Annual Report • Apr 29, 2016
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
| 1. AAN ONZE AANDEELHOUDERS3 |
|---|
| 2. GECONSOLIDEERD EN STATUTAIR JAARVERSLAG 2015 VAN DE VAN OPTION NV4 RAAD VAN BESTUUR |
| 32 3. FINANCIEEL OVERZICHT |
| 35 4. FINANCIEEL VERSLAG - IFRS |
| COMMISSARIS83 5. VERKLARING VAN DE |
| 6. ENKELVOUDIGE JAARREKENING OPTION NV EN TOELICHTING (VERKORTE VERSIE)88 |
| 94 7. INVESTOR RELATIONS EN FINANCIELE KALENDER |
| 96 8. VERKLARING VERANTWOORDELIJKE PERSONEN |
| 9. BEDRIJFSWIJZER, STAND PER EINDE 201597 |
| 98 10. VERKLARENDE WOORDENLIJST |
| 99 11. SOCIALE VERANTWOORDELIJKHEID |
Beste aandeelhouders van Option,
Terwijl CloudGate een wezenlijk onderdeel uitmaakt van projecten en oplossingen tonen de jaarresultaten aan dat de geplande pick-up van CloudGate verkopen niet gebeurd is. Het huidige sales proces waar meerdere partners bij betrokken zijn alvorens de oplossing bij de eind-klant belandt blijft complex, trager en met een grotere leercurve dan verwacht. Ondanks het feit dat het CloudGate platform uniek is en geapprecieerd wordt door onze partners, is het bedrijf niet in staat gebleken om met dit platform op een duurzame en voldoende snelle manier omzet te kunnen genereren.
Om deze situatie aan te pakken is het bedrijf - reeds in de 2de helft van 2015 en in 2016 – ook de weg ingeslagen van de verkoop van end-to-end oplossingen als go-to-market strategie.
Option is in de kern een engineering bedrijf. Haar expertise in Radio Frequency (RF) ontwerp en ontwikkeling is wereldwijd erkend. Het bedrijf blijft haar expertise in dit domein actief commercialiseren. Het contract voor het ontwerp en ontwikkeling van een On Board Diagnostics Datalogger (OBD) voor Danlaw of het werk voor Asea Brown Boveri (ABB) en Jabil Circuit zijn voorbeelden van de expertise van het bedrijf in engineering services.
Het bedrijf blijft haar partnerkanaal en eindklanten actief op het CloudGate platform ondersteunen door end-to-end toepassingen die door haar partners werden ontwikkeld te selecteren met de bedoeling om deze ook via Option te gaan verkopen.
Met CloudGate als platform voor IoT oplossingen zijn we een partner geworden in de markt van het Internet Der Dingen die nog steeds in een pioniersfase zit. De CloudGate technologie wordt gezien als een essentiële bouwsteen die connectiviteit en slimme toepassingen voor het Internet Der Dingen biedt. De afgelopen twee jaar hebben we waardevolle feedback gekregen van onze doelmarkten. Als een gevolg daarvan hebben we zorgvuldig de business segmenten van smart lighting en connected cars geselecteerd. Om dit potentieel ten volle te benutten heeft het bedrijf het Nederlandse Lemnis Public Lighing & Innolumis Public Lighting overgenomen en, via een belangrijke investering, een corporate partnership aangegaan met Danlaw Inc. USA, een globale aanbieder van telematica en connected vehicle oplossingen. Het bedrijf slaat een bladzijde om en gaat op een nieuwe manier aan haar toekomst werken. Het bedrijf heeft volgende business entiteiten gecreëerd die ook ze apart zal beheren: Engineering Services, Smart Lighting Solutions, Connected Car Solutions en CloudGate Solutions. Hierbij zal elke entiteit moeten focussen op het aligneren van de kosten voor haar activiteiten om minimum break-even te draaien. We bekijken de mogelijkheid om de CloudGate business entiteit zo te organiseren dat we in toekomst partnerships kunnen aangaan. We zien ook interesse voor investeringen in Smart City toepassingen, in het bijzonder 'connected building' en 'public lighting'.
Jan Callewaert Uitvoerend Voorzitter van de Raad van Bestuur
Dames en Heren, Geachte Aandeelhouders,
Wij stellen u hierbij ons verslag voor inzake de statutaire en geconsolideerde resultaten van Option NV (verder ook de "Vennootschap" genoemd) betreffende het boekjaar dat op 31 december 2015 eindigde.
De geconsolideerde resultaten bevatten de financiële rekeningen van de moedervennootschap Option NV en al haar dochtervennootschappen gehouden tot het einde van de financiële periode: Option Wireless Ltd. (Cork, Ierland), Option Germany GmbH (Augsburg, Duitsland), Option Inc. (Alpharetta, Verenigde Staten van Amerika), Option Wireless Japan KK (Tokyo, Japan), Option Wireless Hong Kong Limited (Hong Kong, China), Option Wireless Technology Co. Ltd. (Suzhou, China), Option Wireless Hong Kong Limited Taiwan Branch (Taipei, Taiwan) (gezamelijk "Option" of de "Groep"). Intragroep verrichtingen werden geëlimineerd bij de consolidatie van de Vennootschappen.
Voor een gedetailleerd overzicht betreffende de geconsolideerde resultatenrekening en de balans, verwijzen we naar het financieel verslag dat volgt.
De meest opvallende elementen van het geconsolideerd resultaat kunnen als volgt worden samengevat in k€ (duizend EUR):
| Rapportering | Genormaliseerd | |
|---|---|---|
| Omzet voor het volledige jaar: | 4 698 | 4 698 |
| Bruto marge: | 1 328 | 2 165 |
| Totale bedrijfskosten: | (13 082) | (11 673) |
| EBIT: | (11 754) | (9 508) |
| EBITDA: | (7 927) | (6 840) |
| Resultaat vóór belastingen: | (14 066) | (11 820) |
De opbrengsten voor het jaar 2015 bedroegen € 4,7 miljoen in vergelijking met € 5,2 miljoen tijdens 2014. De CloudGate opbrengsten stegen met € 1 miljoen terwijl de opbrengsten van modules en devices daalden met € -1,7 miljoen.
De brutowinstmarge van 2015 bedroeg 28,3 % ten opzichte van de opbrengsten in vergelijking met een brutowinstmarge van 43,6 % in 2014. Exclusief de waardeverminderingen op voorraden van k€ 837, zou de genormaliseerde brutowinstmarge 46,1 % bedragen in 2015.
Tijdens 2015 daalden de operationele kosten met k€ 385 van € 13,5 miljoen in 2014 naar € 13,1 miljoen in 2015.
Genormaliseerd effect 2015 (in duizenden EUR):
| Operationele kosten | (13 082) |
|---|---|
| Waardeverminderingen op financiële vaste activa | 746 |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 413 |
| Correctie op bedrijfsvoorheffing | 250 |
| Genormaliseerde operationele kosten 2015 | (11 673) |
| Genormaliseerde operationele kosten 2014 | (13 467) |
Deze daling van de genormaliseerde bedrijfskosten ten belope van € 1,8 miljoen is het resultaat van verdere kostenbeheersing.
EBIT in 2015 bedroeg € -11,8 miljoen vergeleken met € -11,0 miljoen in 2014.
Het financieel resultaat daalde van € -1,8 miljoen in 2014 naar € -2,3 miljoen in 2015, voornamelijk door de interesten op de converteerbare obligatieleningen die werden uitgegeven in het begin van het tweede kwartaal van 2015 en in november 2015 alsook door de brugfinanciering opgenomen in de eerste jaarhelft van 2015.
De cash burn van 2015 werd opgevangen door een overbruggingskrediet van € 2,7 miljoen tijdens het eerste halfjaar van 2015, de uitgifte van een converteerbare obligatielening van € 6,0 miljoen in november 2015 en het verder benutten van het werkingskapitaal.
De cashpositie steeg van € 1,6 miljoen op jaareinde 2014 naar € 4,1 miljoen op het einde 2015.
Het netto resultaat voor 2015 bedraagt € -14,1 miljoen of € -0,15 per gewoon of verwaterd aandeel. Dit in vergelijking met een netto resultaat van € -12,9 miljoen of € -0,15 per gewoon of verwaterd aandeel in 2014.
Tijdens 2015 werden 2.116.782 nieuwe aandelen gecreëerd ten gevolge van de conversie van converteerbare obligatieleningen.
De bedrijfsopbrengsten voor het volledige jaar bedroegen € 5,6 miljoen, samengesteld uit een omzet van € 4,5 miljoen, geactiveerde ontwikkelingskosten van € 0,8 miljoen, product afname van € (0,9) miljoen en overige intragroeps opbrengsten en gerecupereerde kosten van € 1,2 miljoen. Deze bedrijfsopbrengsten daalden in vergelijking met 2014, toen de opbrengsten € 8,8 miljoen bedroegen (samengesteld uit een omzet van € 4,6 miljoen, geactiveerde ontwikkelingskosten van € 2,3 miljoen en overige intragroeps opbrengsten van € 1,9 miljoen).
De operationele kosten daalden van € 18,4 miljoen naar € 16,4 miljoen, resulterend in een negatief operationeel resultaat of EBIT van € 10,8 miljoen in vergelijking met een negatieve EBIT van € 9,6 miljoen in 2014. In 2014 zat een terugname van de afschrijvingen van de overige intragroeps posities voor een bedrag van € 2,2 miljoen.
De financiële opbrengsten stegen licht ten opzichte van 2014. De financiële kosten stegen van € 1,4 miljoen in 2014 naar € 2,2 miljoen in 2015, vooral te wijten aan de interesten op de converteerbare obligaties en omrekeningsverschillen. De buitengewone kost is gerelateerd aan waardeverminderingen op immateriële en financiële vaste activa.
Ten gevolge van het bovenvermelde, wijzigde het nettoresultaat van een verlies van € 11,1 miljoen in 2014 naar een verlies van € 14,1 miljoen in 2015.
De immateriële vaste activa daalden van € 3,1 miljoen naar € 0,9 miljoen, vooral te wijten aan een lagere kapitalisatie van ontwikkelingskosten. De materiële vaste activa daalden van € 0,3 miljoen naar € 0,1 miljoen voornamelijk wegens de geboekte afschrijvingen. De financiële vaste activa daalden van € 1,3 miljoen in 2014 naar € 0,6 miljoen in 2015, vooral te wijten aan de afwaardering van € 0,7 miljoen op de participatie in Autonet Mobile, Inc.
De voorraden daalden van € 3,1 miljoen naar € 1,5 miljoen, voornamelijk door een waardevermindering.
De handels- en overige vorderingen stegen van € 6,4 miljoen in 2014 naar € 6,7 miljoen in 2015.
De liquide middelen stegen tijdens het boekjaar enkel van € 1,2 miljoen in 2014 naar € 3,9 miljoen op het einde van 2015, waarbij de bijkomende financiering van 8,7 miljoen euro mee in rekening is genomen, wat een verdere cash burn van € 6 miljoen betekent.
De schulden op lange termijn stegen van € 18 miljoen in 2014 tot € 27,2 miljoen in 2015, hoofdzakelijk te wijten aan het overbruggingskrediet van € 2,7 miljoen en een nieuwe converteerbare obligatielening van € 6 miljoen.
De schulden op ten hoogste één jaar stegen van € 12,5 miljoen in 2014 naar € 14,6 miljoen aan het einde van 2015, voornamelijk als een gevolg van overeengekomen betalingsplannen met verlengde termijnen.
Op een balanstotaal van € 13,7 miljoen bedroeg het totale eigen vermogen € (29,2) miljoen op 31 december 2015.
De enkelvoudige statutaire jaarrekening van de Vennootschap (volgens Belgische boekhoudregels) toont voor het boekjaar 2015 een nettoverlies van € 14,1 miljoen, ten opzichte van een nettoverlies van € 11,1 miljoen gerealiseerd in 2014.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van € 14,1 miljoen over 2015 toe te voegen aan het overgedragen verlies van de vorige boekjaren.
| Resultaatverwerking - verkort schema (conform de Belgische boekhoudnormen) | ||||
|---|---|---|---|---|
| 31 december - in k€ (duizend EUR) 2015 2014 |
||||
| Overgedragen winst / (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | ( 23 953) | ( 12 875) | ||
| Te bestemmen winst / (te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 14 067) | ( 11 078) | ||
| Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken verliessaldo) | ( 38 020) | ( 23 953) |
ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING EN DE POSITIE VAN HET BEDRIJF EN DE GROEP
Marktoverzicht
Cisco voorspelt dat de wereldwijde IoT-markt goed zal zijn voor \$ 14,4 biljoen tegen 2022. Sectorspecifieke toepassingen zullen daarvan \$ 9,5 biljoen (66 %) genereren, en hieronder vallen smart grid en geconnecteerde persoonlijke voertuigen. Toepassingen over verschillende sectoren heen zullen goed zijn voor \$ 4,9 biljoen (34 %), en dit met inbegrip van initiatieven rond de toekomst van het werken (zoals 'telecommuting' en samenwerkingstechnologieën), of het vermijden van verplaatsingen. (Bron: Embracing the Internet of Everything To Capture Your Share of \$14.4 Trillion, white paper gepubliceerd door Cisco.)
Bedrijven die verkopen binnen IoT-markten stellen een redelijke groei vast, maar nog steeds blijft het feit dat de markten nog niet volledig matuur zijn de groei onnodig beperken. Nieuwe markten die volledig nieuwe en potentieel ontwrichtende oplossingen overwegen, vragen veel tijd om zich te ontwikkelen, en dit omdat de partners binnen de waardeketen vrij nieuwe terreinen van zowel producten, service als van samenwerking verkennen. Hoe meer grote corporate ondernemingen betrokken zijn, hoe meer hun complexe besluitvormingsprocessen er mogelijk toe leiden dat de tijd om op de markt te komen langer wordt voor alle spelers binnen de waardeketen.
De overgang naar 4G-technologie voor M2M in de VS blijft snel verlopen, waarschijnlijk ook geruggensteund door het stopzetten van 2G-netwerken en de wens om opwaarts compatibel zijn, wanneer applicaties in de toekomst meer bandbreedte nodig hebben. Het op afstand managen van toestellen heeft al bewezen dat het een belangrijke hefboom vormt voor IoT-strategieën en de kost van 4G-modules heeft prijsniveaus bereikt die deze trend verder kunnen ondersteunen. We verwachten dat LTE de dominante draadloze backhaul-technologie wordt voor de Amerikaanse M2M-markt. In Europa, waar de uitrol van LTE zich langzamer doorzet en waar operatoren garanties bieden voor de voortgezette beschikbaarheid van 2G-dekking, verwachten we dat deze overgang langer duren. Verder blijven we in Europa ook de opkomst vaststellen van een aantal 'parallelle' M2M-netwerken zoals SigFox en Lora, die gericht zijn op het leveren van de backhaul van zeer kleine hoeveelheden data en dit met zeer lage terugkerende kosten en een laag stroomverbruik per eenheid.
We blijven een gestage instroom zien van nieuwe toetreders tot de markt van IoT-toepassingen en IoTplatformen. De consolidatie daarvan zal blijven aanhouden en gevestigde bedrijven zullen hun businessportfolio uitbreiden via de acquisitie van IoT start-ups en andere innovatieve bedrijven.
Option heeft haar positie op de markt van de geconnecteerde voertuigen gevoelig versterkt door samen te werken met Danlaw Inc. uit Novi, Michigan, het toonaangevende Amerikaanse bedrijf op vlak van telematica en oplossingen voor geconnecteerde voertuigen. Die oplossingen omvatten onder andere fleet management (Azuga) en telematica-oplossingen op basis van IoT en met superieure OBD hard- en software zoals verzekering gebaseerd op gebruik (usage based insurance - UBI) en opladen tijden weggebruik (road usage charging - RUC). Synergieën met markten die grenzen aan de IoToplossingen van Danlaw en de IoT-oplossingen met Cloudgate zullen worden benut eens verder op weg in de richting van andere uitstekende zakelijke mogelijkheden van samenwerking in de toekomst.
Door de overname van Innolumis BV uit Amersfoort, Nederland, beschikt het bedrijf nu over een complete oplossing voor Smart Lighting, wat een grote belangstelling opwekt bij tal van steden en gemeenten. De gevestigde producten van Innolumis zijn breed gedifferentieerd en krijgen binnen de markt erkenning omwille van hun innovatieve concept van mesopisch licht. Wanneer het menselijk oog wordt blootgesteld aan Innolumis Smart Lighting Solutions, dan neemt het meer licht en meer kleuren waar, en dat terwijl het energieverbruik lager ligt dan wanneer traditionele LED-verlichting zou worden gebruikt. Innolumis zal de inkomsten blijven vergroten nu het al de basis heeft gelegd voor geavanceerde Smart City-projecten bij diverse steden en gemeenten.
Binnen de Cloudgate-business bleef Option ook in 2015 het Cloudgate-platform verkopen als een horizontaal kernonderdeel voor IoT-oplossingen, waarbij we binnen de markt veel waardering kregen voor ons zeer flexibel hard- en softwareplatform van topkwaliteit. Helaas viel de controle over de timeto-market en de vooruitgang van de projecten binnen deze set-up moeilijk voor Option en de vereiste acceleratie van de business was niet voldoende om de gewenste financiële resultaten te leveren.
In de toekomst Option zal zich richten op het leveren van e2e-oplossingen aan klanten en de strakker in de hand houden van controle over de businessprocessen, om zo de beoogde versnelling van het aantrekken van de business te kunnen garanderen. Sensorgebaseerde voorstellen krijgen goede weerklank in de markt en Option is van plan om deze voor klanten als e2e-oplossing te bundelen met technologie en met channelpartners.
Option zal haar Cloudgate hard- en softwareplatform blijven leveren aan partners die hun oplossingen daarop bouwen, vermits het platform sterk wordt gewaardeerd omwille van zijn mogelijkheden op vlak van flexibiliteit en een snelle time-to-market. Dit biedt mogelijkheden voor een opleving van het potentieel binnen deze business, en werkt als hefboom voor de inspanningen die in het verleden al werden geleverd.
In lijn met het plan dat in 2013 werd uiteengezet in plan, bleef het bedrijf werken met een dedicated team dat zich richt op het bouwen van end-to-end oplossingen, waarbij LuvitRED dienstdoet als fundamentele bouwsteen bovenop onze hardware. Klanten waardeerden ten zeerste de aanzienlijke versnelling op vlak van time-to-market, wat mede werd mogelijk gemaakt door de brede beschikbaarheid van grote software-bouwstenen voor verticale IoT-markten (bijvoorbeeld F.I. KNX en BACnet voor slimme gebouwen en Modbus voor slimme energie) . Dit team interageert sterk met de eindklanten, en dit zowel in een rol als consultant als in een rol als ontwikkelaar. Dit versterkte de positie van het bedrijf om complete e2e-oplossingen aan te bieden en uit te groeien tot een 'one-stop- shop' voor M2M- en IoT-oplossingen.
De waardering van LuvitRED door de overgrote meerderheid van de klanten en prospecten heeft geleid tot de implementatie van licentiesleutels binnen de softwarestack, dat het bedrijf de mogelijkheid biedt om geavanceerde IoT-softwarebouwstenen aan te rekenen in de toekomst.
De diensten op vlak van Lab & Engineering zagen hun activiteiten verder opgevoerd en hebben klantenprojecten succesvol afgerond binnen de domeinen van designs voor algemene draadloze systemen, eenvoudige en complexe antenne-ontwerpen, systeemarchitectuur, prestatiemeting en engineering van draadloze systemen en systeemintegratie van GSM modules in andere technologiedomeinen. Deze volledige activiteit gebruikt de aanzienlijke mogelijkheden en ervaring van Option binnen draadloze technologieën als hefboom.
Dedicated uitbreidingskaarten van Cloudgate werden ontwikkeld voor draadloze sensoren van Monnit en Lora-oplossingen, evenals een dual-mode Bluetooth-kaart (klassiek + Bluetooth lage energie).
Option zal in eerste instantie haar organisatie opsplitsen in drie entiteiten, die elk zullen worden gemanaged met een eigen winst- en verliesrekening: Engineering Services, Innolumis Lighting Solutions en Cloudgate Solutions. Engineering Services hebben in de markt bewezen dat zij omzet kunnen genereren die de organisatie winstgevend kunnen financieren.
Innolumis Lightning Solutions zijn goed gedifferentieerd in de markt en deze entiteit breidt zijn business voortdurend uit terwijl slimme verlichtingsoplossingen een groeiend potentieel vertegenwoordigen voor de middellange en lange termijn.
De focus op e2e-oplossingen moet een toegewijd Cloudgate-team toelaten om het aantrekken van de business van dichterbij te managen. Veel klanten waarderen de kwaliteit, de mogelijkheden en de flexibiliteit van het product in vergelijking met concurrerende oplossingen die op de markt zijn.
Initieel zullen de opportuniteiten binnen de business van de geconnecteerde voertuigen van Danlaw en Option worden geëxploiteerd binnen de organisatie van Cloudgate Solutions, maar we zullen de set-up van deze business later dit jaar herzien.
Voor de productie van haar producten werkt het bedrijf samen met gespecialiseerde productiepartners aan wie de assemblage van de printplaten wordt uitbesteed. Voor dit proces werkt het bedrijf voornamelijk met Jabil Circuit in hun fabriek in Wuxi, China. Alle producerende bedrijven verlenen diensten, zoals inkoop van componenten, productie, testen, kwaliteitscontrole, fulfilment en logistiek. Het testproces voorde productie is ontworpen en gecontroleerd door het bedrijf zelf. Dit stelt het bedrijf in staat om de hoogste productkwaliteit te garanderen en dit beperkt de afhankelijkheid ten aanzien van derde fabrikanten.
Bij de laatste fase van het productieproces worden de producten aangepast aan klantspecifieke eisen. Dit proces wordt uitgevoerd door de Belgische (Leuven) site van het bedrijf, of het wordt uitbesteed aan de productiepartners.
Op 21 januari 2016 kondigde Option de overname van de aandelen aan van de Nederlandse LED verlichtingsfabrikanten Lemnis Lighting Public BV en Innolumis Public Lighting BV en voegt de twee bedrijven tot één commerciële organisatie onder de naam Innolumis Public Lighting.
Op 26 januari 2016 heeft de Buitengewone Algemene Vergadering van de Vennootschap beslist om het toegestane kapitaal van de Vennootschap te hernieuwen voor een totaalbedrag van vier miljoen achthonderdvierenveertigduizend achthonderdentwee euro en 70 cent (4.844.802,70 euro) zowel door middel van een inbreng in geld of in natura, binnen de limieten gesteld door het Belgisch Wetboek van Vennootschappen, als door de omzetting van reserves en uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, met of zonder stemrecht, of via de uitgifte van converteerbare obligaties, al dan niet achtergesteld, of door uitgifte van warranten of van obligaties waaraan warranten of andere roerende zaken zijn verbonden, of van andere effecten, zoals aandelen in het kader van een Aandelenoptieplan. Bovendien heeft de Buitengewone Algemene Vergadering beslist om aan de Raad van Bestuur bijzondere volmachten toe te kennen, in geval van een openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de Vennootschap, en dit gedurende een periode van drie (3) jaar, die ingaat op de dag van de Buitengewone Algemene Vergadering die heeft beslist tot deze machtiging, om over te gaan tot kapitaalverhogingen volgens de voorwaarden bepaald door het Wetboek van Vennootschappen. De Buitengewone Algemene Vergadering heeft ook besloten om de Raad van Bestuur te machtigen om, in het belang van de Vennootschap, binnen de grenzen en in overeenstemming met de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen, de voorkeurrechten van de aandeelhouders te beperken of op te schorten wanneer een kapitaalverhoging wordt doorgevoerd binnen de grenzen van het toegestane kapitaal. Deze beperking of opheffing kan eveneens gebeuren ten gunste van één of meer bepaalde personen.
Bovendien heeft de Buitengewone Algemene Vergadering beslist om 17 391 304 warranten aan Danlaw Inc. toe te kennen voor een totaal bedrag van 4 miljoen euro, indien zij worden uitgeoefend, zou dit het kapitaal van de vennootschap verhogen met achthonderdnegenzestigduizend vijfhonderdzestig euro en twintig cent (869.565,20 euro).
Op 9 maart 2016 heeft de Raad van Bestuur beslist om het mandaat van de CEO met onmiddellijke ingang te beëindigen. De Raad van Bestuur heeft verder beslist om haar Uitvoerend Voorzitter, de heer Jan Callewaert, het dagelijkse bestuur van de Vennootschap toe te vertrouwen.
Omwille van de aanhoudende cash drain tijdens 2015 en 2016, werkt de Raad van Bestuur aan het verder aligneren van de kosten en aan project- en financiële investeringen.
Op datum van de publicatie van het rapport heeft de Vennootschap beperkte financiële middelen. De Raad van Bestuur heeft echter nieuwe financiële engagementen verkregen die samen met de recente verkoopsvooruitzichten het bedrijf in staat moet stellen om de komende 6 maanden te financieren en de korte termijn continuïteit te verzekeren.
De meest recente verkoopsvooruitzichten betekenen een groei ten opzichte van de gerealiseerde omzet in de eerste maanden van het boekjaar en de onderneming heeft er vertrouwen in de vooruitzichten te kunnen realiseren gegeven deze gebaseerd zijn op concrete gesprekken met klanten.
Na deze periode van zes maanden, zal nieuwe financiering nodig zijn. De raad van bestuur heeft reeds eerste acties ondernomen om de financiële positie van de Vennootschap te versterken,middels een kapitaalverhoging of samenwerkingsverbanden op het niveau van de groep of haar dochterondernemingen.
Daarom heeft de Raad van Bestuur besloten om de jaarrekening onder het continuïteitsprincipe voor te bereiden.
De belangrijkste aspecten van het beleid van de Vennootschap inzake corporate governance worden uiteengezet in het Corporate Governance Charter van Option NV (het 'Charter', dat beschikbaar is op www.option.com). Option NV conformeert zich uitdrukkelijk aan de Belgische Corporate Governance Code (de 'Code').
Deze Code kan worden gedownload via www.corporategovernancecommittee.be. Meer feitelijke informatie over Corporate Governance en de toepassing van bepaalde wettelijke bepalingen is opgenomen in deze verklaring van Corporate Governance.
De Code van 2009 heeft een hoge graad van ingebouwde flexibiliteit, hetgeen het voor elk bedrijf ongeacht haar omvang, activiteiten of cultuur, mogelijk maakt om deze te implementeren. Het is gebaseerd op een "pas toe of leg uit" systeem, welke het voor bedrijven mogelijk maakt om af te wijken van de bepalingen van de Code van 2009 wanneer specifieke omstandigheden het rechtvaardigen, mits het geven van een adequate uitleg.
De Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector heeft de toepassing van de Corporate Governance Code verplicht gemaakt voor beursgenoteerde bedrijven. Een aantal van de in de Code opgenomen aanbevelingen kan evenwel nog van afgeweken worden, mits het "pas toe of leg uit" systeem wordt nageleefd.
Option hanteert het "pas toe of leg uit" systeem met betrekking tot volgende onderwerpen:
De statuten bepalen dat de Raad van Bestuur ten minste drie en ten hoogte negen leden telt, die voor een termijn van hoogstens zes jaar door de Algemene Vergadering benoemd worden. In overeenstemming met de principes van de Code worden de bestuurders van de Vennootschap voor een maximumduur van vier jaren benoemd, met uitzondering van de heer Raju Dandu die voor een termijn van zes jaar is benoemd. De Raad van Bestuur dient ten minste drie onafhankelijke bestuurders te bevatten.
Op 31 december 2015 was de Raad van Bestuur samengesteld uit zeven leden, namelijk:
| Jan Callewaert, uitvoerend Voorzitter |
|---|
| Raju Dandu, sinds 1 december 2015, niet-uitvoerend bestuurder |
| FVDH Beheer BVBA, vertegenwoordigd door Francis Vanderhoydonck (vaste |
| vertegenwoordiger), niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder |
| FDVV CONSULT BVBA, vertegenwoordigd door de heer Frank Deschuytere, uitvoerend bestuurder |
| Qunova BVBA, vertegenwoordigd door Jan Vorstermans (vaste vertegenwoordiger), niet |
| uitvoerend onafhankelijk bestuurder |
| JINVEST BVBA, vertegenwoordigd door Jurgen Ingels (29 mei 2015 – 26 januari 2016), niet |
| uitvoerend onafhankelijk bestuurder |
| Sabine Everaet, niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder |
Bij beslissing van de Raad van Bestuur van 25 mei 2012 werd Jan Callewaert benoemd tot Uitvoerend Voorzitter van de Raad van Bestuur. Sinds de beëindiging van het mandaat van De heer Frank Deschuytere als CEO van de Vennootschap op 9 maart 2016, vertrouwde de Raad van Bestuur het dagelijkse management toe aan De heer Callewaert vanaf 9 maart 2016.
FDVV Consult BVBA, vertegenwoordigd door de heer Frank Deschuytere, werd aangesteld als bestuurder en als CEO op 26 november 2013. De Raad van Bestuur besliste om een einde te stelen aan deze mandaten met ingang van 9 maart 2016. De beslissing om het mandaat als bestuurder van de Vennootschap te beëindigen zal ter aanvaarding en goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van 31 mei 2016.
De Buitengewone Algemene Vergadering van 26 januari 2016 heeft de benoeming van de heer Dandu Raju Satyanarayana, ingeschreven in 305800 Sudbury CI, Farmington Hills, MI 48331-1368 (USA), met Bisregistratienummer 514101-491-61 goedgekeurd voor een periode van 6 jaar, met ingang vanaf 1 december 2015 .
De Buitengewone Algemene Vergadering van 26 januari 2016 heeft het ontslag van DIMITRI DUFFELEER BVBA, ingeschreven in 8970 Waregem, Fazantenlaan 17, RPR Kortrijk met registratienummer 0552.764.495, vertegenwoordigd door de heer Dimitri Duffeleer, aanvaard en goedgekeurd en dit met ingang vanaf 1 september 2015 . De benoeming van Dimitri Duffeleer BVBA als bestuurder werd aanvaard en goedgekeurd door de Algemene Vergadering van 29 mei 2015.
De Algemene Vergadering van 29 mei 2015 besliste om het mandaat te hernieuwen van FVDH BEHEER BVBA, ingeschreven in de Kommandant Lothairelaan 53/55, 1040 Etterbeek, vertegenwoordigd door de heer Francis Vanderhoydonck als onafhankelijk bestuurder voor een periode die eindigt op de Algemene Vergadering van 2018.
De Raad van Bestuur van 26 mei 2015 besliste om JINVEST BVBA, ingeschreven in de Clemenceaustraat 177, 2860 Sint-Katelijne-Waver, vertegenwoordigd door de heer Jurgen Ingels, te coöpteren als onafhankelijk bestuurder, en deze beslissing zal voor aanvaarding en goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van 31 mei 2016. JINVEST BVBA besliste om zijn mandaat als onafhankelijk bestuurder te beëindigen op 26 januari 2016, en deze beslissing zal voor aanvaarding en goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van 31 mei 2016.
Het bestuursmandaat van An Other Look To Efficiency SPRL, vertegenwoordigd door de heer Olivier Lefebvre (vaste vertegenwoordiger) is verstreken op de Algemene Vergadering van 29 mei 2015.
De mandaten van onafhankelijk bestuurder Sabina Everaert, wonende te Lenniksestraat 7, 1755 Oetingen, en van onafhankelijk bestuurder Qunova BVBA, ingeschreven in Londenstraat 60/161, 2000 Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Jan Vorstermans, verstrijken op de Algemene Vergadering van 2017.
Tot slot is de Raad van Bestuur zich bewust van de Wet van 28 juli 2011 die voorschrijft dat elke beursgenoteerde vennootschap gepaste maatregelen dient te nemen om te verzekeren dat binnen het wettelijke tijdsbestek de Raad van Bestuur samengesteld is uit ten minste één derde vrouwelijke bestuurders tegen 2017. In het kader van de gendergelijkheid is het de intentie van de Vennootschap om te gepasten tijde een tweede vrouwelijke bestuurder te benoemen. Verschillende stakeholders van de Vennootschap werden al benaderd om potentiële vrouwelijke kandidaat-bestuurders af te vaardigen naar Option om zo aan deze criteria te kunnen voldoen.
| Naam | Bijgewoonde raden van bestuur | |
|---|---|---|
| Aanwezigheid | % | |
| Jan Callewaert | 18/19 | 94.74% |
| FDVV Consult BVBA | 19/19 | 100% |
| FVDH Beheer BVBA | 18/19 | 94.74% |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 6/8 | 75% |
| Qunova BVBA | 19/19 | 100% |
| Sabine Everaet | 14/19 | 73.68% |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 13/13 | 100% |
| Jinvest BVBA | 3/11 | 27.27% |
| Raju Dandu | 1/1 | 100% |
In 2015 kwam de Raad van Bestuur 19 keer samen.
In de loop van 2015 kwamen de niet-uitvoerende bestuurders regelmatig bijeen om de verhouding met de vroegere en nieuwe CEO en het Executive Management Team van de Vennootschap in zijn geheel te bespreken en permanent te evalueren. Dit evaluatieproces werd geleid door FVDH Beheer, vertegenwoordigd door de heer Francis Vanderhoydonck, en omvatte verschillende onderwerpen, zoals de werking van de raad en de comités, de bijdrage van elke bestuurder, de interactie met het uitvoerend management en de samenstelling van de raad of de comités.
Activiteitenrapport
De Raad van Bestuur oefende zijn bevoegdheden tijdens het boekjaar 2015 uit in overeenstemming met de beginselen die beschreven staan in het charter voor deugdelijk bestuur.
Naast zijn gewone activiteiten werkte de Raad van Bestuur intensief aan een verdere versterking van de strategie en diverse financieringsopties, ontwikkeld via een interactief proces tussen de raad en het management van Option.
Tijdens 2015 paste de Raad van Bestuur de belangenconflictprocedure voorzien in artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen toe op 9 maart 2015 (uitgifte van brugfinanciering door de heer Callewaert en Quaeroq). Er werd als volgt genotuleerd:
"Alvorens over te gaan tot verdere bespreking van dit onderwerp, informeren de heren Jan Callewaert en Dimitri Duffeleer (als vertegenwoordiger van Quaeroq) de raad in overeenstemming met de bepalingen van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen, dat zij als potentiële ontleners mogelijks een tegenstrijdig belang van vermogensrechtelijke aard hebben met de Vennootschap met betrekking tot de besluiten die de raad hieromtrent kan nemen. Overeenkomstig de bepalingen van voornoemd artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen verlaten Jan Callewaert en Dimitri Duffeleer bijgevolg de vergadering en nemen zij geen deel aan de verdere discussie, beraadslaging en de stemming.
De Raad van Bestuur bespreekt de modaliteiten en voorwaarden van de ontwerpleningsovereenkomsten (substantieel in de vorm zoals aangehecht). De (overbruggings)kredietovereenkomsten voorzien onder meer in verschillende mogelijke opnames door het management (onder voorbehoud van voorafgaande goedkeuring door de voorzitter van het auditcomité), hebben een vaste looptijd van 24 maanden en een interest van 7% per jaar (op het effectief opgenomen bedrag). In totaal zal de vennootschap gelden kunnen opvragen tot een bedrag van ten minste € 2,5 miljoen tot uiterlijk 30 juni 2015.
De Raad acht deze voorwaarden zeer gunstig voor de vennootschap, rekening houdend met de huidige marktomstandigheden. Verder is de Raad van Bestuur van mening dat het aangaan van de leningsovereenkomsten aan de Vennootschap een buffer zal verlenen die haar in staat stelt om de tijd te overbruggen die nodig is om de beoogde verkopen succesvol te realiseren en af te sluiten.
Daarom BESLUIT de Raad van Bestuur, na bespreking,
Het aangaan door de vennootschap van de verschillende leningsovereenkomsten formeel goed te keuren onder de modaliteiten en voorwaarden zoals hierboven beschreven
Het management volmacht te verlenen om te doen wat nodig of nuttig is voor de uitvoering en verdere implementatie van de hierboven genoemde leningsovereenkomsten overeenkomstig de hierin overeengekomen modaliteiten en voorwaarden."
In 2015 paste de Raad van Bestuur op 6 november 2015 eveneens de procedure toe zoals voorzien in artikel 523 van het Belgische Wetboek van vennootschappen, (uitgiften van een warrantenplan). Er werd als volgt genotuleerd:
Onverminderd de vaststelling dat de uitgifte van de naakte warranten "Warranten Option - 2015" van belang is voor de vennootschap, hebben de bestuurders vermeld onder 2. (Jan Callewaert) en 3. (Frank Deschuytere) in de aanwezigheidslijst verklaard ten eerste, dat zij rechtsreeks of onrechtstreeks als mogelijke begunstigden betrokken zijn bij de uitgifte van deze naakte warranten "Warranten Option - 2015", ten tweede, dat zij bijgevolg een in artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen bedoeld strijdig belang hebben, en, ten derde, dat zij bijgevolg niet zullen deelnemen aan de beraadslaging en de stemming over het hierna vermelde Eerste besluit betreffende de uitgifte van de naakte warranten "Warranten Option - 2015".
Vervolgens stelt de Raad van Bestuur vast dat hij geldig kan beraadslagen en besluiten, en neemt de Raad van Bestuur de agenda in behandeling waarover, na beraadslaging, de volgende besluiten worden genomen".
Het beleid inzake de transacties tussen enerzijds de Vennootschap of één van haar verbonden vennootschappen en anderzijds de leden van de Raad van Bestuur of het Executive Management Team (of leden van hun directe families), die mogelijks zouden aanleiding kunnen geven tot
***
belangenconflicten (andere dan deze gedefinieerd in het Belgische Wetboek van Vennootschappen) wordt gedefinieerd in het Corporate Governance Charter.
In het kader van de normale activiteiten, werden transacties met verbonden partijen door de Groep steeds aangegaan op een arms-length basis.
Op 31 december 2015 was het Audit comité van de Vennootschap samengesteld uit drie onafhankelijke bestuurders, FVDH Beheer BVBA, Jinvest BVBA en Sabine Everaet.
De heer Francis Vanderhoydonck, vertegenwoordiger van FVDH Beheer BVBA heeft aanzienlijke financiële ervaring. Hij behaalde zijn masterdiploma in rechten en economische wetenschappen en een MBA aan de New York University. Van 1986 tot 1998 werkte hij bij de Generale Bank, waar hij verschillende posities heeft doorlopen in het investment banking departement. Van 1995 tot 1998 was hij verantwoordelijk voor dit departement. Nu werkt hij met Maple Finance Group, gespecialiseerd in het beheer van private equity investeringsfondsen en corporate finance.
Daarnaast beschikt de heer Jurgen Ingels, die Junvest BVBA vertegenwoordigt, over een rijke ervaring binnen financiële en kapitaalmarkten. De heer Ingels is de stichtende en managing partner van Smartfin Capital, een Europees Private Equity Fonds dat investeert in groeibedrijven actief binnen het veld van Smart Technology. Eerder was hij ook al de oprichter en CFO van Clear2Pay, een belangrijke speler op het vlak van betalingstechnologie.
Mevrouw Sabine Everaet beschikt over expertise in het doorvoeren van veranderingen gebaseerd op creatief en strategisch denkwerk, in het conceptualiseren van innovatieve operationele modellen binnen verschillende regio's en in het uitvoeren van grootschalige programma's met een significante impact op de business. Als CIO Europe van The Coca-Cola Company heeft ze de eindverantwoordelijkheid voor IT in Europa. Ze is lid van het European Management Team, staat aan het hoofd van de Social Enterprise (digitale marketing) en Big Data programma's op een internationaal niveau en tot slot is ze ook lid van de klantgerichte digitale taskforce die eCommerce opportuniteiten & operationele modellen evalueert. Voor ze aan de slag ging bij The Coca-Cola Company werkte ze voor Price Waterhouse Management Consultants en KPMG Management Consultants.
Het Audit comité kwam in 2015 vier maal samen: op 9 maart 2015, op 26 mei 2015, op 24 augustus 2015 en op 17 november 2015. Het Audit comité rapporteerde aan de Raad van Bestuur over haar activiteiten en bevindingen. De individuele aanwezigheden (i.e. de aanwezigheid van een individueel lid van het Comité gedurende de periode dat hij lid van het Comité was) waren als volgt:
| Naam | Bijgewoonde Audit Comités |
% |
|---|---|---|
| FVDH Beheer BVBA | 4/4 | 100 % |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 1/2 | 50 % |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 3/3 | 100 % |
| Sabine Everaet | 1/1 | 100 % |
| Jinvest BVBA | 0/2 | 0 % |
Another Look at Efficiency SPRL werd vervangen door Jinvest BVBA, vertegenwoordigd door Jurgen Ingels, als lid van het Audit comité en dit met ingang van 24 augustus 2015.
Sabine Everaet verving Dimitri Duffeleer BVBA als lid van het Audit Comité met ingang van 17 november 2015.
Het Audit comité begeleidt en controleert de boekhoudkundige en de financiële verslaggeving van de Vennootschap. Het comité draagt er zorg voor dat er voldoende interne controlemechanismen aanwezig zijn en onderzoekt in samenspraak met de commissaris van de Vennootschap alle vraagstukken inzake boekhouding en waardering. De voornaamste rol van het Audit comité bestaat erin de financiële verslaggeving, het boekhoudkundige proces en de administratieve documenten te leiden en te controleren. Elk halfjaar worden de financiële verslagen besproken, met bijzondere aandacht voor de waarderingsbeslissingen over portefeuilledeelnames en fondsen. Het audit comité volgt ook de efficiëntie van de interne controle en het risicobeheer binnen Option.
Per 31 december 2015 bestond het Remuneratie- en Benoemingscomité uit drie niet-uitvoerende onafhankelijke bestuurders, mevrouw Sabine Everaet (Voorzitster), FVDH Beheer BVBA en Qunova BVBA. Er vonden geen wijzigingen plaats in de samenstelling van het Remuneratie- en Benoemingscomité.
Het Remuneratie- en Benoemingscomité heeft als rol om ervoor te zorgen dat de personeelsleden op correct wijze worden vergoed, en dat de beste internationale gebruiken worden nageleefd bij het bepalen van de vergoeding en incentives van bestuurders en het management, alsook de benoeming van laatstgenoemden. Het Remuneratie- en Benoemingscomité adviseert de CEO eveneens over de vergoeding van het Executive Management Team. Gelet op de omvang van de Groep oefent het Remuneratiecomité ook de functie uit van Benoemingscomité. Het Remuneratie- en Benoemingscomité kwam twee maal samen op 4 november 2015 en op 16 december 2015 en dit met betrekking tot de uitgifte van warranten, en het rapporteerde over haar activiteiten en bevindingen aan de Raad van Bestuur.
De individuele aanwezigheden (i.e. de aanwezigheid van een individueel lid van het Comité gedurende de periode dat hij/zij lid van het Comité was) waren als volgt:
| Naam | Bijgewoonde Remuneratie comités |
% |
|---|---|---|
| Sabine Everaet | 2/2 | 100 % |
| FVDH Beheer BVBA | 2/2 | 100 % |
| Qunova BVBA | 2/2 | 100 % |
Tijdens het boekjaar 2015 heeft het remuneratie- en benoemingscomité een aantal recurrente activiteiten zoals het remuneratiebeleid voor het uitvoerend management en verschillende scenario's om de personeelsretentie te verbeteren verder onderzocht en opgevolgd. Bovendien heeft het comité, de implementatie van een nieuw warrantenplan evenals het remuneratiebeleid van nieuw aangestelde leden van het uitvoerend management besproken, hieromtrent geadviseerd en besluiten genomen.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt bepaald door de Algemene Vergadering op basis van een voorstel van de Raad van Bestuur na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van de CEO wordt bepaald door de Raad na advies van het Remuneratiecomité. De vergoeding van het uitvoerend management wordt bepaald door de CEO na overleg met het Remuneratiecomité. Geen individu kan zijn/haar vergoeding zelf bepalen. Deze procedure wordt toegepast, zowel bij het bepalen van het remuneratiebeleid, als bij het bepalen van de individuele remuneratie van bestuurders en Executive Management, en zal, naar het oordeel van de Raad van Bestuur, niet worden gewijzigd in de komende twee boekjaren.
Wat betreft de hoogte van de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders, biedt de Vennootschap een competitief pakket aan in lijn met hun functies in de Raad van Bestuur en de Comités, dat is samengesteld uit een vaste basisvergoeding plus aanwezigheidsvergoedingen.
In het bepalen van de hoogte van de vergoeding voor het Executive Management Team biedt de Vennootschap een competitieve totale vergoeding aan gebaseerd op een combinatie van een basissalaris, een variabel salaris, extralegale voordelen en warranten. De methodiek voor het bepalen van de targets voor en het evalueren van de prestaties en het variabel salaris van het Executive Managers wordt beoordeeld door het Remuneratiecomité.
Het Remuneratiecomité wordt bijgestaan door remuneratiespecialisten wanneer nodig en onderzoekt geregeld de beste gebruiken in de markt en vergelijkende marktinformatie om zo advies over competitieve vergoedingsniveaus te kunnen verlenen.
De bestuurders worden bezoldigd voor de uitvoering van hun mandaat overeenkomstig de beslissingen hieromtrent genomen door de Algemene Vergadering. De bezoldiging omvat zowel een vast bedrag voor het lidmaatschap van de Raad van Bestuur als een aanwezigheidsvergoeding per vergadering van de Raad van Bestuur en de vergaderingen van de Comités van de Raad.
De jaarlijkse vergoeding per bestuurder is beperkt tot een maximaal bedrag van k€ 30 (2014: k€ 30), met uitzondering van de Voorzitter van het Audit Comité waarvan de vergoeding is beperkt tot k€ 32 (2014: k€ 32).
De vergoeding is samengesteld uit de volgende elementen:
De vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur in 2015 was als volgt:
Wegens de moeilijke financiële situatie waarin de onderneming zich momenteel bevindt, hebben FVDH Beheer BVBA en Qunova BVBA definitief en onherroepelijk afgezien van de vergoeding waarop ze recht op hadden voor het jaar 2015.
| Naam | Totale vergoeding (EUR) |
|---|---|
| Jan Callewaert | N/A (2014: N/A) |
| FDVV Consult BVBA | N/A (2014: N/A) |
| FVDH Beheer BVBA | 0 (2014: 25 800) |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 10 150 (2014: 24 550) |
| Qunova BVBA | 0 (2014: 12 850) |
|---|---|
| Sabine Everaet | 21 600 (2014: 10 850) |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 18 400 (2014: 13 350) |
| Jinvest BVBA | 7 800 (2014: N/A) |
| Raju Dandu | N/A (2014: N/A) |
Aanvullend bij voornoemde vergoeding zijn bestuurders ook gerechtigd op terugbetaling van gedane "out-of-pocket" uitgaven overeenkomstig het vastgestelde beleid van de Vennootschap hieromtrent (inzonderheid inzake reisonkosten) en voor zover zulke uitgaven redelijk zijn en vereist voor de uitoefening van hun taken als bestuurder van de Vennootschap.
In 2015 bedroeg de totale vergoeding voor de Raad van Bestuur k€ 58 (2014: k€ 113).
| Naam | Aanwezig Raad van |
Aanwezig audit |
Aanwezig remuneratie |
Totale vergoeding in duizenden EUR |
|---|---|---|---|---|
| Bestuur | comité | comité | ||
| Jan Callewaert | 18/19 | N/A | N/A | N/A (2014: N/A) |
| FDVV Consult BVBA | 19/19 | N/A | N/A | N/A (2014: N/A) |
| FVDH Beheer BVBA | 18/19 | 3/3 | 2/2 | 0 (2014: 25,8k) |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 6/8 | 1/1 | N/A | 10,2k (2014: 24,6k) |
| Qunova BVBA | 19/19 | N/A | 2/2 | 0 (2014: 12,9k) |
| Sabine Everaet | 14/19 | 1/1 | 2/2 | 21,6k (2014: 10,9k) |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 13/13 | 2/2 | N/A | 18,4k (2014: 13,4k) |
| Jinvest BVBA | 3/11 | 0/2 | N/A | 7,8k (2014: N/A) |
| Raju Dandu | 1/1 | N/A | N/A | 2,6k (2014: N/A) |
Op het jaareinde van 2015 werden de volgende "Warranten 2014 en 2015" " aangehouden door uitvoerende leden van de Raad van Bestuur:
Jan Callewaert (via Mondo NV)
800.000 warranten (onder warrantenplan 2014) 300.000 warranten (onder warrantenplan 2015)
FDVV Consult BVBA (Frank Deschuytere) 500.000 warranten (onder warrantenplan 2014) 200.000 warranten (onder warrantenplan 2015)
Het Corporate Governance Charter bepaalt de samenstelling van het Uitvoerend Management Team. Op 31 december 2015 was het Uitvoerend Management Team samengesteld uit de volgende leden:
FDVV Consult BVBA, vertegenwoordigd door de heer Frank Deschuytere, Chief Executive Officer (CEO)
Finance Incorporated com.v, vertegenwoordigd door de heer Jan Luyckx, Chief Financial Officer (CFO)
ST Consult BVBA, vertegenwoordigd door de heer Steve Theunissen, General Counsel en Secretaris van de Raad van Bestuur
JP Consulting GmbH, vertegenwoordigd door de heer Jörg Palm, Chief Marketing Officer
De managementvennootschap van Frank Deschuytere (FDVV Consult BVBA) trad in 2015 op als CEO van de Groep en ontving een vaste vergoeding voor een bedrag van k€ 231 en bijkomende voordelen voor een bedrag van k€ 12 met betrekking tot wagen-, brandstof- en forfaitaire onkostenvergoedingen. De CEO is niet gerechtigd op of begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
De managementvennootschap van de heer Jan Luyckx (Finance Incorporated com.v) vervoegde de vennootschap in juli 2015 en trad op als CFO van de Groep sinds 30 september 2015. Hij ontving een vaste vergoeding van k€ 78 (voor de periode juli 2015 - 31 december 2015), zonder bijkomende voordelen.
Voor het jaar 2015 was een bruto bedrag van k€ 148 toegekend aan mevrouw Pollie die optrad als CFO tot juni 2015.
De managementvennootschap van de heer Steve Theunissen (ST Consult BVBA) trad op als General Counsel van de Groep sinds 1 juni 2015 en ontving een vaste vergoeding van k€ 82 (voor de periode juni 2015 - 31 december 2015), zonder bijkomende voordelen.
De managementvennootschap van de heer Jörg Palm (JP Consulting GmbH) trad op als Chief Marketing Officer van de Groep sinds 1 december 2015 en ontving een vaste vergoeding van k€ 16 (voor de periode december 2015), zonder bijkomende voordelen.
In 2015 ontving Jan Callewaert via zijn managementvennootschap Mondo NV, een vaste vergoeding van k€ 310 voor advies en andere diensten verleend aan de Vennootschap in zijn hoedanigheid als uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur.
De uitvoerende managers hebben warranten ontvangen in het kader van het 2015 warrantenplan: Mondo NV: 300.000 warranten Finance Incorporated com.v: 300.000 warranten ST Consult BVBA: 300.000 warranten JP Consulting GmbH: 200.000 warranten FDVV Consult BVBA: 200.000 warranten
De uitvoerende managers hebben geen recht op een speciale beëindigingsvergoeding, noch zijn zij begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
Geen enkel lid van het Executive Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, bovenop de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
Voor een gedetailleerd overzicht van de aandeelhoudersstructuur, wordt verwezen naar toelichting 18 van het financiële IFRS-rapport dat hierna volgt.
Behoudens wat hierna gesteld wordt, zijn de door de Vennootschap uitgegeven kapitaalsaandelen niet onderworpen aan enige wettelijke of statutaire overdrachtsbeperkingen.
Overeenkomstig artikel 14 van de statuten heeft de heer Jan Callewaert een bindend voordrachtrecht voor de benoeming van één bestuurder per schijf van 3% (drie procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap die hij rechtstreeks of onrechtstreeks bezit, met een maximum van vijf (5) bestuurders. Hij bezit dit recht op voorwaarde en zolang hij minstens 15% (vijftien procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap bezit.
Er bestaan geen zulke aandelenplannen voor werknemers binnen de Vennootschap.
De aandelen van de Vennootschap zijn niet onderworpen aan wettelijke of statutaire stemkrachtbeperkingen. Ieder aandeel geeft recht op één stem.
Het stemrecht verbonden aan de aandelen van de Vennootschap zal echter in de gevallen voorzien in het Wetboek van Vennootschappen worden geschorst.
Verder kan in principe niemand op een Algemene Vergadering van de Vennootschap aan de stemming deelnemen voor meer stemmen dan degene verbonden aan effecten waarvan hij/zij meer dan twintig (20) dagen vóór de datum van de Algemene Vergadering kennis heeft gegeven in overeenstemming met de wetgeving betreffende belangrijke deelnemingen (artikel 545 van het Wetboek van Vennootschappen).
Het stemrecht verbonden aan aandelen die met vruchtgebruik bezwaard zijn, wordt uitgeoefend door de vruchtgebruiker. Voor wat betreft in pand gegeven aandelen, komt het stemrecht toe aan de eigenaar-pandgever.
Houders van warranten en converteerbare obligaties hebben slechts een adviserende stem op Algemene Vergaderingde Algemene Vergadering.
Er bestaan, naar het beste weten van de Raad van Bestuur van de Vennootschap, geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperkingen van overdracht van effecten en/of de uitoefening van het stemrecht.
De bestuurders van de Vennootschap worden benoemd door de Algemene Vergadering van aandeelhouders, die hiertoe besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Er geldt geen aanwezigheidsquorum voor de benoeming van bestuurders.
Wanneer een rechtspersoon wordt benoemd tot bestuurder, dient deze onder haar aandeelhouders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger aan te stellen die gelast wordt met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon-bestuurder.
Overeenkomstig artikel 14 van de statuten heeft de heer Jan Callewaert een bindend voordrachtrecht voor de benoeming van één bestuurder per schijf van 3% (drie procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap die hij rechtstreeks of onrechtstreeks bezit, met een maximum van vijf (5) bestuurders. Hij bezit dit recht op voorwaarde en zolang hij minstens 15% (vijftien procent) van het totaal aantal aandelen van de Vennootschap bezit.
Minsten drie (3) leden van de Raad van Bestuur moeten aangeduid worden als "onafhankelijke bestuurder", welke moeten voldoen aan de criteria zoals bepaald in Artikel 524§4 van het Wetboek van vennootschappen.
Bestuurders kunnen te allen tijde, bij gewone meerderheid van stemmen, worden ontslagen door de Algemene Vergadering van aandeelhouders. Voor het ontslag van bestuurders geldt geen aanwezigheidsquorum.
De statuten van de Vennootschap voorzien de mogelijkheid tot coöptatie van bestuurders door de Raad van Bestuur indien een plaats van bestuurder openvalt. In dit geval hebben de overblijvende bestuurders het recht om voorlopig in de vacature te voorzien. De eerstvolgende Algemene Vergadering beslist over de definitieve benoeming. De nieuw benoemde bestuurder vervolmaakt het mandaat van de bestuurder die hij/zij vervangt.
Met uitzondering van kapitaalverhogingen, beslist door de Raad van Bestuur binnen de voorwaarden van het toegestaan kapitaal, heeft enkel de (buitengewone) Algemene Vergadering van de Vennootschap het recht om wijzigingen aan te brengen in de statuten van de Vennootschap.
De Algemene Vergadering kan enkel beraadslagen over statutenwijzigingen – met inbegrip van het besluit tot fusie, splitsing en ontbinding – indien de helft van het kapitaal vertegenwoordigd is. Indien aan deze aanwezigheidsvereiste niet is voldaan, dient een nieuwe buitengewone Algemene Vergadering te worden bijeengeroepen die kan beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde kapitaal.
Statutenwijzigingen zijn in principe alleen aangenomen indien zij worden goedgekeurd door vijfenzeventig (75%) van de uitgebrachte stemmen.
Voor de volgende statutenwijzigingen geldt evenwel een bijzondere meerderheidsvereiste van tachtig procent (80%) van de uitgebrachte stemmen:
Het kapitaal van de Vennootschap kan verhoogd worden ingevolge een besluit van de Raad van Bestuur, binnen de grenzen van het "toegestaan kapitaal". Een machtiging hiertoe dient verleend te worden door een buitengewone Algemene Vergadering; de duurtijd en het bedrag van deze machtiging zijn beperkt, terwijl de machtiging tevens onderworpen is aan specifieke rechtvaardigingsgronden en doeleinden. De Raad van Bestuur is gemachtigd door de buitengewone Algemene Vergadering van 26 januari 2016 om het kapitaal van de Vennootschap te verhogen met een bedrag van € 4.844.802,70 voor een duur van vijf jaar vanaf de datum van publicatie van voormelde beslissing. De Raad van Bestuur werd eveneens gemachtigd om gebruik te maken van dit toegestaan kapitaal ingeval van openbaar bod, binnen de grenzen opgelegd door het Wetboek van Vennootschappen, voor een periode van drie jaar vanaf diezelfde datum.
De machtiging aan de Raad van Bestuur van de Vennootschap om aandelen van de Vennootschap voor haar eigen rekening te verkrijgen, om te voorkomen dat de Vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden, werd eveneens hernieuwd door voormelde buitengewone Algemene Vergadering.
Geen van de overeenkomsten die werden aangegaan met bestuurders van de Vennootschap of haar dochterondernemingen voorziet in een vergoeding (bovenop de normale opzegtermijn) indien zij ontslag nemen, ontslagen worden zonder grondige reden of indien hun tewerkstelling wordt beëindigd tengevolge van een overnamebod.
In overeenstemming met Artikel 96 van het Wetboek van vennootschappen moet het jaarverslag van de Raad van Bestuur de belangrijkste risico's en onzekerheden waarmee de onderneming geconfronteerd wordt omschrijven.
De meeste van deze risico's en onzekerheden worden bepaald door de evolutie van de markt waarin Option actief is. In het algemeen wordt deze markt gekenmerkt door snelle, opeenvolgende introducties van nieuwe technologieën. Als een gevolg daarvan is de markt erg dynamisch en moet de Group reageren op belangrijke en elkaar opvolgende veranderingen. Specifiek worden onderstaande risico's en onzekerheden vermeld:
Het afgelopen jaar investeerde de Groep fors in de uitbreiding van haar CloudGate-platform, in een uniek, wijdverspreid CloudGate-ecosysteem en in een breder en meer gediversifieerd verkoopkanaal dat bestaat uit VAD's, grote industriële groepen en mobiele operatoren. Het CloudGate-platform heeft een complexe en lange verkoopcyclus, te wijten aan zowel de ontwikkeling van applicaties als aan de uitgebreide testen in het veld die de uitrol van grootschalige projecten voorafgaan. Dit allemaal verzwakte de financiële positie van de Groep en als een gevolg daarvan heeft de Groep minder fondsen beschikbaar voor zijn operationele activiteiten. Dat zou ertoe zou kunnen leiden dat er minder fondsen voor de operationele activiteiten van de Vennootschap beschikbaar zijn, waaronder marketing activiteiten, kapitaalsuitgaven, aankopen, dividend betalingen of andere algemene vennootschapsdoeleinden. Dientengevolge kan de Vennootschap lijden onder een competitief nadeel in vergelijking met haar concurrenten die over een grotere liquiditeit en kapitaal kunnen beschikken. De Vennootschap is misschien niet in de mogelijkheid om de financiering benodigd voor haar toekomstige kapitaals- en herfinancieringsnoden te dekken. Er is geen garantie dat de financiering, indien nodig, beschikbaar of beschikbaar zal zijn aan attractieve voorwaarden. Daarenboven kan iedere schuldfinanciering, indien beschikbaar, voorwaarden bevatten die de vrijheid van de Vennootschap om zaken te doen beperkt en/of zou de Vennootschap in schending kunnen komen onder zulke voorwaarden in welk geval de schuldfinanciering beëindigd kan worden en de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar kan komen.
onverwachte kosten of andere negatieve zakelijke gevolgen. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op niet-ontdekte fouten en defecten.
Indien de Vennootschap of haar leveranciers op één van deze gebieden mislukt, of indien deze producten er niet in slagen door de markt te worden aanvaard, kan dit betekenen dat de Vennootschap niet in staat is haar onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven te recupereren. Dit kan leiden tot een daling van haar marktaandeel en haar bedrijfsopbrengsten. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te verkopen, kan de Vennootschap belangrijke klanten of productorders verliezen en haar zakelijke activiteiten zouden kunnen beschadigd worden.
effect op toekomstige producten van wijzigingen die door binnenlandse of buitenlandse overheden genomen worden. Indien de Vennootschap er niet in slaagt om conform te zijn met bestaande of toekomstige wetgeving of om op tijd goedkeuring te verkrijgen voor zijn producten dan kan dit een belangrijk negatief effect hebben op haar financiële toestand, operationele resultaten en kasstromen.
Indien de Vennootschap haar bestaande licentieovereenkomsten niet kan behouden of indien ze geen nieuwe licenties kan verkrijgen voor haar bestaande of toekomstige producten dan kan de Vennootschap verplicht worden om vervang technologie van een lagere kwaliteit te gebruiken, indien die al bestaat, ofwel aan een hogere kostprijs welke de competitieve situatie, inkomsten en vooruitzichten ernstig schaden.
o We zouden mogelijks een licentieovereenkomst moeten afsluiten, waarbij een licentievergoeding betaald dient te worden en die commercieel niet of wel aanvaardbaar is. Bovendien is het niet zeker dat het mogelijk is om succesvol te onderhandelen en zulke overeenkomst af te sluiten met de derde partij;
o We zouden mogelijks een niet-inbreuk plegend alternatief moeten ontwikkelen, hetgeen kostelijk en vertragend kan zijn en kan resulteren in een verkoopsverlies. Bovendien is het niet zeker dat dergelijk alternatief mogelijk is;
(9) De kwartaalresultaten van de Vennootschap kunnen in belangrijke mate verschillen van kwartaal tot kwartaal en kunnen bijgevolg de aankoopprijs van de aandelen van de Vennootschap doen fluctueren. De toekomstige kwartaalresultaten kunnen significant verschillen en kunnen de verwachtingen van de financiële analisten, investeerders en het management overtreffen of niet nakomen.
De procedure inzake belangenconflicten zoals voorzien door artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen werd toegepast in 2015 zoals hiervoor werd uiteengezet in de verklaring van Deugdelijk Bestuur van dit jaarverslag.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de beoordeling van risico's die inherent zijn aan de Groep alsook de doeltreffendheid van deze interne controles. De Belgische Corporate Governance Code 2009 beveelt de risicofactoren en de maatregelen te benadrukken die de Raad van Bestuur heeft genomen om deze risico's op een aanvaardbaar niveau te houden. De organisatie van de Interne controle van de Groep is gebaseerd op de vijf pijlers van het COSO1 - 2013 raamwerk:
De Raad van Bestuur heeft een Audit Comité en een Remuneratie Comité opgericht. Het Audit Comité geeft advies en controleert de financiële verslaggeving van de Groep. Het zorgt voor de aanwezigheid van voldoende interne controlemechanismen en, in samenwerking met de commissaris van de Groep, onderzoekt het vragen met betrekking tot de boekhouding en de waarderingsregels. De rol van het Remuneratie Comité is te zorgen voor een rechtvaardig beleid in verband met de vergoeding voor werknemers en Executive Management, alsook om de beste internationale gebruiken te waarborgen welke in acht worden genomen bij het bepalen van verloningen en prestatievergoedingen. Het Management bepaalt de stijl van leidinggeven en de waarden hieromtrent evenals de vaardigheden en taakomschrijvingen die nodig zijn voor alle functies en taken binnen de organisatie.
De Groep heeft het Corporate Governance Charter toegepast en de Raad van Bestuur heeft een "Code of Dealing" ingevoerd, welke het gebruik van voorkennis verbiedt betreffende het handelen in financiële instrumenten van Option.
De Groep beschikt over een duidelijk organogram, waarin de verschillende entiteiten die tot de Groep behoren zijn opgenomen. Voor alle functies zijn de verantwoordelijkheidsgebieden gedefinieerd.
1 COSO (Committee of Sponsoring Organizations) is een private, niet-gouvernementele internationale organisatie die erkend is op het vlak van deugdelijk bestuur, interne controle, risicomanagement en financiële rapportering.
We verwijzen naar het deel "overzicht van risico's en onzekerheden" en "financiële instrumenten" in dit rapport welke de risico's beschrijven die verband houden met de evolutie van de markt en de business of zakelijke omgeving in welke de Groep opereert.
De Raad van Bestuur en het management bepalen de strategie, het budget en het middellangetot lange termijn businessplan voor de komende periodes. Tijdens dit proces worden risico's en onzekerheden besproken en worden deze in aanmerking genomen om de strategie van de Groep en het budget verder te finaliseren.
De volgende belangrijkste risicocategorieën werden onderscheiden:
Om een onderbreking in de productie te vermijden heeft de Groep een gedeelte van de productie uitbesteed aan verschillende derden-fabrikanten (hierna ook 'productiepartners' genoemd). Niettemin stelt dit de Groep bloot aan een aantal risico's en onzekerheden die buiten zijn controle liggen. Indien één van deze derden-fabrikanten vertragingen, onderbrekingen, capaciteitsproblemen of kwaliteitsproblemen in zijn productie zou kennen, dan kan de levering van producten aan klanten vertraagd of geweigerd worden en kunnen de klanten opteren om hun aankooporder te schrappen of een boete voor late levering te eisen. De kosten, kwaliteit en beschikbaarheid van productiepartners zijn essentieel voor de succesvolle productie en verkoop van de producten van de Groep. Risico's met betrekking tot overmacht bij elk punt tijdens de productie of in de toeleveringsketen kunnen leiden tot schade aan onroerende goederen en materiële schade, cyberrisico's en onderbrekingen van de bedrijfsvoering.
Een gedetailleerde beschrijving van het beheer van de financiële risico's, zowel op vlak van krediet-, liquiditeits- als marktrisico, volgt lager.
Het terugroepen van producten is een geïdentificeerd risico waarmee de Groep zou kunnen worden geconfronteerd. De producten van de Vennootschap zijn technologisch complex, bestaan uit meerdere componenten die aangekocht worden bij verschillende partijen en omvatten een belangrijke hardwarecomponent en een complexe softwarecomponent, en moeten voldoen aan strenge industriële voorwaarden, regelgeving en eisen van de klant. De producten die door de Groep worden geproduceerd, kunnen onopgemerkte fouten of gebreken bevatten, vooral wanneer deze voor het eerst worden geïntroduceerd of wanneer nieuwe modellen of versies worden vrijgegeven. De grotere complexiteit van de producten verhoogt het risico op dergelijke fouten. Dit kan leiden tot een afwijzing of het terugroepen van dit specifieke product.
Kwaliteitsproblemen en de afhankelijkheid van één leverancier voor een specifiek product werden geïdentificeerd als een risico. De beschikbaarheid en de verkoop van afgewerkte producten kunnen schade lijden indien één van deze leveranciers niet kan voldoen aan de vraag- en leveringstermijnen van de Groep en alternatieve en bruikbare componenten niet voorhanden zijn tegen redelijke voorwaarden.
Aangezien de Groep actief is in een snel veranderende en competitieve technologische sector, dienen de strategische pijlers te worden geïdentificeerd en indien nodig te worden herbekeken. De Groep startte een industriële transformatie die nog steeds bezig is, want de Groep verliet de sterk gestandaardiseerde marktsegmenten.
Indien de Groep er niet in slaagt succesvol nieuwe producten te ontwikkelen en te introduceren in zijn productenportefeuille, kan de Groep belangrijke klanten of productbestellingen verliezen en kunnen daardoor de activiteiten van de Groep worden geschaad. Wanneer de Groep nieuwe producten of nieuwe versies van zijn bestaande producten introduceert, kunnen de huidige klanten de technologische vernieuwingen van deze producten niet nodig hebben of niet willen, en kunnen ze die mogelijk niet kopen of kopen in kleinere hoeveelheden dan de Vennootschap had verwacht. Net als de snel veranderende technologieën zou dit kunnen leiden tot een kortere levenscyclus van de producten.
De Groep heeft een ERP-systeem (SAP) dat wordt gebruikt in de belangrijkste entiteiten. Een storing zou kunnen leiden tot een grote impact met betrekking tot de financiële gegevens, stamgegevens, het toezicht op de productie, inkoop- en verkoopstromen.
De controle activiteiten omvatten de maatregelen die zijn genomen door de Groep om ervoor te zorgen dat de voornaamste risico's welke werden geïdentificeerd, worden beheerst of beperkt.
De Groep beheert haar risico met betrekking tot overmacht, zijnde schade aan onroerend goed, materiële schade, onderbreking van de bedrijfsvoering, cyber risico's, door het aangaan van verzekeringsovereenkomsten ter dekking van dergelijke risico's.
Vóór de commercialisering van haar producten, voert de Groep de nodige tests uit om het niveau van technische goedkeuring te bereiken. Om de best mogelijke kwaliteitsstandaarden tijdens de productie te garanderen, heeft de Vennootschap in-house eigen test- en kalibratie systemen ontwikkeld. Deze systemen worden gebruikt bij de productie van de meeste producten van de Vennootschap. De in-house ontwikkelde systemen laten de Vennootschap toe om de kwalitatieve parameters die worden gebruikt tijdens het productieproces, welke plaatsvindt in de fabriek van de onderaannemers van de Vennootschap, te controleren. De testresultaten worden automatisch opgeladen in een database van de Vennootschap, welke haar toelaat om de productiegeschiedenis van deze producten te controleren en na te kijken. Bovendien heeft de Groep een specifiek verzekeringscontract afgesloten, welke alle externe kosten als gevolg van een mogelijke terugroep (recall) risico dekt.
De Groep heeft haar inkoopproces gewijzigd dat wordt verwerkt door de derde partij producenten en dit onder toezicht van de Groep.
De Groep heeft haar strategische pijlers geïdentificeerd. Om de veranderende marktomstandigheden het hoofd te bieden hebben de Raad van Bestuur en het Management een aantal strategische vergaderingen met als doel de verdere strategie van de Groep te bepalen. De levenscyclus van de producten wordt nauwlettend opgevolgd.
Om de continuïteit van het ERP-systeem (SAP) te garanderen, worden op een regelmatige basis back-ups gemaakt en wordt het onderhoud uitgevoerd door een ervaren derde partij. Tijdens 2009 en 2010 werden de huidige SAP veiligheidsinstellingen en toegangsrechten nagekeken tijdens een 'SAP security project' waarbij nieuwe rollen werden vastgelegd. De drijvende factoren van dit project waren gebaseerd op de controle van de integriteit (scheiding van taken) en de volledigheid van cijfers/data.
Een belangrijk element om de activiteiten te controleren is de jaarlijkse budget oefening waarbij strategie, risico's, businessplannen en beoogde resultaten worden getest. De prestaties ten opzichte van de doelen worden maandelijks opgevolgd door het Finance team en worden besproken tijdens vergaderingen van het Management.
Om betrouwbare financiële informatie te garanderen werd een gestandaardiseerd informatieuitwisseling proces gedefinieerd, welke consistent is voor alle entiteiten die tot de Groep behoren. Deze proces flow omvat de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd door alle entiteiten met betrekking tot elke maandelijkse afsluiting, alsmede de vooropgestelde deadlines. De Groep heeft een accounting manual (handleiding) en werkt met een uniform rapporteringformaat, welke wordt gebruikt door al haar entiteiten met het doel om de consistentie van gegevens te waarborgen alsook om potentiële afwijkingen op te sporen.
De financiële informatie wordt op kwartaalbasis voorgesteld aan het Audit Comité en de Raad van Bestuur. Na goedkeuring wordt een financieel persbericht of business update tijdig verzonden naar de markt. Na deze release wordt de volledige organisatie van de Groep op de hoogte gebracht. De informatie, welke op regelmatige tijdstippen wordt gedeeld met het personeel, is niet beperkt tot een financiële update, maar bevat ook zakelijke updates en in het geval dit nodig blijkt, strategische updates.
Het toezicht gebeurt door de Raad van Bestuur door middel van de activiteiten en verantwoordelijkheden van het Audit Comité. Het Audit Comité beoordeelt en bespreekt de driemaandelijkse financiële afsluitingen op basis van een presentatie van het financieel Management van de Groep. Notulen van de vergadering worden voorbereid met inbegrip van een opvolging van actiepunten. Gezien de structuur en de huidige omvang van de Groep, is er geen interne auditorfunctie.
De Raad van Bestuur verklaart, naar het beste van haar kennis, het volgende:
Leuven, 28 april 2016
De Raad van Bestuur
Het kapitaal van de Vennootschap bedraagt € 4 844 802 en wordt vertegenwoordigd door 96 896 054 aandelen. De aandelen zijn genoteerd op de beurs "NYSE Euronext Brussels" onder BE0003836534.
Op het jaareinde van 2015 waren alle aandelen gedematerialiseerd met uitzondering van 1 (één) welke in geregistreerde vorm bestond.
Eind 2015 maakte de Groep melding van de volgende aandeelhouders van betekenis:
| Identiteit van de persoon, entiteit of | Aantal gewone aandelen in bezit | Percentage aangehouden financiële |
|---|---|---|
| groep van personen of entiteiten (*) | instrumenten | |
| Jan Callewaert Vrij verhandelbare aandelen |
14 809 008 82 087 046 |
15,28% 84,72% |
| Totaal uitstaande aandelen | 96 896 054 | 100% |
De geconsolideerde jaarrekening omvat de volgende dochterondernemingen:
In het kader van kostenbesparingsplannen zijn de sites in Augsburg, Frankrijk en Cork overgebracht of gesloten in de voorbije jaren. De entiteiten in Frankrijk, in Japan en in Augsburg werden geliquideerd, maar deze liquidaties waren tegen eind 2015 niet afgerond.
De site in Cork is momenteel in een sluimerfase, de site in Parijs valt onder 'liquidation judiciaire'1 sinds 30 december 2014. Option Frankrijk werd gedeconsolideerd vanaf december 2014 als gevolg van het verlies van controle.
De totale opbrengsten voor 2015 daalden met 10 % tot k€ 4 698, in vergelijking met k€ 5 230 in 2014.
Wij verwijzen naar toelichting 3: "Operationele segmenten en toelichting over de entiteit als geheel" in de toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarverslag voor verdere informatie betreffende de geografische spreiding van verkopen.
De bruto winst voor 2015 bedraagt k€ 1 328 of 28 % van de totale verkopen, dit in vergelijking met een brutomarge van 44 % in 2014. Deze daling is een gevolg van een waardevermindering op voorraden ten bedrage van k€ 837. Exclusief deze waardeverminderingen op voorraden, zou de genormaliseerde brutowinstmarge 46% bedragen in 2015.
1 Het gaat om een gerechtelijke vereffening waar een curator werd aangesteld.
In 2015 bedroegen de bedrijfskosten, inclusief afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingskosten k€ 13 082 in vergelijking met k€ 13 467 in 2014. Dit vertegenwoordigt een daling van 3 %.
Genormaliseerd effect 2015 (in duizenden EUR):
| Totale bedrijfskosten: | (13 082) |
|---|---|
| Waardeverminderingen op financiële vaste activa: | 746 |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa: | 413 |
| Correctie op bedrijfsvoorheffing: | 250 |
| Genormaliseerde bedrijfskosten 2015: | (11 673) |
| Genormaliseerde bedrijfskosten 2014: | (13 467) |
Deze daling van k€ 1 794k of 13% is te danken aan een efficiënte kostencontrole.
Tijdens het boekjaar 2015 bedroeg het bedrijfsresultaat k€ (11 754) in vergelijking met k€ (11 020) in 2014. De genormaliseerde EBIT voor 2015 bedroeg k€ (9 508) wat een verbetering betekent van 29%.
In 2015 bedroeg de EBITDA k€ (7 927), vergeleken met k€ (7 234) voor 2014.
De Groep boekte een negatief financieel resultaat van k€ 2 312. (2014: negatief k€ 1 802). Het netto wisselkoersresultaat voor 2015 bedroeg k€ (208), voornamelijk te wijten aan de US dollar. In vergelijking met 2014 zijn de financiële kosten met k€ 450 gestegen te wijten aan interestkosten en gedaald met k€ 670 te wijten aan wisselkoersverschillen.
Ten gevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in het boekjaar 2010 het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen. Er werden geen actieve belastinglatenties opgenomen in 2015.
De belastingkosten voor 2015 bedroegen k€ 18 (2014: k€ 34).
Het resultaat per aandeel voor 2015 was als volgt:
Het nettoresultaat in 2015 bedroeg k€ (14 084) of € (0,15) per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering. Ter vergelijking, in 2014 bedroeg het nettoresultaat k€ (12 856) of € (0,15) per uitstaand aandeel en per aandeel na verwatering.
Het balanstotaal bedroeg k€ 7 831 op het einde van het boekjaar 2015, tegenover k€ 10 110 het jaar voordien.
De liquide middelen namen toe tijdens het jaar van k€ 1 554 tot k€ 4 068 op het einde van 2015.
De handelsvorderingen en overige vorderingen daalden van k€ 848 tot k€ 732 op het einde van 2015. Deze daling is voornamelijk toe te schrijven aan de handelsvorderingen die afgenomen zijn door de teruggelopen inkomsten in 2015. De portfolio van handelsvorderingen is gezond. De meeste verkopen in niet-OESO-landen werden gedekt door kredietbrieven of door een kredietverzekering aangeboden door Delcredere. Delcredere is een zelfstandig orgaan dat, onder garantie van de Belgische overheid, de taak heeft de internationale economische relaties met de niet-OESO-landen te verbeteren door het risico volgend uit export naar, import van en investeringen in de betrokken landen te verzekeren.
De voorraden daalden verder van k€ 3 139 tot k€ 1 501 op het einde van 2015. Deze daling is toe te schrijven aan de afname van de posities van het werk in uitvoering en grondstoffen. De totale waardervermindering voor de voorraden was goed voor een bedrag van k€ 2 844 in vergelijking met k€ 2 007 in 2014.
De nettoboekwaarde van immateriële vaste activa kwam eind 2015 uit op k€ 893, vergeleken met k€ 3 051 per 31 december 2014. De waarde van R&D projecten is vastgesteld op basis van een raming van de verwachte contributie van deze ontwikkelingsprojecten in de volgende kwartalen.
De nettoboekwaarde van materiële vaste activa was k€ 120 eind 2015, vergeleken met k€ 255 op 31 december 2014.
Tijdens het boekjaar namen de schulden op ten hoogste één jaar toe tot k€ 9 428 in 2015, in vergelijking met k€ 7 803 in 2014. Deze toename is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een stijging in handels- en overige schulden.
De schulden op meer dan een jaar stegen tot k€ 26 105, voornamelijk omwille van de uitgifte van een converteerbare obligatie van € 6,0 miljoen, een overbruggingskrediet van € 2,7 miljoen en kapitalisatie van de interesten, en daalden door de conversie van 0,5 miljoen van de converteerbare obligatie van 2013 en de conversie van k€ 100 van de converteerbare obligatie van 2014.
Op een balanstotaal van k€ 7 831 bedroeg het totale eigen vermogen k€ (27 702). Eind 2015 kwam de solvabiliteitsratio van de Groep bijgevolg uit op (354 %), in vergelijking met (151 %) per einde 2014.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg in 2015 k€ (5 438), in vergelijking met k€ (9 227) het vorige jaar.
Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar de toelichtingen.
De enkelvoudige jaarrekening van Option NV (Belgische boekhoudnormen) heeft over 2015 een nettoverlies van € 14,1 miljoen, in vergelijking met een nettoverlies van € 11,1 miljoen in 2014.
De Raad van Bestuur stelt voor om het niet-geconsolideerde nettoverlies van € 14,1 miljoen over 2015 toe te voegen aan het overgedragen resultaat van de vorige boekjaren.
| Resultaatverwerking - verkort schema (conform de Belgische boekhoudnormen) | ||||
|---|---|---|---|---|
| 31 december - in k€ (duizend EUR) 2015 2014 |
||||
| Overgedragen winst / (overgedragen verlies) van | ( 23 953) | ( 12 875) | ||
| het vorige boekjaar Te bestemmen winst / (te verwerken verlies) van het |
( 14 067) | ( 11 078) | ||
| boekjaar Te bestemmen winstsaldo / (te verwerken |
( 38 020) | ( 23 953) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december In duizend EUR |
Toelichting | 2015 | 2014 |
|---|---|---|---|
| Opbrengsten | 3 | 4 698 | 5 230 |
| Kostprijs verkochte goederen | 4 | ( 3 370) | ( 2 949) |
| Brutowinst | 1 328 | 2 281 | |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | 4-5 | ( 4 956) | ( 5 345) |
| Kosten van verkoop, marketing en royalty's | 4-5 | ( 3 336) | ( 3 073) |
| Algemene en administratiekosten | 4-5 | ( 4 790) | ( 5 049) |
| Totale bedrijfskosten | ( 13 082) | ( 13 467) | |
| Effect van deconsolidatie | - | 166 | |
| Bedrijfsresultaat | ( 11 754) | ( 11 020) | |
| Financiële kosten Financiële opbrengsten |
6 6 |
( 2 534) 222 |
( 2 753) 951 |
| Financieel resultaat | ( 2 312) | ( 1 802) | |
| Resultaat vóór belastingen | ( 14 066) | ( 12 822) | |
| Belastingen | 7 | ( 18) | ( 34) |
| Nettoresultaat van de periode toerekenbaar aan de eigenaars van de Vennootschap |
( 14 084) | ( 12 856) | |
| Resultaat per aandeel | |||
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 95 964 132 | 87 929 977 | |
| Verwaterd gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | 95 964 132 | 87 929 977 | |
| Resultaat per aandeel voor verwatering | 19 | (0.15) | (0.15) |
| Resultaat per aandeel na verwatering | 19 | (0.15) | (0.15) |
| 2015 | 2014 | ||
|---|---|---|---|
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | |||
| In duizend EUR | Toelichting | ||
| Nettoresultaat | ( 14 084) | ( 12 856) | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||
| Wisselkoersverschillen voortvloeiend uit valutaverschillen uit buitenlandse activiteiten |
126 | 112 | |
| Andere gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode (netto van belastingen) |
126 | 112 | |
| Totale gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voorde periode toewijsbaar aan de Groep |
( 13 958) | ( 12 744) |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | 2015 | 2014 | |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Toelichting | ||
| Activa | |||
| Immateriële vast activa | 8 | 893 | 3 051 |
| Materiële vaste activa | 9 | 120 | 255 |
| Overige financiële activa | 11 | 490 | 1 236 |
| Overige vorderingen | 10 | 15 | 17 |
| Totaal der niet-vlottende activa | 1 518 | 4 559 | |
| Voorraden | 12 | 1 501 | 3 139 |
| Handels- en overige vorderingen | 10 | 732 | 848 |
| Liquide middelen | 13 | 4 068 | 1 554 |
| Belastingvorderingen | 7 | 12 | 10 |
| Totaal der vlottende activa | 6 313 | 5 551 | |
| Totaal activa | 7 831 | 10 110 | |
| schulden en eigen vermogen | |||
| Geplaatst kapitaal | 18 | 4 845 | 4 739 |
| Uitgiftepremies | 18 | 5 076 | 3 763 |
| Reserves | 18 | ( 37 623) | ( 23 769) |
| Overgedragen resultaat | ( 27 702) | ( 15 267) | |
| Totaal eigen vermogen toerekenbaar aan de eigenaars van de | |||
| Vennootschap | |||
| Financiële schulden | 14 | 26 105 | 17 574 |
| Totaal schulden op meer dan een jaar | 26 105 | 17 574 | |
| Handels- en overige schulden | 15 | 9 124 | 7 544 |
| Voorzieningen | 16 | 295 | 258 |
| Te betalen belastingen | 7 | 9 | 1 |
| Totaal schulden op ten hoogste een jaar | 9 428 | 7 803 | |
| Totaal schulden en eigen vermogen | 7 831 | 10 110 |
| Voor het boekjaar afgesloten op 31 december | 2015 | 2014 | |
|---|---|---|---|
| In duizend EUR | Note | ||
| BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Nettoresultaat (A) | ( 14 084) | ( 12 856) | |
| Afschrijvingen op immateriële vaste activa | 8 | 2 533 | 3 228 |
| Afschrijvingen op materiële vaste activa | 9 | 135 | 266 |
| 11 | 746 | - | |
| Verlies / (winst) uit de verkoop van materiële vaste activa | ( 65) | 7 | |
| Verlies / (winst) uit financiële vaste activa | - | ( 166) | |
| (Terugname van) waardeverminderingen op vlottende en niet | |||
| vlottende activa | 916 | 226 | |
| Bijzondere waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 8 | 413 | 4 |
| Toename / (afname) in provisies | 16 | 36 | 10 |
| Niet gerealiseerde wisselkoers verliezen / (winsten) | 42 | 27 | |
| Interest (opbrengsten) | 6 | ( 4) | ( 13) |
| Interestkosten | 6 | 2 129 | 1 676 |
| Kost van op aandelen gebaseerde betalingen | 18 | 104 | 26 |
| Belastingkost / (opbrengst) | 7 | 18 | 34 |
| Totaal (B) | 7 003 | 5 325 | |
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor mutaties in bedrijfskapitaal (C)=(A)+(B) |
( 7 081) | ( 7 531) | |
| Afname / (toename) in voorraden | 12 | 835 | 44 |
| Afname / (toename) van handels- en overige vorderingen | 10 | 67 | 522 |
| Toename / (afname) van handels- en overige schulden | 15 | 1 450 | ( 1 368) |
| Toename / (afname) van uitgestelde opbrengsten | 16 | - | ( 200) |
| Aanwending van provisies | - | - | |
| Totaal de mutaties in bedrijfskapitaal (D) | 2 352 | ( 1 002) | |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | ( 4 729) | ( 8 533) | |
| (E)=(C) + (D) | |||
| (Betaalde) interesten (F) | ( 705) | ( 692) | |
| Ontvangen interesten (G) | 4 | 13 | |
| (Betaalde) / ontvangen belastingen (H) | ( 8) | ( 15) | |
| KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN (i)=(e)+(f)+(g)+(h) | ( 5 438) | ( 9 227) |
| 8 | ( 788) | ( 2 348) |
|---|---|---|
| 9 | - | ( 5) |
| 9 | 65 | - |
| ( 723) | ( 2 353) | |
| 14 | 8 675 | 12 000 |
| 15 | - | ( 7) |
| 14 | - | ( 500) |
| 8 675 | 11 493 | |
| 2 514 | ( 87) | |
| 13 | 1 554 | 1 623 |
| - | 18 | |
| 13 | 4 068 | 1 554 |
| 2 514 | ( 87) | |
| In duizend EUR | Geplaatst kapitaal |
Uitgifte-premies | Op aandelen ge-baseerde betalingen |
Valuta-koers verschillen |
Kosten uitgifte van nieuwe aandelen |
Over-gedragen resultaat |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari 20114 | 4 125 | 1 078 | - | ( 39) | ( 2 617) | ( 8 395) | ( 5 848) |
| Nettoresultaat | - | - | - | - | - | ( 12 856) | ( 12 856) |
| Andere gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen |
- | - | - | 112 | - | - | 112 |
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode |
- | - | - | 112 | - | ( 12 856) | ( 12 744) |
| Eigen vermogen component van de corverteerbare obligatie |
- | ( 201) | - | - | - | - | ( 201) |
| Overdracht van/naar | - | - | - | - | - | - | - |
| Kapitaalsverhoging | 614 | 2 886 | - | - | - | - | 3 500 |
| Kapitaalsverlaging | - | - | - | - | - | - | - |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | - | - | 26 | - | - | - | 26 |
| Op 31 december 2014 | 4 739 | 3 763 | 26 | 73 | ( 2 617) | ( 21 251) | ( 15 267) |
| Nettoresultaat | - | - | - | - | - | ( 14 084) | ( 14 084) |
| Andere gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode, netto van belastingen |
- | - | - | 126 | - | - | 126 |
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten voor de periode |
- | - | - | 126 | - | ( 14 084) | ( 13 958) |
| Eigen vermogen component van de corverteerbare obligatie |
- | 812 | - | - | - | - | 812 |
| Overdracht van/naar | - | - | - | - | - | - | - |
| Kapitaalsverhoging | 106 | 501 | - | - | - | - | 607 |
| Kapitaalsverlaging | - | - | - | - | - | - | - |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | - | - | 104 | - | - | - | 104 |
| Op 31 december 2015 | 4 845 | 5 076 | 130 | 199 | ( 2 617) | ( 35 335) | ( 27 702) |
Option NV (de Vennootschap) werd opgericht op 3 juli 1986 en stond initieel, sinds november 1997, genoteerd op de Europese contantmarkt ('Easdaq' later 'NASDAQ Europe') en staat sinds 2003 genoteerd op Eurolist van Euronext Brussel (Ticker: OPTI- code BE0003836534).
Option NV is een Naamloze Vennootschap (NV) naar Belgisch recht die haar aandelen in het openbaar te koop aanbiedt. Option NV is vertegenwoordigd in verschillende continenten. De belangrijkste vestiging is de hoofdzetel in Leuven (Gaston Geenslaan 14, 3001 Leuven). De volledige lijst van alle ondernemingen die deel uitmaken van de Groep is terug te vinden in Toelichting 25: Ondernemingen behorend tot Option.
De geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2015 omvat Option NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'Option' of 'de Groep'). Op de Raad van Bestuur van 27 april 2016 werd het jaarverslag goedgekeurd voor vrijgave en verkreeg Jan Callewaert de volmacht om het verslag te ondertekenen.
De geconsolideerde financiële rekeningen zijn opgesteld volgens de "historische kost overeenkomst", behalve voor afgeleide financiële instrumenten, welke zijn gewaardeerd op hun reële waarde. De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bijzijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Gemeenschap.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekeningen van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Er is controle wanneer de Groep macht heeft over de deelneming, blootgesteld is aan of rechten heeft op veranderlijke opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij de deelneming en over de mogelijkheid beschikt zijn macht te gebruiken om zijn opbrengsten te beïnvloeden.
Option NV heeft een 100% deelneming in al haar dochterondernemingen (conform toelichting 25).
De resultaten van verworven of geliquideerde dochterondernemingen worden mee geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle wordt verworven, of de consolidatie neemt een einde op de datum waarop de controle verdwijnt.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Nietgerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere waardevermindering van toepassing is op het activa dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
Geen wijzigingen werden aangebracht, noch voor de presentatie, noch voor de classificatie en toelichtingen in de boekhoudprincipes.
De Groep past dezelfde IFRS standaarden toe als voorgaande jaren, met uitzondering van enkele nieuwe standaarden en interpretaties die de Groep voor het eerst toepast in 2015.
Lijst van standaarden en interpretaties die al verschenen zijn maar nog niet van kracht waren op de datum van uitgifte van de jaarrekening van de Groep.
Lijst van standaarden die nog niet in voege waren op 31 december 2015:
De Groep zal verder de impact van IFRS 15 evalueren en elke verdere guidance van de IASB opvolgen.
De Groep heeft ervoor gekozen om geen standaarden of interpretaties voorafgaand aan hun inwerkingtreding toe te passen.
Om deze jaarrekening op te stellen dient het management ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. Het gaat daarbij voornamelijk over de recupereerbaarheid van vaste activa, uitgestelde belastingen, immateriële vaste activa, garantieverplichtingen en andere waarschijnlijke verplichtingen op de afsluitingsdatum van de jaarrekening en het gepubliceerde bedrag van baten en lasten tijdens de gerapporteerde periode.
De Groep gebruikt deze ramingen voor de gewone bedrijfsuitoefening om garantieverplichtingen, verouderde stock en surplusvoorraden, dubieuze debiteuren, de economische levensduur van R&D projecten, de waardering van intellectuele eigendomsrechten, afgeleide financiële instrumenten en andere reserves te waarderen. De uiteindelijke resultaten kunnen afwijken van de gemaakte inschattingen.
Beoordelingen gemaakt door het management en de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar, worden hierna omschreven.
De Groep onderverhuurt een eigen gehuurd gebouw aan een derde partij. Omdat de leasinggever van Option de belangrijkste risico's en voordelen draagt, worden zowel de lease als leasingnemer evenals de sublease behandeld als een operationele leasing. Dit subleasecontract liep af in mei 2014.
Omwille van de aanhoudende cash drain tijdens 2015 en 2016, werkt de Raad van Bestuur aan het verder aligneren van de kosten en aan project- en financiële investeringen.
Op datum van de publicatie van het rapport heeft de Vennootschap beperkte financiële middelen. De Raad van Bestuur heeft echter nieuwe financiële engagementen verkregen die samen met de recente verkoopsvooruitzichten het bedrijf in staat moet stellen om de komende 6 maanden te financieren en de korte termijn continuïteit te verzekeren.
De meest recente verkoopsvooruitzichten betekenen een groei ten opzichte van de gerealiseerde omzet in de eerste maanden van het boekjaar en de onderneming heeft er vertrouwen in de vooruitzichten te kunnen realiseren gegeven deze gebaseerd zijn op concrete gesprekken met klanten.
Na deze periode van zes maanden, zal nieuwe financiering nodig zijn. De raad van bestuur heeft reeds eerste acties ondernomen om de financiële positie van de Vennootschap te versterken,middels een kapitaalverhoging of samenwerkingsverbanden op het niveau van de groep of haar dochterondernemingen.
Daarom heeft de Raad van Bestuur besloten om de jaarrekening onder het continuïteitsprincipe voor te bereiden.
De ramingen en veronderstellingen worden continu herzien. Herzieningen op boekhoudkundige veronderstellingen worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden en als er een belangrijk risico bestaat tot een materiële correctie op de bedragen opgenomen in de activa en passiva van het volgende boekjaar.
Bij wet bepaald moeten pensioenregelingen in België onderworpen zijn aan minimaal gegarandeerde rendementen. Als gevolg van de wet van 18 december 2015, zijn minimale rendementen als volgt door de werkgever gegarandeerd:
Gezien de garanties op minimale rendementen, worden deze plannen gekwalificeerd als toegezegde pensioenregelingen.
De groep was niet in staat om een volledige actuariële berekening onder de PUC methode te ontvangen als gevolg van de recente publicatie van de wet.
Op basis van een analyse van de plannen en het beperkte verschil tussen de wettelijk gegarandeerde minimum rendementen en de rente gegarandeerd door de verzekeringsmaatschappij, heeft de Groep geconcludeerd dat de toepassing van de PUC methode een immateriëel gevolg zou hebben.
Een netto verplichting van k€ 42 werd opgenomen in de balans per 31 december 2015 op basis van de som van de positieve verschillen, bepaald door individueel plan deelnemer tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen gebaseerd op de werkelijke tarieven van de terug te keren op de sluitingsdatum.
Ontwikkelingskosten worden gekapitaliseerd in overeenstemming met de boekhoudprincipes opgenomen in toelichting 2. De initiële kapitalisatie van de kosten is gebaseerd op het oordeel van het management dat de technologische en economische haalbaarheid is bevestigd, indien een ontwikkelingsproject een welbepaalde mijlpaal heeft bereikt in overeenstemming met een project management model. Bij het bepalen van het de gekapitaliseerde bedragen maakt het management assumpties omtrent de toekomstige winstverwachtingen van het actief, verdisconteerde waardes en de verwachte periode dat het actief inkomsten genereert. Op 31 december 2015 bedroegen de gekapitaliseerde ontwikkelingskosten k€ 893 (2014: k€ 3.051). Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 8.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn om een uitzonderlijke waardevermindering voor alle niet financiële vaste activa op te nemen. Indien er berekeningen op de gebruikswaarde worden toegepast, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de cash genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen. Op 31 december 2015 heeft de Groep een bedrag van k€ 413 aan uitzonderlijke waardeverminderingen opgenomen op de geactiveerde ontwikkelingsprojecten (2014: k€ 0). Voor verdere details, verwijzen we naar toelichting 8.
Op 31 december 2015 heeft de onderneming een extra waardevermindering van k€ 665 op de voorraden genomen. Deze analyse was gebaseerd op de verwachte volumes en verkoopprijzen in de begroting van het bedrijf voor 2016.
De Vennootschap is sinds de tweede jaarhelft van 2011 aandeelhouder van Autonet Mobile, een in Californië (VS) gevestigd bedrijf dat actief is in de automotive sector. De waardering van de participatie in Autonet Mobile gebeurt tegen de aanschafwaarde en wordt op regelmatige basis geëvalueerd door het management en de Raad van Bestuur in functie van de vooruitgang (zowel commercieel en financieel) die Autonet Mobile heeft geboekt en de algemene evolutie vastgesteld op de automotive markt. De aandelen zijn niet verhandelbaar op de open markt en zijn daardoor gewaardeerd aan kost. Autonet Mobile ging naar een overgangsproces in 2015 gezien de start-up lager was dan verwacht. Er werd een waardevermindering genomen ter waarde van k€ 746 op de participatie op datum van 31 december 2015 op basis van de waarde van het aandeel bij een recent equity transactie bij Autonet Mobile. Option heeft een belang in Autonet Mobile dat kleiner is dan 10%.
Uitgestelde belastingsvorderingen worden opgenomen voor alle niet gebruikte belastingverliezen en andere tijdelijke verschillen, in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten zullen worden gegenereerd tegen dewelke de vorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planningstrategieën.
De uitgestelde belastingverliezen worden niet opgenomen op de balans, omdat ze niet kunnen worden gecompenseerd met belastbare winsten in de nabije toekomst. Alhoewel deze belastingvorderingen niet meer werden opgenomen op de balans, vervallen deze niet en mogen evenmin gebruikt worden om ze af te zetten tegenover belastbare winsten in andere entiteiten van de Groep. Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 7.
De Groep raamt haar kosten voor de garantieprovisie door gebruik te maken van statistische gegevens op de verkopen. De garantieperiode is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 24 maanden, afhankelijk van waar de klant zich bevindt.
Op 31 december 2015 was er geen garantieprovisie (2014: k€ 58). Meer details hieromtrent worden gegeven in toelichting 16.
Een voorziening voor herstructurering wordt aangelegd wanneer de Groep een gedetailleerd formeel plan ontwikkeld voor de herstructurering, zoals uiteengezet in de voornaamste boekhoudprincipes in toelichting 2.
De Groep herzag in 2013 haar royaltyvoorzieningen voor essentiële octrooien die het in het verleden had aangelegd in overeenstemming met courante gebruiken, maar voor FRAND-vereisten voor essentiële octrooilicenties (FRAND: Fair reasonable and non-discriminatory terms; faire, redelijke en nietdiscriminerende voorwaarden) wijd verspreid raakten en waarvan de geldigheid nog niet werd betwist voor rechtbanken of andere instanties. Om de royaltyvoorzieningen in overeenstemming te brengen met deze nieuwe ontwikkelingen, herzag de Groep deze provisies en verwijst daarvoor naar de volgende redenen:
De Groep kwam tot de conclusie dat hiervoor geen betrouwbare schatting kon worden gemaakt, en daarom besloot de Groep om haar voorzieningen te herzien in navolging van IAS 37 §14.
In 2015 werden geen nieuwe contracten getekend.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele en rapporteringmunteenheid van de Vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de Euro als functionele munt, behalve:
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
Voor doeleinden van de geconsolideerde jaarrekening worden activa en passiva van buitenlandse activiteiten (VS, Japanse, Hong Kong en Taiwanese dochterondernemingen) omgezet in euro tegen de wisselkoersen die gelden op balansdatum. Inkomsten en uitgaven worden omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoersen voor de periode, tenzij de wisselkoersen aanzienlijk schommelden tijdens die periode. Dan worden immers de wisselkoersen op datum van de transacties gebruikt. De componenten van het eigen vermogen worden aan historische koers omgezet. De wisselkoersverschillen die hieruit mogelijks voortvloeien uit de euro-omzetting van het eigen vermogen tegen de koers op rapporteringdatum, worden geboekt als 'verschillen in nettovalutakoers' onder de rubriek 'Eigen vermogen'. Dergelijke wisselkoersverschillen worden in resultaat genomen tijdens de periode waarin de buitenlandse activiteit afgestoten of beëindigd wordt.
De Groep genereert hoofdzakelijk opbrengsten uit de verkoop van haar producten, zoals intelligente M2M-gateways, routers, USB-apparaten, routers, ingebouwde draadloze modules en in mindere mate diensten zoals softwarelicenties of engineeringdiensten.
De klanten van de Groep zijn onder meer distributeurs, Value-Added Resellers (VAR's), systeemintegratoren, Original Equipment Manufacturers (OEM's), dienstverleners van draadloze communicatie, internationale operatoren en eindgebruikers.
Deze verkopen worden erkend als opbrengsten wanneer:
Indien aan één of meer van deze criteria niet wordt voldaan, wordt de opbrengst overgedragen tot aan alle criteria wordt voldaan.
De opbrengsten worden opgenomen aan hun reële waarde, exclusief van betalingskortingen, toegekende kortingen en belastingen op opbrengsten.
De verkochte producten van de Groep worden over het algemeen niet verkocht met recht op teruggave, tenzij de producten defect zijn en gedekt zijn door de garantieclausule (zie ook toelichting 16).
De opbrengsten van de Groep omvatten ook samengestelde producten en/of diensten zoals o.a. technische ondersteuning van haar producten. In deze gevallen wordt de totale opbrengst toegewezen aan de reële waarde van de individuele elementen, die dan gewaardeerd worden op basis van de onderliggende boekhoudprincipes, van toepassing op dat element. Indien de marktwaarde van één of meer van de elementen niet kan worden bepaald, wordt de opbrengst gespreid over de verwachte resterende contractuele looptijd. Niettegenstaande de verkochte producten ingebouwde software hebben, gelooft de Groep dat deze software onontbeerlijk is aan de producten die ze levert.
Opbrengsten van diensten worden erkend als de diensten zijn geleverd en wanneer er geen belangrijke prestaties meer dienen te worden geleverd en indien de inbaarheid in belangrijke mate vaststaand is. Opbrengsten uit dienstenovereenkomsten, afhankelijk van een finale aanvaarding van de klant worden uitgesteld tot zulke aanvaarding is ontvangen en alle andere voorwaarden omtrent erkenning van opbrengsten zijn vervuld. De kosten met betrekking tot dergelijke overeenkomsten worden opgenomen wanneer ze zich voordoen.
Een gedeelte van de opbrengsten van de Groep zijn afgeleid uit samenwerkingsovereenkomsten. Als gevolg van zulke samenwerkingen verklaart de Groep zich akkoord om onderzoek naar en het testen van producten uit te voeren, zoals omschreven in dergelijke overeenkomst.
Het belangrijkste deel van deze overeenkomsten voorzien voorafbetalingen met betrekking tot toegang tot technologieën, licentiekosten en te bereiken mijlpalen. Overeenkomsten die specifiek betrekking hebben op licentie- en software inkomsten worden als opbrengst erkend over de periode van de licentie.
Definitief verworven voorafbetalingen worden slechts erkend als opbrengst voor zover er producten of diensten geleverd werden in een afzonderlijke transactie en de Groep aan alle voorwaarden en verplichtingen van de onderliggende overeenkomst heeft voldaan. In het geval van blijvende betrokkenheid van de Groep, zal de voorafbetaling niet beschouwd worden als een afzonderlijke transactie en zal de erkenning van de opbrengsten op basis van de marktwaarde gespreid worden over de looptijd van de overeenkomst.
Mijlpaalopbrengsten volgende uit onderzoek worden erkend als opbrengsten zodra deze definitief verworven zijn, tenzij de Groep betrokken blijft in het programma. In dit geval wordt de mijlpaalopbrengst slechts erkend in de mate er kosten werden opgelopen (en in het licht van de globale projectopbrengsten en -kosten).
Indien er in cash wordt voorafbetaald alvorens aan bovenvermelde criteria werd voldaan, worden deze als overgedragen opbrengsten erkend.
Een beperkt aantal contracten geeft de klant recht op een kredietnota in geval van prijserosie gedurende een bepaalde periode volgend op de initiële verkoop. De mogelijke kortingen volgend uit dergelijke inkomsten worden geschat op het ogenblik van de verkoop en worden in mindering gebracht van de opbrengsten.
Commerciële kortingen worden in mindering gebracht van de opbrengsten.
In het kader van licentieovereenkomsten heeft de Groep zich ertoe verbonden royalty's te betalen voor het gebruik van bepaalde essentiële gepatenteerde technologieën in draadloze datacommunicatie, rekeninghoudend met faire marktomstandigheden.
Royaltyverplichtingen worden opgenomen als 'kosten voor verkoop, marketing en royalty's'.
Belastingen op de winst of het verlies voor het boekjaar omvatten verschuldigde en uitgestelde belastingen. De belastingen worden geboekt in de resultatenrekening tenzij ze betrekking hebben op transacties die direct in het eigen vermogen werden opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen.
Verschuldigde belastingen omvatten de verwachte belastingverplichtingen op het belastbare inkomen van het jaar. De belastbare basis verschilt van het resultaat voor belastingen zoals opgenomen in de jaarrekening omdat bepaalde elementen van de inkomsten of de uitgaven in andere boekjaren belast of vrijgesteld worden en andere elementen die definitief verworpen worden of aftrekbaar zijn. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de verschuldigde belastingen op balansdatum te bepalen. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 7.
Uitgestelde belastingen zijn voorzien, gebruik makend van de passivamethode, voor alle tijdelijke verschillen die zich voordoen tussen de aanslagvoeten van activa en passiva en hun nettoboekwaarde ten behoeve van financiële verslaggeving. 'Enacted' (waarbij de letter van de wet wordt toegepast) of 'substantially enacted' (waarbij de geest van de wet wordt toegepast, d.w.z. bepaalde aspecten) belastingtarieven worden gebruikt om de uitgestelde belastingen te bepalen.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden algemeen erkend voor alle tijdelijke belastingverschillen. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen wanneer het management het waarschijnlijk acht dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere balansdatum geëvalueerd en worden afgeboekt in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Uitgestelde belastingsverplichtingen en -vorderingen worden tegenover elkaar afgezet indien wettelijk is toegelaten om de verschuldigde belastingen en vorderingen tegenover elkaar af te zetten en indien deze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastingautoriteiten en indien de Groep de intentie heeft dit recht uit te voeren. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 7.
De voorraden grondstoffen (hoofdzakelijk elektronische componenten) en goederen in bewerking, worden geboekt tegen de kostprijs (FIFO-methode) of, indien die lager is, tegen de realisatiewaarde.
De voorraden van afgewerkte producten worden geboekt tegen de laagste van de kostprijs of de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe materialen en, indien van toepassing, directe arbeidskosten en de overheadkosten die zijn gemaakt om de voorraden naar hun huidige locatie en in hun huidige toestand te brengen. De kostprijs wordt berekend volgens de FIFO methode.
De netto realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs min de geschatte kosten om het product af te werken en om de verkoop te realiseren.
De Groep erkent voorraad in consignatie op haar balans tenzij er een aanzienlijke overdracht van de risico's en voordelen verbonden aan de eigendom heeft plaatsgevonden naar de geconsigneerde.
De Groep waardeert doorlopend de voorraden van verouderde artikelen of langzaam roterende artikelen, en legt waar nodig voorzieningen aan.
De materiële vaste activa van de Groep omvatten specifieke productieapparatuur en worden gewaardeerd tegen de historische kost min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Kosten, opgelopen na initiële erkenning zullen deel uitmaken van de waarde van het activa of zullen als afzonderlijk activa worden behandeld in de mate dat de verbonden toekomstige economische voordelen aan de Groep toekomen en indien de gerelateerde kosten op een betrouwbare wijze kunnen worden bepaald. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, met name:
| Machines en computeruitrusting | 2 tot 10 jaar |
|---|---|
| Meubilair en rollend materieel | 5 jaar |
| Inrichtingen | 3 tot 9 jaar |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.
Activa in aanbouw worden geboekt aan kostprijs. Die omvat de kosten voor de bouw en materiële vaste activa en andere directe kosten. Deze activa worden slechts afgeschreven vanaf het ogenblik waarop ze klaar zijn voor hun bestemd gebruik. Op dat ogenblik worden de activa naar de relevante rubrieken binnen de materiële vaste activa verplaatst
Leasing operaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten van leasing:
Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie 'financiële leasing' ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere waardeverminderingen.
Elke leasingbetaling wordt toegekend aan het passief en aan de financieringskosten om te komen tot een constante periodieke rentevoet op het uitstaande financieringssaldo. De overeenstemmende leasingverplichtingen, zonder financieringskosten, zijn opgenomen onder de schulden die op minder en op meer dan één jaar vervallen. Het rente-element wordt geboekt ten laste van de resultatenrekening over de leasingtermijn. Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep uiteengezette regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan gebeurt de afschrijving over de kortste periode: de huurtermijn of de gebruiksduur van de activa.
Leasing waarbij een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom effectief door de verhuurder worden behouden, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst. Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 17.
Afzonderlijk verworven Immateriële vaste activa worden gewaardeerd bij de initiële opname op kostbasis verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde waardeverminderingen. Intern gegenereerde immateriële vaste activa, met uitzondering van geactiveerde ontwikkelingsprojecten, worden niet geactiveerd en de kost wordt opgenomen in het resultaat van het jaar waarin de kost zich voordoet.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven op basis van hun economische gebruiksduur en de nood van een uitzonderlijke waardevermindering wordt geanalyseerd wanneer zich een indicatie tot waardevermindering voordoet. De afschrijvingsmethode en periode van het immaterieel vast actief met een gedefinieerde levensduur wordt minstens herzien op elk financieel jaareinde.
Winsten of verliezen die hun oorzaak vinden in de buitengebruikstelling van een immaterieel vast actief worden berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het actief en worden opgenomen in het resultaat wanneer het actief wordt buiten gebruik gesteld.
Uitgaven voor onderzoek worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
De Groep gebruikt de boekhoudkundige kostenverminderingmethode voor onderzoekssubsidies waarbij het voordeel van de subsidie wordt erkend als een vermindering van de kostprijs van de aanverwante uitgaven. Dit wanneer is voldaan aan bepaalde criteria die zijn bedongen in de voorwaarden van die subsidieovereenkomsten en voor zover de nodige garanties werden gegeven dat de subsidies effectief zullen worden ontvangen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden opgenomen als immateriële activa conform IAS 38 Immateriële Activa, indien voldaan is aan de volgende criteria en de Groep de volgende zaken kan aantonen:
Het initieel opgenomen bedrag voor intern ontwikkelde immateriële vaste activa bestaat uit het totaal van de opgelopen kosten vanaf het moment waarop het immaterieel vast actief aan de hierboven beschreven criteria voldeed. Indien geen intern ontwikkeld immaterieel vast actief kan worden erkend, worden ontwikkelingskosten opgenomen in de resultatenrekening van de periode tijdens dewelke ze werden opgelopen.
Na hun initiële opname op de balans worden deze intern ontwikkelde immateriële activa gewaardeerd aan kost min gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen, op dezelfde manier als de overige immateriële vaste activa. De afschrijvingen van de geactiveerde ontwikkelingskosten worden geboekt in de resultatenrekening onder de rubriek 'Onderzoeks- en Ontwikkelingkosten'.
Andere ontwikkelingsuitgaven worden opgenomen als kost wanneer ze worden opgelopen. Onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het vorige boekjaar werden opgenomen als kost, kunnen in een volgende periode niet worden opgenomen als een actief. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden rechtlijnig afgeschreven vanaf het begin van de commerciële verzending van het gecertificeerde product over de periode van zijn verwachte opbrengst die niet meer dan twee jaar bedraagt.
De overige immateriële vaste activa van de Groep omvatten:
Deze worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen. De afschrijvingen gebeuren lineair over de verwachte economische levensduur, die varieert tussen 1,5 en 5 jaar, afhankelijk van de specifieke licentie of software. De verwachte economische levensduur en de afschrijvingsperiode worden bij iedere rapporteringperiode geëvalueerd, waarbij het effect van eventuele aanpassingen op een prospectieve basis wordt opgenomen.
De Groep evalueert in elke rapporteringsperiode de vaste activa en bepaald in geval van bijzondere gebeurtenissen of wijzigingen of er enige indicatie bestaat tot het nemen van een bijzondere waardevermindering. Indien die indicaties er zijn, wordt de realisatiewaarde van het actief geschat om de bijzondere waardevermindering vast te leggen. Indien een individueel actief geen kasstromen genereert los van andere activa, dan zal de Groep een inschatting maken van de realisatiewaarde van de eenheid die de kasstromen genereert en waartoe het actief behoort.
Voor de immateriële vaste activa zal onmiddellijk een bijzondere waardevermindering worden geboekt zodra niet meer aan de vereiste criteria (zie boekhoudprincipe 8A) is voldaan. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur en immateriële vaste activa die nog niet klaar zijn voor ingebruikname worden jaarlijks getest op waardeverminderingen of telkens er een indicatie van waardevermindering is.
De realisatiewaarde is gelijk aan de hoogste van de marktwaarde verminderd met de verkoopkosten en de gebruikswaarde. De beoordeling van de gebruikswaarde gebeurt op basis van de huidige waarde van de verdisconteerde toekomstige kasstromen, gebruik makend van de discontovoet voor belastingen die de huidige marktcondities van de tijdswaarde van geld en de specifieke risico's verbonden aan het onderliggend activa voor zover de toekomstige kasstromen hier niet voor werden aangepast, weerspiegelt.
Indien de realisatiewaarde van het activa (of de kasstroom genererende eenheid) lager is dan de huidige boekwaarde, zal de boekwaarde verlaagd worden tot de realisatiewaarde. Deze waardeverminderingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
Bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere waardevermindering tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere waardevermindering, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere waardevermindering heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
Een provisie wordt opgenomen indien:
Indien er niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt geen provisie genomen.
Het bedrag dat als voorziening erkend wordt is de beste raming van de vereisten om de huidige verplichting op de balansdatum te vereffenen, rekening houdend met de risico's en de onzekerheden die eigen zijn aan de verplichting. Indien sommige of alle economische voordelen die worden vereist om een voorziening te vergoeden, van een derde kunnen worden teruggevorderd, wordt de vordering aanzien als een activa indien het nagenoeg zeker is dat de terugbetaling zal worden ontvangen en indien het bedrag van terugbetaling betrouwbaar kan worden gemeten.
De Groep verleent garantie op haar producten vanaf de datum van verzending en/of verkoopdatum aan de eindklant. De garantietermijn is in overeenstemming met de geldende wetgeving en varieert van 12 tot 24 maanden afhankelijk van de plaats waar de klant zich bevindt. Het beleid van de Groep bestaat erin de geraamde kosten van garantieverlening te boeken op het ogenblik dat de verkoop wordt opgetekend. Op verkopen van de Groep buiten de Europese Unie is de garantietermijn beperkt tot ten hoogste één jaar.
Een herstructureringsprovisie wordt erkend wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel plan voor de herstructurering heeft opgesteld en voor dewelke een gegronde verwachting kenbaar werd gemaakt aan de getroffenen, dat het plan zal worden uitgevoerd door de aanvang van de uitvoering ervan of door het bekendmaken van de belangrijkste kenmerken van het plan aan de getroffenen. De grootorde van een herstructureringsprovisie omvat enkel die uitgaven die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit de herstructurering en welke niet worden geassocieerd met de lopende activiteiten van de onderneming.
De Groep heeft een aantal pensioenplannen voor haar personeelsleden op basis van vastgelegde bijdragen (defined contribution). De activa worden beheerd in afzonderlijke fondsen of groepsverzekeringen. De bijdragen worden ten laste genomen van de resultatenrekening in het jaar waarop ze betrekking hebben. De Groep koos voor een retrospectieve benadering waarbij de netto verplichting is opgenomen in de balans, gebaseerd op de som van de positieve verschillen, bepaald door de individuele pensioenspaarder, tussen de minimaal gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de feitelijke rendementen op de sluitingsdatum.
Als gevolg van de wet van 18 december 2015, zijn minimale rendementen als volgt door de werkgever gegarandeerd:
Gezien de garanties op minimale rendementen, worden deze plannen gekwalificeerd als toegezegde pensioenregelingen.
De Groep maakt gebruik van op aandelen gebaseerde vergoedingen waarbij aandelen opties (hierna vernoemd als "warranten") worden toegekend aan werknemers, zelfstandigen en bestuurders. De kost van deze op aandelen gebaseerde transacties met werknemers, worden berekend op basis van de reële waarde op de datum van verwerving. De op aandelen gebaseerde vergoedingen worden als kost in de resultatenrekening opgenomen over de periode van verwerving, met een overeenkomstige toename van het eigen vermogen.
Het bedrag dat ten laste van de resultatenrekening dient te worden genomen over de verwervingsperiode wordt bepaald volgens de reële waarde van de warranten, welke wordt berekend op basis van het Black Scholes-model. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden die van toepassing waren bij het toekennen van de warranten. Op elke balansdatum herziet de Groep haar ramingen van het aantal warranten die vermoedelijk uitoefenbaar zullen worden tenzij de verbeuring van warranten plaatsvindt wegens het niet bereiken van de drempelwaarden. Eventuele correcties zullen worden uitgevoerd in de resultatenrekening en in het eigen vermogen over de resterende looptijd van de warranten. De direct toe te schrijven transactiekosten worden in mindering gebracht van het aandelenkapitaal (nominale waarde) en uitgiftepremie op het ogenblik waarop de warranten worden uitgeoefend.
Voor verdere details verwijzen we naar toelichting 18.
De financiële activa en de financiële passiva worden opgenomen in de balans van de Groep zodra de Groep de contractuele bepalingen van het instrument onderschrijft.
Handelsvorderingen en overige vorderingen zijn in de balans opgenomen aan nominale waarde (in het algemeen het gefactureerde bedrag), verminderd met een waardevermindering voor dubieuze debiteuren. Dergelijke waardevermindering wordt opgenomen in de resultatenrekening als het waarschijnlijk is dat de Groep de vordering niet zal kunnen innen.
Voor klanten waarbij de openstaande vorderingen resulteren uit commerciële discussies, worden kortingen geboekt ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. In die gevallen waarbij het kredietrisico resulteert uit de mogelijkheid dat individuele klanten niet langer in staat zouden blijken om aan hun financiële verplichtingen te voldoen, worden de waardeverminderingen geboekt als waardevermindering voor dubieuze debiteuren.
De overige vorderingen worden vermeld op basis van hun nominale waarde (over het algemeen het gefactureerde bedrag) verminderd met een voorziening voor dubieuze debiteuren mocht dit noodzakelijk blijken.
Handels- en overige schulden worden gewaardeerd tegen afgeschreven kostprijs. Deze is berekend, gebruik makend van de effectieve interest methode verminderd met eventuele waardeverminderingen.
Als liquide middelen zijn te beschouwen cash, termijndeposito's en de gemakkelijk realiseerbare beleggingen met een looptijd van ten hoogste drie maanden op moment van aankoop. Liquide middelen bestaan hoofdzakelijk uit termijndeposito's bij handelsbanken met een hoge kredietwaardigheidscore.
Met betrekking tot het geconsolideerde kasstroomoverzicht bevatten de liquide middelen cash en korte termijn deposito's, zoals hierboven omschreven.
Kosten van leningen worden opgenomen op het moment dat de kost zich voordoet.
In het geval de Groep gebruik zou maken van afgeleide financiële instrumenten zoals termijncontracten om haar wisselkoersrisico in te dekken, worden deze afgeleide financiële instrumenten initieel opgenomen aan hun reële waarde op datum van afsluiting van het contract en worden geregeld geherwaardeerd aan hun reële waarde, opgenomen in de resultatenrekening.
Voor financiële instrumenten, waarvoor er geen actieve markt bestaat, wordt een aanvaardbare waarderingstechniek gebruikt om de reële waarde te bepalen.
Derivaten worden opgenomen als een financieel actief indien de reële waarde positief is en als financieel passief indien de reële waarde negatief is.
Elke winst of verlies van de derivaten, voortvloeiend uit de wijziging in reële waarde gedurende het jaar en welke niet onder de classificatie vallen voor hedge accounting (indekkingen) worden onmiddellijk opgenomen als winst of verlies.
De winst per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen uitstaand tijdens de periode.
De winst per verwaterd aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal verwaterde aandelen uitstaand tijdens de periode en de conversie van de converteerbare obligatie.
Een segment is een autonoom deel van de Groep dat specifieke producten of diensten levert (operationeel segment), of producten of diensten levert binnen een bepaalde economische omgeving bezig is (geografisch segment), dat aan risico's onderhevig is en opbrengsten genereert die van andere segmenten te onderscheiden zijn.
Segmentresultaten omvatten de opbrengsten en kosten die direct toe te schrijven zijn aan het segment en het relevante gedeelte van de opbrengsten en kosten die op een redelijke wijze aan het segment kunnen worden toegewezen.
De operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van interne rapportering omtrent de onderdelen van de Groep en welke op regelmatige basis worden beoordeeld door de "chief operating decision maker" met het doel om de nodige middelen toe te wijzen aan de segmenten en om hun prestaties te beoordelen.
Segmentinformatie wordt voorgesteld met betrekking tot de operationele segmenten en geografische segmenten van de Groep. De Groep volgt haar activiteiten op projectbasis op waarbij elk project een verzameling van producten met gelijkaardige technologieën vertegenwoordigt.
IFRS 8 vereist dat de operationele segmenten worden geïdentificeerd op basis van de interne rapportering betreffende de componenten van de Groep welke op regelmatige basis worden besproken door het management van de Groep met als doel de nodige middelen toe te wijzen aan deze segmenten en om hun werking in te schatten.
Het primaire rapporteringssegment werd bepaald als zijnde het operationele segment, elk segment is een autonoom component van de Groep welke specifieke producten of diensten levert:
| Hierna een analyse van de opbrengsten en de bedrijfsresultaten van de Groep per gerapporteerd | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| segment: |
| Opbrengsten van externe klanten | Resultaat van het operationeel segment |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | ||||||
| 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |||
| Devices & Solutions | 274 | 1 197 | ( 671) | ( 449) | ||
| Embedded & Solutions | 1 285 | 2 079 | ( 1 469) | 226 | ||
| IOT solutions | 2 291 | 1 261 | ( 4 083) | ( 1 938) | ||
| Engineering Services | 848 | 693 | 381 | 655 | ||
| Overige | - | - | - | - | ||
| Totalen | 4 698 | 5 230 | ( 5 842) | ( 1 506) | ||
| Niet toegewezen bedrijfskosten | ( 5 912) | ( 9 514) | ||||
| Financiële (kosten) / opbrengsten | ( 2 312) | ( 1 802) | ||||
| Belastingen | ( 18) | ( 34) | ||||
| Nettoresultaat | ( 14 084) | ( 12 856) |
Het resultaat van het operationele segment vertegenwoordigt het resultaat van elk segment met inbegrip van de bedrijfskosten welke toewijsbaar zijn aan het operationele segment. De bedrijfskosten die kunnen worden toegewezen zijn in hoofdzaak de waardeverminderingen, kosten in verband met royalty's en personeelsgebonden kosten welke werden toegewezen aan het operationele segment. De overige bedrijfskosten, met inbegrip van voornamelijk de algemene- en administratiekosten, afschrijvingen en personeelsgebonden kosten niet toewijsbaar aan een specifiek segment, werden gerapporteerd onder de "niet toegewezen bedrijfskosten".
De top 2 van de klanten vertegenwoordigen respectievelijk 14% en 9% van de totale omzet. De top 10 is goed voor 69% van de totale verkopen.
Gegeven het beperkt aantal klanten, worden de verkopen wereldwijd opgevolgd in plaats van op regionaal niveau. Vooral de Amerikaanse continenten, waarvan de VS 49,7% bedraagt en Europa (België en Duitsland elk 8%) vormen de doelgroep.
| Opbrengsten | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Europa | 28% | 47% |
| Amerika | 55% | 34% |
| Azië | 11% | 11% |
| Andere | 6% | 8% |
Aangezien de Groep geen segmenten rapporteert op balansniveau aan het management van de Groep, kan geen informatie over activa en passiva per segment worden bekendgemaakt.
Alle vaste activa bevinden zich in België.
All non-current assets are located in Belgium.
Afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen zijn opgenomen in volgende lijnen van de resultatenrekening:
| In duizend EUR | Afschrijvingen op materiële vaste activa |
Waarde verminderingen op immateriële vaste activa |
Bijzondere waarde verminderingen op immateriële en financiële vaste activa |
Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |
| Kostprijs verkochte goederen Bedrijfskosten, welke omvatten : - Onderzoeks- en ontwikkelingskosten - Kosten van verkoop, marketing en royalty's - Algemene en administratiekosten |
- - 94 5 37 - |
- - 106 6 84 - |
- - 2 533 - - - |
- - 3 246 47 5 - |
- - 413 - 746 - |
- - - - - - |
- - 3 040 5 783 - |
- - 3 352 53 89 - |
| Totaal | 135 | 196 | 2 533 | 3 298 | 1 159 | - | 3 827 | 3 494 |
In 2015 heeft de Groep de geactiveerde ontwikkelingsprojecten herzien wat resulteerde in een waardevermindering van k€ 413 (2014: k€ 0). Deze waardevermindering was voornamelijk toe te schrijven aan de wijzigende technologieën en de snel wijzigende marktomstandigheden.
De onderzoeks- en ontwikkelingskosten die in het resultaat werden opgenomen bedroegen k€ 1.916 (2014: k€ 2.348).
Er werd een waardevermindering op het financieel vast actief geboekt voor een bedrag van k€ 746.
Personeelskosten en overige sociale voordelen zijn opgenomen in de volgende rubrieken van de resultatenrekening:
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Kostprijs verkochte goederen | 467 | - |
| Onderzoeks- en ontwikkelingskosten | 2 100 | 2 562 |
| Kosten van verkoop, marketing en royalty's | 1 869 | 2 113 |
| Algemene en administratiekosten | 1 091 | 981 |
| - | - | |
| Totaal | 5 526 | 5 656 |
Op jaareinde had 90,3%, of k€ 3.044 van de kostprijs van de verkochte goederen betrekking op materialen (2014: 93,5% of k€ 2.758). In 2015 heeft de Groep in-house productie loonkosten in de hoofdzetel te Leuven met betrekking tot customisatie en rework.
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Lonen en wedden | 3 510 | 4 352 |
| Sociale-zekerheidsbijdragen | 1 363 | 1 442 |
| Overige personeelskosten | 408 | 358 |
| Bijdrage in pensioenfondsen | 245 | 238 |
| Herstructureringskosten met betrekking op personeelskosten | - | ( 47) |
| 5 526 | 6 343 | |
| a) Totaal aantal ingeschreven personeelsleden per einde |
||
| boekjaar | 61 | 77 |
| b) Gemiddeld personeelsbestand in voltijdse equivalenten |
67 | 88 |
| Bedienden | 63 | 83 |
| Management | 4 | 5 |
Sinds 2003 dragen de Vennootschap en twee van haar dochterbedrijven bij aan plaatselijke pensioenplannen, die worden beheerd door verzekeringsmaatschappijen met een hoge kredietwaardigheidsgraad. Delta Lloyd en Vivium. De bijdrages voor de werknemers betaald aan Delta Lloyd en Vivium zijn gebaseerd op een vast percentage van het salaris. De bijdragen aan de pensioenfondsen bedroegen k€ 219 (2014: k€ 223).
Bij wet bepaald moeten pensioenregelingen in België onderworpen zijn aan minimaal gegarandeerde rendementen. Als gevolg van de wet van 18 december 2015, zijn minimale rendementen als volgt door de werkgever gegarandeerd:
Gezien de garanties op minimale rendementen, worden deze plannen gekwalificeerd als toegezegde pensioenregelingen.
In 2014, onder het vorige wettelijke kader, werd de toepassing van de PUC-methode beschouwd als problematisch, en er was onzekerheid met betrekking tot de toekomstige evolutie van de minimaal gegarandeerde rendementen. Als gevolg daarvan, koos de Groep voor een retrospectieve benadering waarbij de netto verplichting opgenomen in de balans gebaseerd is op de som van de positieve verschillen, afhankelijk van het individuele plan per deelnemer, tussen de minimaal gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen gebaseerd op het werkelijke rendement op de sluitingsdatum.
De Groep was niet in staat om een volledige actuariële berekening onder de PUC-methode te ontvangen als gevolg van de recente publicatie van de wet. Op basis van een analyse van de plannen en het beperkte verschil tussen de wettelijk gegarandeerde minimale rendementen en de interest gegarandeerd door de verzekeringsmaatschappij, heeft de Groep geconcludeerd dat de toepassing van de PUC methode een immateriële impact zou hebben.
Een netto verplichting van k€ 42 werd opgenomen in de balans per 31 december 2015, en dit op basis van de som van de positieve verschillen, bepaald door de individuele pensioenspaarders, tussen de minimaal gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van het huidige rendement op vervaldatum.
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Interestopbrengsten | 4 | 13 |
| Nettowisselkoers winsten | 194 | 938 |
| Overige | 24 | - |
| Financiële opbrengsten | 222 | 951 |
| - | - | |
| Interestkosten | ( 2 130) | ( 1 676) |
| Nettowisselkoers verliezen | ( 402) | ( 1 067) |
| Overige, in hoofdzaak bankkosten en betalingsverschillen | ( 2) | ( 10) |
| Financiële kosten | ( 2 534) | ( 2 753) |
| Financieel netto resultaat | ( 2 312) | ( 1 802) |
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Belastingsinkomsten / (uitgaven) omvatten: | ||
| Verschuldigde/Terug te vorderen belastingen op het resultaat | ( 18) | ( 34) |
| Uitgestelde belastingvorderingen / (uitgaven) | - | - |
| Totale belastingsinkomsten / (uitgaven) | ( 18) | ( 34) |
| Resultaat voor belastingen | ( 14 066) | ( 12 822) |
| Belastinginkomst / (uitgave) berekend aan 33,99% | ( 4 781) | ( 4 358) |
| Effect van niet belastbare inkomsten | ( 71) | ( 41) |
| Effect van niet aftrekbare uitgaven | 325 | 105 |
| Effect van concessies en andere fiscaal verrekenbare tegoeden | ( 88) | ( 88) |
| Effect van ongebruikte fiscale verliezen welke niet werden erkend in het jaar |
4 332 | 3 517 |
| Effect van eerder opgenomen fiscale verliezen en verrekenbare tijdelijke verschillen, afgeschreven in het lopende jaar |
109 | 1 073 |
| Effect van de verschillende belastingtarieven van | 192 | ( 174) |
| dochterondernemingen onder verschillende belastingregimes | ||
| Belastinginkomsten / (uitgaven) opgenomen in de resultatenrekening |
( 18) | ( 34) |
De belastingvoet die werd gebruikt in bovenstaande reconciliatie voor 2015 en 2014 is de vennootschapsbelastingvoet van 33,99% die van toepassing is op ondernemingen onderhevig aan het Belgische belastingregime.
Ten gevolge de IFRS richtlijn inzake uitgestelde belastingvorderingen, heeft de Groep in dit opzicht het voorzichtigheidsprincipe gehanteerd en besloten om de uitgestelde belastingvordering volledig terug te nemen in 2010. Alhoewel de uitgestelde belastingvorderingen niet meer werden opgenomen op de balans van de Groep, is het gebruik van deze fiscale verliezen en verrekenbare tijdelijke verschillen nog geldig en onbeperkt overdraagbaar in tijd, met uitzondering van het gedeelte dat betrekking heeft op de "notionele intrestaftrek" van 2012 en eerder, welke is gelimiteerd tot een periode van 7 jaar.
De totale niet-erkende belastingverliezen bedroegen k€ 166.187 (2014: k€ 192.123), die allemaal onbeperkt in de tijd overdraagbaar zijn. Uitgezonderd de notionele-interestaftrek, waarvoor k€ 974 vervalt in 2016, k€ 935 in 2017 en k€ 22 in 2018.
| Geactiveerde | ||||
|---|---|---|---|---|
| ontwikkelings-kosten | Concessies, | Totaal | ||
| In duizend EUR | octrooien, licenties | Software | 2015 | |
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2015 | 98 363 | 6 853 | 2 686 | 107 902 |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Verwervingen | - | - | - | - |
| Uitgaven van productontwikkeling, na aftrek van ontvangen | 788 | - | - | 788 |
| subsidies | ||||
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | - | - | - | - |
| Overige bewegingen | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2015 | 99 151 | 6 853 | 2 686 | 108 690 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ( 95 312) | ( 6 853) | ( 2 686) | ( 104 851) |
| Saldo op 1 januari 2015 | - | - | - | - |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Afschrijvingen | - | - | - | - |
| Afschrijving van gekapitaliseerde eigen ontwikkelingsprojecten | ( 2 533) | - | - | ( 2 533) |
| Bijzondere waardeverminderingen | ( 413) | - | - | ( 413) |
| Buitengebruikstellingen | - | - | - | - |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2015 | ( 98 258) | ( 6 853) | ( 2 686) | ( 107 797) |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2015 | 3 051 | - | - | 3 051 |
| Op 31 december 2015 | 893 | - | - | 893 |
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Saldo op 1 januari 2014 | 96 015 | 6 853 | 2 733 | 105 601 |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Verwervingen | - | - | - | - |
| Uitgaven van productontwikkeling | 2 348 | - | - | 2 348 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | - | - | ( 47) | ( 47) |
| Overige bewegingen | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2014 | 98 363 | 6 853 | 2 686 | 107 902 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | ||||
| Saldo op 1 januari 2014 | ( 92 083) | ( 6 796) | ( 2 717) | ( 101 596) |
| Netto-valutakoersverschillen | - | - | - | - |
| Afschrijvingen | - | ( 57) | ( 12) | ( 69) |
| Afschrijving van gekapitaliseerde eigen ontwikkelingsprojecten | ( 3 229) | - | - | ( 3 229) |
| Bijzondere waardeverminderingen | - | - | - | - |
| Buitengebruikstellingen | - | - | 43 | 43 |
| Overdracht naar andere activacategorieën | - | - | - | - |
| Saldo op 31 december 2014 | ( 95 312) | ( 6 853) | ( 2 686) | ( 104 851) |
| Netto boekwaarde | - | - | - | - |
| Op 1 januari 2014 | 3 932 | 57 | 16 | 4 005 |
| Op 31 december 2014 | 3 051 | - | - | 3 051 |
Jaarlijks herziet de Groep de bestaande geactiveerde ontwikkelingsprojecten wat leidde tot een waardevermindering van k€ 413 voor 2015 (2014: k€ 0). Deze analyse was gebaseerd op "platform gerelateerde" projecten met een sneller dan verwacht einde van hun levensduur, projecten met een verminderde bijdrage en op projecten met weinig of geen zicht op opbrengsten na 2015. De waarde werd bepaald op basis van een raming van de verwachte contributie van deze projecten in de volgende kwartalen.
Deze uitzonderlijke waardevermindering werd in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen in de lijn "onderzoeks- en ontwikkelingskosten".
De geactiveerde ontwikkelingsprojecten omvatten enkel de IOT Solutions. Verder rapporteert de Groep geen netto-boekwaarde voor serverlicenties en software.
| en computer Meubilair en In duizend EUR uitrusting rollend materieel Inrichtingen Totaal 2015 Aanschaffingswaarde Saldo op 1 januari 2015 22 112 1 609 1 012 24 733 Netto-valutakoersverschillen - - - - Verwervingen - - - - Buitengebruikstellingen - - - - Overige bewegingen - - - - Saldo op 31 december 2015 22 112 1 609 1 012 24 733 Afschrijvingen Saldo op 1 januari 2015 ( 21 896) ( 1 572) ( 1 010) ( 24 478) Netto-valutakoersverschillen - - - - Afschrijvingen ( 103) ( 30) ( 2) ( 135) Uitzonderlijke waardeverminderingen - - - - Buitengebruikstellingen - - - - Overige bewegingen - - - - Saldo op 31 december 2015 ( 21 999) ( 1 602) ( 1 012) ( 24 613) Netto boekwaarde Op 1 januari 2015 216 37 2 255 Op 31 december 2015 112 7 1 120 Aanschaffingswaarde Saldo op 1 januari 2014 22 215 1 581 1 014 24 810 Netto-valutakoersverschillen 4 5 1 10 Verwervingen 5 - - 5 Buitengebruikstellingen ( 70) ( 17) ( 3) ( 90) Overdracht naar andere activacategorieën ( 42) 40 - ( 2) Saldo op 31 december 2014 22 112 1 609 1 012 24 733 Afschrijvingen Saldo op 1 januari 2014 ( 21 845) ( 1 501) ( 1 009) ( 24 355) Netto-valutakoersverschillen ( 4) ( 5) ( 1) ( 10) Afschrijvingen ( 142) ( 45) ( 2) ( 189) Uitzonderlijke waardeverminderingen - - - - Buitengebruikstellingen 60 14 2 76 Overdracht naar andere activacategorieën 35 ( 35) - - Saldo op 31 december 2014 ( 21 896) ( 1 572) ( 1 010) ( 24 478) Netto boekwaarde Op 1 januari 2014 370 80 5 455 |
Machines | ||
|---|---|---|---|
| Op 31 december 2014 216 37 2 255 |
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 1 269 | 1 199 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen | ( 656) | ( 544) |
| Subtotaal | 613 | 655 |
| Terugvorderbare BTW | 73 | 60 |
| Overige vorderingen | 46 | 133 |
| Subtotaal | 119 | 193 |
| Totaal | 732 | 848 |
In verband met de voorwaarden met betrekking tot vorderingen op verbonden partijen, refereren we naar toelichting 23.
Handelsvorderingen zijn niet-rentegevend en hebben een gemiddelde termijn van 30 tot 40 dagen.
De overige vorderingen zijn voornamelijk recupereerbare belastingen.
Vervaldagenbalans van handelsvorderingen:
| Bruto Bedrag | Waardeverminderingen | |||
|---|---|---|---|---|
| In duizend EUR | 2015 | 2014 | 2015 | voor dubieuze 2014 |
| < 60 dagen | 613 | 547 | - | - |
| 60 - 90 dagen | - | 34 | - | - |
| 90 - 120 dagen | 9 | - | ( 9) | - |
| > 120 dagen | 647 | 618 | ( 647) | ( 544) |
| 1 269 | 1 199 | ( 656) | ( 544) |
We verwijzen eveneens naar toelichting 21 voor verdere informatie omtrent kredietrisico.
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Kaswaarborgen | 15 | 17 |
| 15 | 17 |
Overige vorderingen op lange termijn zijn voornamelijk toe te wijzen aan huurwaarborgen in de belangrijkste vestigingen.
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Overige Financiële activa | 490 | 1 236 |
| 490 | 1 236 |
In september 2011 investeerde Option k€ 1.043 (oftewel 6,67%) in Autonet Mobile Inc. om de eerste mobiele IP-gebaseerde Telematics Control Unit (TCU) voor de autosector voort te brengen. Door dit strategisch partnership aan te gaan, combineert Option de kennis van de autosector met het ontwerpen en ontwikkelen van draadloze oplossingen.
In februari 2012 en 2013 participeerde de Groep in twee kapitaalverhogingen van Autonet voor een totaal van k€ 193.
Er werd een waardevermindering genomen ter waarde van k€ 746 op de participatie op datum van 31 december 2015. Option heeft een belang in Autonet Mobile dat kleiner is dan 10%.
| In duizend EUR | 2015 | % | 2014 | % |
|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 635 | 42,3% | 605 | 19,3% |
| Goederen in bewerking | 663 | 44,2% | 1 385 | 44,1% |
| Voorraden afgewerkte producten | 2 990 | 199,2% | 3 156 | 100,5% |
| Waardevermindering op voorraden | ( 2 787) | ( 185,7%) | ( 2 007) | ( 63,9%) |
| 1 501 | 3 139 |
Grondstoffen bestaan voornamelijk uit chipsets en componenten. Goederen in bewerking zijn geassembleerde gedrukte schakelingen (PCB's of printed circuit boards) en de voorraad afgewerkte producten betreft goederen klaar voor verzending naar de eindklant.
De voorraden daalden van k€ 3.139 tot k€ 1.501 op het einde van 2015. Op het einde van 2015 bedroeg de totale waardevermindering op voorraden k€ 2.787 (2014: k€ 2.007). Deze stijging is voornamelijk te wijten aan het in lijn brengen van de voorraadwaarden met hun netto realiseerbare waarde.
De provisie voor voorraden is opgezet met als doel overtollige voorraadposities in te dekken en voorraadwaarden voor sommige producten in lijn te brengen met hun netto realiseerbare waarde.
Er zijn geen voorraden als borg gegeven aan schuldeisers. Voor bijkomende informatie verwijzen we naar toelichting 2.
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Korte termijnbeleggingen | - | - |
| Middelen bij financiële instellingen | 4 061 | 1 549 |
| Kasgeld | 7 | 5 |
| 4 068 | 1 554 |
Eind 2014 en 2015 heeft de Groep geen kortetermijndeposito's.
Op 6 november 2015 heeft de Raad van Bestuur beslist tot de uitgifte van een converteerbare obligatielening van € 6 miljoen, aangeduid als "COL Option – 2015", vertegenwoordigd door zestig obligaties op naam, met een nominale waarde van elk € 100.000. Het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders zal opgeheven worden in het voordeel van de buitenlandse vennootschap naar het recht van de Staat Michigan (Verenigde Staten van Amerika) "DANLAW Inc", gevestigd te Novi, Michigan 48375 (Verenigde Staten van Amerika), 41131 Vincenti Court, met vennootschapsidentificatienummer 089-014. Bij conversie van deze obligaties zal het kapitaal verhoogd worden binnen het kader van het toegestaan kapitaal. Deze converteerbare obligatielening heeft een jaarlijkse intrestvoet van 5 %. De interest wordt gekapitaliseerd en de conversiekoers bedraagt € 0,228.
Op 11 april 2014 maakte de Raad van Bestuur bekend dat een bedrag van € 12 miljoen was verzekerd via de uitgifte van een converteerbare obligatie die onderschreven werd door 16 partijen. Deze converteerbare obligatie over vijf jaar loopt af in april 2019 en kan op vraag van de obligatiehouder worden omgezet in 61.544.958 nieuwe aandelen van Option NV. De converteerbare obligatie heeft een jaarlijkse intrestvoet van 9 % met een initiële conversieprijs van € 0,295. Dat stemt overeen met de gemiddelde koers van het aandeel gedurende de dertig dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie. De oorspronkelijke conversieprijs zal worden aangepast in het geval van dilutieve kapitaaltransacties. De conversie kan voor het eerst gebeuren tussen 15 april 2015 en 30 april 2015. Daarna volgen nog conversieperiodes van 15 april tot 30 april en van 15 oktober tot 31 oktober. In de periode van 15 april 2015 tot 30 april 2015 heeft de naamloze vennootschap "P.M.V.", gevestigd te 1000 Brussel, Oude Graanmarkt 63 met ondernemingsnummer 0455.777.660, de conversie van één obligatie gevraagd voor € 100.000 in hoofdsom en € 6.901 intresten. Deze conversie resulteerde in de uitgifte van 362.379 nieuwe aandelen. De intresten worden gekapitaliseerd bij het uitstaande hoofdbedrag van de obligatie en dat op een halfjaarlijkse basis. Dit resulteerde in een schuldintrest op lange termijn van k€ 1.678 en een schuldintrest op korte termijn van k€ 274 op het jaareinde van 2015.
De converteerbare obligatie werd verwerkt volgens de IFRS-standaarden zoals beschreven in IAS 39. IAS vereist dat de emittent van een samengesteld financieel instrument de schuldcomponent en de eigen vermogenscomponent afzonderlijk voorstelt in de financiële staten, met name als volgt:
De verplichting van de emittent om in de tijd vastgestelde interest- en hoofdsombetalingen te doen, is een financiële schuld die bestaat zolang het instrument niet geconverteerd wordt. Op deze schuld wordt intrest erkend, waarbij de oorspronkelijke marktinterestvoet geldt als de werkelijke interestvoet. Bij de oorspronkelijke verwerking wordt de waardering van de schuldcomponent bepaald als de huidige waarde van de contractueel bepaalde toekomstige kasstromen verdisconteerd tegen de marktconforme interestvoet voor vergelijkbare kredietinstrumenten die gelijkwaardige kasstromen geven, tegen dezelfde voorwaarden maar zonder de mogelijkheid tot conversie.
In 2013 werd een converteerbare obligatie uitgegeven voor een totaal bedrag van € 9 miljoen. De converteerbare obligatie over vijf jaar heeft een jaarlijkse intrestvoet van 5 %. De marktinterestvoet die gebruikt werd om de reële waarde van de obligatie te berekenen, bedraagt 8 %.
In 2014 werd € 3,5 miljoen van de obligatie omgezet in eigen vermogen. In 2015 werd er € 0,5 miljoen van de obligatie omgezet in eigen vermogen.
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Opbrengst van de uitgifte op eind december | 5 000 | 5 500 |
| Verplichtingscomponent op eind december | ( 4 207) | ( 4 623) |
| Eigen vermogen component | 793 | 877 |
| Verplichtingscomponent op datum van uitgifte/ op eind december | 4 207 | 4 623 |
| Aangerekende interest berekend aan een effectieve rente van 8% | 1 524 | 1 128 |
| Aangerekende interest | ( 977) | ( 716) |
| Verplichtingscomponent 31 december | 4 754 | 5 036 |
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Opbrengst van de uitgifte op eind december | 6 000 | - |
| Verplichtingscomponent op eind december | ( 5 104) | - |
| Eigen vermogen component | 896 | - |
| Verplichtingscomponent op datum van uitgifte/ op eind december | 5 104 | - |
| Aangerekende interest berekend aan een effectieve rente van 8% | - | - |
| Aangerekende interest | - | - |
| Verplichtingscomponent 31 december | 5 104 | - |
In 2014 en 2015 had de Vennootschap noch faciliteiten noch pand op handelszaken van de Vennootschap.
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 5 680 | 4 336 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 2 601 | 2 270 |
| Overige schulden | 843 | 938 |
| 9 124 | 7 544 |
De termijnen en voorwaarden van bovenvermelde schulden zijn:
| In duizend EUR | 2014 | Toevoeging (Aanwending) (Terugneming) | 2015 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Voorziening voor garantieverplichtingen | 58 | - | - | ( 58) | - |
| Verliezen op leveranciersovereenkomsten | 200 | 13 | - | - | 213 |
| Juridische en overige claims | - | 82 | - | - | 82 |
| Voorziening voor herstructurering | - | - | - | - | - |
| 258 | 95 | - | ( 58) | 295 |
De voorziening voor garantieverplichtingen werd tegengedraaid in 2015. De voorziening met betrekking tot verliezen op leveranciersovereenkomsten werd met k€ 13 verhoogd.
Met betrekking tot personeelszaken werd een provisie opgezet voor een bedrag van k€ 82.
Huurgelden van niet-verbreekbare operationele leasingcontracten zijn als volgt betaalbaar:
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Minder dan één jaar | 441 | 540 |
| Tussen één en vijf jaar | 1 463 | 224 |
| Meer dan vijf jaar | 1 176 | - |
| 3 080 | 764 |
De Groep huurt een aantal kantoren, wagens en kantoormateriaal via operationele leasing. De leasing loopt gewoonlijk over een initiële periode van vijf tot tien jaar, met een optie om de leasing na die datum te hernieuwen. De aflossingen worden jaarlijks geïndexeerd. Geen enkele van de leasingcontracten omvat bijkomende huurverplichtingen.
In 2015 werd k€ 800 aan operationele leasing geboekt als een kost in de resultatenrekening (2014: k€ 1.017).
Er zijn geen huurgelden van niet-verbreekbare onderverhuurde huurcontracten.
Op het jaareinde 2015 was de Groep op de hoogte gebracht van volgende belangrijke aandeelhouders:
| Identiteit van de persoon, | Percentage | |
|---|---|---|
| Aantal gewone | aangehouden | |
| entiteit of groep van personen of entiteiten | aandelen in bezit | financiële |
| Jan Callewaert | 14 809 008 | 15,28% |
| Vrij verhandelbare aandelen | 82 087 046 | 84,72% |
| Totaal uitstaande aandelen | 96 896 054 | 100% |
Het toegestane aandelenkapitaal per eind 2015 bestond uit 96.896.054 gewone aandelen voor een totaalbedrag van € 4.844.802. De aandelen hebben geen nominale waarde en zijn allen volledig volstort. Alle aandelen van de Vennootschap hebben dezelfde rechten.
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Op 31 December | 5 076 | 3 763 |
We verwijzen naar 4.1.5 voor meer informatie over de vermogensbewegingen.
Op 6 november 2015 keurde de Raad van Bestuur van de Vennootschap binnen het kader van het toegestaan kapitaal de uitgifte van 5.000.000 warranten "2015" goed, die werden aangeboden aan leden van het Executive Management Team, werknemers en bepaalde onafhankelijke contractors aangeduid bij naam. Een totaal van 1.100.000 warranten "2015" werd aanvaard door de begunstigden in 2015.
De belangrijkste voorwaarden van het warrantenplan "2015" aangaande de vermelde warranten zijn de volgende:
De warranten werden gewaardeerd aan de hand van het Black & Scholes model. Waar relevant, is de verwachte levensduur in het model aangepast volgens de beste inschatting van het management. De verwachte volatiliteit is gebaseerd op de historische volatiliteit van de aandelenkoers over de voorbije 4 jaar. De risicovrije rentevoet is gebaseerd op de OLO-rente zoals gewaardeerd door de Nationale Bank van België.
De volgende inputs in het model werden toegepast voor de aanvaarde warranten "2015" in de loop van 2015 met inbegrip van de gewogen gemiddelde reële waarde van de warranten "2015".
| Gegevens ingebracht in het model | Warrants aangeboden en aanvaard door Bestuurders en EMT leden in 2015 |
Warrants aangeboden in 2008 en aanvaard door personeels leden in 2015 |
Warrants aangeboden in 2008 en aanvaard door zelfstandigen in 2015 |
|---|---|---|---|
| Aangeboden op | 9/11/2015 | 9/11/2015 | 9/11/2015 |
| Aandelenkoers op datum van acceptatie | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
| Uitoefenprijs | 0,23 | 0,23 | 0,23 |
| Verwachte volatiliteit | 59,09% | 59,09% | 59,09% |
| Verwachte levensduur van de warranten "V" | 3 jaar | 3 jaar | 3 jaar |
| Risicovrij interestpercentage | 0.20% | 0.20% | 0.20% |
| Aantal aanvaarde warrants "V" | 500 000 | 800 000 | - |
| Aantal uitstaande gewone aandelen | 96 896 054 | 96 896 054 | 96 896 054 |
| Gewogen gemiddelde waarde per warrant | 0.10 | 0.10 | 0.10 |
Hieronder afgestemd de uitstaande warranten die werden toegekend en aanvaard volgens het plan aan het begin en einde van het boekjaar 2015:
| Aantal warranten | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
|
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar 2015 | 1 580 000 | 0,51 |
| Aanvaard gedurende het boekjaar | 1 300 000 | 0,23 |
| Uitgeoefend gedurende het boekjaar | - | - |
| Vervallen gedurende het boekjaar | ( 10 000) | 0,34 |
| Balans op het einde van het boekjaar 2015 | 2 870 000 | 0,39 |
De kost voor de toegekende warranten voor het boekjaar 2015 werd berekend op k€ 104.
Geen van de warranten werd uitgeoefend gedurende het boekjaar 2015.
Alle andere warranten van de Vennootschap zijn verbeurd.
Op 28 maart 2013 gaf Option een converteerbare obligatie van € 9 miljoen uit, die onderschreven werd door vijf partijen: de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV voor € 2 miljoen, Athos Investments voor € 1 miljoen, Life Science Research Partners voor € 0,5 miljoen, Mondo voor € 0,5 miljoen en Jan Callewaert voor € 5 miljoen. Deze converteerbare obligatie heeft een looptijd van vijf jaar en vervalt in maart 2018. De obligaties kunnen worden geconverteerd in 31.578.947 nieuwe aandelen van Option NV. De converteerbare obligatie heeft een jaarlijkse interestvoet van 5 % met een initiële conversieprijs van € 0,285. Dat stemt overeen met de gemiddelde koers van het aandeel gedurende de dertig dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie.
Via notariële aktes op 2 juni 2014 en 2 december 2014, werd de conversie van respectievelijk 25 en 10 converteerbare obligaties en de daaraan verbonden kapitaalsverhoging bevestigd door de Raad van Bestuur. Via notariële akte op 18 juni 2015, werd de conversie van 5 converteerbare obligaties en de daaraan verbonden kapitaalsverhoging bevestigd door de Raad van Bestuur.
Op 11 april 2014 gaf Option een tweede converteerbare obligatielening uit voor een totaal bedrag van € 12 miljoen. De financiering werd onderschreven door Quaeroq CVBA voor € 4 miljoen, Alychlo NV, holding van Marc Coucke, voor € 2,7 miljoen, Vermec NV voor € 1,5 miljoen, Jan Callewaert voor € 0,5 miljoen, Frank Deschuytere, CEO van Option, voor € 0,2 miljoen en een aantal particuliere investeerders en bedrijven voor € 3,1 miljoen. De converteerbare obligatie over vijf jaar heeft een looptijd tot april 2019 en heeft een jaarlijkse intrest van 9%, met een initiële conversieprijs van € 0,295, wat de gemiddelde prijs was van het Option-aandeel tijdens de 30 dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie. De rente wordt gekapitaliseerd met de uitstaande hoofdsom van de obligaties en dat op een halfjaarlijkse basis. Via notariële akte op 13 mei 2015, werd de conversie van 1 converteerbare obligatie en de daaraan verbonden kapitaalsverhoging bevestigd door de Raad van Bestuur.
Op 6 november 2015 gaf Option een derde converteerbare obligatielening uit voor een totaal bedrag van € 6 miljoen. De financiering werd onderschreven door DANLAW Inc. voor het volledige bedrag. De jaarlijkse intrestvoet is 5 %. De interest wordt gekapitaliseerd en de conversiekoers bedraagt € 0,228.
Per 31 december 2015 kunnen deze converteerbare obligaties worden omgezet in een maximum van 89 863 362 aandelen. De obligaties 2013 en 2014 kunnen tweemaal per jaar worden omgezet door de houders. De 2015 Bond kan voor het eerst worden omgezet twee jaar na de uitgifte.
Zie ook toelichting 1 onder 4.2.
De winst per aandeel voor verwatering wordt berekend rekening houdend met het gewogen gemiddeld aantal gewone uitstaande aandelen in de desbetreffende periode. De winst per aandeel na verwatering wordt berekend rekening houden met het verwaterd gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen, met inbegrip van het verwateringseffect van de warranten en de converteerbare obligaties.
Volgende geeft het effect weer van de winst per aandeel voor en na verwatering voor de laatste twee boekjaren:
| Winst per gewoon aandeel | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (in duizend EUR) | ( 14 084) | ( 12 856) |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen: | ||
| Gewone aandelen voor verwatering | 95 964 132 | 87 929 977 |
| Gewone aandelen na verwatering | 95 964 132 | 87 929 977 |
| Per Aandeel (in EUR) | ||
| Winst / (verlies) per aandeel voor verwatering | ( 0,15) | ( 0,15) |
| Winst / (verlies) per aandeel na verwatering | ( 0,15) | ( 0,15) |
Verwijzend naar IAS 33, hebben warranten en het uitgeven van converteerbare obligaties slechts een effect na verwatering indien hun omzetting naar gewone aandelen zou leiden tot een vermindering van de waarde per aandeel. Rekening houdend met het negatieve resultaat van de Groep in 2015, blijft de winst per aandeel voor en na verwatering gelijk.
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De objectieven van de Groep in verband met het beheren van het kapitaal zijn:
De strategie en objectieven van de Groep bleven ongewijzigd gedurende de boekjaren eindigend op 31 december 2015 en 31 december 2014.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit het gedeelte van schulden op meer dan één jaar, liquide middelen, geplaatst kapitaal, uitgiftepremies, reserves en overgedragen resultaat.
De Buitengewone Algemene Vergadering van de vennootschap van 13 november 2013 besliste over de verhoging van het aandelenkapitaal met € 58.943.800,00 van € 12.232.134,42 naar € 71.175.934,42 door de conversie in aandelenkapitaal van de uitgiftepremie en zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Dit werd onmiddellijk gevolgd door een nieuwe daling van het aandelenkapitaal door de opname van de overgedragen verliezen per 31 december 2012, met € 67.051.004,82 naar € 4.124.929,60, zonder vermindering van het aantal aandelen. Vanuit belastingoogpunt en door de afwezigheid van belaste reserves die zijn opgenomen in het aandelenkapitaal, wordt deze kapitaalvermindering volledig gecompenseerd door het werkelijk gestorte aandelenkapitaal.
Op 28 maart 2013 gaf Option een converteerbare obligatie van € 9 miljoen uit, die onderschreven werd door vijf partijen: de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV voor € 2 miljoen, Athos Investments voor € 1 miljoen, Life Science Research Partners voor € 0,5 miljoen, Mondo voor € 0,5 miljoen en Jan Callewaert voor € 5 miljoen. Deze converteerbare obligatie heeft een looptijd van vijf jaar en vervalt in maart 2018. De obligaties kunnen worden geconverteerd in 31.578.947 nieuwe aandelen van Option NV. De converteerbare obligatie heeft een jaarlijkse interestvoet van 5 % met een initiële conversieprijs van € 0,285. Dat stemt overeen met de gemiddelde koers van het aandeel gedurende de dertig dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie.
Via notariële aktes op 2 juni 2014 en 2 december 2014, werd de conversie van respectievelijk 25 en 10 converteerbare obligaties en de daaraan verbonden kapitaalsverhoging vastgesteld door de Raad van Bestuur. Via notariële akte op 18 juni 2015, werd de conversie van 5 converteerbare obligaties en de daaraan verbonden kapitaalsverhoging bevestigd door de Raad van Bestuur.
Op 11 april 2014 gaf Option een tweede converteerbare obligatielening uit voor een totaal bedrag van € 12 miljoen. De financiering werd onderschreven door Quaeroq CVBA voor € 4 miljoen, Alychlo NV, holding van Marc Coucke, voor € 2,7 miljoen, Vermec NV voor € 1,5 miljoen, Jan Callewaert voor € 0,5 miljoen, Frank Deschuytere, CEO van Option, voor € 0,2 miljoen en een aantal particuliere investeerders en bedrijven voor € 3,1 miljoen. De converteerbare obligatie over vijf jaar heeft een looptijd tot april 2019 en heeft een jaarlijkse intrest van 9%, met een initiële conversieprijs van € 0,295, wat de gemiddelde prijs was van het Option-aandeel tijdens de 30 dagen voorafgaand aan de uitgifte van de converteerbare obligatie. De rente wordt gekapitaliseerd met de uitstaande hoofdsom van de obligaties en dat op een halfjaarlijkse basis. Via notariële akte op 13 mei 2015, werd de conversie van 1 converteerbare obligatie en de daaraan verbonden kapitaalsverhoging bevestigd door de Raad van Bestuur.
Op 6 november 2015 gaf Option een derde converteerbare obligatielening uit voor een totaal bedrag van € 6 miljoen. De financiering werd onderschreven door DANLAW Inc. voor het volledige bedrag. De jaarlijkse interestvoet bedraagt 5%. De interest wordt gekapitaliseerd en de conversiekoers bedraagt €0,228.
In 2015 steeg de schuld, die wordt gedefinieerd als langlopende en kortlopende leningen (uitgezonderd derivaten), met k€ 8.069 door de uitgifte van een converteerbare obligatie voor een bedrag van k€ 6 miljoen en een overbruggingskrediet van k€ 2,7 miljoen en de conversie van de eerdere obligatie tot eigen vermogen ter waarde van € 0,5 miljoen en € 0,1 miljoen, wat neerkomt op een netto stijging van k€ 8.531 (2014: stijging met k€ 9.007).
De nettoschuldgraad op jaareinde bedroeg:
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | - | - |
| Liquide middelen | 4 068 | 1 554 |
| Netto | 4 068 | 1 554 |
| Eigen vermogen | ( 27 702) | ( 15 267) |
| Netto schuldgraad | NA | NA |
De "Corporate Treasury" functie beheert de financiële risico's van de Groep welke gerelateerd zijn aan de activiteiten van de Groep op een continue basis. Deze omvatten het kredietrisico, liquiditeitsrisico en valutarisico.
De Groep probeert voornamelijk om het wisselkoersrisico te beheren door contracten af te sluiten in sterke valuta. (USD, EUR). Dergelijke risico's kunnen op natuurlijke manier worden gedekt wanneer een monetaire post langs de activakant in een bepaalde valuta wordt gecompenseerd door een monetaire post langs de passivakant.
Categorieën van wezenlijke financiële instrumenten:
| In duizend EUR Toelichting |
2015 | 2014 | |
|---|---|---|---|
| Financiële activa gewaardeerd aan kost | |||
| Liquide middelen | 13 | 4 068 | 1 554 |
| Handelsvorderingen | 10 | 613 | 655 |
| Terug te vorderen BTW | 10 | 73 | 60 |
| Belastingvorderingen | 7 | 12 | 10 |
| Overige financiële vaste activa | 11 | 490 | 1 236 |
| Financiële passiva gewaardeerd aan kost | |||
| Handelsschulden | 15 | 5 680 | 4 336 |
| Schulden met betrekking tot salarissen en belastingen | 15 | 2 601 | 2 270 |
| Overige financiële schulden | 14 | - | - |
| Te betalen belastingen | 7 | 9 | 1 |
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken heeft de Groep een richtlijn uitgewerkt om enkel zakenrelaties aan te gaan met kredietwaardige tegenpartijen en om voldoende zekerheden te bekomen, indien aangewezen, om een eventueel financieel verlies uit verbrekingen te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard hanteert de Groep externe scoringssystemen om de kredietwaardigheid van de klant in te schatten. De Groep legt ook kredietlimieten op per klant, in lijn met het interne beleid voor kredietbeheer. De limieten en de score per klant worden regelmatig opnieuw geëvalueerd.
Kredietanalyses worden uitgevoerd voor alle klanten die een bepaalde kredietbehoefte overschrijden. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd.
Option verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De handelsvorderingen bestaan uit een beperkt klantenbestand, verspreid over verschillende geografische gebieden. De handelsvorderingen voor klanten die tot dezelfde groep behoren, worden afzonderlijk behandeld. Eén klant vertegenwoordigt 20% van de handelsvorderingen per einde 2015. Het saldo van deze klant was niet vervallen op jaareinde.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte producten bedraagt 47 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. In 2015 voerde de Groep een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen die ouder waren dan 60 dagen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
In de balans van handelsvorderingen van de Groep zijn debiteuren inbegrepen met een boekwaarde van k€ 0 (2014: k€ 108) die al meer dan 60 dagen vervallen waren op de datum van het verslag, en waarvoor de Groep geen waardevermindering heeft geboekt, aangezien ze nog steeds inbaar worden geacht. De Groep heeft geen activa in onderpand voor deze vorderingen.
Vervaldagenbalans van vervallen, doch inbaar geachte handelsvorderingen:
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| 60 - 90 dagen | - | 34 |
| 90 - 120 dagen | - | - |
| > 120 dagen | - | 74 |
| - | 108 |
Bewegingen in de voorziening voor dubieuze debiteuren:
| In duizend EUR | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Balans bij het begin van het boekjaar | 544 | 539 |
| Toevoeging aan de voorziening | 112 | 5 |
| Afgeschreven | - | - |
| Vrijgegeven | - | - |
| 656 | 544 |
Bij het vaststellen van de inbaarheid van de handelsvorderingen houdt de Groep rekening met de kredietwaardigheid van de vorderingen vanaf de datum dat het krediet initieel werd toegekend tot aan de rapporteringsdatum. De concentratie van het kredietrisico is beperkt vanwege een brede spreiding van het klantenbestand.
Vervaldagenbalans van de handelsvorderingen waarop een waardevermindering werd geboekt:
| In duizend EUR Bruto bedrag |
2015 | 2014 |
|---|---|---|
| 60 - 90 dagen | - | - |
| 90 - 120 dagen | 9 | - |
| > 120 dagen | 647 | 544 |
| 656 | 544 |
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door continue opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Groep heeft geen bestaande kredietovereenkomsten naast die van de converteerbare obligaties uitgegeven in 2013, 2014 en 2015 (toelichting 4) en het overbruggingskrediet van 2015. Er waren kredietlijnen beschikbaar voor de Groep.
De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen.
| In k€ (duizend EUR) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2016 | ||||||
| Langlopende financiële schulden | 336 | 3 011 | 5 336 | 18 731 | 7 986 | |
| Handelsschulden | 5 680 | - | - | - | - | |
| Schulden met betrekking tot salarissen en | 2 601 | - | - | - | - | |
| belastingen | 9 | - | - | - | - | |
| Kredietfaciliteiten en andere leningen | - | - | - | - | - | |
| 8 626 | 3 011 | 5 336 | 18 731 | 7 986 | ||
| Thousands EUR | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
| 2015 | ||||||
| Langlopende financiële schulden | 275 | 275 | 275 | 5 775 | 18 770 | |
| Handelsschulden | 4 336 | - | - | - | - | |
| Schulden met betrekking tot salarissen en | 2 271 | - | - | - | - | |
| belastingen | 1 | - | - | - | - | |
| Kredietfaciliteiten en andere leningen | - | - | - | - | - | |
| 6 883 | 275 | 275 | 5 775 | 18 770 |
De Groep is niet onderhevig aan een significant intrestrisico. De Groep heeft geen financiële activa of schulden en interestderivaten met vlottende rentevoet.
De Groep is onderhevig aan een belangrijk wisselkoersrisico aangezien het merendeel van de aankopen gebeurt in US dollar. Om dit risico te beperken tracht de Groep om de in- en uitgaande kasstromen in valuta, andere dan de euro, met elkaar in lijn te brengen. Op basis van de gemiddelde volatiliteit van de US dollar en het Britse pond schatte de Groep de mogelijke verandering van de wisselkoers van deze munteenheid ten opzichte van de euro:
| 2015 | Sluitkoers | Mogelijke volatiliteit in % | Mogelijke sluitkoers | |
|---|---|---|---|---|
| 31 december 2015 | 31 december 2015 | |||
| EUR/USD | 1,0887 | 3,51 | 1,0505 – 1,1269 | |
| 2014 | Sluitkoers | Mogelijke volatiliteit in % | Mogelijke sluitkoers | |
| 31 december 2014 | 31 december 2014 | |||
| EUR/USD | 1,2141 | 5,93 | 1,1421 - 1,2861 |
| Netto Boekwaarde – (Duizend USD) | 31/dec/15 | 31/dec/14 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | ( 1 592) | ( 1 051) |
| Handelsvorderingen | 843 | 868 |
| Liquide middelen | 451 | 278 |
| ( 298) | 95 |
Via licentie-octrooi-overeenkomsten, diende de Groep royalty's te betalen aan een aantal bedrijven voor licenties voor het gebruik van sommige essentiële octrooien die worden gebruikt in draadloze 2,5G en 3G-producten.
De Groep herzag haar royaltyvoorzieningen voor essentiële octrooien die het in het verleden had aangelegd in overeenstemming met courante gebruiken, maar voor FRAND-vereisten voor essentiële octrooilicenties (FRAND: Fair reasonable and non-discriminatory voorwaarden; faire, redelijke en nietdiscriminerende voorwaarden) wijd verspreid raakten en waarvan de geldigheid nog niet werd betwist voor rechtbanken of andere instanties. Om de royaltyvoorzieningen in overeenstemming te brengen met deze nieuwe ontwikkelingen, herzag de Groep deze provisies en verwijst daarvoor naar de volgende redenen:
Omdat geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt voor de licentiëring, besloot de Groep om dit op basis van IAS 37 §14 als onzekerheid en niet als een voorziening op te nemen in de balans. We verwijzen naar toelichting 1 voor bijkomende informatie.
Enkele ex-medewerkers van Option Frankrijk zijn een gerechtsprocedure gestart tegen de vennootschap. Ze beweren dat ze niet om economische redenen zijn ontslagen. De vennootschap is van mening dat ze argumenten heeft om te staven dat ze wegens de economische en financiële kwesties waarmee ze werd geconfronteerd, zich gedwongen zag om de activiteiten in Frankrijk stop te zetten.
In het kader van de normale activiteiten, werden transacties met verbonden partijen door de Groep steeds aangegaan op een arms-length basis.
Wegens de moeilijke financiële situatie waarin de onderneming zich momenteel bevindt, hebben FVDH Beheer BVBA en Qunova BVBA definitief en onherroepelijk afgezien van de vergoeding waarop ze recht op hadden voor het jaar 2015.
In 2015 bedroeg de totale vergoeding voor de Raad van Bestuur k€ 58 (2014: k€ 113).
| Naam | Aanwezig raad van vestuur |
Aanwezig audit comité |
Aanwezig remuneratie comité |
Totale vergoeding in duizenden EUR |
|---|---|---|---|---|
| Jan Callewaert | 18/19 | N/A | N/A | N/A (2014: N/A) |
| FDVV Consult BVBA | 19/19 | N/A | N/A | N/A (2014: N/A) |
| FVDH Beheer BVBA | 18/19 | 3/3 | 2/2 | 0 (2014: 25,8k) |
| An Other Look To Efficiency SPRL | 6/8 | 1/1 | N/A | 10,2k (2014: 24,6k) |
| Qunova BVBA | 19/19 | N/A | 2/2 | 0 (2014: 12,9k) |
| Sabine Everaet | 14/19 | 1/1 | 2/2 | 21,6k (2014: 10,9k) |
| Dimitri Duffeleer BVBA | 13/13 | 2/2 | N/A | 18,4k (2014: 13,4k) |
| Jinvest BVBA | 3/11 | 0/2 | N/A | 7,8k (2014: N/A) |
| Raju Dandu | 1/1 | N/A | N/A | 2,6k (2014: N/A) |
Op het jaareinde van 2015 werden de volgende "Warranten 2014 en 2015" aangehouden door uitvoerende leden van de Raad van Bestuur:
Jan Callewaert (via Mondo NV)
800.000 warranten (onder warrantenplan 2014) 300.000 warranten (onder warrantenplan 2015)
FDVV Consult BVBA (Frank Deschuytere)
500.000 warranten (onder warrantenplan 2014) 200.000 warranten (onder warrantenplan 2015)
De managementvennootschap van Frank Deschuytere (FDVV Consult BVBA) trad in 2015 op als CEO van de Groep en ontving een vaste vergoeding voor een bedrag van k€ 231 en bijkomende voordelen voor een bedrag van k€ 12 met betrekking tot wagen-, brandstof- en forfaitaire onkostenvergoedingen. De CEO is niet gerechtigd op of begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
De managementvennootschap van de heer Jan Luyckx (Finance Incorporated com.v) vervoegde het bedrijf in juli 2015 en trad op als CFO van de Groep sinds 30 september 2015. Hij ontving een vaste vergoeding van k€ 78 (voor de periode juli 2015 - 31 december 2015), zonder bijkomende voordelen.
Voor het jaar 2015 was een bruto bedrag van k€ 148 toegekend aan mevrouw Christine Pollie die optrad als CFO tot juni 2015.
De managementvennootschap van de heer Steve Theunissen (ST Consult BVBA) trad op als General Counsel van de Groep sinds 1 juni 2015 en ontving een vaste vergoeding van k€ 82 (voor de periode juni 2015 - 31 december 2015), zonder bijkomende voordelen.
De managementvennootschap van de heer Jörg Palm (JP Consulting GmbH) trad op als Chief Marketing Officer van de Groep sinds 1 december 2015 en ontving een vaste vergoeding van k€ 16 (voor de periode december 2015), zonder bijkomende voordelen.
In 2015 ontving Jan Callewaert via zijn managementvennootschap Mondo NV, een vaste vergoeding van k€ 310 voor advies en andere diensten verleend aan de Vennootschap in zijn hoedanigheid als uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur.
De uitvoerende managers hebben warranten ontvangen in het kader van het 2015 warrantenplan: Mondo NV: 300.000 warranten Finance Incorporated com.v: 300.000 warranten ST Consult BVBA: 300.000 warranten JP Consulting GmbH: 200.000 warranten FDVV Consult BVBA: 200.000 warranten die vervielen bij de beëindiging
De uitvoerende managers hebben geen recht op een speciale beëindigingsvergoeding, noch zijn zij begunstigde van enige pensioenregeling die door de Vennootschap wordt betaald.
Geen enkel lid van het Executive Management Team komt in aanmerking voor specifieke vertrekvergoedingen, bovenop de bestaande wettelijke regelingen. Er bestaan geen bijzondere rechten van herstel, in aanvulling op de bestaande wettelijke bepalingen, die speciale bevoegdheden toekennen aan de Vennootschap om op basis van onjuiste financiële gegevens toegekende of betaalde variabele vergoedingen terug te vorderen.
Op 21 januari 2016 kondigde Option de overname van de aandelen aan van de Nederlandse LED verlichtingsfabrikanten Lemnis Public Lighting BV en Innolumis Public Lighting BV en voegt de twee bedrijven tot één commerciële organisatie onder de naam Innolumis Public Lighting.
De Groep heeft de toewijzing van de aankoopprijs ("Purchase Price allocation") van deze bedrijfscombinatie nog niet afgerond aangezien de focus lag op het veiligstellen van de continuïteit van de Groep in haar geheel.
Op 26 januari 2016 heeft de Buitengewone Algemene Vergadering van de Vennootschap beslist om het toegestane kapitaal van de Vennootschap te hernieuwen voor een totaalbedrag van vier miljoen achthonderdvierenveertigduizend achthonderdentwee euro en 70 cent (€ 4.844.802,70) zowel door middel van een inbreng in geld of in natura, binnen de limieten gesteld door het Belgisch Wetboek van Vennootschappen, als door de omzetting van reserves en uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, met of zonder stemrecht, of via de uitgifte van converteerbare obligaties, al dan niet achtergesteld, of door uitgifte van warranten of van obligaties waaraan warranten of andere roerende zaken zijn verbonden, of van andere effecten, zoals aandelen in het kader van een Aandelenoptieplan. Bovendien heeft de buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders besloten om aan de Raad van Bestuur bijzondere volmachten toe te kennen, in geval van een openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de Vennootschap, en dit gedurende een periode van drie (3) jaar, die ingaat op de dag van buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders die heeft besloten tot deze machtiging, om over te gaan tot kapitaalverhogingen volgens de voorwaarden bepaald door het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. De buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders heeft ook besloten om de Raad van Bestuur te machtigen om, in het belang van de Vennootschap, binnen de grenzen en in overeenstemming met de bepalingen van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen, de voorkeurrechten van de aandeelhouders te beperken of op te schorten wanneer een kapitaalverhoging wordt doorgevoerd binnen de grenzen van het toegestane kapitaal. Deze beperking of opheffing kan eveneens gebeuren ten gunste van één of meer bepaalde personen.
Bovendien heeft de buitengewone Algemene Vergadering van aandeelhouders beslist om 17 391 304 warranten aan Danlaw Inc. Te verlenen voor een totaal bedrag van 4 miljoen euro, indien zij worden uitgeoefend, zou dit het kapitaal van de vennootschap verhogen met achthonderdnegenzestigduizend vijfhonderdzestig euro en twintig cent (€ 869.565,20).
Op 9 maart 2016 heeft de Raad van Bestuur beslist om het mandaat van de gedelegeerd bestuurder, Frank Deschuytere, met onmiddellijke ingang te beëindigen. De Raad van Bestuur heeft besloten om haar uitvoerend voorzitter, de heer Jan Callewaert, het dagelijkse bestuur van de Vennootschap toe te vertrouwen.
| naam van de dochteronderneming | maatschappelijke zetel | % of aandeel in het kapitaal |
|---|---|---|
| BELGIE | ||
| OPTION NV | Gaston Geenslaan 14 | Consoliderende maatschappij |
| 3001 Leuven, België | ||
| IERLAND | ||
| OPTION WIRELESS Ltd, Cork | Kilbarry Industrial Park | 100% |
| Dublin Hill, Cork | ||
| DUITSLAND | ||
| OPTION GERMANY GmbH | Beim Glaspalast 1 | 100% |
| D-86153 Augsburg - Germany | ||
| VERENIGDE STATEN | ||
| OPTION WIRELESS USA INC. | 13010 Morris Road | 100% |
| Building 1, suite 600 | ||
| Alpharetta, GA 30004 | ||
| USA | ||
| JAPAN | ||
| OPTION WIRELESS JAPAN KK | 5-1, Shinbashi 5-chome | 100% |
| Minato-ku | ||
| Tokyo 105-0004, Japan | ||
| CHINA | ||
| OPTION WIRELESS HONG KONG LIMITED | 35/F Central Plaza | 100% |
| 18 Harbour Road | ||
| Wanchai Hong Kong, China | ||
| CHINA | ||
| OPTION WIRELESS TECHNOLOGY CO. LIMITED | 909-1 Genway Building | 100% |
| 188 Wangdun Road | ||
| Suzhou Industrial Park (SIP) | ||
| Suzhou 215123, Jiangsu Province, China | ||
| TAIWAN | ||
| OPTION WIRELESS HONG KONG LIMITED,TAIWAN | 4F Theta Building | 100% |
| BRANCH | 10, Lane 360, Ne-Hu Road, Sec 1, Taipei City, | |
| TAIWAN |
Op 25 oktober 2012 kondigde de Groep aan dat in het kader van een kostenbesparingsplan de kernactiviteiten van de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling in Augsburg (Duitsland) werden overgeplaatst naar de vestiging van Leuven (België). Bovendien maakte ze haar intentie tot sluiting van de Duitse dochteronderneming bekend. Deze liquidatie begon in 2012 en is nog niet afgerond. Op 25 april 2013 kondigde de Groep haar intentie aan om ook de vestiging in Parijs (Frankrijk) te sluiten. Deze liquidatie is nog niet afgerond. Option Frankrijk werd gedeconsolideerd vanaf december 2014 wegens het verlies van de controle. In september 2015 kondigde de Groep aan om ook de vestiging in Japan te willen sluiten, ook deze liquidatie is nog niet afgerond.
Er zijn geen beperkingen op het vermogen van het bedrijf om toegang te krijgen of gebruik te maken van de activa en schulden te vereffenen.
De volgende vergoedingen voor revisoren werden als kosten opgenomen in de rapporteringsperiode:
| In duizend EUR | 2015 | 2014 | 2013 |
|---|---|---|---|
| Wereldwijde auditdiensten | 100 | 109 | 100 |
| Belastingadviezen | 14 | 15 | 18 |
| Overige diensten | 15 | - | - |
| 129 | 124 | 118 |
De volgende documenten zijn uittreksels uit de enkelvoudige jaarrekening van Option NV, opgesteld volgens de Belgische boekhoudnormen in overeenstemming met artikel 105 van het Wetboek van Vennootschappen.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening zoals die uiteengezet is in de vorige pagina's geeft een waarheidsgetrouw beeld van de financiële positie en prestaties van de Option-groep.
De commissaris heeft een "Oordeelonthouding" ondertekend met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening van Option NV voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015.
| activa | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | 2013 | |
| In k€ (duizend EUR) | |||
| Vaste activa | 1 565 | 4 662 | 5 836 |
| Immateriële vaste activa | 894 | 3 115 | 4 000 |
| Materiële vaste activa | 120 | 251 | 439 |
| Financiële vaste activa | 551 | 1 297 | 1 397 |
| Vlottende activa | 12 133 | 10 772 | 3 715 |
| Voorraden en bestellingen in uitvoering | 1 498 | 3 137 | 191 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 6 660 | 6 384 | 2 555 |
| Liquide middelen | 3 939 | 1 227 | 963 |
| Overlopende rekeningen | 36 | 24 | 6 |
| Totaal activa | 13 699 | 15 434 | 9 551 |
| passiva | |||
| 2015 | 2014 | 2013 | |
| In k€ (duizend EUR) | |||
| Kapitaal en reserves | ( 29 176) | ( 15 716) | ( 8 138) |
| Kapitaal | 4 845 | 4 739 | 4 125 |
| Uitgiftpremies | 3 387 | 2 886 | - |
| Wettelijke reserve | 612 | 612 | 612 |
| Overgedragen winst/(verlies) | ( 38 020) | ( 23 953) | ( 12 875) |
| Voorzieningen | 295 | 46 | - |
| Schulden | 42 580 | 31 104 | 17 689 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 27 246 | 18 039 | 9 000 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 14 600 | 12 471 | 8 022 |
| Overlopende rekeningen | 734 | 595 | 667 |
| Totaal passiva | 13 699 | 15 434 | 9 551 |
Op een balanstotaal van € 13,7 miljoen, bedroeg het totale eigen vermogen op 31 december 2015 € (29,2) miljoen.
winst- en verliesrekening (verkort schema)
| 2015 | 2014 | 2013 | |
|---|---|---|---|
| In k€ (duizend EUR) | |||
| I. Bedrijfsopbrengsten | 5 598 | 8 822 | 7 459 |
| Bedrijfsopbrengsten | 4 511 | 4 607 | 1 200 |
| Waardevermeerdering (-vermindering) van de voorraden gereed | - | - | |
| product, goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering | ( 864) | - | - |
| Geactiveerde ontwikkelingsprojecten | 788 | 2 348 | 2 788 |
| Andere bedrijfsinkomsten (voornamelijk transacties tussen | 1 163 | 1 867 | 3 471 |
| dochterondernemingen) | |||
| II. Bedrijfskosten | 16 419 | 18 418 | 19 589 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 1 435 | 2 390 | 279 |
| Diensten en diverse goederen | 4 775 | 6 344 | 7 404 |
| Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 5 300 | 6 275 | 7 774 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen op | - | - | - |
| oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa | 2 726 | 3 421 | 3 821 |
| Waardevermeerderingen en –verminderingen op voorraden, | - | - | - |
| Bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen | 1 919 | ( 76) | 276 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 249 | 46 | ( 98) |
| Andere bedrijfskosten | 15 | 18 | 133 |
| III. Bedrijfswinst/(bedrijfsverlies) | ( 10 821) | ( 9 596) | ( 12 130) |
| IV. Financiële opbrengsten | 146 | 21 | 17 |
| V. Financiële kosten | ( 2 226) | ( 1 397) | ( 505) |
| VI. Winst/(verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting | ( 12 901) | ( 10 972) | ( 12 618) |
| VII. Uitzonderlijke opbrengsten | - | - | 98 |
| VIII. Uitzonderlijke kosten | ( 1 160) | ( 100) | ( 103) |
| X. Belastingen op het resultaat | ( 14 061) | ( 11 071) | ( 12 623) |
| IX. Winst/(verlies) van het boekjaar vóór belasting | 5 | 7 | 8 |
| XIII. Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 14 067) | ( 11 078) | ( 12 631) |
| Resultaatverwerking – verkort schema | |||
| (conform de Belgische boekhoudnormen) | 2015 | 2014 | 2013 |
| In k€ (duizend EUR) | |||
| Te bestemmen winstsaldo/(te verwerken verliessaldo) | ( 23 953) | ( 12 875) | ( 67 295) |
| Te bestemmen winst/(te verwerken verlies) van het boekjaar | ( 14 067) | ( 11 078) | ( 12 631) |
| Kapitaalsvermindering door incorporatie van reserves | - | - | 67 051 |
| Overgedragen winst/(overgedragen verlies) van het vorige boekjaar | ( 38 020) | ( 23 953) | ( 12 875) |
Oprichtingskosten worden geboekt ten laste van de opbrengsten, met uitzondering van de geactiveerde kosten.
Octrooien (patenten), licenties en software worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 % tot 50 %.
Laboratorium-, test-, meet- en computerapparatuur worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 % tot 50 %. Test- en meetapparatuur (onder leasing) wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 10 % en 50 %.
Vanaf 1 januari 2005 worden de uitgaven voor onderzoek als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen.
Kosten van ontwikkelingsprojecten (voor het ontwerpen en testen van nieuwe of verbeterde producten) worden alleen opgenomen als immateriële activa als voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:
Andere ontwikkelingsuitgaven worden als uitgave opgenomen wanneer ze worden opgelopen. Ontwikkelingskosten die in het verleden werden opgenomen als uitgave, worden in een volgende periode niet opgenomen als activa. Ontwikkelingskosten met een vaste gebruiksduur die werden geactiveerd, worden afgeschreven vanaf het begin van de commerciële productie van het product op een rechtlijnige basis over de periode van zijn verwachte winst, die niet meer dan drie jaar bedraagt.
Rollend materieel wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 20 %.
Kantoormeubilair en kantoormaterieel worden lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage van 10 % tot 33,3 %. Kantoormaterieel (onder leasing) wordt lineair afgeschreven tegen een afschrijvingspercentage tussen 20 % en 50 %.
Tijdens het boekjaar worden geen herwaarderingen op de geldbeleggingen toegepast.
De voorraden (handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, goederen in bewerking, afgewerkte producten en producten voor herverkoop) worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde bepaald op basis van de FIFO-methode of, indien die lager is, op basis van de marktwaarde (realisatiewaarde).
De producten worden gewaardeerd tegen kostprijs, voor zover rechtstreeks toerekenbaar.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen productiekosten.
Schulden op meer dan één jaar, niet-rentedragende en tegen een ongewoon lage rente zijn niet opgenomen in de passiva.
Schulden, passiva en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers per 31 december 2015. Transacties worden omgerekend tegen dagkoers.
De volgende deelnemingen in dochterondernemingen zijn geboekt met vermelding van het aantal geregistreerde rechten en het deelnemingspercentage:
| Maatschappelijke rechten gehouden door de Vennootschap (volgens aantal) |
% gehouden door de Vennootschap |
% gehouden door dochter ondernemingen |
|
|---|---|---|---|
| Option Germany GMBH – Augsburg (D) | 1 | 100% | 0% |
| Option Wireless Ltd – Cork (IRL) | 2 000 000 | 100% | 0% |
| Option Wireless Hong Kong Limited – China | 10 000 | 100% | 0% |
| Option France SAS * | 10 000 | 100% | 0% |
* Deze vennootschap is in liquidatie sinds 31 december 2014
| Geplaatst kapitaal per 31/dec/15 |
Bedragen (in EUR) |
Aantal aandelen |
|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 4 738 965 | 94 779 290 |
| Per einde van het boekjaar | 4 844 802 | 96 896 054 |
Op 31 december 2015 bedroeg het toegestaan kapitaal (niet-uitgegeven) k€ 4 844.
De aandelen van Option stonden oorspronkelijk genoteerd in US dollar op NASDAQ Europe (de voormalige EASDAQ) na de beursgang van 26 november 1997. Sinds 5 augustus 2003 noteren de aandelen op de eerste markt van Euronext Brussel. De aandelen van Option NV worden verhandeld op de continumarkt onder de ticker OPTI.
Met het oog op een verhoogde liquiditeit van het aandeel en een verhoogde visibiliteit voor de Amerikaanse investeerders heeft Option beslist om een 'Level 1 American Depository Receipts (ADR) program' te implementeren. Een F-6 registratieverklaring werd neergelegd bij de 'Securities and Exchange Commission'.
Het level-1-ADR-programma kan als volgt worden samengevat:
| 2015 | 2014 | 2013 | |
|---|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen | 96 896 054 | 94 779 290 | 82 498 592 |
| Aandelenkoers per jaareinde | 0,24 | 0,29 | 0,29 |
| Marktkapitalisatie (miljoen EUR) | 23 | 27 | 24 |
| Hoogste koers (EUR) | 0,35 | 0,78 | 0,34 |
| (6 Maart, 2015) | (5 mei, 2014) | (14 januari, 2013) | |
| Laagste koers (EUR) | 0,20 | 0,26 | 0,19 |
| (11augustus, 2015) | (13 maart , 2014) | (17 mei, 2013) | |
| Free float | 84,72% | 84,38% | 82,05% |
In 2015 werden op Euronext in totaal 48.951.435 aandelen verhandeld op 256 beursdagen wat een gemiddelde van 191 217 aandelen per dag betekent.
Option zal in 2016 haar halfjaarlijkse financiële informatie en bedrijfsupdates bekendmaken op de volgende data – voor beursuren:
Voor nadere bijzonderheden over de informatie in deze jaarrekening of voor inlichtingen over Option NV en over documenten ingediend om te voldoen aan de transparantieverplichtingen van de vennootschap betreffende de kennisgeving van deelneming van aandelen, gelieve contact op te nemen met:
Option Gaston Geenslaan 14 B-3001 Leuven, België Tel.: +32 (0)16 31 74 11 Fax: +32 (0)16 31 74 90 E-mail: [email protected]
De ondergetekenden, Jan Callewaert, Managing Director van Option NV, en Jan Luyckx, CFO van Option NV, verklaren dat, voor zover hen bekend:
Leuven, 28 april 2016
Jan Callewaert Jan Luyckx Managing Director CFO Option NV Option NV
| NAAM | OPTION NV |
|---|---|
| RECHTSVORM | Naamloze Vennootschap naar Belgisch recht |
| ADRES | Gaston Geenslaan 14, B-3001 LEUVEN |
| TELEFOON | +32(0)16 31 74 11 |
| FAX | +32(0)16 31 74 90 |
| [email protected] | |
| WEBSITE | www.option.com |
| ONDERNEMINGSNR. | 0429 375 448 |
| BTW | BE 429 375 448 |
| OPRICHTINGSDATUM | 3 juli 1986 |
| DUUR | Onbepaalde duur |
| COMMISSARIS-REVISOR | Deloitte-Auditors vertegenwoordigd door Dhr. Dominique Roux. |
| AFSLUITDATUM BOEKJAAR | 31 december |
| MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL | 4 844 802 EUR |
| AANTAL AANDELEN | 96 896 054 |
| JAARLIJKSE VERGADERING | Laatste werkdag van mei |
| BEURSNOTERING | Euronext – continumarktStock – Ordinary Stock - Continuous – compartment B – ticker OPTI |
| DEPOSITOBANK | BNP PARIBAS FORTIS |
| LID VAN INDEX | Bel Small |
| OVERIGE LABELS | Ethibel Pioneer SRI Kempen |
Het totale eigen vermogen gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Winst voor aftrek van rente en belastingen. Bedrijfsresultaat.
EBIT plus afschrijvingen en waardeverminderingen.
Aantal aandelen uitstaand bij het begin van de periode, aangepast voor het aantal aandelen geannuleerde, wederingekochte of uitgegeven aandelen gedurende de periode vermenigvuldigd met een tijdscorrigerende factor.
Nettowinst plus niet kaskosten (o.a. afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen) gedeeld door het aantal gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Aankopen van materiële en immateriële vaste activa, verminderd met de opbrengst van verkopen.
Kort- en langlopende financiële schulden verminderd met de beschikbare liquide middelen.
Vlottende activa min vlottende passiva.
Nettowinst gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen.
Option heeft oog voor haar verantwoordelijkheid om zich ethisch te gedragen bij het nastreven van haar bedrijfsdoelstellingen. Daarom legt de Groep de volgende ethische verklaring af. Option NV, met inbegrip van al haar dochterondernemingen, aanverwante bedrijven en/of geconsolideerde holdings, neemt volgende praktijken in acht:
We zullen niet investeren in een van de volgende gebieden:
We zullen de onderstaande activiteiten niet beoefenen:
We zullen onze werknemers niet discrimineren:
We zullen de nodige controles en procedures invoeren om te verzekeren dat al onze leveranciers en onderaannemers:
In onze distributie- en leveringsakkoorden zullen we clausules opnemen die omkooppraktijken verbieden. Binnen ons personeelsbeleid werken we maatregelen uit die we kunnen en zullen nemen om corruptie te voorkomen. Als beursgenoteerde onderneming komt Option de bepalingen inzake Corporate Governance na, aangezien zij lid is van de ETHIBEL Sustainability index.
Option is krachtens de Belgische wetgeving verplicht zijn jaarverslag in het Nederlands op te stellen. Option heeft ook een Engelse vertaling van dit jaarverslag gemaakt. Bij tegenstrijdigheid tussen de Engelse en Nederlandse versie van dit jaarverslag, is de Nederlandse brontekst bindend.
Dit jaarverslag kan gratis worden aangevraagd bij:
Option NV T.a.v. Investor Relations Gaston Geenslaan 14 3001 Leuven, Belgium Phone: +32(0)16 317 411 Fax: +32(0)16 317 490 E-mail: [email protected]
Dit jaarverslag is ook in elektronische vorm beschikbaar. Deze elektronische versie geldt uitsluitend ter informatie en kan worden gedownload via het internet op de website van Option (www.option.com). Uitsluitend de gedrukte versie van het jaarverslag, gepubliceerd in België overeenkomstig de toepasselijke wet- en regelgeving, is wettelijk bindend. Option aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de volledigheid of juistheid van het jaarverslag dat via het internet beschikbaar is. Andere informatie op de website van Option of op enige andere website, maakt geen deel uit van dit jaarverslag.
Dit jaarverslag bevat toekomstgerichte uitspraken, daaronder zonder beperking inbegrepen uitspraken met de woorden "is van oordeel", "verwacht", "is van plan", "is voornemens", "streeft ernaar", "naar verwachting", "naar schatting", "zal", "wil", en soortgelijke uitdrukkingen. Deze toekomstgerichte uitspraken reflecteren bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die tot gevolg kunnen hebben dat de werkelijke resultaten, financiële toestand, prestaties of verwezenlijkingen van Option, of bedrijfsresultaten wezenlijk verschillen van de toekomstige resultaten, prestaties of verwezenlijkingen uitgesproken of geïmpliceerd in deze toekomstgerichte uitspraken. Gezien deze onzekerheden wordt de lezer afgeraden overmatig te vertrouwen op deze toekomstgerichte uitspraken. Deze toekomstgerichte uitspraken zijn uitsluitend gemaakt op datum van dit jaarverslag. Option wijst uitdrukkelijk elke verplichting af om deze toekomstgerichte uitspraken in dit jaarverslag bij te werken rekening houdend met een wijziging van de desbetreffende verwachtingen of een verandering van gebeurtenissen, voorwaarden of omstandigheden waarop deze uitspraak berust, tenzij een dergelijke uitspraak is voorgeschreven in de geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.