AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Aedifica SA

Annual Report Feb 23, 2016

3904_ir_2016-02-23_f4b15af8-181e-44e5-bd0a-8da2b47c2f91.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

AEDIFICA

Naamloze vennootschap Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht Maatschappelijke zetel: Louizalaan 331-333, 1050 Brussel Ondernemingsnummer: 0877.248.501 (RPR Brussel) (de "Vennootschap")

Halfjaarlijks financieel verslag 2015/2016

  • - 5 sites voor huisvesting voor senioren in de portefeuille opgenomen sinds begin van het boekjaar 2015/2016
  • - De huisvesting voor senioren vertegenwoordigt 72% van de portefeuille
  • - Bezettingsgraad op 31 december 2015: 98,3% voor het niet-gemeubelde deel van de portefeuille en 81,0% voor het gemeubelde deel
  • - Stijging van de huurinkomsten met 25% ten opzichte van 31 december 2014, hoger dan het budget
  • - Stijging van het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 met 43%, hoger dan het budget
  • - Reële waarde van de vastgoedbeleggingen van 1.065 miljoen €, een stijging van 60 miljoen € (hetzij +6%) ten opzichte van 30 juni 2015, waarvan 8 miljoen € opgenomen in de resultatenrekening
  • - Schuldratio van 39,9% op 31 december 2015
  • - Aedifica heeft in september 2015 de "EPRA Gold Award" gekregen voor het jaarlijks financieel verslag 2013/2014, en in oktober 2015 de prijs voor de beste financiële communicatie in de categorie "Mid & Small Cap" van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten
  • - Dividendverwachting voor het lopende boekjaar blijft onveranderd (2,05 € bruto per aandeel)

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

I. Tussentijds beheersverslag

1. Samenvatting van de activiteit van het 1ste semester 2015/2016

De strategie van Aedifica, die voornamelijk is gebaseerd op de demografische grondstroom van de vergrijzing van de bevolking in Europa, heeft weer het vertrouwen van de markt genoten. Dit is onder meer tot uiting gekomen in de evolutie van de beurskoers die van 50,30 € op 30 juni 2015 is gestegen tot 60,56 € op 31 december 2015.

Het begin van het boekjaar 2015/2016 werd ingeluid met een reeks nieuwe investeringen, uitsluitend in het segment van de huisvesting voor senioren. Zo werden vooreerst twee gebouwen (het woonzorgcentrum Résidence de la Houssière in de provincie Henegouwen en het assistentiewoningengebouw Senior Flandria in de provincie West-Vlaanderen) toegevoegd aan het Belgische patrimonium van de Groep, en dit enkele dagen na de kapitaalverhoging in geld van 153 miljoen € die met succes werd afgerond op 29 juni 2015. Dit semester werden ook de renovatie en/of uitbreidingswerken van de woonzorgcentra Salve in Brasschaat (provincie Antwerpen) en Pont d'Amour in Dinant (provincie Namen) opgeleverd. Begin oktober kondigde Aedifica eveneens de acquisitie door de Groep van twee rustoorden aan (Vinkenbosch in Hasselt in de provincie Limburg en Heydeveld in Opwijk in de provincie Vlaams-Brabant), evenals een principeakkoord voor de constructie van een woonzorgcentrum in Mechelen (provincie Antwerpen) en een nieuw uitbreidingsproject voor een rustoord in Duitsland (in Kalletal, Noordrijn-Westfalen, dat in december 2014 werd verworven). Tot slot werd midden december het rustoord Prinsenhof in Koersel in de provincie Limburg toegevoegd aan de Belgische portefeuille van de Groep.

(in miljoen €) Vastgoedbeleggingen
in exploitatie
Ontwikkelings
projecten
Totaal
uitgevoerd onderworpen aan
opschortende
voorwaarden
Résidence de la Houssière België 10 - - 10
Senior Flandria België 10 - - 10
Mechelen België - - 17 17
Vinkenbosch België 4 - 12 16
Kalletal (uitbreiding) Duitsland - 3 - 3
Heydeveld België 9 - - 9
Oostende België - 11 - 11
Prinsenhof België 6 - 4 10
Totaal op 31 december 2015 39 14 33 86
Husum Duitsland - 7 - 7
Totaal op 22 februari 2016 39 21 33 93

Tijdens het eerste semester is de reële waarde van de vastgoedbeleggingen zo met 60 miljoen € gestegen sinds het begin van het boekjaar, om uit te komen op 1.065 miljoen €.

Maar Aedifica doet meer dan investeren. De Vennootschap blijft gefocust op het beheer van haar bestaande vastgoedpatrimonium. Het resultaat van deze inzet uit zich in een uitstekende huuromzet (stijging van 25%), een stijgende exploitatiemarge en in het beheer van de financiële lasten.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Het nettoresultaat (zonder "non cash" elementen die het gevolg zijn van de toepassing van de boekhoudkundige normen met betrekking tot de indekkingsinstrumenten en de vastgoedbeleggingen) is met 43% gestegen tot 16,8 miljoen € (tegenover 11,8 miljoen € op 31 december 2014), hetzij 1,20 € per aandeel (tegenover 1,14 € per aandeel op 31 december 2014). Dit resultaat (absoluut en per aandeel) is beter dan het budget (zowel qua huurinkomsten als qua resultaat vóór IAS 39 en IAS 40).

De geconsolideerde schuldgraad bedraagt 39,9% op 31 december 2015 (tegenover 37,0% op 30 juni 2015).

Zonder rekening te houden met nieuwe opportuniteiten in België en Duitsland wordt de toekomstige groei van de Vennootschap eveneens gevrijwaard door bestaande afspraken inzake acquisities, renovaties, uitbreidingen en herontwikkelingen van talrijke sites. Deze projecten sluiten perfect aan bij de strategie van de Vennootschap, die er in het segment van de huisvesting voor senioren onder meer op gericht is zowel bestaande vastgoedsites door ontwikkeling te versterken en te verbeteren als in samenwerking met huurders/operatoren nieuwe projecten te ontwikkelen. De pipeline van dergelijke projecten vertegenwoordigt per 31 december 2015 een gecumuleerd investeringsbudget in de orde van 170 miljoen €. Dit bedrag zal binnen een periode van drie jaar geïnvesteerd worden. Deze strategie maakt het mogelijk om een portefeuille op te bouwen van kwalitatief goede gebouwen die interessante nettorendementen bieden.

Ten slotte worden er, zowel in België als in het buitenland, nog nieuwe investeringsopportuniteiten bestudeerd die volledig in de door de markt geplebisciteerde investeringsstrategie van Aedifica passen.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

2. Inleiding

Aedifica is een Belgische beursgenoteerde vennootschap die zich als referentiespeler inzake investeringen in zorgvastgoed en in het bijzonder de huisvesting voor senioren wil profileren.

Haar strategie berust op de demografische grondstroom van de vergrijzing van de bevolking in West-Europa en de specifieke zorg- en huisvestingbehoeften die daaruit voortvloeien. Aedifica wil een evenwichtige portefeuille opbouwen waarbij terugkerende inkomsten samengaan met een meerwaardepotentieel.

Aedifica is sinds 2006 genoteerd op Euronext Brussels (continumarkt). Aedifica biedt de investeerder een alternatief voor de rechtstreekse investering.

Dit tussentijdse beheersverslag is een update van het beheerverslag van 30 juni 2015, dat is opgenomen in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015. De definities van de in dit halfjaarlijks financieel verslag gebruikte technische termen zijn terug te vinden in het lexicon van het jaarlijks financieel verslag 2014/2015. Enkel de significante wijzigingen die sindsdien hebben plaatsgevonden, worden hierin besproken.

3. Belangrijke gebeurtenissen

3.1.Acquisities

Project voor de bouw van een woonzorgcentrum in Mechelen

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

3.1.1. Acquisitie van het woonzorgcentrum Résidence de la Houssière in 's-Gravenbrakel (provincie Henegouwen, België)

Op 2 juli 2015 heeft Aedifica (samen met haar dochtervennootschap Aedifica Invest nv) 100% van de aandelen van de vennootschap La Croix Huart nv verworven. La Croix Huart is de eigenaar van het terrein, gelegen in 's-Gravenbrakel, waarop het woonzorgcentrum Résidence de la Houssière is gebouwd. Résidence de la Houssière heeft een uitstekende ligging in een groene omgeving, in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van 's-Gravenbrakel, een gemeente van ca. 20.000 inwoners, gelegen op een twintigtal kilometer van Bergen. Het woonzorgcentrum telt thans 94 bedden. Het initiële gebouw, dat dateert van het einde van de jaren 90, werd in 2006 uitgebreid met een nieuwe vleugel. De site omvat eveneens een terrein van ca. 1,5 ha, wat een uitbreidingspotentieel biedt. De site wordt uitgebaat door de nv Résidence de la Houssière, een lokale speler met meer dan 20 jaar ervaring in de seniorenzorg. De conventionele aanschaffingswaarde van de site (inclusief terrein) bedraagt ca. 10 miljoen €. Het initieel triple net rendement bedraagt ca. 6% op basis van een triple net langetermijnovereenkomst van 27 jaar. Deze transactie werd in twee fases uitgevoerd:

  • Acquisitie van 100% van de aandelen van de nv La Croix Huart (op 2 juli 2015), de blote eigenaar van het terrein waarop het recht van opstal is gevestigd;
  • Overdracht van de eigendom van het gebouw aan de nv La Croix Huart ingevolge van het vestrijken van het recht van opstal (op 31 december 2015).

3.1.2. Acquisitie van het assistentiewoningengebouw Senior Flandria in Brugge (provincie West-Vlaanderen, België)

Op 9 juli 2015 heeft Aedifica (samen met haar dochteronderneming Aedifica Invest nv) 100% van de aandelen van de vennootschappen Senior Hotel Flandria nv en Patrimoniale Flandria nv verworven. Senior Hotel Flandria nv is de eigenaar van het assistentiewoningengebouw Senior Flandria, gelegen te Brugge. Patrimoniale Flandria nv is de eigenaar van het terrein waarop het assistentiewoningengebouw is gelegen. Het assistentiewoningengebouw Senior Flandria heeft een uitstekende ligging in een residentiële wijk, in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Brugge, de hoofdplaats van de provincie West-Vlaanderen, die ca. 117.000 inwoners telt. Het gebouw, dat dateert van 1991, telt thans 108 appartementen met één slaapkamer en gemeenschappelijke ruimten (globale oppervlakte van ca. 6.500 m²). Het gebouw verkeert in zeer goede staat van onderhoud en maakte reeds het voorwerp uit van een renovatieprogramma (o.a. inzake de badkamers). Het is een "erkend serviceflatgebouw" bestemd voor de huisvesting van senioren waar naast de huisvesting op zich tevens diverse faciliteiten (conciërge, beveiliging, oproepsysteem, restaurant, fitness, bar, …), diensten (animatie, kapper, klusjesdienst, poetsdienst) en zorg (kinesitherapie, verzorging, thuisverpleging) beschikbaar zijn. De conventionele aanschaffingswaarde van de site (inclusief terrein) bedraagt ca. 10 miljoen €. De site wordt uitgebaat door de bvba Happy Old People (gecontroleerd door de Armonea-groep) op basis van een triple net langetermijnhuurovereenkomst waarvan de resterende duur ca. 20 jaar is. Het initieel triple net rendement bedraagt ca. 6%.

3.1.3. Kaderovereenkomst voor de bouw van een woonzorgcentrum in Mechelen (provincie Antwerpen, België)

Op 29 september 2015 heeft Aedifica de ondertekening van een kaderovereenkomst gemeld voor de bouw van een woonzorgcentrum. De site voor het project heeft een goede ligging in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Mechelen, een stad die ca. 84.000 inwoners telt. De wijk waarin het project is gelegen, zal het voorwerp uitmaken van een herontwikkeling die tegen 2025 voltooid zal zijn.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Het project, waarvoor zo spoedig mogelijk een stedenbouwkundige vergunning zal worden aangevraagd, bestaat uit de bouw van een nieuw woonzorgcentrum dat 128 eenheden zal tellen (100 bedden en 28 assistentiewoningen). De werken zullen in principe in het derde kwartaal van 2016 aanvangen. De voorlopige oplevering van de werken wordt verwacht in het derde kwartaal van 2018. Vanaf de voorlopige oplevering zal Aedifica (samen met haar dochteronderneming Aedifica Invest nv) 100% van de aandelen verwerven van de vennootschap die de site in bezit heeft. De conventionele aanschaffingswaarde van de site bedraagt ca. 17 miljoen €. Het woonzorgcentrum zal worden uitgebaat door de vzw Het Spreeuwenhof (een entiteit van de Armonea-groep) op basis van een triple net langetermijnovereenkomst. Het initieel triple net rendement zal ca. 6% bedragen. Deze kaderovereenkomst is onderworpen aan opschortende voorwaarden zoals het bekomen van de stedenbouwkundige vergunning.

3.1.4. Acquisitie van het woonzorgcentrum Vinkenbosch in Hasselt (provincie Limburg, België)

Op 1 oktober 2015 heeft Aedifica (samen met haar dochteronderneming Aedifica Invest nv) 100% van de aandelen van de vennootschap Vinkenbosch nv verworven. Vinkenbosch nv is de eigenaar van het woonzorgcentrum Vinkenbosch dat een uitstekende ligging heeft in een residentiële wijk, in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Kermt, deelgemeente van de stad Hasselt. Deze stad, hoofdplaats van de provincie Limburg, telt ca. 75.000 inwoners. De site omvat een bestaand gebouw en een onbebouwd terrein. Het bestaande gebouw, dat gedeeltelijk dateert van de jaren 90, telt thans 59 bedden. Een ontwikkelingsproject is gepland met het oog op (i) de constructie van een nieuw woonzorgcentrum op het onbebouwde terrein en (ii) de renovatie van het bestaande gebouw. Na uitvoering van dit project zal de totale capaciteit van de site 100 eenheden bedragen (80 eenheden in het woonzorgcentrum en 20 assistentiewoningen in het bestaande gebouw). Het investeringsbudget voor het project bedraagt ca. 12 miljoen €. De oplevering van de nieuwbouw wordt verwacht voor eind 2016. De conventionele aanschaffingswaarde van de bestaande site (inclusief terrein) bedraagt ca. 4 miljoen €. De site wordt uitgebaat door de vzw Vinkenbosch (een entiteit van de groep Senior Living Group) op basis van een triple net langetermijnovereenkomst. Het initieel triple net rendement bedraagt ca. 6%. Na de uitvoering van het hoger vermelde project zal de totale investering dus ca. 16 miljoen € bedragen.

3.1.5. Nieuw uitbreidingsproject voor het rustoord Die Rose im Kalletal in Kalletal (Noordrijn-Westfalen, Duitsland)

Op 1 oktober 2015 heeft Aedifica een nieuw uitbreidingsproject aangekondigd voor het rustoord Die Rose im Kalletal, eigendom van Aedifica (via Aedifica Luxemburg I SARL) sinds 16 december 2014. Het project bestaat uit de constructie van een nieuwbouw van 28 bedden voor dementerende patiënten. Deze uitbreiding zal de totale capaciteit van de site op 96 bedden brengen. Het investeringsbedrag voor het project bedraagt minder dan 3 miljoen € en zal een initieel brutohuurrendement van meer dan 6% opleveren, op basis van een double net langetermijnovereenkomst. De uitbreiding, waarvan de oplevering eind 2015 plaatsvond, zal in de loop van de eerste helft van 2016 in de portefeuille worden opgenomen. Aedifica verkrijgt een 10-jarige triple net-garantie inzake het onderhoud van het gebouw. De overeenkomst die inzake deze uitbreiding werd gesloten, is nog onderworpen aan de in Duitsland voor dergelijke transactie gebruikelijke voorwaarden.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

3.1.6. Acquisitie van het woonzorgcentrum Heydeveld in Opwijk (provincie Vlaams-Brabant, België)

Op 2 oktober 2015 heeft Aedifica het woonzorgcentrum Heydeveld verworven. Het woonzorgcentrum Heydeveld heeft een uitstekende ligging in een residentiële wijk, in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Opwijk. Het gebouw, dat dateert van 2005, telt thans 75 bedden. De site biedt nog een belangrijk ontwikkelingspotentieel. De operatie werd uitgevoerd via:

  • de inbreng in natura van het terrein waarop het gebouw is gelegen en van de blote eigendom van het gebouw;
  • en de acquisitie (door Aedifica nv en haar dochteronderneming Aedifica Invest nv) van 100% van de aandelen van Heydeveld bvba, vruchtgebruiker van het gebouw.

De transactie werd deels gefinancierd door de uitgifte van 19.856 nieuwe Aedifica-aandelen voor een waarde van 1 miljoen €. De nieuwe aandelen zijn volledig volgestort en zonder nominale waarde. Ze geven sinds 2 oktober 2015 recht op een dividend en zullen op de beurs genoteerd worden na de coupononthechting met betrekking tot het dividend van het boekjaar 2015/2016 die in principe zal plaatsvinden op 2 november 2016. De conventionele aanschaffingswaarde van de gehele site bedraagt ca. 9 miljoen €. De site wordt uitgebaat door de vzw Heydeveld op basis van een triple net langetermijnovereenkomst. Het initieel triple net rendement bedraagt ca. 6%. De vzw Heydeveld is een lokale speler met meer dan 10 jaar ervaring in de seniorenzorg.

3.1.7. Kaderovereenkomst voor de acquisitie van een woonzorgcentrum in Oostende (provincie West-Vlaanderen, België)

In oktober 2015 heeft Aedifica een kaderovereenkomst gesloten (onder opschortende voorwaarden) die haar toelaat om de aandelen van een vennootschap te verwerven. Deze vennootschap is eigenaar van een site voor huisvesting van senioren in Oostende. De aanschaffingswaarde van dit onroerend goed zal ca. 11 miljoen € bedragen.

3.1.8. Acquisitie van het woonzorgcentrum Prinsenhof in Koersel (provincie Limburg, België)

Op 17 december 2015 heeft Aedifica het woonzorgcentrum Prinsenhof verworven. Het woonzorgcentrum heeft een goede ligging in een groene omgeving naast een park, in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Koersel, deelgemeente van Beringen, een stad van ca. 45.000 inwoners. Het gebouw, dat dateert van de jaren 80, telt 41 bedden. Een uitbreidingsproject is thans in uitvoering. Dit project betreft de bouw van een nieuwe vleugel om de capaciteit van de site op ca. 90 eenheden te brengen. De voorlopige oplevering van de uitbreiding wordt verwacht voor het tweede semester van 2016. W.Z.C. Prinsenhof nv heeft het bestaande gebouw en het terrein in natura ingebracht in Aedifica nv, in ruil voor nieuw uitgegeven Aedifica-aandelen. De conventionele aanschaffingswaarde (c.q. de inbrengwaarde) van het woonzorgcentrum bedraagt ca. 6 miljoen €. Na de uitbreidingswerken zal de conventionele aanschaffingswaarde ca. 10 miljoen € bedragen (hetzij een uitbreidingsbudget van ca. 4 miljoen €). Het woonzorgcentrum wordt uitgebaat door WZC Prinsenhof vzw op basis van een triple net langetermijnovereenkomst. Het initiële huurrendement (triple net) bedraagt ca. 6 %. WZC Prinsenhof vzw is een lokale speler in de sector van de seniorenzorg.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

3.1.9. Acquisitie van het woonzorgcentrum Käthe-Bernhardt-Haus in Husum (Schleswig-Holstein, Duitsland)

Op 18 januari 2016 kondigde Aedifica de ondertekening aan van de koopakte van een rustoord gesitueerd in Duitsland. Deze akte is onderworpen aan de gebruikelijke opschortende voorwaarden (voornamelijk van administratieve aard) die in principe in de loop van het eerste semester van het jaar 2016 vervuld zouden moeten worden. De koopprijs zal in die periode betaald worden, waardoor de eigendom en het genot van de gebouwen automatisch worden verworven. Het rustoord Käthe-Bernhardt-Haus heeft een uitstekende ligging in het centrum van Husum, in de onmiddellijke nabijheid van het ziekenhuis Klinik Husum. Husum is een stad aan de Duitse Noordzeekust die ca. 22.000 inwoners telt en die is gelegen in de deelstaat Schleswig-Holstein (Duitsland). Het gebouw, dat dateert van 2009, telt thans 65 eenpersoonskamers en 18 assistentiewoningen. Het rustoord wordt uitgebaat door een dochtervennootschap van het Deutsches Rotes Kreuz Kreisverband Nordfriesland e.V. Het Deutsches Rotes Kreuz Kreisverband Nordfriesland e.V. is een tak van het Deutsches Rotes Kreuz (het Duitse Rode Kruis), een van de belangrijkste non-profitverenigingen van Duitsland. Op het vlak van seniorenzorg biedt de organisatie talrijke diensten aan voor ouderen, zoals thuiszorg, noodoproepsystemen en gespecialiseerd transport. Het Deutsches Rotes Kreuz Kreisverband e.V. baat vijf rustoorden uit. Aedifica verheugt zich over deze nieuwe samenwerking met een kwaliteitsvolle Duitse speler in de zorgsector. De met deze uitbater gesloten huurovereenkomst is een niet-opzegbare langetermijnhuurovereenkomst met een duur van ca. 25 jaar. Het onderhoud en de herstellingen van de structuur, de gevels en het dak van het gebouw zijn ten laste van de eigenaar. Het initieel bruto huurrendement (double net) voor dit rustoord bedraagt ca. 7%. De conventionele aanschaffingswaarde bedraagt ca. 7 miljoen €. De transactie zal gefinancierd worden door middel van de kredietlijnen van de Vennootschap en door de overname van een (met betrekking tot het gebouw) reeds bestaand krediet.

3.2.Opleveringen van renovaties en uitbreidingen

3.2.1. Ingebruikname van de laatste fase van de renovatie- en uitbreidingswerken van het woonzorgcentrum Salve in Brasschaat (provincie Antwerpen, België)

De uitbreidings- en renovatiewerken voor het woonzorgcentrum Salve in Brasschaat werden voltooid in de loop van het eerste kwartaal 2015/2016.

3.2.2. Ingebruikname van de uitbreiding van het rustoord Pont d'Amour in Dinant (provincie Namen, België)

De uitbreidingswerken voor het woonzorgcentrum Pont d'Amour in Dinant werden voltooid in de loop van het eerste kwartaal 2015/2016. De site heeft nu een capaciteit van 150 residenten, tegenover 74 vóór de werken.

3.2.3. Ingebruikname van de uitbreiding van het rustoord Op Haanven in Veerle-Laakdal (provincie Antwerpen, België)

De eerste fase van de uitbreidingswerken aan het woonzorgcentrum Op Haanven in Veerle-Laakdal werd voltooid in de loop van het tweede kwartaal 2015/2016. De tweede fase, die uit een gedeeltelijke

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

afbraak en renovatie van het bestaande gebouw bestaat, is in uitvoering. De oplevering van de werken is voorzien voor begin 2017.

3.2.4. Ingebruikname van het serviceflatgebouw Marie-Louise in Wemmel (provincie Vlaams-Brabant, België)

De renovatiewerken en de omvorming van het rustoord Marie-Louise in Wemmel tot assistentiewoningen werden voltooid in de loop van de maand januari 2016. De site telt thans 30 assistentiewoningen.

3.3.Verkoop

De verkoop van de assistentiewoningen in Tienen, beschreven in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015, vordert: op 31 december 2015 waren 42 van de 49 appartementen verkocht. Het saldo van de te verkopen appartementen bedraagt ongeveer 1 miljoen €.

3.4.Lopende projectontwikkelingen

De bouwwerken van de volgende projecten zijn in uitvoering:

  • Helianthus (uitbreiding van een woonzorgcentrum in Melle, Oost-Vlaanderen, België);
  • Villa Temporis (bouw van een woonzorgcentrum in Hasselt, Limburg, België);
  • Au Bon Vieux Temps (bouw van een woonzorgcentrum in Mont-Saint-Guibert, Waals-Brabant, België);
  • Op Haanven fase II (renovatie van een woonzorgcentrum in Veerle-Laakdal, Antwerpen, België);
  • Prinsenhof (uitbreiding en renovatie van een woonzorgcentrum in Koersel, Limburg, België)
  • Plantijn (uitbreiding en renovatie van een woonzorgcentrum in Kapellen, Antwerpen, België);
  • Leopoldspark (bouw van een woonzorgcentrum in Leopoldsburg, Limburg, België);
  • Oase Aarschot Poortvelden (bouw van een woonzorgcentrum in Aarschot, Vlaams-Brabant, België);
  • Oase Glabbeek (bouw van een woonzorgcentrum in Glabbeek, Vlaams-Brabant, België).

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

3.5.Financiering

Inzake financiering hebben de volgende gebeurtenissen zich voorgedaan sinds het begin van het boekjaar 2015/2016:

  • verval eind oktober 2015 van een bilaterale kredietlijn van 30 miljoen € verstrekt door ING;
  • verlenging in november 2015 van de bilaterale kredietlijn van 25 miljoen € verstrekt door de Caisse d'Epargne et de Prévoyance Nord France Europe ("CENFE") waardoor de vervaldatum verandert van juni 2016 in juli 2018;
  • herfinanciering in februari 2016 van de bilaterale kredietlijn van 30 miljoen € verstrekt door ING (die in juni 2016 moest vervallen) om haar vervaldatum tot 2021 uit te stellen;
  • nieuwe bilaterale kredietlijnen verstrekt door ING in februari 2016 (2 x 30 miljoen €, die vervallen in 2022 en 2023).

Rekening houdend met de hierboven vermelde elementen, zien de vervaldata van de kredietlijnen van Aedifica eruit als volgt (in miljoen €):

Lijnen Opname
- 2015/2016 : - -
- 2016/2017 : 150 106
- 2017/2018 : 92 60
- 2018/2019 : 127 127
- 2019/2020 : 80 80
- 2020/2021 : 32 2
- 2021/2022 : 55 25
- > 2022/2023 : 44 14
Totaal op 22 februari 2016 580 414
Gemiddelde resterende duur (in jaren) 3,2 2,8

3.6.Opname van Aedifica in de MSCI Small Caps Europe index op 1 december 2015

Sinds 1 december 2015 werd het aandeel Aedifica opgenomen in de MSCI Small Caps Europe index. Aedifica heeft immers voldaan aan alle opnamevoorwaarden die door MSCI worden bepaald, tijdens het semesternazicht van de samenstelling van de indexen in november 2015.

MSCI ("Morgan Stanley Capital International") is een Europese beursindex die werd gelanceerd door Morgan Stanley Capital International en hergroepeert beursgenoteerde vennootschappen op wereldniveau.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

4. Geconsolideerd patrimonium op 31 december 2015

Tijdens het eerste semester van het huidige boekjaar is de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie (met inbegrip van de activa bestemd voor verkoop, die ongeveer 1 miljoen € vertegenwoordigen) van Aedifica met 61 miljoen € gestegen van 983 miljoen € tot 1.044 miljoen € (hetzij 1.065 miljoen € voor de totale portefeuille van Aedifica met inbegrip van de projectontwikkelingen en van de activa bestemd voor verkoop). Deze stijging (+6%) komt voornamelijk voort uit de nettoacquisities gerealiseerd tijdens het eerste semester (zie sectie 3.1. hierboven), uit de oplevering van voltooide projecten (zie sectie 3.2. hierboven) en uit de variatie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen in exploitatie die in het resultaat opgenomen wordt (+8,3 miljoen € of +0,8% over het eerste semester). Deze waardering, die door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen opgesteld wordt, wordt als volgt opgesplitst:

  • huisvesting voor senioren: +8,2 miljoen €, hetzij +1,1%;
  • appartementsgebouwen: +0,7 miljoen €, hetzij +0,3%;
  • hotels en andere: -0,6 miljoen €, hetzij -0,8%.

De vastgoedbeleggingen in exploitatie van Aedifica tellen 158 panden, met een totale bebouwde oppervlakte van ca. 515.000 m², voornamelijk bestaande uit:

  • 73 sites voor huisvesting van senioren met een capaciteit van 6.942 bewoners;
  • 865 appartementen;
  • en 6 hotels met 521 kamers.

Verdeeld per activiteitensector betekent dit (in reële waarde):

  • 72% huisvesting voor senioren;
  • 21% appartementsgebouwen;
  • 7% hotels en andere gebouwen.

Geografisch is de portefeuille als volgt gespreid (in reële waarde):

  • 88% in België waarvan:
  • 47% in Vlaanderen;
  • 29% in Brussel;
  • en 12% in Wallonië.
  • 12% in Duitsland.

De bezettingsgraad1 voor het niet-gemeubelde deel van de portefeuille (dat 93% van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie vertegenwoordigt) haalt een recordniveau van 98,3% op 31 december 2015, nog hoger dan de bezettingsgraad die werd bereikt bij het afsluiten van het vorige boekjaar (97,9% op 30 juni 2015).

1 De bezettingsgraad wordt als volgt berekend:

- Voor de gehele portefeuille (met uitzondering van de gemeubelde appartementen): (contractuele huurgelden + de gewaarborgde huurinkomsten) / (contractuele huurgelden + geraamde huurwaarde (GHW) voor de niet-verhuurde oppervlakten van de vastgoedportefeuille). Merk dus op dat deze bezettingsgraad ook de eenheden omvat die worden gerenoveerd en die tijdelijk niet verhuurd kunnen worden.

- Voor de gemeubelde appartementen: % verhuurde dagen sinds het begin van het boekjaar. Deze bezettingsgraad kan dus niet worden vergeleken met de bezettingsgraad berekend voor de rest van de portefeuille, aangezien een verschillende methodologie wordt gehanteerd.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

De bezettingsgraad voor het gemeubelde deel van het patrimonium (dat nog slechts 7% van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie vertegenwoordigt) bedraagt 81,0% over het eerste semester. Dit is hoger dan de bezettingsgraad gerealiseerd over het eerste semester van het vorige boekjaar (73,2%) en over het hele boekjaar 2014/2015 (78,3%).

De globale bezettingsgraad2 van de portefeuille bedraagt 98% op 31 december 2015.

De gemiddelde resterende duur van de huurovereenkomsten van de hele portefeuille bedraagt 20 jaar, wat gelijk is aan die op 30 juni 2015. Deze prestatie is te verklaren door het grote aandeel van langetermijnhuurcontracten (zoals erfpachtovereenkomsten) in de portefeuille van Aedifica.

2 Berekend volgens de EPRA-methodologie.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

5. Brutorendement per activiteitensector

Onderstaande tabel toont het brutorendement van de portefeuille per activiteitensector, in verhouding tot de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie, die wat de gemeubelde appartementen betreft met de goodwill en de boekwaarde van de meubelen verhoogd wordt.

Over het algemeen is het brutorendement stabiel (5,8%) gebleven ten opzichte van het niveau ervan op 30 juni 2015.

31 december 2015
(x1.000€) Huisvesting
voor senioren
Appartements
gebouwen
Hotels
en
andere
Vastgoed
beleggingen
in
exploitatie
Project
ontwikkelingen
Vastgoed
beleggingen***
Reële waarde 755.039 217.005 72.112 1.044.156 20.523 1.064.679
Jaarlijkse
contractuele
huurgelden
44.203 12.081 * 4.491 60.775 - 60.775
Brutorendement (%) ** 5,9% 5,5% 6,2% 5,8% - -
30 juni 2015
(x1.000€) Huisvesting
voor senioren
Appartements
gebouwen
Hotels
en
andere
Vastgoed
beleggingen
in
exploitatie
Project
ontwikkelingen
Vastgoed
beleggingen***
Reële waarde 696.272 214.461 72.696 983.429 21.734 1.005.163
Jaarlijkse
contractuele
huurgelden
41.038 11.866 * 4.538 57.442 0 57.442
Brutorendement (%) ** 5,9% 5,4% 6,2% 5,8% - -
31 december 2014
(x1.000€) Huisvesting
voor senioren
Appartements
gebouwen
Hotels
en
andere
Vastgoed
beleggingen
in
exploitatie
Project
ontwikkelingen
Vastgoed
beleggingen***
Reële waarde 656.278 210.886 73.439 940.603 30.114 970.717
Jaarlijkse
contractuele
huurgelden
39.025 11.684 * 4.578 55.287 - 55.287
Brutorendement (%) ** 5,9% 5,5% 6,2% 5,9% - -

* De bedragen m.b.t. de gebouwen met gemeubelde appartementen zijn de huurinkomsten, geannualiseerd en uitgezonderd BTW.

** Op basis van de reële waarde (waarde bepaald door de vastgoeddeskundigen), die om de 3 maanden wordt herschat, verhoogd met de goodwill en de meubelen voor de gemeubelde appartementen. In de sector van de huisvesting voor senioren is het brutorendement doorgaans gelijk aan het nettorendement ("triple net" contracten). De exploitatielasten, de onderhoudskosten en het risico van huurderving worden in België namelijk volledig ten laste genomen door de exploitant. Dit geldt eveneens voor de hotels. In Duitsland is het nettorendement doorgaans lager dan het brutorendement, sommige lasten zijn ten laste van de eigenaar, zoals het onderhoud en de herstellingen van de structuur, de gevels en het dak van het gebouw ("double net" contracten).

*** Inclusief de activa bestemd voor verkoop.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6. Analyse van de geconsolideerde semestriële rekeningen

In overeenstemming met de IAS 34-norm zijn de verkorte financiële staten op bladzijde 46 van dit halfjaarlijks financieel verslag opgenomen. In de volgende secties van dit tussentijds verslag worden de financiële staten in een analytische vorm, zoals die overigens voor de interne rapportering van Aedifica wordt aangewend, voorgesteld en geanalyseerd.

6.1.Geconsolideerde resultaten3

Geconsolideerde resultatenrekening - analytisch schema 31 december 2015 31 december 2014
(x 1.000 €)
Huurinkomsten 28.654 22.914
Met verhuur verbonden kosten -19 -5
Nettohuurresultaat 28.635 22.909
Operationele kosten* -5.281 -4.910
Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille 23.354 17.999
Exploitatiemarge** (%) 82% 79%
Financieel resultaat vóór IAS 39 -6.293 -6.055
Belastingen -241 -151
Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 16.820 11.793
Noemer (IAS 33) 14.064.202 10.363.753
Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 per aandeel (€/aandeel) 1,20 1,14
Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 16.820 11.793
IAS 39-impact: variatie van de reële waarde van financiële activa en -951 -3.294
passiva
IAS 40-impact: variatie van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen. 7.866 12.722
IAS 40-impact: resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 0 0
IAS 40-impact: uitgestelde belastingen -363 -116
Afrondingsverschil 0 0
Nettoresultaat (aandeel van de groep) 23.372 21.105
Noemer (IAS 33) 14.064.202 10.363.753
Nettoresultaat per aandeel 1,66 2,04
(aandeel van de groep - IAS 33 - €/aandeel)

* Rubrieken IV tot XV van de resultatenrekening.

** Operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille gedeeld door het nettohuurresultaat.

De geconsolideerde omzet (geconsolideerde huurinkomsten) stijgt en bedraagt 28,7 miljoen € voor het eerste semester van het boekjaar 2015/2016, hetzij +25% in vergelijking met dezelfde periode van het vorige boekjaar. Deze geconsolideerde omzet is beduidend hoger dan het budget (d.w.z. de semestriële vooruitzichten die afgeleid kunnen worden uit de jaarlijkse vooruitzichten voor het boekjaar 2015/2016, voorgesteld in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015), dankzij de vijf acquisities, gerealiseerd sinds het begin van het boekjaar 2015/2016, die niet gebudgetteerd waren en de goede prestatie van de appartementsgebouwen.

3 De resultatenrekening dekt een periode van 6 maanden, van 1 juli 2015 tot 31 december 2015. De acquisities werden geboekt op datum van effectieve controleoverdracht. Deze operaties hebben bijgevolg een verschillende weerslag op de resultatenrekening.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

De sectorale variatie van de geconsolideerde omzet is hieronder vermeld:

Geconsolideerde huurinkomsten
(x1.000€)
31 december 2015 31 december 2014 Var. (%) bij
ongewijzigde
portefeuille
Var. (%)
Huisvesting voor senioren 20.720 15.120 +0,6% +37,0%
Appartementsgebouwen 5.999 5.848 +2,6% +2,6%
Hotels en andere 1.995 2.000 -0,2% -0,2%
Intersectoraal -60 -54
Totaal 28.654 22.914 +1,0% +25,1%

De evolutie van de huurinkomsten van het segment van huisvesting voor senioren (+37,0% of +0,6% bij ongewijzigde portefeuille) toont de relevantie van de investeringsstrategie van Aedifica in dit segment, dat meer dan 72% van de omzet en ca. 88% van het operationele resultaat vóór het resultaat op de portefeuille van de Groep genereert.

De huurinkomsten van de appartementsgebouwen stijgen met 2,6%, terwijl die van de 'hotels en andere' thans stabiel zijn.

Na aftrek van de met verhuur verbonden kosten bedraagt het nettohuurresultaat 28,6 miljoen € (+25% ten opzichte van 31 december 2014).

Het vastgoedresultaat bedraagt 27,9 miljoen € (31 december 2014: 22,2 miljoen €). Dit resultaat verminderd met de andere directe kosten leidt tot een operationeel vastgoedresultaat van 26,4 miljoen € (31 december 2014: 20,3 miljoen €). Dit impliceert een operationele marge4 van 92% (31 december 2014: 89%).

Na aftrek van de algemene kosten ten bedrage van 3,0 miljoen € (31 december 2014: 2,4 miljoen €) en rekening houdend met de andere operationele inkomsten en lasten, stijgt het operationele resultaat vóór het resultaat op de portefeuille met 30% tot 23,4 miljoen €, hetgeen een exploitatiemarge van 82% impliceert (31 december 2014: 79%). Deze marge is hoger dan het budget.

De nieuwe IFRIC-interpretatie 21 "Heffingen" (zie het jaarlijks financieel verslag 2014/2015, in het bijzonder pagina 38) zorgt ervoor dat de opname van de vastgoedbelastingen, die vroeger in tijd gespreid werden over het eerste en het tweede semester van elk boekjaar (pro rata temporis in het resultaat opgenomen van elk boekjaar), in de balans wordt overgedragen naar het tweede semester van het boekjaar 2015/2016. Indien die belastingen in tijd gespreid hadden kunnen worden, dan zou in de periode van het semester onder nazicht de exploitatiemarge 80% geweest zijn in plaats van 82%, zoals in de voorafgaande paragraaf gemeld werd.

Het aandeel van elk segment in het operationele resultaat vóór het resultaat op de portefeuille (sectoraal resultaat volgens IFRS 8) wordt in toelichting 3 van de geconsolideerde verkorte financiële staten weergegeven.

Rekening houdend met de kasstromen die gegenereerd worden door de indekkingsinstrumenten (die hieronder beschreven worden), bedragen de netto-interestlasten van Aedifica 5,9 miljoen €

4 Operationeel vastgoedresultaat gedeeld door het nettohuurresultaat.

Halfjaarlijks financieel verslag Gereglementeerde informatie

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

(31 december 2014: 6,0 miljoen €). De effectieve gemiddelde interestvoet (3,0% vóór activering van de intercalaire interesten op de projectenontwikkelingen) is lager dan die van het eerste semester van het boekjaar 2014/2015 (3,2%) en eveneens lager dan die opgenomen in het budget. Rekening houdend met de andere financiële opbrengsten en lasten (waaronder de niet-recurrente opbrengst van 0,1 miljoen € die gedetailleerd is in toelichting 5 van de geconsolideerde verkorte financiële staten hieronder) en met uitsluiting van de netto-impact van de herwaardering van de indekkingsinstrumenten aan hun reële waarde (deze impact, die geen kasstroom is, wordt volgens de IAS 39-norm geboekt en maakt geen deel uit van het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 zoals hieronder uitgelegd), leidt het financiële resultaat vóór IAS 39 tot een nettolast van 6,3 miljoen € (31 december 2014: 6,1 miljoen €).

De belastingen bestaan uit verschuldigde en uitgestelde belastingen. In overeenstemming met het bijzondere belastingstelsel van de GVV's omvatten de verschuldigde belastingen (0,2 miljoen €; 31 december 2014: 0,2 miljoen €) voornamelijk de Belgische belasting op de verworpen uitgaven van de Vennootschappen, de belasting op winst die in het buitenland door de Vennootschap werd behaald en de belasting op de winst van geconsolideerde dochterondernemingen. De uitgestelde belastingen worden hieronder verklaard.

Het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 bedraagt 16,8 miljoen € voor dit semester (31 december 2014: 11,8 miljoen €), hetzij 1,20 € per aandeel, op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen in omloop (31 december 2014: 1,14 € per aandeel). Dit resultaat (zowel in absolute termen als per aandeel) is hoger dan het budget, zelfs na een correctie om de gunstige effecten te neutraliseren van IFRIC 21 en de hierboven vermelde niet-recurrente financiële opbrengst.

De resultatenrekening telt bovendien drie elementen die geen kasstroom zijn (m.a.w. non cash) en die fluctueren in functie van externe marktparameters. Het betreft de variatie van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen (in de boekhouding opgenomen volgens de IAS 40-norm), de variatie van de reële waarde van de financiële activa en passiva (in de boekhouding opgenomen volgens de IAS 39-norm) en de uitgestelde belastingen (voortvloeiend uit de IAS 40-norm):

  • Over de eerste zes maanden van het boekjaar bedraagt de variatie van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie5 , die in het resultaat opgenomen is, +0,8%, of +8,3 miljoen € (31 december 2014: +6,7 miljoen €). Een variatie in reële waarde van - 0,4 miljoen € werd opgetekend voor de projectontwikkelingen (+6,0 miljoen € voor het vorige boekjaar). De gecombineerde variatie van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie en van de projectontwikkelingen toont dus een stijging van 7,9 miljoen € over het semester (31 december 2014: 12,7 miljoen €).
  • Om het renterisico op de financiering van haar investeringen te beperken, heeft Aedifica zeer voorzichtige indekkingen ("cash flow hedges") genomen waarbij op lange termijn6 de schuld met variabele rentevoet wordt omgezet in een schuld met vaste rentevoet of met een bovengrens. Deze financiële instrumenten worden nader uitgelegd in toelichting 9 van de geconsolideerde verkorte financiële staten hierna. Bovendien weerspiegelen de financiële instrumenten

5 Deze variatie komt overeen met het saldo van positieve en negatieve variaties van de reële waarde van de gebouwen op 30 juni 2015 of de datum waarop de nieuwe gebouwen in het patrimonium werden opgenomen en de reële waarde die door de experten geschat werd op 31 december 2015.

6 Indekkingen op lange termijn laten toe het renterisico op de financiering van investeringen die inkomsten op lange termijn genereren, zoals erfpachten, te verminderen. De gemiddelde resterende duur van de huurovereenkomsten bedraagt 20 jaar.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

eveneens de verkoopopties toegestaan aan aandeelhouders zonder zeggenschap (betreffende de dochtervennootschappen die in december 2014 werden verworven), die het voorwerp uitmaken van een waardering tegen reële waarde (zie toelichting 16). De IAS 39-impact (variatie van de reële waarde) opgenomen in de resultatenrekening op 31 december 2015 bedraagt een last van 1,0 miljoen € (31 december 2014: een last van 3,3 miljoen €).

  • De uitgestelde belastingen (een last van 0,4 miljoen € op 31 december 2015, tegenover een last van 0,1 miljoen € op 31 december 2014) komen voort uit de boeking aan reële waarde van in het buitenland gelegen gebouwen in overeenstemming met de IAS 40-norm. Deze uitgestelde belastingen (die geen kasstroom zijn, m.a.w. non cash) zijn dus niet in het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 opgenomen.

Rekening houdend met de niet-monetaire elementen die hierboven vermeld zijn, bedraagt het nettoresultaat (aandeel van de groep) 23,4 miljoen € (31 december 2014: 21,1 miljoen €). Het gewone resultaat per aandeel (basic earnings per share zoals gedefinieerd door IAS 33) bedraagt 1,66 € (31 december 2014: 2,04 €).

6.2.Geconsolideerde balans

Geconsolideerde balans 31 december 2015 30 juni 2015
(x 1.000 €)
Vastgoedbeleggingen (reële waarde)** 1.064.679 1.005.163
Andere activa opgenomen in de schuldratio 14.764 14.073
Andere activa 1.243 1.048
Totaal activa 1.080.686 1.020.284
Eigen vermogen
Vóór IAS 39-impact 645.369 636.193
IAS 39-impact* -39.568 -37.923
Eigen vermogen 605.801 598.270
Schulden en verplichtingen opgenomen in de schuldratio 430.351 377.216
Andere verplichtingen 44.534 44.798
Totaal van het eigen vermogen en verplichtingen 1.080.686 1.020.284
Schuldratio (%) 39,9% 37,0%

* Reële waarde van de indekkingsinstrumenten (zie toelichting 9).

** Inclusief de activa bestemd voor verkoop.

Halfjaarlijks financieel verslag Gereglementeerde informatie

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Op 31 december 2015 bestaan de activa op de balans van Aedifica voor 99% uit vastgoedbeleggingen (30 juni 2015: 99%), die gewaardeerd worden volgens de IAS 40-norm7 , en die een bedrag van 1.065 miljoen € (30 juni 2015: 1.005 miljoen €) vertegenwoordigen. Deze rubriek omvat:

  • De vastgoedbeleggingen in exploitatie, inclusief de activa bestemd voor verkoop (31 december 2015: 1.044 miljoen €; 30 juni 2015: 983 miljoen €) stijgen ten bedrage van 61 miljoen €. De nettostijging van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie wordt voornamelijk voor +40 miljoen € verklaard door investeringsoperaties (zie sectie 3.1. hierboven), voor +13 miljoen € door de oplevering van projectontwikkelingen (zie sectie 3.2. hierboven) en voor +8 miljoen € door de variatie van de reële waarde van de gebouwen in exploitatie in het patrimonium.
  • De projectontwikkelingen (31 december 2015: 21 miljoen €; 30 juni 2015: 22 miljoen €) betreffen voornamelijk vastgoedinvesteringen in uitvoering (nieuwbouwprojecten of renovaties in uitvoering) (zie sectie 3.2. hierboven). Deze maken deel uit van een meerjarig investeringsbudget, zoals in sectie 1.2. van het vastgoedverslag hieronder weergegeven.

De andere activa opgenomen in de schuldratio vertegenwoordigen 1% van het totaal van de balans (30 juni 2015: 1%).

Sinds de oprichting van Aedifica is haar kapitaal geëvolueerd ingevolge diverse vastgoedoperaties (inbrengen, fusies, enz.) en de kapitaalverhogingen in geld van oktober 2010, december 2012 en juni 2015. Het kapitaal bedraagt 374 miljoen € op 31 december 2015 8 (30 juni 2015: 371 miljoen €). Het eigen vermogen (of nettoactief), dat de intrinsieke waarde van Aedifica vertegenwoordigt rekening houdend met de reële waarde van het vastgoedpatrimonium, bedraagt:

  • 645 miljoen € vóór IAS 39-impact (30 juni 2015: 636 miljoen €, inclusief het dividend van 22 miljoen € dat ondertussen in oktober 2015 werd uitgekeerd);
  • of 606 miljoen € na IAS 39-impact (30 juni 2015: 598 miljoen €, inclusief het dividend van 22 miljoen € dat ondertussen in oktober 2015 werd uitgekeerd).

Op 31 december 2015 bedragen de schulden en passiva die worden opgenomen in de schuldratio (zoals gedefinieerd door het koninklijk besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen) 430 miljoen € (30 juni 2015: 377 miljoen €), waarvan 414 miljoen € (30 juni 2015: 367 miljoen €) het bedrag betreft dat effectief getrokken is op de kredietlijnen van de Vennootschap. De geconsolideerde schuldratio van Aedifica bedraagt dus 39,9% (30 juni 2015: 37,0%). Aangezien de maximaal toegelaten schuldratio voor GVV's 65% van de totale activa bedraagt, beschikt Aedifica heden nog over een geconsolideerde schuldcapaciteit van 271 miljoen € bij constante activa (d.w.z. zonder groei van de vastgoedportefeuille) en van 775 miljoen € bij variabele activa (d.w.z. met groei van de vastgoedportefeuille). Omgekeerd zou de huidige balansstructuur, indien alle andere parameters gelijk blijven, een vermindering van de reële waarde van de gebouwen met 39% kunnen absorberen alvorens de maximale schuldratio te bereiken. Ten opzichte van de huidige bankcovenants waartoe Aedifica zich heeft verbonden en waarbij de schuldratio tot 60% beperkt wordt, bedragen de

7 De vastgoedbeleggingen worden geboekt aan reële waarde zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen (met name Stadim CVBA, de Crombrugghe & Partners NV en CBRE GmbH).

8 De IFRS-normen bepalen dat de kosten van kapitaalverhogingen als een vermindering van het statutaire kapitaal worden voorgesteld.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

drie hiervoor vermelde drempels 217 miljoen € bij constante activa, 543 miljoen € bij variabele activa en -34%.

De andere passiva van 45 miljoen € (30 juni 2015: 45 miljoen €) vertegenwoordigen voornamelijk de reële waarde van de financiële indekkingsinstrumenten (31 december 2015: 39 miljoen €; 30 juni 2015: 38 miljoen €).

6.3.Nettoactiefwaarde per aandeel

Onderstaande tabel toont de evolutie van de nettoactiefwaarde per aandeel.

Vóór de niet-monetaire (d.w.z. non cash) impact van de IAS 39-norm9 en na uitkering van het dividend 2014/2015 in oktober 201510, bedraagt de nettoactiefwaarde per aandeel op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen 45,54 € op 31 december 2015 (43,74 € per aandeel op 30 juni 2015).

Nettoactiefwaarde per aandeel (in €) 31 december 2015 30 juni 2015
Op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen
Nettoactief na aftrek van het dividend 2014/2015, vóór IAS 39 45,54 43,74
IAS 39-impact -2,79 -2,70
Nettoactief na aftrek van het dividend 2014/2015 42,75 41,04
Aantal aandelen in omloop (zonder eigen aandelen) 14.169.939 14.045.931
Aantal aandelen 31 december 2015 30 juni 2015
Aantal aandelen in omloop* 14.169.939 14.045.931
Totaal aantal aandelen 14.169.939 14.045.931
Aantal beursgenoteerde aandelen 14.150.083 14.045.931
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen in omloop (noemer volgens
IAS 33)
14.064.202 10.658.981
Aantal dividendrechten** 14.164.894 10.924.613

* Na aftrek van de eigen aandelen.

** Rekening houdende met het recht op een dividend toegekend aan de aandelen uitgegeven tijdens het boekjaar.

9 De IAS 39-impact van -2,79 € per aandeel op 31 december 2015 stemt overeen met de reële waarde van de indekkingsinstrumenten in het eigen vermogen, die negatief is ten bedrage van 40 miljoen € en die voornamelijk in de passiva van de balans opgenomen is.

10 De IFRS-normen bepalen dat de jaarrekening moet worden voorgelegd vóór de bestemming van het resultaat. Het nettoactief van 42,59 € per aandeel op 30 juni 2015 omvatte derhalve nog het dividend dat in oktober 2015 werd uitgekeerd en moet bijgevolg verminderd worden met 1,56 € per aandeel om de nettoactiefwaarde per aandeel op 30 juni 2015 te kunnen vergelijken met de nettoactiefwaarde per aandeel op 31 december 2015. Dit bedrag stemt overeen met het totaalbedrag aan uitgekeerde dividenden (ten bedrage van 22 miljoen €) gedeeld door het aantal aandelen in omloop op 30 juni 2015 (14.045.931).

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

7. Vooruitzichten

De raad van bestuur blijft met zeer grote aandacht de evolutie van de economische en financiële context volgen, alsook de eventuele invloed ervan op de activiteiten van de Groep.

In het huidige economische klimaat zijn de voornaamste troeven van Aedifica de volgende:

  • De strategische focus van de Vennootschap op zorgvastgoed en haar ontwikkeling in Europa, laat de Vennootschap toe zich aan te passen aan de opportuniteiten op de markt en aan de evolutie van de economische conjunctuur, in de context van een vergrijzende bevolking.
  • Dankzij haar investeringen in huisvesting voor senioren geniet Aedifica geïndexeerde langetermijnhuurinkomsten die hoge nettorendementen genereren. De gemiddelde resterende duur van al haar huurovereenkomsten bedraagt 20 jaar, wat Aedifica een zeer goed zicht geeft op het grootste deel van haar toekomstige inkomsten op lange termijn.
  • De investeringen in appartementen bieden Aedifica een meerwaardepotentieel.
  • De externe financiering van de vastgoedportefeuille (met inbegrip van de lopende projectontwikkelingen) is verzekerd door kredietlijnen ten bedrage van 580 miljoen €, waarvan geen enkele vervalt voor het einde van het boekjaar 2015/2016. Heden zijn de op de kredietlijnen opgenomen bedragen nagenoeg volledig ingedekt door indekkingsinstrumenten.
  • Met een geconsolideerde schuldratio van 39,9% op 31 december 2015 (zeer ver onder het wettelijke maximum van 65% dat aan GVV's opgelegd wordt en ver onder het contractuele maximum van 60% dat in de kredietovereenkomsten met de banken opgenomen is) geniet Aedifica een goede solvabiliteit. Deze solvabiliteit wordt ondersteund door de stabiliteit van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen van de Vennootschap sinds jarenlang. Aedifica beschikt dus over een balansstructuur die haar zal toelaten om de projecten en renovaties waartoe ze zich heeft verbonden uit te voeren (het betreft toekomstige investeringen die op 31 december 2015 op ongeveer 170 miljoen € geschat worden, waarvan ca. 150 miljoen € nog gerealiseerd moeten worden in een tijdsspanne van drie jaar) alsook nieuwe investeringen uit te voeren.

De dividendvooruitzichten blijven voor het lopende boekjaar, zoals gepubliceerd in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015, onveranderd op 2,05 € bruto per aandeel, hoger dan het uitgekeerde dividend voor het boekjaar 2014/2015.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

8. Ranking Aedifica

Volgens de "Weekly table value" (op 12 februari 2016 gepubliceerd door Bank Degroof Petercam) is Aedifica de 4de grootste GVV op het vlak van marktkapitalisatie.

Bovendien is Aedifica tussen 31 december 2006 en 31 december 2015 opgeklommen van de 36ste tot de 8ste plaats in de ranglijst van de 100 grootste vastgoedpatrimonia in België (gepubliceerd in het "Investors Directory 2016", uitgegeven door Expertise bvba in januari 2016).

Ten slotte werd Aedifica op het vlak van financiële communicatie de volgende prijzen toegekend:

  • Op 9 september 2015 won Aedifica de "EPRA Gold Award" voor het jaarlijks financieel verslag 2013/2014. Aedifica sluit zo aan bij de kopgroep van de 106 Europese vennootschappen die worden geëvalueerd door EPRA, de Europese vereniging van beursgenoteerde vastgoedvennootschappen.
  • Op de 55ste uitreiking van de Prijs voor de beste financiële communicatie, die plaatsvond op 12 oktober 2015, heeft de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (BVFA/ABAF) aan Aedifica de prijs voor de beste financiële communicatie in de categorie "Mid & Small Cap" toegekend. Deze categorie omvat 34 beursgenoteerde bedrijven uit alle sectoren. 92 analisten beoordeelden de vennootschappen.

9. Voornaamste risico's en onzekerheden

De raad van bestuur meent dat de voornaamste risicofactoren en onzekerheden voorgesteld op pagina's 3 tot 11 van het jaarlijks financieel verslag 2014/2015 blijven gelden voor de resterende maanden van het boekjaar 2015/2016.

Het risico op een verhoging van de roerende voorheffing voor de dividenden die in 2016 en de daaropvolgende jaren zullen worden uitgekeerd, werd effectief verwezenlijkt in het kader van de belastinghervorming (meestal "tax shift" genoemd in de pers). De afschaffing van de vermindering van de roerende voorheffing tot 15% voor de residentiële GVV's biedt daarentegen een opportuniteit aan Aedifica, omdat het scala van potentiële toekomstige investeringen breder wordt.

10. Transacties met verbonden partijen

De transacties met verbonden partijen zoals bepaald door de IAS 24-norm en het Wetboek van Vennootschappen zijn het voorwerp van toelichting 15 van de geconsolideerde verkorte financiële staten in bijlage. Deze transacties omvatten de bezoldiging van de bestuurders en van de effectieve leiders van Aedifica.

Sommige transacties vallen tevens in het toepassingsgebied van artikel 37 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de GVV's (behalve de gevallen uitdrukkelijk vermeld in artikel 38 van dezelfde wet). In de loop van het eerste semester van het boekjaar 2015/2016 werden geen transacties uitgevoerd die in dit artikel bedoeld worden en die buiten het kader van normale commerciële relaties tussen Aedifica en haar gewoonlijke dienstverleners vallen.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

11. Corporate governance

11.1. Hernieuwing van een mandaat

De gewone algemene vergadering van 23 oktober 2015 keurde met onmiddellijke ingang en voor een periode van 3 jaar (tot na de gewone algemene vergadering van 2018) de hernieuwing goed van het mandaat als uitvoerend bestuurder van de heer Stefaan Gielens.

11.2. Benoeming van drie nieuwe bestuurders

De gewone algemene vergadering keurde eveneens met onmiddellijke ingang en voor een periode van 3 jaar (tot na de gewone algemene vergadering van 2018) drie nieuwe benoemingen van bestuurders goed, namelijk mevrouw Katrien Kesteloot als onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder, mevrouw Elisabeth May-Roberti als onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder en de heer Serge Wibaut als onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder.

11.3. Aftredende bestuurders

De raad van bestuur wil de aftredende bestuurders opnieuw hartelijk bedanken, met name mevrouw Brigitte Gouder de Beauregard (permanent vertegenwoordiger van RE-Invest nv), de heer Pierre Iserbyt (permanent vertegenwoordiger van Serdiser Comm. VA) en mevrouw Hilde Laga voor hun toewijding.

11.4. Comités

Ten gevolge van de nieuwe samenstelling van de raad van bestuur werd de samenstelling van de comités als volgt aangepast:

a) Het auditcomité bestaat uit de volgende leden:

  • Mevrouw Adeline Simont Voorzitter van het comité Bestuurder
  • Mevrouw Katrien Kesteloot Onafhankelijk bestuurder
  • De heer Serge Wibaut Onafhankelijk bestuurder

Het corporate governance charter van Aedifica bepaalt dat het auditcomité wordt voorgezeten door een onafhankelijk bestuurder. Om de continuïteit te waarborgen, wenste de raad van bestuur echter dat Mevrouw Adeline Simont, lid van het auditcomité sinds de oprichting ervan in 2006, tijdelijk het voorzitterschap van het comité waarneemt aangezien de twee andere leden nieuwe bestuurders zijn.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

b) Het benoemings- en bezoldigingscomité bestaat uit de volgende leden:

  • Mevrouw Adeline Simont Voorzitter van het comité Bestuurder
  • Mevrouw Elisabeth May-Roberti Onafhankelijk bestuurder
  • De heer Jean Franken Onafhankelijk bestuurder

c) Het investeringscomité bestaat uit de volgende leden:

  • De heer Jean Franken Voorzitter van het comité Onafhankelijk bestuurder
  • Mevrouw Sophie Maes Onafhankelijk bestuurder
  • De heer Olivier Lippens Bestuurder
  • De heer Stefaan Gielens Gedelegeerd bestuurder – Lid van het directiecomité – CEO
  • De heer Jean Kotarakos Bestuurder – Lid van het directiecomité – CFO

Opgemaakt te Brussel op 22 februari 2016. De raad van bestuur.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

II. EPRA11

Sinds 18 maart 2013 is het Aedifica-aandeel opgenomen in de "FTSE EPRA/NAREIT Global Real Estate Index". Bij het laatste kwartaalnazicht in maart 2013 van de samenstelling van deze indexen voldeed het Aedifica-aandeel inderdaad aan alle opnamecriteria die door EPRA worden bepaald.

EPRA ("European Public Real Estate Association") is de stem van de Europese beursgenoteerde vastgoedsector, telt meer dan 200 leden en vertegenwoordigt meer dan 350 miljard € vastgoed. De EPRA-indexen zijn een wereldwijde benchmark en de meest gebruikte investeringsindex voor beursgenoteerd vastgoed; de indexen zijn samengesteld uit meer dan 95 vennootschappen, met een gezamenlijke beurskapitalisatie van meer dan 195 miljard €. De criteria om opgenomen te worden in de indexen zijn gepubliceerd op de website van EPRA.

Aedifica is opgenomen in de Europese index met een gewicht van ongeveer 0,4% en in de Belgische index met een gewicht van ongeveer 14%.

Aedifica sluit zich aan bij de tendens om de rapportering te standaardiseren met het oog op een betere kwaliteit en vergelijkbaarheid van de informatie en stelt de investeerders het merendeel van de indicatoren die werden berekend volgens de aanbevelingen van EPRA ter beschikking.

Key performance indicatoren volgens het EPRA referentiesysteem

31 december 2015 31 december 2014
EPRA Resultaat (in €/aandeel) 1,20 1,14
EPRA Kostratio (inclusief rechtstreekse leegstandskosten) (in %) 18% 21%
EPRA Kostratio (exclusief rechtstreekse leegstandskosten) (in %) 18% 21%
31 december 2015 30 juni 2015
EPRA NAW (in €/aandeel) 45,73 43,90
EPRA NNNAW (in €/aandeel) 42,62 40,88
EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) (in %) 5,2% 5,1%
EPRA Aangepast NIR (in %) 5,2% 5,1%
EPRA Bezettingsgraad (in %) 2% 2%

Op 9 september 2015 heeft Aedifica de "EPRA Gold Award" gewonnen voor het jaarlijks financieel verslag 2013/2014, zoals reeds vermeld in sectie 8 van het tussentijds beheersverslag hierboven.

11 Deze gegevens zijn niet vereist door de GVV-regelgeving.

Halfjaarlijks financieel verslag Gereglementeerde informatie

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

III. Aedifica op de beurs

1. Beurskoers en volume

Het aandeel van Aedifica (AED) is sinds 23 oktober 2006 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussel. Sindsdien heeft Aedifica drie kapitaalverhogingen in geld met voorkeurrecht of onherleidbaar toewijzingsrecht afgerond:

  • 15 oktober 2010: uitgifte van 2.013.334 nieuwe aandelen aan een inschrijvingsprijs van 33,45 € per aandeel, voor een brutobedrag van 67 miljoen €.
  • 7 december 2012: uitgifte van 2.697.777 nieuwe aandelen aan een inschrijvingsprijs van 37,00 € per aandeel, voor een brutobedrag van 99,8 miljoen €.
  • 29 juni 2015: uitgifte van 3.121.318 nieuwe aandelen aan een inschrijvingsprijs van 49,00 € per aandeel, voor een brutobedrag van 153 miljoen €.

Op 31 december 2015 is Aedifica opgenomen in de Bel Re Inv Trusts-index met een gewicht van 8,84% en in de Bel Mid-index12 met een gewicht van 3,21%.

Op basis van de beurskoers op 31 december 2015 (60,56 €) kent het aandeel Aedifica een:

  • premie van 33,0% tegenover het nettoactief per aandeel op basis van de reële waarde van de vastgoedportefeuille, vóór IAS 39;
  • premie van 41,7% tegenover het nettoactief per aandeel op basis van de reële waarde van de vastgoedportefeuille, na IAS 39.

Tussen de datum van de beursgang (na aftrek van de coupons die de voorkeurrechten of de onherleidbare toewijzingsrechten in het kader van de kapitaalverhogingen van 15 oktober 2010, 7 december 2012 en 29 juni 2015 vertegenwoordigde) en 31 december 2015, is de koers van het Aedifica-aandeel met 67% gestegen, tegenover een stijging van 27% voor de Bel Mid-index en een daling van 17% voor de EPRA Europe-index13 over dezelfde periode. De lezer wordt verwezen naar sectie 4.2 van het hoofdstuk "Risicofactoren" van dit jaarlijks financieel verslag met betrekking tot de fiscale behandeling van de dividenden.

Op internationaal niveau is het aandeel Aedifica opgenomen in de EPRA-indexen sinds 18 maart 2013 en in de MSCI-indexen sinds 1 december 2015.

12 De Bel Mid-index is samengesteld uit aandelen die geen deel uitmaken van de BEL20-index, waarvan de free-floatmarktkapitalisatie meer bedraagt dan de BEL20-index vermenigvuldigd met 50.000 € en waarvan de omloopsnelheid minstens 10% bedraagt. Bovendien mag een individueel aandeel niet meer dan 10% wegen in de totale index.

13 Bijkomende informatie over de EPRA-index is terug te vinden op de website van EPRA (www.EPRA.com).

Halfjaarlijks financieel verslag Gereglementeerde informatie

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Aandeel Aedifica 31 december 2015 30 juni 2015
Slotkoers (in €) 60,56 50,30
Nettoactiefwaarde per aandeel (op basis van de reële waarde) na aftrek van het
dividend 2014/2015, vóór IAS 39 (in €)
45,54 43,74
Premie (+)/Discount (-) (op basis van de reële waarde) vóór IAS 39-impact 33,0% 15,0%
Nettoactiefwaarde per aandeel (op basis van de reële waarde) vóór aftrek van
het dividend 2014/2015, na IAS 39 (in €)
42,75 41,04
Premie (+)/Discount (-) (op basis van de reële waarde) na IAS 39-impact 41,7% 22,6%
Beurskapitalisatie 856.929.026 706.510.329
Free float 1 100,00% 94,54%
Totaal aantal genoteerde aandelen 14.150.083 14.045.931
Noemer voor de berekening van de nettoactiefwaarde per aandeel 14.169.939 14.045.931
Gemiddeld dagelijks volume 17.328 9.809
Omloopsnelheid 2 35,5% 28,8%
Brutodividend per aandeel (in €) 3 2,05 2,00
Brutodividendrendement 4 3,4% 4,0%

1 Percentage van het kapitaal van een vennootschap in het bezit van het publiek, volgens de definitie van Euronext. Zie persbericht van 18 december 2015.

2 Totaal volume van de gedurende het jaar verhandelde aandelen, gedeeld door het totaal aantal aandelen, volgens de definitie van Euronext.

3 2015/2016: volgens sectie 7 van het tussentijdse beheersverslag hierboven.

4 Bruto uitgekeerd dividend per aandeel gedeeld door de beurskoers bij sluiting.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

2. Grafische illustraties van de beurskoers van Aedifica

De beurskoers en de volumes betreffen de periode tussen de datum van de beursgang en 31 december 2015.

Total return van Aedifica en vergelijking met indexen

Evolutie van de beurskoers van Aedifica en vergelijking met indexen

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

3. Aandeelhouderschap

Sinds 18 december 201514 bezit geen enkele aandeelhouder meer dan 5% van de aandelen. De free float bedraagt dus 100%.

Het totale aantal aandelen bedraagt 14.169.939.

4. Financiële kalender15

Financiële kalender
Tussentijdse verklaring 31.03.2016 18/05/2016
Jaarlijks persbericht 30.06.2016 5/09/2016
Jaarlijks financieel verslag 2015/2016 23/09/2016
Gewone algemene vergadering 2016 28/10/2016
Dividend - Coupon m.b.t. het boekjaar 2015/2016 ("ex-date") 2/11/2016
Tussentijdse verklaring 30.09.2016 16/11/2016
Halfjaarlijkse resultaten 31.12.2016 Februari 2017

14 De kennisgevingen alsook de controlelijnen zijn op de website van Aedifica terug te vinden. De vennootschap heeft geen kennisgeving in het kader van de transparantiewetgeving ontvangen na 18 december 2015.

15 Deze data zijn onder voorbehoud van wijzigingen.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

IV. Vastgoedverslag

1. Geconsolideerde vastgoedportefeuille

1.1.Vastgoedbeleggingen in exploitatie16

Huisvesting voor senioren Totale Aantal Bezettings Contract. Contract. Geschatte
oppervlakte residentiële graad(2) Huurgelden(3) huurgelden huurwaarde
(m²)(1) eenheden (%) + GHW op
leegstand(4)
(GHW)(5)
Château Chenois 6.354 115 100,0% 863.500 863.500 1.080.100
New Philip 3.914 111 100,0% 472.800 472.800 571.800
Jardins de Provence 2.280 72 100,0% 388.100 388.100 385.000
Bel Air 5.350 161 100,0% 705.600 705.600 807.700
Residentie Grange des Champs 3.396 75 100,0% 417.500 417.500 475.900
Residentie Augustijn 4.832 94 100,0% 525.000 525.000 571.900
Ennea 1.848 34 100,0% 188.400 188.400 173.700
Kasteelhof 3.500 81 100,0% 340.800 340.800 486.100
Wielant 4.834 104 100,0% 523.400 523.400 678.900
Residentie Parc Palace 6.719 162 100,0% 1.223.400 1.223.400 1.464.200
Residentie Service 8.716 175 100,0% 1.258.300 1.258.300 1.059.700
Résidence du Golf 6.424 194 100,0% 761.000 761.000 1.268.500
Residentie Boneput 2.993 78 100,0% 443.400 443.400 554.800
Residentie Aux Deux Parcs 1.618 53 100,0% 257.000 257.000 305.700
Residentie L'Air du Temps 2.763 88 100,0% 453.900 453.900 505.900
Au Bon Vieux Temps 1.268 43 100,0% 224.700 224.700 175.700
Op Haanven 6.613 89 100,0% 519.500 519.500 666.600
Residentie Exclusiv 4.253 104 100,0% 692.400 692.400 663.400
Seniorie Mélopée 2.967 70 100,0% 482.100 482.100 389.500
La Boule de Cristal 1.290 41 100,0% 91.800 91.800 162.100
Les Charmes en Famenne 3.165 96 100,0% 294.000 294.000 344.000
Seniorerie La Pairelle 6.016 118 100,0% 740.500 740.500 688.200
Residentie Gaerveld 1.504 20 100,0% 165.200 165.200 167.300
Résidence du Plateau 8.069 143 100,0% 1.239.300 1.239.300 1.212.700
Seniorie de Maretak 5.684 122 100,0% 516.100 516.100 701.600
De Edelweis 6.914 122 100,0% 737.100 737.100 872.000
Bois de la Pierre 2.272 65 100,0% 433.500 433.500 422.100
Buitenhof 4.386 80 100,0% 543.900 543.900 729.900
Klein Veldeken 5.824 58 100,0% 622.400 622.400 669.900
Koning Albert I 7.775 110 100,0% 897.600 897.600 911.000
Eyckenborch 8.771 141 100,0% 1.087.800 1.087.800 858.500

16 De bekendmaking van de waarden per gebouw is niet in het belang van de aandeelhouder. De adressen van de gebouwen zijn beschikbaar in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015. De adressen van de nieuwe acquisities sinds 1 juli 2015 zijn vermeld in de respectievelijke persberichten.

Alle andere gebouwen, alsook het terrein waarop het woonzorgcentrum Heydeveld is gebouw, zijn eigendom van Aedifica nv.

De twaalf volgende gebouwen zijn eigendom van dochterondernemingen: Seniorenresidenz Mathilde (Aedifica Luxemburg I SARL), Die Rose im Kalletal (Aedifica Luxemburg I SARL), Seniorenresidenz Klosterbauerschaft (Aedifica Luxemburg I SARL), Senioreneinrichtung Haus Matthäus (Aedifica Luxemburg II SARL), Bonifatius Seniorenzentrum (Aedifica Luxemburg II SARL), Senioreneinrichtung Haus Elisabeth (Aedifica Luxemburg II SARL), Seniorenresidenz Am Stübchenbach (Aedifica Luxemburg III SARL), Seniorenresidenz Kierspe (Aedifica Luxemburg III SARL), Résidence de la Houssière (La Croix Huart nv), Senior Flandria (Senior Hotel Flandria nv), Vinkenbosch (Vinkenbosch nv) en Heydeveld (Heydeveld bvba, vruchtgebruiker van het gebouw).

De twee volgende terreinen zijn in het bezit van een dochtervennootschap: het terrein gelegen in Brugge waarop het gebouw met assistentiewoningen Senior Flandria (Patrimoniale Flandria nv) gebouwd is en het terrein gelegen in Brugge waarop een deel van het hotel Martin's Brugge is gebouwd (Aedifica Invest Brugge nv).

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Huisvesting voor senioren Totale Aantal Bezettings Contract. Contract. Geschatte
oppervlakte
(m²)(1)
residentiële
eenheden
graad(2) Huurgelden(3) huurgelden
+ GHW op
huurwaarde
(GHW)(5)
(%) leegstand(4)
Rietdijk 2.155 59 100,0% 328.000 328.000 345.500
Marie-Louise 1.959 0 100,0% 127.100 127.100 328.400
Gaerveld 6.994 115 100,0% 769.400 769.400 789.500
Pont d'Amour 8.984 150 100,0% 964.700 964.700 875.300
Résidence Les Cheveux d'Argent 4.177 80 100,0% 244.700 244.700 317.200
't Hoge 4.632 79 100,0% 429.800 429.800 557.500
Helianthus 2.409 47 100,0% 232.200 232.200 451.400
Hestia 12.682 222 100,0% 1.312.600 1.312.600 1.561.200
Plantijn 5.958 110 100,0% 467.900 467.900 815.100
Salve 6.730 117 100,0% 979.100 979.100 884.000
AGO Herkenrath 4.000 80 100,0% 575.000 575.000 613.273
AGO Dresden 5.098 116 100,0% 583.233 583.233 670.950
De Stichel 6.257 116 100,0% 655.843 655.843 697.970
Huize Lieve Moenssens 4.301 68 100,0% 327.459 327.459 351.575
AGO Kreischa 3.670 84 100,0% 416.516 416.516 414.896
Haus Dottendorf 5.927 130 100,0% 740.000 740.000 711.240
Goldene Au 4.141 83 100,0% 402.240 402.240 397.531
Oase Binkom 4.076 111 100,0% 725.910 725.910 754.990
Oase Tienen7 10.657 120 100,0% 923.902 923.902 853.200
Oase Aarschot Wissenstraat 8.996 136 100,0% 943.216 943.216 942.454
De Notelaar 8.651 94 100,0% 946.300 946.300 1.037.000
Overbeke 6.917 113 100,0% 788.900 788.900 825.800
Halmolen 9.200 140 100,0% 1.015.864 1.015.864 1.091.900
Seniorenresidenz Mathilde 3.448 75 100,0% 554.695 554.695 579.264
Die Rose im Kalletal 2.789 68 100,0% 489.910 489.910 518.754
Seniorenresidenz Klosterbauerschaft 3.497 80 100,0% 590.341 590.341 608.478
Senioreneinrichtung Haus Matthäus 2.391 50 100,0% 354.666 354.666 365.823
Bonifatius Seniorenzentrum 3.967 80 100,0% 598.714 598.714 606.951
Senioreneinrichtung Haus Elisabeth 3.380 80 100,0% 567.466 567.466 577.980
Seniorenresidenz Am Stübchenbach 5.874 130 100,0% 782.925 782.925 828.234
Seniorenresidenz Kierspe 3.721 79 100,0% 548.395 548.395 546.987
La Ferme Blanche 1.697 61 100,0% 204.000 204.000 556.800
Villa Temporis 3.964 40 100,0% 289.700 289.700 353.800
Service-Residenz Schloss Bensberg 8.215 87 100,0% 929.240 929.240 1.157.696
Residentie Sporenpak 9.261 127 100,0% 1.035.300 1.035.300 1.033.900
Résidence de la Houssière 4.484 94 100,0% 570.000 570.000 540.500
Senior Flandria 7.501 108 100,0% 610.835 610.835 712.800
Vinkenbosch 2.973 59 100,0% 237.500 237.500 944.300
Heydeveld 3.414 75 100,0% 500.000 500.000 466.500
Prinsenhof 1.697 41 100,0% 335.000 335.000 207.870
Totaal van de sector "Huisvesting 366.778 6.942 100,0% 44.202.570 44.202.570 49.006.016

voor senioren"

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Appartementsgebouwen Totale
oppervlakte
(m²)(1)
Aantal
residentiële
eenheden
Bezettings
graad(2)
(%)
Contract.
Huurgelden(3)
Contract.
huurgelden
+ GHW op
leegstand(4)
Geschatte
huurwaarde
(GHW)(5)
Tervuren 13 A/B 4.626 3 81,1% 447.820 552.008 608.240
Zavel 5.546 30 86,5% 842.234 974.239 935.026
Complex Laken - Nieuwbrug 7.130 42 98,6% 556.931 564.959 683.620
De Goede 24-28 2.159 15 99,3% 179.068 180.268 214.678
Lombard 32 1.622 13 100,0% 216.140 216.140 181.067
Complex Louiza 331-333 4.962 8 88,7% 623.600 702.900 674.000
Zaterdagplein 6-10 4.543 24 96,5% 312.311 323.636 311.361
Broqueville 8 725 6 46,7% 33.024 70.735 70.419
Batavieren 71 653 3 41,1% 24.555 59.684 62.136
Tervuren 103 1.202 6 100,0% 125.581 125.581 120.463
Louis Hap 128 969 7 97,8% 79.023 80.823 79.208
Hoogstraat 2.600 20 100,0% 247.056 247.056 293.459
Residentie Palace 6.077 57 73,3% 430.000 586.900 711.800
Churchill 158 2.440 22 93,8% 249.636 266.276 271.898
Oudergem 237-239-241-266-272 2.241 22 91,1% 176.954 194.229 221.978
Edison 1.897 7 77,7% 96.359 123.962 138.089
Verlaine/Rimbaud/Baudelaire 3.671 21 94,3% 248.807 263.827 271.490
Ionesco 1.148 10 98,3% 94.893 96.513 99.127
Musset 659 6 85,4% 44.285 51.872 50.216
Giono & Hugo 1.718 15 94,5% 123.963 131.223 135.746
Antares 476 7 84,3% 34.768 41.256 39.144
Ring 9.604 88 100,0% 708.200 708.200 860.100
Residentie Gauguin et Manet 3.496 35 93,1% 297.436 319.536 307.608
Residentie de Gerlache 7.406 75 80,0% 650.996 813.347 819.391
Complex Opperstraat 13.740 116 72,5% 1.791.353 1.791.353 6
1.531.868
Louiza 131 944 9 90,4% 223.040 223.040 6
164.900
Louiza 135
(+ 2 parkings Louizalaan 137)
2.505 31 87,5% 536.517 536.517 6
346.800
Louiza 271 1.205 14 85,0% 230.694 230.694 6
148.100
Dal 48 653 6 100,0% 136.843 136.843 6
89.100
Livorno 16-18
(+24 parkings Livorno 7-11)
1.982 16 84,6% 344.877 344.877 6
263.800
Freesias 2.777 38 85,9% 466.933 466.933 6
361.600
Heliotropen 1.364 25 79,4% 222.794 222.794 6
175.300
Livorno 20-22 1.407 12 89,4% 313.028 313.028 6
187.700
Livorno 14 275 6 95,3% 52.857 52.857 6
34.100
Residentie Chamaris 2.328 23 86,8% 470.712 470.712 6
359.596
Stephanie's Corner 3.472 27 86,9% 447.735 515.436 521.871
Totaal van de sector
"Appartementsgebouwen"
110.223 865 n.a. 12.081.022 13.000.253 12.344.999

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Hotels en andere Totale
oppervlakte
(m²)(1)
Aantal
residentiële
eenheden
Bezettings
graad(2)
(%)
Contract.
Huurgelden(3)
Contract.
huurgelden
+ GHW op
leegstand(4)
Geschatte
huurwaarde
(GHW)(5)
Hotel Martin's Brugge 11.369 0 100,0% 1.646.338 1.646.338 1.226.980
Koning 35 1.955 0 80,6% 156.170 193.763 174.370
Martin's Klooster 6.935 0 100,0% 1.293.854 1.293.854 1.141.080
Carbon 5.715 0 100,0% 461.200 461.200 565.300
Eburon 4.016 0 100,0% 337.100 337.100 462.800
Ecu 1.960 0 100,0% 176.200 176.200 232.200
Eurotel 4.779 0 100,0% 294.700 294.700 377.700
Villa Bois de la Pierre 320 4 100,0% 31.000 31.000 40.100
Duysburgh 470 5 100,0% 63.700 63.700 40.300
Résidence du Lac 0 0 100,0% 30.700 30.700 30.700
Totaal van de sector "Hotels en
andere"
37.519 9 99,2% 4.490.962 4.528.555 4.291.530
TOTAAL van de
vastgoedbeleggingen in exploitatie
514.519 7.816 n.a. 60.774.554 61.731.378 65.642.545 6

1 De oppervlakte van de appartementsgebouwen werd op 31 december 2015 aangepast om overeen te komen met de Code of Measuring Practive (6de editie), gepubliceerd door het Royal Institute of Chartered Surveyors (RICS), en werd als volgt berekend: Gross External Area (GEA) + oppervlakte van de gemeenschappelijke delen + 50% van de oppervlakte van de terrassen. Ze bevat niet de parkingen en andere ondergrondse oppervlaktes.

2 Zie lexicon in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015. De bezettingsgraad van de gebouwen met gemeubelde appartementen kan niet vergeleken worden met de bezettingsgraad van de rest van de portefeuille, aangezien een verschillende methodologie wordt toegepast. Merk op dat de bezettingsgraad van de resdientiële en gemengde gebouwen ook eenheden bevat die worden gerenoveerd en die bijgevolg tijdelijk niet verhuurd kunnen worden.

3 Zie lexicon in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015. De bedragen m.b.t. gemeubelde appartementen komen overeen met de huurinkomsten op jaarbasis, zonder BTW.

4 Voor de gebouwen met gemeubelde appartementen werd geen enkele geschatte huurwaarde (GHW) toegevoegd voor leegstand.

5 Zie lexicon in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015. De GHW is de huurwaarde die wordt bepaald door onafhankelijke vastgoedexperten. Voor de gebouwen met gemeubelde appartementen maken de experten abstractie van de gemeubelde bezetting.

6 Deze GHW is niet vergelijkbaar met de contractuele huurgelden omdat ze (voor de gebouwen met gemeubelde appartementen) geen rekening houdt met een gemeubelde bezetting.

7 Gedeeltelijk in de balans in de activa bestemd voor verkoop opgenomen .

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

1.2.Lopende projecten en renovaties

Projecten of
renovaties
Geraamd
Inv.
Reeds
uitgevoerd
Nog
uit te
Datum
oplevering
Commentaren
bedrag op voeren
(in miljoen €) 31 december
2015
I. Lopende projecten
Diversen Diversen 2 1 1 2015/2016 Renovatie van 2 gebouwen
't Hoge Kortrijk 2 0 1 2015/2016 Uitbreiding en renovatie van een rustoord
Helianthus Melle 4 2 2 2015/2016 Uitbreiding van een rustoord
Marie-Louise Wemmel 4 4 0 2015/2016 Renovatie en omvorming naar
assistentiewoningen
Villa Temporis Hasselt 10 2 8 2016/2017 Uitbreiding en renovatie van een rustoord
Au Bon Vieux Temps Mont-Saint
Guibert
10 6 4 2016/2017 Bouw van een rustoord
Op Haanven Veerle
Laakdal
2 0 2 2016/2017 Renovatie van een rustoord
La Ferme Blanche Remicourt 6 0 6 2016/2017 Uitbreiding en renovatie van een rustoord
Huize Lieve
Moenssens
Dilsen
Stokkem
7 0 7 2016/2017 Uitbreiding en renovatie van een rustoord
Vinkenbosch I Hasselt 11 1 10 2016/2017 Uitbreiding van een rustoord
Prinsenhof Koersel 4 0 4 2016/2017 Uitbreiding en renovatie van een rustoord
Aux Deux Parcs Jette 2 0 2 2017/2018 Uitbreiding van een rustoord
Air du Temps Chênée 7 0 7 2017/2018 Uitbreiding en renovatie van een rustoord
Résidence Cheveux
d'Argent
Spa 3 0 3 2017/2018 Uitbreiding van een rustoord
Vinkenbosch II Hasselt 1 0 1 2018/2019 Renovatie van een rustoord
Plantijn Kapellen 8 0 7 2018/2019 Uitbreiding en renovatie van een rustoord
II. Projecten onderworpen aan opschortende voorwaarden
De Stichel Vilvoorde 4 0 4 2017/2018 Uitbreiding van een rustoord
Oase Binkom Binkom 2 0 2 2017/2018 Uitbreiding van een rustoord
III. Grondreserves
Terrein Bois de la
Pierre
Waver 2 2 0 - Grondreserve
Platanen Brussel 0 0 0 - Grondreserve
IV. Verwervingen onder opschortende voorwaarden
Leopoldspark Leopoldsburg 20 0 20 2015/2016 Bouw van een nieuw rustoord
Die Rose im Kalletal Kalletal 3 0 3 2015/2016 Bouw van een nieuw rustoord
Projecten Oase Aarschot &
Glabbeek
28 0 28 2016-2017 Bouw van 2 nieuwe rustoorden
Oostende Oostende 11 0 11 2016-2017 Acquisitie van een nieuw rustoord
Mechelen Mechelen 17 0 17 2018/2019 Bouw van een nieuw rustoord
Totaal 169 19 150
Variatie van de reële
waarde
- 1 -
Afrondingen - 1 -
Bedrag op de balans 21

99% van deze projecten is reeds voorverhuurd. Het totale toekomstige investeringsbudget van 150 miljoen € zal in speciën betaald worden.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

2. Analyse van de portefeuille vastgoedbeleggingen in exploitatie

2.1.Verdeling per sector (in reële waarde)

Verdeling per sector
(in reële waarde)
31 december 2015 30 juni 2015
Huisvesting voor senioren 72% 71%
Appartementsgebouwen 21% 22%
Hotels en andere 7% 7%

2.2.Geografische verdeling (in reële waarde)

Geografische verdeling
(in reële waarde)
31 december 2015 30 juni 2015
België 88% 88%
Vlaanderen 47% 46%
Brussel 29% 30%
Wallonië 12% 12%
Duitsland 12% 12%

2.3.Verdeling per gebouw (in reële waarde)

Geen enkel gebouw vertegenwoordigt meer dan 3% van de geconsolideerde activa.

2.4.Aantal gebouwen per sector

Aantal gebouwen per sector 31 december 2015 30 juni 2015
Huisvesting voor senioren 73 68
Appartementsgebouwen 75 75
Hotels en andere 10 10
Totaal 158 153

2.5.Leeftijd van de gebouwen rekening houdend met het type contract (op basis van de reële waarde)

Leeftijd van de gebouwen rekening houdend
met het type contract
(reële waarde)
31 december 2015 30 juni 2015
Triple net huurovereenkomsten 67% 66%
Andere huurovereenkomsten 0 - 10 jaar 16% 17%
Andere huurovereenkomsten > 10 jaar 17% 17%

2.6.Verdeling naar duur van de huurovereenkomsten (op basis van de reële waarde)

Verdeling naar duur van de
huurovereenkomsten
(reële waarde)
31 december 2015 30 juni 2015
≥ 15 jaar 81% 79%
< 15 jaar 19% 21%

De gemiddelde resterende duur van de huurovereenkomsten bedraagt 20 jaar.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

2.7.Verdeling van de contractuele huurgelden per exploitatiegroep die juridische entiteiten controleert waarmee Aedifica een contractuele relatie heeft

Segment Land Exploitatiegroep die
juridische entiteiten
controleert waarmee
Aedifica een
contractuele relatie heeft
Huurders Aantal
sites
31 december
2015
30 juni 2015
HUISVESTING VOOR SENIOREN 73 73% 73%
België 59 59% 58%
Armonea * 19 22% 21%
Armonea nv 8 10% 11%
Restel Flats bvba 1 1% 1%
LDC De Wimilingen vzw 1 0% 0%
Happy Old People bvba 1 1% 0%
Citadelle Mosane bvba 1 2% 1%
Soprim@ nv 4 4% 5%
De Stichel vzw 1 1% 1%
Huize Lieve Moenssens vzw 1 1% 1%
Eyckenborgh vzw 1 2% 2%
Senior Living Group ** 18 14% 15%
Ennea Rustoord vzw 1 0% 0%
Residentie Kasteelhof Comm. V 1 1% 1%
Wielant -Futuro Comm V. 1 1% 1%
Home Residence du Plateau bvba 1 2% 2%
Seniorie de Maretak nv 1 1% 1%
Senior Living Group nv 7 6% 6%
Résidence Au Bon Vieux Temps nv 1 0% 0%
Résidence Les Cheveux d'Argent nv 1 0% 0%
Helianthus vzw 1 0% 0%
Rustoord 't Hoge vzw 1 1% 1%
Vinkenbosch vzw 1 0% 0%
Residentie Sporenpark bvba 1 2% 2%
Orpea 9 11% 11%
Château Chenois Gestion bvba 3 3% 3%
New Philip nv 3 2% 2%
Parc Palace nv 1 2% 2%
PROGESTIMMOB nv 1 2% 2%
Résidence du Golf nv 1 1% 1%
Oase 3 4% 5%
Oase vzw 3 4% 5%
Vulpia 3 2% 3%
Vulpia Vlaanderen vzw 2 2% 2%
Résidence Alice aux Pays des Merveilles vzw 1 0% 0%
Time for Quality 1 1% 1%
Service Flat Residenties vzw 1 1% 1%
Andere 6 4% 2%
Le Château de Tintagel bvba 1 0% 0%
Résidence Bois de la Pierre nv 1 1% 1%
Buitenhof vzw 1 1% 1%
Résidence de la Houssière nv 1 1% 0%
Heydeveld Woon- en Zorgcentrum vzw 1 1% 0%
WZC Prinsenhof vzw 1 1% 0%

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Segment Land Exploitatiegroep die
juridische entiteiten
controleert waarmee
Aedifica een
contractuele relatie heeft
Huurders Aantal
sites
31 december
2015
30 juni 2015
HUISVESTING VOOR SENIOREN
Duitsland 14 13% 15%
Orpea 5 5% 5%
Senioren Wohnpark Weser GmbH 3 3% 3%
Bonifatius Seniorendienstr GmbH *** 1 1% 1%
Seniorenresidenz Kierspe GmbH *** 1 1% 1%
AGO 3 3% 3%
AGO Herkenrath Betriebsgesellschaft für
Sozialeinrichtungen mbH
1 1% 1%
AGO Dresden Betriebsgesellschaft für
Sozialeinrichtungen mbH
1 1% 1%
AGO Weisseritz Betriebsgesellschaft für
Sozialeinrichtungen mbH
1 1% 1%
Residenz Management 3 2% 3%
Medeor Senioren-Residenzen GmbH **** 1 1% 1%
Katholische Hospitalgesellschaft Südwestfalen
gGmbH Olpe ****
2 2% 2%
Senator 1 1% 1%
Senator Senioren- und Pflegeeinrichtungen
GmbH
1 1% 1%
Volkssolidarität 1 1% 1%
Volkssolidarität Südthüringen e. V 1 1% 1%
Andere 1 2% 2%
Schloss Bensberg Management GmbH +
AachenMünchener Lebensversicherung AG
1 2% 2%
HOTELS EN ANDERE 10 7% 8%
België 10 7% 8%
Martin's Hotels 2 5% 5%
Martin's Brugge nv 1 3% 3%
Martin's Hotel nv 1 2% 2%
Different Hotel Group 4 2% 2%
Different Hotels nv 4 2% 2%
Andere 4 0% 0%
ANDERE HUURDERS 75 20% 19%
België 75 20% 19%
TOTAAL 158 100% 100%

* Met Soprim@.

** Groep Korian-Medica.

*** Onderhuurder van Senioren Wohnpark Weser GmbH.

**** Onderhuurder van Residenz Management GmbH.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

2.8.Brutorendement per sector17 (in functie van de reële waarde)

Brutorendement per sector
(in functie van de reële waarde)
31 december 2015 30 juni 2015
Huisvesting voor senioren 5,9% 5,9%
Appartementsgebouwen 5,5% 5,4%
Hotels en andere 6,2% 6,2%
Gemiddeld 5,8% 5,9%

2.9.Bezettingsgraad18

2.9.1. Gemeubelde appartementsgebouwen

Bezettingsgraad
(Gemeubelde appartementsgebouwen)
December 2015 81,0%
December 2014 73,2%

2.9.2. Totale portefeuille (behalve gemeubelde appartementen)

Bezettingsgraad
(Totale portefeuille behalve gemeubelde appartementen)
December 2015 98,3%
Juni 2015 97,9%
December 2014 97,7%

17 Het brutorendement wordt als volgt berekend:

- Voor de gehele portefeuille (met uitzondering van de gemeubelde appartementen) : (contractuele huurgelden met begrip van huurgaranties) / (Reële waarde van de desbetreffende gebouwen)

- Voor de gemeubelde appartementen: (Omzetcijfer op 31 december 2015 op jaarbasis en zonder BTW) / (Reële waarde van de desbetreffende gebouwen + goodwill + meubelen).

18 De bezettingsgraad wordt als volgt berekend:

- Voor de gehele portefeuille (met uitzondering van de gemeubelde appartementen): (contractuele huurgelden + de gewaarborgde huren) / (contractuele huurgelden + geraamde huurwaarde (GHW) voor de niet-verhuurde oppervlakten van de vastgoedportefeuille). Merk dus op dat deze bezettingsgraad ook de eenheden omvat die worden gerenoveerd en die tijdelijk niet verhuurd kunnen worden.

- Voor de gemeubelde appartementen: % verhuurde dagen tijdens het semester. Deze bezettingsgraad kan dus niet worden vergeleken met de bezettingsgraad berekend voor de rest van de portefeuille, aangezien de methodologie verschillend is.

Halfjaarlijks financieel verslag Gereglementeerde informatie

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

3. De vastgoedmarkt

3.1. De residentiële markt 19

De omzet op de residentiële secundaire markt kende eind 2014 een opstoot vooral in Vlaanderen omwille van de aangekondigde wijziging van de woonbonus. De strengere kredietpolitiek van de financiële instellingen ten gevolge van de Bazel III-richtlijnen heeft echter steeds meer doorgewogen op de activiteit en dat heeft zich ook in 2015 voortgezet. De basisrente voor hypothecaire leningen nam in de loop van 2014 reeds af, van 3,7% tijdens het eerste semester tot 2,7% op het einde van het jaar en vanaf april 2015 tot 2,5%. De inflatie sloot 2014 af op 0% en klimt vanaf september op om 1,82% te bereiken als jaarcijfer. Dat betekent dat de reële rente, het verschil tussen beide, in 2015 terugviel van 2,76% in januari tot 0,68% in december.

Er leven dus twee tegengestelde onderstromen: de striktere kredietpolitiek vereist vanwege de koper meer eigen middelen en remt de investering in een woning af, terwijl de lage reële rente net aanzet tot verwerven.

Wat het aantal verkopingen van bestaande woningen betreft, sloot 2014 af als een topjaar: in het vierde trimester zorgde de omschakeling naar een nieuwe afgezwakte versie van de woonbonus in Vlaanderen voor een ware stormloop: vergeleken met het vierde trimester 2013 werden 6.500 (+30%) meer eengezinswoningen en 2.600 (+18%) meer appartementen verkocht. De gegevens over 2015 zijn nog niet volledig gekend, maar wijzen op een verdere verzwakking die de dalende trend van 2012 en 2013 doortrekt.

Hetzelfde beeld geldt voor het aantal begonnen en vergunde woongelegenheden: na een sterk 2014 wijzen voorlopige cijfers over 2015 op een terugval van het aantal begonnen eengezinswoningen met één kwart tot ca. 15.000 eenheden en bij begonnen appartementen zelfs met één derde tot 20.000. Wat vergunningen betreft voorzien we nog 19.000 eengezinswoningen (-15%) en 25.000 appartementen (-25%).

De vraag naar huurwoningen kent een forse toename en steeds meer gezinnen, ook met een hoger inkomen, begeven zich voor langere termijn op de huurmarkt.

De prijzen voor woningen blijven nog positief evolueren: in 2014 noteerden we nog een stijging met 0,7% voor de eengezinswoningen, met 1,1% voor de appartementen en met 1,9% voor de bouwgronden. De voorlopige cijfers voor 2015 wijzen voorlopig in dezelfde richting. De prijsstijgingen lijken zich echter vooral te concentreren in de categorie tot 250.000 €, terwijl prijsvorming boven 500.000 € moeizaam verloopt.

Tussen 1983 en 2014 zijn de prijzen voor woonhuizen vermenigvuldigd met x 6,46, wat gemiddeld een cumulatieve jaarlijkse stijging oplevert met 6,2% tegenover een gemiddelde inflatie met 2,15%. Als we de belangrijkste multiplicatoren bekijken zien we tijdens de periode 1983-2015 enerzijds de stijging van de consumptieprijs index (+95,23%) en van de koopkracht (excl. inflatie) van de gezinnen (+59,31%). Anderzijds de stijging van de ontleningscapaciteit door de daling van de intrestvoeten (+112,26%) en de evolutie van de looptijd van de lening (+6,64%). Als we deze vier factoren met elkaar

19 Op 9 januari 2016 opgesteld door, en in dit halfjaarlijks financieel verslag opgenomen met akkoord van, Stadim CVBA. Vertaling door Aedifica.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

vermenigvuldigen (1,9523 x 1,5931 x 2,1226 x 1,0664 ) levert dit als resultaat dat de index 100 in 1983 is geëvolueerd tot 704 in 2015. Dat zou betekenen dat de prijzen voor woonhuizen een groeipotentieel hebben van 6% in 2015. Over 101 jaar beschouwd (1913-2014) zijn de prijzen voor eengezinswoningen vermenigvuldigd met een factor van x 791 wat een vergelijkbare cumulatieve jaarlijkse stijging brengt van 6,83% tegenover een gemiddelde inflatie van 5,54%.

Nu we inmiddels terug zijn aanbeland op historisch lage rentevoeten, zal de komende prijsevolutie beperkt blijven. De verwachting is dat de rente nog langere tijd relatief laag blijft, maar de te verwachten impuls vanuit inflatie en koopkracht blijft eveneens beperkt.

Het belangrijkste knelpunt, nu de financiële instellingen eerder voor leningen opteren omtrent 80% van de aankoopprijs, is het noodzakelijke startkapitaal. Rekening houdend met registratierechten en overige transactiekosten kunnen we vooropstellen dat de koper over omtrent 30% van de aankoopprijs dient te beschikken als startkapitaal. Ouders en grootouders waren hierbij traditioneel een belangrijke hulp. De langere levensverwachtingen en vaak de erosie van hun kapitaal om in eigen levensbehoeften te voorzien hebben als effect dat jongeren hun eerste aankoop van een woning moeten uitstellen en, zoals eerder gesteld, langer op de huurmarkt zullen vertoeven.

3.2.De markt van de gemeubelde appartementen in België

De markt van gemeubelde appartementen in België wordt gekenmerkt door een versnippering op het vlak van de uitbaters en een zeer gevarieerd aanbod (van een eenvoudige verhuring van gemeubelde appartementen tot een verhuring waarbij verschillende diensten worden aangeboden, of nog een verhuring op zeer korte termijn (per dag) tot een klassiekere verhuring op maandbasis, enz.). Bovendien wordt deze markt gekenmerkt door een gebrek aan transparantie. Deze deelmarkt is, voor zover Aedifica bekend, nog niet het voorwerp geweest van onafhankelijke marktstudies.

De activiteit van de verhuring van gemeubelde appartementen onderscheidt zich in het geval van Aedifica duidelijk van de hotelactiviteit. Hoofdzaak van deze activiteit is de verhuring van een appartement. De appartementen zijn gemeubeld en uitgerust met de gebruikelijke uitrusting die de onmiddellijke bewoning ervan mogelijk maakt (zonder dat de huurder zelf een inboedel moet aanschaffen). De diensten die naast de eigenlijke verhuring worden aangeboden zijn zeer beperkt: doorgaans betreft het enkel de wekelijkse reiniging van het appartement.

Gelet op de eerder korte termijn van de verhuringen en het beoogde cliënteel (expats) is deze verhuringsactiviteit veel gevoeliger voor de economische cycli. In de huidige marktomstandigheden is er minstens sprake van een fenomeen van verhoogde volatiliteit van zowel de bezettingsgraden als de tarieven.

In het Vlaamse Gewest is deze verhuring van gemeubelde appartementen voorwerp van een wettelijke reglementering in het kader van het Decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies. In het Brussels Gewest werd recent ook een ordonnantie aangenomen waarin de gemeubelde verhuring van appartementen met dienstverlening in bepaalde gevallen in een regelgevend kader voor toeristische logies wordt opgenomen (Ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies).

Halfjaarlijks financieel verslag Gereglementeerde informatie

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

3.3.De markt van de huisvesting voor senioren

3.3.1. België20

In België is het totaal aantal ROB- en RVT-bedden tussen 8 oktober 2014 en 6 november 2015 toegenomen met 3.519 eenheden tot 139.278. Volgens de meeste studies blijft deze groei echter aan de ondergrens van wat als jaarlijks bijkomende behoefte wordt vooropgesteld. Bij vele studies wordt echter enkel uitgegaan van de groeivooruitzichten van bv. het aantal 65-plussers dat tussen 2013 en 2030 zal groeien van 17% naar 22% van de bevolking. Het aandeel van de zelf-redzamen binnen deze categorie neemt echter ook sterk toe, zodat het aantal zorgbehoevenden minder sterk toeneemt. Uit een Nederlandse studie (CBS) kan je afleiden dat tussen 1980 en 2010 de levensverwachting voor mannen is toegenomen van 72,5 tot 79 jaar en voor vrouwen van 79 tot 83 jaar. Het aantal "ongezonde jaren" blijft sinds 1990 voor mannen stabiel omtrent 15 jaar en voor vrouwen sinds 1998 omtrent 20 jaar. Ook domotica en thuiszorg spelen een steeds belangrijkere rol. Het gemiddeld aantal dagen verblijf in de instelling blijft trouwens vrij stabiel. Over 5 jaar beschouwd is het aantal bedden met 9.700 eenheden gestegen. De privé vzw's nemen hierin het leeuwenaandeel met ruim 60%. Een ander opvallend gegeven is dat het aantal ROB-bedden stelselmatig daalde van 93.056 in 1997 tot 62.545 in 2012 om sindsdien licht te stijgen tot 67.354 eenheden.

Zorgvastgoed als langetermijninvestering wekt steeds meer interesse. De investeerdersmarkt verbreedt in snel tempo naar verzekeringen en pensioenfondsen voor wie (zeer) lange termijn en bovendien geïndexeerde overeenkomsten een doorslaggevend element vormen. Dit stemt ook overeen met het verlangen van de zorgexploitant om een beleid te voeren dat eveneens op de lange termijn is gericht. Voor hem gelden echter andere financiële ratio's, zoals de verhouding schuld t.o.v. omzet, dan voor de vastgoedinvesteerder: voor deze laatste is een schuld gelijk aan acht keer de omzet (huurinkomen) vlot haalbaar, terwijl voor exploitatie de schuldgraad meestal 25% van de omzet bedraagt. De "verbonden" splitsing tussen exploitatie en het vastgoed, zoals ook in het hotelwezen voorkomt, is dan ook een logisch gevolg. Beide blijven echter verbonden in een voor de twee partijen evenwichtige rentabiliteit: ze zijn dus van elkaar afhankelijk. Het gebouw en bij uitbreiding het onroerende eigendom is voor de exploitant als het ware de onroerende machine die op geen enkel ogenblik mag haperen. Zoals in het hotelwezen worden logischerwijze ook in de zorgsector triple net contracten afgesloten. Voor de exploitant is het cruciaal dat de kwaliteit van het onroerend goed op peil blijft en dat hij ook snel kan tussenkomen indien zich ingrepen opdringen. Dit is een misleidende aantrekkelijkheid voor de investeerder. Hij wordt grotendeels ontlast van bekommernissen omtrent het beheer van het gebouw en het akkoord met de exploitant is voor zeer lange termijn. De financiële haalbaarheid van de exploitatie en de technische vereisten van het gebouw met onder meer de conformiteit met de evoluerende regionale voorschriften, vormen de achillespees. Wat rest er als waarde van een gebouw dat over afzienbare tijd niet meer aan de normen beantwoordt? Als het in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen gelegen is, de bekende blauwe zone: welke mogelijkheden tot herbestemming resten er? Als de exploitatie niet meer voldoende rendabel blijkt door een vermindering van de overheidstussenkomsten, door gewijzigde reglementering of door een overmatige huurovereenkomst, dan dringt zich een neerwaartse herziening van het contract op of wordt exploitatie zelfs onmogelijk. Het inschatten en opvolgen van alle mogelijke technische, reglementaire en exploitatie-gerelateerde wijzigingen en tendensen zijn voor de investeerder cruciaal.

20 Op 6 januari 2016 opgesteld door en in dit halfjaarlijks financieel verslag opgenomen met akkoord van Stadim CVBA. Vertaling door Aedifica.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Het valt toe te juichen dat vanuit diverse overheden impulsen komen om in te perken dat nog individuele kamers als investeringsobject aangeboden worden. Mede-eigendom zoals bij appartementen komt voor zorgvastgoed hiermee gelukkig op een dood spoor. Behalve terechte sociale motieven is het bovendien op termijn onmogelijk het legioen van mede-eigenaars op eenzelfde moment tot soms zware investeringen te verplichten. Hopelijk wordt deze wetgeving niet alleen overgenomen door de verschillende gewesten, maar vindt ze ook uitbreiding naar andere types van eigendom met exploitatie als bestemming. Hoe bestendig je bij mede-eigendom de kwaliteitsvereisten voor een hotel, een studentenhome of zelfs woningen omgevormd tot meergezinswoningen?

Binnen deze globale evolutie van verdere professionalisering van de exploitatiesector en verbreding van de gegadigde investeerders, met tezelfdertijd een aanhoudende neerwaartse druk op de rentevoeten worden de bruto-huurrendementen steeds lager. Thans worden reeds transacties, met triple net huurcontracten van langere duur, afgesloten aan huurrendementen van minder dan 5%. De noodzakelijkheid aan kwaliteit en polyvalentie of in algemene termen de duurzaamheid van de investering, wordt daardoor enkel groter: bij dergelijke lage rendementen is een correctie van foutieve verwachtingen niet meer mogelijk. Onderzoek om andere zorgbehoevende doelgroepen zoals jongere gehandicapten te koppelen aan de opgedane ervaring en de uitbouw van de ouderenzorg, waarbij ook een aantal diensten gemeenschappelijk kunnen aangeboden worden zoals voeding, ontvangst,… kan zorgen voor een gewenste aanvulling en flexibiliteit. Voor een aantal doelgroepen is het aantal patiënten te klein om de werking betaalbaar te houden en brengt de complementariteit nieuwe mogelijkheden aan, ook voor lokale projecten.

3.3.2. Duitsland21

Algemene tendensen

De vergrijzing van de bevolking en de stijging van de levensverwachting spelen in Duitsland in het bijzonder een belangrijke rol. Duitsland telt ongeveer 81 miljoen inwoners, van wie ongeveer 17 miljoen inwoners ouder zijn dan 65 jaar (21%) en ongeveer 8 miljoen ouder dan 75 jaar (10%). De vergrijzing van de bevolking zal nog toenemen door de vergrijzing van de babyboomgeneratie in de komende decennia. Hierdoor zal ook de specifieke huisvestingsbehoefte voor senioren in de komende decennia toenemen.

Een analyse van de bevolking per leeftijdsgroep leert dat ongeveer 0,5% van de bevolking onder de 60 jaar langdurige zorg nodig heeft. Dit percentage stijgt tot 10% voor degenen tussen 60 en 80 jaar en bereikt 20% voor mensen ouder dan 80 jaar. De totale rustoordcapaciteit in Duitsland zou dus moeten toenemen omdat het aantal mensen dat er zorg zal nodig hebben, zou kunnen groeien van ca. 2,5 miljoen vandaag tot ca. 3 miljoen mensen in 2030.

Vandaag zijn er ca. 880.000 "rustoordbedden" beschikbaar in Duitsland, verspreid over meer dan 12.000 rustoorden. Deze worden uitgebaat door operatoren zonder winstoogmerk (ca. 54,4%), private operatoren (ca. 40,5%) of publieke operatoren (ca. 5,1%) in een sterk gefragmenteerde markt. Het marktaandeel van de vijf grootste operatoren bedraagt minder dan 10%.

Er wordt in sommige marktanalyses gewag gemaakt van een toename van de rustoordcapaciteit met ca. 380.000 eenheden tegen 2030. De vergrijzing van de bevolking biedt aldus aanzienlijke

21 Op 18 december 2015 opgesteld door en in dit halfjaarlijks financieel verslag opgenomen met akkoord van CBRE GmbH. Vertaling door Aedifica.

Halfjaarlijks financieel verslag Gereglementeerde informatie

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

groeiperspectieven en consolidatieperspectieven in het segment van de collectieve zorghuisvesting in Duitsland.

Investeringsmarkt

De markt voor investeringen in gepaste rustoorden bleef groeien in 2015. Dat blijkt niet enkel uit de stijgende vraag van investeerders die al actief zijn op de markt, maar ook uit de steeds grotere aantallen internationale investeerders. Die blijven toestromen op de markt nadat ze hebben ontdekt dat dit soort panden een categorie van activa is die gevrijwaard is door demografische tendensen.

Het transactievolume van rustoorden bedroeg ca. 811 miljoen € in 2014 waarvan ongeveer 43% portefeuilletransacties waren. Opvallend is dat ca. 310 miljoen € van het totale transactievolume van buitenlandse investeerders afkomstig is, hetzij 38%. We mogen aannemen dat dit volume geëvenaard zal worden in 2015, niet in het minst omwille van de stijgende multiplicators die steeds vaker hoger zijn dan 15 keer de huurinkomsten.

Naast de nieuwe internationale investeerders zijn er steeds meer investeerders die op de markt komen om panden op te delen in individuele eenheden die vervolgens worden aangeboden aan privéinvesteerders. Zij genereren veel meerwaarde die de rendementen doen dalen. Vooral nieuwe gebouwen trekken dat type investeerder aan. Het effect daarvan is dat de gevestigde institutionele investeerders (speciale fondsen en gesloten fondsen) hun tot nu toe relatief inflexibele criteria voor acquisities ter discussie zullen moeten stellen.

Op het einde van 2014 daalde het initiële nettorendement voor de meest kwaliteitsvolle gebouwen met 6,25%, wat 75 basispunten onder het niveau van 2013 is. De tendens van de stijgende vraag naar verschillende types gebouwen tekent zich nu duidelijk af.

3.4.De markt van de hotels22

De Belgische hotelsector kende, in vergelijking met dezelfde periode (januari-oktober) vorig jaar, in het algemeen een duidelijke stijging van de bezettingsgraad (tot ± 75,9%). De positieve evolutie van de voorbije twee jaar kon dus ook in 2015 verder doorgetrokken worden. De stijging van de RevPar (Revenu per Available Room) versnelde verder en ging er met ± 8,4% stevig op vooruit, net als de gemiddelde prijzen die een stijging van 4,7% kenden.

Er zijn op heden nog geen regionale cijfergegevens beschikbaar. Op basis van de algemene cijfers en het positieve sentiment bij diverse provinciale toeristische diensten, zoals Westtoer en toerisme Limburg, kan ervan uitgegaan worden dat ook de hotelsector in de verschillende regio's en centrumsteden tot op heden een goed jaar achter de rug heeft.

De uitbreiding van het hotelaanbod gaat intussen verder door. In Limburg openden dit jaar het Terhills Hotel (4*, 60 kamers) in Maasmechelen en het YUP budgethotel met 59 kamers in Hasselt. Op termijn is ook de opening voorzien van een nieuw hotel op de site van Alden Biesen. In Jabbeke, op ongeveer

22 Op 17 december 2015 in het Nederlands opgesteld door, en in dit halfjaarlijks financieel verslag opgenomen met akkoord van, de Crombrugghe & Partners nv. Vertaling door Aedifica.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

10 kilometer van Brugge, zou in 2016 gestart worden met de bouw van een nieuw hotel langsheen de snelweg.

Op investeringsgebied is 2015 goed op weg om een recordjaar te worden. In de tweede jaarhelft werd ondermeer het Park Inn hotel (3*, 133 kamers) te Leuven door ontwikkelaar CIP verkocht aan Foncière des Régions. In Brussel werd Benson Elliot eigenaar van het Renaissance Brussels Hotel (4*, 238 kamers en 24 suites) en in Antwerpen kocht de Nederlandse hotelgroep Van der Valk het Scandic Hotel (4*, 204 kamers). Alle transacties die in 2015 reeds werden gerealiseerd vertegenwoordigen een investeringsvolume van naar schatting ruim 200 miljoen €.

Niet alleen in België maar ook in de EMEA regio is er een stevige vraag naar hotelvastgoed mede dankzij de verdere toename van het wereldwijde toerisme, de verbeterde economische situatie en de stijging van de bezettingsgraden en de RevPar. Ook de erg lage intrestvoeten en de zoektocht naar een hoger rendement ondersteunen de investeringen in dit vastgoedsegment.

Het algemene positieve sentiment lijkt dan ook niet aangetast door de concurrentie van alternatieve spelers zoals Airbnb, die in België reeds over een aanbod van ± 10.400 adressen beschikt en jaarlijks ruim 350.000 gasten (periode augustus 2014 - augustus 2015) telt.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

4. Verslag van de vastgoeddeskundigen23

Geachte,

Wij hebben het genoegen u onze raming van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen van de Aedifica-groep op datum van 31 december 2015 voor te leggen.

Aedifica heeft aan elk van de drie vastgoeddeskundigen gevraagd de reële waarde (waarvan de investeringswaarde wordt afgeleid24) van een deel van haar portefeuille van vastgoedbeleggingen te bepalen. De schattingen werden gemaakt rekening houdend met zowel de opmerkingen en de definities vermeld in de verslagen als met de richtlijnen van de International Valuation Standards, uitgegeven door IVSC.

We hebben individueel als externe onafhankelijke deskundigen gehandeld en we hebben een relevante en erkende kwalificatie, evenals up-to-date ervaring met gebouwen van een gelijkaardig type en met een gelijkaardige ligging als de geëvalueerde gebouwen. De opinie van de deskundigen is gebaseerd op recente marktconforme transacties van vergelijkbare goederen.

Bij de schatting van de goederen wordt er rekening gehouden met zowel de lopende huurovereenkomsten als met alle rechten en verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomsten. Elk gebouw werd afzonderlijk geschat. De schattingen houden geen rekening met een potentiële meerwaarde die verwezenlijkt zou kunnen worden door de portefeuille in zijn geheel op de markt aan te bieden. Onze schattingen houden geen rekening met marketingkosten eigen aan een transactie, zoals makelaarslonen of publiciteitskosten. Onze schattingen zijn gebaseerd op een inspectie van de onroerende goederen en op de inlichtingen geleverd door Aedifica, waaronder de huursituatie en de oppervlaktes, de schetsen of plannen, de huurlasten en de belastingen in verband met het betrokken goed, de conformiteit en de milieuvervuiling. De verstrekte gegevens werden juist en volledig geacht. Onze schattingen gaan ervan uit dat niet-meegedeelde elementen niet van dien aard zijn om de waarde van het goed te beïnvloeden.

Op basis van de drie schattingen, bedraagt de geconsolideerde reële waarde van de vastgoedportefeuille 1.064.678.600 € 25 op 31 december 2015, waarvan 1.044.155.780 € voor de vastgoedbeleggingen in exploitatie26. De contractuele huurgelden bedragen 60.774.554 €, wat overeenkomt met een initieel huurrendement van 5,82%27 ten opzichte van de reële waarde van de gebouwen in exploitatie. In de veronderstelling dat alle gebouwen in exploitatie, met uitzondering van de gemeubelde appartementen, voor 100% verhuurd zouden zijn, waarbij de niet-verhuurde eenheden verhuurd zouden zijn aan marktconforme prijzen, zouden de contractuele huurgelden 61.731.378 €

23 Het expertiseverslag is opgenomen met de goedkeuring van de Crombrugghe & Partners NV, Stadim CVBA en CBRE GmbH.

24 De "investeringswaarde" wordt door Aedifica gedefinieerd als de door een vastgoeddeskundige vastgestelde waarde, zonder aftrek van mutatierechten, vroeger "waarde vrij op naam" genoemd.

25 De hierboven vermelde portefeuille is opgesplitst in twee lijnen in de balans (lijnen "I.C. Vastgoedbeleggingen" en "II.A. Activa bestemd voor verkoop").

26 De "vastgoedbeleggingen in exploitatie" worden door Aedifica gedefinieerd als de vastgoedbeleggingen met inbegrip van de gebouwen bestemd voor verkoop, doch zonder de projectontwikkelingen. Het betreft dus voltooide gebouwen die verhuurd zijn of die verhuurd kunnen worden.

27 5,80% ten opzichte van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen vermeerderd met de goodwill op de gemeubelde appartementen en het meubilair.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

bedragen, wat overeenstemt met een initieel huurrendement van 5,91%28 ten opzichte van de reële waarde van de gebouwen in exploitatie.

In het kader van een rapportering die beantwoordt aan de International Financial Reporting Standards, geven onze schattingen de reële waarde weer. De reële waarde (of "fair value") wordt door de IAS 40 en IFRS 13-normen gedefinieerd als "de prijs die in geval van verkoop van activa zou worden ontvangen of in geval van overdracht van passiva zou worden betaald, naar aanleiding van een gewone transactie tussen marktdeelnemers op datum van de waardering". IVSC acht dat de definitie van de reële waarde onder IAS 40 en IFRS 13 over het algemeen strookt met de marktwaarde.

Opinie van de Crombrugghe & Partners NV:

De reële waarde op 31 december 2015 van het door de Crombrugghe & Partners NV gewaardeerde deel van de portefeuille van Aedifica wordt geschat op 315.650.000 € en de investeringswaarde ervan (vóór aftrek van mutatierechten29) op 324.260.000 €.

Michaël Zapatero en Karen Cox 19 februari 2016

Opinie van Stadim CVBA:

De reële waarde op 31 december 2015 van het door Stadim CVBA gewaardeerde deel van de portefeuille van Aedifica wordt geschat op 628.688.600 € en de investeringswaarde ervan (vóór aftrek van mutatierechten30) op 644.815.900 €.

Dave Verbist en Katrien Van Grieken, MRE 19 februari 2016

Opinie van CBRE GmbH:

De reële waarde op 31 december 2015 van het door CBRE GmbH gewaardeerde deel van de portefeuille van Aedifica wordt geschat op 120.340.000 € en de investeringswaarde ervan (vóór aftrek van mutatierechten31) op 129.644.336 €.

Dr. Henrik Baumunk en Andreas Polter 19 februari 2016

28 5,89% ten opzichte van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen vermeerderd met de goodwill op de gemeubelde appartementen en het meubilair.

29 De mutatierechten moeten in deze context aangepast worden aan de marktomstandigheden. Na analyse van een groot aantal transacties in België, kwamen de Belgische vastgoeddeskundigen die handelen op vraag van beursgenoteerde vastgoedmaatschappijen in een werkgroep tot de volgende vaststelling: gezien de waaier van methodes van eigendomsoverdracht die in België worden gebruikt, is het gewogen gemiddelde van de mutatierechten gewaardeerd op 2,5% voor transacties van vastgoedbeleggingen met een globale waarde hoger dan 2,5 miljoen €. De investeringswaarde beantwoordt dus aan de fair value plus 2,5 % mutatierechten. De fair value wordt ook berekend door de investeringswaarde door 1,025 te delen. Voor gebouwen in België met een globale waarde lager dan 2,5 miljoen € moet rekening worden gehouden met mutatierechten van 10,0% tot 12,5% naargelang de gewesten waar deze gebouwen zich bevinden. Hun reële waarde stemt dus overeen met de "waarde kosten koper". In dit bijzondere geval wordt bij de bepaling van de reële waarde van residentiële gebouwen rekening gehouden met de potentiële meerwaarde in geval van verkoop per appartement.

30 Zie voetnoot 28 hierboven.

31 Voetnoten 28 en 29 zijn niet van toepassing op de gebouwen in Duitsland. Bij de schatting van de investeringswaarde werden de in Duitsland toepasselijke aktekosten in beschouwing genomen.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

V. Geconsolideerde verkorte financiële staten

1. Geconsolideerde resultatenrekening

Halfjaar afgesloten op 31 december (x 1.000 €) Toelichtingen 31/12/2015 31/12/2014
I. Huurinkomsten 28.654 22.914
II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren 0 0
III. Met verhuur verbonden kosten -19 -5
Nettohuurresultaat 28.635 22.909
IV. Recuperatie van vastgoedkosten 9 17
V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de
huurder op verhuurde gebouwen
685 602
VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en
wederinstaatstelling op het einde van de huur
0 0
VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde
gebouwen
-685 -602
VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven -791 -762
Vastgoedresultaat 27.853 22.164
IX. Technische kosten -501 -548
X. Commerciële kosten -328 -227
XI. Kosten en taksen van niet-verhuurde goederen -104 -69
XII. Beheerkosten vastgoed -538 -386
XIII. Andere vastgoedkosten -2 -608
Vastgoedkosten -1.473 -1.838
Operationeel vastgoedresultaat 26.380 20.326
XIV. Algemene kosten van de vennootschap -3.013 -2.352
XV. Andere operationele opbrengsten en kosten -13 25
Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille 23.354 17.999
XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 0 0
XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa 0 0
XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen 7.866 12.722
XIX. Ander portefeuilleresultaat 0 0
Operationeel resultaat 31.220 30.721
XX. Financiële opbrengsten 151 443
XXI. Netto-interestkosten -5.898 -6.035
XXII. Andere financiële kosten -546 -463
XXIII. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva 9 -951 -3.294
Financieel resultaat -7.244 -9.349
XXIV. Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint
ventures
0 0
Resultaat voor belastingen 23.976 21.372
XXV. Vennootschapsbelasting -604 -267
XXVI. Exit taks 0 0
Belastingen -604 -267
Nettoresultaat 23.372 21.105
Toerekenbaar aan:
Minderheidsbelangen 0 0
Aandeelhouders van de groep 23.372 21.105
Gewoon resultaat per aandeel (€) 10 1,66 2,04
Verwaterd resultaat per aandeel (€) 10 1,66 2,04

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

2. Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Halfjaar afgesloten op 31 december (x 1.000 €) 31/12/2015 31/12/2014
I. Nettoresultaat 23.372 21.105
II. Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten herbruikbaar in de resultatenrekening
A. Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische
vervreemding van vastgoedbeleggingen
0 -7.016
B. Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten in
een kasstroomdekking zoals gedefinieerd in IRFS
-705 -3.432
H. Andere elementen van het globaal resultaat, na belasting 0 0
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 22.667 10.657
Toerekenbaar aan:
Minderheidsbelangen 0 0
Aandeelhouders van de groep 22.667 10.657

3. Geconsolideerde balans

ACTIVA Toelichtingen 31/12/2015 30/06/2015
Halfjaar afgesloten op 31 december (x 1.000 €)
I. Vaste activa
A. Goodwill 1.856 1.856
B. Immateriële vaste activa 131 102
C. Vastgoedbeleggingen 6 1.063.414 1.003.358
D. Andere materiële vaste activa 1.616 1.834
E. Financiële vaste activa 1.592 1.397
F. Vorderingen financiële leasing 0 0
G. Handelsvorderingen en andere vaste activa 0 0
H. Uitgestelde belastingen - activa 0 110
I. Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures 0 0
Totaal vaste activa 1.068.609 1.008.657
II. Vlottende activa
A. Activa bestemd voor verkoop 6 1.265 1.805
B. Financiële vlottende activa 0 0
C. Vorderingen financiële leasing 0 0
D. Handelsvorderingen 4.050 4.352
E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa 1.370 962
F. Kas en kasequivalenten 8 4.676 3.598
G. Overlopende rekeningen 716 910
Totaal vlottende activa 12.077 11.627
TOTAAL ACTIVA 1.080.686 1.020.284

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN Toelichtingen 31/12/2015 30/06/2015
Halfjaar afgesloten op 31 december (x 1.000 €)
EIGEN VERMOGEN
I. Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de
moedervennootschap
A. Kapitaal 7 363.892 360.633
B. Uitgiftepremies 154.842 151.388
C. Reserves 63.695 41.084
a. Wettelijke reserve 0 0
b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed 115.365 95.679
c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -
kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen
-25.015 -25.015
d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding
-20.371 -19.667
zoals gedefinieerd in IFRS
e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een
-18.256 -18.717
afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS
h. Reserve voor eigen aandelen
0 0
k. Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het 110 244
buitenland
m. Andere reserves 0 0
n. Overgedragen resultaten van vorige boekjaren 11.862 8.560
D. Nettoresultaat van het boekjaar 23.372 45.165
Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de
moedervennootschap
605.801 598.270
II. Minderheidsbelangen 0 0
TOTAAL EIGEN VERMOGEN 605.801 598.270
VERPLICHTINGEN
I. Langlopende verplichtingen
A. Voorzieningen 0 0
B. Langlopende financiële schulden
a. Kredietinstellingen 8 367.920 340.752
C. Andere langlopende financiële verplichtingen 40.477 39.320
a. Toegelaten afdekkingsinstrumenten 9 39.196 38.050
b. Andere 16 1.281 1.270
D. Handelsschulden en andere langlopende schulden 0 0
E. Andere langlopende verplichtingen 0 0
F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen 2.688 2.435
Totaal langlopende verplichtingen 411.085 382.507
II. Kortlopende verplichtingen
A. Voorzieningen 0 0
B. Kortlopende financiële schulden
a. Kredietinstellingen 8 45.919 25.897
C. Andere kortlopende financiële verplichtingen 9 0 0
D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden
a. Exit taks 4.522 813
b. Andere 10.709 8.484
E. Andere kortlopende verplichtingen 0 0
F. Overlopende rekeningen 2.650 4.313
Totaal kortlopende verplichtingen 63.800 39.507
TOTAAL VERPLICHTINGEN 474.885 422.014
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 1.080.686 1.020.284

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

4. Geconsolideerd kasstroomoverzicht

Halfjaar afgesloten op 31 december (x 1.000 €) Toelichtingen 31/12/2015 31/12/2014
KASSTROOM UIT DE BEDRIJFSACTIVITEITEN
Nettoresultaat 23.372 21.105
Minderheidsbelangen 0 0
Belastingen 604 267
Afschrijvingen 383 329
Waardeverminderingen 3 2
Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en van projectontwikkelingen (+/-) -7.866 -12.722
Gerealiseerde nettomeerwaarden 0 0
Financieel resultaat 7.244 9.349
Variaties in handelsvorderingen (+/-) 299 -620
Variaties in belastingvorderingen en andere vlottende activa (+/-) 347 -173
Variaties in overlopende rekeningen (activa) (+/-) 195 208
Variaties in handelsschulden en andere kortlopende schulden (behalve exit taks) (+/-) 2.359 149
Variaties in overlopende rekeningen (passiva) (+/-) -1.664 504
Kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten 25.276 18.398
Betaalde belastingen -376 -141
Nettokasstroom uit de bedrijfsactiviteiten 24.900 18.257
KASSTROOM UIT DE INVESTERINGSACTIVITEITEN
Aanschaffingen van immateriële vaste activa -53 -8
Aanschaffingen van vastgoedvennootschappen en vastgoedbeleggingen in exploitatie -25.930 -49.280
Aanschaffingen van materiële vaste activa -143 -115
Aanschaffingen van projectontwikkelingen -10.738 -18.808
Verkoop van vastgoedbeleggingen 542 10.469
Nettovariatie van niet-vlottende vorderingen 0 0
Netto-investeringen in overige vaste activa 0 0
Nettokasstroom uit de investeringsactiviteiten -36.322 -57.742
KASSTROOM UIT DE FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Kapitaalverhoging, na aftrek van de kosten * 0 0
Verkoop van eigen aandelen 0 56
Dividend van het voorbije boekjaar -21.849 -8.891
Nettovariatie van bankkredietlijnen 47.190 152.395
Nettovariatie van de andere leningen 0 0
Netto betaalde financiële lasten -6.987 -6.249
Terugbetaling van financiële schulden van verworven vennootschappen -2.150 -36.258
Terugbetaling van behoefte aan bedrijfskapitaal van verworven vennootschappen -3.704 -57.771
Nettokasstroom uit de financieringsactiviteiten 12.500 43.282
TOTALE KASSTROOM VAN DE PERIODE
Totale kasstroom van de periode 1.078 3.797
RECONCILIATIE MET DE BALANS
Kas- en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar 3.598 1.156
Totale kasstroom van de periode 1.078 3.797
Kas- en kasequivalenten op het einde van het boekjaar 4.676 4.953

* Sommige soorten kapitaalverhogingen (inbrengen in natura, partiële splitsingen) leiden tot geen enkele kasstroom.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

5. Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen

Halfjaar afgesloten op
31 december
(x 1.000 €)
1/07/2014 Kapitaal
verhoging
in speciën
Kapitaal
verhoging
in natura
Verwerving
/ verkoop
eigen
aandelen
Geconsolideerd
overzicht van
gerealiseerde
en niet
gerealiseerde
resultaten
Verwerking
van het
resultaat
Afrondings
verschil
31/12/2014
Kapitaal 264.231 0 17.584 0 0 0 0 281.815
Uitgiftepremies 64.729 0 16.079 0 0 0 0 80.808
Reserves 46.730 0 0 56 -10.448 1.912 0 38.250
a. Wettelijke reserve 0 0 0 0 0 0 0 0
b. Reserve voor het
saldo van de variaties
in de reële waarde van
vastgoed
91.863 0 0 0 0 3.816 0 95.679
c. Reserve voor de
impact op de reële
waarde van geschatte
mutatierechten en -
kosten bij
hypothetische
vervreemding van
vastgoedbeleggingen
-17.582 0 0 0 -7.016 0 -1 -24.599
d. Reserve voor het
saldo van de variaties
in de reële waarde van
toegelaten
afdekkingsinstrumenten
die onderworpen zijn
aan een
afdekkingsboekhouding
zoals gedefinieerd in
IFRS
-19.484 0 0 0 -3.432 -1 0 -22.917
e. Reserve voor het
saldo van de variaties
in de reële waarde van
toegelaten
afdekkingsinstrumenten
die niet onderworpen
zijn aan een
afdekkingsboekhouding
zoals gedefinieerd in
IFRS
-15.729 0 0 0 0 -2.989 1 -18.717
h. Reserve voor eigen
aandelen
-56 0 0 56 0 0 0 0
k. Reserve voor fiscale
latenties met betrekking
tot vastgoed gelegen in
het buitenland
0 0 0 0 0 244 0 244
m. Andere reserves 0 0 0 0 0 0 0 0
n. Overgedragen
resultaten van vorige
boekjaren
7.718 0 0 0 0 842 0 8.560
Resultaat van het
boekjaar
21.385 0 0 0 21.105 -21.385 0 21.105
Totaal eigen vermogen
toewijsbaar aan de
aandeelhouders van de
moedervennootschap
397.075 0 33.663 56 10.657 -19.473 0 421.978
Minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0
TOTAAL EIGEN
VERMOGEN
397.075 0 33.663 56 10.657 -19.473 0 421.978

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Halfjaar afgesloten op
31 december
(x 1.000 €)
1/07/2015 Kapitaal
verhoging
in
speciën
Kapitaal
verhoging
in natura
Verwerving
/ verkoop
eigen
aandelen
Geconsolideerd
overzicht van
gerealiseerde
en niet
gerealiseerde
resultaten
Verwerking
van het
resultaat
Afrondings
verschil
31/12/2015
Kapitaal 360.633 1 3.258 0 0 0 0 363.892
Uitgiftepremies 151.388 0 3.454 0 0 0 0 154.842
Reserves 41.084 0 0 0 -705 23.315 1 63.695
a. Wettelijke reserve 0 0 0 0 0 0 0 0
b. Reserve voor het saldo
van de variaties in de reële
waarde van vastgoed
95.679 0 0 0 0 19.686 0 115.365
c. Reserve voor de impact
op de reële waarde van
geschatte mutatierechten
en -kosten bij
hypothetische
vervreemding van
vastgoedbeleggingen
-25.015 0 0 0 0 0 0 -25.015
d. Reserve voor het saldo
van de variaties in de reële
waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten
die onderworpen zijn aan
een
afdekkingsboekhouding
zoals gedefinieerd in IFRS
-19.667 0 0 0 -705 0 1 -20.371
e. Reserve voor het saldo
van de variaties in de reële
waarde van toegelaten
afdekkingsinstrumenten
die niet onderworpen zijn
aan een
afdekkingsboekhouding
zoals gedefinieerd in IFRS
-18.717 0 0 0 0 461 0 -18.256
h. Reserve voor eigen
aandelen
0 0 0 0 0 0 0 0
k. Reserve voor fiscale
latenties met betrekking tot
vastgoed gelegen in het
buitenland
244 0 0 0 0 -134 0 110
m. Andere reserves 0 0 0 0 0 0 0 0
n. Overgedragen
resultaten van vorige
boekjaren
8.560 0 0 0 0 3.302 0 11.862
Resultaat van het boekjaar 45.165 0 0 0 23.372 -45.165 0 23.372
Totaal eigen vermogen
toewijsbaar aan de
aandeelhouders van de
moedervennootschap
598.270 1 6.712 0 22.667 -21.850 1 605.801
Minderheidsbelangen 0 0 0 0 0 0 0 0
TOTAAL EIGEN
VERMOGEN
598.270 1 6.712 0 22.667 -21.850 1 605.801

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6. Toelichtingen

6.1.Toelichting 1: algemene informatie

Aedifica nv (in het halfjaarverslag de "vennootschap" of de "moedermaatschappij" genoemd) is een openbare GVV (gereglementeerde vastgoedvennootschap) naar Belgisch recht en is als naamloze vennootschap opgericht. Informatie over de aandeelhouders wordt in toelichting 7 vermeld. De maatschappelijke zetel van de vennootschap is op volgend adres gevestigd: Louizalaan 331-333, B 1050 Brussel (telefoon: +32 (0)2 626 07 70). De Aedifica-groep bestaat uit een moedermaatschappij en haar dochterondernemingen.

Aedifica is een Belgische beursgenoteerde vennootschap die zich wil profileren als referentie inzake investeringen in zorgvastgoed, voornamelijk in de huisvesting voor senioren. Haar strategie berust op de demografische grondstroom van de vergrijzing van de bevolking in Europa en de specifieke zorg- en huisvestingbehoeften die daaruit voortvloeien. Aedifica wil een evenwichtige portefeuille opbouwen waarbij terugkerende inkomsten samengaan met een meerwaardepotentieel.

De activiteiten van de groep worden hoofdzakelijk uitgeoefend in de sector van de huisvesting voor senioren; de groep exploiteert ook appartementsgebouwen, evenals hotels en andere types gebouwen.

De aandelen van de vennootschap zijn sinds oktober 2006 genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussels.

Het boekjaar van Aedifica loopt van 1 juli tot en met 30 juni. De geconsolideerde verkorte staten op 31 december 2015 werden door de Raad van bestuur op 22 februari 2016 goedgekeurd voor publicatie op 23 februari 2016 (overeenkomstig de financiële kalender die Aedifica in haar jaarlijks financieel verslag 2014/2015 gepubliceerd heeft).

6.2.Toelichting 2: grondslagen voor financiële verslaggeving

Toelichting 2.1: Grondslagen voor de opstelling van de halfjaarrekening

De geconsolideerde verkorte staten dekken de periode van 1 juli tot 31 december 2015. Ze zijn opgesteld volgens de "International Financial Reporting Standards" ("IFRS") en de bijhorende "International Financial Reporting Interpretations Committee" ("IFRIC") interpretaties, gepubliceerd en van kracht op 31 december 2015, die werden goedgekeurd door de Europese Unie ("EU"), en in het bijzonder de norm IAS 34 "Tussentijdse financiële verslaggeving". Ze komen overeen met de normen en interpretaties gepubliceerd door de "International Accounting Standards Board" ("IASB") die van kracht zijn op 31 december 2014, omdat de door de EU verworpen elementen uit de IAS 39-norm niet relevant zijn voor de groep. De geconsolideerde verkorte staten zijn ook opgesteld in overeenstemming met het Koninklijk Besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen.

De geconsolideerde verkorte staten zijn opgesteld in euro en zijn in duizenden euro's voorgesteld en in verkorte versie, zoals toegestaan door de norm IAS 34. Deze moeten samen met de jaarrekening afgesloten op 30 juni 2015 en gepubliceerd in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015 gelezen worden.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

De geconsolideerde verkorte staten zijn opgesteld in overeenstemming met het principe van de historische kost, met uitzondering van de volgende categorieën van activa en passiva die tegen reële waarde gewaardeerd zijn: vastgoedbeleggingen, vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop, financiële activa bestemd voor verkoop en indekkingsinstrumenten (in het bijzonder derivaten), en verkoopopties toegestaan aan aandeelhouders zonder zeggenschap.

De geconsolideerde verkorte halfjaarrekening is opgesteld op basis van het toerekeningsbeginsel en op basis van de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten in een voorzienbare tijdshorizon.

Er is geen nieuwe norm, nieuwe wijziging en nieuwe interpretatie die verplicht van toepassing is voor de groep sinds 1 juli 2015.

De normen, wijzigingen en interpretaties die gepubliceerd zijn, maar nog niet bindend zijn, zijn niet anticipatief ingevoerd en worden momenteel door de groep geanalyseerd.

Toelichting 2.2: Samenvatting van de specifieke grondslagen voor de financiële verslaggeving Een samenvatting van de specifieke grondslagen voor de financiële verslaggeving wordt gegeven in toelichting 2.2 van de geconsolideerde jaarrekening 2014/2015 (zie bladzijde 132 tot 136 van het jaarlijks financieel verslag 2014/2015).

Die grondslagen werden op constante wijze op alle voorgestelde boekjaren toegepast, met uitzondering van de onderstaande regel I.C 1.3 ("Verwerking van de verschillen bij de opname in portefeuille") die op 1 juli 2015 anticipatief werd toegepast om (i) de boekhoudkundige methode voor de erkenning van de overdrachtsrechten te vereenvoudigen en (ii) om aan te sluiten bij de praktijken van andere GVV's in België of van andere vergelijkbare vennootschappen in het buitenland (Real Estate Investment Trusts). Tot en met 30 juni 2015 werden bij een acquisitie de overdrachtsrechten die van toepassing waren bij een latere hypothetische overdracht rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen. Elke variatie in de reële waarde van de gebouwen in de loop van het boekjaar werd in de resultatenrekening erkend. Sinds 1 juli 2015 worden de overdrachtsrechten bij een acquisitie, alsook elke variatie in de reële waarde van het vastgoed in de loop van het boekjaar, rechtstreeks geboekt in de resultatenrekening. Deze aanpassing verklaart waarom lijn II.A. van het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2015 een nulbedrag vertoont, terwijl er op 31 december 2014 een bedrag van 7 miljoen € werd vertoond. Deze aanpassing heeft geen enkel effect op het niveau van het eigen vermogen. De regel I.C 1.3 leest voortaan als volgt: Indien, naar aanleiding van een in sectie I.C 1.1 ("Aanschaffingswaarde") hierboven vermelde transactie, uit de waardering van de onroerende goederen door de expert een investeringswaarde resulteert die verschilt van de aanschaffingswaarde, zoals bepaald in sectie I.C 1.1, wordt het verschil, na aftrek van de exit taks, op de lijn "XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen" van de resultatenrekening geboekt.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6.3.Toelichting 3: gesegmenteerde informatie

De volgende operationele segmenten werden geïdentificeerd in toepassing van de IFRS-norm 8:

  • Huisvesting voor senioren: het betreft rusthuizen en gebouwen met assistentiewoningen, met huurovereenkomsten op zeer lange termijn die vaak een triple net rendement opleveren (hetgeen de lage beheerskosten verklaart).
  • Appartementsgebouwen: het betreft in steden gelegen appartementsgebouwen die worden verhuurd. Gelijkvloerse handelspanden en kantoorruimten zijn in de cijfers begrepen; ze worden als extra rendement beschouwd voor de residentiële ruimten.
  • Hotels en andere: het betreft voornamelijk hotels, met huurovereenkomsten op zeer lange termijn die een "triple net" rendement opleveren.

Deze segmentatie is consistent met de organisatorische en interne rapporteringsstructuur.

(x 1.000 €) Huisvesting
voor senioren
Appartements
gebouwen
Hotels
en
andere
Niet
toewijsbaar
Transacties
tussen
segmenten*
TOTAAL
SECTORAAL RESULTAAT
Externe huurinkomsten 20.720 5.999 1.995 0 -60 28.654
Nettohuurresultaat 20.718 5.982 1.995 0 -60 28.635
Vastgoedresultaat 20.611 5.303 1.998 1 -60 27.853
Operationeel vastgoedresultaat 20.436 3.566 1.960 478 -60 26.380
OPERATIONEEL RESULTAAT
VOOR HET RESULTAAT OP DE
PORTEFEUILLE
20.441 3.533 1.960 -2.580 0 23.354
ACTIVA VAN DE SEGMENTEN
Vastgoedbeleggingen in exploitatie 753.774 217.005 72.112 - - 1.042.891
Projectontwikkelingen - - - 20.523 - 20.523
VASTGOEDBELEGGINGEN 1.063.414
Activa bestemd voor verkoop 1.265 0 0 - - 1.265
Andere activa - - - 16.007 - 16.007
TOTAAL ACTIVA 1.080.686

31 december 2015

31 december 2014
(x 1.000 €) Huisvesting
voor senioren
Appartements
gebouwen
Hotels
en
andere
Niet
toewijsbaar
Transacties
tussen
segmenten*
TOTAAL
SECTORAAL RESULTAAT
Externe huurinkomsten 15.120 5.848 2.000 0 -54 22.914
Nettohuurresultaat 15.120 5.843 2.000 0 -54 22.909
Vastgoedresultaat 15.120 5.098 2.000 0 -54 22.164
Operationeel vastgoedresultaat 15.105 3.341 1.977 -43 -54 20.326
OPERATIONEEL RESULTAAT
VOOR HET RESULTAAT OP DE
PORTEFEUILLE
15.107 3.340 1.977 -2.425 0 17.999
ACTIVA VAN DE SEGMENTEN
Vastgoedbeleggingen in exploitatie 649.616 210.886 73.439 - - 933.941
Projectontwikkelingen - - - 30.114 - 30.114
VASTGOEDBELEGGINGEN 964.055
Activa bestemd voor verkoop 6.662 0 0 - - 6.662
Andere activa - - - 13.949 - 13.949
TOTAAL ACTIVA 984.666

* Voornamelijk eliminatie van de interne huur voor de kantoren van de vennootschap.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6.4.Toelichting 4: seizoensgebonden of cyclisch karakter van de activiteiten

Binnen de drie segmenten van Aedifica is enkel het segment van de appartementsgebouwen seizoengebonden. Dit seizoenseffect beïnvloedt de omzet (traditioneel hoger in de lente en de herfst dan in de zomer en de winter) en het operationeel resultaat van de appartementen die gemeubeld worden verhuurd. Deze schommelingen worden doorgaans over de duur van een semester (in geval van een gunstige economische conjunctuur) afgevlakt. In geval van een slechte conjunctuur kan men sterkere seizoenschommelingen gedurende de zwakkere maanden waarnemen.

De gevoeligheid van de bedrijfsactiviteiten van Aedifica voor economische conjunctuurschommelingen wordt op pagina 2 van het jaarlijks financieel verslag 2014/2015 voorgesteld (onderdeel "marktrisico's").

6.5.Toelichting 5: ongebruikelijke elementen

Geen enkel ongebruikelijk operationeel element moet worden gemeld voor het betrokken semester, met uitzondering van een niet-recurrente opbrengst van 0,1 miljoen € die in de financiële opbrengsten is geboekt en die het verwachte dividend vertegenwoordigt voor de periode van 1 juli 2015 tot de dag van de inbreng in natura op 17 december 2015 en dat door de inbrenger ten gunste van Aedifica ten laste werd genomen.

Volledigheidshalve herinneren we eraan dat de financiële opbrengsten van het eerste semester van het boekjaar een niet-recurrente opbrengst van 0,4 miljoen € omvatten, die de vergoeding vertegenwoordigen die Aedifica ontving naar aanleiding van de partïele splitsing van 4 december 2014 ter vergoeding voor de toekenning van het volledig dividendrecht voor het boekjaar 2014/2015 aan de aandelen die die dag werden uitgegeven.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6.6.Toelichting 6: vastgoedbeleggingen

(x 1.000 €) Vastgoedbeleggingen
in exploitatie
Projectontwikkelingen TOTAAL
BOEKWAARDE OP 1/07/2014 765.789 19.191 784.980
Verwervingen 184.871 1.526 186.397
Verkoop -15.139 0 -15.139
Geactiveerde interestlasten 0 675 675
Geactiveerde personeelskosten 0 20 20
Andere geactiveerde kosten 3.353 25.618 28.971
In exploitatie opgenomen 30.026 -30.026 0
Variatie van de reële waarde 14.529 4.730 19.259
Andere elementen in resultaat genomen 0 0 0
Overdracht naar eigen vermogen 0 0 0
Activa bestemd voor verkoop -1.805 0 -1.805
BOEKWAARDE OP 30/06/2015 981.624 21.734 1.003.358
BOEKWAARDE OP 1/07/2015 981.624 21.734 1.003.358
Verwervingen 37.863 1.989 39.852
Verkoop -542 0 -542
Geactiveerde interestlasten 0 158 158
Geactiveerde personeelskosten 0 9 9
Andere geactiveerde kosten 1.867 10.306 12.173
In exploitatie opgenomen 13.236 -13.236 0
Variatie van de reële waarde 8.303 -437 7.866
Andere elementen in resultaat genomen 0 0 0
Overdracht naar eigen vermogen 0 0 0
Activa bestemd voor verkoop 540 0 540
BOEKWAARDE OP 31/12/2015 1.042.891 20.523 1.063.414

Naast de vastgoedbeleggingen in exploitatie en de projectontwikkelingen die in de balans zijn opgenomen op lijn "I.C. Vastgoedbeleggingen" onder de vaste activa, bevat de balans eveneens vastgoed op lijn "II.A. Activa bestemd voor verkoop" onder de vlottende activa, ten bedrage van 1.265 k€. Het betreft vastgoed dat te koop is aangeboden (assistentiewoningen in Tienen).

De voornaamste acquisities van vastgoedbeleggingen gedurende dit halfjaar zijn de volgende:

VERWERVINGEN
NAAM
Bedrijfssegment Waarde van de
gebouwen*
Rechtspersonen
register
Verwervings
datum**
Wijze van
integratie
(in miljoen €)
La Croix Huart nv Huisvesting voor
senioren
8 0454.836.562 2/07/2015 Verwerving van
aandelen
Senior Hotel Flandria nv en
Patrimoniale Flandria nv
Huisvesting voor
senioren
10 0434.250.687
0437.966.183
9/07/2015 Verwerving van
aandelen
Vinkenbosch nv Huisvesting voor
senioren
4 0438.349.532 1/10/2015 Verwerving van
aandelen
Heydeveld en Heydeveld
bvba
Huisvesting voor
senioren
9 0860.484.327 2/10/2015 Inbreng in natura
en verwerving
van aandelen
Prinsenhof Huisvesting voor
senioren
6 - 17/12/2015 Inbreng in natura
TOTAAL 37

* om volgende items te bepalen: het aantal uit te geven aandelen, de ruilverhouding en/of de waarde van de verworven aandelen.

** en datum van opname in het resultaat.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6.7.Toelichting 7: kapitaal

Aedifica heeft op 2 oktober 2015 een kapitaalverhoging van ca. 1 miljoen € (uitgiftepremie inbegrepen) uitgevoerd door middel van een inbreng in natura die de acquisitie van het terrein waarop het woonzorgcentrum Heydeveld in Opwijk gesitueerd is, mogelijk heeft gemaakt. Daarnaast heeft Aedifica op 17 december 2015 een kapitaalverhoging uitgevoerd van ca. 6 miljoen € (uitgiftepremie inbegrepen) door middel van een inbreng in natura die de acquisitie van het woonzorgcentrum Prinsenhof in Beringen (Koersel) mogelijk heeft gemaakt.

Het kapitaal is op de volgende manier geëvolueerd sinds het begin van het boekjaar:

Aantal aandelen Bedrag (x 1.000 €)
Situatie bij het begin van het vorige boekjaar 10.249.117 270.451
Kapitaalverhogingen 3.796.814 100.190
Situatie op het einde van het vorige boekjaar 14.045.931 370.641
Kapitaalverhoging van 2 oktober 2015 19.856 524
Kapitaalverhoging van 17 december 2015 104.152 2.748
Situatie op het einde van het boekjaar 14.169.939 373.913

Het hierboven vermelde kapitaal wordt voorgesteld vóór aftrek van de kapitaalverhogingskosten (het in de balans vermelde kapitaal wordt, in overeenstemming met de IFRS-normen, voorgesteld na aftrek van die kosten).

Sinds 18 december 201532 bezit geen enkele aandeelhouder meer dan 5% van de aandelen. De free float bedraagt dus 100%.

De kapitaalverhogingen tot 30 juni 2015 worden toegelicht in de "permanente documenten" van het jaarlijks financieel verslag 2014/2015. Alle uitgegeven aandelen zijn volledig volgestort. De aandelen hebben geen nominale waarde. De aandelen zijn op naam of gedematerialiseerd. Elk aandeel geeft recht op een stem. Alle aandelen Aedifica zijn genoteerd op de continumarkt van Euronext Brussels, met uitzondering van de 19.856 aandelen die op 2 oktober 2015 werden uitgegeven en die genoteerd zullen worden na de onthechting van de coupon met betrekking tot het dividend van het boekjaar 2015/2016, die in principe zal plaatsvinden op 2 november 2016 (deze aandelen geven recht op een dividend pro rata temporis met ingang vanaf 2 oktober 2015).

Aedifica NV bezit geen eigen aandelen.

Het is de raad van bestuur toegestaan om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere malen te verhogen ten belope van een maximaal bedrag van 74.230 k€ op de data en volgens de modaliteiten te bepalen door de raad van bestuur, in overeenstemming met artikel 603 van het Wetboek van Vennootschappen. Die toestemming werd verleend voor een hernieuwbare periode van vijf jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van het proces-verbaal van de buitengewone Algemene Vergadering van 14 december 2015. Bij elke kapitaalverhoging zal de raad van bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van de nieuwe effecten stellen, tenzij de Algemene Vergadering daar zelf over beslist. De kapitaalverhogingen die aldus door

32 De kennisgevingen alsook de controlelijnen zijn op de website van Aedifica terug te vinden. De vennootschap heeft geen kennisgeving in het kader van de transparantiewetgeving ontvangen na 18 december 2015.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

de raad van bestuur worden beslist, kunnen onderschreven worden in geld, of in natura, of bij wijze van een gemengde inbreng, of door incorporatie van reserves of door uitgiftepremies, met of zonder de creatie van nieuwe effecten. Deze kapitaalverhogingen kunnen eveneens verwezenlijkt worden door de uitgifte van converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten. Het saldo van het toegestane kapitaal bedraagt 71,5 miljoen € op 31 december 2015.

6.8.Toelichting 8: kort- en langlopende financiële schulden

(x 1.000 €) 31/12/2015 30/06/2015
Langlopende financiële schulden
Bankinstellingen 367.920 340.752
Kortlopende financiële schulden
Bankinstellingen 45.919 25.897
TOTAAL 413.839 366.649

Aedifica beschikt op 31 december 2015 over kredieten (voorgesteld op de lijnen "kortlopende financiële schulden" en "langlopende financiële schulden", en die behoren tot de categorie "financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs" volgens IAS 39) verleend door acht banken (Bank für Sozialwirtschaft, Bank Degroof Petercam, Banque Européenne du Crédit Mutuel, Belfius, BNP Paribas Fortis, Caisse d'Epargne et de Prévoyance Nord France Europe, ING en KBC Bank) ten bedrage van 520 miljoen € :

  • Aedifica kan 504 miljoen € gebruiken volgens haar behoeften op voorwaarde dat de schuldratio niet hoger is dan 60% en op voorwaarde dat andere covenants gerespecteerd worden (die in overeenstemming zijn met de algemene marktpraktijken voor zulke kredieten). Elke geldopname gebeurt in € voor een duur van maximaal 12 maanden, met een rentevoet met als referentie de geldende euribor.
  • Aedifica beschikt hiernaast over afschrijfbare investeringskredieten ten bedrage van 16 miljoen € met vaste rentevoet tussen 3,1% en 5,8%.

De gewogen gemiddelde kost (inclusief kredietmarge en het effect van de afdekkingsinstrumenten) was 2,9% na activering van tussentijdse interesten (3,0% over het volledige boekjaar 2014/2015) of 3,0% voor activering van tussentijdse interesten (3,2% over het volledige boekjaar 2014/2015).

Op 31 december 2015 heeft de groep geen enkel Belgisch gebouw in hypotheek of in pand gegeven aan zijn schuldeisers. In Duitsland is het wel gebruikelijk dat vastgoed in het kader van een bankfinanciering in hypotheek wordt gegeven. In dit verband zijn 3 van de 14 Duitse gebouwen van de groep in hypotheek gegeven. Zij voldoen aan de eisen van artikel 43 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de GVV.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

De vervaldata van de kredietlijnen van Aedifica zien er als volgt uit (in miljoen €):

Lijnen Opname
- 2015/2016 : 30 -
- 2016/2017 : 150 106
- 2017/2018 : 92 60
- 2018/2019 : 127 127
- 2019/2020 : 80 80
- 2020/2021 : 2 2
- 2021/2022 : 25 25
- > 2022/2023 : 14 14
Totaal op 31 december 2015 520 414
Gemiddelde resterende duur (in jaren) 2,5 2,8
- Vervaldatum 2015/2016 : -30 -
- 2020/2021 : +30 -
- 2021/2022 : +30 -
- 2022/2023 : +30 -
Totaal op 22 februari 2016 520 414
Gemiddelde resterende duur (in jaren) 2,5 2,8

De netto financiële schuld is een prestatie-indicator die niet gedefinieerd is door de IFRS-normen. Aedifica maakt gebruik van dit begrip om haar schuld te schatten. De netto financiële schuld is gelijk aan het totaal van de kort- en langlopende financiële schulden verminderd met kas en kasequivalenten. De netto financiële schuld houdt geen rekening met de reële waarde van de aan de schuld verbonden derivaten. De definitie van de netto financiële schuld zoals weergegeven door Aedifica kan verschillen van gelijkaardige waarderingen van andere vennootschappen. De netto financiële schuld vormt geen onderdeel van de berekening van de schuldratio bepaald door het Koninklijk Besluit van 13 juli 2014 met betrekking tot gereglementeerde vastgoedvennootschappen.

(x 1.000 €) 31/12/2015 30/06/2015
Financiële schulden 413.839 366.649
Min: Kas en kasequivalenten -4.676 -3.598
NETTO FINANCIËLE SCHULD 409.163 363.051

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6.9.Toelichting 9: indekkingsinstrumenten

1. Algemeen kader :

Om het renterisico te beperken heeft Aedifica indekkingen genomen waarbij de schuld tegen een variabele rentevoet wordt omgezet in een schuld tegen een vaste rentevoet of met een bovengrens ("cash flow hedges"). Alle indekkingen (interest rate swaps of "IRS", caps en collars) hebben betrekking op bestaande of zeer waarschijnlijke risico's. De indekkingsinstrumenten zijn hetzij derivaten die aan de strikte criteria van IAS 39 voor de toepassing van hedge accounting voldoen, hetzij derivaten die niet voldoen aan die strikte criteria maar economische indekkingen leveren voor risico's met betrekking tot rentevoeten. Alle indekkingen zijn afgesloten in het kader van het in toelichting 44 van het jaarlijks financieel verslag 2014/2015 beschreven financiële risicobeheer. De reële waarde van de instrumenten wordt door de banken berekend op basis van de contante waarde van de geschatte toekomstige thesauriestromen. Deze reële waarde wordt toegepast conform IFRS 13 om het eigen kredietrisico ("debit valuation adjustment" of "DVA") en de kredietwaardering van de tegenpartij ("credit valuation adjustment" of "CVA") weer te geven. Het overzicht van de indekkingen wordt hierbij verstrekt.

INSTRUMENT Referentiebedragen Begin Frequentie Duur Eerste Rentevoet Reële
Overzicht op
30 juni 2015
(x 1.000 €) (maanden) (jaren) mogelijke
datum om
in het
slechtste
waarde
(x 1.000 €)
de call uit geval
te oefenen (in %)
IRS* 10.356 1/04/2011 3 32 - 4,89 -5.398
IRS* 27.779 31/07/2014 3 29 - 4,39 -10.520
IRS 15.000 2/04/2013 3 9 - 3,50 -2.925
IRS 12.000 3/06/2013 3 9 - 3,64 -2.438
IRS 8.000 3/06/2013 3 9 - 3,67 -1.667
IRS 25.000 2/01/2015 3 5 - 2,99 -3.015
Cap 25.000 3/11/2014 3 1 - 1,00 0
Cap 25.000 1/10/2013 3 2 - 1,00 0
Cap 25.000 1/10/2014 3 1 - 1,25 0
Cap 25.000 1/11/2015 3 2 - 2,50 8
IRS 25.000 3/01/2014 3 7 - 3,10 -3.631
Cap 25.000 1/11/2014 3 3 - 2,50 8
IRS 25.000 2/02/2015 3 6 - 1,94 -1.946
IRS 25.000 3/11/2014 3 6 - 2,51 -2.674
IRS 25.000 1/01/2015 3 3 - 0,70 -362
Cap 50.000 1/10/2015 3 3 - 0,50 284
Cap 50.000 1/10/2015 3 4 - 0,35 748
IRS 25.000 3/11/2014 3 6 - 2,76 -3.003
IRS 25.000 1/01/2015 3 3 - 0,89 -470
Cap 40.000 1/09/2014 1 1 - 0,05 0
TOTAAL 513.135 -37.001

* Afschrijfbaar referentiebedrag over de duur van de swap. Aedifica en de bank kunnen deze contracten om de 10 jaar vroegtijdig vereffenen.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

INSTRUMENT
Overzicht op
31 december 2015
Referentiebedrage
n (x 1.000 €)
Begin Frequentie
(maanden)
Duur
(jaren)
Eerste
mogelijke
datum om
de call uit
te oefenen
Rentevoet
in het
slechtste
geval
(in %)
Reële
waarde
(x 1.000 €)
IRS* 10.267 1/04/2011 3 32 - 4,89 -5.494
IRS* 27.287 31/07/2014 3 29 - 4,39 -10.746
IRS 15.000 2/04/2013 3 9 - 3,50 -3.016
IRS 12.000 3/06/2013 3 9 - 3,64 -2.501
IRS 8.000 3/06/2013 3 9 - 3,67 -1.713
IRS 25.000 3/10/2016 3 5 - 2,88 -3.339
Cap 50.000 1/07/2016 3 4 - 0,50 296
Cap 100.000 1/11/2017 3 2 - 0,50 477
Cap 25.000 1/11/2015 3 2 - 2,50 1
IRS 25.000 3/01/2014 3 7 - 3,10 -3.674
Cap 25.000 1/11/2014 3 3 - 2,50 1
IRS 25.000 2/02/2015 3 6 - 1,94 -2.081
IRS 25.000 3/11/2014 3 6 - 2,51 -2.742
IRS 25.000 2/01/2015 3 3 - 0,70 -381
Cap 50.000 1/10/2015 3 3 - 0,50 97
Cap 50.000 1/10/2015 3 4 - 0,35 367
IRS 25.000 3/11/2014 3 6 - 2,76 -3.040
IRS 25.000 1/01/2015 3 3 - 0,89 -466
TOTAAL 547.554 -37.954

* Afschrijfbaar referentiebedrag over de duur van de swap. Aedifica en de bank kunnen deze contracten om de 10 jaar vroegtijdig vereffenen.

Het totale referentiebedrag van 548 miljoen € dat in de tabel hierboven vermeld is, wordt als volgt verdeeld:

  • lopende en operationele instrumenten: 223 miljoen €,
  • lopende en "out of the money" instrumenten (caps): 150 miljoen €,
  • instrumenten met uitgestelde inwerkingtreding: 175 miljoen €.

De som van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten van de tabel hierboven (-37 954 k€) wordt als volgt opgesplitst: 1.243 k€ wordt op lijn I.E. van de actiefzijde van de geconsolideerde balans vermeld en 39.196 k€ wordt op lijn I.C. van de passiefzijde van de geconsolideerde balans vermeld. Rekening houdend met de boekwaarde van de betaalde premies op de caps en collars (1.614 k€) bedraagt de IAS 39-impact op het eigen vermogen van de vennootschap -39.568 k€.

2. Derivaten waarop hedge accounting van toepassing is:

De in eigen vermogen geboekte bedragen zullen in het financiële resultaat opgenomen worden naargelang de betaling van de interesten van de gedekte schuld tussen 1 juli 2015 en 31 juli 2043.

Op balansdatum bevat het eigen vermogen het effectieve deel (volgens IAS 39) van de variatie van de reële waarde (-705 k€) van de financiële instrumenten die overeenstemmen met de derivaten waarvoor hedge accounting mag worden toegepast en het niet-effectieve deel van het boekjaar 2014/2015 (last van 0 €) dat in 2014/2015 ingevolge een beslissing van de gewone algemene vergadering van oktober 2015 bestemd werd. Deze derivaten zijn derivaten van "niveau 2", volgens IFRS 13p81. Het niet-effectieve deel, volgens IAS 39, is nul op 31 december 2015.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

(x 1.000 €) 31/12/2015 30/06/2015
Variatie van de reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten
Bij het begin van het boekjaar -19.667 -19.484
Variatie van het effectieve deel van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten (niet-vervallen
interesten)
-4.109 -6.454
Transfers naar resultatenrekening van vervallen interesten uit indekkingsinstrumenten 3.405 6.271
Transfers naar resultatenrekening m.b.t. beëindigde indekkingen 0 0
OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR -20.371 -19.667

3. Derivaten waarop hedge accounting niet van toepassing is:

Het financieel resultaat bevat een last van 940 k€ (30 juni 2015: opbrengst van 461 k€) die de variatie voorstelt van de reële waarde van de derivaten waarvoor hedge accounting (volgens IAS 39, zoals vermeld in de algemene tabel hierboven) niet van toepassing is. Deze derivaten zijn derivaten van "niveau 2", volgens IFRS 13p81. Het financieel resultaat bevat eveneens de afschrijving van de premies die betaald werden bij de intekening op de caps en de collars ten bedrage van 100 k€ (30 juni 2015 : 291 k€).

4. Gevoeligheid:

De reële waarde van de indekkingsinstrumenten is onderhevig aan de evolutie van de rentevoeten op de financiële markten. Deze evolutie verklaart grotendeels de variatie van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten tussen 1 juli 2015 en 31 december 2015. Dit leidde tot een last van 940 k€, geboekt in de resultatenrekening, en een van 705 k€, rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen.

Een verandering van de rentecurve zou een invloed hebben op de reële waarde van de instrumenten waarop overeenkomstig IAS 39 hedge accounting wordt toegepast, en dus op het eigen vermogen (lijn "C. d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Indien alle overige factoren gelijk blijven, zou een stijging van 10 basispunten van de rentevoeten op balansdatum een positieve impact hebben van 837 k€ (30 juni 2015: 856 k€) op het eigen vermogen. Een vermindering van 10 basispunten zou een negatieve impact hebben voor hetzelfde bedrag. De invloed van een verandering van de rentevoeten op de reële waarde van de multicallable interest rate swaps, caps en collars (waarop hedge accounting niet toegepast wordt) kan niet zo nauwkeurig bepaald worden want deze derivaten bevatten een optie, waarvan de reële waarde evolueert op een asymmetrische en niet-lineaire wijze die ook afhankelijk is van andere parameters (volatiliteit van de rentevoeten). De gevoeligheid van de "mark-to-market" van deze instrumenten aan een stijging van de rentevoeten met 10 basispunten werd geschat op een positief effect van 947 k€ (30 juni 2015: 1.134 k€) op de resultatenrekening. Een vermindering van 10 basispunten van de rentevoeten zou in dezelfde mate een negatieve impact op de resultatenrekening hebben.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6.10. Toelichting 10: resultaat per aandeel

Het resultaat per aandeel ("EPS" zoals vastgesteld door IAS 33) wordt als volgt berekend:

31/12/2015 31/12/2014
Nettoresultaat (aandeelhouders van de groep) (x 1.000 €) 23.372 21.105
Gewogen gemiddeld aantal aandelen in omloop voor de periode 14.064.202 10.363.753
Gewone EPS (in €) 1,66 2,04
Verwaterde EPS (in €) 1,66 2,04

Het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 is een prestatie-indicator die niet is gedefinieerd door de IFRSnormen. Aedifica maakt gebruik van dit begrip om het niveau van het voorgestelde dividend te bepalen. Het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 is gelijk aan het nettoresultaat (aandeel van de groep) na uitsluiting van de variaties van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en van de indekkingsinstrumenten. De definitie van het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 zoals weergegeven door Aedifica kan verschillen van gelijkaardige waarderingen van andere vennootschappen.

Het wordt als volgt berekend:

(x 1.000 €) 31/12/2015 31/12/2014
Nettoresultaat (aandeelhouders van de groep) 23.372 21.105
Min: Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (IAS 40) -7.866 -12.722
Min: Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen 0 0
Min: Uitgestelde belastingen 363 116
Min: Variaties in reële waarde van financiële activa en passiva (IAS 39) 951 3.294
Afrondingsverschil 0 0
Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 (vóór gerealiseerde meerwaarden) 16.820 11.793
Gewogen gemiddeld aantal aandelen in omloop voor de periode 14.064.202 10.363.753
EPS vóór IAS 39 en IAS 40 (vóór gerealiseerde meerwaarden - in €) 1,20 1,14

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6.11. Toelichting 11: nettoactief per aandeel

Nettoactiefwaarde per aandeel (in €) 31 december 2015 30 juni 2015
Op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen
Nettoactief na aftrek van het dividend 2014/2015, vóór IAS 39 45,54 43,74
IAS 39-impact -2,79 -2,70
Nettoactief na aftrek van het dividend 2014/2015 42,75 41,04
Aantal aandelen in omloop (zonder eigen aandelen) 14.169.939 14.045.931

De IFRS-normen bepalen dat de jaarrekening moet worden voorgelegd vóór de bestemming van het resultaat. Het nettoactief van 42,59 € per aandeel op 30 juni 2015 gepubliceerd in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015 omvatte derhalve nog het dividend dat in oktober 2015 werd uitgekeerd en moet nu bijgevolg verminderd worden met 1,56 € per aandeel om de nettoactiefwaarde per aandeel op 30 juni 2015 te kunnen vergelijken met de nettoactiefwaarde per aandeel op 31 december 2015. Dit bedrag stemt overeen met het totaalbedrag aan uitgekeerde dividenden (ten bedrage van 22 miljoen €) gedeeld door het aantal aandelen in omloop op 30 juni 2015 (14.169.939).

6.12. Toelichting 12: voorwaardelijke elementen en verplichtingen

Een overzicht van de voorwaardelijke elementen en verplichtingen per 30 juni 2015 wordt gegeven in toelichting 45 van de geconsolideerde jaarrekening in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015 (pagina 160-162). Behalve onderstaande elementen valt er op het einde van het eerste semester van het huidig boekjaar geen enkele belangrijke wijziging te vermelden.

1.1. Uitbreiding en renovatie van het rustoord Vinkenbosch in Kermt (Hasselt)

Aedifica heeft er zich toe verbonden de uitbreiding en de renovatie van het bestaande rustoord Vinkenbosch gelegen te Kermt (Hasselt) te financieren voor een budget van maximaal 12 miljoen €. De werken zijn in uitvoering.

1.2. Uitbreiding van het hotel Martin's Brugge in Brugge

Aedifica heeft er zich toe verbonden de verbouwing van bestaande vergaderinfrastructuur van het hotel Martin's Brugge gelegen te Brugge tot 20 bijkomende hotelkamers te financieren voor een budget van maximaal 1 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet verwezenlijkt zijn.

1.3. Uitbreiding van het rustoord Prinsenhof in Koersel (Beringen)

Aedifica heeft er zich toe verbonden de uitbreiding van het bestaande rustoord Prinsenhof gelegen te Koersel (Beringen) te financieren voor een budget van maximaal 4 miljoen €. De werken zijn in uitvoering.

1.4. Uitbreiding van het rustoord Die Rose im Kalletal in Kalletal (Duitsland)

Aedifica Luxemburg I SARL heeft er zich toe verbonden de uitbreiding van het bestaande rustoord Die Rose gelegen te Kalletal (Duitsland) te financieren voor een budget van maximaal 3 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet allemaal verwezenlijkt zijn.

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

1.5.Verwerving van een rustoord in Mechelen

Aedifica heeft een kaderovereenkomst (onder opschortende voorwaarden) gesloten dat Aedifica toelaat om de aandelen van een vennootschap te verwerven. Deze vennootschap zal eigenaar zijn van een nieuw rustoord gelegen te Mechelen. De aanschaffingswaarde van dit onroerend goed zal ca. 17 miljoen € bedragen.

1.6.Verwerving van een site voor de huisvesting voor senioren in Oostende

Aedifica heeft een kaderovereenkomst (onder opschortende voorwaarden) gesloten dat Aedifica toelaat om de aandelen van een vennootschap te verwerven. Deze vennootschap zal eigenaar zijn van een site voor de huisvesting voor senioren in Oostende. De aanschaffingswaarde van dit onroerend goed zal ca. 11 miljoen € bedragen.

1.7. Reeds uitgevoerde acquisities

De hierna volgende verbintenissen opgenomen in toelichting 45 van de geconsolideerde jaarrekening in het jaarlijks financieel verslag 2014/2015 werden verwezenlijkt tijdens het eerste semester van het huidig boekjaar:

  • de renovatie en heropbouw van het rustoord Salve in Brasschaat (punt 1.11 van toelichting 45),
  • de uitbreiding van het rustoord Pont d'Amour in Dinant (punt 1.5 van toelichting 45),
  • de ingebruikname van de eerste fase van de uitbreiding van het rustoord Op Haanven in Veerle-Laakdal (punt 1.4 van toelichting 45).

6.13. Toelichting 13: uitbetaalde dividenden

De algemene vergadering van 23 oktober 2015 heeft de voorgestelde resultaatsbestemming met betrekking tot het boekjaar 2014/2015 goedgekeurd. Een dividend van 2,00 € werd toegekend aan de aandelen die recht hadden op een volledig dividend, hetzij 22 miljoen €, en werd uitbetaald op 30 oktober 2015.

6.14. Toelichting 14: materiële gebeurtenissen na balansdatum

Geen enkele materiële gebeurtenis na de sluitingsdatum van 31 december 2015 dient vermeld te worden in deze geconsolideerde verkorte staten, met uitzondering van de volgende elementen:

  • Op 18 januari 2016 kondigde Aedifica de ondertekening aan van de koopakte van een rustoord gesitueerd in Duitsland (in Husum, in de deelstaat Schleswig-Holstein). Deze akte is onderworpen aan de gebruikelijke opschortende voorwaarden (voornamelijk van administratieve aard) die in principe in de loop van het eerste semester van het jaar 2016 vervuld zouden moeten worden.
  • De renovatiewerken en de omvorming van het rustoord Marie-Louise in Wemmel tot assistentiewoningen werden voltooid in de loop van de maand januari 2016. De site telt thans 30 assistentiewoningen.
  • De herfinanciering in februari 2016 van de bilaterale kredietlijn van 30 miljoen € verstrekt door ING (die in juni 2016 moest vervallen) om haar vervaldatum tot 2021 uit te stellen.
  • De nieuwe bilaterale kredietlijnen verstrekt door ING in februari 2016 (2 x 30 miljoen €, die vervallen in 2022 en 2023).

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

6.15. Toelichting 15: relaties met verbonden partijen

De relaties met verbonden partijen betreffen enkel de vergoeding van de voornaamste bedrijfsleiders, zijnde de leden van de raad van bestuur en het directiecomité (1,0 miljoen € voor het eerste semester van het boekjaar 2015/2016; 1,6 miljoen € voor het boekjaar 2014/2015).

6.16. Toelichting 16: verkoopopties toegestaan aan aandeelhouders zonder zeggenschap

De Vennootschap heeft zich ertoe verbonden de belangen zonder zeggenschap in Aedifica Luxemburg I SARL, Aedifica Luxemburg II SARL en Aedifica Luxemburg III SARL in handen van derden (6% van het kapitaal) over te nemen indien deze laatste hun verkoopopties zouden uitoefenen. De uitoefenprijs van zulke opties toegestaan aan aandeelhouders zonder zeggenschap wordt opgenomen op de lijn "I.C.b. Andere langlopende financiële verplichtingen – Andere".

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

7. Verslag van de commissaris (beperkt nazicht)

Verslag van de commissaris aan de aandeelhouders van Aedifica NV over het beperkt nazicht van de tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële staten voor de periode van 6 maanden afgesloten per 31 december 2015

Inleiding

Wij hebben de bijgevoegde tussentijdse geconsolideerde balans van Aedifica NV (de "Vennootschap") per 31 december 2015 nagekeken, alsook de bijhorende tussentijdse verkorte geconsolideerde resultatenrekening, het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor de periode van 6 maanden afgesloten op deze datum, en de toelichtingen. Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en het voorstellen van deze tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële staten in overeenstemming met International Financial Reporting Standard IAS 34 Tussentijdse Financiële Verslaggeving ("IAS 34") zoals goedgekeurd voor toepassing in de Europese Unie. Onze verantwoordelijkheid bestaat erin verslag uit te brengen over deze tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële staten op basis van ons beperkt nazicht.

Draagwijdte van ons nazicht

Wij hebben ons beperkt nazicht uitgevoerd volgens de Internationale Standaarden op Review Engagements 2410 (ISRE 2410 "Review of Interim Financial Information Performed by the Independent Auditor of the Entity"), betreffende opdrachten van beperkt nazicht. Een beperkt nazicht van tussentijdse financiële informatie bestaat uit het bekomen van informatie, hoofdzakelijk van personen verantwoordelijk voor financiële en boekhoudkundige aangelegenheden, en uit het toepassen van analytische en andere werkzaamheden. Een beperkt nazicht is aanzienlijk minder uitgebreid dan een audit uitgevoerd in overeenstemming met de internationale auditstandaarden (ISA's). Bijgevolg waarborgt een beperkt nazicht niet dat wij kennis zouden krijgen van alle belangrijke elementen die bij een volledige controle aan het licht zouden komen. Daarom onthouden wij ons van een auditopinie.

Conclusie

Op basis van ons beperkt nazicht wijst niets erop dat de bijgevoegde tussentijdse verkorte geconsolideerde financiële staten geen getrouw beeld geeft, in alle materiële opzichten, van de financiële toestand van het geconsolideerd geheel per 31 december 2015 alsook van diens resultaten en van diens kasstroom over de zes maanden afgesloten op die datum, in overeenstemming met IAS 34, zoals goedgekeurd voor toepassing in de Europese Unie.

Brussel, 22 februari 2016

Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba Commissaris Vertegenwoordigd door

Jean-François Hubin Vennoot* * Handelend in naam van een BVBA

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

VI. Voorzichtigheid inzake vooruitzichten

Dit halfjaarlijks financieel verslag bevat vooruitzichten die risico's en onzekerheden inhouden, onder meer verklaringen over plannen, doelstellingen, verwachtingen en voornemens van Aedifica. Lezers worden erop gewezen dat dergelijke vooruitzichten gekende en ongekende risico's inhouden en onderworpen zijn aan belangrijke bedrijfs-, economische en concurrentiële onzekerheden, die Aedifica grotendeels niet onder controle heeft. Indien één of meer van deze risico's of onzekerheden zich zouden voordoen of indien gehanteerde basishypothesen onjuist blijken, kunnen de uiteindelijke resultaten ernstig afwijken van de vooropgestelde, verwachte, geraamde of geëxtrapoleerde resultaten. Dientengevolge neemt Aedifica geen enkele verantwoordelijkheid op zich voor de exactheid van deze vooruitzichten.

VII. Verklaring van de verantwoordelijke personen

De heer Olivier Lippens, voorzitter van de raad van bestuur van Aedifica en de heer Stefaan Gielens, CEO van Aedifica, verklaren, voor zover hen bekend, dat:

  • de verkorte financiële staten, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Aedifica en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • het tussentijds beheersverslag een getrouw overzicht geeft van de belangrijke gebeurtenissen en de belangrijke transacties met verbonden partijen die zich in de eerste zes maanden van het boekjaar hebben voorgedaan en het effect daarvan op de verkorte financiële staten. Daarenboven geeft het een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden voor de resterende maanden van het boekjaar.
I. Tussentijds beheersverslag 2
1. Samenvatting van de activiteit van het 1ste semester 2015/20162
2. Inleiding 4
3. Belangrijke gebeurtenissen 4
4. Geconsolideerd patrimonium op 31 december 2015 11
5. Brutorendement per activiteitensector 13
6. Analyse van de geconsolideerde semestriële rekeningen 14
7. Vooruitzichten 20
8. Ranking Aedifica 21
9. Voornaamste risico's en onzekerheden 21
10. Transacties met verbonden partijen 21
11. Corporate governance 22
II. EPRA 24
III. Aedifica op de beurs 25
1. Beurskoers en volume 25
2. Grafische illustraties van de beurskoers van Aedifica 27
3. Aandeelhouderschap 28
4. Financiële kalender 28
IV. Vastgoedverslag 29
1. Geconsolideerde vastgoedportefeuille 29
2. Analyse van de portefeuille vastgoedbeleggingen in exploitatie 34
3. De vastgoedmarkt 38
4. Verslag van de vastgoeddeskundigen 44
V. Geconsolideerde verkorte financiële staten 46
1. Geconsolideerde resultatenrekening 46
2. Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 47
3. Geconsolideerde balans 47
4. Geconsolideerd kasstroomoverzicht 49
5. Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen 50
6. Toelichtingen 52
7. Verslag van de commissaris (beperkt nazicht) 67
VI. Voorzichtigheid inzake vooruitzichten 68
VII. Verklaring van de verantwoordelijke personen 68

23 februari 2016 – na sluiting van de markten Onder embargo tot 17u40

Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht Louizalaan 331 bus 8 - 1050 Brussel Tel: +32.2.626.07.70 Fax: +32.2.626.07.71 BTW - BE 0877 248 501 - R.P.M Brussel www.aedifica.be

Maatschappelijk boekjaar 1 juli - 30 juni

Commissaris Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba, vertegenwoordigd door Jean-François Hubin, Vennoot Vastgoeddeskundigen Stadim CVBA, de Crombrugghe & Partners NV en CBRE GmbH

Voor extra informatie gelieve u te wenden tot:

Stefaan Gielens, CEO – [email protected] Jean Kotarakos, CFO – [email protected] Martina Carlsson, Control & Communication Manager – [email protected]

Dit halfjaarlijks financieel verslag is eveneens beschikbaar in het Frans en in het Engels33 .

33 De Franse versie van het document heeft bewijskracht. De andere versies zijn vertalingen en werden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van Aedifica.

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.