Annual Report • Mar 25, 2022
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

Bekaerts jaarverslag 2021 is de start van onze transitie naar een volledig geïntegreerd rapport. Dit bevestigt ons engagement ten aanzien van zowel financiële als niet-financiële doelstellingen en prestaties. Bekaert zal niet langer een afzonderlijk Duurzaamheidsrapport publiceren. We hebben alle niet-financiële toelichtingen geïntegreerd volgens de richtlijnen van de Corporate Sustainability Reporting Directive en zullen de details en scope van onze doelstellingen en toelichtingen verder uitbreiden in de komende jaren. Onze aanpak plaatst de waarde en impact die we als onderneming creëren in een breder perspectief.
We kijken verder dan rapportering en financiële data, en bijgevolg verder dan morgen.
| Woord van de Gedelegeerd Bestuurder en de Voorzitter | ||
|---|---|---|
| Bekaert in een oogopslag | 8 | |
| Over ons | 9 | |
| De hoogtepunten van 2021: sterke oplevering van onze prioriteiten | 10 | |
| Vier Business Units 12 |
||
| Rubberversterking | 12 | |
| Staaldraadtoepassingen | 12 | |
| Specialty Businesses13 | ||
| Bridon-Bekaert Ropes Group 13 |
||
| Waarde creëren voor onze stakeholders | 14 | |
| Waardecreatiemodel15 | ||
| Onze strategie 17 |
||
| Ons leiderschap19 | ||
| Onze stakeholders29 | ||
| Enterprise risk management31 | ||
| Materialiteitsmatrix 32 |
||
| Onze prestaties in 202133 | ||
| Financiële performantie34 | ||
| Waardeketen38 | ||
| Planeet42 | ||
| Kennis 46 |
||
| Corporate Governance Verklaring56 | |||
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur57 | |||
| Comités van de Raad van Bestuur59 | |||
| Evaluatie60 | |||
| Uitvoerend Management60 |
| Diversiteit61 | |
|---|---|
| Regels van behoorlijk gedrag62 | |
| Remuneratieverslag63 | |
| Aandelen82 | |
| Controle en ERM91 | |
| Financieel overzicht99 | |
| Geconsolideerde jaarrekening 100 |
|
| Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 100 |
|
| Geconsolideerd overzicht van het volledig perioderesultaat101 | |
| Geconsolideerd balans102 | |
| Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen 104 |
|
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht 106 |
|
| Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening108 | |
| 1. Algemene informatie 108 |
|
| 2. Samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor de financiële verslaggeving108 | |
| 2.1. Conformiteitsverslag 108 | |
| 2.2. Algemene principes 109 | |
| 2.3. Balanselementen 111 | |
| 2.4. Elementen van de winst-en-verliesrekening119 | |
| 2.5. Overzicht van het volledig perioderesultaat en mutatieoverzicht van het eigen vermogen120 | |
| 2.6. Alternatieve prestatiemaatstaven 120 | |
| 2.7. Diverse120 | |
| 3. Significante beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden122 | |
| 3.1. Significante beoordelingen bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving 122 | |
| 3.2. Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden122 | |
| 4. Segmentrapportering 123 |
|
| 4.1. Kerncijfers per rapporteringssegment124 | |
| 4.2. Omzet per land126 | |
| 5. Elementen van de winst-en-verliesrekening 127 |
|
| 5.1. Netto-omzet127 | |
| 5.2. Bedrijfsresultaat (EBIT) per functie 128 | |
| 5.3. Bedrijfsresultaat (EBIT) per aard van opbrengsten en kosten 133 | |
| 5.4. Renteopbrengsten en -lasten 137 | |
| 5.5. Overige financiële opbrengsten en lasten135 | |
| 5.6. Winstbelastingen 136 |
| 5.7. Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen137 | |
|---|---|
| 5.8. Winst per aandeel137 | |
| 6. Balanselementen 139 |
|
| 6.1. Immateriële activa139 | |
| 6.2. Goodwill140 | |
| 6.3. Materiële vaste activa146 | |
| 6.4. Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa 149 | |
| 6.5. Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen 152 | |
| 6.6. Overige vaste activa156 | |
| 6.7. Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen157 | |
| 6.8. Operationeel werkkapitaal161 | |
| 6.9. Overige vorderingen 164 | |
| 6.10. Geldmiddelen & kasequivalenten en geldbeleggingen 164 | |
| 6.11. Overige vlottende activa 165 | |
| 6.12. Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden met deze | |
| activa165 | |
| 6.13. Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aan | |
| delen gebaseerde betalingen 166 | |
| 6.14. Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves175 | |
| 6.15. Minderheidsbelangen178 | |
| 6.16. Voorzieningen voor personeelsbeloningen182 | |
| 6.17. Overige voorzieningen193 | |
| 6.18. Rentedragende schulden 194 | |
| 6.19. Overige verplichtingen op meer dan een jaar197 | |
| 6.20. Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar198 | |
| 6.21. Belastingposities 198 | |
| 7. Diverse elementen 199 |
|
| 7.1. Toelichting bij het kasstroomoverzicht199 | |
| 7.2. Beheer van financiële risico's en financiële instrumente 203 | |
| 7.3. Voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen, gewaarborgde verplichtingen en activa verpand | |
| als waarborg219 | |
| 7.4. Verbonden partijen 220 | |
| 7.5. Gebeurtenissen na balansdatum 222 | |
| 7.6. Opdrachten uitgevoerd door de commissaris en aanverwante personen 222 | |
| 7.7. Dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen223 | |
| Informatie met betrekking tot de Moedervennootschap230 | |
| Jaarverslag van de Raad van Bestuur en jaarrekening van NV Bekaert SA | 230 |
|---|---|
| Voorstel van resultaatverwerking NV Bekaert SA 2021 234 |
|
| Statutaire benoemingen | 234 |
| Alternatieve prestatiemaatstaven | 235 |
| Verslag van de commissaris 240 |
| Rapporteringsprincipes278 | |
|---|---|
| Duurzaamheidsstandaarden 279 |
|
| GRI Content Index280 | |
| Verklarende woordenlijst285 | |
| Management286 |

Oswald Schmid Gedelegeerd Bestuurder
Jürgen Tinggren Voorzitter van de Raad van Bestuur

Beste Lezer,
Bekaert heeft een nieuwe performantiemijlpaal bereikt in 2021 ondanks de turbulentie van de pandemie.
We behaalden een sterke omzet en verbeterde winstgevendheid in al onze businesses dankzij businessmixverbeteringen, footprintaanpassingen en organisatorische efficiëntie.
Belangrijk was dat we vooruitgang boekten in onze strategische transformatie om Bekaert een sterkere, flexibelere organisatie te maken die hogere waarde creëert. Deze vooruitgang liet ons toe onze wereldwijde aanwezigheid en lokale dienstverlening volop te benutten om klantvragen te beantwoorden en ondertussen oplossingen te bieden voor de tekorten in arbeidskrachten, materialen, energie en logistiek.
Vanuit een financieel oogpunt behaalden we nieuwe prestatieniveaus voor onze kernindicatoren. De omzet steeg met 28% tot een recordniveau van € 4,8 miljard in 2021 en onderliggende EBIT nam toe met 89% tot € 515 miljoen. Het nettoresultaat voor de periode bedroeg € 451 miljoen met EPS van € 7,14. Effectief werkkapitaalbeheer en solide cashgeneratie leidden tot een verdere schuldgraadverlaging met een nettoschuld op onderliggende EBITDA van 0,61 bij jaareinde 2021.
Dankzij deze sterke resultaten zijn we verheugd aan te kondigen dat de Raad van Bestuur aan de Jaarlijkse Vergadering van Aandeelhouders in mei 2022 een brutodividend van € 1,50 zal voorstellen, wat overeenkomt met een stijging van 50% tegenover het vorige jaar. Daarnaast heeft de Raad een inkoopprogramma voor eigen aandelen aangekondigd om uitstaande aandelen terug te kopen en te vernietigen voor een totaalbedrag van ten hoogste € 120 miljoen over een maximale periode van 12 maanden.
We zijn vastbesloten in de toekomst nieuwe mijlpalen te blijven bereiken. We onderzoeken bijkomende kansen om verder te groeien en onze business te verbeteren. Ons doel is om groei te versnellen in veelbelovende markten, zowel binnen onze kerntechnologieën als beyond steel. We verhogen onze middelen in innovatie en
digitalisatie zodat we onze klanten beter kunnen bedienen.
We hebben een ambitieuze duurzamheidsstrategie ontwikkeld met doelstellingen en actieplannen om onze duurzaamheidsperformantie te versnellen. We zijn overtuigd dat onze plannen significante waarde zullen blijven genereren voor al onze stakeholders.
De sterke prestatie die we geleverd hebben in 2021 en onze vastberadenheid om waardegroei te stimuleren in doelmarkten, sterken ons vertrouwen in het kunnen realiseren van onze strategische prioriteiten. Gezien de onzekerheid en onstabiliteit die momenteel in de wereld heerst, voornamelijk als gevolg van de crisis in Oekraïne, is de zichtbaarheid op de marktevoluties van 2022 beperkt. Toch bevestigen we onze ambitie om onze doelstellingen op middellange termijn (2022-2026) met een organische omzetgroei van 3%+ CAGR en een onderliggende EBIT-marge tussen 9% en 11% doorheen de cyclus te behalen.
Onze teams wereldwijd hebben onvermoeibaar gewerkt om de veiligheid van onze medewerkers en de businesscontinuïteit van onze klanten te garanderen en hebben zo bijgedragen aan de sterke prestaties van 2021. Bovendien waarderen we ten zeerste de acties en initiatieven die ze vandaag nemen om mensen uit Oekraïne via verschillende humanitaire programma's te helpen en om de impact van de crisis op onze business te beperken. We willen ons management en onze teams bedanken voor hun inzet, energie en allesovertreffende attitude.
We danken onze klanten, partners en aandeelhouders voor hun aanhoudende steun en vertrouwen.
Oswald Schmid Gedelegeerd Bestuurder
Jürgen Tinggren Voorzitter van de Raad van Bestuur
BEKAERT IN EEN OOGOPSLAG
TITLE
Bekaert is een wereldmarkt- en technologisch leider in staaldraadtransformatie en deklaagtechnologieën. Door het continu creëren van toegevoegde waarde streven we ernaar de voorkeurleverancier voor producten, diensten en oplossingen te zijn voor onze klanten wereldwijd. Bekaert (Euronext Brussels: BEKB) werd opgericht in 1880 en is een globale onderneming met meer dan 27 000 medewerkers wereldwijd, hoofdzetel in België en een gezamenlijke omzet van bijna 6 miljard euro in 2021.
GRI 102-1, GRI 102-3, GRI 102-7

Wij willen de beste zijn in het begrijpen van de toepassingen waarvoor onze klanten onze producten en diensten gebruiken. De kennis over hoe onze producten functioneren in de productieprocessen en producten van onze klanten helpt ons immers om oplossingen te ontwikkelen en te leveren die het best aan hun vereisten voldoen — zo creëren we meerwaarde voor onze klanten.
Staaldraad transformeren en unieke deklaagoplossingen toepassen, dat zijn onze kernactiviteiten. Afhankelijk van de wensen van onze klanten trekken we draad in diverse diameters en sterktes, zelfs tot ultrafijne vezels van één micron. We bundelen draden tot koord, kabels en strengen, weven of breien ze tot een weefsel of verwerken ze tot een eindproduct. De coatings die we aanbrengen verminderen wrijving, verbeteren de corrosiebestendigheid of bevorderen de adhesie met andere materialen. We ontwikkelen ook producten en oplossingen uit andere metalen en materialen. Dit is onderdeel van onze strategie om creativiteit te stimuleren in staal en daarbuiten: creativity beyond steel.
Meer informatie over ons productaanbod is beschikbaar op onze website bekaert.com.
GRI 102-2, GRI 102-6

better together beschrijft de unieke samenwerking binnen Bekaert en tussen Bekaert en zijn businesspartners. We creëren waarde voor onze klanten door het leveren en co-creëren van een kwaliteitsportfolio van producten en door het bieden van dienstverlening op maat in alle continenten.
We geloven in blijvende relaties met onze klanten, leveranciers en andere stakeholders en we verbinden ons ertoe om hen langetermijnwaarde te bieden. We zijn ervan overtuigd dat het vertrouwen, de integriteit en de onstuitbare spirit die onze medewerkers wereldwijd verenigen als één team de fundamenten vormen van succesvolle partnerschappen waar ook ter wereld.


Alle resultaatsindicatoren zijn onderliggende cijfers voor 2021, voor aftrek van € -1,5 miljoen eenmalige elementen. Vergelijkingen zijn ten opzichte van het boekjaar 2020. Het dividendvoorstel is onderhevig aan goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van mei 2022.

Percentages ten opzichte van leveranciersuitgaven door Bekaertdochterondernemingen
Engagement tot het Science Based Targets-initiatief
-4 % Scope 2-BKG-energie-intensiteit*:
39% Elektriciteitsverbruik van hernieuwbare bronnen
We stimuleren een circulaire economie:

100 % van het staalafval gaat naar de staalindustrie voor recyclage
*Broeikasgas(BKG-) daling tov basisjaar 2019 BKG- & energiecijfers zijn inclusief joint ventures

Bruto-investeringen in R&D namen toe met +18% tot € 67 miljoen en zullen verder stijgen in de volgende jaren.

We stellen 27 181 medewerkers van 72 nationaliteiten in 45 landen te werk

Medewerkersaantallen zijn gezamenlijk, inclusief joint ventures. De retentiegraad heeft betrekking op de dochterondernemingen van Bekaert (exclusief joint ventures).
Bekaerts business unit Rubberversterking ontwikkelt, produceert en levert staalkoord- en hieldraadproducten en -oplossingen voor de bandensector. Voor de machinebouwmarkten bevat de productenportefeuille slangendraad en transportbandversterking¹.
Om klanten wereldwijd te bedienen heeft de business unit een globale aanwezigheid met productie-eenheden in EMEA, de VS, Brazilië, India, Indonesië en China. Bekaert bouwt ook een nieuwe fabriek in Vietnam.
De meest geavanceerde leider zijn van innovatieve rubberversterkingsoplossingen die onze klanten helpen om de industrie duurzaam om te vormen.
Staalkoord en hieldraad voor banden
€ 2,05 miljard geconsolideerde omzet • € 2,24 miljard gezamenlijke omzet² 11,8% onderliggende EBIT-marge • 16,5% onderliggende EBITDA-marge
GRI 102-2
Bekaerts business unit Staaldraadtoepassingen ontwikkelt, produceert en levert een zeer breed gamma van staaldraadproducten en -oplossingen aan klanten in diverse sectoren, waaronder landbouw, energie en nutsvoorzieningen, mijnbouw, bouw, consumptiegoederen, en de industriële sector in het algemeen.
Om klanten wereldwijd te bedienen heeft de business unit een globale aanwezigheid met productie-eenheden in EMEA, de VS, Latijns-Amerika en Azië en een wereldwijd verkoop- en distributienetwerk.
Klanten bedienen met innovatieve waardeoplossingen die hen helpen hun businessperformantie te verbeteren
Staaldraadtoepassingen voor energie- en nutsvoorzieningsmarkten, bouw en infrastructuur, landbouw, mijnbouw, enzovoort
€ 1,82 miljard geconsolideerde omzet • € 2,66 miljard gezamenlijke omzet² 11,3% onderliggende EBIT-marge • 13,5% onderliggende EBITDA-marge
GRI 102-2
¹ Noot: de slangendraad- en transportbandversterkingsactiviteiten werden in januari 2022 ondergebracht in de business unit Specialty Businesses. De financiële resultaten van deze activeiten zullen dusdanig worden gerapporteerd vanaf boekjaar 2022. Deze activiteiten noteerden een geconsolideerde omzet van € 115 miljoen in 2021. Als gevolg hiervan zal de business unit Rubberversterking zich volledig richten op de bandenindustrie en zal de business unit Specialty Businesses zijn activiteiten uitbreiden met een vierde subsegment.
² De gezamenlijke omzet is de omzet gerealiseerd door de geconsolideerde ondernemingen plus 100% van de omzet gerealiseerd door joint ventures en geassocieerde ondernemingen na eliminatie van onderlinge verkopen. Voor zowel Rubberversterking als Staaldraadtoepassingen omvat dit voornamelijk joint ventures in Brazilië.
Bekaerts business unit Specialty Businesses omvat drie subsegmenten¹ die verschillende markten bedienen: bouwproducten, vezeltechnologieën, en verbrandingstechnologieën. Qua karakteristieken delen ze een high-end productportfolio, geavanceerde technologieën en de voortdurende zoektocht naar lichtgewichtoplossingen en milieuvriendelijke toepassingen.
Bouwproducten ontwikkelt en produceert producten die beton, metselwerk, pleisterwerk en asfalt verstevigen. Vezeltechnologieën biedt hoogwaardige producten aan voor filtratie, hitteresistent textiel, electrogeleidend textiel, de veilige ontlading van statische energie, sensortechnologieën, en halfgeleidertoepassingen. Verbrandingstechnologie richt zich op verwarmingsmarkten met milieuvriendelijke gasen waterstofbranders en residentiële en commerciële warmtewisselaars.
De leidende aanbieder zijn van oplossingen met low-carbon betonversterking en fijnevezel- en verbrandingstechnologieën die bijdragen aan een schonere wereld
Als globale aanbieder van kabel- en advanced cords-oplossingen engageert Bridon-Bekaert Ropes Group zich om de leidende innovator en leverancier van de hoogst performante kabels en A-Cords te zijn voor klanten wereldwijd. De unieke combinatie van technologieën in staaldraadkabels, synthetische kabels en advanced cords (A-Cords) laat een hoge differentiatie toe in high-end markten.
BBRG-Ropes heeft een leidende positie in een heel breed gamma van sectoren, inclusief dag- en ondergrondse mijnbouw, offshore en onshore energie, hijskraan- en industriële toepassingen, visserij & marine, en structuren. De A-Cords-business van BBRG ontwikkelt en levert fijnkoord voor liften en distributieriemen die respectievelijk in de bouw- en machinebouwmarkten worden gebruikt, en raamsysteem- en verwarmingskabels voor de automobielsector.
De leidende innovator zijn en wereldwijd superieure oplossingen aanbieden met de best presterende kabels en advanced cords
WAARDE CREËREN VOOR ONZE STAKEHOLDERS
TITLE

Duurzaamheid is een integraal onderdeel van de Bekaert-strategie. We engageren ons tot het creëren van waarde voor al onze stakeholders door het opleveren ten aanzien van zowel onze financiële als niet-financiële doelstellingen. In dit verslag
beschrijven we hoe we de middelen die we investeren ('inputs') omzetten in duurzame waarde ('outputs & impact') voor onze aandeelhouders, klanten, medewerkers, gemeenschappen, en andere stakeholders.

1 Gebaseerd op het framework Guidelines of Value Reporting Foundation (International Reporting Council (IIRC) & Sustainability Accounting Standards Board (SASB) 2 JV's inbegrepen
3 23 568 in geconsolideerde vestigingen + 3 613 in joint ventures = 27 181 gezamenlijk
4 Incidentengraad (TRIR) en frequentiegraad (LTFIR) 2021 versus 2020
Sterke cashgeneratie in de voorbije jaren heeft ons in staat gesteld geldmiddelen vrij te maken voor waardecreërende investeringen. In 2021 investeerden we € 153 miljoen in materiële vaste activa en € 67 miljoen in research & innovation (R&I)-activiteiten (voor aftrek van subsidies en belastingtoelagen).
We kochten materialen en diensten van 16 000 leveranciers wereldwijd en stellen meer dan 27 000 mensen te werk in 45 landen ter wereld, waaronder productiesites in 25 landen en bijkomende verkoop- en distributiefaciliteiten in nog eens 20 landen.
We investeerden in de ontwikkeling van duurzame oplossingen en digitale productiesystemen en verhoogden onze duurzaamheidsambities en -doelstellingen in lijn met de transitie naar een lageuitstootmaatschappij. We bleven investeren in gezondheid & veiligheid, opleiding, en digitale vaardigheden om data-inzichten en klantendiensten verder te verbeteren.
2021 was een recordjaar qua omzet en perioderesultaat per aandeel (EPS). Onderliggende EBIT steeg met +89% tot € 515 miljoen bij een marge van 10,6%. De sterke resultaten en het recordnettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert leidde tot het voorstel van de Raad van Bestuur om een dividend van € 1,50 per aandeel uit te keren.
We leveren aan 13 500 klanten in 130 landen ter wereld. Onze investeringen in onderzoek en innovatie leverden 25 eerste patentaanvragen op in 2021, wat resulteerde in een portfolio van meer dan 1 900 patenten en patentrechten. 21 partnerschappen met academische en research instituten helpen onze innovatie-inspanningen te versnellen en meer dan 85% van Bekaerts wereldwijde portfolio van research en innovatieprojecten richt zich op duidelijke voordelen op het vlak van duurzaamheid.
Inspanningen om onze CO₂-afdruk te verminderen zijn gaande en 100% van het staalafval keert terug naar de staalfabrieken voor recyclage. We betaalden € 133 miljoen aan inkomstenbelastingen in de landen waar we actief zijn. Aanhoudende prioriteitsacties in gezondheid en veiligheid leidden voor het vierde jaar op rij tot een vermindering van de veiligheidsincidentcijfers. Onze focus op diversiteit & inclusie, training & development, en andere initiatieven om de betrokkenheid van medewerkers te verbeteren, dragen bij aan de onverzettelijkheid en sterke oplevering en inzet van onze teams wereldwijd.
In het volgende hoofdstuk 'Onze strategie' beschrijven we hoe we de middelen die we gebruiken omzetten in waarde.

Tijdens de Capital Markets Day op 28 mei 2021 heeft Bekaert de strategie van de onderneming voor de komende vijf jaar toegelicht.
Onze ambitie is gericht op duurzame waardecreatie voor al onze stakeholders: aandeelhouders, klanten en andere businesspartners, medewerkers en de gemeenschappen waar we actief zijn. Lees meer over onze stakeholders en de waardecreatie van onze strategie verder in dit hoofdstuk.
We zijn vastbesloten om deze strategie met passie en focus uit te voeren en zijn ervan overtuigd dat ze ons in staat zal stellen duurzame waarde te creëren.
De megatrends nieuwe mobiliteit, hernieuwbare energie, urbanisatie, slimme connectiviteit, deglobalisering en duurzaamheid worden gezien als kansen voor Bekaert om zich te differentiëren en te groeien.
Daarom positioneren we ons om die kansen optimaal te benutten:


Drie geboden vormen de basis voor de implementatie van onze strategie en hebben tot tastbare resultaten geleid in 2021.

We maakten goede vooruitgang in het verbeteren van onze strategische marktpositie en businessportfolio dankzij aanhoudend sterke oplevering.
De omzet groeide tot het hoogste niveau in de geschiedenis van Bekaert en de groei werd gedreven door waardetoevoegende businessopportuniteiten en prijszettingsdiscipline, wat leidde tot een robuuste margeperformantie in alle vier de Business Units.
Door onze wereldwijde aanwezigheid met lokale dienstverlening op maat te benutten, stelden we onze supply chain-uitmuntendheid veilig om continuïteit in leveringen te garanderen aan onze klanten wereldwijd, ondanks de globale impact van verstoringen in de toeleverketen.
Aanhoudend doeltreffend werkkapitaal- en kostenbeheer zorgde voor een sterke cashgeneratie en een snelle, significante afname van de schuldgraad.

We versnelden onze commerciële en operationele uitmuntendheidsprogramma's om klanten beter te kunnen bedienen, onze go-to-market strategie te verbeteren, en de kwaliteit en efficiëntie van onze onze processen te verhogen.
De digitalisatie van onze businessprocessen en de uitbreiding van ons digitaal aanbod zijn gaande en zullen worden versneld.
We ontwikkelden een langetermijn duurzaamheidsstrategie die gericht is op het verhogen van onze ambities en het behalen van de decarboniseringsdoelstellingen waartoe we ons engageren.
We verhogen onze investeringen in onderzoek en innovatie om ons technologisch leiderschap in onze kernmarkten te versterken en om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen die buiten ons huidige speelveld liggen.

Onze volumes herstelden tot boven pre-covid-19-niveaus in 2021 ondanks de relatief lage uitbreidingsinvesteringen in de voorbije jaren en een aantal footprintwijzigingen om commodity-markten te verlaten.
We hebben groeikansen onderzocht in bestaande en aangrenzende markten met strikte criteria op het gebied van bijdrage aan de winstgevendheid.
We sloten in 2021 geen omvangrijke fusie- of overnamedeals maar richtten ons op tactische overnames en partnerschappen om een groeiende aanwezigheid op te bouwen in offshore wind, nutsvoorzieningen, digitale monitoringexpertise, en groenewaterstoftechnologieën. Verdere groei zal ondersteund worden door een hoger niveau van uitbreidingsinvesteringen vanaf 2022 en door partnerschappen en niet-organische groeikansen die ons in staat zullen stellen onze positie in veelbelovende doelmarkten uit te breiden.
Voor meer informatie en details over onze performantie in 2021 verwijzen we naar de performantie-updates in dit hoofdstuk en naar de gedetailleerde toelichtingen over financiële en niet-financiële informatie in Deel II van dit verslag.

De voornaamste taken van de Raad van Bestuur zijn het bepalen van de strategie en het algemeen beleid van de Groep en het opvolgen van de activiteiten van Bekaert. De Raad van Bestuur is het hoogste beslissingsorgaan van de onderneming. Enkel aangelegenheden die door de wet of de statuten zijn voorbehouden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vallen niet onder zijn bevoegdheid. De Raad van Bestuur telt momenteel dertien leden. Hun professioneel profiel omvat verschillende vakgebieden, zoals recht, business, industriële activiteiten, finance & investment banking, HR, consultancy, ESG, innovatie en compliance.
GRI 102-18, GRI 102-23, GRI 103-3
| Jürgen Tinggren, Voorzitter ¹ | Christophe Jacobs van Merlen | Caroline Storme |
|---|---|---|
| Oswald Schmid, Gedelegeerd Bestuurder | Hubert Jacobs van Merlen | Emilie van de Walle de Ghelcke |
| Gregory Dalle | Colin Smith ¹ | Henri Jean Velge |
| Henriette Fenger Ellekrog ¹ | Eriikka Söderström ¹ | Mei Ye ¹ |
| Charles de Liedekerke |
¹ Onafhankelijke Bestuurders
De Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft op 12 mei 2021 de herbenoeming van Henriette Fenger Ellekrog en Eriikka Söderström als onafhankelijke Bestuurders goedgekeurd voor een periode van vier jaar tot en met de Jaarlijkse Algemene Vergadering in 2025.
Het mandaat van de Bestuurders Charles de Liedekerke, Hubert Jacobs van Merlen, Oswald Schmid, en van de onafhankelijke Bestuurders Mei Ye en Colin Smith zal eindigen op de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 11 mei 2022. Charles de Liedekerke en Hubert Jacobs van Merlen, die respectievelijk negen en zes ambtstermijnen in de Raad van Bestuur hebben uitgeoefend, zullen dan met pensioen gaan overeenkomstig de door Bekaert toegepaste pensioengerechtigde leeftijd voor Bestuurders. Colin Smith gaat ook met pensioen en stelt zich niet herverkiesbaar. De Raad van Bestuur zal voorstellen dat de Algemene Vergadering Maxime Parmentier benoemt als Bestuurder voor een termijn van één jaar, Oswald Schmid herbenoemt als Bestuurder voor een termijn van één jaar en Mei Ye herbenoemt als onafhankelijk Bestuurder voor een termijn van één jaar.
Het aantal Bestuurders zal dalen van dertien naar elf en de genderdiversiteit zal verder toenemen: van 38% naar 45% vrouwelijke Bestuurders.
De Raad van Bestuur is Charles de Liedekerke, Hubert Jacobs van Merlen en Colin Smith erkentelijk voor hun substantiële bijdragen als Bestuurders van de Vennootschap.
VOORZITTER VAN DE RAAD Onafhankelijk Bestuurder Zweed, °1958
EERSTE BENOEMING Mei 2019
Stockholm School of Economics New York University Leonard N Stern School of Business
Jürgen Tinggren werd tot onafhankelijk Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Bekaert benoemd op 8 mei 2019.
Jürgen Tinggren begon zijn carrière in 1981 als Senior Associate bij Booz Allen Hamilton en vervoegde Sika AG in 1985 waar hij verschillende management- en directierollen opnam met toenemende scope en verantwoordelijkheid.
In 1997 werd hij lid van het Directiecomité van Schindler Holding AG. In 2007 werd hij benoemd tot Chief Executive Officer en Voorzitter van het Group Executive Committee van Schindler. Hij werd er Bestuurder in 2014.
ANDERE MANDATEN Bestuurder bij Johnson Controls, Inc.
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023
Voorzitter van het Nominatie- en Remuneratiecomité Lid van het Audit, Risk & Finance-comité

GEDELEGEERD BESTUURDER LID VAN DE RAAD VAN BESTUUR Oostenrijker, °1959
EERSTE BENOEMING Mei 2020
University of Applied Sciences in Wenen
Oswald Schmid vervoegde Bekaert als COO op 1 december 2019. Op 12 mei 2020 werd hij aangesteld als interim-CEO en op 2 maart 2021 werd hij aangesteld als CEO.
Oswald Schmid begon zijn loopbaan bij Semperit in 1984 waarna hij in 1990 verhuisde naar Continental als Hoofd Aankoop. In 2002 startte hij bij Schindler als Hoofd Strategische Aankoop en bekleedde er verschillende CEO- en managementposities.
Vanaf 2013 was hij lid van het Group Executive Committee van Schindler. In 2017 verhuisde hij naar de Kalle Group als CEO en managing director.
ANDERE MANDATEN Bestuurder bij Wienerberger
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2022

Genderdiversiteit


Niet-native = van een andere nationaliteit dan de hoofdzetel (België)
Jaarverslag Bekaert 2021 20
BESTUURDER Fransman, °1976
EERSTE BENOEMING Mei 2015
Université Paris-Dauphine Cass Business School
Gregory Dalle is Managing Director bij Credit Suisse in de Investment Banking & Capital Markets Division in Londen.
Gregory Dalle startte bij Credit Suisse in 2000 als lid van de EMEA Mergers & Acquisitions Group. Hij vervoegde de Industrials Group in 2014 en werd vervolgens aangesteld als Head of EMEA Industrials Group (in 2017) en Global Co-Head of EMEA Diversified Industrials (in 2021). Gregory Dalle heeft verantwoordelijkheid over de investment banking coverage van een aantal van Credit Suisses grote industriële klanten en adviseert hen over een breed gamma aan M&A en Equity & Debt transacties.
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023

BESTUURDER Onafhankelijk Bestuurder Deense, °1966
EERSTE BENOEMING Mei 2020
Copenhagen Business School, INSEAD, London Business School en Wharton Business School
Henriette Fenger Ellekrog begon haar carrière bij Peptech A/S waar ze Director of Administration and Personnel werd. Vervolgens nam ze verschillende consultancy- en managementfuncties op bij Mercuri Urval A/S.
Henriette Fenger Ellekrog zette haar loopbaan verder bij TDC met verschillende HR-directierollen alvorens bij SAS AB als Executive VP HR aangesteld te worden. Recenter stond ze aan het hoofd van het HR office bij Danske Bank A/S. Momenteel is ze Chief Human Resources Officer bij Ørsted.
Lid van verschillende raden en comités sinds 2003
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2025
Lid van het Nominatie- en Remuneratiecomité
BESTUURDER Belg, °1953
EERSTE BENOEMING Mei 1988
Université catholique de Louvain Université de Namur
Charles de Liedekerke startte zijn loopbaan bij Liedekerke, Wolters, Waelbroeck en Kirkpatrick en verhuisde in 1980 naar de VS als Finance and Administration Officer van een dochteronderneming van Carmeuse. Hij vervoegde Lafarge in 1982 waar hij verschillende operationele en functionele verantwoordelijkheden had in Parijs, Dallas en Calgary. In 1992 werd hij benoemd tot Chief Financial Officer van Bekaert. Hij keerde terug bij Lafarge als lid van het Group Executive Committee en als voorzitter van de Aggregates and Concrete-divisie tot 2004. Aansluitend zetelde hij in Raden van Bestuur van verschillende ondernemingen.
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2022
Lid van het Audit, Risk & Finance-comité



BESTUURDER Belg, °1978
EERSTE BENOEMING Mei 2016
Université libre de Bruxelles Ecole Centrale Lille (Ingénieur Généraliste)
Christophe Jacobs van Merlen vervoegde Bain Capital Europe, LLP (Londen) in 2004. Voorheen was hij consultant bij Bain & Company in Brussel, Amsterdam en Boston, waar hij instond voor strategische en operationele adviesverlening aan klanten actief in private equity, businessdiensten, industrie en financiële dienstverlening.
Christophe Jacobs van Merlen is momenteel Managing Director bij Bain Capital Europe en lid van het leiderschapsteam en van verschillende raad-, audit-, operationele en M&A-comités. Hij heeft een leidende rol in verschillende investeringen bij Bain Capital.
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2024
COMITÉS
Lid van het Nominatie- en Remuneratiecomité

BESTUURDER Belg, °1953
EERSTE BENOEMING Mei 2003
OPLEIDING
Université catholique de Louvain
Hubert Jacobs van Merlen is adviseur in de private equity-sector. Van 1997 tot 2014 was hij Voorzitter en CEO van IEE SA, Luxemburg, een leidende onderneming in het domein van veiligheidssensoren voor de automobielsector met productiesites in Luxemburg en technische verkoopkantoren in de VS, Zuid-Korea en Japan.
Hij begon zijn carrière in 1978 als auditor bij KPMG (Houston, TX) en werd Divisiecontroller van de Drilling Fluids Division van Chromalloy American Corp (St. Louis, MO) in 1981. In 1987 verhuisde hij naar Commercial Intertech Corp. (Youngstown, OH) als Europese Finance Director en werd in 1995 benoemd tot Senior Vice President en CFO.
Voorzitter van Stichting Administratiekantoor Bekaert (STAK) dat de belangen van de referentieaandeelhouder van Bekaert vertegenwoordigt
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2022
Voorzitter van het Audit, Risk & Finance-comité

BESTUURDER Onafhankelijk Bestuurder Brit, °1955
EERSTE BENOEMING Mei 2018
OPLEIDING University of Southampton
Tijdens zijn carrière van meer dan 40 jaar bij Rolls Royce is Colin Smith uitgegroeid tot een wereldautoriteit in ruimtevaart-engineering en -technologie. He begon bij Rolls Royce in 1974 als stagiair en nam vervolgens verschillende functies op in engineering en technologie, met steeds toenemende scope en verantwoordelijkheid. Hij werd benoemd tot Director of Research and Technology in 2004 en Director of Engineering and Technology in 2005, alvorens Group President van Rolls Royce te worden in 2016, een rol die hij vervulde tot zijn pensioen.
Verschillende niet-uitvoerende en adviserende rollen
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2022
BESTUURDER Onafhankelijk Bestuurder Finse, °1968
EERSTE BENOEMING Mei 2020
OPLEIDING University of Vaasa
Eriikka Söderström heeft een sterke financiële achtergrond dankzij een carrière in verschillende internationaal actieve ondernemingen.
Ze begon haar loopbaan bij Nokia waar ze 14 jaar verschillende financiële rollen bekleedde binnen Nokia Networks. Haar laatste posities waren interim-CFO van Nokia Networks en Corporate Controller van Nokia Siemens Networks.
Ze heeft ook gewerkt als CFO bij Oy Nautor Ab, Vacon Plc en Kone Corporation, en was de CFO van F-Secure, een cyber security-onderneming, van 2017 tot September 2021.
Lid van de Raad van Bestuur van Valmet sinds 2017 en Voorzitter van het Auditcomité sinds 2018 Lid van de Raad van Bestuur en Voorzitter van het Auditcomité van Kempower sinds 2021 Lid van de Raad van Bestuur en lid van het Auditcomité van Amadeus IT Group sinds 2022
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2025
Lid van het Audit, Risk & Finance-comité

BESTUURDER Belg, °1977
EERSTE BENOEMING Mei 2019
Solvay Management School, Université libre de Bruxelles,
en INSEAD Frankrijk en Singapore
Caroline Storme startte haar carrière bij Deloitte Consulting België in 2000. Van 2004-2006 werkte ze bij Bekaert als financieel controller voor ze verhuisde naar Amtech, IGW in Suzhou, China, waar ze benoemd werd tot CFO.
Caroline Storme vervoegde UCB in 2021, eerst in controlfuncties voor ze werd aangesteld als hoofd van de Aziatische global business services in Shanghai, China. Sinds 2017 heeft ze verschillende financiële R&D-functies bekleed op het hoofdkantoor van UCB in Brussel, België.
Caroline Storme is momenteel R&D Finance Lead Neurology bij UCB in België.
EINDE HUIDIG BEKAERT-MANDAAT
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2023

BESTUURDER Belg, °1981
EERSTE BENOEMING Mei 2016
Université catholique de Louvain, Université libre de Bruxelles en London School of Economics
Emilie van de Walle de Ghelcke is Head of Legal bij Sofina, een beursgenoteerde (Euronext Brussels, BEL20 index) investeringsvennootschap onder familaal beheer.
Voor ze startte bij Sofina was Emilie vanaf 2005 lid van de Brusselse balie en vervoegde ze in 2009 de corporate and finance-praktijk van Freshfields Bruckhaus Deringer, waar ze Belgische en internationale klanten adviseerde over binnen- en buitenlandse M&A-transacties, corporate governance aangelegenheden, corporate herstructureringen, joint ventures en financieel recht.
Emilie van de Walle de Ghelcke vervoegde Sofina in 2016. Als Head of Legal en Compliance Officer behelzen haar verantwoordelijkheden voornamelijk M&A-transacties, advies over materies in verband met corporate governance en beursgenoteerde ondernemingen, group compliance en juridische zaken, alsook externe communicatie. Ze maakt deel uit van het kernteam dat de implementatie van Sofina's ESGstrategie leidt.
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2024

BESTUURDER Belg, °1956
EERSTE BENOEMING Mei 2016
OPLEIDING Katholieke Universiteit Leuven en IMD
Henri Jean Velge begon zijn carrière in 1981 bij Shell (Nederland) als well-site petroleumingenieur. Hij verhuisde naar Brunei in 1982 als Operations Manager en verliet Shell in 1985 om een MBA-diploma te behalen.
In 1987 vervoegde Henri Jean Velge Bekaert als Executive Director van Industrias Chilenas de Alambre (Chili). In 1991 verhuisde hij naar de VS en werd in 1994 Corporate Vice President Wire Americas. In 2001 werd hij benoemd tot Executive Vice President en werd lid van het Bekaert Group Executive met verantwoordelijkheid voor de wereldwijde draadactiviteiten. Van 2013 tot midden 2014 was hij verantwoordelijk voor alle businessplatformen.
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2024

BESTUURDER Onafhankelijk Bestuurder Amerikaanse, °1966
EERSTE BENOEMING Mei 2014
University of North Carolina Fudan University in Shanghai
Mei Ye werkte gedurende 10 jaar bij McKinsey & Company (2003-2013) als senior expert en consultant in fnanciële diensten, beleidsaanbevelingen en corporate governance.
Daarvoor was Mei Ye corporate strategy manager en hoofdanalist bij E*TRADE Financial, een onderming die online financiële diensten verleent, gebaseerd in de VS (1999-2003). Ze heeft ook als onderzoeksanalist gewerkt bij Gartner Group (1997-1999), bij Social Policy Research Associates (1995-1997), en voor het kantoor van de Voorzitter van de University of North Carolina, VS (1992-1994).
Onafhankelijk Bestuurder bij Shenwan Hongyuan Group en externe adviseur bij McKinsey & Company. Stichtend lid van de raad van Future China Society en SFY Foundation in China, en bestuurslid van de New York Military Academy en Stanford Global Projects Center
Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2022



Het Bekaert Group Executive (BGE) draagt de operationele verantwoordelijkheid voor de activiteiten van de onderneming en treedt op onder toezicht van de Raad van Bestuur. Het BGE wordt voorgezeten door Oswald Schmid, Gedelegeerd Bestuurder.
De samenstelling van het Bekaert Group Executive weerspiegelt de organisatiestructuur met vier Business Units en vier Globale Functionele Domeinen. De Business Units en Globale Functies worden door de volgende Executives geleid.
De Business Units dragen globale P&L-verantwoordelijkheid voor strategie en oplevering binnen hun bevoegdheden en beschikken over toegewezen productiefaciliteiten en commerciële en technologieteams binnen hun respectievelijke organisaties. Dit helpt hen een aanpak te ontwikkelen waarin de klant centraal staat en die afgestemd is op de specifieke noden en dynamieken in hun markten.
De Functies vervullen de rol van strategische businesspartners, verantwoordelijk voor het aanleveren van specifieke expertise en diensten doorheen de Groep, zodat de business kan rekenen op de juiste deskundigheid om korte- en langetermijndoelstellingen waar te maken.
De Raad van Bestuur heeft Oswald Schmid benoemd als Gedelegeerd Bestuurder met ingang van 2 maart 2021. Oswald Schmid leidde het Bekaert Group Executive als interim CEO sinds 12 mei 2020, waarop hij benoemd werd als lid van de Raad van Bestuur.
Op 8 februari 2021 vervoegde Kerstin Artenberg Bekaert als Chief Human Resources Officer en werd ze lid van het Bekaert Group Executive. Zij verving Rajita D'Souza die de onderneming verliet aan het einde van 2020.
Op 1 april 2021 vervoegde Yves Kerstens Bekaert als Divisie-CEO Specialty Businesses en Chief Operations Officer, en werd hij lid van het BGE. Yves Kerstens verving Jun Liao - die de onderneming verliet in juli 2021 - in de rol van Divisie-CEO Specialty Businesses.

CHIEF EXECUTIVE OFFICER Oostenrijker, °1959
START LOOPBAAN BEKAERT 2019
OPLEIDING
Engineering University of Applied Sciences in Wenen
Oswald Schmid vervoegde Bekaert als COO op 1 december 2019. Op 12 mei 2020 werd hij aangesteld als interim-CEO en op 2 maart 2021 werd hij aangesteld als CEO.
Oswald Schmid begon zijn loopbaan bij Semperit in 1984 waarna hij in 1990 verhuisde naar Continental als Hoofd Aankoop. In 2002 startte hij bij Schindler als Hoofd Strategische Aankoop en bekleedde er verschillende CEO en managementposities.
Vanaf 2013 was hij lid van het Group Executive Committee van Schindler. In 2017 verhuisde hij naar de Kalle Group als CEO en managing director.

CHIEF FINANCIAL OFFICER Fransman en Marokkaan, °1971
START LOOPBAAN BEKAERT 2019
Wiskunde en Economie - Finance French College in Rabat Institut Supérieur de Gestion in Parijs
Taoufiq Boussaid begon zijn loopbaan in international finance met een periode van tien jaar als Audit Manager, eerst bij Ernst & Young in Frankrijk en vervolgens bij The Coca-Cola Company in de VS. Van 2004 tot 2007 nam hij verschillende financiële functies op bij United Technologies Corporation, eerst als Corporate Controller EMEA en vervolgens als CFO voor de Carrier Heating Systems-activiteiten in Europa.
In 2007 vervoegde Taoufiq Bombardier Transportation waar hij binnen de financiële organisatie in verschillende regio's opklom tot zijn meest recente positie als Vice President Finance voor EMEA en Pacifisch Azië. Hij nam ook verschillende operationele verantwoordelijkheden op zoals het aansturen van de Franse en Noord-Afrikaanse activiteiten van Bombardier Transportation.


Genderdiversiteit


Niet-native = van een andere nationaliteit dan de hoofdzetel (België)
Jaarverslag Bekaert 2021 26


CHIEF STRATEGY OFFICER Mexicaan, °1974
START LOOPBAAN BEKAERT 2019
OPLEIDING
Engineering - MBA Universidad Panamericana in Mexico City Stanford Graduate School of Business
Juan Carlos Alonso begon zijn loopbaan in 1998 bij Boston Consulting Group. In 2006 werd hij bij CEMEX Global Corporate Strategic Planning Manager, gebaseerd in Spanje. Hij verhuisde naar Comex Group in 2010 als Vice President Sales & Operations voor de de regio West-Amerika, alvorens bij Lhoist Group verschillende leidinggevende business development en strategiefuncties te bekleden met toenemende scope en verantwoordelijkheid.
In 2017 vervoegde Juan Carlos de Imerys Group als Head of the Americas en ontwikkelingsregio's voor de Monolithic Refractories-divisie, en, parallel daarmee, als Global Head of Strategy, Business Development and Marketing voor de High Temperature Solutions business.

CHIEF FINANCIAL OFFICER Duitse, °1972
START LOOPBAAN BEKAERT 2021
Economie Verre Oosten - HR University van Duisburg-Essen University of Applied Sciences in Zürich
Kerstin Artenberg startte haar carrière in communicatieen marketingrollen met verschillende leidinggevende posities bij Körber AG en Daimler AG.
In 2007 verhuisde Kerstin naar Borealis in Oostenrijk als External Communications Manager en werd daarna Director Communications. Vanaf 2010 breidde ze geleidelijk haar verantwoordelijkheden in HR uit en in 2016 nam ze de rol van Vice President Human Resources & Communications op. In 2020 vervoegde ze het Executive Committee.
Doorheen haar carrière heeft Kerstin culturele transformaties gestimuleerd met een focus op het ontwikkelen van organisaties die zin en diepgaande ontwikkelingsmogelijkheden bieden aan hun medewerkers.

DIVISIE-CEO SPECIALTY BUSINESSES CHIEF OPERATIONS OFFICER Belg, °1966 START LOOPBAAN BEKAERT 2021

Engineering - Industrial Management Katholieke Universiteit Leuven INSEAD Business School Parijs
Yves Kerstens begon zijn loopbaan in supply chain management voor de productie-industrie alvorens bij Ernst & Young (1996) en later Capgemini (2001) adviseur te worden voor de handels- en industriesector.
In 2005 vervoegde hij Bridgestone Corporation waar hij verschillende directiefuncties opnam met toenemende scope en verantwoordelijkheid in EMEA en Pacifisch Azië, alsook globale corporate governance-rollen zoals Vice President & Senior Officer van Bridgestone Corporation en Voorzitter van het comité voor globale digitale oplossingen en supply chain. In 2018 ging Yves naar Axalta Coating Systems waar zijn meest recente functie Vice President Axalta en President EMEA was.


DIVISIE-CEO RUBBERVERSTERKING Fransman, °1969
START LOOPBAAN BEKAERT 2019
OPLEIDING Finance & Business Administration - Aankoop Université Paris Dauphine M.A.I. Management School in Bordeaux
Arnaud Lesschaeve begon zijn carrière bij Valeo in 1994, eerst in kwaliteitszorg en later als aankoopmanager. Hij verwierf bijkomende expertise in de domeinen van aankoop en operationeel en supply chain-beheer tijdens zijn 8 jaar als consultant bij respectievelijk KPMG en AT Kearney.
In 2003 vervoegde Arnaud Faurecia waar hij verschillende leiderschapsposities in aankoop opnam alvorens benoemd te worden tot VP Asia Division. Van 2013 tot 2018 breidde hij zijn loopbaan in de automobielsector uit bij GKN Driveline, initieel als COO, later als President Asia Pacific, en uiteindelijk als CEO van de joint systems-divisie, alvorens terug te keren naar Valeo als VP Thermal Systems.

DIVISIE-CEO BRIDON-BEKAERT ROPES GROUP Belg, °1965
START LOOPBAAN BEKAERT 1989
Engineering - Toegepaste Economie Katholieke Universiteit Leuven
Curd Vandekerckhove begon zijn carrière bij Bekaert als Total Quality Management-consultant. Na een Executive Training Programma van 18 maanden in Japan nam hij gedurende 13 jaar verschillende managementposities op in Bekaert Azië. Hij verhuisde terug naar Europa in 2004 om General Manager van Carding Solutions en vervolgens van het zaagdraadplatform te worden.
In 2012 werd Curd benoemd tot Executive Vice President (EVP) Noord-Azië en Zuidoost-Azië en werd hij lid van het Bekaert Group Executive. Vervolgens werd hij aangesteld als EVP Noord-Azië en Global Operations, en als Chief Operations Officer. In 2019 werd hij benoemd als Divisie-CEO van de Bridon-Bekaert Ropes Group.

DIVISIE-CEO STAALDRAADTOEPASSINGEN Belg, °1972
START LOOPBAAN BEKAERT 1995
OPLEIDING Engineering Katholieke Universiteit Leuven

Stijn Vanneste startte zijn carrière als Process Development Engineer bij Bekaert. Tussen 2005 en 2004 nam hij verschillende internationale managementposities op binnen de rubberversterkingsbusiness van de Groep, waaronder General Manager van Bekaert Shenyang en Head of Operations Steel Cord China.
In 2010 werd hij gepromoveerd tot Vice President Rubber Reinforcement Europe and India. In 2014 werd Stijn Senior Vice President Manufacturing Excellence met een globale verantwoordelijkheid over alle businessplatformen. In april 2016 werd hij benoemd als lid van het Bekaert Group Executive en Executive Vice President voor Europa, Zuid-Azië en Zuidoost-Azië. Sinds maart 2019 is Stijn Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen.

Bekaert is een beursgenoteerde onderneming (Euronext BEKB) met een multinationale business scope en footprint. Daardoor treden we in interactie en werken we samen met vele stakeholders wereldwijd.
Bekaerts strategie is gericht op het creëren van duurzame waarde voor alle stakeholders:

Bekaert streeft ernaar tijdige en nauwkeurige informatie te verstrekken aan alle stakeholders in de beleggingsgemeenschap over de strategie, performantie en vooruitzichten van de onderneming.
De Voorzitter, leden van het Executive Management en Bekaerts Investor Relations-team hebben de nieuwe Bekaert-strategie gecommuniceerd tijdens de Capital Markets Day in mei 2021.
We bezorgen informatie over de vooruitgang die we maken tijdens alle ontmoetingen met beleggers. De vergaderingen in 2021 waren virtuele roadshows en conferenties, webcasts, en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Bekaerts toelichtingen, inclusief dit Jaarverslag, omvatten zowel financiële als niet-financiële prestaties, evenals markten strategische updates.
6 banken-beursvennootschappen volgen Bekaert en publiceren analistenrapporten.
Bekaert heeft een uitgebreid, internationaal klantenbestand in mature en groeimarkten. We bedienen zowel globale als lokale klanten met een rijke portfolio aan producten en diensten. Onze investeringen in onderzoek & innovatie en in digitale en duurzame oplossingen bieden geavanceerde technologieën die onze klanten in staat stellen de meest veeleisende verwachtingen en ambities na te komen.
Bekaerts wereldwijde aanwezigheid en diepgaande kennis van lokale noden, heeft van ons een vertrouwde partner gemaakt in alle omstandigheden, met een hoge graad van weerbaarheid tegen onderbrekingen in de toeleveringsketen.
Als de grootste aankoper van walsdraad ter wereld kan Bekaert de toegang tot grondstoffen garanderen en zo ook leverzekerheid bieden aan zijn klanten. Onze leverancierscampagnes helpen ons ook om duurzaamheid doorheen de toeleveringsketen aan te sturen.
Meer dan 27 000 Bekaert-medewerkers werken samen als één team om kwaliteitsproducten en -diensten af te leveren en de performantie in veiligheid, digitale toepassingen, duurzaamheid en innovatie te verbeteren.
Of ze tewerkgesteld zijn in dochterondernemingen met meerderheids- of volle eigendom, of in de joint ventures, iedereen bij Bekaert werkt samen – better together – om een fijne werkplek te creëren met hoge ethische, veiligheids- en performantiestandaarden.
We bundelen de krachten met industriële en academische partners om ons technologisch leiderschap te versterken en onderzoeken proactief innovaties die de grenzen van ons huidige speelveld verleggen.
Als onderneming en als individuen willen we integer handelen en verbinden we ons tot de hoogste standaarden van zakelijke ethiek. We promoten gelijke kansen, koesteren diversiteit en inclusie, en creëren een zorgende en veilige werkomgeving doorheen onze organisatie.
We streven ernaar een maatschappelijk betrokken onderneming te zijn. We vervullen onze verplichtingen binnen iedere gemeenschap waarin we actief zijn en promoten en passen verantwoordelijke en duurzame businesspraktijken toe.
We steunen geen politieke organen en nemen een neutrale positie in ten aanzien van politieke kwesties. Verbonden door onze overtuiging 'veiligheid voor iedereen' veroordelen we echter elke daad van geweld en agressie tegen mensen.
We engageren ons om de milieu-impact van onze activiteiten te minimaliseren. We voldoen aan alle toepasselijke wetten en regelgevingen.
Bekaert betaalde € 133 miljoen inkomstenbelasting op de resultaten van 2021.
We ijveren voor en ondersteunen initiatieven die de sociale omstandigheden helpen verbeteren in de gemeenschappen waar we actief zijn. We steunen lokale gemeeenschapsprojecten die een positief verschil maken in de levens van mensen, vandaag en in de toekomst.
GRI 102-40, GRI 102-42
Miljoen winstbelasting betaald op het resultaat van 2021 € 133 miljoen
Totaal aantal contacten bereikt via een-op-een- en webcastmeetings in 2021
Gemiddelde doelprijs voor het Bekaert-aandeel op de verschijningsdatum van dit verslag

Aankoopbestedingen bij leveranciers die de Supplier Code of Conduct hebben ondertekend personeelsbestand € 55 95 % 72
Landen met
Bekaert-medewerkers wereldwijd Aantal landen waar Bekaert 721 130 27 181 45 mensen tewerkstelt
Verschillende nationaliteiten in ons

(ondernemingsrisicobeheer) is geïntegreerd in de strategie van het bedrijf en de daaruit voortvloeiende beslissingen en activiteiten die de implementatie ervan aansturen.
Dit permanente ERM-raamwerk, onderschreven door de Raad van Bestuur van Bekaert, helpt onzekerheid te beheersen in het waardecreatiemodel van Bekaert. Het draagt ook bij aan het behalen van de financiële en niet-financiële doelstellingen van het bedrijf en het naleven van wet- en regelgeving en de Bekaert Gedragscode. Het kader bestaat uit de identificatie, beoordeling en prioritering van de belangrijkste risico's waarmee Bekaert geconfronteerd wordt. Het omvat ook continue rapportage en controle van deze belangrijke risico's en het ontwikkelen en implementeren van risicobeperkende maatregelen.
De risico's worden gegroepeerd in zeven risicocategorieën: strategisch, mensen/ organisatie, operationeel, juridisch/naleving, financieel, groep, geopolitiek/ landspecifiek. De geïdentificeerde risico's worden geclassificeerd op twee assen: waarschijnlijkheid van plaatsvinden en impact of gevolg. De risico-evolutie wordt elk kwartaal geëvalueerd.
Veel operationele activiteiten van Bekaert zijn afhankelijk van IT-systemen die ontwikkeld zijn en onderhouden worden door interne en externe experten. Thuiswerk heeft het aantal eindpuntapparaten en verbindingskanalen uitgebreid. Een cyberaanval op kritieke IT-systemen kan de bedrijfscontinuïteit van Bekaert onderbreken en de winstgevendheid aantasten. Om deze risico's te beperken, organiseerde Bekaert in oktober 2021 een informatiebeveiligingsweek. 1 200 deelnemers leerden alles over cyber-smart-werkmodellen, tools en controles en slaagden voor een verplichte test aan het einde van de week. Bekaert investeert ook voortdurend in de beveiliging van haar
digitale systemen en kanalen, evenals in snelle hersteloplossingen mocht het risico op een cyberaanval zich voordoen.

Bekaerts strategie richt zich op waardecreërende groei. De Groep neemt zowel organische als anorganische groei in bestaande markten en daarbuiten in beschouwing. Een mogelijke vertraging in het genereren van het beoogde rendement op investeringen kan de oplevering van deze strategische prioriteit uitstellen. Om dit risico te beperken, werd een gestructureerd kapitaaltoewijzingskader ingevoerd dat de mogelijkheden en criteria bepaalt om de organische en anorganische groeiplannen te identificeren, analyseren, goed te keuren en te integreren.
De strategische rol en verantwoordelijkheid van industriële bedrijven worden steeds meer gestuurd door maatschappelijke en overheidsverplichtingen om de impact van klimaatverandering te beperken. Wet- en regelgeving kan operationele uitdagingen, hogere kosten en een mogelijk ongelijke concurrentieomgeving met zich meebrengen. Wanneer niet binnen een bepaalde termijn aan de wet- en regelgeving kan worden voldaan, kan het risico van verlies van een uitbatingsvergunning optreden. Ondermaatse prestaties op het gebied van duurzaamheidsdoelstellingen kunnen ook reputatieschade veroorzaken en de positie van Bekaert als voorkeurspartner voor klanten en beleggers beïnvloeden. Bekaert heeft een nieuwe duurzaamheidsstrategie ontwikkeld die onze duurzaamheidsprestaties zal verbeteren. Onze milieudoelstellingen, die zijn afgestemd op het Science-Based Targets-initiatief, zijn ambitieus en zullen worden geïmplementeerd volgens een stappenplan dat door de Raad van Bestuur is goedgekeurd.
Meer details over Controle en ERM en de respectievelijke bestuursorganen zijn opgenomen in Deel II: Corporate Governance Verklaringen.
Noot: dit 2021 ERM rapport, met risico-evaluatie en -matrix, werd niet aangepast met de verhoogde risico's van de situatie in Oekraïne na balansdatum. Deze verhoogde risico's omvatten de potentiële impact op vraagveranderingen, onderbrekingen in de toeleveringsketen, kredietrisico's en andere. Bekaert heeft een crisisteam aangesteld om de situatie op dagelijkse basis op te volgen, zodat de mogelijke impact op de onderneming grondig wordt ingeschat en beperkt.

Zowel het ERM-kader als de materialiteitsanalyse worden beschouwd als strategische instrumenten om de acties te identificeren en te prioriteren die cruciaal zijn voor waardecreatie en voor het aanpakken van de uitdagingen en het beperken van de risico's.
Waar het ERM-model risico's classificeert op basis van de waarschijnlijkheid van plaatsvinden en de impact of gevolgen voor ons bedrijf, positioneert de materialiteitsmatrix de hefbomen van waardecreatie voor ons bedrijf in relatie tot het belang dat onze stakeholders eraan hechten.
Onze aanpak zorgt ervoor dat de belangrijkste risico's van de Groep gekoppeld zijn aan materialiteit.

Meer informatie over ERM is opgenomen in Deel II: Corporate Governance Verklaringen van dit rapport.
Bekaert gebruikt het GRI Reporting framework als externe referentie voor de materialiteitsanalyse. Meer informatie is opgenomen in Deel III: GRI inhoudsindex van dit rapport. GRI 102-47, GRI 103-1



GRI 201-1
¹ Alle vergelijkingen zijn ten opzichte van de cijfers voor het boekjaar 2020.
Bekaert heeft een nieuwe performantiemijlpaal bereikt in 2021. We boekten aanzienlijke vooruitgang in de implementatie van de bedrijfsstrategie en behaalden een recordomzet, solide margegroei, en de laagste schuldgraad ooit.
De financiële performantie van 2021 en de succesvolle uitvoering van het strategisch plan hebben Bekaerts cashgeneratieperspectieven voor de komende jaren versterkt.
De Raad wil een evenwicht creëren tussen het financieren van toekomstige groei en het verhogen van
Meer informatie hierover in Deel II: Corporate Governance Verklaring - Aandelen.
We hebben onze transformatie naar hogere waardecreatie versneld. Onze kernacties in 2021:
Het gemiddeld werkkapitaal op omzet verbeterde verder van 16,4% vorig jaar naar 12,6% in 2021.
Geldmiddelen en kasequivalenten bedroegen € 677 miljoen aan het einde van de periode. De nettoschuld bedroeg € 417 miljoen, € -187 miljoen of -31% minder dan € 604 miljoen aan het einde van 2020, wat resulteerde in een nettoschuld op onderliggende EBITDA van 0,61, minder dan de helft van vorig jaar (1,26) en de laagste schuldgraad ooit. Op 31 december 2021 vertegenwoordigde het eigen vermogen 43,4% van de totale activa, een stijging tegenover 35,8% bij jaareinde 2020. De nettoschuld op eigen vermogen (gearing ratio) bedroeg 19,9%, significant lager dan 39,4% bij jaareinde 2020 door de sterke verlaging van de nettoschuld.

Jaarverslag Bekaert 2021 35
•
•
Meer details over Bekaerts financiële performantie in 2021 zijn opgenomen in Deel II: Financieel Overzicht, en in het persbericht dat op 25 februari 2022 werd gepubliceerd naar aanleiding van de bekendmaking van de 2021 jaarresultaten.
Bekaert realiseerde een geconsolideerde omzet van € 4 840 miljoen in 2021, duidelijk boven 2020 (+28%) en 2019 (+12%). De groei tegenover 2020 vloeide voort uit hogere volumes (+9%) en een positieve impact van verrekende walsdraadprijswijzigingen en andere mixeffecten (+19%). Wisselkoersbewegingen waren verwaarloosbaar op het geconsolideerde omzetniveau. De omzet in het vierde kwartaal van 2021 was de hoogste kwartaalomzet van het jaar, ondanks seizoeneffecten.
De gezamenlijke omzet bedroeg € 5 854 miljoen, een stijging van +32% tegenover 2020 en +14% tegenover 2019. De organische omzetgroei van Bekaerts joint ventures in Brazilië (+59%) werd gedeeltelijk tenietgedaan door de devaluatie (-7,7%) van de Braziliaanse real, wat leidde tot een omzettoename van +51%.
Bekaert behaalde een operationeel resultaat (onderliggende EBIT) van € 515 miljoen. Dit vertegenwoordigde een stijging met € +243 miljoen of +89% tegenover 2020 en leidde tot een marge op omzet van 10,6% (7,2% in 2020). Inclusief de eenmalige elementen (€ -1,5 miljoen) bedroeg de EBIT € 513 miljoen wat overeenkomt met een EBIT-marge op omzet van 10,6% (tegenover € 257 miljoen of 6,8% in 2020). Onderliggende EBITDA bedroeg € 689 miljoen (14,2% marge) vergeleken met € 479 miljoen (12,7%). EBITDA bereikte € 677 miljoen, of een EBITDA-marge op omzet van 14,0% (tegenover 12,5%).
De onderliggende overheadkosten daalden als percentage op omzet met -50 basispunten tot 8,4%, vergeleken met 8,9% in 2020, maar stegen met € +73 miljoen in absolute cijfers door hogere provisies voor incentive-programma's op korte en lange termijn, de versnelling van digitale, innovatie- en duurzaamheidsprogramma's, en het algemene herstel van businessactiviteiten tegenover vorig jaar.
De onderliggende andere bedrijfsopbrengsten en -kosten stegen van € +8 miljoen vorig jaar tot € +20 miljoen in 2021. De gerapporteerde andere bedrijfsopbrengsten en -kosten (€ +34 miljoen) waren beduidend lager dan tijdens dezelfde periode vorig jaar (€ +51 miljoen) door de lagere opbrengst op de verkoop van onroerend goed in 2021.
De nettorentelasten bedroegen € -41 miljoen, een daling ten opzichte van € -56 miljoen in 2020 en het gevolg van een daling van de interestaanpassende financiële derivaten in 2021 vergeleken met dezelfde periode in 2020 en dankzij de beperking van de financiële brutoschuld met -26% in 2021. Overige financiële opbrengsten en lasten bedroegen € +4 miljoen (€ -30 miljoen in 2020). De toename in 2021 vloeide voort uit de significant minder negatieve wisselkoerstranslatie-effecten en uit een waardestijging van € +9,4 miljoen van het VPPA-contract (Virtual Power Purchase Agreement) in de VS.
De winstbelasting nam toe van € -57 miljoen tot € -133 miljoen. De effectieve belastingvoet daalde van 33% tot 28% dankzij het gebruik van voordien niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen in entiteiten die winstgevend zijn geworden.
Het aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen was € +108 miljoen (tegenover € +34 miljoen vorig jaar) wat de sterke prestaties van de joint ventures in Brazilië weerspiegelt.
Het perioderesultaat bedroeg € +451 miljoen, vergeleken met € +148 miljoen in 2020. Het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden bedroeg € +44 miljoen (tegenover € +13 miljoen) en het perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert bedroeg € +407 miljoen tegenover € +135 miljoen vorig jaar. EPS bedroeg € +7,14, een verdrievoudiging van 2020 (€ +2,38).
| in miljoen € | 2020 | 2021 | Delta |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3 772 | 4 840 | +28,3% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 257 | 513 | +100,0% |
| EBIT-onderliggend | 272 | 515 | +89,0% |
| Financieel resultaat | -86 | -37 | -57,4% |
| Winstbelasting | -57 | -133 | +135,9% |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures | 34 | 108 | +213,3% |
| Perioderesultaat | 148 | 451 | +204,7% |
| toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 135 | 407 | +202,2% |
| toerekenbaar aan minderheidsbelangen van derden | 13 | 44 | +226,9% |
| EBITDA-onderliggend | 479 | 689 | +43,7% |
| Afschrijvingen (materiële vaste activa) | 185 | 175 | -5,3% |
| Waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen | 31 | -11 | — |
| in miljoen € | 2020 | 2021 | Delta |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | 1 535 | 2 101 | +36,8% |
| Vaste activa | 1 823 | 1 972 | +8,2% |
| Investeringen (materiële vaste activa) | 100 | 153 | +53,3% |
| Balanstotaal | 4 288 | 4 844 | +13,0% |
| Nettoschuld | 604 | 417 | -30,9% |
| Kapitaalgebruik (CE) | 2 063 | 2 276 | +10,3% |
| Werkkapitaal | 535 | 678 | +26,8% |
| Personeel op 31 december | 23 939 | 23 568 | -1,5% |
| 2020 | 2021 | |
|---|---|---|
| EBITDA op omzet | 12,5% | 14,0% |
| EBITDA-onderliggend op omzet | 12,7% | 14,2% |
| EBIT op omzet | 6,8% | 10,6% |
| EBIT-onderliggend op omzet | 7,2% | 10,6% |
| EBIT intrestdekking | 4,8 | 13,0 |
| ROCE-onderliggend | 12,2% | 23,7% |
| ROE | 9,7% | 24,8% |
| Eigen vermogen op totaal activa | 35,8% | 43,4% |
| Nettoschuld op eigen vermogen | 39,4% | 19,9% |
| Nettoschuld op EBITDA-onderliggend | 1,26 | 0,61 |
| in miljoen € | 2020 | 2021 | Delta |
|---|---|---|---|
| Omzet | 665 | 1 015 | +52,5% |
| Bedrijfsresultaat | 109 | 282 | +159,4% |
| Winst van het boekjaar | 84 | 252 | +198,9% |
| Investeringen (materiële vaste activa) | 20 | 31 | +52,4% |
| Afschrijvingen | 12 | 13 | +4,8% |
| Personeel op 31 december | 3 516 | 3 613 | +2,8% |
| Winstaandeel in consolidatie | 34 | 108 | +213,3% |
| Eigen vermogen | 124 | 189 | +52,2% |
| in miljoen € | 2020 | 2021 | Delta |
|---|---|---|---|
| Omzet | 4 438 | 5 854 | +31,9% |
| Investeringen (materiële vaste activa) | 120 | 184 | +53,3% |
| Personeel op 31 december | 27 455 | 27 181 | -1,0% |
Meer details over de financiële resultaten in Deel II: Financieel Overzicht van dit verslag. Andere marktgerelateerde data zoals directe economische waarde gecreëerd en verdeeld: zie het Financieel Overzicht §5.1, §5.3, §5.4, §5.6, §6.13.
GRI 201-1




* JV's inbegrepen
** Percentages relatief tot Bekaerts leveranciersbestedingen
Bekaert runt 75 fabrieken (dochterondernemingen en joint ventures) in 25 verschillende landen in EMEA, Noord-Amerika, Latijns-Amerika en Pacifisch Azië. Samen verbruikten en verwerkten ze in 2021 meer dan 3 miljoen ton walsdraad, onze belangrijkste grondstof. Bekaert heeft € 153 miljoen geïnvesteerd in materiële vaste activa in zijn dochterondernemingen in 2021. Bekaert investeert ook in operationele uitmuntendheidsprogramma's als onderdeel van het Bekaert Manufacturing System dat standaardisatie, proces- en energie-efficiëntie, productkwaliteit, digitale modellering en monitoring, en afvalpreventie- en reductie stimuleert doorheen de Groep.

Walsdraad is de belangrijkste grondstof voor de vervaardiging van staaldraadproducten. Bekaert koopt verschillende soorten walsdraad van staalbedrijven van over de hele wereld en verwerkt deze tot staaldraad en staaldraadproducten door mechanische en hittebehandelingsprocessen en unieke deklaagtechnologieën toe te passen. Bekaert ontwikkelt en produceert ook in toenemende mate producten die gebaseerd zijn op andere metalen of synthetische materialen. De producten van Bekaert worden geleverd aan industriële klanten die ons materiaal verder verwerken tot half- of eindproducten, of aan eindklanten, rechtstreeks of via distributiekanalen.
Walsdraad vertegenwoordigt meer dan de helft van de totale uitgaven van aankopen van Bekaert en wordt besteld bij leveranciers over de hele wereld. Het toeleveringsproces wordt beheerd door de aankoopfunctie. 2021 werd gekenmerkt door significante onderbrekingen in de toeleveringsketen die werden veroorzaakt door de pandemie en containertekorten. Bekaert slaagde erin de aanlevering van grondstoffen te verzekeren dankzij zijn globale aanwezigheid en nauwe samenwerking met leveranciers overal ter wereld.
GRI 102-9, GRI 102-10

Bekaert koopt grondstoffen en andere leveringsbehoeften lokaal aan (d.w.z. in dezelfde regio als waar de materialen verwerkt worden), tenzij de aankoopmogelijkheden ontoereikend zijn wat betreft kwaliteit, kwantiteit of kost. In 2021 werd 92% van onze aankopen lokaal aangeleverd.
Bekaert koopt van verschillende bronnen in lijn met de productkwaliteitnoden en de beschikbare aankoopopties. Bekaert heeft ongeveer 16 000 actieve leveranciers¹ waarvan 56% in EMEA leveren, 11% in Latijns-Amerika, 8% in Noord-Amerika en 26% in Pacifisch Azië.
GRI 102-10, GRI 301-2, GRI 204-1
Bekaert erkent het belang van verantwoord aankopen. In 2021 hebben alle leveranciers onder het Responsible Minerals Initiative (RMI), de Bekaert Gedragscode voor Leveranciers ondertekend (of bewijs geleverd dat ze de principes ervan naleven) en 100% van onze tin- en wolfraamleveranciers hebben het meest recente Conflict Minerals Reporting Template (CMRT) ingevuld.
RMI is een initiatief van de Responsible Business Alliance (RBA), en het Global e-Sustainability Initiative (GeSi), die ondernemingen uit verschillende sectoren helpen om problemen met conflictmineralen in hun toeleveringsketen aan te pakken. Alle leveranciers die onder het RMI vallen, hebben het Conflict Free Minerals-beleid en nalevingsplan van Bekaert onderschreven.
De aankoopafdeling van Bekaert heeft haar engagement met leveranciers versterkt om het bewustzijn voor en de controle op duurzaam ondernemen in de toeleveringsketen te verbeteren. De Bekaert Gedragscode voor Leveranciers legt de vereisten op het vlak van milieu, werkomstandigheden en governance vast waaraan de leveranciers moeten voldoen. Op het einde van 2021 vertegenwoordigde dit engagement 95% van de bestedingen.
Bekaert betrekt leveranciers bij zijn duurzaamheidsagenda via EcoVadis. 58,5% van onze aankoopbestedingen in 2021 gebeurde bij leveranciers die door EcoVadis worden beoordeeld. 81 nieuwe leveranciers werden uitgenodigd om deel te nemen in de EcoVadis duurzaamheidsbeoordeling, vergeleken met 18 in 2020. Het platform geeft inzicht in de duurzaamheidsprestaties van onze belangrijke leveranciers en waar ruimte voor verbetering is. Het aankoopteam heeft de maturiteit en doeltreffendheid van de huidige processen geanalyseerd en heeft verschillende werkpunten geïdentificeerd om duurzaamheid beter in te bedden in de leverancierslevenscyclus vanaf 2022.
Alle leveranciers van kritische materialen en diensten worden jaarlijks formeel beoordeeld, en corrigerende actieplannen worden opgelegd als de minimaal vereiste niveaus niet zijn bereikt. Deze actieplannen worden nauwgezet gecontroleerd om de focus op verbetering te verzekeren.
Bij Bekaert volgen we de EU REACH-regelgeving nauwgezet om naleving te garanderen en we vragen onze leveranciers om hun REACH-naleving te verifiëren in het toeleveringsproces van grondstoffen.
We hebben 50 leveranciersaudits uitgevoerd in 2021, vergeleken met 36 in 2020. Leveranciersaudits worden gepland en geprioriteerd volgens kwaliteitsgaranties, veranderingen of uitbreidingen aan kritische leveranciersprocessen, en het risico dat geldende doelcriteria niet behaald worden.
GRI 308-1, GRI 407-1, GRI 408-1, GRI 409-1, GRI 414-1, GRI 414-2
Het gebruik van contracten met onze belangrijkste leveranciers (Key Supplier Agreements) blijft zeer belangrijk in de aankoop van walsdraad en andere toeleveringscategorieën omdat ze doeltreffende partnerschappen helpen ontwikkelen waarin duurzaamheid, supply chain integratie en innovatie centraal staan. In 2021 organiseerden we een nieuwe Virtual Supplier-campagne om alle belangrijke walsdraadleveranciers te betrekken.
Om tastbare stappen te zetten richting Bekaerts Scope 3-duurzaamheidsambities werd in 2021 een Virtual Supplier-campagne georganiseerd met belangrijke walsdraadleveranciers. Het doel was een open dialoog te houden over vaardigheden en doelstellingen om zo de leveranciers te identificeren die het best geplaatst zijn om duurzaamheid en innovatie mee te stimuleren. Geselecteerde partners werden uitgenodigd om samen te werken op projecten die ons samen tot leiders in duurzaamheid in onze industrie zullen stuwen.
Deze campagne werd gelanceerd als onderdeel van Bekaerts ambitieuze op wetenschap gebaseerde broeikasgas- (BKG-) verminderingsdoelstellingen die onderhevig zijn aan onafhankelijke validatie door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). Een van de doelen die we onszelf hebben gesteld, is het beperken van onze Scope 3-uitstoot met -20% tegen 2030. Scope 3-uitstoot omvat de upstream- en downstreamuitstoot buiten onze eigen organisatie.
Lees meer over Bekaerts decarboniseringsambities en performantie in 2021 in het volgende hoofdstuk: Planeet, en in Deel II: Milieugegevens van dit rapport.
Kwaliteit is essentieel voor goede klantenrelaties. Onze klanten hebben een keuze en wij streven ernaar om hun beste keuze te zijn. We ondersteunen onze klanten door waarde toe te voegen aan de producten en oplossingen die we hen bieden. Het is van het allergrootste belang om de kwaliteitsverwachtingen van onze klanten te beantwoorden, zowel wat betreft productspecificaties, dienstverlening, en huidige en toekomstige ontwikkelingsnoden. Het vormt de basis voor het creëren van klantwaarde.
Bekaerts Central Quality Assurance-team heeft de VCK Business Excellence Award 2021 gewonnen. VCK (Vlaams Centrum voor Kwaliteit) groepeert 200 organisaties die erin geloven dat kwaliteit een hefboom voor groei, performantie en duurzaamheid is. Ieder jaar beloont een professionele jury het beste kwaliteitsproject. Behalve de prijs van de professionele jury kon Bekaert de poppoll winnen waardoor het de publieksprijs mee naar huis nam .
Bekaert werd erkend met de 2021 Best Quality Award van bandenfabrikant Prinx Chengshan Holdings Co., Ltd. We zijn een langetermijnpartner van Prinx Chengshan en zijn vereerd met deze trofee die onze producten van hoge kwaliteit en de uitstekende dienstverlening van onze staalkoordleveringen looft.
Om de digitale klantervaring te verbeteren hebben we nieuwe mogelijkheden toegevoegd aan het MyBekaert Agri klantenportaal voor landbouwklanten en hebben we een gelijkaardig klantenportaal gelanceerd voor klanten in Energie & Nutsvoorzieningen.
We hebben de ambitie om ideeën om te zetten in betekenisvolle duurzame oplossingen die de milieuimpact van onze klanten en eindmarkten verkleinen. Deze omvatten onder meer:
Bekaerts staalkoordgamma met super- en ultrahoge treksterkte (ST/UT) voor bandenversterking stelt bandenmakers in staat om banden te produceren met een lager gewicht, dunnere rubberlagen, en een lagere rolweerstand. Dit verbetert de batterijduur van elektrische voertuigen en vermindert de CO₂-uitstoot van voertuigen met verbrandingsmotoren tot 5%. Gebaseerd op huidige data, algemeen aanvaarde omzettingsmodellen, en testresultaten, bedraagt de jaarlijkse CO₂-besparing dankzij Bekaerts ST/UTstaalkoord minstens 2,4 miljoen ton.


Onze stalen en synthetische ankerlijnen verbinden drijvende windturbines met ankers op de zeebodem en elimineren daarmee de nood aan zware funderingen. Daarnaast wordt Bezinox®, Bekaerts nieuwe generatie van wapeningsdraad, gebruikt in onderzeese stroomkabels die elektriciteit aan land brengen van offshore windmolenparken. Deze oplossing verlaagt de totale kost door energie- en hitteverliezen te reduceren en door een voorspelbare en betrouwbare levensduur van de kabels te garanderen.
Onze Dramix® staalvezels voor betonversterking gebruiken 50% minder staalgewicht vergeleken met traditionele staaloplossingen. Dit beperkt de CO₂ uitstoot van bouwprojecten met 20 tot 50%.
Bekaerts oplossingen voor poreuze transportlagen verhogen de performantie en duurzaamheid van elektrochemische toestellen gebruikt in de productie van waterstof.
Meer details over Bekaerts duurzame producten en oplossingen is beschikbaar in Deel II: Milieugegevens van dit rapport.
GRI 302-1


Bij Bekaert geloven we dat het onze verantwoordelijkheid is om mogelijkheden te creëren voor een betere toekomst.


* JV's inbegrepen
We willen bijdragen aan de inspanningen om de wereld een betere plek te maken voor toekomstige generaties en engageren ons daarom om een leider te worden in duurzaamheid. Met dit doel in het achterhoofd hebben we een ambitieus plan opgesteld dat Bekaert verbindt met de meest dringende uitdagingen en ons een breed gamma van opportuniteiten geeft. We noemen dit onze ambitie om green beyond tomorrow te worden.
In 2021 hebben we onze ambities, vaardigheden en plannen aangescherpt om duidelijke vooruitgang te boeken op onze milieudoelstellingen. We hebben een 'Sustainability Office' opgericht binnen het Strategy Office. De Raad van Bestuur heeft de nieuwe Duurzaamheidsstrategie van Bekaert goedgekeurd, en we hebben doelen bepaald die afgestemd zijn op het Science Based Targets-initiatief (SBTi).
"
Door ons te verbinden aan SBTi zetten we moedige stappen, denken we verder dan morgen, en baseren we onze initiatieven op de laatste wetenschappelijke inzichten die zullen helpen om een duurzame toekomst te creëren.
Onze ambitie voor het milieu ligt in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs om de wereldwijde temperatuursstijging te beperken tot 1,5°C. We hebben als doel de Scope 1- en 2- Broeikasgasemissies (BKG) ¹ - waarvan de meerderheid afkomstig is van gas gebruikt in onze fabrieken en van elektriciteit die we aankopen - te beperken met -46,2% tegen 2030 en Carbon Net Zero te bereiken tegen 2050.
In 2021 werd onze aanvraag aanvaard om de Business Ambition for 1.5°C-campagne te vervoegen. Dit is een dringende vraag tot actie van een globale coalitie van VNagentschappen, ondernemingen en industrieleiders om de globale opwarming te beperken. We hebben ambitieuze, op wetenschap gebaseerde BKG-reductiedoelen bepaald die onafhankelijk gevalideerd worden door het Science Based Targets-initiatief (SBTi). Door ons te engageren tot doelstellingen in lijn met SBTi worden we deel van de VN Climate Champions Race to Zero en willen we een significante rol spelen in de strijd tegen klimaatverandering.
We hebben een gedetailleerd overzicht gemaakt van de productieactiviteiten, investeringen en toepasselijke uitgaven van de geconsolideerde Bekaert-entiteiten voor het rapporteringsjaar 2021 en hebben ze gematcht met de activiteiten zoals beschreven in de EU Taxonomy om hun geschiktheid (hun potentieel om duurzaam te zijn) te analyseren. De uitkomst van deze analyse is opgenomen in de gedetailleerde Milieuverklaringen in Deel II van dit verslag. De EU Taxonomy heeft tot doel de kapitaalinzet naar duurzame activiteiten te richten met als einddoel duurzame groei te financieren en de Europese doelstelling te behalen om klimaatneutraal te zijn tegen 2050.
¹ Scope 1 (directe BKG-emissies): CO₂-uitstoot van bronnen die onze eigendom zijn of door ons worden beheerd (bvb. BKG-emissies van de verbranding van brandstof en gas)
Scope 2 (energiegerelateerde indirecte BKG-emissies): CO₂-uitstoot van aangekochte/verkregen elektriciteit, verwarming, koeling en stoom voor verbruik in onze fabrieken
Scope 3 (andere indirecte BKG-emissies): indirecte BKG-emissies niet inbegrepen in Scope 2 (energiegerelateerde indirecte) emissies, afkomstig van bronnen buiten onze organisatie, zowel upstream als downstream (bvb. transport)

44
Jaarverslag Bekaert 2021
Gebruik van en investeren in hernieuwbare energiebronnen

Een katalysator om broeikasgasemissies te beperken is het gebruik van hernieuwbare elektriciteit waar dat beschikbaar en mogelijk is. In totaal was 39% van de elektriciteit die we in 2021 geconsumeerd hebben afkomstig van hernieuwbare bronnen. De slaagkans om energie van hernieuwbare bronnen aan te kopen is sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van dergelijke bronnen en van bewijs van herkomst. In Brazilië, Canada, Colombia, Ecuador, Venezuela, Roemenië, Nederland en het VK is het elektriciteitsverbruik van Bekaert grotendeels afkomstig van hernieuwbare energiebronnen.
Wat betreft het opwekken van hernieuwbare energie zijn onze ogen gericht op zonne- en windenergie. We kijken naar windturbine-investeringen en private of publieke investeringen zodat onze fabrieken energie kunnen afnemen van on-site zonnepanelen.
GRI 302-4
We ontwikkelen en implementeren standaardoplossingen en -initiatieven die als doel hebben het energieverbruik en de broeikasgasemissies te beperken. Het Bekaert Manufacturing System (BMS), een langetermijntransformatieprogramma gericht op productieuitmuntendheid in het algemeen, focust expliciet op energie- en uitstootbeperkende maatregelen. Het grootste deel van Bekaerts broeikasgasemissies is gelinkt aan 'Scope 2'-emissies van aangekochte elektriciteit. Deze Scope 2-emissies waren nagenoeg stabiel vergeleken met 2019 maar namen toe tegenover vorig jaar door het herstel van onze operaties tot pre-Covid-activiteitsniveaus. Scope 2-energieintensiteit daalde met -4% in 2021 vergeleken met het referentiebasisjaar 2019. Dit was het gevolg van verbeterde machine-efficiëntie en specifieke energie-efficiëntieprogramma's.

Gerecycleerd staal: stimuleren van een circulaire economie
Het totaal volume aan walsdraad dat we in 2021 aankochten bevatte 34% gerecycleerd materiaal¹, tegenover 38% in 2020. Het percentage gerecycleerd materiaal is afhankelijk van de productspecificaties en de beschikbaarheid van walsdraad gemaakt van staalschroot. Op vandaag wordt de meerderheid van het gebruikte staal geproduceerd via de primaire route. Dit proces is gebaseerd op ijzererts dat gesmolten wordt tot ruw ijzer in een hoogoven. Staal gemaakt van ijzererts bevat slechts een beperkt aandeel staalschroot (doorgaans ~18%) als koelmiddel voor het daaropvolgende conversieproces. Staal geproduceerd via de secundaire route is meestal gemaakt van veel hogere hoeveelheden gesmolten staalschroot aangevuld met ruw ijzer, DRI (Direct Reduced Iron) en HBI (Hot Briquetted Iron).
¹ Exclusief joint ventures.
Bekaert draagt bij aan een circulaire economie door 100% van het staalafval terug te sturen naar de staalindustrie voor recyclage.
¹ Meer details over Bekaerts 2021 milieuperformantie en doelstellingen zijn opgenomen in Deel II: Milieuverklaringen van dit verslag.
Gezien onze ambitie om de CO₂-footprint te beperken en het belang dat energieconsumptie (zoals eerder beschreven) in de toekomst zal spelen, wordt onze energie-intensiteitsaanpak binnen BMS verder opgekrikt via een nieuw programma genaamd "You Know Watt".
Preventie is beter dan mitigatie. Onze preventie- en risicomanagementgerelateerde activiteiten omvatten onder meer:
• Bekaert voldoet aan de Europese RoHS-verordening inzake gevaarlijke stoffen. GRI 102-11
We hebben de ambitie om ideeën om te zetten in duurzame oplossingen die de milieufootprint van onze klanten en eindmarkten verkleinen. Lees meer over de producten en oplossingen die bijdragen aan een schoner milieu in het Waardeketenhoofdstuk en in Deel II: Milieuverklaringen.

Omdat we ons bewust zijn van de significante CO₂-footprint afkomstig van de productie van onze producten en oplossingen, hebben we onlangs een nieuw globaal programma gelanceerd, "You Know Watt", om het energieverbruik verder te beperken.
"You Know Watt" focust op:
We geloven in de kracht van leren door te doen. Daarom hebben we verschillende pilootprogramma's voor energie-implementatie gestart die elk een gestructureerd proces volgen over een periode van drie maanden. We gaan van fabriek tot fabriek om You Know Watt tot bij de lokale teams te brengen, evalueren de bevindingen en implementeren energieefficiëntieverbeteringen.
We startten dit programma in onze Izmit-fabriek in Turkije in oktober 2021. De eerste resultaten zijn veelbelovend met mogelijke verbeteringen qua energieintensiteit tussen 10-15%, wat in lijn ligt met de verwachtingen en ambities. Daarnaast hebben we verschillende leermogelijkheden geïdentificeerd om het proces te verbeteren. Die zijn opgenomen in het ontwerp van het volgende pilootproject dat gestart is in China in februari 2022.



* JV's inbegrepen
Bekaert heeft in 2021 aanzienlijke vooruitgang geboekt om de innovatieagenda te accelereren. We hebben een nieuwe Chief Innovation and Technology Officer benoemd, toptalenten en consultancydiensten aangetrokken, en innovatieprojecten met veelbelovende groeikansen toegevoegd aan de projectenpijplijn. De totale R&D-uitgaven vóór aftrek van subsidies en fiscale voordelen bedroegen € 67 miljoen in 2021, vergeleken met € 57 miljoen in 2020. Investeringen in immateriële activa bedroegen € 13 miljoen in 2021 (€ 3 miljoen in 2020) en hadden vooral betrekking op digitale oplossingen.
Onze focus ligt op het ontwikkelen van duurzame en digitale oplossingen voor klanten, het verkennen van nieuwe businessmodellen, en het ondersteunen en versnellen van energietransitieprogramma's.
Gezien we de scope van onze innovatieactiviteiten beyond steel willen uitbreiden, willen we onze partnerschappen in onderzoek, open innovatie, en samenwerking met durfkapitaalinvesteerders en start-ups in onze interessedomeinen, verder uitbreiden.
Innovatie is een kernpijler in de nieuwe Bekaert-strategie. We hebben drie 'business motoren' geïdentificeerd om een gebalanceerde pijplijn van incrementele en disruptieve innovaties samen te stellen. De versnelling van innovatieprogramma's zal ondersteund worden door een toename van het innovatiebudget met +50% in de komende vijf jaar.
We maken ons flexibele en wendbare innovatiemethodologieën eigen en als illustratie daarvan organiseerden we een virtueel Dragon's Den-evenement waarbij innovatoren uit de Business Units hun meest veelbelovende projecten voorstelden. Dit illustreerde de reikwijdte van onze ideeën en activiteiten en boeiende voorbeelden van teamwork ondanks de uitdagingen die gesteld werden door de thuiswerkmaatregelen. Door een ondernemersmindset te cultiveren willen we onze bestaande cultuur van operationele uitmuntendheid en technologisch leiderschap aanvullen met een sterke innovatiecultuur.
In 2021 bleven we technologieën ontwikkelen die voldoen aan klantennoden of ze overtreffen, en ons kwaliteitsleiderschap in de industrie versterken. Voorbeelden omvatten producten om de energietransitie te ondersteunen zoals Fiber+ kabels voor het verankeren van offshore vlottende windturbines, Bezinox® wapeningoplossingen voor stroomkabels, en PEM-electrolyser-vezels voor waterstofproductie, maar ook oplossingen voor de bouwindustrie zoals de Sigmaslab® betontechnologie die CCL's naspanningsstrengen combineert met Dramix® staalvezels voor betonversterking. In 2021 richtte meer dan 85% van Bekaerts globale portfolio van R&D-projecten zich op duidelijke voordelen op het vlak van duurzaamheid die het gebruik van natuurlijke en schadelijke bronnen beperken; het energieverbruik en de uitstoot verminderen; recyclagemogelijkheden vergroten; veiligheid verbeteren; en de noden van de hernieuwbare-energiemarkten beantwoorden. Meer informatie over nieuwe producten en oplossingen is te vinden in het Waardeketen-hoofdstuk.
Nu de digitale manier van werken en management execution systems (MES) omarmd worden in onze fabrieken, hebben we IoT-systemen (Internet of Things) uitgerold in staalkoordfabrieken om de kwaliteitsgarantie te verbeteren en het energieverbruik te monitoren. De gegenereerde data wordt zowel in fysieke modellen als in digital twins gevoed om R&Dprocessen te versnellen en innovaties te stimuleren die het energieverbruik en de CO₂-afdruk van onze productie verminderen.
Bekaerts eigen engineeringafdeling speelt een cruciale rol in de optimalisatie en standaardisering van onze productieprocessen en -machines. Nieuwe machines combineren altijd innovatieve oplossingen voor prestatieverbeteringen op verschillende vlakken, zoals productkwaliteit, prestatievermogen en flexibiliteit, kostenefficiëntie, energieverbruik, machineveiligheid, ergonomie en de impact op het milieu. Momenteel implementeren we een nieuw en duurzaam werkingsmodel dat toelaat ons te concentreren op de ontwikkeling van innovatieve uitrusting voor nieuwe producten, nieuwe processen en uitgebreide digitale tools en functionaliteiten.
Bridon-Bekaert en VisionTek Engineering zijn partners sinds 2018. Wat begon als een durfkapitaalinvestering groeide geleidelijk aan uit tot een succesvol technologiepartnerschap en uiteindelijk in de verwerving en integratie van VisionTek in februari 2022. Samen met
Bridon-Bekaert heeft VisionTek de eerste mobiele 3D kabelmeet- en visualisatieuitrusting ontwikkeld. 360° miniatuurcamera's nemen hogeresolutiefoto's van de kabel in actie, en voeden een real-time model dat de data analyseert ten aanzien van artificiële intelligentie met zelflerend algoritmes.
Deze nieuwe, eigen monitoringtechnologie voert continue, realtime kwaliteitsinspectie uit, en overtreft andere meetinstrumenten zoals magnetische tests die niet altijd onfeilbaar zijn. Bridon-Bekaert is in 2021 gestart met de commercialisering van de uitrusting om staalen synthetische kabels van klanten continu te monitoren. Op die manier vormt het een pijler van BBRG's ambitie om een aanbieder van totaaloplossingen te zijn en de meest geavanceerde diensten op de kabelmarkt aan te bieden.
De afdeling Intellectuele Eigendommen (IE) van Bekaert staat in voor de patenten, ontwerpen, handelsmerken, domeinnamen en handelsgeheimen van de hele Bekaert Group, met inbegrip van de joint ventures in Brazilië. Het adviseert ook over IE-clausules in verschillende overeenkomsten zoals gezamenlijke ontwikkelingsovereenkomsten en -licenties. Aan het einde van 2021 had de Bekaert Groep een portfolio van meer dan 1 900 octrooien en octrooirechten, waaronder 25 eerste patentaanvragen in 2020, en meer dan 1 700 handelsmerkregistraties.

Cyberrisico's kunnen intellectueleeigendomsbescherming en data privacy raken. Daarom is informatieveiligheid - het veiligstellen van de data, activa en privacy van de onderneming en onze klanten - kritisch, vooral nu veel teamleden op afstand werken. Onze medewerkers zijn onze sterkste schakel, en de meest effectieve bescherming is hun bewustzijn van de informatieveiligheidsrisico's en cyberbedreigingen. Onze informatieveiligheidsregels leggen uit welke maatregelen we kunnen treffen om ons te verweren tegen cybercriminelen en te garanderen dat onze informatie beschermd blijft.
Alle medewerkers moeten zich bewust zijn van de potentiële gevaren en moeten weten hoe ze cyberrisico's kunnen beperken. Het hoofdstuk Mens geeft meer informatie over hoe we onze medewerkers opleiden over cyberbewustzijn.
Digital@Bekaert omvat veel meer dan informatieveiligheid alleen. Het gaat over het bouwen van digitale oplossingen en technologie in het algemeen. Met Digital@ Bekaert zijn we op weg om productkwaliteit verder te verhogen, efficiëntie in onze productieprocessen toe te voegen, nieuwe businessmodellen te bouwen, waarde voor onze klanten te creëren en betere tools en inzichten te bieden aan onze medewerkers.
In 2021 hebben we verdere stappen gezet in het aansluiten van fabrieken op ons manufacturing execution system (MES). Dat heeft tot doel het verbinden en monitoren van machines in de fabriekshal. Als gevolg daarvan kunnen we alle bewegingen van goederen volgen door binnenkomende en geproduceerde items te scannen, automatisch data opslaan van de geconnecteerde machines, en onmiddellijk input krijgen van de operatoren via hun mobiele toestellen.
Parallel met MES laat het Digital Bekaert Manufacturing System (BMS) ons toe om gebruikersinzichten om te zetten in data. De digitale performantiedialoog stelt supervisors in staat om meer beredeneerde beslissingen te nemen en meer tijd door te brengen op de fabrieksvloer. De nieuwe mobiele shopfloor app is het extra paar ogen en oren van de supervisors.
Bekaert zoekt actief naar mogelijkheden voor samenwerking met strategische klanten, leveranciers en academische onderzoeksinstituten en universiteiten. We overwegen ook investeringen in start-upbedrijven en durfkapitaalfondsen die nieuwe aantrekkelijke businessmodellen buiten Bekaerts huidige speelveld kunnen creëren. We onderhouden en versterken onze onderzoekspartnerschappen en -netwerk in de domeinen van metallurgie en modellering met een verlenging van ons University Technology Center (UTC) in University College Dublin, en met doctoraten aan het Imperial College London, Zahreb University, CEIT Spanje, UGent, University of Lille en andere universiteiten. Bovendien vervoegden we en zijn we voorzitter van het Hyve-consortium, waarin verder de Vlaamse onderzoekscentra imec en VITO, en industriële pioniers Colruyt Group, DEME en John Cockerill zetelen. Hyve zal investeren in de ontwikkeling en productie van groene waterstofkracht en beoogt een kostefficiënte en duurzame productie van waterstof op gigawattniveau.
Meer informatie over Bekaerts 21 academische onderzoekspartnerschappen is beschikbaar in Deel II: Sociale Verklaringen van dit rapport.
Bekaert heeft verschillende ondernemingslidmaatschappen waaronder een aantal bilaterale kamers van koophandel en algemene industrieassociaties zoals Agoria, VOKA Vlaanderen en Wire Association International, en associaties die over industriegrenzen heen actief zijn zoals de Conference Board. Bekaert is ook lid van nationale werkgeversassociaties in alle landen waar Bekaert actief is.
We danken het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en de Belgische federale overheid. De subsidies en stimuli voor R&D-projecten met hooggeschoold wetenschappelijk personeel en onderzoekers in Vlaanderen zijn essentieel voor het behoud van R&D-activiteiten in België. We willen ook onze oprechte dankbaarheid uitdrukken voor de steun van het Irish Research Council en I-Form, het SFI Research Centre for Advanced Manufacturing. Verder bedanken we ook het Research & Innovation-departement van de Europese Commissie voor hun steun aan innovatie door middel van projectsubsidies.
We zijn bevoorrecht om een winnende partner te zijn in de investeringsplannen van meer dan £ 60 miljoen die aangekondigd zijn door de regering van het VK voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor vlottende windprojecten voor diepe wateren. Bridon-Bekaert werd geselecteerd als een van de gefinancierde ontwikkelingspartners voor twee van de elf ontwikkelingsprojecten: de ontwikkeling van een nieuw, lichtgewicht verankeringssysteem en de ontwikkeling van nieuwe verankeringssysteemtechnologieën, kabelbescherming, en een geavanceerd digitaal monitoringsysteem.


* 23 568 in geconsolideerde vestigingen + 3 613 in joint ventures = 27 181 gezamenlijk
Onze medewerkers zijn de drijvende kracht achter ons wereldwijd succes. De sterkte van ons bedrijf is de passie van elke Bekaert-medewerker om een extra inspanning te leveren voor onze klanten en om te zorgen voor elkaar en voor de wereld om ons heen. Dat is waar better together om gaat.
Als bedrijf en als individuen handelen we met integriteit en houden we ons aan de hoogste normen van zakelijke ethiek. We bevorderen gelijke kansen, koesteren diversiteit en willen een risicovrije werkomgeving creëren doorheen onze organisatie. Onze waarden zijn verankerd in onze cultuur en verbinden ons als One Bekaert-team.
We handelen integer · We verdienen vertrouwen · We zijn niet te stuiten!
GRI 102-16
Bekaert voldoet aan nationale wetgevingen en collectieve arbeidsovereenkomsten. Bekaert respecteert de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de verdragen en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie.
We respecteren de rechten en waardigheid van elke werknemer. We bevorderen gelijke kansen en discrimineren geen werknemers of sollicitanten op basis van leeftijd, ras, nationaliteit, sociale of etnische afkomst, geslacht, fysieke handicap, seksuele voorkeur, godsdienst, politieke voorkeur of vakbondslidmaatschap. We erkennen en waarderen de culturele identiteit van onze teams in alle landen waar we actief zijn en zaken doen.
De werving, verloning, toepassing van arbeidsvoorwaarden, training, promotie en loopbaanontwikkeling van onze medewerkers gebeurt enkel op basis van beroepskwalificaties.
GRI 102-12
De Bekaert Gedragscode beschrijft hoe we onze drie Bekaert-waarden - integriteit, vertrouwen en onstuitbare spirit - omzetten in de praktijk en welk leidersgedrag we verwachten van elke Bekaertmedewerker. Onze Gedragscode omvat onder andere belangrijke punten met betrekking tot mensenrechten, kinderarbeid en gedwongen arbeid, en anticorruptiebeleid & -procedures.
GRI 205-2, GRI 408-1, GRI 409-1
Jaarverslag Bekaert 2021 51
We stimuleren talent door loopbaanontwikkeling en levenslang leren. We hechten veel belang aan het creëren van uitdagende carrièregerichte en persoonlijke ontwikkelingsopportuniteiten voor onze medewerkers. Trainingsprogramma's omvatten niet alleen technische en jobspecifieke trainingen, maar ook leiderschapsmodules die onze medewerkers helpen om zichzelf te ontwikkelen en samen te werken in een globale werkomgeving.
Gemiddeld aantal uren training per medewerker:
In 2021 kreeg elke medewerker gemiddeld 33 uur opleiding.
GRI 404-1, GRI 404-2
Om onze medewerkers up to date te houden met de laatste innovaties in hun jobgebied, hebben we ons digitale trainingsaanbod uitgebreid. De academies van de Bekaert University boden meer lessen aan op het online My Learningplatform, en we bieden alle medewerkers nu ook toegang tot externe opleidingsdiensten.
In 2021 lanceerden we Elevation, een ontwikkelingsprogramma ontworpen om startende teamleiders de kennis, vaardigheden en het vertrouwen te geven om een effectieve teamleider te worden die een team gemotiveerd, gealigneerd en betrokken houdt. Het programma coacht deze startende leiders om persoonlijke en professionele doelen te stellen, hun netwerk uit te breiden, en hun ervaring uit te diepen.
Leren en ontwikkelen Het programma is een krachtige, gemengde leerervaring, die online e-learning combineert met praktijkgerichte workshops om theorie om te zetten in praktijk, en daaraan individuele coachingsessies met ervaren businessleiders toevoegt.
41 collega's uit 20 verschillende landen namen deel aan het virtuele programma. Al onze Elevation-collega's ontvingen een toolbox die hen moet ondersteunen tijdens hun ontwikkelingstraject.
Van 11-15 oktober organiseerden we onze jaarlijkse Information Security Week. Tijdens deze week leerden onze medewerkers hoe ze cyberslim kunnen worden en zagen ze met eigen ogen hoe makkelijk het is om onze systemen te hacken als we onze toestellen niet beveiligen. Tijdens een online escape-game waaraan meer dan 200 collega's deelnamen werd de kennis getoetst.
Meer details over leren en ontwikkelen bij Bekaert zijn opgenomen in Deel II: Sociale verklaringen van dit verslag.


In januari 2021 introduceerden we een hybride werkingsmodel voor kantoormedewerkers, gebaseerd op het principe dat werk geen plaats is waar je naartoe gaat maar de activiteiten betreft waarvoor een team verantwoordelijk is. Deze nieuwe manier van werken wint tegenwoordig aan belang en heeft tot doel de gezondheid van mensen te beschermen tijdens de pandemie, maar ook productiviteit, betrokkenheid en welzijn te bevorderen.
De globale veiligheidsaanpak van Bekaert is erop gericht een werkomgeving te creëren die niemand schade berokkent. We geloven dat zorg dragen voor mensen fundamenteel bijdraagt aan het succes van het bedrijf. Om dit te bereiken hanteren we een set van standaarden, gebaseerd op interne en externe principes en na te leven reglementeringen, en moedigen we een cultuur van leiderschap en verantwoordelijkheidszin aan.
Voor het vierde jaar op rij boekten we vooruitgang in de veiligheidsgerelateerde performantieindicatoren (gerapporteerde incidentengraad TRIR en frequentiegraad LTIFR). 2021 kende weliswaar een terugval op gebied van ernstgraad: het aantal incidenten met ernstige letsels nam toe van 1 in 2020 tot 8 in 2021, allemaal gelinkt aan hand- en vingerletsels. Bekaert versterkt zijn veiligheidsprogramma's met bewustwordingscampagnes, opleidingen en specifieke investeringen om veilige werkomstandigheden te garanderen aan alle medewerkers.
TRIR: Total Recordable Incident Rate (gerapporteerde incidentengraad: aantal gerapporteerde incidenten per miljoen gewerkte uren) LTIFR: Lost Time Incident Frequency Rate (frequentiegraad: aantal incidenten met werkverlet per miljoen gewerkte uren) SI: Serious Injury (incidenten met levensingrijpende letsels)
Meer details over Bekaerts veiligheidsprestatie zijn opgenomen in Part II: Sociale verklaringen van dit rapport.
14 vestigingen noteerden in 2021 geen enkel veiligheidsincident. Negen vestigingen zijn twee jaar vrij van veiligheidsincidenten. Zeven vestigingen bereikten drie jaar zonder veiligheidsincidenten en twee vestigingen zijn erin geslaagd om al acht jaar of langer geen veiligheidsincidenten te hebben. Zij zijn Bekaerts veiligheidskampioenen en effenen het pad naar een werkomgeving die niemand schade berokkent.
Om de globale pandemie te helpen bestrijden bevelen we alle medewerkers sterk aan om zich te vaccineren in lijn met de nationale vaccinatiecampagnes en -regels en specifiek medisch advies. We ondersteunen toegang tot vaccinatie voor iedereen en organiseerden zelf de vaccinatie van medewerkers in landen zonder doeltreffende nationale vaccinatiecampagne, zij het telkens met respect voor de individuele vrijheid en privacy. We discrimineren geen medewerkers die besloten hebben vaccinatie te accepteren of weigeren wanneer die werd aangeboden. We rekenen ook op onze medewerkers om de keuze van iedereen te respecteren.

Eind 2021 lanceerden we Compass, een leertraject voor onze operationele leiders over veiligheid, gezondheid en milieu. De opleiding heeft als doel bewustzijn, kennis en begrip op te bouwen over naleving en verantwoordelijkheden gelinkt aan veiligheid, gezondheid en milieu; het begrijpen van de rol van site-managers in het hele proces; het vergroten van de vaardigheden om veiligheids-, gezondheids- en milieuregels na te leven in de fabriek; en het zich eigen maken van de hulpmiddelen en nodige vaardigheden.
De opleiding wisselt live-sessies af met zelfstudie. Het programma is opgedeeld in 4 stromen die gealigneerd zijn met het BeCare Safetyprogramma: Leiderschap, Governance, Risico's voor Mens & Milieu, Mensen nemen risico's.
Compass zal wereldwijd uitgerold worden in 2022. De training wordt ook opgenomen in het standaardprogramma voor nieuwkomers in een operationele leiderschapsrol.
In september organiseerden we onze jaarlijkse Gezondheids- en Veiligheidsweek met "alle letsels zijn vermijdbaar" als het centrale thema en bijzondere aandacht voor hand- en vingerletselpreventie, Covid-19-preventie, en mentale weerbaarheid.
Dokters weerlegden mythes over Covid-19 en tijdens online discussies leerden we van experts hoe maatschappelijke en psychologische veranderingen een effect zouden kunnen hebben op hoe we leven en werken. Een team van medische experts bracht meer inzicht in de medische en psychologische impact van handblessures. We leerden ook over het creëren van mentale weerstand en stressbewustzijn en het herkennen en vermijden van burn-outs. Het is Bekaerts ambitie om (lokale) mentalegezondheidsondersteuning te bieden aan onze teams. Het team in de BBRGfabriek in het VK lichtte zijn Mental Health First Aid-programma toe. In België lanceerden we het Employee Assistance Program in samenwerking met een extern team van professionals. Via dit programma kunnen medewerkers met mentale kopzorgen langs verschillende kanalen hulp zoeken.

We willen dat Bekaert een fijne plek is om te werken. Een plek die inspireert, creativiteit opwekt en waar iedereen zich veilig en welkom voelt. We willen dat onze medewerkers actief deelnemen aan het bouwen van een inclusieve werkplek voor iedereen. Met de steun van het Bekaert Group Executive (BGE) en de Diversity & Inclusion (D&I) Council worden medewerkers aangemoedigd om verwantschapsgroepen te vormen en samen te werken om inspirerende ideeën te bedenken die positieve verandering teweegbrengen.
Qua genderdiversiteit is 28% van de managers en bedienden van de Bekaert-dochterondernemingen vrouwelijk (bij jaareinde 2021). We engageren ons tot het verhogen van dit aandeel ter ondersteuning van gendergelijkheid. Onze doelstelling is om een ratio van 40% te behalen tegen 2030 dankzij een jaarlijkse verbetering van +1,5% in de komende acht jaar. Deze doelstelling is ook opgenomen vanaf 2022 in de kortetermijn-incentive-doelstellingen voor de leden van het Executive Management.
Bekaert is een echt internationale organisatie en omarmt de zeer rijke culturele diversiteit binnen ons team. We stellen mensen van 72 nationaliteiten in 45 landen te werk.
Meer details over diversiteit zijn opgenomen in de Leiderschap-sectie van dit verslag en in Deel II: Corporate Governance Verklaringen en Sociale Verklaringen.
Bekaert streeft ernaar om een loyale, verantwoordelijke partner te zijn in de lokale gemeenschappen. We communiceren met de lokale overheden op een transparante, constructieve manier. We steunen geen politieke organen en nemen een neutrale positie in ten aanzien van politieke kwesties. Verbonden door onze overtuiging 'veiligheid voor iedereen' veroordelen we echter elke daad van geweld en agressie tegen mensen.
Overal ter wereld hebben Bekaert-teams hulpprogramma's opgezet die lokale gemeenschappen ondersteunen. Onze teams in India en Chili hebben computers en tablets geschonken aan scholen zodat kinderen les kunnen volgen tijdens Covidlockdowns. Onze entiteiten in Ecuador en India steunden microfinancieringsprojecten die vrouwen helpen om kleine ondernemingen te starten. Teams overal ter wereld namen deel aan sport- en andere evenementen om mensen met fysieke of mentale beperkingen of personen in geldnood te steunen. Verschillende entiteiten betrokken lokale stakeholders in veiligheidsprogramma's tijdens de Bekaert Gezondheids- en Veiligheidsweek.
Midden 2021 trof hevige regenval grote gebieden van Noord- en Centraal-Europa met verwoestende overstromingen tot gevolg. Gezinswoningen en volledige dorpskernen werden onbewoonbaar door de extreme stijging en stroming van het water. Het management van Bekaert was diep geraakt door de menselijke en materiële schade van de overstromingen en doneerde € 50 000 aan het Rode Kruis om slachtoffers bij te staan met eerstelijnshulp en andere ondersteuning.
Begin 2022 veranderde de humanitaire impact van de situatie in Oekraïne onze blik op de wereld. Onze gedachten zijn bij de bevolking van Oekraïne en onze prioriteit is het welzijn van onze medewerkers en hun families, en ondersteuning waar ze zich ook bevinden. Onze teams in de regio doen hun uiterste best om hulpbehoevenden te ondersteunen op welke manier ook, en als onderneming steunen we verschillende humanitaire initiatieven met donaties en door werkgelegenheid of accommodatie aan te bieden in verschillende locaties.
We zijn één team, verenigd door Bekaerts geschiedenis en waarden, en door better together te werken met alle stakeholders.
Bekaert heeft in december 2021 een partnerschap gesloten met River CleanUp, een non-profit organisatie die evenementen organiseert om rivieren op te ruimen, technologie ontwikkelt voor permanente en mobiele plasticverwijdering uit rivieren, en bewustzijn creëert om te verhinderen dat plastic binnendringt in ecosystemen. Bekaert ondersteunt zowel financieel als in natura door technologisch advies en materialen te leveren, waaronder synthetische kabels. De organisatie zal Bekaert helpen om rivieropruimacties te organiseren langs waterwegen in verschillende locaties ter wereld. Het doel is om het werknemersengagement en gemeenschapsrelaties te versterken door samen in te zetten op duurzaamheidsbewustwording en -activiteiten.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING
Jaarverslag Bekaert 2021 56
Op 1 januari 2020 zijn de Belgische Corporate Governance Code 2020 (de "Code 2020") en het nieuwe Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het "WVV") van kracht gegaan en werden deze van toepassing op Bekaert. Het Bekaert Corporate Governance Charter en de statuten van de vennootschap werden gewijzigd om beide te laten overeenstemmen met de Code 2020 en het WVV.
Bekaert leeft de bepalingen van de Code 2020 na, met uitzondering van de bepaling 7.6.
In tegenstelling tot bepaling 7.6 van de Code 2020 volgens dewelke niet-uitvoerende Bestuurders een deel van hun remuneratie zouden moeten ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap, en deze dienen aan te houden tot minstens één jaar nadat de niet-uitvoerende Bestuurder de Raad van Bestuur verlaat en minstens drie jaar na het moment van toekenning, worden niet-uitvoerende Bestuurders gevraagd (maar niet verplicht) om:
Ondanks het niet-verplichte karakter van deze persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap, is Bekaert van mening dat de langetermijnvisie van de aandeelhouders op een redelijke wijze vertegenwoordigd wordt in de Raad van Bestuur aangezien de Voorzitter vergoed wordt in aandelen dewelke onderworpen zijn aan een blokkeringsperiode van drie jaar, en aangezien de nietuitvoerende Bestuurders die benoemd worden op voordracht van de referentieaandeelhouder reeds aandelen van de vennootschap bezitten (of certificaten die daarop betrekking hebben).
De Code 2020 is beschikbaar op www.corporategovernancecommittee.be.
Het Bekaert Corporate Governance Charter is beschikbaar op www.bekaert.com.
De vennootschap heeft een monistische structuur aangenomen: de Raad van Bestuur is het belangrijkste besluitvormingsorgaan. De Raad van Bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn om het doel van de vennootschap te verwezenlijken, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bevoegd is.
De Raad van Bestuur bestaat uit dertien leden die door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden benoemd. Zeven Bestuurders zijn benoemd op voordracht van de hoofdaandeelhouder. De functies van Voorzitter en van Gedelegeerd Bestuurder worden nooit door dezelfde persoon uitgeoefend. De Gedelegeerd Bestuurder is het enig lid van de Raad van Bestuur met een uitvoerende functie. Alle andere leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders. Vijf Bestuurders zijn onafhankelijk op grond van de criteria van artikel 7:87, §1 van het WVV en van bepaling 3.5 van de Code 2020: Henriette Fenger Ellekrog (voor het eerst benoemd in 2020), Colin Smith (voor het eerst benoemd in 2018), Eriikka Söderström (voor het eerst benoemd in 2020), Jürgen Tinggren (voor het eerst benoemd in 2019) en Mei Ye (voor het eerst benoemd in 2014).
In 2021 kwam de Raad van Bestuur acht keer samen: er waren zes gewone vergaderingen en twee buitengewone vergaderingen. Naast de uitoefening van zijn bevoegdheden uit hoofde van de statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter behandelde de Raad van Bestuur in 2021 onder meer de volgende onderwerpen:

| Naam | Aanvang eerste mandaat |
Einde huidig mandaat als Bestuurder |
Hoofdfunctie² | Aantal bijgewoonde gewone/ buitengewone vergaderingen |
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | ||||
| Jürgen Tinggren¹ | mei 2019 | mei 2023 | NV Bekaert SA | 8 |
| Gedelegeerd Bestuurder | ||||
| Oswald Schmid | mei 2020 | mei 2022 | NV Bekaert SA | 8 |
| Leden voorgedragen door de hoofdaandeelhouder |
||||
| Gregory Dalle | mei 2015 | mei 2023 | Managing Director, Credit Suisse, divisie Investment Banking & Capital Markets (UK) | 8 |
| Charles de Liedekerke | mei 1997 | mei 2022 | Bestuurder van vennootschappen | 8 |
| Christophe Jacobs van Merlen | mei 2016 | mei 2024 | Managing Director, Bain Capital Europe, LLP (UK) | 8 |
| Hubert Jacobs van Merlen | mei 2003 | mei 2022 | Bestuurder van vennootschappen | 7 |
| Caroline Storme | mei 2019 | mei 2023 | R&D Finance Lead Neurology at UCB (Belgium) | 8 |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | mei 2016 | mei 2024 | Head of Legal, Sofina (Belgium) | 8 |
| Henri Jean Velge | mei 2016 | mei 2024 | Bestuurder van vennootschappen | 8 |
| Onafhankelijke Bestuurders | ||||
| Henriette Fenger Ellekrog | mei 2020 | mei 2025 | Chief Human Resources Officer, Ørsted | 8 |
| Colin Smith | mei 2018 | mei 2022 | Onafhankelijk bestuurder van en adviseur voor vennootschappen | 8 |
| Eriikka Söderström | mei 2020 | mei 2025 | Onafhankelijk bestuurder van vennootschappen | 8 |
| Mei Ye | mei 2014 | mei 2022 | Onafhankelijk bestuurder van en adviseur voor vennootschappen | 7 |
¹ Jürgen Tinggren is een onafhankelijk Bestuurder.
² De curricula vitae van de Bestuurders zijn terug te vinden in Deel I van dit rapport.
Merk op: de samenstelling van de Raad van Bestuur zal wijzigen in 2022: zie Deel I: Ons leiderschap - Raad van Bestuur en Deel II: Financieel Overzicht - Informatie met betrekking tot de Moedervennootschap - Statutaire benoemingen.
Het Audit, Risk en Finance Comité is samengesteld in overeenstemming met artikel 7:99 van het WVV en bepaling 4.3 van de Code 2020: alle vier leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders en twee leden, Eriikka Söderström en Jürgen Tinggren, zijn onafhankelijk. De deskundigheid van Eriikka Söderström op het gebied van boekhouding en auditing blijkt uit haar voormalige functie als Chief Financial Officer van F-Secure Corporation, Kone Corporation, en Vacon PLC, alle beursgenoteerd op Nasdaq Helsinki. Daarnaast heeft ze ervaring als voorzitter van het auditcomité van Valmet, Kempower en Comptel. De leden van het Comité beschikken over een collectieve deskundigheid die relevant is voor de sector waarin de vennootschap actief is. Hubert Jacobs van Merlen werd benoemd tot Voorzitter door de leden van het Comité.
De Gedelegeerd Bestuurder en de Chief Financial Officer zijn geen lid van het Comité, maar worden voor de vergaderingen uitgenodigd. Deze regeling waarborgt de noodzakelijke interactie tussen de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management. .
| Naam | Einde huidig mandaat als Bestuurder |
Aantal bijgewoonde gewone en buitengewone vergaderingen |
|---|---|---|
| Hubert Jacobs van Merlen | 2022 | 5 |
| Charles de Liedekerke | 2022 | 5 |
| Eriikka Söderström | 2025 | 5 |
| Jürgen Tinggren | 2023 | 5 |
Het Comité hield vier gewone en één buitengewone vergadering in 2021. De commissaris woonde drie vergaderingen bij. Naast de uitoefening van zijn bevoegdheden uit hoofde van de wet en het Bekaert Corporate Governance Charter besteedde het Comité bijzondere aandacht aan:
Sinds 1 januari 2020 heeft de Raad van Bestuur twee adviserende comités.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité wordt samengesteld zoals vereist door artikel 7:100 van het WVV en bepaling 4.3 van de Code 2020: alle drie leden zijn niet-uitvoerende Bestuurders en de meerderheid van de leden is onafhankelijk. Het wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Raad van Bestuur. De deskundigheid van het Comité op het gebied van remuneratiebeleid wordt aangetoond door de relevante ervaring van haar leden.
| Naam | Einde huidig mandaat als Bestuurder |
Aantal bijgewoonde vergaderingen |
|---|---|---|
| Jürgen Tinggren | 2023 | 4 |
| Henriette Fenger Ellekrog | 2025 | 4 |
| Christophe Jacobs van Merlen | 2024 | 4 |
Eén van de door de hoofdaandeelhouder voorgedragen Bestuurders en de Gedelegeerd Bestuurder worden uitgenodigd om de vergaderingen van het Comité als gast bij te wonen zonder lid te zijn.
Het Comité vergaderde in 2021 viermaal. Naast de uitoefening van zijn bevoegdheden uit hoofde van de wet en het Bekaert Corporate Governance Charter besteedde het Comité bijzondere aandacht aan:
• interne controle en risico's.
De voornaamste kenmerken van de werkwijze voor de evaluatie van de Raad van Bestuur, zijn Comités en de individuele Bestuurders zijn beschreven in dit hoofdstuk en in paragraaf II.3.4 van het Bekaert Corporate Governance Charter.
De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, evalueert minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties alsook zijn interactie met het Uitvoerend Management, evenals zijn omvang, samenstelling en werking, alsook dat van de Comités. De evaluatie verloopt via een formele procedure, al dan niet extern gefaciliteerd, in overeenstemming met een door de Raad van Bestuur goedgekeurde methodologie.
Aan het einde van het mandaat van elke Bestuurder, evalueert het Benoemingsen Remuneratiecomité de aanwezigheid van de Bestuurder in de vergaderingen van de Raad en de Comités en hun engagement en constructieve betrokkenheid in besprekingen en besluitvorming, conform een vooraf bepaalde en transparante procedure. Het Benoemings- en Remuneratiecomité beoordeelt eveneens of de bijdrage van elke Bestuurder is afgestemd op de veranderende omstandigheden.
De Raad van Bestuur handelt op basis van de resultaten van de prestatie-evaluatie. In voorkomend geval houdt dit in dat er nieuwe leden ter benoeming worden voorgedragen, dat wordt voorgesteld om bestaande leden niet te herbenoemen of dat maatregelen worden genomen die nuttig worden geacht voor de doeltreffende werking van de Raad van Bestuur.
De Voorzitter blijft steeds beschikbaar om suggesties ter verbetering van de werking van de Raad of de Comités van de Raad in overweging te nemen.
De niet-uitvoerende Bestuurders komen minstens eenmaal per jaar bijeen in afwezigheid van de Gedelegeerd Bestuurder om hun interactie met het Uitvoerend Management te beoordelen.
In 2021 heeft de Raad van Bestuur een zelfevaluatie uitgevoerd, waarbij de nadruk lag op de rol en verantwoordelijkheden van de Raad en de Comités, de vergaderingen van de Raad, de samenstelling van de Raad en het teamwerk, de relatie met het management, de relatie met de aandeelhouders, de algemene doeltreffendheid van de Raad en de doeltreffendheid van de Voorzitter. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur het Uitvoerend Management om feedback gevraagd met betrekking tot hun relatie met de Raad door middel van interviews door een externe deskundige.
De Raad van Bestuur heeft bijzondere operationele bevoegdheden gedelegeerd aan het Bekaert Group Executive (BGE), onder leiding van de Gedelegeerd Bestuurder. Het BGE heeft een aantal van deze operationele bevoegdheden gesubdelegeerd aan personen binnen hun functionele of operationele verantwoordelijkheid.
Het BGE bestaat uit leden die de wereldwijde divisies en de wereldwijde functies vertegenwoordigen.
Vanaf 12 mei 2020 trad Oswald Schmid op als interim-Gedelegeerd Bestuurder, in afwachting van de benoeming van een nieuwe Gedelegeerd Bestuurder. Op 2 maart 2021 heeft de Raad van Bestuur Oswald Schmid benoemd tot Gedelegeerd Bestuurder.
Kerstin Artenberg trad op 8 februari 2021 in dienst als Chief Human Resources Officer.
Yves Kerstens trad op 1 april 2021 in dienst als Divisie-CEO Specialty Businesses en Chief Operations Officer.
Jun Liao, de voormalige China CEO, verliet Bekaert op 14 juli 2021. Bekaert is op zoek naar een opvolger. In parallel werd begin 2022 een informeel orgaan met experten opgericht dat advies zal verstrekken aan het management en de Raad van Bestuur met betrekking tot de Chinese omgeving waarin de Bekaert-groep actief is.
| Naam | Functie | Benoeming in BGE |
|---|---|---|
| Oswald Schmid¹ | Gedelegeerd Bestuurder | 2019 |
| Taoufiq Boussaid | Chief Financial Officer | 2019 |
| Kerstin Artenberg² | Chief Human Resources Officer | 2021 |
| Juan Carlos Alonso | Chief Strategy Officer | 2019 |
| Curd Vandekerckhove | Divisie-CEO Bridon-Bekaert Ropes Group | 2012 |
| Arnaud Lesschaeve | Divisie-CEO Rubberversterking | 2019 |
| Yves Kerstens³ | Divisie-CEO Specialty Businesses en Chief Operations Officer |
2021 |
| Stijn Vanneste | Divisie-CEO Staaldraadtoepassingen | 2016 |
| Jun Liao⁴ | China CEO | 2018 |
(1) Vanaf 2 maart 2021. (2) Vanaf 8 februari 2021. (3) Vanaf 1 april 2021. (4) Tot 14 juli 2021.
Bij Bekaert geloven we dat samenwerken tot betere prestaties leidt. Als echt internationaal bedrijf omarmen we diversiteit op alle niveaus binnen de organisatie, wat een belangrijke bron van kracht is voor ons bedrijf. Het gaat hierbij niet alleen om diversiteit op het gebied van nationaliteit, culturele achtergrond, leeftijd of geslacht, maar ook op het gebied van vaardigheden, zakelijke ervaring, inzichten en standpunten.
Bekaert biedt tewerkstelling aan mensen van 72 verschillende nationaliteiten in 45 landen over de hele wereld. Deze diversiteit wordt weerspiegeld op alle niveaus van de organisatie en in de samenstelling van de Raad van Bestuur en het BGE.
| Aantal personen |
Aantal natio naliteiten |
Aantal niet natives¹ |
% niet natives |
|
|---|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur |
13 | 8 | 7 | 54% |
| BGE | 8 | 5 | 5 | 63% |
¹ Niet-native = andere nationaliteit dan het land waar de hoofdzetel van de vennootschap is gevestigd, zijnde België.
Sinds de Gewone Algemene Vergadering van 11 mei 2016 voldoet de vennootschap aan de wettelijke vereiste dat minstens een derde van de leden van de Raad van Bestuur van het andere geslacht is.
Bekaert hanteert een rekruterings- en promotiebeleid dat gericht is op meer diversiteit, waaronder genderdiversiteit. De doelstellingen ter ondersteuning van genderdiversiteit zijn opgenomen in Deel I van dit verslag: 'Onze prestaties in 2021: Mensen' en in Deel II: Sociale verklaringen.
| Aantal personen |
% mannen | % vrouwen | |
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 13 | 62% | 38% |
| BGE | 8 | 87% | 13% |
| Aantal personen |
Leeftijd 30- 50 jaar |
Leeftijd > 50 jaar |
|
|---|---|---|---|
| Raad van Bestuur | 13 | 31% | 69% |
| BGE | 8 | 38% | 62% |

Volgens artikel 7:96 van het WVV moet een lid van de Raad van Bestuur de overige leden vooraf informeren over agendapunten waaromtrent hij/zij rechtstreeks of onrechtstreeks een met de vennootschap strijdig belang van vermogensrechtelijke aard heeft en moet hij/zij zich onthouden van deelname aan de beraadslaging en de stemming daarover. In 2020 was er twee keer sprake van een belangenconflict. De bepalingen van artikel 7:96 van het WVV werden nageleefd.
Op 19 januari 2021 had Oswald Schmid een belangenconflict toen de Raad van Bestuur de zoektocht naar een nieuw Gedelegeerd Bestuurder besprak.
Op 2 maart 2021 had Oswald Schmid een belangenconflict toen de Raad van Bestuur zijn variabele beloning op korte termijn wegens zijn prestaties in 2020 als Chief Operations Officer en interim-Gedelegeerd Bestuurder (€ 500 000), zijn benoeming tot Gedelegeerd Bestuurder en zijn beloning als Gedelegeerd Bestuurder (vast jaarsalaris van € 825 000, korte termijn variabele vergoeding van 75% van het vast jaarsalaris, lange termijn variabele vergoeding van 85% van het vast jaarsalaris en pensioenbijdrage van 25% van het vaste jaarsalaris) besprak en moest stemmen.
Uittreksel uit de notulen:
Op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité keurt de Raad van Bestuur de voorgestelde korte termijn variabele vergoeding van de heer Oswald Schmid goed voor zijn prestaties als interim-Gedelegeerd Bestuurder en Chief Operations Officer in 2020.
Op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité besluit de Raad van Bestuur:
Het Bekaert Corporate Governance Charter bevat gedragsregels met betrekking tot rechtstreekse en onrechtstreekse belangenconflicten van de leden van de Raad van Bestuur en het BGE die buiten het toepassingsgebied van artikel 7:96 van het WVV vallen. Deze leden worden geacht met Bekaert verbonden partijen te zijn, en moeten jaarlijks melding maken van rechtstreekse of onrechtstreekse transacties met Bekaert of haar dochterondernemingen.
Bekaert is niet op de hoogte van enig potentieel belangenconflict betreffende dergelijke transacties in 2021 (cfr. Toelichting 7.4 bij de geconsolideerde jaarrekening).
De Raad van Bestuur heeft de Bekaert Gedragscode goedgekeurd, die voor het eerst uitgegeven werd op 1 december 2004 en in oktober 2020 voor het laatst werd aangepast.
De Bekaert Gedragscode beschrijft hoe de waarden van Bekaert (We handelen integer – We verdienen vertrouwen – We zijn niet te stuiten!) in de praktijk worden gebracht. De Code verschaft richtlijnen wanneer medewerkers voor ethische keuzes en nalevingskwesties komen te staan.
De Bekaert Gedragscode is als Bijlage 3 volledig opgenomen in het Bekaert Corporate Governance Charter.
Op 28 juli 2016 heeft de Raad van Bestuur de Bekaert Dealing Code aangenomen, die van kracht werd op 3 juli 2016. De Bekaert Dealing Code is als Bijlage 4 volledig opgenomen in het Bekaert Corporate Governance Charter.
De Bekaert Dealing Code legt de leden van de Raad van Bestuur, het BGE, het senior management en bepaalde andere personen beperkingen op inzake transacties in financiële instrumenten van Bekaert tijdens gesloten periodes en sperperiodes. De Code bevat ook regels betreffende de openbaarmaking van uitgevoerde transacties door leidinggevenden en hun nauw verbonden personen door middel van een kennisgeving aan de vennootschap en aan de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). De Algemeen Secretaris is de Dealing Code Officer voor het doel van de Bekaert Dealing Code.

In overeenstemming met artikel 7:89/1 van het WVV werd het remuneratiebeleid voor de leden van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management (de leden van het BGE) ter stemming voorgelegd aan haar aandeelhouders tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2021.
Het remuneratiebeleid gaat in op 1 januari 2021 en zal bij elke wezenlijke wijziging ter stemming voorgelegd worden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, en in ieder geval minstens om de 4 jaar.
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie voor 2021 van de nietuitvoerende Bestuurders bepaald door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 12 mei 2021, handelend op motie van de Raad van Bestuur. De remuneratie van de Voorzitter van de Raad van Bestuur voor het uitvoeren van zijn taken ten behoeve van de vennootschap voor de periode juni 2021 - mei 2023 is een vast bedrag van € 650 000 per jaar (voor de periode juni - mei).
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder bepaald door de Raad van Bestuur, die optreedt bij voorstellen van het Benoemings- en Remuneratiecomité (NRC). De Gedelegeerd Bestuurder is niet aanwezig bij deze procedure en neemt geen deel aan de stemming en de beraadslaging. Het NRC verzekert de conformiteit van het contract van de Gedelegeerd Bestuurder met het remuneratiebeleid van de vennootschap. Een kopie van het contract van de Gedelegeerd Bestuurder is op verzoek van een Bestuurder bij de Voorzitter beschikbaar.
In toepassing van het remuneratiebeleid werd de remuneratie van de leden van het BGE, andere dan de Gedelegeerd Bestuurder, bepaald door de Raad van Bestuur, die optreedt bij voorstellen van het NRC. De Gedelegeerd Bestuurder heeft een adviserende rol in deze procedure. Het NRC verzekert de conformiteit van het contract van elk BGE lid met het remuneratiebeleid van de vennootschap. Een kopie van elk contract is op verzoek van een Bestuurder bij de Voorzitter beschikbaar.
In de loop van 2021 heeft het NRC het remuneratiebeleid extern getoetst onder begeleiding van een externe adviseur. De remuneratie van de Gegelegeerd Bestuurder en de overige leden van het BGE werden getoetst ten opzichte van een geselecteerd panel van Europese ondernemingen. De resultaten van deze toetsing zullen meegenomen worden bij de volgende herziening van de vaste vergoeding in 2022. Het NRC heeft ook acties onderzocht die de duurzaamheidsstrategie van de vennootschap kunnen ondersteunen en heeft aanbevolen om een ESG element op te nemen in de prestatiemaatstaven voor de bepaling van de korte termijn variable vergoeding van 2022.
De remuneratie wordt vastgesteld op een niveau dat voldoende is om niet-uitvoerende Bestuurders aan te trekken die beschikken over de competenties die nodig zijn om de internationale ambitie van het bedrijf waar te maken. Ze is vastgesteld om niet-uitvoerende Bestuurders te belonen voor hun rol als lid van de Raad van Bestuur en hun specifieke rol als Voorzitter van de Raad van Bestuur, Voorzitter of lid van de Comités van de Raad van Bestuur, evenals de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en de tijd die ze daaraan besteden.
De remuneratie van de Voorzitter en de overige niet-uitvoerende Bestuurders wordt regelmatig getoetst aan een geselecteerd panel relevante beursgenoteerde Belgische en internationale industriële ondernemingen met een vergelijkbare omvang en complexiteit.
Zonder afbreuk te doen aan de remuneratie in zijn hoedanigheid als lid van het Uitvoerend Management, heeft de Gedelegeerd Bestuurder geen recht op een remuneratie voor zijn mandaat als uitvoerend Bestuurder.
Er wordt een modulaire structuur toegepast voor niet-uitvoerende Bestuurders om ervoor te zorgen dat de remuneratie op een billijke manier hun rol reflecteert als lid van de Raad van Bestuur en hun specifieke rol als Voorzitter van de Raad van Bestuur, Voorzitter of lid van een Comité van de Raad van Bestuur, evenals de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en de tijd die ze daaraan besteden.
De remuneratie van de Voorzitter van de Raad van Bestuur wordt als volgt vastgesteld:
• een vaste bedrag van € 650 000 per jaar omgezet in een aantal aandelen van de vennootschap dat zal berekend worden door toepassing van een gemiddelde koers van het aandeel; de toe te passen gemiddelde koers zal gelijk zijn aan het gemiddelde van de slotkoers van de laatste vijf beursdagen voorafgaand aan de dag van toekenning; de aandelen worden toegekend op de laatste beursdag van mei van het betreffende jaar en worden geblokkeerd voor een periode van drie jaren vanaf de datum van toekenning
De remuneratie van elke niet-uitvoerende Bestuurder, met uitzondering van de Voorzitter, wordt als volgt vastgesteld:
De Voorzitter en de andere niet-uitvoerende Bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden remuneratie die rechtstreeks verband houdt met de resultaten van de vennootschap. Ze hebben geen recht om deel te nemen aan een van de incentive programma's van de vennootschap en ontvangen geen aandelenopties of voordelen verbonden aan pensioenplannen.
In tegenstelling tot bepaling 7.6 van de Code 2020 volgens dewelke niet-uitvoerende Bestuurders een deel van hun remuneratie zouden moeten ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap en deze aandelen dienen aan te houden gedurende minstens één jaar neerlegging van het mandaat en minstens drie jaar vanaf het moment van toekenning, zullen niet-uitvoerende Bestuurders aanbevolen (maar niet verplicht) worden om
Ondanks het niet-verplichte karakter van deze persoonlijke participatie in aandelen in de vennootschap, is de vennootschap van mening dat de langetermijnvisie van aandeelhouders op een redelijke wijze vertegenwoordigd wordt in de Raad van Bestuur, aangezien de Voorzitter gedeeltelijk wordt vergoed in aandelen van de vennootschap dewelke onderworpen zijn aan een blokkeringsperiode van drie jaar en de niet-uitvoerende Bestuurders die worden benoemd op voordracht van de referentieaandeelhouder reeds aandelen van de vennootschap bezitten (of certificaten die daarop betrekking hebben).
Uitgaven die Bestuurders redelijkerwijs in het kader van de uitoefening van hun taken doen, worden terugbetaald op voorlegging van rechtvaardigingsstukken. Bestuurders worden geacht het uitgavenbeleid voor leden van de Raad van Bestuur in acht te nemen bij het doen van uitgaven.
De vennootschap biedt competitieve totale remuneratie pakketten aan met het doel het beste executief en managementtalent aan te trekken en te behouden in elk deel van de wereld waar de Groep aanwezig is. De remuneratie is ingesteld om de leden van het Uitvoerend Management te belonen voor prestaties die leiden tot positieve bedrijfsresultaten op korte en lange termijn evenals waardecreatie voor het bedrijf.
De remuneratie van het Uitvoerend Management bestaat uit een vaste vergoeding, een korte termijn en een lange termijn variabele vergoeding, een pensioenbijdrage en diverse overige componenten. Bovendien worden de leden van het Uitvoerend
Management gevraagd om een minimum persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap op te bouwen en aan te houden.
De remuneratie van de leden van het Uitvoerend Management wordt regelmatig, maar niet jaarlijks, getoetst aan een geselecteerd panel relevante beursgenoteerde Belgische en Europese industriële referenties.
De remuneratie van de leden van het Uitvoerend Management is afgestemd op het bredere remuneratiebeleid van de Groep.
De remuneratie van de Gedelegeerd Bestuurder (in zijn hoedanigheid als lid van het Uitvoerend Management) en de overige leden van het BGE worden bepaald door de Raad van Bestuur op gemotiveerde aanbeveling van het NRC.


Een illustratie van het STI plan wordt hieronder weergegeven:

Een illustratie van het LTI plan wordt hieronder weergegeven:

Korte termijn variabele vergoeding (short term incentive of "STI")
De prestatie van de Groep voor de bepaling van STI in 2021 is gebaseerd op onderstaande prestatiemaatstaven en uitkomsten, gemeten door de interne Bekaert Management Reporting:

| Doelstellingen Bekaert Groep | Gewicht | Minimum | Doel | Maximum | Bereikte prestatie | Beoordeling |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Brutowinst Onderliggend | 20% | € 556 mln | € 617 mln | € 679 mln | € 903 mln | Uitzonderlijk |
| EBITDA Onderliggend | 50% | € 419 mln | € 465 mln | € 525 mln | € 695 mln | Uitzonderlijk |
| Werkkapitaal als % van Omzet | 20% | 17,0% | 16,1% | 15,0% | 12,6% | Overtroffen |
| Uitvoering van de Digitale Agenda | 10% | Behaald | ||||
| Totaal | Uitzonderlijk |
Aangezien de uitkomst van het gewogen gemiddelde in bovenstaande score kaart een factor oplevert tussen 175% en 200% heeft de Raad van Bestuur, handelend op aanbeveling van het NRC, beslist om de globale prestatie van de Groep te beoordelen as Uitzonderlijk wat aanleiding geeft tot een factor 200%. De beoordeling van het uitvoeren van de digitale agenda werd gemeten op basis van geboekte vooruitgang ten opzichte van dertien digitale en/of digitaliseringsinitiatieven.
De prestatiedoelstellingen voor de Groep met betrekking tot 2022 worden bepaald als een korf van financiële doelstellingen (brutowinst, EBITDA-onderliggend en werkkapitaal) en daarnaast wordt ook een niet-financiële ESG doelstelling (verhouding vrouwelijke bedienden en kaderleden) geselecteerd. Deze doelstellingen worden gecombineerd met specifieke doelstellingen voor de Business Units en individuele doelstellingen. Gelet op de commerciële gevoeligheid van onze korte termijn doelstellingen, zullen de specifieke prestatiedoelstellingen verduidelijkt worden in het remuneratieverslag van 2022.
De werkelijke prestatie verbonden aan de performance share units uitgegeven in februari 2019, met betrekking tot de prestatieperiode 2019-2021, hebben de overeengekomen bovengrens overschreden. Als gevolg daarvan wordt 300% van de performance share units uitgegeven in 2019 met betrekking tot deze prestatieperiode definitief verworven door de leden van het BGE met uitzondering van de Divisional CEO BBRG. Voor de prestatieperiode 2019-2021 werden zijn prestatiedoelstellingen gelinkt aan een specifiek BBRG EBITDA Profit Restoration plan; wat aanleiding geeft tot 288% verwerving van de performance share units uitgegeven in februari 2019 met betrekking tot de prestatieperiode 2019-2021. Vanaf 2020 zijn de prestatiedoelstellingen van de performance share units uitgegeven aan de Divisional CEO BBRG gelijklopend met de doelstellingen van de Groep.
De prestatiecriteria van de performance share units uitgegeven in februari 2019 met betrekking tot de prestatieperiode 2019-2021 voor leden van het BGE, met uitzondering van de Divisional CEO BBRG, evenals de bereikte prestatie zoals gemeten door de interne Bekaert Management Reporting, zijn als volgt:
| Doelstellingen Bekaert Groep | Gewicht | Minimum | Doel | Maximum | Bereikte prestatie | Verwerving |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aangroei EBITDA onderliggend | 50% | € 100 mln | € 140 mln | € 200 mln | € 270 mln | 300% |
| Cum. operationele kasstroom (1) | 50% | € 645 mln | € 725 mln | € 845 mln | € 1 498 mln | 300% |
| Totaal | 100% | 300% |
¹ Gedefineerd als EBITDA-Onderliggend + provisies kapitaalsuitgaven in Property Plant & Equipment (PP&E) en immateriële activa + impact verkoop PP&E en immateriële activa +/- kasstroom werkkapitaal.
De criteria om de prestaties te evalueren voor de lange termijn variabele vergoeding voor de prestatieperiode 2022-2024 zijn specifieke financiële bedrijfsgebonden criteria; meer bepaald een groeidoelstelling voor EBITDA onderliggend, een cumulatieve doelstelling voor de kasstroom en Total Shareholder Return ("TSR") in vergelijking met een referentiegroep. Gelet op de commerciële gevoeligheid van onze lange termijn doelstellingen, zullen de 2022-2024 doelstellingen verduidelijkt worden in op het einde van de drie jaar durende prestatieperiode.

Tegen pari niveau bedraagt de waarde van de variabele vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE meer dan 25% van hun totale remuneratie. Meer dan de helft van deze variabele vergoeding is gebaseerd op criteria over een periode van drie jaar.
Er wordt verwacht van de Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE dat zij een persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap opbouwen binnen vijf jaar vanaf hun aanstelling, en deze ook aanhouden gedurende hun mandaat.
Om dit mogelijk te maken biedt de vennootschap een vrijwillig Share Matching Plan aan. De vennootschap komt iedere persoonlijke investering in aandelen van de vennootschap (tot maximaal 15% van de uitgekeerde korte termijn variabele vergoeding) tegemoet met een directe toekenning van aandelen van de vennootschap in het derde kalenderjaar dat volgt op deze persoonlijke participatie, voor zover de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap verder werd aangehouden.
Wanneer het BGE-lid de vennootschap verlaat voor het einde van deze periode van aanhouding, zal de vennootschap per gestart kalenderjaar een derde tegemoet komen van de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap. In geval van vrijwillig vertrek of ontslag om dringende reden zal er geen tegemoetkoming zijn.
De termijn voor het aanhouden van deze matching shares vervalt drie jaar nadat deze aandelen werden toegekend, voor zover voldaan is aan de vereiste minimum persoonlijke participatie in aandelen.

Het bedrag van de remuneratie die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de niet-uitvoerende Bestuurders, door de vennootschap of haar dochterondernemingen, worden toegekend met betrekking tot 2021, worden hieronder op individuele basis uiteengezet. De niet-uitvoerende Bestuurders ontvangen alleen een vaste remuneratie, gedeeltelijk uitbetaald in contanten en gedeeltelijk in aandelen van de vennootschap (cfr. sectie 4).
| in € | Periode waarop de vaste vergoeding betrekking heeft |
Vaste vergoeding voor de uitvoering van taken als lid van de Raad van Bestuur |
Vaste vergoeding voor lidmaatschap en/of voorzitter schap van een Comité van de Raad van Bestuur |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Jürgen Tinggren1,5 | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 462 500 | n.v.t. | 462 500 |
| Charles de Liedekerke² | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | 20 000 | 90 000 |
| Hubert Jacobs van Merlen3 | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | 25 000 | 95 000 |
| Mei Ye | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | — | 70 000 |
| Gregory Dalle | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | — | 70 000 |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | — | 70 000 |
| Christophe Jacobs van Merlen4 | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | 20 000 | 90 000 |
| Henri Jean Velge | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | — | 70 000 |
| Colin Smith | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | — | 70 000 |
| Caroline Storme | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | — | 70 000 |
| Henriette Fenger Ellekrog4 | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | 20 000 | 90 000 |
| Eriikka Söderström2 | 01.01.2021 - 31.12.2021 | 70 000 | 20 000 | 90 000 |
| Totale remuneratie van Bestuurders | 1 337 500 |
¹ Voorzitter, Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité, lid van het Audit, Risk en Finance Comité.
² Lid van het Audit, Risk en Finance Comité
³ Voorzitter van het Audit, Risk en Finance Comité
⁴ Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité
⁵ De vaste vergoeding van 462 500 € is inclusief 83 333 € vergoeding voor de periode januari - mei 2021, en een pro-rata deel van de 650 000€ toegekende aandelen voor de periode juni-december 2021

De vaste vergoeding van de Voorzitter wordt volledig vereffend in aandelen van de vennootschap, dewelke worden geblokkeerd voor een periode van drie jaren vanaf de datum van toekenning.
Voor de andere niet-uitvoerende Bestuurders wordt de vaste vergoeding voor de uitvoering van de taken als lid van de Raad van Bestuur in contanten betaald, maar met de mogelijkheid om jaarlijks een deel (0%, 25% of 50%) in de vorm van aandelen van de vennootschap te ontvangen.
Hieronder staat het aantal aandelen van de vennootschap vermeld dat in 2021 aan niet-uitvoerende Bestuurders is toegekend. Duidelijkheidshalve, onderstaande bedragen zijn inbegrepen in de remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders vermeld in sectie 3.
| Niet-uitvoerende Bestuurder | Percentage aandelen |
Brutobedrag in € | Aantal aandelen na aftrek van belasting |
Einde van de bewaartermijn |
|---|---|---|---|---|
| Voorzitter | ||||
| Jürgen Tinggren¹ | 100% | 650 000 | 7 930 | 31/5/2024 |
| Niet-uitvoerende Bestuurders benoemd door de hoofdaandeelhouder | ||||
| Gregory Dalle | 50% | 35 000 | 474 | n.v.t. |
| Charles de Liedekerke | —% | — | — | n.v.t. |
| Christophe Jacobs van Merlen | 50% | 35 000 | 474 | n.v.t. |
| Hubert Jacobs van Merlen | 25% | 17 500 | 239 | n.v.t. |
| Caroline Storme | —% | — | — | n.v.t. |
| Emilie van de Walle de Ghelcke | 50% | 35 000 | 444 | n.v.t. |
| Henri Jean Velge | 50% | 35 000 | 444 | n.v.t. |
| Onafhankelijke niet-uitvoerende Bestuurders | ||||
| Henriette Fenger Ellekrog | 25% | 17 500 | 241 | n.v.t. |
| Colin Smith | —% | — | — | n.v.t. |
| Eriikka Söderström | 50% | 35 000 | 483 | n.v.t. |
| Mei Ye | 25% | 17 500 | 211 | n.v.t. |
| Totaal | 877 500 | 10 940 |
¹ De toegekende aandelen van 650 000 € hebben betrekking op de periode juni 2021 - mei 2022.
Zonder afbreuk te doen aan hun remuneratie in hun hoedanigheid als lid van het Uitvoerend Management, ontving de Gedelegeerd Bestuurder geen remuneratie voor zijn mandaat als uitvoerend Bestuurder.

Het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de Gedelegeerd Bestuurder door de vennootschap of haar dochterondernemingen worden toegekend met betrekking tot 2021 voor de rol van (interim-)Gedelegeerd Bestuurder wordt hieronder uiteengezet:
| Gedelegeerd Bestuurder Opmerkingen | ||
|---|---|---|
| Oswald Schmid | ||
| Periode | 01.01.2021-31.12.2021 | |
| Vaste vergoeding | 921 613 Omvat basissalaris, buitenlandse bestuurdersvergoedingen en de extra verantwoordelijkheidspremie voor de periode als interim-Gedelegeerd Bestuurder |
|
| Korte termijn variabele vergoeding ("STI") | 1 160 250 Jaarlijkse korte termijn variabele vergoeding, gebaseerd op prestaties van 2021 | |
| Lange termijn variabele vergoeding ("LTI") | — Waarde van de verworven performance share units (prestatieperiode 2019- 2021) | |
| Pensioen | 185 179 Pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen en van het type cash balance | |
| Share matching | — Aantal toegekende aandelen in 2021 als tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen gedaan in 2019 (0 aandelen) |
|
| Diverse overige componenten | 89 295 Omvat bedrijfswagen en risicoverzekeringen | |
| Totale remuneratie | 2 356 337 | |
| Variabele remuneratie uitgedrukt als % van het totaal |
49% Totaal van STI, LTI en share matching | |
| Vaste remuneratie uitgedrukt als % van totaal | 51% Totaal van vaste vergoeding, pensioen en diverse overige componenten |
Oswald Schmid kwam in dienst op 2 december 2019 als Chief Operations Officer, vanaf 12 mei 2020 nam hij tevens de rol van interim-Gedelegeerd Bestuurder waar; op 2 maart 2021 werd hij benoemd tot Gedelegeerd Bestuurder.
Het remuneratiebeleid voorziet dat de waarde van de korte termijn variabele vergoeding op doelniveau ("target") gelijk is aan 75% van de vaste vergoeding voor de Gedelegeerd Bestuurder en 60% van de vaste vergoeding voor de overige leden van het BGE. As gevolg daarvan werd een pro rata toegepast op de korte termijn variabele vergoeding op doelniveau voor 2021 waarbij 60% doelniveau van toepassing was voor de periode als interim-Gedelegeerd Bestuurder tot 2 maart 2021 en 75% doelniveau voor de periode als Gedelegeerd Bestuurder vanaf 2 maart 2021.
De beoordeling van criteria om de prestaties te evalueren voor de korte termijn variabele vergoeding over 2021 leidt tot een uitbetaling van 200% ten opzichte van de korte termijn variabele vergoeding op doelniveau ("target") voor de Gedelegeerd Bestuurder.
Er is geen verwerving met betrekking tot de lange termijn variabele vergoeding in 2021; de Gedelegeerd Bestuurder kwam in dienst van de vennootschap in december 2019 en als gevolg daarvan nam hij geen deel aan het performance share plan met betrekking tot de prestatieperiode 2019-2021.
Het remuneratiebeleid voorziet dat de waarde van de lange termijn variabele vergoeding op doelniveau ("target") gelijk is aan 85% van de vaste vergoeding voor de Gedelegeerd Bestuurder en 65% van de vaste vergoeding voor de overige leden van het BGE. Op 15 januari 2021 werden performance share units toegekend met betrekking tot de prestatieperiode 2021-2023 rekening houdend met 65% doelniveau. As gevolg van de benoeming tot Gedelegeerd Bestuurder op 2 maart 2021 later in het jaar, werden bijkomende performance share units toegekend op 9 september 2021 om rekening te houden met de toename van dit doelniveau van 65% naar 85%.

Er is in 2021 geen tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap na een aanhoudingsperiode van 3 jaar; de Gedelegeerd Bestuurder kwam in dienst in december 2019 waardoor er in 2019 geen persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap plaatsvond.
Als gevolg van de benoeming tot Chief Executive Officer werd de aansluiting aan het Cash Balance Plan voor Directieleden stopgezet in maart 2021. In toepassing van de dienstverleningsovereenkomst wordt de pensioenopbouw vanaf maar 2021 voorzien in een pensioenplan van het type vaste bijdrage. De bovenstaande tabel bevat opbouw in beide plannen gedurende dit transitiejaar.
Het bedrag van de remuneratie en andere voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de BGE-leden anders dan de (interim-)Gedelegeerd Bestuurder door de vennootschap of haar dochterondernemingen worden toegekend met betrekking tot 2021 wordt hierna op globale basis weergegeven. De remuneratie is inclusief de pro rata remuneratie van Yves Kerstens en Kerstin Artenberg die in de loop van 2021 in dienst kwamen, en deze van Jun Liao die de vennootschap verliet.
| Remuneratie Opmerkingen | ||
|---|---|---|
| Vaste vergoeding | 2 854 488 Omvat basissalaris en buitenlandse bestuurdersvergoedingen | |
| Korte termijn variabele vergoeding ("STI") | 3 004 319 Jaarlijkse korte termijn variabele vergoeding, gebaseerd op prestaties van 2021 | |
| Lange termijn variabele vergoeding ("LTI") | 4 956 359 Waarde van de 140 447 verworven performance share units (prestatieperiode 2019-2021) en verworven aandelenopties | |
| Pensioen | 676 964 Pensioentoezegging van het type vaste bijdragen, van het type vaste prestaties en van het type cash balance | |
| Share matching | — Aantal toegekende aandelen in 2021 als tegemoetkoming voor persoonlijke participatie in aandelen gedaan in 2019 (0 aandelen) | |
| Diverse overige componenten | 259 535 Bevat bedrijfswagen, verzekeringen, schooltoeslag en huisvestingstoelage | |
| Totale remuneratie | 11 751 665 | |
| Variabele remuneratie uitgedrukt als % van het totaal | 68% Totaal van STI, LTI en share matching | |
| Vaste remuneratie uitgedrukt als % van totaal | 32% Totaal van vaste vergoeding, pensioen en diverse overige componenten |
De beoordeling van de criteria om de prestaties te evalueren voor de korte termijn variabele vergoeding in 2021 leidt tot een uitbetaling van 176% (gewogen gemiddelde) ten opzichte van de korte termijn variabele vergoeding op doelniveau ("target") voor de andere leden van het BGE.
De prestatiecriteria voor het definitief verwerven van performance share units uitgegeven in februari 2019, in verband met de prestatieperiode 2019-2021, overschreden het maximum niveau. Hierdoor werden 300% van de performance share units, die toegekend werden in 2019, definitief verworven in 2021 voor de andere leden van het BGE, met uitzondering van de Divisional CEO BBRG. Voor de prestatieperiode 2019-2021 werden de prestatiecriteria van zijn performance share units gekoppeld aan een specifiek BBRG Profit Restoration Plan; wat aanleiding gaf tot de definitieve verwerving van 288% van de performance share units uitgegeven in februari 2019.
De uitoefenprijs van aandelenopties die in 2021 definitief verworven werden, en die betrekking hebben op voorgaande lange termijn variabele vergoedingsprogramma's, was lager dan de slotkoers van het aandeel van de vennootschap op de datum waarop deze definitief werden verworven.
De bijdrage pensioen bestaat uit een combinatie van verschillende pensioenregelingen in de verschillende werklocaties van de BGE-leden, met name België, Frankrijk en China. Het in de bovenstaande tabel vermelde bedrag bestaat uit de jaarlijkse werkgeversbijdrage voor de relevante pensioenregelingen van het type vast bijdragen, het toegekend bedrag voor de relevante pensioenregelingen van het type cash balance, de werkgeversbijdrage aan verplichte tweede pijler-pensioenregelingen en de IAS19-service cost voor pensioenregelingen van het type vaste prestaties met een collectieve financieringsbasis.

Vanaf 2018 bestaat de lange termijn variabele vergoeding uitsluitend uit de toekenning van performance share units onder het Performance Share Plan 2018-2020, zoals voorgesteld door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 9 mei 2018.
Tot 2017 was de lange termijn variabele vergoeding gebaseerd op een combinatie van aandelenopties (of 'stock appreciation rights', buiten Europa) en performance share units.
De Gedelegeerd Bestuurder en de andere leden van het BGE komen in aanmerking voor het vrijwillige Share Matching Plan.
Op 15 januari 2021 werden performance share units met betrekking tot de prestatieperiode 2021-2023 toegekend aan het Uitvoerend Management (19 augustus 2021 voor de twee nieuwe leden van het Uitvoerend Management die in dienst kwamen in 2021). Het remuneratiebeleid voorziet in een LTI gelijk aan 85% van de vaste vergoeding op doelniveau voor de Gedelegeerd Bestuurder en 65% van de vaste vergoeding voor de overige leden van het BGE. As gevolg van de benoeming tot Gedelegeerd Bestuurder na de toekenning van performance share units op 15 januari, werd voorzien in een bijkomende toekenning op 9 september 2021 om rekening te houden met deze toename in LTI op doelniveau van 65% naar 85%.
De financiële maatstaven die weerhouden werden als prestatiedoelstellingen met betrekking tot de prestatieperiode 2021-2023 zijn aangroei in EBITDA Onderliggend en elementen van de cumulatieve kasstroom.
De onderstaande tabellen geven een overzicht van de op aandelen gebaseerde remuneratie die is toegekend aan BGE-leden, inclusief de belangrijkste kenmerken van elk plan.
| Naam van het plan | Prestatie periode |
Prestatiemaatstaven | Toekennings datum |
Verwervings datum |
Aantal toegekende performance share units |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het begin van het jaar |
Toegekend | Verbeurd/ vervallen |
Verworven (300%) |
Aantal niet definitief verworven performance share units aan het einde van het jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Oswald Schmid - Gedelegeerd Bestuurder |
||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 10 957 | 10 957 | 0 | 0 | 0 | 10 957 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 10 179 | 0 | 10 179 | 0 | 0 | 10 179 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
09/09/2021 | 31/12/2023 | 7 966 | 0 | 7 966 | 0 | 0 | 7 966 |
| TOTAAL | 10 957 | 18 145 | 0 | 0 | 29 102 | |||||
| Taoufiq Boussaid - Chief Financial Officer |
||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2019-2021 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
26/7/2019 | 31/12/2021 | 10 478 | 10 478 | 0 | 0 | -31 434 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 9 810 | 9 810 | 0 | 0 | 0 | 9 810 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 10 762 | 0 | 10 762 | 0 | 0 | 10 762 |
| TOTAAL | 20 288 | 10 762 | 0 | -31 434 | 20 572 |

| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
19/8/2021 | 31/12/2023 | 5 683 | 0 | 5 683 | 0 | 0 | 5 683 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| TOTAAL | 0 | 5 683 | 0 | 0 | 5 683 | |||||
| Juan Carlos Alonso - Chief Strategy Officer |
||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2019-2021 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
26/7/2019 | 31/12/2021 | 9 391 | 9 391 | 0 | 0 | -28 173 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 8 409 | 8 409 | 0 | 0 | 0 | 8 409 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 8 007 | 0 | 8 007 | 0 | 0 | 8 007 |
| TOTAAL | 17 800 | 8 007 | 0 | -28 173 | 16 416 | |||||
| Yves Kerstens - Div. CEO SPB and Chief Operations Officer |
||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
19/8/2021 | 31/12/2023 | 5 732 | 0 | 5 732 | 0 | 0 | 5 732 |
| TOTAAL | 0 | 5 732 | 0 | 0 | 5 732 | |||||
| Curd Vandekerckhove - Div. CEO BBRG | ||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2019-2021 | BBRG EBITDA (1) | 15/2/2019 | 31/12/2021 | 11 962 | 11 962 | 0 | 0 | -34 451 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 10 447 | 10 447 | 0 | 0 | 0 | 10 447 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 9 948 | 0 | 9 948 | 0 | 0 | 9 948 |
| TOTAAL | 22 409 | 9 948 | 0 | -34 451 | 20 395 | |||||
| Stijn Vanneste - Div. CEO SWS | ||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2019-2021 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/2/2019 | 31/12/2021 | 9 321 | 9 321 | 0 | 0 | -27 963 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 8 378 | 8 378 | 0 | 0 | 0 | 8 378 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 8 545 | 0 | 8 545 | 0 | 0 | 8 545 |
| TOTAAL | 17 699 | 8 545 | 0 | -27 963 | 16 923 | |||||
| Arnaud Lesschaeve - Div. CEO RR | ||||||||||
| PSP 2018-2020 | 2019-2021 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
26/7/2019 | 31/12/2021 | 6 142 | 6 142 | 0 | 0 | -18 426 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 9 428 | 9 428 | 0 | 0 | 0 | 9 428 |
| PSP 2018-2020 | 2021-2023 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/1/2021 | 31/12/2023 | 10 043 | 0 | 10 043 | 0 | 0 | 10 043 |
| TOTAAL | 15 570 | 10 043 | 0 | -18 426 | 19 471 |

| Jun Liao - former CEO China | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| PSP 2018-2020 | 2019-2021 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
15/2/2019 | 31/12/2021 | 12 663 | 12 663 | 0 | -12 663 | 0 | 0 |
| PSP 2018-2020 | 2020-2022 | EBITDA Onderliggend & Cum. Kasstroom |
21/1/2020 | 31/12/2022 | 10 997 | 10 997 | 0 | -10 997 | 0 | 0 |
| TOTAAL | 23 660 | 0 | -23 660 | 0 | 0 |
¹ Voor de prestatieperiode 2019-2021 werden de prestatiecriteria gekoppeld aan een specifiek BBRG EBITDA Profit Restoration Plan; wat aanleiding gaf tot een definitieve verwerving van 288% van de performance share units uitgegeven in februari 2019.
In het overzicht hieronder staat het aantal aandelenopties dat in 2021 werd uitgeoefend of verviel met betrekking tot de voorgaande lange termijn variabele vergoedingsprogramma's voor leden van het BGE. Waar van toepassing, bevat de tabel eveneens aandelenopties die toegekend werden voorafgaand aan de benoeming tot lid van het BGE.
De opties werden gratis aan de begunstigden aangeboden. Elke aanvaarde optie verleent de houder het recht op verwerving van één bestaand aandeel van de vennootschap tegen betaling van de uitoefenprijs, die definitief wordt bepaald ten tijde van het aanbod en die gelijk is aan het laagste van: (i) de gemiddelde slotkoers van de aandelen van de vennootschap op de beurs gedurende dertig dagen die de dag van het aanbod voorafgaan, of (ii) de laatste slotkoers die de dag van het aanbod voorafgaat.
Onder voorbehoud van de gesloten periodes en de sperperiodes voor handel in aandelen en het planreglement kunnen de opties uitgeoefend worden vanaf het begin van het vierde kalenderjaar volgend op de datum van hun aanbod tot het einde van het tiende jaar volgend op de datum van hun aanbod.
De aandelenopties die in 2021 uitoefenbaar waren, zijn gebaseerd op de toekenningen onder het aandelenoptieplan SOP 2015-2017 en de plannen die het aandelenoptieplan SOP 2015-2017 voorafgingen.
De bepalingen van die vroegere plannen zijn gelijkaardig aan die van het aandelenoptieplan SOP 2015-2017, met dien verstande dat de aan de werknemers toegekende opties onder de plannen voorafgaand aan het aandelenoptieplan SOP 2010-2014 de vorm hadden van inschrijvingsrechten die de houders het recht verlenen tot verwerving van nieuw uit te geven aandelen van de vennootschap, terwijl zelfstandige begunstigden recht hadden op de verwerving van bestaande aandelen.
| Aantal Aantal aande aande lenopties lenopties Datum van Einde Aantal Uitoefen aan het aan het Datum van Datum van definitieve uitoefenings toegekende prijs begin Verbeurd/ einde Naam van het plan aanbod toekenning verwerving periode opties (in €) vanhet jaar vervallen Uitgeoefend vanhet jaar Oswald Schmid - Gedelegeerd Bestuurder Geen TOTAAL 0 0 0 0 Taoufiq Boussaid - Chief Financial Officer Geen TOTAAL 0 0 0 0 Kerstin Artenberg - Chief Human Resources Officer Geen TOTAAL 0 0 0 0 Juan Carlos Alonso - Chief Strategy Officer Geen 0 TOTAAL 0 0 0 0 Yves Kerstens - Div. CEO SPB and Chief Operations Officer Geen TOTAAL 0 0 0 0 Curd Vandekerckhove - Div. CEO BBRG SOP 2010-2014 29/3/2013 28/5/2013 1/1/2017 28/3/2023 15 000 21,450 15 000 0 -15 000 0 SOP 2010-2014 19/12/2013 17/2/2014 1/1/2017 18/12/2023 14 000 25,380 14 000 0 14 000 SOP 2010-2014 18/12/2014 16/2/2015 1/1/2018 17/12/2024 15 000 26,055 15 000 0 15 000 SOP 2015-2017 17/12/2015 15/2/2016 1/1/2019 16/12/2025 10 000 26,375 10 000 0 10 000 SOP 2015-2017 15/12/2016 13/2/2017 1/1/2020 14/12/2026 15 000 29,426 15 000 0 15 000 SOP 2015-2017 21/12/2017 20/2/2018 1/1/2021 20/12/2017 9 000 34,600 9 000 0 9 000 TOTAAL 78 000 0 -15 000 63 000 Stijn Vanneste - Div. CEO SWS SOP 2010-2014 20/12/2012 18/2/2013 1/1/2016 19/12/2022 2 400 19,200 1 200 0 -1 200 0 SOP 2010-2014 19/12/2013 17/2/2014 1/1/2017 18/12/2023 3 200 25,380 3 200 0 -3 200 0 SOP 2010-2014 18/12/2014 16/2/2015 1/1/2018 17/12/2024 7 500 26,055 7 500 0 -7 500 0 SOP 2015-2017 17/12/2015 15/2/2016 1/1/2019 16/12/2025 6 250 26,375 6 250 0 0 6 250 SOP 2015-2017 15/12/2016 13/2/2017 1/1/2020 14/12/2026 12 500 39,426 12 500 0 0 12 500 SOP 2015-2017 21/12/2017 20/2/2018 1/1/2021 20/12/2027 10 000 34,600 10 000 0 0 10 000 TOTAAL 40 650 0 -11 900 28 750 Arnaud Lesschaeve - Div. CEO RR Geen TOTAAL 0 0 0 0 |
Belangrijkste kenmerken van het plan | Wijzigingen over 2021 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|

In het overzicht hieronder wordt het aantal Stock Appreciation Rights vermeld die in 2021 werden uitgeoefend of vervielen met betrekking tot voorgaande lange termijn variabele vergoedingsprogramma's voor BGE-leden buiten Europa.
De stock appreciation rights (of "SAR's") werden gratis aan de begunstigden toegekend. Elke SAR verleent de houder het recht op een bedrag in contanten te ontvangen dat gelijk is aan het verschil tussen de slotkoers van één aandeel van de vennootschap op de datum van uitoefening en de uitoefenprijs, die definitief wordt bepaald ten tijde van het aanbod en die gelijk is aan het laagste van: (i) de gemiddelde slotkoers van de aandelen van de vennootschap op de beurs gedurende dertig dagen die de dag van het aanbod voorafgaan, of (ii) de laatste slotkoers die de dag van het aanbod voorafgaat.
Onder voorbehoud van de gesloten periodes en de sperperiodes voor handel in aandelen en van het planreglement, kunnen de SAR's uitgeoefend worden vanaf het begin van het vierde kalenderjaar volgend op de datum van hun aanbod tot het einde van het tiende jaar volgend op de datum van hun aanbod.
De SAR's die in 2021 uitoefenbaar waren, zijn gebaseerd op de toekenningen onder de SAR-plannen van 2015-2017 en de plannen die de SAR-plannen van 2015-2017 voorafgingen. Alle hieronder vermelde SAR's werden toegekend aan Jun Liao voorafgaand aan zijn aanstelling als lid van het BGE.
| Belangrijkste kenmerken van het plan | Wijzigingen over 2021 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam van het plan | Datum van toekenning |
Datum van definitieve verwerving |
Einde uitoefenings periode |
Aantal toegekende SAR's |
Uitoefen prijs (in €) |
Aantal SAR's aan het begin van het jaar |
Verbeurd/ vervallen |
Uitgeoefend | Aantal SAR's aan het einde van het jaar |
| Jun Liao - former CEO China | |||||||||
| SAR Asia 2010-2014 | 18/12/2014 | 1/1/2018 | 17/12/2024 | 6 000 | 26,055 | 6 000 | 0 | -6 000 | 0 |
| SAR Asia & Latam 2015-2017 | 17/12/2015 | 1/1/2019 | 16/12/2025 | 5 000 | 26,375 | 5 000 | 0 | -5 000 | 0 |
| SAR Asia & Latam 2015-2017 | 15/12/2016 | 1/1/2020 | 14/12/2026 | 7 000 | 39,426 | 7 000 | 0 | -7 000 | 0 |
| SAR Asia & Latam 2015-2017 | 21/12/2017 | 1/1/2021 | 20/12/2027 | 6 250 | 34,600 | 6 250 | 0 | -6 250 | 0 |
| TOTAAL | 24 250 | 0 | -24 250 | 0 |

De onderstaande tabel toont het aantal aandelen toegekend als tegemoetkoming voor de persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap. Aangezien er in 2019 geen STI uitbetaald werd, werd er ook geen persoonlijke participatie in aandelen van de vennootschap opgenomen in 2019. Als gevolg daarvan is er geen tegemoetkoming in 2021 na de aanhoudingsperiode van drie jaar:
| Datum persoonlijke |
Einde aanhoudings |
Aantal persoonlijk aangekochte |
Aantal PSR's aan het begin |
Persoonlijk aangekochte |
Tegemoet koming door de |
Aantal PSR's aan het einde |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam van het plan | participatie | periode | aandelen | van het jaar | aandelen | vennootschap | Verbeurd | van het jaar |
| Oswald Schmid – Chief Executive Officer | ||||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 210 | 210 | 0 | 0 | 0 | 210 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 2 096 | 0 | 2 096 | 0 | 0 | 2 096 | |
| Taoufiq Boussaid - Chief Financial Officer | ||||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 1 038 | 1 038 | 0 | 0 | 0 | 1 038 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 838 | 0 | 838 | 0 | 0 | 838 | |
| Kerstin Artenberg - Chief Human Ressources Officer | ||||||||
| None | ||||||||
| Juan Carlos Alonso - Chief Strategy Officer | ||||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 971 | 971 | 0 | 0 | 0 | 971 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 922 | 0 | 922 | 0 | 0 | 922 | |
| Yves Kerstens - Div. CEO SPB and Chief Operations Officer | ||||||||
| None | ||||||||
| Curd Vandekerckhove - Div. CEO BBRG | ||||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 2 413 | 2 413 | 0 | 0 | 0 | 2 413 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 2 114 | 0 | 2 114 | 0 | 0 | 2 114 | |
| Stijn Vanneste - Div. CEO SWS | ||||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 1 608 | 1 608 | 0 | 0 | 0 | 1 608 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 1 816 | 0 | 1 816 | 0 | 0 | 1 816 | |
| Arnaud Lesschaeve- Div. CEO RR | ||||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 1 270 | 1 270 | 0 | 0 | 0 | 1 270 | |
| 31/3/2021 | 31/12/2023 | 698 | 0 | 698 | 0 | 0 | 698 | |
| Jun Liao - former CEO China | ||||||||
| 31/3/2020 | 31/12/2022 | 2 256 | 2 256 | 0 | 0 | -2 256 | 0 |
Jun Liao, voormalig CEO China, heeft besloten om Bekaert vanaf 14 juli 2021 te verlaten.
De Raad van Bestuur heeft de bevoegdheid om een deel of de volledige waarde van toegekende prestatiegebonden vergoedingen aan het Uitvoerend Management te verminderen (malus) of terug te vorderen (claw back) in geval van:
De Raad van Bestuur heeft in 2021 geen gebruik gemaakt van dit recht.
Het belangrijkste verschil in het remuneratiebeleid tussen het Uitvoerend Management en de werknemers in het algemeen is de balans tussen vaste en prestatiegebonden remuneratie zoals korte termijn en lange termijn variabele vergoeding. Over het algemeen is de verhouding tussen prestatie-gebonden remuneratie, en met name de lange termijn variabele vergoeding, hoger voor leden van het Uitvoerend Management. Dit weerspiegelt dat de leden van het Uitvoerend Management meer handelingsvrijheid hebben en dat de gevolgen van hun beslissingen normaalgezien een breder en verregaander effect in de tijd hebben.
De remuneratie voor de leden van het Uitvoerend Management is echter afgestemd op de remuneratiestructuren van de bredere groep werknemers:
De verhouding tussen de hoogste remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur en het Uitvoerend Management tot de laagste remuneratie van de werknemers van NV Bekaert SA in België (exclusief BGE-leden) bedraagt 57:1.
Onderstaande tabel geeft de remuneratie weer van de leden van de Raad van Bestuur, het Uitvoerend Management, de gemiddelde remuneratie van andere werknemers (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) en enkele belangrijke financiële bedrijfsgegevens over de laatste 5 kalenderjaren.
| 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Remuneratie | |||||
| Niet-uitvoerende Bestuurders¹ | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 86 671 | 95 768 | 121 629 | 104 000 | 111 458 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | -2,4% | 10,5% | 27,0% | -14,5% | +7,2% |
| Gedelegeerd Bestuurder | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 1 562 907 | 1 135 011 | 1 787 480 | 1 225 527 | 2 356 337 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | -11,9% | -27,4% | 57,5% | -31,4% | +92,3% |
| Andere BGE-leden | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 901 307 | 609 540 | 748 023 | 839 736 | 1 611 657 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | +9.3% | -32,4% | 22,7% | 12,3% | +91,9% |
| Overige medewerkers² | |||||
| Gemiddelde remuneratie (€) | 72 406 | 76 067 | 77 757 | 79 859 | 87 727 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | +2.7% | +5.1% | +2.2% | +2.7% | +9.9% |
| Financiële bedrijfsgegevens | |||||
| EBITDA-onderliggend | |||||
| Bedrag in miljoen € | 497 | 426 | 468 | 479 | 689 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | -3,1% | -14,3% | +9.9% | +2.4% | +43,8% |
| Omzet | |||||
| Bedrag in miljoen € | 4 098 | 4 305 | 4 322 | 3 772 | 4 840 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | +10.3% | +5.1% | +0.4% | -12,7% | +28,3% |
| Werkkapitaal | |||||
| Bedrag in miljoen € | 888 | 875 | 699 | 535 | 678 |
| Verschil ten opzichte van voorgaand jaar (%) | +5.3% | -1,5% | -20,1% | -23,5% | +26,6% |
| Koers aandeel (op 31 december) | |||||
| Koers van het aandeel (in €) | 36,45 | 21,06 | 26,50 | 27,16 | 39,14 |
¹ Tot en met 2019 was de remuneratie van de Bestuurders gebaseerd op het aantal bijgewoonde vergaderingen van de Raad van Bestuur ² Gebaseerd op het gemiddelde bruto jaarinkomen van alle werknemers van NV Bekaert SA in België, exclusief BGE-leden.
In het kader van de aanwerving van Yves Kerstens, Divisional CEO Specialty Businesses en Chief Operations Officer, werd voorzien in een compensatie voor verlies van lange termijn variabele verloning bij de voorgaande werkgever voor een totaal bedrag van € 150 000, onderhevig aan terugbetalingsmodaliteiten in geval van vrijwillig vertrek of vertrek om dwingende reden.

Het Bekaert-aandeel deed het in 2021 18% beter dan de referentie-index, Euronext Brussels BEL Mid, en won 44% ten opzichte van de slotkoers op het jaareinde van 2020.
Het Bekaert-aandeel is genoteerd op Euronext Brussels als ISIN BE0974258874 (BEKB) en werd voor het eerst genoteerd in december 1972. De ICB-sectorcode is 2727 Diversified Industrials.
| 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Koers op 31 december (in €) | 25,72 | 26,34 | 28,38 | 38,48 | 36,45 | 21,06 | 26,50 | 27,16 | 39,14 |
| Hoogste koers (in €) | 31,11 | 30,19 | 30,00 | 42,45 | 49,92 | 40,90 | 28,26 | 28,50 | 42,56 |
| Laagste koers (in €) | 20,01 | 21,90 | 22,58 | 26,56 | 33,50 | 17,41 | 19,38 | 13,61 | 27,34 |
| Gemiddelde slotkoers (in €) | 24,93 | 27,15 | 26,12 | 37,06 | 42,05 | 28,21 | 23,96 | 19,95 | 36,33 |
| Dagelijks volume | 126 923 | 82 813 | 120 991 | 123 268 | 121 686 | 154 726 | 96 683 | 72 995 | 68 749 |
| Dagelijkse omzet (in miljoen €) | 3,1 | 2,1 | 3,1 | 4,5 | 5,0 | 4,4 | 2,3 | 1,5 | 2,5 |
| Jaarlijkse omzet (in miljoen €) | 796 | 527 | 804 | 1 147 | 1 279 | 1 121 | 592 | 386 | 641 |
| Omloopsnelheid (% jaarlijks) | 54 | 35 | 52 | 53 | 51 | 65 | 41 | 31 | 29 |
| Omloopsnelheid (% aangepaste free float) | 90 | 59 | 86 | 88 | 86 | 109 | 68 | 52 | 49 |
| Free float (%) | 59,9 | 55,7 | 56,7 | 59,2 | 59,6 | 59,3 | 59,3 | 59,5 | 59,3 |
Het gemiddelde aantal dagelijks verhandelde aandelen was ongeveer 69 000 aandelen in 2021. Het volume bereikte een piek op 19 november toen 364 635 aandelen werden verhandeld op de dag van de bekendmaking van de trading update voor het derde kwartaal.
Op 31 december 2021 had Bekaert een marktkapitalisatie van € 2,4 miljard en een free float marktkapitalisatie van € 1,4 miljard. De free float was 59,3% en de free float band 60%.
Op 3 september 2021 kondigde Bekaert aan dat een liquiditeitsovereenkomst werd afgesloten met Kepler Cheuvreux. Deze overeenkomst voorziet in de aankoop en verkoop door Kepler Cheuvreux van Bekaert-aandelen op de gereglementeerde markt van Euronext Brussel en het programma startte op 10 september 2021 voor een hernieuwbare periode van 12 maanden. Bekaert stelde 100 000 eigen aandelen ter beschikking van Kepler Cheuvreux. Het doel van het liquiditeitscontract is de liquiditeit van de Bekaert-aandelen te ondersteunen.

Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen (de Transparantiewet) heeft Bekaert, in haar statuten, de drempels van 3% en 7,50% ingesteld bovenop de wettelijke drempels van 5% en elk veelvoud van 5%. Een overzicht van de kennisgevingen van deelnemingen van 3% of meer, indien van toepassing, is te vinden in de sectie met informatie over de moedervennootschap van dit jaarverslag (Deelnemingen in het kapitaal).
Op 8 december 2007 maakte de Stichting Administratiekantoor Bekaert overeenkomstig artikel 74 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen bekend dat zij op 1 september 2007 individueel meer dan 30% van de effecten met stemrechten van de vennootschap bezat.
Op basis van een gedetailleerd onderzoek naar de identificatie van aandeelhouders in juni 2021 en rekening houdend met de daaropvolgende transparantiemeldingen, private banking en bewegingen in eigen aandelen tot eind 2021, bezaten Stichting Administratiekantoor Bekaert en in onderling overleg handelende partijen per 31 december 2021 36% van de aandelen. Institutionele aandeelhouders bezaten ongeveer 34% van de aandelen en retail en private banking ongeveer 23%. Eigen aandelen vertegenwoordigden 5% en 2% van de aandelen was niet-geïdentificeerd.
Per 31 december 2021 bedraagt het kapitaal van de vennootschap € 177 923 000, vertegenwoordigd door 60 452 261 aandelen zonder vermelding van waarde. De aandelen zijn op naam of gedematerialiseerd. Alle aandelen hebben dezelfde rechten.
De Raad van Bestuur werd gemachtigd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 13 mei 2020 het kapitaal, in één of meer malen, te verhogen met een maximumbedrag (exclusief uitgiftepremie) van € 177 793 000. De Raad van Bestuur kan deze machtiging gebruiken tot 23 juni 2025.
De Raad van Bestuur is tevens uitdrukkelijk gemachtigd om het kapitaal te verhogen zelfs na het tijdstip dat de vennootschap de mededeling van de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ontvangt dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap, binnen de door de toepasselijke wettelijke bepalingen toegestane grenzen. Deze machtiging is geldig met betrekking tot openbare overnamebiedingen waarvan de vennootschap de voornoemde mededeling ontvangt uiterlijk drie jaar na 13 mei 2020.
Op 9 juni 2021 betaalde Bekaert de converteerbare obligaties volledig terug in cash die op 19 mei 2016 waren uitgegeven voor een bedrag in hoofdstom van € 380 000 000. Geen van de obligaties werd geconverteerd in aandelen aangezien de conversieprijs niet werd bereikt.
Het totale aantal uitstaande en in Bekaert-aandelen converteerbare inschrijvingsrechten onder het aandelenoptieplan SOP 2005-2009 is 26 400. In de loop van 2021 werden in totaal 37 420 inschrijvingsrechten uitgeoefend onder het aandelenoptieplan SOP 2005-2009. Dit resulteerde in de uitgifte van 37 420 nieuwe Bekaert-aandelen en een verhoging van het kapitaal met € 111 000 en van de uitgiftepremie met € 965 800,50.
Op 31 december 2020 bezat de vennootschap 3 809 534 eigen aandelen. Van deze 3 809 534 eigen aandelen werden in totaal 620 474 aandelen overgedragen (i) aan (voormalige) werknemers omwille van de uitoefening van aandelenopties onder SOP 2010-2014, SOP 2015-2017 en SOP2, (ii) aan (voormalige) BGE-leden omwille van de vereiste persoonlijke aandelenparticipatie, en (iii) aan de Voorzitter en andere niet-uitvoerende Bestuurders als deel van hun remuneratie (zie tabel hieronder). Er werden geen eigen aandelen vernietigd. Met inbegrip van de verrichtingen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux, bedroeg het saldo van de eigen aandelen gehouden door de vennootschap op 31 december 2021 3 145 446.
| Datum | Aantal eigen aandelen |
Doel | Ontvanger Prijs per aandeel (€) |
|
|---|---|---|---|---|
| 3 maart 2021 | 6 300 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 | |
| 3 maart 2021 | 62 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 | |
| 3 maart 2021 | 4 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 | |
| 3 maart 2021 | 6 300 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 | |
| 4 maart 2021 | 1 800 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 | |
| 5 maart 2021 | 1 200 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 19,200 | |
| 5 maart 2021 | 3 200 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 | |
| 5 maart 2021 | 5 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 | |
| 5 maart 2021 | 6 250 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 | |
| 8 maart 2021 | 7 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 | |
| 8 maart 2021 | 2 700 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 | |
| 9 maart 2021 | 2 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 | |
| 9 maart 2021 | 4 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 | |
| 10 maart 2021 | 2 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 | |
| 10 maart 2021 | 6 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 | |
| 10 maart 2021 | 9 200 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 | |
| 10 maart 2021 | 5 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 19,200 | |
| 10 maart 2021 | 10 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 | |
| 10 maart 2021 | 1 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 | |
| 11 maart 2021 | 1 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 | |
| 11 maart 2021 | 3 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 | |
| 11 maart 2021 | 1 750 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 | |
| 12 maart 2021 | 2 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 | |
| 15 maart 2021 | 2 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 | |
| 17 maart 2021 | 2 650 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 | |
| 18 maart 2021 | 2 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 | |
| 18 maart 2021 | 668 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 19,200 | |
| 18 maart 2021 | 2 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 | |
| 18 maart 2021 | 17 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 | |
| 19 maart 2021 | 1 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 | |
| 22 maart 2021 | 2 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 | |
| 22 maart 2021 | 1 890 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 19,200 | |
| 24 maart 2021 | 3 500 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 |
| 24 maart 2021 | 6 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
|---|---|---|---|
| 26 maart 2021 | 6 250 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 31 maart 2021 | 4 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 19,200 |
| 31 maart 2021 | 14 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 |
| 31 maart 2021 | 1 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 |
| 31 maart 2021 | 2 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 31 maart 2021 | 600 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 31 maart 2021 | 9 112 Personal shareholding requirement | BGE-leden | 35,780 |
| 1 april 2021 | 2 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 19,200 |
| 6 april 2021 | 7 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 |
| 6 april 2021 | 21 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 6 april 2021 | 10 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 7 april 2021 | 14 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 7 april 2021 | 9 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 |
| 7 april 2021 | 15 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 |
| 7 april 2021 | 7 033 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 8 april 2021 | 5 717 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,376 |
| 9 april 2021 | 1 800 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 12 april 2021 | 1 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 12 mei 2021 | 1 055 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 12 mei 2021 | 17 500 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 |
| 13 mei 2021 | 445 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 13 mei 2021 | 2 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 17 mei 2021 | 5 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 18 mei 2021 | 9 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 |
| 25 mei 2021 | 2 500 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 |
| 25 mei 2021 | 4 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 27 mei 2021 | 40 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 27 mei 2021 | 333 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 28 mei 2021 | 9 667 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 28 mei 2021 | 4 000 Uitoefening opties onder SOP2 | Werknemers | 30,175 |
| 31 mei 2021 | 6 000 Uitoefening opties onder SOP2 | Werknemers | 30,175 |
| 31 mei 2021 | 10 940 Vergoeding niet-uitvoerende Bestuurders | Voorzitter en andere niet-uitvoerende Bestuurders | — |
| 1 juni 2021 | 700 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 4 juni 2021 | 6 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 7 juni 2021 | 1 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 7 juni 2021 | 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 9 juni 2021 | 500 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 |
| 10 juni 2021 | 2 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 |
| 23 juni 2021 | 100 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 24 juni 2021 | 3 500 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 |
|---|---|---|---|
| 28 juni 2021 | 2 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 |
| 30 juli 2021 | 8 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 30 juli 2021 | 2 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 |
| 30 juli 2021 | 6 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 30 juli 2021 | 6 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 3 augustus 2021 | 6 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 4 augustus 2021 | 2 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 4 augustus 2021 | 12 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 5 augustus 2021 | 750 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 6 augustus 2021 | 2 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 9 augustus 2021 | 2 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 11 augustus 2021 | 1 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 12 augustus 2021 | 2 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 13 augustus 2021 | 10 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 16 augustus 2021 | 144 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 39,426 |
| 16 augustus 2021 | 10 000 Uitoefening opties onder SOP2 | Werknemers | 28,335 |
| 17 augustus 2021 | 7 500 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 17 augustus 2021 | 9 320 Uitoefening opties onder SOP2 | Werknemers | 28,335 |
| 19 augustus 2021 | 4 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 |
| 15 september 2021 | 6 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 |
| 1 oktober 2021 | 2 100 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 19 november 2021 | 10 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 19 november 2021 | 6 250 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 7 december 2021 | 400 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 8 december 2021 | 1 125 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 13 december 2021 | 3 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 |
| 14 december 2021 | 1 500 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 16 december 2021 | 1 500 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 |
| 17 december 2021 | 7 700 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,140 |
| 17 december 2021 | 1 800 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 19,200 |
| 17 december 2021 | 2 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 |
| 24 december 2021 | 300 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 21,450 |
| 24 december 2021 | 2 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 27 december 2021 | 10 000 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 28 december 2021 | 1 800 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 26,055 |
| 28 december 2021 | 2 400 Uitoefening opties onder SOP 2010-2014 | Werknemers | 25,380 |
| 28 december 2021 | 2 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 26,375 |
| 28 december 2021 | 1 125 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |
| 30 december 2021 | 5 000 Uitoefening opties onder SOP 2015-2017 | Werknemers | 34,600 |

Op 15 januari 2021 werd een eerste toekenning van 144 708 performance share units onder het Performance Share Plan 2018-2020 gedaan. Daarnaast werd op 19 augustus en 9 september 2021 een halfjaarlijkse toekenning van in totaal 23 066 performance share units gedaan onder het Performance Share Plan 2018-2020. Elke performance share unit geeft de begunstigde recht op een performance share aan de voorwaarden van het Performance Share Plan 2018-2020.
Deze performance share units zijn definitief verworven ('gevest') na afloop van een verwervingsperiode van drie jaar, mits het bereiken van vooropgestelde prestatiedoelen. De precieze mate waarin de performance share units definitief verworven ('gevest') worden, is afhankelijk van het al dan niet bereiken van deze prestatiedoelen. Indien de vastgelegde minimumdrempel niet behaald wordt, dan is er geen enkele definitieve verwerving ('vesting'). Bij het bereiken van deze minimumdrempel, zal 50% van de performance share units definitief verworven ('gevest') worden; de volledige verwezenlijking van de overeengekomen prestatiedoelen zal leiden tot een 'par vesting' van 100% van de performance share units; terwijl er een maximale definitieve verwerving ('vesting') zal zijn van 300% van de performance share units indien de werkelijke prestaties gelijk zijn of hoger zijn dan een overeengekomen bovengrens.
Detailgegevens omtrent kapitaal, aandelen, aandelenoptieplannen en performance share plannen zijn te vinden in het Financieel Overzicht (Toelichting 6.13 bij de geconsolideerde jaarrekening).
De Raad van Bestuur zal de op 11 mei 2022 te houden Gewone Algemene Vergadering voorstellen een brutodividend van € 1,50 per aandeel uit te keren.
De Raad van Bestuur herbevestigt het dividendbeleid dat, voor zover de winst het toelaat, een stabiel of groeiend dividend voorziet terwijl een voldoende niveau van kasstroom in de vennootschap wordt behouden voor investeringen en zelffinanciering ter ondersteuning van de groei. Op langere termijn streeft de vennootschap naar een 'pay-out ratio' van 40% van het perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert.
Op 25 februari 2022, na balansdatum, heeft Bekaert aangekondigd dat de Raad van Bestuur een inkoopprogramma voor eigen aandelen heeft goedgekeurd voor een bedrag van maximaal € 120 miljoen, met opstart in maart 2022. Onder het programma kan Bekaert over een maximale periode van twaalf maanden uitstaande aandelen terugkopen voor een totaalbedrag van ten hoogste € 120 miljoen. Het doel van het programma is het verminderen van het geplaatste aandelenkapitaal van de onderneming. Alle ingekochte aandelen onder dit programma zullen worden vernietigd. Dit programma zal uitgevoerd worden onder de voorwaarden die werden goedgekeurd door Bekaerts Buitengewone Algemene Vergadering van 13 mei 2020. Bekaert zal een beleggingsonderneming aanstellen om de inkoop van aandelen op de open markt uit te voeren tijdens open en gesloten periodes.
Bekaerts referentieaandeelhouder, Stichting Administratiekantoor Bekaert (STAK) en de personen die handelen in onderling overleg met de STAK, hebben de onderneming op de hoogte gebracht dat zij de gepaste maatregelen zullen treffen zodat hun stemrechten in Bekaerts aandelenkapitaal het huidige niveau (36,13%) niet overschrijden tegen het einde van het programma.
| in € | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021¹ |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal brutodividend | 0,850 | 0,900 | 1,100 | 1,100 | 0,700 | 0,350 | 1,000 | 1,500 |
| Nettodividend² | 0,638 | 0,657 | 0,770 | 0,770 | 0,490 | 0,245 | 0,700 | 1,050 |
| Couponnummer | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 |
¹ Dividend onderhevig aan goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders 2022.
² Onderhevig aan de toepasselijke belastingwetgeving.
De Gewone Algemene Vergadering werd gehouden op 12 mei 2021. Zij werd georganiseerd als een virtuele vergadering in overeenstemming met de beschermingsmaatregelen van Covid-19 en bood de gelegenheid om tijdens de vergadering online in real time te stemmen.
Op 15 juli 2021 werd een Buitengewone Algemene Vergadering gehouden. De vergadering keurde de invoering van dubbel stemrecht niet goed. Bijgevolg blijft het beginsel "één aandeel - één stem" van toepassing voor alle aandeelhouders. De overige voorgestelde wijzigingen van de statuten werden goedgekeurd. De resoluties van de vergaderingen zijn beschikbaar op www.bekaert.com.
Bekaert wil haar aandeelhouders van transparante financiële informatie voorzien.
Alle aandeelhouders kunnen rekenen op toegang tot informatie en ons engagement om relevante updates over marktontwikkelingen, prestatievoortgang en andere relevante informatie te delen. Alle dergelijke updates zijn online te vinden in het beleggersgedeelte van de website van de vennootschap en worden gepresenteerd in vergaderingen met analisten, aandeelhouders en investeerders. De kalender met investor relations conferences, roadshows en groepsbezoeken bij Bekaert wordt op onze website gepubliceerd.
Bekaert organiseerde op 28 mei 2021 een Capital Markets Day. De Voorzitter van de Raad van Bestuur, de Gedelegeerd Bestuurder, de Chief Financial Officer en de Chief Strategy Officer gaven inzichten over de nieuwe Bekaert strategie en de naar boven bijgestelde middellange termijn guidance voor de vennootschap. De opgenomen webcast is online beschikbaar in de rubriek Investors op www.bekaert.com.
De statuten bevatten geen beperkingen inzake de overdraagbaarheid van de aandelen, behoudens ingeval van controlewijziging, voor dewelke conform artikel 9 van de statuten de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Bestuur moet worden aangevraagd.
Voor het overige zijn de aandelen vrij overdraagbaar.
De Raad van Bestuur is niet op de hoogte van enige wettelijke beperking op de overdracht van aandelen in hoofde van enige aandeelhouder.
Volgens de statuten geeft elk aandeel de houder het recht op één stem. De statuten bevatten geen beperkingen van het stemrecht en iedere aandeelhouder kan zijn stemrecht uitoefenen op voorwaarde dat hij geldig werd toegelaten tot de Algemene Vergadering en dat zijn rechten niet werden geschorst. De regels inzake de toelating tot de Algemene Vergadering zijn opgenomen in het WVV en in de statuten. Krachtens de statuten kan de vennootschap de uitoefening schorsen van rechten verbonden aan effecten die toebehoren aan verscheidene eigenaars.
Niemand kan op een Algemene Vergadering van Aandeelhouders aan een stemming deelnemen voor stemrechten die verbonden zijn aan effecten waarvan hij/zij niet krachtens de wet tijdig kennis heeft gegeven.
De Raad van Bestuur is niet op de hoogte van enige andere wettelijke beperking inzake de uitoefening van het stemrecht.
De Raad van Bestuur heeft geen kennis van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van effecten of van de uitoefening van het stemrecht.

De statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter bevatten specifieke regels inzake de (her)benoeming, vorming en evaluatie van Bestuurders.
De Bestuurders worden voor een maximale duur van vier jaar door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemd, die hen ook te allen tijde kan ontslaan. Een besluit tot benoeming of ontslag behoeft de gewone meerderheid van de stemmen. De kandidaten voor de opdracht van Bestuurder, die deze opdracht nog niet vervuld hebben binnen de vennootschap, moeten ten laatste twee maanden vóór de Gewone Algemene Vergadering de Raad van Bestuur op de hoogte brengen van hun kandidatuur.
Enkel wanneer een plaats van Bestuurder vroegtijdig openvalt, kunnen de overblijvende Bestuurders zelf een nieuwe Bestuurder benoemen (coöpteren). In dat geval zal de eerstvolgende Algemene Vergadering de definitieve benoeming doen.
Het benoemingsproces voor Bestuurders wordt geleid door het Benoemings- en Remuneratiecomité, dat een gemotiveerde aanbeveling doet aan de voltallige Raad van Bestuur. Op basis van deze aanbeveling besluit de Raad van Bestuur welke kandidaten aan de Algemene Vergadering voor benoeming zullen worden voorgedragen. Bestuurders zijn in de regel herbenoembaar voor een onbeperkt aantal termijnen, met dien verstande dat Bestuurders ten tijde van hun initiële benoeming niet jonger mogen zijn dan 30 jaar en niet ouder dan 66 jaar, en ontslag moeten nemen in het jaar waarin zij de leeftijd van 69 jaar bereiken.
De statuten kunnen door een Buitengewone Algemene Vergadering worden gewijzigd conform het WVV. Elke wijziging van de statuten vereist een quorum van ten minste 50% van het kapitaal (indien niet aan het quorum wordt voldaan, moet een tweede vergadering met dezelfde agenda worden bijeengeroepen, waarvoor geen quorumvereiste van toepassing is) en een gekwalificeerde meerderheid van 75% van de stemmen die tijdens de vergadering worden uitgebracht (een meerderheid van 80% is van toepassing op wijzigingen van het voorwerp of de doelen van de vennootschap en de verandering van de rechtsvorm van de vennootschap).
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 40 van de statuten gemachtigd om het kapitaal in één of meer malen te verhogen met een maximumbedrag van € 177 793 000. De duur van deze machtiging is beperkt tot vijf jaar vanaf 23 juni 2020, doch is door de Algemene Vergadering hernieuwbaar.
De Raad van Bestuur is tevens uitdrukkelijk gemachtigd door Artikel 40 van de statuten om het kapitaal te verhogen, zelfs na het tijdstip dat de vennootschap de mededeling van FSMA ontvangt dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap, binnen de door de toepasselijke wettelijke bepalingen toegestane grenzen. Deze machtiging is geldig met betrekking tot openbare overnamebiedingen waarvan de vennootschap de voornoemde mededeling ontvangt, uiterlijk drie jaar na 13 mei 2020.
De vennootschap kan eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben verkrijgen en in pand nemen met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden.
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 10 van de statuten gemachtigd om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen en in pand te nemen, zonder dat het totale aantal eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, dat de vennootschap in toepassing van deze machtiging bezit of in pand heeft 20% van het totale aantal aandelen mag overschrijden, tegen een vergoeding van minstens € 1,00 en hoogstens 30% boven het rekenkundig gemiddelde van de slotkoers van het aandeel van de vennootschap gedurende de laatste dertig beursdagen vóór het besluit van de Raad van Bestuur tot verkrijging van respectievelijk inpandneming. Deze machtiging is toegekend voor een periode van vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van 23 juni 2020.
De Raad van Bestuur is ook gemachtigd door Artikel 10 van de statuten om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te verkrijgen en in pand te nemen wanneer deze verkrijging respectievelijk inpandneming noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap, hierin begrepen een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap. Deze machtiging is toegekend voor een periode van drie jaar te rekenen vanaf 23 juni 2020.
De hierboven uiteengezette machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor de Raad van Bestuur om eigen aandelen en certificaten die erop betrekking hebben, te verkrijgen of in pand te nemen indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de Algemene Vergadering vereist is.
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 10 van de statuten gemachtigd om alle of een gedeelte van de verworven eigen aandelen of certificaten die daarop betrekking hebben, te vernietigen.
De vennootschap kan eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, slechts vervreemden met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden.
De Raad van Bestuur is op grond van Artikel 11 van de statuten gemachtigd om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, te vervreemden aan één of meer bepaalde personen andere dan het personeel.
De Raad van Bestuur is door Artikel 11 van de statuten gemachtigd om, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke voorwaarden, eigen aandelen, winstbewijzen of certificaten die daarop betrekking hebben, te vervreemden ter vermijding van ernstig dreigend nadeel voor de vennootschap, hierin begrepen een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap. Deze machtiging is toegekend voor een periode van drie jaar vanaf 23 juni 2020.
De hierboven uiteengezette machtigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheden, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen, voor de Raad van Bestuur om eigen aandelen, winstbewijzen en certificaten die erop betrekking hebben, te vervreemden indien daartoe geen statutaire machtiging of machtiging van de Algemene Vergadering vereist is.
De bevoegdheden van de Raad van Bestuur zijn in detail beschreven in de toepasselijke wettelijke bepalingen terzake, de statuten en het Bekaert Corporate Governance Charter.
De vennootschap is partij bij een aantal belangrijke overeenkomsten die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de vennootschap, al dan niet na een openbaar overnamebod.
In de mate waarin op grond van deze overeenkomsten aan derden rechten worden toegekend die een aanzienlijke invloed hebben op het vermogen van de vennootschap, dan wel een aanzienlijke schuld of verplichting te haren laste doen ontstaan, werden
deze rechten, conform artikel 7:151 van het WVV, goedgekeurd door de Bijzondere Algemene Vergaderingen van 13 april 2006, 16 april 2008, 15 april 2009, 14 april 2010 en 7 april 2011 en door de Gewone Algemene Vergaderingen van 9 mei 2012, 8 mei 2013, 14 mei 2014, 13 mei 2015, 11 mei 2016, 10 mei 2017, 9 mei 2018, 8 mei 2019, 13 mei 2020 en 12 mei 2021; de notulen van deze vergaderingen werden neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel van Gent, afdeling Kortrijk op 14 april 2006, 18 april 2008, 17 april 2009, 16 april 2010, 15 april 2011, 30 mei 2012, 23 mei 2013, 20 juni 2014 ,19 mei 2015, 18 mei 2016, 2 juni 2017, 7 februari 2019, 23 mei 2019, 23 juni 2020 en 24 juni 2021 respectievelijk en zijn beschikbaar op www.bekaert. com.
Het betreft in hoofdzaak jointventure-overeenkomsten (die de relaties tussen partijen in het kader van een gemeenschappelijke dochtervennootschap omschrijven), overeenkomsten waarbij door financiële instellingen, particuliere investeerders of andere investeerders geldmiddelen ter beschikking van de vennootschap of van één van haar dochtervennootschappen worden gesteld, en overeenkomsten tot levering van goederen of diensten door of aan de vennootschap. Elk van deze overeenkomsten bevat clausules die, ingeval van wijziging van de controle van de vennootschap, de wederpartij in bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden het recht verlenen om de overeenkomst vervroegd te beëindigen, en in het geval van een financiële overeenkomst tevens de vervroegde terugbetaling van de ter beschikking gestelde geldmiddelen te eisen. In het geval van jointventure-overeenkomsten wordt voorzien dat, in het geval van controlewijziging van de vennootschap, de wederpartij de participatie van de vennootschap in de joint venture kan verwerven (met uitzondering van de Chinese vennootschappen, waarbij partijen in overleg dienen te bepalen of een partij de joint venture alleen voortzet, waarna deze de participatie van de andere partij moet kopen), waarbij de waarde tegen dewelke de participatie alsdan is over te dragen wordt bepaald in functie van contractuele formules die beogen een overdracht tegen een arm's length prijs te verzekeren.
De volgende beschrijving van Bekaerts interne controle en risicobeheerssystemen is gebaseerd op de "Internal Control Integrated Framework" (1992) en de "Enterprise Risk Management Framework" (2004), gepubliceerd door het Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission ("COSO").
De Raad van Bestuur heeft een kader goedgekeurd voor interne controle en risicobeheer voor de vennootschap en de Groep dat werd opgesteld door het BGE, en controleert de implementatie daarvan. Het Audit, Risk en Finance Comité controleert de doeltreffendheid van de interne controle- en risicobeheersingssystemen, om ervoor te zorgen dat de belangrijkste risico's correct worden geïdentificeerd, beheerd en bekendgemaakt volgens het door de Raad van Bestuur aangenomen kader. Het Audit, Risk en Finance Comité doet ook aanbevelingen aan de Raad van Bestuur in dit opzicht.
De organisatie van de diensten boekhouding en controle bestaat uit drie niveaus: (i) het boekhoudkundige team in de verschillende juridische entiteiten of gedeelde dienstencentra, verantwoordelijk voor de voorbereiding en de rapportering van de financiële informatie, (ii) de controllers op de verschillende niveaus in de organisatie (zoals fabriek en regio), verantwoordelijk voor o.a. het nazicht van de financiële informatie in hun verantwoordelijkheidsdomein, en (iii) de dienst Group Finance, verantwoordelijk voor het finale nazicht van de financiële informatie van de verschillende juridische entiteiten en voor de voorbereiding van de geconsolideerde jaarrekening.
In december 2021 werd het nieuwe Finance Operating Model aangekondigd. In dit nieuwe model (i) worden de gedeelde dienstencentra opgenomen in overkoepelende Global Business Services (GBS), met als doel hun prestaties naar een hoger niveau te tillen, (ii) wordt een profiel van Financial Controller ingevoerd, die onder meer
verantwoordelijk is voor de financiële staten van de juridische entiteiten en (iii) worden de rollen en verantwoordelijkheden van de plant controllers opgesplitst en geconcentreerd in (a) Operations Finance, die zich in de eerste plaats bezighoudt met de bedrijfskosten, de voorraden, het gebruik van activa en alle domeinen van Manufacturing Excellence, (b) Commercial Finance, die zich bezighoudt met de inkomsten en de brutomarge met de daarmee verband houdende analyse van de prijszetting en de doeltreffendheid van de verkooporganisatie, en (c) Financial Planning and Analysis (FP&A), die zich bezighoudt met de bedrijfsresultaten, toekomstgerichte budgetten en prognoses. De implementatie van het nieuwe model zal in 2022 plaatsvinden.
Naast bovengemelde gestructureerde controles voert de afdeling Interne Audit een risicogebaseerd programma uit om de doeltreffendheid van de interne controle in de verschillende processen op het niveau van de juridische entiteiten te valideren en een betrouwbare financiële rapportering te verzekeren.
De geconsolideerde jaarrekening van Bekaert is opgemaakt in overeenstemming met de "International Financial Reporting Standards" (IFRS), onderschreven door de Europese Unie. Die jaarrekening is eveneens conform de IFRS uitgegeven door de "International Accounting Standards Board".
Alle IFRS-boekhoudnormen, richtlijnen en interpretaties, toe te passen door alle juridische entiteiten, zijn gegroepeerd in het handboek Bekaert Accounting Manual, dat voor alle werknemers die betrokken zijn bij de financiële rapportering beschikbaar is op het intranet van Bekaert. Dit handboek wordt regelmatig aangepast door Group Finance ingeval van relevante wijzigingen in IFRS, of interpretaties ervan, en de gebruikers worden van elke dergelijke wijziging op de hoogte gebracht. IFRSopleidingen vinden plaats in de verschillende regio's wanneer dit noodzakelijk of geschikt geacht wordt. E-learningmodules over IFRS worden ook beschikbaar gesteld door Group Finance om individuele training te bieden.
De meeste groepsvennootschappen gebruiken het globale ERP-systeem (Enterprise Resource Planning) van Bekaert; de boekhoudkundige transacties worden ingeboekt in een uniform rekeningenstelsel, waarbij boekhoudkundige manuals de standaardmanier van boeken voor de meest relevante transacties beschrijven. Deze boekhoudkundige manuals worden aan de gebruikers toegelicht tijdens opleidingssessies en zijn beschikbaar op het intranet van Bekaert.
Alle groepsvennootschappen gebruiken dezelfde software om de financiële gegevens te rapporteren voor consolidatie en externe rapporteringsdoeleinden. Een rapporterings-manual is beschikbaar op het intranet van Bekaert en trainingen vinden plaats wanneer dit noodzakelijk of geschikt geacht wordt.

Er worden geschikte maatregelen genomen om een tijdige en kwalitatieve rapportering te garanderen en om de potentiële risico's die gerelateerd zijn aan het financieel rapporteringsproces te beperken, met inbegrip van (i) goede coördinatie tussen de diensten Groepscommunicatie en Group Finance, (ii) zorgvuldige planning van alle activiteiten, met inbegrip van verantwoordelijken en timing, (iii) richtlijnen verdeeld door Group Finance naar de verantwoordelijken vóór de kwartaal-rapportering, met inbegrip van relevante aandachtspunten en (iv) opvolging en terugkoppeling van de stiptheid, kwaliteit en aandachtspunten om te streven naar continue verbetering.
Materiële wijzigingen aan de IFRS-boekhoudnormen worden gecoördineerd door Group Finance, nagezien door de commissaris, gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité en aan de Raad van Bestuur van de vennootschap meegedeeld.
Materiële wijzigingen aan de statutaire boekhoudnormen van een groepsvennootschap worden goedgekeurd door diens Raad van Bestuur.
De correcte toepassing van de boekhoudnormen door de juridische entiteiten zoals beschreven in de boekhoudkundige manual van Bekaert, zowel als de juistheid, de consistentie en de volledigheid van de gerapporteerde informatie, worden op een permanente basis nagezien door de controle organisatie (zoals hierboven omschreven).
Bijkomend worden alle relevante entiteiten op periodieke basis gecontroleerd door de afdeling Interne Audit. Voor de meest belangrijke onderliggende processen (verkoop, aankoop, investeringen, thesaurie, enz.) bestaan er richtlijnen en procedures.
In het ERP-systeem wordt nauw toezicht gehouden op mogelijke conflicten met betrekking tot scheiding van verantwoordelijkheden.
Bekaert heeft in de meeste groepsvennootschappen een globaal ERP-systeemplatform ingevoerd om de efficiente verwerking van transacties te ondersteunen en het management te voorzien van transparante en betrouwbare informatie om de operationele activiteiten te beheren, te controleren en te sturen.
De voorziening van diensten van informatie-technologie om deze systemen te laten lopen, te onderhouden en te ontwikkelen, is in grote mate uitbesteed aan professionele toeleveranciers van IT-diensten die gestuurd en gecontroleerd worden door geëigende
IT-controlestructuren en waarvan de kwaliteit bewaakt wordt door uitgebreide dienstverleningscontracten.
Samen met haar IT-leveranciers heeft Bekaert adequate managementprocessen geïmplementeerd om te verzekeren dat geschikte maatregelen op dagelijkse basis getroffen worden om de prestaties, de beschikbaarheid en de integriteit van haar ITsystemen te behouden. Op regelmatige ogenblikken wordt de geschiktheid van deze procedures nagetrokken en geauditeerd en waar nodig verder geoptimaliseerd.
Gepaste toewijzing van verantwoordelijkheden, en coördinatie tussen de betrokken afdelingen, verzekeren een efficiënt en stipt communicatieproces van periodieke financiële informatie naar de markt. Voor het eerste en het derde kwartaal wordt een trading update gepubliceerd, terwijl alle relevante financiële informatie op halfjaarlijkse en op jaarlijkse basis wordt bekendgemaakt. Vóór de externe rapportering is de verkoops- en financiële informatie onderhevig aan (i) de gepaste controles door de bovenvermelde controleorganisatie, (ii) nazicht door het Audit, Risk en Finance Comité, en (iii) goedkeuring door de Raad van Bestuur van de vennootschap.
Elke beduidende wijziging aan de IFRS-boekhoudnormen die door Bekaert toegepast worden, wordt onderworpen aan nazicht door het Audit, Risk en Finance Comité en goedkeuring door de Raad van Bestuur van de vennootschap.
De leden van de Raad van Bestuur worden op periodieke basis op de hoogte gehouden van de evolutie en belangrijke wijzigingen in de onderliggende IFRSstandaarden. Alle relevante financiële informatie wordt toegelicht aan het Audit, Risk en Finance Comité en de Raad van Bestuur om hen in staat te stellen de jaarrekening te analyseren. Alle gerelateerde persberichten worden goedgekeurd vóór hun verspreiding naar de markt.
Relevante bevindingen van de afdeling Interne Audit en/of de commissaris in verband met de toepassing van de boekhoudnormen, alsook van de richtlijnen en procedures, en scheiding van verantwoordelijkheden worden gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité.
Er wordt ook een periodieke thesaurie-update voorgelegd aan het Audit, Risk en Finance Comité.
Er is een procedure van kracht om het gepaste bestuursorgaan van de vennootschap op korte termijn samen te roepen wanneer de omstandigheden het nodig achten.
De Raad van Bestuur heeft de Bekaert Gedragscode goedgekeurd, die voor het eerst uitgegeven werd op 1 december 2004 en in oktober 2020 voor het laatst werd aangepast. De Gedragscode bepaalt de Bekaert missie en waarden,evenals de basisprincipes van hoe Bekaert zaken wenst te doen.
Implementatie van de Gedragscode is verplicht voor alle dochtervennootschappen van de Groep en alle kaderleden en bedienden vernieuwen jaarlijks hun engagement. De procedure voor het melden van integriteitskwesties (klokkenluidersregeling) versterkt en ondersteunt de implementatie ervan. De Gedragscode maakt als Appendix 3 deel uit van het Bekaert Corporate Governance Charter en is beschikbaar op www.bekaert. com.
Meer gedetailleerde beleidsplannen en richtlijnen worden opgemaakt indien nodig om de consistente toepassing van de Gedragscode over de hele Groep te verzekeren.
Bekaerts interne controlemodel bestaat uit een reeks groepsprocedures voor de algemene bedrijfsprocessen en is wereldwijd van toepassing. Bekaert heeft diverse middelen om de effectiviteit en efficiëntie van het ontwerp en de werking van het interne controlemodel constant te bewaken.
De afdeling Interne Audit en Risicobeheer ziet toe op de interne controle en risico's op basis van een algemeen kader en brengt op elke vergadering verslag uit aan het Audit, Risk en Finance Comité. De afdeling Compliance brengt op elke vergadering van het Audit, Risk en Finance Comité verslag uit over compliance aangelegenheden.
Het BGE evalueert regelmatig de blootstelling van de Groep aan risico's, de potentiële financiële impact hiervan en de acties om de blootstelling te beheren, beperken en controleren.
Op verzoek van de Raad van Bestuur en het Audit, Risk en Finance Comité heeft het management een kader voor permanent globaal enterprise risk management (ERM) ontwikkeld om de Groep bij te staan bij het beheren van onzekerheid in Bekaerts waardecreatieproces.
Het kader bestaat uit de identificatie, beoordeling en prioritering van de belangrijkste risico's waarmee Bekaert geconfronteerd wordt en van de voortdurende rapportage en controle van die belangrijke risico's (waaronder de ontwikkeling en implementatie van risicobeperkende plannen).
De risico's worden geïdentificeerd in zeven risicocategorieën: strategische risico's, risico's betreffende mensen/organisatie, operationele risico's, juridische/compliance risico's, financiële risico's, corporate risico's en geopolitieke/landspecifieke risico's. De geïdentificeerde risico's worden geclassificeerd op twee assen: waarschijnlijkheid en impact of gevolg.
Er worden beslissingen genomen en actieplannen bepaald om de geïdentificeerde risico's te beperken. Ook de evolutie van de risico-gevoeligheid (afname, toename, stabiel) wordt geëvalueerd.
Hieronder staan de belangrijkste risico's opgenomen in het ERM-rapport 2021 van Bekaert, dat werd gerapporteerd aan het Audit, Risk en Finance Comité en de Raad van Bestuur.
Noot: dit 2021 ERM rapport, met risico-evaluatie en -matrix, werd niet aangepast met de verhoogde risico's van de situatie in Oekraïne na balansdatum. Deze verhoogde risico's omvatten de potentiële impact op vraagveranderingen, onderbrekingen in de toeleveringsketen, kredietrisico's en andere. Bekaert heeft een crisisteam aangesteld om de situatie op dagelijkse basis op te volgen, zodat de mogelijke impact op de onderneming grondig wordt ingeschat en beperkt.
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | |
|---|---|---|---|
| Strategische risico's |
Bekaert wordt blootgesteld aan risico's die voortvloeien uit invloeden op de vraag door economische crisissen Aanzienlijke veranderingen in de vraag kunnen invloed hebben op sectoren die relevant zijn voor Bekaert, zoals bandenmarkten, energie- en nutsmarkten, en de mijnbouw-, bouw- en infrastructuursectoren. Zo kan een crisis of recessie leiden tot een aanzienlijke daling van de vraag door een zwak consumentenvertrouwen en uitgestelde investeringen. De resulterende upstream en downstream overcapaciteit kan leiden tot prijserosie in de hele toe |
Strategisch gezien maakt de aanwezigheid van Bekaert in verschillende sectoren en regio's het bedrijf veerkrachtiger voor land- of sectorspecifieke trends. |
|
| leveringsketen. Zo hebben de COVID-pandemie en het wereldwijde tekort aan microchips onlangs de vraag in OEM en andere sectoren beïnvloed. Het prijsniveau van olie en mineralen heeft invloed op het investeringsniveau van de extractie activiteiten en creëert een opwaarts of neerwaarts vraageffect voor producten en diensten die door Bekaert in de olie- en mijnbouwmarkten worden aangeboden. |
De nieuwe strategie van Bekaert houdt rekening met de kansen en uitdagingen die uit de megatrends voortvloeien. Bekaerts innovatiedrijfveer is een concurrentievoordeel bij het proactief ontwikkelen van oplossingen voor de huidige en toekomstige marktbehoeften. |
||
| Bekaert wordt blootgesteld aan mogelijke technologiewissels Aanzienlijke technologische veranderingen kunnen invloed hebben op sectoren die |
De inspanningen van het bedrijf op het gebied van onderzoek en innovatie richten zich op de verwachte technologische verschuivingen naar duurzamere oplossingen. Dit omvat onder andere producten en diensten die oplossingen bieden voor nieuwe mobiliteit, hernieuwbare energie, koolstofarme bouwmaterialen en lichtgewicht- en |
||
| relevant zijn voor Bekaert, zoals bandenmarkten, energie- en nutsmarkten, en de mijnbouw-, bouw- en infrastructuursectoren. Het streven naar duurzame energiebronnen en milieuvriendelijke materialen kan de perspectieven van de olie- en gasindustrie en de mijnbouwindustrie in de toekomst beïnvloeden. Uitbreidingsinvesteringen worden blootgesteld aan risico's van het leveren van het verwachte rendement Investeringen in organische uitbreiding zijn onderhevig aan risico's van vertraging en kostenoverschrijdingen als gevolg van onvoorziene hinder en als zodanig kan het verwachte rendement van dergelijke projecten mogelijk niet binnen de beoogde |
recycleerbare materialen in het algemeen. Bekaert heeft een rigoureus kapitaaltoewijzingskader geïmplementeerd met gedetail leerde criteria en een nauwgezet beheer, dat een kwaliteitslijn van verdedigingsmaat regelen biedt bij een gedisciplineerde voorbereiding, uitvoering en opvolging van |
||
| termijn worden bereikt. Potentiële fusie- en overnameprojecten, groter in omvang en dus met een hoger risicopotentieel indien de verwachte rendementen niet worden behaald, brengen het extra risico met zich mee van het verwerven of fuseren van bedrijven die niet strate gisch bij Bekaert passen. De veronderstellingen die voor organische en anorganische businesscases (marktomstandigheden, bewegingen van concurrenten, ) worden gebruikt, kunnen het rendement op de gemaakte investeringen veranderen en beïnvloeden. Grote investeringen met een vertraging in het genereren van het verwachte rendement kunnen de kaspositie en financieringskosten van het bedrijf beïnvloeden. |
groeiprojecten. De risicotrend voor organische investeringen neemt af. De risicotrend voor anorganische investeringen kan toenemen naargelang de omvang van de overwogen fusies en overnames, maar is in 2021 niet gematerialiseerd. |
||
| Mensen/ organisatie |
Bekaert wordt blootgesteld aan bepaalde risico's op de arbeidsmarkt Een concurrerende arbeidsmarkt kan leiden tot tekorten aan specifieke talentcapaci teiten, vooral in markten waar de talentenpool schaars is en waar onze kantoren en/ of fabrieken zich op afgelegen plaatsen bevinden. Dit kan leiden tot kosteninflatie of kan de bedrijfscontinuïteit beïnvloeden |
Bekaert heeft een kader voor strategische talentpools ontwikkeld en heeft een analyse van de vaardigheidskloof uitgevoerd ten opzichte van de belangrijkste capaciteiten die het bedrijf wil ontwikkelen. Er is een benchmarkonderzoek naar vergoedingen en secundaire arbeidsvoorwaarden uitgevoerd voor de cruciale functiegroepen. Ta lentwerving en leiderschapsprogramma's staan hoog op de agenda. Initiatieven en doelen voor diversiteit en inclusie worden ingevoerd om deze prestaties structureel te verbeteren. |
Jaarverslag Bekaert 2021 94
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | |
|---|---|---|---|
| Operationele | Bronafhankelijkheid kan de bedrijfsactiviteiten en winstgevendheid van Bekaert aantasten | ||
| risico's | Bekaert is onderhevig aan de risico's van voortdurende veranderingen in het handels beleid wereldwijd en door handelsspanningen tussen specifieke landen en regio's. |
De wereldwijde aanwezigheid van Bekaert vermindert het risico op bronafhankelijkheid en gebrek aan alternatieven om de bedrijfsactiviteiten voort te zetten, mocht één bron niet kunnen leveren of te duur worden. |
|
| Bekaert is ook onderhevig aan verstoringen in toeleveringsketens als gevolg van tekorten aan grondstoffen en logistieke diensten. Verhoogde bronafhankelijkheid kan een impact hebben op de bedrijfscontinuïteit van Bekaert op bepaalde locaties en op de winstgevendheid, als gevolg van verhoogde kosten en invoerrechten. |
Bekaerts proactieve aanpak van risicobeheer voor leveranciers vermindert de waar schijnlijkheid en impact van het risico. |
||
| Als onderdeel van de focus van de Groep op prijszettingsdiscipline, is het doorrekenen van kosteninflatie in de verkoopprijzen een prioriteitsgebied om de winstgevendheid te waarborgen. |
|||
| Bekaert is onderworpen aan strenge milieuwetten | |||
| Bekaert is onderworpen aan milieuwetten en -voorschriften, die over de hele wereld strenger worden. Wijzigingen in het beleid kunnen de milieuaansprakelijkheid van het bedrijf verhogen. |
Preventie en risicobeheer spelen een belangrijke rol in Bekaerts milieubeleid. Dit om vat maatregelen tegen bodem- en grondwaterverontreiniging, verantwoord gebruik van water en een wereldwijde ISO14001-certificering. De wereldwijde procedure van Bekaert om voorzorgsmaatregelen tegen verontreiniging van bodem en grondwater (ProSoil) te verzekeren, wordt voortdurend gecontroleerd in verband met regelgeving, ISOcertificering, beste werkwijzen en daadwerkelijke implementatie. |
||
| Bekaert is onderworpen aan cyberbeveiligingsrisico's | |||
| Veel operationele activiteiten van Bekaert zijn afhankelijk van IT-systemen die ontwikkeld zijn en onderhouden worden door interne en externe experten. Thuiswerk heeft het aantal eind puntapparaten en verbindingskanalen uitgebreid. Een cyberaanval op kritieke IT-systemen kan de bedrijfscontinuïteit van Bekaert onderbreken en de winstgevendheid aantasten. Het kan ook leiden tot risico's in verband met gegevensprivacy en vertrouwelijkheid. |
Bekaert implementeert een stappenplan voor cyberbeveiliging om het risico te vermin deren. Dit omvat het opzetten van een Security Governance-model en voortdurende verbeteringen aan cyberbeveiligingsoplossingen, respons- en herstelcapaciteit en het managen van nieuwe-generatie dreigingen. |
||
| Juridische/ | Bekaert wordt blootgesteld aan risico's op het gebied van regelgeving en naleving | ||
| nalevings risico's |
Als globale onderneming is Bekaert onderworpen aan vele wetten en voorschriften in alle landen waar het actief is of zaken doet. Dergelijke wet- en regelgeving wordt steeds complexer, strenger en verandert sneller en vaker dan voorheen. Deze talrijke wetten en voorschriften omvatten, onder andere, gegevensprivacyvereisten (zoals de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming en California Consumer Privacy Act), wetten inzake intellectuele eigendom, arbeidsrelatiewetten, belasting wetgeving, antimededingingsregels, import- en handelsbeperkingen (bijvoorbeeld het handelsbeleid in de VS en de EU), uitwisselingswetten, antiomkoping- en anti corruptievoorschriften. Nalevingsacties kunnen extra kosten of investeringen verei |
Bekaert stuurt naleving van wet- en regelgeving via een Compliance Committee dat de acties die nodig zijn om naleving te garanderen, controleert en beheert. De Bekaert Gedragscode heeft een klokkenluidersprocedure en alle managers en bedienden wereldwijd onderschrijven jaarlijks hun engagement ten aanzien van de Code na het slagen in een verplichte test. Het bedrijf organiseert regelmatig trainingen over anti-omkoping, antitrust, veiligheid en andere juridische bewustzijnskwesties. |
Lekken van intellectuele eigendom kunnen Bekaert schaden en de concurrentie helpen, zowel op het vlak van productontwikkeling, procesinnovatie en machinebouw. Bekaert kan niet garanderen dat er tegen haar intellectuele eigendom geen bezwaar zal worden gemaakt, dat het niet zal worden geschonden of omzeild door derden. Bovendien kan Bekaert misschien geen octrooitoestemming verkrijgen, octrooiregistratie voltooien of dergelijke octrooien beschermen, wat een wezenlijke en negatieve invloed op onze bedrijfspositie kan hebben.
sen die een negatieve invloed op de winstprestaties van de groep kunnen hebben. Bovendien is er, gezien het hoge niveau van complexiteit van deze wetten, ook het risico dat Bekaert sommige bepalingen onbedoeld niet (tijdig) naleeft. Schendingen kunnen leiden tot boetes, strafrechtelijke sancties, het stoppen van zakelijke activi-
Aan het einde van 2021 had Bekaert ongeveer 1900 patenten en patentrechten in portefeuille. Bekaert initieert ook procedures wegen octrooiinbreuk tegen concurrenten in geval dergelijke inbreuken worden vastgesteld of gemeld.
teiten en een reputatierisico.
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | |
|---|---|---|---|
| Financiële | Bekaert wordt blootgesteld aan een valutarisico dat een invloed kan hebben op de resultaten en financiële positie | ||
| risico's | De activa, inkomsten, opbrengsten en kasstromen van Bekaert worden beïnvloed door bewegingen in wisselkoersen van verschillende valuta's. Het valutarisico van de Groep kan in twee categorieën worden gesplitst: translatierisico en transactioneel valuta risico. Een translatierisico ontstaat wanneer de financiële gegevens van buitenlandse dochtervennootschappen worden omgezet in de consolidatievaluta van de Groep, de euro. De Groep wordt ook blootgesteld aan transactionele valutarisico's als gevolg van investerings-, financierings-, verkoop- en operationele activiteiten. |
Bekaert heeft een indekkingsbeleid om de impact van wisselkoersrisico's te beperken. | |
| Bekaert wordt blootgesteld aan een kredietrisico op haar contractuele en handelspartners | |||
| Bekaert is onderworpen aan het risico dat commerciële tegenpartijen hun uitstaande betalingen vertragen of niet nakomen. Hoewel Bekaert een kredietbeleid heeft dat rekening houdt met de risicoprofielen van de klanten en de markten waartoe zij behoren, kan dit beleid het kredietrisico niet volledig uitsluiten. Dit risico kan gevolgen hebben voor de kaspositie en de winstgevendheid van de Groep. Bekaert heeft een kredietverzekeringspolis om dergelijke risico's te beperken. |
Bekaert heeft oplossingen voor risicooverdracht om dergelijke risico's te beperken. De groep heeft ook haar kredietprocedures en acties versterkt bij het begin van de COVID-19-pandemie, dewelke het liquiditeitsrisico in veel markten en van bepaalde klanten verhoogde. |
||
| Bekaert had de afgelopen jaren niet te maken met verhoogde voorzieningen voor oninbare schulden of faillissementen van klanten die leidden tot afschrijvingen van oninbare schulden. |
|||
| Bekaert wordt blootgesteld aan bepaalde landspecifieke risico's met politieke en economische instabiliteit | |||
| In Venezuela zijn de activiteiten van Bekaert de afgelopen jaren beïnvloed door tekor ten aan grondstoffen, stroomvoorziening en de extreme devaluatie van de valuta. Ondanks de politieke en monetaire instabiliteit slaagde Bekaert erin de eigendoms controle te behouden en het bedrijf operationeel te houden. Het risico van uitstaande gecumuleerde omrekeningsverschillenwordt vermeld in de gedetailleerde jaarrekening onder 'cruciale beoordelingen'. |
Alle activa op Venezolaanse bodem werden sinds 2010 afgewaardeerd om het uitstaande risico tot een minimum te beperken. |
||
| van activa | Ongunstige business prestaties of veranderingen in het onderliggende economische klimaat kunnen leiden tot een waardevermindering | ||
| In overeenstemming met International Accounting Standards betreffende de afwaar dering van activa (d.w.z. IAS36) mogen activa niet worden opgenomen in de financiële rekeningen van een bedrijf aan meer dan de hoogst realiseerbare waarde (d.w.z. bij verkoop of verbruik van de activa). In geval de boekwaarde de realiseerbare waarde overschrijdt, worden de activa afgewaardeerd. Voor meer informatie over de goodwill van Bekaert op de balans (en bijzondere waardeverminderingsverliezen die ermee verband houden), verwijzen we naar toelichting 6.2 (Goodwill) in de Financiële Verklaringen van dit verslag. |
Bekaert onderzoekt regelmatig activagroepen die individueel geen kasstromen gene reren (d.w.z. Kasstroom Genererende Eenheden (Cash Generating Units, CGU's) en meer specifiek CGU's waaraan goodwill wordt toegewezen. De onderneming heeft geen aanvullende risico's geïdentificeerd in het boekjaar 2021. |
||
| Risico op gebeurtenissen of verliezen die onverzekerbaar, niet verzekerd of niet volledig verzekerd zijn | |||
| Er gelden beperkingen voor de verzekeringsdekking van de meeste risico's en de verzekeringspremiekosten stijgen gestaag. Dit brengt een risico op nietverzekerde verliezen en hogere kosten met zich mee. |
Bekaert richt zich op operationeel risicobeheer om de risico's te verminderen en is voortdurend op zoek naar nieuwe en alternatieve verzekeringsoplossingen om de impact te verminderen. |
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | |
|---|---|---|---|
| Financiële | Volatiliteit van de walsdraadprijzen en energieprijzen kan tot marge-erosie leiden | ||
| risico's | Walsdraad, de belangrijkste grondstof van Bekaert, wordt gekocht van staalfabrieken van over de hele wereld. Walsdraad vertegenwoordigt ongeveer 50% van de kostprijs van verkopen. Als Bekaert er niet in slaagt om de verhoging van kosten tijdig aan klanten door te rekenen, kan dit een negatieve invloed op de winstmarges van Bekaert hebben. Ook de tegengestelde prijstrend houdt winstrisico's in: als grondstoffenprijzen aanzienlijk dalen en Bekaert hoger geprijsd materiaal op voorraad heeft, kan de winst gevendheid worden getroffen door (niet-cash) voorraadwaarderingscorrecties op de balansdatum van een rapportageperiode. |
In principe worden prijsbewegingen zo snel mogelijk doorgerekend in de verkoop prijzen, via contractueel overeengekomen prijsmechanismen of via individuele onder handelingen. Bekaert heeft ook nieuwe hulpmiddelen om het risico te beperken. Dit omvat tools voor prijsbepaling en kapitaaltoewijzing. |
|
| Als Bekaert er niet in slaagt om de verhoging van kosten tijdig aan klanten door te rekenen, kan volatiliteit van de energieprijzen ook een negatieve invloed op de winst marges van Bekaert hebben. |
|||
| Bekaert wordt blootgesteld aan fiscale risico's | |||
| De internationale aard van de activiteiten van Bekaert en de snel veranderende interna tionale fiscale omgeving omvatten een aantal fiscale risico's. Bekaert is onderworpen aan verschillende belastingwetten in veel landen. Bekaert probeert haar activiteiten op een fiscaal efficiënte manier te structureren, met inachtneming van de toepasselijke belastingwetten en -voorschriften. Dit sluit het risico niet uit dat een dochteronderne ming van Bekaert hogere belastingverplichtingen kan oplopen dan verwacht, wat een negatieve invloed kan hebben op de effectieve belastingvoet, de bedrijfsresultaten en de financiële positie. |
Hoewel ondersteund door belastingadviseurs en -specialisten, kan Bekaert niet garan deren dat wijzigingen in belastingwetgeving, afwijkende interpretaties en inconsistente handhaving een negatieve invloed kunnen hebben op de effectieve belastingvoet, de bedrijfsresultaten en de financiële toestand van Bekaert. Bekaert streeft ernaar om voorzieningen (per entiteit) te erkennen voor potentiële belastingverplichtingen. |
||
| Dochtervennootschappen van Bekaert kunnen onderworpen worden aan door de overheid opgelegde belastingcontroles. Dergelijke onderzoeken zijn de afgelopen jaren regelmatiger geworden en kunnen tot hogere advieskosten en extra verplichtingen leiden. |
|||
| Geopolitieke/ | Bekaert wordt geconfronteerd met risico's van activa- en winstconcentratie | ||
| landspecifieke risico's |
Hoewel Bekaert een echte globale onderneming is met een wereldwijd netwerk van productieplatformen en verkoop- en distributiekantoren, waardoor de activa- en winst concentratie tot een minimum wordt beperkt, wordt het toch geconfronteerd met een risico op activa en winstconcentratie op bepaalde locaties (zoals Jiangyin, China). In geval van een groot politiek, sociaal of activaschade-incident zou het risico op con centratie van activa en winst zich kunnen voordoen. |
Als onderdeel van een businesscontinuïteitsplan heeft Bekaert maatregelen ingevoerd om dit risico te verminderen door middel van back-up scenario's en leveringsgoed keuringen vanuit andere locaties. |
|
| Risico van pandemieën | |||
| De impact van de COVID-19-pandemie hangt af van een breed scala aan factoren, inclusief de duur en omvang van de pandemie, de getroffen geografische gebieden, de sociale impact, het effect ervan op de economische activiteit en de aard en ernst van maatregelen die door overheden worden genomen om de verdere verspreiding van het virus te beperken; inclusief beperkingen op zakelijke activiteiten en reizen, beperkingen op grote bijeenkomsten en de verplichting om zichzelf te isoleren. |
Bekaert implementeerde in 2020 een crisisbeheersplan en een bestuursmodel om de COVID-19-pandemiecrisis te beheersen. Hierbij lag de focus op het beschermen van de gezondheid en veiligheid van onze werknemers, het beschermen van onze klanten en onze business, het verzekeren van financiële kracht, het identificeren en nastreven van kansen die voortvloeien uit de crisis en het in staat stellen van de organisatie om met onduidelijke situaties om te gaan. In 2021 werden de uit de crisis voortgekomen maatregelen versterkt in de permanente functie en business governance. |
Jaarverslag Bekaert 2021 97
| Risicodefinitie | Beperkende maatregelen | Trend | ||
|---|---|---|---|---|
| Geopolitieke/ | Risico op fysieke schade, businessonderbreking en/of verstoring van de toeleveringsketen | |||
| landspecifieke risico's |
Schade veroorzaakt door de impact van klimaatverandering (zware regen/over stromingen, droogte/watertekorten, hoge omgevingstemperaturen, bosbranden, extreme stormen/windschade) kan de continuïteit van Bekaerts activiteiten op de getroffen locaties beïnvloeden. |
Bekaert beoordeelt de mogelijke impact van klimaatverandering en implementeert aanpassingsmaatregelen zoals adequate waterafvoer en/of -toevoer, bescherming tegen overstromingen, voorziening van adequate brandbestrijdingsfaciliteiten, programma's voor minimalisering van watergebruik en voorzieningen voor de werkomstandigheden van werknemers in het geval van hoge temperaturen in de zomermaanden. |
||
| Groep | Ondermaatse prestaties op het gebied van duurzaamheidsdoelstellingen | |||
| Ondermaatse prestaties op het gebied van duurzaamheidsdoelstellingen kunnen ook reputatieschade veroorzaken en de positie van Bekaert als voorkeurspartner voor klanten en beleggers beïnvloeden. |
Bekaert heeft een nieuwe duurzaamheidsstrategie uitgewerkt die onze duurzaamheids prestaties zal verbeteren. Onze milieudoelstellingen, die zijn afgestemd op het Science Based Targets-initiatief, zijn ambitieus en zullen worden geïmplementeerd volgens een stappenplan dat door de Raad van Bestuur is goedgekeurd. |
|||
| Toenemend | Afnemend Stabiel |
Een doeltreffend kader voor interne controle en ERM is noodzakelijk om een redelijke zekerheid te kunnen geven omtrent de financiële rapportering van Bekaert en om fraude te voorkomen. Interne controle op financiële rapportering kan niet alle fouten voorkomen of opsporen, wegens beperkingen eigen aan de controle, zoals mogelijke menselijke fouten, het misleiden of omzeilen van controles of fraude. Daarom kan een effectieve interne controle enkel een redelijke garantie bieden voor de voorbereiding en de correcte voorstelling van de financiële informatie. Het niet oppikken van een fout als gevolg van menselijke fouten, het misleiden of omzeilen van controles of fraude kan een negatieve invloed hebben op de reputatie en de financiële resultaten van Bekaert. Dit kan er ook toe leiden dat Bekaert niet voldoet aan haar lopende verplichtingen voor openbaarmaking


| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 5.1 | 3 772 374 | 4 839 659 |
| Kostprijs van verkopen | 5.2 | -3 214 056 | -3 953 752 |
| Marge op omzet | 5.2 | 558 318 | 885 907 |
| Commerciële kosten | 5.2 | -167 141 | -186 239 |
| Administratieve kosten | 5.2 | -133 526 | -161 091 |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | 5.2 | -52 361 | -59 537 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 5.2 | 84 659 | 62 940 |
| Andere bedrijfskosten | 5.2 | -33 422 | -28 894 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 5.2 | 256 527 | 513 086 |
| waarvan | |||
| EBIT - Onderliggend | 5.2 / 5.3 | 272 244 | 514 617 |
| Eenmalige elementen | 5.2 | -15 717 | -1 531 |
| Renteopbrengsten | 5.4 | 3 386 | 3 260 |
| Rentelasten | 5.4 | -59 554 | -44 480 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten | 5.5 | -30 165 | 4 430 |
| Resultaat vóór belastingen | 170 194 | 476 296 | |
| Winstbelastingen | 5.6 | -56 513 | -133 296 |
| Resultaat na belastingen (geconsolideerde ondernemingen) | 113 682 | 343 000 | |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen | 5.7 | 34 355 | 107 619 |
| PERIODERESULTAAT | 148 037 | 450 620 | |
| Toerekenbaar aan | |||
| aandeelhouders van Bekaert | 134 687 | 406 977 | |
| minderheidsbelangen van derden | 6.15 | 13 350 | 43 643 |
| Winst per aandeel | |||
| in € per aandeel | 5.8 | 2020 | 2021 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | |||
| Basisberekening | 2,382 | 7,140 | |
| Na verwateringseffect | 2,266 | 7,063 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening.

| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Perioderesultaat | 148 037 | 450 620 | |
| Andere elementen van het resultaat | 6.14 | ||
| Andere elementen van het resultaat die later geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening | |||
| Omrekeningsverschillen | |||
| Omrekeningsverschillen van de periode m.b.t. dochterondernemingen | -80 879 | 89 514 | |
| Omrekeningsverschillen van de periode m.b.t. joint ventures en geassocieerde ondernemingen | -38 134 | 1 647 | |
| Overboekingen naar de winst-en-verliesrekening ingevolge afstotingen of gefaseerde overnames van entiteiten | — | -2 987 | |
| Andere elementen van het resultaat die later geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening, na belastingen | -119 013 | 88 173 | |
| Andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening | |||
| Herwaarderingen van de nettoverplichting m.b.t. toegezegdpensioenregelingen | 2 497 | 47 351 | |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen | 250 | 5 882 | |
| Aandeel in niet-herclassificeerbare andere elementen van het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen | 4 | 3 | |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening | 6.7 | -1 024 | -3 500 |
| Andere elementen van het resultaat die later niet geherclassificeerd kunnen worden naar de winst-en-verliesrekening, na belastingen | 1 727 | 49 736 | |
| Andere elementen van het resultaat (opgenomen in het eigen vermogen) | -117 286 | 137 909 | |
| VOLLEDIG PERIODERESULTAAT | 30 751 | 588 529 | |
| Toerekenbaar aan | |||
| aandeelhouders van Bekaert | 23 233 | 545 660 | |
| minderheidsbelangen van derden | 6.15 | 7 518 | 42 869 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening.
| in duizend € | Toelichting | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Immateriële activa | 6.1 | 54 664 | 61 440 |
| Goodwill | 6.2 | 149 398 | 150 674 |
| Materiële vaste activa | 6.3 | 1 191 781 | 1 253 857 |
| Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa | 6.4 | 132 607 | 132 073 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen | 6.5 | 123 981 | 188 661 |
| Overige vaste activa | 6.6 | 45 830 | 65 886 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 6.7 | 124 243 | 119 599 |
| Vaste activa | 1 822 503 | 1 972 189 | |
| Voorraden | 6.8 | 683 477 | 1 121 219 |
| Ontvangen bankwissels | 6.8 | 54 039 | 41 274 |
| Handelsvorderingen | 6.8 | 587 619 | 750 666 |
| Overige vorderingen | 6.9 / 6.21 | 101 330 | 157 005 |
| Geldbeleggingen | 6.10 | 50 077 | 80 058 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 6.10 | 940 416 | 677 270 |
| Overige vlottende activa | 6.11 | 41 898 | 42 272 |
| Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | 6.12 | 6 740 | 1 803 |
| Vlottende activa | 2 465 597 | 2 871 567 | |
| Totaal | 4 288 100 | 4 843 756 |
| in duizend € | Toelichting | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Kapitaal | 6.13 | 177 812 | 177 923 |
| Uitgiftepremies | 37 884 | 38 850 | |
| Overgedragen resultaten | 6.14 | 1 614 781 | 1 984 791 |
| Eigen aandelen | 6.14 | -106 148 | -95 517 |
| Overige Groepsreserves | 6.14 | -276 448 | -136 495 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 1 447 880 | 1 969 551 | |
| Minderheidsbelangen | 6.15 | 87 175 | 130 971 |
| Eigen vermogen | 1 535 055 | 2 100 522 | |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 6.16 | 130 948 | 77 659 |
| Overige voorzieningen | 6.17 | 25 166 | 23 311 |
| Rentedragende schulden | 6.18 | 968 076 | 953 581 |
| Overige verplichtingen op meer dan een jaar | 6.19 | 1 231 | 844 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 6.7 | 38 337 | 51 979 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | 1 163 759 | 1 107 375 | |
| Rentedragende schulden | 6.18 | 641 655 | 237 742 |
| Handelsschulden | 6.8 | 668 422 | 1 062 185 |
| Personeelsbeloningen | 6.8 / 6.16 | 149 793 | 177 159 |
| Overige voorzieningen | 6.17 | 11 421 | 4 392 |
| Verplichtingen met betrekking tot winstbelastingen | 6.21 | 53 543 | 86 131 |
| Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar | 6.20 | 64 451 | 68 249 |
| Verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop | 6.12 | — | — |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | 1 589 286 | 1 635 859 | |
| Totaal | 4 288 100 | 4 843 756 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze balans.
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van Bekaert ¹ | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Kapitaal | Uitgifte premies |
Overge dragen resultaten |
Eigen aandelen |
Gecumu leerde omreke nings verschillen |
Herwaar derings reserve voor niet geconsoli deerde deel nemingen |
Herwaar derings reserve voor DB regelingen |
Uitge stelde belasting reserve |
Totaal | Minder heids belangen ² |
Totaal eigen vermogen |
| Saldo per 1 januari 2020 | 177 793 | 37 751 | 1 492 022 | -107 463 | -113 964 | -12 117 | -67 016 | 28 104 | 1 435 110 | 96 430 | 1 531 540 |
| Perioderesultaat | — | — | 134 687 | — | — | — | — | — | 134 687 | 13 350 | 148 037 |
| Andere elementen van het resultaat | — | — | — | — | -113 858 | 250 | 3 473 | -1 319 | -111 454 | -5 832 | -117 286 |
| Effect van aankoop minderheidsbelangen ³ | — | — | -467 | — | — | — | — | — | -467 | -8 503 | -8 970 |
| In eigenvermogens-instrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen |
— | — | 8 556 | — | — | — | — | — | 8 556 | — | 8 556 |
| Uitgifte nieuwe aandelen | 19 | 133 | — | — | — | — | — | — | 152 | — | 152 |
| Transacties eigen aandelen | — | — | -231 | 1 314 | — | — | — | — | 1 083 | — | 1 083 |
| Dividenden | — | — | -19 787 | — | — | — | — | — | -19 787 | -8 270 | -28 057 |
| Saldo per 31 december 2020 | 177 812 | 37 884 | 1 614 780 | -106 149 | -227 822 | -11 867 | -63 543 | 26 785 | 1 447 880 | 87 175 | 1 535 055 |
¹ Zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.
² Zie toelichting 6.15. 'Minderheidsbelangen'.
³ In februari 2020 werd de uitkoop van Continental in Bekaert Slatina SRL door verwerving van Conti's 20% minderheidsbelangen afgerond. Er werd een vergoeding van € 9,0 miljoen betaald.
| Toewijsbaar aan aandeelhouders van Bekaert ¹ | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Kapitaal | Uitgifte premies |
Overge dragen resultaten |
Eigen aandelen |
Gecumu leerde omreke nings verschillen |
Herwaar derings reserve voor niet geconsoli deerde deel nemingen |
Herwaar derings reserve voor DB regelingen |
Uitge stelde belasting reserve |
Totaal | Minder heids belangen ² |
Totaal eigen vermogen |
| Saldo per 1 januari 2021 | 177 812 | 37 884 | 1 614 780 | -106 149 | -227 822 | -11 867 | -63 543 | 26 785 | 1 447 880 | 87 175 | 1 535 055 |
| Perioderesultaat | — | — | 406 977 | — | — | — | — | — | 406 977 | 43 643 | 450 620 |
| Andere elementen van het resultaat | — | — | — | — | 89 370 | 5 882 | 46 753 | -3 321 | 138 683 | -774 | 137 909 |
| Kapitaalverhogingen door minderheidsbelangen | — | — | — | — | — | — | — | — | — | 3 975 | 3 975 |
| Overige wijzigingen in Groepsstructuur ⁴ | — | — | -2 220 | — | 1 270 | — | — | — | -951 | 3 601 | 2 650 |
| In eigenvermogens-instrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen |
— | — | 15 261 | — | — | — | — | — | 15 261 | — | 15 261 |
| Uitgifte nieuwe aandelen | 111 | 966 | — | — | — | — | — | — | 1 077 | — | 1 077 |
| Transacties eigen aandelen | — | — | 6 787 | 10 631 | — | — | — | — | 17 419 | — | 17 419 |
| Dividenden | — | — | -56 795 | — | — | — | — | — | -56 795 | -6 649 | -63 444 |
| Saldo per 31 december 2021 | 177 923 | 38 850 | 1 984 791 | -95 517 | -137 183 | -5 986 | -16 790 | 23 464 | 1 969 551 | 130 971 | 2 100 522 |
¹ Zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.
² Zie toelichting 6.15. 'Minderheidsbelangen'.
⁴ In juli 2021 heeft Almasa haar fabrieken in Barranquilla, Colombië in natura ingebracht in het eigen vermogen van Productora de Alambres Colombianos - Proalco. Daardoor is het Groepsbelang van Proalco verwaterd van 80% tot 40%.

| in duizend € - Jaren afgesloten per 31 december | Toelichting | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsactiviteiten | |||
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 5.2 / 5.3 | 256 527 | 513 086 |
| Posten zonder kasstroomeffect verwerkt in het bedrijfsresultaat | 7.1 | 270 417 | 190 222 |
| Investeringsposten verwerkt in het bedrijfsresultaat | 7.1 | -38 626 | -23 234 |
| Gebruikte bedragen van voorzieningen voor personeelsbeloningen en overige voorzieningen | 7.1 | -50 756 | -50 340 |
| Betaalde winstbelastingen | 5.6 / 7.1 | -56 504 | -92 737 |
| Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 381 059 | 536 997 | |
| Wijzigingen in operationeel werkkapitaal | 6.8 | 124 419 | -119 773 |
| Overige bedrijfskasstromen | 7.1 | -556 | -32 620 |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 504 921 | 384 604 | |
| Investeringsactiviteiten | |||
| Nieuwe bedrijfscombinaties | 7.2 | -978 | — |
| Andere verwervingen van deelnemingen | 7.1 | — | -863 |
| Inkomsten uit verkoop van deelnemingen | — | -66 | |
| Ontvangen dividenden | 6.5 | 25 324 | 24 858 |
| Aankopen immateriële activa | 6.1 | -3 214 | -12 852 |
| Aankopen materiële vaste activa | 6.3 | -104 477 | -143 753 |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa | 7.1 | 52 136 | 36 752 |
| Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten | -31 209 | -95 924 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Ontvangen rente | 5.4 | 3 076 | 3 474 |
| Betaalde rente | 5.4 | -42 864 | -35 170 |
| Betaalde brutodividenden aan aandeelhouders van NV Bekaert SA | -19 787 | -56 795 | |
| Betaalde brutodividenden aan minderheidsbelangen | -5 953 | -6 761 | |
| Inkomsten uit rentedragende langetermijnschulden | 6.18 | 201 309 | 23 649 |
| Aflossing van rentedragende langetermijnschulden | 6.18 | -247 673 | -439 823 |
| Kasstromen m.b.t. rentedragende kortetermijnschulden | 6.18 | 41 358 | -43 328 |
| Transacties eigen aandelen | 6.13 | 1 084 | 17 419 |
| Verkopen en verwervingen van minderheidsbelangen | 7.1 | -8 970 | — |
| Overige financieringskasstromen | 7.1 | -4 319 | -29 747 |
| Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten | -82 741 | -567 082 |

| Toename of afname (-) in geldmiddelen en kasequivalenten 390 972 |
-278 401 |
|---|---|
| Geldmiddelen en kasequivalenten - begin van de periode 566 176 |
940 416 |
| Effect van wisselkoersfluctuaties -16 731 |
15 255 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten - einde van de periode 940 416 |
677 270 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze winst-en-verliesrekening.

NV Bekaert SA (de 'Onderneming') is een onderneming die in België is opgericht en gedomicilieerd. De Onderneming is een wereldmarkt- en technologisch leider in staaldraadtransformatie en deklaagtechnologieën. De geconsolideerde jaarrekening van de Onderneming omvat de Onderneming en haar dochterondernemingen (samen verder de 'Groep' of 'Bekaert' genoemd) en het belang van de Groep in joint ventures en geassocieerde ondernemingen gewaardeerd volgens de equity-methode. De geconsolideerde jaarrekening werd door de Raad van Bestuur van de Onderneming vrijgegeven voor publicatie op 18 maart 2022.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met en voldoet aan de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie.
In het huidige jaar heeft de Groep de onderstaande aanpassingen aan IFRS standaarden en interpretaties toegepast. Deze werden van kracht voor verslagperiodes die starten op of na 1 januari 2021. De toepassing van deze aanpassingen had geen materiële impact op de toelichtingen noch op de gerapporteerde bedragen in deze jaarrekening.
Deze aanpassingen hadden geen impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
De Groep heeft niet geopteerd voor vervroegde toepassing van overige standaarden, aanpassingen en interpretaties die nog niet van kracht waren in 2021. Verwacht wordt dat deze nieuwe standaarden, aanpassingen aan standaarden en interpretaties, die na 2021 van kracht worden, geen belangrijke effecten op de jaarrekening zullen hebben.
De Groep is van plan om deze standaarden en interpretaties, indien toepasselijk, toe te passen wanneer ze van kracht worden.
De geconsolideerde rekeningen worden voorgesteld in duizend euro (tenzij anders aangegeven), op basis van de historische kostprijsmethode, behalve voor derivaten, financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via OCI en financiële activa aangemerkt als tegen reële waarde via resultaat, die tegen reële waarde worden opgenomen. Financiële activa waarvoor geen prijsnotering voorhanden is in een actieve markt of waarvan de reële waarde niet op een betrouwbare manier kan bepaald worden, worden tegen historische kostprijs gewaardeerd. Tenzij anders vermeld, werden de grondslagen voor financiële verslaggeving consistent met het vorig boekjaar toegepast. De Groep heeft de jaarrekening opgesteld in de veronderstelling dat zij haar activiteiten in continuïteit zal voortzetten.
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover NV Bekaert SA een beslissende invloed ('zeggenschap') uitoefent. Dit is het geval wanneer NV Bekaert SA blootgesteld is aan, of recht heeft op, variabele opbrengsten uit haar deelneming in de entiteit en de mogelijkheid heeft om deze opbrengsten te beïnvloeden door haar macht over de entiteit. De jaarrekeningen van dochterondernemingen worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum van verwerving tot het einde van de zeggenschap. Over het algemeen wordt aangenomen dat een meerderheid van de stemrechten leidt tot zeggenschap. Om dit vermoeden te staven en wanneer de Groep minder dan een meerderheid van de stemrechten van een deelneming heeft, houdt de Groep rekening met alle relevante feiten en omstandigheden bij het beoordelen of zij macht heeft over een deelneming, waaronder:
Alle intragroepsverrichtingen, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op intragroepsverrichtingen worden geëlimineerd; niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd tenzij het om permanente waardeverminderingen gaat. Het deel van het eigen vermogen en van het resultaat dat toewijsbaar is aan de minderheidsaandeelhouders wordt afzonderlijk vermeld in de balans, de winst-enverliesrekening en het geconsolideerd overzicht van het volledig
perioderesultaat. Wijzigingen in het aandeelhouderschap van de Groep in dochterondernemingen waarbij de Groep de zeggenschap niet verliest, worden verwerkt als eigenvermogentransacties. Daarbij worden de nettoboekwaardes van de Groepsbelangen en van minderheidsbelangen aangepast aan de gewijzigde participatieverhoudingen in deze dochterondernemingen. Verschillen tussen de aanpassing van de minderheidsbelangen en de reële waarde van de betaalde of ontvangen overnamevergoeding worden rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen. Wanneer de Groep de zeggenschap in een dochteronderneming verliest, wordt de winst of het verlies op de afstoting bepaald als het verschil tussen:
Alle dochterondernemingen volgen het kalenderjaar als boekjaar, met uitzondering van de Indiase vennootschappen (van april tot maart) en Scheldestroom NV (van oktober tot september). Deze laatste rapporteren wel per kalenderjaar aan de Groep. De dochterondernemingen passen dezelfde grondslagen voor financiële verslaggeving toe als de Groep.
Er is sprake van een gezamenlijke overeenkomst wanneer NV Bekaert SA contractueel overeengekomen is om de zeggenschap te delen met een of meerdere partijen, wat enkel het geval is wanneer beslissingen over de relevante activiteiten de unanieme goedkeuring vereisen van de partijen die gezamenlijke zeggenschap hebben. Een gezamenlijke overeenkomst kan behandeld worden als een gezamenlijke activiteit (wanneer NV Bekaert SA rechten op de activa en verbintenissen voor de verplichtingen heeft) of als een gezamenlijke entiteit / joint venture (wanneer NV Bekaert SA enkel recht heeft op het nettoactief). Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin NV Bekaert SA, rechtstreeks of onrechtstreeks, een invloed van betekenis heeft en die geen dochterondernemingen of gezamenlijke overeenkomsten zijn. Dit is verondersteld het geval te zijn indien de Groep tenminste 20% van de stemrechten verbonden met de aandelen bezit. De opgenomen financiële informatie met betrekking tot deze ondernemingen is opgesteld volgens de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep. Wanneer de Groep gezamenlijke zeggenschap in een joint venture verwerft of een invloed van betekenis in een geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen initieel geherwaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum en verwerkt volgens de equity-methode. Indien de overnamevergoeding meer bedraagt dan de reële waarde van het verworven aandeel in de overgenomen activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen wordt
dit verschil als goodwill opgenomen. Goodwill met betrekking tot een geassocieerde onderneming of gezamenlijke entiteit wordt opgenomen in de boekwaarde van de deelneming en wordt niet afzonderlijk getest op bijzondere waardevermindering. Indien de berekende goodwill negatief is, dan wordt dit verschil onmiddellijk in het resultaat verwerkt. Daarna wordt het aandeel van de Groep in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen overeenkomstig de equity-methode in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen tot de dag dat er een einde komt aan de gezamenlijke zeggenschap of de invloed van betekenis. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture of geassocieerde onderneming groter wordt dan de boekwaarde van de deelneming, wordt de boekwaarde op nul gezet en worden bijkomende verliezen enkel nog opgenomen in de mate dat de Groep bijkomende verplichtingen op zich genomen heeft. Niet-gerealiseerde winsten uit transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep tegenover de deelneming in de joint venture of de geassocieerde onderneming. De nettoboekwaarde van deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen wordt opnieuw geëvalueerd indien er indicaties zijn van een bijzondere waardevermindering, of indicaties dat eerder opgenomen bijzondere waardeverminderingen niet langer gerechtvaardigd zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde onderneming of joint venture en hun boekwaarde, en erkent vervolgens het verlies binnen het 'Aandeel in de resultaat van joint ventures en geassocieerde deelnemingen' in de winst- of verliesrekening. Bij verlies van invloed van betekenis over de geassocieerde deelneming of bij verlies van gezamenlijke zeggenschap over de joint venture, waardeert en erkent de Groep de behouden deelneming tegen reële waarde. Elk verschil tussen de boekwaarde van de geassocieerde onderneming of joint venture bij verlies van invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap en de reële waarde van de behouden investering en de opbrengst van de vervreemding wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
De jaarrekening van de geassocieerde onderneming of joint venture wordt opgesteld volgens de grondslagen van financiële verslaggeving van de Groep en voor dezelfde verslagperiode als de Groep.
Elementen uit de jaarrekening van elk van de Groepsentiteiten worden gewaardeerd in de valuta van de primaire economische omgeving waarin de entiteit werkt (de 'functionele valuta'). De geconsolideerde jaarrekening wordt voorgesteld in euro, de functionele valuta van de onderneming en tevens de presentatievaluta van de Groep. De jaarrekeningen van buitenlandse dochterondernemingen worden als volgt omgerekend:
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de nettoinvestering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de slotkoers worden in het eigen vermogen opgenomen onder 'Gecumuleerde omrekeningsverschillen'. Bij verkoop van buitenlandse entiteiten worden de betreffende gecumuleerde omrekeningsverschillen opgenomen in de winst-en-verliesrekening als deel van de gerealiseerde meer- of minwaarde op de verkoop. In de jaarrekening van de moedervennootschap en haar dochterondernemingen worden alle monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta omgerekend tegen de wisselkoers op de balansdatum, wat aanleiding geeft tot niet-gerealiseerde wisselresultaten. Alle gerealiseerde en niet-gerealiseerde koerswinsten en -verliezen worden in de winsten-verliesrekening opgenomen, behalve wanneer zij opgespaard worden in het eigen vermogen als in aanmerking komende kasstroomafdekkingen en afdekkingen van nettoinvesteringen. Goodwill wordt beschouwd als een actief van de overgenomen partij en wordt daarom verwerkt in de valuta van de overgenomen partij en omgerekend tegen de slotkoers.
Immateriële activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde; afzonderlijk verworven immateriële activa worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na hun initiële opname worden immateriële activa gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Immateriële activa worden lineair afgeschreven over hun naar best vermogen geschatte gebruiksduur. De afschrijvingsduur en -methode worden elk jaar opnieuw geëvalueerd bij afsluiting van het boekjaar. Een wijziging in de gebruiksduur van een immaterieel actief wordt prospectief verwerkt als een schattingswijziging. Volgens de bepalingen van IAS 38 kunnen immateriële activa een onbepaalde gebruiksduur hebben. Indien de gebruiksduur van een immaterieel actief niet kan worden bepaald, wordt er geen afschrijving opgenomen en wordt het actief minstens jaarlijks geëvalueerd met het oog op een bijzondere waardevermindering.
Uitgaven voor aangekochte licenties, patenten, handelsmerken en soortgelijke rechten worden geactiveerd en lineair afgeschreven over de contractuele looptijd, indien van toepassing, of over de geschatte gebruiksduur, die gewoonlijk ingeschat wordt op hoogstens 10 jaar.
Uitgaven die rechtstreeks verband houden met de aankoop en implementatie van aangekochte ERP-software worden als immateriële activa opgenomen en lineair afgeschreven over 5 jaar.
Commerciële activa omvatten vooral klantenlijsten, contracten met klanten en merknamen, meestal verworven in bedrijfscombinaties, en met een gebruiksduur van 8 tot 15 jaar.
Bij gebrek aan IASB-standaarden en -interpretaties betreffende de administratieve verwerking van CO₂-emissierechten, heeft de Groep de 'nettobenadering' gebruikt. Deze methode houdt in dat:
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis of inzichten worden als kosten in de winsten-verliesrekening opgenomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Uitgaven voor ontwikkelingsactiviteiten, waarbij onderzoeksresultaten toegepast worden in een plan of ontwerp voor de productie van nieuwe of substantieel verbeterde producten en processen voorafgaand aan commerciële productie of ingebruikname, worden alleen opgenomen in de balans als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
• het product of proces is nauwkeurig omschreven en de uitgaven zijn afzonderlijk identificeerbaar en op een betrouwbare manier meetbaar;
Geactiveerde ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven vanaf de start van de commerciële productie van het product over de verwachte duur van de gegenereerde voordelen. De afschrijvingsduur is normaliter hoogstens tien jaar. Een lopend onderzoeks- en ontwikkelingsproject verworven in een bedrijfscombinatie wordt afzonderlijk van goodwill geactiveerd als zijn reële waarde betrouwbaar kan bepaald worden.
Overnames van bedrijven worden verwerkt volgens de overnamemethode. De overgedragen overnamevergoeding in een bedrijfscombinatie wordt gewaardeerd tegen reële waarde, die berekend wordt als de som van de reële waardes op de overnamedatum van de activa afgestaan door de Groep, de verplichtingen opgenomen door de Groep tegenover de vorige eigenaars van de overgenomen activiteit en de participaties afgestaan door de Groep in ruil voor de zeggenschap in de overgenomen partij. Uitgaven in verband met de overname worden opgenomen in het resultaat zodra ze zich voordoen. De identificeerbare overgenomen activa en opgelopen verplichtingen worden opgenomen tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Goodwill wordt bepaald als het verschil tussen:
(i) de som van volgende elementen:
(ii) het saldo van de identificeerbare overgenomen activa min de opgelopen verplichtingen op de overnamedatum. Indien dit verschil, na een grondige evaluatie, negatief blijkt ('negatieve goodwill'), dan wordt het onmiddellijk in het resultaat opgenomen als een opbrengst uit een voordelige aankoop.
Minderheidsbelangen worden initieel gewaardeerd ofwel tegen reële waarde ofwel tegen hun evenredig aandeel in de opgenomen waarde van de identificeerbare
nettoactiva van de overgenomen partij. Deze waarderingskeuze kan transactie per transactie gemaakt worden. Wanneer de overnamevergoeding die de Groep verschuldigd is bij een bedrijfscombinatie voorwaardelijke vorderingen of verplichtingen omvat, wordt de voorwaardelijke vergoeding gewaardeerd tegen haar reële waarde op de overnamedatum en opgenomen in de overnamevergoeding voor de bedrijfscombinatie. Latere wijzigingen in reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding worden opgenomen in het resultaat.
Wanneer een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt het belang dat de Groep voorheen had in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum (d.i. de datum waarop de Groep de zeggenschap verwerft), en wordt de eventuele opbrengst of last opgenomen in het resultaat. Bedragen met betrekking tot belangen in de overgenomen partij vóór de overnamedatum die voorheen rechtstreeks opgenomen werden in het eigen vermogen, worden overgedragen naar de winst-en-verliesrekening indien dat ook van toepassing zou zijn bij afstoting van de betreffende belangen.
Voor het toetsen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden van de Groep waarvan verwacht wordt dat zij voordelen zullen halen uit de synergieën van de bedrijfscombinatie. Kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill is toegewezen, worden jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Dit gebeurt ook tussentijds wanneer er aanwijzingen zijn dat de boekwaarde van de eenheid hoger zou kunnen zijn dan de realiseerbare waarde. Indien de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid lager is dan haar boekwaarde, wordt de bijzondere waardevermindering eerst in mindering gebracht van de boekwaarde van de goodwill die aan de kasstroomgenererende eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde. Wanneer een bijzondere waardevermindering voor goodwill eenmaal is opgenomen, wordt deze in een latere periode niet teruggenomen.
De Groep heeft geopteerd voor het historischekostprijsmodel en niet voor het herwaarderingsmodel. Afzonderlijk verworven materiële vaste activa worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Materiële vaste activa verworven in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde, die vanaf dan geldt als hun kostprijs. Activa in aanbouw worden opgenomen tegen kostprijs, na aftrek van eventuele gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Na hun initiële opname worden materiële vaste activa gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met
gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en uitgaven die opgelopen werden om het actief op de locatie en in de staat te brengen die noodzakelijk is om op de beoogde wijze te functioneren. Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving, bouw of productie van een in aanmerking komend actief worden geactiveerd als deel van de kost van dat actief. Indien belangrijke onderdelen van materiële vaste activa op regelmatige tijdstippen dienen vervangen te worden, worden deze door de Groep afzonderlijk afgeschreven op basis van hun specifieke gebruiksduur. Evenzo wordt de kostprijs van een grote inspectie als vervanging opgenomen in de boekwaarde van de materiële vaste activa op voorwaarde dat aan de opnamecriteria is voldaan. Alle overige reparatie- en onderhoudskosten worden resultaat opgenomen zodra ze zich voordoen.
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun verwachte gebruiksduur, naargelang van hun categorie. De gebruiksduur en de afschrijvingsmethode worden minstens op het einde van elk boekjaar opnieuw geëvalueerd. Tenzij herzien ten gevolge van specifieke wijzigingen in de verwachte gebruiksduur, worden volgende jaarlijkse afschrijvingspercentages toegepast:
Materiële vaste activa en elk significant onderdeel dat aanvankelijk werd opgenomen in de balans, wordt niet langer opgenomen in de balans bij vervreemding (d.w.z. op de datum waarop de ontvanger zeggenschap verkrijgt) of wanneer er geen toekomstige economische voordelen worden verwacht van het gebruik of de vervreemding. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit het niet langer opnemen van het actief (berekend als het verschil tussen de netto-opbrengst van de vervreemding en de boekwaarde van het actief) worden in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening opgenomen.
De restwaarden, gebruiksduur en afschrijvingsmethoden van materiële vaste activa worden aan het einde van elk boekjaar herzien en zo nodig prospectief aangepast.
De Groep beoordeelt bij de start van een contract of het contract een lease betreft of een lease bevat. De Groep erkent een recht-op-gebruik actief en een overeenkomstige leaseverplichting voor alle lease-overeenkomsten waarin de Groep leasingnemer is, behalve voor de korte termijn leases (gedefinieerd als leases met een leasetermijn van 12 maanden of minder) of voor leases waar het onderliggend actief een lage waarde heeft (zoals printers, kopieerapparaten en klein kantoormaterieel). Voor deze leases erkent de Groep de leasebetalingen als een operationele kost die lineair wordt gespreid over de leaseperiode.
Het recht-op-gebruik actief bevat de initiële waarde van de overeenkomstige leaseverplichting, leasebetalingen gedaan bij of voor de start van de overeenkomst, na aftrek van eventuele ontvangen lease incentives en eventuele initiële directe kosten.
Ze worden vervolgens gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Wanneer de Groep ook een verplichting op zich neemt voor kosten van demontage en verwijdering van geleasde activa, herstel van de site waarop deze zich bevindt of herstel van het onderliggende actief, in de staat vereist door de voorwaarden opgenomen in de lease, wordt een voorziening erkent en gewaardeerd onder IAS 37. Voor zover de kosten betrekking hebben op een recht-op-gebruik actief, worden de kosten opgenomen in de waarde van het gerelateerde recht-op-gebruik actief, tenzij deze kosten worden gemaakt om voorraden te produceren.
Recht-op-gebruik activa worden afgeschreven over de leaseperiode of de gebruiksduur van het onderliggende actief, afhankelijk welke van de twee de kortste periode heeft. Indien een lease-overeenkomst de eigendom van het onderliggende actief overdraagt, of de kosten van het recht-op-gebruik actief recflecteren dat de Groep verwacht om de aankoopoptie uit te oefenen, dan wordt het gerelateerde rechtop-gebruik actief afgeschreven over de gebruiksduur van het onderliggende actief. De gebruiksrechten van terreinen worden lineair afgeschreven over de contractuele periode die kan variëren tussen 30 en 100 jaar, maar die in de meeste gevallen 50 jaar bedraagt. De afschrijving begint op de ingangsdatum van de lease-overeenkomst.
De recht-op-gebruik activa worden gepresenteerd als een afzonderlijke regel in het geconsolideerde overzicht van de financiële positie. De Groep past IAS 36 toe om te bepalen of een recht-op-gebruik actief moet worden afgewaardeerd.
Variabele huur die niet gelinkt is aan een index of intrest is niet opgenomen in de waardering van de leaseverplichting en het recht-op-gebruik actief. De gerelateerde betalingen worden opgenomen als een kost in de periode waarin de gebeurtenis of voorwaarde die dergelijke betalingen activeert, plaatsvindt. Als een praktisch hulpmiddel laat IFRS 16 toe dat een leasingnemer geen onderscheid maakt tussen leasecomponenten en non-leasecomponenten, en in plaats daarvan zowel de lease als de geassocieerde non-leasecomponenten als één geheel beschouwd. De Groep heeft deze optie gebruikt voor de contracten met betrekking tot bedrijfswagens en industriële voertuigen, waarbij non-leasecomponenten zoals onderhoud en vervanging van banden niet worden afgezonderd maar inbegrepen zijn in de leasecomponent.
Investeringssubsidies met betrekking tot de aankoop van materiële vaste activa worden in mindering gebracht van de kostprijs van deze activa. Zij worden in de balans opgenomen tegen hun verwachte waarde op het ogenblik van de initiële goedkeuring en – indien nodig – achteraf gecorrigeerd bij de definitieve toekenning. De subsidie wordt afgeschreven over dezelfde periode als de materiële vaste activa waarvoor de subsidie werd verkregen.
De Groep classificeert zijn financiële activa in volgende categorieën: gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, tegen reële waarde via het resultaat (RWvR) of tegen reële waarde via OCI (RWvOCI). De classificatie hangt af van de contractuele karakteristieken van de financiële activa en het bedrijfsmodel waaronder zij worden aangehouden. Management bepaalt de classificatie van haar financiële activa bij de initiële opname.
Financiële activa worden aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs indien het contract de karakteristieken heeft van een basis leningovereenkomst en indien ze werden verworven met de intentie om de contractuele kasstromen te ontvangen tot aan de vervaldatum. De financiële activa die door de Groep gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs bevatten, tenzij anders vermeld, volgende balanselementen: handelsvorderingen en overige vorderingen, ontvangen bankwissels, geldbeleggingen, geldmiddelen en kasequivalenten. Deze worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
Een financieel actief (of, indien van toepassing, een deel van een financieel actief of een deel van een groep van vergelijkbare financiële activa) wordt voornamelijk niet langer opgenomen (d.w.z. verwijderd uit de geconsolideerde balans van de Groep) wanneer:
Wanneer de Groep haar rechten op het ontvangen van kasstromen uit een actief heeft overgedragen of een pass-through-overeenkomst is aangegaan, evalueert zij of, en in welke mate, zij de risico's en voordelen van eigendom heeft behouden. Wanneer de Groep nagenoeg alle risico's en voordelen van het actief niet heeft overgedragen of behouden, noch de controle over het actief heeft overgedragen, blijft de Groep het overgedragen actief opnemen in de mate van haar aanhoudende betrokkenheid. In dat geval neemt de Groep ook een gerelateerde verplichting op. Het overgedragen actief en de bijbehorende verplichting worden gewaardeerd op een basis die de rechten en verplichtingen weerspiegelt die de Groep heeft behouden.
Voortdurende betrokkenheid in de vorm van een garantie over het overgedragen actief wordt gewaardeerd tegen de laagste van de oorspronkelijke boekwaarde van het actief en het maximale vergoedingsbedrag dat de Groep mogelijks zou moeten terugbetalen.
Andere schuldinstrumenten en alle eigenvermogensinstrumenten worden gewaardeerd tegen reële waarde. Eigenvermogeninstrumenten worden ofwel gewaardeerd tegen reële waarde via het resultaat (RWvR) ofwel tegen reële waarde via OCI (Other Comprehensive Income = andere elementen van het resultaat)(RWvOCI). Deze optie kan instrument per instrument gekozen worden en kan vervolgens niet meer worden teruggedraaid. In principe zal Bekaert haar belangrijkste strategische nietgeconsolideerde eigenvermogensinstrumenten waarderen tegen reële waarde via OCI. Derivaten behoren ook tot de categorie tegen RWvR, tenzij ze aangemerkt werden en effectief zijn als afdekking.
Betaling door middel van bankwissels is een wijdverbreide praktijk in China. Ontvangen bankwissels worden ofwel geïnd op de vervaldag, ofwel verdisconteerd voor de vervaldag, ofwel doorgegeven aan een leverancier als betaling van een schuld. Verdisconteren gebeurt ofwel met, ofwel zonder verhaal. Met verhaal betekent dat de verdisconterende bank terugbetaling kan eisen indien de uitgever zijn verplichting niet nakomt. Wanneer een bankwissel verdisconteerd wordt met verhaal, wordt het
ontvangen bedrag niet afgeboekt van de uitstaande ontvangen bankwissels, maar wordt een verplichting opgezet onder 'rentedragende schulden op ten hoogste een jaar' tot de vervaldag van de wissel.
Kasequivalenten en geldbeleggingen zijn kortlopende beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is. Zij houden geen significant risico op waardeverandering in. Kasequivalenten zijn in hoge mate liquide en hebben een oorspronkelijke looptijd van hoogstens drie maanden, terwijl geldbeleggingen een oorspronkelijke looptijd van meer dan drie maanden en ten hoogste een jaar hebben. Balansen uit cash pool faciliteiten worden gerapporteerd als geldmiddelen en kasequivalenten. Bankkredieten worden niet gerapporteerd als een vermindering van geldmiddelen en kasequivalenten, maar als rentedragende schulden.
Financiële activa die schuldinstrumenten zijn, behalve deze tegen RWvR, worden getoetst op bijzondere waardevermindering volgens het 'Expected Credit Loss'(ECL) model. Het bedrag van verwachte kredietverliezen wordt op iedere balansdatum bijgewerkt om wijzigingen in kredietrisico te weerspiegelen sinds de initiële opname van het respectievelijke financiële instrument. Bij de bepaling of het kredietrisico van een financieel actief aanzienlijk is toegenomen sinds initiële opname, en bij de inschatting van ECLs, houdt Bekaert rekening met logische en ondersteunende informatie die relevant en beschikbaar is zonder onnodige extra kosten of moeite. Dit omvat ook kwantitatieve en kwalitatieve informatie uit analyses gebaseerd op historische informatie binnen de Groep, een geïnformeerde kredietbeoordeling met inbegrip van vooruitziende informatie. De Groep neemt steeds levenslange ECLs op voor handelsvorderingen.
Op iedere balansdatum waardeert Bekaert de bijzondere waardevermindering voor financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (bijv. handelsvorderingen en ontvangen bankwissels) als de actuele waarde van de verwachte kastekorten (verdisconteerd aan de originele effectieve rentevoet). Oninbaar geachte bedragen worden afgewaardeerd tegenover de betreffende provisierekening op iedere balansdatum. Bij de beoordeling van een collectieve afwaardering maakt de Groep gebruik van historische informatie over werkelijk geleden verliezen, en corrigeert deze in het geval economische of kredietcondities van dien aard zijn dat de werkelijke verliezen waarschijnlijk groter of kleiner zijn dan gesuggereerd door historische trends. Toevoegingen aan deze provisierekening als terugnames worden gerapporteerd onder 'commerciële kosten' in de winst-en-verliesrekening.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of tegen opbrengstwaarde indien deze lager is. De kostprijs wordt bepaald volgens de FIFO-methode (first-in, first-out). Van geproduceerde voorraden omvat de kostprijs alle directe en indirecte productiekosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen. De opbrengstwaarde staat gelijk met de geschatte verkoopprijs in normale marktomstandigheden, verminderd met de kosten die nodig zijn voor afwerking en verkoop.
Bij inkoop van eigen aandelen wordt de aanschaffingsprijs, samen met de direct toewijsbare transactiekosten, opgenomen als een wijziging van het eigen vermogen. Ingekochte eigen aandelen worden in de balans gerapporteerd als een vermindering van het eigen vermogen. Bij annulering of verkoop van eigen aandelen wordt het transactieresultaat opgenomen in de overgedragen resultaten.
De minderheidsbelangen vertegenwoordigen het aandeel van de minderheidsaandeelhouders in het eigen vermogen van dochterondernemingen waarin de Groep niet de volle 100% bezit. Minderheidsbelangen worden op de overnamedatum gewaardeerd ofwel tegen hun reële waarde ofwel tegen het evenredig belang van de minderheidsaandeelhouders in de reële waarde van de opgenomen nettoactiva bij verwerving van een dochteronderneming (bedrijfscombinatie). Nadien wordt hun waarde aangepast voor hun evenredig deel in latere winsten of verliezen. De verliezen die toewijsbaar zijn aan minderheidsaandeelhouders in een geconsolideerde dochteronderneming kunnen groter zijn dan hun aandeel in het eigen vermogen van de dochteronderneming. Een evenredig deel van het volledig perioderesultaat wordt toegewezen aan de minderheidsbelangen, ook al wordt het saldo van de minderheidsbelangen daardoor negatief.
Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien de Groep op balansdatum een wettelijke of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, waarvoor het waarschijnlijk nodig zal zijn middelen te besteden die economische voordelen inhouden die op een betrouwbare manier geschat kunnen worden. Elke voorziening is gebaseerd op de beste schatting van de uitgave die nodig is om aan de bestaande verplichting te voldoen op de balansdatum. Indien aangewezen, worden voorzieningen verdisconteerd.
Een voorziening voor herstructurering wordt enkel opgenomen wanneer de Groep een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en de herstructurering ofwel werd aangevat, ofwel publiekelijk werd aangekondigd vóór balansdatum. Voorzieningen voor herstructurering omvatten enkel uitgaven die een rechtstreeks gevolg zijn van de herstructurering en geen verband houden met de lopende activiteiten van de entiteit.
Voorzieningen voor bodemsanering met betrekking tot vervuilde terreinen worden opgenomen overeenkomstig het door de Groep gepubliceerde milieubeleid en de vigerende wettelijke bepalingen.
De moedervennootschap en verschillende van haar dochterondernemingen voorzien in pensioen-, overlijdens- en gezondheidszorgregelingen ten gunste van een belangrijk deel van hun werknemers.
De meeste pensioenregelingen zijn van het type 'toegezegdpensioen', en de voordelen zijn afhankelijk van het aantal jaren dienst en het verloningsniveau. Bij toegezegdpensioenregelingen komt het in de balans opgenomen bedrag (de nettoverplichting of -vordering) overeen met de contante waarde van de brutoverplichting, verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen. De contante waarde van de brutoverplichting van een toegezegdpensioenregeling is de contante waarde, vóór aftrek van de fondsbeleggingen, van de verwachte toekomstige betalingen die vereist zijn om de verplichting af te wikkelen die resulteert uit het dienstverband van de werknemer in de lopende periode en in voorgaande perioden. Voor toegezegdpensioenregelingen worden de contante waarde van de brutoverplichting en de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten en eventuele pensioenkosten van verstreken diensttijd berekend volgens de projected unit creditmethode. De disconteringsvoet komt overeen met het rendement op balansdatum op hoogwaardige bedrijfsobligaties met een resterende looptijd die vergelijkbaar is met deze van de verplichtingen van de Groep. Wanneer de reële waarde van de fondsbeleggingen groter is dan de contante waarde van de brutoverplichting, wordt de op te nemen nettovordering begrensd tot een maximumbedrag (de asset ceiling). Het maximumbedrag komt overeen met de contante waarde van de economische voordelen die beschikbaar zijn in de vorm van terugbetalingen of verminderingen van toekomstige bijdragen tot de regeling. De nettorente op de nettoverplichting / nettovordering is gebaseerd op dezelfde disconteringsvoet. Actuariële winsten en
verliezen omvatten ervaringsaanpassingen (de gevolgen van verschillen tussen de voorgaande actuariële veronderstellingen en wat zich werkelijk voorgedaan heeft) en de gevolgen van wijzigingen in actuariële veronderstellingen. Pensioenkosten van verstreken diensttijd vertegenwoordigen de wijziging in de contante waarde van de brutoverplichting voor prestaties die in voorgaande perioden door werknemers zijn verricht, en die in de verslagperiode resulteren uit planwijzigingen of inperkingen. Pensioenkosten van verstreken diensttijd worden onmiddellijk opgenomen via het resultaat. Herwaarderingen van de nettoverplichting (-vordering) omvatten (a) actuariële winsten en verliezen, (b) het rendement op de fondsbeleggingen, na aftrek van de bedragen die opgenomen werden in de nettorente op de nettoverplichting (-vordering) en (c) wijzigingen in het effect van de asset ceiling, na aftrek van bedragen die al vervat zitten in de nettorente op de nettoverplichting (-vordering). Herwaarderingen worden onmiddellijk opgenomen via het eigen vermogen. Een afwikkeling is een transactie die alle verdere wettelijke of feitelijke verplichtingen wegneemt voor alle voordelen of een gedeelte van de voordelen voorzien door de toegezegdpensioenregeling, voor zover het niet gaat om een uitkering van voordelen aan, of in naam van, werknemers die beschreven is in de beschikkingen van de regeling en vervat zit in de actuariële veronderstellingen.
In de winst-en-verliesrekening worden de pensioenkosten zowel van het dienstjaar als van verstreken diensttijd, met inbegrip van winsten of verliezen uit afwikkelingen, opgenomen in het bedrijfsresultaat (EBIT), terwijl de nettorente op de nettoverplichting (-vordering) in de rentelasten wordt opgenomen, als rentegedeelte van rentedragende voorzieningen. Brugpensioenregelingen in België en gezondheidszorgregelingen in de Verenigde Staten worden ook verwerkt als toegezegdpensioenregelingen.
Verplichtingen aangaande bijdragen tot toegezegdebijdragenregelingen worden ten laste van de winst-en-verliesrekening genomen op het ogenblik dat zij ontstaan. In België legt de Belgische pensioenwetgeving een minimumrendement op. Tot voor 2015 werden toegezegdebijdragenregelingen in België in wezen verwerkt als toegezegdebijdragenregelingen. De nieuwe wetgeving die van kracht werd in december 2015 bracht de verplichte kwalificatie als toegezegdpensioenregeling met zich, waardoor er per jaareinde 2016 een actuariële waardering werd uitgevoerd.
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen zoals jubileumpremies worden verwerkt volgens de projected unit credit-methode. De boekhoudkundige verwerking verschilt echter met die van de vergoedingen na uitdiensttreding, omdat actuariële winsten en verliezen onmiddellijk opgenomen worden via het resultaat.
De Groep kent op aandelen gebaseerde, in eigenvermogensinstrumenten en in geldmiddelen afgewikkelde betalingen toe aan bepaalde werknemers. De plannen in eigenvermogensinstrumenten afgewikkeld kennen aan werknemers van de Groep het recht toe om aandelen van NV Bekaert SA te verwerven. Deze omvatten aandelenoptieplannen ('SOP'), het prestatieaandelenplan ('PSP'), het personal shareholding requirement plan ('PSR') en aandelengiften, allen geëxploiteerd in België. De plannen in geldmiddelen afgewikkeld kennen werknemers van de Groep een bonus in geldmiddelen toe waarvan het bedrag afhankelijk is van de koers van het Bekaertaandeel op de Euronextbeurs. Share appreciation rights ('SAR') en prestatieaandeeleenheden ('PSU') zijn van dit type, allen geëxploiteerd buiten België.
In eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum (zonder rekening te houden met het effect van niet-marktgerelateerde toezeggingsvoorwaarden). De reële waarde op de toekenningsdatum van in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen wordt ten laste genomen van het resultaat met daartegenover een toename van het eigen vermogen. De reële waarde wordt lineair afgeschreven over de wachtperiode tot de definitieve toezegging, gebaseerd op het geschatte aantal aandelenopties van de Groep dat uiteindelijk zal toegezegd worden, en aangepast voor het effect van niet-marktgerelateerde toezeggingsvoorwaarden.
In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen worden opgenomen als verplichtingen tegen hun reële waarde, die op elke balansdatum en op de datum van afwikkeling herbepaald wordt. Wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
De Groep gebruikt een binomiaal model of Monte Carlo simulaties om de reële waarde van op aandelen gebaseerde betalingen te bepalen.
Rentedragende schulden omvatten financiële verplichtingen en leningen die initieel opgenomen worden tegen de reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van transactiekosten. Later worden ze aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. Verschillen tussen het ontvangen bedrag (na aftrek van transactiekosten) en het terug te betalen bedrag op de vervaldatum worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen tijdens de duur van de verplichting. Indien financiële verplichtingen afgedekt zijn met behulp van derivaten die als reëlewaardeafdekking worden aangemerkt, worden de afdekkingsinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde en wordt de waardering van de afgedekte posities aangepast voor reëlewaardewijzigingen ten gevolge van het afgedekte risico (zie grondslagen voor financiële verslaggeving over derivaten en afdekking).
In de rentedragende schulden zijn ook leaseverplichtingen opgenomen met betrekking tot alle lease-overeenkomsten waarin de Groep optreedt als leasingnemer, behalve voor de korte termijn leases en de leases voor activa met een geringe waarde. De leaseverplichting wordt initieel gewaardeerd als de actuele waarde van de nog nietbetaalde leasebetalingen bij de start van de overeenkomst, verdisconteerd aan de intrest impliciet vermeld in de lease. Indien deze intrest niet gemakkelijk kan worden bepaald, gebruikt de Groep haar marginale rentevoet. De leasebetalingen die zijn inbegrepen in de waardering van de leaseverplichting omvatten:
De leaseverplichtingen worden vervolgens gewaardeerd door het verhogen van de boekwaarde voor het weerspiegelen van intrest op de leaseverplichting (met gebruik van de effectieverentemethode) en het verminderen van de boekwaarde voor het weerspiegelen van de gemaakte leasebetalingen. De Groep herwaardeert de leaseverplichting (en maakt een overeenkomstige aanpassing aan het recht-op-gebruik actief) wanneer:
Handelsschulden en overige verplichtingen op ten hoogste een jaar – met uitzondering van derivaten – worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs, die overeenkomt met de reële waarde van de te betalen vergoeding, en worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Winstbelastingen worden ingedeeld in actuele en uitgestelde belastingen. Actuele belastingen omvatten de verwachte, over de verslagperiode verschuldigde belastingen en aanpassingen aan de belastingen van vorige jaren. Tijdens de beoordeling van mogelijke belastingsschulden neemt de Groep aan dat de belastingautoriteiten alle bedragen, waarvoor zij het recht hebben, zullen nakijken en alle gerelateerde informatie ter beschikking hebben tijdens deze controles. De Groep houdt rekening met zowel de inschattingen, beslissingen en uitspraken ontvangen in het kader van belastingscontroles en andere informatiebronnen alsook met andere mogelijke controlemiddelen van belastingautoriteiten. De Groep erkent een schuld indien de Groep oordeelt dat het niet waarschijnlijk is dat de belastingsdiensten de door de Groep ingenomen positie voor de betreffende belastingsbehandeling zal aanvaarden. De Groep berekent de belastingsschuld op basis van de meest waarschijnlijke uitkomst van mogelijke economische uitstromen. De Groep is evenwel van oordeel dat haar positie voor al deze controles verantwoord is.
Uitgestelde belastingen worden volgens de balansmethode berekend op tijdelijke verschillen tussen enerzijds de belastingbasis van activa en verplichtingen en anderzijds hun nettoboekwaarde. Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de belastbare winst in de periode waarin de tijdelijke verschillen gerealiseerd of afgerekend zullen worden, op basis van de belastingtarieven die wettelijk vastliggen of zo goed als vastgelegd zijn op de balansdatum. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er voldoende belastbare winst zal gerealiseerd worden waartegen de tijdelijke verschillen afgezet kunnen worden; dit criterium wordt op elke balansdatum opnieuw geëvalueerd. Uitgestelde belastingen worden ook berekend voor tijdelijke verschillen op deelnemingen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen, behalve in het geval dat de Groep kan beslissen over het tijdstip waarop het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt en het onwaarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil teruggedraaid wordt in de nabije toekomst.
De Groep gebruikt derivaten om valuta- en renterisico's af te dekken die voortvloeien uit bedrijfs-, financierings- en investeringsactiviteiten. Het nettorisico
van alle dochterondernemingen van de Groep wordt centraal beheerd door de Groepsdienst Thesaurie in overeenstemming met de doelstellingen en regels die door het management vastgelegd werden. Het is de politiek van de Groep om geen speculatieve transacties of transacties met een hefboomeffect aan te gaan.
Derivaten worden initieel opgenomen en ook nadien gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde van verhandelde derivaten is hun marktwaarde. Indien er geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de reële waarde berekend op basis van gekende financiële waarderingsmodellen, gebaseerd op relevante marktkoersen op de balansdatum.
De Groep past hedge accounting toe in overeenstemming met IFRS 9 om de volatiliteit in de winst-en-verliesrekening te beperken. Afhankelijk van de aard van het afgedekte risico wordt een onderscheid gemaakt tussen reëlewaardeafdekkingen, kasstroomafdekkingen en afdekkingen van nettoinvesteringen in buitenlandse entiteiten.
Reëlewaardeafdekkingen zijn afdekkingen van het risico van veranderingen in de reële waarde van opgenomen activa en verplichtingen. De derivaten die aangemerkt werden als reëlewaardeafdekkingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, en de waardering van hun afgedekte posities (activa of verplichtingen) wordt aangepast voor wijzigingen in reële waarde ten gevolge van het afgedekte risico. De overeenkomstige veranderingen in reële waarde worden opgenomen in de winsten-verliesrekening. Wanneer een afdekking niet langer zeer effectief blijkt, wordt de hedge accounting stopgezet en wordt de aanpassing aan de boekwaarde van het afgedekte rentedragende financieel instrument gradueel opgenomen in de winst-enverliesrekening tot op de vervaldag van de afgedekte positie.
Kasstroomafdekkingen zijn afdekkingen van de variabiliteit van toekomstige kasstromen die verband houden met opgenomen activa of verplichtingen, zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transacties, of het valutarisico op nietopgenomen vaststaande toezeggingen. Veranderingen in de reële waarde van een afdekkingsinstrument dat voldoet als zeer effectieve kasstroomafdekking worden in het eigen vermogen opgenomen, meer bepaald in de afdekkingsreserve. Het nieteffectieve deel ervan wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Ingeval de afgedekte kasstroom resulteert in de opname van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting, worden de voorheen in het eigen vermogen opgenomen gecumuleerde winsten en verliezen op het derivaat overgeboekt uit het eigen vermogen en opgenomen in de initiële waardering van de kostprijs of de boekwaarde van het actief of de verplichting. Bij alle andere kasstroomafdekkingen worden de gecumuleerde winsten en verliezen op het derivaat overgeboekt van de afdekkingsreserve naar de winst-en-verliesrekening op het ogenblik dat de afgedekte vaststaande toezegging of de voorziene transactie resulteert in het opnemen van een winst of een verlies. Zodra een afdekking niet langer zeer effectief blijkt, wordt de hedge accounting prospectief stopgezet. In dit geval blijven de gecumuleerde winsten en verliezen op het afdekkingsinstrument opgespaard in het eigen vermogen tot de toegezegde of voorziene transactie zich voordoet. Wanneer verwacht wordt dat een voorziene transactie zich niet meer zal voordoen, worden de gecumuleerde winsten en verliezen overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening.
Indien een netto-investering in een buitenlandse entiteit wordt afgedekt, worden alle winsten en verliezen met betrekking tot het effectieve deel van het afdekkingsinstrument, samen met de winsten en verliezen als gevolg van de omrekening van de afgedekte investering, onmiddellijk opgenomen in het eigen vermogen. Winsten en verliezen op het niet-effectieve deel worden onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De gecumuleerde winsten en verliezen als gevolg van de herwaardering van het afdekkingsinstrument die voorheen werden opgenomen in het eigen vermogen en de winsten en verliezen als gevolg van de omrekening van het afgedekte instrument worden enkel opgenomen in de winst-enverliesrekening bij afstoting van de investering.
Om te voldoen aan de vereisten in IFRS 9 met het oog op de toepassing van hedge accounting, documenteert de Groep – bij het aangaan van de afdekking – de strategie en het doel van de afdekking, de relatie tussen het financieel instrument dat wordt gebruikt als afdekking en de afgedekte positie, en de verwachte (prospectieve) effectiviteit. De effectiviteit van bestaande afdekkingen wordt elk kwartaal opnieuw beoordeeld. Voor niet-effectieve afdekkingen wordt de hedge accounting onmiddellijk stopgezet.
De Groep maakt ook gebruik van derivaten die niet voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting in IFRS 9, maar als effectieve economische afdekkingen fungeren volgens het risicobeheer van de Groep. Wijzigingen in de reële waarde van dergelijke derivaten worden onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Derivaten besloten in een basiscontract dat geen derivaat is en die geen financiële activa zijn, worden behandeld als afzonderlijke derivaten indien zij voldoen aan de definitie van een derivaat, hun risico's en karakteristieken niet nauw verbonden zijn met het basiscontract en het basiscontract niet gewaardeerd is tegen reële waarde via het resultaat.
Goodwill, immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur en immateriële activa die nog niet gebruiksklaar zijn, worden minstens jaarlijks getoetst op bijzondere waardvermindering. Andere immateriële en materiële vaste activa worden getoetst
op bijzondere waardevermindering zodra bepaalde gebeurtenissen of gewijzigde omstandigheden erop wijzen dat hun boekwaarde misschien niet meer kan gerealiseerd worden. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening wanneer en in de mate dat de boekwaarde van een actief hoger is dan zijn realiseerbare waarde (zijnde het hoogste van de reële waarde min verkoopkosten en de bedrijfswaarde). De reële waarde min verkoopkosten is de te verwachten opbrengst uit een niet-gedwongen verkoop van een actief tussen goed geïnformeerde, onafhankelijke partijen, verminderd met de verkoopkosten. De bedrijfswaarde is de contante waarde van de verwachte kasstromen uit het gebruik van een actief. Realiseerbare waarden worden geraamd voor individuele activa, of – indien dit niet mogelijk is – voor de kleinste kasstroomgenererende eenheid waartoe de activa behoren. Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in vroegere boekjaren worden teruggenomen via de winst-enverliesrekening wanneer er een aanwijzing is dat de vroeger opgenomen bijzondere waardeverminderingen weggevallen of gedaald zijn. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden echter nooit teruggenomen.
De Groep erkent hoofdzakelijk opbrengsten uit de verkoop van producten. Opbrengsten worden gewaardeerd op basis van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben in een contract met klanten, en sluit bedragen uit ontvangen voor rekening van derden. De Groep erkent opbrengsten uit de verkoop van producten op het ogenblik dat de controle over de producten wordt overgedragen naar de klant. De opbrengsten uit de verkoop van producten worden erkend op een ogenblik in de tijd. Omzet wordt opgenomen na aftrek van omzetbelastingen en kortingen. Rente wordt opgenomen op een tijdsbasis die het effectieve rendement op het actief weerspiegelt. De Groep erkent enkel opbrengsten uit op verkoop of op gebruik gebaseerde royalty's wanneer (of als) de laatste van volgende gebeurtenissen plaatsvindt: de daaropvolgende verkoop of het gebruik vindt plaats; en de prestatieverplichting waaraan een deel of alle royalty's op basis van verkoop of gebruik zijn toegewezen, is voldaan. Royalty's worden opgenomen op basis van het toerekeningsprincipe volgens de bepalingen van de overeenkomst en hebben betrekking op technologie en managementondersteuning. Dividenden worden opgenomen op het ogenblik dat het recht van de aandeelhouder op ontvangst vastgelegd is.
Het overzicht van het volledig perioderesultaat presenteert een overzicht van alle opbrengsten en kosten die opgenomen werden hetzij in de winst-en-verliesrekening hetzij in het eigen vermogen. Volgens IAS 1 'Presentatie van de jaarrekening' kan een entiteit kiezen voor ofwel één enkel overzicht van het volledig perioderesultaat ofwel twee overzichten, namelijk een winst-en-verliesrekening onmiddellijk gevolgd door een overzicht van het volledig perioderesultaat. De Groep heeft voor de tweede mogelijkheid geopteerd. Als gevolg van de presentatie van een overzicht van het volledig perioderesultaat beperkt de inhoud van het mutatieoverzicht van het eigen vermogen zich tot wijzigingen die verband houden met het aandeelhouderschap.
Om de financiële prestaties van de Groep te analyseren, gebruikt Bekaert consequent verschillende non-GAAPmetrieken of Alternatieve Prestatiemaatstaven ("APM's") zoals gedefinieerd in de Richtlijnen voor alternatieve prestatiemaatregelen van de European Securities and Markets Authority's ("ESMA"). In overeenstemming met deze ESMArichtlijnen worden de definitie en reden voor gebruik, evenals de afstemmingstabellen, van elke van deze APM's opgegeven in het gedeelte 'Alternatieve prestatiemaatstaven' van het Financieel Overzicht. De belangrijkste APM's die in het Financieel Overzicht worden gebruikt, hebben betrekking op onderliggende prestatiemaatstaven.
Bedrijfsopbrengsten en -kosten die verband houden met herstructureringsprogramma's, bijzondere waardeverminderingen, de eerste verwerking van bedrijfscombinaties, afstoting van activiteiten, milieuprovisies of andere gebeurtenissen en transacties met een eenmalig effect, zijn uitgesloten van de onderliggende EBIT(DA)-maatstaven.
Herstructureringsprogramma's omvatten voornamelijk ontslagvergoedingen, winsten en verliezen bij verkoop en bijzondere waardeverminderingen van activa die betrokken zijn bij een shutdown, belangrijke reorganisatie of verplaatsing van activiteiten. Wanneer er geen verband is met herstructureringsprogramma's, komen alleen bijzondere waardeverminderingen als gevolg van het testen van kasstroomgenererende eenheden in aanmerking als eenmalige effecten.
Eenmalige effecten van bedrijfscombinaties omvatten voornamelijk: aan acquisitiegerelateerde uitgaven, negatieve goodwill, winsten en verliezen op step acquisitie en recycling van CTA op de eerder gehouden rente. Eenmalige effecten van afstotingen van activiteiten omvatten winsten en verliezen op de verkoop van activiteiten die niet kwalificeren als beëindigde bedrijfsactiviteiten. Deze afgestoten bedrijfsactiviteiten kunnen bestaan uit integrale of onderdelen (groepen activa die worden afgestoten) van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen.
Naast milieuprovisies omvatten andere gebeurtenissen of transacties die niet inherent zijn aan het bedrijf en een eenmalig effect hebben, voornamelijk rampen en verkopen van vastgoedbeleggingen.
Een vast actief, of een groep activa die wordt afgestoten, wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wanneer de boekwaarde hoofdzakelijk gerealiseerd zal worden via een verkooptransactie eerder dan door het te blijven gebruiken. Deze voorwaarde is enkel vervuld als de verkoop heel waarschijnlijk geacht wordt en als het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) klaar is voor onmiddellijke verkoop in zijn huidige staat. Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een component van een entiteit die ofwel afgestoten is ofwel geclassificeerd als aangehouden voor verkoop, een afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of geografisch bedrijfsgebied vertegenwoordigt en zowel operationeel als voor de financiële verslaggeving onderscheiden kan worden van de rest van de entiteit.
Er kan pas sprake zijn van een zeer waarschijnlijke verkoop als de entiteit zich verbonden heeft tot een plan voor de verkoop van het actief (of de groep activa die wordt afgestoten) en als een operationeel plan opgestart is om een koper te vinden en het plan tot een goed einde te brengen. Bovendien moet de verkoop van het actief (of van de groep activa die wordt afgestoten) actief gepromoot worden tegen een redelijke prijs in verhouding tot zijn huidige reële waarde en dient de verkoopovereenkomst naar verwachting afgesloten te worden binnen het jaar na de classificatiedatum. Activa die geclassificeerd zijn als aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd tegen reële waarde na aftrek van verkoopkosten als deze lager is dan de boekwaarde. Een eventueel overschot van de boekwaarde tegenover de reële waarde na aftrek van verkoopkosten wordt afgeboekt als een bijzondere waardevermindering. Zodra activa geclassificeerd worden als aangehouden voor verkoop worden ze niet langer afgeschreven. Vergelijkende balansinformatie voor voorgaande perioden wordt niet herwerkt om de nieuwe classificatie in de balans te weerspiegelen.
Voorwaardelijke activa worden niet opgenomen in de balans, maar worden opgenomen in de toelichtingen wanneer een instroom van economische voordelen waarschijnlijk is. Behalve als zij uit een bedrijfscombinatie ontstaan zijn, worden voorwaardelijke verplichtingen niet opgenomen in de balans maar vermeld in de toelichtingen, tenzij de kans op een verlies gering is.
Gebeurtenissen na balansdatum die bijkomende informatie verschaffen omtrent de situatie van de Onderneming op balansdatum (adjusting events) worden verwerkt in de jaarrekening. Andere gebeurtenissen na balansdatum (non-adjusting events) worden enkel vermeld in de toelichtingen als ze belangrijk geacht worden.
Bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep is het management genoodzaakt om beoordelingen, schattingen en veronderstellingen over de boekwaarde van activa en verplichtingen te maken die niet onmiddellijk beschikbaar zijn uit enigerlei bronnen. Deze beoordelingen, schattingen en veronderstellingen worden voortdurend opnieuw geëvalueerd.
Hierna volgen de significante beoordelingen, met uitzondering van deze die bestaan uit schattingen (zie toelichting 3.2. 'Belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden'), die een belangrijke invloed hebben op de gerapporteerde bedragen in deze geconsolideerde jaarrekening.
• Uitgestelde belastingvorderingen werden enkel geboekt in de mate dat het waarschijnlijk was dat er toekomstige belastbare winsten zouden gemaakt worden, rekening houdend met zowel positieve als negatieve elementen. Deze afweging is gemaakt rekening houdend met voorzichtige schattingen op basis van het businessplan van de betrokken entiteit, meestal gekoppeld aan een tijdshorizon van 5 jaar. In sommige landen zijn uitgestelde belastingvorderingen op beleggingsverliezen, operationele verliezen en aftrekposten geboekt in de mate van geboekte onzekere belastingposities om aan te tonen dat sommige aanpassingen omwille van belastingcontroles zouden leiden tot een aanpassing van de belastingverliezen in plaats van een betaling van een belastingkost door de betrokken entiteit.
Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste veronderstellingen omtrent de toekomst en de belangrijkste andere bronnen van schattingsonzekerheden op het einde van de verslagperiode die een risico inhouden op beduidende aanpassingen aan de boekwaarden van activa en verplichtingen in de komende verslagperiode.
• de rechtsgebieden regelmatig belastingcontroles uit die mogelijke problemen aan het licht kunnen brengen. Gezien de belastingcontroles meerdere jaren kunnen duren verhoogt dit nog de onzekerheid. Gezien de uitkomst van zulke belastingcontroles onzeker is, heeft Bekaert in de algehele evaluatie van mogelijke belastingschulden rekening gehouden met de kwaliteit van zijn aangifteposities die het onderwerp uitmaken van iedere belastingcontrole, en concludeert dat de Groep inzake dergelijke blootstellingen voldoende verplichtingen opgenomen heeft in haar geconsolideerde jaarrekening. Overeenkomstig besluit Bekaert dat het onwaarschijnlijk is dat mogelijke belastingblootstellingen meer dan de bedragen momenteel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening een materieel effect zullen hebben op haar financiële positie. Zowel de duurtijd als de positie aangenomen door de belastingautoriteiten geven aanleiding tot onzekerheid en een risico dat kan leiden tot een aanpassing in het volgende boekjaar van de opgenomen bedragen voor belastingschulden gerelateerd aan onzekere belastingposities. In 2020 werden een aantal belastingcontroles afgerond wat aanleiding gaf tot een bijkomende belastingskost enerzijds en het vrijvallen van voorzieningen voor onzekere belastingposities anderzijds. Op jaareinde 2021 waren de bedragen gelinkt aan afgeronde belastingcontroles beduidend lager in vergelijking met jaareinde 2020. Bekaert heeft per jaareinde 2021 onzekere belastingposities opgenomen ten bedrage van € 38,9 miljoen (2020: € 31,6 miljoen). Zie ook toelichting 6.21. 'Belastingposities'.
Staaldraad transformeren en unieke deklaagoplossingen toepassen, dat zijn onze kernactiviteiten. Afhankelijk van de wensen van onze klanten trekken we draad in diverse diameters en sterktes, zelfs tot ultrafijne vezels van één micron. We bundelen draden tot koord, kabels en strengen, weven of breien ze tot een weefsel of verwerken ze tot een eindproduct. De coatings die we aanbrengen verminderen wrijving, verbeteren de corrosiebestendigheid of bevorderen de adhesie met andere materialen. We ontwikkelen ook producten en oplossingen die zijn gemaakt van andere metalen en materialen. Dit is onderdeel van onze strategie om creativiteit te stimuleren beyond steel.
Bekaert gebruikt een business segmentatie om de aard en de financiële prestaties van het bedrijf als geheel te evalueren, in overeenstemming met de manier waarop de financiële prestaties worden gerapporteerd aan de chief operating decision maker (Bekaert Group Executive (BGE)). De business units (BU) van de Groep worden gekenmerkt door BU-specifieke product- en marktprofielen, industrietrends, kostenfactoren en technologienoden die aangepast zijn aan de specifieke industrievereisten. Meer informatie over de segmenten vindt u in het deel 'Over ons' van dit verslag.
De volgende vier segmenten worden gepresenteerd:
Er werden geen segmenten geaggregeerd.
Enkel de elementen van het kapitaalgebruik (immateriële activa, goodwill, materiële vaste activa, recht-op-gebruik vaste activa en de elementen van het operationeel werkkapitaal) worden toegewezen aan de verscheidene segmenten. Alle andere activa en verplichtingen worden gerapporteerd als 'niet-toegewezen activa en verplichtingen'. 'Groep' omvat voornamelijk de functionele eenheid innovatie en technologie, engineering en niet-doorgerekende kosten voor groepsmanagement en -diensten; het is geen rapporteerbaar segment op zich. Eventuele verkopen tussen segmenten gebeuren tegen prijzen die beantwoorden aan het arm's length principe. Intersegment omvat voornamelijk eliminaties van vorderingen en schulden, van verkopen en van marges op overdrachten van voorraden en van vaste activa en de bijhorende aanpassingen aan afschrijvingen en waardeverminderingen.
Er worden geen andere materiële rapportage-items dan de hieronder genoemde verstrekt aan de chief operating decision maker.
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
Specialty Businesses |
BBRG | Groep | Intersegment | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden | 1 614 077 | 1 333 513 | 389 434 | 424 359 | 10 991 | — | 3 772 374 |
| Geconsolideerde omzet | 1 644 744 | 1 363 252 | 396 030 | 426 682 | 71 658 | -129 992 | 3 772 374 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 136 126 | 87 921 | 36 244 | 23 805 | -33 772 | 6 203 | 256 527 |
| EBIT - Onderliggend | 144 305 | 96 093 | 45 285 | 33 763 | -53 585 | 6 384 | 272 244 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ² | 102 706 | 49 433 | 16 469 | 30 757 | 13 145 | -10 407 | 202 103 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 1 825 | 2 752 | 1 699 | 6 964 | 724 | — | 13 964 |
| EBITDA | 240 657 | 140 106 | 54 412 | 61 526 | -19 903 | -4 204 | 472 594 |
| Activa van het segment | 1 404 496 | 804 952 | 288 357 | 505 875 | -8 564 | -122 938 | 2 872 179 |
| Niet-toegewezen activa | 1 415 922 | ||||||
| Totaal activa | 4 288 100 | ||||||
| Verplichtingen van het segment | 310 268 | 307 519 | 71 377 | 82 838 | 84 133 | -46 917 | 809 219 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 1 943 826 | ||||||
| Totaal verplichtingen | 2 753 045 | ||||||
| Kapitaalgebruik | 1 094 228 | 497 433 | 216 980 | 423 037 | -92 697 | -76 021 | 2 062 960 |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik | 1 166 713 | 544 493 | 226 288 | 457 583 | -70 926 | -88 974 | 2 235 178 |
| ROCE | 11,7% | 16,1% | 16,0% | 5,2% | — | — | 11,5% |
| Investeringsuitgaven materiële vaste activa | 37 425 | 20 596 | 29 183 | 16 452 | 848 | -4 510 | 99 993 |
| Investeringsuitgaven immateriële activa | 460 | 141 | 14 | 443 | 2 435 | -279 | 3 214 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
7 121 | 27 240 | — | — | -6 | — | 34 355 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
43 287 | 80 674 | — | — | 19 | — | 123 981 |
| Aantal personeelsleden (einde jaar)¹ | 12 540 | 6 028 | 1 373 | 2 320 | 1 578 | — | 23 839 |
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
Specialty Businesses |
BBRG | Groep | Intersegment | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden | 2 054 155 | 1 818 504 | 475 661 | 481 000 | 10 339 | — | 4 839 659 |
| Geconsolideerde omzet | 2 090 259 | 1 856 998 | 488 129 | 483 165 | 94 227 | -173 118 | 4 839 659 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 245 783 | 212 860 | 71 112 | 36 263 | -54 572 | 1 640 | 513 086 |
| EBIT - Onderliggend | 247 371 | 209 330 | 71 872 | 45 050 | -60 692 | 1 686 | 514 617 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ² | 96 480 | 38 488 | 8 511 | 28 077 | 4 284 | -10 067 | 165 774 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 79 | -1 535 | 45 | — | -107 | — | -1 518 |
| EBITDA | 342 342 | 249 813 | 79 668 | 64 340 | -50 394 | -8 426 | 677 342 |
| Activa van het segment | 1 642 685 | 1 141 109 | 350 997 | 579 047 | -35 946 | -146 702 | 3 531 190 |
| Niet-toegewezen activa | 1 312 566 | ||||||
| Totaal activa | 4 843 756 | ||||||
| Verplichtingen van het segment | 436 168 | 517 914 | 120 461 | 135 824 | 119 644 | -74 383 | 1 255 628 |
| Niet-toegewezen verplichtingen | 1 487 606 | ||||||
| Totaal verplichtingen | 2 743 234 | ||||||
| Kapitaalgebruik | 1 206 517 | 623 195 | 230 536 | 443 223 | -155 590 | -72 319 | 2 275 562 |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik | 1 150 373 | 559 338 | 224 152 | 433 278 | -123 646 | -74 465 | 2 169 030 |
| ROCE | 21,4% | 38,1% | 31,7% | 8,4% | — | — | 23,7% |
| Investeringsuitgaven materiële vaste activa | 58 392 | 42 907 | 17 944 | 40 160 | 1 735 | -7 835 | 153 302 |
| Investeringsuitgaven immateriële activa | 465 | 1 752 | 76 | 111 | 10 809 | -360 | 12 852 |
| Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
8 701 | 98 924 | — | — | -6 | — | 107 619 |
| Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen |
49 977 | 138 670 | — | — | 13 | — | 188 661 |
| Aantal personeelsleden (einde jaar)¹ | 12 437 | 6 121 | 1 534 | 2 287 | 1 130 | — | 23 509 |
¹ Aantal personeelsleden: voltijdse equivalenten.
² Afschrijvingen en waardeverminderingen omvatten afwaarderingen / (terugnames van afwaarderingen) op voorraden en handelsvorderingen.
De tabel hieronder toont het relatief gewicht van België (land waar de Onderneming is gevestigd), Chili, China, de Verenigde Staten en Slovakije in termen van omzet en elementen van vaste activa (immateriële activa; goodwill; materiële vaste activa; recht-op-gebruik vaste activa; deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen).
| in duizend € | 2020 | % van totaal | 2021 | % van totaal |
|---|---|---|---|---|
| Geconsolideerde omzet aan derden | ||||
| vanuit België | 272 187 | 7% | 372 886 | 8% |
| vanuit Chili | 348 906 | 9% | 537 994 | 11% |
| vanuit China | 841 825 | 22% | 980 016 | 20% |
| vanuit de VS | 553 461 | 15% | 685 071 | 14% |
| vanuit Slovakije | 320 459 | 8% | 419 273 | 9% |
| vanuit andere landen | 1 435 535 | 39% | 1 844 419 | 38% |
| Totaal geconsolideerde omzet aan derden | 3 772 374 | 100% | 4 839 659 | 100% |
| Geselecteerde vaste activa, gelokaliseerd | ||||
| in België | 120 396 | 7% | 122 469 | 7% |
| in Chili | 84 340 | 5% | 79 059 | 4% |
| in China | 300 702 | 18% | 315 190 | 18% |
| in de VS | 118 356 | 7% | 151 264 | 8% |
| in Slovakije | 129 278 | 8% | 125 848 | 7% |
| in andere landen | 899 358 | 55% | 992 874 | 56% |
| Totaal geselecteerde vaste activa | 1 652 429 | 100% | 1 786 704 | 100% |
Bekaerts top 5-klanten vertegenwoordigden samen 21% (2020: 20%) van de totale geconsolideerde omzet van de Groep, terwijl de volgende top 5-klanten nog eens 8% (2020: 7%) vertegenwoordigden van de totale geconsolideerde omzet van de Groep. Geen enkele individuele klant bracht 10% bij tot de geconsolideerde omzet.

De Groep erkent omzet uit de volgende bronnen: levering van producten en, in beperkte mate, levering van diensten en projecten. Bekaert oordeelt dat de levering van producten de belangrijkste prestatieverplichting is. De Groep erkent omzet op het ogenblik dat de controle over de betrokken producten overgedragen wordt naar de klant. Klanten verwerven controle op het ogenblik van de levering (op basis van de inco terms in voege). Het bedrag dat aan omzet erkend wordt, wordt gecorrigeerd voor volumekortingen. Er wordt geen correctie gemaakt voor teruggaves of garanties of variabele vergoedingen gezien de impact op basis van historische informatie als niet materieel geacht wordt.
De disaggregatie van opbrengsten op basis van het moment waarop opbrengsten worden opgenomen, d.w.z. op een moment in de tijd of over een periode (gebruikelijk voor ontwikkelingsactiviteiten), brengt niet veel toegevoegde waarde aangezien de verkoop van machines aan derden zeer weinig bijdraagt tot de totale omzet.
| in duizend € | 2020 | % van totaal | 2021 | % van totaal |
|---|---|---|---|---|
| Verkoop van goederen | 3 765 501 | 99,8% | 4 836 089 | 99,9% |
| Verkoop van machines door engineering | 6 519 | 0,2% | 3 449 | 0,1% |
| Andere verkopen | 354 | 0,0% | 122 | 0,0% |
| Netto-omzet | 3 772 374 | 100,0% | 4 839 659 | 100,0% |
In de volgende tabel wordt de netto-omzet gedisaggregeerd per sector inclusief een reconciliatie tussen de netto-omzet per sector en de operationele segmenten van de Groep (zie toelichting 4.1. 'Kerncijfers per rapporteringssegment'). Deze analyse wordt ook vaak getoond in persberichten, aandeelhoudersbrochures en andere presentaties.
| in duizend € | Rubber versterking |
Staaldraad toepassingen |
Specialty Businesses |
BBRG | Groep | Geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Sector | ||||||
| Banden en automobiel | 1 535 462 | 133 083 | 30 112 | 7 200 | — | 1 705 857 |
| Energie en nutsvoorzieningen | 85 | 183 525 | 22 118 | 78 296 | — | 284 024 |
| Bouw | 7 | 378 062 | 293 574 | 60 367 | — | 732 010 |
| Consumptiegoederen | — | 99 798 | 3 754 | — | — | 103 552 |
| Landbouw | — | 261 174 | — | 38 126 | — | 299 300 |
| Machinebouw | 68 307 | 74 357 | 3 937 | 116 585 | 10 991 | 274 177 |
| Grondstoffen | 10 215 | 203 513 | 35 940 | 123 785 | — | 373 453 |
| Totaal | 1 614 077 | 1 333 513 | 389 434 | 424 359 | 10 991 | 3 772 374 |
| Rubber | Staaldraad | Specialty | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | versterking | toepassingen | Businesses | BBRG | Groep | Geconsolideerd |
| Sector | ||||||
| Banden en automobiel | 1 932 457 | 168 775 | 34 114 | 8 538 | — | 2 143 884 |
| Energie en nutsvoorzieningen | 236 | 233 581 | 23 343 | 82 404 | — | 339 563 |
| Bouw | 11 | 568 665 | 349 639 | 68 914 | — | 987 229 |
| Consumptiegoederen | — | 135 793 | 4 335 | — | — | 140 128 |
| Landbouw | — | 310 871 | — | 40 084 | — | 350 955 |
| Machinebouw | 111 002 | 96 451 | 3 601 | 144 506 | 10 339 | 365 898 |
| Grondstoffen | 10 450 | 304 370 | 60 628 | 136 555 | — | 512 002 |
| Totaal | 2 054 155 | 1 818 504 | 475 661 | 481 000 | 10 339 | 4 839 659 |
| in duizend € | 2020 | 2021 | verschil (%) |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3 772 374 | 4 839 659 | 28,3% |
| Kostprijs van verkopen | -3 214 056 | -3 953 752 | 23,0% |
| Marge op omzet | 558 318 | 885 907 | 58,7% |
| Marge op omzet in % van omzet | 14,8% | 18,3% |
Bekaert realiseerde een geconsolideerde omzet van € 4,8 miljard in 2021, gevoelig hoger dan vorig jaar (28,3%) door de ingrijpende impact van de Covid-19-pandemie in de eerste helft van 2020. De organische omzetstijging (28,4%) was het gevolg van hogere volumes (9,0%), verrekende walsdraadprijzen (13,5%) en andere prijsmixeffecten over het volledige jaar (5,8%). De wisselkoersbewegingen waren -0,1% negatief (hoofdzakelijk gerelateerd aan de US dollar, Tsjechische kroon en Chinese renminbi).
De omzetstijging had een positieve impact op de marge op omzet, gezien de Groep erin slaagde een toename van € 327,6 miljoen te realiseren in absolute bedragen (58,7%), wat resulteerde in een marge van 18,3% (2020: 14,8%). Dit werd gerealiseerd dankzij een sterke volumegroei, structurele verbeteringen met blijvende positieve impact op de business portefeuille en prestaties van Bekaert, positief effect van voorraadherwaardering ten gevolge van de stijging in grondstofprijzen en een beperkte positieve impact van wisselkoersen (€ 1,3 miljoen).
| in duizend € | 2020 | 2021 | verschil (%) |
|---|---|---|---|
| Commerciële kosten | -167 141 | -186 239 | 11,4% |
| Administratieve kosten | -133 526 | -161 091 | 20,6% |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | -52 361 | -59 537 | 13,7% |
| Totaal | -353 027 | -406 867 | 15,3% |
De overheadkosten stegen met € 53,8 miljoen tot € 406,9 miljoen (8,4% van omzet). De stijging in absolute termen was hoofdzakelijk het gevolg van het wegvallen in 2021 van de impact van de mitigerende acties genomen in 2020 (en dewelke niet meer van toepassing zijn in 2021) met betrekking tot Covid-19 ten bedrage van € 38,1 miljoen, de impact van de sterke prestaties op de korte termijn variabele verloning en op de waardering van lange termijn, op aandelen gebaseerde betalingsschema's en consultancy kosten voor specifieke projecten. De impact van eenmalige elementen afkomstig van de herstructureringsprogramma's op de overheadkosten daalden met € 19,0 miljoen en hadden hoofdzakelijk betrekking op ontslagkosten en bijzondere waardeverminderingen van activa. In 2021 waren in de verkoopskosten voor € -3,0 miljoen (2020: € -5,4 miljoen) voorzieningen voor dubieuze debiteuren en voor € 4,4 miljoen (2020: € 4,9 miljoen) vrijval van ongebruikte voorzieningen en aangewende bedragen voor dubieuze debiteuren inbegrepen.
| 2020 in duizend € |
2021 | verschil |
|---|---|---|
| Ontvangen royalty's 10 139 |
15 209 | 5 071 |
| Winsten op verkoop van immateriële en materiële vaste activa 3 410 |
8 458 | 5 047 |
| Gerealiseerde wisselresultaten op verkopen en aankopen -1 047 |
1 237 | 2 284 |
| Terugbetaalde belastingen | — 429 |
429 |
| Overheidssubsidies 3 411 |
1 039 | -2 372 |
| Ontvangen vergoedingen voor schadeclaims 3 192 |
2 855 | -337 |
| Herstructurering¹ 41 254 |
23 304 | -17 950 |
| Milieu 16 218 |
148 | -16 070 |
| Overige opbrengsten 8 081 |
10 260 | 2 179 |
| Totaal 84 659 |
62 940 | -21 719 |
¹ Hoofdzakelijk winsten uit de verkoop van vaste activa
| in duizend € | 2020 | 2021 | verschil |
|---|---|---|---|
| Betaalde royalties | — | -1 012 | -1 012 |
| Verliezen op verkoop van immateriële en materiële vaste activa | -2 594 | -1 375 | 1 219 |
| Afschrijvingen op immateriële activa | -1 688 | -1 512 | 176 |
| Bankkosten | -2 615 | -2 776 | -161 |
| Aan belastingen gerelateerde kosten (andere dan winstbelastingen) | -1 562 | -2 639 | -1 077 |
| Bijzondere waardeverminderingen | -5 377 | -278 | 5 099 |
| Herstructurering | -13 832 | -12 379 | 1 453 |
| Verliezen op afgestoten activiteiten | -705 | -170 | 535 |
| Overige kosten | -5 049 | -6 753 | -1 704 |
| Totaal | -33 422 | -28 894 | 4 528 |
Het inkomen van royalties nam met 50% toe ten gevolge van hogere omzet. Overheidssubsidies hadden voornamelijk betrekking op subsidies in China. Er zijn geen aanwijzingen dat niet aan de voorwaarden voor dergelijke subsidies zal kunnen worden voldaan en dus ook niet dat de subsidies mogelijk teruggestort moeten worden in de toekomst.
De winsten op verkoop van immateriële en materiële vaste activa bevatten in 2021 de opbrengsten uit de verkoop van activa die geen deel uitmaken van herstructureringsprogramma's, voornamelijk in België.
De ontvangen vergoedingen voor schadeclaims bevatten in 2020 vergoedingen ontvangen voor bedrijfsonderbrekingen ten gevolge van Covid-19 voor een bedrag van € 1,6 miljoen en in 2021 een positieve impact van de vermindering van een verzekeringsclaim.
In 2021 bestaan 'Herstructurering - opbrengsten' hoofdzakelijk uit de opbrengsten van de verkopen van gronden en gebouwen volgend op de sluiting van fabrieken ten gevolge van herstructureringen met daarnaast bijkomende impact van de terugname van zowel waardeverminderingen op voorraden alsook bijzondere waardeverminderingen op materiële en immateriële activa. 'Herstructurering - kosten' aan de andere kant bevatten een deel (ontslagkosten en bijzondere waardeverminderingen) gerelateerd aan de herstructureringsprogramma's en sluiting van fabrieken.
In 2020 bevatten 'Herstructurering - opbrengsten' hoofdzakelijk de opbrengsten van de verkopen van gronden en gebouwen volgend op de sluiting van fabrieken ten gevolge van herstructureringen en bevatten 'Herstructurering - kosten' een deel (ontslagkosten en bijzondere waardeverminderingen) gerelateerd aan de herstructureringsprogramma's en sluiting van fabrieken.
'Milieu' had in 2020 vooral betrekking op de terugname van provisies in België gelinkt aan het afstoten van activa en een vergoeding voor grond- en grondwatersanering in Italië.
De bijzondere waardeverminderingen in 2020 waren hoofdzakelijk voor activa in België en de Verenigde Staten als gevolg van de sluiting van fabrieken.
De sectie 'Overige' van de 'Andere bedrijfskosten' bevatte in 2020 een boete voor het opzeggen van een elektriciteitscontract tegen een lager tarief.
De sectie 'Overige' van de 'Andere bedrijfsopbrengsten' bevatte in 2021 de wisselkoers impact gerelateerd aan de afstoting van bedrijven.
De volgende tabellen combineren de gerapporteerde en onderliggende resultaten en geven een analyse van de eenmalige elementen per categorie (zoals gedefinieerd in toelichting 2.6. 'Alternatieve prestatiemaatstaven), operationele segmenten en elementen in de winst-en-verliesrekening.
| EBIT gerapporteerd en onderliggend | 2020 | 2021 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | gerapporteerd | waarvan onderliggend |
waarvan eenmalige elementen |
gerapporteerd | waarvan onderliggend |
waarvan eenmalige elementen |
| Omzet | 3 772 374 | 3 772 374 | — | 4 839 659 | 4 839 659 | — |
| Kostprijs van verkopen | -3 214 056 | -3 173 517 | -40 539 | -3 953 752 | -3 936 874 | -16 878 |
| Marge op omzet | 558 318 | 598 857 | -40 539 | 885 907 | 902 785 | -16 878 |
| Commerciële kosten | -167 141 | -162 602 | -4 538 | -186 239 | -186 017 | -222 |
| Administratieve kosten | -133 526 | -121 961 | -11 565 | -161 091 | -162 461 | 1 370 |
| Kosten voor onderzoek en ontwikkeling | -52 361 | -49 857 | -2 504 | -59 537 | -59 440 | -97 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 84 659 | 27 187 | 57 472 | 62 940 | 36 128 | 26 812 |
| Andere bedrijfskosten | -33 422 | -19 379 | -14 043 | -28 894 | -16 377 | -12 517 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 256 527 | 272 244 | -15 717 | 513 086 | 514 617 | -1 531 |
| in duizend € | Kostprijs van verkopen |
Commerciële kosten |
Administratieve kosten |
Onderzoek en ontwikkeling |
Andere bedrijfs opbrengsten |
Andere bedrijfskosten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Herstructureringsprogramma's per segment | |||||||
| Rubberversterking ¹ | -3 427 | -1 335 | -402 | — | 283 | -1 105 | -5 986 |
| Staaldraadtoepassingen ² | -7 754 | -992 | -985 | — | 2 609 | -850 | -7 972 |
| Specialty Businesses ³ | -7 869 | -560 | -23 | -130 | 751 | -1 039 | -8 870 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) ⁴ | -8 957 | 5 | -191 | — | 55 | -1 174 | -10 262 |
| Groep ⁵ | -10 685 | -951 | -9 680 | -2 374 | 37 738 | -9 664 | 4 385 |
| Intersegment | — | — | — | — | -181 | — | -181 |
| Totaal herstructureringsprogramma's | -38 692 | -3 833 | -11 280 | -2 504 | 41 254 | -13 832 | -28 887 |
| Afstoting van activiteiten | |||||||
| Groep ⁶ | — | -705 | — | — | — | — | -705 |
| Totaal afstoting van activiteiten | — | -705 | — | — | — | — | -705 |
| Milieuprovisies/(terugdraai van provisies) | |||||||
| Rubberversterking | -2 192 | — | — | — | — | — | -2 192 |
| Groep ⁷ | — | — | — | — | 16 218 | — | 16 218 |
| Totaal milieuprovisies/(terugdraai van provisies) | -2 192 | — | — | — | 16 218 | — | 14 026 |
| Andere gebeurtenissen en transacties | |||||||
| Staaldraadtoepassingen | — | — | -199 | — | — | — | -199 |
| Specialty Businesses | — | — | — | — | — | -171 | -171 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) | 345 | — | — | — | — | -41 | 304 |
| Groep | — | — | -85 | — | — | — | -85 |
| Totaal andere gebeurtenissen en transacties | 345 | — | -284 | — | — | -212 | -151 |
| Totaal | -40 539 | -4 538 | -11 565 | -2 504 | 57 472 | -14 043 | -15 717 |
¹ Had voornamelijk betrekking op ontslagkosten, de sluiting van de fabriek in Figline (Italië) en de herstructurering in India.
² Had voornamelijk betrekking op ontslagkosten en bijzondere waardeverminderingen van activa als gevolg van de herstructurering in België.
³ Had voornamelijk betrekking op ontslagkosten en bijzondere waardeverminderingen van activa als gevolg van de herstructurering in China, de sluiting van de fabriek in Moen (België) en ontslagkosten als gevolg van de herstructurering in België.
⁴ Had voornamelijk betrekking op bijzondere waardeverminderingen van activa als gevolg van de geplande sluiting van de fabriek in Canada en ontslagkosten als gevolg van de herstructurering in het Verenigd Koninkrijk.
⁵ Had voornamelijk betrekking op ontslagkosten als gevolg van de herstructurering in België en winst op verkoop van terreinen en gebouwen in België.
⁶ Vrijwaring van contractuele aansprakelijkheid met betrekking tot eerdere desinvesteringen.
⁷ Had voornamelijk betrekking op de terugname van voorzieningen in België in verband met de verkoop van activa en een terugbetaling van grond- en grondwatersanering in Italië.
| in duizend € | Kostprijs van verkopen |
Commerciële kosten |
Administratieve kosten |
Onderzoek en ontwikkeling |
Andere bedrijfs opbrengsten |
Andere bedrijfskosten |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Herstructureringsprogramma's per segment | |||||||
| Rubberversterking ¹ | -1 749 | 356 | -25 | -171 | — | — | -1 588 |
| Staaldraadtoepassingen ² | -2 105 | -185 | -138 | -771 | 11 035 | -4 246 | 3 589 |
| Specialty Businesses ³ | 476 | -733 | -49 | 5 | 276 | -331 | -356 |
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) ⁴ | -10 344 | 34 | 36 | — | 11 493 | -7 617 | -6 399 |
| Groep ⁵ | -391 | 476 | 1 639 | 868 | 547 | -184 | 2 955 |
| Intersegment | — | — | — | — | -46 | — | -46 |
| Totaal herstructureringsprogramma's | -14 114 | -52 | 1 464 | -69 | 23 304 | -12 379 | -1 845 |
| Afstoting van activiteiten | |||||||
| Groep ⁶ | — | -170 | — | — | — | — | -170 |
| Totaal afstoting van activiteiten | — | -170 | — | — | — | — | -170 |
| Milieuprovisies/(terugdraai van provisies) | |||||||
| Bridon-Bekaert Ropes Group (BBRG) ⁴ | -2 360 | — | — | -28 | — | — | -2 388 |
| Groep | — | — | — | — | 148 | -37 | 111 |
| Totaal milieuprovisies/(terugdraai van provisies) | -2 360 | — | — | -28 | 148 | -37 | -2 277 |
| Andere gebeurtenissen en transacties | |||||||
| Staaldraadtoepassingen | — | — | -59 | — | — | — | -59 |
| Specialty Businesses | -405 | — | — | — | — | — | -405 |
| Groep ⁷ | — | — | -35 | — | 3 359 | -100 | 3 224 |
| Totaal andere gebeurtenissen en transacties | -405 | — | -93 | — | 3 359 | -100 | 2 761 |
| Totaal | -16 878 | -222 | 1 370 | -97 | 26 812 | -12 517 | -1 531 |
¹ Had voornamelijk betrekking op de sluiting van de fabriek in Figline (Italië) en pensioenplannen in Spanje en Italië.
² Had voornamelijk betrekking op opbrengsten en kosten als gevolg van de herstructurering in Noord-Amerika en opbrengsten gerelateerd aan de herstructurering in Maleisië.
³ Had voornamelijk betrekking op de herstructurering in verbrandingstechnologie en zaagdraadactiviteiten..
⁴ Had voornamelijk betrekking op de herstructurering in Canada.
⁵ Had voornamelijk betrekking op de herstructurering in België.
⁶ Vrijwaring van contractuele aansprakelijkheid met betrekking tot eerdere desinvesteringen.
⁷ Had voornamelijk betrekking op de liquidatie van een vennootschap in China en Costa Rica.
De onderstaande tabel levert bijkomende informatie over de toewijzing van de voornaamste componenten van het bedrijfsresultaat (EBIT) per aard van de opbrengsten en kosten.
| in duizend € | 2020 | % op omzet | 2021 | % op omzet |
|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3 772 374 | 100% | 4 839 659 | 100% |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 84 659 | — | 62 940 | — |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 3 857 032 | — | 4 902 599 | — |
| Zelfgeproduceerde materiële vaste activa | 17 200 | 0,5% | 31 872 | 0,7% |
| Grondstoffen | -1 349 418 | -35,8% | -1 995 508 | -41,2% |
| Halfproducten en handelsgoederen | -306 261 | -8,1% | -523 793 | -10,8% |
| Voorraadwijziging goederen in bewerking en gereed product | -43 634 | -1,2% | 277 348 | 5,7% |
| Personeelskosten | -796 051 | -21,1% | -840 348 | -17,4% |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen | -202 103 | -5,4% | -166 905 | -3,4% |
| Bijzondere waardeverminderingen | -13 964 | -0,4% | 1 518 | 0,0% |
| Vervoer- en verhandelingskosten gereed product | -164 390 | -4,4% | -249 476 | -5,2% |
| Hulpstoffen en wisselstukken | -217 900 | -5,8% | -273 318 | -5,6% |
| Kosten voor nutsvoorzieningen | -224 534 | -6,0% | -264 128 | -5,5% |
| Onderhouds- en herstellingskosten | -57 147 | -1,5% | -66 054 | -1,4% |
| Leasing en gerelateerde kosten | -8 503 | -0,2% | -9 451 | -0,2% |
| Commissies in commerciële kosten | -6 315 | -0,2% | -8 008 | -0,2% |
| Douane en accijnzen | -2 432 | -0,1% | -12 760 | -0,3% |
| ICT-kosten | -39 208 | -1,0% | -40 034 | -0,8% |
| Reclame- en promotiekosten | -5 328 | -0,1% | -6 444 | -0,1% |
| Reis-, restaurant- en hotelkosten | -8 181 | -0,2% | -8 605 | -0,2% |
| Consultancy en overige honoraria | -29 753 | -0,8% | -40 314 | -0,8% |
| Kantoorbenodigdheden en -uitrusting | -8 451 | -0,2% | -8 472 | -0,2% |
| Durfkapitaalfondsen O&O | -1 973 | -0,1% | -1 447 | 0,0% |
| Tijdelijke of externe personeelskosten | -27 261 | -0,7% | -36 238 | -0,7% |
| Verzekeringskosten | -10 692 | -0,3% | -15 427 | -0,3% |
| Diverse bedrijfskosten | -94 207 | -2,5% | -133 520 | -2,8% |
| Totaal bedrijfskosten | -3 600 506 | -95,4% | -4 389 512 | -90,7% |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) | 256 527 | 6,8% | 513 086 | 10,6% |
De bijzondere waardeverminderingen hadden voornamelijk betrekking op de verkoop van machines en terugnames als gevolg van de herstructurering van het voorgaande jaar. De afschrijvingen en waardeverminderingen omvatten waardeverminderingen / (terugnemingen van waardeverminderingen) op voorraden en handelsvorderingen.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Renteopbrengsten van financiële activa niet gewaardeerd tegen RWvR | 3 386 | 3 260 |
| Renteopbrengsten | 3 386 | 3 260 |
| Rentelasten van financiële verplichtingen niet gewaardeerd tegen RWvR | -51 159 | -39 159 |
| Overige schuldgerelateerde rentelasten | -5 536 | -3 496 |
| Schuldgerelateerde rentelasten | -56 695 | -42 655 |
| Rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen | -2 859 | -1 825 |
| Rentelasten | -59 554 | -44 480 |
| Totaal | -56 168 | -41 220 |
De daling van de rentelasten was hoofdzakelijk het gevolg van de terugbetaling van financiële schulden voor € 419 miljoen en van een daling in de rentelasten gerelateerd aan derivaten. Er was een verdere afname van intragroepsleningen in vreemde valuta enerzijds en schuld ten opzichte van derden in vreemde valuta anderzijds, wat een gelijkaardige daling tot gevolg heeft gehad in het volume aan derivaten die dienen om het onderliggende renterisico af te dekken (zie toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten').
Rentelasten van financiële verplichtingen niet geclassificeerd als aangehouden als tegen reële waarde via het resultaat (RWvR) hebben betrekking op alle schuldinstrumenten van de Groep, andere dan renterisicobeperkende derivaten aangemerkt als economische afdekkingen.
In het rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen, had € -1,8 miljoen (2020: € -2,8 miljoen) betrekking op de nettoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen (zie toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen'). In 2020 had € -0,1 miljoen betrekking op overige voorzieningen, terwijl er in 2021 geen impact was (zie toelichting 6.17. 'Overige voorzieningen').
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Waardeaanpassingen van derivaten | 567 | 4 987 |
| Wisselresultaten op afgedekte posities | -9 765 | 1 570 |
| Nettoimpact van derivaten en afgedekte posities | -9 198 | 6 557 |
| Overige wisselresultaten | -17 934 | -4 315 |
| Winsten & verliezen op verkoop van financiële vaste activa | — | 19 |
| Dividenden van niet-geconsolideerde deelnemingen | 1 184 | 5 088 |
| Bankkosten en heffingen op financiële transacties | -3 376 | -4 074 |
| Bijzondere waardeverminderingen op overige vorderingen | — | -39 |
| Overige | -842 | 1 194 |
| Totaal | -30 165 | 4 430 |
Waardeaanpassingen omvatten de wijzigingen in reële waarde van alle derivaten die niet als kasstroomafdekkingen worden aangemerkt. Wisselresultaten op afgedekte posities hebben ook enkel betrekking op economische afdekkingen. De hier getoonde nettoimpact van derivaten en afgedekte posities omvat geen effecten die opgenomen werden in andere rubrieken van de winst-en-verliesrekening zoals rentelasten, kostprijs van verkopen of andere bedrijfsopbrengsten en -kosten. Waardeaanpassingen van derivaten bevatten een reëlewaardewinst van € 9,4 miljoen in 2021 (2020: winst van € 1,1 miljoen) die hoofdzakelijk betrekking had op een overeenkomst tot virtuele aankoop van energie (Virtual Power Purchase Agreement - VPPA). Voor meer details betreffende de impact van derivaten en afgedekte posities, zie toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
De overige wisselresultaten bedroegen € -4,3 miljoen in 2021 en waren hoofdzakelijk te wijten aan de devaluatie van de Turkse lira en de Chileense peso, wat resulteerde in nietgerealiseerde en gerealiseerde wisselkoersverschillen op elementen van het werkkapitaal en intragroepsleningen. De bankkosten en heffingen op financiële transacties bevatten eveneens de kosten gelinkt aan de factoring-overeenkomsten.
In 2021 hadden de overige elementen hoofdzakelijk betrekking op een winst uit netto vergoedingen ontvangen uit de overeenkomst tot virtuele aankoop van energie (VPPA) (€ 1,2 miljoen).
Alle dividenden van niet-geconsolideerde deelnemingen hebben betrekking op deelnemingen die zijn aangehouden tot op balansdatum aangezien er geen aandelen zijn verkocht gedurende het jaar.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Verschuldigde belastingen over het lopend jaar -58 130 |
-115 674 |
| Verschuldigde belastingen over de voorbije jaren 21 386 |
-332 |
| Uitgestelde belastingen - wegens wijzigingen in tijdelijke verschillen -32 159 |
-40 181 |
| Uitgestelde belastingen - wegens wijzigingen in belastingvoeten -2 214 |
-3 710 |
| Uitgestelde belastingen - aanpassingen inzake overgedragen verliezen van voorbije jaren 6 990 |
-2 150 |
| Uitgestelde belastingen - aanwending van voorheen niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen 7 614 |
28 751 |
| Totale belastinglast -56 513 |
-133 296 |
In onderstaande tabel wordt de winst vóór belastingen getoond als resultaat vóór belastingen.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Resultaat vóór belastingen 170 194 |
476 296 | |
| Belastinglast op resultaten van fiscale entiteiten tegen de theoretische lokale belastingvoet van de betrokken landen -46 943 |
-117 823 | |
| Theoretische belastingvoet ¹ -27,6% |
-24,7% | |
| Belastingimpact van: | ||
| Fiscaal niet-aftrekbare uitgaven | -8 528 | -12 893 |
| Andere belastingvoeten en speciale belastingregimes ² | 13 334 | 13 979 |
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen ³ -33 855 |
-16 803 | |
| Aanwending of opname van voorheen niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen ⁴ | 7 614 | 28 751 |
| Uitgestelde belastingen wegens wijzigingen in belastingvoeten | -2 214 | -3 710 |
| Belastingen met betrekking tot voorgaande jaren ⁵ | 28 376 | -2 482 |
| Fiscaal vrijgestelde inkomsten | 129 | 3 224 |
| Roerende voorheffing i.v.m. dividenden, royalty's, rente en diensten -15 864 |
-21 308 | |
| Overige | 1 438 | -4 231 |
| Totale belastinglast -56 513 |
-133 296 | |
| Werkelijke belastingvoet -33,2% |
-28,0% |
¹ De theoretische belastingvoet wordt berekend als een gewogen gemiddelde, rekening houdend met de resultaten vóór belastingen in verschillende landen met verschillende belastingvoeten.
² In 2021 hadden de speciale belastingregimes vooral betrekking op belastingstimulansen in België, net zoals in 2020.
³ In 2021 hadden niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen voornamelijk betrekking op overgedragen verliezen in België, Canada, China, Spanje en de Verenigde Staten, terwijl in 2020 dit vooral betrekking had op overgedragen verliezen in Brazilië, Canada, China, Chili, Duitsland, Italië en de Verenigde Staten, en op bijzondere waardeverminderingen op activa van de zaagdraadactiviteiten in China.
⁴ In 2021 was de beweging vooral een gevolg van het gebruik van overgedragen verliezen en opname van uitgestelde belastingvorderingen die voorheen niet erkend werden, net als in 2020.
⁵ In 2021 waren de belastingen met betrekking tot voorgaande jaren vooral het gevolg van aangiftes, terwijl in 2020 een aantal belastingcontroles in meerdere landen afgerond werden wat aanleiding gaf tot een bijkomende belastingkost enerzijds en het vrijvallen van betrokken voorzieningen voor onzekere belastingposities anderzijds.
In 2021 reflecteerde het aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde deelnemingen de zeer sterke prestaties van de Staaldraadtoepassingen en Rubberversterking activiteiten in Brazilië. Bovendien is Belgo Bekaert Arames Ltda er in geslaagd om BRL 670 miljoen aan indirecte belastingtegoeden (PIS/COFINS) te recupereren, wat een eenmalig netto-effect van BRL 485 miljoen opleverde (€ 34,2 miljoen equivalent voor het groepsaandeel). De performantieverbeteringen waren licht getemperd door de daling in waarde van de Braziliaanse real ten opzichte van de euro (gemiddelde koers daalde van 2020 naar 2021 met 8,4%). Deze daling in YTD gemiddelde koers van 2021 ten opzichte van 2020 was vooral het gevolg van een aanzienlijke daling in de loop van 2020 terwijl de koers in 2021 min of meer stabiel bleef.
Aanvullende informatie met betrekking tot de Braziliaanse joint ventures wordt verstrekt onder toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
| in duizend € | 2020 | 2021 | |
|---|---|---|---|
| Joint ventures | |||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Colombia | -244 | -390 |
| Agro - Bekaert Springs, SL | Spanje | -6 | -6 |
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 27 631 | 99 349 |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | Brazilië | 7 121 | 8 701 |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cía Ltda | Ecuador | -147 | -34 |
| Totaal | 34 355 | 107 619 |
| 2020 | Aantal |
|---|---|
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (basisberekening) | 56 554 555 |
| Verwateringseffect van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen | 85 471 |
| Verwateringseffect van converteerbare obligatieleningen ¹ | 7 493 591 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (na verwateringseffect) | 64 133 617 |
| Na verwaterings | ||
|---|---|---|
| in duizend € | Basis-berekening | effect |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan gewone aandeelhouders | 134 687 | 134 687 |
| Effect van converteerbare obligatieleningen ¹ | 10 613 | |
| Winst | 134 687 | 145 300 |
| Winst per aandeel (in €) | 2,382 | 2,266 |
¹ Niet te vermelden als het effect van de converteerbare obligatie niet-dilutief is, d.i. als het effect zodanig is dat het de EPS-ratio zou verbeteren (zie verder).
| 2021 | Aantal |
|---|---|
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (basisberekening) | 57 000 709 |
| Verwateringseffect van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen | 620 115 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (na verwateringseffect) | 57 620 824 |
| in duizend € | Basis-berekening | Na verwaterings effect |
|---|---|---|
| Perioderesultaat toerekenbaar aan gewone aandeelhouders | 406 977 | 406 977 |
| Winst | 406 977 | 406 977 |
| Winst per aandeel (in €) | 7,140 | 7,063 |
De winst per aandeel (earnings per share, 'EPS') is het bedrag van de winst na belastingen toewijsbaar aan elk aandeel. De basisberekening van de winst per aandeel komt overeen met het resultaat van de periode toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert gedeeld door het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende het jaar. De winst per aandeel na verwateringseffect weerspiegelt de verbintenissen van de Groep tot het uitgeven van aandelen in de toekomst. Daartoe behoren in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde plannen (inschrijvingsrechten, opties, prestatieaandelen en matching shares, zie toelichting 6.13. 'Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen') en mogelijks de afwikkeling van de converteerbare obligatielening. Inschrijvingsrechten, opties en andere op aandelen gebaseerde regelingen zijn slechts dilutief in de mate dat hun uitoefenprijs lager is dan de gemiddelde slotkoers van de periode, waarbij in de uitoefenprijs ook de reële waarde van nog te leveren diensten tijdens de resterende wachtperiode is inbegrepen. Voorwaardelijke uit te geven aandelen (bijv. prestatieaandelen) zijn alleen dilutief als aan de voorwaarden is voldaan op balansdatum. Het verwateringseffect van op aandelen gebaseerde regelingen beperkt zich tot het gewogen gemiddeld aantal aandelen op te nemen in de noemer van de EPS-ratio; er is geen effect op de winst op te nemen in de teller van de EPS-ratio. De converteerbare obligatielening heeft meestal een effect op zowel de noemer als de teller van de EPS-ratio. Het verwateringseffect van de converteerbare obligatielening op de winst (op te nemen in de teller van de EPS-ratio) bestaat uit het terugdraaien van alle opbrengsten en kosten die direct verband houden met de converteerbare obligatielening en die de 'basis'-winst voor de periode beïnvloed hebben. In 2020 werd de winst-en-verliesrekening voor € -10,6 miljoen beïnvloed door de converteerbare obligatielening.
Om de impact van verwatering te berekenen, wordt er verondersteld dat alle potentieel dilutieve aandelen werden uitgeoefend bij het begin van de periode, of, als de instrumenten uitgegeven werden gedurende de periode, op uitgiftedatum. Dit resulteerde in een totaal verwateringseffect van € -0,08 per aandeel (2020: € -0,116), dat integraal verband hield met de op aandelen gebaseerde regelingen (2020: € -0,004) en waarvan niets meer was gelinkt aan de converteerbare obligatielening (2020: € -0,112).
De gemiddelde slotkoers tijdens 2021 was € 36,33 per aandeel (2020: € 19,92 per aandeel). Volgende tabel toont alle niet-dilutieve instrumenten tijdens de verslagperiode. Opties en inschrijvingsrechten waren out of the money aangezien de uitoefenprijs hoger lag dan de gemiddelde slotkoers, terwijl prestatieaandelen niet-dilutief waren doordat de prestatiedoelstelling niet was voldaan.
| Niet-dilutieve instrumenten | Datum van | Uitoefenprijs | Aantal | Aantal |
|---|---|---|---|---|
| toekenning | (in €) | toegekend | uitstaand | |
| SOP 2015-2017 - opties | 13.02.2017 | 39,43 | 273 325 | 226 056 |
| Aanschaffingswaarde | Licenties, patenten en soortgelijke |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | rechten | Computer software | Commerciële activa | Overige | Totaal |
| Per 1 januari 2020 | 23 773 | 91 649 | 56 408 | 16 208 | 188 037 |
| Aanschaffingen | — | 3 214 | — | — | 3 214 |
| Eerste consolidatie | — | 7 | — | — | 7 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | — | -2 048 | — | — | -2 048 |
| Overdrachten ¹ | 2 601 | 216 | -37 | — | 2 779 |
| Omrekeningswinsten en verliezen (-) | -34 | -1 566 | -2 081 | -642 | -4 323 |
| Per 31 december 2020 | 26 340 | 91 472 | 54 290 | 15 566 | 187 667 |
| Per1 januari 2021 | 26 340 | 91 472 | 54 290 | 15 566 | 187 667 |
| Aanschaffingen | 17 | 11 207 | 1 627 | 2 | 12 852 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -100 | -7 143 | -1 169 | -1 649 | -10 062 |
| Overdrachten ¹ | 844 | 93 | — | — | 937 |
| Omrekeningswinsten en-verliezen (-) | 205 | 1 760 | 3 968 | 834 | 6 768 |
| Per 31 december 2021 | 27 305 | 97 388 | 58 717 | 14 752 | 198 162 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' en 'Materiële vaste activa' (zie toelichting 6.3.) en 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa' (zie toelichting 6.4.) worden opgeteld.
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | Licenties, patenten en soortgelijke |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | rechten | Computer software | Commerciële activa | Overige | Totaal |
| Per1 januari 2020 | 15 859 | 77 730 | 18 487 | 15 696 | 127 772 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 655 | 4 815 | 3 311 | 108 | 9 890 |
| Bijzondere waardeverminderingen | — | 103 | — | — | 103 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | — | -2 039 | — | — | -2 039 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | -3 | -1 498 | -604 | -616 | -2 722 |
| Per 31 december 2020 | 17 510 | 79 111 | 21 194 | 15 188 | 133 003 |
| Per1 januari 2021 | 17 510 | 79 111 | 21 194 | 15 188 | 133 003 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 920 | 3 573 | 3 872 | 30 | 9 395 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -100 | -7 143 | -1 169 | -1 649 | -10 062 |
| Omrekeningswinsten (-) en-verliezen | 11 | 1 575 | 1 616 | 1 184 | 4 386 |
| Per 31 december 2021 | 19 341 | 77 116 | 25 514 | 14 752 | 136 723 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2020 | 8 830 | 12 361 | 33 096 | 378 | 54 664 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2021 | 7 965 | 20 273 | 33 202 | — | 61 440 |

De aanschaffingen van software hadden voornamelijk betrekking op de omvangrijke implementatie van de 'digital roadmap' in diverse domeinen (verkoop, toeleveringsketen, aankoop, financiën, HR, ...). Immateriële activa die volledig afgeschreven waren, werden van de balans genomen.
Op balansdatum waren er geen immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur.
Deze toelichting behelst hoofdzakelijk goodwill op verwerving van dochterondernemingen. Goodwill met betrekking tot joint ventures en geassocieerde ondernemingen zit vervat in toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 155 024 | 154 280 |
| Toenames | 598 | — |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) | -1 342 | 1 689 |
| Per 31 december | 154 280 | 155 970 |
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari 5 240 |
4 883 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen -358 |
413 |
| Per 31 december 4 883 |
5 295 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 149 398 |
150 674 |
|---|---|
| -------------------------------------------- | --------- |
De goodwill verworven ten gevolge van een bedrijfscombinatie wordt bij acquisitie toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheden waarvan verwacht wordt dat zij voordeel zullen halen uit deze bedrijfscombinatie. De nettoboekwaarde van de goodwill en de eraan verbonden bewegingen van de periode zijn als volgt toegewezen:
| in duizend € | Groep van kasstroomgenererende eenheden | Nettoboekwaarde per 1 januari |
Toename | Omrekenings verschillen |
Nettoboekwaarde per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|
| Dochterondernemingen | |||||
| SWS | Bekaert Bradford UK Ltd | 2 631 | — | -141 | 2 490 |
| SB | Verbrandingstechnologie - verwarming EMEA | 3 027 | — | — | 3 027 |
| SB | Bouwproducten | 71 | — | — | 71 |
| RR | Rubberversterkingsproducten | 4 255 | — | — | 4 255 |
| SWS | Productie-eenheid Orrville (USA) | 10 442 | — | -882 | 9 560 |
| SWS | Inchalam-groep | 750 | — | -23 | 727 |
| SWS | Bekaert Ideal SL vennootschappen | 844 | — | — | 844 |
| SWS | Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd | 385 | — | — | 385 |
| SWS | Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd | 47 | — | — | 47 |
| SWS | Grating Peru SAC | — | 598 | -51 | 547 |
| BBRG | BBRG | 127 332 | — | 113 | 127 445 |
| Subtotaal | 149 784 | 598 | -984 | 149 398 | |
| Joint ventures en geassocieerde ondernemingen | |||||
| SWS | Belgo Bekaert Arames Ltda | 3 328 | — | -970 | 2 358 |
| RR | BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | 2 035 | — | -593 | 1 442 |
| Subtotaal | 5 363 | — | -1 563 | 3 800 | |
| Totaal | 155 148 | 598 | -2 547 | 153 198 |
| 2021 |
|---|
| ------ |
| in duizend € | Groep van kasstroomgenererende eenheden | Nettoboekwaarde per 1 januari |
Toename | Omrekenings verschillen |
Nettoboekwaarde per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|
| Dochterondernemingen | |||||
| SWS | Bekaert Bradford UK Ltd | 2 490 | — | 174 | 2 664 |
| SB | Verbrandingstechnologie - verwarming EMEA | 3 027 | — | — | 3 027 |
| SB | Bouwproducten | 71 | — | — | 71 |
| RR | Rubberversterkingsproducten | 4 255 | — | — | 4 255 |
| SWS | Productie-eenheid Orrville (USA) | 9 560 | — | 798 | 10 357 |
| SWS | Inchalam-groep | 727 | — | -70 | 657 |
| SWS | Bekaert Ideal SL vennootschappen | 844 | 547 | 46 | 1 437 |
| SWS | Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd | 385 | — | — | 385 |
| SWS | Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd | 47 | — | — | 47 |
| SWS | Grating Peru SAC | 547 | -547 | — | — |
| BBRG | BBRG | 127 445 | — | 329 | 127 774 |
| Subtotaal | 149 398 | — | 1 276 | 150 674 | |
| Joint ventures en geassocieerde ondernemingen | |||||
| SWS | Belgo Bekaert Arames Ltda | 2 358 | — | 24 | 2 382 |
| RR | BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | 1 442 | — | 14 | 1 456 |
| Subtotaal | 3 800 | — | 38 | 3 838 | |
| Totaal | 153 198 | — | 1 314 | 154 513 |
Naar aanleiding van de fusie tussen Grating Peru SAC in Productos de Acero Cassadó S.A. werd de goodwill die initieel toegewezen was aan Grating Peru SAC toegewezen aan de Bekaert Ideal SL vennootschappen.
De disconteringsvoet is gebaseerd op de (langetermijn-)kapitaalkosten vóór belastingen en de risico's zitten ingebed in de kasstromen. Er wordt een gewogen gemiddelde kapitaalkost (weighted average cost of capital = WACC) bepaald voor de regio's waarin de euro, de US dollar en de Chinese renminbi de dominante valuta's zijn. Voor landen of activiteiten met een hoger ingeschat risico wordt de WACC opgetrokken met een risicopremie die specifek is voor dit land of deze activiteit. De WACC wordt bepaald vóór belastingen omdat de relevante kasstromen ook vóór belastingen bepaald worden. De weging van kapitaalkosten voor schulden en eigen vermogen is gebaseerd op een streefcijfer van 50% gearing (nettoschuld in verhouding tot het eigen vermogen). Voor kasstroommodellen die in reële termen uitgedrukt zijn (zonder inflatie), wordt de nominale WACC aangepast voor de verwachte inflatievoet. Voor kasstroommodellen die in nominale termen uitgedrukt zijn wordt de nominale WACC gebruikt. Alle parameters die de berekening van de disconteringsvoeten beïnvloeden, worden minstens jaarlijks herzien.
In het model voor het toetsen op bijzondere waardevermindering van de goodwill voortvloeiend uit de BBRG-bedrijfscombinatie werden volgende karakteristieken verwerkt:

De bufferruimte voor bijzondere waardeverminderingen op de goodwill van BBRG, d.i. het overschot van de realiseerbare waarde tegenover de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid van BBRG, wordt geschat op € 375,0 miljoen (2020: € 218,7 miljoen). De stijging is het gecombineerd resultaat van een bijgewerkt actieplan (€ +177,8 miljoen) verminderd door een stijging van het kapitaalgebruik in de business (€ +21,6 miljoen).
Bij wijze van voorbeeld geven de volgende scenario's de gevoeligheid van deze bufferruimte weer voor wijzigingen in de belangrijkste assumpties van het actieplan:
Op basis van de gegevens die op vandaag gekend zijn, zouden redelijkerwijs mogelijke veranderingen in de voornaamste veronderstellingen (waaronder de disconteringsvoet, de omzet- en marge-evolutie) geen aanleiding geven tot bijzondere waardeverminderingen voor kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill werd toegewezen.
| 2020 | EUR regio | USD regio | CNY regio | |
|---|---|---|---|---|
| Streefcijfers voor de Groep | ||||
| Gearing: nettoschuld / eigen vermogen | 50% | |||
| % schulden | 33,3% | |||
| % eigen vermogen | 66,7% | |||
| % langetermijnschulden | 75% | |||
| % kortetermijnschulden | 25% | |||
| Schuldkost voor Bekaert | 1,2% | 3,8% | 4,8% | |
| Langetermijnrentevoet | 1,5% | 4,2% | 4,9% | |
| Kortetermijnrentevoet | 0,4% | 2,7% | 4,4% | |
| Eigenvermogenkost voor Bekaert (na belastingen) | = Rf + b * Em | 7,9% | 9,0% | 13,1% |
| Risicovrije rentevoet = Rf | -0,3% | 0,8% | 4,9% | |
| Beta = b | 1,3 | |||
| Marktrisicopremie voor eigen vermogen = Em | 6,3% | |||
| Belastingvoet | 27% | |||
| Eigenvermogenkost vóór belastingen voor Bekaert | 10,8% | 12,4% | 18,0% | |
| Bekaert WACC - nominaal | 7,6% | 9,5% | 13,6% | |
| Verwachte inflatie | 1,4% | 2,0% | 2,8% | |
| Bekaert WACC in reële termen | 6,2% | 7,5% | 10,8% | |
| 2021 | EUR regio | USD regio | CNY regio | |
|---|---|---|---|---|
| Streefcijfers voor de Groep | ||||
| Gearing: nettoschuld / eigen vermogen | 50% | |||
| % schulden | 33,3% | |||
| % eigen vermogen | 66,7% | |||
| % langetermijnschulden | 75% | |||
| % kortetermijnschulden | 25% | |||
| Schuldkost voor Bekaert | 1,8% | 4,7% | 4,8% | |
| Langetermijnrentevoet | 2,1% | 5,2% | 4,9% | |
| Kortetermijnrentevoet | 0,7% | 3,1% | 4,4% | |
| Eigenvermogenkost voor Bekaert (na belastingen) | = Rf + b * Em + S | 9,3% | 10,8% | 14,1% |
| Risicovrije rentevoet = Rf | 0,1% | 1,6% | 4,9% | |
| Beta = b | 1,3 | |||
| Marktrisicopremie voor eigen vermogen = Em | 6,0% | |||
| Size premie = S | 1,4% | |||
| Belastingvoet | 27% | |||
| Eigenvermogenkost vóór belastingen voor Bekaert | 12,8% | 14,8% | 19,3% | |
| Bekaert WACC - nominaal | 9,1% | 11,4% | 14,5% | |
| Verwachte inflatie | 2,1% | 2,3% | 3,0% | |
| Bekaert WACC in reële termen | 7,0% | 9,1% | 11,5% |
| Aanschaffingswaarde | Terreinen | Installaties, | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| en | machines en | Meubilair en rollend | Overige materiële | |||
| in duizend € | gebouwen | uitrusting | materieel | vaste activa | Activa in aanbouw | Totaal |
| Per 1 januari 2020 | 1 203 052 | 2 921 507 | 111 751 | 17 266 | 83 209 | 4 336 784 |
| Aanschaffingen | 30 526 | 56 434 | 4 638 | 366 | 8 140 | 100 104 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -23 901 | -94 502 | -5 109 | -1 014 | -195 | -124 271 |
| Eerste consolidatie | — | 250 | 19 | — | — | 268 |
| Overdrachten ¹ | — | 2 254 | 39 | — | -2 817 | -524 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² | -8 482 | — | — | — | — | -8 482 |
| Omrekeningswinsten en-verliezen (-) | -48 096 | -110 778 | -3 225 | -320 | -4 313 | -166 732 |
| Per 31 december 2020 | 1 153 100 | 2 775 614 | 108 112 | 16 298 | 84 023 | 4 137 147 |
| Per 1 januari 2021 | 1 153 100 | 2 775 614 | 108 112 | 16 298 | 84 023 | 4 137 147 |
| Aanschaffingen | 22 434 | 60 371 | 6 768 | 370 | 63 107 | 153 050 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -21 252 | -52 833 | -3 724 | -417 | -57 | -78 283 |
| Merger / Split | 5 537 | 2 223 | 49 | — | — | 7 809 |
| Overdrachten ¹ | — | — | 105 | — | -937 | -832 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² | -1 551 | -278 | — | -451 | — | -2 280 |
| Omrekeningswinsten en-verliezen (-) | 61 060 | 167 912 | 4 626 | 167 | 4 955 | 238 720 |
| Per 31 december 2021 | 1 219 328 | 2 953 008 | 115 937 | 15 968 | 151 091 | 4 455 332 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' (zie toelichting 6.1. 'Immateriële activa') en 'Recht-op-gebruik vaste activa' (zie toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa') en materiële vaste activa worden opgeteld.
² In 2020 heeft de herclassificering als aangehouden voor verkoop hoofdzakelijk betrekking op de gebouwen in Canada; in 2021 heeft dit betrekking op de Ingelmunster site (België) (zie toelichting 6.12.'Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden met deze activa').
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | Terreinen | Installaties, | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | en gebouwen |
machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw | Totaal |
| Per 1 januari 2020 | 631 920 | 2 251 771 | 91 236 | 5 457 | — | 2 980 384 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 41 434 | 111 237 | 8 236 | 760 | — | 161 667 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 1 931 | 14 779 | 210 | — | — | 16 920 |
| Terugname van bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen | — | -3 125 | -16 | — | — | -3 141 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -15 797 | -93 637 | -4 913 | -784 | — | -115 131 |
| Overdrachten ¹ | — | 788 | — | — | — | 788 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² | -2 115 | — | — | — | — | -2 115 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | -22 617 | -74 523 | -2 667 | -187 | — | -99 994 |
| Per 31 december 2020 | 634 755 | 2 207 291 | 92 087 | 5 246 | — | 2 939 379 |
| Per 1 januari 2021 | 634 755 | 2 207 291 | 92 087 | 5 246 | — | 2 939 379 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 41 600 | 101 370 | 7 704 | 755 | — | 151 429 |
| Bijzondere waardeverminderingen | — | 1 077 | 158 | 9 | — | 1 244 |
| Terugname van bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen | — | -2 760 | -2 | — | — | -2 762 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | -19 345 | -49 080 | -3 591 | -208 | — | -72 225 |
| Overdrachten ¹ | — | — | 78 | — | — | 78 |
| Herclassificering als (-) / uit aangehouden voor verkoop ² | -744 | -148 | — | -89 | — | -981 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 37 566 | 137 913 | 4 046 | 85 | — | 179 611 |
| Per 31 december 2021 | 693 833 | 2 395 662 | 100 479 | 5 798 | — | 3 195 772 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' (zie toelichting 6.1. 'Immateriële activa') en 'Recht-op-gebruik vaste activa' (zie toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa') en materiële vaste activa worden opgeteld.
² In 2020 heeft de herclassificering als aangehouden voor verkoop hoofdzakelijk betrekking op de gebouwen in Canada; in 2021 heeft dit betrekking op de Ingelmunster site (België) (zie toelichting 6.12.'Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en verplichtingen verbonden met deze activa').
| Terreinen | Installaties, | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| en | machines en | Meubilair en rollend | Overige materiële | |||
| in duizend € | gebouwen | uitrusting | materieel | vaste activa | Activa in aanbouw | Totaal |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2020 vóór investeringssubsidies | 518 345 | 568 324 | 16 026 | 11 051 | 84 023 | 1 197 769 |
| Netto-investeringssubsidies | -4 704 | -1 284 | — | — | — | -5 988 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2020 | 513 641 | 567 040 | 16 026 | 11 051 | 84 023 | 1 191 781 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2021 vóór investeringssubsidies | 525 495 | 557 347 | 15 457 | 10 168 | 151 091 | 1 259 559 |
| Netto-investeringssubsidies | -4 780 | -922 | — | — | — | -5 702 |
| Nettoboekwaarde per 31 december 2021 | 520 716 | 556 425 | 15 457 | 10 168 | 151 091 | 1 253 857 |
Investeringen in materiële vaste activa omvatten uitbreidingsprogramma's en technologische aanpassingen aan bestaande installaties in de ganse groep, maar hoofdzakelijk in Rubberversterking (in de fabrieken in EMEA en China, als ook voor de opstart in Vietnam). In de Staaldraadtoepassingen vonden de investeringen voornamelijk plaats in Centraal-Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika. In de Specialty Businesses werd geïnvesteerd in uitbreidingsprogramma's in Centraal-Europa (bouwproducten), in België (staalvezeltechnologieën) en in de Europese vestigingen van verbrandingstechnologie. Tenslotte vonden de investeringen in BBRG voornamelijk plaats in de kabelentiteit gevestigd in het VK en Noord-Amerika en in de advanced cords-vestigingen.
Het saldo van de Activa in Aanbouw op eind 2021 had betrekking op enkele grote expansieprojecten (zoals de fabriek in Vietnam, in Centraal- en Oost-Europa, de BBRG fabriek in Noord-Amerika en de uitbreiding in advanced cords), maar voornamelijk op veel kleinere investeringprojecten die nog niet volledig operationeel zijn in alle Bekaert fabrieken.
In 2020 werden bijzondere waardeverminderingen genomen in BBRG (Canada), Specialty Businesses (verbrandingstechnologie in China) en in Staaldraadtoepassingen (EMEA).
Er werden geen materiële vaste activa verpand als waarborg voor leningen.

Deze toelichting verstrekt informatie over lease-overeenkomsten waar de Groep optreedt als een leasingnemer. Over het algemeen treedt de Groep niet op als leasinggever.
De balans van de recht-op-gebruik vaste activa toonde volgende bewegingen gedurende het jaar:
| Aanschaffingswaarde | Recht op gebruik installaties, |
Recht op gebruik | Recht op gebruik | Recht op gebruik | Recht op gebruik overige |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
machines en uitrusting |
industriële voertuigen |
bedrijfs wagens |
kantoor materieel |
materiële vaste activa |
Totaal |
| Per 1 januari 2020 | 78 789 | 72 863 | 4 381 | 15 411 | 20 808 | 1 547 | 373 | 194 173 |
| Nieuwe lease-overeenkomsten / uitbreidingen | — | 11 809 | 1 500 | 5 026 | 5 334 | 406 | 235 | 24 309 |
| Beëindigde overeenkomsten / inkorting van de contractduur | -3 978 | -7 710 | -285 | -2 399 | -3 122 | -135 | -12 | -17 641 |
| Overdrachten ¹ | — | — | -2 255 | — | — | — | — | -2 255 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) | -3 434 | -3 276 | -135 | -545 | -396 | -87 | -8 | -7 881 |
| Per 31 december 2020 | 71 376 | 73 686 | 3 206 | 17 494 | 22 624 | 1 730 | 589 | 190 704 |
| Per 1 januari 2021 | 71 376 | 73 686 | 3 206 | 17 494 | 22 624 | 1 730 | 589 | 190 704 |
| Nieuwe lease-overeenkomsten / uitbreidingen | — | 6 123 | 782 | 7 116 | 4 184 | 398 | 144 | 18 748 |
| Beëindigde overeenkomsten / inkorting van de contractduur | -985 | -2 966 | -104 | -3 017 | -4 229 | — | -241 | -11 542 |
| Overdrachten ¹ | — | — | — | — | -105 | — | — | -105 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) | 7 554 | 2 817 | 59 | 416 | 324 | 121 | 32 | 11 323 |
| Per 31 december 2021 | 77 945 | 79 661 | 3 943 | 22 009 | 22 798 | 2 249 | 523 | 209 129 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | Recht op gebruik | Recht op | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Recht op gebruik | Recht op gebruik | installaties, machines en |
Recht op gebruik industriële |
Recht op gebruik bedrijfs |
Recht op gebruik kantoor |
gebruik overige materiële vaste |
||
| in duizend € | terreinen | gebouwen | uitrusting | voertuigen | wagens | materieel | activa | Totaal |
| Per 1 januari 2020 | 16 809 | 16 818 | 1 331 | 3 781 | 6 015 | 296 | 71 | 45 121 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 419 | 9 987 | 832 | 4 949 | 6 301 | 353 | 88 | 23 930 |
| Bijzondere waardeverminderingen | — | 59 | — | — | — | — | — | 59 |
| Beëindigde overeenkomsten | -400 | -3 792 | -285 | -1 542 | -2 318 | -34 | -1 | -8 372 |
| Overdrachten ¹ | — | — | -788 | — | — | — | — | -788 |
| Omrekeningswinsten (-) en-verliezen | -627 | -853 | -36 | -163 | -147 | -25 | -3 | -1 853 |
| Per 31 december 2020 | 17 201 | 22 219 | 1 055 | 7 026 | 9 852 | 590 | 155 | 58 097 |
| Per 1 januari 2021 | 17 201 | 22 219 | 1 055 | 7 026 | 9 852 | 590 | 155 | 58 097 |
| Afschrijvingen van het boekjaar | 1 381 | 10 211 | 979 | 5 169 | 5 950 | 433 | 88 | 24 210 |
| Beëindigde overeenkomsten | -273 | -2 418 | -75 | -2 520 | -3 291 | — | -15 | -8 592 |
| Overdrachten ¹ | — | — | — | — | -78 | — | — | -78 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 1 968 | 1 066 | 12 | 162 | 152 | 49 | 10 | 3 418 |
| Per 31 december 2021 | 20 277 | 31 077 | 1 971 | 9 836 | 12 585 | 1 072 | 238 | 77 056 |
¹ Overdrachten vallen op nul wanneer de totalen van 'Immateriële activa' (zie toelichting 6.1. 'Immateriële activa') en 'Materiële vaste activa' (zie toelichting 6.3. 'Materiële vaste activa') en 'Recht-op-gebruik vaste activa' worden opgeteld.
| Recht op gebruik | Recht op | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| installaties, | Recht op gebruik | Recht op gebruik | Recht op gebruik | gebruik overige | ||||
| Recht op gebruik | Recht op gebruik | machines en | industriële | bedrijfs | kantoor | materiële vaste | ||
| terreinen | gebouwen | uitrusting | voertuigen | wagens | materieel | activa | Totaal |
| De Groep huurt verscheidene fabrieken, kantoren, opslagplaatsen, industrieel materieel, industriële voertuigen, bedrijfswagens, servers en klein kantoormaterieel zoals printers. Deze |
|---|
| contracten kunnen zowel lease als non-leasecomponenten bevatten. De Groep wijst de vergoeding in het contract toe aan lease- en non-leasecomponenten gebaseerd op hun |
| relatieve individuele prijzen. Echter voor de leases van bedrijfswagens en industriële voertuigen, waarbij de Groep optreedt als een leasingnemer, werd gekozen om lease- en non |
| leasecomponenten niet af te zonderen. In plaats daarvan werd gekozen deze te beschouwen als één enkele leasecomponent. De voornaamste non-leasecomponenten die werden |
| opgenomen in de leasecomponent zijn kosten voor onderhoud en kosten voor de vervanging van banden. De Groep heeft de praktische uitzondering voor activa met lage waarde |
| toegepast op de leases van printers en klein kantoormaterieel. De Groep heeft de praktische uitzondering ook toegepast voor korte termijn leases (gedefinieerd als leases met een |
| looptijd van maximum 12 maanden). Er waren geen contracten waarin ontmantelingskosten, restwaardegaranties of initiële directe kosten waren opgenomen, noch contracten met |
Nettoboekwaarde per 31 december 2020 54 175 51 467 2 151 10 468 12 773 1 141 433 132 607 Nettoboekwaarde per 31 december 2021 57 668 48 584 1 972 12 172 10 214 1 178 285 132 073
variabele huurkosten andere dan die gekoppeld aan een index of intrest.
in duizend €
Toevoegingen aan RoU gebouwen omvatten nieuwe contracten voor magazijnen en kantoren, voornamelijk in China en de Verenigde Arabische Emiraten.
De gemiddelde huurtermijn voor de recht-op-gebruik activa (exclusief de gebruiksrechten van terreinen) bedroeg 9,9 jaar (2020: 9,8 jaar). RoU gebouwen hadden een gemiddelde looptijd van 13 jaar (2020: 13 jaar) en de overige categorieën van vaste activa (met uitzondering van terreinen) hadden een gemiddelde looptijd tussen 4 en 6 jaar.
RoU terreinen hebben betrekking op de gebruiksrechten van terreinen die vooraf werden betaald en hadden een gemiddelde gebruiksduur van 54 jaar.
De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de intrestvoet impliciet vermeld in de lease. Indien deze intrest niet gemakkelijk kan worden bepaald, wat in het algemeen het geval is voor de leases van de Groep, wordt de marginale rentevoet van de leasingnemer gebruikt om de toekomstige leasebetalingen te verdisconteren. De marginale rentevoet is de rente die een individuele leasingnemer zou moeten betalen om de nodige fondsen te ontlenen, om een actief met een vergelijkbare waarde als het recht-op-gebruik actief te verkrijgen in een gelijkaardige economische context met overeenkomstige condities en zekerheden.
De marginale rentevoet wordt bepaald door de Groepsdienst Thesaurie en houdt enerzijds rekening met de marktrente per munt voor verschillende relevante tijdbuckets en anderzijds met een kredietmarge voor iedere individuele entiteit gebaseerd op diens kredietwaardigheid. De marginale rentevoet wordt berekend als de som van beide elementen. De gewogen gemiddelde disconteringsvoet per eind 2021 bedroeg 4,01% (2020: 4,09%).
De financiële kost wordt tijdens de leaseperiode toegerekend aan de winst-en-verliesrekening om op die manier een constante periodieke rente te produceren over het resterende saldo van de verplichting voor elke periode. Voor verdere informatie verwijzen we naar toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden'.
De Groep is blootgesteld aan mogelijke toekomstige stijgingen in variabele leasebetalingen die gebaseerd zijn op een index of intrest die, zolang ze niet van kracht zijn, niet werden inbegrepen in de leaseverplichting. Op het ogenblik dat de leasebetalingen worden aangepast door wijzigingen in de index of intrest, wordt de leaseverplichting opnieuw beoordeeld en aangepast tegenover het recht-op-gebruik actief.
Recht-op-gebruik vaste activa worden algemeen lineair afgeschreven over de kortste termijn, zijnde de gebruiksduur van het actief of de leasetermijn.
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties, machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afschrijvingen van recht op gebruik-activa | -1 419 | -9 987 | -832 | -4 949 | -6 301 | -353 | -88 | -23 930 |
| Rentelasten (inbegrepen in de financiële kosten) | -3 593 | |||||||
| Kosten gelinkt aan kortlopende lease-overeenkomsten | -1 121 | |||||||
| Kosten gelinkt aan activa met geringe waarde | -888 | |||||||
| Totaal | -29 532 |
| in duizend € | Recht op gebruik terreinen |
Recht op gebruik gebouwen |
Recht op gebruik installaties, machines en uitrusting |
Recht op gebruik industriële voertuigen |
Recht op gebruik bedrijfs wagens |
Recht op gebruik kantoor materieel |
Recht op gebruik overige materiële vaste activa |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Afschrijvingen van recht op gebruik-activa | -1 381 | -10 211 | -979 | -5 169 | -5 950 | -433 | -88 | -24 210 |
| Rentelasten (inbegrepen in de financiële kosten) | -3 152 | |||||||
| Kosten gelinkt aan kortlopende lease-overeenkomsten | -837 | |||||||
| Kosten gelinkt aan activa met geringe waarde | -727 | |||||||
| Totaal | -28 926 |
De resterende operationele leasekosten opgenomen in het bedrijfsresultaat hadden voornamelijk betrekking op kosten die gelinkt zijn aan gehuurde activa zoals brandstof voor bedrijfswagens, niet-aftrekbare BTW op bedrijfswagens of onroerende voorheffing op gebouwen.
De totale uitgaande kasstroom voor leases bedroeg in 2021 € 27,9 miljoen (2020: € 27,8 miljoen).

In 2021 en in 2020 had de Groep geen deelnemingen in ondernemingen die worden geclassificeerd als geassocieerde ondernemingen.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 155 302 | 120 181 |
| Kapitaalsverhogingen en -verminderingen | 872 | — |
| Resultaat van het boekjaar | 34 355 | 107 619 |
| Dividenden | -24 908 | -44 872 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | -45 443 | 1 891 |
| Andere elementen van het resultaat | 3 | 3 |
| Per 31 december | 120 181 | 184 823 |
Voor een analyse van het resultaat van het boekjaar verwijzen we naar toelichting 5.7. 'Aandeel in het resultaat van joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
Omrekeningswinsten en –verliezen hadden voornamelijk te maken met de evolutie van de Braziliaanse real ten opzichte van de euro die min of meer stabiel bleef in 2021 (6,3 BRL/ EUR eind 2021 tegenover 6,4 BRL/EUR eind 2020). In 2020 kende de munt een aanzienlijke waardedaling tegenover de euro (4,5 BRL/EUR eind 2019).
In 2020 hadden de kapitaalverhogingen betrekking op Agro - Bekaert Springs, SL en Agro-Bekaert Colombia SAS, nieuwe 50/50 joint ventures in Spanje en Colombia, en in beperkte mate tot Servicios Ideal AGF Inttegra Cía Ltda in Ecuador.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari 5 363 |
3 800 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen -1 563 |
38 |
| Per 31 december 3 800 |
3 838 |
| Nettoboekwaarde van gerelateerde goodwill per 31 december 3 800 |
3 838 |
| Totale nettoboekwaarde van deelnemingen in joint ventures per 31 december 123 981 |
188 661 |
Zie toelichting 6.2. 'Goodwill' voor details per entiteit.
Het aandeel van de Groep in het eigen vermogen van de joint ventures is als volgt samengesteld:
| in duizend € | 2020 | 2021 | |
|---|---|---|---|
| Joint ventures | |||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Colombia | 473 | 56 |
| Agro - Bekaert Springs, SL | Spanje | 20 | 13 |
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 77 679 | 136 092 |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | Brazilië | 41 845 | 48 521 |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cía Ltda | Ecuador | 164 | 140 |
| Totaal joint ventures, exclusief gerelateerde goodwill | 120 181 | 184 822 | |
| Nettoboekwaarde van gerelateerde goodwill | 3 800 | 3 838 | |
| Totaal joint ventures, inclusief gerelateerde goodwill | 123 981 | 188 661 |
In overeenstemming met IFRS 12 'Informatieverschaffing over betrokkenheid in andere entiteiten' wordt de volgende informatie verstrekt voor belangrijke joint ventures. De twee Braziliaanse joint ventures werden samengevoegd om te benadrukken dat de samenwerking met ArcelorMittal doorweegt bij het analyseren van het relatief belang van de joint ventures.
Deelnemingspercentage (en stemrechtenpercentage) aangehouden door de Groep op jaareinde
| in duizend € | Land | 2020 | 2021 | |
|---|---|---|---|---|
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Brazilië | 45.0% (50.0%) | 45.0% (50.0%) | |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | Brazilië | 44.5% (50.0%) | 44.5% (50.0%) |
Belgo Bekaert Arames Ltda produceert en verkoopt een variatie van staaldraadproducten, veelal voor industriële klanten, en BMB produceert en verkoopt vooral draden en kabels voor de rubberversterking van banden.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Omzet 694 366 |
1 041 142 |
| Bedrijfsresultaat (EBIT) 109 680 |
282 531 |
| Renteopbrengsten 8 524 |
53 043 |
| Rentelasten -4 397 |
-17 775 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten -2 062 |
-2 051 |
| Winstbelastingen -25 656 |
-62 360 |
| Perioderesultaat 86 089 |
253 389 |
| Andere elementen van het resultaat 6 |
12 |
| Volledig perioderesultaat 86 095 |
253 400 |
| Afschrijvingen en waardeverminderingen 16 214 |
15 803 |
| EBITDA 125 894 |
298 334 |
| Dividenden ontvangen van de entiteiten 24 908 |
44 872 |
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 217 429 | 406 456 |
| Vaste activa | 189 957 | 239 857 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | -109 817 | -184 396 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar | -33 600 | -53 086 |
| Nettoactiva | 263 969 | 408 831 |
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar 8 247 |
5 963 |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar 17 252 |
18 454 |
| Totaal financiële schulden 25 499 |
24 417 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar -18 862 |
-16 466 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten -19 393 |
-31 940 |
| Nettoschuld -12 756 |
-23 990 |
De Braziliaanse joint ventures worden geconfronteerd met betwistingen van hun indirecte belastingvorderingen (ICMS) voor een totaal van € 5,0 miljoen (2020: € 6,0 miljoen). Daarnaast zijn er nog meerdere andere belastinggeschillen hangende, waarvan de meeste al jaren teruggaan, voor een totaal nominaal bedrag van € 18,6 miljoen (2020: € 11,6 miljoen). Het spreekt vanzelf dat eventuele winsten en verliezen voortvloeiend uit bovenvermelde voorwaardelijke verplichtingen de Groep slechts zouden affecteren in de mate van hun participatie in de betrokken joint ventures (d.i. 45%).
Niet-opgenomen verbintenissen om materiële vaste activa te verwerven bedroegen € 16,2 miljoen (2020: € 4,6 miljoen), waarvan € 12,4 miljoen (2020: € 2,7 miljoen) tegenover andere Bekaertvennootschappen. Bovendien hadden de Braziliaanse joint ventures ook niet-opgenomen verbintenissen lopen om de komende vijf jaar elektriciteit aan te kopen voor een totaalbedrag van € 24,9 miljoen (2020: € 25,2 miljoen).
Er waren geen beperkingen om geld over te maken in de vorm van contanten en dividenden. Bekaert had geen voorwaardelijke verplichtingen tegenover haar Braziliaanse joint ventures.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Nettoactiva van Belgo Bekaert Arames Ltda 171 882 |
301 977 |
| Deelnemingspercentage van de Groep 45,0% |
45,0% |
| Proportionele nettoactiva 77 347 |
135 890 |
| Consolidatie-aanpassingen 332 |
202 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in Belgo Bekaert Arames Ltda 77 679 |
136 092 |
| Nettoactiva van BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda 92 088 |
106 854 |
| Deelnemingspercentage van de Groep 44,5% |
44,5% |
| Proportionele nettoactiva 40 979 |
47 550 |
| Consolidatie-aanpassingen 866 |
971 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda 41 845 |
48 521 |
| Nettoboekwaarde van de deelneming van de Groep in de Braziliaanse joint ventures 119 524 |
184 613 |
De volgende tabel geeft de geaggregeerde informatie voor de andere joint ventures weer die in deze context niet materieel werden geacht.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Aandeel van de Groep in het resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten -397 |
-430 |
| Aandeel van de Groep in andere elementen van het resultaat -14 |
-2 |
| Aandeel van de Groep in het volledig perioderesultaat -411 |
-432 |
| Geaggregeerde nettoboekwaarde van het aandeel van de Groep in deze joint ventures 657 |
210 |
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Financiële vorderingen op meer dan een jaar en kaswaarborgen | 7 451 | 10 192 |
| Restitutierechten en overige vorderingen op meer dan een jaar | 3 164 | 2 522 |
| Derivaten (zie toelichting 7.2.) | 3 762 | 13 244 |
| Nettovordering uit toegezegdpensioenregelingen op meer dan een jaar | 18 082 | 19 847 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangehouden tegen RWvOCI | 13 372 | 20 081 |
| Totaal overige vaste activa | 45 830 | 65 886 |
De nettovordering uit toegezegdpensioenregelingen was gerelateerd aan de pensioenregelingen in het Verenigd Koninkrijk. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen'.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Per 1 januari 13 152 |
13 372 | |
| Aanschaffingen | — | 863 |
| Veranderingen in reële waarde | 220 | 5 847 |
| Per 31 december 13 372 |
20 081 |
De eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen (RWvOCI), in overeenstemming met IFRS 9 'Financiële instrumenten', hadden hoofdzakelijk betrekking op:
De Groep heeft gekozen om de eigenvermogensinstrumenten te waarderen tegen reële waarde via eigen vermogen aangezien het om strategische investeringen gaat die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Voor meer informatie over de herwaarderingsreserve voor deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen, zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'.
| Nettoboekwaarde | Vorderingen | Verplichtingen | |||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | |
| Per 1 januari | 142 333 | 124 243 | 34 182 | 38 337 | |
| Toename of afname via resultaat | -9 302 | -2 821 | 10 467 | 14 469 | |
| Toename of afname via OCI | 557 | -2 191 | 1 580 | 1 308 | |
| Eerste consolidatie | — | — | — | 1 184 | |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | -6 372 | 6 869 | -4 919 | 3 183 | |
| Saldering vorderingen en verplichtingen | -2 973 | -6 501 | -2 973 | -6 501 | |
| Per 31 december | 124 243 | 119 599 | 38 337 | 51 979 |
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen waren toe te wijzen aan de volgende rubrieken:
| Vorderingen | Verplichtingen | Nettovorderingen | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 |
| Immateriële activa | 19 553 | 17 390 | 12 051 | 12 390 | 7 502 | 5 000 |
| Materiële vaste activa | 44 130 | 46 338 | 52 401 | 55 828 | -8 271 | -9 490 |
| Financiële vaste activa | 111 | 90 | 20 961 | 31 967 | -20 850 | -31 877 |
| Voorraden | 9 565 | 10 581 | 2 103 | 8 168 | 7 462 | 2 413 |
| Vorderingen | 4 614 | 4 156 | 57 | 128 | 4 557 | 4 027 |
| Andere vlottende activa | 831 | 1 004 | 2 598 | 1 995 | -1 767 | -991 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 23 494 | 20 697 | 119 | 120 | 23 375 | 20 577 |
| Overige voorzieningen | 3 477 | 1 938 | 177 | 4 | 3 300 | 1 934 |
| Overige verplichtingen | 27 967 | 38 630 | 8 299 | 8 311 | 19 668 | 30 319 |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
50 930 | 45 707 | — | — | 50 930 | 45 707 |
| Belastingvorderingen / -verplichtingen | 184 672 | 186 529 | 98 766 | 118 910 | 85 906 | 67 620 |
| Saldering vorderingen en verplichtingen | -60 429 | -66 930 | -60 429 | -66 930 | — | — |
| Nettobelastingvorderingen / -verplichtingen | 124 243 | 119 599 | 38 337 | 51 979 | 85 906 | 67 620 |
De uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot materiële vaste activa kwamen voornamelijk voort uit verschillen qua afschrijvingsmethode tussen IFRS en fiscale boeken, terwijl de uitgestelde belasting gerelateerd aan immateriële activa voornamelijk gegenereerd werd door de eliminatie van intragroepswinsten in de geconsolideerde jaarrekening. De uitgestelde belastingen met betrekking tot voorzieningen voor personeelsbeloningen werden hoofdzakelijk gegenereerd door tijdelijke verschillen als gevolg van de toepassing van IAS 19 'Personeelsbeloningen'. De uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot financiële vaste activa hadden voornamelijk te maken met tijdelijke verschillen die ontstaan uit niet-uitgekeerde winsten bij dochterondernemingen en joint ventures.

De evolutie van uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen was als volgt te verklaren:
| Per | Opgenomen via winst-en-verlies |
Overnames en | Omreke ningswinsten en |
Per | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 1 januari | rekening Opgenomen via OCI | afstotingen | -verliezen | 31 december | |
| Tijdelijke verschillen | ||||||
| Immateriële activa | 12 019 | -4 805 | — | — | 288 | 7 502 |
| Materiële vaste activa | 2 346 | -13 535 | — | — | 2 918 | -8 271 |
| Financiële vaste activa | -16 132 | -3 136 | -1 770 | — | 188 | -20 850 |
| Voorraden | 6 677 | 646 | — | — | 139 | 7 462 |
| Vorderingen | 3 860 | 840 | — | — | -143 | 4 557 |
| Andere vlottende activa | -842 | -933 | — | — | 8 | -1 767 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 20 942 | 2 812 | 580 | — | -959 | 23 375 |
| Overige voorzieningen | 3 473 | -300 | 167 | — | -40 | 3 300 |
| Overige verplichtingen | 19 525 | 853 | — | — | -710 | 19 668 |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
56 283 | -2 211 | — | — | -3 142 | 50 930 |
| Totaal | 108 151 | -19 769 | -1 023 | — | -1 453 | 85 906 |
| Opgenomen via | Omreke | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Per 1 januari |
winst-en-verlies | rekening Opgenomen via OCI | Overnames en afstotingen |
ningswinsten en -verliezen |
Per 31 december |
| Tijdelijke verschillen | ||||||
| Immateriële activa | 7 502 | -2 221 | — | — | -281 | 5 000 |
| Materiële vaste activa | -8 271 | -1 224 | — | -1 184 | 1 189 | -9 490 |
| Financiële vaste activa | -20 850 | -9 294 | -1 288 | — | -445 | -31 877 |
| Voorraden | 7 462 | -4 459 | — | — | -590 | 2 413 |
| Vorderingen | 4 557 | -596 | — | — | 66 | 4 027 |
| Andere vlottende activa | -1 767 | 722 | — | — | 55 | -991 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 23 375 | -997 | -2 212 | — | 411 | 20 577 |
| Overige voorzieningen | 3 300 | -1 415 | — | — | 48 | 1 934 |
| Overige verplichtingen | 19 668 | 9 455 | — | — | 1 195 | 30 319 |
| Overdraagbare fiscaal aftrekbare verliezen, aftrekposten en terugvorderbare belastingen |
50 930 | -7 261 | — | — | 2 038 | 45 707 |
| Totaal | 85 906 | -17 290 | -3 500 | -1 184 | 3 686 | 67 620 |

| in duizend € | Voor belastingen | Belastingen | Na belastingen |
|---|---|---|---|
| Omrekeningsverschillen | -119 013 | — | -119 013 |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen | 250 | — | 250 |
| Winsten en verliezen uit herwaardering van toegezegdpensioenregelingen | 2 497 | -1 023 | 1 474 |
| Aandeel in OCI van joint ventures en geassocieerde ondernemingen | 4 | — | 4 |
| Totaal | -116 262 | -1 023 | -117 285 |
| in duizend € | Voor belastingen | Belastingen | Na belastingen |
|---|---|---|---|
| Omrekeningsverschillen | 88 173 | — | 88 173 |
| Nettowijziging in reële waarde van deelnemingen aangemerkt als tegen reële waarde via eigen vermogen | 5 882 | — | 5 882 |
| Winsten en verliezen uit herwaardering van toegezegdpensioenregelingen | 47 351 | -3 500 | 43 851 |
| Aandeel in OCI van joint ventures en geassocieerde ondernemingen | 6 | -3 | 3 |
| Totaal | 141 412 | -3 503 | 137 909 |
Uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot tijdelijke verschillen werden niet opgenomen voor een brutobedrag van € 188,7 miljoen (2020: 235,5 miljoen). De niet-opgenomen belastingvorderingen inzake verliezen en aftrekposten zijn per vervaldatum voorgesteld in onderstaande tabel.

De volgende tabel geeft een overzicht van de brutobedragen van de verliezen en aftrekposten die uitgestelde belastingvorderingen genereren en waarvan sommige niet opgenomen werden.
| in duizend € | Vervallend binnen 1 jaar |
Vervallend tussen 1 en 5 jaar |
Vervallend na meer dan 5 jaar |
Niet vervallend | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Beleggingsverliezen | Bruto | — | — | 536 | 43 072 | 43 608 |
| Niet opgenomen | — | — | — | -36 872 | -36 872 | |
| Netto | — | — | 536 | 6 200 | 6 736 | |
| Operationele verliezen | Bruto | 11 649 | 94 489 | 123 900 | 780 467 | 1 010 505 |
| Niet opgenomen | -11 583 | -73 063 | -110 464 | -656 033 | -851 143 | |
| Netto | 66 | 21 426 | 13 436 | 124 434 | 159 362 | |
| Aftrekposten | Bruto | 4 106 | — | 35 884 | 35 752 | 75 742 |
| Niet opgenomen | — | — | -17 775 | -10 284 | -28 059 | |
| Netto | 4 106 | — | 18 109 | 25 468 | 47 683 | |
| Totaal | Bruto | 15 755 | 94 489 | 160 320 | 859 291 | 1 129 855 |
| Niet opgenomen | -11 583 | -73 063 | -128 239 | -703 189 | -916 074 | |
| Netto | 4 172 | 21 426 | 32 081 | 156 102 | 213 781 |
2021
| in duizend € | Vervallend binnen 1 jaar |
Vervallend tussen 1 en 5 jaar |
Vervallend na meer dan 5 jaar |
Niet vervallend | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Beleggingsverliezen | Bruto | — | — | 777 | 40 009 | 40 786 |
| Niet opgenomen | — | — | -752 | -39 758 | -40 510 | |
| Netto | — | — | 25 | 251 | 276 | |
| Operationele verliezen | Bruto | 38 285 | 61 381 | 153 867 | 674 409 | 927 943 |
| Niet opgenomen | -36 320 | -47 215 | -133 825 | -551 123 | -768 482 | |
| Netto | 1 966 | 14 166 | 20 042 | 123 287 | 159 461 | |
| Aftrekposten | Bruto | 34 | — | 306 | 20 554 | 20 894 |
| Niet opgenomen | — | — | -306 | -3 164 | -3 470 | |
| Netto | 34 | — | — | 17 389 | 17 423 | |
| Totaal | Bruto | 38 319 | 61 381 | 154 950 | 734 972 | 989 622 |
| Niet opgenomen | -36 320 | -47 215 | -134 882 | -594 045 | -812 462 | |
| Netto | 2 000 | 14 166 | 20 068 | 140 927 | 177 160 |
De netto uitgestelde belastingvorderingen met betrekking tot deze brutobedragen bedroegen € 45,7 miljoen in 2021 (2020: € 50,9 miljoen).
Uitgestelde belastingvorderingen werden enkel geboekt in de mate dat het waarschijnlijk was dat er toekomstige belastbare winsten zouden gemaakt worden, rekening houdend met zowel positieve als negatieve elementen. Deze afweging is gemaakt rekening houdend met voorzichtige schattingen op basis van het businessplan van de betrokken entiteit, meestal gekoppeld aan een tijdshorizon van 5 jaar.
In sommige landen zijn uitgestelde belastingvorderingen op beleggingsverliezen, operationele verliezen en aftrekposten geboekt in de mate van geboekte onzekere belastingposities om aan te tonen dat sommige aanpassingen omwille van belastingcontroles zouden leiden tot een aanpassing van de belastingverliezen in plaats van een betaling van een belastingkost door de betrokken entiteit.
| Per | Organische toename of afname |
Afwaarder-ingen en terugname |
Omreken ingswinsten en |
Per 31 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 1 januari | ¹ | afwaarderingen | Eerste consolidatie | -verliezen | Overige | december |
| Grondstoffen | 139 985 | -9 551 | -3 815 | 69 | -6 549 | — | 120 139 |
| Hulpstoffen en wisselstukken | 91 125 | -5 870 | -2 708 | 137 | -3 972 | — | 78 711 |
| Goederen in bewerking | 136 425 | -4 957 | -817 | — | -4 975 | — | 125 676 |
| Gereed product | 282 018 | -38 208 | 2 045 | 53 | -11 050 | — | 234 858 |
| Handelsgoederen | 133 477 | -252 | -1 609 | 83 | -7 606 | — | 124 093 |
| Voorraden | 783 030 | -58 838 | -6 904 | 342 | -34 153 | — | 683 477 |
| Handelsvorderingen | 644 908 | -25 565 | -400 | 681 | -31 954 | -51 | 587 619 |
| Ontvangen bankwissels | 59 904 | -4 154 | — | — | -1 710 | — | 54 039 |
| Betaalde voorschotten | 15 820 | 3 576 | — | 301 | -1 102 | — | 18 594 |
| Handelsschulden | -652 384 | -41 706 | — | -778 | 26 571 | -125 | -668 422 |
| Ontvangen voorschotten | -18 791 | 2 425 | — | -39 | 723 | — | -15 682 |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid | -125 051 | 4 969 | — | -178 | 3 285 | 960 | -116 014 |
| Belastingen m.b.t. personeel | -8 543 | -641 | — | — | 82 | — | -9 101 |
| Operationeel werkkapitaal | 698 893 | -119 935 | -7 304 | 329 | -38 257 | 784 | 534 510 |
| in duizend € | Per 1 januari |
Organische toename of afname ¹ |
Afwaarder-ingen en terugname afwaarderingen |
Eerste consolidatie | Omreken ingswinsten en -verliezen |
Overige | Per 31 december |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Grondstoffen | 120 139 | 116 358 | 4 247 | — | 4 514 | — | 245 259 |
| Hulpstoffen en wisselstukken | 78 711 | 3 241 | 7 191 | — | 4 027 | — | 93 170 |
| Goederen in bewerking | 125 676 | 45 196 | 958 | — | 6 329 | — | 178 159 |
| Gereed product | 234 858 | 110 973 | 4 059 | — | 12 282 | — | 362 173 |
| Handelsgoederen | 124 093 | 121 680 | 817 | — | -4 131 | — | 242 458 |
| Voorraden | 683 477 | 397 448 | 17 272 | — | 23 021 | — | 1 121 219 |
| Handelsvorderingen | 587 619 | 146 039 | 1 412 | — | 15 595 | — | 750 666 |
| Ontvangen bankwissels | 54 039 | -17 652 | — | — | 4 887 | — | 41 274 |
| Betaalde voorschotten | 18 594 | -140 | -1 | — | 1 535 | — | 19 988 |
| Handelsschulden | -668 422 | -368 659 | — | — | -25 105 | — | -1 062 185 |
| Ontvangen voorschotten | -15 682 | -7 581 | — | — | -1 091 | — | -24 354 |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid | -116 014 | -40 082 | — | — | -4 602 | 1 | -160 699 |
| Belastingen m.b.t. personeel | -9 101 | 850 | — | — | -138 | — | -8 389 |
| Operationeel werkkapitaal | 534 510 | 110 224 | 18 683 | — | 14 101 | 1 | 677 519 |
¹ De organische toename of afname vertegenwoordigt de cash-bewegingen van het werkkapitaal. In het kasstroomoverzicht zijn de wijzigingen in operationeel werkkapitaal aangepast ten opzichte van de aankopen voor immateriële en materiële vaste activa voor de variatie van de openstaande handelsschulden op jaareinde gerelateerd aan investeringen (2021: toename van handelsschulden van € 9,4 miljoen (2020: afname van handelsschulden van € 4,5 miljoen)).
Het gemiddeld operationeel werkkapitaal, gewogen voor het aantal periodes dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd resultaat, vertegenwoordigde 12,6% van de omzet (2020: 16,4%). Bijkomende informatie volgt hieronder:
De voorraden namen toe ten opzichte van vorig jaareinde omwille van het gecombineerd effect van hogere materieelprijzen, aanvulling van heel lage voorraadtonnages op jaareinde 2020 en het hogere activiteitsniveau. De kostprijs van verkopen bevatte vervoer- en verhandelingskosten van gereed product voor € 249,5 miljoen (2020: € 164,4 miljoen), die nooit werden gekapitaliseerd in voorraden. De bewegingen in de voorraden in 2021 omvatten afwaarderingen voor € -22,8 miljoen (2020: € -34,6 miljoen) en terugnames van afwaarderingen ten belope van € 40,1 miljoen (2020: € 27,7 miljoen).
Net als in 2020 werden in 2021 geen voorraden verpand als waarborg voor leningen.
Het hogere bedrag op jaareinde 2021 is een gevolg van hogere verkoopsprijzen in het 4de kwartaal van 2021 in vergelijking met hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Eind 2021 waren voor € 224,8 miljoen aan handelsvorderingen opgenomen in het factoringprogramma (2020: € 152,3 miljoen).
De volgende tabel stelt de bewegingen in waardeverminderingen op handelsvorderingen voor. Er werden geen waardeverminderingen geboekt voor ontvangen bankwissels.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Brutoboekwaarde 682 152 |
833 840 |
| Waardeverminderingen voor dubieuze vorderingen (afgewaardeerd) -40 494 |
-41 899 |
| specifieke waardevermindering voor dubieuze vorderingen -35 097 |
-35 099 |
| algemene waardevermindering voor dubieuze vorderingen -5 397 |
-6 801 |
| Nettoboekwaarde 641 658 |
791 940 |
De volgende tabel geeft verdere informatie omtrent waardeverminderingen van vorderingen:
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari -41 687 |
-40 494 |
| Opgenomen verliezen in huidig jaar -5 350 |
-3 009 |
| Opgenomen verliezen in vorige jaren - aangewende bedragen 1 596 |
1 079 |
| Opgenomen verliezen in vorige jaren - terugname van niet-aangewende bedragen 3 354 |
3 343 |
| Eerste consolidatie -81 |
— |
| Omrekeningswinsten en verliezen (-) 1 550 |
-2 817 |
| Overige 124 |
— |
| Per 31 december -40 494 |
-41 899 |
In overeenstemming met IFRS 9 'Expected credit loss' model voor financiële activa, wordt er op iedere rapporteringsdatum een algemene waardevermindering voor handelsvorderingen geboekt om het ongekende afwaarderingsrisico af te dekken. Deze algemene waardevermindering bestaat uit een percentage van de handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum. De percentages houden rekening met historische informatie inzake verliezen op handelsvorderingen en worden ieder jaar opnieuw nagekeken. Voor meer informatie over kredietverbeteringstechnieken verwijzen wij naar toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
• De handelsschulden namen aanzienlijk toe als gevolg van de organische evolutie die gerelateerd is aan de hogere materiaalprijzen voor aangekochte walsdraad in het 4de kwartaal alsook aan uitzonderlijk hoge investeringen in het 4de kwartaal.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari 111 615 |
101 330 |
| Toename of afname -4 792 |
51 532 |
| Waardeverminderingen (-) en terugnemingen van waardeverminderingen — |
158 |
| Eerste consolidatie 192 |
— |
| Omrekeningswinsten en -verliezen -5 685 |
3 985 |
| Per 31 december 101 330 |
157 005 |
Overige vorderingen hadden voornamelijk betrekking op winstbelastingen (€ 43,2 miljoen (2020: € 35,1 miljoen)), BTW en overige belastingen (€ 74,6 miljoen (2020: € 52,1 miljoen)), leningen aan personeel (€ 3,4 miljoen (2020: € 3,7 miljoen)) en dividenden van joint ventures (€ 27,5 miljoen (2020: € 2,1 miljoen). Zie ook toelichting 6.21. 'Belastingposities'. Waardeverminderingen van overige vorderingen zijn opgenomen in toelichting 5.5. 'Overige financiële opbrengsten en lasten'.
| Nettoboekwaarde | ||
|---|---|---|
| in duizend € | 2020 | 2021 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 940 416 | 677 270 |
| Geldbeleggingen | 50 077 | 80 058 |
Voor de wijzigingen in geldmiddelen en kasequivalenten: zie het geconsolideerd kasstroomoverzicht en toelichting 7.1. 'Toelichtingen bij het kasstroomoverzicht'. Kasequivalenten en geldbeleggingen omvatten op de balansdatum geen marktgenoteerde schuldinstrumenten of eigenvermogensinstrumenten.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen 7 707 |
6 475 |
| Betaalde voorschotten 18 594 |
19 988 |
| Derivaten (zie toelichting 7.2.) 5 250 |
1 416 |
| Overlopende rekeningen (actief) 10 346 |
14 394 |
| Per 31 december 41 898 |
42 272 |
De financiële vorderingen en kaswaarborgen hadden voornamelijk betrekking op vorderingen uit de verkoop van het meerderheidsbelang in de rubberversterkingsfabriek Sumaré (Brazilië) in 2017 (€ 4,6 miljoen, zelfde bedrag als in 2020) en diverse kaswaarborgen (€ 0,5 miljoen (2020: € 1,0 miljoen)).
Betaalde voorschotten betroffen voornamelijk vooruitbetalingen in het kader van grote capex projecten en voorschotten voor leveringen van walsdraad.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | 466 | 6 740 |
| Toenames en afnames (-) | 6 468 | -5 264 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen | -193 | 327 |
| Per 31 december | 6 740 | 1 803 |
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Materiële vaste activa 6 740 |
1 803 |
| Totaal activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop 6 740 |
1 803 |
| Totaal verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop — |
— |
De wijziging van de activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop bevatte de verkoop van de gebouwen in Canada na de sluiting van de fabriek in Pointe-Claire (€ -6,1 miljoen) en de classificatie als aangehouden voor verkoop van het onroerend goed in Ingelmunster (België) na de stopzetting van de activiteiten, samen met de grond van Bridon-Bekaert ScanRope AS (Zweden) (€ +1,3 miljoen).
Per 31 december 2021 daalde de reële waarde minus verkoopkosten van de activa aangehouden voor verkoop niet onder de boekwaarde, waardoor er geen waardeverminderingen op de boekwaarde van de activa nodig waren.
| Geplaatst kapitaal |
2020 | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Nominale waarde | Aantal aandelen |
Nominale waarde | Aantal aandelen |
|
| 1 | Per 1 januari | 177 793 | 60 408 441 | 177 812 | 60 414 841 |
| Bewegingen van het jaar | |||||
| Uitgifte van nieuwe aandelen | 19 | 6 400 | 110 | 37 420 | |
| Per 31 december | 177 812 | 60 414 841 | 177 922 | 60 452 261 | |
| 2 | Structuur | ||||
| 2.1 | Soorten gewone aandelen | ||||
| Gewone aandelen zonder nominale waarde | 177 812 | 60 414 841 | 177 922 | 60 452 261 | |
| 2.2 | Aandelen op naam | 22 502 452 | 22 841 937 | ||
| Gedematerialiseerde aandelen | 37 912 389 | 37 610 324 | |||
| Toegestaan niet-geplaatst kapitaal | 176 000 | 176 000 |
In de loop van 2021 werden in totaal 37 420 inschrijvingsrechten uitgeoefend onder het aandelenoptieplan SOP 2005-2009. Dit resulteerde in de uitgifte van 37 420 nieuwe aandelen van de vennootschap.
Op 31 december 2020 bezat de vennootschap 3 809 534 eigen aandelen. Van deze 3 809 534 eigen aandelen werden in totaal 620 474 aandelen overgedragen (i) aan (voormalige) werknemers met het oog op de uitoefening van aandelenopties onder SOP 2010-2014, SOP 2015-2017 en SOP2, (ii) aan (voormalige) BGE-leden met het oog op de vereiste persoonlijke aandelenparticipatie, en (iii) aan de Voorzitter en andere niet-uitvoerende Bestuurders als deel van hun remuneratie (zie hoofdstuk aandelen). Er werden geen eigen aandelen vernietigd. Op 3 september 2021 kondigde Bekaert aan dat zij een liquiditeitsovereenkomst had gesloten met Kepler Cheuvreux. Deze overeenkomst voorziet in de aankoop en verkoop door Kepler Cheuvreux van Bekaert aandelen op de gereglementeerde markt van Euronext Brussel en het programma startte op 10 september 2021 voor een hernieuwbare periode van 12 maanden. Bekaert stelde 100 000 eigen aandelen ter beschikking van Kepler Cheuvreux. Het doel van het liquiditeitscontract is de liquiditeit van de Bekaert aandelen te ondersteunen. Met inbegrip van de verrichtingen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux, bedroeg het saldo van de eigen aandelen gehouden door de vennootschap op 31 december 2021 3 145 446.
In onderstaande tabellen zijn de details van de aandelenoptieplannen weergegeven die hetzij op de balansdatum, hetzij op de vorige balansdatum nog een uitstaand saldo vertoonden:
| Aantal opties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van aanbod | Datum van toekenning |
Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
Laatste uitoefenperiode |
| 21.12.2006 | 19.02.2007 | 30,175 | 37 500 | 37 500 | — | — | 22.05 - 30.06.2010 | 15.11 - 15.12.2021 |
| 20.12.2007 | 18.02.2008 | 28,335 | 30 630 | 30 630 | — | — | 22.05 - 30.06.2011 | 15.11 - 15.12.2022 |
| 17.12.2009 | 15.02.2010 | 33,990 | 49 500 | 5 000 | 44 500 | — | 22.05 - 30.06.2013 | 15.11 - 15.12.2019 |
| 117 630 | 73 130 | 44 500 | — |
| Aantal inschrijvingsrechten | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van aanbod | Datum van toekenning |
Datum van uitgifte van warrants |
Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
Laatste uitoefenperiode |
| 22.12.2005 | 20.02.2006 | 22.03.2006 | 23,795 | 190 698 | 190 683 | 15 | — | 22.05 - 30.06.2009 | 15.11 - 15.12.2020 |
| 21.12.2006 | 19.02.2007 | 22.03.2007 | 30,175 | 153 810 | 153 210 | 600 | — | 22.05 - 30.06.2010 | 15.11 - 15.12.2021 |
| 20.12.2007 | 18.02.2008 | 22.04.2008 | 28,335 | 215 100 | 176 000 | 12 700 | 26 400 | 22.05 - 30.06.2011 | 15.11 - 15.12.2022 |
| 17.12.2009 | 15.02.2010 | 08.09.2010 | 33,990 | 225 450 | 69 600 | 155 850 | — | 22.05 - 30.06.2013 | 15.11 - 15.12.2019 |
| 785 058 | 589 493 | 169 165 | 26 400 |
| Aantal opties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van aanbod | Datum van toekenning |
Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
Laatste uitoefenperiode |
| 16.12.2010 | 14.02.2011 | 77,000 | 360 925 | — | 360 925 | — | 28.02 - 13.04.2014 | Mid nov.- 15.12.2020 |
| 22.12.2011 | 20.02.2012 | 25,140 | 287 800 | 285 200 | 2 600 | — | 27.02 - 12.04.2015 | Mid nov. - 21.12.2021 |
| 20.12.2012 | 18.02.2013 | 19,200 | 267 200 | 232 000 | 2 700 | 32 500 | Eind feb. - 10.04.2016 |
Mid nov. - 19.12.2022 |
| 29.03.2013 | 28.05.2013 | 21,450 | 260 000 | 203 800 | — | 56 200 | Eind feb. - 09.04.2017 |
Eind feb. - 28.03.2023 |
| 19.12.2013 | 17.02.2014 | 25,380 | 373 450 | 302 850 | 2 400 | 68 200 | Eind feb. - 09.04.2017 |
Mid nov. - 18.12.2023 |
| 18.12.2014 | 16.02.2015 | 26,055 | 349 810 | 187 600 | 18 510 | 143 700 | Eind feb. - 08.04.2018 |
Mid nov. - 17.12.2024 |
| 1 899 185 | 1 211 450 | 387 135 | 300 600 |
| Aantal opties | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van aanbod | Datum van toekenning |
Uitoefenprijs (in €) |
Toegekend | Uitgeoefend | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Eerste uitoefenperiode |
Laatste uitoefenperiode |
| 17.12.2015 | 15.02.2016 | 26,375 | 227 250 | 100 500 | 28 250 | 98 500 | Eind feb. - 07.04.2019 |
Mid nov. - 16.12.2025 |
| 15.12.2016 | 13.02.2017 | 39,426 | 273 325 | 144 | 47 125 | 226 056 | Eind feb. - 12.04.2020 |
Mid nov. - 14.12.2026 |
| 21.12.2017 | 20.02.2018 | 34,600 | 225 475 | 72 500 | 8 375 | 144 600 | Eind feb. - 11.04.2021 |
Mid nov. - 20.12.2027 |
| 726 050 | 173 144 | 83 750 | 469 156 |
| 2020 | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs |
|||
| Aandelenoptieplan SOP2 | Aantal opties | (in €) | Aantal opties | (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 29 320 | 28,963 | 29 320 | 28,963 |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | — | — | -29 320 | 28,963 |
| Uitstaand op 31 december | 29 320 | 28,963 | — | — |
| 2020 | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan SOP 2005-2009 | Aantal inschrijvings rechten |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal inschrijvings rechten |
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 70 220 | 28,156 | 63 820 | 28,594 |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -6 400 | 23,795 | -37 420 | 28,776 |
| Uitstaand op 31 december | 63 820 | 28,594 | 26 400 | 28,335 |
| 2020 | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan SOP 2010-2014 | Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 1 025 083 | 39,653 | 700 058 | 24,488 |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar | -295 725 | 77,000 | — | — |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | -29 300 | 25,033 | -399 458 | 24,630 |
| Uitstaand op 31 december | 700 058 | 24,488 | 300 600 | 24,300 |
| 2020 | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| Aandelenoptieplan SOP 2015-2017 | Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 711 675 | 33,863 | 640 800 | 33,769 |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar | -70 875 | 34,721 | — | — |
| Uitgeoefend gedurende het jaar | — | — | -171 644 | 29,860 |
| Uitstaand op 31 december | 640 800 | 33,769 | 469 156 | 35,198 |
| in jaren | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| SOP2 | 1,6 | 0,0 |
| SOP 2005-2009 | 1,8 | 1,0 |
| SOP 2010-2014 | 3,0 | 2,2 |
| SOP 2015-2017 | 6,0 | 5,1 |
De gewogen gemiddelde aandelenkoers bij uitoefening in 2021 was € 28,96 voor de SOP2-opties (2020: n/a), € 24,63 voor de SOP 2010-2014-opties (2020: € 25,03), € 29,86 voor de SOP 2015-2017-opties (2020: n/a) en € 28,78 voor de SOP 2005-2009-inschrijvingsrechten (2020: € 23,80). De uitoefenprijs van de inschrijvingsrechten en opties is gelijk aan het laagste van (i) de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende dertig dagen die de aanboddatum voorafgaan en (ii) de laatste slotkoers van de dag vóór de aanboddatum. Wanneer de inschrijvingsrechten onder het SOP 2005-2009-plan uitgeoefend worden, wordt het eigen vermogen verhoogd met de ontvangen opbrengsten. Volgens de voorwaarden van het SOP2-plan waren alle tot in 2004 toegekende inschrijvingsrechten of opties onmiddellijk toegezegd.
Onder de voorwaarden van het aandelenoptieplan SOP 2010-2014 werden opties tot het verwerven van bestaande aandelen van de Onderneming aangeboden aan de leden van het Bekaert Group Executive, de Senior Vice Presidents en hogere kaderleden gedurende de periode 2010-2014. De toekenningsdata van elk aanbod waren gepland in de periode 2011-2015. De uitoefenprijs van het aandelenoptieplan SOP 2010-2014 werd op dezelfde manier bepaald als van de voorgaande plannen. De toezeggingsvoorwaarden van zowel de SOP 2010-2014-toekenningen, de SOP 2005-2009-toekenningen als de SOP2-toekenningen vanaf 2006 zijn zo opgesteld dat de inschrijvingsrechten of opties volledig toegezegd zullen zijn op 1 januari van het vierde jaar na de datum van het aanbod. In het kader van de Economische Herstelwet van 27 maart 2009 werd de uitoefenperiode van de SOP2 opties en de SOP 2005-2009-inschrijvingsrechten toegekend in 2006, 2007 en 2008 met vijf jaar verlengd in het voordeel van begunstigden die onderworpen waren aan de Belgische inkomstenbelastingen op het ogenblik dat de verlenging werd aangeboden.
De opties toegekend onder SOP2, SOP 2010-2014 en SOP 2015-2017 alsook de inschrijvingsrechten toegekend onder SOP 2005-2009 worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde van de opties wordt bepaald door middel van een binomiaal waarderingsmodel. Voor de tranches die een kost met zich mee brachten in de huidige of voorgaande periode worden de inputs en de uitkomsten van dit waarderingsmodel hieronder gedetailleerd:
| Details waarderingsmodel - aandelenoptieplannen 2015-2017 | Toegekend in februari 2016 |
Toegekend in februari 2017 |
Toegekend in februari 2018 |
|---|---|---|---|
| Inputs van het model | |||
| Aandelenkoers op toekenningsdatum (in €) | 27,25 | 39,39 | 37,40 |
| Uitoefenprijs (in €) | 26,38 | 39,43 | 34,60 |
| Verwachte volatiliteit | 39% | 39% | 39% |
| Verwacht dividendrendement | 3% | 3% | 3% |
| Wachtperiode (jaren) | 3,00 | 3,00 | 3,00 |
| Contractduur (jaren) | 10 | 10 | 10 |
| Uitstroom van personeel | 3% | 3% | 3% |
| Risicovrije rentevoet | 0,05% | -0,18% | 0,08% |
| Uitoefenfactor | 1,40 | 1,40 | 1,40 |
| Uitkomst van het model | |||
| Reële waarde (in €) | 7,44 | 10,32 | 10,61 |
| Uitstaande opties | 98 500 | 226 056 | 144 600 |
Het model houdt rekening met een vervroegde uitoefening door middel van een uitoefenfactor. Een uitoefenfactor van 1,40 staat voor de veronderstelling dat de begunstigde de opties en inschrijvingsrechten uitoefent na de wachtperiode zodra de aandelenkoers de uitoefenprijs met 40% overstijgt (gemiddeld).
In de loop van 2021 werden geen opties (2020: geen opties) toegekend onder SOP 2015-2017. De Groep heeft geen kosten tegenover het eigen vermogen opgenomen (2020: € 0,7 miljoen) voor de toegekende opties op basis van hun reële waarde en toezeggingsperiode.
De leden van het Bekaert Group Executive, het senior management en een beperkt aantal kaderleden van de Onderneming en van enkele van haar dochtervennootschappen ontvingen prestatieaandeeleenheden die de begunstigde het recht geven prestatieaandelen te ontvangen: gedurende 2015, 2016 en 2017 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2015-2017 en in 2019, 2020 en 2021 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2018-2020. Deze prestatieaandeeleenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachttijd van drie jaar op voorwaarde dat een vooraf vastgelegde prestatiedoelstelling bereikt wordt. De prestatiedoelstelling werd vastgelegd door de Raad van Bestuur, in lijn met de strategie van de Groep. Het toekenningspercentage kan variëren van 0% tot 300%. Op toekenningsdatum wordt de assumptie genomen dat de toekenning zal gebeuren aan een toekenningspercentage van 100%, het toekenningspercentage wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld en indien nodig wordt het aangepast. Voor meer informatie verwijzen we naar het 'Remuneratieverslag' in het 'Corporate Governance Verklaring' luik van dit rapport.
| Overzicht prestatieaandelenplan | Aantal eenheden | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum van toekenning |
Toegekend | Verbeurd verklaard |
Vervallen | Uitstaand | Vervaldag | |
| PSP 2015-2017 | 21.12.2017 | 55 250 | 4 900 | 50 350 | — | 31.12.2020 |
| PSP 2018-2020 | 15.02.2019 | 178 233 | 42 210 | — | 136 023 | 31.12.2021 |
| PSP 2018-2020 | 26.07.2019 | 35 663 | 3 885 | — | 31 778 | 31.12.2021 |
| PSP 2018-2020 | 21.01.2020 | 182 900 | 43 290 | — | 139 610 | 31.12.2022 |
| PSP 2018-2020 | 17.08.2020 | 12 580 | 713 | — | 11 867 | 31.12.2022 |
| PSP 2018-2020 | 15.01.2021 | 144 708 | 14 047 | — | 130 661 | 31.12.2023 |
| PSP 2018-2020 | 19.08.2021 | 15 101 | — | — | 15 101 | 31.12.2023 |
| PSP 2018-2020 | 09.09.2021 | 7 966 | — | — | 7 966 | 31.12.2023 |
| 632 401 | 109 045 | 50 350 | 473 006 |
De prestatieaandeeleenheden toegekend onder deze plannen worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde van de prestatieaandeeleenheden onder het Performance Share Plan 2015-2017 wordt bepaald door middel van een binominaal waarderingsmodel. Voor de openstaande tranches worden inputs en uitkomsten van het waarderingsmodel hieronder gedetailleerd:
| Toegekend in | |
|---|---|
| Details waarderingsmodel - Prestatieaandelenplan | december 2017 |
| Inputs van het model | |
| Aandelenkoers op toekennings datum (in €) |
34,60 |
| Verwachte volatiliteit | 39% |
| Verwacht dividendrendement | 3% |
| Wachtperiode (jaren) | 3,00 |
| Uitstroom van personeel | 3% |
| Risicovrije rentevoet | -0,46% |
| Uitkomst van het model | |
| Reële waarde (in €) | 40,19 |
| Uitstaande prestatieaandeel-eenheden | — |
Onder PSP 2015-2017 heeft de Groep geen last tegenover het eigen vermogen opgenomen (2020: € 0,6 miljoen) voor de toegekende prestatieaandeeleenheden op basis van hun reële waarde en toezeggingsperiode.
In 2021 werd, op 15 januari een aanbod van 144 708 prestatieaandeeleenheden, op 19 augustus een aanbod van 15 101 prestatieaandeeleenheden en op 9 september een aanbod van 7 966 prestatieaandeeleenheden gedaan in het kader van het Performance Share Plan 2018-2020 (2020: op 21 januari een aanbod van 182 900 prestatieaandeeleenheden en op 17 augustus een aanbod van 12 580). De reële waarde van de prestatieaandeeleenheden is gelijk aan de aandelenkoers op toekenningsdatum (15 januari 2021: € 29,14; 19 augustus 2021: € 39,74 en 9 september 2021: € 38,44 (21 januari 2020: € 25,14 en 17 augustus 2020: € 16,92)), aangezien de prestatiedoelstelling niet-marktprijsgerelateerde voorwaarden zijn (Onderliggende EBITDA en operationele kasstroom). Het aanbod in 2021 vertegenwoordigde een reële waarde van € 5,1 miljoen (2020: € 4,8 miljoen). De Groep heeft een last tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag van € 14,8 miljoen in 2021 (2020: € 4,7 miljoen).
| 2020 | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| PSP 2015-2017 | Aantal eenheden | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal eenheden | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 50 950 | 40,19 | 0 | 0 |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar | -600 | 40,19 | 0 | 0 |
| Vervallen gedurende het jaar | -50 350 | 40,19 | 0 | 0 |
| Uitstaand op 31 december | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 2020 | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|
| PSP 2018-2020 | Aantal eenheden | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
Aantal eenheden | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in €) |
| Uitstaand op 1 januari | 206 621 | 23,791 | 390 631 | 24,185 |
| Toegekend gedurende het jaar | 195 480 | 24,058 | 167 775 | 30,536 |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar | -11 470 | 24,344 | -85 400 | 25,217 |
| Uitstaand op 31 december | 390 631 | 24,185 | 473 006 | 26,251 |
In maart 2016 introduceerde de Onderneming het Personal Shareholding Requirement Plan voor de Chief Executive Officer en de andere leden van het Bekaert Group Executive ('BGE'), op grond waarvan ze een persoonlijk belang in aandelen van de Onderneming opbouwen en behouden en waarbij de verwerving van het aantal aandelen van de Onderneming wordt ondersteund door een zogenaamd matching-mechanisme door de Onderneming. Het matching-mechanisme van de Onderneming bestaat erin dat de Onderneming de investering van het BGE-lid in aandelen van de Onderneming in jaar x zal evenaren door een gelijk aantal aandelen van de Onderneming als verworven door het BGE-lid toe te kennen op het einde van jaar x+2. Deze PSR eenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachtperiode van drie jaar, afhankelijk van een serviceconditie die onderhevig is aan slechte of goede vertrekomstandigheden. Voor meer informatie verwijzen we naar het 'Remuneratieverslag' in het 'Corporate Governance Verklaring' luik van dit rapport.
| Aantal eenheden | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Toekenningsdatum | Toegekend | Geleverd | Verbeurd verklaard |
Uitstaand | Vervaldag |
| 31.03.2017 | 14 668 | 13 428 | 1 240 | — | 31.12.2019 |
| 01.09.2017 | 2 523 | 2 523 | — | — | 31.12.2019 |
| 14.05.2018 | 15 251 | 14 191 | 1 060 | — | 31.12.2020 |
| 31.03.2020 | 10 766 | — | 1 000 | 9 766 | 31.12.2022 |
| 31.03.2021 | 9 112 | — | — | 9 112 | 31.12.2023 |
| 52 320 | 30 142 | 3 300 | 18 878 |
De matching shares toe te kennen onder het Personal Shareholding Requirement Plan 2016 worden opgenomen tegen reële waarde op de toekenningsdatum in overeenstemming met IFRS 2 (zie toelichting 6.14. 'Overgedragen resultaten en overige Groepsreserves'). De reële waarde van de matching shares wordt bepaald door middel van een binominaal waarderingsmodel. Voor de openstaande tranches worden inputs en uitkomsten van het waarderingsmodel hieronder gedetailleerd:
| Bij te passen december 2020 |
Bij te passen december 2022 |
Bij te passen december 2023 |
|
|---|---|---|---|
| Details waarderingsmodel - Personal Shareholding Requirement (PSR) plan | Startdatum mei 2018 |
Startdatum maart 2020 |
Startdatum maart 2021 |
| Inputs van het model | |||
| Aandelenkoers op startdatum (in €) | 34,00 | 14,98 | 35,68 |
| Verwachte volatiliteit | 39% | 36% | 36% |
| Verwacht dividendrendement | 3% | 3% | 3% |
| Wachtperiode (jaren) | 2,60 | 2,75 | 2,75 |
| Uitstroom van personeel | 4,38% | 0% | 0% |
| Risicovrije rentevoet | -0,39% | -0,47% | -0,47% |
| Uitkomst van het model | |||
| Reële waarde (in €) | 27,95 | 13,81 | 32,99 |
| Uitstaande PSR-eenheden | — | 9 766 | 9 112 |
De toe te kennen matching shares vertegenwoordigen een reële waarde van € 0,4 miljoen (2020: € 0,1 miljoen). De Groep heeft kosten tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag van € 0,1 miljoen (2020: € 0,2 miljoen) voor de aan te bieden matching shares op basis van hun reële waarde en toezeggingsperiode.
| Aantal eenheden - PSR 2020 |
2021 |
|---|---|
| Uitstaand op 1 januari 13 661 |
10 766 |
| Bijgepast gedurende het jaar -13 661 |
— |
| Verbeurd verklaard gedurende het jaar — |
-1 000 |
| Verworven gedurende het jaar 10 766 |
9 112 |
| Uitstaand op 31 december 10 766 |
18 878 |
De vaste vergoeding van de Voorzitter wordt gedeeltelijk betaald in cash en gedeeltelijk onder de vorm van aandelen van de vennootschap, met een aanhoudingsperiode van drie jaar vanaf de datum van toekenning. Voor andere niet-uitvoerende Bestuurders, wordt de vergoeding voor de uitoefening van taken als een lid van de Raad van Bestuur betaald in cash, maar met de optie om elk jaar een deel daarvan (0%, 25% of 50%) te ontvangen onder de vorm van aandelen van de vennootschap. In overeenstemming met IFRS 2 wordt dit behandeld als op aandelen gebaseerde betalingen met een cash alternatief. De reële waarde van de aandelengift is gelijk aan de aandelenkoers op toekenningsdatum, zijnde 31 mei 2021 (€ 39,37) (zijnde 29 mei 2020: € 18,43). Deze aandelengift is onmiddellijk toegekend. De aandelengift vertegenwoordigde een reële waarde van € 0,4 miljoen (2020: € 0,2 miljoen). De Groep heeft een last tegenover het eigen vermogen opgenomen voor een bedrag € 0,4 miljoen (2020: € 0,2 miljoen).

| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Herwaarderingsreserve voor niet-geconsolideerde eigenvermogendeelnemingen -11 867 |
-5 986 |
| Herwaarderingsreserve voor toegezegdpensioenregelingen -63 543 |
-16 790 |
| Reserve voor uitgestelde belastingen 26 785 |
23 464 |
| Overige reserves -48 626 |
688 |
| Gecumuleerde omrekeningsverschillen -227 823 |
-137 183 |
| Totaal overige Groepsreserves -276 448 |
-136 495 |
| Eigen aandelen -106 148 |
-95 517 |
| Overgedragen resultaten 1 614 781 |
1 984 791 |
In de volgende secties van deze toelichting worden de bewegingen in de Groepsreserves en de overgedragen resultaten getoond en becommentarieerd.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari -12 117 |
-11 867 |
| Wijzigingen in reële waarde 250 |
5 882 |
| Per 31 december -11 867 |
-5 986 |
| Waarvan | |
| Deelneming in Xinyu Xinsteel Metal Products Co Ltd -1 951 |
— |
| Deelneming in Shougang Concord Century Holdings Ltd -10 009 |
-6 078 |
| Overige deelnemingen 92 |
92 |
De herwaardering van de deelneming in Shougang Concord Century Holdings Ltd is gebaseerd op de slotkoers van het aandeel op de beurs van Hongkong. De reële waarde van de investering in Xinyu Xinsteel Metal Products Co Ltd wordt bepaald op basis van een verdisconteringsmethode van toekomstige opbrengsten zoals getoond in het meest recent strategisch plan 2022-2026. Zie ook toelichting 6.6. 'Overige vaste activa'.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Per 1 januari | -67 017 | -63 543 |
| Herwaarderingen van de periode | 3 474 | 46 753 |
| Per 31 december | -63 543 | -16 790 |
De herwaarderingen resulteren uit het gebruik van gewijzigde actuariële veronderstellingen bij de bepaling van de toegezegdpensioenverplichtingen, uit verschillen tegenover de werkelijke rendementen van fondsbeleggingen op de balansdatum en uit wijzigingen in niet-opgenomen activa omwille van het asset ceiling-principe (zie toelichting 6.16. 'Voorzieningen voor personeelsbeloningen').
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari 28 104 |
26 785 |
| Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat -1 319 |
-3 321 |
| Per 31 december 26 785 |
23 464 |
Uitgestelde belastingen met betrekking tot andere elementen van het resultaat ('OCI' = Other Comprehensive Income) worden eveneens opgenomen via OCI (zie toelichting 6.7. 'Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen').
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari -113 964 |
-227 823 |
| Omrekeningsverschillen op goedgekeurde dividenden -2 244 |
-2 463 |
| Overboekingen naar de winst-en-verliesrekening in verband met afgestoten entiteiten of gefaseerde overnames — |
1 270 |
| Bewegingen ontstaan uit wisselkoersfluctuaties -111 615 |
91 833 |
| Per 31 december -227 823 |
-137 184 |
| Waarvan gerelateerd aan entiteiten met volgende functionele valuta's | |
| Chinese renminbi 88 513 |
145 149 |
| US dollar 12 453 |
30 502 |
| Braziliaanse real -220 231 |
-218 372 |
| Chileense peso -21 028 |
-28 753 |
| Venezolaanse bolivar soberano ¹ -59 691 |
-59 691 |
| Indische roepie -10 319 |
-7 625 |
| Tsjechische kroon 8 616 |
11 291 |
| Britse pond -13 974 |
2 115 |
| Russische roebel -7 984 |
-6 463 |
| Roemeense leu -3 296 |
-3 991 |
| Andere valuta's -881 |
-1 345 |
¹ Ten gevolge van de wijziging qua functionele munteenheid naar de US dollar op 1 januari 2019, is het bedrag bevroren.
De schommelingen in omrekeningsverschillen weerspiegelden zowel de wisselkoersevolutie als het relatief belang van de nettoactiva opgenomen in de vermelde valuta's.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari -107 463 |
-106 148 |
| Ingekochte aandelen — |
-11 570 |
| Verkochte aandelen 1 314 |
28 988 |
| Prijsverschillen op verkochte aandelen — |
-6 787 |
| Per 31 december -106 148 |
-95 517 |
Er waren voldoende eigen aandelen zowel om verwatering tegen te gaan als om het kasstroomrisico van op aandelen gebaseerde betalingsregelingen af te dekken. In 2021 werden 309 242 bijkomende aandelen ingekocht, inclusief de transacties uitgevoerd onder het liquiditeitscontract afgesloten met Kepler Cheuvreux (2020: geen aandelen). 973 330 eigen aandelen werden verkocht aan de begunstigden van de op aandelen gebaseerde betalingsregelingen van de Groep en onder het liquiditeitscontract afgesloten met Kepler Cheuvreux (2020: 63 541 aandelen). Eigen aandelen worden verwerkt volgens het FIFO-principe (first-in, first-out). Winsten en verliezen op verkopen van eigen aandelen worden rechtstreeks opgenomen in overgedragen resultaten (zie bewegingen in overgedragen resultaten hierna). Zie ook toelichting 6.13. 'Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen'.
| in duizend € | Notes | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari | 1 492 028 | 1 614 781 | |
| Toegekende eigenvermogensinstrumenten | 6 | 8 556 | 15 261 |
| Resultaat van de periode toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 134 687 | 406 977 | |
| Dividenden | -19 787 | -56 795 | |
| Herclassificeringen binnen het eigen vermogen | -6 | — | |
| Overige elementen van het resultaat | 1 | — | |
| Eigenaandelentransacties | 6.13 | -231 | 6 787 |
| Wijzigingen in Groepsstructuur | -467 | -2 220 | |
| Per 31 december | 1 614 781 | 1 984 791 |
Eigenaandelentransacties (€ +6,8 miljoen tegenover € -0,2 miljoen in 2020) vertegenwoordigden het verschil tussen de opbrengsten en de FIFO-boekwaarde van de verkochte aandelen. Wijzigingen in Groepsstructuur in 2021 hadden betrekking op de de fusie van Proalco SAS (dochteronderneming van Bekaert) met de staaldraadactiviteiten van Almasa SA, beide gevestigd in Colombia, terwijl deze in 2020 betrekking hadden op de verwerving van de minderheidsbelangen in Bekaert Slatina SRL.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari 96 430 |
87 175 |
| Wijzigingen in Groepsstructuur -8 503 |
3 601 |
| Aandeel in het perioderesultaat 13 350 |
43 643 |
| Aandeel in andere elementen van het resultaat behalve CTA -677 |
422 |
| Uitgekeerde dividenden -8 270 |
-6 649 |
| Kapitaalverhogingen — |
3 975 |
| Omrekeningswinsten en -verliezen (-) -5 155 |
-1 196 |
| Per 31 december 87 175 |
130 971 |
De wijzigingen in Groepsstructuur in 2021 hadden vooral betrekking op de fusie van Proalco SAS (dochteronderneming van Bekaert) met de staaldraadactiviteiten van Almasa SA, beide gevestigd in Colombia, De wijzigingen in 2020 hadden quasi uitsluitend betrekking op de verwerving van de minderheidsbelangen in Bekaert Slatina SRL met een boekwaarde van € +8,5 miljoen op datum van de transactie.
Het aandeel in het perioderesultaat van minderheidsbelangen verbeterde aanzienlijk, Vooral de entiteiten in Chili en Peru droegen hierbij bij.
In overeenstemming met IFRS 12 'Informatieverschaffng over belangen in andere entiteiten' wordt volgende informatie verschaft met betrekking tot dochterondernemingen waarin derden minderheidsbelangen aanhouden die van materieel belang zijn voor de Groep. De bedoeling van IFRS 12 is om van een entiteit bijkomende toelichting te vereisen die de lezers van haar jaarrekening toelaten volgende elementen te evalueren: (a) de aard van haar belangen in andere entiteiten en de daaraan verbonden risico's en (b) de effecten van deze belangen op haar financiële positie, winstgevendheid en kasstromen. Bekaert heeft vele partnerschappen over de hele wereld, waarvan de meeste individuele entiteiten niet zouden voldoen aan redelijke materialiteitscriteria. Daarom heeft de Groep twee groepen van entiteiten met minderheidsbelangen geïdentificeerd die onderling verbonden zijn door de aard van hun activiteiten en aandeelhouderstructuur: (1) de Wire-entiteiten in Chili en Peru, waar de minderheidsbelangen hoofdzakelijk in handen zijn van de Chileense partners, en (2) de Wire-entiteiten in de Andina regio, waar de minderheidsbelangen hoofdzakelijk in handen zijn van de Ecuadoriaanse familie Kohn en van ArcelorMittal. Bij de groepering van de informatie werden enkel de intragroepseffecten binnen elke groep van entiteiten geëlimineerd, terwijl alle andere entiteiten van de Groep als derden werden behandeld.
| Aandeel van minderheidsbelangen op jaareinde |
|||
|---|---|---|---|
| Entiteiten opgenomen in de toelichting m.b.t. materiële minderheidsbelangen | Land | 2020 | 2021 |
| BBRG-entiteiten | |||
| Inversiones BBRG Lima SA | Peru | 3,9% | |
| Procables SA | Peru | 3,9% | 3,9% |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Chili en Peru | |||
| Acma SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Acmanet SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Industrias Acmanet Ltda | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Industrias Chilenas de Alambre - Inchalam SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Grating Peru SAC | Peru | 62,5% | |
| Procercos SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Prodalam SA | Chili | 48,0% | 48,0% |
| Prodicom Selva SAC | Peru | 62,5% | 62,5% |
| Prodimin SAC | Peru | 62,5% | 62,5% |
| Prodac Contrata SAC | Peru | 62,5% | 62,5% |
| Productos de Acero Cassadó SA | Peru | 62,5% | 62,5% |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Andina regio | |||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Colombia | 60,0% | 60,0% |
| Agro - Bekaert Springs, SL | Spanje | 60,0% | 60,0% |
| Bekaert Ideal SL | Spanje | 20,0% | 20,0% |
| Bekaert Costa Rica SA | Costa Rica | 41,6% | |
| BIA Alambres Costa Rica SA | Costa Rica | 41,6% | 41,6% |
| Ideal Alambrec SA | Ecuador | 41,6% | 41,6% |
| InverVicson SA | Venezuela | 20,0% | 20,0% |
| Productora de Alambres Colombianos Proalco SAS | Colombia | 20,0% | 60,0% |
| Vicson SA | Venezuela | 20,0% | 20,0% |
De hoofdactiviteit van de voornaamste entiteiten in bovenstaande lijst is de productie en verkoop van draad en andere draadproducten, in hoofdzaak voor de lokale markt. De volgende entiteiten zijn in wezen holdings die deelnemingen aanhouden in één of meer van de overige entiteiten in de vorige lijst: Industrias Acmanet Ltda, Procercos SA, Bekaert Ideal SL en Agro - Bekaert Springs SL.
De volgende tabel toont het relatief belang van de entiteitgroepen met materiële minderheidsbelangen in termen van resultaten en eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen.
| Materiële en overige minderheidsbelangen | Perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen |
|||
|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Chili en Peru | 9 602 | 35 633 | 72 282 | 100 872 | |
| Staaldraadtoepassingen-entiteiten Andina regio | 2 156 | 6 075 | 11 474 | 21 858 | |
| Consolidatieaanpassingen op materiële minderheidsbelangen | 181 | -651 | -28 184 | -27 573 | |
| Bijdrage van de materiële minderheidsbelangen tot de geconsolideerde minderheidsbelangen | 11 939 | 41 057 | 55 572 | 95 157 | |
| Overige minderheidsbelangen | 1 411 | 2 586 | 31 603 | 35 814 | |
| Totaal minderheidsbelangen | 13 350 | 43 643 | 87 175 | 130 971 |
De onderstaande tabellen geven een beknopt overzicht van de financiële staten voor deze entiteitgroepen.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Vlottende activa 218 034 |
382 128 |
| Vaste activa 121 990 |
119 973 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar 140 264 |
247 022 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar 62 648 |
60 402 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert 64 830 |
93 805 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen 72 282 |
100 872 |
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Omzet 433 751 |
689 790 | |
| Kosten -414 334 |
-619 952 | |
| Perioderesultaat 19 417 |
69 838 | |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 9 815 | 34 205 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 9 602 | 35 633 |
| Andere elementen van het resultaat -7 360 |
-8 946 | |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert -3 270 |
-5 302 | |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen -4 090 |
-3 644 | |
| Volledig perioderesultaat 12 057 |
60 892 | |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 6 545 | 28 903 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 5 512 | 31 989 |
| Uitbetaalde dividenden aan minderheidsbelangen -5 340 |
-3 475 | |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit bedrijfsactiviteiten 60 491 |
-4 351 | |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit investeringsactiviteiten -4 228 |
-8 402 | |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit financieringsactiviteiten -28 441 |
22 430 | |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) 27 822 |
9 676 |
Door de sterk toegenomen omzet (+59%) nam de winstgevendheid in absolute termen toe. Door verder te bouwen op het winstherstelprogramma dat vorig jaar opgestart was, kon opnieuw een margeverbetering gerealiseerd worden (15,0% onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) op omzet vergeleken met 7,7% vorig jaar).
De sterke stijging in EBITDA werd gecompenseerd door de evolutie in werkkapitaal. Hierdoor lag de nettoschuld op jaareinde veel hoger in vergelijking met vorig jaar.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Vlottende activa 75 125 |
150 291 |
| Vaste activa 40 417 |
52 206 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar 74 998 |
143 778 |
| Verplichtingen op meer dan een jaar 7 553 |
11 067 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert 21 517 |
25 795 |
| Eigen vermogen toerekenbaar aan minderheidsbelangen 11 474 |
21 858 |
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Omzet | 157 487 | 237 878 |
| Kosten | -152 300 | -224 404 |
| Perioderesultaat | 5 188 | 13 473 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 3 032 | 7 398 |
| Perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 2 156 | 6 075 |
| Andere elementen van het resultaat | -3 325 | -254 |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | -2 274 | -203 |
| Andere elementen van het resultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | -1 052 | -51 |
| Volledig perioderesultaat | 1 863 | 13 220 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van Bekaert | 758 | 7 196 |
| Volledig perioderesultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 1 104 | 6 024 |
| Uitbetaalde dividenden aan minderheidsbelangen | -2 060 | -3 137 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit bedrijfsactiviteiten | 14 148 | 28 707 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit investeringsactiviteiten | -3 635 | -4 940 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) uit financieringsactiviteiten | -5 295 | -13 089 |
| Nettokasinstroom (-uitstroom) | 5 218 | 10 678 |
De omzet van 2021 was 51,0% hoger dan vorig jaar. De marge van onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) op omzet verhoogde van 8,6% vorig jaar tot 9,5% dit jaar. Door de controle op het werkkapitaal werd de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten verhoogd wat tot een verdere daling van de netto schuld positie leidde.
De toestand voor Vicson SA (Venezuela) blijft onder controle. De onderneming slaagt er in om een voldoende hoeveelheid grondstoffen aan te kopen om de activiteiten draaiend te houden, zij het op een lager niveau. In de tweede jaarhelft kon er lokaal walsdraad aangeschaft worden. Niettegenstaande de zeer korte betaaltermijn voor dergelijke aankopen leidt dit toch tot hogere winstgevendheid end kasstromen in de toekomst. Bovendien is in het land de toegang tot US dollar flexibeler geworden zodat de facturaties aan veel klanten in die munt gebeuren. Geldmiddelen & kasequivalenten en geldbeleggingen bedroegen € 0,4 miljoen op 31 december 2021 (tegenover € 0,9 miljoen op 31 december 2020).
Per 31 december 2021 bedroegen de totale nettovoorzieningen voor personeelsbeloningen € 235,0 miljoen (€ 262,7 miljoen per jaareinde 2020), met volgende samenstelling:
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Voorzieningen voor | |
| Toegezegdpensioenregelingen 118 892 |
71 363 |
| Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 4 700 |
4 821 |
| In geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen 2 556 |
7 150 |
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen 116 014 |
160 699 |
| Ontslagvergoedingen 38 580 |
10 786 |
| Totaal voorzieningen in de balans 280 742 |
254 818 |
| waarvan | |
| Voorzieningen op meer dan een jaar 130 948 |
77 659 |
| Voorzieningen op ten hoogste een jaar 149 793 |
177 159 |
| Activa voor | |
| Toegezegdpensioenregelingen -18 082 |
-19 847 |
| Totaal activa in de balans -18 082 |
-19 847 |
| Totaal nettovoorzieningen 262 660 |
234 971 |
In overeenstemming met IAS 19, 'Personeelsbeloningen' worden vergoedingsregelingen na uitdiensttreding opgedeeld in toegezegdebijdragenregelingen en toegezegdpensioenregelingen.
Bij toegezegdebijdragenregelingen betaalt Bekaert bijdragen aan publieke of private pensioenfondsen of aan verzekeringsmaatschappijen. Eenmaal de bijdragen zijn betaald, heeft de Groep geen verdere betalingsverplichtingen. Deze bijdragen worden ten laste genomen van de periode waarin de verplichting ontstaat.
De Belgische toegezegdebijdragenregelingen zijn bij wet onderworpen aan gewaarborgde minimumrendementen. De pensioenwetgeving definieert het minimum gegarandeerd rendement vanaf 1 januari 2016 als een variabel procent dat gelinkt is aan de rendementen op overheidsobligaties die in de markt worden waargenomen. Vanaf 2016 werd het minimum gegarandeerd rendement 1,75% op zowel werkgevers- als werknemersbijdragen. De vroegere rendementen (3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen) worden verder toegepast op de gecumuleerde bijdragen van het verleden aan de groepsverzekering op 31 december 2015. Bijgevolg werden de toegezegdebijdragenregelingen geherclassificeerd als toegezegdpensioenregelingen op jaareinde, waarbij een actuariële waardering werd uitgevoerd.
In Nederland neemt Bekaert deel aan een collectieve toegezegdpensioenregeling van meerdere werkgevers die gefinancierd wordt via het Pensioenfonds Metaal & Techniek ('PMT'). Deze regeling wordt geclassificeerd als toegezegdebijdragenregeling omdat er onvoldoende informatie beschikbaar is met betrekking tot de fondsbeleggingen toerekenbaar aan Bekaert om toegezegdpensioenregeling toe te passen. De bijdragen met betrekking tot deze regeling bedroegen € 1,6 miljoen (2020: € 1,9 miljoen). De werkgeversbijdragen worden elke vijf jaar vastgelegd door het PMT, ze zijn gelijk voor alle deelnemende bedrijven en uitgedrukt als een percentage van het pensioengevend salaris. De totale bijdrage van Bekaert vertegenwoordigt minder dan 0,1% van de volledige PMT bijdrage. De financieringsregels specifiëren dat een werkgever niet verplicht is tot het betalen van verdere bijdragen met betrekking tot eerder opgebouwde uitkeringen. De financieringsstatus van het PMT was 106,1% op 31 december 2021 (2020: 95,4%). Gedurende de periode van 2015 tot 2022 is er geen verplichting voor de deelnemende bedrijven tot financiering van enig tekort van het PMT (of tot het ontvangen van enig overschot).
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Opgenomen kosten | 15 534 | 14 420 |
Meerdere ondernemingen van de Groep voorzien in toegezegdpensioenregelingen voor pensioenen en andere vergoedingen na uitdiensttreding. Dergelijke regelingen gelden meestal voor alle werknemers en zijn gebaseerd op hun bezoldiging en aantal dienstjaren.
De recentste actuariële IAS 19-waarderingen werden voor alle significante toegezegdpensioenregelingen na uitdiensttreding uitgevoerd op 31 december 2021 door onafhankelijke actuarissen. In België, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk bevinden zich de belangrijkste toegezegdpensioenregelingen voor de Groep. Zij vertegenwoordigden 90,0% (2020: 89,1%) van de brutoverplichtingen en 99,6% (2020: 99,7%) van de fondsbeleggingen van de Groep.
De gefinancierde pensioenregelingen in België vertegenwoordigden een brutoverplichting van € 216,5 miljoen (2020: € 229,4 miljoen) en € 213,4 miljoen activa (2020: € 205,7 miljoen). Deze omvatten de toegezegdebijdragenregelingen gefinancierd door groepsverzekeringen.
De traditionele toegezegdpensioenregelingen voorzien in de betaling van een éénmalige kapitaalsuitkering bij pensionering en in geval van overlijden of invaliditeit voorafgaand aan pensionering. Deze regelingen worden extern gefinancierd door twee instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) in eigen beheer. Op regelmatige basis wordt een Asset Liability Matching ('ALM') studie uitgevoerd, waarin de gevolgen van strategische investeringsrichtlijnen worden geanalyseerd in termen van risico- en rendementsprofielen. Uit deze studie worden de investeringsprincipes en het financieringsbeleid afgeleid. Het is de bedoeling de beleggingen afdoende te diversifiëren teneinde het risico onder controle te houden. De investerings- en aansprakelijkheidsrisico's worden op kwartaalbasis opgevolgd. De financieringspolitiek heeft als doel om minstens volledig gefinancierd te zijn in termen van statutaire minimumvereisten (dit is een voorzichtige schatting van de pensioenverplichtingen).
Andere regelingen hebben in hoofdzaak betrekking op brugpensioenen (brutoverplichting € 8,0 miljoen (2020: € 8,4 miljoen)), die niet extern gefinancierd zijn. Een bedrag van € 4,6 miljoen (2020: € 3,4 miljoen) heeft betrekking op werknemers in actieve dienst die nog geen brugpensioenakkoord hebben afgesloten.
De gefinancierde pensioenregelingen in de Verenigde Staten vertegenwoordigden een brutoverplichting van € 128,1 miljoen (2020: € 127,4 miljoen) en € 124,4 miljoen activa (2020: € 104,8 miljoen). De plannen voorzien in levenslange rentebetalingen aan de deelnemers, maar werden gesloten voor nieuwe deelnemers. De activa zijn geïnvesteerd in obligaties en in aandelen. De financieringspolitiek is erop gericht om voldoende gefinancierd te zijn in termen van de vereisten van de Pension Protection Act om te vermijden dat er uitkeringsbeperkingen van kracht worden of dat de regelingen een at risk-status verwerven.
Niet-gefinancierde regelingen omvatten plannen voor medische zorgen (brutoverplichting € 2,4 miljoen (2020: € 3,8 miljoen)).
De gefinancierde pensioenregeling in het Verenigd Koninkrijk is een plan gesloten voor nieuwe deelnemers en verdere opbouw en vertegenwoordigt een brutoverplichting van € 93,6 miljoen (2020: € 92,0 miljoen) en € 113,5 miljoen activa (2020: € 110,1 miljoen). De regeling wordt beheerd door een aparte Raad van Bestuur die juridisch los staat van de onderneming. De Raad van Bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van zowel werkgevers als werknemers. De bestuurders zijn wettelijk verplicht om te handelen in het belang van alle betrokken begunstigden en zijn verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van de activa en het dagelijkse beheer van de uitkeringen.
De pensioenverplichting omvat uitsluitend uitkeringen voor gewezen deelnemers (deelnemers wiens dienstverband is beëindigd en nog niet de in aanmerking komende pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt) en gepensioneerden (deelnemers die reeds pensioen ontvangen omdat zij de in aanmerking komende pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt). In grote lijnen is ongeveer 70% van de verplichtingen toe te schrijven aan inactieven en 30% aan gepensioneerden (2020: 30% gepensioneerden).
Britse wetgeving vereist dat pensioenregelingen op prudente wijze worden gefinancierd. De laatste waardering ter bepaling van de financiering werd uitgevoerd door een erkende actuaris per 31 december 2019 en resulteerde in een overschot van € 7,4 miljoen. Als gevolg hiervan hoeft de onderneming geen premie meer te betalen aan de regeling. Administratiekosten worden apart van IAS 19 gerapporteerd.
Volgende bedragen werden opgenomen in de balans:
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| België | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 229 377 | 216 562 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -205 728 | -213 440 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | 23 649 | 3 122 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 8 365 | 7 994 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 32 014 | 11 116 |
| Verenigde Staten | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 127 361 | 128 125 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -104 847 | -124 372 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | 22 514 | 3 753 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 8 975 | 7 556 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 31 489 | 11 309 |
| Verenigd Koninkrijk | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 91 997 | 93 635 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -110 079 | -113 482 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | -18 082 | -19 847 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | — | — |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | -18 082 | -19 847 |
| Andere | ||
| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen | 1 633 | 2 545 |
| Reële waarde van de fondsbeleggingen | -1 425 | -1 615 |
| Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen | 208 | 930 |
| Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen | 55 181 | 48 008 |
| Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen | 55 389 | 48 938 |

| Contante waarde van gefinancierde verplichtingen 450 368 440 867 Reële waarde van de fondsbeleggingen -422 079 -452 909 Deficit / surplus (-) van gefinancierde verplichtingen 28 289 -12 042 Contante waarde van niet-gefinancierde verplichtingen 72 521 63 558 Totaal deficit / surplus (-) van verplichtingen 100 810 51 516 |
Totaal | |
|---|---|---|
De evolutie van de brutoverplichting, de fondsbeleggingen en de nettovoorziening en -vordering over het jaar waren als volgt:
| Netto | |||
|---|---|---|---|
| in duizend € | Bruto verplichting |
Fonds beleggingen |
voorzieningen/ vorderingen (-) |
| Per 1 januari 2020 | 518 600 | -408 821 | 109 778 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 16 035 | — | 16 035 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 937 | — | 937 |
| Winsten (-) / verliezen uit afwikkelingen | -3 816 | — | -3 816 |
| Rentelasten / -opbrengsten (-) | 9 402 | -6 860 | 2 541 |
| Kosten / opbrengsten (-) via het resultaat | 22 557 | -6 860 | 15 697 |
| Componenten opgenomen in EBIT | 13 155 | ||
| Componenten opgenomen in het financieel resultaat | 2 541 | ||
| Herwaarderingen | |||
| Rendement op fondsbeleggingen, met uitzondering van bedragen opgenomen in de rentelasten /-opbrengsten (-) | — | -33 773 | -33 773 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in demografische assumpties | -1 753 | — | -1 753 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in financiële assumpties | 34 728 | — | 34 728 |
| Winsten (-) / verliezen bij ervaringsaanpassingen | -2 | -1 697 | -1 699 |
| Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen | 32 973 | -35 470 | -2 497 |
| Bijdragen | |||
| Werkgeversbijdragen / uitbetaalde vergoedingen | — | -17 052 | -17 052 |
| Werknemersbijdragen | 170 | -170 | — |
| Uitbetalingen van het plan | |||
| Uitbetaalde vergoedingen | -30 914 | 30 914 | — |
| Effecten van omrekening van vreemde valuta | -20 497 | 15 380 | -5 116 |
| Per 31 december 2020 | 522 889 | -422 079 | 100 810 |
| in duizend € | Bruto verplichting |
Fonds beleggingen |
Netto voorzieningen/ vorderingen (-) |
|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2021 | 522 889 | -422 079 | 100 810 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 17 424 | — | 17 424 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | -252 | — | -252 |
| Winsten (-) / verliezen uit afwikkelingen | -87 | — | -87 |
| Rentelasten / -opbrengsten (-) | 7 384 | -5 500 | 1 884 |
| Kosten / opbrengsten (-) via het resultaat | 24 470 | -5 500 | 18 969 |
| Componenten opgenomen in EBIT | 17 085 | ||
| Componenten opgenomen in het financieel resultaat | 1 884 | ||
| Herwaarderingen | |||
| Rendement op fondsbeleggingen, met uitzondering van bedragen opgenomen in de rentelasten /-opbrengsten (-) | — | -21 127 | -21 127 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in demografische assumpties | -1 622 | — | -1 622 |
| Winsten (-) / verliezen door wijziging in financiële assumpties | -28 439 | — | -28 439 |
| Winsten (-) / verliezen bij ervaringsaanpassingen | 3 836 | — | 3 836 |
| Wijzigingen geboekt via het eigen vermogen | -26 224 | -21 127 | -47 351 |
| Bijdragen | |||
| Werkgeversbijdragen / uitbetaalde vergoedingen | — | -19 430 | -19 430 |
| Werknemersbijdragen | 148 | -148 | — |
| Uitbetalingen van het plan | |||
| Uitbetaalde vergoedingen | -32 275 | 32 275 | — |
| Effecten van omrekening van vreemde valuta | 15 418 | -16 900 | -1 483 |
| Per 31 december 2021 | 504 425 | -452 909 | 51 516 |
De pensioenkosten van verstreken diensttijd hadden betrekking op wijzigingen in vergoedingsregelingen na uitdiensttreding in Chili en een correctie van de pensioenkosten van verstreken diensttijd als gevolg van de herstructurering van 2020 in België na de implementatiegolf van 2021. Winsten uit afwikkelingen hadden voornamelijk betrekking op het plannen van de sluiting van de Figline-site in Italië; en een correctie van de afwikkelingskosten als gevolg van de herstructurering van 2020 in België na de implementatiegolf van 2021. In de winst-en-verliesrekening worden zowel de pensioenkosten, toegerekend aan het dienstjaar als van verstreken diensttijd, inclusief de winsten en verliezen uit afwikkelingen, opgenomen in het bedrijfsresultaat (EBIT). De rentelast of -opbrengst maakt deel uit van de rentelasten, onder rentegedeelte van rentedragende voorzieningen.
Restitutierechten voortkomend uit herverzekeringscontracten met betrekking tot pensioenen, overlijdens- en invaliditeitsvergoedingen in Duitsland bedroegen € 0,1 miljoen (2020: € 0,2 miljoen).

Voor 2022 worden volgende bijdragen en uitbetaalde vergoedingen verwacht:
| in duizend € | 2022 |
|---|---|
| Pensioenregelingen | 13 190 |
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| België | ||
| Obligaties | 54 808 | 55 905 |
| Aandelen | 80 076 | 94 366 |
| Geldmiddelen | 920 | 4 077 |
| Verzekeringen | 69 923 | 59 092 |
| Totaal België | 205 728 | 213 440 |
| Verenigde Staten | ||
| Obligaties | ||
| USD langetermijnobligaties | 29 765 | 36 617 |
| USD vastrentende effecten | 4 944 | 5 842 |
| USD gewaarborgde deposito's | 3 191 | 4 437 |
| Aandelen | ||
| USD aandelen | 42 610 | 49 690 |
| Niet-USD aandelen | 19 026 | 20 317 |
| Vastgoed | 5 310 | 7 470 |
| Totaal Verenigde Staten | 104 847 | 124 372 |
| Verenigd Koninkrijk | ||
| Obligaties | 27 929 | 35 480 |
| Afgeleide producten | 60 967 | 62 806 |
| Aandelen | 14 576 | 13 850 |
| Geldmiddelen | 6 607 | 1 346 |
| Totaal Verenigd Koninkrijk | 110 079 | 113 482 |
| Andere | ||
| Obligaties | 1 425 | 1 614 |
| Totaal Andere | 1 425 | 1 614 |
| Totaal | 422 079 | 452 909 |
In de Verenigde Staten wordt voornamelijk geïnvesteerd via beleggingsfondsen en gekantonneerde fondsen van verzekeringsmaatschappijen in genoteerde aandelen en obligaties. In België wordt voornamelijk belegd via beleggingsfondsen in genoteerde aandelen en obligaties. De beleggingen zijn afdoende gediversifieerd zodat een faling van één enkele belegging geen materiële impact zou hebben op het globale niveau van de activa. In het Verenigd Koninkrijk wordt een groot deel van de activa geïnvesteerd in beleggingen die erop gericht zijn om te voldoen aan toekomstige kasstromen en obligaties.
De fondsbeleggingen van de Groep omvatten geen directe positie in Bekaertaandelen of -obligaties, noch in vastgoed dat wordt gebruikt door een Bekaertentiteit.
De voornaamste actuariële veronderstellingen op balansdatum (gewogen gemiddelden gebaseerd op uitstaande brutoverplichtingen) waren:
| Actuariële veronderstellingen 2020 |
2021 |
|---|---|
| Disconteringsvoet 1,4% |
2,0% |
| Jaarlijkse verhoging van bezoldigingen 3,0% |
3,3% |
| Onderliggende inflatie 1,4% |
2,3% |
| Toename gezondheidszorgkost (initieel) 6,8% |
6,5% |
| Toename gezondheidszorgkost (uiteindelijk) 5,0% |
5,0% |
| Gezondheidszorg (jaren voor het bereiken van het uiteindelijke percentage) 7 |
6 |
De disconteringsvoet voor het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en België is een weerspiegeling van zowel de huidige renteomgeving als van de specifieke karakteristieken van de planverplichtingen. In eerste instantie worden de geprojecteerde toekomstige uitbetalingen gekoppeld aan de toepasselijke contantkoersen, op basis waarvan de contante waarde berekend wordt. Daarna wordt teruggerekend wat de gemiddelde disconteringsvoet is die dezelfde contante waarde oplevert. De contantkoersen worden afgeleid van een rentecurve gebaseerd op hoogwaardige bedrijfsobligaties met een AA-kredietstatus uitgegeven in de munt van de toepasselijke regionale markt.
Dit resulteerde in de volgende disconteringsvoeten:
| Disconteringsvoet | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| België | 0,6% | 1,0% |
| Verenigde Staten | 2,4% | 2,8% |
| Verenigd Koninkrijk | 1,5% | 1,9% |
| Overige | 2,9% | 4,7% |
Dit resulteerde in de volgende inflatievoeten:
| Inflatie 2020 |
2021 |
|---|---|
| België 1,5% |
1,8% |
| Verenigde Staten N/A |
N/A |
| Verenigd Koninkrijk 2,9% |
3,3% |
| Overige 1,9% |
2,9% |
| Totaal 1,4% |
2,3% |
Assumpties met betrekking tot toekomstige sterfte zijn gebaseerd op actuarieel advies in overeenstemming met gepubliceerde statistieken en ervaring voor elke regio. Deze assumpties worden vertaald in een gemiddelde levensverwachting in jaren voor een gepensioneerde die uit dienst treedt op de leeftijd van 65.
| 2020 | 2021 |
|---|---|
| Levensverwachting voor een man van 65 (jaren) op de balansdatum 20,2 |
20,2 |
| Levensverwachting voor een vrouw van 65 (jaren) op de balansdatum 22,6 |
22,6 |
| Levensverwachting voor een man van 65 (jaren) tien jaar na de balansdatum 20,9 |
20,9 |
| Levensverwachting voor een vrouw van 65 (jaren) tien jaar na de balansdatum 23,4 |
23,4 |
Een sensitiviteitsanalyse levert volgende effecten op:
| Wijziging in veronder |
||||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | stelling | Impact op toegezegdpensioenregelingen | ||
| Disconteringsvoet | -0,50% | Increase by | 29 222 | 5,8% |
| Salarisstijging | 0,50% | Increase by | 5 845 | 1,2% |
| Gezondheidszorgkost | 0,50% | Increase by | 104 | 0,02% |
| Levensverwachting | 1 year | Increase by | 8 338 | 1,6% |
Bij bovenstaande sensitiviteitsanalyse werden alle andere veronderstellingen constant gehouden.
De Groep is door zijn toegezegdpensioenregelingen blootgesteld aan een aantal risico's, waarvan de belangrijkste hieronder zijn toegelicht:
| Volatiliteit van de activa | De verplichtingen van het plan worden berekend met behulp van een disconteringsvoet gebaseerd op bedrijfsobligatierendementen; wanneer de fondsbeleggingen dit rendement niet behalen, zal dit een tekort veroorzaken. |
|---|---|
| Wijzigingen in obligatierendementen |
Een afname van de rendementen op bedrijfsobligaties leidt tot een toename van de verplichtingen, hoewel dit gedeeltelijk zal worden gecompenseerd door een waardestijging van de obligaties in portefeuille. |
| Salarisrisico | De brutoverplichtingen van de meeste regelingen worden berekend op basis van de toekomstige verloning van de deelnemers. Bijgevolg zal een hoger dan verwachte salarisstijging leiden tot hogere verplichtingen. |
| Langlevenrisico | Belgische pensioenplannen voorzien in de betaling van een éénmalige kapitaalsuitkering bij pensionering. Zodoende is er weinig of geen langlevenrisico. Pensioenplannen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk voorzien in voordelen voor de deelnemers zolang zij leven, dus zal een toename in levensverwachting resulteren in een toename van de planverplichtingen. |

De gewogen gemiddelde vervaltermijnen van de brutoverplichtingen waren als volgt:
| 2020 in jaren |
2021 |
|---|---|
| België 13,5 |
12,5 |
| Verenigde Staten 12,1 |
11,5 |
| Verenigd Koninkrijk 19,9 |
20,0 |
| Overige 11,9 |
10,3 |
| Totaal 14,1 |
13,4 |
Ontslagvergoedingen zijn geldmiddelen en andere vergoedingen die aan werknemers worden betaald wanneer hun dienstverband is beëindigd.
De andere langetermijnpersoneelsbeloningen hadden betrekking op jubileumpremies.
De Groep kent aan bepaalde werknemers Stock Appreciation Rights (SARs) toe die hen het recht geven om op de uitoefendatum de intrinsieke waarde van de SARs te ontvangen. Deze SARs worden verwerkt als in geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen in overeenstemming met IFRS 2. De reële waarde van elke toekenning wordt herberekend op balansdatum, gebruik makend van hetzelfde binomiaal waarderingsmodel als voor de in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde aandelenoptieplannen (zie toelichting 6.13. 'Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen'). Gebaseerd op de lokale regulering is de uitoefenprijs voor elke toekenning onder de SAR-plannen in de VS gelijk aan de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende de dertig dagen volgend op de datum van het aanbod. De uitoefenprijs van de andere SAR-plannen is bepaald op dezelfde wijze als voor de in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde aandelenoptieplannen: als de laagste waarde van (i) de gemiddelde slotkoers van het aandeel van de Onderneming gedurende dertig dagen voorafgaand aan de datum van het aanbod, en (ii) de laatste slotkoers voorafgaand aan de datum van het aanbod.
Het model houdt rekening met volgende inputs voor alle toekenningen: de aandelenkoers op balansdatum: € 39,14 (2020: € 27,16), verwachte volatiliteit van 34% (2020: 36%), een verwacht dividend van 3,0% (2020: 3,0%), een wachtperiode van 3 jaar, een gemiddelde contractduur van 10 jaar, en een uitoefenfactor van 1,40 (2020: 1,40). De input voor de risicovrije rente varieert per toekenning en is gebaseerd op het rendement van de Belgische OLO's (Obligation Linéaire / Lineaire Obligatie) met een looptijd gelijk aan de looptijd van de bewuste SAR-toekenning.
De uitoefenprijzen en reële waardes van de uitstaande SARs per toekenning worden weergegeven in onderstaande tabel:
| Toekenning 2012 21 200 27,63 3,20 Toekenning 2013 20 900 22,09 6,58 Toekenning 2014 36 800 25,66 5,41 Toekenning 2015 40 200 25,45 5,86 Toekenning 2016 20 250 28,38 5,34 Toekenning 2017 26 375 38,86 3,79 Toekenning 2018 16 875 37,06 4,33 |
in € | Aantal toegekend |
Uitoefenprijs | Reële waarde per 31 december 2020 |
Reële waarde per 31 december 2021 |
|---|---|---|---|---|---|
| — | |||||
| 17,04 | |||||
| 13,72 | |||||
| 13,99 | |||||
| 11,91 | |||||
| 7,88 | |||||
| 8,76 |
| in € | Aantal toegekend |
Uitoefenprijs | Reële waarde per 31 december 2020 |
Reële waarde per 31 december 2021 |
|---|---|---|---|---|
| Toekenning 2012 | 19 500 | 25,14 | 4,25 | — |
| Toekenning 2013 | 24 500 | 19,20 | 8,43 | 19,92 |
| Exceptionele toekenning 2013 | 10 000 | 21,45 | 7,17 | 17,69 |
| Toekenning 2014 | 54 800 | 25,38 | 5,57 | 13,96 |
| Toekenning 2015 | 44 700 | 26,06 | 5,73 | 13,42 |
| Toekenning 2016 | 38 500 | 26,38 | 5,85 | 13,33 |
| Toekenning 2017 | 53 000 | 39,43 | 3,68 | 7,85 |
| Toekenning 2018 | 37 500 | 34,60 | 4,68 | 9,48 |
Op 31 december 2021 bedroeg de totale verplichting voor de VS SAR-plannen € 0,4 miljoen (2020: € 0,2 miljoen), terwijl de totale verplichting voor andere SAR-plannen € 0,5 miljoen bedroeg (2020: € 0,7 miljoen).
De Groep nam een totale opbrengst van € 0,0 miljoen op (2020: opbrengst van € 0,1 miljoen) tijdens het jaar in verband met SARs.
De Groep kende aan bepaalde werknemers in geldmiddelen afgewikkelde prestatieaandeeleenheden toe die de begunstigde het recht geven de waarde van de prestatieaandelen te ontvangen: gedurende 2015, 2016 en 2017 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2015-2017 en in 2019 en 2020 volgens de voorwaarden van het Performance Share Plan 2018-2020. Deze prestatieaandeeleenheden zullen uitoefenbaar zijn na een wachttijd van drie jaar afhankelijk van het bereiken van vooraf vastgelegde prestatiedoelstellingen. De prestatiedoelstellingen werden vastgelegd door de Raad van Bestuur, in lijn met de strategie van de Groep en kunnen variëren van 0% tot 300%. Op de toekenningsdatum wordt ervan uitgegaan dat de toekenning onvoorwaardelijk wordt bij een uitoefeningspercentage van 100%, de prestatiedoelstelling wordt op elke balansdatum opnieuw beoordeeld op de verwachte prestaties, indien nodig wordt het uitoefeningspercentage op basis van die beoordeling aangepast.
Deze prestatieaandeeleenheden worden verwerkt als in geldmiddelen afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen in overeenstemming met IFRS 2. De reële waarde van elke toekenning onder het Performance Share Plan 2015-2017 wordt herberekend op balansdatum, gebruik makend van hetzelfde binomiaal waarderingsmodel als voor de in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen (zie toelichting 6.13. 'Gewone aandelen, eigen aandelen en in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen'). Het model houdt rekening met volgende inputs voor alle toekenningen: de aandelenkoers op balansdatum: € 39,14 (2020: € 27,16), verwachte volatiliteit van 34% (2020: 36%), een verwacht dividend van 3,0% (2020: 3,0%), een wachtperiode van 3 jaar. De input voor de risicovrije rentevoet varieert per toekenning en is gebaseerd op het rendement van de Belgische OLO's met een vergelijkbare looptijd als de bewuste toekenning van prestatieaandeeleenheden.
De reële waarde van elke toekenning onder PSU 2018-2020 is gelijk aan de aandelenkoers op balansdatum aangezien de prestatiedoelstellingen niet-marktprijsgerelateerde voorwaarden zijn (Onderliggende EBITDA en operationale kasstroom).
De reële waardes van de uitstaande prestatieaandeeleenheden per toekenning worden weergegeven in onderstaande tabel:
| in € | Aantal toegekend |
Reële waarde per 31 december 2020 |
Reële waarde per 31 december 2021 |
|
|---|---|---|---|---|
| PSU 2018-2020 | Toekenning 2019 | 51 995 | 27,16 | — |
| PSU 2018-2020 | Toekenning 2020 | 45 141 | 27,16 | 39,14 |
| PSU 2018-2020 | Toekenning 2020 | 444 | 27,16 | 39,14 |
| PSU 2018-2020 | Toekenning 2021 | 4 567 | — | 39,14 |
Op 31 december 2021 bedroeg de totale verplichting voor de VS-prestatieaandeeleenheden € 1,6 miljoen (2020: € 0,3 miljoen), terwijl de totale verplichting voor de andere prestatieaandeeleenheden € 4,8 miljoen bedroeg (2020: € 1,3 miljoen).
De Groep nam een totale kost van € 4,8 miljoen (2020: kost van € 0,8 miljoen) op tijdens het jaar in verband met prestatieaandeeleenheden.
Kortetermijnpersoneelsbeloningen hebben betrekking op verplichtingen voor verloning en sociale zekerheid die volledig betaalbaar zijn binnen de 12 maanden na het einde van de periode waarin werknemers de gerelateerde prestaties verrichten.
| in duizend € | Herstructurering | Geschillen | Milieu | Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Per 1 januari 2020 | 12 155 | 8 458 | 32 488 | 2 127 | 55 227 |
| Bijkomende voorzieningen | 755 | 2 391 | 2 090 | 935 | 6 170 |
| Terugnemingen ongebruikte bedragen | -1 542 | -2 596 | -5 789 | -153 | -10 080 |
| Toename in contante waarde | — | — | — | 43 | 43 |
| Opgenomen in de winst-en-verliesrekening | -787 | -205 | -3 699 | 825 | -3 867 |
| Aanwendingen van het jaar | -4 148 | -1 077 | -8 766 | -169 | -14 160 |
| Overdrachten | -390 | -369 | 24 | 734 | — |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | -305 | -208 | -31 | -69 | -613 |
| Per 31 december 2020 | 6 525 | 6 600 | 20 015 | 3 448 | 36 588 |
| Waarvan | |||||
| op ten hoogste een jaar | 6 467 | 3 389 | 737 | 828 | 11 421 |
| op meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar | 58 | 3 211 | 3 988 | 2 364 | 9 621 |
| op meer dan vijf jaar | — | — | 15 290 | 256 | 15 546 |
| in duizend € | Herstructurering | Geschillen | Milieu | Overige | Totaal |
| Per 1 januari 2021 | 6 525 | 6 600 | 20 015 | 3 448 | 36 588 |
| Bijkomende voorzieningen | 56 | 1 516 | 2 397 | 867 | 4 836 |
| Terugnemingen ongebruikte bedragen | -220 | -3 309 | -591 | -1 069 | -5 188 |
| Toename in contante waarde | — | — | — | 15 | 15 |
| Opgenomen in de winst-en-verliesrekening | -164 | -1 793 | 1 807 | -187 | -337 |
| Aanwendingen van het jaar | -5 661 | -1 930 | -858 | -388 | -8 837 |
| Omrekeningswinsten (-) en -verliezen | 3 | 186 | 89 | 11 | 289 |
| Per 31 december 2021 | 703 | 3 062 | 21 053 | 2 884 | 27 703 |
| Waarvan | |||||
| op ten hoogste een jaar | 703 | 1 987 | 635 | 1 066 | 4 392 |
| op meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar | — | 1 075 | 9 008 | 1 250 | 11 333 |
| op meer dan vijf jaar | — | — | 11 410 | 568 | 11 978 |
De daling van de voorziening voor herstructureringsprogramma's had voornamelijk betrekking op het aanwenden van de provisie gelinkt aan de sluiting van de rubberversterkingsfabriek in Figline (Italië).
Voorzieningen voor geschillen hielden in hoofdzaak verband met productkwaliteitsklachten en productgaranties in meerdere entiteiten.
Milieuvoorzieningen hadden voornamelijk betrekking op vestigingen in EMEA. De verwachte bodemsaneringskosten worden elk jaar opnieuw geschat, gebaseerd op een evaluatie door een extern expert. Het is onzeker wanneer de kosten zullen worden gemaakt, want dit hangt vaak af van beslissingen inzake de bestemming van de sites. De stijging in de milieuvoorzieningen had hoofdzakelijk te maken met een nieuwe voorziening gerelateerd aan de verkoop van de grond en gebouwen van de fabriek in Canada, gedeeltelijk geneutraliseerd door het aanwenden en het terugnemen van de voorzieningen die werden aangelegd voor sites in België en het Verenigd Koninkrijk.
De daling in de overige voorzieningen had voornamelijk betrekking op terugnemingen van voorzieningen voor rechtszaken.

De volgende tabel toont een analyse van de nettoboekwaarde van de rentedragende schulden van de Groep, per contractuele vervaldatum:
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Rentedragende schulden | ||||
| Leaseverplichtingen | 19 746 | 39 603 | 21 157 | 80 505 |
| Ontvangen kaswaarborgen | — | 51 | 120 | 171 |
| Kredietinstellingen | 246 817 | 187 511 | — | 434 328 |
| Schuldschein-lening | — | 298 702 | 20 933 | 319 635 |
| Obligatieleningen | — | — | 400 000 | 400 000 |
| Converteerbare obligatieleningen | 375 092 | — | — | 375 092 |
| Totaal financiële schulden | 641 655 | 525 867 | 442 210 | 1 609 732 |
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Rentedragende schulden | ||||
| Leaseverplichtingen | 20 219 | 36 837 | 19 588 | 76 644 |
| Ontvangen kaswaarborgen | — | 84 | 120 | 204 |
| Kredietinstellingen | 217 523 | 177 047 | — | 394 571 |
| Schuldschein-lening | — | 298 964 | 20 941 | 319 905 |
| Obligatieleningen | — | 200 000 | 200 000 | 400 000 |
| Totaal financiële schulden | 237 742 | 712 932 | 240 649 | 1 191 324 |
Een analyse van de contractueel overeengekomen, niet-verdisconteerde kasuitstromen met betrekking tot financiële verplichtingen van de Groep wordt voorgesteld in toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'. De financiële schuld vervallend binnen het jaar is met € 403,9 miljoen gedaald door het terugbetalen van de converteerbare obligatielening in juni 2021 (€ 375,1 miljoen tegen geamortiseerde kostprijs per jaareinde 2020).
In principe gaan entiteiten van de Groep leningen aan in hun lokale valuta om valutarisico's te vermijden. Als de financiering in een andere valuta gebeurt, zonder enige compenserende balanspositie, dekken de entiteiten het valutarisico af door middel van derivaten (cross-currency interest-rate swaps of termijnwisselcontracten). Obligatieleningen, commercial paper en schulden tegenover kredietinstellingen zijn niet gewaarborgd, met uitzondering van de factoring-programma's.
Voor meer informatie over het beheer van financiële risico's verwijzen wij naar toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.

In overeenstemming met alle financiële derivate vorderingen en schulden, is het derivaat dat de in de converteerbare obligatielening besloten conversieoptie vertegenwoordigt (€ 0,03 miljoen in 2020) niet opgenomen in de nettoschuld (zie toelichting 6.19. 'Overige verplichtingen op meer dan een jaar').
De volgende tabel geeft een overzicht van de berekening van de nettoschuld.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar 968 076 |
953 581 |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar 641 655 |
237 742 |
| Totaal financiële schulden 1 609 732 |
1 191 324 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar -7 451 |
-10 192 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op ten hoogste een jaar -7 707 |
-6 475 |
| Geldbeleggingen -50 077 |
-80 058 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten -940 416 |
-677 270 |
| Nettoschuld 604 081 |
417 329 |
Om tegemoet te komen aan de toelichtingsvereisten van IAS 7 'Het kasstroomoverzicht' toont deze sectie een overzicht van de wijzigingen in verplichtingen die ontstaan uit financieringsactiviteiten. De opdeling in langetermijnschulden en kortetermijnschulden is gebaseerd op de initiële looptijd van de schuld. In het geconsolideerd kasstroomoverzicht worden de kasstromen met betrekking tot rentedragende langetermijnschulden opgedeeld in inkomsten en aflossingen.
In 2021 hadden de overige wijzigingen in financiële schuld hoofdzakelijk betrekking op non-cash bewegingen in de leaseverplichtingen (€ 19,6 miljoen) (zie ook toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa'), en opgelopen rente uit afschrijvingen op verplichtingen via de effectieverentemethode (€ 4,9 miljoen). Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden omvatten swaps en opties die zorgen voor een (economische) afdekking van renterisico's, zie toelichting 7.2. 'Beheer van financiële risico's en derivaten'.
Overnames en afstotingen hadden in 2020 betrekking op de overname van Grating Peru SAC. In 2020 hadden de overige wijzigingen in financiële schuld hoofdzakelijk betrekking op non-cash bewegingen in de leaseverplichtingen (€ 22,0 miljoen) (zie ook toelichting 6.4. 'Recht-op-gebruik (RoU) vaste activa'), en opgelopen rente uit afschrijvingen op verplichtingen via de effectieverentemethode (€ 10,7 miljoen).
| 2020 | Niet-kasstromen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Per 1 januari | Kasstromen | Overnames en afstotingen |
Gecumuleerde omrekenings verschillen |
Reëlewaarde wijzigingen |
Overige wijzigingen | Per 31 december |
| Financiële schulden | |||||||
| Langetermijnschulden ¹ | 1 403 804 | -46 364 | — | -9 486 | — | 32 912 | 1 380 866 |
| Ontvangen kaswaarborgen | — | 175 | — | -3 | — | — | 171 |
| Leaseverplichtingen | 88 253 | -25 785 | — | -3 914 | — | 21 952 | 80 505 |
| Kredietinstellingen | 386 171 | -175 139 | — | -5 569 | — | — | 205 463 |
| Schuldschein-lening | 319 368 | — | — | — | — | 267 | 319 635 |
| Obligatieleningen | 245 614 | 154 386 | — | — | — | — | 400 000 |
| Converteerbare obligatieleningen |
364 398 | — | — | — | — | 10 694 | 375 092 |
| Kortetermijnschulden | 204 691 | 41 358 | 1 237 | -18 420 | — | — | 228 865 |
| Totaal financiële schulden | 1 608 495 | -5 006 | 1 237 | -27 906 | — | 32 912 | 1 609 732 |
| Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden | |||||||
| Interest-rate swaps | 496 | — | — | — | 585 | — | 1 081 |
| Cross-currency interest-rate swaps | -3 705 | — | — | — | -1 325 | — | -5 030 |
| Overige verplichtingen uit financieringsactiviteiten | |||||||
| Conversiederivaat | 115 | — | — | — | -81 | — | 34 |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten | 1 605 400 | -5 006 | 1 237 | -27 906 | -820 | 32 912 | 1 605 817 |
¹ Inclusief het deel van de schulden op meer dan een jaar dat binnen het jaar vervalt, nl. € 219,5 miljoen per 1 januari en € 412,8 miljoen per 31 december.
| 2021 Niet-kasstromen |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in duizend € | Per 1 januari | Kasstromen | Overnames en afstotingen |
Gecumuleerde omrekenings verschillen |
Reëlewaarde wijzigingen |
Overige wijzigingen | Per 31 december |
| Financiële schulden | |||||||
| Langetermijnschulden ¹ | 1 380 866 | -416 174 | — | 3 619 | — | 24 802 | 993 114 |
| Ontvangen kaswaarborgen | 171 | 12 | — | 20 | — | — | 204 |
| Leaseverplichtingen | 80 505 | -26 290 | — | 2 805 | — | 19 624 | 76 644 |
| Kredietinstellingen | 205 463 | -9 896 | — | 794 | — | — | 196 361 |
| Schuldschein-lening | 319 635 | — | — | — | — | 270 | 319 905 |
| Obligatieleningen | 400 000 | — | — | — | — | — | 400 000 |
| Converteerbare obligatieleningen |
375 092 | -380 000 | — | — | — | 4 908 | — |
| Kortetermijnschulden | 228 865 | -43 328 | — | 12 672 | — | — | 198 210 |
| Totaal financiële schulden | 1 609 732 | -459 501 | — | 16 291 | — | 24 802 | 1 191 324 |
| Derivaten aangehouden ter afdekking van financiële schulden | |||||||
| Interest-rate swaps | 1 081 | — | — | — | -964 | — | 118 |
| Cross-currency interest-rate swaps | -5 030 | — | — | — | 6 675 | — | 1 645 |
| Totaal verplichtingen uit financieringsactiviteiten | 1 605 817 | -459 501 | — | 16 291 | 5 677 | 24 802 | 1 193 087 |
¹ Inclusief het deel van de schulden op meer dan een jaar dat binnen het jaar vervalt, nl. € 412,8 miljoen per 1 januari en € 39,5 miljoen per 31 december.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Overige schulden op meer dan één jaar | 150 | 142 |
| Derivaten (zie toelichting 7.2.) | 1 081 | 703 |
| Totaal | 1 231 | 844 |
De derivaten hadden voor € 0,1 miljoen betrekking op een interest-rate swap om de variabele rente in enkele van de Schuldschein-leningen af te dekken (2020: € 1,1 miljoen) en voor € 0,6 miljoen op CCIRS'en (2020: geen) (zie toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden' en 7.2. 'Beheer van risico's en derivaten').

| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Overige verplichtingen 9 939 |
9 122 |
| Derivaten (zie toelichting 7.2.) 1 885 |
2 324 |
| Ontvangen voorschotten 15 682 |
24 354 |
| Overige belastingen 27 073 |
24 127 |
| Overlopende rekeningen (passief) 9 872 |
8 322 |
| Totaal 64 451 |
68 249 |
De derivaten bevatten termijnwisselcontracten (€ 0,7 miljoen (2020: € 1,6 miljoen)) en CCIRS'en (€ 1,7 miljoen (2020: € 0,2 miljoen)). Overige belastingen hadden in hoofdzaak betrekking op BTW, afhoudingen op lonen en wedden en niet-winstgebaseerde belastingen.
De ontvangen voorschotten hadden voornamelijk betrekking op voorschotten van de Braziliaanse joint ventures op bestellingen van activa bij Engineering.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de belastingvorderingen, belastingschulden en onzekere belastingposities opgenomen op balansdatum. De belastingvorderingen en -schulden bevatten zowel inkomstenbelastingen als BTW en overige belastingen.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Belastingvorderingen | 83 487 | 113 568 |
| Vaststaande belastingschulden | 48 976 | 71 376 |
| Onzekere belastingposities | 31 639 | 38 882 |
De vaststaande belastingschulden bevatten ook de saldi inzake overige belastingen opgenomen in de tabel van toelichting 6.20. 'Overige verplichtingen op ten hoogste een jaar'.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| EBIT 256 527 |
513 086 | |
| Posten zonder kasstroomeffect opnieuw bijgeteld bij EBIT 216 067 |
164 256 | |
| EBITDA 472 594 |
677 342 | |
| Overige brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten -91 535 |
-140 345 | |
| Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten 381 059 |
536 997 | |
| Wijzigingen in operationeel werkkapitaal ¹ 124 419 |
-119 773 | |
| Overige bedrijfskasstromen | -556 | -32 620 |
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 504 921 |
384 604 | |
| Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten -31 209 |
-95 924 | |
| Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten -82 741 |
-567 082 | |
| Toename of afname in geldmiddelen en kasequivalenten 390 972 |
-278 401 |
¹ Zie toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal' voor de aansluiting van de wijzigingen in operationeel werkkapitaal met de organische evolutie van het werkkapitaal.
Het overzicht van de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten is opgesteld volgens de indirecte methode, terwijl de directe methode gevolgd werd voor de kasstromen uit andere activiteiten. De directe methode is gericht op het classificeren van brutokasinstromen en brutokasuitstromen per categorie.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Posten zonder kasstroomeffect verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) | ||
| Afschrijvingen en waardeverminderingen ¹ | 202 103 | 165 774 |
| Bijzondere waardeverminderingen op activa | 13 964 | -1 518 |
| Posten zonder kasstroomeffect opnieuw bijgeteld bij EBIT | 216 067 | 164 256 |
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen: aanleg / terugname (-) van ongebruikte bedragen | 49 703 | 14 044 |
| Overige voorzieningen: aanleg / terugname (-) van ongebruikte bedragen | -3 909 | -352 |
| CTA overgeboekt naar resultaat bij afgestoten activiteiten | — | -2 987 |
| In eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen | 8 556 | 15 261 |
| Overige posten zonder kasstroomeffect verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) | 54 350 | 25 966 |
| Totaal | 270 417 | 190 222 |
| Investeringsposten verwerkt in bedrijfsresultaat (EBIT) | ||
| Winst (-) of verlies bij verkoop van activiteiten | 705 | 170 |
| Winst (-) of verlies bij verkoop van immateriële en materiële vaste activa | -39 331 | -23 404 |
| Totaal | -38 626 | -23 234 |
| Terugname gebruikte bedragen op voorzieningen voor personeelsbeloningen en overige voorzieningen | ||
| Voorzieningen voor personeelsbeloningen: gebruikte bedragen | -36 596 | -41 503 |
| Overige voorzieningen: gebruikte bedragen | -14 160 | -8 837 |
| Totaal | -50 756 | -50 340 |
| Betaalde winstbelastingen | ||
| Verschuldigde winstbelastingen | -36 744 | -116 006 |
| Toename of afname (-) in nettoverplichtingen m.b.t. winstbelastingen | -19 760 | 23 269 |
| Totaal | -56 504 | -92 737 |
| Overige bedrijfskasstromen | ||
| Bewegingen in overige vlottende activa en verplichtingen op ten hoogste een jaar | -1 225 | -27 411 |
| Overige | 669 | -5 209 |
| Totaal | -556 | -32 620 |
¹ Inclusief € -18,7 miljoen (2020: € 7,3 miljoen) afwaarderingen / (terugnames van afwaarderingen) op voorraden en handelsvorderingen (zie toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal').
Brutokasstromen uit bedrijfsactiviteiten stegen met € +155,9 miljoen als gevolg van betere operationele prestaties (€ +204,7 miljoen EBITDA), hogere opzet voor in in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingen (€ +6,7 miljoen) en lagere aanpassing voor investeringsposten verwerkt in het bedrijfsresultaat (€ +15,4 mijoen), tegenover een lagere opzet van voorzieningen voor personeelsbeloningen (€ -35,7 miljoen lager) en een hogere kasuitstroom uit betaalde winstbelastingen (€ -36,2 miljoen hoger).

De kasuitstroom door de toename in werkkapitaal, gedreven door een sterke groei, bedroeg € -119,8 miljoen in 2021 (2020: € +124,4 miljoen) (zie organische afname in toelichting 6.8. 'Operationeel werkkapitaal').
Overige bedrijfskasstromen hadden voornamelijk te maken met verschuivingen in overige vorderingen en verplichtingen die niet vervat zitten in het werkkapitaal en geen verband houden met investerings- of financieringsactiviteiten.
In 2021 werden € 92,7 miljoen winstbelastingen betaald. De meeste belastingen werden betaald in China (€ 22,8 miljoen), Chili (€ 14,8 miljoen), België (€ 12,1 miljoen), Slovakije (€ 5,7 miljoen), Turkije (€ 10,7 miljoen) en Indonesië (€ 4,7 miljoen).
De volgende tabel verschaft meer details in verband met welbepaalde investeringskasstromen:
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Overige portfolio-investeringen | |
| Nieuwe bedrijfscombinaties -978 |
— |
| Overige investeringen — |
-863 |
| Totaal -978 |
-863 |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa | |
| Inkomsten uit verkoop van immateriële activa — |
121 |
| Inkomsten uit verkoop van materiële vaste activa 48 199 |
12 235 |
| Inkomsten uit verkoop van recht op gebruik vast actief 3 861 |
712 |
| Totaal 52 135 |
36 752 |
De overige investeringen in 2021 zijn gerelateerd aan de investering in een energie-opwekkingsbedrijf in Indië. Nieuwe bedrijfscombinaties hebben hoofdzakelijk betrekking op de investeringen in nieuwe joint ventures in 2020.
Kasuitstromen van investeringen in materiële vaste activa namen toe van € 104,5 miljoen in 2020 tot € 143,8 miljoen in 2021.
Opbrengsten uit verkoop van materiële vaste activa hadden in 2021 betrekking op de verkoop van vastgoed, hoofdzakelijk in Peru, Maleisië, België en Canada. In 2020 hebben ze betrekking op de verkoop van (1) Bekaert sites in België, (2) gronden en gebouwen als gevolg van de herstructurering in België en (3) de Belton, Texas fabriek als gevolg van de herstructurering in de Verenigde Staten.
De volgende tabel verschaft meer details in verband met welbepaalde financieringskasstromen:
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Overige financieringsstromen | |
| Nieuwe aandelen uitgegeven voor uitgeoefende inschrijvingsrechten 153 |
1 077 |
| Toename (-) of afname van kort- en langlopende leningen en financiële vorderingen -211 |
495 |
| Toename (-) of afname van financiële activa op ten hoogste een jaar -46 |
-28 439 |
| Overige financiële opbrengsten en lasten -4 215 |
-2 879 |
| Totaal -4 319 |
-29 747 |
Nieuwe rentedragende langetermijnschulden bleven beperkt tot € 23,6 miljoen in 2021 (2020: € 201,3 miljoen, sloegen vooral op de nieuwe obligatielening). Aflossing van rentedragende langetermijnschulden (€ -439,8 miljoen) hield voornamelijk verband met de terugbetaling van de converteerbare obligatielening (€ -380,0 miljoen) en de herfinanciering van lokale leningen in Peru (€ -14,6 miljoen), China (€ -12,8 miljoen) en Chili (€ -11,1 miljoen). Kasuitstroom m.b.t. kortetermijnschulden beliep € -43,3 miljoen in 2021 (2020: kasinstroom € 41,4 miljoen). Voor een overzicht van de bewegingen in verplichtingen die ontstaan uit financieringsactiviteiten, zie toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden'.
In 2021 beliepen de transacties in eigen aandelen € 17,4 miljoen (2020 € 1,1 miljoen) en bestonden vooral uit inkomsten uit de uitoefening van aandelenopties.
In 2020 omvatten de 'Verkopen en aankopen van minderheidsbelangen' de aankoop van de (20%) aandelen voorafgaand aangehouden door Continental Global Holding Netherlands BV in Bekaert Slatina SRL in Roemenië (€ -9,0 miljoen). Ontvangsten uit overige financieringskasstromen waren het gevolg van de uitgifte van nieuwe aandelen ten gevolge van de uitoefening van inschrijvingsrechten (€ 1,1 miljoen tegenover € 0,2 miljoen in 2020), netto-ontvangsten uit leningen en vorderingen (€ 0,5 miljoen tegenover € -0,2 miljoen in 2020) en kasuitstromen van uit vlottende financiële activa, voornamelijk kortlopende deposito's (€ -28,4 miljoen tegenover bijna nul in 2020). Overige financiële opbrengsten en lasten omvatten in hoofdzaak belastingen en bankkosten op financiële transacties (€ -4,1 miljoen tegenover € -3,4 miljoen in 2020).
De Groep is blootgesteld aan risico's als gevolg van bewegingen in wisselkoersen, rentevoeten en marktrisico's die haar activa en verplichtingen beïnvloeden. Het financieel risicobeheer van de Groep heeft tot doel om de effecten van deze marktrisico's als gevolg van haar operationele en financiële activiteiten te beperken. Naargelang het ingeschatte risico worden daartoe welbepaalde derivaten als afdekkingsinstrumenten ingezet. De Groep dekt voornamelijk risico's af die de kasstromen beïnvloeden. Derivaten worden enkel gebruikt als afdekkingsinstrument en niet voor handels- of speculatieve doeleinden. Om het kredietrisico te beperken, worden afdekkingstransacties over het algemeen enkel aangegaan met financiële instellingen die als lange termijn kredietrating door Moody's Investors Service Inc., Fitch en S&P tenminste een A-kredietscore hebben.
De richtlijnen en principes van het financieel risicobeheer van Bekaert worden vastgelegd door het Audit, Risk en Finance Comité en gecontroleerd door de Raad van Bestuur van de Groep. De Groepsdienst Thesaurie is verantwoordelijk voor de implementatie van het financieel risicobeleid. Dit houdt in dat gepaste richtlijnen worden gedefinieerd en effectieve controle- en verslaggevingsprocedures worden opgezet. Het Audit, Risk en Finance Comité wordt geregeld geïnformeerd over de blootstelling aan deze risico's.
Het valutarisico van de Groep kan opgedeeld worden in twee categorieën: valutatranslatierisico en valutatransactierisico.
Een valutatranslatierisico ontstaat wanneer de financiële gegevens van buitenlandse dochterondernemingen omgezet worden naar de presentatievaluta van de Groep, de euro. De voornaamste valuta's zijn de Chinese renminbi, de US dollar, de Tsjechische kroon, de Braziliaanse real, de Chileense peso, de Russische roebel, de Indische roepie en de pond sterling. Aangezien er geen kasstroomeffect is, dekt de Groep dit risico gewoonlijk niet af.
De Groep is blootgesteld aan valutatransactierisico's die voortvloeien uit haar investerings-, financierings- en bedrijfsactiviteiten.
Valutarisico's in het kader van bedrijfsactiviteiten vloeien voort uit commerciële activiteiten met aan- en verkopen in vreemde valuta, alsook betalingen en ontvangsten van royalty's. De Groep gebruikt termijnwisselcontracten om het valutarisico op de verwachte kasinstromen en kasuitstromen voor de volgende drie maanden te beperken. Belangrijke blootstellingen en vaststaande toezeggingen buiten dit tijdskader kunnen ook afgedekt worden.
Valutarisico's op het vlak van investeringen ontstaan uit de overname of de verkoop van deelnemingen in buitenlandse vennootschappen, en soms ook uit te ontvangen dividenden vanuit buitenlandse deelnemingen. Indien materieel geacht, worden deze risico's afgedekt door middel van termijnwisselcontracten.
Valutarisico's op het vlak van financiering ontstaan uit financiële verplichtingen in vreemde valuta's. De Groepsdienst Thesaurie dekt deze risico's af en maakt hiervoor gebruik van cross-currency interest-rate swaps en termijnwisselcontracten om financiële verplichtingen in vreemde valuta's om te zetten naar de functionele valuta van de betrokken entiteit. Op de verslagdatum bestonden de verplichtingen in vreemde valuta waarvoor het valutarisico werd afgedekt voornamelijk uit intragroepsleningen in euro en US dollar.
Volgende tabel geeft een samenvatting van de nettoposities van de Groep voor de belangrijkste valutaparen met betrekking tot bedrijfs-, investerings- en financiële vorderingen en schulden in vreemde valuta op de verslagdatum. De nettoposities van de valuta zijn vóór eliminaties van intragroepsverrichtingen. Een positief bedrag betekent dat de Groep een nettovordering heeft in de eerste valuta. In de tabel vertegenwoordigt de kolom 'Totaal risico' de balanspositie, terwijl de kolom 'Totaal derivaten' alle derivaten omvat ter afdekking van zowel de balanspositie als de verwachte transacties.
| in duizend € | Totaal risico | Totaal derivaten | Nettopositie |
|---|---|---|---|
| BRL/EUR | 2 104 | — | 2 104 |
| CZK/EUR | 11 317 | 3 908 | 15 225 |
| EUR/CNY | -27 568 | -2 500 | -30 068 |
| EUR/GBP | -4 047 | 2 464 | -1 583 |
| EUR/INR | -33 691 | 18 530 | -15 161 |
| EUR/MYR | -23 277 | — | -23 277 |
| EUR/RON | -31 373 | — | -31 373 |
| EUR/RUB | -28 520 | 21 866 | -6 654 |
| EUR/USD | -2 648 | 4 014 | 1 365 |
| IDR/USD | 2 497 | — | 2 497 |
| JPY/CNY | 5 143 | -2 554 | 2 589 |
| JPY/USD | 3 504 | -2 042 | 1 462 |
| NOK/GBP | 11 878 | — | 11 878 |
| NZD/USD | -9 585 | -765 | -10 350 |
| RUB/EUR | 21 869 | — | 21 869 |
| TRY/EUR | 14 378 | — | 14 378 |
| USD/BRL | -17 094 | — | -17 094 |
| USD/CLP | 1 586 | — | 1 586 |
| USD/CNY | 17 752 | 8 300 | 26 052 |
| USD/COP | 2 515 | 11 744 | 14 259 |
| USD/EUR | 140 981 | -82 843 | 58 138 |
| USD/GBP | -2 438 | — | -2 438 |
| USD/INR | -48 221 | — | -48 221 |
| in duizend € | Totaal risico | Totaal derivaten | Nettopositie |
|---|---|---|---|
| AUD/EUR | -6 506 | -8 323 | -14 829 |
| CAD/EUR | -11 171 | — | -11 171 |
| CZK/EUR | 24 625 | -1 132 | 23 493 |
| EUR/CNY | -17 706 | — | -17 706 |
| EUR/GBP | 12 479 | 6 206 | 18 685 |
| EUR/INR | -27 084 | 19 725 | -7 359 |
| EUR/MYR | -12 495 | — | -12 495 |
| EUR/RON | -39 256 | — | -39 256 |
| EUR/RUB | -35 641 | 22 134 | -13 507 |
| IDR/USD | -13 740 | — | -13 740 |
| JPY/CNY | 8 229 | -1 925 | 6 304 |
| JPY/USD | 5 888 | -3 362 | 2 526 |
| NOK/GBP | 16 221 | — | 16 221 |
| USD/BRL | -10 822 | — | -10 822 |
| USD/CLP | -18 970 | — | -18 970 |
| USD/CNY | 35 648 | 11 528 | 47 176 |
| USD/EUR | 140 008 | -96 566 | 43 442 |
| USD/INR | -48 924 | — | -48 924 |
| USD/MXN | -5 939 | — | -5 939 |
| USD/RUB | -6 970 | — | -6 970 |
De redelijkerwijs mogelijke schommelingen die gebruikt worden in deze berekening, zijn gebaseerd op de volatiliteit op jaarbasis met betrekking tot de dagelijkse wisselkoersbewegingen gedurende de verslagperiode, met een betrouwbaarheidsinterval van 95%.
Indien de valuta's verzwakt of versterkt waren met de redelijkerwijs mogelijke procenten en indien alle andere variabelen constant gebleven waren, zou het perioderesultaat vóór belastingen € 10,8 miljoen (2020: € 1,6 miljoen) lager respectievelijk hoger geweest zijn. De stijging in impact is te wijten aan een hogere volatiliteit in verschillende munten zoals de Chileense peso, Indische roepie, Braziliaanse real en de US dollar.
Per 31 december 2021 maakt de Groep geen gebruik van hedge accounting (idem per 31 december 2020).
De Groep is onderworpen aan renterisico en dit voornamelijk op schulden in US dollar, Chinese renminbi en euro. Om het effect van rentevoetfluctuaties in de betrokken regio's te minimaliseren, wordt het renterisico op de nettoschuld uitgedrukt in deze valuta's afzonderlijk beheerd. De volgende algemene richtlijnen worden toegepast om het renterisico af te dekken:
• De beoogde gemiddelde duur van langlopende schulden bedraagt vier jaar.
• De verhouding tussen variabele en vaste rentevoeten moet voor langlopende schulden beantwoorden aan de limieten bepaald door het Audit, Risk en Finance Comité.
De Groepsdienst Thesaurie gebruikt interest-rate swaps en cross-currency interest-rate swaps om ervoor te zorgen dat de vaste/ variabele renteverhouding van langlopende schulden binnen de limieten blijft.
Het volgende overzicht toont de gewogen gemiddelde rentevoeten, exclusief het effect van swaps, op balansdatum.
De converteerbare obligatielening werd aangehouden tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode wat resulteert in de spreiding van de conversieoptie en de transactiekosten over de duur van de verplichting via de rentelasten. Bijgevolg zullen de effectieve rentelasten hoger zijn dan de nominale rentelasten.
| Lange termijn | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2020 | Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet | Totaal | Korte termijn | Totaal |
| US dollar | 4,69% | 3,50% | 4,10% | 1,72% | 2,06% |
| Chinese renminbi | —% | 3,71% | 3,71% | 3,80% | 3,79% |
| Euro | 1,39% | 1,48% | 1,43% | 0,55% | 1,43% |
| Overige | 6,31% | —% | 6,31% | 3,92% | 4,83% |
| Totaal | 1,72% | 1,67% | 1,71% | 2,82% | 1,92% |
| Lange termijn | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2021 | Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet | Totaal | Korte termijn | Totaal |
| US dollar | 4,04% | 2,37% | 3,29% | 1,31% | 1,60% |
| Chinese renminbi | —% | —% | —% | 3,62% | 3,62% |
| Euro | 2,27% | 1,48% | 2,07% | —% | 2,07% |
| Overige | 6,71% | —% | 6,71% | 4,58% | 4,58% |
| Totaal | 2,65% | 1,53% | 2,38% | 2,41% | 2,38% |
Zoals vermeld in toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden' bedroeg de totale financiële schuld van de Groep € 1 191,3 miljoen op 31 december 2021 (2020: € 1 609,7 miljoen). De volgende tabel toont het valuta- en renteprofiel, d.i. de procentuele verdeling van de totale financiële schuld per valuta en per type van rentevoet (vast, vlottend), inclusief het effect van swaps.
| Lange termijn | Korte termijn | |||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet | Vlottende rentevoet | Totaal |
| US dollar | 0,80% | 0,80% | 9,10% | 10,70% |
| Chinese renminbi | —% | 0,50% | 4,40% | 4,90% |
| Euro | 62,10% | 13,00% | 0,30% | 75,40% |
| Overige | 3,40% | —% | 5,60% | 9,00% |
| Totaal | 66,30% | 14,30% | 19,40% | 100,00% |
| Lange termijn | Korte termijn | |||
|---|---|---|---|---|
| 2021 | Vaste rentevoet | Vlottende rentevoet | Vlottende rentevoet | Totaal |
| US dollar | 1,40% | 1,10% | 14,30% | 16,80% |
| Chinese renminbi | —% | —% | 3,00% | 3,00% |
| Euro | 52,70% | 17,70% | —% | 70,40% |
| Overige | 4,40% | —% | 5,40% | 9,80% |
| Totaal | 58,50% | 18,80% | 22,70% | 100,00% |
De volgende tabel toont voor de belangrijkste valuta's de redelijkerwijs mogelijke schommelingen met een 95%-betrouwbaarheidsinterval; de cijfers zijn gebaseerd op de volatiliteit op jaarbasis van de dagelijkse noteringen van de Interbank Offered Rate op 3 maanden in 2021 en 2020.
| 2020 | Rentevoet per 31 december |
Redelijkerwijs mogelijke schommelingen (+/-) |
|---|---|---|
| Chinese renminbi ¹ | 2,53% | 0,42% |
| Euro | —% | 0,00% |
| US dollar | 0,24% | 0,24% |
| 2021 | Rentevoet per 31 december |
Redelijkerwijs mogelijke schommelingen (+/-) |
|---|---|---|
| Chinese renminbi ¹ | 2,21% | 0,36% |
| Euro | —% | 0,00% |
| US dollar | 0,21% | 0,17% |
¹ Voor de Chinese renminbi werd de PBOC-referentievoet voor leningen op hoogstens 6 maand genomen.

Indien we de geschatte mogelijke renteschommelingen toepassen op de schuld met vlottende rentevoet – in de veronderstelling dat alle andere variabelen constant bleven – zou het perioderesultaat vóór belastingen € 3,5 miljoen (2020: € 3,9 miljoen) hoger/ lager geweest zijn. Aangezien de EURIBOR negatief was en Bekaert een 0% floor in voege heeft, gaan rederlijkerwijs mogelijke schommelingen van de EURIBOR geen effect genereren met uitzondering van de reëlewaardebepaling van de interest-rate swap op balansdatum.
De Groep maakt geen gebruik van hedge accounting per 31 december 2021 (2020: ook niet) en bijgevolg was geen gevoeligheidsanalyse vereist.
Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij haar verplichtingen uit hoofde van een financieel instrument of klantencontract niet nakomt, wat leidt tot een financieel verlies. De Groep is blootgesteld aan kredietrisico's ten gevolge van haar bedrijfsactiviteiten en bepaalde financieringsactiviteiten, inclusief deposito's bij banken en financiële instellingen. In het kader van haar bedrijfsactiviteiten heeft de Groep een kredietbeleid opgezet dat rekening houdt met het risicoprofiel van de klanten in functie van het marktsegment waartoe zij behoren. Op basis van hun activiteitenplatform, productsegment en regio wordt het kredietrisico van de klanten geanalyseerd en wordt beslist om het kredietrisico af te dekken. De blootstelling aan kredietrisico's wordt continu opgevolgd en de kredietwaardigheid van alle klanten wordt geregeld geëvalueerd. Omwille van het specifieke karakter van sommige staaldraadactiviteiten die slechts een beperkt aantal wereldwijd opererende klanten tellen, wordt het concentratierisico van dichtbij opgevolgd en wordt – overeenkomstig de kredietbeleidslijnen – indien nodig onmiddellijk actie ondernomen. Er dient geen enkele van de volgens IFRS 8 §34 vereiste toelichtingen in verband met individuele klanten (of groepen van klanten onder gezamenlijke zeggenschap) verstrekt, aangezien geen enkele klant van de Groep instaat voor meer dan 10% van de omzet. Op 31 december 2021 was 65,4% (2020: 57,3%) van het kredietrisico afgedekt door kredietverzekeringspolissen en handelsfinancieringsinstrumenten zoals kredietbrieven, documentaire kredieten en bankgaranties. In het kader van financieringsactiviteiten worden transacties in principe enkel afgesloten met tegenpartijen die minstens een A-kredietscore hebben. Daarbij worden kredietlimieten vastgelegd voor elke tegenpartij in functie van haar kredietwaardigheid. Dankzij deze aanpak acht de Groep de risico's bij staking van betaling door de tegenpartij beperkt, zowel wat bedrijfsactiviteiten als wat financieringsactiviteiten betreft. In overeenstemming met het in IFRS 9 opgenomen 'verwachte verlies' model voor financiële vorderingen, werd er een algemene waardevermindering voor handelsvorderingen aangelegd met als bedoeling ongekende risico's verbonden aan handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum af te dekken. Deze algemene waardevermindering voor handelsvorderingen bestaat uit een percentage van openstaande handelsvorderingen op iedere rapporteringsdatum. De percentages weerspiegelen de waarschijnlijkheidsgewogen uitkomst, de tijdswaarde van geld en redelijke en gefundeerde informatie die op de rapporteringsdatum beschikbaar is over gebeurtenissen in het verleden, huidige omstandigheden en prognoses van toekomstige economische omstandigheden en worden jaar-opjaar herbekeken.
Liquiditeitsrisico betekent het risico dat de Groep haar verplichtingen niet kan nakomen op de vervaldag omdat ze niet in staat is om activa te gelde te maken of de nodige kredieten te bekomen. Om de liquiditeit en de financiële flexibiliteit te allen tijde te garanderen, beschikt de Groep, naast de beschikbare geldmiddelen, over verscheidene kortlopende, niet-toegezegde kredietlijnen in de belangrijkste valuta's en voor bedragen die geacht worden toereikend te zijn voor de huidige en toekomstige financiële behoeften. Deze kredietfaciliteiten hebben meestal een gemengd karakter en kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor voorschotten, kaskredieten, acceptkredieten en verdisconteringen. De Groep heeft ook toegezegde kredietfaciliteiten ter beschikking voor een maximumbedrag van € 200 miljoen (2020: € 200 miljoen) tegen variabele rentevoeten met vaste marges. Op jaareinde was van deze kredietlijnen niets (2020: nihil) opgenomen. Bovendien beschikt de Groep over een commercial paper & medium-term note program voor een bedrag van € 123,9 miljoen (2020: € 123,9 miljoen). Per jaareinde 2021 waren er geen uitstaande commercial paper notes (2020: nihil). Per jaareinde was er geen externe bankschuld onderworpen aan schuldconvenanten (2020: nihil). De Groep heeft per 31 december 2021 verdisconteerde uitstaande vorderingen voor een totaal bedrag van € 224,8 miljoen (2020: € 152,3 miljoen) in de bestaande factoring-programma's. Onder deze overeenkomsten worden vrijwel alle risico's en voordelen, verbonden aan de eigendom van de vorderingen, overgedragen aan de factor. Bijgevolg werden de gefactorde vorderingen per eind 2021 uitgeboekt.
De volgende tabel toont de contractueel overeengekomen, niet-verdisconteerde kasuitstromen met betrekking tot financiële verplichtingen (inclusief financiële verplichtingen verbonden met activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop). Enkel nettorentebetalingen en aflossingen van de hoofdsom zijn hierin vervat.
| in duizend € | 2021 | 2022 | 2023-2025 | 2026 en verder |
|---|---|---|---|---|
| Financiële verplichtingen - hoofdsom | ||||
| Handelsschulden | -668 422 | — | — | — |
| Overige verplichtingen | -9 939 | -150 | — | — |
| Rentedragende schulden | -649 314 | -42 990 | -490 011 | -450 037 |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -103 678 | -18 530 | — | — |
| Financiële verplichtingen - rente | ||||
| Handels- en overige schulden | — | — | — | — |
| Rentedragende schulden | -24 001 | -18 041 | -45 128 | -17 087 |
| Derivaten - netto afgewikkeld | -348 | -348 | -609 | — |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -2 825 | -2 059 | — | — |
| Totaal niet-verdisconteerde kasstromen | -1 458 527 | -82 118 | -535 748 | -467 124 |
| in duizend € | 2022 | 2023 | 2024-2026 | 2027 en verder |
|---|---|---|---|---|
| Financiële verplichtingen - hoofdsom | ||||
| Handelsschulden | -1 062 185 | — | — | — |
| Overige verplichtingen | -9 122 | -142 | — | — |
| Rentedragende schulden | -240 525 | -224 519 | -494 605 | -248 279 |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -109 565 | — | — | — |
| Financiële verplichtingen - rente | ||||
| Handels- en overige schulden | — | — | — | — |
| Rentedragende schulden | -22 087 | -18 049 | -40 723 | -5 778 |
| Derivaten - netto afgewikkeld | -343 | -272 | -309 | — |
| Derivaten - bruto afgewikkeld | -2 805 | — | — | — |
| Totaal niet-verdisconteerde kasstromen | -1 446 632 | -242 982 | -535 637 | -254 057 |
Hierin zijn alle instrumenten begrepen die aangehouden werden op de balansdatum en waarvoor de betalingen reeds contractueel werden vastgelegd. Prognoses met betrekking tot toekomstige nieuwe verplichtingen zijn niet meegerekend. Bedragen in vreemde valuta werden omgerekend tegen de slotkoers op de balansdatum. Variabele rentebetalingen met betrekking tot financiële instrumenten werden berekend op basis van de toepasselijke termijnrentevoeten.
Alle financiële derivaten die de Groep aangaat, hebben betrekking op een onderliggende transactie of een verwacht risico. In functie van het verwachte effect op de winst-enverliesrekening en als voldaan is aan de strikte criteria van IFRS 9, beslist de Groep geval per geval of hedge accounting zal toegepast worden. In de volgende secties worden de transacties beschreven waarvoor hedge accounting wordt toegepast en de transacties die niet in aanmerking komen voor hedge accounting, maar als een economische afdekking fungeren.
De Groep heeft geen hedge accounting toegepast in 2021 (2020: geen). Bijgevolg waren er geen reëlewaardeafdekkingen noch kasstroomafdekkingen in 2021 (2020: geen).
De Groep gebruikt ook financiële instrumenten die als economische afdekking fungeren, maar waarvoor geen hedge accounting wordt toegepast, ofwel omdat niet voldaan is aan de criteria die IFRS 9 'Financiële instrumenten' vooropstelt om in aanmerking te komen voor hedge accounting, ofwel omdat de Groep bewust besloten heeft om geen hedge accounting toe te passen. Deze derivaten worden verwerkt als afzonderlijke instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden.
Het volgende overzicht presenteert de notionele bedragen van de derivaten volgens hun looptijd. Indien derivaten worden aangemerkt voor hedge accounting conform IFRS 9 zal worden getoond of deze deel uitmaken van een reëlewaardeafdekking (FVH) of een kasstroomafdekking (CFH). Bekaert maakt per 31 december 2021 geen gebruik van hedge accounting:
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | |||
| Termijnwisselcontracten | 71 063 | — | — |
| Interest-rate swaps | — | 196 500 | — |
| Cross-currency interest-rate swaps | 108 665 | 18 530 | — |
| Conversiederivaat | 380 000 | — | — |
| Totaal | 559 728 | 215 030 | — |
| in duizend € | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend over meer dan 1 en ten hoogste 5 jaar |
Vervallend over meer dan 5 jaar |
|---|---|---|---|
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | |||
| Termijnwisselcontracten | 67 716 | — | — |
| Interest-rate swaps | — | 196 500 | — |
| Cross-currency interest-rate swaps | 128 947 | — | — |
| Totaal | 196 663 | 196 500 | — |
Het volgende overzicht vat de reële waarden van de verschillende derivaten samen. Indien derivaten worden aangemerkt voor hedge accounting conform IFRS 9 zal worden getoond of deze deel uitmaken van een reëlewaardeafdekking (FVH) of een kasstroomafdekking (CFH). Bekaert maakt per 31 december 2021 geen gebruik van hedge accounting:
| Reële waarde van korte- en langetermijnderivaten | Vorderingen | Verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 |
| Financiële instrumenten | ||||
| Aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| Termijnwisselcontracten | 570 | 805 | 1 618 | 654 |
| Interest-rate swaps | — | — | 1 081 | 118 |
| Cross-currency interest-rate swaps | 5 264 | 610 | 234 | 2 255 |
| Conversiederivaat | — | — | 34 | — |
| Overige derivaten | 3 178 | 13 244 | — | — |
| Totaal | 9 012 | 14 659 | 2 967 | 3 026 |
| Op meer dan een jaar | 3 762 | 13 244 | 1 081 | 703 |
| Op ten hoogste een jaar | 5 250 | 1 416 | 1 885 | 2 324 |
| Totaal | 9 012 | 14 659 | 2 967 | 3 026 |
In 2021 hadden de overige derivate vorderingen betrekking op het VPPA derivaat voor € 13,2 miljoen (2020: € 3,2 miljoen).
De Groep heeft geen financiële activa en verplichtingen die gesaldeerd worden voorgesteld in de balans overeenkomstig IAS 32. De Groep gaat ISDA (Internationale Swaps en Derivaten Associatie)-raamovereenkomsten aan met de tegenpartijen voor de meeste van haar derivaten, die de tegenpartijen toelaten om vorderingen uit derivaten te salderen met verplichtingen uit derivaten bij het afwikkelen in geval van wanbetaling. Bij deze overeenkomsten worden geen waarborgen uitgewisseld, noch in geldmiddelen noch in beleggingsinstrumenten.
Het potentieel effect van het salderen van derivatencontracten wordt hierna weergegeven:
| Effect van afdwingbare salderingsovereenkomsten | Vorderingen | Verplichtingen | ||
|---|---|---|---|---|
| in duizend € | 2020 | 2021 | 2020 | 2021 |
| Totaal derivaten opgenomen in de balans | 9 012 | 14 659 | 2 967 | 3 026 |
| Afdwingbare salderingen | -234 | -610 | -234 | -610 |
| Nettobedragen | 8 778 | 14 049 | 2 733 | 2 416 |
De volgende tabellen tonen de verschillende klassen van financiële activa en verplichtingen met hun nettoboekwaarde en reële waarde, ingedeeld naargelang hun waarderingscategorie volgens IFRS 9 'Financiële instrumenten'.
Geldmiddelen en kasequivalenten, geldbeleggingen, handelsvorderingen, overige vorderingen, ontvangen bankwissels en leningen en financiële vorderingen vervallen meestal op korte termijn. Daarom benadert hun nettoboekwaarde op de verslagdatum hun reële waarde. Ook handelsschulden en overige verplichtingen vervallen meestal op korte termijn en om dezelfde reden benadert hun nettoboekwaarde hun reële waarde. De Groep heeft overigens geen posities in collateralized debt obligations (CDO's).
Volgende afkortingen voor categorieën onder IFRS 9 worden hierna gebruikt:
| Afkorting | Categorie volgens IFRS 9 |
|---|---|
| GK | Financiële activa en financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs |
| RWvOCI/EV | Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI |
| RWvR/Vpl | Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat |
| RWvR | Financiële verplichtingen aangehouden als tegen reële waarde via het resultaat |
| Nettoboekwaarde t.o.v. reële waarde | 31 december 2020 | 31 december 2021 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Categorie volgens |
Reële | Reële | |||
| in duizend € | IFRS 9 | Netto-boekwaarde | waarde | Netto-boekwaarde | waarde |
| Activa | |||||
| Financiële activa op >1 jaar | |||||
| - Financiële & overige vorderingen en kaswaarborgen | GK | 10 365 | 10 365 | 12 549 | 12 549 |
| - Beleggingen in aandelen | RWvOCI/EV | 13 372 | 13 372 | 20 081 | 20 081 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR/Vpl | 3 762 | 3 762 | 13 244 | 13 244 |
| Financiële activa op <= 1 jaar | |||||
| - Financiële & overige vorderingen en kaswaarborgen | GK | 7 707 | 7 707 | 6 475 | 6 475 |
| - Geldmiddelen en kasequivalenten | GK | 940 416 | 940 416 | 677 270 | 677 270 |
| - Geldbeleggingen | GK | 50 077 | 50 077 | 80 058 | 80 058 |
| - Handelsvorderingen | GK | 587 619 | 587 619 | 750 666 | 750 666 |
| - Ontvangen bankwissels | GK | 54 039 | 54 039 | 41 274 | 41 274 |
| - Overige activa op <= 1 jaar | |||||
| - Overige vorderingen | GK | 17 830 | 17 830 | 43 437 | 43 437 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR/Vpl | 5 250 | 5 250 | 1 416 | 1 416 |
| Verplichtingen | |||||
| Rentedragende schulden op > 1 jaar | |||||
| - Leaseverplichtingen | GK | 60 760 | 60 760 | 56 425 | 56 425 |
| - Ontvangen kaswaarborgen | GK | 171 | 171 | 204 | 204 |
| - Kredietinstellingen | GK | 187 511 | 187 511 | 177 047 | 177 047 |
| - Schuldschein-lening | GK | 319 635 | 319 635 | 319 905 | 319 905 |
| - Obligatieleningen | GK | 400 000 | 401 693 | 400 000 | 395 074 |
| Rentedragende schulden op <= 1 jaar | |||||
| - Leaseverplichtingen | GK | 19 746 | 19 746 | 20 219 | 20 219 |
| - Kredietinstellingen | GK | 246 817 | 246 817 | 217 523 | 217 523 |
| - Obligatieleningen | GK | 375 092 | 377 929 | — | — |
| Overige verplichtingen op > 1 jaar | |||||
| - Overige derivaten | RWvR | 1 081 | 1 081 | 118 | 118 |
| - Overige verplichtingen | GK | 150 | 150 | 142 | 142 |
| Handelsschulden | GK | 668 422 | 668 422 | 1 062 185 | 1 062 185 |
| Overige verplichtingen op <= 1 jaar | |||||
| - Conversieoptie | RWvR | 34 | 34 | — | — |
| - Overige verplichtingen | GK | 25 621 | 25 621 | 33 476 | 33 476 |
| - Derivaten | |||||
| - Aangehouden voor handelsdoeleinden | RWvR | 1 851 | 1 851 | 2 324 | 2 324 |

| Getotaliseerd per categorie volgens IFRS 9 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Financiële activa | GK | 1 668 053 | 1 668 053 | 1 611 729 | 1 611 729 |
| RWvOCI/EV | 13 372 | 13 372 | 20 081 | 20 081 | |
| RWvR/Vpl | 9 012 | 9 012 | 14 659 | 14 659 | |
| Financiële verplichtingen | GK | 2 303 925 | 2 308 454 | 2 287 127 | 2 282 201 |
| RWvR | 2 967 | 2 967 | 2 441 | 2 441 |
De reële waarde van alle financiële instrumenten aangehouden in de balans tegen geamortiseerde kostprijs werd bepaald door het gebruik van 'Niveau 2'-reëlewaardebepalingstechnieken. Voor de meeste financiële instrumenten benadert de netto-boekwaarde de reële waarde.
De reëlewaardebepaling van financiële activa en verplichtingen kan worden getypeerd op een van de volgende manieren:
| VPPA derivaat | 31 december 2021 |
|---|---|
| Niveau 2-inputs | |
| Disconteringsvoet | Gewogen gemiddelde van curven van bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit |
| Niveau 3-inputs | |
| Power forward sensitiviteit | Geschatte prijsprognose voor piek- en daluren |
| Productie sensitiviteit | Gebaseerd op windstudies in de omgeving |
| Uitkomsten van het model (in duizend €) | |
| Reële waarde van het VPPA derivaat | 13 244 |

De nettoboekwaarde (d.i. de reële waarde) van de niveau-3-verplichtingen/(vorderingen) is als volgt geëvolueerd:
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Per 1 januari -2 378 |
-10 682 |
| Herclassificatie van level 2 naar level 3 ¹ -7 407 |
— |
| Aanschaffingen — |
-863 |
| (Winst) / verlies in reële waarde via andere elementen van het resultaat -131 |
-1 916 |
| (Winst) / verlies in reële waarde via resultaat -766 |
-10 100 |
| Per 31 december -10 682 |
-23 561 |
¹ Eigenvermogensinstrumenten zijn in presentatie geherklasseerd van niveau 2 naar niveau 3
Winsten en verliezen op de reële waarde worden gerapporteerd in de overige financiële opbrengsten en lasten, behalve voor eigenvermogensinstrumenten waar bewegingen in reële waarde worden verwerkt via OCI (€ -1,9 miljoen) (zie toelichting 6.6. 'Overige vaste activa').
De volgende tabel toont de sensitiviteit van de reëlewaardeberekening voor het VPPA-derivaat aan de belangrijkste inputs van niveau 3.
| in duizend € | Wijziging | Impact op het VPPA derivaat | |
|---|---|---|---|
| Power forward sensitiviteit | +10% | toename met | 2 031 |
| -10% | afname met | -1 942 | |
| Productie sensitiviteit | +5% | toename met | 1 589 |
| -5% | afname met | -1 501 |
De sensitiviteit van de reëlewaardeberekening van het eigenvermogensinstrument in Xinju Metal Products Co Ltd (€ 8,0 miljoen) wordt hierna besproken:
• Indien EBITDA in alle jaren van het businessplan CNY 4,0 miljoen lager zou liggen, zou de reële waarde € 6,3 miljoen bedragen;
• Indien de disconteringsvoet 1% hoger zou zijn, zou de reële waarde € 7,7 miljoen bedragen;
• Indien EBITDA in alle jaren van het businessplan CNY 4,0 miljoen lager zou liggen en de disconteringsvoet zou 1% hoger zijn, zou de reële waarde € 5,8 miljoen bedragen.
De volgende tabel toont een analyse van financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd in de balans volgens de hoger beschreven hiërarchie van reëlewaardebepalingen:
| in duizend € | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat | ||||
| Vorderingen uit derivaten | — | 5 834 | 3 178 | 9 012 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI | ||||
| Beleggingen in aandelen ¹ | 5 833 | — | 7 538 | 13 371 |
| Totaal activa | 5 833 | 5 834 | 10 716 | 22 383 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| Conversieoptie | — | — | 34 | 34 |
| Verplichtingen uit andere derivaten | — | 2 932 | — | 2 932 |
| Totaal verplichtingen | — | 2 932 | 34 | 2 966 |
¹ Eigenvermogensinstrumenten zijn in presentatie geherklasseerd van niveau 2 naar niveau 3
| in duizend € | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Financiële activa verplicht te waarderen tegen reële waarde via het resultaat | ||||
| Vorderingen uit derivaten | — | 1 416 | 13 244 | 14 659 |
| Eigenvermogensinstrumenten aangemerkt als tegen reële waarde via OCI | ||||
| Beleggingen in aandelen ¹ | 9 764 | — | 10 317 | 20 081 |
| Totaal activa | 9 764 | 1 416 | 23 561 | 34 741 |
| Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden | ||||
| Verplichtingen uit andere derivaten | — | 3 026 | — | 3 026 |
| Totaal verplichtingen | — | 3 026 | — | 3 026 |
¹ Eigenvermogensinstrumenten zijn in presentatie geherklasseerd van niveau 2 naar niveau 3
De Groep beheert haar kapitaal om te verzekeren dat haar entiteiten in staat zullen zijn hun activiteiten verder te zetten, en met de bedoeling de rentabiliteit voor haar aandeelhouders te maximaliseren door de verhouding van nettoschuld tegenover eigen vermogen te optimaliseren. De Groep heeft haar strategie in dit verband niet gewijzigd tegenover 2020.
De kapitaalstructuur van de Groep bestaat uit nettoschuld, zoals gedefinieerd in toelichting 6.18. 'Rentedragende schulden', en eigen vermogen (zowel toerekenbaar aan de Groep als aan minderheidsbelangen).
Het Audit, Risk en Finance Comité van de Groep controleert de kapitaalstructuur op halfjaarlijkse basis. Als onderdeel van deze controle wordt de kapitaalkost herzien en worden de risico's geëvalueerd die verband houden met elke vorm van kapitaalverstrekking. De Groep beoogt een gearing ratio van 50%, gedefinieerd als de verhouding van nettoschuld tegenover eigen vermogen. De Groep hanteert systematisch een aantal richtlijnen om deze doelstelling te realizeren, o.a.
| 2020 in duizend € |
2021 |
|---|---|
| Nettoschuld 604 081 |
417 329 |
| Eigen vermogen 1 535 055 |
2 100 522 |
| Nettoschuld op eigen vermogen 39,4% |
19,9% |
Per 31 december had de Groep de volgende belangrijke voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen:
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Voorwaardelijke verplichtingen | 12 105 | 4 200 |
| Toezeggingen tot aankoop van vaste activa | 45 690 | 48 984 |
| Toezeggingen tot deelneming in durfkapitaalfondsen | 8 246 | 3 269 |
Er waren op jaareinde 2021 geen bankgaranties gelinkt aan milieuverplichtingen.
Afgezien van de lease-overeenkomsten zijn er geen beperkingen in de realisatie van activa of het afwikkelen van verplichtingen. De leaseverplichtingen zijn effectief gewaarborgd aangezien de rechten op de geleasde activa die in de jaarrekening zijn opgenomen, in geval van wanbetaling aan de leasinggever toekomen. De voorwaardelijke verplichtingen en toezeggingen en de activa verpand als waarborg voor derden met betrekking tot de joint ventures staan beschreven in toelichting 6.5. 'Deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
Transacties tussen de Onderneming en haar dochterondernemingen, die verbonden partijen zijn, werden geëlimineerd in de consolidatie en worden bijgevolg niet opgenomen in deze toelichting. Transacties met andere verbonden partijen worden hieronder toegelicht.
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Verkopen van goederen | 12 117 | 13 231 |
| Aankopen van goederen | 18 621 | 18 509 |
| Geleverde diensten | 177 | 81 |
| Ontvangen royalty's en managementvergoedingen | 10 074 | 14 981 |
| Rente- en soortgelijke opbrengsten | 1 | — |
| Ontvangen dividenden | 24 706 | 44 847 |
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Handelsvorderingen | 4 554 | 6 116 |
| Overige kortetermijnvorderingen ¹ | 2 060 | 27 452 |
| Handelsschulden | 4 271 | 4 945 |
| Overige kortetermijnverplichtingen | 1 181 | 54 |
¹ De overige kortetermijnvorderingen waren op jaareinde 2021 aanzienlijk hoger omwille van uitstaande vorderingen voor dividenden afkomstig van de Braziliaanse joint ventures (€ 27,5 miljoen).
Geen enkele van de verbonden partijen heeft nog andere transacties aangegaan die voldoen aan de criteria van IAS 24 'Informatieverschaffing over verbonden partijen'. De verkopen aan en aankopen van verbonden partijen vinden plaats onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden die gelden in zakelijke transacties. De uitstaande saldi aan het einde van het jaar zijn ongedekt en rentevrij en de afwikkeling vindt plaats in contanten. Voor lopende investeringsprojecten zijn voorschotten ontvangen. Meer informatie over transacties met joint ventures is opgenomen in toelichting 6.5. 'Investeringen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen'.
Het Key Management omvat de Raad van Bestuur, de CEO, de leden van het Bekaert Group Executive en de Senior Vice Presidents (zie laatste pagina van het 'Financieel overzicht').
| in duizend € | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Aantal personen | 34 | 34 |
| Kortetermijnpersoneelsbeloningen | ||
| Basisvergoedingen | 7 621 | 8 407 |
| Variabele vergoedingen | 3 103 | 4 126 |
| Vergoedingen als bestuurders van dochterondernemingen | 563 | 511 |
| Vergoedingen na uitdiensttreding | ||
| Toegezegdpensioenregelingen | 419 | 327 |
| Toegezegdebijdragenregelingen | 1 276 | 1 551 |
| Op aandelen gebaseerde betalingen | 6 280 | 11 719 |
| Totaal brutovergoedingen | 19 262 | 26 641 |
| Gemiddelde brutovergoeding per persoon | 567 | 784 |
| Aantal toegekende prestatie-aandeeleenheden (zowel in eigenvermogensinstrumenten als in geldmiddelen afgewikkeld) | 156 021 | 131 442 |
| Aantal toe toe te kennen matching shares | 10 766 | 9 112 |
| Aantal toegekende aandelen | 23 475 | 10 940 |
Voor de toelichtingen die betrekking hebben op de Belgische Corporate Governance Code verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Corporate Governance' in dit jaarverslag.
Gedurende 2021 werden er door de commissaris en met hem beroepshalve in samenwerkingsverband opererende personen bijkomende opdrachten uitgevoerd ten belope van € 188 100.
Deze opdrachten betroffen in essentie verder assurance-opdrachten (€ 12 650), belastingsadvies-opdrachten (€ 58 200) en andere niet-controlediensten (€ 117 250). De bijkomende opdrachten werden goedgekeurd door het Audit, Risk en Finance Comité.
De vergoedingen voor controlediensten voor NV Bekaert SA en haar dochterondernemingen bedroegen € 2 172 501.

| Met industriële activiteit | Adres FV ¹ |
% ² | |
|---|---|---|---|
| EMEA | |||
| Bekaert Advanced Cords Aalter NV | Aalter, België | EUR | 100 |
| Bekaert Bohumín sro | Bohumín, Tsjechië | CZK | 100 |
| Bekaert Bradford UK Ltd | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Bekaert Combustion Technology BV | Assen, Nederland | EUR | 100 |
| Bekaert Heating Romania SRL | Negoiesti, Brazi Commune, Roemenië | RON | 100 |
| Bekaert Hlohovec as | Hlohovec, Slovakije | EUR | 100 |
| Bekaert Izmit Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS | Izmit, Turkije | EUR | 100 |
| Bekaert Kartepe Çelik Kord Sanayi ve Ticaret AS | Kartepe, Turkije | EUR | 100 |
| Bekaert Petrovice sro | Petrovice, Tsjechië | CZK | 100 |
| Bekaert Sardegna SpA | Assemini, Italië | EUR | 100 |
| Bekaert Slatina SRL | Slatina, Roemenië | RON | 100 |
| Bekaert Slovakia sro | Sládkovičovo, Slovakije | EUR | 100 |
| Bekintex NV | Wetteren, België | EUR | 100 |
| Bridon International GmbH | Gelsenkirchen, Duitsland | EUR | 100 |
| Bridon International Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 |
| Industrias del Ubierna SA | Burgos, Spanje | EUR | 100 |
| OOO Bekaert Lipetsk | Gryazi, Rusland | RUB | 100 |
| Noord-Amerika | |||
| Bekaert Corporation | Wilmington (Delaware), Verenigde Staten | USD | 100 |
| Bridon-American Corporation | New York, Verenigde Staten | USD | 100 |
| Latijns-Amerika | |||
| Acma SA | Santiago, Chili | CLP | 52 |
| Acmanet SA | Talcahuano, Chili | CLP | 52 |
| BBRG - Osasco Cabos Ltda | São Paulo, Brazilië | BRL | 100 |
| BIA Alambres Costa Rica SA | San José-Santa Ana, Costa Rica | USD | 58 |
| Ideal Alambrec SA | Quito, Ecuador | USD | 58 |
| Industrias Chilenas de Alambre - Inchalam SA | Talcahuano, Chili | CLP | 52 |
| Prodimin SAC | Lima, Peru | USD | 38 |
| Prodinsa SA | Maipú, Chili | CLP | 100 |
| Productora de Alambres Colombianos Proalco SAS | Bogotá, Colombia | COP | 40 |
| Productos de Acero Cassadó SA | Callao, Peru | USD | 38 |
| Vicson SA | Valencia, Venezuela | USD | 80 |
| Pacifisch Azië | ||
|---|---|---|
| -- | ---------------- | -- |
| Bekaert Applied Material Technology (Shanghai) Co Ltd | Shanghai, China | CNY | 100 |
|---|---|---|---|
| Bekaert Binjiang Steel Cord Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 90 |
| Bekaert (China) Technology Research and Development Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Chongqing) Steel Cord Co Ltd | Chongqing, China | CNY | 100 |
| Bekaert Industries Pvt Ltd | Taluka Shirur, District Pune, India | INR | 100 |
| Bekaert (Jining) Steel Cord Co Ltd | Jining City, Yanzhou district (provincie Shandong),China | CNY | 60 |
| Bekaert Jiangyin Wire Products Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert Mukand Wire Industries Pvt Ltd | Pune, India | INR | 100 |
| Bekaert New Materials (Suzhou) Co Ltd | Suzhou (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Qingdao) Wire Products Co Ltd | Qingdao (provincie Shandong), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Shandong) Tire Cord Co Ltd | Weihai (provincie Shandong), China | CNY | 100 |
| Bekaert (Shenyang) Advanced Cords Co Ltd | Shenyang (provincie Liaoning), China | CNY | 100 |
| Bekaert Shenyang Advanced Products Co Ltd | Shenyang (provincie Liaoning), China | CNY | 100 |
| Bekaert Toko Metal Fiber Co Ltd | Tokio, Japan | JPY | 70 |
| Bekaert Vietnam Co Ltd | Son Tinh District, provincie Quang Ngai, Vietnam | USD | 100 |
| Bekaert Wire Ropes Pty Ltd | Mayfield East, Australië | AUD | 100 |
| Bridon (Hangzhou) Ropes Co Ltd | Hangzhou (provincie Zhejiang), China | CNY | 100 |
| China Bekaert Steel Cord Co Ltd | Jiangyin (provincie Jiangsu), China | CNY | 90 |
| PT Bekaert Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
| PT Bekaert Wire Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
| PT Bridon | Bekasi, West Java, Indonesië | USD | 100 |
¹ Functionele valuta ² Belangenpercentage
| Verkoopkantoren, magazijnen en andere | Adres | FV ¹ | % ² | |
|---|---|---|---|---|
| EMEA | ||||
| Bekaert AS | Hellerup, Denemarken | DKK | 100 | |
| Bekaert Emirates LLC | Dubai, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 49 | |
| Bekaert Figline SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 | |
| Bekaert France SAS | Rijsel, Frankrijk | EUR | 100 | |
| Bekaert Gesellschaft mbH | Wenen, Oostenrijk | EUR | 100 | |
| Bekaert GmbH | Neu-Anspach, Duitsland | EUR | 100 | |
| Bekaert Middle East LLC | Dubai, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 49 | |
| Bekaert Norge AS | Oslo, Noorwegen | NOK | 100 | |
| Bekaert Poland Sp z oo | Warsaw, Polen | PLN | 100 | |
| Bekaert (Schweiz) AG | Baden, Zwitserland | CHF | 100 | |
| Bekaert Svenska AB | Göteborg, Zweden | SEK | 100 | |
| Bridon-Bekaert ScanRope AS | Tonsberg, Noorwegen | NOK | 100 | |
| Bridon Middle East FZE | Sharjah, Verenigde Arabische Emiraten | AED | 100 | |
| Bridon Scheme Trustees Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 | |
| British Ropes Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 | |
| Leon Bekaert SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 | |
| OOO Bekaert Wire | Moskou, Rusland | RUB | 100 | |
| Rylands-Whitecross Ltd | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 | |
| Scheldestroom NV | Zwevegem, België | EUR | 100 | |
| Twil Company | Bradford, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 | |
| Noord-Amerika | ||||
| Wire Rope Industries Ltd/Industries de Câbles d'Acier Ltée | Montréal, Canada | CAD | 100 | |
| Latijns-Amerika | ||||
| Bekaert Guatemala SA | Ciudad de Guatemala, Guatemala | GTQ | 58 | |
| Bekaert Specialty Films de Mexico SA de CV | Monterrey, Mexico | MXN | 100 | |
| Bekaert Trade Mexico S de RL de CV | Mexico Stad, Mexico | MXN | 100 | |
| Procables SA | Callao, Peru | PEN | 96 | |
| Prodac Contrata SAC | Callao, Peru | USD | 38 | |
| Prodalam SA | Santiago, Chili | CLP | 52 | |
| Prodicom Selva SAC | Ucayali, Peru | USD | 38 | |
| Specialty Films de Services Company SA de CV | Monterrey, Mexico | MXN | 100 |
| Pacifisch Azië | |||
|---|---|---|---|
| Bekaert Architectural Design Consulting (Shanghai) Co Ltd | Shanghai, China | CNY | 100 |
| Bekaert Heating Technology (Suzhou) Co Ltd | Taicang City (provincie Jiangsu), China | CNY | 100 |
| Bekaert Japan Co Ltd | Tokio, Japan | JPY | 100 |
| Bekaert Korea Ltd | Seoel, Zuid-Korea | KRW | 100 |
| Bekaert Malaysia Sdn Bhd | Kuala Lumpur, Maleisië | MYR | 100 |
| Bekaert Management (Shanghai) Co Ltd | Shanghai, China | CNY | 100 |
| Bekaert Shah Alam Sdn Bhd | Kuala Lumpur, Maleisië | MYR | 100 |
| Bekaert Singapore Pte Ltd | Singapore | SGD | 100 |
| Bekaert Taiwan Co Ltd | Taipei, Taiwan | TWD | 100 |
| Bekaert (Thailand) Co Ltd | Tambol Pluakdaeng, Amphur Pluakdaeng,Thailand | USD | 100 |
| BOSFA Pty Ltd | Mayfield East, Australië | AUD | 100 |
| Bridon Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | HKD | 100 |
| Bridon New Zealand Ltd | Aukland, Nieuw Zeeland | NZD | 100 |
| Bridon Singapore (Pte) Ltd | Singapore | SGD | 100 |
| Bridon (South East Asia) Ltd | Hong Kong, China | HKD | 100 |
| PT Bekaert Trade Indonesia | Karawang, Indonesië | USD | 100 |
¹ Functionele valuta
² Belangenpercentage
| Financiële ondernemingen | Adres | FV ¹ | % ² | |
|---|---|---|---|---|
| Acma Inversiones SA | Santiago, Chili | CLP | 100 | |
| BBRG Finance (UK) Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | EUR | 100 | |
| Becare DAC | Dublin, Ierland | EUR | 100 | |
| Bekaert Building Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Carding Solutions Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Coördinatiecentrum NV | Zwevegem, België | EUR | 100 | |
| Bekaert do Brasil Ltda | Contagem, Brazilië | BRL | 100 | |
| Bekaert Holding Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Ibérica Holding SL | Burgos, Spanje | EUR | 100 | |
| Bekaert Ideal SL | Burgos, Spanje | EUR | 80 | |
| Bekaert Investments NV | Zwevegem, België | EUR | 100 | |
| Bekaert Investments Italia SpA | Milaan, Italië | EUR | 100 | |
| Bekaert North America Management Corporation | Wilmington (Delaware), Verenigde Staten | USD | 100 | |
| Bekaert Services Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Singapore Holding Pte Ltd | Singapore | SGD | 100 | |
| Bekaert Specialty Wire Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Stainless Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Steel Cord Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Strategic Partnerships Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Wire Products Hong Kong Ltd | Hong Kong, China | EUR | 100 | |
| Bekaert Wire Rope Industry NV | Zwevegem, België | EUR | 100 | |
| Bridon-Bekaert Ropes Group Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | EUR | 100 | |
| Bridon Holdings Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 | |
| Bridon Ltd | Doncaster, Verenigd Koninkrijk | GBP | 100 | |
| Industrias Acmanet Ltda | Talcahuano, Chili | CLP | 52 | |
| InverVicson SA | Valencia, Venezuela | USD | 80 | |
| Procercos SA | Talcahuano, Chili | CLP | 52 |
| Met industriële activiteit | Adres | FV ¹ | % ² | |
|---|---|---|---|---|
| Latijns-Amerika | ||||
| Agro-Bekaert Colombia SAS | Malambo - Atlántico, Colombia | COP | 40 | |
| Belgo Bekaert Arames Ltda | Contagem, Brazilië | BRL | 45 | |
| BMB-Belgo Mineira Bekaert Artefatos de Arame Ltda | Vespasiano, Brazilië | BRL | 45 | |
| Servicios Ideal AGF Inttegra Cia Ltda | Quito, Ecuador | USD | 29 | |
| Verkoopkantoren, magazijnen en andere | Adres | FV ¹ | % ² | |
| EMEA | ||||
| Netlon Sentinel Ltd | Blackburn, Verenigd Koninkrijk | GBP | 50 | |
| Pacifisch Azië | ||||
| Bekaert Engineering (India) Pvt Ltd | New Delhi, India | INR | 40 | |
| Financiële ondernemingen | Adres | FV ¹ | % ² | |
| EMEA | ||||
| Agro - Bekaert Springs SL | Burgos, Spanje | EUR | 40 | |
| ¹ Functionele valuta ² Belangenpercentage Wijzigingen in 2021 |
||||
| 1. Omvormingen | ||||
| Dochterondernemingen | Adres | % ¹ | ||
| Bridon Middle East FZE | Sharjah, Verenigde Arabische Emiraten | 100 | ||
| 2. Wijzigingen in deelnemingspercentage met behoud van zeggenschap | Dochterondernemingen | Adres | % ¹ | |
| Productora de Alambres Colombianos Proalco SAS | Bogotá, Colombia | Van 80% naar 40% | ||
| 3. Fusies | Dochterondernemingen | Gefusioneerd met | ||
| Grating Perú S.A.C. | Productos de Acero Cassadó SA | |||
| Inversiones BBRG Lima SA | Procables SA | |||

| Ondernemingen | Adres | |
|---|---|---|
| Bekaert Costa Rica SA | San José-Santa Ana, Costa Rica | |
| Bekaert (Huizhou) Steel Cord Co Ltd | Huizhou (provincie Guangdong), China | |
| Inversiones Bekaert Andean Ropes SA | Santiago, Chili |
In overeenstemming met de Belgische wetgeving geeft onderstaande tabel de kruispuntbanknummers van de Belgische ondernemingen weer.
| Ondernemingen | Kruispuntbanknummer | |
|---|---|---|
| Bekaert Advanced Cords Aalter NV | BTW BE 0645.654.071 RPR Gent, afdeling Gent | |
| Bekaert Coördinatiecentrum NV | BTW BE 0426.824.150 RPR Gent, afdeling Kortrijk | |
| Bekaert Investments NV | BTW BE 0406.207.096 RPR Gent, afdeling Kortrijk | |
| Bekaert Wire Rope Industry NV | BTW BE 0550.983.358 RPR Gent, afdeling Kortrijk | |
| Bekintex NV | BTW BE 0452.746.609 RPR Gent, afdeling Dendermonde | |
| NV Bekaert SA | BTW BE 0405.388.536 RPR Gent, afdeling Kortrijk | |
| Scheldestroom NV | BTW BE 0403.676.188 RPR Gent, afdeling Kortrijk |
¹ Belangenpercentage
Het jaarverslag van de Raad van Bestuur en de statutaire jaarrekening van de moedervennootschap NV Bekaert SA worden hierna in verkorte vorm weergegeven.
Het verslag van de Raad van Bestuur ex artikel 3:6 van het Wetboek van vennootschappen is niet integraal opgenomen in het verslag ex artikel 3:32.
Exemplaren van het volledig verslag van de Raad van Bestuur en van de volledige statutaire jaarrekening van NV Bekaert SA zijn op verzoek gratis beschikbaar op volgend adres:
NV Bekaert SA, Bekaertstraat 2, BE-8550 Zwevegem, Belgium, www.bekaert.com
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van NV Bekaert SA.
Conform de wet zullen het jaarverslag van de Raad van Bestuur en de jaarrekening van NV Bekaert SA samen met het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
| in duizend € - Jaren afgesloten op 31 december | 2020 | 2021 |
|---|---|---|
| Omzet | 281 052 | 415 161 |
| Bedrijfsresultaat vóór niet-recurrente resultaten | -14 004 | 58 418 |
| Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten en -kosten | -3 430 | -145 |
| Bedrijfsresultaat na niet-recurrente resultaten | -17 434 | 58 273 |
| Financieel resultaat vóór niet-recurrente resultaten | 1 763 | 67 831 |
| Niet-recurrente financiële opbrengsten en -kosten | -73 711 | -1 158 |
| Financieel resultaat na niet-recurrente resultaten | -71 947 | 66 673 |
| Resultaat voor belastingen | -89 381 | 124 945 |
| Belastingen op het resultaat | 2 492 | 13 997 |
| Perioderesultaat | -86 890 | 138 943 |
| 2020 in duizend € - 31 december |
2021 |
|---|---|
| Vaste activa 2 000 915 |
2 001 872 |
| Immateriële activa 66 449 |
71 411 |
| Materiële vaste activa 32 588 |
29 349 |
| Financiële vaste activa 1 901 878 |
1 901 112 |
| Vlottende activa 461 406 |
413 107 |
| Totaal der activa 2 462 321 |
2 414 979 |
| Eigen vermogen 957 368 |
1 010 924 |
|---|---|
| Kapitaal 177 812 |
177 923 |
| Uitgiftepremies 37 884 |
38 850 |
| Herwaarderingsmeerwaarden 1 995 |
1 995 |
| Wettelijke reserve 17 779 |
17 792 |
| Onbeschikbare reserves 103 467 |
94 713 |
| Beschikbare reserves en overgedragen resultaten 618 430 |
679 651 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen 77 510 |
78 866 |
| Schulden 1 427 443 |
1 325 189 |
| Schulden op meer dan een jaar 845 650 |
845 650 |
| Schulden op ten hoogste een jaar 581 793 |
479 539 |
| Totaal der passiva 2 462 321 |
2 414 979 |
De waarderings- en omrekeningsregels toegepast in de statutaire jaarrekening van de moedervennootschap zijn gebaseerd op het Belgisch boekhoudrecht.
De omzet van de in België gevestigde vennootschap bedroeg € 451,2 miljoen, een toename met 48% in vergelijking met 2020. De operationele winst vóór niet-recurrente resultaten bedroeg € 58,4 miljoen, vergeleken met een verlies van € -14,0 miljoen vorig jaar. De stijging van het operationeel resultaat was het gecombineerd effect van hogere omzetvolumes, hogere marges en betere kostenbeheersing.
De niet-recurrente elementen in de operationele resultaten bedroegen € -0,1 miljoen in 2021 (hoofdzakelijk versnelde afschrijvingen en de realisatie van materiële vaste activa), vergeleken met € -3,4 miljoen vorig jaar.
Het financieel resultaat vóór niet-recurrente resultaten bedroeg € 67,8 miljoen tegenover € 1,8 miljoen vorig jaar. De hogere dividendinkomsten in 2021 zijn de grootste verklaring voor deze evolutie.
De niet-recurrente financiële opbrengsten en kosten bedroegen € -1,2 miljoen in 2021, vergeleken met € -73,7 miljoen in het vorig jaar, wat hoofdzakelijk gedreven was door de afschrijvingen op deelnemingen.
De belastingen op het resultaat van € 14,0 miljoen zijn positief als gevolg van het in resultaat nemen van belastingskrediet op investeringen, idem met vorig jaar, alsook de groepsbijdrage Scheldestroom nv. Dit resulteerde in een perioderesultaat van € 138,9 miljoen vergeleken met € -86,9 miljoen in 2020.
De voorzieningen voor milieusaneringsprogramma's zijn gedaald tot € 16,5 miljoen (2020: € 17,2 miljoen).
Meer informatie omtrent de activiteiten van de Onderneming inzake onderzoek en ontwikkeling vindt u in de sectie 'Kennis' in het hoofdstuk 'Strategie en performantie'.
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen (de transparantiewet) heeft NV Bekaert SA aan de wettelijke quota van 5% en van elk veelvoud van 5% de statutaire quota van 3% en 7,5% toegevoegd. In 2021 ontving de Onderneming volgende kennisgevingen. Op 31 december 2021 bedroeg het totale aantal effecten met stemrecht 60 452 261. De stemrechten verbonden aan de eigen aandelen die door de Onderneming worden gehouden, worden opgeschort. Op 31 december 2021 bezat Bekaert 3 145 446 eigen aandelen.
Uit deze melding bleek dat de Stichting Administratiekantoor Bekaert op 7 april 2021, ingevolge de directe/indirecte overdracht van aandelen, de drempel van 40% naar beneden had overschreden. Op 7 april 2021 waren er in totaal 60 414 841 stemgerechtigde aandelen.
| Stemrechten | Vorige kennisgeving | Na de transactie | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal stemrechten | Aantal stemrechten | Percentage stemrechten | |||
| Houders van stemrechten | Gelinkt aan aandelen |
Niet gelinkt aan aandelen |
Gelinkt aan aandelen |
Niet gelinkt aan aandelen |
|
| Stichting Administratiekantoor Bekaert | 22 370 001 | 20 654 557 | — | 34,19% | —% |
| Bekaert | 3 005 875 | 3 498 164 | — | 5,79% | —% |
| TOTAAL | 25 375 876 | 24 152 721 | — | 39,98% | —% |
Uit deze melding bleek dat een akkoord om in onderling overleg te handelen was bereikt waardoor op 16 juni 2021 de drempel van 35% werd overschreden. Op 16 juni 2021 waren er in totaal 60 414 841 stemgerechtigde aandelen.
| Stemrechten | Vorige kennisgeving | Na de transactie | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aantal stemrechten | Aantal stemrechten | Percentage stemrechten | ||||
| Houders van stemrechten | Gelinkt aan aandelen |
Niet gelinkt aan aandelen |
Gelinkt aan aandelen |
Niet gelinkt aan aandelen |
||
| Stichting Administratiekantoor Bekaert | 20 654 557 | 20 522 237 | — | 33,97% | —% | |
| Subtotaal | 20 654 557 | 20 522 237 | — | 33,97% | —% | |
| Individual Controlling Aliunde Ltd | — | — | — | —% | —% | |
| Aliunde Ltd | — | 421 370 | — | 0,70% | —% | |
| Subtotaal | — | 421 370 | — | 0,70% | —% | |
| Three individuals controlling Velge Holding NV | — | — | — | —% | —% | |
| Velge Holding NV | — | 284 190 | — | 0,47% | —% | |
| Subtotaal | — | 284 190 | — | 0,47% | —% | |
| Individual controlling Berfin SA | — | — | — | —% | —% | |
| Berfin SA | — | 108 470 | — | 0,18% | —% | |
| Subtotaal | — | 108 470 | — | 0,18% | —% | |
| Four individuals controlling Genefin SA | — | — | — | —% | —% | |
| Genefin SA | — | 600 000 | — | 0,99% | —% | |
| Subtotaal | — | 600 000 | — | 0,99% | —% | |
| Individual controlling Millenium 3 SA | — | — | — | —% | —% | |
| Millenium 3 SA | — | 130 200 | — | 0,22% | —% | |
| Subtotaal | — | 130 200 | — | 0,22% | —% | |
| TOTAAL | — | 22 066 467 | — | 36,52% | —% |
Gedetailleerde informatie is te vinden op: https://www.bekaert.com/en/about-us/news-room/regulated-information.

Het resultaat van het boekjaar na belastingen bedroeg € 138 942 685 tegenover € -86 889 620 vorig boekjaar.
De Raad van Bestuur heeft voorgesteld dat de Gewone Algemene Vergadering van 11 mei 2022 het resultaat als volgt zal bestemmen:
| in € | |
|---|---|
| Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 138 942 685 |
| Toevoeging aan de wettelijke reserve | -13 000 |
| Toevoeging aan de overige reserves | -52 466 652 |
| Uit te keren winst | 86 463 033 |
De Raad van Bestuur heeft voorgesteld dat de Gewone Algemene Vergadering een brutodividend zal uitkeren van € 1,50 per aandeel (2020: € 1,00 per aandeel).
Het dividend is in euro betaalbaar op 16 mei 2022 bij de loketten van:
Het bestuurdersmandaat van de bestuurders Charles de Liedekerke, Hubert Jacobs van Merlen, Oswald Schmid, Colin Smith en Mei Ye zal eindigen bij afloop van de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 11 mei 2022.
Charles de Liedekerke, Hubert Jacobs van Merlen en Colin Smith hebben zich niet herverkiesbaar gesteld.
De Raad van Bestuur stelt voor dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders:
| Maatstaf | Definitie | Reden voor gebruik |
|---|---|---|
| Kapitaalgebruik (CE) | Werkkapitaal + nettoboekwaarde van goodwill, immateriële en materiële vaste activa, en recht-op-gebruik activa. Het gemiddeld kapitaalgebruik wordt gewogen met het aantal peri- oden dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd perioderesultaat. |
Kapitaalgebruik omvat de voornaamste balanselementen die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de financiële prestaties te optimaliseren en dient als noemer van de ROCE. |
| Financiële autonomie | Eigen vermogen in verhouding tot totaal activa. | Deze ratio reflecteert de mate waarin de Groep met eigen vermogen gefinancierd is. |
| Courante ratio | Vlottende activa in verhouding tot de kortlopende schulden. | Deze ratio geeft aan of de Groep in staat is om met de kortlopende bezittingen de kortlopende schulden te betalen. |
| Gezamenlijke cijfers | Som van de geconsolideerde vennootschappen plus 100% van de joint ventures en de geassocieerde ondernemingen, na eliminatie van onderlinge transacties (indien van toepassing). Voorbeelden: omzet, investeringen, personeelsaantal. |
Naast geconsolideerde cijfers, die enkel entiteiten omvatten waarin de Groep de zeggenschap heeft, verschaffen gezamenlijke cijfers nuttige inzichten over de reële omvang en prestaties van de Groep met inbegrip van zijn joint ventures en geassocieerde ondernemingen. |
| EBIT | Bedrijfsresultaat (earnings before interest and taxation). | EBIT omvat de voornaamste elementen van de winst-en-verliesrekening die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de rendabiliteit te optimaliseren, en dient o.a. als teller van de ROCE en de EBIT interestdekking. |
| EBIT–onderliggend | Bedrijfsresultaat (earnings before interest and taxation) vóór bedrijfsopbrengsten en –kosten in verband met herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, bedrijfscombinaties, afgestoten activiteiten, milieuvoorzieningen en andere gebeurtenissen en transacties die een eenmalig effect hebben dat niet inherent aan de business is. |
EBIT – onderliggend wordt gerapporteerd om de lezer een beter begrip te geven van de operationele rendabiliteit zonder eenmalige elementen, omdat deze een betere basis voor vergelijking en extrapolatie vormt. |
| EBITDA | Bedrijfsresultaat (EBIT) + afschrijvingen, waardeverminderingen en bijzondere waardeverminderingen van activa en negatieve goodwill. |
EBITDA verschaft een maatstaf van operationele rendabiliteit zonder non-cash effecten van investerings-beslissingen uit het verleden en activa van het werkkapitaal. |
| EBITDA–onderliggend | EBITDA vóór bedrijfsopbrengsten en –kosten in verband met herstructureringen, bijzondere waardeverminderingen, bedrijfscombinaties, afgestoten activiteiten, milieuvoorzieningen en andere gebeurtenissen en transacties die een eenmalig effect hebben dat niet inherent aan de business is. |
EBITDA – onderliggend wordt gerapporteerd om de lezer een beter begrip te geven van de operationele rendabiliteit zonder eenmalige elementen en non-cash effecten van investeringsbeslissingen uit het verleden en activa van het werkkapitaal, omdat deze een betere basis voor vergelijking en extrapolatie vormt. |
| EBIT interestdekking | Bedrijfsresultaat (EBIT) gedeeld door de nettorentelasten. | De EBIT interestdekking toont in welke mate de Groep in staat is om de interesten op schulden te betalen via zijn operationele rendabiliteit. |
| Gearing | Nettoschuld in verhouding tot het eigen vermogen. | Gearing reflecteert de verhouding externe financiering tegenover eigen vermogen, en toont in welke mate de operaties gefinancierd zijn door krediet- verstrekkers dan wel aandeelhouders. |
| Marge op omzet | EBIT, EBIT-onderliggend, EBITDA en EBITDA-onderliggend op omzet. | Elk van deze ratio's vertegenwoordigt een specifieke maatstaf van de operationele rendabiliteit uitgedrukt als een percentage op omzet. |
| Nettokapitalisatie | Nettoschuld + eigen vermogen. | Nettokapitalisatie reflecteert het totaal bedrag waarvoor de Groep gefinancierd is door kredietverstrekkers en aandeelhouders. |
| Nettoschuld | Rentedragende schulden na aftrek van financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar, geldbeleggingen, geldmiddelen en kasequivalenten. |
Nettoschuld is een maatstaf van schuld na aftrek van financiële activa die kunnen ingezet worden om de brutoschuld af te lossen. |
| Nettoschuld op EBITDA | Nettoschuld gedeeld door EBITDA. | Nettoschuld op EBITDA toont in welke mate (uitgedrukt in aantal jaren) de Groep in staat is om zijn schulden af te lossen via zijn operationele rendabiliteit. |
| Operationele vrije kasstroom | Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten - investeringen in vaste activa (na aftrek van inkomsten uit de verkoop van vaste activa) |
De operationele vrije kasstroom reflecteert de nettokasstroom die nodig is om de operationele activiteiten te ondersteunen (behoefte aan werkkapitaal en investeringen in vaste activa). |
| ROCE | Bedrijfswinst (EBIT) in verhouding tot gewogen gemiddeld kapitaalgebruik (Return On Capital Employed). |
ROCE reflecteert de operationele rendabiliteit van de Groep in verhouding tot de geldmiddelen die ingezet en beheerd worden door het operationeel management. |

| ROE | Perioderesultaat in verhouding tot gemiddeld eigen vermogen (Return On Equity). | ROE reflecteert de nettorendabiliteit van de Groep in verhouding tot het eigen vermogen dat zijn aandeelhouders ter beschikking gesteld hebben. |
|---|---|---|
| Vrij kasstroom | Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten - investeringen in vaste activa + ontvangen dividenden - netto betaalde rente |
De vrije kasstroom vertegenwoordigt de kasstroom die een onderneming ter beschikking heeft voor het terugbetalen van rentedragende schulden of het uitbetalen van dividenden aan beleggers. |
| WACC | Kost van het vermogen gewogen aan een beoogde gearing ratio van 50% (nettoschuld/ eigen vermogen structuur) na belastingen. |
WACC reflecteert het rendement van een belegging in de Onderneming. |
| Werkkapitaal (operationeel) | Voorraden + handelsvorderingen + ontvangen bankwissels + betaalde voorschotten - handelsschulden – ontvangen voorschotten – schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid – belastingen m.b.t. personeel. Het gemiddeld kapitaalgebruik wordt gewogen met het aantal perioden dat een entiteit bijgedragen heeft tot het geconsolideerd perioderesultaat. |
Het werkkapitaal omvat alle vlottende activa en verplichtingen op ten hoogste een jaar die het operationeel management actief en effectief kan beheren om de financiële prestaties te optimaliseren. Het komt overeen met de kortetermijncomponent van het kapitaalgebruik. |
| Interne Bekaert Management Reporting | Heeft als focus de operationele prestaties van de industriële ondernemingen van de Groep, waarbij financiële ondernemingen en andere niet-industriële ondernemingen worden weglaten. In een flash benadering waarin niet alle consolidatieposten opgenomen worden die zijn weerspiegeld in de volledige consolidatie waarop het jaarverslag is gebaseerd. |
Deze pragmatische aanpak maakt een kort opvolgingsproces mogelijk over de operationele prestaties van de onderneming doorheen het jaar. |
| Toelichting | ||
|---|---|---|
| in het | ||
| in miljoen € | jaarverslag 2020 |
2021 |
| Nettoschuld |
|---|
| ------------- |
| Rentedragende schulden op meer dan een jaar | 907 897 |
|---|---|
| Leaseverplichting op meer dan een jaar | 61 56 |
| Rentedragende schulden op ten hoogste een jaar | 622 218 |
| Leaseverplichting op ten hoogste een jaar | 20 20 |
| Totale financiële schuld 6.18 1 610 |
1 191 |
| Financiële vorderingen en kaswaarborgen op meer dan een jaar | -7 -10 |
| Leningen op ten hoogste een jaar | -8 -6 |
| Geldbeleggingen | -50 -80 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -940 -677 |
| Nettoschuld 6.18 |
604 417 |
| Kapitaalgebruik | 2 020 | 2 021 | |
|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | 55 | 61 | |
| Goodwill | 149 | 151 | |
| Materiële vaste activa | 1 192 | 1 254 | |
| Recht-op-gebruik vaste activa | 133 | 132 | |
| Operationeel werkkapitaal | 6.8 | 535 | 678 |
| Kapitaalgebruik | 2 063 | 2 276 | |
| Gewogen gemiddeld kapitaalgebruik | 2 235 | 2 169 |
| Operationeel werkkapitaal | 2 020 | 2 021 | |
|---|---|---|---|
| Voorraden | 683 | 1 121 | |
| Handelsvorderingen | 588 | 751 | |
| Ontvangen bankwissels | 54 | 41 | |
| Betaalde voorschotten | 19 | 20 | |
| Handelsschulden | -668 | -1 062 | |
| Ontvangen voorschotten | -16 | -24 | |
| Schulden m.b.t. verloning en sociale zekerheid | -116 | -161 | |
| Belastingen m.b.t. personeel | -9 | -8 | |
| Operationeel werkkapitaal | 6.8 | 535 | 678 |
| Gewogen gemiddeld operationeel werkkapitaal | 786 | 607 | |
| Van EBIT-onderliggend naar EBIT | 5.2 | — | — |
| EBITDA | 2 020 | 2 021 | |
| EBIT | 257 | 513 | |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa | 10 | 9 | |
| Afschrijvingen materiële vaste activa | 161 | 151 | |
| Afschrijvingen recht-op-gebruik vaste activa | 24 | 24 | |
| Waardeverminderingen/(terugname van waardeverminderingen) op voor-raden en vorderingen | 7 | -19 | |
| Bijzondere waardeverminderingen/ (terugnames van afschrijvingen of bijzondere waardeverminderingen) op vaste activa | 14 | -2 | |
| EBITDA | 473 | 677 | |
| EBITDA - Onderliggend 2 020 |
2 021 |
|---|---|
| EBIT - Onderliggend 272 |
515 |
| Waardeverminderingen op immateriële vaste activa 10 |
9 |
| Afschrijvingen materiële vaste activa 161 |
151 |
| Afschrijvingen recht-op-gebruik vaste activa 24 |
24 |
| Waardeverminderingen/(terugname van waardeverminderingen) op voor-raden en vorderingen 7 |
-11 |
| Bijzondere waardeverminderingen/ (terugnames van afschrijvingen of bijzondere waardeverminderingen) op vaste activa 5 |
— |
| EBITDA - Onderliggend 479 |
689 |
| ROCE | 2 020 | 2 021 |
|---|---|---|
| EBIT | 257 | 513 |
| Weighted average capital employed | 2 235 | 2 169 |
| ROCE | 11,5% | 23,7% |
| EBIT interest coverage | 2 020 | 2 021 | |
|---|---|---|---|
| EBIT | 257 | 513 | |
| (Renteopbrengsten) | 5.4 | -3 | -3 |
| Rentelasten | 5.4 | 60 | 44 |
| (Rentegedeelte van verdisconteerde voorzieningen) | 5.4 | -3 | -2 |
| Netto rentelasten | 53 | 39 | |
| EBIT interestdekking | 4,8 | 13,0 |
| ROE (rentabiliteit eigen vermogen) | 2 020 | 2 021 |
|---|---|---|
| Perioderesultaat | 148 | 451 |
| Gemiddeld eigen vermogen (periode gewogen) | 1 533 | 1 818 |
| ROE | 9,7% | 24,8% |
| Kapitalisatie ratio (Financiële autonomie) | 2 020 | 2 021 |
|---|---|---|
| Eigen vermogen | 1 535 | 2 101 |
| Totaal activa | 4 288 | 4 844 |
| Financiële autonomie | 35,8% | 43,4% |
| Gearing (nettoschuld op eigen vermogen) | 2 020 | 2 021 | |
|---|---|---|---|
| Nettoschuld | 604 | 417 | |
| Eigen vermogen | 1 535 | 2 101 | |
| Gearing (nettoschuld op eigen vermogen) | 7.2 | 39,4% | 19,9% |
| Nettoschuld op EBITDA | 2 020 | 2 021 |
|---|---|---|
| Nettoschuld | 604 | 417 |
| EBITDA | 473 | 677 |
| Nettoschuld op EBITDA | 1,3 | 0,6 |
| Nettoschuld op EBITDA- Onderliggend | 2 020 | 2 021 |
|---|---|---|
| Nettoschuld | 604 | 417 |
| EBITDA-Onderliggend | 479 | 689 |
| Nettoschuld op EBITDA-Onderliggend | 1,3 | 0,6 |
| Courante Ratio | 2 020 | 2 021 |
|---|---|---|
| Vlottende activa | 2 466 | 2 872 |
| Verplichtingen op ten hoogste een jaar | 1 589 | 1 636 |
| Courante ratio | 1,6 | 1,8 |
| Operationele vrije kasstroom 2 020 |
2 021 |
|---|---|
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 505 |
385 |
| Investeringen in immateriële vaste activa | -3 -13 |
| Investeringen in materiële vaste activa -104 |
-144 |
| Investeringen in recht-op-gebruik activa | — — |
| Inkomsten uit verkoop van vaste activa 52 |
37 |
| Operationele vrije kasstroom 449 |
265 |
| Vrije kasstroom 2020 |
2 021 |
|---|---|
| Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten 505 |
385 |
| Investeringen in immateriële vaste activa -3 |
-13 |
| Investeringen in materiële vaste activa -104 |
-144 |
| Investeringen in recht-op-gebruik activa — |
— |
| Ontvangen dividenden 25 |
25 |
| Ontvangen rente 3 |
3 |
| Betaalde rente -43 |
-35 |
| Vrije kasstroom 383 |
221 |








We hebben een product stewardship raamwerk in voege met de daaraan gerelateerde vereiste ontwikkeling van vaardigheden. Het raamwerk omvat:
In 2021 hebben we wereldwijd een standaard voor chemicaliënbeheer uitgerold en een globaal systeem in gebruik genomen die een efficiënte implementatie toelaat van de standaard, een strikt governance process en meer proactieve naleving.
In lijn met de ISO 14001-eisen werd een groepswijd proces voor levenscyclusbeheer ontwikkeld. Het proces is gericht op het identificeren van potentieel significante milieuimpacts in de volledige leverketen en is van toepassing op alle fases in de levenscyclus van onze afgewerkte producten en hoe ze op de juiste manier moeten worden behandeld.
Bij Bekaert volgen we de EU REACH-regelgeving nauwlettend en proactief op om naleving te garanderen, zowel voor de grondstoffen die we gebruiken als voor onze afgewerkte producten. Wij werken samen met onze leveranciers om hun REACHnaleving te verifiëren in het toeleveringsproces van grondstoffen. Bovendien identificeren we mogelijk zorgwekkende stoffen om een proactieve uitfasering op te starten. In het geval we belangrijke regionale verschillen identificeren op het vlak van gevarenclassificatie en blootstellingslimieten, passen we onze eigen bedrijfsspecifieke gevarenclassificatie en blootstellingslimieten toe die moeten worden nageleefd als er geen strengere regelgeving van toepassing is.
GRI 403-7

Het is onze amibitie om onze gezamenlijke scope 1 en scope 2 emissies van broeikasgassen significant te verminderen tegen 2030, in vergelijking met 2019, in lijn met science-based targets. We plannen net-zero emissies te bereiken tegen 2050. Eén van de belangrijkste manieren om onze emissies van broeikasgassen te verminderen, is de energie-efficiëntie van onze operaties te verbeteren door ons energieverbruik te verminderen. We installeren energie-efficiënte infrastructuur en machines in onze nieuwe fabrieken en fabrieksuitbreidingen, en geven onze bestaande faciliteiten een upgrade.
Totaal energieverbruik¹ = 5 134 gWh waarvan:
GRI 302-1
Energie-intensiteitsratio¹:
Gebruikte methode: de energiegegevens worden gemonitord in een centrale database.
Herbruikbare energie: In 2021 was 39% van onze elektriciteit afkomstig van herbruikbare energiebronnen.
| Energieverbruik in GWh | 2019 | 2020 | 2021 inclusief Brazilië |
2021 exclusief Brazilië |
|---|---|---|---|---|
| Totaal energieverbruik | 4 957 | 4 577 | 5 134 | 4 457 |
| Elektrische energie (incl. koeling) | 3 152 | 2 880 | 3 154 | 2 753 |
| Thermische energie (stoom en hitte) |
329 | 286 | 257 | 257 |
| Aardgas | 1 476 | 1 410 | 1 723 | 1 447 |
Data 2019-2020 hebben betrekking op gezamenlijke cijfers, inclusief de joint ventures in Brazilië.
Data 2021 worden gerapporteerd voor zowel gezamenlijke (inclusief joint ventures in Brazilië) als geconsolideerde entiteiten (exclusief joint ventures).
| Energie-intensiteitsratio in KWh per ton |
2019 | 2020 | 2021 inclusief Brazilië |
2021 exclusief Brazilië |
|---|---|---|---|---|
| Elektrische energie (incl. koeling) | 889 | 876 | 868 | 750 |
| Thermische energie (stoom en hitte) |
93 | 87 | 71 | 70 |
| Aardgas | 417 | 429 | 474 | 394 |
Energie-intensiteitsratio: de energie (elektriciteit en thermisch) gebruikt per ton geproduceerd eindproduct.
Data 2019-2020 hebben betrekking op gezamenlijke cijfers, inclusief de joint ventures in Brazilië.
Data 2021 worden gerapporteerd voor zowel gezamenlijke (inclusief joint ventures in Brazilië) als gecombineerde entiteiten (exclusief joint ventures).
De energie-intensiteitsratio van 2021 nam toe met + 1% versus 2019 en met +1.5% versus 2020.
| % van energienoden uit hernieuwbare bronnen¹ |
2019 | 2020² | 2021 |
|---|---|---|---|
| 42 | 42 | 39 |
¹ Inclusief joint ventures
² Restated cijfer 2020: in voorgaande jaren hebben we 'grid mix' als referentie gebruikt, wat de geobserveerde herbruikbare energie op een bepaald grid is. Het GHG protocol, (page 48) geeft de voorkeur aan het gebruik van de 'residual grid mix' wat bedoeld is om de vrijwillige aankoop van anderen uit te filteren. Dit verlaagt het % herbruikbare energie op een grid en bij gevolg het cijfer van Bekaert voor 2020 dat eerder gerapporteerd werd (43%) naar 42%.
We aim for zero, omdat we geloven dat dit de enige manier is om bewuste en sterke acties te ondernemen om onze ecologische voetafdruk te verlagen.
In lijn hiermee hebben we ons ertoe verbonden om toe te treden tot the Business Ambition for 1.5°C. Bedrijven die zich verbinden tot the Business Ambition for 1.5°C ontvangen onafhankelijke validatie van hun doelen van het Science Based Targets initiative (SBTi) en maken deel uit van the UN Climate Champions' Race to Zero.
Scope 1-emissies zijn directe broeikasgasemissies die gelinkt zijn aan onze operaties.
GRI 305-1
| Scope 1 Broeikasgasuitstoot van aardgas |
2019 | 2020 | 2021 inclusief Brazilië |
2021 exclusief Brazilië |
|---|---|---|---|---|
| Scope 1 Broeikasgasuitstoot van aardgas (in ton CO₂) |
271 609 | 259 569 | 316 854 | 262 580 |
| Broeikasgasintensiteitsratio van aardgas (kg CO₂/ton) |
77 | 79 | 87 | 71 |
Data 2019-2020 hebben betrekking op gezamenlijke cijfers, inclusief de joint ventures in Brazilië.
Data 2021 worden gerapporteerd voor zowel gezamenlijke (inclusief joint ventures in Brazilië) als gecombineerde entiteiten (exclusief joint ventures).
Broeikasgasintensiteit voor aardagas nam in 2021 met +10% toe versus 2020 en met +13% versus 2019.
Scope 2-emissies zijn indirecte emissies, van aangekochte elektriciteit, stoom enz. die worden berekend op basis van energieverbruik en landspecifieke kWh naar CO₂-conversiefactoren zoals vermeld in de 'International Energy Agency' CO₂ conversienormen.
Broeikasgasuitstoot van aangekochte elektriciteit en andere soorten energie:
GRI 305-2
Broeikasgasintensiteitsratio:
GRI 305-4
| Scope 2 Broeikasgasuitstoot van aangekochte elektriciteit en andere soorten energie |
2019 | 2020 | 2021 inclusief Brazilië |
2021 exclusief Brazilië |
|---|---|---|---|---|
| Elektrische energie (incl. koeling) in ton CO₂ |
1 351 373 | 1 195 306 | 1 345 956 | 1 308 129 |
| Thermische energie (stoom en hitte) in ton CO₂ |
60 371 | 52 718 | 46 425 | 46 425 |
Data 2019-2020 hebben betrekking op gezamenlijke cijfers, inclusief de joint ventures in Brazilië.
Data 2021 worden gerapporteerd voor zowel gezamenlijke (inclusief joint ventures in Brazilië) als gecombineerde entiteiten (exclusief joint ventures).
| Scope 2 Broeikasgas intensiteitsratio |
2019 | 2020 | 2021 inclusief Brazilië |
2021 exclusief Brazilië |
|---|---|---|---|---|
| Elektrische energie (incl. koeling)) in kg CO₂/ton |
381 | 363 | 370 | 356 |
| Thermische energie (stoom en hitte) in kg CO₂/ton |
17 | 16 | 13 | 13 |
Data 2019-2020 hebben betrekking op gezamenlijke cijfers, inclusief de joint ventures in Brazilië.
Data 2021 worden gerapporteerd voor zowel gezamenlijke (inclusief joint ventures in Brazilië) als gecombineerde entiteiten (exclusief joint ventures).
Broeikasgasintensiteitsratio voor thermische energie daalde in 2021 met -19% versus 2020 en met -24% versus 2019.
Jaarverslag Bekaert 2021 251
Scope 3-emissies van transport zijn van Bekaert geconsolideerde entititeiten (exclusief joint ventures)
Broeikasgasintensiteitsratio van uitgaand transport:
In de voorbije jaren hebben we broeikasgasuitstoot van uitgaand transport gerapporteerd onder Scope 1 (in lijn met de GRI richtlijnen). Echter, om gealigneerd te zijn met onze SBTi-doelstellingen, wordt broeikasgasuitstoot van uitgaand transport nu gerapporteerd onder Scope 3.
Broeikasgasuitstoot uitgaand transport:
Broeikasgasintensiteitsratio uitgaand transport:
Uitstoot van uitgaand transport namen toe omwille van een sterke heropleving van de vraag en behendig beheer van de toeleveringsketen.
| transport in ton CO₂ | 2019 | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Zeetransport wereldwijd | 18 578 | 22 603 | 31 137 |
| Wegtransport voor rubberversterking EMEA | 9 284 | 8 249 | 10 562 |
| Luchtvracht | 0 | 803 | 4 118 |
| Scope 3 Broeikasgasintensiteitsratio uitgaand transport | ||
|---|---|---|
| (in ton CO₂e/ton getransporteerd product) | 2020 | 2021 |
| Zeetransport wereldwijd | 0,0550 | 0,0384 |
| Wegtransport voor rubberversterking EMEA | 0,0388 | 0,0716 |
| Luchtvracht | 0,0000 | 5,1030 |
Gerapporteerd sinds 2020, met uitzondering van luchtvracht: sinds 2021
Broeikasgasuitstoot van bedrijfswagens, bussen en vliegverkeer:
Broeikasgasuitstoot van bedrijfswagens en bussen (uitgezonderd JVs): 3 508 ton CO₂/ jaar
Broeikasgasuitstoot van zakenreizen (vliegverkeer): 1 000 ton CO₂ (zonder radiative forcing (RF))
| Broeikasgasuitstoot van bedrijfswagens, bussen voor personeel en vliegverkeer |
2019 | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Broeikasgasuitstoot van bedrijfswagens en bussen (uitgezonderd JVs) in ton CO₂/jaar |
3 692 | 3 606 | 3 508 |
| Broeikasgasuitstoot van zakenreizen (vliegverkeer) in ton CO₂ (zonder radiative forcing (RF)) |
2 740 | 1 700 | 1 000 |
Scope 3 emissies van aangekochte goederen (in ton)
| Scope 3 broeikasgasuitstoot van aangekochte producten (in ton) |
2019 | 2020 | 2021 inclusief Brazilië |
2021 exclusief Brazilië |
|---|---|---|---|---|
| Scope 3 broeikasgasuitstoot van aangekochte walsdraad |
5 856 000 | 5 490 000 | 6 059 000 | 4 753 000 |
Berekeningsmethode: Ton aangekochte walsdraad in een specifiek jaar vermenigvuldigd met de gemiddelde werelduitstootintensiteit van staal. (1,83 ton CO₂/ ton staal).
GRI305-3

We gebruiken water in onze productieprocessen, en we willen elke druppel sparen. We bekijken ons waterverbruik grondig en implementeren programma's om ons waterverbruik te verminderen, specifiek, maar niet exclusief, in gebieden met waterstress. Het is onze ambitie om onze opname van zoetwater in gebieden met waterstress met -15% te verminderen tegen 2030 ten opzichte van 2019.
Na gebruik, en veelvuldig hergebruik, wordt water dat niet meer gerecycleerd kan worden behandeld en gezuiverd voor het geloosd wordt.
Alle waterdata zijn gezamenlijke data (geconsolideerde entiteiten + joint ventures)
GRI 303-1
De totale wateronttrekking bedroeg 8 975 megaliter (ML) waarvan 3 619 ML uit gebieden met waterstress.
Opname van zoetwater per bron:
Alle gegevens worden verstrekt door de fabrieken.
Waterstress: in gebieden met waterstress is de verhouding tussen de totale jaarlijkse wateropname en de totale jaarlijkse beschikbare hernieuwbare watertoevoer hoog (40- 80%) of extreem hoog (>80%)
1 megaliter (ML) = 1 000 000 liter
| Opname van water (in ML) | 2019¹ | 2020¹ | 2021 |
|---|---|---|---|
| Totale wateropname | 9 237 | 8 088 | 8 975 |
| uit gebieden met waterstress | 3 626 | 3 107 | 3 619 |
| Opname van zoetwater per bron (in ML) | 2019¹ | 2020¹ | 2021 |
| Oppervlaktewater | 761 | 587 | 626 |
| uit gebieden met waterstress | 559 | 530 | 605 |
| Grondwater | 2 355 | 2 201 | 2 571 |
| uit gebieden met waterstress | 754 | 640 | 813 |
| Water van derden | 6 121 | 5 300 | 5 778 |
| uit gebieden met waterstress | 2 312 | 1 937 | 2 201 |
| Water van derden per bron (in ML) | 2019¹ | 2020¹ | 2021 |
|---|---|---|---|
| Water van derden van oppervlaktewater | 5 581 | 4 783 | 4 970 |
| uit gebieden met waterstress | 2 055 | 1 717 | 1 846 |
| Water van derden van grondwater | 540 | 517 | 808 |
| uit gebieden met waterstress | 257 | 220 | 355 |
¹ 2019 en 2020 data werden aangepast in lijn met de aangepaste definitie voor gebieden met waterstress
GRI 303-3
Het totale volume geloosd afvalwater na afvalwaterzuivering bedroeg 4 164 ML waarvan 2 032 ML naar gebieden met waterstress.
Bestemming van het geloosde afvalwater:
Lozing van afvalwater naar gebieden met waterstress was 2 032 ML waarvan 557 ML zoetwater en 1 475 ML ander water is.
Onze waterafvoer wordt gefilterd op onze eigen terreinen.
Alle gegevens worden verstrekt door de fabrieken.
Waterstress: in gebieden met waterstress is de verhouding tussen de totale jaarlijkse wateropname en de totale jaarlijkse beschikbare hernieuwbare watertoevoer hoog (40- 80%) of extreem hoog (>80%)
1 megaliter (ML) = 1 000 000 liter
| Lozing van afvalwater (in ML) | 2019¹ | 2020¹ | 2021 |
|---|---|---|---|
| Het totale volume geloosd afvalwater na afvalwaterzuivering |
4 315 | 3 712 | 4 164 |
| naar gebieden met waterstress | 1 727 | 1 486 | 2 032 |
| (in ML) | 2019¹ | 2020¹ | 2021 |
|---|---|---|---|
| Oppervlaktewater | 1 595 | 1 511 | 1 466 |
| Zoetwater | 599 | 462 | 502 |
| Ander water | 996 | 1 049 | 964 |
| Grondwater | 0 | 0 | 0 |
| Zeewater | 86 | 91 | 100 |
| Zoetwater | 0 | 0 | 0 |
| Ander water | 86 | 91 | 100 |
| Water van derden | 2 633 | 2 109 | 2 598 |
| Zoetwater | 295 | 221 | 94 |
| Ander water | 2 339 | 1 889 | 2 504 |
| Lozing van afvalwater naar gebieden met waterstress |
1 727 | 1 486 | 2 032 |
| Zoetwater | 668 | 527 | 557 |
| Ander water | 1 059 | 959 | 1 475 |
¹ 2019 en 2020 data werden aangepast in lijn met de aangepaste definitie voor gebieden met waterstress
GRI 303-4, GRI 303-2
Waterverbruik = totale wateronttrekking - totaal lozing van afvalwater.
Het totale waterverbruik bedroeg 4 811 ML waarvan 1 587 ML uit gebieden met waterstress.
Alle gegevens worden verstrekt door de fabrieken.
Waterstress: in gebieden met waterstress is de verhouding tussen de totale jaarlijkse wateropname en de totale jaarlijkse beschikbare hernieuwbare watertoevoer hoog (40- 80%) of extreem hoog (>80%)
1 megaliter (ML) = 1 000 000 liter
| Waterverbruik | 2019¹ | 2020¹ | 2021 |
|---|---|---|---|
| Totaal waterverbruik | 4 922 | 4 376 | 4 811 |
| Van gebieden met waterstress | 1 899 | 1 621 | 1 587 |
¹ 2019 en 2020 data werden aangepast in lijn met de aangepaste definitie voor gebieden met waterstress
GRI 305-5

Het is onze ambitie om ons afvalvolume tegen 2030 met 25% te verminderen versus 2019. Alle staalschroot keert terug naar de staalindustrie voor recyclage.
Afvaldata zijn gezamenlijke data (geconsolideerde entiteiten + joint ventures).
| Staalschroot in ton | 2019 | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Voorbereiding voor hergebruik | 0 | 0 | 0 |
| Recyclage | 117 879 | 101 727 | 107 760 |
| Andere | 0 | 0 | 0 |
Staalschroot = schroot van staaldraad, spoelen en machineonderdelen die het einde van de levensduur bereikt hebben, en ander uit staal bestaand schroot.
GRI 306-4

We zetten ideeën om in zinvolle duurzame oplossingen die de ecologische voetafdruk van onze klanten verminderen in eindmarkten.
Enkele voorbeelden daarvan zijn:
Banden hebben een impact op de uitstoot van auto's. Staalkoord wordt gebruikt om banden te versterken en kan daardoor een rol spelen in het verminderen van de ecologische voetafdruk van auto's. Bekaerts gamma van staalkoord met super- en ultrahoge treksterkte om banden te versterken laat bandenmakers toe om banden te produceren met een lager gewicht, een dunnere staalgordel en lagere rolweerstand waardoor de banden duurzamer worden. Bovendien verbetert deze technologie de levensduur van de batterij en vermindert ze het geluid bij elektrische wagens.
Productie van offshore windenergie wordt steeds relevanter in het genereren van hernieuwbare energie. Het verankeren van windturbines op de zeebodem is cruciaal voor deze hernieuwbare energiebron. Onze verankeringskabels houden de drijvende windturbines aan het werk en elimineren de behoefte aan uitgebreide funderingen. Het offshore genereren van energie wordt ook ondersteund door onze oplossingen voor onderzeese energiekabels die elektriciteit transporteren van offshore windparken naar het vasteland.
Beton is een belangrijke factor in de uitstoot van broeikasgassen in de bouwsector. Om het volume beton te verminderen en om het te versterken tegen tactiele krachten worden voornamelijk stalen staven gebruikt ter versterking. Bekaerts alternatief, Dramix® staalvezels, helpt spelers in de bouwsector om 50% minder staal in gewicht te gebruiken, vergeleken met traditionele staaloplossingen, waardoor de CO₂ uitstoot per project tussen 20 en 50% daalt.
Waterstof wordt beschouwd als een belangrijke hefboom in het energieecosysteem van de toekomst. Er is een heel groot groeipotentieel in de productie van groene waterstof. Alle verbeteringen van dit proces hebben een significante impact op de toekomstige wereldwijde energiestrategie om klimaatneutraal te worden. Bekaerts oplossingen voor poreuze transportlagen verhogen de prestaties en duurzaamheid van elektromechanische apparaten die gebruikt worden bij waterstofproductie. Onze oplossingen in waterstoftechnologie omvatten ook slangendraad voor tankpistolen in waterstofhervulstations. We zijn ook pionier in de decarbonisatie van verwarming met onze branders en warmtewisselaars voor waterstof en energie-efficiënte gasboilers.
Dit gedeelte heeft betrekking op de belangrijkste prestatie-indicatoren en begeleidende informatie die vereist zijn op grond van Verordening EU 2020/852¹ en de bijbehorende gedelegeerde handelingen² (de EU-Taxonomie).
De EU-Taxonomie is bedoeld om kapitaal naar duurzame activiteiten te leiden, met als einddoel de financiering van duurzame groei en het bereiken van de EU-doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.
Rapportering over onze bijdrage aan het milieu via de EU-Taxonomie ligt in lijn met Bekaerts ambitie om duurzame waarde te creëren voor alle belanghebbenden en een industrieleider te worden op het vlak van duurzaamheid.
De EU-Taxonomie kan worden gezien als een groen woordenboek: een classificatiesysteem om te bepalen welke activiteiten ecologisch duurzaam zijn. Om als zodanig te worden beschouwd, moet een activiteit - onder andere - substantieel bijdragen aan een of meer van de zes milieudoelstellingen³ (door te voldoen aan technische screeningscriteria, d.w.z. bepaalde prestatiedrempels en andere eisen).
Dit is het eerste jaar dat de EU-Taxonomie van toepassing is, en de invoering ervan zal geleidelijk gebeuren. Voor dit eerste jaar moet Bekaert enkel rapporteren over haar aandeel van in aanmerking komende en niet in aanmerking komende activiteiten en moet ze haar potentiële bijdrage enkel analyseren voor de eerste twee van de zes milieudoelstellingen: mitigatie van de klimaatverandering en adaptatie aan de klimaatverandering⁴.
¹ Verordening EU 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 22.6.2020.
² De gedelegeerde klimaatwet (gedelegeerde verordening (EU) 2021/2139 van de Commissie van 4 juni 2021) en de gedelegeerde openbaarmakingswet (gedelegeerde verordening (EU) 2021/2178 van de Commissie van 6 juli 2021).
³ Matiging van de klimaatverandering, Aanpassing aan de klimaatverandering, Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene rijkdommen, Overgang naar een circulaire economie, Voorkoming en bestrijding van verontreiniging, en Bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen. ⁴ De criteria voor de andere vier milieudoelstellingen zullen naar verwachting eind 2022 officieel worden
goedgekeurd.
Een "in aanmerking komende economische activiteit" is een activiteit die in de EU-Taxonomie wordt beschreven, ongeacht of zij voldoet aan alle technische criteria die voor die activiteit zijn vastgesteld. Rapportage over de geschiktheid betekent niet dat de activiteit volgens de EU-Taxonomie ecologisch duurzaam is, het betekent dat de activiteit het potentieel heeft om ecologisch duurzaam te zijn als de activiteit aan alle technische screeningscriteria voldoet. Een activiteit die - onder andere - aan alle technische screeningscriteria voldoet, wordt dan beschouwd als in overeenstemming met de EU-Taxonomie.
Om te evalueren of we in aanmerking komen voor de EU-Taxonomie, hebben we alle producten die door de Bekaert dochterondernemingen worden vervaardigd, de toepasselijke uitgaven en de gedane investeringen in kaart gebracht en ze afgestemd op de activiteiten die in de EU-Taxonomie worden beschreven.
Om deze oefening te vergemakkelijken, bevat de EU-Taxonomie een verwijzing naar NACE codes (Revisie 2) voor elke activiteit. Deze verwijzing is echter slechts indicatief en prevaleert niet boven de specifieke definitie in de tekst van de gedelegeerde klimaatwet. Daarom hebben wij de geschiktheid van onze producten en uitgaven eerst in kaart gebracht aan de hand van de beschrijvingen in de Gedelegeerde Wet, en alleen met gebruikmaking van de NACE-codes (herziening 2) en andere referentieclassificaties die door het Platform voor duurzame financiering⁵ als verdere leidraad worden verstrekt.
Wij hebben onze geschiktheid beoordeeld door samen te werken met en elk van onze vier business units te betrekken bij het uitvoeren van de hierboven genoemde mapping-oefening. We hielden rekening met elk van de elementen in de beschrijving van de activiteit in de Gedelegeerde Klimaatwet, en in geval van twijfel verwezen we naar de technische screeningscriteria en het TEG Eindrapport - Technische Bijlage voor meer informatie over welke door Bekaert geproduceerde producten al dan niet in aanmerking zouden kunnen komen.
⁵ Verwijzen naar: https://ec.europa.eu/info/files/sustainable-finance-taxonomy-nace-alternate-classificationmapping_en
Hieronder brengen we verslag uit over onze EU-Taxonomie geschiktheid voor 2021, uitgedrukt via drie KPI's: ons aandeel van in aanmerking komende en niet in aanmerking komende activiteiten in de geconsolideerde omzet van Bekaert van 2021, kapitaaluitgaven en 'toepasselijke' operationele uitgaven.
Opmerking: geconsolideerde omzet is de terminologie die gebruikt wordt in de Bekaert resultatenrekening. Het heeft dezelfde definitie als 'netto-omzet' zoals gebruikt in de EU-Taxonomie. We verwijzen naar toelichting 5.1 in Deel II - Jaarrekening van dit verslag voor meer gedetailleerde informatie over onze principes inzake omzeterkenning.

De teller bestaat uit de geconsolideerde omzet van Bekaert in 2021 die verband houdt met de hieronder opgesomde economische activiteiten (de nummers verwijzen naar de sectie in Bijlage I van de Gedelegeerde Klimaatwet die overeenstemt met die activiteit):
3.1 Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie
Alle bovenstaande activiteiten worden beschouwd als in aanmerking komende faciliterende activiteiten, zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852.
Om dubbeltellingen te voorkomen, voerde elke bedrijfseenheid de
geschiktheidsanalyse afzonderlijk uit, voor de producten die binnen de bedrijfseenheid worden vervaardigd. Deze informatie werd vervolgens samengevoegd en gevalideerd door Group Finance, volgens dezelfde principes als voor de geconsolideerde financiële verslaggeving.
Voorbeelden van in aanmerking komende producten zijn te vinden in Deel I: Onze prestaties in 2021 - Waardeketen van dit rapport.
Bekaerts engagement bestaat erin om langetermijnwaarde te creëren voor al haar stakeholders en om groene en duurzame oplossingen te creëren. Deze duurzame waarde vertaalt zich ook in de verlengde levensduur van onze producten, de energieefficiëntie die onze producten bieden, de verminderde koolstofvoetafdruk door hun gebruik, evenals het gebruik van alternatieve koolstofarme materialen en innovatieve technologieën in haar productieprocessen.
De noemer bestaat uit de geconsolideerde omzet zoals vermeld in Deel II: Financieel Overzicht van dit rapport.

De teller bestaat uit a) investeringen in verband met activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie en b) investeringen in verband met andere economische activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie (in beide gevallen gaat het om investeringen in het belastingjaar 2021), zoals beschreven in punt 1.1.2.2 van bijlage I bij de gedelegeerde handeling tot openbaarmaking. De totale, voor de EUbelastinggrondslag in aanmerking komende investeringen, worden berekend op basis van de volgende economische activiteiten:
3.1 Fabricage van technologieën voor hernieuwbare energie
3.2 Fabricage van apparatuur voor het gebruik van waterstof
3.5 Fabricage van energie-efficiënte apparatuur voor gebouwen
3.6 Fabricage van koolstofarme technologieën
5.1 Bouw, uitbreiding en exploitatie van systemen voor winning, behandeling en distributie van water
5.2 Vernieuwing van systemen voor waterwinning, -behandeling en -distributie
5.3 Bouw, uitbreiding en exploitatie van systemen voor de opvang en behandeling van afvalwater
5.4 Vernieuwing van systemen voor opvang en behandeling van afvalwater
7.2 Renovatie van bestaande gebouwen
7.3 Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte uitrusting
7.5 Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestaties van gebouwen
7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën op het gebied van hernieuwbare energie
De activiteiten 3.1, 3.2, 3.5, 7.3, 7.5 en 7.6 worden beschouwd als geschikte activiteiten, zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852. Activiteit 7.2 wordt beschouwd als een geschikte transitieactiviteit in de zin van artikel 10, lid 2, onder i), van Verordening (EU) nr. 2020/852.
In bepaalde scenario's waarin geïnvesteerde apparatuur wordt gebruikt om zowel in aanmerking komende als niet in aanmerking komende producten te vervaardigen, hebben we een toewijzingsregel toegepast op basis van de tonnage van de vervaardigde in aanmerking komende producten, om de in aanmerking komende investeringen te berekenen.
Om dubbeltellingen te voorkomen, heeft elke bedrijfseenheid eerst haar investeringsuitgaven afzonderlijk gescreend om de investeringsuitgaven in verband met de aankoop van output van voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten te identificeren (letterlijk b) van het genoemde punt 1.1.2.2). In een tweede fase heeft elke business unit de kapitaaluitgaven die in de vorige
stap buiten beschouwing was gelaten verder gescreend om de overeenstemmende uitgaven te koppelen aan in aanmerking komende producten die door Bekaert worden vervaardigd (letterlijke bepaling (a) van afdeling 1.1.2.2 van Bijlage I van de Gedelegeerde Wet Openbaarmaking). Afzonderlijk identificeerde de financiële afdeling van de Groep de kapitaaluitgaven met betrekking tot andere economische activiteiten die in aanmerking komen voor de Taxonomie en die niet werden geregistreerd in de rekeningen van de business units.
De noemer bestaat uit de totale capex van Bekaert geïnvesteerd in het boekjaar 2021 zoals bekendgemaakt in Deel II van dit verslag: Jaarrekening, die de toevoegingen aan materiële vaste activa (PP&E) omvat, beschouwd vóór afschrijvingen, waardeverminderingen en eventuele waardewijzigingen die van toepassing kunnen zijn.

Het concept van de opex volgens de EU-Taxonomie is niet gelijk aan één post in de winst-en-verliesrekening. De EU-Taxonomie heeft een specifiek toepassingsgebied voor operationele kosten die gerapporteerd moeten worden (beschreven in het deel over de noemer hierna), daarom verwijzen we naar dit beperkte concept als 'toepasselijke' opex om het duidelijk te onderscheiden van de lijnen in de resultatenrekening die door Bekaert worden gerapporteerd.
De teller bestaat uit (a) 'toepasselijke' opex met betrekking tot activiteiten die in aanmerking komen voor de Taxonomie en (b) 'toepasselijke' opex met betrekking tot andere economische activiteiten die in aanmerking komen voor de Taxonomie, zoals beschreven in Sectie 1.1.2.2 van Bijlage I van de Gedelegeerde Wet Openbaarmaking. De totale voor de EU-Taxonomie in aanmerking komende "toepasselijke" opex wordt voornamelijk berekend op basis van de volgende economische activiteiten:
Alle bovenstaande activiteiten worden beschouwd als in aanmerking komende faciliterende activiteiten, als bedoeld in artikel 10, lid 1, onder i), van Verordening (EU) 2020/852, met uitzondering van activiteit 6.5 Vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen.
In bepaalde scenario's waarin het onmogelijk is om de opex toe te wijzen aan individuele productlijnen, hebben we een toewijzingsregel toegepast op basis van de tonnage van de in aanmerking komende vervaardigde producten, om de in aanmerking komende O&O-uitgaven, maatregelen voor renovatie van gebouwen en onderhoudsen reparatiekosten te berekenen.
Om dubbeltellingen te voorkomen, heeft elke bedrijfseenheid de onkosten die voldoen aan de definitie van de EU-Taxonomie met betrekking tot de in aanmerking komende producten afzonderlijk geëxtraheerd. Afzonderlijk identificeerde onze centrale aankoopdienst de 'toepasselijke' opex met betrekking tot andere economische activiteiten die in aanmerking komen voor de Taxonomie en die niet in de boekhouding van de business units werden opgenomen.
Momenteel besteedt Bekaert 45% van haar totale O&O-uitgaven aan in aanmerking komende activiteiten. In de volgende jaren willen we echter het grootste deel van onze O&O toewijzen aan in aanmerking komende productsegmenten en werken aan de verbetering van onze huidige portefeuille van in aanmerking komende producten.
Opex wordt in de Gedelegeerde Wet Toelichtingen gedefinieerd als directe, nietgekapitaliseerde kosten die verband houden met onderzoek en ontwikkeling, maatregelen voor de renovatie van gebouwen, korte termijn leases, onderhoud en reparatie, en alle andere directe uitgaven in verband met het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa. De noemer omvat de uitgaven die binnen deze definitie van opex vallen.
Elke bedrijfseenheid heeft de onderhouds- en herstellingskosten (die nietgekapitaliseerde uitgaven voor renovatiemaatregelen van gebouwen omvatten) verkregen via interne rapporteringssystemen.
De veiligheidsprogramma's van Bekaert zorgen ervoor dat alle medewerkers wereldwijd dezelfde veiligheidsmentaliteit en -gedrag aannemen.
We willen een werkomgeving creëren die niemand schade berokkent. We zijn vastberaden alles te doen wat nodig is om ongevallen op de werkvloer te voorkomen.
BeCare, Bekaerts wereldwijd veiligheidsprogramma dat opgestart werd in 2016, is onze manier om dit voor elkaar te krijgen. Het richt zich op het creëren van een veiligheidscultuur met onderlinge afhankelijkheid, het promoten van risicobewustzijn, het uitschakelen van risicotolerantie en het investeren in de middelen en uitrusting die nodig zijn voor een veiliger werkomgeving.
BeCare heeft het gedrag veranderd in onze fabrieken en kantoren en in onze ontmoetingen met businesspartners.
Eind 2021 lanceerde Bekaert ook een nieuw veiligheids- en nalevingsopleidingsprogramma dat gealigneerd is met BeCare. Meer informatie over 'Compass' is te vinden in deel I van dit rapport: Onze prestaties in 2021: Mensen.
GRI403-2
Bekaert heeft verscheidene veiligheidsprocedures en -standaarden ontwikkeld die gelden in alle fabrieken wereldwijd. Ze zijn erop gericht een coherente en gestandaardiseerde aanpak te creëren voor alle processen en acties wereldwijd.
In overeenstemming met ons BeCare-veiligheidsprogramma, en om meer nadruk te leggen op veiligheid in specifieke situaties, moeten onze medewerkers de Regels die Levens Redden volgen. De regels zijn eenvoudige dos and don'ts in 10 gevaarlijke situaties die het hoogste potentieel hebben om dodelijk te zijn. Ze zijn van toepassing op iedereen: werknemers, aannemers en bezoekers. Bovendien gelden ze niet enkel op de werkplek, maar zijn ze ook thuis en op de weg sterk aanbevolen.
Het naleven van deze regels is een voorwaarde voor tewerkstelling en toegang tot onze vestigingen. Het volgen van deze regels en anderen helpen om dit te doen zal levens redden. Daarom zijn er gevolgen van toepassing voor wie de Regels die Levens Redden niet volgt.
We zijn er ons van bewust dat, naast de gedragscomponent, de veiligheid van uitrusting van het hoogste belang is in onze inspanningen om onze veiligheidsprestaties te verbeteren. Daarom hebben we een veiligheidsstandaard voor uitrusting die de vereisten beschrijft waaraan alle nieuwe en bestaande uitrusting moet voldoen. Onze engineeringafdelingen starten hun ontwerpproces vanuit deze standaard bij het ontwikkelen van nieuwe machines. Bestaande uitrusting wordt geëvalueerd op veiligheidsgerelateerde risico's aan de hand van een risicoanalyse. Deze analyse geeft prioriteit aan de risico's met de zwaarste impact en de hoogste kans om zich voor te doen.
Bekaert heeft een investeringsprogramma voor veiligheid goedgekeurd. Het programma zal in de loop van 2022 worden uitgerold als een bijkomende enabler om een veilige werkomgeving voor alle medewerkers op de werkvloer te creëren.
GRI 403-2
Naast de initiatieven van BeCare gericht op het elimineren van veiligheidsrisico's, willen we ook een gezonde werkplek voor onze werknemers creëren en onderhouden.
Wij controleren de omstandigheden op de werkvloer met betrekking tot lawaai, stof en temperatuur en werken aan een stappenplan voor verdere verbeteringen. In onze nieuwe investeringen houden we rekening met zeer strikte normen op vlak van werkomstandigheden.
Alle medewerkers en onderaannemers die wereldwijd in de fabrieken van Bekaert werken, dragen de aangeboden veiligheids- en gezondheidsuitrusting om de risico's op verwondingen en gezondheidsschade te vermijden. Deze omvat uniformen, stoffilters, oog- en gehoorbescherming, en hijs- en takelapparatuur om spoelen, rollen en paletten ergonomisch te heffen en te verplaatsen.
Bekaert zal, tenzij er geen alternatief is, geen leasecontracten verlengen of nieuwe aankopen uitvoeren van heftrucks of andere bedrijfsinterne voertuigen met dieselmotor in de fabrieken, om zo de CO₂-uitstoot te elimineren.
GRI 403-3
Er wordt binnen het bedrijf speciale aandacht besteed aan het omgaan met en opslaan van chemicaliën. Een databank houdt alle chemicaliën bij die in onze fabrieken gebruikt worden en er gelden strenge gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen voor alle werknemers. Werknemers die worden blootgesteld aan potentieel gevaarlijke materialen doorlopen elke zes maanden een verplichte medische controle. We ontwikkelen en optimaliseren technieken en processen die de nood aan gevaarlijke chemicaliën tijdens warmtebehandelingen elimineert.
GRI 403-3
69% van onze medewerkers in Bekaerts dochterondernemingen heeft toegang tot
een wereldwijd geïmplementeerd employee assistance program dat focust op mentaal welzijn. In verschillende entiteiten lopen er bovendien andere programma's voor mentaal welzijn die specifiek gericht zijn op de impact van de pandemie op mentaal welzijn.
20% van onze medewerkes volgde in 2021 een training die zich focust op welzijn.
Meer informatie over onze naleving van de standaarden voor het omgaan met chemicaliën en andere stoffen die een potentieel milieu-en gezondheidsrisico kunnen vormen zijn opgenomen in Deel II: Milieugegevens van dit verslag.
47% van de ongevallen die bij Bekaert voorkomen, veroorzaken letsels aan handen en vingers. Ondanks alle veiligheidsmaatregelen, hadden acht van deze incidenten in 2021 levensveranderende gevolgen voor een van onze medewerkers, vergeleken met één dergelijk incident in 2020.In veiligheidsprocedures en tijdens veiligheidsopleidingen wordt er speciale aandacht gegeven aan de preventie van hand- en vingerletsels. Verwondingen aan andere lichaamsdelen betroffen hoofd en nek (16%), bovenste ledematen (13%), lagere ledematen (9%), voeten en tenen (6%) en torso, rug en organen (7%).
GRI 403-9

In 2021 kreeg Bekaert een ISO45001-certificaat op groepsniveau (de standaard voor veiligheidsbeheersystemen) en 31% van de Bekaert-fabrieken wereldwijd waren ISO45001 gecertifieerd. Toenemende certificatie van Bekaert-fabrieken over de hele wereld blijft onze doelstelling.
GRI 403-1, GRI 403-8
Gemiddeld volgde elke werknemer 8 uur veiligheidstraining in 2021.
GRI 403-5
| Belangrijkste veiligheidsperformantie indicatoren Bekaert geconsolideerde vestigingen | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|---|
| Gerapporteerde incidentengraad | 7,17 | 5,62 | 4,3 | 3,96 |
| Frequentiegraad | 4,41 | 3,39 | 2,94 | 2,27 |
| Ernstgraad | 0,13 | 0,13 | 0,02 | 0,10 |
| ventures | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
|---|---|---|---|---|
| Gerapporteerde incidentengraad | 6,61 | 5,18 | 4,02 | 3,67 |
| Frequentiegraad | 3,98 | 3,08 | 2,65 | 2,08 |
| Ernstgraad | 0,11 | 0,13 | 0,02 | 0,12 |
| Groepsdata per regio | LTIFR ⁽¹⁾ | LTIFR ⁽¹⁾ | LTIFR ⁽¹⁾ | Ernst- graad ⁽²⁾ | Ernst- graad ⁽²⁾ | Ernst- graad ⁽²⁾ | TRIR ⁽³⁾ | TRIR ⁽³⁾ | TRIR ⁽³⁾ |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal (Bekaert payroll mede werkers + aannemers |
Bekaert | Aannemers | Totaal (Bekaert payroll mede werkers + aannemers |
Bekaert | Aannemers | Totaal (Bekaert payroll mede werkers + aannemers |
Bekaert | Aannemers | |
| EMEA | 5,88 | 6,06 | 4,34 | 0,32 | 0,29 | 0,62 | 7,23 | 7,28 | 6,82 |
| Latijns-Amerika | 1,71 | 1,82 | 1,34 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 1,71 | 1,82 | 1,34 |
| Noord-Amerika | 1,48 | 1,64 | 0,00 | 0,30 | 0,33 | 0,00 | 18,91 | 19,97 | 9,11 |
| Pacifisch Azië | 0,62 | 0,71 | 0,38 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 1,14 | 1,23 | 0,89 |
| JV's in Brazilië en Colombia | 0,95 | 1,31 | 0,00 | 0,21 | 0,29 | 0,00 | 2,10 | 2,63 | 0,75 |
* Aannemer = medewerker van een leverancier die vooraf gedefinieerde taken op regelmatige basis op onze sites uitvoert. Dit omvat onder andere, maar is niet beperkt tot, medewerkers van schoonmaakbedrijven, veiligheidsdiensten, tijdelijke tewerkstellingskantoren (interimkrachten).

| Groepsdata per geslacht (payroll medewerkers) | Mannen | Vrouwen | ||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2021 | 2020 | 2021 | |
| LTIFR ⁽¹⁾ | 3,27 | 2,43 | 2,34 | 2,31 |
| Ernstgraad ⁽²⁾ | 0,02 | 0,11 | 0,00 | 0,33 |
| TRIR ⁽³⁾ | 5,01 | 4,30 | 2,88 | 3,47 |
¹ Frequentiegraad (Lost Time Incident Frequency Rate): aantal ongevallen met werkverlet per miljoen gewerkte uren.
² Ernstgraad (SI-graad: Serious Injuries): aantal ongevallen met levensveranderende letsels per miljoen gewerkte uren.
³ Incidentengraad (TRIR: Total Recordable Injury Rate): aantal incidenten per miljoen gewerkte uren.
GRI 403-9

Het engageren en empoweren van onze medewerkers is altijd belangrijk geweest binnen Bekaert. We empoweren onze teams met verantwoordelijkheid, autoriteit en aansprakelijkheid en rekenen op het engagement van elke Bekaert-medewerker om de prestaties te verbeteren.
GRI 102-43, GRI 102-44
Gemiddeld aantal uur training per medewerker
In 2021 kreeg elke medewerker gemiddeld 33 uur opleiding.
| Gemiddeld aantal uur | 2019 | 2020 | 2021 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| training per medewerker per regio |
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen |
| EMEA | ||||||
| Arbeiders | 19 | 14 | 12 | 10 | 37 | 37 |
| Bedienden | 16 | 16 | 15 | 8 | 25 | 26 |
| Management | 8 | 10 | 12 | 16 | 17 | 20 |
| Latijns Amerika | ||||||
| Arbeiders | 75 | 9 | 7 | 7 | 39 | 150 |
| Bedienden | 32 | 34 | 7 | 6 | 23 | 21 |
| Management | 44 | 46 | 11 | 31 | 34 | 43 |
| Noord-Amerika | ||||||
| Arbeiders | 36 | 40 | 35 | 33 | 22 | 14 |
| Bedienden | 20 | 13 | 22 | 7 | 17 | 9 |
| Management | 13 | 6 | 11 | 8 | 20 | 19 |
| Pacifisch Azië | ||||||
| Arbeiders | 49 | 29 | 23 | 31 | 37 | 58 |
| Bedienden | 22 | 11 | 12 | 13 | 24 | 16 |
| Management | 12 | 12 | 14 | 21 | 39 | 27 |
Noot: in Latijns-Amerika werden in 2021 intensieve opleidingsprogramma's voorzien om meer vrouwelijke medewerkers in te zetten in productie- en andere operationele functies. Dit verklaart het hoge gemiddelde aantal uren opleiding voor vrouwelijke operatoren in de regio.
GRI 404-1
Communicatie omvat ook het uitwisselen van informatie en onderhandelen met vakbonden. We erkennen het recht van iedere medewerker om zich al dan niet bij een vakbond aan te sluiten. 64% van onze medewerkers wereldwijd valt onder een collectieve arbeidsovereenkomst.
Overeenkomsten met vakbonden worden lokaal gesloten en omvatten de volgende elementen:
GRI 102-41, GRI 403-4, GRI 407-1
Alle medewerkers zijn vertegenwoordigd in formele gezondheids- en veiligheidscommissies bestaande uit managers en medewerkers. Zij helpen het toezicht op gezondheids- en veiligheidsprogramma's op het werk op te volgen en geven advies hierover.
GRI 403-4, GRI 403-3, GRI 403-9
Bekaert heeft onderzoeks- en innovatiepartnerschappen met de volgende partners:
| Partner | Innovatiegebied |
|---|---|
| Technical University of Denmark (DTU) | Eco2Fuel |
| University Politecnica Valencia (UPV) | Eco2Fuel |
| Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR) | Eco2Fuel |
| Centro Ricerch e FIAT | Eco2Fuel |
| Flemish Institute for Technological (VITO) | Hyve |
| IMEC | Hyve |
| TNO (Toegepast Natuurweterschappelijk Onderzoek) | MooringSense |
| SINTEF | MooringSense |
| CTC (Foundacion Centro Tecnologico de Componentes | MooringSense |
| UCD University College Dublin | Modeling |
| Imperial College London | Modeling |
| Universitas Studiorum Zagrabiensis | Modeling |
| CEIT | Modeling |
| Ghent University | Modeling |
| OCAS | Physical Metallurgy |
| CRM (Centre de Recherches Metallurgie) | Metallic Coatings |
| INSA Lyon | Physical Metallurgy |
| Université de Lille (UMET) | Physical Metallurgy |
| KU Leuven | |
| Flanders' Make | Digital - engineering |
| VKI Von Karman Institute | Metallic coatings - hot dip |

Ons aanwervingsbeleid schrijft voor dat elke nieuwe medewerker een exemplaar van onze Gedragscode ontvangt. Elk jaar wordt van onze bedienden en managers verwacht dat ze de Gedragscode lezen, een test afleggen over situaties omtrent bedrijfsethiek en hun engagement voor de principes van de Code herbevestigen via Bekaerts wereldwijde online leerplatform.
Als onderdeel van het jaarlijks engagementprocess herinnert een verplichte training de medewerkers aan de te volgen principes wanneer ze geconfronteerd worden met ethische keuzes. 100% van de managers en 100% van de bedienden hebben hun engagement aan de Gedragscode in 2021 hernieuwd en het is ons doel dit jaarlijks te herhalen. We hebben de meeste van onze operatoren al de principes van de Gedragscode aangeleerd. De afzonderingsprocedures die ingesteld werden tijdens de Covid-19-pandemie hebben ons echter verhinderd om de training volledig af te werken in 2021. We verwachten ons doel te bereiken tegen eind 2022.
In 2021 hebben we een verplichte anti-omkoping en anticorruptie opleiding uitgerold voor alle managers bij Bekaert en voor bedienden die frequent contact hebben met derden. 100% van de doelgroep heeft de training gevolgd en slaagde voor de test. Er werd een specifieke opleiding over antitrust toegewezen aan een gerichte doelgroep van managers, gebaseerd op het Hay classificatie niveau en de functie. 100% van de geadresseerden vervolledigde de training en slaagde voor de test.
Functionele groepen (zoals de aankoopfuncties) kregen ook bijzondere trainingsprogramma's over de Gedragscode en over anticorruptie en antiomkopingsbeleid.
Bovendien doet de afdeling Group Internal Audit regelmatig audits op de naleving van de respectieve beleidsregels en procedures en beveelt deze correctieve acties aan waar nodig. Alle beleidsregels zijn beschikbaar op het Bekaert Intranet.
Onze Gedragscode bevat een (klokkenluider)procedure om een integriteitsbezorgdheid te melden. Medewerkers hebben de keuze tussen een gesprek met hun overste, HR-
manager of de Interne Auditmanager, het versturen van een e-mail naar integrity@ bekaert.com of het rapporteren via onze website waar het anoniem kan.
In 2021, werden 62 aantijgingen gerapporteerd. 23 ervan werden aangeduid voor verder onderzoek. 6 van de 62 aantijgingen gingen over discirminatie of pesterij en één ging over omkoping en corruptie. Na onderzoek werden respectievelijk 2 en 1 geval gegrond beschouwd en werden ze behandeld. Alle bezorgdheden en klachten worden vertrouwelijk behandeld en Bekaert neemt de nodige maatregelen om medewerkers te beschermen tegen gelijk welke vorm van vergelding als ze een bezorgdheid melden. Deze informatie, inclusief het opvolgingsproces, is geregeld via een formele procedure die de richtlijnen volgt voor de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (of 'Klokkenluidersrichtlijn'), zoals voorgeschreven door de Europese Unie.
We willen onze medewerkers aanmoedigen om vrijuit te spreken ('Speak Up') wanneer ze feitelijke of vermoedelijke integriteitsbezorgdheden en -vragen hebben. Begin 2021 werd wereldwijd een 'Speak Up' campagne gelanceerd in al onze vestigingen. Het campagnemateriaal is beschikbaar in alle relevante talen.
GRI 406-1, GRI 205-3, GRI 418-1

Alle diversiteitsgegevens hebben betrekking op Bekaert dochterondernemingen (exclusief joint ventures).
Binnen onze organisatie hebben 430 medewerkers een andere nationaliteit dan die van het land waarin ze werken. De landen waar we de grootste groep buitenlandse medewerkers hebben, zijn Chili (133 of 9% van de medewerkers), België (67 of 5% van de medewerkers) en Slovakije (86 of 4% van de medewerkers).
| DIVERSITEIT NATIONALITEITEN - 31 december 2021 | # mensen | # nationaliteiten | # niet-native ¹ | % niet-native |
|---|---|---|---|---|
| RAAD VAN BESTUUR | 13 | 8 | 7 | 54% |
| Bekaert Group Executive (BGE) | 8 | 5 | 5 | 63% |
| Senior Vice Presidents (B16-B18) ² | 14 | 5 | 5 | 36% |
| Next leadership level (B13-B15) ² | 93 | 20 | 47 | 51% |
| TOTAAL LEADERSHIP TEAM | 115 | 22³ | 57 | 50% |
¹ Niet-native = van een andere nationaliteit dan die van de hoofdzetel van het moederbedrijf (België)
² Hay-classificatiereferentie
³ Aantal nationaliteiten in het leadership team
| GENDERDIVERSITEIT - 31 december 2021 | % mannelijk | % vrouwelijk |
|---|---|---|
| Arbeiders | 93% | 7% |
| Bedienden | 69% | 31% |
| Management ¹ | 80% | 20% |
| TOTAAL BEKAERT-MEDEWERKERS | 87% | 13% |
¹ B7 en hoger (Hay-classificatiereferentie)
Het productiekarakter van Bekaerts activiteiten verklaart de voornamelijk mannelijke populatie, in het bijzonder bij operatoren.
Bekaert hanteert een wervings- en promotiebeleid dat gericht is op het gestaag verhogen van diversiteit, inclusief genderdiversiteit. Dit past binnen het Diversiteits- en inclusieprogramma van het bedrijf. 28% van de managers en bedienden van Bekaerts dochterondernemingen zijn vrouwen (per jaareinde 2021). We verbinden ons ertoe om dit aandeel te verhogen en zo gendergelijkheid te steunen. Het is onze doelstelling om een ratio van 40% te bereiken tegen 2030 door een jaarlijkse verbetering van +1.5% in de komende acht jaar. Deze doelstelling werd, vanaf 2022, ook toegevoegd in de incentive-doelstellingen op korte termijn voor Uitvoerend Management. GRI 405-1
GRI 405-1
GRI 405-1

Genderdiversiteit in de Raad van Bestuur en het hoger management van Bekaert:
| GENDERDIVERSITEIT - 31 december 2021 | # mensen | % mannelijk | % vrouwelijk |
|---|---|---|---|
| RAAD VAN BESTUUR | 13 | 62% | 38% |
| Bekaert Group Executive (BGE) | 8 | 87% | 13% |
| Senior & next leadership level ¹ | 107 | 81% | 19% |
| TOTAAL LEADERSHIP TEAM | 115 | 82% | 18% |
¹ B13-B18 (Hay-classificatiereferentie)
Meer informatie over genderdiversiteit in de Raad van Bestuur is te vinden in Deel I: Leiderschap, en in Deel II: Corporate Governance Verklaring van dit rapport.
GRI 405-1
In 2030 wil Bekaert op hoger managementniveau een genderdiversiteitsratio van 33% verzekeren.
| LEEFTIJDSDIVERSITEIT - 31 december 2021 | < 30 jaar | 30-50 jaar | > 50 jaar |
|---|---|---|---|
| Arbeiders | 19% | 67% | 14% |
| Bedienden | 12% | 70% | 18% |
| Management ¹ | 2% | 68% | 30% |
| TOTAAL BEKAERT-MEDEWERKERS | 16% | 68% | 16% |
¹ B7 en hoger (Hay-classificatiereferentie)
GRI 405-1
| LEEFTIJDSDIVERSITEIT - 31 december 2021 | # mensen | 30-50 jaar | > 50 jaar |
|---|---|---|---|
| RAAD VAN BESTUUR | 13 | 31% | 69% |
| Bekaert Group Executive (BGE) | 8 | 38% | 62% |
| Senior Vice Presidents (B16-B18) ¹ | 14 | 21% | 79% |
| Next leadership level (B13-B15) ¹ | 93 | 42% | 58% |
| TOTAAL LEADERSHIP TEAM | 115 | 39% | 61% |
¹ Hay-classificatiereferentie

| REGIO - 31 december 2021 | EMEA | Noord- Amerika | Latijns- Amerika | Pacifisch Azië | TOTAAL ¹ |
|---|---|---|---|---|---|
| Arbeiders | 6 103 | 1 089 | 1 892 | 8 150 | 17 234 |
| Mannen | 5 258 | 1 029 | 1 823 | 7 904 | 16 015 |
| Vrouwen | 845 | 60 | 69 | 246 | 1 219 |
| Bedienden | 1 412 | 256 | 1 194 | 1 819 | 4 681 |
| Mannen | 920 | 159 | 766 | 1 399 | 3 244 |
| Vrouwen | 492 | 97 | 428 | 420 | 1 437 |
| Management | 700 | 157 | 188 | 608 | 1 653 |
| Mannen | 571 | 129 | 155 | 473 | 1 328 |
| Vrouwen | 129 | 28 | 33 | 135 | 325 |
| Totaal mannen | 6 749 | 1 317 | 2 745 | 9 776 | 20 587 |
| Totaal vrouwen | 1 466 | 185 | 529 | 801 | 2 981 |
| ALGEMEEN TOTAAL | 8 215 | 1 502 | 3 274 | 10 577 | 23 568 |
87% van de werknemers van Bekaert hebben een vast contract, 13% een contract van bepaalde duur. Werknemers met een tijdelijk contract staan doorgaans op de loonlijst van externe organisaties (Speciale Economische Zones, interimkantoren) en zijn bijgevolg niet inbegrepen in de Bekaert-aantallen.
99% van de Bekaert-medewerkers werkt voltijds.

| Nieuwe medewerkers in 2021 | Totaal | Mannen | Vrouwen |
|---|---|---|---|
| Aantal nieuwe medewerkers | 2 767 | 2 311 | 456 |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal medewerkers | 12% | 10% | 2% |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal nieuwe medewerkers | 84% | 16% |
| Nieuwe medewerkers in 2021 per regio | EMEA | Latijns-Amerika | Noord-Amerika | Pacifisch Azië |
|---|---|---|---|---|
| Aantal nieuwe medewerkers | 996 | 622 | 450 | 685 |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal medewerkers | 4% | 3% | 2% | 3% |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal nieuwe medewerkers | 36% | 22% | 16% | 25% |
| Nieuwe medewerkers in 2021 per categorie | Arbeider | Bediende | Management |
|---|---|---|---|
| Aantal medewerkers | 2 075 | 552 | 140 |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal medewerkers | 9% | 2% | 1% |
| % nieuwe medewerkers op het totaal aantal nieuwe medewerkers | 75% | 20% | 5% |
GRI 401-1
| # vacatures | 980 |
|---|---|
| % vacatures dat binnen 90 dagen werd ingevuld | 70% |
| % vacatures dat langer dan 90 dagen open stond | 30% |

Bekaert geconsolideerde vestigingen exclusief medewerkers met een contract van bepaalde duur en exclusief collectieve ontslagen:
| Medewerkers turnover in 2021 | Totaal | Mannen | Vrouwen |
|---|---|---|---|
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 731 | 600 | 131 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – einde tijdelijk contract – overlijden tijdens in dienst) | 1 293 | 1 073 | 220 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 3,6% | 3,3% | 5,1% |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – einde tijdelijk contract – overlijden tijdens in dienst) | 6,3% | 6,0% | 8,6% |
| Medewerkers turnover in 2021 per regio | EMEA | Latijns-Amerika | Noord-Amerika | Pacifisch Azië |
|---|---|---|---|---|
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 253 | 115 | 157 | 206 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – einde tijdelijk contract – overlijden tijdens in dienst) | 468 | 259 | 233 | 333 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 3,2% | 3,7% | 10,3% | 2,6% |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – einde tijdelijk contract – overlijden tijdens in dienst) | 6,0% | 8,4% | 15,2% | 4,1% |
GRI 401-1
| Medewerkers turnover in 2021 per regio | Arbeider | Bediende | Management |
|---|---|---|---|
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 438 | 202 | 91 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – einde tijdelijk contract – overlijden tijdens in dienst) | 826 | 317 | 150 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 3,0% | 4,7% | 5,9% |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – einde tijdelijk contract – overlijden tijdens in dienst) | 5,6% | 7,4% | 9,8% |
| Medewerkers turnover in 2021 per leeftijdscategorie | < 30 jaar | 30-50 jaar | > 50 jaar |
|---|---|---|---|
| turnover (aantal) vrijwillig vertrek | 144 | 478 | 109 |
| turnover (aantal) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – einde tijdelijk contract – overlijden tijdens in dienst) | 194 | 744 | 355 |
| turnover (%) vrijwillig vertrek | 5,5% | 3,4% | 2,8% |
| turnover (%) alle personeel exits (vrijwillig vertrek – ontslag – pensioen – einde tijdelijk contract – overlijden tijdens in dienst) | 7,5% | 5,3% | 9,2% |
GRI 401-1
Om sterke prestaties, inzet en voortdurende ontwikkeling van al onze medewerkers te stimuleren, worden de doelstellingen van de groep omgezet in team- en persoonlijke doelstellingen.
Bekaert heeft een People Performance Management (PPM)-programma ontwikkeld en uitgerold. PPM is onze manier om de prestaties van mensen te beoordelen en te bekijken hoe we onze doelen in de toekomst beter kunnen bereiken. Als zodanig maakt PPM deel uit van een grotere inspanning om een veel meer prestatiegerichte organisatie te worden.
Het performantieopvolgingsproces omvat persoonlijke ontwikkelingsbeoordelingsgesprekken, transparantie, feedforward en leiderschapsgedrag.
De nieuwe prestatiemanagementaanpak is mogelijk door: een duidelijke afstemming van team- en individuele doelen met de businessprioriteiten; het regelmatig sturen en coachen van prestaties; een billijke erkenning in lijn met de bereikte prestaties; en betere tools waarmee medewerkers hun prestaties en feedforward-acties gedurende het jaar kunnen bijhouden.
| MEDEWERKERSCATEGORIE | Percentage |
|---|---|
| Managers | 100% |
| Bedienden | 100% |
| Arbeiders | 76% |
¹ Exclusief joint ventures


We bieden concurrentiële salarissen en beloningen om het financiële, fysieke en algemene welzijn van onze medewerkers en hun gezinnen te verbeteren. Ons aanbod verschilt van land tot land en is veelal afgestemd op het socialezekerheidsbeleid in het betreffende land. Wij bieden een heel scala aan personeelsvoordelen, waaronder pensioenuitkeringen, ziektekostenregelingen, beloningen voor langdurig dienstverband, arbeidsongevallen-/invaliditeitsverzekering en betaald verlof. Voor gedetailleerde informatie over vergoedingen en voordelelen, verwijzen we naar Deel II: Financieel Overzicht, sectie 6.15.
Verloningselementen voor fulltime en parttime mede-werkers per belangrijke bedrijfslocatie (> 1 000 medewerkers):
| VOORDEEL | België | Slovakije | China | Chili | VS | Indonesië |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Levensverzekering | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Gezondheidszorg | Ja | Nee | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Invaliditeitsverzekering | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Ouderschapsverlof | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Pensioenregeling | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| Aandeelhouderschap | Nee | Nee | Nee | Nee | Nee | Nee |
Deze voordelen worden niet aan tijdelijke werknemers ('interim-medewerkers') toegekend die niet op de loonlijst van Bekaert staan.
GRI 401-2, GRI 403-6
Bekaert heeft in 2021 verschillende vestigingen gesloten of geherstructureerd. Het management implementeert dergelijke maatregelen alleen wanneer andere opties om de prestaties te herstellen met het oog op het veiligstellen van een duurzame, winstgevende toekomst, mislukt of niet bestaande zijn.
Bij de uitvoering van dergelijke maatregelen streeft het management ernaar de sociale impact voor de betrokken werknemers te beperken door middel van herindustrialisatie, hulp bij hertewerkstelling en een billijke ontslagvergoeding.
GRI 404-2
Dit rapport omvat de geconsolideerde prestatie-indicatoren voor alle dochterondernemingen van de Bekaert Groep. Geconsolideerde data is van toepassing op de 100%-dochterondernemingen van NV Bekaert SA en deze waarin NV Bekaert SA een meerderheidsparticipatie heeft. Wanneer specifiek vermeld omvatten (gezamenlijke) verklaringen in het rapport acties en prestatiemetingen van joint ventures, beschouwd aan 100% eigendom.
GRI 102-45, GRI 102-48, GRI 102-49
Dit rapport beslaat de activiteiten tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021, tenzij anders aangegeven en indien relevant voor het rapport.
Bekaert rapporteert halfjaarlijks over de financiële resultaten (halfjaar- en jaarresultaten). Bekaert rapporteert jaarlijks over de duurzaamheidsprestaties van de groep.
GRI 102-50, GRI 102-51, GRI 102-52
De inhoud van dit rapport is vastgesteld aan de hand van de belangrijkste indicatoren van onze activiteiten, de impact van en betrokkenheid bij de belangengroepen van de onderneming, de inspanningen om de duurzaamheid te verbeteren en de mate van detaillering zoals vastgesteld door de GRI Sustainability Reporting Standards en het huidige NFRD (Non-Financial Reporting Directive).
Dit rappot voldoet aan de iXBRL/ESEF-wetgeving en bevat de uitkomst van de EU Taxonomy geldigheidsverklaringsvereisten. De structuur en inhoud van dit eerste geïntegreerde jaarverslag zijn gebaseerd op het kader Guidelines of Value Reporting Foundation (International Reporting Council (IIRC) & Sustainability Accounting Standards Board (SASB).
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard en gepubliceerd binnen de Europese Unie.
Onze belangengroepen zijn de medewerkers, leveranciers, klanten, aandeelhouders en partners van Bekaert, lokale overheden en de gemeenschappen waar we actief zijn.
Dit rapport werd samengesteld volgens de GRI Sustainability Reporting Standards: Core optie. Global Reporting Initiative (GRI) is een non-profit organisatie die economische, milieugerelateerde en maatschappelijke duurzaamheid bevordert.
In 2021 werd Bekaert erkend door opname in de Solactive ISS ESG Screened Europe Small Cap Index en de Solactive ISS ESG Screened Developed Markets Small Cap Index - een referentiecriterium voor toppresteerders op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen gebaseerd op Vigeo Eiris' onderzoek - en in Kempen SRI.
In 2021 analyseerden de ratingagentschappen MSCI en ISS-ESG de ecologische, sociale en governance prestaties van ons bedrijf op basis van publiek beschikbare informatie. Hun rapporten worden gebruikt door institutionele investeerders en financiële dienstverleners. Bekaert ontving een 'A' beoordeling in de MSCI ESG Ratings en 'C-' beoordeling in de ISS-ESG rating (op een schaal van D- tot A+), wat gemiddeld is binnen de sector.
Na vier jaar op rij het gouden erkenningsniveau van EcoVadis toegekend te hebben gekregen, kreeg Bekaert voor de bekendmaking van haar 2020 data een platinum erkenningsniveau. EcoVadis een onafhankelijk bureau voor duurzaam ondernemen waarvan de methodologie op internationale CSR-normen gebaseerd is. Het bureau stelt dat Bekaert deel uitmaakt van de top 1% van de door EcoVadis beoordeelde bedrijven in dezelfde industriecategorie.
Als antwoord op de groeiende interesse doorheen de toeleveringsketen om over de ecologische voetafdruk van activiteiten en logistiek te rapporteren, werkt Bekaert ook mee aan de bevragingen van CDP. Bekaert werd een C score voor zowel de Climate Change als de Supplier Engagement Rating gebaseerd op 2020 data bekendmaking.
Voor de GRI Content Index Service keek GRI Services na of de GRI content index duidelijk is weergegeven en de verwijzingen naar alle bepalingen overeenkomen met de betreffende secties van het verslag.
Deze controle werd uitgevoerd op de Engelstalige versie van dit rapport.
| GENERAL DISCLOSURES | |||
|---|---|---|---|
| GRI STANDARD | DISCLOSURE | Page numbers and/ or URL and/or direct answers |
|
| GRI 101 Foundation 2016 | |||
| GRI 102 General disclosure 2016 | ORGANIZATIONAL PROFILE | ||
| Disclosure 102-1 Name of the organization | 9 | ||
| Disclosure 102-2 Activities, brands, products & services | 9, 12, 13 | ||
| Disclosure 102-3 Location of headquarters | 9 | ||
| Disclosure 102-4 Location of operations | 10 | ||
| Disclosure 102-5 Ownership and legal form | 287 | ||
| Disclosure 102-6 Markets served | 9 | ||
| Disclosure 102-7 Scale of the organization | 9 | ||
| Disclosure 102-8 Information on employees and other workers | 272 | ||
| Disclosure 102-9 Supply chain | 39 | ||
| Disclosure 102-10 Significant changes to the organization and its supply chain | 3940 | ||
| Disclosure 102-11 Precautionary principle or approach | 45, 93 | ||
| Disclosure 102-12 External initiatives | 51 | ||
| Disclosure 102-13 Membership of associations | 49 | ||
| STRATEGY | |||
| Disclosure 102-14 Statement from the most senior-decision makers | 7 | ||
| ETHICS AND INTEGRITY | |||
| Disclosure 102-16 Values, principles, standards and norms of behavior | 9, 51, 269 | ||
| GOVERNANCE | |||
| Disclosure 102-18 Governance structure | 19, 25 | ||
| Disclosure 102-23 Chair of the highest governance body | 19 |
| STAKEHOLDER ENGAGEMENT | |
|---|---|
| Disclosure 102-40 List of stakeholder groups | 29, 30 |
| Disclosure 102-41 Collective bargaining agreements | 267 |
| Disclosure 102-42 Identifying and selecting stakeholders | 29 |
| Disclosure 102-43 Approach to stakeholder engagement | 266 |
| Disclosure 102-44 Key topics and concerns raised | 266 |
| REPORTING PRACTICE | |
| Disclosure 102-45 Entities included in the consolidated financial statements | 278 |
| Disclosure 102-46 Defining report content and topic Boundaries | 278 |
| Disclosure 102-47 List of material topics | 32 |
| Disclosure 102-48 Restatements of information | 278 |
| Disclosure 102-49 Changes in reporting | 278 |
| Disclosure 102-50 Reporting period | 278 |
| Disclosure 102-51 Date of most recent report | 278 |
| Disclosure 102-52 Reporting cycle | 278 |
| Disclosure 102-53 Contact point for questions regarding the report | 278 |
| Disclosure 102-54 Claims of reporting in accordance with the GRI Standards | 279 |
| Disclosure 102-55 GRI Content Index | 280 |
| Disclosure 102-56 External assurance | No external assurance |
| MATERIAL TOPICS | |||
|---|---|---|---|
| GRI STANDARD | DISCLOSURE | Page numbers and/ or URL and/or direct answers |
|
| ECONOMICS | |||
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 | ||
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | ||
| GRI 201 Economic performance 2016 | Disclosure 201-1 Direct economic value generated and distributed | 34, 37 | |
| Disclosure 201-3 Defined benefit plan obligations and other retirement plans | 276 | ||
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 | ||
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | ||
| GRI 204 Procurement practices 2016 | Disclosure 204-1 Proportion of spending on local suppliers | 40 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 | ||
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | ||
| GRI 205 Anti-corruption 2016 | Disclosure 205-2 Communication and training about anti-corruption policies and procedures | 51, 269 | |
| Disclosure 205-3 Confirmed incidents of corruption and actions taken | 269 |
| ENVIRONMENTAL | ||
|---|---|---|
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 301 Materials 2016 | Disclosure 301-2 Recycled input materials used | 40, 44 |
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| Disclosure 302-1 Energy consumption within the organization | 41, 250 | |
| GRI 302 Energy 2016 | Disclosure 302-3 Energy intensity | 250 |
| Disclosure 302-4 Reduction of energy consumption | 44 | |
| Water and effluents | ||
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| Disclosure 303-1 Interactions with water as a shared resource | 253 | |
| Disclosure 303-2 Management of water discharge-related impacts | 254 | |
| GRI 303 Water and effluents 2018 | Disclosure 303-3 Water withdrawal | 253 |
| Disclosure 303-4 Water discharge | 254 | |
| Disclosure 303-5 Water consumption | 254 | |
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 305 Emissions 2016 | Disclosure 305-1 Energy direct (Scope 1) GHG emissions | 251 |
| Disclosure 305-2 Energy indirect (Scope 2) GHG emissions | 251 | |
| Disclosure 305-3 Other indirect (Scope 3) GHG emissions | 252 | |
| Disclosure 305-4 GHG emissions intensity | 251, 252 | |
| Disclosure 305-5 Reduction of GHG emissions | 251 | |
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 308 Supplier Environmental assessment 2016 | Disclosure 308-1 New suppliers that were screened using environmental criteria | 40 |
| SOCIAL | ||
|---|---|---|
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 |
| Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 | |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| Disclosure 401-1 New employee hires and employee turnover | 273, 274 | |
| GRI 401 Employment 2016 | Disclosure 401-2 Benefits provided to full-time employees that are not provided to temporary or part-time employees | 276 |
| Occupational health and safety | ||
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| Disclosure 403-1 Occupational health and safety management system | 264 | |
| Disclosure 403-2 Hazard identification, risk assessment, and incident investigation | 262 | |
| Disclosure 403-3 Occupational health services | 263, 267 | |
| Disclosure 403-4 Worker participation, consultation, and communication on occupational health and safety | 267 | |
| GRI 403 Occupational health and safety 2018 | Disclosure 403-5 Worker training on occupational health and safety | 264 |
| Disclosure 403-6 Promotion of worker health | 263, 276 | |
| Disclosure 403-7 Prevention and mitigation of occupational health and safety impacts directly linked by business relationships |
249, 262 | |
| Disclosure 403-8 Workers covered by an occupational health & safety management system | 264 | |
| Disclosure 403-9 Work-related injuries | 267, 263, 264, 265 | |
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| Disclosure 404-1 Average hours of training per year per employee | 25, 266 | |
| GRI 404 Training and education 2016 | Disclosure 404-2 Programs for upgrading employee skills and transition assistance programs | 52, 276 |
| Disclosure 404-3 Percentage of employees receiving regular performance and career development reviews | 275 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 |
| Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 | |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 405 Diversity and equal opportunity 2016 | Disclosure 405-1 Diversity of governance bodies and employees | 270, 271 |
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 406 Non-discrimination 2016 | Disclosure 406-1 Incidents of discrimination and corrective actions taken | 269 |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 |
| Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 | |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 |
| GRI 407 Freedom of association and collective bargaining 2016 | Disclosure 407-1 Operations and suppliers in which the right to freedom of association and collective bargaining may be at risk |
40, 267 |
|---|---|---|
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 408 Child Labor 2016 | Disclosure 408-1 Operations and suppliers at significant risk for incidents of child labor | 40, 51 |
| Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 409 Forced or Compulsory Labor 2016 | Disclosure 409-1 Operations and suppliers at significant risk for incidents of forced or compulsory labor | 40, 51 |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 |
| Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 | |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 414 Supplier Social Assessment 2016 | Disclosure 414-1 New suppliers that were screened using social criteria | 40 |
| Disclosure 414-2 Negative social impacts in the supply chain and actions taken | 40 | |
| GRI 103 Management approach 2016 | Disclosure 103-1 Explanation of the material topic and its Boundary | 32 |
| Disclosure 103-2 The management approach and its components | 19, 35, 40, 43, 51, 52, 54 | |
| Disclosure 103-3 Evaluation of the management approach | 19 | |
| GRI 418 Customer privacy 2016 | Disclosure 418-1 Substantiated complaints concerning breaches of customer privacy and losses of customer data | 52, 269 |
| GENDER | |
|---|---|
| Genderdiversiteitspercentage | Geeft het aandeel van het andere (minderheids-) geslacht aan |
| Leadership team | Bekaert Group Executive en Managers B13 en hoger (Hay-classificatiereferentie) |
| VEILIGHEID | |
| Zware letsels | Ongevallen met levensbedreigend/levensveranderend letsels |
| BeCare-bereik % | Percentage medewerkers dat BeCare-training heeft gevolgd, het wereldwijde veiligheidsprogramma van Bekaert |
| MILIEU | |
| kWh/GWh | Kilowatt per uur / Gigawatt per uur 1 gWh = 1 miljoen kWh |
| Energie-intensiteitsratio | De gebruikte energie (elektriciteit en thermisch) per geproduceerde ton eindproduct |
| BKG-intensiteitsratio | Verhouding broeikasgas of kooldioxide-uitstoot (CO₂) in kg per geproduceerde ton eindproduct (intensiteit gecorrigeerd met aandeel van hernieuwbare energie) |
| Scope 1-uitstoot | CO₂-uitstoot van bronnen die onze eigendom zijn of door ons worden beheerd (in onze fabrieken) |
| Scope 2-uitstoot | CO₂-uitstoot van aangekochte/verkregen elektriciteit, verwarming, koeling en stoom voor verbruik in onze fabrieken |
| Scope 3-uitstoot | CO₂-uitstoot die voortvloeit uit onze activiteiten, maar afkomstig is van bronnen die geen eigendom van ons zijn of niet door ons worden beheerd |
| Energie > CO₂-conversie | Gebaseerd op IEA-/EPA-regels |
| Jaarlijkse CO₂-besparing dankzij Bekaert ST/UT-staalkoord | Scope 3-uitstoot: CO₂-uitstoot van brandstof x brandstofbesparing voor banden versterkt met ST/UT staalkoord van Bekaert. Berekend voor banden van personenvoertuigen en vrachtwagens op basis van gerealiseerde verkoop (en verkoopdoelstellingen) van Bekaert; algemeen aanvaarde conversietabellen brandstof/CO₂; en testresultaten van ST/UT op rolweerstand (resultaten variëren van 2% tot 7% naargelang het bandenontwerp en overige factoren. In onze berekeningen zijn we uitgegaan van de laagste testresultaten (2%) zodat onze gegevens (werkelijke gegevens en doelen) de laagst mogelijke impact van onze producten op de verlaging van de CO₂-uitstoot weerspiegelen. |
Per einde maart 2021
| Oswald Schmid | Chief Executive Officer |
|---|---|
| Juan Carlos Alonso | Chief Strategy Officer |
| Kerstin Artenberg | Chief Human Resources Officer |
| Taoufiq Boussaid | Chief Financial Officer |
| Yves Kerstens | Divisional CEO Specialty Businesses and Chief Operations Officer |
| Arnaud Lesschaeve | Divisional CEO Rubber Reinforcement |
| Curd Vandekerckhove | Divisional CEO Bridon-Bekaert Ropes Group |
| Stijn Vanneste | Divisional CEO Steel Wire Solutions |
| Jan Boelens | Senior Vice President Steel Wire Solutions EMEA |
|---|---|
| Bruno Cluydts | Chief Strategy Officer BBRG |
| Philip Eyskens | Chief Legal & Compliance Officer |
| Annalisa Gigante | Chief Innovation and Technology Officer |
| Katiana Iavarone | Chief Procurement Officer |
| Raj Kalra | Senior Vice President Rubber Reinforcement Sales, Marketing & Strategy |
| Patrick Louwagie | Senior Vice President Global Engineering and Operational Excellence |
| Dirk Moyson | Senior Vice President Rubber Reinforcement Global Operations |
| Steven Parewyck | Senior Vice President Steel Wire Solutions Latin America North and North America |
| Raf Rentmeesters | Senior Vice President Building Products |
| Adam Touhig | Senior Vice President Rubber Reinforcement Asia |
| Gunter Van Craen | Chief Digital & Information Officer (CIO) |
| Geert Voet | Senior Vice President Steel Wire Solutions South and Central America |
| Zhigao Yu | Senior Vice President Rubber Reinforcement Technology |
De ondertekenende personen verklaren dat, voorzover hen bekend:
Namens de Raad van Bestuur:
Oswald Schmid Gedelegeerd Bestuurder
Jürgen Tinggren Voorzitter van de Raad van Bestuur
Isabelle Vander Vekens
EY
De audit-opinie is opgenomen in het Financieel Overzicht van dit jaarverslag.
Katelijn Bohez, VP Sustainable Finance & Community Relations
GRI 102-53
Katrien Strobbe - Strobbe Design Eduardo Chaves - Bekaert
Dit rapport kan toekomstgerichte verklaringen bevatten. Die verklaringen reflecteren de huidige inzichten van de bedrijfsleiding aangaande toekomstige gebeurtenissen, en zijn onderhevig aan bekende en onbekende risico's, onzekerheden en andere factoren die ertoe kunnen leiden dat de werkelijke resultaten aanzienlijk verschillen van toekomstige resultaten of prestaties die door die toekomstgerichte verklaringen worden uitgedrukt of die daaruit zouden kunnen worden afgeleid. Bekaert verstrekt de in dit rapport opgenomen informatie per huidige datum en neemt geen enkele verplichting op om de toekomstgerichte verklaringen in het licht van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins te actualiseren. Bekaert wijst elke aansprakelijkheid af voor verklaringen die door derden worden afgelegd of gepubliceerd, en neemt geen enkele verplichting op om onnauwkeurige gegevens, informatie, conclusies of opinies te corrigeren die door derden worden gepubliceerd met betrekking tot dit of enig ander rapport of persbericht dat door Bekaert wordt verspreid.
bekaert.com [email protected] T +32 56 76 61 00
GRI 102-5
Het jaarverslag betreffende het boekjaar 2021 is beschikbaar op internet in het Engels en het Nederlands op annualreport.bekaert.com

Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.