Annual Report • May 15, 2018
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
| 1. AAN ONZE AANDEELHOUDERS 3 |
|---|
| 2. GECONSOLIDEERD EN STATUTAIR JAARVERSLAG 2017 VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN OPTION NV 4 |
| 3. FINANCIEEL OVERZICHT 27 |
| 4. FINANCIEEL VERSLAG - IFRS 30 |
| 5. VERKLARING VAN DE COMMISSARIS 82 |
| 6. ENKELVOUDIGE JAARREKENING OPTION NV EN TOELICHTING (VERKORTE VERSIE) 87 |
| 7. INVESTOR RELATIONS EN FINANCIELE KALENDER 94 |
| 8. VERKLARING VERANTWOORDELIJKE PERSONEN 96 |
| 9. BEDRIJFSWIJZER, STAND PER EINDE 2017 97 |
| 10. VERKLARENDE WOORDENLIJST 98 |
| 11. SOCIALE VERANTWOORDELIJKHEID 99 |
Beste aandeelhouders van Option,
Ongeveer een jaar geleden heb ik me verbonden aan een noodreddingsoperatie voor dit 'ooit grote' technologiebedrijf dat al jarenlang het recept van winstgevende groei en dus het creëren van aandeelhouderswaarde, had verloren.
Aanvankelijk leek dit een moeilijke taak, maar als we terugkijken naar de vooruitgang die we vorig jaar hebben geboekt, blijf ik optimistisch dat we deze geweldige uitdaging tot een goed einde kunnen brengen. De enorme last van geaccumuleerde financiële schulden - meer dan € 35 miljoen in totaal - die de onderneming deed stikken, kan worden weggevaagd door volledige omzetting in kapitaal bij de komende buitengewone aandeelhoudersvergadering van 22 mei.
Dit zal onvermijdelijk hebben geleid tot een substantiële verwatering van ons aandeel, maar het bedrijf kan overleven en komt vrijwel vrij van financiële schulden op lange termijn.
Ik ben dan ook erg dankbaar voor deze opportuniteit om onze vele trouwe aandeelhouders te bedanken voor hun voortdurende steun tijdens deze moeilijke tijden! Samen met wat aanvullend kapitaal dat door onze referentieaandeelhouders wordt verschaft, kan en zal Option 'leaner en meaner' en 'capabeler' zijn dan ooit tevoren, en klaar zijn om de uitdagingen aan te gaan die voor ons liggen.
Verder is een nieuw topmanagementteam onder leiding van Guy Coen geïnstalleerd en gemachtigd om de strategie voor Option NV in de toekomst te heroverwegen en opnieuw te kalibreren. Uiteindelijk is dat waar en hoe echte en duurzame aandeelhouderswaarde wordt gecreëerd.
Toch zou het onverstandig zijn om in dit stadium voortijdig de overwinning uit te roepen, omdat er nog steeds moeilijke obstakels in het verschiet liggen. De eerste zal zijn om ons reddingsproces af te ronden met een kredietlijn van rond € 2 miljoen extra voor historische niet-financiële schulden en herstructureringskosten, evenals voor de groeiende behoefte aan werkkapitaal.
Dit was een jaar geleden bekend en verwacht, maar we onderschatten de zeer strenge eisen van commerciële banken om de negatieve eigen vermogenspositie van Option NV positief te maken voordat nieuwe kredietfaciliteiten beschikbaar zouden kunnen worden gesteld.
Simpel gezegd, en om een faillissementsprocedure te voorkomen, werd Option gedwongen samen te smelten met een grotere structuur om te kunnen overleven. We concludeerden dat de dagen van onze historische centralistische (CloudGate) device strategie zijn geteld en dat we een meer klantgerichte en meer oplossingsgerichte bedrijfsstrategie moeten gebruiken om te overleven. Het idee van een fusie met de Crescent-groep was geboren.
Dus hier staan we aan het begin van een nieuw tijdperk waarin Option het aandelenkapitaal van Crescent NV verwerft door een "opslorping" om volledige end-to-end IOT-integratiecapaciteiten te kunnen uitrollen, inclusief netwerkontwerpdiensten, connectiviteitsdiensten en softwareoplossingen evenals volledige installatie- en onderhoudsdiensten. Bovendien worden slimme verlichtingsoplossingen in de portefeuille opgenomen. Dit alles zal een krachtig recept zijn voor waardecreatie, niet alleen vanwege substantiële schaalvoordelen, maar nog belangrijker, vanwege een oplossingsportfolio die het volledige IOT-spectrum overspant.
Deze schaalvoordelen kunnen ons snel naar een positief rebitda-territorium brengen, terwijl een verbeterd spectrum van diensten en IOT-oplossingen ons nieuwe klanten kan brengen die nodig zijn om over te stappen naar een marktgerichte onderneming in plaats van een technologiecentrische onderneming. Dit zal ongetwijfeld een lange en moeilijke reis zijn geweest, maar de beloning zal meer zijn dan alleen maar 'overleven' of 'ontwijken ". De hele Crescent / Option-community staat klaar om te presteren en duurzame winstgevende groei te realiseren.
Bedankt voor je ondersteuning. We zullen er alles aan doen om uw geduld de komende jaren de moeite waard te maken!
Eric Van Zele Niet-uitvoerend Voorzitter
Dames en Heren, Geachte Aandeelhouders,
Wij stellen u hierbij ons verslag voor inzake de statutaire en geconsolideerde resultaten van Option NV (verder ook de "Vennootschap" genoemd) betreffende het boekjaar dat op 31 december 2017 eindigde.
De geconsolideerde resultaten bevatten de financiële rekeningen van de moedervennootschap Option NV en al haar dochtervennootschappen gehouden tot het einde van de financiële periode: Option Wireless Ltd. (Cork, Ierland), Option Germany GmbH (Augsburg, Duitsland), Option Inc. (Carol Stream, IL, Verenigde Staten van Amerika), Option Wireless Japan KK (Tokyo, Japan), Option Wireless Hong Kong Limited (Hong Kong, China), Option Wireless Technology Co. Ltd. (Suzhou, China), Option Wireless Hong Kong Limited Taiwan Branch (Taipei, Taiwan) (gezamenlijk "Option" of de "Groep"). Intragroep verrichtingen werden geëlimineerd bij de consolidatie van de Vennootschappen.
Hierbij willen wij vermelden dat de enige vennootschap die nog operationele activiteiten voert de moedervennootschap Option NV is, alle andere vennootschappen zijn niet langer operationeel en zullen worden gesloten. De vennootschap heeft geen bijkantoren.
Voor een gedetailleerd overzicht betreffende de geconsolideerde resultatenrekening en de balans, verwijzen we naar het financieel verslag dat volgt.
De meest opvallende elementen van het geconsolideerd resultaat kunnen als volgt worden samengevat in k€ (duizend EUR):
| 2017 | 2016 | |
|---|---|---|
| Omzet voor het volledige jaar | 5 246 | 4 210 |
| Bruto marge: | 2 700 | 1 913 |
| Totale bedrijfskosten: | (4 623) | (7 502) |
| EBIT: | (1 923) | (5 589) |
| EBITDA: | (1 424) | (4 274) |
| Financieel resultaat | (12 167) | (2 673) |
| Resultaat voor belastingen: | (14 090) | (8 262) |
| Resultaat van stopgezette activiteiten | 0 | 340 |
| Net result: | (14 090) | (7 921) |
De opbrengsten voor het jaar 2017 bedroegen € 5,2 miljoen in vergelijking met € 4,2 miljoen tijdens 2016. De CloudGate opbrengsten stegen in 2017 met 57% in vergelijking met vorig jaar. De totale productomzet steeg echter maar met 30% in vergelijking met vorig jaar, omdat naast de stijging in CloudGate opbrengsten, de opbrengsten uit embedded modules en apparaten verder afnamen. De inkomsten uit engineeringdiensten stegen met € 0,2 miljoen.
De brutomarge voor het jaar 2017 was 51,5% van de totale opbrengsten in vergelijking met een brutomarge van 45,4% in 2016. De genormaliseerde brutomarge, dwz de brutomarge exclusief de terugname op waardevermindering op voorraden van k€ (227), bedroeg in 2017 47,1% in vergelijking met een genormaliseerde brutomarge van 55,9% in 2016, exclusief een waardevermindering op voorraden van k€ 440.
In 2017 daalden de bedrijfskosten met € 2,9 miljoen van € 7,5 miljoen in 2016 tot € 4,6 miljoen in 2017. Het bedrijf zal zijn strategie voor kostenbesparende maatregelen en schuldherstructurering verder voortzetten.
Het financieel resultaat is gedaald van € (2,7) miljoen in 2016 naar € (12,2) miljoen in 2017, voornamelijk als gevolg van een financiële kost van € 12,3 miljoen betreffende de gewijzigde voorwaarden van de converteerbare obligatieleningen in 2017. Aangezien de voorwaarden van de converteerbare obligaties werden gewijzigd opdat vervroegde conversie wordt bevorderd, moet er volgens IFRS een berekening gebeuren van de bijkomende waarde die zou gecreëerd worden voor de potentiële aandeelhouders. De wijziging in voorwaarden zorgen ervoor dat de begunstigden bijkomende aandelen zouden verkrijgen op het moment van de conversie. Dit heeft tot gevolg dat de conversieoptie (zijnde het eigen-vermogenscomponent geboekt in eigen vermogen) meer waard wordt, omdat de onderneming mogelijk meer aandelen zal moeten uitgeven. Aldus wordt deze bijkomende waarde voor de begunstigden berekend (op basis van de bijkomende potentiële aandelen vermenigvuldigd met de koers van het aandeel op datum van de wijziging) en vertegenwoordigt een financiële kost in resultaat. Dit is een pure boekhoudkundige boeking om de potentiële aandelen te kunnen waarderen, en heeft dus geen enkel effect op de cash positie van de vennootschap.
EBIT in 2017 bedroeg € (1,9) miljoen vergeleken met € (5,6) miljoen in 2016
EBITDA in 2017 bedroeg € (1,4) miljoen vergeleken met € (4,3) miljoen het jaar voordien.
De kaspositie daalde van k€ 774 op het einde van het jaar 2016 naar k€ 480 op het einde van het jaar 2017. Van de twee overbruggingskredieten toegezegd in 2017, respectievelijk voor een totaal van € 2,6 miljoen en een totaal van € 1,625 miljoen, was alleen van deze laatste op 31 december 2017 nog k€ 195 te ontvangen. Dit is ondertussen tevens volstort.
Het netto resultaat voor 2017 bedraagt € (14,1) miljoen of € (0,06) per gewoon of verwaterd aandeel. Dit in vergelijking met een netto resultaat van € (7,9) miljoen of € (0,08) per gewoon of verwaterd aandeel in 2016.
In 2017 werden 199 141 545 nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de omzetting van financiële schulden in eigenvermogensinstrumenten van de Vennootschap. Het aandelenkapitaal steeg met € 10 miljoen en de aandelenpremie met € 12,1 miljoen. Het totaal eigen vermogen bedroeg € (14,0) miljoen tegenover € (35,1) miljoen eind 2016. De financiële schulden zijn gedaald van € 29,1 miljoen eind 2016 tot € 9,2 miljoen eind 2017.
De immateriële vaste activa daalden van k€ 427 eind 2016 naar k€ 87. Alle ontwikkelingskosten werden in 2017 direct in de resultatenrekening opgenomen.
De handels- en overige schulden daalden met € 3,4 miljoen, komende van € 8,6 miljoen eind 2016. Nieuwe betalingsplannen zijn overeengekomen.
De bedrijfsopbrengsten voor het volledige jaar bedroegen € 5,4 miljoen, samengesteld uit een omzet van € 5,2 miljoen, een daling van voorraden van afgewerkte producten, goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering voor € (0,25) miljoen en gerecupereerde kosten van € 0,4 miljoen. Deze bedrijfsopbrengsten stegen in vergelijking met 2016, toen de opbrengsten € 4,7 miljoen bedroegen (samengesteld uit een omzet van € 4,2 miljoen, geactiveerde ontwikkelingskosten van € 0,4 miljoen, een daling van voorraden van afgewerkte producten, werk en lopende contracten voor € (0,6) miljoen en overige intragroeps opbrengsten en gerecupereerde kosten van € 0,8 miljoen).
De operationele kosten daalden van € 10,2 miljoen naar € 7,5 miljoen, resulterend in een negatief operationeel resultaat of EBIT van € 2,1 miljoen in vergelijking met een negatieve EBIT van € 5,5 miljoen in 2016.
De financiële opbrengsten bleven gelijk, zowel € 0,4 miljoen in 2016 alsook € 0,4 miljoen in 2017. Daar waar vorig jaar dit voornamelijk het resultaat was uit wisselkoers winsten betreft dit in 2017 een opbrengst uit kwijtschelding van intresten.
De financiële kosten daalden van € 2,8 miljoen in 2016 naar € 0,4 miljoen in 2017, vooral te wijten aan de daling in zowel interesten op de converteerbare obligaties, als bijzondere waardeverminderingen op de financiële activa en omrekeningsverschillen.
Ten gevolge van het bovenvermelde, wijzigde het nettoresultaat van een verlies van € 7,9 miljoen in 2016 naar een verlies van € 2,1 miljoen in 2017.
De immateriële vaste activa daalden van € 0,4 miljoen naar € 0,1 miljoen, vooral te wijten aan geen kapitalisatie van ontwikkelingskosten in 2017. De materiële vaste activa bleven quasi gelijk van k€ 20 naar k€ 23. De financiële vaste activa daalden van € 0,2 miljoen in 2016 naar € 0,1 miljoen in 2017, vooral te wijten aan de afwaardering van k€ 137 op de participatie in Autonet Mobile, Inc.
De voorraden daalden van € 0,6 miljoen naar € 0,4 miljoen, voornamelijk door een strikter beheer van het werkkapitaal.
De handels- en overige vorderingen daalden van € 7,4 miljoen in 2016 naar € 0,7 miljoen in 2017, ten gevolge van een verrekening van de intercompany balansen.
De liquide middelen daalden tijdens het boekjaar van € 0,7 miljoen in 2016 naar € 0,4 miljoen op het einde van 2017, waarbij de bijkomende financiering van € 4 miljoen mee in rekening is genomen, wat een cash burn van € 4,3 miljoen betekent.
De schulden op lange termijn daalden van € 28 miljoen in 2016 tot € 7,4 miljoen in 2017, hoofdzakelijk te wijten aan de inbreng van de bestaande converteerbare obligatieleningen die plaatsvonden in maart en juni van het jaar 2017.
De schulden op ten hoogste één jaar daalden van € 16,6 miljoen in 2016 naar € 8,9 miljoen aan het einde van 2017 ten gevolge van een verrekening van de intercompany balansen.
Op een balanstotaal van € 1,8 miljoen bedroeg het totale eigen vermogen € (14,9) miljoen op 31 december 2017.
De enkelvoudige statutaire jaarrekening van de Vennootschap (volgens Belgische boekhoudregels) toont voor het boekjaar 2017 een nettoverlies van € 2,1 miljoen, ten opzichte van een nettoverlies van € 7,9 miljoen gerealiseerd in 2016.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van € 2,1 miljoen over 2017 toe te voegen aan het overgedragen verlies van de vorige boekjaren.
| Resultaatverwerking - verkort schema (conform de Belgische boekhoudnormen) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 31 december - in k€ (duizend EUR) | 2017 | 2016 | |||
| Overgedragen winst / (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | ( 45 914) | ( 38 020) | |||
| Te bestemmen winst / (te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 2 124) | ( 7 894) | |||
| Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken verliessaldo) | ( 48 038) | ( 45 914) |
Option heeft al meer dan 30 jaar ervaring in het ontwerp van hoog kwalitatieve draadloze producten. De indrukwekkende knowhow en infrastructuur rond RF en EMC ontwerp binnen Option laten toe om klanten te ondersteunen bij het ontwerp en/of de precertificatie van draadloze producten teneinde een groter bereik, een grotere autonomie en/of een kleinere vormfactor te bereiken.
Het belangrijkste eigen product naast de bovengenoemde engineering services is CloudGate. Deze intelligente combinatie van IoT Gateway en Applicatie Platform in een compacte industrial grade box laat toe om op een eenvoudige en snelle manier IoT en M2M oplossingen te bouwen. CloudGate onderscheidt zich op een aantal vlakken van andere producten in dit domein:
Daarnaast biedt CloudGate ook out-of-the box interfaces naar vele bestaande IoT cloud platformen en biedt het een eenvoudige manier om grote installaties van op afstand te beheren via CloudGate Universe.
Los van bovenstaande technische elementen onderscheidt Option zich ook door het bouwen van sterke strategische partnerships met eindklanten, systeemintegratoren, resellers en distributeurs met toegevoegde waarde, technologie aanbieders en netwerk operatoren.
Dit alles maakt het CloudGate klanten mogelijk om zeer snel IoT oplossingen op de markt te zetten, waarbij de klant zich kan focussen op zijn verticale kern competenties, daarbij vertrouwend op de robuuste, bewezen en zeer veilige communicatie- en applicatie-infrastructuur van CloudGate en CloudGate Universe.
Het voorbije jaar is Option begonnen met het verder ondersteunen van zijn klanten naar totaaloplossingen toe, als uitbreiding van de positie als een louter gateway aanbieder. Zo werden er verschillende sensoren en multi-sensor boxes ontwikkeld voor toepassing in smart metering, anti-diefstal preventie voor kostbare assets, veiligheid van fietsers, monitoring van luchtkwaliteit, monitoring van verkeersstromen, op afstand bedienen en beheren van machines en nog veel meer.
Op datum van dit verslag werden in 2018 verschillende bijkomende brugfinancieringen bekomen:
Op datum van dit verslag is de financiering door Sainte Catherine nog te ontvangen. Alle andere overbruggingen zijn ontvangen. Alle bovenvermelde financiële schulden en leningen zullen worden aangeboden voor inbreng in het kapitaal van de Vennootschap aan 2 cent per aandeel, mits goedkeuring van de aandeelhouders.
Op 2 mei 2018 werd de Buitengewone Algemene Vergadering samengeroepen om enerzijds de resterende uitstaande financiële schulden (€ 11.300.116,81) in te brengen in het kapitaal van de Vennootschap, en anderzijds 100% van de aandelen van Crescent Nv in te brengen (€ 10.125.000), telkens aan 2 cent per aandeel. Vermits het aanwezigheidsquorum niet gehaald werd, zal de Buitengewone Algemene Vergadering opnieuw samenkomen op 22 mei 2018.
De inbreng van de schuldvorderingen en de inbreng van de aandelen zal worden vergoed door een totale uitgifte van 1.071.255.834 nieuwe aandelen in de Vennootschap.
Tot slot kondigde Option de volgende wijziging aan binnen de Raad van Bestuur:
Op 20 februari 2018 heeft de heer Jan Callewaert de Vennootschap ingelicht ontslag te nemen als bestuurder van de Vennootschap.
Ondanks de € 2,1 miljoen aan bijkomende financieringen die reeds werden ontvangen en toegezegd in 2018 blijft de huidige kaspositie beperkt. We refereren naar de sectie 'BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN DIE PLAATSVONDEN NA AFLOOP VAN HET BOEKJAAR' voor verdere informatie omtrent de 2018 bijkomende financieringen. De Raad van Bestuur beslist om de financiële informatie op te stellen volgens het continuïteitsbeginsel, gezien:
Voornoemde evoluties laten toe om een liquiditeitsplan in het vooruitzicht te stellen voor de komende veertien maanden dat de nieuwe groep na de overname van Crescent in een nieuwe, grotere dimensie duwt en haar toelaat aan haar kasbehoeften te voldoen mits de verderzetting van lopende afbetalingsplannen.
De belangrijkste aspecten van het beleid van de Vennootschap inzake corporate governance worden uiteengezet in het Corporate Governance Charter van Option NV (het 'Charter', dat beschikbaar is op www.option.com).
Option hanteert het "pas toe of leg uit" systeem met betrekking tot volgende onderwerpen:
De statuten bepalen dat de Raad van Bestuur ten minste drie en hoogstens negen leden telt, die voor een termijn van hoogstens zes jaar door de Algemene Vergadering van aandeelhouders benoemd worden. In overeenstemming met de principes van de Code worden de bestuurders van de Vennootschap voor een maximumduur van vier jaar benoemd, met uitzondering van de heer Raju Dandu die voor een termijn van zes jaar is benoemd. De Raad van Bestuur dient ten minste drie onafhankelijke bestuurders te bevatten.
| Eric Van Zele, niet-uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Raju Dandu, niet-uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder | |||||
| Quaerens comm.v., vertegenwoordigd door de heer Peter Cauwels, niet-uitvoerend, |
|||||
| onafhankelijk bestuurder | |||||
| Innoprove BVBA, vertegenwoordigd door de heer Guy Coen, uitvoerend bestuurder | |||||
| Crescemus BVBA, vertegenwoordigd door de heer Pieter Bourgeois, niet-uitvoerend, niet | |||||
| onafhankelijk bestuurder | |||||
| Jan Callewaert, niet-uitvoerend, niet-onafhankelijk bestuurder (tot 20 februari 2018) |
Tijdens 2017 hebben 2 onafhankelijke bestuurders ontslag genomen uit de Raad van bestuur:
Omwille van deze ontslagen heeft de Raad van bestuur nodige stappen genomen om bijkomende onafhankelijke bestuurders aan te trekken. De Vennootschap verwacht hierover resultaat kort na de algemene vergadering.
Tot slot is de Raad van Bestuur zich bewust van de Wet van 28 juli 2011 die voorschrijft dat elke beursgenoteerde vennootschap gepaste maatregelen dient te nemen om te verzekeren dat binnen het wettelijke tijdsbestek de Raad van Bestuur samengesteld is uit ten minste één derde vrouwelijke bestuurders. In het kader van de gendergelijkheid is het de intentie van de Vennootschap om te gepaste tijde (uiterlijk tegen 2019) twee vrouwelijke bestuurders te benoemen. Verschillende stakeholders van de Vennootschap werden al benaderd om potentiële vrouwelijke kandidaatbestuurders af te vaardigen naar Option om zo aan deze criteria te kunnen voldoen.
In 2017 kwam de Raad van Bestuur 20 keer samen.
| Naam | Bijgewoonde raden van bestuur | ||
|---|---|---|---|
| Aanwezigheid | % | ||
| Eric Van Zele (vanaf 7 maart 2017) | 11/11 | 100% | |
| FVDH Beheer BVBA (tot 27 mei 2017) | 11/12 | 92% | |
| Raju Dandu | 18/20 | 90% | |
| Crescemus BVBA (vanaf 7 maart 2017) | 18/18 | 100% | |
| Quaerens Comm.v. (vanaf 7 juli 2017) (1) | 7/7 | 100% | |
| Qunova BVBA (tot 7 maart 2017) | 9/9 | 100% | |
| Innoprove BVBA (vanaf 26 november 2017) | 1/1 | 100% | |
| Jan Callewaert | 19/20 | 95% | |
| Vermec NV (tot 7 juli 2017) (1) | 12/13 | 92% |
(1) Vermec NV werd op 7 juli 2017 vervangen door Quaerens Comm.v. maar beide vennootschappen werden vertegenwoordigd door dezelfde vertegenwoordiger, zijnde de heer Peter Cauwels.
In de loop van 2017 kwamen de niet-uitvoerende bestuurders regelmatig bijeen om de verhouding met de CEO en het Uitvoerend Management Team van de Vennootschap in zijn geheel te bespreken en permanent te evalueren. Dit evaluatieproces omvatte verschillende onderwerpen, zoals de werking van de raad en de comités, de bijdrage van elke bestuurder, de interactie met het uitvoerend management en de samenstelling van de raad of de comités.
De Raad van Bestuur oefende zijn bevoegdheden tijdens het boekjaar 2017 uit in overeenstemming met de beginselen die beschreven staan in het charter voor deugdelijk bestuur.
Naast zijn gewone activiteiten werkte de Raad van Bestuur intensief aan een verdere versterking van de strategie en diverse financieringsopties, ontwikkeld via een interactief proces tussen de raad en het management van Option.
Tijdens 2017 paste de Raad van Bestuur de belangenconflictprocedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen toe op 4 maart 2017 (in verband met de onderhandeling van een Term Sheet voor een brugfinanciering).
Er werd als volgt genotuleerd:
(vrije vertaling):
Voorafgaand aan de verdere bespreking van dit punt informeren de heer Jan Callewaert, de heer Raju Dandu, FVDH Beheer BVBA, vertegenwoordigd door de heer Francis Vanderhoydonck en Vermec NV, vertegenwoordigd door Peter Cauwels, de Raad overeenkomstig de bepalingen van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen dat zij als Obligatiehouder tegenstrijdig belang van monetaire aard kunnen hebben met de Vennootschap met betrekking tot de beslissingen die de Raad ter zake kan nemen.
Dit betekent dat deze bestuurders niet kunnen deelnemen aan een beslissing met betrekking tot de Term Sheet van Alychlo.
De secretaris deelt de Raad mee dat de advocaat van de Vennootschap heeft geadviseerd dat de Vennootschap niet kan beslissen door slechts één bestuurder (d.w.z. Qunova BVBA, vertegenwoordigd door Jan Vorstermans), zijnde de enige overgebleven bestuurder die geen potentieel belangenconflict heeft geuit.
Als gevolg hiervan is de term sheet niet besproken.
Tijdens 2017 paste de Raad van Bestuur de belangenconflictprocedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen toe op 6 maart 2017 (in verband met de kapitaalverhoging door inbreng in natura en de uitgifte van warrants 2017).
Er werd als volgt genotuleerd:
Voor de aanvang van de beraadslaging door de raad van bestuur worden neergelegd door of namens de volgende bestuurders
De heer CALLEWAERT Jan, Jozef, Alfons, wonend te 3000 Leuven, Vanden Tymplestraat 43 bus 5, met rijksregister nummer 56.06.07-065.70
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "VERMEC", gevestigd te 1800 Vilvoorde, Drie Kastelenstraat 60, RPR Brussel, Nederlandstalige afdeling met ondernemingsnummer 0473.749.780, BTW-plichtige, met als vaste vertegenwoordiger de heer CAUWELS Peter, Paul, wonend te 9310 Brugge, 's Heer Boudewijnsburg 22, met rijksregister nummer 73.02.26-061.27.
De heer DANDU Raju Satyanarayana, wonend te 305800 Sudbury CI, Farmington Hills, MI 48331-1368 (Verenigde Staten van Amerika), met BIS-register nummer 51.41.01-491.61
waarin zij de raad van bestuur ervan op de hoogte brengen dat zij de voorgenomen kapitaalverhoging door inbrengen in natura van schuldvorderingen die zij bezitten op de vennootschap, potentieel een belang van vermogensrechtelijke aard hebben dat strijdig is met de belangen van de vennootschap.
De heer CALLEWAERT Jan, Jozef, Alfons, wonend te 3000 Leuven, Vanden Tymplestraat 43 bus 5, met rijksregister nummer 56.06.07-065.70
De heer DANDU Raju Satyanarayana, wonend te 305800 Sudbury CI, Farmington Hills, MI 48331-1368 (Verenigde Staten van Amerika), met BIS-register nummer 51.41.01-491.61
waarin zij de raad van bestuur ervan op de hoogte brengen dat zij als uitvoerende of nietonafhankelijke bestuurders bij de voorgenomen kapitaalverhoging door uitgifte wan warranten, een potentieel een belang van vermogensrechtelijke aard hebben dat strijdig is met de belangen van de vennootschap.
Een exemplaar van deze verklaringen wordt aan dit proces verbaal gehecht in het document genaamd "BIJLAGE - Verklaringen inzake tegengesteld belang van vermogensrechtelijke aard" dat na te zijn gedateerd en ondertekend, voor "Ne varietur" wordt getekend door de instrumenterende notaris teneinde een integrerend onderdeel van dit proces verbaal te vormen. Betreffende bestuurders hebben niet deelgenomen aan de beraadslaging en besluitvorming inzake vermelde agendapunten.
De commissaris van de vennootschap zal van voornoemde verklaringen worden ingelicht door de betrokken bestuurders.
Conform de voorschriften van artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen zullen de betrokken bestuurders niet deelnemen aan de beraadslagingen en stemmingen over de agendapunten waarvoor zij hebben verklaard een potentieel belang te hebben van vermogensrechtelijke aard dat tegengesteld is aan de belangen van de vennootschap.
Tijdens 2017 paste de Raad van Bestuur de belangenconflictprocedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen toe op 7 november 2017 (in verband met en toegekende brugfinanciering door Alychlo NV en Eric Van Zele) Er werd als volgt genotuleerd:
Voorafgaand aan de verdere bespreking van dit punt, informeert Crescemus BVBA, vertegenwoordigd door de heer Pieter Bourgeois en Eric Van Zele, de raad van bestuur overeenkomstig de bepalingen van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen dat hij met betrekking tot de genoemde brugfinanciering een tegenstrijdig belang zou kunnen hebben van monetaire aard met de Vennootschap in verband met de beslissingen die de Raad ter zake kan nemen. De heer Pieter Bourgeois werkt als investor manager voor Alychlo die het overbruggingskrediet financiert. De heer Eric Van Zele is ook direct in conflict, omdat hij zelf of via een gecontroleerd bedrijf een deel van de nieuwe overbruggingslening zal financieren. Dit betekent dat deze bestuurders niet kunnen deelnemen aan een beslissing in verband met de overbruggingsfinanciering.
De Raad van Bestuur beslist dat de voorwaarden voor de nieuwe overbruggingsfinanciering van € 1,75 miljoen gelijk zijn aan nulrente en zullen worden voorgesteld om te kunnen worden ingebracht onder dezelfde voorwaarden als overeengekomen met de meerderheidsaandeelhouders. Gezien de liquiditeitsproblemen van de Vennootschap en de nulrentevoet vindt de Raad dit nuttig voor de Vennootschap
Op 31 december 2017 was het Auditcomité van de Vennootschap samengesteld uit twee bestuurders, Quaerens Comm.v, vertegenwoordigd door de heer Peter Cauwels en Crescemus BVBA, vertegenwoordigd door de heer Pieter Bourgeois.
De heer Pieter Bourgeois is investmentmanager en heeft voldoende deskundigheid op gebied van boekhouding overeenkomstig artikel 96, 9° van het Wetboek van Vennootschappen.
Het Auditcomité kwam in 2017 drie keer samen: op 3 maart 2017, op 26 april 2017 en op 29 augustus 2017. Het Auditcomité rapporteerde aan de Raad van Bestuur over haar activiteiten en bevindingen. De individuele aanwezigheden (i.e. de aanwezigheid van een individueel lid van het Comité gedurende de periode dat hij lid van het Comité was) waren als volgt:
| Naam | Bijgewoonde Audit Comités |
% |
|---|---|---|
| FVDH Beheer BVBA (tot 27 mei 2017) | 2/3 | 67% |
| Crescemus BVBA (vanaf 7 maart 2017) | 1/1 | 100% |
| Vermec NV (tot 7 juli 2017) (1) | 2/2 | 100% |
| Qunova BVBA (tot 7 maart 2017) | 1/1 | 100% |
| Quaerens Comm.v. (vanaf 7 juli 2017) (1) | 1/1 | 100% |
(1) Vermec NV werd op 7 juli 2017 vervangen door Quaerens Comm.v. maar beide vennootschappen werden vertegenwoordigd door dezelfde vertegenwoordiger, zijnde de heer Peter Cauwels.
Het Audit comité begeleidt en controleert de boekhoudkundige en de financiële verslaggeving van de Vennootschap. Het comité draagt er zorg voor dat er voldoende interne controlemechanismen aanwezig zijn en onderzoekt in samenspraak met de commissaris van de Vennootschap alle vraagstukken inzake boekhouding en waardering. De voornaamste rol van het Audit comité bestaat erin de financiële verslaggeving, het boekhoudkundige proces en de administratieve documenten te leiden en te controleren. Elk halfjaar worden de financiële verslagen besproken, met bijzondere aandacht voor de waarderingsbeslissingen over portefeuilledeelnames en fondsen. Het audit comité volgt ook de efficiëntie van de interne controle en het risicobeheer binnen Option.
Per 31 december 2017 bestond het Remuneratie- en Benoemingscomité uit twee bestuurders, Quaerens Comm.v, vertegenwoordigd door de heer Peter Cauwels en Crescemus BVBA, vertegenwoordigd door de heer Pieter Bourgeois.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft als rol om ervoor te zorgen dat de personeelsleden op correct wijze worden vergoed, en dat de beste internationale gebruiken worden nageleefd bij het bepalen van de vergoeding en incentives van bestuurders en het management, alsook de benoeming van laatstgenoemden. Het Remuneratie- en Benoemingscomité adviseert de CEO eveneens over de vergoeding van het Uitvoerend Management Team. Gelet op de omvang van de Groep oefent het Remuneratiecomité ook de functie uit van Benoemingscomité. Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam een maal samen op 22 november 2017 en dit met betrekking tot de verloning van de nieuwe CEO.
Tijdens het boekjaar 2017 heeft het remuneratie- en benoemingscomité een aantal recurrente activiteiten zoals het remuneratiebeleid voor het uitvoerend management en verschillende scenario's om de personeelsretentie te verbeteren verder onderzocht en opgevolgd. Bovendien heeft het comité, de implementatie van een het nieuwe warrantenplan evenals het remuneratiebeleid van nieuw aangestelde leden van het uitvoerend management besproken, hieromtrent geadviseerd en besluiten genomen.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt bepaald door de Algemene Vergadering op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van de CEO wordt bepaald door de Raad na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van het uitvoerend management wordt bepaald door de CEO na overleg met het Remuneratiecomité. Geen individu kan zijn/haar vergoeding zelf bepalen. Deze procedure wordt toegepast, zowel bij het bepalen van het remuneratiebeleid, als bij het bepalen van de individuele remuneratie van bestuurders en Uitvoerend Management, en zal, naar het oordeel van de Raad van Bestuur, niet worden gewijzigd in de komende twee boekjaren.
In het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor het Uitvoerend Management Team biedt de Vennootschap een competitieve totale vergoeding aan gebaseerd op een combinatie van een basissalaris, een variabel salaris, extralegale voordelen en warranten. De methodiek voor het bepalen van de targets voor en het evalueren van de prestaties en het variabel salaris van de Executive Managers wordt beoordeeld door het Remuneratiecomité.
Het Remuneratiecomité wordt bijgestaan door remuneratiespecialisten wanneer nodig en onderzoekt geregeld de beste gebruiken in de markt en vergelijkende marktinformatie om zo advies over competitieve vergoedingsniveaus te kunnen verlenen.
De bestuurders worden bezoldigd voor de uitvoering van hun mandaat overeenkomstig de beslissingen hieromtrent genomen door de Algemene Vergadering. De bezoldiging omvat zowel een vast bedrag voor het lidmaatschap van de Raad van Bestuur als een aanwezigheidsvergoeding per vergadering van de Raad van Bestuur en de vergaderingen van de Comités van de Raad.
Voor 2017 is de jaarlijkse vergoeding per bestuurder bepaald als volgt:
Mits het behalen van een positieve EBITDA over 2017.
Aangezien geen positieve EBITDA werd behaald over 2017, werden geen bestuurdersvergoedingen toegekend.
Dezelfde criteria worden gehanteerd voor boekjaar 2018.
Aanvullend bij voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane "out-of-pocket" uitgaven overeenkomstig het vastgestelde beleid van de Vennootschap hieromtrent (inzonderheid inzake reisonkosten) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
Op het jaareinde van 2017 werden de volgende warrenten aangehouden door uitvoerende leden van de Raad van Bestuur:
Jan Callewaert (via Mondo NV)
800.000 warranten (onder warrantenplan 2014) 300.000 warranten (onder warrantenplan 2015)
Hoewel Danlaw geen uitvoerend bestuurder is van de Raad van Bestuur, is Danlaw verbonden met Raju Dandu, die een niet-uitvoerend lid van de Raad van Bestuur is. Danlaw ontving 17.391.304 warranten 'warranten Danlaw' op 26 januari 2016.
Het Corporate Governance Charter bepaalt de samenstelling van het Uitvoerend Management Team. Op 31 december 2017 was het Uitvoerend Management Team samengesteld uit de volgende leden:
Innoprove BVBA, vertegenwoordigd door Guy Coen, CEO Crescent NV, vertegenwoordigd door Edwin Bex, CFO
Voor zijn mandaat als CEO, eindigend op 31 mei 2017, heeft de heer Jan Callewaert (via Mondo) een vaste vergoeding ontvangen van k€ 129 over boekjaar 2017. (2016: k€ 310)
Voor zijn mandaat als CEO, aangevat op 26 november 2017, heeft de heer Guy Coen (via Innoprove) een vaste vergoeding ontvangen van k€ 20 (2016: k€ 0) en een forfaitaire onkostenvergoeding van k€ 1 over boekjaar 2017 (2016: k€ 0). De CEO is niet gerechtigd op of begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
In de tussenperiode van deze twee mandaten, was het dagelijks bestuur overgedragen aan een uitvoerend managementcomité, onder leiding van de heer Eric Van Zele, opererend onder algemeen toezicht van de Raad van Bestuur, zoals gepubliceerd in het persartikel van 2 juni 2017. De totale vergoeding van dit managementcomité voor deze periode in 2017 bedroeg k€ 291. (2016: k€ 317)
In de periode tussen 10 augustus 2017 en 26 november 2017 ontving de heer Guy Coen (via International Innovation Center), een vaste vergoeding van k€ 66 (2016: k€ 0) voor advies en andere diensten verleend aan de Vennootschap in zijn hoedanigheid als externe consulent.
Voor zijn mandaat als CFO, eindigend op 24 februari 2017, heeft de heer Jan Luyckx (via Finance Incorporated) een vaste vergoeding ontvangen van k€ 27 over boekjaar 2017. (2016: k€ 157)
Voor zijn mandaat als CFO, aangevat op 13 maart 2017, heeft de heer Edwin Bex (via Crescent) een vaste vergoeding ontvangen van k€ 53 over boekjaar 2017. (2016: k€ 0)
In de periode, aangevat op 1 juni 2017 werd er aan de vennootschap Crescent, een vaste vergoeding betaald van k€ 28 (2016: k€ 0) voor advies en strategische support verleend aan de Vennootschap.
De uitvoerende managers hebben over 2017 geen warranten ontvangen of enige andere variabele vergoeding.
De uitvoerende managers hebben geen recht op een speciale beëindigingsvergoeding, noch zijn zij begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
Geen enkel lid van het Uitvoerend Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, bovenop de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
Voor een gedetailleerd overzicht van de aandeelhoudersstructuur, wordt verwezen naar toelichting 18 van het financiële IFRS-rapport dat hierna volgt.
Behoudens wat hierna gesteld wordt, zijn de door de Vennootschap uitgegeven kapitaalsaandelen niet onderworpen aan enige wettelijke of statutaire overdrachtsbeperkingen.
Geen
Er bestaan geen zulke aandelenplannen voor werknemers binnen de Vennootschap.
De aandelen van de Vennootschap zijn niet onderworpen aan wettelijke of statutaire stemkrachtbeperkingen. Ieder aandeel geeft recht op één stem.
Het stemrecht verbonden aan de aandelen van de Vennootschap zal echter in de gevallen voorzien in het Wetboek van Vennootschappen worden geschorst.
Verder kan in principe niemand op een Algemene Vergadering van de Vennootschap aan de stemming deelnemen voor meer stemmen dan degene verbonden aan effecten waarvan hij/zij meer dan twintig (20) dagen vóór de datum van de Algemene Vergadering kennis heeft gegeven in overeenstemming met de wetgeving betreffende belangrijke deelnemingen (artikel 545 van het Wetboek van Vennootschappen).
Het stemrecht verbonden aan aandelen die met vruchtgebruik bezwaard zijn, wordt uitgeoefend door de vruchtgebruiker. Voor wat betreft in pand gegeven aandelen, komt het stemrecht toe aan de eigenaar-pandgever.
Houders van warranten en converteerbare obligaties hebben slechts een adviserende stem op de Algemene Vergadering van aandeelhouders.
Er bestaan, naar het beste weten van de Raad van Bestuur van de Vennootschap, geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of de uitoefening van het stemrecht.
De bestuurders van de Vennootschap worden benoemd door de Algemene Vergadering van aandeelhouders, die hiertoe besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Er geldt geen aanwezigheidsquorum voor de benoeming van bestuurders.
Wanneer een rechtspersoon wordt benoemd tot bestuurder, dient deze onder haar aandeelhouders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger aan te stellen die gelast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon-bestuurder.
Minsten drie (3) leden van de Raad van Bestuur moeten aangeduid worden als "onafhankelijke bestuurder", welke moeten voldoen aan de criteria zoals bepaald in Artikel 524§4 van het Wetboek van vennootschappen. Momenteel beschikt de Vennootschap slecht over één onafhankelijke bestuurder, maar de procedure is lopende om een tweede en derde bestuurder aan te stellen om te voldoen aan deze voorwaarden.
Bestuurders kunnen te allen tijde, bij gewone meerderheid van stemmen, worden ontslagen door de Algemene Vergadering van aandeelhouders. Voor het ontslag van bestuurders geldt geen aanwezigheidsquorum.
De statuten van de Vennootschap voorzien de mogelijkheid tot coöptatie van bestuurders door de Raad van Bestuur indien een plaats van bestuurder openvalt. In dit geval hebben de overblijvende bestuurders het recht om voorlopig in de vacature te voorzien. De eerstvolgende Algemene Vergadering van aandeelhouders beslist over de definitieve benoeming. De nieuw benoemde bestuurder vervolmaakt het mandaat van de bestuurder die hij/zij vervangt.
Met uitzondering van kapitaalverhogingen, beslist door de Raad van Bestuur binnen de voorwaarden van het toegestaan kapitaal, heeft enkel de (buitengewone) Algemene Vergadering van de Vennootschap het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten van de Vennootschap.
De Algemene Vergadering van aandeelhouders kan enkel beraadslagen over statutenwijzigingen – met inbegrip van het besluit tot fusie, splitsing en ontbinding – indien de helft van het kapitaal vertegenwoordigd is. Indien aan deze aanwezigheidsvereiste niet is voldaan, dient een nieuwe buitengewone Algemene Vergadering te worden bijeengeroepen die kan beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde kapitaal.
Statutenwijzigingen zijn in principe alleen aangenomen indien zij worden goedgekeurd door vijfenzeventig (75%) van de uitgebrachte stemmen.
Voor de volgende statutenwijzigingen geldt evenwel een bijzondere meerderheidsvereiste van tachtig procent (80%) van de uitgebrachte stemmen:
Het kapitaal van de Vennootschap kan verhoogd worden ingevolge een besluit van de Raad van Bestuur, binnen de grenzen van het "toegestaan kapitaal". Een machtiging hiertoe dient verleend te worden door een buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders; de duurtijd en het bedrag van deze machtiging zijn beperkt, terwijl de machtiging tevens onderworpen is aan specifieke rechtvaardigingsgronden en doeleinden.
Geen van de overeenkomsten die werden aangegaan met bestuurders van de Vennootschap of haar dochterondernemingen voorziet in een vergoeding (bovenop de normale opzegtermijn) indien zij ontslag nemen, ontslagen worden zonder grondige reden of indien hun tewerkstelling wordt beëindigd tengevolge van een overnamebod.
In overeenstemming met Artikel 96 van het Wetboek van vennootschappen moet het jaarverslag van de Raad van Bestuur de belangrijkste risico's en onzekerheden waarmee de onderneming geconfronteerd wordt omschrijven.
De meeste van deze risico's en onzekerheden worden bepaald door de evolutie van de markt waarin Option actief is. In het algemeen wordt deze markt gekenmerkt door snelle, opeenvolgende introducties van nieuwe technologieën. Als een gevolg daarvan is de markt erg dynamisch en moet de Groep reageren op belangrijke en elkaar opvolgende veranderingen. Specifiek worden onderstaande risico's en onzekerheden vermeld:
Op datum van dit rapport beschikt de Vennootschap over erg beperkte financiële middelen.
Voor een verdere toelichting, verwijzen we naar de tekst rond continuïteit op pagina 11 bij rubriek kritische beoordelingen.
De broze financiële positie van de groep en haar negatieve eigen vermogen kunnen in het nadeel zijn van het realiseren van commerciële transacties indien een diepgaande financiële analyse door bestaande of potentiële leveranciers en klanten wordt uitgevoerd.
Option is afhankelijk van derden die draadloze datacommunicatiediensten aanbieden. Als deze diensten niet worden ingezet zoals verwacht, zouden consumenten niet in staat zijn de innovatieve producten van Option te gebruiken en zouden de bedrijfsopbrengsten kunnen dalen. De verkoopbaarheid van de producten van de Vennootschap kan schade lijden indien draadloze Telecom operatoren niet voldoende en aanvaardbare draadloze diensten kunnen aanbieden of indien de prijs van zulke diensten te hoog wordt om deze toe te passen voor de massamarkt. Daar komt bij dat toekomstige groei afhankelijk is van de installatie van de volgende generatie draadloze datanetwerken die zullen geleverd worden door derde partijen, daaronder begrepen netwerken voor welke de Vennootschap thans producten ontwikkeld. Indien deze volgende generatie netwerken niet geïnstalleerd of algemeen aanvaard wordt of indien de installatie vertraagd wordt, dan zal er geen markt zijn voor de producten die de vennootschap ontwikkelt voor deze netwerken. Indien de Vennootschap de ontwikkeling van haar business niet behoorlijk beheert dan kan de Vennootschap belangrijke druk ervaren op haar operaties en management en ontwrichting van haar activiteiten.
Option besteedt de productie van haar producten uit aan derden en kan bijgevolg afhankelijk zijn van de ontwikkeling en productiecapaciteit van deze derden en de algemene kwaliteit van hun werk. Als een leverancier of producent zijn verplichtingen tegenover Option niet kan nakomen op het gebied van leveringen of productievooruitzichten, kan dit de toekomstige resultaten aantasten. De afnameverplichtingen op korte termijn van de Vennootschap tegenover derden-producenten waar ze beroep op doet, berusten op de raming van de klant- en marktvraag. Als de werkelijke resultaten afwijken van deze raming, door gebrekkige uitvoering door de Vennootschap of ten gevolge van marktomstandigheden, loopt Option mogelijk een commercieel risico. Leveranciers kunnen mogelijk stoppen met de levering aan aanvaardbare commerciële voorwaarden van producten aan de Vennootschap
Het is mogelijk dat Option moeilijkheden ondervindt bij het managen van haar strategische herpositionering, wat haar mogelijkheden om sleutelpersoneel te behouden en doeltreffend te concurreren, mogelijk schade toebrengt. Anderzijds is het mogelijk dat de Vennootschap haar activiteiten niet kan behouden of uitbreiden indien de Vennootschap niet bekwaam is om voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken, te behouden en te managen.
De producten van de Vennootschap worden steeds complexer en kunnen fouten of defecten bevatten, die hun aanvaarding in de markt kunnen tegenhouden of verminderen en leiden tot onverwachte kosten of andere negatieve zakelijke gevolgen. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op niet-ontdekte fouten en defecten.
Als Option niet in staat zou zijn nieuwe innovatieve producten te ontwerpen en te ontwikkelen die voldoende commercieel aanvaard werden, is de Vennootschap mogelijk niet in staat haar onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren en is zij mogelijk niet in staat haar marktaandeel te behouden en kunnen de bedrijfsopbrengsten dalen. De overgang van pure hardwareproducten verkoop naar de verkoop van complexe draadloze oplossingen, kan een verdere impact hebben, gezien de typische verkoopcyclus voor een hardware product korter is dan deze voor een end-to-end oplossing. De mogelijkheid om nieuwe producten te ontwerpen en te ontwikkelen is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder, maar niet beperkt tot de volgende;
Indien de Vennootschap of haar leveranciers op één van deze gebieden mislukt, of indien deze producten er niet in slagen door de markt te worden aanvaard, kan dit betekenen dat de Vennootschap niet in staat is haar onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren. Dit kan leiden tot een daling van haar marktaandeel en haar bedrijfsopbrengsten. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te verkopen, kan de Vennootschap belangrijke klanten of productorders verliezen en haar zakelijke activiteiten zouden kunnen beschadigd worden.
Indien de Vennootschap er niet in slaagt strategische relaties te ontwikkelen en te behouden, kan de Vennootschap niet in de mogelijkheid zijn nieuwe markten aan te boren. Een belangrijk element van de strategie van de Vennootschap bestaat erin om nieuwe markten aan te boren door het ontwikkelen van nieuwe producten via strategische relaties met leidende bedrijven in de sector van draadloze communicatie (open innovatie). De Vennootschap is momenteel middelen aan het investeren, en zal dit blijven doen, om dergelijke relaties te ontwikkelen. De Vennootschap gelooft dat haar succes om nieuwe markten aan te boren voor haar producten gedeeltelijk zal afhangen van haar vermogen om dergelijke relaties te ontwikkelen en te behouden en om bijkomende of alternatieve relaties te onderhouden. Er bestaat echter geen zekerheid dat de Vennootschap erin zal slagen om bijkomende strategische relaties te ontwikkelen, bestaande relaties te behouden en succesvol haar doelen te bereiken, noch dat de bedrijven waarmee de Vennootschap strategische relaties heeft, geen concurrerende afspraken zullen maken met anderen of besluiten eenzijdig te concurreren met de Vennootschap. Het is mogelijk dat de Vennootschap bepaalde strategische partnerships niet kan identificeren of uitvoeren en, indien ze dergelijke partnerships niet nastreeft, dan is het mogelijk dat ze de verwachte voordelen ervan met betrekking tot haar bedrijfsactiviteit niet tijdig kan realiseren.
Het is mogelijk dat de Vennootschap niet in staat is om producten te ontwikkelen die overeenstemmen met de voorschriften van regulatoren. De producten van de Vennootschap moeten voldoen aan de voorwaarden van de overheidsregulatoren. In vele landen is het bijvoorbeeld zo dat vele aspecten van communicatietoestellen geregeld worden, waaronder straling van elektromagnetische energie, biologische veiligheid en regels voor toestellen die op het telefonienetwerk worden aangesloten. De Vennootschap kan niet vooruitlopen op het effect op toekomstige producten van wijzigingen die door binnenlandse of buitenlandse overheden genomen worden. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om conform te zijn met bestaande of toekomstige wetgeving of om op tijd goedkeuring te verkrijgen voor zijn producten dan kan dit een belangrijk negatief effect hebben op haar financiële toestand, operationele resultaten en kasstromen.
De Vennootschap kan de vraag van de klanten verkeerd inschatten en daardoor te veel of te weinig van bepaalde producten laten produceren of de Vennootschap is afhankelijk van één belangrijke leverancier voor sommige componenten welke worden gebruikt in haar producten. De beschikbaarheid en verkoop van deze afgewerkte producten kan schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen van de Vennootschap en alternatieve en bruikbare componenten niet voor handen zijn aan redelijke voorwaarden.
De activiteiten van de Vennootschap zijn afhankelijk van haar blijvende mogelijkheid om toegang te krijgen tot de noodzakelijke technologie van derde partijen. Het kan zijn dat de Vennootschap hierop niet langer beroep kan doen ofwel dat de ervoor gevraagde prijs te hoog is. De Vennootschap heeft verschillende licentieovereenkomsten afgesloten met derde partijen voor de ontwikkeling van haar producten. Sommige van deze licentieovereenkomsten hebben geen specifieke termijn en kunnen door de Vennootschap of de andere partij opgezegd worden zonder redenen of indien zich bepaalde feiten voordoen. Er is geen zekerheid dat de Vennootschap in staat zal blijven om deze licentieovereenkomsten aan te houden of dat de technologie zoals beschreven in de licentieovereenkomsten niet zou betwist worden of dat bijkomende licenties tegen een redelijke vergoeding ter beschikking zullen gesteld worden van de Vennootschap.
Indien de Vennootschap haar bestaande licentieovereenkomsten niet kan behouden of indien ze geen nieuwe licenties kan verkrijgen voor haar bestaande of toekomstige producten dan kan de Vennootschap verplicht worden om vervang technologie van een lagere kwaliteit te gebruiken, indien die al bestaat, ofwel aan een hogere kostprijs welke de competitieve situatie, inkomsten en vooruitzichten ernstig schaden.
De Vennootschap zou inbreuken kunnen maken op de intellectuele eigendomsrechten van anderen. Derde partijen kunnen beweren dat de producten van de Vennootschap inbreuk plegen op hun intellectuele rechten. Deze claims kunnen aanzienlijke kosten, middelen en management aandacht vergen en ze kunnen de reputatie van de Vennootschap schaden en negatieve effecten hebben op huidige en toekomstige relaties met klanten of leveranciers. De markt waarin de Vennootschap opereert heeft verschillende deelnemers die intellectuele eigendomsrechten bezitten of hierop aanspraak maken. In het verleden hebben we, en in de toekomst kunnen we, verschillende claims en aanspraken ontvangen van derde partijen die beweren dat onze producten hun intellectuele eigendomsrechten zouden schenden. De Vennootschap kan rechtstreeks aangesproken worden of via vorderingen tot vrijwaring voor de producten die de Vennootschap aan bepaalde klanten bezorgde. Ongeacht of deze inbreuken al dan niet gegrond zijn, kunnen we aan het volgende onderworpen zijn:
schending kunnen komen onder zulke voorwaarden in welk geval de schuldfinanciering beëindigd kan worden.
De procedure inzake belangenconflicten zoals voorzien door artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen werd toegepast in 2017 zoals hiervoor werd uiteengezet in de verklaring van Deugdelijk Bestuur van dit jaarverslag.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beoordeling van risico's die inherent zijn aan de Groep alsook de doeltreffendheid van deze interne controles. De Belgische Corporate Governance Code 2009 beveelt de risicofactoren en de maatregelen te benadrukken die de Raad van Bestuur heeft genomen om deze risico's op een aanvaardbaar niveau te houden. De organisatie van de Interne controle van de Groep is gebaseerd op de vijf pijlers van het COSO1 - 2013 raamwerk:
De Raad van Bestuur heeft een Audit Comité en een Remuneratie Comité opgericht. Het Audit Comité geeft advies en controleert de financiële verslaggeving van de Groep. Het zorgt voor de aanwezigheid van voldoende interne controlemechanismen en, in samenwerking met de commissaris van de Groep, onderzoekt het vragen met betrekking tot de boekhouding en de waarderingsregels. De rol van het Remuneratie Comité is te zorgen voor een rechtvaardig beleid in verband met de vergoeding voor werknemers en Uitvoerend Management, alsook om de beste internationale gebruiken te waarborgen welke in acht worden genomen bij het bepalen van verloningen en prestatievergoedingen. Het Management bepaalt de stijl van leidinggeven en de
1 COSO (Committee of Sponsoring Organizations) is een private, niet-gouvernementele internationale organisatie die erkend is op het vlak van deugdelijk bestuur, interne controle, risicomanagement en financiële rapportering.
waarden hieromtrent evenals de vaardigheden en taakomschrijvingen die nodig zijn voor alle functies en taken binnen de organisatie.
De Groep heeft het Corporate Governance Charter toegepast en de Raad van Bestuur heeft een "Code of Dealing" ingevoerd, welke het gebruik van voorkennis verbiedt betreffende het handelen in financiële instrumenten van Option.
De Groep beschikt over een duidelijk organogram, waarin de verschillende entiteiten die tot de Groep behoren zijn opgenomen. Voor alle functies zijn de verantwoordelijkheidsgebieden gedefinieerd.
We verwijzen naar het deel "overzicht van risico's en onzekerheden" en "financiële instrumenten" in dit rapport welke de risico's beschrijven die verband houden met de evolutie van de markt en de business of zakelijke omgeving in welke de Groep opereert.
De Raad van Bestuur en het management bepalen de strategie, het budget en het middellangetot lange termijn businessplan voor de komende periodes. Tijdens dit proces worden risico's en onzekerheden besproken en worden deze in aanmerking genomen om de strategie van de Groep en het budget verder te finaliseren.
De volgende belangrijkste risicocategorieën werden onderscheiden:
Om een onderbreking in de productie te vermijden heeft de Groep een gedeelte van de productie uitbesteed aan verschillende derden-fabrikanten (hierna ook 'productiepartners' genoemd). Niettemin stelt dit de Groep bloot aan een aantal risico's en onzekerheden die buiten zijn controle liggen. Indien één van deze derden-fabrikanten vertragingen, onderbrekingen, capaciteitsproblemen of kwaliteitsproblemen in zijn productie zou kennen, dan kan de levering van producten aan klanten vertraagd of geweigerd worden en kunnen de klanten opteren om hun aankooporder te schrappen of een boete voor late levering te eisen. De kosten, kwaliteit en beschikbaarheid van productiepartners zijn essentieel voor de succesvolle productie en verkoop van de producten van de Groep. Risico's met betrekking tot overmacht bij elk punt tijdens de productie of in de toeleveringsketen kunnen leiden tot schade aan onroerende goederen en materiële schade, cyberrisico's en onderbrekingen van de bedrijfsvoering.
We verwijzen naar toelichting 21 van de geconsolideerde jaarrekening voor een gedetailleerde beschrijving van het beheer van de financiële risico's, zowel op vlak van krediet-, liquiditeits- als marktrisico.
Het terugroepen van producten is een geïdentificeerd risico waarmee de Groep zou kunnen worden geconfronteerd. De producten van de Vennootschap zijn technologisch complex, bestaan uit meerdere componenten die aangekocht worden bij verschillende partijen en omvatten een belangrijke hardwarecomponent en een complexe softwarecomponent, en moeten voldoen aan strenge industriële voorwaarden, regelgeving en eisen van de klant. De producten die door de Groep worden geproduceerd, kunnen onopgemerkte fouten of gebreken bevatten, vooral wanneer deze voor het eerst worden geïntroduceerd of wanneer nieuwe modellen of versies worden vrijgegeven. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op dergelijke fouten. Dit kan leiden tot een afwijzing of het terugroepen van dit specifieke product.
Kwaliteitsproblemen en de afhankelijkheid van één leverancier voor een specifiek product werden geïdentificeerd als een risico. De beschikbaarheid en de verkoop van afgewerkte producten kunnen schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen van de Groep en alternatieve en bruikbare componenten niet voorhanden zijn tegen redelijke voorwaarden.
Aangezien de Groep actief is in een snel veranderende en competitieve technologische sector, dienen de strategische pijlers te worden geïdentificeerd en indien nodig te worden herbekeken. De Groep startte een industriële transformatie die nog steeds bezig is, want de Groep verliet de sterk gestandaardiseerde marktsegmenten.
Indien de Groep er niet in slaagt succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te introduceren in zijn productenportefeuille, kan de Groep belangrijke klanten of productbestellingen verliezen en kunnen daardoor de activiteiten van de Groep worden geschaad. Wanneer de Groep nieuwe producten of nieuwe versies van zijn bestaande producten introduceert, kunnen de huidige klanten de technologische vernieuwingen van deze producten niet nodig hebben of niet willen, en kunnen ze die mogelijk niet kopen of kopen in kleinere hoeveelheden dan de Vennootschap had verwacht. Net als de snel veranderende technologieën zou dit kunnen leiden tot een kortere levenscyclus van de producten.
De Groep heeft een ERP-systeem (SAP) dat wordt gebruikt in de belangrijkste entiteiten. Een storing zou kunnen leiden tot een grote impact met betrekking tot de financiële gegevens, stamgegevens, het toezicht op de productie, inkoop- en verkoopstromen.
De controle activiteiten omvatten de maatregelen die zijn genomen door de Groep om ervoor te zorgen dat de voornaamste risico's welke werden geïdentificeerd, worden beheerst of beperkt.
De Groep beheert haar risico met betrekking tot overmacht, zijnde schade aan onroerend goed, materiële schade, onderbreking van de bedrijfsvoering, cyber risico's, door het aangaan van verzekeringsovereenkomsten ter dekking van dergelijke risico's.
Vóór de commercialisering van haar producten, voert de Groep de nodige tests uit om het niveau van technische goedkeuring te bereiken. Om de best mogelijke kwaliteitsstandaarden tijdens de productie te garanderen, heeft de Vennootschap in-house eigen test- en kalibratie systemen ontwikkeld. Deze systemen worden gebruikt bij de productie van de meeste producten van de Vennootschap. De in-house ontwikkelde systemen laten de Vennootschap toe om de kwalitatieve parameters die worden gebruikt tijdens het productieproces, welke plaatsvindt in de fabriek van de onderaannemers van de Vennootschap, te controleren. De testresultaten worden automatisch opgeladen in een database van de Vennootschap, welke haar toelaat om de productiegeschiedenis van deze producten te controleren en na te kijken. Bovendien heeft de Groep een specifiek verzekeringscontract afgesloten, welke alle externe kosten als gevolg van een mogelijke terugroep (recall) risico dekt.
De Groep heeft haar inkoopproces gewijzigd dat wordt verwerkt door de derde partij producenten en dit onder toezicht van de Groep.
De Groep heeft haar strategische pijlers geïdentificeerd. Om de veranderende marktomstandigheden het hoofd te bieden hebben de Raad van Bestuur en het Management een aantal strategische vergaderingen met als doel de verdere strategie van de Groep te bepalen. De levenscyclus van de producten wordt nauwlettend opgevolgd.
Om de continuïteit van het ERP-systeem (SAP) te garanderen, worden op een regelmatige basis back-ups gemaakt en wordt het onderhoud uitgevoerd door een ervaren derde partij. Tijdens 2009 en 2010 werden de huidige SAP veiligheidsinstellingen en toegangsrechten nagekeken tijdens een 'SAP security project' waarbij nieuwe rollen werden vastgelegd. De drijvende factoren van dit project waren gebaseerd op de controle van de integriteit (scheiding van taken) en de volledigheid van cijfers/data.
Een belangrijk element om de activiteiten te controleren is de jaarlijkse budget oefening waarbij strategie, risico's, businessplannen en beoogde resultaten worden getest. De prestaties ten opzichte van de doelen worden maandelijks opgevolgd door het Finance team en worden besproken tijdens vergaderingen van het Management.
Om betrouwbare financiële informatie te garanderen werd een gestandaardiseerd informatieuitwisseling proces gedefinieerd, welke consistent is voor alle entiteiten die tot de Groep behoren. Deze proces flow omvat de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd door alle entiteiten met betrekking tot elke maandelijkse afsluiting, alsmede de vooropgestelde deadlines. De Groep heeft een accounting manual (handleiding) en werkt met een uniform rapporteringformaat, welke wordt gebruikt door al haar entiteiten met het doel om de consistentie van gegevens te waarborgen alsook om potentiële afwijkingen op te sporen.
De financiële informatie wordt op kwartaalbasis voorgesteld aan het Audit Comité en de Raad van Bestuur. Na goedkeuring wordt een financieel persbericht of business update tijdig verzonden naar de markt. Na deze release wordt de volledige organisatie van de Groep op de hoogte gebracht. De informatie, welke op regelmatige tijdstippen wordt gedeeld met het personeel, is niet beperkt tot een financiële update, maar bevat ook zakelijke updates en in het geval dit nodig blijkt, strategische updates.
Het toezicht gebeurt door de Raad van Bestuur door middel van de activiteiten en verantwoordelijkheden van het Audit Comité. Het Audit Comité beoordeelt en bespreekt de driemaandelijkse financiële afsluitingen op basis van een presentatie van het financieel Management van de Groep. Notulen van de vergadering worden voorbereid met inbegrip van een opvolging van actiepunten. Gezien de structuur en de huidige omvang van de Groep, is er geen interne auditorfunctie.
De Raad van Bestuur verklaart, naar het beste van haar kennis, het volgende:
Leuven, 14 mei 2018 De Raad van Bestuur
Het kapitaal van de Vennootschap bedraagt € 14.879.204,55 en wordt vertegenwoordigd door 297.584.091 aandelen. De aandelen zijn genoteerd op de beurs "NYSE Euronext Brussels" onder BE0003836534.
Op het jaareinde van 2017 waren alle aandelen gedematerialiseerd met uitzondering van 1 (één) welke in geregistreerde vorm bestond.
Eind 2017 maakte de Groep melding van de volgende aandeelhouders van betekenis:
| Identiteit van de persoon, | Percentage | |
|---|---|---|
| entiteit of groep van personen of entiteiten | Aantal gewone aandelen in bezit |
aangehouden financiële |
| Jan Callewaert | 71 247 973 | 23,94% |
| Danlaw Inc. | 50 660 748 | 17,02% |
| Eric Van Zele | 33 925 170 | 11,40% |
| Alychlo | 14 271 957 | 4,80% |
| Vrij verhandelbare aandelen | 127 478 243 | 42,84% |
| Totaal uitstaande aandelen | 297 584 091 | 100% |
De geconsolideerde jaarrekening omvat de volgende dochterondernemingen:
In het kader van kostenbesparingsplannen zijn de sites in Augsburg, Frankrijk en Cork overgebracht of gesloten in de voorbije jaren. De entiteiten in Frankrijk, in Japan en in Augsburg werden geliquideerd, maar deze liquidaties waren tegen eind 2017 niet afgerond.
De site in Cork is momenteel in een sluimerfase, de site in Parijs valt onder 'liquidation judiciaire'1 sinds 30 december 2014. Option Frankrijk werd gedeconsolideerd vanaf december 2014 als gevolg van het verlies van controle.
De totale opbrengsten voor 2017 stegen met 25% tot k€ 5.246, in vergelijking met k€ 4.210 in 2016.
Wij verwijzen naar toelichting 3: "Operationele segmenten en toelichting over de entiteit als geheel" in de toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarverslag voor verdere informatie betreffende de geografische spreiding van verkopen.
De bruto winst voor 2017 bedraagt k€ 2.700 of 51% van de totale verkopen, dit in vergelijking met een brutomarge van 45% in 2016. De genormaliseerde brutomarge, dwz de brutomarge exclusief de
1 Het gaat om een gerechtelijke vereffening waar een curator werd aangesteld.
terugname op waardeverminderingen op voorraden van k€ (227), zou in 2017 47,1% bedragen in vergelijking met een genormaliseerde brutomarge exclusief een afboeking op voorraden van k€ 440, van 55,9% in 2016.
In 2017 bedroegen de bedrijfskosten, inclusief afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingskosten k€ 4.623 in vergelijking met k€ 7.502 in 2016. Dit komt overeen met een daling van 38% die hoofdzakelijk toe te schrijven is aan de daling van het personeelsbestand. In het tweede semester bedroegen deze bedrijfskosten k€ 1.681 tegenover nog k€ 2.942 in het eerste semester.
Tijdens het boekjaar 2017 bedroeg het bedrijfsresultaat k€ (1.923) in vergelijking met k€ (5.589) in 2016, wat een verbetering betekent van 66%.
In 2017 bedroeg de EBITDA k€ (1.424), vergeleken met k€ (4.274) voor 2016.
De Groep boekte een negatief financieel resultaat van k€ 12.167. (2016: negatief k€ 2.673). In vergelijking met 2016 zijn de interesten gedaald, de wisselkoersresultaten gestegen en is er een financiële kost van k€ 12.298 ten laste genomen gerelateerd aan de wijziging van de voorwaarden van de obligatieleningen. Hiervoor wordt verwezen naar Toelichting 6.
Ten gevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in het boekjaar 2010 het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen. Er werden geen actieve belastinglatenties opgenomen in 2017.
De belastingkosten voor 2017 bedroegen k€ 0. (2016: k€ 1).
Het resultaat per aandeel voor 2017 was als volgt:
Het nettoresultaat in 2017 bedroeg € (14,1) miljoen of € (0,06) per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering. Ter vergelijking, in 2016 bedroeg het nettoresultaat € (7,9) miljoen of € (0,08) per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering.
Het balanstotaal bedroeg € 1,9 miljoen op het einde van het boekjaar 2017, tegenover € 3,1 miljoen het jaar voordien.
De liquide middelen daalden tijdens het jaar van k€ 774 tot k€ 480 op het einde van 2017.
De handelsvorderingen en overige vorderingen daalden van € 1,1 miljoen tot k€ 780 op het einde van 2017.
De voorraden daalden verder van k€ 619 tot k€ 432 op het einde van 2017. Deze daling is toe te schrijven aan de afname van de posities van het werk in uitvoering en grondstoffen. De totale terugname op de waardevermindering voor de voorraden was goed voor een bedrag van k€ (227) in vergelijking met een waardevermindering van k€ 440 in 2016.
De nettoboekwaarde van immateriële activa kwam eind 2017 uit op k€ 87, vergeleken met k€ 427 per 31 december 2016. De waarde van R&D projecten is vastgesteld op basis van een raming van de verwachte contributie van deze ontwikkelingsprojecten in de volgende kwartalen.
De nettoboekwaarde van materiële vaste activa was k€ 23 eind 2017, vergeleken met k€ 20 op 31 december 2016.
Tijdens het boekjaar daalden de schulden op ten hoogste één jaar tot € 8,2 miljoen in 2017, in vergelijking met € 11,1 miljoen in 2016. Dit is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de verdere afname van de handelsschulden door het nakomen van de afbetalingsplannen op de schulden van het verleden. Tevens zijn in 2017 de intresten van de converteerbare obligatieleningen voor een bedrag van k€ 828 geherklasseerd naar schulden op meer dan één jaar.
De schulden op meer dan een jaar daalden van € 27,1 miljoen tot € 7,6 miljoen. Deze afname is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de inbreng van bestaande obligatieleningen die heeft plaatsgevonden in maart en juni 2017 en een herklassering van roerende voorheffing naar te betalen belastingen voor een bedrag van k€ 682. Tevens zijn in 2017 de intresten van de converteerbare obligatieleningen voor een bedrag van k€ 828 geherklasseerd van korte termijn schuld naar schulden op meer dan één jaar.
Op een balanstotaal van € 1,9 miljoen bedroeg het totale eigen vermogen € (14) miljoen.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg in 2017 € (3,7) miljoen, in vergelijking met € (4.9) miljoen het vorige jaar. Deze daling is in overeenstemming met de evolutie van de EBITDA, echter verminderd door de afbouw van de operationele schuldpositie.
De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedroeg in 2017 € 3,4 miljoen, in vergelijking met € 1.6 miljoen het vorige jaar.
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar de toelichtingen.
De enkelvoudige jaarrekening van Option NV (Belgische boekhoudnormen) heeft over 2017 een nettoverlies van € 2,1 miljoen, in vergelijking met een nettoverlies van € 7,9 miljoen in 2016.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van € 2,1 miljoen over 2017 toe te voegen aan het overgedragen resultaat van de vorige boekjaren.
| Resultaatverwerking - verkort schema (conform de Belgische boekhoudnormen) | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 31 december - in k€ (duizend EUR) 2017 2016 |
|||||
| Overgedragen winst / (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | ( 45 914) | ( 38 020) | |||
| Te bestemmen winst / (te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 2 124) | ( 7 894) | |||
| Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken verliessaldo) | ( 48 038) | ( 45 914) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december In duizend EUR |
Toelichting | 2017 | 2016 (* Aangepast) |
|---|---|---|---|
| Opbrengsten Kostprijs verkochte goederen |
3 4 |
5 246 ( 2 546) |
4 210 ( 2 297) |
| Brutowinst | 2 700 | 1 913 | |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten Kosten van verkoop, marketing en royalty's Algemene en administratieve kosten Totale bedrijfskosten |
4-5 4-5 4-5 |
( 1 866) ( 690) ( 2 067) ( 4 623) |
( 2 673) ( 1 394) ( 3 435) ( 7 502) |
| Bedrijfsresultaat | ( 1 923) | ( 5 589) | |
| Financiële kosten Financiële opbrengsten |
6 6 |
( 12 663) 496 |
( 3 013) 340 |
| Financieel resultaat | ( 12 167) | ( 2 673) | |
| Resultaat vóór belastingen | ( 14 090) | ( 8 262) | |
| Belastingen | 7 | - | 1 |
| Nettoresultaat van de periode | ( 14 090) | ( 8 261) | |
| Resultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten | - | 340 | |
| Nettoresultaat van de periode toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap |
( 14 090) | ( 7 921) | |
| Resultaat per aandeel | |||
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 225 107 312 | 97 880 569 | |
| Verwaterd gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 225 107 312 | 97 880 569 | |
| Resultaat per aandeel voor verwatering voor beëindigde bedrijfsactiviteiten | 19 | (0,06) | (0,08) |
| Resultaat per aandeel na verwatering voor beëindigde bedrijfsactiviteiten | 19 | (0,06) | (0,08) |
| Resultaat per aandeel voor verwatering | 19 | (0,06) | (0,08) |
| Resultaat per aandeel na verwatering | 19 | (0,06) | (0,08) |
(*) De vennootschap heeft in 2017 beslist om de directe engineering loonkost voor verkochte projecten te rapporteren in de brutowinst marge en heeft derhalve de financiële cijfers van vorig jaar aangepast:
• Met een herklassering van k€ 252 aan loonkosten vanuit de rubriek onderzoeks- en ontwikkelingskosten naar kostprijs verkochte producten.
| 2017 | 2016 | ||
|---|---|---|---|
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december In duizend EUR |
Toelichting | ||
| Nettoresultaat | ( 14 090) | ( 7 921) | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||
| Componenten die later mogelijks kunnen opgenomen worden in de resultatenrekening Wisselkoersverschillen op buitenlandse activiteiten |
( 21) | - | |
| Componenten die later niet zullen opgenomen worden in de resultatenrekening Herwaardering van toegezegde-pensioenregelingen |
( 9) | - | |
| Niet-gerealiseerde resultaten voor de periode (netto van belastingen) | ( 30) | - | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voorde periode toewijsbaar aan de Groep |
( 14 120) | ( 7 921) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december In duizend EUR |
Toelichting | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Activa | |||
| Immateriële activa | 8 | 87 | 427 |
| Materiële vaste activa | 9 | 23 | 20 |
| Overige financiële activa | 11 | - | 137 |
| Overige vorderingen | 10 | 45 | 9 |
| Totaal der vaste activa | 155 | 593 | |
| Voorraden | 12 | 432 | 619 |
| Handels- en overige vorderingen | 10 | 780 | 1 103 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 13 | 480 | 774 |
| Belastingvorderingen | 15 | 19 | |
| Totaal der vlottende activa | 1 707 | 2 515 | |
| Totaal activa | 1 862 | 3 108 | |
| Verplichtingen en eigen vermogen | |||
| Geplaatst kapitaal | 18 | 14 879 | 4 922 |
| Uitgiftepremies | 18 | 17 610 | 5 466 |
| Reserves | 18 | ( 46 446) | ( 45 486) |
| Totaal eigen vermogen toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap | ( 13 957) | ( 35 098) | |
| Financiële schulden | 14 | 7 438 | 27 076 |
| Voorzieningen voor pensioenverplichtingen | 16 | 138 | - |
| Totaal verplichtingen op meer dan een jaar | 7 576 | 27 076 | |
| Financiële schulden | 14 | 1 784 | 1 984 |
| Handels- en overige schulden | 15 | 5 174 | 8 554 |
| Voorzieningen | 16 | 191 | 422 |
| Te betalen belastingen | 7 | 1 094 | 170 |
| Totaal verplichtingen op ten hoogste een jaar | 8 243 | 11 130 | |
| Totaal verplichtingen en eigen vermogen | 1 862 | 3 108 |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december In duizend EUR |
Toelichting | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Nettoresultaat (A) | ( 14 090) | ( 7 921) | |
| Afschrijvingen op immateriële activa | 8 | 341 | 904 |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa | 9 | 21 | 100 |
| Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa Verlies / (winst) uit de verkoop van materiële vaste activa |
11 | 137 ( 29) |
311 ( 19) |
| Verlies / (winst) uit financiële activa | 27 | - | ( 378) |
| (Terugname van) waardeverminderingen op vlottende en niet vlottende activa | ( 158) | 375 | |
| Toename / (afname) in voorzieningen | 16 | ( 68) | 122 |
| Niet gerealiseerde wisselkoers verliezen / (winsten) | ( 25) | 49 | |
| Interest (opbrengsten) | 6 | ( 382) | ( 3) |
| Interestkosten | 6 | 12 621 | 2 633 |
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen | 18 | 20 | 57 |
| Belastingkost / (opbrengst) | 7 | - | ( 1) |
| Totaal (B) | 12 478 | 4 150 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor mutaties in bedrijfskapitaal (C)=(A)+(B) | ( 1 612) | ( 3 771) | |
| Afname / (toename) in voorraden | 12 | 356 | 622 |
| Afname / (toename) van handels- en overige vorderingen | 10 | 418 | ( 445) |
| Toename / (afname) van handels- en overige schulden | 15 | ( 2 611) | ( 409) |
| Aanwending van voorzieningen | 16 | ( 24) | 5 |
| Totaal de mutaties in bedrijfskapitaal (D) | ( 1 861) | ( 227) | |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | ( 3 473) | ( 3 998) | |
| (E)=(C) + (D) | |||
| (Betaalde) interesten (F) | ( 239) | ( 862) | |
| Ontvangen interesten (G) | - | - | |
| (Betaalde) / ontvangen belastingen (H) | 4 | - | |
| KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (i)=(e)+(f)+(g)+(h) | ( 3 708) | ( 4 860) |
| INVESTERINGSACTIVITEITEN | |||
|---|---|---|---|
| Uitgaven van productontwikkeling, na aftrek van ontvangen subsidies | 8 | - | ( 438) |
| Verwerving van materiële vaste activa | 9 | ( 25) | - |
| Opbrengsten uit de verkoop van materiële vaste activa | 9 | 29 | 19 |
| KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (j) | 4 | ( 419) | |
| FINANCIERINGSACTIVITEITEN | |||
| Opbrengsten van leningen | 14 | 3 710 | 2 485 |
| Leasingschulden | 15 | - | - |
| Aflossingen van leningen | 14 | ( 300) | ( 500) |
| KASSTROOM VERSTREKT / (GEBRUIKT) UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (k) | 3 410 | 1 985 | |
| Nettotoename/(afname) van liquide middelen = (I)+(J)+(K) | ( 294) | ( 3 294) | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het boekjaar | 13 | 774 | 4 068 |
| Impact wisselkoersfluctuaties | - | - | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het boekjaar | 13 | 480 | 774 |
| Verschil | ( 294) | ( 3 294) |
| In duizend EUR | Geplaatst kapitaal |
Uitgifte premies |
Op aandelen gebaseerde betalingen |
Valutakoers verschillen |
Kosten uitgifte van nieuwe aandelen |
Over gedragen resultaat |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2016 | 4 845 | 5 076 | 130 | 199 | ( 2 617) | ( 35 335) | ( 27 702) |
| Nettoresultaat Gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen |
- - |
- - |
- - - - |
- - |
( 7 921) - |
( 7 921) - |
|
| Niet gerealiseerde resultaten voor de periode | - | - | - - |
- | ( 7 921) | ( 7 921) | |
| Eigen vermogen component van de converteerbare obligatie | - | 11 | - - |
- | - | 11 | |
| Overdracht van/naar Kapitaalsverhoging Kapitaalsverlaging Op aandelen gebaseerde betalingen |
- 77 - - |
379 | - - - 57 |
- - - - - - - |
- - - - |
- - - - |
- 456 - 57 |
| Op 31 december 2016 | 4 922 | 5 466 | 187 | 199 | ( 2 617) | ( 43 256) | ( 35 098) |
| Nettoresultaat Niet gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen |
- - |
- - |
- - - ( 30) |
- - |
( 14 090) - |
( 14 090) ( 30) |
|
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode |
- | - | - ( 30) |
- | ( 14 090) | ( 14 120) | |
| Eigen vermogen component van de converteerbare obligatie | - | ( 1 699) | - - |
- | 843 | (856) | |
| Overdracht van/naar Kapitaalsverhoging Kapitaalsverlaging |
- 9 957 - |
13 843 | - - |
- - - - - - |
- - - |
- - - |
- 23 800 - |
| Effect van Wijzigingen in de voorwaarden van de converteerbare obligatieleningen Op aandelen gebaseerde betalingen |
- - |
- - 20 |
- - - |
- - |
12 298 - |
12 298 20 |
|
| Op 31 december 2017 | 14 879 | 17 610 | 207 | 169 | ( 2 617) | ( 44 205) | ( 13 957) |
Option NV (de Vennootschap) werd opgericht op 3 juli 1986 en stond initieel, sinds november 1997, genoteerd op de Europese contantmarkt ('Easdaq' later 'NASDAQ Europe') en staat sinds 2003 genoteerd op Eurolist van Euronext Brussel Continumarkt, trading groep A1 (Ticker: OPTI- code BE0003836534).
Option NV is een Naamloze Vennootschap (NV) naar Belgisch recht die haar aandelen in het openbaar te koop aanbiedt. Option NV is vertegenwoordigd in verschillende continenten. De belangrijkste vestiging is de hoofdzetel in Leuven (Gaston Geenslaan 14, 3001 Leuven). De volledige lijst van alle ondernemingen die deel uitmaken van de Groep is terug te vinden in Toelichting 25: Ondernemingen behorend tot Option.
De geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2017 omvat Option NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'Option' of 'de Groep'). Op de Raad van Bestuur van 14 mei 2018 werd het jaarverslag goedgekeurd voor vrijgave.
De geconsolideerde financiële rekeningen zijn opgesteld volgens de "historische kost overeenkomst". De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bijzijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Gemeenschap.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekeningen van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Er is controle wanneer de Groep macht heeft over de deelneming, blootgesteld is aan of rechten heeft op veranderlijke opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij de deelneming en over de mogelijkheid beschikt zijn macht te gebruiken om zijn opbrengsten te beïnvloeden.
Option NV heeft een 100% deelneming in al haar dochterondernemingen (conform toelichting 25). De resultaten van verworven of geliquideerde dochterondernemingen worden mee geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle wordt verworven, of de consolidatie neemt een einde op de datum waarop de controle verdwijnt.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Nietgerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere waardevermindering van toepassing is op het activa dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
De Groep heeft wijzigingen in de boekhoudprincipes aangebracht betreffende de classificatie van de roerende voorheffing en loonkosten die waren inbegrepen in de onderzoeks- en ontwikkelingskosten enerzijds en betreffende de waardering van de pensioenverplichtingen anderzijds.
Inzake de wijzigingen in de classificatie die de Groep heeft aangebracht, verwijzen we naar de geconsolideerde resultatenrekening en geconsolideerde financiële positie waar de wijzigingen en de impact ervan verder werden toegelicht.
Inzake de wijzigingen in de waardering van de pensioenverplichtingen verwijzen we naar Toelichting 16 waar de wijzigingen en de impact ervan verder werden toegelicht.
Inzake de wijzigingen in segmentrapportering verwijzen we naar Toelichting 3 waar dit wordt toegelicht.
Geen andere wijzigingen werden aangebracht, noch voor de presentatie, noch voor de classificatie en toelichtingen in de boekhoudprincipes.
De Groep past dezelfde IFRS standaarden toe als voorgaande jaren, met uitzondering van enkele nieuwe standaarden en interpretaties die de Groep voor het eerst toepast in 2017.
Lijst van standaarden en interpretaties die al verschenen zijn maar nog niet van kracht waren op de datum van uitgifte van de jaarrekening van de Groep.
Lijst van standaarden die nog niet in voege waren op 31 december 2017:
De wijzigingen verduidelijken:
De wijzigingen worden prospectief toegepast. Retrospectieve toepassing is toegestaan als dit voor alle wijzigingen wordt toegepast en er aan andere criteria is voldaan. De wijzigingen zijn van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2018. Vervroegde toepassing is toegestaan. Deze wijzigingen werden goedgekeurd binnen de Europese Unie.
De Groep verwacht geen materiële impact van de toepassing van deze wijzigingen op de geconsolideerde jaarrekening.
IFRS 9 "Financiële instrumenten" zal IAS 39 "Financiële instrumenten: opname en waardering" vervangen en brengt de volgende elementen samen voor de waardering van financiële instrumenten: opname en waardering, bijzondere waardeverminderingen en hedge accounting. IFRS 9 wijzigt de opname en waardering van financiële activa en omvat een nieuw model voor de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van de financiële activa op basis van verwachte kredietverliezen. De meeste basisbeginselen van hedge accounting veranderen niet als gevolg van IFRS 9. Maar hedge accounting kan toegepast worden op een groter aantal risicoblootstellingen dan voorheen en de principes van hedge accounting principes zijn geharmoniseerd met die welke van toepassing zijn op het risicobeheer.
Gebaseerd op de voorlopige analyse uitgevoerd tot nu, verwacht de Groep geen significante impact van de toepassing van de nieuwe principes van IFRS 9 met betrekking tot de classificatie en waardering van financiële activa, vergeleken met de huidige principes onder IAS 39.
De Groep verwacht echter wel een potentiële impact als gevolg van de toepassing van het nieuwe model voor bijzondere waardeverminderingen op financiële activa. IFRS 9 gaat uit van een model van verwachte kredietverliezen (expected credit loss), in tegenstelling tot een model van opgelopen kredietverliezen (incurred credit loss) onder IAS 39. Het model van verwachte kredietverliezen vereist dat een entiteit verwachte kredietverliezen en wijzigingen in die verwachte kredietverliezen opneemt op elke balansdatum teneinde wijzigingen in kredietrisico's weer te geven sinds de eerste opname, hetzij op basis van 12 maanden hetzij op basis van levensduur. Dit betekent dat het niet meer nodig is dat een kredietgebeurtenis heeft plaatsgevonden voordat kredietverliezen worden opgenomen, hetgeen aanleiding kan geven tot een eerdere opname van kredietverliezen. De Groep verwacht het op de levensduur gebaseerde model van verwachte verliezen toe te passen op alle handelsvorderingen. In het algemeen verwacht de Groep dat de toepassing van het model van de verwachte kredietverliezen van IFRS 9 tot eerdere erkenning van de bijzondere waardeverminderingsverliezen op handelsvorderingen zal leiden, maar de Groep verwacht geen significante stijging van de voorziening voor dubieuze debiteuren omdat de kredietwaardigheid van haar tegenpartijen nauwgezet wordt opgevolgd.
Wat betreft hedge accounting is de groep van mening dat IFRS 9 geen impact zal hebben, aangezien de Groep momenteel geen hedge accounting toepast.
IFRS 9 is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2018. De Groep is voornemens de nieuwe standaard op de vereiste ingangsdatum in te voeren. Wijzigingen in boekhoudprincipes ingevolge de toepassing van IFRS 9 zullen retrospectief worden toegepast, maar de richtlijnen staan bepaalde uitzonderingen toe op de retrospectieve toepassing.
IFRS 15 vervangt IAS 18 Opbrengsten en IAS 11 Onderhanden projecten in opdracht van derden en stelt een uitgebreid kader vast om te bepalen wanneer de inkomsten moeten worden erkend en hoeveel inkomsten voor alle contracten met klanten moeten worden erkend, met uitzondering van opbrengsten uit leaseovereenkomsten, financiële instrumenten en verzekeringscontracten. Het tijdstip van de opname van opbrengsten kan plaatsvinden na verloop van tijd of op een welbepaald tijdstip, afhankelijk van de overdracht van de zeggenschap. De standaard introduceert ook nieuwe richtlijnen over de kosten van het vervullen en verkrijgen van een contract, waarin wordt aangegeven in welke omstandigheden dergelijke kosten zouden moeten worden geactiveerd of uitgegeven wanneer zij worden aangegaan. Verder zijn de toelichtingen opgenomen in IFRS 15 gedetailleerder dan degene die momenteel van toepassing is op IAS 18.
De Groep heeft een analyse uitgevoerd van de bestaande contracten met klanten. De kernactiviteit van de Groep is het leveren van goederen en diensten. Zo verwacht de Groep dat de erkenning van opbrengsten optreedt op een bepaald tijdstip wanneer zeggenschap over de goederen wordt overgedragen aan de klant, over het algemeen op moment van levering van de goederen. Op basis van deze analyse verwacht de Groep dat de impact beperkt zal zijn op jaareinde 2017.
Opbrengsten van de Groep worden vooral gegenereerd door de verkoop van goederen, wat als een afzonderlijke prestatieverplichting beschouwd wordt. Afzonderlijke diensten worden veelal geleverd over de periode dat de overeenstemmende goederen worden verkocht aan de klant. Bijkomende diensten zijn in de huidige bestaande contracten niet significant. Op basis van de gevoerde analyse verwacht de Groep niet dat dit een belangrijke aanpassing vormt ten opzichte van de gangbare praktijken voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2017.
De Groep heeft geen incrementele kosten van materieel belang voor het verkrijgen van een contract die zou voldoen aan de opnamecriteria, zoals gedefinieerd door IFRS 15.
IFRS 15 is van toepassing voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2018 en is goedgekeurd door de EU. Verduidelijkingen voor IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten (gepubliceerd op 12 april 2016) werd goedgekeurd door de EU per 9 november 2017. De Groep zal de nieuwe standaard toepassen in haar geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2018. De Groep zal de volledige retroactieve methode van de standaard toepassen.
IFRS 16 gepubliceerd op 13 januari 2016 vervangt de bestaande lease richtlijnen inclusief, IAS 17 Leases, IFRIC 4 Bepalen of een transactie een Lease bevat, SIC-15 Operationele Leases – incentieven en SIC-27 Evalueren van de inhoud van transacties die de vorm aannemen van een Lease.
IFRS 16 vervangt IAS 17 Leaseovereenkomsten en de bijhorende interpretaties. Voor huurders vereist IFRS 16 dat de meeste huurovereenkomsten op de balans worden opgenomen (onder een enkel model), waardoor het onderscheid tussen operationele en financiële leaseovereenkomsten wordt uitgesloten. Overeenkomstig de nieuwe standaard zal de huurder activa en passiva opnemen voor de rechten en verplichtingen die door huurovereenkomsten zijn ontstaan. De nieuwe standaard zal de rentedragende verplichtingen en eigendommen, fabrieken en uitrusting in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep verhogen. Daarnaast zullen de huurkosten die in de winst- en verliesrekening worden opgenomen afnemen en de afschrijvingen en waardeverminderingen alsmede de rentekosten stijgen. Dit zal het bedrijfsresultaat beïnvloeden.
De Groep beoordeelt momenteel de impact van de nieuwe standaard. De Groep verwacht de grootste impact voor leaseovereenkomsten die momenteel als operationele leaseovereenkomsten zijn opgenomen en waarvoor de Groep als huurder optreedt. Per 31 december 2017 had de Groep nietopzegbare (niet-verdisconteerde) operationele leaseverplichtingen voor k€ 347.
De nieuwe standaard is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019. De Groep zal de standaard niet vervroegd toepassen, maar heeft voorlopig nog geen beslissing genomen inzake de methode van transitie alsook inzake het al dan niet gebruiken van optionele uitzonderingen.
IFRIC 22 heeft betrekking op de wisselkoers die moet worden gehanteerd bij de verwerking van in vreemde valuta ontvangen of verrichte vooruitbetalingen. De interpretatie is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2018. Deze wijzigingen werden nog niet goedgekeurd door de EU.
De interpretatie zal geen materieel effect hebben op de Groep.
IFRIC 23 verduidelijkt de toepassing van de vereisten voor opname en waardering in IAS 12 Winstbelastingen wanneer er sprake is van onzekerheid over de behandeling van deze belastingen. De interpretatie is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019. Deze wijzigingen werden nog niet goedgekeurd door de EU.
De interpretatie zal geen effect hebben op de Groep.
De '2014–2016 cyclus' met verbeteringen van de standaarden en interpretaties heeft als doel inconsistenties weg te nemen en teksten te verduidelijken. Het betreft de volgende verbeteringen die van toepassing zijn op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2018:
IFRS 1 Eerste toepassing van IFRS: verouderde uitzonderingen voor eerste toepassing van IFRS werd verwijderd.
IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures: De verbeteringen verduidelijken dat de keuze om de investeringen te waarderen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, kan worden gemaakt per afzonderlijke investering. De wijzigingen werden goedgekeurd door de EU.
De verbeteringen zullen naar verwachting geen effect hebben op de Groep.
Jaarlijkse verbeteringen cyclus IFRS 2015-2017, gepubliceerd op 12 december 2017 bevat de volgende wijzigingen die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2019:
IFRS 3 Bedrijfscombinaties en IFRS 11 Gezamenlijke overeenkomsten — De wijzigingen in IFRS 3 verduidelijken dat een entiteit die zeggenschap verwerft over een bedrijf dat een gezamenlijke bedrijfsactiviteit (joint operation) is, het voorheen aangehouden belang zal herwaarderen. De wijzigingen in IFRS 11 verklaren dat een entiteit die gezamenlijke zeggenschap verwerft over een bedrijf dat een gezamenlijke bedrijfsactiviteit is, het voorheen aangehouden belang niet zal herwaarderen.
IAS 12 Winstbelastingen – de wijzigingen verduidelijken dat alle gevolgen van winstbelastingen van dividenden (namelijk uitkering van resultaten) in de resultatenrekening worden verwerkt, onafhankelijk van hoe de belasting tot stand komt.
IAS 23 Financieringskosten – de wijzigingen verduidelijken dat kosten van specifieke schulden die uitstaan nadat het gerelateerde activabestanddeel klaar is voor gebruik of verkoop, onderdeel worden van de financieringsmiddelen van de entiteit voor het berekenen van de kapitalisatievoet op algemene financieringen. De wijzigingen werden nog niet goedgekeurd door de EU.
De wijzigingen worden niet verwacht een materiële impact te hebben op de geconsolideerde financiële staten van de Groep.
De andere standaarden, wijzigingen en interpretaties die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2018 worden verwacht geen significante impact te hebben op de Groep.
De Groep heeft ervoor gekozen om geen standaarden of interpretaties voorafgaand aan hun inwerkingtreding toe te passen.
Om deze jaarrekening op te stellen dient het management ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. Het gaat daarbij voornamelijk over de recupereerbaarheid van vaste activa, uitgestelde belastingen, immateriële vaste activa, garantieverplichtingen en andere waarschijnlijke verplichtingen op de afsluitingsdatum van de jaarrekening en het gepubliceerde bedrag van baten en lasten tijdens de gerapporteerde periode.
De Groep gebruikt deze ramingen voor de gewone bedrijfsuitoefening om garantieverplichtingen, verouderde stock en surplusvoorraden, dubieuze debiteuren, de economische levensduur van R&D projecten, de waardering van intellectuele eigendomsrechten, afgeleide financiële instrumenten en andere reserves te waarderen. De uiteindelijke resultaten kunnen afwijken van de gemaakte inschattingen.
Beoordelingen gemaakt door het management en de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar, worden hierna omschreven.
Ondanks de € 2,1 miljoen aan bijkomende financieringen die reeds werden ontvangen en toegezegd in 2018 blijft de huidige kaspositie beperkt. We refereren naar de sectie 'BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN DIE PLAATSVONDEN NA AFLOOP VAN HET BOEKJAAR' voor verdere informatie omtrent de 2018 bijkomende financieringen. De Raad van Bestuur beslist om de financiële informatie op te stellen volgens het continuïteitsbeginsel, gezien:
Voornoemde evoluties laten toe om een liquiditeitsplan in het vooruitzicht te stellen voor de komende veertien maanden dat de nieuwe groep na de overname van Crescent in een nieuwe, grotere dimensie duwt en haar toelaat aan haar kasbehoeften te voldoen mits de verderzetting van lopende afbetalingsplannen.
De ramingen en veronderstellingen worden continu herzien. Herzieningen op boekhoudkundige veronderstellingen worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden en als er een belangrijk risico bestaat tot een materiële correctie op de bedragen opgenomen in de activa en passiva van het volgende boekjaar.
Bij wet bepaald moeten pensioenregelingen in België onderworpen zijn aan minimaal gegarandeerde rendementen. Als gevolg van de wet van 18 december 2015, zijn minimale rendementen als volgt door de werkgever gegarandeerd:
Gezien de garanties op minimale rendementen, worden deze plannen gekwalificeerd als toegezegde pensioenregelingen.
Een netto verplichting van k€ 138 (2016: k€ 42) werd opgenomen in de balans per 31 december 2017 op basis van een actuariële berekening in overeenstemming met de vereisten in IAS 19 voor de vaste bijdrageplannen met minimum gegarandeerd rendement.
Ontwikkelingskosten worden gekapitaliseerd in overeenstemming met de boekhoudprincipes opgenomen in toelichting 2. De initiële kapitalisatie van de kosten is gebaseerd op het oordeel van het management dat de technologische en economische haalbaarheid is bevestigd, indien een ontwikkelingsproject een welbepaalde mijlpaal heeft bereikt in overeenstemming met een project management model. Bij het bepalen van het de gekapitaliseerde bedragen maakt het management assumpties omtrent de toekomstige winstverwachtingen van het actief. Op 31 december 2017 bedroegen de gekapitaliseerde ontwikkelingskosten k€ 87 (2016: k€ 427). Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 8.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn om een uitzonderlijke waardevermindering voor alle niet financiële vaste activa op te nemen. Indien er berekeningen op de gebruikswaarde worden toegepast, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de cash genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen. Op 31 december 2017 heeft de Groep geen uitzonderlijke waardeverminderingen opgenomen op de geactiveerde ontwikkelingsprojecten (2016: k€ 0). Voor verdere details, verwijzen we naar toelichting 8.
Op 31 december 2017 heeft de onderneming een terugname van extra waardevermindering op de voorraden van k€ 227 geboekt, terwijl er in 2016 k€ 440 extra waardevermindering werd genomen. Deze analyse was gebaseerd op de verwachte volumes en verkoopprijzen in de begroting van het bedrijf voor 2018.
De Vennootschap is sinds de tweede jaarhelft van 2011 aandeelhouder van Autonet Mobile, een in Californië (VS) gevestigd bedrijf dat actief is in de automotive sector. De aandelen werden geklasseerd als financiële activa beschikbaar voor verkoop. Aangezien de aandelen niet genoteerd staan op een beurs en de reële waarde niet betrouwbaar kan bepaald worden, worden de aandelen aan kostprijs gewaardeerd. De deelneming in Autonet wordt op regelmatige basis geëvalueerd door het management en de Raad van Bestuur in functie van de vooruitgang (zowel commercieel en financieel) die Autonet Mobile heeft geboekt en de algemene evolutie vastgesteld op de automotive markt. Autonet Mobile ging naar een overgangsproces in 2015 gezien de start-up lager was dan verwacht. Er werd een bijzondere waardevermindering opgenomen ter waarde van k€ 137 (2016: k€ 311) op de participatie op datum van 31 december 2017 en de nettoboekwaarde op € 1 geplaatst.
Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle niet gebruikte fiscale verliezen en andere verrekenbare tijdelijke verschillen, in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten zullen worden gegenereerd tegen dewelke de vorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planningstrategieën.
De uitgestelde belastingvorderingen ten aanzien van fiscale verliezen worden niet opgenomen op de balans, omdat ze niet kunnen worden gecompenseerd met belastbare winsten in de nabije toekomst. Alhoewel deze belastingvorderingen niet meer werden opgenomen op de balans, vervallen deze niet en mogen evenmin gebruikt worden om ze af te zetten tegenover belastbare winsten in andere entiteiten van de Groep. Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 7.
De Groep raamt haar kosten voor de voorziening voor garanties door gebruik te maken van statistische gegevens op de verkopen. De garantieperiode is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 24 maanden, afhankelijk van waar de klant zich bevindt.
Op 31 december 2017 was er geen voorziening voor garanties (2016: k€ 0), aangezien er nauwelijks een product is teruggestuurd tijdens het afgelopen jaar, en voor elke verkoop zijn standaard extra gratis producten voorzien om dit in te dekken.
Een voorziening voor herstructurering wordt aangelegd wanneer de Groep een gedetailleerd formeel plan ontwikkeld voor de herstructurering, zoals uiteengezet in de voornaamste boekhoudprincipes in toelichting 2.
De Groep herzag in 2013 haar royaltyvoorzieningen voor essentiële octrooien die het in het verleden had aangelegd in overeenstemming met courante gebruiken, maar voor FRAND-vereisten voor essentiële octrooilicenties (FRAND: Fair reasonable and non-discriminatory terms; faire, redelijke en nietdiscriminerende voorwaarden) wijd verspreid raakten en waarvan de geldigheid nog niet werd betwist voor rechtbanken of andere instanties. Om de royaltyvoorzieningen in overeenstemming te brengen met deze nieuwe ontwikkelingen, herzag de Groep deze provisies en verwijst daarvoor naar de volgende redenen:
De Groep kwam tot de conclusie dat hiervoor geen betrouwbare schatting kon worden gemaakt, en daarom besloot de Groep om haar voorzieningen te herzien in navolging van IAS 37 §14.
In 2017 werden geen nieuwe contracten getekend.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele en rapporteringmunteenheid van de Vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de Euro als functionele munt, behalve:
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
Voor doeleinden van de geconsolideerde jaarrekening worden activa en passiva van buitenlandse activiteiten (VS, Japanse en Hong Kong dochterondernemingen) omgezet in euro tegen de wisselkoersen die gelden op balansdatum. Inkomsten en uitgaven worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoersen voor de periode, tenzij de wisselkoersen aanzienlijk schommelden tijdens die periode. Dan worden immers de wisselkoersen op datum van de transacties gebruikt. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische koers omgezet. De wisselkoersverschillen die hieruit mogelijks voortvloeien uit de euro-omzetting van het eigen vermogen tegen de koers op rapporteringdatum, worden geboekt als 'verschillen in nettovalutakoers' onder de rubriek 'Eigen vermogen'. Dergelijke wisselkoersverschillen worden in resultaat genomen tijdens de periode waarin de buitenlandse activiteit afgestoten of beëindigd wordt.
De Groep genereert hoofdzakelijk opbrengsten uit de verkoop van haar producten, zoals intelligente M2M-gateways, routers, USB-apparaten, routers, ingebouwde draadloze modules en in mindere mate diensten zoals softwarelicenties of engineeringdiensten.
De klanten van de Groep zijn onder meer distributeurs, Value-Added Resellers (VAR's), systeemintegratoren, Original Equipment Manufacturers (OEM's), dienstverleners van draadloze communicatie, internationale operatoren en eindgebruikers.
Deze verkopen worden erkend als opbrengsten wanneer:
Indien aan één of meer van deze criteria niet wordt voldaan, wordt de opbrengst overgedragen tot aan alle criteria wordt voldaan.
De opbrengsten worden opgenomen aan hun reële waarde, exclusief van betalingskortingen, toegekende kortingen en belastingen op opbrengsten.
De verkochte producten van de Groep worden over het algemeen niet verkocht met recht op teruggave, tenzij de producten defect zijn en gedekt zijn door de garantieclausule (zie ook toelichting 16).
De opbrengsten van de Groep omvatten ook samengestelde producten en/of diensten zoals o.a. technische ondersteuning van haar producten. In deze gevallen wordt de totale opbrengst toegewezen aan de reële waarde van de individuele elementen, die dan gewaardeerd worden op basis van de onderliggende boekhoudprincipes, van toepassing op dat element. Indien de marktwaarde van één of meer van de elementen niet kan worden bepaald, wordt de opbrengst gespreid over de verwachte resterende contractuele looptijd. Niettegenstaande de verkochte producten ingebouwde software hebben, gelooft de Groep dat deze software onontbeerlijk is aan de producten die ze levert.
Opbrengsten van diensten worden erkend als de diensten zijn geleverd en wanneer er geen belangrijke prestaties meer dienen te worden geleverd en indien de inbaarheid in belangrijke mate vaststaand is. Opbrengsten uit dienstenovereenkomsten, afhankelijk van een finale aanvaarding van de klant worden uitgesteld tot zulke aanvaarding is ontvangen en alle andere voorwaarden omtrent erkenning van opbrengsten zijn vervuld. De kosten met betrekking tot dergelijke overeenkomsten worden opgenomen wanneer ze zich voordoen.
Een gedeelte van de opbrengsten van de Groep zijn afgeleid uit samenwerkingsovereenkomsten. Als gevolg van zulke samenwerkingen verklaart de Groep zich akkoord om onderzoek naar en het testen van producten uit te voeren, zoals omschreven in dergelijke overeenkomst.
Het belangrijkste deel van deze overeenkomsten voorzien voorafbetalingen met betrekking tot toegang tot technologieën, licentiekosten en te bereiken mijlpalen. Overeenkomsten die specifiek betrekking hebben op licentie- en software inkomsten worden als opbrengst erkend over de periode van de licentie.
Definitief verworven voorafbetalingen worden slechts erkend als opbrengst voor zover er producten of diensten geleverd werden in een afzonderlijke transactie en de Groep aan alle voorwaarden en verplichtingen van de onderliggende overeenkomst heeft voldaan. In het geval van blijvende betrokkenheid van de Groep, zal de voorafbetaling niet beschouwd worden als een afzonderlijke transactie en zal de erkenning van de opbrengsten op basis van de marktwaarde gespreid worden over de looptijd van de overeenkomst.
Mijlpaalopbrengsten volgende uit onderzoek worden erkend als opbrengsten zodra deze definitief verworven zijn, tenzij de Groep betrokken blijft in het programma. In dit geval wordt de mijlpaalopbrengst slechts erkend in de mate er kosten werden opgelopen (en in het licht van de globale projectopbrengsten en -kosten).
Indien er in cash wordt voorafbetaald alvorens aan bovenvermelde criteria werd voldaan, worden deze als overgedragen opbrengsten erkend.
Een beperkt aantal contracten geeft de klant recht op een kredietnota in geval van prijserosie gedurende een bepaalde periode volgend op de initiële verkoop. De mogelijke kortingen volgend uit dergelijke inkomsten worden geschat op het ogenblik van de verkoop en worden in mindering gebracht van de opbrengsten.
Commerciële kortingen worden in mindering gebracht van de opbrengsten.
In het kader van licentieovereenkomsten heeft de Groep zich ertoe verbonden royalty's te betalen voor het gebruik van bepaalde essentiële gepatenteerde technologieën in draadloze datacommunicatie, rekeninghoudend met faire marktomstandigheden.
Royaltyverplichtingen worden opgenomen als 'kosten voor verkoop, marketing en royalty's'.
Belastingen op de winst of het verlies voor het boekjaar omvatten verschuldigde en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de resultatenrekening tenzij ze betrekking hebben op transacties die direct in het eigen vermogen werden opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen.
Verschuldigde belastingen omvatten de verwachte belastingverplichtingen op het belastbare inkomen van het jaar. De belastbare basis verschilt van het resultaat voor belastingen zoals opgenomen in de jaarrekening omdat bepaalde elementen van de inkomsten of de uitgaven in andere boekjaren belast of vrijgesteld worden en andere elementen die definitief verworpen worden of aftrekbaar zijn. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de verschuldigde belastingen op balansdatum te bepalen. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 7.
Uitgestelde belastingen zijn voorzien, gebruik makend van de passivamethode, voor alle tijdelijke verschillen die zich voordoen tussen de aanslagvoeten van activa en passiva en hun nettoboekwaarde ten behoeve van financiële verslaggeving. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de uitgestelde belastingen te bepalen.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden algemeen erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen wanneer het management het waarschijnlijk acht dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere balansdatum geëvalueerd en worden afgeboekt in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingsverplichtingen en -vorderingen worden tegenover elkaar afgezet indien wettelijk is toegelaten om de verschuldigde belastingen en vorderingen tegenover elkaar af te zetten en indien deze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastingautoriteiten en indien de Groep de intentie heeft dit recht uit te voeren. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 7.
De voorraden grondstoffen (hoofdzakelijk elektronische componenten) en goederen in bewerking, worden geboekt tegen de kostprijs (FIFO-methode) of, indien die lager is, tegen de realisatiewaarde.
De voorraden van afgewerkte producten worden geboekt tegen de laagste van de kostprijs of de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe materialen en, indien van toepassing, directe arbeidskosten en de overheadkosten die zijn gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen. De kostprijs wordt berekend volgens de FIFO methode.
De netto realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs min de geschatte kosten om het product af te werken en om de verkoop te realiseren.
De Groep erkent voorraad in consignatie op haar balans tenzij er een aanzienlijke overdracht van de risico's en voordelen verbonden aan de eigendom heeft plaatsgevonden naar de geconsigneerde.
De Groep waardeert doorlopend de voorraden van verouderde artikelen of langzaam roterende artikelen, en legt waar nodig voorzieningen aan.
De materiële vaste activa van de Groep omvatten specifieke productieapparatuur en worden gewaardeerd tegen de historische kost min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Kosten, opgelopen na initiële erkenning zullen deel uitmaken van de waarde van het activa of zullen als afzonderlijk activa worden behandeld in de mate dat de verbonden toekomstige economische voordelen aan de Groep toekomen en indien de gerelateerde kosten op een betrouwbare wijze kunnen worden bepaald. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, met name:
| Machines en computeruitrusting | 2 tot 10 jaar |
|---|---|
| Meubilair en rollend materieel | 5 jaar |
| Inrichtingen | 3 tot 9 jaar |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.
Activa in aanbouw worden geboekt aan kostprijs. Die omvat de kosten voor de bouw en materiële vaste activa en andere directe kosten. Deze activa worden slechts afgeschreven vanaf het ogenblik waarop ze klaar zijn voor hun bestemd gebruik. Op dat ogenblik worden de activa naar de relevante rubrieken binnen de materiële vaste activa verplaatst
Leasing operaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten van leasing:
Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie 'financiële leasing' ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere waardeverminderingen.
Elke leasingbetaling wordt toegekend aan het passief en aan de financieringskosten om te komen tot een constante periodieke rentevoet op het uitstaande financieringssaldo. De overeenstemmende leasingverplichtingen, zonder financieringskosten, zijn opgenomen onder de schulden die op minder en op meer dan één jaar vervallen. Het rente-element wordt geboekt ten laste van de resultatenrekening over de leasingtermijn. Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep uiteengezette regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan gebeurt de afschrijving over de kortste periode: de huurtermijn of de gebruiksduur van de activa.
Leasing waarbij een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom effectief door de verhuurder worden behouden, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 17.
Afzonderlijk verworven Immateriële activa worden gewaardeerd bij de initiële opname op kostbasis verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde waardeverminderingen. Intern gegenereerde immateriële activa, met uitzondering van geactiveerde ontwikkelingsprojecten, worden niet geactiveerd en de kost wordt opgenomen in het resultaat van het jaar waarin de kost zich voordoet.
Immateriële activa worden afgeschreven op basis van hun economische gebruiksduur en de nood van een uitzonderlijke waardevermindering wordt geanalyseerd wanneer zich een indicatie tot bijzondere waardevermindering voordoet. De afschrijvingsmethode en periode van het immaterieel actief met een gedefinieerde levensduur wordt minstens herzien op elk financieel jaareinde.
Winsten of verliezen die hun oorzaak vinden in de buitengebruikstelling van een immaterieel vast actief worden berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het actief en worden opgenomen in het resultaat wanneer het actief wordt buiten gebruik gesteld.
Uitgaven voor onderzoek worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
De Groep gebruikt de boekhoudkundige kostenverminderingmethode voor onderzoekssubsidies waarbij het voordeel van de subsidie wordt erkend als een vermindering van de kostprijs van de aanverwante uitgaven. Dit wanneer is voldaan aan bepaalde criteria die zijn bedongen in de voorwaarden van die subsidieovereenkomsten en voor zover de nodige garanties werden gegeven dat de subsidies effectief zullen worden ontvangen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden opgenomen als immateriële activa conform IAS 38 Immateriële Activa, indien voldaan is aan de volgende criteria en de Groep de volgende zaken kan aantonen:
Het initieel opgenomen bedrag voor intern ontwikkelde immateriële vaste activa bestaat uit het totaal van de opgelopen kosten vanaf het moment waarop het immaterieel vast actief aan de hierboven beschreven criteria voldeed. Indien geen intern ontwikkeld immaterieel vast actief kan worden erkend, worden ontwikkelingskosten opgenomen in de resultatenrekening van de periode tijdens dewelke ze werden opgelopen.
Na hun initiële opname op de balans worden deze intern ontwikkelde immateriële activa gewaardeerd aan kost min gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde manier als de overige immateriële vaste activa. De afschrijvingen van de geactiveerde ontwikkelingskosten worden geboekt in de resultatenrekening onder de rubriek 'Onderzoeks- en Ontwikkelingskosten'.
Andere ontwikkelingsuitgaven worden opgenomen als kost wanneer ze worden opgelopen. Onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het vorige boekjaar werden opgenomen als kost, kunnen in een volgende periode niet worden opgenomen als een actief. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden rechtlijnig afgeschreven vanaf het begin van de commerciële verzending van het gecertificeerde product over de periode van zijn verwachte opbrengst die niet meer dan twee jaar bedraagt.
De overige immateriële activa van de Groep omvatten:
Deze worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De afschrijvingen gebeuren lineair over de verwachte economische levensduur, die varieert tussen 1,5 en 5 jaar, afhankelijk van de specifieke licentie of software. De verwachte economische levensduur en de afschrijvingsperiode worden bij iedere rapporteringperiode geëvalueerd, waarbij het effect van eventuele aanpassingen op een prospectieve basis wordt opgenomen.
De Groep evalueert in elke rapporteringsperiode de vaste activa en bepaald in geval van bijzondere gebeurtenissen of wijzigingen of er enige indicatie bestaat tot het nemen van een bijzondere waardevermindering. Indien die indicaties er zijn, wordt de realisatiewaarde van het actief geschat om de bijzondere waardevermindering vast te leggen. Indien een individueel actief geen kasstromen genereert los van andere activa, dan zal de Groep een inschatting maken van de realisatiewaarde van de eenheid die de kasstromen genereert en waartoe het actief behoort.
Voor de immateriële vaste activa zal onmiddellijk een bijzondere waardevermindering worden geboekt zodra niet meer aan de vereiste criteria (zie boekhoudprincipe 8A) is voldaan. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur en immateriële vaste activa die nog niet klaar zijn voor ingebruikname worden jaarlijks getest op waardeverminderingen of telkens er een indicatie van waardevermindering is.
De realisatiewaarde is gelijk aan de hoogste van de marktwaarde verminderd met de verkoopkosten en de gebruikswaarde. De beoordeling van de gebruikswaarde gebeurt op basis van de huidige waarde van de verdisconteerde toekomstige kasstromen, gebruik makend van de discontovoet voor belastingen die de huidige marktcondities van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's verbonden aan het onderliggend activa voor zover de toekomstige kasstromen hier niet voor werden aangepast, weerspiegeld.
Indien de realisatiewaarde van het activa (of de kasstroom genererende eenheid) lager is dan de huidige boekwaarde, zal de boekwaarde verlaagd worden tot de realisatiewaarde. Deze waardeverminderingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
Bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere waardevermindering tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere waardevermindering, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere waardevermindering heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
Een voorziening wordt opgenomen indien:
Indien er niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt geen voorziening genomen.
Het bedrag dat als voorziening erkend wordt is de beste raming van de vereisten om de huidige verplichting op de balansdatum te vereffenen, rekening houdend met de risico's en de onzekerheden die eigen zijn aan de verplichting. Indien sommige of alle economische voordelen die worden vereist om een voorziening te vergoeden, van een derde kunnen worden teruggevorderd, wordt de vordering aanzien als een activa indien het nagenoeg zeker is dat de terugbetaling zal worden ontvangen en indien het bedrag van terugbetaling betrouwbaar kan worden gemeten.
De Groep verleent garantie op haar producten vanaf de datum van verzending en/of verkoopdatum aan de eindklant. De garantietermijn is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 24 maanden afhankelijk van de plaats waar de klant zich bevindt. Het beleid van de Groep bestaat erin de geraamde kosten van garantieverlening te boeken op het ogenblik dat de verkoop wordt opgetekend. Op verkopen van de Groep buiten de Europese Unie is de garantietermijn beperkt tot ten hoogste één jaar.
Een herstructureringsprovisie wordt erkend wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel plan voor de herstructurering heeft opgesteld en voor dewelke een gegronde verwachting kenbaar werd gemaakt aan de getroffenen, dat het plan zal worden uitgevoerd door de aanvang van de uitvoering ervan of door het bekendmaken van de belangrijkste kenmerken van het plan aan de getroffenen. De grootorde van een herstructureringsprovisie omvat enkel die uitgaven die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit de herstructurering en welke niet worden geassocieerd met de lopende activiteiten van de onderneming.
De Groep heeft een aantal pensioenplannen voor haar personeelsleden op basis van vastgelegde bijdragen (defined contribution). De activa worden beheerd in afzonderlijke fondsen of groepsverzekeringen. De bijdragen worden ten laste genomen van de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben. De netto verplichting is opgenomen in de balans, gebaseerd op een actuariële berekening gebruik makend van de geprojecteerde unit credit methode in overeenstemming met IAS 19.
Als gevolg van de wet van 18 december 2015, zijn minimale rendementen als volgt door de werkgever gegarandeerd:
Gezien de garanties op minimale rendementen, worden deze plannen gekwalificeerd als toegezegde pensioenregelingen.
De Groep maakt gebruik van op aandelen gebaseerde betalingen waarbij aandelen opties (hierna vernoemd als "warranten") worden toegekend aan werknemers, zelfstandigen en bestuurders. De kost van deze op aandelen gebaseerde transacties met werknemers, worden berekend op basis van de reële waarde op de datum van verwerving. De op aandelen gebaseerde betalingen worden als kost in de resultatenrekening opgenomen over de periode van verwerving, met een overeenkomstige toename van het eigen vermogen.
Het bedrag dat ten laste van de resultatenrekening dient te worden genomen over de verwervingsperiode wordt bepaald volgens de reële waarde van de warranten, welke wordt berekend op basis van het Black Scholes-model. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden die van toepassing waren bij het toekennen van de warranten. Op elke balansdatum herziet de Groep haar ramingen van het aantal warranten die vermoedelijk uitoefenbaar zullen worden tenzij de verbeuring van warranten plaatsvindt wegens het niet bereiken van de drempelwaarden. Eventuele correcties zullen worden uitgevoerd in de resultatenrekening en in het eigen vermogen over de resterende looptijd van de warranten. De direct toe te schrijven transactiekosten worden in mindering gebracht van het aandelenkapitaal (nominale waarde) en uitgiftepremie op het ogenblik waarop de warranten worden uitgeoefend.
Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 18.
De financiële activa en de financiële verplichtingen worden opgenomen in de balans van de Groep zodra de Groep de contractuele bepalingen van het instrument onderschrijft.
Handelsvorderingen en overige vorderingen zijn in de balans opgenomen aan nominale waarde (in het algemeen het gefactureerde bedrag), verminderd met een waardevermindering voor dubieuze debiteuren. Dergelijke waardevermindering wordt opgenomen in de resultatenrekening als het waarschijnlijk is dat de Groep de vordering niet zal kunnen innen.
Voor klanten waarbij de openstaande vorderingen resulteren uit commerciële discussies, worden kortingen geboekt ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. In die gevallen waarbij het kredietrisico resulteert uit de mogelijkheid dat individuele klanten niet langer in staat zouden blijken om aan hun financiële verplichtingen te voldoen, worden de waardeverminderingen geboekt als waardevermindering voor dubieuze debiteuren.
De overige vorderingen worden vermeld op basis van hun nominale waarde (over het algemeen het gefactureerde bedrag) verminderd met een voorziening voor dubieuze debiteuren mocht dit noodzakelijk blijken.
Handels- en overige schulden worden gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs. Deze is berekend, gebruik makend van de effectieve interest methode verminderd met eventuele waardeverminderingen.
Als geldmiddelen en kasequivalenten zijn te beschouwen cash, termijndeposito's en de gemakkelijk realiseerbare beleggingen met een looptijd van ten hoogste drie maanden op moment van aankoop. Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan hoofdzakelijk uit termijndeposito's bij handelsbanken met een hoge kredietwaardigheidscore.
Met betrekking tot het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de geldmiddelen en kasequivalenten cash en korte termijn deposito's, zoals hierboven omschreven.
Financieringskosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan de verwerving, constructie of productie van een in aanmerking komend actief, worden geactiveerd als onderdeel van de kost van dat actief. Andere kosten van schulden worden erkend als een kost in de resultatenrekening in de periode waarin deze zich voordoet.
In het geval de Groep gebruik zou maken van afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten om haar wisselkoersrisico in te dekken, worden deze afgeleide financiële instrumenten initieel opgenomen aan hun reële waarde op datum van afsluiting van het contract en worden geregeld geherwaardeerd aan hun reële waarde, opgenomen in de resultatenrekening.
Voor financiële instrumenten, waarvoor er geen actieve markt bestaat, wordt een aanvaardbare waarderingstechniek gebruikt om de reële waarde te bepalen.
Derivaten worden opgenomen als een financieel actief indien de reële waarde positief is en als financieel passief indien de reële waarde negatief is.
Elke winst of verlies van de derivaten, voortvloeiend uit de wijziging in reële waarde gedurende het jaar en welke niet onder de classificatie vallen voor hedge accounting (indekkingen) worden onmiddellijk opgenomen als winst of verlies. De Groep past momenteel geen hedge accounting toe.
De winst per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen uitstaand tijdens de periode.
De winst per verwaterd aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal verwaterde aandelen uitstaand tijdens de periode en de conversie van de converteerbare obligatie.
Een segment is een autonoom deel van de Groep dat specifieke producten of diensten levert (operationeel segment), of producten of diensten levert binnen een bepaalde economische omgeving bezig is (geografisch segment), dat aan risico's onderhevig is en opbrengsten genereert die van andere segmenten te onderscheiden zijn.
Segmentresultaten omvatten de opbrengsten en kosten die direct toe te schrijven zijn aan het segment en het relevante gedeelte van de opbrengsten en kosten die op een redelijke wijze aan het segment kunnen worden toegewezen.
De operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van interne rapportering omtrent de onderdelen van de Groep en welke op regelmatige basis worden beoordeeld door de "chief operating decision maker" met het doel om de nodige middelen toe te wijzen aan de segmenten en om hun prestaties te beoordelen.
Segmentinformatie wordt voorgesteld met betrekking tot de operationele segmenten en geografische segmenten van de Groep. De Groep volgt haar activiteiten op projectbasis op waarbij elk project een verzameling van producten met gelijkaardige technologieën vertegenwoordigt.
IFRS 8 vereist dat de operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapportering betreffende de componenten van de Groep welke op regelmatige basis worden besproken door het management van de Groep met als doel de nodige middelen toe te wijzen aan deze segmenten en om hun werking in te schatten.
In lijn met de interne opvolging van haar activiteiten en de verdere vereenvoudiging en afslanking van haar organisatie heeft de vennootschap beslist om haar activiteiten op te splitsen in slechts twee segmenten: producten en engineering services.
Het primaire rapporteringsegment werd bepaald als zijnde het bedrijfssegment, elk segment is een autonoom component van de Groep welke specifieke producten of diensten levert:
Hierna een analyse van de opbrengsten en de bedrijfsresultaten van de Groep per gerapporteerd segment:
| In duizend EUR | Opbrengsten van externe klanten |
Resultaat van het operationeel segment |
||
|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| Producten Engineering Services Totalen |
3 692 1 554 5 246 |
2 838 1 372 4 210 |
( 609) 627 18 |
( 2 026) 897 ( 1 129) |
| Niet toegewezen bedrijfskosten Financiële (kosten) / opbrengsten |
- - |
- - |
( 1 941) ( 12 167) |
( 4 150) ( 2 982) |
| Resultaat van discontinue operaties | - | - | - | 340 |
| Belastingen | - | - | - | 1 |
| Nettoresultaat | - | - | ( 14 090) | ( 7 921) |
Het resultaat van het operationele segment vertegenwoordigt het resultaat van elk segment met inbegrip van de bedrijfskosten welke toewijsbaar zijn aan het operationele segment. De bedrijfskosten die kunnen worden toegewezen zijn in hoofdzaak de waardeverminderingen, kosten in verband met royalty's en personeelsgebonden kosten welke werden toegewezen aan het operationele segment. De overige bedrijfskosten, met inbegrip van voornamelijk de algemene- en administratiekosten, afschrijvingen en personeelsgebonden kosten niet toewijsbaar aan een specifiek segment, werden gerapporteerd onder de "niet toegewezen bedrijfskosten".
De top 2 van de klanten vertegenwoordigen respectievelijk 20 % en 16 % van de totale omzet. De topklant bevindt zich in het segment "Products"en de tweede in "Engineering Services". De top 10 is goed voor 79 % van de totale verkopen.
Cloudgate vertegenwoordigt 94% van de opbrengsten uit Producten. Gegeven het beperkt aantal klanten, worden de verkopen wereldwijd opgevolgd in plaats van op regionaal niveau.
In 2017 zijn de top 3 landen: VS 36 %, België 24 % en Canada 10 %. (In 2016 zijn de top 3 landen: VS 58 %, België 10 % en Duitsland 9 %.)
| Opbrengsten | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Europa | 52% | 34% |
| Amerika | 46% | 62% |
| Azië | 1% | 3% |
| Andere | 1% | 2% |
Aangezien de hoogstgeplaatste functionaris die belangrijke operationele beslissingen neemt (Chief executive officer) geen activa en verplichtingen per segment bekijkt, worden de activa en verplichtingen per segment niet toegelicht. Alle vaste activa bevinden zich in België.
Afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen zijn opgenomen in volgende lijnen van de resultatenrekening:
| In duizend EUR | Afschrijvingen op materiële vaste activa |
Waarde | Afschrijvingen / verminderingen op immateriële vaste activa |
Bijzondere waarde verminderingen op immateriële activa |
Bijzondere waarde verminderingen op financiële activa |
Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| Kostprijs verkochte goederen Bedrijfskosten, welke omvatten: - Onderzoeks- en ontwikkelingskosten - Kosten van verkoop, marketing en royalty's |
- 20 - |
- 92 7 |
- 341 - |
- 905 - |
- - - |
- - - |
- - - |
- - - |
- 361 - |
- 997 7 |
| - Algemene en administratiekosten |
1 | 1 | - | - | - | - | 137 | 311 | 138 | 312 |
| Totaal | 21 | 99 | 341 | 905 | - | - | 137 | 311 | 499 | 1 316 |
De onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het resultaat werden opgenomen bedroegen k€ 1 505 (2016: k€ 1 928).
In 2017 werd er een bijzondere waardevermindering op de deelneming in Autonet opgenomen voor een bedrag van k€ 137 (2016: k€ 311).
Personeelskosten en overige sociale voordelen zijn opgenomen in de volgende rubrieken van de resultatenrekening:
| In duizend EUR | 2017 | 2016 (Restated) |
|---|---|---|
| Kostprijs verkochte goederen Onderzoeks- en ontwikkelingskosten Kosten van verkoop, marketing en royalty's Algemene en administratiekosten |
761 1 140 332 558 |
594 1 559 872 733 |
| 2 791 | 3 758 |
Op jaareinde had 70%, of k€ 1.785 van de kostprijs van de verkochte goederen betrekking op materialen (2016: 74% of k€ 1.703). In 2017 heeft de Groep in-house productie loonkosten in de hoofdzetel te Leuven met betrekking tot customisatie en rework.
In 2017 werd k€ 227 teruggenomen aan extra waardeverminderingen op voorraden, terwijl in 2016 k€ 440 als extra waardevermindering werd geboekt.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Lonen en wedden Sociale-zekerheidsbijdragen |
1 818 612 |
2 333 950 |
| Overige personeelskosten Bijdrage in pensioenfondsen |
184 177 |
336 138 |
| 2 791 | 3 758 | |
| a) Totaal aantal ingeschreven personeelsleden per einde boekjaar b) Gemiddeld personeelsbestand in voltijdse equivalenten Bedienden Management |
32 35 32 3 |
52 57 53 4 |
Sinds 2003 dragen de Vennootschap en twee van haar dochterbedrijven bij aan plaatselijke pensioenplannen, die worden beheerd door verzekeringsmaatschappijen met een hoge kredietwaardigheidsgraad: Delta Lloyd en Generali. De bijdrages voor de werknemers betaald aan Delta Lloyd en Generali zijn gebaseerd op een vast percentage van het salaris. De bijdragen aan de pensioenfondsen bedroegen k€ 50 (2016: k€ 116).
Bij wet bepaald moeten pensioenregelingen in België onderworpen zijn aan minimaal gegarandeerde rendementen. Als gevolg van de wet van 18 december 2015, zijn minimale rendementen als volgt door de werkgever gegarandeerd:
Gezien de garanties op minimale rendementen, worden deze plannen gekwalificeerd als toegezegde pensioenregelingen.
Een netto verplichting van k€ 138 werd in de balans gehouden per 31 december 2017 (2016: k€ 42), en dit op basis van een actuariële berekening gebruik makend van de geprojecteerde unit credit methode in overeenstemming met IAS 19 voor de vaste bijdrageplannen met minimum gegarandeerd rendement. Voor verdere toelichtingen in dit verband verwijzen we naar Toelichting 16.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Interestopbrengsten | - | 1 |
| Nettowisselkoers winsten | 114 | 339 |
| Overige | 382 | - |
| Financiële opbrengsten | 496 | 340 |
| Interestkosten | ( 323) | ( 2 626) |
| Nettowisselkoers verliezen | ( 25) | ( 379) |
| Financiële kosten gerelateerd aan de gewijzigde voorwaarden van de converteerbare obligatieleningen |
( 12 298) | - |
| Overige, in hoofdzaak bankkosten en betalingsverschillen | ( 17) | ( 8) |
| Financiële kosten | ( 12 663) | ( 3 013) |
| Financieel netto resultaat | ( 12 167) | ( 2 673) |
Het netto financieel resultaat voor 2017 bedraagt k€ 12 167 negatief (2016: k€ -2 673). De financiële resultaten werden hoofdzakelijk beïnvloed door de financiële kosten gerelateerd aan de gewijzigde voorwaarden van de converteerbare obligatieleningen. Het verschil in reële waarde van de vergoeding die de houder ontvangt onder de gewijzigde voorwaarden en de reële waarde van de vergoeding die de houder zou ontvangen hebben onder de initiële voorwaarden dient onder IFRS erkend te worden in de resultatenrekening, welke resulteerde in een financiële kost van k€ 12 298.
De overige financiële opbrengsten k€ 382 bevatten de opbrengst van de kwijtgescholden interesten op de converteerbare obligatieleningen.
Voor de beschrijving van de verwerking van de transactie in het kader van IAS 32.AG35 verwijzen we tevens naar Toelichting 14.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Belastingsinkomsten / (uitgaven) omvatten: Verschuldigde/Terug te vorderen belastingen op het resultaat Uitgestelde belastingvorderingen / (uitgaven) Totale belastingsinkomsten / (uitgaven) |
- - - |
1 - 1 |
| Resultaat voor belastingen | ( 14 090) | ( 7 922) |
| Belastinguitgave / (inkomst) berekend aan 33,99% | ( 4 789) | ( 2 693) |
| Effect van niet belastbare inkomsten Effect van niet aftrekbare uitgaven Effect van concessies en andere fiscaal verrekenbare tegoeden Effect van ongebruikte fiscale verliezen welke niet werden erkend in het jaar Effect van eerder opgenomen fiscale verliezen en verrekenbare tijdelijke verschillen, afgeschreven in het lopende jaar Effect van gebruik van fiscale verliezen welke niet werden erkend in vorige jaren Effect van de verschillende belastingtarieven van dochterondernemingen onder verschillende belastingregimes |
- 4 282 ( 131) 820 ( 75) ( 38) ( 69) |
- 142 ( 396) 3 017 ( 57) - ( 14) |
| Belastinginkomsten / (uitgaven) opgenomen in de resultatenrekening | 0 | 1 |
De belastingvoet die werd gebruikt in bovenstaande reconciliatie voor 2017 en 2016 is de vennootschapsbelastingvoet van 33,99 % die van toepassing is op ondernemingen onderhevig aan het Belgische belastingregime.
Ten gevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen in 2010. Alhoewel de uitgestelde belastingvorderingen niet meer werden opgenomen op de balans van de Groep, is het gebruik van deze fiscale verliezen en verrekenbare tijdelijke verschillen nog geldig en onbeperkt overdraagbaar in tijd, met uitzondering van het gedeelte dat betrekking heeft op de "notionele intrestaftrek" van 2012 en eerder, welke is gelimiteerd tot een periode van 7 jaar.
In 2017 is er een daling van het verschil in waardevermindering ten belope van € 0,4 miljoen (2016: € 1,1miljoen).
De totale niet-erkende belastingvorderingen bedroegen € 211miljoen (2016: € 211miljoen), die allemaal onbeperkt in de tijd overdraagbaar zijn. Uitgezonderd de notionele-interestaftrek, waarvoor k€ 22 vervalt in 2018. Hiervan is € 175 miljoen aan België gerelateerd,
Op 31 december 2017, werd er k€ 169 achterstallige roerende voorheffing gerapporteerd in te betalen belastingen (2016: k€ 150).
| In duizend EUR | Geactiveerde | Concessies, octrooien, | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| ontwikkelingskosten | licenties | Software | Totaal | |||
| Aanschaffingswaarde | ||||||
| Saldo op 1 januari 2017 | 99 589 | 6 853 | 2 686 | 109 128 | ||
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - | ||
| Verwervingen | - | - | - | - | ||
| Uitgaven van productontwikkeling, na aftrek van | - | - | - | - | ||
| ontvangen subsidies Overdracht naar andere activacategorieën |
- | - | - | - | ||
| Buitengebruikstellingen | - | - | - | - | ||
| Overige bewegingen | - | - | - | - | ||
| Saldo op 31 december 2017 | 99 589 | 6 853 | 2 686 | 109 128 | ||
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ||||||
| Saldo op 1 januari 2017 | ( 99 162) | ( 6 853) | ( 2 686) | ( 108 701) | ||
| Netto-valutakoersverschillen Afschrijvingen |
- ( 340) |
- - |
- - |
- ( 340) |
||
| Afschrijving van gekapitaliseerde eigen | - | - | - | - | ||
| ontwikkelingsprojecten | ||||||
| Bijzondere waardeverminderingen | - | - | - | - | ||
| Buitengebruikstellingen | - | - | - | - | ||
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - | ||
| Saldo op 31 december 2017 | ( 99 502) | ( 6 853) | ( 2 686) | ( 109 041) | ||
| Netto boekwaarde Op 1 januari 2017 |
427 | - | - | 427 | ||
| Op 31 december 2017 | 87 | - | - | 87 | ||
| Aanschaffingswaarde | ||||||
| Saldo op 1 januari 2016 | 99 151 | 6 853 | 2 686 | 108 690 | ||
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - | ||
| Verwervingen | - | - | - | - | ||
| Uitgaven van productontwikkeling Overdracht naar andere activacategorieën |
438 - |
- - |
- - |
438 - |
||
| Buitengebruikstellingen | - | - | - | - | ||
| Overige bewegingen | - | - | - | - | ||
| Saldo op 31 december 2016 | 99 589 | 6 853 | 2 686 | 109 128 | ||
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ||||||
| Saldo op 1 januari 2016 | ( 98 258) | ( 6 853) | ( 2 686) | ( 107 797) | ||
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - | ||
| Afschrijvingen Afschrijving van gekapitaliseerde eigen |
- ( 904) |
- - |
- - |
- ( 904) |
||
| ontwikkelingsprojecten | ||||||
| Bijzondere waardeverminderingen | - | - | - | - | ||
| Buitengebruikstellingen | - | - | - | - | ||
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - | ||
| Saldo op 31 december 2016 | ( 99 162) | ( 6 853) | ( 2 686) | ( 108 701) | ||
| Netto boekwaarde | ||||||
| Op 1 januari 2016 Op 31 december 2016 |
893 427 |
- - |
- - |
893 427 |
| In duizend EUR | Machines en computer uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Inrichtingen | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde Saldo op 1 januari 2017 |
22 112 | 1 609 | 1 012 | 24 733 |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Verwervingen Buitengebruikstellingen |
- - |
- - |
24 - |
24 - |
| Overige bewegingen | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2017 | 22 112 | 1 609 | 1 036 | 24 757 |
| Afschrijvingen | ||||
| Saldo op 1 januari 2017 | ( 22 091) | ( 1 609) | ( 1 013) | ( 24 713) |
| Netto-valutakoersverschillen Afschrijvingen |
- ( 20) |
- - |
- ( 1) |
- ( 21) |
| Uitzonderlijke waardeverminderingen | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen Overige bewegingen |
- - |
- - |
- - |
- - |
| Saldo op 31 december 2017 | ( 22 111) | ( 1 609) | ( 1 014) | ( 24 734) |
| Netto boekwaarde Op 1 januari 2017 |
20 | - | - | 20 |
| Op 31 december 2017 | - | - | 23 | 23 |
| Aanschaffingswaarde Saldo op 1 januari 2016 |
22 112 | 1 609 | 1 012 | 24 733 |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Verwervingen Buitengebruikstellingen |
- - |
- - |
- - |
- - |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2016 | 22 112 | 1 609 | 1 012 | 24 733 |
| Afschrijvingen | ||||
| Saldo op 1 januari 2016 | ( 21 999) | ( 1 602) | ( 1 012) | ( 24 613) |
| Netto-valutakoersverschillen Afschrijvingen |
- ( 92) |
- ( 7) |
- ( 1) |
- ( 100) |
| Uitzonderlijke waardeverminderingen | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen Overdracht naar andere activacategorieën |
- - |
- - |
- - |
- - |
| Saldo op 31 december 2016 | ( 22 091) | ( 1 609) | ( 1 013) | ( 24 713) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2016 | 112 | 7 | 1 | 120 |
| Op 31 december 2016 | 20 | - | - | 20 |
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 1 408 | 1 701 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen | ( 775) | ( 764) |
| Subtotaal | 633 | 937 |
| Terugvorderbare BTW | 17 | 48 |
| Overige vorderingen | 130 | 118 |
| Subtotaal | 147 | 166 |
| Totaal | 780 | 1 103 |
In verband met de voorwaarden met betrekking tot vorderingen op verbonden partijen, refereren we naar toelichting 23.
Handelsvorderingen zijn niet-rentegevend en hebben een gemiddelde termijn van 30 tot 40 dagen.
De overige vorderingen zijn voornamelijk recupereerbare belastingen en overgedragen kosten.
| Bruto Bedrag | Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen |
|||
|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 |
| < 60 dagen | 567 | 1 095 | - | - |
| 60 - 90 dagen | 32 | ( 65) | - | - |
| 90 - 120 dagen | ( 3) | ( 68) | - | - |
| > 120 dagen | 812 | 739 | ( 775) | ( 764) |
| 1 408 | 1 701 | ( 775) | ( 764) |
We verwijzen eveneens naar toelichting 21 voor verdere informatie omtrent kredietrisico, de toelichting van de vervaldagenbalans van vervallen, doch inbaar geachte handelsvorderingen en de bewegingen op de waardevermindering voor dubieuze debiteuren.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Kaswaarborgen | 45 | 9 |
| 45 | 9 |
Overige vorderingen op lange termijn zijn voornamelijk toe te wijzen aan huurwaarborgen in de belangrijkste vestigingen.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Overige Financiële activa | - | 137 |
| - | 137 |
In september 2011 investeerde Option k€ 1.043 (of 6,67%) in Autonet Mobile Inc. om de eerste mobiele IP-gebaseerde Telematics Control Unit (TCU) voor de autosector voort te brengen. Door dit strategisch partnership aan te gaan, combineert Option de kennis van de autosector met het ontwerpen en ontwikkelen van draadloze oplossingen.
In februari 2012 en 2013 participeerde de Groep in twee kapitaalverhogingen van Autonet voor een totaal van k€ 193, dat daarna verwaterde tot minder dan 5% door het niet volgen van de recente kapitaalsverhogingen.
Bovendien kocht Autonet Mobile, Inc in december 2016 59.970 aandelen terug tegen USD 0,74 per aandeel.
Er werd een bijzondere waardevermindering genomen ter waarde van k€ 137 op de participatie op datum van 31 december 2017 (2016: k€ 311) als gevolg van het ontbreken van enige informatie omtrent de financiële status, resultaten en vooruitzichten van Autonet.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Grondstoffen | 550 | 657 |
| Goederen in bewerking | 557 | 570 |
| Voorraden afgewerkte producten | 2 137 | 2 373 |
| Waardevermindering op voorraden | ( 2 812) | ( 2 981) |
| 432 | 619 |
Grondstoffen bestaan voornamelijk uit chipsets en componenten. Goederen in bewerking zijn geassembleerde gedrukte schakelingen (PCB's of printed circuit boards) en de voorraad afgewerkte producten betreft goederen klaar voor verzending naar de eindklant.
De voorraden daalden van k€ 619 tot k€ 432 op het einde van 2017. Op het einde van 2017 bedroeg de totale waardevermindering op voorraden k€ 2 812 (2016: k€ 2 981). Deze stijging is voornamelijk te wijten aan het in lijn brengen van de voorraadwaarden met hun netto realiseerbare waarde. De provisie voor voorraden is opgezet met als doel overtollige voorraadposities in te dekken en voorraadwaarden voor sommige producten in lijn te brengen met hun netto realiseerbare waarde.
Een terugname van waardeverminderingen op voorraden van k€ 227 werd genomen in de kosten van de verkochte goederen in 2017, terwijl in 2016 k€ 440 waardevermindering op voorraden werd geboekt.
Er zijn geen voorraden als borg gegeven aan schuldeisers.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Korte termijnbeleggingen Banksaldi direct opvraagbaar Kasgeld |
- 476 4 480 |
- 766 8 774 |
Eind 2017 en 2016 heeft de Groep geen kortetermijndeposito's.
| In duizend EUR | 31/12/2017 | 31/12/2016 |
|---|---|---|
| Converteerbare obligaties | 2 953 | 24 400 |
| Overbruggingskredieten | 6 260 | 4 650 |
| Overige schulden (*) | 9 | 9 |
| Totaal financiële schulden | 9 222 | 29 060 |
| waarvan: | ||
| Langlopend | 7 438 | 27 076 |
| Kortlopend | 1 784 | 1 984 |
(*) De overige financiële schulden van k€ 9 is gerapporteerd binnen Option Wireless Japan KK.
Tijdens de periode 2013-2015 heeft de Vennootschap 3 obligatieleningen voor een totaal nominaal bedrag van € 27 miljoen uitgegeven, die reeds grotendeels zijn omgezet in kapitaal. Samengevat
De volgende tabellen geven overzicht weer van de schuldcomponenten en de eigenvermogenscomponenten van de hierboven vermelde converteerbare obligatieleningen:
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Nominale waarde op balansdatum | - | 5 000 |
| Verplichtingscomponent op 1 januari | - | ( 4 196) |
| Eigen vermogen component | - | 804 |
| Verplichtingscomponent | - | 4 866 |
| Gekapitaliseerde interest na gewijzigde voorwaarden | 21 | - |
| Verplichtingscomponent 31 december | 21 | 4 866 |
| Converteerbare obligatie EUR 12 miljoen | ||
|---|---|---|
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
| Nominale waarde op balansdatum | 500 | 11 500 |
| Verplichtingscomponent op 1 januari | ( 500) | ( 11 500) |
| Eigen vermogen component | - - |
|
| Verplichtingscomponent | 500 | 14 322 |
| Gekapitaliseerde interest na gewijzigde voorwaarden | 2 088 | - |
| Verplichtingscomponent 31 december | 2 588 | 14 322 |
| Converteerbare obligatie EUR 6 miljoen | ||
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
| Nominale waarde op balansdatum | - 6 000 |
|
| Verplichtingscomponent op 1 januari | - ( 5 104) |
|
| Eigen vermogen component | - 896 |
| Verplichtingscomponent 31 december | 344 | 5 212 |
|---|---|---|
| Gekapitaliseerde interest na gewijzigde voorwaarden | 344 | - |
| Verplichtingscomponent | - | 5 212 |
Tijdens 2017 werden de voorwaarden van de converteerbareoblgiates gewijzigd voornamelijk om vervroegde conversie te bevorderen. De wijzigingen in voorwaarden zorgen ervoor dat de begunstigden bijkomende aandelen verkrijgen op moment van conversie. De uitoefenprijs onder de gewijzigde voorwaarden bedroeg € 0,147 voor de conversie van de obligatieleningen die plaatsvond in maart 2017 en € 0,100 voor de conversie in juni 2017. Daarenboven zijn alle intresten tot en met 31 december 2016 gekapitaliseerd en zijn de intrestlasten van 2017 tot 0% herleid.
De bovenstaande transactie werd behandeld volgens IAS 32.AG35 betreffende de verwerking van wijzigingen aan de voorwaarden van converteerbare obligatieleningen ter bevordering van vervroegde conversie. Hierbij werd, op datum van de wijzigingen van de voorwaarden, de reële waarde van de vergoeding die de houder van de converteerbare obligatie zou krijgen bij conversie van het instrument op basis van de nieuwe voorwaarden, bepaald. Het verschil tussen deze reële waarde en de reële waarde volgens de oorspronkelijke voorwaarden werd onmiddellijk als financiële kost opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening (zie ook toelichting 6), aangezien dit een bijkomend eigenvermogenscomponent vertegenwoordigt. Aldus werd een totale financiële kost van k€ 12.298 voor de converteerbare obligaties geboekt ten opzichte van het eigen vermogen.
Deze wijziging in voorwaarden ging gepaard met twee kapitaalsverhogingen door inbreng in natura van schuldvorderingen, voornamelijk de openstaande obligatieleningen voor een bedrag van € 22 miljoen. We verwijzen naar Toelichting 20 waar meer informatie is gegeven omtrent de kapitaalsverhoging en de daarmee gepaard gaande uitgifte van nieuwe aandelen.
We verduidelijken hierbij tevens dat de inbreng in het eigen vermogen van de nog niet ingebrachte componenten van de obligaties (voornamelijk de geactiveerde interesten) in ruil voor aandelen beschouwd wordt als een eigen vermogenstransactie tussen huidige en potentiële aandeelhouders in hun capaciteit als aandeelhouder. Bij dergelijke transactie wordt in overeenstemming met IAS 32.AG32 de boekwaarde van de ingebrachte schuld getransfereerd naar eigen vermogen zonder erkenning van winst of verlies in de resultatenrekening.
Option heeft in de periode 2015-2017 overbruggingskredieten uitgegeven waarvan op 31 december 2017 in totaal k€ 6 260 nog openstond. Onderstaande tabel geeft de evolutie per overbruggingskrediet weer.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Boekwaarde op balansdatum | 775 | 2 675 |
| Financiële schuld op 31 december | 775 | 2 675 |
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Boekwaarde op balansdatum | 1 775 | 1 975 |
| Financiële schuld op 31 december | 1 775 | 1 975 |
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Boekwaarde op balansdatum | 3 710 | - |
| Financiële schuld op 31 december | 3 710 | - |
Tijdens 2017 werd voor een bedrag van € 3.905.000 nieuwe overbruggingsleningen aangegaan, waarvan een bedrag van k€ 195 pas werd volstort in 2018.
De meeste ontleners van overbruggingskredieten, die meer dan 95% van de waarde van de overbruggingskredieten vertegenwoordigen, zijn ermee akkoord gegaan om hun overbruggingskredieten te verlengen, waardoor ze pas komen te vervallen op 28 februari 2019, en om de rentetarieven te verlagen.
Deze wijziging in voorwaarden ging gepaard met twee kapitaalsverhogingen door inbreng in natura van schuldvorderingen, inclusief de overbruggingskredieten voor een bedrag van € 1,8 miljoen. We verwijzen naar Toelichting 20 waar meer informatie is gegeven omtrent de kapitaalsverhoging en de daarmee gepaard gaande uitgifte van nieuwe aandelen.
In 2017 bedroegen de interesten k€0 op het overbruggingskrediet van k€ 2 675 (2016: k€ 209). In 2017 bedroegen de interesten k€ 0 op het overbruggingskrediet van k€ 1 975 (2016: k€ 96). In 2017 bedroegen de interesten k€ 0 op het overbruggingskrediet van k€ 3 905 (2016: k€ 0).
In 2016 en 2017 had de Vennootschap noch faciliteiten noch pand op handelszaken van de Vennootschap.
Reconciliatie met het kasstroomoverzicht voor 2017:
| in duizend EUR | Openings saldo |
Kasstromen | Inbreng in natura |
Her classificaties |
Overige | Eindsaldo |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden |
||||||
| Converteerbare obligaties | 24 400 | - | (22 000) | 905 | (352) | 2 953 |
| Bankschulden | 2 675 | 3 610 | (1 800) | - | - | 4 485 |
| Kortlopende financiêle schulden Converteerbare obligaties |
- | - | - | - | - | - |
| Bankschulden | 1 984 | (200) | - | - | - | 1 784 |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten |
29 059 | 3 410 | (23 800) | 905 | (352) | 9 222 |
In maart 2017 werd een bedrag van € 12.153.600 aan vorderingen uit leningen ingebracht in kapitaal.
In juni 2017 werd een bijkomend bedrag van € 11.646.400 aan vorderingen uit leningen omgezet in kapitaal.
We verwijzen naar Toelichting 20 waar meer informatie is gegeven omtrent de kapitaalsverhoging en de daarmee gepaard gaande uitgifte van nieuwe aandelen.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 3 852 | 5 498 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 1 160 | 1 828 |
| Overige schulden | 38 | 38 |
| Overlopende rekeningen | 124 | 1 190 |
| 5 174 | 8 554 |
Handelsschulden en sociale schulden: ongeveer 81 % is vervallen, maar grotendeels gedekt door afbetalingsplannen. De handels-en overige schulden daalden in 2017 met 40%.
De termijnen en voorwaarden van bovenvermelde schulden zijn:
| In duizend EUR | 2016 | Toevoeging (Aanwending) (Terugname) | 2017 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Verliezen op leveranciersovereenkomsten |
393 | 187 | - | ( 393) | 187 |
| Juridische en overige claims Korte termijn voorzieningen |
29 422 |
- 187 |
( 24) ( 24) |
- ( 393) |
5 192 |
| Verplichting pensioenplannen |
- | 188 | ( 50) | - | 138 |
| Lange termijn voorzieningen | - 422 |
188 375 |
- ( 74) |
- ( 393) |
138 330 |
Er is een leveranciersovereenkomst met Jabil. Elk kwartaal geeft Jabil een overzicht door over hun voorraadpositie aangelegd voor Option zijn productie en wordt dit getoetst met de meest recente productieorders. Bij een verouderde voorraad of een teveel aan componenten wordt, als het noodzakelijk is, een provisie geboekt.
Onder de "verplichting pensioenplannen" zijn de door de Groep in België aangehouden pensioenplannen opgenomen. De Groep heeft in België pensioenplannen welke juridisch gezien plannen met vaste bijdragen zijn waarop de Belgische wetgeving van toepassing is ("Wet Vandenbroucke"). Hierdoor worden alle Belgische plannen met vaste bijdragen onder IFRS gekwalificeerd als een toegezegde-pensioenregeling.
De k€ 50 gerapporteerd onder (aanwending) betreffen de werkgeversbijdragen.
De Belgische wetgeving stelt dat voor toegezegde-bijdrageregelingen, de werkgever een minimum rendement dient te garanderen van een percentage dat evolueert in functie van marktrendementen, met evenwel een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Door deze minimum rendementsvereisten voor de toegezegde-bijdrageregelingen in België is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico, aangezien er een wettelijke verplichting is tot het betalen van toekomstige bijdragen indien het fonds onvoldoende activa bevat om alle werknemersvoordelen te betalen gerelateerd aan de geleverde prestaties door de werknemers in de huidige en vorige periodes. Als gevolg dienen deze plannen geclassificeerd en boekhoudkundig verwerkt te worden als een toegezegde-pensioenregeling zoals onder IAS 19.
De Groep past voor de berekening van deze verplichting de 'Unit Credit-methode' toe. De overschakeling naar deze waarderingsmethode leidde tot een éénmalige correctie van €k 123 op het resultaat van 2017.
De bedragen voor de in België aangehouden pensioenplannen worden als volgt bepaald per 31 december:
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Verplichting uit hoofde van toegezegde-pensioenregelingen Reële waarde van fondsbeleggingen |
2 381 ( 2 243) |
- - |
| Nettoverplichting (-actief) uit hoofde van toegezegde-pensioen-regelingen | 138 | - |
De activa betreffen verzekeringspolissen en vormen geen onderdeel van de eigen financiële instrumenten van de Groep.
De belangrijkste actuariële veronderstellingen zijn:
| 2017 | 2016 | |
|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde verdisconteringsvoet | 1,95% | - |
| Verwachte inflatie | 1,75% | - |
| Verwachte algemene loonsverhoging | 1,00% | - |
De levensverwachting is bepaald aan de hand van de Belgische sterfte tabel MR/FR aangepast -5 jaar. De Groep is door zijn toegezegde-pensioenregelingen, blootgesteld aan een aantal risico's, waarvan de belangrijkste zijn:
Wijzigingen in disconteringsvoet: een afname in de disconteringsvoet leidt tot een toename van de toegezegde-pensioenverplichtingen
Salarisrisico: de bruto verplichtingen van de regelingen houden rekening met de toekomstige verloning van de deelnemers. Bijgevolg zal een hoger dan verwachte salarisstijging leiden tot hogere pensioenverplichtingen.
Een wijziging in de verdisconteringsvoet met 0,5% zou niet leiden tot een materiële wijziging voor de toegezegde-pensioenverplichting.
Voor deze pensioenplannen werden volgende bedragen opgenomen in de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten:
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Opgenomen in de resultatenrekening | ||
| Aan het dienstjaar toegekende pensioenkosten | ( 71) | - |
| Eenmalige kosten voor erkenning van de pensioenprovisie | (123) | - |
| Intrestkost | ( 1) | - |
| ( 195) | - | |
| Opgenomen als niet-gerealiseerde resultaat | ||
| Herwaardering van toegezegde pensioenregelingen | ( 9) | - |
| ( 9) | - | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | ( 204) | - |
Huurgelden van niet-verbreekbare operationele leasingcontracten zijn als volgt betaalbaar:
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Minder dan één jaar | 197 | 386 |
| Tussen één en vijf jaar | 165 | 1 397 |
| Meer dan vijf jaar | 61 | 819 |
| 423 | 2 602 |
De Groep huurt een aantal wagens en kantoormateriaal via operationele leasing. De leasing loopt gewoonlijk over een initiële periode van vijf tot tien jaar, met een optie om de leasing na die datum te hernieuwen. De aflossingen worden jaarlijks geïndexeerd. Geen enkele van de leasingcontracten omvat bijkomende huurverplichtingen.
De Groep huurt tevens kantoren, via operationele leasing. Op 1 juli 2017 werd hiervoor een nieuwe overeenkomst afgesloten.
De huur wordt toegestaan voor een onafgebroken periode van 9 jaar met ingang op 1 juli 2017 en zal van rechtswege eindigen op 30 juni 2026. Het is de huurder evenwel toegestaan eenzijdig een einde te stellen aan de huurovereenkomst zonder enige verbrekings- of wederverhuringsvergoeding, op het einde van elk jaar mits een vooropzeg bij aangetekend schrijven, betekend aan de verhuurder minstens 6 maanden voor het verstrijken van de betrokken periode.
In 2017 werd k€ 386 aan operationele leasing geboekt als een kost in de resultatenrekening (2016: k€ 557). Daarvan was k€ 265 gerelateerd aan de huur van gebouwen en k€ 121 aan de huur van wagens.
Er zijn geen huurgelden van niet-verbreekbare onderverhuurde huurcontracten.
Op het jaareinde 2017 was de Groep op de hoogte gebracht van volgende belangrijke aandeelhouders:
| Identiteit van de persoon, entiteit of groep van personen of entiteiten |
Aantal gewone aandelen in bezit |
Percentage aangehouden financiële instrumenten |
|---|---|---|
| Jan Callewaert Danlaw Inc. Eric Van Zele Alychlo Vrij verhandelbare aandelen |
71 247 973 50 660 748 33 925 170 14 271 957 127 478 243 |
23,94% 17,02% 11,40% 4,80% 42,84% |
| Totaal uitstaande aandelen | 297 584 091 | 100% |
Het toegestane aandelenkapitaal per eind 2017 bestond uit 297 584 091 gewone aandelen voor een totaalbedrag van € 14 879 204,55. De aandelen hebben geen nominale waarde en zijn allen volledig volstort. Alle aandelen van de Vennootschap hebben dezelfde rechten.
We verwijzen tevens naar het mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen die de bewegingen in het eigen vermogen over het boekjaar weergeeft.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Op 31 december | 17 610 | 5 466 |
We verwijzen naar 4.1.5 voor meer informatie over de vermogensbewegingen.
Op 6 november 2015 keurde de Raad van Bestuur van de Vennootschap binnen het kader van het toegestaan kapitaal de uitgifte van 5.000.000 warranten "2015" goed, die werden aangeboden aan leden van het Uitvoerend Management Team, werknemers en bepaalde onafhankelijke onderaannemers aangeduid bij naam. Een totaal van 200.000 warranten "2015" werd aanvaard door de begunstigden in 2016.
De belangrijkste voorwaarden van het warrantenplan "2015" aangaande de vermelde warranten zijn de volgende:
o de levensduur van de warranten is 5 jaar.
De warranten werden gewaardeerd aan de hand van het Black & Scholes model. Waar relevant, is de verwachte levensduur in het model aangepast volgens de beste inschatting van het management. De verwachte volatiliteit is gebaseerd op de historische volatiliteit van de aandelenkoers over de voorbije 4 jaar. De risicovrije rentevoet is gebaseerd op de OLO-rente zoals gewaardeerd door de Nationale Bank van België. Deze waarderingswijze is dezelfde voor bestuurders, leden van het Uitvoerend Management Team, zelfstandige onderaannemers en werknemers.
Hieronder afgestemd de uitstaande warranten die werden toegekend en aanvaard volgens het plan aan het begin en einde van het boekjaar 2017:
| Aantal warranten | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
|
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar 2017 | 2 095 000 | 0,39 |
| Aanvaard gedurende het boekjaar | - | - |
| Uitgeoefend gedurende het boekjaar | - | - |
| Vervallen gedurende het boekjaar | (225 000) | 0,23 |
| Balans op het einde van het boekjaar 2017 | 1 870 000 | 0,41 |
De kost voor de toegekende warranten voor het boekjaar 2017 werd berekend op k€ 20.
Daarnaast heeft de Buitengewone Vergadering van aandeelhouders van 21 januari 2016 beslist om 17.391.304 warranten aan Danlaw Inc. te verlenen voor een totaal bedrag van € 4 miljoen. Indien zij worden uitgeoefend, zou dit het kapitaal van de vennootschap verhogen met achthonderdnegenenzestigduizend vijfhonderdvijfenzestig euro en twintig cent (€ 869.565,20). Op datum van de uitgifte van dit rapport werden geen van deze warranten uitgeoefend door Danlaw.
Op 6 maart 2017 heeft de buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders de uitgifte goedgekeurd van 10.000.000 warranten "2017" binnen het kader van het toegestane kapitaal, om te worden aangeboden aan de leden van Uitvoerend Management Team, werknemers en bepaalde, op naam toegewezen, zelfstandige onderaannemers. Er werden geen warranten "2017" aangeboden of aanvaard door de begunstigden tot op datum van de uitgifte van dit rapport.
Op 31 december 2017 stond er voor k€ 500 aan converteerbare obligatieleningen open die kon geconverteerd worden aan een uitoefenprijs van € 0,01 maar intussen mee opgenomen is in het kader van de geplande inbreng in natura in 2018.
Daarnaast werd gezien de inbreng in natura van de converteerbare obligatieleningen voor een bedrag van € 22 miljoen in het eigen vermogen van de vennootschap, de initieel erkende eigen vermogenscomponent van deze converteerbare obligaties gereclassificeerd naar 'Overgedragen resultaat'.
De winst per aandeel voor verwatering wordt berekend rekening houdend met het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen in de desbetreffende periode. De winst per aandeel na verwatering wordt berekend rekening houden met het verwaterd gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen, met inbegrip van het verwateringseffect van de warranten en de converteerbare obligaties.
Volgende geeft het effect weer van de winst per aandeel voor en na verwatering voor de laatste twee boekjaren:
| Winst per gewoon aandeel | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (in duizend EUR) | ( 14 090) | ( 7 921) |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen: | ||
| Gewone aandelen voor verwatering | 225 107 312 | 97 880 569 |
| Gewone aandelen na verwatering | 225 107 312 | 97 880 569 |
| Per Aandeel (in EUR) | ||
| Winst / (verlies) per aandeel voor verwatering | ( 0,06) | ( 0,08) |
| Winst / (verlies) per aandeel na verwatering | ( 0,06) | ( 0,08) |
Verwijzend naar IAS 33, hebben warranten en het uitgeven van converteerbare obligaties slechts een effect na verwatering indien hun omzetting naar gewone aandelen zou leiden tot een vermindering van de waarde per aandeel. Rekening houdend met het negatieve resultaat van de Groep in 2017, blijft de winst per aandeel voor en na verwatering gelijk.
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De objectieven van de Groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn:
De strategie en objectieven van de Groep bleven ongewijzigd gedurende de boekjaren eindigend op 31 december 2017 en 31 december 2016.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit het gedeelte van schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, geplaatst kapitaal, uitgiftepremies, reserves en overgedragen resultaat.
Oorspronkelijk heeft de Vennootschap voor een totaalbedrag van € 27.000.000 aan obligatieleningen uitgegeven, als volgt:
Op 28 maart 2013 heeft Option 90 converteerbare obligaties uitgegeven, elk voor € 100.000 per obligatie dat het totaalbedrag brengt op € 9.000.000.
Op 11 april 2014 heeft Option 120 converteerbare obligaties uitgegeven, elk voor € 100.000 per obligatie dat het totaalbedrag brengt op € 12.000.000.
Op 6 november 2015 heeft Option 60 converteerbare obligaties uitgegeven, elk voor € 100.000 per obligatie dat het totaalbedrag brengt op € 6.000.000.
Ten gevolge van eerdere inbrengen in eigen vermogen werd een bedrag van € 26.500.000 ingebracht in kapitaal. Daarnaast heeft de Vennootschap nog intresten te betalen op deze ingebrachte vorderingen voor een bedrag van afgerond € 2,8 miljoen. Bijgevolg staat voor een bedrag van afgerond € 3,3 miljoen aan schulden open ten gevolge van de uitgifte van obligatieleningen, meer bepaald € 2,8 miljoen toegerekende interesten en € 0,5 miljoen niet-geconverteerde obligatieleningen. We verwijzen hierbij naar de geplande kapitaalverhoging zoals besproken verder in Toelichting 24.
In maart en juni 2017 resulteerden twee rondes van schuldherschikking in de stijging van het aandelenkapitaal via een bijdrage van in totaal € 9.957.077, waarvan de details hieronder staan weergegeven:
| in EUR | Nominale waarde Nominale waarde Kapitaalsverhoging Kapitaalsverhoging | Opbrengsten | Nominale waarde | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| bij uitgifte | 31/12/2016 | maart 2017 | juni 2017 / aflossingen 2017 | 31/12/2017 | ||
| Converteerbare Obligatielening 2013 |
9.000.000 | 5.000.000 | -2.600.000 | -2.400.000 | - | |
| Converteerbare Obligatielening 2014 |
12.000.000 | 11.500.000 | -6.200.000 | -4.800.000 | 500.000 | |
| Converteerbare Obligatielening 2015 |
6.000.000 | 6.000.000 | -2.921.000 | -3.079.000 | - | |
| Totaal | 27.000.000 | 22.500.000 | -11.721.000 | -10.279.000 | 500.000 | |
| Overbruggingskredieten | 8.875.000 | 4.650.000 | -432.600 | -1.367.400 | 3.410.000 | 6.260.000 |
| Bijdrage in Eigen Vermogen | -12.153.600 | -11.646.400 | ||||
| Geplaatst kapitaal | 4.922.127 | 4.133.877 | 5.823.200 | 14.879.204 | ||
| Uitgiftepremies | 3.765.973 | 8.019.723 | 5.823.200 | 17.608.896 |
Op 6 maart 2017 werd een totaalbedrag van € 12.153.600 aan financiële verplichtingen (overbruggingskredieten en obligatieleningen) omgezet in eigenvermogensinstrumenten van de Vennootschap tegen € 0,147 per aandeel, wat overeenkwam met de gemiddelde slotkoers over 30 dagen tot de dag van de transactie. Voor elk nieuw aandeel werd € 0,05 gerekend als nieuw kapitaal en € 0,097 werd als aandelenpremie opgenomen.
Als gevolg van de kapitaalverhoging werden 82.677.545 nieuwe aandelen uitgegeven, waardoor het totale aantal aandelen van 98.442.546 naar 181.120.091 aandelen ging na notering.
Het maatschappelijk kapitaal werd overeenkomstig verhoogd met € 4.133.877,25, waardoor het kapitaal ging van € 4.922.127,30 voor de kapitaalverhoging naar € 9.056.004,55 na de kapitaalverhoging. In totaal werd € 8.019.722,75 opgenomen als aandelenpremie.
Bovendien verzekerde de Vennootschap in maart 2017 nieuwe financiering voor een totaalbedrag van € 2,6 miljoen. Deze fondsen zijn gestructureerd als een nieuwe lening over 2 jaar met 1% rente in het eerste jaar en 2% in het tweede jaar.
Op 30 juni 2017 vond een tweede ronde plaats van de omzetting van financiële verplichtingen (obligaties en schulden). In totaal werd voor € 11.646.400,00 aan verplichtingen omgezet in kapitaal van de Vennootschap tegen een gemiddelde aandelenkoers van € 0,10 per aandeel, resulterend in een stijging van € 5.823.200 aan kapitaal, gaande van € 9.056.004,55 voor de transactie naar € 14.879.204,55 na de transactie met de uitgifte van 116.464.000 nieuwe aandelen.
Als gevolg van de schuldherschikkingen werden in 2017, 199.141.545 nieuwe aandelen uitgegeven. Het totale aantal aandelen bedraagt 297.584.091 aandelen zonder nominale waarde.
Op 27 november 2017 heeft de Vennootschap aangekondigd verdere stappen te nemen in haar herstructureringsplan.
Als onderdeel van een overeenkomst met de grote aandeelhouders, kondigde de Raad van Bestuur aan dat een (op dat moment) minimum van € 8.100.000 aan financiële uitstaande schulden worden ingebracht in het kapitaal van de Vennootschap, inclusief de 2017 overbruggingskredieten, verstrekt voor de terugbetaling van historische maar kritische niet-financiële schuldverplichtingen.
Intussen heeft de Vennootschap bijkomend brugfinancieringen voor een bedrag van € 1.050.000 verzekerd aan nihil rente, welke eveneens zullen worden ingebracht in het kapitaal.
Alle hieronder vermelde financiële schulden en leningen (historische, 2017 en 2018) zullen worden aangeboden voor inbreng in het kapitaal van de Vennootschap aan 2 cent per aandeel, mits goedkeuring van de aandeelhouders.
De resterende schulden die worden ingebracht worden voorgesteld al volgt (in EUR):
| Overbrugging 2015 (*) | 784 331,62 |
|---|---|
| Overbrugging 2016 | 1 775 000,00 |
| Overbrugging 2017 | 3 905 000,00 |
| Overbrugging 2018 | 1 050 000,00 |
| Overbrugging 2018 (2) | 488 211,56 |
| Obligatie 2014 | 2 954 011,99 |
| Obligatie 2015 | 343 561,64 |
| 11 300 116,81 |
(*) Inbegrepen een bedrag van € 531.605,47 op naam van Sainte Catherine, dat als nieuwe overbrugging in maart 2018 werd afgesloten om een andere overbrugging uit 2015 terug te betalen en op datum van dit verslag nog moet worden ontvangen. Alle andere overbruggingen zijn ontvangen.
Op 31 december 2017 telde de Vennootschap de volgende belangrijke aandeelhouders, op basis van de ontvangen transparantieverklaringen:
| BASISGEGEVENS | |
|---|---|
| (a) Totaal maatschappelijk kapitaal | € 14.879.204,55 |
| (b) Totaal aantal stemrechtverlenende effecten | 297.584.091 |
| (c) Totaal aantal stemrechten (= de noemer) | 297.584.091 |
| Aandeelhouder (>3%) | % |
| (A) Jan CALLEWAERT | 23,94% |
| (B) Danlaw Inc. | 17,02% |
| (C) Eric VAN ZELE | 11,40% |
| (D) ALYCHLO | 7,42% |
Op basis van laatst gekende transparantieverklaringen (april 2018) telde de Vennootschap volgende belangrijke aandeelhouders:
KAPITAALSTRUCTUUR OPTION NV APRIL 2018
| BASISGEGEVENS | |
|---|---|
| (a) Totaal maatschappelijk kapitaal | € 14.879.204,55 |
| (b) Totaal aantal stemrechtverlenende effecten | 297.584.091 |
| (c) Totaal aantal stemrechten (= de noemer) | 297.584.091 |
| Aandeelhouder (>3%) | % |
| (A) Danlaw Inc. | 17,02% |
| (B) Jan CALLEWAERT | 12,85% |
| (C) Eric VAN ZELE | 11,40% |
De "Corporate Treasury" functie beheert de financiële risico's van de Groep welke gerelateerd zijn aan de activiteiten van de Groep op een continue basis. Deze omvatten het kredietrisico, liquiditeitsrisico en valutarisico.
De Groep probeert voornamelijk om het wisselkoersrisico te beheren door contracten af te sluiten in sterke valuta. (USD, EUR). Dergelijke risico's kunnen op natuurlijke manier worden gedekt wanneer een monetaire post langs de activakant in een bepaalde valuta wordt gecompenseerd door een monetaire post langs de passivakant.
| In duizend EUR | Toelichting | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | |||
| Overige financiële vaste activa | 11 | - | 137 |
| Leningen en vorderingen | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 13 | 480 | 774 |
| Handelsvorderingen | 10 | 633 | 937 |
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs | |||
| Handelsschulden | 15 | 3 852 | 4 425 |
| Converteerbare financiële schulden op meer dan 1 jaar | 14 | 2 953 | 24 400 |
| Overbruggingskredieten | 14 | 6 260 | 4 650 |
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken heeft de Groep een richtlijn uitgewerkt om enkel zakenrelaties aan te gaan met kredietwaardige tegenpartijen en om voldoende zekerheden te bekomen, indien aangewezen, om een eventueel financieel verlies uit verbrekingen te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard hanteert de Groep externe scoringssystemen om de kredietwaardigheid van de klant in te schatten. De Groep legt ook kredietlimieten op per klant, in lijn met het interne beleid voor kredietbeheer. De limieten en de score per klant worden regelmatig opnieuw geëvalueerd.
Kredietanalyses worden uitgevoerd voor alle klanten die een bepaalde kredietbehoefte overschrijden. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd.
Option verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De handelsvorderingen bestaan uit een beperkt klantenbestand, verspreid over verschillende geografische gebieden. De handelsvorderingen voor klanten die tot dezelfde groep behoren, worden afzonderlijk behandeld.
In 2017 voerde de Groep een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen die ouder waren dan 60 dagen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
In de balans van handelsvorderingen van de Groep zijn debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van k€ 54 (2016: k€ 30) die al meer dan 60 dagen vervallen waren op de datum van het verslag, en waarvoor de Groep geen waardevermindering heeft geboekt, aangezien ze nog steeds inbaar worden geacht. De Groep heeft geen activa in onderpand voor deze vorderingen.
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| 60 - 90 dagen 90 - 120 dagen > 120 dagen |
2 5 47 |
- - 30 |
| 54 | 30 |
| In duizend EUR | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar | 764 | 656 |
| Toevoeging aan de voorziening | 37 | 116 |
| Afgeschreven | - | ( 8) |
| Vrijgegeven | (26) | - |
| 775 | 764 |
Bij het vaststellen van de inbaarheid van de handelsvorderingen houdt de Groep rekening met de kredietwaardigheid van de vorderingen vanaf de datum dat het krediet initieel werd toegekend tot aan de rapporteringsdatum. De concentratie van het kredietrisico is beperkt vanwege een brede spreiding van het klantenbestand. De winst- en verliesgevolgen voor twijfelachtige schulden worden gerapporteerd onder de Verkoop- en marketingkosten.
Vervaldagenbalans van de handelsvorderingen waarop een waardevermindering werd geboekt:
| In duizend EUR Bruto bedrag |
2017 | 2016 |
|---|---|---|
| 60 - 90 dagen 90 - 120 dagen |
- - |
- - |
| > 120 dagen | 775 775 |
764 764 |
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door continue opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Groep heeft geen bestaande kredietovereenkomsten naast die van de converteerbare obligaties uitgegeven in 2014 (toelichting 4) en het overbruggingskrediet van 2015, 2016 en 2017.
De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen.
| In kEUR (duizend EUR) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële schulden Handelsschulden |
2017 | 1 784 4 014 |
7 073 - |
21 - |
344 - |
- - |
| 5 798 | 7 073 | 21 | 344 | - | ||
| In kEUR (duizend EUR) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
| 2016 | ||||||
| Financiële schulden Handelsschulden |
1 984 5 653 |
7 541 - |
14 322 - |
5 213 - |
- - |
|
| 7 637 | 7 541 | 14 322 | 5 213 | - |
Handelsschulden en sociale schulden: ongeveer 81 % is vervallen, maar grotendeels gedekt door afbetalingsplannen.
De Groep is niet onderhevig aan een significant intrestrisico. De Groep heeft geen financiële activa of schulden en interestderivaten met vlottende rentevoet en geen interestderivaten.
De Groep is onderhevig aan een belangrijk wisselkoersrisico aangezien het merendeel van de aankopen gebeurt in US dollar. Om dit risico te beperken tracht de Groep om de in- en uitgaande kasstromen in valuta, andere dan de euro, met elkaar in lijn te brengen. Op basis van de gemiddelde volatiliteit van de US dollar en het Britse pond schatte de Groep de mogelijke verandering van de wisselkoers van deze munteenheid ten opzichte van de euro:
| 2017 | Slotkoers December 31, 2017 |
Mogelijke volatiliteit in % | Mogelijke slotkoers December 31, 2017 |
|
|---|---|---|---|---|
| EUR/USD | 1,1993 | 5,12 | 1.1379 - 1.2607 | |
| 2016 | Slotkoers | Mogelijke volatiliteit in % | Mogelijke slotkoers | |
| December 31, 2016 | December 31, 2016 | |||
| EUR/USD | 1,0541 | 2,49 | 1.0279-1.0803 |
| Boekwaardes – Duizend USD | 31/dec./17 | 31/dec./16 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | ( 1 384) | ( 1 663) |
| Handelsvorderingen | 710 | 922 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 21 | 116 |
| ( 653) | ( 625) |
Gezien de beperkte volatiliteit in de USD koers, zijn er geen materiële fluctuaties.
Via licentie-octrooi-overeenkomsten, diende de Groep royalty's te betalen aan een aantal bedrijven voor licenties voor het gebruik van sommige essentiële octrooien die worden gebruikt in draadloze 2,5G 3G en 4G producten.
De Groep herzag haar royaltyvoorzieningen voor essentiële octrooien die het in het verleden had aangelegd in overeenstemming met courante gebruiken, maar voor FRAND-vereisten voor essentiële octrooilicenties (FRAND: Fair reasonable and non-discriminatory voorwaarden; faire, redelijke en nietdiscriminerende voorwaarden) wijd verspreid raakten en waarvan de geldigheid nog niet werd betwist voor rechtbanken of andere instanties. Om de royaltyvoorzieningen in overeenstemming te brengen met deze nieuwe ontwikkelingen, herzag de Groep deze provisies en verwijst daarvoor naar de volgende redenen:
Eind 2013 werd een nieuwe inschatting gemaakt voor gevallen waarbij geen contracten waren opgenomen of waren verlopen. Omdat geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt voor de licentiëring, besloot de Groep om dit op basis van IAS 37 §14 als onzekerheid en niet als een voorziening op te nemen in de balans.
In het kader van de normale activiteiten, werden transacties met verbonden partijen door de Groep steeds aangegaan op een arms-length basis.
De bestuurders worden bezoldigd voor de uitvoering van hun mandaat overeenkomstig de beslissingen hieromtrent genomen door de Algemene Vergadering. De bezoldiging omvat zowel een vast bedrag voor het lidmaatschap van de Raad van Bestuur als een aanwezigheidsvergoeding per vergadering van de Raad van Bestuur en de vergaderingen van de Comités van de Raad.
Voor 2017 is de jaarlijkse vergoeding per bestuurder bepaald als volgt:
een aanwezigheidsvergoeding van € 1.000 per vergadering van de Raad van Bestuur in persoon,
een aanwezigheidsvergoeding van € 500 per vergadering van de Raad van Bestuur via conference call,
Mits het behalen van een positieve EBITDA over 2017.
Aangezien geen positieve EBITDA werd behaald over 2017, werden geen bestuurdersvergoedingen toegekend.
Dezelfde criteria worden gehanteerd voor boekjaar 2018.
Aanvullend bij voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane "out-of-pocket" uitgaven overeenkomstig het vastgestelde beleid van de Vennootschap hieromtrent (inzonderheid inzake reisonkosten) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
Op het jaareinde van 2017 werden de volgende warrenten aangehouden door uitvoerende leden van de Raad van Bestuur:
Jan Callewaert (via Mondo NV)
800 000 warranten (onder warrantenplan 2014) 300 000 warranten (onder warrantenplan 2015)
Hoewel Danlaw geen uitvoerend bestuurder is van de Raad van Bestuur, is Danlaw verbonden met Raju Dandu, die een niet-uitvoerend lid van de Raad van Bestuur is. Danlaw ontving 17.391.304 warranten 'warranten Danlaw' op 26 januari 2016.
Voor zijn mandaat als CEO, eindigend op 31 mei 2017, heeft de heer Jan Callewaert (via Mondo) een vaste vergoeding ontvangen van k€ 129 over boekjaar 2017. (2016: k€ 310)
Voor zijn mandaat als CEO, aangevat op 26 november 2017, heeft de heer Guy Coen (via Innoprove) een vaste vergoeding ontvangen van k€ 20 (2016: k€ 0) en een forfaitaire onkostenvergoeding van k€ 1 over boekjaar 2017 (2016: k€ 0). De CEO is niet gerechtigd op of begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
In de tussenperiode van deze twee mandaten, was het dagelijks bestuur overgedragen aan een uitvoerend managementcomité, onder leiding van de heer Eric Van Zele, opererend onder algemeen toezicht van de Raad van Bestuur, zoals gepubliceerd in het persartikel van 2 juni 2017.
De totale vergoeding van dit managementcomité voor deze periode in 2017 bedroeg k€ 291. (2016: k€ 317)
In de periode tussen 10 augustus 2017 en 26 november 2017 ontving de heer Guy Coen (via International Innovation Center), een vaste vergoeding van k€ 66 (2016: k€ 0) voor advies en andere diensten verleend aan de Vennootschap in zijn hoedanigheid als externe consulent.
Voor zijn mandaat als CFO, eindigend op 24 februari 2017, heeft de heer Jan Luyckx (via Finance Incorporated) een vaste vergoeding ontvangen van k€ 27 over boekjaar 2017. (2016: k€ 157)
Voor zijn mandaat als CFO, aangevat op 13 maart 2017, heeft de heer Edwin Bex (via Crescent) een vaste vergoeding ontvangen van k€ 53 over boekjaar 2017. (2016: k€ 0)
In de periode, aangevat op 1 juni 2017 werd er aan de vennootschap Crescent, een vaste vergoeding betaald van k€ 28 (2016: k€ 0) voor advies en strategische support verleend aan de Vennootschap.
De uitvoerende managers hebben over 2017 geen warranten ontvangen of enige andere variabele vergoeding.
De uitvoerende managers hebben geen recht op een speciale beëindigingsvergoeding, noch zijn zij begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
Geen enkel lid van het Uitvoerend Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, bovenop de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
Op datum van dit verslag werden in 2018 verschillende bijkomende brugfinancieringen bekomen:
Op datum van dit verslag is de financiering door Sainte Catherine nog te ontvangen. Alle andere overbruggingen zijn ontvangen. Alle bovenvermelde financiële schulden en leningen zullen worden aangeboden voor inbreng in het kapitaal van de Vennootschap aan 2 cent per aandeel, mits goedkeuring van de aandeelhouders.
Op 2 mei 2018 werd de Buitengewone Algemene Vergadering samengeroepen om enerzijds de resterende uitstaande financiële schulden (€ 11.300.116,81) in te brengen in het kapitaal van de Vennootschap, en anderzijds 100% van de aandelen van Crescent Nv in te brengen (€ 10.125.000), telkens aan 2 cent per aandeel. Vermits het aanwezigheidsquorum niet gehaald werd, zal de Buitengewone Algemene Vergadering opnieuw samenkomen op 22 mei 2018.
De inbreng van de schuldvorderingen en de inbreng van de aandelen zal worden vergoed door een totale uitgifte van 1.071.255.834 nieuwe aandelen in de Vennootschap.
Tot slot kondigde Option de volgende wijziging aan binnen de Raad van Bestuur:
Op 20 februari 2018 heeft de heer Jan Callewaert de Vennootschap ingelicht ontslag te nemen als bestuurder van de Vennootschap.
| naam van de dochteronderneming | maatschappelijke zetel |
% of aandeel in het kapitaal |
|---|---|---|
| BELGIE | ||
| OPTION NV | Gaston Geenslaan 14 | Consoliderende maatschappij |
| 3001 Leuven, België | ||
| IERLAND | ||
| OPTION WIRELESS Ltd, Cork | Kilbarry Industrial Park Dublin Hill, Cork |
100% |
| DUITSLAND | ||
| OPTION GERMANY GmbH | Beim Glaspalast 1 D-86153 Augsburg - Germany |
100% |
| VERENIGDE STATEN | ||
| OPTION WIRELESS USA INC. | W Army Trail Road 780 Unit 192 Carol Stream, IL 60188 Illinois, USA |
100% |
| JAPAN | ||
| OPTION WIRELESS JAPAN KK | 5-1, Shinbashi 5-chome Minato-ku Tokyo 105-0004, Japan |
100% |
| CHINA | ||
| OPTION WIRELESS HONG KONG LIMITED | 35/F Central Plaza 18 Harbour Road Wanchai Hong Kong, China |
100% |
Op 25 oktober 2012 kondigde de Groep aan dat in het kader van een kostenbesparingsplan de kernactiviteiten van de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling in Augsburg (Duitsland) werden overgeplaatst naar de vestiging van Leuven (België). Bovendien maakte ze haar intentie tot sluiting van de Duitse dochteronderneming bekend. Deze liquidatie begon in 2012 en is nog niet afgerond. Op 25 april 2013 kondigde de Groep haar intentie aan om ook de vestiging in Parijs (Frankrijk) te sluiten. Deze liquidatie is nog niet afgerond. Option Frankrijk werd gedeconsolideerd vanaf december 2014 wegens het verlies van de controle. In september 2015 kondigde de Groep aan om ook de vestiging in Japan te willen sluiten, ook deze liquidatie is nog niet afgerond.
Er zijn geen beperkingen op het vermogen van het bedrijf om toegang te krijgen of gebruik te maken van de activa en schulden te vereffenen.
De volgende vergoedingen voor revisoren werden als kosten opgenomen in de rapporteringsperiode:
| In duizend EUR | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Wereldwijde auditdiensten Belastingadviezen Overige diensten |
78 7 17 |
72 6 11 |
100 14 15 |
| 102 | 89 | 129 |
Er waren geen beëindigde bedrijfsactiviteiten gedurende boekjaar 2017.
In januari 2016 kondigde de onderneming aan de aandelen van twee Nederlandse LED verlichtingsfabrikanten aangekocht te hebben met als doel het oprichten van het zogenaamde segment van de slimme verlichting. Door de twee LED-bedrijven, Innolumis Public Lighting BV en Lemnis Public Lighting BV samen te voegen, creëerde Option één sterke LED-partij gevestigd in Amersfoort, namelijk Innolumis Public Lighting BV.
In november 2016 kondigde Option aan de aandelen van Innolumis Public Lighting BV and Public Lighting BV die ze in het begin van het jaar pas aangekocht hadden, terug te verkopen.
Deze transactie versterkte de cashpositie van het bedrijf en gaf het de mogelijkheid om de continuïteit te verzekeren naar 2017 toe.
Als onderdeel van de overeenkomst zal Option haar 'engineering' expertise aan Innolumis blijven verlenen op contractbasis, zoals bijvoorbeeld de verdere ontwikkeling van oplossingen voor Smart Lighting met sensoren en camera's, die gebaseerd zijn op Option's CloudGate technologie.
Innolumis Public Lighting BV en Public Lighting BV worden niet geconsolideerd in de jaarrekening van Option. De verkoop wordt gerapporteerd binnen de stopgezette activiteiten.
De verkoop heeft een positief netto effect van k€ 340 op een initiële investering van k€ 1.622.
De volgende documenten zijn uittreksels uit de enkelvoudige jaarrekening van Option NV, opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen in overeenstemming met artikel 105 van het Wetboek van Vennootschappen.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening zoals die uiteengezet is in de vorige pagina's geeft een waarheidsgetrouw beeld van de financiële positie en prestaties van de Option-groep.
De vennootschap heeft geen bijkantoren.
De commissaris heeft een "Oordeelonthouding" ondertekend met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening van Option NV voor het boekjaar eindigend op 31 december 2017.
Tijdens 2017 heeft de groep opnieuw haar vooropgestelde omzet en marge-objectieven niet gerealiseerd. Als gevolg hiervan heeft de groep significante negatieve kasstromen geleden die haar financiële positie per
31 december 2017 ernstig aantasten. De groep heeft deze negatieve kasstromen in de eerste maanden van 2018 niet kunnen stoppen. Bijgevolg en ondanks het verzekeren van een bijkomende brugfinanciering voor
2,1 miljoen EUR in maart 2018, waarvan momenteel reeds 1,6 miljoen EUR is ontvangen, zijn de financiële middelen van de groep op datum van dit verslag zeer beperkt. Er bestaat met andere woorden een belangrijke onzekerheid omtrent de verderzetting van de ondernemingsactiviteit. De mogelijkheid van de groep om haar activiteiten verder te zetten op korte termijn hangt af van de mate waarin de groep erin slaagt de volgende assumpties tijdig en cumulatief te verwezenlijken:
De hierboven opgelijste voorwaarden waaraan tijdig en cumulatief moet worden voldaan, veroorzaken een fundamentele onzekerheid inzake de continuïteit van de groep en de relevantie van de geconsolideerde jaarrekening. Er werden geen aanpassingen gedaan met betrekking tot de waardering of de classificatie van bepaalde balansposten die noodzakelijk zouden kunnen blijken indien de groep niet meer in staat zou zijn haar activiteiten verder te zetten.
Verder stellen wij tevens het volgende vast:
• De groep heeft begin 2016 de controle over de vennootschappen Innolumis Public Lighting BV and Lemnis Public Lighting BV verworven en heeft haar belang in december 2016 terug verkocht. Zoals vermeld in toelichting 27 van de geconsolideerde jaarrekening heeft de groep de resultaten van beide entiteiten tijdens de periode van controle niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van 2016 zoals vereist door de consolidatieprincipes beschreven in toelichting 1. De raad van bestuur en de directie waren niet in staat ons voldoende inlichtingen te verschaffen om de impact hiervan te beoordelen op het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2016, opgenomen als vergelijkende cijfers bij het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2017. De geconsolideerde jaarrekening bevat evenmin de vereiste toelichtingen onder IFRS 3 – 'Bedrijfscombinaties' en IFRS 5 – 'Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten'.
Rekening houdend met deze omstandigheden en gevolg gevend aan de vereiste uit artikel 144, §1, 2° van het Wetboek van vennootschappen, dienen wij te besluiten dat wij van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de vennootschap niet de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
| activa | |||
|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2015 | |
| In k€ (duizend EUR) | |||
| Vaste activa | 207 | 645 | 1 565 |
| Immateriële vaste activa | 86 | 427 | 894 |
| Materiële vaste activa | 23 | 20 | 120 |
| Financiële vaste activa | 97 | 198 | 551 |
| Vlottende activa | 1 568 | 8 807 | 12 133 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 432 | 619 | 1 498 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 686 | 7 438 | 6 660 |
| Liquide middelen | 409 | 696 | 3 939 |
| Overlopende rekeningen | 42 | 53 | 36 |
| Totaal activa | 1 776 | 9 452 | 13 699 |
| passiva | |||
| In k€ (duizend EUR) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Kapitaal en reserves | ( 14 938) | ( 36 614) | ( 29 176) |
| Kapitaal | 14 879 | 4 922 | 4 845 |
| Uitgiftpremies | 17 609 | 3 766 | 3 387 |
| Wettelijke reserve | 612 | 612 | 612 |
| Overgedragen winst/(verlies) | ( 48 038) | ( 45 914) | ( 38 020) |
| Voorzieningen | 325 | 417 | 295 |
| Schulden | 16 389 | 45 649 | 42 580 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 7 438 | 27 997 | 27 246 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 8 874 | 16 581 | 14 600 |
| Overlopende rekeningen | 77 | 1 070 | 734 |
| Totaal passiva | 1 776 | 9 452 | 13 699 |
Op een balanstotaal van € 1,8 miljoen, bedroeg het totale eigen vermogen op 31 december 2017 € (14,9) miljoen.
winst- en verliesrekening (verkort schema)
| 2017 | 2016 | 2015 | |
|---|---|---|---|
| In k€ (duizend EUR) | |||
| I. Bedrijfsopbrengsten | 5 402 | 4 740 | 5 598 |
| Bedrijfsopbrengsten | 5 246 | 4 168 | 4 511 |
| Waardevermeerdering (-vermindering) van de voorraden gereed | - | - | |
| product, goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering | ( 250) | ( 641) | ( 864) |
| Geactiveerde ontwikkelingsprojecten | - | 438 | 788 |
| Andere bedrijfsinkomsten (voornamelijk transacties tussen | 406 | 775 | 1 163 |
| dochterondernemingen) | |||
| II. Bedrijfskosten | 7 543 | 10 282 | 16 834 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 2 011 | 818 | 1 435 |
| Diensten en diverse goederen | 2 190 | 3 864 | 4 775 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 2 971 | 3 836 | 5 300 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen op | - | - | - |
| oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa | 362 | 1 005 | 2 726 |
| Waardevermeerderingen en –verminderingen op voorraden, | - | - | - |
| Bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen | 91 | 624 | 1 919 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | ( 92) | 122 | 249 |
| Andere bedrijfskosten | 10 | 12 | 15 |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | - | - | 415 |
| III. Bedrijfswinst/(bedrijfsverlies) | ( 2 141) | ( 5 541) | ( 11 236) |
| IV. Financiële opbrengsten | 425 | 430 | 146 |
| V. Financiële kosten | ( 408) | ( 2 779) | ( 2 971) |
| IX. Winst/(verlies) van het boekjaar vóór belasting | ( 2 124) | ( 7 891) | ( 14 061) |
| X. Belastingen op het resultaat | - | 3 | 5 |
| XIII. Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 2 124) | ( 7 894) | ( 14 067) |
| Resultaatverwerking – verkort schema | |||
| (conform de Belgische boekhoudnormen) | 2017 | 2016 | 2015 |
| In k€ (duizend EUR) | |||
| Overgedragen winst/(overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | ( 45 914) | ( 38 020) | ( 23 953) |
| Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 2 124) | ( 7 894) | ( 14 067) |
| Kapitaalsvermindering door incorporatie van reserves | - | - | - |
| Te bestemmen winstsaldo/(te verwerken verliessaldo) | ( 48 038) | ( 45 914) | ( 38 020) |
Oprichtingskosten worden geboekt ten laste van de opbrengsten, met uitzondering van de geactiveerde kosten.
Octrooien (patenten), licenties en software worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 % tot 50 %.
Laboratorium-, test-, meet- en computerapparatuur worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 % tot 50 %. Test- en meetapparatuur (onder leasing) wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 10 % en 50 %.
Vanaf 1 januari 2005 worden de uitgaven voor onderzoek als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden alleen opgenomen als immateriële activa als voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:
Andere ontwikkelingsuitgaven worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen. Ontwikkelingskosten die in het verleden werden opgenomen als uitgave, worden in een volgende periode niet opgenomen als activa. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden afgeschreven vanaf het begin van de commerciële productie van het product op een rechtlijnige basis over de periode van zijn verwachte winst, die niet meer dan drie jaar bedraagt.
Rollend materieel wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Kantoormeubilair en kantoormaterieel worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 10 % tot 33,3 %. Kantoormaterieel (onder leasing) wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 20 % en 50 %.
Tijdens het boekjaar worden geen herwaarderingen op de geldbeleggingen toegepast.
De voorraden (handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, goederen in bewerking, afgewerkte producten en producten voor herverkoop) worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde bepaald op basis van de FIFO-methode of, indien die lager is, op basis van de marktwaarde (realisatiewaarde).
De producten worden gewaardeerd tegen kostprijs, voor zover rechtstreeks toerekenbaar.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen productiekosten.
Schulden op meer dan één jaar, niet-rentedragende en tegen een ongewoon lage rente zijn niet opgenomen in de passiva.
Schulden, passiva en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers per 31 december 2017. Transacties worden omgerekend tegen dagkoers.
In de jaarrekening zijn de volgende koersverschillen gepubliceerd:
De volgende deelnemingen in dochterondernemingen zijn geboekt met vermelding van het aantal geregistreerde rechten en het deelnemingspercentage:
| Maatschappelijke rechten gehouden door de Vennootschap (volgens aantal) |
% gehouden door de Vennootschap |
% gehouden door dochter ondernemingen |
|
|---|---|---|---|
| Option Germany GMBH – Augsburg (D) * | 1 | 100% | 0% |
| Option Wireless Ltd – Cork (IRL) | 2 000 000 | 100% | 0% |
| Option Wireless Hong Kong Limited – China | 10 000 | 100% | 0% |
| Option France SAS * | 10 000 | 100% | 0% |
* De entiteiten in Frankrijk en in Augsburg werden geliquideerd, maar deze liquidaties waren tegen eind 2017 niet afgerond.
| Geplaatst kapitaal per 31/dec/17 |
Bedragen (in EUR) |
Aantal aandelen |
|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 4 922 127 | 98 442 546 |
| Per einde van het boekjaar | 14 879 205 | 297 584 091 |
Toegestaan kapitaal
Op 31 december 2017 bedroeg het toegestaan kapitaal (niet-uitgegeven) k€ 9.056.
De aandelen van Option stonden oorspronkelijk genoteerd in US dollar op NASDAQ Europe (de voormalige EASDAQ) na de beursgang van 26 november 1997. Sinds 5 augustus 2003 noteren de aandelen op de eerste markt van Euronext Brussel. De aandelen van Option NV worden verhandeld op de continumarkt onder de ticker OPTI.
Met het oog op een verhoogde liquiditeit van het aandeel en een verhoogde visibiliteit voor de Amerikaanse investeerders heeft Option beslist om een 'Level 1 American Depository Receipts (ADR) program' te implementeren. Een F-6 registratieverklaring werd neergelegd bij de 'Securities and Exchange Commission'.
Het level-1-ADR-programma kan als volgt worden samengevat:
| 2017 | 2016 | 2015 | |
|---|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen | 297 584 091 | 98 442 546 | 96 896 054 |
| Aandelenkoers per jaareinde | 0,039 | 0,11 | 0,24 |
| Marktkapitalisatie (miljoen EUR) | 12 | 30 | 23 |
| Hoogste koers (EUR) | 0,204 | 0,26 | 0,35 |
| (14 maart 2017) | (6 maart 2015) | (5 mei 2014) | |
| Laagste koers (EUR) | 0,039 | 0,09 | 0,20 |
| (28 december 2017) (11 augustus 2015) (13 maart 2014) | |||
| Free float | 42,84% | 84,96% | 84,72% |
In 2017 werden op Euronext in totaal 127.805.795 aandelen verhandeld op 253 beursdagen wat een gemiddelde van 505.161 aandelen per dag betekent.
Option zal in 2018 haar halfjaarlijkse financiële informatie en bedrijfsupdates bekendmaken op de volgende data – voor beursuren:
Voor nadere bijzonderheden over de informatie in deze jaarrekening of voor inlichtingen over Option NV en over documenten ingediend om te voldoen aan de transparantieverplichtingen van de vennootschap betreffende de kennisgeving van deelneming van aandelen, gelieve contact op te nemen met:
Option Steve Theunissen Gaston Geenslaan 14 B-3001 Leuven, België Tel.: +32 (0)16 31 74 11 Fax: +32 (0)16 31 74 90 E-mail: [email protected]
De ondergetekenden, Guy Coen, CEO van Option NV, en Edwin Bex, CFO van Option NV, verklaren dat, voor zover hen bekend:
Leuven, 14 mei 2018
Guy Coen Edwin Bex CEO CFO
Option NV Option NV
| NAAM | OPTION NV |
|---|---|
| RECHTSVORM | Naamloze Vennootschap naar Belgisch recht |
| ADRES | Gaston Geenslaan 14, B-3001 LEUVEN |
| TELEFOON | +32(0)16 31 74 11 |
| FAX | +32(0)16 31 74 90 |
| [email protected] | |
| WEBSITE | www.option.com |
| ONDERNEMINGSNR. | 0429 375 448 |
| BTW | BE 429 375 448 |
| OPRICHTINGSDATUM | 3 juli 1986 |
| DUUR | Onbepaalde duur |
| COMMISSARIS-REVISOR | Deloitte-Auditors |
| vertegenwoordigd door Dhr. Nico Houthaeve. | |
| AFSLUITDATUM BOEKJAAR | 31 december |
| MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL | € 14.879.204,55 |
| AANTAL AANDELEN | 297.584.091 |
| JAARLIJKSE VERGADERING | Laatste werkdag van mei |
| BEURSNOTERING | Euronext – continumarktStock – Ordinary Stock - |
| Continuous – compartment B – ticker OPTI | |
| DEPOSITOBANK | BNP PARIBAS FORTIS |
| LID VAN INDEX | Bel Small |
| OVERIGE LABELS | Ethibel Pioneer |
| SRI Kempen |
Het totale eigen vermogen gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Winst voor aftrek van rente en belastingen. Bedrijfsresultaat.
EBIT plus afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen.
Aantal aandelen uitstaand bij het begin van de periode, aangepast voor het aantal aandelen geannuleerde, wederingekochte of uitgegeven aandelen gedurende de periode vermenigvuldigd met een tijdscorrigerende factor.
Nettowinst plus niet kaskosten (o.a. afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen) gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Aankopen van materiële en immateriële vaste activa, verminderd met de opbrengst van verkopen.
Kort- en langlopende financiële schulden verminderd met de beschikbare liquide middelen.
Vlottende activa min vlottende passiva.
Nettowinst gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Option heeft oog voor haar verantwoordelijkheid om zich ethisch te gedragen bij het nastreven van haar bedrijfsdoelstellingen. Daarom legt de Groep de volgende ethische verklaring af. Option NV, met inbegrip van al haar dochterondernemingen, aanverwante bedrijven en/of geconsolideerde holdings, neemt volgende praktijken in acht:
We zullen niet investeren in een van de volgende gebieden:
We zullen de onderstaande activiteiten niet beoefenen:
We zullen onze werknemers niet discrimineren:
We zullen de nodige controles en procedures invoeren om te verzekeren dat al onze leveranciers en onderaannemers:
In onze distributie- en leveringsakkoorden zullen we clausules opnemen die omkooppraktijken verbieden. Binnen ons personeelsbeleid werken we maatregelen uit die we kunnen en zullen nemen om corruptie te voorkomen. Als beursgenoteerde onderneming komt Option de bepalingen inzake Corporate Governance na, aangezien zij lid is van de ETHIBEL Sustainability index.
Option is krachtens de Belgische wetgeving verplicht zijn jaarverslag in het Nederlands op te stellen. Option heeft ook een Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Bij tegenstrijdigheid tussen de Engelse en Nederlandse versie van dit jaarverslag, is de Nederlandse brontekst bindend.
Dit jaarverslag kan gratis worden aangevraagd bij:
Option NV T.a.v. Investor Relations Gaston Geenslaan 14 3001 Leuven, Belgium Phone: +32(0)16 317 411 Fax: +32(0)16 317 490 E-mail: [email protected]
Dit jaarverslag is ook in elektronische vorm beschikbaar. Deze elektronische versie geldt uitsluitend ter informatie en kan worden gedownload via het internet op de website van Option (www.option.com). Uitsluitend de gedrukte versie van het jaarverslag, gepubliceerd in België overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving, is wettelijk bindend. Option aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de volledigheid of juistheid van het jaarverslag dat via het internet beschikbaar is. Andere informatie op de website van Option of op enige andere website, maakt geen deel uit van dit jaarverslag.
Dit jaarverslag bevat toekomstgerichte uitspraken, daaronder zonder beperking inbegrepen uitspraken met de woorden "is van oordeel", "verwacht", "is van plan", "is voornemens", "streeft ernaar", "naar verwachting", "naar schatting", "zal", "wil", en soortgelijke uitdrukkingen. Deze toekomstgerichte uitspraken reflecteren bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die tot gevolg kunnen hebben dat de werkelijke resultaten, financiële toestand, prestaties of verwezenlijkingen van Option, of bedrijfsresultaten wezenlijk verschillen van de toekomstige resultaten, prestaties of verwezenlijkingen uitgesproken of geïmpliceerd in deze toekomstgerichte uitspraken. Gezien deze onzekerheden wordt de lezer afgeraden overmatig te vertrouwen op deze toekomstgerichte uitspraken. Deze toekomstgerichte uitspraken zijn uitsluitend gemaakt op datum van dit jaarverslag. Option wijst uitdrukkelijk elke verplichting af om deze toekomstgerichte uitspraken in dit jaarverslag bij te werken rekening houdend met een wijziging van de desbetreffende verwachtingen of een verandering van gebeurtenissen, voorwaarden of omstandigheden waarop deze uitspraak berust, tenzij een dergelijke uitspraak is voorgeschreven in de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.