Investor Presentation • Mar 9, 2021
Investor Presentation
Open in ViewerOpens in native device viewer


| Profiel � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 3 |
|---|
| � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 4 Overzicht kerncijfers |
| � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 5 Boodschap aan de stakeholders |
| Gedeelde waardecreatie � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 8 |
| � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 10 Belangrijkste gebeurtenissen van het jaar |
| Verklaring inzake deugdelijk bestuur � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 11 |
| MVO-verslag � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 39 |
| Geconsolideerde MVO-rekeningen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 46 |
| Financiële analyse � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 66 |
| Geconsolideerde jaarrekening � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 77 |
| Verkorte jaarrekening van bpost N.V. � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 164 |
| Verklaring van de verantwoordelijke personen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 166 |
| Verslag van het College van commissarissen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 167 |
Profiel
bpost is het belangrijkste postbedrijf in België en een groeiende partner voor pakjes- en omni-commercelogistiek in Europa, Noord-Amerika en Azië. Onze 36.000 medewerkers in België en wereldwijd verbinden consumenten, bedrijven en overheden door post en pakjes aan huis te leveren en logistieke diensten te verlenen. We creëren duurzame waarde op lange termijn voor onze klanten en aandeelhouders en dat met respect voor mens en planeet. In 2020 bedroegen onze totale bedrijfsinkomsten 4.154,6 miljoen EUR.
| MAIL & RETAIL | PARCELS & LOGISTICS EU EN AZIË | PARCELS & LOGISTICS NOORD-AMERIKA |
|---|---|---|
| Beschrijving | ||
| • Transactionele post • Reclamepost • Pers • Nabijheids- en convenience retailnetwerk • Meerwaardediensten |
• Uitreiking van pakjes in België en Neder land (last mile) • E-commercelogistiek • Cross border activiteiten (zowel post als pakjes) |
• Fulfilment & transport • Customer care • Omni-channel technologie • Betalingen en fraudepreventie |
| • Elke dag 5,78 miljoen brieven verwerkt | • 670.000 pakjes op piekdagen in België en Nederland |
• 318.000.000 stuks verstuurd in 2020 |
| • We bedienen 5 miljoen brievenbussen • 5 sorteercentra • 2.300 servicepunten in België |
• 2 sorteercentra in België • Logistieke centra in 6 Europese landen • 3 hubs in Azië |
• 22 fulfilment centers en • 6 customer care centers |
Merken


| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | EVOLUTIE 2020-2019 |
|---|---|---|---|
| Totaal bedrijfsopbrengsten(1) | 4.154,6 | 3.837,2 | 8,3% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT)(2) | 280,6 | 310,8 | -9,7% |
| Winst van het boekjaar (geconsolideerd - IFRS)(3) | 200,9 | 173,1 | 16% |
| Operationele vrije kasstroom(4) | 440,5 | 288,0 | 52,9% |
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | EVOLUTIE 2020-2019 |
|---|---|---|---|
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 4.154,6 | 3.837,8 | 8,3% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 200,7 | 289,9 | -30,8% |
| Waardeverminderingen: | |||
| Goodwill | (41,4) | 0,0 | - |
| Toewijzing van de aankoopprijs (PPA) | (20,8) | 0,0 | - |
| Herwaardering van activa aangehouden voor verkoop tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten |
(141,6) | 0,0 | - |
| Resultaat van het boekjaar (geconsolideerd - IFRS) | (19,2) | 154,7 | -112,4% |
| Nettowinst bpost NV (niet-geconsolideerd - BGAAP) | 41,7 | 172,6 | -75,9% |
| Operationele vrije kasstroom(5) | 443,7 | 302,0 | 46,9% |
| Nettoschuld/(Netto geldmiddelen)(6) | 495,2 | 779,9 | -36,5% |
| Gewone winst per aandeel, in EUR | (0,10) | 0,77 | -112,6% |
| Dividend per aandeel, in EUR | 0,00 | 0,62 | -100% |
| Aantal werknemers (op jaareinde) | 36.291 | 34.369 | 5,6% |
| Aantal VTE (gemiddeld) | 32.030 | 31.054 | 3,1% |
| Aantal VTE en interims (gemiddeld) | 38.639 | 35.377 | 9,2% |
(1) Aangepaste totale bedrijfsopbrengsten vertegenwoordigen de totale bedrijfsopbrengsten exclusief de impact van eenmalige elementen en zijn niet geauditeerd.
(2) Aangepaste EBIT vertegenwoordigt de winst uit bedrijfsactiviteiten exclusief de impact van eenmalige elementen en is niet geauditeerd.
(3) Aangepast resultaat van het jaar vertegenwoordigt het resultaat van het jaar exclusief de impact van eenmalige elementen en is niet geauditeerd.
(4) Aangepaste operationele vrije kasstroom vertegenwoordigt de operationele vrije kasstroom exclusief de impact van eenmalige elementen en is niet geauditeerd.
(5) Operationele vrije kasstroom vertegenwoordigt de netto kasstroom van operationele activiteiten minus de netto kasstroom van investeringsactiviteiten.
(6) Netto schuld/(Netto geldmiddelen) bestaat uit rentedragende en niet-rentedragende leningen verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten.
Voor verdere details met betrekking tot de reconciliatie van gerapporteerde naar genormaliseerde financiële cijfers verwijzen we naar sectie "reconciliatie van gerapporteerde naar aangepaste financiële cijfers" van dit document.


(rechts) Boodschap aan de stakeholders
bpost group is er in geslaagd om wendbaar en vastberaden te reageren op de gezondheidscrisis én heeft de krachtlijnen voor de volgende jaren uitgezet. 'België zal altijd onze thuisbasis blijven', onderstrepen zijn CEO en Voorzitter in koor. 'Tegelijk is internationale groei in e-commerce essentieel voor de toekomst van onze groep.'

François Cornelis (links) en Jean-Paul Van Avermaet

In december 2020 bereikten de volumes nieuwe recordhoogtes: met tot
670.000 bezorgde pakjes per dag
Jean-Paul Van Avermaet, CEO bij bpost group


De "My bpost" app telt vandaag
1 miljoen
Belgische gebruikers

voorzitter van de Raad van Bestuur van bpost group
Alle 36.000 medewerkers van bpost group hebben het voorbije jaar in moeilijke coronaomstandigheden blijk gegeven van een grote dosis doorzetting, aanpassingsvermogen en vakmanschap. 'We stonden er, we waren er en we zijn er voor iedereen gebleven', blikt Jean-Paul Van Avermaet, CEO bij bpost group, terug op 2020. 'Tijdens de crisis zijn we erin geslaagd om snel te reageren op het nieuwe normaal. De solidariteit tussen onze medewerkers was verbluffend. Ze zijn in zeer ongewone tijden overal ter wereld de klanten blijven bedienen.'
Het voorbije jaar is bpost group niet alleen zijn sociaal maatschappelijke rol blijven vervullen, maar heeft het ook bijgedragen tot het verbinden van mensen in de samenleving. 'In december bezorgden we bijvoorbeeld 25 procent meer brieven en postkaarten in vergelijking met het voorgaande jaar', weet Van Avermaet.
Ook de exponentïele groei in e-commerce hielp bpost group om tijdens corona goede financiële resultaten neer te zetten. 'En dat zowel in België als in het buitenland', verduidelijkt François Cornelis, Voorzitter van de Raad van Bestuur van bpost group. 'Onze e-commerceactiviteiten, onze logistieke dienstverlening en onze cross borderactiviteiten zijn de motor van onze groei. Dankzij de grote wereldwijde toename in online verkopen, zijn de omzetten van verschillende van onze dochterbedrijven gestegen. Radial boekte de beste financiële resultaten sinds drie jaar. Alle 36.000 medewerkers van bpost group wereldwijd hebben ons bedrijf voortreffelijk door het ongewone 2020 geloodst', onderstreept Cornelis.
Het is bpost group gelukt om de nieuwe recordsvolumes in Parcels & Logistics efficiënt te beheren. 'Tijdens de eerste lockdown kende het pakjesverkeer pieken die hoger lagen dan de eindejaarsperiode van 2019', zegt Jean-Paul Van Avermaet. 'In december 2020 lagen de volumes nog hoger: met tot 670.000 bezorgde pakjes per dag. Ook internationaal werden voor onze activiteiten in e-commerce logistiek records met succes verpulverd.' De groep is er in geslaagd
de logistieke en operationele organisatie te optimaliseren om die grotere volumes te verwerken.
'We zitten één tot twee jaar voor op schema', bevestigt Van Avermaet. 'We hebben nauw samengewerkt met onze klanten om de volumes mooi te stroomlijnen en te spreiden. We hebben ook extra uitreikingsmomenten ingevoerd: een tweede maal in de namiddag op weekdagen, tot zelfs drie keer op zaterdagen. Dankzij een akkoord met de sociale partners zullen onze mensen in 2021 ook op zondag leveren.'
Deze groei zal wellicht aanhouden, want de nieuwe online consumenten bevestigen dat ze meer via het internet zullen blijven kopen. bpost group ondersteunt ook de online verkopers. Afgelopen zomer werd onder meer elkezaakonline.be gelanceerd, een tool die het Belgische kmo's en zelfstandigen mogelijk maakt in minder dan een half uur een eigen online zaak op te zetten.
De "My bpost" app telt vandaag 1 miljoen Belgische gebruikers. Het is de bedoeling om dat aantal de volgende jaren op zijn minst te verdubbelen.
bpost group onthulde in december 2020 de strategische update CONNECT 2026. 'De strategie van de groep werd drie jaar geleden uitgetekend bij de overname van Radial, met de ambitie om bpost te positioneren als een belangrijke speler in e-commerce en logistieke diensten', onderstreept François Cornelis. 'bpost moet een klantgerichte en performante omni-commercegroep dicht bij de samenleving worden en tegelijk een gewaardeerde postleverancier in België blijven.' De groei van de e-commerce in Europa zal voornamelijk steunen op de uitbreiding van Radial Europe, die een prioriteit wordt.
CONNECT 2026 toont ook respect voor mens en milieu. Het project Ecozone Mechelen, een model van emissievrije stadslogistiek, wordt in 2021 uitgebreid naar andere Belgische steden. 'Vorig jaar kocht bpost ook vrachtwagens met twee verdiepingen en namen we de eerste trucks die rijden op LNG in gebruik', zegt Jean-Paul Van Avermaet. De groep wil het aantal voertuigen op de weg beperken met als doel 30% minder CO2 uit te stoten en de helft van zijn vloot koolstofneutraal te maken tegen 2030.
'Duurzame tewerkstelling staat centraal in de strategie van bpost. We investeren in de opleiding en inzetbaarheid van onze mensen', zo beklemtoont Jean-Paul Van Avermaet. 'Samen met de overheid en de tewerkstellingsorganisaties bieden we ook inclusieve werkgelegenheidskansen aan kwetsbare mensen.'
bpost wil een verenigde groep worden en een unieke multiservice-partner voor zijn klanten. bpost zal voortaan zijn personeel ruimere en internationale carrièreperspectieven kunnen aanbieden. Jean-Paul Van Avermaet: 'Onze groepsfilosofie is in wezen een gedreven vorm van talentmanagement, dat ons merk als werkgever en ons retentiebeleid versterkt.'
Vorig jaar breidde bpost group ook verder uit in het buitenland. In oktober opende Active Ants in Nederland het e-fulfilmentcenter van de toekomst, gericht op kleinere e-tailers. Mensen en zelfrijdende robots werken er uiterst efficiënt naast elkaar. 'Active Ants is een voorbeeld van onze innovatieve infrastructuurontwikkelingen', zegt Jean-Paul Van Avermaet. 'Dit model willen we opschalen. In 2021 openen we ook een Active Ants-vestiging in België en in Duitsland.'
Om te kunnen focussen op de kern van zijn strategie, zijn objectieven te behalen en nieuwe, bijkomende middelen in te zetten voor de ontwikkeling van zijn e-commerce activiteiten, heeft de Raad van Bestuur beslist zijn aandeel in bpost bank te verkopen. Ook werd een afgestemd kader voor kapitaaltoewijzing goedgekeurd. Het uitkeren van een dividend voor 2020 werd uitgesteld. Op de Algemene Vergadering zal voorgesteld worden tussen 30 en 50 procent van de IFRS-nettowinst uit te keren na afloop van het boekjaar 2021.
François Cornelis: 'Om de toekomstige groei van onze onderneming veilig te stellen, moet bpost group de daling van het postvolume compenseren. Dat doen we door fors te investeren in logistieke activiteiten en e-commerce diensten. Deze focus en flexibiliteit moeten het creëren van meerwaarde voor de onderneming waarborgen.'
'Onze transitie zal nooit helemaal afgerond zijn, zegt Jean-Paul Van Avermaet. 'In onze snel evoluerende wereld moet een bedrijf voortdurend in beweging blijven. CONNECT 2026 is dan ook een middel en geen einddoel.'
'België is voor bpost group belangrijk en zal altijd onze thuisbasis blijven', besluit François Cornelis. 'Want we hebben een essentiële maatschappelijke en economische rol. Maar tegelijk is de internationale ontwikkeling van onze e-commerce activiteiten essentieel voor de toekomst van onze groep.'
De strategische update van bpost group omvat zeven ambities die burgers, bedrijven en overheden moeten verbinden in onze snel veranderende wereld.
Als vertrouwenspartner de klanten en hun merken centraal stellen en laten groeien.
België helpen een toonaangevend land te worden in omni-commerce.
Boeiende en innovatieve klantenervaringen bieden.
Rendement creëren op lange termijn door te investeren in de transformatie van ons bedrijf.
Een duurzaam bedrijf zijn door te investeren in mensen en in de beperking van onze ecologische voetafdruk.
Bijdragen aan sociale cohesie als de geprefereerde partner voor openbare diensten.
Een inclusieve organisatie die levenslang leren aanbiedt aan al haar medewerkers.
Onze snel veranderende wereld confronteert ons niet alleen met nieuwe uitdagingen, maar biedt ook opportuniteiten, die bpost group met beide handen grijpt
De snel veranderende eisen en gewoonten van de consumenten zorgen voor disruptieve trends in de postwereld.

Steeds meer communicatie en diensten van zowel bedrijven als consumenten verlopen online en de traditionele "corebusiness" van postbedrijven verliest heel snel terrein: bij bpost zagen we het postvolume teruglopen.

COVID-19 had een positieve invloed op de e-commerce en de crossborder-activiteiten.
Er wordt dan ook verwacht dat de B2C-ecommerceleveringen zullen blijven toenemen. Er wordt ook verwacht dat een aanzienlijk deel van deze groei ook na de pandemie zal aanhouden1 .
De concurrentie tussen bedrijven die pakjes bezorgen zal sterk toenemen. De consumenten zijn vragende partij voor een snellere, flexibelere en goedkopere dienstverlening, met onder meer gratis leveringen, mogelijkheden om het pakje online te volgen en e-notificaties.

talenten
Talent is het kostbaarste goed van een postbedrijf. Toch is de gemiddelde leeftijd van de medewerkers in de postsector volgens de IPC aan het stijgen: 37% van de personeelsleden is ouder dan 50, terwijl slechts 12% jonger is dan 302 . Intussen zijn er door de opkomst van nieuwe technologieën en de nieuwe activiteiten van de postbedrijven wel andere vaardigheden nodig. Jonge mensen veranderen ook snel van werk, waardoor het moeilijker is geworden om
talentvolle mensen met de juiste vaardigheden aan te werven en aan boord te houden.

Ten gevolge van de door mensen geproduceerde broeikasgassen is het klimaat stilaan aan het veranderen, met alle risico's die daarmee gepaard gaan, zoals een toename van natuurrampen en gezondheidsproblemen. Daardoor en wegens het risico van stijgende prijzen voor brandstoffen en koolstofemissies, worden postbedrijven steeds meer onder druk gezet om efficiënter en milieuvriendelijker te gaan werken.

Autonome voertuigen, mobiele apps, geautomatiseerde sortering, robotica en artificiële intelligentie hebben intussen ook hun weg gevonden naar de postsector. Deze technologieën heb-ben ten doel om de gebruikers efficiënter te laten werken en om de "last mile-levering" vlotter en flexibeler te laten verlopen.

1 IPC (2020) – Global Postal Industry Report 2020
2 Forbes (https://www.forbes.com/sites/sarahlandrum/2017/11/10/millennials-arent-afraid-to-change-jobs-and-heres-why/#596876a519a5)

We geven om onze medewerkers en we engageren ons ten opzichte van hen.
We streven ernaar om onze impact op het milieu te verminderen.
We staan dicht bij de samenleving en haar opkomende behoeften.
Onze impact op de samenleving en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals of SDG's)
Door een belangrijke bijdrage te leveren aan de sociale cohesie in de samenleving en de voorkeurspartner te zijn voor openbare diensten door betaalbare en betrouwbare postdiensten te verstrekken aan alle Belgische burgers in landelijke en stedelijke gebieden,

dragen we bij tot het bouwen van een veerkrachtige infrastructuur, het stimuleren van inclusieve en duurzame industrialisering en het aanmoedigen van innovatie.
Door de omni-commercepartner te zijn die duurzaam diversifieert, innoveert en groeit, door onze diensten op het vlak van e-commercelogistiek uit te breiden, en daarbij aandacht te hebben voor het milieu,

dragen we bij tot het garanderen van duurzame consumptieen productiepatronen.
Door een inclusieve organisatie te zijn, die levenslange leerervaringen aanbiedt waardoor onze mensen kunnen worden tewerkgesteld,

dragen we bij tot het stimuleren van langdurige, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen.
Door een planeeten mensvriendelijk referentiebedrijf te zijn door middel van onze verbintenis m.b.t. het Klimaatakkoord van Parijs en de Belgische Alliantie voor Klimaatactie, via onze wetenschappelijk onderbouwde doelstelling voor de vermindering van CO2 -uitstoot,

dragen we bij tot dringende acties in de strijd tegen de klimaatverandering en de gevolgen ervan.
Door volledig actief te zijn als een uitstootvrije "last mile"-bezorger in de Belgische stadscentra en door nauw samen te werken met leveranciers, klanten en gemeenschappen,

dragen we bij tot inclusieve, veilige, veerkrachtige en duurzame steden en menselijke nederzettingen.
Klanten Medewerkers en vakbonden Leveranciers Ngo's en
partners Overheden
Via de Mobile Postcard-app schonk bpost iedere Belg 10 gratis postkaarten, zodat ze tijdens de lockdown in contact konden blijven met hun geliefden. bpost group benadrukte ook haar engagement om mensen met elkaar te verbinden door brieven en pakjes te blijven bezorgen, door e-commercelogistiekdiensten aan te bieden en door de postkantoren open te houden, waarbij er prioriteit werd verleend aan de gezondheid en de veiligheid van haar werknemers.
KMO's kunnen nu intekenen op een nieuwe alles-in-één-oplossing die gebruikmaakt van de expertise van bpost op het vlak van e-commercelogistiek, waardoor ze vanuit het niets een volledig functionerende online winkel kunnen opzetten en met succes hun intrede in de online detailhandel kunnen doen.
De dubbeldekstrailers maken deel uit van de strategie van bpost group om de constante groei van haar activiteiten op een duurzame manier te beheren. Zij kunnen per rit 60% meer pakjes en brieven vervoeren dan de grote opleggers die momenteel op onze wegen rijden, waardoor het aantal ritten en afgelegde kilometers tegen 2030 met 30% zal zijn gedaald.
Dit gebouw van 70.000 m², dat er kwam naar aanleiding van de grotere vraag van klanten als gevolg van COVID-19, weerspiegelt het engagement van Radial om retailers en merken te helpen hun personeelsbestand op te schalen om hun e-commercedoelstellingen te halen.
In het pas gebouwde fulfilmentcenter in Roosendaal werken mensen en robots naast elkaar in een uiterst efficiënte opstelling. Active Ants zal in 2021 ook een vestiging openen in België, aangezien bpost group haar e-commercelogistiekdiensten in België en daarbuiten blijft uitbreiden.
Ilias Simpson was voorheen senior vice-president van Fulfillment Services bij Radial. Hij had de leiding over de activiteiten van de fulfilmentcenters van Radial, met de nadruk op netwerkoptimalisatie, engineering, voortdurende verbetering en projectbeheer.
In het kader van haar doelstelling om een "betrouwbare gids om te verbinden in een veranderende wereld" te zijn, lanceerde bpost group CONNECT 2026, een herziene strategische visie om de transformatie van de groep naar een klantgerichte, duurzame omni-commercegroep die dicht bij de maatschappij staat en tegelijk een efficiënte postoperator in België blijft, te versnellen. Ze is gebaseerd op 7 ambities.
Deze bijgewerkte strategische visie gaat gepaard met een geüpdatete kapitaaltoewijzing en dividendbeleid.
bpost en BNP Paribas Fortis ondertekenden een niet-bindende intentieverklaring waarin BNP Paribas Fortis de intentie uitdrukte om de participatie van 50% van bpost in bpost bank te verwerven en er de enige aandeelhouder van te worden. Beide partijen wensen een commercieel partnerschap uit te bouwen waarbij bpost het gamma aan financiële diensten via zijn netwerk van postkantoren blijft aanbieden.
De huidige context van lage marges, lage intrestvoeten en strikte kapitaalsvereisten om een kleinere onafhankelijke bank draaiende te houden, liggen aan de basis van de beoogde overeenkomst. Via dit partnerschap op lange termijn versterken bpost en BNP Paribas Fortis hun duurzame commerciële relatie die gebaseerd is op een gedeelde strategie van nabijheid om financiële diensten aan te bieden via een netwerk van kantoren dat dicht bij de burger staat. Dit bevestigt de blijvende toegevoegde waarde van het netwerk van bpost in de toekomst en daardoor kunnen de klanten van bpost bank blijven rekenen op de continuïteit van een uitmuntende dienstverlening in hun vertrouwde omgeving.
In deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur schetst bpost de voornaamste aspecten van het kader voor deugdelijk bestuur ("Corporate Governance"). Dit kader sluit aan bij de regels en principes die zijn uiteengezet in de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, zoals van tijd tot tijd gewijzigd (de "Wet van 1991"), het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen , de Statuten en het Corporate Governance Charter.
Als naamloze vennootschap van publiek recht is bpost onderworpen aan het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen1 , voor zover er niet van wordt afgeweken door de Wet van 1991 of enige andere Belgische wet of reglementering.
De laatste versie van de Statuten van bpost werd aangenomen op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 13 mei 2020 en werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 6 december 20202 .
Het bestuursmodel van bpost wordt voornamelijk gekenmerkt door:
Op 27 mei 2013 heeft de Raad van Bestuur het Corporate Governance Charter goedgekeurd. Het Charter is van kracht sinds 25 juni 2013 en werd voor het laatst aangepast na een beslissing van de Raad van Bestuur op 4 augustus 2020.
1 Gedateerd op 23 maart 2019. Dit wetboek werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2019.
2 Dit Koninklijk Besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2020. In overeenstemming met artikel 41, §4 van de Wet van 1991 moet elke wijziging aan de Statuten van bpost worden goedgekeurd door een Koninklijk Besluit na een debat van de Ministerraad.
De Raad van Bestuur kijkt het Corporate Governance Charter van bpost regelmatig na en keurt alle veranderingen goed die noodzakelijk en gepast worden geacht.
Het Corporate Governance Charter bevat regels met betrekking tot:
De Belgische Corporate Governance Code van 2020 (de "Corporate Governance Code") is de referentiecode die van toepassing is op bpost1 . De "Corporate Governance Code" is gebaseerd op het 'pas toe of leg uit'-principe. Van Belgische beursgenoteerde vennootschappen wordt gevraagd om de Corporate Governance Code na te leven, maar ze mogen afwijken van de bepalingen ervan, op voorwaarde dat zij de rechtvaardiging voor een dergelijke afwijking bekendmaken.
Tijdens het boekjaar 2020 leefde bpost de Corporate Governance Code na, met uitzondering van de vier (4) hierna volgende afwijkingen:
brengen met de Corporate Governance Code, evalueert de Raad van Bestuur de invoering van een lange termijn incentive plan ("LTIP") dat gebaseerd is op een evenwicht tussen de individuele prestaties en die van de Groep, naar het voorbeeld van het LTIP dat door een ander Belgisch beursgenoteerd overheidsbedrijf werd ingevoerd. De leden van het Group Executive Committee zouden worden aangemoedigd om hun belangen af te stemmen op de doelstellingen van de vennootschap inzake duurzame waardecreatie via een LTIP dat gebaseerd is op het voldoen aan prestatiecriteria en dat in geld wordt uitbetaald na een wachtperiode.
• De Corporate Governance Code (artikel 7.12) bepaalt dat contracten met leidinggevenden terugvorderingsbepalingen moeten bevatten. In de overeenkomsten met de leidinggevenden zijn echter geen specifieke bepalingen opgenomen over vervroegde beëindiging (met inbegrip van terugvordering of inhouding van betaling van variabele bezoldiging). Deze afwijking van de Corporate Governance Code is gerechtvaardigd omdat de variabele remuneratie van de leden van het Group Executive Committee geplafonneerd is en geen belangrijk deel uitmaakt van hun remuneratiepakket . In deze omstandigheden zou de opneming van terugvorderingsbepalingen met betrekking tot de betaling van variabele beloningen aan het uitvoerend management een beperkte invloed hebben op het nastreven van duurzame langetermijndoelstellingen inzake waardecreatie. Bovendien is het aantal situaties dat aanleiding zou kunnen geven tot terugvordering zeer beperkt, aangezien de toekenning van variabele beloningen gebaseerd zal zijn op gecontroleerde financiële informatie.
De samenstelling van de Raad van Bestuur wordt geregeld zoals hieronder beschreven:
De huidige samenstelling van de Raad van Bestuur voldoet:
Tot slot past bpost, overeenkomstig de Wet van 3 september 2017 betreffende de bekendmaking van niet-financiële informatie over diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen een diversiteitsbeleid toe in zijn administratieve, management- en controleorganen met betrekking tot aspecten zoals o.a., leeftijd, geslacht, opleiding en/
of professionele achtergrond. Dit Jaarverslag bevat een beschrijving van dit beleid, zijn doelstellingen, de toepassing en de resultaten ervan in de verslagperiode.
| Op 31 december 2020 was de Raad van Bestuur samengesteld uit de volgende 11 leden: | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| -- | -- | -- | -- | -- | ------------------------------------------------------------------------------------ | -- | -- | -- | -- |
| NAAM | FUNCTIE | EERSTE BENOEMING TOT BESTUURDER |
MANDAAT VERSTRIJKT |
|---|---|---|---|
| FRANÇOIS CORNELIS(1) | Voorzitter van de Raad van Bestuur | 2013 | 2023 |
| JEAN-PAUL VAN AVERMAET(3) | CEO en Bestuurder | 2020 | 2026 |
| JOS DONVIL(2) | Niet-uitvoerend Bestuurder | 2017 | 2021 |
| ANNE DUMONT(6) | Niet-uitvoerend Bestuurder | 2019 | 2023 |
| BERNADETTE LAMBRECHTS(2) | Niet-uitvoerend Bestuurder | 2014 | 2021 |
| LAURENT LEVAUX(6) | Niet-uitvoerend Bestuurder | 2012(7) | 2023 |
| RAY STEWART(4) | Onafhankelijk Bestuurder | 2014 | 2022 |
| MICHAEL STONE(4) | Onafhankelijk Bestuurder | 2014 | 2022 |
| FILOMENA TEIXEIRA(5) | Onafhankelijk Bestuurder | 2017 | 2021 |
| SASKIA VAN UFFELEN(5) | Onafhankelijk Bestuurder | 2017 | 2021 |
| CAROLINE VEN(6) | Niet-uitvoerend Bestuurder | 2012(7) | 2023 |
(1) Benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van bpost van 27 mei 2013 (bevestigd bij besluit van 25 juni 2013) en benoemd tot Voorzitter van de Raad van Bestuur bij besluit van de Raad op 10 mei 2017. Zijn mandaat werd verlengd (i) als bestuurder bij besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van bpost gehouden op 8 mei 2019 en (ii) als Voorzitter bij besluit van de Raad van Bestuur van 8 mei 2019.
(2) Benoemd door de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van bpost, gehouden op 13 mei 2020.
(3) Benoemd als CEO door de Raad van Bestuur van bpost gehouden op 12 februari 2020. Benoeming als lid van de Raad van Bestuur retroactief bevestigd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van bpost gehouden of 13 mei 2020.
(7) Eerste benoeming tot Bestuurder dateert van 2012, maar niet in dienst van 9 mei 2018 tot 8 mei 2019.
De samenstelling van de Raad van Bestuur is als volgt gewijzigd:
op voorstel van de Belgische Staat overeenkomstig zijn voordrachtrecht, de benoeming van Jean-Paul Van Avermaet als bestuurder met terugwerkende kracht en voor een termijn die eindigt op het ogenblik dat zijn mandaat als CEO afloopt, te bevestigen;
Op voorstel van de Belgische Staat in overeenstemming met zijn voordrachtrecht, het mandaat van Bernadette Lambrechts als niet-uitvoerend bestuurder te hernieuwen voor een termijn van één jaar, tot de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2021.
Op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2021:
De Raad van Bestuur neemt zich voor om kandidaten voorgedragen door het Bezoldigings- en Benoemingscomité, voor te stellen voor benoeming door de Aandeelhouders op de jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders op 12 mei 2021 ter vervanging van de bestuurders van wie het mandaat beëindigd is of eindigt.
Nieuwbenoemde bestuurders kunnen deelnemen aan een inductieprogramma met de bedoeling hen vertrouwd te maken met de activiteiten en de organisatie van bpost, evenals met de regels van het Corporate Governance Charter. Dit programma omvat ook bezoeken aan operationele centra en sorteercentra.
De Raad van Bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van bpost, behoudens die waarvoor krachtens de wet of de Statuten de Vergadering van Aandeelhouders of andere bestuursorganen van de Vennootschap bevoegd zijn.
In het bijzonder is de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor:
De Raad van Bestuur heeft het recht om bijzondere en beperkte bevoegdheden te delegeren aan de CEO en andere leden van het senior management en kan subdelegatie van deze bevoegdheden toestaan. Op 30 juni 2017 heeft de Raad van Bestuur besloten een delegatie van bevoegdheden goed te keuren waardoor de delegatie van specifieke bevoegdheden van de Raad van Bestuur aan de CEO en andere leden van het Group Executive Committee werd geformaliseerd. Deze beleidsregel, die niet raakt aan de bevoegdheden die aan de Raad van Bestuur zijn verleend door of krachtens de Statuten van bpost, is op 16 november 2017 gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.
De Raad van Bestuur vergadert indien de belangen van de Vennootschap dit vereisen of op verzoek van ten minste twee bestuurders. In principe vergadert de Raad van Bestuur zeven keer per jaar, en in geen geval minder dan vijf keer per jaar. In 2020 vergaderde de Raad van Bestuur dertien keren.
In het algemeen kunnen de Raad van Bestuur en de comités van de Raad van Bestuur geldig besluiten met gewone meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders, maar voor bepaalde bestuurskwesties is een tweederdemeerderheid vereist (bijvoorbeeld bij besluiten inzake de goedkeuring van alle hernieuwingen of wijzigingen van het beheerscontract en bepaalde besluiten betreffende de administratieve wettelijke status van statutaire werknemers). Bij staking van stemmen is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.
Het Corporate Governance Charter van bpost weerspiegelt de principes die de Raad van Bestuur en de comités van de Raad van Bestuur hanteren.
Het Corporate Governance Charter bepaalt, onder andere, dat beslissingen van de Raad van Bestuur van strategisch belang, met inbegrip van de goedkeuring van het ondernemingsplan en het jaarlijkse budget en beslissingen betreffende strategische overnames, allianties en overdrachten, moeten worden voorbereid door een vast of een ad hoc Comité van de Raad van Bestuur. Voor deze beslissingen zal de Raad van Bestuur ernaar streven om een breed draagvlak te vinden onder de verschillende belanghebbende partijen, met dien verstande dat, na passende dialoog en overleg, de Voorzitter van de Raad van Bestuur het betrokken voorstel ter stemming kan voorleggen en het voorstel aangenomen zal zijn indien het wordt goedgekeurd door een meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Onder leiding van de Voorzitter evalueert de Raad van Bestuur regelmatig zijn eigen strekking, zijn samenstelling en zijn prestaties en die van de Comités van de Raad van Bestuur, alsook de interactie met het Group Executive Committee. Afhankelijk van de situatie stelt de Voorzitter de nodige maatregelen voor om bepaalde tekortkomingen van de Raad van Bestuur of van een Comité van de Raad van Bestuur te verhelpen.
De Raad van Bestuur heeft onlangs een externe evaluatie laten uitvoeren over zijn werking en samenstelling. Deze externe beoordeling vond eind 2020 en begin 2021 plaats.
De Raad van Bestuur evalueert en verbetert zijn werking continu met het oog op een steeds beter en efficiënter bestuur van bpost.
Een algemeen beleid inzake belangenconflicten is van toepassing binnen bpost, en verbiedt elke situatie waarin een belangenconflict van financiële aard het persoonlijke oordeel of de beroepstaken van een bestuurder zou kunnen beïnvloeden ten nadele van de bpost groep.
Overeenkomstig artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen heeft Jean-Paul Van Avermaet tijdens de vergaderingen van de Raad van Bestuur van 17 juni 2020, 4 augustus 2020, 17 en 18 september 2020 en 7 oktober 2020, verklaard een persoonlijk belangenconflict van vermogensrechtelijke aard te hebben in verband met het agendapunt betreffende het onderzoek door de Belgische Mededingingsautoriteit ("BMA") in de veiligheidssector met betrekking tot een periode vóór hij in dienst trad bij bpost als CEO en de opvolging van de functie van CEO. Hij bracht de Commissarissen van bpost op de hoogte van dit belangenconflict en besloot om niet deel te nemen aan de beraadslaging of de stemming over dit punt.
Hieronder volgen de woordelijke uittreksels uit de betrokken notulen van de Raad van Bestuur waarin enkel bepaalde elementen werden weggelaten die volgens de Raad hetzij (i) de rechten op een eerlijk proces van de CEO in het bijzonder in gevaar dreigen te brengen, hetzij (ii) iemands privacy in het algemeen (en in het bijzonder die van de CEO) schenden, maar in elk geval enkel in de mate dat een dergelijke weglating de verplichte openbaarmaking aan de aandeelhouders krachtens artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen niet inadequaat maakt.
"De voorzitter opende de vergadering om 10.00 uur.
Alvorens de agenda van de Raad van Bestuur te behandelen, stelde de Voorzitter voor om de CEO te horen in aanwezigheid van zijn persoonlijke advocaat, […] betreffende de persartikels in verband met het onderzoek van de Belgische Mededingingsautoriteit ("BMA") in de veiligheidssector. De persberichten gaan vooral over de mogelijke betrokkenheid van de CEO in zijn hoedanigheid van CEO van G4S Belgium en dus in een periode vóór hij zijn functie als CEO van bpost opnam.
De voorzitter verzocht alle leden van de Raad om vertrouwelijkheid met betrekking tot deze zaak.
Mr. Van Avermaet legde de volgende verklaringen af in aanwezigheid van zijn advocaat:
• Hij was niet op de hoogte van het bestaan van het onderzoek van de BMA met betrekking tot beveiligingsbedrijven toen hij door bpost werd aangesteld.
Het bestuur besprak de kwestie in afwezigheid van de CEO. Elementen van de discussie waren o.a. het reputatierisico voor bpost en de vraag of de CEO nog in staat was om de bpost-strategie uit te voeren.
Eén lid van de Raad stelde voor een externe raadsman voor de Vennootschap in te schakelen, wat de voorzitter een goed idee vond.
De Raad heeft kennis genomen van de informatie die door de CEO en zijn raadsman werd verstrekt, en op basis van deze informatie heeft de Raad besloten de CEO en het uitvoerend management te steunen bij de uitvoering van de strategie, gezien de uitdagingen die bpost te wachten staan. Aangezien bpost hierbij geenszins betrokken is, heeft de Raad geen verdere opmerkingen.
De CEO werd daarop opnieuw uitgenodigd in de vergadering."
"Voor het verslag van de Voorzitter verklaarde de CEO dat hij een persoonlijk belangenconflict van vermogensrechtelijke aard had zoals bedoeld in artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen in verband met het agendapunt dat betrekking heeft op het verslag van de vergadering van het Bezoldigings- en Benoemingscomité waarin het statuut van de CEO werd besproken.
De CEO verliet de vergaderzaal en nam niet deel aan de beraadslaging, noch aan de beslissing. De CEO zal het College van Commissarissen informeren over dit belangenconflict in overeenstemming met artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De voorzitter merkte op dat alle bestuursleden, behalve iemand die op vakantie was, de vertrouwelijkheidsovereenkomst hadden ondertekend, en dat één bestuurslid een gewijzigde versie van de overeenkomst had ondertekend. De voorzitter van de Raad vroeg of de Raad ermee instemde om op die basis verder te gaan met het verslag van het Bezoldigings- en Benoemingscomité. De Raad maakte geen bezwaar.
De voorzitter verklaarde ook dat hij de bedrijfssecretaris heeft gevraagd om op de volgende vergadering van de Raad een kort opleidings- en ontwikkelingsprogramma voor te bereiden inzake de verplichtingen van alle bestuursleden.
De voorzitter bracht verslag uit over de besprekingen binnen het Bezoldigings- en Benoemingscomité en zijn aanbevelingen voor de Raad.
Het Bezoldigings- en Benoemingscomité kwam samen om de impact op de reputatie van bpost te bespreken van het formele onderzoek van de Belgische Mededingingsautoriteit in de veiligheidssector en om na te gaan of sommige verklaring van de CEO al dan niet overeenstemmen met zijn wettelijke verplichtingen inzake transparantie.
De volgende documenten werden ter beschikking van de leden van het Comité gesteld:
De leden van het Comité hadden de gelegenheid om vragen te stellen aan […] van Jones Day en aan […] van Claeys & Engels, die beiden als raadslieden van bpost werden aangesteld.
Het Comité heeft vervolgens de CEO verhoord in aanwezigheid van zijn advocaat, […] van het kantoor Liedekerke, om een behoorlijke en eerlijke procedure mogelijk te maken en om vragen te kunnen stellen aan de CEO.
De CEO en zijn advocaat hebben hun verklaring afgelegd op de vergadering van de Raad van Bestuur van 17 juni gewijzigd en hebben erkend dat het onderzoek geen vooronderzoek was, noch een sectoraal onderzoek, maar een onderzoek naar bedrijven en individueel gedrag.
In afwezigheid van de CEO en zijn raadsman bracht de Voorzitter verslag uit over de aanbevelingen van het Comité aan de Raad:
Op aanbeveling van het Comité heeft de Raad van Bestuur de bovenstaande aanbevelingen met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
[…]
Aangezien de kwestie van de opvolging van de CEO uiterst belangrijk is, kwam de Raad overeen dat het plan voor de opvolging van de CEO op het niveau van de Raad moet worden besproken. De Raad was het erover eens dat goede corporate governance vereist dat een actualisering van het succcessieplan voor de CEO en de leden van de GEC wordt opgesteld.
De CEO werd daarop opnieuw uitgenodigd in de vergadering."
"Vóór het verslag van de Voorzitter, verklaarde de CEO dat hij een persoonlijk belangenconflict van vermogensrechtelijke aard had, zoals bedoeld in artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen in verband met het agendapunt dat betrekking heeft op de follow-up van zijn functie.
De CEO verliet de vergaderzaal en nam niet deel aan de beraadslaging, noch aan de beslissing. De CEO zal het College van Commissarissen informeren over dit belangenconflict in overeenstemming met artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De Voorzitter gaf een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen en correspondentie.
De Raad besprak het memorandum van de juridisch adviseur dat aan de Raad was verstrekt. Hij stelde verschillende vragen aan […] en […] van Jones Day, raadsman van de Vennootschap in verband met het onderzoek van het Amerikaanse ministerie van justitie en de Belgische Mededingingsautoriteit waarop de raadslieden antwoordden.
De Raad nam nota van het memorandum van zijn externe raadsman over de stand van de procedure, en kreeg de gelegenheid vragen te stellen aan de raadslieden van de Vennootschap.
De Raad vindt dat hij niet moet vooruitlopen op de uitkomst van de procedures van de Belgische Mededingingsautoriteit en het Amerikaanse ministerie van Justitie met betrekking tot mogelijke kartelinbreuken in de veiligheidssector in België en de mogelijke betrokkenheid van de heer Van Avermaet.
Dit gezegd zijnde, benadrukt de Raad dat hij van de CEO verwacht dat deze laatste te allen tijde de hoogste ethische normen in acht neemt en zich houdt aan alle toepasselijke wetten, in het belang van alle belanghebbenden.
De Raad verwacht ook dat de CEO een strikte verplichting tot transparantie ten aanzien van de Raad nakomt.
Op grond van een naar behoren ingediend en goedgekeurd voorstel, heeft de Raad ingestemd met het volgende:
het besluit van de Raad) schriftelijk op de hoogte brengt van alle informatie die onder de aandacht van de Raad moet worden gebracht krachtens zijn contract en de toepasselijke regels en reglementen, zodat de Raad een weloverwogen beslissing kan nemen om de belangen van de Vennootschap te beschermen. […]
De CEO werd daarop uitgenodigd om, samen met de leden van het Group Executive Committee, de vergadering opnieuw te vervoegen om de agenda verder af te handelen."
"Vóór het verslag van de Voorzitter, verklaarde de CEO dat hij een persoonlijk belangenconflict van vermogensrechtelijke aard had, zoals bedoeld in artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen in verband met het agendapunt dat betrekking heeft op de follow-up van zijn functie.
De CEO verliet de vergaderzaal en nam niet deel aan de beraadslaging, noch aan de beslissing. De CEO zal het College van Commissarissen informeren over dit belangenconflict in overeenstemming met artikel 7:96 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De Voorzitter herinnerde de Raad aan de besluiten betreffende de positie van de CEO van 17 september. De Voorzitter stelde de Raad tevens in kennis van de brief van de nieuwe vicepremier en haar verzoek om volledig over het dossier te worden geïnformeerd.
[…] [De brief van de Raad aan de CEO van 24 september en het antwoord van de CEO van 1 oktober] werden vooraf gedeeld met de Raad, evenals de juridische adviezen van de externe raadslieden van de Vennootschap. De Voorzitter uitte ook zijn bezorgdheid over de gevolgen voor de reputatie van de Vennootschap en de uitdaging om een zorgvuldig evenwicht te vinden tussen het belang van alle belanghebbenden en het individuele recht van de CEO om zichzelf te verdedigen.
De Voorzitter verklaarde dat de Raad vandaag moet bespreken wat in het beste belang van de Vennootschap zou zijn en of de Raad van oordeel is dat de CEO nog steeds zijn verplichtingen en functies als CEO kan vervullen.
De Voorzitter onderstreepte dat de CEO in dit stadium niet in staat van beschuldiging is gesteld, noch individueel wordt vervolgd.
Vervolgens verzocht hij alle leden van de Raad hun mening en standpunt over deze kwestie kenbaar te maken.
Alle leden van de Raad hebben hun standpunten en meningen kenbaar gemaakt. Om redenen van vertrouwelijkheid worden deze standpunten niet afzonderlijk in de notulen opgenomen.
Op grond van een naar behoren ingediend en goedgekeurd voorstel, heeft de Raad ingestemd met het volgende:
[Twee leden van de Raad formuleerden een afwijkende mening.]"
De procedure voor transacties die verband houden met een verbonden partij, zoals uiteengezet in artikel 7:97 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen zal worden nageleefd voor elke beslissing inzake het beheerscontract of andere overeenkomsten met de Belgische staat of andere overheden (andere dan die binnen het toepassingsgebied van artikel 7:97, §1, sectie 3 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen).
De Raad van Bestuur heeft drie permanente Comités van de Raad van Bestuur opgericht die de Raad van Bestuur bijstaan en aanbevelingen doen in specifieke domeinen: het Strategisch Comité, het Auditcomité (in overeenstemming met artikel 7:99 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen) en het Bezoldigings- en Benoemingscomité (in overeenstemming met artikel 7:100 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen). Het intern reglement van deze Comités van de Raad van Bestuur is beschreven in het Corporate Governance Charter.
Het Strategisch Comité adviseert de Raad van Bestuur over strategische aangelegenheden, en zal in het bijzonder:
Het Strategisch Comité bestaat uit maximaal zes bestuurders. De Voorzitter van het Strategisch Comité wordt aangesteld door de leden van het Strategisch Comité.
Het Strategisch Comité bestond op 31 december 2020 uit de volgende vijf leden:
| LAURENT LEVAUX (CHAIRPERSON) Niet-uitvoerend Bestuurder |
|
|---|---|
| CAROLINE VEN Niet-uitvoerend Bestuurder |
|
| FILOMENA TEIXEIRA Onafhankelijk Bestuurder |
|
| JEAN-PAUL VAN AVERMAET CEO en Bestuurder |
|
| ANNE DUMONT Niet-uitvoerend Bestuurder |
Het Strategisch Comité kwam in 2020 drie keren samen.
Het Auditcomité adviseert de Raad van Bestuur over aangelegenheden inzake boekhouding, audit en interne controle, en zal in het bijzonder belast zijn met:
Het Auditcomité bestaat uit maximaal vijf niet-uitvoerende bestuurders, met minstens één onafhankelijke bestuurder. De Voorzitter van het Auditcomité wordt aangeduid door de leden van het Auditcomité.
Gezamenlijk hebben de leden van het Auditcomité voldoende deskundigheid op het vlak van boekhouding en audit om hun taken efficiënt uit te voeren, met name op het vlak van financiële zaken. Ray Stewart is deskundige op het vlak van boekhouding en audits, zoals blijkt uit zijn vroegere functies bij Nyrstar en Proximus (voormalig Belgacom). De andere leden van het Auditcomité hebben of hadden mandaten in de raad van bestuur of uitvoerende mandaten in topbedrijven of -organisaties.
Het Auditcomité bestond op 31 december 2020 uit de volgende vijf leden:
| NAAM | FUNCTIE |
|---|---|
| RAY STEWART (CHAIRPERSON) | Onafhankelijk Bestuurder |
| MICHAEL STONE | Onafhankelijk Bestuurder |
| SASKIA VAN UFFELEN | Onafhankelijk Bestuurder |
| BERNADETTE LAMBRECHTS | Niet-uitvoerend Bestuurder |
| CAROLINE VEN | Niet-uitvoerend Bestuurder |
Het Auditcomité kwam in 2020 vier keren samen.
Het Bezoldigings- en Benoemingscomité adviseert de Raad van Bestuur voornamelijk over aangelegenheden inzake de benoeming en bezoldiging van bestuurders, CEO en Group Executive Committee, en zal in het bijzonder:
Het Bezoldigings- en Benoemingscomité bestaat uit minstens drie en maximaal vijf niet-uitvoerende bestuurders, met te allen tijde een meerderheid van onafhankelijke bestuurders. Samen beschikken de leden van het Bezoldigingsen Benoemingscomité over voldoende relevante expertise met betrekking tot het bezoldigingsbeleid om hun rol doeltreffend te vervullen.
Het Bezoldigings- en Benoemingscomité bestond op 31 december 2020 uit de volgende vier leden:
| NAAM | FUNCTIE |
|---|---|
| FRANÇOIS CORNELIS (CHAIRPERSON) | Voorzitter van de Raad |
| JOS DONVIL | Niet-uitvoerend Bestuurder |
| SASKIA VAN UFFELEN | Onafhankelijk Bestuurder |
| FILOMENA TEIXEIRA | Onafhankelijk Bestuurder |
In 2020 kwam het Bezoldigings- en Benoemingscomité drie keren samen.
De vorige CEO, Koen Van Gerven, die tot 26 februari 2020 in functie was, werd benoemd voor een termijn van zes jaar, bij een in de Ministerraad overlegd Koninklijk Besluit van 26 februari 2014, in overeenstemming met de bepalingen van de Wet van 1991 vooraleer het werd gewijzigd door de Wet van december 2015.
De huidige CEO, Jean-Paul Van Avermaet, werd benoemd voor een termijn van zes jaar door de Raad van Bestuur, op aanbeveling van het Bezoldigings- en Benoemingscomité, tot 12 januari 2026.
De CEO is belast met (i) het dagelijks bestuur van bpost en de vertegenwoordiging van de Vennootschap met betrekking tot dit bestuur, (ii) de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur en (iii) de bijzondere bevoegdheden die door de Raad van Bestuur aan hem/haar worden gedelegeerd overeenkomstig Artikel 18, §2 van de Statuten. De CEO rapporteert regelmatig aan de Raad van Bestuur.
De CEO kan door de Raad van Bestuur worden ontslagen.
Het operationele bestuur van bpost wordt waargenomen door het Group Executive Committee onder leiding van de CEO. Het Group Executive Committee bestaat uit maximaal negen leden, die door de Raad van Bestuur worden benoemd (voor een termijn die door de Raad van Bestuur wordt bepaald) en kunnen worden ontslagen, op voordracht van de CEO en na het advies van het Bezoldigings- en Benoemingscomité te hebben ingewonnen.
Het Group Executive Committee vergadert regelmatig op uitnodiging van de CEO. Het Group Executive Committee wordt bijgestaan door de Secretaris van het Group Executive Committee .
De individuele leden van het Group Executive Committee oefenen de bijzondere bevoegdheden uit die hen door de Raad van Bestuur of, naargelang het geval, de CEO worden opgedragen. Binnen de grenzen van de aan hen toegekende bevoegdheden, kunnen de leden van het Group Executive Committee aan een of meer personeelsleden van bpost speciale en beperkte bevoegdheden opdragen. De leden van het Group Executive Committee kunnen de subdelegatie van deze bevoegdheden toestaan.
Het Group Executive Committee bereidt, onder leiding van de CEO, een ondernemingsplan voor waarin de doelstellingen en strategie van bpost op middellange termijn worden beoordeeld. Dit ondernemingsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur.
Het Group Executive Committee bestond op 31 december 2020 uit de volgende leden:
| NAAM | FUNCTIE |
|---|---|
| JEAN-PAUL VAN AVERMAET | Chief Executive Officer |
| LEEN GEIRNAERDT | Chief Financial Officer |
| MARK MICHIELS | Chief Human Resources & Organization |
| DIRK TIREZ | Chief Legal & Regulatory Officer en Company Secretary |
| NICO COOLS | Chief IT Officer en Chief Digital Officer |
| LUC CLOET | Director Mail & Retail |
| KATHLEEN VAN BEVEREN | Director Parcels & Logistics Europe en Asia |
| ILIAS SIMPSON | Director Parcels & Logistics North-America |
De Wet van 1991 bevat verschillende bepalingen over de samenstelling, benoeming en werking van een "Comité Wet van 1991". Sinds de inwerkingtreding van de Wet van december 2015 zijn de aan het Comité Wet van 1991 toegekende bevoegdheden beperkt tot de onderhandeling van het Beheerscontract met de Belgische Staat (met dien verstande dat het Beheerscontract vervolgens moet worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur). Daarom zal het Comité Wet van 1991 enkel van kracht blijven voor de beperkte doeleinden en taken vastgelegd in de aangepaste Wet van 1991.
Het Comité Wet van 1991 bestond op 31 december 2020 uit de CEO, die het Comité voorzit, en twee andere leden (één Nederlandstalig en één Franstalig lid): Mark Michiels en Catherine Delvaux.
De Raad van Bestuur en de Adviescomités worden bijgestaan door de Secretaris van de Vennootschap, Dirk Tirez, die ook Chief Legal & Regulatory Officer van bpost is. Hij werd benoemd in oktober 2007. François Soenen is de Secretaris van het Group Executive Committee.
De audit van de financiële toestand van bpost en van de geconsolideerde en niet-geconsolideerde jaarrekeningen wordt uitgevoerd door een College van Commissarissen. bpost heeft vier Commissarissen: (i) twee Commissarissenzijn benoemd door de Vergadering van Aandeelhouders en (ii) twee andere Commissarissen door het Rekenhof, de Belgische instelling die verantwoordelijk is voor de controle van openbare rekeningen. De leden van het College van Commissarissen worden benoemd voor een hernieuwbare periode van drie jaar. De Vergadering van Aandeelhouders bepaalt de bezoldiging van de leden van het College van Commissarissen.
Op 31 december 2020 bestond het College van Commissarissen van bpost uit:
EY and PVMD are responsible for the audit of bpost's consolidated financial statements. For the year ended December 31, 2020, EY and PVMD received 1,375,324.00 EUR (excluding value added tax) in fees for the audit of financial statements of bpost and its subsidiaries and 176,789.00 EUR (excluding value-added tax) in fees for non-audit services. The two auditors appointed by the Court of Audit received 81,698.00 EUR in remuneration for their services in connection with the audit of bpost's non-consolidated financial statements for the year ended December 31, 2020.
De aandelen van bpost zijn op naam of gedematerialiseerd. Op 31 december 2020 werd het aandelenkapitaal van bpost vertegenwoordigd door 200.000.944 aandelen, genoteerd op de gereglementeerde markt Euronext Brussel.
Met respectievelijk 48.263.200 (24,13%) en 53.812.449 (26,91%) bpost-aandelen in hun bezit op 31 december 2020, hadden de Belgische Staat en de FPIM samen een participatie van 102.075.649 (51,04%) door bpost uitgegeven stemgerechtigde aandelen. De resterende 97.925.295 aandelen zijn in het bezit van particuliere aandeelhouders en Europese en internationale institutionele aandeelhouders.

In 2020 heeft bpost geen transparantieverklaringen ontvangen waarin openbaar werd gemaakt dat een notificatielimiet was bereikt (overschrijding of onderschrijving), overeenkomstig de Wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in beursgenoteerde bedrijven en de Statuten. Alle transparantiekennisgevingen zijn beschikbaar op de website van bpost op http://corporate.bpost.be/investors/share-information/transparency-declarations.
De aandelen van de Vennootschap zijn vrij overdraagbaar, op voorwaarde dat, overeenkomstig artikel 147bis van de Wet van 1991 en artikel 11 van het Corporate Governance Charter, de rechtstreekse deelneming van de Overheden in het maatschappelijk kapitaal te allen tijde meer dan 50% moet bedragen.
Op 17 januari 2006 sloten bpost, de Belgische Staat en de FPIM een aandeelhoudersovereenkomst af, zoals later gewijzigd, voor een vaste termijn van 15 jaar. Deze overeenkomst leidt niet tot beperkingen wat betreft de overdracht van bpost-aandelen en/of de uitoefening van andere stemrechten dan deze die in het Corporate Governance Charter van bpost zijn uiteengezet.
Op 31 december 2020 hield bpost geen eigen aandelen aan.
Elk aandeel geeft de houder ervan recht op één stem. Behoudens de beperkingen op stemrechten die worden opgelegd door de wet, bepalen de Statuten dat, indien aandelen aan verscheidene eigenaars toebehoren, in pand zijn gegeven of indien de rechten die toebehoren aan de aandelen, het voorwerp uitmaken van onverdeeldheid, vruchtgebruik of een andere vorm van opsplitsing van de eraan verbonden rechten, de Raad van Bestuur de eraan verbonden rechten kan schorsen totdat één persoon is aangewezen als houder van de betrokken aandelen ten aanzien van bpost.
Het remuneratieverslag van bpost1 (het "Remuneratieverslag") werd opgesteld in overeenstemming met artikel 3:6 §3 van het Belgisch Wetboek voor Vennootschappen en Verenigingen (het "BWVV"), zoals aangepast door de wet van 28 april 2020 tot wijziging van de Richtlijn Aandeelhoudersrechten II2 ("Wet SRD II"), de Belgische wet inzake corporate governance 2020 (de "Wet Corporate Governance"), marktpraktijken en tendensen.
bpost vindt transparantie en een duidelijke communicatie over de principes en de invoering van het bezoldigingsbeleid van essentieel belang. Daarom deelt zij in dit Remuneratieverslag relevante informatie over de in het boekjaar 2020 aan de leden van de Raad van Bestuur en van het Group Executive Committee betaalde bezoldiging. In het Remuneratieverslag van dit jaar zijn nieuwe tabellen opgenomen die extra inzicht geven in de totale beloning van de leden van de Raad van Bestuur en van het Group Executive Committee, alsook in de gerealiseerde prestaties en de uitbetaling van de variabele beloning.
bpost heeft een dynamisch, valoriserend en verantwoord bezoldigingsbeleid ontwikkeld. Dit beleid wordt regelmatig geëvalueerd en bijgewerkt om het voortbestaan van bpost te waarborgen.
Het algemene bezoldigingsbeleid heeft meerdere doelstellingen, onder andere:
bpost onderscheidt drie verschillende groepen waarvan de bezoldiging in dit Remuneratieverslag wordt uiteengezet:
De individuele vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur en de leden van het Group Executive Committee hangt af van de categorie waartoe zij behoren.
Het Bezoldigings- en Benoemingscomité buigt zich regelmatig over de principes van dit bezoldigingsbeleid en de toepassing ervan, en zal dit blijven doen. De Raad van Bestuur en het Bezoldigings- en Benoemingscomité zullen ook de mogelijkheid en de haalbaarheid van een participatieplan op lange termijn
("long term incentive plan") blijven analyseren. De bedoeling van dat plan is om de acties en initiatieven van het management beter af te stemmen op de langetermijnresultaten van de Vennootschap.
1 Een naamloze vennootschap van publiek recht naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Muntcentrum, 1000 Brussel (België) en ingeschreven bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen onder nummer 214.596.464 (RLE Brussel) (de "Vennootschap" of "bpost").
2 Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europese Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EC inzake het aanmoedigen van langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders ("SRD II").
Tijdens boekjaar 2020 week bpost niet af van het bezoldigingsbeleid waarnaar hierboven wordt verwezen en dat werd goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 25 april 2000, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. Ondanks de coronapandemie is bpost erin geslaagd dezelfde sleutelcomponenten voor de verloning en dezelfde financiële en klantendoelstellingen te behouden die vóór de pandemie van kracht waren.
In overeenstemming met de toepasselijke vereisten inzake corporate governance zal bpost een nieuw bezoldigingsbeleid voor de leden van zijn Raad van Bestuur en van het Group Executive Committee, dat van toepassing is vanaf 1 januari 2021, op de aandeelhoudersvergadering van 12 mei 2021 ter stemming voorleggen aan de aandeelhouders. Dit bezoldigingsbeleid, dat op 8 maart 2021 werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op aanbeveling van het Bezoldigings- en Benoemingscomité, zet de bestaande praktijken voort en past bepaalde principes aan om de langetermijnbelangen van bpost en de afstemming van alle belanghebbenden te bevorderen. bpost zal zijn nieuwe bezoldigingsbeleid (samen met de resultaten van de stemming) na de stemming door de aandeelhouders op zijn website publiceren. Elke verdere materiële wijziging aan dit bezoldigingsbeleid dient dan door de Vergadering van Aandeelhouders te worden goedgekeurd, op aanbeveling van de Raad van Bestuur en het Bezoldigings- en Benoemingscomité.
De bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur (met uitzondering van de CEO), zoals goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 april 2000, bleef ook in 2020 van toepassing. Die bezoldiging bestaat uit twee elementen:
• een maandelijkse vaste vergoeding; en
• een zitpenning per vergadering van de Raadgevende Comités waaraan de bestuurders deelnemen.
De maandelijks vastgelegde vergoeding en de zitpenning worden op 1 maart van elk kalenderjaar automatisch geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex.
Er werden geen andere vergoedingen betaald aan de leden van de Raad van Bestuur voor hun mandaat.
De CEO heeft geen recht op een vergoeding voor zijn mandaat als lid van de Raad van Bestuur.
Tijdens het boekjaar 2020 ontvingen de leden van de Raad van Bestuur (met uitzondering van de CEO) de volgende vaste maandelijkse vergoeding:
De leden van de Raad van Bestuur (met uitzondering van de CEO) ontvingen ook een zitpenning van 1.785,57 EUR per bijgewoonde vergadering van het Raadgevend Comité.
In boekjaar 2020 werd aan de leden van de Raad van Bestuur (met uitzondering van de CEO) een totaalbedrag van 319.138,05 EUR (bruto) aan bezoldigingen uitbetaald.
De tabel hieronder bevat de totale jaarlijkse bezoldiging die aan elk lid van de Raad van Bestuur (met uitzondering van de CEO) werd uitbetaald, op basis van hun deelname aan de vergaderingen van de verschillende Raadgevende comités:
| LID | RAAD VAN BESTUUR | BEZOLDIGINGS- EN STRATEGISCH COMITÉ BENOEMINGSCOMITÉ |
AUDITCOMITÉ AD HOC COMITÉ |
TOTALE JAARLIJKSE BRUTOBEZOLDIGING (EUR) |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BEDRAG (EUR) |
VERGADE RING(2) |
BEDRAG (EUR) |
VERGADE RING(2) |
BEDRAG (EUR) |
VERGADE RING(2) |
BEDRAG (EUR) | VERGADE RING(2) |
BEDRAG (EUR) |
VERGADE RING(2) |
||
| François Cornelis (Chairman of the Board) |
42.782,72 | 13/13 | N.v.t. | 5.356,71 | 3/3 | N.v.t. | 1.767,83 | 1(1) | 49.907,26 | ||
| Jos Donvil | 21.391,36 | 12/13 | N.v.t. | 5.356,71 | 3/3 | N.v.t. | N.v.t. | 26.748,07 | |||
| Anne Dumont | 21.391,36 | 12/13 | 5.356,71 | 3/3 | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | 26.748,07 | |||
| Bernadette Lam- brechts |
21.391,36 | 13/13 | 5.356,71 | 3/3 | N.v.t. | 7.142,28 | 4/4 | N.v.t. | 33.890,35 | ||
| Laurent Levaux | 21.391,36 | 11/13 | 5.356,71 | 3/3 | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | 26.748,07 | |||
| Ray Stewart | 21.391,36 | 13/13 | N.v.t. | N.v.t. | 7.142,28 | 4/4 1.767,83 | 1(1) | 30.301,47 | |||
| Michael Stone | 21.391,36 | 13/13 | N.v.t. | N.v.t. | 7.142,28 | 4/4 1.767,83 | 1(1) | 30.301,47 | |||
| Filomena Teixeira | 21.391,36 | 11/13 | 5.356,71 | 3/3 | 3.571,14 | 2/3 | N.v.t. | 1.767,83 | 1(1) | 32.087,04 | |
| Saskia Van Uffelen | 21.391,36 | 13/13 | N.v.t. | 5.356,71 | 3/3 | 7.142,28 | 4/4 1.767,83 | 1(1) | 35.658,18 | ||
| Caroline Ven | 21.391,36 | 11/13 | 3.571,14 | 2/3 | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | 24.962,50 | |||
| 235.304,96 | 24.997,98 | 19.641,27 | 28.569,12 | 8.839,15 | 317.352,48 |
(1) Deze bedragen omvatten alle bedragen die werden uitbetaald voor het boekjaar 2020. De presentiegelden worden uitbetaald in de maand na de vergadering van het Raadgevend comité waaraan werd deelgenomen, wat betekent dat de voor het boekjaar 2020 uitbetaalde bedragen betrekking hebben op de deelname aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur of van het Raadgevend Comité die plaatshadden tussen december 2019 en november 2020.
(2) Het totale aantal vergaderingen dat in de tabel als referentie wordt gebruikt hangt af van het tijdstip waarop de betrokken leidinggevende werd benoemd als lid van de Raad van Bestuur of van een Raadgevend Comité.
Het bezoldigingspakket van de CEO1 en de andere leden van het Group Executive Committee wordt goedgekeurd door de Raad van Bestuur op aanbeveling van het Bezoldigings- en Benoemingscomité.
In 2020 bestond de bezoldiging uit:
Geen aandelen, aandelenopties of andere rechten om aandelen te verwerven (of andere op aandelen gebaseerde vergoedingen) werden toegekend aan of uitgeoefend door de CEO of de andere leden van het Group Executive Committee, of zijn vervallen in 2020. Geen opties die werden toegekend in het kader van vorige aandelenoptieplannen waren uitstaand voor het boekjaar 2020.
1 Het mandaat van Koen Van Gerven als (uitvoerend) bestuurder en als persoon belast met het dagelijks bestuur (Chief Executive Officer) van bpost verstreek op 26 februari 2020 en werd niet hernieuwd. Koen Van Gerven werd als CEO vergoed voor zijn twee maanden durende mandaat tijdens het boekjaar 2020. Jean-Paul Van Avermaet werd gecoöpteerd als lid van de Raad van Bestuur met ingang van 26 februari 2020 en benoemd als CEO door de Raad van Bestuur op aanbeveling van het Bezoldigings- en Benoemingscomité. Om een vlotte overgang te verzekeren, trad Jean-Paul Van Avermaet op 13 januari 2020 in dienst bij bpost en werd hij vanaf die dag bezoldigd.
In de bezoldiging van de CEO en de andere leden van het Group Executive Committee werden geen belangrijke wijzigingen aangebracht ten opzichte van het vorige boekjaar.
Wat de variabele incentive op korte termijn betreft, heeft de Raad van Bestuur in 2019 een wijziging goedgekeurd in de structuur van de variabele incentive op korte termijn, die ingaat vanaf 2019 (met uitbetalingen in 2020). Het streefpercentage voor de variabele kortetermijnincentive van de CEO en de andere leden van het Group Executive Committee bleef ongewijzigd. Niettemin is de bonusstructuur overgeschakeld van een vermenigvuldiging van de collectieve en individuele doeluitkeringen naar een additief systeem. Bovendien wegen de collectieve doelstellingen zwaarder dan de individuele prestatiedoelstellingen voor de CEO en de andere leden van het Group Executive Committee. De verhouding is 80%-20% voor de CEO en 70%-30% voor de andere leden van het Group Executive Committee. Ten slotte zijn de collectieve doelstellingen gesegmenteerd voor de groep en de bedrijfseenheden om de transparantie te verbeteren.
Het relatieve belang van de verschillende bezoldigingscomponenten van de CEO en de leden van het Group Executive Committee wordt geïllustreerd in de grafieken hieronder.

De basisbezoldiging bestaat uit een vast basissalaris dat wordt bepaald door de aard en de bijzonderheden van de functies, en wordt onafhankelijk van de resultaten van bpost toegekend:
1 De basisbezoldiging van Koen Van Gerven voor het boekjaar 2020 bedroeg 82.690,80 euro (bruto).
De basisbezoldiging van de CEO werd maandelijks betaald, in twaalf gelijke termijnen. De andere leden van het Group Executive Committee werden betaald overeenkomstig de plaatselijke wetgeving.
In 2020 hadden de CEO en de andere leden van het Group Executive Committee in België variabele kortetermijnbeloningsdoelstellingen met betrekking tot hun prestaties tijdens het boekjaar 2019 van maximaal 30% van hun jaarlijkse vaste basisvergoeding.
De variabele kortetermijnincentive werd toegekend op basis van het behalen van zowel collectieve doelstellingen als individuele prestatiedoelstellingen, die begin 2019 zijn vastgesteld.
Deze individuele doelstellingen worden jaarlijks geëvalueerd tijdens het eerste kwartaal na het einde van het boekjaar, in het kader van een "Performance Management Process" ("PMP"). Daarbij worden duidelijke en meetbare doelstellingen vastgelegd, die moeten worden behaald binnen een overeengekomen termijn. De individuele prestaties worden gemeten ten opzichte van die doelstellingen en kunnen evolueren van 0% van het basisbedrag van het variabel loon op korte termijn in geval van ondermaatse prestaties tot 200% in geval van bovenmaatse prestaties.
De belangrijkste individuele prestatiedoelstellingen die de CEO tijdens het boekjaar 2019 moest bereiken, waren de volgende:
De belangrijkste individuele prestatiedoelstellingen die de andere leden van het Group Executive Committee moesten bereiken tijdens het boekjaar 2019, waren de volgende:
In 2019 bereikten de individuele prestatiedoelstellingen een uitbetaling tussen 110% en 130% voor de leden van het Group Executive Committee.
De huidige CEO, Jean-Paul Van Avermaet, heeft in 2020 nog geen kortetermijnincentive ontvangen, aangezien hij in de loop van 2020 bij bpost in dienst is getreden. Zijn eventuele variabele kortetermijnincentive voor het boekjaar 2020 zal worden vastgesteld en uitbetaald in 2021, gebaseerd op de verwezenlijking van de collectieve doelstellingen en individuele prestatiedoelstellingen voor het boekjaar dat afliep op 31 december 2020.1
De andere leden van het Group Executive Committee ontvingen een globale variabele kortetermijnincentive van 846.379,94 EUR (bruto) in 2020, gebaseerd op de verwezenlijking van de collectieve doelstellingen en de individuele prestatiedoelstellingen voor het jaar dat eindigde op 31 december 2019. Hun eventuele variabele kortetermijnincentive voor het boekjaar 2020 zal worden vastgesteld en betaald in 2021, na de prestatiebeoordeling van elk lid van het Group Executive Committee.
De CEO en de andere leden van het Group Executive Committee hebben een aanvullend pensioenplan (tweede pijler):
De CEO en de andere leden van het Group Executive Committee ontvingen andere voordelen, zoals een verzekering die overlijdens tijdens het mandaat en invaliditeit dekt, een ziekteverzekering, maaltijdcheques (behalve voor de CEO) en een bedrijfswagen. Deze voordelen worden geregeld gebenchmarkt en aangepast aan de standaardpraktijken. Het bedrag van de andere uitkeringen wordt vermeld in de onderstaande tabel.
De totale bezoldiging betaald aan de CEO in 2020 bedraagt 623.285,02 EUR (vergeleken met 736.325,66 EUR in 2019) en kan worden uitgesplitst zoals geïllustreerd in de onderstaande tabel.
De totale bezoldiging betaald aan de leden van het Group Executive Committee (andere dan de CEO) in 2020 bedraagt 4.791.691,71 EUR (vergeleken met 4.277.964,94 EUR in 2019) en kan worden uitgesplitst zoals geïllustreerd in de tabel hieronder:
| TOTALE BEZOLDIGING VAN DE CEO EN DE ANDERE LEDEN VAN HET GROUP EXECUTIVE COMMITTEE IN 2020 | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| VAST LOON | VERHOUDING | ||||||||||
| NAAM EN FUNCTIE |
BASISSALARIS | VERGOE DINGEN |
ANDERE VOORDELEN |
VARIABEL LOON | BUITENGEWONE | POSTEN PENSIOENKOSTEN | TOTALE BEZOLDIGING |
TUSSEN VASTE EN VARIABELE BEZOLDIGING(1) |
|||
| Jean-Paul Van Avermaet, CEO |
507.500,01 EUR | N.v.t. | 39.,435,66 EUR (2) | 0 EUR(3) | 0 EUR | 90.842,10 EUR | 637.777,77 EUR | Vast: 100% Variabel: 0% |
|||
| De leden van het Group Executive Committee. |
3.191.276,42 EUR (4) | N.v.t. | 294.099,85 EUR (5) | 846.379,94 EUR | 0 EUR 459.935,49 EUR 4.791.691,71 EUR | Vast: 82.34% Variabel: 17.66% |
(1) Het vaste salaris omvat een vaste bezoldiging en de pensioenbijdragen. Variabele bezoldiging omvat de jaarlijkse kortetermijnincentive. Andere voordelen van de CEO zijn: (I) verzekering die overlijden tijdens het mandaat dekt, ziekte- en invaliditeitsverzekering: 19.593,56 EUR; (2) (ii) representatiekosten: 3.300,00 EUR; (iii) leasingkosten voor bedrijfswagen: 16.542,10 EUR
(3) CEO, Jean-Paul Van Avermaet, ontving geen variabele vergoeding tijdens 2020. Zijn variabele bezoldiging voor het jaar 2020 zal worden vastgesteld en uitbetaald in 2021, gebaseerd op de collectieve en individuele doelstellingen voor het boekjaar dat eindigde op 31 december 2020, nadat de prestatiebeoordeling is afgerond in 2021.
(4) De basisbezoldiging van de andere leden van het Group Executive Committee omvat eindejaarspremies en vakantiegeld.
(5) Andere voordelen van de andere leden van het Group Executive Committee omvatten: (i) verzekering die overlijden tijdens het mandaat dekt, ziekte- en invaliditeitsverzekering; (ii) representatiekosten en maaltijdcheques; iii) leasingkosten voor bedrijfswagen.
30
l BPOST I JAARVERSLAG 2020
1 De voormalige CEO, Koen Van Gerven, ontving voor het behalen van de collectieve doelstellingen en individuele prestatiedoelstellingen voor het jaar dat afliep op 31 december 2019 een variabel loon van 250.000.00 EUR (bruto) in 2020.
Er zijn geen specifieke contractuele terugvorderingsbepalingen ten gunste van bpost voor de variabele vergoeding die wordt uitbetaald aan de CEO en aan de andere leden van het Group Executive Committee.
In 2020 waren er de volgende wijzigingen in de samenstelling van het Group Executive Committee:
Het totale bezoldigingsbedrag uitbetaald tijdens het boekjaar 2020 ligt in lijn met de principes van het bezoldigingsbeleid van bpost dat werd goedgekeurd op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 april 2000, zoals van tijd tot tijd gewijzigd.
De doelstelling van het bezoldigingsbeleid van bpost is het aantrekken, motiveren en behouden van de best gekwalificeerde talenten die nodig zijn om de korte- en langetermijndoelstellingen van bpost te verwezenlijken binnen een samenhangend kader. Het beleid is zodanig gestructureerd dat de belangen van de Raad van Bestuur en van het management van bpost worden afgestemd op de belangen van de aandeelhouders, de belanghebbenden en de maatschappij in het algemeen.
Het niveau van de vaste basisvergoeding zorgde er enerzijds voor dat de bpost groep steeds kon rekenen op een professioneel en ervaren management, zelfs in moeilijkere tijden, zoals de coronacrisis.
De betaling van het kortetermijnincentive garandeerde anderzijds de realisatie van zowel financiële (EBIT) als niet-financiële (klantentrouw en absenteïsme) prestatiecriteria die de strategie van bpost vertalen.
In dit deel wordt de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en van het Group Executive Committee, en de evolutie ervan in de tijd, gekaderd in de ruimere context van de gemiddelde bezoldiging van de personeelsleden van bpost (op basis van een voltijds equivalent) en van de prestaties van bpost. De volgende tabel geeft een overzicht van de evolutie in de tijd van de laatste vijf jaar van de totale bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en van het Group Executive Committee. De tabel geeft deze evolutie verder weer in de ruimere context van de gemiddelde bezoldiging van de werknemers van bpost (op basis van voltijdse equivalenten) en de algemene jaarlijkse prestatiecriteria.
De methode die wordt gebruikt voor de berekening van het bezoldigingsgemiddelde (op basis van voltijdse equivalenten) van de werknemers is de volgende: de brutosom van het maandsalaris, de jaarlijkse bonus, andere voordelen, gedeeld door het totale aantal werknemers op basis van voltijdse equivalenten.
| % WIJ FY 2016 ZIGING |
% WIJ FY 2017 ZIGING |
FY 2018 | % WIJ ZIGING |
FY 2019 | % WIJ ZIGING |
FY 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| BEZOLDIGING RAAD VAN BESTUUR EN MANAGEMENT(1) | ||||||||||
| Globale bezoldiging leden van de Raad van Bestuur |
330,694.58 EUR | 6% | 350,614.14 EUR | -5.4% | 331,510.77 EUR | 17% | 388,123.43 EUR | -17.8%(2) | 319,138.05 EUR | |
| Globale bezoldiging van de CEO |
829,420.12 EUR | 2.3% | 848,843.1 EUR | 6.3% | 902,123.95 EUR | -18% | 736,325.66 EUR | -15.4% | 623,285.02 EUR | |
| Globale bezoldiging van de andere leden van het Group Executive Committee |
2,721,432.99 EUR | 18.8% | 3,232,267.22 EUR | 35%(3) | 4,363,457.84 EUR | 4% | 4,277,964.94 EUR | 10.7% | 4.791.691,71 EUR(4) | |
| PRESTATIES VAN HET BEDRIJF | ||||||||||
| Financiële "metric" (EBIT) |
496,549,055.5 EUR | 1% | 501,646,889.79 EUR | -15% | 424,261,989.47 EUR | -27% | 310,805,491.40 EUR | -9.7% | 280,573,881.37 EUR | |
| Totale bedrijfsopbrengsten |
2,425,200,000.00 EUR | 24.7% | 3,023,800,000.00 EUR | 27.3% 3,850,200,000.00 EUR | -0.3% 3,837,800,000.00 EUR | 8.3% 4,154,600,000.00 EUR | ||||
| Customer Loyalty Index (klantentrouwindex) |
79.55 | -13% | 69.5% | -17% | 57.95% | 73%(5) | 100.17% | -8.2% | 91.95% | |
| Index Absenteïsme op Korte Termijn |
4.37% | 3% | 4.52% | 9.7% | 4.96%(6) | |||||
| GEMIDDELDE BEZOLDIGING OP EEN FTE-BASIS VAN WERKNEMERS(7) | ||||||||||
| Werknemers van de Vennootschap |
45,686.00 EUR | 2% | 46,500.00 EUR | -1% | 46,256.00 EUR | 2% | 47,259.00 EUR | 1,8% | 48,118.00 EUR |
Toelichtingen bij de in bovenstaande tabel opgenomen gegevens volgen hieronder:
bpost past dezelfde bezoldigingsprincipes toe voor managers op sleutelposities en voor zijn werknemers. Zowel de werknemers als het management hebben een vaste basisbezoldiging, een variabele vergoeding en diverse voordelen. De vaste basisbezoldiging wordt regelmatig herzien. De variabele vergoeding hangt af van belangrijke financiële (EBIT) en niet-financiële maatstaven (d.w.z. klantentrouw en absenteïsme) van bpost. Bijkomende voordelen worden toegekend afhankelijk van de kwalificaties en de anciënniteit van het personeel.
Als grootste Belgische postoperator en leverancier van logistieke diensten voor pakketten en e-commerce in Europa, Noord-Amerika en Azië, stelt de bpost groep meer dan 36.291 ervaren en getalenteerde medewerkers tewerk, die zich ten dienste stellen van de klanten en de gemeenschappen van bpost. bpost streeft ernaar de arbeidsomstandigheden te blijven verbeteren om een collaboratieve, inclusieve en gezonde werkplek te bevorderen. bpost is ervan overtuigd dat dit het bedrijf zal helpen om de beste talenten en capaciteiten aan te trekken, te ontwikkelen en te behouden om zo de strategie van bpost te ondersteunen.
De verhouding tussen het hoogst bezoldigde kaderlid en het minst bezoldigde personeelslid (op basis van voltijdse equivalenten) binnen de Vennootschap bedroeg 20 in 2020.
De Vergadering van Aandeelhouders van 13 mei 2020 heeft het remuneratieverslag van 2019 goedgekeurd met een meerderheid van 73,06%. .
Het bpost Enterprise Risk Management ("ERM")-kader ondersteunt bpost bij het doeltreffend beheer van risico's en de implementatie van de nodige controles om haar doelstellingen te bereiken. Het ERM-kader omvat: (i) risicobeheer dat bpost toelaat om geïnformeerde beslissingen te nemen over de risico's die bpost bereid is te nemen om haar strategische doelstellingen te bereiken, daarbij rekening houdend met externe factoren en (ii) interne controleactiviteiten, die alle interne beleidsnota's, procedures en bedrijfspraktijken over risicobeheer omvatten. De goede praktijken in risicobeheer en interne controleactiviteiten (bv. internationale norm ISO31000) en de richtlijnen van de Commissie Corporate Governance werden gebruikt als referenties om het ERM-kader te bepalen.
In het algemeen is de doelstelling om een redelijke mate van zekerheid te bieden over (i) de naleving van huidige wetgeving en reglementering, (ii) de betrouwbaarheid van financiële en niet-financiële gegevens, en (iii) de doeltreffendheid van interne processen. Een "redelijke mate van zekerheid" is een hoge, maar geen absolute mate van zekerheid, aangezien elk intern controlesysteem zijn beperkingen heeft gelinkt aan onder meer menselijke fouten, verkeerde beslissingen of keuzes over de kosten/baten van controle.
De volgende beschrijving van de interne controle en risicobeheeractiviteiten is een feitelijke beschrijving en wil een overzicht bieden van de belangrijkste kenmerken van de activiteiten.
De controleomgeving bevordert het bewustzijn van en handelen naar regels bij werknemers, bepaalt duidelijke rollen en verantwoordelijkheden en publiceert kwaliteitsrichtlijnen, en toont het engagement aan van het Group Executive Committee en de Raad van Bestuur van bpost.
"Vertrouwen verdienen" is een van de kernwaarden van bpost. De Raad van Bestuur en het Group Executive Committee hebben de Gedragscode van bpost goedgekeurd. Deze werd voor het eerst uitgegeven in 2007 en voor het laatst herzien in 2019.
De Gedragscode bevat algemene principes die de waarden en ethische normen beschrijven die gelden voor iedereen die bij de bpost groep werkt en maakt het mogelijk gepast te reageren ingeval de Gedragscode niet wordt nageleefd. Deze principes worden aangevuld door de relevante reglementeringen, beleidslijnen en procedures die in de bedrijven, dochterondernemingen en ondernemingen van bpost van kracht zijn. De Gedragscode wordt aan alle nieuwe medewerkers overhandigd als deel van het onboarding-proces en wordt systematisch geïntroduceerd in de dochterondernemingen van bpost. De Gedragscode is ook beschikbaar op het intranet van het bedrijf en er wordt naar verwezen tijdens opleidingssessies. Elke inbreuk op de Gedragscode moet worden gerapporteerd aan de hiërarchische overste of de referentiepersoon van de medewerker, of aan het juridische departement van bpost, al naargelang het geval.
Daarnaast heeft bpost, om te beantwoorden aan de wetgeving op het vlak van handel met voorkennis en marktmisbruik, een Verhandelings- en Communicatiereglement ingevoerd. Dit Reglement wordt regelmatig in lijn gebracht met de meest recente wetgeving en reglementering. Het Verhandelings- en Communicatiereglement heeft tot doel bewustzijn te creëren over mogelijk onbetamelijk gedrag van werknemers, kaderleden, personen met leidinggevende verantwoordelijkheid (zijnde de leden van de Raad van Bestuur en het Group Executive Committee) en hun verbonden personen. Het Verhandelings- en Communicatiereglement bevat strenge regels over vertrouwelijkheid, niet gebruik van "prijsgevoelige" informatie en handelsbeperkingen. De regels van dit Reglement werden ruim gecommuniceerd binnen de Groep en het Reglement kan worden geraadpleegd door alle werknemers, kaderleden en personen met leidinggevende verantwoordelijkheid. In overeenstemming met de Verordening Marktmisbruik van 16 april 2014 werden personen met leidinggevende verantwoordelijkheid ingelicht over hun verplichtingen bij de verhandeling van aandelen zoals bepaald in de Verordening Marktmisbruik.
De Raad van Bestuur houdt toezicht op het operationele management van de Vennootschap. Het Auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in materies betreffende boekhouding, audit en interne controle. Zonder afbreuk te doen aan de toezichthoudende rol van de Raad van Bestuur, bepaalt het Group Executive Committee voorschriften en procedures voor het beheer van risico's en interne controle, en ziet het ook toe op de doeltreffende uitvoering ervan. Een model met "drie verdedigingslinies" is ingesteld:
• Ten slotte is de afdeling Corporate Audit, verantwoordelijk voor de interne audits binnen de bpost groep, de derde linie in dit model. De directeur Corporate Audit rapporteert aan de Voorzitter van het Auditcomité en aan de CEO.
Goed leiderschap maakt het verschil en brengt betere resultaten voor bpost. Om de ontwikkeling van vaardigheden te bevorderen, heeft bpost haar eigen opleidingscentrum. Technische opleidingen worden gegeven in de businessunits (bijvoorbeeld opleidingen over "International Financial Reporting Standards" (IFRS) die gebruikt worden voor het opstellen van de geconsolideerde financiële rekeningen) en er worden ad hoc lessen uitgewerkt waar nodig. Persoonlijke ontwikkeling wordt aangemoedigd via duidelijke taakomschrijvingen en een gestructureerde halfjaarlijkse evaluatie. Ad hoc coaching wordt gepromoot.
Het doel van risicobeheer, vervat in het ERM-kader, is om een consistente bedrijfsaanpak te hanteren en een sterke risicobeheermentaliteit te introduceren. Er bestaan drie types van risicobeheeractiviteiten. Ten eerste vindt een strategische risico evaluatie plaats als onderdeel van het proces om de strategie van bpost te bepalen of te herzien. Daarnaast evalueert elke business unit elk semester haar operationele risico's. Ten slotte worden risicobeheeractiviteiten en interne controles uitgevoerd op proces-, product- of projectniveau. Deze laatste fase omvat ook een evaluatie van de geschiktheid van de belangrijkste interne controles om risico's op proces , product en projectniveau te beperken. Hetzelfde gestructureerde risicobeheerproces wordt toegepast op de drie soorten risicobeheeractiviteiten:
De coherentie tussen de drie type risicobeheeractiviteiten is verzekerd door het gebruik van dezelfde geformaliseerde criteria om risico's te beoordelen. Zo worden de risico's correct gecirculeerd, zowel top down als bottom up.
Meer informatie is beschikbaar in het deel "Risicobeheer" van het jaarverslag (toelichting 6.5).
Beleidsnota's en procedures werden opgemaakt voor de kernprocessen (boekhouding, aankoop, investeringen, thesaurie enz.). Deze zijn onderworpen aan regelmatige controles. Interne controledashboards worden opgevolgd waar dit relevant is.
Alle entiteiten van de groep gebruiken een Enterprise Resource Planning ("ERP")-systeem of boekhoudsoftware om de efficiënte verwerking van zakelijke transacties te ondersteunen, om de boekhouding te voeren en om informatie voor de consolidatie door te geven. Deze systemen bieden het management transparante en betrouwbare informatie om de bedrijfsactiviteiten te overzien, te controleren en aan te sturen. Potentiële conflicten in de scheiding van rechten in het ERP-systeem worden op regelmatige wijze opgevolgd. bpost heeft managementprocessen ingevoerd om ervoor te zorgen dat er dagelijks gepaste maatregelen worden genomen om de prestaties, de beschikbaarheid en de integriteit van haar IT-systemen op te volgen. De bekwaamheid en doeltreffendheid worden opgevolgd via interne service level overeenkomsten en via periodieke prestatie en incidentenrapportering aan de verschillende betrokken businessunits.
Systematische en gestructureerde financiële processen garanderen een tijdige en kwalitatieve rapportering. Deze processen omvatten de volgende hoofdactiviteiten of controles:
Intern gebruikt het departement Interne Communicatie een waaier aan tools, zoals het intranet van de Vennootschap en de nieuwsbrief voor werknemers, om boodschappen te verspreiden op een gestructureerde en systematische manier, van zowel topmanagementniveau als het operationele niveau.
Financiële en prestatiegerelateerde informatie wordt gedeeld tussen het operationele en financiële management en het Group Executive Committee. Naast de maandelijkse rapporteringanalyse die wordt voorbereid door de financiële business partners, voert het Group Executive Committee elk kwartaal een diepgaande review uit over de prestaties van de verschillende bedrijfstakken (businessunits).
Een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en goede coördinatie tussen de relevante departementen zorgt voor een doeltreffend en tijdig communicatieproces voor periodieke financiële informatie. Alle IFRS-richtlijnen, interpretaties en boekhoudprincipes, die door alle juridische entiteiten en operationele eenheden moeten worden toegepast, worden regelmatig door het Group Finance Department meegedeeld aan de boekhoudteams in de verschillende juridische entiteiten en operationele eenheden.
Naar externen toe beheren de departementen Press Relations, Public Affairs en Investor Relations met onder meer pers, publieke autoriteiten en de financiële gemeenschap. Deze departementen centraliseren en valideren externe communicaties met een mogelijke impact op groepsniveau. Dit omvat, maar is niet beperkt tot, financiële informatie.
Financiële informatie wordt gedeeld met de markt op kwartaal , halfjaar en jaarbasis. Voorafgaand aan publicatie, wordt financiële informatie onderworpen aan (i) een uitgebreid intern valideringsproces, (ii) nazicht door het Auditcomité en (iii) goedkeuring door de Raad van Bestuur.
bpost beschikt over een professioneel intern auditdepartement dat werkt volgens de normen van het Institute of Internal Auditors. Het departement is onderworpen aan een vijfjaarlijkse externe kwaliteitscontrole. De afdeling voert een jaarlijkse risico evaluatie uit met een halfjaarlijkse controle om het auditprogramma te bepalen. Via haar audittaken biedt de afdeling een redelijke garantie op de doeltreffendheid van interne controles in de verschillende onderzochte processen of projecten.
Het College van Commissarissen van bpost verstrekt een onafhankelijk oordeel over de jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening van het volledige boekjaar. Het College voert een beperkte controle uit over de halfjaarlijkse tussentijdse verkorte financiële rekening. Daarnaast controleren zij belangrijke wijzigingen van de IFRS-boekhoudprincipes en evalueren ze de belangrijkste interne controles van de processen die worden gebruikt bij de opstelling van de financiële rekeningen.
Het Auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in materies betreffende boekhouding, audit en interne controle.
Het Auditcomité ontvangt en bekijkt hiervoor:
De Raad van Bestuur verzekert in laatste instantie dat er een intern controlesysteem en controleprocedures zijn. De Raad van Bestuur volgt de implementatie op van de werking en de geschiktheid van het intern controlesysteem en de controleprocedures, rekening houdende met het advies van het Auditcomité, en neemt de nodige maatregelen om de integriteit van de financiële rekeningen te waarborgen. Er is een procedure die toelaat dat het geschikte bestuursorgaan van bpost op korte tijd samen wordt gebracht als de omstandigheden dat vereisen.
Meer informatie over de samenstelling en de werking van het Auditcomité en de Raad van Bestuur is beschikbaar in de secties van deze Verklaring inzake deugdelijk bestuur over de Raad van Bestuur en het Auditcomité.
bpost is een bedrijf met een erg divers personeelsbestand en engageert zich om op het werk een samenwerkingscultuur tot stand te brengen en te ondersteunen. Een dergelijke diverse omgeving stelt de groep in staat om de interactie met haar klanten en belanghebbenden te optimaliseren en om op verschillende doeltreffende manieren uitdagingen het hoofd te bieden.
In die context heeft bpost een Diversiteitsbeleid uitgewerkt (te raadplegen op de website van bpost), dat erop gericht is een sensibilisering op gang te brengen rond diversiteit en inclusie binnen de groep. Dit Diversiteitsbeleid heeft tot doel de werknemers en het management van bpost te ondersteunen bij het tot stand brengen van een cultuur waar diversiteit en inclusie dagdagelijkse praktijk zijn.
Het programma spitst zich toe op engagement, bewustzijn en betrokkenheid. De Raad van Bestuur zet de toon en is de echte sponsor van de diversiteits- en integratieworkshops die worden georganiseerd voor teams die investeren in bewustwording op het vlak van diversiteit en inclusie en/of die te maken hebben met specifieke onderwerpen die kaderen binnen diversiteit en inclusie.
bpost gaat uit van het standpunt dat verschillende competenties en meningen van de Raad van Bestuur en het Group Executive Committee bevorderlijk zijn voor een goed inzicht in de organisatie en bedrijfsactiviteiten. Dit zorgt ervoor dat deze leden de strategische beslissingen op constructieve wijze ter discussie kunnen stellen, bewuster worden van risicobeheer en meer open komen te staan voor vernieuwende ideeën.
bpost voldoet aan de bepalingen van artikel 7:86 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen inzake de vertegenwoordiging van geslachten, maar het Diversiteitsbeleid voor de leden van zijn management reikt verder dan dit strikte wettelijke minimum.
Bij de samenstelling van de Raad van Bestuur en het Group Executive Committee is bijzondere aandacht besteed aan diversiteit op het vlak van criteria zoals leeftijd, professionele achtergrond, geslacht en nationaliteit. Bij het vinden van kandidaten voor vacatures baseert het Bezoldigings- en Benoemingscomité zich op evenwichtige dashboards van dergelijke diversiteitscriteria.
Diversiteitsaspecten die in aanmerking worden genomen met betrekking tot leden van de Raad van Bestuur en het Group Executive Committee van bpost zijn de volgende:
De Raad van Bestuur evalueert jaarlijks of er bij het management van bpost vooruitgang werd geboekt met betrekking tot de diversiteit.
Op 31 december 2020 is het resultaat van de diversiteitsaspecten bij de leden van de Raad van Bestuur en van het Group Executive Committee van bpost als volgt:

| 17% | Finance & Accounting, Risk Management, Audit | 16% | |
|---|---|---|---|
| 19% | Transport & Logistics, Fullfilment, Warehousing, E-commerce | 22% | |
| 8% | Banking | 7% | |
| 13% | Postal services | 15% | |
| 18% | Parcel services | 15% | |
| 7% | Retail | 7% | |
| 10% | Digital, Technology, Telecommunication, Innovation | 9% | |
| 8% | Human Resources management | 9% |
bpost heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de samenleving. Het is onze plicht om een voorbeeldrol te vervullen. Dat is de reden waarom we ernaar streven om onze processen en cultuur te verduurzamen. Door dat te doen kunnen we een 'duurzame groei' realiseren en zullen we door onze stakeholders (klanten, aandeelhouders, overheid, medewerkers, leveranciers, vakbonden, NGO's) als een maatschappelijk verantwoorde onderneming worden gezien. Het is voor ons ook belangrijk dat onze klanten weten dat hun brieven, pakjes en logistiek op een verantwoorde manier worden behandeld.
In 2017 hielden we een materialiteitsbeoordeling om te achterhalen aan welke MVO-onderwerpen bpost en onze stakeholders de meeste waarde hechten. Dankzij deze studie konden we een jaar later een strategie voor duurzame ontwikkeling opstellen, gebaseerd op drie pijlers:
Op basis van deze strategie werden de volgende prioriteiten bepaald:

| ONZE MVO PRIORITEITEN (MATERIËLE ASPECTEN) |
BIJBEHORENDE RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN |
STRATEGISCHE KPI | DOELGROEP | RESULTAAT 2020 VS. DOELSTELLING |
RESULTAAT 2020 T.O.V. EXTERNE OMGEVING |
|---|---|---|---|---|---|
| People (Mensen) | |||||
| Gezondheid en veiligheid van onze mede werkers |
Verwondingen en/of ziekte kunnen niet alleen voor bpost, maar ook voor de betrokken medewerker kosten met zich meebrengen. Een preventief welzijnsbeleid kan ook helpen om de stressniveaus en dus het absenteïsme te verminderen. |
Absenteïsme | bpost België heeft een nieuwe driemaandelijkse doelstelling inzake kortdurende ziekte vastgelegd op basis van het bedrijfsbudget. Het streefgemiddelde voor 2020 bedraagt 4,39. |
bpost Belgium: 4,81 |
Wegens de uitzonderlijke omstandigheden door COVID-19 worden de cijfers van het derde kwartaal van 2020 gebruikt voor het volledige jaar. |
| Opleiding van de me dewerkers en talent ontwikkeling |
Goed opgeleide werknemers kunnen laten zien hoe het werk efficiënter kan worden gedaan [of: Goed opgeleide medewerkers kunnen efficiënter werken] en stimuleren het engagement van de werknemers, wat kan helpen om medewerkers aan boord te houden. |
||||
| Ethiek en diversiteit |
Het beleid op het vlak van ethiek en diversiteit heeft een effect op de reputatie van bpost, en op het engagement en het behoud van onze medewerkers. |
Engagement van onze medewerkers |
De externe benchmark voor post en logistiek overtreffen of halen (2020 = 7,4) |
2020 = 7 2019 = 6,9 |
In 2020 voerde Effectory, een extern bedrijf, een nieuwe eenvoudige methode in. De uit vier vragen bestaande enquête is gebruiksvriendelijk en is toegankelijk voor alle werknemers. Omwille van de |
| Sociale dialoog Planet (Planeet) |
Een doeltreffende sociale dialoog helpt niet alleen stakingen en de bijbehorende kosten te voorkomen, maar zorgt er ook voor dat medewerkers tevreden en geëngageerd blijven. |
continuïteit herberekende Effectory de resultaten van eerdere Pulse-enquêtes. |
|||
| Groen wagenpark |
Een groen wagenpark helpt ons om onze koolstofvoetafdruk te verkleinen en zorgt ervoor dat het bedrijf positief wordt gepercipieerd. Het stelt ons ook in staat om te besparen op brandstofkosten. Bovendien is het een manier om de verwachte stijgingen van de koolstoftaksen zo goed mogelijk af te remmen. |
CO2 voetafdruk scope 1, 2 en 3 |
Onze wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen zijn: • - 20% scope 1 en 2 broeikasgasemissies tegen 2030 in vergelijking met vertrekpunt 2017: 114 395 tCO2 -eq. • - 20% scope 3 broeikasgasemissies tegen 2030 van upstream-transport en -distributie in vergelijking met vertrekpunt 2017: 218 016 tCO2 -eq. |
Resultaten 2020: emissies van scope 1 en 2 stegen met 3% en emissies van scope 3 daalden met 18% vs. 2017, hetgeen neer-komt op een totale daling van CO2 -emissies met 11% (scope 1, 2 en 3). |
De gerenommeerde onafhankelijke instantie "Carbon Disclosure Project" heeft onze inspanningen gescreend en ons een B-waardering toegekend, terwijl het gemiddelde voor onze branche C bedroeg. |
| Groene gebouwen |
Groene gebouwen maken energiegerelateerde kostenbe sparingen mogelijk en verbeteren ook nog eens onze kool stofvoetafdruk. |
||||
| Afvalbeheer | Door een degelijk afvalbeheer wordt ons bedrijf positief gepercipieerd en verbetert onze koolstofvoetafdruk van scope 3. Als zodanig kan afval ook inkomsten opleveren als grondstof voor nieuwe producten. |
||||
| Proximity (Nabijheid) | |||||
| Nabijheid tot onze samenleving |
Nabijheid tot de samenleving maakt deel uit van de opdracht van bpost. Geen rekening houden met de plaatselijke gemeenschap zou nadelige gevolgen hebben voor de reputatie van bpost. |
Totale som van donaties |
Onze inspanningen aanhouden om impact te hebben. |
563.000 EUR | We schonken niet alleen meer dan twee miljoen gratis mobile postcards, maar bleven ook lokale initiatieven steunen via ons Star4You-programma, dat onze medewerkers die zich persoonlijk inzetten voor lokale projecten een duwtje in de rug geeft. Via DigitalForYouth werden meer dan 250 laptops geschonken aan kinderen die hun school en hun vrienden niet online konden contacteren. |
| Dicht bij onze leveranciers |
Een duidelijk zicht op onze bevoorradingsketen doet onze efficiëntie toenemen en helpt risico's op het vlak van de bevoorrading voorkomen (bv. financiële stabiliteit of be voorradingszekerheid). Rekening houden met eisen op het vlak van duurzaamheid helpt ons ook om reputatierisico's in verband met onethisch gedrag of milieuschade te beperken. |
Aandeel van belangrijke tier 1-leveranciers die onder onze gedragscode voor leveranciers vallen |
100% | 2020 = 31% 2019 = 35% |
Sinds 2018 valt 31% van de leveranciers van bpost Belgium onder de gedragscode voor leveranciers (nu opgenomen in onze algemene voorwaarden voor alle contracten). Uit een onderzoek van Ecovadis naar de duurzaamheidspraktijken van bedrijven uit 2020 blijkt dat slechts 39% van de uitgaven voor aankopen bij leveranciers onder een gedragscode valt. |
| Nabijheid tot onze klanten via onze dien-sten |
We kunnen onze klanten beter behouden als we hun ervaringen met ons kunnen verbeteren en ons aanbod voor hen kunnen uitbreiden. De ontwikkeling van duurzamere oplossingen leidt ook tot opportuniteiten om de verwachtingen van onze klanten te overtreffen en op die manier onze marktpositie te verbeteren. |
Klantentevredenheid | Het niveau van het vorige jaar evenaren of overtreffen. |
2020 = 84 2019 = 82 |
bpost meet de tevredenheid van zijn klanten op een schaal van 1 tot 7. Andere ondernemingen gebruiken meestal een schaal van 1 tot 5 of/ van 1 tot 10. Bovendien combineren we de resultaten van particuliere en zakelijke klanten, waardoor het moeilijker is om de resultaten te vergelijken met andere bedrijven of benchmarks. De groei in 2020 is te danken aan de toegenomen tevredenheid van zowel particuliere als zakelijke klanten. |
40
l BPOST I JAARVERSLAG 2020

In de tweede helft van 2020 zijn wij, als een eerste stap in het eerste deel van ons duurzaamheidstraject, gestart met een nieuwe materialiteitsbeoordeling voor bpost group.
Deze beoordeling zal ons helpen ervoor te zorgen dat onze strategie op de juiste domeinen is gericht, om het veranderende duurzaamheidslandschap te beoordelen en om de materiële onderwerpen die belangrijk zijn voor ons bedrijf en onze stakeholders te begrijpen en te prioriteren.
Voor de volgende stappen zullen wij deze resultaten gebruiken om onze duurzaamheidsstrategie te laten evolueren, om de relevante KPI's te bepalen om onze business units te betrekken en om onze prestaties op het vlak van duurzaamheid op te voeren. Wij zullen onze rapportering afstemmen op de belangen en behoeften van onze stakeholders, alsook op die van bpost group.
Het omzetten van Diversiteit en Inclusie in de praktijk is een belangrijke ambitie van de CONNECT 2026-visie. In 2020 verwelkomde bpost 9 nieuwe collega's bij bpost Belgium en 3 collega's bij DynaGroup.
Het programma "Duaal Leren" bij bpost biedt mensen die ver van de arbeidsmarkt af staan (NEET, langdurig werkzoekenden, laaggeschoolden of ongeschoolden, mensen die geen enkele van onze landstalen spreken, mensen zonder rijbewijs) een opleidingsprogramma van één jaar waarin ze een diploma secundair onderwijs, een rijbewijs en een voltijdse baan bij bpost kunnen behalen.
In Nederland werkt DynaGroup samen met FermWerk, waarbij mensen worden begeleid om hun vaardigheden te
ontwikkelen en hun inzetbaarheid binnen DynaGroup of andere bedrijven te vergroten.

Terwijl de technologische evolutie en de COVID-19-pandemie de groei van de post- en e-commercesector aanwakkerden, openden bpost group en de stad Mechelen de eerste stedelijke uitstootvrije zone voor de levering van pakjes en brieven. Een duurzaam initiatief dat de klantentevredenheid, de luchtkwaliteit en de innovatie bevordert.
Wat in de zomer van 2019 begon als een proefproject, is nu een Belgische primeur geworden. bpost bezorgt nu pakjes en brieven in het centrum van Mechelen, het gebied met postcode 2800, zonder enige koolstofuitstoot. Deze ambitie werd waargemaakt door het opzetten van een hybride netwerk dat de levering door een wagenpark van 100% elektrische voertuigen en cargofietsen combineert met de installatie van 57 pakjesautomaten op strategische plaatsen in de stad, die 24/7 open zijn. Het is de bedoeling om de Mechelaars ertoe aan te zetten om naar een nabijgelegen pakjesautomaat te wandelen of te fietsen om hun pakjes op te halen.
Over een periode van twee jaar zal dit actieve partnerschap duurzame oplossingen bestuderen en implementeren, die voornamelijk gericht zijn op de lokale circulaire economie.
Het partnerschap tussen bpost group en de stad Mechelen werd opgezet in het kader van het EU-project Surflogh (Smart Urban Freight LOGistics Hubs), dat gericht is op duurzame leveringen in de stad. Het was dan ook niet meer dan normaal dat de twee partners hun gezamenlijke ambitie wilden waarmaken, namelijk de uitstoot verminderen.
"Mechelen heeft grote ambities en wil tegen 2030 de koolstofuitstoot met 40% verminderen", aldus Vicky Vanmarcke, portfoliohouder voor transport. "De proefprojecten en de partnerschappen met de logistieksector zullen in dit verband van doorslaggevend belang zijn. Mislukte thuisleveringen zijn goed voor 8% van het verkeer in de binnenstad en dit innoverende project biedt ons de kans om dat percentage naar omlaag te krijgen".
"Als bedrijf zijn wij vastbesloten om een leidende rol te spelen in duurzame e-commerce" aldus Jean-Paul Van Avermaet, CEO van bpost group. "Dit partnerschap met de stad Mechelen is voor ons de eerste stap in de goede richting, waarbij we de Mechelaars een schaalbaar netwerk van diensten aanbieden die elkaar perfect aanvullen en wederzijds versterken. Wij hopen uiteraard dat dit ook vele andere steden zal inspireren. We zullen binnenkort onderhandelingen aanvatten met geïnteresseerde partijen."
Duurzaamheid is een van onze belangrijkste bekommernissen bij bpost group, maar lang niet de enige. Aangezien meer en meer steden en gemeenten verantwoorde maatregelen nemen (zoals nul uitstoot en voetgangerszones, verkeerbeheersplannen en steun voor de circulaire economie), wil bpost zijn bereik uitbreiden en inzetten op de trend van duurzame partnerschappen om de luchtkwaliteit en de levenskwaliteit in de binnenstad van verschillende andere Belgische steden te verbeteren. Het doel is een proef op ware grootte met als doel het slaagpercentage van stadsleveringen te verhogen, meer gemak te bieden en het lokale sociaal-economische weefsel en de circulaire economie te ondersteunen.
Als organisatie heeft bpost zich reeds tot doel gesteld om minstens de helft van zijn wagenpark te vervangen door uitstootvrije voertuigen, wat neerkomt op 3 500 voertuigen in totaal.
Terwijl de vrachtwagens van bpost geleidelijk aan zullen worden vervangen door voertuigen op LNG (vloeibaar aardgas), gaat de groep nog een stap verder met zijn plan om meer dan 320 dubbeldekstrailers te kopen tegen 2030 en tot 550 trailers in de komende 20 jaar.
Het gaat om een Belgische primeur die het aantal ritten en de afstand die wordt afgelegd voor de levering van pakjes en brieven tegen 2030 naar verwachting met 30% zal doen dalen. Tegen 2040 zou dat cijfer moeten stijgen tot 40%.
43
l BPOST I JAARVERSLAG 2020
Transport vormt een belangrijke uitdaging voor bpost group. Het pakjesvolume neemt aanzienlijk toe (+ 56,2% vorig jaar) en er is dan ook een weloverwogen algemene strategie nodig om de impact van deze activiteiten op het milieu en op de transportinfrastructuur te controleren.
bpost biedt hier een tastbaar antwoord op met o.a. zijn dubbeldekstrailers, die passen in een reeks duurzame oplossingen om zijn constante groei te ondersteunen. Deze DDT's zijn vier meter hoog en hebben twee dekken van 1,8 m over een standaardlengte van 13,60 m. Zij hebben 60% meer capaciteit dan de opleggers die momenteel in gebruik zijn.
De dubbeldektrailers zullen in de komende jaren geleidelijk aan worden ingevoerd. Daardoor zal bpost zijn vrachtwagenpark kunnen inkrimpen en de opstoppingen op de Belgische wegen helpen verminderen.

DynaGroup, een dochterbedrijf van bpost, draagt ook bij aan de duurzaamheidsstrategie van de groep. In het kader van het partnerschap tussen haar gepersonaliseerde logistiekspecialist Dynalogic en de Nederlandse ngo Wecycle werd in 2019 bijna 9,9 miljoen kilo elektrisch afval ingezameld. Een spectaculair resultaat, dat echter in 2020 nog zal worden overtroffen door de toename van het online shoppen als gevolg van de coronapandemie.
Het principe dat ertoe leidt dat deze grote volumes worden behaald, is simpel: bij de levering van een nieuw toestel biedt Dynalogic aan om het oude toestel mee te nemen om het op een milieuvriendelijke manier te recycleren.
In oktober 2020 opende een ander dochterbedrijf van bpost group, Active Ants, zijn ultramoderne e-fulfilmentopslagplaats in Roosendaal. Robots en mensen werken er samen om duizenden e-commercepakjes in te pakken op de site, die zo'n 20.000 m² groot is.
De automatisering heeft de opslag, de orderpicking en de sortering vele malen doeltreffender gemaakt, terwijl ook de arbeidsomstandigheden voor het personeel zijn verbeterd. Maar dat is nog niet alles, want de robotisering heeft ook de milieu-impact van de activiteiten verminderd. De verschillende verpakkingsmachines kunnen het formaat van de doos aanpassen aan de inhoud, ze wegen en er een verzendetiket op aanbrengen. Er is dus geen opvulmateriaal meer nodig om te voorkomen dat de inhoud in de doos verschuift. Ook de opslag wordt geoptimaliseerd, want de robots kunnen op elke vierkante meter zes keer zoveel volume opslaan en gebruiken daarbij hun eigen krachtbron, waardoor het stroomverbruik in het gebouw daalt.

Ook Radial, het Noord-Amerikaanse dochterbedrijf van bpost group, heeft in 2020 grote stappen gezet en nieuwe ambities ontwikkeld op het vlak van duurzaamheid door ledverlichting te implementeren in de kantoren. Radial heeft zijn klanten ook meer bewust gemaakt van de voordelen van een duurzame aanpak voor de planeet, maar ook voor hun bedrijfsresultaten.
In juni schaarden de 26 000 medewerkers van bpost zich achter DigitalForYouth, een liefdadigheidsinstelling die zich inzet voor jongeren die benadeeld zijn door de digitale kloof. Ze haalden 25.000 euro bij elkaar, genoeg voor 250 laptops voor evenveel noodlijdende jongeren.
De pandemie toonde aan hoe diep de digitale kloof in België wel is. Vooral jongeren die hun lessen niet online kunnen volgen of hun huiswerk niet online kunnen maken, zijn daar het slachtoffer van. Als reactie lanceerde DigitalForYouth.be, een liefdadigheidsinstelling die in 2019 werd opgericht door DNS Belgium en Close the Gap, in maart een grootscheepse campagne om bedrijven ertoe aan te sporen om laptops te schenken.
bpost group, die actief ijvert voor toegang tot onderwijs en inclusie, gaf al snel gehoor aan de oproep. Zo werd in juni 2020 aan 26 000 medewerkers van de groep in België gevraagd om te applaudisseren voor de campagne "Make some noise". Het Fonds voor Alfabetisering van bpost, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting, schonk voor elke geregistreerde decibel een bedrag aan DigitalForYouth. Dat resulteerde in een cheque van 25 000 euro, genoeg om 250 laptops mee te kopen.
"De golf van solidariteit die we zagen, overtrof onze verwachtingen", zegt Philip Du Bois, voorzitter van DigitalForYouth. be. "De financiële steun die we van bpost krijgen, dekt de logistieke kosten om de laptops op te halen en op te knappen. Hartelijk dank aan iedereen die met zoveel passie aan deze actie heeft deelgenomen!"
"bpost en DigitalForYouth.be delen dezelfde waarden van solidariteit, nabijheid en inclusie", aldus Jean-Paul Van Avermaet, CEO van bpost group. "Deze waarden zijn geen loze woorden voor ons bedrijf en onze werknemers. Het enthousiasme waarmee alle medewerkers op 26 juni deelnamen aan de actie "Make some noise'" was daar nog maar eens het bewijs van. Ze applaudisseerden, maakten muziek, zongen... Op elke site werd lawaai gemaakt om jongeren te helpen om in contact te blijven met hun school. De officiële overhandiging van deze cheque is een bron van trots voor elke medewerker van bpost group.
"Een van de mooiste opdrachten van bpost group is mensen dichter bij elkaar brengen", zegt Nico Cools, Chief Digital Officer van bpost group. "Het is dan ook met veel plezier dat wij dit DigitalForYouth.be-project steunen, dat een grote impact heeft op het leven van jongeren. Door aan jongeren een laptop te geven, maken we de digitale kloof een beetje kleiner en brengen we kinderen in nauwer contact met hun school. Zo dragen we bij aan de continuïteit van onderwijs voor iedereen, waardoor emancipatie en gelijke kansen worden bevorderd. Duurzame ontwikkeling is heel belangrijk voor bpost group en tegelijkertijd zit er aan dit project ook een ecologische kant: elke opgeknapte laptop levert een besparing van 18,5 kg CO2 op, hetgeen voor de 250 laptops overeenkomt met een vermindering van meer dan 4.600 kg CO2 ".
Blijf in uw kot. Dat was de oproep die werd gedaan om het coronavirus in te dijken. Om de Belgen dichter bij elkaar te brengen, tenminste in hun gedachten, lanceerde bpost group in 2020 twee campagnes voor gratis postkaarten via haar Mobile Postcard-app. De eerste campagne vond plaats tijdens de lockdown van maart, de tweede volgde in december toen grotere families de feestdagen niet samen konden vieren.
In totaal werden er bijna twee miljoen gepersonaliseerde foto- en videopostkaarten verstuurd naar adressen in het hele land. "Samenkomen en samen vieren, wat de Belgen zo graag doen, zal dit jaar niet mogelijk zijn. Bij bpost willen we ervoor zorgen dat iedereen met elkaar in contact blijft. Laten we eens denken aan de mensen die we kennen en die er alleen jaar," aldus Jean-Paul Van Avermaet.

Dit MVO-verslag werd voorbereid in overeenstemming met de GRI Standards (Global Reporting Initiative) (kernoptie) en is gestructureerd op basis van onze materiële aspecten. U vindt de GRI Content Index op onze website.
De informatie waarop deze geconsolideerde MVO-rekeningen zijn gebaseerd, werd verzameld bij de interne departementen en is voornamelijk gebaseerd op informatie die via de interne rapportering beschikbaar is. De informatie heeft betrekking op het kalenderjaar 2020 en alle activiteiten van bpost en zijn dochterondernemingen, tenzij in dit verslag iets anders wordt vermeld.
In de geconsolideerde financiële rekeningen van bpost vindt u een volledige lijst van de dochterondernemingen van bpost. Wij omschrijven een dochteronderneming als een entiteit waar bpost meer dan 50% van de aandelen bezit en waarbij de omzet en het personeel van relevant belang zijn. De in onze gerapporteerde gegevens opgenomen dochterondernemingen worden hieronder vermeld.
| BPOST ENTITEITEN | EIGENDOM | TOEPASSINGSGEBIED | PLANET (PLANEET) |
PEOPLE (MENSEN) |
PROXIMITY (NABIJHEID) |
|---|---|---|---|---|---|
| bpost Belgium (bpost NV) | 100% | Ja | |||
| Radial | 100% | Ja | |||
| Landmark Group | 100% | Ja | |||
| DynaGroup (incl. Leen Menken) | 100% | Ja | |||
| Ubiway (incl. Kariboo!) | 100% | Ja | |||
| Speos | 100% | Ja | |||
| Apple Express | 100% | Ja | |||
| FDM | 100% | Ja | |||
| Active Ants | 75,00% | Ja | |||
| Euro-Sprinters | 100,00% | Ja | |||
| bpost bank | 50,00% | Geen operationele controle |
Beperkte gegevens beschikbaar voor dochteronderneming
Gegevens bijna volledig voor dochteronderneming
Gegevens volledig voor dochteronderneming
De dochterondernemingen in de scope werden opgenomen vanaf de overnamedatum. Als de dochteronderneming in 2020 werd overgenomen of verkocht, hebben de gegevens alleen betrekking op de periode na/voor de overname-/verkoopdatum.
De kwaliteit en de betrouwbaarheid van de milieugegevens in de geconsolideerde MVO-rekening worden verzekerd door het departement Energie en Leefmilieu van bpost Belgium, dat elk jaar gegevens controleert en analyseert, verminderingsplannen opstelt en nauw samenwerkt met de verschillende overheidsdiensten. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de gerapporteerde gegevens deden we een beroep op meerdere externe partijen: CO2 Logic, DNV en Deloitte.
De HR-gegevens die in de geconsolideerde MVO-rekening zijn opgenomen, worden in de meeste gevallen aan externe partijen gerapporteerd, zoals de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
In 2020 zetten we verdere stappen in onze interne rapporteringsprocessen met de bedoeling om de betrouwbaarheid van de gegevens die door onze dochterondernemingen ter beschikking worden gesteld, nog te verbeteren. Naast het vastleggen van formele definities van onze indicatoren zijn we ook overgestapt op een digitaal platform voor duurzaamheidsrapportering. Dit zal ons helpen om een robuuster rapporteringsproces voor de hele groep op te bouwen, waardoor onder meer de kwaliteit van de gegevens gemakkelijker zal kunnen worden gecontroleerd.
DNV, een externe instelling, controleert de kwaliteit van de gegevens van bpost met betrekking tot de CO2 -emissies overeenkomstig de ISO 14064-normen. bpost ontving intussen van AIB Vinçotte ook al de ISO 14001-certificatie voor zijn strategische vestigingen in België. bpost is van plan om het gegevensrapporteringsproces en de gegevensrapporteringstool van zijn dochterondernemingen in de toekomst nog meer te formaliseren voordat ze het volledige MVO-verslag aan externe partijen ter verificatie voorlegt.
Meer informatie over onze MVO-governance en prijzen en partnerschappen vindt u op onze website.
Bij bpost geloven we dat het van essentieel belang is om onze medewerkers te betrekken bij onze missie om een belangrijke rol in de dagelijkse levens van onze klanten te spelen. We stellen het ruime aanbod aan vaardigheden en competenties, en hun onverzettelijke trouw ten opzichte van ons bedrijf op prijs.
2020 bleek een bijzonder lastig jaar in de context van de COVID-19-pandemie. De veiligheid en het welzijn van onze werknemers zijn echter onze hoogste prioriteit en we hebben dan ook een reeks maatregelen getroffen om hen te beschermen. Zo ontwikkelden we een intern traceersysteem met specifieke quarantainemaatregelen op basis van een geïndividualiseerde risicobeoordeling. We voerden ook maatregelen in die speciaal waren aangepast aan onze Mail & Retail-teams, zodat we er zeker van konden zijn dat de preventieregels goed worden nageleefd. Daarnaast openden we een speciale telefoonlijn waar onze werknemers terecht konden met al hun vragen over COVID-19. Die lijn is nu nog altijd beschikbaar.
Het is onze plicht om al onze medewerkers de beste bedrijfscultuur aan te bieden, goede werkomstandigheden te verzekeren en ethisch gedrag, gezondheid, veiligheid en welzijn op het werk centraal te stellen. We maken dit waar door in de verschillende landen, ondernemingen en business units verscheidene acties te ondernemen om dit cultuurvormingsproces te versterken en te verankeren.
Door het engagement en het absenteïsme van onze medewerkers te meten, behouden we een zicht op de manier waarop onze mensen tegen hun job aankijken. Aangezien deze indicatoren het resultaat zijn van ons beleid op het vlak van gezondheid en veiligheid, opleiding en ontwikkeling, ethiek en diversiteit en sociale dialoog, bieden ze een duidelijk inzicht in onze bedrijfscultuur en helpen ze ons om wijzigingen door te voeren wanneer en waar dat nodig blijkt.
| BPOST BELGIUM | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PEOPLE (MENSEN) - STRATEGISCHE KPI'S |
UNIT | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
| Engagement van de medewerkers(1) |
Score | n/a(1) | n/a(1) | 6,9 | 7 | ||||
| Absenteïsme(2) | % | 7,57 | 7,85 | 7,96 | 8,36 |
(1) New Employee Engagement-score van de medewerkers na een verandering van provider. Er zijn geen vergelijkbare gegevens beschikbaar op het niveau van de dochterondernemingen of bpost group.
(2) Ten gevolge van de verschillende wetgevingen en de bijbehorende definities met betrekking tot de cijfers over gezondheid en veiligheid bij onze dochterondernemingen, kunnen we deze cijfers in verband met het absenteïsme niet op het niveau van de groep consolideren. bpost volgt wel de afzonderlijke afwezigheidsdagen voor zijn dochterondernemingen op; die informatie is op verzoek beschikbaar.
| BPOST BELGIUM DOCHTERONDERNEMINGEN |
BPOST GROUP | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PEOPLE (MENSEN) - ETHIEK EN DIVERSITEIT |
UNIT | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 |
| Totaal aantal eigen medewerkers |
Personeelsbezetting | 25.460 | 25.770 | 26.282 | 27.493 | 8.060 | 7.704 | 8.594 | 33.830 | 33.986 | 36.087 |
| Totaal aantal manne-lijke eigen medewer-kers |
Personeelsbezetting | 17.269 | 17.585 | 17.944 | 18.963 | 4.162 | 3.901 | 4.354 | 21.747 | 21.845 | 23.317 |
| Totaal aantal vrouwe lijke eigen medewer-kers Personeelsbezetting |
8.191 | 8.185 | 8.338 | 8.530 | 3.898 | 3.803 | 4.240 | 12.083 | 12.141 | 12.770 | |
| Totaal aantal FTE's | FTE | 23.353 | 23.658 | 24.211 | 25.534 | 7.840 | 7.374 | 7.823 | 31.499 | 31.585 | 33.358 |
| Totaal aantal manne-lijke FTE's |
FTE | 16.202 | 16.500 | 16.869 | 17.929 | 4.080 | 3.827 | 4.024 | 20.580 | 20.696 | 21.953 |
| Totaal aantal vrouwe lijke FTE's |
FTE | 7.152 | 7.158 | 7.342 | 7.606 | 3.760 | 3.552 | 3.799 | 10.918 | 10.894 | 11.405 |
| DIVERSITEIT EIGEN MEDEWERKERS (PERSONEELSBEZETTING) | |||||||||||
| Aandeel van vrouwe lijke medewerkers (eigen medewerkers) |
% | 32,20 | 31,80 | 31,70 | 31,0 | 48,40 | 49,40 | 49,3 | 35,70 | 35,70 | 35,4 |
| Aandeel vrouwen op executive niveau |
% | 0,00 | 0,00 | 25,00 | 25,0 | 14,29 | 26,42 | 22,58 | 13,04 | 26,67 | 22,9 |
| Aandeel vrouwen in managementfuncties (behalve executive niveau) |
% | 35,06 | 36,79 | 37,79 | 40,0 | 37,07 | 39,16 | 40,95 | 36,85 | 38,40 | 40,4 |
| PERSONEELSBEZETTING PER TYPE CONTRACT | |||||||||||
| Totaal aantal eigen medewerkers met overeenkomst van bepaalde duur |
Personeelsbezetting | 607 | 613 | 531 | 1.507 | 423 | 384 | 958 | 1036 | 915 | 2.465 |
| Totaal aantal manne lijke eigen medewer-kers met overeen-komst van bepaalde duur |
Personeelsbezetting | 296 | 244 | 313 | 1.064 | 268 | 245 | 505 | 512 | 558 | 1.569 |
| Totaal aantal vrouwe lijke eigen medewer-kers met overeen-komst van bepaalde duur |
Personeelsbezetting | 311 | 369 | 218 | 443 | 155 | 139 | 453 | 524 | 357 | 896 |
| Totaal aantal eigen medewerkers met overeenkomst van onbepaalde duur |
Personeelsbezetting | 24.853 | 25.157 | 25.751 | 25.986 | 7.636 | 7.319 | 7.636 | 32.793 | 33.070 | 33.622 |
| Totaal aantal manne lijke eigen medewer-kers met overeen-komst van onbepaalde duur |
Personeelsbezetting | 16.973 | 17.341 | 17.631 | 17.899 | 3.892 | 3.715 | 3.849 | 21.233 | 21.346 | 21.748 |
| Totaal aantal vrouwe lijke eigen medewer-kers met overeen-komst van onbepaalde duur |
Personeelsbezetting | 7880 | 7.816 | 8.120 | 8.087 | 3.744 | 3.605 | 3.787 | 11.560 | 11.725 | 11.874 |
| PERSONEELSBEZETTING FULLTIME/PARTTIME | |||||||||||
| Totaal aantal eigen medewerkers met voltijdse arbeidsover eenkomst |
Personeelsbezetting | 19.137 | 19.370 | 19.925 | 21.369 | 7.419 | 6.981 | 7.251 | 26.789 | 26.906 | 28.620 |
| Totaal aantal mannelijke eigen medewerkers met voltijdse arbeidsovereenkomst |
Personeelsbezetting | 14.039 | 14.285 | 14.617 | 15.719 | 3.906 | 3.672 | 3.782 | 18.191 | 18.289 | 19.501 |
| Totaal aantal vrouwelijke eigen medewerkers met voltijdse arbeidsovereenkomst |
Personeelsbezetting | 5.098 | 5.085 | 5.308 | 5.650 | 3.513 | 3.309 | 3.469 | 8.598 | 8.617 | 9.119 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal aantal eigen medewerkers met deeltijdse arbeidsovereenkomst |
Personeelsbezetting | 6.323 | 6.400 | 6.357 | 6.124 | 641 | 723 | 1.341 | 7.041 | 7.080 | 7.465 |
| Totaal aantal mannelijke eigen medewerkers met deeltijdse arbeidsovereenkomst |
Personeelsbezetting | 3.230 | 3.300 | 3.327 | 3.244 | 253 | 276 | 572 | 3.553 | 3.603 | 3.816 |
| Totaal aantal vrouwelijke eigen medewerkers met deeltijdse arbeidsovereenkomst |
Personeelsbezetting | 3.093 | 3.100 | 3.030 | 2.880 | 388 | 447 | 769 | 3.488 | 3.477 | 3.649 |
| PERSONEELSBEZETTING PER LEEFTIJDSGROEP | |||||||||||
| Totaal aantal eigen medewerkers ≤ 30 jaar oud |
Personeelsbezetting | 4.205 | 4.497 | 4.839 | 5.578 | 1.901 | 1.748 | 2.385 | 6.398 | 6.587 | 7.963 |
| Totaal aantal eigen medewerkers binnen de leeftijdsgroep 31-50 |
Personeelsbezetting | 12.717 | 12.601 | 12.593 | 12.022 | 3.924 | 3.630 | 3.754 | 16.525 | 16.223 | 15.776 |
| Totaal aantal eigen medewerkers binnen de leeftijdsgroep 50+ |
Personeelsbezetting | 8.538 | 8.672 | 8.850 | 9.893 | 2.235 | 2.326 | 2.455 | 10.907 | 11.176 | 12.348 |
| PERSONEELSVERLOOP | |||||||||||
| Verloop eigen medewerkers |
% | 10,94 | 10,49 | 10,91 | 12,31 | 40.92 | 33,98 | 32,04 | 17,94 | 16,27 | 16,90 |
| Verloop mannelijke eigen medewerkers |
% | 11,14 | 10,43 | 11,08 | 12,71 | 39.94 | 34,53 | 30,91 | 16,29 | 15,42 | 16,04 |
| Verloop vrouwelijke eigen medewerkers |
% | 10,51 | 10,63 | 10,53 | 11,43 | 41.99 | 33,40 | 33,20 | 20,88 | 17,80 | 18,46 |
| Vrijwillig verloop eigen medewerkers |
% | 5,82 | 5,75 | 5,93 | 5,67 | 24.00 | 19,65 | 19,13 | 10,21 | 9,12 | 11,57 |
| ETHIEK | |||||||||||
| Aantal aangegeven klachten in verband met onethisch gedrag op de werkvloer |
Aantal | 11 | 10 | 10 | 11 | 40 | 37 | 11 | 50 | 47 | 22 |
| Aantal aangegeven gevallen van corruptie en omkoping |
Aantal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Bedrag wettelijke boetes en schikkingen van meer dan 10.000 USD in verband met inbreuken op de bescherming van gegevens, corruptie of milieuschade |
Aantal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bij bpost willen we mensen met verschillende achtergronden, culturen, vooruitzichten en ervaringen in dienst nemen en houden door een collaboratieve en inclusieve werkplaatscultuur te creëren en te ondersteunen. We zijn ervan overtuigd dat diversiteit en inclusie bijdragen aan een beter contact met onze klanten en onze medewerkers, aan het binnenhalen van de beste talenten in alle categorieën van de bevolking en aan onze wens om flexibeler te zijn.
We stelden ons Diversiteitsbeleid (beschikbaar op de website van bpost) op basis van die overtuigingen op. Dit beleid dient als richtlijn om een cultuur tot stand te brengen waarin diversiteit en inclusie een dagelijkse praktijk zijn en in verschillende beleidslijnen en programma's zijn vertaald.
Om onze rekruteringskanalen te blijven uitbreiden, vormden we partnerschappen met onder meer de VDAB, Diversicom, Emino, Actiris, UNIA en Allyens.
Die organisaties richten zich vooral op de tewerkstelling van mensen op basis van hun persoonlijke vaardigheden en de bevordering van diversiteit op de werkplek.
Via ons 'Duaal Leren'-project bieden we mensen in moeilijke situaties (NEET, langdurig werklozen, mensen met weinig of geen kwalificaties, mensen die geen van de landstalen spreken, mensen zonder een rijbewijs) de kans om een opleidingsprogramma van één jaar te volgen, waarin ze een secundair onderwijsdiploma, een rijbewijs en een voltijdse baan bij bpost kunnen behalen. Via dit programma konden negen nieuwe collega's in ons bedrijf aan de slag.
We hebben ook een diversiteitsportaal gecreëerd, dat regelmatig wordt geüpdatet, waar onze people managers inzicht kunnen krijgen in kwesties op het vlak van diversiteit en inclusie, het toepasselijke kader identificeren en de rol die ze daarbij worden verwacht te spelen. Ze hebben ook toegang tot een toolbox met volledige informatie, brochures, e-learningcursussen, workshops en een opleidingscatalogus. In 2020 werd de toolbox uitgebreid met een nieuwe brochure en een uitgebreide Q&A-rubriek.
Leading@bpost is een speciaal cultureel uitwisselingsprogramma dat in het leven werd geroepen om leidinggevenden van bpost group te helpen om een evenwichtige leiderschapsstijl toe te passen.
We werken ook samen met Duo for a Job, een Belgische organisatie die jonge werkzoekenden met een immigrantenachtergrond in contact brengt met mensen van meer dan 50 jaar. Dit initiatief leidt tot een hoge motivatie, erkenning en menselijke impact en werd zelfs bekroond met de 'Coup de Coeur 2018'-prijs door de jury van PostEurop.
In 2019 werd een Diversiteits- en Inclusieproject (analyse, opleiding en verankering) opgestart met de bedoeling om:
Dit project zal in 2021 op verschillende andere locaties worden opgeschaald. Daarnaast hebben we een groep diversiteitsambassadeurs op bedrijfs- en lokaal niveau binnen de organisatie die de rol van klankbord spelen, diversiteit bevorderen en discriminatie voorkomen.
Ook de Raad van Bestuur en het Group Executive Committee hebben hun rol te spelen in verband in verband met diversiteit. Dat doen ze door workshops te organiseren rond aspecten van diversiteit en inclusie en de Raad van Bestuur bekijkt elk jaar of de diversiteit in de groep erop vooruit is gegaan. Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan diversiteit in de samenstelling van de Raad van Bestuur en het Group Executive Committee. Bij de keuze van kandidaten voor een openstaande betrekking wordt rekening gehouden met verschillende diversiteitscriteria op het vlak van geslacht, leeftijd, professionele achtergrond en geografische diversiteit. Meer informatie over de samenstelling van de Raad vindt u in de verklaring over 'corporate governance'.
Bij bpost zijn we trots op onze prominente positie in de samenleving en de rol die we spelen. Voor ons is goed gedrag als onderdeel van onze verantwoordelijke bedrijfswaarden belangrijk om vertrouwen te winnen. Wij menen dat elke mens dezelfde rechten verdient en als onderneming mogen we dat niet in de weg staan. Als beursgenoteerd bedrijf zorgen we ook voor een maximale transparantie op het vlak van governance en de besluitvormingsprocessen - in overeenstemming met de hoogste normen op dat vlak.
We hanteren een nultolerantiebeleid met betrekking tot schendingen van de mensenrechten of de anticorruptiewetgeving - in overeenstemming met de universele beginselen van de mensenrechten en de conventies van de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie). Met dit beleid wil bpost de negatieve impact van schendingen van de mensenrechten en illegale of frauduleuze handelingen of praktijken met betrekking tot het welzijn van de mens, onze reputatie en de continuïteit van onze activiteiten voorkomen. Als een medewerker getuige is van een geval van wangedrag, kan hij/zij dat melden via onze 'Speak-Up line' (de contactgegevens zijn in onze Gedragscode opgenomen). Op die manier kan hij/zij contact opnemen met een vertrouwenspersoon, die 24 uur per dag beschikbaar is om elke vraag of elk signaal van onze medewerkers te beantwoorden.
In 2019 beslisten we om diversiteit en bedrijfsethiek naar voren te schuiven en voerden we daarvoor een grondige structurele redesign en revisie van onze Gedragscode uit, zodat de nieuwe regels op het niveau van de groep konden worden toegepast. Onze nieuwe Gedragscode werd in februari 2019 voor de volledige groep geïntroduceerd. Daarin worden de normen, waarden en minimale gedragsnormen uiteengezet die we van al onze medewerkers, aannemers en consultants op elk niveau en in elke onderneming van bpost group wereldwijd verwachten. In de Gedragscode wordt ook uitleg gegeven over de geschikte maatregelen die moeten worden getroffen als die normen en waarden niet worden gerespecteerd.
| BPOST BELGIUM | DOCHTERONDERNEMINGEN | BPOST GROUP | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PEOPLE (MENSEN) - OPLEIDING VAN DE MEDEWERKERS EN TALENTONTWIKKELING |
UNIT | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 |
| Totaal aantal opleidingsuren eigen medewerkers |
Opleidingsuren per FTE |
20,89 | 21,52 | 20,45 19,95 | 12,42 | 43,78 | 9,21 | 19,26 | 25,90 | 17,43 | |
| Totaal aantal opleidingsuren interims |
Opleidingsuren per FTE |
n.v.t. | n.v.t. | 48,06 | 6,20 | n.v.t. | 82,11 | 97,25 | n.v.t. | 75,58 | 80,18 |
| FORMELE OPLEIDING | |||||||||||
| Aantal formele oplei dingsuren eigen mede werkers |
Opleidingsuren per FTE |
5,71 | 5,57 | 4,58 | 3,79 | 8,94 | 7,53 | 5,15 | 6,41 | 5,27 | 4,11 |
| Aantal formele oplei dingsuren interims |
Opleidingsuren per FTE |
n.v.t. | 28,67 | 26,45 | 5,42 | n.v.t. | 81,93 | 80,06 | n.v.t. | 70,96 | 66,06 |
| INFORMELE OPLEIDING | |||||||||||
| Aantal informele oplei dingsuren eigen mede werkers |
Opleidingsuren per FTE |
15,18 | 15,95 | 15,87 16,16 | 3,48 | 36,25 | 4,06 | 12,84 | 20,63 | 13,32 | |
| Aantal informele oplei dingsuren interims |
Opleidingsuren per FTE |
n.v.t. | n.v.t. | 22,61 | 0,78 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Ondanks de moeilijkheden die de pandemie met zich meebracht, droeg deze uitzonderlijke situatie ook bij aan de snelle implementatie van hoogwaardige onlineopleidingen, die erg populair werden bij werknemers (zo lag het deelnameniveau aan de Summer Academy dubbel zo hoog in vergelijking met de persoonlijke opleidingen in 2019 (ILT)). Er werden in recordtijd opleidingen voor werken op afstand uitgerold die werknemers moesten helpen om zichzelf en hun teams te managen en om het gebruik van digitale tools te optimaliseren. Die opleidingen werden massaal gevolgd. De nieuwe manieren van leren die we hebben ontwikkeld en in onze dagelijkse levens hebben geïntegreerd, vormen een van de blijvende gevolgen van de pandemie.
De vaardigheden en de competenties van onze medewerkers ontwikkelen is iets wat we bij bpost zeer belangrijk vinden. We zijn ervan overtuigd dat opgeleide medewerkers efficiënter werken en zich nog meer engageren op werkvlak. Bij bpost hebben we onze eigen academie, waar we medewerkers opleidingsopportuniteiten bieden. De afgelopen jaren hebben we nog meer stappen gezet om ons opleidingsaanbod te verruimen om op die manier in te spelen op specifieke doelgroepen bij bpost Belgium (bv. juniors).
Naast de jobspecifieke opleidingssessies kunnen alle medewerkers van bpost Belgium opleidingen volgen op het vlak van communicatie, verkoop, talen en leadership. De Summer Academy bijvoorbeeld moedigt medewerkers aan om tijdens het kalme seizoen hun vaardigheden en welzijn te verbeteren. Daar doen ze extra kennis op over een hele reeks persoonlijke ontwikkelingsonderwerpen.
bpost Belgium organiseert sinds 2012 ook het 'FutureMe'-programma. Dit programma biedt werknemers die nog geen hoger secundair diploma op zak hebben, de kans om dit diploma via bpost te behalen. Dat diploma kan deuren openen voor de studenten: naar een nieuwe job en in sommige gevallen verdere studies. Maar het programma verhoogt in de eerste plaats hun zelfvertrouwen. bpost organiseert de opleiding in nauwe samenwerking met centra voor volwassenenonderwijs, betaalt voor de opleiding en voorziet de nodige ondersteuning met een optie voor loopbaancoaching voor kandidaten die geslaagd zijn voor het examen. Het programma combineert een beperkt aantal lessen in het klaslokaal met afstandsonderwijs via een onlineplatform. Op die manier kunnen de studenten zelf hun tijd zo flexibel mogelijk organiseren. Sinds het begin van het programma hebben we al 985 collega's kunnen bereiken. 268 collega's haalden er hun diploma en 208 van hen werken nog altijd bij bpost.
Oudere Belgische medewerkers van bpost kunnen via het cosourcingplatform Experience@work, een van de partners van bpost, bij andere organisaties solliciteren. Het platform werd in 2015 opgericht met de bedoeling om organisaties die op zoek zijn naar ervaren mensen, in contact te brengen met organisaties die heel wat ervaren mensen op de loonlijst hebben staan en die oudere medewerkers hebben die hun ervaring beter willen benutten. Experience@work biedt die organisaties de mogelijkheid om oudere medewerkers in dienst te nemen voor een loon voor jongere medewerkers en biedt oudere medewerkers de mogelijkheid om hun talenten, hun ervaring en hun knowhow in een nieuwe werkomgeving te benutten, terwijl ze op de loonlijst van bpost blijven staan.
Wanneer we de loopbaanontwikkeling van onze medewerkers bekijken, stellen we vast dat onze medewerkers op dat vlak heel wat kansen krijgen. Bij bpost wordt ook interne mobiliteit naar waarde geschat. bpost werkte daarvoor een stevig PMP-proces uit, dat de meeste medewerkers gedurende het jaar volgt. In dat kader worden de bedrijfsdoelstellingen, de prestaties en de ontwikkelingsmogelijkheden van de medewerkers elk jaar samen met de verantwoordelijke manager besproken. Het overeengekomen ontwikkelingsplan wordt na zes maanden tijdens de halfjaarlijkse beoordeling geëvalueerd. Op het einde van het jaar bekijken de medewerker en de manager de vooropgezette doelstellingen opnieuw. Tijdens dit proces kunnen ook informele 'touchpoints' worden georganiseerd voor de opvolging van de doelstellingen, de prestaties, de ontwikkeling en de loopbaan.
Daarnaast werven we constant nieuwe medewerkers aan. Onze sterke samenwerking met de VDAB en Forem in België helpt ons om rechtstreeks in contact te staan met ondernemingen die aan het herstructureren zijn en die extra medewerkers in dienst nemen.
De implementatie van onze CONNECT 2026-visie bevestigt het engagement van bpost group als maatschappelijk verantwoorde werkgever. bpost zet in CONNECT 2026 zeven ambities op een rijtje, waarvan "een inclusieve onderneming zijn die een 'levenslange leerervaring' biedt" niet de minste is. Dit leidde tot de oprichting van bpost boost, een ontwikkelingsprogramma om werkzoekenden op te leiden, met interne levenslange leeropportuniteiten en opleidingscursussen voor externe partners.
In bpost boost streeft de groep naar duurzame werkgelegenheid op basis van continue bijschoolopportuniteiten als antwoord op de voortdurend veranderende jobvereisten en de maatschappij in het algemeen.
| BPOST BELGIUM | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| PEOPLE (MENSEN) - GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN ONZE MEDEWERKERS |
UNIT | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
| GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN ONZE EIGEN MEDEWERKERS | |||||
| Arbeidsongevallen van onze eigen medewerkers |
Aantal | 918 | 947 | 944 | 895 |
| Dagen verlet van onze eigen medewerkers | Dagen | 30.850 | 30.890 | 28.487 | 27.348 |
| Ernstgraad van de dagen verlet van onze eigen medewerkers |
Dagen verlet per 1.000 gewerkte uren |
0,90 | 0,90 | 0,80 | 0,73 |
| Frequentiegraad van de verletdagen van onze eigen medewerkers |
Ongevallen per 1 miljoen gewerkte uren |
26,83 | 27,48 | 27,06 | 24,03 |
| Absenteïsme van onze eigen medewerkers | % | 7,57 | 7,85 | 7,96 | 8,36 |
| Totaal aantal dodelijke ongevallen bij de eigen medewerkers |
Aantal | 1 | 0 | 2 | 3 |
| GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN INTERIMS | |||||
| Arbeidsongevallen van interims | Aantal | 57 | 86 | 25 | 26 |
| Dagen verlet bij interims | Dagen | 365 | 294 | 227 | 193 |
| Ernstgraad van de dagen verlet bij interims | Dagen verlet per 1.000 gewerkte uren |
0,19 | 0,14 | 0,11 | 0,1 |
| Frequentiegraad van de verletdagen bij interims |
Ongevallen per 1 miljoen gewerkte uren |
29,87 | 42,36 | 22,56 | 12,6 |
| Totaal aantal dodelijke ongevallen bij interims | Aantal | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal aantal gepresteerde uren door interims (feitelijk) |
Gepresteerde uren | 1.908.050 | 2.030.019 | 1.663.483 | 2.641.593 |
| VERKEERSVEILIGHEID(2) | |||||
| Verkeersongevallen door de fout van de bestuurder namens de entiteit per 100.000 km² |
% | n.v.t. (1) |
2,40(1) | 2,52(1) | 2,06 |
| Verkeersongevallen met gedeelde schuld van de bestuurder namens de entiteit van het totale aantal verkeersongevallen(2) |
% | 77,00 | 75,00 | 76,00 | 79,41 |
| Aantal dodelijke verkeersongevallen bestuurders/miljoen km (tijdens arbeidsuren) namens de entiteit(2) |
Aantal per miljoen gereden kilometers |
0,01 | 0 | 0,01 | 0,01 |
(1) Ten gevolge van de verschillende wetgevingen en de bijbehorende definities met betrekking tot de cijfers over gezondheid en veiligheid bij onze dochterondernemingen, kunnen we de cijfers over gezondheid en veiligheid bij onze dochterondernemingen en op groepsniveau niet consolideren. bpost volgt wel de afzonderlijke indicatoren voor zijn dochterondernemingen op; die informatie is op verzoek beschikbaar. Merk op dat in 2021 geen enkel dodelijk ongeval te betreuren viel bij onze dochterondernemingen.
(2) De cijfers over de verkeersveiligheid hebben alleen betrekking op de entiteiten van bpost met een voertuigenpark voor leveringen: bpost N.V., DynaGroup en Euro-Sprinters.
* Herwaardering op basis van aangepaste berekeningsmethode.
De veiligheid en het welzijn van onze medewerkers zijn van essentieel belang voor de activiteiten van bpost. We voeren daarom een streng preventiebeleid om arbeids- en verkeersongevallen, stress en ziekte te voorkomen en om ervoor te zorgen dat onze medewerkers veilig en gezond blijven. In dit verband leven we niet alleen bestaande voorschriften na, maar anticiperen we ook op toekomstige regels, monitoren we risico's voor de veiligheid en het welzijn en streven we er voortdurend naar om die aspecten te verbeteren.
In België is ons welzijnsbeleid gebaseerd op de wet van 4 augustus 1996 van de federale regering betreffende het welzijn van medewerkers bij de uitoefening van hun werk1 . De naleving van dat beleid wordt in de praktijk gecontroleerd door een extern comité2 dat aan de hand van steekproeven inspecties over de naleving van de wetten uitvoert. Het comité voert ook regelmatig inspecties over specifieke aspecten uit. In 2020 werden bijvoorbeeld de COVID-19-preventiemaatregelen van bpost Belgium geïnspecteerd.
Wanneer we de toestand in onze dochterondernemingen bekijken, zien we dat de gezondheids- en veiligheidsprocessen bij Radial in overeenstemming zijn met de OSHA-regels (Occupational Health and Safety Act). Dynagroep in Nederland werkt volgens de Nederlandse nationale wetgeving met betrekking tot gezondheid en veiligheid op het werk (Arbo), op basis van gezondheids- en veiligheidsrisico-inventarissen en de bijbehorende controlemaatregelen. De risico-inventarissen worden ook uitgevoerd en formeel beoordeeld door een extern bedrijf. Verder werkt Apple Express in Canada volgens de OHSAS 18001-eisen (Occupational Health and Safety Assessment Series) en hebben Ubiway en Landmark een gezondheids- en veiligheidsmanagementsysteem ingevoerd.
De vaakst voorkomende veiligheidsincidenten in onze sector zijn het gevolg van uitglijden, vallen, struikelen of het verkeerde gebruik van voertuigen. Om de risico's op ongevallen en gezondheidsproblemen zoveel mogelijk te beperken, voeren we regelmatig risicoanalyses uit. De risico's die daarbij worden vastgesteld, worden binnen de organisatie bekendgemaakt, samen met duidelijke maatregelen die in dit verband moeten worden getroffen.
We implementeerden verschillende succesvolle initiatieven op het vlak van gezondheid en veiligheid. Voorbeelden daarvan zijn het gebruik van een veiligheidshoek op de werkvloer, waar medewerkers elk soort veiligheidsincident kunnen melden, en veiligheidscommunicatiecampagnes. Een Veiligheidsregister helpt om veiligheidscontroles op een gestructureerde manier te volgen. Uit dat Veiligheidsregister kunnen we belangrijke lessen leren, die vervolgens aan de medewerkers worden bekendgemaakt.
Om deze prestaties nog te verbeteren en de veiligheidscultuur te bevorderen, lanceerde bpost drie initiatieven in België. Het eerste initiatief was de 'Veiligheidsprestatiebarometer', een verbeterd welzijnsinstrument dat de veiligheidsprestaties meet.
Het werkt als volgt: door verschillende bestaande veiligheidsprestatie-indicatoren te consolideren, krijgen we inzicht in de algemene veiligheidsprestaties van een regio en kunnen we prioriteiten stellen over de plaatsen en de aspecten waar eerst actie moet worden ondernomen. De veiligheidsprestatiebarometer is verbonden met het Veiligheidsregister van bpost. Die barometer werd in 2019 ingevoerd en is nu volledige geïntegreerd in de prestatiemonitoringprocessen van het management.
In de tweede plaats organiseerden we op basis van een veiligheidsspel een veiligheidsopleiding voor onze medewerkers. Daarbij ontvangen ze via een app elke dag twee vragen over gezondheids- en veiligheidskwesties, waarmee ze hun geheugen kunnen opfrissen. In totaal zijn er vijftig vragen - die verschillen naargelang van het seizoen. Tijdens de wintermaanden bijvoorbeeld worden vragen gesteld over de verkeersveiligheid en tijdens de zomermaanden over de noodzaak om genoeg water te drinken. We stellen ook vragen over gezond eten. De medewerker kan voor elk correct antwoord tien stempels verdienen. Naast de veiligheidsspelen voor Mail Distribution wordt de tool nu ook in onze logistieke unit gebruikt. Het derde initiatief is een e-learningmodule over brandpreventie voor alle leden van een brandpreventieteam. Deze medewerkers volgden een volledige onlineopleiding met animaties over alles wat te maken heeft met brandpreventie en veiligheid en over wat ze moeten doen in een noodsituatie. Na de opleiding legden de medewerkers een test af over de inhoud van de module. Die e-learningmodule was vooral bij onze retailunit een groot succes.
Ook verkeersveiligheid is van essentieel belang voor ons. Het is onze bedoeling om verkeersongevallen met onze medewerkers te voorkomen. Sinds 2018 organiseren we een groot opleidingsproject over verkeersveiligheid in België. Voor elk voertuig (inclusief elektrische fietsen en interne transportmiddelen) moeten medewerkers verplicht een rijopleiding volgen bij de rijschool van bpost (FRAC3 ). De opleidingen zijn erop gericht om de kennis en de rijvaardigheden van de deelnemers te verbeteren. Er worden drie niveaus voorgesteld, afhankelijk van de bestaande kwalificaties van de bestuurders. In 2020 breidden we deze succesvolle benadering uit. Naast een specifieke opleiding in de rijschool werkten we ook de rijvaardigheden bij via een plaatselijke 'train the trainers'-benadering.
1 Belgische wetgeving: Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van medewerkers tijdens de uitvoering van hun werk, 'Codex over het welzijn op het werk' of 'Le Code sur le bien-être'. http://www.employment.belgium.be/defaultTab.aspx?id=556
2 Toezicht op het welzijn op het werk' of 'Contrôle du bien-être au travail': http://www.emploi.belgique.be/cbe.aspx 3Rationele en versnelde opleiding van de bestuurders (FRAC)
We willen er ook voor zorgen dat onze medewerkers gezond blijven, en dat behelst zowel psychosociale als fysieke aspecten. Hiertoe bevordert en biedt bpost aan zijn medewerkers toegang tot medische en gezondheidszorgdiensten buiten het werk (bv. bedrijfsartsen). Ons Belgische 'gezondheidstoezichtsysteem' voorziet verplichte medische controles voor alle medewerkers van bpost: een medische check-up van een half uur, met een cardiovasculaire en musculoskeletale screening om de vier jaar voor alle werknemers die in de postuitreiking werken. Medewerkers in sorteercentra wordt zelfs aangeraden om twee keer per jaar bij de dokter langs te gaan. In 2020 ondergingen in totaal 5.550 medewerkers van bpost en 900 interimarissen een medische controle. Medewerkers van bpost kunnen tijdens de herfst ook tegen de griep worden ingeënt. In 2020 maakten 2.000 medewerkers op vrijwillige basis gebruik van die mogelijkheid.
Voor het psychosociale welzijn van onze medewerkers organiseren we een onderzoek om het niveau van hun engagement te meten en organiseren we een geïndividualiseerde 'balance tool', zodat medewerkers zelf hun persoonlijke stress- en motivatieniveau kunnen opvolgen. Op basis van de resultaten geven we tips en trucs op maat van de betrokken medewerker. Medewerkers met complexere individuele problemen kunnen terecht bij externe psychologen in het kader van ons bijstandsprogramma voor medewerkers. In de nabije toekomst willen we die tools wereldwijd invoeren. Medewerkers die last hebben van stress, kunnen aan een lid van ons gespecialiseerde team stresscoaches vragen om op vrijwillige basis te worden geholpen, terwijl ons management psychologische opleidingen kan volgen waar ze signalen van bezorgdheid bij hun medewerkers leren herkennen. We beschikken ook over een veiligheidslijn, waar onze medewerkers 24 uur per dag en zeven dagen per week terecht kunnen.
Daarnaast hebben we een manager die verantwoordelijk is voor advies over de integratie van ergonomische oplossingen in de werkomgeving - niet alleen op kantoor en in onze sorteercentra, maar ook voor onze postbodes. Dit leidde enkele jaren geleden tot de omschakeling van fietsen naar driewielers. We meten ook de verschillende instellingen van de verlichtingssystemen en de luchtkwaliteit (inclusief de luchtvochtigheid) met de bedoeling om de werkomgeving te verbeteren.
We zijn blij dat ondanks de uiterst lastige omstandigheden ten gevolge van COVID-19 de frequentiegraad van de ongevallen in drie van onze vier operationele eenheden aanzienlijk is gedaald. We behaalden ons beste resultaat bij de postuitreiking (27 t.o.v. 33 in 2019), terwijl ook ons NBX logistieke en pakjessorteercentrum NBX beter presteerde dan het jaar voordien.
| BPOST BELGIUM | DOCHTERONDERNEMINGEN | BPOST GROUP | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PEOPLE (MENSEN) - SOCIALE DIALOOG |
UNIT | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 |
| Gemiddeld aantal stakingsdagen |
stakingsdagen per 1.000 medewerkers |
1,55 | 2,60 | 1,40 | 1,81 | 0 | 0 | 5,70 | 1,98 | 1,06 | 2,74 |
| Aandeel eigen medewerkers die onder een CAO vallen |
% | n.v.t. | 96 | 95 | 95,3 | 5 | 11 | 11 | 74 | 76 | 75 |
bpost levert heel wat inspanningen om het welzijn en de goede werkomstandigheden voor al zijn medewerkers te bevorderen en is zich daarom bewust van de behoeften van zijn medewerkers. Aspecten zoals werkuren en lonen zijn in overeenstemming met de wetgeving en we respecteren het recht op vrijheid van vereniging van onze medewerkers.
Aangezien bpost een autonoom bedrijf is met de Belgische overheid als grootste aandeelhouder, voorzien zijn statuten uitdrukkelijk in een structuur en processen op verschillende niveaus om efficiënte onderhandelingen, raadpleging en delen van informatie te vergemakkelijken. Om een constructieve dialoog en relaties met de vakbonden te onderhouden, beschikt bpost Belgium over een eigen Paritair Comité en verschillende andere fora. Bovendien werden twee senior directors benoemd, hetgeen de betrokkenheid van ons management bij de sociale dialoog aantoont. Deze nauwe samenwerking stelt ons in staat om snel een zicht te krijgen op de behoeften van onze medewerkers en om daar snel op te reageren om sociale conflicten zoveel mogelijk te beperken.
De recentste collectieve arbeidsovereenkomst bij bpost Belgium werd intussen tot eind juni 2021 verlengd.
bpost Belgium is beginnen onderhandelen over een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode 2021- 2022. Het is de bedoeling dat ten laatste eind juni 2021 een nieuwe overeenkomst wordt gesloten.
In juni en december 2020 werden naar aanleiding van de pandemie twee uitzonderlijke betalingen toegekend aan medewerkers van de operationele diensten.
Als logistieke dienstverlener hebben we op verschillende niveaus een impact op het milieu: door de CO2 -uitstoot van ons wagenpark, ons energieverbruik, het woon-werkverkeer van onze medewerkers, de productie van afval of het transport door onderaannemers.
bpost beheert en stuurt zijn milieupijler, 'planet', met onze Co2 -voetafdruk als meetbare basis. In 2018 stelden we een ambitieus doel voor de groep: we streven ernaar om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen die onze activiteiten voortbrengen, met 20% te verlagen ten opzichte van de niveaus in 2017. Het 'Science Based Targets'-initiatief keurde intussen deze doelstelling al goed. Deze organisatie streeft ernaar om ambities van bedrijven in verband met de klimaatverandering te bevorderen door hen te helpen om doelstellingen vast te leggen die in lijn liggen met een wereldwijde temperatuurstijging van minder dan 2 °C. Om deze ecologische voetafdruk te verkleinen, richten we ons vooral op onze gebouwen, ons voertuigenpark en ons afval.
In 2020 steeg onze koolstofvoetafdruk in scope 1 en 2 emissies met 3% en in scope 3 daalde ze met 18% ten opzichte van 2017, hetgeen neerkomt op een algemene daling van CO2 -uitstoot met 11% (scope 1, 2 en 3). Dit was voornamelijk toe te schrijven aan de daling van het woon-werkverkeer van het personeel, van het aantal zakenreizen en van het luchtvervoer.
| 2020 | 2019 | 2018 | 2017 (GEHERWAARDEERD)(1) |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| UNIT | BPOST GROUP | TREND | ||||
| SCOPE 1 | t CO2 eq |
82.826 | 87.848 | 88.996,30 | 84.834,57 | |
| Brandstof wagenpark | t CO2 eq |
61.040 | 65.383 | 67.982,54 | 65.517,85 | |
| Aardgas en stookolie | t CO2 eq |
21.786 | 22.442 | 20.985,76 | 19.288,77 | |
| Olie voor generatoren | t CO2 eq |
- | 23 | 28,00 | 27,95 | |
| SCOPE 2 | t CO2 eq |
31.569 | 28.619 | 30.266,06 | 32.553,98 | |
| Elektriciteit (op de markt gebaseerd)(2) | t CO2 eq |
30.938 | 28.156 | 29.794,00 | 32.054,44 | |
| Stadsverwarming | t CO2 eq |
631 | 463 | 472,06 | 499,54 | |
| Scope 1 en 2 | t CO2 eq |
114.395 | 116.467 | 119.262,36 | 117.388,55 | |
| SCOPE 3 | t CO2 eq |
218.016 | 192.390 | 189.320,25 | 179.586,32 | |
| Wegverkeer door onderaannemers | t CO2 eq |
117.699 | 111.939 | 113.440,00 | 128.771,72 | |
| Zakenreizen | t CO2 eq |
1.844 | 1.349 | 1.374,00 | 510,44 | |
| Woon-werkverkeer medewerkers | t CO2 eq |
36.320 | 34.147 | 32.977,00 | 31.782,12 | |
| Afval | t CO2 eq |
6.694 | 6.011 | 3.932,25 | 4.651,60 | |
| Luchtvervoer door onderaannemers(3) | t CO2 eq |
55.459 | 38.944 | 37.597,00 | 13.870,44 | |
| TOTALE CO2 -EMISSIES (SCOPE 1+2+3) |
t CO2 eq |
332.411 | 308.857 | 308.583 | 296.975 |
(1) De geherwaardeerde CO2 -voetafdruk voor 2017 is gebaseerd op 100% rekeningen voor de gegevens in verband met de activiteiten van Radial (in vergelijking met 16,7% in 2017) en gebruikt de feitelijke verbruikscijfers van 2017 voor elektriciteit (in plaats van een schatting). Bovendien werden de gegevens van Ubiway over zijn bedrijfswagens met terugwerkende kracht toegevoegd.
(2) De op de markt gebaseerde methode geeft de keuzes van bpost weer op het vlak van elektriciteitsbevoorrading, zoals de aankoop van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen. Dit wordt gedetailleerd beschreven in de overeenkomsten tussen bpost en zijn energieleveranciers.
(3) Cijfers over uitbesteed luchtvervoer werden hierbij niet in rekening gebracht.
| BPOST BELGIUM | DOCHTERONDERNEMINGEN | BPOST GROUP | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PLANET - GROEN WAGENPARK(1) | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 |
| Aandeel EURO 5- en EURO 6-norm [%] | 96 | 98 | 99 | 97 | 97 | 100 | 96 | 98 | 99 |
| Gemiddeld brandstofverbruik per bestelwagen [l/km] | 9 | 10 | 8 | 15 | 15 | 12 | 10 | 10 | 9 |
| Gemiddeld brandstofverbruik per vrachtwagen [l/km] | 26 | 27 | 24 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 26 | 27 | 24 |
| Aandeel voertuigen met alternatieve brandstof voor 'last mile' [%] |
35 | 32 | 31 | 13 | 11 | 5 | 34 | 31 | 30 |
(1) De cijfers over de Green Fleet hebben alleen betrekking op de entiteiten van bpost met een voertuigenpark voor leveringen: bpost Belgium (bpost NV, Euro-Sprinters en Speos) en dochterondernemingen (DynaGroup).
Een uitgebreid en betrouwbaar wagenpark is een van de belangrijkste activa voor een post- en logistiek bedrijf. bpost heeft dan ook een van de grootste voertuigenparken voor leveringen van post en pakjes van België. Dit wagenpark heeft wel een grote invloed op de koolstofuitstoot en de luchtkwaliteit. Sinds bpost de beslissing nam om een voortrekkersrol te spelen op het vlak van duurzaamheid, treffen we verschillende maatregelen om de impact van onze wagenparken zoveel mogelijk te beperken.
In de eerste plaats transformeren we ons wagenpark naar voertuigen met een beperkte of zelfs geen koolstofvoetafdruk, zoals (elektrische) fietsen, driewielers voor leveringen en elektrische bestelwagens.
In augustus 2020 richtten we de EcoZone in Mechelen in. Dit proefproject heeft ten doel om brieven en pakjes uitstootvrij te leveren in de stad. We testen hierbij nieuwe manieren om deze 'last mile' in het leveringsproces aan te vullen door 'pakjesautomaten' te installeren waar pakjes kunnen worden opgehaald en achtergelaten, waarbij gebruik wordt gemaakt van 65 elektrische bestelwagens en 18 cargofietsen.
Dit ambitieuze project zou in de toekomst naar andere Belgische steden worden uitgebreid, met nog eens 600 elektrische bestelwagens die tegen 2022 zullen worden ingevoerd en de omzetting van 50% van ons 'last mile'-voertuigenpark naar elektrische alternatieven (ongeveer 3.400 voertuigen).
bpost heeft intussen ook Non-Prior zegels geïntroduceerd als een milieuvriendelijke maatregel. Op die manier kunnen we de postvolumes op een meer efficiënte manier bundelen en daardoor de leveringsplanning efficiënter en milieuvriendelijker maken.
Daarnaast bevorderen we milieuvriendelijke rijstijlen bij onze eigen chauffeurs en de chauffeurs in onderaanneming en moedigen we onze medewerkers aan om voor het woon-werkverkeer milieuvriendelijkere oplossingen te gebruiken. We ondersteunen daarbij alternatieve manieren om hen naar het werk te laten komen (bv. carpooling of promotie van elektrische fietsen) en/of we bieden hen de kans om flexibel te werken.
| Groene gebouwen | ||
|---|---|---|
| -- | -- | ----------------- |
| BPOST BELGIUM | DOCHTERONDERNEMINGEN | BPOST GROUP | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PLANET - GROENE GEBOUWEN | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | ||
| Totaal energieverbruik per werknemer [MWh/ eenheid/eenheden] |
5 | 5 | 5 | 17 | 16 | 15 | 8 | 7 | 7 | ||
| Totaal energieverbruik [kWh] |
138.382.365 129.388.488 123.832.690 138.997.380 124.404.895 129.507.750 277.379.745 253.793.383 253.340.440 | ||||||||||
| Totale hoeveelheid hernieuwbare/groene elektriciteit verbruikt [kWh] |
67.728.515 64.235.857 63.964.618 10.548.597 10.086.633 | 8.892.209 78.277.112 74.322.490 72.856.827 | |||||||||
| Aandeel hernieuwbare elektriciteit [%] |
95 | 95 | 93 | 11 | 12 | 10 | 46 | 49 | 46 | ||
| Totale hoeveelheid verbruikte niet hernieuwbare/grijze elektriciteit [kWh] |
3.840.338 | 3.543.804 | 4.981.205 86.272.565 74.448.078 81.792.728 90.112.903 77.991.882 86.773.932 | ||||||||
| Aandeel niet hernieuwbare elektriciteit [%] |
5 | 5 | 7 | 89 | 88 | 90 | 54 | 51 | 54 | ||
| Totale hoeveelheid verbruikt aardgas [kWh] |
54.194.732 49.605.667 44.032.354 40.614.887 38.377.600 36.930.293 94.809.619 87.983.267 80.962.648 | ||||||||||
| Totaal verbruik stookolie [kWh] |
10.110.389 | 9.250.382 | 8.146.277 | 1.512.050 | 1.457.108 | 1.602.398 11.622.439 10.707.490 | 9.748.675 | ||||
| Totaal verbruik stadsverwarming [kWh] |
2.470.491 | 2.680.653 | 2.654.043 | - | - | 240.000 | 2.470.491 | 2.680.653 | 2.894.043 | ||
| Totale hoeveelheid stookolie verbruikt voor generatoren [kWh] |
37.900 | 72.124 | 54.193 | 49.281 | 35.476 | 50.122 | 87.181 | 107.600 | 104.315 | ||
| Aandeel geproduceerde hernieuwbare elektriciteit [%] |
5 | 7 | 7 | 0 | 0 | 2 | 2 | 3 | 3 | ||
| Totale geïnstalleerde hernieuwbare energiecapaciteit [MWp] |
4.825 | 4.830 | 6.610 | 0 | 0 | 0 | 4.825 | 4.830 | 6.610 | ||
| Totale oppervlakte geïnstalleerde capaciteit zonne-elektriciteit [m²] |
31.503 | 31.503 | 40.098 | 354 | 14.387 | 14.387 | 31.857 | 45.890 | 54.485 | ||
| Totaal waterverbruik [m³] | 144.017 | 149.075 | 136.343 | n.v.t. 356.976.131 322.891.331 | n.v.t. 357.125.206 323.027.674 | ||||||
bpost investeert ook in oplossingen om de ecologische impact van al zijn activiteiten, gebouwen en voorzieningen - die allemaal elektriciteit, gas en water verbruiken - zoveel mogelijk te beperken. Wat elektriciteit betreft, heeft bpost zwaar geïnvesteerd in hernieuwbare elektriciteit. Bijna 100% van de elektriciteit die in België wordt verbruikt, is hernieuwbaar. Daarnaast produceren we zelf 7% van de elektriciteit die we verbruiken. Om dat doel te bereiken en om onze Science Based reduction Target te ondersteunen, hebben we onze oppervlakte fotovoltaïsche cellen in 2020 naar 40.000 m² uitgebreid. Het is onze ambitie om het aandeel niet-hernieuwbare elektriciteit die door onze dochterondernemingen wordt verbruikt, nog meer te compenseren.
Bovendien levert bpost heel wat inspanningen om zijn energieverbruik te doen dalen door de energie-efficiëntie van onze activiteiten en onze voorzieningen te verbeteren. We investeren in relightingprojecten en meer energie-efficiënte verwarmingsprojecten - zowel in België als in het buitenland. Voorbeelden daarvan zijn het omschakelen naar ledverlichting, het upgraden van verwarmings- en ventilatiesystemen en de installatie van sensoren en timers voor een efficiënter gebruik van verlichting en verwarming.
Zo beschikt bpost Belgium in Mons en in de streek van Verviers over twee bijzonder geavanceerde low-energygebouwen. Ook het nieuwe sorteercentrum Brussel X (NBX) is volledig met ledverlichting uitgerust. Dit heeft een enorme impact, aangezien dit centrum veruit het grootste sorteercentrum is in België, met een oppervlakte van meer dan 70.000 m² - het equivalent van 14 voetbalvelden. Bovendien werken de retailwinkels van Ubiway uitsluitend met hernieuwbare energie en wordt er alleen led- of hogedrukverlichting geïnstalleerd. Het hoofdkantoor van Ubiway heeft een BREEAM-certificaat.
| BPOST BELGIUM | DOCHTERONDERNEMINGEN | BPOST GROUP | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PLANET - AFVALBEHEER | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018(1) | 2019 | 2020 |
| Totale hoeveelheid voortgebracht afval [t] |
8.110 | 7.317 | 8.136 | 78.901 | 54.924 | 62.242 | 87.011 | 62.241 | 70.378 |
| Totale hoeveelheid voortgebracht ongevaarlijk afval [t] |
8.066 | 7.260 | 8.030 | 78.843 | 54.867 | 62.217 | 86.909 | 62.127 | 70.248 |
| Gerecycleerd afval [t] | 5.288 | 4.539 | 5.663 | 69.448 | 49.840 | 54.522 | 74.736 | 54.379 | 60.185 |
| Aandeel gerecycleerd afval [%] | 65 | 62 | 70 | 88 | 91 | 88 | 86 | 87 | 86 |
| Hoeveelheid restafval dat werd verbrand met het oog op energierecuperatie [t] |
2.778 | 2.721 | 2.368 | 588 | 525 | 276 | 3.366 | 3.246 | 2.644 |
| Hoeveelheid restafval dat werd verbrand zonder energierecuperatie of dat werd gestort [t] |
- | - | 8.807 | 4.499 | 7.419 | 8.807 | 4.499 | 7.419 | |
| Totale hoeveelheid voortgebracht gevaarlijk afval [t] |
44 | 57 | 105 | 58 | 57 | 25 | 102 | 114 | 130 |
(1) De gegevens over de afvalactiviteiten van dochteronderneming Ubiway in 2018 werden geherwaardeerd, wat een invloed heeft op de afvalcijfers van bpost group.
bpost is zich bewust van de resources die we gebruiken en het afval dat we produceren en beheert die afvalstromen op een verantwoorde manier. In al onze vestigingen sorteren we volgens de verschillende afvalstromen en werken we samen met een erkende afvalpartner voor recyclage (papier, kartonnen drinkbekers, plastic flessen, metaal) of verwijdering met energierecuperatie. In België wordt 100% van alle plastic-, papier- en kartonafval gerecycleerd en wordt 100% van het niet-gesorteerde afval verbrand met het oog op energierecuperatie. We willen ook in onze andere vestigingen dezelfde cijfers halen.
bpost transformeert momenteel tot een internationale omni-commerce-logistiekgroep, maar hecht ook veel belang aan de nabijheid van de mensen rond de organisatie. Zo werken we nauw samen met zowel de Belgische als de internationale samenleving, met onze klanten en met onze leveranciers. We stellen die relaties op prijs, onder meer omdat we daardoor snel kunnen inspelen op bestaande en toekomstige behoeften in België en in het buitenland. Onze steun aan externe organisaties die voor en met mensen werken in België en in het buitenland, is belangrijk voor ons. We moedigen onze leveranciers ook aan om MVO zoveel mogelijk in hun bedrijfspraktijken te integreren. En aan onze klanten bieden we diensten aan die hun dagelijkse leven kunnen vergemakkelijken.
| BPOST BELGIUM DOCHTERONDERNEMINGEN |
BPOST GROUP | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| NABIJHEID - STRATEGISCHE KPI'S | UNIT | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 |
| Totaal donaties | 1.000 Euros |
371 | 349 | 254 | 563 | 41 | 52 | 51 | 390 | 306 | 614 |
| Aandeel van belangrijke tier 1-leveranciers die onder onze Gedragscode vallen |
% | n.v.t.* | 39* | 35* | 31 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Klantentevredenheid(1) | Score | 86 | 84 | 82 | 84 | (1) n.v.t. |
(1) n.v.t. |
(1) n.v.t. |
(1) n.v.t. |
(1) n.v.t. |
(1) n.v.t. |
(1) De klantentevredenheidsmethodologie die bpost Belgium toepast, is zeer specifiek voor de organisatie (omvat zowel residentiële als bedrijfsklanten en wordt gewaardeerd op een schaal van 1 tot 7). Daardoor is het moeilijk om de resultaten met die van onze dochterondernemingen te consolideren. We zullen onderzoeken hoe we in de toekomst een gemeenschappelijk meetsysteem kunnen uitwerken.
* Herwaardering op basis van de standaardisatie van de definitie..
| BPOST BELGIUM DOCHTERONDERNEMINGEN |
BPOST GROUP | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PROXIMITY (NABIJHEID) - NABIJHEID TOT DE SAMENLEVING |
UNIT | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018 | 2019 | 2020 |
| Totaal donaties | 1.000 Euros |
371 | 349 | 254 | 563 | 41 | 52 | 51 | 390 | 306 | 614 |
bpost werkt niet in een vacuüm, maar is actief binnen de samenleving. Die samenleving bestaat uit meerdere gemeenschappen, waarvoor we dankbaar zijn: zij maken ons werk interessant en de moeite waard. Naarmate bpost groeit, groeien die gemeenschappen met ons: we begonnen ooit als Belgisch postbedrijf, maar tegenwoordig hebben onze activiteiten en gemeenschappen een internationaler karakter. Om dicht bij onze roots te bljven, steunen we tegenwoordig een aantal maatschappelijke en biodiversiteitsprojecten in België.
In 1997 werd het Fonds van bpost voor Alfabetisering boven de doopvont gehouden met de bedoeling om het analfabetisme te bestrijden door nieuwe alfabetiseringsprojecten van een aantal organisaties te steunen. Het Fonds van bpost voor Alfabetisering, dat door de Koning Boudewijnstichting wordt beheerd, kreeg in 2009 een boost toen we voor de eerste keer een deel van de inkomsten uit de verkoop van kerstzegels doneerden. Sindsdien heeft het Fonds al ongeveer 1,5 miljoen euro ontvangen. In 2020 ontving het 100.000 euro subsidies.
In juni schaarden de 26.000 werknemers van bpost zich achter DigitalForYouth, een liefdadigheidsinstelling die jongeren helpt die het slachtoffer zijn van de digitale kloof. Onze medewerkers namen hiervoor deel aan de 'Maak lawaai'-campagne en zamelden zo 25.000 euro in, waarmee 250 laptops konden worden gekocht.
Star4U is een initiatief van bpost dat werknemers aanmoedigt om zich in te zetten voor sociale, culturele en ecologische projecten die aansluiten op de waarden van bpost. Die projecten worden geselecteerd door een panel van medewerkers van bpost en deskundigen van buiten het bedrijf. Sinds de lancering in 2010 heeft bpost al meer dan 950 projecten gesteund voor een bedrag van 785.000 euro. In 2020 gaf bpost meer dan 70.000 euro aan 89 geselecteerde projecten.
In 2020 wilde bpost group ervoor zorgen dat iedereen tijdens de lockdown naar aanleiding van de COVID-19-pandemie in contact bleef met zijn of haar geliefden. Door twee gratis campagnes te lanceren via de Mobile Postcard-app, werden er meer dan twee miljoen gepersonaliseerde foto- en videopostkaarten verstuurd om België te verenigen.
bpost helpt natuurlijke habitats te creëren om de plaatselijke biodiversiteit en flora in stand te houden. We droegen daaraan bij door twee stukken grond van bpost (één in de buurt van Ekeren en één in Ukkel) voor een periode van 33 jaar beschikbaar te stellen voor een initiatief dat de biodiversiteit moet beschermen. Het is de bedoeling om die stukken land te laten renoveren en ze daarna open te stellen voor het publiek. Bovendien plantten we samen met Natuurpunt een 'bpost bos' van 1 hectare aan in het bos van Waver.
Child Focus houdt zich sinds het einde van de jaren negentig bezig met de problematiek van vermiste kinderen en de strijd tegen kindermisbruik. Naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de organisatie bracht bpost in 2018 een postzegel uit ter ere van het harde werk dat ze leveren. bpost stelt intussen ook zijn postkantoren ter beschikking wanneer een zoektocht wordt georganiseerd naar vermiste personen, waarbij foto's van vermiste personen plaatselijk of nationaal op schermen worden getoond.
Samen met meer dan 110 andere bedrijven, organisaties en plaatselijke overheden werkt bpost mee aan de Green Deal Biodiversiteit. Met deze vrijwillige overeenkomst engageren we ons ertoe om actie te ondernemen om de komende drie jaar de biodiversiteit en de natuurlijke waarde binnen en buiten onze bedrijfssites te vergroten. Een van de acties van bpost in het kader van de Green Deal Biodiversiteit is de installatie van een insectenhotel in NBX.
Sinds 2016 installeerden we samen met de coöperatieve vennootschap Made in Abeilles twee bijenkorven op het dak van ons hoofdkantoor in Brussel. Het achterliggende idee bestond erin om onze daken beter te benutten en tegelijkertijd een antwoord te bieden op het massale verdwijnen van bijen en het bijbehorende verlies aan biodiversiteit. Door onderdak te bieden aan meerdere bijenkolonies kan bpost niet alleen zijn milieu-initiatieven versterken, maar ook helpen om de uitdagingen op het vlak van biodiversiteit aan te gaan en tegelijkertijd zijn ecologische voetafdruk verkleinen.
Bij bpost hebben we een klein project lopen dat gericht is op de overleving van de huiszwaluwen in Vlaanderen. In dit gewest staan deze vogels op de Rode Lijst van de IUCN en worden ze als een kwetsbare soort beschouwd. Ten gevolge van veranderingen in de woningbouw en in het ontwerp van daken, en door de renovatie van gebouwen, worden nesten van huiszwaluwen verwijderd of vernietigd, terwijl de natuurlijke broedplaatsen afnemen. bpost plaatst daarom artificiële nesten onder de dakranden van zijn postkantoren binnen de perimeter van kolonies huiszwaluwen, zodat de huiszwaluwen daar hun nesten kunnen bouwen. We hebben intussen al 5 x 2 artificiële nesten onder de dakrand van het postkantoor in Harelbeke geplaatst, evenals 2 x 2 exemplaren in Anzegem.
| BPOST BELGIUM | ||||
|---|---|---|---|---|
| PROXIMITY (NABIJHEID) - NABIJHEID TOT DE LEVERANCIERS | UNIT | 2018 | 2019 | 2020 |
| Aandeel van belangrijke tier 1-leveranciers die onder de Gedragscode voor Leveranciers vallen(2) |
% | 39* | 35* | 31 |
| Aandeel van aankopen bij belangrijke tier 1-leveranciers bij wie een screening werd uitgevoerd op MVO door Ecovadis(2) |
% | n.v.t. | 39 | 39 |
| Aandeel van aankopen van papier afkomstig van gecertificeerde bossen (bv. PEFC, FSC, SFI)(1) |
% | 100 | 100 | 100 |
(1) Deze indicator is specifiek voor de postactiviteiten (bpost Belgium) en wordt daarom niet gemonitord bij onze dochterondernemingen.
(2) We werken momenteel aan de monitoring van informatie over leveranciers in onze dochterondernemingen. Deze gegevens zijn nog niet beschikbaar voor dochterondernemingen in 2021.
* Herwaardering op basis van de standaardisatie van de definitie.
Bij de inkoopafdeling promoten we verantwoordelijke praktijken in het algemeen en in onze volledige leveringsketen. Dit betekent dat we aan het inkopen van duurzame oplossingen kunnen werken en een sterke en duurzame leveringsketen kunnen opbouwen door samen te werken met de juiste leveranciers om de onrechtstreekse impact nog meer te beperken. Beide niveaus worden behandeld in ons Sustainable Procurement Program. Dat programma wordt verankerd door de implementatie van de juiste tools en procedures.
Ons programma zal vooral een meerwaarde bieden door onze knowhow uit te breiden en opkomende trends op te volgen en door langdurige relaties met onze leveranciers op te bouwen. De komende jaren zal ons programma elk jaar worden geüpdatet en worden geharmoniseerd zodat het bpost nog beter kan ondersteunen in de nieuwe visie CONNECT 2026.
We streven ernaar om zoveel mogelijk inkoopcontracten te hebben waarbij duurzaamheid in het aanbestedingsproces of contract is verankerd.
Daarnaast zoeken we in ons externe netwerk naar 'best practices' en expertise. Onze relaties helpen ons om opportuniteiten en innovaties te identificeren die bij bpost kunnen worden geïmplementeerd.
Het stimuleren van duurzaamheid in heel onze toeleveringsketen is essentieel om toegevoegde waarde te creëren voor bpost. We streven er dan ook naar om sterke relaties op te bouwen met onze belangrijkste leveranciers. Het eens worden over hoe we kunnen samenwerken is dan ook voor beide partijen voordelig, aangezien we op die manier onze samenwerking vandaag en in de toekomst verbeteren.
bpost houdt zich aan de hoogste normen inzake bedrijfsethiek, milieupraktijken, sociale normen en arbeidsomstandigheden. bpost is niet van plan om zaken te doen met derden die niet volledig aan deze normen voldoen. Dit is vastgelegd in de Gedragscode voor Leveranciers van bpost en opgenomen in de algemene voorwaarden van het contract.
Bovendien is een duurzaamheidsclausule beschikbaar die in de aanbestedingsprocedure en/of het contract wordt gebruikt. De clausule verplicht de leveranciers om een MVO-risicobeoordeling uit te voeren van hun beleid, processen en maatregelen. bpost heeft EcoVadis aangesteld om deze duurzaamheidsprestatiebeoordelingen uit te voeren. Tijdens de beoordeling wordt rekening gehouden met de milieuprestaties (energie, water, afval, producten) en sociale prestaties (gezondheid en veiligheid, arbeidsomstandigheden, kinderarbeid en dwangarbeid), ethiek en duurzaam aankoopbeleid.
| BPOST BELGIUM | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| PROXIMITY (NABIJHEID) - NABIJHEID TOT ONZE KLANTEN | UNIT | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
| Klantentevredenheid(1) | Score | 86 | 84 | 82 | 84 | |
| Hoeveelheid brieven waarmee klanten hun koolstofemissies voor de post hebben gecompenseerd(1) |
Miljoen brieven | 159 | 162 | 164 | 850 | |
| Totale compensatie koolstofemissies voor de klanten(1) |
CO2 teq. |
2.404 | 2.533 | 1.809 | 8.000 |
(1) De klantentevredenheidsmethodologie die bpost Belgium toepast, is zeer specifiek voor de organisatie (omvat zowel residentiële als bedrijfsklanten en wordt gewaardeerd op een schaal van 1 tot 7). Daardoor is het moeilijk om de resultaten met die van onze dochterondernemingen te consolideren. We zullen onderzoeken hoe we in de toekomst een gemeenschappelijk meetsysteem kunnen uitwerken.
(2) Deze indicator is specifiek voor de postactiviteiten (bpost Belgium) en wordt daarom niet gemonitord bij onze dochterondernemingen.
Onze medewerkers komen dagelijks in contact met onze klanten. Omdat we zo dicht bij onze klanten staan, behouden we een duidelijk zicht op hun huidige en toekomstige behoeften. Aangezien klanten hun impact belangrijk vinden, bieden we hen verschillende verantwoorde mogelijkheden aan. We doen dan ook alles wat we kunnen om onze dienstverlening nog te verbeteren en onze klanten gelukkig te maken. Radial, onze dochtervennootschap in de VS, is gespecialiseerd in diensten in verband met customer care. We hebben daarvan geleerd en willen dit nu overal bij bpost invoeren.
Met onze Carbon Meter helpen we onze klanten om gefundeerde beslissingen te nemen waarmee ze hun milieu-impact zoveel mogelijk kunnen beperken. Afhankelijk van bijvoorbeeld het type papier, het gebruik van karton, de afmetingen en de gebruikte inkt, kunnen ze de koolstofvoetafdruk bepalen van de reclamepost die ze versturen.
We compenseren sinds 2020 de koolstofemissies die onze activiteiten rond het verwerken van post genereren. Samen met CO2 logic werven we financiering voor klimaatprojecten met de Gold Standard-certificatie, waarmee we de emissies van broeikasgassen in opkomende landen willen beperken. Voor elk van die projecten dragen we ook bij aan essentiële SDG's van de VN, zoals klimaatactie, leven op land, duurzame gemeenschappen, geen armoede of goede gezondheid. Dit jaar investeerden we in Safe Water for Rwanda, waar de toegang tot veilig water beperkt is, en waar men zich uitsluitend verlaat op onveilige putten, meren en andere openwaterbronnen met een groot risico op besmetting. De enige optie om het water te zuiveren, is door het te koken, waarvoor brandhout wordt gebruikt. Dit proces leidt tot ontbossing en de uitstoot van broeikasgassen door het verbranden van hout. Door veilig water te voorzien, zorgt het project ervoor dat huishoudens minder brandhout gebruiken om het water zuiver te krijgen Daardoor vermindert de uitstoot van broeikasgassen. Meer informatie over dit project vindt u hier. In totaal compenseerden we de verwerking van 850 miljoen poststukken voor meer dan 2.500 van onze klanten, wat resulteerde in de neutralisatie van meer dan 8.000 ton CO2 .
We proberen onze klanten flexibele en duurzame oplossingen aan te bieden. Een van die oplossingen zijn de pakjesautomaten, een onafhankelijk open netwerk van automaten voor pakjes voor retailers, onlineklanten en koeriers. Klanten kunnen daarbij kiezen om hun pakje naar een automaat te versturen, waar ze het met behulp van hun smartphone kunnen ophalen op een moment dat hen best past. De automaten zijn opgesteld op druk bezochte plaatsen, zoals treinstations.
Voor mensen met weinig contacten in België zijn onze plaatselijke postbodes vertrouwde gezichten en betrouwbare bezoekers. Doordat ze elke dag overal langskomen, kunnen plaatselijke postbodes een belangrijke rol spelen in de beoordeling of ouderen nog wel voldoende sociale contacten hebben. bpost biedt daarom in een aantal Belgische gemeenten samen met de plaatselijke sociale diensten de bclose-dienst aan. Na goedkeuring door de ouderen komt hun vertrouwde postbode langs om hen enkele vragen te stellen om op die manier een zicht te krijgen op wat zij nodig hebben. Die informatie kan dan op een vertrouwelijke manier worden gebruikt om de nodige acties te ondernemen en om hen in het gemeenschapsleven te integreren.
Dankzij onze dochteronderneming kunnen burgers in Antwerpen voortaan hun vernieuwde paspoort in ontvangst nemen wanneer dat hen best past. Het enige wat ze daarvoor hoeven te doen, is in het plaatselijke gemeentehuis hun paspoort aanvragen, hun digitale vingerafdrukken bezorgen en de nodige documenten ondertekenen. Vervolgens levert Dynasure hen hun paspoort wanneer dat hen best past. Daardoor hoeven de burgers zich niet meer aan te passen aan de openingsuren van hun plaatselijke gemeentehuis.
Totaal aantal dagen waarop medewerkers afwezig waren tijdens het betreffende jaar (ten gevolge van arbeidsongevallen of ziekte) vergeleken met aantal gepresteerde dagen tijdens dat jaar maal 100.
Het aantal verkeersincidenten (die leidden tot een 'near-miss', verwondingen of overlijden) tijdens de werkuren die veroorzaakt worden door een bestuurder van bpost (tijdelijke) werknemer van de entiteit die werk verricht namens de entiteit).
De bpost groep gebruikt de Greenhouse Gas Protocol - A Corporate Accounting and Reporting Standard (Revised Edition) en de gezamenlijke methodologie van UPU (Universal Postal Union), PostEurope en IPC (International Postal Corporation) – 'GHG Inventory standard for the postal sector last version 2010 standard' om activiteitsgegevens te verzamelen en emissies te berekenen. bpost group rapporteert alleen over CO2 -emissies. HFC-emissies van koel- of airconditioningsystemen in de vestigingen zijn verwaarloosbaar klein. NH4-, N2O-, PFC- of SF6-emissies zijn verwaarloosbaar klein en niet relevant voor de activiteiten van bpost. Het IPC GHG-programma houdt daarom geen rekening met die emissies binnen het kader van de emissies waarvoor monitoring moet worden voorzien. De meeste omzettingsfactoren die worden gebruikt, zijn afgeleid van IPC of worden rechtstreeks door de betreffende leverancier bezorgd.
Het klantentevredenheidsonderzoek van bpost gebaseerd op een schaalverdeling van 1 tot 7, waarbij de niveaus 7 en 6 enthousiaste klanten en niveau 5 tevreden klanten zijn. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen particuliere en professionele klanten.
Het engagement van onze medewerkers wordt bepaald door een onafhankelijk bedrijf via een specifiek onderzoek, waarin het gemiddelde op de scores van de antwoorden het niveau van engagement weergeeft.
Het totale aantal medewerkers die de entiteit verlieten tijdens de rapporteringsperiode (jaar X), gedeeld door het gemiddelde aantal werknemers in jaar X en jaar X-1, vermenigvuldigd met 100.
De totale energie die wordt verbruikt - uitgedrukt in kWh - door de gebouwen en de activiteiten in de gebouwen, buiten het energieverbruik voor transportdoeleinden en logistieke doeleinden tijdens de beschouwde periode. Dit omvat het verbruik van elektriciteit, aardgas, stookolie, stadsverwarming en stookolie voor generatoren en diesel voor heftrucks.
Geplande opleiding, instructie en/of onderwijs voor medewerkers of uitzendarbeiders, die door bpost wordt betaald tijdens en buiten de werkuren in de beschouwde periode. Formele opleidingen worden georganiseerd in samenwerking met een (interne of externe) trainer of onderwijsinstelling.
Het aantal arbeidsongevallen dat gebeurde in het rapporteringsjaar, vergeleken met het totale aantal uren dat er in het rapporteringsjaar werd gewerkt, maal 1.000.000 gewerkte uren.
Informele opleiding bestaat uit educatieve activiteiten met een hoge mate van zelforganisatie (d.w.z. zonder trainer of onderwijsinstelling) over content op basis van de individuele behoeften van de medewerkers en met een rechtstreekse link met de werkactiviteiten.
Het aantal werkdagen dat werknemers niet kwamen werken ten gevolge van arbeidsongevallen, waarbij geen rekening wordt gehouden met de dagen waarop de medewerker niet zou hebben gewerkt (bv. weekends, verlofdagen, halve verlofdagen enz.). In dit aantal was de dag waarop het arbeidsongeval plaatsvond niet opgenomen.
Totaal aantal arbeidsongevallen die een verwonding met verlet of een overlijden op het werk heeft tijdens de beschouwde periode.
Het totale aantal verletdagen in het beschouwde jaar ten opzichte van het aantal gewerkte uren in dat jaar maal 1.000 gewerkte uren.
Belangrijke tier 1-leveranciers zijn leveranciers die minstens 80% vertegenwoordigen van het aankoopbudget dat tijdens de beschouwde periode werd besteed.
Voor ons Duurzaamheidsbeheer verwijzen we naar de volgende rubriek op onze website.
Voor onze verbintenissen ten opzichte van onze stakeholders verwijzen we naar de volgende rubriek op onze website.
Het jaarverslag van bpost over 2019 werd voorbereid in overeenstemming met de GRI Standards: Core optie. Onze materialiteitsanalyse, materialiteitsmatrix, GRI content-index voor dit verslag vindt u op onze website.
Voor een overzicht van de prijzen en partnerschappen van bpost verwijzen we naar de volgende rubriek op onze website.

In vergelijking met vorig jaar stegen de totale externe bedrijfsopbrengsten met +316,8 miljoen EUR tot 4.154,6 miljoen EUR.
De bedrijfskosten, met inbegrip van de afschrijvingen en waardeverminderingen, stegen met -406,1 miljoen EUR; afschrijvingen en waardeverminderingen buiten beschouwing gelaten, stegen de bedrijfskosten met -335,3 miljoen EUR. Deze stijging was voornamelijk toe te schrijven aan hogere loonkosten, kosten voor uitzendarbeid en transportkosten, ingevolge de volumegroei bij Parcels & Logistics Europa & Azië en Parcels & Logistics Noord-Amerika en extra kosten als gevolg van COVID-19, gedeeltelijk tenietgedaan door lagere materiaalkosten van Ubiway Retail, met inbegrip van de impact van de deconsolidatie van Alvadis. De hogere afschrijvingen zijn voornamelijk te verklaren door niet-cash waardeverminderingen gerelateerd aan goodwill en aan toewijzing van de aankoopprijs (-62,1 miljoen EUR).
Dientengevolge daalden de EBIT en de aangepaste EBIT met respectievelijk -89,2 miljoen EUR en -30,2 miljoen EUR in vergelijking met vorig jaar. De ongunstige evolutie van de voorwaardelijke vergoedingen, de terugvordering van BTW en de afrekeningen van eindrechten (gecombineerd -10,6 miljoen EUR) bij Parcels & Logistics Europa & Azië, de impact van de ransomware aanval (-9,2 miljoen EUR) bij Parcels & Logistics Noord-Amerika en de winst op de verkoop van de hoofdzetel bij Corporate van vorig jaar (-19,9 miljoen EUR) buiten beschouwing gelaten, zou de aangepaste EBIT met +9,5 miljoen EUR zijn gestegen in vergelijking met vorig jaar.
Het netto financieel nettoresultaat steeg met 13,7 miljoen EUR, voornamelijk ingevolge de daling van niet-cash financiële kosten met betrekking tot personeelsbeloningen IAS 19 als gevolg van een verminderde daling van de discontovoeten.
Het aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures bedroeg 18,3 miljoen EUR en steeg met 2,5 miljoen EUR in vergelijking met vorig jaar.
De herwaardering van activa aangehouden voor verkoop tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten bedroeg -141,6 miljoen EUR in 2020, aangezien de investering in bpost bank werd ondergebracht bij voor verkoop aangehouden activa en de boekwaarde werd teruggebracht tot de reële waarde na aftrek van verkoopkosten, waardoor er een waardevermindering van 141,6 miljoen EUR werd erkend.
De belastinguitgaven daalden met +40,8 miljoen EUR in vergelijking met vorig jaar, voornamelijk ingevolge lagere winst vóór belastingen in combinatie met een lagere belastingsvoet in België en de erkenning in 2020 van een bijkomende uitgestelde belastingvordering voor Amerikaanse fiscale over te dragen verliezen. Het effectieve belastingtarief (164,9%) werd negatief beïnvloed door niet fiscaal aftrekbare waardeverminderingen op goodwill en de aanpassing van de reële waarde na aftrek van verkoopkosten van bpost bank in 2020.
De aangepaste nettowinst van de group steeg met +27,8 miljoen EUR tot 200,9 miljoen EUR, terwijl het nettoverlies van de group -19,2 miljoen EUR bedroeg, als gevolg van de waardeverminderingen en de aanpassing aan de reële waarde na aftrek van verkoopkosten van bpost bank (-141,6 miljoen EUR).
| 2020 | 2019 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR (AANGEPAST) | TOTAAL BEDRIJFS OPBRENGSTEN |
EBIT | MARGE (%) |
TOTAAL BEDRIJFS OPBRENGSTEN |
EBIT | MARGE (%) |
| Mail & Retail | 1.958,0 | 171,2 | 8,7% | 2.071,1 | 257,4 | 12,4% |
| Parcels & Logistics Europa & Azië | 1.087,9 | 101,4 | 9,3% | 830,9 | 65,8 | 7,9% |
| Parcels & Logistics Noord-Amerika | 1.336,0 | 32,8 | 2,5% | 1.104,2 | (3,0) | -0,3% |
| Corporate | 390,6 | (24,9) | -6,4% | 402,1 | (9,3) | -2,3% |
| Eliminaties | (617,9) | (571,2) | ||||
| group | 4.154,6 | 280,6 | 6,8% | 3.837,2 | 310,8 | 8,1% |
De business unit Mail & Retail (M&R) staat in voor de commerciële activiteiten met betrekking tot Transactional Mail, Advertising Mail en Press en de operationele activiteiten m.b.t. de ophaling, het transport, de sortering en de uitreiking van geadresseerde en niet-geadresseerde post, afgedrukte documenten, kranten en tijdschriften in België en verleent deze operationele activiteiten voor pakjes aan andere business units van bpost. Daarnaast biedt Mail & Retail Value added services met inbegrip van documentbeheer en gerelateerde activiteiten, alsook proximity- en convenienceretail via haar retailnetwerk in België, dat bestaat uit postkantoren, postpunten en het retail-netwerk van Ubiway bestaande uit verschillende "branded" winkels. Mail & Retail verkoopt ook bancaire en financiële producten, als onderdeel van het proximity- en convenience-retailnetwerk, krachtens een agentschapsovereenkomst met bpost bank en AG Insurance. De business unit voert eveneens namens de Belgische Staat Diensten van Algemeen Economisch Belang ("DAEB") uit.
De business unit Parcels & Logistics Europa & Azië (PaLo Eurasia) staat in voor de commerciële en operationele activiteiten met betrekking tot "last mile delivery" en expressleveringen in BeNe, e-commercelogistics (fulfillment, handling, uitreiking en terugzendingsbeheer) en cross-border (inbound, outbound en importdiensten) voor pakjes in Europa en Azië en voor internationale post wereldwijd. De business unit exploiteert verschillende operationele centra in heel Europa, met inbegrip van een sorteercentrum (NBX) en verschillende pakjeshubs. DynaGroup, Radial en Landmark Global-entiteiten in Europa en Azië maken deel uit van deze business unit.
De business unit Parcels & Logistics Noord-Amerika (PaLo N. Ame) staat in voor de commerciële en operationele activiteiten met betrekking tot e-commercelogistics (fulfillment, handling en uitreiking, terugzendingsbeheer, klantendienst en technologische meerwaardediensten) in Noord-Amerika en Australië en grensoverschrijdende pakjes en internationale post in Noord-Amerika. Radial Noord-Amerika en Landmark Global-entiteiten in Noord-Amerika maken deel uit van deze business unit.
Corporate- en Support-units (Corporate) bestaan uit de drie ondersteunende units en de corporate unit. De ondersteunende units bieden business-oplossingen aan de 3 business units en aan Corporate en omvatten Finance & Accounting, Human Resources & Service Operations, ICT & Digital. De Corporate-unit omvat Strategy, M&A, Legal, Regulatory en Corporate Secretary.
| Mail & Retail | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | EVOLUTIE % |
| Externe bedrijfsopbrengsten | 1.736,1 | 1.897,1 | -8,5% |
| Transactional mail | 725,2 | 748,0 | -3,1% |
| Advertising mail | 182,6 | 236,0 | -22,6% |
| Press | 339,1 | 346,6 | -2,2% |
| Proximity and convenience retail network | 386,5 | 462,6 | -16,4% |
| Value added services | 102,7 | 103,9 | -1,1% |
| Intersegment bedrijfsopbrengsten | 221,8 | 174,7 | 27,0% |
| TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 1.958,0 | 2.071,7 | -5,5% |
| Bedrijfskosten | 1.709,4 | 1.734,2 | |
| EBITDA | 248,5 | 337,5 | -26,4% |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 128,9 | 83,7 | |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT GERAPPORTEERD) | 119,6 | 253,8 | -52,9% |
| Marge (%) | 6,1% | 12,3% | |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT AANGEPAST) | 171,2 | 257,4 | -33,5% |
| Marge (%) | 8,7% | 12,4% | |
| Gemiddelde VTE & uitzendkrachten | 23.534 | 22.435 | 4,9% |
De totale bedrijfsopbrengsten daalden met -113,8 miljoen EUR of -5,5% in vergelijking met vorig jaar. De daling van de externe bedrijfsopbrengsten bedroeg -161,0 miljoen EUR of -8,5% en werd gedeeltelijk gecompenseerd door de hogere, volume gedreven intersegment bedrijfsopbrengsten (+47,2 miljoen EUR) ten overstaan van PaLo Europa & Azië.
Inkomsten uit Domestic Mail (d.w.z. Transactional Mail, Advertising Mail en Press gecombineerd) daalden met -83,7 miljoen EUR tot 1.246,9 miljoen EUR. De onderliggende volumedaling bedroeg -12% voor het volledige jaar 2020 versus -7,9% in 2019. Van maart 2020 tot mei 2020 bedroeg ze -20,1% ingevolge COVID-19. Transactional Mail liet een onderliggende volumedaling van -11,3% optekenen voor het jaar, waarvan -16,7% van maart tot mei 2020. Tijdens die periode had de lockdown als gevolg van COVID-19 een negatieve impact op alle postcategorieën, en waren er in het bijzonder lagere volumes administratieve post en aangetekende brieven. COVID-19 buiten beschouwing gelaten waren de onderliggende postvolumes onderhevig aan de gekende trends van aanhoudende e-substitutie en digitalisering. Advertising Mail realiseerde een onderliggende volumedaling van -18,8% voor het jaar, waarvan -36,2% van maart tot mei 2020, voornamelijk door campagnes die werden geannuleerd als gevolg van de sluiting ingevolge COVID-19 van alle niet-essentiële winkels tijdens de 1ste lockdown van 18 maart 2020 tot en met 10 mei 2020 en een verbod op promoties tot en met 3 april 2020. De volledige sluiting van alle niet-essentiële winkels in november 2020 (impact op volumes van -24,3% in de maand) en de aanhoudende terughoudendheid om te adverteren in een onzekere COVID-19-context had eveneens een negatieve impact op de onderliggende volumedaling. Het volume van Press daalde op een onderliggende basis met -5,3% ingevolge e-substitutie en rationalisering.
De totale daling van het Domestic Mail-volume had een impact op de inkomsten ten belope van -136,3 miljoen EUR en de verkiezingen van 2019 ten belope van -3,7 miljoen EUR. Deze effecten werden slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de netto-verbetering in prijs en mix ten belope van +53,2 miljoen EUR en verschillen in werkdagen ten bedrage van +3,1 miljoen EUR.
| ONDERLIGGENDE VOLUME-EVOLUTIE MAIL | FY19 | 1Q20 | 2Q20 | 3Q20 | 4Q20 | FY20 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Domestic mail | -7,9% | -9,9% | -17,7% | -8,2% | -11,8% | -12,0% |
| Transactional mail | -9,2% | -8,8% | -16,7% | -8,3% | -10,8% | -11,3% |
| Advertising mail | -4,7% | -16,5% | -26,6% | -9,4% | -20,4% | -18,8% |
| Press | -6,5% | -5,2% | -8,0% | -5,4% | -2,7% | -5,3% |
Het Proximity en convenience-retailnetwerk daalde met -76,1 miljoen EUR tot 386,5 miljoen EUR. De impact van de deconsolidatie van Alvadis vanaf september 2019 (-20,9 miljoen EUR) buiten beschouwing gelaten, bedroeg de daling -55,2 miljoen EUR, ingevolge lagere inkomsten van Ubiway Retail als gevolg van de aan COVID-19 gerelateerde gedeeltelijke sluiting van het netwerk, een lager aantal klanten en lagere inkomsten uit Banking en Finance.
Value added services daalden met -1,2 miljoen EUR tot 102,7 miljoen EUR ingevolge hogere inkomsten uit het beheer van boetes, ruimschoots gecompenseerd door lagere inkomsten uit o.m. Europese nummerplaten, data en value added services.
De bedrijfskosten (met inbegrip van afschrijvingen en waardeverminderingen) stegen met -20,5 miljoen EUR, dit kan voornamelijk worden verklaard door waardeverminderingen op Press en Retail van -49,1 miljoen EUR. De afschrijvingen buiten beschouwing gelaten, daalden de bedrijfskosten met +24,8 miljoen EUR. Hogere bedrijfskosten door loonkosten en kosten voor uitzendarbeid ingevolge (1) hogere personeelsbezetting als gevolg van hogere pakjesvolumes en absenteïsme en (2) de prijs voor de COVID-19-premies en reguliere loonindexering, samen met specifieke bedrijfsuitgaven gerelateerd aan COVID-19, werden ruimschoots gecompenseerd door lagere materiaalkosten van Ubiway Retail, met inbegrip van de impact van de deconsolidatie van Alvadis, hogere terugvorderbare BTW, hogere sorteerkosten die naar PaLo Europa & Azië werden overgeheveld als gevolg van een geweldige groei van de pakjesvolumes die in het postnetwerk werden verwerkt en lagere projectgerelateerde kosten.
De gerapporteerde EBIT die 119,6 miljoen EUR bedroeg werd geïmpacteerd door -49,1 miljoen EUR aan waardeverminderingen op Press en Retail. De aangepaste EBIT bedroeg 171,2 miljoen EUR en vertoonde een daling van -86,1 miljoen EUR in vergelijking met vorig jaar.
COVID-19 had naar schatting een netto negatieve impact op de EBIT voor het volledige jaar 2020 ingevolge een bijkomende daling van het postvolume, voornamelijk bij Advertising Mail, en de druk op retail in combinatie met specifieke bijkomende bedrijfskosten, slechts gedeeltelijk gecompenseerd door kostenbesparingen. Vanaf het derde kwartaal van 2020 wordt de impact van COVID-19 niet langer afzonderlijk vermeld, aangezien het loskoppelen van de effecten van de pandemie op de waargenomen business ontwikkeling steeds meer artificieel overkomt en dus minder betekenisvol is.
De totale bedrijfsopbrengsten stegen met +257,0 miljoen EUR of +30,9% (+260,2 miljoen EUR, de terugname van de voorwaardelijke vergoedingen van DynaGroup en Leen Menken van vorig jaar ten bedrage van -3,2 miljoen EUR buiten beschouwing gelaten), voornamelijk ingevolge de stijging van de externe bedrijfsopbrengsten. De externe bedrijfsopbrengsten bedroegen 1.073,9 miljoen EUR in 2020 en vertoonden een stijging van +260,7 miljoen EUR of 32,1% in vergelijking met 2019. De afrekening van de eindrechten had een negatieve impact van -2,6 miljoen EUR jaar-op-jaar op de opbrengsten.
Parcels BeNe steeg met +167,2 miljoen EUR (+43,9%) of +168,9 miljoen EUR (+44,6%), het positieve effect van vorig jaar van de terugname van de voorwaardelijke vergoeding van DynaGroup buiten beschouwing gelaten (-1,7 miljoen EUR). De jaar-op-jaar groei was toe te schrijven aan de volumegroei van +56,2% bij Parcels B2X en Dynalogic. De volumes gingen de hoogte in doordat de onlineverkoop een boost kreeg ingevolge COVID-19 en twee lockdowns, in de lente van 2020 en in november 2020, waarbij de niet-essentiële winkels werden gesloten. Deze positieve effecten werden gedeeltelijk tenietgedaan door dalende inkomsten uit andere activiteiten, onder meer als gevolg van de sluiting vorig jaar van niet-winstgevende activiteiten.
| PARCELS & LOGISTICS EUROPA EN AZIË | FY19 | 1Q20 | 2Q20 | 3Q20 | 4Q20 | FY20 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Parcels B2X volume | +20,9% | +25,2% | +79,3% | +49,0% | +67,4% | +56,2% |
E-commerce Logistics bedroeg 172,5 miljoen EUR, een stijging van +39,5 miljoen EUR (of +41,0 miljoen EUR, het positieve effect van vorig jaar van de terugname van de voorwaardelijke vergoeding van Leen Menken ten bedrage van 1,5 miljoen EUR buiten beschouwing gelaten) in vergelijking met 2019. Deze stijging was voornamelijk toe te schrijven aan de groei van Radial Europa en Active Ants bij bestaande klanten. Verdere inkomstengroei was toe te schrijven aan de integratie van MCS Fulfilment (onderdeel van Active Ants) vanaf 1 oktober 2019, met een bijdrage van 9,3 miljoen EUR voor het volledige jaar.
Cross-border steeg met +54,0 miljoen EUR tot 353,5 miljoen EUR. Dit was het gevolg van de exponentiële groei van de Aziatische pakjesvolumes die sinds juni 2020 per trein worden vervoerd als alternatief voor het door COVID-19 getroffen luchtvervoer, waarbij het groeitempo van het tweede tot en met het vierde kwartaal van 2020 kwartaal per kwartaal vertraagde. Deze stijging werd gedeeltelijk tenietgedaan door de dalende grensoverschrijdende postactiviteiten, waarbij de groei van inbound pakjes de daling van inbound en outbound postvolumes niet volledig kon compenseren. De afrekeningen van eindrechten hadden een negatieve impact van -2,6 miljoen EUR op de jaar-op-jaar inkomsten.
De bedrijfskosten (met inbegrip van afschrijvingen en waardeverminderingen) stegen met -220,0 miljoen EUR. Dit wordt voornamelijk verklaard door de hogere volumegerelateerde variabele kosten die zich vertalen in hogere loonkosten, kosten voor uitzendarbeid en transportkosten, hetgeen ook leidde tot hogere bedrijfskosten van het segment M&R voor pakjesvolumes die in het geïntegreerde last-mile post- & pakjesnetwerk werden verwerkt. Daarnaast liet PaLo Europa & Azië specifieke COVID-19-gerelateerde bedrijfskosten optekenen, alsook een ongunstige jaar-op-jaar impact gerelateerd aan afrekeningen van eindrechten (-2,3 miljoen EUR) en terugvordering van BTW (-2,5 miljoen EUR).
Dientengevolge bedroeg de gerapporteerde EBIT 98,5 miljoen EUR en vertoonde een stijging van +37,0 miljoen EUR (+60,2%) ten opzichte van 2019 met een marge van 9,1%, en bedroeg de aangepaste EBIT 101,4 miljoen EUR en vertoonde een stijging van +35,6 miljoen EUR (+54,2%) ten opzichte van 2019 met een marge van 9,3%. De jaarop-jaar terugname van voorwaardelijke vergoedingen, de bijkomende terugvordering van BTW en afrekeningen van eindrechten (samen -10,6 miljoen EUR) buiten beschouwing gelaten, steeg de aangepaste EBIT operationeel met +46,2 miljoen EUR (+84%).
COVID-19 had naar schatting een netto positieve impact op de EBIT voor het volledige jaar 2020 ingevolge een bijkomende groei van de bedrijfsopbrengsten in alle businesslijnen, enkel gedeeltelijk gecompenseerd door specifieke bijkomende bedrijfskosten. Vanaf het derde kwartaal van 2020 wordt de impact van COVID-19 niet langer afzonderlijk vermeld, aangezien het loskoppelen van de effecten van de pandemie op de waargenomen business ontwikkeling steeds meer artificieel overkomt en dus minder betekenisvol is.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | EVOLUTIE % |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 1.329,2 | 1.097,5 | 21,1% |
| E-commerce logistics | 1.246,4 | 1.008,1 | 23,6% |
| International mail | 82,8 | 89,4 | -7,4% |
| Intersegment bedrijfsopbrengsten | 6,8 | 6,8 | 1,0% |
| TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 1.336,0 | 1.104,2 | 21,0% |
| Bedrijfskosten | 1.233,7 | 1.048,7 | |
| EBITDA | 102,3 | 55,5 | 84,4% |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 95,0 | 71,6 | |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT GERAPPORTEERD) | 7,4 | (16,1) | |
| Marge (%) | 0,6% | -1,5% | |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT AANGEPAST) | 32,8 | (3,0) | |
| Marge (%) | 2,5% | -0,3% | |
| Gemiddelde VTE & uitzendkrachten | 9.845 | 8.061 | 22,1% |
De totale bedrijfsopbrengsten stegen met +231,8 miljoen EUR of 21% (+24,3% bij constante wisselkoers) tot 1.336,0 miljoen EUR, toe te schrijven aan E-commerce logistics. De externe bedrijfsopbrengsten bedroegen 1.329,2 miljoen EUR en vertoonden een stijging van +231,7 miljoen EUR of +21,1% in vergelijking met 2019.
E-commerce Logistics steeg met +238,4 miljoen EUR of +23,6% tot 1.246,4 miljoen EUR (+27,2% bij constante wisselkoers). De inkomstenstijging was vooral te danken aan Radial Noord-Amerika, dat een aanzienlijke groei liet optekenen van bestaande klanten (+26,8%) als gevolg van COVID-19, evenals van nieuwe klanten die in 2019 werden opgestart, waarvan de verkoop meer dan verdriedubbelde. Deze groei werd lichtjes tenietgedaan door klantenverlies.
| IN MILJOEN USD | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 1.201,3 | 934,9 |
| EBITDA | 78,6 | 29,2 |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | 11,5 | (29,2) |
(1) Prestaties business unit performance uitgedrukt in USD van de geconsolideerde Radial entiteiten aangehouden door bpost North America Holdings Inc.
International Mail bedroeg 82,8 miljoen EUR, een daling van -6,6 miljoen EUR of -7,4% (-5,8% bij constante wisselkoers), als gevolg van dalende inkomsten bij The Mail Group door een aanzienlijke daling in het segment zakelijke post als gevolg van COVID-19.
De bedrijfskosten (met inbegrip van afschrijvingen en waardeverminderingen) stegen met -208,4 miljoen EUR of -18,6% (-21,7% bij constante wisselkoers) als gevolg van (1) hogere volumegerelateerde variabele loonkosten, transportkosten en verwerkingskosten transacties kredietkaarten, (2) oninbare vorderingen als gevolg van COVID-19, (3) hogere afschrijvingen en waardeverminderingen van bijkomende fulfilmentsites en een waardevermindering van 13,0 miljoen EUR op The Mail Group, (4) COVID-19-gerelateerde bedrijfskosten en (5) kosten van de ransomware aanval ten bedrage van -3,2 miljoen EUR, i.e. netto na gedeeltelijke terugvordering van de verzekering. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door hogere productiviteit en voordelen uit kostenbesparingsprogramma's, evenals kostenbeheersing in het algemeen.
De geraamde impact van de ransomware aanval bedraagt -6,0 miljoen EUR op de brutomarge.
De aangepaste EBIT en de gerapporteerde EBIT bedroegen respectievelijk 32,8 miljoen EUR en 7,4 miljoen EUR en stegen met +35,8 miljoen EUR en +23,5 miljoen EUR. Deze stijging was toe te schrijven aan een sterke groei van de e-commerce en een groot operationeel hefboomeffect bij Radial. De impact van de ransomware aanval (-9,2 miljoen EUR) buiten beschouwing gelaten, zou de aangepaste EBIT 41,9 miljoen EUR (marge van 3,1%) hebben bedragen. De gerapporteerde EBIT die 7,4 miljoen EUR bedroeg werd geïmpacteerd door 13,0 miljoen EUR aan waardeverminderingen op The Mail Group.
COVID-19 had naar schatting een netto positieve impact op de EBIT voor het volledige jaar 2020 ingevolge extra e-commercelogistiek-volumes, enkel gedeeltelijk gecompenseerd door een daling bij International Mail, specifieke bijkomende bedrijfskosten en oninbare vorderingen. Vanaf het derde kwartaal van 2020 wordt de impact van CO-VID-19 niet langer afzonderlijk vermeld, aangezien het loskoppelen van de effecten van de pandemie op de waargenomen business ontwikkeling steeds meer artificieel overkomt en dus minder betekenisvol is.
| Corporate | |
|---|---|
| ----------- | -- |
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | EVOLUTIE % |
|---|---|---|---|
| Externe bedrijfsopbrengsten | 15,4 | 30,1 | -48,9% |
| Intersegment bedrijfsopbrengsten | 375,2 | 372,0 | 0,9% |
| TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 390,6 | 402,1 | -2,9% |
| Bedrijfskosten | 343,4 | 340,7 | 0,8% |
| EBITDA | 47,2 | 61,4 | -23,2% |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 72,0 | 70,8 | |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT GERAPPORTEERD) | (24,9) | (9,3) | |
| Marge (%) | -6,4% | -2,3% | |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT AANGEPAST) | (24,9) | (9,3) | |
| Marge (%) | -6,4% | -2,3% | |
| Gemiddelde VTE & uitzendkrachten | 1.591 | 1.633 | -2,5% |
De externe bedrijfsopbrengsten daalden met -14,7 miljoen EUR tot 15,4 miljoen EUR, dit was toe te schrijven aan de lagere verkoop van gebouwen, ingevolge de verkoop in het tweede kwartaal van 2019 van de hoofdzetel (Muntcentrum-gebouw, +19,9 miljoen EUR winst op de verkoop).
De bedrijfskosten (met inbegrip van afschrijvingen en waardeverminderingen) stegen met -4,0 miljoen EUR ingevolge een hogere doorfacturering van diensten aan de operationele business units (i.e. +3,2 miljoen EUR hogere intersegment bedrijfsopbrengsten). Netto van de intersegment bedrijfsopbrengsten bleven de bedrijfskosten (met inbegrip van afschrijvingen en waardeverminderingen) bijna status-quo (-0,8 miljoen EUR) en werd de negatieve impact van de jaar-op-jaar terugvordering van BTW en hogere voorzieningen gedeeltelijk gecompenseerd door lagere projectkosten en kostenbeheersing.
Dientengevolge vertoonden de gerapporteerde EBIT en de aangepaste EBIT een daling van -15,6 miljoen EUR tot -24,9 miljoen EUR.
COVID-19 had naar schatting een netto negatieve impact op de EBIT voor het volledige jaar 2020, voornamelijk gerelateerd aan bijkomende kosten voor gezondheids- en veiligheidsmaatregelen. Vanaf het derde kwartaal van 2020 wordt de impact van COVID-19 niet langer afzonderlijk vermeld, aangezien het loskoppelen van de effecten van de pandemie op de waargenomen business ontwikkeling steeds meer artificieel overkomt en dus minder betekenisvol is.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 571,3 | 424,2 |
| Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten | (127,6) | (122,2) |
| Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten | (138,8) | (314,1) |
| NETTO TOENAME VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | 304,9 | (12,1) |
| Vrije kasstroom | 443,7 | 302,0 |
In 2020 steeg de nettokasstroom in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar met 317,0 miljoen EUR, tot 304,9 miljoen EUR.
De vrije kasstroom bedroeg 443,7 miljoen EUR.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten steeg in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar met 147,1 miljoen EUR tot 571,3 miljoen EUR.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten vóór wijziging in werkkapitaal en voorzieningen steeg met 25,9 miljoen EUR. De EBITDA, de winst op de verkoop van de hoofdzetel niet inbegrepen, was stabiel in vergelijking met vorig jaar (+1,4 miljoen EUR, waarvan +19,9 miljoen EUR gerelateerd aan het niet-cash element). 2020 profiteerde van een positieve belastingaanslag met betrekking tot vorige jaren (+7,5 miljoen EUR tegenover -13,8 miljoen EUR in het eerste kwartaal van 2019). Daarnaast hadden de lagere voorafbetalingen van belastingen een positieve impact op de bedrijfsresultaten (+4,9 miljoen EUR). Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door de afwezigheid van een dividend door bpost bank in 2020.
De wijziging in werkkapitaal en voorzieningen verbeterde met 121,2 miljoen EUR, tot 140,1 miljoen EUR in 2020 (18,9 miljoen EUR in 2019). Dat werd voornamelijk verklaard door de positieve impact van de toegenomen eindrechten in lijn met de uitbreiding van de cross-borderactiviteiten, in combinatie met verlengde betalingstermijnen van verplichtingen ingevolge bepaalde, tijdelijke initiatieven die in de context van de pandemie werden genomen en die in de loop van het eerste kwartaal van volgend jaar zullen worden afgewikkeld. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door lagere leveranciersposities, voornamelijk ingevolge timing van uitgaven en een toegenomen DSO als gevolg van de mix van vorderingen. De geïnde opbrengsten voor klanten bij Radial lagen -10,8 miljoen EUR lager dan in 2019.
De investeringsactiviteiten resulteerden in een kasuitstroom van 127,6 miljoen EUR in 2020, in vergelijking met een kasuitstroom van 122,2 miljoen EUR vorig jaar. Dit was voornamelijk te verklaren door de winst uit de verkoop van gebouwen (-45,6 miljoen EUR) in combinatie met de verkoop van Alvadis (-5,9 miljoen EUR) in 2019. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door de achtergestelde lening die aan bpost bank werd toegestaan in 2019 (+25,0 miljoen EUR), lagere uitgaven voor M&A-activiteiten (+6,6 miljoen EUR) en lagere kapitaalsuitgaven (+14,5 miljoen EUR). De kapitaalsuitgaven bedroegen 147,7 miljoen EUR in vergelijking met 162,3 miljoen EUR vorig jaar en werden voornamelijk gespendeerd aan ICT-projecten en uitbreiding van capaciteit voor pakjes en E-commerce logistics bij Radial, in België (Parcels B2X) en in Nederland (Active Ants).
In 2020 bedroeg de kasuitstroom gerelateerd aan de financieringsactiviteiten -138,8 miljoen EUR in vergelijking met -314,1 miljoen EUR vorig jaar, dit werd voornamelijk verklaard door de afwezigheid van de uitkering van een dividend in 2020 (+174,0 miljoen EUR).
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Nettoschuld/(Netto geldmiddelen) | ||
| Rentedragende verplichtingen en leningen | 1.443,2 | 1.449,4 |
| Bankvoorschotten - rekening courant | 0,0 | 0,5 |
| Niet rentedragende verplichtingen en leningen | 0,1 | 0,1 |
| - Geldmiddelen en kasequivalenten | (948,1) | (670,2) |
| TOTAAL | 495,2 | 779,9 |
De nettoschuld daalde met 284,7 miljoen EUR, voornamelijk ingevolge de stijging van geldmiddelen en kasequivalenten (277,9 miljoen EUR). Deze stijging was voornamelijk toe te schrijven aan de afwezigheid van de uitkering van een dividend in 2020, lagere capex en een gunstige impact van een lagere behoefte aan werkkapitaal. De brutoschuld steeg met 6,7 miljoen EUR door de combinatie van hogere leasingschulden en een daling van de financiële schuldinstrumenten (hoofdzakelijk leningen).
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Activa | Eigen vermogen en passiva | ||||
| Materiële vaste activa | 1.138,0 | 1.133,6 | Totaal eigen vermogen | 583,8 | 682,6 |
| Immateriële vaste activa | 771,7 | 898,3 | Rentedragende verplichtingen en leningen |
1.443,2 | 1.449,9 |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
0,1 | 239,5 | Personeelsbeloningen | 320,0 | 320,6 |
| Andere activa | 54,1 | 40,4 | Handels- en overige schulden | 1.487,0 | 1.278,5 |
| Handels- en overige vorderingen | 826,6 | 759,0 | Voorzieningen | 27,0 | 29,8 |
| Voorraden | 32,7 | 34,7 | Derivaten | 0,3 | 1,3 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 948,1 | 670,2 | Andere passiva | 13,2 | 14,3 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 103,3 | 1,4 | |||
| TOTAAL ACTIVA | 3.874,5 | 3.777,1 | TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN PASSIVA |
3.874,5 | 3.777,1 |
De totale activa en passiva stegen met 97,4 miljoen EUR tot 3 874,5 miljoen EUR.
Enerzijds stegen de geldmiddelen en kasequivalenten door de afwezigheid van dividenden en de verbetering van de kasmiddelen uit bedrijfsactiviteiten, onder meer als gevolg van de verbetering van het werkkapitaal (+121,2 miljoen EUR). Deze verbetering was voornamelijk toe te schrijven aan tijdelijke initiatieven die in de context van de pandemie werden genomen en die in de loop van het eerste kwartaal van 2021 zullen worden afgewikkeld en aan toegenomen uitstaande eindrechten; deze twee elementen verklaren ook de stijging van handelsschulden en overige schulden. Daarnaast stegen de handelsvorderingen en overige vorderingen in lijn met de toegenomen inkomsten en toegenomen DSO als een gevolg van de mix.
Anderzijds dienen voor verkoop aangehouden activa en investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures tesamen bekeken te worden, gelet op de niet-bindende overeenkomst tussen bpost en BNP Paribas Fortis (BNPPF) met betrekking tot het toekomstige, lange termijn partnerschap van bpost bank NV, met inbegrip van de verkoop van participaties van bpost aan BNPPF. bpost en BNPPF hebben de intentie om tegen eind maart 2021 bindende overeenkomsten af te sluiten, met de bedoeling de transactie tegen eind 2021 af te ronden. Dientengevolge werd de investering in bpost bank ondergebracht bij voor verkoop aangehouden activa en werd de boekwaarde teruggebracht tot de reële waarde na aftrek van verkoopkosten, waardoor er een bijzondere waardevermindering van 141,6 miljoen EUR in de resultatenrekening werd erkend. De daling van de immateriële vaste activa werd voornamelijk verklaard door de waardeverminderingen op Press, Retail en International Mail (-62,1 miljoen EUR) en de impact van de wisselkoers op de goodwill (-42,4 miljoen EUR).
bpost evalueert de resultaten van de activiteiten behalve op basis van de gerapporteerde IFRS cijfers ook via Alternatieve Prestatiemaatstaven (APM's). De definities van deze Alternatieve Prestatiemaatstaven worden hieronder weergegeven.
Alternatieve Prestatiemaatstaven (of non-GAAP maatstaven) worden gepresenteerd om het begrip door de investeerders van de operationele en financiële prestaties te vergroten, als ondersteuning voor inschattingen en de vergelijking van de resultaten tussen periodes te vergemakkelijken.
De presentatie van de Alternatieve Prestatiemaatstaven is niet in overeenstemming met IFRS en de APM's worden niet geauditeerd. De APM's zijn mogelijk niet vergelijkbaar met de APM's gerapporteerd door andere vennootschappen omdat deze vennootschappen hun APM's anders kunnen berekenen dan bpost.
De berekening van de aangepaste resultaten, aangepaste vrije kasstroom en bpost NV netto winst (BGAAP) zijn beschikbaar onder de definities hieronder. De APM's afgeleid van items gerapporteerd in de financiële staten kunnen worden berekend en rechtstreeks aangesloten worden met deze items zoals vermeld in de onderstaande definities.
Aangepaste resultaten (aangepaste bedrijfsopbrengsten/aangepast bedrijfsresultaat voor afschrijvingen/aangepast bedrijfsresultaat/aangepast nettoresultaat): bpost definieert de aangepaste resultaten zoals bedrijfsopbrengsten/bedrijfsresultaat voor afschrijvingen/bedrijfsresultaat/nettoresultaat exclusief eenmalige elementen. Aanpassende elementen vertegenwoordigen belangrijke elementen binnen de opbrengsten of kosten die ten gevolge van hun niet-recurrent karakter niet zijn opgenomen in de interne rapportering en de resultaatsanalyses. bpost gebruikt een consistente benadering bij de bepaling of een opbrengst of kostelement aanpassend is en of het voldoende significant is om uit de gerapporteerde cijfers te worden uitgesloten ten einde aangepaste cijfers te bekomen. Een aanpassend element is verondersteld significant te zijn als het 20,0 miljoen EUR of meer bedraagt. Zowel alle winsten en verliezen ten gevolge van de buitengebruikstelling van activiteiten, als de afschrijvingen en waardeverminderingen van immateriële vaste activa van het jaar erkend naar aanleiding van de toewijzing van de aankoopprijs (PPA) van overnames worden aangepast ongeacht het bedrag zij vertegenwoordigen. Terugnames van provisies waarvan de aanlegging eerder werd aangepast, worden ook aangepast ongeacht hun bedrag. De reconciliatie van de aangepaste resultaten is beschikbaar onder de definities.
Het management van bpost is van mening dat deze maatstaven de investeerder een beter inzicht geeft in de economische prestaties van bpost en deze in de tijd beter vergelijkbaar maakt.
Nettowinst bpost NV (BGAAP): bpost definieert de nettowinst van bpost NV (BGAAP) als de niet-geconsolideerde winst (verlies) in overeenstemming met de in België Algemeen Aanvaarde Boekhoudkundige Principes, na belastingen en na de overheveling van/naar onbelaste reserves. Dit komt overeen met de winst (het verlies) die/dat voor de periode beschikbaar is voor winstbestemming (code #9905 van de BGAAP jaarrekening). De gedetailleerde reconciliatie van het geconsolideerde IFRS resultaat van het jaar naar de prestatiemeting is beschikbaar onder de definities.
Het management van bpost is van oordeel dat deze meting de belegger een inzicht geeft in het potentieel voor uitkeerbare winst en reserves, en dus het potentieel voor dividend.
Constante wisselkoers: voor de prestaties bij een constante wisselkoers sluit bpost de impact uit van de verschillende wisselkoersen die tijdens verschillende periodes voor het segment Parcels & Logistics Noord-Amerika werden toegepast. De gerapporteerde cijfers in de lokale munteenheid van de vorige vergelijkbare periode worden omgezet met de wisselkoersen die worden toegepast voor de huidige gerapporteerde periode.
Het management van bpost is van oordeel dat de prestaties bij een constante wisselkoers de investeerder een idee geven van de operationele prestaties van de entiteiten van het segment Parcels & Logistics Noord-Amerika.
CAPEX: kapitaaluitgaven voor materiële en immateriële activa, met inbegrip van geactiveerde ontwikkelingskosten, met uitzondering van activa die met een gebruiksrecht overeenstemmen.
Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA): bpost definieert EBITDA als bedrijfsresultaat (EBIT) plus afschrijvingen en waardeverminderingen en is afgeleid van de geconsolideerde resultatenrekening.
Nettoschuld/(Netto geldmiddelen): bpost definieert Nettoschuld/(Netto geldmiddelen) als de lang- en kortlopende rentedragende verplichtingen en leningen plus bankvoorschotten in rekening-courant vermindert met geldmiddelen en kasequivalenten en is af te leiden uit de geconsolideerde balans.
Operationele vrije kasstroom (FCF) en Aangepaste Operationele vrije kasstroom: bpost definieert FCF als de som van de netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten en de kasstroom voor de investeringsactiviteiten en is afgeleid van het geconsolideerd kasstroomoverzicht. Aangepaste operationele vrije kasstroom bestaat uit de operationele vrije kasstroom, zoals gedefinieerd, gecorrigeerd voor de geïnde opbrengsten voor klanten. De berekening is beschikbaar onder de definities. In sommige gevallen voert Radial in naam van hun klanten de facturatie en de inning van betalingen voor hun klanten uit. Onder deze overeenkomst maakt Radial de betaalde bedragen over aan hun klant en rekent periodiek af met de klant voor het te betalen of het te ontvangen bedrag gebaseerd op facturaties, vergoedingen en voorheen afgerekende bedragen. De aangepaste operationele vrije kasstroom houdt geen rekening met de gelden ontvangen door Radial voor rekening van hun klanten aangezien Radial weinig of geen impact heeft op de bedragen en het tijdstip van deze betalingen.
Evolutie volume Parcels B2X: bpost definieert de evolutie van Parcels B2X als het verschil, uitgedrukt in een percentage, van de B2X pakjes volumes verwerkt door bpost NV tussen de gerapporteerde volumes van enerzijds de huidige, gerapporteerde periode en anderzijds een vergelijkbare periode.
Prestaties Radial Noord-Amerika in USD: bpost definieert de prestaties van Radial Noord-Amerika als de in USD uitgedrukte totale bedrijfsopbrengsten, EBITDA en EBIT na de consolidatie van de groep van entiteiten van Radial die door bpost North America Holdings Inc. wordt aangehouden. Transacties tussen de groep van entiteiten van Radial en andere entiteiten van de bpost group worden niet geëlimineerd en maken deel uit van de totale bedrijfsopbrengsten, de EBITDA en de EBIT.
Het management van bpost is van oordeel dat deze maatstaf de belegger een beter inzicht geeft in de prestaties van Radial, de opschaling van zijn aanwezigheid in de VS en de uitbreiding van zijn productaanbod naar meerwaardeactiviteiten die de volledige waardeketen in e-commercelogistiek en omni-channeltechnologie bestrijken.
Onderliggende volume (Transactional mail, advertising mail en press): bpost definieert onderliggende mail volume als de gerapporteerde volumes en omvatten bepaalde correcties, bijvoorbeeld voor de impact van het aantal werkdagen evenals volumes met betrekking tot verkiezingen.
| EVOLUTIE | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| Totale bedrijfsopbrengsten | 4.154,6 | 3.837,8 | 8,3% |
| Winst nav verkoop van Alvadis(1) | 0,0 | (0,6) | |
| AANGEPASTE TOTALE BEDRIJFOPBRENGSTEN | 4.154,6 | 3.837,2 | 8,3% |
| EVOLUTIE | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| Totale bedrijfskosten exclusief afschrijvingen, waardeverminderingen |
(3.635,5) | (3.300,2) | 10,2% |
| AANGEPASTE TOTALE BEDRIJFSKOSTEN EXCLUSIEF AFSCHRIJVINGEN/WAARDEVERMINDERINGEN |
(3.635,5) | (3.300,2) | 10,2% |
| EVOLUTIE | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| EBITDA | 519,1 | 537,6 | -3,4% |
| Winst nav verkoop van Alvadis(1) | 0,0 | (0,6) | |
| AANGEPASTE EBITDA | 519,1 | 537,0 | -3,3% |
| EVOLUTIE | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 200,7 | 289,9 | -30,8% |
| Winst nav verkoop van Alvadis(1) | 0,0 | (0,6) | |
| Waardevermindering goodwill(2) | 41,4 | 0,0 | |
| Niet-cash impact van de toewijzing van de aankoopprijs (PPA)(3) | 38,6 | 21,5 | 79,2% |
| AANGEPAST BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | 280,6 | 310,8 | -9,7% |
| EVOLUTIE | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| Resultaat van het boekjaar | (19,2) | 154,7 | |
| Winst nav verkoop van Alvadis(1) | 0,0 | (0,6) | |
| Waardevermindering goodwill(2) | 41,4 | 0,0 | |
| Niet-cash impact van de toewijzing van de aankoopprijs (PPA)(3) | 37,1 | 19,1 | 94,4% |
| Herwaardering van activa aangehouden voor verkoop aan reële waarde na aftrek van kosten voor verkoop(4) |
141,6 | 0,0 | |
| AANGEPAST RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR (EAT) | 200,9 | 173,1 | 16,0% |
(1) Op 30 augustus 2019 - na goedkeuring van de Belgische Mededingingsautoriteit - rondde Ubiway de aandelenaankoopovereenkomst af met Conway voor de verkoop van Alvadis, een bedrijf van de Ubiway-groep. Op 30 augustus 2019 werd Alvadis gedeconsolideerd. Ten tijde van de opstart van het verkoopproces (in december 2018) werd Alvadis overgeheveld naar voor verkoop aangehouden activa. De aanpassing van 0,6 miljoen EUR komt overeen met de winst op de verkoop van de activiteiten.
| Op 31 december | EVOLUTIE | ||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 571,3 | 424,2 | 34,7% |
| Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten | (127,6) | (122,2) | 4,5% |
| OPERATIONELE VRIJE KASSTROOM | 443,7 | 302,0 | 46,9% |
| Geïnde opbrengsten voor klanten | (3,1) | (14,0) | -77,6% |
| AANGEPASTE OPERATIONELE VRIJE KASSTROOM |
440,5 | 288,0 | 52,9% |
Op 31 december
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| IFRS geconsolideerd nettoresultaat | (19,2) | 154,7 |
| Resultaten van de dochterondernemingen en deconsolidatie impacten | 24,7 | 0,6 |
| Verschillen in afschrijvingen en waardeverminderingen | (4,8) | (20,5) |
| Verschillen in opname van voorzieningen | 0,7 | (3,4) |
| Effecten van IAS 19 | 1,2 | 15,5 |
| Effecten van IFRS16 | 4,4 | 8,5 |
| Afschrijvingen immateriële vaste activa (PPA) | 38,6 | 21,5 |
| Uitgestelde belastingen | (19,8) | 1,6 |
| Overige | 15,9 | (5,9) |
| TE BESTEMMEN WINST (VERLIES) VAN HET BOEKJAAR – BGAAP | 41,7 | 172,6 |
| Overboeking naar / (uit) belastingvrije reserves | (1,0) | 29,1 |
| BGAAP NIET-GECONSOLIDEERD RESULTAAT VOOR DE PERIODE | 40,7 | 201,7 |
Het niet-geconsolideerd resultaat na belastingen van bpost, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudregels (BGAAP), kan in twee stappen worden afgeleid uit het geconsolideerde IFRS resultaat na belastingen.
In een eerste stap wordt het niet-geconsolideerde resultaat na belastingen volgens IFRS afgeleid, nl. door:
De tabel hieronder toont een opsplitsing van hetgeen hierboven vermeld wordt:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Resultaat van de Belgische volledig geconsolideerde dochterondernemingen (GAAP lokaal) |
(0,4) | (15,2) |
| Resultaat van de internationale dochterondernemingen (GAAP lokaal) | (25,0) | 23,8 |
| Herwaardering van activa aangehouden voor verkoop aan reële waarde na aftrek van kosten van verkoop |
141,6 | 0,0 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures (GAAP lokaal) |
(17,5) | (13,6) |
| Overige deconsolidatie impacten | (74,0) | 5,6 |
| TOTAAL | 24,7 | 0,6 |
Bij de tweede stap wordt het BGAAP resultaat afgeleid van het IFRS resultaat, dit wordt bekomen door alle IFRS-aanpassingen die aan lokale GAAP-cijfers werden gedaan terug te draaien. Deze aanpassingen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het volgende:
Met de strategische visie CONNECT 2026 heeft bpost group de ambitie om zijn transformatie tot een klantgerichte en duurzame omni-commerce groep die dicht bij de maatschappij staat te versnellen, terwijl eveneens een efficiënte postoperator in België blijven.
De totale bedrijfsopbrengsten van de group voor 2021 zullen naar verwachting stijgen met een "low-single-digit" percentage, terwijl de aangepaste EBIT van de group naar verwachting tussen 265 en 295 miljoen EUR zal liggen, ruim in lijn met de EBIT van 2020 die baat had bij een positief netto-effect door COVID-19.
Voor de business units verwacht bpost group het volgende:
De bruto kapitaalsuitgaven kunnen naar verwachting 200,0 - 220,0 miljoen EUR bedragen, gericht op de prioriteiten zoals bepaald in de CONNECT 2026-strategie om de omni-commerce logistiek te laten groeien.
Het dividend met betrekking tot de resultaten van 2021 zal in de orde van 30-50% van de IFRS nettowinst liggen, en zal worden uitgekeerd in mei 2022, na de Algemene Aandeelhoudersvergadering in overeenstemming met het nieuwe dividend beleid.
Omwille van de voortdurende onzekerheden als gevolg van de coronacrisis blijft de zichtbaarheid in de toekomst beperkt, wat een impact kan hebben op de vooruitzichten voor 2021.
| 1. | Geconsolideerde winst- en verliesrekening 78 | |
|---|---|---|
| 2 | Overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde geconsolideerde resultaten 79 | |
| 3 | Geconsolideerde balans 80 | |
| 4 | Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen 81 | |
| 5 | Geconsolideerd kasstroomoverzicht 82 | |
| 6 | Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening 83 | |
| 6.1 | Algemene informatie 83 | |
| 6.2 | Basis voor presentatie 83 | |
| 6.3 | Belangrijke boekhoudkundige hypothesen en inschattingen 84 | |
| 6.4 | Samenvatting van de belangrijkste boekhoudkundige principes 86 | |
| 6.5 | Risicobeheer 100 | |
| 6.6 | Impact van COVID-19 111 | |
| 6.7 | Bedrijfscombinaties 112 | |
| 6.8 | Informatie met betrekking tot segmenten 115 | |
| 6.9 | Omzet 118 | |
| 6.10 | Overige bedrijfsopbrengsten 118 | |
| 6.11 | Overige bedrijfskosten 119 | |
| 6.12 | Materiaalkost 119 | |
| 6.13 | Diensten en diverse goederen 119 | |
| 6.14 | Personeelskosten 120 | |
| 6.15 | Financiële opbrengsten en financiële kosten . 121 |
|
| 6.16 | Winstbelastingen/Uitgestelde belastingen 122 | |
| 6.17 | Winst per aandeel 125 | |
| 6.18 | Materiële vaste activa 126 | |
| 6.19 | Vastgoedbeleggingen 130 | |
| 6.20 | Activa aangehouden voor verkoop . 130 |
|
| 6.20 | Immateriële vaste active 131 | |
| 6.22 | Investeringen in geassocieerde ondernemingen 135 | |
| 6.23 | Handels- en overige vorderingen 135 | |
| 6.24 | Voorraden 136 | |
| 6.25 | Geldmiddelen en kasequivalenten 136 | |
| 6.26 | Rentedragende verplichtingen en leningen 136 | |
| 6.27 | Personeelsbeloningen 137 | |
| 6.28 | Handelsschulden en overige schulden 148 | |
| 6.29 | Voorzieningen 149 | |
| 6.30 | Financiële activa en financiële verplichtingen 150 | |
| 6.31 | Financiële derivaten en hedging (indekking) 152 | |
| 6.32 | Voorwaardelijke activa en passiva 153 | |
| 6.33 | Rechten en verplichtingen 154 | |
| 6.34 | Transacties met verbonden partijen 155 | |
| 6.35 | Overzicht van dochterondernemingen . 159 |
|
| 6.36 | Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 162 |
| EVOLUTIE | ||||
|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | TOELICHTING | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| Omzet | 6.8/6.9 | 4.115,1 | 3.779,4 | 8,9% |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 6.10 | 39,5 | 58,4 | -32,4% |
| TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 4.154,6 | 3.837,8 | 8,3% | |
| Materiaalkost | 6.12 | (201,5) | (245,9) | -18,1% |
| Diensten en diverse goederen | 6.13 | (1.813,1) | (1.525,0) | 18,9% |
| Personeelskosten | 6.14 | (1.586,5) | (1.505,1) | 5,4% |
| Overige bedrijfskosten | 6.11 | (34,4) | (24,2) | 42,2% |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 6.18/6.21 | (318,5) | (247,7) | 28,6% |
| TOTAAL BEDRIJFSKOSTEN | (3.954,0) | (3.547,9) | 11,4% | |
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | 200,7 | 289,9 | -30,8% | |
| Financiële opbrengsten | 6.15 | 7,4 | 8,3 | -10,4% |
| Financiële kosten | 6.15 | (55,2) | (69,7) | -20,9% |
| Herwaarderingen van activa aangehouden voor verkoop tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten |
6.20 | (141,6) | 0,0 | - |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
6.22 | 18,3 | 15,8 | 15,8% |
| RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITVOERING | 29,6 | 244,3 | -87,9% | |
| Belastingen | 6.16 | (48,8) | (89,6) | -45,5% |
| RESULTAAT UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | (19,2) | 154,7 | -112,4% | |
| NETTORESULTAAT VAN DE PERIODE | (19,2) | 154,7 | -112,4% | |
| Toerekenbaar aan: | ||||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | (19,4) | 154,2 | ||
| Minderheidsbelangen | 0,1 | 0,5 | -73,6% | |
| IN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Gewone winst/(verlies) van het jaar toe te rekenen aan gewone aandeelhouders van de moedermaatschappij |
(0,10) | 0,77 |
| Verwaterde winst/(verlies) van het jaar, toe te rekenen aan gewone aandeelhouders van de moedermaatschappij |
(0,10) | 0,77 |
| Op 31 december | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | TOELICHTING | 2020 | 2019 |
| NETTORESULTAAT VAN DE PERIODE | (19,2) | 154,7 | |
| NIET GEREALISEERDE RESULTATEN | |||
| Niet gerealiseerde resultaten die geherklasseerd worden naar de resulta tenrekening in volgende periodes: |
|||
| Overige bewegingen in geassocieerde deelnemingen | 6.22 | (16,1) | (22,6) |
| Wijzigingen van niet gerealiseerde resultaten van geassocieerde deelnemingen | (21,5) | (33,5) | |
| Inkomstenbelastingeffect | 5,4 | 10,9 | |
| Netto winst/(verlies) op de afdekking van een netto-investering | 6.31 | 11,0 | (2,4) |
| Netto winst/(verlies) door aanpassing van de reële waarde van schuldinstrumenten |
6.31 | 1,9 | 1,8 |
| Winst/(verlies) door aanpassing van de reële waarde van schuldinstrumenten | 2,5 | 2,5 | |
| Inkomstenbelastingeffect | (0,6) | (0,7) | |
| Wisselkoersverschillen uit omrekening van buitenlandse activiteiten(1) | (62,6) | 23,7 | |
| NETTO NIET GEREALISEERDE WINST/(VERLIES) DIE GEHERKLASSEERD WORDT NAAR DE RESULTATENREKENING IN VOLGENDE PERIODES |
(65,9) | 0,4 | |
| Niet gerealiseerde resultaten die niet geherklasseerd worden naar de resultatenrekening in volgende periodes (na belastingen): |
|||
| Nettowinsten/(verliezen) van actuariële resultaten met betrekking tot beloningen-na-uitdiensttreding |
6.27 | 1,7 | 2,7 |
| Winsten/(verliezen) van actuariële resultaten met betrekking tot beloningen-na uitdiensttreding |
2,1 | 3,2 | |
| Inkomstenbelastingeffect | (0,4) | (0,6) | |
| NETTO NIET GEREALISEERDE WINST/(VERLIES) DIE NIET GEHERKLASSEERD WORDT NAAR DE RESULTATENREKENING IN VOLGENDE PERIODES |
1,7 | 2,7 | |
| NIET-GEREALISEERDE WINST/(VERLIES) NA BELASTINGEN | (64,2) | 3,0 | |
| TOTAAL VAN DE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN NA BELASTINGEN |
(83,4) | 157,7 | |
| Toerekenbaar aan: | |||
| Aandeelhouders van de moedermaatschappij | (83,5) | 157,2 | |
| Minderheidsbelangen | 0,1 | 0,5 |
(1) In 2020 werden de wisselkoersverschillen op de omrekening van buitenlandse activiteiten hoofdzakelijk beïnvloed door de bewegingen van de immateriële vaste activa (-51,4 miljoen EUR waarvan -42,2 miljoen EUR met betrekking tot de goodwill), voornamelijk ten gevolge van de evolutie van de wisselkoers van de USD. Zie toelichting 6.21 voor meer details.
| Op 31 december | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | TOELICHTING | 2020 | 2019 |
| Activa | |||
| Vaste activa | |||
| Materiële vaste activa | 6.18 | 1.138,0 | 1.133,6 |
| Immateriële vaste activa | 6.21 | 771,7 | 898,3 |
| Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures | 6.22 | 0,1 | 239,5 |
| Vastgoedbeleggingen | 6.19 | 3,3 | 5,0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 6.16 | 45,6 | 27,3 |
| Handels- en overige vorderingen | 6.23 | 16,6 | 41,5 |
| 1.975,2 | 2.345,1 | ||
| Vlottende activa | |||
| Voorraden | 6.24 | 32,7 | 34,7 |
| Te ontvangen belastingen | 6.16 | 5,2 | 8,1 |
| Handels- en overige vorderingen | 6.23 | 810,0 | 717,6 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 6.25 | 948,1 | 670,2 |
| 1.796,0 | 1.430,5 | ||
| Activa aangehouden voor verkoop | 6.20 | 103,3 | 1,4 |
| TOTAAL ACTIVA | 3.874,5 | 3.777,1 | |
| Geplaatst kapitaal | 364,0 | 364,0 | |
| Reserves | 249,8 | 252,3 | |
| Omrekeningsverschillen | (17,6) | 34,0 | |
| Overgedragen resultaat | (19,2) | 30,7 | |
| Reserves van niet-financiële activa aangehouden voor verkoop | 5,6 | 0,0 | |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan de eigenaars van de moeder-maat schappij |
582,5 | 680,9 | |
| Minderheidsbelangen | 1,3 | 1,7 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 4 | 583,8 | 682,6 |
| Langlopende verplichtingen | |||
| Rentedragende verplichtingen en leningen | 6.26 | 1.165,0 | 1.176,8 |
| Personeelsbeloningen | 6.27 | 320,0 | 320,6 |
| Handels- en overige schulden | 6.28 | 48,6 | 27,7 |
| Voorzieningen | 6.29 | 13,3 | 16,2 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 6.16 | 6,8 | 7,0 |
| 1.553,6 | 1.548,2 | ||
| Kortlopende verplichtingen | |||
| Rentedragende verplichtingen en leningen | 6.26 | 278,2 | 272,7 |
| Bankvoorschotten in rekening-courant | 0,0 | 0,5 | |
| Voorzieningen | 6.29 | 13,7 | 13,7 |
| Te betalen belastingen | 6.16 | 6,4 | 7,3 |
| Derivaten | 6.31 | 0,3 | 1,3 |
| Handels- en overige schulden | 6.28 | 1.438,4 | 1.250,9 |
| 1.737,1 | 1.546,3 | ||
| TOTAAL PASSIVA | 3.290,7 | 3.094,5 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN PASSIVA | 3.874,5 | 3.777,1 |
| EIGEN VERMOGEN TOEREKENBAAR AAN DE EIGENAARS VAN DE MOEDERMAATSCHAPPIJ |
||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | GEPLAATST KAPITAAL / TOEGELATEN KAPITAAL |
EIGEN AANDELEN | OVERIGE RESERVES | OMREKENINGSVERSCHILLEN | OVERGEDRAGEN RESULTAAT | TOTAAL | MINDERHEIDSBELANGEN | TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
| PER 1 JANUARI 2019 | 364,0 | 0,0 | 271,4 | 12,7 | 51,6 | 699,7 | 2,5 | 702,3 |
| Resultaat van het jaar 2019 | 154,2 | 154,2 | 0,5 | 154,7 | ||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 33,4 | 21,3 | (51,6) | 3,0 | 3,0 | |||
| TOTAAL VAN DE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 0,0 | 0,0 | 33,4 | 21,3 | 102,6 | 157,2 | 0,5 | 157,7 |
| Dividenden (betaling) | (50,0) | (124,0) | (174,0) | 0,0 | (174,0) | |||
| Andere | (2,5) | 0,5 | (2,0) | (1,4) | (3,4) | |||
| PER 31 DECEMBER 2019 | 364,0 | 0,0 | 252,3 | 34,0 | 30,7 | 680,9 | 1,7 | 682,6 |
| PER 1 JANUARI 2020 | 364,0 | 0,0 | 252,3 | 34,0 | 30,7 | 680,9 | 1,7 | 682,6 |
| Resultaat van het jaar 2020 | (19,4) | (19,4) | 0,1 | (19,2) | ||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 18,1 | (51,6) | (30,7) | (64,2) | (64,2) | |||
| TOTAAL VAN DE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 0,0 | 0,0 | 18,1 | (51,6) | (50,0) | (83,5) | 0,1 | (83,4) |
| Andere | (15,0) | 0,1 | (14,9) | (0,5) | (15,4) |
Het totale eigen vermogen bedroeg 583,8 miljoen EUR, waarvan 263,1 miljoen EUR uitkeerbare ingehouden winst en wettelijke reserves van 50,8 miljoen EUR binnen bpost NV.
Het eigen vermogen daalde met 98,8 miljoen EUR, of met -14,5%, tot 583,8 miljoen EUR per 31 december 2020, tegenover 682,6 miljoen EUR per 31 december 2019. Het effectieve deel van een kasstroomafdekking die werd aangegaan om het kasstroomrisico van de obligatie af te dekken (1,9 miljoen EUR) en de herwaarderingswinsten op vergoedingen na uitdiensttreding (1,7 miljoen EUR) werden gecompenseerd door het gerealiseerde verlies (19,2 miljoen EUR), de aanpassing van de reële waarde met betrekking tot de obligatieportefeuille van bpost bank (16,1 miljoen EUR), de wisselkoersverschillen op de omrekening van de buitenlandse activiteiten (51,6 miljoen EUR) en de netto impact van de integratie van Active Ants International bestaande uit de minderheidsbelangen en de erkenning van de voorwaardelijke vergoeding voor de aankoop van de resterende aandelen (15,0 miljoen EUR). De kasstroomafdekkingsreserve zal worden geherclassificeerd naar de winst- en verliesrekening over een periode van 8 jaar na de uitgiftedatum van de obligatie.
Per 31 december 2020 is het aandeelhouderschap als volgt:
| TOTAAL | DE BELGISCHE STAAT(1) | VRIJ VERHANDELBAAR | |
|---|---|---|---|
| PER 1 JANUARI 2020 | 200.000.944 | 102.075.649 | 97.925.295 |
| veranderingen gedurende het jaar | - | - | - |
| PER 31 DECEMBER 2020 | 200.000.944 | 102.075.649 | 97.925.295 |
(1) Rechtstreeks en via De Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.
De aandelen hebben geen nominale waarde en zijn volledig betaald.
Voorgaande en voorgestelde dividenden:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| CASH DIVIDENDEN MBT GEWONE AANDELEN AANGEKONDIGD EN BETAALD: | ||
| Finaal dividend voor 2019: 0,00 EUR per aandeel (2018: 0,25 EUR per aandeel) | - | 50,0 |
| Interim dividend voor 2020: 0,00 EUR per aandeel (2019: 0,62 EUR per aandeel) | - | 124,0 |
| - | 174,0 | |
| VOORGESTELDE DIVIDENDEN VOOR GEWONE AANDELEN | ||
| Finaal cash dividend voor 2020: 0,00 EUR per aandeel (2019: 0,62 EUR per aandeel) | - | 124,0 |
De voorgestelde dividenden op gewone aandelen zijn onderhevig aan de goedkeuring door de Algemene Vergadering en zijn niet erkend als een schuld per 31 december.
| Op 31 december | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | TOELICHTING | 2020 | 2019 |
| Operationele activiteiten | |||
| Resultaat voor belastingen | 1 | 29,6 | 244,3 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 318,5 | 247,7 | |
| Dubieuze debiteuren | 6.11 | 17,5 | 5,2 |
| Winst op de realisatie van materiële vaste activa | (11,7) | (25,6) | |
| Winst op de realisatie van dochterondernemingen | 0,0 | (0,6) | |
| Andere niet in geldmiddelen afgewikkelde elementen | 28,6 | 31,9 | |
| Wijziging in personeelsbeloningen | 6.27 | 1,5 | 15,5 |
| Herwaardering van activa aangehouden voor verkoop tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten |
6.20 | 141,6 | 0,0 |
| Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures |
6.22 | (18,3) | (15,8) |
| Ontvangen dividenden | 6.22 | 0,0 | 5,0 |
| Betaalde belastingen | (83,5) | (88,4) | |
| Betaalde belastingen m.b.t. voorgaande jaren | 7,5 | (13,8) | |
| BEDRIJFSKASSTROOM VOOR WIJZIGING IN BEDRIJFSKAPITAAL EN VOORZIENINGEN | 431,2 | 405,3 | |
| Afname/(toename) van handels- en overige vorderingen | (86,3) | (52,1) | |
| Afname/(toename) in voorraden | 1,7 | 3,7 | |
| Toename/(afname) van handels- en overige schulden | 224,2 | 63,2 | |
| Toename/(afname) van geïnde opbrengsten van klanten | 3,1 | 14,0 | |
| Toename/(afname) van voorzieningen | (2,6) | (9,8) | |
| NETTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN | 571,3 | 424,2 | |
| Investeringsactiviteiten | |||
| Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa | 20,9 | 66,5 | |
| Ontvangsten uit de verkoop van dochterondernemingen, netto liquide middelen |
0,0 | 5,9 | |
| Verwerving van materiële vaste activa | 6.18 | (108,6) | (119,8) |
| Verwerving van immateriële activa | 6.21 | (39,1) | (42,4) |
| Lening aan geassocieerde deelnemingen | 6.22 | 0,0 | (25,0) |
| Verwerving van dochterondernemingen, na aftrek van verworven liquide middelen |
(0,7) | (7,4) | |
| NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | (127,6) | (122,2) | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Opbrengsten van leningen | 1.180,7 | 861,5 | |
| Aflossingen van leningen | (1.203,2) | (887,7) | |
| Aflossingen van schulden leasing | (116,3) | (113,9) | |
| Interim dividend betaald aan de aandeelhouders | 4 | 0,0 | (124,0) |
| Dividenden uitbetaald | 4 | 0,0 | (50,0) |
| NETTO KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN | (138,8) | (314,1) | |
| NETTO TOENAME VAN GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | 304,9 | (12,1) | |
| NETTO IMPACT WISSELKOERSVERSCHILLEN | (26,5) | 1,7 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten min bankvoorschotten in rekening courant per 1 januari |
669,7 | 680,1 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten min bankvoorschotten in rekening courant per 31 december |
948,1 | 669,7 | |
| BEWEGINGEN TUSSEN 1 JANUARI EN 31 DECEMBER | 278,4 | (10,4) |
bpost NV en haar dochterondernemingen (hierna "bpost" genoemd) leveren nationale en internationale post- en pakjesdiensten, die bestaan uit de ophaling, het transport, de sortering en de uitreiking van geadresseerde en ongeadresseerde poststukken, drukwerk, dagbladen en pakjes.
Via haar dochterondernemingen en business units verkoopt bpost NV ook een waaier aan andere producten en diensten, waaronder post-, pakjes- en bankproducten, alsook financiële producten, e-commerce logistiek, express leveringsdiensten, diensten met betrekking tot nabijheid ("proximity") en comfort ("convenience"), documentbeheer en aanverwante activiteiten. bpost voert eveneens namens de Belgische overheid Diensten van Algemeen Economisch Belang ("DAEB") uit.
bpost NV is een naamloze vennootschap naar publiek recht. bpost heeft haar maatschappelijke zetel in het Muntcentrum, 1000 Brussel. Aandelen bpost zijn genoteerd op de NYSE-Euronext Brussels sinds 21 juni 2013 (kenletter BPOST).
De geconsolideerde jaarrekening en het beheersverslag van bpost, opgesteld in overeenstemming met artikel 3:32 van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen en opgenomen op de pagina's 11 tot 67, 73, 166 en 170, voor het jaar eindigend op 31 december 2020, werden door de Raad van Bestuur op 9 maart 2021 goedgekeurd voor publicatie. De geconsolideerde jaarrekening van bpost is opgesteld in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" ("IFRS"), zoals aangenomen voor gebruik door de Europese Unie. Alle standaarden en interpretaties gepubliceerd door de International Accounting Standards Board ("IASB") en het International Financial Reporting Interpretations Committee ("IFRIC") effectief per jaareinde 2020 en aangenomen door de Europese Unie zijn toegepast door bpost.
De geconsolideerde jaarrekening wordt gepresenteerd in Euro ("EUR"), alle getallen worden afgerond naar het dichtst bijzijnde miljoen tenzij anders vermeld. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de historische kost conventie, met uitzondering van de items gewaardeerd aan reële waarde.
De toegepaste boekhoudregels zijn consistent met die van het vorige boekjaar, met uitzondering van de invoering van nieuwe standaarden en interpretaties die vanaf 1 januari 2020 in voege zijn.
De hierna vermelde gewijzigde boekhoudstandaarden zijn in werking getreden vanaf 2020:
Deze wijzigingen hebben geen materieel effect op de geconsolideerde financiële jaarrekening, behalve voor de wijzigingen m.b.t. IFRS 3, dewelke een impact kunnen hebben op de manier waarop bpost een bedrijfscombinatie verwerkt.
De volgende nieuwe IFRS-standaarden en IFRIC-interpretaties, goedgekeurd maar nog niet van kracht of die nog verplicht moeten worden, werden niet toegepast door bpost in het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening.
| STANDAARD OF INTERPRETATIE | EFFECTIEF VOOR DE RAPPORTERING DIE BEGINT OP OF NA |
|---|---|
| IFRS 9, IAS 39, IFRS 7, IFRS 4 en IFRS 16 - Wijzigingen - fase 2 - rente benchmark hervorming | 1 januari 2021 |
| Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS Standaarden 2018-2020(1) | 1 januari 2022 |
| IFRS 3 - Wijzigingen(1) - Referentie naar het conceptueel raamwerk | 1 januari 2022 |
| IAS 16 - Wijzigingen(1) - Opbrengsten voor bedoeld gebruik | 1 januari 2022 |
| IAS 37 - Wijzigingen(1) - Verlieslatende contracten - kosten van het vervullen van een contract | 1 januari 2022 |
| IAS 1 - Wijzigingen(1) - Classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend | 1 januari 2023 |
| IFRS 17(1) - Verzekeringscontracten | 1 januari 2023 |
| IAS 1 - Wijzigingen(1) - Bekendmaking van grondslagen voor financiële verslaggeving | 1 januari 2023 |
| IAS 8 - Wijzigingen(1) - Definitie van boekhoudkundige schattingen | 1 januari 2023 |
(1) Nog niet bekrachtigd door de EU op de datum van dit rapport
bpost heeft geen enkele standaard, interpretatie of wijziging, die uitgegeven maar nog niet in voege was, vroeger aangenomen. De wijzigingen worden niet geacht een materiële impact te hebben op de geconsolideerde jaarrekening van bpost.
Een reeks belangrijke boekhoudkundige hypothesen liggen aan de basis van de voorbereiding van de geconsolideerde jaarrekening die conform IFRS-regels werd opgesteld. Deze hypothesen hebben een invloed op de waarde van activa en passiva. Er worden inschattingen en veronderstellingen gemaakt met betrekking tot toekomstige gebeurtenissen. Deze worden continu opnieuw geëvalueerd en zijn gebaseerd op historische patronen en verwachtingen met betrekking tot toekomstige gebeurtenissen waarvan er een redelijke kans is dat ze zich onder de huidige omstandigheden voordoen.
Alle boekhoudkundige inschattingen en veronderstellingen die worden gebruikt bij het opstellen van de jaarrekening zijn, indien van toepassing, in overeenstemming met de laatste goedgekeurde budget-/langetermijnplan prognoses van bpost. De beoordelingen zijn gebaseerd op de informatie die beschikbaar is op elke balansdatum. Hoewel deze schattingen gebaseerd zijn op de beste informatie die beschikbaar is voor het management, kunnen de werkelijke resultaten uiteindelijk afwijken van deze inschattingen.
De voornaamste veronderstellingen die inherent zijn aan de waardering van de verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen en de bepaling van de pensioenlast omvatten personeelsverloop, acceptatiegraad, sterftecijfers, pensioenleeftijden, discontovoeten, evolutie van voordelen en toekomstige weddeverhogingen. Deze parameters worden jaarlijks bijgewerkt. Elk jaar wordt de referentiedatabase verrijkt met een extra jaar historische gegevens, waardoor de database steeds stabieler en betrouwbaarder wordt. De werkelijke omstandigheden kunnen echter afwijken van deze veronderstellingen en aldus aanleiding geven tot andere verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen, die in de resultatenrekening tot uiting komen als een bijkomende winst of een bijkomend verlies of in niet-gerealiseerde resultaten, afhankelijk van het type voordeel.
De gebruikte sterftetabellen zijn de Belgische sterftetabellen MR (voor mannen) en FR (voor vrouwen) met een leeftijdscorrectie van twee jaar. bpost besloot om de verbetering van het sterftecijfer weer te geven door een leeftijdscorrectie van twee jaar toe te passen op de officiële tabellen, voor zowel actieve als inactieve werknemers.
Voor de Gecompenseerde Geaccumuleerde Afwezigheden werd het verbruikspatroon van de ziektedagen afgeleid uit de statistieken met betrekking tot het verbruikspatroon over een voortschrijdend gemiddelde van 3 jaren (de jaren 2018 tot 2020 voor december 2020). Het aantal ziektedagen hangt af van de leeftijd, geïdentificeerd per segment van de relevante medewerkers. Het percentage van het gewaarborgd loon is vastgesteld op 75% in geval van langdurige ziekte. Bijgevolg is het percentage van het gewaarborgd loon dat gebruikt wordt om de kost van de dagen geaccumuleerd in de individuele tellers te berekenen vastgezet op 25%. De gecumuleerde balans van de niet gebruikte ziektedagen voor statutaire personeelsleden is beperkt tot een maximum van 63 dagen.
In België zijn bij wet de pensioenplannen met vaste bijdragen onderworpen aan een minimum rendement. Vandaar dat deze plannen worden geclassificeerd als toegezegdpensioenregelingen waarvoor de "projected unit credit"-methode (PUC) wordt gebruikt om deze verplichtingen te waarderen. Alhoewel er nog altijd geen volledige duidelijkheid is over de methodologie, zorgde de nieuwe wetgeving van December 2015 voor meer duidelijkheid met betrekking tot de minimum gegarandeerde rendementen. De onzekerheid met betrekking tot de toekomstige evolutie van de minimum gegarandeerde rendementen in België is opgeheven met de wijziging van de WAP (Wet op aanvullende pensioenen) per eind December 2015. Vanaf 2016 is de minimumopbrengst een percentage van de gemiddelde opbrengst van de laatste 24 maanden op lineaire obligaties voor 10 jaar met een minimum van 1,75% per jaar. bpost bleef consistent de voorgenoemde PUC methodologie toepassen, echter vanaf 2018 zonder projectie van de toekomstige bijdragen aangezien de plannen niet backloaded zijn en met toepassing van artikel 115 van IAS 19.
De financieringsmethodologie van de kinderbijslag voor statutaire personeelsleden is veranderd ingevolge een wetswijziging (Wet van 19 december 2014). Als gevolg daarvan betaalt bpost als een openbare instelling een bijdrage die is vastgelegd door een programmawet. Het bedrag wijzigt elk jaar naargelang het aantal statutaire personeelsleden (VTE) en is onderhevig aan de inflatie.
Voor de waardering van de meeste beloningen wordt een gemiddelde kost per niet-actief personeelslid gebruikt. Deze gemiddelde kost werd geraamd door de jaarlijkse kost voor niet-actieve personeelsleden te delen door het aantal niet-actieve begunstigden op basis van referentiegegevens ontvangen van de administratie van de pensioenen.
De discontovoeten werden bepaald op basis van de marktopbrengsten op het moment van de balansdatum. bpost gebruikt de "Tower Watson RATE:link tool1 " voor het bepalen van de discontovoeten, rekening houdend met een mix van financiële en niet-financiële AA bedrijfsobligaties.
In overeenstemming met IFRS 3 Bedrijfscombinaties, worden de overgenomen identificeerbare activa en de voorwaardelijke vergoedingen gewaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum als onderdeel van de bedrijfscombinatie. Aanpassingen van de reële waarde voor de activa zijn gebaseerd op externe beoordelingen of taxatiemodellen. Als de voorwaardelijke vergoeding voldoet aan de definitie van een passief, dan wordt het vervolgens op elke rapporteringsdatum opnieuw gewaardeerd tegen reële waarde. De vaststelling van de reële waarde is gebaseerd op verdisconteerde kasstromen. Bij de belangrijkste veronderstellingen wordt rekening gehouden met de waarschijnlijkheid dat elk prestatiedoel wordt gehaald en met de discontofactor.
bpost behandelt en verzendt internationale mail en parcels van en naar andere buitenlandse post operatoren. Op balansdatum wordt de beste inschatting van de uitstaande positie opgenomen in de geconsolideerde balans, maar aangezien de finale afrekening wordt gebaseerd op verschillende assumpties (waaronder "items per kilo") kan de finale afrekening verschillen van onze initiële inschatting.
bpost is onderhevig aan belastingen op het resultaat in verschillende jurisdicties. Uitgestelde belastingen worden berekend op het niveau van iedere fiscale entiteit. bpost erkent uitgestelde belastingen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waar tegenover de aftrekbare tijdelijke verschillen kunnen worden aangewend. Om dit te kunnen inschatten gebruikt bpost een inschatting van de fiscale inkomsten per jurisdictie waarin bpost opereert en de periode waarover de uitgestelde belastingen zullen gerecupereerd worden. Hetzelfde principe wordt toegepast voor de erkenning van uitgestelde belastingvorderingen voor niet gebruikte overgedragen fiscale verliezen.
85 l BPOST I JAARVERSLAG 2020
1 "The Towers Watson RATE:link tool" is een hulpmiddel om bedrijven bij te staan in de selectie van discontovoeten die de karakteristieken van hun pensioenplannen nauwkeurig weerspiegelen.
Bij het berekenen van de huidige waarde van leasebetalingen maakt bpost gebruik van de marginale rentevoet voor gebouwen op basis van munteenheid, economische omgeving en duurtijd. Voor het wagenpark en andere leases is de discontovoet de in de lease vervatte voet, indien beschikbaar. Indien niet, wordt dezelfde methodologie toegepast als voor gebouwen.
bpost bepaalt de leasetermijn als de niet-annuleerbare termijn van de lease samen met eventuele periodes die zijn gedekt door een optie om de lease te verlengen als het redelijk zeker is dat ze wordt uitgeoefend, of eventuele periodes die zijn gedekt door een optie om de lease te beëindigen, als het redelijk zeker is dat ze niet wordt uitgeoefend.
In december 2020 kondigden bpost en BNP Paribas Fortis (BNPPF) een niet-bindende overeenkomst aan over het toekomstige partnerschap op lange termijn van bpost bank NV, met inbegrip van de verkoop van participatie van bpost in bpost bank aan BNPPF. bpost en BNPPF hebben de intentie om tegen eind maart 2021 bindende overeenkomsten te ondertekenen, met de bedoeling de transactie tegen eind 2021 af te ronden. De aankoopprijs zal worden berekend op basis van de IFRS netto actiefwaarde op het moment van de afsluiting, rekening houdend met een multiplicator, bepaalde aankoopprijs- en afsluitingsaanpassingen en is verder onderworpen aan de gebruikelijke voorwaarden, met inbegrip van de reglementaire goedkeuringen, verklaringen en garanties. Activa die voor verkoop worden aangehouden, worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van hun boekwaarde en hun reële waarde na aftrek van verkoopkosten. De beste raming van bpost van de reële waarde na aftrek van verkoopkosten voor het bedrag dat bpost zal ontvangen van BNPPF voor 50% van de aandelen van bpost bank bedraagt 100,0 miljoen EUR, vandaar dat een bijzondere waardevermindering van 141,6 miljoen EUR werd opgenomen.
De moedermaatschappij en alle dochtermaatschappijen die onder haar controle vallen, zijn in de consolidatie opgenomen. Uitzonderingen zijn niet toegestaan.
Activa en passiva, rechten en verplichtingen, inkomsten en kosten van de moedermaatschappij en de dochterondernemingen die onder haar exclusieve controle vallen, zijn volledig geconsolideerd. Een investeerder controleert een deelneming wanneer de investeerder is blootgesteld aan of rechten heeft op variabele opbrengsten komende uit zijn betrokkenheid in de deelneming en de mogelijkheid heeft om deze opbrengsten aan te wenden via zijn macht over de deelneming.
Die controle wordt geacht te bestaan als bpost minstens 50% plus één aandeel van het stemrecht van de entiteit bezit; deze veronderstelling vervalt als er een duidelijk bewijs van het tegendeel bestaat. Wanneer bpost minder dan de meerderheid van de stemrechten of gelijkaardige rechten van een deelneming bezit, worden alle relevante feiten en omstandigheden in aanmerking genomen om te beoordelen of bpost controle heeft over de deelneming. Wanneer wordt nagegaan of een entiteit onder de controle van bpost valt, worden het bestaan en de invloed van mogelijke stemrechten die momenteel uitoefenbaar of converteerbaar zijn in aanmerking genomen.
De consolidatie van een dochterbedrijf heeft plaats vanaf de overnamedatum, dat is de datum waarop de controle van de nettoactiva en de activiteiten van het overgenomen bedrijf daadwerkelijk werden overgedragen aan de overnemer. Vanaf de overnamedatum neemt de moedermaatschappij (de overnemer) de financiële prestaties van het overgenomen bedrijf op in haar geconsolideerde resultatenrekening en neemt ze de overgenomen activa en passiva (aan marktwaarde), met inbegrip van elke uit de overname voortkomende goodwill, op in de geconsolideerde balans. De dochterbedrijven worden gedeconsolideerd vanaf de datum waarop de controle ophoudt. Intragroepsbalansen en -transacties en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen bedrijven van de groep worden volledig geëlimineerd.
De geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid op basis van éénvormige boekhoudkundige regels voor gelijksoortige transacties en andere gebeurtenissen in gelijkaardige omstandigheden.
Een geassocieerde onderneming is een entiteit waarin bpost een aanzienlijke invloed heeft. Een aanzienlijke invloed is de macht om deel te nemen aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van het bedrijf waarin geïnvesteerd wordt, zonder dat beleid evenwel te controleren. Er wordt verondersteld dat dit het geval is wanneer bpost minstens 20% van de stemrechten heeft van het bedrijf waarin bpost investeert en dat het niet het geval is wanneer bpost minder dan 20% heeft; deze veronderstellingen kunnen weerlegd worden indien er duidelijk bewijs is van het tegendeel.
Een joint venture is een soort gezamenlijke overeenkomst waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap hebben over de overeenkomst, rechten hebben op de nettoactiva van de rechtspersoon. Gezamenlijke zeggenschap is het contractueel overeengekomen delen van de zeggenschap over een overeenkomst, die alleen bestaat wanneer beslissingen over relevante activiteiten de unanieme instemming vereisen van de partijen die de zeggenschap delen.
De boekhoudkundige principes worden consequent toegepast binnen de groep, de geassocieerde ondernemingen en joint ventures inbegrepen.
Alle geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode: de deelnemingen worden apart vermeld in de geconsolideerde balans (onder de titel "Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures") op de rapporteringsdatum en voor een bedrag dat overeenstemt met het deel van het aandelenvermogen van de geassocieerde onderneming of joint venture (zoals herbepaald onder IFRS), inclusief het resultaat voor de periode. Dividenden ontvangen van een bedrijf waarin wordt geïnvesteerd, verminderen de boekwaarde van de investering.
Het aandeel van het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures dat toe te schrijven is aan bpost is apart opgenomen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening onder de titel "Aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures".
Niet-gerealiseerde winsten en verliezen uit transacties tussen een investeerder (of zijn geconsolideerde dochterondernemingen) en geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden aangepast ten belope van het belang van de investeerder in de geassocieerde onderneming of joint ventures.
bpost bank is een geassocieerde onderneming en wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, aangezien bpost een betekenisvolle invloed heeft maar geen gezamenlijke controle heeft over het bestuur van deze onderneming omdat de andere partij een belangrijkere rol speelt in bepaalde managementbeslissingen, vooral met betrekking tot de toewijzing van activa onder beheer.
Een deel van de obligatieportefeuille van bpost bank wordt geclassificeerd op de balans van bpost bank als "Hold to Collect financiële activa" en een deel als "Hold to collect & Sell financiële activa". Deze portefeuille omvat:
Effecten die geclassificeerd worden als "Hold to Collect & Sell financiële activa", worden gewaardeerd aan reële waarde. Wijzigingen in deze reële waarde worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten, onder de rubriek "Niet-gerealiseerde of uitgestelde winst of verlies van een geassocieerde onderneming" en wordt gepresenteerd als niet-gerealiseerde resultaten die geherklasseerd wordt naar de resultatenrekening in volgende periodes. Effecten die geclassificeerd worden als "Hold to Collect financiële activa" worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
Voor het jaar eindigend op 31 december 2020 werd de investering in bpost bank ondergebracht bij voor verkoop aangehouden activa, als gevolg van de ondertekening van een niet-bindende overeenkomst met betrekking tot het toekomstige partnerschap op lange termijn van bpost bank met BNP Paribas Fortis (BNPPF) (zie toelichting 6.20). Bijgevolg wordt de investering in bpost bank voor het jaar eindigend op 31 december 2020 afzonderlijk voorgesteld van andere activa in de balans en gewaardeerd tegen de laagste waarde van de boekwaarde (op de datum van de initiële classificatie als aangehouden voor verkoop) en de reële waarde na aftrek van verkoopkosten.
Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. De kostprijs van een overname wordt gewaardeerd als het totaal van de overgedragen vergoeding, die wordt gewaardeerd aan de reële waarde op de overnamedatum, en het bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de overgenomen partij. Wanneer een entiteit wordt overgenomen, wordt het op de overnamedatum geregistreerde verschil tussen de overnamekost van de investering en de reële waarde van de identificeerbare activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen geboekt als goodwill (als het verschil positief is) of rechtstreeks als een winst in de resultatenrekening (als het verschil negatief is).
In het geval van een voorwaardelijke vergoeding, wordt deze gewaardeerd tegen reële waarde op het moment van de bedrijfscombinatie en opgenomen in de overgedragen vergoeding (dwz erkend binnen goodwill of badwill). Indien het bedrag van de voorwaardelijke vergoeding wijzigt als gevolg van een post-acquisitie gebeurtenis (zoals het behalen van een winstdoelstelling), wordt de wijziging in reële waarde opgenomen in de winst-en verliesrekening. Bij bepaalde overnames verkrijgt bpost geen controle over 100% van de aandelen van de overgenomen partij, maar sluit het een bijkomende overeenkomst (bijv. put/call optie) met als doel de overige aandelen later te verkrijgen. Tenzij de economische substantie van deze overeenkomsten duidelijk een termijncontract met een vastgestelde prijs is (in dat geval is bpost van mening dat het huidige economische belang in de betrokken aandelen is verworven), (i) blijft bpost de minderheidsbelangen erkennen (initieel gewaardeerd tegen reële waarde, dan wel tegen het proportionele deel van de nettoactiva van het overgenomen bedrijf) en (ii) heeft het een schuld opgenomen gewaardeerd tegen de huidige waarde van het bedrag dat verschuldigd is bij de uitoefening van de optie. Eventuele latere veranderingen aan de schuld worden opgenomen in winst of verlies als financiële inkomsten of financiële kosten. Wanneer bij een overname de overgedragen vergoeding de voorwaardelijke vergoeding omvat (bijv. earn-out), worden deze bedragen gewaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum en vervolgens op elke rapporteringsdatum. Veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in het bedrijfsresultaat.
Goodwill wordt niet afgeschreven maar wordt onderworpen aan een jaarlijkse waardeverminderingstest. Voor de toetsing op waardevermindering wordt de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill vanaf de overnamedatum toegerekend aan elk van de kasstroomgenererende eenheden van bpost die naar verwachting voordeel zullen halen uit de combinatie, ongeacht of andere activa of passiva van de overgenomen partij aan die eenheden worden toegewezen.
Immateriële vaste activa worden erkend op de balans als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Immateriële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffingswaarde (met inbegrip van de kosten die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de transactie, maar zonder onrechtstreekse vaste kosten). Vervolgens worden ze gewaardeerd tegen kostprijs minus eventuele cumulatieve afschrijvingen en minus eventuele cumulatieve waardeverminderingen.
Intern gegenereerde immateriële activa worden alleen geactiveerd wanneer de kosten betrekking hebben op de ontwikkelingsfase. De uitgaven met betrekking tot de onderzoeksfase worden in rekening gebracht van de resultatenrekening. Binnen bpost bestaan de intern geproduceerde immateriële vaste activa hoofdzakelijk uit IT-projecten.
Immateriële vaste activa met beperkte levensduur worden op systematische basis afgeschreven over hun bruikbare levensduur, waarbij gebruik wordt gemaakt van de lineaire afschrijvingsmethode. De toegepaste nuttige levensduur is:
| IMMATERIËLE VASTE ACTIVA | NUTTIGE LEVENSDUUR |
|---|---|
| Patenten(1) | 12 jaar |
| Know-how(1) | 5 jaar |
| Point of sale netwerk (vervangingskost)(1) | 20 jaar |
| IT-ontwikkelingskosten | maximum 5 jaar |
| Licenties voor minder belangrijke software | maximum 3 jaar |
| Handelsnamen/merknamen(1) | Tussen 5 jaar en onbepaald |
| Klantenrelaties(1) | Tussen 5 en 20 jaar |
(1) De nuttige levensduur kan verschillen van geval tot geval en hangt af van de beoordeling op het ogenblik van de toewijzing van de aankoopprijs.
Immateriële vaste activa met een onbeperkte levensduur worden niet afgeschreven maar ondergaan jaarlijks een waardeverminderingstest. De beoordeling van de onbepaalde levensduur wordt jaarlijks herzien om te bepalen of de onbepaalde levensduur nog steeds gerechtvaardigd is. Zo niet, dan wordt de verandering van de gebruiksduur van onbepaald naar eindig op retrospectieve basis gemaakt.
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffingswaarde min alle geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen. Alle kosten die rechtstreeks verband houden met het operationeel maken van de activa zijn inbegrepen in de kosten.
Uitgaven voor herstellingen en onderhoud die enkel bedoeld zijn om de waarde van materiële vaste activa op peil te houden, maar niet om ze te verhogen, worden in rekening gebracht van de geconsolideerde resultatenrekening. Uitgaven voor grote herstellingen en voor groot onderhoud, die leiden tot een toename van de toekomstige economische voordelen die door de materiële vaste activa zullen worden gegenereerd, worden evenwel geïdentificeerd als een afzonderlijk element van de aanschaffingswaarde.
Financieringskosten die rechtstreeks zijn toe te wijzen aan de verwerving, bouw of productie van een actief dat noodzakelijkerwijs pas na een aanzienlijke tijdsperiode klaar is voor het beoogde gebruik of verkoop, worden geactiveerd als deel van de kostprijs van het actief.
Het afschrijvingsbedrag wordt op een systematische basis gespreid over de bruikbare levensduur van het actief, waarbij gebruik wordt gemaakt van lineaire afschrijvingen. Het totaal af te schrijven bedrag is gelijk aan de aanschaffingswaarde, behalve voor voertuigen. Voor voertuigen is dat bedrag de aanschaffingswaarde min de restwaarde van de activa op het einde van hun levensduur. De toegepaste nuttige levensduur is:
| MATERIËLE VASTE ACTIVA | NUTTIGE LEVENSDUUR |
|---|---|
| Terreinen | Niet van toepassing |
| Centrale administratieve gebouwen | 40 jaar |
| Gebouwen van het netwerk | 40 jaar |
| Industriële gebouwen, sorteercentra | 25 jaar |
| Uitrustingswerken aan gebouwen | 10 jaar |
| Trekkers en vorkheftrucks | 10 jaar |
| Fietsen en bromfietsen | 4 jaar |
| Andere voertuigen (auto's, trucks…) | 5 jaar |
| Machines | 5-10 jaar |
| Meubilair | 10 jaar |
| Computeruitrusting | 4-5 jaar |
bpost beoordeelt bij de aanvang van het contract of een contract een leaseovereenkomst is of bevat. Een lease is een overeenkomst waarbij het recht om een actief te gebruiken (het geleasde actief) wordt verleend voor een overeengekomen periode in ruil voor een vergoeding.
Onder IFRS 16 past bpost één enkele opname- en waarderingsmethode toe voor alle leases, behalve voor kortetermijnleases en leases van activa met een lage waarde. bpost neemt als leasingnemer leaseverplichtingen op ten einde aan de leasebetalingen te voldoen en een met gebruiksrecht overeenstemmende activa die het recht vertegenwoordigen om de onderliggende activa te gebruiken.
Recht van gebruik activa omvatten het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen en de leasebetalingen die op of voor de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst zijn gedaan (bijv. vooruitbetalingen), verminderd met eventuele ontvangen lease voordelen. De recht van gebruik activa worden lineair afgeschreven over de geschatte gebruiksduur, of, indien deze korter is, over de leaseperiode. Recht van gebruik activa zijn onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen.
De leasebetalingen omvatten vaste betalingen (inclusief in-substantie vaste betalingen) verminderd met eventuele te ontvangen lease voordelen, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een tarief, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald uit hoofde van restwaardegaranties. Zo zijn de meeste Belgische leasecontracten voor gebouwen onderhevig aan indexering, terwijl de meeste Amerikaanse leasecontracten vaste leasebetalingen hebben. Opgemerkt dient te worden dat niet-terugvorderbare btw niet is opgenomen in de leasebetalingen en nog steeds wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie wanneer het redelijk zeker is dat bpost de optie zal uitoefenen. Op dezelfde manier kunnen de leasetermijn en de leasebetalingen het effect van boetes voor het beëindigen van een leaseovereenkomst omvatten, indien de leasetermijn de uitoefening van de beëindigingsoptie door bpost weerspiegelt. Voor de zogenaamde 3/6/9 commerciële leaseovereenkomsten in België heeft bpost het eenzijdig recht om de overeenkomst na 3 jaar op te zeggen. Voor garages, postkantoren en verkooppunten is het niet redelijk zeker dat bpost de huurovereenkomst na 3 jaar zal verlengen, de huurtermijn is geplafonneerd op 3 jaar. De variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een tarief, worden opgenomen als kosten in de periode waarin de gebeurtenis of de aandoening die de betaling doet ontstaan, zich voordoet.
Bij de berekening van de huidige waarde van de toekomstige leasebetalingen gebruikt bpost de marginale rentevoet op de aanvangsdatum van de lease indien de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst niet gemakkelijk te bepalen is. Na de aanvangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de toename van de rente te weerspiegelen en verlaagd voor de gedane leasebetalingen. Daarnaast wordt de boekwaarde van de leaseverplichtingen geherwaardeerd indien er sprake is van een wijziging, een wijziging in de leasetermijn, een wijziging in de in-substantie vaste leasebetalingen of een wijziging in de beoordeling van de aankoop van het onderliggende actief.
De vrijstelling voor leases met een lage waarde werd toegepast op de huurcontracten met een waarde van minder dan 5.000 EUR, voornamelijk voor ICT-artikelen zoals printers en de huur van vierkante meters voor pakjesautomaten.
De kortetermijn lease vrijstelling werd toegepast voor voertuigen met een leasetermijn van 12 maanden of minder.
Vastgoedbeleggingen hebben voornamelijk betrekking op appartementen in gebouwen dewelke gebruikt worden als postkantoor.
Vastgoedbeleggingen worden geboekt tegen aanschaffingswaarde minus geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen. Het afschrijvingsbedrag wordt op een systematische basis toegekend over de bruikbare levensduur van het actief, waarbij gebruik wordt gemaakt van de lineaire afschrijvingsmethode. De levensduur die van toepassing is op vastgoedbeleggingen kan worden teruggevonden in de tabel bij het onderdeel "materiële vaste activa".
Vaste activa worden geclassificeerd als voor verkoop aangehouden activa in een specifieke rubriek in de balans, indien hun boekwaarde eerder gerecupereerd zal worden door verkoop dan door verder gebruik of exploitatie. Dit wordt toegestaan als er aan bepaalde strikte criteria wordt voldaan (er werd gestart met een actief programma om een koper te zoeken, de eigendom kan in zijn huidige staat onmiddellijk worden verkocht, de verkoop is zeer waarschijnlijk en zal naar verwachting plaats hebben binnen één jaar na de datum van reclassering). Voor verkoop aangehouden activa worden gewaardeerd aan de laagste waarde van de boekwaarde en van de reële waarde na aftrek van verkoopkosten.
Materiële vaste activa aangehouden voor verkoop worden niet langer afgeschreven eens ze overgeheveld zijn naar voor verkoop aangehouden activa.
De postzegelverzameling die eigendom is van bpost en die bpost duurzaam aanhoudt, wordt op de balans ingeschreven tegen het geherwaardeerde bedrag minus een korting voor de beperkte liquiditeit. De geherwaardeerde bedragen worden periodiek vastgesteld op basis van de marktprijzen. bpost gaat over tot de herwaardering van haar collectie om de vijf jaar. De postzegelverzameling wordt opgenomen in de sectie "Overige materiële vaste activa" van de balans.
bpost beoordeelt op elke rapporteringsdatum of er een aanwijzing is dat een actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Indien er een indicatie bestaat, of indien een jaarlijkse toetsing op waardeverminderingen vereist is (d.w.z.: goodwill en immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur), schat bpost de realiseerbare waarde van het actief in. Een waardevermindering wordt opgenomen als de boekwaarde van een actief hoger ligt dan de realiseerbare waarde ervan. De realiseerbare waarde is het hoogste bedrag tussen de reële waarde na aftrek van verkoopkosten (wat overeenkomt met de liquiditeiten die bpost kan realiseren via verkoop) en de bedrijfswaarde (wat overeenkomt met de liquiditeiten die bpost kan realiseren door het actief te blijven gebruiken).
Indien mogelijk worden de tests uitgevoerd op individuele activa. Als evenwel wordt vastgesteld dat activa geen onafhankelijke kasstromen genereren, dan wordt de test uitgevoerd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid (CGU) waartoe het actief behoort (CGU = de kleinste identificeerbare groep activa die kasstromen genereert die grotendeels onafhankelijk zijn van de kasstromen van andere CGU's).
Met het oog op de waardeverminderingstest, wordt goodwill die werd verworven bij een bedrijfscombinatie, vanaf de verwervingsdatum toegekend aan een groep van kasstroomgenererende eenheden waarvan wordt verwacht dat ze voordeel zullen halen uit de synergieën van de combinatie.
Als er een waardevermindering wordt vastgesteld, dan wordt die eerst gebruikt om de boekwaarde van elke goodwill van die groep van kasstroomgenererende eenheden te verminderen. Het resterende saldo wordt dan toegekend om de boekwaarde van andere vaste activa van de CGU te verminderen, proportioneel ten opzichte van hun totale boekwaarde, maar enkel in de mate dat de verkoopprijs van de activa in kwestie lager is dan de boekwaarde.
Waardeverminderingen op goodwill worden nooit teruggenomen op een latere datum. Waardeverminderingen op andere vaste activa worden teruggenomen als de oorspronkelijke voorwaarden van het ogenblik dat de waardevermindering werd geregistreerd ophouden te bestaan, maar enkel in de mate dat de boekwaarde van het actief niet hoger ligt dan het bedrag na afschrijvingen dat zou zijn verkregen als er geen waardevermindering zou geregistreerd zijn.
De waarde van de voorraden wordt bepaald als de laagste van de aanschaffingskost of de netto-verkoopswaarde op de balansdatum.
De aanschaffingsprijs van verwisselbare voorraden wordt bepaald door toepassing van de FIFO-methode (first in, first out). Minder belangrijke voorraden waarvan de waarde en de samenstelling stabiel blijven doorheen de tijd, worden in de balans opgenomen tegen een vaste waarde.
De kostprijs van de voorraden gereed product omvat alle kosten die gemaakt zijn om de voorraden in hun huidige toestand op hun huidige locatie te brengen, met inbegrip van indirecte productiekosten. Meer bepaald de kostprijs van de zegels omvat de directe en indirecte productiekosten, met uitsluiting van kosten van leningen en algemene kosten die er niet toe bijgedragen hebben om hen in hun huidige toestand en op hun huidige locatie te brengen. De berekening van vaste productiekosten in de kostprijs is gebaseerd op een normale productiecapaciteit.
Een waardevermindering is nodig als de netto-verkoopswaarde op de balansdatum lager ligt dan de kost.
Over te dragen inkomsten zijn het deel van de inkomsten dat ontvangen wordt tijdens het huidige boekjaar of eerdere boekjaren maar die betrekking hebben op een later boekjaar.
Verkregen inkomsten zijn het deel van de inkomsten dat in de volgende boekjaren wordt ontvangen en dat betrekking heeft op de lopende of voorgaande boekjaren.
bpost erkent de vooruitbetalingen van klanten op haar balans als over te dragen inkomsten en presenteert dit als een contractverplichting indien de prestatieverplichting nog niet is vervuld. Contractverplichtingen hebben voornamelijk betrekking op postzegels, verkochte maar nog niet gebruikte tegoeden op frankeermachines op balansdatum en de DAEB-vergoeding waarvoor de prestatieverplichting nog niet is vervuld.
bpost neemt een contractactief op na de overdracht van een goed of dienst aan een klant voordat de klant de vergoeding betaalt of voordat de betaling verschuldigd is. Een onvoorwaardelijk recht op een vergoeding wordt voorgesteld als een handelsvordering en een voorwaardelijk recht wordt voorgesteld als een verkregen opbrengst.
Vorderingen worden aanvankelijk gewaardeerd aan reële waarde en later tegen geamortiseerde kostprijs, d.w.z. de netto contante waarde van de te ontvangen cashflows (tenzij de invloed van het verdisconteren gering is).
bpost erkent een handelsvordering wanneer zij een onvoorwaardelijk recht heeft op betaling van een vergoeding als gevolg van het vervullen van een prestatieverplichting.
bpost erkent voor al zijn handelsvorderingen een voorziening voor de te verwachten kredietverliezen gebaseerd op een model van de verwachte kredietverliezen in functie van hun levensduur. Aangezien de handelsvorderingen geen significante financieringscomponent omvatten, heeft bpost ervoor geopteerd een vereenvoudigde benadering te gebruiken om de verwachte kredietverliezen te berekenen door middel van een provisie matrix gebaseerd op historische, ingebreke gestelde bedragen aangepast voor huidige en toekomstige informatie.
De marginale kosten om een contract te verkrijgen en om een contract te vervullen worden door bpost als activa erkend als bpost verwacht ze te kunnen terugverdienen. Als er geen andere standaarden van toepassing zijn, worden enkel de rechtstreeks gerelateerde kosten om een contract dat onder IFRS 15 valt te vervullen, gekapitaliseerd. De evaluatie van die criteria vergen een beoordeling door het management.
De gekapitaliseerde kosten betreffen voornamelijk systeemset-up en -aanpassing, projectmanagement en verkoopcommissie voor logistieke diensten en fulfilment-diensten en backoffice- en "proximity- en convenience"-diensten. De activa worden afgeschreven op de verwachte duur van het contract met de klant.
Financiële instrumenten kunnen, bij de eerste opname, worden geclassificeerd als activa die na eerste opname worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, dan wel tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies. De classificatie van de beleggingswaarden bij eerste opname hangt af van de eigenschappen van de contractuele kasstromen van het financiële actief en het bedrijfsmodel van bpost voor het beheer ervan. bpost waardeert een financieel actief eerst tegen reële waarde plus transactiekosten, in geval van een financieel actief dat niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies werd gewaardeerd.
De classificatie en waardering van de beleggingswaarden van bpost zijn als volgt:
Alle financiële instrumenten zijn onderworpen aan bijzondere waardeverminderingen, waarnaar wordt verwezen als het te verwachten kredietverliezen-model ("ECL"), dat het waarderen van te verwachten kredietverliezen vereist. Deze ECL's zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen die volgens het contract verschuldigd zijn en alle kasstromen die bpost verwacht te ontvangen. Voor schuldinstrumenten is het ECL gebaseerd op het ECL van 12 maanden. Het ECL van 12 maanden is het gedeelte van de levenslange ECL's dat het resultaat is van gebeurtenissen die zich voordoen bij het in gebreke blijven van een financieel instrument en die mogelijk zijn binnen 12 maanden na de rapporteringsdatum. Wanneer het kredietrisico echter aanzienlijk is toegenomen sinds de eerste opname, zal de vergoeding gebaseerd zijn op het levenslange ECL. bpost is van mening dat een financieel instrument (geheel of gedeeltelijk) in gebreke blijft wanneer uit interne of externe informatie blijkt dat het onwaarschijnlijk is dat bpost de uitstaande contractuele bedragen volledig zal ontvangen en het toegewezen ECL in rekening zal brengen.
Gewone aankopen of verkopen van financiële activa worden al dan niet in de balans opgenomen door gebruik te maken van de afwikkelingsdatum ("settlement date accounting"). De reële waarde van deze financiële activa wordt bepaald door te refereren naar genoteerde marktprijzen in een actieve markt.
Deze rubriek omvat liquide middelen, te innen titels, kortetermijnbeleggingen (waarvan de vervaldatum ten hoogste drie maanden na de aankoopdatum valt) met een grote liquiditeit en die vlot kunnen omgezet worden in een gekend contant bedrag, en die een laag risico inhouden wat betreft verandering van waarde.
Voor wat betreft het geconsolideerde kasstroomoverzicht bestaan geldmiddelen en kasequivalenten uit contanten en kortlopende deposito's, zoals hierboven gedefinieerd, na aftrek van uitstaande bankschulden.
Gewone aandelen worden opgenomen in de rubriek "Geplaatst kapitaal".
Aandelen in portefeuille (eigen aandelen) worden afgetrokken van het eigen vermogen. Bewegingen van aandelen in portefeuille hebben geen invloed op de resultatenrekening.
Overige reserves omvatten het resultaat van vorige boekjaren, de wettelijke reserve en de geconsolideerde reserve.
Het overgedragen resultaat omvat het resultaat van het huidige boekjaar zoals vermeld in de resultatenrekening.
Korte termijnbeloningen worden opgenomen als een uitgave wanneer het personeelslid de diensten heeft verleend aan bpost. Voordelen die niet zijn betaald op de balansdatum worden opgenomen in de rubriek "bezoldigingen en sociale zekerheid".
Personeelsvergoedingen na uitdiensttreding worden opgenomen op basis van een actuariële waarderingsmethode waarvoor voorzieningen worden aangelegd (met aftrek van alle fondsbeleggingen), voor zover bpost verplicht is de kosten met betrekking tot deze beloningen te dragen. Deze verplichting kan een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting zijn ("verworven rechten" op basis van vroegere gebruiken).
In toepassing van deze principes wordt in het kader van de vergoedingen na uitdiensttreding een voorziening aangelegd (berekend volgens een actuariële methode die is vastgelegd in IAS 19), om het volgende te dekken:
Waardeaanpassingen bestaande uit actuariële winsten en verliezen worden onmiddellijk opgenomen in de geconsolideerde balans met een overeenkomstige debit of credit naar overgedragen resultaat door middel van de niet in winst- of verlies opgenomen resultaten in de periode waarin ze zich voordoen. Waardeaanpassingen worden niet overgeboekt naar de winst of verliesrekening in latere periodes.
Actuariële veronderstellingen (met betrekking tot de disconteringsvoet, de sterftefactor, de kosten voor toekomstige beloningen, inflatie enz.) worden gebruikt om de verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen in overeenstemming met IAS 19 te bepalen. Actuariële winsten en verliezen doen zich onvermijdelijk voor, als gevolg van (1) veranderingen in de actuariële hypotheses jaar-over-jaar, en (2) verschillen tussen werkelijke kosten en actuariële hypotheses die worden gebruikt voor de waardering krachtens IAS 19.
De verplichting wordt berekend volgens de "projected unit credit"-methode. Elk jaar dienst geeft recht op een extra "unit credit" dewelke in aanmerking moet worden genomen bij het waarderen van de toegekende beloningen en de verplichtingen die er betrekking op hebben. De gebruikte disconteringsvoet is de opbrengst van bedrijfsobligaties met een hoge kredietwaardigheid of is gebaseerd op staatsobligaties waarvan de looptijd gelijkaardig is aan die van de beloningen die gewaardeerd worden.
De Belgische toegezegdebijdragenregelingen met een wettelijk gegarandeerd minimumrendement worden gewaardeerd volgens de "projected unit credit"-methode zonder projectie van toekomstige premies. Aangezien de plannen geen voordelen toekennen die zullen leiden tot een materieel hoger niveau van de voordelen als gevolg van het dienstverband van de werknemer in latere jaren, d.w.z. de plannen zijn niet "backloaded", is het lineaire basisprincipe niet van toepassing. De toegepaste methode houdt in dat de huidige wettelijke minimumreserves onder de Belgische wetgeving worden geprojecteerd tot de veronderstelde pensioengerechtigde leeftijd en worden verdisconteerd (met inachtneming van de verticale/horizontale methode en de vroegere wettelijke minimumtarieven die op de wettelijke minimumreserves worden gecrediteerd). IAS19 paragraaf 115 werd toegepast aangezien de groepsverzekeringscontracten als verzekeringscontract kwalificeren. De individuele berekende toegezegd-pensioenverplichting kan niet lager zijn dan de individuele reële waarde van de fondsbeleggingen, aangezien er onder de Belgische wetgeving geen sprake kan zijn van compensatie tussen de ene en de andere persoon.
Opgenomen pensioenkosten omvatten pensioenkosten toegerekend aan het dienstjaar, pensioenkosten van verstreken diensttijd, winst en verliezen met betrekking tot inperking en schikking.
Pensioenkosten van verstreken diensttijd als gevolg van een wijziging van een plan of inperking dienen erkend te worden, op de eerste van de volgende gebeurtenissen: (1) het ogenblik waarop de wijziging van het plan of de inperking plaatsvindt of (2) de datum waarop de entiteit gerelateerde herstructureringskosten in overeenstemming met IAS 37 erkent. Pensioenkosten van verstreken diensttijd worden geboekt in de resultatenrekening.
Netto intresten worden berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de netto verplichting (actief) uit hoofde van toegezegde pensioenrechten. Netto intresten worden eveneens erkend in de resultatenrekening.
Fondsbeleggingen met betrekking tot vergoedingen na uitdiensttreding worden gemeten aan reële waarde op het einde van de periode met dezelfde definitie zoals gebruikt in IFRS 13.
Langetermijnpersoneelsbeloningen worden opgenomen op basis van een actuariële waarderingsmethode en er worden voorzieningen voor aangelegd (met aftrek van alle fondsbeleggingen), voor zover bpost verplicht is de kosten met betrekking tot deze beloningen te dragen. Deze verplichting kan een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting zijn ("verworven rechten" op basis van vroegere gebruiken).
Er wordt een voorziening gecreëerd voor beloningen op lange termijn; deze dekt beloningen die slechts over een aantal jaren zullen worden betaald, maar die reeds door de werknemer zijn verworven op basis van zijn prestaties in het verleden. Ook hier wordt de voorziening berekend volgens een actuariële methode die wordt opgelegd door IAS 19.
De voorziening wordt als volgt berekend:
Actuariële waardering van de verplichting krachtens IAS 19
– reële waarde van de fondsbeleggingen
= aan te leggen voorziening (of op te nemen actief als de reële waarde van de fondsbeleggingen hoger is).
Waardeaanpassingen bestaande uit actuariële winsten en verliezen worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin ze zich voordoen.
Actuariële veronderstellingen (met betrekking tot de disconteringsvoet, de sterftefactor, de kosten voor toekomstige beloningen, inflatie enz.) worden gebruikt om de verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen in overeenstemming met IAS 19 te bepalen. Actuariële winsten en verliezen doen zich onvermijdelijk voor, als gevolg van (1) veranderingen in de actuariële hypotheses jaar-over-jaar, en (2) verschillen tussen werkelijke kosten en actuariële hypotheses die worden gebruikt voor de waardering krachtens IAS 19. Deze actuariële winsten en verliezen worden rechtstreeks in de resultatenrekening opgenomen.
De verplichting wordt berekend volgens de "projected unit credit"-methode. Elk jaar dienst geeft recht op een extra "unit credit" dewelke in aanmerking moet worden genomen bij het waarderen van de toegekende beloningen en de verplichtingen die er betrekking op hebben. De gebruikte disconteringsvoet is de opbrengst van bedrijfsobligaties met een hoge kredietwaardigheid of is gebaseerd op staatsobligaties waarvan de looptijd gelijkaardig is aan die van de beloningen die gewaardeerd worden.
Opgenomen pensioenkosten omvatten aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, pensioenkosten van verstreken diensttijd, winst en verliezen met betrekking tot inperking en schikking.
Pensioenkosten van verstreken diensttijd als gevolg van een wijziging van een plan of inperking dienen erkend te worden, het vroegste van (1) het ogenblik waarop de wijziging van het plan of de inperking plaatsvindt en (2) de datum waarop de entiteit gerelateerde herstructureringskosten in overeenstemming met IAS 37 erkent. Pensioenkosten van verstreken diensttijd worden geboekt in de resultatenrekening.
Netto intresten worden berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de netto verplichting (actief) uit hoofde van toegezegde pensioenrechten. Netto intresten worden eveneens erkend in de resultatenrekening.
Als bpost het contract van een personeelslid beëindigt vóór zijn normale pensioendatum, of wanneer een aanbod van vergoeding gebeurt in ruil voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst dewelke niet meer kan ingetrokken worden, wordt er een voorziening aangelegd in zoverre er een verplichting rust op bpost.
Een voorziening wordt enkel erkend als:
Indien het waarschijnlijk is dat de impact belangrijk zal zijn (voornamelijk voor langetermijnvoorzieningen), dan wordt de voorziening geraamd op basis van de netto contante waarde. De verhoging van de voorziening wegens het verstrijken van tijd wordt opgenomen als een financiële kost.
Een voorziening voor het saneren van verontreinigde sites wordt opgenomen als bpost in dat verband een verplichting heeft. Voorzieningen voor toekomstige bedrijfsverliezen zijn verboden.
Als bpost een verlieslatend contract heeft (de onvermijdbare kosten voor het naleven van de verplichtingen van het contract overschrijden de economische voordelen die eruit voortvloeien), dan wordt de huidige verplichting ingevolge het contract opgenomen als een voorziening.
Een herstructureringsvoorziening wordt enkel geboekt als bpost aantoont dat het op de balansdatum een feitelijke verplichting tot herstructureren heeft. De feitelijke verplichting moet worden aangetoond door: (a) een gedetailleerd formeel plan waarin de hoofdelementen van de herstructurering zijn vastgelegd, en (b) het wekken van een geldige verwachting bij de betrokkenen dat ze de herstructurering zal doorvoeren door een aanvang te nemen met de uitvoering van het plan of door de krachtlijnen ervan mee te delen aan de betrokkenen.
Winstbelasting omvat verschuldigde belastingen op het resultaat en uitgestelde belasting. Belasting op het resultaat is het bedrag aan belastingen dat moet worden betaald (te recupereren) op de belastbare inkomsten voor het lopende jaar, samen met de aanpassingen op het vlak van betaalde/te recupereren belastingen met betrekking tot de vorige jaren. Bij de berekening wordt gebruik gemaakt van de belastingvoet op de balansdatum.
Uitgestelde belasting wordt volgens de "liability method" berekend op de tijdelijke verschillen die ontstaan tussen de boekwaarde van de balansrubrieken en hun fiscale waarde, waarbij de belastingvoet wordt gebruikt die naar verwachting zal worden toegepast als het actief wordt gerealiseerd of als de schuld vereffend is. In de praktijk wordt de belastingvoet gehanteerd die geldt op de balansdatum.
Uitgestelde belastingen worden niet erkend met betrekking tot:
Een uitgestelde belastingvordering wordt opgenomen voor alle aftrekbare tijdelijke verschillen, voor zover het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waarvoor het aftrekbare tijdelijke verschil kan worden aangewend. Dezelfde principes gelden voor de erkenning van uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot niet gebruikte overgedragen fiscale verliezen. Dit criterium wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld.
Uitgestelde belasting wordt berekend op het niveau van elke fiscale entiteit. De uitgestelde belastingvorderingen en belastingschulden van verschillende dochterondernemingen mogen niet gecompenseerd worden.
Transacties in vreemde valuta worden eerst geboekt in de functionele valuta van de betrokken entiteiten. Daarbij worden de wisselkoersen op transactiedatum gebruikt. De gerealiseerde wisselkoerswinsten en -verliezen en de niet-gerealiseerde wisselkoerswinsten en -verliezen op monetaire activa en passiva worden op de balansdatum opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Bij de opmaak van de consolidatie worden de activa en passiva van de buitenlandse activiteiten omgerekend naar Euro op basis van de wisselkoersen op de rapporteringsdatum. De winst- en verliesrekeningen worden omgerekend aan de wisselkoersen van de transactiedatum. De wisselkoersverschillen die hierdoor ontstaan, worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten. Bij verkoop van een buitenlandse activiteit, wordt het deel van de niet-gerealiseerde resultaten, gelinkt aan deze activiteit opgenomen in de winst- en verliesrekening.
bpost haalt zijn omzet uit een waaier aan diensten, waaronder binnenlandse en internationale post- en pakjesdiensten, e-commercelogistiek, backoffice- en "proximity en convenience"-diensten en verkoopt een waaier aan producten, waaronder bank- en financiële producten, postproducten en retailproducten. bpost voert ook Diensten van Algemeen Economisch Belang ("DAEB") uit krachtens een contract met de Belgische Staat. Alle inkomsten gerelateerd aan de standaardbedrijfsactiviteiten worden als omzet opgenomen in de resultatenrekening. Alle andere inkomsten worden gerapporteerd als andere bedrijfsopbrengsten (zie onder in aparte sectie).
bpost neemt inkomsten uit contracten met klanten op wanneer de controle over de goederen of diensten wordt overgedragen aan de klanten, voor een bedrag dat de vergoeding weergeeft waarop bpost verwacht recht te hebben in ruil voor die goederen of diensten. De aard, het bedrag, de timing, de onzekerheid van de opname van inkomsten uit contracten met klanten worden hierna per dienstenklasse uitvoeriger omschreven.
De voorstelling van de inkomsten in de toelichtingen per product lijn item zijn samengesteld uit een combinatie van type dienst (zoals hierna beschreven), producttype, klanten en geografische regio en worden opgesplitst in lijn met de informatie die regelmatig door de Chief Operating Decision Maker (CODM) wordt herzien.
De bedrijfsactiviteiten van bpost kunnen worden opgesplitst in drie verschillende inkomstenstromen voor het erkennen van opbrengsten: (i) Distributie- en transportdiensten, (ii) logistieke en fulfilmentdiensten en (iii) Back-office en proximity- en conveniencediensten.
Diensten inbegrepen in de product lijn zijn: Transactional Mail, Advertising Mail, Press, Parcels BeNe, Cross-border (inbound en outbound) en International Mail.
Deze dienstenklasse bestaat uit de levering van binnenlandse en internationale post- en pakjesdiensten die bestaan uit de ophaling, het transport, de sortering en de uitreiking van geadresseerde en ongeadresseerde poststukken, drukwerk, dagbladen en pakjes.
De opbrengsten worden erkend als er op een bepaald tijdstip aan de prestatieverplichting, de belofte om een goed (bijv: brief, pakje,…) aan een geadresseerde of op een locatie te bezorgen, wordt voldaan. Dat betreft over het algemeen de levering van de goederen. bpost is over het algemeen van mening dat het de principaal is in uitreikings- en transportdiensten, behalve voor de levering van kranten en tijdschriften aan krantenwinkels waar het als agent optreedt.
De levering van de kranten en tijdschriften kan op drie verschillende manieren gebeuren.
Ten eerste levert bpost rechtstreeks aan de gezinnen en bedrijven ("gebruikers") voor hun kranten en tijdschriften onder abonnement (gerapporteerd als productlijn "Press"). In dit geval is bpost een principaal omdat het de primaire verplichting heeft om de kranten en tijdschriften rechtstreeks aan de gebruikers te leveren en wordt bpost vergoed door de uitgeversbedrijven en de Belgische Staat ("klanten"). De vergoedingen die van de uitgeversbedrijven worden ontvangen voor de levering zijn gebaseerd op het verwerkte volume. De vergoeding die wordt ontvangen uit het contract met de Belgische Staat (geklasseerd als DAEB) wordt opgesplitst in een forfaitair bedrag dat over een periode wordt erkend (gelijk verdeeld over de vier kwartalen) en een variabele vergoeding op basis van de uitgereikte volumes. Deze vergoeding van de Belgische Staat is onderworpen aan een ex-postberekening op basis van de evolutie van de kostenbasis van bpost.
Ten tweede levert bpost (via zijn 100% dochter AMP) deze kranten en tijdschriften in krantenwinkels (gerapporteerd als productlijn "Press"). In deze situatie treedt AMP op als agent voor rekening van het uitgeversbedrijf ("klant") en wordt het vergoed op basis van het aantal geleverde volumes en een commissie op de verkoopprijs.
Ten derde kan bpost kranten en tijdschriften verkopen via zijn Ubiway kleinhandelnetwerk, dat hieronder wordt beschreven in de "proximity and convenience" stroom voor het erkennen van opbrengsten.
Sommige activiteiten (bijv: Transactional mail, Cross-border,…) voortvloeiende uit de opbrengst van distributie en transport worden in België beschouwd als universele postdiensten zoals beschreven in de Belgische Postwet. bpost verleent universele postdiensten in België op basis van een met de Belgische Staat afgesloten beheerscontract. Sommige postdiensten die behoren tot de universele postdienst en voornamelijk gebruikt worden door particulieren en KMO's (samen bekend onder de benaming Kleingebruikerspakket, hierna "KGP") zijn onderworpen aan een prijsplafond, zoals voorzien in de Postwet. Elk jaar legt bpost zijn voorgestelde prijsverhoging voor de diensten die deel uitmaken van het KGP ter voorafgaande goedkeuring voor aan de Belgische postregulator (hierna "BIPT"), waarbij het BIPT met de prijsstijging moet instemmen als het prijsplafond niet is overschreden. Meer in het algemeen zijn alle postdiensten die onder de universele postdienst vallen onderworpen aan een reeks verplichtingen op het vlak van kwaliteit (zoals frequentie, geografische dekking en continuïteit) en tarifering (transparantie, uniformiteit, betaalbaarheid, niet-discriminatie en kostenoriëntatie). Voor de niet-universele postdiensten en de diensten die niet als postaangelegenheden werden gedefinieerd, hanteert bpost algemene verkoopvoorwaarden voor kleinere klanten en contracten voor grotere klanten met een op volume gebaseerde tarifering en kortingen. De contracten met klanten waarin kortingen, toeslagen en boetes (volume of kwaliteit) zijn voorzien, geven aanleiding tot een variabele vergoeding en worden maandelijks geprovisioneerd en de beste inschatting voor het uitstaande bedrag wordt weerspiegeld in de geconsolideerde balans op basis van het principe van verwachte waarde.
De vergoeding ontvangen door bpost voor zegels en frankeermachines waarvoor de prestatieverplichting nog niet werd vervuld wordt geboekt als over te dragen inkomsten en wordt gepresenteerd als een contractverplichting totdat aan de levering van de brief of het pakje (binnenlands of internationaal) is voldaan. De opbrengst m.b.t. de verkoop van zegels en de frankeermachines wordt enkel opgenomen als geschatte opbrengsten op het ogenblik waarop het goed wordt geleverd. bpost heeft daarvoor een model voor het erkennen van opbrengsten opgezet om het voorspelde bedrag van opbrengsten te erkennen op basis van historische gegevens. Zegels die na een bepaalde periode niet werden gebruikt, worden behandeld als een verkoop van een goed.
De opbrengsten met betrekking tot inbound (Cross-border), een dienst aan een andere postoperator om post en pakjes uit te reiken in België, worden erkend als geschatte inkomsten op het ogenblik dat de dienst wordt geleverd. De vergoeding waar bpost recht op heeft, wordt later onderhandeld en definitief overeengekomen met de klant (andere postoperator). Omwille van dat proces is het bedrag van de transactieprijs variabel. bpost schat het bedrag van de inkomsten met behulp van de methode van verwachte waarde op basis van historische gegevens. Op de balansdatum weerspiegelt de geconsolideerde balans de beste inschatting voor het uitstaand bedrag, maar aangezien de uiteindelijke afrekeningen gebaseerd zijn op verschillende aannames (waaronder "zendingen per kilo" en transactieprijs), is het mogelijk dat de uiteindelijke afrekeningen afwijken van de oorspronkelijke evaluatie. De netto uitstaande bedragen van outbound- en inboundstromen per postoperator worden geboekt als een vordering of schuld. Het proces dat door bpost wordt toegepast, zorgt ervoor dat de vereisten van IFRS 15 voor de variabele vergoeding worden gerespecteerd, d.w.z.: bpost erkent een variabele vergoeding waarvoor het zeer waarschijnlijk is dat er geen significante inkomsten zullen worden teruggeboekt zodra de onzekerheden zijn weggenomen.
Diensten inbegrepen in de productlijn zijn: e-commercelogistiek Parcels & Logistics Europa & Azië en Noord-Amerika (fulfilment en logistiek) en Cross-border (douanerechten)
Deze klasse van diensten bestaat uit e-commerce-fulfilment, waaronder opslag en verwerking van goederen, e-commerce-logistiek, waaronder hersteldiensten, en e-commerce-grensoverschrijdende diensten, waaronder diensten m.b.t. douanerechten.
De logistieke diensten en de fulfilment-diensten bestaan uit de volgende prestatieverplichtingen: ontvangst, opslag, picking en packing, terugzending, herstelling en dedouanering van goederen. De opbrengsten worden erkend als er aan de prestatieverplichting, de belofte om een dienst aan de klant te leveren, wordt voldaan op een bepaald punt in de tijd (bijv.: wanneer de picking of packing plaats heeft gehad) of ingeval van opslag van goederen over een periode. bpost is over het algemeen van mening dat het voor logistieke diensten en fulfilment-diensten optreedt als agent. bpost verleent de dienst van het verwerken van teruggestuurde goederen namens de klant, maar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schulden. Daarom wordt er bij bpost geen vooziening voor terugzendingen geboekt.
Volumekortingen die aanleiding geven tot een variabele vergoeding, worden maandelijks geprovisioneerd en de beste inschatting voor het uitstaande bedrag wordt weerspiegeld in de geconsolideerde balans op basis van het principe van de verwachte waarde.
Diensten inbegrepen in de productlijn zijn: e-commercelogistiek Parcels & Logistics Noord-Amerika (callcenter en PT&F), Value added services en "proximity en convenience"-kleinhandelnetwerk (financiële producten, verkoop van goederen …)
Deze klasse bestaat uit:
De backoffice- en "proximity en convenience"-diensten bestaan uit de volgende resultaatsverplichtingen: toegang tot netwerk en verkooppunten, OTC-diensten, verkoop van goederen en verwerking van transacties, documenten of oproepen. De opbrengsten worden erkend als er aan de resultaatsverplichting, de belofte om een dienst of een goed aan de klant te leveren, wordt voldaan op een bepaald punt in de tijd (bv. OTC-dienst, verwerking van items of verkoop van een goed) of over een bepaalde periode (bv. toegang tot netwerk). bpost is over het algemeen van mening dat het de principaal is in backoffice-diensten en verkoop van retail- en zelf geproduceerde goederen en dat bpost de agent is die een commissie ontvangt ingeval van producten van bpost bank en verkoop van partnerproducten.
Een gedeelte van de inkomsten van het "proximity en convenience"-retailnetwerk (gerapporteerde als DAEB-inkomsten) bestaat uit Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) die bpost verleent namens de Belgische Staat. Deze diensten bestaan onder meer uit het onderhoud van een uitgebreid retailnetwerk en diensten zoals de betaling aan huis van pensioenen en de uitvoering van financiële postdiensten. De vergoeding voor de DAEB is gebaseerd op de Netto Vermeden Kost ("NAC", Net Avoided Cost)-methodologie en wordt gelijkelijk verdeeld over de vier kwartalen (in de tijd erkend). Deze methodologie voorziet dat de vergoeding gebaseerd is op het verschil in nettokosten tussen het al dan niet dragen van de voorziening voor de DAEB. Gedurende het jaar worden er berekeningen uitgevoerd voor de DAEB om te garanderen dat de vergoeding in lijn is met de geboekte bedragen.
Voor PT&F-diensten ("Payment, Fraud and Tax") wordt er een terugbetalingsverplichting gebaseerd op de methode van de verwachte waarde geboekt voor de mogelijke betalingen gerelateerd aan de fraudediensten.
Winsten op de verkoop van activa worden bepaald door de netto-opbrengst van de verkoop van het actief te vergelijken met de boekwaarde van het actief op het moment van de verkoop.
Huuropbrengsten voortvloeiend uit operationele leases of vastgoedbeleggingen worden erkend op een rechtlijnige basis over de huurperiode.
Overheidssubsidies worden opgenomen als een vermindering van de kosten en compenseren de daarmee verband houdende kosten waarvoor de subsidie is bedoeld.
Voor vastrentende effecten worden de rente inkomsten opgenomen in de winst- en verliesrekening op basis van de effectieve rentemethode. Voor effecten met variabele opbrengst, worden deze inkomsten opgenomen in de winsten verliesrekening van zodra de aandeelhoudersvergadering de uitkering van een dividend bevestigd heeft.
De rente op leningen wordt in de financiële kosten opgenomen wanneer deze worden gemaakt. Voor leningen wordt het verschil tussen het ontvangen bedrag en het terug te betalen bedrag opgenomen in de winst- en verliesrekening met behulp van de effectieve rentemethode.
bpost maakt gebruik van financiële derivaten om zich in te dekken tegen de blootstelling aan wisselkoers- en intrestrisico's die voortvloeien uit operationele en financiële activiteiten. In overeenstemming met zijn kasmiddelenbeleid houdt bpost geen financiële derivaten aan of geeft het er geen uit voor handelsdoeleinden.
Financiële derivaten worden initieel geboekt tegen hun reële waarde op de datum waarop de derivatencontracten worden aangegaan en worden vervolgens gewaardeerd tegen hun reële waarde op het einde van elke rapporteringsperiode. Afhankelijk van het feit of "hedge accounting" (zie hieronder) al dan niet wordt toegepast, wordt elke winst of elk verlies dewelke resulteert uit de herwaardering van de financiële derivaten rechtstreeks opgenomen in ofwel de niet-gerealiseerde resultaten ofwel de resultatenrekening.
bpost bestemt sommige afdekkingsinstrumenten, die derivaten en niet-derivaten omvatten met betrekking tot het valutarisico, respectievelijk als afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten en als kasstroomafdekkingen.
Bij aanvang van de afdekkingsrelatie documenteert bpost de relatie tussen het afdekkingsinstrument en het afgedekte element, samen met zijn doelstellingen inzake risicobeheer en zijn strategie voor het ondernemen van verscheidene afdekkingstransacties. Daarnaast documenteert bpost, bij aanvang van de afdekking en daarna of het afdekkingsinstrument effectief is.
Het effectieve gedeelte van mutaties in de reële waarde van derivaten die zijn aangeduid als en kwalificeren als kasstroomafdekkingen wordt opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en gecumuleerd onder de hoofding kasstroomafdekkingsreserve. De winst of het verlies met betrekking tot het ineffectieve deel wordt onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Bedragen die eerder werden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en worden gecumuleerd in het eigen vermogen, worden getransfereerd naar de resultatenrekening in de periodes waarin het afgedekte element de resultatenrekening beïnvloedt, op dezelfde lijn als het geboekte afgedekte element.
De hedge accounting wordt stopgezet wanneer bpost de afdekkingsrelatie intrekt, wanneer de afdekkingsrelatie afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, of wanneer ze niet meer in aanmerking komt voor hedge accounting. Elke winst of elk verlies dat op dat ogenblik werd opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten en dat werd gecumuleerd in eigen vermogen blijft in het eigen vermogen en wordt geboekt als de verwachte toekomstige transactie die uiteindelijk wordt opgenomen in de resultatenrekening. Wanneer een verwachte toekomstige transactie naar verwachting niet meer zal plaatsvinden, wordt de winst of het verlies dat werd gecumuleerd in eigen vermogen onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Afdekkingen van netto-investeringen in buitenlandse activiteiten worden op dezelfde manier opgenomen als kasstroomafdekkingen. Elke winst of verlies op het afdekkingsinstrument met betrekking tot het effectieve deel van de afdekking wordt opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en wordt gecumuleerd onder de titel "afdekking van een netto-investering". De winst of het verlies met betrekking tot het ineffectieve deel wordt onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Winsten en verliezen op het afdekkingsinstrument met betrekking tot het effectieve deel van de afdekking en gecumuleerd in de valutaomrekeningsreserve worden geherclassificeerd naar de resultatenrekening bij de verkoop van de buitenlandse activiteit.
bpost bepaalde en implementeerde een Entreprise Risk Management ("ERM")-kader om risicobeheerprocessen te verankeren in de belangrijkste managementactiviteiten van het bedrijf, zoals de herziening van de strategie of de driemaandelijkse operationele opvolging door het Group Executive Committee.
Risico's worden geïdentificeerd op verschillende niveaus in de organisatie (met inbegrip van onder andere operationeel en financieel management, corporate tweedelijnsfuncties zoals Legal and Regulatory, Health and Safety, Security and Integrity en het Group Executive Committee). Dit bestrijkt het hele bedrijf.
bpost licht de risico's en onzekerheden toe in drie categorieën:
Vertrekkende van geformaliseerde risico-evaluatiecriteria, goedgekeurd door de Raad van Bestuur, worden de risico's geprioriteerd. Dit laat een aangepaste communicatie toe over de risico's binnen het bedrijf (top-down en bottom-up). Voor de belangrijkste risico's binnen elke categorie definieerde bpost een gerichte aanpak voor beperking en opvolging. De toepassing van die aanpak wordt op regelmatige basis opgevolgd door het Group Executive Committee, het Auditcomité en de Raad van Bestuur.
| Beperking | Opvolging | |
|---|---|---|
| Risico's op het vlak van regelgeving / wetgeving |
• Een constructieve relatie onderhouden met de overheid en wetgevers |
• Jaarlijks rapporteren stand van zaken (Wetgeving / regelgeving) • Onmiddellijke rapportering van belangrijke evoluties met een mogelijke impact op de strategie. |
| Externe risico's voor het bedrijf |
• Opvolgen van gebeurtenissen die de risico evolutie beïnvloeden • Netwerken en beïnvloeden (indien nodig) • Opstellen van een plan B (indien nodig). |
• Jaarlijkse rapportering over stand van zaken als input voor het jaarverslag • Onmiddellijke rapportering van belangrijke evoluties met een mogelijk impact op de strategie |
| Operationele risico's |
• Actieplannen / projecten om de risico's te beperken (deel van de Business unit doelstellingen en het budget proces) |
• Korte stand van zaken & evoluties nieuwe risico's tijdens de Quarterly Review (QR) • Jaarlijkse update over de risico evolutie (corporate risico) |
Elk van de volgende risico's kan een materieel ongunstig effect hebben op de activiteiten, de financiële positie en de bedrijfsresultaten van bpost. Er kunnen bijkomende risico's zijn waarvan bpost momenteel niet op de hoogte is. Er kunnen ook risico's zijn waarvan we momenteel geloven dat ze niet belangrijk zijn maar die uiteindelijk toch een materieel ongunstig effect kunnen hebben. De risicobeperking zoals hieronder beschreven is bedoeld om een algemeen overzicht te geven van mogelijke en reeds gestarte actiepunten als reactie op de risico's en mag niet worden beschouwd als een exhaustieve lijst van reacties op risico's. Bovendien garanderen de hieronder beschreven inspanningen voor risicobeperking niet dat de risico's zich niet zullen voordoen. Geen enkel risicobeheersysteem of systeem voor interne controle kan een absolute bescherming bieden tegen het niet-behalen van bedrijfsdoelstellingen, fraude of overtreding van wetten en regels.
Passende beleidslijnen, processen en interne controleprocedures werden ingevoerd om de blootstelling aan complexe wet- en regelgevingsvereisten te beperken. Daarnaast streeft bpost naar een constructief stakeholdermanagement ten aanzien van onder andere de regering, beleidsmakers en regelgevende instanties.
bpost is actief in markten die gekenmerkt worden door een hoge graad van regulering door nationale, Europese en internationale instellingen. Het is onzeker of Belgische of Europese regulatoren of derden belangrijke bezwaren zullen opwerpen met betrekking tot de naleving door bpost van toepasselijke wetten en reglementen en of toekomstige wijzigingen in de wetgeving, regelgeving of rechtspraak een materieel ongunstig effect zullen hebben op de activiteiten, de financiële positie, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van bpost.
In november 2015 liet de Belgische minister die verantwoordelijk is voor de postsector, minister De Croo, weten dat hij van plan is om tijdens zijn legislatuur een nieuwe postwet goed te keuren. Deze nieuwe postwet werd goedgekeurd door het parlement op 18 januari 2018 en trad in werking in februari 2018. bpost juicht dit wetgevingsinitiatief toe, omdat de nieuwe postwet een toekomstbestendig, stabiel en voorspelbaar wettelijk kader biedt voor de Belgische postsector.
In 2012 verzocht de Europese Commissie bpost om vermeende staatssteun terug te betalen voor de periode van 1992 tot 2012. Op 2 mei 2013 keurde de Europese Commissie de compensatie goed die aan bpost werd toegekend in het kader van het 5de Beheerscontract, dat de periode van 2013 tot 2015 bestrijkt. Hoewel de staatssteunbeslissingen van de Europese Commissie bpost enige mate van zekerheid verschaffen over de verenigbaarheid met de staatssteunregels van de vergoeding die zij ontvangt voor de levering van diensten van algemeen economisch belang ("DAEB's") gedurende de periode van 1992 tot en met 2015, kan niet worden uitgesloten dat bpost voor deze periode het voorwerp zou kunnen uitmaken van verdere aantijgingen van staatssteun en aan staatssteunonderzoeken wordt onderworpen in verband met DAEB's, andere openbare diensten en andere diensten die zij verstrekt voor de Belgische Staat en verschillende overheidsinstanties.
In overeenstemming met de verbintenis van de Belgische Staat jegens de Europese Commissie, organiseerde de Belgische Staat een competitieve, transparante en niet-discriminerende biedingsprocedure voor de uitreiking van kranten en tijdschriften in België. Als gevolg van deze procedure werd aan bpost op 16 oktober 2015 de dienstenconcessie toegekend om deze dienst te verstrekken vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020. In december 2019 besliste de Belgische regering om de dienstenconcessie te verlengen tot 31 december 2022. Met betrekking tot de periode die aanvangt op 1 januari 2023 is het niet zeker of er een andere offerteaanvraag zal worden uitgeschreven en of de eventuele concessie opnieuw aan bpost zal worden toegekend.
Op 3 december 2015 ondertekenden bpost en de Belgische Staat een nieuw beheerscontract ("6de Beheerscontract") met betrekking tot de andere DAEB's (onder andere de instandhouding van een kleinhandelnetwerk, de uitbetaling van pensioenen, "cash at counter"-diensten en andere diensten). Dit 6de Beheerscontract voorziet in de verdere verlening van deze DAEB's gedurende een periode van vijf jaar die eindigt op 31 december 2020, en in een vergoeding die in de lijn ligt van de principes van het 5de Beheerscontract, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie op 2 mei 2013. In december 2020 heeft de Belgische regering besloten het 6de Beheerscontract te verlengen tot 31 december 2021. Met betrekking tot de periode die start op 1 januari 2022 is het niet zeker of de Belgische Staat zal concluderen dat dergelijke diensten nog steeds DAEB's zullen uitmaken en bijgevolg compensatie wettigen, of de Staat al deze diensten of een gedeelte ervan aan bpost zal toevertrouwen en/of de Staat de draagwijdte en de inhoud van deze diensten zal wijzigen.
Op 3 juni 2016 keurde de Europese Commissie het 6de Beheerscontract en de concessieovereenkomsten op grond van de staatssteunregels goed. In oktober 2016 verzocht de Vlaamse Federatie van Persverkopers ("VFP") het Gerecht van de Europese Unie om de goedkeuringsbeschikking van de Europese Commissie om procedureredenen nietig te verklaren. In februari 2019 heeft het Gerecht de zaak uit het register geschrapt naar aanleiding van het verzoek van de VFP om de gerechtelijke actie te staken.
bpost zou verplicht kunnen worden andere postoperatoren toegang te verlenen tot specifieke elementen van zijn postinfrastructuur (zoals gegevens betreffende aanvragen voor het doorsturen van post bij een adreswijziging), tot zijn postnetwerk (de zogenaamde "downstream"-toegang) en/of tot bepaalde universele diensten. bpost zou kunnen worden verplicht om zulke toegang te verlenen tegen onrendabele prijsniveaus of tegen toegangsvoorwaarden die ongunstig zijn voor bpost. Ingeval bpost deze verplichtingen niet nakomt, kunnen boetes opgelegd worden (volgens de regels van het mededingingsrecht en de postwetgeving) en/of kunnen andere operatoren procedures aanspannen teneinde schadevergoeding te vorderen voor nationale rechtbanken.
bpost dient aan te tonen dat zijn prijzen voor diensten die onder de USO vallen in overeenstemming zijn met de beginselen van betaalbaarheid, kostenoriëntatie, transparantie, niet-discriminatie en uniformiteit van tarieven. Tariefverhogingen voor bepaalde enkelvoudige poststukken en USO-pakketten zijn onderworpen aan een maximumprijsformule en aan een voorafgaande controle door het BIPT. Het BIPT kan weigeren deze tarieven of tariefverhogingen goed te keuren als ze niet in overeenstemming zijn met bovengenoemde beginselen of met de maximumprijsformule. Er dient te worden opgemerkt dat de nieuwe Postwet, die in februari 2018 in werking trad, voorziet in een nieuwe maximumprijsformule als onderdeel van een stabiel en voorspelbaar prijscontrolemechanisme.
Daarnaast, met betrekking tot activiteiten waarvoor bpost wordt geacht een machtspositie in de markt te hebben, mag zijn prijspolitiek geen misbruik van dergelijke machtspositie maken. Het niet-naleven van deze vereiste kan boetes met zich meebrengen. Nationale rechtbanken kunnen bpost ook opdragen om bepaalde commerciële praktijken stop te zetten en schade te vergoeden aan derden.
bpost is tevens onderworpen aan het verbod van kruissubsidiëring tussen publieke diensten en commerciële diensten. Bovendien, indien bpost commerciële diensten levert, moet, volgens de regels met betrekking tot staatssteun, de business case voor het verlenen van dergelijke diensten voldoen aan de "private investor test", dat wil zeggen dat bpost in staat moet zijn om aan te tonen dat een private investeerder dezelfde investeringsbeslissing zou hebben genomen. Als deze beginselen niet worden nageleefd, dan zou de Europese Commissie kunnen oordelen dat commerciële diensten hebben genoten van onrechtmatige staatssteun en deze staatssteun van bpost kunnen terugvorderen.
Volgens de Europese Commissie is grensoverschrijdende pakjeslevering één van de voornaamste elementen die een impact hebben op de groei van e-commerce in Europa. In mei 2016 bereidde de Europese Commissie een voorstel voor een verordening rond grensoverschrijdende pakjesleveringsdiensten voor. De verordening werd in 2018 door de Raad en door het Europees Parlement goedgekeurd en legt een grotere prijstransparantie en een regelgevend toezicht op voor grensoverschrijdende pakjesleveranciers zoals bpost.
bpost werd door de Belgische Staat aangewezen als de verlener van de USO voor een termijn van acht jaar met ingang van 2011. In de nieuwe postwet wordt bpost aangeduid als de verlener van de USO tot eind 2023. De bijzondere voorwaarden van de USO werden vastgelegd in een nieuw specifiek beheerscontract dat in 2019 in werking trad. De verplichting om de USO te leveren kan voor bpost een financiële last betekenen. Alhoewel de nieuwe postwet bepaalt dat bpost recht heeft op een vergoeding vanwege de Belgische Staat ingeval de USO-verplichting resulteerde in een ongerechtvaardigde last, kan er geen garantie worden gegeven dat de volledige nettokost van de USO zal worden gedekt.
bpost bank opereert op een sterk gereguleerde markt. De regelgeving voor financiële instellingen is erg veranderd (bijv. meer focus op klantenbescherming, antiwitwasmaatregelen enz.) en het prudentieel toezicht is sterk verhoogd (bijv. kwaliteit en niveau van het kapitaal, liquiditeit, corporate governance,...). Het is onzeker of en in welke mate Belgische of Europese regulatoren of derden belangrijke bezwaren zouden kunnen opwerpen met betrekking tot de naleving door bpost bank van toepasselijke wetten en reglementen en of toekomstige wijzigingen in de wetgeving, regelgeving of rechtspraak een aanzienlijk ongunstig effect zouden kunnen hebben op de activiteiten, de financiële positie, de bedrijfsresultaten en de vooruitzichten van bpost bank. Het huidige businessmodel van bpost bank, een klassieke spaarbank, staat onder druk, omdat de rentevoeten naar verwachting gedurende langere tijd heel laag zullen blijven. Om de gevolgen van die marktomstandigheden te milderen, ontwikkelde bpost bank een hypotheekleningportefeuille met een hoger rendement terwijl er hogere kapitaalvereisten en mogelijke grotere debiteurenrisico's bij betrokken zijn.
Op 23 december 2020 kondigden bpost NV en BNP Paribas Fortis NV ("BNPPF") aan dat zij een niet-bindende overeenkomst hebben bereikt met betrekking tot het toekomstige, lange termijn partnerschap van bpost bank NV (bpost bank). In het kader van dit toekomstige lange termijn partnerschap zou bpost zijn aandeel van 50% in bpost bank verkopen aan BNPPF. bpost zou bankdiensten blijven verlenen via zijn fysieke netwerk van postkantoren. bpost en BNPPF hebben de intentie om tegen eind maart 2021 bindende overeenkomsten af te sluiten, met de bedoeling de transactie tegen eind 2021 af te ronden. De duur van het toekomstige partnerschap bedraagt zeven jaar. De transactie zal onderworpen zijn aan de gebruikelijke voorwaarden, waaronder de goedkeuring van de regelgevende instanties.
De wisselwerking tussen de wetgeving toepasselijk op alle naamloze vennootschappen en de specifieke bepalingen en principes van publiek recht die van toepassing zijn op bpost kunnen moeilijkheden geven bij de interpretatie ervan, en juridische onzekerheid veroorzaken. bpost is bijvoorbeeld onderworpen aan specifieke risico's in verband met arbeidskwesties als gevolg van de toepassing van bepaalde publiekrechtelijke bepalingen en beginselen.
Wijzigingen in, of de invoering van nieuwe, wetgeving en reglementering, inclusief wetgeving en reglementering in verband met wettelijke pensioenen, zouden kunnen leiden tot extra lasten voor bpost. Er kan ook geen zekerheid worden verschaft dat bpost niet geconfronteerd zal worden met moeilijkheden over bepaalde arbeidskwesties omwille van redenen verbonden aan staatssteun. Tot slot zouden daarnaast contractuele personeelsleden van bpost hun werknemersstatuut kunnen betwisten en schadevergoeding kunnen eisen wegens het feit dat zij niet de wettelijke arbeidsbescherming en voordelen van statutaire personeelsleden genieten.
Wijzigingen in de wetgeving kunnen ook een (directe of indirecte) invloed hebben op de aantrekkelijkheid van post als communicatiemiddel en aldus op de omzet van bpost.
In de langetermijnstrategie werd rekening gehouden met de risico's die hieronder vermeld staan. bpost duidde voor elk risico een duidelijke verantwoordelijke aan. De verantwoordelijke monitort het risico, observeert tendensen en onderneemt acties voor risicobeperking als en wanneer dat nodig is. De Corporate Governance Statement bevat meer informatie over de interne controle en het risicobeheersysteem.
Het gebruik van post is de laatste jaren afgenomen, voornamelijk als gevolg van het toegenomen gebruik van e-mail en het internet. bpost verwacht dat de postvolumes zullen blijven dalen. De mate van afname van de postvolumes kan ook beïnvloed worden door e-government-initiatieven of andere maatregelen die door de Belgische Staat, andere overheden of private ondernemingen genomen worden en die een verschuiving van administratieve post naar een elektronische verwerking in de hand werken. Het management heeft maatregelen genomen om het digitaliseringsrisico aan te pakken (bijv. lancering van Priorzegel) en heeft in 2020 een alternatief model voor postuitreiking ingevoerd. Zowel de snelheid van de veranderingen als de manier waarop onze klanten op het nieuwe productaanbod en de nieuwe werkmethodes zullen reageren, blijven onzeker.
Dit nieuwe "digitale" domein heeft ook een impact op de pakjessector in die zin dat e-commerceklanten maar in beperkte mate bereid zijn te betalen voor de levering maar daarentegen wel extra diensten verwachten (bijv. levering op dezelfde dag). Dit zet de marges en algemene winstgevendheid in de pakjessector onder druk. Het verwezenlijken van groeiambities voor pakjes (zowel in België als in het buitenland) kan bemoeilijkt worden door externe factoren die te wijten zijn aan de sector, de concurrentie en de klanten. Bovendien zou een vertraging van de groei van de e-commercemarkt ook een impact kunnen hebben op de groei van de pakjesleverings- en fulfilmentactiviteiten. Het management heeft maatregelen getroffen om de potentiële operationele of financiële impact zoveel mogelijk te beperken.
De uitbraak van het COVID-19-virus begin 2020 en de resultaten van de maatregelen die werden genomen om het virus in te dijken, hebben een ongeziene impact op de economische activiteit en de maatschappij in het algemeen. Tijdens een dergelijke crisis is de dagelijkse aanwezigheid van bpost dicht bij de burgers en bij zijn klanten van vitaal belang. Daarom concentreerde bpost group zich op de continuïteit van haar opdracht als universele postdienstverlener en haar andere nationale en internationale post- en pakjesdiensten, waarbij de groep de grootst mogelijke zorg aan de dag legt voor de gezondheid en de veiligheid van haar medewerkers en klanten. De COVID-19-crisis had verschillende operationele gevolgen voor bpost group in 2020: de tijdelijke sluiting van de niet-essentiële winkels in België, de negatieve impact op de postvolumes, de prestaties van het proximity en convenience retail-netwerk en de negatieve impact op de internationale post als gevolg van de lockdown en het reisverbod. De COVID-19-crisis heeft de affiniteit met en de invoering van e-commerce gestimuleerd, wat een positief effect heeft gehad op de meeste pakjes- en e-commerceactiviteiten. De onzekerheid over de ernst en de duur van de COVID-19-crisis zal blijven zorgen voor onzekerheden en opportuniteiten. bpost group volgt de evolutie van de COVID-19-crisis op de voet en zal de verdere impact in de toekomst blijven evalueren. Het management heeft maatregelen genomen om de potentiële operationele of financiële impact van onzekerheden tot een minimum te beperken en om alle opkomende opportuniteiten aan te grijpen.
Op 1 januari 2021 heeft het Verenigd Koninkrijk de douane-unie van de Europese Unie en de eengemaakte markt van de Europese Unie verlaten. Vanaf die datum moeten voor goederen die tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie worden vervoerd, douanedocumenten worden opgesteld met het oog op grenscontrole. Alle goederen die het Verenigd Koninkrijk verlaten voor uitvoer naar de Europese Unie en vice versa, worden onderworpen aan inen uitklaring op dezelfde wijze als goederen die worden verzonden van/naar niet-EU-bestemmingen reeds worden verwerkt. De goederen zijn onderworpen aan invoerrechten en btw in het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie indien van toepassing en elektronische gegevens zijn verplicht geworden voor alle zendingen. Deze veranderingen betekenen dat verzenders meer formaliteiten moeten vervullen voor hun zendingen. Deze formaliteiten veroorzaken ook tijdverlies op verschillende punten in de toeleveringsketen, meestal tijdens het vervoer als gevolg van de grensformaliteiten en tijdens het inklaringsproces. Deze extra stappen brengen ook extra kosten met zich mee. Een ander aandachtspunt is dat de klantgestuurde retourstromen ingewikkelder worden door de extra import/exportformaliteiten. Brexit was een belangrijke verandering. Het is grondig voorbereid en in nauwe samenwerking met onze klanten. Na enkele kleine kinderziekten begin januari 2021, is de activiteit hervat zoals verwacht. bpost blijft zowel een leveringsdienst met of zonder betaalde rechten naar het Verenigd Koninkrijk aanbieden, met de volledige mix van post- en commerciële producten voor de verzending van pakketten.
Er wachten bpost een aantal operationele uitdagingen die de gepaste aandacht van het management vereisen. bpost onderneemt actieplannen voor risicobeperking als en wanneer dat nodig is. De Corporate Governance Statement bevat meer informatie over de interne controle en risicobeheersystemen.
Vanwege de relatief vaste aard van zijn kostenbasis, kan een daling van de postvolumes zich vertalen in een aanzienlijke daling van de winst, tenzij bpost zijn kosten kan verminderen. Daarom, en zoals hierboven reeds vermeld, heeft bpost meerdere hefbomen ingevoerd voor de transformatie van de traditionele activiteiten (bijv. een alternatief distributiemodel, netwerkoptimalisatie enz.). Er kan echter geen 100 procent zekerheid worden gegeven dat bpost alle voordelen die van dergelijke initiatieven worden verwacht, zal realiseren aangezien deze afhangen van exogene factoren bv. de snelheid waarmee het postvolume afneemt. Het omgaan met verandering, de prioritering van de projecten en het op één lijn brengen van de stakeholders zijn enkele van de essentiële elementen voor succes.
bpost vertrouwt op informatie- en communicatietechnologiesystemen ("ICT") om de meeste van zijn diensten te verlenen. Deze systemen zijn onderhevig aan risico's zoals stroompannes, verstoring van het internetverkeer, softwarefouten, cyberaanvallen (zoals gegevensverwijderingsaanvallen, versleutelingsaanvallen en andere vormen van hacking) en problemen door menselijke fouten. Dit zou kunnen leiden tot gegevensverlies, openbaarmaking van gegevens of aanzienlijke onderbrekingen van de activiteiten van bpost en dat van zijn klanten en opdrachtgevers. In de huidige wereld van constante connectiviteit en afhankelijkheid van informatie die elektronisch wordt verwerkt en opgeslagen, kan het gebrek aan aandacht voor bescherming van de vertrouwelijke/gevoelige informatie bovendien leiden tot het ongeoorloofd delen van informatie.
De op wereldwijde schaal toegenomen intimidaties en bedreigingen op het vlak van cyberveiligheid en de complexere en doelgerichtere cyberaanvallen vormen een bedreiging voor de veiligheid van bpost, zijn klanten, partners, leveranciers en externe dienstverleners op het vlak van diensten, systemen en netwerken. Ook de vertrouwelijkheid, de integriteit en de beschikbaarheid van de gegevens van bpost en zijn klanten kunnen in het gedrang komen. bpost neemt de nodige maatregelen en doet de vereiste investeringen om deze risico's te beperken, aan de hand van opleidingen om het personeel te sensibiliseren, beschermingsmaatregelen, opsporingsmaatregelen, veiligheidstests en de uitrol van noodplannen.
bpost heeft de laatste jaren verschillende bedrijven gekocht om zijn groei-ambities waar te maken. De voornaamste overname was die van Radial in de VS. Zoals voor alle overnames en integraties is er de mogelijkheid dat bpost de integraties niet succesvol zal afronden en de dochterondernemingen van bpost de daaraan verbonden businessplannen effectief zullen verwezenlijken. bpost heeft zijn post-integratie activiteiten versterk teneinde dit risico zoveel als mogelijk te beperken.
Er staan bpost misschien moeilijkheden te wachten om operationele medewerkers aan te trekken en te behouden om de dagelijkse levering van post en pakjes te garanderen. Bovendien is het, zoals voor iedere grote werkgever misschien een uitdaging om talenten te beheren voor een doeltreffende planning van de opvolging van een aantal kritische rollen en om bepaalde nieuwe capaciteiten succesvol intern te zoeken. Om de carrièremogelijkheden binnen de groep op een proactieve, gestructureerde en beheerde manier te ontwikkelen, over de verschillende business en support units heen, wordt er een Career Management functie ontwikkeld op het niveau van de bpost group, met als doel toekomstige leiders intern te ontwikkelen, op basis van loopbaantrajecten en ontwikkelingstrajecten.
Het vermogen van bpost om zijn klanten en het publiek in het algemeen te bedienen is sterk afhankelijk van de sorteercentra waar bpost de post en pakjes centraliseert, sorteert en voorbereidt voor de uitreiking. bpost heeft in België zes sorteercentra. Indien één of meer van deze voorzieningen een tijdje moeten worden stilgelegd als gevolg van bijv. een stroomstoring, ongeval, staking, natuurramp die leidt tot brand of overstroming, terroristische aanslag of een andere reden, is het mogelijk dat bpost een tijdje niet in staat is om uit te reiken of te voldoen aan de leveringstijden. Dat zou een negatieve impact kunnen hebben op de reputatie van bpost, de klantentevredenheid en de financiële resultaten. In de Verenigde Staten voert Radial haar Noord-Amerikaanse fulfilmentactiviteiten uit in 21 fulfilmentcentra die haar klanten een reeks diensten aanbieden, waaronder ontvangst en opslag van voorraden, retourenbeheer en verzendoplossingen. Dit grote aantal locaties biedt een groter potentieel aan back-upoplossingen in geval van continuïteitsproblemen in een of meer van deze faciliteiten.
Het risico op een mogelijke verlengde operationele onderbreking als gevolg van extreme natuurrampen als gevolg van de klimaatverandering (bijv. brand, overstroming, storm, pandemie en meer gezondheidsproblemen als gevolg van vervuiling bij het personeel) is toegenomen. bpost tracht schade aan gebouwen en onderbrekingen van de activiteiten zoveel mogelijk te vermijden door middel van preventie- en noodprogramma's. De schadelijke gevolgen van deze risico's zijn gedekt door verzekeringspolissen.
Het moet worden opgemerkt dat bpost's Corporate Social Responsibility-strategie ambitieuze doelen stelt om bpost's uitstoot van broeikasgassen ("GhG") te verminderen. Dit moet de klimaatverandering beperken en natuurrampen helpen voorkomen.
Naast een toename van natuurrampen en gezondheidsproblemen die voortvloeien uit de klimaatverandering en die onze activiteiten zouden kunnen beïnvloeden, wordt verwacht dat ook koolstofbelastingen, systemen voor de handel in emissierechten en brandstofbelastingen een prominente plaats zullen innemen in toekomstige regelgeving. De gemiddelde koolstofprijzen zouden tegen 2030 tot wel 7 keer kunnen toenemen, tot 120 USD per metrische ton.
De gevolgen van de stijgende koolstofprijzen voor bedrijven zullen zowel dynamisch als complex zijn:
bpost volgt het risico omtrent de koolstofprijzen op en neemt maatregelen om zijn koolstofvoetafdruk te verkleinen in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Door prognoses van koolstofprijzen toe te passen en interne koolstofprijzen te schatten kan bpost anticiperen op de kosten die een strengere koolstofreglementering met zich zal meebrengen en zich aanpassen aan een koolstofarme economie.
Naast de voorspellingen van koolstofprijzen, werkt bpost ook aan de effectieve vermindering van zijn uitstoot. bpost is zich bewust van de ecologische impact van de groeiende pakjeslevering en heeft een doelstelling inzake koolstof-vermindering opgesteld om de uitstoot van de activiteiten van de hele bpost groep tegen 2030 met minstens 20% te verminderen ten opzichte van 2017. De doelstelling werd goedgekeurd door het initiatief 'Science Based Target' dat garandeert dat het bedrijf in overeenstemming is met de klimaatdoelstellingen van het Akkoord van Parijs. Om dit doel te bereiken zal bpost tegen 2030 onder meer 50% van zijn dieselvoertuigen vervangen door een elektrisch alternatief.
In zijn operationele en financiële activiteiten is bpost blootgesteld aan buitenlandse wisselkoersfluctuaties die de balans en resultatenrekening beïnvloeden.
Deze wisselkoersrisico's bestaan uit (i) transactierisico's gerelateerd aan de operationele activiteiten van de kasstromen in buitenlandse munteenheid of (ii) transactierisico's gerelateerd aan de consolidatie in Euro van filialen waarvan de functionele munteenheid niet de Euro is (bpost's functionele munteenheid). De grootste blootstelling aan buitenlandse wisselkoersrisico's bestaat uit de omzetting van USD. Er zijn geen materiële monetaire posten.
Indekkingsinstrumenten worden gebruikt om deze impact te matigen.
De volgende tabel toont de gevoeligheid aan van een redelijke verandering in de wisselkoers van de USD, waarbij alle andere variabelen constant worden gehouden. Het omrekeningsrisico wordt vertegenwoordigd door de impact van de wijziging van de USD-waarde op de EBIT en het eigen vermogen van de groep (na overweging van de netto-investeringsafdekking) van de Noord-Amerikaanse dochterondernemingen van bpost voor 2020. De blootstelling van de groep aan wisselkoersschommelingen voor alle andere valuta's is niet materieel.
| IN MILJOEN EUR | +5% USD VS EUR | -5% USD VS EUR |
|---|---|---|
| Effect op EBIT | (1,0) | 1,2 |
| Effect op het eigen vermogen na overweging van de netto investeringsafdekking |
(20,4) | 22,6 |
Zoals elke bank is de geassocieerde onderneming van bpost, bpost bank, onderhevig aan het risico met betrekking tot schommelingen van de rentevoeten, hetgeen zijn marge rechtstreeks beïnvloedt. De rentevoeten beïnvloeden eveneens de waardering van de obligatieportefeuille van bpost bank, die geboekt wordt als financiële activa "Hold to collect and sell". Wijzigingen in waardering worden weergegeven tegen reële waarde in het overzicht van niet-gerealiseerde resultaten.
Aangezien bpost bank een volgens de vermogensmutatiemethode geconsolideerde onderneming is, heeft 50% van de verandering in haar eigen vermogen een rechtstreekse invloed op het geconsolideerde eigen vermogen van bpost.
Zoals uiteengezet in toelichting 6.20, werd de investering in bpost bank op 31 december 2020 echter overgeheveld naar voor verkoop aangehouden activa, na de ondertekening van een niet-bindende overeenkomst met BNP Paribas Fortis, en geherwaardeerd tegen zijn reële waarde na aftrek van verkoopkosten.
De volgende tabel geeft de impact weer van een relatieve wijziging in rentevoeten van 50 basispunten (bp) of 0,5% (van 1% tot 1,5% bijvoorbeeld) op het eigen vermogen van bpost bank en via de vermogensmutatie op dat van bpost:
| IN MILJOEN EUR | +50BP | -50BP |
|---|---|---|
| Eigen vermogen bpost bank | (0,7) | 1,8 |
| Eigen vermogen bpost | (0,4) | 0,9 |
bpost is ook rechtstreeks onderhevig aan schommelingen van de rentevoeten door zijn externe financiering. bpost beperkt dit risico echter door te streven naar een evenwicht tussen vaste en variabele rentevoeten. Momenteel bestaat deze balans vooral uit vaste rentevoeten, maar afhankelijk van de marktsituatie kan dit evolueren.
Teneinde de rentevoetstructuur van zijn schuld te beheren, kan bpost afdekkingsinstrumenten gebruiken, zoals renteswaps. Elke substantiële wijziging aan de rentevoetstructuur moet vooraf door het Group Executive Committee worden gevalideerd.
Eind 2020 bestond de externe financiering uit:
De tabel hieronder toont de impact van een wijziging van de rentevoeten met 50bp (van 1% naar 1,5% bijvoorbeeld) op de schuld die blootgesteld wordt aan variabele rentevoeten (d.w.z. de termijnlening in USD en de lening van de Europese Investeringsbank in EUR). De rente wordt berekend als Euribor/USD Libor plus marge. Aangezien de marge in het contract is vastgelegd, is de gevoeligheidsanalyse enkel van toepassing op de Euribor/USD Libor, gekend als de "basisrentevoet". Aangezien de Euribor momenteel in contracten op nul stagneert, heeft een daling met 50bp beduidend minder impact dan een stijging met 50bp. Bijgevolg is de gevoeligheidsanalyse asymmetrisch.
| GEVOELIGHEID VOOR EEN | GEVOELIGHEID VOOR EEN | |
|---|---|---|
| BEWEGING VAN -50 BASISPUNTEN | BEWEGING VAN +50 BASISPUNTEN | |
| IN MILJOEN EUR | IN DE MARKTRENTE | IN DE MARKTRENTE |
| Impact op kosten | (0,3) | 0,8 |
De financiële resultaten van bpost worden ook beïnvloed door de evolutie van de discontovoeten gebruikt voor de berekening van de personeelsbeloningen. Op 31 december 2020 zouden bij een stijging van 50 basispunten of 0,5% van de gemiddelde discontovoet de financiële kosten dalen met 21,5 miljoen EUR. Bij een daling van 50 basispunten of 0,5% van de gemiddelde disconto voet zouden de financiële kosten stijgen met 23,8 miljoen EUR. Voor meer details zie toelichting 6.27 personeelsbeloningen.
bpost is onderhevig aan kredietrisico's als gevolg van de operationele activiteiten, zijn beleggingen van zijn liquide middelen en zijn participatie in bpost bank.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 948,1 | 670,2 |
| Handelsvorderingen (vlottend en niet-vlottend) | 721,6 | 656,5 |
| Overige vorderingen onderhevig aan kredietrisico | 81,8 | 50,3 |
| waarvan leningen aan geassocieerde ondernemingen | 25,0 | 25,0 |
| KREDIETRISICO VAN FINANCIELE ACTIVA | 1.776,5 | 1.377,0 |
Op 11 december 2019 verleende bpost aan bpost bank een achtergestelde lening van 25,0 miljoen EUR met een looptijd van 10 jaar en een eerste afroepingsdatum na 5 jaar. Deze schuld volgt dus op de andere schulden mocht bpost bank in vereffening of faillissement gaat.
Per definitie geldt het kredietrisico enkel voor dat gedeelte van de activiteiten van bpost die geen onmiddellijke contante betalingen genereren. bpost beheert zijn blootstelling aan het kredietrisico actief via een onderzoek van de solvabiliteit van zijn klanten. Dit vertaalt zich in een kredietwaardigheid en een kredietlimiet.
bpost erkend op al zijn handelsvorderingen een vergoeding voor te verwachte kredietverliezen op basis van het "lifetime expected credit losses" (ECL) model. Aangezien de handelsvorderingen geen significante financieringscomponent bevatten, opteerde bpost ervoor om de vereenvoudigde aanpak te kiezen om het verwachte percentage kredietverliezen te berekenen met behulp van een voorzieningenmatrix, gebaseerd op de historische wanbetalingspercentages aangepast aan de huidige en toekomstgerichte informatie.
De volgende tabel vat de bewegingen samen voor de provisie van de verwachte kredietverliezen:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| OP 1 JANUARI | 16,9 | 18,5 |
| Waardeverminderingen: Verwerving door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 |
| Waardeverminderingen: Toevoegingen | 10,8 | 7,7 |
| Waardeverminderingen: Aanwendingen | (0,3) | (5,0) |
| Waardeverminderingen: Terugnemingen | (1,9) | (2,5) |
| Waardeverminderingen: Wisselkoersverschillen | (0,5) | (1,8) |
| OP 31 DECEMBER | 24,8 | 16,9 |
De ouderdomsanalyse van de handelsvorderingen en de blootstelling van het kredietrisico volgens de voorzieningenmatrix is als volgt:
| AANTAL DAGEN ACHTERSTALLIG | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | KORTLOPEND | < 60 DAGEN | 60 -120 DAGEN |
> 120 DAGEN | OPENSTAANDE DUBIEUZE VORDERING DAEB |
TOTAAL |
| Totale ingeschatte bruto blootstelling boekwaarde |
581,9 | 69,8 | 4,3 | 10,9 | 6,5 | 673,3 |
| Verwachte kredietverliezen | 0,2% | 5,1% | 29,5% | 37,7% | 100,0% | |
| Provisie verwachte kredietverliezen | (1,4) | (3,5) | (1,3) | (4,1) | (6,5) | (16,9) |
| HANDELS- EN EINDRECHTENVORDERINGEN |
580,4 | 66,2 | 3,0 | 6,8 | 0,0 | 656,5 |
| AANTAL DAGEN ACHTERSTALLIG | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | KORTLOPEND | < 60 DAGEN | 60 -120 DAGEN |
> 120 DAGEN | OPENSTAANDE DUBIEUZE VORDERING DAEB |
TOTAAL |
| Totale ingeschatte bruto blootstelling boekwaarde |
669,2 | 55,5 | 5,1 | 5,6 | 6,5 | 741,9 |
| Verwachte kredietverliezen | 0,5% | 9,5% | 39,7% | 52,5% | 100,0% | |
| Provisie verwachte kredietverliezen | (3,5) | (5,3) | (2,0) | (2,9) | (6,5) | (20,3) |
| HANDELS- EN EINDRECHTENVORDERINGEN |
665,7 | 50,2 | 3,1 | 2,6 | 0,0 | 721,6 |
Het verwachte percentage van de kredietverliezen steeg in 2020 ten opzichte van 2019 omdat de historische wanbetalingspercentages zijn gecorrigeerd voor de toenemende e-commerce- en pakketactiviteiten met hogere historische wanbetalingspercentages in vergelijking met de afnemende postactiviteiten met lagere historische wanbetalingspercentages. Gezien de moeilijkheid om de impact van COVID-19 in te schatten, heeft bpost bovendien gebruik gemaakt van een post-model dat gebaseerd is op de kredietrating van klanten die door een extern ratingbureau wordt verstrekt.
Als vermeld in toelichting 6.34 reserveerde bpost een bedrag van 6,5 miljoen EUR omdat een uitstaande vordering voor de vermindering van de DAEB compensatie van 2015 en beschouwde deze vordering als in gebreke.
Voor wat betreft bpost en de beleggingen van zijn liquide middelen (die geldmiddelen, kasequivalenten en financiële instrumenten omvatten), ontstaat de blootstelling aan het kredietrisico uit tekortkomingen van de tegenpartij, waarbij het maximale risico gelijk is aan de nettoboekwaarde van deze instrumenten.
bpost bank investeert de middelen die haar door haar klanten zijn toevertrouwd. De bank voert een strikt investeringsbeleid dat bepaalt dat de investeringen dienen gespreid te worden over Belgische overheidsobligaties, andere overheidsobligaties en obligaties die worden uitgegeven door financiële en commerciële organisaties evenals hypotheken. Per 31 december 2020 heeft bpost bank de deposito's van de klanten geïnvesteerd in interbancaire activa vorderingen (1.228,1 miljoen EUR), leningen en voorschotten aan klanten (voornamelijk hypothecaire en termijn leningen voor 7.100,0 miljoen EUR) en beleggingen (voornamelijk overheids- en bedrijfsobligaties voor 3.398,0 miljoen EUR). Bovendien zijn er maximumlimieten bepaald per uitgevende instelling, per sector, per kredietbeoordeling, per land en per munt en deze limieten worden voortdurend opgevolgd.
Het huidige liquiditeitsrisico van bpost is beperkt als gevolg van de ruime beschikbaarheid van kasmiddelen en vermits een aanzienlijk deel van de inkomsten door de klanten betaald wordt vooraleer de dienst door bpost wordt uitgevoerd.
De maturiteitsanalyse van de schulden is als volgt:
| KORTLOPEND | LANGLOPEND | |||
|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | BINNEN HET JAAR | TUSSEN 1 EN 5 JAAR | MEER DAN 5 JAAR | TOTAAL |
| 31 DECEMBER 2019 | ||||
| Leaseverplichtingen | 100,7 | 255,7 | 139,6 | 496,0 |
| Handelschulden en overige schulden | 1.250,9 | 27,7 | 0,0 | 1.278,5 |
| Langetermijnobligatie | 8,1 | 40,6 | 658,1 | 706,9 |
| Handelspapieren | 164,5 | 0,0 | 0,0 | 164,5 |
| Derivaten | 1,3 | 0,0 | 0,0 | 1,3 |
| Bank voorschotten in rekening-courant | 0,5 | 0,0 | 0,0 | 0,5 |
| Bank leningen | 13,7 | 189,7 | 0,0 | 203,5 |
| Andere schulden | 0,1 | 0,7 | 0,0 | 0,8 |
| TOTAAL FINANCIELE VERPLICHTINGEN | 1.539,9 | 514,4 | 797,7 | 2.852,0 |
| KORTLOPEND | LANGLOPEND | |||
|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | BINNEN HET JAAR | TUSSEN 1 EN 5 JAAR | MEER DAN 5 JAAR | TOTAAL |
| 31 DECEMBER 2020 | ||||
| Leaseverplichtingen | 106,0 | 273,6 | 143,7 | 523,3 |
| Handelschulden en overige schulden | 1.438,4 | 48,6 | 0,0 | 1.487,0 |
| Langetermijnobligatie | 8,1 | 32,5 | 654,3 | 694,9 |
| Handelspapieren | 165,0 | 0,0 | 0,0 | 165,0 |
| Derivaten | 0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,3 |
| Bank voorschotten in rekening-courant | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Bank leningen | 10,6 | 160,6 | 0,0 | 171,3 |
| Andere schulden | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,2 |
| TOTAAL FINANCIELE VERPLICHTINGEN | 1.728,7 | 515,3 | 798,0 | 3.042,0 |
De bovengenoemde contractuele looptijden zijn gebaseerd op de contractuele niet-verdisconteerde betalingen, die kunnen afwijken van de boekwaarde van de verplichtingen op de balansdatum.
Het liquiditeitsrisico wordt verder beperkt door de toegezegde kredietlijnen die zijn aangepast aan de omvang van de activiteiten van bpost.
bpost streeft naar een optimaal evenwicht tussen haar nettoschuld en haar operationele kasstroom. bpost beheert de financiële structuur zowel om de waarde voor de aandeelhouders te maximaliseren als om de succesvolle bedrijfstransformatie van bpost mogelijk te maken. In die context kan bpost ervoor kiezen om het bedrag van de uitgekeerde dividenden aan te passen, om transacties uit te voeren die een impact hebben op het aantal aandelen of om activa te verkopen en zo haar nettoschuld af te bouwen.

Het beleid van bpost bestaat er ook in om een intrinsiek solide "investment grade" kredietprofiel te behouden op basis van interne kas generatie, wat momenteel het geval is gezien de herbevestigde single A rating van bpost bij Standard & Poor's.
De belangrijkste indicatoren die worden gevolgd zijn (i) de verhouding tussen de nettoschuld, zoals bepaald door de kredietwaardigheidsmethodologie van Standard & Poor's1 , en de EBITDA, en (ii) de verhouding tussen de aangepaste Fondsen uit Operaties en de nettoschuld, zoals bepaald door de kredietwaardigheidsmethodologie van Standard & Poor's.
1 Merk op dat de cijfers van Standard & Poor's voor 2020 nog niet beschikbaar waren op het ogenblik van de publicatie van het jaarverslag; zodra ze beschikbaar zijn, zullen ze worden gepubliceerd op onze corporate website, rubriek Investeerders/Schuldprofiel.
De verspreiding van het coronavirus heeft een ongeziene impact op de economische activiteit en op de maatschappij in het algemeen. Tijdens een dergelijke crisis is de dagelijkse aanwezigheid van bpost dicht bij de burgers en bij zijn klanten van vitaal belang. Daarom concentreerde bpost group zich op de continuïteit van haar opdracht als universele postdienstverlener en haar andere binnenlandse en internationale post- en pakjesdiensten, met de grootste zorg voor de gezondheid en veiligheid van haar werknemers en klanten.
De operationele gevolgen voor bpost group tot nog toe waren als volgt:
Om de negatieve impact van COVID-19 op haar resultaten te beperken voerde bpost group doelgerichte kostenbeheersingsacties uit, in het bijzonder met betrekking tot discretionaire uitgaven. bpost group blijft de evolutie van COVID-19 opvolgen en zal de verdere impact in de toekomst blijven evalueren. De voornaamste elementen die een impact hebben op de geconsolideerde jaarrekeningen zijn hieronder vermeld:
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 13 mei 2020 besliste om een brutodividend per aandeel uit te keren op de resultaten van het volledige jaar 2019 van 0,62 EUR. Aangezien op 9 december 2019 al een interimdividend van 0,62 EUR bruto per aandeel werd uitgekeerd, werd geen verder dividend op de resultaten van het volledige jaar 2019 uitgekeerd. Bovendien zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering aanbevelen om geen dividend over de resultaten van het volledige jaar 2020 toe te kennen aan de aandeelhouders. In de uitzonderlijke omstandigheden van COVID-19 en de onzekere impact ervan op de macro-economie in de toekomst, wil de Raad van Bestuur voorrang geven aan de soliditeit van de balans, de kasreserves en de investeringscapaciteit van de bpost group op lange termijn. Daarnaast werd begin mei 2020 het initiële budget voor kapitaalsuitgaven voor 2020 van 200,0 miljoen EUR teruggebracht tot een maximum van 150,0 miljoen EUR.
Inzichten in de financieringsstructuur en de liquiditeit worden toegelicht in toelichting 6.30 en 6.25. Eind december bedroegen de geldmiddelen en kasequivalenten 948,1 miljoen EUR, verder heeft bpost 2 niet-opgenomen doorlopende kredietfaciliteiten voor een totaal bedrag van 375,0 miljoen EUR en van de externe financiering (exclusief intresten) is 803,5 miljoen EUR langetermijnschuld. Op basis van het bovenstaande en de nettokasbeweging in 2020 (kasinstroom 304,9 miljoen EUR), gaat bpost ervan uit dat het over voldoende middelen beschikt om de activiteiten gedurende de volgende 12 maanden voort te zetten. Bovendien herbevestigde Standard & Poor Global Ratings de lange en korte termijn krediet rating van A/A-1, met een stabiel vooruitzicht.
Op de rapporteringsdatum ging bpost group na of er een aanwijzing was voor waardevermindering en voerde het een waardeverminderingstest uit van de goodwill zoals bepaald door IAS 36, wat leidde tot de opname van een bijzonder waardeverminderingsverlies van 41,4 miljoen EUR. Zie toelichting 6.21 immateriële vaste activa.
COVID-19 had een negatieve impact op het nettoresultaat van bpost bank. Naast de daling van de activiteiten hebben 2.018 klanten uitstel van betaling aangevraagd waarbij de betaling van de maandelijkse aflossingen op hun hypothecaire leningen werd opgeschort en waarvoor bpost bank een financieel verlies boekte (impact na belastingen aan 50%) van 0,3 miljoen EUR, wat overeenkomt met het verschil van de netto contante waarde ("NCW") van de contracten voor en na het uitstel van betaling. Daarnaast heeft bpost bank twee bijkomende voorzieningen aangelegd in verband met een debiteurenrisico ingevolge COVID-19; 0,4 miljoen EUR (impact na belastingen aan 50%) als gevolg van een verslechtering van de macro-economische omstandigheden (hogere werkloosheid en lagere huizenprijzen) en 0,4 miljoen EUR (impact na belastingen aan 50%) gerelateerd aan een grotere waarschijnlijkheid van een verlies op leningen waarvoor momenteel een uitstel van betaling geldt.
bpost boekt een voorziening voor verwachte kredietverliezen op al zijn handelsvorderingen op basis van het "lifetime expected credit losses" (ECL) model. Om de ECL-percentages te berekenen, gebruikt bpost een voorzieningsmatrix die gebaseerd is op aangepaste historische wanbetalingspercentages per leeftijdscategorie. Aangezien het moeilijk is om de impact van COVID-19 op de ECL-percentages in te schatten, heeft bpost gebruik gemaakt van een post-model overlay op basis van de kredietrating van klanten die door een extern ratingbureau wordt verstrekt. Dit leidde tot een bijkomende voorziening voor dubieuze debiteuren van 4,5 miljoen EUR in 2020.
Voor een aantal leases die wegens COVID-19 werden gesloten (bv. Ubiway Retail-winkels op de luchthaven) hoefde bpost geen huur te betalen of bekwam het een korting. bpost paste de praktische oplossing toe voor deze huurconcessies, aangezien de wijziging in de leasebetalingen niet resulteerde in substantieel herziene consideraties of wijzigingen in de voorwaarden, en de verminderingen alleen betrekking hadden op betalingen die in 2020 verschuldigd waren. Bijgevolg werden de kosten in 2020 verminderd met een bedrag van 1,4 miljoen EUR.
Op 1 april 2020 werd Active Ants International BV opgericht om de fulfilmentactiviteiten in Europa verder uit te breiden. bpost bezit 75% van de aandelen, waarvoor bpost een bedrag van 7,5 miljoen EUR heeft betaald. Daarnaast voorziet de overeenkomst in een call en put structuur voor de resterende aandelen (25%). De variabele uitoefenprijs van de put werd erkend als een financiële verplichting voor een verdisconteerd bedrag van 17,5 miljoen EUR (hetgeen overeenstemt met het maximumbedrag). Wijzigingen in de financiële verplichting zullen in de winst- en verliesrekening worden opgenomen. Eind 2020 leidde de afwikkeling van de verdiscontering tot financiële kosten ten belope van 0,2 miljoen EUR, zodat de uitstaande verdisconteerde verplichting 17,7 miljoen EUR bedroeg. Gezien de verkoopoptie werd de onderneming geconsolideerd binnen het bedrijfssegment Parcels & Logistics Europa & Azië volgens de volledige integratiemethode.
Op 3 april 2020 verwierf bpost 100% van de aandelen van het bedrijf Freight 4U Logistics BV. Freight 4U Logistics is een grondafhandelaar in de buurt van de luchthavens van Brussel en Luik met diensten zoals het opsplitsen, sorteren en verwerken van vracht, douaneactiviteiten (import en export) en verzending van vracht. De inkomsten in 2019 bedroegen 2,8 miljoen EUR. bpost betaalde een bedrag van 0,2 miljoen EUR voor de overname van de aandelen van Freight 4U. Daarnaast voorziet de overeenkomst een voorwaardelijke vergoeding gebaseerd op de gemiddelde EBITDA over de boekjaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024, die kan oplopen tot maximaal 0,8 miljoen EUR en waarvoor er geen verplichting werd voorzien. Transactiekosten werden opgenomen in de bedrijfskosten in 2020. Het bedrijf werd geconsolideerd binnen het operationele segment Parcels & Logistics Europa & Azië volgens de volledige-integratiemethode vanaf april 2020.
De berekende goodwill wordt als volgt voorgesteld:
| REËLE WAARDE VAN DE ACTIVA EN SCHULDEN OVERGENOMEN VAN DE AANGEKOCHTE ENTITEITEN | IN MILJOEN EUR |
|---|---|
| Vaste activa | 0,1 |
| Materiële vaste activa | 0,1 |
| Vlottende activa | 0,5 |
| Handels- en overige vorderingen | 0,5 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 0,0 |
| Langlopende verplichtingen | 0,0 |
| Kortlopende verplichtingen | (0,5) |
| Rentedragende verplichtingen en leningen | (0,2) |
| Handels- en overige schulden | (0,3) |
| REELE WAARDE VAN DE NETTO AANGEKOCHTE ACTIVA | 0,0 |
| Goodwill ontstaan bij verwerving | 0,2 |
| OVERGEDRAGEN AANKOOPVERGOEDING | 0,2 |
| waarvan: | |
| - Betaald bedrag | 0,2 |
| - Voorwaardelijke vergoedingsregeling | 0,0 |
| ANALYSE VAN DE KASSTROOM MET BETREKKING TOT DE VERWERVING | IN MILJOEN EUR | ||
|---|---|---|---|
| Netto geldmiddelen verworven met de dochterondernemingen | 0,0 | ||
| Betaald bedrag | (0,2) | ||
| NETTO KASUITSTROOM | (0,2) |
De reële waarde van de langlopende en kortlopende handelsvorderingen bedroeg 0,5 miljoen EUR en naar verwachting zullen de volledige contractuele bedragen kunnen worden geïnd.
In 2020 droeg Freight 4U voor 0,5 miljoen EUR bij aan de inkomsten en voor -2,2 miljoen EUR aan de winst vóór belastingen uit voortgezette verrichtingen van de groep. Zonder rekening te houden met de intercompany eliminaties, bedroegen de inkomsten en nettoresultaat van de periode respectievelijk 2,6 miljoen EUR en -0,2 miljoen EUR.
De resulterende goodwill van 0,2 miljoen EUR vloeit voort uit toekomstige groei en verwachte synergieën binnen de grensoverschrijdende activiteiten. Geen enkel deel van de goodwill wordt verwacht aftrekbaar te zijn van de winstbelasting.
In juni 2020 betaalde bpost 3,0 miljoen EUR voor 11,4% van de aandelen van Anthill in uitvoering van de calloptie die in de overeenkomst van 2018 was voorzien. De reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding werd erkend als een schuld. De betaling had geen impact op de oorspronkelijk berekende goodwill noch op het resultaat van het jaar.
Daarnaast werd in juni 2020 de overeenkomst van maart 2018 aangepast en werd de variabele uitoefenprijs van de put voor de resterende aandelen van Anthill BV (25%) geherwaardeerd, de totale verdisconteerde uitstaande schuld bedraagt 13,3 miljoen EUR (het maximumbedrag). De stijging van de voorwaardelijke vergoeding (3,9 miljoen EUR) werd opgenomen in de financiële kosten tijdens het tweede kwartaal. Eind 2020 leidde de afwikkeling van de discontering tot financiële kosten ten belope van 0,2 miljoen EUR, zodat de uitstaande gedisconteerde verplichting eind 2020 13,5 miljoen EUR bedroeg.
In september 2019 verwierf Active Ants 100% van de aandelen van AtoZ Global BV en Multi-Channel Services Fulfilment BV. De groep is actief in de nationale en internationale distributie van pakjes en fulfilment van diensten via meerdere kanalen, bestaande uit productopslag, picking & packing, organisatie van transportactiviteiten, terugzendingen en verzendingen. Active Ants kocht de aandelen voor 3,6 miljoen EUR. Daarnaast voorziet de overeenkomst een voorwaardelijke vergoeding op basis van de inkomsten van 2019 en 2020 en een voorwaardelijke vergoeding op basis van de EBITDA-marge van 2021. De reële waarde van de voorwaardelijke vergoedingen werd opgenomen voor een bedrag van 1,4 miljoen EUR (maximum bedrag van 1,9 miljoen EUR) met betrekking tot de omzetdoelstelling en 0,4 miljoen EUR (overeenkomstig het maximum bedrag) met betrekking tot de EBITDA-marge doelstelling. Transactiekosten werden opgenomen in de bedrijfskosten van 2019. Het bedrijf werd geconsolideerd binnen het operationele segment Parcels & Logistics Europa & Azië volgens de volledige-integratiemethode vanaf oktober 2019.
De voorlopig berekende goodwill wordt als volgt voorgesteld:
| REËLE WAARDE VAN DE ACTIVA EN SCHULDEN OVERGENOMEN VAN DE AAGEKOCHTE ENTITEITEN | IN MILJOEN EUR |
|---|---|
| Vaste activa | 0,9 |
| Materiële vaste activa | 0,3 |
| Immateriële vaste activa | 0,7 |
| Vlottende activa | 1,5 |
| Handels- en overige vorderingen | 1,0 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 0,5 |
| Langlopende verplichtingen | (0,1) |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | (0,1) |
| Kortlopende verplichtingen | (0,9) |
| Handels- en overige schulden | (0,9) |
| REELE WAARDE VAN DE NETTO AANGEKOCHTE ACTIVA | 1,4 |
| Goodwill ontstaan bij verwerving | 4,0 |
| OVERGEDRAGEN AANKOOPVERGOEDING | 5,4 |
| waarvan: | |
| - Betaald bedrag | 3,6 |
| - Voorwaardelijke vergoedingsregeling | 1,8 |
| ANALYSE VAN DE KASSTROOM MET BETREKKING TOT DE VERWERVING | IN MILJOEN EUR |
|---|---|
| Netto geldmiddelen verworven met de dochterondernemingen | 0,5 |
| Betaald bedrag | (3,6) |
| NETTO KASUITSTROOM | (3,1) |
De reële waarde van de langlopende en kortlopende handelsvorderingen bedroeg 1,0 miljoen EUR en naar verwach-
ting zullen de volledige contractuele bedragen kunnen worden geïnd.
De aanpassing van de reële waarde naar aanleiding van de toewijzing van de aankoopprijs bestond uit de erkenning van klantenrelaties (gebruiksduur 5 jaar) voor een bedrag van 0,7 miljoen EUR.
In 2020 droegen AtoZ en MCS voor 11,9 miljoen EUR bij aan de inkomsten en voor 0,9 miljoen EUR aan de winst vóór belastingen uit voortgezette verrichtingen van de groep. In 2019 droegen AtoZ en MCS voor 2,7 miljoen EUR bij aan de inkomsten en voor 0,3 miljoen EUR aan de winst vóór belastingen uit voortgezette verrichtingen van de groep.
De resulterende goodwill van 4,0 miljoen EUR komt voort uit de toekomstige groei en verwachte synergieën binnen de fulfilmentactiviteiten. Geen enkel deel van de goodwill wordt verwacht aftrekbaar te zijn van de winstbelasting.
bpost werkt met drie business units en support units die diensten verlenen aan deze business units:
De business unit Mail & Retail ("M&R") staat in voor de operationele activiteiten m.b.t. de ophaling, het transport, de sortering en de uitreiking van geadresseerde en niet-geadresseerde post, afgedrukte documenten, in België en verleent deze operationele activiteiten voor pakjes aan andere business units van bpost en staat in voor de operationele activiteiten met betrekking tot:
De business unit voert eveneens namens de Belgische Staat Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) uit.
De business unit Parcels & Logistics Europa & Azië ("PaLo Eurasia") staat in voor:
De business unit exploiteert verschillende operationele centra in Europa, met inbegrip van een sorteercentrum (NBX) en verschillende pakjeshubs.
De business unit Parcels & Logistics Noord-Amerika ("PaLo N. Am.") staat in voor de commerciële en operationele activiteiten met betrekking tot:
Corporate- en Support-units ("Corporate") bestaan uit de drie ondersteunende units en de corporate unit. De ondersteunende units bieden zakelijke oplossingen aan de 3 business units en aan Corporate en omvatten Finance & Accounting, Human Resources & Service Operations, ICT & Digital. De Corporate-unit omvat Strategy, M&A, Legal, Regulatory en Corporate Secretary. De door de ondersteunende units gegenereerde EBIT wordt gealloceerd aan de 3 business units als OPEX, terwijl de afschrijvingen bij Corporate blijven. De door de ondersteunende units gegenereerde inkomsten, inclusief verkoop van gebouwen, worden gepresenteerd bij Corporate.
Aangezien bpost zijn CEO identificeert als de "chief operating decision maker" (CODM), zijn de operationele segmenten gebaseerd op de informatie die aan de CEO wordt verstrekt. bpost berekent zijn winst uit bedrijfsactiviteiten (EBIT) op segmentniveau en wordt gewaardeerd in overeenstemming met de boekhoudkundige richtlijnen m.b.t. de financiële staten (IFRS). Activa en passiva worden niet per segment aan de CODM gerapporteerd.
Er werden geen operationele segmenten samengevoegd om de hierboven vermelde te rapporteren segmenten te vormen.
Voor diensten en producten die worden aangeboden tussen wettelijke entiteiten geldt het "arm's length"-beginsel, terwijl de diensten en producten die worden aangeboden tussen business units van dezelfde wettelijke entiteit over het algemeen gebaseerd zijn op incrementele kosten. Diensten die worden verleend door service units aan business units van dezelfde wettelijke entiteit zijn gebaseerd op volledige kosten.
Aangezien corporate treasury, bpost bank en belastingen voor de groep centraal worden beheerd, worden het financieel nettoresultaat, de belastinguitgaven en het aandeel in het resultaat van geassocieerde deelnemingen en joint ventures enkel bekendgemaakt op het niveau van de groep.
De onderstaande tabel toont de resultaten per segment:
| M&R | PALO EURASIA PALO N. AM. |
CORPORATE | ELIMINATIES | GROEP | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 |
| Ext. bedrijfsopbrengsten | 1.736,1 1.897,1 1.073,9 | 813,2 1.329,2 1.097,5 | 15,4 | 30,1 | 4.154,6 3.837,8 | |||||||
| Interseg. bedrijfsopbrengsten | 221,8 | 174,7 | 14,0 | 17,8 | 6,8 | 6,8 | 375,2 | 372,0 | (617,9) | (571,2) | 0,0 | 0,0 |
| TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 1.958,0 2.071,7 1.087,9 | 830,9 1.336,0 1.104,2 | 390,6 | 402,1 (617,9) (571,2) 4.154,6 3.837,8 | ||||||||
| Bedrijfskosten | 1.709,4 1.734,2 | 966,8 | 747,7 1.233,7 1.048,7 | 343,4 | 340,7 | (617,9) | (571,2) 3.635,5 3.300,2 | |||||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen |
128,9 | 83,7 | 22,6 | 21,7 | 95,0 | 71,6 | 72,0 | 70,8 | 318,5 | 247,7 | ||
| BEDRIJFSRESULTAAT (EBIT) | 119,6 | 253,8 | 98,5 | 61,5 | 7,4 | (16,1) | (24,9) | (9,3) | 0,0 | 0,0 | 200,7 | 289,9 |
| Aandeel in het resultaat geass. deelnem. en joint ventures |
18,3 | 15,8 | ||||||||||
| Herwaardering van activa aangehouden voor verkoop aan de reële waarde na aftrek van verkoopkosten |
(141,6) | 0,0 | ||||||||||
| Financieel resultaat | (47,8) | (61,5) | ||||||||||
| Belastingen | (48,8) | (89,6) | ||||||||||
| NETTO RESULTAAT PERIODE (EAT) |
119,6 | 253,8 | 98,5 | 61,5 | 7,4 | (16,1) | (24,9) | (9,3) | 0,0 | 0,0 | (19,2) | 154,7 |
De tabellen hieronder geven een overzicht van de algemene informatie en hebben ook betrekking op de IFRS 15 vereisten inzake informatieverschaffing.
De totale bedrijfsopbrengsten (exclusief bedrijfsopbrengsten tussen segmenten), inkomsten en andere bedrijfsopbrengsten, worden op dezelfde basis gewaardeerd als de boekhoudkundige richtlijnen m.b.t. de financiële staten (IFRS) en de prestaties van de business units. Overige bedrijfsopbrengsten worden toegewezen aan verschillende posten, maar voornamelijk aan Corporate & Support-functies aangezien deze post enkel overige bedrijfsopbrengsten omvat.
| EXTERNE BEDRIJFSOPBRENGSTEN | OMZET | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | EVOLUTIE % | 2020 | 2019 | ||
| Mail & Retail | 1.736,1 | 1.897,1 | -8,5% | 1.724,3 | 1.880,4 | ||
| Transactional mail | 725,2 | 748,0 | -3,1% | 724,7 | 747,7 | ||
| Advertising mail | 182,6 | 236,0 | -22,6% | 182,6 | 235,9 | ||
| Press | 339,1 | 346,6 | -2,2% | 332,6 | 337,4 | ||
| Proximity en convenience retail network | 386,5 | 462,6 | -16,4% | 381,7 | 456,4 | ||
| Value added services | 102,7 | 103,9 | -1,1% | 102,7 | 102,9 | ||
| Parcels & Logistics Europa & Azië | 1.073,9 | 813,2 | 32,1% | 1.073,4 | 809,7 | ||
| Parcels BeNe | 547,9 | 380,6 | 43,9% | 547,8 | 378,8 | ||
| E-commerce logistics | 172,5 | 133,1 | 29,7% | 171,8 | 131,4 | ||
| Cross-border | 353,5 | 299,5 | 18,0% | 353,8 | 299,5 | ||
| Parcels & Logistics Noord-Amerika | 1.329,2 | 1.097,5 | 21,1% | 1.317,4 | 1.089,3 | ||
| E-commerce logistics | 1.246,4 | 1.008,1 | 23,6% | 1.234,7 | 1.000,2 | ||
| International mail | 82,8 | 89,4 | -7,4% | 82,7 | 89,1 | ||
| Corporate & Supporting functions | 15,4 | 30,1 | -48,9% | 0,0 | 0,0 | ||
| TOTAAL | 4.154,6 | 3.837,8 | 8,3% | 4.115,1 | 3.779,4 |
De geografische opsplitsing van de totale bedrijfsopbrengsten (exclusief bedrijfsopbrengsten tussen segmenten) en de vaste activa worden toegewezen aan België, rest van Europa, Verenigde Staten van Amerika en de rest van de wereld. De toewijzing per geografische locatie is gebaseerd op de locatie van de entiteit die de opbrengsten genereert of die houder is van het nettoactief. Overige bedrijfsopbrengsten wordt toegekend aan verschillende posten.
| EVOLUTIE | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| België | 2.465,0 | 2.464,3 | 0,0% |
| Rest van Europa | 315,3 | 262,2 | 20,3% |
| VS | 1.277,3 | 1.054,8 | 21,1% |
| Rest van de wereld | 97,0 | 56,4 | 71,8% |
| TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 4.154,6 | 3.837,8 | 8,3% |
| EVOLUTIE | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| België | 885,8 | 977,2 | -9,4% |
| Rest van Europa | 194,7 | 180,1 | 8,1% |
| VS | 805,7 | 874,8 | -7,9% |
| Rest van de wereld | 43,4 | 46,2 | -6,1% |
| TOTAAL VASTE ACTIVA | 1.929,6 | 2.078,4 | -7,2% |
De totale vaste activa bestaan uit materiële vaste activa, immateriële vaste activa, vastgoedbeleggingen en overige vorderingen (> 1 jaar).
Als we geen rekening houden met de vergoeding ontvangen van de Belgische federale overheid om de diensten zoals beschreven in het beheerscontract en de persconcessies te verlenen, opgenomen in het segment Mail & Retail, dan overschreed geen enkele externe klant 10% van de bedrijfsopbrengsten van bpost.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Omzet exclusief de DAEB vergoeding | 3.847,9 | 3.508,3 |
| DAEB vergoeding | 267,2 | 271,0 |
| TOTAAL | 4.115,1 | 3.779,4 |
In vergelijking met vorig jaar stegen de inkomsten met 335,7 miljoen EUR, tot 4.115,1 miljoen EUR. De inkomstenstijging bij Parcels & Logistics Europa & Azië en Parcels & Logistics Noord-Amerika werd gedeeltelijk tenietgedaan door de inkomstendaling bij Mail & Retail, voornamelijk ingevolge de daling van het postvolume en lagere inkomsten uit het Proximity en convenience-retailnetwerk (met inbegrip van de deconsolidatie van Alvadis).
De DAEB-vergoedingen worden erkend onder Press and Proximity en het convenience retail-netwerk in het segment Mail & Retail.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Meerwaarde op de realisatie van materiële vaste activa | 12,2 | 25,8 |
| Meerwaarde op verkoop van Alvadis | 0,0 | 0,6 |
| Huuropbrengsten vastgoedbeleggingen | 1,2 | 1,0 |
| Recuperatie kosten bij derden | 4,2 | 9,7 |
| Winst naar aanleiding van de voorwaardelijke vergoeding | 0,0 | 3,2 |
| Overige Retail opbrengsten | 3,8 | 5,8 |
| Overige | 18,0 | 12,3 |
| TOTAAL | 39,5 | 58,4 |
De winst op de realisatie van materiële vaste activa daalde met 13,6 miljoen EUR als gevolg van lagere inkomsten uit de verkoop van gebouwen in 2020 in vergelijking met 2019 (in het tweede kwartaal van 2019 werd 19,9 miljoen EUR winst gerealiseerd op de verkoop van de hoofdzetel).
De recuperatie van kosten bj derden hadden voornamelijk betrekking op terugbetalingen door derde partijen van niet-kernactiviteiten (bv. transportkosten) en de verkoop die werd gerealiseerd in de bedrijfsrestaurants.
In 2019 werd een bedrag van 1,7 miljoen EUR en 1,5 miljoen EUR erkend respectievelijk voor het verschil tussen de betaling van en de uitstaande voorwaardelijke vergoeding voor DynaGroup en de terugname van de voorwaardelijke vergoeding van Leen Menken.
Overige Retail opbrengsten bestonden voornamelijk uit niet-specifieke productinkomsten van het retailkanaal die geen deel uitmaken van de gewone activiteit van bpost.
| Op 31 december | ||
|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
| Andere voorzieningen | (1,2) | (0,2) |
| Onroerende voorheffingen, lokale en overige belastingen | 8,6 | 12,5 |
| Waardevermindering op handelsvorderingen | 17,5 | 5,2 |
| Boetes | 0,1 | 0,1 |
| Overige | 9,4 | 6,6 |
| TOTAAL | 34,4 | 24,2 |
Overige bedrijfskosten stegen met 10,2 miljoen EUR in vergelijking met vorig jaar. Deze toename werd voornamelijk verklaard door een stijging met 12,3 miljoen EUR van de waardeverminderingen op handelsvorderingen (toe te schrijven aan het faillissement van sommige klanten, alsook aan een aantal bijkomende voorzieningen om de impact van COVID-19 op te vangen) en een stijging van de chargebacks op betalingsdiensten, in lijn met de gestegen betalingsvolumes. Deze stijging werd gedeeltelijk gecompenseerd door een daling van lokale belastingen, vastgoedbelastingen en andere belastingen (3,9 miljoen EUR), voornamelijk ingevolge de hogere terugvordering van BTW.
In vergelijking met vorig jaar daalden de materiaalkosten met 44,4 miljoen EUR of 18,1%. Deze daling werd voornamelijk verklaard door lagere Ubiway Retail materiaalkosten in lijn met de lagere inkomsten als gevolg van de COVID-19 gerelateerde gedeeltelijke sluiting van het netwerk en de verminderde bezoekersaantallen, verder droeg de deconsolidatie van Alvadis vanaf september 2019 bij aan deze daling.
De diensten en diverse goederen stegen met 288,0 miljoen EUR tot 1.813,1 miljoen EUR. De stijging van de kosten dient tezamen met de toegenomen inkomsten te worden bekeken en vloeit voort uit de grotere pakjesvolumes en COVID-19.
| EVOLUTIE | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | 2020 - 2019 |
| Huur en huurkosten | 80,3 | 56,9 | 41,1% |
| Onderhoud en herstellingen | 114,8 | 116,8 | -1,7% |
| Levering van energie | 42,7 | 45,8 | -6,9% |
| Andere goederen | 48,6 | 39,1 | 24,3% |
| Post- en telecommunicatiekosten | 21,5 | 21,2 | 1,6% |
| Verzekeringskosten | 26,7 | 24,9 | 7,2% |
| Transportkosten | 867,6 | 695,6 | 24,7% |
| Reclame- en advertentiekosten | 19,0 | 28,3 | -32,8% |
| Consultancy | 19,9 | 45,1 | -55,7% |
| Uitzendarbeid | 277,3 | 198,2 | 39,9% |
| Vergoedingen aan derden, honoraria | 165,7 | 146,9 | 12,8% |
| Overige goederen en diensten | 128,9 | 106,2 | 21,4% |
| TOTAAL | 1.813,1 | 1.525,0 | 18,9% |
Gedeeltelijk gecompenseerd door kostenbeheersingsacties die werden ingevoerd voor:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Loonkosten | 1.335,9 | 1.263,1 |
| Sociale zekerheidsbijdragen | 227,1 | 219,4 |
| Toegezegdpensioenregelingen en toegezegdebijdragenregeling (toelichting 6.27) | 7,8 | 7,6 |
| Overige personeelskosten (toelichting 6.27) | 15,8 | 15,0 |
| TOTAAL | 1.586,5 | 1.505,1 |
Per 31 december 2020 telde bpost 36.291 personeelsleden (2019: 34.296) en deze waren als volgt samengesteld:
• Statutair personeel: 8.048 (2019: 8.783)
• Contractueel personeel: 28.243 (2019: 25.513)
Het gemiddeld aantal VTE voor 2020 bedroeg 32.030 (2019: 31.054).
Het gemiddeld aantal VTE en uitzendkrachten voor 2020 bedroeg 38.639 (2019: 35.377).
In 2020 bedroegen de personeelskosten (1.586,5 miljoen EUR) en de kosten voor uitzendarbeid (277,3 miljoen EUR) 1.863,8 miljoen EUR (1.703,2 miljoen EUR in 2019). De personeelskosten en de kosten voor uitzendarbeid stegen in vergelijking met vorig jaar met 160,6 miljoen EUR (81,5 miljoen EUR voor personeelskosten en 79,1 miljoen EUR voor kosten voor uitzendarbeid).
De stijging van de personeelskosten en de kosten voor uitzendarbeid als gevolg van de toename van het aantal VTE, genereerde voor 136,4 miljoen EUR aan extra kosten. COVID-19-gerelateerde premies, de loonindexering en de loonsverhogingen wegens verdiensten werden gedeeltelijk gecompenseerd door de evolutie van de wisselkoers en leiden tot een negatieve prijs impact van 32,9 miljoen EUR. De voorgenoemde effecten werden gedeeltelijk gecompenseerd door een positief mixeffect van 8,8 miljoen EUR, voornamelijk als gevolg van de aanwerving van hulppostmannen.
De volgende bedragen zijn opgenomen in de resultatenrekening:
| Op 31 december | ||
|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
| Financiële opbrengsten | 7,4 | 8,3 |
| Financiële kosten | (55,2) | (69,7) |
| TOTAAL | (47,8) | (61,5) |
Het netto financieel resultaat van 2020 bedroeg -47,8 miljoen EUR en steeg met 13,7 miljoen EUR in vergelijking met 2019. Deze stijging was voornamelijk het gevolg van de daling van niet-cash financiële kosten met betrekking tot personeelsbeloningen IAS 19 als gevolg van een minder snelle daling van de discontovoeten.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Ontvangen intresten op rekeningen/handelspapieren | 0,8 | 1,1 |
| Wisselresultaat (positief) | 4,9 | 6,3 |
| Overige | 1,7 | 0,9 |
| FINANCIELE OPBRENGSTEN | 7,4 | 8,3 |
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Financiële kosten mbt. langlopende verplichtingen (IAS 19) | 8,8 | 25,1 |
| Intresten op leasing (IFRS 16) | 10,3 | 9,7 |
| Intresten van bankleningen | 3,2 | 5,4 |
| Intresten en kosten van lange termijn obligatie | 9,3 | 9,3 |
| Afwikkeling van pre-hedge intrest swap | 2,5 | 2,5 |
| Wisselresultaat (negatief) | 13,7 | 6,4 |
| Waardevermindering op financiële/vlottende activa | 0,0 | 0,0 |
| Afwikkeling disconto en het effect van de verandering in verdisconteringsvoet op de voorwaardelijke vergoeding |
4,2 | 7,3 |
| Overige | 3,1 | 4,0 |
| TOTAAL | 55,2 | 69,7 |
Het negatief wisselkoersresultaat was voornamelijk het gevolg van de evolutie van de wisselkoers van de euro ten opzichte van de USD.
In 2020 werd de variabele uitoefenprijs van de put voor de resterende aandelen van Anthill BV geherwaardeerd, de stijging van de voorwaardelijke vergoeding (3,9 miljoen EUR) werd erkend onder de financiële kosten. In 2019 werd, op basis van het geüpdatete langetermijnplan van Anthill BV, de reële waarde van de put voor de resterende aandelen aangepast, wat leidde tot een stijging van de voorwaardelijke vergoeding (7,3 miljoen EUR).
De in de resultatenrekening opgenomen belastingkost voor 2020 bedroeg 48,8 miljoen EUR en is als volgt verdeeld:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| VERSCHULDIGDE BELASTING OMVAT: | ||
| Verschuldigde belasting van het huidig boekjaar | 70,5 | 89,7 |
| Aanpassing van de verschuldigde belasting van vorige jaren, | ||
| opgenomen in huidig boekjaar | (1,9) | (1,6) |
| Uitgestelde belastingkost mbt. nieuwe/terugname van tijdelijke verschillen | (19,8) | 1,6 |
| TOTAAL BELASTINGEN | 48,8 | 89,6 |
Een aansluiting tussen de theoretische belastingkosten en de werkelijke belastingkosten in de resultatenrekening kan als volgt worden samengevat:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Winst voor belastingen (A) | 29,6 | 244,3 |
| Statutaire belastingvoet (B) | 25,0% | 29,6% |
| BELASTINGBEDRAG GEBASEERD OP DE STATUTAIRE BELASTINGVOET (C) = (A) X (B) | 7,4 | 72,3 |
| Reconciliatie tussen de statutaire en de reële belastingvoet | ||
| Impact verworpen uitgaven | 6,8 | 6,7 |
| Impact van belasting mbt. voorgaande jaren | (2,6) | (1,6) |
| Impact waardevermindering van goodwill | 10,3 | 0,0 |
| Impact waardevermindering van investeringen in geassocieerde deelnemingen | 35,4 | 0,0 |
| Impact aanwending van overgedragen verliezen bij de dochterondernemingen | (1,0) | (1,2) |
| Verlieslatende dochterondernemingen | 2,9 | 19,0 |
| Geassocieerde deelnemingen (vermogensmutatie) | (4,6) | (4,7) |
| Intercompany aanpassingen | ||
| Overige: | ||
| Fiscale gevolgen van de vereffening van dochterondernemingen | (3,3) | 0,0 |
| Fiscale gevolgen van de wijzigingen in de toekomstige belastingtarieven | 1,0 | (0,3) |
| Overige verschillen | 3,5 | (0,6) |
| TOTAAL | 48,8 | 89,6 |
| Belastingbedrag gebaseerd op de reële belastingvoet (huidige periode) | (48,8) | (89,6) |
| Winst voor belastingen | 29,6 | 244,3 |
| Reële belastingvoet | 164,9% | 36,7% |
In 2020 verbeterde het belastingeffect van de dochterbedrijven in een verliessituatie (waarvoor er geen uitgestelde belastingvordering of geen volledig uitgestelde belastingvordering werd erkend) in vergelijking met 2019, in lijn met de betere prestaties van deze dochterbedrijven.
Fiscaal niet-aftrekbare goodwill-waardeverminderingen (The Mail Group en Ubiway Retail) en de herwaardering van activa aangehouden voor verkoop tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten met betrekking tot bpost bank verklaren de uitzonderlijke werkelijke belastingvoet van 164,9% in 2020.
De netto positie van de uitgestelde belastingen worden berekend op basis van de belastingpositie van elke onderneming en worden in de balans opgenomen voor het nettobedrag per wettelijke entiteit.
Op 31 december 2020 erkende bpost een netto uitgestelde belastingvordering van 45,6 miljoen EUR. Deze netto uitgestelde belastingvordering is als volgt samengesteld:
| IMPACT OP RESULTAAT VAN HET JAAR | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2019 | NETTO RESULTAAT VAN HET JAAR |
NIET GEREALISEERDE RESULTAAT |
IMPACT VAN BEDRIJFSCOMBINATIES |
OVERIGE | 2020 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | |||||||
| Personeelsbeloningen | 24,6 | 0,3 | (0,4) | 24,5 | |||
| Voorzieningen | 2,7 | (0,8) | 1,9 | ||||
| Overgedragen verliezen | 46,4 | 4,9 | 51,4 | ||||
| Overige | 33,9 | 6,9 | (0,6) | 40,2 | |||
| TOTAAL UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN |
107,7 | 11,3 | (1,0) | 0,0 | 0,0 | 117,9 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | |||||||
| Materiële vaste activa | 44,9 | (0,4) | 44,6 | ||||
| Immateriële vaste activa | 35,4 | (7,7) | 27,8 | ||||
| Overige | 0,0 | 0,0 | 0,0 | ||||
| TOTAAL UITGESTELDE BELASTINGVERPLICHTINGEN |
80,4 | (8,1) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 72,3 | |
| NETTO UITGESTELDE BELASTINGVORDERING |
27,3 | 19,4 | (1,0) | 0,0 | 0,0 | 45,6 |
De uitgestelde belastingvorderingen naar aanleiding van over te dragen fiscale verliezen zijn gestegen, voornamelijk ingevolge de erkenning van een bijkomende uitgestelde belastingvordering voor Radial VS (6,7 miljoen EUR). Deze over te dragen fiscale verliezen in de VS waarvoor een uitgestelde belastingvordering werd erkend, hebben een vervaldatum tussen 2022 en 2037 en de vanaf 2018 opgelopen fiscale verliezen kunnen voor onbepaalde tijd worden overgedragen.
In 2020 werden de uitgestelde belastingvorderingen erkend in de categorie "Overige", voornamelijk ingevolge de gunstige evolutie van de VS wisselkoers dewelke een impact heeft op de netto-investeringsdekking en de belaste reserves.
Per 31 december 2020 erkende bpost een netto uitgestelde belastingverplichting van 6,8 miljoen EUR. De daling van de netto uitgestelde belastingverplichting was voornamelijk toe te schrijven aan de afschrijvingen en waardeverminderingen van immateriële vaste activa erkend naar aanleiding van de toewijzing van de aankoopprijs (andere dan Radial). De netto uitgestelde belastingverplichting per soort van tijdelijk verschil en de veranderingen zijn op te splitsen als volgt:
| IMPACT OP RESULTAAT VAN HET JAAR | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2019 | NETTO RESULTAAT VAN HET JAAR |
NIET GEREALISEERDE RESULTAAT |
IMPACT VAN BEDRIJFSCOMBINATIES |
OVERIGE | 2020 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | ||||||
| Personeelsbeloningen | 0,7 | 0,0 | 0,7 | |||
| Voorzieningen | 1,0 | (1,0) | 0,1 | |||
| Overgedragen verliezen | 3,8 | (3,8) | 0,0 | |||
| TOTAAL UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN |
5,5 | (4,7) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,7 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | ||||||
| Materiële vaste activa | 1,9 | (0,4) | 1,5 | |||
| Immateriële vaste activa | 10,4 | (3,8) | 0,1 | 6,8 | ||
| Overige | 0,2 | (0,9) | (0,8) | |||
| TOTAAL UITGESTELDE BELASTINGVERPLICHTINGEN |
12,5 | (5,1) | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 7,5 |
| NETTO UITGESTELDE BELASTINGVERPLICHTINGEN |
(7,0) | 0,4 | 0,0 | (0,1) | 0,0 | (6,8) |
De daling van de uitgestelde belastingvorderingen op overgedragen fiscale verliezen heeft betrekking op de terugname van uitgestelde belastingen die werden erkend voor AMP. De daling van de uitgestelde belastingen op immateriële vaste activa heeft voornamelijk betrekking op de waardevermindering van immateriële vaste activa van AMP.
Uitgestelde belastingvorderingen naar aanleiding van overgedragen fiscale verliezen worden enkel erkent in de mate dat deze verliezen in de toekomst zullen worden gecompenseerd door een belastbare winst. bpost hanteert hiervoor een terugverdienperiode van 5 jaar. Naar aanleiding van deze beoordeling is er geen uitgestelde belastingvordering opgenomen voor 104,8 miljoen EUR aan overgedragen fiscale verliezen. De meeste van deze niet-opgenomen fiscale verliezen hebben betrekking op entiteiten die gevestigd zijn in België (54,8 miljoen EUR), Duitsland (21,9 miljoen EUR) en Luxemburg (20,7 miljoen EUR). In België en Duitsland kunnen deze fiscale verliezen onbeperkt overgedragen worden. In Luxemburg kunnen verliezen opgelopen voor 1 januari 2017 overgedragen worden zonder beperking in tijd terwijl het gebruik nadien beperkt is tot 17 jaar.
Overeenkomstig IAS 33 wordt de gewone winst per aandeel berekend door het nettoresultaat van de periode, toerekenbaar aan de houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij te delen door het gemiddeld aantal uitstaande aandelen tijdens het jaar.
De verwaterde winst per aandeel dient berekend te worden door het nettoresultaat van de periode, toerekenbaar aan de houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij (na aanpassing van de effecten van alle potentiële verwaterde gewone aandelen) te delen door het gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen tijdens het jaar, vermeerderd met het gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen dat zou worden uitgegeven bij een omzetting van alle aandelenopties in gewone aandelen.
In het geval van bpost is er geen verwaterend effect die het nettoresultaat van de periode, toerekenbaar aan houders van gewone aandelen en het gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen impacteren.
Onderstaande tabel geeft het resultaat weer en het aantal aandelen die gebruikt worden in de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel.
| Op 31 december |
|---|
| ---------------- |
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat van de periode toe te rekenen aan de houders van gewone aande len van de moedermaatschappij |
(19,4) | 154,2 |
| Aanpassingen voor het verwateringseffect | ||
| Nettoresultaat van de periode toe te rekenen aan de houders van gewone aande len van de moedermaatschappij aangepast voor het verwateringseffect |
(19,4) | 154,2 |
| IN MILJOEN AANDELEN | ||
| Gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen voor de winst per aandeel | 200,0 | 200,0 |
| Verwateringseffect | ||
| Gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen aangepast voor het verwatering seffect |
200,0 | 200,0 |
| IN EUR | ||
| Gewone winst/(verlies) per aandeel, toe te rekenen aan de houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij |
(0,10) | 0,77 |
| Verwaterde winst/(verlies) per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij |
(0,10) | 0,77 |
| IN MILJOEN EUR | TERREINEN EN GEBOUWEN |
MACHINES EN UITRUSTING |
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL |
INRICHTINGEN EN INSTALLATIES |
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
MATERIËLE VASTE ACTIVA (EXCL. RVG) |
RECHT VAN GEBRUIK (RVG) |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | ||||||||
| Balans op 1 januari 2019 |
717,9 | 409,8 | 449,9 | 195,8 | 12,8 | 1.786,2 | 0,0 | 1.786,2 |
| Impact van IFRS 16 transitie |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 417,8 | 417,8 |
| Verwerving | 8,7 | 24,3 | 51,3 | 28,1 | 7,5 | 119,8 | 113,4 | 233,2 |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties |
0,0 | 0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,3 | 0,0 | 0,3 |
| Herwaardering | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 12,3 | 12,3 |
| Vervreemding | (2,3) | (4,3) | (30,0) | (43,2) | 0,0 | (79,8) | (18,7) | (98,4) |
| Vervreemding door middel van bedrijfscombinaties |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (0,3) | (0,3) |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging |
(73,2) | 0,0 | 0,0 | 15,2 | 0,0 | (58,0) | 0,0 | (58,0) |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,2 | 2,9 | 0,5 | 0,1 | 3,7 | 1,8 | 5,5 |
| Overige bewegingen | (32,1) | 0,1 | (2,7) | 20,4 | (3,0) | (17,4) | 18,7 | 1,3 |
| BALANS OP | ||||||||
| 31 DECEMBER 2019 | 619,1 | 430,4 | 471,4 | 216,8 | 17,3 | 1.755,0 | 545,0 | 2.300,0 |
| Balans op 1 januari 2020 |
619,1 | 430,4 | 471,4 | 216,8 | 17,3 | 1.755,0 | 545,0 | 2.300,0 |
| Verwerving | 4,3 | 27,6 | 31,3 | 20,5 | 24,8 | 108,5 | 112,9 | 221,4 |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,1 | 0,2 |
| Herwaardering | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 31,4 | 31,4 |
| Vervreemding | 0,0 | (5,9) | (4,4) | (3,9) | 0,0 | (14,3) | (24,1) | (38,3) |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging |
(25,7) | 0,0 | 0,0 | (1,3) | 0,0 | (27,0) | 0,0 | (27,0) |
| Wisselkoersverschillen | (0,3) | (0,6) | (15,0) | (2,1) | (1,3) | (19,4) | (14,8) | (34,2) |
| Overige bewegingen | 9,0 | 2,2 | (1,1) | (1,5) | (8,5) | 0,1 | 0,0 | 0,1 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 |
606,3 | 453,7 | 482,2 | 228,4 | 32,4 | 1.803,0 | 650,5 | 2.453,5 |
| IN MILJOEN EUR | TERREINEN EN GEBOUWEN |
MACHINES EN UITRUSTING |
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL |
INRICHTINGEN EN INSTALLATIES |
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
MATERIËLE VASTE ACTIVA (EXCL. RVG) |
RECHT VAN GEBRUIK |
(RVG) TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| HERWAARDERING | ||||||||
| Balans op 1 januari 2019 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 7,4 | 7,4 | 0,0 | 7,4 |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Overige bewegingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 7,4 | 7,4 | 0,0 | 7,4 |
| Balans op 1 januari 2020 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 7,4 | 7,4 | 0,0 | 7,4 |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Overige bewegingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 7,4 | 7,4 | 0,0 | 7,4 |
| TERREINEN EN | MACHINES EN | MEUBILAIR EN ROLLEND |
INRICHTINGEN EN |
OVERIGE MATERIËLE |
MATERIËLE VASTE ACTIVA |
RECHT VAN GEBRUIK |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | GEBOUWEN | UITRUSTING | MATERIEEL | INSTALLATIES | VASTE ACTIVA | (EXCL. RVG) | (RVG) | TOTAAL |
| AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | ||||||||
| Balans op 1 januari 2019 | (423,0) | (279,2) | (282,9) | (96,8) | (3,7) | (1.085,4) | 0,0 | (1.085,6) |
| Afschrijvingen door middel van bedrijfscombinaties |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Vervreemding | 2,3 | 4,1 | 27,0 | 43,2 | 0,0 | 76,6 | 6,6 | 83,2 |
| Vervreemding door verkoop van dochterondernemingen |
0,0 | 0,0 | 1,0 | 0,1 | 0,0 | 1,1 | 0,0 | 1,2 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen |
(11,0) | (24,1) | (41,7) | (21,8) | 0,0 | (98,5) | (105,9) | (204,4) |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging |
46,6 | 0,0 | 0,0 | (11,9) | 0,0 | 34,7 | 0,0 | 34,7 |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | (0,1) | (0,8) | (0,1) | 0,0 | (1,0) | 0,1 | (0,9) |
| Overige bewegingen | 32,0 | (0,3) | (0,8) | (30,5) | 0,0 | 0,4 | (2,3) | (1,9) |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | (353,0) | (299,5) | (298,1) | (117,8) | (3,7) | (1.072,1) | (101,7) | (1.173,8) |
| Balans op 1 januari 2020 | (353,0) | (299,5) | (298,1) | (117,8) | (3,7) | (1.072,1) | (101,7) | (1.173,8) |
| Afschrijving door middel van bedrijfscombinaties |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (0,1) | 0,0 | (0,1) |
| Vervreemding | 0,0 | 5,4 | 4,3 | 3,4 | 0,0 | 13,0 | 13,0 | 26,0 |
| Vervreemding door middel van bedrijfscombinaties |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen |
(21,6) | (17,0) | (29,0) | (23,9) | 0,0 | (91,4) | (112,3) | (203,7) |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging |
16,0 | 0,0 | 0,0 | 1,4 | 0,0 | 17,5 | 0,0 | 17,5 |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,4 | 5,7 | 0,4 | 0,0 | 6,6 | 4,8 | 11,4 |
| Overige bewegingen | (2,9) | (0,9) | 0,4 | 3,2 | 0,0 | (0,2) | 0,0 | (0,2) |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | (361,4) | (311,7) | (316,7) | (133,3) | (3,7) | (1.126,7) | (196,3) | (1.323,0) |
| NETTO BOEKWAARDE | ||||||||
| Op 31 december 2019 | 266,1 | 130,9 | 173,3 | 99,0 | 21,0 | 690,3 | 443,4 | 1.133,6 |
Op 31 december 2020 245,0 142,0 165,5 95,1 36,1 683,7 454,2 1.138,0
De kosten van afschrijvingen en waardeverminderingen met betrekking tot materiële vaste activa bedragen 203,7 miljoen EUR en daalden lichtjes met 0,4 miljoen EUR in vergelijking met vorig jaar.
De materiële vaste activa daalden met 6,5 miljoen EUR, van 690,3 miljoen EUR naar 683,7 miljoen EUR. Deze daling werd vooral verklaard door:
Alle waardeverminderingen en afschrijvingen zijn opgenomen onder de titel "Afschrijving, waardevermindering" in de resultatenrekening.
De met een gebruiksrecht overeenstemmende activa stegen met 10,9 miljoen EUR en bedroegen 454,2 miljoen EUR. Deze stijging werd vooral verklaard door:
bpost heeft leasecontracten voornamelijk voor gebouwen (opslagplaatsen en postkantoren), voertuigen, machines en andere uitrusting die het gebruikt voor de activiteiten. Leasetermijnen en boekwaarden worden in de onderstaande tabel gedetailleerd weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | NUTTIGE LEVENSDUUR | NETTO BOEKWAARDE 31 DEC, 2020 |
|---|---|---|
| Terreinen en gebouwen | 3 tot 25 jaar | 392,3 |
| Rollend materieel | 4 of 5 jaar (8 jaar voor truck) | 54,8 |
| Machines en uitrusting | 1 tot 15 jaar | 7,1 |
| TOTAAL | 454,2 |
De boekwaarden en bewegingen (inclusief kasuitstromen) van deze verplichtingen (onder rentedragende verplichtingen en leningen) worden in toelichting 6.26 vermeld terwijl dat de looptijdanalyse beschikbaar is in toelichting 6.5.
bpost heeft bepaalde leasecontracten voor voertuigen met huurtermijnen van 12 maanden of minder (2020: 0,8 miljoen EUR, 2019: 2,6 miljoen EUR) evenals lease contracten voor printers (2020: 0,5 miljoen EUR) en huur van vierkante meters voor pakjesautomaten (2020: 0,1 miljoen EUR) met een lage waarde, deze worden allemaal erkend onder huurkosten, binnen de bedrijfskosten.
Bepaalde leasecontracten van Ubiway Retail, concessies in treinstations en luchthavens bevatten variabele leasebetalingen, afhankelijk van de verkoop van de winkels. In 2020 bedroegen deze kosten 0,6 miljoen EUR (2019: 2,6 miljoen EUR), deze daling was voornamelijk te verklaren door lagere activiteiten als gevolg van COVID-19 en deze kosten werden opgenomen onder huur, bij de bedrijfskosten.
Er zijn verschillende leasecontracten die verlengings- en beëindigingsopties bevatten. Het belangrijkste leasecontract heeft betrekking op Brussel X (NBX), de looptijd van dit leasecontract bedraagt 15 jaar (tot 2031) met 3 mogelijke verlengingen van elk 5 jaar. Deze verlengingen zijn momenteel niet opgenomen in de leasetermijn omdat het niet redelijk zeker is dat deze zullen worden uitgeoefend. De impact per verlenging van 5 jaar zal de globale leaseverplichting met naar schatting met 5% doen toenemen. Alle andere grote sorteercentra zijn erkend onder de materiële vaste activa.
De belangrijke leasecontracten die nog niet gestart zijn worden vermeld in 6.33 rechten en verplichtingen.
Alle afschrijvingen en waardeverminderingen zijn opgenomen in de rubriek "afschrijvingen en waardeverminderingen" van de resultatenrekening.
De toekomstige minimale operationele lease-inkomsten van bpost met betrekking tot gebouwen zijn als volgt en hebben voornamelijk betrekking op gebouwen waarvan bpost de eigenaar is evenals sublease-overeenkomsten:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Binnen het jaar | 0,5 | 0,5 |
| 1 tot 5 jaar | 1,9 | 1,3 |
| Meer dan 5 jaar | 2,8 | 0,6 |
| TOTAAL | 5,3 | 2,4 |
De toename in vergelijking met 2019 van de toekomstige inkomsten die verband houden met operationele leaseovereenkomsten werd voornamelijk verklaard door de onderverhuur van het hoofdkwartier van Radial US, gedeeltelijk gecompenseerd door lagere huurinkomsten voor bpost NV gezien het lager aantal gebouwen in eigendom.
De inkomsten met betrekking tot de lease overeenkomsten dewelke erkend werden onder "overige bedrijfsopbrengsten" bedroegen 1,2 miljoen EUR in 2020.
| IN MILJOEN EUR | TERREINEN EN GEBOUWEN |
|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | |
| Balans op 1 januari 2019 | 61,3 |
| Verwerving | 0,0 |
| Overdracht van/naar andere activa categorieën | (45,5) |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | 15,8 |
| Balans op 1 januari 2020 | 15,8 |
| Verwerving | 0,0 |
| Overdracht van/naar andere activa categorieën | (4,7) |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | 11,1 |
| AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | |
| Balans op 1 januari 2019 | (42,6) |
| Afschrijvingen | (0,1) |
| Overdracht van/naar andere activa categorieën | 31,9 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | (10,8) |
| Balans op 1 januari 2020 | (10,8) |
| Afschrijvingen | 0,0 |
| Overdracht van/naar andere activa categorieën | 3,0 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | (7,8) |
| NETTO BOEKWAARDE | |
| Op 31 December 2019 | 5,0 |
| Op 31 December 2020 | 3,3 |
De vastgoedbeleggingen betreffen voornamelijk appartementen in gebouwen waar een postkantoor gevestigd is. De daling van de vastgoedbeleggingen in 2020 in vergelijking met 2019 was voornamelijk te verklaren door de transfer naar activa aangehouden voor verkoop van één aanzienlijk gebouw.
Vastgoedbeleggingen worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde minus gecumuleerde afschrijvingen en eventuele waardeverminderingen. Het afschrijvingsbedrag wordt op een systematische wijze toegekend over de bruikbare levensduur van de activa (meestal 40 jaar).
De huurinkomsten met betrekking tot vastgoedbeleggingen bedroegen 1,2 miljoen EUR (2019: 1,0 miljoen EUR). De geschatte reële waarde van de vastgoedbeleggingen daalde van 5,0 miljoen EUR naar 3,3 miljoen EUR gezien de transfer naar activa aangehouden voor verkoop van één aanzienlijk gebouw.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Materiële vaste activa | 3,3 | 1,4 |
| bpost bank | 100,0 | 0,0 |
| Activa aangehouden voor verkoop | 103,3 | 1,4 |
Het aantal gebouwen dat werd erkend als activa aangehouden voor verkoop bedroeg 5 op het einde van 2019 (deze werden in de loop van 2020 verkocht) versus 3 op het einde van 2020. De meerderheid van deze activa zijn retailverkooppunten, postkantoren of mail centers die vrij komen als gevolg van de optimalisering van het netwerk van postkantoren en mail centers.
Winsten ingevolge buitengebruikstelling ten belope van 12,2 miljoen EUR (2019: 25,8 miljoen EUR) werden erkend in de resultatenrekening onder overige bedrijfsopbrengsten, zie toelichting 6.10.
Op 23 december 2020 kondigden bpost en BNP Paribas Fortis (BNPPF) een niet-bindende overeenkomst aan met betrekking tot het toekomstige, lange termijn partnerschap van bpost bank NV, met inbegrip van de verkoop van participaties van bpost aan BNPPF. bpost en BNPPF hebben de intentie om tegen eind maart 2021 bindende overeenkomsten af te sluiten, met de bedoeling de transactie tegen eind 2021 af te ronden. Dientengevolge werd, na beoordeling van de criteria voor classificatie als activa aangehouden voor verkoop, de investering in bpost bank (241,6 miljoen EUR) ondergebracht bij voor verkoop aangehouden activa en werd de boekwaarde teruggebracht tot de reële waarde na aftrek van verkoopkosten (100,0 miljoen EUR). Hierdoor werd er een waardeverlies van 141,6 miljoen EUR erkend.
| IN MILJOEN EUR | GOODWILL | ONTWIKKELINGS | KOSTEN SOFTWARE | OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|
| AANSCHAFFINGSWAARDE | ||||||
| Balans op 1 januari 2019 | 683,6 | 119,6 | 172,6 | 131,6 | 52,5 | 1.159,8 |
| Verwerving | 0,0 | 27,5 | 14,8 | 0,2 | 0,0 | 42,3 |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties | 6,0 | 1,4 | 0,0 | 2,0 | 0,6 | 10,0 |
| Vervreemding | 0,0 | 0,0 | (2,5) | (0,2) | 0,0 | (2,7) |
| Vervreemding door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (1,3) | (0,5) | (1,8) |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Wisselkoersverschillen | 13,4 | 0,0 | 0,9 | 1,5 | 0,8 | 16,6 |
| Overige bewegingen | 0,0 | (0,9) | 0,6 | 1,7 | 0,5 | 1,8 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | 702,8 | 147,5 | 186,3 | 135,4 | 53,9 | 1.225,9 |
| Balans op 1 januari 2020 | 702,8 | 147,5 | 186,3 | 135,4 | 53,9 | 1,225,9 |
| Verwerving | 0,0 | 19,7 | 19,3 | 0,0 | 0,0 | 39,1 |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties | (0,3) | 0,0 | 0,0 | 0,7 | 0,0 | 0,4 |
| Vervreemding | 0,0 | (0,5) | (0,6) | (11,1) | 0,0 | (12,2) |
| Vervreemding door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Wisselkoersverschillen | (42,5) | 0,0 | (5,1) | (6,7) | (2,8) | (57,0) |
| Overige bewegingen | 0,0 | 1,5 | (1,6) | 0,0 | 0,0 | (0,1) |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | 660,0 | 168,3 | 198,4 | 118,3 | 51,1 | 1.196,0 |
| IN MILJOEN EUR | GOODWILL | ONTWIKKELINGS | KOSTEN SOFTWARE | OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|
| AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN | ||||||
| Balans op 1 januari 2019 | (36,7) | (85,9) | (133,4) | (22,1) | (6,7) | (284,8) |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Vervreemding | 0,0 | 0,0 | 2,0 | 0,1 | 0,0 | 2,1 |
| Vervreemding door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,3 | 0,5 | 1,8 |
| Afschrijvingen | 0,0 | (12,3) | (16,7) | (7,1) | (7,2) | (43,3) |
| Waardeverminderingen | 0,0 | 0,2 | (0,2) | (0,5) | (1,2) | (1,7) |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,0 | (0,4) | (0,1) | (0,0) | (0,5) |
| Overige bewegingen | 0,0 | (0,1) | 0,6 | (1,3) | (0,5) | (1,3) |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | (36,7) | (98,0) | (148,0) | (29,8) | (15,2) | (327,6) |
| Balans op 1 januari 2020 | (36,7) | (98,0) | (148,0) | (29,8) | (15,2) | (327,7) |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Vervreemding | 0,0 | 0,5 | 0,6 | 11,0 | 0,0 | 12,1 |
| Vervreemding door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Afschrijvingen | 0,0 | (15,7) | (18,2) | (8,9) | (4,6) | (47,3) |
| Waardeverminderingen | (41,4) | (5,0) | 0,0 | (16,4) | (4,4) | (67,2) |
| Activa aangehouden voor verkoop of als vastgoedbelegging | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Wisselkoersverschillen | 0,1 | 0,0 | 3,3 | 1,5 | 0,7 | 5,6 |
| Overige bewegingen | 0,0 | (0,2) | (0,8) | (1,3) | 2,5 | 0,2 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | (77,9) | (118,4) | (163,1) | (43,9) | (21,0) | (424,3) |
| IN MILJOEN EUR | GOODWILL | ONTWIKKELINGS | KOSTEN SOFTWARE | OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
OVERIGE IMMATERIËLE ACTIVA |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|
| NETTO BOEKWAARDE | ||||||
| Per 31 december 2019 | 666,3 | 49,5 | 38,3 | 105,6 | 38,7 | 898,3 |
| Per 31 december 2020 | 582,1 | 49,9 | 35,3 | 74,3 | 30,1 | 771,7 |
De afschrijvingen en waardeverminderingen stegen met 61,0 miljoen EUR tot 105,9 miljoen EUR in 2020 voornamelijk ingevolge de waardeverminderingen erkend op:
Alle waardeverminderingen en afschrijvingen zijn opgenomen onder de titel "Afschrijvingen en waardeverminderingen" in de resultatenrekening.
De immateriële vaste activa daalden met 126,6 miljoen EUR, voornamelijk ten gevolge van:
Bedrijfscombinaties worden opgenomen volgens de verwervingsmethode. De kost van een verwerving wordt bepaald als het geheel van de reële waarde van de overgedragen vergoeding op datum van de overname en het bedrag van mogelijke minderheidsbelangen in de onderneming die wordt overgenomen.
Initieel wordt goodwill opgenomen aan kostprijs, en vertegenwoordigt het surplus van het geheel aan overgedragen vergoedingsregeling in vergelijking met de netto identifieerbare verworven activa en overgenomen verplichtingen. Na de eerste opname wordt goodwill gemeten aan kostprijs min alle mogelijke waardeverminderingen.
In het kader van de waardeverminderingstest wordt de goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden (CGU) van de groep (of aan groepen van kasstroomgenererende eenheden) in lijn met IAS 36 Bijzondere waardeverminderingen van activa.
| UBIWAY | E-COMMERCE | E-COM MERCE LOGISTICS |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PRESS | RETAIL NETWORK(1) |
PARCELS BENE |
LOGISTICS EUROPA & AZIË |
NOORD AMERIKA |
INTER NATIONAL |
OVERIGE | TOTAAL | |
| Balans op 1 januari 2019 | 21,9 | 28,3 | 38,3 | 51,7 | 493,3 | 12,0 | 1,4 | 646,8 |
| Verwerving | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 6,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 6,0 |
| Vervreemding | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Waardeverminderingen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Transfer | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 11,3 | 2,1 | 0,0 | 13,4 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | 21,9 | 28,3 | 38,3 | 57,7 | 504,6 | 14,1 | 1,4 | 666,3 |
| Balans op 1 januari 2020 | 21,9 | 28,3 | 38,3 | 57,7 | 504,6 | 14,1 | 1,4 | 666,3 |
| Verwerving | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (0,5) | 0,0 | 0,0 | 0,2 | (0,3) |
| Vervreemding | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Waardeverminderingen | 0,0 | (28,3) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (13,0) | 0,0 | (41,4) |
| Transfer | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (0,2) | (41,1) | (1,1) | 0,0 | (42,4) |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | 21,9 | 0,0 | 38,3 | 57,0 | 463,5 | 0,0 | 1,5 | 582,2 |
(1) Vergelijkbare periode 2019: Proximity en convenience-retailnetwerk
In 2020 werd het Proximity en convenience-retailnetwerkgedeelte opgesplitst in het bpost-retailnetwerk en het Ubiway-retailnetwerk teneinde beide retailnetwerken afzonderlijk te kunnen monitoren. In lijn met de bijgewerkte strategie om nieuwe buurt- en nabijheidsdiensten aan te bieden via het bpost-retailnetwerk worden er verschillende producten aangeboden waardoor het retailnetwerk van bpost zich onderscheidt van dat van Ubiway. Het goodwill-gedeelte van 28,3 miljoen EUR van de bedrijfscombinatie Ubiway werd volledig toegewezen aan de CGU Ubiway Retail-netwerk. De waardeverminderingstest van het Ubiway-retailnetwerk leidde tot een realiseerbare waarde dewelke lager was dan de boekwaarde, en bij Mail & Retail werd er een waardevermindering erkend op goodwill (28,3 miljoen EUR) en op immateriële vaste activa (2,8 miljoen EUR). De Ubiway retailwinkels en krantenwinkels die zich meestal in de buurt van reisomgevingen bevinden, hadden te kampen met een sterke daling van het aantal klanten, evenals een gedeeltelijke sluiting als gevolg van COVID-19, een versnelde trend van online winkelen en een aanhoudende e-substitutie en digitalisering van pers en tijdschriften. De goodwill van het International Mail-gedeelte (13,0 miljoen EUR) van Parcels & Logistics Noord-Amerika werd afgewaardeerd omdat de boekwaarde niet meer werd ondersteund door de realiseerbare waarde gelet op de onzekerheid van de verandering van de activiteiten van zakelijke post naar domestic parcels.
De goodwill van E-commerce Logistic Europa & Azië werd aangepast als gevolg van de afronding van de toewijzing van de aankoopprijs van Vector Invest BV (-0,5 miljoen EUR) en de consolidatie (0,2 miljoen EUR) van Freight4U Logistics BV (zie toelichting 6.7 Bedrijfscombinaties). Merk op dat de goodwill van Vector Invest BV niet retroactief werd aangepast aangezien de impact niet materieel werd geacht. In 2019 werd de goodwill van E-commerce Logistic Europa & Azië aangepast als gevolg van de afronding van de toewijzing van de aankoopprijs van Anthill BV (1,5 miljoen EUR) en de consolidatie van Vector Invest BV (4,5 miljoen EUR) vanaf oktober 2019.
Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt jaarlijks (in december) getoetst op waardevermindering. In het kader van de waardeverminderingstest wordt de goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden (CGU) van de groep (of aan groepen van kasstroomgenererende eenheden) in lijn met IAS 36 Bijzondere waardeverminderingen van activa. De test bestaat uit het vergelijken van de boekwaarde van de activa (of groepen van) CGU's met hun realiseerbare waarde. De CGU's worden beschreven in de toelichting bedrijfssegmenten en combineren bedrijfsactiviteiten die actief zijn in dezelfde geografische regios.
De realiseerbare waarde is gebaseerd op de bedrijfswaarde. Deze laatste is gelijk aan de huidige waarde van de toekomstige kasstromen afkomstig van elke kasstroomgenererende eenheid of groep van kasstroomgenererende eenheden en wordt bepaald aan de hand van de volgende gegevens:
De veronderstelling waarvoor de realiseerbare waarde het meest gevoelig is voor alle geteste CGU's is de EBITDA. De voornaamste aanname (EBITDA) in de budgetten is gebaseerd op ervaringen uit het verleden, aangepast aan de veranderende marktomstandigheden. De EBITDA is het resultaat van volume evoluties, prijsevoluties en kostenverbeteringsprojecten samen met nieuwe meerwaardediensten ingevolge het oordeel en de inschattingen van het management bij de ontwikkeling van de budgetten en prognoses voor de komende jaren.
De discontovoet wordt geschat op basis van een uitgebreide benchmark met vergelijkbare spelers, zodat rekening wordt gehouden met het rendement dat beleggers zouden eisen als zij zouden kiezen voor een investering in de onderliggende activa. De groep van vergelijkbare spelers werd opgesplitst in mail-gerelateerde vergelijkbare spelers en parcels-gerelateerde vergelijkbare spelers. Daarnaast werd rekening gehouden met de verschillende economische omgeving in het bepalen van de gewogen gemiddelde kostprijs van het kapitaal (WACC). Als gevolg van de daling van de kosten van schuld (voornamelijk in USD) waren de discontovoeten lagere dan diegene die gebruikt werden tijdens de test vorig jaar, behalve voor de CGU Parcels Bene en E-commerce Europa & Azië.
De langetermijngroei werd vastgelegd op 0% voor de postactiviteiten en op 2% voor de pakjesactiviteiten en e-commercelogistiek. De groeipercentages werden bepaald op basis van interne verwachtingen (zelfde assumpties als voor EBITDA evolutie) en externe bronnen en zijn coherent met de cijfers van de reële groei en de verwachtingen voor de relevante secoren waarin de CGU's actief zijn en rekening houdende met de langetermijninflatie voor Europa en de Verenigde Staten.
| DISCONTERINGSVOET | LANGE TERMIJN GROEI | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | ||
| Press | 5,6% | 5,7% | 0% | 0% | |
| Ubiway Retail(1) | 5,6% | 5,7% | 0% | 0% | |
| Parcels BeNe | 6,5% | 5,9% | 2% | 2% | |
| E-commerce logistics Europa & Azië | 6,5% | 5,9% | 2% | 2% | |
| E-commerce logistics Noord-Amerika | 6,9% | 7,5% | 2% | 2% | |
| International Mail | 6,2% | 7,2% | 0% | 0% |
De tabel hieronder vermeldt de discontovoet en de langetermijngroei voor die CGU's met een materiële goodwill :
(1) Vergelijkbare periode 2019: Proximity en convenience-retailnetwerk
De waardeverminderingstest op het niveau van CGU heeft niet geleid - behalve voor Ubiway Retail netwerk en International mail - tot een waardevermindering van activa, aangezien de realiseerbare waarde van de (groepen van) CGU's aanzienlijk hoger was dan hun boekwaarde. Meer bepaald vertegenwoordigt het verschil tussen de boekwaarde van de CGU's en hun bedrijfswaarde (headroom) in alle gevallen minstens meer dan 9% van hun boekwaarde. Een redelijke wijziging in een belangrijke veronderstelling waarop de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden is gebaseerd, zou dus niet leiden tot een waardeverminderingsverlies voor de desbetreffende cash genererende eenheden .
In dit opzicht leidt voor E-commerce Logistics Noord-Amerika, E-commerce Europa & Azië en Parcels BeNe, de 3 CGU's die 96% van de totale goodwill vertegenwoordigen, het onderstaande worst case gevoeligheidsanalyse tot een headroom die nog steeds meer dan 82% van hun respectievelijke boekwaarden bedraagt. De gevoeligheid van de realiseerbare waarde voor wijzigingen in de belangrijke veronderstellingen, het groeipercentage op lange termijn en de verdisconteringsvoet wordt in de volgende tabel weergegeven:
| E-COMMERCE LOGISTICS | |||
|---|---|---|---|
| NOORD AMERIKA | LOGISTICS EUROPA & AZIË |
PARCELS BENE | |
| Gevoeligheid van lange termijn groei -1% | -13,9% | -19,5% | -15,3% |
| Gevoeligheid van lange termijn groei +1% | 21,1% | 30,7% | 24,1% |
| Gevoeligheid van disconteringsvoet -0,5% | 11,6% | 16,0% | 12,7% |
| Gevoeligheid van disconteringsvoet +0,5% | -9,4% | -12,7% | -10,1% |
| Gevoeligheid van EBITDA marge -1% | -9,4% | -31,3% | -16,4% |
| Gevoeligheid van EBITDA marge +1% | 26,7% | 42,0% | 21,9% |
Een ongunstige wijziging in de lange termijn groei, verdisconteringsvoet of EBITDA marge zoals hierboven vermeld zal naar verwachting niet leiden tot een waardevermindering.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Balans op 1 januari | 239,5 | 251,2 |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,1 |
| Aandeel in de winst | 18,3 | 15,8 |
| Ontvangen dividenden | 0,0 | (5,0) |
| Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop - bpost bank | (241,6) | 0,0 |
| Overige bewegingen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures | (16,1) | (22,6) |
| BALANS OP 31 DECEMBER | 0,1 | 239,5 |
Deelnemingen volgens de vermogensmutatiemethode daalden met 239,4 miljoen EUR tot 0,1 miljoen EUR per 31 december 2020. Het aandeel van bpost in de winst van bpost bank en Jofico ten belope van 18,3 miljoen EUR werd ruimschoots gecompenseerd door de vermindering van de niet-gerealiseerde winst op de obligatieportefeuille van bpost bank ten bedrage van 16,1 miljoen EUR, opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten, hetgeen een daling van de onderliggende yieldcurve met 18 basispunten (bps) weergeeft in vergelijking met 31 december 2019 en de transfer naar voor verkoop aangehouden activa (241,6 miljoen EUR).
De niet-gerealiseerde winsten werden gegenereerd door het lagere niveau van de rentevoeten tegenover de rente bij de aankoop van de obligaties. Niet-gerealiseerde winsten worden niet opgenomen in de resultatenrekening, maar worden veeleer direct verwerkt in eigen vermogen onder de niet-gerealiseerde resultaten.
Op 23 december 2020 kondigden bpost en BNP Paribas Fortis (BNPPF) een niet-bindende overeenkomst aan met betrekking tot het toekomstige, lange termijn partnerschap van bpost bank NV, met inbegrip van de verkoop van participaties van bpost aan BNPPF. bpost en BNPPF hebben de intentie om tegen eind maart 2021 bindende overeenkomsten af te sluiten, met de bedoeling de transactie tegen eind 2021 af te ronden. Dientengevolge besloot bpost op jaareinde dat de investering voldeed aan de criteria voor verkoop aangehouden activa en werd de volledige investering in bpost bank (ten bedrage van 241,6 miljoen EUR) overgeheveld naar voor verkoop aangehouden activa (zie toelichting 6.20). Onmiddellijk voor de initiële classificatie van voor verkoop aangehouden activa paste bpost de vermogensmutatiemethode toe. Bovendien oordeelde bpost voor de overheveling naar voor verkoop aangehouden activa of er objectieve aanwijzingen waren dat de investering in geassocieerde deelneming een waardevermindering diende te ondergaan in lijn met IAS 28 en werd er geen aanleiding tot waardevermindering vastgesteld.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Lening aan geassocieerde onderneming | 0,0 | 25,0 |
| Contractkosten - activa erkend om een contract te verkrijgen of te vervullen |
3,1 | 3,7 |
| Overige vorderingen | 13,5 | 12,8 |
| LANGLOPENDE HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGEN | 16,6 | 41,5 |
De daling van de langlopende vorderingen was voornamelijk toe te schrijven aan de overheveling van de aan bpost bank toegekende achtergestelde lening van 25,0 miljoen EUR naar kortlopende vorderingen. Op 23 december 2020 kondigden bpost en BNP Paribas Fortis (BNPPF) een niet-bindende overeenkomst aan met betrekking tot het toekomstige, lange termijn partnerschap van bpost bank NV, met inbegrip van de verkoop van participaties van bpost aan BNPPF en de terugbetaling van de lening. bpost en BNPPF hebben de intentie om tegen eind maart 2021 bindende overeenkomsten af te sluiten, met de bedoeling de transactie tegen eind 2021 af te ronden.
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 572,8 | 529,3 |
| Terminal dues | 148,8 | 127,2 |
| Terugvorderbare belastingen, andere dan belastingen op het resultaat | 5,3 | 4,3 |
| Lening aan geassocieerde onderneming | 25,0 | 0,0 |
| Overige vorderingen | 58,1 | 56,8 |
| KORTLOPENDE HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGEN | 810,0 | 717,6 |
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Verkregen opbrengsten | 10,9 | 7,6 |
| Over te dragen kosten | 38,5 | 44,1 |
| Overige vorderingen | 8,7 | 5,2 |
| KORTLOPEND - OVERIGE VORDERINGEN | 58,1 | 56,8 |
De kortlopende handelsvorderingen en overige vorderingen stegen met 92,4 miljoen EUR tot 810,0 miljoen EUR (2019: 717,6 miljoen EUR), als gevolg van de stijging van de handelsvorderingen met 43,6 miljoen EUR, de overheveling van de lening van bpost bank van langlopende naar kortlopende vorderingen (25,0 miljoen EUR) en de stijging van de eindrechten van postoperatoren met 21,7 miljoen EUR. Die stijging van de eindrechten was voornamelijk het gevolg van minder afrekeningen van uitstaande bedragen van vorige jaren bij twee grote postoperatoren. De stijging van de handelsvorderingen werd voornamelijk verklaard door de toegenomen inkomsten en toegenomen openstaande dagen klanten (DSO) als een gevolg van de mix van de vorderingen.
Terugvorderbare belastingen, andere dan belastingen op het resultaat hebben voornamelijk betrekking op openstaande vorderingen BTW.
Het merendeel van de handels- en overige vorderingen zijn kortlopend. De boekwaarde wordt geacht een goede indicatie te zijn van de reële waarde.
| Op 31 december | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | ||||
| Grondstoffen | 3,6 | 3,0 | ||||
| Gereed prduct | 6,2 | 5,3 | ||||
| Handelsgoederen | 24,4 | 27,3 | ||||
| Waardeverminderingen | (1,5) | (0,9) | ||||
| VOORRADEN | 32,7 | 34,7 |
Voorraden daalden met 2,0 miljoen EUR, voornamelijk als gevolg van de lagere voorraad die werd aangehouden door Ubiway Retail als gevolg van het lagere aantal klanten door COVID-19. Grondstoffen omvatten verbruiksgoederen, dit wil zeggen materiaal dat gebruikt wordt voor printdoeleinden. Gereed product zijn zegels beschikbaar voor verkoop. Handelsgoederen omvatten hoofdzakelijk postkaarten, voor doorverkoop bestemde goederen, voorraad persdistributie en retail voorraad (rookwaren, drank, multimedia, enz…).
| Op 31 december | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | |||
| Liquiditeiten in netwerk | 167,2 | 163,6 | |||
| Transitrekeningen | 32,2 | 105,8 | |||
| Betalingstransacties in uitvoering | (30,9) | (26,7) | |||
| Lopende rekeningen bij banken | 574,6 | 377,4 | |||
| Korte termijndeposito's | 205,0 | 50,0 | |||
| GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN | 948,1 | 670,2 |
Geldmiddelen en kasequivalenten stegen met 277,9 miljoen EUR ingevolge de afwezigheid van dividend betalingen in 2020 en de verbetering van de kasmiddelen uit bedrijfsactiviteiten, onder meer als gevolg van de verbetering van het werkkapitaal (+121,2 miljoen EUR). Deze verbetering was voornamelijk toe te schrijven aan tijdelijke initiatieven die in de context van de pandemie werden genomen en die in de loop van het eerste kwartaal van 2021 zullen worden afgewikkeld en aan toegenomen uitstaande eindrechten.
| NIET-KASSTROOM | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2019 | KASSTROOM | WISSELKOERS VERSCHILLEN |
NIEUWE LEASINGS |
HERZIENING | VER VREEMDING |
TRANSFER OVERIGE | 2020 | |
| Banklening | 182,9 | 0,0 | (13,9) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (9,1) | 0,0 | 159,9 |
| Lange termijn obligatie | 642,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,1 | 643,7 |
| Andere leningen | 0,7 | (0,2) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (0,5) | 0,0 |
| Lease verplichting | 350,7 | (1,0) | (9,0) | 113,0 | 31,4 | (11,1) | (122,7) | 10,3 | 361,5 |
| LANGLOPENDE RENTEDRAGENDE VERPLICHTINGEN EN LENINGEN |
1.176,8 | (1,2) | (22,9) | 113,0 | 31,4 | (11,1) | (131,9) | 11,0 1.165,0 |
Langlopende rentedragende verplichtingen en leningen daalden met 11,8 miljoen EUR tot 1.165,0 miljoen EUR. De stijging van de leasingverplichtingen werd gecompenseerd door de evolutie van de wisselkoers op de niet-gegarandeerde termijn lening en de daling van 9,1 miljoen EUR dewelke overeenstemt met het gedeelte van de lening van de Europese Investeringsbank dewelke werd overgeheveld naar kortlopende rentedragende verplichtingen en leningen. Alle bewegingen gerelateerd aan toevoegingen en leasedetails worden toegelicht in toelichting 6.18.
| NIET-KASSTROOM | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2019 | KAS STROOM |
WISSELKOERS VERSCHILLEN |
NIEUWE LEASINGS |
HERZIENING | VER VREEMDING |
TRANSFER OVERIGE | 2020 | |
| Banklening | 9,4 | (9,5) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 9,1 | 0,1 | 9,1 |
| Handelspapieren | 164,5 | 1,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | (0,5) | 165,0 |
| Andere leningen | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 |
| Lease verplichtingen | 98,6 | (115,4) | (2,2) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 122,7 | 0,0 | 103,9 |
| KORTLOPENDE RENTEDRAGENDE VERPLICHTINGEN EN LENINGEN |
272,7 | (123,8) | (2,2) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 131,9 | (0,4) | 278,2 |
Kortlopende rentedragende verplichtingen en leningen stegen met 5,5 miljoen EUR tot 278,2 miljoen EUR, voornamelijk ingevolge de evolutie van de leaseverplichtingen.
Merk op dat het totaal van de kolommen "kasstroom" vermeld in de twee tabellen hiervoor -125,0 miljoen EUR bedroeg, terwijl "de nettostromen gerelateerd aan leningen en schulden financiële leasing" in het geconsolideerde kasstroomoverzicht -138,8 miljoen EUR bedroeg. Het verschil van -13,7 miljoen EUR was voornamelijk toe te schrijven aan intresten op de termijnlening en de opbrengst van de obligatie geboekt op de rekeningen voor handels- en overige schulden, vandaar dat zij niet in deze toelichting worden meegenomen. Bovendien worden in het geconsolideerde kasstroomoverzicht de brutobedragen met betrekking tot de afwikkeling en de uitgifte van de verschillende handelspapieren in 2020 voorgesteld als respectievelijk kasuitstroom en kasinstroom, terwijl in de bovenstaande tabel de netto-kasstroom wordt weergegeven.
Zoals toegelicht in bijlage 6.33 "rechten en verplichtingen" heeft bpost twee niet opgenomen doorlopende kredietfaciliteiten voor een totaal bedrag van 375,0 miljoen EUR.
bpost kent zijn actieve en gepensioneerde personeelsleden een aantal voordelen toe: vergoedingen na uitdiensttreding, andere beloningen op lange termijn en ontslagvergoedingen. De plannen met betrekking tot deze personeelsvoordelen werden gewaardeerd in overeenstemming met IAS 19. Sommige voordelen zijn het resultaat van de onderhandelingen in het kader van Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO). De beloningen die conform deze plannen werden toegekend, zijn verschillend voor de categorieën van werknemers bij bpost: ambtenaren (ook wel statutairen genoemd) en contractuele werknemers. Er moet ook worden vermeld dat bpost NV 3 soorten contractuele werknemers heeft: baremiek contractuele werknemers, hulppostmannen en niet baremiek contractuele werknemers.
De verschillende beloningen zijn als volgt samengesteld:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Vergoedingen na uitdiensttreding (toelichting 6.27.1) | (26,8) | (29,4) |
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen (toelichting 6.27.2) | (283,4) | (282,2) |
| Ontslagvergoedingen (toelichting 6.27.3) | (9,8) | (9,0) |
| TOTAAL | (320,0) | (320,6) |
Rekening houdend met de gerelateerde uitgestelde belastingen, bedraagt het bedrag van de personeelsbeloningen 295,5 miljoen EUR (2019: 296,0 miljoen EUR).
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Personeelsvoordelen | (320,0) | (320,6) |
| Effect van uitgestelde belastingvorderingen | 24,5 | 24,6 |
| PERSONEELSVOORDELEN NA AFTREK VAN UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN |
(295,5) | (296,0) |
De netto verplichting van bpost met betrekking tot personeelsvoordelen omvat volgende posten:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Contante waarde van de verplichtingen | (408,5) | (403,8) |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | 88,5 | 83,2 |
| Contante waarde van de netto verplichtingen | (320,0) | (320,6) |
| NETTO VERPLICHTING | (320,0) | (320,6) |
| Personeelsvoordelen opgenomen in de balans | ||
| Verplichting | (320,0) | (320,6) |
| NETTO VERPLICHTING | (320,0) | (320,6) |
De veranderingen in de contante waarde van de verplichtingen worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Contante waarde op 1 januari | (403,8) | (373,7) |
| Opgenomen pensioenkosten | (25,9) | (27,5) |
| - Opgenomen pensioenkosten van het dienstjaar | (25,9) | (27,5) |
| Netto intrestkosten | (2,6) | (5,0) |
| Betaalde bijdragen | 29,3 | 29,8 |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering opgenomen in de winst-en verliesrekening |
(6,2) | (17,8) |
| - Actuariële winsten en (verliezen) | (6,2) | (17,8) |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering opgenomen in niet gerealiseerde resultaten |
0,7 | (9,7) |
| - Actuariële winsten en (verliezen) | 0,7 | (9,7) |
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN OP 31 DECEMBER | (408,5) | (403,8) |
De reële waarde van de fondsbeleggingen is als volgt samengesteld:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Reële waarde van de fondsbeleggingen per 1 januari | 83,2 | 65,3 |
| Bijdragen door de werkgever | 30,9 | 32,2 |
| Bijdragen door de werknemers | 1,5 | 1,4 |
| Betaalde bijdragen | (29,3) | (29,8) |
| Financiële kosten op activa (inbegrepen in winst-en verliesrekening) | 0,8 | 1,1 |
| Actuariële winsten/verliezen op activa (inbegrepen in de niet gerealiseerde resultaten ) |
1,4 | 12,9 |
| REËLE WAARDE VAN DE FONDSBELEGGINGEN PER 31 DECEMBER | 88,5 | 83,2 |
De fondsbeleggingen zijn gerelateerd aan het groepsverzekeringsvoordeel in overeenstemming met IAS 19. Deze fondsbeleggingen worden aangehouden bij een derde verzekeringsmaatschappij en bestaan uit reserves die door de werkgevers- en werknemersbijdragen opgebouwd werden (verzekerde contracten met een gegarandeerde return).
De veranderingen in 2020 met betrekking tot langlopende verplichtingen en de reële waarde van de fondsbeleggingen:
| IN MILJOEN EUR | LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN |
REËLE WAARDE VAN DE FONDSBELEGGINGEN |
NETTO VERPLICHTING |
|---|---|---|---|
| 1 januari 2020 | (403,8) | 83,2 | (320,6) |
| Opgenomen pensioenkosten | (25,9) | (25,9) | |
| Bijdragen door werknemers | 1,5 | 1,5 | |
| Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als operationeel |
0,8 | 0,8 | |
| Subtotaal opgenomen onder personeelskosten in resultaten rekening (toelichting 6.14) |
(25,1) | 1,5 | (23,6) |
| Intrestkost | (2,6) | (2,6) | |
| Intrest inkomsten/(kosten) met betrekking tot activa (P&L item) |
0,8 | 0,8 | |
| Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als financieel | (7,0) | (7,0) | |
| Subtotaal opgenomen onder financieel resultaat (toelichting 6.15) |
(9,6) | 0,8 | (8,8) |
| Betaalde bijdragen | 29,3 | (29,3) | (0,0) |
| Bijdragen door werkgevers | 30,9 | 30,9 | |
| SUBTOTAAL KASSTROOMOVERZICHT | (5,5) | 3,9 | (1,5) |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering opgenomen in niet gerealiseerde resultaten |
0,7 | 1,4 | 2,1 |
| 31 DECEMBER 2020 | (408,5) | 88,5 | (320,0) |
De in de resultatenrekening opgenomen kosten worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Opgenomen pensioenkosten | (24,5) | (26,1) |
| -Opgenomen pensioenkosten van het dienstjaar | (24,5) | (26,1) |
| Netto intrestkosten | (1,8) | (3,8) |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering | (6,2) | (17,8) |
| - Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als financieel | (7,0) | (21,3) |
| - Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als operationeel | 0,8 | 3,5 |
| NETTO KOSTEN | (32,4) | (47,7) |
Voor wat betreft vergoedingen na uitdiensttreding worden de actuariële winsten en verliezen (zowel financieel als operationeel) erkend in niet-gerealiseerde resultaten. Terwijl actuariële winsten en verliezen (zowel financieel als operationeel) met betrekking tot andere lange termijn personeelsbeloningen en ontslagvergoedingen onmiddellijk erkend worden in de resultatenrekening. Het netto-saldo van de intresten en de financiële actuariële winsten en verliezen wordt erkend onder financiële kosten. Opgenomen pensioenkosten en operationele actuariële winsten en verliezen worden erkend onder personeelskosten.
De in de resultatenrekening opgenomen personeelskosten en financiële kosten worden hierna weergegeven:
| Op 31 december | ||
|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
| Personeelskosten | (23,6) | (22,6) |
| Financiële kosten | (8,8) | (25,1) |
| NETTO KOSTEN | (32,4) | (47,7) |
De kosten opgenomen onder niet-gerealiseerde resultaten worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering | 2,1 | 3,2 |
| - Actuariële winsten en (verliezen) | 2,1 | 3,2 |
| NETTO KOSTEN | 2,1 | 3,2 |
De voornaamste actuariële veronderstellingen gebruikt voor de berekening van de langlopende verplichtingen op balansdatum zijn de volgende:
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| Inflatiepercentage | 1,8% | 1,8% |
| Toekomstige loonsverhogingen | 2,8% | 2,8% |
| Trendpercentage medische kosten | 5,0% | 5,0% |
| Sterftetabellen | MR/FR-2 | MR/FR-2 |
De verdisconteringsvoeten zijn bepaald op basis van het effectieve marktrendement op balansdatum. De gebruikte discontovoeten in 2020 variëren van -0,3% tot 0,7% (2019: -0,15% tot 1%).
| VOORDEEL | DUUR | DISCONTOVOET | NETTO SCHULDEN | |
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | ||
| Kinderbijslagen | 6,7 | 0,20% | 0,45% | (18,3) |
| Bank | 15,2 | 0,65% | 1,00% | (2,9) |
| Begrafeniskosten | 7,8 | 0,30% | 0,55% | (2,3) |
| Beloningen | van 11,4 tot 11,5 | van 0,40% tot 0,45% | van 0,70% tot 0,75% | (2,0) |
| Groepsverzekering | van 10,5 tot 18,0 | van 0,40% tot 0,70% | van 0,75% tot 1,00% | (1,2) |
| Gecompenseerde geaccumuleerde afwezigheden |
1,7 | -0,20% | -0,05% | (17,9) |
| Vergoeding voor werkongeval | 12,8 | 0,50% | 0,75% | (131,8) |
| Medische kosten van arbeidsongevallen | 17,9 | 0,70% | 1,00% | (12,2) |
| Pensioensparen | 8,8 | 0,35% | 0,60% | (98,7) |
| Jubileumpremies | van 5,8 tot 7,3 | van 0,15% tot 0,30% | van 0,40% tot 0,55% | (1,2) |
| DVVP voor Job Mobility Center | 8,2 | 0,35% | 0,55% | (16,4) |
| Deeltijds regime (54+) | van 1,5 tot 3,2 | -0,20% | 0,00% | (5,1) |
| Vervroegd pensioenplan | van 0,5 tot 1,5 | -0,30% | van -0,15% tot 0,00% | (9,8) |
De gemiddelde looptijd van de toegezegdpensioenregelingen per eind 2020 bedraagt 11,3 jaar (in 2019: 11,3 jaar).
Een kwalitatieve gevoeligheidsanalyse van de belangrijkste hypotheses per 31 december 2020 werd bepaald op basis van een methode die de impact van aannemelijke wijzigingen in basisveronderstellingen op de toegezegde pensioenrechten projecteert op balansdatum.
De gevoeligheidsanalyse wordt hieronder weergegeven:
| DISCONTOVOET | STERFTETABELLEN MR/FR | EVOLUTIE VAN MEDISCH KOSTENPERCENTAGE |
||
|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | VERHOGING VAN 50 BP | VERMINDERING VAN 50 BP | VERMINDERING VAN 1 JAAR | VERHOGING VAN 100 BP |
| Effect op brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (verhoging)/ vermindering |
21,5 | (23,8) | (6,7) | (2,3) |
Vergoedingen na uitdiensttreding omvatten kinderbijslag, bankkosten, tussenkomst in begrafeniskosten, geschenken bij pensionering en Belgische groepsverzekering.
De statutaire personeelsleden van bpost NV (zowel actieven als gepensioneerden) met kinderen ten laste (jongeren en gehandicapten) krijgen kinderbijslag van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW). De financieringsmethodologie van gezinsbijslagen voor statutaire personeelsleden is veranderd ingevolge een wetswijziging (Wet van 19 december 2014). Als gevolg daarvan betaalt bpost als een vennootschap naar publiek recht een bijdrage die is vastgelegd door een programmawet. Het bedrag wijzigt elk jaar naargelang het aantal propertioneel statutaire personeelsleden (VTE) en is onderhevig aan de inflatie.
De statutaire en contractuele personeelsleden van bpost NV (zowel actief, als gepensioneerd) krijgen een korting op de beheerskosten van de zichtrekening en daarnaast genieten ze ook van voordelige rentevoeten op spaarrekeningen, beleggingsfondsen verzekeringen en leningen.
bpost biedt aan zijn actieve contractuele werknemers (onder bepaalde voorwaarden zoals het functie niveau) een groepsverzekering aan als voordeel. Sinds de invoering van de Wet op aanvullende pensioenen ("WAP") in België hebben deze plannen volgens IAS 19 de karakteristieken van een toegezegdpensioenregeling.
Volgens de wetgeving moet de werkgever een bepaalde opbrengst garanderen op de fondsbeleggingen. Voorafgaande aan de wijziging in de WAP eind 2015, moest bpost de wettelijke minimumopbrengst van 3,25% op werkgeversbijdragen (na kosten van premies) en 3,75% op werknemersbijdragen verschaffen. De wettelijke minimum-opbrengst op werkgeversbijdragen is een "loopbaangemiddelde" opbrengst en niet een jaarlijkse opbrengst, daar waar het wettelijk minimum met betrekking tot de werknemersbijdragen wel degelijk op jaarlijkse basis wordt beoogt.
Hoewel er nog geen volledige duidelijkheid is over de benadering, heeft de wetgeving van december 2015 meer verduidelijking gebracht over het gegarandeerde minimum-rendement. De onzekerheid met betrekking tot de toekomstige evolutie van de gegarandeerde minimumrendementen in België veranderde met de wijziging in de WAP eind december 2015. Vanaf 2016 is de minimumopbrengst een percentage van de gemiddelde opbrengst van de laatste 24 maanden op lineaire obligaties van 10 jaar met een minimum van 1,75% per jaar.
Alhoewel er op de markt nog geen volledige consensus is wat betreft de methodologie, werd in 2018 de onderliggende methode die werd gebruikt voor de berekening volgens IAS 19 van deze toegezegdebijdragenregelingen ("Defined contribution plan") verfijnd door rekening te houden met de op nieuwe inzichten gebaseerde evolutie van de methodologieën op de markt. bpost blijft de PUC-methodologie ("Projected Unit Credit") gebruiken, maar zonder projectie van toekomstige bijdragen en lonen aangezien dat de bijdragen niet stijgen met de leeftijd en zodoende niet overwegend plaats vinden aan het einde van de periode van de plannen. De enige reden waarom de bijdragen aanzienlijk zouden stijgen in een latere fase van de loopbaan is gerelateerd aan het feit dat loonsverhogingen hoger zijn dan stapsgewijze indexeringen van de premies in de plannen. Bovendien past bpost paragraaf 115 van IAS 19 toe. Bij de vaststelling van de activa en passiva wordt rekening gehouden met de contractuele rentegaranties op mathematische reserves die door de verzekeringsmaatschappij gegarandeerd worden. De toepassing van paragraaf 115 zou kunnen leiden tot hogere activa als de gegarandeerde rentevoeten hoger zijn dan de discontovoet, hetgeen resulteert in een lagere nettoverplichting.
De netto verplichting met betrekking tot vergoedingen na uitdiensttreding worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Contante waarde van de verplichtingen | (115,3) | (112,6) |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | 88,5 | 83,2 |
| Contante waarde van de netto verplichtingen | (26,8) | (29,4) |
| NETTO VERPLICHTING | (26,8) | (29,4) |
| Personeelsvoordelen opgenomen in de balans | ||
| Verplichting | (26,8) | (29,4) |
| NETTO VERPLICHTING | (26,8) | (29,4) |
De veranderingen in de contante waarde van de verplichtingen worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Contante waarde op 1 januari | (112,6) | (98,1) |
| Opgenomen pensioenkosten | (10,2) | (10,0) |
| -Opgenomen pensioenkosten van het dienstjaar | (10,2) | (10,0) |
| Netto intrestkosten | (0,9) | (1,5) |
| Betaalde bijdragen | 7,7 | 6,6 |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering opgenomen in de winst-en verliesrekening |
0,0 | 0,0 |
| -Actuariële winsten en (verliezen) | 0,0 | 0,0 |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering opgenomen in niet gerealiseerde resultaten |
0,7 | (9,7) |
| -Actuariële winsten en (verliezen) | 0,7 | (9,7) |
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN OP 31 DECEMBER | (115,3) | (112,6) |
De reële waarde van de fondsbeleggingen is als volgt weer te geven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Reële waarde van de fondsbeleggingen per 1 januari | 83,2 | 65,3 |
| Bijdragen door de werkgever | 9,4 | 9,0 |
| Bijdragen door de werknemers | 1,5 | 1,4 |
| Betaalde bijdragen | (7,7) | (6,6) |
| Financiële kosten op activa (inbegrepen in winst-en verliesrekening) | 0,8 | 1,1 |
| Actuariële winsten/verliezen op activa (inbegrepen in de niet gerealiseerde resultaten) |
1,4 | 12,9 |
| REËLE WAARDE VAN DE FONDSBELEGGINGEN PER 31 DECEMBER | 88,5 | 83,2 |
De in de resultatenrekening opgenomen kosten worden hierna weergegeven:
| Op 31 december | |||
|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Opgenomen pensioenkosten | (8,8) | (8,5) |
| -Opgenomen pensioenkosten van het dienstjaar | (8,8) | (8,5) |
| Netto intrestkosten | (0,1) | (0,3) |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering | 0,0 | 0,0 |
| - Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als financieel | 0,0 | 0,0 |
| - Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als operationeel | 0,0 | 0,0 |
| NETTO KOSTEN | (8,9) | (8,9) |
De impact op de financiële kosten en personeelskosten wordt hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Personeelskosten | (8,8) | (8,5) |
| Financiële kosten | (0,1) | (0,3) |
| NETTO KOSTEN | (8,9) | (8,9) |
De kosten opgenomen onder de niet-gerealiseerde resultaten worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering | 2,1 | 3,2 |
| - Actuariële winsten en (verliezen) | 2,1 | 3,2 |
| NETTO KOSTEN | 2,1 | 3,2 |
Andere beloningen op lange termijn omvatten gecompenseerde geaccumuleerde afwezigheden, dagen pensioensparen, deeltijds regime, plannen met betrekking tot werknemersbijdragen en DVVP voor Job Mobility Center.
Statutaire werknemers van bpost NV hebben recht op 21 ziektedagen per dienstjaar. Gedurende deze 21 dagen en mits de werknemer over een gepast doktersattest beschikt, blijven ze 100% van hun loon ontvangen. Als er een jaar is wanneer de werknemer minder dan 21 dagen afwezig is, wordt het saldo van de niet gebruikte dagen overgedragen naar de volgende jaren met een maximum van 63 dagen (zie sectie dagen pensioensparen hiernavolgend). Wanneer de werknemer meer dan 21 dagen ziek is, wordt eerst het jaarlijkse quota opgebruikt en daarna de dagen die overgedragen werden uit vorige jaren. Tijdens deze periode blijven de werknemers hun volledig loon ontvangen. Wanneer de jaarlijkse quota en overgedragen dagen zijn opgebruikt, ontvangt de werknemer slechts een deel van zijn/haar salaris.
Zowel het volledige loon onder de ziektedagen als het verminderde loon zijn kosten die gedragen worden door bpost.
Er zijn geen wijzigingen in de berekeningsmethodologie in vergelijking met 2019. De waardering is gebaseerd op de toekomstige geprojecteerde betalingen/uitgaven. De kasuitstromen worden berekend op basis van een bepaald consumptiepatroon van de volledige populatie, dat afgeleid wordt uit statistieken op basis van de 12 maanden van 2020. De individuele tellers per persoon worden geprojecteerd voor de toekomst en verminderd met het reële aantal ziektedagen.
De jaarlijkse betaling is het aantal gebruikte ziektedagen (met een maximum van het aantal opgespaarde dagen) vermenigvuldigd met het verschil in het geprojecteerde loon (verhoogd met sociale lasten) aan 100% en het verminderde loon. De relevante ratio's met betrekking tot mensen dewelke het bedrijf verlaten en sterftescijfers werden gebruikt, samen met de discontovoet die van toepassing is op de duurtijd van het voordeel.
Statutaire personeelsleden van bpost NV hebben de mogelijkheid om de niet-opgenomen ziektedagen, die boven de quota van 63 dagen liggen (zie bovenvermelde paragraaf "gecompenseerde geaccumuleerde afwezigheden"), te converteren naar dagen pensioensparen (7 ziektedagen voor 1 dag pensioensparen) en om jaarlijks maximum 3 buitenwettelijke verlofdagen te converteren. Baremiek contractueel werknemers van bpost NV met een vast contract hebben jaarlijks recht op maximaal 2 dagen pensioensparen en hebben de mogelijkheid om jaarlijks 3 buitenwettelijke verlofdagen te converteren. De dagen pensioensparen worden jaar na jaar gecumuleerd en kunnen opgebruikt worden vanaf 50 jaar.
De waardering is gebaseerd op de methode die gebruikt wordt voor de gecompenseerde geaccumuleerde afwezigheden en is gebaseerd op de toekomstige geprojecteerde betalingen/uitgaven. De berekening is gebaseerd op een bepaald "consumptiepatroon" van de volledige populatie, dat afgeleid wordt uit statistieken op basis van de 12 maanden van 2020 zoals opgeleverd door het human resources departement. De individuele dagen pensioensparen worden geprojecteerd per persoon en verminderd met het werkelijk aantal gebruikte dagen pensioensparen.
De jaarlijkse betaling is het aantal gebruikte dagen pensioensparen vermenigvuldigd met het geprojecteerde dagloon (verhoogd met sociale lasten, vakantiegeld, eindejaarspremie, management– en integratiepremie). De relevante ratio's met betrekking tot mensen dewelke het bedrijf verlaten en sterftecijfers werden gebruikt, samen met de discontovoet die van toepassing is op de duurtijd van het voordeel.
Het regelgevend kader met betrekking tot deeltijds regime voor bpost werknemers (plannen toegankelijk voor ambtenaren en baremiek contractuele werknemers alleen) is het volgende:
Tot 1 oktober 2000 was bpost zijn eigen verzekeraar voor arbeidsongevallen en ongevallen op de weg van en naar het werk. Als gevolg daarvan zijn alle vergoedingen, die betaald werden aan personeelsleden voor ongevallen die plaatsvonden voor 1 oktober 2000, gefinancierd door bpost zelf.
Sinds 1 oktober 2000 heeft bpost verzekeringspolissen afgesloten om het risico af te dekken.
De Kaderovereenkomst van 30 september 2016 omschrijft een DVVP-plan ("Dienstvrijstelling voorafgaand aan de Pensionering") voor het Job Mobility Center. Dit plan voorziet voor een onbepaalde duur dat statutairen van bpost NV vanaf 61 jaar die aan het Job Mobility Center zijn aangehecht en dit na een periode van één jaar nog steeds zijn, van hun dienst worden ontheven. bpost NV blijft de begunstigden 70% van hun loon betalen bij vertrek en dat tot zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken, met een maximum van 5 jaar.
De netto verplichting met betrekking tot andere lange termijn personeelsvoordelen omvat de volgende posten:
| Op 31 december | ||
|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
| Contante waarde van de verplichtingen | (283,4) | (282,2) |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | 0,0 | 0,0 |
| Contante waarde van de netto verplichtingen | (283,4) | (282,2) |
| NETTO VERPLICHTING | (283,4) | (282,2) |
| Personeelsvoordelen opgenomen in de balans | ||
| Verplichting | (283,4) | (282,2) |
| NETTO VERPLICHTING | (283,4) | (282,2) |
De veranderingen in de contante waarde van de verplichtingen worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Contante waarde op 1 januari | (282,2) | (267,1) |
| Opgenomen pensioenkosten | (12,1) | (12,8) |
| - Opgenomen pensioenkosten van het dienstjaar | (12,1) | (12,8) |
| Netto intrestkosten | (1,7) | (3,5) |
| Betaalde bijdragen | 17,5 | 19,1 |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering opgenomen in de winst-en verliesrekening |
(5,0) | (18,0) |
| - Actuariële winsten en (verliezen) | (5,0) | (18,0) |
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN OP 31 DECEMBER | (283,4) | (282,2) |
De in de resultatenrekening opgenomen kosten worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Opgenomen pensioenkosten | (12,1) | (12,8) |
| - Opgenomen pensioenkosten van het dienstjaar | (12,1) | (12,8) |
| Netto intrestkosten | (1,7) | (3,5) |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering | (5,0) | (18,0) |
| - Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als financieel | (7,0) | (21,3) |
| - Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als operationeel | 2,0 | 3,3 |
| NETTO KOSTEN | (18,8) | (34,2) |
De impact op personeelskosten en financiële kosten wordt hieronder weergegeven:
| Op 31 december | ||
|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
| Personeelskosten | (10,1) | (9,5) |
| Financiële kosten | (8,7) | (24,7) |
| NETTO KOSTEN | (18,8) | (34,2) |
De vervroegd-pensioenplannen van bpost NV zijn als volgt:
De pensioenplannen van de Ubiway-groep zijn als volgt:
De personeelsbeloningen gerelateerd aan de plannen voor vervroegd pensioen geven aanleiding tot een schuld bij bpost, omdat (i) de tewerkstelling beëindigd wordt voor het tijdstip van normale pensioenleeftijd en (ii) het de beslissing is van de werknemer om in te gaan op het aanbod van bpost.
De netto verplichting met betrekking tot ontslagvergoedingen omvat de volgende posten:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Contante waarde van de verplichtingen | (9,8) | (9,0) |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | 0,0 | 0,0 |
| Contante waarde van de netto verplichtingen | (9,8) | (9,0) |
| NETTO VERPLICHTING | (9,8) | (9,0) |
| Personeelsvoordelen opgenomen in de balans | ||
| Verplichting | (9,8) | (9,0) |
| NETTO VERPLICHTING | (9,8) | (9,0) |
De veranderingen in de contante waarde van de verplichtingen worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Contante waarde op 1 januari | (9,0) | (8,5) |
| Opgenomen pensioenkosten | (3,6) | (4,7) |
| - Opgenomen pensioenkosten van het dienstjaar | (3,6) | (4,7) |
| Netto intrestkosten | 0,0 | 0,0 |
| Betaalde bijdragen | 4,1 | 4,1 |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering opgenomen in de winst en verliesrekening |
(1,2) | 0,2 |
| - Actuariële winsten en (verliezen) | (1,2) | 0,2 |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering opgenomen in niet gerealiseerde resultaten |
0,0 | 0,0 |
| - Actuariële winsten en (verliezen) | 0,0 | 0,0 |
| LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN OP 31 DECEMBER | (9,8) | (9,0) |
De in de resultatenrekening opgenomen kosten worden hierna weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Opgenomen pensioenkosten | (3,6) | (4,7) |
| -Opgenomen pensioenkosten van het dienstjaar | (3,6) | (4,7) |
| Netto intrestkosten | 0,0 | 0,0 |
| Winsten en (verliezen) bij herwaardering | (1,2) | 0,2 |
| - Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als financieel | 0,0 | 0,0 |
| - Actuariële winsten en (verliezen) gerapporteerd als operationeel | (1,1) | 0,2 |
| NETTO KOSTEN | (4,8) | (4,6) |
De impact op personeelskosten en financiële kosten wordt hieronder weergegeven:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Personeelskosten | (4,8) | (4,5) |
| Financiële kosten | 0,0 | 0,0 |
| NETTO KOSTEN | (4,8) | (4,6) |
| Op 31 december | ||
|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
| Handelsschulden | 1,3 | 1,4 |
| Overige schulden | 47,3 | 26,2 |
| LANGLOPENDE HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | 48,6 | 27,7 |
De langlopende handelsschulden en overige schulden bedroegen 48,6 miljoen EUR en omvatten voornamelijk het door bpost bank verstrekte werkkapitaal dewelke bpost in staat stelt om zaken te doen voor rekening van bpost bank en de aankoop van de resterende aandelen van Active Ants International en Anthill. De stijging ten opzichte van vorig jaar werd voornamelijk verklaard door de stijging van de voorwaardelijke vergoeding van Anthill en de erkenning van de verplichting voor 25% van de aandelen van Active Ants International (zie toelichting 6.7 bedrijfscombinaties).
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Handelsschulden | 447,4 | 363,5 |
| Geïnde opbrengsten voor klanten | 90,7 | 98,7 |
| Eindrechten postale operatoren | 261,0 | 166,3 |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten |
359,5 | 336,8 |
| Te betalen belastingen met uitzondering van inkomstenbelastingen |
13,3 | 10,3 |
| Transitrekening frankeermachines | 10,2 | 9,7 |
| Werkkapitaal voor postale financiële diensten | 18,8 | 18,8 |
| Ontvangen waarborgen | 10,2 | 13,4 |
| Toe te rekenen kosten (exclusief eindrechten postale operatoren) |
140,8 | 173,5 |
| Over te dragen opbrengsten | 75,1 | 51,9 |
| Overige schulden | 11,3 | 7,9 |
| KORTLOPENDE HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | 1.438,4 | 1.250,9 |
De nettoboekwaarden worden geacht een goede indicatie te zijn van de reële waarde. De samenstelling van de overige schulden die opgenomen zijn in de kortlopende handels- en overige schulden is als volgt:
De stijging van de kortlopende handels- en overige schulden met 187,6 miljoen EUR tot 1.438,4 miljoen EUR was voornamelijk te verklaren door:
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 | ||
|---|---|---|---|---|
| Postzegels verkocht maar nog niet gebruikt en krediet op frankeermachines |
47,0 | 36,2 | ||
| Overige contractverplichtingen | 25,1 | 11,8 | ||
| CONTRACT VERPLICHTINGEN | 72,1 | 48,0 |
De reeds door klanten betaalde vergoedingen die zijn toegewezen aan de resterende prestatieverplichting waaraan op de verslagdatum (gedeeltelijk) niet is voldaan, bedroegen 47,0 miljoen EUR en hebben voornamelijk betrekking op zegels en tegoeden op frankeermachines die zijn verkocht maar op balansdatum nog niet door klanten zijn gebruikt. Op het einde van het jaar is de prestatieverplichting voor de DAEB vervuld en zijn er geen contractuele verplichtingen meer.
| IN MILJOEN EUR | LOPENDE GESCHILLEN |
MILIEU | BEZWARENDE CONTRACTEN |
HERSTRUCTURERING & OVERIGE |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|
| Balans op 1 januari 2019 | 16,2 | 0,6 | 14,1 | 8,5 | 39,3 |
| Aangelegde voorzieningen | 2,1 | 0,0 | 0,0 | 3,2 | 5,3 |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Aangewende voorzieningen | (0,3) | 0,0 | (5,9) | (2,6) | (8,8) |
| Teruggenomen voorzieningen | (2,3) | 0,0 | (2,6) | (1,3) | (6,3) |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,0 | 0,3 | 0,0 | 0,3 |
| Overige stijging (daling) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2019 | 15,7 | 0,5 | 5,9 | 7,7 | 29,8 |
| Saldo op het einde van het jaar (langlopend) | 11,6 | 0,5 | 3,3 | 0,7 | 16,2 |
| Saldo op het einde van het jaar (kortlopend) | 4,1 | 0,0 | 2,6 | 7,0 | 13,7 |
| 15,7 | 0,5 | 5,9 | 7,7 | 29,8 | |
| Balans op 1 januari 2020 | 15,7 | 0,5 | 5,9 | 7,7 | 29,8 |
| Aangelegde voorzieningen | 4,0 | 2,1 | 0,5 | 3,4 | 10,1 |
| Verwerving door middel van bedrijfscombinaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
| Aangewende voorzieningen | 0,0 | 0,0 | (2,7) | (3,2) | (5,9) |
| Teruggenomen voorzieningen | (4,5) | 0,0 | (0,7) | (1,5) | (6,8) |
| Wisselkoersverschillen | 0,0 | 0,0 | (0,2) | 0,0 | (0,2) |
| BALANS OP 31 DECEMBER 2020 | 15,2 | 2,6 | 2,8 | 6,4 | 27,0 |
| Saldo op het einde van het jaar (langlopend) | 12,0 | 0,5 | 0,7 | 0,1 | 13,3 |
| Saldo op het einde van het jaar (kortlopend) | 3,2 | 2,1 | 2,1 | 6,2 | 13,7 |
| 15,2 | 2,6 | 2,8 | 6,4 | 27,0 |
De voorziening voor lopende geschillen bedroeg 15,2 miljoen EUR. Ze vertegenwoordigt de raming van de kasuitstroom met betrekking tot vele verschillende (effectief of op handen zijnde) geschillen tussen bpost en derden.
De verwachte periode van de daarop betrekking hebbende kasuitstromen hangt af van de ontwikkelingen van de onderliggende geschillen waarvoor de timing onzeker is.
bpost is momenteel betrokken in de volgende gerechtelijke procedures ingesteld door tussenpersonen:
bpost betwist alle claims en aantijgingen.
Tot slot besliste de Belgische Mededingingsautoriteit op 10 december 2012 dat bepaalde aspecten van het tariefbeleid van bpost voor de periode januari 2010 - juli 2011 een inbreuk vormden op het Belgische en Europese mededingingsrecht en legde ze bpost een boete op van om en bij de 37,4 miljoen EUR. Alhoewel bpost de boete in 2013 betaalde, vocht het de conclusies van de Belgische Mededingingsautoriteit aan en ging het tegen de beslissing in beroep bij het Brusselse Hof van Beroep. Op 10 november 2016 deed het Brusselse Hof van Beroep de beslissing van de Belgische Mededingingsautoriteit teniet. De Belgische Mededingingsautoriteit is op juridische gronden bij het Hof van Cassatie in beroep gegaan tegen dit arrest. Op 22 november 2018 heeft het Hof van Cassatie het arrest vernietigd en de zaak doorverwezen naar het Hof van Beroep van Brussel voor een nieuw proces. Bij arrest van 19 februari 2020 besliste het Hof van Beroep van Brussel om 2 vragen te stellen aan het Hof van Justitie1 van de EU voor een prejudiciële beslissing. Een beslissing van het Hof van Justitie wordt niet verwacht voor het einde van het tweede kwartaal van 2021.
De voorziening met betrekking tot milieukwesties bedroeg 2,6 miljoen EUR en heeft betrekking op bodemsanering.
De voorziening voor bezwarende contracten heeft betrekking op de beste schatting van de sluitingskosten van mail- en retailkantoren en de IT onderhoudskosten voor uitfasering van een platform voor webwinkels.
Overige voorzieningen omvatten onder meer verwachte kosten in verband met verplichtingen voor herstellingen en wettelijke verplichtingen. Per 31 december 2020 bedroegen de overige voorzieningen 6,4 miljoen EUR.
Onderstaande tabel bevat de hiërarchie van de reële waardebepaling van de financiële activa en verplichtingen:
| Per 31 december 2019 | ||
|---|---|---|
| Per 31 december 2019 | WAARDERINGSHIËRACHIE | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| IN MILJOEN EUR | BOEKWAARDE | GENOTEERDE PRIJZEN IN EEN ACTIEVE MARKT (NIVEAU 1) |
SIGNIFICANTE ANDERE WAARNEEMBARE PARAMETERS (NIVEAU 2) |
SIGNIFICANTE NIET WAARNEEMBARE PARAMETERS (NIVEAU 3) |
||
| FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD AAN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS | ||||||
| Langlopend | ||||||
| Financiële activa | 37,6 | 0,0 | 37,6 | 0,0 | ||
| Kortlopend | ||||||
| Financiële activa | 1.391,8 | 0,0 | 1.391,8 | 0,0 | ||
| TOTAAL FINANCIËLE ACTIVA | 1.429,4 | 0,0 | 1.429,4 | 0,0 |
| TOTAAL FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | 2.733,8 | 674,8 | 2.091,3 | 0,0 |
|---|---|---|---|---|
| Financiële verplichtingen | 1.528,1 | 0,0 | 1.528,1 | 0,0 |
| Derivaten - valuta termijn contracten | 0,7 | 0,0 | 0,7 | 0,0 |
| Derivaten - valuta swaps (FX) | 0,6 | 0,0 | 0,6 | 0,0 |
| Kortlopend | ||||
| Financiële verplichtingen | 561,9 | 0,0 | 561,9 | 0,0 |
| Lange termijn obligatie | 642,5 | 674,8 | 0,0 | 0,0 |
| Langlopend |
| IN MILJOEN EUR | BOEKWAARDE | GENOTEERDE PRIJZEN IN EEN ACTIEVE MARKT (NIVEAU 1) |
SIGNIFICANTE ANDERE WAARNEEMBARE PARAMETERS (NIVEAU 2) |
SIGNIFICANTE NIET WAARNEEMBARE PARAMETERS (NIVEAU 3) |
|---|---|---|---|---|
| FINANCIËLE ACTIVA GEWAARDEERD AAN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS | ||||
| Langlopend | ||||
| Financiële activa | 13,5 | 0,0 | 13,5 | 0,0 |
| Kortlopend | ||||
| Financiële activa | 1.758,8 | 0,0 | 1.758,8 | 0,0 |
| TOTAAL FINANCIËLE ACTIVA | 1.770,4 | 0,0 | 1.770,4 | 0,0 |
| FINANCIËLE VERPLICHTINGEN GEWAARDEERD AAN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS (BEHALVE DERIVATEN) : | ||||
| Langlopend | ||||
| Lange termijn obligatie | 643,7 | 680,6 | 0,0 | 0,0 |
| Financiële verplichtingen | 569,9 | 0,0 | 569,9 | 0,0 |
| Kortlopend | ||||
| Derivaten - valuta swaps (FX) | 0,2 | 0,0 | 0,2 | 0,0 |
| Derivaten - valuta termijn contracten | 0,2 | 0,0 | 0,2 | 0,0 |
| Financiële verplichtingen | 1.716,6 | 0,0 | 1.716,6 | 0,0 |
| TOTAAL FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | 2.930,5 | 680,6 | 2.286,9 | 0,0 |
De reële waarde van de tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde vaste en vlottende financiële activa en de tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerde langlopende en kortlopende financiële verplichtingen benadert hun boekwaarde. Aangezien ze niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de balans, moet hun reële waarde niet bekendgemaakt worden.
Tijdens de periode was er geen overdracht tussen niveaus van de reële waarde hiërarchie en waren er geen wijzigingen in de toegepaste waarderingstechnieken en parameters.
In 2020 werd de achtergestelde lening die aan bpost bank werd toegestaan (25,0 miljoen EUR) ondergebracht bij kortlopend in plaats van bij langlopend aangezien de lening in het jaar 2021 zal worden terugbetaald in lijn met de niet-bindende overeenkomst met betrekking tot het toekomstige partnerschap op lange termijn van bpost bank NV.
Op het einde van 2020 bestonden de langlopende financiële verplichtingen uit:
bpost wordt blootgesteld aan bepaalde risico's die gerelateerd zijn aan de dagelijkse activiteiten. Het voornaamste risico dat wordt beheerd met behulp van financiële derivaten is het valutarisico. bpost gebruikt valutatermijncontracten en deviezenswapcontracten om bepaalde blootstellingen in vreemde valuta te beheren. Deze contracten werden aangegaan om de wisselkoersrisico's gerelateerd aan de door bpost aan zijn dochterondernemingen toegekende interbedrijvenleningen af te dekken. Op jaareinde 2020 bedroeg de impact van de reële waarde van de termijncontracten en de deviezenswapcontracten een stijging van de verplichtingen met 0,3 miljoen EUR.
Op het einde van het jaar 2020 bedroeg het uitstaande handelspapier van bpost 165,0 miljoen EUR. De looptijd van de verschillende handelspapieren varieert van 1 to 6 maanden. Gezien de huidige marktomstandigheden kan bpost genieten van negatieve rentevoeten. Het uitstaande saldo van de verplichtingen met betrekking tot leases bedroeg 103,9 miljoen EUR.
bpost gebruikt valutatermijncontracten en deviezenswapcontracten om bepaalde blootstellingen in vreemde valuta te beheren. Deze contracten werden aangegaan om de wisselkoersrisico's gerelateerd aan de door bpost aan zijn dochterondernemingen toegekende interbedrijvenleningen af te dekken.
Eind 2020 had bpost drie deviezenswaps en drie valutatermijncontracten uitstaan, vier bij ING en twee bij Société Générale.
In januari 2020, mei 2020 en november 2020 ging bpost twee deviezenswaps aan en één valutatermijncontract om 0,9 miljoen SGD te wisselen tegen 0,5 miljoen EUR om het valutarisico van een specifieke schuld in SGD te dekken.
In juli 2020 ging bpost een deviezenswap met ING aan om 8,8 miljoen GBP te wisselen tegen 9,6 miljoen EUR om het valutarisico van een specifieke schuld in GBP in te dekken.
De andere deviezenswap ving aan in september 2019 om 6,0 miljoen HKD te wisselen tegen 0,7 miljoen EUR.
Daarnaast onderschreef bpost in mei 2020 een valutatermijncontract om 3,0 miljoen USD te wisselen tegen 2,3 miljoen EUR. Dit contract wordt gebruikt om het valutarisico van specifieke schulden in USD af te dekken.
In februari 2018 ging bpost een rentetermijnswap aan met een looptijd van 10 jaar en een nominaal bedrag van 600,0 miljoen EUR. De transactie werd aangegaan ter afdekking van het rentevoetrisico op de beoogde uitgifte van een langetermijnobligatie om het overbruggingskrediet, dat in november 2017 werd aangegaan voor de overname van Radial, te herfinancieren.
In juli 2018 heeft bpost een obligatie van 650,0 miljoen EUR op 8 jaar uitgegeven. Op dat moment werd de rentermijnswap afgewikkeld en afgerekend via een betaling van 21,5 miljoen EUR, opgedeeld tussen een effectief gedeelte voor 20,0 miljoen EUR en een ineffectief gedeelte voor 1,5 miljoen EUR. Het ineffectieve deel werd in de resultatenrekening opgenomen. Het effectief gedeelte van de kasstroomafdekking (20,0 miljoen EUR) werd in de niet-gerealiseerde resultaten (bedrag na belastingen is 14,8 miljoen EUR) opgenomen als kasstroomafdekkingsreserve. Deze kasstroomafdekking wordt over dezelfde periode opgenomen in de resultatenrekening als de langetermijnobligatie aangezien de kasstromen van de langetermijnobligatie de resultatenrekening vanaf haar uitgiftedatum gedurende 8 jaar zullen beïnvloeden. In 2020 werd een bedrag van 1,9 miljoen EUR opgenomen in de resultatenrekening.
In 2018 ging bpost een termijnlening in USD aan, met een looptijd van drie jaar met twee mogelijke verlengingen van telkens een jaar. bpost, met EUR als functionele munteenheid, ontleende USD, samen met de uitgifte van de obligatie, om de overname van Radial Holdings, LP in 2017 te herfinancieren. bpost leende een gedeelte in USD om het risico op wisselkoersverliezen voor de buitenlandse verrichting te beperken, derhalve realiseerde bpost een nettoinvesteringsafdekking. Dientengevolge wordt het effectieve deel van veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten. Het notionele bedrag van de afdekking bedroeg 143,0 miljoen USD, terwijl de in EUR geconverteerde boekwaarde 116,5 miljoen EUR bedroeg. Op 31 december 2020 bedroeg het nettoverlies op de herwaardering van de USD-lening, die werd opgenomen bij niet-gerealiseerde resultaten en gecumuleerd in de valutaomrekeningsreserve, 11,0 miljoen EUR. Er was geen afdekkingsineffectiviteit in 2020.
Zoals beschreven in toelichting 6.28 annuleerde het Brusselse Hof van beroep op 10 november 2016 de beslissing van de Belgische Mededingingsautoriteit waarbij een boete van 37,4 miljoen EUR werd opgelegd. De Belgische Mededingingsautoriteit is op juridische gronden bij het Hof van Cassatie in beroep gegaan tegen dit arrest. Op 22 november 2018 heeft het Hof van Cassatie het arrest vernietigd en de zaak voor een nieuw proces naar het Hof van Beroep in Brussel verwezen. Bij arrest van 19 februari 2020 heeft het Hof van Beroep van Brussel besloten twee prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de EU. Een beslissing van het Hof van Justitie wordt binnen 2 jaar verwacht. Het voorgaande vormt een voorwaardelijk actief. Indien het Hof van Beroep de beslissing van de Belgische Mededingingsautoriteit zou tenietdoen, dan zou bpost de boete van 37,4 miljoen EUR (exclusief intresten) kunnen terugvorderen.
In oktober 2020 werd Radial Noord-Amerika het slachtoffer van een ransomwareaanval die een impact had op een deel van zijn activiteiten in de VS, waaronder technologische diensten en downstream gevolgen voor haar operationele activiteiten. Uit een diepgaande analyse die werd uitgevoerd met de hulp van toonaangevende forensische onderzoekers kwam naar voren dat het ging om een encryptie-aanval die bedoeld was om de bedrijfsactiviteiten stil te leggen, zodat de aanvallers losgeld konden eisen. Bij de aanval, waarbij malware werd geïnstalleerd, werden er geen gegevens geëxfiltreerd of gestolen. Er zijn ook geen aanwijzingen dat klantgegevens of persoonlijke gegevens uit de systemen van Radial Noord-Amerika werden gehaald. Daarnaast werden de betalingsverwerkingssystemen van Radial Noord-Amerika door geen enkel aspect van de aanval geïmpacteerd. Onmiddellijk na de aanval heeft Radial Noord-Amerika zijn technologische diensten vrijwillig stilgelegd om de aanval te stoppen en om het mogelijk te maken de systemen op een veilige manier te herstellen. Binnen een redelijk tijdsbestek na de aanval en vóór de eindejaarspiek van 2020 slaagde Radial Noord-Amerika erin zijn technologische diensten weer voldoende functioneel te maken om de activiteiten op alle locaties te hervatten. Radial Noord-Amerika heeft een dubbele verzekeringsdekking wat betreft cyberrisico's en is momenteel bezig met het opstellen en indienen van zijn claim in verband met de ransomwareaanval. Daarom kan bpost op de rapporteringsdatum geen inschatting maken van het bedrag dat in verband met de ransomwareaanval krachtens zijn cyberverzekeringspolissen kan worden gerecupereerd. In 2020 bedroegen de netto geschatte kosten 9,2 miljoen EUR en de verzekeringsdekking zou toereikend moeten zijn om de geschatte kosten voor 2020 te dekken.
Er werden 2 belangrijke nieuwe huurcontracten ondertekend waarvan de aanvangsdatum na de balansdatum ligt. Deze contracten hebben betrekking op de huur voor het nieuwe hoofdkantoor van de groep, startdatum voorzien eind 2021, looptijd van 15 jaar met een geschat gebruiksrecht van 48,4 miljoen EUR. Daarnaast zal Radial, Inc een bijkomende locatie hebben vanaf het tweede kwartaal van 2021, looptijd van 18 maanden met een geschatte impact van 5,0 miljoen EUR.
Per 31 december 2020 geniet bpost van bankgaranties ten belope van een som van 45,9 miljoen EUR. Deze garanties zijn uitgegeven door banken namens klanten van bpost. Deze garanties kunnen opgevraagd en uitbetaald worden indien de klant niet betaalt of failliet gaat. Daardoor bieden ze bpost financiële zekerheid tijdens de periode dat het een contract heeft met de klant.
Per 31 december 2020 bedroeg de verkoopwaarde van de goederen door partners in consignatie gegeven om ze via het netwerk van bpost te verkopen 3,4 miljoen EUR.
bpost heeft twee niet opgenomen doorlopende kredietfaciliteiten voor een totaal bedrag van 375,0 miljoen EUR. De gesyndiceerde kredietovereenkomst bedraagt 300,0 miljoen EUR en vervalt in oktober 2024 terwijl de bilaterale kredietovereenkomst van 75,0 miljoen EUR in juni 2024 vervalt en opnames mogelijk zijn in EUR en USD. De intrestvoet op de doorlopende kredietfaciliteit van 300,0 miljoen EUR verandert in functie van de duurzame rating bepaald door een externe partij.
bpost treedt op als borgsteller (1,1 miljoen EUR garantie) in het kader van de DoMyMove samenwerkingsovereenkomst tussen bpost en Engie Electrabel.
bpost heeft een overeenkomst met BNP, Belfius, ING en KBC waarin deze zich engageren om aan bpost garanties te verlenen ten belope van 88,1 miljoen EUR, op eenvoudig verzoek. Daarnaast heeft bpost een bedrag van garanties ten belope van 8,8 miljoen EUR gegeven aan derde partijen.
bpost betaalt en vereffent de financiële transacties van overheidsinstellingen (belastingen, BTW enz.) voor rekening van de Staat. De fondsen van de Staat en deze staatsinstellingen zijn "voor rekening van" en worden dus niet opgenomen in de balans.
De Belgische Staat is, rechtstreeks en via de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij ("FPIM"), de meerderheidsaandeelhouder van bpost en heeft 51,04% van bpost in handen. Bijgevolg is ze bevoegd om elke beslissing op de Vergadering van Aandeelhouders waarvoor een gewone meerderheid van stemmen vereist is, te controleren.
De rechten van de Belgische Staat als aandeelhouder van bpost zijn vastgelegd in het beleid inzake deugdelijk bestuur (openbaar beschikbaar op bpost website).
De Belgische Staat is samen met de Europese Unie de belangrijkste wetgever in de postsector. Het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie ("BIPT"), de nationale regelgevende instantie, is de belangrijkste regulator voor de postsector in België.
De Belgische Staat is één van de grootste klanten van bpost. De vergoeding voor de Diensten van Algemeen Economisch Belang ("DAEB") meegerekend, was 9,5% van de totale bedrijfsopbrengsten van bpost in 2020 toerekenbaar aan de Belgische Staat en federale overheidsinstellingen.
bpost verzorgt de postbedeling voor een aantal ministeries, zowel volgens de commerciële voorwaarden als overeenkomstig de bepalingen van het beheerscontract.
bpost is door de Belgische Staat belast met het leveren van universele postdiensten en DAEB. Die omvatten postdiensten en financiële en andere openbare diensten. De Wet van 21 maart 1991, de Postwet van 26 januari 2018, het beheerscontract en de concessieovereenkomsten bepalen de regels en voorwaarden voor het uitvoeren van de verplichtingen die bpost op zich neemt in uitvoering van de universele postdiensten en de DAEB, en, waar van toepassing, voor de financiële compensatie door de Belgische Staat.
De DAEB die door het beheerscontract aan bpost zijn toevertrouwd, omvatten de instandhouding van het retailnetwerk, de levering van dagelijkse DAEB (d.w.z. "cash at counter"-diensten en de uitbetaling aan huis van pensioenen en sociale uitkeringen) en het verlenen van bepaalde ad hoc-DAEB. Dat zijn DAEB die door hun aard slechts eenmalig worden verleend. Ad hoc-DAEB omvatten de sociale rol van de postbode, in het bijzonder met betrekking tot alleenstaanden of minderbedeelden (deze dienst wordt door de postmannen op ronde verleend via draagbare terminals en de elektronische identiteitskaart), de "A.u.b. postbode"-dienst, de verspreiding van informatie aan het publiek, de samenwerking met betrekking tot de uitreiking van de stembrieven, de uitreiking van geadresseerd en ongeadresseerd verkiezingsdrukwerk, de uitreiking van poststukken van verenigingen tegen een speciale prijs, de uitreiking van brievenpost met een antwoordnummer, de betaling van presentiegeld tijdens de verkiezingen, de financiële en administratieve verwerking van boetes, het drukken en verkopen van visvergunningen en het verkopen van postzegels.
De DAEB die door het beheerscontract aan bpost zijn toevertrouwd, zijn bedoeld om aan bepaalde doelstellingen met betrekking tot het algemeen belang te voldoen. Om de territoriale en sociale cohesie te waarborgen, moet bpost een retailnetwerk bestaande uit minstens 1.300 postverkooppunten behouden. Minstens 650 van deze postverkooppunten moeten postkantoren zijn.
De tarieven en de andere voorwaarden voor het verlenen van een aantal van de krachtens het beheerscontract voorziene diensten worden bepaald in invoeringsakkoorden tussen bpost, de Belgische Staat en, indien nodig, de andere betrokken partijen of instellingen.
Het vijfde beheerscontract verstreek op 31 december 2015. Op 3 december 2015 ondertekenden bpost en de Belgische Staat het zesde beheerscontract. Dit beheerscontract voorziet in de verdere verlening van de voormelde DAEB's gedurende een periode van vijf jaar, dewelke eindigde op 31 december 2020.
bpost blijft bovendien de DAEB voor de vroege uitreiking van kranten en de distributie van tijdschriften verlenen. Tot 31 december 2015 werden deze diensten verleend krachtens het vijfde beheerscontract. In overeenstemming met de verbintenis van de Belgische Staat jegens de Europese Commissie, werd er een competitieve, transparante en niet-discriminerende marktconsultatieprocedure met betrekking tot deze diensten georganiseerd, waarna het verlenen van de diensten in oktober 2015 aan bpost werd toegekend. Dientengevolge worden de diensten voor de distributie van kranten en tijdschriften sinds 1 januari 2016 geleverd in overeenstemming met de concessieovereenkomsten die in november 2015 tussen bpost en de Belgische Staat werden uitgevoerd.
Op 3 juni 2016 keurde de Europese Commissie zowel het zesde beheerscontract als de concessieovereenkomsten over de uitreiking van kranten en tijdschriften op grond van de staatssteunregels goed1 .
In december 2019 besliste de Belgische Federale Ministerraad de huidige persconcessie met bpost te verlengen voor een periode van 2 jaar (2021-2022) op basis van de voorwaarden die van toepassing zijn voor 2020, zoals gespecifieerd in de huidige concessies. De Europese Commissie is op de hoogte gesteld geworden van deze beslissing.
In december 2020 besliste de Belgische regering om het zesde beheerscontract te verlengen tot 31 december 2021. Deze verlenging zal aan de Europese Commissie worden bekendgemaakt.
bpost voorziet ook diensten voor het beheer van geldrekeningen voor de Belgische Staat en een aantal andere overheidsinstanties op grond van het Koninklijk Besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst zoals geamendeerd door het Koninklijk Besluit van 30 april 2007 houdende reglementering van de financiële postdiensten en het Koninklijk Besluit van 14 april 2013 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst.
De vergoeding die aan bpost wordt verleend met betrekking tot de DAEB wordt beschreven in toelichting 6.9 van het jaarverslag en bedroeg 267,2 miljoen EUR voor 2020 (271,0 miljoen EUR in 2019).
De vergoeding voor de DAEB is gebaseerd op een Netto Vermeden Kost ("NAC", Net Avoided Cost)-methodologie. Deze methodologie bepaalt dat de vergoeding wordt gebaseerd op het verschil tussen (i) de nettokost voor de dienstverlener om te werken met de DAEB-verplichting en (ii) de nettokost voor dezelfde dienstverlener om te werken zonder die verplichting.
De vergoeding voor de uitreiking van kranten en tijdschriften bestaat uit een forfaitair bedrag en een variabel bedrag gebaseerd op de uitgereikte volumes. Deze vergoeding is onderworpen aan verdere ex-postverificaties en dient NAC-conform te zijn.
In 2015 besloot de Belgische Staat unilateraal om de vergoeding voor 2015 te verminderen met 6,5 miljoen EUR. Desalniettemin heeft bpost zijn rechten gevrijwaard en werd een dubieuze vordering voor een gelijkaardig bedrag geboekt, dewelke nog openstaat per eind december 2020. Rekening houdend met de dubieuze vordering bedroeg het uitstaande bedrag dat door de Belgische Staat is verschuldigd voor de vergoeding voor de DAEB op 31 december 2020 105,0 miljoen EUR (109,7 miljoen EUR op 31 december 2019). bpost heeft aan de Belgische Staat ook een bankwaarborg verschaft van 5,4 miljoen EUR met betrekking tot de vergoeding voor de DAEB.
Als de vergoeding voor de DAEB buiten beschouwing wordt gelaten, dan overschrijden de diensten verleend aan Staatsgerelateerde klanten de 5% van de totale bedrijfsopbrengsten van bpost niet.
Een lijst van dochterondernemingen (en ondernemingen geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode) wordt samen met een korte beschrijving van hun zakelijke activiteiten beschreven in toelichting 6.35 van dit jaarverslag.
Balansen en transacties tussen bpost en zijn dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn van bpost, werden geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening en worden niet opgenomen in deze toelichting.
1 In oktober 2016 verzocht de Vlaamse Federatie van Persverkopers het Gerecht om de goedkeuringsbeschikking van de Europese Commissie om procedureredenen nietig te verklaren. In februari 2019 heeft het Gerecht de zaak geschrapt uit het register, naar aanleiding van het verzoek van de VFP om de gerechtelijke actie te staken.
bpost bank is voor 50% een geassocieerde onderneming van bpost. De andere aandeelhouder van bpost bank is BNP Paribas Fortis, die de overige 50% bezit.
Als geregistreerde bank- en verzekeringstussenpersoon, verdeelt bpost bank- en verzekeringsproducten namens bpost bank. bpost verleent in zijn hoedanigheid van dienstverlener bovendien backofficediensten en andere bijbehorende diensten aan bpost bank. Er bestaan tussen de drie bedrijven verschillende overeenkomsten en akkoorden hieromtrent dewelke hierna volgend beschreven worden.
De voornaamste bank- en verzekeringsproducten die via bpost verdeeld worden door bpost bank zijn zichtrekeningen, spaarrekeningen, effectenrekeningen, depositocertificaten en fondsen of gestructureerde producten voorzien door BNP Paribas Fortis, respectievelijk ongevallen- en/of ziektekostenverzekeringen, en lijfrente- en pensioenproducten, waaronder 'Tak 21'- en 'Tak 23'-levensverzekeringen voorzien door AG Insurance.
bpost bank had op 31 december 2020 bij benadering 719.407 zichtrekeningen en 865.804 spaarrekeningen. Alle rekeningen omvatten de basisdiensten zoals debetkaarten, toegang tot betalingssystemen en diensten voor geldoverdracht, en geldopnames aan het loket van een postkantoor of aan een geldautomaat. bpost biedt ook de Master-Card kredietkaart van bpost bank aan.
De kredietverlening aan klanten door bpost bank bestaat uit het verlenen of aanbieden van consumentenkredieten en hypothecaire leningen. Op 31 december 2020 had bpost bank ongeveer 6.534 miljoen EUR aan leningen op zijn balans.
bpost bank houdt zich niet bezig met vermogensbeheeractiviteiten, private banking of commerciële kredietverstrekking.
De samenwerking tussen bpost bank en BNP Paribas Fortis op het vlak van bpost bank wordt beschreven in een samenwerkingsovereenkomst voor bankactiviteiten die opnieuw werd onderhandeld en ondertekend op 13 december 2013 en loopt tot 31 december 2021.
De raamovereenkomst voorziet in essentie dat (i) bpost en BNP Paribas Fortis samenwerken via bpost bank, die een geassocieerde onderneming van bpost is; (ii) bpost, met uitzondering van bepaalde zaken zoals overeengekomen in de samenwerkingsovereenkomst, de exclusieve verdeler is van de producten en diensten van bpost bank via zijn postkantorennetwerk; en (iii) bpost backofficediensten en andere bijbehorende diensten zal verlenen aan bpost bank.
De verzekeringsproducten van AG Insurance worden aangeboden en verkocht via bpost bank, waarbij gebruik wordt gemaakt van het distributienetwerk van bpost.
De samenwerking tussen AG Insurance, bpost bank en bpost is vastgelegd in een overeenkomst voor de distributie van verzekeringen die opnieuw werd onderhandeld en werd ondertekend op 17 december 2014. De raamovereenkomst voorziet in een toelatingsvergoeding, een commissie op alle door bpost verkochte verzekeringsproducten en bijkomende commissies als de vastgelegde verkoopcijfers worden behaald.
bpost bank betaalt bpost een commissie die is vastgelegd volgens de marktvoorwaarden voor de distributie van bank- en verzekeringsproducten en een vergoeding voor het uitvoeren van bepaalde backofficeactiviteiten. Het bedrag van de commissie voor de distributie van bank- en verzekeringsproducten hangt, onder andere, af van de door bpost bank gerealiseerde intrestmarge, de assets under management en de verkoop van financiële en verzekeringsproducten via het retailnetwerk van bpost. De totale bedrijfsopbrengsten voor bankproducten en financiële producten bedroegen 155,1 miljoen EUR in 2020 (2019: 165,3 miljoen EUR), waarvan een significant bedrag betrekking heeft op de commissie die bpost bank aan bpost betaald heeft. De openstaande vordering van bpost ten opzichte van bpost bank bedroeg 8,1 miljoen EUR per 31 december 2020 (2019: 8,1 miljoen EUR).
Op 23 december 2020 ondertekenden bpost en BNP Paribas Fortis een niet-bindende intentieverklaring waarin BNP Paribas Fortis de intentie uitdrukte om de participatie van 50% van bpost in bpost bank te verwerven en er de enige aandeelhouder van te worden. De aankoopprijs zal worden berekend op basis van de IFRS nettovermogenswaarde op het moment van afsluiting. bpost zou bankdiensten blijven verstrekken via zijn fysieke netwerk van postkantoren, waardoor een kwaliteitsvolle dienstverlening wordt verzekerd en de toekomstige inkomsten uit de bankactiviteiten bij bpost zodoende veilig worden gesteld. De tarifering voor deze bankdiensten dient verder te worden besproken. Echter, onder de nieuwe commerciële overeenkomst verwacht bpost momenteel geen grote afwijking van de inkomsten ten opzichte van de inkomsten die bpost had kunnen verwachten onder de bestaande overeenkomsten met BNP Paribas Fortis en bpost bank, afhankelijk van de verkoopresultaten van bpost en de marktomstandigheden. De huidige context van lage marges, lage rentevoeten en strenge kapitaalsvereisten om een kleinere onafhankelijke bank draaiende te houden, liggen aan de basis van de beoogde overeenkomst. Met dit partnerschap op lange termijn versterken bpost en BNPPF hun duurzame, commerciële relatie, die gebaseerd is op een gedeelde nabijheidsstrategie om financiële diensten aan te bieden via een netwerk van kantoren dicht bij de burger. Dit bevestigt de blijvende toegevoegde waarde van het bpost-netwerk in de toekomst en daarmee kunnen de klanten van bpost bank blijven rekenen op een continuïteit van een uitstekende dienstverlening in hun vertrouwde omgeving.
bpost en BNP Paribas Fortis hebben de intentie om tegen eind maart 2021 bindende overeenkomsten af te sluiten, met de bedoeling de transactie tegen eind 2021 af te ronden. De looptijd van het toekomstige partnerschap bedraagt zeven (7) jaar. De transactie zal onderworpen zijn aan de gebruikelijke voorwaarden, met inbegrip van de reglementaire goedkeuringen.
bpost bank heeft 12,0 miljoen EUR werkkapitaal ter beschikking gesteld van bpost zonder enige garantie of intrestbetaling door bpost. Dit werkkapitaal zal tijdens de volledige duur van de raamovereenkomst voor bankactiviteiten voor bpost beschikbaar blijven. Het is bedoeld om het werkkapitaal te vormen dat bpost in staat stelt om zaken te doen in naam van bpost bank.
In 2020 ontving bpost van bpost bank geen dividend (5,0 miljoen EUR in 2019).
Op 4 november 2019 richtten bpost NV, AXA Bank Belgium NV, Crelan NV, Argenta Spaarbank NV en vdk bank NV de joint venture "Jofico CV" op. Deze joint venture, waarin elke aandeelhouder een gelijk aandeel bezit, heeft als doel een ATM-als-dienst-model te implementeren, waarbij de deelnemende bedrijven hun krachten bundelen voor de aankoop en het onderhoud van hun respectieve ATM-netwerk.
Personeelsleden van het key management zijn personen die bevoegd en verantwoordelijk zijn voor de strategische oriëntatie van het bedrijf. Bij bpost bestaat het personeel van het key management uit alle leden van de Raad van Bestuur en het Group Executive Committee.
Zoals beschreven in het remuneratieverslag werd de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur, met uitzondering van de "Chief Executive Officer" of "CEO", vastgelegd door de Vergadering van Aandeelhouders van 25 april 2000 en bleef van toepassing in 2020. In overeenstemming met de toepasselijke vereisten inzake deugdelijk bestuur, zal bpost een nieuw bezoldigingsbeleid voor de leden van zijn Raad van Bestuur en van het Group Executive Committee, dat van toepassing is vanaf 1 januari 2021, op de aandeelhoudersvergadering van 12 mei 2021 ter stemming voorleggen aan de aandeelhouders.
De leden van de Raad van Bestuur, met uitzondering van de CEO, hebben recht op een vaste jaarlijkse bezoldiging. Ze hebben ook recht op een zitpenning per bijgewoonde vergadering van de door de Raad van Bestuur opgerichte comités.
In 2020 bedroeg de totale vergoeding die werd betaald aan de leden van de Raad van Bestuur (exclusief de CEO) 0,3 miljoen EUR (2019: 0,4 miljoen EUR).
Het bezoldigingspakket van de CEO en de leden van het Group Executive Committee bestaat uit een (i) basisloon, (ii) een variabele beloning op korte termijn, (iii) een pensioenbijdrage en (iv) verschillende andere voordelen.
Voor het jaar eindigend op 31 december 2020 werd een globale vergoeding van 4,7 miljoen EUR (2019: 4,2 miljoen EUR), exclusief de variabele vergoeding betaald aan de CEO en aan de leden van het Group Executive Committee. Deze kan als volgt worden opgesplitst:
Bijkomend ontvingen de CEO en de leden van het Group Executive Committee in 2020 een globale variabele vergoeding van 1.095.854,63 EUR (2019: 819.139,09 EUR) op basis van de bedrijfsdoelstellingen en de individuele doelstellingen voor het jaar dat eindigde op 31 december 2019 (aangezien de evaluatie voor 2019 pas in 2020 werd afgerond).
Geen aandelen, aandelenopties of andere rechten om aandelen te verwerven (of andere op aandelen gebaseerde beloning), werden toegekend aan of uitgeoefend door de CEO of andere leden van het Group Executive Committee of zijn vervallen in 2020. Geen opties die werden toegekend in het kader van vorige aandelenoptieplannen waren nog uitstaand voor uitoefening in 2020.
Een meer gedetailleerd overzicht van de vergoeding van het top management van bpost en van het bezoldigingsbeleid van bpost is terug te vinden in het remuneratieverslag.
Hieronder volgt een beschrijving van de zakelijke activiteiten van de voornaamste dochterbedrijven:
1 Voorheen Landmark Global (Nederland)
2 Voorheen Landmark Global (Polen)
| AANDEEL VAN DE STEMRECHTEN IN% | LAND VAN OPRICHTING | ||
|---|---|---|---|
| NAAM | 2020 | 2019 | |
| bpost bank NV | 50% | 50% | België |
| Jofico CV | 20% | 2% | België |
| AANDEEL VAN DE STEMRECHTEN IN% | LAND VAN OPRICHTING | ||
|---|---|---|---|
| NAAM | 2019 | 2018 | |
| Alteris NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| Certipost NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| Euro-Sprinters NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| CYDEP NV-SA(2) | 100,0% | 100,0% | België |
| Parcify NV-SA(3) | - | 100,0% | België |
| (2) Radial Poland Sp z o.o. |
100,0% | 100,0% | Polen |
| Speos België NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| Mail Services INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Landmark Global (UK) LTD | 100,0% | 100,0% | VK |
| bpost Hong Kong LTD | 100,0% | 100,0% | Hong Kong |
| bpost Singapore Pte. LTD | 100,0% | 100,0% | Singapore |
| bpost International Logistics (Beijing) Co., LTD | 100,0% | 100,0% | China |
| bpost U.S. Holdings INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Landmark Global, INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Landmark Trade Services, LTD | 100,0% | 100,0% | Canada |
| Landmark Global (Australia) Distribution PTY LTD(3) | - | 100,0% | Australië |
| Radial (Netherlands) BV(4) | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Landmark Trade Services (Netherlands) BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Landmark Trade Services (UK) LTD | 100,0% | 100,0% | VK |
| Landmark Trade Services USA, INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Apple Express Courier INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Apple Express Courier LTD | 100,0% | 100,0% | Canada |
| Freight Distribution Management Systems PTY, LTD | 100,0% | 100,0% | Australië |
| FDM Warehousing PTY, LTD | 100,0% | 100,0% | Australië |
| AMP NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| Import Lux Burnonville SARL(3) | - | 100,0% | Luxemburg |
| Ubiway NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| Ubiway Services NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| Internationale Boekhandel Distributiedienst NV-SA(3) | - | 100,0% | België |
| Distridijle NV-SA(3) | - | 100,0% | België |
| Ubiway Retail NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| kariboo! NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| Bubble Post NV-SA(3) | - | 100,0% | België |
| Welcome Media NV-SA | 100,0% | 100,0% | België |
| DynaGroup BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Dynafix Repair BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Dynalogic Benelux BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
|---|---|---|---|
| Dynafix Care BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Dynalogic Courier BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Dynafix Computer Repair BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Dynasure BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Dynafix Onsite BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Dynalinq BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Dynalogic België NV | 100,0% | 100,0% | België |
| Radial Solutions Hong Kong LTD | 100,0% | 100,0% | Hong Kong |
| Radial Holdings LP | 100,0% | 100,0% | VS |
| Radial Commerce INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Radial South LP | 100,0% | 100,0% | VS |
| Radial INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Radial Luxembourg SARL | 100,0% | 100,0% | Luxembourg |
| Radial Omnichannel Technologies India Private LTD | 100,0% | 100,0% | India |
| Radial Omnichannel International SLU | 100,0% | 100,0% | Spain |
| Radial Fullfillment GmbH | 100,0% | 100,0% | Duitsland |
| Radial GmbH | 100,0% | 100,0% | Duitsland |
| Radial Commerce LTD | 100,0% | 100,0% | VK |
| Radial Solutions Singapore PTE LTD | 100,0% | 100,0% | Singapore |
| Radial E-commerce (Shanghai) Corp. LTD | 100,0% | 100,0% | China |
| bpost North America Holdings, INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Radial III GP, LLC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Radial South GP, LLC | 100,0% | 100,0% | VS |
| IMEX Global Solutions, LLC | 100,0% | 100,0% | VS |
| M.A.I.L. (Mailing Assistance In Lafayette), INC | 100,0% | 100,0% | VS |
| Leen Menken Foodservice Logistics BV | 100,0% | 100,0% | Nederland |
| Active Ants BV | 75,0% | 63,6% | Nederland |
| Anthill BV | 75,0% | 63,6% | Nederland |
| Radial Italy SRL | 100,0% | 100,0% | Italië |
| Atoz Global BV | 75,0% | 63,6% | Nederland |
| Multi Channel Services Fulfillment BV | 75,0% | 63,6% | Nederland |
| Freight 4U Logistics BVBA | 100,0% | - | België |
| Active Ants International BV | 75,0% | Nederland | |
| Active Ants België BV | 75,0% | België |
(1) Volledig geconsolideerd
(2) Voorheen Landmark Global (PL) Sp z o.o.
(3) Geliquideerd gedurende het jaar 2020
(4) Voorheen Landmark Global (Netherlands) BV
Er hebben zich na de balansdatum geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die een invloed hebben op de financiële positie van bpost.
Op 31 december 2020

De statutaire (niet-geconsolideerde) jaarrekening van bpost NV opgesteld onder BGAAP wordt hier voorgesteld in een verkorte vorm. De commissaris heeft een verklaring zonder voorbehoud afgeleverd over de statutaire enkelvoudige jaarrekening van bpost NV voor het jaar eindigend december 2020.
De integrale versie van de jaarrekening zal neergelegd worden bij de Nationale Bank van België en zal verder gratis te raadplegen zijn op de website van bpost.
| Op 31 december IN MILJOEN EUR |
2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Vaste activa | ||
| Immateriële vaste activa (inclusief oprichtingskosten) | 49,1 | 43,5 |
| Materiële vaste activa | 283,9 | 291,0 |
| Financiële vaste activa | 1.425,9 | 1.480,4 |
| 1.758,9 | 1.815,0 | |
| Vlottende activa | ||
| Voorraden | 9,3 | 8,8 |
| Handels- en overige vorderingen | 537,4 | 481,7 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 710,0 | 509,7 |
| Overlopende rekeningen | 44,3 | 44,9 |
| 1.301,0 | 1.045,1 | |
| TOTAAL ACTIVA | 3.059,9 | 2.860,1 |
| Eigen vermogen en schulden | ||
| Eigen vermogen | ||
| Geplaatst kapitaal | 364,0 | 364,0 |
| Herwaarderingsmeerwaarden | 0,1 | 0,1 |
| Reserves | 79,0 | 79,9 |
| Overgedragen resultaat | 263,0 | 221,4 |
| 706,1 | 665,4 | |
| Voorzieningen | ||
| Voorzieningen m.b.t. pensioenen | 31,0 | 31,4 |
| Voorzieningen voor herstellingen en onderhoud | 0,1 | 1,0 |
| Overige voorzieningen | 136,8 | 139,3 |
| Uitgestelde belasting | 9,4 | 9,7 |
| 177,3 | 181,4 |
| 2020 | 2019 |
|---|---|
| 838,8 | 861,0 |
| 838,8 | 861,0 |
| 344,3 | 275,3 |
| 179,6 | 178,9 |
| 374,9 | 359,9 |
| 10,6 | 11,3 |
| 254,9 | 193,5 |
| 173,6 | 133,4 |
| 1.337,7 | 1.152,3 |
| 3.059,9 | 2.860,1 |
| IN MILJOEN EUR | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Omzet | 2 .257,1 |
2 .145,4 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 40,8 | 72,4 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 1,8 | 0,0 |
| TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 2.299,7 | 2.217,8 |
| Materiaalkost | 6,6 | 5,9 |
| Personeelskosten | 1 .198,3 |
1 .130,2 |
| Diensten en diverse goederen | 825,1 | 717,1 |
| Overige bedrijfskosten | 11,5 | 12,7 |
| Voorzieningen | (3,8) | 2,6 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | 625 | 53,7 |
| Niet-recurrente bedrijfskosten | 13,8 | 2,8 |
| TOTAAL BEDRIJFSKOSTEN | 2.114,0 | 1.925,0 |
| BEDRIJFSRESULTAAT | 185,7 | 292,8 |
| Financiële opbrengsten/(kosten) | 3,6 | 21,1 |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten/(kosten) | (99,2) | (29,3) |
| WINST VOOR BELASTING | 90,2 | 284,6 |
| Overboeking van uitgestelde belasting | (0,3) | 0,0 |
| Overboeking naar uitgestelde belasting | 0,0 | 9,7 |
| Belastingen | 49,8 | 73,2 |
| RESULTAAT VOOR DE PERIODE | 40,7 | 201,7 |
| Overboeking naar/(van) belastingvrije reserves | (1,0) | 29,1 |
Jean-Paul Van Avermaet, Chief Executive Officer en Leen Geirnaerdt, Chief Financial Officer, verklaren in naam en voor rekening van de vennootschap, dat, voor zover hen bekend:
Jean-Paul Van Avermaet Leen Geirnaerdt
Chief Excecutive Officer Chief Financial Officer
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van College van commissarissen van bpost NV van publiek recht (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen de "Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2020, de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde geconsolideerde resultaten, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht van het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als College van commissarissen benoemd door de Algemene Vergadering op 9 mei 2018, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de Algemene Vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2020. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 12 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van bpost NV van publiek recht, die de geconsolideerde balans op 31 december 2020 omvat, alsook de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde geconsolideerde resultaten, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van .874,5 miljoen EUR en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een verlies van het boekjaar van 19,2 miljoen EUR.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2020, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISAs"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
De verplichtingen betreffende de personeelsbeloningen op lange termijn bedragen 320,0 miljoen EUR per 31 december 2020 en worden beschreven in toelichting 6.27 van de Geconsolideerde Jaarrekening. De personeelsbeloningen op lange termijn zijn belangrijk voor onze controle omwille van de omvang van het bedrag erkend voor deze verplichtingen, de inschattingen met betrekking tot de voornaamste actuariële veronderstellingen (zoals de verdisconteringsvoet, inflatiepercentage, sterftetabellen, stijging van lonen en medische kosten,…) alsook de vereiste technische expertise voor de berekening en de correcte weergave van de impact van deze verplichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening conform IAS 19.
Zoals beschreven in de toelichting 6.21, voor waardevermindering op lange termijn activa (inclusief goodwill), test de Vennootschap jaarlijks de boekwaarde van zijn kasstroomgenererende eenheden (CGU), of frequenter indien er indicatoren met betrekking tot waardevermindering aanwezig zijn. De waardeverminderingstest omvat een vergelijking van de waarde in gebruik van de CGU met haar boekwaarde. Deze beoordeling is een schattingsproces dat inschattingen vereist inzake de toekomstige kasstromen gerelateerd aan de CGU rekening houdend met de gevolgen van de COVID-19 pandemie, de verdisconteringsvoet ("WACC") en de groeivoeten van omzet en kosten om de waarde in gebruik van de CGU te bepalen.
Dit kernpunt is belangrijk voor onze controle vanwege de omvang van de bedragen, de gemaakte inschattingen en de technische expertise die vereist is om de beoordeling van waardevermindering op lange termijn activa uit te voeren.
Omzet erkenning is een kernpunt van onze audit omwille van de omvangrijke bedragen (totaal van de bedrijfsopbrengsten voor 2020 bedraagt 4.154,6 miljoen EUR), de complexiteit en doordat de bepaling van de verschillende omzetstromen op jaareinde in overeenstemming met IFRS 15, diverse inschattingen omvat. De voornaamste risico's zijn gerelateerd aan:
data en assumpties die gebruikt werden in de berekeningen van de omzet met onderliggende contracten, (ii) verificatie of het transfert van risico's en voordelen conform de contractuele bepalingen correct in rekening gebracht werden, (iii) een vergelijking van de voornaamste inputdata in de berekeningsmodellen van de omzet (vb. volumes, prijzen,…) met onderliggende IT systemen, contracten en andere documenten verkregen van externe partijen.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden;
• het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:
• Overzicht kerncijfers;
• Belangrijkste gebeurtenissen in het jaar;
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over het jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, werd opgenomen in het jaarrapport over de Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op Global Reporting Initiatives standaarden (hierna "GRI"). Wij spreken ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met het vermelde Global Reporting Initiatives standaarden (hierna "GRI"). Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over individuele elementen opgenomen in deze niet-financiële informatie.
Onze bedrijfsrevisorenkantoren en onze netwerken hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Brussels, 9 March 2021
EY Réviseurs d'Entreprises SRL Vertegenwoordigd door
Romuald Bilem * Vennoot * Handelend in naam van een BV
PVMD Bedrijfsrevisoren CV Vertegenwoordigd door
Caroline Baert* Vennoot * Handelend in naam van een BV
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.