmee de Groep geconfronteerd wordt zijn wisselkoersrisico's, intrestrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's.
De belangrijke aanwezigheid van de Groep in regio's buiten de eurozone (Turkije, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Oost-Europa) brengt met zich mee dat de Groep voortdurend af te rekenen heeft met wisselkoersrisico's van operationele aard (aankopen en verkopen in vreemde munt). Daarnaast bestaat er binnen de Groep ook nog een belangrijk wisselkoersrisico van financiële aard dat gerelateerd is aan het gedeelte van de externe schuld van Deceuninck NV dat aangehouden wordt in US dollar en aan de lange termijn lening in euro bij de Turkse dochter Ege Profil.
De Groep streeft ernaar de impact op de resultatenrekening van wisselkoersschommelingen op monetaire activa en passiva op de balans tot een minimum te beperken. Deze wisselkoersrisico's worden zo veel mogelijk op natuurlijke wijze ingedekt ("natural hedging") door monetaire activa in een bepaalde munt (bijvoorbeeld handelsvorderingen) af te zetten tegenover monetaire passiva (bijvoorbeeld handelsschulden) in dezelfde munt. Het wisselkoersrisico dat overblijft na maximalisatie van de natuurlijke indekking wordt ingedekt met financiële instrumenten ("financial hedging") indien de kost hiervoor als redelijk wordt beschouwd.
De belangrijkste financiële instrumenten die de Groep gebruikt ter indekking van wisselkoersrisico's zijn termijncontracten en eenvoudige (al dan niet zero-cost) opties.
Daarnaast heeft de Groep als politiek haar dochterondernemingen zo veel mogelijk te vrijwaren van wisselkoersrisico's. Dit houdt in dat dergelijke risico's hoofdzakelijk op niveau van de centrale entiteit worden genomen en beheerd. Wisselkoersrisico's bij de Turkse dochter Ege Profil worden van nabij opgevolgd vanuit Corporate Treasury, maar worden gezien de specificiteit van de Turkse financiële markten door de Turkse dochtermaatschappij ingedekt bij lokale banken.
De belangrijkste wisselkoersrisico's van operationele aard op het niveau van de Groep, exclusief Turkije, bestaan uit posities in Britse pond en Russische roebel. Deze posities zijn het gevolg van belangrijke verkopen in het Verenigd Koninkrijk en Rusland. In Turkije bestaan belangrijke operationele wisselkoersrisico's in US dollar, als gevolg van aankopen van basisgrondstoffen in US dollar, en in euro, als gevolg van verkopen in euro.
De belangrijkste wisselkoersrisico's van financiële aard houden verband met het gedeelte van de externe schuld dat aangehouden wordt in US dollar en met de lange termijnlening in euro die de Turkse dochter Ege Profil heeft bij Dexia.
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de bestaande valuta-opties per eind december 2010. Deze opties werden in september 2009 afgesloten ter indekking van het gedeelte van de externe schuld in US dollar dat niet op natuurlijke wijze ingedekt is door intercompany leningen in US dollar.
| Munt | Bedrag | Optie | Uitoefenprijs | Vervaldag | MTM 2009 | MTM 2010 | In resultaat genomen in 2010* |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD | 13.000.000 | Call | 1,25 | 13/09/2013 | 376.216 | 619.540 | 243.324 |
| USD | 15.000.000 | Call | 1,25 | 13/09/2013 | 434.995 | 718.731 | 283.736 |
| USD | 15.000.000 | Call | 1,25 | 13/09/2013 | 392.213 | 708.074 | 315.861 |
(*) verschil tussen MTM 2009 en MTM 2010
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de bestaande valutatermijncontracten, gegroepeerd per munt, per eind december 2010:
| Aan- of verkoop | Munt | Bedrag | Vervaldag | MTM 2010 |
|---|---|---|---|---|
| CZK | 188.500.000 | Q1 2011 | -40.140 | |
| GBP | 20.770.000 | Q1 2011 | 357.652 | |
| Termijnverkopen | PLN | 10.000.000 | Q1 2011 | -7.793 |
| RUB | 662.420.000 | Q1 2011 | -21.717 | |
| AUD | 1.500.000 | Q1 2011 | -53.731 | |
| Termijnaankopen | PLN | 55.724.000 | Q1 2011 | -39.215 |
| USD | 18.810.000 | Q1 2011 | 208.727 | |
| EUR | 1.500.000 | Q1 2011 | 8.151 |
Met toekomstige transacties worden toekomstige aan- en verkopen in vreemde munt bedoeld die nog niet als monetair actief of passief erkend zijn in de balans. In principe worden deze transacties niet ingedekt.
Zoals vereist onder IFRS 7, Financiële instrumenten: Informatieverschaffing, werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de evolutie van de wisselkoersen. Aan de hand van de volatiliteit van de munten (t.o.v. de euro in 2010) waarin de Groep een omrekeningsrisico loopt, hebben we de impact van mogelijke wijziging van de wisselkoersen voor deze munten t.o.v. de euro als volgt geraamd:
| Sensitiviteitsanalyse op balansposities in vreemde valuta op 31 december 2010* | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Munt | Bedrag (in duizend) |
Slotkoers 31/12/2010 |
Mogelijke volatiliteit van de wisselkoers in %** |
Koers gebruikt voor sensitiviteitsanalyse |
Effect op herwaardering In duizend euro |
||
| USD | -44.016 | 1,3362 | 5,58% | 1,4108 | 1,2616 | 1.741 | -1.947 |
| GBP | -253 | 0,8608 | 4,68% | 0,9010 | 0,8205 | 13 | -14 |
| PLN | 1.657 | 3,9750 | 5,40% | 4,1897 | 3,7604 | -21 | 24 |
| CZK | -17.812 | 25,0600 | 2,62% | 25,7166 | 24,4034 | 18 | -19 |
| TRY | -4.369 | 2,0491 | 4,19% | 2,1350 | 1,9632 | 86 | -93 |
| RUB | 9.578 | 40,3331 | 4,07% | 41,9747 | 38,6915 | -9 | 10 |
| Totaal | 1.827 | -2.040 |
(*) Balansposities na financial hedging (net-exposures)
(**) 3 maand volatiliteit
Indien de euro tijdens 2010 zou verzwakt/versterkt zijn a rato van de bovenstaande mogelijke koersen, dan zou de winst van het boekjaar ongeveer 1,8 miljoen euro hoger / 2,0 miljoen euro lager geweest zijn.
Het intrestrisico van de Groep Deceuninck komt hoofdzakelijk voort uit het feit dat een aanzienlijk gedeelte van de financiële schulden wordt ontleend tegen variabele rente. Per eind 2010 was 33% van de uitstaande financiële schuld
gefinancierd tegen variabele rente. Ook eventuele opnames onder de beschikbare kredietlijn van 63,52 miljoen euro bij het consortium van Belgische banken zouden tegen variabele rente vergoed dienen te worden.
Om zich in te dekken tegen een stijging van de rentevoeten in euro heeft de Groep zich in oktober 2009 ingedekt via het kopen van zogenaamde intrest-caps. Deze financiële instrumenten beschermen de Groep tegen stijgingen van de rente (Euribor 3 maand) boven 2,00% resp. 3,50%.
2 Totale kredietlijn ("Facility B") van 68,5 miljoen euro, verminderd met 5,0 miljoen euro gereserveerd voor financial hedging.
| Bedrag | Munt | Rente | Strike | Vervaldag | MTM 2009 | MTM 2010 | In resultaat genomen in 2010* |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 20.000.000 | EUR | Euribor 3M | 2,00% | 13/09/2013 | 635.962 | 156.927 | -479.035 |
| 10.000.000 | EUR | Euribor 3M | 2,00% | 13/09/2013 | 272.619 | 82.167 | -190.451 |
| 15.000.000 | EUR | Euribor 3M | 3,50% | 13/09/2013 | 201.209 | 41.865 | -159.344 |
| 10.000.000 | EUR | Euribor 3M | 3,50% | 13/09/2013 | 104.850 | 29.167 | -75.683 |
* verschil tussen MTM 2009 en MTM 2010
Zoals vereist onder IFRS 7, Financiële instrumenten: Informatieverschaffing werd een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd op de evolutie van de rentevoeten. Indien we een stijging/daling van 50 basispunten toepassen op de leningen die aan variabele rentevoeten onderworpen zijn per 31 december 2010, dan zou de winst vóór belastingen van 2010 237 duizend euro lager/hoger zijn.
Sedert 2009 en verder gedurende 2010, werd extra aandacht besteed aan het kredietrisico gezien de moeilijke economische context waarin onze Klanten dienen te opereren. Naast de lokale credit controllers die de betalingen van de Klanten strikt opvolgen, werd ook op groepsniveau een functie ingevoerd om het kredietrisico nauwgezet te monitoren. Nieuwe rapporteringssystemen werden opgezet om het kredietrisico per Klant en per land te analyseren alsook de evolutie van de DSO. Dit laat toe om heel vlug tendenzen te detecteren en hierop te anticiperen.
Met uitzondering van Spanje en Turkije, wordt de portefeuille aan uitstaande Klanten verzekerd door de tussenkomst van kredietverzekeringsmaatschappijen. In tegenstelling tot 2009, werden de kredietlimieten van vele Klanten terug opgetrokken en is het dekkingspercentage terug op een aanvaardbaar niveau gekomen. Er werd verder gewerkt voor de zone-1 landen met Euler Hermes en voor de zone-2 landen met Delcredere.
Het kredietrisico van de uitstaande Klanten voor wat betreft de vorderingen van Deceuninck NV, Deceuninck SAS en Inoutic / Deceuninck GmbH wordt ook afgedekt door de factoringovereenkomsten (zie hieronder "Liquiditeitsrisico") ten belope van het gedeelte dat niet is afgedekt door de kredietverzekering en enkel voor de verzekerde Klanten.
De Groep Deceuninck beschikt op vandaag over ruim voldoende liquide middelen en vastgelegde kredietlijnen voor de financiering van haar bedrijfsactiviteiten.
Om eventuele liquiditeitstekorten in een vroeg stadium te detecteren wordt tweewekelijks een gedetailleerde cashflow forecast voor de komende 13 weken opgemaakt.
Deceuninck zou met liquiditeitsproblemen worden geconfronteerd mochten toegestane kredieten vervroegd opeisbaar gesteld worden wegens een nietnaleving van de in de financieringsovereenkomsten bepaalde financiële convenanten.
Om een eventuele niet-naleving van deze financiële convenanten ruim op voorhand te zien aankomen zodat nog correctieve maatregelen zouden kunnen genomen worden, wordt maandelijks een financiële forecast gemaakt tot het einde van het lopende boekjaar. De kerncijfers van deze financiële forecast
worden gebruikt als input voor een speciaal ontworpen "convenantmodule", die aftoetst of de convenanten op de resterende testdata binnen het lopende boekjaar zullen gehaald worden. Ook bij de opmaak van het budget 2011 werd gebruik gemaakt van deze "convenantmodule" om na te gaan of de convenanten op elke testdatum in 2011 gehaald zouden worden. Dit was steeds het geval.
Zoals voorzien in de kredietovereenkomsten werden de volgende convenanten in 2010 voor het laatst getest. Deze zijn aldus vanaf 2011 niet langer van toepassing:
Onderstaande convenanten zullen ook in 2011 nog van toepassing zijn:
(iii) Een cashflow dekking voor de Beperkte Groep (die een verhouding van de cashflow ten aanzien van terugbetalingen van schuld weergeeft): gefaseerde minima op verschillende testdata per kwartaal van 30 september 2010 (0.21x) tot 31 december 2013 (1,00x);
(iv) Een intrestdekking voor de Beperkte Groep (die een verhouding van EBITDA ten aanzien van de financiële lasten van de Beperkte Groep weergeeft): gefaseerde minima op verschillende testdata per kwartaal van 30 september 2010 (1,50x) tot 31 december 2013 (4,68x);
Indien Deceuninck Coordination Center NV leningen zou verstrekken onder het intragroepsexploitatiekrediet aan de Turkse dochtermaatschappij Ege Profil en zolang dergelijke leningen zouden uitstaan, of indien Deceuninck NV comfortbrieven zou uitgeven om de kredietverstrekking door lokale banken aan de Turkse dochtermaatschappij Ege Profil te ondersteunen, zullen onderstaande convenanten van toepassing zijn op de Turkse dochtervennootschappen:
Naast het hierboven vermelde risico op niet-naleving van de financiële convenanten is het liquiditeitsrisico ook gekoppeld aan de evolutie van het bedrijfskapitaal van de Groep, dat sterk onderhevig is aan seizoensschommelingen en aan het investeringsniveau van de Groep.
De Groep volgt de veranderingen van het bedrijfskapitaal op door middel van gerichte acties, zoals een verhoging van de omloopsnelheid van voorraden en door prioriteit te leggen bij de kredietopvolging van de Klanten. Deceuninck maakt eveneens gebruik van de door zijn leveranciers toegekende betalingsvoorwaarden om zijn behoeften aan werkkapitaal te financieren.
Hieronder wordt een vergelijking gemaakt tussen de nettoboekwaarde en de reële waarde van de financiële instrumenten opgenomen in de jaarrekening. De reële waarde van de leningen werd berekend door het bepalen van de verwachte toekomstige kasstromen en door deze te verdisconteren op basis van de gangbare rentevoeten.
| In duizend euro | Nettoboekwaarde 2009 | Reële waarde 2009 |
|---|---|---|
| Financiële activa | ||
| Liquide middelen | 50.902 | 50.902 |
| Leningen | 1.278 | 1.278 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 1.274 | 1.274 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 2.418 | 2.418 |
| Financiële schulden | ||
| Leningen met variabele rentevoet | 69.692 | 69.692 |
| Leningen met vaste rentevoet | 93.509 | 93.113 |
| Financiële leasing en overige leningen | 232 | 232 |
|---|---|---|
| Afgeleide financiële instrumenten | 1.246 | 1.246 |
| In duizend euro | Nettoboekwaarde 2010 | Reële waarde 2010 |
|---|---|---|
| Financiële activa | ||
| Liquide middelen | 43.856 | 43.856 |
| Leningen | 882 | 882 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 1.310 | 1.310 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 3.064 | 3.064 |
| Financiële schulden | ||
|---|---|---|
| Leningen met variabele rentevoet | 47.498 | 47.498 |
| Leningen met vaste rentevoet | 96.983 | 100.235 |
| Financiële leasing en overige leningen | 124 | 124 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 188 | 188 |
De Groep gebruikt de onderstaande hiërarchische classificatie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van financiële instrumenten door middel van een waarderingstechniek:
Niveau 1: genoteerde (niet aangepaste) prijzen op liquide markten voor identieke activa of passiva.
Niveau 2: andere technieken waarvoor alle input met een significante weerslag op de opgenomen reële waarde hetzij direct, hetzij indirect kan waargenomen worden.
Niveau 3: technieken die gebruikmaken van input met een significante weerslag op de opgenomen reële waarde die niet gebaseerd is op waarneembare marktgegevens.
Voor de periode die eindigt op 31 december 2010 waren er geen transfers tussen de waardering van reële waarde van Niveau 1 en Niveau 2, en geen transfers naar en uit de waardering van de reële waarde van Niveau 3.
Op 31 december 2010 hield de Groep de volgende financiële instrumenten:
| 31/12/2010 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | |
|---|---|---|---|---|
| Activa gewaardeerd aan reële waarde | ||||
| - valuta-opties | 2.046 | 2.046 | ||
| - intrestopties (cap) | 310 | 310 | ||
| - wisselkoerstermijncontracten | 707 | 707 | ||
| - aandelen (niet-genoteerd aangehouden voor verkoop) | 66 | 66 | ||
| Passiva gewaardeerd aan reële waarde | ||||
| - wisselkoerstermijncontracten | 188 | 188 |
Het doel van de Groep inzake het beheer van het eigen vermogen bestaat erin om een gezonde financiële positie evenals een gezonde schuldenlast te bewerkstelligen om op elk ogenblik een gemakkelijke toegang tot de financiële markten te bewaren.
Op 14 januari 2011 betaalde de Groep 21,1 miljoen euro lange termijn leningen vervroegd terug aan zijn kredietverleners. Er zijn geen overige belangrijke gebeurtenissen na balansdatum.
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Saldo op 1 januari | 0 | 1.000 |
| Toegekend gedurende het boekjaar | 1.000 | 0 |
| Herziening gedurende het boekjaar | 0 | -500 |
| Naar resultaat geboekt gedurende het boekjaar | 0 | 0 |
| Saldo op 31 december | 1.000 | 500 |
De subsidies werden ontvangen ter financiering van opleidingen. Er zijn per einde jaar geen onvervulde voorwaarden of onzekerheden verbonden aan deze subsidies.
Alle dochterondernemingen zijn 100% dochterondernemingen, behalve voor Ege Profil AS (97,54%) en Deceuninck (Thailand) Co. Ltd. (74%), allen afgesloten per 31 december 2010.
| Naam van de vennootschap | Maatschappelijke zetel | Deelnemingspercentage |
|---|---|---|
| België | ||
| Deceuninck NV | Brugsesteenweg 374 8800 Roeselare |
100,00 |
| Plastics Deceuninck NV | Brugsesteenweg 374 8800 Roeselare |
100,00 |
| Fin-Tonic NV (in vereffening) | Bruggesteenweg 164 8830 Hooglede-Gits |
100,00 |
| Deceuninck Coordination Center NV | Bruggesteenweg 164 8830 Hooglede- Gits |
100,00 |
| Detajoint NV (in vereffening) | Bruggesteenweg 164 8830 Hooglede- Gits |
100,00 |
| Italië | ||
| Deceuninck Italia SRL | Piazza della Concordia, 6 56025 Pontedera |
100,00 |
| Duitsland | ||
| Inoutic/Deceuninck GmbH | Bayerwaldstrasse 18 94327 Bogen |
100,00 |
| Deceuninck Holding Germany GmbH | Bayerwaldstrasse 18 94327 Bogen |
100,00 |
| Spanje | ||
| Deceuninck NV Sucursal en España | Avda. de la Industria 1007 Pol. Ind. Antonio del Rincon 45222 Borox Toledo |
100,00 |
| Frankrijk | ||
| Deceuninck SAS | Zone Industrielle - Impasse des Bleuets 80700 Roye |
100,00 |
| Naam van de vennootschap | Maatschappelijke zetel | Deelnemingspercentage |
|---|---|---|
| Nederland | ||
| Deceuninck Kunststof BV | Prins Bernhardplein 200 1097 JB Amsterdam |
100,00 |
| Deceuninck Beheer BV | Prins Bernhardplein 200 1097 JB Amsterdam |
100,00 |
| Verenigd Koninkrijk | ||
| Deceuninck Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 |
| Status Systems PVCu Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 |
| Range Valley Extrusions Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 |
| Deceuninck Holdings (UK) Ltd. | 2 Temple Back East Temple Quay Bristol BS1 6EG |
100,00 |
| Ierland | ||
| Eurisk RE Ltd. (in vereffening) | 4th floor 25-28 Adelaide Road Dublin 2 |
100,00 |
| Deceuninck Ireland Unltd. | 4th floor 25-28 Adelaide Road Dublin 2 |
100,00 |
| Bulgarije | ||
| Deceuninck Bulgaria EOOD | 41 Sankt Peterburg Blvd 4000 Plovdiv |
100,00 |
| Kroatië | ||
| Deceuninck d.o.o. | Industrijska ulica 3 10370 Dugo Selo (Zagreb) |
100,00 |
| Naam van de vennootschap | Maatschappelijke zetel | Deelnemingspercentage |
|---|---|---|
| Polen | ||
| Deceuninck Polska Sp. z o.o. | Jasin, Ul Poznanska 34 62-020 Swarzedz |
100,00 |
| Profil System Sp. z o.o. (in vereffening) | Jasin, Ul Poznanska 34 62-020 Swarzedz |
100,00 |
| Tsjechische Republiek | ||
| Deceuninck spol. s r. o. | Vintrovna 23 664 41 Popuvky |
100,00 |
| Roemenië | ||
| Deceuninck Romania SRL | Traian Str. n°2, Bloc F1, Scara 4 etaj 8 ap 24 Sector 3 Bucharest |
100,00 |
| Servië | ||
| Deceuninck d.o.o. | Kruzni put bb 11309 Beograd – Lestane |
100,00 |
| Bosnië en Herzegovina | ||
| Deceuninck d.o.o | Magistralni put bb 75300 Lukavac |
100,00 |
| Litouwen | ||
| Deceuninck Baltic UAB | Saltoniskiu str. 29/3 LT08105 Vilnius |
100,00 |
| Rusland | ||
| Deceuninck Rus OOO | Krzhizhanovkogo str., 6 117292 Moskou |
100,00 |
| Rep. Office Deceuninck NV Moskou | Krzhizhanovkogo str., 6 117292 Moskou |
100,00 |
| Kazachstan | ||
| Rep. Office Deceuninck NV Kazachstan (Almaty) | Mynbaeva street, 46 480057 Almaty |
100,00 |
| Oekraïne | ||
| Rep. Office Deceuninck NV Oekraïne | Forum business city 13 Pimonenko street, office 6a/28 04050 Kiev |
100,00 |
| Naam van de vennootschap | Maatschappelijke zetel | Deelnemingspercentage |
|---|---|---|
| Verenigde Staten | ||
| Deceuninck North America Inc. | 351 North Garver Road Monroe, 45050 Ohio |
100,00 |
| Deceuninck North America LLC | 351 North Garver Road Monroe, 45050 Ohio |
100,00 |
| Turkije | ||
| Ege Profil Ticaret ve Sanayi AS | A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir |
97,54 |
| Ege Pen AS | A.O.S.B. 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir |
100,00 |
| Thailand | ||
| Deceuninck (Thailand) Co. Ltd. | 2/3 Bangna Tower A 17fl RM #1704B Moo14, Bangna- trad, Km 6,5 Bangkaew, bangplee Samutprakarn 10540 |
74,00 |
| Asia Profile Holding Co. Ltd. | 2/3 Bangna Tower A 17fl RM #1704B Moo14, Bangna- trad, Km 6,5 Bangkaew, bangplee Samutprakarn 10540 |
100,00 |
| Australië | ||
| Deceuninck Pty. Ltd. | 142 Freight Drive Somerton 3062 Victoria |
100,00 |
| China | ||
| Rep. Office Deceuninck NV China (Qingdao) | 128 Xiang Gang Dong Lu Shuang Long Yuan 3-2 -402 266071 Laoshan, Qingdao, Shandong |
100,00 |
In het kader van de financiële herstructurering worden de verplichtingen van de Groep onder de kredietovereenkomst gewaarborgd door het verstrekken van garanties en zekerheden over een groot deel van de activa van de Groep. Deze zekerheden zullen blijven bestaan tot de uiteindelijke vervaldatum van de leningen.
De belangrijkste zekerheden die worden verstrekt door de Belgische vennootschappen zijn als volgt:
De andere ondernemingen binnen de Groep hebben voornamelijk zekerheden verstrekt over hun onroerende goederen, schuldvorderingen en bankrekeningen, inventaris, machines en andere uitrusting en de aandelen die zij aanhouden in andere vennootschappen van de Groep. Er werd eveneens een zekerheid verstrekt over de materiële intellectuele eigendomsrechten. De Groep heeft ook een pand verstrekt over de aandelen die ze aanhoudt in Ege Profil. De Turkse dochtervennootschappen hebben geen garanties of zekerheden verleend in verband met de financiële herstructurering.
De volgende pagina's zijn uittreksels van het enkelvoudige jaarverslag en jaarrekening van Deceuninck NV. De integrale versie van de enkelvoudige jaarrekening en het jaarverslag zal beschikbaar zijn op eenvoudig verzoek en op de website binnen de termijnen zoals voorzien in het Wetboek van Vennootschappen. De enkelvoudige jaarrekening en jaarverslag zijn opgesteld volgens de Belgische wettelijke bepalingen dewelke aanzienlijk afwijken van de IFRS-boekhoudprincipes van toepassing op de geconsolideerde jaarrekening. Bij de enkelvoudige jaarrekening van Deceuninck NV werd door de commissaris een goedgekeurde verklaring zonder voorbehoud gegeven.
Het nettoresultaat van het boekjaar 2010 werd op de volgende wijze verkregen:
| In duizend euro | 2009 | 2010 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 205.502 | 222.551 |
| Bedrijfskosten | -213.240 | -209.825 |
| Bedrijfswinst (+) / verlies (-) | -7.738 | 12.726 |
| Financiële opbrengsten | 18.210 | 10.335 |
| Financiële kosten | -29.548 | -32.617 |
| Winst (+) / verlies (-) uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen |
-19.076 | -9.556 |
| Uitzonderlijke opbrengsten | 559 | 975 |
| Uitzonderlijke kosten | -594 | -480 |
| Winst (+) / verlies (-) van het boekjaar | -19.111 | -9.061 |
| Onttrekking aan de uitgestelde belastingen | 77 | 323 |
| Belastingen op het resultaat | -107 | -68 |
| Winst (+) / verlies (-) van het boekjaar | -19.141 | -8.806 |
| Onttrekking aan de belastingvrije reserves | 150 | 629 |
| Te bestemmen winst (+) / verlies (-) van het boekjaar |
-18.991 | -8.177 |
De stijging van de bedrijfsopbrengsten met 17,05 miljoen euro kan voornamelijk worden verklaard door een stijging van de omzet met 8,43%. Een stijging van de omzet in België en Italië contrasteerde met een daling van het zakencijfer in Spanje en Nederland. In België overschreed de omzet het niveau van voor de crisis, met een nooit eerder gezien record. Niettemin zijn de bedrijfskosten gedaald met 3,42 miljoen euro. Deze daling kan worden verklaard doordat het bedrijfsresultaat vorig jaar negatief beïnvloed werd door kosten van herstructureringen. Deze kosten bedroegen 1,33 miljoen euro voor operationele herstructureringen, en 16,82 miljoen euro voor kosten van schuldherschikking.
Het te bestemmen resultaat van het boekjaar bedraagt -8,18 miljoen euro verlies ten opzichte van -18,99 miljoen euro verlies in het vorig boekjaar.
| In duizend euro | 2009 | 2010 | |
|---|---|---|---|
| Oprichtingskosten | 3.850 | 3.163 | |
| Immateriële vaste activa | 2.611 | 1.963 | |
| Materiële vaste activa | 31.915 | 27.959 | |
| Financiële vaste activa | 370.266 | 370.080 | |
| Vaste activa | 408.642 | 403.165 | |
| Voorraden | 18.344 | 20.210 | |
| Handelsvorderingen | 63.656 | 68.600 | |
| Overige vorderingen | 7.130 | 32.379 | |
| Kas en kasequivalenten | 3.177 | 2.188 | |
| Overige vlottende activa | 589 | 1.182 | |
| Vlottende activa | 92.896 | 124.559 | |
| Totaal activa | 501.538 | 527.724 | |
| Geplaatst kapitaal | 42.495 | 42.495 | |
| Uitgiftepremies | 50.480 | 50.480 | |
| Reserves | 12.369 | 11.741 | |
| Overgedragen resultaat | -17.989 | -26.166 | |
| Kapitaalsubsidies | 1.000 | 500 | |
| Eigen vermogen | 88.355 | 79.050 | |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 2.143 | 2.123 | |
| Schulden op meer dan één jaar | 139.277 | 87.441 | |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 266.658 | 356.172 | |
| Overige passiva | 5.105 | 2.938 | |
| Schulden | 411.040 | 446.551 | |
| Totaal passiva | 501.538 | 527.724 |
De belangrijkste mutaties betreffen:
Overeenkomstig artikel 556 van het Wetboek van vennootschappen heeft de buitengewone algemene vergadering van de vennootschap op 26 juni 2009 haar goedkeuring verleend aan alle bepalingen die rechten toekennen aan derden die een invloed hebben op het vermogen van de vennootschap, dan wel een schuld of een verplichting te haren laste doen ontstaan, wanneer de uitoefening van deze rechten afhankelijk is van een openbaar bod op de aandelen van de vennootschap of van een wijziging van controle die op haar wordt uitgeoefend (de Bepalingen inzake Controlewijziging) voorzien in de financieringsovereenkomsten afgesloten op 11 september 2009 ter herstructurering van de schuldfinanciering van de vennootschap, meer in het bijzonder, (i) de kredietovereenkomst ter herfinanciering met onder andere Dexia Bank Belgium NV/SA, ABN AMRO Bank NV, Brussels bijkantoor, Fortis Bank SA/NV, ING Belgium NV en KBC BANK NV en/of de verbonden ondernemingen van deze financiële instellingen en (ii) de overeenkomst inzake de wijziging aan de notes uitgegeven door de vennootschap, en (iii) alle andere documenten die verband houden met de overeenkomsten waarnaar verwezen wordt in (i) en (ii).
Met betrekking tot de aanduiding van de Code inzake deugdelijk bestuur en de omschrijving en de onderbouw van de delen van de Code waarvan wordt afgeweken, wordt verwezen naar het Corporate Governance Charter en naar het geconsolideerd jaarverslag. Beide zijn te raadplegen op de website van Deceuninck (www.deceuninck.com).
Voor de beschrijving van de belangrijkste kenmerken van interne controle- en risicobeheersystemen van de vennootschap in verband met het proces van financiële verslaggeving en de samenstelling en werking van de bestuursorganen en hun comités wordt verwezen naar de Verklaring inzake Deugdelijk bestuur en naar het geconsolideerd jaarverslag. Dit is eveneens terug te vinden is op de website van Deceuninck (www.deceuninck.com).
Voor de volledige informatie in verband met belangenconflicten en vermeldingen in het kader van het KB van 14 november 2007 wordt verwezen naar het statutair jaarverslag dat kan geconsulteerd worden op www.deceuninck.com.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering der aandeelhouders van de naamloze vennootschap Deceuninck over de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2010
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Deceuninck NV en haar dochterondernemingen (samen "de Groep") over het boekjaar afgesloten op 31 december 2010, opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. Deze geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans afgesloten op 31 december 2010, de geconsolideerde resultatenrekening, het overzicht van de geconsolideerde gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2010, alsook het overzicht van de belangrijkste waarderingsregels en andere toelichtingen. Het geconsolideerde balanstotaal bedraagt € 471.394 duizenden en de geconsolideerde winst van het boekjaar, aandeel van de Groep, bedraagt € 8.378 duizenden.
Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels, en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de Groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde
jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van de Groep. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels en van de consolidatiegrondslagen, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door de Groep, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de Groep de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Groep per 31 december 2010, en van zijn resultaten en kasstromen voor het boekjaar afgesloten op die datum, in overeenstemming met de IFRS zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerd jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur.
Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
• Het geconsolideerd jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen worden geconfronteerd, alsook van hun positie, hun voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op hun toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Diegem, 30 maart 2011
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba Commissaris Vertegenwoordigd door
Marc Van Hoecke Vennoot
Ref: 11/MVH/0051
De ondergetekenden verklaren dat:
De raad van bestuur
Deceuninck Pty. Ltd. 142 Freight Drive Somerton 3062 Victoria Tel: +61 3 93 088 300 – Fax: +61 3 93 037 548 email: [email protected]
België
Deceuninck NV – maatschappelijke zetel Plastics Deceuninck NV Brugsesteenweg 374 8800 Roeselare Tel: +32 51 239 206 – Fax: +32 51 245 454
Deceuninck NV – exploitatiezetel Fin-Tonic NV (in vereffening) Deceuninck Coordination Center NV Bruggesteenweg 164 8830 Hooglede – Gits Tel: +32 51 239 211 – Fax: +32 51 227 993 www.deceuninck.com e-mail: [email protected]
Deceuninck NV – Divisie Compound Cardijnlaan 15 8600 Diksmuide Tel: +32 51 502 021 – Fax: +32 51 504 948 Detajoint NV (in vereffening) Bruggesteenweg 164 8830 Hooglede – Gits Tel: +32 51 239 211 – Fax: +32 51 227 993 www.detajoint.be e-mail: [email protected]
Deceuninck d.o.o. Magistralni put bb 75300 Lukavac Tel: +387 35 550315 – Fax: +387 35 550316 e-mail: [email protected] [email protected]
Deceuninck Bulgaria EOOD 41, Sankt Peterburg Blvd. 4000 Plovdiv Tel: +359 32 63 72 95 – Fax: +359 32 63 72 96 e-mail: [email protected]
Rep. Office Deceuninck NV China (Qingdao) 128 Xiang Gang Dong Lu Shuang Long Yuan 3-2-402 266071 Laoshan, Qingdao, Shandong Tel: +86 532 858 903 57 – Fax: +86 532 858 903 52 email: [email protected] [email protected]
Inoutic / Deceuninck GmbH Deceuninck Holding Germany GmbH Bayerwaldstraße 18 94327 Bogen Tel: +49 94 22 821 0 – Fax: +49 94 22 821 379 www.inoutic.com e-mail: [email protected]
Deceuninck SAS Zone Industrielle – Impasse des bleuets 80700 Roye Tel: +33 3 22 876 666 – Fax: +33 3 22 876 667 e-mail: [email protected]
Eurisk RE Ltd. (in vereffening) Deceuninck Ireland Unltd. 4th floor, 25-28 Adelaide Road Dublin 2 Tel.: + 353 1 605 3021 – Fax: +353 1 605 3010
Deceuninck Italia SRL Piazza della Concordia, 6 56025 Pontedera (Pl) Tel: +39 0587 59920 – Fax: +39 0587 54432 e-mail: [email protected]
Rep. Office Deceuninck NV Kazachstan (Almaty)
Kazachstan
Tel – Fax: +7 727 395 15 63 e-mail: [email protected]
Mynbaeva street, 46 480057 Almaty
Deceuninck d.o.o. Industrijska ulica 3 10370 Dugo Selo (Zagreb) Tel.: +385 1 278 1350 – Fax: +385 1 278 1351 e-mail: [email protected]
Deceuninck Baltic UAB Saltoniškių str. 29/3 LT08105 Vilnius Tel: +370 37 33 88 44 – Fax: +370 37 33 88 45 e-mail: [email protected]
Deceuninck Kunststof BV Deceuninck Beheer BV Prins Bernhardplein 200 1097JB Amsterdam e-mail: [email protected]
Rep. Office Deceuninck NV Oekraïne Forum Business City 13 Pimonenko st. office 6A/28 04050 Kiev Tel: +38 044 461 79 92 – Fax: +38 044 461 79 94 e-mail: [email protected]
Deceuninck Polska Sp. z o.o. – maatschappelijke zetel Profil System Sp. z o.o. – maatschappelijke zetel (in vereffening) Jasin, Ul. Poznanska 34 62-020 Swarzedz Tel: +48 61 81 87000 – Fax: +48 61 81 87001 e-mail: [email protected]
Deceuninck Romania SRL Traian Str. n°2, Bloc F1, Scara 4, etaj 8, ap. 24, Sector 3 Boekarest Tel: +40 21 327 49 52 – Fax: +40 21 323 52 90 e-mail: [email protected]
Deceuninck Rus OOO – maatschappelijke zetel Rep. Office Deceuninck NV Moskou Krzhizhanovkogo str., 6 117292 Moskou Tel: +7 495 642 87 95 – Fax: +7 495 642 87 96 e-mail: [email protected]
Deceuninck Rus OOO – exploitatiezetel pr. Naumova, 5 142281 Protvino, Moskou Regio Tel: +7 4967 31 12 44 – Fax: +7 4967 31 04 86
Noord-Rusland Rizhsky prospekt, 41, G, floor 2, room 213 190020 Sint-Petersburg Tel-Fax: +7 812 644 43 89 e-mail: [email protected]
Centraal-Rusland (Wolga) Sovetskoy army street, 180-1, office 807 443090 Samara Tel-Fax: +7 846 927 91 56 e-mail: [email protected]
Russische Verre Oosten Voronezhskaya str., 144 680042 Khabarovsk Tel-Fax: +7 4212 76 42 45 e-mail: [email protected] Zuid-Rusland Tekucheva str., 234, office 10 344000 Rostov-on-Don Tel-Fax: +7 8632 18 11 79 e-mail: [email protected]
Oeral Tsceluskintsev str., 2, office 93A 620014 Ekaterinburg Tel-Fax: +7 343 247 1095 e-mail: [email protected]
Siberië Sovietskaya street, 64, office 807 630091 Novosibirsk Tel-Fax: +7 383 236 25 83 e-mail: [email protected]
Deceuninck d.o.o. Kruzni put bb 11309 Beograd-Lestane Tel: +381 11 3443217 – Fax: +381 11 2442343 e-mail: [email protected]
Deceuninck NV Sucursal en España Avda. de la Industria, 1007 Pol. Ind. Antonio del Rincón 45222 Borox – Toledo Tel: +34 902 209 001 – Fax: +34 902 209 002 e-mail: [email protected]
Deceuninck (Thailand) Co. Ltd. Asia Profile Holding Co. Ltd. 2/3 Bangna Tower A, 17 Fl., Rm. # 1704B Moo 14, Bangna-Trad, Km. 6.5, Bangkaew, Bangplee, Samutprakarn 10540 Tel: +66 2 751 9544-5 – Fax: +66 2 751 9546 e-mail: [email protected]
Deceuninck spol. s r. o. Vintrovna 23 664 41 Popůvky Tel: +420 547 427 777 – Fax: +420 547 427 788 e-mail: [email protected]
Ege Profil Ticaret ve Sanayi AS (productie) Ege Pen AS A.O.S.B 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir Tel: +90 232 398 98 98 – Fax: +90 232 376 71 63 e-mail: [email protected]
Winsa (productie) Sarımese Beldesi Kızılcıklık Mah.İnönü Cad. Suadiye Yolu üzeri No:1 41320 Sarımeşe / Kartepe /Kocaeli Tel: +90 262 371 57 27 – Fax: +90 262 371 57 28 e-mail: [email protected]
Ege Pen Deceuninck İzmir Ege Pen AS A.O.S.B 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir Tel: +90 232 398 98 98 – Fax: +90 232 398 99 83 e-mail: [email protected]
Winsa Izmir
A.O.S.B 10003 Sokak No:5 35620 Cigli – Izmir Tel: +90 232 328 11 37 – Fax: +90 232 328 11 39 e-mail: [email protected]
Ege Pen Deceuninck Istanbul Rüzgarlıbahçe Cad. Yeni Parseller Sokak Impa Plaza No:6 K:2 Kavacık/Beykoz/Istanbul Tel: +90 216 537 13 60 – Fax: +90 216 537 13 64
Winsa Istanbul Hal Yolu Caddesi No: 5 Bay Plaza Kat: 12 34752 Kozyatagi – Kadiköy / Istanbul Tel: +90 216 574 58 65 – Fax: +90 216 574 10 53
Ege Pen Deceuninck Ankara Turan Günes Bulvarý 708 Sokak No:14 D:6 06550 Yıldız /Çankaya/Ankara Tel: +90 312 440 16 15 – Fax: +90 312 441 11 18
Winsa Ankara Turan Günes Bulvarı 708 Sokak No:14 D:8 06550 Yıldız/Çankaya/Ankara Tel: +90 312 442 83 60 – Fax: +90 312 442 71 11
Ege Pen Deceuninck Adana Belediye Evleri Mah.Turgut Özal Bulvarı No:245 Aysun Mercimek Apt. K:1 D:1 Çukurova/Adana Tel: +90 322 247 23 90 – Fax: +90 322 247 23 85
Winsa Adana Belediye Evleri Mah.Turgut Özal Bulvarı No:245 Aysun Mercimek apt. K:1 D:2 Çukurova/Adana Tel: +90 322 247 23 80 – Fax: +90 322 247 23 81
Deceuninck Ltd. Status Systems PVCu Ltd. Range Valley Extrusions Ltd. Deceuninck Holdings (UK) Ltd.
Unit 2, Stanier Road – exploitatiezetel Porte Marsh Industrial Estate Calne – Wiltshire SN11 9PX Tel: +44 1249 816 969 – Fax: +44 1249 815 234 e-mail: [email protected]
2 Temple Back East – maatschappelijke zetel Temple Quay Bristol BS1 6EG
Deceuninck North America LLC Deceuninck North America Inc. 351 North Garver Road Monroe, 45050 Ohio Tel: +1 513 539 4444 – Fax: +1 513 539 5404 e-mail: [email protected]
| 1 | REBITDA | Recurring earnings before interest, taxes, depreciation, amortization and provisions for liabilities and charges Courant resultaat vóór financieel resultaat, belastingen, afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen = courante bedrijfscashflow |
|---|---|---|
| 2 | EBITDA | Earnings before interest, taxes, depreciation, amortization and provisions for liabilities and charges Resultaat vóór financieel resultaat, belastingen, afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen = bedrijfscashflow |
| 3 | EBITA | Earnings before interest, taxes and amortization Resultaat vóór financieel resultaat, belastingen en waardeverminderingen op goodwill |
| 4 | EBIT | Earnings before interest and taxes Resultaat vóór belastingen en financieel resultaat = operationeel resultaat of bedrijfsresultaat |
| 5 | EBT | Earnings before taxes Resultaat vóór belastingen |
| 6 | EPS (non-diluted) | Earnings per share = gewone winst per aandeel |
| 7 | EPS (diluted) | Earnings per share = verwaterde winst per aandeel |
| 8 | Nettoschuld | Financiële schulden - liquide middelen |
| 9 | Werkkapitaal | Klanten + voorraden – leveranciers |
| 10 | Liquiditeit | Vlottende activa/schulden op korte termijn |
| 11 | Roce = ebit /Capital Employed (CE) |
Bedrijfsresultaat ten opzichte van de ingezette middelen (kapitaalgebruik) |
| 12 | Kapitaalgebruik (CE) | De som van goodwill, immateriële, materiële en financiële vaste activa en werkkapitaal |
| 13 | Dochterondernemeningen | Ondernemingen met een participatie hoger dan 50% |
| 14 | Geassocieerde ondernemingen | Ondernemingen met een participatie tussen 20-50% en gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode |
| 15 | Gearing | Netto financiële schuld ten opzichte van het eigen vermogen |
| 16 | MTM | Marked-to-Market Marktwaardering |
| Dit jaarrapport is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels. | Deceuninck NV |
|---|---|
| Ce rapport annuel est disponible en néerlandais, francais et anglais. | Maatschappelijke zetel: |
| This annual report is available in Dutch, French and English. | Brugsesteenweg 374 – 8800 Roeselare (België) |
| Exploitatiezetel: | |
| Verantwoordelijke uitgever | Bruggesteenweg 164 – 8830 Hooglede-Gits (België) |
| Ann Bataillie | Tel. +32 51 23 92 11 – Fax +32 51 22 79 93 |
| Directeur Juridische Zaken | BTW BE 0405.548.486 – RPR Kortrijk |
| Copyright © 2011 Deceuninck NV – Alle rechten voorbehouden | [email protected] www.deceuninck.com |
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.