Quarterly Report • Aug 10, 2022
Quarterly Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Eerste halfjaar 2022
| A | Ontwikkelingen en resultaten 3 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kerncijfers en ontwikkelingen 4 | ||||||||
| B | Geconsolideerd financieel verslag 8 | |||||||
| Geconsolideerde balans 9 | ||||||||
| Geconsolideerde resultatenrekening 10 | ||||||||
| Geconsolideerd overzicht van het comprehensive income 11 | ||||||||
| Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen 12 | ||||||||
| Geconsolideerd kasstroomoverzicht 13 | ||||||||
| C | Algemene informatie 14 | |||||||
| 1 | Samenvatting van de grondslagen voor financiële verslaggeving 15 | |||||||
| 2 | Overnames en desinvesteringen 23 | |||||||
| 3 | Toezicht en solvabiliteit 24 | |||||||
| 4 | Verbonden partijen 26 | |||||||
| 5 | Informatie operationele segmenten 27 | |||||||
| D | Toelichting op de geconsolideerde balans 33 | |||||||
| 6 | Financiële beleggingen, Vastgoedbeleggingen, Materiële vaste activa 34 | |||||||
| 7 | Leningen 40 | |||||||
| 8 | Uitstaande aandelen en winst per aandeel 41 | |||||||
| 9 | Verzekeringsverplichtingen 43 | |||||||
| 10 | Achtergestelde schulden 44 | |||||||
| 11 | Schulden 45 | |||||||
| 12 | RPN (I) 46 | |||||||
| 13 | Voorzieningen 48 | |||||||
| 14 | Toezeggingen 50 | |||||||
| 15 | Reële waarde van financiële activa en financiële passiva 51 | |||||||
| E | Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 52 | |||||||
| 16 | Verzekeringspremies 53 | |||||||
| 17 | Rentebaten, dividend en overige beleggingsbaten 54 | |||||||
| 18 | Schadelasten en uitkeringen 55 | |||||||
| 19 | Financieringslasten 56 | |||||||
| F | Toelichting op posten niet opgenomen in de geconsolideerde balans 57 | |||||||
| 20 | Voorwaardelijke verplichtingen 58 | |||||||
| 21 | Gebeurtenissen na balansdatum 61 | |||||||
| Bericht van de Raad van Bestuur 62 | ||||||||
Alle bedragen in de cijferopstellingen van dit verkorte geconsolideerde tussentijdse financieel verslag luiden in miljoenen euro's, tenzij anders vermeld.
Eerste halfjaar 2022 Eerste halfjaar 2021 Netto resultaat Ageas 563 407 Per segment: - België 245 191 - Europa 95 97 - Azië 161 203 - Herverzekering 20 30 - Algemene Rekening & Eliminatie 42 (115) waarvan RPN(I) 107 (57) Netto resultaat Ageas excl. RPN (I) 456 463 Per type: - Leven 341 340 - Niet-Leven 180 181 Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (in miljoenen) 185 187 Winst per aandeel excl. RPN (I) (in EUR) 2,47 2,48 Ageas' deel in premie-inkomsten (incl. niet-geconsolideerde entiteiten) 8.965 8.545 Per segment: - België 2.521 2.409 - Europa 1.766 1.820 - Azië 4.678 4.316 Per type: - Leven 6.267 6.020 - Niet-Leven 2.698 2.525 Combined ratio 94,9% 93,0% Operationele marge producten met intrestgarantie (bps) 95 86 Operationele marge Unit-Linked producten (bps) 39 35 30 juni 2022 31 december 2021 Eigen vermogen 9.021 11.914
| Netto eigen vermogen per aandeel (in EUR) | 49,11 | 64,14 |
|---|---|---|
| Netto eigen vermogen per aandeel (in EUR) | ||
| exclusief ongerealiseerde winsten en verliezen | 45,61 | 43,43 |
| Rendement Eigen Vermogen - Ageas Groep | ||
| (exclusief ongerealiseerde winsten) | 13,7% | 10,9% |
| Groep Solvency II ageas (niet gereviewed) | 221% | 197% |
| Technische Verplichtingen Leven | ||
| (geconsolideerde entiteiten) | 73.028 | 78.192 |
Ageas heeft een uitzonderlijk sterk tweede kwartaal neergezet. Hiermee zette de Groep de sterke commerciële start van het jaar verder, met in alle regio's een hoger premie-inkomen in zowel Leven als in Niet-Leven. De geconsolideerde entiteiten behaalden sterke operationele resultaten met verbeterde marges in Leven en een combined ratio in Niet-Leven die slechts licht daalde ondanks de impact van de stormen die in februari België en het VK hebben geteisterd. Het conflict aan de rand van Europa had geen directe invloed op onze activiteiten, en het effect op het nettoresultaat is beperkt tot de impact die het had op de economie in het algemeen. De nietgecontroleerde partnerships presteerden uitstekend met een tweede trimester dat minder beïnvloed werd door de evolutie op de financiële markten. Dankzij deze prestatie in het eerste halfjaar heeft Ageas er nog steeds alle vertrouwen in dat een resultaat van EUR 1 miljard, zonder de impact van de RPN(i), voor het volledige jaar 2022 haalbaar is. Dit onderbouwt het engagement van de Groep voor een groeitraject van het dividend per aandeel van 6-10% over de lopende strategische periode.
Het premie-inkomen van de Groep in het eerste halfjaar, inclusief de niet-geconsolideerde entiteiten (Ageas' deel), is in vergelijking met vorig jaar met 5% gestegen, tot EUR 9 miljard. De groei van het premie-inkomen Leven was te danken aan nieuwe contracten in China, vooral in het tweede kwartaal, en aan zowel Producten met gegarandeerde rente als Unit-linked producten in België. Het premieinkomen Niet-Leven steeg in de mature markten van België en Portugal en in de Aziatische partnerships, door de groei van de portefeuille en door tariefverhogingen als reactie op de hogere inflatie.
De combined ratio Niet-Leven van de geconsolideerde entiteiten bedroeg 94,9%, met sterke resultaten voor alle producten. De stormen van februari, die vooral een invloed hadden op de winstgevendheid in Woningverzekeringen, hadden een negatieve impact van 5 procentpunt.
De operationele marge van de Producten met gegarandeerde rente van de geconsolideerde entiteiten steeg tot 95 basispunten en was te danken aan hogere nettomeerwaarden en een beter investeringsresultaat in België.
De operationele marge Unit-linked van de Groep bedroeg 39 basispunten dankzij een betere kostmarge in België.
De niet-geconsolideerde entiteiten lieten een zeer sterke onderliggende prestatie noteren voor de eerste zes maanden van het jaar. Hun bijdrage aan het nettoresultaat van de Groep leed onder de aanhoudend lage rentevoeten en de onrust op de aandelenmarkten, wat leidde tot negatieve nettomeerwaarden. Vanaf 30 juni 2022 werd IAS29 over financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie van kracht in onze twee Turkse entiteiten. Dit had een negatieve impact van EUR 16 miljoen op het nettoresultaat volgens de IFRS. Het nettoresultaat van de Groep, exclusief RPN(i), van EUR 456 miljoen omvatte verder een negatieve impact van EUR 75 miljoen door de stormen in België en het VK en de meerwaarde van EUR 45 miljoen op de verkoop van de portfolio van professionele verzekeringen voor nieuwe klanten in het VK.
Op basis van de behaalde resultaten in dit eerste halfjaar – weliswaar behoudens de impact van extreme negatieve ontwikkelingen op de financiële markten – bevestigt Ageas met vertrouwen de vooruitzichten van een resultaat van EUR 1 miljard voor het volledige jaar 2022, zonder de impact van de RPN(i).
De beleggingsportefeuille van Ageas had per 30 juni 2022 een waarde van EUR 75,7 miljard, in vergelijking met EUR 82,3 miljard eind 2021. Die daling is te wijten aan lagere niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastrentende portefeuille als gevolg van stijgende rentevoeten. De reële waarde van de vastgoedportefeuille is gestegen tot EUR 6,3 miljard met EUR 2 miljard aan niet-gerealiseerde meerwaarden, in lijn met eind 2021.
De Technische verplichtingen Leven voor het aandeel van Ageas, exclusief shadow accounting van de geconsolideerde entiteiten, daalden met 3% tegenover eind 2021 als gevolg van de marktvolatiliteit. De sterke stijging in de Technische verplichtingen Leven in de niet-geconsolideerde entiteiten was te danken aan de aanhoudende groei van het aantal nieuwe contracten en de hoge persistentie.
Het totale eigen vermogen aan het einde van het eerste halfjaar bedroeg EUR 9 miljard, ofwel EUR 49,11 per aandeel. Die daling is volledig toe te schrijven aan de impact van de hogere rentevoeten op de niet-gerealiseerde meerwaarden op de vastrentende portefeuille opgenomen in het eigen vermogen.
De wettelijke PIM-solvency ratio profiteerde van ontwikkelingen in de spreads en steeg verder tot 229%. De solvabiliteit van de entiteiten die niet binnen het toepassingsgebied van Solvency II vallen, steeg tot 249%.
De Solvency IIageas-ratio van Ageas steeg over de eerste zes maanden van 2022 met 24 procentpunten tot een sterke 221%, ruimschoots boven het objectief van 175% voor de Groep. De forse stijging is toe te schrijven aan de sterke operationele prestaties van de Groep en de stijging van de interestvoeten. De bijdrage van de verzekeringsactiviteiten heeft de toerekening van het verwachte dividend volledig gedekt.
Het gegenereerde operationeel kapitaal van EUR 884 miljoen over de eerste zes maanden van 2022 weerspiegelt de zeer sterke operationele prestatie doorheen de Groep. Het gegenereerd operationeel vrij kapitaal van de Groep, zowel binnen als buiten het toepassingsgebied van Solvency II, bedroeg in de eerste helft van het jaar een sterke EUR 569 miljoen. Dit illustreert de zeer solide operationele prestaties van de hele Groep en omvat EUR 452 miljoen gegenereerd door ondernemingen onder de Solvency II-scope en EUR 211 miljoen gegenereerd door de niet-solvency II-scope-entiteiten, terwijl de Algemene Rekening EUR 94 miljoen verbruikte.
Als deel van zijn Impact24-strategie heeft Ageas ervoor gekozen om zich te focussen op het rendement voor de aandeelhouders via een progressief dividend van EUR 1,5 tot 1,8 miljard cumulatief over het driejarenplan. Door de aanhoudend sterke kapitaalpositie, zelfs in de huidige volatiele economische omgeving, en de hoge operationele vrij kapitaalgeneratie binnen de Groep, heeft Ageas er vertrouwen in om een gemiddelde dividendgroei per aandeel van 6-10% voorop te stellen over de Impact24-periode. Het totaal betaalde bedrag zal uitkomen in het hogere deel van de aanvankelijk gecommuniceerde range. Daarom, en na de sterke halfjaarresultaten, heeft de Raad van Bestuur beslist om een interim brutodividend in contanten van EUR 1,5 per aandeel uit te keren tegen eind oktober.
Het premie-inkomen voor Ageas' deel sinds het begin van het jaar steeg met 5% dankzij de sterke groei in zowel Leven (+5%) als Niet-Leven (+5%). Het premie-inkomen Leven steeg zowel in Producten met gegarandeerde rente als Unit-linked producten, dankzij geslaagde verkoopcampagnes in het makelaars- en bankkanaal. Het premieinkomen in Niet-Leven kende een solide groei in alle productlijnen, met een sterke groei in Woning- en Autoverzekeringen.
De operationele marge van Producten met gegarandeerde rente in Leven bereikte 94 basispunten dankzij een sterk beleggingsresultaat, dat te danken was aan meerwaarden op vastgoed die in het eerste kwartaal werden gerealiseerd. De operationele marge Unit-linked bleef op 41 basispunten erg sterk, dankzij een betere netto-onderschrijvingsmarge en hogere volumes.
De combined ratio van Niet-Leven bedroeg 94,6% en werd in aanzienlijke mate getroffen door de slechte weersomstandigheden (7 procentpunt). Als de weersomstandigheden buiten beschouwing worden gelaten, vertoonde Niet-Leven sterke onderliggende prestaties die profiteerden van de betere resultaten van Ongevallen- en Ziekteverzekeringen en Woningverzekeringen. Vorig jaar profiteerde de combined ratio nog van de lagere schadefrequentie in Autoverzekeringen.
Voor Europa vertoonde het premie-inkomen Leven sinds het begin van het jaar een daling, terwijl het premie-inkomen in Niet-Leven is gestegen. Daardoor is het totale premie-inkomen voor de periode globaal licht gestegen. Het premie-inkomen in Leven daalde met 15%, door een daling van de Unit-linked producten in Portugal. Het premie-inkomen van de niet in de balans opgenomen flexibele pensioenproducten in Portugal leverden een bijdrage van EUR 53 miljoen voor de eerste zes maanden van 2022. Het premie-inkomen Niet-Leven steeg met 3%. Portugal en Turkije behaalden respectievelijk een stijging van 8% en 1%, terwijl het VK gelijk bleef.
De operationele marges van Producten met gegarandeerde rente in Leven werden getroffen door een hogere schaderatio en daalden tot 102 basispunten. De operationele marges van Unit-linked in Leven bedroegen 33 basispunten, een stijging ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar die te danken was aan een hogere marge op pensioenproducten in Portugal.
Voor Europa bedroeg de combined ratio in Niet-Leven 97,7%, een stijging in vergelijking met het cijfer voor de eerste zes maanden van 2021, dat deels profiteerde van de lockdowns. Dit eerste halfjaar werd de combined ratio beïnvloed door de stormen in het VK (3 procentpunt) en claimsinflatie.
Het nettoresultaat volgens de IFRS bedroeg EUR 95 miljoen, inclusief de negatieve impact van EUR 16 miljoen door de toepassing van IAS29 in onze twee Turkse entiteiten: AgeSa en Aksigorta. IAS29 moet worden toegepast wanneer de functionele valuta van een entiteit deze is van een economie met hyperinflatie. Het resultaat voor Europa omvat ook de bijdrage van de verkoop van de professionele verzekeringen in het VK in het eerste kwartaal, goed voor EUR 45 miljoen.
Het premie-inkomen in Azië steeg in de eerste zes maanden van het jaar met 8%, ondersteund door het valuta-effect van de zwakkere euro. In Leven werd het premie-inkomen in het tweede kwartaal gedreven door een sterke groei van 35% van nieuwe contracten in China, terwijl de focus op producten met een hoge toegevoegde waarde en een strategische verandering van de productmix een impact hadden op nieuwe contracten in Singapore en Taiping Reinsurance. Over het geheel genomen stegen de technische verplichtingen van Leven met 11% in de eerste helft van het jaar, dankzij nieuwe contracten en sterke persistentie. In Niet-Leven steeg het premie-inkomen met 25% dankzij een sterk verkoopmomentum in de regio.
De Groep bleef profiteren van goede operationele prestaties, wat leidde tot een hoog onderliggend resultaat. Het nettoresultaat werd echter beïnvloed door de aanhoudende ongunstige ontwikkeling in de discontovoet, negatieve nettomeerwaarden na de daling van de Chinese aandelenmarkt en ongunstige weersomstandigheden die een impact hadden op het resultaat van Niet-Leven.
Het premie-inkomen Herverzekering bedroeg EUR 882 miljoen waarvan EUR 728 miljoen uit de quotashare-overeenkomsten. Zonder de herclassificatie van premie-inkomen uit Portugal van vorig jaar (EUR 66 miljoen), steeg het totale premie-inkomen van herverzekering met 5% over de eerste zes maanden van 2022.
Het Herverzekeringsresultaat van de quotashare-overeenkomsten werd in aanzienlijke mate getroffen door het aandeel in het negatieve resultaat in verband met de slechte weersomstandigheden in België en het VK, terwijl dat van vorig jaar nog profiteerde van de lagere schadefrequentie op het niveau van de afdragende entiteiten. In het globale Herverzekeringsresultaat werd deze impact deels gecompenseerd door een aanvullende vrijval van reserves in verband met de herziening van de reserves van het Britse contract voor Autoverzekeringen van 2021 en door de gunstige proportionele verrekening van het resultaat voor 2021.
Het nettoresultaat van de Algemene Rekening omvatte een positief effect van 107 miljoen EUR als gevolg van de herwaardering van het referentiebedrag van de RPN(i)-verplichting in de eerste jaarhelft. Dat leidde tot een positief nettoresultaat van EUR 43 miljoen. De totale liquide activa bedroegen EUR 1,2 miljard.
De EUR 743 miljoen die de operationele entiteiten in de eerste helft van het jaar hebben opgestroomd, hebben de holdingkosten, het dividend van EUR 495 dat in het tweede kwartaal aan de aandeelhouders van Ageas is uitgekeerd en het inkoopprogramma van aandelen over de eerste jaarhelft, ruimschoots gecompenseerd.
Ageas blijft van duurzaamheid in alle activiteiten een centraal thema maken. Zelfs met de strengere criteria verbonden aan het label, heeft AG zijn 'Towards Sustainability'-label behouden. Dat maakt van AG de grootste aanbieder van duurzame financiële verzekeringen in België. Ook voldoen alle levensverzekeringsproducten bij AG nu aan de vereisten van artikel 8 van de SFDR-verordening, wat hun duurzame karakter bevestigt.
Ageas in het VK geeft blijk van een preventieve aanpak door zich aan te sluiten bij het Build Back Better-initiatief van Flood Re, dat woningeigenaars de kans geeft om hun woning beter bestand te maken tegen overstromingen als hun woning door overstromingen schade heeft geleden.
Nog in het VK werd Ageas door een onafhankelijke jury op de British Insurance Awards voor het tweede jaar op rij verkozen tot 'Personal Lines Insurer of the Year'.
Doordat AG Real Estate met 'Anima' niet enkel een netwerk van woonzorgcentra heeft overgenomen, maar ook de operationele activiteiten, breidt de Groep haar dienstverlening uit op vlak van gezondheid en welzijn.
| 30 juni | 31 december | ||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2022 | 2021 | |
| Activa | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 1.790 | 1.937 | |
| Financiële beleggingen | 6 | 52.550 | 59.952 |
| Vastgoedbeleggingen | 6 | 3.202 | 3.117 |
| Leningen | 7 | 15.150 | 14.492 |
| Beleggingen inzake unit-linked contracten | 16.858 | 18.899 | |
| Investeringen volgens de equity-methode | 4.992 | 5.328 | |
| Herverzekering en overige vorderingen | 2.696 | 2.149 | |
| Actuele belastingvorderingen | 59 | 53 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 366 | 100 | |
| Overlopende rente en overige activa | 1.935 | 2.039 | |
| Materiële vaste activa | 6 | 1.729 | 1.732 |
| Goodwill en overige immateriële activa | 1.298 | 1.322 | |
| Activa aangehouden voor verkoop | 32 | 19 | |
| Totaal activa | 102.657 | 111.139 | |
| Passiva | |||
| Verplichtingen inzake verzekeringscontracten Leven | 9.1 | 26.927 | 28.673 |
| Verplichtingen inzake beleggingscontracten Leven | 9.2 | 29.235 | 30.617 |
| Verplichtingen inzake unit-linked contracten | 9.3 | 16.866 | 18.901 |
| Verplichtingen inzake verzekeringscontracten Niet-Leven | 9.4 | 8.035 | 7.889 |
| Achtergestelde schulden | 10 | 2.749 | 2.748 |
| Schulden | 11 | 5.009 | 3.616 |
| Actuele belastingverplichtingen | 43 | 16 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 325 | 971 | |
| RPN(I) | 12 | 413 | 520 |
| Overlopende rente en overige verplichtingen | 2.413 | 2.834 | |
| Voorzieningen | 13 | 182 | 182 |
| Verplichtingen met betrekking tot vaste activa aangehouden voor verkoop | |||
| Totaal verplichtingen | 92.197 | 96.967 | |
| Eigen vermogen | 8 | 9.021 | 11.914 |
| Minderheidsbelangen | 1.439 | 2.258 | |
| Totaal eigen vermogen | 10.460 | 14.172 | |
| Totaal verplichtingen en eigen vermogen | 102.657 | 111.139 |
| Toelichting | Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|---|
| Baten | |||
| - Bruto premie-inkomen |
4.557 | 4.438 | |
| - Wijziging in niet-verdiende premies |
(142) | (115) | |
| - Uitgaande herverzekeringspremies |
(228) | (219) | |
| Netto verdiende premies | 16 | 4.187 | 4.104 |
| Rentebaten, dividend en overige beleggingsbaten | 17 | 1.305 | 1.166 |
| Niet-gerealiseerde winst (verlies) op RPN(I) | 107 | (57) | |
| Resultaat op verkoop en herwaarderingen | 249 | 88 | |
| Baten uit beleggingen inzake unit-linked contracten | (2.341) | 832 | |
| Aandeel in het resultaat van de investeringen volgens de equity-methode | 179 | 231 | |
| Commissiebaten | 239 | 228 | |
| Overige baten | 130 | 135 | |
| Totale baten | 4.055 | 6.727 | |
| Kosten | |||
| - Schadelasten en uitkeringen, bruto |
(3.834) | (3.612) | |
| - Schadelasten en uitkeringen, aandeel herverzekeraars |
167 | 104 | |
| Schadelasten en uitkeringen, netto | 18 | (3.667) | (3.508) |
| Lasten inzake unit-linked contracten | 2.276 | (899) | |
| Financieringslasten | 19 | (102) | (69) |
| Wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen | (69) | (29) | |
| Wijzigingen in voorzieningen | 13 | 5 | 10 |
| Commissielasten | (612) | (626) | |
| Personeelslasten | (441) | (419) | |
| Overige lasten | (644) | (597) | |
| Totale lasten | (3.254) | (6.137) | |
| Resultaat voor belastingen | 801 | 590 | |
| Belastingbaten (lasten) | (134) | (117) | |
| Nettoresultaat over de periode | 667 | 473 | |
| Toewijsbaar aan de minderheidsbelangen | 104 | 66 | |
| Nettoresultaat toewijsbaar aan de aandeelhouders | 563 | 407 | |
| Gegevens per aandeel (EUR) | |||
| Gewoon resultaat per aandeel | 8 | 3,05 | 2,18 |
| Verwaterd resultaat per aandeel | 8 | 3,05 | 2,17 |
Het bruto premie-inkomen (som van bruto premies en premies uit beleggingscontracten zonder 'Discretionaire winstdelingscomponent') kan als volgt worden gepresenteerd.
| Toelichting | Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|---|
| Bruto premie-inkomen | 4.557 | 4.438 | |
| Premies inzake beleggingscontracten (direct erkend als passiva) | 16 | 709 | 784 |
| Bruto premies | 5.266 | 5.222 |
| Toelichting | Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| COMPREHENSIVE INCOME | |||||
| Onderdelen die niet naar de resultatenrekening zullen worden geclassificeerd: | |||||
| De herberekening van de verplichting inzake de toegezegde pensioenregeling | 216 | 50 | |||
| Totaal van onderdelen die niet naar resultatenrekening worden geclassificeerd: | 216 | 50 | |||
| Onderdelen die (kunnen) worden geherclassificeerd naar de resultatenrekening: | |||||
| Wijzigingen in amortisatie van investeringen tot einde looptijd aangehouden Gerelateerde belasting |
1 | 1 | |||
| Wijzigingen in amortisatie van investeringen tot einde looptijd aangehouden | 6 | 1 | 1 | ||
| Wijzigingen in herwaardering van voor verkoop beschikbare beleggingen (1) Gerelateerde belasting |
(4.470) 1.020 |
(2) 42 |
|||
| Wijzigingen in herwaardering van investeringen beschikbaar voor verkoop | 6 | (3.450) | 40 | ||
| Aandeel in niet-gerealiseerde resultaten van de investeringen volgens de equity-methode | (564) | (188) | |||
| Wijzigingen in omrekeningsverschillen | 178 | 111 | |||
| Totaal van onderdelen die (kunnen) worden geherclassificeerd naar resultatenrekening: | (3.835) | (36) | |||
| Overig comprehensive income over de periode | (3.619) | 14 | |||
| Nettoresultaat over de periode | 667 | 473 | |||
| Totaal comprehensive income over de periode | (2.952) | 487 | |||
| Nettoresultaat toewijsbaar aan minderheidsbelangen | 104 | 66 | |||
| Overig comprehensive income toewijsbaar aan minderheidsbelangen | (752) | 43 | |||
| Totaal comprehensive income toewijsbaar aan minderheidsbelangen | (648) | 109 | |||
| Totaal comprehensive income over de periode, toewijsbaar aan de aandeelhouders | (2.304) | 378 |
(1) De wijzigingen in herwaardering van investeringen beschikbaar voor verkoop, zijn met inbegrip van kasstroomafdekkingen en na koersverschillen en shadow accounting.
| Nettoresultaat | Niet | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Koers- | toewijsbaar gerealiseerde | Totaal | |||||||
| Aandelen | Uitgifte | Overige | verschillen | aan | winsten en | Eigen | Minderheids- | eigen | |
| kapitaal | premie | reserves | reserve | aandeelhouders | verliezen | vermogen | belangen | vermogen | |
| Stand per 1 januari 2021 | 1.502 | 2.051 | 2.978 | (260) | 1.141 | 4.143 | 11.555 | 2.219 | 13.774 |
| Nettoresultaat over de periode | 407 | 407 | 66 | 473 | |||||
| Herwaardering van investeringen | (179) | (179) | 32 | (147) | |||||
| Herwaardering IAS 19 | 39 | 39 | 11 | 50 | |||||
| Wisselkoersverschillen | 111 | 111 | 111 | ||||||
| Totaal comprehensive income over de periode | 39 | 111 | 407 | (179) | 378 | 109 | 487 | ||
| Overdracht | 1.141 | (1.141) | |||||||
| Dividend | (485) | (485) | (141) | (626) | |||||
| Wijziging in kapitaal | 1 | 1 | |||||||
| Eigen aandelen | |||||||||
| Op aandelen gebaseerde beloning | 3 | 3 | 3 | ||||||
| Overige veranderingen in het eigen vermogen (1) | (25) | (25) | 3 | (22) | |||||
| Stand per 30 juni 2021 | 1.502 | 2.051 | 3.651 | (149) | 407 | 3.964 | 11.426 | 2.191 | 13.617 |
| Stand per 1 januari 2022 | 1.502 | 2.051 | 3.640 | 29 | 845 | 3.847 | 11.914 | 2.258 | 14.172 |
| Eerste toepassing van IAS 29 | 1 | 12 | 13 | 13 | |||||
| Herziene stand per1 januari 2022 | 1.502 | 2.051 | 3.641 | 41 | 845 | 3.847 | 11.927 | 2.258 | 14.185 |
| Nettoresultaat over de periode | 563 | 563 | 104 | 667 | |||||
| Herwaardering van investeringen | (3.203) | (3.203) | (810) | (4.013) | |||||
| Herwaardering IAS 19 | 159 | 159 | 57 | 216 | |||||
| Wisselkoersverschillen | 177 | 177 | 1 | 178 | |||||
| Totaal comprehensive income over de periode | 159 | 177 | 563 | (3.203) | (2.304) | (648) | (2.952) | ||
| Overdracht | 845 | (845) | |||||||
| Dividend | (495) | (495) | (169) | (664) | |||||
| Wijziging in kapitaal | |||||||||
| Eigen aandelen | (90) | (90) | (90) | ||||||
| Op aandelen gebaseerde beloning | 1 | 1 | 1 | ||||||
| Overige veranderingen in het eigen vermogen (1) | (18) | (18) | (2) | (20) | |||||
| Stand per 30 juni 2022 | 1.502 | 2.051 | 4.043 | 218 | 563 | 644 | 9.021 | 1.439 | 10.460 |
(1) Overige wijzigingen in het eigen vermogen omvatten de verandering in de reële waarde van de geschreven putoptie op Interparking aandelen, schadevergoedingen betaald aan BNP Paris Fortis SA/NV voor de aangehouden Ageas aandelen met betrekking tot de CASHES-obligaties (zie toelichting 20.2) en, indien van toepassing, kapitaaluitkeringen aan houders van FRESH- en CASHES-obligaties omdat het dividendenrendement van Ageas meer dan 5% bedroeg.
| Toelichting | Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| Geldmiddelen en kasequivalenten per 1 januari | 1.937 | 2.241 | |||
| Resultaat voor belastingen | 801 | 590 | |||
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten opgenomen in het resultaat voor belastingen: | |||||
| Herberekening RPN(I) | 12 | (107) | 57 | ||
| Resultaat op verkoop en herwaarderingen | (190) | (88) | |||
| Aandeel in niet-gerealiseerde resultaten van de investeringen volgens de equity-methode | (179) | (231) | |||
| Afschrijvingen en oprenting | 476 | 405 | |||
| Bijzondere waardeverminderingen | 69 | 29 | |||
| Voorzieningen | 13 | (5) | (10) | ||
| Op aandelen gebaseerde beloningen | 2 | 5 | |||
| Totaal aanpassingen voor niet-geldelijke posten opgenomen in het resultaat voor belastingen | 66 | 167 | |||
| Wijzigingen in operationele activa en passiva: | |||||
| Voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten (activa en passiva) | 13 | 28 | |||
| Leningen | 7 | (658) | (589) | ||
| Herverzekering en overige vorderingen | (406) | (171) | |||
| Beleggingen inzake unit-linked contracten | 2.041 | (789) | |||
| Opbrengsten uit uitgifte van schulden | 11 | 1.465 | 998 | ||
| Betalingen van schulden | 11 | (91) | (596) | ||
| Verplichtingen inzake verzekerings- en beleggingscontracten | 9.1 & 9.2 & 9.4 | (2.836) | (1.514) | ||
| Verplichtingen inzake unit-linked contracten | 9 | (1.993) | 970 | ||
| Netto wijzigingen in alle overige operationele activa en passiva | 2.142 | 920 | |||
| Dividend ontvangen van deelnemingen | 144 | 198 | |||
| Betaalde winstbelastingen | (81) | (68) | |||
| Totaal wijzigingen in operationele activa en passiva | (260) | (613) | |||
| Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | 607 | 144 | |||
| Aankoop van beleggingen | (4.598) | (2.312) | |||
| Opbrengsten uit verkoop en aflossingen beleggingen | 4.747 | 2.935 | |||
| Aankoop van vastgoedbeleggingen | (86) | (260) | |||
| Opbrengsten uit verkoop van vastgoedbeleggingen | 117 | 2 | |||
| Aankopen van materiële vaste activa | (32) | (40) | |||
| Opbrengsten uit verkoop van materiële vaste activa | 2 | 3 | |||
| Investeringen in dochterondernemingen en deelnemingen | |||||
| (inclusief kapitaalverhogingen in deelnemingen) | (127) | (187) | |||
| Desinvesteringen in dochterondernemingen en deelnemingen | |||||
| (inclusief kapitaalterugbetalingen van deelnemingen) | 156 | ||||
| Aankoop van immateriële vaste activa | (17) | (50) | |||
| Wijziging van consolidatiekring | (2) | ||||
| Kasstroom uit beleggingsactiviteiten | 6 | 245 | |||
| Terugbetaling van achtergestelde schulden | 10 | ||||
| Opbrengsten uit uitgifte van aandelen | |||||
| Aankoop van eigen aandelen | (90) | ||||
| Dividenden uitgekeerd aan aandeelhouders van moedervennootschappen | (495) | (485) | |||
| Dividenden uitgekeerd aan minderheidsbelangen | (169) | (141) | |||
| Terugbetaling van kapitaal (inclusief minderheidsbelangen) | (2) | ||||
| Kasstroom uit financieringsactiviteiten | (756) | (626) | |||
| Effect van wisselkoersverschillen op geldmiddelen en kasequivalenten | (4) | 7 | |||
| Geldmiddelen en kasequivalenten per 30 juni | 1.790 | 2.011 | |||
| Bijkomende toelichting inzake kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | |||||
| Ontvangen rente | 1.200 | 1.189 | |||
| Ontvangen dividenden van beleggingen | 116 | 85 | |||
| Betaalde rente | (115) | (102) |
Dit beknopte geconsolideerde tussentijds financieel verslag ('tussentijds financieel verslag') over de eerste zes maanden van het jaar 2022 omvat de jaarrekening van ageas SA/NV (de moederonderneming) en haar dochterondernemingen. Dit tussentijds financieel verslag is opgesteld in overeenstemming met de International Accounting Standard IAS 34 'Tussentijdse financiële verslaggeving', zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en zoals goedgekeurd door de Europese Unie (EU).
De Raad van Bestuur van Ageas heeft dit tussentijds financieel verslag goedgekeurd voor publicatie op 9 augustus 2022.
Dit tussentijds financieel verslag verschaft een actualisatie van de recentste volledige geconsolideerde jaarrekening van Ageas voor de boekhoudperiode die eindigde op 31 december 2021 en moet bijgevolg worden gelezen in samenhang met deze geconsolideerde jaarrekening.
Tijdens de eerste zes maanden van het jaar 2022 heeft Ageas dezelfde grondslagen voor financiële verslaggeving toegepast als deze die zijn toegepast voor de boekhoudperiode die eindigde op 31 december 2021, met uitzondering van de wijzigingen opgenomen in sectie 1.2 hieronder.
Dit tussentijds financieel verslag is opgemaakt in de veronderstelling van de continuïteit van de bedrijfsvoering ('going concern') en is opgesteld in euro's, de functionele valuta van de moedermaatschappij van Ageas. Alle bedragen zijn afgerond naar het dichtstbijzijnde miljoen, tenzij anders aangegeven.
De activa en verplichtingen opgenomen op de balans van Ageas hebben doorgaans een looptijd van meer dan 12 maanden, met uitzondering van geldmiddelen en kasequivalenten, herverzekerings- en overige vorderingen, overlopende rente en overige activa, verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten niet-leven, sommige schulden zoals terugkoopovereenkomsten, overlopende rente en overige verplichtingen en actuele belastingvorderingen en -schulden.
De belangrijkste IFRS-standaarden die zijn toegepast voor de waardering van de activa en verplichtingen zijn:
Zoals toegelicht in sectie 1.6 hieronder, heeft Ageas vanaf 1 januari 2022 de standaard IAS 29 'Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie' toegepast voor de jaarrekeningen van zijn Turkse deelnemingen 'Aksigorta' en 'AgeSA'.
Nieuwe of herziene IFRS-standaarden en interpretaties en wijzigingen in IFRS-standaarden en in interpretaties hadden tijdens de eerste zes maanden van het jaar 2022 geen significante invloed op de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving noch op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van Ageas.
De wijzigingen in IFRS 16 'Covid-19 gerelateerde huurtoegevingen' hadden geen gevolgen voor deze geconsolideerde balans en winst-enverliesrekening van Ageas. Deze wijzigingen verlengen de vrijstelling voor huurders om te beoordelen of huurtoegevingen, die een direct gevolg zijn van de Covid-19 pandemie en die resulteren in een vermindering van de verschuldigde huurbedragen tot en met 30 juni 2022, moeten worden aanzien als een wijziging van de huurovereenkomst.
Dit tussentijds financieel verslag van Ageas per 30 juni 2022 omvat een nominaal bedrag aan derivaten welke gebruikt worden in afdekkingsrelaties die gelinkt zijn aan de EURIBOR en een nominaal bedrag aan achtergestelde schulden met variabele rentevoet, eveneens gelinkt aan de EURIBOR. Ondanks dat de EURIBOR in 2019 succesvol hervormd is naar een hybride methode en de EURIBOR naar verwachting zal blijven bestaan in de nabije toekomst, blijft Ageas de ontwikkelingen rond de rentebenchmarkhervorming nauwgezet opvolgen. Verder worden er alternatieven opgenomen in nieuwe contracten, opdat hun continuïteit niet in het gedrang komt in de onwaarschijnlijke situatie dat de EURIBOR ophoudt te bestaan. Op 30 juni 2022, hadden de wijzigingen in IFRS 9, IAS 39, IFRS 7, IFRS 4 en IFRS 16 'Rentebenchmarkhervorming' geen gevolgen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van Ageas.
Volgende nieuwe of herziene IFRS-standaarden en interpretaties en wijzigingen in IFRS-standaarden en in interpretaties, welke van kracht werden voor boekhoudperiodes die beginnen op 1 januari 2022 of later, en zoals goedgekeurd door de EU, hadden geen significante gevolgen voor de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening van Ageas:
Volgende nieuwe of herziene IFRS-standaarden en interpretaties en wijzigingen in IFRS-standaarden en in interpretaties worden van kracht voor boekhoudperiodes die beginnen op 1 januari 2023 of later. Ageas heeft geen IFRS-standaarden en interpretaties of wijzigingen aan IFRSstandaarden en interpretaties toegepast, welke gepubliceerd zijn maar nog niet effectief zijn.
De IASB heeft de standaard IFRS 9 'Financiële instrumenten' gepubliceerd in juli 2014 en de EU heeft deze standaard goedgekeurd in november 2016. Ondanks dat IFRS 9 van toepassing is voor boekhoudperiodes die beginnen op 1 januari 2018 of later, blijft Ageas de standaard IAS 39 'Financiële instrumenten – opname en waardering' toepassen. Ageas zal de standaard IFRS 9 voor de eerste keer toepassen voor de boekhoudperiode die begint op 1 januari 2023.
Het feit dat Ageas de standaard IAS 39 blijft toepassen is in lijn met de wijzigingen in IFRS 4 'Verlenging van de tijdelijke vrijstelling van de toepassing van IFRS 9'. De IASB heeft deze wijzigingen in IFRS 4 gepubliceerd in juni 2020. Deze wijzigingen bevestigen dat verzekeringsondernemingen de initiële toepassingsdatum van de standaarden IFRS 9 'Financiële instrumenten' en IFRS 17 'Verzekeringscontracten' kunnen aligneren. De EU heeft deze wijzigingen in IFRS 4 goedgekeurd in december 2020.
De wijzigingen in IFRS 4 bieden twee alternatieven aan om het effect van de verschillende toepassingsdata van de standaarden IFRS 9 en IFRS 17 tot een minimum te beperken. Deze alternatieven zijn de overlappingsbenadering en de tijdelijke vrijstelling van de toepassing van IFRS 9.
De tijdelijke vrijstelling van de toepassing van IFRS 9 is een optionele tijdelijke vrijstelling, die ondernemingen die overwegend verzekeringscontracten uitgeven die vallen binnen het toepassingsgebied van de standaard IFRS 4, toelaat om de standaard IFRS 9 niet toe te passen voor boekhoudperiodes die aanvangen vóór 1 januari 2023. Ageas heeft op de referentiedatum van 31 december 2015 nagegaan of haar activiteiten overwegend verband houden met verzekeringsactiviteiten en besloot in aanmerking te komen om de tijdelijke vrijstelling voor de toepassing van IFRS 9 te gebruiken. Dit betekent dat:
Ageas heeft bovenstaande analyse niet opnieuw uitgevoerd op een latere datum omdat er geen substantiële veranderingen hebben plaatsgevonden in de activiteiten van Ageas, welke een dergelijke herbeoordeling noodzakelijk zouden maken.
Ageas heeft besloten om gebruik te maken van de tijdelijke vrijstelling van de toepassing van IFRS 9 omdat ze hiervoor in aanmerking komt. Bijgevolg zal Ageas de initiële toepassingsdatum van de standaarden IFRS 9 en IFRS 17 aligneren.
De IASB heeft in december 2021 wijzigingen gepubliceerd in IFRS 17 'Initiële toepassing van IFRS 17 en IFRS 9 – vergelijkende informatie'. Deze wijzigingen in IFRS 17 laten toe dat een onderneming, die de standaarden IFRS 9 en IFRS 17 voor de eerste keer zal toepassen op hetzelfde ogenblik, de 'overlappingsbenadering van classificatie' toepast voor de presentatie van vergelijkende informatie over financiële activa, als de vergelijkende informatie over die financiële activa niet is aangepast voor de standaard IFRS 9. Ageas heeft de intentie om de overlappingsbenadering van classificatie toe te passen.
Voor de presentatie van vergelijkende informatie over de boekhoudperiode 2022 in zijn geconsolideerde jaarrekening van 2023, heeft Ageas de intentie om de bepalingen in de standaard IFRS 9 over 'opname en waardering' en over 'bijzondere waardevermindering' toe te passen voor alle financiële activa, gebruik makende van alle redelijke en gefundeerde informatie waarover ze beschikt op 1 januari 2022.
De classificatie categorieën voor financiële instrumenten in de standaard IAS 39 ('financiële instrumenten aangehouden tot einde looptijd', 'leningen en vorderingen', 'financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden', of financiële instrumenten aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening) zijn vervangen onder de standaard IFRS 9, wat resulteert in drie belangrijke waarderingsgrondslagen ('geamortiseerde kostprijs', 'verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat' en 'verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verlies rekening'). De classificatiecategorieën in de standaard IFRS 9 worden retroactief toegepast, alsof het financieel instrument sinds eerste opname op die manier geclassificeerd is geweest.
Op datum van dit tussentijds financieel verslag, heeft Ageas de classificatie van financiële activa aangehouden op transitiedatum van de standaard IFRS 9 (1 januari 2022) wezenlijk beëindigd. Uit deze oefening besluit Ageas dat de meerderheid van haar investeringen in schuldbewijzen wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel waarvan het doel wordt bereikt door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als financiële activa te verkopen. Dit resulteert in een waardering van deze schuldbewijzen aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat. Bovenstaande conclusie ligt in lijn met de bevinding dat Ageas de meerderheid van haar financiële activa aanhoudt ter dekking van haar verzekeringsverplichtingen.
Ageas verwacht niet dat de implementatie van de standaard IFRS 9 een belangrijke impact zal hebben op haar grondslagen voor financiële verslaggeving voor financiële verplichtingen.
Van zodra Ageas de standaard IFRS 9 zal toepassen, heeft Ageas de intentie om tevens de bepalingen in de standaard IFRS 9 over de administratieve verwerking van afdekkingsrelaties toe te passen. Ageas verwacht niet dat dit zal leiden tot een belangrijke impact.
De IASB heeft in mei 2017 de standaard IFRS 17 'Verzekeringscontracten' gepubliceerd en heeft in juni 2020 wijzigingen in IFRS 17 gepubliceerd. De standaard IFRS 17 is een allesomvattende nieuwe boekhoudstandaard voor verzekeringscontracten, herverzekeringscontracten en beleggingscontracten met discretionaire winstdelingselementen. De standaard IFRS 17 omvat grondslagen over de opname en waardering, presentatie en toelichting van nieuwe en lopende groepen van contracten. De standaard IFRS 17 zal de huidige standaard IFRS 4 'Verzekeringscontracten' vervangen vanaf 1 januari 2023. De IASB verwacht dat de standaard IFRS 17 zal leiden tot een grotere vergelijkbaarheid in de boekhoudkundige verwerking van groepen van verzekeringscontracten, herverzekeringscontracten en beleggingscontracten met discretionaire winstdelingselementen ten opzichte van de standaard IFRS 4, welke grotendeels gebaseerd is op de verderzetting van lokale boekhoudregels.
De EU heeft de standaard IFRS 17, inclusief de wijzigingen in IFRS 17 van juni 2020, goedgekeurd in november 2021. Deze goedkeuring omvat ook een (optionele) Europese vrijstelling van de toepassing van de bepaling in IFRS 17 om geen contracten, die met meer dan een jaar verschil zijn uitgegeven, op te nemen in dezelfde groep. Deze (optionele) Europese vrijstelling geldt voor groepen van verzekeringscontracten met directe winstdelingselementen, groepen van beleggingscontracten met discretionaire winstdelingselementen en groepen van contracten waarbij risico's en kasstromen worden gedeeld tussen verschillende generaties van verzekeringsnemers. Ageas heeft de intentie om deze Europese vrijstelling toe te passen voor een beperkte set van verzekeringscontracten met directe winstdelingselementen, om zo te aligneren met de lokale marktpraktijk.
Omdat Ageas de initiële toepassingsdatum van de standaarden IFRS 9 en IFRS 17 kan aligneren, loopt er momenteel een gezamenlijk implementatieproject binnen Ageas. De implementatie van de standaarden IFRS 9 en IFRS 17 zal leiden tot belangrijke wijzigingen van de grondslagen voor financiële verslaggeving, de presentatie in de geconsolideerde jaarrekening, het gerapporteerde eigen vermogen, het nettoresultaat en de overige onderdelen van het totaalresultaat.
De implementatievoorbereidingen binnen de Europese dochterondernemingen van Ageas zijn goed op weg om de standaarden IFRS 9 en IFRS 17 toe te passen voor boekhoudperiodes die starten op 1 januari 2023 of later. Verschillende oefeningen hebben plaatsgevonden en de transitiebalans is onder ontwikkeling. De implementatievoorbereidingen binnen de Aziatische geassocieerde deelnemingen van Ageas zijn later gestart, rekening houdend met lokale regelgeving en richtlijnen. De belangrijkste geassocieerde deelnemingen zijn goed op weg om de initiële toepassingsdatum van 1 januari 2023 en de officiële rapporteringstermijnen te respecteren.
De standaard IFRS 17 introduceert een boekhoudkundig waarderingsmodel voor verzekeringscontracten, herverzekeringscontracten en beleggingscontracten met discretionaire winstdelingselementen, welke gebaseerd is op de actuele waarde. De belangrijkste kenmerken van dit boekhoudkundig waarderingsmodel en de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving die Ageas momenteel overweegt zijn de volgende:
De bepalingen in de standaard IFRS 17 over de grens van het contract bepalen welke toekomstige kasstromen worden meegenomen in de waardering van de vervullingskasstromen. Voor sommige productgroepen verschilt de grens van het contract onder de standaard IFRS 17 van de huidige praktijk onder de standaard IFRS 4 of deze onder Solvabiliteit II;
Ageas heeft de intentie om een top-downbenadering toe te passen voor de bepaling van de disconteringsvoeten die gebruikt worden om de actuele waarde van de toekomstige kasstromen te bepalen. De dochterondernemingen van Ageas aligneren hiermee de methodologie die zij toepassen onder IFRS 17 met de methodologie die zij toepassen voor de bepaling van de disconteringsvoeten in Pijler 2 van Solvabiliteit II;
komende verzekeringscontracten in niet-leven en in herverzekeringen;
Ageas heeft de mededeling van de EAEM over 'Transparantie over de implementatie van de standaard IFRS 17' doorgenomen en weerspiegeld in dit tussentijds financieel verslag. Ageas is op datum van dit tussentijds financieel verslag niet in staat om impact van beide standaarden op hun transitiedatum betrouwbaar te kwantificeren, gegeven de verschillen in implementatiestadia binnen de dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen van Ageas en de belangrijke bijdrage van de geassocieerde deelnemingen in de geconsolideerde winst-enverliesrekening en het eigen vermogen van Ageas. De implementatievoorbereidingen binnen de belangrijkste entiteiten zijn echter goed op weg om de initiële toepassingsdatum van 1 januari 2023 en de officiële rapporteringstermijnen te respecteren.
Ageas verwacht niet dat overige toekomstige nieuwe of herziene IFRSstandaarden en interpretaties en wijzigingen in IFRS-standaarden en interpretaties, die van kracht worden voor boekhoudperiodes die beginnen op 1 januari 2023 of later, de geconsolideerde balans en winsten-verliesrekening van Ageas of significante wijze zullen beïnvloeden. De EU heeft nog niet alle wijzigingen goedgekeurd.
Deze wijzigingen betreffen:
De opstelling van dit tussentijds financieel verslag vereist het gebruik van bepaalde oordelen, schattingen en aannames, welke weerspiegeld zijn in de opgenomen bedragen voor activa en passiva, opbrengsten en kosten alsook de bedragen opgenomen in de toelichtingen van dit tussentijds financieel verslag. De gebruikte oordelen, schattingen en aannames zijn gebaseerd op ervaring en op informatie die redelijkerwijs beschikbaar was op de datum van opstelling van dit tussentijds financieel verslag. Elk oordeel, schatting of aanname weerspiegelt uit nature een bepaalde mate van onzekerheid en een risico op materiële aanpassing (in positieve of negatieve zin) van de boekwaarde van de activa en passiva tijdens een toekomstige boekhoudperiode. Eventuele aanpassingen worden erkend in de boekhoudperiode waarin het oordeel, de schatting of de aanname worden aangepast.
• Bepaling van de gebruiksduur en restwaarde
Ondanks dat Ageas niet actief is in Oekraïne en in Rusland, houdt het de geopolitieke spanningen in deze regio nauwlettend in de gaten, met name voor wat betreft de indirecte macro-economische effecten, zoals de toekomstige ontwikkelingen van de rente en de inflatie in de markten waarin Ageas actief is. Gezien Ageas in geen van beide landen actief is via dochterondernemingen of geassocieerde deelnemingen, verwacht Ageas dat de directe impact niet materieel is. Indien nodig, heeft Ageas de oordelen, schattingen en aannames herzien en als dusdanig weerspiegeld in dit tussentijds financieel verslag.
Onderstaande tabel omvat de schattingsonzekerheid van de belangrijkste oordelen, schattingen en aannames:
De operationele segmenten van Ageas zijn voornamelijk gebaseerd op geografische regio's. De onderverdeling naar geografische regio's is ingegeven door het feit dat de bedrijfsactiviteiten in de bewuste regio's van vergelijkbare aard zijn, dat ze dezelfde economische kenmerken delen en dat het management deze als dusdanig evalueert.
Eind 2020 werd Filip Coremans benoemd als Algemeen Directeur Azië en Antonio Cano als Algemeen Directeur Europa. Deze wijziging in verantwoordelijkheden van twee leden van het Uitvoerend Comité van Ageas weerspiegelt het toegenomen belang van een toegewijde regionale focus om te antwoorden op de specifieke uitdagingen en opportuniteiten van beide regio's. Als een direct gevolg van deze wijziging, met ingang van zijn nieuw strategisch driejarenplan 'Impact 24', heeft Ageas besloten om het voormalig operationeel segment 'Verenigd Koninkrijk' toe te voegen aan het voormalig operationeel segment 'Continentaal Europa', welk hernoemd is naar 'Europa'. Deze wijziging gaat in voor de boekhoudperiode die start op 1 januari 2022.
De operationele segmenten van Ageas zijn:
Bedrijfsactiviteiten die geen verband houden met verzekeringsactiviteiten en eliminatieverschillen op groepsniveau worden apart van de verzekeringsactiviteiten gerapporteerd, in het operationeel segment Algemene Rekening. Het operationeel segment Algemene Rekening omvat bedrijfsactiviteiten zoals groepsfinanciering en overige holdingactiviteiten, alsook de investering in Royal Park Investments en de verplichtingen uit hoofde van de CASHES/RPN(I).
Transacties en overdrachten tussen de verschillende operationele segmenten vinden plaats tegen marktconforme algemene voorwaarden, zoals die van toepassing zouden zijn tussen niet-verwante derden. Eliminaties worden afzonderlijk gerapporteerd.
Dit tussentijds financieel verslag omvat de jaarrekeningen van ageas SA/NV (de moederonderneming) en haar dochterondernemingen.
Wanneer een geheel van verworven activiteiten en activa voldoet aan de definitie van een bedrijf en de zeggenschap erover is overgedragen aan Ageas, verwerkt Ageas de bedrijfscombinatie aan de hand van de overnamemethode. Om als een bedrijf te worden aanzien, moet het geheel van verworven activiteiten en activa bestaan uit middelen en op die middelen toegepaste substantieve processen, die samen bijdragen tot de totstandkoming van een productie. Het overgenomen proces (of geheel van processen) is substantieel als het van cruciaal belang is voor het vermogen om een verworven middel of verworven middelen tot een productie te ontwikkelen of in een productie om te zetten.
De prijs van een overname is de overgedragen vergoeding, welke gewaardeerd wordt als de som van de reële waarde op overnamedatum en het bedrag van enig minderheidsbelang in de overgenomen partij. Voor elke bedrijfscombinatie heeft Ageas de keuze om enig minderheidsbelang in de overgenomen partij te waarderen tegen de reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij.
Als een bedrijfscombinatie wordt gerealiseerd in verschillende fasen, dan wordt het voorheen aangehouden aandelenbelang in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen zijn reële waarde op overnamedatum en wordt de eventuele winst of het eventuele verlies die daaruit voortvloeit opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Dochterondernemingen zijn die entiteiten waarin Ageas, direct of indirect, het financiële en operationele beleid kan sturen om er voordelen uit te halen ('zeggenschap'). Bij de evaluatie of Ageas zeggenschap heeft over een andere entiteit, houdt Ageas rekening met het bestaan en het effect van potentiële stemrechten, die actueel uitvoerbaar of converteerbaar zijn.
Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf de datum van overdracht van de effectieve zeggenschap tot op de einddatum van deze zeggenschap.
Dochterondernemingen die uitsluitend zijn verworven met als doel te worden doorverkocht, worden geclassificeerd als vaste activa aangehouden voor verkoop.
Alle intra-groepstransacties (saldi en winsten of verliezen uit transacties tussen ondernemingen van Ageas) worden geëlimineerd.
Winsten of verliezen op de gedeeltelijke verkoop van een belang in een dochteronderneming worden als volgt verwerkt:
Een geassocieerde deelneming is een entiteit waarover Ageas een invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, zonder er zeggenschap of gedeelde zeggenschap over te hebben.
Investeringen in geassocieerde deelnemingen worden gewaardeerd op basis van de equity-methode. Bij initiële opname, wordt de investering gewaardeerd tegen kostprijs, waarbij transactiekosten worden meegenomen. Daarna wordt het aandeel van Ageas in de winst of verlies van de deelneming opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder de lijn 'Aandeel in het resultaat van de investeringen volgens de equitymethode'. Wijzigingen in Ageas' aandeel in het proportionele belang van de deelneming worden erkend in de overige onderdelen van het totaalresultaat. Uitkeringen die Ageas ontvangt van een deelneming verlagen de boekwaarde van de investering.
Deelnemingen in joint ventures, waarbij de gezamenlijke zeggenschap Ageas het recht geeft tot de netto-activa van de joint venture, worden boekhoudkundig verwerkt als geassocieerde deelnemingen.
Winsten op transacties tussen Ageas en deelnemingen die worden verwerkt volgens de equity-methode, worden geëlimineerd naar rato van het aandeel van Ageas. Eventuele verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij uit de transactie blijkt dat het overgedragen actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Eventuele verliezen worden erkend totdat de boekwaarde van de deelneming is afgeboekt tot nul. Verdere verliezen worden alleen erkend voor zover Ageas gehouden is aan wettelijke of feitelijke verplichtingen in naam van de geassocieerde deelneming.
Ageas past de standaard IAS 39 toe voor lange-termijn belangen (zoals intra-groepsleningen) in een geassocieerde deelneming of in een joint venture, welke niet worden verwerkt volgens de equity-methode.
Een vast actief (of groep van activa die wordt afgestoten, zoals een dochteronderneming) worden geclassificeerd als 'aangehouden voor verkoop' als het onmiddellijk beschikbaar is voor verkoop in zijn huidige staat en als de verkoop zeer waarschijnlijk is.
Een verkoop is zeer waarschijnlijk als:
De beoordeling of de verkoop zeer waarschijnlijk is houdt rekening met de waarschijnlijkheid dat de aandeelhouders de verkoop zullen goedkeuren. Als de verkoop onderworpen is aan een goedkeuring door de regelgever, wordt de verkoop pas aanzien als zeer waarschijnlijk nadat deze goedkeuring ontvangen is.
Een vast actief (of groep van activa die wordt afgestoten) geclassificeerd als aangehouden voor verkoop wordt:
De datum van verkoop van een dochteronderneming of een groep van activa die wordt afgestoten is de datum waarop de zeggenschap wordt overgedragen. De resultaten van een dochteronderneming of groep van activa die wordt afgestoten worden opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van Ageas tot op de datum van verkoop. De winst of verlies bij verkoop is het verschil tussen a) de opbrengst van de verkoop en b) de boekwaarde van de netto-activa plus toewijsbare goodwill en voorheen geaccumuleerde bedragen in de overige onderdelen van het totaalresultaat (bijvoorbeeld, wisselkoersverschillen en reserves beschikbaar voor verkoop).
Een beëindigde bedrijfsactiviteit is een deel van Ageas dat is afgestoten of dat is geclassificeerd als aangehouden voor verkoop en:
Resultaten op beëindigde bedrijfsactiviteiten worden apart gerapporteerd in winst-en-verliesrekening.
De individuele entiteiten van Ageas rekenen transacties luidende in vreemde valuta om aan de wisselkoers op datum van de transactie.
Monetaire posten die in vreemde valuta luiden worden op de balansdatum omgerekend aan de slotkoers (aan het einde van de boekhoudperiode). Wisselkoersverschillen die resulteren uit wijzigingen van de geamortiseerde kostprijs van monetaire actief dat wordt geclassificeerd als aangehouden voor verkoop worden erkend in de winst-enverliesrekening. Andere wijzigingen in reële waarde van dit actief worden erkend in de overige onderdelen van het totaalresultaat.
Niet-monetaire posten die in vreemde valuta luiden en die worden gewaardeerd tegen historische kostprijs, worden omgerekend aan de historische wisselkoers op aankoopdatum. Niet-monetaire posten die in vreemde valuta luiden en die worden gewaardeerd aan hun reële waarde worden omgerekend aan de wisselkoers die gold op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Resulterende wisselkoersverschillen worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening als wijzigingen in wisselkoersverschillen, tenzij de wijzigingen in reële waarde worden verwerkt in de overige onderdelen van het totaalresultaat, waarbij de resulterende wisselkoersverschillen ook worden verwerkt in de overige onderdelen van het totaalresultaat.
In het consolidatieproces, rekent Ageas de balansen van buitenlandse activiteiten, wiens functionele valuta niet in euro luidt en wiens economie geen economie is met hyperinflatie op de balansdatum, om aan de slotkoers (aan het einde van de boekhoudperiode). De winst-enverliesrekening en het kasstroomoverzicht van deze buitenlandse activiteiten wordt omgerekend aan de gemiddelde wisselkoers voor de lopende boekhoudperiode (of uitzonderlijk aan de wisselkoers op transactiedatum als de wisselkoersen op significante wijze schommelen).
Ageas verwerkt wisselkoersverschillen uit de omrekening van buitenlandse activiteiten in de overige onderdelen van het totaalresultaat. Bij verkoop van de buitenlandse activiteit, worden de eerder erkende wisselkoersverschillen geherclassificeerd naar de winst-enverliesrekening, als deel van de winst of verlies op verkoop.
Wisselkoersverschillen die ontstaan uit de omrekening van monetaire posten, leningen en andere instrumenten die in vreemde valuta luiden, die worden aangemerkt als een afdekking van een netto-investering in een buitenlandse activiteit, worden verwerkt in de overige onderdelen van het totaalresultaat, dit tot op datum van verkoop van de netto-investering, en met uitzondering van het niet-effectieve deel van de afdekking, welke onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening wordt verwerkt.
Goodwill en andere wijzigingen in de reële waarde, die voortvloeien uit de verwerving van een buitenlandse activiteit die in vreemde valuta luidt, worden aanzien als activa en verplichtingen van de buitenlandse activiteit en worden omgerekend aan de slotkoers (aan het einde van de boekhoudperiode). Ageas verwerkt alle resulterende wisselkoersverschillen in de overige onderdelen van het totaalresultaat, tot op verkoop van de buitenlandse activiteit. Bij verkoop van de buitenlandse activiteit, worden de eerder erkende wisselkoersverschillen geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening.
Op basis van de criteria in de standaard IAS 29 'Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie', wordt de Turkse economie op 30 juni 2022 aanzien als een economie met hyperinflatie. Op die datum bedraagt de het cumulatief inflatiepercentage in Turkije over een periode van drie jaar meer dan 100% (136%), gebaseerd op de consumptieprijsindex gepubliceerd door het Turkse Instituut voor Statistiek. Bijgevolg heeft Ageas in dit tussentijds financieel verslag voor de eerste keer de bepalingen in de standaard IAS 29 toegepast voor de jaarrekeningen van zijn Turkse geassocieerde deelnemingen 'Aksigorta' en 'AgeSA'.
De standaard IAS 29 vereist dat een jaarrekening, die is opgesteld in de valuta van een economie met hyperinflatie, wordt omgerekend en de wijzigingen in algemene koopkracht op balansdatum weerspiegelt. Om zijn aandeel in de netto-activa en de resultaten van deze geassocieerde deelnemingen te bepalen, rekent Ageas de niet-monetaire activa en verplichtingen die gewaardeerd staan aan historische kost, het eigen vermogen en de posten in de winst-en-verliesrekening om voor wijzigingen in de algemene koopkracht, aan de hand van de consumptieprijsindex gepubliceerd door het Turkse Instituut voor Statistiek. In een tweede stap, worden de omgerekende jaarrekeningen omgerekend in euro aan de slotkoers op 30 juni 2022.
In overeenstemming met de bepalingen in de standaard IAS 21 'Gevolgen van wisselkoerswijzigingen', is de vergelijkende informatie voor de boekhoudperiode 2021 niet aangepast en is het effect van de initiële toepassing van de standaard IAS 29 verwerkt in het geconsolideerde vermogen op 1 januari 2022.
De toepassing van de standaard IAS 29 heeft geresulteerd in een impact van EUR -16 miljoen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van Ageas over de eerste zes maanden van het jaar 2022.
In de volgende tabel worden de koersen van de belangrijkste valuta voor Ageas weergegeven.
| Gemiddelde | ||||
|---|---|---|---|---|
| einde periode | koers | |||
| 1 euro = | 30 juni 2022 | 31 december 2021 | Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 |
| Britse pond | 0,86 | 0,84 | 0,84 | 0,87 |
| Amerikaanse dollar | 1,04 | 1,13 | 1,09 | 1,21 |
| Hongkong dollar | 8,15 | 8,83 | 8,55 | 9,36 |
| Turkse lira | 17,32 | 15,23 | 16,27 | 9,52 |
| Chinese yuan renminbi | 6,96 | 7,19 | 7,08 | 7,80 |
| Indiase roepie | 82,12 | 84,23 | 83,31 | 88,41 |
| Maleisische ringgit | 4,58 | 4,72 | 4,67 | 4,94 |
| Filipijnse peso | 57,15 | 57,76 | 56,99 | 58,16 |
| Thaise baht | 36,75 | 37,65 | 36,85 | 37,15 |
| Vietnamese dong | 24.308 | 25.989 | 25.056 | 27.771 |
Details over eventuele overnames en desinvesteringen na balansdatum zijn opgenomen in toelichting 21 Gebeurtenissen na balansdatum.
Op 20 mei 2022 maakte Ageas bekend dat het een overeenkomst heeft getekend om zijn belang in de joint venture Ageas Federal Life Insurance Company Ltd (AFLIC) te verhogen van 49% naar 74% voor een totale vergoeding van INR 5,8 miljard in cash. De transactie is onderworpen aan goedkeuring door de regelgevende instanties en zal naar verwachting in de tweede helft van 2022 worden afgerond.
Twee vastgoedbedrijven werden gezamenlijk verworven diverse groepsentiteiten in Portugal. Campolide XXI werd eind 2021 verworven voor een bedrag van EUR 30 miljoen en SPPP in het eerste kwartaal van 2022 voor 82 miljoen.
Milleniumbcp Ageas bezit de meerderheid van de aandelen in beide ondernemingen. Deze ondernemingen worden per 30 juni 2022 volledig geconsolideerd door Ageas.
Op 5 mei 2021 kondigde Ageas aan dat het alle goedkeuringen van de regelgevende instanties had verkregen en de overname van Aviva plc, een belang van 40% in het Turkse beursgenoteerde levensverzekerings- en pensioenbedrijf AgeSA, had voltooid. Het overnamebedrag is GBP 119 miljoen (EUR 143 miljoen inclusief transactiekosten). AgeSA wordt verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.
In 2021 verhoogde AG Insurance zijn belang in CCN (Centre de Communication Nord, gemengd herontwikkelingsproject in Brussel) van 5% tot 50%, dit wordt nog steeds verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode.
Op 14 oktober 2020 heeft Ageas aangekondigd dat Tesco Bank het 50,1%-belang van Ageas in de geassocieerde onderneming Tesco Underwriting Limited zal overnemen. Dienovereenkomstig werd de boekwaarde van de geassocieerde deelneming in de jaarrekening 2020 gepresenteerd als aangehouden voor verkoop. De verkoop werd op 4 mei 2021 afgerond voor een vergoeding van GBP 112 miljoen. De impact van de verkoop op de resultaten van de eerste 6 maanden van 2021 was een winst van EUR 4,2 miljoen. Deze winst is verdeeld over de posten "Rentebaten, dividend en overige beleggingsbaten" en "Resultaat op verkoop en herwaarderingen" van de resultatenrekening.
In 2021 werd Transimmo volledig geconsolideerd door AG Insurance en werd het niet langer opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
ageas SA/NV is de ultieme moedermaatschappij van de Ageas Groep. De Nationale Bank van België (NBB) heeft ageas SA/NV aangemerkt als een Verzekeringsholding. Sinds juni 2018 heeft de NBB aan ageas SA/NV een vergunning toegekend om alle leven en niet-leven herverzekeringsactiviteiten uit te voeren. NBB is de toezichthoudende instantie en ontvangt in die hoedanigheid specifieke rapporten die de basis vormen voor het prudentieel toezicht op het niveau van de groep. In zijn rol van toezichthoudende instantie voor de groep faciliteert de NBB groepstoezicht via een college van toezichthouders. Toezichthouders in de EERlidstaten waarin Ageas actief is, zijn in dit college vertegenwoordigd. Het college werkt op basis van Europese richtlijnen, waarborgt dat de samenwerking, uitwisseling van informatie en gezamenlijk overleg tussen de toezichthoudende instanties plaatsvindt en bevordert de convergentie van toezichthoudende activiteiten.
Sinds 1 januari 2016 is het toezicht op Ageas op geconsolideerd niveau onder het Solvency IIraamwerk. In plaats van de Standaardformule toe te passen gebruikt Ageas het Partieel Intern Model (PIM) voor de Pijler 1-rapportage waarbij het grootste deel van de schadeverzekeringsrisico's worden gemodelleerd aan de hand van Ageas-specifieke formules.
Voor volledig geconsolideerde entiteiten is de consolidatiekring voor Solvency II vergelijkbaar met die van IFRS, met een uitzondering voor Interparking, dat in Solvency II proportioneel geconsolideerd wordt en in IFRS volledig. De Europese beleggingen in deelnemingen werden pro-rata opgenomen, zonder enige diversificatievoordelen. Alle niet-Europese deelnemingen worden uitgesloten van beschikbaar en vereist kapitaal, aangezien de toepasselijke solvabiliteitsstelsels niet als gelijkwaardig aan Solvency II worden beschouwd. Na de verkoop van Tesco Underwriting in Q2 2021, heeft Ageas geen Europese deelnemingen meer die pro rata worden opgenomen. In Q4 2021 wordt de Turkse deelneming AgeSa, die in mei 2021 werd aangekocht, pro rata, maar zonder diversificatie in de Solvency II consolidatiekring opgenomen.
In het Partieel Intern Model (PIM) past Ageas overgangsmaatregelen toe inzake de technische voorzieningen in Portugal en Frankrijk en de grandfathering van uitgegeven hybride schuld.
Ageas is van mening dat een sterke kapitaalbasis in de individuele verzekeringsactiviteiten een noodzaak is, enerzijds als een competitief voordeel en anderzijds omdat het nodig is om de geplande groei te financieren.
Voor zijn kapitaalbeheer hanteert Ageas een interne benadering gebaseerd op het Partieel Intern Model met een aangepast spread risico, waarbij een Intern Model wordt toegepast voor Vastgoed (vanaf 2016), overgangsmaatregelen worden verwijderd (met uitzondering van de grandfathering van uitgegeven hybride schuld en de verlenging van rapportagedeadlines) en een aanpassing voor de reële waardering van IAS 19-reserves.
Onder deze aanpassing wordt het spread risico berekend op het fundamenteel gedeelte van het spreadrisico voor alle obligaties. Dit betekent dat eveneens een SCR-last wordt toegekend aan overheidsobligaties uit de EU met een hoge rating en verlaagt het spread risico voor alle andere obligaties. De technische voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde met gebruik van een rentecurve zoals voorgeschreven door EIOPA. In plaats van de standaard volatiliteitsaanpassing passen de ondernemingen een bedrijfsspecifieke volatiliteitsaanpassing toe, of gebruiken een model voor verwachte verliezen gebaseerd op de samenstelling van hun specifieke activaportefeuille. Deze SCR wordt SCRageas genoemd.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eigen | Eigen | Solvabiliteits | |||||
| vermogen | SCR | ratio | vermogen | SCR | ratio | ||
| België | 5.427 | 2.355 | 230,4% | 6.116 | 2.884 | 212,1% | |
| Europa | 1.922 | 1.037 | 185,2% | 1.923 | 1.159 | 165,9% | |
| Herverzekering | 868 | 392 | 221,6% | 905 | 405 | 223,3% | |
| Algemene Rekening inclusief eliminatie en diversificatie | 1.153 | 227 | 904 | 211 | |||
| Niet-Overdraagbaar eigen vermogen / Diversificatie | (1.664) | (520) | (1.713) | (531) | |||
| Totaal Ageas | 7.706 | 3.492 | 220,7% | 8.135 | 4.128 | 197,1% |
De beoogde kapitaalratio wordt gesteld op 175% gebaseerd op SCRageas.
Per 30 juni 2022 waren er geen uitstaande of nieuwe leningen, kredieten of bankgaranties verstrekt aan bestuursleden en uitvoerende managers, aan naaste familieleden van bestuursleden dan wel aan naaste familieleden van uitvoerende managers.
De wet van 28 april 2020 tot uitvoering van Richtlijn 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad (de Tweede Richtlijn Aandeelhoudersrechten of SRD II) introduceerde een nieuw regime voor transacties met verbonden partijen, dat van toepassing is op alle leden van de Ageas groep. De wet werd van kracht op 16 mei 2020. Dit nieuwe regime houdt onder meer een sterkere verplichting in voor Ageas om te rapporteren over de toepassing van de procedure voor transacties met verbonden partijen, zowel onmiddellijk wanneer de transactie plaatsvindt, als in het jaarverslag voor het relevante financiële jaar. In het eerste semester van 2022 vonden er binnen Ageas groep geen transacties plaats waarop de procedure van toepassing op transacties tussen verbonden partijen diende toegepast te worden.
De operationele segmenten van Ageas zijn gebaseerd op geografische regio's om activiteiten te kunnen beheren die dezelfde aard en economische kenmerken hebben.
Vanaf 1 januari 2022 is de segmentstructuur aangepast waarbij het segment "Verenigd Koninkrijk" nu wordt gerapporteerd onder het segment "Europa". (Zie punt 1.4 "Informatie over operationele segmenten" in het hoofdstuk "Samenvatting van de grondslagen voor financiële verslaggeving" voor meer details). De vergelijkende cijfers voor het jaar 2021 zijn overeenkomstig herwerkt.
| Her- | Eliminaties | Totaal ver- | Algemene | Eliminaties | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eerste halfjaar 2022 | België | Europa | Azië | verzekering verzekeringen | zekeringen | rekening | groep | Totaal | |
| Baten | |||||||||
| - Bruto premie-inkomen | 2.970 | 1.543 | 882 | (836) | 4.559 | (2) | 4.557 | ||
| - Wijziging in niet-verdiende premies | (120) | (8) | (95) | 81 | (142) | (142) | |||
| - Uitgaande herverzekeringspremies | (419) | (512) | (43) | 746 | (228) | (228) | |||
| Netto verdiende premies | 2.431 | 1.023 | 744 | (9) | 4.189 | (2) | 4.187 | ||
| Rentebaten, dividend | |||||||||
| en overige beleggingsbaten | 1.191 | 101 | 11 | 1.303 | 20 | (18) | 1.305 | ||
| Niet-gerealiseerde winst (verlies) op RPN(I) | 107 | 107 | |||||||
| Resultaat op verkoop en herwaarderingen | 163 | 83 | 2 | (1) | 247 | 2 | 249 | ||
| Baten uit beleggingen | |||||||||
| inzake unit-linked contracten | (1.685) | (656) | (2.341) | (2.341) | |||||
| Aandeel in het resultaat van de investeringen | |||||||||
| volgens de equity-methode | 8 | (5) | 176 | 179 | 179 | ||||
| Commissiebaten | 260 | 238 | 9 | (268) | 239 | 239 | |||
| Overige baten | 100 | 34 | 1 | 135 | 6 | (11) | 130 | ||
| Totale baten | 2.468 | 818 | 176 | 767 | (278) | 3.951 | 133 | (29) | 4.055 |
| Kosten | |||||||||
| - Schadelasten en uitkeringen, bruto | (2.776) | (1.038) | (494) | 473 | (3.835) | 1 | (3.834) | ||
| -Schadelasten en uitkeringen aandeel herverzekeraars | 325 | 272 | 30 | (460) | 167 | 167 | |||
| Schadelasten en uitkeringen, netto | (2.451) | (766) | (464) | 13 | (3.668) | 1 | (3.667) | ||
| Lasten inzake unit-linked contracten | 1.641 | 634 | 1 | 2.276 | 2.276 | ||||
| Financieringslasten | (76) | (9) | (1) | 1 | (85) | (35) | 18 | (102) | |
| Wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen | (63) | (6) | (69) | (69) | |||||
| Wijzigingen in voorzieningen | 1 | 1 | 2 | 3 | 5 | ||||
| Commissielasten | (372) | (223) | (285) | 268 | (612) | (612) | |||
| Personeelslasten | (289) | (123) | (12) | (1) | (425) | (18) | 2 | (441) | |
| Overige lasten | (433) | (185) | (3) | 4 | (5) | (622) | (32) | 10 | (644) |
| Totale lasten | (2.042) | (677) | (15) | (747) | 278 | (3.203) | (82) | 31 | (3.254) |
| Resultaat voor belastingen | 426 | 141 | 161 | 20 | 748 | 51 | 2 | 801 | |
| Belastingbaten (lasten) | (93) | (30) | (123) | (10) | (1) | (134) | |||
| Nettoresultaat over de periode | 333 | 111 | 161 | 20 | 625 | 41 | 1 | 667 | |
| Toewijsbaar aan de minderheidsbelangen | 88 | 17 | (1) | 104 | 104 | ||||
| Nettoresultaat toewijsbaar aan de aandeelhouders | 245 | 95 | 161 | 20 | 521 | 41 | 1 | 563 | |
| Totale baten van externe klanten | 2.637 | 1.116 | 176 | 3.929 | 126 | 4.055 | |||
| Totale baten intern | (169) | (298) | 767 | (278) | 22 | 7 | (29) | ||
| Totale baten | 2.468 | 818 | 176 | 767 | (278) | 3.951 | 133 | (29) | 4.055 |
Het bruto premie-inkomen (som van bruto premies en premies uit beleggingscontracten zonder 'discretionaire winstdelingscomponent' kan als volgt worden gepresenteerd.
| Her- | Eliminaties | Totaal ver- | Algemene | Eliminaties | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eerste halfjaar 2022 | België | Europa | Azië | verzekering verzekeringen | zekeringen | rekening | groep | Totaal | |
| Bruto premie-inkomen | 2.970 | 1.543 | 882 | (836) | 4.559 | (2) | 4.557 | ||
| Premies inzake beleggingscontracten | 392 | 317 | 709 | 709 | |||||
| Bruto premie | 3.362 | 1.860 | 882 | (836) | 5.268 | (2) | 5.266 |
| Her- | Eliminaties | Totaal ver- | Algemene | Eliminaties | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eerste halfjaar 2021 | België | Europa | Azië | verzekering verzekeringen | zekeringen | rekening | groep | Totaal | |
| Baten | |||||||||
| - Bruto premies | 2.837 | 1.570 | 903 | (870) | 4.440 | (2) | 4.438 | ||
| - Wijziging in niet-verdiende premies | (116) | 4 | (138) | 135 | (115) | (115) | |||
| - Uitgaande herverzekeringspremies | (391) | (515) | (39) | 726 | (219) | (219) | |||
| Netto verdiende premies | 2.330 | 1.059 | 726 | (9) | 4.106 | (2) | 4.104 | ||
| Rentebaten, dividend | |||||||||
| en overige beleggingsbaten | 1.041 | 115 | 10 | (1) | 1.165 | 18 | (17) | 1.166 | |
| Niet-gerealiseerde winst (verlies) op RPN(I) | (57) | (57) | |||||||
| Resultaat op verkoop en herwaarderingen | 67 | 23 | 1 | (1) | 90 | (5) | 3 | 88 | |
| Baten uit beleggingen inzake | |||||||||
| unit-linked contracten | 581 | 250 | 1 | 832 | 832 | ||||
| Aandeel in het resultaat van de investeringen | |||||||||
| volgens de equity-methode | 6 | 9 | 215 | 230 | 1 | 231 | |||
| Commissiebaten | 249 | 240 | 7 | (268) | 228 | 228 | |||
| Overige baten | 111 | 29 | 1 | 141 | 5 | (11) | 135 | ||
| Totale baten | 4.385 | 1.725 | 215 | 744 | (277) | 6.792 | (38) | (27) | 6.727 |
| Kosten | |||||||||
| - Schadelasten en uitkeringen, bruto | (2.535) | (1.041) | (433) | 395 | (3.614) | 2 | (3.612) | ||
| - Schadelasten en uitkeringen,aandeel herverzekeraars | 209 | 273 | 4 | (382) | 104 | 104 | |||
| Schadelasten en uitkeringen, netto | (2.326) | (768) | (429) | 13 | (3.510) | 2 | (3.508) | ||
| Lasten inzake unit-linked contracten | (622) | (276) | (1) | (899) | (899) | ||||
| Financieringslasten | (44) | (9) | (1) | 1 | (53) | (34) | 18 | (69) | |
| Wijzigingen in bijzondere waardeverminderingen | (27) | (2) | (29) | (29) | |||||
| Wijzigingen in voorzieningen | 10 | 10 | |||||||
| Commissielasten | (361) | (249) | (284) | 268 | (626) | (626) | |||
| Personeelslasten | (271) | (120) | (11) | (1) | 1 | (402) | (18) | 1 | (419) |
| Overige lasten | (411) | (162) | (1) | 1 | (5) | (578) | (27) | 8 | (597) |
| Totale lasten | (4.062) | (1.586) | (12) | (714) | 277 | (6.097) | (69) | 29 | (6.137) |
| Resultaat voor belastingen | 323 | 139 | 203 | 30 | 695 | (107) | 2 | 590 | |
| Belastingbaten (lasten) | (81) | (27) | (108) | (10) | 1 | (117) | |||
| Nettoresultaat over de periode | 242 | 112 | 203 | 30 | 587 | (117) | 3 | 473 | |
| Toewijsbaar aan de minderheidsbelangen | 51 | 15 | 66 | 66 | |||||
| Nettoresultaat toewijsbaar aan de aandeelhouders | 191 | 97 | 203 | 30 | 521 | (117) | 3 | 407 | |
| Totale baten van externe klanten | 4.540 | 2.019 | 211 | 6.770 | (43) | 6.727 | |||
| Totale baten intern | (155) | (294) | 4 | 744 | (277) | 22 | 5 | (27) | |
| Totale baten | 4.385 | 1.725 | 215 | 744 | (277) | 6.792 | (38) | (27) | 6.727 |
Het bruto premie-inkomen (som van bruto premies en premies uit beleggingscontracten zonder 'discretionaire winstdelingscomponent' kan als volgt worden gepresenteerd.
| Her- | Eliminaties | Totaal ver- | Algemene | Eliminaties | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eerste halfjaar 2021 | België | Europa | Azië | verzekering verzekeringen | zekeringen | rekening | groep | Totaal | |
| Bruto premie-inkomen | 2.837 | 1.570 | 903 | (870) | 4.440 | (2) | 4.438 | ||
| Premies inzake beleggingscontracten | 375 | 409 | (1) | 783 | 1 | 784 | |||
| Bruto premie-inkomen | 3.212 | 1.979 | 903 | (871) | 5.223 | (1) | 5.222 |
Voor de analyse van de verzekeringsresultaten maakt Ageas gebruik van het concept operationeel resultaat.
Het operationeel resultaat omvat de netto verdiende premies, commissies en gealloceerde beleggingsopbrengsten en gerealiseerde meer- of minderwaarden, na aftrek van netto schadelasten, uitkeringen en alle operationele lasten, inclusief de kosten voor schadeafhandeling, beleggingskosten, commissies en andere lasten, gealloceerd aan verzekerings- en/of beleggingscontracten. Het verschil tussen het operationele resultaat en de winst voor belastingen omvat alle opbrengsten en kosten die niet onder verzekerings- en/of beleggingscontracten worden verantwoord en derhalve ook niet in het operationele resultaat of resultaat van niet-geconsolideerde partnerships is verwerkt. De definities van de alternatieve prestatiemaatstaven worden onder de tabellen toegelicht.
Binnen de diverse verzekeringssegmenten worden de Leven- en Niet-Leven activiteiten afzonderlijk beheerd. Tot de Leven-activiteiten behoren onder meer verzekeringscontracten die risico's dekken gerelateerd aan leven en overlijden van personen. Het segment Leven omvat daarnaast beleggingscontracten met en zonder discretionaire winstdeling (DPF). Het segment Niet-leven bestaan uit vier onderdelen: Ongevallen- en Gezondheidszorg verzekeringen, Autoverzekeringen, Brandverzekeringen en Overige schade aan eigendommen (die het risico dekken van schade aan eigendommen dan wel verplichtingen inzake claims) en Overige verzekeringen.
Het operationele resultaat voor de verschillende segmenten en productlijnen en de reconciliatie met de winst voor belastingen wordt hieronder getoond.
| Eerste halfjaar 2022 | België | Europa | Azië | Herver- | Eliminaties zekering verzekeringen |
Totaal ver- zekeringen |
Algemene rekening |
Eliminaties | Totaal Ageas |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bruto premie-inkomen Leven | 2.074 | 724 | 15 | (15) | 2.798 | 2.798 | |||
| Bruto premie-inkomen Niet-leven | 1.288 | 1.136 | 867 | (821) | 2.470 | (2) | 2.468 | ||
| Operationele kosten | (320) | (230) | (2) | 1 | (551) | (551) | |||
| - Gegarandeerde producten | 219 | 40 | (1) | 258 | 258 | ||||
| - Unit-linked producten | 28 | 10 | 38 | 38 | |||||
| Operationeel resultaat Leven | 247 | 50 | (1) | 296 | 296 | ||||
| - Ongevallen en gezondheidszorg | 20 | 17 | 4 | 41 | 41 | ||||
| - Auto | 45 | 43 | 11 | (23) | 76 | 76 | |||
| - Brand en overige schade aan eigendommen | 25 | (7) | 1 | 15 | 34 | 34 | |||
| - Overige | 37 | (8) | 4 | 3 | 36 | 2 | 38 | ||
| Operationeel resultaat Niet-leven | 127 | 45 | 20 | (5) | 187 | 2 | 189 | ||
| Operationeel resultaat | 374 | 95 | 19 | (5) | 483 | 2 | 485 | ||
| Aandeel in het resultaat van de investeringen | |||||||||
| volgens de equity-methode, niet gealloceerd | (9) | 159 | 150 | 150 | |||||
| Overig niet-technisch resultaat, inclusief brokerage | 52 | 55 | 2 | 1 | 5 | 115 | 51 | 166 | |
| Resultaat voor belastingen | 426 | 141 | 161 | 20 | 748 | 51 | 2 | 801 | |
| Key performance indicators Leven | |||||||||
| Netto-onderschrijvingsmarge | (0,07%) | 0,21% | (26,21%) | (0,02%) | (0,02%) | ||||
| Beleggingsmarge | 0,89% | 0,51% | 0,82% | 0,82% | |||||
| Operationele marge | 0,82% | 0,72% | (26,21%) | 0,80% | 0,80% | ||||
| - Operationele marge Gegarandeerde producten | 0,94% | 1,02% | (26,21%) | 0,95% | 0,95% | ||||
| - Operationele marge | |||||||||
| Unit-linked producten | 0,41% | 0,33% | 0,39% | 0,39% | |||||
| Operationele kosten Leven in % van het | |||||||||
| gemiddeld beheerd vermogen Leven (op jaarbasis) | 0,43% | 0,58% | 9,00% | 0,46% | 0,46% | ||||
| Key performance indicators Niet-leven | |||||||||
| Kostenratio | 34,6% | 32,5% | 37,4% | 34,9% | 34,9% | ||||
| Schaderatio | 56,2% | 63,5% | 61,5% | 60,0% | 60,0% | ||||
| Combined ratio | 90,8% | 96,0% | 98,9% | 94,9% | 94,9% | ||||
| Operationele marge | 16,9% | 7,2% | 2,8% | 8,9% | 9,0% | ||||
| Technische voorzieningen | 63.896 | 17.021 | 1.771 | (1.609) | 81.078 | (15) | 81.063 |
| Herver- | Eliminaties | Totaal ver- | Algemene | Totaal | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eerste halfjaar 2021 | België | Europa | Azië | zekering verzekeringen | zekeringen | rekening | Eliminaties | Ageas | |
| Bruto premie-inkomen Leven | 1.981 | 876 | 22 | (21) | 2.858 | 2.858 | |||
| Bruto premie-inkomen Niet-leven | 1.231 | 1.103 | 881 | (850) | 2.365 | (1) | 2.364 | ||
| Operationele kosten | (315) | (216) | (2) | 1 | (532) | (532) | |||
| - Gegarandeerde producten | 188 | 48 | 1 | 237 | 237 | ||||
| - Unit-linked producten | 23 | 10 | 33 | 33 | |||||
| Operationeel resultaat Leven | 211 | 58 | 1 | 270 | 270 | ||||
| - Ongevallen en gezondheidszorg | 9 | 24 | (4) | 29 | 29 | ||||
| - Auto | 64 | 47 | 14 | (4) | 121 | 121 | |||
| - Brand en overige schade aan eigendommen | 12 | 1 | 10 | 23 | 23 | ||||
| - Overige | 23 | (2) | 9 | (1) | 29 | 2 | 31 | ||
| Operationeel resultaat Niet-leven | 108 | 70 | 29 | (5) | 202 | 2 | 204 | ||
| Operationeel resultaat | 319 | 128 | 30 | (5) | 472 | 2 | 474 | ||
| Aandeel in het resultaat van de investeringen | |||||||||
| volgens de equity-methode, niet gealloceerd | 6 | 215 | (4) | 217 | 1 | 218 | |||
| Overig niet-technisch resultaat, inclusief brokerage | 4 | 5 | (12) | 9 | 6 | (108) | (102) | ||
| Resultaat voor belastingen | 323 | 139 | 203 | 30 | 695 | (107) | 2 | 590 | |
| Key performance indicators Leven | |||||||||
| Netto-onderschrijvingsmarge | (0,02%) | 0,35% | 21,23% | 0,07% | 0,07% | ||||
| Beleggingsmarge | 0,73% | 0,43% | 0,66% | 0,66% | |||||
| Operationele marge | 0,71% | 0,78% | 21,23% | 0,73% | 0,73% | ||||
| - Operationele marge Gegarandeerde producten | 0,81% | 1,13% | 21,23% | 0,86% | 0,86% | ||||
| - Operationele marge | |||||||||
| Unit-linked producten | 0,37% | 0,32% | 0,35% | 0,35% | |||||
| Operationele kosten Leven in % | |||||||||
| van het gemiddeld beheerd vermogen Leven | 0,43% | 0,46% | 6,56% | 0,43% | 0,43% | ||||
| Key performance indicators Niet-leven | |||||||||
| Kostenratio | 34,2% | 33,6% | 39,0% | 35,5% | 35,5% | ||||
| Schaderatio | 56,6% | 57,7% | 58,4% | 57,5% | 57,5% | ||||
| Combined ratio | 90,8% | 91,3% | 97,4% | 93,0% | 93,0% | ||||
| Operationele marge | 14,8% | 11,5% | 4,2% | 9,8% | 9,9% | ||||
| Technische voorzieningen | 66.304 | 18.928 | 1.659 | (1.576) | 85.315 | (14) | 85.301 |
| Netto-onderschrijvingsresultaat | : | Het verschil tussen de netto verdiende premies en de som van de werkelijke schade-uitkeringen en de mutatie van de verzekeringsverplichtingen, |
|---|---|---|
| beide gecorrigeerd voor herverzekering. Het resultaat wordt weergegeven onder aftrek van schadeafhandelingskosten, algemene kosten, provisies en herverzekering. |
||
| Netto-onderschrijvingsmarge | : | Voor Leven het netto-onderschrijvingsresultaat op jaarbasis, gedeeld door de gemiddelde netto verzekeringsverplichtingen Leven tijdens de verslagperiode. Voor Niet-Leven het netto-onderschrijvingsresultaat gedeeld door de netto verdiende premie. |
| Netto beleggingsresultaat | : | De som van beleggingsopbrengsten en gerealiseerde meer- of minderwaarden op activa die verzekeringsverplichtingen dekken, na aftrek van de hieraan verbonden beleggingskosten. De beleggingsresultaten voor Leven worden daarnaast gecorrigeerd voor het aan de polishouders als technische rente en winstdeling toegewezen bedrag. Het beleggingsresultaat voor Ongevallen & Leven (onderdeel van niet-Leven) wordt ook gecorrigeerd voor de opgelopen technische rente van de verzekeringsverplichtingen. |
| Nettobeleggingsmarge | : | Voor Leven het beleggingsresultaat op jaarbasis, gedeeld door de gemiddelde netto verzekeringsverplichtingen Leven tijdens de verslagperiode. Voor Niet-Leven het Netto beleggingsresultaat gedeeld door de netto verdiende premie. |
| Netto operationeel resultaat | : | De som van het netto-onderschrijvingsresultaat, beleggingsresultaat en overige aan de verzekerings- en/of beleggingscontracten toegewezen resultaten. Het verschil tussen het operationele resultaat en de winst voor belastingen omvat alle opbrengsten en kosten die niet onder de verzekerings- en/of beleggingscontracten worden verantwoord en derhalve ook niet in het operationele resultaat of resultaat van niet geconsolideerde partnerships is verwerkt. |
| Netto operationele marge | : | Voor leven het operationele resultaat op jaarbasis voor de periode, gedeeld door de gemiddelde netto verzekeringsverplichtingen Leven. Voor Niet Leven het operationele resultaat gedeeld door de netto verdiende premie. |
| Netto verdiende premies | : | De premies Niet-Leven die de risico's voor de huidige periode dekken, verrekend met de premies betaald aan herverzekeraars en mutatie in reserves voor niet verdiende premies. |
| Lastenratio | : | De lasten als percentage van de netto verdiende premies. De lasten omvatten de interne kosten van schadeafhandelingscommissies, onder aftrek van herverzekering. |
| Schaderatio | : | De kosten van claims, onder aftrek van herverzekering, als percentage van de netto verdiende premies. |
| Combined ratio | : | Een maatstaf voor de winstgevendheid in Niet-Leven, de verhouding tussen de totale kosten van de verzekeraar en de netto verdiende premies. Dit zijn de totale lasten van de verzekeraar als percentage van de netto verdiende premies. Dit is de som van de schade- en de lastenratio. |
De samenstelling van de financiële beleggingen is als volgt.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Financiële beleggingen | ||
| - Tot einde looptijd aangehouden | 4.347 | 4.351 |
| - Voor verkoop beschikbaar | 48.140 | 55.582 |
| - Tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening | 418 | 340 |
| - Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden | 12 | 6 |
| Totaal bruto | 52.917 | 60.279 |
| Bijzondere waardeverminderingen: | ||
| - op voor verkoop beschikbare beleggingen | (367) | (327) |
| Totaal bijzondere waardeverminderingen | (367) | (327) |
| Totaal | 52.550 | 59.952 |
| Overheidsobligaties | Totaal | |
|---|---|---|
| Totaal beleggingen tot einde looptijd | ||
| aangehouden op 1 januari 2021 | 4.416 | 4.416 |
| Einde looptijd | (58) | (58) |
| Amortisatie | (7) | (7) |
| Totaal beleggingen tot einde looptijd | ||
| aangehouden op 31 december 2021 | 4.351 | 4.351 |
| Einde looptijd | ||
| Amortisatie | (4) | (4) |
| Totaal beleggingen tot einde looptijd | ||
| aangehouden op 30 juni 2022 | 4.347 | 4.347 |
| Reële waarde op 31 december 2021 | 6.497 | 6.497 |
| Reële waarde op 30 juni 2022 | 5.374 | 5.374 |
De reële waarde van overheidsobligaties aangemerkt als tot einde looptijd aangehouden beleggingen is gebaseerd op beurskoersen in actieve markten (niveau 1).
De overheidsobligaties aangemerkt als beleggingen tot einde looptijd aangehouden naar land van uitgifte zijn als volgt.
| 30 juni 2022 | Historische/geamortiseerde kostprijs | Reële waarde |
|---|---|---|
| Belgische overheid | 4.300 | 5.295 |
| Portugese overheid | 47 | 79 |
| Totaal | 4.347 | 5.374 |
| 31 december 2021 | Historische/geamortiseerde kostprijs | Reële waarde |
| Belgische overheid | 4.304 | 6.399 |
| Portugese overheid | 47 | 98 |
| Totaal | 4.351 | 6.497 |
| Historische/ | Bruto | Bruto | Bijzondere | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| geamortiseerde | ongerealiseerde | ongerealiseerde | waarde | Reële | ||
| 30 juni 2022 | kostprijs | winsten | verliezen | Totaal | verminderingen | waarde |
| Overheidsobligaties | 26.174 | 1.762 | (1.438) | 26.498 | 26.498 | |
| Bedrijfsobligaties | 17.452 | 191 | (1.162) | 16.481 | (19) | 16.462 |
| Gestructureerde schuldinstrumenten | 44 | 2 | 46 | 46 | ||
| Voor verkoop beschikbare beleggingen in obligaties | 43.670 | 1.955 | (2.600) | 43.025 | (19) | 43.006 |
| Private equity en durfkapitaal | 201 | 38 | (1) | 238 | 238 | |
| Aandelen | 4.320 | 693 | (137) | 4.876 | (347) | 4.529 |
| Overige beleggingen | ||||||
| Voor verkoop beschikbare beleggingen | ||||||
| in aandelen en overige beleggingen | 4.521 | 731 | (138) | 5.114 | (347) | 4.767 |
| Totaal voor verkoop beschikbare beleggingen | 48.191 | 2.686 | (2.738) | 48.139 | (366) | 47.773 |
| Historische/ | Bruto | Bruto | Bijzondere | |||
| geamortiseerde | ongerealiseerde | ongerealiseerde | waarde | Reële | ||
| 31 december 2022 | kostprijs | winsten | verliezen | Totaal | verminderingen | waarde |
| Overheidsobligaties | 25.944 | 5.241 | (45) | 31.140 | 31.140 | |
| Bedrijfsobligaties | 17.329 | 1.109 | (23) | 18.415 | (20) | 18.395 |
| Gestructureerde schuldinstrumenten | 50 | 2 | 52 | (1) | 51 | |
| Voor verkoop beschikbare beleggingen in obligaties | 43.323 | 6.352 | (68) | 49.607 | (21) | 49.586 |
| Private equity en durfkapitaal | 173 | 20 | (1) | 192 | 192 | |
| Aandelen | 4.551 | 1.258 | (28) | 5.781 | (306) | 5.475 |
| Overige beleggingen | 2 | 2 | 2 | |||
| Voor verkoop beschikbare beleggingen | ||||||
| in aandelen en overige beleggingen | 4.726 | 1.278 | (29) | 5.975 | (306) | 5.669 |
| Totaal voor verkoop beschikbare beleggingen | 48.049 | 7.630 | (97) | 55.582 | (327) | 55.255 |
Een bedrag van EUR 3.063 miljoen van de voor verkoop beschikbare beleggingen is aangehouden als onderpand, voornamelijk in verband met terugkoopovereenkomsten (31 december 2021: EUR 2.032 miljoen) (zie ook toelichting 11 Leningen).
De waardering van Voor verkoop beschikbare beleggingen is gebaseerd op:
| 30 juni 2022 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties | 26.214 | 284 | 26.498 | |
| Bedrijfsobligaties | 14.144 | 1.712 | 606 | 16.462 |
| Gestructureerde schuldinstrumenten | 46 | 46 | ||
| Aandelen, private equity en overige beleggingen | 2.670 | 1.176 | 921 | 4.767 |
| Totaal voor verkoop beschikbare beleggingen | 43.028 | 3.218 | 1.527 | 47.773 |
| 31 december 2021 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
| Overheidsobligaties | 30.589 | 551 | 31.140 | |
| Bedrijfsobligaties | 16.002 | 1.953 | 440 | 18.395 |
| Gestructureerde schuldinstrumenten | 51 | 51 | ||
| Aandelen, private equity en overige beleggingen | 3.186 | 1.547 | 936 | 5.669 |
| Totaal voor verkoop beschikbare beleggingen | 49.777 | 4.102 | 1.376 | 55.255 |
De veranderingen in niveau 3-waarderingen zijn als volgt.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Stand op start periode | 1.376 | 1.312 |
| Einde looptijd/aflossing of terugbetaling over de periode | (34) | (63) |
| Aankoop | 53 | 182 |
| Opbrengst van verkopen | (98) | (140) |
| Gerealiseerde winsten (verliezen) | 1 | 21 |
| Bijzondere waardeverminderingen | (3) | |
| Ongerealiseerde winsten (verliezen) | (68) | 67 |
| Transfer tussen waarderingscategorieën | 297 | |
| Stand op einde periode | 1.527 | 1.376 |
De volgende tabel toont de netto ongerealiseerde winsten en verliezen op Voor verkoop beschikbare beleggingen opgenomen in het eigen vermogen. Beleggingen in aandelen en overige beleggingen zijn inclusief private equity en durfkapitaal.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Voor verkoop beschikbare beleggingen in obligaties: | ||
| Boekwaarde | 43.006 | 49.586 |
| Bruto ongerealiseerde winsten en verliezen | (645) | 6.284 |
| - Gerelateerde belasting | 122 | (1.586) |
| Shadow accounting | (18) | (2.251) |
| - Gerelateerde belasting | (20) | 652 |
| Netto ongerealiseerde winsten en verliezen | (561) | 3.099 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
| Voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen en overige beleggingen: | ||
| Boekwaarde | 4.767 | 5.669 |
| Bruto ongerealiseerde winsten en verliezen | 593 | 1.249 |
| - Gerelateerde belasting | (64) | (134) |
| Shadow accounting | (40) | (756) |
| - Gerelateerde belasting | 35 | 118 |
| Netto ongerealiseerde winsten en verliezen | 524 | 477 |
De wijzigingen in de bijzondere waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare beleggingen zijn.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Stand op start periode | (327) | (336) |
| Aan- en verkoop dochterondernemingen | ||
| Toename bijzondere waardeverminderingen | (64) | (34) |
| Terugname bij de verkoop/desinvestering | 13 | 42 |
| Omrekeningsverschillen en overige aanpassingen | 12 | 1 |
| Stand op einde periode | (366) | (327) |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Overheidsobligaties | ||
| Bedrijfsobligaties | 149 | 134 |
| Gestructureerde schuldinstrumenten | 1 | 3 |
| Obligaties | 150 | 137 |
| Aandeleneffecten | 95 | 36 |
| Overige beleggingen | 173 | 167 |
| Aandelen en overige beleggingen | 268 | 203 |
| Totaal beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening | 418 | 340 |
De nominale waarde van schuldeffecten tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening bedroeg op 30 juni 2022 EUR 157 miljoen (31 december 2021: EUR 133 miljoen).
De waardering van beleggingen tegen reële waarde met waardeveranderingen in de resultatenrekening is gebaseerd op:
| 30 juni 2022 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties | ||||
| Bedrijfsobligaties | 149 | 149 | ||
| Gestructureerde schuldinstrumenten | 1 | 1 | ||
| Aandeleneffecten | 95 | 95 | ||
| Overige beleggingen | 64 | 71 | 38 | 173 |
| Totaal beleggingen tegen reële waarde met | ||||
| waardeveranderingen in de resultatenrekening | 64 | 221 | 133 | 418 |
| 31 december 2021 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties | ||||
| Bedrijfsobligaties | 134 | 134 | ||
| Gestructureerde schuldinstrumenten | 3 | 3 | ||
| Aandeleneffecten | 36 | 36 | ||
| Overige beleggingen | 61 | 69 | 37 | 167 |
| Totaal beleggingen tegen reële waarde met | ||||
| waardeveranderingen in de resultatenrekening | 61 | 206 | 73 | 340 |
Het jaarlijkse taxatieproces voor onafhankelijke taxateurs wordt verklaard in toelichting 11 Vastgoedbeleggingen en toelichting 16 Materiële vaste activa in ons jaarverslag over 2021.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Reële waarden gebaseerd op marktinformatie | 558 | 483 |
| Reële waarden gebaseerd op onafhankelijke waardering | 3.941 | 3.823 |
| Totaal reële waarde van vastgoedbeleggingen | 4.499 | 4.306 |
| Totale boekwaarde (inclusief leaseverplichting) | 3.144 | 3.057 |
| Bruto ongerealiseerde winsten en verliezen | 1.355 | 1.249 |
| Ongerealiseerde winsten (verliezen) polishouders | (40) | (40) |
| Belasting | (362) | (342) |
| Netto ongerealiseerd(e) winst/verlies | 953 | 867 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Totaal reële waarde van terreinen en gebouwen vooreigen gebruik en parkeergarages | 1.790 | 1.837 |
| Totale boekwaarde (inclusief leaseverplichting) | 1.122 | 1.114 |
| Bruto ongerealiseerde winsten en verliezen | 668 | 723 |
| Belasting | (176) | (176) |
| Netto ongerealiseerd(e) winst/verlies | 492 | 547 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Overheid en officiële instellingen | 5.079 | 5.120 |
| Commerciële leningen | 7.647 | 6.984 |
| Hypothecaire leningen | 1.151 | 1.175 |
| Polisbeleningen | 562 | 527 |
| Rentedragende deposito's | 410 | 390 |
| Leningen aan banken | 330 | 325 |
| Totaal | 15.179 | 14.521 |
| Verminderd met bijzondere waardeverminderingen | (29) | (29) |
| Totaal leningen | 15.150 | 14.492 |
De toename van de commerciële leningen houdt voornamelijk verband met infrastructuurleningen en investeringen in mortgage notes.
De onderstaande tabel toont het aantal uitstaande aandelen.
| Uitgegeven | Eigen | Uitstaande | |
|---|---|---|---|
| in duizenden | aandelen | aandelen | aandelen |
| Stand per 1 januari 2021 | 194.553 | (7.591) | 186.962 |
| Intrekking van aandelen | (3.520) | 3.520 | |
| Netto gekocht/verkocht | (1.297) | (1.297) | |
| Gebruikt voor aandelenplannen management | 72 | 72 | |
| Stand per 31 december 2021 | 191.033 | (5.296) | 185.737 |
| Intrekking van aandelen | (1.302) | 1.302 | |
| Netto gekocht/verkocht | (2.047) | (2.047) | |
| Gebruikt voor aandelenplannen management | |||
| Stand per 30 juni 2022 | 189.731 | (6.041) | 183.690 |
Met inachtneming van de bepalingen die met betrekking tot ageas SA/NV zijn vastgelegd, voor zover de wet daarin voorziet, en in het belang van de Vennootschap, heeft de Raad van Bestuur van Ageas de goedkeuring van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 18 mei 2022 ontvangen om gedurende een periode van drie jaar (2022-2024) het aandelenkapitaal voor algemene doeleinden met maximaal EUR 150.000.000 uit te breiden.
Uitgaande van een fractiewaarde van EUR 7,92 kan Ageas hiermee maximaal 18.950.000 aandelen uitgeven, wat neerkomt op circa 10% van het totale uitstaande aandelenkapitaal van de Vennootschap. Deze goedkeuring stelt de Vennootschap bovendien in staat om te voldoen aan de verplichtingen die zijn aangegaan in verband met de uitgifte van de financiële instrumenten. Tevens kunnen aandelen worden uitgegeven ten gevolge van de zogenaamde alternatieve coupon vereffeningsmethode (ACVM), geïntegreerd in bepaalde hybride financiële instrumenten (zie hiervoor toelichting 20 Voorwaardelijke verplichtingen en toelichting 20.1 in het jaarverslag 2021).
Eigen aandelen zijn uitgegeven gewone aandelen die door Ageas zijn teruggekocht. Deze aandelen worden afgetrokken van het eigen vermogen en worden verantwoord onder overige reserves.
Het totaal aantal eigen aandelen (6 miljoen) bestaat uit voor de FRESH aangehouden aandelen (1,2 miljoen), onderliggende aandelen van teruggekochte FRESH-effecten (2,8 miljoen) en de resterende aandelen afkomstig uit het aandeleninkoopprogramma (2 miljoen), waarvan 0,1 miljoen worden gebruikt voor definitieve toekenningen in het kader van het 'restricted share programme'.
Op 3 januari 2020 kondigde Ageas aan dat in totaal 65,50% (EUR 818.750.000) van de totale hoofdsom van de uitstaande FRESH-effecten werd teruggekocht tegen een contante betaling van EUR 513 miljoen. De aangekochte FRESH-effecten werden op 13 januari 2020 omgeruild tegen 2.599.206 onderliggende aandelen van ageas SA/NV.
Op 2 april 2020 kocht Ageas een bijkomend aantal FRESH-effecten van een externe derde partij, die eveneens werden omgeruild voor 150.000 onderliggende aandelen van ageas SA/NV.
Deze aandelen blijven op de balans van de Groep staan als eigen aandelen en geven nog steeds geen recht op dividenden of stemrechten. Nadere informatie over de FRESH is te vinden in toelichting 10 Achtergestelde schulden.
Ageas presenteerde op 11 augustus 2021 een nieuw inkoopprogramma van eigen aandelen dat zal lopen van 1 september 2021 tot 29 juli 2021 en een omvang heeft van EUR 150 miljoen.
De Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 18 mei 2022 van ageas SA/NV keurde de intrekking goed van 1.301.941 aandelen (resultaat van de inkoop van aandelen in 2021). Als gevolg hiervan is het totale aantal uitgegeven aandelen gedaald naar 189.731.187.
| in duizenden | |
|---|---|
| Aantal aandelen uitgegeven per 30 juni 2022 | 189.731 |
| Aandelen niet gerechtigd tot dividend en stemrecht: | |
| Aandelen aangehouden door ageas SA/NV | 4.797 |
| Aandelen gerelateerd aan FRESH (zie toelichting 10) | 1.219 |
| Aandelen gerelateerd aan CASHES (zie toelichting 20) | 3.959 |
| Aandelen gerechtigd tot dividend en stemrecht | 179.756 |
In de volgende tabel worden de uitgangspunten voor de bepaling van de winst per aandeel weergegeven.
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|
| Nettoresultaat toewijsbaar aan de aandeelhouders | 563 | 407 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen voor gewoon resultaat per aandeel (in duizenden) | 184.678 | 186.962 |
| Aanpassingen voor: | ||
| - aandelen onder voorwaarden (in duizenden) verwacht te worden toegekend | 195 | 212 |
| Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen | ||
| voor verwaterd resultaat per aandeel (in duizenden) | 184.873 | 187.174 |
| Gewoon resultaat per aandeel (in euro's per aandeel) | 3,05 | 2,18 |
| Verwaterd resultaat per aandeel (in euro's per aandeel) | 3,05 | 2,17 |
Aangezien aandelen in verband met de FRESH niet voor dividend in aanmerking komen en er geen stemrechten mee zijn verbonden, werden deze uitgesloten van de berekening van de gewone winst per aandeel.
Aandelen Ageas uitgegeven in verband met CASHES behoren tot de gewone aandelen. Deze aandelen hebben geen recht op dividend en hebben ook geen stemrechten.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Verplichting voor toekomstige uitkering aan polishouders | 26.653 | 26.561 |
| Verplichting voor winstdeling polishouders | 264 | 245 |
| Shadow accounting | 26 | 1.884 |
| Voor eliminaties | 26.943 | 28.690 |
| Eliminaties | (16) | (17) |
| Bruto | 26.927 | 28.673 |
| Herverzekering | (17) | (13) |
| Netto | 26.910 | 28.660 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Verplichting voor toekomstige uitkering aan polishouders | 28.979 | 29.256 |
| Verplichting voor winstdeling polishouders | 224 | 286 |
| Shadow accounting | 32 | 1.075 |
| Bruto | 29.235 | 30.617 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Verzekeringscontracten | 2.956 | 3.352 |
| Beleggingscontracten | 13.910 | 15.549 |
| Totaal | 16.866 | 18.901 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Schadeverplichting | 7.657 | 7.620 |
| Niet-verdiende premies | 1.930 | 1.730 |
| Verplichting voor winstdeling polishouders | 57 | 38 |
| Shadow accounting | 49 | |
| Voor eliminaties | 9.644 | 9.437 |
| Eliminaties | (1.609) | (1.548) |
| Bruto | 8.035 | 7.889 |
| Herverzekering | (896) | (789) |
| Netto | 7.139 | 7.100 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Uitgegeven door Ageasfinlux S.A. | ||
| FRESH Restricted Tier 1 Notes | 384 | 384 |
| Uitgegeven door ageas SA/NV | ||
| Perpetual Subordinated Fixed Rate Resettable | ||
| Temporary Write-Down Restricted | ||
| Tier 1 Notes | 744 | 744 |
| Subordinated Fixed to Floating Rate Tier 2 Notes | 990 | 989 |
| Uitgegeven door AG Insurance | ||
| Subordinated Fixed to Floating Rate Tier 2 Loan | 74 | 74 |
| Fixed Rate Reset Dated Subordinated Tier 2 Notes | 398 | 398 |
| Fixed to Floating Callable Subordinated Tier 2 Notes | 100 | 100 |
| Uitgegeven door Millenniumbcp Ageas | ||
| Fixed to Floating Rate Callable Subordinated Restricted Tier 1 Loan | 59 | 59 |
| Totaal achtergestelde schulden | 2.749 | 2.748 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Stand op start periode | 2.748 | 2.758 |
| Opbrengsten van uitgifte | ||
| Aflossing | ||
| Gerealiseerde meerwaarden | ||
| Wisselkoersverschillen en andere | 1 | (10) |
| Stand op einde periode | 2.749 | 2.748 |
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Terugkoopovereenkomsten | 3.543 | 2.078 |
| Leningen | 785 | 838 |
| Schulden aan banken | 4.328 | 2.916 |
| Depots van herverzekeraars | 75 | 74 |
| Leaseverplichtingen | 540 | 560 |
| Overige financieringen | 66 | 66 |
| Totaal schulden | 5.009 | 3.616 |
Daarnaast heeft Ageas vastgoed met een boekwaarde van EUR 166 miljoen als zekerheid gesteld voor leningen en overige (31 december 2021: EUR 166 miljoen).
De volgende tabel toont de wijzigingen in de schulden:
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Stand op start periode | 3.616 | 3.920 |
| Opbrengsten van uitgifte | 1.483 | 73 |
| Betalingen | (91) | (375) |
| Wisselkoersverschillen en overige wijzigingen | 1 | (2) |
| Stand op einde periode | 5.009 | 3.616 |
De RPN(I) is een financieel instrument dat leidt tot kwartaalbetalingen gedaan door of ontvangen van BNP Paribas Fortis SA/NV.
BNP Paribas Fortis SA/NV heeft in 2007, met ageas SA/NV als mededebiteur, CASHES uitgegeven. CASHES zijn converteerbare effecten die in aandelen Ageas kunnen worden omgezet tegen een vooraf vastgestelde prijs van EUR 239,40 per aandeel. BNP Paribas Fortis SA/NV en ageas SA/NV, die op dat moment beide deel uitmaakten van de Fortis Groep, hebben een financieel instrument geïntroduceerd, de 'Relative Performance Note' (RPN), ter voorkoming van boekhoudkundige volatiliteit van de aandelen Ageas en van de in de boeken van BNP Paribas Fortis SA/NV tegen reële waarde geboekte CASHES. Bij de opsplitsing van Fortis in 2009 zijn BNP Paribas Fortis SA/NV en Ageas overeengekomen rente te betalen over een in deze RPN vermeld referentiebedrag. Deze rentebetaling per kwartaal wordt gewaardeerd als een financieel instrument en aangeduid als RPN(I).
De RPN(I) bestaat zolang er uitstaande CASHES in de markt zijn. In 2007 zijn aanvankelijk 12.000 CASHES uitgegeven. In februari 2012 lanceerde BNP Paribas een openbaar bod op CASHES aan een prijs van 47,5% en werden 7.553 aangeboden CASHES effecten omgezet in Ageas aandelen; Ageas betaalde een schadevergoeding van EUR 287 miljoen aan BNP Paribas aangezien de conversie aanleiding gaf tot een pro-rata vrijval van de RPN(I) verplichting.
In mei 2015 kwamen Ageas en BNP Paribas overeen dat BNP Paribas te allen tijde CASHES kan aankopen van individuele beleggers, op voorwaarde dat de aangekochte effecten worden omgezet in Ageas aandelen; bij een dergelijke conversie wordt de pro-rata vrijval van de RPN(I) verplichting betaald aan BNP Paribas, terwijl Ageas de break-up fee ontvangt die gekoppeld is aan de prijs waartegen BNP Paribas de CASHES kan kopen.
BNP Paribas kocht en converteerde in de eerste negen maanden van 2016 656 CASHES onder deze overeenkomst; Ageas betaalde 44 miljoen EUR voor de pro-rata schikking van de RPN(I), na aftrek van de ontvangen break-up fee. De overeenkomst tussen Ageas en BNP Paribas liep eind 2016 af en werd niet verlengd.
Per 30 juni 2022 resteren 3.791 uitstaande CASHES.
Het referentiebedrag wordt als volgt berekend:
Ageas betaalt rente aan BNP Paribas Fortis SA/NV over het gemiddelde referentiebedrag in het kwartaal (als het resultaat hierboven negatief wordt, betaalt BNP Paribas Fortis SA/NV aan Ageas); de rente bedraagt 3-maands Euribor plus 90 basispunten. Ageas gaf 6,3% van de totaal uitstaande aandelen van AG Insurance in onderpand ten gunste van BNP Paribas Fortis SA/NV.
Ageas past een transferbegrip toe om de RPN(I)-verplichting tegen reële waarde te registreren. IFRS 13 definieert reële waarde als de prijs die ontvangen zou worden bij de verkoop van een actief of betaald zou moeten worden bij het overdragen van een verplichting in een ordelijke transactie tussen marktpartijen op de waarderingsdatum. De definitie van reële waarde gaat expliciet uit van een 'eindprijs', gelinkt aan de prijs 'die betaald moet worden bij het overdragen van een verplichting'. Als zulke prijzen niet beschikbaar zijn en de verplichting wordt door een andere entiteit als een actief gehouden, dan moet de verplichting worden gewaardeerd vanuit het perspectief van een marktpartij die het actief aanhoudt. Ageas waardeert zijn verplichting tegen het referentiebedrag.
Het RPN-referentiebedrag is gebaseerd op de prijs van de CASHES en de koers van het Ageas aandeel. Het referentiebedrag daalde van EUR 520,4 miljoen op het einde van 2021 naar EUR 413 miljoen op 30 juni 2022, voornamelijk als gevolg van een koersdaling van de prijs van de CASHES van 95,61% op 31 december 2021 naar EUR 82,78%, gedeeltelijk gecompenseerd door de prijsdaling van het Ageas aandeel van EUR 45,55 tot EUR 41,98 over dezelfde periode.
Per 30 juni 2022 leidt een toename van de prijs van de CASHES met 1%, uitgedrukt in een percentage van de fractiewaarde, tot een stijging van het referentiebedrag met EUR 9,5 miljoen, terwijl een stijging van EUR 1,00 van het Ageas aandeel, het referentiebedrag met EUR 4 miljoen zal doen dalen.
De voorzieningen hebben hoofdzakelijk betrekking op juridische geschillen en reorganisaties en zijn gebaseerd op de best mogelijke schattingen zoals beschikbaar aan het einde van de periode op basis van het oordeel van het management waarbij in de meeste gevallen rekening wordt gehouden met de adviezen van juridische adviseurs. Het tijdstip van de uitgaande kasstromen die samenhangen met deze voorzieningen is per definitie onzeker, gezien de onvoorspelbaarheid van de uitkomst van en de tijd die gemoeid is met het afwikkelen van processen/geschillen. De lopende gerechtelijke procedures worden beschreven in toelichting 20 Voorwaardelijke verplichtingen.
Op 14 maart 2016 kondigden Ageas en de claimantenorganisaties Deminor, Stichting FortisEffect, Stichting Investor Claims Against Fortis (SICAF) en de VEB een voorstel aan voor schikking van alle burgerlijke rechtszaken over het voormalige Fortis voor gebeurtenissen van 2007 en 2008 voor een bedrag van EUR 1,2 miljard.
Daarnaast maakte Ageas op 14 maart 2016 bekend dat het ook tot overeenstemming was gekomen met de D&O verzekeraars (Directors & Officers), de bestuurders en functionarissen betrokken bij de lopende geschillen en BNP Paribas Fortis, om voor een bedrag van EUR 290 miljoen te schikken.
Op 24 maart 2017 hield het Gerechtshof te Amsterdam een openbare hoorzitting. Tijdens deze zitting hoorde het Hof het verzoek om het schikkingsakkoord bindend te verklaren, alsook de argumenten die ertegen werden ingebracht. Op 16 juni 2017 nam het Hof de tussentijdse beslissing om de schikking in de initiële vorm niet bindend te verklaren. Op 12 december 2017 dienden de aanvragers een gewijzigde en bijgewerkte schikking in bij het Gerechtshof te Amsterdam. Deze aangepaste schikking hield rekening met de voornaamste bezwaren van het Gerechtshof en het totale budget werd met EUR 100 miljoen opgetrokken naar EUR 1,3 miljard.
Op 13 juli 2018 verklaarde het Gerechtshof Amsterdam de schikking bindend voor in aanmerking komende aandeelhouders (d.w.z. personen die aandelen Fortis in bezit hadden op onverschillig welk tijdstip tussen het sluiten van de handel op 28 februari 2007 en het sluiten van de handel op 14 oktober 2008), overeenkomstig de Nederlandse Wet Collectieve afwikkeling Massaschade, "WCAM". Door de schikking bindend te verklaren, meende het Gerechtshof dat de krachtens de schikking aangeboden vergoeding redelijk is en dat de claimantenorganisaties Deminor, SICAF en FortisEffect de belangen van de begunstigden van de schikking naar behoren behartigen.
Op 21 december 2018 verschafte Ageas duidelijkheid door eerder dan op de uiterste datum af te zien van zijn beëindigingsrecht. Zodoende is de schikking definitief. De periode voor het indienen van vorderingen begon op 27 juli 2018 en eindigde op 28 juli 2019. Per 30 juni 2022 werd er EUR 1.199 miljoen uitbetaald aan in aanmerking komende aandeelhouders.
Op 23 juni 2022 kondigde Ageas aan dat, met uitzondering van een beperkt aantal onopgeloste claims, de schikking zou worden afgesloten. De laatste vergoedingsschijven zouden dan normaal eind augustus 2022 worden uitbetaald. De potentiële kosten voor de onopgeloste claims die Ageas bereid is op zich te nemen zijn gedekt door de hierna vermelde voorziening.
De belangrijkste componenten van de voorziening per 30 juni 2022 van EUR 112 miljoen (31 december 2021: EUR 114 miljoen) zijn:
De bedragen worden weergegeven op de regel 'voorzieningen' in de balans en op de regel 'wijzigingen in voorzieningen' in de resultatenrekening.
Het verloop van de voorzieningen gedurende het jaar is als volgt.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | |
|---|---|---|
| Stand op start periode | 182 | 322 |
| Toename (Afname) voorziening | (5) | (15) |
| Aanwendingen in de loop van het jaar | (127) | |
| Wisselkoersverschillen en overige | 5 | 2 |
| Stand op einde periode | 182 | 182 |
Ontvangen en gedane toezeggingen waren als volgt.
| Verplichtingen | 30 juni 2022 | 31 december 2021 |
|---|---|---|
| Ontvangen verplichtingen | ||
| Kredietlijnen | 1.644 | 1.071 |
| Onderpand & garanties ontvangen | 4.163 | 4.182 |
| Overige niet in de balans gewaardeerde rechten | 108 | 207 |
| Totaal ontvangen | 5.915 | 5.460 |
| Verstrekte verplichtingen | ||
| Garanties, Financieel en Prestatiegerelateerde Kredietbrieven | 205 | 199 |
| Beschikbare kredietlijnen | 504 | 1.024 |
| Onderpand & garanties verstrekt | 3.690 | 2.184 |
| In bewaring gegeven activa en vorderingen | 762 | 738 |
| Kapitaal rechten en verplichtingen | 521 | 292 |
| Vastgoedtoezeggingen | 915 | 531 |
| Overige niet in de balans opgenomen verplichtingen | 1.047 | 1.297 |
| Totaal verstrekt | 7.644 | 6.265 |
Het merendeel van de ontvangen toezeggingen bestaat uit ontvangen onderpand en garanties, vooral van klanten ontvangen onderpand op woninghypotheken en in mindere mate ook commerciële leningen en leningen aan polishouders.
Andere niet in de balans gewaardeerde toezeggingen op 30 juni 2022 omvatten voor EUR 479 miljoen uitstaande kredietaanbiedingen (31 december 2021: EUR 521 miljoen).
In de volgende tabel wordt de reële waarde weergegeven van de financiële activa en passiva gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs.
| 30 juni 2022 | 31 december 2021 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Niveau | Boekwaarde | Reële waarde | Boekwaarde | Reële waarde | |
| Activa | |||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 2 | 1.790 | 1.790 | 1.937 | 1.937 |
| Tot einde looptijd gehouden | |||||
| financiële beleggingen | 1 | 4.347 | 5.374 | 4.351 | 6.497 |
| Leningen | 2 | 15.150 | 14.138 | 14.492 | 15.452 |
| Herverzekering en overige vorderingen | 2 | 2.696 | 2.695 | 2.149 | 2.146 |
| Totaal financiële activa | 23.983 | 23.997 | 22.929 | 26.032 | |
| Passiva | |||||
| Achtergestelde schulden | 2 | 2.749 | 2.722 | 2.748 | 2.757 |
| Schulden exclusief leaseverplichtingen | 2 | 4.469 | 4.466 | 3.056 | 3.056 |
| Totaal financiële verplichtingen | 7.218 | 7.188 | 5.804 | 5.813 |
E Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening
Het bruto premie-inkomen Leven bestaat uit de bruto ontvangen premies van de verzekeringsmaatschappijen voor uitgegeven verzekerings- en beleggingscontracten. Het premie-inkomen van verzekeringscontracten en van beleggingscontracten met DPF wordt verantwoord in de resultatenrekening. De premieinstroom van beleggingscontracten zonder DPF, met name unit-linked contracten, wordt - na aftrek van commissies - direct verantwoord als verplichting (deposit accounting). Vergoedingen worden in de resultatenrekening als baten opgenomen.
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|
| Bruto premie-inkomen Leven | 2.798 | 2.858 |
| Bruto premie-inkomen Niet-leven | 2.470 | 2.365 |
| Algemene rekening en eliminaties | (2) | (1) |
| Totaal bruto premie-inkomen | 5.266 | 5.222 |
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
| Netto verdiende premies Leven | 2.081 | 2.060 |
| Netto verdiende premies Niet-leven | 2.108 | 2.045 |
| Algemene rekening en eliminaties | (2) | (1) |
| Totaal netto verdiende premies | 4.187 | 4.104 |
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|
| Bruto premies Leven | 2.089 | 2.074 |
| Uitgaande herverzekeringspremies | (8) | (14) |
| Netto verdiende premies Leven | 2.081 | 2.060 |
Brand, schade en overige bevat de verzekeringspremies voor auto, brand en overige schade aan eigendommen.
| Ongevallen & | Brand & schade | ||
|---|---|---|---|
| Eerste halfjaar 2022 | gezondheidszorg | en overige | Totaal |
| Bruto geboekte premies | 614 | 1.856 | 2.470 |
| Wijziging in niet-verdiende premies, bruto | (64) | (78) | (142) |
| Bruto verdiende premies | 550 | 1.778 | 2.328 |
| Uitgaande herverzekeringspremies | (30) | (249) | (279) |
| Aandeel herverzekeraars in niet-verdiende premies | 2 | 57 | 59 |
| Netto verdiende premies Niet-leven | 522 | 1.586 | 2.108 |
| Ongevallen & | Brand & schade | ||
| Eerste halfjaar 2021 | gezondheidszorg | en overige | Totaal |
| Bruto geboekte premies | 588 | 1.777 | 2.365 |
| Wijziging in niet-verdiende premies, bruto | (63) | (51) | (114) |
| Bruto verdiende premies | 525 | 1.726 | 2.251 |
| Uitgaande herverzekeringspremies | (25) | (231) | (256) |
| Aandeel herverzekeraars in niet-verdiende premies | 50 | 50 | |
| Netto verdiende premies Niet-leven | 500 | 1.545 | 2.045 |
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|
| Rentebaten | ||
| Rentebaten op geldmiddelen en kasequivalenten | 1 | 1 |
| Rentebaten op leningen aan banken | 16 | 11 |
| Rentebaten op beleggingen | 660 | 682 |
| Rentebaten op leningen aan klanten | 150 | 140 |
| Rentebaten uit derivaten aangehouden voor | ||
| handelsdoeleinden en overige | 39 | 3 |
| Totaal rentebaten | 866 | 837 |
| Dividenden op aandelen | 116 | 85 |
| Huurbaten uit vastgoedbeleggingen | 101 | 103 |
| Huurbaten van parkeergarage | 208 | 130 |
| Overige beleggingsbaten | 14 | 11 |
| Totaal rentebaten, dividend en overige beleggingsbaten | 1.305 | 1.166 |
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|
| Levensverzekeringen | 2.380 | 2.311 |
| Niet-levensverzekeringen | 1.288 | 1.199 |
| Algemene rekening en eliminaties | (1) | (2) |
| Totaal schadelasten en uitkeringen, netto | 3.667 | 3.508 |
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | ||
|---|---|---|---|
| Uitkeringen en afkopen, bruto | 2.448 | 2.327 | |
| Wijzigingen verplichtingen levensverzekering, bruto | (54) | (8) | |
| Totaal schadelasten en uitkeringen Leven, bruto | 2.394 | 2.319 | |
| Aandeel herverzekeraars in schadelasten en uitkeringen | (14) | (8) | |
| Totaal schadelasten en uitkeringen Leven, netto | 2.380 | 2.311 |
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|
| Schaden, bruto | 1.384 | 1.169 |
| Wijzigingen in verplichtingen inzake verzekeringscontracten, bruto | 58 | 125 |
| Totaal schadelasten en uitkeringen Niet-leven, bruto | 1.442 | 1.294 |
| Aandeel herverzekeraars in betaalde schaden | (107) | (54) |
| Aandeel herverzekeraars in wijziging in | ||
| verplichtingen inzake verzekeringscontracten | (47) | (41) |
| Totaal schadelasten en uitkeringen Niet-leven, netto | 1.288 | 1.199 |
| Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2021 | |
|---|---|---|
| Achtergestelde schulden | 42 | 42 |
| Leaseverplichting | 8 | 8 |
| Leningen van banken | 10 | 9 |
| Derivaten | 34 | 3 |
| Overige | 8 | 7 |
| Totaal financieringslasten | 102 | 69 |
De financieringslasten in de post 'Overige' houden voornamelijk verband met rentelasten op voorzieningen voor vergoedingen na uitdiensttreding.
20.1 Voorwaardelijke verplichtingen gerelateerd aan gerechtelijke procedures
De Ageas-groep is, zoals vele andere financiële groepen, gedaagde in een aantal vorderingen, geschillen en rechtszaken die een gevolg zijn van de normale bedrijfsvoering.
Bovendien, als gevolg van de gebeurtenissen en ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot de voormalige Fortis-groep tussen mei 2007 en oktober 2008 (zoals de acquisitie van delen van ABN AMRO en de kapitaalverhoging in september/oktober 2007, de aankondiging van het solvabiliteitsplan in juni 2008, de desinvestering van de bankactiviteiten en de Nederlandse verzekeringsactiviteiten in september/oktober 2008) is Ageas betrokken bij een aantal gerechtelijke procedures.
Op 14 maart 2016 kondigde Ageas een schikking aan met verscheidene claimantenorganisaties die aandeelhouders vertegenwoordigen in collectieve procedures voor de Belgische en Nederlandse rechtbanken. Op 23 mei 2016 verzochten de partijen bij de schikking, Ageas, Deminor, Stichting FortisEffect, Stichting Investor Claims Against Fortis, VEB en Stichting FORsettlement, het Gerechtshof Amsterdam de schikking bindend te verklaren voor alle in aanmerking komende Fortis aandeelhouders die niet binnen een bepaalde periode hebben gekozen voor een opt-out, overeenkomstig de Nederlandse Wet voor Collectieve Afwikkeling Massaschade. Ageas heeft tevens een overeenkomst bereikt met de heer Arnauts en de heer Lenssens, twee advocaten die namens een aantal eisers juridische stappen hebben genomen tegen Ageas, en in 2017 met de in Luxemburg gevestigde onderneming Archand s.à.r.l. en hieraan verbonden personen, om de schikking te steunen.
Op 16 juni 2017 nam het Hof de tussentijdse beslissing om de schikking in de initiële vorm niet bindend te verklaren. Op 16 oktober 2017 besloot Ageas een ultieme bijkomende inspanning van EUR 100 miljoen te leveren.
Op 12 december 2017 dienden de partijen een aangevuld en gewijzigd schikkingsvoorstel in. Consumentenclaim, een tegenstander van de schikking in haar oorspronkelijke vorm van 2016, zegde haar steun toe aan het schikkingsvoorstel van 2017.
Op 13 juli 2018 verklaarde het Gerechtshof Amsterdam de schikking bindend voor in aanmerking komende aandeelhouders (d.w.z. personen die aandelen Fortis in bezit hadden op onverschillig welk tijdstip tussen het sluiten van de handel op 28 februari 2007 en het sluiten van de handel op 14 oktober 2008). Ageas zag op 21 december 2018 af van haar beëindigingsrecht, waardoor de schikking definitief werd.
Dit betekent dat in aanmerking komende aandeelhouders recht hebben op vergoeding voor de gebeurtenissen van 2007-2008, met volledige vrijwaring van aansprakelijkheid voor deze gebeurtenissen, en conform de (overige) bepalingen van het schikkingsakkoord. Verder betekent het dat in aanmerking komende aandeelhouders die niet tijdig hebben gekozen voor een opt-out (uiterlijk op 31 december 2018), ongeacht of ze al dan niet tijdig een claim indienen, deze vrijwaring van aansprakelijkheid van rechtswege erkennen en afstand doen van eventuele rechten in verband met de gebeurtenissen.
De periode voor het indienen van vorderingen begon op 27 juli 2018 en eindigde op 28 juli 2019. Per 30 juni 2022 werd EUR 1.199 miljoen uitbetaald aan in aanmerking komende aandeelhouders, en werd een voorziening van EUR 112 miljoen opgenomen voor de schikking (zie toelichting 25 Voorzieningen).
Op 23 juni 2022 kondigde Ageas aan dat, met uitzondering van een beperkt aantal onopgeloste claims, de schikking zou worden afgesloten. De laatste vergoedingsschijven zouden dan normaal eind augustus 2022 worden uitbetaald. De potentiële kosten voor de onopgeloste claims die Ageas bereid is op zich te nemen zijn gedekt door de hierna vermelde voorziening.
Nu de schikking definitief is geworden, hebben de partijen die de schikking steunen bevestigd hun juridische procedures te zullen beëindigen.
De partijen die op tijd bekendmaakten voor een opt-out te kiezen, kunnen hun juridische procedures in Nederland hervatten, of in voorkomend geval, in België hervatten of voortzetten.
In de paragrafen hieronder geven we een overzicht van alle overblijvende procedures, die hetzij beëindigd zijn in de eerste helft van 2022, hetzij niet beëindigd waren per 30 juni 2022. Die procedures maken voorwaardelijke verplichtingen uit waar geen voorzieningen voor zijn aangelegd.
Op 14 juli 2020 is de Nederlandse vennootschap Cebulon een juridische procedure gestart tegen Ageas en enkele medegedaagden, aangaande beweerdelijk misleidende communicatie in de periode 2007-2008. Cebulon eist in haar hoedanigheid van voormalige Fortis aandeelhouder een schadevergoeding voor de rechtbank van Utrecht. Er heeft een inleidingszitting plaatsgevonden op 9 september 2020. De partijen zijn conclusies aan het uitwisselen.
Op 29 januari 2021, is een Nederlandse individuele investeerder een juridische procedure gestart tegen Ageas. Hij eist compensatie voor de schade die hij beweerdelijk heeft geleden door de Fortis crisis in 2007- 2008, voor de rechtbank van Utrecht. De inleidingszitting heeft plaatsgevonden op 10 maart 2021. De partijen hebben in juni 2022 een akkoord gesloten om de procedure te beëindigen.
Een aantal aandeelhouders, vertegenwoordigd door mr. Modrikamen, heeft op 28 januari 2009 een procedure ingeleid voor de Rechtbank van Koophandel in Brussel waarbij oorspronkelijk de vernietiging van de verkoop van ASR aan de Nederlandse staat en de verkoop van Fortis Bank aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) (en vervolgens aan BNP Paribas) dan wel schadevergoeding werd gevraagd. Op 8 december 2009 besliste de rechtbank onder meer dat zij niet bevoegd is voor de vorderingen tegen de Nederlandse verweerders. Op 17 januari 2013 bevestigde het Hof van Beroep dit vonnis op dit punt. In juli 2014 tekende mr. Modrikamen hiertegen cassatieberoep aan. Op 23 oktober 2015 verwierp het Hof van Cassatie dit beroep. Mr. Modrikamen zette de procedure ten gronde voor de Rechtbank van Koophandel voort inzake de verkoop van Fortis Bank waarbij de betaling van een schadevergoeding door BNP Paribas aan Ageas alsmede door Ageas aan de eisers werd nagestreefd. In een tussenvonnis op 4 november 2014 verklaarde de rechtbank de vordering van ongeveer 50 % van de eisers onontvankelijk. Op 29 april 2016 besloot de Rechtbank van Koophandel te Brussel de zaak te schorsen in afwachting van het resultaat van de strafprocedure. Deze procedure is gereactiveerd. Er zijn evenwel geen vorderingen meer tegen Ageas. Ageas sloot een dadingsovereenkomst met mr. Modrikamen en zijn cliënten die tijdig een opt-out formulier hebben ingediend op 7 juni 2020, waardoor deze procedure niet langer door deze personen wordt nagestreefd tegen Ageas.
Een aantal personen rond Deminor International heeft op 13 januari 2010 (momenteel onder de naam DRS Belgium) een procedure ingeleid voor de Rechtbank van Koophandel in Brussel, waarbij ze schadevergoeding nastreven op grond van beweerde onvolledige of misleidende informatieverstrekking door Fortis in de periode maart 2007 tot oktober 2008. Op 28 april 2014 verklaarde de rechtbank in een tussenvonnis de vordering van ongeveer 25 % van de eisers onontvankelijk. De partijen zijn bezig met het beëindigen van deze procedure, we verwachten dat deze procedure binnenkort beëindigd zal zijn.
Op 12 september 2012 hebben Patripart, een (voormalige) Fortis aandeelhouder, en haar moedermaatschappij Patrinvest een procedure aangespannen voor de Rechtbank van Koophandel in Brussel, waarbij schadevergoeding wordt gevorderd op basis van het beweerde gebrek aan of misleidende informatie van Fortis in de context van de kapitaalverhoging in 2007. Op 1 februari 2016 verwierp de rechtbank de vordering over de hele lijn. Op 16 maart 2016 heeft Patrinvest beroep aangetekend bij het Brusselse Hof van Beroep. De partijen zijn hun laatste schriftelijke stukken aan het uitwisselen en wachten nu een pleitdatum en het besluit van het Hof af; hiervoor is nog geen datum vastgesteld.
Op 29 april 2013 hebben een aantal personen vertegenwoordigd door mr. Arnauts een procedure ingeleid voor de Rechtbank van Koophandel in Brussel, waarbij ze schadevergoeding nastreven op grond van beweerde onvolledige of misleidende informatieverstrekking door Fortis in 2007 en 2008. Deze procedure is opgeschort in afwachting van de afloop van de strafprocedure. De partijen zijn bezig met het beëindigen van deze procedure, we verwachten dat deze procedure binnenkort beëindigd zal zijn.
Op 19 september 2013 werd een gelijkaardige burgerlijke procedure gestart voor de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel door een aantal (voormalige) aandeelhouders van Fortis, vertegenwoordigd door mr. Lenssens. Deze procedure is opgeschort in afwachting van de afloop van de strafprocedure. De partijen zijn bezig met het beëindigen van deze procedure, we verwachten dat deze procedure binnenkort beëindigd zal zijn.
In 2008 heeft Fortis aan sommige voormalige topmanagers en bestuurders, bij hun vertrek, een contractuele vrijwaring verleend voor juridische kosten, en in sommige gevallen ook voor de financiële gevolgen van een eventuele gerechtelijke uitspraak in het geval dat tegen deze personen een rechtszaak zou worden aangespannen in verband met hun mandaat binnen de onderneming. Ageas betwist de geldigheid van deze contractuele vrijwaringsbedingen voor zover ze betrekking hebben op de financiële gevolgen van een eventuele gerechtelijke uitspraak.
Voorts heeft Ageas, zoals gebruikelijk bij dat soort transacties, overeenkomsten afgesloten met een aantal financiële instellingen die de plaatsing van Fortis aandelen faciliteerden tijdens de kapitaalverhogingen van 2007 en 2008. Deze overeenkomsten bevatten vrijwaringsbedingen die onder bepaalde voorwaarden voor Ageas verplichtingen tot schadeloosstelling impliceren. Sommige van die financiële instellingen zijn betrokken bij de in dit hoofdstuk beschreven juridische procedures.
In het kader van een schikking met de verzekeraars van de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering en van de prospectusaansprakelijkheidsverzekering, met betrekking tot de gebeurtenissen en ontwikkelingen rond de voormalige Fortis groep in 2007 en 2008, heeft Ageas een vrijwaring verleend aan de verzekeraars voor het totale dekkingsbedrag van de betrokken polissen. Daarnaast ging Ageas ook vrijwaringsverbintenissen aan ten gunste van enkele voormalige Fortis bestuurders en functionarissen en ten gunste van BNP Paribas Fortis met betrekking tot toekomstige verdedigingskosten, en ten gunste van de bestuurders van de twee Nederlandse stichtingen die in het kader van de schikking zijn opgericht.
In 2007 heeft BNP Paribas Fortis SA/NV CASHES (Convertible And Subordinated Hybrid Equity-linked Securities) uitgegeven, waarbij ageas SA/NV als medeschuldenaar optrad (BNP Paribas Fortis SA/NV was op dat moment een dochteronderneming). Van de oorspronkelijk uitgegeven 12.000 effecten, blijven er 3.791 effecten uitstaan, die een totaalbedrag vertegenwoordigen van EUR 948 miljoen.
De obligaties hebben geen vervaldatum en kunnen niet in contanten worden afgelost, maar kunnen alleen worden ingewisseld tegen aandelen Ageas aan een koers van EUR 239,40 per aandeel. De CASHES worden automatisch omgezet in aandelen Ageas als de koers van het aandeel Ageas gedurende twintig achtereenvolgende beurswerkdagen gelijk is aan of hoger is dan EUR 359,10. BNP Paribas Fortis SA/NV bezit 3.958.859 aandelen Ageas met het oog op de mogelijke wissel.
De enige verhaalmogelijkheid van de houders van de CASHES tegen elk van de mededebiteuren met betrekking tot de hoofdsom zijn de aandelen Ageas die BNP Paribas Fortis SA/NV aanhoudt; deze aandelen zijn ten gunste van die houders verpand.
BNP Paribas Fortis SA/NV betaalt de coupon voor de CASHES per kwartaal tegen een variabele rente van 3-maands Euribor plus 200 basispunten, tot de omwisseling van de CASHES in aandelen Ageas plaatsvindt. Indien geen dividend wordt betaald op aandelen Ageas, of het vast te stellen dividend met betrekking tot een boekjaar onder de drempel ligt (dividendrendement lager dan 0,5%), of in bepaalde andere omstandigheden, zal de betaling van coupons door ageas SA/NV verplicht plaatsvinden via de uitgifte van nieuwe aandelen in overeenstemming met de zogenaamde Alternative Coupon Settlement Method (ACSM), terwijl BNP Paribas Fortis SA/NV dan aan Ageas instrumenten dient uit te geven die als hybride Tier 1 instrumenten kunnen worden aangemerkt als compensatie voor de coupons die werden betaald door ageas SA/NV. Als de ACSM in werking treedt en het beschikbare maatschappelijke kapitaal ontoereikend is voor ageas SA/NV om de ACSM verplichting na te komen, wordt de couponbetaling opgeschort tot het moment dat de uitgifte van nieuwe aandelen weer mogelijk is.
In een akkoord gesloten in 2012, dat onder andere heeft geleid tot een tender en tevens conversie van de CASHES, heeft Ageas ingestemd BNP Paribas Fortis SA/NV een jaarlijkse vergoeding te betalen die overeenkomt met het bruto dividend van de aandelen die BNP Paribas Fortis SA/NV nog aanhoudt.
Tijdens de Algemene Vergadering van AkSigorta van 4 augustus, hebben de aandeelhouders van AkSigorta A.S. ingestemd met een kapitaalverhoging van TRY 1 miljoen, via de uitgifte van nieuwe aandelen. Volgens planning wordt deze kapitaalverhoging geregistreerd per 14 oktober. Ageas heeft zich verbonden om zijn voorkeurrechten uit te oefenen om in te tekenen op de nieuwe aandelen AkSigorta (geassocieerde onderneming), dit ten belope van zijn pro-rata recht (36%). Het pro-rata recht van Ageas bedraagt EUR 21 miljoen (TRY 360 miljoen), op basis van de wisselkoers per 30 juni. Als er nieuwe aandelen overblijven nadat de andere aandeelhouders van AkSigorta hun voorkeurrechten hebben uitgeoefend om in te tekenen op de nieuwe aandelen, en deze nieuwe aandelen niet kunnen worden verkocht op de primaire markt van de beurs van Istanbul, hebben Ageas en Haci Ömer Sabanci Holding A.S. de verplichting om deze niet verkochte nieuwe aandelen te kopen. Bijgevolg verbindt Ageas zich tot de aankoop van maximaal 50% van de nieuw uitgegeven aandelen AkSigorta, wat overeenkomt met een bedrag van EUR 29 miljoen (TRY 500 miljoen) op basis van de wisselkoers per 30 juni.
Op 9 augustus 2022 keurde de Raad van Bestuur de uitkering goed van een bruto interimdividend van 1,5 EUR per aandeel uit de winst van het lopende boekjaar, vermeerderd met de overgedragen winst, in overeenstemming met artikel 23 (c) van de statuten van de vennootschap.
De uitbetalingsdatum van het interim-dividend is op 28 oktober 2022. Het Ageas Directiecomité kan echter een latere datum voor de uitbetaling van het interim-dividend bepalen, die vóór 28 oktober 2022 zal worden gecommuniceerd.
De Raad van Bestuur van Ageas is verantwoordelijk voor het opstellen van het verkorte geconsolideerde tussentijdse financieel verslag van Ageas over de eerste zes maanden van 2022, in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard door de Europese Unie, en met de Europese Transparantierichtlijn (2004/109/EG).
De Raad van Bestuur verklaart dat, naar zijn beste weten, het verkorte geconsolideerde tussentijdse financieel verslag van Ageas over de eerste zes maanden van 2022 een getrouw en juist beeld geeft van de activa, verplichtingen, financiële positie en het resultaat van Ageas en van onzekerheden waarmee Ageas geconfronteerd wordt en dat de informatie die in dit verslag is opgenomen geen tekortkomingen bevat die het noodzakelijk maken om enige berichtgeving significant aan te passen.
De Raad van Bestuur heeft het verkorte geconsolideerde tussentijdse financieel verslag van Ageas over de eerste zes maanden van 2022 op 9 augustus 2022 beoordeeld en goedgekeurd voor publicatie.
Brussel, 9 augustus 2022
Voorzitter Bart De Smet Chief Executive Officer Hans De Cuyper Chief Financial Officer Christophe Boizard Managing Director Europe Antonio Cano Managing Director Asia Filip Coremans
Vicevoorzitter Guy de Selliers de Moranville Chief Risk Officer Emmanuel Van Grimbergen Onafhankelijke bestuurders Richard Jackson Yvonne Lang Ketterer Jane Murphy Lucrezia Reichlin Katleen Vandeweyer Sonali Chandmal Jean-Michel Chatagny Carolin Gabor (benoemd op 18 mei 2022)
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN AGEAS OMTRENT DE BEOORDELING VAN HET VERKORT GECONSOLIDEERD TUSSENTIJDS FINANCIEEL VERSLAG OVER DE PERIODE VAN ZES MAANDEN AFGESLOTEN OP 30 JUNI 2022
Wij hebben een beoordeling uitgevoerd van de in bijlage opgenomen geconsolideerde balans van Ageas en haar dochtervennootschappen op 30 juni 2022, alsmede van de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd overzicht van het comprehensive income, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over de periode van zes maanden afgesloten op die datum, en algemene informatie, omvattende een samenvatting van de grondslagen voor financiële verslaggeving, en de toelichtingen (het "verkort geconsolideerd tussentijds financieel verslag"). De raad van bestuur is verantwoordelijk dat dit verkort geconsolideerd tussentijds financieel verslag is opgesteld en gepresenteerd in overeenstemming met IAS 34, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Het is onze verantwoordelijkheid om een besluit te formuleren over dit verkort geconsolideerd tussentijds financieel verslag op basis van onze beoordeling.
Wij hebben onze beoordeling uitgevoerd overeenkomstig de "International Standard on Review Engagements 2410 – Review of Interim Financial Information Performed by the Independent Auditor of the Entity". Een beoordeling van tussentijdse financiële informatie bestaat uit het verzoeken om inlichtingen aan hoofdzakelijk financiële en boekhoudkundige verantwoordelijken, en het toepassen van analytische en andere procedures van beoordeling. De reikwijdte van een beoordeling is substantieel kleiner dan een controle uitgevoerd volgens "International Standards on Auditing" en laat ons bijgevolg niet toe om met zekerheid te stellen dat we kennis hebben van alle belangrijke gegevens die zouden geïdentificeerd zijn indien we een volkomen controle zouden hebben uitgevoerd. Wij brengen dan ook geen controleoordeel tot uitdrukking.
Op basis van onze beoordeling is niets onder onze aandacht gekomen dat ons doet aannemen dat het bijgaande verkort geconsolideerd tussentijds financieel verslag, in alle van materieel belang zijnde opzichten niet opgesteld zou zijn in overeenstemming met IAS 34, zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
Diegem, 9 Augustus 2022
De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door
Kurt Cappoen Bedrijfsrevisor
Ageas en ageas SA/NV Markiesstraat 1 1000 Brussel, België Tel: +32 (0) 2 557 57 11 Fax: +32 (0) 2 557 57 50 Internet: www.ageas.com E-mail: [email protected]
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.