Annual Report • Sep 13, 2013
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Aedifica, Belgische beursgenoteerde vennootschap die investeert in residentieel vastgoed
Aedifica is een Belgische beursgenoteerde vennootschap die zich als referentie inzake investeringen in residentieel vastgoed wil profileren, met een portefeuille van vastgoedbeleggingen ten bedrage van 643 miljoen €, voor een totale bebouwde oppervlakte van 305.000 m².
Aedifica wil inspelen op de maatschappelijke behoeften inzake huisvesting. Aedifica onderscheidt zich door haar strategie: deze bestaat erin een evenwichtige portefeuille op te bouwen waarbij stabiele en terugkerende inkomsten samengaan met een aanzienlijk meerwaardepotentieel.
Om dit doel te bereiken diversifieert Aedifica haar investeringen in het residentiële vastgoed.
Aedifica is sinds 2006 genoteerd op Euronext Brussels (continumarkt).
Door haar statuut van vastgoedbevak (vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal) biedt Aedifica de investeerder een alternatief voor de rechtstreekse investering in residentieel vastgoed.
De gevolgen van deze demografische ontwikkelingen op de huisvestingsbehoeften in het algemeen en de specifieke woonbehoeften voor een vergrijzende bevolking bepalen de belangrijkste thema's van de investeringsstrategie van Aedifica.
Residentie Chamaris Gelegen in het centrum van de Leopoldwijk in Brussel, de voornaamste zakenwijk van Brussel, waar de belangrijkste instellingen van de Europese Unie gevestigd zijn
Pont d'Amour Het huidige lopende uitbreidingsproject zal de capaciteit van de site op 150 vergunde bedden brengen
| 1. | Marktrisico's | 2 |
|---|---|---|
| 2. | Risico's gekoppeld aan de vastgoedportefeuille van | |
| Aedifica | 3 | |
| 3. | Financiële risico's | 5 |
| 4. | Reglementaire risico's | 6 |
| Kerncijfers 2012/2013 | 8 | |
| Brief aan de aandeelhouders | 10 | |
| Geconsolideerd beheersverslag | 18 | |
| 1. | Strategie | 20 |
| 2. | Belangrijke operaties voor en na de afsluiting | |
| d.d. 30 juni 2013 | 22 | |
| 3. | Synthese van de geconsolideerde rekeningen | |
| per 30 juni 2013 | 28 | |
| 4. | Bestemming van het resultaat | 33 |
| 5. | Voornaamste risico's (met uitsluiting van | |
| deze verbonden aan de financiële instrumenten) | 35 | |
| 6. | Gebruik van financiële instrumenten | 35 |
| 7. | Transacties met verbonden partijen | 35 |
| 8. | Participaties | 35 |
| 9. | Onderzoek en ontwikkeling | 35 |
| 10. Eigen aandelen | 35 | |
| 11. Vooruitzichten voor 2013/2014 | 36 | |
| 12. Belangenconflicten | 38 | |
| 13. Kapitaalverhogingen in het kader van | ||
| het toegestane kapitaal | 38 | |
| 14. Leefmilieu, sociale, ethische en | ||
| maatschappelijke aspecten | 39 | |
| 15. Elementen die van aard zijn een gevolg te hebben | ||
| in geval van een openbare overnamebieding | 40 | |
| 16. Verantwoording van de onafhankelijkheid en de | ||
| bekwaamheid op het vlak van boekhouding en | ||
| audit van minstens één lid van het auditcomité | 42 | |
| 17. Verklaring inzake corporate governance | 43 |
| EPRA | 44 | |
|---|---|---|
| Vastgoedverslag | 52 | |
| 1. | De vastgoedmarkt | 54 |
| 2. | Geconsolideerde vastgoedportefeuille | |
| per 30 juni 2013 | 57 | |
| 3. | Analyse van de portefeuille per 30 juni 2013 | 63 |
| 4. | Beheersteam | 66 |
| 5. | Beschrijvende fiches van de vastgoedbeleggingen | 68 |
| 6. | Verslag van de onafhankelijke vastgoeddeskundigen 85 | |
| Aedifica op de beurs | 86 | |
| 1. | Beurskoers en volume | 88 |
| 2. | Dividendbeleid | 89 |
| 3. | Aandeelhouderschap | 90 |
| 4. | Agenda van de aandeelhouder | 91 |
| Verklaring inzake corporate governance 1 |
92 | |
| 1. | Referentiecode | 94 |
| 2. | Interne controle en risicobeheer | 94 |
| 3. | Aandeelhoudersstructuur | 96 |
| 4. | Raad van bestuur en comités | 96 |
| 5. | Preventie van belangenconflicten | 102 |
| 6. | Evaluatieproces | 103 |
| 7. | Recht om aandelen te verwerven | 103 |
| 8. | Remuneratieverslag | 103 |
| Jaarrekening | 106 | |
| Permanente documenten | 152 | |
| Lexicon | 167 |
Aedifica oefent haar activiteit uit in een omgeving die voortdurend in evolutie is en die dus bepaalde risico's met zich meebrengt. De concretisering van deze risico's kan een ongunstige invloed hebben op de vennootschap, haar activiteit, haar perspectieven, haar financiële situatie of haar resultaten. Met deze risico's moet dus in het kader van een investeringsbeslissing rekening gehouden worden.
Aedifica stelt zich als doel om deze risico's zo goed mogelijk te beheren om stabiele en terugkerende huurinkomsten te genereren, alsook een potentieel aan meerwaarden op te bouwen.
De voornaamste risicofactoren waarmee Aedifica geconfronteerd wordt, maken het voorwerp uit van een regelmatige opvolging, zowel door het management als door de raad van bestuur, die terzake een voorzichtig beleid hebben uitgestippeld en die het, indien nodig, regelmatig zullen blijven aanpassen. De lezers worden erop gewezen dat de volgende lijst van risico's niet exhaustief is en dat deze lijst opgesteld is op basis van informatie die gekend was op 10 september 2013. Andere onbekende of onwaarschijnlijke risico's kunnen bestaan, of risico's waarvan niet wordt aangenomen dat ze een ongunstige invloed kunnen hebben op de vennootschap, op haar activiteit of haar financiële situatie.
Aangezien de evolutie van vraag en aanbod in vastgoed door de algemene economische conjunctuur wordt beïnvloed, zou de verslechtering van de voornaamste macro-economische indicatoren de activiteiten en de ontwikkelingsvooruitzichten van Aedifica negatief kunnen beïnvloeden. De activiteit van de vennootschap ondergaat namelijk de invloed van de economische cycli, aangezien deze zowel een effect hebben op de beschikbare inkomsten van de huurders (en dus op hun capaciteit om aan hun verplichtingen te voldoen) als op de vraag aan huurpanden en op de beschikbaarheid van de financieringsbronnen voor investeringen. De vennootschap wordt eveneens blootgesteld aan het risico van in gebreke blijven of van faillissement van haar wederpartijen: beheerders, banken die kredieten en indekkingen verlenen, aannemers, enz. Om deze negatieve effecten te beperken, diversifieert Aedifica haar investeringen in segmenten van de residentiële markt die de tendens vertonen om verschillend ten opzichte van de economische conjunctuur te evolueren.
Het niveau van de huurprijzen, de huurleegstand en de waardering van de gebouwen worden sterk beïnvloed door de vraag en het aanbod op de markt inzake verkoop en verhuur van vastgoed. De belangrijkste risico's waaraan de vennootschap is blootgesteld betreffen de bezettingsgraad van haar gebouwen, de mogelijkheid om bij nieuwe huurcontracten of bij de verlenging van huurcontracten de huurprijzen en de waarde van de vastgoedportefeuille te handhaven en dus het risico van minderwaarden bij eventuele verkopen.
Aedifica voorziet deze risico's en voert daarom een zowel vanuit geografisch als sectoraal oogpunt gediversifieerd investeringsbeleid, tot nu toe in België, binnen de residentiële vastgoedmarkt. Sinds de zomer 2013, is Aedifica ook actief in Duitsland op het gebied van de huisvesting voor senioren.
Elk van de residentiële submarkten waarin Aedifica investeert, richt zich tot verschillende huurders en wordt gekenmerkt door huurcontracten van verschillende duur (korte termijn voor de gemeubelde appartementen, middellange termijn voor de niet gemeubelde appartementen en lange termijn voor de huisvesting voor senioren en hotels). Gezien het grote aandeel van de huurinkomsten van Aedifica dat afkomstig is van onopzegbare erfpachten met een minimale duur van 27 jaar (67 % van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen op 30 juni 2013), bedraagt de gemiddelde resterende duur van de huurovereenkomsten 18 jaar. Hierdoor geniet Aedifica van een goede voorspelbaarheid van een groot deel van haar toekomstige inkomsten.
Aedifica wil eveneens haar patrimonium blijven uitbreiden, zodat het gewicht van elk gebouw in haar portefeuille tot een minimum beperkt blijft, en om het professionalisme van haar beheer en haar bedrijfsmarge door schaalvoordelen te verbeteren.
Bij vaste rentevoeten wordt Aedifica beperkt blootgesteld aan het inflatierisico, daar de huuropbrengsten geïndexeerd worden (voornamelijk afhankelijk van de evolutie van de gezondheidsindex of van de index van de consumptieprijzen). De impact van inflatie op de huurinkomsten kan voor een variatie van de index met 100 basispunten geschat worden op 0,4 miljoen € op jaarbasis.
In geval van stijging van de nominale rentevoeten leidt een zwakke inflatie daarentegen tot een stijging van de reële rentevoeten en vormt dit een belangrijk risico dat wordt gekenmerkt door een verhoging van de financiële lasten, die sneller gebeurt dan de indexatie van de inkomsten. Aedifica heeft de nodige maatregelen getroffen om zich in te dekken tegen dit soort van risico's (zie 3.3 hierna).
In geval van negatieve inflatie voorzien de meeste huurovereenkomsten een ondergrens op het niveau van de basishuur.
Gezien het dynamisme van de grote groep van operatoren die actief zijn in de uitbating van de huisvesting voor senioren en de consolidatie die sinds enkele jaren aan de gang is in de sector, valt één of meerdere concentraties tussen twee of meer groepen die juridische entiteiten controleren waarmee Aedifica huur-of erfpachtovereenkomsten gesloten heeft, niet uit te sluiten. Dit zou de diversificatiegraad van de bevak potentieel kunnen invloeden. Dergelijke concentraties hebben al plaatsgevonden in het verleden binnen de portefeuille van Aedifica. Dit resulteerde in een significante verbetering van de professionalisering van de betrokken operatoren. Deze concentraties werden door de groei van de portefeuille van Aedifica gedilueerd. De gegevens van deze exploitatiegroepen worden in het vastgoedverslag dat deel uitmaakt van dit jaarlijks financieel verslag en in toelichting 3 bij de geconsolideerde jaarrekening vermeld.
De raad van bestuur en het management van Aedifica zijn zich bewust van de risico's verbonden aan het beheer en de kwaliteit van de vastgoedportefeuille en leggen zich daarom enkele strikte en duidelijke criteria op voor het verbeteren en optimaliseren van de gebouwen, het commerciële en technische beheer en de investeringen en desinvesteringen, met als doel de leegstand te beperken en de waarde van het patrimonium van Aedifica maximaal te doen stijgen.
Tot 30 juni 2013 was dit patrimonium uitsluitend gevestigd in België en bestond het grotendeels uit onroerende goederen in exploitatie, gebruikt of bestemd voor bewoning. De samenstelling (aantal panden, bebouwde oppervlakte) en de verdeling ervan (per aard van de goederen, per activiteitensector, per geografische ligging) op 30 juni 2013 wordt in sectie 3.1 van het geconsolideerde beheersverslag dat deel uitmaakt van dit jaarlijks financieel rapport gegeven. Sinds de zomer van 2013, is het patrimonium van de bevak ook gedeeltelijk in Duitsland gelegen.
Aedifica heeft daarnaast een ontwikkelingsportefeuille van 25 projecten (zie sectie 2.2.2. van het vastgoedverslag in dit jaarlijks financieel verslag). In overeenstemming met IAS-norm 40 zijn de vastgoedbeleggingen in exploitatie en de ontwikkelingsprojecten samen weergegeven in de balans op lijn "I.C. Vastgoedbeleggingen".
Het gehele zakencijfer van Aedifica bestaat uit huurgelden die gegenereerd worden door verhuring aan derden (particulieren, vennootschappen, uitbaters van rustoorden of van hotels). Wanbetaling door de huurders en een daling van de bezettingsgraad van de gebouwen kunnen dus mogelijks een negatieve invloed op de resultaten hebben. Bovendien is Aedifica blootgesteld aan het risico van huurderving verbonden aan het vertrek van huurders op een vervaldag of bij de afloop van het huurcontract. Rekening houdend met de huidige conjunctuur en indien nieuwe huurders worden gevonden, zou het kunnen dat de nieuwe huurcontracten lagere huurgelden opbrengen dan de lopende huurcontracten. Het sombere economische klimaat kan ook leiden tot heronderhandelingen van lopende huurovereenkomsten, en met name huurkortingen op lopende contracten. Dit om het niveau van de huur betaald door de huurders in vergelijking met de potentiële toekomstige inkomsten van deze huurders te herbalanceren en dus de duurzaamheid van de kasstromen gegenereerd door de betreffende gebouwen ten behoeve van de bevak in stand te houden. De kosten van een gebouw kunnen meestal echter niet evenredig aan lagere huuropbrengsten worden verminderd. Dit kan de omzet en de kasstromen van de vennootschap treffen.
Om dit risico te beperken voert Aedifica binnen de residentiële vastgoedmarkt een gediversifieerd investeringsbeleid, zowel vanuit geografisch als sectoraal oogpunt als inzake het beoogde type huurders of contracten. In de sector van de huisvesting van senioren en van het hotelwezen, bijvoorbeeld, investeert Aedifica in contracten op lange termijn (voornamelijk in de vorm van erfpachtovereenkomsten) die worden gesloten met gespecialiseerde professionele uitbaters, en die een hoge opbrengst opleveren. Deze contracten compenseren grotendeels de risico's van de huurovereenkomsten op kortere termijn die men in de andere marktsegmenten (residentiële of gemengde gebouwen en gebouwen met gemeubelde appartementen) terugvindt.
De vennootschap is blootgesteld aan het risico van het financieel in gebreke blijven van haar huurders. Bovendien is ze niet verzekerd in geval van wanbetaling door de huurders. Om dit risico echter te beperken, heeft de vennootschap zowel een procedure ingevoerd voor de opvolging van de erfpachters als voor de opvolging van huurders met betalingsmoeilijkheden. Bovendien wordt in overeenstemming met de gangbare marktpraktijk en de wetgeving van de huurders een huurwaarborg geëist (onder de vorm van bankgaranties, geblokkeerde rekeningen of andere garanties).
Niettegenstaande het voorgaande bestaat het risico van huurderving en zou, in geval de huidige crisis zou voortduren of zou verergeren, het risico van huurleeg-
Giono & Hugo
stand in de toekomst kunnen stijgen. De evolutie van de waardeverminderingen op dubieuze vorderingen is vermeld in toelichting 34.
De aantrekkelijkheid van de vastgoedportefeuille van Aedifica op de huurmarkt en de waardering ervan zijn afhankelijk van de perceptie van de gebouwen door de huurders of potentiële kopers, meer bepaald inzake de kwaliteit, staat van onderhoud en veiligheid van de gebouwen.
Aedifica heeft daarom een intern commercieel en marketingteam opgericht om het directe contact met de huurders te verzekeren en zoveel mogelijk tegemoet te komen aan hun wensen en behoeften.
Voor het technische beheer van de residentiële en gemengde gebouwen (niet gemeubelde) doet Aedifica beroep op externe beheerders die onder het voortdurende toezicht van haar Building Manager staan. Voor het administratieve en boekhoudkundige beheer van sommige residentiële en gemengde gebouwen (niet gemeubelde) doet Aedifica beroep op dezelfde externe beheerders. Ingeval deze beheerders in gebreke blijven, is het financiële risico voor Aedifica beperkt want de huurgelden en de provisies voor lasten worden rechtstreeks gestort op bankrekeningen die geopend zijn op naam van Aedifica. De beheerders hebben geen volmacht op de bankrekeningen waarop de huurgelden worden gestort. De geldopnames door de beheerders via de bankrekeningen waarop de provisies voor huurlasten worden gestort, zijn strikt beperkt. Het administratieve en boekhoudkundige beheer van de andere residentiële en gemengde gebouwen (niet gemeubelde) is onlangs geïnternaliseerd, en wordt door de Property Accounting ploeg van de bevak uitgevoerd.
Het beheer van het gemeubelde deel van de portefeuille van Aedifica is steeds door een gespecialiseerd team van de vastgoedbevak uitgevoerd. Dit team verzekert een efficiënt en proactief beheer dat het risico van leegstand moet beperken en dat rechtstreekse contacten met de klanten mogelijk maakt, waardoor de fidelisering van de klant wordt bevorderd en nieuwe klanten worden aangetrokken.
De vennootschap heeft de volle eigendom van de meeste van haar gebouwen. Voor de gebouwen waarvan zij mede-eigenaar is of die het voorwerp zijn van een splitsing van de eigendom, kunnen echter specifieke risico's bestaan verbonden aan de op de betreffende mede-eigendom of splitsing toepasselijke regels.
Rekening houdend met haar relatief kleine team is de vennootschap in geval van het vertrek van bepaalde personeelsleden in een sleutelfunctie, aan een zeker risico van desorganisatie blootgesteld. Het onverwachte vertrek van sommige personeelsleden zou nadelige gevolgen kunnen hebben voor de ontwikkeling van de vennootschap.
In het kader van het normale beheer van haar patrimonium is en kan de vennootschap in de toekomst partij zijn bij juridische procedures. Er zijn evenwel geen belangrijke procedures hangend. Rekening houdend
Batavieren 71
met de onzekerheid van elk geschil kan niet worden uitgesloten dat hieruit voor de vennootschap in de toekomst verplichtingen ontstaan.
Aedifica voert een beleid van constant onderhoud en renovatie van haar vastgoedportefeuille om de bestaande huurprijzen te behouden, en zelfs te verhogen, maar ook om de wederverhuring of de verkoop van haar vastgoedactiva te vergemakkelijken. Ondanks deze maatregelen blijft het risico van waardevermindering van de gebouwen bestaan.
Aedifica koopt eveneens projecten aan in toekomstige staat van afwerking en ontwikkelt eigen projecten, hetgeen haar toelaat zich te verzekeren van de goede kwaliteit van de gebouwen in een lange termijnperspectief.
Aedifica heeft in haar team een ingenieur-architect die verantwoordelijk is om het beheer van bepaalde bouw- en renovatieprojecten op te volgen en om zich te verzekeren van de goede afloop van de werven die toevertrouwd zijn aan gespecialiseerde aannemers. Hoewel de vennootschap bij de onderhandeling van de contracten met de aannemers de risico's verbonden aan de uitvoering van grote werken tracht te beperken (onder meer vertraging, overschrijding van het budget, organisatorische problemen, enz.), kunnen deze echter niet volledig worden uitgesloten.
In geval van aankoop van een onroerend goed waarvoor belangrijke renovatiewerken nodig zijn, weerspiegelt de reële waarde van het gebouw op het ogenblik dat het in het patrimonium wordt geïntegreerd meestal de staat van het gebouw vóór de renovatie. De kost van de renovatie is voorzien in het financiële plan van Aedifica.
Het risico op vernieling van de gebouwen ingevolge brand of andere rampen is verzekerd voor een totale nieuwwaarde van 565 miljoen € (met inbegrip van de meubels voor de gemeubelde appartementen en met uitsluiting van de grond) die 92% van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie op 30 juni 2013 (met inbegrip van de grond) vertegenwoordigt. De verzekeringspolissen zijn afgesloten door Aedifica of door de exploitanten, met name in het kader van erfpachtovereenkomsten. Deze dekken eveneens de huurleegstand tijdens de duur van de heropbouw van het gebouw, maar sommige risico's zijn echter van deze dekking uitgesloten (de vrijwillige daad van de verzekeringnemer, oorlogsrisico, nucleair risico, verborgen gebreken, slijtage, veroudering en asbest). De door Aedifica betaalde premies bedragen 48 k€.
De vennootschap is blootgesteld aan schommelingen van de reële waarde van haar portefeuille zoals blijkt uit de onafhankelijke expertises (toepassing van IAS 40). Een waardeschommeling van 1 % van het vastgoedpatrimonium heeft een weerslag van ongeveer 6,1 miljoen € op het nettoresultaat, van ongeveer 0,62 € op het nettoactief per aandeel en van ongeveer 0,4 % op de schuldratio.
Overeenkomstig de toepasselijke reglementering kan het vastgoed om reden van openbaar nut door de bevoegde overheid worden onteigend.
Een groot aantal gebouwen in Aedifica's vastgoedportefeuille werd verworven in het kader van fusies, splitsingen of de verwerving van aandelen. Hoewel de vennootschap de bij dit soort transacties gebruikelijke voorzorgen neemt, onder meer door de uitvoering van due diligence-audits op de ingebrachte panden en de overgenomen of verworven vennootschappen, is het niet uitgesloten dat bij deze transacties verborgen passiva aan de vennootschap werden overgedragen.
Het financiële beleid van Aedifica strekt ertoe haar een permanente toegang tot krediet te verzekeren en het renterisico op te volgen en te minimaliseren.
De schuldratio (in de zin van het KB van 7 december 2010) van Aedifica is vermeld in sectie 3.3 van het geconsolideerde beheersverslag dat deel uitmaakt van dit jaarlijks financieel verslag. Deze bedraagt 36 % op 30 juni 2013 (op statutair en consolideerd niveau). In deze sectie wordt ook de bijkomende theoretische schuldcapaciteit van Aedifica vermeld, rekening houdende met de maximaal toegelaten schuldratio voor de vastgoedbevaks (65 % van de totale activa) of de bankcovenants (60 % van de totale activa). Wanneer de geconsolideerde schuldratio meer dan 50 % bedraagt, dan moet een financieel plan met een uitvoeringsschema worden opgesteld waarin een beschrijving wordt gegeven van de maatregelen die genomen zullen worden om te verhinderen dat deze ratio meer dan 65 % zou gaan bedragen (artikel 54 van het KB van 7 december 2010).
Aangezien het financiële model van Aedifica gebaseerd is op een structurele schuldpositie, blijft de cashpositie die belegd is bij een financiële instelling relatief beperkt. Deze bedroeg ca. 1 miljoen € op 30 juni 2013.
Op 30 juni 2013 heeft Aedifica geen enkel gebouw in hypotheek of in pand gegeven ten voordele van haar schuldeisers. In Duitsland is het wel gebruikelijk dat vastgoed in het kader van een bankfinanciering in hypotheek wordt gegeven.
Aedifica heeft een sterke en duurzame relatie met haar bankiers die een gediversifieerde pool van internationale instellingen vormen. De kenmerken van de kredietlijnen van Aedifica zijn beschreven in toelichting 40 van de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarlijks financieel verslag.
Op 30 juni 2013 heeft Aedifica 228 miljoen € (2012: 296 miljoen €) op een totaal van 317 miljoen € van haar kredietlijnen opgenomen. Het beschikbare saldo, te weten 89 miljoen €, waaraan de effecten van de nieuwe contracten in werking getreden op 23 juli 2013 (87 miljoen €), 1 augustus 2013 (6 miljoen €) en 6 augustus 2013 (30 miljoen €) moeten worden toegevoegd, is voldoende om de korte termijnbehoeften evenals de bestaande projecten tot het einde van het boekjaar 2013/2014 te financieren. Het investeringsbedrag voor de bestaande projecten wordt geraamd op 151 miljoen €.
Rekening houdend met het wettelijk statuut van de vastgoedbevaks en gelet op de aard van de goederen waarin Aedifica investeert, is het risico van niet-hernieuwing van de kredietlijnen op termijn (behalve onvoorziene gebeurtenissen) klein, zelfs in een context van verscherping van de kredietcondities. Niettemin is, indien de marktomstandigheden verslechten ten opzichte van de marktomstandigheden die golden tijdens het afsluiten van de huidige kredietovereenkomsten, een risico van stijging van de kredietmarges na vervaldatum van deze kredietlijnen mogelijk.
Tevens loopt de vennootschap een liquiditeitsrisico ingeval van opzegging van haar kredietlijnen. De vennootschap is inderdaad blootgesteld aan het risico dat haar financieringscontracten worden geannuleerd, herzien, opgezegd of tot een vervroegde terugbetalingsverplichting leiden, mocht zij de verbintenissen ("covenants") niet nakomen die bij de ondertekening van deze contracten werden bedongen om bepaalde financiële ratio's in acht te nemen. Deze verbintenissen zijn marktconform en voorzien onder andere dat de schuldgraad die gedefinieerd wordt door het Koninklijk besluit van 7 december 2010 een plafond van 60 % niet overschrijdt. Bovendien is de vennootschap in geval van wijziging van de controle over de vennootschap, in geval van niet-nakoming van haar verplichtingen en meer algemeen in geval van in gebreke blijven zoals bedoeld in deze contracten, blootgesteld aan het risico van een gedwongen vervroegde terugbetaling. Hoewel, op basis van de informatie in haar bezit en van de vooruitzichten die op deze basis redelijkerwijs zouden kunnen worden gemaakt, de vennootschap tot op heden geen kennis heeft van elementen die erop wijzen dat in de voorzienbare toekomst één of meer van deze ratio's niet zouden kunnen worden nageleefd, kan het risico van niet-nakoming van de verbintenissen niet worden uitgesloten.
Aedifica ziet erop toe de evolutie van de financiële markten regelmatig op te volgen en haar financiële structuur op korte en lange termijn te optimaliseren, evenals de dekking van de eraan verbonden risico's (liquiditeitsrisico en renterisico). Aedifica streeft ernaar haar financieringsbronnen nog verder te diversifiëren, rekening houdend met de marktcondities.
Aedifica sluit bijna al haar financiële schulden af tegen een variabele rentevoet. Hierdoor kan zij, desgevallend, profiteren van de lage rentevoeten. Om het risico van de stijging van de rentevoeten in te dekken, voert
Residentie Parc Palace
36 %
statutaire en geconsolideerde schuldratio op 30 juni 2013
Aedifica een beleid dat erop gericht is de rentevoeten met betrekking tot minstens 60 % van haar financiële schulden (zowel de bestaande als de waarschijnlijke) in te dekken over een horizon van meerdere jaren.
Dit beleid is gegrond op het feit dat een stijging van de nominale rentevoeten zonder gelijktijdige groei van de inflatie een verhoging van de reële rentevoeten voor gevolg heeft. Deze verhoging kan niet gecompenseerd worden door een stijging van de huurinkomsten door indexatie. Bovendien stelt men in geval van inflatiegroei een verschil in de tijd vast tussen de stijging van de nominale rentevoeten en de indexatie van de huurinkomsten. Wanneer de curve van de rentevoeten voldoende vlak is (dit wil zeggen wanneer de rentevoeten weinig variëren in functie van de renteperiode) opteert Aedifica voor een indekking op langere termijn, in verhouding tot haar investeringshorizon.
Bij wijze van voorbeeld, in de veronderstelling dat de structuur en het niveau van de financiële schuld onveranderd blijven en er abstractie gemaakt wordt van de toepassing van de indekkingsinstrumenten, hebben simulaties aangetoond dat een gemiddelde stijging van de rentevoeten met 25 basispunten in 2013/2014 ten opzichte van de gemiddelde rentevoet van de vooruitzichten een verhoging van de financieringskosten van ongeveer 0,7 miljoen € (op 30 juni 2014) met zich zou meebrengen.
Om het renterisico te beheren heeft Aedifica dus indekkingen voorzien (interest rate swaps, caps en collars). Alle indekkingen worden afgesloten met onbesproken tegenpartijen en met betrekking tot bestaande of zeer waarschijnlijke risico's. Wanneer de kenmerken van de indekkingen het toelaten, past Aedifica hierop "hedge accounting" toe, zoals gedefinieerd door de norm IAS 39. De analyse van de indekkingen wordt verstrekt in het geconsolideerde beheersverslag en in de geconsolideerde jaarrekening (toelichting 33 van de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarlijks financieel verslag). De indekkingen zijn voor lange periodes afgesloten: evenwel (en conform met de marktpraktijk) voorzien de overeenkomsten die met de betrokken banken afgesloten zijn dat sommige gebeurtenissen ertoe kunnen leiden dat de indekkingen stopgezet worden of dat er zekerheden moeten gesteld worden (bijvoorbeeld in contanten) ten voordele van deze banken.
De variatie van de rentecurve heeft een beperkte invloed op de toekomstige lasten van de schulden, in die mate dat minimum 60 % van de schulden ingedekt is met interest rate swaps die de schulden met variabele rente omzetten in schulden met vaste rente, caps of collars. Elke variatie van de rentecurve heeft overigens een invloed op de reële waarde van de indekkingen in het resultaat en/of in het eigen vermogen (post "I.C.d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS" en "I.C.e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Een sensibiliteitsanalyse wordt in toelichting 33 van de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarlijks financieel verslag gegeven.
Het sluiten van een financieringscontract of van een indekkingsinstrument doet een tegenpartijrisico op een financiële instelling ontstaan in geval van het in gebreke blijven van deze instelling. Om dit tegenpartijrisico te beperken doet Aedifica een beroep op verschillende referentiebanken om de diversificatie van tegenpartijen voor haar financieringen en voor de indekkingsinstrumenten te verzekeren. Hierbij besteedt Aedifica bijzondere aandacht aan de prijskwaliteitverhouding van de geleverde diensten. In de huidige crisiscontext kan Aedifica niet uitsluiten dat één of meerdere van haar tegenpartijen in gebreke zou blijven.
In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten marktverstoringsclausules en clausules van belangrijke verandering van omstandigheden ("MAC" clausules of material adverse changes) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de bevak kunnen genereren, en zelfs in nog extremere gevallen tot stopzetting van het krediet kunnen leiden.
Aedifica heeft een bankrelatie met de banken die in toelichting 40 van de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarlijks financieel verslag vermeld zijn. De bancaire tegenpartijen voor de indekkingsinstrumenten zijn, in dalende orde van belang, ING, BNP Paribas Fortis en KBC Bank.
Aedifica realiseert haar omzet en haar kosten in de eurozone (met uitzondering van een marginale kost in USD). De financiering wordt volledig in euro verstrekt. Aedifica is dus niet onderhevig aan een significant wisselkoersrisico.
De jaarlijkse budgetten en de financiële vooruitzichten over meerdere jaren zijn een belangrijke hulp voor de besluitvorming en voor de opvolging van het beheer. Deze budgetten en vooruitzichten komen voort uit een computermodel dat draait op basis van hypotheses en dat aan programmeringsfouten of manipulatiefouten kan blootgesteld zijn. De eventuele foute hypotheses en programmerings- of manipulatiefouten kunnen, indien ze onopgemerkt blijven, de conformiteit met de eisen van de regelgeving (het respecteren van de verplichtingen verbonden aan het statuut van vastgoedbevak, zoals bijvoorbeeld de gelimiteerde schuldgraad) en van de contracten (bijvoorbeeld het respecteren van de verbintenissen ten opzichte van de banken), alsook de performantie van de vennootschap beïnvloeden.
Hoewel de vennootschap toeziet op de naleving van de regelgeving en in dit opzicht op alle nodige expertise een beroep doet, is zij aan het risico van niet-naleving
Louiza 135
Veranderingen in de reglementering en nieuwe verplichtingen voor de vennootschap of haar medepartijen kunnen haar rendement en de waarde van haar patrimonium beïnvloeden.
In dit verband merken we op dat de vennootschap is onderworpen aan de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles en zou daardoor als een alternatieve beleggingsinstelling kunnen beschouwd worden bij de omzetting in Belgisch recht van de AIFMD (Richtlijn 2011/61/EU inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen), en van haar uitvoeringsbesluiten.
Er is nog onzekerheid inzake de toepassing van deze richtlijn in de REIT-sector in de verschillende Europese staten. Indien de Vastgoedbevak als een alternatieve beleggingsinstelling zou beschouwd worden, dan zullen op de vennootschap niet enkel de regels die uit deze richtlijn voortvloeien, toegepast worden, maar ook de EMIR-Verordening (Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otcderivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters) of nog andere regelgeving die in de maak is (taks op de financiële transacties in het kader van het gemeenschappelijk stelsel opgemaakt door de Commissie, CRD IV (nieuwe vereisten inzake eigen vermogen en liquiditeit van de kredietinstellingen die de relatie met alternatieve beleggingsfondsen als tegenpartij kunnen beïnvloeden), enz.).
De bijkomende vereisten die de AIFMD voorschrijft, onder meer inzake systemen voor het administratief beheer, de interne controle, het beheer van belangenconflicten en het risicobeheer, het beheer van de liquiditeit en de aanduiding van een bewaarder, zouden de vennootschap ertoe dwingen om haar organisatie, haar normen en haar interne procedures aan te passen. Dat zou de hele organisatie zwaarder maken, de uitvoering van bepaalde operaties bemoeilijken en bijkomende middelen vergen om deze nieuwe bepalingen in te voeren en in ieder geval haar administratieve en beheerskosten verhogen.
De toepassing van de EMIR-Verordening zou de vennootschap blootstellen aan margestortingen op haar indekkingsinstrumenten. Dit zou haar financieringsbehoeften en haar kosten optrekken. De impact van de andere verordeningen (taks op de financiële transacties, CRD IV) zou hoofdzakelijk bestaan uit een stijging van de kosten van de vennootschap.
Als vastgoedbevak geniet de vennootschap een specifiek fiscaal regime. De resultaten (huurinkomsten en meerwaarden van verkopen verminderd met de bedrijfskosten en financiële lasten) zijn vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op het niveau van de vastgoedbevak (maar niet op het niveau van de dochterondernemingen).
De exit taks wordt berekend rekening houdend met de bepalingen van de circulaire Ci.RH.423/567.729 van 23 december 2004 waarvan de interpretatie of de praktische toepassing op elk moment kan worden gewijzigd. De "reële waarde" van vastgoed zoals bedoeld in deze circulaire wordt berekend na aftrek van de registratierechten of de BTW. Deze "reële waarde" verschilt van (en kan dus lager zijn dan) de reële waarde van het vastgoed zoals vermeld in de IFRS balans van de vastgoedbevak. De bevak is van oordeel dat ze alle punten in de bepalingen van de circulaire voor de berekening van de exit taksen die ze verschuldigd was, heeft nageleefd.
Daarnaast bevatten de risico's verbonden aan het wettelijke kader de gevolgen van de genomen of beoogde maatregelen, in het bijzonder inzake de belastingen.
Aedifica is daarentegen verheugd dat eind december 2012 de onzekerheid met betrekking tot de fiscale behandeling van de door residentiële vastgoedbevaks uitgekeerde dividenden, die gedurende het gehele jaar 2012 duurde, is weggenomen. De programmawet van 27 december 2012 bepaalt immers dat vanaf 1 januari 2013 de roerende voorheffing op dividenden in principe 25 % bedraagt. Aedifica geniet evenwel van een vermindering van de roerende voorheffing tot 15 % als vastgoedbevak die ten minste 60 % van haar vastgoed rechtstreeks in onroerende goederen heeft geïnvesteerd die uitsluitend als woning aangewend worden of bestemd zijn, in overeenstemming met de artikelen 171, 3° quater en 269, 3° van het Wetboek Inkomstenbelastingen. Het begrip "woning" omvat eengezinswoningen en collectieve woningen, zoals appartementsgebouwen en rustoorden. Het percentage van 60 % zal worden verhoogd tot 80 % vanaf 1 januari 2015 (op 30 juni 2013, bedraagt dit percentage voor Aedifica 80 %; rekening houdend met de lopende ontwikkelingsprojecten zal de bevak de drempel van 80 % spoedig overschrijden). Daarnaast kan de residentiële vastgoedbevak nu zonder geografische beperking investeren binnen de Europese Economische Ruimte.
Bovendien, bij verlies van de erkenning van het statuut van vastgoedbevak, wat een ernstig en aanhoudend verzuim door de vennootschap van de wet van 3 augustus 2012 en/of van het Koninklijk besluit van 7 december 2010 veronderstelt, zou de vennootschap het voordeel van haar gunstig fiscaal regime verliezen. De vennootschap beschouwt dit risico als louter theoretisch, aangezien zij erop toeziet haar verplichtingen na te komen. Bovendien wordt het verlies van de erkenning meestal gezien als een geval van vervroegde terugbetaling van de bankkredieten.
Hoewel Aedifica een vastgoedbevak is, blijft ze onderworpen aan het Wetboek Vennootschappen. De uitkeerbare reserves van de bevak, volgens artikel 617 van het Wetboek Vennootschappen (dwz de reserves die de wet of de statuten niet verbiedt uit te keren), bedragen 8 miljoen € op 30 juni 2013 (zie toelichting 38 van de geconsolideerde jaarrekening).
roerende voorheffing voor residentiële vastgoedbevaks 15 %
Verdeling per activiteitensector in reële waarde ( %)
Residentiële en gemengde gebouwen Gebouwen met gemeubelde appartementen Huisvesting voor senioren
Hotels en andere
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014*
* Vooruitzichten (zie sectie 11 van het geconsolideerde beheerverslag in dit jaarlijks financieel verslag).
| 30 juni 2013 | |
|---|---|
| EPRA Resultaat (in €/aandeel) | 1,95 |
| EPRA NAW (in €/aandeel) | 41,87 |
| EPRA NNNAW (in €/aandeel) | 38,59 |
| EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) (in %) | 5,2 |
| EPRA Aangepast NIR (in %) | 5,2 |
| EPRA Bezettingsgraad (in %) | 2 |
Gemeubelde appartementen Totale portefeuille (behalve gemeubelde appartementen)
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen in exploitatie in reële waarde | 614.211 | 583.403 |
| Projectontwikkelingen | 28.633 | 9.314 |
| Totaal van vastgoedbeleggingen in reële waarde | 642.844 | 592.717 |
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen | ||
| Nettoactief na aftrek van het dividend 2011/2012, vóór IAS 39 | 41,87 | 40,38 |
| IAS 39 impact | -3,28 | -4,94 |
| Nettoactiva na aftrek van het dividend 2011/2012 | 38,59 | 35,44 |
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Huurinkomsten | 36.230 | 34.340 |
| Met verhuur verbonden kosten | -147 | -51 |
| Nettohuurresultaat | 36.083 | 34.289 |
| Operationele kosten1 | -8.549 | -8.119 |
| Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille | 27.534 | 26.170 |
| Exploitatiemarge2 ( %) |
76 % | 76 % |
| Financieel resultaat vóór IAS 39 | -10.460 | -10.796 |
| Belastingen | -70 | -54 |
| Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 | 17.004 | 15.320 |
| Aantal dividendrechten3 | 8.715.339 | 7.153.096 |
| Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 per aandeel (€/aandeel) | 1,95 | 2,14 |
| Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 | 17.004 | 15.320 |
| IAS 40 impact4 | 9.013 | 9.423 |
| IAS 40 impact: resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 54 | 54 |
| IAS 39 impact5 | 1.600 | -9.459 |
| Nettoresultaat (aandeel van de groep) | 27.671 | 15.338 |
| Noemer (IAS 33) | 8.715.370 | 7.152.918 |
| Nettoresultaat per aandeel (aandeel van de groep - IAS 33 - €/aandeel) | 3,17 | 2,14 |
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen (reële waarde) | 642.844 | 592.717 |
| Andere activa opgenomen in de schuldratio | 8.827 | 16.337 |
| Andere activa | 526 | 38 |
| Totaal activa | 652.197 | 609.092 |
| Eigen vermogen | ||
| Vóór IAS 39 impact | 414.662 | 303.023 |
| Impact IAS 391 | -32.503 | -35.447 |
| Eigen vermogen | 382.159 | 267.576 |
| Schulden en verplichtingen opgenomen in de schuldratio | 234.821 | 303.921 |
| Andere verplichtingen | 35.217 | 37.595 |
| Totaal van het eigen vermogen en verplichtingen | 652.197 | 609.092 |
| Schuldratio ( %) | 36,0 % | 49,9 % |
Geachte aandeelhouders,
De strategie van Aedifica, die op twee demografische grondstromen is gestoeld, m.n. de groei van de bevolking in de grote steden en de vergrijzing, heeft gedurende het boekjaar 2012/2013 het vertrouwen van de markt genoten. Dit is onder meer tot uiting gekomen in:
Bovendien is het aandeel Aedifica sinds maart 2013 in de EPRA index opgenomen, een wereldwijde benchmark en de meest gebruikte investeringsindex voor beursgenoteerd vastgoed. Dit is een erkenning van het permanente streven van Aedifica naar verbetering en zal het aantrekken van nieuwe investeerders, die willen bijdragen aan het succes van de vastgoedbevak, vergemakkelijken.
In het kielzog van de kapitaalverhoging heeft Aedifica al een reeks nieuwe investeringen in de sector van huisvesting voor senioren aangekondigd, zowel in België als ook voor het eerst in het buitenland, voor een bedrag van 74 miljoen € op 30 juni 2013.
De acquisitie van een rustoord nabij Keulen, die op 20 juni 2013 aangekondigd werd, is niet alleen de eerste buitenlandse investering van Aedifica sinds haar oprichting in 2005, maar ook de eerste investering van een Belgische vastgoedbevak in Duitsland. Deze investering past volledig in de investeringsstrategie van Aedifica in het segment van de huisvesting voor senioren. Deze strategische stap maakt het mogelijk een betere huurdersdiversificatie na te streven en verruimt het speelveld in een markt die de tendens vertoont om zich op een Europees niveau te ontwikkelen. Deze eerste buitenlandse investering volgt overigens ook op de recente wetswijziging in België die leidde tot de opening van de Europese markt voor residentiële
"De strategie van Aedifica heeft gedurende het boekjaar 2012/2013 het vertrouwen van de markt genoten."
Stefaan Gielens
vastgoedbevaks waarvoor de roerende voorheffing is vastgelegd op 15 % op de uitgekeerde dividenden (in plaats van 25 % voor de andere vastgoedbevaks).
Van de hierboven vermelde investeringen ten belope van 74 miljoen € ging 11 miljoen € naar de acquisitie van vastgoedbeleggingen in exploitatie op 30 juni 2013 (dwz die al huurinkomsten genereren op deze datum) terwijl 55 miljoen € in nieuwe projecten (dwz projecten die in de toekomst huurinkomsten zullen genereren) werd geïnvesteerd. Om zich een juist beeld te vormen van de investeringen in de loop van het betrokken boekjaar moet ook rekening gehouden worden met de investeringen in vastgoedbeleggingen in exploitatie gerealiseerd voor de kapitaalverhoging van 7 december 2012 (1 miljoen €), met de uitgevoerde renovaties (2 miljoen €) en met de betalingen uitgevoerd in het kader van lopende projecten (26 miljoen €), waarvan er drie gedurende het boekjaar 2012/2013 opgeleverd zijn. De oplevering van deze projecten, die in vorige jaren opgestart zijn, illustreert de lange termijnvisie die Aedifica in samenwerking met haar belangrijkste huurders voor haar vastgoedsites ontwikkelt.
Tijdens de verslagperiode heeft de reële waarde van de vastgoedbeleggingen de kaap van 600 miljoen € gerond en komt uit op 643 miljoen € (tegen 593 miljoen € aan het begin van het boekjaar).
Naast deze uitvoering van haar investeringsbeleid heeft Aedifica zich in een sedert einde 2008 van jaar tot jaar verslechterend algemeen economisch klimaat toegelegd op het beheer van het bestaande vastgoedpatrimonium, en dit voor:
de hotels (waarvoor het aanhoudend slechte economische klimaat tot de heronderhandeling van lopende overeenkomsten heeft geleid om het niveau van de huur in evenwicht te brengen met de potentiële toekomstige opbrengsten van de uitbater, en aldus de duurzaamheid van de cash flows die door de betreffende gebouwen worden opgebracht te verzekeren – Merk op dat het hotelsegment voortaan voor Aedifica een niet-strategische sector is gezien de strengere voorwaarden die vanaf 1 januari 2015 met betrekking tot de hierboven vermelde lagere roerende voorheffing voor residentiële vastgoedbevaks gelden),
Het resultaat van deze inzet toont zich in een uitstekende huuromzet (ondersteund door een bezettingsgraad van 97,4 % voor het niet gemeubelde deel van de portefeuille en van 82,6 % voor de gemeubelde appartementen), in een performante exploitatiemarge van 76 % (76 % op 30 juni 2012) en in het beheer van de financiële lasten. Het nettoresultaat (zonder de "non cash" elementen die het gevolg zijn van de toepassing van de boekhoudkundige normen met betrekking tot de indekkingsinstrumenten en de vastgoedbeleggingen) is gestegen tot 17,0 miljoen € (tegen 15,3 miljoen € op 30 juni 2012), hetzij 1,95 € per aandeel (tegen 2,14 € per aandeel op 30 juni 2012). De daling van het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 per aandeel is te wijten aan het verwateringseffect dat het gevolg is van de kapitaalverhoging van 7 december 2012. Dit resultaat (zowel in absolute cijfers als per aandeel) is hoger dan de vooruitzichten.
Aedifica dankt de goede resultaten van dit boekjaar aan het enthousiasme, de competentie en de inzet van al haar medewerkers die opnieuw geen enkele inspanning hebben gespaard om de positieve ontwikkeling van de bevak gedurende het hele boekjaar te verzekeren. De raad van bestuur mag ook dit jaar hiervoor oprecht het team van Aedifica feliciteren.
Rekening houdende met de hierboven aangetoonde performantie zal de raad van bestuur van Aedifica aan de gewone algemene vergadering voorstellen om een brutodividend van 1,86 € per aandeel uit te keren. Dat is identiek aan vorig jaar ondanks het hierboven vermelde verwateringseffect en beduidend hoger dan de vooruitzichten (1,78 € per aandeel).
Verder willen we nog uw aandacht vestigen op twee bijkomende elementen van het resultaat die geen invloed hebben op het voorgestelde dividend. Het gaat in de eerste plaats over de latente meerwaarde op de reële waarde van de vastgoedbeleggingen (dus "non cash") die ten bedrage van 9 miljoen € (gewaardeerd door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen) in het resultaat opgenomen is terwijl de evolutie van de interestvoeten een latente (dus "non cash") meerwaarde ten bedrage van 3 miljoen € (waarvan de helft in resultaat is genomen) heeft gegenereerd. Het nettoresultaat van Aedifica bedraagt als gevolg hiervan 27,7 miljoen € tegen 15,3 miljoen € voor het vorige boekjaar 2011/2012.
In het huidige klimaat van steeds terugkerende crisissen dat de wereld thans in de greep houdt, voorziet de raad van bestuur voor het volgende boekjaar 2013/2014 een stabiele dividenduitkering van 1,86 € per aandeel.
Ten slotte wijzen we erop dat er, zowel in België als in Duitsland, nog nieuwe investeringsopportuniteiten worden bestudeerd die volledig in de door de markt geplebisciteerde investeringsstrategie van Aedifica passen.
Stefaan Gielens Jean-Louis Duplat Chief Executive Officer Voorzitter van de raad
van bestuur
"In het huidige klimaat van steeds terugkerende crisissen dat de wereld thans in de greep houdt, voorziet de raad van bestuur voor het volgende boekjaar 2013/2014 een stabiele dividenduitkering van 1,86 € per aandeel."
Jean-Louis Duplat
In oktober 2011 heeft Aedifica de "Residentie Chamaris" verworven, gelegen in het centrum van de Leopoldwijk in Brussel. De Leopoldwijk is de voornaamste zakenwijk van Brussel, waar de belangrijkste instellingen van de Europese Unie gevestigd zijn. Dit gebouw telt 23 gemeubelde appartementen en was historisch een kantoorgebouw van de jaren '60, dat in 2009/2010 werd gerenoveerd en omgevormd naar een appartementsgebouw.
niet gemeubelde appartementen
295
gemeubelde appartementen
32 %
van de portfolio waarvan 10 % gemeubelde appartementsgebouwen en 22 % niet gemeubelde
brutohuurrendement van 5,1 % tot 8,0 %
Louiza/Kastelein-wijk Aedifica beschikt over 210 ideaal gelegen gemeubelde appartementen in de Louizawijk en de Kastelein-wijk in Brussel. Naast de gebouwen Livorno en Louiza 270 waarvan foto's hiernaast, bezit de bevak een gebouwen-complex in de Opperstraat en de gebouwen Louiza 130, Louiza 135 en Dal 48.
Aedifica investeert in residentiële of gemengde gebouwen die centraal gelegen zijn in bloeiende en vlot bereikbare wijken van de voornaamste Belgische steden. Hoewel deze gebouwen hoofdzakelijk residentieel zijn, kunnen delen ervan als kantoor of handelsruimte bestemd zijn, vermits deze gebouwen in stedelijke gebieden gelegen zijn waar er een vermenging van functies wordt nagestreefd.
Aedifica heeft een voorkeur voor nieuwe of volledig vernieuwde en voldoende grote gebouwen die dankzij hun meerwaardepotentieel een goede rendabiliteit bieden. Aedifica investeert eveneens in projecten in toekomstige staat van afwerking met een hoog meerwaardepotentieel. De residentiële en gemengde gebouwen bieden een potentieel aan meerwaarden, met name door de mogelijkheid van de verkoop per stuk van de appartementen van gebouwen die als geheel worden verworven.
De appartementen worden in principe door de huurders gemeubeld in het kader van klassieke huurcontracten. Andere worden door Aedifica gemeubeld, vooral in het kader van huurcontracten van kortere duur, die het mogelijk maken om interessante huurrendementen te genereren. Deze gemeubelde appartementen ("business flats" gelegen in toonaangevende wijken van de hoofdstad) beantwoorden aan de bijzondere huisvestingbehoeften van de internationale expatgemeenschap, gelet op de aanwezigheid van de Europese instellingen, de NAVO en talloze hoofdkwartieren van internationale ondernemingen.
De bevak telt 838 appartementen voornamelijk gelegen in Brussel en Antwerpen.
In het centrum van Brussel is de bevak eigenaar van een in het oog springend gebouw, gelegen tussen de Grote Zavel en de Regentschapstraat, in één van de meest toeristische en bruisende handelswijken van de hoofdstad van Europa. Dit gebouw werd ontworpen door de beroemde architect Jo Crepain. Naast 30 appartementen is er in het gebouw ook "The Mercedes House" met een luxueuze brasserie, geleid door een sterrenchef, gevestigd.
Zavel
Dit rustoord werd in 2008 samen met twee aangrenzende percelen verworven. Het oorspronkelijke gebouw dateerde van de jaren 90 en telde destijds 51 vergunde bedden. Het rustoord is gelegen aan de oevers van de Maas nabij Namen. Aedifica heeft de uitbreiding en de renovatie van de site gefinancierd waardoor het aantal bedden op de site thans nagenoeg verdubbeld is.
De professionalisering en de consolidatie van de markt van de huisvesting van senioren is in volle ontwikkeling. Aedifica speelt hierin als vastgoedinvesteerder een actieve rol. Aedifica onderhandelt contracten op lange termijn die geïndexeerd en niet-opzegbaar zijn (voornamelijk in de vorm van erfpachtovereenkomsten met een initiële minimale duur van 27 jaar) en die hoge nettohuurrendementen genereren. De erfpachters zijn professionele en gespecialiseerde operatoren.
Door te investeren in rustoorden en serviceflatgebouwen speelt Aedifica in op de verwachtingen van deze operatoren en op een toenemende vraag ingevolge de demografische evolutie. De vergrijzing van de babyboom-generatie in België en in Europa schrijdt inderdaad voort om in 2050 een vergrijzingspiek te bereiken.
"Investeren in Duitse woonzorgcentra is bij uitstek de logische stap voor Aedifica in haar streven naar diversificatie in haar voornaamste strategische segment, met name de collectieve huisvesting voor senioren. Duitsland biedt belangrijke investeringsopportuniteiten in dit segment: het is de grootste Europese markt waar de vergrijzing daarenboven nog significanter is dan in België. De groei en consolidatie van de zorgoperatoren is er nog volop bezig en zoals in alle West-Europese landen zal het belang van investeringen in de vastgoedinfrastructuur voor de zorgsector er ongetwijfeld nog toenemen. Tenslotte biedt Duitsland vandaag het beste 'landenrisico' in de Eurozone."
Stefaan Gielens, CEO
Het rustoord is een recent gebouw met een uitstekende ligging en biedt een aangename leefomgeving. Het gebouw is gelegen in het centrum van Herkenrath, deel van de stad Bergisch Gladbach in Noordrijn-Westfalen. Het rustoord werd in 2010 gebouwd en telt 80 bedden in 80 éénpersoonskamers. De koopakte die op 20 juni 2013 in Frankfurt voor notaris werd getekend, was zoals in Duitsland gebruikelijk is nog aan voornamelijke administratieve opschortende voorwaarden onderworpen. Deze voorwaarden werden in juli vervuld. Het gebouw behoordt tot Aedifica sinds 1 augustus 2013.
"Helianthus" is gelegen in een privé park van 1 ha, in een groene en residentiële wijk in Melle, in Oost-Vlaanderen. De site omvat een oud landhuis, een rustoord met 42 vergunde bedden en een serviceflatgebouw met 5 appartementen (47 eenheden in totaal voor de hele site). Een uitbreidingsproject van ca. 20 serviceflats wordt momenteel bestudeerd.
40 sites
56 % van de portfolio
5,9 % brutohuurrendement
Aedifica heeft in het verleden in hotelgebouwen geïnvesteerd op basis van lange termijnovereenkomsten die geïndexeerd en niet-opzegbaar zijn (voornamelijk met een initiële minimale duur van 27 jaar) en die met twee gespecialiseerde, professionele operatoren gesloten zijn.
Al kan dit segment strikt gesproken niet als residentieel vastgoed beschouwd worden, stroken deze investeringen toch met de wens van Aedifica om aan de verschillende behoeften op het gebied van huisvesting te voldoen. Zo bezit de bevak twee grote hotels in twee van de meest toeristische Vlaamse steden en 4 hotels in de provincie Limburg.
Dit segment omvat eveneens enkele andere, kleine gebouwen (kantoren, een semi-industrieel gebouw en grondreserves).
Eburon Hotel Eburon, uitgebaat door Different Hotel Group, is een design hotel van uitstekende kwaliteit gelegen in het stadscentrum van Tongeren. Het is een voormalig klooster dat volledig gerenoveerd is tot een viersterrenhotel. Het hotel diende als decor voor de tv-serie "Dag en Nacht" die in 2010 op VTM uitgezonden werd en was één van de locaties voor " Mijn Restaurant ! 2011" van dezelfde zender.
Carbon
Het Carbon Hotel, uitgebaat door Different Hotel Group, is een viersterren design hotel gelegen in het stadscentrum van Genk. Dit hotel heeft in 2008 een Europese prijs gewonnen voor beste restaurantinterieur-design. Daarenboven werd het opgenomen in de lijst van de 50 beste nieuwe hotels ter wereld door het magazine Frobes Traveler.
De groep Martin's Hotels baat twee hotels met 3 en 4 sterren respectievelijk gelegen in het historische centrum van Brugge en van Leuven uit. De ideale ligging in het historische hart van Leuven maakt van het Martin's Klooster een uniek "4-sterrenhotel" dat naast 103 kamers, ook een conference center, een lounge bar, een orangerie bestemd voor evenementen en een private ondergrondse parking met 50 plaatsen biedt.
6 hotels
12 % van de portfolio
6,6 % brutohuurrendement
100 Mio € kapitaalverhoging met success in 2012 afgerond
173 Mio € bankleningen afgesloten of verlgend sinds het begin van het boekjaar 2012/2013
97,4 % hoge bezettingsgraad voor het niet gemeubelde deel van de portefeuille
+6 % stijging in de huurinkomsten ten opzichte van 30 juni 2012
6 Mio € + 1,05 %
positieve variatie van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie
643 Mio € reële waarde van de
vastgoedbeleggingen
151 Mio €
pipeline van projectontwikkelingen, waarvan 96 % voorverhuurd
1,86 €/aandeel voorgesteld dividend 2012/2013
Dividendvoorstel van 1,86 € per aandeel
Dit beheersverslag is gebaseerd op de geconsolideerde jaarrekening. Het bevat echter ook bepaalde gegevens in verband met de statutaire jaarrekening, maar vermeldt dit in dat geval uitdrukkelijk. De statutaire jaarrekening en het statutaire beheersverslag zullen binnen de bij wet voorziene termijnen neergelegd worden bij de Nationale Bank van België en zijn gratis verkrijgbaar op internet (www.aedifica. be) of op eenvoudig verzoek gericht aan de maatschappelijke zetel van de vennootschap.
Bron: Pacolet, J. en al. (2004) in Het grijze goud (Itinera Institute 2010)
Aedifica is een Belgische beursgenoteerde vennootschap die zich als referentiespeler inzake investeringen in residentieel vastgoed will profileren.
Aedifica stelt zich tot doel een residentiële evenwichtige vastgoedportefeuille op te bouwen waarbij stabiele en recurrente inkomsten samengaan met een aanzienlijk meerwaardepotentieel. Aedifica laat zich hierbij leiden door belangrijke demografische grondstromen, m.n. de groei van de bevolking in de grote Belgische steden en de vergrijzing van de bevolking in West Europa. Ter illustratie van deze trends kunnen wij wijzen op de verwachtingen van het Federaal Planbureau zowel inzake de toename van de bevolking in Brussel als inzake de behoefte aan rustoordbedden. Aldus verwacht het Planbureau dat de bevolking in het Brusselse gewest vanaf 2020 boven de 1,2 miljoen inwoners zal stijgen. Tevens schrijdt de vergrijzing van de babyboom-generatie in België en in Europa voort om in 2050 een vergrijzingspiek te bereiken.
De invloed van deze demografische evoluties op de woonbehoeften in de grootsteden enerzijds en op de behoefte aan specifieke vastgoedinfrastructuur voor de huisvesting van een vergrijzende bevolking anderzijds, zijn de belangrijkste thema's die de investeringsstrategie van Aedifica vandaag bepalen.
Om haar doel te bereiken heeft Aedifica twee strategische marktsegmenten geïdentificeerd waarin zij haar investeringen concentreert: de appartementsgebouwen in grote Belgische steden en de huisvesting voor senioren in West Europa. De door Aedifica gewenste diversificatie is gebaseerd op deze twee strategische assen die de mogelijkheid bieden het investeringsbeleid aan te passen aan de opportuniteiten van de markt en aan de evolutie van de economische conjunctuur. De twee strategische assen zijn nu verdeeld over drie hoofdsegmenten (de residentiële of gemengde gebouwen, de gebouwen met gemeubelde appartementen, de huisvesting voor senioren) en een niet-strategische restsegment (de hotels en andere types van gebouwen). Het relatieve gewicht van elk segment kan dus van jaar tot jaar variëren naargelang de omstandigheden.
Deze strategie van specialisatie op de residentiële markt en van diversificatie in de keuze van investeringen maakt de kracht van Aedifica en onderscheidt haar. Aedifica wil vernieuwend en constructief zijn om haar aandeelhouders een zekere en duurzame vastgoedinvestering te bieden en stabiele en recurrente inkomsten te bieden.
Aedifica investeert in appartementsgebouwen, bij voorkeur zonder mede-eigendom, gelegen in levendige, centraal gelegen en vlot bereikbare wijken in de voornaamste Belgische steden. Het gaat voornamelijk om residentiële gebouwen, die soms toch plaats bieden aan kantoor- of winkelruimtes als ze gelegen zijn in stedelijke zones met een gemengd karakter.
Aedifica is voornamelijk geïnteresseerd in recente en voldoende grote appartementsgebouwen. Aedifica verwerft eveneens volledige vastgoedportefeuilles om vervolgens enkel de eigendommen te behouden die perfect binnen haar strategie passen.
Aedifica kan in een zeer vroeg stadium van het ontwikkelingsproces van nieuwe gebouwen instappen en dus projecten in toekomstige staat van afwerking verwerven of zelf te ontwikkelen om het investeringsrendement en de kwaliteit van haar activa te optimaliseren.
De appartementsgebouwen van Aedifica bieden goede rendabiliteitsvooruitzichten dankzij een belangrijk meerwaardepotentieel, met name door de mogelijkheid van de verkoop per stuk van de gebouwen die als geheel worden verworven.
De appartementen zijn meestal door de huurders gemeubeld in het kader van klassieke huurcontracten.
Andere zijn door Aedifica gemeubeld vaak in het kader van huurcontracten van kortere duur, maar maken het mogelijk om interessante huurrendementen te generen. Deze gemeubelde appartementen ("business flats gelegen in toonaangevende wijken van de hoofdstad) beantwoorden aan de bijzondere huisvestingbehoeften van de internationale expatgemeenschap, gelet op de aanwezigheid van de Europese instellingen, de NAVO en talloze hoofdkwartieren van internationale ondernemingen. Het betreft echter geen hotelactiviteit, maar wel degelijk de verhuring van appartementen. De gebouwen die het voorwerp uitmaken van een dergelijke exploitatie zijn echte appartementsgebouwen die ook het voorwerp zouden kunnen uitmaken van "niet gemeubelde" verhuring of van verkopen per stuk. Voor de ontwikkeling van haar portefeuille gemeubelde appartementen houdt de bevak eveneens rekening met andere grote Belgische steden die door expats en zakenlieden worden bezocht, zoals Antwerpen.
De professionalisering en de consolidatie van de Belgische markt van huisvesting voor senioren is in volle ontplooiing en Aedifica neemt hieraan actief deel als vastgoedinvesteerder, onder meer door sale and rent back operaties, of door rechtstreeks te investeren in de bouw van nieuwe gebouwen. Aedifica onderhandelt contracten op lange termijn die geïndexeerd en niet-opzegbar zijn (voornamelijk in de vorm van erfpachtovereenkomsten) met professionele en gespecialiseerde exploitanten. Deze investeringen bieden een hoog nettorendement (zie lexicon). De lange termijn van deze contracten compenseert grotendeels de risico's van de residentiële huurovereenkomsten van kortere duur, en beperkt dus de fluctuatie van de bezettingsgraad (de huisvesting voor senioren heeft tot nu toe een constante bezettingsgraad van 100 % gekend). Aedifica beantwoordt tegelijkertijd aan de verwachtingen van de operatoren in deze markt als ook aan de groeiende vraag die voortvloeit uit de demografische evolutie door zowel in "rustoorden" als in "serviceflatgebouwen" te investeren:
De markt van de huisvesting voor senioren genereert voor Aedifica stabiele recurrente inkomsten die nodig zijn om de uitkering van dividenden te verzekeren. Volgens een studie van DTZ Research gepubliceerd in mei 2013, is Aedifica de 2de private vastgoedinvesteerder in rustoorden in België gedurende de periode 2005-2012, en neemt Aedifica 27 % van de door de vastgoedbevaks, de verzekeraars, de banken en andere types van investeerders gedurende deze periode geïnvesteerde bedragen voor haar rekening. De groeiperspectieven in deze sector zijn nog aanzienlijk. Op basis van het aantal door het RIZIV erkende bedden, kan het marktaandeel van Aedifica in België (in aantal bedden) op 30 juni 2013 op ongeveer 2,5 % geschat worden.
Bovendien heeft de raad van bestuur van Aedifica een eerste acquisitie in Duitsland (zie sectie 2.1.1 hierna) aangekondigd. Dit is niet alleen de eerste buitenlandse investering van Aedifica sinds haar oprichting in 2005, maar ook de eerste investering van een Belgische vastgoedbevak in Duitsland.
Deze investering in Duitsland past volledig in de investeringsstrategie van Aedifica in het segment van de huisvesting voor senioren. Deze strategische stap maakt het mogelijk een betere huurdersdiversificatie na te streven en verruimt het speelveld in een markt die de tendens vertoont om zich op een Europees niveau te ontwikkelen. Deze eerste buitenlandse investering volgt overigens ook op de recente wetswijziging in België die leidde tot de opening van de Europese markt voor residentiële vastgoedbevaks (zie sectie "risicofactoren" hierboven). Meer informatie over de Duitse markt wordt in sectie "vastgoedverslag" hierna gegeven.
Aedifica heeft eveneens in België geïnvesteerd in het hotelwezen op basis van contracten op lange termijn die geïndexeerd en niet-opzegbaar zijn (erfpachtovereenkomsten, met een initiële minimale duur van 27 jaar) met twee professionele en gespecialiseerde exploitanten.
Aedifica bezit twee grote hotels in twee van de meest toeristische Vlaamse steden (Brugge en Leuven), en 4 hotels in de provincie Limburg (in Genk, Tongeren en vlakbij Maastricht).
Gezien de wetswijziging inzake de verlaagde roerende voorheffing op dividenden die uitgekeerd worden door de residentiële vastgoedbevaks (zie sectie "risicofactoren" hierboven), zijn de hotels, die geen residentiële 2de
grootste private vastgoedinvesteerder in rustoorden tussen 2005-2012
aandeel van Aedifica in de door vastgoedbevaks, verzekeraars, bankiers en andere investeerders tussen 2005-2012 geïnvesteerde bedragen 27 % investeringen zijn, niet langer een prioritaire investeringsas voor Aedifica.
De vastgoedbevak heeft eveneens andere, kleine gebouwen (kantoren, semi-industrieel en grondreserves) die in de reporting met de hotels samen worden genomen.
Tussen 31 december 2006 en 31 december 2012 is Aedifica erin geslaagd om van de 36ste naar de 14de plaats te klimmen in het klassement van de 100 grootste vastgoedportefeuilles in België (volgens de "Investors Directory 2013", uitgegeven door Expertise BVBA in januari 2013).
Aedifica wil haar groeiritme aanhouden om van schaalvoordelen te kunnen genieten, in het bijzonder:
Aedifica bestudeert de mogelijkheid om in nieuwe sectoren van de vastgoedmarkt te investeren en analyseert voortdurend de huisvestingsbehoeften die uit demografische evoluties ontstaan. De nieuwe sectoren die de bevak zouden kunnen interesseren, zouden residentieel moeten zijn en zouden woonfuncties moeten combineren met zorg- en/of opvang-functies.
Aedifica bestudeert eveneens de mogelijkheid om in andere geografische markten dan België en Duitsland te investeren met focus op de huisvesting voor senioren.
De belangrijkste gebeurtenis van het jaar is ongetwijfeld de kapitaalverhoging in het eerste semester. Op 16 november 2012 is Aedifica gestart met een kapitaalverhoging in geld met voorkeurrecht voor een brutobedrag van 99,8 miljoen €. De hoofdreden voor deze operatie bestond erin nieuwe financiële middelen aan te trekken om de groeistrategie van de bevak verder te zetten en tegelijkertijd een gepaste schuldgraad van ca. 50 tot 55 % te handhaven. De bevak heeft aldus op 7 december 2012 2.697.777 nieuwe aandelen uitgegeven aan een inschrijvingsprijs van 37,00 € per aandeel, hetzij 99.817.749 € (inclusief uitgiftepremie). Deze nieuwe aandelen werden onmiddellijk toegelaten tot de notering en ze hebben recht op een pro rata temporis dividend met ingang vanaf 7 december 2012.
Deze operatie was de grootste openbare kapitaalverhoging van 2012 in België.
Bij sluiting van de beurs op 28 juni 2013 bedroeg de beurskapitalisatie van de vennootschap ongeveer 470 miljoen € (tegen 324 miljoen € op 15 november 2012, net voor de lancering van de operatie).
Onmiddellijk na deze kapitaalverhoging, had Aedifica al twee investeringen in de sector van de huisvesting voor senioren aangekondigd. Op 30 juni 2013 bedragen de investeringsverbintenissen die sinds de kapitaalverhoging van december 2012 getekend werden, 74 miljoen € (waarvan 11 miljoen € vastgoedbeleggingen in exploitatie, 8 miljoen € vastgoedbeleggingen in exploita-
| Investeringen sinds de kapitaalverhoging |
Vastgoedbeleggingen in exploitatie |
Ontwikkelings projecten |
Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|
| van 7 december 2012 (in miljoen €) |
uitgevoerd | onderworpen aan opschorten de voorwaarden |
|||
| Residentie Sporenpark | - | - | 17 | 17 | |
| Résidence Cheveux d'Argent | 4 | - | 3 | 7 | |
| 't Hoge | 3 | - | 5 | 8 | |
| Helianthus | 4 | - | 3 | 7 | |
| Seniorenzentrum AGO Herkenrath | - | 8 | - | 8 | |
| Pont d'Amour | - | - | 8 | 8 | |
| Au Bon Vieux Temps | - | - | 10 | 10 | |
| Résidence l'Air du Temps | - | - | 6 | 6 | |
| Op Haanven | - | - | 3 | 3 | |
| Totaal op 30 juni 2013 | 11 | 8 | 55 | 74 |
14de plaats
in het klassement van de 100 grootste vastgoedportefeuilles in België (36de in 2006)
investeringen sinds de kapitaalverhoging 74 Mio €
van 7 december 2012
tie waarvan bij afsluiting van het boekjaar de verwerving nog aan opschortende voorwaarden onderworpen was, en 55 miljoen € ontwikkelingsprojecten). Al deze investeringen, opgenomen in de tabel hieronder, situeren zich in het segment van de huisvesting voor senioren.
De acquisities van het boekjaar worden in secties 2.1.1 en 2.1.2. hieronder beschreven evenals in de persberichten die beschikbaar zijn op www.aedifica.be. De aanschaffingswaarden vermeld in sectie 3.1.1 voldoen aan de eisen van artikel 31 § 1 van het Koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot de vastgoedbevaks.
De buitengewone algemene vergadering van Aedifica heeft op 12 juli 2012 de gemengde splitsing van de naamloze vennootschap naar Belgisch recht Société d'Investissements et de Financement Immobiliers de l'avenue Louise (afgekort SIFI LOUISE) goedgekeurd. Als gevolg hiervan is een terrein met een oppervlakte van ongeveer 349 m², gelegen te Brussel in de Louiza-wijk, tussen de Vilain XIIII-straat en de Meerstraat, voor een conventionele waarde van 0,8 miljoen € aan Aedifica overgedragen. De plannen en voorafgaande studies met betrekking tot een residentieel vastgoedproject (een appartementsgebouw) op het voormelde terrein zijn eveneens aan Aedifica overgedragen. Er zijn geen schulden aan Aedifica overgedragen naar aanleiding van de gemengde splitsing. 16.868 nieuwe aandelen Aedifica werden uitgegeven. Al deze aandelen geven recht op een dividend vanaf 12 juli 2012 en zullen op de beurs genoteerd worden na de coupononthechting met betrekking tot het dividend van het boekjaar 2012/2013.
Op 20 augustus 2012 heeft Aedifica een appartement in het gebouw Ring in Antwerpen (Plantin-Moretuslei 107- 115) verworven. Aedifica is sindsdien eigenaar van 88 van de 98 appartementen van dit gebouw (dat in 2007 aan de portefeuille van Aedifica werd toegevoegd).
Aedifica verwierf op 18 december 2012 een terrein van ongeveer 6.500 m² op de voormalige mijnsite van Beringen-Mijn in de provincie Limburg.
Deze site, gelegen tussen de Stationsstraat en de Koolmijnlaan, zal een metamorfose ondergaan dankzij het project be-MINE dat tot 2020 loopt. De drie partners van het project be-MINE zijn DMI Vastgoed, Van Roey Vastgoed en de Limburgse investeringsmaatschappij LRM. DMI Vastgoed en Van Roey Vastgoed zijn toonaangevende en multidisciplinaire projectontwikkelaars. LRM is een investeerder en biedt ondernemers een unieke combinatie van risicokapitaal en vastgoed. Het project beoogt de herontwikkeling van de site in meerdere zones, in een combinatie van cultuur (mijnmuseum, voorstellingen, tentoonstellingen), shopping (via een winkelcentrum) en ontspanning (sportactiviteiten, zoals een nieuw gemeentelijk zwembad), naast woon-en werkgelegenheid. De geplande woonwijk "Houtpark" zal diverse woonvormen bevatten: eengezinswoningen, appartementen, een rustoord en serviceflats. In deze context zal Aedifica deelnemen aan het project door de bouw van een rustoord die in de zomer van 2013 zal aanvangen. De voorlopige oplevering is gepland voor het najaar van 2014. Uiteindelijk zal het rustoord 110 vergunde bedden en 17 serviceflats tellen, met een oppervlakte van ca. 9.300 m².
Aedifica voorziet een investeringsbudget van 17,4 miljoen € voor de realisatie van dit rustoord. Het project zal volledig gefinancierd worden door lopende kredietlijnen van de bevak.
Het rustoord "Residentie Sporenpark" zal door de groep Senior Living Group (een toonaangevende speler op het vlak van seniorenzorg) uitgebaat worden op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar. Het verwachte huurrendement van deze operatie zal ca. 6 % bedragen.
Aedifica heeft op 20 december 2012 alle aandelen verworven van de "NV Immo Cheveux d'Argent", die de eigenaar is van het rustoord "Résidence Les Cheveux d'Argent" in Sart-lez-Spa in de provincie Luik.
Het rustoord "Résidence Les Cheveux d'Argent" telt momenteel 80 vergunde bedden. Het rustoord wordt door de groep Senior Living Group uitgebaat op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar. Deze erfpachtovereenkomst genereert een initieel huurrendement van ca. 6 %. De conventionele aanschaffingswaarde van het rustoord die als basis voor de berekening van de prijs van de aandelen is weerhouden, bedraagt ca. 4 miljoen €.
"Résidence Les Cheveux d'Argent" is gelegen in een prachtig kader op een perceel van ongeveer 3,9 ha. De site biedt een potentieel voor toekomstige ontwikkeling. Een uitbreiding van 20 serviceflats wordt momenteel bestudeerd met de uitbater van het rustoord. Een investeringsbudget van ca. 3 miljoen € is reeds gereserveerd voor de realisatie van deze uitbreiding.
Tijdens de buitengewone algemene vergadering van 24 juni 2013 is de "NV Immo Cheveux d'Argent" met Aedifica NV gefusioneerd.
Aedifica heeft, op 26 maart 2013, de controle verworven van de naamloze vennootschap "Terinvest", die de eigenaar is van het rustoord " 't Hoge" in Kortrijk in West-Vlaanderen.
Deze vennootschap is tevens eigenaar van een perceel gelegen naast het rustoord. Het rustoord telt momenteel 62 vergunde bedden en wordt door de groep Senior Living Group uitgebaat op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar. Deze erfpachtovereenkomst genereert een initieel triple net rendement van ca. 6 %. De conventionele aanschaffingswaarde van de site die als basis voor de berekening van de prijs van de aandelen is weerhouden, bedroeg 3,3 miljoen €.
Het rustoord " 't Hoge" geniet van een uitstekende ligging in een residentiële wijk, dichtbij het ziekenhuis AZ Groeninge, de Kennedylaan en de KULAK campus. Op het perceel naast het rustoord zal een uitbreiding gerealiseerd worden zodat de totale capaciteit van de site op 82 eenheden (65 bedden en 17 serviceflats) zal gebracht worden. De stedenbouwkundige vergunning werd al bekomen. Bovendien zal het bestaande gebouw gerenoveerd worden. Het voorziene investeringsbudget voor de realisatie van deze uitbreiding en renovatie wordt geschat op ca. 5 miljoen €.
Tijdens de buitengewone algemene vergadering van 24 juni 2013 is de naamloze vennootschap "Terinvest" met Aedifica NV gefusioneerd.
Aedifica heeft op 17 april 2013 de controle verworven van de site van het woonzorgcentrum "Helianthus" in Melle, in Oost-Vlaanderen (deels via de verwerving van de controle over de gewone commanditaire vennootschap "Kasteelhof-Futuro", eigenaar van het rustoord "Helianthus" en deels via de rechtstreekse verwerving van een gebouw met 5 serviceflats).
Het woonzorgcentrum "Helianthus" is gelegen in een privé park van 1 ha, in een groene en residentiële wijk tegenover het Paters Jozefieten College. De site omvat een oud landhuis, een rustoord met 42 vergunde bedden en een serviceflatgebouw met 5 appartementen (47 eenheden in totaal voor de hele site). De site wordt via de vzw Helianthus door de groep Senior Living Group uitgebaat op basis van triple net erfpachtovereenkomsten van 27 jaar. Deze erfpachtovereenkomsten genereren een initieel triple net rendement van ca. 6 %. De conventionele aanschaffingswaarde van de site bedroeg 4 miljoen €.
Een uitbreidingsproject van ca. 20 serviceflats wordt momenteel bestudeerd om de totale capaciteit van de site op ca. 67 eenheden te brengen. Het voorziene investeringsbudget voor de realisatie van deze uitbreiding wordt geschat op ca. 3 miljoen €.
Tijdens de buitengewone algemene vergadering van 24 juni 2013 is de gewone commanditaire vennootschap "Kasteelhof-Futuro" met Aedifica NV gefusioneerd.
Aedifica heeft op 20 juni 2013 de acquisitie in Duitsland van het rustoord "Seniorenzentrum AGO Herkenrath" gemeld.
Aedifica heeft het betrokken gebouw rechtstreeks aangekocht. De koopakte die op 20 juni 2013 in Frankfurt voor notaris werd getekend was zoals in Duitsland gebruikelijk is, nog aan voornamelijk administratieve opschortende voorwaarden onderworpen. Deze voorwaarden werden in juli vervuld, waarna Aedifica de koopprijs heeft betaald en automatisch op 1 augustus 2013 de eigendom en het genot van het gebouw heeft verworven.
De transactie werd door middel van de kredietlijnen van de vastgoedbevak en door de overname van een bestaand krediet (bij de Bank für Sozialwirtschaft) op het gebouw gefinancierd. De impact op de schuldgraad van Aedifica bedroeg minder dan 1 %.
Het rustoord "Seniorenzentrum AGO Herkenrath" is een recent gebouw met een uitstekende ligging en biedt een aangename leefomgeving; het gebouw is gelegen in het centrum van Herkenrath, deel van de stad Bergisch Gladbach in Noordrijn-Westfalen, op 20 km van Keulen (4de stad in Duitsland in aantal inwoners). Het rustoord werd in 2010 gebouwd en telt 80 bedden in 80 éénpersoonskamers.
Het rustoord wordt door een dochteronderneming van de groep AGO Betriebsgesellschaft für Sozialeinrichtungen mbH ("AGO groep") uitgebaat op basis van een niet opzegbare lange termijnhuurovereenkomst. Deze huurovereenkomst is een "double net"-overeenkomst, dwz dat het onderhoud en de herstellingen van de structuur, de gevels en het dak van het gebouw ten laste van de eigenaar zijn. De resterende duur van de overeenkomst bedraagt 22 jaar. Het initiële brutohuurrendement (double net) voor deze operatie bedraagt ongeveer 7,25 %. De conventionele aanschaffingswaarde van het gebouw bedraagt 8 miljoen €.
De AGO groep is een kwaliteitsvolle uitbater die geniet van een uitstekende reputatie in de Duitse markt. Deze operator baat een tiental woonzorgcentra uit. De hoofdzetel van de groep is gevestigd in Keulen.
Aedifica verheugt zich over deze nieuwe samenwerking met een Duitse kwaliteitsvolle speler in de sector van zorg en huisvesting.
Fase I van de renovatie en uitbreiding van het rustoord Koning Albert I in Dilbeek werd afgerond op 18 januari 2013, een paar maanden eerder dan oorspronkelijk gepland. Een nieuwe vleugel, goed voor een investering van ca. 5 miljoen €, werd op die datum in gebruik genomen.
Ter herinnering, deze site, die een park van meer dan 3 ha, een kasteel en diverse recentere uitbreidingen bevat, werd in 2011 verworven met de bedoeling een belangrijk renovatie-en uitbreidingsproject van 11 miljoen € uit te voeren. Het budget voor fase II bedraagt nog ca. 7 miljoen €.
25 april 2013: voltooiing van de uitbreidings-en renovatiewerken van Seniorerie La Pairelle (Wépion) Fase II van de uitbreidings- en renovatiewerken van het rustoord "Seniorerie La Pairelle" in Wépion, werd op 25 april 2013 opgeleverd.
Ter herinnering, het rustoord, aan de oevers van de Maas nabij Namen, werd in 2008 voor 3 miljoen € samen met twee aangrenzende percelen verworven. Het rustoord, gebouwd in de jaren '90, telde 51 vergunde bedden en leverde een initieel nettorendement van 6,3 % op. In het kader van de erfpachtovereenkomst met de uitbater van
pipeline van projectontwikkelingen 151 Mio €
het rustoord (de groep Armonea, een toonaangevende speler in België op het vlak van seniorenzorg) heeft Aedifica een akkoord gesloten voor de financiering van de uitbreiding en renovatie van de site. Deze werken laten de uitbater toe het aantal bedden op de site te verdubbelen.
De uitbreiding en de renovatie van het rustoord werden in twee fases gerealiseerd:
De eerste fase van het project werd voltooid en opgeleverd op 26 januari 2012. De investering bedroeg 6,4 miljoen € (inclusief terrein). Het rustoord telde dan 51 vergunde bedden, m.n. dezelfde capaciteit als vóór de uitbreiding omdat de bewoners van de initiële gebouwen naar het nieuwe gebouw verhuisd werden.
De tweede fase van het project werd op 25 april 2013 opgeleverd. De investering van 2,2 miljoen € heeft toegelaten om 67 vergunde bedden toe te voegen aan het bestaande aantal vergunde bedden.
De uitbreidingen en de renovaties van de site werden gerealiseerd op basis van de meest recente technieken inzake thermische isolatie en energieprestaties (K=27 voor de nieuwe gebouwen; K=40 voor de gerenoveerde delen), beter dan de huidige normen.
Uiteindelijk is het totale aantal bedden van de site nagenoeg verdubbeld om het te brengen van 51 vergunde bedden naar 118. De totale investering na de uitbreiding en de renovatie bedroeg ca. 11,2 miljoen €. De jaarlijkse huur, na de oplevering van al de werken, zal ca. 0,7 miljoen € bedragen, d.w.z. een triple net huurrendement van ca. 6,4 %.
Fase I van de uitbreidingswerken van het rustoord De Edelweis in Begijnendijk, werd op 28 mei 2013 opgeleverd. Deze uitbreiding die een investeringsbudget van minder dan 2 miljoen € vertegenwoordigt, werd op 1 juni 2013 in gebruik genomen.
Ter herinnering, de site werd in 2010 verworven met de bedoeling een uitbreidingsproject voor een budget van ca. 3 miljoen € te realiseren. Het resterende budget voor fase II bedraagt ca. 1 miljoen €.
Het vastgoedverslag van dit jaarlijks financieel verslag bevat een tabel met de lopende projectontwikkelingen op 30 juni 2013.
De bouwwerken van de volgende projecten zijn in uitvoering:
28 mei 2013: "De Edelweis" in Begijnendijk
Koning Albert I (fase II en III, renovatie en uitbreiding van een rustoord in Dilbeek);
In de loop van het boekjaar werden de renovatie-en uitbreidingswerken van het rustoord 't Hoge in Kortrijk gestart.
De groep Armonea heeft de bewoners (en de vergunde bedden) van het rustoord Logis de Famenne in Wanlin naar het nieuwe (in april 2012 opgeleverde) rustoord Pont d'Amour in Dinant verhuisd. Na deze verhuizing is Armonea uiteraard haar verbintenissen als erfpachter van de site Logis de Famenne blijven naleven.
Na onderzoek in overleg met Aedifica van verschillende herbestemmingsmogelijkheden is een nieuwe operator voor de site in Wanlin gevonden. De nieuwe operator heeft de verbintenissen als erfpachter sinds 10 september 2012 overgenomen.
De nieuwe uitbater van de site is de groep Le Carrosse. Le Carrosse is een groep van instellingen die in België aan personen met een mentale beperking, al dan niet gekoppeld aan andere pathologieën, permanente collectieve huisvesting bieden. De groep verwelkomt vandaag meer dan 250 residenten verspreid over 10 sites in België. De groep heeft de site "Logis de Famenne" omgedoopt tot "La Boule de Cristal".
Op 25 oktober 2012 heeft Aedifica één appartement verkocht in het gebouw Broqueville 8 (in Brussel) dat in mede-eigendom is. Deze verkoop heeft een nettomeerwaarde van ca. 25 % opgebracht ten opzichte van de laatste reële waarde van het pand die op 30 september 2012 bepaald werd. De vastgoedbevak is nu eigenaar van 6 appartementen in het gebouw.
Op 26 oktober 2012 is aan de financiële communicatie van Aedifica een nieuwe dimensie toegevoegd met de Engelse vertaling van zowel haar persberichten (beschikbaar sinds 26 oktober 2012) als haar jaarlijks financieel verslag. Deze documenten worden op de website van de vastgoedbevak gepubliceerd.
Sinds 15 februari 2013 is de nieuwe website van de vastgoedbevak online op www.aedifica.be. In haar streven naar financiële transparantie wil de vastgoedbevak dat de informatie overzichtelijk gepresenteerd en gemakkelijk bereikbaar zou zijn. De structuur van de nieuwe website is niet ingrijpend gewijzigd, maar de nieuwe site is opgefrist, heeft een moderne stijl en is aangepast aan de nieuwe mogelijkheden op informaticagebied, die een betere weergave op tablets en smartphones bieden.
Sinds 18 maart 2013 is het aandeel Aedifica in de EPRA indexen opgenomen. Bij het laatste kwartaalnazicht in maart 2013 van de samenstelling van deze indexen voldeed het aandeel Aedifica inderdaad aan alle opnamecriteria die door EPRA worden bepaald. We verzijzen de lezer naar pagina 44 van het hoofdstuk "EPRA" voor meer gedetailleerde informatie erover.
Aedifica heeft op 27 juni 2013 een reeks nieuwe uitbreidingsprojecten in het segment van de huisvesting voor senioren gemeld. Deze betreffen de vier volgende rustoorden in de bestaande portefeuille:
bijkomende investeringen voor 4 rustoorden aangekondigd op 27 juni 2013
rendement van ca. 6 % bieden. De aflevering van de stedenbouwkundige vergunning voor dit project wordt op korte termijn verwacht.
De hierboven vermelde operaties zullen door lopende kredietlijnen van de bevak gefinancierd worden.
Aedifica heeft in januari en mei 2013 in het kielzog van de kapitaalverhoging in geld van 7 december 2012, voor een bedrag van 95 miljoen € vrijwillig afstand gedaan van twee niet opgenomen tranches van de club deal van 150 miljoen €, die overigens in juli 2013 zou vervallen.
In het kader van de herfinanciering van deze club deal, zijn vier nieuwe kredietlijnen afgesloten:
Ensemble Souveraine
werking getreden op 23 juli 2013 voor een periode van 5 jaar;
De opening van deze bilaterale kredietlijnen toont opnieuw aan dat Aedifica een sterke en duurzame relatie heeft met haar banken.
Voor een up to date overzicht van de kredietlijnen, verwijzen we de lezer naar de sectie 2.2. "Operaties na de afsluiting dd. 30 juni 2013" van dit geconsolideerde beheersverslag.
Aedifica heeft op 29 augustus 2013 samen met haar dochtervennootschap Aedifica Invest NV 100 % van de aandelen van de NV Patrius Invest verworven. Patrius is de eigenaar van twee rustoorden in de provincie Antwerpen: "Salve" in Brasschaat en "Plantijn" in Kapellen.
Het rustoord "Salve" is gelegen in het hart van een residentiële wijk in Brasschaat. Het rustoord dat vandaag 117 vergunde bedden telt, wordt door de groep Armonea (een toonaangevende speler op het vlak van seniorenzorg) uitgebaat op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar, die sedert juni 2013 loopt. Deze erfpachtovereenkomst brengt een initieel triple net rendement van ca. 6 % op. De conventionele aanschaffingswaarde van de site bedraagt ca. 8 miljoen €. Bovendien is er thans een herontwikkelingsproject op de site in uitvoering (in twee fases). Het project omvat de sloop en herbouw van het oude gedeelte van het rustoord (dat van de vroege 20ste eeuw dateert) en de complete renovatie van de moderne delen (twee gebouwen die van 1979 en 1997 dateren). De voorlopige oplevering van fase I is in het voorjaar 2014 gepland.
Het rustoord "Plantijn" is gelegen in een residentiële wijk, dichtbij het centrum van Kapellen. Het rustoord dat vandaag 110 vergunde bedden telt, wordt door de groep Armonea uitgebaat op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar, die sedert juni 2013 loopt. Deze erfpachtovereenkomst brengt een initieel triple net rendement van ca. 6 % op. De conventionele aanschaffingswaarde van de site bedraagt ca. 8 miljoen €. Bovendien is de herontwikkeling van de site voorzien. Het project betreft de renovatie van de bestaande gebouwen (met name een gebouw uit de vroege 20ste eeuw en een modernere uitbreiding die in 1972 en in 1986 werd toegevoegd) en de uitbreiding van de site met een nieuwbouw op een perceel naast het rustoord. De stedenbouwkundige vergunning voor dit project werd reeds afgeleverd. De exacte planning van de werken is nog niet definitief.
Het globale investeringsbudget voor de realisatie van de renovatie- en uitbreidingswerken op deze twee sites is contractueel op ca. 16 miljoen € vastgelegd. Deze bijkomende investeringen zullen vanaf de voorlopige oplevering van de werken eveneens een triple net rendement van ca. 6 % opleveren.
Aedifica meldt de voltooiing op 29 augustus 2013 van het nieuwe rustoord "Hestia" in Wemmel (Vlaams-Brabant), in de rand rond Brussel.
Het rustoord is gelegen in een residentiële wijk van Wemmel. Het heeft een totale capaciteit van 222 bedden en is daarmee het grootste rustoord in de portefeuille van Aedifica. De site wordt door de groep Soprim@ uitgebaat op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar. De aanschaffingswaarde (met inbegrip van de aankoop van het terrein en de bouw van het gebouw) bedraagt ca. 20 miljoen €. Deze investering zal een initieel triple net rendement van ca. 6 % genereren.
Dit project is voor rekening van Aedifica gerealiseerd in uitvoering van een op 21 februari 2011 met de groep Soprim@ getekend princiepsakkoord.
Na de hierboven vermelde acquisities en oplevering bedraagt de reële waarde van de portefeuille van vastgoedbeleggingen in exploitatie van Aedifica ongeveer 658 miljoen €.
De vastgoedbeleggingen in exploitatie van Aedifica tellen 131 panden, met een totale bebouwde oppervlakte van 334.000 m², voornamelijk bestaande uit:
Verdeeld per activiteitensector betekent dit (in reële waarde):
Geografisch is de portefeuille als volgt gespreid (in reële waarde):
99 % in België waarvan:
Aedifica heeft op 1 augustus 2013 een (door de Bank für Sozialwirtschaft verstrekt) bestaand krediet van 6 miljoen € overgenomen in het kader van de acquisitie van het gebouw "Seniorenzentrum AGO Herkenrath" (zie sectie 2.1.1. hierboven).
Op 5 augustus 2013 heeft Aedifica een nieuwe bilaterale kredietlijn van 30 miljoen € afgesloten met BNP Paribas Fortis. Deze kredietlijn treedt in werking op 6 augustus 2013 voor een periode van 4 jaar.
Rekening houdend met deze twee elementen, met de vervaldata van de club deal in juli 2013 en van een bilaterale kredietlijn op 6 augustus 2013, zien de vervaldata van de kredietlijnen van Aedifica er als volgt uit (in miljoen €):
| Juni 2014 : | 30 |
|---|---|
| Augustus 2014 : | 15 |
| April 2015 : | 50 |
| Oktober 2015 : | 30 |
| Juni 2016 : | 55 |
| Juli 2016 : | 30 |
| Augustus 2016 : | 15 |
| Januari 2017 : | 30 |
| Augustus 2017 : | 30 |
| Juni 2018 : | 32 |
| Juli 2018 : | 30 |
| 2021 : | 8 |
| 355 |
De hierna weergegeven commentaren en analyses verwijzen naar de geconsolideerde jaarrekening die in dit jaarlijks financieel verslag opgenomen is.
Tijdens het boekjaar (1 juli 2012 – 30 juni 2013) is de reële waarde van de portefeuille van vastgoedbeleggingen met 50 miljoen € gestegen van 593 miljoen € tot 643 miljoen € (+8%). Naast de investeringen in projectontwikkelingen (19 miljoen € met inbegrip van de variatie van de reële waarde ten belope van 3 miljoen €) komt deze stijging voornamelijk voort uit de acquisities gerealiseerd tijdens het boekjaar (zie sectie 2.1.1. hieronder), uit de lopende
resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 op 30 juni 2013 17,0 Mio €
projectontwikkelingen opgeleverd gedurende het boekjaar (zie sectie 2.1.2. hieronder) en uit de variatie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen in exploitatie die in het resultaat opgenomen wordt (+6 miljoen € of +1,05%). Deze variatie die uit de waardering door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen voortvloeit, wordt als volgt geventileerd:
Indien de in sectie 3.2 vermelde huuraanpassingen uitgesloten worden, zou de variatie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen in exploitatie +9,4 miljoen €, hetzij +1,57%, bedragen.
Op 30 juni 2013 tellen de vastgoedbeleggingen in exploitatie van Aedifica 127 panden, met een totale bebouwde oppervlakte van 305.000 m², voornamelijk bestaande uit:
Verdeeld per activiteitensector betekende dit (in reële waarde):
Geografisch was de portefeuille als volgt gespreid (in reële waarde):
De bezettingsgraad (zie lexicon) voor het niet-gemeubelde deel van de portefeuille bedraagt 97,4% op 30 juni 2013, een zeer hoog niveau hoewel marginaal onder de records opgetekend tijdens het vorige boekjaar (97,8% op 30 juni 2012).
De bezettingsgraad van de gemeubelde appartementen bedraagt 82,6 % over het boekjaar. Dit is hoger dan de bezettingsgraad van 82,3 % voor het boekjaar 2011/2012. We herinneren eraan dat de exploitatie van de gemeubelde appartementen een toegenomen seizoenseffect kent (als gevolg van een verslechterd algemeen economisch klimaat). Aedifica maakt bovendien gebruik van de huidige conjunctuurvertraging om gemeubelde appartementen te renoveren. Zo waren tijdens het afgelopen boekjaar, 36 van de 295 gemeubelde appartementen (12 % van de eenheden) tijdelijk niet beschikbaar voor verhuur wegens renovatie.
De globale bezettingsgraad van de portefeuille bedraagt 98 % op 30 juni 2013.
De gemiddelde resterende duur van de huurovereenkomsten van de hele portefeuille bedraagt 18 jaar, wat identiek is ten opzichte van die op 30 juni 2012 (18 jaar). Volgens de "Belgian REIT Overview" (die elke maand door Bank Degroof uitgegeven wordt), staat Aedifica hiermee met voorsprong op de eerste plaats. Deze performantie is te verklaren door het hoge aandeel van lange termijnhuurcontracten (erfpachtovereenkomsten) in de portefeuille van Aedifica.
De geconsolideerde resultatenrekening is in dit jaarlijks financieel verslag opgenomen. In de volgende secties van dit geconsolideerd beheersverslag wordt de resultatenrekening in een analytische vorm, zoals die overigens voor de interne rapportering van Aedifica wordt aangewend, voorgesteld en geanalyseerd. De resultatenrekening dekt een periode van 12 maanden tussen 1 juli 2012 tot 30 juni 2013. De acquisities werden geboekt op datum van effectieve controleoverdracht. Deze operaties hebben bijgevolg een verschillende weerslag op de resultatenrekening, naargelang zij plaatsvonden bij de aanvang, tijdens of op het einde van de periode.
De geconsolideerde omzet (geconsolideerde huurinkomsten) van het boekjaar stijgt met 6 % ten opzichte van het vorige boekjaar en bedraagt 36,2 miljoen €. Dit stemt, op 0,1 miljoen € na, overeen met de vooruitzichten (ter herinnering, de vooruitzichten – gepubliceerd in de verrichtingsnota met betrekking tot de kapitaalverhoging van 7 december 2012 – voorzien een omzet van 36,3 miljoen € waarbij echter met een hypothetische investering van 40 miljoen € rekening is gehouden als eerste investering na kapitaalverhoging).
De sectorale variatie van de geconsolideerde omzet (+1,9 miljoen €, hetzij +6 % of -2 % bij ongewijzigde portefeuille) is hieronder vermeld:
De hiervoor vermelde sectorale variaties bij ongewijzigde portefeuille zijn grotendeels in lijn met de tendensen die reeds in de tussentijdse verklaring van 14 mei 2013 en in het halfjaarlijks financieel verslag van
19 februari 2013 werden opgetekend. De huren van drie sites, in de segmenten "hotels" en "residentiële en gemengde gebouwen", werden verminderd (zoals geanticipeerd in de vooruitzichten) meestal voor in de tijd beperkte periodes zodat het huurniveau voor de betrokken ondernemingen draagbaar zou blijven, en dus de kasstromen en de waardering van de activa verzekerd kunnen worden. De evolutie van de huurinkomsten bij ongewijzigde portefeuille van het segment van de huisvesting van senioren (+3%) toont de relevantie van de investeringsstrategie in dit segment aan, dat al meer dan 50% van de omzet en meer dan 70% van het operationele resultaat voor het resultaat op de portefeuille van de bevak genereert.
Na aftrek van de met verhuur verbonden kosten bedraagt het nettohuurresultaat 36,1 miljoen € (+5% ten opzichte van 30 juni 2012).
Het vastgoedresultaat bedraagt 34,6 miljoen € (op 30 juni 2012: 32,6 miljoen €). Dit resultaat verminderd met de andere directe kosten leidt tot een operationeel vastgoedresultaat van 31,2 miljoen € (op 30 juni 2012: 29,5 miljoen €). Dit impliceert een operationele marge (zie lexicon) van 87% (op 30 juni 2012: 86%).
Na aftrek van de algemene kosten ten bedrage van 3,9 miljoen € (op 30 juni 2012: 3,4 miljoen €) en rekening houdende met de andere operationele inkomsten en lasten, stijgt het operationele resultaat vóór het resultaat op de portefeuille met 5% tot 27,5 miljoen € (op 30 juni 2012: 26,2 miljoen €), hetgeen een exploitatiemarge (zie lexicon) van 76% impliceert (op 30 juni 2012: 76%). Deze marge is beter dan de vooruitzichten (75%).
Rekening houdende met de kasstromen die gegenereerd worden door de indekkingsinstrumenten (die hieronder beschreven worden), bedragen de netto-interestlasten van de bevak 10,0 miljoen € (30 juni 2012: 10,7 miljoen €). De effectieve gemiddelde interestvoet (4,2 % vóór activering van de intercalaire interesten op de projectenontwikkelingen) is identiek aan de gemiddelde interestvoet van het vorige boekjaar (4,2%) en aan die opgenomen in de vooruitzichten (4,2%). Rekening houdend met de andere financiële opbrengsten en lasten en met uitsluiting van de netto-impact van de herwaardering van de indekkingsinstrumenten aan hun reële waarde (deze impact, die geen kasstroom is, wordt volgens de norm IAS 39 geboekt en maakt geen deel uit van het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 zoals hieronder uitgelegd), leidt het financiële resultaat vóór IAS 39 tot een nettolast van 10,5 miljoen € (op 30 juni 2012: 10,8 miljoen €), lager dan de vooruitzichten (10,8 miljoen €).
In overeenstemming met het bijzondere belastingsstelsel van de vastgoedbevaks omvatten de belastingen (ten bedrage van 70 k€; 30 juni 2012: 54 k€) voornamelijk de belasting op de verworpen uitgaven van Aedifica.
Het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 bedraagt 17,0 miljoen € (30 juni 2012: 15,3 miljoen €), hetzij 1,95 € per aandeel (30 juni 2012: 2,14 € per aandeel). De daling van het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 per aandeel is
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Huurinkomsten | 36.230 | 34.340 |
| Met verhuur verbonden kosten | -147 | -51 |
| Nettohuurresultaat | 36.083 | 34.289 |
| Operationele kosten1 | -8.549 | -8.119 |
| Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille | 27.534 | 26.170 |
| Exploitatiemarge2 % |
76 % | 76 % |
| Financieel resultaat vóór IAS 39 | -10.460 | -10.796 |
| Belastingen | -70 | -54 |
| Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 | 17.004 | 15.320 |
| Aantal dividendrechten3 | 8.715.339 | 7.153.096 |
| Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 per aandeel (€/aandeel) | 1,95 | 2,14 |
| Resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 | 17.004 | 15.320 |
| IAS 40 impact4 | 9.013 | 9.423 |
| IAS 40 impact: resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 54 | 54 |
| IAS 39 impact5 | 1.600 | -9.459 |
| Nettoresultaat (aandeel van de groep) | 27.671 | 15.338 |
| Noemer (IAS 33) | 8.715.370 | 7.152.918 |
| Nettoresultaat per aandeel (aandeel van de groep - IAS 33 - €/ aandeel) |
3,17 | 2,14 |
te wijten aan het verwateringseffect dat het gevolg is van de kapitaalverhoging van 7 december 2012. Dit resultaat (zowel in absolute termen als per aandeel) is wel hoger dan de vooruitzichten (16,3 miljoen €, hetzij 1,86 € per aandeel).
De resultatenrekening telt bovendien twee elementen die geen kasstroom zijn (m.a.w. non cash) en die fluctueren in functie van externe marktparameters die een sterke volatiliteit van boekjaar tot boekjaar kunnen kennen. Het betreft de variatie van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen (in de boekhouding opgenomen volgens de norm IAS 40) en de variatie van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten (in de boekhouding opgenomen volgens de norm IAS 39):
Rekening houdend met de niet-monetaire elementen die hierboven vermeld zijn, bedraagt het nettoresultaat (aandeel van de groep) 27,7 miljoen € (30 juni 2012: 15,3 miljoen €). Het gewone resultaat per aandeel (basic earnings per share zoals gedefinieerd door IAS 33 en berekend in toelichting 26) bedraagt 3,17 € (30 juni 2012: 2,14 €).
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen (reële waarde) | 642.844 | 592.717 |
| Andere activa opgenomen in de schuldratio | 8.827 | 16.337 |
| Andere activa | 526 | 38 |
| Totaal activa | 652.197 | 609.092 |
| Eigen vermogen | ||
| Vóór IAS 39 impact | 414.662 | 303.023 |
| Impact IAS 391 | -32.503 | -35.447 |
| Eigen vermogen | 382.159 | 267.576 |
| Schulden en verplichtingen opgenomen in de schuldratio | 234.821 | 303.921 |
| Andere verplichtingen | 35.217 | 37.595 |
| Totaal van het eigen vermogen en verplichtingen | 652.197 | 609.092 |
| Schuldratio ( %) | 36,0 % | 49,9 % |
Schuldratio (%)
49,9
36,0
45,5
Juni Juni Juni 2011 2012 2013
Het statutaire gecorrigeerde resultaat, zoals gedefinieerd in de bijlage van het Koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot de vastgoedbevaks, bedraagt 17,9 miljoen € (30 juni 2012: 15,9 miljoen €), berekend in de toelichting 50. Rekening houdend met het recht op een pro rata temporis dividend van de aandelen uitgegeven tijdens het boekjaar betekent dit een bedrag van 2,04 € per aandeel (30 juni 2012: 2,22 € per aandeel). De daling van het statutaire gecorrigeerde resultaat per aandeel is te wijten aan het verwateringseffect dat het gevolg is van de kapitaalverhoging van 7 december 2012.
Rietdijk
Op 30 juni 2013 bestaan de activa op de balans van Aedifica voor 99 % uit vastgoedbeleggingen (30 juni 2012: 97%), die gewaardeerd worden volgens de IAS 40 norm (geboekt aan reële waarde zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen), en die een bedrag van 643 miljoen € (30 juni 2012: 593 miljoen €) vertegenwoordigen.
Deze rubriek omvat:
De "andere activa opgenomen in de schuldratio" vertegenwoordigen 1 % van het totaal van de balans (30 juni 2012: 3 %).
Sinds de oprichting van Aedifica is haar kapitaal geëvolueerd ingevolge diverse vastgoedoperaties (inbrengen, fusies, enz.) en de kapitaalverhogingen van oktober 2010 en december 2012. Het kapitaal bedraagt 254 miljoen € op 30 juni 2013 (30 juni 2012: 184 miljoen €). De uitgiftepremie bedraagt op 30 juni 2013 65 miljoen € (30 juni 2012: 34 miljoen €). Ter herinnering, de IFRS normen bepalen dat de kosten verbonden aan een kapitaalverhoging in mindering van het statutaire kapitaal moeten worden voorgesteld. Het eigen vermogen (of nettoactiva), dat de intrinsieke waarde van Aedifica vertegenwoordigt rekening houdend met de reële waarde van het vastgoedpatrimonium, bedraagt:
Op 30 juni 2013 bedragen de schulden en passiva die in de schuldratio (zoals gedefinieerd door het Koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot de vastgoedbevaks) opgenomen worden, 235 miljoen € (30 juni 2012: 304 miljoen €), waarvan 227 miljoen € (30 juni 2012: 296 miljoen €) het bedrag betreft dat effectief getrokken is op de kredietlijnen van de bevak (meer details hierover zijn te vinden in toelichting 40). De schuldratio van Aedifica bedraagt dus 36,0% op geconsolideerd niveau (30 juni 2012: 49,9%) en 36,0% op statutair niveau (30 juni 2012: 49,9 %). Gezien de maximaal toegelaten schuldratio voor de vastgoedbevaks 65% van de totale activa bedraagt, beschikt Aedifica heden nog over een geconsolideerde schuldcapaciteit van 188 miljoen € bij constante activa (dwz zonder groei van de vastgoedportefeuille) en van 539 miljoen € bij variable activa (dwz met groei van de vastgoedportefeuille). Omgekeerd zou de huidige balansstructuur, indien alle andere parameters gelijk blijven, een vermindering van de reële waarde van de gebouwen met 45 % kunnen absorberen alvorens de maximale schuldratio te bereiken. Ten opzichte van de huidige bankcovenants waartoe Aedifica zich heeft verbonden en waarbij de schuldratio tot 60 % beperkt wordt, bedragen de drie hiervoor vermelde drempels 156 miljoen € bij constante activa, 390 miljoen € bij variable activa en -40 %.
De andere passiva van 35 miljoen € (2012: 38 miljoen €) vertegenwoordigen voornamelijk de reële waarde van de financiële indekkingsinstrumenten (30 juni 2013: 32 miljoen €; 30 juni 2012: 35 miljoen €).
Onderstaande tabel toont de evolutie van de nettoactiefwaarde per aandeel.
Ter herinnering, de IFRS normen bepalen dat de jaarrekening moet worden voorgelegd vóór de bestemming van het resultaat. Het nettoactief van 37,29 € per aandeel op 30 juni 2012 omvatte derhalve nog het dividend dat in november 2012 werd uitgekeerd en moet bijgevolg verminderd worden met 1,85 € per aandeel om
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen | ||
| Nettoactief na aftrek van het dividend 2011/2012, vóór IAS 39 | 41,87 | 40,38 |
| IAS 39 impact | -3,28 | -4,94 |
| Nettoactiva na aftrek van het dividend 2011/2012 | 38,59 | 35,44 |
| Aantal aandelen in omloop (zonder eigen aandelen) | 9.902.998 | 7.175.730 |
de nettoactiefwaarde per aandeel op 30 juni 2012 te kunnen vergelijken met de nettoactiefwaarde per aandeel op 30 juni 2013. Dit bedrag stemt overeen met het totaal bedrag aan uitgekeerde dividenden (ten bedrage van 13,3 miljoen €) gedeeld door het aantal aandelen in omloop op 30 juni 2012 (7.175.730). Dit bedrag is lager dan het bedrag van coupon nr.8 ten bedrage van 1,86 € per aandeel (gezien sommige aandelen slechts recht hadden op een dividend pro rata temporis).
Vóór de niet monetaire (dwz. non cash) impact van de toepassing van de norm IAS 39 en na uitbetaling van het dividend 2011/2012 in november 2012, bedraagt de nettoactiefwaarde per aandeel op basis van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen 41,87 € op 30 juni 2013 (40,38 € per aandeel op 30 juni 2012).
Om de nettoactiefwaarde per aandeel te kunnen vergelijken met de beurskoers dient nog rekening gehouden te worden met de onthechting van coupon nr. 10 die op 16 november 2012 gebeurd is in het kader van de kapitaalverhoging van 7 december 2012. Rekening houdend met dit laatste element kan de nettoactiefwaarde per aandeel geraamd worden op 38,03 € met inbegrip van de IAS 39 impact en op 41,31 € vóór de IAS 39 impact.
De geconsolideerde kasstroomtabel, die in de geconsolideerde jaarrekening, opgenomen in bijlage, wordt voorgesteld, toont totale kasstromen ten bedrage van -1,3 miljoen € (30 juni 2012: +1,1 miljoen €), die voortvloeien uit de netto operationele stromen van +31,0 miljoen € (30 juni 2012: +24,4 miljoen €), de netto-investeringsstromen van -32,7 miljoen € (30 juni 2012: -33,6 miljoen €) en de nettofinancieringsstromen van +0,3 miljoen € (30 juni 2012: +10,3 miljoen €).
De huurinkomsten van deze sector bedragen 7,0 miljoen € (30 juni 2012: 7,2 miljoen €) of 19% van de totale huurinkomsten van Aedifica. Na aftrek van de kosten die rechtstreeks verband houden met deze activiteit bedraagt het exploitatieresultaat van de gebouwen 5,2 miljoen € (30 juni 2012: 5,5 miljoen €). De reële waarde van de vastgoedbeleggingen die aan deze sector worden toegerekend, in overeenstemming met de IFRS 8 norm, bedraagt 135 miljoen € (30 juni 2012: 135 miljoen €), hetzij 22 % van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Aedifica.
De huurinkomsten van deze sector bedragen 5,3 miljoen € (30 juni 2012: 5,5 miljoen €) of 15% van de totale huurinkomsten van Aedifica. Na aftrek van de kosten die rechtstreeks verband houden met deze activiteit, bedraagt het exploitatieresultaat van de gebouwen 2,2 miljoen € (30 juni 2012: 2,4 miljoen €). De reële waarde van de vastgoedbeleggingen die aan deze sector worden toegerekend, in overeenstemming met de IFRS 8 norm, bedraagt 63 miljoen € (30 juni 2012: 61 miljoen €), hetzij 10% van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Aedifica.
De huurinkomsten van deze sector bedragen 19,5 miljoen € (30 juni 2012: 17,5 miljoen €) of 54% van de totale huurinkomsten van Aedifica. Vermits het triple net (zie lexicon) huurovereenkomsten betreft, is het exploitatieresultaat van de gebouwen identiek aan het nettohuurresultaat. De reële waarde van de vastgoedbeleggingen die aan deze sector worden toegerekend, in overeenstemming met de IFRS 8 norm, bedraagt 344 miljoen € (30 juni 2012: 315 miljoen €), hetzij 56% van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Aedifica.
De huurinkomsten van deze sector bedragen 4,6 miljoen € (30 juni 2012: 4,2 miljoen €) of 13% van de totale huurinkomsten van Aedifica. Na aftrek van de kosten die rechtstreeks verband houden met deze activiteit, bedraagt het exploitatieresultaat van de gebouwen 4,5 miljoen € (30 juni 2012: 4,2 miljoen €). De reële waarde van de vastgoedbeleggingen die aan deze sector worden toegerekend, in overeenstemming met de IFRS 8 norm, bedraagt 73 miljoen € (30 juni 2012: 73 miljoen €), hetzij 12% van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen van Aedifica.
De raad van bestuur stelt aan de gewone algemene vergadering van de aandeelhouders van 25 oktober 2013 voor om de jaarrekening per 30 juni 2013 van Aedifica NV goed te keuren (waarvan een samenvatting wordt verstrekt in het hoofdstuk "Verkorte statutaire jaarrekening" van het huidige jaarlijks financieel verslag) evenals een uit te keren brutodividend van 1,86 € per aandeel (als volgt verdeeld: coupon nr. 10: 0,81 €; coupon nr. 11: 1,05 €), wat een pay-out ratio van 91% en een rendement van 4,39% vertegenwoordigt ten opzichte van de TERP (theoretische prijs ex-inschrijvingsrechten, ex-dividendrechten 2012/2013, hetzij 42,40 €, zoals berekend in de verrichtingsnota van de kapitaalverhoging van 7 december
Klein Veldeken
2012). Dit dividendrendement is dus hoger dan het rendement van 4,20% ten opzichte van de TERP zoals voorgesteld tijdens de kapitaalverhoging van 7 december 2012.
Sinds 1 januari 2013 bedraagt de roerende voorheffing 15%. De lezer wordt verwezen naar het hoofdstuk 5.2 van het hoofdstuk "Permanente documenten" van dit jaarlijks financieel verslag met betrekking tot de fiscale behandeling van de dividenden.
De raad van bestuur stelt voor het recht op dividend voor het boekjaar 2012/2013 voor de eigen aandelen die Aedifica NV nog bezit, in te trekken.
De tabel hieronder geeft de bestemming weer van het statutaire resultaat van het boekjaar 2012/2013 op basis van het aantal aandelen in omloop op 30 juni 2013, rekening houdend met de ermee verbonden rechten en met uitsluiting van de 692 eigen aandelen die Aedifica NV bezit.
Het voorgestelde dividend stemt overeen met artikel 27 van het Koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot de vastgoedbevaks, vermits het bedrag ervan hoger is dan het vereiste minimum van 80% van het gecorrigeerde resultaat verminderd met de daling van de schuldenlast in de loop van het boekjaar zoals blijkt uit de statutaire jaarrekening.
Het voorgestelde dividend zal, na goedkeuring door de algemene vergadering van aandeelhouders, betaalbaar zijn vanaf 4 november 2013 ("payment date"), tegen afgifte van de coupons 10 en 11 met betrekking tot het boekjaar 2012/2013 voor de aandelen aan toonder. Voor
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| A. Nettoresultaat | 27.538 | 15.390 |
| B. Toevoeging/onttrekking reserves (-/+) | 10.667 | 18 |
| 1. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het (positieve of negatieve) saldo van de variaties in de rëele waarde van vastgoed (-/+) |
||
| - boekjaar | 9.013 | 9.423 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| - realisatie vastgoed | 54 | 54 |
| 2. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-/+) |
0 | 0 |
| 3. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
||
| - boekjaar | -137 | -75 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 4. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
||
| - boekjaar | 0 | 0 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 5. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
||
| - boekjaar | 1.737 | -9.385 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 6. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
||
| - boekjaar | 0 | 0 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 7. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (-/+) |
0 | 0 |
| 8. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (-/+) |
0 | 0 |
| 9. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+) |
0 | 0 |
| 10. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) | 0 | 0 |
| 11. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) | 0 | 0 |
| C. Vergoeding voor het kapitaal overeenkomstig artikel 27, § 1er, lid 1 | 0 | 12.692 |
| D. Vergoeding voor het kapitaal - andere dan C | 16.211 | 613 |
| E. Over te dragen resultaat | 661 | 2.067 |
de aandelen op naam en de gedematerialiseerde aandelen zal het dividend via bankoverschrijving worden gestort vanaf dezelfde datum. De "ex-date" van coupon 10 (die al onthecht is) was op 16 november 2012; de "ex-date" van coupon 11 is op 30 oktober 2013.
Aedifica oefent haar activiteit uit in een omgeving die voortdurend in evolutie is en die dus bepaalde risico's met zich meebrengt. De concretisering van deze risico's kan een ongunstige invloed hebben op de vennootschap, haar activiteit, haar perspectieven, haar financiële situatie of haar resultaten. Met deze risico's moet dus in het kader van een investeringsbeslissing rekening gehouden worden.
Aedifica stelt zich als doel om deze risico's zo goed mogelijk te beheren om stabiele en terugkerende huurinkomsten te genereren, alsook een potentieel van meerwaarden op te bouwen.
De voornaamste risicofactoren (die het voorwerp uitmaken van een aparte sectie van het jaarlijks financieel verslag, maar die in uitvoering van artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen hier samengevat worden) waarmee Aedifica geconfronteerd wordt, maken het voorwerp uit van een regelmatige opvolging, zowel door het management als door de raad van bestuur, die terzake een voorzichtig beleid hebben uitgestippeld en die het, indien nodig, regelmatig zullen blijven aanpassen.
De volgende risico's worden in detail behandeld in het hoofdstuk "Risicofactoren" van het jaarlijks financieel verslag: marktrisico's (economisch risico, risico van de vastgoedmarkt, inflatierisico, risico van concentratie van de operatoren in het segment van de huisvesting voor senioren), risico's gekoppeld aan de vastgoedportefeuille van Aedifica (huurprijzen, beheer, kwaliteit en valorisatie van de gebouwen, onteigening, fusie-, splitsing- of overnameverrichtingen), reglementaire risico's. De risico's gekoppeld aan de financiële instrumenten worden in het volgende punt beschreven.
Het financiële beleid van Aedifica strekt ertoe haar een permanente toegang tot krediet te verzekeren en het renterisico op te volgen en te minimaliseren.
Het gebruik van financiële instrumenten (die het voorwerp zijn van de sectie "financiële risico's" binnen het hoodfstuk "risicofactoren" van dit jaarlijks financieel verslag) wordt in toelichting 44 van de geconsolideerde jaarrekening gedetailleerd. De volgende elementen worden er voorgesteld: schuldstructuur; liquiditeitsrisico; renterisico; risico verbonden aan de bancaire tegenpartij; wisselrisico; risico van financiële budgettering en planning.
De transacties met verbonden partijen zoals bepaald door de IAS 24 norm en het Wetboek van vennootschappen zijn het voorwerp van de toelichting 48 van de geconsolideerde jaarrekening in bijlage. Deze transacties omvatten de bezoldiging van de bestuurders en van de effectieve leiders van Aedifica.
Sommige transacties vielen tevens in het toepassingsgebied van artikel 18 van het Koninklijk besluit van 7 december 2010 (behalve voor de gevallen explicitiet vermeld in artikel 19 van hetzelfde Koninklijk besluit). In de loop van het boekjaar 2012/2013 werden er geen transacties uitgevoerd die in dit artikel bedoeld worden en die buiten het kader van normale commerciële relaties tussen Aedifica en haar gewoonlijke dienstverleners vallen.
Aedifica NV heeft op 30 juni 2013 twee vaste dochtervennootschappen in België. Aedifica Invest NV is voor 100 % aangehouden door Aedifica NV (deels via Aedifica Invest Brugge NV). Deze dochtervennootschap werd opgericht om het nemen van participaties in andere vennootschappen gemakkelijker te maken en om tijdelijk effecten aan te houden. Aedifica Invest Brugge NV is voor 100 % aangehouden door Aedifica NV (deels via Aedifica Invest NV) en is titularis van de naakte eigendom van de uitbreiding van het hotel Martin's Brugge.
Aedifica heeft geen onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten zoals bedoeld in de artikelen 96 en 119 van het Wetboek van Vennootschappen.
Aedifica past de IFRS-normen toe zowel voor het opstellen van haar geconsolideerde jaarrekening als voor haar statutaire rekeningen. In overeenstemming met de IAS 32 norm en het schema van de jaarrekeningen opgenomen in bijlage C van het Koninklijk besluit van 7 december 2010, worden de eigen aan-
investeringen voorzien voor het volgende boekjaar delen van Aedifica in mindering gebracht van het eigen vermogen. Op 30 juni 2013 bezat de groep Aedifica 692 eigen aandelen, namelijk 0,01 % van het kapitaal.
Daarnaast geniet Aedifica NV op 30 juni 2013 van een pand op aandelen van de vennootschap in het kader van acquisites van gebouwen. Deze panden zijn gedetailleerd in toelichting 45.3.2 van de geconsolideerde jaarrekening hierna.
De hierna vermelde vooruitzichten werden opgesteld door de raad van bestuur in het kader van de opmaak van het budget voor het boekjaar 2013/2014 op vergelijkbare basis met de historische financiële informatie.
folio aanwezig zijn en bevatten hypotheses inzake toekomstige uitbreidingen van de portfolio (voltooiing van gebouwen die nu nog in ontwikkeling zijn en mogelijke acquisities waarvoor de precieze timing niet met zekerheid bepaald kan worden).
e) Financiële hypotheses:
De raad van bestuur blijft met zeer grote aandacht de evolutie van de economische en financiële context volgen, alsook de eventuele invloeden ervan op de activiteiten van de vennootschap.
De voornaamste troeven van Aedifica zijn de volgende:
huurovereenkomsten bedraagt 18 jaar, wat Aedifica een zeer goed zicht geeft op het grootste deel van haar toekomstige inkomsten op lange termijn.
Rekening houdend met het voorgaande en met de hypotheses hierboven (zie sectie 11.1) voorziet de raad van bestuur voor het boekjaar 2013/2014, op basis van de thans voorziene samenstelling van de vastgoedportefeuille en behoudens onvoorziene gebeurtenissen, de realisatie van een huuromzet ten bedrage van 40,3 miljoen €. Dit zou leiden tot een resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 van 18,7 miljoen €, of van 1,89 € per aandeel, wat een dividenduitkering van 1,86 € per aandeel mogelijk zou maken, identiek aan het door de raad van bestuur voorgestelde dividend voor het boekjaar 2012/2013. Het nettoresultaat bedraagt op deze basis 18,7 miljoen €. De (statutaire) beschikbare reserves die berekend worden in overeenstemming met het artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen en het Koninklijk besluit van 7 december 2010 zouden 8,0 miljoen € bedragen.
De vooruitzichten hierboven zijn projecties waarvan de effectieve verwezenlijking onder meer afhangt van de evolutie van de vastgoed- en de financiële markt. Zij houden geen verbintenis in hoofde van de vennootschap in en maken niet het voorwerp uit van een revisorale controle. De commissaris, Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba, vertegenwoordigd door de Heer Jean-François Hubin, heeft echter het volgende rapport afgeleverd (dit rapport wordt getrouw weer gegeven en, voor zover Aedifica er kennis van heeft, is geen enkel feit weggelaten dat de weergegeven informatie bedrieglijk of misleidend zou maken):
"In onze hoedanigheid als commissaris van de vennootschap en in toepassing van het Reglement (EG) n°809/2004 van de Europese Commissie van 29 april 2004, hebben we het huidig verslag opgemaakt over de ramingen van de geconsolideerde balans en resultatenrekening van de vennootschap vervat in hoofdstuk 11.2 van hun jaarverslag zoals goedgekeurd op 2 september 2013 door de Raad van Bestuur van de vennootschap. De assumpties vervat in hoofdstuk 11.1 leiden tot de volgende ramingen van het resultaat (exclusief IAS 39 en IAS 40) voor het boekjaar 2013- 2014.
Datum: 30 juni 2014
Netto courant resultaat: 18,7 miljoen €
De geconsolideerde financiële ramingen en de belangrijke hypothesen die aan de grondslag liggen van de financiële ramingen, zijn opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de vennootschap in overeenstemming met de richtlijnen van Reglement (EG) n° 809/2004.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel tot uitdrukking te brengen over de geconsolideerde financiële ramingen, zoals vereist door Bijlage I, punt 13.2 van het Reglement (EG) n°809/2004. We zijn niet vereist, noch geven we een opinie over de mate waarin het resultaat behaald kan worden of over de onderliggende hypothesen van de ramingen.
Wij hebben onze werkzaamheden uitgevoerd volgens de in België geldende auditnormen zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren inclusief gerelateerde richtlijnen van haar onderzoeksinstituut en op basis van de norm "International Standard on Assurance Engagements 3400" met betrekking tot de controle van prospectieve financiële informatie. Onze werkzaamheden omvatten een beoordeling van de door de raad van bestuur uitgevoerde procedures in het kader van de opmaak van de financiële ramingen en van de conformiteit van de ramingen met de boekhoudprincipes zoals normaal door Aedifica NV toegepast. We hebben onze werkzaamheden dusdanig gepland en uitgevoerd met als doel om alle informatie en verduidelijkingen te verkrijgen die noodzakelijk zijn om ons in staat te stellen redelijke zekerheid te verkrijgen dat de ramingen opgemaakt werden op basis van de vermelde hypothesen.
Aangezien de financiële ramingen en hypothesen waarop ze zich baseren gerelateerd zijn aan de toekomst en bijgevolg kunnen beïnvloed worden door onvoorziene omstandigheden, kunnen we ons niet uitspreken over in welke mate de werkelijke resultaten zullen overeenstemBoneput
men met degene die opgenomen zijn in de financiële ramingen. Deze verschillen kunnen belangrijk zijn.
Naar onze oordeel:
(i) zijn de financiële ramingen naar behoren opgesteld op basis van de bovenvermelde hypothesen, en (ii) is de boekhoudkundige grondslag voor de opstelling van deze ramingen in overeenstemming met de waarderingsregels van Aedifica NV zoals toegepast voor de geconsolideerde jaarrekening van 2012-2013.
Brussel, 2 september 2013
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, Commissaris vertegenwoordigd door Jean-François Hubin, Vennoot"
Een belangenconflict heeft zich voorgedaan in de loop van het boekjaar en wordt hieronder verduidelijkt.
"In toepassing van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen melden de heer Jean Kotarakos en de heer Stefaan Gielens dat ze een belang van vermogensrechtelijke aard hebben dat strijdig is met het bedrijf en dat ze de commissaris op de hoogte zullen brengen. Ze verlaten de vergadering.
De heer Pierre Iserbyt, voorzitter van het benoemingsen bezoldigingscomité, brengt verslag uit aan de raad over de beraadslagingen van het comité dat voorstelt om de bruto variabele vergoeding voor de leden van het uitvoerend management als volgt te bepalen:
(i) De variabele bezoldiging voor het boekjaar 2011/2012 bestaat uit een individueel (bruto) bedrag ten bedrage van maximaal 30 % van de vaste jaarlijkse brutovergoeding zonder de voordelen van alle aard en het pensioenplan. Het voorstel met betrekking tot de effectieve bedragen steunt op een globale waardering door het comité zoals de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen die in het remuneratieverslag van het jaarlijks financieel verslag 2010/2011 vermeld zijn en die in de wijzigingen van beheersovereenkomsten die op 2 september 2011 ondertekend zijn, opgenomen zijn. Ter herinnering, de vergoeding wordt slechts toegekend indien het resultaat voor IAS 39 en voor IAS 40 per aandeel, zoals voorzien in het budget, voor minstens 80 % gerealiseerd wordt (dwz boven 1,88€/ aandeel * 80 % = 1,50€/aandeel). Nog ter herinnering, de criteria (en hun weging) die zijn weerhouden voor de toekenning van een variabele vergoeding zijn de volgende: het resultaat voor IAS 39 en IAS 40 per aandeel (35 %), de groei van de vastgoedportefeuille (25 %), de exploitatiemarge (operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille gedeeld door
het nettohuurresultaat) (10 %), de bezettingsgraad (10 %) en het management van het team (20 %). Het comité is van oordeel dat het uitvoerend management de doelstellingen die werden opgelegd volledig heeft gehaald. Het comité heeft dan ook beslist aan beide leden van het uitvoerend management het maximum bedrag toe te kennen, namelijk 94.717 € voor de CEO en 67.043 € voor de CFO.
Daarnaast informeert de heer Pierre Iserbyt de raad van bestuur dat het benoemings- en bezoldigingscomité voorstander is van een aanpassing van de uitkeringen in het kader van het pensioenplan van het uitvoerend management. De premie voor het pensioenplan (in verhouding tot de vaste vergoeding) zal aldus licht verhoogd worden.
De raad keurt de voorstellen van het comité goed.
De Heer Jean Kotarakos en de Heer Stefaan Gielens vervoegen opnieuw de vergadering en nemen kennis van de beslissing van de Raad."
Overeenkomstig artikel 608 van het Wetboek van Vennootschappen geeft de raad van bestuur hierna een uiteenzetting over de door de raad van bestuur besliste kapitaalverhogingen in de loop van het boekjaar en, in voorkomend geval, een passende toelichting met betrekking tot de voorwaarden en de werkelijke gevolgen van de kapitaalverhogingen waarbij de raad van bestuur het voorkeurrecht van de aandeelhouders heeft beperkt of uitgesloten.
Bij beslissing van de raad van bestuur van 7 december 2012 (zie sectie 2 van dit geconsolideerde beheersverslag), werd het kapitaal, binnen het toegestane kapitaal, verhoogd met 69.348.785,78 € om het van 184.930.164,13 € te brengen tot 254.278.949,91 € via inbreng in geld met voorkeurrecht. 2.697.777 nieuwe aandelen, zonder nominale waarde, werden uitgegeven die vanaf 7 december 2012 deelnemen in de winsten van de vennootschap en, voor het overige, van dezelfde soort zijn en dezelfde rechten en voordelen genieten als de bestaande aandelen.
Er vond, in het kader van het toegestane kapitaal, geen kapitaalverhoging plaats waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders werd beperkt of uitgesloten.
Volledigheidshalve wordt verwezen naar de tabel in sectie 3 van de permanente documenten in dit jaarlijks financieel verslag 2012/2013, waarin de andere kapitaalverhogingen van het boekjaar buiten het toegestane kapitaal worden weergegeven.
De bekommernis om het leefmilieu en om sociale, ethische en maatschappelijke aspecten maakt intergaal deel uit van het dagelijkse beheer van Aedifica en is een onderdeel van haar voortdurend streven naar kwaliteit.
De aanpak van Aedifica op het vlak van leefmilieu is pragmatisch: Aedifica streeft naar een juist evenwicht in het gebruik van de menselijke en financiële middelen, met het oog op de inzet ervan waar de toegevoegde waarde maximaal is.
Vóór elke potentiële aankoop van een gebouw bestudeert Aedifica de milieurisico's. Waar nodig wordt een planning opgesteld om deze risico's af te bouwen. Teneinde eventuele bodemverontreinigingsrisico's te voorkomen laat de vennootschap, waar nodig, studies uitvoeren met betrekking tot de kwaliteit van de bodem voor sites waar een risicoactiviteit is of was ondergebracht (stookolietank, drukkerij, …).
Aedifica beschikt over de nodige milieuvergunningen voor de uitbating van de geklasseerde inrichtingen in haar gebouwen. Aedifica beschikt eveneens over stedenbouwkundige vergunningen, waarvan de meeste verkregen zijn door de vroegere eigenaars van de betrokken gebouwen. Voor zover het bekomen van stedenbouwkundige en/of milieuvergunningen onder de verantwoordelijkheid van de huurders valt, stelt Aedifica alles in het werk om haar huurders aan te sporen tot het tijdig indienen van de vergunningsaanvragen.
De technische en veiligheidsinstallaties van de gebouwen waarvan Aedifica het vastgoedbeheer waarneemt (rechtstreeks of onrechtstreeks via externe beheerders), worden regelmatig gecontroleerd, in overeenstemming met de wettelijke vereisten. Voor de gebouwen waarvoor de huurder het technisch en vastgoedbeheer voor zijn rekening neemt, wijst Aedifica de huurder op het belang van het uitvoeren van deze technische controles. Er loopt tevens een programma om de liften in de vastgoedportefeuille van Aedifica aan de nieuwe wettelijke vereisten aan te passen.
Bij elke nieuwe investering wordt een onderzoek naar asbest en hieraan verbonden risico's uitgevoerd. Alle asbesttoepassingen die een risico voor de mens inhouden, worden uit de gebouwen verwijderd. Voor de resterende onbelangrijke toepassingen wordt een beheersplan opgesteld dat jaarlijks door geaccrediteerde deskundigen wordt geëvalueerd. Bovendien maakt de vennootschap van de geplande onderhouds- en vernieuwingswerken gebruik om eventuele resterende niet-significante asbesttoepassingen te verwijderen.
De regelgeving met betrekking tot de energieprestaties van de gebouwen (EPB) legt voor nieuwe bouwwerken die vergunningsplichtig zijn, de opmaak van een dossier betreffende de energieprestaties op. Voor de bestaande gebouwen heeft de regelgeving een certificaat ingevoerd dat de energieprestatie van elk gebouw in kaart brengt en dat een prestatiecoëfficiënt voor elk gebouw vermeldt. Voor de gebouwen waarvoor Aedifica zelf het vastgoedbeheer waarneemt (rechtstreeks of onrechtstreeks via externe beheerders), werd een programma voor het bekomen van deze certificaten uitgevoerd. Voor de gebouwen waarvoor de huurder het technisch en vastgoedbeheer voor zijn rekening neemt, heeft Aedifica de huurder gewezen op het belang van het bekomen van de nodige certificaten.
Bij renovaties van appartementsgebouwen vervangt Aedifica bij voorkeur de verwarmingssystemen op stookolie door systemen op aardgas en streeft zij naar een verbetering van de totale thermische isolatie van de gebouwen (K niveau).
voltijdse equivalenten 28,4
Eyckenborch
Op haar hoofdzetel maakt Aedifica gebruik van gelabeld papier (dit geldt overigens ook voor de gedrukte versie van dit jaarlijks financieel verslag). Aedifica voert tevens een afvalsorteringsbeleid.
De raad van bestuur van Aedifica bestaat uit 11 bestuurders, waarvan 4 vrouwen en 7 mannen. De genderdiversiteit zoals vereist door de Wet van 28 juli 2011 (tot wijziging van de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van Vennootschappen en de Wet van 19 april 2002 met betrekking tot de stroomlijning van de werking en het beheer van de Nationale Loterij om de aanwezigheid van vrouwen in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, beursgenoteerde bedrijven en de Nationale Loterij te garanderen) is derhalve reeds vervuld in de huidige configuratie van de raad van bestuur met een ratio van 36% die aldus boven de drempel van éénderde zit (opgelegd door de Wet vanaf het boekjaar dat op 1 juli 2017 begint). Deze belangrijke vertegenwoordiging van vrouwen werd opgemerkt door meerdere studies in verband met genderdiversiteit in de beheersorganen van de Belgische bedrijven (zie namelijk de artikelen uit De Morgen van 18 oktober 2012, uit L'Echo van 2 maart 2011, uit De Tijd van 26 juni 2010 en uit Expertise News van 4 december 2009).
Aedifica zet zich in om de persoonlijke ontplooiing van haar medewerkers te bevorderen door hen een aangepaste, motiverende en comfortabele werkomgeving aan te bieden die erop gericht is de talenten van haar medewerkers tot uiting te brengen en diversiteit en gelijkheid van kansen te bevorderen. Op 30 juni 2013 bestond de ploeg uit 28,4 voltijdse equivalenten, zijnde 31 personen (31 op 30 juni 2012), waarvan 19 vrouwen en 12 mannen, en waarvan 20 bedienden en 11 arbeiders. Er werd tijdens het boekjaar gemiddeld 8 uur opleiding per voltijdse equivalent genoten (16 uur op 30 juni 2012). De gemiddelde leeftijd bedraagt 41 jaar (stijging ten opzichte van die op 30 juni 2012).
Aedifica valt onder de paritaire comités 100 (arbeiders) en 218 (bedienden). Het niveau van de bezoldiging die Aedifica aan haar medewerkers aanbiedt, houdt rekening met het marktniveau voor gelijkaardige functies. Tijdens het boekjaar 2012/2013 gold er een niet-wederkerend bonusplan dat gekoppeld is aan de resultaten van de onderneming, zoals dit reeds in 2008/2009, 2009/2010, 2010/2011 en 2011/2012 het geval was. Daarenboven worden andere voordelen geboden zoals een groepsverzekering met vaste bijdrage en een hospitalisatieverzekering.
Elk lid van het team heeft minimaal één beoordelingsgesprek per jaar. Dergelijk gesprek beoogt een brede evaluatie van de relatie tussen de bevak en haar medewerkers.
Aedifica beschikt sinds 2010 over een ethisch charter dat de in de bevak geldende gedragsregels formaliseert. Dit charter bevat onder meer aspecten in verband met belangenvermenging, beroepsgeheim, de aan- en verkoop van aandelen, misbruik van vennootschapsgoederen, professionele geschenken en respect voor de meeste mens.
De investeringen van Aedifica beantwoorden aan de verschillende noden van de bevolking op vlak van huisvesting. Aedifica draagt onder andere bij aan de vernieuwing van sommige stadswijken (zoals bijvoorbeeld door de renovatie van het gebouw Hoogstraat in Brussel, of de bouw van een residentieel gebouw aan de Leuvense steenweg in Schaarbeek op een vroegere industriële site). Aedifica beantwoordt tevens aan de uitdaging van de vergrijzing van de bevolking via haar investeringsbeleid in de huisvesting voor senioren. Daarenboven is Aedifica eigenaar van meerdere geklasseerde gebouwen (Residentie Palace en het gebouw Lombardstraat in Brussel, een deel van het hotel Martin's Brugge, een deel van het hotel Martin's Klooster in Leuven), en draagt zo bij tot het behoud van het erfgoed.
Aedifica geeft op regelmatige basis "roadshow-presentaties" in België en in het buitenland (Luxemburg, Amsterdam, Londen, Parijs, Genève) en draagt zo bij tot de promotie van buitenlandse investeringen in de Belgische kapitaalmarkt.
Aedifica nam deel aan het debat met betrekking tot de vastgoedbevaks (via de werkgroep vastgoedbevaks die binnen de Belgian Association of Asset Managers of BEAMA georganiseerd is) en de beursgenoteerde bedrijven (via de Belgische Vereniging van Beursgenoteerde Vennootschappen of BVBV). Aedifica is lid van de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector (BVS) en sponsort de beleggingsfederaties- en verenigingen VFB en Investa.
De leden van het management van Aedifica nemen, in eigen naam, deel als spreker aan universitaire of postuniversitaire opleidingen die door de KU Leuven en de Université Libre de Bruxelles gegeven worden.
Overeenkomstig artikel 34 van het Koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, geeft Aedifica een opsomming van en desgevallend toelichting bij de volgende elementen, voor zover deze elementen van aard zijn een gevolg te hebben in geval van een openbare overnamebieding.
Louis Hap 128
Er bestaat maar één soort aandelen, zonder aanduiding van een nominale waarde: alle aandelen zijn volledig onderschreven en volgestort. Op 30 juni 2013 bedraagt het kapitaal 254.292.531,52 €. Het wordt vertegenwoordigd door 9.903.690 aandelen, die ieder 1/9.903.690ste van het kapitaal vertegenwoordigen.
Alle houders van Aedifica-aandelen hebben gelijke rechten en plichten, met eventuele uitzondering van het recht op dividend dat pro rata temporis kan worden toegekend naar aanleiding van de uitgifte van nieuwe aandelen. In dit geval moeten deze nieuwe aandelen bovendien nominatief blijven tot op het ogenblik van de uitkering van het dividend. Aangaande deze rechten en plichten past het in de eerste plaats te verwijzen naar de op Aedifica toepasselijke regelgeving, zoals vermeld in het Wetboek van Vennootschappen, in het Koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot de vastgoedbevaks en in de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles (hierna de "nieuwe ICB-Wet"). Tevens moet verwezen worden naar de bepalingen dienaangaande opgenomen in de statuten (zie sectie 4 van het hoofdstuk "permanente documenten" van dit jaarlijks financieel verslag ).
De overdracht van de aandelen van Aedifica is aan geen enkele wettelijke of statutaire beperking onderworpen.
Ten einde aan (potentiële) beleggers in aandelen van Aedifica een afdoende liquiditeit te waarborgen, voorziet artikel 87 van de "nieuwe ICB-Wet" dat de aandelen van Aedifica worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Van de 9.903.690 aandelen zijn er 9.874.985 genoteerd op NYSE Euronext Brussels (continumarkt). 28.705 aandelen zullen toegelaten worden tot de notering na de onthechting van de coupon betreffende het dividend van het boekjaar 2012/2013. Van deze 28.705 aandelen hebben 16.868 aandelen recht op het dividend vanaf 12 juli 2012 en 11.837 aandelen hebben recht op een dividend vanaf 24 juni 2013. Deze 28.705 aandelen genieten van dezelfde rechten en voordelen als de genoteerde aandelen, met dien verstande dat ze enkel delen in de resultaten en recht geven op het dividend zoals hierboven uiteengezet en dat ze nominatief moeten blijven tot de dag van hun beursnotering. De onthechting van het coupon betreffende het dividend voor het boekjaar 2012/2013 zal op 30 oktober 2013 plaatsvinden.
Aedifica heeft geen houders van effecten waaraan bijzondere zeggenschapsrechten verbonden zijn.
Aedifica heeft geen aandelenplan voor werknemers.
Op 30 juni 2013 bezat Aedifica 692 eigen aandelen (deze hebben een boekwaarde van 84 K€ en werden in 2006 naar aanleiding van fusies verworven) waarvan het stemrecht opgeschort is overeenkomstig artikel 622 van het Wetboek van Vennootschappen. Dit aantal is onveranderd op de datum van dit verslag. Er is geen andere beperking van de uitoefening van het stemrecht.
Voor zover Aedifica er kennis van heeft, bestaan er geen aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding zouden kunnen geven tot beperkingen van de overdracht van effecten en/of van de uitoefening van het stemrecht.
Volgens artikel 11 van de statuten worden de leden van de raad van bestuur voor een maximale duur van drie jaar benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders, die hen te allen tijde kan afzetten. Ze zijn herverkiesbaar.
Het mandaat van de uittredende en niet herverkozen bestuurders eindigt onmiddellijk na de algemene vergadering die in de nieuwe benoemingen voorziet.
Ingeval één of meerdere mandaten openvallen, kunnen de overblijvende bestuurders, bijeengekomen in raad, voorlopig in de vervanging voorzien tot aan de eerstvolgende bijeenkomst van de algemene vergadering die dan over de definitieve aanstelling beslist. Dit recht wordt een verplichting telkens als het aantal bestuurders effectief in functie of het aantal onafhankelijke bestuurders niet langer het statutaire minimum bereikt.
De bestuurder die benoemd wordt ter vervanging van een andere, voltooit het mandaat van degene die hij vervangt.
Aangaande de wijziging van de statuten wordt verwezen naar de op Aedifica van toepassing zijnde regelgeving. In het bijzonder kan erop gewezen worden dat ieder ontwerp tot wijziging van de statuten van Aedifica vooraf moet worden goedgekeurd door de FSMA.
Volgens artikel 6.4 van de statuten is het de raad van bestuur toegestaan om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere malen te verhogen ten belope van een maximaal bedrag van 180.000.000,00 € op de data en volgens de modaliteiten te bepalen door de raad van bestuur, in overeenstemming met artikel 603 van het Wetboek van Vennootschappen, en zoals uitgelegd in toelichting 38 van de jaarrekening. Het saldo van het toegelaten kapitaal bedraagt 107.268.505 €.
Bovendien kan Aedifica, volgens artikel 6.2 van de statuten, haar eigen aandelen verwerven door aankoop, of ze in pand nemen, in overeenstemming met de voorwaarden voorzien in het Wetboek van Vennootschappen, mits mededeling van de verrichting aan de FSMA. De eigen aandelen die op 30 juni 2013 in pand genomen zijn, zijn beschreven in sectie 10 van dit geconsolideerde beheersverlag.
De kredietovereenkomst (club deal) van 23 juli 2010, de kredietovereenkomsten van 6 augustus 2010, 26 augustus 2011, 11 juli 2012, 27 juni 2013 en 5 augustus 2013 (bilaterale kredietlijnen afgesloten met BNP Paribas Fortis), de kredietovereenkomsten van 24 oktober 2011, 25 juni 2012 en 4 april 2013 (bilaterale kredietlijnen afgesloten met ING België) en de kredietovereenkomst van 7 mei 2013 (bilaterale kredietlijn afgesloten met ING) bevatten een clausule die voorziet dat in geval van een wijziging van de controle over Aedifica alle door Aedifica op grond van deze overeenkomsten verschuldigde bedragen, in hoofdsom, interest, commissielonen, kosten en bijhorigheden, onmiddellijk en zonder opzegging opeisbaar zijn en dat alle verbintenissen die nog door de banken uitgevoerd moeten worden onmiddellijk van rechtswege ontbonden zijn, behoudens andersluidend en unaniem akkoord van de banken. De controle is omschreven als het bezit door één aandeelhouder van 50 % van het kapitaal plus één aandeel of van minimum 50 % van de stemrechten plus één stemrecht.
De kredietovereenkomsten die op 9 maart 2010, 3 oktober 2011 en 23 januari 2012 en 14 augustus 2012 met KBC Bank zijn gesloten, bevatten een clausule van opzegging van het krediet indien er een wezenlijke verandering van de aandeelhouderstructuur plaatsvindt die een invloed kan hebben op de samenstelling van de bestuursorganen of op de globale risico-appreciatie door de bank.
De kredietovereenkomst die op 26 juni 2013 met Bank LB Lux is gesloten, bevat een clausule van opzegging van het krediet indien er een wezenlijke verandering van controle van Aedifica plaatsvindt. De controle wordt beschreven met verwijzing naar de deelneming in het kapitaal van Aedifica (meer dan 50 %) of met verwijzing naar het recht of de mogelijkheid om, direct of indirect, het beheer van de vennootschap of de samenstelling van de meerderheid van zijn raad van bestuur te controleren.
Indien de managementovereenkomst met de CEO binnen de zes maanden na een openbaar overnamebod door één van de partijen wordt beëindigd zonder dat er sprake is van een zware fout, dan heeft de CEO recht op een verbrekingsvergoeding gelijk aan achttien maanden bezoldiging.
Wordt de managementovereenkomst met de CFO beëindigd binnen de zes maanden na een openbaar overnamebod door één van de partijen zonder zware fout, dan heeft de CFO recht op een verbrekingsvergoeding gelijk aan twaalf maanden bezoldiging.
In de overeenkomsten gesloten met de andere werknemers van Aedifica werd er geen dergelijke contractuele clausule opgenomen.
Het auditcomité van de bevak bestaat uit vier niet-uitvoerende bestuurders, waarvan twee die beantwoor-
saldo van het 107 Mio €
toegelaten kapitaal
den aan de onafhankelijkheidscriteria van artikel 526 ter van het Wetboek van Vennootschappen. Zowel de Heer Jean-Louis Duplat als Mevrouw Brigitte Gouder de Beauregard (permanent vertegenwoordiger van Re-Invest NV):
8° zijn geen uitvoerend lid van het bestuursorgaan van een andere vennootschap waarin de heer Stefaan Gielens en/of de heer Jean Kotarakos in de hoedanigheid van niet-uitvoerend lid van het bestuursorgaan of als lid van het toezichthoudende orgaan zetelen, en hebben geen andere belangrijke banden met de heer Stefaan Gielens en /of de heer Jean Kotarakos uit hoofde van functies bij andere vennootschappen of organen;
9° hebben geen echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of aanverwanten tot de tweede graad die in Aedifica of in een daarmee verbonden vennootschap of persoon, een mandaat van lid van het bestuursorgaan, lid van het directiecomité, persoon belast met het dagelijks bestuur of lid van het leidinggevend personeel, in de zin van artikel 19, 2° van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, uitoefenen, of die zich in een van de andere in de hierboven beschreven gevallen bevinden;
Daarenboven beschikken alle leden van het auditcomité over de nodige bekwaamheid op vlak van boekhouding en audit, zowel door hun opleidingsniveau als door hun grote ervaring in deze materie.
De verklaring inzake corporate governance (met inbegrip van het remuneratieverslag en de beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de systemen voor interne controle en voor het risicobeheer) wordt gegeven in het hoofdstuk "Verklaring inzake corporate governance", op pagina 92 tot 105 van dit jaarlijks financieel verslag.
Opgemaakt te Brussel op 2 september 2013.
18 maart2013 Aedifica opgenomen in de EPRA indexen
12 % gewicht in de Belgische EPRA index
gemiddelde dagelijkse verhandelde volume van het aandeel Aedifica tijdens het boekjaar 2012/2013
Sinds 18 maart 2013 is het aandeel Aedifica in de "FTSE EPRA/NAREIT Global Real Estate Index" opgenomen. Bij het laatste kwartaalnazicht in maart 2013 van de samenstelling van deze indexen voldeed het aandeel Aedifica inderdaad aan alle opnamecriteria die door EPRA worden bepaald.
EPRA ("European Public Real Estate Association") is de stem van de Europese beursgenoteerde vastgoedsector, telt meer dan 200 leden en vertegenwoordigt meer dan 250 miljard € vastgoed. De EPRA indexen zijn een wereldwijde benchmark en de meest gebruikte investeringsindex voor beursgenoteerd vastgoed; de indexen zijn samengesteld uit 83 vennootschappen, met een gezamenlijke beurskapitalisatie van ongeveer 103 miljard €. De criteria om opgenomen te worden in de indexen zijn gepubliceerd op de website van EPRA.
De opname in de EPRA index is altijd een doelstelling geweest voor Aedifica, in het bijzonder na de succesvolle kapitaalverhoging van eind 2012. Dit is een erkenning van haar permanente streven naar verbetering en zal het aantrekken van nieuwe investeerders, die willen bijdragen aan het succes van de vastgoedbevak, vergemakkelijken. Dit komt tot uiting in het gemiddelde dagelijkse verhandelde volume van het aandeel Aedifica, dat in een paar maanden tijd verdubbeld is. Dit gemiddelde bedraagt nu ongeveer 10.500 aandelen (over de periode tussen 1 juli 2012 en 28 juni 2013), tegen een gemiddelde van ongeveer 5.000 aandelen over het vorige boekjaar.
Aedifica is opgenomen in de Europese index met een gewicht van ongeveer 0,4 % en in de Belgische index met een gewicht van ongeveer 12 %.
Tussen 6 december 2012 (42,00 € - zijnde de laatste slotkoers vóór de notering van de nieuwe aandelen uitgegeven in het kader van de kapitaalverhoging van december 2012) en 7 maart 2013 (45,50 €), datum van publicatie van de aankondiging van de opname van Aedifica in de EPRA index, heeft de beurskoers van Aedifica een stijging van 8 % gekend; tussen 7 maart 2013 en 28 juni 2013 (47,50 €) heeft de koers nog een verdere stijging van 4 % gekend.
De raad van bestuur van de European Public Real Estate Association ("EPRA") publiceerde in augustus 2011 een update van het rapport getiteld "EPRA Reporting: Best Practices Recommendations" ("EPRA Best Practices"). Het rapport is beschikbaar op de website van EPRA (www.epra.com).
Dit rapport bevat aanbevelingen voor de belangrijkste indicatoren van de financiële prestatie voor beursgenoteerde vastgoedmaatschappijen. Aedifica sluit zich aan bij de tendens om de rapportering te standaardiseren met het oog op een betere kwaliteit en vergelijkbaarheid van de informatie en stelt het merendeel van de door EPRA aanbevolen indicatoren ter beschikking van de investeerders.
"De opname in de EPRA index is altijd een doelstelling geweest, in het bijzonder na de succesvolle kapitaalverhoging van eind 2012. Dit is een erkenning van ons permanente streven naar verbetering, en zal het aantrekken van nieuwe investeerders, die willen bijdragen aan het succes van Aedifica, vergemakkelijken."
Stefaan Gielens
| 30 juni 2013 | |
|---|---|
| EPRA Resultaat (in €/aandeel) | 1,95 |
| EPRA NAW (in €/aandeel) | 41,87 |
| EPRA NNNAW (in €/aandeel) | 38,59 |
| EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) (in %) | 5,2 |
| EPRA Aangepast NIR (in %) | 5,2 |
| EPRA Bezettingsgraad (in %) | 2 |
| 30 juni 2013 | ||
|---|---|---|
| EPRA Resultaat | x 1.000 € | 17.004 |
| Courant resultaat afkomstig van de strategische operationele activiteiten | € / aandeel | 1,95 |
| EPRA NAW Netto Actief Waarde (NAW) aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de vastgoedbeleggingen |
x 1.000 € | 414.662 |
| en met uitsluiting van bepaalde elementen die niet kaderen in een financieel model van vastgoedinvesteringen op lange termijn |
€ / aandeel | 41,87 |
| EPRA NNNAW | x 1.000 € | 382.159 |
| EPRA NAW aangepast om rekening te houden met de reële waarde van de financiële instrumenten, de schulden en de uitgestelde belastingen |
€ / aandeel | 38,59 |
| EPRA Netto Initieel Rendement (NIR) Geannualiseerde bruto huurinkomsten op basis van de lopende huren ("passing rents") op afsluitingsdatum van de jaarrekeningen, met uitsluiting van de vastgoedkosten, gedeeld door de marktwaarde van de portefeuille verhoogd met de geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
% | 5,2 |
| EPRA Aangepast NIR Deze ratio voert een correctie uit op het EPRA NIR met betrekking tot het teneinde lopen van de gratuïteiten en andere huurvoordelen |
% | 5,2 |
| EPRA Bezettingsgraad Geschatte Huurwaarde (GHW) van leegstaande oppervlaktes gedeeld door de GHW van de totale portefeuille |
% | 2 |
| 30 juni 2013 | |
|---|---|
| IFRS Resultaat (aandeelhouders van de groep) zoals vermeld in de jaarrekeningen | 27.671 |
| Correcties om het EPRA Resultaat te berekennen: | |
| (i) Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en activa bestemd voor verkoop | -9.013 |
| (ii) Resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen | -54 |
| (iii) Resultaat op de verkoop van activa bestemd voor verkoop | 0 |
| (iv) Taks op resultaat op verkoop | 0 |
| (v) Negative goodwill / depreciatie van goodwill | 0 |
| (vi) Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva (IAS 39) en close out kosten | -1.600 |
| (vii) Kosten en interesten met betrekking tot acquisities en joint-ventures (IFRS 3) | 0 |
| (viii) Uitgestelde belastingen m.b.t. EPRA correcties | 0 |
| (ix) EPRA correcties (i) tot (viii) volgens joint-ventures | 0 |
| (x) Minderheidsbelangen m.b.t. EPRA correcties | 0 |
| EPRA Resultaat (aandeelhouders van de groep) | 17.004 |
| Aantal aandelen | 8.715.370 |
| EPRA Resultaat per aandeel (EPRA EPS in €/aandeel) | 1,95 |
| 30 juni 2013 | |
|---|---|
| NAW volgens de jaarrekeningen (aandeelhouders van de groep) | 382.159 |
| NAW volgens de jaarrekeningen (in €/aandeel) (aandeelhouders van de groep) | 38,59 |
| Invloed van de uitoefening van opties, converteerbare schulden en andere eigen vermogeninstrumenten | 0 |
| Verwaterde NAW, na uitoefening van opties, converteerbare schulden en andere eigen vermogeninstrumenten | 382.159 |
| Toe te voegen: | |
| (i) Herwaardering aan reële waarde van de vastgoedbeleggingen | 0 |
| (ii) Herwaardering aan reële waarde van de vorderingen financiële leasing | 0 |
| (iii) Herwaardering aan reële waarde van de activa bestemd voor verkoop | 0 |
| Uit te sluiten: | |
| (iv) Reële waarde van de financiële instrumenten | 32.503 |
| (v.a) Uitgestelde belastingen | 0 |
| (v.b) Deel van de goodwill als gevolg van de uitgestelde belastingen | 0 |
| Toe te voegen/uit te sluiten: | |
| Aanpassingen (i) tot (v) voor joint ventures | 0 |
| EPRA NAW (aandeelhouders van de groep) | 414.662 |
| Aantal aandelen | 9.902.998 |
| EPRA NAW (in €/aandeel) (aandeelhouders van de groep) | 41,87 |
| 30 juni 2013 | |
|---|---|
| EPRA NAW (aandeelhouders van de groep) | 414.662 |
| Toe te voegen: | |
| (i) Reële waarde van de financiële instrumenten | -32.503 |
| (ii) Reële waarde van de schuld | 0 |
| (iii) Uitgestelde belastingen | 0 |
| EPRA NNNAW (aandeelhouders van de groep) | 382.159 |
| Aantal aandelen | 9.902.998 |
| EPRA NNNAW (in €/aandeel) (aandeelhouders van de groep) | 38,59 |
| 30 juni 2013 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Niet gemeubeld |
Gemeubeld | Huisvesting voor senioren |
Hotels en andere |
Niet toewijs baar |
Transacties tussen segmenten |
Totaal | |
| Vastgoedbeleggingen in reële waarde | 135.013 | 62.676 | 343.550 | 72.972 | 28.633 | 0 | 642.844 |
| Activa bestemd voor verkoop (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Projectontwikkelingen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -28.633 | 0 | -28.633 |
| Vastgoedbeleggingen in exploitatie in reële waarde |
135.013 | 62.676 | 343.550 | 72.972 | 0 | 0 | 614.211 |
| Geschatte belastingaftrek van transactiekosten (+) |
3.862 | 1.715 | 8.767 | 2.181 | 0 | 0 | 16.525 |
| Investeringswaarde van vastgoedbeleggingen in exploitatie |
138.875 | 64.391 | 352.317 | 75.153 | 0 | 0 | 630.736 |
| Geannualiseerde bruto huurinkomsten (+) |
6.908 | 5.269 | 20.404 | 4.788 | 0 | 0 | 37.369 |
| Vastgoedkosten1 (-) |
-1.397 | -2.885 | 0 | -17 | -68 | -100 | -4.467 |
| Geannualiseerde nettohuurinkomsten | 5.511 | 2.384 | 20.404 | 4.771 | -68 | -100 | 32.902 |
| Huur bij afloop van huurvrije periodes of andere huurkortingen (+) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Geannualiseerde en gecorrrigeerde nettohuurinkomsten |
5.511 | 2.384 | 20.404 | 4.771 | -68 | -100 | 32.902 |
| EPRA NIR (in %) | 4,0 | 3,7 | 5,8 | 6,3 | 0,0 | - | 5,2 |
| EPRA aangepasst NIR (in %) | 4,0 | 3,7 | 5,8 | 6,3 | 0,0 | - | 5,2 |
| 30 juni 2013 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bruto huur inkomsten |
Nettohuur inkomsten |
Huurbare oppervlak tes (in m²) |
Contractuele huurgelden3 |
Geschatte huur waarde (GHW) op leegstand |
Geschatte huur waarde (GHW) |
EPRA Leeg stands graad (in %) |
|
| Segment | |||||||
| Niet gemeubeld | 6.893 | 5.177 | 71.693 | 6.908 | 866 | 8.040 | 11 |
| Gemeubeld | 5.236 | 2.196 | 26.784 | 5.269 | 0 | 3.5134 | 0 |
| Huisvesting voor senioren | 19.517 | 19.517 | 166.969 | 20.404 | 0 | 23.527 | 0 |
| Hotels en andere | 4.535 | 4.517 | 39.208 | 4.788 | 0 | 4.294 | 0 |
| Niet toewijsbaar | 0 | -68 | |||||
| Transacties tussen segmenten | -101 | -100 | |||||
| Totaal vastgoedbeleggingen in exploitatie |
36.080 | 31.239 | 304.653 | 37.369 | 866 | 39.374 | 2 |
| Reconciliatie met de geconsolideerde resultatenrekening IFRS |
|||||||
| Vastgoed verkocht gedurende het boekjaar 2012/2013 |
3 | 3 | |||||
| Gebouwen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | |||||
| Andere aanpassingen | 0 | 0 | |||||
| Totaal vastgoedbeleggingen in exploitatie |
36.0831 | 31.2422 |
Het totaal van de "brutohuurinkomsten over de periode" dat in de EPRA Best Practices wordt bepaald, gereconcilieerd met de geconsolideerde IFRSresultatenrekening, komt overeen met het "nettohuurresultaat" in de geconsolideerde IFRS-rekeningen.
Het totaal van de "nettohuurinkomsten over de periode" dat bepaald wordt in de EPRA Best Practices, gereconcilieerd met de geconsolideerde IFRSresultatenrekening, komt overeen met het "operationeel vastgoedresultaat" in de geconsolideerde IFRS-rekeningen.
Lopende huur op de datum van de afsluiting, vermeerderd met de toekomstige huur op contracten die op 30 juni 2013 waren getekend.
Deze GHW houdt geen rekening met een gemeublede bezetting.
| 30 juni 2013 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Nettohuur inkomsten bij ongewijzigde portefeuille |
Acquisities | Verkoop | In exploitatie | Nettohuur inkomsten1 |
|
| Segment | |||||
| Niet gemeubeld | 5.169 | 5 | 3 | 0 | 5.177 |
| Gemeubeld | 1.975 | 221 | 0 | 0 | 2.196 |
| Huisvesting voor senioren | 16.168 | 1.994 | 0 | 1.355 | 19.517 |
| Hotels en andere | 3.666 | 92 | 0 | 759 | 4.517 |
| Niet toewijsbaar | -68 | 0 | 0 | 0 | -68 |
| Transacties tussen segmenten | -100 | 0 | 0 | 0 | -100 |
| Totaal vastgoedbeleggingen in exploitatie |
26.810 | 2.312 | 3 | 2.114 | 31.239 |
| Reconciliatie met de geconsolideerde resultatenrekening IFRS |
|||||
| Vastgoed verkocht gedurende het boekjaar 2012/2013 |
3 | ||||
| Gebouwen bestemd voor verkoop | 0 | ||||
| Andere aanpassingen | 0 | ||||
| Totaal vastgoedbeleggingen in exploitatie |
31.242 |
| 30 juni 2013 | ||||
|---|---|---|---|---|
| Reële waarde | Variatie in de reële waarde |
EPRA NIR (in %) | Omslagpercentage (in %) |
|
| Segment | ||||
| Niet gemeubeld | 135.013 | -948 | 4,0 | 3 |
| Gemeubeld | 62.676 | 866 | 3,7 | -501 |
| Huisvesting voor senioren | 343.550 | 7.347 | 5,8 | 13 |
| Hotels en andere | 72.972 | -1.017 | 6,3 | -12 |
| Totaal vastgoedbeleggingen in exploitatie |
614.211 | 6.248 | 5,2 | 3 |
| Reconciliatie met de geconsolideerde balans IFRS |
||||
| Projectontwikkelingen | 28.633 | 2.765 | ||
| Totaal vastgoedbeleggingen in exploitatie |
642.844 | 9.013 |
| Gemiddelde resterende duur1 |
Lopende huur van de huurovereenkomsten die aflopen (x1.000 €) |
|||
|---|---|---|---|---|
| (in jaren) | Op hoogstens één jaar |
Op meer dan één jaar en minder dan vijf jaar |
Op meer dan vijf jaar |
|
| Segment | ||||
| Niet gemeubeld | 4 | 3.811 | 2.540 | 557 |
| Gemeubeld | 0 | 5.269 | 0 | 0 |
| Huisvesting voor senioren | 25 | 0 | 0 | 20.404 |
| Hotels en andere | 30 | 145 | 153 | 4.490 |
| Totaal vastgoedbeleggingen in exploitatie | 18 | 9.225 | 2.693 | 25.451 |
| 30 juni 2013 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Huidige kostprijs |
Geschatte toekomstige kostprijs |
Te activeren intercalaire interesten |
Geschatte total kostprijs |
Voorzien afwerkings datum |
Verhuurde oppervlakte (in m²) |
% Voor verhuurd |
GHW na afloop |
|
| Totaal | 24,5 | 147,0 | 4,4 | 175,9 | 2015/2016 | ±87.000 | 96 | 10,5 |
De verdeling van deze projecten wordt in sectie 2.2.2. van het vastgoedveslag hierbij gegeven.
reële waarde van vastgoedbeleggingen
18 jaar gemiddelde resterende duur van de huurovereenkomsten
6,1 % gemiddeld brutorendement in reële waarde
Bij de lectuur van de secties 1.1 en 1.3 van dit hoofdstuk moet er rekening mee gehouden worden dat op het ogenblik van de redactie ervan de gegevens betreffende de vastgoedmarkt, zoals weergegeven door de FOD Economie, slechts beschikbaar waren tot 31 maart 2013.
De prijstoenames in 2012 van het nationale prijsgemiddelde met 2,2 % voor eengezinswoningen, en 1,9 % voor bouwgronden dienen eerder beschouwd als een stagnatie op het hogere prijspeil dat in het tweede semester van 2011 werd bereikt. Een belangrijker signaal betreft het aantal transacties: in 2012 worden 6,5 % minder eengezinswoningen en zelfs 10,3 % minder bouwgronden verhandeld.
De doorsnee-appartementen genieten thans sterkere interesse voor eigen bewoning als goedkoper alternatief t.o.v. eengezinswoningen en kennen ook hernieuwde interesse vanwege beleggers: het aantal transacties neemt in 2012 met 1,5 % toe en hun prijsgemiddelde stijgt met 4,7 % ondanks een stagnatie (+0,6 %) aan de kust. In Brussel worden ze zelfs 7 % duurder.
De residentiële markt kende vanaf einde 1996 een grondige verschuiving ten gunste van kopen voor eigen bewoning door een cumul van elementen. Door de lage inflatie slonk het verschil tussen leningslast en huurlast, wat vele huurders aanzette tot kopen. Geleidelijk gingen de banken in een volgende fase grotere ontleningspercentages t.o.v. de aankoopprijs toekennen en werden de ontleningstermijnen verlengd om de jaarlijkse leningslast te milderen. Bovendien werden vooral in Vlaanderen de kosten voor de registratierechten verminderd en nationaal zorgde de woonbonus voor verruiming van de mogelijkheden om een deel van de leningslast af te trekken van het belastbaar inkomen.
Gevolg van dit alles was dat het aandeel van de private huurmarkt in tien jaar tijd met omtrent één derde inkromp tot ±21 %. Nog belangrijker was dat voor kandidaat-kopers de vereiste aan voldoende eigen middelen afnam, wat de overstap tot kopen faciliteerde. De kerngroep van kooplustigen voor een eerste woning verjongde van 30-35 jarigen naar eerder 27-32 jarigen.
Nu volgt een plotselinge omslag bij de banken die omwille van de Bazel II en Bazel III richtlijnen het voorschotpercentage terugschroeven en ook de ontleningstermijn inkorten. Met de verder doorgedreven regionalisering van de fiscale inkomsten doemt ook de vraag op onder welke vorm de Gewesten de woonbonus verder gestalte zullen geven.
Duidelijk is dat de kopers van een eerste woning in verhouding tot de aankoopprijs voortaan over een hoger percentage eigen middelen moeten beschikken.
Rekening houdend met de transactiekosten loopt dit al snel op tot 25 à 30 % van de netto aankoopprijs. Bij het nationaal gemiddelde van 200.000€ als verkoopprijs voor eengezinswoning betekent dit 50.000 à 60.000€ eigen kapitaal. Bij deze categorie van woningen dient meestal nog rekening gehouden met een extra budget voor opfrissingswerken en verhuiskosten. De vereiste eigen middelen lopen zo al snel op tot 70.000 à 80.000€, wat voor vele jongeren te hoog gegrepen is. De "familiale" sponsoring vanwege direct of indirect vaak de grootouders, loopt wegens hun steeds toenemende levensverwachting ook al vertraging op. Bovendien moeten deze grootouders, steeds frequenter beroep doen op hun kapitaal om aan hun zorgbehoeften te voldoen.
Slotsom: te verwachten is dat voor aankomende jongeren het momentum tot kopen van de familiale woning met tien à twaalf jaar wordt uitgesteld tot 40-45 jarigen. Een deel van de jongeren zal opteren voor het kopen van een kleinere woonunit. Een groot deel zal echter beroep doen op de huurmarkt… die precies in dit segment van middelgrote verblijven felst is afgeslankt. We kunnen gerust stellen dat in de komende jaren de vraag naar middelgrote types beduidend groter zal zijn dan het aanbod. Voor beleggers is het belangrijk te beseffen dat ze opnieuw een publiek krijgen van jongeren met behoorlijk inkomen, die voor meerdere jaren wensen te huren.
Mits in achtname van redelijke rendementen en met een visie waarbij kwaliteit en lange termijn het motto zijn, krijgt deze beleggingsvorm een nieuw impuls.
Voor beleggers in vastgoed met professionele gebruikers als bestemming, blijft zekerheid van verhuring primordiaal: hun algemene houding blijft risico-avers.
De dalende tendens van de financiële rentevoeten, die we tussen half 2012 en half 2013 vaststelden, heeft zich slechts deels vertaald in een verlaging van de yields of vereiste huurrendementen voor investeerders. De staatsobligaties (OLO) met een looptijd van 15 à 20 jaar kenden op 30/06/2012 nog een rentepeil van 3,77 %, om daarna te gaan dalen tot 2,74 % per einde
stijging van de +4,7 %
prijzen in België van de doorsneeappartementen
+1,5 %
aantal transacties in België van de doorsneeappartementen
jaar en zelfs tot 2,60 % begin mei, wat een laagtere- 1. Op 10 juli 2013 opgesteld door, en in dit jaarlijks financieel verslag opgenomen met akkoord van, Stadim CVBA.
cord blijft. Sinds 20 juni stabiliseert de rentevoet omtrent 3,25 %. Deze lage rentevoeten zorgen wel voor een (hernieuwde) belangstelling vanwege investeerders met voldoende eigen middelen, die veeleer interesse hebben in geïndexeerde cash flows dan in waardecreatie via de leverage van financiering.
De aanwezigheid in Brussel van de Europese instellingen, van de NAVO en van talrijke hoofdkantoren van internationale ondernemingen heeft rond het einde van de jaren 80 en het begin van de jaren 90 geleid tot het ontstaan van de exploitatie van gemeubelde appartementen om te beantwoorden aan een groeiende vraag van de internationale gemeenschap van 'expats'. Deze vraag is overigens nog toegenomen ingevolge de groei van het aantal lidstaten van de supranationale instellingen die hun zetel in Brussel hebben.
In deze zeer concurrentiële sector zien we dat talrijke kleine exploitaties zijn ontstaan en dat een groot aantal particuliere investeerders zich op de gemeubelde privéverhuring werpen.
Tegelijkertijd hebben de voornaamste operatoren op de markt zich sterk geprofessionaliseerd op het vlak van een betere dienstverlening aan een "business" cliënteel, dat zij op deze wijze wensen aan zich te binden. De professionalisering van deze sector komt overigens ook in andere steden, zoals Antwerpen, tot uiting onder andere via de oprichting van een nieuwe belangenorganisatie van eigenaars van "businessflats" in België (Vereniging van Businessflatuitbaters of VBF VZW; www.businessflats.org).
De markt van businessflats in België wordt gekenmerkt door een versnippering op het vlak van de exploitaties en door een gebrek aan transparantie. Het is een typische "insider" markt waar informatie zelfs voor marktspelers slechts beperkt beschikbaar is. Deze deelmarkt is, voor zover Aedifica bekend, nog niet het voorwerp geweest van onafhankelijke marktstudies.
De evolutie van de markt van de businessflats werd tot eind 2008 gekenmerkt door een stijging van de vraag en een stijging van de huurprijzen. De wereldwijde financiële crisis heeft echter sedert de lente van 2009 deze markttrend omgekeerd. Nadat het laagste punt bereikt werd in de zomer van 2009 heeft de markt een heropleving gekend sedert het eerste semester van 2010, zowel op het vlak van de bezettingsgraden als van de tarieven. Onder invloed van de Euro-crisis ondervindt de sector sedert begin 2012 weer een neerwaartse druk Minstens is er sprake van een fenomeen van verhoogde volatiliteit van zowel de bezettingsgraden als de tarieven.
De activiteit van de verhuring van gemeubelde appartementen onderscheidt zich duidelijk van de hotelactiviteit. Hoofdzaak van deze activiteit is de verhuring van een appartement. De appartementen zijn gemeubeld en uitgerust met de gebruikelijke uitrusting die de onmiddellijke bewoning ervan mogelijk maakt (zonder dat de huurder zelf een inboedel moet aanschaffen). De diensten die naast de eigenlijke verhuring worden aangeboden zijn zeer beperkt: doorgaans betreft het enkel de wekelijkse reiniging van het appartement.
In het Vlaamse Geweest is deze activiteit voorwerp van een wettelijke reglementering in het kader van het Decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies.
De verzorgingssector in het algemeen en de rusthuizen in het bijzonder wekken zeer veel belangstelling.
De bezetting blijft zeer hoog scoren en ook de diverse prognoses omtrent toekomstige behoefte wijzen op verdere groei. Het is dan ook één van de weinige sectoren waarde rendementsvereisten worden scherper gezet.
Voor aannemers, architecten en ontwikkelaars is het een welkomen invulling van hun orderboek.
Terzelfdertijd blijkt de exploitatie ervan steeds meer te professionaliseren, wat ook consolidatie bij de uitbaters teweegbrengt en tevens leidt tot grootschaliger vastgoed.
Steeds meer komen dan ook triple net overeenkomsten tot stand. Dit conforteert niet enkel de investeerder, maar ook de professionele uitbater. Zoals in de hotelsector is het gebouw de vitale machine die zorgt voor productie of uitbating. Voor het onderhoud en dus de continuïteit wenst de uitbater niet afhankelijk te zijn van de financiële mogelijkheden of wensen van een derde, de eigenaar van het complex.
bevolking ouder dan 75 jaar in België
1 Mio
2. Op 10 juli 2013 opgesteld door, en in dit jaarlijks financieel verslag opgenomen met akkoord van, Stadim CVBA.
We zien ook steeds vaker dat steden of gemeenten zich, zoals bij studentkamers, verzetten tegen verkoop in mede-eigendom. Ervaringen uit het verleden met bvb. individueel verkochte hotelkamers geven een ontluisterend beeld dat op termijn kan ontstaan met dergelijke types van mede-eigendom.
De trend van een wisselwerking tussen professionele uitbaters-ketens en institutionele beleggers blijkt zich in de zorgsector steeds meer door te zetten.
De vergrijzing van de bevolking en de stijging van de levensverwachting spelen zowel in Duitsland als in België een belangrijke rol, maar op een zeer verschillende schaal. Duitsland telt ongeveer 81 miljoen inwoners, waarvan ongeveer 16 miljoen inwoners ouder zijn dan 65 jaar (20 %) en ongeveer 8 miljoen ouder dan 75 jaar (10 %), tegenover 11 miljoen inwoners in België, waarvan 2 miljoen ouder dan 65 zijn (18 %) en 1 miljoen ouder dan 75 jaar (9 %). De vergrijzing van de bevolking zal nog toenemen door de vergrijzing van de babyboomgeneratie in de komende decennia. Hierdoor zal ook de specifieke huisvestingsbehoefte voor senioren in de komende decennia toenemen.
Een analyse van de bevolking per leeftijdsgroep leert dat ongeveer 0,5 % van de bevolking onder de 60 jaar langdurige zorg nodig heeft. Dit percentage stijgt tot 10 % voor degenen tussen de 60 en de 80 jaar en bereikt 20 % voor mensen ouder dan 80 jaar. De totale rustoordcapaciteit zou dus moeten toenemen in Duitsland vermits het aantal mensen dat er zorg zal nodig hebben, zou kunnen groeien van ca. 2 miljoen vandaag tot ca. 3 miljoen mensen in 2030.
Vandaag zijn er ca. 800.000 "rustoordbedden" beschikbaar in Duitsland, verspreid over meer dan 11.000 rustoorden. Deze worden uitgebaat door operatoren zonder winstoogmerk (ca. 55 %), private operatoren (ca. 40 %) of publieke operatoren (ca. 5 %) in een sterk gefragmenteerde markt. Het marktaandeel van de vijf grootste operatoren bedraagt slechts 8 %.
Er wordt in sommige marktanalyses gewag gemaakt van een toename van de rustoordcapaciteit met ca. 380.000 éénheden tegen 2030. De vergrijzing van de bevolking biedt aldus aanzienlijke groeiperspectieven en consolidatieperspectieven in het segment van de collectieve zorghuisvesting in Duitsland.
De Belgische hotelmarkt kende een stabiel 2012 en dit onafhankelijk van de classificatie van de hotels. De schommelingen in de bezettingsgraden en de RevPar (Revenu per Available Room) bleven beperkt tot minder dan 1,5 % ten opzicht van 2011. Eenzelfde beeld is terug te vinden in de cijfers voor de eerste vijf maanden van 2013. De verdere uitbreiding van het hotelpatrimonium, voornamelijk geconcentreerd in de regio Brussel, gebeurt stapsgewijs waardoor de extra capaciteit door de markt kan geabsorbeerd worden.
Achter de globale cijfers van het aantal overnachtingen schuilen een aantal regionale en lokale verschillen. Zo daalde het aantal overnachtingen in Vlaanderen en Wallonië en steeg het aantal overnachtingen in Brussel. De achteruitgang in Vlaanderen is haast volledig te wijten aan de terugval in de kustregio. De kunststeden daarentegen vertonen allen een positieve evolutie. Daar waar de stijging in Brugge zich beperkt tot ±1 % bedraagt deze in Leuven bijna 30 %. De hoogste gemiddelde bruto bezettingsgraad van de hotels bedraagt in beide steden ±80 %. Op middellange termijn wordt een verdere, zij het beperkte, uitbreiding van de hotelcapaciteit in Leuven verwacht met ondermeer het Tafelrond aan de Grote Markt (4*, 44 kamers) en een hotel met 26 kamers in het project aan de voormalige Vander Elst sigarenfabriek aan de Nobelstraat. In Brugge zijn er voor zover bekend op korte termijn geen nieuwe hotelontwikkelingen.
Op investeringsgebied nam de investeringsmaatschappij CTF Development begin april de belangen in 5 Belgische hotels over goed voor in totaal 573 kamers. De hotels, heden uitgebaat onder de vlag van Mercure en Alliance, zullen worden gerenoveerd en geïntegreerd in de Pentahotels groep. Het Mercure hotel in Leuven maakt deel uit van deze transactie.
1. Op 2 juli 2013 opgesteld door, en in dit jaarlijks financieel verslag opgenomen met akkoord van, de Crombrugghe & Partners NV.
| 30 juni | 31 maart | 31 dec. | 30 sept. | 30 juni | |
|---|---|---|---|---|---|
| 2013 | 2013 | 2012 | 2012 | 2012 | |
| Vastgoedbeleggingen in reële waarde |
|||||
| Residentiële of gemengde gebouwen |
135.013 | 136.059 | 136.243 | 136.095 | 134.803 |
| Gebouwen met gemeubelde appartementen |
62.676 | 62.268 | 61.892 | 61.795 | 60.737 |
| Huisvesting voor senioren | 343.550 | 335.293 | 325.496 | 320.933 | 314.708 |
| Hotels en andere | 72.972 | 73.158 | 74.826 | 74.769 | 73.155 |
| Totaal van de vastgoedbeleggingen in exploitatie in reële waarde |
614.211 | 606.778 | 598.457 | 593.592 | 583.403 |
| Projectontwikkelingen | 28.633 | 20.383 | 20.320 | 11.991 | 9.314 |
| Totaal van de vastgoedbeleggingen in reële waarde |
642.844 | 627.161 | 618.777 | 605.583 | 592.717 |
| Contractuele huurgelden1 | 37.369 | 37.028 | 36.552 | 36.290 | 36.568 |
| Contractuele huurgelden + GHW op leegstand |
38.235 | 37.916 | 37.428 | 37.122 | 37.252 |
| Geschatte huurwaarde (GHW)1 | 39.374 | 38.386 | 37.921 | 37.610 | 37.565 |
| Bezettingsgraad1 van de vastgoedbeleggingen ( %) |
|||||
| Totale portefeuille (behalve gemeubelde appartementen) |
97,4 % | 97,3 % | 97,3 % | 97,4 % | 97,8 % |
| Gemeubelde appartementen | 82,6 % | 82,7 % | 80,8 % | 78,6 % | 82,3 % |
| Adres | Totale oppervlakte (m²)¹ |
Residentiële oppervlakte (m²) |
|
|---|---|---|---|
| Residentiële of gemengde gebouwen | |||
| 1 Tervuren 13 A/B |
1040 Brussel | 4.628 | 621 |
| 2 Zavel |
1000 Brussel | 4.655 | 3.342 |
| 3 Complex Laken - Nieuwbrug |
1000 Brussel | 5.720 | 4.637 |
| 4 De Goede 24-28 |
1000 Brussel | 1.666 | 1.666 |
| 5 Lombard 32 |
1000 Brussel | 1.431 | 1.095 |
| 6 Complex Louiza 331-333 |
1050 Brussel | 4.871 | 1.509 |
| 7 Zaterdagplein 6-10 |
1000 Brussel | 3.769 | 2.365 |
| 8 Broqueville 8 |
1150 Brussel | 638 | 638 |
| 9 Batavieren 71 |
1040 Brussel | 552 | 312 |
| 10 Tervuren 103 |
1040 Brussel | 881 | 410 |
| 11 Louis Hap 128 |
1040 Brussel | 688 | 688 |
| 12 Hoogstraat |
1000 Brussel | 2.630 | 1.380 |
| 13 Residentie Palace |
1040 Brussel | 6.388 | 6.189 |
| 14 Churchill 157 |
1180 Brussel | 2.210 | 1.955 |
| 15 Oudergem 237-239-241-266-273 |
1040 Brussel | 1.739 | 1.739 |
| 16 Edison |
5000 Namen | 2.029 | 758 |
| 17 Verlaine/Rimbaud/Baudelaire |
5000 Namen | 2.795 | 1.518 |
| 18 Ionesco |
5100 Jambes | 930 | 930 |
| 19 Musset |
5000 Namen | 562 | 472 |
| 20 Giono & Hugo |
5100 Jambes | 1.412 | 1.412 |
| 21 Antares |
5100 Jambes | 439 | 439 |
| 22 Ring |
2018 Antwerpen | 11.381 | 7.227 |
| 23 Residentie Gauguin et Manet |
6700 Arlon | 2.885 | 2.885 |
| 24 Residentie de Gerlache |
1030 Brussel | 6.794 | 6.174 |
| Totaal van de sector "Residentiële en gemengde gebouwen" |
71.693 | 50.361 | |
| Gebouwen met gemeubelde appartementen |
| 25 Complex Opperstraat |
1050 Brussel | 11.847 | 11.354 |
|---|---|---|---|
| 26 Louiza 130 |
1050 Brussel | 1.110 | 694 |
| 27 Louiza 135 (+ 2 parkings Louizalaan 137) |
1050 Brussel | 1.978 | 1.930 |
| 28 Louiza 270 |
1050 Brussel | 1.043 | 958 |
| 29 Dal 48 |
1050 Brussel | 623 | 623 |
| 30 Livorno 16-18 (+24 parkings Livorno 7-11) |
1050 Brussel | 1.567 | 1.567 |
| 31 Freesias |
1030 Brussel | 3.635 | 3.138 |
| 32 Heliotropen |
1030 Brussel | 1.493 | 1.223 |
| 33 Livorno 20-22 |
1050 Brussel | 1.326 | 1.326 |
| 34 Livorno 14 |
1050 Brussel | 324 | 324 |
| 35 Residentie Chamaris |
1000 Brussel | 1.838 | 1.702 |
| Totaal van de sector "Gebouwen met gemeubelde appartementen" |
26.784 | 24.839 |
Bovengrondse oppervlakte, zonder parkings. De kelders worden slechts in bijzondere gevallen in rekening genomen.
Zie lexicon. De bezettingsgraad van de gebouwen met gemeubelde appartementen kan niet vergeleken worden met de bezettingsgraad van de rest van de portefeuille, aangezien een verschillende methodologie wordt toegepast. Merk op dat de bezettingsgraad van de residentiële- en gemengde
gebouwen ook eenheden bevat die worden gerenoveerd en die bijgevolg tijdelijk niet verhuurd kunnen worden. 3. De bedragen m.b.t. gemeubelde appartementen komen overeen met de huurinkomsten op jaarbasis, zonder BTW.
Voor de gebouwen met gemeubelde appartementen werd geen enkele geschatte huurwaarde (GHW) toegevoegd voor leegstand.
Zie lexicon.
Deze GHW is niet vergelijkbaar met de contractuele huurgelden omdat ze (voor de gebouwen met gemeubelde appartementen) geen rekening houdt met een gemeubelde bezetting.
| Geschatte huurwaarde (GHW)5 |
Contractuele huurgelden + GHW op leegstand4 |
Contractuele huurgelden³ |
% Bezettings graad² |
Aantal residentiële eenheden |
|---|---|---|---|---|
| 630.703 | 590.223 | 380.261 | 64,43 % | 3 |
| 920.898 | 968.204 | 863.301 | 89,17 % | 30 |
| 648.000 | 650.477 | 583.640 | 89,72 % | 42 |
| 189.263 | 180.312 | 177.912 | 98,67 % | 15 |
| 175.604 | 212.248 | 198.408 | 93,48 % | 13 |
| 666.100 | 646.800 | 646.800 | 100,00 % | 9 |
| 303.695 | 326.469 | 296.369 | 90,78 % | 24 |
| 70.308 | 64.385 | 48.528 | 75,37 % | 6 |
| 57.900 | 58.821 | 36.021 | 61,24 % | 3 |
| 116.740 | 124.127 | 124.127 | 100,00 % | 6 |
| 75.648 | 91.508 | 89.708 | 98,03 % | 7 |
| 308.070 | 249.069 | 196.566 | 78,92 % | 20 |
| 693.100 | 625.900 | 580.200 | 92,70 % | 57 |
| 268.170 | 266.684 | 234.389 | 87,89 % | 22 |
| 183.228 | 195.312 | 176.907 | 90,58 % | 22 |
| 139.725 | 124.743 | 96.451 | 77,32 % | 7 |
| 280.910 | 270.752 | 235.569 | 87,01 % | 21 |
| 100.740 | 96.791 | 96.071 | 99,26 % | 10 |
| 50.200 | 51.091 | 51.091 | 100,00 % | 6 |
| 139.300 | 129.507 | 121.347 | 93,70 % | 15 |
| 39.323 | 40.737 | 40.737 | 100,00 % | 7 |
| 860.100 | 675.700 | 675.700 | 100,00 % | 88 |
| 306.825 | 321.572 | 261.040 | 81,18 % | 35 |
| 815.465 | 813.297 | 697.166 | 85,72 % | 75 |
| 8.040.015 | 7.774.729 | 6.908.309 | 88,86 % | 543 |
| 1.405.5036 | 2.272.804 | 2.272.804 | 80,16 % | 116 |
|---|---|---|---|---|
| 163.1006 | 209.525 | 209.525 | 83,14 % | 9 |
| 343.0006 | 586.014 | 586.014 | 90,52 % | 31 |
| 146.5006 | 226.028 | 226.028 | 78,24 % | 14 |
| 88.1006 | 115.015 | 115.015 | 79,68 % | 6 |
| 261.1006 | 359.333 | 359.333 | 84,16 % | 16 |
| 357.6006 | 396.786 | 396.786 | 76,19 % | 37 |
| 173.4006 | 256.446 | 256.446 | 86,67 % | 25 |
| 185.7006 | 316.039 | 316.039 | 87,72 % | 12 |
| 33.7006 | 54.227 | 54.227 | 87,58 % | 6 |
| 355.2906 | 477.158 | 477.158 | 88,02 % | 23 |
| 3.512.9936 | 5.269.375 | 5.269.375 | 82,58 % | 295 |
| Adres | Totale | Residentiële | |
|---|---|---|---|
| oppervlakte (m²)¹ |
oppervlakte (m²) |
||
| Huisvesting voor senioren | |||
| 36 Château Chenois |
1410 Waterloo | 6.354 | 6.354 |
| 37 New Philip |
1190 Brussel | 3.914 | 3.914 |
| 38 Jardins de Provence |
1070 Brussel | 2.280 | 2.280 |
| 39 Bel Air |
1030 Brussel | 5.350 | 5.350 |
| 40 Residentie Grange des Champs |
1420 Braine-l'Alleud | 3.396 | 3.396 |
| 41 Residentie Augustijn |
1190 Brussel | 4.832 | 4.832 |
| 42 Ennea |
9100 Sint Niklaas | 1.848 | 1.848 |
| 43 Kasteelhof |
9200 Dendermonde | 3.500 | 3.500 |
| 44 Wielant |
8570 Anzegem/Ingooigem | 4.834 | 4.834 |
| 45 Residentie Parc Palace |
1180 Brussel | 6.719 | 6.719 |
| 46 Residentie Service |
1180 Brussel | 8.716 | 8.716 |
| 47 Résidence du Golf |
1070 Brussel | 6.424 | 6.424 |
| 48 Residentie Boneput |
3960 Bree | 2.993 | 2.993 |
| 49 Residentie Aux Deux Parcs |
1090 Brussel | 1.423 | 1.423 |
| 50 Residentie L'Air du Temps |
4032 Chênée | 2.763 | 2.763 |
| 51 Au Bon Vieux Temps |
1435 Mont-Saint-Guibert | 1.268 | 1.268 |
| 52 Op Haanven |
2431 Veerle-Laakdal | 4.675 | 4.675 |
| 53 Residentie Exclusiv |
1140 Brussel | 4.253 | 4.253 |
| 54 Séniorie Mélopée |
1080 Brussel | 2.967 | 2.967 |
| 55 La Boule de Cristal |
5564 Wanlin | 1.290 | 1.290 |
| 56 Les Charmes en Famenne |
5560 Houyet (Mesnil-Saint-Blaise) | 3.165 | 3.165 |
| 57 Seniorerie La Pairelle |
5100 Wépion | 5.971 | 5.971 |
| 58 Gaerveld (serviceflats) |
3500 Hasselt | 1.504 | 1.504 |
| 59 Résidence du Plateau |
1300 Waver | 8.069 | 8.069 |
| 60 Seniorie de Maretak |
3130 Begijnendijk | 5.684 | 5.684 |
| 61 De Edelweis |
1500 Halle | 6.235 | 6.235 |
| 62 Bois de la Pierre |
1300 Waver | 2.272 | 2.272 |
| 63 Buitenhof |
2930 Brasschaat | 4.386 | 4.386 |
| 64 Klein Veldeken |
1730 Asse | 3.363 | 3.363 |
| 65 Koning Albert I |
1700 Dilbeek | 4.853 | 4.853 |
| 66 Eyckenborch |
1755 Gooik | 5.457 | 5.457 |
| 67 Rietdijk |
1800 Vilvoorde | 2.155 | 2.155 |
| 68 Marie-Louise |
1780 Wemmel | 1.959 | 1.959 |
| 69 Gaerveld (wzc) |
3500 Hasselt | 6.994 | 6.994 |
| 70 Larenshof |
9270 Laarne | 5.464 | 5.464 |
| 71 Ter Venne |
9830 Sint-Martens-Latem | 6.634 | 6.634 |
| 72 Pont d'Amour |
5500 Dinant | 4.364 | 4.364 |
| 73 Résidence Les Cheveux d'Argent |
4845 Sart-lez-Spa | 4.177 | 4.177 |
| 74 Residentie 't Hoge |
8500 Kortrijk | 2.055 | 2.055 |
| 75 Helianthus |
9090 Melle | 2.409 | 2.409 |
| Totaal van de sector "Huisvesting voor senioren" | 166.969 | 166.969 | |
| Hotels en andere | |||
| 76 Hotel Martin's Brugge |
8000 Brugge | 11.369 | 0 |
| 77 Koning 35 |
1000 Brussel | 1.813 | 0 |
| 78 Martin's Klooster |
3000 Leuven | 6.935 | 0 |
| 79 Bara 124-126 |
1040 Brussel | 1.539 | 0 |
| 80 Corbais 18 |
1435 Mont-Saint-Guibert | 292 | 292 |
| 81 Carbon |
3600 Genk | 5.715 | 0 |
| 82 Eburon |
3700 Tongeren | 4.016 | 0 |
| 83 Ecu |
3600 Genk | 1.960 | 0 |
| 84 Eurotel |
3620 Lanaken | 4.779 | 0 |
| 85 Villa Bois de la Pierre |
1300 Waver | 320 | 160 |
| 86 Duysburgh |
1090 Brussel | 470 | 470 |
| 87 Résidence du Lac |
1050 Brussel | 0 | 0 |
| Totaal van de sector "Hotels en andere" | 39.208 | 922 |
TOTAAL VAN DE VASTGOEDBELEGGINGEN IN EXPLOITATIE 304.653 243.090 950 eenheden en 3.499 bedden n.a. 37.368.988 38.235.408 39.373.6666
1-2-3-4-5-6. Noten - zie vorige pagina.
| Adres Totale Residentiële oppervlakte oppervlakte (m²)¹ (m²) |
Aantal residentiële eenheden |
% Bezettings graad² |
Contractuele huurgelden³ |
Contractuele huurgelden + GHW op leegstand4 |
Geschatte huurwaarde (GHW)5 |
|---|---|---|---|---|---|
| 1410 Waterloo 6.354 |
|||||
| 6.354 3.914 3.914 |
115 111 |
100,00 % 100,00 % |
843.900 462.000 |
843.900 462.000 |
1.053.800 569.300 |
| 2.280 | 72 | 100,00 % | 379.300 | 379.300 | 372.300 |
| 5.350 | 161 | 100,00 % | 689.600 | 689.600 | 779.000 |
| 3.396 | 75 | 100,00 % | 408.000 | 408.000 | 483.800 |
| 4.832 | 94 | 100,00 % | 513.100 | 513.100 | 512.400 |
| 1.848 | 34 | 100,00 % | 186.700 | 186.700 | 172.100 |
| 3.500 | 81 | 100,00 % | 337.700 | 337.700 | 488.300 |
| 4.834 | 102 | 100,00 % | 518.600 | 518.600 | 580.000 |
| 6.719 | 162 | 100,00 % | 1.193.400 | 1.193.400 | 1.266.900 |
| 8.716 | 175 | 100,00 % | 1.227.500 | 1.227.500 | 994.600 |
| 6.424 | 194 | 100,00 % | 746.000 | 746.000 | 1.124.100 |
| 2.993 | 78 | 100,00 % | 438.500 | 438.500 | 515.900 |
| 1.423 | 53 | 100,00 % | 222.000 | 222.000 | 280.900 |
| 2.763 | 88 | 100,00 % | 448.900 | 448.900 | 500.100 |
| 1.268 | 43 | 100,00 % | 196.000 | 196.000 | 173.600 |
| 4.675 | 90 | 100,00 % | 400.100 | 400.100 | 431.400 |
| 4.253 | 104 | 100,00 % | 685.100 | 685.100 | 644.000 |
| 2.967 | 70 | 100,00 % | 476.100 | 476.100 | 378.100 |
| 1.290 | 41 eenheden | 100,00 % | 90.000 | 90.000 | 157.300 |
| 3.165 | 96 | 100,00 % | 284.700 | 284.700 | 331.400 |
| 5.971 | 140 | 100,00 % | 736.900 | 736.900 | 668.000 |
| 1.504 | 20 eenheden | 100,00 % | 163.300 | 163.300 | 162.400 |
| 8.069 | 143 | 100,00 % | 1.223.400 | 1.223.400 | 1.177.200 |
| 5.684 | 122 | 100,00 % | 509.400 | 509.400 | 681.100 |
| 6.235 | 96 | 100,00 % | 642.500 | 642.500 | 846.400 |
| 2.272 | 65 | 100,00 % | 428.600 | 428.600 | 409.700 |
| 4.386 | 80 | 100,00 % | 528.200 | 528.200 | 624.200 |
| 3.363 | 41 eenheden | 100,00 % | 390.400 | 390.400 | 697.600 |
| 4.853 | 67 | 100,00 % | 460.800 | 460.800 | 894.800 |
| 5.457 | 89 | 100,00 % | 427.600 | 427.600 | 839.900 |
| 2.155 | 59 | 100,00 % | 323.800 | 323.800 | 335.400 |
| 1.959 | 59 | 100,00 % | 125.400 | 125.400 | 304.500 |
| 6.994 | 135 | 100,00 % | 760.400 | 760.400 | 766.300 |
| 5.464 | 88 | 100,00 % | 828.900 | 828.900 | 732.800 |
| 6.634 | 95 | 100,00 % | 946.600 | 946.600 | 998.300 |
| 4.364 | 74 | 100,00 % | 492.400 | 492.400 | 367.700 |
| 4.177 | 80 | 100,00 % | 237.800 | 237.800 | 317.200 |
| 2.055 | 62 | 100,00 % | 200.000 | 200.000 | 453.400 |
| 2.409 | 47 | 100,00 % | 230.000 | 230.000 | 440.600 |
| 166.969 | 3.499 bedden en 102 eenheden | 100,00 % | 20.403.600 | 20.403.600 | 23.526.800 |
| 0 | 100,00 % | 1.554.963 | 1.554.963 | 1.171.460 |
|---|---|---|---|---|
| 0 | 100,00 % | 188.246 | 188.246 | 174.405 |
| 0 | 100,00 % | 1.347.506 | 1.347.506 | 1.141.080 |
| 0 | 100,00 % | 47.689 | 47.689 | 63.113 |
| 1 | 100,00 % | 26.200 | 26.200 | 12.200 |
| 0 | 100,00 % | 527.200 | 527.200 | 559.100 |
| 0 | 100,00 % | 394.000 | 394.000 | 458.700 |
| 0 | 100,00 % | 216.000 | 216.000 | 229.700 |
| 0 | 100,00 % | 361.400 | 361.400 | 373.500 |
| 4 | 100,00 % | 31.000 | 31.000 | 39.600 |
| 5 | 100,00 % | 62.800 | 62.800 | 40.300 |
| 0 | 100,00 % | 30.700 | 30.700 | 30.700 |
| 10 | 100,00 % | 4.787.704 | 4.787.704 | 4.293.858 |
| 950 eenheden en 3.499 bedden | n.a. | 37.368.988 | 38.235.408 | 39.373.6666 |
| Projecten of renovaties | Adresse | Ge raamd Inv. Bedrag |
Uitgevoerd op 30 juni 2013 |
Nog uit te voeren |
Datum opname in exploitatie |
Commentaren |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Lopende projecten | ||||||
| Pont d'Amour | Dinant | 7,9 | 0,0 | 7,9 | 2015/2016 | Uitbreiding van het rustoord |
| Larenshof | Laarne | 3,1 | 0,0 | 3,1 | 2013/2014 | Uitbreiding van het rustoord |
| Residentie 't Hoge | Kortrijk | 4,9 | 0,2 | 4,7 | 2014/2015 | Renovatie en uitbreiding van het rustoord |
| Residentie Sporenpark | Beringen | 17,4 | 2,0 | 15,4 | 2014/2015 | Bouw van een nieuw rustoord |
| Residentie Palace - parkings | Brussel | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 2014/2015 | Acquisitie van 6 te bouwen parkings |
| De Edelweis II | Begijnendijk | 1,3 | 0,0 | 1,3 | 2014/2015 | Uitbreiding van het rustoord |
| Residentie Aux Deux Parcs | Jette | 0,7 | 0,0 | 0,7 | 2014/2015 | Uitbreiding van het rustoord |
| Hoogstraat | Brussel | 1,9 | 0,0 | 1,9 | 2014/2015 | Renovatie van een residentieel gebouw van 20 appartementen en van een handelsruimte |
| Wemmel Zijp | Wemmel | 19,8 | 15,0 | 4,8 | 2013/2014 | Bouw van een nieuw rustoord |
| Koning Albert (II & III) | Dilbeek | 6,8 | 1,3 | 5,5 | 2013/2014 | Renovatie en uitbreiding van het rustoord |
| Eyckenborch | Gooik | 8,7 | 3,5 | 5,2 | 2013/2014 | Uitbreiding van het rustoord |
| II. Projecten onderworpen aan opschortende voorwaarden | ||||||
| Tervuren | Tervuren | 24,0 | 0,0 | 24,0 | 2014/2015 | Bouw van een nieuw rustoord |
| Résidence du Lac | Brussel | 3,5 | 0,0 | 3,5 | 2015/2016 | Bouw van een appartementsgebouw |
| Au Bon Vieux Temps | Mont-Saint Guibert |
9,8 | 0,3 | 9,5 | 2015/2016 | Bouw van een rustoord |
| Klein Veldeken | Asse | 6,1 | 0,0 | 6,1 | 2014/2015 | Uitbreiding van een serviceflatgebouw |
| Marie-Louise | Wemmel | 3,3 | 0,0 | 3,3 | 2015/2016 | Renovatie en omvorming van het rustoord |
| Résidence Les Cheveux d'Argent |
Sart-lez-Spa | 3,0 | 0,0 | 3,0 | 2014/2015 | Uitbreiding van het rustoord. |
| Helianthus | Melle | 3,5 | 0,1 | 3,4 | 2014/2015 | Uitbreiding van het rustoord |
| Air du Temps | Chênée | 5,8 | 0,0 | 5,8 | 2016/2017 | Uitbreiding en renovatie van het rustoord |
| Op Haanven | Veerle Laakdal |
2,9 | 0,0 | 2,9 | 2016/2017 | Uitbreiding en renovatie van het rustoord |
| III. Grondreserves | ||||||
| Terrain Bois de la Pierre | Wavre | 1,8 | 1,8 | 0,0 | - | Grondreserve |
| Platanen | Brussel | 0,2 | 0,2 | 0,0 | - | Grondreserve |
| IV. Verwervingen onder opschortende voorwaarden | ||||||
| Krentzen | Olen | 18,0 | 0,0 | 18,0 | 2014/2015 | Nieuw rustoord met 122 eenheden |
| Overbeke | Wetteren | 13,0 | 0,0 | 13,0 | 2014/2015 | Nieuw rustoord met 113 eenheden |
| Seniorenzentrum AGO Herkenrath |
Duitsland | 8,0 | 0,0 | 8,0 | 2013/2014 | Rustoord |
| Totaal | 175,6 | 24,5 | 151,1 | |||
| Geactiveerde studiekosten | 1,0 | |||||
| Variatie van de reële waarde | - | 2,6 | - | |||
| Afrondingen | - | 0,5 | - | |||
| Bedrag op de balans | 28,6 |
Van al deze projecten is reeds 96 % voorverhuurd. Het totale investeringsbudget van 151 miljoen € zal in speciën betaald worden, met uitzondering van 23 miljoen € met betrekking tot de projecten in Olen en Wetteren die het voorwerp zullen uitmaken van een uitgifte van nieuwe aandelen Aedifica, zoals vermeld in toelichting 45 van de geconsolideerde jaarrekening – het saldo van 8 miljoen € is in cash voorzien).
De Edelweis
3.8 Verdeling van de contractuele huurgelden per exploitatiegroep die juridische entiteiten controleert waarmee Aedifica een contractuele relatie heeft (30 juni 2013)
De globale bezettingsgraad op 30 juni 2013 bedraagt
98 %
Rendement van de huisvesting voor senioren: BRUTO = NETTO
De vastgoedbeleggingen van Aedifica zijn verzekerd voor een waarde van 565 miljoen € (met inbegrip van de meubels voor de gemeubelde appartementen, en met uitsluiting van de grond), hetzij 129 miljoen € voor de residentiële of gemengde gebouwen, 61 miljoen € voor de gebouwen met gemeubelde appartementen, 300 miljoen € voor de huisvesting voor senioren en 75 miljoen € voor de hotels en andere.
Voor het technische beheer van de niet gemeubelde gebouwen (waaraan Koning 35 en Bara 124-126 worden toegevoegd) doet Aedifica beroep op externe beheerders die onder het voortdurende toezicht van de building manager staan. Deze building manager coördineert hun prestaties en controleert de kwaliteit ervan. Bovendien houdt de building manager toezicht over een ploeg van 4 arbeiders die instaan voor de dagelijkse herstellingen van de gebouwen.
Voor het administratieve en boekhoudkundige beheer van sommige niet gemeubelde gebouwen doet Aedifica beroep op dezelfde externe beheerders. Het administratieve en boekhoudkundige beheer van de andere gebouwen (met inbegrip van Koning 35, Bara 124- 126 en Villa Bois de la Pierre) werd sinds het boekjaar 2011/2012 geïnternaliseerd en wordt heden uitgevoerd door de property accounting manager van de bevak, die door een boekhouder wordt bijgestaan.
In principe gebeurt de selectie van de externe beheerders op basis van offerteaanvragen en van hun reputatie op de Belgische markt. Met deze beheerders worden in principe contracten afgesloten voor een duur van 1 tot 3 jaar, met mogelijkheid tot jaarlijkse verlenging.
Om het beheersrisico te beperken heeft Aedifica haar portefeuille verdeeld over diverse beheerders, onder meer in functie van hun ervaring (winkels, kantoren, residentieel, …).
Deze beheerders krijgen als opdracht ofwel het volledige beheer van de gebouwen waar te nemen zowel op administratief vlak (onder meer het invorderen van de huurgelden en de indexaties, het opvragen van voorschotten voor lasten, de driemaandelijkse afsluiting van de gemene lasten, de terugvordering van belastingen, de uitwerking van het budget van de gemene lasten en de opvolging van de betalingen door de huurders) en/of op technisch vlak (onder meer het beheer als goede huisvader van de gemeenschappelijke delen van de gebouwen, de opvolging en het afsluiten van contracten van onderhoud en van technische controle, het beheer van schadegevallen in het kader van de verzekeringen, de bijstand bij aankomst en vertrek van huurders), ofwel enkel het beheer op technisch vlak waar te nemen in het geval Aedifica het administratieve en boekhoudkundige beheer geïnternaliseerd heeft. Aedifica controleert hun prestaties via een periodieke rapportering, maar ook door regelmatige punctuele controles.
De bezoldiging van de externe beheerders wordt in verhouding tot de ontvangen huurgelden bepaald. Deze bezoldiging bedraagt globaal gezien 0,1 miljoen € over het boekjaar 2012/2013, dit wil zeggen 2 % van de nettohuurinkomsten van de betrokken gebouwen.
De volgende beheerders zijn thans aangesteld door Aedifica:
Louis Schmidtlaan 2 bus 3 - 1040 Brussel Voor het complex Louiza 331-333.
Emile de Motlaan 19 - 1000 Brussel Voor het complex Laken - Nieuwbrug en de gebouwen De Goede 24-28, Zaterdagplein 6-10, Koning 35, Churchill 157, Tervuren 13 A/B en Residentie Palace.
Terhulpensesteenweg 150 - 1170 Brussel Voor de gebouwen Lombard 32, Broqueville 8, Batavieren 71, Tervuren 103 en Louis Hap 128, Oudergem 237-239-241-266-272 en Hoogstraat.
Louis Schmidtlaan 29 - 1040 Brussel Voor de gebouwen Zavel en Residentie de Gerlache.
Rue du Trou Perdu 7 - 5300 Thon Voor de gebouwen Edison, Verlaine/Rimbaud/Baudelaire, Ionesco, Musset, Giono & Hugo, Antares.
Rue des Fabriques 1 - 6747 Saint-Léger Voor het gebouw Residentie Gauguin et Manet.
Aedifica beschikt over de diensten van een commercieel- en marketingverantwoordelijke die de verhuring van de portefeuille, alsook het rechtstreekse contact met de huurders en de vastgoedmakelaars verzekert.
Om de appartementen te beheren bestaat het Aedifica-team uit een operations manager die bijgestaan wordt door een ploeg van 4 personen, een persoon die instaat voor de marketing, een housekeeping manager en vijf arbeiders. Dit team zorgt voor het beheer en het onderhoud van de gebouwen en voor alle aspecten van de verhuring.
Aedifica verzorgt met haar eigen personeel het beheer van de gebouwen die als gemeubelde appartementen worden geëxploiteerd en dit om de volgende redenen:
Aedifica commercialiseert haar gemeubelde appartementen via drie websites onder diverse enseignes.
Aedifica heeft in dergelijke gebouwen geïnvesteerd op basis van contracten van lange duur (voornamelijk in de vorm van erfpachtovereenkomsten) die worden afgesloten met professionele, gespecialiseerde operatoren die eveneens het onderhoud van de gebouwen verzorgen. Aedifica staat dus niet in voor het beheer van deze gebouwen, maar ze controleert er wel de kwaliteit van via regelmatige bezoeken (onder meer in het kader van de periodieke waardering van de portefeuille).
Aedifica beschikt over een ingenieur-architect die verantwoordelijk is voor het project management, die de bouw- en renovatieprojecten opvolgt en die toeziet op de goede afloop van de werken die aan gespecialiseerde aannemers worden toevertrouwd. De project manager organiseert ook de technische due diligence in het kader van de investeringsdossiers.
Hotels en andere
bach in Noordrijn-Westfalen (Duitsland), nabij Keulen (zie geconsolideerd beheersverslag, sectie 2.1).
Luxemburg
Beschrijving: Gebouw met 3 appartementen en kantoorruimtes verdeeld over 9 verdiepingen alsook een handelsgelijkvloers. Mogelijkheid tot reaffectatie van de kantoorruimtes naar residentiële oppervlaktes.
Bodenbroekstraat 22 25 Ruisbroeckstraat 63-67 - 1000 Brussel
Etterbeeksesteenweg 62 - 1040 Brussel
Bouw / renovatiejaar: 2006
Bronnenweg 2 - 1755 Gooik
Bouw / renovatiejaar: 1993/1994 - 2003/2004
Ligging: Dit rustoord is gelegen in het centrum van Gooik (Vlaams-Brabant).
Beschrijving: Het rustoord wordt beheerd door een privé-exploitant (een vennootschap van de groep Soprim@) (erfpachtovereenkomst van 27 jaar). Een uitbreidings-en renovatie project is in uitvoering.
Beschrijving: Het geheel van gebouwen (waarvan één in mede-eigendom is) is samengesteld uit woongelegenheden verspreid over 2 verdiepingen. Het deel van de site waarvan Aedifica eigenaar is, wordt beheerd door een privéexploitant (een vennootschap van de groep Armonea) (erfpachtovereenkomst van 30 jaar). Een uitbreidingsproject is in uitvoering.
Vennelaan 21 -
83 - Ecu
Beschrijving: Duysburgh is gelegen in een residentiële en groene omgeving in Jette, tussen het Jeugdpark en de Square Leopold, op ongeveer 300 meter van het Brugmann-ziekenhuis. Dit gebouw zal geïntegreerd worden in het rustoord Aux Deux Parcs.
Wij hebben het genoegen om u onze raming van de vastgoedportefeuille van Aedifica op datum van 30 juni 2013 voor te leggen.
Aedifica heeft aan de vastgoeddeskundigen gevraagd de investeringswaarde en de reële waarde van de portefeuille te bepalen. De schattingen werden gemaakt rekening houdende met zowel de opmerkingen en de definities vermeld in de verslagen als met de richtlijnen van de International Valuation Standards, uitgegeven door IVSC.
We hebben als onafhankelijke deskundige gehandeld. De deskundigen hebben een relevante en erkende kwalificatie en hebben een up-to-date ervaring met gebouwen van een gelijkaardig type en met een gelijkaardige ligging als de gebouwen van de vastgoedportefeuille van Aedifica.
Bij de schatting van de goederen wordt er rekening gehouden met zowel de lopende huurovereenkomsten als met alle rechten en verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomsten. Elk gebouw werd afzonderlijk geschat. De schattingen houden geen rekening met een potentiële meerwaarde die verwezenlijkt zou kunnen worden door de portefeuille in zijn geheel op de markt aan te bieden. Onze schattingen houden geen rekening met marketingkosten eigen aan een transactie, zoals makelaarslonen of publiciteitskosten. Onze schattingen zijn gebaseerd op een inspectie van de onroerende goederen en op de inlichtingen geleverd door de opdrachtgevers, waaronder o.a. de huursituatie en de oppervlaktes, de schetsen of plannen, de huurlasten en de belastingen in verband met het betrokken goed, de conformiteit en de milieuvervuiling. De verstrekte gegevens werden juist en volledig geacht. Onze schattingen gaan ervan uit dat niet-meegedeelde elementen niet van aard zijn om de waarde van het goed te beïnvloeden.
De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedraagt 642.843.783 € op 30 juni 2013, waarvan 614.210.800 € voor de vastgoedbeleggingen in exploitatie. Heden bedragen de contractuele huurgelden 37.368.988 €, wat overeenkomt met een initieel huurrendement van 6,08%2 ten opzichte van de reële waarde van de gebouwen. In de veronderstelling dat alle gebouwen, met uitzondering van de gemeubelde appartementen, voor 100 % verhuurd zouden zijn, waarbij de heden niet-verhuurde eenheden verhuurd zouden zijn aan marktconforme prijzen, zouden de contractuele huurgelden 38.235.408 € bedragen, wat overeenstemt met een initieel huurrendement van 6,23%3 ten opzichte van de reële waarde van de gebouwen.
In het kader van een rapportering die beantwoordt aan de International Financial Reporting Standards, geven onze schattingen de reële waarde weer:
reële waarde van de portefeuille 643 Mio €
Martin's Klooster
88 % free float
9.874.985 aantal beursgenoteerde aandelen
470 Mio € beurskapitalisatie op eind van het boekjaar
Door haar statuut van vastgoedbevak (vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal) biedt Aedifica de investeerder een alternatief voor de rechtstreekse investering in residentieel vastgoed.
Bovendien biedt de gediversifieerde investeringspolitiek van Aedifica (zie afdeling "Strategie" van het beheersverslag) de aandeelhouder een unieke investering waarbij alle voordelen van een optimaal onroerend inkomen gepaard gaan met een beperkt risicoprofiel. Aedifica heeft immers een structuur waardoor zij tegelijkertijd een aantrekkelijk rendement, groei- en meerwaardemogelijkheden, en een stabiel en terugkerend dividend kan bieden.
Volgens de "Belgian REIT Overview" (maandelijks gepubliceerd door Bank Degroof) is Aedifica de 5de grootste vastgoedbevak op het vlak van de reële waarde van de portefeuille van vastgoedbeleggingen (5de op 30 juni 2012). Op het vlak van het gemiddelde verhandelde volume op de beurs staat Aedifica op de 4de plaats, met een gemiddeld dagelijks volume van 570 k€ over de laatste twaalf maanden (op 30 juni 2012: 4de plaats met een gemiddeld dagelijks volume van 230 k€).
Het aandeel van Aedifica (AED) is sinds 23 oktober 2006 genoteerd op de continumarkt van NYSE Euronext Brussel. Op 7 december 2012 heeft Aedifica met succes haar tweede kapitaalverhoging in geld met voorkeurrecht voor een brutobedrag van 99,8 miljoen € afgerond. De bevak heeft aldus 2.697.777 nieuwe aandelen uitgegeven aan een inschrijvingsprijs van 37,00 € per aandeel.
Vergelijking – indexen in total return Vanaf 23 oktober 2006 (IPO) tot 28 juni 2013
Ter herinnering, op 15 oktober 2010 had Aedifica met succes een eerste kapitaalverhoging in geld met voorkeurrecht afgesloten voor een brutobedrag van 67 miljoen €. De vastgoedbevak had 2.013.334 nieuwe aandelen uitgegeven aan een inschrijvingsprijs van 33,45 € per aandeel.
Op 28 juni 2013 is Aedifica opgenomen in de Bel Re Inv Trusts (voordien Bel Real Estate genoemd) met een gewicht van 7,54 % en in de Bel Mid Index1 met een gewicht van 3,79 %.
Op basis van de beurskoers op 28 juni 2013 (47,50 €) kent het aandeel Aedifica een:
De hierboven vermelde premies houden geen rekening met de onthechting van coupon nr. 10 die op 16 november 2012 gebeurde en die in november 2013 betaald wordt.
Tussen de datum van haar beursgang (na aftrek van de coupons die de voorkeurrechten in het kader van de kapitaalverhogingen van 15 oktober 2010 en 7 december 2012 vertegenwoordigden) en 28 juni 2013 heeft de beurskoers een stijging van 27,8 % gekend, terwijl de Bel Mid Index en de EPRA Europe2 index respectievelijk met 11,2 % en 45,3 % gezakt zijn.
Op 30 augustus 2013 had het aandeel Aedifica een slotkoers van 48,25 €. Dit betekent een:
De hierboven vermelde premies houden geen rekening met de onthechting van coupon nr. 10 die op 16 november 2012 gebeurde en die in november 2013 betaald wordt.
Tussen de datum van de beursgang (na aftrek van de coupons die de voorkeurrechten in het kader van de kapitaalverhogingen van 15 oktober 2010 en 7 december 2012 vertegenwoordigden) en 30 augustus 2013 is het aandeel Aedifica met 29,8 % gestegen, tegenover een daling van 11,3 % voor de Bel Mid en 44,9 % voor de EPRA Europe.
De Bel Mid index is samengesteld uit aandelen die geen deel uitmaken van de BEL20 index, waarvan de free float marktkapitalisatie meer bedraagt dan de BEL20 index vermenigvuldigd met 50.000 € en de omloopsnelheid minstens 10% bedraagt. Bovendien mag een individueel aandeel niet meer dan 10% wegen in de totale index.
Bijkomende informatie over de EPRA indexen is terug te vinden op de website van EPRA (www.EPRA.com).
inschrijvingsprijs tijdens de kapitaalverhoging van 7 december 2012
beurskoers op 47,50 €
28 juni 2013
Zoals elke vastgoedbevak heeft Aedifica de verplichting om haar winst grotendeels uit te keren in de vorm van een dividend (zie "uit te keren resultaat" in het lexicon). Het dividend dat op het einde van het boekjaar 2012/2013 wordt voorgesteld, bedraagt 1,86 € per aandeel (2006/2007: 1,48 € per aandeel; 2007/2008: 1,71 € per aandeel; 2008/2009: 1,80 € per aandeel, 2009/2010: 1,82 € per aandeel; 2010/2011: 1,82 € per aandeel, 2011/2012: 1,86 € per aandeel) en wordt vermeld in de toelichting 38 van de geconsolideerde jaarrekening. De coupon zal 5 werkdagen na de datum van de gewone algemene vergadering worden uitbetaald. Deze is statutair vastgesteld op de vierde vrijdag van de maand oktober. Dit jaar zal de coupon met betrekking tot het boekjaar 2012/2013 uitbetaald worden vanaf 4 november 2013.
Vermits Aedifica een residentiële vastgoedbevak is, bedraagt de roerende voorheffing 15%. Er wordt verwezen naar de sectie 5 van het hoofdstuk "Permanente documenten" van dit jaarlijks financieel verslag betreffende de fiscale behandeling van het dividend, in het bijzonder voor de aandeelhouders die als natuurlijke personen in België gevestigd zijn.
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Aandeel Aedifica | ||
| Slotkoers (in €) | 47,50 | 48,50 |
| Nettoactiefwaarde per aandeel (op basis van de reële waarde) na aftrek van het dividend 2011/2012, vóór IAS 39 (in €) |
41,87 | 40,38 |
| Premie (+)/Discount (-) (op basis van de reële waarde) vóór IAS 39 impact | 13,4 % | 20,1 % |
| Nettoactiefwaarde per aandeel (op basis van de reële waarde) vóór aftrek van het dividend 2011/2012, na IAS 39 (in €) |
38,59 | 35,44 |
| Premie (+)/Discount (-) (op basis van de reële waarde) na IAS 39 impact | 23,1 % | 36,8 % |
| Beurskapitalisatie | 469.863.018 | 343.909.378 |
| Free float1 | 88,17 % | 88,17 % |
| Totaal aantal genoteerde aandelen | 9.874.985 | 7.090.915 |
| Noemer voor de berekening van de nettoactiefwaarde per aandeel | 9.902.998 | 7.175.730 |
| Gemiddeld dagelijks volume | 10.508 | 5.248 |
| Omloopsnelheid2 | 30,5 % | 19,1 % |
| Dividend per aandeel (in €)3 | 1,86 | 1,86 |
| Brutodividendrendement4 | 3,9 % | 3,8 % |
Percentage van het kapitaal van een vennootschap in het bezit van het publiek, volgens de definitie van Euronext.
Totaal volume van de gedurende het jaar verhandelde aandelen, gedeeld door het totaal aantal aandelen, volgens de definitie van Euronext.
2012/2013: dividend voorgesteld an de gewone algemene vergadering.
Bruto uitgekeerd dividend per aandeel gedeeld door de beurskoers bij sluiting.
| 30 juni 2013 | 30 juni 2012 | |
|---|---|---|
| Aantal aandelen in omloop1 | 9.902.998 | 7.175.730 |
| Totaal aantal aandelen2 | 9.903.690 | 7.177.208 |
| Aantal beursgenoteerde aandelen | 9.874.985 | 7.090.915 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen in omloop (noemer volgens IAS 33) | 8.715.370 | 7.152.918 |
| Aantal dividendrechten3 | 8.715.339 | 7.153.096 |
Na aftrek van de eigen aandelen.
Rekening houdende met het recht op een dividend pro rata temporis toegekend aan de aandelen uitgegeven tijdens het boekjaar.
2. 28.705 aandelen zullen op de beurs genoteerd worden na onthechting van de coupon in oktober 2013.
De onderstaande tabel vermeldt de aandeelhouders van Aedifica die meer dan 5 % van de aandelen bezitten (toestand op 30 juni 2013, gesteund op het aantal aandelen in handen van de betrokken aandeelhouders op 15 oktober 2010). De transparantiemeldingen alsook de controleketens zijn beschikbaar op de website van Aedifica. Tot op datum van 10 september 2013 heeft de vennootschap geen enkele transparantiemelding ontvangen met betrekking tot een toestand na 15 oktober 2010.
free float
| In % van het Kapitaal |
|
|---|---|
| Jubeal Fondation | 6,37 % |
| Wulfsdonck Investment NV (via Finasucre NV) |
5,46 % |
| Free Float | 88,17 % |
New Philip
| Gewone algemene vergadering 2013 | 25 oktober 2013 |
|---|---|
| Betaalbaarstelling van het dividend - Coupons met betrekking tot het boekjaar 2012/2013 |
|
| Datum coupononthechting ("ex-date") 30 oktober 2013 | |
| Registratiedatum ("Record date") | 1 november 2013 |
| Betaaldatum van het dividend ("Payment date") |
Vanaf 4 november 2013 |
| Tussentijdse verklaring | 12 november 2013 |
| Halfjaarlijks financieel verslag 31.12.2013 |
18 februari 2014 |
| Tussentijdse verklaring | 13 mei 2014 |
| Jaarlijks persbericht | 2 september 2014 |
| Jaarlijks financieel verslag 2013/2014 | 12 september 2014 |
| Gewone algemene vergadering 2014 | 24 oktober 2014 |
| Dividend - Coupon met betrekking tot het boekjaar 2013/2014 ("ex-date") |
29 oktober 2014 |
Financiële dienst voor de betaling van de coupons: Bank Degroof (main paying agent) of eender welke andere financiële instelling
Residentie du Plateau
5 onafhankelijk op 10 bestuurders
3 comites van de raad van bestuur
36 % genderdiversiteit van de raad van bestuur
Het hoofdstuk over de verklaring inzake corporate governance maakt deel uit van het geconsolideerde beheersverslag.
Deze verklaring inzake corporate governance past binnen het kader van de bepalingen van de Belgische corporate governance Code 2009 ("Code 2009") en van de Wet van 6 april 2010 die het Wetboek van vennootschappen aanpast.
Aedifica leeft de principes van de Code 2009, die op 12 maart 2009 gepubliceerd is, na en houdt tegelijkertijd rekening met het specifieke karakter van de vennootschap. Aedifica wenst de aanbevelingen van de bovenstaande Code op te volgen, met uitzondering van (toepassing van het principe "Comply or Explain"):
Het Koninklijk besluit van 6 juni 2010 heeft de Code 2009 bevestigd als enige toepasselijke code. De Code 2009 is consulteerbaar op de website van het Belgisch Staatsblad, alsook op www.corporategovernance committee.be.
Het Corporate Governance Charter werd opgesteld door de raad van bestuur van Aedifica. Doel ervan is volledige informatie te verschaffen over de principes van deugdelijk bestuur die in de vennootschap van toepassing zijn. Het Charter is integraal beschikbaar op de website van Aedifica (www.aedifica.be). Het Charter werd het laatst op 30 maart 2012 aangepast.
Deze sectie heeft tot doel om de voornaamste kenmerken van de systemen van de vennootschap op het gebied van interne controle- en risicobeheer te beschrijven.
De raad van bestuur van Aedifica is verantwoordelijk voor de evaluatie van de risico's eigen aan de vennootschap en voor de opvolging van de doeltreffendheid van de interne controle.
Het uitvoerend management van Aedifica is op zijn beurt verantwoordelijk voor het opzetten van een systeem van risicobeheer en voor een doeltreffende omgeving voor interne controle.
"Aedifica leeft de principes van de Code 2009, die op 12 maart 2009 gepubliceerd is, na en houdt tegelijkertijd rekening met het specifieke karakter van de vennootschap."
Jean-Louis Duplat, Voorzitter van de raad van bestuur
In deze materies bestaat het Belgisch wettelijk kader uit:
Dit kader wordt vervolledigd door:
Aedifica heeft zelf een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en niet regeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.
De COSO-methode draait rond vijf componenten:
De voornaamste elementen van de component "omgeving voor interne controle" bestaan uit:
vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, zijn de CEO en de CFO zowel verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer van de vennootschap als voor de gezamenlijke vertegenwoordiging van de vennootschap in het kader van dit beheer. Ze brengen verslag uit over hun beheer aan de raad van bestuur. Het uitvoerend management is verantwoordelijk voor het nemen en de doeltreffendheid van de maatregelen inzake interne controle en risicobeheer.
Er gebeurt een halfjaarlijkse evaluatie door de raad van bestuur van de voornaamste risico's, die aanleiding geeft tot een publicatie in de halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslagen. Buiten deze halfjaarlijkse risicoevaluatie door de raad van bestuur, worden de risico's op punctuele wijze gevolgd. Deze risico-analyse geeft aanleiding tot maatregelen om eventuele geïdentificeerde zwakke plekken te verhelpen
Voor een detail van de risico's, zie sectie «Risicofactoren » van dit jaarlijks financieel verslag.
Het systeem van beheersinformatie dat opgezet is door de bevak maakt het mogelijk om op regelmatige tijdstippen, betrouwbare en volledige informatie te leveren.
De communicatie is aangepast aan de grootte van de vennootschap. Deze is voornamelijk gebaseerd op algemene personeelscommunicatie, werkvergaderingen en e-mail-verkeer.
De bestendigheid van de informatica/IT wordt uitbesteed aan een partner op basis van een "service level agreement" (SLA).
De huurovereenkomsten worden geregistreerd, de belangrijkste contracten, documenten en de akten worden op gepaste wijze, buiten de lokalen van Aedifica, bewaard.
Om de effectieve toepassing van de vorige elementen te verzekeren, heeft Aedifica sinds het boekjaar 2010/2011 een vorm van interne audit opgezet die de voornaamste processen dekt binnen een cyclus van 3 jaar. Deze audit is aan externe specialisten toegewezen.
De aandeelhoudersstructuur zoals blijkt uit de ontvangen transparantiemeldingen wordt in de sectie "Aedifica op de beurs" van dit jaarlijks financieel verslag weergegeven.
De bestuurders worden benoemd voor een maximale duur van drie jaar door de algemene vergadering van aandeelhouders, die hen steeds kan afzetten. Ze zijn herbenoembaar.
Tijdens de gewone algemene vergadering van 26 oktober 2012 werden de volgende bestuurs-mandaten vernieuwd tot de gewone algemene vergadering in 2015:
Op 30 juni 2013 werd Aedifica bestuurd door een raad van bestuur met 10 leden, waarvan 4 onafhankelijke, in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en van Bijlage A van de Code 2009. De lijst van bestuurders bevindt zich hieronder. In overstemming met de beslissing van de gewone algemene vergadering van 24 juni 2013 telt de raad van bestuur vanaf 1 juli 2013 11 leden, waarvan 5 onafhankelijke.
Daarnaast is de genderdiversiteit zoals vereist door de Wet van 28 juli 2011 (tot wijziging van de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, het Wetboek van Vennootschappen en de Wet van 19 april 2002 met betrekking tot de stroomlijning van de werking en het beheer van de Nationale Loterij om de aanwezigheid van vrouwen in de raad van bestuur van de autonome overheidsbedrijven, beursgenoteerde bedrijven en de Nationale Loterij te garanderen) al verzekerd door de huidige configuratie van de raad van bestuur met 4 vrouwen en 7 mannen, hetzij een verhouding van 36 % die hoger is dan de drempel van een derde, die is vastgelegd door de Wet vanaf het boekjaar dat op 1 juli 2017 begint.
Belg - 21.10.1965
Jean-Louis Duplat
Louizalaan 331-333 - 1050 Brussel
Stefaan Gielens
Jean Kotarakos
Belg en Israëli - 13.01.1949
Clé des Champs 30 - 1380 Lasne
Galila Barzilaï Hollander
Jean Franken
Brigitte Gouder de Beauregard
Jacques Blanpain
R.P.R. 0478.945.121
42a Paleizenstraat - 1030 Brussel
Herrmann-Debrouxlaan 40-42 – 1160 Brussel
Begin van het 1ste mandaat: 12 oktober 2010
Pierre Iserbyt
Olivier Lippens
Sophie Maes
Adeline Simont
INSUMAT NV vertegenwoordigd door Mevrouw Sophie Maes Onafhankelijk bestuurder
RPR 0437.119.216 Moutstraat 9- 9000 Gent
Oude Dieweg 36 – 1180 Brussel
De hernieuwing van het mandaat van de Heer Jean Kotarakos en de Heer Olivier Lippens zal voorgesteld worden aan de gewone algemene vergadering van 25 oktober 2013. In geval van benoeming door de algemene vergadering en goedkeuring door de FSMA zullen ze tot in oktober 2016 in de raad van bestuur zetelen.
Tijdens het boekjaar 2012/2013 heeft de raad van bestuur 11 keer vergaderd om voornamelijk de volgende punten te bespreken:
De raad van bestuur heeft in zijn schoot drie gespecialiseerde comités opgericht: het auditcomité, het benoemings- en bezoldigingscomité en het investeringscomité, die de raad moeten bijstaan en adviseren in hun specifieke domeinen. Deze comités hebben geen beslissingsbevoegdheid maar vormen een adviesorgaan en rapporteren aan de raad van bestuur, die vervolgens de beslissingen neemt.
Aedifica is wettelijk niet verplicht een auditcomité1 op te richten: de wettelijke aan het auditcomité opgedragen taken kunnen ook uitgeoefend worden door de raad van bestuur als geheel. De raad van bestuur van Aedifica heeft evenwel in het verleden reeds beslist om binnen haar schoot een auditcomité op te richten.
Ter herinnering, de raad van bestuur heeft op 15 november 2010 de Heer Olivier Lippens als lid van het auditcomité benoemd. Het auditcomité is sedertdien uit 4 bestuurders, waarvan twee onafhankelijke bestuurders, samengesteld. De corporate governance code 2009 beveelt aan dat een meerderheid van de leden van het auditcomité uit onafhankelijke bestuurders bestaat. De benoeming van de Heer Lippens biedt nochtans een voordeel voor het auditcomité en de vennootschap. Gelet op zijn opleiding en zijn professionele ervaring beschikt de Heer Lippens over de noodzakelijke bekwaamheid, in het bijzonder inzake boekhouding, audit en financiën. Daarenboven is de voorzitter van het auditcomité een onafhankelijk bestuurder en is bij staking van stemmen de stem van de voorzitter doorslaggevend. Bijgevolg berust de meerderheid van de stemmen bij de onafhankelijke bestuurders. Tenslotte kan worden opgemerkt dat het auditcomité de raad van bestuur bijstaat in de uitoefening van zijn controletaken in de ruimste betekenis. De beslissingsmacht blijft evenwel bij de raad van bestuur.
De huidige samenstelling van het auditcomité van Aedifica en de haar toevertrouwde taken voldoen aan de voorwaarden opgelegd door de wet van 17 december 2008 inzonderheid tot oprichting van een auditcomité in genoteerde vennootschappen en de financiële ondernemingen. Alle leden van het auditcomité beschikken over de door deze wet vereiste deskundigheid. De onafhankelijke bestuurders van Aedifica voldoen aan de criteria vervat in artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en aan bijlage A van de Code 2009.
Het auditcomité bestaat uit 4 bestuurders waarvan 2 onafhankelijke bestuurders, met name:
Gedurende het boekjaar 2012/2013 is het comité 4 maal samengekomen. De commissaris van de bevak werd tijdens het boekjaar 2 maal gehoord door het auditcomité.
In het kader van haar opdracht om toe te zien op de juistheid en de waarachtigheid van de rapportering van de jaarlijkse en halfjaarlijkse rekeningen van Aedifica, op de kwaliteit van de interne en externe controle en op de informatie die aan de aandeelhouders en aan de markt wordt verstrekt, werden de volgende punten aangekaart:
1. De wet voorziet in een uitzondering voor de ondernemingen die, op geconsolideerde basis, ten minste aan twee van de drie volgende criteria voldoen: (i) gemiddeld personeel van minder dan 250 personen; (ii) totaal van de balans lager dan of gelijk aan 43 miljoen €; (iii) netto omzet lager dan of gelijk aan 50 miljoen €.
Aedifica is wettelijk niet verplicht een benoemings- en bezoldigingscomité op te richten: de wettelijke aan het benoemings- en bezoldigingscomité opgedragen taken kunnen ook uitgeoefend worden door de raad van bestuur als geheel. De raad van bestuur van Aedifica heeft evenwel in het verleden reeds beslist om binnen haar schoot een benoemings- en bezoldigingscomité op te richten. De huidige samenstelling van het benoemings- en bezoldigingscomité van Aedifica en de haar toevertrouwde taken voldoen aan de voorwaarden opgelegd door de Wet van 6 april 2010 dat artikel 526quater in het Wetboek van Vennootschappen invoegt. Het benoemings- en bezoldigingscomité bestaat voor de meerderheid uit onafhankelijke bestuurders, in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, en beschikt over de vereiste expertise op het vlak van bezoldigingsbeleid.
Het benoemings- en bezoldigingscomité bestaat uit 3 bestuurders, namelijk:
Gedurende het boekjaar 2012/2013 heeft het comité 2 maal vergaderd om de volgende punten te bespreken:
evaluatie van het uitvoerend management en van de variabele vergoeding voor het boekjaar afgesloten op 30 juni 2012;
voorbereiding van het remuneratieverslag op 30 juni 2012;
Het investeringscomité bestaat uit het uitvoerend management en 5 andere bestuurders waarvan 3 onafhankelijke bestuurders en 2 bestuurders die de aandeelhouders vertegenwoordigen, namelijk:
Tijdens het boekjaar 2012/2013 heeft het comité 7 maal vergaderd om de investeringsopportuniteiten te evalueren: er werden 48 dossiers geanalyseerd door het comité. Bovendien hebben de leden van het comité regelmatig op informele wijze (elektronisch of telefonisch) overleg gepleegd telkens als een formele vergadering niet nodig was.
| Naam | Raad van Bestuur |
Auditcomité | Benoemings- en bezoldigings comité |
Investerings comité |
Bezoldiging van het mandaat (€) |
Zitpenningen (€) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Jean-Louis Duplat | 9/11 | 4/4 | - | - | 13.600 | 10.850 |
| Stefaan Gielens | 11/11 | - | - | 7/7 | - | - |
| Adeline Simont | 10/11 | 3/4 | 2/2 | - | 11.330 | 12.500 |
| Serdiser Comm. VA verte genwoordigd door Pierre Iserbyt |
9/11 | - | 2/2 | 7/7 | 11.330 | 14.850 |
| Re-Invest vertegenwoordigd door Brigitte Gouder de Beauregard |
9/11 | 4/4 | 2/2 | 7/7 | 11.330 | 18.050 |
| Services et Promotion de Lasne vertegenwoordigd door Jacques Blanpain |
5/11 | - | - | 5/7 | 11.330 | 8.250 |
| Galila Barzilaï Hollander | 8/11 | - | - | - | 11.330 | 6.800 |
| Jean Kotarakos | 11/11 | - | - | 7/7 | - | - |
| Insumat NV vertegenwoordigd door Sophie Maes |
10/11 | - | - | 7/7 | 11.330 | 14.100 |
| Olivier Lippens | 10/11 | 4/4 | 2/2 | 11.330 | 13.300 | |
| Totaal | - | - | - | - | 92.910 | 98.700 |
De raad van bestuur heeft niet gekozen voor de oprichting van een directiecomité in de zin van het Wetboek van Vennootschappen. Op 30 juni 2013 bestaat het uitvoerend management uit de Heer Stefaan Gielens, CEO, en de Heer Jean Kotarakos, CFO.
In overeenstemming met het artikel 39 van de Wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, zijn de CEO en de CFO zowel verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer van de vennootschap als voor de gezamenlijke vertegenwoordiging van de vennootschap in het kader van dit beheer. Ze brengen verslag uit over hun beheer aan de raad van bestuur.
Zie sectie 8 van het remuneratieverslag hierna.
De bestuurders, de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur en de lasthebbers van de vennootschap kunnen niet optreden als tegenpartij in verrichtingen met de vennootschap of met een vennootschap die zij controleert, noch enig voordeel halen uit verrichtingen met voormelde vennootschappen, behalve wanneer de verrichting gedaan wordt in het belang van de vennootschap, binnen het geplande beleggingsbeleid en overeenkomstig normale marktvoorwaarden. In voorkomend geval dient de vennootschap de FSMA hier vooraf over in te lichten.
De verrichtingen vermeld in de eerste alinea, alsook de gegevens vermeld in de voorafgaande kennisgeving worden onmiddellijk openbaar gemaakt en worden in het jaarlijks financieel verslag en, in voorkomend geval, in het halfjaarlijks financieel verslag toegelicht.
De voorafgaande kennisgeving geldt niet voor de verrichtingen voorzien in artikel 19 van het Koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks. De artikelen 523 en 524 van het Wetboek van Vennootschappen blijven onverkort van toepassing, net zoals artikel 18 van het vermelde Koninklijk besluit.
Geen enkel belangenconflict met betrekking tot een vastgoedtransactie heeft zich tijdens het boekjaar 2012/2013 voorgedaan. Het enige geval van belangenconflict betrof de remuneratie van het uitvoerend management, zoals beschreven in sectie 12 van het geconsolideerde beheersverslag.
In overeenstemming met bijlage B van de Belgische Corporate Governance Code oefent de Heer Jean Kotarakos, CFO, ook de functie uit van compliance officer. Deze heeft onder meer als opdracht om te waken over de naleving van de gedragsregels en de verklaringen met betrekking tot transacties op aandelen van de vennootschap, verricht voor eigen rekening door bestuurders en andere personen die door de laatstgenoemden worden aangesteld, om het risico op misbruik van voorkennis te beperken.
De compliance officer stelt de lijst op van personen die over informatie beschikken waarvan zij weten of zouden moeten weten dat het bevoorrechte informatie is en werkt deze lijst bij. Hij zorgt ervoor dat de betrokken personen op de hoogte worden gebracht van hun vermelding op deze lijst.
Bovendien waakt hij over het vaststellen door de raad van bestuur van de zogenaamde "gesloten periodes" waarbinnen transacties op financiële instrumenten of financiële derivaten van Aedifica verboden zijn voor de bestuurders van Aedifica en voor alle personen die op de hoger vermelde lijst staan, alsook voor alle personen waarmee zij nauw verbonden zijn. De gesloten periodes zijn de volgende:
Bestuurders die de intentie hebben om transacties uit te voeren die betrekking hebben op financiële instrumenten of financiële derivaten van Aedifica moeten de compliance officer minstens 48 uur voor de uitvoering van de transacties schriftelijk (fax, e-mail) op de hoogte brengen. De compliance officer die de intentie heeft om transacties uit te voeren die betrekking hebben op financiële instrumenten of financiële derivaten van Aedifica moet de voorzitter van de raad van bestuur minstens 48 uur voor de uitvoering van de transacties schriftelijk (fax, e-mail) op de hoogte brengen. De bestuurders moeten de uitvoering van de transacties binnen de vijf werkdagen bevestigen.
De bestuurders moeten de transacties op aandelen van de vennootschap die zij voor eigen rekening uitvoeren, melden bij de FSMA. Aan de hiervoor bedoelde meldingsplicht moet uiterlijk 5 werkdagen na het uitvoeren van de transacties worden voldaan.
De raad van bestuur evalueert regelmatig (en tenminste om de twee tot drie jaar) onder leiding van zijn voorzitter zijn omvang, zijn samenstelling, zijn prestaties en die van zijn comités, alsook zijn interactie met het uitvoerend management.
Dit evaluatieproces streeft vier doelstellingen na:
De raad van bestuur wordt hierin bijgestaan door het benoemings- en bezoldigingscomité en eventueel ook door externe deskundigen.
De niet-uitvoerende bestuurders gaan regelmatig over tot een evaluatie van hun interactie met het uitvoerend management. Daartoe komen zij minstens éénmaal per jaar samen in afwezigheid van de CEO en de andere uitvoerende bestuurders.
De bijdrage van elke bestuurder wordt periodiek geëvalueerd, zodat, in geval van wijzigende omstandigheden, de samenstelling van de raad van bestuur zou kunnen aangepast worden. In geval van een herbenoeming vindt er een evaluatie plaats van de bijdrage van de bestuurder op basis van een vooraf bepaalde en transparante procedure.
De raad van bestuur zorgt ervoor dat kan voorzien worden in de opvolging van de bestuurders. Hij zorgt ervoor dat alle benoemingen en herbenoemingen, zowel van uitvoerende als niet-uitvoerende bestuurders, toelaten om het evenwicht van bekwaamheden en ervaring binnen de raad van bestuur in stand te houden.
De algemene vergadering heeft op 26 oktober 2012 de toekenning aan het uitvoerend management van een recht op het verwerven van aandelen van de vennootschap goedgekeurd. Dit past binnen het kader van het "long term incentive plan" dat aangekondigd werd in het jaarlijks financieel verslag 2008/2009 voor de volgende boekjaren. De CEO en de CFO hebben aldus een bijkomende brutobezoldiging van 30.000 € ontvangen. Na aftrek van de bedrijfsvoorheffing hebben zij elk aldus 393 aandelen Aedifica kunnen verwerven aan een eenheidsprijs gelijk aan de laatst gekende slotkoers op de beurs, vermenigvuldigd met een factor van 100/120e in overeenstemming met commentaar 36/16 van het Wetboek van inkomensbelastingen, zijnde 35,47 € per aandeel of nog voor een totaal bedrag van 13.939,71 €. De CEO en de CFO hebben zich onherroepelijk verbonden deze aandelen gedurende een periode van 2 jaar niet te vervreemden. Deze door Aedifica verkochte aandelen waren voorheen eigen aandelen van de vennootschap.
Voor het volgend boekjaar zal opnieuw aan de algemene vergadering voorgesteld worden om de toekenning van het recht om definitief aandelen te verwerven voor een individueel bruto bedrag van 30.000 € in het kader van het «long term incentive plan » aan het uitvoerend management goed te keuren, in overeenstemming met het principe 7.13 van de Code 2009 en met artikel 14 van de Wet van 6 april 2010.
Dit remuneratieverslag past binnen het kader van de bepalingen van de Code 2009, en die van de Wet van 6 april 2010, die voor Aedifica vanaf het begin van het boekjaar 2010/2011 van toepassing zijn.
Tijdens het boekjaar 2012/2013 werd het bezoldigingsbeleid van de niet-uitvoerende bestuurders en van de uitvoerende managers uitgewerkt op basis van volgende uitgangspunten:
Het bezoldigingsniveau van de niet-uitvoerende bestuurders en van de uitvoerende managers is op de volgende manier vastgelegd:
Niet-uitvoerende bestuurders: In overstemming met de beslissingen van de gewone algemene vergadering van 11 oktober 2011 werd de bezoldiging van de niet-uitvoerende leden van de raad van bestuur als volgt toegepast: een vast jaarlijks bedrag van 13.600 € excl. BTW voor de voorzitter en van 11.330 € excl. BTW voor de andere niet-uitvoerende bestuurders, en een zitpenning van 850 € Wielant
excl. BTW voor elke vergadering van de raad van bestuur en van 800 € excl. BTW voor elke vergadering van het auditcomité, van het benoemingsen bezoldigingscomité, of het investeringscomité. Deze bezoldigingsniveaus werden door de algemene vergadering goedgekeurd. Voor het boekjaar 2012/2013 zullen de leden van de raad van bestuur een totaal bedrag van 191.610 € ontvangen.
Uitvoerend management: het bezoldigingsniveau van het uitvoerend management werd vastgesteld op basis van de managementcontracten die in 2006 en 2007 met de CEO en de CFO gesloten zijn, met inbegrip van de wijzigingen vastgelegd op 3 september 2012, en op basis van de toekenningscriteria in sectie 12 van het geconsolideerde beheersverslag met betrekking tot de variabele vergoeding. Deze bezoldigingen hebben tijdens het boekjaar 2009 en eind 2011 het voorwerp uitgemaakt van een nazicht door gespecialiseerde consultants.
| Stefaan Gielens - CEO |
Jean Kotarakos - CFO |
Totaal | |
|---|---|---|---|
| Vaste vergoeding (managementovereenkomst) |
324.214 | 228.412 | 552.626 |
| Vaste vergoeding ("long term incentive plan") |
30.000 | 30.000 | 60.000 |
| Variabele vergoeding | 137.000 | 99.000 | 236.000 |
| Pensioenplan | 46.445 | 29.644 | 76.089 |
| Verzekeringspremie | 5.285 | 4.532 | 9.817 |
| Voordelen in natura | 6.053 | 6.030 | 12.083 |
| Totaal | 548.997 | 397.618 | 946.615 |
De bezoldiging van de leden van het uitvoerend management omvat de volgende elementen: een basisvergoeding (een vaste vergoeding, overeenkomstig de managementcontracten en het "long term incentive plan"), een variabele vergoeding (waarvoor geen enkel verhaalrecht ten gunste van de vennootschap voorzien is), een pensioenplan (groepsverzekering met bepaalde bijdragen en bijkomende dekkingen) en de andere componenten van de bezoldiging (premie voor een hospitalisatieverzekering en arbeidsongevallendekking, voordelen in natura verbonden aan het gebruik van een bedrijfsvoertuig). De betrokken bedragen zijn in de tabel hiernaast voorgesteld.
De leden van het uitvoerend management ontvangen voor hun bestuurdersmandaten binnen Aedifica en haar dochtervennootschappen geen vergoeding.
De bruto variabele vergoeding voor de leden van het uitvoerend management wordt als volgt bepaald:
oenplan. De variabele vergoeding wordt slechts toegekend indien het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 per aandeel, zoals voorzien in het budget, voor minstens 88% gerealiseerd wordt. Het bedrag zal in functie van kwantitatieve en kwalitatieve criteria door de raad van bestuur beoordeeld en vasgesteld worden. Deze criteria worden naargelang van hun belang gewogen. De criteria die zijn weerhouden voor de toekenning van een variabele vergoeding zijn de volgende: het resultaat voor IAS 39 en IAS 40 per aandeel (25%), de groei van de vastgoedportefeuille (25%), de huurinkomsten (10%), de exploitatiemarge (operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille gedeeld door het nettohuurresultaat) (10%), de bezettingsgraad (10%) en het management van het team (20%).
Voor het boekjaar 2014/2015 zal de variabele bezoldiging maximaal 50% van de jaarlijkse brutovergoeding, zonder de voordelen van alle aard en het pensioenplan, bedragen. De toekenningscriteria zullen later vastgelegd worden.
Het benoemings- en bezoldigingscomité heeft een "long term incentive plan" uitgewerkt voor het uitvoerend management waarvan de details in sectie 7 hierboven uitgelegd zijn.
Ter informatie, de ratio tussen de totale bezoldiging 2012/2013 van de CEO en de gemidelde bezoldiging van de werknemers van de vastgoedbevak is 9.
Daarnaast biedt het bedrijf een bedrijfswagen aan het uitvoerend management sinds hun aantreden. De jaarlijkse kost in 2012/2013 voor de onderneming bedroeg (huur en brandstof) 19.000 € exclusief BTW voor de CEO en 14.000 € exclusief BTW voor de CFO. Het bedrijf vergoedt hen de zakelijke kosten voor de uitoefening van hun functie en een forfaitaire terugbetaling van representatiekosten vanaf 1 juli 2008 voor een bedrag van 300 € per maand. Ze beschikken ook over een laptop en een mobiele telefoon.
Gedurende het boekjaar 2013/2014 zal de vaste vergoeding van het uitvoerend management geïndexeerd worden, zoals voorzien in de managementovereenkomsten, en zal de vaste vergoeding met een jaarlijks brutobedrag van 20.156,50 € voor elk lid van het uitvoerend management verhoogd worden.
De managementcontracten met de CEO en de CFO nemen een einde:
betekening van de ontbinding van deze overeenkomst per aangetekend schrijven;
Daarenboven voorzien deze overeenkomsten specifieke vertrekvoorwaarden in geval van een wijziging van de controle van de vennootschap. Dit wordt in sectie 15.10 van het geconsolideerde beheersverslag besproken.
Er is slechts één geval mogelijk waarbij een vertrekpremie van meer dan 12 maand aan een lid van het uitvoerend management zal moeten betaald worden, met name in geval van opzegging van de overeenkomst van de CEO in het kader van een controlewijziging van Aedifica. In dat geval heeft de CEO recht op een vertrekpremie van 18 maanden. Het benoemings- en bezoldigingscomité wijst erop dat deze vertrekpremie overeengekomen is in het managementcontract dat in 2006 met de CEO is afgesloten en dat deze conform is met de marktpraktijken. Conform artikel 9 van de Wet van 6 april 2010 is derhalve de goedkeuring van deze vertrekpremie door de algemene vergadering niet vereist.
De raad van bestuur wil het huidige bezoldigingsbeleid van haar niet-uitvoerende leden bestendigen, zoals beschreven in punt 8.1 hierboven.
maatschappelijke zetel bekomen worden.
Seniorerie de Maretak
| 1. Geconsolideerde jaarrekening 2012/2013 | 109 | |
|---|---|---|
| 1.1 Geconsolideerde resultatenrekening | 109 | |
| 1.2 Overzicht van de gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
110 | |
| 1.3 Geconsolideerde balans | 110 | |
| 1.4 Geconsolideerd kasstroomoverzicht | 112 | |
| vermogen | 1.5 Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen | 113 |
| 1.6 Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening | 115 | |
| Toelichting 1 : Toelichting 2 : Toelichting 3 : Toelichting 4 : |
algemene informatie grondslagen voor financiële verslaggeving 115 operationele segmenten huurinkomsten |
115 121 124 |
| Toelichting 5 : Toelichting 6 : Toelichting 7 : |
met verhuur verbonden kosten recuperatie van vastgoedkosten recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op |
124 124 |
| Toelichting 8 : | verhuurde gebouwen kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van |
124 |
| Toelichting 9 : | de huur huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
125 125 |
| Toelichting 10 : | andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven |
125 |
| Toelichting 11 : Toelichting 12 : Toelichting 13 : |
technische kosten commerciële kosten kosten en taksen van niet verhuurde |
125 125 |
| Toelichting 14 : Toelichting 15 : |
goederen beheerkosten vastgoed andere vastgoedkosten |
125 126 126 |
| Toelichting 16 : Toelichting 17 : |
algemene kosten van de vennootschap andere operationele opbrengsten en |
126 |
| Toelichting 18 : Toelichting 19 : |
kosten resultaat verkoop vastgoedbeleggingen resultaat verkoop andere niet-financiële |
126 126 |
| activa Toelichting 20 : |
variaties in de reële waarde van | 126 |
| Toelichting 21 : Toelichting 22 : Toelichting 23 : Toelichting 24 : Toelichting 25 : |
vastgoedbeleggingen financiële opbrengsten netto-interestkosten andere financiële kosten vennootschapsbelasting exit tax |
127 127 127 127 128 128 |
| Toelichting 26 : | resultaat per aandeel | 128 |
| Toelichting 27 : | goodwill | 129 |
|---|---|---|
| Toelichting 28 : | immateriële vaste activa | 129 |
| Toelichting 29 : | vastgoedbeleggingen | 130 |
| Toelichting 30 : | projectontwikkelingen | 130 |
| Toelichting 31 : | andere materiële vaste activa | 131 |
| Toelichting 32 : | financiële vaste activa en andere | |
| financiële verplichtingen | 131 | |
| Toelichting 33 : | indekkingsinstrumenten | 131 |
| Toelichting 34 : | handelsvorderingen | 134 |
| Toelichting 35 : | belastingsvorderingen en andere | |
| vlottende activa | 134 | |
| Toelichting 36 : | kas en kasequivalenten | 134 |
| Toelichting 37 : | overlopende rekeningen | 135 |
| Toelichting 38 : | eigen vermogen | 135 |
| Toelichting 39 : | voorzieningen | 136 |
| Toelichting 40 : | financiële schulden | 136 |
| Toelichting 41 : | handelsschulden en andere kortlopende | |
| schulden | 137 | |
| Toelichting 42 : | overlopende rekeningen | 138 |
| Toelichting 43 : | personeelskosten | 138 |
| Toelichting 44 : | financieel risicobeheer | 138 |
| Toelichting 45 : | voorwaardelijke elementen en | |
| verplichtingen | 141 | |
| Toelichting 46 : | verwervingen en verkopen van | |
| vastgoedbeleggingen | 144 | |
| Toelichting 47 : | variaties in de reële waarde van | |
| vastgoedbeleggingen | 144 | |
| Toelichting 48 : | relaties met verbonden partijen | 144 |
| Toelichting 49 : | gebeurtenissen na balansdatum | 144 |
| Toelichting 50 : | gecorrigeerd resultaat vastgelegd door | |
| het KB van 7 december 2010 | 145 | |
| Toelichting 51 : | lijst van dochterondernemingen, | |
| geassocieerde ondernemingen en joint | ||
| ventures | 146 | |
| Toelichting 52 : | naleving van verplichtingen van het | |
| bevakstatuut | 146 | |
| Toelichting 53 : | vergoeding van de commissaris | 146 |
| 1.7 Verslag van de commissaris | 147 | |
| 2. Verkorte statutaire jaarrekening 2012/2013 | 148 | |
| Verkorte statutaire resultatenrekening | 148 | |
| Verkort statutair overzicht van geraliseerde en | ||
| niet gerealiseerde resultaten | 149 | |
| Verkorte statutaire balans | 149 | |
| Verkorte statutaire resultaatverwerking | 151 |
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | Toelichtingen | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|---|
| I. | Huurinkomsten | 4 | 36.230 | 34.340 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | 5 | -147 | -51 |
| Nettohuurresultaat | 36.083 | 34.289 | ||
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 6 | 40 | 23 |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
7 | 1.151 | 839 |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur |
8 | 0 | 0 |
| VII. | Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
9 | -1.151 | -839 |
| VIII. | Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | 10 | -1.565 | -1.677 |
| Vastgoedresultaat | 34.558 | 32.635 | ||
| IX. | Technische kosten | 11 | -942 | -831 |
| X. | Commerciële kosten | 12 | -486 | -548 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | 13 | -126 | -112 |
| XII. | Beheerkosten vastgoed | 14 | -684 | -602 |
| XIII. | Andere vastgoedkosten | 15 | -1.078 | -1.047 |
| Vastgoedkosten | -3.316 | -3.140 | ||
| Operationeel vastgoedresultaat | 31.242 | 29.495 | ||
| XIV. | Algemene kosten van de vennootschap | 16 | -3.855 | -3.415 |
| XV. | Andere operationele opbrengsten en kosten | 17 | 147 | 90 |
| Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille | 27.534 | 26.170 | ||
| XVI. | Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 18 | 54 | 54 |
| XVII. | Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 19 | 0 | 0 |
| XVIII. | Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 20 | 9.013 | 9.423 |
| Operationeel resultaat | 36.601 | 35.647 | ||
| XX. | Financiële opbrengsten | 21 | 326 | 555 |
| XXI. | Netto-interestkosten | 22 | -9.953 | -10.737 |
| XXII. | Andere financiële kosten | 23 | -833 | -614 |
| XXIII. | Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 47 | 1.600 | -9.459 |
| Financieel resultaat | -8.860 | -20.255 | ||
| XXIV. | Aandeel in het resultaat van geassocieerde vennootschappen en joint ventures | 0 | 0 | |
| Resultaat voor belastingen | 27.741 | 15.392 | ||
| XXV. | Vennootschapsbelasting | 24 | -70 | -54 |
| XXVI. | Exit taks | 25 | 0 | 0 |
| Belastingen | -70 | -54 | ||
| Nettoresultaat | 27.671 | 15.338 | ||
| Toerekenbaar aan: | ||||
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | ||
| Aandeelhouders van de groep | 27.671 | 15.338 | ||
| Gewoon resultaat per aandeel (€) | 26 | 3,17 | 2,14 | |
| Verwaterd resultaat per aandeel (€) | 26 | 3,17 | 2,14 |
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| I. Nettoresultaat |
27.671 | 15.338 |
| II. Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
||
| A. Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-418 | -938 |
| B. Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten in een kasstroomdekking zoals gedefinieerd in IRFS |
1.344 | -13.060 |
| H. Andere elementen van het globaal resultaat*, na belasting |
1.593 | 651 |
| Gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten | 30.190 | 1.991 |
| Toerekenbaar aan: | ||
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| Aandeelhouders van de groep | 30.190 | 1.991 |
* Verschil tussen investeringswaarde bepaald door de vastgoeddeskundige en conventionele waarde vastgesteld tussen partijen, na aftrek van de bijkomende kosten verbonden aan de acquisities.
| ACTIVA | Toelichtingen | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|---|
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | ||||
| I. | Vaste activa | |||
| A. | Goodwill | 27 | 1.856 | 1.856 |
| B. | Immateriële vaste activa | 28 | 21 | 20 |
| C. | Vastgoedbeleggingen | 29 | 642.844 | 592.717 |
| D. | Andere materiële vaste activa | 31 | 1.849 | 2.078 |
| E. | Financiële vaste activa | 32 | 968 | 525 |
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | |
| G. | Handelsvorderingen en andere vaste activa | 0 | 0 | |
| H. | Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 | |
| I. | Deelnemingen in geassocieerde vennootschappen en joint ventures | 0 | 0 | |
| Totaal vaste activa | 647.538 | 597.196 | ||
| II. | Vlottende activa | |||
| A. | Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 | |
| B. | Financiële vlottende activa | 0 | 0 | |
| C. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 | |
| D. | Handelsvorderingen | 34 | 2.514 | 2.890 |
| E. | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 35 | 893 | 6.423 |
| F. | Kas en kasequivalenten | 36 | 725 | 2.041 |
| G. | Overlopende rekeningen | 37 | 527 | 542 |
| Totaal vlottende activa | 4.659 | 11.896 | ||
| TOTAAL ACTIVA | 652.197 | 609.092 |
| Toelichtingen EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN |
2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | |||
| 38 EIGEN VERMOGEN |
|||
| I. | Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap | ||
| A. | Kapitaal | 248.072 | 180.873 |
| B. | Uitgiftepremies | 64.730 | 34.261 |
| C. | Reserves | 41.686 | 37.104 |
| a. Wettelijke reserve | 0 | 0 | |
| b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed | 82.798 | 71.727 | |
| c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-13.848 | -13.430 | |
| d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-16.637 | -17.906 | |
| e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-17.467 | -8.082 | |
| h. Reserve voor eigen aandelen | -84 | -114 | |
| m. Andere reserves | 0 | 0 | |
| n. Overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 6.924 | 4.909 | |
| D. | Nettoresultaat van het boekjaar | 27.671 | 15.338 |
| Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap | 382.159 | 267.576 | |
| II. | Minderheidsbelangen | 0 | 0 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 382.159 | 267.576 | |
| VERPLICHTINGEN | |||
| I. | Langlopende verplichtingen | ||
| A. | Voorzieningen 39 |
0 | 0 |
| B. | Langlopende financiële schulden | ||
| a. Kredietinstellingen 40 |
171.484 | 235.834 | |
| C. | Andere langlopende financiële verplichtingen 32 |
32.373 | 35.038 |
| D. | Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 |
| E. | Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 |
| F. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 203.857 | 270.872 | |
| II. | Kortlopende verplichtingen | ||
| A. | Voorzieningen 39 |
0 | 0 |
| B. | Kortlopende financiële schulden | ||
| a. Kredietinstellingen 40 |
55.721 | 60.209 | |
| C. | Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 |
| D. | Handelsschulden en andere kortlopende schulden | ||
| a. Exit taks 41 |
137 | 130 | |
| b. Andere 41 |
7.479 | 7.748 | |
| E. | Andere kortlopende verplichtingen | 0 | 0 |
| F. | Overlopende rekeningen 42 |
2.844 | 2.557 |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 66.181 | 70.644 | |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 270.038 | 341.516 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 652.197 | 609.092 |
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | Toelichtingen | 2013 | 2012 |
|---|---|---|---|
| KASSTROOM UIT DE BEDRIJFSACTIVITEITEN | |||
| Nettoresultaat | 27.671 | 15.338 | |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | |
| Belastingen | 24 | 70 | 54 |
| Afschrijvingen | 553 | 484 | |
| Waardeverminderingen | 5 | 126 | 35 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen en van projectontwikkelingen (+/-) | 20 | -9.013 | -9.423 |
| Gerealiseerde nettomeerwaarden | 18 | -54 | -54 |
| Financieel resultaat | 8.860 | 20.255 | |
| Variaties in handelsvorderingen (+/-) | 250 | -1.133 | |
| Variaties in belastingvorderingen en andere vlottende activa (+/-) | 2.665 | -2.568 | |
| Variaties in overlopende rekeningen (activa) (+/-) | 15 | -19 | |
| Variaties in handelsschulden en andere kortlopende schulden (behalve exit taks) (+/-) | -285 | 1.444 | |
| Variaties in overlopende rekeningen (passiva) (+/-) | 288 | 47 | |
| Kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten | 31.146 | 24.460 | |
| Betaalde belastingen | -54 | -80 | |
| Nettokasstroom uit de bedrijfsactiviteiten | 31.092 | 24.380 | |
| KASSTROOM UIT DE INVESTERINGSACTIVITEITEN | |||
| Aanschaffingen van immateriële vaste activa | -11 | -14 | |
| Aanschaffingen van vastgoedvennootschappen en vastgoedbeleggingen in exploitatie | -7.322 | -7.751 | |
| Aanschaffingen van materiële vaste activa | -313 | -335 | |
| Aanschaffingen van projectontwikkelingen | -25.392 | -25.993 | |
| Verkoop van vastgoedbeleggingen | 248 | 499 | |
| Nettovariatie van niet vlottende vorderingen | 44 | 9 | |
| Netto-investeringen in overige vaste activa | 0 | 0 | |
| Nettokasstroom uit de investeringsactiviteiten | -32.746 | -33.585 | |
| KASSTROOM UIT DE FINANCIERINGSACTIVITEITEN | |||
| Kapitaalverhoging, na aftrek van de kosten * | 96.855 | 0 | |
| Verkoop van eigen aandelen | 30 | 9 | |
| Dividend van het voorbije boekjaar | -13.305 | -11.776 | |
| Nettovariatie van bankkredietlijnen | -68.839 | 64.112 | |
| Nettovariatie van de andere leningen | 0 | 0 | |
| Netto betaalde financiële lasten | -10.669 | -11.245 | |
| Terugbetaling van financiële schulden van verworven vennootschappen | -1.956 | -6.042 | |
| Terugbetaling van behoefte aan bedrijfskapitaal van verworven vennootschappen | -1.778 | -24.797 | |
| Nettokasstroom uit de financieringsactiviteiten | 338 | 10.261 | |
| TOTALE KASSTROOM VAN DE PERIODE | |||
| Totale kasstroom van de periode | -1.316 | 1.056 | |
| RECONCILIATIE MET DE BALANS | |||
| Kas- en kasequivalenten aan het begin van het boekjaar | 2.041 | 985 | |
| Totale kasstroom van de periode | -1.316 | 1.056 | |
| Kas- en kasequivalenten op het einde van het boekjaar | 36 | 725 | 2.041 |
* De kapitaalverhoging van 2011/2012 (inbreng in natura) heeft tot geen kasstroom geleid.
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) |
2011 | Kapitaal verhoging in speciën |
Kapitaal verhoging in natura |
Verwerving / verkoop eigen aandelen |
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
Verwerking van het resultaat |
Afrondings verschil |
2012 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kapitaal | 177.490 | 0 | 3.383 | 0 | 0 | 0 | 0 | 180.873 |
| Uitgiftepremies | 34.261 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 34.261 |
| Reserves | 36.897 | 0 | 0 | 9 | -13.347 | 13.545 | 0 | 37.104 |
| a. Wettelijke reserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed |
62.251 | 0 | 0 | 0 | 651 | 8.825 | 0 | 71.727 |
| c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en - kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-12.492 | 0 | 0 | 0 | -938 | 0 | 0 | -13.430 |
| d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-5.050 | 0 | 0 | 0 | -13.060 | 204 | 0 | -17.906 |
| e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-12.285 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.203 | 0 | -8.082 |
| h. Reserve voor eigen aandelen |
-123 | 0 | 0 | 9 | 0 | 0 | 0 | -114 |
| m. Andere reserves | 4.596 | 0 | 0 | 0 | 0 | -4.596 | 0 | 0 |
| n. Overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.909 | 0 | 4.909 |
| Resultaat van het boekjaar |
25.321 | 0 | 0 | 0 | 15.338 | -25.321 | 0 | 15.338 |
| Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap |
273.969 | 0 | 3.383 | 9 | 1.991 | -11.776 | 0 | 267.576 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
273.969 | 0 | 3.383 | 9 | 1.991 | -11.776 | 0 | 267.576 |
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) |
2012 | Kapitaal verhoging in speciën |
Kapitaal verhoging in natura |
Verwerving / verkoop eigen aandelen |
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
Verwerking van het resultaat |
Afrondings verschil |
2013 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Kapitaal | 180.873 | 66.386 | 814 | 0 | 0 | 0 | -1 | 248.072 |
| Uitgiftepremies | 34.261 | 30.469 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 64.730 |
| Reserves | 37.104 | 0 | 0 | 30 | 2.519 | 2.033 | 0 | 41.686 |
| a. Wettelijke reserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed |
71.727 | 0 | 0 | 0 | 1.593 | 9.478 | 0 | 82.798 |
| c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en - kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-13.430 | 0 | 0 | 0 | -418 | 0 | 0 | -13.848 |
| d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-17.906 | 0 | 0 | 0 | 1.344 | -75 | 0 | -16.637 |
| e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-8.082 | 0 | 0 | 0 | 0 | -9.385 | 0 | -17.467 |
| h. Reserve voor eigen | -114 | 0 | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 | -84 |
| aandelen m. Andere reserves |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| n. Overgedragen resultaten van vorige boekjaren |
4.909 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.015 | 0 | 6.924 |
| Resultaat van het boekjaar |
15.338 | 0 | 0 | 0 | 27.671 | -15.338 | 0 | 27.671 |
| Totaal eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap |
267.576 | 96.855 | 814 | 30 | 30.190 | -13.305 | -1 | 382.159 |
| Minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
267.576 | 96.855 | 814 | 30 | 30.190 | -13.305 | -1 | 382.159 |
Aedifica NV (in het jaarverslag « de vennootschap » of « de moedermaatschappij » genoemd) is een naamloze vennootschap die voor het statuut van vastgoedbevak gekozen heeft (vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal). De voornaamste aandeelhouders worden in toelichting 38 van dit jaarverslag opgesomd. De maatschappelijke zetel van de vennootschap is op volgend adres gevestigd:
Louizalaan 331-333, B-1050 Brussel (telefoon: +32 (0)2 626 07 70)
Aedifica is een Belgische beursgenoteerde vennootschap die zich als referentie inzake investeringen in residentieel vastgoed wil profileren. Aedifica onderscheidt zich door haar strategie: deze bestaat erin een evenwichtige portefeuille op te bouwen waarbij stabiele en terugkerende inkomsten samengaan met een aanzienlijk meerwaardepotentieel. De strategie van Aedifica is gebaseerd op demografische grondstromen: de groei van de bevolking in de grote Belgische steden en de vergrijzing van de bevolking in West Europa.
Om dit doel te bereiken heeft Aedifica twee strategische assen geïdentificeerd waarop ze haar investeringen concentreert: appartementsgebouwen in de grote Belgische steden en de huisvesting voor senioren in West Europa. De door Aedifica gewenste diversificatie wordt binnen deze twee strategische assen gezocht. Hier is immers ruimte om het investeringsbeleid in functie van de marktopportuniteiten en de evolutie en de evolutie van de economische conjunctuur aan te passen. De twee strategische assen vertalen zich in drie hoofdsegmenten (residentiële of gemengde gebouwen, gebouwen met gemeubelde appartementen, de huisvesting voor senioren) en een niet-strategisch segment (hotels en andere gebouwen).
De aandelen van de vennootschap zijn sinds oktober 2006 genoteerd op Euronext Brussels (continumarkt).
De geconsolideerde jaarrekening werd voor publicatie door de raad van bestuur op 2 september 2013 goedgekeurd. De aandeelhouders van de vennootschap hebben de mogelijkheid de geconsolideerde jaarrekening na publicatie te wijzigen op de jaarlijkse Algemene Vergadering van de aandeelhouders, die op 25 oktober 2013 zal plaatsvinden.
De geconsolideerde jaarrekening dekt de periode van 12 maanden afgesloten op 30 juni 2013. Ze is opgesteld volgens de "International Financial Reporting Standards" ("IFRS") en de bijhorende "International Financial Reporting Interpretations Committee" ("IFRIC") interpretaties gepubliceerd en van kracht op 30 juni 2013 die werden goedgekeurd door de Europese Unie ("EU").
Ze komen overeen met de normen en interpretaties gepubliceerd door de "International Accounting Standards Board" ("IASB") die van kracht zijn op 30 juni 2013, omdat de door de EU verworpen elementen uit de IAS-norm 39 niet relevant zijn voor de groep. De jaarrekening is ook opgesteld in overeenstemming met het Koninklijke besluit mbt vastgoedbevaks van 7 december 2010.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in euro en is in duizenden euro's voorgesteld.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het principe van de historische kost met uitzondering van de volgende categorieën van activa en passiva die tegen reële waarde gewaardeerd zijn: vastgoedbeleggingen, vastgoedbeleggingen bestemd voor verkoop, financiële activa bestemd voor verkoop en indekkingsinstrumenten (in het bijzonder derivaten).
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van het toerekeningsbeginsel en op basis van de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten in een voorzienbare tijdshorizon.
In het kader van de opstelling van haar geconsolideerde jaarrekening moet de vennootschap bepaalde significante oordelen formuleren in toepassing van de boekhoudprincipes (zoals voornamelijk over de classificatie van huurcontracten, de identificatie van de bedrijfscombinaties en de berekening van de uitgestelde belastingen) en tot bepaalde schattingen overgaan (zoals voornamelijk in de herziening van de boekwaarde van de goodwill). Om deze hypotheses te formuleren mag het management zich baseren op zijn ervaring, de bijstand van derden (onder andere vastgoedexperts) en andere pertinente factoren. De reële resultaten kunnen verschillen van deze schattingen. Indien nodig worden deze laatste regelmatig herzien en bijgevolg gewijzigd.
Een samenvatting van de specifieke grondslagen voor de financiële verslaggeving wordt gegeven in toelichting 2.2. De volgende nieuwe normen, nieuwe wijzigingen en nieuwe interpretaties zijn verplicht van toepassing voor de groep sinds 1 juli 2012, maar hadden geen impact op de huidige geconsolideerde jaarrekening:
Bepaalde nieuwe normen, wijzigingen en interpretaties van bestaande normen werden gepubliceerd, en zullen verplicht toepasbaar zijn op de boekjaren die op of na 1 juli 2013 beginnen. Deze wijzigingen die de groep niet vervroegd heeft toegepast, zijn de volgende (situatie op 30 juni 2013):
De groep bepaalt momenteel wat de gevolgen van de invoering van de hierboven vermelde wijzigingen zouden kunnen zijn.
De belangrijkste grondslagen toegepast in de voorbereiding van de geconsolideerde jaarrekening worden hieronder beschreven. Die grondslagen werden op constante wijze op alle voorgestelde boekjaren toegepast, tenzij anders aangegeven.
De nummering van de paragrafen hieronder is dezelfde als de rubrieken van de balans en de resultatenrekening.
Alle entiteiten waarin Aedifica rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan de helft van de stemrechten bezit of de controlebevoegdheid over de exploitatie heeft, worden als dochterondernemingen beschouwd en worden in de consolidatie opgenomen. In overeenstemming met IAS 27 worden de dochterondernemingen in de consolidatie opgenomen zodra de controle is verworven en worden uit de consolidatie weggelaten zodra de controle wegvalt. Alle transacties, de rekeningensaldi, met inbegrip van de niet-gerealiseerde resultaten tussen vennootschappen van de groep, worden uitgesloten.
Bedrijfscombinaties worden verwerkt door de overnamemethode toe te passen. Het surplus van de kostprijs van de bedrijfscombinatie ten opzichte van het belang van de overnemende partij in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen, opgenomen overeenkomstig IFRS 3, vormt een goodwill en wordt opgenomen als een actief. Indien dit surplus negatief is, wordt het onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen. Na de eerste opname wordt goodwill gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met eventuele gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De immateriële vaste activa worden geactiveerd aan hun aanschaffingswaarde en afgeschreven volgens de lineaire methode tegen een jaarlijks percentage van 25 à 33%.
Wanneer een onroerend goed onder bezwarende titel wordt verkregen, of door inbreng in natura van een gebouw tegen de uitgifte van nieuwe aandelen, via fusie door overneming van een vastgoedmaatschappij of via partiële splitsing, worden de aktekosten, de audit-en de bijstandskosten, de wederbeleggingsvergoedingen, de handlichtingskosten van de financieringen van de overgenomen vennootschappen en andere kosten verbonden aan de operatie, beschouwd als deel uitmakend van de aankoopprijs en worden geactiveerd.
De onroerende goederen in portefeuille, of die in de portefeuille worden opgenomen door aankoop onder bezwarende titel of door inbreng, worden door de vastgoeddeskundigen tegen reële waarde gewaardeerd.
De reële waarde voor vastgoedbeleggingen wordt als volgt berekend:
1) Wanneer de vastgoedexpert vindt dat het gebouw per appartement kan worden verkocht, wordt de reële waarde bepaald als de laagste waarde tussen de investeringswaarde per stuk / (1 + % van de mutatiekosten afhankelijk van het gewest waar het gebouw is gelegen) en de investeringswaarde / (1 + gemiddelde percentage van de transactiekosten zoals bepaald door BEAMA);
2) Wanneer de vastgoedexpert vindt dat het gebouw niet per appartement kan worden verkocht, is de reële waarde gelijk aan de investeringswaarde / (1 + % van de mutatierechten afhankelijk van het gewest waar het gebouw is gelegen).
Het gemiddelde percentage van de transactiekosten zoals bepaald door BEAMA wordt jaarlijks herzien en indien nodig aangepast per drempel van 0,5%. De vastgoedexperten bevestigen dit gekozen aftrekpercentage in hun periodieke verslagen aan de aandeelhouders. Het bedraagt momenteel 2,5%.
Indien naar aanleiding van een hierboven vermelde transactie, uit de waardering van de onroerende goederen door de expert een investeringswaarde resulteert die verschilt van de aanschaffingswaarde, zoals bepaald in onderdeel 1.1., wordt het verschil, na aftrek van de exit taks rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt: het negatieve verschil tussen reële waarde en investeringswaarde op de lijn "I.C.c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen" en het saldo op de lijn "I.C.b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed" van het eigen vermogen.
De werken aan gebouwen die ten laste zijn van Aedifica, worden boekhoudkundig op twee verschillende manieren verwerkt naargelang van hun aard. De uitgaven voor onderhouds- en herstellingswerken die geen bijkomende functionaliteit toevoegen noch het niveau van comfort in het gebouw verbeteren, worden in de courante kosten van het boekjaar geboekt, dit wil zeggen in mindering van het nettoresultaat uit de gewone bedrijfsvoering. De kosten in verband met 2 soorten werken worden daarentegen geactiveerd:
a) Zware renovaties: deze komen normaal om de 25 à 35 jaar voor en vergen een nagenoeg volledige reconstructie van het gebouw met, meestal, een hergebruik van de bestaande ruwbouw en de toepassing van de modernste bouwtechnieken. Na afloop van een dergelijke zware renovatie, kan het gebouw als nieuw worden beschouwd en wordt het ook zo in de voorstelling van de vastgoedportefeuille opgenomen.
b) Inrichtingswerken: het gaat om occasionele werken die een functionaliteit aan het gebouw toevoegen of het comfortniveau aanzienlijk verbeteren en die een verhoging van de huur, en dus van de geschatte verhuurwaarde, mogelijk maken.
De kosten voor deze werken worden eveneens geactiveerd, omdat en in de mate dat de expert normaal de impact ervan op de waarde van het gebouw erkent. De kosten die kunnen worden geactiveerd, hebben betrekking op de materialen, de aannemingswerken, de technische studies en de erelonen van de architect (tot 30 juni 2006 werden enkel de externe architectkosten geactiveerd; sinds 1 juli 2006 worden de externe en de interne architectkosten geactiveerd). Indien deze waarde afwijkt van de reële waarde, wordt het verschil in de resultatenrekening geboekt (kosten).
Voor projecten die meer dan 1 jaar in beslag nemen, worden de tussentijdse interesten gekapitaliseerd.
Overeenkomstig IAS 40 past Aedifica het model van de reële waarde toe en boekt dus geen afschrijvingen op de gebouwen, op de zakelijke rechten op gebouwen noch op de in financiële leasing aan de vennootschap gegeven onroerende goederen.
De onroerende goederen van Aedifica of van een van de vastgoedmaatschappijen waarover de bevak de controle heeft, worden door de vastgoeddeskundigen gewaardeerd telkens wanneer Aedifica overgaat tot de uitgifte van aandelen, de opneming van de aandelen in de notering aanvraagt of ze anders dan ter beurze inkoopt. De uitgifte- of inkoopprijs wordt op deze waardering gebaseerd. Aedifica is niet gebonden door deze waardering, maar wanneer de waardering lager is dan de uitgifte- of inkoopprijs, moet de bevak hiervan de reden verantwoorden (in het kader van een bijzonder verslag).
Er is evenwel geen nieuwe waardering nodig wanneer aandelen worden uitgegeven binnen 4 maanden na de laatste waardering van de betrokken onroerende goederen en voor zover de vastgoeddeskundigen bevestigen dat de algemene economische situatie en de staat van deze onroerende goederen geen nieuwe waardering vereisen.
Aan het einde van elk van de eerste 3 kwartalen van het boekjaar werkt de vastgoeddeskundige de berekening van de reële waarde bij op basis van de evolutie van de markt en de eigen kenmerken van de betrokken onroerende goederen. Deze actualisering wordt gebouw per gebouw uitgevoerd en heeft betrekking op het geheel van de portefeuille van de onroerende goederen van Aedifica of, eventueel, van een vastgoedmaatschappij waarover zij de controle heeft.
Aan het einde van elk boekjaar geeft een vastgoeddeskundige een nauwkeurige waardering van volgende elementen van de vaste activa:
Deze waarderingen zijn voor Aedifica dwingend wat de opstelling van de jaarrekening betreft. De boekwaarde van de onroerende goederen opgenomen in de jaarrekening komt dus overeen met de reële waarde waartegen die goederen door de vastgoeddeskundige van Aedifica werden gewaardeerd.
De variaties van de reële waarde van de onroerende goederen, zoals door de vastgoeddeskundige vastgesteld, worden uitgedrukt telkens wanneer de inventaris wordt opgemaakt. Zij worden in het resultaat op de portefeuille van het boekjaar geboekt.
Bij de realisatie van de vaste activa worden de gerealiseerde meerwaarden in het resultaat van het boekjaar geboekt onder de rubriek "XVI.Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen".
Bij de herclassificatie van een vastgoedbelegging naar vastgoed voor eigen gebruik als materieel vast actief wordt de kostprijs gelijk gesteld aan de reële waarde op de datum van de herclassificatie. Indien de entiteit slechts een beperkt deel van het vastgoed zelf gebruikt, wordt dit geheel tegen reële waarde gewaardeerd als een vastgoedbelegging.
De onroerende goederen waaraan bouw, verbouwings- of uitbreidingswerken worden uitgevoerd en die als grondslag gebruikt worden voor projectontwikkelingen worden volgens de vordering der werken gewaardeerd tegen hun aanschaffingswaarde, met inbegrip van de registratierechten, niet-aftrekbare BTW alsook de indirecte kosten: tussentijdse interesten, bouwplaatsverzekering, erelonen van advocaten, architecten en andere kosten voor technisch advies en andere. Indien deze waarde verschillend is van de reële waarde die door de onafhankelijke vastgoeddeskundige wordt geschat, wordt het verschil op de resultatenrekening geboekt om de boekwaarde van de betreffende projectontwikkeling terug te brengen op zijn reële waarde. De kosten van de studiefase van de bouw, verbouwings- of uitbreidingswerken worden aan hun aanschaffingswaarde gewaardeerd.
De materiële vaste activa die geen onroerende goederen zijn en waarvan de levensduur in de tijd is beperkt, worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde. De methode van waardering per bestanddeel is niet van toepassing (verwaarloosbare belangrijkheid). Men past een lineaire afschrijving toe, pro rata temporis. Indien het boekjaar betrekking heeft op minder of meer dan 12 maanden, worden de afschrijvingen pro rata temporis berekend. De restwaarden worden als verwaarloosbaar beschouwd en bijgevolg worden de afschrijvingen tegen 100% van de aanschaffingswaarde doorgevoerd.
Volgende percentages zijn van toepassing:
Veranderingen in de reële waarde van derivaten die beschouwd worden als een indekking van toekomstige thesauriestromen (verbonden met een specifiek risico afkomstig van opgenomen activa of passiva, een vaste verbintenis, of een operatie die zeer waarschijnlijk zal plaatsvinden) en waarvan de dekking effectief is, worden onmiddellijk geboekt in het eigen vermogen (rubriek « I.C.d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS») en elk niet effectief ingedekt deel wordt geboekt in de resultatenrekening. De indekkingsinstrumenten die niet aan de criteria van IAS 39 voor de toepassing van hedge accounting voldoen, worden in de balans aan hun reële waarde opgenomen; de variatie van hun reële waarde wordt rechtstreeks in de resultatenrekening opgenomen. De indekkingsinstrumenten met een negatieve reële waarde volgen dezelfde regels.
De financiële activa bestemd voor verkoop worden gewaardeerd tegen de reële waarde (marktwaarde of, indien dit niet mogelijk is, de aanschaffingswaarde). De wijzigingen van de reële waarde worden geboekt onder de hierboven genoemde rubriek «I.C.i. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop»). Vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
De onroerende goederen die niet als strategisch worden beschouwd en die zullen worden verkocht, worden geboekt onder de rubriek II.A. Zij worden gewaardeerd tegen hun reële waarde.
Vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden in voorkomend geval geboekt, wanneer de insolvabiliteit bewezen is.
De kosten opgelopen tijdens het boekjaar en geheel of gedeeltelijk toe te rekenen aan het volgende boekjaar, worden geboekt in de overlopende rekeningen op basis van een evenredigheidsregel. De inkomsten en fracties van inkomsten ontvangen in de loop van een of meerdere volgende boekjaren, maar die betrekking hebben op het betrokken boekjaar, worden voor de som met betrekking tot het betrokken boekjaar geboekt.
Een voorziening wordt geboekt in de balans wanneer de groep een in rechte afdwingbare verplichting of feitelijke verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit het verleden, en waarbij het waarschijnlijk is dat er een uitgaande kasstroom vereist zal zijn om aan de verplichting te voldoen. Voorzieningen worden bepaald door de verwachte toekomstige kasstromen aan de marktrente te actualiseren en zullen desgevallend het specifieke risico gelinkt aan de verplichting weerspiegelen.
De schulden worden uitgedrukt tegen hun geamortiseerde kostprijs op de datum van afsluiting van het boekjaar. De schulden in vreemde valuta worden bij de afsluiting op de balansdatum in euro omgezet.
De schadevergoedingen die door een huurder worden gestort wegens het verbreken van zijn huurcontract, worden in resultaat genomen op het ogenblik van de effectieve inning.
Het is de bedoeling van de rubrieken I tot XV om het operationeel resultaat weer te geven zoals dit is gerealiseerd door het beheer van de portefeuille van verhuurde goederen, met inbegrip van de algemene kosten van de vennootschap.
Het is de bedoeling van de rubrieken XVI tot XVIII om alle transacties en boekhoudkundige verrichtingen met betrekking tot de waarde van de portefeuille in de resultatenrekening weer te geven.
De raad van bestuur waardeert de verbintenissen en verhalen tegen de nominale waarde van de juridische verbintenis zoals die in het contract voorkomt; bij gebrek aan nominale waarde of voor de grensgevallen, worden zij pro memoria vermeld.
De contracten die Aedifica heeft afgesloten in het kader van de groepsverzekering zijn van het type "toegezegde bijdrage" en brengen in de toekomst geen bijkomende verplichtingen mee.
De volgende operationele segmenten werden geïdentificeerd in toepassing van de IFRS-norm 8:
Die segmentatie is consistent met de organisatorische structuur van de groep en de interne rapportering bestemd voor de hoogst geplaatste functionaris die belangrijke operationele beslissingen neemt, zoals gedefinieerd door IFRS 8. De boekhoudkundige methoden in toelichting 2 worden gebruikt voor de interne rapportering, en dus ook voor de segmentaire rapportering hieronder.
Alle opbrengsten zijn afkomstig van externe klanten die toegewezen zijn aan het land van verblijf (België) van de bevak, en alle vaste activa zijn gelegen in het land van verblijf van de bevak.
Elke groep van entiteiten die onder een gezamenlijke controle staan, worden als éénzelfde klant beschouwd volgens IFRSnorm 8. De opbrengsten afkomstig van transacties met deze klanten moeten gemeld worden indien ze 10 % van de omzet overschrijden. Dit betreft:
De vermelde huren vertegenwoordigen de omzet van de bevak over het boekjaar en verschillen van de contractuele huurgelden (die de situatie voorstelt op het tijdstip van afsluiting van een boekjaar) op basis waarvan de analyses in het vastgoedverslag van het huidige jaarlijks financieel verslag uitgevoerd zijn (zie met name secties 3.7 en 3.8 van het vastgoedverslag).
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Niet gemeu beld |
Gemeu beld |
Huis vesting voor senioren |
2013 Hotels en andere |
Niet toewijs baar |
Transacties tussen segmenten* |
TOTAAL | ||
| SECTORAAL RESULTAAT | ||||||||
| I. | Externe huurinkomsten | 6.966 | 5.269 | 19.517 | 4.579 | 0 | -101 | 36.230 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | -70 | -33 | 0 | -44 | 0 | 0 | -147 |
| Nettohuurresultaat | 6.896 | 5.236 | 19.517 | 4.535 | 0 | -101 | 36.083 | |
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 40 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 40 |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
836 | 19 | 146 | 149 | 0 | 1 | 1.151 |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| VII. | Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
-836 | -19 | -146 | -149 | 0 | -1 | -1.151 |
| VIII. | Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | -16 | -1.550 | 0 | 1 | 0 | 0 | -1.565 |
| Vastgoedresultaat | 6.920 | 3.686 | 19.517 | 4.536 | 0 | -101 | 34.558 | |
| IX. | Technische kosten | -506 | -361 | 0 | -12 | -63 | 0 | -942 |
| X. | Commerciële kosten | -319 | -165 | 0 | -2 | 0 | 0 | -486 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | -124 | 0 | 0 | -4 | 0 | 0 | -128 |
| XII. | Beheerkosten vastgoed | -297 | -388 | 0 | 0 | 0 | 1 | -684 |
| XIII. | Andere vastgoedkosten | -494 | -576 | 0 | -1 | -5 | 0 | -1.076 |
| Vastgoedkosten | -1.740 | -1.490 | 0 | -19 | -68 | 1 | -3.316 | |
| Operationeel vastgoedresultaat | 5.180 | 2.196 | 19.517 | 4.517 | -68 | -100 | 31.242 | |
| XIV. | Algemene kosten van de vennootschap | -31 | -13 | 0 | -1 | -3.911 | 101 | -3.855 |
| XV. | Andere operationele opbrengsten en kosten | 74 | 10 | 0 | -5 | 68 | 0 | 147 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
5.223 | 2.193 | 19.517 | 4.511 | -3.911 | 1 | 27.534 | |
| ACTIVA VAN DE SEGMENTEN | ||||||||
| Vastgoedbeleggingen in exploitatie | 135.013 | 62.676 | 343.550 | 72.972 | - | - | 614.211 | |
| Projectontwikkelingen | - | - | - | - | 28.633 | - | 28.633 | |
| Vastgoedbeleggingen | 642.844 | |||||||
| Andere activa | - | - | - | - | 9.353 | - | 9.353 | |
| Totaal activa | 652.197 | |||||||
| SECTORALE AFSCHRIJVINGEN | -17 | -460 | 0 | 0 | -76 | 0 | -553 | |
| SECTORALE INVESTERINGEN | ||||||||
| Vastgoedbeleggingen in exploitatie | 104 | 0 | 12.850 | 958 | - | - | 13.912 | |
| Projectontwikkelingen | - | - | - | - | 1.297 | - | 1.297 | |
| Vastgoedbeleggingen | 104 | 0 | 12.850 | 958 | 1.297 | 0 | 15.209 | |
| VASTGOEDBELEGGINGEN IN AANSCHAFFINGSWAARDE | 129.769 | 59.319 | 311.334 | 71.306 | - | - | 571.728 | |
| VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN |
-948 | 866 | 7.347 | -1.017 | 2.765 | - | 9.013 |
*Voornamelijk eliminatie van de interne huur voor de kantoren van de bevak.
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | 2012 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Niet gemeu beld |
Gemeu beld |
Huis vesting voor senioren |
Hotels en andere |
Niet toewijs baar |
Transacties tussen segmenten* |
TOTAAL | ||
| SECTORAAL RESULTAAT | ||||||||
| I. | Externe huurinkomsten | 7.223 | 5.506 | 17.510 | 4.200 | 0 | -99 | 34.340 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | -35 | -13 | 0 | -3 | 0 | 0 | -51 |
| Nettohuurresultaat | 7.188 | 5.493 | 17.510 | 4.197 | 0 | -99 | 34.289 | |
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 23 |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
636 | 22 | 84 | 97 | 0 | 0 | 839 |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| VII. | Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen |
-636 | -22 | -84 | -97 | 0 | 0 | -839 |
| VIII. | Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | -12 | -1.668 | 0 | 2 | 0 | 1 | -1.677 |
| Vastgoedresultaat | 7.199 | 3.825 | 17.510 | 4.199 | 0 | -98 | 32.635 | |
| IX. | Technische kosten | -469 | -282 | 0 | -17 | -63 | 0 | -831 |
| X. | Commerciële kosten | -356 | -189 | 0 | -3 | 0 | 0 | -548 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | -108 | 0 | 0 | -5 | 0 | 1 | -112 |
| XII. | Beheerkosten vastgoed | -238 | -364 | 0 | -1 | 0 | 1 | -602 |
| XIII. | Andere vastgoedkosten | -495 | -547 | 0 | -5 | 0 | 0 | -1.047 |
| Vastgoedkosten | -1.666 | -1.382 | 0 | -31 | -63 | 2 | -3.140 | |
| Operationeel vastgoedresultaat | 5.533 | 2.443 | 17.510 | 4.168 | -63 | -96 | 29.495 | |
| XIV. | Algemene kosten van de vennootschap | -38 | -14 | 0 | -2 | -3.460 | 99 | -3.415 |
| XV. | Andere operationele opbrengsten en kosten | 13 | 40 | 0 | -8 | 45 | 0 | 90 |
| OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE |
5.508 | 2.469 | 17.510 | 4.158 | -3.478 | 3 | 26.170 | |
| ACTIVA VAN DE SEGMENTEN | ||||||||
| Vastgoedbeleggingen in exploitatie | 134.803 | 60.737 | 314.708 | 73.155 | - | - | 583.403 | |
| Projectontwikkelingen | - | - | - | - | 9.314 | - | 9.314 | |
| Vastgoedbeleggingen | 592.717 | |||||||
| Andere activa | - | - | - | - | 16.375 | - | 16.375 | |
| Totaal activa | 609.092 | |||||||
| SECTORALE AFSCHRIJVINGEN | -13 | -421 | 0 | 0 | -50 | 0 | -484 | |
| SECTORALE INVESTERINGEN | ||||||||
| Vastgoedbeleggingen in exploitatie | 101 | 7.272 | 29.644 | 1.132 | - | - | 38.149 | |
| Projectontwikkelingen | - | - | - | - | 0 | - | 0 | |
| Vastgoedbeleggingen | 101 | 7.272 | 29.644 | 1.132 | 0 | 0 | 38.149 | |
| VASTGOEDBELEGGINGEN IN AANSCHAFFINGSWAARDE | 129.617 | 59.319 | 292.040 | 70.506 | - | - | 551.482 | |
| VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN |
787 | 2.245 | 5.991 | 45 | 355 | - | 9.423 |
*Voornamelijk eliminatie van de interne huur voor de kantoren van de bevak.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Huur | 36.187 | 34.174 |
| Gegarandeerde inkomsten | 0 | 163 |
| Huurkortingen | -19 | -19 |
| Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten | 62 | 22 |
| TOTAAL | 36.230 | 34.340 |
Alle verhuringen van gebouwen zijn operationele leases.
Het door IAS 17 vereiste overzicht van toekomstige minimale leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leases (per vervaldag) wordt geschat op basis van de volgende hypotheses (die zeer voorzichtig zijn):
Het overzicht van toekomstige minimale leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leases is het volgende:
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Op hoogstens één jaar | 28.254 | 27.051 |
| Op meer dan één jaar en minder dan vijf jaar | 103.104 | 97.873 |
| Op meer dan vijf jaar | 533.193 | 517.503 |
| TOTAAL | 664.551 | 642.427 |
De huurinkomsten bevatten geen voorwaardelijke leasebetalingen.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Te betalen huur op gehuurde activa | -21 | -16 |
| Waardeverminderingen op handelsvorderingen | -126 | -35 |
| TOTAAL | -147 | -51 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Verkregen vergoedingen op huurschade | 40 | 23 |
| TOTAAL | 40 | 23 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Doorrekening van huurlasten gedragen door de eigenaar | 649 | 431 |
| Doorrekening van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | 502 | 408 |
| TOTAAL | 1.151 | 839 |
Aedifica heeft geen materiële bedragen ten laste genomen mbt huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur die een specifieke vermelding vereisen.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Huurlasten gedragen door de eigenaar | -649 | -431 |
| Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen | -502 | -408 |
| TOTAAL | -1.151 | -839 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Reiniging | -386 | -405 |
| Energie | -443 | -494 |
| Afschrijving van meubelen | -471 | -424 |
| Personeelskosten | -220 | -211 |
| Andere | -45 | -143 |
| TOTAAL | -1.565 | -1.677 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Recurrente technische kosten | ||
| Herstellingen | -368 | -333 |
| Verzekeringspremies | -52 | -55 |
| Personeelskosten | -259 | -219 |
| Onderhoud | -160 | -123 |
| Erelonen experts | -103 | -101 |
| TOTAAL | -942 | -831 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Makelaarscommissies | -266 | -324 |
| Marketing | -200 | -205 |
| Erelonen van advocaten en juridische kosten | -20 | -15 |
| Andere | 0 | -4 |
| TOTAAL | -486 | -548 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Kosten | -126 | -112 |
| TOTAAL | -126 | -112 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Externe beheervergoedingen | -107 | -95 |
| (Interne) beheerkosten van het patrimonium | -577 | -507 |
| TOTAAL | -684 | -602 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Onroerende voorheffing en andere taksen | -1.078 | -1.047 |
| TOTAAL | -1.078 | -1.047 |
Er zijn geschillen mbt door Aedifica betwiste gemeentelijke belastingen.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Advocaten/notarissen | -113 | -44 |
| Auditors | -44 | -38 |
| Vastgoedexperts | -498 | -506 |
| IT | -132 | -133 |
| Verzekeringen | -63 | -59 |
| Public relations, communicatie, marketing, reclame | -141 | -123 |
| Bestuurders en uitvoerend management | -1.149 | -1.010 |
| Personeelskosten | -733 | -698 |
| Afschrijvingen op andere vaste activa | -82 | -59 |
| Taksen | -343 | -199 |
| Andere | -557 | -546 |
| TOTAAL | -3.855 | -3.415 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Vergoedingen bij schadegevallen | 23 | 15 |
| Andere | 124 | 75 |
| TOTAAL | 147 | 90 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Netto verkopen van de onroerende goederen (verkoopprijs - transactiekosten) | 248 | 499 |
| Boekwaarde van de verkochte onroerende goederen | -194 | -445 |
| TOTAAL | 54 | 54 |
Gedurende het vorige boekjaar en het huidige boekjaar heeft Aedifica geen enkel resultaat op de verkoop van andere nietfinanciële activa geboekt.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Positieve variaties | 15.401 | 12.235 |
| Negatieve variaties | -6.388 | -2.812 |
| TOTAAL | 9.013 | 9.423 |
| bestaande uit : vastgoedbeleggingen in exploitatie | 6.248 | 9.068 |
| projectontwikkelingen | 2.765 | 355 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Geïnde interesten | 87 | 257 |
| Andere | 239 | 298 |
| TOTAAL | 326 | 555 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Nominale interestlasten op leningen | -4.067 | -6.564 |
| Kosten van toegelaten afdekkingsinstrumenten | ||
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IRFS |
-3.696 | -2.620 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IRFS |
-2.767 | -2.144 |
| Subtotaal | -6.463 | -4.764 |
| Inkomsten uit toegelaten afdekkingsinstrumenten | ||
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IRFS |
0 | 23 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IRFS |
0 | 0 |
| Subtotaal | 0 | 23 |
| Interesten vervat in de kost van de betrokken activa | 577 | 572 |
| Andere interestkosten | 0 | -4 |
| TOTAAL | -9.953 | -10.737 |
De kosten en inkomsten van financiële instrumenten aangehouden voor indekkingsdoeleinden zijn de door Aedifica betaalde of gekregen intereststromen mbt de derivaten die voorgesteld worden in toelichting 32 en geanalyseerd worden in toelichting 33. De variaties in reële waarde van deze derivaten worden voorgesteld in toelichting 47.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Bankkosten en andere commissies | -789 | -574 |
| Andere | -44 | -40 |
| TOTAAL | -833 | -614 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Moedervennootschap | ||
| Resultaat voor belastingen | 27.608 | 15.444 |
| Resultaat vrijgesteld van belasting dankzij het vastgoedbevakregime | -27.608 | -15.444 |
| Belastbaar resultaat als gevolg van verworpen uitgaven | 207 | 163 |
| Belasting aan het tarief van 33,99% | -70 | -55 |
| Correctie van vorig boekjaar | 0 | 1 |
| Subtotaal | -70 | -54 |
| Dochterondernemingen | 0 | 0 |
| TOTAAL | -70 | -54 |
Aedifica geniet als vastgoedbevak een specifiek fiscaal statuut. Aedifica wordt immers enkel belast op de verworpen uitgaven, zoals voornamelijk gewestbelastingen, wagenkosten, representatiekosten, sociale kosten, giften, enz.
Aedifica heeft geen exit taks in resultaat geboekt.
Het resultaat per aandeel ("EPS" zoals vastgesteld door IAS 33) wordt als volgt berekend:
| 2013 | 2012 | |
|---|---|---|
| Nettoresultaat (aandeelhouders van de groep) (x 1.000 €) | 27.671 | 15.338 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen in omloop voor de periode | 8.715.370 | 7.152.918 |
| Gewone EPS (in €) | 3,17 | 2,14 |
| Verwaterde EPS (in €) | 3,17 | 2,14 |
Het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 is een prestatie-indicator die niet gedefinieerd is door de IFRS-normen. Aedifica maakt gebruik van dit begrip om de operationele en financiële prestaties te volgen. Het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 is gelijk aan het nettoresultaat (aandeelhouders van de groep) na uitsluiting van de variaties van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen en van de indekkingsinstrumenten. De definitie van het resultaat vóór IAS 39 en IAS 40 zoals weergegeven door Aedifica kan verschillen van gelijkaardige waarderingen van andere vennootschappen.
Het wordt als volgt berekend:
| 2012 | |
|---|---|
| 27.671 | 15.338 |
| -9.013 | -9.423 |
| -54 | -54 |
| -1.600 | 9.459 |
| 0 | 0 |
| 17.004 | 15.320 |
| 2013 |
| Noemer* (in aandelen) | 8.715.339 | 7.153.096 |
|---|---|---|
| EPS vóór IAS 39 en IAS 40 (vóór gerealiseerde meerwaarden - in €) | 1,95 | 2,14 |
* Rekening houdend met het recht op pro rata temporis dividend toegekend aan de aandelen uitgegeven tijdens het boekjaar.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Brutobedrag bij het begin van het boekjaar | 1.856 | 1.856 |
| Gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen bij het begin van het boekjaar | 0 | 0 |
| Boekwaarde bij het begin van het boekjaar | 1.856 | 1.856 |
| Wijzigingen tijdens het boekjaar | 0 | 0 |
| BOEKWAARDE OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR | 1.856 | 1.856 |
| bestaande uit : brutowaarde | 1.856 | 1.856 |
| gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen | 0 | 0 |
De goodwill is afkomstig van de verwerving van een vennootschap die gespecialiseerd is in de verhuring van gemeubelde appartementen.
Overeenkomstig de vereisten van IAS 36 "Bijzondere waardevermindering van activa" heeft de groep de boekwaarde van de goodwill aan een onderzoek onderworpen. Deze goodwill is afkomstig van de verwerving van de onderneming Ixelinvest, eigenaar van het Complex Opperstraat, uitgebaat als gemeubelde appartementen. Dit is de kasstroom generende eenheid voor de behoeften van de waardetest.
Deze waardetest op basis van de berekening van de bedrijfswaarde werd uitgevoerd om te verzekeren dat de boekwaarde van de activa van de kasstroom generende eenheid (gebouwen met een reële waarde van 26 miljoen €, meubels voor een boekwaarde van minder dan één miljoen € en goodwill voor een boekwaarde van minder dan 2 miljoen €, hetzij 28 miljoen € in totaal) niet hoger is dan de realiseerbare waarde, zijnde de hoogste waarde van (i) de reële waarde minus de verkoopkosten en (ii) de bedrijfswaarde (geschat op 46 miljoen €).
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde heeft de groep de contante waarde van de geraamde toekomstige thesauriestromen die zouden kunnen voortvloeien uit het constante gebruik van de activa berekend en heeft daarbij een verdisconteringsvoet voor belastingen van 5% gebruikt. De gebruikte verdisconteringsvoet is gebaseerd op de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal met bijhorende aanpassing voor de relevante risico's en kan van jaar tot jaar variëren afhankelijk van de marktindicatoren. Geraamde toekomstige thesauriestromen zijn gebaseerd op lange termijnplannen (5 jaar) met extrapolaties voor de komende jaren op basis van groeipercentages op lange termijn (1,8%), in overeenstemming met de inflatieverwachtingen.
Toekomstige thesauriestromen zijn ramingen die waarschijnlijk herzien zullen worden in toekomstige boekjaren als de onderliggende veronderstellingen veranderen. De belangrijkste veronderstellingen die de waarde van de goodwill ondersteunen, bevatten lange termijn interestvoeten en andere marktgegevens, die in de bovenvermelde verdisconteringsvoet verwerkt zijn. In het geval dat die veronderstellingen ongunstig variëren in de toekomst, zou de bedrijfswaarde van de goodwill kunnen verminderen en lager worden dan de boekwaarde. Op basis van de actuele waarderingen blijkt er voldoende ruimte (geschat op 17 miljoen €) te zijn om een normale variatie (ongeveer 2%) van de verdisconteringsvoet te kunnen absorberen. Daarboven zou het kunnen dat een waardeverlies op de goodwill moet worden geboekt.
De immateriële vaste activa hebben alle een beperkte levensduur. Het betreft voornamelijk computersoftware. De afschrijvingen worden in het resultaat op de lijn "algemene lasten" opgenomen.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Brutobedrag bij het begin van het boekjaar | 283 | 270 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen | -263 | -241 |
| Boekwaarde bij het begin van het boekjaar | 20 | 29 |
| Toevoegingen : apart verworven elementen | 12 | 14 |
| Afschrijvingen | -11 | -23 |
| BOEKWAARDE OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR | 21 | 20 |
| bestaande uit : brutowaarde | 295 | 283 |
| gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen | -274 | -263 |
| (x 1.000 €) | Vastgoedbeleggingen in exploitatie |
Projectontwikkelingen | TOTAAL |
|---|---|---|---|
| BOEKWAARDE OP 1/07/2011 | 503.786 | 14.315 | 518.101 |
| Verwervingen | 38.149 | 0 | 38.149 |
| Verkoop | -445 | 0 | -445 |
| Geactiveerde interestlasten | 0 | 572 | 572 |
| Geactiveerde personeelskosten | 0 | 45 | 45 |
| Andere geactiveerde kosten | 2.133 | 25.376 | 27.509 |
| In exploitatie opgenomen | 31.349 | -31.349 | 0 |
| Variatie van de reële waarde (zie toelichting 20) | 9.068 | 355 | 9.423 |
| Andere elementen in resultaat genomen | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht naar eigen vermogen | -637 | 0 | -637 |
| BOEKWAARDE OP 30/06/2012 | 583.403 | 9.314 | 592.717 |
| BOEKWAARDE OP 1/07/2012 | 583.403 | 9.314 | 592.717 |
| Verwervingen | 13.912 | 1.297 | 15.209 |
| Verkoop | -195 | 0 | -195 |
| Geactiveerde interestlasten | 0 | 577 | 577 |
| Geactiveerde personeelskosten | 0 | 33 | 33 |
| Andere geactiveerde kosten | 2.371 | 23.676 | 26.047 |
| In exploitatie opgenomen | 9.029 | -9.029 | 0 |
| Variatie van de reële waarde (zie toelichting 20) | 6.248 | 2.765 | 9.013 |
| Andere elementen in resultaat genomen | 0 | 0 | 0 |
| Overdracht naar eigen vermogen | -557 | 0 | -557 |
| BOEKWAARDE OP 30/06/2013 | 614.211 | 28.633 | 642.844 |
De reële waarde wordt ondersteund door marktgegevens en is gebaseerd op een waardering uitgevoerd door onafhankelijke vastgoeddeskundigen met een relevante en erkende beroepskwalificatie en die beschikken over recente ervaring met betrekking tot de ligging en de aard van de vastgoedbeleggingen in het bezit van Aedifica. De evaluatie methodes zijn in sectie 1.12 van de permanente documenten van dit jaarlijks financieel verslag 2012/2013 vermeld. Alle vastgoedbeleggingen situeren zich in België.
De portefeuille van vastgoedbeleggingen in exploitatie wordt op 30 juni 2013 gewaardeerd door de onhafhankelijke vastgoeddeskundigen. De gemiddelde kapitalisatievoet die toegepast wordt op de contractuele huurgelden bedraagt 6,08% (volgens de evaluatiemethodes – 1ste bullet – in sectie 1.12 van de permanente documenten van dit jaarlijks financieel verslag 2012/2013). Een variatie van 0,10 % van deze kapitalisatievoet resulteert in een variatie van 10 miljoen € van de reële waarde op deze portefeuille.
De projectontwikkelingen worden beschreven in het vastgoedverslag van het jaarlijks financieel verslag 2012/2013.
De acquisities van het boekjaar zijn in het geconsolideerde beheersverlag van dit jaarlijks financieel verslag 2012/2013 voorgesteld.
Deze toelichting is zonder voorwerp sinds de toepassing van de verbetering van de IAS-norm 40 "Vastgoedbeleggingen" op 1 juli 2009. De variaties inzake projectontwikkelingen zijn opgenomen in de toelichting 29. De projectontwikkelingen zijn tevens beschreven in sectie 2.2.2. van het vastgoedverslag van het jaarlijks financieel verslag 2012/2013.
| (x 1.000 €) | 2012 | |
|---|---|---|
| Brutobedrag bij het begin van het boekjaar | 4.061 | 3.344 |
| Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen bij het begin van het boekjaar | -1.983 | -1.522 |
| Boekwaarde bij het begin van het boekjaar | 2.078 | 1.822 |
| Toevoegingen | 316 | 717 |
| Vervreemdingen | -3 | 0 |
| Afschrijvingen | -542 | -461 |
| BOEKWAARDE OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR | 1.849 | 2.078 |
| bestaande uit : brutowaarde | 4.441 | 4.061 |
| gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen | -2.592 | -1.983 |
Het betreft materiële vaste activa voor eigen gebruik (voornamelijk meubilair dat gebruikt wordt in het kader van de exploitatie van de gemeubelde appartementen).
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| Vorderingen | |||
| Borgstellingen | 0 | 0 | |
| Andere langlopende vorderingen | 442 | 487 | |
| Activa bestemd voor verkoop | |||
| Deelnemingen in verbonden ondernemingen (zie toelichting 51) | 0 | 0 | |
| Activa aan reële waarde via resultaat | |||
| Indekkingsinstrumenten (zie toelichting 33) | 525 | 38 | |
| Andere financiële vaste activa | |||
| Indekkingsinstrumenten (zie toelichting 33) | 1 | 0 | |
| TOTAAL VAN DE FINANCIËLE VASTE ACTIVA | 968 | 525 | |
| Verplichtingen aan reële waarde via resultaat | |||
| Indekkingsinstrumenten (zie toelichting 33) | -15.598 | -17.057 | |
| Andere langlopende financiële verplichtingen | |||
| Indekkingsinstrumenten (zie toelichting 33) | -16.775 | -17.981 | |
| TOTAAL VAN DE ANDERE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN | -32.373 | -35.038 |
De andere langlopende vorderingen (die deel uitmaken van de categorie "leningen en vorderingen" volgens IAS 39) produceren interesten en zullen in de volgende boekjaren gerecupereerd worden.
De activa en verplichtingen aan reële waarde via resultaat bestaan uit indekkingsinstrumenten waarop hedge accounting (volgens IAS 39) niet toegepast is (voornamelijk "multi-callable swaps", caps en collars). Ze vertegenwoordigen economische indekkingen tegen risico's mbt interestvoeten. De andere indekkingsinstrumenten voldoen aan de criteria van IAS 39 om hedge accounting toe te passen. De intereststromen en de variaties van de reële waarde van alle indekkingen worden vermeld in toelichting 22 en 47.
Om het renterisico te beperken, heeft Aedifica indekkingen genomen waarbij de schuld tegen een variabele rentevoet wordt omgezet in een schuld tegen een vaste rentevoet of met een bovengrens ("cash flow hedges"). Alle indekkingen hebben betrekking op bestaande of zeer waarschijnlijke risico's. De indekkingsinstrumenten zijn hetzij derivaten (interest rate swaps of "IRS") die aan de strikte criteria van IAS 39 voor de toepassing van hedge accounting voldoen, hetzij derivaten (voornamelijk multi-callable interest rate swaps of "multi-callable IRS", caps of collars) die niet voldoen aan die strikte criteria, maar economische indekkingen leveren tov risico's mbt rentevoeten. Alle indekkingen zijn afgesloten in het kader van het in toelichting 44 beschreven financiële risicobeheer. De reële waarde van de instrumenten wordt door de banken berekend op basis van de contante waarde van de geschatte toekomstige thesauriestromen. Het overzicht van de indekkingen wordt hierbij verstrekt.
| INSTRUMENT Overzicht op 30 juni 2012 : |
Referentiebedragen (x 1.000 €) |
Begin | Frequentie (maanden) |
Duur (jaren) |
Eerste mogelijke datum om de call uit te oefenen |
Rentevoet in het slechtste geval (in %) |
Reële waarde (x 1.000 €) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IRS | 50.000 | 30/06/2010 | 3 | 3 | - | 2,21 | -927 |
| IRS | 25.000 | 1/04/2007 | 3 | 10 | - | 3,97 | -3.494 |
| IRS | 25.000 | 1/10/2007 | 3 | 5 | - | 3,93 | -213 |
| IRS* | 10.888 | 1/04/2011 | 3 | 32 | - | 4,89 | -4.730 |
| Multi-callable IRS* | 31.221 | 31/07/2007 | 3 | 36 | 31/07/2017 | 4,39 | -10.284 |
| Multi-callable IRS | 15.000 | 1/07/2008 | 3 | 10 | 1/07/2011 | 4,02 | -2.489 |
| Multi-callable IRS | 12.000 | 2/06/2008 | 1 | 10 | 2/06/2013 | 4,25 | -2.258 |
| Multi-callable IRS | 8.000 | 1/08/2008 | 1 | 10 | 1/08/2013 | 4,25 | -1.532 |
| IRS | 12.000 | 1/11/2008 | 1 | 5 | - | 4,18 | -630 |
| IRS | 25.000 | 2/08/2013 | 3 | 5 | - | 3,23 | -2.207 |
| IRS | 25.000 | 1/10/2012 | 3 | 5 | - | 2,99 | -2.298 |
| Cap | 15.000 | 1/01/2012 | 3 | 2 | - | 4,02 | 1 |
| IRS | 25.000 | 2/08/2013 | 3 | 5 | - | 2,97 | -1.866 |
| Collar | 25.000 | 1/10/2013 | 3 | 3 | - | 3,00 | -312 |
| Cap | 25.000 | 3/10/2011 | 1 | 2 | - | 2,25 | 0 |
| Cap | 25.000 | 1/11/2011 | 1 | 2 | - | 1,75 | 1 |
| Cap | 20.000 | 30/03/2012 | 1 | 1 | - | 1,00 | 0 |
| Cap | 25.000 | 1/11/2013 | 1 | 1 | - | 0,75 | 36 |
| IRS | 25.000 | 2/01/2012 | 1 | 1 | - | 0,79 | -65 |
| IRS | 25.000 | 2/08/2013 | 3 | 5 | - | 2,70 | -1.551 |
| Collar | 25.000 | 1/10/2013 | 3 | 3 | - | 3,00 | -182 |
| TOTAAL | 474.109 | -35.000 |
* Afschrijfbaar referentiebedrag over de duur van de swap. Aedifica en de bank kunnen deze contracten om de 10 jaar vroegtijdig vereffenen.
| INSTRUMENT Overzicht op 30 juni 2013 : |
Referentiebedragen (x 1.000 €) |
Begin | Frequentie (maanden) |
Duur (jaren) |
Eerste mogelijke datum om de call uit te oefenen |
Rentevoet in het slechtste geval (in %) |
Reële waarde (x 1.000 €) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| IRS | 50.000 | 30/06/2010 | 3 | 3 | - | 2,21 | -97 |
| IRS | 25.000 | 1/04/2007 | 3 | 10 | - | 3,97 | -3.004 |
| IRS* | 10.693 | 1/04/2011 | 3 | 32 | - | 4,89 | -4.268 |
| Multi-callable IRS* | 29.746 | 31/07/2007 | 3 | 36 | 31/07/2017 | 4,39 | -9.115 |
| IRS | 15.000 | 2/04/2013 | 3 | 9 | - | 3,50 | -2.305 |
| IRS | 12.000 | 3/06/2013 | 3 | 9 | - | 3,64 | -1.985 |
| IRS | 8.000 | 3/06/2013 | 3 | 9 | - | 3,67 | -1.351 |
| IRS | 12.000 | 1/11/2008 | 1 | 5 | - | 4,18 | -169 |
| IRS | 25.000 | 2/08/2013 | 3 | 5 | - | 3,23 | -2.667 |
| IRS | 25.000 | 1/10/2012 | 3 | 5 | - | 2,99 | -2.235 |
| Cap | 15.000 | 1/01/2012 | 3 | 2 | - | 4,02 | 0 |
| IRS | 25.000 | 2/08/2013 | 3 | 5 | - | 2,97 | -2.332 |
| Collar | 25.000 | 1/10/2013 | 3 | 3 | - | 3,00 | -495 |
| Cap | 25.000 | 3/10/2011 | 1 | 2 | - | 2,25 | 0 |
| Cap | 25.000 | 1/11/2011 | 1 | 2 | - | 1,75 | 0 |
| Cap | 25.000 | 1/11/2013 | 1 | 1 | - | 0,75 | 12 |
| IRS | 25.000 | 2/08/2013 | 3 | 5 | - | 2,70 | -2.002 |
| Collar | 25.000 | 1/10/2013 | 3 | 3 | - | 3,00 | -347 |
| Cap | 25.000 | 1/10/2013 | 3 | 1 | - | 1,25 | 8 |
| Cap | 25.000 | 1/11/2014 | 3 | 1 | - | 1,00 | 51 |
| Cap | 25.000 | 1/11/2014 | 3 | 1 | - | 1,00 | 181 |
| IRS | 25.000 | 2/04/2013 | 1 | 1 | - | 0,12 | 1 |
| Cap | 25.000 | 1/10/2013 | 3 | 2 | - | 1,00 | 66 |
| Cap | 25.000 | 1/10/2014 | 3 | 1 | - | 1,25 | 45 |
| Cap | 25.000 | 1/11/2015 | 3 | 2 | - | 2,50 | 161 |
| TOTAAL | 577.439 | -31.847 |
* Afschrijfbaar referentiebedrag over de duur van de swap. Aedifica en de bank kunnen deze contracten om de 10 jaar vroegtijdig vereffenen.
Het totale referentiebedrag van 577 miljoen € dat in de tabel hierboven vermeld is, wordt as volgt verdeeld:
De som van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten van de tabel hierboven (-31.847 k€) wordt als volgt geventileerd: 526 k€ wordt op lijn I.E. van de actiefzijde van de geconsolideerde balans vermeld (zie toelichting 32) en 32.373 k€ wordt op lijn I.C. van de passiefzijde van de geconsolideerde balans vermeld. Rekening houdend met de boekwaarde van de betaalde premies op de caps en collars (656 k€) bedraagt de IAS 39 impact op het eigen vermogen van het bevak 32.503 k€.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Variatie van de reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten | ||
| Bij het begin van het boekjaar | -17.906 | -4.420 |
| Variatie van het effectieve deel van de reële waarde van de | -4.454 | -17.949 |
| indekkingsinstrumenten (niet vervallen interesten) | ||
| Transfers naar resultatenrekening van vervallen interesten uit | 5.723 | 4.463 |
| indekkingsinstrumenten | ||
| Transfers naar resultatenrekening mbt beëindigde indekkingen | 0 | 0 |
| OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR | -16.637 | -17.906 |
De in eigen vermogen geboekte bedragen zullen in het financiële resultaat opgenomen worden naargelang de betaling van de interesten van de gedekte schuld tussen 1 juli 2013 en 31 juli 2043.
Op balansdatum bevat het eigen vermogen het effectieve deel (volgens IAS 39) van de variatie van de reële waarde (+1.344 k€) van de financiële instrumenten die overeenstemmen met de derivaten waarvoor hedge accounting mag worden toegepast, en het niet effectieve deel van het boekjaar 2011/2012 (last van 75 k€) dat in 2012/2013 ingevolge een beslissing van de gewone algemene vergadering van oktober 2012 betemd werd. Deze derivaten zijn derivaten van "niveau 2", volgens IFRS 7p27A. Het niet effectieve deel (een last van 137 k€), volgens IAS 39, bevindt zich in het financieel resultaat (zie toelichting 47 – deze last zal tijdens het boekjaar 2013/2014 in het kader van de resultatenverwerking die door de gewone algemene vergadering van oktober 2013 beslist wordt, bestemd worden). De intereststromen die voortvloeien uit de indekkingen worden in toelichting 22 weergegeven.
Naast de last van 137 k€ vermeld hierboven, bevat het financieel resultaat een opbrengst van 1.737 k€ (30 juni 2012: een last van 9.384 k€) die de variatie voorstelt van de reële waarde van de derivaten waarvoor hedge accounting (volgens IAS 39, zoals vermeld in het algemeen kader hierboven) niet van toepassing is (zie toelichting 47). Deze derivaten zijn derivaten van "niveau 2", volgens IFRS 7p27A.
De intereststromen die voortvloeien uit de indekkingen worden in toelichting 22 weergegeven, terwijl de in het resultaat opgenomen variaties van de reële waarde in toelichting 47 worden vermeld.
De reële waarde van de indekkingsinstrumenten is onderhevig aan de evolutie van de rentevoeten op de financiële markten. Deze evolutie verklaart grotendeels de variatie van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten tussen 1 juli 2012 en 30 juni 2013. Dit leidde tot een opbrengst van 1.600 k€ geboekt in resultatenrekening en van 1.344 k€ geboekt in het eigen vermogen.
Een verandering van de rentecurve zou een invloed hebben op de reële waarde van de interest rate swaps waarop overeenkomstig IAS 39 hedge accounting wordt toegepast, en dus op het eigen vermogen (lijn "I.C.d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Indien alle overige factoren gelijk blijven, zou een stijging van 10 basispunten van de rentevoeten op balansdatum een positieve impact hebben van 786 k€ (937 k€ op 30 juni 2012) op het eigen vermogen. Een vermindering van 10 basispunten zou een negatieve impact hebben voor hetzelfde bedrag. De invloed van een verandering van de rentevoeten op de reële waarde van de instrumenten waarop hedge accounting niet toegepast wordt, kan niet zo nauwkeurig bepaald worden, want deze derivaten bevatten opties, waarvan de reële waarde evolueert op een asymmetrische en niet-lineaire wijze die ook afhankelijk is van andere parameters (volatiliteit van de rentevoeten). De gevoeligheid van de "mark-to-market" van deze instrumenten aan een stijging van de rentevoeten met 10 basispunten werd geschat op een positief effect van 773 k€ (711 k€ op 30 juni 2012) op de resultatenrekening. Een vermindering van 10 basispunten van de rentevoeten zou in dezelfde mate een negatieve impact op de resultatenrekening hebben.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| NETTO HANDELSVORDERINGEN | 2.514 | 2.890 |
De inning van de handelsvorderingen wordt voorzien binnen de 12 maanden. Hun boekwaarde benadert hun reële waarde en ze brengen geen interest op.
Het kredietrisico voor de handelsvorderingen is beperkt als gevolg van het gediversifieerde cliënteel en van de door de huurders verleende garanties (2013: 14,2 miljoen €; 2012: 13,9 miljoen €). De bedragen in de balans zijn netto na waardeverminderingen op dubieuze vorderingen. Het maximale kredietrisico is de boekwaarde van de vorderingen in de balans.
De handelsvorderingen kunnen als volgt geanalyseerd worden:
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Vervallen op minder dan 90 dagen | 352 | 640 |
| Vervallen op meer dan 90 dagen | 280 | 284 |
| Subtotaal | 632 | 924 |
| Niet vervallen | 2.089 | 2.081 |
| Waardeverminderingen | -207 | -115 |
| BOEKWAARDE | 2.514 | 2.890 |
De waardeverminderingen zijn op volgende wijze geëvolueerd:
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Bij het begin van het boekjaar | -115 | -114 |
| Toevoegingen | -206 | -57 |
| Bestedingen | 26 | 33 |
| Terugnames | 88 | 23 |
| Fusies | 0 | 0 |
| OP HET EINDE VAN HET BOEKJAAR | -207 | -115 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Belastingvorderingen | 594 | 3.467 |
| Andere | 299 | 2.956 |
| TOTAAL | 893 | 6.423 |
De belastingvorderingen hebben voornamelijk betrekking op de terugvorderbare roerende voorheffing op liquidatieboni.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Korte termijnbeleggingen | 0 | 0 |
| Liquide middelen | 725 | 2.041 |
| TOTAAL | 725 | 2.041 |
Kas en kasequivalenten zijn activa die interesten opbrengen tegen verschillende rentevoeten. De bedragen op 30 juni 2013 en op 30 juni 2012 waren direct opvraagbare desposito's. Gedurende het boekjaar waren er kortetermijnbeleggingen, voornamelijk voor periodes van één week tot één maand.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Niet-vervallen vastgoedopbrengsten | 278 | 239 |
| Voorafbetaalde vastgoedkosten | 249 | 303 |
| Andere | 0 | 0 |
| TOTAAL | 527 | 542 |
De aandeelhouders van Aedifica, die meer dan 5% van de aandelen bezitten, zijn hieronder vermeld (volgens de verklaringen ontvangen door de vennootschap op 30 juni 2013 - zie ook "Aedifica op de beurs", sectie 3):
| AANDEELHOUDERS | Deel van het kapitaal (in %) |
|---|---|
| Jubeal Fondation | 6,37 |
| Wulfsdonck Investment (via Finasucre) | 5,46 |
Het kapitaal is op volgende manier geëvolueerd:
| Aantal aandelen | Bedrag | |
|---|---|---|
| Situatie bij het begin van het vorige boekjaar | 7.090.915 | 180.747 |
| Kapitaalverhogingen | 86.293 | 3.383 |
| Situatie op het einde van het vorige boekjaar | 7.177.208 | 184.130 |
| Kapitaalverhogingen | 2.726.482 | 70.162 |
| Situatie op het einde van het boekjaar | 9.903.690 | 254.293 |
Het hierboven vermelde kapitaal wordt voorgesteld voor aftrek van de kapitaalverhogingskosten (het in de balans vermelde kapitaal wordt, in overeenstemming met IFRS-normen, voorgesteld na aftrek van die kosten).
Van de 9.903.690 aandelen op 30 juni 2013 zijn er 9.874.985 genoteerd op Euronext Brussels (continumarkt).
28.705 aandelen zullen toegelaten worden tot de notering na de onthechting van de coupon die zal plaatsvinden in oktober 2013. Van deze geven 16.868 aandelen recht op een dividend vanaf 12 juli 2012, en 11.837 aandelen geven recht op een dividend vanaf 24 juni 2013. Al deze aandelen moeten op naam blijven tot de datum van hun notering.
De kapitaalverhogingen worden beschreven in de "permanente documenten" van het jaarlijks financieel verslag 2012/2013. Alle geplaatste aandelen zijn volledig volgestort en zonder nominale waarde. De aandelen zijn nominatief, aan toonder of gedematerialiseerd en elk aandeel verleent één stemrecht.
Aedifica bezit 692 eigen aandelen.
Het is de raad van bestuur toegestaan om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere malen te verhogen ten belope van een maximaal bedrag van 180 miljoen € op de data en volgens de modaliteiten te bepalen door de raad van bestuur, in overeenstemming met artikel 603 van het Wetboek van Vennootschappen. Deze toestemming wordt verleend voor een hernieuwbare periode van vijf jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van het procesverbaal van de buitengewone Algemene Vergadering van 29 juni 2011. Bij elke kapitaalverhoging zal de raad van bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van de nieuwe effecten bepalen, tenzij de Algemene Vergadering er zelf over beslist. De kapitaalverhogingen die aldus door de raad van bestuur worden beslist, kunnen onderschreven worden in geld of in natura of bij wijze van een gemengde inbreng of door incorporatie van reserves of door uitgiftepremies, met of zonder de creatie van nieuwe effecten. Deze kapitaalverhogingen kunnen eveneens verwezenlijkt worden door de uitgifte van converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten.
De raad van bestuur heeft de uitkering van een dividend voorgesteld voor een bedrag van 1,86 € per aandeel, hetzij een totaal dividend van 16.211 k€.
Rekening houdend met het Koninklijk besluit van 7 december 2010 bedragen op 30 juni 2013 de beschikbare reserves (statutaire) die berekend zijn in overeenstemming met artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen 7.720 k€ na de uitkering voorgesteld hierboven (2012: 7.029 k€). De details van de berekeningen zijn opgenomen in de toelichting van de verkorte statutaire jaarrekening in bijlage.
Aedifica beschouwt als kapitaal in de zin van IAS 1p134 de som van het eigen vermogen. Het niveau van dit kapitaal wordt op basis van de geconsolideerde schuldratio opgevolgd (berekend in overeenstemming met KB 7 december 2010 - zie toelichting 52). Deze ratio mag niet meer dan 60 % bedragen volgens de met de banken afgesloten overeenkomsten (zie toelichtingen 40 en 44). Dit kapitaal wordt opgevolgd met het oog op de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten en de financiering van de groei.
De voordelen op lange termijn toegekend aan het uitvoerend management zijn van het type "toegezegde bijdrage" die geen voorzieningen doen ontstaan. De ten laste genomen bedragen zijn voorgesteld in het remuneratieverslag in dit jaarlijks financieel verslag.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Langlopende financiële schulden | ||
| Bankinstellingen | 171.484 | 235.834 |
| Kortlopende financiële schulden | ||
| Bankinstellingen | 55.721 | 60.209 |
| TOTAAL | 227.205 | 296.043 |
Aedifica beschikt op 30 juni 2013 over kredieten (voorgesteld op de lijnen "kortlopende financiële schulden" en "langlopende financiële schulden", en die behoren tot de categorie "financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs") verleend door 5 banken (Bank Degroof, LB Lux, BNP Paribas Fortis, ING en KBC Bank) van 315 miljoen €.
Aedifica kan deze kredietlijnen gebruiken volgens haar behoeften op voorwaarde dat de schuldratio niet hoger is dan 60%, dat de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in exploitatie geïnvesteerd in rustoorden niet boven 75% van het totale actief uitkomt en op voorwaarde dat andere covenants gerespecteerd worden (die in overeenstemming zijn met de algemene marktpraktijken voor zulke kredieten). Elke geldopname gebeurt in € voor een duur van maximum 12 maanden, met een interestvoet met als referentie de geldende euribor. Op 30 juni 2013 zijn de bedragen voornamelijk opgenomen voor een duur van 1 maand.
Sinds 30 december 2010, datum van de acquisitie van de vennootschap Altigoon NV, beschikt Aedifica hiernaast over twee afschrijfbare investeringskredieten toegekend door KBC Bank (waarvan 1,8 miljoen € voorgesteld wordt als langlopende financiële schulden, en 0,2 miljoen € als kortlopende financiële schulden), die lopen tot in 2021 en die een vaste rentevoet hebben van 5,3%.
De gewogen gemiddelde kost inclusief kredietmarge en inbegrepen de effect van de afdekkingsinstrumenten was 4,0% na activering van tussentijdse interesten (3,9% over het volledige boekjaar 2011/2012) of 4,2% voor activering van tussentijdse interesten (4,2% over het volledige boekjaar 2011/2012). Rekening houdend met de duur van de trekkingen en het feit dat deze aan een variabele rentevoet gebeuren benadert de boekwaarde van de financiële schulden hun reële waarde. De toepassing van de indekkingen worden voorgesteld in toelichting 33.
Op 30 juni 2013 heeft Aedifica geen enkel gebouw in hypotheek of in pand gegeven aan zijn schuldeisers.
De indeling tussen de kortlopende financiële schulden en de langlopende financiële schulden is gebaseerd op de vervaldata van de kredietlijnen waarover de trekkingen worden gemaakt in plaats van op basis van de vervaldata van de trekkingen.
Vandaag, rekening houdend met de vervaldata van juli en augustus 2013, en de nieuwe overeenkomsten in werking getreden op 23 juli 2013, op 1 augustus 2013 en op 6 augustus 2013 zien er de vervaldata van de kredietlijnen van Aedifica als volgt uit (in miljoen €):
| - | Juli 2013: | 55 |
|---|---|---|
| - | Augustus 2013: | 30 |
| - | Juni 2014: | 30 |
| - | Augustus 2014: | 15 |
| - | April 2015: | 50 |
| - | Oktober 2015: | 30 |
| - | Juni 2016: | 30 |
| - | Juli 2016: | 30 |
| - | Augustus 2016: | 15 |
| - | Januari 2017: | 30 |
| - | 2021: | 2 |
| Afgesloten op 30 juni 2013: | 317 | |
| - | Vervaldatum juli 2013: | -55 |
| - | Vervaldatum augustus 2013: | -30 |
| - | Juni 2016: | 25 |
| - | Augustus 2017: | 30 |
| - | Juni 2018: | 32 |
| - | Juli 2018: | 30 |
| - | 2021: | 6 |
| Afgesloten lijnen sinds 6 augustus 2013: | 355 |
De netto financiële schuld is een prestatie-indicator die niet gedefinieerd is door de IFRS-normen. Aedifica maakt gebruik van dit begrip om haar schuld te schatten. De netto financiële schuld is gelijk aan het totaal van de kort- en langlopende financiële schulden verminderd met kas en kasequivalenten. De netto financiële schuld houdt geen rekening met de reële waarde van de aan de schuld verbonden derivaten. De definitie van de netto financiële schuld zoals weergegeven door Aedifica kan verschillen van gelijkaardige waarderingen van andere vennootschappen. De netto financiële schuld vormt geen onderdeel van de berekening van de schuldratio bepaald door het KB van 7 december 2010.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Financiële schulden | 227.205 | 296.043 |
| Min : Kas en kasequivalenten | -725 | -2.041 |
| NETTO FINANCIËLE SCHULD | 226.480 | 294.002 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Exit taks | 137 | 130 |
| Andere | ||
| Leveranciers | 4.630 | 5.655 |
| Huurders | 824 | 892 |
| Belastingen | 1.319 | 606 |
| Bezoldigingen en sociale lasten | 684 | 576 |
| Dividenden van de voorbije boekjaren | 22 | 19 |
| TOTAAL | 7.616 | 7.878 |
De betaling van het grootste deel van de handelsschulden en andere kortlopende schulden (die behoren tot de categorie "financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs" volgens IAS 39, met uitzondering van de belastingen - IAS 12 - en de bezoldigingen en sociale lasten - IAS 19) wordt voorzien binnen de 12 maanden. Hun boekwaarde benadert hun reële waarde.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten | 126 | 44 |
| Gelopen niet-vervallen interesten | 1.528 | 1.424 |
| Andere niet-vervallen kosten | 1.190 | 1.089 |
| TOTAAL | 2.844 | 2.557 |
Het totaal van de personeelskosten (zonder uitvoerend management en bestuurders voorgesteld in toelichting 16) wordt in de resultatenrekening als volgt geventileerd:
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Reiningskosten (zie toelichting 10) | -220 | -211 |
| Technische kosten (zie toelichting 11) | -259 | -219 |
| Commerciële kosten | -35 | -33 |
| Algemene kosten (zie toelichting 16) | -733 | -698 |
| Beheerkosten vastgoed (zie toelichting 14) | -577 | -507 |
| Geactiveerde kosten | -33 | -45 |
| TOTAAL | -1.857 | -1.713 |
Aantal personeelsleden op het einde van het boekjaar (zonder het uitvoerend management en bestuurders):
| 2013 | 2012 | |
|---|---|---|
| Niet gemeubeld | 4 | 4 |
| Gemeubeld | 13 | 14 |
| Niet toewijsbaar | 14 | 13 |
| TOTAAL | 31 | 31 |
Het financiële beleid van Aedifica strekt ertoe haar een permanente toegang tot krediet te verzekeren en het renterisico op te volgen en te minimaliseren.
De schuldratio (in de zin van het KB van 7december 2010) is vermeld in sectie 3.3 van het geconsolideerde beheersverslag in dit jaarlijks financieel verslag. Deze bedraagt 36% op 30 juni 2013 (zowel op geconsolideerd niveau als op statutair niveau). Deze sectie vermeldt ook de bijkomende schuldcapaciteit van Aedifica voor ze de maximaal toegelaten schuldratio voor vastgoedbevaks (65% van de totale activa) te bereiken, of die toegelaten in de bankovereenkomsten (60% van de totale activa). Wanneer de geconsolideerde schuldratio meer bedraagt dan 50%, dan moet een financieel plan met een uitvoeringsschema worden opgesteld waarin een beschrijving wordt gegeven van de maatregelen die genomen zullen worden om te verhinderen dat deze ratio meer dan 65% zou bedragen (artikel 54 van het Koninklijk Besluit van 7 december 2010).
Aangezien het financiële model van Aedifica gebaseerd is op een structurele schuldpositie, blijft de cashpositie die belegd is bij een financiële instelling relatief beperkt. Deze bedroeg ongeveer 1 miljoen € op 30 juni 2013.
Op 30 juni 2013 heeft Aedifica geen enkel gebouw in hypotheek of in pand gegeven ten voordele van haar schuldeisers. Merk op dat in Duitsland is het gebruikelijk dat vastgoed (die door bankkrediet gefinancierd zijn) onderhevig aan een hypotheek ten gunste van de schuldeiser bank is.
Aedifica heeft een sterke en duurzame relatie met haar bankiers die een gediversifieerde pool van internationale instellingen vormen. De kenmerken van de kredietlijnen waarover Aedifica beschikt zijn vermeld in toelichting 40 van de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarlijks financieel verslag.
Op 30 juni 2013 heeft Aedifica haar kredietlijnen ten belope van 228 miljoen € (2012: 296 miljoen €) op een totaal van 317 miljoen € opgenomen. Het beschikbare saldo, te weten 89 miljoen €, waaraan het effect van de verlenging van de kredietlijn in werking getreden op 23 juli 2013 (87 miljoen €), op 1 augustus 2013 (6 miljoen €) en op 6 augustus 2013 (30 miljoen €) moet worden toegevoegd, is voldoende om de korte termijnbehoeften evenals de bestaande projecten tot het einde van het boekjaar 2013/2014 te financieren. Het voorzien investeringsbudget voor de bestaande projecten is op 151 miljoen € geschat.
Rekening houdend met het wettelijk statuut van de vastgoedbevaks en gelet op de aard van de goederen waarin Aedifica investeert, is het risico van niet-hernieuwing van de kredietlijnen op termijn (behalve onvoorziene gebeurtenissen) klein, zelfs in een context van verscherping van de kredietcondities. Niettemin is, indien de marktomstandigheden verslechten ten opzichte van de marktomstandigheden die golden tijdens het afsluiten van de huidige kredietovereenkomsten, een risico van stijging van de kredietmarges na vervaldatum van deze kredietlijnen mogelijk.
Hiernaast wordt de vennootschap eveneens geconfronteerd met een liquiditeitsrisico dat zou kunnen ontstaan ingeval van opzegging van haar kredietlijnen. De vennootschap is inderdaad blootgesteld aan het risico dat haar financieringscontracten worden geannuleerd, herzien, opgezegd of tot een vervroegde terugbetalingsverplichting leiden, mocht zij de verbintenissen ('covenants') niet nakomen die bij de ondertekening van deze contracten werden bedongen om bepaalde financiële ratio's in acht te nemen. Deze verbintenissen zijn marktconform en voorzien onder andere dat de schuldgraad die gedefinieerd wordt door het Koninklijk besluit van 7 december 2010 een plafond van 60% niet overschrijdt. Bovendien is de vennootschap in geval van wijziging in de controle over de vennootschap, in geval van niet-nakoming van haar verplichtingen en meer algemeen in geval van in gebreke blijven zoals bedoeld door deze contracten, blootgesteld aan het risico van een gedwongen vervroegde terugbetaling. Hoewel, op basis van de informatie in haar bezit en van de vooruitzichten die op deze basis redelijkerwijs zouden kunnen worden gemaakt, de vennootschap tot op heden geen kennis heeft van elementen die erop wijzen dat in de voorzienbare toekomst één of meer van deze ratio's niet zouden kunnen worden nageleefd, kan het risico van niet-nakoming van de verbintenissen niet worden uitgesloten.
Aedifica ziet erop toe regelmatig de evolutie van de financiële markten op te volgen en de financiële structuur op korte en lange termijn te optimaliseren, samen met de dekking van de eraan verbonden risico's (liquiditeitsrisico en renterisico). Aedifica streeft ernaar haar financieringsbronnen nog verder te diversifiëren, in functie van de markttoestand.
Op 30 juni 2013 bestaan de niet-verdisconteerde uitgaande kasstromen mbt kredietlijnen uit 225 miljoen € (de hoofdsom) vervallend binnen het jaar, 1 miljoen € vervallend tussen 1 en 5 jaar en 1 miljoen € vervallend over meer dan 5 jaar, en voornamelijk uit 0,5 miljoen € interesten vervallend binnen het jaar (2012: 294 miljoen € hoofdsom en 0,4 miljoen € interesten, vervallend binnen het jaar).
De niet-verdisconteerde uitgaande kasstromen mbt indekkingsinstrumenten worden in de volgende tabel weergegeven:
| Op 30 juni 2013 (x 1.000 €) | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend tussen één en vijf jaar |
Vervallend over meer dan vijf jaar |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|
| Derivaten waarop hedge accounting van toepassing is | -3.920 | -11.340 | -3.199 | -18.459 |
| Derivaten waarop hedge accounting niet van toepassing is | -2.611 | -7.637 | -5.654 | -15.902 |
| Op 30 juni 2012 (x 1.000 €) | Vervallend binnen het jaar |
Vervallend tussen één en vijf jaar |
Vervallend over meer dan vijf jaar |
TOTAAL |
| Derivaten waarop hedge accounting van toepassing is | -3.472 | -12.530 | -4.617 | -20.619 |
| Derivaten waarop hedge accounting niet van toepassing is | -2.530 | -9.026 | -7.625 | -19.181 |
Aedifica sluit bijna al haar financiële schulden af tegen een variabele rentevoet. Hierdoor kan zij, desgevallend, profiteren van de lage rentevoeten. Om het risico van de stijging van de rentevoeten in te dekken, voert Aedifica een beleid dat erop gericht is de rentevoeten met betrekking tot minstens 60 % van haar financiële schulden (zowel de bestaande als de waarschijnlijke) in te dekken over een horizon van meerdere jaren.
Dit beleid is gegrond op het feit dat een stijging van de nominale rentevoeten zonder gelijktijdige groei van de inflatie een verhoging van de reële rentevoeten voor gevolg heeft. Deze verhoging kan niet gecompenseerd worden door een stijging van de huurinkomsten door indexatie. Bovendien stelt men in geval van inflatiegroei een verschil in de tijd vast tussen de stijging van de nominale rentevoeten en de indexatie van de huurinkomsten. Wanneer de curve van de rentevoeten voldoende vlak is (dit wil zeggen wanneer de rentevoeten weinig variëren in functie van de renteperiode) opteert Aedifica voor een indekking op langere termijn, in verhouding tot haar investeringshorizon.
Bij wijze van voorbeeld, in de veronderstelling dat de structuur en het niveau van de financiële schuld onveranderd blijven en er abstractie gemaakt wordt van de toepassing van de indekkingsinstrumenten, hebben simulaties aangetoond dat een gemiddelde stijging van de rentevoeten met 25 basispunten in 2013/2014 ten opzichte van de gemiddelde rentevoet van de
vooruitzichten een verhoging van de financieringskosten van ongeveer 0,7 miljoen € (op 30 juni 2014) met zich zou meebrengen.
Om het renterisico te beheren heeft Aedifica dus indekkingen voorzien (interest rate swaps, caps en collars). 30 juni 2013 bedragen de lopende indekkingsinstrumenten 123% van de kortlopende trekkingen op de kredietlijnen van de bevak. Dit percentage zal afnemen tegen het einde van bepaalde instrumenten en de toeneming van trekkingen op kredietlijnen op basis van de toekomstige investeringen. Alle indekkingen worden afgesloten met onbesproken tegenpartijen en met betrekking tot bestaande of zeer waarschijnlijke risico's. Wanneer de kenmerken van de indekkingen het toelaten, past Aedifica hierop "hedge accounting" toe, zoals gedefinieerd door de norm IAS 39. De analyse van de indekkingen wordt verstrekt in het geconsolideerde beheersverslag en in de geconsolideerde jaarrekening (toelichting 33 van de geconsolideerde jaarrekening in dit jaarlijks financieel verslag). De indekkingen zijn voor lange periodes afgesloten: evenwel (en conform met de marktpraktijk) voorzien de overeenkomsten die met de betrokken banken afgesloten zijn dat sommige gebeurtenissen ertoe kunnen leiden dat de indekkingen stopgezet worden of dat er zekerheden moeten gesteld worden (bijvoorbeeld in contanten) ten voordele van deze banken.
De variatie van de rentecurve heeft een beperkte invloed op de toekomstige lasten van de schulden, in die mate dat minimum 60 % van de schulden ingedekt is met interest rate swaps die de schulden met variabele rente omzetten in schulden met vaste rente, caps of collars. Elke variatie van de rentecurve heeft overigens een invloed op de reële waarde van de indekkingen in het resultaat en/of in het eigen vermogen (post "I.C.d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS" en "I.C.e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Een sensibiliteitsanalyse wordt in toelichting 33 van de geconsolideerde jaarrekening gegeven.
Het sluiten van een financieringscontract of van een indekkingsinstrument doet een tegenpartijrisico op een financiële instelling ontstaan in geval van het in gebreke blijven van deze instelling. Om dit tegenpartijrisico te beperken doet Aedifica een beroep op verschillende referentiebanken om een zekere diversificatie van tegenpartijen voor haar financieringen en voor de indekkingsinstrumenten te verzekeren. Hierbij besteedt Aedifica bijzondere aandacht aan de prijskwaliteitverhouding van de geleverde diensten. In de huidige crisiscontext kan Aedifica niet uitsluiten dat één of meerdere van haar tegenpartijen in gebreke zou blijven.
In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten marktverstoringsclausules en clausules van belangrijke verandering van omstandigheden ("MAC" clausules of material adverse changes) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de bevak kunnen genereren, en zelfs in nog extremere gevallen tot stopzetting van het krediet kunnen leiden.
Aedifica heeft een bankrelatie met de banken die in toelichting 33 en 49 van de geconsolideerde jaarrekening vermeld zijn. De bancaire tegenpartijen voor de indekkingsinstrumenten zijn, in dalende orde van belang, ING, BNP Paribas Fortis en KBC Bank.
Aedifica realiseert haar omzet en haar kosten in de eurozone (met uitzondering van een marginale kost in USD ). De financiering wordt volledig in euro verstrekt. Aedifica is dus niet onderhevig aan een significant wisselkoersrisico.
De jaarlijkse budgetten en de financiële vooruitzichten over meerdere jaren zijn een belangrijke hulp voor de besluitvorming en voor de opvolging van het beheer. Deze budgetten en vooruitzichten komen voort uit een computermodel dat draait op basis van hypotheses en dat onderhevig aan programmeringsfouten of manipulatiefouten kan zijn. De eventuele foute hypotheses en programmerings- of manipulatiefouten kunnnen, indien ze onopgemerkt blijven de conformiteit met de eisen van de regelgeving (het respecteren van de verplichtingen verbonden aan het statuut van vastgoedbevak, zoals bijvoorbeeld de gelimiteerde schuldgraad) en van de contracten (bijvoorbeeld het respecteren van de verbintenissen ten opzichte van de banken), alsook de performantie van de vennootschap beïnvloeden.
Voor geen enkele operatie vermeld in dit hoofdstuk is de aanschaffingswaarde hoger dan de door de vastgoeddeskundige bepaalde investeringswaarde (op het ogenblik van het afsluiten van het contract).
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met Senior Living Group heeft Aedifica er zich toe verbonden de uitbreiding van het bestaand rustoord te financieren voor een budget van maximum 0,7 miljoen €. De stedenbouwkundige vergunning hiertoe werd bekomen op 13 november 2012.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met de exploitant van het rustoord Au Bon Vieux Temps (die behoort tot de groep Senior Living Group) heeft Aedifica er zich toe verbonden de bouw van een nieuw rustoord en een serviceflatresidentie, gelegen naast het bestaande gebouw in Mont-Saint-Guibert te financieren voor een budget van maximum 9,8 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet verwezenlijkt zijn.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met Senior Living Group heeft Aedifica er zich toe verbonden de uitbreiding van dit rustoord te financieren voor een budget van maximum 2,9 miljoen €. De eerste fase ervan werd in gebruik genomen op 28 mei 2013. De overige bouwwerken zijn in uitvoering.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met de uitbater van het rustoord Pont d'Amour (die behoort tot de groep Armonea) heeft Aedifica er zich toe verbonden de uitbreiding van dit rustoord te financieren voor een budget van maximum 7,9 miljoen €. De stedenbouwkundige vergunning hiertoe werd bekomen op 12 juni 2013. De uitvoering van deze verbintenis is evenwel ook nog onderworpen aan andere voorwaarden die nog niet verwezenlijkt zijn.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met Armonea heeft Aedifica er zich toe verbonden de uitbreiding van het rustoord Larenshof te financieren voor een budget van maximum 3,1 miljoen €. De bouwwerken zijn in uitvoering.
Aedifica heeft zich tegens de Soprim@-groep verbonden om de renovatie en de uitbreiding van dit woonzorgcentrum te financieren voor een budget van maximum 11,3 miljoen €. De eerste fase werd in gebruik genomen op 28 mei 2013. De overige bouwwerken zijn in uitvoering.
Aedifica heeft zich tegens de Soprim@-groep verbonden om de uitbreiding van deze serviceflatresidentie te financieren voor een budget van maximum 6,1 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet alle verwezenlijkt zijn.
Aedifica heeft zich tegens de Soprim@-groep verbonden om de renovatie en de omvorming van dit rustoord tot een revalidatieen kortverblijfcentrum voor senioren te financieren voor een budget van maximum 3,3 miljoen € De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet alle verwezenlijkt zijn.
Aedifica heeft zich tegens de Soprim@-groep verbonden om de omvorming van een oud schoolgebouw te Wemmel tot een nieuw woonzorgcentrum te financieren voor een budget van maximum 19,8 miljoen €. De bouwwerken zijn in uitvoering.
Aedifica heeft zich tegens de Soprim@-groep verbonden om de uitbreiding van dit rustoord te financieren voor een budget van maximum 8,7 miljoen €. De bouwwerken zijn in uitvoering.
In uitvoering van de kaderovereenkomst gesloten met de naamloze vennootschap "La Réserve Invest" op 5 juli 2010 (cf. toelichting 49 in het jaarlijks financieel verslag 2009/2010), werden er twee principe-akkoorden gesloten op respectievelijk 20 en 24 mei 2011 die Aedifica, in voorkomend geval, toelaten om, via partiële splitsingen, onroerende goederen in de sector van de huisvesting voor senioren (met name het rustoord en de serviceflatresidentie De Notelaar te Olen met een maximale capaciteit van 122 bedden en het rustoord en de serviceflatresidentie Overbeke te Wetteren met een maximale capaciteit van 113 bedden) te verwerven voor een bedrag van om en bij de 31 miljoen € (18 miljoen € voor het rustoord te Olen en 13 miljoen € voor het rustoord te Wetteren), waarvan 23 miljoen € in ruil voor nieuwe door Aedifica uit te geven aandelen. Deze onroerende goederen zullen door Aedifica ter beschikking worden gesteld aan de Armonea-groep in het kader van zgn. "triple net"- overeenkomsten met een duurtijd van 27 jaar.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met de toekomstige exploitant (die behoort tot de groep Senior Living Group) heeft Aedifica er zich toe verbonden de bouw van een nieuw rustoord gelegen te Beringen te financieren voor een budget van maximum 17,4 miljoen €. De bouwwerken zullen een aanvang nemen in september 2013.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met de exploitant van het rustoord Cheveux d'Argent (die behoort tot de groep Senior Living Group) heeft Aedifica er zich toe verbonden de bouw van een nieuwe serviceflatresidentie, gelegen naast het bestaande rustoord in Sart-lez-Spa te financieren voor een budget van maximum 3 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet verwezenlijkt zijn.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met de exploitant van het rustoord 't Hoge (met garantiestelling door Senior Living Group) heeft Aedifica er zich toe verbonden de renovatie en de uitbreiding van het bestaande rustoord 't Hoge in Kortrijk te financieren voor een budget van maximum 5 miljoen €. De stedenbouwkundige vergunning hiertoe werd bekomen op 20 juni 2012 en de bouwwerken zijn in uitvoering.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met de exploitant van het rustoord Helianthus (met garantiestelling door Senior Living Group) heeft Aedifica er zich toe verbonden de uitbreiding van het bestaande rustoord Helianthus in Melle te financieren voor een budget van maximum 3,4 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet verwezenlijkt zijn.
In het kader van de overeenkomst die op 20 juni 2013 werd gesloten, heeft Aedifica er zich toe verbonden een bestaand rustoord met een capaciteit van 80 bedden in Bergisch Gladbach (Duitsland) te verwerven voor een bedrag van 8 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die op het ogenblik van de afsluiting van het boekjaar op 30 juni 2013 nog niet verwezenlijkt waren, maar die in juli 2013 zijn verwezenlijkt. Dit rustoord wordt ter beschikking gesteld aan de AGO-groep in het kader van zgn. "double net" - overeenkomst met een resterende duurtijd van 22 jaar.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met Senior Living Group heeft Aedifica er zich toe verbonden de renovatie en de uitbreiding van het bestaande rustoord l'Air du Temps gelegen te Chênée te financieren voor een budget van maximum 5,8 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet verwezenlijkt zijn.
In het kader van de erfpachtovereenkomst die werd gesloten met Senior Living Group heeft Aedifica er zich toe verbonden de renovatie en de uitbreiding van het bestaande rustoord gelegen te Veerle-Laakdal te financieren voor een budget van maximum 2,9 miljoen €. De uitvoering van deze verbintenis is onderworpen aan diverse voorwaarden die nog niet verwezenlijkt zijn.
Aedifica heeft een princiepsakkoord gesloten voor de ontwikkeling van een nieuw woonzorgcentrum in Tervuren voor een budget van 24 miljoen €. De uitvoering van dit akkoord is nog onderworpen aan een aantal opschortende voorwaarden.
Bij sommige aanschaffingen, is een deel van de aanschaffingsprijs bepaald door een toekomstige en onzekere gebeurtenis. Bijvoorbeeld de verhoging van de huur na de uitbreiding van een rustoord. Dit kan leiden tot een prijsaanpassing ("earn out").
Aedifica heeft in het kader van kredietovereenkomsten geen zekerheden verleend.
In het algemeen verkrijgt Aedifica vanwege de overdragers van aandelen van vastgoedvennootschappen garanties met betrekking tot de activa en passiva van de vennootschappen die zij verwerft.
Over het algemeen verkrijgt Aedifica in het kader van de verhuring van haar gebouwen huurgaranties die beantwoorden aan de marktgebruiken en de terzake geldende wetgeving, onder de vorm van bankgaranties of geblokkeerde rekeningen, en in sommige gevallen van borgstellingen.
Daarenboven beschikt Aedifica in sommige gevallen over andere zekerheden:
Naar aanleiding van acquisities, inbrengen in natura, fusies en splitsingen heeft Aedifica de volgende zekerheden bedongen die de verbintenissen van de overdragers dekken:
Aedifica heeft een verkoopovereenkomst gesloten met betrekking tot de verwerving van 6 parkeerplaatsen in het gebouw gelegen naast het gebouw Residentie Palace, blok E. Deze parkeerplaatsen zijn in aanbouw.
De voornaamste verwervingen van vastgoedbeleggingen gedurende het boekjaar zijn de volgende:
| VERWERVINGEN NAAM |
Bedrijfssegment | Waarde van de gebouwen* |
Rechtspersonenregister | Verwervingsdatum** | Wijze van integratie |
|---|---|---|---|---|---|
| (x 1.000 €) | |||||
| Immo Cheveux d'Argent NV | Huisvesting voor senioren |
3.963 | 0849.065.348 | 20/12/2012 | Verwerving van aandelen gevolgd door fusie |
| Terinvest NV | Huisvesting voor senioren |
3.279 | 0440.659.518 | 26/03/2013 | Verwerving van aandelen gevolgd door fusie |
| Kasteelhof-Futuro GCV | Huisvesting voor senioren |
3.443 | 0439.190.066 | 17/04/2013 | Verwerving van aandelen gevolgd door fusie |
| TOTAAL | 10.685 |
* om volgende items te bepalen: het aantal uit te geven aandelen, de ruilverhouding en/of de waarde van de verworven aandelen.
** en datum van opname in het resultaat.
Al deze operaties worden in het beheerverslag in detail toegelicht.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten | ||
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-137 | -75 |
| Toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
1.737 | -9.384 |
| Subtotaal | 1.600 | -9.459 |
| Andere | 0 | 0 |
| TOTAAL | 1.600 | -9.459 |
De transacties met verbonden partijen (in de zin van IAS 24 en het Wetboek van Vennootschappen) betreffen enkel de kosten voor de voornaamste bedrijfsleiders, dit zijn de niet-uitvoerende bestuurders en het uitvoerend management (1.1490 k€ voor het boekjaar 2012/2013 en 1.010 k€ voor het boekjaar 2011/2012). Het detail van de lasten zijn vermeld in het remuneratieverslag van het hoofdstuk "Corporate Governance" van dit jaarlijks financieel verslag.
Aedifica heeft op 29 augustus 2013 samen met haar dochtervennootschap Aedifica Invest NV 100% van de aandelen van de NV Patrius Invest verworven. Patrius is de eigenaar van twee rustoorden in de provincie Antwerpen: "Salve" in Brasschaat en "Plantijn" in Kapellen.
Het rustoord "Salve" is gelegen in het hart van een residentiële wijk in Brasschaat. Het rustoord dat vandaag 117 vergunde bedden telt, wordt door de groep Armonea (een toonaangevende speler op het vlak van seniorenzorg) uitgebaat op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar, die sedert juni 2013 loopt. Deze erfpachtovereenkomst brengt een initieel triple net rendement van ca. 6% op. De conventionele aanschaffingswaarde van de site bedraagt ca. 8 miljoen €. Bovendien is er thans een herontwikkelingsproject op de site in uitvoering (in twee fases). Het project omvat de sloop en herbouw van het oude gedeelte van het rustoord (dat van de vroege 20ste eeuw dateert) en de complete renovatie van de moderne delen (twee gebouwen die van 1979 en 1997 dateren). De voorlopige oplevering van fase I is in het voorjaar 2014 gepland.
Het rustoord "Plantijn" is gelegen in een residentiële wijk, dichtbij het centrum van Kapellen. Het rustoord dat vandaag 110 vergunde bedden telt, wordt door de groep Armonea uitgebaat op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar, die sedert juni 2013 loopt. Deze erfpachtovereenkomst brengt een initieel triple net rendement van ca. 6% op. De
conventionele aanschaffingswaarde van de site bedraagt ca. 8 miljoen €. Bovendien is de herontwikkeling van de site voorzien. Het project betreft de renovatie van de bestaande gebouwen (met name een gebouw uit de vroege 20ste eeuw en een modernere uitbreiding die in 1972 en in 1986 werd toegevoegd) en de uitbreiding van de site met een nieuwbouw op een perceel naast het rustoord. De stedenbouwkundige vergunning voor dit project werd reeds afgeleverd. De exacte planning van de werken is nog niet definitief.
Het globale investeringsbudget voor de realisatie van de renovatie- en uitbreidingswerken op deze twee sites is contractueel op ca. 16 miljoen € vastgelegd. Deze bijkomende investeringen zullen vanaf de voorlopige oplevering van de werken eveneens een triple net rendement van ca. 6% opleveren.
Aedifica meldt de voltooiing op 29 augustus 2013 van het nieuwe rustoord "Hestia" in Wemmel (Vlaams-Brabant), in de rand rond Brussel.
Het rustoord is gelegen in een residentiële wijk van Wemmel. Het heeft een totale capaciteit van 222 bedden en is daarmee het grootste rustoord in de portefeuille van Aedifica. De site wordt door de groep Soprim@ uitgebaat op basis van een triple net erfpachtovereenkomst van 27 jaar. De aanschaffingswaarde (met inbegrip van de aankoop van het terrein en de bouw van het gebouw) bedraagt ca. 20 miljoen €. Deze investering zal een initieel triple net rendement van ca. 6% genereren.
Dit project is voor rekening van Aedifica gerealiseerd in uitvoering van een op 21 februari 2011 met de groep Soprim@ getekend princiepsakkoord.
Aedifica heeft op 1 augustus 2013 een (door de Bank für Sozialwirtschaft verstrekt) bestaand krediet van 6 miljoen € overgenomen in het kader van de acquisitie van het gebouw "Seniorenzentrum AGO Herkenrath" (zie sectie 2.1.1. van de geconsolideerde beheersverslag hierboven).
Op 5 augustus 2013 heeft Aedifica een nieuwe bilaterale kredietlijn van 30 miljoen € afgesloten met BNP Paribas Fortis. Deze kredietlijn treedt in werking op 6 augustus 2013 voor een periode van 4 jaar.
De vervaldata van de kredietlijnen van Aedifica worden vermeld in toelichting 40.
Het gecorrigeerd resultaat vastgelegd door het KB van 7 december 2010 wordt op de volgende wijze berekend, op basis van de statutaire rekeningen:
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Nettoresultaat | 27.538 | 15.390 |
| Afschrijvingen | 553 | 484 |
| Waardeverminderingen | 311 | 35 |
| Andere niet-geldelijke kosten | -1.434 | 9.433 |
| Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | -54 | -54 |
| Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -9.013 | -9.423 |
| Afrondingsverschil | 0 | 1 |
| Gecorrigeerd resultaat | 17.901 | 15.866 |
| Noemer* (in aandelen) | 8.715.339 | 7.153.096 |
| Gecorrigeerd resultaat per aandeel* (in € per aandeel) | 2,05 | 2,22 |
* Rekening houdend met het recht op pro rata temporis dividend toegekend aan de aandelen uitgegeven tijdens het boekjaar.
De lijst hieronder is de volledige lijst van ondernemingen bedoeld in de artikelen 114 en 165 van het Koninklijk Besluit van 30 januari 2011 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen. Hun boekjaar is op 30 juni 2013 afgesloten. Het aandeel in het kapitaal is onveranderd ten opzichte van dat op 30 juni 2012.
| NAAM | Land | Categorie | Rechtspersonenregister | Aandeel in het kapitaal (in %) |
|---|---|---|---|---|
| Aedifica Invest NV | België | Dochtervennootschap | 0879.109.317 | 100,00 |
| Aedifica Invest Brugge NV | België | Dochtervennootschap | 0899.665.397 | 100,00 |
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Geconsolideerde schuldgraad (max.65%) | ||
| Totaal verplichtingen | 270.038 | 341.516 |
| Aanpassingen | -35.217 | -37.595 |
| Totale schulden volgens het KB van 7 december 2010 | 234.821 | 303.921 |
| Totaal activa | 652.197 | 609.092 |
| Aanpassingen | -526 | -38 |
| Totaal activa volgens het KB van 7 december 2010 | 651.671 | 609.054 |
| Schuldgraad (in %) | 36,0% | 49,9% |
| Statutaire uitkeringsratio | ||
| Gecorrigeerd statutair resultaat | 17.901 | 15.865 |
| Voorgesteld dividend | 16.211 | 13.305 |
| Uitkeringsratio (min. 80%) | 91% | 84% |
In overeenstemming met artikel 27, § 1, al. 1 van het koninklijk besluit van 7 december 2010 is de bevak niet verplicht om een dividend voor het boekjaar 2012/2013 uit te delen, gezien de vermindering van de schuldenlast van het bedrijf, die met 69 miljoen € tussen 30 juni 2012 en 30 juni 2013 werd verminderd, is meer dan 80% van het gecorrigeerde statutaire resultaat (80% * 17.901 k€ = 14.321 k€).
Op 30 juni 2013 vertegenwoordigt geen enkel vastgoedgeheel meer dan 20% van de activa van Aedifica (zie "Risicofactoren", sectie 1.4).
De gebouwen van Aedifica worden elk kwartaal gewaardeerd door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen Stadim CVBA en de Crombrugghe & Partners NV.
| (x 1.000 €) | 2013 | 2012 |
|---|---|---|
| Mandaat van de Commissaris | 41 | 40 |
| Controle-opdrachten voorzien door het Wetboek van vennootschappen | 10 | 0 |
| Andere controle-opdrachten (comfort letter, enz.) | 40 | 3 |
| Belastingadviesopdrachten | 0 | 0 |
| Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 0 | 0 |
| TOTAAL | 91 | 43 |
De voorziene limiet in artikel 133 § 5 van het Wetboek van Vennootschappen wordt niet bereikt, omdat de ratio "one to one" is 98% (40 k€ / 41 k€).
Het verslag van de commissaris wordt waarheidsgetrouw weergegeven en er is, voor zover dat Aedifica weet, geen enkel gegeven weggelaten dat de informatie onvolledig of misleidend zou maken.
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN AEDIFICA NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 30 JUNI 2013
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 30 juni 2013, over het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd kasstroomoverzicht, het overzicht van de variaties in het geconsolideerde eigen vermogen en het geconsolideerd globaal resultaat van het boekjaar afgesloten op 30 juni 2013 en over de toelichting, en omvat tevens de vereiste bijkomende verklaring.
Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 30 juni 2013, opgesteld op basis van de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie, en van de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, met een balanstotaal van € 652.197 (000) en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar, aandeel van de Groep, € 27.671 (000).
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie, en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, alsook voor het implementeren van de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat, die gevolg is van fraude of van fouten.
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze audit. Wij hebben onze audit uitgevoerd volgens de internationale auditstandaarden (ISA's). Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de audit plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een audit omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijkingen van materieel belang in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de entiteit in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, ten einde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een audit omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede de presentatie van de geconsolideerde jaarrekening, als geheel.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden de voor onze audit vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap per 30 juni 2013 een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van het geconsolideerd geheel alsook van diens resultaten en van diens kasstroom over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie, en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van ons mandaat, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen:
Brussel, 2 september 2013, Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba, Commissaris, Vertegenwoordigd door Jean-François Hubin, Vennoot
De statutaire jaarrekening van Aedifica NV, op basis van de IFRS-normen, wordt hieronder samengevat overeenkomstig artikel 105 van het Wetboek van vennootschappen.
De volledige versie van de statutaire jaarrekening van Aedifica NV, samen met het beheersverslag en het verslag van de commissaris zal binnen de wettelijke termijn bij de Nationale Bank van België neergelegd worden en kan gratis verkregen worden via het internet (www.aedifica.be) of op aanvraag op de maatschappelijke zetel.
De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud van de statutaire jaarrekening gegeven.
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| I. | Huurinkomsten | 36.230 | 34.340 |
| II. | Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren | 0 | 0 |
| III. | Met verhuur verbonden kosten | -152 | -55 |
| Nettohuurresultaat | 36.078 | 34.285 | |
| IV. | Recuperatie van vastgoedkosten | 40 | 23 |
| V. | Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen | 1.151 | 839 |
| VI. | Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur |
0 | 0 |
| VII. | Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen | -1.151 | -839 |
| VIII. | Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven | -1.564 | -1.677 |
| Vastgoedresultaat | 34.554 | 32.631 | |
| IX. | Technische kosten | -942 | -831 |
| X. | Commerciële kosten | -486 | -548 |
| XI. | Kosten en taksen van niet verhuurde goederen | -126 | -112 |
| XII. | Beheerkosten vastgoed | -684 | -602 |
| XIII. | Andere vastgoedkosten | -1.077 | -1.047 |
| Vastgoedkosten | -3.315 | -3.140 | |
| Operationeel vastgoedresultaat | 31.239 | 29.491 | |
| XIV. | Algemene kosten van de vennootschap | -3.848 | -3.407 |
| XV. | Andere operationele opbrengsten en kosten | 10 | 139 |
| Operationeel resultaat voor het resultaat op de portefeuille | 27.401 | 26.223 | |
| XVI. | Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen | 54 | 54 |
| XVII. | Resultaat verkoop andere niet-financiële activa | 0 | 0 |
| XVIII. | Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | 9.013 | 9.424 |
| Operationeel resultaat | 36.468 | 35.701 | |
| XX. | Financiële opbrengsten | 327 | 555 |
| XXI. | Netto-interestkosten | -9.955 | -10.740 |
| XXII. | Andere financiële kosten | -832 | -613 |
| XXIII. | Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva | 1.600 | -9.459 |
| Financieel resultaat | -8.860 | -20.257 | |
| Resultaat voor belastingen | 27.608 | 15.444 | |
| XXIV. | Vennootschapsbelasting | -70 | -54 |
| XXV. | Exit taks | 0 | 0 |
| Belastingen | -54 | ||
| Nettoresultaat | 27.538 | 15.390 | |
| Gewoon resultaat per aandeel (€) | 3,16 | 2,15 | |
| Verwaterd resultaat per aandeel (€) | 3,16 | 2,15 |
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | 2012 | |||
|---|---|---|---|---|
| I. | Nettoresultaat | 27.538 | 15.390 | |
| II. | Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | |||
| A. | Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-418 | -937 | |
| B. | Variaties in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten in een kasstroomdekking zoals gedefinieerd in IRFS |
1.344 | -13.060 | |
| H. | Andere elementen van het globaal resultaat*, na belasting | 1.593 | 651 | |
| Gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten | 30.056 | 2.043 |
* Verschil tussen investeringswaarde bepaald door de vastgoeddeskundige en conventionele waarde vastgesteld tussen partijen, na aftrek van de bijkomende kosten verbonden aan de acquisities.
| ACTIVA | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | |||
| I. | Vaste activa | ||
| A. | Goodwill | 1.856 | 1.856 |
| B. | Immateriële vaste activa | 21 | 20 |
| C. | Vastgoedbeleggingen | 642.667 | 592.542 |
| D. | Andere materiële vaste activa | 1.849 | 2.078 |
| E. | Financiële vaste activa | 1.149 | 890 |
| F. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 |
| G. | Handelsvorderingen en andere vaste activa | 0 | 0 |
| H. | Uitgestelde belastingen - activa | 0 | 0 |
| Totaal vaste activa | 647.542 | 597.386 | |
| II. | Vlottende activa | ||
| A. | Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 |
| B. | Financiële vlottende activa | 0 | 0 |
| C. | Vorderingen financiële leasing | 0 | 0 |
| D. Handelsvorderingen | 2.514 | 2.890 | |
| E. | Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 976 | 6.481 |
| F. | Kas en kasequivalenten | 720 | 2.036 |
| G. | Overlopende rekeningen | 527 | 540 |
| Totaal vlottende activa | 4.737 | 11.947 | |
| TOTAAL ACTIVA | 652.279 | 609.333 |
| EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 2013 | 2012 | |
|---|---|---|---|
| Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) | |||
| EIGEN VERMOGEN | |||
| A. | Kapitaal | 248.072 | 180.873 |
| B. | Uitgiftepremies | 64.729 | 34.261 |
| C. | Reserves | 41.841 | 37.206 |
| a. Wettelijke reserve | 0 | 0 | |
| b. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed | 82.732 | 71.662 | |
| c. Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-13.848 | -13.430 | |
| d. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-16.637 | -17.906 | |
| e. Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS |
-17.466 | -8.082 | |
| h. Reserve voor eigen aandelen | -83 | -114 | |
| m. Andere reserves | 0 | 0 | |
| n. Overgedragen resultaten van vorige boekjaren | 7.143 | 5.076 | |
| D. | Nettoresultaat van het boekjaar | 27.538 | 15.390 |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 382.180 | 267.730 | |
| VERPLICHTINGEN | |||
| I. | Langlopende verplichtingen | ||
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 |
| B. | Langlopende financiële schulden | ||
| a. Kredietinstellingen | 171.484 | 235.834 | |
| C. | Andere langlopende financiële verplichtingen | 32.373 | 35.038 |
| D. | Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 |
| E. | Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 |
| F. | Uitgestelde belastingen - verplichtingen | 0 | 0 |
| Totaal langlopende verplichtingen | 203.857 | 270.872 | |
| II. | Kortlopende verplichtingen | ||
| A. | Voorzieningen | 0 | 0 |
| B. | Kortlopende financiële schulden | ||
| a. Kredietinstellingen | 55.721 | 60.209 | |
| C. | Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 |
| D. | Handelsschulden en andere kortlopende schulden | ||
| a. Exit taks | 137 | 130 | |
| b. Andere | 7.540 | 7.835 | |
| E. | Andere kortlopende verplichtingen | 0 | 0 |
| F. | Overlopende rekeningen | 2.844 | 2.557 |
| Totaal kortlopende verplichtingen | 66.242 | 70.731 | |
| TOTAAL VERPLICHTINGEN | 270.099 | 341.603 | |
| TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN | 652.279 | 609.333 |
| VOORGESTELDE VERWERKING Jaar afgesloten op 30 juni (x 1.000 €) |
2013 | 2012 |
|---|---|---|
| A. Nettoresultaat | 27.538 | 15.390 |
| B. Toevoeging/onttrekking reserves (-/+) | 10.667 | 18 |
| 1. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het (positieve of negatieve) saldo van de variaties in de rëele waarde van vastgoed (-/+) |
||
| - boekjaar | 9.013 | 9.423 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| - realisatie vastgoed | 54 | 54 |
| 2. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-/+) |
0 | 0 |
| 3. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
||
| - boekjaar | -137 | -75 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 4. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
||
| - boekjaar | 0 | 0 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 5. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (-) |
||
| - boekjaar | 1.737 | -9.385 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 6. Toevoeging aan de reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+) |
||
| - boekjaar | 0 | 0 |
| - vorige boekjaren | 0 | 0 |
| 7. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (-/+) |
0 | 0 |
| 8. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (-/+) | 0 | 0 |
| 9. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+) |
0 | 0 |
| 10. Toevoeging aan/onttrekking van andere reserves (-/+) | 0 | 0 |
| 11. Toevoeging aan/onttrekking van overgedragen resultaten van vorige boekjaren (-/+) | 0 | 0 |
| C. Vergoeding voor het kapitaal overeenkomstig artikel 27, § 1er, lid 1 | 0 | 12.692 |
| D. Vergoeding voor het kapitaal, -andere dan C | 16.211 | 613 |
| E. Over te dragen resultaat | 661 | 2.067 |
| NIET-UITKEERBAAR EIGEN VERMOGEN VOLGENS ARTIKEL 617 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN (x 1.000 €) |
2013 | 2012 |
| Gestort kapitaal of, als dit hoger ligt, opgevraagd kapitaal (+) | 248.072 | 180.873 |
| Volgens de statuten niet-beschikbare uitgiftepremies (+) | 64.729 | 34.261 |
| Reserve voor het positieve saldo van de variaties in de reële waarde van vastgoed (+) | 91.799 | 81.139 |
| Reserve voor de impact op de reële waarde van geschatte mutatie-rechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen |
-13.848 | -13.429 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
-16.774 | -17.981 |
| Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS (+/-) |
-15.729 | -17.466 |
| Reserve voor het saldo van de wisselkoersverschillen op monetaire activa en passiva (+) | 0 | 0 |
| Reserve voor de omrekeningsverschillen die voortvloeien uit de omrekening van een buitenlandse activiteit (+/-) | 0 | 0 |
| Reserve voor het saldo van de prestaties in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor de verkoop (+/-) Reserve voor actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen (+) |
0 0 |
0 0 |
| Reserve voor fiscale latenties met betrekking tot vastgoed gelegen in het buitenland (+) | 0 | 0 |
| Reserve voor de ontvangen dividenden bestemd voor de terugbetaling van financiële schulden (+) | 0 | 0 |
| Andere door de algemene vergadering onbeschikbaar verklaarde reserves (+) | 0 | 0 |
| Wettelijke reserve (+) | 0 | 0 |
| Niet-uitkeerbaar eigen vermogen volgens Artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen | 358.249 | 247.396 |
| Nettoactief | 382.180 | 267.730 |
Dividenduitkering -16.211 -13.305 Nettoactief na uitkering 365.969 254.425
Resterende marge na uitkering 7.720 7.029
Vermits de statuten van de vastgoedbevak nog niet aangepast zijn aan de Wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, moeten verwijzingen naar de Wet van 20 juli 2004 als verwijzend naar de Wet van 3 augustus 2012 begrepen worden.
De vennootschap heeft de vorm van een naamloze vennootschap met de benaming "AEDIFICA".
De vennootschap is onderworpen aan het wettelijke stelsel van beleggingsvennootschappen met vast kapitaal van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles ("de Wet") alsook aan het Koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot vastgoedbevaks ("het Koninklijk Besluit").
De maatschappelijke benaming van de bevak (evenals de documenten die van haar uitgaan) bevat de vermelding "openbare vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch recht" of "openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht" of wordt onmiddellijk gevolgd door deze woorden. De vennootschap doet een publiek beroep op het spaarwezen in de zin van het artikel 438 van het Wetboek van Vennootschappen.
De maatschappelijke en administratieve zetel is gevestigd aan de Louizalaan 331-333 in 1050 Brussel.
De zetel kan overal in België verplaatst worden, mits naleving van de wetgeving op het taalgebruik in administratieve zaken, door eenvoudige beslissing van de raad van bestuur die over alle volmachten beschikt om de daaruit voortvloeiende statutenwijziging in een authentieke akte te laten vaststellen.
De naamloze vennootschap naar Belgisch recht Aedifica werd opgericht door Bank Degroof NV en GVA Finance Comm. VA krachtens een akte die op 7 november 2005 werd verleden voor meester Bertrand Nerincx, geassocieerd notaris te Brussel, en gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 23 november 2005 onder het nummer 20051123/05168061.
Aedifica werd op 8 december 2005 erkend als vastgoedbevak door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA), thans FSMA.
De vennootschap is ingeschreven in het rechtspersonenregister (RPR) van Brussel onder het nummer 0877.248.501.
De vennootschap werd opgericht voor onbepaalde duur.
De vennootschap heeft tot hoofddoel het collectief beleggen in vastgoed van de financiële middelen van het publiek in de zin van het artikel 7, 1ste alinea, 5° van de Wet en van artikel 2, 20° van het Koninklijk Besluit.
Bijgevolg investeert de vennootschap hoofdzakelijk in vastgoed, namelijk:
rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in vastgoed die in een andere Lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd en niet ingeschreven zijn op de in artikel 129 van de Wet bedoelde lijst, voor zover ze aan een gelijkwaardig toezicht zijn onderworpen als de openbare vastgoedbevaks,
in vastgoedcertificaten, bedoeld in artikel 5 § 4 van de wet van 16 juni 2006 betreffende de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt,
De vennootschap mag ook alle verrichtingen en studies uitvoeren die betrekking hebben op alle onroerende goederen zoals hiervoor beschreven, en mag alle handelingen stellen die betrekking hebben op onroerende goederen, zoals de aankoop, de verbouwing, de inrichting, de verhuur, de gemeubileerde verhuur, de onderverhuring, het beheer, de ruil, de verkoop, de verkaveling, het onderbrengen onder het stelsel van mede-eigendom, zich inlaten met alle ondernemingen met een doel dat soortgelijk of aanvullend is aan het hare door middel van fusie of anderszins, voor zover deze handelingen toegelaten zijn door de van toepassing zijnde reglementering voor vastgoedbevaks en, in het algemeen, alle handelingen verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn met haar doel. De vennootschap mag niet als bouwpromotor optreden.
Als bijkomende of tijdelijke activiteit mag de vennootschap beleggen in effecten die hierboven niet omschreven zijn, voor zover deze verhandelbaar zijn op een gereglementeerde markt. Zij mag liquiditeiten bezitten in de vorm van een zicht- of termijndeposito of in de vorm van alle instrumenten van de monetaire markt.
De vennootschap mag bovendien leningstransacties van financiële instrumenten uitvoeren en verrichtingen op afdekkingsinstrumenten, voor zover deze laatste uitsluitend dienen om het risico van de rentevoet en de wisselkoers af te dekken, met uitzondering van speculatieve verrichtingen.
De vennootschap mag een of meerdere onroerende goederen in leasing geven. Het in leasing geven van onroerende goederen met koopoptie, mag uitsluitend als bijkomende activiteit worden uitgeoefend, tenzij de onroerende goederen bestemd zijn voor doeleinden van algemeen belang.
Het beleggingsbeleid van de vennootschap is gericht op het residentieel vastgoed in België of in het buitenland en steunt voornamelijk op drie grote pijlers: (uitsluitend of hoofdzakelijk) residentieel vastgoed, residentieel gemeubeld vastgoed, en vastgoed gebruikt of bestemd voor bewoning door senioren of studenten.
De vennootschap kan ook investeren in niet residentieel vastgoed zowel in België als in het buitenland met naleving van de hierna vermelde voorwaarden.
Ten laatste bij de afsluiting van elk boekjaar dient de collectieve belegging in vastgoed van kapitaal dat bij het publiek is opgehaald ten minste voor zestig (60) procent te gebeuren in vastgoed in België dat uitsluitend gebruikt wordt of bestemd is voor huisvesting, in de zin van artikel 106 paragraaf 8 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de Inkomstenbelastingen.
Met gebouwen verwant met of exclusief bestemd voor bewoning worden volgende woningtypes bedoeld, zonder dat deze opsomming uitputtend is: de gemeubileerde woningen, de niet gemeubileerde woningen en de rusthuizen.
De vennootschap kan ook haar activa in het volgende vastgoed beleggen, voor veertig (40) procent maximaal zonder dat deze lijst uitputtend is: residentieel vastgoed dat niet in de definitie van vorige paragraaf opgenomen is, hotels, verzorgingscentra, kantoorgebouwen, commercieel vastgoed en (semi-)industrieel vastgoed.
De vennootschap kan slechts wijzigingen aanbrengen aan haar maatschappelijk doel en haar beleggingsbeleid, zoals weergegeven in artikel 4 van de statuten, dan overeenkomstig haar statuten, meer in het bijzonder de artikels die de vereisten inzake meerderheid en aanwezigheidsquorum vastleggen, en mits eerbiediging van de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de vastgoedbevaks.
Het boekjaar begint op 1 juli van elk jaar en eindigt op 30 juni van het volgende jaar. Aan het eind van elk boekjaar worden de boeken afgesloten en stelt de raad van bestuur de jaarrekening op. De jaarrekening bestaat uit de balans, de resultatenrekening en de bijlage die één geheel vormen.
De raad van bestuur stelt vervolgens een verslag op, "beheersverslag" genoemd, waarin hij rekenschap aflegt van zijn beheer. De commissaris stelt met het oog op de algemene vergadering een schriftelijk en gedetailleerd verslag op, "controleverslag" genoemd.
De gewone algemene vergadering komt van rechtswege samen op de vierde vrijdag van de maand oktober om 15 uur. Een algemene vergadering moet telkens door de raad van bestuur worden samengeroepen als de aandeelhouders die een vijfde van het kapitaal vertegenwoordigen dat vragen. Een of meer aandeelhouders die samen minstens 3% van het maatschappelijk kapitaal bezitten kunnen, onder de voorwaarden die het Wetboek van vennootschappen voorziet, eveneens vragen om punten op de agenda van algemene vergaderingen te plaatsen en voorstellen tot besluit indienen met betrekking tot op de agenda opgenomen of daarin op te nemen te behandelen onderwerpen. De oproepingen worden overeenkomstig de toepasselijke bepalingen uit het Wetboek van vennootschappen opgesteld en medegedeeld.
De commissaris van Aedifica die officieel is erkend door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren bcvba, vertegenwoordigd door Jean-François Hubin vennoot, gevestigd in 2 De Kleetlaan te 1831 Diegem.
De commissaris heeft onbeperkt controlerecht op de transacties van de vennootschap.
De erkende commissaris werd voor 3 jaar benoemd tijdens de buitengewone algemene vergadering van 14 oktober 2008 en ontvangt voor de controle van de jaarrekeningen een vaste geïndexeerde vergoeding van 27.500 € excl. BTW per jaar.
Sinds de inwerkingtreding van het Koninklijk besluit van 7 december 2010, werd de opdracht van Bank Degroof NV als bewaarder stopgezet.
Om elk belangenconflict te vermijden, wordt de vastgoedportefeuille van Aedifica gecontroleerd door twee onafhankelijke vastgoeddeskundigen, namelijk:
Conform het Koninklijk Besluit schatten de deskundigen de volledige portefeuille elk kwartaal en bepaalt hun waardering de boekhoudkundige waarde ("Reële waarde") van de gebouwen opgenomen in de jaarrekening.
Sinds 1 januari 2011 wordt de bezoldiging van de deskundigen exclusief BTW bepaald op basis van een forfait per soort van de getaxeerde goederen.
Voor de evaluaties wordt gebruik gemaakt van diverse klassieke benaderingen:
Aedifica heeft overeenkomsten met betrekking tot de financiële dienst gesloten met de volgende twee banken:
De bezoldiging van de financiële dienst is bijna volledig gebaseerd op het bedrag van het dividend. Deze bedroeg 29 k€ voor het boekjaar 2012/2013 (27 k€ voor het boekjaar 2011/2012).
De statuten van de vennootschap liggen ter inzage op de griffie van de rechtbank van koophandel van Brussel en kunnen ook worden geraadpleegd op de website www.aedifica.be.
De statutaire en geconsolideerde rekeningen van Aedifica worden volgens de wettelijke bepalingen neergelegd bij de Nationale Bank van België. De beslissingen inzake de benoemingen en de herroepingen van de leden van de raad van bestuur worden gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad. De bijeenroepingen van de algemene vergaderingen worden gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad en in twee financiële dagbladen.
Deze bijeenroepingen en alle andere documenten met betrekking tot de algemene vergaderingen kunnen gelijktijdig worden geraadpleegd op de website www.aedifica.be. Alle persberichten, jaar- en halfjaarverslagen en andere financiële mededelingen van de groep Aedifica zijn beschikbaar op de website www.aedifica.be. De verslagen van de commissaris en van de vastgoeddeskundigen zijn eveneens raadpleegbaar in het jaarverslag dat op de website www.aedifica.be is opgenomen. Gedurende de geldigheidsduur van het registratiedocument kunnen de volgende documenten geraadpleegd worden op de hoofdzetel van de vennootschap of op de website www.aedifica.be:
Rekening houdende met het wettelijke stelsel van de vastgoedbevaks in het algemeen en van de residentiële vastgoedbevaks in het bijzonder kan het aandeel Aedifica een interessante belegging vormen voor zowel particuliere als institutionele beleggers.
De jaarlijkse financiële verslagen (die de geconsolideerde jaarrekeningen, – en een verkorte versie van de statutaire jaarrekeningen -, het geconsolideerd beheersverslag, het verslag van de commissaris en het verslag van de deskundige omvatten), de tussentijdse verklaringen, de halfjaarlijkse financiële verslagen, de beschrijving van de financiële situatie, informatie betreffende verbonden partijen, en de historische informatie betreffende de dochterondernemingen van Aedifica voor de boekjaren 2008/2009, 2009/2010 en 2010/2011 worden door verwijzing in dit jaarlijks financieel verslag opgenomen en kunnen op de hoofdzetel of op de website (www.aedifica.be) van Aedifica worden geraadpleegd.
De financiële of commerciële toestand van de groep is sinds het einde van het vorige boekjaar, waarvan de gecontroleerde jaarrekeningen of de tussentijdse jaarrekeningen werden gepubliceerd, niet significant gewijzigd.
Overeenkomstig de artikels 558 en 560 van het Wetboek van vennootschappen kunnen de rechten van de aandeelhouders enkel door een buitengewone algemene vergadering worden gewijzigd. Het document met de informatie over de in de artikelen 533ter en 540 van het Wetboek van vennootschappen bedoelde rechten van de aandeeljouders kan op de website (www.aedifica.be) van Aedifica worden geraadpleegd.
Zie sectie "risicofactoren" van dit jaarlijks financieel verslag.
Ter vervollediging van sectie 1.3 hierboven, wordt de geschiedenis van Aedifica gekenmerkt door haar beursintroductie op 23 oktober 2006 (zie "Aedifica op de beurs", sectie 1) alsook door de talrijke verwervingsoperaties die sinds haar oprichting hebben plaatsgevonden (uitvoerig beschreven in de occasionele persberichten, de periodieke persberichten, jaarlijkse financiële verslagen en de halfjaarlijkse financiële verslagen) en die geleid hebben tot de opbouw van een portefeuille vastgoedbeleggingen van meer dan 600 miljoen €.
De voornaamste aandeelhouders van Aedifica beschikken niet over andere stemrechten dan diegene die voortvloeien uit hun participatie in het maatschappelijk kapitaal (in de zin van punt 18.2 van bijlage I van Verordening (EG) Nr. 809/2004).
De heer Jean-Louis Duplat, voorzitter van de raad van bestuur van Aedifica NV en de heer Stefaan Gielens, CEO van Aedifica NV, verklaren, in naam en voor rekening van Aedifica NV dat, voor zover hen bekend,:
De heer Jean-Louis Duplat, voorzitter van de raad van bestuur van Aedifica NV, en de heer Stefaan Gielens, CEO van Aedifica NV, verklaren dat, na het treffen van alle redelijke maatregelen om zulks te garanderen en voorzover hun bekend, de gegevens in het registratiedocument in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen.
Aedifica NV verklaart dat de inlichtingen verstrekt door de deskundigen en de erkende commissaris getrouw werden overgenomen en werden opgenomen met hun toesteming. Voor zover Aedifica NV op de hoogte is en in staat is om dit te verzekeren in het licht van gegevens die door derde partijen werden gepubliceerd, werd geen enkel feit weggelaten waardoor de weergegeven informatie fout of bedrieglijk zou worden.
Dit jaarverslag bevat verklaringen die betrekking hebben op de toekomst. Dergelijke verklaringen zijn gebaseerd op schattingen en vooruitzichten van de vennootschap en bevatten van nature onbekende risico's, onzekere elementen en andere factoren die tot gevolg zouden kunnen hebben dat de resultaten, de financiële toestand, de performantie en de prestaties zullen verschillen van deze die uitdrukkelijk of impliciet zijn meegedeeld in deze op de toekomst gerichte verklaringen. Gelet op deze onzekere factoren houden de op de toekomst gerichte verklaringen geen enkele garantie in.
De raad van bestuur van Aedifica NV verklaart dat er geen enkele tussenkomst van overheidswege, geen enkel rechtsgeding of scheidsrechterlijke procedure bestaat, die een relevante invloed zou kunnen hebben op de financiële toestand of op de rentabiliteit van Aedifica NV en dat er, bij haar weten, geen situaties of feiten zijn die aanleiding zouden kunnen geven tot dergelijke overheidstussenkomsten, rechtsgedingen of scheidsrechterlijke procedures.
De raad van bestuur van Aedifica verklaart dat, bij zijn weten:
1
| Datum | Aard van de operatie | Bedrag van het maatschappelijk kapitaal (€) |
Aantal aandelen |
|---|---|---|---|
| 7 november 2005 | Initieel kapitaal door geldelijke inbreng bij oprichting (Bank Degroof en GVA Finance) | 2.500.000,00 | 2.500 |
| 2.500.000,00 | 2.500 | ||
| 29 december 2005 | Kapitaalverhoging door inbreng in geld | 4.750.000,00 | 4.750 |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Jacobs Hotel Company » | 100.000,00 | 278 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Oude Burg Company » | 3.599.587,51 | 4.473 | |
| Incorporatie in het kapitaal van het bedrag van de meerwaarde van de herevaluatie en van de beschikbare reserve |
4.119.260,93 | ||
| Kapitaalvermindering | -4.891.134,08 | ||
| 23 maart 2006 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Sablon-Résidence de | 10.177.714,56 1.487.361,15 |
12.001 11.491 |
| l'Europe » | |||
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Bertimo » | 1.415.000,00 | 3.694 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Le Manoir » | 1.630.000,00 | 3.474 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Olphi » | 800.000,00 | 2.314 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Services et Promotion de la Vallée (SPV) » |
65.000,00 | 1.028 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Emmane » | 2.035.000,00 | 5.105 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Ixelinvest » | 219,06 | 72 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Imfina » Kapitaalverhoging door inbreng van de handelszaak van de naamloze vennootschap |
1.860,95 908.000,00 |
8 908 |
|
| « Immobe » Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Lombard 32) |
2.500.000,00 | 2.500 | |
| Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Complex Laken - Nieuwbrug en de Goede | 109.115.000,00 | 10.915 | |
| 24-28) | 31.935.155,52 | 53.510 | |
| 24 mei 2006 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Complex Louiza 331-333) | 8.500.000,00 | 8.500 |
| 40.435.155,52 | 62.010 | ||
| 17 augustus 2006 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Laken 119 en 123-125) | 1.285.000,00 | 1.285 |
| Fusie door gedeeltelijke splitsing van de naamloze vennootschap « Financière Wavrienne » |
5.400.000,00 | 5.400 | |
| Fusie door gemengde splitsing van de naamloze vennootschap « Château Chenois » |
123.743,15 | 14.377 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Medimmo » | 1.000.000,00 | 2.301 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Cledixa » | 74.417,64 | 199 | |
| Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Société de Transport et du Commerce en Afrique » |
62.000,00 | 1.247 | |
| Fusie door gemengde splitsing van de naamloze vennootschap « Hôtel Central & Café Central » |
175.825,75 | 6.294 | |
| 48.556.142,06 | 93.113 | ||
| 26 september 2006 | Splitsing van het aantal aandelen door 25 | 48.556.142,06 | 2.327.825 |
| Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Hoogstraat en Klooster Hotel) | 11.350.000,00 | 283.750 | |
| 3 oktober 2006 | Kapitaalverhoging door geldelijke inbreng | 59.906.142,06 23.962.454,18 |
2.611.575 1.044.630 |
| 83.868.596,24 | 3.656.205 | ||
| 27 maart 2007 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Oudergem 237, 239-241, 266 et 272, Platanen 6 et Winston Churchill 157) |
4.911.972,00 | 105.248 |
| 88.780.568,24 | 3.761.453 | ||
| 17 april 2007 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Legrand CPI » | 337.092,73 | 57.879 |
| Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Livorno 14, 20-24) | 2.100.000,00 | 44.996 | |
| 91.217.660,97 | 3.846.328 | ||
| 28 juni 2007 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « Alcasena » | 2.704.128,00 | 342.832 |
| Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Ring) | 3.000.000,00 | 68.566 | |
| 96.921.788,97 | 4.275.726 | ||
| 30 november 2007 | Fusie door gedeeltelijke splitsing van de naamloze vennootschap « Feninvest » | 1.862.497,95 | 44.229 |
| Fusie door gedeeltelijke splitsing van de naamloze vennootschap « Résidence du Golf » |
5.009.531,00 | 118.963 | |
| 103.793.817,92 | 4.438.918 | ||
| 30 juli 2008 | Fusie door gedeeltelijke splitsing van de naamloze vennootschap « Famifamenne » Fusie door gedeeltelijke splitsing van de naamloze vennootschap « Rouimmo » |
2.215.000,00 1.185.000,00 |
50.387 26.956 |
| 107.193.817,92 | 4.516.261 | ||
| 30 juni 2009 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Gaerveld serviceflats) | 2.200.000,00 | 62.786 |
| 109.393.817,92 | 4.579.047 | ||
|---|---|---|---|
| 30 december 2009 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Freesias) | 4.950.000,00 | 129.110 |
| 114.343.817,92 | 4.708.157 | ||
| 30 juni 2010 | Fusie door gedeeltelijke splitsing van de naamloze vennootschappen « Carbon », « Eburon », « Hotel Ecu » en « Eurotel » |
11.239.125,00 | 273.831 |
| Fusie door gedeeltelijke splitsing van de naamloze vennootschap « Carlinvest » | 2.200.000,00 | 51.350 | |
| 127.782.942,92 | 5.033.338 | ||
| 15 oktober 2010 | Kapitaalverhoging door inbreng in geld | 51.113.114,26 | 2.013.334 |
| 178.896.057,18 | 7.046.672 | ||
| 8 april 2011 | Kapitaalverhoging door inbreng in natura (Project Group Hermibouw) | 1.827.014,06 | 43.651 |
| 180.723.071,24 | 7.090.323 | ||
| 29 juni 2011 | Fusie door opslorping van de naamloze vennootschap « IDM A » | 24.383,89 | 592 |
| 180.747.455,13 | 7.090.915 | ||
| 5 oktober 2011 | Inbreng in natura van de aandelen van de naamloze vennootschap « SIRACAM » | 3.382.709,00 | 86.293 |
| 184.130.164,13 | 7.177.208 | ||
| 12 juli 2012 | Gemengde splitsing van de naamloze vennootschap « S.I.F.I. LOUISE » | 800.000,00 | 16.868 |
| 184.930.164,13 | 7.194.076 | ||
| 7 december 2012 | Kapitaalverhoging door inbreng in geld | 69.348.785,78 | 2.697.777 |
| 254.278.949,91 | 9.891.853 | ||
| 24 juni 2013 | Fusie door overneming van de naamloze vennootschap « Terinvest » | 10.399,00 | 8.622 |
| Fusie door overneming van de gewone commanditaire vennootschap « Kasteelhof Futuro » |
3.183,00 | 3.215 | |
| 254.292.531,91 | 9.903.690 |
1 Aandelen zonder nominale waarde.
2 Deze aandelen zullen genoteerd worden na de onthechting van de coupon betreffende het boekjaar 2012/2013 die zal plaatsvinden in oktober 2013. Zij genieten dezelfde rechten en voordelen als de genoteerde aandelen en nemen prorata temporis deel aan de winsten van Aedifica.
Opmerking: In het jaarlijks financieel verslag 2011/2012 was de operatie van 5 oktober 2011 verkeerd als fusie door opslorping aangeduid. De benoeming is in de bovenstaande tabel aangepast.
De vennootschap kan haar eigen aandelen verwerven door aankoop of kan ze in pand nemen in overeenstemming met de voorwaarden voorzien in het Wetboek van vennootschappen, mits mededeling van de verrichting aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
Ingevolge de beslissing van de Algemene Vergadering van 24 juni 2013, is het de Raad van Bestuur toegestaan eigen aandelen te verwerven, met een maximum van 20 % van het totaal aantal uitgegeven aandelen, aan een eenheidsprijs die niet lager zal mogen zijn dan 90 procent van het gemiddelde van de koers van de laatste 30 dagen van de notering van het aandeel op NYSE Euronext Brussels, noch hoger dan 110 % van het gemiddelde van de koers van de laatste 30 dagen van de notering van het aandeel op NYSE Euronext Brussels, ofwel een maximale stijging of daling van 10 % ten opzichte van de vermelde gemiddelde koers. Deze toelating is verleend voor een hernieuwbare periode van 5 jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van het proces-verbaal van de buitengewone algemene vergadering van 24 juni 2013.
De vennootschap mag haar eigen aandelen vervreemden, in of buiten beurs, aan de voorwaarden vastgesteld door de Raad van Bestuur, zonder voorafgaandelijke toelating van de Algemene Vergadering, mits het respecteren van de toepasselijke marktreglementeringen.
De hiervoor vermelde toelatingen zijn eveneens van toepassing op de verwerving en vervreemding van aandelen van de vennootschap door één of meerdere rechtstreekse dochterondernemingen van deze, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende de verwerving van aandelen van de moedervennootschap door haar dochterondernemingen.
Elke kapitaalverhoging zal gebeuren conform de toepasselijke reglementering, met name het Wetboek van vennootschappen en het Koninklijk Besluit.
In geval van een kapitaalverhoging door inbreng in geld door een beslissing van de algemene vergadering of in het kader van het toegestane kapitaal zoals voorzien in artikel 6.4., en zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de artikels 592 tot 598 van het Wetboek van vennootschappen, mag het voorkeurrecht van de aandeelhouders uitsluitend beperkt of opgeheven worden mits er aan de bestaande aandeelhouders een onherleidbaar toewijzingsrecht verleend wordt bij de toekenning van nieuwe effecten. Dit onherleidbaar toewijzingsrecht voldoet aan de volgende voorwaarden die vastgelegd zijn in het Koninklijk Besluit:
1° het heeft betrekking op alle nieuw uitgegeven effecten;
2° het wordt aan aandeelhouders verleend naar rato van het deel van het kapitaal dat hun aandelen vertegenwoordigen op het moment van de verrichting;
3° uiterlijk aan de voorafavond van de opening van de openbare inschrijvingsperiode wordt een maximumprijs per aandeel aangekondigd;
4° de openbare inschrijvingsperiode moet minimaal drie beursdagen bedragen.
Zonder afbreuk aan de toepassing van de artikelen 595 tot 599 van het Wetboek van vennootschappen hoeft het onherleidbaar toewijzingsrecht niet te worden verleend bij een inbreng in geld met beperking of opheffing van het voorkeurrecht, in aanvulling op een inbreng in natura in het kader van de uitkering van een keuzedividend, voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld.
Zonder afbreuk te doen aan de artikelen 601 en 602 van het Wetboek van vennootschappen moeten, conform het Koninklijk Besluit de volgende voorwaarden worden nageleefd in geval van inbreng in natura:
1° de identiteit van de inbrenger moet worden vermeld in het in artikel 602 van het Wetboek van Vennootschappen bedoelde verslag van de raad van bestuur, alsook in voorkomend geval in de oproeping tot de algemene vergadering die voor de kapitaalverhoging bijeengeroepen wordt;
2° de uitgifteprijs mag niet minder bedragen dan de laagste waarde van (a) een netto-inventariswaarde die dateert van ten hoogste vier maanden vóór de datum van de inbrengovereenkomst, of, naar keuze van de vennootschap, voor de datum van de akte van kapitaalverhoging en (b) de gemiddelde slotkoers gedurende de dertig kalenderdagen voorafgaand aan diezelfde datum.
Het is toegelaten om van het bedrag bedoeld in punt 2° (b) een bedrag af te trekken dat overeenstemt met het deel van het niet-uitgekeerde brutodividend waarop de nieuwe aandelen eventueel geen recht zouden geven, op voorwaarde dat de raad van bestuur in zijn bijzondere verslag het af te trekken bedrag van het gecumuleerde dividend specifiek verantwoordt en de financiële voorwaarden van de verrichting toelicht in zijn jaarlijks financieel verslag.
3° behalve indien de uitgifteprijs of, in het geval bedoeld in artikel 6.5, de ruilverhouding, alsook de betrokken modaliteiten uiterlijk op de werkdag na afsluiting van de inbrengovereenkomst worden bepaald en aan het publiek worden meegedeeld met vermelding van de termijn waarbinnen de kapitaalverhoging effectief zal worden doorgevoerd, moet de akte van de kapitaalverhoging binnen een maximumtermijn van vier maanden verleden worden; en
4° het onder punt 1° hierboven bedoelde verslag moet eveneens de weerslag van de voorgestelde inbreng op de toestand van de vroegere aandeelhouders toelichten, in het bijzonder wat hun aandeel in de winst, in de nettoinventariswaarde en in het kapitaal betreft, alsook de impact op het vlak van de stemrechten.
Deze laatste paragraaf is niet van toepassing bij de inbreng van het recht op dividend in het kader van de uitkering van een keuzedividend, voor zover dit effectief voor alle aandeelhouders betaalbaar wordt gesteld.
Het is de raad van bestuur toegestaan om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere malen te verhogen ten belope van een maximaal bedrag van honderd tachtig miljoen euro (180.000.000,00 €) op de data en volgens de modaliteiten te bepalen door de Raad van bestuur, in overeenstemming met artikel 603 van het Wetboek van Vennootschappen.
Deze toestemming wordt verleend voor een hernieuwbare periode van 5 jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van het proces-verbaal van de buitengewone Algemene Vergadering van 29 juni 2011.
Bij elke kapitaalverhoging zal de Raad van Bestuur de prijs, de eventuele uitgiftepremie en de uitgiftevoorwaarden van de nieuwe effecten vaststellen.
De kapitaalverhogingen die aldus door de Raad van Bestuur worden beslist kunnen onderschreven worden in geld, of in natura, of bij wijze van een gemengde inbreng, of door incorporatie van reserves of door uitgiftepremies, met of zonder de creatie van nieuwe effecten. Deze kapitaalverhogingen kunnen eveneens verwezenlijkt worden door de uitgifte van converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten.
Wanneer de kapitaalverhogingen uitgevoerd in het kader van deze toelatingen een uitgiftepremie bevatten, zal het bedrag van deze premie, na aftrek van de eventuele kosten, geaffecteerd worden aan een onbeschikbare rekening « Uitgiftepremies », die zoals het kapitaal een waarborg voor derden zal uitmaken, en die, onder voorbehoud van zijn incorporatie in het kapitaal, slechts zal kunnen worden verminderd of afgeschaft bij beslissing van de algemene vergadering der aandeelhouders beraadslagend volgens de voorwaarden van quorum en meerderheid vereist voor kapitaalverminderingen.
Als de kapitaalverhoging gepaard gaat met een uitgiftepremie wordt enkel het bedrag van de kapitaalverhoging afgetrokken van het overgebleven bruikbare bedrag van het toegestane kapitaal.
De raad van bestuur is bevoegd om het voorkeurrecht van de aandeelhouders te beperken of op te heffen, met inbegrip van dat ten voordele van bepaalde personen die geen personeelsleden van de vennootschap of een van haar dochtervennootschappen zijn, mits er een onherleidbaar toewijzingsrecht werd verleend aan de aandeelhouders die bij de toewijzing van de nieuwe effecten reeds bestaan. Dat onherleidbare toewijzingsrecht voldoet aan de voorwaarden die het Koninklijk Besluit en artikel 6.3 (a) van de statuten vastleggen. Het hoeft niet te worden verleend in geval van inbreng in geld in het kader van de uitkering van een optioneel dividend, conform artikel 6.3 (a) van de statuten. De kapitaalverhogingen via inbreng in natura worden conform de voorwaarden van het Koninklijk Besluit en de voorwaarden voorzien in artikel 6.3 van de statuten uitgevoerd. Dergelijke inbrengen kunnen eveneens steunen op het dividendrecht in het kader van de uitkering van een keuzedividend.
De Raad van Bestuur is bevoegd om de statutenwijzigingen die eruit voortvloeien op authentieke wijze te laten vaststellen.
Conform het Koninklijk Besluit zijn de bepalingen van artikel 6.3 (b) mutatis mutandis van toepassing op fusies, splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen bedoeld in de artikelen 671 tot 677, 681 tot 758 en 772/1 van het Wetboek van vennootschappen.
Conform het Koninklijk Besluit, bij een kapitaalverhoging bij een dochtervennootschap met het statuut van een institutionele vastgoedbevak door inbreng in geld tegen een prijs die 10 % of meer lager ligt dan dan de laagste waarde van (a) een nettoinventariswaarde die dateert van ten hoogste vier maanden vóór de aanvang van de uitgifte en (b) de gemiddelde slotkoers gedurende de dertig kalenderdagen voor de aanvangdatum van de uitgifte stelt de raad van bestuur van AEDIFICA een verslag op waarin hij toelichting geeft bij de economische rechtvaardiging van het toegepaste disagio, bij de financiële gevolgen van de verrichting voor de aandeelhouders van AEDIFICA en bij het belang van de betrokken kapitaalverhoging voor AEDIFICA. Dit verslag en de toegepaste waarderingscriteria en –methoden worden door de commissaris in een afzonderlijk verslag toegelicht. De verslagen van de raad van bestuur en van de commissaris worden uiterlijk op de aanvangsdag van de uitgifte en in elk geval zodra de prijs vastgelegd is, indien dit eerder gebeurt, gepubliceerd conform de artikelen 35 en volgende van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Het is toegelaten om van het bedrag bedoeld in punt (b) van de vorige alinea een bedrag af te trekken dat overeenstemt met het deel van het niet-uitgekeerde brutodividend waarop de nieuwe aandelen eventueel geen recht zouden geven, op voorwaarde dat de raad van bestuur van AEDIFICA het af te trekken bedrag van het gecumuleerde dividend specifiek verantwoordt en de financiële voorwaarden van de verrichting in het jaarlijks financieel verslag van AEDIFICA toelicht.
Als de betrokken dochtervennootschap niet genoteerd is, wordt het disagio bedoeld in de 1ste alinea uitsluitend berekend op basis van een netto-inventariswaarde die van ten hoogste vier maand dateert.
Dit artikel 6.6. is niet van toepassing op kapitaalverhogingen die volledig onderschreven worden door AEDIFICA of haar dochtervennootschappen waarvan het kapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks volledig in handen van AEDIFICA is.
De vennootschap mag overgaan tot kapitaalverminderingen met naleving van de wettelijke bepalingen ter zake.
De aandelen zijn op naam, aan toonder of gedematerialiseerd, naar keuze van de aandeelhouder en binnen de door de wet voorziene grenzen. De aandeelhouder kan, op elk moment en kosteloos, de conversie vragen van zijn aandelen aan toonder in aandelen op naam of gedematerialiseerde aandelen.
Elk gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening op naam van de eigenaar of houder bij een erkende rekeninghouder of bij een vereffeningsinstelling.
Op de zetel van de vennootschap wordt een register gehouden van aandelen op naam, in voorkomend geval in elektronische vorm. Elke aandeelhouder kan kennis nemen van het register met betrekking tot zijn aandelen.
De aandelen aan toonder ingeschreven op een effectenrekening worden automatisch in gedematerialiseerde aandelen omgezet, zonder kosten voor de aandeelhouder.
De aandelen aan toonder die niet zullen zijn ingeschreven op een effectenrekening op datum van 31 december 2013 zullen van rechtswege worden omgezet in gedematerialiseerde aandelen op 1 januari 2014, zonder kosten voor de aandeelhouder.
De vennootschap mag de effecten bedoeld in artikel 460 van het Wetboek van vennootschappen uitgeven, met uitzondering van winstbewijzen en soortgelijke effecten, in naleving van het Wetboek van Vennootschappen en het Koninklijk Besluit.
Iedere aandeelhouder moet aan de vennootschap en aan de Autoriteit voor financiële diensten en markten mededelen dat hij effecten die stemrecht verlenen, stemrechten of gelijkaardige financiële instrumenten van de vennootschap bezit, conform de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen.
De drempels waarvan het overschrijden (zowel opwaarts als neerwaarts) aanleiding geeft tot een kennisgevingsverplichting in het kader van de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, worden vastgesteld op vijf procent en veelvouden van vijf procent van het totaal aantal bestaande stemrechten.
Zonder afbreuk te doen aan het artikel 545 van het Wetboek van vennootschappen kan niemand deelnemen aan de stemming op de algemene vergadering van de vennootschap met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de effecten waarvan hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven dat hij ze in zijn bezit heeft.
Het recht om deel te nemen aan en te stemmen op een algemene vergadering wordt slechts verleend op grond van de boekhoudkundige registratie van de aandelen op naam van de aandeelhouder, op de veertiende dag vóór de algemene vergadering, om vierentwintig uur (Belgische tijd) (hierna de "registratiedatum"), hetzij door hun inschrijving in het register van de aandelen op naam van de vennootschap, hetzij door hun inschrijving op de rekeningen van een erkende rekeninghouder of van een vereffeningsinstelling, hetzij door voorlegging van de aandelen aan toonder aan een financiële tussenpersoon, ongeacht het aantal aandelen dat de aandeelhouder bezit op de dag van de algemene vergadering.
De eigenaars van aandelen op naam die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten hun bedoeling aan de vennootschap kenbaar maken via een gewone brief, fax of e-mail die uiterlijk de zesde dag vóór de datum van de vergadering wordt verstuurd.
De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen of aandelen aan toonder die aan de vergadering wensen deel te nemen, moeten een attest voorleggen dat afgeleverd is door een financiële tussenpersoon of erkende rekeninghouder, waaruit, naargelang het geval, blijkt met hoeveel gedematerialiseerde aandelen die op naam van de aandeelhouder staan ingeschreven op zijn rekeningen op de registratiedatum of waaruit blijkt met hoeveel aandelen aan toonder die op de registratiedatum zijn voorgelegd, de aandeelhouder heeft aangegeven aan de algemene vergadering te willen deelnemen. Dit attest moet worden neergelegd op de plaatsen die in de oproepingsbrieven zijn vermeld, ten laatste op de zesde dag voor de datum van de vergadering.
Elke eigenaar van effecten mag zich op de algemene vergadering laten vertegenwoordigen door een lasthebber die al dan niet aandeelhouder is.
De aandeelhouder mag voor een bepaalde algemene vergadering slechts één persoon als lasthebber aanduiden, behoudens de afwijkingen die het Wetboek van vennootschappen voorziet.
De raad van bestuur stelt een volmachtformulier op. De volmacht moet door de aandeelhouder ondertekend zijn. De kennisgeving van de volmacht aan de vennootschap moet via een gewone brief, fax of e-mail gebeuren, conform de modaliteiten die de raad van bestuur in de oproeping vaststelt. De volmacht moet uiterlijk op de zesde dag voor de vergadering aankomen bij de vennootschap of op de plaats die in de oproeping is aangegeven. De lastgever en de gevolmachtigde moeten zich voor de rest naar de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen schikken.
De minderjarigen, de onbekwaamverklaarden en de rechtspersonen moeten vertegenwoordigd zijn door hun wettelijke of statutaire vertegenwoordigers. De mede-eigenaars, de vruchtgebruikers en blote eigenaars, de pandhoudende schuldeisers en schuldenaars moeten zich respectievelijk laten vertegenwoordigen door één en dezelfde persoon.
De aandeelhouders zullen per brief kunnen stemmen door middel van een formulier opgemaakt door de vennootschap, indien de raad van bestuur hiertoe de toelating heeft gegeven in zijn oproepingsbrief.
Het formulier moet uiterlijk op de zesde dag voor de datum van de vergadering bij de vennootschap aankomen.
Alle algemene vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur of bij zijn ontstentenis door de gedelegeerd bestuurder of door één van de gedelegeerd bestuurders of bij diens afwezigheid door degene aangeduid door de aanwezige bestuurders. De voorzitter duidt de secretaris aan. De vergadering kiest twee stemopnemers. De overige leden van de raad van bestuur vervolledigen het bureau.
Elk aandeel geeft recht op één stem onder voorbehoud van het geval van opschorting van het stemrecht bepaald door het Wetboek van Vennootschappen.
De vennootschap keert aan zijn aandeelhouders een dividend uit waarvan het minimumbedrag conform het Koninklijk Besluit bepaald wordt.
De raad van bestuur kan onder zijn verantwoordelijkheid en voor zover de resultaten dat mogelijk maken, besluiten tot de uitkering van voorschotten op dividenden, in de gevallen en binnen de termijnen toegestaan door het Wetboek van Vennootschappen.
Indien het kapitaal met de helft of drie vierden verminderd is, moeten de bestuurders aan de algemene vergadering de vraag tot ontbinding voorleggen ingevolge en volgens de vormen bepaald in artikel 633 van het Wetboek van Vennootschappen.
Bij ontbinding van de vennootschap, om welke reden ook en op welk ogenblik ook, geschiedt de vereffening door vereffenaars daartoe aangesteld door de algemene vergadering of bij gebreke van een dergelijke benoeming door de raad van bestuur die op dat ogenblik in functie is, handelend als vereffenaar.
Voor zover de wet het vereist, treden de vereffenaars slechts in hun functie na bevestiging van hun benoeming door de rechtbank van koophandel.
De vereffenaars beschikken te dien einde over de meest uitgebreide bevoegdheden, verleend door de bepalingen van artikel 186 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen.
In voorkomend geval bepaalt de algemene vergadering de vergoeding van de vereffenaars.
Na aanzuivering van alle schulden, lasten en kosten van de vereffening wordt het netto-actief bij voorkeur aangewend om het volgestorte, niet afgeloste bedrag van de aandelen terug te betalen in contanten dan wel in effecten.
Het saldo wordt verdeeld tussen alle aandeelhouders van de vennootschap in verhouding tot hun deelname.
De bepalingen van de statuten betreffende de leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen worden hieronder weergegeven. Voor het overige wordt verwezen naar het Corporate Governance Charter (beschikbaar op www.aedifica.be) en de sectie "Corporate Governance verklaring" van dit jaarlijks financieel verslag.
De vennootschap wordt bestuurd door een raad van bestuur die zo wordt samengesteld dat zij autonoom en in het uitsluitend belang van de aandeelhouders van de vennootschap kan worden bestuurd. Deze raad bestaat uit ten minste vijf leden die voor een maximale duur van drie jaar benoemd worden door de algemene vergadering van aandeelhouders, die hen te allen tijde kan afzetten. Ze zijn herverkiesbaar.
De meerderheid van de bestuurders oefent geen uitvoerende functie uit in de vennootschap. Minstens drie bestuurders dienen onafhankelijk te zijn. Worden als onafhankelijk bestuurders gezien, de bestuurders die voldoen aan de voorwaarden van onafhankelijkheid opgenomen in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen. Het mandaat van de uittredende en niet herverkozen bestuurders eindigt onmiddellijk na de algemene vergadering die in die nieuwe benoemingen heeft voorzien. Ingeval één of meerdere mandaten openvallen, kunnen de overblijvende bestuurders, bijeengekomen in raad, voorlopig in diens (hun) vervanging voorzien tot aan de eerstvolgende bijeenkomst van de algemene vergadering die dan in de definitieve aanstelling voorziet. Bij deze gelegenheid moeten de bestuurders erover waken dat er voldoende onafhankelijke bestuurders blijven ten aanzien van dit artikel en de van toepassing zijnde regelgeving. Dit recht wordt een verplichting telkens als het aantal bestuurders effectief in functie of het aantal onafhankelijke bestuurders niet langer het statutaire minimum bereikt.
Indien een rechtspersoon tot bestuurder van de vennootschap is benoemd, is de vennootschap ertoe gehouden onder haar vennoten, zaakvoerders, bestuurders of werknemers, een vaste vertegenwoordiger te benoemen die belast wordt met de uitvoering van deze opdracht in naam en voor rekening van deze rechtspersoon.
De bestuurder die benoemd wordt ter vervanging van een ander, voltooit het mandaat van degene die hij vervangt.
De bestuurders moeten over een noodzakelijke professionele betrouwbaarheid en de voor die functies passende ervaring beschikken. Hun benoeming is onderworpen aan de goedkeuring van de Autoriteit voor financiële diensten en markten. Behoudens andersluidende beslissing van de algemene vergadering, is het mandaat van de bestuurders onbezoldigd. De eventuele vergoeding van de bestuurders mag niet worden bepaald in functie van de door de vennootschap of haar dochtervennootschappen uitgevoerde verrichtingen en transacties.
De raad van bestuur kiest onder zijn leden een voorzitter en komt bijeen na oproeping op de plaats aangeduid in deze oproeping of in voorkomend geval, bij videoconferencing, telefoon of internetconferentie zo vaak als de belangen van de vennootschap dat vereisen. Hij moet werden bijeengeroepen wanneer twee bestuurders erom vragen.
De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen en beslissen indien de meerderheid van zijn leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
De oproepingen gebeuren door eenvoudige brief, door fax of via e-mail. De vergaderingen worden gehouden op de in de oproepingen vermelde plaats.
Elke bestuurder die verhinderd of afwezig is, kan zelfs per brief, fax of via e-mail een ander lid van de raad afvaardigen om hem op een bepaalde vergadering van de raad te vertegenwoordigen en er in zijn plaats te stemmen. De volmachtgever wordt in dat geval geacht aanwezig te zijn.
Een bestuurder kan aldus echter niet meer dan één van zijn collega's vertegenwoordigen.
De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemmen. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter van de raad doorslaggevend. Bij afwezigheid van de voorzitter is de stem van de oudste bestuurder doorslaggevend.
De beslissingen van de raad van bestuur worden genotuleerd en de notulen worden opgenomen in een speciaal daartoe bestemd register, gehouden op de zetel van de vennootschap, en ondertekend door de voorzitter van de vergadering of bij zijn ontstentenis door twee bestuurders.
De volmachten worden eraan gehecht.
De leden van de raad van bestuur kunnen op deze notulen hun uitlatingen en opmerkingen laten aanbrengen indien ze menen zich van hun verantwoordelijkheid te moeten kwijten onverminderd de toepassing van artikelen 527 en 528 van het Wetboek van Vennootschappen.
Afschriften of uittreksels van die notulen worden ondertekend door de voorzitter van de raad van bestuur of, bij zijn ontstentenis, door twee bestuurders.
Volgens artikel 521 alinea 1 van het Wetboek van Vennootschappen kunnen de besluiten van de raad van bestuur in uitzonderlijke gevallen, wanneer de dringende noodzakelijkheid en het belang van de vennootschap zulks vereisen, worden genomen bij eenparig schriftelijk akkoord van de bestuurders. Die procedure kan echter niet worden gevolgd voor de vaststelling van de jaarrekeningen en de aanwending van het toegestane kapitaal.
De raad van bestuur bezit de meest uitgebreide bevoegdheden om alle handelingen te verrichten die noodzakelijk of nuttig zijn voor de verwezenlijking van het doel van de vennootschap met uitzondering van de handelingen die door het Wetboek van Vennootschappen of door de statuten voor de algemene vergadering zijn gereserveerd.
De raad van bestuur kan aan gelijk welke lasthebber, die niet noodzakelijk een aandeelhouder of bestuurder hoeft te zijn, alle of een deel van zijn bevoegdheden overdragen met het oog op het verwezenlijken van bijzondere en welbepaalde doelstellingen. De raad kan conform de Wet en het Koninklijk Besluit de vergoeding vaststellen van lasthebbers aan wie speciale bevoegdheden zijn overgedragen. De raad van bestuur stelt halfjaarlijkse verslagen op, evenals een ontwerp van jaarverslag. De raad stelt de vastgoeddeskundige(n) aan conform het Koninklijk Besluit.
In overeenstemming met de artikelen 522 en 526bis van het Wetboek van vennootschappen kan de raad van bestuur in zijn midden en onder zijn aansprakelijkheid een of meerdere adviserende comités oprichten, zoals, bijvoorbeeld, een audicomité, een benoemings- en vergoedingscomité of een investerings- en desinvesteringscomité.
De raad van bestuur bepaalt de samenstelling en de bevoegdheden van deze comités, met inachtneming van de toepasselijke regelgeving.
De raad van bestuur kan een directiecomité of een uitvoerend comité oprichten, samengesteld uit meerdere personen, die al dan niet bestuurder zijn. De raad van bestuur bepaalt de werkwijze van het comité, de voorwaarden voor de aanstelling van zijn leden, hun ontslag, hun bezoldiging en de duur van hun opdracht. Wanneer een rechtspersoon aangewezen wordt tot lid van het directiecomité of het uitvoerend comité, benoemt deze onder zijn vennoten, zaakvoerders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger die belast wordt met de uitvoering van deze opdracht in naam en voor rekening van deze rechtspersoon.
Onverminderd het recht van de raad van bestuur om bijzondere gevolmachtigden aan te duiden voor de taken die hij bepaalt, vertrouwt de raad van bestuur de effectieve leiding van de vennootschap toe aan ten minste twee natuurlijke personen of eenpersoons bvba's met als permanente vertegenwoordiger in de zin van artikel 61, § 2 van het Wetboek van vennootschappen, de enige vennoot en zaakvoerder van de firma – al dan niet bestuurders.
De natuurlijke personen en de permanente vertegenwoordigers van de eenpersoons bvba's moeten over de vereiste professionele betrouwbaarheid en de passende ervaring beschikken om die functies uit te oefenen.
Die afgevaardigden zijn belast met het dagelijks bestuur van de vennootschap en kunnen de titel van gedelegeerd bestuurder toegewezen krijgen.
Zij geven verslag van hun bestuur aan de raad van bestuur. Ze kunnen speciale bevoegdheden aan mandatarissen overdragen. Deze afgevaardigden wijzen de financiële instelling aan die belast is met de financiële dienst en de uitkering van het dividend en het overschot na vereffening, met de afwikkeling van de door de vennootschap uitgegeven effecten en met de verkrijgbaarstelling van de informatie die de vennootschap krachtens de wetten en regelementen openbaar moet maken. De met de financiële dienst belaste instelling kan te allen tijde geschorst, ingetrokken of vervangen worden door de afgevaardigden van het dagelijkse beheer. Daarmee samenhangende beslissingen worden conform de wettelijke voorschriften op de website van de vennootschap en via persberichten medegedeeld. De vennootschap verzekert er zich van dat een dergelijke schorsing/intrekking geen afbreuk zal doen aan de financiële dienst.
De vennootschap is in al haar handelingen geldig en in rechte vertegenwoordigd, hetzij door twee bestuurders die gezamenlijk handelen, hetzij binnen de beperkingen van het dagelijks bestuur door twee personen die het dagelijks bestuur waarnemen en gezamenlijk handelen.
De vennootschap is bovendien geldig vertegenwoordigd door bijzondere lasthebbers van de vennootschap binnen de grenzen van het mandaat dat hen werd toegekend door de raad van bestuur of door de afgevaardigden belast met het dagelijkse bestuur.
Bij elke akte van beschikking met betrekking tot een onroerend goed moet de vennootschap geldig vertegenwoordigd zijn door twee bestuurders die gezamenlijk optreden. In afwijking hiervan is de vennootschap bij een akte van beschikking geldig vertegenwoordigd door (een) bijzondere volmachthouder(s) voor zover volgende cumulatieve voorwaarden zijn vervuld:
De controle van de vennootschap wordt toevertrouwd aan één of meerdere commissarissen erkend door de Autoriteit voor financiële diensten en markten.
Ze oefenen de functies die hen toevallen uit krachtens het Wetboek van vennootschappen en de regelgeving die op vastgoedbevaks van toepassing is.
Voor de uitvoering van de statuten dient elke aandeelhouder die gedomicilieerd is in het buitenland, elke bestuurder, commissaris, directeur, vereffenaar, woonplaats te kiezen in België. Indien dit niet gebeurd is, wordt hij geacht woonplaats te hebben gekozen op de maatschappelijke zetel waar alle mededelingen, aanmaningen, dagvaardingen en betekeningen aan hem geldig kunnen worden gedaan.
Voor alle geschillen tussen de vennootschap, haar aandeelhouders, obligatiehouders, bestuurders, commissarissen en vereffenaars met betrekking tot de zaken van de vennootschap en de uitvoering van deze statuten, wordt de uitsluitende bevoegdheid verleend aan de rechtbanken van de maatschappelijke zetel tenzij de vennootschap hier expliciet van afziet.
De vennootschap wordt bovendien beheerst door het Wetboek van vennootschappen, de Wet, het Koninklijk Besluit, evenals door alle andere reglementaire bepalingen die op haar van toepassing zijn. De bepalingen die ingaan tegen de dwingende bepalingen van deze wetten en besluiten worden als niet geschreven beschouwd. De nietigheid van één artikel of van een deel van een artikel van deze statuten zal geen uitwerking hebben op de geldigheid van de andere statutaire clausules.
De vastgoedbevak (vastgoedbeleggingsvennootschap met vast kapitaal) is:
De vastgoedbevaks staan onder controle van de Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA) en moeten zich houden aan zeer strikte regels inzake belangenconflicten.
Artikel 39 van het Koninklijk besluit van 7 december 2010 bepaalt dat een vastgoedbevak niet meer dan 20% van haar geconsolideerde activa mag beleggen in vastgoed dat één enkel vastgoedgeheel vormt. De FSMA kan hierop een afwijking toestaan onder bepaalde omstandigheden.
De Europese wetgeving bepaalt dat de vastgoedbevaks, zoals alle beursgenoteerde vennootschappen, hun jaarrekeningen moeten opstellen volgens de internationale referentie IAS/IFRS. Aangezien de vastgoedbeleggingen het grootste deel vormen van de activa van een vastgoedbevak, moeten de vastgoedbevaks bijzondere aandacht besteden aan de waardering van de reële waarde van hun gebouwen, of in technische termen, aan de toepassing van de norm IAS 40. Dit geldt ook voor de statutaire rekeningen (onder IFRS). Bovendien zou IAS 39 (norm met betrekking tot de waardering van indekkingsinstrumenten) grote schommelingen in de (statutaire of geconsolideerde) resultatenrekening of in de (statutaire of geconsolideerde) balans veroorzaken.
De onroerende goederen worden elk kwartaal aan reële waarde gewaardeerd door een onafhankelijk deskundige; ze worden op de balans opgenomen tegen deze expertisewaarde. De gebouwen worden niet afgeschreven.
De vennootschap moet als vergoeding van het kapitaal een som uitkeren die overeenkomt met ten minste het positieve verschil tussen de volgende bedragen:
De schuldratio van de openbare vastgoedbevak en haar dochtervennootschappen en de enkelvoudige schuldratio van de openbare vastgoedbevak mag niet meer bedragen dan 65% van de, naargelang het geval, geconsolideerde of enkelvoudige activa, onder aftrek van de toegelaten dekkingsinstrumenten, tenzij dit het gevolg i van een variatie van de reële waarde van de activa. Wanneer de geconsolideerde schuldratio meer bedraagt dan 50 %, dan moet een financieel plan met een uitvoeringsschema worden opgesteld waarin een beschrijving wordt gegeven van de maatregelen die genomen zullen worden om te verhinderen dat deze ratio meer dan 65% bedraagt.
Een vastgoedbevak kan geen kredieten toekennen, tenzij aan een dochtervennootschap.
De vastgoedbevak is niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting (tenzij op de verworpen uitgaven en op de abnormale of goedgunstige voordelen) voor zover er minstens 80% van de nettowinst in de vorm van dividenden wordt uitgekeerd. Zie ook sectie 4 van het hoofdstuk "Risicofactoren" van dit jaarlijks financieel verslag.
Vanaf 1 januari 2013 de roerende voorheffing op dividenden in principe 25 % bedraagt. Aedifica geniet evenwel van een vermindering van de roerende voorheffing tot 15 % als vastgoedbevak die ten minste 60 % van haar vastgoed rechtstreeks in onroerende goederen heeft geïnvesteerd die uitsluitend als woning aangewend worden of bestemd zijn, in overeenstemming met de artikelen 171, 3° quater en 269, 3° van het Wetboek Inkomstenbelastingen. Het begrip "woning" omvat eengezinswoningen en collectieve woningen, zoals appartementsgebouwen en rustoorden. Het percentage van 60 % zal worden verhoogd tot 80 % vanaf 1 januari 2015. Daarnaast kan de residentiële vastgoedbevak nu zonder geografische beperking investeren binnen de Europese Economische Ruimte.
De vennootschappen die hun erkenning als vastgoedbevak vragen of die fusioneren met een vastgoedbevak, zijn onderworpen aan een specifieke verminderde belastingvoet van 16,995% (16,5% vermeerderd met de crisisbijdrage van 3%), genaamd exit taks (dit is de vennootschapsbelasting die deze vennootschappen moeten betalen om het gemeenrechtelijke regime te verlaten).
De vastgoedbevak is een beleggingsinstrument dat vergelijkbaar is met de Nederlandse FBI's (Fiscale BeleggingsInstelling), de Franse SIIC's (Sociétés d'Investissements Immobiliers Cotées) en de REIT's (Real Estate Investment Trust) in meerdere landen, waaronder de Verenigde Staten.
de aankoop van een gebouw onder bezwarende titel is uitgevoerd, of via een fusie door opslorping van een vastgoedvennootschap, of in geval van een inbreng in natura van een gebouw tegen de uitgifte van nieuwe aandelen, worden de aktekosten, de audit- en consultatiekosten, de wederbeleggingsvergoedingen, de kosten van handlichting met betrekking tot de financieringen van de opgeslorpte vennootschappen en andere kosten verbonden aan de operatie beschouwd als verbonden kosten en worden ze geboekt op de balans. De mutatierechten zijn inbegrepen indien ze betaald werden bij de aankoop van het gebouw.
Beurskoers vermenigvuldigd met het totaal aantal genoteerde aandelen.
Bevoorrechte informatie over Aedifica is elke informatie:
Voor de gehele portefeuille (met uitzondering van de gebouwen met gemeubelde appartementen): (contractuele huurgelden + gewaarborgde huurinkomsten) / (contractuele huurgelden + geraamde huurwaarde (GHW) voor de niet-verhuurde ruimten van de vastgoedportefeuille). Merk dus op dat deze bezettingsgraad ook de eenheden bevat die worden gerenoveerd en die tijdelijk niet kunnen worden verhuurd.
Voor de gebouwen met gemeubelde appartementen: % verhuurde dagen per boekjaar. Deze bezettingsgraad kan dus niet worden vergeleken met de bezettingsgraad berekend voor de rest van de portefeuille, gezien de methodologie specifiek is voor het segment.
Voor de gehele portefeuille (met uitzondering van de gebouwen met gemeubelde appartementen): (contractuele huurgelden met inbegrip van gewaarborgde huurinkomsten)/Investeringswaarde of Aanschaffingswaarde of Reële waarde van de desbetreffende gebouwen). Voor gebouwen met gemeubelde appartementen: Omzet van het boekjaar/(Investeringswaarde of Aanschaffingswaarde of Reële waarde van de desbetreffende gebouwen + boekwaarde van de meubelen + goodwill).
Geïndexeerde huursommen met inbegrip van de gewaarborgde huurinkomsten maar zonder aftrek van aan de huurders verleende huurvrije periodes.
Brutto uitgekeerd dividend per aandeel gedeeld door de inschrijvingsprijs bij de beursintroductie of de beurskoers op een bepaalde datum.
European Public Real Estate Association is een vereniging die werd opgericht in 1999 ter promotie, ontwikkeling en groepering van Europese beursgenoteerde vastgoedvennootschappen. EPRA stelt gedragscodes op inzake boekhouding, reporting en corporate governance en harmoniseert deze regels in de verschillende landen, om kwalitatieve en vergelijkbare informatie aan te bieden aan de investeerders. EPRA organiseert ook discussiefora over vragen die de toekomst van de sector bepalen. Ten slotte heeft EPRA indexen gecreëerd die als benchmark dienen voor de vastgoedsector. Al deze informatie is beschikbaar op de internetsite www.epra.com.
Overeenkomst met een duur van minstens 27 jaar, dan minder dan 99 jaar, waarbij een tijdelijk zakelijk recht wordt verleend aan de erfpachter, dat bestaat uit het volledige genot van het goed tijdens die periode. Als tegenprestatie betaalt de erfpachter een jaarlijkse vergoeding, "canon" genaamd.
De vennootschappen die hun erkenning als vastgoedbevak vragen of die fusioneren met een vastgoedbevak, zijn onderworpen aan een specifieke belasting of exit tax. Deze belasting is vergelijkbaar met een liquidatiebelasting op de latente nettomeerwaarden en op de vrijgestelde reserves. De exit tax bedraagt 16,5% vermeerderd met 3% bijkomende crisisbijdrage, of in totaal 16,995%.
Operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille gedeeld door het nettohuurresultaat.
Percentage van de genoteerde aandelen in het bezit van het publiek, volgens de definitie van Euronext.
De geschatte huurwaarde (GHW) is de huurwaarde die wordt bepaald door onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Voor de gebouwen met gemeubelde appartementen houdt de veronderstelling van de deskundigen rekening met een fictieve huurovereenkomst gesloten voor een 3/6/9 duur aan markthuurprijzen met een enkele exploitant, waarbij abstractie wordt gemaakt van de gemeubelde bezetting, dit om een dubbele waardering van de meubels en van het handelsfonds te vermijden die immers niet in de onroerende waarde zijn begrepen. De werkelijk geïnde huur voor gemeubelde appartementen ligt merkelijk hoger dan deze geschatte huurwaarde.
Periode waarin personen met leidinggevende verantwoordelijkheid of alle personen die voorkomen op de lijsten die door de vennootschap zijn opgesteld conform artikel 6.5 van het corporate governance charter, of alle andere met deze personen verbonden personen, geen transacties met betrekking tot financiële instrumenten of financiële derivaten van Aedifica mogen uitvoeren. De gesloten periodes worden in de verklaring inzake corporate governance vermeld.
De internationale boekhoudkundige normen (IAS, International Accounting Standards/IFRS, International Financial Reporting Standards) werden opgesteld door de International Accounting Standards Board (IASB), waarvan de opdracht erin bestaat om de internationale normen voor het opstellen van de jaarrekening uit te werken. De Europese beursgenoteerde vennootschappen moeten deze normen in hun geconsolideerde rekeningen toepassen vanaf de boekjaren die beginnen op 1 januari 2005. De Belgische vastgoedbevaks moeten deze normen eveneens toepassen in hun statutaire rekeningen vanaf de boekjaren die beginnen op 1 januari 2007 of na deze datum.
Financieel instrument bedoeld om, voor een bepaalde periode, rentevoeten op korte termijn te ruilen ("swappen") tegen rentevoeten op lange termijn (of omgekeerd), of anders gezegd, variabele rentevoeten te veranderen in vaste rentevoeten (of omgekeerd). Aedifica kan dit instrument enkel gebruiken voor indekkingsdoeleinden.
Totaal van eigen vermogen gedeeld door het aantal aandelen in omloop (hetzijj na aftrek van eigen aandelen). Dit woord is synonym van "nettoactiefwaarde per aandeel".
Door een vastgoeddeskundige vastgestelde waarde, zonder aftrek van de mutatierechten, vroeger "waarde vrij op naam" genoemd.
De overdracht van de eigendom van een onroerend goed is in principe onderworpen aan de inning door de Staat van mutatierechten die het grootste deel van de transactiekosten uitmaken. Het bedrag van deze rechten hangt af van de overdrachtswijze, de hoedanigheid van de koper en de geografische ligging van het onroerend goed. De twee eerste voorwaarden, en dus het te betalen bedrag van de rechten, zijn slechts gekend na het afsluiten van de eigendomsoverdracht.
In België zijn de mogelijke wijzen van overdracht van onroerende goederen en de hieraan gekoppelde rechten voornamelijk de volgende:
De effectieve belastingsvoet van het mutatierecht schommelt dus tussen 0 en 12,5% zonder dat het mogelijk is om het percentage te voorzien dat op de overdracht van een bepaald goed van toepassing is, vooraleer deze overdracht wordt uitgevoerd.
N.B. Er dient opgemerkt dat, als gevolg van de interpretatie van de IAS/IFRS-normen door de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA), de boekwaarde van gebouwen voor de IAS/ IFRS-balans berekend wordt door van de investeringswaarde een forfaitair bedrag van mutatierechten af te trekken dat momenteel door de vastgoedexperten op 2,5% is gesteld. Voor eigendommen met een waarde van minder dan € 2,5 miljoen worden evenwel de registratierechten afgetrokken die volgens de ligging van het onroerend goed van toepassing zijn
Totaal van eigen vermogen gedeeld door het aantal aandelen in omloop (hetzijj na aftrek van eigen aandelen). Dit woord is synonym van "inventariswaarde van de aandelen".
Huurinkomsten
Totaal volume van de gedurende het jaar verhandelde aandelen gedeeld door het totaal aantal aandelen, volgens de definitie van Euronext.
Operationeel vastgoedresultaat
+/- Andere operationele opbrengsten en kosten
Vastgoedresultaat
Operationeel vastgoedresultaat gedeeld door het nettohuurresultaat.
Dividend per aandeel gedeeld door het te bestemmen resultaat per aandeel
De reële waarde wordt voor de vastgoedbeleggingen als volgt berekend:
Het gemiddelde percentage van de transactiekosten zoals bepaald door BEAMA wordt jaarlijks herzien en indien nodig aangepast per drempel van 0,5%. De vastgoedexperten bevestigen dit aftrekpercentage in hun periodieke verslagen aan de aandeelhouders. Het percentage bedraagt thans 2,5%.
Een gebouw wordt beschouwd als een residentieel of gemengd indien minstens één van de ruimtes ervan bestemd is voor residentieel gebruik (met uitzondering van een residentiële bestemming als rustoord waarvoor een bijzondere categorie geldt). Een gebouw dat geen enkele residentiële ruimte bevat, wordt opgenomen in de categorie "Hotels en andere".
Resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen
Nettoresultaat (aandeel van de groep)
"Totaal van de passiva" op de balans
zoals voorzien in de schema's in bijlage van het Koninklijk besluit van 7 december 2010 met betrekking tot de vastgoedbevaks. / Totaal van de activa onder aftrek van toegelaten afdekkingsintrumenten
≤ 65%
Een serviceflatgebouw bestaat uit één of meerdere gebouwen die functioneel een geheel vormen, bestaande uit individuele wooneenheden waar ouderen zelfstandig wonen en uit gemeenschappelijke voorzieningen voor dienstverlening waarop zij facultatief een beroep kunnen doen.
Wanneer de exploitatielasten, de onderhoudskosten en de huurderving verbonden aan de leegstand ten laste worden genomen door de exploitant.
De vennootschap moet als vergoeding van het kapitaal een bedrag uitkeren dat overeenkomt met ten minste het positieve verschil tussen de volgende bedragen:
Nettoresultaat
+/- Gedurende het boekjaar gerealiseerde meer- en minderwaarden op vastgoed (meer- en minderwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten)
Gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed, vrijgesteld van de verplichte uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar (meerwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten).
Gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de verplichte uitkering en die niet werden herbelegd binnen een periode van 4 jaar (meerwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten).
= Nettomeerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de verplichte uitkering (B)
en
De vastgoedbeleggingen met inbegrip van de gebouwen bestemd voor verkoop, doch zonder de projectontwikkelingen.
De vastgoedbeleggingen met inbegrip van de gebouwen bestemd voor verkoop en de projectontwikkelingen.
Nettohuurresultaat
+/- Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven
BEAMA: Belgian Asset Managers Association (Belgische Vereniging van Asset Managers) BEVAK: BeleggingsVennootschap met VAst Kapitaal BBVBA: Burgerlijke Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid CEO: Chief Executive Officer CFO: Chief Financial Officer Comm. VA: Commanditaire Vennootschap op Aandelen DCF: Discounted Cash Flow ECB: Europese Centrale Bank EPRA: European Public Real Estate Association FSMA: Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten GHW: Geschatte HuurWaarde IAS: International Accounting Standards ICB: Instelling voor Collectieve Belegging IFRS: International Financial Reporting Standards IPO: Initial Public Offering IRS: Interest Rate Swap NV: Naamloze Vennootschap OOB: Openbare OvernameBieding VU: Verworpen Uitgaven
Dit jaarverslag is een registratiedocument in de zin van artikel 28 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Het werd goedgekeurd door de FSMA overeenkomstig artikel 32 van voormelde wet, op 10 september 2013.
Openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht sinds 8 december 2005 Louizalaan 331 te 1050 Brussel Tel: +32 (02) 626 07 70 - Fax: +32 (02) 626 07 71 BTW-BE 0877.248.501 – R.P.R. Brussel
Louizalaan 331 Avenue Louise Brussel 1050 Bruxelles tel +32 (0)2 626 07 70 - fax +32 (0)2 626 07 71 Openbare vastgoedbevak naar Belgisch recht Sicaf immobilière publique de droit belge BTW BE 0877.248.501 - R.P.R. Brussel TVA BE 0877.248.501 - R.P.M. Bruxelles www.aedifica.be
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.