AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Roularta Media Group N.V.

Annual Report Apr 18, 2025

3997_rns_2025-04-18_9bcbb12b-6222-4d17-87d4-8cbcae537119.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

JAARVERSLAG 2024

WE CREATE MEDIA WITHIM PACT

IM

WE CREATE MEDIA WITHPACT

INHOUD

Colofon

ROULARTA MEDIA GROUP - JAARVERSLAG 2024

Concept2- '"3 f\$ # - gArt Directors#- Q3 6 Q4. Teksten ", Foto's! \$Y( Q, ( Q+ 0Druk206 2\$ .

RECHTEN . l Q Q³ Q N

Visie van de voorzitter 6
Woord van de CEO 8

WE CREATE MEDIA WITH IMPACT

Digitale abonnees: de doelstelling komt in zicht 10
Employer brand zorgt voor 23% meer sollicitanten 16
Wat betekent AI op de redactievloer 22
Adverteren anno 2024: hechte samenwerkingen zijn de toekomst 26
BeNe-beleggersplatform onderstreept doelstelling
om grootste business community te blijven 32
Private 5g-netwerk broodnodige stap richting drukkerij
van de toekomst 40
Flow, of hoe papier een cadeautje is 44
Duurzaamheid, de combinatie van footprint en brainprint 50
Alternatieve distributie: we blijven in print geloven 56
De kracht van partnerships 62
Missie, visie en waarden 68
Waardecreatie 70
Resultaten 2024
74
Roularta brands
76
Aandeel 84
Kerncijfers 86
Executive Management Committee en Raad van Bestuur 88
Jaarverslag Raad van Bestuur 90
Verklaring deugdelijk bestuur 104
Groepsstructuur
120
Geconsolideerde jaarrekening
122
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening 131
Statutaire jaarrekening
162
Verslag van de commissaris geconsolideerde jaarrekening
164
Duurzaamheidsverslag
168
Verslag van de commissaris duurzaamheidsinformatie
300
Vestigingen
304
Financiële kalender 305

\$ N

\$ . % N" . N

VISIE VAN DE VOORZITTER GEEN UITDAGINGEN, MAAR KANSEN

Voor een mediabedrijf is ter plaatse blijven trappelen vandaag geen optie. Aan uitdagingen immers geen gebrek. Het is zaak om die passend om te zetten in opportuniteiten en dat is precies wat Roularta Media Group in 2024 deed, vertelt voorzitter van de Raad van Bestuur Rik De Nolf.

"Het aanbod van Roularta Media Group is groot en blijft constant evolueren. Des te belangrijker om alles wat we in huis hebben goed samen te brengen en te presenteren aan de consument.

De Mijn Magazines-app is dan het ideale instrument. Met dank aan de juiste technische ingrepen groeit dat platform uit tot dé plek om content thematisch te bundelen of op andere manieren gebruiksvriendelijk tot bij de klant te brengen. Wat de app tegelijk de geknipte hefboom maakt om ons abonneebestand verder uit

te breiden.

Zonder GDPR-kader verliep die abonneewerving bijzonder vlot toen we vijftig jaar geleden onze eerste tijdschriften lanceerden, maar nadien volgde – mede door de regelgeving – een moeilijkere periode. Een evolutie die we echter wisten om te keren door opnieuw in te zetten op de partnershipdeals die ook in die beginfase al het succesrecept waren geweest voor het aantrekken van nieuwe klanten.

Lezersinkomsten worden alleszins steeds belangrijker. Waar het vroeger de advertenties waren die instonden voor twee derde van de omzet, is het nu de consument die dat aandeel in de inkomsten vertegenwoordigt. Dat realiseren we overigens niet enkel met de verkoop van bladen. Line extensions – op reis met Knack, boeken, muziek – winnen duidelijk aan belang.

Toch valt de reclame niet helemaal weg. Het lagere volume aan advertenties dat er tegenwoordig in te vinden is, maakt onze magazines een goed medium om er echt uit te springen als merk. Daarnaast bieden branded content en andere nieuwe trends kansen.

Over kansen gesproken: ook de lokale adverteerder profiteert mee van onze innovaties. Denk aan reclame via tv-schermen in intussen meer dan 800 verkooppunten in een zeventigtal steden van het land en via digitale geolocalisatie op onze websites en in onze nieuwsbrieven. Maar denk evengoed aan onze dienstverlening voor de adverteerder op sociale media. De Zondag is met meer dan 1,3 miljoen lezers de grootste krant van het land die het mogelijk maakt om lokaal te adverteren via zestien regionale edities. De lezer pikt de krant op in één van de meer dan 3.600 bakkerijen of andere winkels open op zondag. In functie van de actualiteit maakt De Zondag daarbovenop meer en meer speciale lokale edities die opnieuw huisaan-huis bedeeld worden.

In het rijtje ontwikkelingen mogen we tot slot Roularta Printing niet vergeten. Daar blijven we investeren in de beste en meest duurzame infrastructuur. Onze eigen bladen nemen slechts de helft van de drukcapaciteit in, de rest staat ter beschikking van klanten uit binnen- en buitenland. Topkwaliteit in en een perfecte distributie van print waarmaken over heel Europa, dat is een echte specialiteit van het huis geworden."

B

ELUISTER DE PODCAST

WOORD VAN DE CEO IMPACT OP ALLE NIVEAUS

2024 was een goed jaar voor Roularta Media Group, weliswaar NLOVSWLUKVVYLLUHHU[HSttUTHSPNLLăLJ[LU4L[KLZ\JJLZ]VSSL\P[YVS van onze nieuwe strategie en door tegelijk trouw te blijven aan ons duurzaam, lokaal verankerd en gezond kritisch DNA, realiseerden we een positieve impact op tal van niveaus. Een toekomstgerichte aanpak met troeven voor al onze stakeholders, die we ook bevestigd zagen in de ÄUHUJPwSLYLZ\S[H[LU

Onze nieuwe strategie hingen we op aan drie pijlers. Multimediaal is een logische eerste. We zetten volop in op goed samenwerkende, multimediale redacties en een optimale kijk-, lees- en luisterervaring op alle digitale platformen. Binnen de tweede pijler deelden we de RMG-titels op in vier groepen, met een specifieke rol voor elk merk. Onze grote merken zijn daarbij de motoren van ons printbereik en de katalysatoren van ons digitaal bereik. Door de focus en door efficiënter te werken kunnen we daarnaast de kleinere merken rendabel houden. Pijler drie draait om partnerships waar alle betrokken partijen wel bij varen.

Impact op partners is meteen een eerste facet van de positieve invloed die Roularta Media Group op haar omgeving uitoefent. Zo leveren de samenwerkingen partners nieuwe klanten op, die ze via de Mijn Magazines-app bovendien extra meerwaarde kunnen bieden.

Maar ook de impact op de samenleving is reëel. De rol van de media als hoeksteen van de democratie is niet nieuw, maar wint in tijden van polarisatie en oprukkende extremen nog sterk aan belang. Waar Facebook feiten en meningen voortaan in elkaar laat overvloeien, zetten wij onze factcheckingprogramma's plichtsbewust verder. In onze optiek zijn media ook een hefboom van

duurzame impact. Duurzaamheid is al decennialang een van de prioriteiten van Roularta Media Group. De beleidskrijtlijnen op dat vlak die sinds 2021 officieel op papier staan, vertalen zich elk jaar in tal van concrete inspanningen. In 2024 kwam daar voor het eerst de op transparantie gerichte CSRD-rapportering bovenop. Een intensief proces, waarmee we hopelijk ons steentje bijdragen aan een duurzamere wereld.

Onze lokale impact tot slot valt evenmin te onderschatten. Zowel in België als in Nederland staan we bekend als een sterk lokaal verankerd bedrijf. In tegenstelling tot de techgiganten investeren wij ook in de lokale economie, door plaatselijke initiatieven of goede doelen te ondersteunen en bovenal door heel wat werkgelegenheid in eigen streek te creëren.

De winstcijfers die we in 2024 lieten noteren, zetten de gekozen koers kracht bij. Dankzij onze beslissing om proactief in te spelen op de veranderende context waarin dit mediabedrijf opereert, zien we nu dat de nieuwe digitale inkomsten bijna de dalende populariteit van traditionele mediaproducten mooi opvangen. Dat maakt ons trots. Niet in het minst omdat het ons in staat stelt om ook morgen te mogen terugblikken op een veelzijdige positieve impact.

B

EKIJK DE VODCAST

> De video's en podcasts maken geen deel uit van het jaarlijks financieel verslag en vormen daarop enkel een aanvulling.

Een mediagroep future-proof maken, dat betekent aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden bewandelen. We focussen op enkele innovatieve projecten die tonen hoe Roularta Media Group er in de toekomst zal uitzien.

De groei van digitale abonnees zal de daling in printabonnementen compenseren. Dat is het uitgangspunt van het Northstar-project. Halfweg maken we de eerste balans op.

75.000 nieuwe digitale abonnees tegen eind 2026 in België, 50.000 in Nederland. Dat zijn de ambitieuze cijfers van het Northstar-project. De naam geeft al meteen aan hoe belangrijk dit initiatief voor Roularta Media Group is. De digitale groei is immers nodig om de saturatie of de daling van het abonneebestand – afh ankelijk van het mediamerk – een halt toe te roepen. Bovendien is de marge op een digitaal abonnement groter dan die op een printabonnement. Er zijn immers geen of minder distributie- en portkosten.

Om die doelstelling te realiseren lanceerde Roularta Media Group in 2023 de app Mijn Magazines. Eind 2024 is het dus tijd voor een eerste evaluatie. Ondertussen zijn we halfweg het traject en daar blikken we graag op terug. "Niet alleen het traject is halfweg, in België zijn ook onze resultaten dat", klinkt het bij Margaux Vandamme, Brand Manager van de vrouwentitels. "We hebben de kaap van 37.500 digitale abonnees overschreden."

Elk mediamerk draagt bij

Achter dat cijfer schuilen natuurlijk verschillende evoluties. "Het grootste deel van de nieuwe abonnees komt op conto van onze nieuwsmerken Knack en Le Vif", geeft Margaux Vandamme mee. "En ook ons lokaal mediamerk De Krant van West-Vlaanderen doet zeker haar duit in het zakje. Maar ook Flair heeft zijn target gehaald."

Dat vrouwentitels zo goed scoren heeft ook diegenen die op het project werken verbaasd. Margaux Vandamme: "Met Flair zijn we pas in 2024 op de digitale kar gesprongen. Bovendien gaat het om content waarvan we verwacht hadden dat mensen er minder voor zouden willen betalen, in tegenstelling tot nieuwscontent. Maar niets bleek minder waar."

Volgens Margaux gebeurt de conversie vooral op onderwerpen die de kern van een blad als Flair uitmaken, zoals relaties en geldzaken. Actualiteit werkt minder om een lezer tot een digitaal abonnement te verleiden. Daarnaast helpt natuurlijk het opzetten van partnerships met andere bedrijven (zie p. 62) om extra abonnees te werven. Vanaf 2025 zou deze instroom op kruissnelheid moeten komen.

Inhaalbeweging Nederland

Hoewel de ambitie in Nederland ook groot is, staat de ontwikkeling van Mijn Magazines nog niet zo ver. "Wij startten pas in het vierde kwartaal van 2024, na de invoering van de nieuwe Roularta-strategie (zie p. 8)", vertelt Margot de Wijn, Marketing Directeur van Roularta in Nederland. "We lanceerden

DIGITALE ABONNEES: DE DOELSTELLING KOMT IN ZICHT

EEN GESPREK MET: MARGAUX VANDAMME, Brand Mager Women Brands • MARGOT DE WIJN, Marketing Directeur Roularta Media Nederland • HENDRIK BAETENS, Revenue Manager

enerzijds Mijn Magazines Premium, met daarin onze Nederlandse week- en maandbladen en ook Knack en Trends. Anderzijds volgde later Mijn Magazines Basic met enkel de content van de maandbladen. Na een maand hadden we al 100.000 registraties, wat 20% van dit abonneebestand is. Daar zijn we dus zeer tevreden over. Het multimagazinelezen stijgt sterk." Opvallend: dat multimagazinelezen is in Nederland met gemiddeld 3,2 titels hoger dan België (2,6).

Van bekendheid en gebruik naar conversie

Om nieuwe digitale abonnees te werven, stelt Roularta Mijn Magazines in eerste instantie dus open voor abonnees, die er de content van 'hun' magazine, maar ook van andere bladen terugvinden. Die abonnees kunnen hun account ook delen met familieleden. Zo verbetert de bekendheid en het gebruik van de app en komen ook niet-abonnees ermee in contact. Het is dan dat de conversie plaatsvindt.

Opmerkelijk daarbij is de focus op de prijs. Die is immers niet gelijk voor elke abonnee, of blijft niet hetzelfde. Revenue Manager Hendrik Baetens legt uit: "Ons principe is eenvoudig: het gaat om een digitaal product met sterke content en premium opties, die we naar zoveel mogelijk mensen willen brengen. Naast wervingsacties zijn de kosten per extra abonnee beperkt, waardoor we op een

andere manier kunnen omgaan met prijszetting. De prijs omvat de waarde voor de abonnee, eerder dan dat het een vast bedrag voor elke abonnee is."

Introductieprijs

Roularta werkt hiervoor vaak met het principe van een introductieprijs. "Voor 1 euro per week kunnen mensen zich abonneren", zegt Hendrik Baetens. "Die lage prijs zorgt voor de instroom van abonnees. Vervolgens monitoren we hoeveel content ze consumeren en op basis daarvan bepalen we hun definitieve abonnementsprijs."

Deze manier om prijs te zetten is dus op waardeperceptie gebaseerd en is geen

vorm van dynamische prijszetting, waarbij de prijs evolueert in functie van vraag en aanbod.

Twee testcases

Naast de conversie via Mijn Magazines haalt Roularta ook inkomsten uit het verhogen van de waarde van een abonnement op een magazine. Die krijgen immers steeds meer een digitaal verlengstuk, waardoor de abonnementsprijs opgetrokken kan worden.

Libelle en Femmes d'Aujourd'hui vormden daarbij in 2024 een belangrijke testcase. "In juli is de prijs voor een abonnement met 2 euro per maand gestegen", herinnert Margaux Vandamme zich. "Zij kregen er immers de digitale lifestyle bundel via Mijn Magazines bij. Toch was de redactie eerder terughoudend. Zat deze doelgroep wel te wachten op een digitaal verlengstuk?"

Volgens Margaux waren de reacties echter overweldigend positief. "Dat komt omdat we vanuit marketing op de voordelen hebben ingespeeld, en nadien zijn ook de

"IN HET BEGIN WAREN MAR-KETING EN DIGITAL DE TREK-KERS, MAAR NU KOMEN DE REDACTIES AANKLOPPEN OM-DAT ZE DE VOORDELEN VAN MIJN MAGAZINES INZIEN."

redacties extra gaan investeren in exclusieve digitale content. Onze lezeressen waren verrassend snel mee, ook de oudere doelgroep. We hebben dan ook nauwelijks abonnementsopzeggingen binnengekregen."

Enthousiasme

Halfweg is de balans van het Northstar-project dus zeer positief. "Er zijn merken waarvoor de investeringen nu al zijn gecompenseerd door de extra abonnementsinkomsten", verklapt Hendrik Baetens. "En je voelt dat de redacties ook helemaal overtuigd zijn", vult Margaux Vandamme aan. "Ik geef graag het voorbeeld van Flair. Dat is onze speeltuin om zaken uit te testen, waardoor de mensen op de redactie en op marketing er nu volop met groei en innovatie bezig zijn. Dat geeft energie." "En je voelt dat alle merken door deze aanpak belangrijk zijn", besluit Margot de Wijn. "We hebben ze stuk voor stuk nodig voor de content en om abonnees te activeren. Dat creëert een fijn groepsgevoel."

In een mediabedrijf werken, dat betekent samenwerken. Samen projecten vanuit andere invalshoeken bekijken. Benieuwd hoe anders HR en marketing denken? Of

ANNELIES DEMUYT

Een gesprek met: ANNELIES DEMUYT, HR Communicator• STEPHANIE SLABINCK, Corporate Communication Manager

EMPLOYER BRAND ZORGT VOOR 23% MEER SOLLICITANTEN

2- ' ?;?A Q I N3 3Q# #- Q (2# ! \$ N

Voelt Roularta Media Group de war for talent?

Annelies Demuyt: "Absoluut. Het is voor elk bedrijf moeilijk om de juiste profielen te vinden. Komt daar nog bij dat wij middenin een digitale transformatie zitten. Dat soort talent is schaars. Tot slot speelt ook de naamsbekendheid. In West-Vlaanderen is die historisch heel hoog, maar in andere provincies was dat minder het geval."

Stephanie Slabinck: "We hadden nood aan een employer brand. Roularta Media Group moest een merk worden voor potentiële medewerkers. Vroeger deden we af en toe een rekruteringscampagne en uiteraard zijn er continu jobadvertenties, maar de rode draad is nu sterker."

Wat is er op vlak van employer branding in 2024 gebeurd?

Stephanie Slabinck: "In 2024 hebben we een volledig traject afgelegd, van onderzoek tot en met campagnes. We werken vanuit onze bedrijfsstrategie en begonnen met kwantitatief en kwalitatief onderzoek om te ontdekken of te bevestigen wat onze sterktes zijn. Sterktes die elke medewerker voelt, ongeacht functie of afdeling. Zo kwamen we tot een employee value proposition: wat biedt Roularta Media Group zijn medewerkers – huidige en toekomstige?

Vervolgens vertaalden we dat naar een employer brand: hoe willen we gezien worden? Dat leidde tot twee campagnegolven in 2024: eentje in het voorjaar en eentje in augustus/september. Daarbij werkten we met een aantal action lines zoals 'Play it, slay it', 'Dream it,

team it' of 'Tint it, print it'. Die laatste is uiteraard gericht aan potentiële medewerkers in de drukkerij. Die action lines laten ons toe om vacatures of andere teksten meer op maat te schrijven. Onze uitdaging is namelijk om enerzijds die overkoepelende employer brand te laten leven, maar anderzijds ook specifiek genoeg rond bepaalde profielen te communiceren."

Annelies Demuyt: "Ik voeg hier nog aan toe dat we de twee campagnegolven eerst intern ontrolden en pas dan naar de buitenwereld stapten. Dat was heel belangrijk: we wilden immers dat in eerste instantie onze eigen mensen mee waren in het verhaal. Zij zijn onze beste ambassadeurs om het verhaal extern uit te dragen. En wat je buiten vertelt moet overeenkomen met wat er binnen leeft. Dat spreekt."

Wat is er dan veranderd in vergelijking met eerdere campagnes?

Stephanie Slabinck: "We dragen nu meer uit wat werken bij Roularta Media Group betekent, we gaan verder dan de pure jobs. Daarnaast is ook onze tone-of-voice veranderd. Die is informeler, dynamischer. Dat uit zich op het eerste zicht in kleine dingen: we gebruiken geen stockbeelden, maar tonen de eigen medewerkers. En we gaan voor dynamische foto's, niet langer iemand die statisch in de camera kijkt.

Welke gelijkenis is er tussen jullie corporate merk en jullie employer brand?

Stephanie Slabinck: "Die moeten dichter bij elkaar komen en op termijn één worden. Je bedrijfsimago en je werkgeversimago kan je vergelijken met twee laagjes, die je zo juist mogelijk op elkaar wil leggen.

We hebben op dat vlak trouwens al grote stappen gezet. De tagline van onze employer branding campagne is 'Ready to create media with impact?'. Op corporate vlak gebruiken we steeds vaker de baseline 'We create media with impact'. Ze zijn niet identiek hetzelfde, maar je voelt dat ze naar elkaar toegroeien.

Wat doen jullie los van employer branding om talent aan te trekken en te behouden?

Annelies Demuyt: "Wij hebben het geluk om mediamerken te maken en zitten zo in een sector die mensen sowieso intrigeert. Maar daarnaast doen we er alles aan om van onze kantoren en productieruimtes een aantrekkelijke werkplek te maken. We hebben pooltafels, een padelveld en een petanqueveld, te lenen bedrijfsfietsen, investeerden in leuke bedrijfsrestaurants, ... We organiseren ook regelmatig drinks, themaavonden of we lanceren een wandelactie of een volleybaltoernooi. Verder vinden we het belangrijk dat de collega's in een groene omgeving kunnen werken. Tot slot gaat het om zingeving. Mensen – en zeker jongeren – willen bij een bedrijf werken dat een positieve impact op de maatschappij heeft en ze willen zelf impact maken. We communiceren dan ook over de focus die Roularta Media Group op duurzaamheid heeft."

Employer branding is een werk van lange adem. Zijn er al resultaten merkbaar?

Annelies Demuyt: "Het meest tastbare resultaat is de instroom, en die is in 2024 met 23% toegenomen. Dat kunnen we niet anders dan toeschrijven aan het werk op vlak van employer branding. Los daarvan voel je het ook: kandidaten verwijzen naar onze campagne in hun motivatiebrief of bij een sollicitatiegesprek."

Stephanie Slabinck: "Ook de communicatieresultaten zijn goed. Er komen meer mensen naar de vacaturesite Mijntoekomstbijroularta.be en het aantal volgers op sociale media is toegenomen. Ook inhoudelijk merken we dat onze employer brand wordt opgemerkt. Er wordt verwezen naar de campagnebeelden én naar de motivatie om ook zelf media met impact te willen maken.

Bovendien was Roularta in 2024 de achtste meest aantrekkelijke werkgever in het land volgens de Employer Brand Research van Randstad. We stegen maar liefst 44 plaatsen.

De mooiste return? Je voelt dat er intern een mindswitch is geweest. Mensen durven meer initiatief te nemen. Dit heeft voor ons heel wat in beweging gezet."

"ONZE UITDAGING? DIE OVER-KOEPELENDE EMPLOYER BRAND LATEN LEVEN, MAAR TEGELIJKERTIJD SPECIFIEK ROND BEPAALDE PROFIELEN COMMUNICEREN."

3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo ben je in korte tijd up-to-date over één van de innovaties van Roularta Media Group in 2024. Al dan niet doorlinkend naar de podcast voor wie het volledige verhaal wil kennen.

KAROLIEN VAN DINTER DARE TO ASK

STIJN DESPIEGELAERE

Nu de doembeelden wat gaan liggen zijn: hoe evalueren de redacties de impact van AI?

Stijn Despiegelaere: "Journalisten zijn pragmatische mensen. We kijken nu vooral hoe die tools voor hen van nut kunnen zijn. Dat doen we voor elke stap van het creatieproces. Van researchen en interviews afnemen tot een stuk uitschrijven en publiceren: waar kan AI helpen in hun dagelijkse job?"

Karolien Van Dinter: "Tegelijk is ook een tweede vraag relevant: waar kan AI meerwaarde bieden voor de lezer? Daarom onderzoeken we welke extra services we onze doelgroepen kunnen voorschotelen met behulp van AI. Een interessant vertrekpunt is dan het archief, die grote berg aan content waar wij en zeker onze lezers niet altijd raad mee weten. Een large language model zou al die content efficiënt kunnen doorzoeken, bundelen en op nieuwe manieren presenteren. De drie pilootprojecten die we in dat licht hebben opgezet in 2024, smaken alleszins naar meer."

Hoe kan AI de journalist precies bijstaan?

Stijn Despiegelaere: "Ook voor journalisten is het erg waardevol om beter uit dat rijke archief te kunnen puren. Als je bepaalde informatie nodig hebt voor research of gerelateerde artikels wil toevoegen aan een publicatie, is het handig dat een tool die op een presenteerblaadje aanreikt.

Maar er is nog veel meer mogelijk. Zo maken we voor het transcriberen van interviews, zowat de meest tijdsintensieve taak voor een journalist, gebruik van Limecraft. Zo'n eerste draft is misschien niet perfect, maar wel een goede basis die gigantisch veel tijd uitspaart. Verder experimenteerden we in 2024 met ChatGPT, bijvoorbeeld om elementen als context en tone of voice mee te nemen in een vertaling, en creëren onze Art Directors nu al verbluffende illustraties met Midjourney."

Hoe past Roularta Media Group het ruime aanbod aan tools in op de redacties?

Stijn Despiegelaere: "Sommige toepassingen staan eerder naast onze bestaande processen, andere integreren we idealiter zo natuurlijk mogelijk in onze huidige tools. De moeilijkheid zit in het inschatten van de meerwaarde van zo'n tool, want als iets niet in de workflow van een journalist past, verliezen we vooral tijd. In 2024 hebben we daarom een framework opgezet dat ons in staat stelt een tool eerst te valideren en dan pas te implementeren. Zo beschikken we nu over een longlist met toepassingen die we de komende tijd willen testen.

Daarnaast proberen we iedereen mee op deze kar te krijgen, qua mindset maar zeker ook qua skills. De uitrol van een trainingsprogramma met praktische opleidingen helpt daarbij."

Karolien Van Dinter: "Dat programma slaat erg goed aan, met dank aan de mensen die er tijd in investeren én aan de beslissing om echt bottom-up te werken. Projecten die op de werkvloer en bij de creatieve noden die daar leven ontstaan, scoren altijd het best."

Een gesprek met: KAROLIEN VAN DINTER, Adjunct uitgever en STIJN DESPIEGELAERE, Product Manager Contentcreatie

WAT BETEKENT AI OP DE REDACTIEVLOER?

/ ³ï Q !I + 6\$ 0- # 3\$ N

Een mediagroep is gebouwd op een aantal fundamenten: zonder redacties, distributie en reclamewerving ook geen succesvolle media. Net die fundamenten ondergaan grondige veranderingen. Mee veranderen is de boodschap.

EEN GESPREK MET: NATHALIE WILLEMSQ# 3 STEVIE DOUMENQ- % & G"?"ELISABETH BUNGENEERSQ" \$ - ) - JOYCE LAMSENSQ\$ 2,- - :7 I6

maar te zeggen dat innovatieve partnerships écht het verschil kunnen maken. Ook maatschappelijk.

Nieuwe (lokale) advertentiemogelijkheden

Maar vergis je niet: Roularta Media Group speelt de kracht van partnerships lang niet enkel uit in grootschalige nationale campagnes. Ook lokaal reikt de mediagroep merken nieuwe advertentiemogelijkheden aan. "Met Mijn Stad TV beschikken we nu over een netwerk van 810 digitale schermen in drukbezochte handelszaken", vertelt Joyce Lamsens, directeur Midden- en Zuid-West-Vlaanderen bij Roularta Local Media. "Lokale adverteerders kunnen inzetten op hun regio en de wachtmomenten van hun doelgroep optimaal benutten."

Dit kadert in een tweesporenplan om de samenwerkingen met adverteerders te verdiepen. "Ten eerste zetten we dit soort nieuwe kanalen op om merken en doelgroepen te verbinden, ten tweede organiseren we vanuit de titels evenementen die adverteerders talloze kansen bieden." Denk maar aan Nieuwbouw-zondag, Renovatieweekend,

Tegenwoordig komen samenwerkingen met adverteerders voor in alle soorten en maten. En maar goed ook, want zo wordt hun impact gemaximaliseerd. "Het is onze taak als mediapartner om na te denken over nieuwe mediavormen", vindt Stevie Doumen, Media Expert Finance & B2B bij Roularta. "Zeker omdat we zo ook nieuwe doelgroepen kunnen aanboren."

Een mooi eerste voorbeeld is de veelzijdige campagne die Libelle en Theramex, een toonaangevende farmaceutische speler, in 2024 voerden rond de menopauze. Uit een grote kick-off enquête volgde een maandenlange stroom aan waardevolle content, van expert-interviews en persoonlijke getuigenissen tot gezonde recepten en kledingtips. Het fysieke event 'Samen door de menopauze' was een treffend orgelpunt.

"En of we erin geslaagd zijn awareness te creëren rond het topic", blikt Content Strateeg Nathalie Willems terug op de resultaten van de campagne. "Theramex zag de menopauzemarkt significant groeien en merkte dat het bewustzijn rond het thema fel toegenomen is." Om

ADVERTEREN ANNO 2024: "HECHTE SAMENWERKINGEN ZIJN DE TOEKOMST"

% ³ Q I P?;?A 2- ' N

Jobvillage en sinds 2024 ook Wegwijs in Investeren.

Dagelijkse podcast mét native advertising

In de categorie nieuwe kanalen met een grote impact op het adverteerderslandschap kunnen we niet rond de lancering van de dagelijkse podcast Z 7op7. Die vloeide voort uit de fusie van de redacties van Trends Kanaal Z en Tendances Canal Z, waarmee ook heel wat expertise gebundeld werd, en volgde op het succes van de wekelijkse Trends Beleggen Podcast.

Met Z 7op7 kan Roularta Media Group z'n doelstelling om op elk moment van de dag beschikbaar te zijn voor de media consument ook op audiovlak uitspelen, maar dat is niet de enige troef. "Onderzoek wijst uit dat een podcast het ideale format is om jongeren tussen 20 en 35 jaar te bereiken", geeft Stevie Doumen aan. "Een zeer interessante groeimarkt, voor ons én voor adverteerders."

Merken kunnen hierbij kiezen tussen een klassiek postroll-reclamespotje van dertig seconden en een niet-commerciële bijdrage tot één minuut. Vooral die native-boodschap is bijzonder interessant. "Daarmee creëer je echt meerwaarde als adverteerder en vermijd je dat luisteraars afhaken. Meer dan drie vierde blijft luisteren naar het native slotakkoord van de podcast."

Sassy Soeki

Het toppunt van de innovatieve stappen die Roularta Media Group afgelopen jaar zette voor haar adverteerders, luistert naar de naam Sassy Soeki. Dat is de eerste virtuele influencer die ons land rijk is.

"We merkten dat de advertentie-uitgaven in sneltempo begonnen over te hellen naar social media marketing", duidt Business Development Manager Influencer Marketing Elisabeth Bungeneers de context van deze innovatie. "Om daaraan tegemoet te komen, besloten we een eigen influencer agency op te richten. We definieerden drie soorten influencers: externe influencers, interne influencers – de exclusieve gezichten van de titels – en dus ook virtuele influencers."

Sassy Soeki was op een paar maanden tijd geboren en speelt een dubbele rol. Ze heeft eigen accounts op Instagram en TikTok en is daarnaast de virtuele stagiair van het online team van de Flair-redactie. Uiteraard verschijnt ze ook op de kanalen van Flair. "Ze doet het erg goed", aldus Bungeneers. "De 36.000 views van haar laatste post bewijzen dat haar content gesmaakt wordt door de jongste doelgroep. En dus kunnen we haar nu inzetten als volwaardige influencer en zit de eerste samenwerking met een merk al in de pijplijn."

Met zo'n virtuele influencer kan Roularta Media Group oneindig veel kanten uit, en daar varen ook adverteerders wel bij. Want dat is waar het allemaal om draait, vruchtbare samenwerkingen met merken. "Partnerships zijn de toekomst", besluit Nathalie Willems. "Zeker als partners een gelijkaardig DNA hebben en de kernwaarden van onze titels delen, zijn er prachtige dingen mogelijk."

ZEKER ALS PARTNERS EEN GE-LIJKAARDIG DNA HEBBEN EN DE KERNWAARDEN VAN ONZE TITELS DELEN, ZIJN ER PRACH-TIGE DINGEN MOGELIJK.

Een mediagroep future-proof maken, dat betekent aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden bewandelen. We focussen op enkele innovatieve projecten, die tonen hoe Roularta Media Group er in de toekomst zal uitzien.

"De grootste business community worden. Dat was het doel van de toenadering tussen Trends en Trends-Tendances, Kanaal Z en Canal Z en Trends Business Information, die de afgelopen jaren plaatsvond. En dat is gelukt. We wilden daar vervolgens nog een extra ambitie aan koppelen, namelijk de referentie worden op het vlak van beleggen. Die willen we in 2025 waarmaken."

Aan het woord is Michael Nevejan, Brand Manager van Trends en Trends-Tendances. Hij voegt er nog aan toe dat het Trends-team daarbij niet van nul vertrekt. "Met Danny Reweghs hebben we al een beleggingsautoriteit in ons midden, omringd door een team van experts."

Norkon

"Die focus op beleggen is natuurlijk niet toevallig", vult Trends-hoofdredacteur Stijn Fockedey aan. "Een abonnement op Trends moet geld opbrengen. Daarnaast zien we het ook steeds meer als

onze missie om de financiële geletterdheid van de Belg te verbeteren. Mensen zijn er te weinig mee bezig. Denk maar aan de 22 miljard die in 2023 naar de staatsbon vloeide."

Deze noden en ambities leidden in 2024 tot de opstart van een exclusieve samenwerking met Norkon, een Noorse softwarespeler die een aantal SaaS-tools ontwikkeld heeft, onder andere rond beleggen. De missie? Een platform ontwikkelen waarbij Trends-lezers live de situatie van hun beleggingen kunnen volgen, of het nu aandelen, cryptomunten, grondstoffen of ETF's zijn. Norkon had al eerder ervaring opgedaan bij onder andere Handelsblatt in Duitsland en Børsen in Denemarken.

Opvallend hierbij: Trends bundelde de krachten met zusterblad BeleggersBelangen in Nederland. "De situatie is in Nederland natuurlijk wat anders", klinkt het bij Kirsten Andeweg, Project Manager van de uitrol van het beleggers-

BENE-BELEGGERSPLAT-FORM ONDERSTREEPT DOELSTELLING OM GROOTSTE BUSINESS COMMUNITY TE BLIJVEN

)?;?A Q 4 " " N( - 2- 'N

EEN GESPREK MET: KIRSTEN ANDEWEG, Project Manager • STIJN FOCKEDEY, Hoofdredacteur Trends • MICHAEL NEVEJAN, Brand Manager Business Brands

platform op Trends, Trends-Tendances en BeleggersBelangen. "BeleggersBelangen is sowieso meer gespecialiseerd in beleggen, maar ook zij misten nog een eigen beleggingsplatform."

Cijfers en achtergrondinformatie

De samenwerking met Norkon mondde net voor het jaareinde uit in de technische launch van Trends Beleggen Live, dat zowel koersinformatie als diepgaande financiële analyses over zowat elk financieel product biedt. Het platform is personaliseerbaar door beleggingsportefeuilles aan te maken en te beheren en persoonlijke alerts aan te maken. Wanneer een financieel product boven of onder een zelfingestelde drempel gaat, wordt de belegger daarop attent gemaakt.

De cijfers worden aangevuld met de actualiteit over de financiële markten. De korte nieuwsberichten komen van ABM Financial Media, de verdiepende analyses en adviezen komen van Danny Reweghs en zijn team.

Gamification

Trends Beleggen Live wil zowel doorwinterde beleggingsexperts als starters ondersteunen bij het opvolgen van hun portefeuille en het nemen van beslissingen. "Naast ons beleggersplatform biedt de Norkon-licentie ons de mogelijkheid om een beursspel te lanceren", weet Michael Nevejan. "Je kan er virtuele competities mee organiseren waarbij deelnemers een portefeuille moeten

samenstellen om binnen een bepaalde periode het hoogst mogelijke rendement te halen. Vanaf maart 2025 bieden we dergelijke competities aan." "Later in het najaar zal deze beleggersgame ook in Nederland uitgerold worden", vult Kirsten aan. Het is geen toeval dat Trends en Trends-Tendances dergelijke games willen opzetten. Het is immers een manier om nieuwe beleggers aan te trekken, vooral jongeren. En dat blijkt een belangrijke doelstelling. De instroom van nieuwe lezers is belangrijk. Dat gebeurt met een dergelijke competitie, maar ook bijvoorbeeld met de podcast Trends Beleggen, die al een aantal jaar loopt. "Het voordeel van een game is dat we ook aan datacaptatie kunnen doen", zegt Michael Nevejan. "We verzamelen gegevens van mensen die geïnteresseerd zijn in beleggen. Zo kunnen we onze conversieflow verfijnen."

Tot slot biedt het platform ook advertentiemogelijkheden, zowel naamsponsoring van competities als klassieke advertentieruimte. Stijn Fockedey: "Adverteerders

"TRENDS BELEGGEN LIVE ON-DERSTEUNT ZOWEL DOOR-WINTERDE BELEGGINGSEX-PERTS ALS STARTERS BIJ HET OPVOLGEN VAN HUN PORTE-FEUILLE EN HET NEMEN VAN BESLISSINGEN. OOK DE MO-GELIJKHEID OM EEN BEURS-SPEL TE ORGANISEREN HELPT DAARBIJ."

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

komen hier op een echte nichesite terecht, wat heel interessant kan zijn voor een specifieke groep van B2B-adverteerders, zoals fondsenbeheerders of financiële instellingen."

Grensoverschrijdend zorgt voor meer-

waarde

In Nederland is de start van Beleggers-Belangen Live voor de zomer van 2025 voorzien. "Dat heeft te maken met het feit dat eerst onze website dient aangepast te worden", geeft Kirsten Andeweg mee. "Onze lezers krijgen dus een ervaring die op alle vlakken vernieuwd is." Het is trouwens net de samenwerking tussen België en Nederland die voor onze gesprekspartners van dit project zo'n succes maakt. "Dit is voor Roularta een van de eerste grote grensoverschrijdende projecten", klinkt het bij Stijn Fockedey. "Met Kirsten als Project Manager was het trouwens meteen een project over de twee magazinemerken heen. Het toont de voordelen van een groep die aanwezig is in meerdere landen."

Het voegt een nieuwe laag toe aan de redactionele samenwerking die er tussen BeleggersBelangen en Trends al langer is. "Danny Reweghs en BeleggersBelangen-hoofdredacteur Johan Brinkman werken sinds de overname van het blad in Nederland al samen", besluit Stijn Fockedey. "Er wordt zeer veel informatie uitgewisseld en de samenwerking schakelde in 2024 nog een versnelling hoger. De lancering van de respectievelijke beleggingsplatformen zorgt ervoor dat we nog meer verweven zijn."

3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo ben je in korte tijd up-to-date over één van de innovaties van Roularta Media Group in 2024. Al dan niet doorlinkend naar de podcast voor wie het volledige verhaal wil kennen.

JO DESPLENTER

DARE TO ASK

Wat is een private 5G-netwerk?

Bedrijven hebben steeds vaker (draadloze) netwerkverbindingen nodig in hun productie-omgeving. Om te monitoren of alle machines goed werken bijvoorbeeld. Of om vorkheftrucks automatisch te laten rondrijden in een magazijn.

Vaak wordt hiervoor wifi-gebruikt, maar bij heel grote productieomgevingen zijn hier veel antennes en bekabeling voor nodig.

Een alternatief is een private 5G-netwerk. Daarbij word je je eigen provider en moet je dus ook een eigen licentie aanvragen, weliswaar voor een heel beperkte dekking. Momenteel wordt het vooral door bedrijven met enorme productiesites gebruikt, zoals de Haven van Antwerpen of de Luchthaven in Zaventem.

Welke stap heeft Roularta Media Group gezet?

In 2024 stelden we ons de vraag wat de best mogelijke oplossing zou zijn om onze drukkerij future-proof te maken

wat connectiviteit betreft. Ook wij hadden de keuze tussen wifi en 5G. Eind januari beslisten we uiteindelijk om voor 5G te gaan, ook al was de kostprijs hoger. De eerste tests deden we tegen juni en in januari 2025 kon het P5G-netwerk in productie genomen worden.

Waarom 5G? Voor wifi hadden we een complexe set-up nodig. We zouden meer dan 140 antennes moeten installeren, wat achteraf voor een moeilijk beheer zou zorgen. Voor dezelfde oppervlakte volstonden negen 5G-antennes. Wat onze case speciaal maakte, is trouwens dat je in een drukkerij met heel wat rollen papier zit. Papier is heel isolerend en ook dat maakte het moeilijk om een wifinetwerk te implementeren.

Waarom is het belangrijk voor Roularta Media Group om deze stap te zetten?

Dankzij deze ingreep is de drukkerij future-proof. We hebben de fundamenten gelegd en zijn klaar om er heel wat nieuwe toepassingen op te bouwen.

We wilden het immers mogelijk maken

om de drukkerij uit te rusten met geconnecteerde vorkheftrucks of AGV's (automated guided vehicles). En we wilden meer zicht krijgen op de flows in de drukkerij, zoals de papiervoorraad constant kunnen monitoren. Daarnaast biedt het ons de mogelijkheid om eenvoudig extra toestellen te connecteren die onze processen kunnen opvolgen of waar nodig bijsturen.

Daarnaast speelt ook het aspect veiligheid. Zowel bij wifi als bij 5G moet je je eigen netwerk beveiligen, maar bij 5G zit security meer ingebed. Je hebt er bijvoorbeeld al een 5G-kaartje voor nodig om toegang tot het netwerk te hebben, bij wifi volstaat een simpel toestel om te detecteren welke wifinetwerken er in de buurt zijn.

Sowieso is beveiliging iets wat in de huidige geopolitieke en economische situatie van groot belang is voor een groot bedrijf als Roularta Media Group. Het gevaar van hacking of een andere cyberaanval loert om de hoek.

Een gesprek met: JO DESPLENTER, Head of IT Operations & Services

PRIVATE 5G-NETWERK BROODNODIGE STAP RICHTING DRUKKERIJ VAN DE TOEKOMST

% I N\$ 2- ' B'I N* \$ Q( )4/ G3 Q ( ! N

JAARVERSLAG 2024

In een mediabedrijf werken, dat betekent samenwerken. Samen projecten vanuit andere invalshoeken bekijken. Benieuwd hoe anders HR en marketing denken? Of redactie en productie?

DOUBLE DATE BART GOOS

IRENE SMIT

442024 JAARVERSLAG 45 2024

Een gesprek met: IRENE SMIT, Hoofdredacteur en Creative Director • BART GOOS, Manager Afwerking en Logistiek

Wat maakt Flow zo bijzonder?

Irene Smit: "Flow is meer dan een magazine. Voor ons is papier een cadeautje, wij focussen dus sterk op de tactiele ervaring. We zitten trouwens in een tijd waarin er net meer nood is aan dat cadeautje. De wereld wordt steeds digitaler en mensen hebben nood aan digitale detox. Papier is het nieuwe yoga.

Onze focus op papier uit zich in verschillende papiersoorten, zo'n negen per nummer, elke katern heeft bijvoorbeeld een eigen papiersoort. Zo zijn artikels over psychosociale onderwerpen gedrukt op wat ruwer papier. Dat mag wat schuren. Onderwerpen over je goed voelen komen dan weer op glossy papier.

Onze voorliefde voor papier uit zich ook in het feit dat we bij elk nummer twee

– uiteraard papieren – cadeautjes meegeven. En dat tien keer per jaar. En tot slot hebben we ook een aantal specials, waaronder ons winter- en zomerboek. En ook het Flow Book for Paper Lovers. Dat is een heel dik magazine bomvol verschillende papieren cadeaus (enveloppen, stickers, pakpapier, labels, …), zonder tekst. Een exemplaar kost bijna 25 euro en ondanks die prijs is het jaarlijks onze beststeller."

FLOW, OF HOE PAPIER EEN CADEAUTJE IS

  • N\$& N( Q N- N% ( # \$ ) 3 "'Q- ! , N

47 2024

Bart Goos: "Het is die creativiteit en vernieuwing die het voor ons bij de productie zo leuk maakt. Het is samen zoeken hoe we alle ideeën kunnen realiseren."

Hoe verloopt het drukken van Flow?

Bart Goos: "De reguliere edities van Flow worden bij Roularta Printing In Roeselare gedrukt. De uitdaging zit 'm vooral in het feit dat er heel wat inleg-stations nodig zijn omdat het magazine uit zoveel verschillende elementen bestaat. Gelukkig hebben we een toestel van het type Kolbus, waardoor we het blad moeiteloos kunnen afwerken. Dat heeft twaalf inlegstations en twee kleefstations. Die laatste zijn belangrijk, omdat de redactie van Flow ook graag wat zaken in het magazine kleeft. Flow is zo de eerste realisatie waarbij we deze machine voor de volle 100% benutten. Meestal gebruiken we maar 60 à 70% van het potentieel."

Hoe uitzonderlijk is Flow voor de drukkerij?

Bart Goos: "Om je een idee te geven: we zijn het gewoon om magazines met zes à zeven katernen te drukken en dus met verschillende inlegstations af te werken. Hiervoor hebben we er dus heel wat meer stations nodig. Het betekent ook dat je goed het moment herkent in de drukkerij waarop Flow afgewerkt wordt. Het is er een mierennest van operatoren om alles goed op elkaar te laten aansluiten. Maar dat gaat feilloos. We behandelen een nummer van Flow ook met zachtheid want het inleggen van de katernen gebeurt manueel en niet via printrolls.

Voor Roularta Printing is Flow een referentieproduct. Het toont aan waartoe we in staat zijn. We hopen dan ook dat het een motivatie is voor externe klanten. We willen immers meer printbelievers aantrekken.

Onze processen kunnen trouwens ook de redactie op ideeën brengen. Het hoeft niet enkel van de redactie te komen.

Irene Smit: "Zo zien wij het ook. Het tot stand komen van een nummer van Flow is een echte wisselwerking. Een mooi voorbeeld is dat we kleine inserts vroeger altijd met nietjes afwerkten. Tot de mensen van Roularta Printing ons erop wezen dat dat helemaal niet nodig was."

Wat leverde die samenwerking op businessvlak op in 2024?

Irene Smit: "2024 was een goed jaar voor Flow. We werden in januari overgenomen door Roularta Media Group en dat bood ons veel nieuwe kansen. We hebben al langer twee licenties, Flow wordt in Frankrijk en Duitsland door plaatselijke teams gemaakt, maar we kregen nu de mogelijkheid onze Engelse editie te herlanceren. Die maakten we jarenlang op de redactie in Nederland en werd over de hele wereld verspreid. Tijdens de coronapandemie moesten we dit echter staken, omdat de papier- en distributiekosten te hoog werden en wereldwijd winkels de deuren sloten. Omdat we Flow nu in Roeselare drukken was de drempel om weer op te starten een stuk lager en konden we de Engelstalige Flow terugbrengen. Vandaag is deze versie opnieuw in twintig landen verkrijgbaar. In Barnes & Noble in Amerika werd het meteen een enorm succes, de nummers vliegen de winkel uit en onze social mediakanalen staan bol van de positieve reacties.

Je voelt alleszins dat onze onderwerpen enorm populair zijn. Wat we doen klopt meer dan ooit bij de tijdgeest. Mensen hebben behoefte aan offline activiteiten en slow life. Ze zijn zoekende naar manieren om bewuster te leven. Ook online doen we het trouwens heel goed, met zo'n miljoen page views per maand. Daar focussen we op mentale gezondheid, creativiteit en goed nieuws. Je ziet dat onze boodschap ook overeind blijft zonder ons mooie papieren jasje.

Tot slot is er nog een groot voordeel van bij Roularta Media Group horen: voor het eerst zitten de mindstyle magazines Flow, Psychologie Magazine, Happinez en Yoga Magazine bij één uitgeverij, en dat biedt veel kansen. Zo organiseerden

we gezamenlijk 'Selfcare Season', waarbij we via nieuwsbrieven lezers vroegen deel te nemen aan een online challenge van deze merken. Het leverde meer dan 22.000 inschrijvingen op en het leidde uiteindelijk tot veel nieuwe abonnees en verkochte online trainingen van deze merken.

Wat willen jullie nog realiseren met Flow?

Irene Smit: "Momenteel is Flow een tijdschrift met paper goodies. Wat zou het fijn zijn om het ook af en toe om te draaien en er een box met paper goodies en een klein tijdschrift van te maken. Ben je dan een tijdschrift met cadeautjes of cadeautjes met een tijdschrift? Dat vind ik wel een leuke denkoefening."

Bart Goos: "En verder ligt de wereld open voor Flow. Momenteel is het blad al in 20 landen te verkrijgen. Daar zit zeker nog groei in. Wat met Azië bijvoorbeeld,

NIEUWE YOGA."

JAARVERSLAG

Een mediagroep future-proof maken, dat betekent aanpassen wat is, maar ook nieuwe, onbetreden paden bewandelen. We focussen op enkele innovatieve projecten, die tonen hoe Roularta Media Group er in de toekomst zal uitzien.

Januari 2024 was een belangrijk moment. Zowel zakenbladen Trends en Trends-Tendances als abonneegigant Libelle maakten in die maand de switch naar een paper wrap, een papieren omhulsel rond het magazine om transport en postgegevens mogelijk te maken. Abonnees kregen vanaf dat moment dus niet langer een plastic folie rond het magazine.

"Het was voor Libelle een sprong in het diepe, zelfs al was hij heel goed voorbereid", geeft Lies Bresseel mee. Ze is Loyalty & Project Manager bij het magazine. "Libelle heeft zo'n 90.000 abonnees en we wilden hen natuurlijk niet ontgoochelen. We moesten zeker weten dat alles goed kwam als het zou regenen en dat elke wrap ook bij het bussen nog altijd een exemplaar bevatte."

Ondanks het feit dat de eerste Libelle in paper wrap verspreid werd in de week van Blue Monday – "Daarom maakten we van de wrap een gelukslijstje" – verliep alles vlekkeloos. "Meer nog," zegt Lies Bresseel, "uit onderzoek bleek dat 89% van onze lezeressen het een fantastisch idee vinden. Een groot deel van hen had ook gezien wat we op de wrap hadden gedrukt. En we kregen geweldige persoonlijke reacties. Sommigen stuurden ons een berichtje dat ze blij waren dat hun schuldgevoel om plastic weg was of dat ze er een gelukzalig gevoel van kregen."

30 kilometer plastic per nummer bespaard

Net dat goede gevoel was een van de twee voornaamste redenen om voor een paper wrap te kiezen. "We wilden fijn binnenkomen bij onze trouwste lezers", verwoordt Lies Bresseel het.

De andere reden was natuurlijk om het gebruik van plastic terug te dringen. Lies Bresseel: "Eén nummer Libelle was vroeger goed voor 30 kilometer plastic folie. Op een jaar tijd besparen we 1,5 miljoen meter of 12 ton plastic." De in

DUURZAAMHEID, DE COMBINATIE VAN FOOTPRINT EN BRAINPRINT

62- ' #/?I ë Q N\$ ?;?A N4 e\$ - 4 ?2 N

EEN GESPREK MET: LIES BRESSEEL, Loyalty & Project Manager • SAM SISK, Coördinator Knack Focus

voering van de paper wrap is dus een belangrijke stap in de reductie van plastic binnen de mediagroep.

Libelle en Trends/Trends-Tendances zijn trouwens niet de enige magazines die de overgang maken. In de zomer van 2025 volgen nog titels als Plus Magazine, Knack en Le Vif, Femmes d'Aujourd'hui en Libelle Lekker. In 2026 wordt de operatie afgerond met de laatste titels. Vanaf dat jaar geldt trouwens een verbod op het gebruik van wegwerpplastic voor de verpakking van magazines.

Leeshonger bij 62% van Belgen

Op de overstap naar de paper wrap van het Knack-pakket is het dus nog even wachten, maar dat betekent niet dat de redactie en de marketingafdeling stilzitten. "Jeroen De Preter, een van de Knack-journalisten, kwam met de opmerking dat mensen meer willen lezen maar er niet toe komen. We zouden hen daarbij kunnen helpen", herinnert zich chef Sam Sisk. "Dat triggerde ons om via marktonderzoek meer te weten te komen over het leesgedrag. Zo ontdekten we dat maar liefst 62% van de Belgen met leeshonger zit. Ze willen meer lezen, maar hebben te weinig tijd en zijn snel afgeleid door hun smartphone."

Het was de aanzet voor het 'Time to Read'-initiatief om mensen aan te moedigen om minstens één boek per maand te lezen.

Bijna 6.000 boeken verkocht

'Time to Read' groeide uit tot een geweldige samenwerking tussen Knack, Knack Focus, Knack Weekend en Le Vif (onder het motto L'heure de lire), marketing, events en de commerciële afdeling. Er waren verschillende elementen: een lanceringscampagne, een stand op Boektopia, heel wat redactionele stukken over lezen, maar ook een boekenpakket met drie fictie- en drie non-fictie boeken. "We verkochten de boeken eerst als pakket, maar daarna ook los", weet Sam Sisk. "Dat zorgde voor een verkoop van bijna 6.000 stuks." Onze top 50 bes-

te Nederlandstalige boeken zal nog lang vele lezers helpen in hun zoektocht naar een goed boek.

Waarom deze actie een mooi voorbeeld is van de brainprint-impact die Roularta Media Group wil hebben? Het gebruikt de kracht van de media om lezers aan te zetten om hun gedrag op een positieve manier te wijzigen. Sam Sisk: "Wij wilden onze lezers niet alleen informeren en inspireren, wat we dag in dag uit doen, maar ook faciliteren. Het hen gemakkelijker maken om terug aan het lezen te slaan." Die missie is duidelijk geslaagd, zo blijkt uit de talrijke positieve reacties. "Ook in 2025 blijven we op literatuur inzetten", besluit Sam Sisk. "Het is sinds 2024 nog meer verankerd in ons DNA."

"SINDS DE INVOERING VAN DE PAPER WRAP BESPAREN WE MET LIBELLE OP EEN JAAR TIJD 1,5 MILJOEN METER OF 12 TON PLASTIC."

De twee voorbeelden uit dit artikel zijn uiteraard niet toevallig gekozen. Ze symboliseren de dubbele focus van Roularta Media Group op footprint én brainprint om de grootst mogelijke impact te hebben. Benieuwd naar welke inspanningen op het vlak van duurzaamheid nog werden geleverd? Het allereerste CSRD-verslag bevat het volledige overzicht.

Een mediagroep is gebouwd op een aantal fundamenten: zonder redacties, distributie en reclamewerving ook geen succesvolle media. Net die fundamenten ondergaan grondige veranderingen. Mee veranderen is de boodschap.

EEN GESPREK MET: SOPHIE DOCXQ- 2 BART BOGAERTQ, G\$

JAARVERSLAG

Roularta Media Group is van oudsher gekend als een abonnementenbastion, maar daarnaast halen magazines ook een flink deel van hun verkoop uit de krantenwinkel en aanverwante distributiepunten zoals supermarkten en tankstations. Bovendien is de losse verkoop een belangrijke manier om nieuwe lezers op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met een magazine. Mensen die regelmatig een los nummer kopen raken verslingerd en worden later misschien een trouwe koper of abonnee.

"In de markt van de losse verkoop zien we heel wat evolutie", weet Sophie Docx, Manager Retail bij Roularta. "Het aantal persverkopers daalt, het shopgedrag van mensen verandert en ook de supermarktsector beweegt en zoekt naar kostenefficiëntie. Verschillende retailers stelden ons zelf de vraag om meer gebruik te maken van hun bestaande processen, zoals centrale aanlevering in één magazijn en niet langer op elk winkelpunt."

12

JAARVERSLAG 2024

DIT PROJECT GEEFT AAN DAT WE OOK STERK IN PRINT BLIJVEN GELOVEN

6 - N7 Q N\$ N

JAARVERSLAG

Losse verkoop blijft belangrijk

Als de markt verandert, dan spelen we hierop in, dachten een aantal verantwoordelijken bij Roularta. Er werd een afdelingsoverschrijdende projectgroep opgericht. "Binnen de projectgroep werden alle aspecten van magazineverkoop onder loep genomen om ze af te stemmen op vragen vanuit de markt", vertelt Bart Bogaert. Hij is medewerker Logistiek en Distributie en maakt deel uit van de projectgroep. "We zochten niet enkel optimalisaties op het vlak van logistiek en samenwerkingsmodellen, maar ook wat betreft assortiment en promotiemechanismen."

"De strategie van Roularta Media Group, met daarin een pijler die focust op de kernmerken past naadloos in dit verhaal", gaat ze verder. "We wilden daarbij namelijk focussen op een beperkt assortiment met de belangrijkste titels van de groep die we via een vereenvoudigd distributiemodel in de markt zetten."

"Bij Roularta innoveren we dus niet alleen via digitale producten, maar ook in de manier waarop we printproducten verspreiden", benadrukt Bart Bogaert.

Pilootprojecten

Hoewel het project pas midden 2024 het daglicht zag, werden in dat jaar ook al de eerste proefprojecten opgestart. "We gingen op zoek naar partners die met ons wilden testen wat werkt", aldus Sophie Docx.

"Met een aantal kleinere retailpartners werden testen opgezet", vertelt Sophie Docx. "Het was zoeken naar de juiste manier om winkels te beleveren, naar het meest ideale assortiment, naar de plaatsing in de winkel, …"

Learnings

Zo komen we bij de lessen die een klein halfjaar aan tests hebben opgeleverd. "De allerbelangrijkste les is dat innovatie werkt", klinkt het bij Sophie Docx. "Er is ruimte om onze magazines op een intuïtieve manier in het assortiment van een winkel te integreren. Libelle Lekker kan liggen naast de verse voeding, een Yoga Magazine mag naast de yogamatten liggen. Roularta heeft een uniek assortiment dat mooi in andere categorieën kan geïntegreerd worden." "We hebben al doende heel wat geleerd", vult Bart Bogaert aan. "We zagen bijvoorbeeld bevestigd dat de levensduur van een magazine niet voorbij is op het moment dat er een nieuw nummer in de rekken ligt."

Colruyt innoveert met magazineverkoop

Naast de lopende proefprojecten werd ook in het supermarktkanaal geïnnoveerd, onder andere met Colruyt. Deze food retailer verkocht voorheen geen magazines. We sloegen hiervoor de handen in elkaar met de andere Belgische uitgevers. "We gingen samen met Colruyt rond de tafel zitten en kregen de goedkeuring voor een testproject van

twee maanden in twee winkels", legt Sophie Docx uit. "Hier gaat het niet om een ruim magazineschap in de winkel, maar om vaste posities aan de kassa met een beperkt assortiment met enkel de Belgische high runners." En met succes: begin 2025 is het project nationaal uitgerold naar alle Colruyt-winkels, met een aanbod dat voor Roularta bestaat uit Libelle en Libelle Lekker in Vlaanderen en Femmes d'Aujourd'hui en Télépro in Wallonië."

Intussen is het wel duidelijk: ook in de verkoop van papieren magazines is innovatie mogelijk. Samen met de collega's van Nederland kijken de Belgische teams dan ook hoe ze ook daar tot nieuwe inzichten kunnen komen.

3 vragen. 3 (of net iets meer) antwoorden. Zo ben je in korte tijd up-to-date over één van de innovaties van Roularta Media Group in 2024. Al dan niet doorlinkend naar de podcast voor wie het volledige verhaal wil kennen.

ESTHER SEYS

JAARVERSLAG

Een gesprek met: ESTHER SEYS, Partnership Manager België, MIRJAM HAMMING, Senior Productmanager JACQUELINE AGEMA, Event & marketing Partnership Lead

ELKAARS DOELSTEL-LINGEN HELPEN REALISEREN: DE KRACHT VAN PARTNERSHIPS

3 2- ' Q N\$ ?;?A II N% N

Weinig cases kunnen tippen aan het partnership met Essent en Touch Incentive. Wat maakte die samenwerking zo waardevol?

Mirjam Hamming (Senior Productmanager): "Energieleverancier Essent werkt met een loyaliteitsprogramma. Daarmee heeft het diverse kortingen en af en toe een cadeautje in petto voor trouwe klanten. Touch Incentive verzorgt dat programma en nam al meermaals een gratis tijdschrift uit ons portfolio mee in de geschenkmand.

De klant heeft dan keuze uit een aantal merken, waarmee we graag inspelen op de context. Zo was er tijdens de mooie sportzomer een actie met verschillende sporttitels en konden de klanten van Essent in het voorjaar een van de magazines rond buitenleven selecteren.

In 2024 resulteerde dat in 90.000 aangevraagde tijdschriften. Zeer waardevol op vlak van omzet, maar dat is niet de enige troef. Het is een nieuw publiek met interesse in magazines, nuttige leads die we kunnen opvolgen met een abonnementaanbieding."

Dat Roularta vandaag een eigen wijn heeft, dankt het eveneens aan een straf partnership. Hoe kwam dat tot stand?

Esther Sys (Partnership Manager België): "Onze jarenlange samenwerking met wijnbeurs.be tilden we in 2024 naar een nóg hoger niveau. Wijnbeurs sprak de intentie uit om komaf te maken met het elitaire imago van wijn en wilde een jonger, vrouwelijker publiek bereiken. Die ambitie kwam mooi samen met onze media-oplossingen, en met de droom van onze uitgever Karen Hellemans: een Libelle-wijn op de markt brengen. Met Château Canet nabij Carcassonne vonden we een idyllisch gelegen, door een vrouw gerund wijndomein dat helemaal bij Libelle past.

Met de hulp van de vinologen van Wijnbeurs creëerden we de unieke wijn Belle Madam, waar via twee wijnacties al zo'n 25.000 flessen van over de toonbank gingen. In 2025 schakelen we nog een versnelling hoger en kunnen onze lezers mee op reis naar het prachtige domein."

Ook interessant was de samenwerking met ZorgverzekeringWijzer. Wat moeten we daarover weten?

Jacqueline Agema (Event & Marketing Partnership Lead): "Met deze website, die mensen helpt om verzekeringspremies te vergelijken, sloten we vanuit de redacties van Plus Magazine en Gezondheidsnet een contentdeal. Daarbij leverde ZorgverzekeringWijzer kwalitatieve content aan, die we met onze SEO- en CRO-specialisten optimaliseerden voor onze platformen.

Met in totaal 640.000 lezers mogen we spreken van een redactioneel succes. De eerste conversiecijfers liggen wat lager dan verwacht, maar dat neemt niet weg dat we hiermee tal van inzichten en learnings konden verzamelen. Nog meer data inzetten om de funnel nog beter te kunnen inrichten, is daar zeker een van."

Esther Sys (Partnership Manager

België): "Data vormen inderdaad een essentiële bouwsteen van onze partnerships-strategie. Het is cruciaal dat beide partijen zich engageren om hun inzichten over medewerkers, klanten en prospects te integreren in de samenwerking. Zo ontstaan win-winsituaties waarin ons portfolio en de Mijn Magazines-app waarde toevoegen aan het aanbod van de partner en die ons tegelijk helpt om onze doelstellingen te verwezenlijken."

"HET IS CRUCIAAL DAT BEIDE PARTIJEN ZICH ENGAGEREN OM HUN INZICHTEN OVER MEDEWERKERS, KLANTEN EN PROSPECTS TE INTEGREREN IN DE SAMENWERKING."

MISSIE,

EN

WAARDEN

Roularta Media Group wil de meest relevante mediapartner voor de lange termijn blijven. De mediamerken van Roularta Media Group zijn bakens van vertrouwen en kwaliteit. We zijn aanwezig in elk gezin, altijd en overal.

VISIE (SZT\S[PTLKPHILKYPQMJYLwLY[LU]LYZWYLPK[9V\SHY[H Media Group kwaliteitsvolle, onafhankelijke en relevante JVU[LU[]VVYOL[IYLKLW\ISPLRLU]VVYZWLJPÄLRLKVLS groepen. Daaraan koppelt zij geavanceerde marketing- en reclameplatformen voor haar partners. Roularta Media Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al haar stakeholders en voor de hele samenleving.

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

HOE ROULARTA MEDIA GROUP WAARDE CREËERT

{/ 6 I³ï

85 M€ kapitaal

13.931.920 aandelen genoteerd op Euronext Brussel

217 M€ eigen vermogen

65 M€ nettocashpositie

Natuurlijk kapitaal

39.497 ton papier, waarvan 86,3 % PEFC en 2,3 % FSC

762 ton inkt

13.718 m³ water

66.000 m² groenzone naast het bedrijf, in 2021 beplant met ca. 15.000 bomen

Menselijk kapitaal

  • 1.268 personeelsleden
  • 648 mannen
  • 620 vrouwen
  • 264 journalisten

Een netwerk van meer dan

1.600 freelancemedewerkers

Productiekapitaal

6 geavanceerde full-colour offsetdrukpersen uitgerust met state-of-the-art verza-

mel- en verpakkingsmachines Intellectueel kapitaal Sterk ingeburgerde kwaliteitsvolle mediamerken

• Verschillende lidmaatschappen zoals Raad voor de Journalistiek, Febelgra, Conseil de déontologie journalistique, JEP en lid van EMMA (Europese magazine-uitgeversvereniging)

• Relaties met leveranciers en professionele organisaties

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

OUTPUT

Financieel kapitaal

320 M€ omzet

Productiekapitaal

366.602.933 omwentelingen rotatiepersen 255.938.347 gedrukte exemplaren magazines 23.505.202 gedrukte exemplaren kranten

Natuurlijk kapitaal

CO 2 -uitstoot van 5.521,60 ton *Scope 1 = 2.947,69 - Scope 2 = 2.573.91

Menselijk kapitaal

953.514 abonnees

1.483.398 lezers van De Zondag en De Krant van West-Vlaanderen

1,5 M wekelijkse kijkers voor Kanaal Z/Canal Z

Intellectueel kapitaal

70 kwalitatieve magazine- en krantentitels

Meer dan 90 evenementen/beurzen (Trends Manager van het Jaar, Trends Summer/Winter University, Trends Impact Awards, Happinez Festival,...)

* Scope 1: directe emissies = uitstoot door bronnen die eigendom zijn van of beheerd door Roularta Media Group. Voornamelijk als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen voor verwarming of bedrijfsvoertuigen. Scope 2: indirecte emissies = emissies door de productie van elektriciteit, warmte of stoom geïmporteerd voor de activiteiten van Roularta Media Group.

RESULTATEN 2024 ROULARTA IN CIJFERS

WINST-EN-VERLIESREKENING in miljoen euro

NETTORESULTAAT TOEREKENBAAR
NETTORESULTAAT 6,1
EBIT (2) 3,6
EBITDA(1) 27,1
Omzet 320,3

AAN AANDEELHOUDERS 6,1

BALANS - 31/12/24
in miljoen euro
Vaste activa 212,7
Vlottende activa 140,3
BALANSTOTAAL 353,0
Eigen vermogen -
aandeel van de Groep
216,8
Verplichtingen 136,4
Liquiditeit (3) 1,2
Solvabiliteit (4) 61,4%
NETTO FINANCIËLE CASHPOSITIE (5) 61,6
Gearing (6) -28,4%

(1) EBITDA = EBIT + afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en bijzondere waardeverminderingen.

(2) EBIT = bedrijfsresultaat (inclusief aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures).

  • (3) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen.
  • (4) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen) / balanstotaal.
  • (5) Netto financiële cash/(schuld) = vlottende geldmiddelen financiële schulden.

(6) Gearing = - netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen).

Meer informatie over de geconsolideerde cijfers van Roularta Media Group vindt u op: www.roularta.be/nl/roularta-op-de-beurs

320,3 M€ OMZET

Evolutie abonnementen

+ 1,6% of + 2,0 M€

OMZETVERDELING per business unit

Conform de IFRS-voorschriften, wordt er 50% van het nettoresultaat van Mediafin opgenomen (50% is 4,6 M€) minus o.a. de jaarlijkse afschrijving voor merken De Tijd en L'Echo (50% van de totale aanpassingen is 1,0 M€). Aldus bedraagt de bijdrage van Mediafin in de EBITDA van Roularta Media Group 3,6M€ voor 2024.

KERNCIJFER per aandeel2,16 EBITDA per aandeel

2,1% Audiovisual Brands

3,6% Newspaper Brands

11,6%

Local Media Brands

8,9% Printing Services

73,8% Magazine Brands

10,9% Miscellaneous (bvb. line extensions & rights) 10,5% Printing for third parties

47,9% Subscriptions & newsstand sales

30,7% Advertising

De omzet daalt met 1% of -3,2 M€

MERKEN

Nr. 10

5 0e ANNÉE · N°03 · €7,90 · 16 JANVIER 2025

www.fi scoloog.be

MERKEN Lifestyle / Women

LIANDRA VAN FOUR REAL OVER ONTSTRESSEN 'DE GYM IS DE ENIGE PLEK WAAR IK EVEN ECHT AAN NIETS DENK.'

BINNENKIJKEN

Focus. ISSN 0772294x

ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE DAT IS KINDERSPEL Zo haal je er alles uit!

PSYCHOLOGIE Hoe rituelen ons helpen op moeilijke momenten Erven in het buitenland NALATENSCHAP

Opereren of niet?

Hallux valgus, hamertenen

GEZONDHEID Liefde, seks en depressie

Voeten

7 vragen over je hospitalisatieverzekering 7hospitalisatie-

GAEL GUEST JULIE MORELLE INFO DE FER & GANT DE VELOURS

NOVEMBRE 2024N° 433

100-% BELGE

3 SPAS MÉDICAUX

SHOPPING À NAMUR LES PÉPITES

JAARVERSLAG 2024 79

MERKEN Mindstyle

MERKEN Special Interest

MERKEN Special Interest

MERKEN Lokale Media

STERCK ANTWERPEN — nr 49 — oktober 2024

Christophe Suerickx GROUP SUERICKX

focus Marktsegmenten opgeven om te groeien als industriële bouwspecialist.

ONDERHUIDSE REVOLUTIE Nieuw tijdperk op een nieuw platform. AUDI Q6 E-TRON QUATTRO

Bij Cibor neemt de tweede generatie stap voor stap over. FAMILIEBEDRIJVEN

Strijdvaardig gaan voor oplossingen. Er zijn elk jaar 50.000 extra woningen nodig. SECTOR BOUW

LIER, LINT & DUFFEL Op een steenworp van elkaar samen ruimte voor ondernemen scheppen.

HET AANDEEL

ROULARTA

MEDIA GROUP

Het aandeel bereikte op 9 januari 2024 met 13,80 euro zijn hoogste slotkoers in het afgelopen jaar. De laagste koers van 10,10 euro werd genoteerd op 27 maart 2024. Op 5 augustus 2024 werd het grootste dagvolume opgetekend met 132.899 verhandelde aandelen.

LIQUIDITEIT VAN HET AANDEEL

Door Roularta Media Group wordt een proactieve investorrelationspolitiek gevoerd met de bedoeling het aandeel in de kijker te plaatsen en zo de liquiditeit van het aandeel mede te ondersteunen.

DIVIDENDPOLITIEK

De algemene vergadering volgt op voorstel van de Raad van Bestuur inzake de resultaatbestemming een beleid waarbij zij poogt een dividend uit te keren, zonder hierbij het gezonde evenwicht tussen een dividenduitkering en het behoud van de investeringsmogelijkheden uit het oog te verliezen.

Op voordracht van de Raad van Bestuur zal aan de komende algemene vergadering voorgesteld worden om geen dividend uit te keren.

GEMIDDELDE SLOTKOERS - 2024

2018 2019 2020 2021 2022 20232024

KAPITAAL EN AANDELEN

Het kapitaal van de NV Roularta Media Group bedraagt 84.815.953,73 euro. Het wordt vertegenwoordigd door 13.931.920 volstorte aandelen zonder vermelding van nominale waarde, die elk een gelijk deel van het kapitaal vertegenwoordigen.

Alle aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen, genieten van dezelfde maatschappelijke rechten.

In overeenstemming met artikel 7:53 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en artikel 34 van de statuten van de vennootschap, verkrijgen de volgestorte aandelen die ten minste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam zijn ingeschreven, een dubbel stemrecht.

INKOOP EIGEN AANDELEN

Eind september 2024 werd op basis van de statutaire machtiging 265.237 aandelen Roularta, die in handen waren van de NV Shopinvest, ingekocht.

Per 31 december 2024 heeft de vennootschap 1.611.984 eigen aandelen in portefeuille, die 11,57% van het kapitaal vertegenwoordigen.

AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR

Het aandeelhouderschap is als volgt verdeeld:

Aantal
aandelen
% tov
kapitaal
Stem
rechten
% stem
rechten
Koinon NV (1) 10.072.436 72,30% 18.954.653 81,21%
S.A. West Investment
Holding (1)
522.136 3,75% 1.044.272 4,47%
Eigen aandelen (2) 1.611.984 11,57% 1.611.984 6,91%
Individuele en
institutionele beleggers
1.725.364 12,38% 1.728.438 7,41%

TOTAAL 13.931.920 100,00% 23.339.347 100,00%

Van het totaal aantal uitstaande aandelen zijn er 10.599.933 aandelen op naam.

WET OP DE OPENBARE OVERNAMEBIEDING

In het kader van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen werd er door de NV Koinon op 30/08/2018 als rechtstreekse houder van meer dan 30% van de aandelen Roularta Media Group, een actualisatie gedaan van de aanmelding bij de FSMA overeenkomstig artikel 74 § 6 van voormelde wet.

BEURSEVOLUTIE

Het aandeel Roularta Media Group is genoteerd op NYSE Euronext Brussels, onder de rubriek Media - Publishing, met ISIN-code BE0003741551 en Mnemo ROU.

Het Roularta-aandeel is opgenomen in de BEL Small Cap Index (BE0389857146).

SLOTKOERSEN EN VOLUMES IN 2024

Maand Gemiddelde
slotkoers
Volumes in mio €
Jan 24 12,85 26.293 0,34
Feb 24 12,12 24.809 0,30
Mrt 24 11,04 58.384 0,64
Apr 24 10,38 50.248 0,52
Mei 24 11,03 58.759 0,65
Jun 24 10,83 27.075 0,29
Jul 24 10,66 23.327 0,25
Aug 24 10,94 33.500 0,36
Sep 24 11,34 33.865 0,38
Okt 24 11,64 19.713 0,23
Nov 24 11,33 19.568 0,22
Dec 24 11,17 23.958 0,27
399.499 4,45

Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

ANALISTEN DIE HET AANDEEL ROULARTA VOLGEN:

KBC Securities Guy Sips [email protected]

(1) De NV Koinon en de S.A. West Investment Holding hebben, in hun hoedanigheid van in overleg handelende personen die een akkoord hebben afgesloten aangaande het bezit, de verwerving en de overdracht van effecten, een kennisgeving gedaan.

(2)Situatie per 31/12/2024.

Het stemrecht van de eigen aandelen die de vennootschap aanhoudt, wordt geschorst.

GECONSOLIDEERDE KERNCIJFERS

  • BALANS IN DUIZEND EURO
  • (*) Herwerkt voor nieuwe definitie EBITDA zie jaarverslag 2022 toelichting 1.
  • (1) EBITDA = EBIT + afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en bijzondere waardeverminderingen.
  • (2) EBIT = bedrijfsresultaat (inclusief aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures).
  • (3) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMGmarge = Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG / omzet.
  • (4) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen.
  • (5) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen) / balanstotaal.
  • (6) Netto financiële cash/(schuld) = kas en kasequivalenten financiële schulden.
  • (7) Gearing = netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen).

Voor de berekening van de ratio's (4) tem (7) verwijzen we naar het 'Jaarverslag Raad van Bestuur' bij de 'Belangrijkste financiële gegevens'.

BALANS
IN DUIZEND EURO
Trend
2024-2023
2024 2023 2022 2021 2020
Vaste activa -4,7% 212.747 223.272 221.865 208.214 187.928
Vlottende activa 0,1% 140.260 140.184 159.189 174.476 149.644
Balanstotaal -2,9% 353.007 363.456 381.054 382.690 337.572
Eigen vermogen - aandeel van de Groep -0,1% 216.765 217.003 226.039 229.564 223.481
Eigen vermogen - minderheidsbelangen 21,9% -178 -228 -247 13.027 383
Verplichtingen -7,0% 136.420 146.681 155.262 140.099 113.708
Liquiditeit (4) 6,1% 1,2 1,1 1,3 1,5 1,5
(5)
Solvabiliteit
2,9% 61,4% 59,6% 59,3% 63,4% 66,3%
Netto financiële cash/(schuld)
(6)
8,4% 61.590 56.794 73.015 100.994 85.920
Gearing (7) -8,5% -28,4% -26,2% -32,3% -41,6% -38,4%
WINST-EN-VERLIESREKENING
IN DUIZEND EURO
Trend
2024-2023
2024 2023 2022 2021* 2020*
Omzet -1,0% 320.307 323.526 343.140 300.205 256.269
EBITDA (1) 25,3% 27.059 21.595 30.081 36.895 18.911
EBITDA - marge 8,4% 6,7% 8,8% 12,3% 7,4%
EBIT (2) 12,7% 3.646 3.236 5.495 12.754 6.056
EBIT - marge 1,1% 1,0% 1,6% 4,2% 2,4%
Nettofinancieringskosten 1.147 392 -315 -183 -276
Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten 32,1% 4.793 3.629 5.180 12.571 5.781
Belastingen 1.331 -1.261 -4.625 3.465 8
Nettoresultaat 158,6% 6.124 2.368 555 16.036 5.789
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen 183,3% 51 18 -7.065 -557 -195
Toerekenbaar aan aandeelhouders RMG 158,4% 6.073 2.350 7.620 16.593 5.984
Toerekenbaar aan aandeelhouders RMG - marge (3) 1,9% 0,7% 2,2% 5,5% 2,3%

KERNCIJFERS PER AANDEEL (1)

  • (*) Herwerkt voor nieuwe definitie EBITDA zie jaarverslag 2022 toelichting 1.
  • (1) Op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen.
  • (2) Gebaseerd op de koers van 31 december en het nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders RMG.
OMSCHRIJVING
Eigen vermogen - ac
OMSCHRIJVING
IN EURO
2024 2023 2022 2021* 2020*
Eigen vermogen - aandeel van de Groep 17,33 18,42 19,21 19,59 18,02
EBITDA 2,16 1,83 2,56 3,15 1,53
EBIT 0,29 0,27 0,47 1,09 0,49
Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders RMG 0,49 0,20 0,65 1,42 0,48
Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders RMG
na verwateringseffect
0,49 0,20 0,65 1,41 0,48
Brutodividend (uitgekeerd) 1,00 1,00 1,00 1,00 -
Koers/winst (P/E) (2) 23,17 63,67 27,41 13,42 29,32
Aantal aandelen op 31/12 13.931.920 13.141.123 13.141.123 13.141.123 13.141.123
Gewogen gemiddeld aantal aandelen 12.510.872 11.781.577 11.766.209 11.719.515 12.399.598
Gewogen gemiddeld aantal aandelen na
verwateringseffect
12.510.872 11.794.665 11.797.911 11.736.202 12.409.631
Hoogste koers 13,80 18,50 21,50 19,10 17,00
Koers eind december 11,25 12,70 17,75 19,00 14,15
Beurskapitalisatie in miljoen euro op 31/12 156,7 166,9 233,3 249,7 186,0
Jaarlijks volume in miljoen euro 4,5 4,4 8,2 9,6 19,1
Jaarlijks volume in aantal 399.499 296.150 434.611 628.872 1.491.456

-

RAAD VAN BESTUUR RMG

1

2

3

6

5

4

8

7 9 10

EXECUTIVE MANAGEMENT COMMITTEE

RAAD

VAN

BESTUUR

- 1. RIK DE NOLF I Uitvoerend voorzitter Raad van Bestuur (2026) 2. XAVIER BOUCKAERT I Vaste vertegenwoordiger van NV Koinon I Uitvoerend bestuurder I Gedelegeerd bestuurder (2026)

3. LIEVE CLAEYS I Niet-uitvoerend bestuurder (2026) 4. CORALIE CLAEYS I Vaste vertegenwoordiger van NV Verana I Niet-uitvoerend bestuurder (2024)

5. FRANCIS DE NOLF I Vaste vertegenwoordiger van NV Alauda I Niet-uitvoerend bestuurder (2027)

6. KOEN DEJONCKHEERE I Vaste vertegenwoordiger van NV Invest at Value I Onafhankelijk bestuurder (2026) | Lid Auditcomité | Lid Benoemings- en Remuneratiecomité

  • 7. PASCALE SIOEN I Vaste vertegenwoordiger van BV P. Company | Onafhankelijk bestuurder (2026)
  • 8. RIK VANPETEGHEM I Onafhankelijk bestuurder (2026) I Voorzitter Auditcomité I Lid Benoemings- en Remuneratiecomité
  • 9. WILLIAM DE NOLF I Vaste vertegenwoordiger van NV Cella I Niet-uitvoerend bestuurder (2027)

10. LOUIS DE NOLF I Niet-uitvoerend bestuurder (2028) I Lid Auditcomité

  • 1. XAVIER BOUCKAERT I CEO I Vaste vertegenwoordiger van NV Koinon
  • 2. RIK DE NOLF I Voorzitter Raad van Bestuur
  • 3. KATRIEN DE NOLF I Directeur Human Resources I Vaste vertegenwoordiger van NV Eridanus
  • 4. STEVEN VANDENBOGAERDE I CFO I Vaste vertegenwoordiger van BV VMCo
  • 5. JEROEN MOUTON I COO I Vaste vertegenwoordiger van de BV Waar

JAARVERSLAG

VERKLARING MET BETREKKING TOT DE INFORMATIE GEGEVEN IN DIT JAARVERSLAG 2024

ONDERGETEKENDEN VERKLAREN DAT, VOOR ZOVER VOOR HEN BEKEND:

  • de jaarrekeningen zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Roularta Media Group NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van Roularta Media Group NV en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

XAVIER BOUCKAERT, CEO / STEVEN VANDENBOGAERDE, CFO

JAARVERSLAG RAAD VAN BESTUUR

aan de gewone Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 20 mei 2025 betreffende de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2024.

Geachte aandeelhouders,

Dit jaarverslag dient samen met de geauditeerde jaarrekening van NV Roularta Media Group, hierna de Groep genoemd, en de bijbehorende toelichtingen te worden gelezen. Deze geconsolideerde jaarrekening werd door de Raad van Bestuur van 4 april 2025 goedgekeurd. Roularta Media Group, met zetel te 8800 Roeselare, Meiboomlaan 33, is sinds 1998 genoteerd op Euronext Brussel. Roularta Media Group was in 2024 actief in de media, meer in het bijzonder als uitgever van magazines, kranten, lokale media, televisie, internet, line extensions, beurzen en grafische productie.

COMMENTAAR OP DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met de IFRS Accounting Standards (IFRSs) uitgegeven door de International Accounting Standards Board (IASB), en met de interpretaties uitgegeven door het International Financial Reporting Interpretation Committee (IFRIC) van de IASB die door de Europese Commissie zijn goedgekeurd. De niet-financiële informatie en met name het 'Duurzaamheidsverslag' is opgemaakt volgens de richtlijnen van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de EU Taxonomie. De geconsolideerde jaarrekening geeft een algemeen overzicht van de activiteiten van de Groep en de behaalde resultaten. Ze geeft een getrouw beeld van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de entiteit, en is opgesteld in de veronderstelling dat de continuïteit gewaarborgd is.

  • De algemene vergadering van 21 mei 2024 heeft beslist om Louis De Nolf te benoemen tot niet-uitvoerend bestuurder voor een periode van vier jaar, eindigend op de algemene vergadering van 2028.
  • De algemene vergadering besliste eveneens om Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door mevrouw Lieve Cornelis, te benoemen tot commissaris en dit voor een periode van drie jaar, die ingaat op 1 januari 2024 en een einde neemt na de goedkeuring van de jaarrekeningen met betrekking tot het boekjaar eindigend per 31 december 2026.
  • Vanaf 3 juni 2024 werd het uitvoerend management (Executive Committee) van de Groep uitgebreid met Jeroen Mouton, die werd benoemd tot COO.
  • In het kader van het toegestaan kapitaal werd op 12 juni 2024 het kapitaal van de vennootschap en dit naar aanleiding van een inbreng in natura gezien het keuzedividend verhoogd naar € 84.815.953,73 vertegenwoordigd door 13.931.920 aandelen.
  • Roularta Media Group heeft op 4 juli 2024 een akkoord bereikt met Professional Media Group (PMG) rond de overname van de vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking & Label en Media & Communication. • Eind september 2024 kocht de Groep alle 265.237 aandelen Roularta over van de NV Shopinvest tegen een prijs van 9,1125 euro per aandeel.
  • Op 1 november 2024 verkocht de Groep haar Duitse magazines G-Geschichte, Plus Magazin en Frau im Leben aan Herder Verlag en Agentur2. Naar aanleiding van de activa transactie bestaat de Duitse vaste inrichting van Roularta Media Group nog op 31 december 2024. Deze vaste inrichting zal in de loop van 2025 worden stopgezet.
  • Eind december 2024 nam de NV Mediafin het Gentse marktonderzoekbureau Profacts over die vier vennootschappen bevat. De omzet van de verworven ondernemingen bedraagt samen circa € 12 miljoen met een positieve ebitda. Er zijn 50 voltijdse equivalenten in dienst. In januari 2025 werden intussen enkele fusies uitgevoerd waardoor nog twee vennootschappen overblijven. De vennootschappen zullen bij RMG via Mediafin vanaf 2025 onder de vermogensmutatiemethode geconsolideerd worden.

  • Begin januari 2025 versterkte Marjolein Denekamp het management van Roularta Media Group (RMG) als nieuwe CEO van de BV Roularta Media Nederland.

  • De Groep is voornemens om in het eerste kwartaal van 2025 de BV Roularta Media Nederland en de BV Mindstyle met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2025 te fusioneren.
  • De Groep heeft haar duurzaamheidsverslag opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).

BELANGRIJKSTE GEBEURTENISSEN EN WIJZIGINGEN IN DE GROEP GEDURENDE HET BOEKJAAR 2024

KERNCIJFERS PER AANDEEL (1) WINST-EN-VERLIESREKENING BELANGRIJKSTE FINANCIËLE GEGEVENS

31/12/2024 31/12/2023 Trend (%)
IN DUIZEND EURO
Omzet
320.307 323.526 -1,0%
Gecorrigeerde omzet (1) 311.728 323.526 -3,6%
EBITDA (2) 27.059 21.595 25,3%
EBITDA - marge 8,4% 6,7%
EBIT
(3)
3.646 3.236 12,7%
EBIT - marge 1,1% 1,0%
Nettofinancieringskosten 1.147 392 192,6%
Belastingen 1.331 -1.261 205,6%
Nettoresultaat 6.124 2.368 158,6%
Nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen 51 18 183,3%
Nettoresultaat toerekenbaar aan
aandeelhouders van RMG
6.073 2.350 158,4%
Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van
RMG - marge (4)
1,9% 0,7%
BALANS
IN DUIZEND EURO
31/12/2024 31/12/2023 Trend (%)
Vaste activa 212.747 223.272 -4,7%
Vlottende activa 140.260 140.184 0,1%
Balanstotaal 353.007 363.456 -2,9%
Eigen vermogen - aandeel van de Groep 216.765 217.003 -0,1%
Eigen vermogen - minderheidsbelangen -178 -228 21,9%
Verplichtingen 136.420 146.681 -7,0%
Liquiditeit (4) 1,2 1,1 6,1%
Solvabiliteit
(5)
61,4% 59,6% 2,9%
(6)
Netto financiële cash/(schuld)
61.590 56.794 8,4%
Gearing (7) -28,4% -26,2% -8,5%

De brutomarge ten opzichte van omzet is met 84,0% 2,7 procentpunten beter dan vorig jaar o.a. door een daling van de papierprijzen.

De EBITDA per 31 december 2024 bedraagt € 27,1 miljoen of 8,4% van de omzet versus € 21,6 miljoen of 6,7% t.o.v. de omzet per eind 2023. De kosten voor diensten en diverse goederen stegen hoofdzakelijk door de overname van de Mindfulness merken eind 2023. Zonder die extra kosten verbonden aan de overname van voormelde merken is er een daling van de kosten voor diensten en diverse goederen, onder andere door lagere energiekosten gecombineerd met een verder beleid van strikte kostencontrole waardoor ook de personeelskosten jaar over jaar dalen. De hogere distributiekosten hebben dan weer een negatieve impact. Met betrekking tot de andere posten in EBITDA, zijn de andere bedrijfsopbrengsten niet vergelijkbaar jaar over jaar gezien deze in 2024 volgende bedragen bevatten: (1) de meerwaarde op de verkoop van twee gebouwen voor een bedrag van € 2,2 miljoen dit terwijl er in 2023 door de verkoop van een ander gebouw een meerwaarde van € 1,1 miljoen mee werd opgenomen in de EBITDA; (2) de meerwaarde op de verkoop van de Duitse magazines voor € 2,6 miljoen. In de provisies per eind 2023 was er een terugname van de Infobase provisie van € 3,4 miljoen.

Roularta Media Group realiseerde in 2024 een omzet van € 320,3 miljoen en een EBITDA van € 27,1 miljoen dankzij een relatief stabiele omzet en een continue kostenbeheersing.

De gerealiseerde omzet van €320,3 miljoen betekent in vergelijking met 2023 een daling van € 3,2 miljoen. Deze daling vindt in hoofdorde haar oorzaak in een lagere omzet van het segment Printing Services en in mindere mate het terugvallen van de advertentieomzet. De lezersmarkt1 doet het daarentegen beter dan vorig jaar.

De geconsolideerde gecorrigeerde omzet 2 , die vergelijkbaar is met de geconsolideerde omzet van 2023 eindigt op € 311,7 miljoen wat een absolute daling is van € 11,8 miljoen (of -3,6%). Het verschil tussen de geconsolideerde en de gecorrigeerde cijfers is te verklaren door: 1/ de RMN Mindstyle BV cijfers (mindfulness merken Happinez, Yoga en Psychologie), die slechts voor twee maanden in 2024 meetellen gezien de overname pas begin november 2023 plaatsvond; 2/ de Duitse magazines die in 2024 voor een volledig jaar opgenomen worden en dit terwijl de verkoop van die magazines aan Herder Verlag en Agentur2 begin november 2024 is gebeurd. We verwijzen naar 'Geconsolideerde resultaten 2024 per segment'.

GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING

  • (1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken.
  • (2) EBITDA is gelijk aan EBIT+ afschrijvingen op (im)materiële vaste activa en bijzondere waardeverminderingen.
  • (3) EBIT is gelijk aan het bedrijfsresultaat, inclusief het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures.
  • (4) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMGmarge = nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG ten opzichte van omzet.
  • (5) Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende verplichtingen.
  • (6) Solvabiliteit = eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen) / balanstotaal.
  • (7) Netto financiële cash/(schuld) = kas en kasequivalenten financiële schulden.
  • (8) Gearing = netto financiële cash/(schuld) / eigen vermogen (aandeel van de Groep + minderheidsbelangen).

Management acht deze ratio's als prestatiemaatstaf relevant om de financiële positie te evalueren (jaar over jaar).

  • 4) Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG-marge op 31/12/2024 = 6.073 K€ / 320.307 K€ = 1,9% Nettoresultaat toerekenbaar aan aandeelhouders van RMG-marge op 31/12/2023 = 2.350 K€ / 323.526 K€ = 0,7%
  • (5) Liquiditeit op 31/12/2024 = 140.260 K€ / 115.640 K€ = 1,2 Liquiditeit op 31/12/2023 = 140.184 K€ / 122.642 K€ = 1,1
  • (6) Solvabiliteit op 31/12/2024 = 216.588 K€ / 353.007 K€ = 61,4% Solvabiliteit op 31/12/2023 = 216.774 K€ / 363.456 K€ = 59,6%
  • (7) Netto financiële cash/(schuld) op 31/12/2024 = 70.048 K€ 4.973 K€ - 3.486 K€ = 61.590 K€ Netto financiële cash/(schuld) op 31/12/2023 = 68.267 K€ - 6.029 K€ - 5.444 K€ = 56.794 K€
  • (8) Gearing op 31/12/2024 = -61.590 K€ / 216.588 K€ = -28,4% Gearing op 31/12/2023 = -56.794 K€ / 216.774 K€ = -26,2%

(1) Lezersmarkt = de omzet die de Groep realiseert uit verkoop van abonnementen en uit losse verkoop van haar magazines. (2) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken. Het management beschouwt deze prestatiemaatstaf als relevant omdat de externe lezer hierdoor de inherente omzet-evoluties jaar over jaar kan vergelijken.

JAARVERSLAG

De 50% joint-venture Mediafin (De Tijd/L'Echo) heeft in 2024 een mooie omzetgroei gerealiseerd. In combinatie met een kostencontrole zorgt dit voor een groei in EBITDA. De omzet van Mediafin (voor 100%) steeg met 5,8% t.o.v. vorig jaar tot € 88,5 miljoen. De EBITDA klopte af op € 18,6 miljoen (€ +2,0 miljoen vs. vorig jaar) en Mediafin zette een nettoresultaat neer van € 7,3 miljoen (+22,8% vs. vorig jaar) nà afschrijving van de merken De Tijd/L'Echo. Dit resulteert voor de 50% participatie in een bijdrage voor Roularta van € 3,6 miljoen (+ € 0,7 miljoen vs. vorig jaar) volgens de vermogensmutatiemethode.

In totaal werd € 25,3 miljoen EBIT-DA gerealiseerd door de volledig geconsolideerde ondernemingen van de Groep versus € 18,9 miljoen in 2023; met daarnaast € 1,8 miljoen door de geassocieerde ondernemingen en joint ventures (hun resultaat via vermogensmutatie) vs. € 2,7 miljoen vorig jaar. Het lagere resultaat van de geassocieerde ondernemingen en joint ventures is louter het gevolg van een waardevermindering van € -1,3 miljoen die de Groep geboekt heeft op haar geconsolideerde deelneming onder vermogensmutatiemethode in de BV Immovlan.

De EBIT evolueerde van € 3,2 miljoen in 2023 naar € 3,6 miljoen in 2024 of 1,1 % van de omzet versus 1,0 % in 2023. 2024 bevat een bijzondere waardevermindering van € 2,6 miljoen op het merk 50+Beurs & Festival en de gerelateerde consolidatiegoodwill na tegenvallende resultaten en moeilijke toekomstperspectieven.

De belastingen (€ + 1,3 miljoen) omvatten in 2024 hoofdzakelijk hogere actuele belastingopbrengsten in Nederland. In 2023 (€ -1,3 miljoen) waren dit voornamelijk actuele belastingkosten.

Het minderheidsbelang is net zoals in 2023 nihil.

Het geconsolideerd nettoresultaat van de Groep eindigt op € 6,1 miljoen (€ + 3,8 miljoen versus vorig jaar), waarvan eenzelfde bedrag toewijsbaar is aan de aandeelhouders van Roularta Media Group.

De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Vergadering voorstellen om over het volledige jaar 2024 geen dividend uit te keren.

GECONSOLIDEERDE RESULTATEN 2024

PER SEGMENT

De twee segmenten in RMG bestaan uit Media Brands en Printing Services. Het segment Media Brands staat voor alle merken die door RMG en haar participaties worden geëxploiteerd. Het segment Printing Services staat voor de premedia- en drukkerij activiteiten voor interne merken en externe klanten. De (gecorrigeerde) omzet die op segment niveau getoond wordt, omvat zowel externe (i.e. naar externe klanten) als interne omzet (i.e. naar het andere segment). In de geconsolideerde cijfers wordt over beide segmenten gerapporteerd tot op brutomargeniveau. Tussen beide segmenten is er immers een intense verwevenheid en worden ondersteunende diensten intens gedeeld.

Geconsolideerde omzet per segment

in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend (%)
Media Brands 291.902 290.158 0,6%
Printing Services 63.289 72.650 -12,9%
Intersegment omzet -34.885 -39.282 11,2%
Geconsolideerde omzet 320.307 323.526 -1,0%

Geconsolideerde omzet 31/12/2024 volgens de verschillende categorieën bedrijfsactiviteiten

Media Brands

in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend Trend (%)
Omzet 291.902 290.158 1.744 0,6%
Gecorrigeerde
omzet (1)
283.323 290.158 -6.835 -2,4%
Brutomarge 231.998 226.748 5.250 2,3%
Brutomarge
op omzet
79,5% 78,1%

(1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken.

De omzet van het segment Media Brands stijgt met € 1,7 miljoen tot € 291,9 miljoen. De vergelijkbare omzet met vorig jaar daalt met € 6,8 miljoen.

De stijging is hoofdzakelijk te danken aan de extra omzet die uit de lezersmarkt (abonnementen en losse verkoop) gegenereerd werd. Deze stijgt met 2,7% ten opzichte van het jaar ervoor en dit dankzij de acquisitie van de Mindstyle merken (Happinez, Yoga, Psychologie en Flow) einde 2023. Zonder deze externe groei daalt de lezersmarkt met 1,6%. Deze daling is beperkt doordat meer een meer abonnees digitaal geworven worden.

Ook de overige omzet3 stijgt lichtjes met 1,0%, maar daalt met 4,5% op vergelijkbare basis.

De publiciteitsmarkt kent een daling van 2,0% (2,1% op vergelijkbare basis), maar deze is veel minder uitgesproken dan vorig jaar (-10,4%).

De brutomarge op omzet stijgt van 78,1 % naar 79,5 % door lagere papierprijzen, lagere energiekosten, maar wel hogere arbeidskosten. Samen met de hogere omzet stijgt de brutomarge hierdoor met € 5,3 miljoen.

Printing Services

in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023 Trend Trend (%)
Omzet 63.289 72.650 -9.361 -12,9%
Gecorrigeerde
omzet (1)
61.997 72.650 -10.653 -14,7%
Brutomarge 37.126 37.403 -277 -0,7%
Brutomarge
op omzet
58,7% 51,5%

(1) Gecorrigeerde omzet = de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken.

De omzet van het segment Printing Services daalt met € 9,4 miljoen naar € 63,3 miljoen en € 10,7 miljoen op vergelijkbare basis (omdat de overgenomen mindstyle magazines intern in Printing Services gedrukt worden).

De daling is hoofdzakelijk te verklaren door een lager volume aan drukwerk voor magazines, folders en catalogi voor buitenlandse klanten, maar ook in een lagere doorrekening naar het segment Media Brands ten gevolge van lagere papierprijzen en energiekosten. Meer dan de helft van de omzet van Printing Services is intragroepsomzet naar het segment Media Brands.

De brutomarge op omzet stijgt van 51,5% naar 58,7% omwille van dezelfde redenen zoals bij het Media Brands segment.

Reconciliatie van de totale segmentomzet met de gecorrigeerde segmentomzet

in duizend euro

2024 Media
Brands
Printing
Services
Eliminaties
tussen
segmenten
Gecon
solideerd
totaal
Omzet van het segment 291.902 63.289 -34.885 320.307
Omzet externe klanten 291.811 28.495 - 320.307
Omzet uit transacties met andere
segmenten
91 34.794 -34.885 -
Wijzigingen omwille van overname of
afstoting van merken
-8.579 -1.293 1.293 -8.579
Wijzigingen in externe klanten -8.579 - - -8.579
Wijzigingen in transacties met andere
segmenten
- -1.293 1.293 -
Gecorrigeerde omzet 283.323 61.997 -33.591 311.728

Wijzigingen omwille van overname of

KASSTROOMOVERZICHT

in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023
Nettocashflow uit operationele activiteiten (A) 25.630 13.787
Nettocashflow met betrekking tot investeringen (B) -11.392 -15.455
Nettocashflow uit financieringsactiviteiten (C) -12.456 -14.545
Totaal mutatie geldmiddelen en kasequivalenten (A+B+C) 1.781 -16.213
Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 68.267 84.480
Geldmiddelen en kasequivalenten, eindbalans 70.048 68.267

Het kasstroomoverzicht toont een kasinstroom van € 1,8 miljoen ten opzichte van een kasuitstroom van € -16,2 miljoen vorig jaar.

De kasstroom uit operationele activiteiten stijgt met € 11,8 miljoen naar € 25,6 miljoen in 2024. Deze kasstroom is vooral gedreven door een positieve EBITDA (€ 24,1 miljoen - i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderingen op voorraden en vorderingen) en het ontvangen dividend van € 5,6 miljoen van Roularta's geassocieerde ondernemingen en joint ventures. Anderzijds zit in EBITDA een meerwaarde van € 2,2 miljoen uit de verkoop van twee gebouwen en € 2,6 miljoen uit de verkoop van de Duitse magazines die nog in mindering gebracht wordt.

Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € 13,8 miljoen, opgebouwd als volgt: een positieve EBITDA van € 16,1 miljoen (i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderingen op voorraden en vorderingen), maar in EBITDA zat een meerwaarde van € 1,1 miljoen komende van de verkoop van een gebouw die nog in mindering gebracht werd. Het ontvangen dividend van € 4,0 miljoen van Roularta's geassocieerde ondernemingen en joint ventures werd per eind 2023 volledig tenietgedaan door een stijgend werkkapitaal van € 4,7 miljoen.

De kasstroom met betrekking tot investeringen bedraagt € -11,4 miljoen in 2024. Dit is voor een groot stuk toe te schrijven aan investeringen in nieuwe materiële (€ -8,3 miljoen) en immateriële (€ -7,0 miljoen) vaste activa. Voor meer uitleg, verwijzen we naar het hoofdstuk Investeringen. Daarnaast werden ook twee gebouwen verkocht

(3) Overige omzet = alle omzet die geen publiciteits-, abonnementen-, losse verkoop of omzet uit printing activiteiten is. Het omvat onder meer, maar niet limitatief, omzet uit line extensions, evenementen, etc.

Line extensions = specieke categorie van omzet onder de 'overige omzet'. Het is omzet uit o.a. de aan-en verkoop van handelsgoederen (bvb. boeken, selfcare producten, sieraden, reizen, etc), omzet uit ticket-deals of omzet uit licensing overeenkomsten.

voor € 2,3 miljoen en werden de Duitse magazines verkocht aan Herder Verlag en Agentur2 voor € 1,3 miljoen.

Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -15,5 miljoen, samengesteld uit investeringen in nieuwe materiële (€ -8,5 miljoen) en immateriële (€ -7,6 miljoen) vaste activa. Daarnaast werd ook nog geïnvesteerd in de overname van de BV RMN Mindstyle voor € 1,2 miljoen en werd een gebouw verkocht voor € 1,5 miljoen.

De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedraagt € -12,5 miljoen in 2024. Dit laatste bedrag is de som van het uitbetaalde keuzedividend van € 4,6 miljoen, de aankoop van eigen aandelen voor € 2,4 miljoen, de aflossing van de overblijvende schuld ten opzichte van Mediafin NV ter waarde van € 2,5 miljoen en tot slot de aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 3,0 miljoen).

Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -14,5 miljoen, bestaande uit het uitbetaalde dividend van € 11,8 miljoen en de aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 2,5 miljoen).

BALANS

Op 31 december 2024 bedraagt het eigen vermogen – aandeel van de Groep € 216,8 miljoen tegenover € 217,0 miljoen op 31 december 2023. De beweging op het eigen vermogen bestaat hoofdzakelijk uit het resultaat over 2024 (+ € 6,1 miljoen), het deel van het keuzedividend dat uitbetaald werd voor € 4,6 miljoen en de inkoop van eigen aandelen voor € 2,4 miljoen. Het eigen vermogen – minderheidsbelangen blijft stabiel op € -0,2 miljoen.

Per 31 december 2024 bedraagt de geconsolideerde netto financiële cashpositie (= vlottende geldmiddelen min financiële schulden) € 61,6 miljoen vs. € 56,8 miljoen het jaar ervoor. RMG blijft vrij van enige bankschulden.

Per 31 december 2024, beschikt de Groep over 1.611.984 eigen aandelen nadat de Groep eind september 265.237 aandelen Roularta van de NV Shopinvest heeft overgekocht.

INVESTERINGEN

De totale geconsolideerde investeringen in 2024 bedragen € 15,3 miljoen ten opzichte van € 16,1 miljoen in 2023. In de immateriële vaste activa (€ 7,0 miljoen) werd terug vooral in software (€ 6,9 miljoen) geïnvesteerd. De MijnMagazines app wordt continu geoptimaliseerd en er wordt o.a. verder geïnvesteerd in het nieuwe productiebeheersysteem voor de drukkerij.

In 2023 werd er op vlak van immateriële vaste activa naast enkele nieuwe merken (€ 2,6 miljoen) ook vooral in software (€ 4,9 miljoen) geïnvesteerd.

De investeringen in materiële vaste activa (€ 8,3 miljoen) blijven hoog door nieuwe hardware in onze IT-afdeling (€ 3,5 miljoen), de renovatie en inrichting van de kantoren in Brussel (€ 1,5 miljoen), de nieuwe paper wrap blistermachine (€ 1,1 miljoen), nieuwe printers in de drukkerij (€ 0,5 miljoen) en de laatste betaling voor de nieuwe ovens voor de drukkerij (€ 0,4 miljoen), etc.

In het boekjaar 2023 (€ 8,5 miljoen) werd er hoofdzakelijk geïnvesteerd in de duurzame eco-efficiënte ovens in de drukkerij (€ 4,2 miljoen), de nieuwe Kanaal Z-TV studio (€ 0,9 miljoen), nieuwe PC's en computerschermen (€ 0,9 miljoen) en verbouwing en inrichting van de kantoren in Brussel en het gebouw in Roeselare (€ 0,9 miljoen).

BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA HET EINDE VAN HET BOEKJAAR

Op 14 maart 2025 heeft de FSMA aangekondigd dat Koinon NV een vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod uitbrengt op alle aandelen in Roularta Media Group NV die niet reeds door haar of de met haar verbonden personen wor den gehouden. Het bod gebeurt in cash tegen een prijs van 15,50 EUR per aandeel.

Er hebben zich anders geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die de resul taten en de financiële positie van de onderneming op belangrijke wijze beïn vloeden.

INLICHTINGEN OVER DE OMSTANDIGHEDEN DIE DE ONTWIKKELING VAN DE VENNOOTSCHAP AANMERKELIJK KUNNEN BEÏNVLOEDEN

Op basis van de tendens van de eerste drie maanden van 2025, ziet de Groep geen groei in de reclame-inkomsten. De Groep houdt rekening met het feit dat het gedrag van adverteerders vrij volatiel en weinig voorspelbaar is. Een negatieve ontwikkeling van het economisch klimaat kan een negatieve impact hebben op de

bestedingen van onze adverteerders.

De digitale strategie van de Groep werpt zijn vruchten af, waardoor er met succes langs digitale weg meer abonnementen geworven worden. Roularta blijft ook in 2025 verder inzetten op het werven van meer print, digitale en family abonne menten en het sluiten van partnerships met strategische partners om te zorgen voor een stabiele en duurzame groei van de omzet.

De losse verkoop evolueert in lijn met de tendens binnen de markt, die verder dalend is in zowel België als Nederland.

De omzet uit line extensions en evene menten zal ongeveer stabiel blijven.

In het segment Printing Services ver wacht de Groep ook dat de omzet ongeveer stabiel zal blijven.

De distributiekosten zullen, met uitzondering van een indexatie voor 2025 in lijn blijven met de tweede jaarhelft van 2024. Ten opzichte van de eerste jaarhelft van 2024 verwachten we wel een stijging van de distributiekosten. Een aantal interne aanpassingen aan het bedelingsstramien gecombineerd met het belastingskrediet, kunnen de gestegen kosten wel gedeeltelijk compenseren.

We verwachten stabiele tot licht stijgende kosten van energie en grondstoffen. Niettemin blijft de Groep verder inzetten op efficiëntiemaatregelen om rekening te houden met de aanhoudende inflatie, waaronder de uniformisering van de Nederlandse en Belgische processen en systemen.

ONDERZOEK EN ONTWIKKELING

Als multimediabedrijf is Roularta Media Group actief in verschillende hoogtechnologische sectoren. Binnen die sectoren onderzoekt Roularta Media Group voortdurend nieuwe mogelijkheden, waarbij ze de reputatie geniet een belangrijke innovator te zijn. Roularta Media Group hecht zeer veel belang aan onderzoek en ontwikkeling. Die inspanningen komen uiteraard de interne werkprocessen van de Groep zelf ten goede, maar niet zelden fungeren ze tevens als motor achter ingrijpende marktontwikkelingen.

De focus van de Groep is vooral de digitale transformatie van zowel haar klantenbasis als haar magazine-en nieuwsaanbod, en dit zowel in België als in Nederland. De Groep doet veel onderzoek-en ontwikkelingswerk om te zorgen dat de print lezer gemakkelijk de weg vindt naar haar digitale aanbod van nieuws en magazines en er ook optimaal toegang tot krijgt. Ze doet hiervoor o.a. enquêtes

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

bij haar lezers en investeert hiervoor beduidende bedragen in de werking van haar websites en in de 'Mijn Magazines App'. Via die Mijn Magazines App heeft de lezer direct toegang tot het volledige aanbod artikels, video's en columns van onder meer Knack, Trends, Libelle en andere magazines. Ze onderzoekt daarnaast ook hoe AI-toepassingen kunnen gebruikt worden om haar redactionele werking te optimaliseren.

MEDEDELING NOPENS HET GEBRUIK DOOR DE VENNOOTSCHAP VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN, VOOR ZOVER ZULKS VAN BETEKENIS IS VOOR DE BEOORDELING VAN HAAR ACTIVA, PASSIVA, FINANCIËLE POSITIE EN RESULTAAT

De voornaamste financiële instrumenten van de vennootschap zijn banksaldo's en termijndeposito's. De belangrijkste doelstelling van deze financiële instrumenten is het verschaffen van financiering van de activiteiten van de onderneming.

De beleggingen van cash-overschotten in termijnrekeningen worden gedaan op basis van richtlijnen vastgelegd door de Raad van Bestuur met betrekking tot liquiditeit en kredietrating. Er dient te worden opgemerkt dat de onderneming niet toestaat dat financiële instrumenten met speculatieve doeleinden worden verhandeld. Daarnaast heeft de onderneming eveneens verschillende andere financiele activa en passiva zoals vorderingen en schulden, die rechtstreeks afkomstig zijn uit haar activiteiten.

De Groep heeft in het afgelopen boekjaar geen gebruik gemaakt van andere financiële instrumenten zoals bedoeld in artikel 3:6, 8° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

PERSONEELSAANGELEGEN-HEDEN

Per 31 december 2024 telt de Groep in voltijdse equivalenten, exclusief de joint ventures, 1.185 werknemers tegenover 1.214 werknemers in 2023.

VOORNAAMSTE RISICO'S EN ONZEKERHEDEN

Economische en geopolitieke omstandigheden

Wijzigingen in algemene, globale of regionale en/of geopolitieke omstandigheden of van omstandigheden in gebieden waar de Groep actief is en die een impact kunnen hebben op het consumptiepatroon van de consumenten, kunnen een negatieve invloed uitoefenen op de bedrijfsresultaten van de Groep. De Groep en in het bijzonder haar bedrijfsresultaten kunnen eveneens negatief geïmpacteerd worden door opgelegde overheidsmaatregelen (zoals o.m. doch niet beperkt tot verplichte lockdowns in het kader van pandemieën).

Risico's verbonden aan de marktontwikkelingen

De mediamarkt is voortdurend in beweging. Het resultaat van de Groep wordt in grote mate bepaald door de advertentiemarkt, de lezersmarkt en de kijkcijfers.

De Groep volgt de marktontwikkelingen binnen de mediawereld op de voet, zodat zij te allen tijde kan inspelen op wijzigingen en nieuwe trends binnen de omgeving waarin de onderneming opereert. Door het multimedia-aanbod waarover de Groep beschikt, kan zij gepast reageren op aandachtsverschuivingen van de reclamewereld en van het lezerspubliek van de ene naar de andere vorm van media.

Strategisch risico in verband met markt en groei

De Groep kan mogelijk te maken krijgen met een ongunstige marktsituatie of concurrentie die zich ongunstig ontwikkelt.

Risico's verbonden aan leveranciers

De kosten die in belangrijke mate de totale kostprijs van de divisies Printing Services en Media Brands bepalen, zoals druk-, distributie- en personeelskosten kunnen fluctueren in functie van de economische conjunctuur. De evolutie van de internationale papier- en energieprijzen is onzeker en kan een nadelige invloed hebben op de activiteiten, bedrijfsresultaten en/of financiële positie van de Groep indien de prijsstijgingen niet tijdig doorgerekend kunnen worden aan haar klanten. Om het prijsrisico van papier te beheersen, worden er periodieke contracten afgesloten voor dagbladen magazinepapier. Om het risico op prijsstijgingen inzake energie af te vlakken en pieken te vermijden, wordt voor een deel van de afname van energie gewerkt met click-contracten waarbij de prijs op voorhand wordt vastgeklikt, ongeacht de marktomstandigheden. Om het risico op prijsstijgingen inzake distributiekosten te beheersen, worden er intern aanpassingen gedaan aan het bedelingsstramien, goede contracten onderhandeld en alternatieve wijzen van distributie onderzocht.

Storingen of onderbrekingen in het informaticasysteem

De Groep is blootgesteld aan mogelijke storingen of onderbrekingen in haar informaticasystemen.

Informaticasystemen vormen een centraal onderdeel van de bedrijfsactiviteiten van de Groep. Indien er een storing optreedt in de informaticasystemen van de Groep, door een defect, kwaadwillige aanvallen, virussen of andere factoren, zou dit een ernstige impact kunnen hebben op verschillende aspecten van de activiteiten, inclusief, maar niet beperkt tot de verkoop, de klantenservice en de administratie. Storingen in de werking van de informaticasystemen kunnen een nadelig effect hebben op de activiteiten of de bedrijfsresultaten van de Groep. Tot op heden heeft de Groep geen wezenlijke problemen met haar informaticasystemen gekend.

De Groep investeert jaar na jaar belangrijke middelen om haar IT-systemen te optimaliseren en het risico op storingen te beperken. De Groep is zich eveneens bewust van het groeiende gevaar van cybercriminaliteit en zet dan ook zeer sterk in op 'cybersecurity'.

Risico's in verband met intellectuele eigendom

Het behoeden van intellectuele eigendomsrechten is kostbaar en onzeker. De Groep kan niet garanderen dat ze succesvol zal zijn in het voorkomen van misbruik van haar intellectuele eigendomsrechten.

Risico van verminderde merkherkenning of negatief merkimago

De positie van de Groep kan op een aanzienlijk negatieve wijze worden beïnvloed, indien de merkherkenning aanzienlijk zou verminderen of indien de toonaangevende merken, publicaties en producten van de Groep reputatieschade oplopen.

Risico van niet-hernieuwing van licenties voor tv-activiteiten

De Groep beschikt over de nodige erkenningen voor het uitvoeren van haar televisieactiviteiten op het Belgische grondgebied. Indien de Groep er niet in zou slagen deze te verlengen, kan dit mogelijks een negatieve impact hebben op de financiële positie en/of bedrijfsresultaten van de Groep.

Risico's verbonden aan huidige en toekomstige overnames

Wanneer de Groep entiteiten overneemt, staat zij bloot aan risico's verbonden aan de integratie van deze entiteiten.

Innovatierisico

Het is van belang dat de Groep op permanente basis nieuwe toepassingen ontwikkelt. Indien de Groep hierin niet zou slagen, loopt zij het risico een niet in te halen achterstand op te lopen op haar concurrenten, wat mogelijks een negatieve impact zou kunnen hebben op haar financiële positie en/of bedrijfsresultaten.

Valutarisico

De Groep is minimaal onderhevig aan een valutarisico gezien zowel aankopen als verkopen hoofdzakelijk in euro gebeuren.

Renterisico

De Groep heeft per 31 december 2024 geen openstaande schulden bij kredietinstellingen waardoor dit risico minimaal is.

Kredietrisico

De Groep is blootgesteld aan het kredietrisico op haar klanten, wat zou kunnen leiden tot kredietverliezen. Om het kredietrisico te beheersen, worden kredietwaardigheidsonderzoeken uitgevoerd met betrekking tot klanten die belangrijke kredietfaciliteiten wensen en, indien deze onderzoeken negatief zijn, wordt de kredietverstrekking geweigerd of beperkt.

Er is geen concentratie van belangrijke krediet- risico's.

Ondanks de intentie van de Groep om haar kredietrisico te beperken, kan ze geconfronteerd worden met een achteruitgang van de kredietwaardigheid van haar klanten. Het eventuele onvermogen om een kredietverzekeringspolis met betrekking tot bepaalde klanten af te sluiten, kan een wezenlijk nadelige invloed hebben op de activiteiten, financiële positie en/of bedrijfsresultaten van de Groep.

Liquiditeits- en kasstroomrisico

De Groep verwacht aan haar verplichtingen te kunnen voldoen door de operationele kasstromen en huidige liquide middelen. Roularta is schuldenvrij en heeft eind 2024 een cashpositie van 70 miljoen €.

Vermogensstructuur

De Groep tracht constant haar vermogens-

structuur (combinatie van schulden en eigen vermogen) te optimaliseren. Het belangrijkste objectief van de vermogensstructuur is de maximalisatie van de aandeelhouderswaarde terwijl tegelijkertijd de gewenste financiële flexibiliteit blijft behouden om strategische projecten uit te voeren.

Risico's verbonden aan de beoordeling van de gebruiksduur van de merken en klantenportefeuilles

Tot en met 30 juni 2018 hadden verschillende merken een onbepaalde gebruiksduur. Per 1 juli 2018 werd beslist om de gebruiksduur van de merken in portefeuille te wijzigen naar een bepaalde gebruiksduur. Vanaf 1 juli 2018 wordt de waarde van de merken afgeschreven in functie van de ingeschatte bepaalde gebruiksduur. Op basis van een individueel assessment per merk en inschattingen gemaakt door het management wordt ieder merk ondergebracht in een groep van merken; i.e. 'super'merken, 'groei'merken, 'mature' merken en 'jonge'/'kleine' merken. Deze opdeling van merken in functie van hun gebruiksduur is een algemene leidraad die door het management werd uitgewerkt en dit op basis van enerzijds hun inzichten in de mediasector en anderzijds de toets van deze inzichten aan de realiteit.

Deze inschattingen van het management kunnen echter negatief beïnvloed worden door enerzijds algemeen ongunstige marktontwikkelingen, opgelegde overheidsmaatregelen (o.m. doch niet beperkt tot overheidsmaatregelen in het kader van pandemieën) en/of anderzijds tegenvallende prestaties van één of meerdere merken. Hierdoor kan het management genoodzaakt worden om de gemaakte inschattingen inzake de levens/gebruiksduur van een merk of een klantenportefeuille bij te sturen en het merk onder te brengen in een andere groep van merken.

Op het einde van huidig verslagperiode zijn er geen indicaties dat er aanpassingen zouden moeten gebeuren aan de indeling van de merken in de verschillende merkengroepen, noch dat de levens/gebruiksduur van een merk of een klantenportefeuille sterker zou zijn gedaald ten opzichte van de initieel ingeschatte gebruiksduur ervan.

Risico's verbonden aan mogelijke waardeverminderingen van goodwill, immateriële activa of materiële vaste activa

Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde.

Deze realiseerbare waarde wordt bepaald aan de hand van businessplannen opgesteld door het management en gevalideerd door de Raad van Bestuur. De Groep wijst op de sensitiviteit van deze businessplannen. In voorkomend geval de premissen vervat in voormelde businessplannen door marktomstandigheden niet kunnen worden gerealiseerd, worden bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de winsten-verliesrekening en hebben deze een effect op het nettoresultaat en op het eigen vermogen van de Groep.

Risico's in verband met regelgeving

De Groep streeft ernaar om steeds binnen het wettelijk kader op te treden. Bijkomende of wijzigende wetgeving, inclusief fiscale wetgeving of beslissingen van administratieve overheden, zouden ertoe kunnen leiden dat de Groep beperkt wordt in haar groei of geconfronteerd wordt met bijkomende kosten en/of belastingen.

Op het gebied van fiscale regelgeving maakt de Groep gebruik van de mogelijkheden die de fiscale wet- en regelgeving biedt, zonder hierbij onnodige risico's te lopen. De Groep heeft hierbij ondersteuning van externe fiscale adviseurs.

Risico's inzake rechtszaken en arbitrages

De Groep is betrokken bij een aantal hangende geschillen waarvoor veelal provisies werden aangelegd. De Groep kan niet garanderen dat er in de toekomst geen materiële geschillen door derden zullen worden ingesteld met betrekking tot gepubliceerde artikels, inbreuken op het auteursrecht en meer in het algemeen verband houdend de media- activiteiten van de Groep.

Opgemaakt te Roeselare op 4 april 2025. De Raad van Bestuur

VERKLARING INZAKE DEUGDELIJK BESTUUR[]

[*] Onderdeel van het jaarverslag van de Raad van Bestuur.

AANDUIDING VAN DE CODE INZAKE DEUGDELIJK BESTUUR

Als multimediabedrijf creëert en verspreidt Roularta Media Group kwaliteitsvolle, onafhankelijke en relevante content voor het brede publiek en voor specifieke doelgroepen. Daaraan koppelt zij geavanceerde marketing- en reclameplatformen voor haar partners. Roularta Media Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al haar stakeholders en voor de hele samenleving.

Het deugdelijk bestuur dat Roularta Media Group hanteert, werd uitgeschreven in het Corporate Governance Charter, dat u terugvindt op de website van de vennootschap (www.roularta. be onder Roularta op de beurs – het bestuur).

Het Corporate Governance Charter, dat op exhaustieve en transparante wijze uiteenzet hoe Roularta Media Group wordt bestuurd en hoe er over dit bestuur verantwoording wordt afgelegd, vervolledigt de corporate governancebepalingen uit het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de statuten van de NV Roularta Media Group.

De Raad van Bestuur is van oordeel dat het naleven van de principes uiteengezet in het Corporate Governance Charter leidt tot een efficiënter, transparanter bestuur en een beter risico- en controlebeheer van de vennootschap. Hierbij heeft Roularta Media Group waardemaximalisatie als doel voor ogen en dit zowel voor de aandeelhouders, stakeholders als de institutionele beleggers.

• Principe 9.1: de raad evalueert minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties alsook zijn interactie met het uitvoerend management, evenals zijn omvang, samenstelling en werking, alsook die van de comités. De evaluatie verloopt via een formele procedure, al dan niet extern gefaciliteerd, in overeenstemming met een door de raad goedgekeurde methodologie.

BESCHRIJVING VAN DE BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN DE INTERNE CONTROLE- EN RISICOBEHEERSYSTEMEN

Algemeen

Roularta Media Group heeft een intern controle- en risicobeheersysteem opgezet in lijn met de voorschriften van de Belgische Corporate Governance Code van 2020.

Het interne controle- en risicobeheersysteem van Roularta Media Group is gebaseerd op het COSO framework en beoogt redelijke zekerheid te verschaffen m.b.t. het behalen van de doelstellingen van de onderneming. Dit impliceert onder meer het herkennen en beheersen van zowel operationele als financiële risico's, effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsprocessen, het naleven van wetten en regels en het toezicht op de rapportering.

In overeenstemming met artikel 3:6 § 2 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen hanteert Roularta Media Group de Corporate Governance Code 2020 voor beursgenoteerde bedrijven (zie https:// www.corporategovernancecommittee.be/sites/default/ files/generated/files/page/belgische_ corporate_governance_code_2020. pdf) als haar referentiecode. Roularta Media Group NV wijkt weliswaar af van de principes 4.3, 4.4, 7.6, 7.9, 7.12 en 9.1 vastgelegd in deze referentiecode.

  • Principe 4.3: het benoemings- en remuneratiecomité bestaat uit minstens drie bestuurders.
  • Principe 4.4: de raad ziet erop toe dat voor elk comité een voorzitter wordt aangesteld.
  • Principe 7.6: de Raad van Bestuur heeft beslist om geen aandelen toe te kennen aan de niet-uitvoerende bestuurders als onderdeel van hun remuneratie.
  • Principe 7.9: er werd evenmin een minimumdrempel van aandelen bepaald die moet worden aangehouden door de leden van het uitvoerend management.
  • Principe 7.12: in de contracten met de CEO en de andere leden van het uitvoerend management zijn geen bepalingen ingevoerd die de vennootschap in staat stellen om betaalde variabele remuneratie terug te vorderen.

Controle- en risicobeheer Beheersomgeving

De organisatiecultuur binnen Roularta Media Group laat ruimte voor een decentrale werking. Directieleden en leidinggevenden worden in verregaande mate geresponsabiliseerd om te voorzien in operationele aansturing. De decentrale aansturing houdt onder meer het continu waken over risicobeheersing in.

De beheersomgeving omvat volgende elementen:

  • de missie, visie en waarden, die veelvuldig worden gecommuniceerd en de voornaamste pijlers vormen voor onze bedrijfscultuur;
  • organigrammen en rapporteringslijnen;
  • procedures en richtlijnen die via het intranet worden gecommuniceerd;
  • voorbeeldfunctie van het management;
  • deskundigheid en juiste mindset van onze medewerkers. Deze worden onder meer verzekerd door duidelijk geformuleerde functieomschrijvingen, het selectieproces en competentiebeheer (incl. continue opleidingen en verbeteracties).

Risicobeheerproces

Het risicobeheersysteem van Roularta Media Group is gebaseerd op het COSO ERM framework. De voornaamste doelstellingen zijn het in kaart brengen van de risico's waaraan Roularta Media Group wordt blootgesteld en deze te beheersen.

  • Het risicobeheerproces omvat volgende stappen:
  • Risico-identificatie
  • Risicoanalyse
  • Risico-evaluatie
  • Risicorespons
  • Monitoring en bijsturing

Risico's worden geïdentificeerd door middel van audits en jaarlijkse interviews met het management. De resultaten van de audits en de interviews worden geconsolideerd en besproken met de leden van het executive management committee.

Risico's worden opgedeeld in vier categorieën:

  • Operationele risico's
  • Financiële risico's
  • Compliancerisico's
  • Strategische risico's

Ieder risico wordt geëvalueerd op basis van enerzijds de kans dat het risico zich voordoet en anderzijds de impact ervan:

Op basis van de risico-evaluatie beslist het management over de gepaste acties.

Controleactiviteiten

Veel processen binnen Roularta Media Group zijn geautomatiseerd. Een belangrijk onderdeel van de automatisatie is risicobeheer met aandacht voor correctheid, volledigheid, consistentie, tijdigheid en valorisatie/autorisatie van de informatie.

Een continue bewaking, voornamelijk via ingebouwde controles in een sterk geautomatiseerde operationele omgeving, bewerkstelligt het voorkomen of het tijdig detecteren van mogelijke deviaties. De beveiliging van de IT-systemen is hier cruciaal. Bijzondere aandacht wordt daarbij geschonken aan:

  • de ontdubbeling van systemen;
  • toegangsbeveiliging;
  • de scheiding van test- en productieomgeving;
  • stroomgroepen;
  • back-upprocedures;
  • cybersecurity.

Informatie en communicatie

Dankzij de ruime interne rapportering en communicatiestromen hebben zowel medewerkers als management toegang tot de voor hen relevante informatie: medewerkers tot de informatie die zij nodig hebben bij de uitvoering van hun takenpakket, management tot de informatie die nodig is voor de aansturing van hun businessunit. Deze laatste bestaat hoofdzakelijk uit de belangrijkste financiële en operationele KPI's.

Monitoring

De Raad van Bestuur houdt via het auditcomité toezicht op het risicobeheersysteem. Het auditcomité steunt hierbij op de informatie die het ontvangt van de externe auditor. Roularta Media Group heeft op vandaag geen interne auditor meer in dienst. De openstaande vacature voor een interne auditor wordt bij gebrek aan een instroom van geschikte kandidaten niet ingevuld. In samenspraak met het auditcomité werd dan ook beslist om voorlopig niet verder in te zetten op de invulling van de openstaande vacature van interne auditor. In samenspraak met het management wordt er door het auditcomité beslist om wanneer de noodzaak of de behoefte zich voordoet, een beroep te doen op externe partijen om bepaalde interne audits uit te voeren of bepaalde interne bedrijfsprocessen door te lichten, aan te passen of te optimaliseren. Inmiddels werd medio 2024 een COO aangeworven Een van de kerntaken van de COO is de evaluatie, monitoring en optimalisatie van de operationele processen binnen de groep. Gezien de invulling van COO-functie en zijn opdracht om te zorgen voor procesoptimalisatie, wordt de zoektocht naar een interne auditor voorlopig niet heropgestart. Deze beslissing wordt op regelmatige basis geëvalueerd door het auditcomité.

Controle- en risicobeheer inzake financiële verslaggeving

De risicobeheersing inzake de financiële verslaggeving wordt voornamelijk gekenmerkt door: • de boekhoudkundige regels die dagelijks van

  • toepassing zijn;
  • rapportering;

• de uniformiteit die wordt nagestreefd binnen de diverse vennootschappen van de Groep zowel op het vlak van de toepassing van de IFRS-regels alsook op het vlak van gestandaardiseerde

• de controle op de gerapporteerde cijfers van

verbonden ondernemingen door de centrale afdeling controlling;

• het nazicht, monitoring van de financiële rapportering door het auditcomité.

OPENBAARMAKING BELANGRIJKE DEELNEMINGEN EN TOELICHTING BIJ DE ELEMENTEN OPGESOMD IN ARTIKEL 34 VAN HET KB VAN 14/11/2007, VOOR ZOVER DIE ELEMENTEN VAN AARD ZOUDEN ZIJN EEN GEVOLG TE HEBBEN IN GEVAL VAN EEN OPENBARE OVERNAMEBIEDING

Het kapitaal van de vennootschap bedraagt 84.815.953,73 euro en wordt vertegenwoordigd door 13.931.920 aandelen die elk een gelijk deel van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen.

Het aandeelhouderschap is per 31 december 2024 als volgt verdeeld:

Aantal
aandelen
% tov
kapitaal
Stem
rechten
% Stem
rechten
Koinon NV (1) 10.072.436 72,30% 18.954.653 81,21%
S.A. West Investment
Holding (1)
522.136 3,75% 1.044.272 4,47%
Eigen aandelen (2) 1.611.984 11,57% 1.611.984 6,91%
Individuele en
institutionele beleggers
1.725.364 12,38% 1.728.438 7,41%
TOTAAL 13.931.920 100,00% 23.339.347 100,00%

(1) De NV Koinon en de S.A. West Investment Holding hebben, in hun hoedanigheid van in overleg handelende personen die een akkoord hebben afgesloten aangaande het bezit, de verwerving en de overdracht van effecten, een kennisgeving gedaan.

(2) De stemrechten verbonden aan eigen aandelen zijn geschorst.

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT Alle eigen aandelen die de vennootschap in portefeuille heeft, hebben geen stemrecht zolang ze in eigen portefeuille zijn.

Ieder aandeel geeft recht op één stem. In overeenstemming met artikel 7:53 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en artikel 34 van de statuten van Roularta Media Group, hebben de volgestorte aandelen die ten minste twee jaar ononderbroken op naam van dezelfde aandeelhouder in het register van de aandelen op naam zijn ingeschreven, echter een dubbel stemrecht.

Tussen de aandeelhouders, de NV Koinon en de S.A. West Investment Holding, werd een aandeelhoudersovereenkomst afgesloten die aanleiding geeft tot een beperking van de overdracht van de effecten.

Er bestaat geen 'relationship agreement' tussen de vennootschap en haar referentieaandeelhouders. De Raad van Bestuur heeft na evaluatie beslist dat de vennootschap geen baat heeft bij een relationship agreement.

De statuten en het Corporate Governance Charter van Roularta Media Group bevatten specifieke bepalingen betreffende de (her)benoeming, vorming en evaluatie van bestuurders. De bestuurders worden voor een maximale duur van vier jaar door de algemene vergadering van aandeelhouders benoemd, die hen ook te allen tijde kan ontslaan.

Een besluit tot benoeming of ontslag behoeft de gewone meerderheid van de stemmen. Wanneer een plaats van een bestuurder vroegtijdig openvalt, kunnen de overblijvende bestuurders zelf een nieuwe bestuurder benoemen (coöpteren). In dat geval zal de eerstvolgende algemene vergadering de definitieve benoeming doen.

De statuten van de NV Roularta Media Group voorzien in een bindend voordrachtrecht ten voordele van de NV Koinon. Op grond van dit voordrachtrecht wordt de meerderheid van de bestuurders benoemd uit de kandidaten voorgedragen door de NV Koinon zolang deze laatste rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste 35% van de aandelen van de vennootschap bezit.

Beslissingen tot wijziging van de statuten zijn onderworpen aan een bijzonder aanwezigheidsquorum en meerderheidsvereiste. Elke beslissing tot wijziging van de statuten vereist de aanwezigheid, in persoon of bij volmacht, van aandeelhouders die samen minstens de helft van het kapitaal vertegenwoordigen en de goedkeuring van minstens drie vierden van het op de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde kapitaal. Indien het aanwezigheidsquorum niet gehaald is, dan moet een tweede vergadering worden samengeroepen. Tijdens de tweede vergadering geldt het aanwezigheidsquorum niet. De vereiste van een bijzondere meerderheid blijft echter bestaan.

De Raad van Bestuur is uitdrukkelijk gemachtigd om, in het geval van openbare overnamebiedingen op effecten van de vennootschap, het kapitaal te verhogen binnen de grenzen voorzien in artikel 7:202 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen door aandelen uit te geven die niet meer dan 10% vertegenwoordigen van de bestaande aandelen ten tijde van een dergelijk openbaar overnamebod. Deze machtiging werd verleend door de buitengewone algemene vergadering van 16 mei 2023 voor een termijn van drie jaar.

De vennootschap kan haar eigen aandelen, winstbewijzen of andere certificaten verwerven, vervreemden of verpanden voor zover de relevante wettelijke bepalingen worden nageleefd. De Raad van Bestuur is uitdrukkelijk gemachtigd om, zonder besluit van de algemene vergadering, eigen aandelen te verwerven en aan te houden indien dat nodig is om een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap te voorkomen. Deze machtiging werd verleend door de buitengewone algemene vergadering van 16 mei 2023 voor een termijn van drie jaar.

In het kader van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen werd er door de NV Koinon op 30/08/2018 als rechtstreekse houder van meer dan 30% van de aandelen Roularta Media Group een actualisatie gedaan van de aanmelding bij de FSMA overeenkomstig artikel 74 § 6 van voormelde wet. De NV Koinon is een dochteronderneming van de Stichting Administratiekantoor Cerveteri, die gecontroleerd wordt door de heer Rik De Nolf en mevrouw Lieve Claeys.

SAMENSTELLING EN ACTIVITEITENVERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR EN COMITÉS EN DE AAN-WEZIGHEIDSGRAAD VAN HUN LEDEN

De vennootschap heeft naar aanleiding van de aanpassingen van haar statuten naar de nieuwe bepaling van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen duidelijk de keuze gemaakt voor een monistische structuur.

Raad van Bestuur

Tijdens het boekjaar 2024 was de Raad van Bestuur van de NV Roularta Media Group samengesteld uit tien leden:

  • Zeven bestuurders die de referentieaandeelhouder vertegenwoordigen en dit overeenkomstig het statutair voordrachtsrecht:
  • De heer Rik De Nolf, uitvoerend bestuurder en voorzitter van de Raad van Bestuur (mandaat tot de algemene vergadering in 2026).
  • De heer Xavier Bouckaert, vaste vertegenwoordiger van de NV Koinon (mandaat tot de algemene vergadering in 2026),
  • Mevrouw Coralie Claeys, vaste vertegenwoordiger van de NV Verana (mandaat tot de algemene vergadering in 2028)
  • Mevrouw Lieve Claeys (mandaat tot de algemene vergadering in 2026)
  • De heer Francis De Nolf, vaste vertegenwoordiger van de NV Alauda (mandaat tot de algemene vergadering in 2027)
  • De heer William De Nolf, vaste vertegenwoordiger van de NV Cella (mandaat tot de algemene vergadering in 2027).
  • De heer Louis De Nolf (mandaat tot de algemene vergadering van 2028)
  • Drie onafhankelijke bestuurders die allen een leidinggevende maatschappelijke functie bekleden:
  • » De heer Koen Dejonckheere, vaste vertegenwoordiger van de NV Invest at Value (mandaat tot de algemene vergadering in 2026): De heer Koen Dejonckheere is sinds 2008 CEO van de Gimv. Voordien was hij managing director en hoofd van Corporate Finance bij KBC Securities. Eerder werkte de heer Koen Dejonckheere bij Nesbic, Halder, Price Waterhouse Corporate Finance Europe en de Bank Brussel Lambert. De heer Koen Dejonckheere kan bogen op een uitgebreide ervaring als dealmaker in investment banking en private equity in België en internationaal.
  • » De heer Rik Vanpeteghem (mandaat tot de algemene vergadering in 2026): De heer Rik Vanpeteghem studeerde rechten en business management aan de KU Leuven en fiscaal recht aan de Fiscale Hogeschool. Hij begon zijn carrière bij Deloitte Belgium in 1985. Hij is gespecialiseerd in internationale taxplanning. Vooraleer hij CEO werd van Deloitte Belgium (2008-2016) was hij er de managing partner Tax & Legal (2004- 2008). Van 2015 tot zijn uittreding als vennoot in 2021 was hij de Regional Managing Director van EMEA (Europe, Middle East en Africa) en lid

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT van het Global Executive Committee van Deloitte. De heer Rik Vanpeteghem is in de loop der jaren een actief lid en bestuurder geweest van businessfederaties zoals VBO, Voka en AmCham. Hij was lid van de steunraad Koning Boudewijnstichting West-Vlaanderen en lid van het bestuurscomité van de Kulak.

» Mevrouw Pascale Sioen, vaste vertegenwoordiger van de BV P. Company (mandaat tot de algemene vergadering in 2026): Pascale Sioen is CEO van de Chemicals-divisie van de Sioen Industries Groep die basisgrondstoffen verwerkt tot hoogkwalitatieve halffabricaten voor tal van toepassingen. Zij is master in de Economie en volgde verschillende postuniversitaire opleidingen en stages in het buitenland. Pascale Sioen is uitvoerend bestuurder van Sioen Industries (sinds 1990) maar heeft ook aanzienlijke ervaring als bestuurder en manager in tal van andere ondernemingen in diverse sectoren. Daarnaast zorgt zij voor de begeleiding van een aantal veelbelovende start-ups.

De Raad van Bestuur wordt voorgezeten door de heer Rik De Nolf. Als voorzitter neemt de heer Rik De Nolf de verbindende rol op tussen de referentieaandeelhouders, de Raad van Bestuur en het uitvoerend management.

Als uitvoerend bestuurder blijft de heer Rik De Nolf ook actief binnen het uitvoerend management van de Groep. Als lid van het executive management committee neemt de heer Rik De Nolf deel aan de wekelijkse vergaderingen van het executive management committee, woont hij managementteamvergaderingen bij en is hij aanwezig op de maandelijkse cijfer meetings met de verschillende verantwoordelijken van de onderscheiden business units van de groep. Met zijn bedrijfservaring treedt hij op als klankbord en adviseur voor het uitvoerend management. De heer Rik De Nolf is als voorzitter en uitvoerend bestuurder ook verantwoordelijk voor de externe communicatie en de 'investor relations' van de Groep. Deze actieve uitvoerende rol die aan de voorzitter van de Raad van Bestuur werd toebedeeld, zorgt voor een betere communicatie en doorstroming van informatie tussen de Raad van Bestuur en het uitvoerend management en draagt in het algemeen bij tot een goede werking van de vennootschap. Dit alles in lijn met de aanbeveling 3.16 van de Corporate Governance Code 2020.

De Raad van Bestuur is in 2024 zes keer samengekomen (waaronder één Raad van Bestuur via videoconferentie). Op de agenda van de raden van bestuur staat steevast de opvolging van de financiële resultaten van de Groep genoteerd. Ook bijzondere topics zoals bv. overnamedossiers, nieuwe reglementeringen, de strategie van de Groep en de bespreking van het jaarlijkse budget komen uitgebreid aan bod.

In het afgelopen jaar werd er door de Raad van Bestuur bijzondere aandacht besteed aan de uitgevoerde dubbele materialiteitsoefening en de voorbereiding van de rapportering door de vennootschap conform de CS-RD-richtlijn. De leden van de Raad van Bestuur beschikken over de nodige competentie en expertise inzake duurzaamheidtopics om deze materie te beoordelen en op te volgen.

De secretaris van de Raad van Bestuur, Sophie Van Iseghem staat in voor de verslaggeving van de raden van bestuur en van de comités opgericht door de Raad van Bestuur.

Overzicht aanwezigheden raden van bestuur in 2024:

Rik De Nolf, voorzitter 6
Xavier Bouckaert, CEO 6
Lieve Claeys 6
Coralie Claeys 6
Francis De Nolf 6
William De Nolf 6
Louis De Nolf (1) 3
Koen Dejonckheere 6
Pascale Sioen 6
Rik Vanpeteghem 6

In het afgelopen jaar vond er ook een samenkomst plaats van de onafhankelijke bestuurders. Voor 2025 staan er opnieuw zes raden van bestuur op het programma.

Auditcomité

Het auditcomité is samengesteld uit drie bestuursleden waarvan twee onafhankelijke bestuurders. De leden van het auditcomité beschikken over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van Roularta Media Group cfr. artikel 7:99 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

De voorzitter van het auditcomité, de heer Rik Vanpeteghem beschikt over de nodige expertise inzake materies die tot de bevoegdheid van het auditcomité behoren. Dit blijkt onder meer uit de professionele ervaring die de heer Vanpeteghem heeft opgedaan tijdens zijn actieve loopbaan binnen Deloitte Belgium.

Het auditcomité is in 2024 vier keer bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomsten heeft het auditcomité controle uitgeoefend op de integriteit van de financiële informatie van de vennootschap, heeft het de activiteiten van de externe auditor van nabij opgevolgd en heeft het indien het dit nodig achtte hierover aanbevelingen gedaan aan de Raad van Bestuur.

Op uitnodiging van de voorzitter wordt het auditcomité bijgewoond door de commissaris, de gedelegeerd bestuurder, de voorzitter van de Raad van Bestuur en de financieel directeur. De commissaris was aanwezig op twee vergaderingen van het auditcomité in 2024.

De voorzitter van het auditcomité brengt telkens na het auditcomité verslag uit aan de Raad van Bestuur omtrent de behandelde topics binnen het auditcomité.

Overzicht aanwezigheden vergaderingen auditcomité in 2023:

Rik Vanpeteghem 4
Koen Dejonckheere 3
Louis De Nolf 2

Benoemings- en remuneratiecomité

De Raad van Bestuur heeft zoals voorzien in de Corporate Governance Code gebruikgemaakt van de mogelijkheid om één gezamenlijk comité op te richten, namelijk het benoemings- en remuneratiecomité. Het benoemings- en remuneratiecomité is samengesteld uit een meerderheid van onafhankelijke, niet-uitvoerende bestuurders.

Roularta Media Group wijkt af van het principe 4.3 van de Corporate Governance Code dat voorschrijft dat het benoemings- en remuneratiecomité bestaat uit minstens drie bestuurders. De Raad van Bestuur is van mening dat de rol en bevoegdheden van het benoemings- en remuneratiecomité op een afdoende wijze kunnen worden ingevuld door twee bestuurders. De Raad van Bestuur heeft (in afwijking van het principe 4.4 van de Corporate Governance Code 2020) ook beslist om geen voorzitter aan te stellen voor dit comité, aangezien dit comité slechts tweemaal per jaar samenkomt en de rol van de voorzitter van een dergelijk comité geen toegevoegde waarde heeft. Het benoemings- en remuneratiecomité beschikt cfr. artikel 7:100 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen over de nodige deskundigheid op het gebied van remuneratiebeleid.

De voorzitter en de CEO nemen met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van het benoemings- en remuneratiecomité cfr. artikel 7:100 § 7 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, tenzij wanneer het benoemings- en remuneratiecomité beraadslaagt over de vergoedingen van de CEO. Ook de HR-directeur wordt uitgenodigd op het benoemings- en remuneratiecomité.

Het benoemings- en remuneratiecomité kwam twee keer samen in de loop van 2024 met als belangrijkste agendapunten: het opstellen van het remuneratieverslag, de evaluatie van de remuneratie- en bonuspolitiek van het uitvoerend management.

Overzicht aanwezigheden vergaderingen benoemings- en remuneratiecomité in 2024:

Koen Dejonckheere 2
Rik Vanpeteghem 2

EVALUATIE RAAD VAN BESTUUR EN COMITÉS

De Raad van Bestuur voert om de vier jaar, onder leiding van de voorzitter en bijgestaan door het benoemings- en remuneratiecomité, een evaluatie uit van zijn omvang, samenstelling, werking en interactie met het uitvoerend management. Deze evaluatie beoogt vier doelstellingen: (i) de

GENDERDIVERSITEIT

De Raad van Bestuur telt drie (30%) vrouwelijke en zeven mannelijke (70%) bestuursleden. Hiermee voldoet Roularta Media Group aan de wettelijke quota cfr. artikel 7:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen inzake genderdiversiteit binnen de Raad van Bestuur.

Los van de genderdiversiteit, houdt de Raad van Bestuur bij zijn samenstelling nog andere diversiteitsperspectieven voor ogen, zoals onafhankelijkheid, leeftijd, opleiding, professionele ervaring en nationaliteit.

De Raad van Bestuur is van mening dat de diversiteit in zijn samenstelling zorgt voor een gevarieerde input van meningen en visies. De daaruit volgende interactie leidt tot een kwaliteitsvollere beraadslaging en besluitvorming.

Rekening houdend met de 'war for talent' is het voor de Groep belangrijk om als werkgever/opdrachtgever onze ambities inzake verantwoord en duurzaam ondernemen duidelijk in de verf te zetten en dit om nieuwe medewerkers aan te trekken en te behouden. Enkel met geëngageerde werknemers en zelfstandige medewerkers kunnen wij onze ambitieuze duurzame doelstellingen realiseren.

Roularta Media Group hanteert hiervoor een inclusief personeelsbeleid met als doel talentvolle werknemers en zelfstandige medewerkers aan te trekken en aan boord te houden.

Roularta Media Group is ervan overtuigd dat een weerspiegeling van de diversiteit in de samenleving binnen haar personeelsbestand, haar het beste wapent tegen de uitdagingen waarmee wij binnen een zeer competitieve mediawereld worden geconfronteerd.

Daarnaast wordt ook ten volle aandacht besteed aan het principe van inclusie met als doel al onze personeelsleden/ medewerkers op een efficiënte wijze ondanks hun persoonlijke verschillen te laten samenwerken en elkaar vanuit een 'open spirit & mind' te versterken.

Deze basisfilosofie hanteren wij niet enkel bij de instroom van nieuwe personeelsleden/medewerkers, maar ook bij een verdere doorstroom, groei en ontwikkeling van onze huidige personeelsleden en medewerkers.

In het kader van het selectieproces voor een openstaande vacature, een promotie, opleiding of andere HR-gerelateerde materies (zoals o.m. een loonsverhoging), wordt een beleid gevoerd gebaseerd op eerlijkheid, billijkheid en inclusief voor alle medewerkers, ongeacht leeftijd, achtergrond, voorkeuren of sekse.

De afweging om in aanmerking te komen voor een vacature, promotie, opleiding of een andere HR-gerelateerde beslissing wordt steeds in alle onafhankelijkheid en transparantie gemaakt op basis van eigen verdiensten van de (kandidaat-) medewerker, namelijk op basis van zijn/haar eigen geschiktheid/bekwaamheid en desgevallend andere objectieve criteria (zoals loopbaangesprekken, reflectiegesprekken, mutatiedocu-

menten, enz.).

Voor meer informatie ivm het diversiteitsbeleid wordt er verwezen naar het duurzaamheidsverslag. (Scan de QR-code op blz. 130)

SAMENSTELLING UITVOEREND MANAGEMENT

De operationele bevoegdheden werden door de Raad van Bestuur gedelegeerd aan het executive management committee. Dit comité onder leiding van de gedelegeerd bestuurder (CEO) staat binnen de krijtlijnen uitgezet door de Raad van Bestuur in voor de leiding van de Groep. In de loop van het boekjaar 2024 werd het executive committee uitgebreid met een Chief Operation Officer (COO).

Op vandaag zetelen binnen het executive management committee: de CEO, de uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur, de HR-directeur, de CFO en de COO (zie samenstelling blz. 88).

Het executive management committee is divers samengesteld zowel qua gender, ken-

nis, expertise, achtergrond als leeftijd.

Overeenkomstig principe 2.10 van de Corporate Governance Code heeft de vennootschap een opvolgingsplan voor de CEO en de andere leden van het uitvoerend management. Bij

het uitvallen van de CEO worden de taken van de CEO in eerste instantie op tijdelijke wijze ingevuld door de voorzitter van de Raad van Bestuur en wordt onmiddellijk een benoemings- en remuneratiecomité bijeengeroepen.

Bij het uitvallen van een ander lid van het uitvoerend management worden in eerste instantie de taken van het uitgevallen lid verdeeld over de overige leden van het uitvoerend management en wordt er onmiddellijk een benoemings- en remuneratiecomité samengeroepen.

TEGENSTRIJDIG BELANG

Er waren in de loop van het boekjaar geen tegenstrijdige belangen van vermogensrechtelijke aard die aanleiding gaven tot toepassing van de artikels 7:96 en 7:97 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

BELEID BETREFFENDE DE TRANSACTIES EN ANDERE CONTRACTUELE BANDEN TUSSEN DE VENNOOTSCHAP, INCLUSIEF VERBONDEN VENNOOTSCHAPPEN, EN HAAR BESTUURDERS EN LEDEN VAN HET UITVOEREND MANAGEMENT DIE NIET ONDER DE BELANGENCONFLICTEN-REGELING VALLEN

Rekening houdend met de principes en richtlijnen vervat in de Belgische Corporate Governance Code, heeft de vennootschap in haar Corporate Governance Charter een beleid uitgewerkt inzake de transacties en andere contractuele banden tussen de vennootschap, inclusief verbonden vennootschappen, en haar bestuurders en leden van het uitvoerend management die niet onder de wettelijke belangenconflictenregeling ressorteren.

Er is sprake van een transactie of enige andere contractuele band tussen de vennootschap en haar bestuurders en/of de leden van haar uitvoerend management wanneer:

  • een bestuurder of een lid van het uitvoerend management een significant persoonlijk financieel belang heeft in de rechtspersoon waarmee Roularta Media Group een transactie wenst af te sluiten;
  • een bestuurder of een lid van het uitvoerend management, zijn of haar echtgenoot, samenwonende partner, kind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad deel uitmaakt van de Raad van Bestuur of het uitvoerend management van de rechtspersoon waarmee Roularta Media Group een belangrijke transactie wenst aan te gaan;
  • de Raad van Bestuur oordeelt dat een dergelijk conflict met betrekking tot de voorgenomen transactie bestaat.

De betrokken bestuurder of het lid van het uitvoerend management verschaft de Raad van Bestuur alle mogelijke relevante informatie met betrekking tot het belangenconflict. De betrokken bestuurder of het lid van het uitvoerend management onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging en besluitvorming over dit agendapunt.

In voorkomend geval de Raad van Bestuur beslist om de voorgenomen ver-

werking van de Raad van Bestuur en zijn comités beoordelen; (ii) nagaan of de belangrijke onderwerpen grondig worden voorbereid en besproken; (iii) de daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder aan de werkzaamheden van de Raad van Bestuur nagaan, aan de hand van zijn of haar aanwezigheid bij de raadsen comitévergaderingen en zijn of haar constructieve betrokkenheid bij de besprekingen en de besluitvorming beoordelen; (iv) een vergelijking tot stand brengen tussen de huidige samenstelling van de Raad van Bestuur en zijn comités en de vooropgestelde gewenste samenstelling.

Hiermee wijkt Roularta Media Group af van principe 9.1 van de Corporate Governance Code 2020 dat aanbeveelt om minstens om de drie jaar een evaluatie door te sturen. Naar aanleiding van de laatste evaluatie van de Raad van Bestuur en zijn comités in 2023 werden de bestuurders en de leden van de comités ook bevraagd naar de ideale frequentie van deze evaluatie. De bevraagde bestuursleden en leden van de onderscheiden comités waren van mening dat een evaluatie om de vier jaar een ideale frequentie is. Een evaluatie om de vier jaar ligt in lijn met de duurtijd van het mandaat van bestuurder, waarop er sowieso al een evaluatie gebeurt met het oog op de (her)benoeming van een bestuurder.

Eveneens om de vier jaar beoordelen de nietuitvoerende bestuurders hun interactie met het senior management en, indien toepasselijk, maken zij voorstellen over aan de voorzitter van de Raad van Bestuur ter verbetering van deze interactie.

richting te laten doorgaan, zal deze transactie minstens moeten plaatsvinden onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.

De Raad van Bestuur omschrijft in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing of verrichting en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap en verantwoordt het genomen besluit. Dit deel van de notulen wordt in zijn geheel opgenomen in het jaarverslag of in een stuk dat samen met de jaarrekening wordt neergelegd. De notulen van de vergadering worden ook aan de commissaris van de vennootschap meegedeeld. In zijn verslag bij de jaarrekening beoordeelt de commissaris, in een afzonderlijke sectie, de vermogensrechtelijke gevolgen voor de vennootschap van de besluiten van de Raad van Bestuur, zoals door hem omschreven, waarvoor een strijdig belang als bedoeld in het eerste lid bestaat.

De Raad van Bestuur bevestigt dat er in het afgelopen boekjaar geen dergelijke transacties tot stand zijn gekomen of situaties zijn geweest, die aanleiding hebben gegeven tot toepassing van de hierboven vermelde procedure.

PROTOCOL TER VOORKOMING VAN MARKTMISBRUIK

Het protocol ter voorkoming van marktmisbruik dat onderdeel vormt van het Corporate Governance Charter van Roularta Media Group legt aan bestuurders, leden van het uitvoerend management en andere personeelsleden of (externe) medewerkers die door de aard van hun functie met vertrouwelijke en/of koersgevoelige informatie in contact komen, het verbod op om rechtstreeks, dan wel onrechtstreeks op basis van voorwetenschap te handelen in financiële instrumenten uitgegeven door Roularta Media Group. Dit protocol is opgesteld in de lijn van de beginselen vastgelegd in de Europese verordening n°596/2014 inzake marktmisbruik en de wetten van 27 juni 2016 en 31 juli 2014 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Het voormelde protocol bevat ook regels betreffende de openbaarmaking van uitgevoerde transacties door leidinggevende managers en hun nauw verwante personen via een kennisgeving aan de vennootschap en aan de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).

REMUNERATIEVERSLAG Algemeen

Door de wet van 28 april 2020 werden nieuwe regels ingevoerd in het Belgische vennootschapsrecht, ter uitvoering van de EU-richtlijn 2017/828 met betrekking tot het aanmoedigen van langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders. Deze nieuwe regels vereisen onder meer dat de vennootschap een remuneratiebeleid heeft, waarover de aandeelhouders het recht hebben te stemmen op de algemene vergadering.

De Raad van Bestuur heeft zijn uitgewerkte remuneratiebeleid voor zijn bestuurders en de leden van het uitvoerend management ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering van 18 mei 2021.

U vindt het remuneratiebeleid zoals uitgewerkt door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de algemene vergadering terug op de website van de vennootschap via de link www.roularta.be/ nl/roularta-op-de-beurs/corporate-governance/ remuneratiebeleid.

Het uitgestippelde remuneratiebeleid voor de bestuurders en de leden van het uitvoerend management heeft als doel gekwalificeerde bestuurders, managers met de vereiste achtergrond en ervaring op het gebied van de verschillende elementen van het ondernemingsbeleid aan te trekken en te behouden.

Om dit doel te bereiken, wordt een marktconform remuneratiebeleid gehanteerd rekening houdend met de omvang en de complexiteit van de onderneming en waar mogelijk, gebruikmakend van referentiegegevens.

Bij iedere materiële wijziging en ten minste om de vier jaar wordt het remuneratiebeleid in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 28 april 2020 opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.

De Raad van Bestuur bevestigt dat er geen materiële wijzigingen werden doorgevoerd aan het uitgewerkte remuneratiebeleid en is niet van voornemens dit remuneratiebeleid in 2025 materieel te wijzigen. Het remuneratiebeleid wordt op de algemene vergadering van 20 mei 2025 opnieuw ter goedkeuring voorgelegd.

In onderstaand remuneratieverslag over het boekjaar 2024 vindt u uitleg en duiding bij de vergoeding van:

(I) de niet-uitvoerende leden van de Raad

  • van Bestuur;
  • (II) de Chief Executive Officer (CEO), die ook lid is van de Raad van Bestuur en dus ook uitvoerend bestuurder is;
  • (III) de uitvoerende bestuurders;
  • (IV) en van de andere leden van het uitvoerend management die geen deel uitmaken van de Raad van Bestuur.

Het remuneratieverslag over het boekjaar 2025.

  • 2024 zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van 20 mei

Remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders op jaarbasis

De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen een vaste remuneratie ter vergoeding van hun lidmaatschap van de Raad van Bestuur en zitpenningen in functie van hun aanwezigheid op de raden van bestuur en de comités waarvan zij lid zijn. De hoogte van de bestuurdersbezoldiging wordt bepaald rekening houdend met hun rol als gewoon bestuurder, hun specifieke rollen, zoals voorzitter van de Raad van Bestuur, voorzitter of lid van een comité, alsook met de daaruit voortvloeiende verantwoordelijk-heden en tijdsbesteding. Aan de niet-uitvoerende leden van de Raad

van Bestuur wordt een vaste vergoeding van 10.000 euro toegekend, aangevuld met een vergoeding per zitting van de Raad van Bestuur van 2.500 euro.

Voor telefonische of digitale raden van bestuur wordt geen vergoeding toegekend.

Aan de leden van de comités van de Raad van Bestuur (het auditcomité en het benoemings- en remuneratiecomité) wordt aanvullend een vergoeding per zitting toegekend van 2.500 euro. Aan de voorzitter van het auditcomité wordt per zitting van dit comité een aanvullende vergoeding van 5.000 euro toegekend.

De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden remuneratie zoals bonussen, langetermijn-incentiveprogramma's, voordelen in natura of pensioenplannen. Er zijn ook geen bijdragen voor pensioenen of soortgelijke vergoedingen voor bestuurders.

Evenmin worden aan de niet-uitvoerende bestuurders opties of warrants toegekend. Hiermee wijkt Roularta Media Group af van het principe 7.6 van de Corporate Governance Code dat aanbeveelt dat de niet-uitvoerende bestuurders voor een deel van hun remuneratie vergoed worden in de vorm van aandelen. De Raad van Bestuur heeft beslist om af te wijken van dit principe om volgende redenen: vooreerst zijn een aantal niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur voorgedragen door en/of hebben zij een nauwe relatie met de referentieaandeelhouder, die al over een substantieel aandelenpakket beschikt. Voor de overige niet-uitvoerende/onafhankelijke bestuurders is de Raad van Bestuur van mening dat een vergoeding van het bestuurdersmandaat voor een deel onder de vorm van aandelen, tegenstrijdig is met enerzijds het onafhankelijkheidsprincipe en anderzijds ook met het langetermijnperspectief voor de Groep, dat de Raad van Bestuur voor ogen heeft.

WE CREATE MEDIA WITHPACT

Remuneratie van de uitvoerende bestuurders op jaarbasis De Raad van Bestuur heeft in zijn midden, naast de gedelegeerd bestuurder/CEO, nog één uitvoerende bestuurder, de heer Rik De Nolf.

Aan de voorzitter van de Raad van Bestuur en aan de gedelegeerd bestuurder wordt een vaste vergoeding toegekend van 100.000 euro. Omdat zowel de voorzitter als de gedelegeerd bestuurder meer tijd besteedt aan de permanente opvolging van de ontwikkelingen van de Groep in het algemeen en in het bijzonder aan de voorbereiding van de raden van bestuur en hun afgeleide comités wordt er aan hen een remuneratiepakket toegekend dat louter bestaat uit een vaste vergoeding. Dit remuneratiepakket wordt afzonderlijk bepaald door het benoemings- en remuneratiecomité en wordt goedgekeurd door de Raad van Bestuur.

Daarnaast wordt aan de uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur als lid van het executive management committee en ter vergoeding van zijn rol als verantwoordelijke voor de externe communicatie en de 'investor relations' van de Groep een afzonderlijke vergoeding toegekend van 187.122 euro.

De uitvoerende bestuurders ontvangen geen prestatiegebonden remuneratie zoals bonussen, lange- termijn-incentiveprogramma's, voordelen in natura of pensioenplannen. Evenmin worden aan de

OVERZICHTSTABEL VERGOEDINGEN LEDEN RAAD VAN BESTUUR

Vaste
vergoeding in €
Zitpenningen
raad van
bestuur (1)
Zitpenningen
auditcomité
Zitpenningen
benoemings- en
remuneratiecomité
Vergoeding uitvoerend
bestuurder/lid uitvoer
end management
Totaal
Rik De Nolf
voorzitter Raad van Bestuur
Uitvoerend
bestuurder
100.000 0 0 187.122 287.122
Xavier Bouckaert
vaste vertegenwoordiger van
NV Koinon – gedelegeerd bestuurder
Uitvoerend
bestuurder
100.000 0 0 779.601 879.601
Coralie Claeys
vaste vertegenwoordiger van
NV Verana
Niet-uitvoerend
bestuurder
10.000 12.500 0 0 0 22.500
Lieve Claeys Niet-uitvoerend
bestuurder
10.000 12.500 0 0 22.500
Koen Dejonckheere
vaste vertegenwoordiger van NV
Invest at Value – lid auditcomité – lid
benoemings- en remuneratiecomité
Onafhankelijk
bestuurder
10.000 12.500 7.500 5.000 35.000
Francis De Nolf
vaste vertegenwoordiger van
NV Alauda
Niet-uitvoerend
bestuurder
10.000 12.500 0 0 0 22.500
Louis De Nolf (2)
lid auditcomité
Niet-uitvoerend
bestuurder
5.000 7.500 5.000 17.500
William De Nolf
vaste vertegenwoordiger van
NV Cella
Niet-uitvoerend
bestuurder
10.000 12.500 0 0 0 22.500
Pascale Sioen
vaste vertegenwoordiger van
BV P. Company
Onafhankelijk
bestuurder
10.000 12.500 0 0 0 22.500
Rik Vanpeteghem
voorzitter auditcomité – lid
benoemings- en remuneratiecomité
Onafhankelijk
bestuurder
10.000 12.500 20.000 5.000 0 47.500

uitvoerende bestuurders opties of warrants toegekend, noch pensioenbijdragen of soortgelijke vergoedingen.

Remuneratie leden van het uitvoerend management – vergoeding CEO

De vergoeding van de leden van het uitvoerend management wordt bepaald door de Raad van Bestuur op basis van de aanbevelingen van het benoemings- en remuneratiecomité.

Het niveau en de structuur van de remuneratie van het uitvoerend management moeten de vennootschap toelaten gekwalificeerde en deskundige managers aan te trekken, te behouden en blijvend te motiveren, rekening houdend met de aard en de draagwijdte van hun individuele verantwoordelijkheden.

De hoogte en structuur van de basisvergoeding van het uitvoerend management worden op regelmatige basis getoetst op hun marktconformiteit door een (internationaal) consulting- & adviesbureau gespecialiseerd op het gebied van bezoldigingen en voordelen.

Er werd door de Raad van Bestuur in afwijking van principe 7.9 van de Corporate Governance Code 2020 geen minimumdrempel bepaald van aandelen die moeten worden aangehouden door de leden van het uitvoerend management. Door de geregelde basis waarop er door de Raad van Bestuur (op advies van het benoemings- en remuneratiecomité) aandelenoptieplannen worden uitgeschreven, waarop door de leden van het

(1) Er worden geen zitpenningen toegekend voor telefonische of digitale raden van bestuur. uitvoerend management kan worden ingete-

(2) benoemd op de algemene vergadering van 21 mei 2024.

kend, is de Raad van Bestuur van oordeel dat het bepalen van een dergelijke minimumdrempel niet opportuun is.

De vennootschap gaat ervan uit dat het uitgestippelde remuneratiebeleid voor de leden van het uitvoerend management voor de komende twee boekjaren zal worden aangehouden, tenzij uit de toets met de markt blijkt dat er zich aanpassingen opdringen.

De remuneratie van de leden van het uitvoerend management bestaat uit:

  • een basisvergoeding conform de opleiding, functie-inhoud, ervaring en anciënniteit;
  • een prestatiegebonden bonus van maximaal 30% van de basis jaarvergoeding.

Deze bonus is voor 50% gekoppeld aan de geconsolideerde resultaten van de Groep, zijnde de gebudgetteerde EBITDA en voor de overige 50% aan de individuele doelstellingen gelinkt aan de verantwoordelijkheden van het betrokken lid van het executive management committee.

Bij het bepalen van de individuele kwalitatieve targets voor de overige leden van het uitvoerend management wordt er een evenwichtige mix nagestreefd tussen korte- en langetermijndoelstellingen, met ook aandacht voor 'targets' gelinkt aan het duurzaamheidsbeleid van de vennootschap.

Na afloop van het boekjaar wordt er door het benoemings- en remuneratiecomité op basis van de vastgelegde kwantitative en kwalitatieve prestatiecriteria, bepaald of en in welke

IM WE CREATE MEDIA WITHPACT

mate de bonus werd gehaald.

Voor wat betreft de prestatiegebonden bonus (zijnde 50% van het totale bonusbedrag) gekoppeld aan de gebudgetteerde EBITDA wordt er voorzien dat bij het niet behalen van deze financiële target, de bonus als volgt in minus wordt aangepast.

afwijking ≤ 5% tov de gebudgetteerde EBITDA = -20% op de bonus;

afwijking ≤ 10% tov de gebudgetteerde EBITDA = -40% op de bonus;

afwijking ≤ 15% tov de gebudgetteerde EBITDA = -60% op de bonus;

afwijking ≤ 20% tov de gebudgetteerde EBITDA = -80% op de bonus;

afwijking ≥ 20% tov de gebudgetteerde EBITDA = -100% op de bonus;

Er is geen accelator voorzien, in voorkomend geval de gebudgetteerde EBITDA wordt overschreden. De overige 50% van de te behalen bonus, is gekoppeld aan meerdere individuele kwalitatieve prestatiecriteria, die elk een eigen wegingsfactor krijgen. Op basis van een evaluatie en score, die wordt geven aan deze individuele kwalitatieve prestatiecriteria, wordt bepaald of en in welke mate het lid van het uitvoerend management recht heeft op zijn/ haar bonus.

De bonus wordt in cash uitbetaald. Er werd niet voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap in voorkomend geval de variabele remuneratie zou zijn toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens (claw back in de zin van artikel 3:6 § 3,11° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen). De toekenning van de bonussen gebeurt pas na de afsluiting van het boekjaar en het uitvoeren door de commissarissen van de nodige controle op de cijfers, zodat de kans op de uitbetaling van een bonus op basis van onjuiste financiële gegevens te verwaarlozen is. Hiermee wijkt Roularta Media Group af van het principe 7.12 van de Corporate Governance Code 2020

• een langetermijnincentive bestaande uit rechten om aandelen van Roularta Media Group te verwerven. Deze langetermijnincentive is niet prestatiegebonden. De door de vennootschap uitgegeven optieplannen hebben telkens een looptijd van tien jaar, waarbij de eerste uitoefening ten vroegste kan plaatsvinden tijdens het derde kalenderjaar ná het jaar waarop werd ingetekend op de opties.

Aan de CEO en de uitvoerend voorzitter van de Raad van Bestuur die tevens lid zijn van het executive management committee wordt geen bonus, noch een langetermijnincentive toegekend.

EVOLUTIE VAN DE VERGOEDING (LEDEN RAAD VAN BESTUUR EN UITVOEREND MANAGEMENT) IN VERGELIJKING MET DE PRESTATIES VAN DE VENNOOTSCHAP EN DE GEMIDDELDE VERLONING PER FTE

EVOLUTIE

2024 2023 2022 2021 2020
412 385 375 365 335
10 9 8 8 8
880 850 824 793 789
1.174 (1) 844 794 (2) 768 588 (3)
4 3 3 3 3
320.307 323.526 343.140 300.205 256.269
27.059 21.595 30.081 36.895 18.911
112.600 114.658 110.538 98.117 87.225
1.185 1.214 1.293 1.243 1.182
95 94 85 79 74

(1) vanaf juni 2024 werd het uitvoerend management uitgebreid met de COO, de heer Jeroen Mouton.

(2) De remuneratie van de CFO omvat de vergoeding van de heer Jeroen Mouton t.e.m. 14 november 2022, de vergoeding voor de nieuwe CFO Steven Vandenbogaerde vanaf 1 december 2022 en de vergoeding voor de CFO ad interim tussen 18 oktober 2022 en 9 december 2022. (3) Geen bonussen uitgekeerd wegens COVID-19.

Zoals voorzien in de wet van 28 april 2020 geeft Roularta Media Group voor 2024 hierbij de ratio mee tussen de vergoeding van de CEO (exclusief bestuurdersvergoeding) en de laagste verloning (uitgedrukt in voltijds equivalent). Deze ratio bedraagt 22,77.

De totale brutovergoeding die in 2024 aan de leden van het executive management committee en de CEO werd toegekend, bedraagt:

Leden executive management committee (excl. CEO + incl. vergoeding uitvoerend voorzitter) CEO (NV Koinon)
Basisvergoeding 1.019.252 euro 779.601 euro
Prestatiegebonden bonus 154.709 euro -
Pensioenen of andere voordelen in natura - -

Overzicht opties executive management committee

Op vandaag zijn er nog twee optieplannen lopende. Een optieplan van 2015 aan een uitoefenprijs van 11,73 euro en een optieplan van 2019 aan een uitoefenprijs van 14,39 euro.

De leden van het executive management committee hebben geen aandelenopties in het kader van deze twee nog lopende optieplannen.

De heer Jeroen Mouton, die sinds begin juni 2024 de functie van COO invult binnen de groep, heeft een aandelenpakket van 8.772 aandelen Roularta verworven. 118 119

(1) Vaste inrichting/Zweigniederlassung ingeschreven in het handelsregister te Augsburg Duitsland onder nummer HRB 36615.

De BV RMN MINDSTYLE wordt gefusioneerd met de BV Roularta Media Nederland in Q1 2025 met terugwerkende kracht tot 01/01/2025.

Begin januari 2025 werden Profacts Holding BV en B2Sense BV gefusioneerd met hun respectievelijke moedervennootschappen.

BELGIË NEDERLAND DUITSLAND FRANKRIJK

ROULARTA MEDIA GROUP NV

ONDERDEEL VERKLARING NIET-FINANCIËLE INFORMATIE (P. 130)

GROEPSSTRUCTUUR

ROULARTA MEDIA GROUP

PER 31/12/2024

JAARVERSLAG 2024 122

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

Het management beschouwt EBITDA als een relevante prestatiemaatstaf om de resultaten te beoordelen, gezien het – in tegenstelling tot EBIT – afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen buiten beschouwing laat.

1. GECONSOLIDEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING

IN DUIZEND EURO Toelichting 31/12/2024 31/12/2023
Omzet 4 320.307 323.526
Geproduceerde vaste activa 1.330 1.865
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen -52.491 -62.249
Diensten en diverse goederen 5 -137.804 -135.533
Personeelskosten 6 -112.600 -114.658
Andere bedrijfsopbrengsten 8 8.580 5.282
Andere bedrijfskosten 8 -3.210 -2.178
Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen 7 -371 -846
Voorzieningen 24 1.523 3.707
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen
en joint ventures
16 1.793 2.678
EBITDA 27.059 21.595
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen -23.413 -18.359
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 14&15 -20.862 -18.359
Bijzondere waardeverminderingen 14 -2.551 -
Bedrijfsresultaat - EBIT 3.646 3.236
Financieringsopbrengsten 9 1.849 853
Financieringskosten 9 -702 -461
Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten 4.793 3.629
Belastingen op het resultaat 10 1.331 -1.261
Nettoresultaat 6.124 2.368
Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen 6.124 2.368
Toerekenbaar aan:
Minderheidsbelangen 22 51 18
Aandeelhouders van Roularta Media Group 6.073 2.350
WINST PER AANDEEL
IN EURO
Toelichting 31/12/2024 31/12/2023
Gewone winst per aandeel 11 0,49 0,20
Verwaterde winst per aandeel 11 0,49 0,20

2. GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN

IN DUIZEND EURO Toelichting 31/12/2024 31/12/2023
Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen 6.124 2.368
Niet-gerealiseerde resultaten van de periode
Niet-gerealiseerde resultaten van de periode die later niet geherklasseerd kunnen worden naar winst-en-verliesrekening
Langetermijnpersoneelsbeloningen - actuariële winsten / verliezen 1.240 447
Uitgestelde belastingen m.b.t. niet-gerealiseerde perioderesultaten -310 -112
Aandeel in niet-herklasseerbare andere elementen van het resultaat
van joint ventures en geassocieerde ondernemingen
-219 -189
Niet-gerealiseerde perioderesultaten 711 146
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 6.835 2.514
Toerekenbaar aan:
Minderheidsbelangen 51 18
Aandeelhouders van Roularta Media Group 6.784 2.496

De geconsolideerde jaarrekening geeft de cijfers weer voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2024 en 31 december 2023. De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze onderdelen van de jaarrekening.

ACTIVA
IN DUIZEND EURO
Toelichting 31/12/2024 31/12/2023
Vaste activa 212.747 223.272
Goodwill 13 7.975 9.852
Immateriële activa 14 79.765 85.686
Materiële vaste activa 15 72.357 70.830
Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode 16 49.622 53.511
Investeringen in financiële activa, leningen en waarborgen 17 440 494
Uitgestelde belastingvorderingen 19 2.589 2.899
Vlottende activa 140.260 140.184
Voorraden 20 8.637 10.889
Handelsvorderingen en overige vorderingen 18 52.718 52.777
Belastingvorderingen 3.208 1.949
Geldmiddelen en kasequivalenten 21 70.048 68.267
Over te dragen kosten en verkregen opbrengsten 5.649 6.301
Totaal activa 353.007 363.456

PASSIVA

PASSIVA
IN DUIZEND EURO
Toelichting 31/12/2024 31/12/2023
Eigen vermogen 216.587 216.775
Eigen vermogen - aandeel van de Groep 216.765 217.003
Geplaatst kapitaal 22 84.816 80.000
Eigen aandelen 22 -31.801 -30.020
Overgedragen winsten 160.030 166.366
Overige reserves 22 3.720 657
Minderheidsbelangen 22 -178 -228
Langlopende verplichtingen 20.779 24.038
Voorzieningen 24 3.080 2.901
Personeelsbeloningen 25 3.866 5.887
Uitgestelde belastingschulden 19 8.860 9.208
Financiële schulden 26 4.973 6.029
Overige schulden 27 - 13
Kortlopende verplichtingen 115.641 122.643
Financiële schulden 26 3.486 5.444
Handelsschulden 27 40.975 43.824
Ontvangen vooruitbetalingen 27 40.098 41.732
Personeelsbeloningen 27 16.969 18.728
Belastingschulden 27 1.137 1.422
Overige schulden 27 5.295 5.091
Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten 27 7.681 6.402
Totaal passiva 353.007 363.456

3. GECONSOLIDEERDE BALANS

4. GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT

IN DUIZEND EURO Toelichting 31/12/2024 31/12/2023
Cashflow uit operationele activiteiten
Nettoresultaat van de geconsolideerde ondernemingen 6.124 2.368
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen
en joint ventures
16 -1.793 -2.678
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen
en joint ventures
16 5.590 4.000
Belastingen op het resultaat 10 -1.331 1.261
Intrestkosten 9 702 461
Intrestopbrengsten (-) 9 -1.849 -853
Meer- (-) / minderwaarde (+) op realisatie immateriële en
materiële vaste activa
-2.446 -1.222
Niet-monetaire posten 19.863 15.528
Afschrijving op (im)materiële activa 14&15 20.862 18.359
Bijzondere waardeverminderingen 14 2.551 -
Kosten m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen 6 -29 30
Toevoeging (+) / terugname (-) op provisies 24 -1.523 -3.707
Andere niet-monetaire posten 8 -1.997 845
Nettocashflow uit operationele activiteiten voor mutatie van het
werkkapitaal
24.861 18.863
Mutatie van de handelsvorderingen -1.164 3.611
Mutatie van de voorraden 1.911 2.158
Mutatie van de handelsschulden -2.831 -7.508
Overige mutaties van het werkkapitaal (a) 2.062 -2.934
Mutatie van het werkkapitaal -22 -4.673
Betaalde belastingen op het resultaat -533 -645
Betaalde intresten -440 -461
Ontvangen intresten 1.764 702
NETTOCASHFLOW UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN (A) 25.630 13.787

(a) Mutatie in kortlopende overige vorderingen, over te dragen kosten en verkregen opbrengsten, voorzieningen, personeelsbeloningen, overige schulden, ontvangen vooruitbetalingen en toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten.

We verwijzen naar toelichting 21 – Geldmiddelen en kasequivalenten voor verdere uitleg bij de bewegingen in het kasstroomoverzicht.

IN DUIZEND EURO Toelichting 31/12/2024 31/12/2023
Cashflow met betrekking tot investeringen
Immateriële activa - aanschaffingen 14 -7.018 -7.574
Materiële activa - aanschaffingen 15 -8.288 -8.480
Immateriële activa - verkopen 200 -
Materiële activa - verkopen 2.369 1.624
Nettokasstroom met betrekking tot overnames en aankoop bedrijfstak 30 - -1.231
Nettokasstroom met betrekking tot afstotingen en verkoop bedrijfstak 30 1.310 -
Investeringen in financiële activa, leningen en waarborgen -
andere mutaties
35 206
NETTOCASHFLOW MET BETREKKING TOT INVESTERINGEN (B) -11.392 -15.455
Cashflow uit financieringsactiviteiten
Betaalde dividenden -4.589 -11.783
Eigen aandelen -2.404 221
Terugbetaling van kortlopende financiële schulden -2.500 -
Terugbetaling van langlopende financiële schulden - -500
Aflossing leasingschuld -2.963 -2.484
NETTOCASHFLOW UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN (C) -12.456 -14.545
TOTAAL MUTATIE GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN (A+B+C) 1.781 -16.213
Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 68.267 84.480
Geldmiddelen en kasequivalenten, eindbalans 70.048 68.267
NETTOMUTATIE GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN 21 1.781 -16.213

5. GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN

2024
IN DUIZEND EURO
Geplaatst
kapitaal
Eigen
aandelen
Over
gedragen
winsten
Overige
reserves
Eigen
vermogen
- aandeel
Groep
Minder
heids
belangen
Totaal
eigen
vermogen
Balans per 01/01/2024 80.000 -30.020 166.366 657 217.003 -228 216.775
Nettoresultaat - - 6.073 - 6.073 51 6.124
Niet-gerealiseerde perioderesultaten, na aftrek van belastingen - - - 711 711 - 711
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde perioderesultaten - - 6.073 711 6.784 51 6.835
Kapitaalverhoging nav keuzedividend 4.816 - - 2.380 7.196 - 7.196
Inkoop eigen aandelen - -2.417 - - -2.417 - -2.417
Uitoefening van opties - 13 - - 13 - 13
Toegekende dividenden - - -11.786 - -11.786 - -11.786
Waardering van op aandelen gebaseerde betalingen - - - -29 -29 - -29
Overige toename / afname - 623 -623 - - - -
Balans per 31/12/2024 84.816 -31.801 160.030 3.720 216.765 -178 216.587
2023
IN DUIZEND EURO
Geplaatst
kapitaal
Eigen
aandelen
Over
gedragen
winsten
Overige
reserves
Eigen
vermogen
- aandeel
Groep
Minder
heids
belangen
Totaal
eigen
vermogen
Balans per 01/01/2023 80.000 -31.109 175.307 1.841 226.039 -247 225.792
Nettoresultaat - - 2.350 - 2.350 18 2.368
Niet-gerealiseerde perioderesultaten, na aftrek van belastingen - - - 146 146 - 146
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde perioderesultaten - - 2.350 146 2.496 18 2.514
Uitoefening van opties - 221 - - 221 - 221
Toegekende dividenden - - -11.783 - -11.783 - -11.783
Waardering van op aandelen gebaseerde betalingen - - - 30 30 - 30
Overige toename / afname - 868 491 -1.359 - - -
Balans per 31/12/2023 80.000 -30.020 166.366 657 217.003 -228 216.775

We verwijzen naar toelichting 22 – Eigen Vermogen voor verdere uitleg bij de bewegingen in het eigen vermogen.

4 >I" ³ï 131 7RHOLFKWLQJELMGHJHFRQVROLGHHUGH
Toelichting 2 - Groepsstructuur 136
TOELICHTINGEN BIJ DE Toelichting 3 - Gesegmenteerde informatie 137 MDDUUHNHQLQJ
Toelichting 4 - Omzet 139
GECONSOLIDEERDE Toelichting 5 - Diensten en diverse goederen 140 TOELICHTING 1 -
BELANGRIJKSTE
wisselkoerswijzigingen:
Gebrek
aan
inwisselbaarheid (toepasbaar voor boekjaren
1.3 Consolidatieprincipes
De geconsolideerde jaarrekening consolideert de
voor overige risico's en kosten.
Toelichting 6 - Personeelskosten 140 GEHANTEERDE GRONDSLAGEN VOOR
FINANCIËLE VERSLAGGEVING
vanaf 1 januari 2025)
x IFRS 18 Presentatie en toelichting in de
financiële gegevens van Roularta Media Group NV,
haar dochterondernemingen en joint ventures, na de
De nettoboekwaarde van deelnemingen in joint
ventures en geassocieerde ondernemingen wordt
JAARREKENING Toelichting 7 - Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen 141 jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 eliminatie van alle materiële transacties binnen de
Groep.
opnieuw geëvalueerd indien er indicaties zijn van een
bijzondere waardevermindering, of indicaties dat
Toelichting 8 - Andere bedrijfsopbrengsten en –kosten 141 1.1 Presentatiebasis
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in
januari 2027 maar nog niet goedgekeurd binnen
de Europese Unie)
eerder opgenomen bijzondere waardeverminderingen
INHOUDSTAFEL Toelichting 9 - Financieringsopbrengsten en -kosten 141 overeenstemming met de IFRS Accounting Standards
uitgegeven door de International Accounting
x IFRS 19 Dochterondernemingen zonder publieke
verantwoordingsplicht – Toelichtingen
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover
Roularta Media Group NV een beslissende invloed
niet langer gerechtvaardigd zijn. De deelnemingen in
joint ventures en geassocieerde ondernemingen in de
Toelichting 10 - Belastingen op het resultaat 141 Standards Board (IASB), en met de interpretaties
uitgegeven door het International Financial Reporting
(toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2027
maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese
('zeggenschap') uitoefent. Ze consolideert deze onder
de integrale consolidatiemethode.
balans omvatten ook de boekwaarde van gerelateerde
goodwill.
Toelichting 11 - Winst per aandeel 142 Interpretation Committee (IFRIC) van de IASB die door Unie)
x Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7 Classificatie
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen Goodwill verworven bij acquisitie van joint ventures of
Toelichting 12 - Dividenden 142 de Europese Commissie zijn goedgekeurd. en waardering van financiële instrumenten worden opgesteld voor hetzelfde boekjaar als dat van geassocieerde deelnemingen wordt opgenomen in de
In overeenstemming met de IFRS Accounting Standards Toelichting 13 - Goodwill 143 De geconsolideerde jaarrekening geeft een algemeen
overzicht van de activiteiten van de Groep en de
(toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026
maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese
de moedermaatschappij en op basis van uniforme
grondslagen voor financiële verslaggeving voor
boekwaarde van de betreffende participatie en niet
apart op waardeverminderingen getest, de volledige
³ % 4 >AI) ï 144 behaalde resultaten. Ze geeft een getrouw beeld van
de financiële positie, de financiële prestaties en de
Unie)
x Jaarlijkse Verbeteringen – Volume 11
vergelijkbare transacties en andere gebeurtenissen in
soortgelijke omstandigheden.
boekwaarde van de investering wordt getest als één
enkel actief volgens de bepalingen van IAS 36
3 % &f%3%&gN) I 4 >BI- ï 146 kasstromen van de Groep, en is opgesteld in de (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026
maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese
Gezamenlijke overeenkomsten en geassocieerde Bijzondere waardevermindering van activa.


%3%&
Toelichting 16 - Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode 147 veronderstelling dat de continuïteit gewaarborgd is.
Ze is opgesteld in duizend euro.
Unie) ondernemingen Het aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures wordt opgenomen in
Q
%3%&I
N\$
4 >DI) ³ï Q 150 De geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar
2024 werd door de raad van bestuur op 4 april 2025
x Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7 Contracten
met betrekking tot natuurafhankelijke
Er is sprake van een
gezamenlijke overeenkomst
wanneer Roularta Media Group NV contractueel
het bedrijfsresultaat van de Groep.
% 3 - !f%3-!g Toelichting 18 - Handels- en overige vorderingen 150 goedgekeurd en kan gewijzigd worden tot de
algemene vergadering van 20 mei 2025.
elektriciteit (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1
januari 2026 maar nog niet goedgekeurd binnen
overeengekomen is om de zeggenschap te delen met
een of meerdere partijen, wat enkel het geval is
1.4 Goodwill
³ï Toelichting 19 - Uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen 151 1.2 Nieuwe en herziene IFRS-standaarden en de Europese Unie) wanneer beslissingen over de relevante activiteiten de
unanieme goedkeuring vereisen van de partijen die
Goodwill wordt bij verwerving van
dochterondernemingen vanaf overnamedatum
% 5 N Toelichting 20 - Voorraden 152 interpretaties De Groep verwacht dat de toepassing van deze IFRS gezamenlijke zeggenschap hebben. opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal
van de reële waarde van de overgedragen vergoeding,
Toelichting 21 - Geldmiddelen en kasequivalenten 152 Volgende standaarden en interpretaties werden
toepasbaar voor boekjaar beginnend op of na 1 januari
normen geen significante invloed zal hebben op de
geconsolideerde jaarrekening, met uitzondering van
zijn ondernemingen
Geassocieerde ondernemingen
het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in
Toelichting 22 - Eigen vermogen 153 2024: IFRS 18 die IAS 1 vervangt. IFRS 18 zal geen invloed
hebben op de opname of waardering van posten in de
waarin Roularta Media Group NV, rechtstreeks of
onrechtstreeks, een invloed van betekenis heeft en die
een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen
wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen
Toelichting 23 - Op aandelen gebaseerde betalingen 154 x Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de jaarrekening maar wel op de presentatie en de
informatieverschaffing ervan. IFRS 18 introduceert
geen dochterondernemingen of gezamenlijke
overeenkomsten zijn. Dit is verondersteld het geval te
aangehouden aandelenbelang over anderzijds het
nettosaldo van de verworven identificeerbare activa en
Toelichting 24 - Voorzieningen 154 Jaarrekening: classificatie van verplichtingen als
kortlopend of langlopend en Langlopende
namelijk onder andere nieuwe (sub)totalen
("bedrijfsresultaat" en "winst of verlies vóór
zijn indien de Groep ten minste 20% van de
stemrechten verbonden aan de aandelen bezit.
de overgenomen verplichtingen.
Toelichting 25 - Langlopende verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen 155 Verplichtingen met Convenanten
x Aanpassingen
aan
IFRS
16:
financiering en inkomstenbelasting") die verplicht
zijn, samen met een vereiste om deze te classificeren
De opgenomen financiële informatie met betrekking Conform IAS 36 wordt goodwill niet afgeschreven
maar minstens één keer per jaar onderworpen aan
4 ?CI&ï 157 Leaseovereenkomsten: Leaseverplichting in een
Sale and Leaseback
(in één van de vijf categorieën: operationeel, beleggen, tot deze ondernemingen is opgesteld volgens de een test op bijzondere waardevermindering, alsook
telkens er een aanwijzing bestaat dat een kasstroom
Toelichting 27 - Overige toelichtingen met betrekking tot passiva 158 x Aanpassingen aan IAS 7 Het Kasstroomoverzicht
en IFRS 7 Financiële Instrumenten:
financiering, inkomstenbelasting en beëindigde
activiteiten, waarvan de eerste drie nieuw zijn) en
grondslagen voor financiële verslaggeving van de
Groep
en
verwerkt
volgens
de
genererende
entiteit
mogelijk
een
Toelichting 28 - Voorwaardelijke verplichtingen en contractuele verbintenissen 159 Toelichtingen:
Regelingen
voor
Leveranciersfinancieringen
presenteren (op basis van het "meest bruikbare
gestructureerde samenvatting"-principe). Daarnaast
vermogensmutatiemethode. waardevermindering heeft ondergaan. Elk merk wordt
als een afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid
ï De toepassing van deze IFRS-normen had geen zijn er ook aanvullende vereisten voor de door het
management gedefinieerde prestatiemaatstaven en
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van
een joint venture of geassocieerde onderneming
beschouwd.
4 ?FK&ï KY ï 159 significante invloed op de geconsolideerde voor de aggregatie en dessaggregatie van informatie.
De Groep zal de impact van IFRS 18 op zijn
groter wordt dan de boekwaarde van de deelneming,
wordt de boekwaarde op nul gezet en worden
1.5 Immateriële activa andere dan goodwill
Immateriële activa omvatten de van derden verworven
Toelichting 30 - Kasstromen met betrekking tot overnames en afstotingen 160 jaarrekening van de Groep. geconsolideerde financiële overzichten (en de impact bijkomende verliezen enkel nog opgenomen in de
mate dat de Groep bijkomende verplichtingen op zich
of door inbreng verkregen merken,
klantenportefeuilles,
software,
concessies,
Toelichting 31 - Erelonen van de commissaris en met hem verbonden personen 161 Volgende standaarden en interpretaties zijn
gepubliceerd, maar nog niet van toepassing voor
die dit zal hebben op de gerapporteerde lijnen in de
financiële overzichten) verder analyseren.
genomen heeft. In dit geval wordt het gecumuleerde eigendomsrechten en gelijkaardige rechten, alsook
4 @?I)

³
161 het boekjaar beginnend op 1 januari 2024: verlies opgenomen onder de rubriek voorzieningen intern gegenereerde software.
Toelichting 33 - Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum 162 x Aanpassingen aan IAS 21 De gevolgen van
Statutaire jaarrekening 162
130 Verslag van de commissaris 164 131

TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING INHOUDSTAFEL

7RHOLFKWLQJELMGHJHFRQVROLGHHUGH

MDDUUHNHQLQJ

TOELICHTING 1 - BELANGRIJKSTE GEHANTEERDE GRONDSLAGEN VOOR FINANCIËLE VERSLAGGEVING

1.1 Presentatiebasis

  • x Aanpassingen aan IFRS 16: Leaseovereenkomsten: Leaseverplichting in een Sale and Leaseback
  • x Aanpassingen aan IAS 7 Het Kasstroomoverzicht en IFRS 7 Financiële Instrumenten: Toelichtingen: Regelingen voor Leveranciersfinancieringen

Volgende standaarden en interpretaties zijn gepubliceerd, maar nog niet van toepassing voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2024:

  • x IFRS 18 Presentatie en toelichting in de jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2027 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • x IFRS 19 Dochterondernemingen zonder publieke verantwoordingsplicht – Toelichtingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2027 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • x Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7 Classificatie en waardering van financiële instrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • x Jaarlijkse Verbeteringen Volume 11 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • x Aanpassingen aan IFRS 9 en IFRS 7 Contracten met betrekking tot natuurafhankelijke elektriciteit (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2026 maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)

1.3 Consolidatieprincipes

Gezamenlijke overeenkomsten en geassocieerde ondernemingen

1.4 Goodwill

1.5 Immateriële activa andere dan goodwill

x het financiële actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is financiële activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen, en

x de contractvoorwaarden van het financiële actief geven op bepaalde data aanleiding tot kasstromen die uitsluitend aflossingen en rentebetalingen op het uitstaande hoofdsombedrag betreffen.

Na de eerste waardering worden ze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve rentemethode.

Wanneer het effect van discontering immaterieel is, wordt er niet verdisconteerd.

De handels- en overige vorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten en leningen en waarborgen van de Groep worden geclassificeerd en gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

´ ´ ǦǦ

Financiële activa die worden aangehouden in een bedrijfsmodel anders dan 'om contractuele kasstromen te ontvangen' of 'om contractuele kasstromen te ontvangen of om financiële activa te verkopen' worden gecategoriseerd als gewaardeerd tegen reële waarde via winst en verlies.

Een winst of verlies voortvloeiend uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de financiële opbrengsten en kosten.

De financiële activa (niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen) die zijn geclassificeerd in de rubriek 'Investeringen in financiële activa', worden aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde via winst-en-verliesrekening, net zoals de geschreven put optie op minderheidsbelangen.

Bijzondere waardevermindering van financiële activa

De Groep bepaalt op elke verslagdatum de waarde van de voorziening voor verliezen (bijzondere waardevermindering).

Concreet zijn de volgende activa opgenomen in de beoordeling van de bijzondere waardevermindering van de Groep: handelsvorderingen, overige vorderingen, leningen en waarborgen en geldmiddelen en kasequivalenten.

Voor handelsvorderingen die geen significante financieringscomponent bevatten (d.w.z. vrijwel alle handelsvorderingen), biedt IFRS 9 een vereenvoudigde methode voor het meten van de verliescompensatie tegen een bedrag dat gelijk is aan de verwachte kredietverliezen aan de hand van een voorzieningenmatrix, die rekening houdt met historische informatie over wanbetalingen aangevuld met toekomstgerichte informatie per klant. De Groep past deze methode toe voor al haar handelsvorderingen.

De Groep beschouwt een financieel actief in wanbetaling wanneer de vorderingen meer dan 120 dagen vervallen zijn of het voorwerp vormen van een invorderingsprocedure. Niettemin beschouwt de Groep een financieel actief evenzeer in wanbetaling wanneer interne of externe informatie aangeeft dat het onwaarschijnlijk is dat de Groep de uitstaande contractuele bedragen volledig zal ontvangen.

1.8 Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (inkoopkosten of conversiekosten) volgens de FIFO methode (first-in, first-out) of tegen de opbrengstwaarde indien deze lager is.

De conversiekost omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de voorraden op hun huidige locatie en in de huidige staat te brengen.

De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van de normale bedrijfsvoering, verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren.

Verouderde en traag roterende voorraden worden systematisch afgeschreven.

1.9 Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen (looptijd van maximum 3 of 6 maanden) die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.

1.10 Eigen aandelen

Eigen aandelen worden in mindering gebracht van het eigen vermogen en gerapporteerd in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen. Er wordt geen winst of verlies opgenomen op de inkoop en verkoop van eigen aandelen.

1.11 Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Reorganisatie

Een voorziening voor reorganisatie werd einde 2024 aangelegd bij de verkoop van de Duitse bedrijfsactiviteit en de sluiting van de bedrijfslocatie.

1.12 Personeelsvoordelen

Pensioenverplichtingen

Binnen de Groep bestaan een aantal 'toegezegdebijdragenregelingen'. Deze plannen zijn in België echter wettelijk onderworpen aan minimale gegarandeerde rendementen. Door deze gegarandeerde minimumrendementen worden alle Belgische toegezegde-bijdragenregelingen onder IFRS beschouwd als een toegezegdpensioenregeling. Deze regelingen die gefinancierd zijn door groepsverzekeringen, worden gekwalificeerd als toegezegd-pensioenregelingen. De contante waarde van de brutoverplichting wordt berekend volgens de projected unit credit-methode, met actuariële berekening die op elk jaareinde gebeurt. Op basis van deze methode worden de verplichtingen met betrekking tot de voorbije diensttijd en de opgebouwde fondsbeleggingen berekend. Het verschil tussen de verplichting en de reële waarde van de fondsbeleggingen wordt door de Groep in de balans opgenomen als personeelsbeloning.

Voor de toegezegd-pensioenregelingen worden de voorzieningen gevormd door de actuariële huidige waarde te berekenen van toekomstige tussenkomsten aan de betrokken werknemers. Toegezegdpensioenkosten worden onderverdeeld in twee categorieën:

  • x aan het dienstjaar en vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, winsten en verliezen op inperkingen en afwikkelingen;
  • x nettorentekosten of –inkomsten

De kosten van verstreken diensttijd, de nettointrestkosten, de herwaardering van overige personeelsvergoedingen op lange termijn, administratiekosten en belasting voor het jaar zijn opgenomen onder personeelskosten in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. De herwaardering van de netto-toegezegdpensioenverplichting is opgenomen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten van de periode die later niet geherklasseerd kunnen worden naar winst-en-verliesrekening.

De Groep neemt tevens een voorziening op voor brugpensioen. Het bedrag van deze voorzieningen is gelijk aan de contante waarde van toekomstige vergoedingen beloofd aan de betrokken werknemers.

Op aandelen gebaseerde betalingstransacties

Verschillende warrant- en aandelenoptieplannen laten directie en kaderleden toe aandelen van de onderneming te verwerven. IFRS 2 wordt toegepast op alle op aandelen gebaseerde betalingstransacties, toegekend na 7 november 2002 en welke op 1 januari 2005 nog niet onvoorwaardelijk waren geworden. De uitoefenprijs van een optie wordt bepaald op basis van de gemiddelde slotkoers van het aandeel tijdens de dertig dagen die aan de datum van het aanbod van de opties voorafgaan of de laatste slotkoers die voorafgaat aan de dag van het aanbod. De reële waarde van de optie wordt berekend op basis van de Black and Scholes-formule. Wanneer de opties worden uitgeoefend, wordt het eigen vermogen verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. In het kader van de op aandelen gebaseerde transacties, hanteert de onderneming een vestingperiode, waarbij rechten op aandelen geleidelijk worden verworven.

Andere langetermijnpersoneelsbeloningen

Dit betreft voornamelijk de tariefvoordelen op abonnementen en jubileumuitkeringen. Het bedrag van deze voorziening is gelijk aan de contante waarde van deze toekomstige vergoedingen.

1.13 Financiële schulden

Financiële schulden, behalve derivaten, worden initieel opgenomen tegen reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van transactiekosten. Na de eerste verwerking worden leningen en overige financieringsverplichtingen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.

De waardering van een verplichting op een putoptie van een deelneming gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode of van een minderheidsbelang

Een financiële verplichting wordt opgenomen voor de reële waarde van de put optie. De reële waarde is de contante waarde van het geschatte aflossingsbedrag en afhankelijk van een management-raming op basis van een aantal assumpties (i.e. de verwachte marktwaarde, de geraamde waarschijnlijkheid van uitoefening van de putoptie in de verschillende jaren en de verwachte WACC). De verplichting zal vervolgens aangepast worden in de winst-en verliesrekening in geval van waardeveranderingen, waaronder het effect van het afwikkelen van de verdiscontering en andere veranderingen in het geschatte aflossingsbedrag als gevolg van veranderingen in assumpties van het management.

1.14 Handelsschulden

Handelsschulden worden opgenomen aan kostprijs. Deze schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.

1.15 Belastingen

Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en

Immateriële activa die afzonderlijk worden verworven, worden gewaardeerd tegen kostprijs terwijl de immateriële activa die worden verworven via een bedrijfscombinatie, tegen reële waarde worden gewaardeerd.

Indien de voorwaarden voldaan zijn uit IAS 38.18, omvat het geactiveerde bedrag bij intern gegenereerde software de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten.

De Groep doet voor softwareoplossingen vaak beroep op SaaS-oplossingen waarvoor de agendabeslissingen van het IFRIC (IFRS Interpretations Committee) over cloud computing-overeenkomsten (gepubliceerd in maart 2019) en de gerelateerde implementatie- en configuratiekosten (gepubliceerd in 2021) in overweging worden genomen. De contracten voor de SaaS-overeenkomsten (en bijhorende implementatiekosten) worden onderzocht op transactiebasis. Indien er wordt geoordeeld dat de Groep enkel toegang verkrijgt tot de cloud-diensten en geen controle verwerft over een onderliggend immaterieel actief worden de licentie- en implementatiekosten niet weerhouden als immateriële activa maar worden ze opgenomen in de kosten op het moment dat de diensten worden ontvangen.

Elk merk en/of klantenportefeuille wordt als een afzonderlijke kasstroomgenererende eenheid beschouwd.

Afschrijvingen

Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.

Volgende gebruiksduren worden toegepast:

Immateriële activa Totale gebruiksduur
Ontwikkelingskosten 3
Software 3 tot 5
Concessies,
eigendomsrechten en
verwante rechten
Volgens de verwachte
gebruiksduur
Klantenportefeuille 20 / 15 / 5
Merken* 40 / 20 / 10 / 5
* zie ook belangrijkste
bronnen van
schattingsonzekerheden

In onderstaande tabel wordt de initiële gebruiksduur weergegeven van de merken, tenzij specifiek aangeduid dat het om een ander immaterieel vast actief gaat.

Totale
gebruiksduur
De Tijd/L'Echo 40
Landleven 20
Libelle/Femmes d'Aujourd'hui 20
Plus Magazine België 20
Plus Magazine Nederland 20
EW 20
EW (klantenportefeuille) 15
Top Uitgaves 10
Fiscaal-juridisch 10
Feeling/Gael 10
BePublic-BeReal 10
Télépro 10
Truckstar 10
Beleggers Belangen 10
Fiets 10
Happinez 10
Flow 10
Plus Magazine Nederland
(klantenportefeuille)
5
Black Tiger (klantenportefeuille) 5
Gezondheid 5
Beleggers Belangen, Truckstar, Fiets
(klantenportefeuille)
5
Helden 5
Yoga 5
Psychologie 5

Conform IAS 36 wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat als de de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Deze bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het discounted cashflowmodel, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit de voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet.

Bij het bepalen van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet wordt er rekening gehouden met een verschillend rentepercentage, risicoprofiel en belastingvoet in België versus Nederland. De langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen binnen de mediawereld.

Het bepalen van de reële waarde min verkoopkosten is gebaseerd ofwel op een empirische methode, waarbij een transactiemultiple, verkregen uit vergelijkbare transacties in de mediasector en uit ervaringsgegevens, werd toegepast op het criterium omzet, ofwel op een marktwaarde gebaseerd op gelijkaardige transacties in de markt.

1.6 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met eventuele cumulatieve afschrijvingen en eventuele cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen (conform IAS 36). De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals nietterugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.

Leaseovereenkomsten

De Groep heeft vooral leasingovereenkomsten met betrekking tot gebouwen en wagens.

Afschrijvingen

Het af te schrijven bedrag van een actief (zijnde kostprijs verminderd met de restwaarde) wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is voor gebruik over de verwachte gebruiksduur.

Volgende gebruiksduren worden toegepast: • Gebouwen

» standaard 33 jaar
» gebouwen op terreinen duur van de
in erfpacht erfpacht
» herinrichting met
waardevolle meerwaarde 10 jaar
• Installaties, machines en uitrusting
» standaard 5 tot 15 jaar
»
drukpersen,
droogovens
en
warmtewisselaars mbt de drukpersen model
Lithoman 23 jaar
• Meubilair en kantooruitrusting 5 tot 10 jaar
• Elektronisch materiaal 3 tot 5 jaar
• Rollend materieel 4 tot 5 jaar
• Overige materiële vaste activa 5 tot 10 jaar

• Activa in aanbouw geen afschrijvingen

• Leaseovereenkomsten en soortgelijke rechten

» standaard 2 tot 9 jaar
» erfpacht kantoor Brussel 26 jaar

Terreinen worden niet afgeschreven aangezien aangenomen wordt dat zij een onbepaalde gebruiksduur hebben.

1.7 Financiële activa Criteria voor de eerste opname en het niet meer

opnemen van financiële activa Financiële activa worden geboekt als de Groep partij

wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument.

Financiële activa worden niet langer opgenomen als de contractuele rechten op de kasstromen van het financiële actief aflopen of als de Groep het financiële actief en de risico's en de voordelen ervan overdraagt.

Classificatie en eerste waardering van financiële activa

Bij de eerste verwerking wordt een financieel vast actief mogelijks geclassificeerd in één van de drie waarderingscategorieën:

  • (a) Financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
  • (b) Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening
  • (c) Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

Enkel (a) en (b) zijn van toepassing op de Groep.

Financiële activa worden initieel gewaardeerd aan reële waarde, behalve handelsvorderingen die geen significante financieringscomponent hebben. Deze worden bij eerste opname gewaardeerd tegen hun transactieprijs. De transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving van financiële activa worden toegevoegd aan de reële waarde van de financiële activa bij de eerste erkenning, met uitzondering van de categorie financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening, waar de transactie kosten direct in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen.

Waardering van financiële activa na eerste opname

´

Financiële activa worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs indien ze aan volgende voorwaarden voldoen (en niet zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening):

De in IFRS 15 gebruikte terminologie 'contractactiva' en 'contractpassiva' worden niet gebruikt in de balans, maar worden wel beschreven in de toelichting met betrekking tot de omzet. De contractactiva worden mee opgenomen in de geconsolideerde balans als 'handelsvorderingen en overige vorderingen'. De contractpassiva worden opgenomen in de geconsolideerde balans als 'handelsschulden' en 'ontvangen vooruitbetalingen'.

1.18 Financieringskosten

Financieringskosten worden als last opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt.

1.19 Cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden

De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met IFRS vereist dat het management oordelen vormt, schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed kunnen zijn op de in de jaarrekening opgenomen bedragen. De veronderstellingen en hiermee verbonden schattingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die, gegeven de omstandigheden, als redelijk kunnen worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en de verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijken. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden periodiek beoordeeld.

Belangrijkste bronnen van beoordelingen en schattingsonzekerheden:

Ǧ De Groep heeft beoordeeld of het verschil tussen de marktkapitalisatie van Roularta Media Group (156,7 miljoen euro op 31 december 2024) en de boekwaarde van het netto-actief (216,6 miljoen euro op 31 december 2024) moet worden beschouwd als een indicator voor bijzondere waardevermindering. De aandelenkoers daalde van € 17,8 op 2 januari 2023 tot € 11,25 op 31 december 2024; de gemiddelde aandelenkoers over het ganse jaar 2024 bedroeg € 11,28. Het bedrijf heeft nagedacht over de relevantie van deze daling en over de periode dat het aandeel onder zijn nettoboekwaarde noteerde.

De Groep stelt vast dat het aandeel een beperkte free float (12%) heeft wat bijdraagt aan lagere handelsvolumes (399.499 aandelen verhandeld gedurende 2024 van de in totaal 13.931.920 aandelen). Een beperkte free float beïnvloedt de liquiditeit van de aandelen en leidt mogelijk tot afwijkingen tussen de marktprijs en de nettoboekwaarde. Als gevolg daarvan is de dekking van analisten verminderd en is de investeringsbereidheid van institutionele beleggers beperkt vanwege de impact die een toe- of uittreding

kan hebben op de aandelenprijs.

Gelet op de gevolgen van deze beperkte free float, oordeelt de Groep dat de beurskoers van het aandeel niet relevant is als indicator voor waardevermindering.

Los hiervan onderzoekt de Groep haar netto-actief sowieso op mogelijke indicaties van bijzondere waardevermindering. Een groot deel van het nettoactief bestaat uit goodwill en immateriële activa waar er voor beide een indicatie op bijzondere waardevermindering was in boekjaar 2024. We verwijzen onder andere naar de schattingsonzekerheden hierover in de paragraaf 'Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële activa zoals inbegrepen in toelichting 13 en 14' en de toelichtingen zelf. Voor de deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode was er enkel een indicatie met betrekking tot de BV Immovlan, wat uiteindelijk ook tot een bijzondere waardevermindering heeft geleid. Voor de materiële vaste activa was er een indicatie op één recht-opgebruik actief (huur gebouw) wat uiteindelijk ook in een bijzondere waardevermindering heeft geresulteerd.

In het geval dat het management oordeelt dat er indicaties zijn op bijzondere waardeverminderingen voor gelijk welk actief, maakt het inschattingen over een heel aantal parameters. Een eventuele wijziging in deze beoordeling of in één of meerdere van deze parameters, kan een significante invloed hebben op de realiseerbare waarde.

Bijzondere waardeverminderingen op goodwill en immateriële activa zoals inbegrepen in toelichting 13 en 14

Voor de immateriële activa waarvoor er een indicator van bijzondere waardevermindering is, wordt een specifieke test uitgevoerd. Het testen of er bijzondere waardeverminderingen op immateriële activa en goodwill zijn, vergt het maken van significante schattingen over o.a. volgende parameters: verdisconteringsvoet, groeivoet van de publiciteitsinkomsten, groeivoet van het aantal abonnees, losse verkoop en de abonnementsprijzen, evolutie van de druk- en papierkosten en de indirecte kosten. Bij het uitvoeren van een test op bijzondere waardeverminderingen zal het management gebruik maken van de historiek van deze parameters en de verwachting over hoe deze parameters zullen evolueren in een periode over 5 jaar zoals deze op het moment van de test bekend zijn. Daarnaast maakt het management een inschatting van de groeivoet na deze periode.

Een eventuele wijziging van één of meerdere parameters kan tot een significante wijziging van de realiseerbare waarde leiden. We verwijzen naar Toelichting 14 met betrekking tot immateriële activa.

Beoordeling gebruiksduur van de merken De waarde van de merken wordt afgeschreven in functie van de ingeschatte bepaalde gebruiksduur. Elk merk wordt als een aparte kasstroomgenererende eenheid (KGE) aanzien omdat elk merk een identiteit op zich vormt, met een eigen strategische positionering, eigen doelgroep, eigen waarden, eigen marketing- en salesaanpak die individueel aangestuurd worden om zo de hoogste waarde per merk te verkrijgen.

Onderstaande opdeling van merken in functie van hun gebruiksduur is een algemene leidraad die door het management werd uitgewerkt en dit op basis van enerzijds hun inzichten in de mediasector en anderzijds de toets van deze inzichten aan de realiteit. Er worden vier groepen geïdentificeerd voor de initiële bepaling van de gebruiksduur.

  • x Een 40 jaar economische gebruiksduur is voor 'super'merken, die reeds een heel uitgesproken naambekendheid hebben en nog groeien qua omzet en/of EBITDA en een boekwaarde hebben die kleiner is dan 10 keer de EBITDA van het merk. Deze 'super'merken worden ook buiten de mediasector (naast andere grote merken) erkend.
  • x Een 20 jaar economische gebruiksduur is voor merken die reeds een naambekendheid hebben of nog kunnen groeien qua omzet en/of EBITDA en een boekwaarde hebben die kleiner is dan 10 keer de EBITDA van het merk. Deze 'groei'merken worden ook buiten de sector (naast andere grote merken) herkend.
  • x Een 10 jaar economische gebruiksduur is voor 'mature' merken waar omzet/EBITDA stabiel is of licht dalend over de laatste 5 jaar maar met een initiële boekwaarde groter of gelijk aan € 1 miljoen. Dit zijn merken met een relatief belangrijke naams- en waardenherkenning in de sector waarin ze opereren.
  • x Een 5 jaar economische gebruiksduur is voor jonge (enkele jaren oud) of kleine merken, die nog veel te bewijzen hebben maar met potentieel en een beperkte initiële boekwaarde (< € 1 miljoen). De gebruiksduur is hier beperkt maar zo'n merk kan verder uitgebouwd worden in de komende jaren.

Op basis van een individueel assessment per merk en inschattingen gemaakt door het management wordt ieder merk ondergebracht in één van bovenvermelde groepen van merken (i.e. 'super'merken, 'groei'merken, 'mature' merken en 'jonge'/'kleine' merken). Deze inschattingen van het management kunnen echter negatief beïnvloed worden door enerzijds algemeen ongunstige marktontwikkelingen, opgelegde overheidsmaatregelen (onder meer doch niet beperkt tot overheidsmaatregelen in het kader van pandemieën) en/of tegenvallende prestaties van een of meerdere merken. Hierdoor kan het management genoodzaakt worden om de gemaakte inschattingen inzake de levens/gebruiksduur van een merk bij te sturen en het merk onder te brengen in een andere groep van merken.

Op het einde van de huidige verslagperiode zijn er geen indicaties dat er aanpassingen zouden moeten gebeuren aan de indeling van de merken in de verschillende merkengroepen, noch dat de levens/gebruiksduur van een merk sterker zou zijn gedaald ten opzichte van de initieel ingeschatte gebruiksduur ervan.

We verwijzen naar toelichting 14 en 16 voor een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd in 2024 op de gebruiksduur van de verschillende merken.

Toegezegd-pensioenregelingen

De kosten van de toegezegd-pensioenregeling (zie toelichting 25) en de contante waarde van de pensioenverplichting worden bepaald door middel van actuariële waarderingen. Een actuariële waardering houdt in dat verschillende veronderstellingen worden gemaakt die kunnen afwijken van de werkelijke ontwikkelingen in de toekomst. Deze omvatten de bepaling van de disconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen, toekomstige inflatie, personeelsverloop en sterftecijfers. Wegens de complexiteit de waardering en het langetermijnkarakter ervan, is een toegezegdpensioenverplichting zeer gevoelig voor wijzigingen in deze veronderstellingen. Alle veronderstellingen worden op balansdatum herzien.

Uitgestelde belastingvorderingen

Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor fiscaal overdraagbare verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee de fiscaal overdraagbare verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden verrekend. Bij deze beoordeling houdt het management rekening met elementen zoals de bedrijfsstrategie op lange termijn en de lokale belastingwetgeving die van kracht is op de verslagdatum.

Rechtszaken en geschillen

De Groep is betrokken bij een aantal hangende geschillen waarvoor provisies worden aangelegd indien het waarschijnlijk is dat er een kasuitstroom zal zijn van middelen en wanneer het bedrag betrouwbaar kan ingeschat worden.

1.20 Extra toelichting met betrekking tot impact en risicobeheersing van algemene bedrijfsrisico's

In 2024 daalden de energie-en papierprijzen ten opzichte van 2023, maar ze blijven wel op een hoog

uitgestelde belastingen. De belastingkost wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen.

Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot de lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief. Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.

Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de 'liability'-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen. Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.

Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.

Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.

1.16 Overheidssubsidies

Overheidssubsidies ter compensatie van door de Groep gemaakte kosten worden systematisch erkend als baten onder de andere bedrijfsopbrengsten in dezelfde periode waarin deze kosten worden gemaakt.

1.17 Opbrengsten

De Groep past het vijfstappenmodel toe beschreven in IFRS 15 voor de opname van opbrengsten die voortvloeien uit contracten met klanten. Opbrengsten worden opgenomen voor het bedrag van de vergoeding waarop de Groep verwacht recht te hebben in ruil voor de overdracht van goederen of diensten aan een klant.

De belangrijkste activiteiten waaruit Roularta Media

Group haar opbrengsten genereert, worden hierna beschreven, per segment. Er zijn bij de Groep twee operationele segmenten: 'Media Brands' en 'Printing Services'.

Binnen het segment 'Media Brands' (de merken die door RMG en haar participaties worden geëxploiteerd) worden de opbrengsten in de eerste plaats gegenereerd uit magazines, gratis pers, kranten, tv, evenementen en websitediensten. De typische duur van klantcontracten bedraagt 12 maanden of minder. De opbrengsten omvatten in hoofdzaak abonnementsinkomsten, inkomsten uit losse verkoop, advertentie-inkomsten en inkomsten van line extensions van de merken.

De erkenning van opbrengsten valt over het algemeen samen met de overdracht van de geleverde goederen. Voor de abonnementen wordt, ofwel bij aanvang, ofwel periodiek, een bedrag ontvangen voor de periode waarin de magazines geleverd worden. De omzet van de magazines wordt over de tijd heen verspreid en aan de juiste periode toegekend, d.w.z. bij de verschijningsdatum van de magazines. Bij vooruitbetalingen van bijvoorbeeld een abonnement wordt een 'contract passiva' teruggedraaid gedurende de abonnementsperiode.. Deze contract passiva staan gepresenteerd onder 'Ontvangen vooruitbetalingen'. De opbrengsten uit losse verkoop worden opgenomen volgens de verschijningsdatum van het nummer. De erkenning van omzet publiciteit gebeurt bij het verschijnen van de publiciteit.

Daarnaast is er het segment 'Printing Services', dat de prepress- en drukkerijactiviteiten voor interne merken en externe klanten omvat. Prepressactiviteiten staan voor het samenstellen van de magazines voordat ze van de drukpersen rollen of op de website gepubliceerd worden.

De erkenning van omzet prepress of drukwerk valt samen met het leveren van de dienst/de goederen, d.w.z. bij het leveren van de afgewerkte prepressdienst of het leveren van het drukwerk.

Daarnaast zijn er ook opbrengsten uit ruilovereenkomsten waarvoor een niet-geldelijke vergoeding ontvangen wordt. De Groep sluit namelijk ruiltransacties af waarbij voornamelijk publiciteit in een magazine of krant van de Groep geruild wordt voor publiciteit op TV, radio of in een magazine bij een andere mediapartner. De Groep heeft bepaald dat deze transacties binnen het toepassingsgebied van IFRS 15 vallen. Bijgevolg worden deze transacties gewaardeerd tegen hun transactieprijs. De voornaamste inschatting die hierbij gemaakt wordt, is de waarde van de kortingen die gegeven worden in gelijkaardige transacties. In de winst-enverliesrekening worden de opbrengsten als omzet geboekt en de kosten als diensten en diverse goederen.

niveau. De distributiekosten stegen vanaf de tweede jaarhelft van 2024 omwille van een nieuw bedelingscontract waarbij bepaalde parameters zwaarder doorwegen in de prijs van de bedeling.

Om de winstgevendheid onder controle te houden, werden prijsstijgingen doorgevoerd samen met een beleid van strikte kostencontrole. De Groep zal blijven inzetten op een strikte kostenbewaking en op efficiëntiemaatregelen door de uniformisering van de Nederlandse en Belgische processen en systemen.

In 2025 verwacht de Groep verder druk door hogere kosten voor personeel en stabiele tot licht stijgende kosten van energie en grondstoffen. Om het prijsrisico van het papier te beheersen, worden er periodieke contracten afgesloten voor dagblad- en magazinepapier. Om het risico op prijsstijgingen inzake energie af te vlakken en pieken te vermijden, wordt voor een deel van de afname van energie gewerkt met 'click-contracten', waarbij de prijs op voorhand wordt vastgeklikt, ongeacht de marktomstandigheden.

De distributiekosten worden verwacht (met uitzondering van een indexatie voor 2025) in lijn te blijven met de tweede jaarhelft van 2024. De Groep probeert deze kosten onder controle te houden door interne aanpassingen te doen aan het bedelingsstramien, goede contracten te onderhandelen en in te zetten op alternatieve wijzen van distributie.

Onderbrekingen van levering van energie, grondstoffen en/of goederen worden momenteel niet verwacht, maar kunnen eventueel wel volgen indien de geopolitieke situatie negatief evolueert. Onderbreking van grondstoffen en distributie kan voor veel producten van de Groep ondervangen worden door lezers en adverteerders enkel de digitale versie aan te bieden. Een onderbreking van energie betekent dat zowel digitale als fysieke producten niet meer kunnen geleverd worden en zou aldus aanleiding kunnen geven tot een tijdelijk verlies aan omzet.

1.21 Klimaatverandering en het effect op de financiële rapportering

De EU en haar lidstaten hebben de Overeenkomst van Parijs ondertekend en geratificeerd met als doel om de eerste klimaat neutrale economie en samenleving te creëren. In het kader van deze klimaatambities heeft de Groep zich ook geëngageerd om klimaat neutraal te worden voor scope 1 en scope 2 emissies tegen 2040 en voor scope 3 emissies tegen 2050. Om deze klimaat ambitie te verwezenlijken worden er gerichte acties ondernomen, waaronder investeringen in gebouwen en machines om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Voor meer informatie hierover verwijzen we in dit jaarverslag naar het 'Duurzaamheidsverslag 2024' waar de duurzaamheidsdoelstellingen en status opgenomen zijn.

Hieronder volgt wat meer info over de wijzigingen in de consolidatiekring:

  • x Bayard Media Verwaltungs GmbH en Senior Publications Verwaltungs GmbH waren voorheen volledig geconsolideerd maar sinds 2023 waren er hier geen activiteiten meer. De vereffeningen hebben geen impact veroorzaakt.
  • x Bij de uittreding uit Repropress CV werd 10K€ cash ontvangen.
  • x Bij de overname door de NV Mediafin van het onafhankelijke Gentse marktonderzoekbureau Profacts op 19 december 2024, heeft de NV Mediafin 100% van de aandelen in Provec BV gekocht. Provec BV is op zijn beurt 100% aandeelhouder in Profacts Holding BV die 100% aandeelhouder is in Profacts BV. De laatste houdt 100% van de aandelen aan in B2SENSE BV.

De reden voor de overname is dat Profacts over een massa interessante analyses, data en inzichten beschikt en Mediafin heeft toegang tot een uiterst interessante community van lezers en adverteerders. Beide sterktes worden met de overname gekoppeld. De voltrekking (closing) van deze aandelentransactie vond ook plaats op 19 december 2024, waardoor de resultaten voor deze entiteiten vanaf 1 januari 2025 zullen opgenomen worden. De omzet van de verworven ondernemingen bedraagt samen circa € 12 miljoen met een positieve ebitda. Er zijn 50 voltijdse equivalenten in dienst.

Doordat de NV Mediafin een joint venture is, zullen ook de bovengenoemde dochters in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen worden als 'aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures'. In de geconsolideerde balans zullen deze naar voor komen in de deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode.

De Groep zal IFRS 3 Bedrijfscombinaties toepassen voor de verwerking van deze overname en zal de toerekening van de overnameprijs afwerken binnen het jaar na overname. Gezien de recente overnamedatum is de eerste adminstratieve verwerking van de bedrijfscombinatie nog niet voltooid op moment van de publicatie van dit jaarverslag. In januari 2025 werden intussen enkele fusies uitgevoerd waardoor nog twee van de vier entiteiten overblijven: Provec BV en Profacts BV.

Verkoop van de Duitse magazines, zonder wijziging in de consolidatiekring

Op 1 november 2024 verkocht de Groep haar Duitse magazines G-Geschichte, Plus Magazin en Frau im Leben aan de vennootschappen Herder Verlag en Agentur2. De Duitse vaste inrichting van Roularta Media Group, Roularta Media Deutschland, bestaat naar aanleiding van deze activa transactie nog op 31 december 2024, maar zal in de loop van 2025 worden stopgezet. Op 31 december 2024 is er dus nog geen wijziging in de consolidatiekring.

Voorts had IFRS 5 'Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten' geen impact op dit jaarverslag. De verkochte Duitse merken voldoen immers niet aan de definitie van een beëindigde bedrijfsactiviteit omdat deze geen afzonderlijke belangrijke bedrijfsactiviteit of belangrijk geografisch gebied vertegenwoordigen. De Duitse merken hebben immers samen geen significante omvang (zie toelichting 3 Segment informatie) en hadden ook geen dominante marktpositie in Duitsland. Daarnaast wordt een zelfde soort activiteit (uitgeven van (eenzelfde soort) magazines) in België en Nederland uitgeoefend.

De verkoop ter waarde van € 1,3 miljoen resulteerde in een meerwaarde van € 2,6 miljoen die in de geconsolideerde winst-en verliesrekening onder de andere bedrijfsopbrengsten werd opgenomen. Deze meerwaarde werd in het kasstroomoverzicht bij de operationele activiteiten geëlimineerd onder de 'Andere monetaire posten'. De kasstroom van € 1,3 miljoen werd in het kasstroomoverzicht geboekt als 'nettokasstroom met betrekking tot afstotingen en verkoop bedrijfstak'. Voor verdere uitleg met betrekking tot de activa en passiva die werden verkocht, verwijzen we naar toelichting 30.

Wijzigingen in de consolidatiekring gedurende 2023:

  • x In het kader van een vereenvoudiging van de Nederlandse groepsstructuur werden alle 100% Nederlandse dochtervennootschappen, meer bepaald New Skool Exploitatie BV, One Business BV, New Skool Media BV en 50+ Beurs & Festival BV met juridische ingangsdatum op 20 januari 2023 gefusioneerd met Roularta Media Nederland BV.
  • x Begin november 2023 nam de Groep via zijn (100%) Nederlandse dochteronderneming, Roularta Media Nederland BV, alle aandelen over van WPG Media, de magazine-afdeling van (en 100% dochteronderneming van) WPG Uitgevers BV.

RMN Mindstyle BV

Op 22 september 2023 nam Roularta Media Nederland BV alle aandelen over van WPG Media, de magazine-afdeling van (en 100% dochteronderneming van) WPG Uitgevers BV. Met deze overname werd Roularta Media Group eigenaar van drie toonaangevende magazinemerken in het mindfullness-segment in Nederland, namelijlk de magazines Happinez, Yoga (by Happinez) en Psychologie Magazine. De voltrekking (closing) van de transactie vond plaats op 3 november 2023. De resultaten werden vanaf overnamedatum opgenomen in de geconsolideerde resultaten van de Groep. De verworven onderneming heeft in het jaar 2024 € 12,7 miljoen omzet gegenereerd met een netto resultaat van € 1,5 miljoen. Op 31 december 2024 hadden ze 31 werknemers in voltijdse equivalenten (FTE) in dienst.

IFRS 3 Bedrijfscombinaties (herziene versie) werd toegepast en binnen de limiet van de éénjarige waarderingsperiode werd nog een aanpassing van 178K€ in 2024 geboekt waardoor de drie merken, Happinez, Yoga (by Happinez) en Psychologie voor samen 3.518 K€ werden opgenomen. Het merk Happinez (2.700 K€) werd opgenomen als een 'matuur' merk waar de omzet/EBITDA stabiel of lichtdalend was de afgelopen jaren. Als gevolg wordt er over de geschatte levensduur van 10 jaar lineair afgeschreven. Zowel het merk Yoga (waar nog een aanpassing van 309 K€ naar 131 K€ werd geboekt in 2024) als het merk Psychologie (686 K€) werden opgenomen als 'jonge/kleine' merken die nog veel te bewijzen hebben maar met potentieel. Als gevolg wordt er over de geschatte levensduur van 5 jaar lineair afgeschreven. De latente belastingschuld is gewijzigd van 954 K€ in 2023 naar 908 K€ in 2024 in de finale overnamebalans.

De totale jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande vermelde immateriële vaste activa bedraagt € 0,4 miljoen

(exclusief belastinglatenties).

De finale reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname zijn dus als volgt:

In duizend euro Boekwaarde Reële waarde
aanpassingen
Reële waarde
Immateriële vaste activa 10 3.518 3.528
Materiële vaste activa 132 - 132
Totale vaste activa 142 3.518 3.660
Handelsvorderingen en overige vorderingen 2.080 - 2.080
Overige vlottende activa 351 - 351
Totale vlottende activa 2.431 - 2.431
Uitgestelde belastingschulden - 908 908
Totaal langlopende verplichtingen - 908 908
Handelsschulden 2.150 - 2.150
Ontvangen vooruitbetalingen 1.268 - 1.268
Overige kortlopende verplichtingen 534 - 534
Totaal kortlopende verplichtingen 3.952 - 3.952
Cash 842 - 842
Totaal overgenomen netto-activa -537 2.610 2.073

Op de transactie werd in 2023 een netto uitgaande kasstroom van 1.231 K€ gerealiseerd. Die omvatte enerzijds de

betaalde prijs van 2.073 K€ en anderzijds de cash die aanwezig was in WPG.

Netto uitgaande kasstroom met betrekking tot de aankoop van 100% van de aandelen van WPG Media:

In duizend euro

In duizend euro
Betaalde overnameprijs (in cash) 2.073
Overgenomen cash 842
Netto uitgaande kasstroom 1.231

2.1. Lijst van ondernemingen

De moedermaatschappij van de Groep is Roularta Media Group NV, Roeselare, België. Per 31 december 2024 en 31 december 2023 werden volgende dochtervennootschappen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Voor de dochtervennootschappen zijn er geen restricties om activa en passiva te realiseren. Voor de joint ventures en geassocieerde ondernemingen verwijzen we naar toelichting 16.

Naam van de onderneming Locatie Deelnemingspercentage
1. Integraal geconsolideerde ondernemingen 2024 2023
ROULARTA MEDIA GROUP NV Roeselare, België 100.00% 100.00%
BELGIAN BUSINESS TELEVISION NV Brussel, België 100.00% 100.00%
ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV ² Amsterdam, Nederland 100.00% 100.00%
ROULARTA MEDIA DEUTSCHLAND 1 Augsburg, Duitsland 100.00% 100.00%
BAYARD MEDIA VERWALTUNGS GMBH Augsburg, Duitsland - 100.00%
SENIOR PUBLICATIONS VERWALTUNGS GMBH Keulen, Duitsland - 100.00%
RMN MINDSTYLE BV ² Amsterdam, Nederland 100.00% 100.00%
STUDIO APERI NEGOTIUM NV Roeselare, België 75.00% 75.00%
2. Joint ventures opgenomen onder
vermogensmutatiemethode
2024 2023
CTR MEDIA SA Brussel, België 50.00% 50.00%
MEDIAFIN NV Brussel, België 50.00% 50.00%
PROVEC BV Gent, België 50.00% -
PROFACTS BV Gent, België 50.00% -
PROFACTS HOLDING BV Gent, België 50.00% -
B2SENSE BV Gent, België 50.00% -
MOTOR.NL BV ² Amsterdam, Nederland
50.00%
50.00%
PITE MEDIA BV ² Amsterdam, Nederland 50.00% 50.00%
3. Geassocieerde ondernemingen opgenomen onder
vermogensmutatiemethode
2024 2023
PULSAR-IT BV Brussel, België 45.00% 45.00%
IMMOVLAN BV Brussel, België 35.00% 35.00%
YELLOWBRICK NV Schaarbeek, België 35.00% 35.00%
REPROPRESS CV Brussel, België - 33.83%

1 Vaste inrichting van Roularta Media Group NV

² Vrijstelling van het publiceren van financiële jaarrekeningen en verslag volgens artikel 403 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek: deze dochterondernemingen zijn vrijgesteld van publicatie van hun jaarrekening en jaarverslag 2024. Deze vennootschappen zijn opgenomen in de consolidatiekring van Roularta Media Group 2024 zoals hierboven vermeld.

De vennootschap Find your Bike BV waar Roularta Media Nederland BV een 20% deelneming in heeft, wordt opgenomen als een investering in financiële activa (en niet als geassocieerde onderneming) gezien er geen significante invloed is.

2.2 Wijzigingen in de consolidatiekring

Wijzigingen in de consolidatiekring gedurende 2024:

  • x Vereffening Bayard Media Verwaltungs GmbH op 28 februari 2024.
  • x Vereffening Senior Publications Verwaltungs GmbH op 16 april 2024.
  • x Uittreding Repropress CV op 30 juni 2024.
  • x Overname door de NV Mediafin van Provec BV, Profacts BV, Profacts Holding BV en B2Sense BV op 19 december 2024.

TOELICHTING 3 - GESEGMENTEERDE INFORMATIE

I. Segmentinformatie

Overeenkomstig IFRS 8 Operationele segmenten, wordt de managementbenadering voor financiële rapportering van gesegmenteerde informatie toegepast. Volgens deze standaard dient de te rapporteren gesegmenteerde informatie aan te sluiten op de interne rapporten, gebruikt door de belangrijkste operationele besluitvormende functionarissen, op basis waarvan de interne prestaties van Roularta's operationele segmenten worden beoordeeld en middelen worden toegekend aan de verschillende segmenten.

Roularta Media Group bestaat uit twee segmenten: 'Media Brands' en 'Printing Services' waarvan de Raad van Bestuur de resultaten van de twee segmenten afzonderlijk evalueert.

Het segment 'Media Brands' staat voor alle merken die door RMG en haar participaties worden geëxploiteerd. Het omvat alle verkopen van publiciteit, abonnementen, losse verkoop en overige (o.a. line extensions) van de merken. Omzet uit de verkoop van abonnementen en losse verkoop van magazines wordt ook samen benoemd als 'lezersmarkt' omzet. Overige omzet is alle omzet die geen publiciteits-, abonnementen-of losse verkoop omzet is. Het omvat bij de Media Brands onder meer, maar niet limitatief omzet uit line extensions en evenementen. Line extensions is een specifieke categorie van omzet onder de 'overige omzet'. Het is omzet o.a. uit de aan-en verkoop van handelgoederen (bvb. boeken, selfcare producten, sieraden, reizen, etc), omzet uit ticket-deals of omzet uit licensing overeenkomsten.

Het segment 'Printing Services' staat voor de prepress- en drukkerijactiviteiten voor interne merken en externe klanten. Prepress-activiteiten staan voor het samenstellen van de magazines voordat ze van de drukpersen rollen of op de website gepubliceerd worden. Omzet uit printing activiteiten wordt ook opgenomen onder het type 'overige omzet'.

Verder wordt de segmentrapportering tot op brutomarge gepubliceerd gezien dat de Raad van Bestuur deze informatie tot op dit niveau analyseert. Er is immers tussen de twee segmenten een intense verwevenheid en de ondersteunende diensten tussen beide segmenten worden erg gedeeld. Een verandering van allocatie van deze kosten betekent een belangrijke fluctuatie op EBITDA, waardoor niet consistent zou kunnen gerapporteerd worden.

De waarderingsregels van de operationele segmenten zijn dezelfde als de waarderingsregels van de Groep zoals deze beschreven zijn in Toelichting 1.

De prijsgrondslagen voor overdrachten tussen segmenten zijn bepaald volgens het 'at arm's length'-principe. De balansposten die kunnen opgesplitst worden, worden weergegeven langs de actief-en passiefzijde. Wat niet toewijsbaar is aan één van de segmenten wordt op niet-gealloceerde activa en passiva geplaatst.

IM WE CREATE MEDIA WITHPACT

in duizend euro
2023 Media Brands Printing
Services
Eliminaties
tussen
segmenten
Geconsolideerd
totaal
Omzet van het segment 290.158 72.650 -39.281 323.526
Omzet externe klanten 290.157 33.369 - 323.526
Omzet uit transacties met andere segmenten 1 39.280 -39.281 -
Brutomarge (*) 226.748 37.403 -1.009 263.142
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
2.678 - - 2.678
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste
activa
-15.536 -2.823 - -18.359
Niet-gealloceerd resultaat (**) -245.093
Nettoresultaat 2.368
Activa
Goodwill 9.852 - 9.852
Immateriële vaste activa 85.241 446 85.687
Materiële vaste activa
Deelnemingen gewaardeerd volgens de
29.710 41.120 70.830
vermogensmutatiemethode 53.511 - 53.511
Voorraden 1.651 9.238 10.889
Handelsvorderingen en overige vorderingen, vlottend
- Handelsvorderingen, bruto 49.578 3.304 52.882
- Niet-gealloceerde handels- en overige vorderingen -105
Niet-gealloceerde vaste activa 3.392
Niet-gealloceerde vlottende activa 76.519
Totaal activa 363.456
Passiva
Voorzieningen 2.901 - 2.901
Financiële schulden, langlopend 2.437 194 2.631
Financiële schulden, kortlopend 1.162 107 1.269
Ontvangen vooruitbetalingen 41.732 - 41.732
Niet-gealloceerde passiva 314.923
Totaal passiva 363.456

%UXWRPDUJHLVGHRP]HWSOXVGHJHSURGXFHHUGHYDVWHDFWLYDPLQGHKDQGHOVJRHGHUHQJURQGHQKXOSVWRIIHQ

'LHQVWHQHQGLYHUVHJRHGHUHQSHUVRQHHOVNRVWHQDQGHUHEHGULMIVRSEUHQJVWHQHQNRVWHQZDDUGHYHUPLQGHULQJHQRSYRRUUDGHQHQYRUGHULQJHQYRRU]LHQLQJHQ ILQDQFLHULQJVRSEUHQJVWHQHQNRVWHQ

Algemene bedrijfsactiva

In het segment Media Brands bevinden er zich € 31,3 miljoen (€ 29,7 miljoen in 2023) algemene bedrijfsactiva (materiële vaste activa) naast de niet-gealloceerde vaste activa. Deze niet aan kasstroomgenererende eenheden toegewezen activa betreffen grotendeels terreinen en (geleasde) kantoorgebouwen, die worden ingezet voor onze redactionele activiteiten. Er was geen indicatie op een bijzondere waardevermindering van deze activa.

II. Segment informatie – gecorrigeerde omzet

Gecorrigeerde omzet is de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant omdat de externe lezer hierdoor de inherente omzetevoluties jaar over jaar kan vergelijken.

In onderstaande tabel wordt de reconciliatie van de totale segmentomzet met de gecorrigeerde segmentomzet weergegeven. Voor meer uitleg bij de wijziging omwille van overname of afstoting van merken verwijzen we naar toelichting 4 – Omzet, waar ook de geconsolideerde gecorrigeerde omzet per type omzet weergegeven wordt.

in duizend euro

2024 Media Brands Printing
Services
Eliminaties
tussen
segmenten
Geconsolideerd
totaal
Omzet van het segment 291.902 63.289 -34.885 320.307
Omzet externe klanten 291.811 28.495 - 320.307
Omzet uit transacties met andere segmenten 91 34.794 -34.885 -
Wijzigingen omwille van overname of afstoting van
merken
-8.579 -1.293 1.293 -8.579
Wijzigingen in externe klanten -8.579 - - -8.579
Wijzigingen in transacties met andere segmenten - -1.293 1.293 -
Gecorrigeerde omzet 283.323 61.997 -33.591 311.728

Wijzigingen omwille van overname of afstoting van

III. Geografische informatie

De groep haalt inkomsten uit de overdracht van goederen en diensten in de volgende geografische regio's: België,

Nederland en Duitsland.

De volgende overzichten geven een detail van de omzet en de vaste activa opgedeeld op basis van de geografische locatie van de dochteronderneming (op basis van de zetel van de dochteronderneming).

in duizend euro
in duizend euro
2024 België Nederland Duitsland Geconsolideerd
totaal
Omzet 244.066 70.486 5.755 320.307
Vaste activa (*) 104.270 47.851 - 152.121
2023 België Nederland Duitsland Geconsolideerd
totaal
Omzet 254.120 61.934 7.472 323.526
Vaste activa (*) 103.151 53.078 287 156.516

(*) Enkel immateriële en materiële vaste activa

De omzet in België is jaar over jaar gedaald door het lagere externe drukwerk en lagere advertentie-inkomsten. We verwijzen naar toelichting 4 voor meer informatie. De omzet in Nederland is jaar over jaar gestegen door de overname van de BV Mindstyle einde vorig jaar. De omzet in Duitsland is kleiner in 2024 dan in 2023 door de verkoop van de Duitse magazines begin november 2024. We verwijzen voor beide transacties naar toelichting 2 – Groepsstructuur.

IV. Informatie over belangrijke klanten

Gezien de diverse activiteiten van de Groep en daarmee ook gepaard gaande diversiteit van haar klantenportefeuilles, is er geen enkele externe klant met wie opbrengsten uit transacties gerealiseerd werden, die meer bedragen dan 10 procent van de opbrengsten van de Groep. Daarnaast is er geen concentratie van omzet bij bepaalde klanten of een

klantengroep.

2024 Media Brands Printing
Services
Eliminaties
tussen
segmenten
Geconsolideerd
totaal
Omzet van het segment 291.902 63.289 -34.885 320.307
Omzet externe klanten 291.811 28.495 - 320.307
Omzet uit transacties met andere segmenten 91 34.794 -34.885 -
Brutomarge (*) 231.998 37.126 22 269.146
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
1.793 - - 1.793
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste
activa
-18.061 -2.801 - -20.862
Bijzondere waardeverminderingen -2.551 - - -2.551
Niet-gealloceerd resultaat (**) -241.402
Nettoresultaat 6.124
Activa
Goodwill 7.975 - 7.975
Immateriële vaste activa 78.827 938 79.765
Materiële vaste activa
Deelnemingen gewaardeerd volgens de
31.324 41.033 72.357
vermogensmutatiemethode 49.622 - 49.622
Voorraden 1.500 7.150 8.650
Handelsvorderingen en overige vorderingen, vlottend
- Handelsvorderingen, bruto 50.220 3.592 53.812
- Niet-gealloceerde handels- en overige vorderingen -1.095
Niet-gealloceerde vaste activa 3.028
Niet-gealloceerde vlottende activa 78.894
Totaal activa 353.007
Passiva
Voorzieningen 2.597 - 2.597
Financiële schulden, langlopend 3.154 251 3.405
Financiële schulden, kortlopend 1.458 108 1.566
Ontvangen vooruitbetalingen 40.098 - 40.098
Niet-gealloceerde passiva (inclusief eigen vermogen) 305.341
Totaal passiva 353.007

TOELICHTING 4 - OMZET

I. Opsplitsing van omzet uit contracten met klanten

De omzet van de Groep uitgesplitst naar de verschillende types omzet bestaat uit:

in duizend euro 2024 2023 Trend
Publiciteit 98.393 100.427 -2.034
Abonnementen en losse verkoop 153.724 149.637 4.087
Drukwerk voor derden 33.532 39.160 -5.628
Overige omzet (o.a. line extensions) 34.659 34.302 357
Totale omzet 320.307 323.526 -3.219

De geconsolideerde omzet van 2024 kent een daling van 1 %, van € 323,5 miljoen naar € 320,3 miljoen. Deze daling vindt in hoofdorde haar oorzaak in een lagere omzet van drukwerk voor derden door een lager volume aan drukwerk voor magazines, folders en catalogi voor buitenlandse klanten. In mindere mate valt de advertentieomzet terug. De abonnementen en losse verkoop (= 'de lezersmarkt') doen het daarentegen beter dan vorig jaar. Voor de definitie van line extensions, verwijzen we naar toelichting 3.

De omzet erkend op een bepaald tijdstip bedraagt € 197,8 miljoen in 2024 (€ 203,0 miljoen in 2023). De omzet erkend over een periode bedraagt € 122,5 miljoen (€ 120,6 miljoen in 2023) en bevat de abonnementenverkopen die gespreid erkend worden in omzet over de periode dat het abonnement loopt.

De omzet van de Groep uitgesplitst naar de verschillende categorieën bedrijfsactiviteiten bestaat uit:

in duizend euro 2024 2023 Trend
Local Media Brands 37.213 38.380 -1.167
Magazines Brands 236.376 233.931 2.445
Drukwerk voor derden (door het
segment Printing Services)
28.495 33.369 -4.874
Kranten Brands 11.487 11.196 291
Audiovisueel Brands 6.736 6.650 86
Totale omzet 320.307 323.526 -3.219

Merk op dat de 2023 cijfers voor de verschillende categorieën aangepast werden (2023 cijfers waren vorig jaar respectievelijk 35.352 K€, 231.414 K€, 39.160 K€, 11.061 K€ en 6.539 K€); het totaal is gelijk gebleven. Het is immers sinds huidig boekjaar mogelijk om het drukwerk voor derden af te zonderen tussen de bedrijfsactiviteit Printing Services en de rest van de bedrijfsactiviteiten.

De omzet uit ruilovereenkomsten bedraagt € 24,1 miljoen (2023: € 23,6 miljoen).

II. Gecorrigeerde omzet

Gecorrigeerde omzet is de vergelijkbare omzet met vorig jaar, i.e. exclusief wijzigingen ten gevolge van overname en verkoop van merken. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant omdat de externe lezer hierdoor de inherente omzetevoluties jaar over jaar kan vergelijken.

In onderstaande tabel wordt de geconsolideerde gecorrigeerde omzet per type voor het jaar 2024 vergeleken met 2023.

overige vorderingen.

De contractpassiva worden opgenomen in de geconsolideerde balans als 'handelsschulden' en 'ontvangen vooruitbetalingen'. Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere vergelijkbare verplichtingen hebben betrekking op losse verkopen via persverdeling. Er wordt hiervoor een provisie voor de onverkochte nummers geboekt. Deze is gebaseerd op gegevens m.b.t. de historische retours.

TOELICHTING 5 - DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN

De diensten en diverse goederen van de Groep bestaan uit:

in duizend euro 2024 2023
Transport- en distributiekosten -19.610 -19.053
Marketing- en promotiekosten -33.066 -32.980
Commissielonen -4.891 -5.969
Erelonen -52.542 -49.956
Huur -1.816 -1.701
Energiekosten -2.751 -3.836
Onderaannemers en diverse leveringen -16.017 -15.636
Bestuurdersbezoldigingen -597 -575
Uitzendkrachten -3.130 -2.785
Verplaatsings- en onthaalkosten -1.526 -1.430
Verzekeringen -794 -729
Diverse diensten en diverse goederen -1.065 -882
Totale diensten en diverse goederen -137.804 -135.533

Diensten en diverse goederen zijn met € 2,3 miljoen of 1,7 % gestegen t.o.v. vorig jaar. De stijging komt hoofdzakelijk uit de diensten en diverse goederen in de overgenomen entiteit RMN Mindstyle BV, die in 2024 voor een volledig jaar meetelt terwijl dit vorig jaar maar voor twee maanden was.

Transport-en distributiekosten zijn jaar over jaar gestegen in België en Nederland. De distributietarieven zijn in België in de tweede jaarhelft van 2024 aangepast naar aanleiding van de beslissing van de federale regering om de overheidsconcessie voor de bedeling van kranten en tijdschriften te wijzigen. Er gelden in het nieuwe bedelingscontract met bpost andere criteria met betrekking tot gewicht en dag van levering die een impact hebben op de distributiekost.

Erelonen omvatten erelonen redactie en foto's en algemene erelonen. De rubriek onderaannemers en diverse leveringen omvat voornamelijk onderhouds- en herstellingskosten, telecommunicatiekosten en brandstofkosten. Commissielonen betreffen door derden gefactureerde commissies (commissie publiciteit, commissie losse verkoop en commissie abonnementen).

TOELICHTING 6 - PERSONEELSKOSTEN

in duizend euro 2024 2023
Lonen en wedden -79.131 -81.677
Socialezekerheidsbijdragen -20.575 -20.883
Op aandelen gebaseerde betalingen 29 -30
Kosten uit hoofde van vergoedingen na
uitdiensttreding
-3.694 -3.927
Overige personeelskosten -9.229 -8.141
Totaal personeelskosten -112.600 -114.658

De daling van de personeelskosten in 2024 met € 2,0 miljoen is voornamelijk te wijten aan een lagere

personeelsbezetting (-29 FTE's), ondanks de overname van de BV RMN Mindstyle einde vorig jaar.

De kosten uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding hebben voornamelijk betrekking op lasten voor toegezegde-bijdragenregelingen. Dit betreft voornamelijk Belgische regelingen gefinancierd door groepsverzekeringen die als een toegezegd-pensioenregeling beschouwd worden, zie Toelichting 25.

Tewerkstelling in voltijdse equivalenten 2024 2023
Aantal voltijds equivalente werknemers op het einde
van het boekjaar
1.185 1.214

De split tussen het aantal voltijds equivalente arbeiders en bedienden is als volgt: 237 arbeiders (254 in 2023) en 948

bedienden (960 in 2023).

TOELICHTING 7 - WAARDEVERMINDERINGEN OP VOORRADEN EN VORDERINGEN

in duizend euro 2024 2023
Waardevermindering & terugname waardevermindering op
voorraden
-74 -94
Waardevermindering & terugname waardevermindering op
handelsvorderingen
-297 -752
Totaal waardeverminderingen op voorraden en vorderingen -371 -846

Waardeverminderingen op voorraden worden geboekt op papiervoorraad met weinig verbruik.

We verwijzen naar toelichting 18 voor uitleg bij de waardevermindering op handelsvorderingen.

TOELICHTING 8 - ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN –KOSTEN

in duizend euro 2024 2023
Bedrijfssubsidies 2.142 2.718
Meerwaarde bij realisatie van (im)materieel vast actief 2.468 1.227
Meerwaarde bij de verkoop van de Duitse merken 2.559 -
Betalingsverschillen-en kortingen 878 854
Diverse verrekeningen - 10
Overige bedrijfsopbrengsten 533 473
Totaal andere bedrijfsopbrengsten 8.580 5.282
in duizend euro 2024 2023
Overige belastingen -733 -728
Verlies bij realisatie van (im)materieel vast actief -22 -5
Verlies op handelsvorderingen -764 -865
Verlies op overige vorderingen -785 13
Schadevergoeding -125 -59
Omrekeningsverschillen -14 -13
Betalingsverschillen, bankkosten -581 -500
Overige bedrijfskosten -186 -21
Totaal andere bedrijfskosten -3.210 -2.178

Subsidies worden ontvangen voor ploegenarbeid in de drukkerij en voor innovatieve projecten doorheen de

in duizend euro 2024 2023 Trend
Publiciteit 98.344 100.427 -2.083
Abonnementen en losse verkoop 147.192 149.637 -2.445
Drukwerk voor derden 33.446 39.160 -5.714
Overige omzet (o.a. line extensions) 32.746 34.302 -1.556
Gecorrigeerde omzet 311.728 323.526 -11.798
Wijzigingen omwille van overname of
afstoting van merken
8.579 - 8.579
Totale omzet 320.307 323.526 -3.219

Wijzigingen omwille van overname of afstoting van merken omvat volgende wijzigingen (we verwijzen ook naar toelichting 2 – Groepsstructuur voor meer informatie rond deze transacties) :

  • In november 2023 werd de BV RMN Mindstyle overgenomen waardoor de resultaten opgenomen werden vanaf die datum. Voor de vergelijkbaarheid werd in 2024 ook slechts de omzet van de maanden november en december opgenomen.
  • In november 2024 werden de Duitste magazines verkocht. In het jaar 2023 waren deze nog voor een volledig jaar opgenomen. Voor de vergelijkbaarheid werd ook geschatte omzet van november en december 2024 opgenomen in bovenstaande voorstelling.

III. Activa en verplichtingen met betrekking tot contracten met klanten

Na toepassing van IFRS 15 Omzet uit contracten met klanten, heeft de groep de volgende activa en passiva met betrekking tot contracten met klanten opgenomen:

De waarderingsregels van de Groep met betrekking tot de omzet zijn terug te vinden in Toelichting 1.

Toelichting 2024 2023 Trend
Vorderingen
Handelsvorderingen, bruto 18 53.812 52.997 815
Waardevermindering op dubieuze vorderingen,
vlottend (-)
18 -4.782 -4.511 -271
Contractactiva
Te factureren 18 1.873 2.151 -278
Contractpassiva
Ontvangen vooruitbetalingen 27 40.098 41.732 -1.634
Op te stellen creditnota's 27 1.372 1.792 -420
Creditsaldi klanten 27 703 753 -50
Over te dragen opbrengsten 27 7.411 6.172 1.239
Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere
vergelijkbare verplichtingen
Op te stellen creditnota's: provisie voor onverkochte

nummers27 6.830 5.856 974

Contractactiva en -passiva hebben betrekking op klantcontracten die in het algemeen worden afgerekend binnen twaalf maanden na aanvang van het contract. Roularta Media Group heeft geen contractkosten, m.a.w. geen kosten die enkel specifiek aan één klant/contract gelinkt zijn.

De contractactiva worden mee opgenomen in de geconsolideerde balans als 'handelsvorderingen en overige vorderingen'. Ze hebben voornamelijk betrekking op prestatieverplichtingen die zijn vervuld, maar waarvoor er nog geen facturatie gebeurd is. Bij facturatie worden deze contractactiva overgedragen naar vorderingen en worden deze dus onvoorwaardelijk. Informatie over handelsvorderingen wordt verder toegelicht in Toelichting 18 Handels- en

onderneming.

In 2024 bedragen de andere bedrijfsopbrengsten €8,6 miljoen (2023: opbrengst van €5,3 miljoen ) of een stijging van € 3,3 miljoen.

Deze is voornamelijk te wijten aan 1/ een grotere meerwaarde dan vorig jaar op de verkoop van gebouwen en een merk (+ € 1,2 miljoen) en 2/ een meerwaarde van € 2,6 miljoen op de verkoop van de Duitse magazines Plus Magazin, Frau im Leben en G-Geschichte. Met betrekking tot de eerste reden, kwam er in 2024 € 2,1 miljoen voort uit de meerwaarde van de verkoop van gebouwen in Zellik en Roeselare en daarnaast nog een meerwaarde van ̀ 0,2 miljoen op de verkoop van de vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking & Label en Media & Communication. Met betrekking tot de tweede reden verwijzen we naar toelichting 2 – Groepsstructuur.

De andere bedrijfskosten zijn met € 1,0 miljoen gestegen. De grootste oorzaak is een minderwaarde op een overige vordering die definitief oninbaar geworden is.

TOELICHTING 9 - FINANCIERINGSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN

in duizend euro 2024 2023
Intrestopbrengsten 1.849 853
Financieringsopbrengsten 1.849 853
Intrestkosten -702 -461
Financieringskosten -702 -461
Totaal nettofinancieringskosten 1.147 393

De intrestopbrengsten zijn in 2024 voornamelijk gestegen omwille van de termijndeposito's die over een langere periode in 2024 uitstonden dan in 2023. Ook de gemiddelde intrestvoet was wat hoger. We verwijzen hiervoor naar toelichting 21. De intrestkosten in zowel 2024 als 2023 bestaan uit de interestlast afkomstig van de leaseverplichtingen erkend onder IFRS 16, alsook overige interesten.

TOELICHTING 10 - BELASTINGEN OP HET RESULTAAT

I. Actuele en uitgestelde belastingen

in duizend euro 2024 2023
A. Actuele belastingen
Belastingen op het resultaat van het boekjaar -196 -1.106
Aanpassingen aan belastingen van voorgaande
perioden
1.225 -98
Totaal actuele belastingen 1.029 -1.204
B. Uitgestelde belastingen
Opname en terugboeken van tijdelijke verschillen 126 -1.158
Uitgestelde belastingen uit terugname van
afschrijving (+) of afschrijving (-) van uitgestelde
belastingvordering
176 1.101
Totaal uitgestelde belastingen 302 -57
Totaal actuele en uitgestelde belastingen 1.331 -1.261

De actuele belastingopbrengst is volledig afkomstig van Nederland door een terugname van vroegere geraamde belastingen op statutaire afschrijvingen. In België en Duitsland zijn er wel actuele belastingkosten. In België betreft het vooral roerende voorheffing op de ontvangen intresten uit de termijnrekeningen. In Duitsland betreft het een geraamde belasting op de meerwaarde op de verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 en 8).

TOELICHTING 11 - WINST PER AANDEEL

2024 2023
I. Beweging in het aantal aandelen (gewone
aandelen)
Aantal aandelen, beginsaldo 13.141.123 13.141.123
Kapitaalverhoging na keuzedividend 790.797 -
Aantal aandelen, eindsaldo 13.931.920 13.141.123
- aandelen uitgegeven en volledig betaald 13.931.920 13.141.123
II. Overige informatie
Aantal aandelen in bezit van de onderneming of
verbonden partijen
1.611.984 1.356.619
Waarvan aandelen gereserveerd voor uitgifte onder
opties
78.540 93.440
III. Berekening van de winst per aandeel
1. Aantal aandelen
1.1 Gewoon gewogen gemiddeld aantal aandelen 12.510.872 11.781.577
1.2. Aanpassingen om het gewogen gemiddeld
aantal aandelen na verwateringseffect te
berekenen
- 13.088
optieplannen - 13.088
1.3. Gewogen gemiddeld aantal aandelen na
verwateringseffect
12.510.872 11.794.665
2. Berekening

De stijging in het aantal aandelen (790.797 aandelen) komt van de kapitaalsverhoging naar aanleiding van het keuzedividend over het boekjaar 2023. De stijging in het aantal eigen aandelen komt van de aankoop van 265.237 aandelen Roularta van de NV Shopinvest. Voor beide transacties verwijzen we naar toelichting 22 – Eigen vermogen.

De berekening van de gewone winst en de verwaterde winst per aandeel is gebaseerd op volgende parameters:

‡––'"‡•—Ž–ƒƒ––'‡"‡‡"ƒƒ"ƒƒ†‡ƒƒ†‡‡ŽŠ'—†‡"•˜ƒ ൌ ͸ǤͲ͹͵̀
‡™''‰‡™'‰‡‰‡‹††‡Ž†ƒƒ–ƒŽƒƒ†‡Ž‡ ͳʹǤͷͳͲǤͺ͹ʹ ൌ ͲǡͶͻ‡—"''‡"ƒƒ†‡‡Ž

ൌ ǤͲ͵̀ ͳʹǤͷͳͲǤͺʹ ൌ ͲǡͶͻ

TOELICHTING 12 - DIVIDENDEN

2024 2023
Bedrag aan dividenden toegekend na balansdatum,
maar vóór de goedkeuring van de geconsolideerde
jaarrekening (in duizend euro)
- 11.786
Brutodividend per aandeel (in euro) - 1,0
Aantal aandelen op 31/12 13.141.123 13.141.123
Aantal eigen aandelen op 31/12 -1.611.984 -1.356.619
Wijziging eigen aandelen (vóór Algemene
Vergadering)
500 1.100
Nieuwe aandelen wegens kapitaalverhoging 790.797 -
Aantal dividendgerechtigde aandelen op 31/12 12.320.436 11.785.604

We verwijzen naar voorgaande toelichting en toelichting 22 voor de wijziging in het aantal (eigen) aandelen.

De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Vergadering voorstellen om over het boekjaar 2024 geen brutodividend uit te keren. De 2023 cijfers geven de goedgekeurde dividenden weer.

In het geval dat optiehouders nog opties uitoefenen tussen het moment van publicatie van dit jaarverslag en de algemene vergadering, kan het aantal dividendgerechtigde aandelen nog wijzigen.

TOELICHTING 13 - GOODWILL

AAN KOSTPRIJS
Mutaties tijdens het boekjaar
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Mutaties tijdens het boekjaar:
AAN KOSTPRIJS
in duizend euro 2024
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari 10.849
Mutaties tijdens het boekjaar
Saldo op 31 december 10.849
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari 997
Mutaties tijdens het boekjaar:
Bijzondere waardeverminderingen 1.877
Saldo op 31 december 2.874
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 7.975
in duizend euro 2023
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari 10.849
Mutaties tijdens het boekjaar
Saldo op 31 december 10.849
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari 997
Mutaties tijdens het boekjaar
Saldo op 31 december 997

Mutaties tijdens het boekjaar

In onderstaande tabel wordt weergegeven welke goodwill op de balans staat in het huidige en vorige boekjaar. EW (New Skool Media) is een Nederlands magazine; 50+Beurs & Gezondheidsbeurs zijn twee Nederlandse beurzen.

in duizend euro 2024 2023
Goodwill EW (New Skool Media) 7.975 7.975
Goodwill 50+ Beurs & Gezondheidsheidsbeurs - 1.877
Totale Goodwill 7.975 9.852

Conform IAS 36 werd een goodwill impairment test uitgevoerd. Voor deze jaarlijkse test werd de realiseerbare waarde bij zowel EW als 50+ bekomen via de methode van de bedrijfswaarde in een verdisconteerd kasstroommodel. Deze gaat uit van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Het eerste jaar, 2025, is de meest recente budgetinschatting van het management waar verwacht wordt dat omzet voor EW ongeveer 5% hoger ligt dan 2024; voor 50+ is dit 49%. De EBITDA marge (i.e. ten opzichte van omzet) wordt verwacht rond de 13% te bedragen vanaf 2025 (9% in 2024) voor EW; voor 50+ wordt verwacht dat deze negatief blijft. De inschattingen voor de jaren 2025-2029 zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden waarbij o.a. kostenstijgingen steeds gecompenseerd worden met kostenefficiënties en prijsstijgingen. Daarnaast zijn ze ook gebaseerd op interne inschattingen rond volumes en prijzen en voor 50+ specifiek ook op lange termijn marktevoluties. De gebruikte discontovoet is over alle jaren heen dezelfde.

De terminale waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij uitgegaan werd van een langetermijngroeivoet van 0% en een discontovoet na belastingen van 8,2% voor EW (vorig jaar 8,0%) en 8,7% voor 50+ (vorig jaar 9,4%). Deze werd apart berekend voor Nederlandse magazines versus Nederlandse beurzen en is gebaseerd

Vorig jaar waren de actuele belastingkosten voornamelijk geraamde belastingen in Nederland.

II. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief

in duizend euro 2024 2023
Bedrijfsresultaat na nettofinancieringskosten 4.793 3.629
Aandeel in het resultaat van geassocieerde 1.793 2.678
ondernemingen en joint ventures
Resultaat vóór belastingen, exclusief aandeel in het
resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint
ventures
3.000 951
Toepasselijk belastingtarief -25,0% -25,0%
Belasting op basis van het toepasselijk
belastingtarief
-750 -238
Aanpassingen aan belastingen van voorgaande
perioden (+/-)
868 -1
Impact van niet-aftrekbare kosten (-) -753 -511
Impact van niet-belastbare inkomsten (+) - 74
Impact van investeringsaftrek en notionele intresten
(terugdraaiing (-))
518 102
Impact van het niet erkennen van uitgestelde
belastingen op fiscale verliezen van het huidige
boekjaar (-)
- -116
Impact van opgezette / (aangewende) uitgestelde
belastingen op vorige boekjaren
2.126 737
Impact van het erkennen / (niet erkennen) van
uitgestelde belastingen op vroegere fiscale verliezen
-112 -288
Impact van belastingtarief in andere rechtsgebieden -198 -43
Overige toename / afname (+/-) 251 -66
Impact van niet-aftrekbare goodwill -619 -911
Belasting op basis van het effectief belastingtarief 1.331 -1.261
Resultaat vóór belastingen 4.793 3.629
Aandeel in het resultaat van geassocieerde
ondernemingen en joint ventures
1.793 2.678
Resultaat vóór belastingen, exclusief aandeel in het
resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint
ventures
3.000 951
Effectief belastingtarief 44,4% -132,6%
Belasting op basis van het effectief belastingtarief 1.331 -1.261

Het effectief belastingtarief bedraagt in 2024 44,4 % (opbrengst), voornamelijk door hogervermelde belastingopbrengst in Nederland, ten opzichte van -132,6 % in 2023.

De impact van opgezette/(aangewende) uitgestelde belastingen op vorige boekjaren komt zowel uit België als Duitsland waar huidige winsten (in Duitsland voor de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de magazines – zie toelichting 2 en 8) kunnen gecompenseerd worden met fiscale verliezen uit het verleden.

Er zijn noch in 2024, noch in 2023 uitgestelde belastingen m.b.t. kosten en opbrengsten rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen.

III. Belastingen opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten

Uitgestelde belastingen m.b.t. kosten en opbrengsten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten:

in duizend euro 2024 2023
Langetermijnpersoneelsbeloningen - actuariële winsten / verliezen -310 -112
Belastingen opgenomen in de niet-gerealiseerde
resultaten
-310 -112

op een WACC-model waarbij de risicopremie en gearingratio gebaseerd zijn op het profiel van een groep van vergelijkbare bedrijven. De langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen binnen de mediawereld.

De test op bijzondere waardevermindering van goodwill met betrekking tot EW (NewSkoolMedia) heeft net zoals vorig jaar niet tot een bijzondere waardevermindering geleid. Het bedrag waarmee de realiseerbare waarde van de eenheid de boekwaarde overstijgt, is € 3,3 miljoen (vorig jaar € 3,4 miljoen). In die boekwaarde is ook het merk voor een bedrag van € 13,0 miljoen en de klantenportefeuille voor € 1,2 miljoen opgenomen die voor EW op de balans staan onder de immateriële activa. We verwijzen naar Toelichting 14 voor een overzicht van deze saldi. Bijgevolg is er ook geen bijzondere waardevermindering nodig van deze immateriële activa.

Voor de goodwill (zie ook toelichting 14) met betrekking tot 50+Beurs en Gezondheidsbeurs (€ 1,9 miljoen) en het merk 50+Beurs en Festival (€ 0,7 miljoen) resulteerde de test echter wel in een bijzondere waardevermindering van de totale openstaande nettoboekwaarde (dus € 2,6 miljoen). Deze kost bevindt zich in de geconsolideerde winst-en verliesrekening onder de 'bijzondere waardeverminderingen' onder de post 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen'. Vorig jaar was het bedrag waarmee de realiseerbare waarde van de eenheid de totale boekwaarden oversteeg € 0,4 miljoen.

Voorts werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de belangrijkste veronderstellingen van de impairment test. De analyse is gebaseerd op een verandering in een belangrijke veronderstelling, waarbij alle andere veronderstellingen constant blijven. Mogelijks is dit niet representatief voor een werkelijke wijziging, aangezien het onwaarschijnlijk is dat veranderingen in veronderstellingen geïsoleerd plaatsvinden. Onderstaande tabel geeft de wijziging in het percentage in de assumptie weer (procentpunten) waardoor de headroom op nul valt voor huidig en vorig boekjaar. Dit zijn daarom niet de redelijkerwijs mogelijke wijzigingen.

Voor de eerste assumptie met betrekking tot de disconteringsvoet, is een daling of stijging van maximum 2% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de langetermijngroeivoet van de kasstromen na de vijf jaar periode is een daling of stijging van maximum 5% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de kasstroom die dient voor de perpetuïteit is een daling of stijging van maximum 20% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor het EBITDA % van omzet is een daling of stijging van maximum 6% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor 50+ werd geen sensitiviteitsanalyse meer uitgevoerd gezien de bijzondere waardevermindering op 31 december 2024.

EW 50+
Veronderstelling 2024 2023 2024 2023
Disconteringsvoet 1,5% 1,5% - 1,1%
Langetermijngroeivoet kasstromen na
de vijf jaar periode
-2,3% -2,3% - -1,8%
Kasstroom die dient voor de
perpetuïteit
-22,0% -22,0% - -16,0%
EBITDA % van omzet -2,0% -2,6% - -2,0%

in duizend euro
2023 Merken Klanten
portefeuille Software
Concessie,
eigendoms
en gelijk
aardige
rechten
Totaal
immateriële
activa
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari 162.311 4.251 46.786 15.428 228.776
Mutaties tijdens het boekjaar
- Aanschaffingen 2.636 - 4.938 - 7.574
- Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en
aankoop bedrijfstak
3.696 - 271 - 3.967
- Verkopen en buitengebruikstellingen -7.681 -990 -245 -6.173 -15.089
- Andere wijzigingen - - 42 - 42
Saldo op 31 december 160.962 3.261 51.792 9.255 225.270
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE
WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari 89.641 995 37.682 15.332 143.650
Mutaties tijdens het boekjaar
- Afschrijvingen 5.680 615 4.473 15 10.783
- Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties - - 239 - 239
- Verkopen en buitengebruikstellingen -7.681 -990 -242 -6.173 -15.086
Saldo op 31 december 87.640 620 42.152 9.174 139.586
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 73.322 2.641 9.640 81 85.686

De 'aanschaffing' op merken van 119K€ betreft een aanpassing op de overnamebalans van het merk Flow. De Groep heeft daarnaast veel aanschaffingen binnen software (€ 6,9 miljoen versus € 4,9 miljoen vorig jaar) omdat ze sterk inzet op proces-en productinnovaties, onder meer op innovaties die de digitale leeservaring verbeteren. De MijnMagazines app wordt continu geoptimaliseerd en er wordt o.a. verder geïnvesteerd in het nieuwe productiebeheer-systeem voor de drukkerij. Binnen de software aanschaffingen zijn er zowel intern gegenereerde ontwikkelingen ter waarde van € 1,3 miljoen (zie winst-en verliesrekening 'geproduceerde vaste activa') als afzonderlijk verworven software (€ 5,6 miljoen).

De -179K€ 'verwerving door middel van bedrijfscombinaties en aankoop bedrijfstak' betreft een aanpassing op de overnamebalans van de acquisitie RMN Mindstyle BV binnen de éénjarige waarderingsperiode. We verwijzen hiervoor naar toelichting 2 - Groepsstructuur.

De € -5,1 miljoen op de post 'verkopen en buitengebruikstellingen' (zowel in het bedrag aan kostprijs als in de afschrijvingen en waardeverminderingen) betreft de verkoop van de vakbladen Grafisch Nieuws, Verpakking & Label en Media & Communication die een merk-nettoboekwaarde van nul hadden. Er werd een meerwaarde van € 0,2 miljoen gerealiseerd op de verkoop. De verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 – Groepsstructuur) heeft geen beweging veroorzaakt in bovenstaande tabel gezien er geen waarde toegewezen was aan deze merken ten tijde van de overname ervan. We verwijzen hiervoor naar toelichting 8 - Andere bedrijfsopbrengsten en –kosten. De € -1,2 miljoen en € -1,7 miljoen op 'verkopen en buitengebruikstellingen' van respectievelijk software en concessies, eigendomsrechten en gelijkaardige rechten hebben te maken met immateriële vaste activa die niet langer gecommercialiseerd worden door de Groep en reeds volledig afgeschreven waren.

De bijzondere waardevermindering van € 0,7 miljoen in 2024 heeft betrekking op het merk 50+ Beurs & Festival. We verwijzen hiervoor naar de bijzondere waardeverminderingstest in toelichting 13 - Goodwill.

In 2023 werden de merken 'Helden' en 'Flow' overgenomen in Nederland voor samen een bedrag van € 2,6 miljoen (beide onder 'aanschaffing merken'). 'Helden' heeft een verwachte gebruiksduur van 5 jaar, 'Flow' van 10 jaar.

Ook nog in 2023 betrof de 'verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en aankoop bedrijfstak' de acquisitie van RMN Mindstyle BV die in toelichting 2 beschreven werd en waarbij de merken Happinez, Yoga en Psychologie werden opgeboekt.

De 'verkopen en buitengebruikstellingen' van in totaal € 15,1 miljoen hadden te maken met immateriële vaste activa die niet langer gecommercialiseerd worden door de Groep en reeds volledig afgeschreven waren.

Onderstaande tabel toont de netto boekwaarde van de merken, klantenportefeuilles en software op 31 december 2024 en 31 december 2023 en de resterende gebruiksduur per 31 december 2024.

in duizend euro

Totaal merkwaarde
50+ Beurs & Festival
Yoga
Helden
Gezondheid
Feeling/Gael
Psychologie
Plus magazine België
Fiets
Fiscaal-juridisch
Top Uitgaves
Beleggers Belangen
Truckstar
Flow
Happinez
Télépro
Landleven
EW
Plus magazine Nederland
Libelle/Femmes d'Aujourd'hui
Totale software
Totaal andere
In duizend euro Immateriële
activa - 2024
Immateriële
activa - 2023
Totale
resterende
gebruiksduur
(in jaren)
Libelle/Femmes d'Aujourd'hui 17.885 19.212 13,5
Plus magazine Nederland 13.514 14.345 16,3
EW 13.029 13.787 17,2
Landleven 5.421 5.860 13,5
Télépro 2.595 3.010 6,3
Happinez 2.385 2.653 8,8
Flow 2.165 2.286 9,0
Truckstar 1.814 2.067 7,2
Beleggers Belangen 1.436 1.636 7,2
Top Uitgaves 1.215 1.562 3,5
Fiscaal-juridisch 1.119 1.529 3,5
Fiets 1.118 1.274 7,2
Plus magazine België 1.014 1.081 15,2
Psychologie 526 663 3,8
Feeling/Gael 408 524 3,5
Gezondheid 311 449 2,2
Helden 245 315 3,5
Yoga 100 299 3,8
50+ Beurs & Festival - 770 -
Totaal merkwaarde 66.300 73.322
Klantenporteuille (EW) 1.198 1.297 12,2
Klantenportefeuille Plus Magazine NL 349 628 1,3
Klantenportefeuille Black Tiger 268 408 2,0
Klantenporteuille (Beleggers Belangen, Truckstar, Fiets) 211 308 2,2
Totaal waarde klanteportefeuilles 2.026 2.641 -
Totale software 11.440 9.641 3 tot 5
Totaal andere - 82 -
Totaal immaterieel vast actief 79.765 85.686

Impairment test merken in 2024

Eén van de belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden is de beoordeling van de gebruiksduur van de merken. Alle merken op zich zijn een kasstroomgenererende eenheid (KGE). Reden hiervoor is dat elk merk een identiteit op zich vormt, met een eigen strategische positionering, eigen doelgroep, eigen waarden, eigen marketing- en salesaanpak die individueel aangestuurd worden om zo de hoogste waarde per merk te verkrijgen.

Op 31 december 2024 verwacht de Groep geen afwijking ten opzichte van de verwachte levensduur die bepaald werd op

het einde van de vorige verslagperiode.

Daarnaast werd er bekeken of er voor sommige merken een indicatie op bijzondere waardevermindering bestaat door de omzetten en winstmarges te vergelijken met de originele business plannen. Hieruit bleek dat een aantal merken qua winstmarges beter presteren dan verwacht, maar voor Télépro, Happinez, Flow, Beleggers Belangen, Fiets, 50+ Beurs & Festival en bij enkele minder materiële merken (nettoboekwaarde van minder dan één miljoen euro zoals Psychologie, Feeling/Gael, Gezondheid en Helden) wordt echter een lagere winstgevendheid verwacht waardoor een

TOELICHTING 14 - IMMATERIËLE ACTIVA

in duizend euro
2024 Merken Klanten
portefeuille Software
Concessie,
eigendoms
-en gelijk
aardige
rechten
Totaal
immateriële
activa
AAN KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari 160.962 3.261 51.792 9.255 225.270
Mutaties tijdens het boekjaar
- Aanschaffingen 119 - 6.899 - 7.018
- Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties en
aankoop bedrijfstak
-179 - - - -179
- Verkopen en buitengebruikstellingen -5.093 - -1.195 -1.746 -8.034
- Desinvestering van dochterondernemingen -1 - -62 - -63
Saldo op 31 december 155.809 3.261 57.435 7.509 224.014
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE
WAARDEVERMINDERINGEN
Saldo op 1 januari 87.640 620 42.152 9.174 139.586
Mutaties tijdens het boekjaar
- Afschrijvingen 6.291 615 5.082 81 12.069
- Bijzondere waardeverminderingen 674 - - - 674
- Verkopen en buitengebruikstellingen -5.093 - -1.177 -1.746 -8.016
- Desinvestering van dochterondernemingen -1 - -62 - -63
Saldo op 31 december 89.510 1.235 45.995 7.509 144.249
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 66.300 2.026 11.440 - 79.765

impairment test werd uitgevoerd. Voor 50+ Beurs & Festival verwijzen we naar toelichting 13 waar de goodwill impairment test besproken wordt.

In de test op bijzondere waardevermindering werd de realiseerbare waarde voor elk van de kasstroomgenererende eenheden bepaald op basis van een bedrijfswaarde-berekening in een verdisconteerd kasstroommodel. Deze gaat uit van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Het eerste jaar, 2025, is de meest recente budgetinschatting van het management waar omzet voorspellingen gemiddeld ongeveer 4% hoger liggen dan in 2024. De inschattingen voor de jaren 2025-2029 zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden waarbij o.a. kostenstijgingen steeds gecompenseerd worden met kostenefficiënties en prijsstijgingen. Daarnaast zijn ze ook gebaseerd op interne inschattingen rond volumes en prijzen. De gebruikte discontovoet is over alle jaren heen dezelfde.

De terminale waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij uitgegaan werd van een langetermijngroeivoet van 0% en een WACC van 9,1% voor de Belgische magazines (vorig jaar 8,8%) en 8,2% voor de Nederlandse magazines (vorig jaar 8,0%). De discontofactor na belastingen is gebaseerd op een WACC-model waarbij de risicopremie en gearingratio gebaseerd zijn op een groep van vergelijkbare bedrijven. Daarbovenop werd rekening gehouden met een andere risicovrije rentevoet, risicopremie en belastingvoet in België versus Nederland. De langetermijngroeivoet reflecteert de verwachtingen binnen de mediawereld.

De test heeft voor geen van de merken tot een bijzondere waardevermindering geleid. Het bedrag waarmee de realiseerbare waarde de boekwaarde overstijgt voor Télépro is € 2,9 miljoen, voor Happinez € 0,9 miljoen, voor Flow € 1,2 miljoen en voor de minder materiële merken samen € 0,9 miljoen. Voor Beleggers Belangen, Fiets en Helden is de headroom quasi breakeven.

Voorts werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de belangrijkste veronderstellingen van de impairment test. De analyse is gebaseerd op een verandering in een belangrijke veronderstelling, waarbij alle andere veronderstellingen constant blijven. Mogelijks is dit niet representatief voor een werkelijke wijziging, aangezien het onwaarschijnlijk is dat veranderingen in veronderstellingen geïsoleerd plaatsvinden. De onderstaande tabellen geven de wijziging in het percentage in de assumptie weer waardoor de headroom op nul valt voor huidig en vorig boekjaar. Voor Beleggers Belangen, Fiets en Helden resulteert elke negatieve wijziging in een bijzondere waardevermindering.

Voor de assumptie met betrekking tot disconteringsvoet kan een daling of stijging van maximum 2% als redelijkerwijs mogelijke wijziging aanzien worden. Voor de langetermijngroeivoet van de kasstromen na de vijf jaar periode, is een daling of stijging van maximum 5% een redelijkerwijs mogelijke wijziging. Voor de kasstroom die dient voor de perpetuïteit is een een daling of stijging van maximum van 20% een redelijkerwijs mogelijke wijziging.

Télépro Happinez Flow
Veronderstelling 2024 2023 2024 2023 2024 2023
Disconteringsvoet 15,0% 6,6% 3,0% (a) 4,0% (a)
Langetermijngroeivoet kasstromen
na de vijf jaar periode
-100,0% -15,0% -4,5% (a) -6,5% (a)
Kasstroom die dient voor de
perpetuïteit
-95,0% -60,0% -35,0% (a) -45,0% (a)
Veronderstelling Psychologie Feeling Gezondheid
2024 2023 2024 2023 2024 2023
Disconteringsvoet 7,0% (a) 2,0% 1,1% 6,0% 2,8%
Langetermijngroeivoet kasstromen
na de vijf jaar periode
-15,0% (a) -3,5% -1,6% -12,0% -4,7%
Kasstroom die dient voor de
perpetuïteit
-65,0% (a) -25,0% -15,0% -60,0% -35,0%

(a) Op dit merk is er geen test op bijzondere waardevermindering geweest in 2023.

Daarnaast heeft de Groep ook een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de gebruiksduur voor de merken die op 31 december 2024 een nettoboekwaarde hadden van € 4,0 miljoen of hoger. Hieronder worden deze resultaten opgenomen voor de volledig geconsolideerde ondernemingen. We verwijzen naar toelichting 16 voor eenzelfde analyse op de merken van joint ventures.

Indien de resterende gebruiksduur van 13,5 jaar voor het merk 'Libelle/Femmes d'Aujourd'hui', naar 10 jaar zou

TOELICHTING 15 - MATERIËLE VASTE ACTIVA

Terreinen
en
gebouwen
Installaties,
machines en
uitrusting
Meubilair en
rollend
materieel
Recht
op
gebruik
activa
Overige
materiële
vaste
activa
Activa
in aan
bouw
Totaal
92.126 51.996
1.908 4.435 375 4.039 123 1.447 12.327
-8.049 -4.553 - - -17.709
- - -39 -969 - - -1.008
366 2.367 - 82 81
-268 - - - 268 - -
86.083 54.245
57.701 28.196 665 - 103.207
1.515 3.597 375 3.003 463 - 8.953
- - - - -160 - -160
-7.893 -4.540 - - -15.890
- - -24 -802 - - -826
- - - 85 - - 85
-70 - - - 70 - -
51.323 27.253 968 - 95.369
34.760 26.992 72.357
AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN 11.241 14.962
-1.335 -3.772
10.242 14.342
9.750 6.895
-1.332 -2.125
8.769 7.056
1.473 7.284
977 2.735 174.037
- -2.734
1.368 1.448 167.728
400 1.448
Activa gesteld als zekerheid in duizend euro 2024
Terreinen en gebouwen gesteld als zekerheid voor verplichtingen (hypotheek inbegrepen) -
2023
in duizend euro

AAN KOSTPRIJS

Mutaties tijdens het boekjaar - Verkopen en

Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Recht-opgebruik activa Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw Totaal Saldo op 1 januari 91.574 48.435 11.161 14.223 895 1.070 167.356 - Aanschaffingen 1.312 3.816 526 2.790 92 2.734 11.270 buitengebruikstellingen -1.345 -696 -458 -2.086 -10 - -4.595 - Overige toename / afname 585 441 12 35 - -1.069 4 Saldo op 31 december 92.126 51.996 11.241 14.962 977 2.735 174.037 Saldo op 1 januari 57.342 26.100 9.653 6.387 338 - 99.822 - Afschrijvingen 1.385 2.773 543 2.538 177 - 7.416 waardeverminderingen - - - - 160 - 160 buitengebruikstellingen -1.026 -686 -457 -2.034 -10 - -4.213 - Overige toename / afname - 9 11 4 - - 24 Saldo op 31 december 57.701 28.196 9.750 6.895 665 - 103.207 het boekjaar 34.425 23.800 1.491 8.067 312 2.735 70.830

AFSCHRIJVINGEN EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN

Mutaties tijdens het boekjaar

  • Bijzondere
  • Verkopen en

Nettoboekwaarde per einde van

Activa gesteld als zekerheid in duizend euro 2023 Terreinen en gebouwen gesteld als zekerheid voor verplichtingen (hypotheek inbegrepen) -

De aanschaffingen in bovenstaande tabel hebben zowel betrekking op materiële vaste activa die een kasuitstroom vertegenwoordigen (€ 8,3 miljoen, vorig jaar € 8,5 miljoen) als deze die geen kasuitstroom veroorzaken (€ 4,0 miljoen recht-op-gebruik activa, vorig jaar € 2,8 miljoen).

Materiële vaste activa met een kasuitstroom 1,1 miljoen).

In 2024 hebben deze voornamelijk betrekking op 1/ 'Terreinen en gebouwen' : de renovatie van het kantoor in Brussel (€ 1,5 miljoen); 2/ 'Installaties, machines en uitrusting' : nieuwe hardware systemen in onze IT-afdeling (€ 3,5 miljoen), nieuwe printers in de drukkerij (€ 0,5 miljoen waarvan € 0,2 miljoen nog in activa in aanbouw), de laatste betaling voor de nieuwe ovens voor de drukkerij (€ 0,4 miljoen) en 3/ 'Activa in aanbouw' : de nieuwe paperwrap blistermachine (€

In het boekjaar 2023 werd hoofdzakelijk geïnvesteerd in de duurzame eco-efficiënte ovens in de drukkerij (€ 4,2 miljoen waarvan € 2,3 miljoen onder 'Activa in aanbouw' en € 1,9 miljoen onder 'Installaties, machines en uitrusting'), de nieuwe Kanaal Z-TV studio (€ 0,9 miljoen waarvan € 0,5 miljoen onder 'Terreinen en gebouwen' en € 0,4 miljoen onder 'Installaties, machines en uitrusting'), nieuwe PC's en computerschermen (€ 0,9 miljoen onder 'Installaties, machines en uitrusting') en verbouwing en inrichting van de kantoren in Brussel en het gebouw in Roeselare (€ 1,0 miljoen waarvan € 0,6 miljoen onder 'Terreinen en gebouwen' en € 0,4 miljoen onder 'Activa in aanbouw').

De verkopen en buitengebruikstellingen op 'Terreinen en gebouwen' zijn in 2024 volledig te wijten aan de verkoop van twee gebouwen waarvan o.a. het kantoorgebouw in Zellik. De meerwaarde die hierop gerealiseerd werd (€ 2,2 miljoen) wordt gerapporteerd onder de 'Andere bedrijfsopbrengsten' – zie toelichting 8. De verkopen en buitengebruikstellingen op 'Installaties, machines en uitrusting' zijn buitengebruikstellingen van productiemachines in de drukkerij.

Ook nog in 2024 zijn de activa in aanbouw van einde vorig boekjaar ter waarde van € 2,7 miljoen (zie vorige paragraaf)

teruggebracht worden, dan zou de impact 0,5 M€ bijkomende jaarlijkse afschrijving zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 2,3 M€ bedragen.

Indien de resterende gebruiksduur van 16,3 jaar voor het merk 'Plus Magazine NL' naar 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de impact 0,5 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 1,9 M€ bedragen.

Indien de resterende gebruiksduur van 17,2 jaar voor het merk 'EW' naar 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de impact 0,5 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 1,8 M€ bedragen.

Indien de resterende gebruiksduur van 13,5 jaar voor het merk 'Landleven' naar 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de impact 0,1 M€ aan bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast zijn. Indien de resterende gebruiksduur zou teruggebracht worden naar 5 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast 0,7 M€ bedragen.

Impairment test merken in 2023

In 2023 werden de merken Plus Magazine BE, Télépro, Beleggers Belangen, Feeling en Gezondheid op bijzondere waardevermindering getest. De test leidde voor geen van de merken tot een bijzondere waardevermindering.

overgeboekt naar voornamelijk 'Installaties, machines en uitrusting' en 'Terreinen en gebouwen'.

Materiële vaste activa zonder kasuitstroom

De aanschaffingen in de erkende recht-op-gebruik activa (in overeenstemming met de IFRS16-regelgeving)

(€ 4,0 miljoen) hebben zowel betrekking op gebouwen als op rollend materieel. Op het einde van de verslagperiode bestaan de activa uit volgende categorieën met onderstaande nettoboekwaarden:

in duizend euro 31/12/2024 31/12/2023
Gebouwen 1.892 3.838
Rollend materieel 5.194 4.114
Overige 198 115
Totale recht-op-gebruik activa 7.284 8.067

De Groep huurt verschillende kantoren, voertuigen en sommige machines. Huurcontracten worden meestal gemaakt voor een vaste periode van 3 tot 9 jaar, mogelijk met uitbreidingsopties; één heeft een leasetermijn van meer dan 20 jaar. Huurtermijnen worden op individuele basis onderhandeld en bevatten een reeks verschillende algemene voorwaarden. De huurovereenkomsten leggen geen enkele convenant op, maar geleasede activa mogen niet worden gebruikt als borg voor financieringsdoeleinden.

De recht-op-gebruik activa die buitengebruik gesteld zijn, betreffen enerzijds de erfpacht op het gebouw in Zellik waar nog een nettoboekwaarde van € 1,1 miljoen open stond. Ongeveer een zelfde bedrag werd afgeboekt in de leaseverplichting (zie toelichting 26 – Financiële schulden). Daarnaast is een gehuurd gebouw in Nederland ook buiten gebruikgesteld gezien dat het gebouw niet meer langer zal gehuurd worden. Tevens werden een heel aantal leasingwagens in de loop van 2024 buiten gebruik gesteld omdat hun vijfjarige contract ten einde liep. In alle gevallen zijn er elektrische leasingwagens in de plaats gekomen.

Onder de 'verkoop van dochterondernemingen' staan de uitboekingen van voornamelijk de recht-op-gebruik activa en het meubilair en rollend matereel binnen Roularta Media Duitsland. Naar aanleiding van de verkoop van de magazines, zal ook het gebouw niet meer verder gehuurd worden. Voor meer informatie met betrekking tot deze verkoop, verwijzen we naar toelichting 2 – Groepsstructuur.

De kosten met betrekking tot kortlopende huurovereenkomsten bedragen 640 K€ (328 K€ in 2023); de kosten met betrekking tot leasing van activa met een lage waarde (die niet worden weergegeven als leasing op korte termijn) bedragen 176 K€ (426 K€ in 2023).

TOELICHTING 16 - DEELNEMINGEN GEWAARDEERD VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIE-METHODE

I. Overzicht van significante joint ventures en geassocieerde ondernemingen

De volgende deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen hebben een significante impact op de financiële positie en resultaten van de Groep.

Naam joint venture Hoofd
Hoofdzetel
activiteit
Percentage van deelneming
en stemrecht van de Groep
2024 2023
Mediafin NV Media Brands Brussel, België 50,0% 50,0%
Immovlan BV Media Brands Brussel, België 35,0% 35,0%

Deze deelnemingen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Voor een overzicht van alle joint ventures verwijzen we naar toelichting 2 Groepsstructuur. Samengevatte financiële informatie in verband met significante joint ventures en geassocieerde ondernemingen van de Groep wordt hierna weergegeven. Deze financiële informatie komt overeen met de financiële rapportering van de joint ventures en geassocieerde ondernemingen volgens IFRS.

in duizend euro 2024 2023
Nettoactiva van de joint venture / geassocieerde onderneming 98.452 102.383
Minus Mediafins deelneming in Pulsar-IT BV -876 -876
Deelnemingspercentage van de Groep in Mediafin 50,0% 50,0%
Nettoboekwaarde van de deelneming in Mediafin 48.788 50.754

Op 31 december 2024 waren er geen indicatoren op bijzondere waardevermindering van de investering, waardoor geen impairment test werd uitgevoerd.

De belangrijkste post onder de vaste activa betreft de immateriële vaste activa.

Onderstaande tabel geeft de goodwill en immateriële vaste activa aan in Mediafin en haar dochter Pulsar-IT (beide aan 100%) op 31 december 2024 en 31 december 2023. De resterende netto boekwaarden en levensduur worden weergegeven:

in duizend euro Immateriële
activa 2024
Immateriële
activa 2023
Totale
resterende
levensduur (in
jaren)
Merk - De Tijd/ L'Echo 68.432 70.495 33,2
Merk - BePublic - BeReal 1.138 1.497 3,2
Klantenrelaties 19.459 20.937 13,2
Goodwill - De Tijd/L'Echo 24.675 24.675 Onbeperkt
Goodwill Luxury Leads 2.368 2.368 Onbeperkt
Goodwill Pulsar-IT (OpenTheBox) 690 690 Onbeperkt
Totaal 116.762 120.662

Er is nog geen toerekening van de aankoopprijs gebeurd in kader van de Profacts overname waardoor hiervoor nog geen immateriële activa opgenomen zijn (zie toelichting 2).

De totale jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande weergegeven immateriële vaste activa binnen Mediafin bedraagt € 3,9 miljoen (exclusief belastinglatenties). De jaarlijkse impact op de EBITDA van Roularta Media Group van deze afschrijvingen inclusief belastinglatentie, bedroeg € 1,5 miljoen.

De Groep heeft daarnaast op eind december 2024 terug een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd op de gebruiksduur van de klantenrelaties en merken De Tijd/L'Echo. Hieronder volgen de conclusies:

Indien de resterende gebruiksduur van De Tijd/L'Echo van 33,2 jaar als 'super'merk naar respectievelijk 20 jaar of 10 jaar zou teruggebracht worden, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast respectievelijk € 1,4 miljoen of € 4,8 miljoen bedragen. Het aandeel in de winst van de joint venture Mediafin (na uitgestelde belastingen) zou dan dalen met respectievelijk € 0,5 miljoen of € 1,8 miljoen.

Indien de resterende gebruiksduur van 13,2 jaar van de klantenrelaties binnen Mediafin zou teruggebracht worden naar 10 jaar, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast € 0,5 miljoen bedragen. Indien de resterende gebruiksduur naar 5 jaar zou worden teruggebracht, dan zou de bijkomende jaarlijkse afschrijvingslast € 2,4 miljoen bedragen. Het aandeel in de winst van de joint venture Mediafin zou dan met respectievelijk € 0,2 miljoen of € 0,9 miljoen dalen.

Roularta Media Group heeft geen nettoschuld meer openstaan ten opzichte van Mediafin (einde vorig boekjaar € 2,5 miljoen). Voorts zijn er geen voorwaardelijke of andere verplichtingen tegenover Mediafin op 31 december 2024. Mediafin heeft gezamenlijke toestemming nodig van Roularta Media Group en de andere aandeelhouder, Groupe Rossel, om de winst te verdelen en eventuele leningen aan te gaan.

Op 6 januari 2021 werd de entiteit Immovlan BV opgericht door de Roularta Media Group (35%), de Groupe Rossel (35%) en Belfius (30%). De entiteit omvat de activiteiten van Immovlan en Vacancesweb die voordien deel uitmaakten van CTR Media SA (50% RMG/50% Rossel). De participatie kaderde in een strategische samenwerkingsovereenkomst

tussen Belfius en Immovlan, waarbij ze hun digitale expertise combineren en hun service aanbod inzake residentieel vastgoed verder diversifiëren. Waar de entiteit van bij de start volledig geconsolideerd was, wordt ze sinds de deconsolidatie (eind september 2022) opgenomen onder de vermogensmutatiemethode.

Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de belangrijkse posten van de balans en resultatenrekening van Immovlan BV zoals opgenomen in haar eigen jaarrekening, aangepast voor reële waarde aanpassingen en verschillen

in waarderingsgrondslagen.

in duizend euro 2024 2023
Samenvattende financiële informatie op balansdatum
Vaste activa 6.454 7.506
Vlottende activa 2.430 2.048
- waarvan geldmiddelen en kasequivalenten 414 276
Kortlopende verplichtingen -2.720 -1.868
Nettoactiva 6.163 7.685
Omzet 7.119 6.305
Afschrijvingen -1.119 -979
Belastingen op het resultaat -204 -221
Nettoresultaat van de periode, gerealiseerd en niet-gerealiseerd -2.815 -877

Reconciliatie van de hiervoor vermelde financiële informatie met de nettoboekwaarde van de deelneming van

Immovlan in de geconsolideerde jaarrekening:

in duizend euro 2024 2023
Nettoactiva van de joint venture / geassocieerde onderneming 6.163 7.685
Deelnemingspercentage van de Groep in Immovlan 35,0% 35,0%
(Theoretische) nettoboekwaarde van de deelneming in Immovlan 2.157 2.690
Eliminatie resterende latente meerwaarde op klantenportefeuille nav deconsolidatie (na
belastingen)
-864 -864
Bijzondere waardevermindering van de geconsolideerde deelneming in Immovlan -1.293 -
Nettoboekwaarde van de deelneming in Immovlan 0 1.825

Door de tegenvallende resultaten van de entiteit Immovlan ten opzichte van de inschatting van het management met betrekking tot het jaar 2024, was er op 31 december 2024 een indicatie op bijzondere waardevermindering van de investering waardoor er een impairment test werd uitgevoerd.

Hierbij werd de realiseerbare waarde bepaald op basis van de verwachte verdisconteerde kasstromen. Deze gaat uit van kasstroomprognoses voor de komende vijf jaar (2025-2029). Voor 2025 werden de budgetcijfers aangehouden waarbij er geschat wordt dat omzet 10% lager zal liggen dan het jaar ervoor. Er werd een discontovoet na belastingen van 10,3% gebruikt, wat hoger is dan de 9,1% voor de merken van RMG en dit gezien het hogere risicoprofiel van de online publiciteitsomzetstromen dan deze van de merken van de Groep die naast print publiciteitsomzet ook omzetten halen uit de lezersmarkt. De residuele waarde werd bepaald op basis van een perpetuïteitsformule waarbij uitgegaan werd van een langetermijngroeivoet van 0% en dezelfde discontovoet van 10,3%.

Uit de test bleek dat een bijzondere waardevermindering nodig was van de volledige deelneming, oftewel € 1,4 miljoen. Dit resultaat werd integraal in de geconsolideerde resultatenrekening geboekt onder 'Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures' waardoor deze impact volledig ten laste komt van de EBITDA van de Groep.

Daarnaast heeft Roularta Media Group NV in haar 'Deelnemingen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode' nog een put optie in het voordeel van Belfius staan van 394K€ om mogelijks het belang in de entiteit Immovlan te verhogen indien Belfius de optie uitoefent. Langs de passiefkant staat hiervoor onder de 'Financiële schulden op korte termijn' een verplichting op van 629K€. We verwijzen hiervoor naar toelichting 26.

II. Samenvattende financiële informatie

Op 12 maart 2018 verwierf Roularta Media Group 50% van de aandelen in Mediafin NV. Mediafin is de Belgische uitgever van kwaliteitsvolle media zoals De Tijd en L'Echo die topjournalistiek hoog in het vaandel hebben, wat een goede match is met de Roularta groep die ook op hogere doelgroepen mikt. De andere 50% van Mediafin bleef in handen van Groupe Rossel.

Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de belangrijkste posten van Mediafin's balans en resultatenrekening zoals opgenomen in haar eigen jaarrekening, aangepast voor reële waarde aanpassingen bij acquisitie en verschillen in waarderingsgrondslagen.

in duizend euro 2024 2023
Samenvattende financiële informatie op balansdatum
Vaste activa 134.341 122.153
Vlottende activa 22.524 32.928
- waarvan geldmiddelen en kasequivalenten 5.673 5.380
Langlopende verplichtingen -29.704 -26.153
- waarvan financiële schulden -5.005 -482
Kortlopende verplichtingen -28.709 -26.545
- waarvan financiële schulden -1.349 -776
Nettoactiva 98.452 102.383
Omzet 88.503 83.615
Afschrijvingen -8.536 -8.195
Intrestopbrengsten 195 207
Intrestkosten -319 -178
Belastingen op het resultaat -2.279 -2.531
Nettoresultaat van de periode 7.288 5.935
Niet-gerealiseerde resultaten van de periode -219 -189
Nettoresultaat van de periode, gerealiseerd en niet-gerealiseerd 7.069 5.746
Dividenden uitgekeerd aan Roularta Media Groep tijdens de periode 5.390 4.000

De vaste activa zijn op 31 december 2024 met € 12,2 miljoen gestegen en dit voornamelijk omwille van de overname van 100% van de aandelen van het marktonderzoekbureau Profacts (zie toelichting 2) en een nieuw recht-op-gebruik gebouw (zie verder).

De geldmiddelen en kasequivalenten zijn in 2024 met € 0,3 miljoen gestegen ten opzichte van 2023, en dit na een dividenduitkering van € 5,4 miljoen in 2024 naar RMG (en eenzelfde bedrag naar de andere aandeelhouder Rossel).

De financiële schulden zijn met € 5,4 miljoen gestegen, voornamelijk omwille van de start van een nieuwe huurcontract voor de Mediafin gebouwen waardoor een nieuwe IFRS16 leaseverplichting werd opgeboekt. Eenzelfde bedrag werd ook in de materiële vaste activa opgeboekt als recht-op-gebruik activa.

De niet-gerealiseerde resultaten van 2024 (en 2023) bevatten de langlopende verplichtingen met betrekking tot personeelsbeloningen.

Reconciliatie van de hiervoor vermelde financiële informatie met de nettoboekwaarde van de deelneming van Mediafin in de geconsolideerde jaarrekening:

De belangrijkste post onder de vaste activa betreft de immateriële vaste activa.

Onderstaande tabel geeft de immateriële vaste activa aan in Immovlan (aan 100%) op 31 december 2024 en 31 december 2023. De resterende netto boekwaarden en levensduur worden weergegeven:

in duizend euro Immateriële
activa 2024
Immateriële
activa 2023
Totale
resterende
levensduur (in
jaren)
Merk - Immovlan 601 701 6,0
Klantenportefeuille Immovlan 4.988 5.442 11,0
Totaal 5.589 6.143

De totale overblijvende jaarlijkse afschrijvingslast van de bovenstaande weergegeven immateriële vaste activa binnen Immovlan bedraagt € 0,6 miljoen (exclusief belastinglatenties). De jaarlijkse impact op de EBITDA van Roularta Media Group van deze afschrijvingen inclusief belastinglatentie, bedraagt € -0,1 miljoen.

Na de bijzondere waardevermindering is het belang van de Groep tot nul afgeboekt en zal ze haar aandeel in verdere verliezen van Immovlan niet langer opnemen.

III. Samenvattende financiële informatie van geassocieerde ondernemingen en joint ventures die individueel niet significant zijn

Deze categorie omvat de ondernemingen CTR Media SA, Yellowbrick NV, Repropress CVBA, Pulsar-IT BV, Motor.NL BV en Pite Media BV.

in duizend euro 2024 2023
Aandeel van de Groep in het nettoresultaat, gerealiseerd en niet-gerealiseerd -25 17
Totale nettoboekwaarde van de overige deelnemingen aangehouden door de Groep 439 538

Er werd 200K€ dividend uitgekeerd van Pite Media BV naar Roularta Media Nederland (en eenzelfde bedrag naar de andere aandeelhouder). De aandelen in de entiteit Repropress CVBA werden in de loop van 2024 volledig verkocht.

Roularta Media Group heeft geen contractuele verplichtingen tegenover deze geassocieerde ondernemingen en joint ventures op 31 december 2024 en 2023.

IV. Evolutie nettoboekwaarde van de deelnemingen volgens de vermogensmutatiemethode

in duizend euro 2024 2023
Saldo op het einde van het vorige boekjaar 53.511 55.051
Wijzigingen tijdens het boekjaar:
- Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures 1.793 2.678
- Aandeel in de niet-gerealiseerde resultaten van joint ventures en geassocieerde
ondernemingen
-219 -189
- Dividenduitkering -5.590 -4.000
- Voorziening voor bijkomende verliezen 137 -29
- Effect wijziging groep -10 -
Saldo op het einde van het boekjaar (deelnemingen, exclusief vorderingen) 49.622 53.511

Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures is lager dan vorig jaar door de bovengenoemde bijzondere waardevermindering van € 1,4 miljoen.

Het hogere dividend in 2024 ten opzichte van 2023 (€ +1,6 miljoen) komt enerzijds van Mediafin die naast het gewone dividend van € 4,0 miljoen ook een interim dividend van € 1,4 miljoen heeft uitgekeerd aan RMG; anderzijds is er ook

IM

WE CREATE MEDIA WITHPACT

TOELICHTING 18 - HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN

I. Handels- en overige vorderingen – vast

Er zijn geen vaste handels-of overige vorderingen.

II. Handels- en overige vorderingen – vlottend

in duizend euro 2024 2023
Handelsvorderingen, bruto 53.812 52.997
Waardevermindering op dubieuze vorderingen,
vlottend
-4.782 -4.511
Te factureren en te ontvangen creditnota's (*) 2.568 2.589
Te innen bedragen en debetsaldi leveranciers 679 308
Terug te vorderen BTW (*) 44 13
Overige vorderingen, bruto 731 1.497
Waardevermindering op overige vorderingen -333 -116
Totaal handels- en overige vorderingen - vlottend 52.718 52.777

(*) Geen financiële activa zoals gedefinieerd in IAS32

De openstaande saldi zijn verspreid over een groot aantal klanten en er is geen klant met een openstaand saldo dat meer dan 10% van het totale klantensaldo uitmaakt.

De handelsvorderingen stijgen ondanks een lichtjes lagere omzet. De reden van de stijging is de hogere DSO (van 50 dagen in 2023 naar 53 dagen in 2024). DSO (= aantal dagen klantenkrediet) wordt gedefinieerd als totale vlottende handelsvorderingen, gedeeld door totale omzet van de laatste 3 maanden/90. Dit is 52.276 K€/(89.398 K€/90) = 53 dagen. Management acht deze prestatiemaatstaf relevant om op te volgen om te evalueren of en welke klanten (on)voldoende snel betalen.

In de tabel hieronder wordt de ouderdomsanalyse van de handelsvorderingen op korte termijn weergegeven:

in duizend euro 2024 2023
Nominale waarde per einde boekjaar 53.812 52.997
- waarvan:
* niet vervallen en minder dan 30 dagen
vervallen
41.873 40.296
* vervallen 30 - 60 dagen 3.482 4.295
* vervallen 61 - 90 dagen 2.002 2.246
* meer dan 90 dagen vervallen 6.455 6.160

Op 31/12/2024 werd een bijzondere waardeverminderingsanalyse conform de vereenvoudigde benadering (IFRS 9) uitgevoerd om de verwachte kredietverliezen van de Groep op al haar handelsvorderingen te meten. De Groep gebruikt hiervoor een voorzieningenmatrix om de verwachte kredietverliezen te berekenen op basis van historische informatie. De invloed van toekomstgerichte informatie wordt niet significant geacht. De Groep classificeert de klanten en hun gerelateerde vorderingen in verschillende ouderdomsklassen, gebaseerd op de bovenstaande ouderdomsanalyse van de vorderingen. Daarnaast houdt de Groep rekening met klantspecifieke indicaties wanneer betaling onwaarschijnlijk is. Dit is het geval wanneer vorderingen meer dan 120 dagen achterstallig zijn en/of wanneer er een interne of externe indicatie is voor risico op wanbetaling.

Voor alle vorderingen die minder dan vier maanden achterstallig zijn, neemt de Groep percentages tussen 0,18% en 1,56% in aanmerking (zie onderstaande tabel kolom "ECL %" (ECL = expected credit loss)). De klantspecifieke dubieuze vorderingen, die voor een groot stuk gerelateerd zijn aan vorderingen die meer dan 120 dagen achterstallig zijn, bedragen samen € 4,6 miljoen. Dit brengt de totale voorziening voor dubieuze debiteuren op € 4,8 miljoen (vorig jaar € 4,5 miljoen).

in duizend euro ECL % Provisie
31/12/2024
Verwachte kredietverliezen per ouderdomsbalans
* niet vervallen en minder dan 30 dagen vervallen -0,18% -74
* vervallen 30 - 60 dagen -0,89% -31
* vervallen 61 - 90 dagen -1,24% -25
* meer dan 90 dagen vervallen -1,56% -28
Klantspecifieke vorderingen -4.624
Totaal voorziening dubieuze debiteuren -4.782

In onderstaande tabel wordt de evolutie van de voorziening voor dubieuze debiteuren getoond:

  • In boekjaar geboekte terugname
in duizend euro 2024 2023
Nettoboekwaarde op 1 januari -4.511 -3.459
- In boekjaar geboekte waardeverminderingen -1.487 -1.822
- In boekjaar geboekte terugname
waardeverminderingen
1.190 1.070
- Verwerving door middel van bedrijfscombinatie - -178
- Overige bewegingen 26 -122
Nettoboekwaarde op 31 december -4.782 -4.511

De gerealiseerde minwaarden op vorderingen zijn terug te vinden in Toelichting 8 – Andere bedrijfsopbrengsten en-

kosten.

Onderstaande tabel geeft de evolutie van de voorziening voor overige vorderingen weer.

in duizend euro 2024 2023
Nettoboekwaarde per einde vorig boekjaar -116 -116
- In boekjaar geboekte waardeverminderingen -217 -
Nettoboekwaarde per einde boekjaar -333 -116

De stijging komt in 2024 hoofdzakelijk van een Franse klant in faling.

TOELICHTING 17 - INVESTERINGEN IN FINANCIËLE ACTIVA, LENINGEN EN WAARBORGEN

I. Overzicht rubriek

in duizend euro 2024 2023
Investeringen in financiële activa - reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst
en-verliesrekening
128 148
Leningen en waarborgen - geamortiseerde kostprijs 311 346
Totaal investeringen in financiële activa, leningen
en waarborgen
440 494

II. Investeringen in financiële activa – evolutie tijdens het boekjaar

in duizend euro 2024 2023
AAN REËLE WAARDE MET VERWERKING VAN
WAARDEVERANDERINGEN IN WINST-EN
VERLIESREKENING
Saldo op 1 januari 3.839 3.839
Mutaties tijdens het boekjaar
- Overdrachten en buitengebruikstellingen -20 -
Saldo op 31 december 3.819 3.839
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN (-)
Saldo op 1 januari -3.691 -3.670
Mutaties tijdens het boekjaar
- Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - -21
Saldo op 31 december -3.691 -3.691
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 128 148

Het management heeft vastgesteld dat de kostprijs minus de bijzondere waardevermindering een juiste schatting is van de reële waarde voor de niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen van de integraal geconsolideerde ondernemingen omdat er onvoldoende recente informatie beschikbaar is om de reële waarde te meten.

III. Leningen en waarborgen – evolutie tijdens het boekjaar

in duizend euro 2024 2023
AAN GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS
Saldo op 1 januari 346 996
Mutaties tijdens het boekjaar
- Toevoegingen 32 91
- Bedrag aan gebruikte betalingen -55 -443
- Terugbetalingen -12 -298
Saldo op 31 december 311 346
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar 311 346

De daling in de waarborgen in 2023 kwam van een kantonnering met betrekking tot het Infobase geschil (zie Toelichting 24 – Voorzieningen) die in 2024 is vrijgevallen. Het werd in 2023 overgeboekt naar de overige vorderingen op korte termijn.

TOELICHTING 19 - UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN EN –VERPLICHTINGEN

I. Overzicht uitgestelde belastingvorderingen en –verplichtingen

De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans zijn toe te wijzen aan:

in duizend euro 2024 2023
Uitgestelde
belasting
vorderingen
Uitgestelde
belasting
verplichtingen
Uitgestelde
belasting
vorderingen
Uitgestelde
belasting
verplichtingen
Immateriële activa 884 12.355 1.399 12.943
Materiële vaste activa 64 5.400 63 5.406
Investeringen in financiële activa, leningen
en waarborgen
- 2.738 - 2.738
Overgedragen winsten - 367 - 367
Voorzieningen 488 - 61 -
Langlopende personeelsvoordelen 528 - 1.161 -
Toe te rekenen kosten en over te dragen
opbrengsten
75 - 88 -
Totaal uitgestelde belastingen op tijdelijke
verschillen
2.039 20.859 2.773 21.455
Fiscale verliezen 299 - 299 -
Fiscaal verrekenbare tegoeden 12.249 - 12.074 -
Compensatie van belastingvorderingen en -
verplichtingen
-11.999 -11.999 -12.245 -12.245
Netto uitgestelde belastingvorderingen en
-verplichtingen
2.589 8.860 2.899 9.208

De Groep heeft geen uitgestelde belastingvorderingen erkend op fiscale verliezen ten bedrage van 59.277 K€ (2023: 60.741 K€) enerzijds en op tijdelijke verschillen ten bedrage van 4 K€ (2023: 5 K€) anderzijds, aangezien het niet waarschijnlijk is dat er in de nabije toekomst fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee deze kunnen verrekend worden.

Roularta Media Group heeft uitgestelde belastingvorderingen erkend voor een totaal van 303 K€ (2023: 304 K€) voor dochterondernemingen die verliezen hebben geleden in de huidige of de vorige periode. De budgetten van de dochterondernemingen tonen aan dat er in de nabije toekomst voldoende fiscale winsten zullen beschikbaar zijn waarmee deze uitgestelde belastingvorderingen kunnen verrekend worden.

II. Uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare tegoeden

in duizend euro 2024
2023
Fiscale
verliezen
Fiscaal
verrekenbare
tegoeden
Fiscale
verliezen
Fiscaal
verrekenbare
tegoeden
Vervaldatum
Huidig boekjaar - - -
-
Geen vervaldatum 299 12.250 299 12.074
Totaal uitgestelde belastingvorderingen 299 12.250 299 12.074

verkoop van twee gebouwen en € 2,6 miljoen uit de verkoop van de Duitse magazines die nog in mindering gebracht worden.

Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € 13,8 miljoen, opgebouwd als volgt: een positieve EBITDA van € 16,1 miljoen (i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderingen op voorraden en vorderingen), maar in EBITDA zat een meerwaarde van € 1,1 miljoen komende van de verkoop van een gebouw die nog in mindering gebracht werd. Het ontvangen dividend van € 4,0 miljoen van Roularta's geassocieerde ondernemingen en joint ventures werd per eind 2023 volledig tenietgedaan door een stijgend werkkapitaal van € 4,7 miljoen.

De kasstroom met betrekking tot investeringen bedraagt € -11,4 miljoen in 2024. Dit is voor een groot stuk toe te schrijven aan investeringen in nieuwe materiële (€ -8,3 miljoen) en immateriële (€ -7,0 miljoen) vaste activa. Voor meer uitleg, verwijzen we naar toelichting 14 en 15. Daarnaast werden ook twee gebouwen verkocht voor € 2,3 miljoen en werden de Duitse magazines verkocht aan Herder Verlag en Agentur2 voor € 1,3 miljoen.

Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -15,5 miljoen, samengesteld uit investeringen in nieuwe materiële (€ -8,5 miljoen) en immateriële (€ -7,6 miljoen) vaste activa. Daarnaast werd ook nog geïnvesteerd in de overname van de BV RMN Mindstyle voor € 1,2 miljoen en werd een gebouw verkocht voor € 1,5 miljoen.

De kasstroom uit financieringsactiviteiten bedraagt € -12,5 miljoen in 2024. Dit laatste bedrag is de som van het uitbetaalde keuzedividend van € 4,6 miljoen, de aankoop van eigen aandelen voor € 2,4 miljoen, de aflossing van de overblijvende schuld ten opzichte van Mediafin NV ter waarde van € 2,5 miljoen en tot slot de aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 3,0 miljoen). Voor de eerste twee transacties verwijzen we naar toelichting 22.

Vorig jaar bedroeg deze kasstroom € -14,5 miljoen, bestaande uit het uitbetaalde dividend van € 11,8 miljoen en de aflossing van de IFRS16 leasing schulden (€ 2,5 miljoen).

TOELICHTING 22 - EIGEN VERMOGEN

Geplaatst kapitaal

Per 31 december 2024 bedraagt het geplaatste kapitaal 84 816 K€ (2023: 80 000 K€) vertegenwoordigd door 13.931.920 (2023: 13.141.123 ) volledig volgestorte gewone aandelen. Deze aandelen hebben geen nominale waarde. In onderstaande tabel worden de bewegingen weergegeven voor huidig en vorig boekjaar.

Jaar Maand Verrichting Aantal
aandelen
Kaptitaal BEF/ EUR
1988 mei Oprichting onder de naam Roularta Financieringsmaatschappij 12.510 381.000.000 BEF
1993 juli Fusie - verhoging kapitaal 13.009 392.344.000 BEF
1997 december Splitsing - verhoging kapitaal 18.137 546.964.924 BEF
1997 december Fusie - verhoging kapitaal 22.389 675.254.924 BEF
1997 december Verhoging kapitaal 24.341 734.074.465 BEF
1997 december Wijziging naam in Roularta Media Group
1998 juni Uitgifte 300.000 warrants - wijziging statuten 2.434.100 734.074.465 BEF
1998 juni Fusie - verhoging kapitaal 2.690.400 1.545.457.541 BEF
1998 juni Inbreng schuldvordering - verhoging kapitaal 8.277.700 2.496.457.541 BEF
1998 december Inbreng schuldvordering - verhoging kapitaal 9.611.034 4.479.791.791 BEF
2001 juni Omzetting kapitaal in euro - verhoging kapitaal door de conversie van
61.950 warrants
9.672.984 111.743.000 EUR
2001 oktober Vernietiging 119.305 eigen aandelen 9.553.679 111.743.000 EUR
2002 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 35.350 warrants 9.589.029 112.138.000 EUR
2003 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 43.475 warrants 9.632.504 112.623.000 EUR
2003 juli Verhoging van het kapitaal door een inbreng in natura 9.884.986 118.463.000 EUR
2004 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 43.625 warrants 9.928.611 118.950.000 EUR
2005 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 28.350 warrants 9.956.961 119.267.000 EUR
2006 januari Verhoging van het kapitaal door de conversie van 39.090 warrants 9.996.051 120.054.000 EUR
2006 februari Verhoging van het kapitaal door een inbreng in geld 10.985.660 131.939.204 EUR
2006 mei Incorporatie uitgiftepremie 10.985.660 170.029.300 EUR
2006 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 19.825 warrants 11.005.485 170.250.500 EUR
2007 januari Verhoging van het kapitaal door de conversie van 9.340 warrants 11.014.825 170.439.000 EUR
2007 juni Verhoging van het kapitaal door de conversie van 22.225 warrants 11.037.050 170.687.000 EUR
2008 januari Verhoging van het kapitaal door de conversie van 7.864 warrants 11.044.914 170.846.000 EUR
2008 mei Verhoging van het kapitaal door de conversie van 17.375 warrants 11.062.289 171.040.000 EUR
2008 december Verhoging van het kapitaal door een inbreng in geld 13.131.940 203.040.000 EUR
2011 januari Verhoging van het kapitaal door de conversie van 9.183 warrants 13.141.123 203.225.000 EUR
2015 mei Vermindering van het kapitaal 13.141.123 80.000.000 EUR
2015 juni Fusie - Roularta Media Group NV met Roularta Printing NV, Biblo NV,
De Streekkrant - De Weekkrantgroep NV, Euro DB NV, Le Vif Magazine
SA, New Bizz Partners NV, Press News NV, Regie De Weekkrant NV,
Roularta Business Leads NV, Roularta IT-Solutions NV, Roularta
Publishing NV en West-Vlaamse Media Groep NV
13.141.123 80.000.000 EUR
2019 juni Fusie Roularta Media Group NV met Bright Communications BVBA 13.141.123 80.000.000 EUR
2020 juni Fusie Roularta Media Group NV met Senior Publications NV 13.141.123 80.000.000 EUR
2021 juli Fusie Roularta Media Group NV met Belgomedia SA 13.141.123 80.000.000 EUR
2022 juli Fusie Roularta Media Group NV met Gezondheid NV 13.141.123 80.000.000 EUR
2024 mei Verhoging van het kapitaal door de uitgifte van 790.797 nieuwe gewone
aandelen (keuzedividend)
13.931.920 84.815.954 EUR

Wijziging in 2024 van geplaatst kapitaal en uitgiftepremie De algemene vergadering van Roularta Media Group NV van 21 mei 2024 keurde de uitkering goed van een brutodividend van € 1 per aandeel (netto € 0,7) over het boekjaar 2023. Daarnaast bood de Groep de aandeelhouders

TOELICHTING 20 - VOORRADEN

in duizend euro 2024 2023
Brutoboekwaarde
Grond- en hulpstoffen 7.434 9.103
Goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering 954 1.096
Gereed product 169 280
Handelsgoederen 1.098 1.354
Totaal brutoboekwaarde (A) 9.655 11.834
Waardeverminderingen (-)
Grond- en hulpstoffen -800 -678
Gereed product -25 -26
Handelsgoederen -193 -241
Totaal afschrijvingen en waardeverminderingen
(B)
-1.018 -945
Nettoboekwaarde
Grond- en hulpstoffen 6.634 8.425
Goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering 954 1.096
Gereed product 144 254
Handelsgoederen 905 1.113
Totale nettoboekwaarde aan kostprijs (A+B) 8.637 10.889

In 2024 is de voorraad gedaald, dit vooral in de grond- en hulpstoffen omwille van de lagere papierprijzen. Voor de waardeverminderingen verwijzen we naar toelichting 7.

Er zijn geen panden of andere zekerheden van toepassing op de voorraden.

TOELICHTING 21 - GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN

in duizend euro 2024 2023
Banksaldi 44.932 38.251
Kortetermijndeposito's 25.116 30.016
Kassaldi 1 1
Totaal geldmiddelen en kasequivalenten 70.048 68.267

De kortetermijndeposito's zijn zeer liquide beleggingen die gemakkelijk kunnen worden omgezet in een geldbedrag dat vooraf bekend is. Ze hebben een looptijd van zes maanden en hebben geen materieel risico dat hun waardering zou wijzigen. De gemiddelde bruto intrestvoet in 2024 bedroeg 3,37% (3,32% in 2023). Deze middelen zijn beschikbaar om verplichtingen te voldoen die binnen de 12 maanden na balansdatum verschuldigd zijn.

Er waren geen geldbeleggingen in 2024, noch in 2023.

De totale geldmiddelen en kasequivalenten stijgen met € 1,8 miljoen in 2024 terwijl dit vorig boekjaar een daling was van € 16,2 miljoen.

Het geconsolideerd kasstroomoverzicht toont van welke activiteiten deze kasstromen afkomstig zijn :

De kasstroom uit operationele activiteiten bedraagt € 25,6 miljoen in 2024. Deze kasstroom is vooral gedreven door een positieve EBITDA (€ 24,1 miljoen - i.e. exclusief het resultaat van de joint ventures, provisies en waardeverminderingen op voorraden en vorderingen) en het ontvangen dividend van € 5,6 miljoen van Roularta's geassocieerde ondernemingen en joint ventures. Anderzijds zit in EBITDA een meerwaarde van € 2,2 miljoen uit de

de mogelijkheid om (i) hun dividendrechten in te brengen in het kapitaal van de vennootschap tegen een inbrengverhouding van 13 netto dividendrechten voor één nieuw aandeel (uitgifteprijs van € 9,10), (ii) het dividend in cash te laten uitbetalen of (iii) een combinatie van beide. In totaal werden 10.280.361 dividendrechten over het boekjaar 2023 ingebracht in ruil voor 790.797 nieuwe gewone aandelen, voor een totale uitgifteprijs van € 7,2 miljoen.

Het geplaatst kapitaal van de vennootschap werd naar aanleiding van het keuzedividend verhoogd met € 4,8 miljoen. Het saldo van de totale uitgifteprijs, hetzij € 2,4 miljoen werd geboekt op de onbeschikbare rekening uitgiftepremies. Het saldo van het dividend werd op 12 juni uitgekeerd in contanten, voor een totaal bruto bedrag van € 4,6 miljoen. Het participatiepercentage van de NV Koinon, de referentieaandeelhouder van Roularta Media Group NV wijzigt van 71,17% eind vorige verslagperiode naar 72,30% omdat de NV Koinon in het kader van het keuzedividend geopteerd heeft om 100% van het aan haar gealloceerde dividend in nieuwe aandelen op te nemen.

In onderstaande tabel wordt de status van het geplaatst kapitaal en uitgiftepremie weergegeven op 31 december 2024 en 31 december 2023.

in euro 2024 2023
Geplaatst kapitaal bij begin van de periode 80.000.000 80.000.000
Wijzigingen gedurende de periode 4.815.954 -
Geplaatst kapitaal op einde van de periode 84.815.954 80.000.000
Uitgiftepremie bij begin van de periode 303.617 303.617
Wijzigingen gedurende de periode 2.380.299 -
Uitgiftepremie op einde van de periode 2.683.916 303.617

Eigen aandelen

Op 31 december 2024 heeft de Groep 1.611.984 eigen aandelen in portefeuille (2023: 1.356.619 ), met een waarde van € 31,8 miljoen, of € 19,73 per aandeel. Eind september 2024 kocht de Groep alle 265.237 aandelen Roularta over van de NV Shopinvest tegen een prijs van 9,1125 euro per aandeel.

Bij de uitoefening van hun opties werden tijdens het boekjaar 1.100 (2023: 16.970 ) eigen aandelen toegekend aan de houders van de opties.

Overige reserves

in duizend euro 2024 2023
Uitgiftepremies 2.684 304
Kosten van uitgifte en kapitaalverhoging (netto na
uitgestelde belasting)
-1.275 -1.275
Reserves m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen 554 582
Reserves m.b.t. actuariële wijziging
personeelsbeloningen
1.758 1.047
Totaal overige reserves 3.720 657

De stijging van de uitgiftepremies met € 2,4 miljoen heeft, zoals hierboven vermeld, betrekking op de kapitaalverhoging nav het keuzedividend.

De reserves m.b.t. op aandelen gebaseerde betalingen hebben betrekking op de toegekende aandelenopties zoals beschreven in Toelichting 23.

Minderheidsbelangen

Op balansdatum is het eigenvermogensbelang aangehouden door minderheidsaandeelhouders als volgt:

'Voorzieningen' in de geconsolideerde winst-en verliesrekening.

Tenzij anders aangegeven, zijn alle onderliggende bewegingen via de geconsolideerde winst-en verliesrekening in

de post 'Voorzieningen' opgenomen.

-

-

2024
in duizend euro Voorzieningen
voor hangende
geschillen
Voorzieningen
voor her
structurering
Overige
voorzie
ningen
Totaal
Saldo op 1 januari 1.143 - 1.757 2.901
Mutaties tijdens het boekjaar
- Additionele voorzieningen (+) 233 - 919 1.152
- Additionele voorzieningen via deelneming (*) - - 137 137
- Toename door verkoop Duitse magazines (**) - 784 - 784
- Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) -836 -300 -679 -1.815
- Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) - - -77 -77
Saldo op 31 december 540 484 2.057 3.080

(*) Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan. (**) Beweging die via de post 'Andere Bedrijfsopbrengsten' is gegaan in de geconsolideerde winst-en verliesrekening.

-

2023
in duizend euro Voorzieningen
voor hangende
geschillen
Voorzieningen
voor her
structurering
Overige
voorzie
ningen
Totaal
Saldo op 1 januari 4.509 - 1.818 6.327
Mutaties tijdens het boekjaar
- Additionele voorzieningen via deelneming (*) - - -29 -29
- Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) - - -31 -31
- Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) -3.366 - - -3.366
Saldo op 31 december 1.143 - 1.757 2.901

(*) Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan.

In totaal werd € 1,5 miljoen in opbrengst (2023: € 3,7 miljoen opbrengst) geboekt op de lijn voorzieningen in de geconsolideerde winst-en verliesrekening. € 0,7 miljoen opbrengst (2023 : € 3,4 miljoen opbrengst) is afkomstig van bovenstaande provisies en € 0,8 miljoen opbrengst (2023 : € 0,3 miljoen opbrengst) van de langlopende personeelsbeloningen. Voor de laatste verwijzen we naar toelichting 25.

In 2023 werd onder de hangende geschillen de provisie met betrekking tot Infobase teruggenomen voor € 3,4 miljoen. Begin 2024 werd door een afstand van geding ook het laatste geschil hangende voor de beslagrechter te Brussel finaal in het voordeel van Roularta Media Group beslecht en werd de resterende 90K€ ook in opbrengst genomen.

TOELICHTING 25 - LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN MET BETREKKING TOT PERSONEELSBELONINGEN

I. Algemeen

in duizend euro 2024 2023
Toegezegd-pensioenregelingen 1.045 2.110
Opzeggingsvergoedingen 731 1.229
Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 2.090 2.548
Toekomstig tariefvoordeel abonnementen 897 1.231
Jubileumuitkeringen 1.193 1.317
Totaal langlopende personeelsbeloningen 3.866 5.887

In onderstaande tabel kunnen de bewegingen van de bovenstaande langlopende personeelsbeloningen gevonden worden. Alle gaan door de geconsolideerde winst-en verliesrekening via de lijn 'Voorzieningen', tenzij anders aangegeven. De toegezegd-pensioenregelingen worden in volgende paragraaf nog meer uitgelicht.

2024

in duizend euro Voorziening
en voor
toegezegd
pensioen
regelingen
Voorziening
en voor
opzegver
goedingen
Voorziening
en andere
langetermijns
beloningen
Totaal
Saldo op 1 januari 2.110 1.229 2.548 5.887
Mutaties tijdens het boekjaar
- Additionele voorzieningen (+) - 1.015 - 1.015
- Herwaarderingen via gerealiseerde perioderesultaten -229 - -55 -284
- Herwaarderingen via niet-gerealiseerde perioderesultaten (*) -836 - -403 -1.239
- Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) - -1.472 - -1.472
- Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) - -41 - -41
Saldo op 31 december 1.045 731 2.090 3.866

(*) Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan.

Voorziening
en voor
toegezegd
pensioen
regelingen
Voorzie
ningen
voor
opzegver
goedingen
Voorziening
en andere
langetermijns
beloningen
Totaal
2.776 984 2.841 6.601
- 1.186 - 1.106
-121 - -274 -395
-545 - 98 -447
- -941 -117 -1.058
2.110 1.229 2.548 5.887

(*) Bewegingen die niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening gaan.

Naam Land van
oprichting en
werking
2024 2023
Studio Aperi Negotium NV België 25,00% 25,00%

De reconciliatie van het minderheidsbelang op de balans en het nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen kan in onderstaande tabel gevonden worden voor 2024 en 2023.

in duizend euro 2024 2023
Langlopende activa 190 209
Kortlopende activa 656 541
Langlopende schulden 33 39
Kortlopende schulden 1.523 1.626
Eigen vermogen -710 -915
Minderheidsbelang % 25,00% 25,00%
Minderheidsbelangen -177 -228
Omzet 2.052 2.100
Nettoresultaat 203 72
Minderheidsbelang % 25,00% 25,00%
Nettoresultaat toerekenbaar aan minderheidsbelangen 51 18

TOELICHTING 23 - OP AANDELEN GEBASEERDE BETALINGEN

Verschillende aandelenoptieplannen werden door de NV Roularta Media Group uitgegeven met de bedoeling de directie en kaderleden te laten genieten van de groei van het bedrijf en de evolutie van het Roularta aandeel. Om aan mogelijke verplichtingen van aandelenopties tegemoet te komen, is in het verleden een programma van aankoop eigen aandelen opgezet om het bedrijf toe te laten te voldoen aan deze toekomstige opties. Alle aandelenoptieplannen worden in eigenvermogeninstrumenten afgewikkeld, waarbij elk van de plannen voorziet dat één optie recht geeft op één aandeel Roularta tegen betaling van de uitoefenprijs. De opties worden onvoorwaardelijk als de arbeidsovereenkomst of het bestuursmandaat niet beëindigd is op het ogenblik van de eerstvolgende uitoefenperiode. Hierna volgt een overzicht van de bestaande aandelenoptieplannen.

Aandelenopties

Het benoemings- en remuneratiecomité beslist over de toekenning van de optieplannen in functie van de door directie en kaderleden geleverde prestaties, hun bijdrage in het realiseren van de groepsobjectieven en hun engagement in de langetermijnontwikkeling van de groepsstrategie.

Aandelenopties zijn uit te oefenen aan de prijs die overeenkomt met de gemiddelde slotkoers van het aandeel tijdens de dertig dagen die aan de datum van het aanbod van de opties voorafgaan of de laatste slotkoers die voorafgaat aan de dag van het aanbod. De maximale looptijd van toegekende opties wordt in volgende tabel toegelicht. Als de optie niet uitgeoefend wordt na de laatste uitoefenperiode, vervalt deze. De nog niet uitoefenbare opties worden opgegeven indien een lid van de directie of het kaderpersoneel de onderneming verlaat vóór de laatste uitoefenperiode, behalve in geval van pensionering of overlijden.

In 2024 noch in 2023 zijn er nieuwe optieplannen uitgegeven.

Overzicht van de nog lopende aandelenoptieplannen aangeboden aan de directie en het kaderpersoneel op 31 december 2024:

Jaar van
aanbod
Aantal
aangeboden
opties
Aantal
aanvaarde
opties
Uit te
oefenen
opties
Uitoefen
prijs in €
Eerste uit
oefenperiode
Laatste uit
oefenperiode
2015 203.750 117.700 31.540 11,73 01/01 - 31/12/2019 01/01 - 31/12/2025
2019 370.000 102.250 47.000 14,39 01/01 - 31/12/2023 01/01 - 31/12/2029
573.750 219.950 78.540

Overzicht van de aandelenopties uitstaand gedurende het boekjaar:

2024 2023
Aantal opties Gemiddelde
uitoefenprijs in € Aantal opties
Gemiddelde
uitoefenprijs in €
Uitstaand op 1 januari 93.440 13,42 216.710 26,38
Opgegeven gedurende de periode -13.800 - -350 -
Uitgeoefend gedurende de periode -1.100 11,73 -16.970 13,02
Vervallen gedurende de periode - - -105.950 40,00
Uitstaand op 31 december 78.540 13,32 93.440 13,42
Uitoefenbaar op 31 december 68.685 73.470

Tijdens het huidige boekjaar werden er 1.100 aandelenopties uitgeoefend (16.970 in 2023). Tijdens het huidige boekjaar zijn er geen opties vervallen, maar wel 13.800 geschrapt.

Er werd in 2024 in totaal 29 K€ opbrengsten (2023: 30 K€ kosten) erkend in de personeelskosten met betrekking tot in eigenvermogeninstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties. De opname in de winsten verliesrekening gebeurt vanaf 2015 voor alle optieplannen toegekend vanaf 7 november 2002.

De aandelenopties die aan het einde van de periode uitstaan, hebben een gewogen gemiddelde resterende looptijd van 3,4 jaar (4,6 jaar in 2023). In 2024 was de gewogen gemiddelde aandelenkoers op de uitoefendatum € 12,0 (2023: € 17,68).

Aandelen

Eén van de leden van het executive management committee heeft in 2024 een aandelenpakket van 8.772 Roularta aandelen verworven.

TOELICHTING 24 - VOORZIENINGEN

Op het einde van de verslagperiode bedragen de voorzieningen € 3,1 miljoen ten opzichte van €2,9 miljoen vorig jaar. Ze bestaan uit overige voorzieningen (€ 2,1 miljoen ), hangende geschillen (€ 0,5 miljoen ) en een herstructureringsprovisie (€ 0,5 miljoen).

De overige voorzieningen betreffen allerhande voorzieningen die netto met € 0,3 miljoen stijgen. Een deel (€ 0,1 miljoen) betreft nog voorzieningen voor participaties opgenomen via de vermogensmutatiemethode waarvan de verliezen de boekwaarde van de participatie overstijgen, zie ook toelichting 16 – Deelnemingen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures. Als gevolg gaat deze beweging niet via de geconsolideerde winst-en verliesrekening.

Naar aanleiding van de verkoop van de Duitse magazines (zie toelichting 2 – Groepsstructuur) werd op moment van verkoop een herstructureringsprovisie opgezet (€ 0,8 miljoen) omwille van de verkoop van de bedrijfsactiviteit (het uitgeven van de Duitse magazines) en de sluiting van de bedrijfslocatie. De provisie omvat kosten die zich vanaf verkoopdatum in 2024 en 2025 voordoen, totdat de vaste inrichting Roularta Media Duitsland wordt stopgezet. De voorziening voor de herstructurering van € 0,8 miljoen werd in de geconsolideerde winst-en verliesrekening afgetrokken van de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop van de Duitse magazines (in totaal € 2,6 miljoen opbrengst – zie toelichting 8 – Andere bedrijfsopbrengsten-en kosten) en is dus niet opgenomen in de lijn

JAARVERSLAG 2024 JAARVERSLAG 2024 156 157

Disconteringsvoet
Verwacht percentage van loonsverhogingen
Toekomstige wijziging in inflatie
Toekomstige wijzigingen in verloop
Toekomstige wijzigingen in minimum gegarandeerd rendement

De bovenstaande sensitiviteitsanalyses zijn gebaseerd op een wijziging in een veronderstelling terwijl alle andere veronderstellingen constant worden gehouden. In de praktijk is het onwaarschijnlijk dat dit gebeurt en kunnen veranderingen in sommige van de veronderstellingen worden gecorreleerd. Bij de berekening van de gevoeligheid van de toegezegd-pensioenverplichting voor significante actuariële veronderstellingen is ook de projected unit creditmethode gebruikt. Impact op de netto-pensioenverplichting zal significant lager liggen dan bovenstaande waarden en effect zal via niet-gerealiseerde perioderesultaten gaan.

Voor de toegezegd-pensioenplannen wordt in de verzekeringscontracten een defensieve beleggingsstrategie gehanteerd waarbij hoofdzakelijk belegd wordt in vastrentende effecten, om zodoende de veiligheid, het rendement en de liquiditeit van de beleggingen te waarborgen. Hierbij wordt rekening gehouden met de oordeelkundige diversificatie en de spreiding van de beleggingen. De belangrijkste categorieën van fondsbeleggingen en het aandeel van iedere belangrijke categorie in de reële waarde van de fondsbeleggingen zijn: 62,2% overheidsobligaties (62,2% in 2023), 7,8% bedrijfsobligaties (7,8% in 2023), 9,0% leningen (9,0% in 2023), 8,0% aandelen (8,0% in 2023), 13,0%

vastgoed (13,0% in 2023).

De verwachte voordelen die zullen betaald worden uit de fondsbeleggingen op de groepsverzekeringen zijn als volgt:

in duizend euro
Binnen de volgende 12 maanden
Tussen de 2 en 5 jaar
Tussen de 6 en 10 jaar
Totaal verwachte betalingen
in duizend euro 2024
Binnen de volgende 12 maanden 670
Tussen de 2 en 5 jaar 11.054
Tussen de 6 en 10 jaar 20.093
Totaal verwachte betalingen 31.817

De Groep verwacht dat er in 2025 € 2,7 miljoen werkgeversbijdragen zullen betaald worden met betrekking tot de toegezegd-pensioenregelingen (€ 2,8 miljoen in 2024); de werknemersbijdragen zouden naar verwachting € 0,4

miljoen bedragen (idem 2024).

De gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen aan het einde van de verslagperiode is 11,9 jaar.

Informatie in verband met aandelenopties wordt toegelicht onder toelichting 23 – Op aandelen gebaseerde betalingen.

TOELICHTING 26 - FINANCIËLE SCHULDEN

Op de balans staan er lange termijn (verdisconteerde) financiële schulden van € 5,0 miljoen en korte termijn financiële schulden ter waarde van € 3,5 miljoen.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van deze financiële verplichtingen (dit zijn niet-verdisconteerde kasstromen).

in duizend euro Kortlopend Langlopend
2024
Financiële schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar >5 jaar Totaal
Schuld verbonden aan putoptie op deelneming
opgenomen onder vermogensmutatiemethode
629 - - - 629
Leasingverplichtingen 2.607 2.469 2.601 96 7.773
Overige leningen 250 - - - 250
Totale financiële schulden volgens de vervaldag
(onverdisconteerd)
3.486 2.469 2.601 96 8.652
in duizend euro Kortlopend Langlopend
2023
Financiële schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar >5 jaar Totaal
Schuld verbonden ondernemingen 2.500 - - - 2.500
Schuld verbonden aan putoptie op deelneming
opgenomen onder vermogensmutatiemethode
368 - - - 368
Leasingverplichtingen 2.327 2.073 3.104 1.622 9.126
Overige leningen 250 - - - 250
Totale financiële schulden volgens de vervaldag
(onverdisconteerd)
5.444 2.073 3.104 1.622 12.244

In 2024 werd de schuld aan verbonden ondernemingen ten aanzien van Mediafin NV (€ 2,5 miljoen) – joint venture van Roularta Media Group – terugbetaald. Deze stond in 2023 nog op korte termijn.

Ten gevolge van de toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten, worden er financiële leasingschulden opgenomen vanaf 1 januari 2019. Gedurende 2024 werden er voor € 4,0 miljoen aan nieuwe leaseverplichtingen erkend. Anderzijds daalden ze ook omdat de erfpacht van het gebouw in Zellik stopgezet werd na de verkoop van het gebouw (€ 1,1 miljoen) en omdat twee gehuurde gebouwen (in Nederland € 0,3 miljoen en Duitsland € 0,2 miljoen) niet verder gehuurd worden.

Per 31 december 2024 staan geen gewaarborgde schulden open bij kredietverstrekkers.

Voor verdere informatie betreffende de blootstelling van de Groep aan intrest- en wisselkoersrisico's, zie Toelichting 29 - Financiële instrumenten - risico's en reële waarde.

Onderstaande tabel geeft de financiële schulden weer zoals deze in de balans opgenomen zijn (i.e. verdisconteerd), inclusief de bewegingen gedurende het boekjaar.

II. Toegezegd-pensioenregelingen

Er bestaan verschillende pensioenplannen, waarbij de vergoeding afhankelijk is van het aantal dienstjaren en het loon. Voor de Belgische plannen worden activa aangehouden in fondsen conform de lokale wettelijke bepalingen.

De Belgische toegezegde-bijdragenregelingen voor pensioenen zijn bij wet onderworpen aan gewaarborgde minimumrendementen. Voor nieuwe stortingen vanaf 2025 is het wettelijke minimumrendement gekoppeld aan het rendement op Belgische lineaire obligaties met een duurtijd van 10 jaar, met een minimum van 2,50% en een maximum van 3,75%. Het wettelijk minimumrendement was voordien (vanaf 2016) 1,75%. Deze minimumrendementsvereiste wordt berekend als een gemiddelde over de volledige loopbaan van de aangeslotene. De Groep heeft verondersteld dat de minimumrendementsvereiste 3,00% (vorig jaar 2,50%) is voor de plannen waar de premies stijgen in functie van leeftijd/anciënniteit gezien de hogere rente op OLO's met 10 jaar looptijd; de andere plannen zijn berekend met de 2,50% (vorig jaar 1,75%). Door deze gegarandeerde minimumrendementen worden alle Belgische toegezegde-bijdragenregelingen onder IFRS beschouwd als een toegezegd-pensioenregeling.

IAS 19 verplicht een entiteit een voorziening aan te leggen wanneer een werknemer diensten heeft verricht in ruil voor toekomstige te betalen voordelen. Voor elk plan afzonderlijk worden de pensioenkosten door een actuaris berekend op basis van de projected unit credit-methode. Op basis van deze methode worden de verplichtingen met betrekking tot de voorbije diensttijd en de opgebouwde fondsbeleggingen berekend. Het verschil tussen de verplichting en de reële waarde van de fondsbeleggingen wordt door de Groep in de balans opgenomen als personeelsbeloning.

In de tabel hieronder wordt het overzicht gegeven van de 2024 en 2023 brutoverplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen en de reële waarde van de fondsbeleggingen en de wijzigingen hierin. Ze omvatten meerdere Belgische plannen die geaggregeerd worden weergegeven omdat ze niet materieel verschillen in karakteristieken, geografische locatie, rapporteringssegment of financieringsregeling. De plannen zijn gefinancierd op basis van verzekeringscontracten met een gegarandeerde rentevoet (tak 21), waarbij de reële waarde van de plan assets vastgesteld is op basis van IAS 19.115. De netto-pensioenverplichting is met € 1.065 K gedaald ten opzichte van vorig jaar.

in duizend euro 2024 2023
Reële Reële
waarde Netto waarde Netto
Pensioen fonds pensioen Pensioen fonds pensioen
verplichting beleggingen verplichting verplichting beleggingen verplichting
Saldo op 1 januari
Pensioenkosten opgenomen in de winst
en-verliesrekening
Aan het dienstjaar toegerekende
52.148 50.038 2.110 51.164 48.388 2.776
pensioenkosten 2.510 - 2.510 2.552 - 2.552
Intrestkosten, netto
Subtotaal opgenomen in de winst-en
1.894 1.876 18 1.918 1.873 45
verliesrekening 4.404 1.876 2.528 4.470 1.873 2.597
Betaalde voordelen -2.539 -2.539 - -3.236 -3.236 -
Afwikkeling van betaalde voordelen - - - -198 -198 -
Herwaarderingen opgenomen in de niet
gerealiseerde perioderesultaten
Stijging als gevolg van transfers
Rendement op fondsbeleggingen,
uitgezonderd bedragen in netto
2.187 2.187 - - - -
intrestkosten - 903 -903 - 88 -88
Actuariële wijzigingen als gevolg van
wijziging in demografische assumpties
Actuariële wijzigingen als gevolg van
-203 - -203 -410 - -410
wijziging in financiële assumpties
Actuariële wijzigingen als gevolg van
1.082 - 1.082 811 - 811
ervaringsaanpassingen -812 - -812 -858 - -858
Subtotaal opgenomen in de niet
gerealiseerde perioderesultaten
2.254 3.090 -836 -457 88 -546
-
Bijdragen van de werkgever - 2.757 -2.757 - 2.718 -2.718
Bijdragen van de deelnemers van het plan 416 416 - 405 405 -
Saldo op 31 december 56.683 55.638 1.045 52.148 50.038 2.110

De belangrijkste actuariële veronderstellingen zijn als volgt:

Actuariële veronderstellingen 2024 2023
1. Disconteringsvoet 3,44% 3,67%
2. Verwacht rendement op fondsbeleggingen 3,44% 3,67%
3. Verwacht percentage van loonsverhogingen 2,50% 2,60%
4. Onderliggende toekomstige inflatie 2,00% 2,10%
5. Minimumrendementsvereiste 3,00%/2,50% 2,50%/1,75%

Er is een sensitiviteitsanalyse gebeurd op bovenstaande parameters op 31 december 2024. De cijfers hieronder tonen de impact op de bruto pensioenverplichting (een negatief bedrag betekent een stijging van de absolute verplichting). De sensitiviteiten zijn volgens de Groep de zo redelijkerwijs mogelijke wijzigingen gezien de evoluties van deze veronderstellingen de afgelopen jaren.

IM

WE CREATE MEDIA WITHPACT

in duizend euro 2024 2023
Contractpassiva
Ontvangen vooruitbetalingen 40.097 41.673
Op te stellen creditnota's 1.372 1.792
Creditsaldi klanten 703 753
Over te dragen opbrengsten 7.411 6.172
Verplichtingen tot retour, terugbetaling en andere
vergelijkbare verplichtingen
Op te stellen creditnota's: provisie voor onverkochte
nummers 7.031 5.856

Over het algemeen hebben de ontvangen vooruitbetalingen een looptijd van ten hoogste één jaar.

TOELICHTING 28 - VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN CONTRACTUELE VERBINTENISSEN VOOR DE VERWERVING VAN MATERIËLE VASTE ACTIVA

De Groep stelt zich geen borg voor verplichtingen, noch heeft ze panden op handelsfondsen (idem in 2023).

De contractuele verbintenissen voor de aankoop van papier bij derden door de Groep bedragen 831 K€ (2023: 3.352

K€). Er zijn geen bankgaranties.

TOELICHTING 29 - FINANCIËLE INSTRUMENTEN – RISICO'S EN REËLE WAARDE

Bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit wordt de Groep blootgesteld aan valuta-, rente-, krediet- en marktrisico's. Derivaten worden desgevallend gebruikt om het risico verbonden aan de schommelingen van wisselkoersen en rente

te verminderen.

A. Valutarisico

Operationele activiteiten gebeuren.

De Groep is minimaal onderhevig aan een valutarisico gezien zowel aankopen als verkopen bijna altijd in euro

Financieringsactiviteiten

Op 31 december 2024 zijn er, net zoals per 31 december 2023, geen financieringsactiviteiten met een potentieel

valutarisico.

Geschatte gevoeligheid voor valutarisico

Het management is van oordeel dat gezien de hiervoor vermelde beperkte valutarisico's, de risico's op schommelingen in de reële waarde of in de toekomstige kasstromen van financiële instrumenten met impact op het resultaat of het eigen vermogen als gevolg van wisselkoersveranderingen, niet materieel zijn.

B. Renterisico

De vervaltermijnen van de financiële schulden en verplichtingen zijn terug te vinden in Toelichting 26 – Financiële

schulden.

De Groep heeft per 31 december 2024 geen rekening-courant saldo ten opzichte van kredietinstellingen (2023: 0 K€).

Geschatte gevoeligheid voor intrestschommelingen

Aangezien er in 2024 geen uitstaande leningen zijn met variabele intrestvoet, is de Groep niet onderhevig aan gevoeligheid voor intrestschommelingen per 31 december 2024.

C. Kredietrisico

De Groep is blootgesteld aan het kredietrisico op haar klanten, wat zou kunnen leiden tot kredietverliezen.

Om het kredietrisico te beheersen, worden kredietwaardigheidsonderzoeken uitgevoerd met betrekking tot klanten die belangrijke kredietfaciliteiten wensen en, indien deze onderzoeken negatief zijn, wordt de kredietverstrekking

geweigerd of beperkt.

Er was geen belangrijke concentratie van kredietrisico's met één enkele tegenpartij per 31 december 2024.

Ondanks de intentie van RMG om haar kredietrisico te beperken, kan zij geconfronteerd worden met een achteruitgang van de kredietwaardigheid van haar klanten. Dit kan een wezenlijk nadelige invloed hebben op de activiteiten, financiële positie en/of bedrijfsresultaten van RMG.

De boekwaarde van de financiële activa stelt de maximale blootstelling aan kredietrisico van de Groep voor. De boekwaarde wordt gerapporteerd inclusief waardeverminderingen. Een overzicht van deze boekwaarde is terug te vinden in punt F. hierna, de waardeverminderingen worden in Toelichting 18 – Handels -en overige vorderingen gedetailleerd.

D. Liquiditeitsrisico

De analyse van de looptijd van de financiële verplichtingen kan teruggevonden worden in Toelichting 26 – Financiële schulden.

De Groep verwacht aan haar verplichtingen te kunnen voldoen door de verwachte operationele kasstromen en de huidige liquide middelen. Roularta heeft einde 2024 een nettokaspositie van € 61,6 miljoen . De Groep heeft geen kredietlijnen op korte termijn. Het liquiditeitsrisico is dus minimaal.

RMG beheert de kas- en financieringsstromen en de hieruit voortvloeiende risico's middels een thesauriebeleid op groepsniveau. Om de vermogensposities te optimaliseren en de daaraan gerelateerde rentelasten tot een minimum te beperken, worden de kasstromen van de dochterondernemingen binnen de Groep waar nodig gecentraliseerd in een cash pool.

E. Vermogensstructuur

Op 31 december 2024 was de gearing ratio (i.e. -netto financiële kaspositie/totaal eigen vermogen) -28,4% ten opzichte van -26,20% het jaar ervoor. Gezien de nettokaspositie waarin de groep zich bevindt, is de ratio negatief. Roularta Media Group tracht constant om haar vermogensstructuur (combinatie van schulden en eigen vermogen) te optimaliseren. Het belangrijkste objectief van de vermogensstructuur is de maximalisatie van de aandeelhouderswaarde terwijl tegelijkertijd de gewenste financiële flexibiliteit blijft behouden om strategische projecten uit te voeren. De Groep beschikt vrij over de bovenvermelde nettokaspositie en kan op deze manier steeds ingaan op opportuniteiten in de markt. Gezien de sterk bewegende mediasector waar de Groep zich in bevindt, wordt er heel omzichtig met schuld omgesprongen.

De Raad van Bestuur van Roularta Media Group heeft in 2019 haar akkoord gegeven om eventuele cashreserves van de Groep te beleggen via de tussenkomst van financiële instellingen om zo toch enig rendement te behalen op deze cash. De beleggingsstrategie die door de Raad van Bestuur werd uitgetekend, wordt gekenmerkt door volgende principes: (i) het bewaken van een gezond evenwicht tussen liquide middelen en het bedrag aan beleggingen; (ii) het in acht nemen van de nodige voorzichtigheid bij het intekenen op een belegging; (iii) bij voorkeur beleggen in duurzame ondernemingen. In 2024 zijn er geen geldbeleggingen geweest, maar werd wel een groot stuk van de cash aangehouden in kortetermijndeposito's met positief evoluerende intrestvoeten. We verwijzen hiervoor naar toelichting 21 – Geldmiddelen en Kasequivalenten.

De vermogensstructuur van de Groep bestaat hoofdzakelijk uit kapitaal (zie detail in Toelichting 22 – Eigen Vermogen) op het einde van 2024. Toelichting 26 toont details van de beperkte financiële schulden. Toelichting 21 toont de geldbeleggingen, liquide middelen en kasequivalenten.

De Groep is niet onderhevig aan enige extern opgelegde kapitaalverplichtingen. Het auditcomité ziet halfjaarlijks de kapitaalstructuur van de Groep na. Als onderdeel van dit nazicht worden de kost van kapitaal en het risico van ieder soort kapitaal (vreemd of eigen) bekeken.

F. Reële waarde

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de boekwaardes van de financiële instrumenten die de groep gebruikt in de geconsolideerde jaarrekening. De boekwaardes zijn een goede inschatting van de reële waarde.

in duizend
euro
Balans Kasstromen Niet-kasstromen Balans
1 januari
2024
Aflossing Reclass
LT-KT
IFRS16
bewegingen Put optie
Overige
leningen
Lening
verbonden
onderneming
31 december
2024
Financiële
schulden -
korte termijn
5.444 -5.463 2.963 280 262 - - 3.486
Financiële
schulden -
lange termijn
6.029 - -2.963 1.906 - - - 4.973
Totale
financiële
schulden
11.473 -5.463 - 2.186 262 - - 8.459
in duizend
euro
Balans Kasstromen Niet-kasstromen
1 januari
2023
Aflossing Reclass
LT-KT
IFRS16
bewegingen Put optie
Overige
leningen
Lening
verbonden
onderneming
31 december
2023
Financiële
schulden -
korte termijn
2.620 -2.984 2.484 96 -21 250 3.000 5.444
Financiële
schulden -
lange termijn
8.846 - -2.484 2.667 - - -3.000 6.029
Totale
financiële
schulden
11.466 -2.984 - 2.763 -21 250 - 11.473

TOELICHTING 27 - OVERIGE TOELICHTINGEN MET BETREKKING TOT PASSIVA

in duizend euro Kortlopend Langlopend
2024
Handels- en overige schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar > 5 jaar Totaal
Handelsschulden 40.975 - - - 40.975
Leveranciers 22.292 - - - 22.292
Te ontvangen facturen / op te stellen creditnota's (*) 17.980 - - - 17.980
Creditsaldi klanten 703 - - - 703
Ontvangen vooruitbetalingen 40.098 - - - 40.098
Personeelsbeloningen 16.969 - - - 16.969
Schulden aan werknemers 14.088 - - - 14.088
Schulden aan openbare besturen 2.881 - - - 2.881
Belastingschulden 1.137 - - - 1.137
Overige schulden 5.295 - - - 5.295
Te betalen indirecte belastingen (*) 5.051 - - - 5.051
Overige schulden 244 - - - 244
Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten 7.681 - - - 7.681
Totaal aan schulden volgens de vervaldag 112.155 - - - 112.155

(*) Geen financiële verplichting zoals gedefinieerd in IFRS 9

in duizend euro Kortlopend Langlopend
2023
Handels- en overige schulden Max. 1 jaar 2 jaar 3 tot 5 jaar > 5 jaar Totaal
Handelsschulden 43.824 - - - 43.824
Leveranciers 24.217 - - - 24.217
Te ontvangen facturen / op te stellen creditnota's (*) 18.854 - - - 18.854
Creditsaldi klanten 753 - - - 753
Ontvangen vooruitbetalingen 41.732 - - - 41.732
Personeelsbeloningen 18.728 - - - 18.728
Schulden aan werknemers 14.683 - - - 14.683
Schulden aan openbare besturen 4.045 - - - 4.045
Belastingschulden 1.422 - - - 1.422
Overige schulden 5.091 - - 13 5.104
Te betalen indirecte belastingen (*) 4.796 - - - 4.796
Overige schulden 295 - - 13 308
Toe te rekenen kosten en over te dragen opbrengsten 6.402 - - - 6.402
Totaal aan schulden volgens de vervaldag 117.199 - - 13 117.212

(*) Geen financiële verplichting zoals gedefinieerd in IFRS 9

De indirecte belastingen betreffen voornamelijk bedrijfsvoorheffing, te betalen BTW en provincie- en gemeentebelastingen.

De contractsaldi uit hoofde van contracten met klanten inbegrepen in deze saldi betreffen:

PASSIVA Acquisities Acquisities Verkopen Verkopen
Langlopende verplichtingen - 996 -616 -
Voorzieningen - - -784 -
Personeelsbeloningen - 42 - -
Uitgestelde belastingschulden - 954 - -
Financiële schulden - - 168 -
Kortlopende verplichtingen - 3.911 2.320 -
Handelsschulden - 2.150 - -
Ontvangen vooruitbetalingen - 1.268 2.249 -
Sociale schulden - 331 71 -
Overige schulden - 162 - -
Totaal passiva - 4.907 1.704 -
Totaal overgenomen/verkocht nettoactief - 2.073 -1.249 -
Overgenomen/verkocht/gedeconsolideerd
nettoactief
- 2.073 -1.249 -
Meer (+) / minwaarde (-) op verkoop - - 2.559 -
Betaalde / ontvangen overnameprijs - 2.073 1.310 -
Verworven geldbeleggingen en -middelen en
kasequivalenten
- -842 - -
Netto kasstroom (- uitgaande; + inkomende) - -1.231 1.310 -

Overgenomen/verkocht/gedeconsolideerd

De term 'Verkopen' in de tabel kan de betekenis hebben van een verkoop, een deconsolidatie zonder verkoop van

een belang of de ontbinding van een vennootschap.

In 2024 zijn er geen acquisities geweest. De bedragen in de kolom 'Verkopen' komen van de verkoop van de Duitse magazines voor 1.300 K€ en de verkoop van het belang in Repropress BV (10K€). Na de opname van een herstructureringsprovisie van 784K€ (zie toelichting 24), werd een meerwaarde van 2.559k€ gerealiseerd die in de 'Andere bedrijfsopbrengsten' opgenomen is in de geconsolideerde winst-en verliesrekening.

De netto uitgaande kasstroom van acquisities in 2023 -1.231 K€ komt volledig van de overname van de BV RMN Mindstyle. Er zijn in 2023 geen verkopen geweest. We verwijzen ook naar toelichting 2 – Groepsstructuur voor meer

duiding bij deze transacties.

TOELICHTING 31 - ERELONEN VAN DE COMMISSARIS EN MET HEM VERBONDEN PERSONEN

Het ereloon van de commissaris bedraagt 162 K€ (in 2023: 181 K€). Het ereloon van de commissaris voor bijkomende controleopdrachten bedraagt 89 K€ (in 2023: 22 K€). Deze laatste omvat ook de beperkte controle werkzaamheden op het duurzaamheidsverslag volgens de CSRD-richtlijnen.

TOELICHTING 32 - INFORMATIEVERSCHAFFING OVER VERBONDEN PARTIJEN

in duizend euro
in duizend euro
2024 Geassocieerde
ondernemingen
en joint ventures
Overige
verbonden
partijen
Totaal
I. Activa jegens verbonden partijen 99 15 114
Vorderingen (vlottende activa) 99 15 114
Handelsvorderingen 99 15 114
II. Verplichtingen jegens verbonden partijen 404 92 496
Kortlopende verplichtingen 404 92 496
Handelsschulden 404 92 496
III. Transacties tussen verbonden partijen 141 -403 -262
Verrichting van diensten 2.827 262 3.089
Aankoop van diensten (-) -2.612 -665 -3.277
Transfers m.b.t. financieringsovereenkomsten -74 - -74
IV. Vergoedingen aan het key management (Executive
Management Committee)
1.954
- waarvan kortetermijnpersoneelsbeloningen 1.954
V. Vergoedingen bestuurders voor de uitoefening van hun
bestuurdersmandaat
413

in duizend euro

2023 Geassocieerde
ondernemingen
en joint ventures
Overige
verbonden
partijen
Totaal
I. Activa jegens verbonden partijen 232 3 235
Vorderingen (vlottende activa) 232 3 235
Handelsvorderingen 232 3 235
II. Verplichtingen jegens verbonden partijen 2.915 340 3.255
Kortlopende verplichtingen 2.915 340 3.255
Financiële schulden 2.500 - 2.500
Handelsschulden 415 340 755
III. Transacties tussen verbonden partijen 462 -383 79
Verrichting van diensten 3.631 264 3.895
Aankoop van diensten (-) -3.072 -647 -3.719
Transfers m.b.t. financieringsovereenkomsten -97 - -97
IV. Vergoedingen aan het key management (Executive
Management Committee)
1.593
- waarvan kortetermijnpersoneelsbeloningen 1.593
V. Vergoedingen bestuurders voor de uitoefening van hun
bestuurdersmandaat
385

De daling in de kortlopende verplichtingen jegens geassocieerde ondernemingen en joint ventures is hoofdzakelijk te wijten aan de aflossing van de lening tussen de verbonden ondernemingen Roularta Media Group NV en Mediafin NV.

De vergoedingen aan het key management en de bestuurders zijn beide gestegen omwille van één extra (ander) lid in beide vertegenwoordigingen. We verwijzen hiervoor naar het 'Remuneratieverslag' in de 'Verklaring inzake

2024 2023
in duizend euro Toelichting Categorie volgens
IFRS 9
Boekwaarde Boekwaarde
Vaste activa
Investeringen in financiële activa 17 RW-W&V 128 148
Leningen en waarborgen 17 GK 311 346
Vlottende activa
Handelsvorderingen en overige
vorderingen
18 GK 52.718 52.777
Geldmiddelen en kasequivalenten 21 GK 70.048 68.267
Langlopende verplichtingen
Financiële schulden 26 GK -4.973 -6.029
Overige schulden 27 GK - -13
Kortlopende verplichtingen
Financiële schulden 26 GK -2.857 -- -5.077
Geschreven putoptie op
minderheidsbelangen
26 RW-W&V -629 -368
Handelsschulden 27 GK -40.975 -43.824
Ontvangen vooruitbetalingen 27 GK -40.098 -41.732
Overige schulden 27 GK -5.295 -5.091

Categorie volgens IFRS 9

GK Financiële activa en financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
RW-W&V Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via winst of verlies

Hieronder worden de belangrijkste methoden en veronderstellingen vermeld die worden gebruikt bij het schatten van de reële waarden van financiële instrumenten die in het overzicht zijn opgenomen.

Investeringen in financiële activa

Zoals vermeld in Toelichting 17 heeft het management vastgesteld dat de kostprijs minus bijzondere waardeverminderingen een juiste schatting is van de reële waarde voor de niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingen van de integraal geconsolideerde ondernemingen omdat er onvoldoende recentere informatie beschikbaar is om de reële waarde te meten.

Leningen, waarborgen, handels- en overige vorderingen, handels- en overige schulden

Voor de vorderingen en schulden met een oorspronkelijke looptijd van minder dan één jaar wordt de nominale waarde geacht een afspiegeling te zijn van de reële waarde gezien de korte vervaltermijn. Voor de vorderingen op meer dan één jaar werd vastgesteld dat de boekwaarde een afspiegeling is van de reële waarde.

Financiële schulden

De reële waarde van de leningen en leasingschulden is berekend op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen uit hoofde van aflossingen en rentebetalingen.

Overige verplichtingen

Voor de kortlopende verplichtingen wordt de nominale waarde geacht een afspiegeling te zijn van de reële waarde gezien de korte vervaltermijn. Voor de financiële derivaten is de reële waarde bepaald op basis van marktwaardering op balansdatum.

Reële waarde hiërarchie

De investeringen in financiële activa (128 K€ per 31 december 2024 en 148 K€ op 31 december 2023) zijn gewaardeerd aan reële waarde en betreffen niveau 3 investeringen.

in duizend euro 31/12/2024 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Activa gewaardeerd aan reële waarde
Investeringen in financiële activa 128 - - 128
Passiva gewaardeerd aan reële waarde
Geschreven putoptie op deelneming opgenomen onder
vermogensmutatiemethode
-629 - - -629
in duizend euro 31/12/2023 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Activa gewaardeerd aan reële waarde
Investeringen in financiële activa 148 - - 148
Passiva gewaardeerd aan reële waarde

De volgende hiërarchie wordt gebruikt voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van een financieel instrument:

• niveau 1: marktprijzen in actieve markten voor identieke activa of verplichtingen

• niveau 2: andere gegevens dan deze uit niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, hetzij direct (via prijzen), hetzij indirect (afgeleid van prijzen)

• niveau 3: gegevens die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktcijfers

Tijdens het boekjaar waren er geen transfers tussen de verschillende niveaus.

TOELICHTING 30 - KASSTROMEN MET BETREKKING TOT OVERNAMES EN AFSTOTINGEN

De tabel hierna geeft een samenvatting van de nettokasstromen met betrekkingen tot overnames/aankopen van bedrijfstakken en afstotingen/verkopen van bedrijfstakken.

in duizend euro 2024 2023 2024 2023
Acquisities Acquisities Verkopen Verkopen
ACTIVA
Vaste Activa - 3.838 213 -
Immateriële activa - 3.706 - -
Materiële vaste activa - 132 183 -
Investeringen in financiële activa, leningen en
waarborgen
- - 30 -
Vlottende Activa - 3.142 242 -
Handelsvorderingen en overige vorderingen - 1.949 -25 -
Over te dragen kosten en verkregen opbrengsten - 11 - -
Geldmiddelen en kasequivalenten - 842 - -
Voorraden - 340 267 -
Belastingvorderingen - - - -
Totaal activa - 6.980 455 -

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

V E R K O R T E S T A T U T A I R E R E S

U L T A T E N R E K E N I N G

n d u i z e n d e u r o

V e r k o r t e s t a t u t a i r e r e s u l t a t e n r e k e n i n

i n d u i z e n d e u r o

R e s u l t a a t v e r w e r k i n

i
n d
u
i
z
e
n
d e
u
r
o
2
0
2
4
2
0
2
3
V
e
r
k
o
r
t
e s
t
a
t
u
t
a
i
r
e r
e
s
u
l
t
a
t
e
n
r
e
k
e
n
i
n
g
Bedrijfsopbrengsten 284.769 285.296
Bedrijfskosten -282.344 -291.221
Bedrijfswinst/Bedrijfsverlies 2.424 -5.925
Financiële opbrengsten 9.617 7.976
Financiële kosten -6.036 -3.309
Winst (verlies) van het boekjaar vóór belasting 6.005 -1.257
Belastingen op het resultaat -492 -166
Winst (verlies) van het boekjaar 5.514 -1.424
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 5.514 -1.424
i
n d
u
i
z
e
n
d e
u
r
o
2
0
2
4
2
0
2
3
R
e
s
u
l
t
a
a
t
v
e
r
w
e
r
k
i
n
g
T
e b
e
s
t
e
m
m
e
n w
i
n
s
t (
v
e
r
l
i
e
s
)
5
5
3
8
-
1
4
0
0
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 5.514 -1.424
Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar 24 24
Onttrekking aan het eigen vermogen - 13.210
Aan de reserves - 13.210
T
o
e
v
o
e
g
i
n
g
e
n a
a
n h
e
t e
i
g
e
n v
e
r
m
o
g
e
n
-
5
4
8
2
-
Aan de wettelijke reserve 482 -
Aan de overige reserves 5.000 -
O
v
e
r t
e d
r
a
g
e
n r
e
s
u
l
t
a
a
t
-
5
7
-
2
4
Over te dragen winst (verlies) 57 24
Uit te keren winst - -11.786
Vergoeding van het kapitaal - 11.786

T e b e s t e m m e n w i n s t ( v e r l i e s

T o e v o e g i n g e n a a n h e t e i g e n v e r m o g e

O v e r t e d r a g e n r e s u l t a a

V E R K O R T E S T A T U T A I R E B A L A N S N A W I N S T V E R D E L I N G

i
n d
u
i
z
e
n
d e
u
r
o
2
0
2
4
2
0
2
3
A
C
T
I
V
A
V
a
s
t
e a
c
t
i
v
a
1
5
5
4
4
5
1
6
2
3
2
4
Immateriële vaste activa 25.946 30.912
Materiële vaste activa 43.246 40.718
Financiële vaste activa 86.253 90.694
Vlottende activa 140.895 141.138
Voorraden en bestellingen in uitvoering 8.133 10.209
Vorderingen op ten hoogste één jaar 45.064 47.077
Geldbeleggingen 42.684 46.937
Liquide middelen 39.980 31.317
Overlopende rekeningen 5.034 5.599
Totaal der activa 296.340 303.463
i
n d
u
i
z
e
n
d e
u
r
o
2
0
2
4
2
0
2
3
P
A
S
S
I
V
A
E
i
g
e
n v
e
r
m
o
g
e
n
2
0
8
1
6
3
1
9
5
4
5
3
Kapitaal 84.816 80.000
Uitgiftepremies 2.684 304
Wettelijke reserve 8.482 8.000
Onbeschikbare reserves 17.568 16.921
Belastingvrije reserves 1.207 1.207
Beschikbare reserves 93.350 88.997
Overgedragen winst (verlies) 57 24
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 5.739 7.721
Schulden 82.439 100.289
Schulden op ten hoogste één jaar 75.559 94.623
Overlopende rekeningen 6.880 5.666
Totaal der passiva 296.340 303.463

deugdelijk bestuur'.

De Groep heeft geen activa, verplichtingen noch transacties met haar belangrijkste aandeelhouders NV Koinon (met uitzondering van de uitvoering van de managementovereenkomst met de NV Koinon en de betaling van de vaste bestuurdersvergoeding aan de NV Koinon), SA West Investment Holding en Capfi Delen Asset Management NV.

Activa, verplichtingen en transacties met dochterondernemingen worden in de consolidatie volledig geëlimineerd en zijn bijgevolg niet in deze rubriek opgenomen. Activa, verplichtingen en transacties met geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden in de consolidatie niet geëlimineerd, behalve up-en downstream transacties met deze ondernemingen die dan wel geëlimineerd worden.

De lijst met dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen is te vinden in Toelichting 2.

De overige verbonden partijen zijn ondernemingen die door het Executive Management Committee van de Groep en hun nauwe verwanten worden gecontroleerd, of waarin deze personen een significante invloed hebben. Er zijn geen zekerheden verbonden aan de activa en verplichtingen jegens de verbonden partijen. Er werden geen waardeverminderingen geboekt in 2024, noch in 2023.

We verwijzen verder naar de verklaring inzake deugdelijk bestuur eerder in dit jaarverslag.

Alle vorderingen en schulden betreffen kortetermijnvorderingen en -schulden die op de vervaldag worden voldaan. Alle transacties betreffen gewone commerciële handelingen. Bij verkopen door de Groep aan deze verbonden partijen wordt de gebruikelijke tarifering toegepast, zoals deze geldt ten aanzien van derden. Bij aankopen wordt de

gebruikelijke procedure toegepast wat betreft selectie van de leverancier en toegepaste prijzen. TOELICHTING 33 - BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Op 14 maart 2025 heeft de FSMA aangekondigd dat Koinon NV een vrijwillig en voorwaardelijk openbaar overnamebod uitbrengt op alle aandelen in Roularta Media Group NV die niet reeds door haar of de met haar verbonden personen worden gehouden. Het bod gebeurt in cash tegen een prijs van 15,50 EUR per aandeel.

Er hebben zich anders geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die de resultaten en de financiële positie van de onderneming op belangrijke wijze beïnvloeden.

6WDWXWDLUHMDDUUHNHQLQJ

VERKORTE STATUTAIRE JAARREKENING

De volgende pagina's zijn uittreksels uit de statutaire jaarrekening van NV Roularta Media Group, opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudkundige regels.

De waarderingsregels gebruikt voor de statutaire jaarrekening verschillen aanzienlijk van de waarderingsregels gebruikt voor de geconsolideerde jaarrekening: de statutaire jaarrekening wordt opgemaakt conform de Belgische wettelijke bepalingen, terwijl de geconsolideerde jaarrekening conform de IFRS Accounting Standards wordt opgemaakt.

Alleen de geconsolideerde jaarrekening vervat in de voorafgaande pagina's geeft een getrouw beeld van de financiële situatie en de prestaties van de groep in zijn geheel.

Het verslag van de raad van bestuur in verband met de statutaire jaarrekening aan de algemene vergadering van aandeelhouders zal samen met de jaarrekening van NV Roularta Media Group en het verslag van de commissaris worden neergelegd bij de Nationale Bank van België binnen de wettelijk bepaalde termijn.

Deze documenten zijn op aanvraag verkrijgbaar bij de afdeling Investor Relations van de vennootschap en zijn beschikbaar op www.roularta.be.

De commissaris heeft een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven met betrekking tot de statutaire jaarrekening van NV Roularta Media

Group. UITTR E K S E L U I T H E T J A A R V E R S L A G V A N D E R A A D V A N B E S T U U R

De jaarrekening zoals ze zal worden voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders van 20 mei 2025, werd door de raad van bestuur van 4 april 2025 goedgekeurd.

Resultaatbestemming De te bestemmen winst van het boekjaar 2024 bedraagt 5.513.837 € tegenover een te bestemmen winst van -1.423.593 € voor het boekjaar 2023.

Rekening houdend met de overgedragen winst van het vorige boekjaar van 24.360 € bedraagt het te bestemmen winstsaldo voor het boekjaar 2024 5.538.197 €.

De raad van bestuur stelt aan de algemene vergadering voor om over het jaar 2024 geen

brutodividend uit te keren.

Resultaatverwerking
Wij stellen u voor aan het resultaat de volgende
bestemming te geven:
A. Te bestemmen winstsaldo
Bestaande uit:
5.538.197
• te bestemmen winst
van het boekjaar
• overgedragen winst van
5.513.837
het vorige boekjaar 24.360
B. Toevoeging aan het eigen vermogen
• aan de wettelijke reserve
• aan de overige reserves
481.595
5.000.000
C. Over te dragen resultaat 56.601
D. Uit te keren winst
• Vergoeding van het kapitaal
-

IM

WE CREATE MEDIA WITHPACT

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS OVER DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING VAN ROULARTA MEDIA GROUP NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2024

EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises Pauline van Pottelsberghelaan 12 B - 9051 Gent Tel: +32 (0) 9 242 51 11 ey.com

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024

In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Roularta Media Group NV (de "Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep"), brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde staat van de financiële positie op 31 december 2024, de geconsolideerde winst-en verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde balans, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen van het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 en over de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.

Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 21 mei 2024, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2026. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep voor één boekjaar uitgevoerd.

Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV, die de geconsolideerde staat van de financiële positie op 31 december 2024 omvat, alsook de geconsolideerde winst- en verliesrekening, het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde balans, het geconsolideerde kasstroomoverzicht en het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting met inbegrip van de materieel belang zijnde gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, met een geconsolideerd balanstotaal van € 353.007 duizend en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 6.124 duizend.

Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2024, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards ("IFRS") zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud

We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's") die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board ("IAASB") goedgekeurde ISA's toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.

Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)

Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Overige aangelegenheid – andere commissaris

De Geconsolideerde jaarrekening van de Groep voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2023 werd door een andere commissaris gecontroleerd die op 15 april 2024 een oordeel zonder voorbehoud over deze Geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking heeft gebracht.

Kernpunten van de controle

De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.

Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

OYYj]jaf_nYfaeeYl]jad]nYkl]Y[lanYe]l ]]fZ]h]jcl]_]Zjmack\mmj

:]k[jabnaf\_nYf]lc]jfhmfl

Zoals uiteengezet in Toelichting 14, 'Immateriële activa', heeft de Groep op 31 december 2024 merken ten belope van € 66.300 duizend of 18,8% van de totale activa van de Groep, waarvoor de Groep op overnamedatum de verwachte gebruiksduur heeft bepaald op basis van veronderstellingen, die worden beïnvloed door verwachte toekomstige markt- of economische omstandigheden. Per 31 december 2024 werden indicatoren voor waardeverminderingen vastgesteld en werd een toetsing op waardeverminderingen van merken uitgevoerd.

Deze toetsing werd uitgevoerd voor elke kasstroomgenererende eenheid of "CGU" (kleinste groep van activa die grotendeels onafhankelijke kasstromen genereren). Op 31 december 2024 werd een waardevermindering van € 674 duizend geboekt.

De Groep bepaalde de realiseerbare waarde van een CGU op basis van de gebruikswaarde, berekend met behulp van een verdisconteerde kasstroommethode of "DCF". Deze waarderingsmethode is complex en vereist een aanzienlijk oordeel bij het schatten van kasstroomprognoses, die worden beïnvloed door de verwachtingen van het management omtrent toekomstige prestaties en omzetgroei, margeevolutie, de disconteringsvoet en de groeivoet op lange termijn na de projectieperiode.

Ingevolge de aanwezigheid van belangrijke veronderstellingen, de complexiteit van de waarderingsmethodologie, inherente onzekerheid met betrekking tot prognoses en veronderstellingen die worden beïnvloed door economische omstandigheden, beschouwen wij deze beoordeling als een kernpunt van onze controle.

KYe]fnYllaf_nYf]mal_]ng]j]hjg[]\mj]k

  • We hebben inzicht verkregen in de waarderingsregels en in de procedures die de Groep hanteert ter identificatie van aanwijzingen voor waardevermindering en in de boekhoudkundige schattingen van de gebruiksduur van immateriële activa;
  • Omwille van de lager dan verwachte rentabiliteit, werden er aanwijzingen voor waardevermindering van de immateriële vaste activa, uitgezonderd goodwill, vastgesteld van bepaalde CGU's. De door de Groep uitgevoerde waardering, om de gebruikswaarde van deze activa te bepalen en eventuele waardevermindering te identificeren, werd door ons kritisch beoordeeld;
  • Onze interne waarderingsspecialisten hebben het waarderingsmodel en de significante veronderstellingen die in het waarderingsmodel worden gebruikt, de methodologie en de rekenkundige juistheid geanalyseerd en getest door ondermeer kritische bevraging van het management aangaande omzetgroei,

Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)

verwachte marge-evoluties en disconteringsvoet;

  • We analyseerden en testten de sensitiviteit van de belangrijkste veronderstellingen (disconteringsvoet evenals de lange termijn groeivoet en geraamde kasstromen) en de toelichting ervan;
  • We verifieerden dat de geboekte waardevermindering in overeenstemming is met de door het management berekende realiseerbare waarde;
  • De boekhoudkundige schattingen door het management van de resterende gebruiksduur van de immateriële activa, goodwill uitgezonderd, evenals hun analyse om de afschrijvingsduur van deze activa eventueel te herzien, werd door ons beoordeeld;
  • We beoordeelden de gepastheid van de toelichting aangaande immateriële vaste activa, goodwill uitgezonderd, in overeenstemming met IAS 38.

OYYj]jaf_nYf_gg\oadd

:]k[jabnaf\_nYf]lc]jfhmfl

Zoals uiteengezet in Toelichting 13, bedraagt de goodwill op 31 december 2024 € 7.975 duizend, ofwel 2,3% van de totale activa. De Groep heeft de waardevermindering voor elke kasstroom genererende eenheid of 'CGU' (kleinste groep van activa die grotendeels onafhankelijke kasstromen genereren) beoordeeld. Op 31 december 2024 werd een waardevermindering van € 1.877 duizend geboekt.

De Groep bepaalde de realiseerbare waarde van een CGU op basis van de gebruikswaarde, berekend met behulp van een verdisconteerde kasstroom methode of "DCF". Deze waarderingsmethode is complex en vereist een aanzienlijk oordeel bij het schatten van kasstroomprognoses die worden beïnvloed door de verwachtingen van het management omtrent toekomstige prestaties en omzetgroei, margeevolutie, de disconteringsvoet en de groeivoet op lange termijn na de projectieperiode.

Vanwege de aanwezigheid van belangrijke veronderstellingen, de complexiteit van de waarderingsmethodologie, inherente onzekerheid met betrekking tot prognoses en veronderstellingen die worden beïnvloed door economische omstandigheden, beschouwen wij deze beoordeling als een kernpunt van onze controle.

KYe]fnYllaf_nYf]mal_]ng]j]hjg[]\mj]k

  • Onze interne waarderingsspecialisten hebben het waarderingsmodel en de significante veronderstellingen die in het waarderingsmodel worden gebruikt, de methodologie en de rekenkundige juistheid geanalyseerd en getest;
  • We beoordeelden kritisch de belangrijkste veronderstellingen van omzetgroei, verwachte marge-evolutie, de disconteringsvoet en de groeivoet op lange termijn na de projectieperiode door te vergelijken met de verwachtingen in het media marktlandschap;
  • Wij hebben kritische vragen gesteld aan het management dat betrokken is bij de voorbereiding van het 5-jarenplan, onderliggend aan het waarderingsmodel;
  • We analyseerden en testten de sensitiviteitsanalyse die het management heeft opgesteld om de impact te begrijpen van redelijke veranderingen in de belangrijkste veronderstellingen op de beschikbare economische ruimte ('headroom') voor de CGU en gingen na of er aanwijzingen waren op enige vooringenomenheid vanwege het management bij de bepaling van deze veronderstellingen;
  • We verifieerden dat de geboekte waardevermindering in overeenstemming is met de door het management berekende realiseerbare waarde;
  • We evalueerden bijkomende aanwijzingen voor waardevermindering door de notulen van de bestuursorgaanvergaderingen door te nemen en regelmatige gesprekken te voeren met het management en het auditcomité;
  • We beoordeelden de gepastheid van de toelichting aangaande goodwill in de Geconsolideerde Jaarrekening.

Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)

  • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controle-informatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap en de Groep om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden;
  • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.

Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.

Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.

We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA's, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle over de Geconsolideerde Jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap en van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico's dat de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;
  • het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap en van de Groep;

Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)

Aspecten betreffende het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport

Het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening bevat de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie die het voorwerp uitmaakt van ons afzonderlijk verslag over de beoordeling met een beperkte mate van zekerheid hiervan. Deze sectie betreft niet de assurance over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie opgenomen in het jaarverslag.

Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel

3:32 van het Wetboek van vennootschappen en

verenigingen, anderzijds.

In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:

  • jaarverslag raad van bestuur
  • verklaring inzake deugdelijk bestuur

een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.

De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.

Europees uniform elektronisch formaat ("ESEF")

Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEFvereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "de digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/stori).

Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.

Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten van Roularta Media Group NV per 31 december 2024 opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/stori) in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.

Verslag van de commissaris van 4 april 2025 over de Geconsolideerde Jaarrekening van Roularta Media Group NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2024 (vervolg)

Andere vermeldingen

• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Gent, 4 april 2025

EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris vertegenwoordigd door

Lieve Cornelis * Partner * Handelend in naam van een BV

25LC0062

Digitally signed by Lieve Cornelis (Signature) DN: cn=Lieve Cornelis (Signature), c=BE Date: 2025.04.04 14:25:36 +02'00' Lieve Cornelis (Signature)

ROULARTA MEDIA GROUP DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2024

1 SDG's 176
2. TARGETS EN KPI'S (SDG EN CSRD)
OVERZICHT EN RESULTATEN 178
3. RESULTATEN TARGETS EN KPI'S 2024: 180
4. CSRD (CORPORATE SUSTAINABILITY
REPORTING DIRECTIVE) 184
5. E = ENVIRONMENTAL 218
6. S = SOCIAL
249
BESLUIT
274
ANNEX I TOPICS / SUBTOPICS / SUBSUBTOPICS
275
ANNEX II REFERENTIE TABEL
278
ANNEX III LIJST VAN DATAPUNTEN IN
DWARSDOORSNIJDENDE EN THEMATISCHE STANDAARDEN
DIE VOORTKOMEN UIT ANDERE EU-WETGEVING
281
ANNEX IV CAPEX
253
ANNEX V OPEX 257
ANNEX VI TURNOVER 261
DEFINTIES KPI'S
265
ANNEX VII NUCLEAR AND FOSSIL GAS RELATED ACTIVITIES 266

VOORWOORD

U leest het eerste CSRD-rapport van Roularta Media Group. Een lijvig verslag, dat we met enige fierheid aan u voorstellen. Rapporteren over duurzaamheidsacties is voor Roularta Media Group dan ook méér dan een verplicht nummertje. De roep om transparantie biedt een unieke kans om de buitenwereld mee te nemen in de ambitieuze weg die dit mediabedrijf al langer volgt. Om verantwoording af te leggen aan al onze stakeholders, maar evengoed om hen te inspireren. Tegelijk ontstaat zo een duidelijk kader dat de inspanningen helpt structureren en hiaten blootlegt. Want het kan en moet altijd beter.

Roularta Media Group staat voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het bedrijf zet al vele jaren actief in op allerlei facetten van duurzaamheid, met initiatieven die op de voet te volgen waren via de dagelijkse berichtgeving én de gepubliceerde duurzaamheidsrapporten. De wil om volkomen transparant een steentje bij te dragen aan een betere wereld van morgen is dus niet nieuw, maar tillen we nu naar een hoger niveau met dit CSRD-verslag. Dat verruimt de rapportering, biedt zowel onszelf als de lezer een uitstekend beeld van het ESG-traject van Roularta Media Group en maakt het mogelijk om jaar na jaar verbeteringen te monitoren.

Uiteraard kunnen we niet rond het feit dat de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) beursgenoteerde bedrijven verplicht om over hun duurzaamheidsinspanningen te rapporteren. We zijn verheugd dat we met dit document aan deze belangrijke Europese eis voldoen.

De intrinsieke wens om transparant te verduurzamen blijkt niet alleen uit de CSRD rapportering maar is ook nog steeds zichtbaar aanwezig in de Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties. Om gericht in actie te kunnen schieten en om vanuit onze specifieke activiteiten de grootst mogelijke impact te realiseren, besloten we vier van deze ontwikkelingsdoelen te prioriteren: kwaliteitsonderwijs (SDG 4), eerlijk werk en economische groei (SDG 8), verantwoorde consumptie en productie (SDG 12) en klimaatactie (SDG 13). We nemen u graag mee doorheen de doelstellingen waarmee we deze duurzaamheidsspeerpunten vormgeven en dag in dag uit het verschil proberen te maken.

Veel leesplezier! Xavier Bouckaert CEO Roularta Media Group

Uw feedback is van harte welkom. Neem gerust contact op via [email protected]

W E

MEDIA

Dit eerste CSRD-rapport is voor Roularta Media Group allerminst een eerste duurzaamheidsverslag. Dat publiceerde het voor het eerst in… 2006. Het beste bewijs dat duurzaamheid in de genen van het mediabedrijf zit.

De grote versnelling kwam er echter in 2021 toen de SDG's van de Verenigde Naties het vertrekpunt van concrete duurzaamheidsinitiatieven werden. Een focus op vier SDG's leidde tot een heldere strategie en tot initiatieven die verder in dit rapport worden toegelicht.

1.DE SDG'S

Duurzame ontwikkeling is sinds jaar en dag ingebed in de strategie, de bedrijfsvoering en de cultuur van Roularta Media Group. Ambities als ondernemerschap, creativiteit en innovatie verenigen met kernwaarden als toekomstgericht, doordacht en respect, staat al lange tijd hoog op de agenda. En ook op vlak van rapportering lieten de eerste stappen niet lang op zich wachten, met reeds in 2006 een eerste duurzaamheidsverslag.

In 2021 kwam het duurzaamheidstraject van Roularta Media Group in een echte stroomversnelling terecht. Toen koos ze immers resoluut voor een SDG-aanpak, een logische stap die perfect aansloot en -sluit bij de slotzin van haar missie: "Roularta Media Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al haar stakeholders en voor de hele samenleving."

Zo vond duurzaamheid ingang in de waarden van de Roularta Media Group, dat onder het motto 'One Team, One Family, One Planet' actief wil meebouwen aan een betere wereld van morgen. Tegelijk zag het engagement van de gehele organisatie zich vertaald in het manifest 'Roularta Cares', en in de oprichting van een Sustainability Committee (Susco). Dat staat in voor het intern en extern bekendmaken en promoten van de vier focus-SDG's en voor het definiëren en opvolgen van targets om de duurzaamheids-

1.1. VIER FOCUS-SDG'S

Uit het gekende rijtje ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties werden op basis van een eerste materialiteitsoefening vier SDG's geselecteerd. Dit zijn de duurzaamheidsspeerpunten van de Roularta Media Group. Het zijn vier beloftes, vertaald in 22 tast- en meetbare doelstellingen. Deze beloftes vormen de ideale leidraad om over de geleverde inspanningen te rapporteren.

  • SDG 4 Kwaliteitsonderwijs
  • SDG 8 Eerlijk werk en economische groei
  • SDG 12 Verantwoorde consumptie en productie
  • SDG 13 Klimaatactie

ambities te concretiseren. Ook leidt het de duurzaamheidsrapportering in goede banen. 1. SDG'S reeks opleidingsmogelijkheden rond allerlei

1.1.1. SDG 4 - KWALITEITSONDERWIJS

Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang leren voor iedereen.

Roularta Media Group bouwt mee aan slimmere en bewustere generaties via betrouwbare, relevante informatie en doelgerichte activiteiten die duurzaam gedrag stimuleren. Daarbij ligt de focus op zowel interne als externe stakeholders.

Elke medewerker geniet een persoonlijk opleidingsplan en heeft keuze uit een hele thema's en vaardigheden. Zo zijn er de Roularta Academy, de webinars met experts en de workshops van de inhouse coach, maar wordt ook het gebruik van e-learningplatformen gefaciliteerd.

De mediagroep gaat ook haar verantwoordelijkheid naar de lezer toe niet uit de weg, met in de eerste plaats het engagement van de Roularta-redacties om elk jaar minstens 2.000 artikels aan duurzame topics te wijden. Daarnaast hebben events als de Trends Impact Awards en de Masterclasses Sustainable Communication als doel externe stakeholders verder te informeren over en bovenal te inspireren rond duurzaamheid.

1.1.2. SDG 8 - EERLIJK WERK EN ECONOMISCHE GROEI

Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk

voor iedereen.

Roularta Media Group streeft naar duurzame economische groei in een strategisch wendbare en op innovatie gerichte organisatie. Het aantrekken van nieuw talent en het stimuleren van medewerkers om zich verder te ontwikkelen in een aangename, familiale omgeving met aandacht voor welzijn, continue opleiding en respect voor elkaars eigenheid zijn daarbij prioritair.

Met talrijke initiatieven, zoals het HAPPIE-engagement, het flexibel verloningssysteem Bar HR en de werkgroep Roulactief, timmert Roularta Media Group dagelijks aan een duurzame werkomgeving waarin individuen en teams kunnen floreren. Tegelijk neemt ze als actief lid van meerdere vakverenigingen een voortrekkersrol op in de mediasector wat betreft duurzame groei.

1.1.3. SDG 12 - VERANTWOORDE CONSUMPTIE EN PRODUCTIE

Verzeker duurzame consumptie- en productiepatronen.

Roularta Media Group zet in op duurzame productie en consumptie, en kiest voor partners die deze visie delen.

Om haar impact op het milieu tot een absoluut minimum te beperken, investeert Roularta Media Group continu in het optimaliseren van de productietechnieken en hun energie-efficiëntie. De duurzame inkten in de drukkerij, de papieren verpakkingen waarin meer en meer titels in de bus vallen, de bijna 2.000 zonnepanelen op de gebouwen in Roeselare en Brussel en de behaalde energiecertificaten zijn in deze maar enkele van de vele voorbeelden. Verder wordt ook duurzame mobiliteit op diverse manieren gepromoot.

1.1.4. SDG 13 - KLIMAATACTIE

Neem dringend actie om de klimaatverandering en haar impact te bestrijden.

Roularta Media Group kiest resoluut voor een duurzamer energie- en grondstoffenbeleid en streeft naar een significant kleinere ecologische voetafdruk, in het bijzonder CO2-neutraliteit in 2040.

Via een concreet stappenplan met korte termijndoelstellingen werkt Roularta Media Group aan haar ambitie om CO2-neutraal te zijn in scopes 1 en 2 tegen 2040, maar met onder meer een aankoopcharter voor leveranciers leeft tevens de ambitie om de scope 3-uitstoot te helpen terugdringen. Als Green Deal-bedrijf zet Roularta Media Group zich daarnaast actief in voor biodiversiteit, zowel op de eigen sites als elders.

2. TARGETS EN KPI'S (SDG EN CSRD) OVERZICHT EN RESULTATEN

Overzicht van targets & KPI's gebruikt in ESG-rapportering Overzicht van targets & KPI's gebruikt in ESG-rapportering

CSRD REF SDG ref Doel KPI Target
geldig
vanaf
Scope Meetbaar Resultaat
2024
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
Tegen 2030 dienen de scope 1-
en scope 2 emissies gedaald te
zijn tot 4.700 ton CO2
-emissie.*
Roularta
Media
Group
ton CO2
-
emissies
5.521
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
Tegen 2030 dienen de scope
3 emissies gedaald te zijn tot
35.000 ton CO2
-emissie.
2024 Roularta
Media
Group
ton CO2
-
emissies
40.205
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
Tegen 2030 is het wagenpark
van RMG (bedrijfsvoertuigen)
voor 95% CO2
-arm.
2024 Roularta
Media
Group
aantal wagens 55%
E1 SDG 12
Klimaatneutraal
tegen 2050
ISO 50001 elk jaar beter
scoren op het vlak van
energieperformantie.
2024 Roularta
Media
Group
EnPI (Energie
Performantie
Indicator) moet
elk jaar 'hoger'
zijn; d.w.z. dat we
meer halen uit
eenzelfde eenheid
energie.
ok 118,2
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
De totale uitstoot van het wa
genpark verminderen met 80%
tegen 2028 t.o.v. 2019 (2.512 ton).
2024 Roularta
Media
Group
ton CO2
-
emissies
935
E1 SDG 13 Klimaatneutraal
tegen 2050
Verdubbeling aantal
zonnepanelen Roeselare
tegen eind 2025 t.o.v. 2020.
2024 Vestiging
Roeselare
telling On track
E2 SDG 12 Emissies solven
ten beperking
De totale emissie t.o.v. inktverbruik
moet elk jaar minder zijn dan 2%
(of 50% minder dan de Vlarem III
norm van 9 december 2024).
2024 Roularta
Media
Group
solventen
boekhouding
ok 1,05%
E5 SDG 12 Verantwoorde
aankoop - cfr
verantwoord afval
Al het papier voor eigen werken
is PEFC- of FSC
gecertificeerd.
2024 Roularta
Media
Group
certificaten ok
E5 SDG 12 Verantwoorde
aankoop - cfr
verantwoord afval
Alle inkten hebben het Blue
Angel-certificaat.
2024 Roularta
Media
Group
certificaten ok
E5 SDG 12 Verantwoorde
aankoop - cfr
verantwoord afval
Minstens 80% van het papier
wordt aangekocht bij leveran
ciers die SBTi certified zijn.
2024 Roularta
Media
Group
Nazicht a.d.h.v.
omzet
leveranciers
>90%
E5 SDG 12 Verantwoorde
aankoop - cfr
verantwoord afval
Minstens 50% van alle inkt wordt
aangekocht bij leveranciers die
SBTi certified zijn.
2024 Roularta
Media
Group
Nazicht a.d.h.v.
omzet leveran
ciers
ok
CSRD REF SDG ref Doel KPI Target
geldig
vanaf
Scope Meetbaar Resultaat
2024
S1 SDG 8 Diversiteit op de
werkvloer
Jaarlijks minstens 15 fun@work-sessies of -initiatieven
organiseren in Belgie en/of Nederland.
2024 Roularta
Media
Group
telling aantal sessies 19
S1 SDG 4 Aantrekken &
behouden van
werknemers
1 jaar na aanwerving nog 90% in dienst. 2 jaar na
2024
Roularta
aanwerving nog 80% in dienst. 3 jaar na aanwerving
Media
nog 75% in dienst.
Group
telling aantal
aanwervingen
en uit dienst
"2022:83%
2023
:89%
2024: 96%"
S1 SDG 4 Aantrekken &
behouden van
werknemers
Nieuwe medewerkers in BE geven een
2024
Roularta
tevredenheidsscore van 90% m.b.t.
Media
het onboardingproces.
België
tevreden.
% medewerkers
tevreden/ zeer
87,50%
S1 SDG 4 Aantrekken &
behouden van
werknemers/
Diversiteit op de
werkvloer
De huidige medewerkers van RMG geven een
tevredenheidsscore van minstens 75%.
2024 Roularta
Media
Group
resultaat tevreden
heidsenquête
75%
S1 SDG 8 Aantrekken &
behouden van
werknemers
Gemiddeld aantal uren opleiding per werknemer in BE over
een periode van 3 jaar minstens gelijk aan 18 uur.
2024 Roularta
Media
België
registratie uren 17u
S4 SDG 4 Onafhankelijke
journalistiek
Alle gegronde klachten van de Raad van
Journalistiek/Conseil Deontologique zullen worden voorzien
van de nodige publiciteit zoals voorzien door de
respectievelijke codes.
2024 Roularta
Media
Group
telling dagen vanaf
datum notificatie tot
aan datum oplossing
geen
gegronde
klachten
S4 SDG 4 Toegang tot
kwaliteitsvolle
informatie
Er zullen minimum 250 factchecks worden
gepubliceerd elk jaar.
2024 Roularta
Media
Group
telling aantal artikels 280
ES1 /
S4
SDG 4 Brainprint &
Community
building
2.000 positief activerende artikels per jaar met betrekking
tot allerlei diverse aspecten van duurzaamheid.
2024 Roularta
Media
België
telling aantal artikels 2.114
ES1 /
S4
SDG 4 Brainprint &
Community
building
Elk jaar minstens 200.000 deelnames aan
activaties die aanzetten tot een gedragsverandering in het
kader van de duurzaamheid.
2024 Roularta
Media
België
telling aantal
activaties
261.976
Value
chain
SDG 12 Duurzame
aankoop
Tegen 2023 verloopt 30% van de aankoopwaarde bij leveran
ciers die het duurzaam aankoopcharter hebben ondertekend.
Tegen 2025 verloopt 50% van de aankoopwaarde bij leveran
ciers die het duurzaam aankoopcharter hebben ondertekend.
2024 Roularta
Media
Group
Telling van verslagen
leveranciers afgezet
t.o.v. omzet
51,28%

* Scope 2-emissies berekend op basis van de locatiegebaseerde methode. *Nederland werd niet meegenomen in de berekening 2022/2023.

3. RESULTATEN TARGETS EN KPI'S 2024

2021 80956

ton CO2- emissies

2024 40205 ton CO2- emissies

CO2 -emissie laten dalen

4 ?;@; @ @BN;;;#/2I N#SDG 13

4 ?;@; 2-'f gFBo #/2IN#SDG 13

2023 1326 ton CO2- emissies

2022

1462 ton CO2- emissies

2024 935 ton CO2- emissies

Wagenpark CO2 -arm maken

\$ E;o ?;?ENNN?;>Ff?NB>?gN#SDG 13

Wagenpark CO2 -arm maken E1

Meer zonnepanelen

6 2 ?;?BNNN?;?;N#SDG 13

ISO 50001

)3/B;;;> N #SDG 12

! 0%&#I &3#I N #SDG 12

Gecertificeerde inkten

! " ! I N #SDG 12

Gecertificeerd papier E2 E5

SBTi gecertificeerd papier

  • E;o 3"4 N #SDG 12

KLIMAATVERANDERING

MATERIAALGEBRUIK & CIRCULAIRE ECONOMIE

Emissie t.o.v. inktverbruik

\$ NNN - ?of B;o 6 )))I F ?;?AgN #SDG 12

Duurzame aankoop

4 ?;?@ @;o - N4 ?;?B B;o N#SDG 12

CO2 -emissie laten dalen

4 ?;@; >I ? AND;;#/2I N{#SDG 13 {3 ?I N

SBTi gecertificeerd inkten

  • B;o 3"4 N #SDG 12

CSRD VERSLAG 2024 180

EIGEN PERSONEEL

Fun@work-activiteiten

* >B HI I " ï l . N#SDG 8

Retentie nieuwe medewerkers

F;o N ? E;o N @ DBo N #SDG 4

19

Tevredenheidsscore nieuwe medewerkers

. " ï F;o NNN N#SDG 4

Tevredenheidsscore huidige medewerkers

\$ 2-' - DBoN#SDG 4

Opleidingen medewerkers

' " ï @ >EN#SDG 8

Factchecks

% ?B; N#SDG 4

Positief activerende artikels

CONSUMENTEN & EINDGEBRUIKERS Duurzaamheidsactivaties

?N;;; N#SDG 4 S1 S4

% ?;;N;;;

N#SDG 4

Onafhankelijke journalistiek

! 2* l# \$ - N#SDG 4

261 976

CSRD VERSLAG 2024 182

IM WE CREATE MEDIA WITHPACT

4.1. INLEIDING

Met de komst van de Europese rapporteringsverplichting rond duurzaamheid onder de noemer CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive), die de rapportering structureert rond de begrippen ESG (Environment, Social en Governance), is het belangrijk dat de juiste verbanden worden gelegd tussen de reeds bestaande inspanningen en dat waar nodig bijkomende inspanningen worden geleverd om binnen het raamwerk van de CSRD een aantal relevante duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren.

De CSRD is vooral gericht op het rapporteren van impacten, risico's en opportuniteiten rond duurzaamheid en een duurzame economie. De CSRD is een rechtstreeks gevolg van het klimaatakkoord van Parijs, dat niet enkel gekend is voor de klimaatambitie 'klimaatneutraal tegen 2050' maar eigenlijk ook als doelstelling heeft om de financiële stromen in overeenstemming te brengen met een klimaatbestendige ontwikkeling. Met andere woorden, naast de louter financiële rapportering is het tevens de bedoeling om een niet-financiële rapportering op te zetten die onderliggend gelieerd is aan de financiele stromen.

Het einddoel van deze regelgeving is een grotere transparantie enerzijds en anderzijds vooral de vergelijkbaarheid tussen de rapporten van verschillende organisaties. Op die manier wil de EU ervoor zorgen dat het voor de lezers gemakkelijker wordt om rapporten te vergelijken én wil het tegelijkertijd verzekeren dat de rapporten terdege zijn. Greenwashing vermijden, met andere woorden.

De CSRD zal uitgerold worden in verschillende fases, afgestemd op de al dan niet beursgenoteerde status, de omzet en het aantal werknemers van een bedrijf.

Op basis van deze drie parameters zit Roularta Media Group in de eerste golf en moet het bedrijf dus voor het eerst voldoen aan de CSRD voor het boekjaar 2024. Dat betekent dat Roularta Media Group:

  • moet rapporteren over alle materiële impact, risico's en opportuniteiten, het beleid en de doelstellingen met betrekking tot de ESG-onderwerpen (E = Environment of klimaat, S = Social of sociale punten, en G = Governance of bestuur);
  • een DMA (Double Materiality Assessment of Dubbele Materialiteits Analyse) moet uitvoeren om zowel de impact van Roularta Media Group op de buitenwereld als de (financiële) invloed van de buitenwereld op Roularta Media Group te identificeren;
  • bij de rapportering rekening moet houden met de volledige 'waardeketen', dus niet enkel met de eigen operaties maar ook met de upstream- en downstreamkant van de keten; en

4. CSRD (CORPORATE SUSTAINABILITY REPORTING DIRECTIVE)

• het duurzaamheidsrapport moet laten auditeren en valideren door een externe auditor onder de noemer Limited Assurance (of beperkte zekerheid).

Daarom startte Roularta Media Group reeds in 2023 met de DMA. Deze diepgaande oefening heeft het bedrijf geholpen om de relevante (materiële) 'aspecten' van het totale duurzaamheidsverhaal in kaart te brengen, niet alleen met betrekking tot de eigen operaties maar voor de volledige

waardeketen.

Alle inspanningen die Roularta Media Group in het verleden leverde in het kader van duurzaamheid, vormen op zich een duurzame basis voor toekomstige initiatieven.

Roularta Media Group gelooft in duurzaamheid in al haar facetten en zal blijven inspanningen leveren voor een betere toekomst en een betere wereld.

4.1.1. BELANGRIJKSTE HOOGTEPUNTEN 2024

• DMA-oefening werd geconcretiseerd en gevalideerd door de commissaris • De structuur van dit verslag volgt voor het eerst de voorschriften van de ESRS (European Sustainability Reporting

- Standards)

• De vervanging van de ovens op de machinepersen door de meer duurzame Contiweb-ovens werd voltooid

• De inspanningen m.b.t de elektrificatie

van het wagenpark werden aanzienlijk opgeschroefd (zowel wat het aantal voertuigen als het aantal laadpalen betreft)

  • De goedkeuring werd bekomen voor de plaatsing van +- 3.500 extra zonnepanelen
  • De daling van de CO2 -uitstoot voor zowel scope 1, 2 als 3 blijft op koers voor het behalen van de langetermijndoelstellingen
  • De beslissing werd genomen om te onderzoeken of het SBTi-certificatietraject in 2025 wordt opgestart
  • Roularta Media Group werd verkozen tot 8ste meest aantrekkelijke werkgever (Randstad)

4.1.2. DE TOEKOMST

  • In 2025 zal extra worden ingezet op het onderzoek naar het SBTi-traject, wat per definitie inhoudt dat de inspanningen met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen nog meer in het licht zullen komen
  • 2025 wordt het jaar waarin nog meer aandacht zal gaan naar de leveranciers (vooral upstream maar ook downstream), niet enkel voor het domein Environment maar ook voor Social & Governance
  • 2025 moet de bestendiging worden voor het bedrijf als aantrekkelijke werkgever, voor zowel de huidige als de toekomstige werknemers
  • Alle infrastructuurwerken en innovatieprojecten zullen steeds gebeuren met

het oog op betere prestaties op vlak van duurzaamheid

• Tot slot zullen nieuwe procedures en beleidslijnen worden opgesteld en bestaande worden verfijnd met het oog op een nog betere aansluiting op de ESRS (bijvoorbeeld: een klimaatveerkracht en -scenario analyse)

4.2. CSRD EN DOUBLE MATERIALITY ASSESSMENT (DMA)

4.2.1. DMA: INLEIDING

De EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft een longlist uitgevaardigd van mogelijke onderwerpen ('topics') die relevant zouden kunnen zijn voor iedere onderneming, los van sectoren en producten. Via een zogenaamde Double Materiality Assessment (DMA) is het de bedoeling dat een bedrijf uit de longlist de onderwerpen destilleert die voor zijn business relevant zijn. De DMA houdt in dat de business van het bedrijf onder de loep genomen wordt vanuit twee perspectieven: op welke manier hebben de activiteiten van de onderneming effect op de buitenwereld, de inside-out (bv. de CO2 -uitstoot van de onderneming), en omgekeerd? En wat is het effect van duurzaamheidsonderwerpen in de buiten wereld op de onderneming, de outside-in (bv. schaarste van grondstoffen, klimaat opwarming, natuurrampen, …)?

Roularta Media Group heeft een beroep gedaan op een externe adviseur om zich te laten begeleiden in een gestructu reerde aanpak van haar Double Materiality Assessment. Hieronder en op de volgende pagina's wordt een beschrijving gegeven van het gevolgde proces en de resultaten van deze oefening.

De kerngroep rond duurzaamheid was ver antwoordelijk voor een groot deel van de voorbereiding. Deze kerngroep wordt voor gezeten door de CFO, die ook betrokken was bij alle 'financiële' aspecten van de DMA. Op regelmatige tijdstippen werden specifieke werkgroepen georganiseerd met interne experten om per bedrijfsstroom verder input te geven en de juiste zaken in vraag te stellen.

1

Vaste inrichting van Roularta Media Group NV

4.2.2. DE CSRD-SCOPE

Roularta Media Group bestaat uit verschillende legale entiteiten en een aantal bedrijven waar ze een joint venture mee heeft:

NAAM VAN DE ONDERNEMING Locatie Deelnemingspercentage
2024
ROULARTA MEDIA GROUP NV Roeselare, België 100.00%
BELGIAN BUSINESS TELEVISION NV Brussel, België 100.00%
ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV Baarn, Nederland 100.00%
ROULARTA MEDIA DEUTSCHLAND 1 Augsburg, Duitsland 100.00%
RMN MINDSTYLE BV Amsterdam, Nederland 100.00%
STUDIO APERI NEGOTIUM NV Roeselare, België 75.00%
2024
CTR MEDIA SA Brussel, België 50.00%
MEDIAFIN NV Brussel, België 50.00%
MOTOR.NL BV Amsterdam, Nederland 50.00%
PITE MEDIA BV Amsterdam, Nederland 50.00%
2024
PULSAR-IT BV Brussel, België 45.00%
IMMOVLAN BV Brussel, België 35.00%
YELLOWBRICK NV Schaarbeek, België 35.00%

In een eerste stap werd bepaald welke legale entiteiten tot de scope van de DMA-oefening behoren, en zo dus de link vormen tussen duurzaamheidsrapportering en financiële rapportering.

Er werd beslist om volgende entiteiten op te nemen in de CSRD-scope:

Roularta Media Group NV Belgian Business Television NV Roularta Media Nederland BV RMN Mindstyle BV Roularta Media Deutschland Studio Aperi Negotium NV

Deze entiteiten werden volledig geconsolideerd in de resultaten van Roularta Media Group op 31 december 2024. De overige entiteiten, die financieel niet volledig geconsolideerd worden, werden als onderdeel van de waardeketen beschouwd.

4.2.3. STAKEHOLDERS

In deze stap werden de verschillende interne en externe stakeholders geïdentificeerd en ingedeeld in twee groepen:

• Betrokken stakeholders: individuen of groepen die positief of negatief kunnen geïmpacteerd worden door de activiteiten van Roularta Media Group en/of de activiteiten gerela-

teerd aan de waardeketen

• Gebruikers van communicatie met betrekking tot duurzaamheid binnen Roularta Media Group: de lezers van het financieel jaarverslag en duurzaamheidsverslag, zoals banken en investeerders, vakbonden, academici, …

Per onderwerp werden de experten binnen de onderneming geïdentificeerd om het proces te kunnen verderzetten in werkgroepen.

4.2.4. STAKEHOLDER ENGAGEMENT PLAN

Na het identificeren van de stakeholders werd beslist op welke manier ze zouden betrokken worden bij de DMA-oefening. De belangrijkste stakeholders hierbij zijn de interne stakeholders. Het is ook niet zomaar dat de EFRAG de meeste aandacht besteedt aan het 'eigen personeel' (binnen het domein 'sociaal') en aan de 'uitstoot van broeikasgassen en energieverbruik' door de organisatie (binnen het domein 'milieu'). Daarna volgen uiteraard de andere belanghebbenden. Om het geheel werkbaar te houden, werd beslist om eerst de DMA-oefening te maken met behulp van interne experten/stakeholders. Er werden interviews uitgevoerd om input te verzamelen over de waardeketen, eventuele risico's, opportuniteiten en impacten. Verder werden de interne stakeholders betrokken bij de scoring van de impacten. Uiteindelijk werden de resultaten besproken en gevalideerd met de vertegenwoordigers van de diverse externe stakeholdersgroepen (klanten, papier- en inktleveranciers, financiële instellingen en transport & logistiek).

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

4.2.5. WAARDEKETEN • Upstream (= alle activiteiten die gebeuren vóór de activiteiten van Roularta Media

  • Group zelf)
  • Eigen operations (= de activiteiten die gebeuren bij Roularta Media Group zelf)
  • Downstream (= alle activiteiten die gebeuren na de activiteiten van Roularta Media Group)

Vaak wordt upstream omschreven als 'leveranciers' en downstream als 'klanten' maar dit strookt niet helemaal met de correcte definities. Roularta Media Group zal immers ook een beroep doen op leveranciers om de goederen bij de klanten te krijgen. In dat geval bevindt die leverancier zich in het downstreamseg-

ment.

Binnen de segmenten upstream en downstream bestaat er ook nog een opdeling in Tier 1 en Tier 2+. Uit het schema kan duidelijk worden afgeleid dat Tier 1 die zaken omvat met een directe connectie met de eigen activiteiten van Roularta Media Group, terwijl Tier 2+-zaken zich minstens één stap verder bevinden.

Een eenvoudig voorbeeld ter illustratie:

Aan de upstream kant bevindt 'inkt' zich onder Tier 1, want Roularta Media Group heeft inkt nodig om te drukken. De grondstoffen om die inkt te maken vallen onder Tier 2+.

Downstream staat 'lezers' onder zowel Tier 1 als Tier 2+. In het eerste geval (Tier 1) gaat het om de lezers van de eigen Roularta Media Group-titels, in het tweede (Tier 2+) om de lezers van titels die Roularta Media Group drukt voor 'derden' (denk bijvoorbeeld aan The Economist).

4.2.6. IMPACT MATERIALITY

De CSRD vertrekt eigenlijk van het ESG-model (Environment, Social, Governance), waarbij het de bedoeling is om te rapporteren over zowel 'overkoepelende' aspecten van de

ROULARTA MEDIA GROUP WAARDEKETEN

Indirecte operaties (upstream waardeketen) Eigen operaties Indirecte operaties (downstream waardeketen)

Niveau 2+ Niveau 1 Niveau 0 Niveau 1 Niveau 2+
Industrieën:

Papier producten

Chemicaliën

Petroleum producten

(Edele) metalen

Vervaardiging van
consumptiegoederen, textiel,


Autoconstructie
Gekochte goederen:

Papier en inkt

Machines en uitrusting

Verpakkingsmateriaal

Additieven en
reinigingsmiddelen

Gas, elektriciteit en water

Consumptiegoederen

Gebouwen

IT hardware en software

Studio uitrusting
Gekochte Diensten:

Aluminium platen

Machine onderhoud

HR (medewerkers)

Auto Leasing

Transport en Logistiek

Evenement locaties, meubilair
en decoratie

Reizen

Acts

Huur van gebouwen

Licenties
Roularta Media Group
5 belangrijke businessstromen:
Drukkerij, Uitgeverij,
Advertentieverkoop, Televisie,
Evenementen & Reizen
Klanten:

B2C: lezers (abonnees, losse
verkoop) kijkers, surfers,
luisteraars, deelnemers

B2B: Magazine, kranten en
folder drukklanten, adver
teerders,
evenement sponsors, evene
mentgenodigden en gasten
Klanten:

Klanten van externe
uitgevers B2B.

Klanten van externe drukkerij
klanten (magazine, kranten
en folders)
End-of-life proces:

Glas producten

Vliegtuig- en cruise maat
schappijen

Landbouwproducten

Bouw van gebouwen, sche
pen,…
Werknemers, wetgevende
instanties, investeerders,
beroepsverenigingen,
banken, Roularta Media
Group
Infrastructuur
Diensten:

Transport en
distributie van
magazines en kranten en
andere producten.

Recyclage en verwerking
(papier, plastic, It
materiaal, machines, …)
Gelijkaardige bedrijven:

DPG Media

Berteslmann

Mediahuis

Mauri (Gruppo Editoriale)

Een cruciale oefening binnen de DMA is het opstellen van de waardeketen van de organisatie, rekening houdend met de voornaamste 'bedrijfsstromen'. Elk van deze bedrijfsstromen kan immers zowel upstream als downstream een volledig andere invulling krijgen.

4.2.5.1. PRIMAIRE BEDRIJFSSTROMEN

Roularta Media Group heeft daarom vijf primaire bedrijfsstromen geïdentificeerd:

  • De drukkerij met de bijhorende drukkerijactiviteiten
  • De uitgeverij (de titels, de redacties, de lezers, inclusief marketingacties)
  • Verkoop van advertenties (de 'regie')
  • Evenementen en reizen (inclusief marketingacties) zoals bijvoorbeeld Knack reizen of Trends Impact Awards
  • Televisie (focus op Kanaal Z)

4.2.5.2. DRIE SEGMENTEN

Voor elk van deze stromen worden drie segmenten in overweging genomen:

organisatie als 'specifieke' aspecten van de organisatie en de waardeketen.

De overkoepelende aspecten worden beschreven in de ESRS 1 en ESRS 2 en de 'specifieke' aspecten worden gegroepeerd: vijf aspecten die betrekking hebben op Klimaat, vier aspecten die te maken hebben met Sociaal en één aspect dat valt onder de noemer Governance.

CSRD VERSLAG 2024 188

Deze laatste aspecten worden echter verder onderverdeeld in subaspecten en sub-subaspecten. De volgende lijst, die overigens gebruikt werd als basis voor de materialiteitsoefening, kan geconsulteerd worden onder Annex I.

De impactmaterialiteitoefening bestaat erin een evaluatie te maken van de actuele en potentiële impact van Roularta Media Group t.o.v. het ESG-kader. Om de bedrijven te begeleiden heeft de EFRAG bijgevolg die lijst van aspecten, subaspecten en sub-subaspecten opgesteld, maar dan wel los van sectoren of producten. Het is dus aan elk bedrijf om zelf te onderzoeken waar en op welke manier het bedrijf en bij uitbreiding de waardeketen (zowel upstream als downstream) een mogelijke impact zouden kunnen hebben. Die impact kan actueel of potentieel zijn, en positief of negatief.

Aangezien de EFRAG geen rekening houdt met sectoren noch producten en de lijst bovendien slechts een leidraad is, moeten de bedrijven ook nagaan of er nog andere aspecten zijn die mogelijk een impact kunnen hebben en staat het bedrijven toe om dus ook eigen 'aspecten' te rapporteren. Dit worden entiteitspecifieke aspecten genoemd.

Gezien haar specifieke impact op vlak van duurzaamheid besloot Roularta Media Group een aantal entiteitspecifieke aspecten toe te voegen. Die worden verder in het rapport meer in detail besproken.

4.2.7. IRO'S BEPALEN (IMPACTEN, RISICO'S EN OPPORTUNITEITEN)

Vertrekkende van de lijst van mogelijk relevante aspecten, aangevuld met een aantal entiteitspecifieke aspecten, werden binnen Roularta Media Group werkgroepen gevormd voor elk van de vijf bedrijfsstromen (zie beschrijving waardeketen hiervoor). De taak van elke werkgroep, met daarin de interne experten per bedrijfsstroom, bestond erin om voor hun respectieve bedrijfsstroom de relevante aspecten, subaspecten en sub-subaspecten te evalueren (vandaar de naam assessment) op vlak van de mogelijke materiële impacten en van de mogelijke risico's en opportuniteiten (IRO's). Deze 'eerste' bepaling bood de basis om in een volgende stap over te gaan tot een scoring van elk relevant aspect.

4.2.8. BEOORDELING IMPACTMATERIALITEIT

Het tweede deel van de oefening bestond er bijgevolg in om voor alle weerhouden aspecten na te gaan in welke mate ze ook relevant zijn.

Voor deze beoordeling werden verschillende dimensies gehanteerd:

  • De schaal: als er een impact is, hoe groot is die impact (bv. de impact per persoon)?
  • De draagwijdte: wat is de draagwijdte van de impact (bv. het

aantal geïmpacteerde personen)? • (On)omkeerbaarheid: hoe (on)omkeerbaar is de impact? Deze dimensie is enkel van toepassing voor negatieve

• Waarschijnlijkheid: hoe waarschijnlijk is het dat een impact gaat voorvallen? Deze dimensie is enkel van toepassing

  • impacten.
  • voor potentiële impacten.

Voor elk van de dimensies werd een definitie geformuleerd met daaraan gekoppeld een score van 1 tot 5 (met bij de waarschijnlijkheid bv. score 5 voor een kans binnen het jaar, score 4 voor een kans binnen de twee jaar, score 3 voor een kans binnen de drie à vijf jaar, score 2 voor een kans binnen vijf à tien jaar en score 1 voor geen kans in de eerste tien jaar).

Het gemiddelde van de score werd berekend volgens onderstaande tabel en wanneer het gemiddelde gelijk aan of hoger dan 3,5 op 5 was, werd dat aspect als materieel beschouwd. Nogmaals, de oefening werd gedaan voor de volledige waardeketen.

Hoe ernstig is de negatieve impact op het slachtoffer, de economie of het milieu? Hoe gunstig is de positieve impact?

Drempel voor materialiteit: 3,5

4.2.9. FINANCIËLE MATERIALITEIT-BEOORDELING

Na de impactmaterialiteit werd conform de CSRD-voorschriften ook een financiële materialiteit-beoordeling uitgevoerd. Bij deze oefening werden opnieuw de verschillende aspecten geëvalueerd, maar dan vanuit het oogpunt van de financiële impact op de organisatie. In deze oefening ging het in de praktijk vooral over de risico's voor het bedrijf te wijten aan externe factoren.

Voor deze beoordeling werden twee specifieke dimensies gehanteerd:

  • De kans
  • De omvang van de financiële impact, beoordeeld op basis van interne en externe informatie

Hierbij werd ook rekening gehouden met de termijn, zonder het in de scoring als een afzonderlijk item te berekenen.

Omdat de risico's in kwestie over alle bedrijfsstromen heen gelden, nam één interne werkgroep deze oefening voor haar rekening. Om te vermijden dat er als groep geredeneerd zou worden, maakten de leden van de werkgroep de oefening individueel en werden de resultaten daarna samengevoegd en bediscussieerd.

De dimensie 'kans' werd gedefinieerd als procentuele mogelijkheid (minder dan 10% = score 1, 10% tot 35% = score 2, 35% tot 65% = score 3, 65% tot 90% = score 4 en meer dan 90% = score 5).

De dimensie 'omvang' heeft te maken met de 'grootte' van de financiële impact, die leidde tot een cijfer van 1 tot 5.

Omdat er als premisse werd aangenomen dat het cijfer 5 enkel behaald kon worden als één van de twee dimensies ook effectief een score 5 had gekregen, werd de grenswaarde voor de financiële impact ook vastgelegd op 5. Dat (5 op 20) lijkt misschien laag op zich, maar Roularta Media Group heeft ervoor gekozen om hierin geen ruimte te laten voor speculatie of discussie.

4.2.10. CONSOLIDATIE VAN DE TWEE BEOORDELINGEN EN VALIDATIE

Na het afwerken van beide beoordelingen werden impactmaterialiteit en financiële materialiteit geconsolideerd om tot één overzicht te komen van aspecten die voor Roularta Media Group relevant zijn om op te volgen en over te rapporteren.

Geen evidente uitkomst, omdat je te maken hebt met ten eerste aspecten die enkel gelden voor de eigen organisatie, ten tweede aspecten die enkel gelden voor de waardeketen (en dus niet voor de eigen organisatie), en ten derde aspecten die gelden voor zowel de eigen organisatie als de waardeketen.

Eenmaal de geconsolideerde uitkomst was vastgelegd, werd deze besproken met een aantal externe stakeholders (financiële partner, papierleverancier, inktleverancier, nationale advertentieklant, buitenlandse advertentieklant, drukkerijklant, distributeur). Zo was het mogelijk om na te gaan of er geen fundamentele aspecten ontbraken en of het eindresultaat in lijn lag met hoe deze externe stakeholders Roularta Media Group percipieerden.

Na deze externe validatie volgde een interne validatie via het management, het auditcomité en de Raad van Bestuur.

Op basis van deze validaties kunnen we hiernaast de finale uitkomst van de DMA publiceren.

De vetgedrukte aspecten hebben betrekking op de eigen operaties, terwijl de schuingedrukte aspecten de bredere waardeketen aangaan.

Gezien de complexiteit van de oefening en de verschillende gehanteerde criteria is het niet evident om de resultaten voor te stellen door middel van een materialiteitsmatrix, die bovendien geen toegevoegde waarde zou bieden. Rapportage-eis ESRS SBM-3 vraagt overigens enkel dat Roularta Media Group de materiële impacten, risico's en kansen beschrijft.

Roularta Media Group beseft echter dat de DMA-oefening hiermee niet afgerond is voor de komende jaren. Hoewel dit model de huidige situatie juist weergeeft, vallen evoluties niet uit te sluiten in een snel veranderende wereld binnen en buiten de mediagroep. Daarom zullen de resultaten periodiek worden hertoetst aan de realiteit van het moment, in principe om de vijf jaar maar waar nodig sneller.

E1 Klimaatmitigatie E1 Energie E2 Luchtverontreiniging E5 Afval

Watergebruik en mariene hulpbronnen* Watervervuiling* Materiaalinstromen* Gevaarlijke chemicaliën*

-

  • Verontreiniging van bodem*
    -
  • Biodiversiteit en ecosystemen

S1 Diversiteit

S1 Aantrekken en behouden van

werknemers

S4 Toegang tot

kwaliteitsvolle informatie

S4 Onafhankelijke journalistiek &

verantwoorde content

S4 Privacy

Verantwoorde

marketingpraktijken* Gezondheid & veiligheid*

ES1 Brainprint & Community Building ES2 Digitale innovatie en IT-betrouwbaarheid

* Alleen materieel in de waardeketen

UIT DE DOOR ROULARTA MEDIA GROUP UITGEVOERDE DUBBELE MATERIALITEITSOEFENING, KWAMEN VOORLOPIG VOLGENDE MATERIËLE TOPICS OP HET GEBIED VAN DUURZAAMHEID NAAR BOVEN:

193 CSRD VERSLAG 2024 CSRD VERSLAG 2024

4.2.11. PRIORITEITBEPALING VOOR DE RAPPORTERING

Na het proces van de DMA en het bepalen van de relevante datapunten voor de activiteiten van Roularta Media Group werd ervoor gekozen om het verzamelen van de data met als doel de huidige rapportering in drie fasen of prioriteiten te laten verlopen.

In een eerste prioriteit ligt de focus op de verplichte standaarden die ook door de CSRD als de belangrijkste worden omschreven, namelijk de ESRS 2 (de overkoepelende materie voor elk bedrijf) aangevuld met de E1 (klimaat en energie) en de S1 (eigen personeel). De E1 en de S1 waren overigens de twee standaarden die in de eerste draft van de EFRAG nog als 'verplicht voor iedereen' werden aangeduid. Een verplichting die achteraf is weggevallen (maar waarbij het niet rapporteren van E1 wordt bemoeilijkt doordat de redenen voor niet-rapportering uitermate gegrond moeten zijn). Waar relevant wordt de info aangevuld met entiteitspecifieke informatie, net omdat Roularta Media Group van oordeel is dat dit uitermate belangrijke aspecten zijn van en voor haar business, zoals ook blijkt uit de resultaten van de DMA.

De tweede prioriteit omvat de overige geïmpacteerde aspecten of aspecten met impact: E2, E5 en S4, opnieuw aangevuld met entiteitspecifieke informatie waar relevant.

Tot slot wordt nog even ingegaan op de aspecten die eigen zijn aan de rest van de waardeketen, op een eerder kwalitatieve dan kwantitatieve manier.

Het vastleggen van deze prioriteiten heeft als doel de juiste aandacht te besteden aan de juiste zaken, en niet zomaar op dezelfde manier en even gedetailleerd op alles in te gaan.

4.3. ESRS: ALGEMENE TOELICHTINGEN 4.3.1. GRONDSLAG VOOR HET OPSTELLEN VAN INFORMATIE

4.3.1.1. BP 1: ALGEMENE GRONDSLAG VOOR HET OPSTELLEN VAN DE DUURZAAMHEIDSVERKLARING

Dit duurzaamheidsverslag is opgesteld op dezelfde basis als de financiële geconsolideerde rapportering. De bedrijven die deel uitmaken van de groep en die meegenomen worden onder de geconsolideerde financiele rapportering, zijn dezelfde bedrijven in de scope van de duurzaamheidsverklaring (zie ook 4.2.2).

De DMA-oefening vertrok bij de vijf primaire bedrijfsstromen van Roularta Media Group (uitgeverij, drukkerij, internet & media, televisie en evenementen en reizen). Bij aanvang werden bijgevolg vijf waardeketens opgesteld, die nadien samenkwamen in één geconsolideerde waardeketen.

Binnen de geconsolideerde waardeketen werden drie blokken geïdentificeerd:

• De upstream-waardeketen omvat zowel

directe als indirecte leveranciers

  • De eigen operaties omvatten de 'geconsolideerde kring'
  • De downstream-waardeketen omvat leveranciers (bv. transport & distributie) maar ook directe en waar relevant indirecte klanten (zowel B2B als B2C)

Bij de duurzaamheidsrapportering werd geen gebruik gemaakt van de optie om specifieke informatie-elementen die intellectuele eigendom, knowhow of het resultaat van innovatie zijn, weg te laten.

Wel werden niet alle interne richtlijnen en procedures gepubliceerd, omwille van diverse redenen, waaronder privacy. In andere gevallen werd een korte samenvatting van de relevante aspecten weergegeven.

4.3.1.2. BP 2: SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN 4.3.1.2.1. TIJDSHORIZONTEN

De rapportageperiode voor het duurzaamheidsverslag is dezelfde als voor de financiële rapportering. Waar relevant werd een 'basisjaar' of 'referentiejaar' vermeld (bv. voor targets m.b.t. de uitstoot van broeikasgassen is 2021 het basisjaar).

De tijdspannes voor korte, middellange of lange termijn worden al dan niet vermeld in functie van relevantie.

4.3.1.2.2. SCHATTINGEN

Dit duurzaamheidsverslag bevat enkele interpretaties en onzekerheden die inherent zijn aan het

rapportageproces:

• Schattingen: De belangrijkste onzekerheden situeren zich in zowel het upstream- als het downstreamgedeelte van de waardeketen met betrekking tot aspect E1, specifiek bij de berekening van broeikasgasemissies. Ondanks deze onzekerheden is de duurzaamheidsverklaring opgesteld en gepresenteerd in overeenstemming met de vereisten van de ESRS en de toepasselijke wetgeving

• Aanvullende richtlijnen: Een uitgebreider begrip van de vereisten wordt verwacht naarmate aanvullende implementatierichtlijnen of Q&A-documenten beschikbaar komen

• Toekomstige verfijningen: Schattingen zullen mogelijk in toekomstige rapportageperiodes worden aangescherpt naarmate relevantere

• Interne controle: De interne controlemechanismen rondom duurzaamheidsrapportage worden momenteel verder versterkt om de kwaliteit en betrouwbaarheid van de gege-

-

  • gegevens beschikbaar komen
  • vens te verbeteren
  • vergroten

• Vergelijkende gegevens: Naar verwachting zal de beschikbaarheid van vergelijkende gegevens na het eerste rapportagejaar de bruikbaarheid en waarde van de informatie

• Materialiteitsbeoordeling: Het materialiteitsbeoordelingsproces zal naar verwachting verder worden verfijnd in de komende jaren. Voor de financiële materialiteitsbeoordeling is een drempelwaarde gehanteerd op basis van een percentage van de omzet om de omvang van de financiële impact te bepalen

• Uitbreiding van informatie: Naarmate het aantal rapporterende organisaties toeneemt en de rapportagepraktijken verder worden ontwikkeld, kan uitgebreidere en gedetailleerdere informatie over de waardeketen worden opgenomen

4.3.1.2.3. WIJZIGINGEN IN DE OPSTELLING OF DE PRESENTATIE VAN DUURZAAMHEIDSINFORMATIE

Gezien dit duurzaamheidsverslag het eerste verslag is conform de CSRD-richtlijnen, is er geen wijziging in de opstelling of presentatie van de duurzaamheidsinformatie. Echter, in de voorbije jaren publiceerde Roularta Media Group in het kader van de toen geldende NFRD wel degelijk informatie met betrekking tot duurzaamheid. Deze informatie omvatte eveneens een aantal targets, die niet gebaseerd waren op de ESG-onderwerpen maar op het SDG-model.

4.3.1.2.4. GEBRUIK VAN INFASERINGSBEPALINGEN

Een onderwerp dat op heden ter discussie staat (o.a. in Nederland), is de positie van de freelancers (of ZZP'ers – zelfstandigen zonder personeel). Ook in België maken mediabedrijven frequent gebruik van freelancemedewerkers. In bepaalde gevallen zijn dit medewerkers die in hoofdberoep journalist zijn maar voor verschillende bedrijven stukken schrijven. In andere gevallen gaat het over mensen die in wezen een ander beroep hebben maar heel sporadisch een stukje schrijven voor een krant of een magazine. In nog andere gevallen zijn het mensen die in bijberoep lokaal nieuws verzamelen. En soms zijn het mensen die tijdelijk iemand vervangen of op dagbasis in de drukkerij prestaties leveren. Volgens de EFRAG zouden al deze categorieën van medewerkers tot het 'eigen personeel' moeten behoren, los van het feit of ze zelfstandig zijn, via een interimkantoor of gespecialiseerd bedrijf aangesteld zijn of als jobstudent werken. Ook de mate waarin ze prestaties leveren (fulltime gedurende drie maanden, twee dagen per week, één artikel per maand, …), is vreemd genoeg niet van tel.

We noteren echter dat 'freelancer' geen wettelijk statuut is. De freelancer zal ofwel zelf 'zelfstandig' zijn en zelf factureren, ofwel zullen de prestaties door iemand anders worden gefactureerd. Bovendien wordt meestal een beroep gedaan op een freelancer omwille van een bepaalde expertise.

Daarnaast beschikt Roularta Media Group voor freelancers niet over dezelfde gegevens als voor haar eigen werknemers. Ze kan geen informatie rapporteren die ze niet heeft.

Om die reden wordt in dit duurzaamheidsverslag voor het boekjaar 2024 enkel rekening gehouden met de categorie werknemers zoals bepaald in sectie S1-6 (eigen werknemers met een arbeidsovereenkomst) en maakt Roularta Media Group

CSRD VERSLAG 2024 194

gebruik van de infaseringsmogelijkheid voor de werknemers zoals bepaald in sectie 1-7. Dit is belangrijk omdat S1 'eigen personeel', subthema 'diversiteit' als materie uit de dubbele materialiteitsoefening is gekomen.

Andere infaseringsclausules die Roularta Media Group inroept in dit verslag zijn:

• E1-9 (klimaat):

De onderneming kan de door ESRS E1-9 voorgeschreven informatie weglaten voor het eerste jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt. De onderneming kan aan ESRS E1-9 voldoen door, voor de eerste drie jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt, alleen kwalitatieve informatie te rapporteren indien het praktisch niet haalbaar is om kwantitatieve rapportage op te stellen.

• E2-6 (verontreiniging):

De onderneming kan de door ESRS E2-6 voorgeschreven informatie weglaten voor het eerste jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt. Afgezien van de door alinea 40(b) voorgeschreven informatie over de operationele uitgaven en kapitaaluitgaven die in de rapportageperiode hebben plaatsgevonden in samenhang met majeure incidenten en deposities, kan de onderneming aan ESRS E2-6 voldoen door, voor de eerste drie jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt, alleen kwalitatieve informatie te rapporteren.

• E5-6 (afval):

De onderneming kan de door ESRS E5-6 voorgeschreven informatie weglaten voor het eerste jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt. De onderneming kan aan ESRS E5-6 voldoen door, voor de eerste drie jaar dat zij haar duurzaamheidsverklaring opstelt, alleen kwalitatieve informatie te rapporteren.

4.3.2. GOVERNANCE 4.3.2.1. GOV-1: DE ROL VAN DE BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN

We verwijzen naar de verklaring inzake deugdelijk bestuur in het jaarverslag.

4.3.2.2. GOV-2: INFORMATIE VERSCHAFT AAN EN OMGANG MET DUURZAAMHEIDSTHEMA'S DOOR BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN VAN DE ONDERNEMING

De Raad van Bestuur en het auditcomité hebben, onder andere, als taak om toezicht te houden op de inspanningen en de vorderingen van Roularta Media Group op vlak van duurzaamheid. In 2024 kwam daar ook nog expliciet de opvolging van het CSRD-traject bij. Om dit traject te kunnen opvolgen, werd voor elke bijeenkomst van de Raad van Bestuur en het auditcomité een stand van zaken opgemaakt die werd besproken met de aanwezige leden. De Raad van Bestuur volgt ook de risico's, impacten en opportuniteiten (IRO's) op. De betrokkenheid van de Raad van Bestuur en van het management omtrent de IRO's komt doorheen het duurzaamheidsrapport verder aan bod. Op de vergaderingen van het Management Team (MT) is duurzaamheid een telkens terugkerend onderwerp dat afhankelijk van de focus een of ander thema belicht binnen het ESG-kader. Dat kan gaan over het wagenpark, PV-installaties, digitale innovatieprojecten, HR-aangelegenheden, folie versus papier, nutsvoorzieningen, …

Daarnaast werden ook bijzondere overlegmomenten ingepland voor respectievelijk het auditcomité en de Raad van Bestuur. Voor het auditcomité was dit op 24 juni 2024 en lag de focus vooral op de DMA en het vervolg na de DMA. Voor de Raad van Bestuur was dit op 25 oktober 2024 en lag de focus vooral op de duurzaamheid in het algemeen, naast een paar specifieke onderwerpen zoals de SBTi, impacten en risico's, …

Voor een overzicht van de materiele impacten, risico's en kansen waarop de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen ageren, verwijzen we naar het hoofdstuk over DMA-analyse.

4.3.2.3. GOV-3: INTEGRATIE VAN DUURZAAMHEIDSPRESTATIES IN BELONINGSREGELINGEN

Voor 2025 wordt in de afspraken met het top management met betrekking tot het variabel deel van de verloning een materiële bijdrage tot het bereiken van de duurzaamheidstargets opgeno-

men.

Dat impliceert dat er een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is van het management om de duurzaamheidstargets en KPI's die werden opgelijst in hoofdstuk 2 te behalen maar dat deze individueel kan verschillen volgens de mate van impact van de betrokken manager op de beoogde targets en kpi's.

Dit betekent ook dat de opvolging van de stand van zaken ten opzichte van deze targets ook worden opgenomen op het niveau van de management team meetings.

De beoordeling van het behalen van het resultaat door het management zal gebeuren door het Excom.

4.3.2.4. GOV-4: DUE DILIGENCEVERKLARING

Omwille van praktische redenen wordt het due diligence-proces opgedeeld in vijf stappen:

4.3.2.4.1. RISICO-IDENTIFICATIE

ESG-risico's die een mogelijke bedreiging vormen voor zowel het bedrijf als zijn stakeholders. Roularta Media Group staat voor deze risico's continu in contact met haar stakeholders. Denk bijvoorbeeld aan privacy en GDPR, met in dat kader de integratie van een opt-in-systeem (waarbij telkens de goedkeuring van de klant vereist is).

4.3.2.4.2. INTEGRATIE VAN DUE DILIGENCE IN POLICIES

Duurzaamheid is over de hele lijn een belangrijk begrip bij Roularta Media Group, zowel binnen de strategie als qua beheer, management en uitvoering. De waarde 'One Team, One Family, One Planet' kreeg niet zomaar een centrale rol binnen de organisatie. Verder spreken de inspanningen die het bedrijf de voorbije jaren op diverse aspecten van duurzaamheid leverde voor zich. Denk maar aan de installatie van zonnepanelen, nieuwe ovens, paper wrap installaties, de grote groene omgeving rond de site in Roeselare, duurzame initiatieven voor het personeel en zeker ook de verbintenis om duurzaamheid te verkondigen en te promoten bij het brede publiek (zie ook 'Brainprint' – entiteitspecifieke informatie bij hoofdstuk S3).

4.3.2.4.3. IMPACTEVALUATIE

Bij de uitvoering van operationele activiteiten houdt Roularta Media Group in de mate van het mogelijke rekening met de impact op de mens en de omgeving. Daarbij liggen potentiële negatieve én potentiële positieve effecten in de weegschaal.

4.3.2.4.3. VERMIJDEN EN BEPERKEN VAN NEGATIEVE IMPACT

Op basis van de risicoanalyses en de impactevaluatie ontwikkelt Roularta Media Group procedures en actieplannen om potentiële negatieve effecten te vermijden of te beperken. Sommige procedures zijn het resultaat van wettelijke normen en verplichtingen, andere ontstaan uit eigen initiatief.

4.3.2.4.3. OPVOLGING EN EVALUATIE

Het spreekt voor zich dat opvolging en evaluatie op regelmatige tijdstippen cruciaal is om de gemaakte progressie te meten en te beoordelen. In dat licht is dit duurzaamheidsverslag op zich een waardevolle bron van metrics voor alle aspecten die relevant zijn binnen de beleidsvoering van Roularta Media Group. Verder in dit verslag kan elke stakeholder zelf nagaan op welke manier de opvolging gebeurt en in welke richting het bedrijf evolueert.

4.3.2.5. GOV-5: RISICOBEHEERSING EN INTERNE CONTROLES

Procesomschrijving tot stand komen rapportering:

  • Het CSRD-team is gestart met de identificatie van de data owners binnen Roularta Media Group, waarbij de data gaps voor de belangrijkste topics (E1 en S1) prioriteit kregen
  • Het CSRD-team heeft diverse gesprekken gevoerd met de data owners om inzicht te krijgen in de datacaptatiesystemen en -verzamelingsmethoden (automatisch of manueel) die aangeboord moeten worden voor het duurzaamheidsverslag. Verder vond een eerste navraag naar de volledigheid van de data plaats
  • De interne controlemechanismen van de belangrijkste datacaptatiesystemen (bv. CO 2 -module) werden nagekeken en afgestemd op de CSRD-rapportagevereisten
  • Er werd een SharePoint opgezet, met per topic toegang voor de data owners voor het opladen van informatie
  • Via interne controles werden de data nagekeken op vlak van volledigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid

• Het CSRD-team ging na met welke frequentie de informatie aangeleverd kan worden. Momenteel is dat voor de meeste informatie eenmaal per jaar

Het CSRD-team identificeerde de volgende belangrijke risico's:

  • De data owners zijn wijdverspreid over de volledige onderneming
  • Voor bepaalde informatie zijn er zowel Belgische als Nederlandse data owners
  • Er zijn diverse datacaptatiesystemen in gebruik
  • Aangezien dit het eerste jaar van de CSRD-verplichting is, zijn de data owners nog niet bekend met de deadlines voor het opleveren van informatie

Het CSRD-team tekende de volgende strategie uit:

  • Data met een reëel risico op fouten voornamelijk manuele data, zullen in de toekomst meermaals per jaar worden opgevraagd
  • Er zal een IT-oplossing die data centraliseert, met input door de data owners en interne controles via de CSRD-verantwoordelijke, worden opgezet. In 2024 vonden reeds gesprekken plaats met verschillende leveranciers, maar de knoop qua partnerkeuze werd nog niet doorgehakt

Vanaf 2025 wordt een lijst bijgehouden met verbeterpunten voor het duurzaamheidsverslag. Deze lijst zal worden gedeeld met het management, waarna de Raad van Bestuur op de hoogte wordt gebracht van eventuele noodzakelijke acties.

4.3.3. STRATEGIE 4.3.3.1. SBM-1: STRATEGIE, BUSINESSMODEL EN WAARDEKETEN

Roularta Media Group zet al meer dan twee decennia in op duurzaam en eco-efficiënt ondernemen, ambities die ingebed zijn in de missie, visie en waarden van het bedrijf en de slagzin 'One Team, One Family, One Planet'.

De vooropgestelde duurzaamheidsdoelen hebben raakvlakken met alle producten en diensten die Roularta Media Group aanbiedt en de markten die ze bedient.

Significante groepen producten en/of diensten:

  • Publiciteit (SMA-sector*)
  • Abonnementen en losse verkoop (TMC-sector*)
  • Drukwerk voor derden (TMC-sector*)
  • Line extensions (SST-sector*)

Significante groepen markten:

  • Lokale mediamarkt
  • Magazinemarkt
  • Drukwerk voor derden, verkoop papier
  • Krantenmarkt
  • Audiovisuele markt

De werknemers van Roularta Media Group zijn verspreid over drie geografische gebieden, met de grootste aantallen in Nederland en België (zie ook hoofdstuk S1).

Land Aantal personeelsleden
België 1014
Nederland 254
Duitsland 8
1276

De doelstellingen die verband houden met het klimaat zijn voornamelijk van toepassing op de drukkerij van Roularta Media Group. Deze objectieven impacteren de lokale mediamarkt, de magazinemarkt, de krantenmarkt en de markt van het drukwerk voor derden. De duurzaamheidsdoelstellingen uit het sociale luik raken dan weer vooral de werknemers en de magazines.

Er werd ook een doelstelling neergepend die zich specifiek richt op de leveranciers van Roularta Media Group, met als concrete actie daarbij de vraag om het aankoopcharter te ondertekenen.

Meer informatie over de waardeketen is te vinden in het hoofdstuk 4.2.5 over de DMA-analyse.

4.3.3.2. SBM-2: BELANGEN EN OPVATTINGEN VAN STAKEHOLDERS

Hoe interageert Roularta Media Group met haar stakeholders?

De tabel op volgende pagina geeft een overzicht van de verschillende categorieën stakeholders, de manier waarop Roularta Media Group met hen in dialoog gaat en de beoogde doelstellingen. Het gaat om vijf categorieën:

  • de klanten
  • de werknemers
  • de leveranciers
  • de aandeelhouders en de financiële en wetgevende instanties
  • de buren en de omgeving

Het spreekt voor zich dat de manier van interageren verschilt van categorie tot categorie, net als de ESG-aspecten die aan bod komen.

Waar de ESRS 1 twee categorieën stakeholders onderscheidt (geïmpacteerde stakeholders en zij die het duurzaamheids verslag consulteren), is van die typologie geen sprake in dit hoofdstuk. De veronderstelling leeft immers dat de meeste stakeholders die impact kunnen ervaren ook het duurzaamheidsverslag kunnen con sulteren.

Afhankelijk van het belang van de impact van (toepassing op) de stakeholder, worden er ook leidinggevende organen betrokken in de communicatie.

* SMA-sector of Marketing sector, TMC-sector of 'Media- and Communication' sector, SST-sector of 'Sales and Trade' sector.

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

<-- PDF CHUNK SEPARATOR -->

Klanten • Contact via verkopers
• Feedback klantendienst(en)
• Evenementen voor klanten
• Tevredenheidsenquêtes
• Ad hoc feedback en reacties
• Bedrijfsbezoeken
• Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst
Deze contacten dienen vooral om te peilen naar de verwach
tingen van en de prioritaire aspecten voor de klanten.
De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden
gevalideerd door de key B2B-klanten.
Werknemers • Reflectiegesprekken
• Evenementen en netwerking
• Duurzaamheidsinitiatieven
• Duurzaamheid-awards
• Enquêtes
• Informele one-to-one-gesprekken
Deze contacten dienen om te leren waar het bedrijf kan verbe
teren, welke opleidingen ontbreken, welke initiatieven mogelijk
zijn, hoe groot de betrokkenheid is en hoe tevreden de mede
werkers zijn. We verwijzen naar het hoofdstuk S1-2 voor meer
informatie.
Leveranciers • Nauwe contacten met hun vertegenwoordigers
• Bedrijfsbezoeken aan belangrijke leveranciers
• Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst
Deze contacten dienen enerzijds om de samenwerking met de
leveranciers te optimaliseren en anderzijds om hen duidelijk te
maken wat de verwachtingen van Roularta zijn (bv. i.v.m. het
duurzaam aankoopcharter).
De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden
gevalideerd door de sleutelleveranciers.
Financiële
instellingen en
aandeelhouders
• Meetings met financiële instellingen
• Meetings met beursanalisten
• Jaarvergadering voor aandeelhouders
• Periodieke rapportering rond resultaten
• Uitwisseling informatie i.v.m. DMA-uitkomst
Deze contacten dienen om de betrokkenen te informeren maar
tegelijk ook een aantal duurzaamheidsaspecten (bv. rond
investeringen in duurzaamheidsinitiatieven) te duiden.
De materiële topics van het duurzaamheidsverslag werden
gevalideerd door een financiële instelling.
Buren en omgeving • Bedrijfsbezoeken
• Overleg met buren
Deze contacten dienen enerzijds om te communiceren naar
de omgeving toe, zodat de buren op een duidelijke en directe
manier geïnformeerd zijn over de acties en de plannen, en
anderzijds om te luisteren naar de bezorgdheden van de buren,
zodat die kunnen worden meegenomen in de besluitvorming.

4.3.3.3. SBM-3: MATERIËLE RISICO'S, IMPACTEN EN OPPORTUNITEITEN (IRO'S)

In overeenstemming met rapportage-eis SBM 3 rapporteert Roularta Media Group haar materiële impacten, risico's en kansen op basis van de materialiteitsanalyse.

De entiteitspecifieke onderwerpen worden als volgt gerapporteerd:

• Brainprint & Community Building: Zie S3

  • getroffen gemeenschappen

• Digitale innovatie en IT-betrouwbaarheid: Zie S4 - consumenten en eindgebruikers

Governance werd niet materieel beschouwd in de waardeketen omwille van:

• het beperkt aantal landen waar Roularta

• directe leveranciers die voornamelijk

  • Media Group opereert;
  • Europees zijn gelokaliseerd; en

• het financieel risico op omkoping en fraude dat werd ingeschat, maar de materialiteitsdrempel niet overschreed.

Het onderwerp factchecking werd als entiteitspecifiek weerhouden en na interne beraadslaging en overweging van input van belanghebbenden opgenomen onder S4.

De lijst omvat de ESG-referentie, de IRO, de tijdshorizont, de situering van de impact, het risico of de kans in de waardeketen en de omschrijving.

De omschrijving legt uit hoe de impact, de kans of het risico een invloed heeft op mens en maatschappij. De tijdshorizont vertelt

OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN STAKEHOLDERS

dan weer op welke tijdshorizont de impact, het risico of de kans betrekking heeft. Is dat op korte termijn (minder dan één jaar), middellange termijn (twee à vijf jaar) en/of lange termijn (vijf jaar of meer)?

Zoals uit de volgende tabel blijkt, hebben alle aspecten qua tijdshorizon als redelijke verwachting zowel de korte, de middellange als de lange termijn. Op basis van de gekende huidige situatie en informatie zullen de impacten dus nog zeker vijf jaar of langer actief zijn.

CSRD VERSLAG

Aspect IRO (Impact, Risico,
Opportuniteit)
Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving
E1 klimaatmitigatie materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
De impact is op vandaag concreet aanwezig en dit is ook niet iets wat op korte
termijn zal verdwijnen. Bovendien zijn we voor dit aspect in belangrijke mate afhan
kelijk van ontwikkelingen bij onze partners zowel upstream als downstream.
volledige waardeketen Het bedrijf heeft een aanzienlijk uitstoot aan broeikasgassen over de volledige waardeketen en is afhankelijk van een aantal inten
sieve uitstoot sectoren vooral langs de upstream maar ook langs de downstream kant. Hoewel deze sectoren zelf ook belangrijk
inspanningen leveren om hun uitstoot te verminderen hebben ze nog steeds een materiële impact op de klimaatverandering. Het
bedrijf zelf doet eveneens belangrijke inspanningen om haar eigen uitstoot te verminderen maar ook dat is een proces dat loopt en
waarbij de eigen uitstoot nog steeds significant is voor de klimaatverandering.
E1 klimaatmitigatie opportuniteit korte , midden en
lange termijn
Mogelijkheid tot financiele voordelen kunnen zich zowel op de korte, midden of
lange termijn voordoen. Momenteel wordt er in de wetgeving veel aandacht besteed
aan duurzaamheid, wat op de lange termijn waarschijnlijk nog steeds zo zal zijn.
volledige waardeketen Financiële voordelen voor de overheid: mogelijke subsidies voor koolstofarme gebouwen en apparatuur.
E1 klimaatmitigatie risico korte , midden en
lange termijn
Momenteel is Roularta Media Group reeds bezig met investeringen in koolstofarme
technologiën en wagenparken. De eventuele prijsstijgingen kunnen zich zowel op de
korte termijn of de lange termijn voordoen.
volledige waardeketen "• Hogere prijs van emissie-intensieve aangekochte producten en diensten (bv. vervoer, papier) door hogere en/of meer koolstofbe
lastingen en minder impact van directe koolstofbelastingen voor Roularta Media Group.
• Investeringen in koolstofarme technologieën en wagenparken."
E1 energie materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
Ook hier opteren we voor zowel de korte, de middellange en de lange tijdshorizont.
Op middellange termijn mikken we wel degelijk op een belangrijke vermindering van
de negatieve impact voor electriciteit maar er is terzelfdertijd geen vooruitzicht op
een volwaardig alternatief voor het gebruik van gas in de productie-omgeving.
eigen operatie /
upstream
Het bedrijf heeft vooral in haar productieketen nood aan materialen die veel energie vergen. Voor het maken van papier is veel
water nodig maar ook veel energie om pulp en papier te drogen. Ook de productieporcessen voor inkt en solventen is eveneens
energie-intensief. Het bedrijf zelf verbruikt ook heel wat energie binnen het drukkerij proces. De aandrijving van de persen en afwer
kingsmachines, het gasverbruik van de droogovens en de koelinstallatie zijn enkele voorbeelden van processen die op vandaag een
belangrijk bron van energieverbruik uitmaken.
E1 energie opportuniteit korte , midden en
lange termijn
Mogelijkheid tot financiele voordelen kunnen zich zowel op de korte, midden of
lange termijn voordoen.
eigen operatie /
upstream
Lagere bedrijfskosten dankzij verbeterde energie-efficiëntie.
E1 energie risico korte , midden en
lange termijn
Momenteel is Roularta Media Group reeds bezig met investeringen in energie-effi
ciëntere apparatuur. De eventuele risico's kunnen zich zowel op de korte termijn of
de lange termijn voordoen.
eigen operatie /
upstream
• Hogere energiekosten voor RMG.
• Kosten in verband met investeringen in energie-efficiëntere apparatuur.
• Operationele risico's zoals onderbrekingen in de toeleveringsketen.
• Financiële risico's in verband met aangekochte goederen en diensten (bv. prijsstijging van papier, hogere transportkosten, ).
E2 luchtverontreiniging materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
Aangezien dit aspect hoofdzakelijk gekoppeld is aan de productie zal dit uiteraard
de Belgische en Europese normen volgen.
eigen operatie /
upstream
Een ander gevolg van de materialen die nodig zijn, is de mogelijke luichtvervuiling door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen bij de
productie van bijvoorbeeld aluminium platen, inkten en solventen. Bij het productieproces binnen het bedrijf zelf komen er eveneens
gevaarlijke stoffen vrij.
E2 watervervuiling materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream Hierbij gaat het vooral om de papierindustrie. De papier- en pulpindustrie gebruikt nu eenmaal heel veel water met toegevoegde
chemicaliën bij de productie van pulp en papier. Denk bijvoorbeeld aan het proces om papier te 'bleken' met bleekmiddel. Bij het
lozen van het water kunnen dus schadelijke stoffen mee in het milieu komen.
E2 verontreiniging van
bodem
materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream Bij de productie van inkten en solventen maar ook petroleumproducten kunnen giftige stoffen in de grond terechtkomen. Opnieuw
wordt hier vooral gekeken naar het upstream proces.
E2 gevaarlijke
chemicaliën
materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream Hierbij verwijzen we opnieuw naar het gebruik van gevaarlijke stoffen, voornamelijk gebruikt voor de papierproductie maar eveneens
voor de inkten. Ook bij de productie van machines en toestellen worden vaak - zij het in mindere mate - giftige of gevaarlijke (bij)
producten gebruikt.
E2 water-, en/of
bodemverontreiniging &
gevaarlijke chemicaliën
risico korte , midden en
lange termijn
Mogelijkheid tot financiele risico's kunnen zich zowel op de korte, midden of lange
termijn voordoen. Momenteel wordt er in de wetgeving veel aandacht besteed aan
duurzaamheid, wat op de lange termijn waarschijnlijk nog steeds zo zal zijn.
upstream Extra kosten als gevolg van strengere wettelijke vereisten voor leveranciers die gedeeltelijk ten laste van RMG kunnen komen.

MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS

Aspect IRO (Impact, Risico,
Opportuniteit)
Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving
E3 watergebruik en
marine bronnen
materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream Het betreft hier vooral het gebruik van grote hoeveelheden water. Dit kan zowel zijn voor de aanmaak van bv staal voor de machine
bouw maar opnieuw vooral bij de papierfabrikanten die grote hoeveelheden water nodig hebben in de 3 productiestadia (het maken
van de pulp, het processen van de pulp, het maken van het papier - of karton).
E3 watergebruik en
marine bronnen
risico midden en lange
termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream • Waterstress en -schaarste in de toeleveringsketen kunnen de prijs van gekochte goederen verhogen.
• Waterstress en -schaarste in de toeleveringsketen kunnen verstoringen veroorzaken in de papierbevoorrading, met gevolgen voor
het productieproces en de inkomsten.
E4 biodiversiteit en
ecosystemen
materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream Aangezien de drukkerij een groot volume aan papier nodig heeft wordt hierbij ook gekeken wat de mogelijke ecologische impact
hiervan is. Bij de DMA oefening werd dit aspect als materieel beschouwd omdat we het bruto risico bekijken los van de maatregelen
die de papierleveranciers nemen om dit risico te beperken en die verder in dit rapport aan bod komen.
E5 materiaalinstromen materieel negatief impact korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream Upstream materieel negatief op basis van alle grondstoffen die nodig zijn voor de bedrijfsvoering en de industriële bedrijfsproces
sen. We denken aan hout, aluminium, ijzererts, petroleumderivaten, … maar er is downstream een potentieel positieve impact voor
wat betreft het hout omwille van het feit dat een belangrijk deel van het papier gerecycleerd kan worden wat een positieve impact
kan hebben op het volume aan 'nieuw' papier.
E5 materiaalinstromen opportuniteit korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream "Toepassing van circulaire economiepraktijken.
Downstream een opportuniteit voor wat betreft het hout omwille van het feit dat een belangrijk deel van het papier gerecycleerd
kan worden wat een positieve impact kan hebben op het volume aan 'nieuw' papier. "
E5 materiaalinstromen risico korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream Grondstoffenschaarste bij leveranciers kan leiden tot verstoringen in het productieproces en financiële verliezen.
E5 afval materieel negatief impact korte, midden en
lange termijn
Dit aspect is in belangrijke mate gekoppeld aan de productie en het is vandaag niet
mogelijk om uitspraken te doen over de lange termijn en daarom hanteren we ook
hier het voorzichtigheidsprincipe.
eigen operatie Het bedrijf heeft een aanzienlijk volume aan 'afval' waardoor dit aspect zeker als materieel dient te worden beschouwd. Opnieuw
er wordt uitgegaan van de bruto impact los van alle maatregelen die hierbij genomen worden en die verder in het rapport aan bod
komen.
E5 afval risico korte, midden en
lange termijn
Dit aspect is in belangrijke mate gekoppeld aan de productie en het is vandaag niet
mogelijk om uitspraken te doen over de lange termijn en daarom hanteren we ook
hier het voorzichtigheidsprincipe.
eigen operatie "• Onjuiste verwijdering van afvalproducten en verpakkingsmaterialen die leidt tot juridische sancties.
• Schade aan de merkreputatie van RMG als gevolg van controverses bij eigen bedrijven."
S1 diversiteit materieel positief impact korte, midden en
lange termijn
Het is uiteraard de bedoeling dat dit aspect een positieve impact heeft en ook in de
toekomst zal blijven hebben.
eigen operatie Gelijke rechten voor iedereen ongeacht gender, afkomst, religie, geaardheid, enz… draagt bij tot een verrijking van de eigen werkne
mers. De juiste persoon voor de juiste job is cruciaal voor een onderneming waar respect voor iedereen centraal staat.
S1 aantrekken en
behouden van werkne
mers
potentieel positieve
impact
korte, midden en
lange termijn
We hopen eigenlijk dat dit over korte tot middellange termijn gaat maar niemand
weet op dit ogenblik hoelang de 'war for talent' zal blijven duren. Bovendien zijn
er, gezien de snel toenemende vergrijzing van de bevolking, op vandaag ook geen
indicatoren die dit tegenspreken.
eigen operatie De juiste medewerkers op de juiste plaats en de correcte appreciatie voor die medewerkers moet ervoor zorgen dat de medewerkers
zich goed voelt binnen het bedrijf.
S1 aantrekken en
behouden van werkne
mers
risico korte, midden en
lange termijn
We hopen eigenlijk dat dit over korte tot middellange termijn gaat maar niemand
weet op dit ogenblik hoelang de 'war for talent' zal blijven duren. Bovendien zijn
er, gezien de snel toenemende vergrijzing van de bevolking, op vandaag ook geen
indicatoren die dit tegenspreken.
eigen operatie Het niet kunnen invullen van vacatures heeft een financiële impact door omzetverlies, omdat het aannemen, opleiden en compense
ren van nieuwe medewerkers geld kost.

MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS

Aspect IRO (Impact, Risico,
Opportuniteit)
Tijdshorizont Toelichting tijdshorizont Waardeketen Omschrijving
S2 gezondheid en
veiligheid
materieel negatief
impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier
gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en han
teren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
upstream en
leveranciers
Over de waardeketen beschouwd, zijn er heel wat risico's m.b.t. gezondheid en veiligheid. Dit is het gevolg van enerzijds de productieom
geving en de grondstoffen die daarvoor nodig zijn en anderzijds van het transport en de logistiek. Soms kan een nieuw proces of initiatief
tegelijk voordelen en nadelen bieden. Zo zal het recycleren van oud papier (stockeren, ophalen, verwerken, ) op zich een potentieel posi
tieve impact hebben op het gebruik van grondstoffen maar een extra risico opleveren voor de mensen die die taken uitvoeren.
S4 toegang tot kwali
teitsvolle informatie
materieel positief impact korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de upstream activiteiten om hier
gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en han
teren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream Het bedrijf streeft ernaar om kwalitatieve informatie naar buiten te brengen zodat elke stakeholder op basis van deze informatie de
juiste beslissingen kan nemen
S4 privacy materieel negatief
impact
korte , midden en
lange termijn
De GDPR wetgeving enerzijds en de beveiliging van onze data anderzijds is niet iets wat
van korte of lange termijn is. Dat is een bezorgheid van nu maar ook van straks en later.
eigen operatie en
downstream
Het bedrijf beschikt over een groot volume aan informatie van personeelsleden en klanten. Deze informatie wordt met de grootste
zorgvuldigheid behandeld. Een incident op dit gebied zou ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de privacy van de betrokkene(n).
S4 privacy risico korte , midden en
lange termijn
Een datalek kan zich zowel op de korte, midden of lange termijn voordoen. eigen operatie Een datalek kan financiële gevolgen hebben in de vorm van schadevergoedingen die de hackers vragen, boetes, schadevergoedin
gen, kosten om de gegevensbeveiliging te verbeteren, enz.
S4 onafhankelijke
journalistiek en verant
woorde content
materiaal positief impact korte , midden en
lange termijn
Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief
effect nog heel lang zal blijven duren.
eigen operatie Het bedrijf wil een positieve impact hebben op alle stakeholders en de maatschappij. Het verspreiden van verantwoorde content
d.m.v. onafhankelijke journalistiek is hierbij primoridaal. Items die hierbij aan bod komen zijn: onafhankelijkheid, vrij, pluralistisch,
ethisch, transparant, relevant, correct, respectvol,
S4 onafhankelijke
journalistiek en verant
woorde content
opportuniteit korte , midden en
lange termijn
Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief
effect nog heel lang zal blijven duren.
eigen operatie Inhoud is een van de belangrijkste onderwerpen in de tijdschriften- en krantensector waarmee lezers en adverteerders worden
geworven en behouden, het kan worden beschouwd als de belangrijkste motor van de omzet.
S4 verantwoorde mar
ketingpraktijken
materieel negatief
impact
korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream De verantwoorde marketing als negatieve impact ligt downstream bij de klanten-adverteerders omwille van het feit dat zij wel
degelijk misleidende informatie kunnen verspreiden. Het bedrijf kan wel een aantal zaken controleren en superviseren maar vaak
ligt de inhoudelijke impact buiten het bereik van die controle.
S4 verantwoorde mar
ketingpraktijken
opportuniteit korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream Klantenwerving en - behoud.
S4 verantwoorde mar
ketingpraktijken
risico korte , midden en
lange termijn
We beschikken over onvoldoende informatie m.b.t. de downstream activiteiten om
hier gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de te verwachten tijdshorizont en
hanteren daarom het voorzichtigheidsprincipe.
downstream De financiële impact kan worden veroorzaakt door het verlies van klanten of een negatieve impact op een bepaald merk door het
verlies van het vertrouwen van de klant.
ES1 brainprint en com
munity building
materiaal positief impact korte , midden en
lange termijn
Een basisbetrachting van Roularta Media Group is duurzaamheid te promoten bij al haar
lezers, lezeressen, kijkers, surfers, luisteraars, enz en dit zowel op korte als op lange termijn.
eigen operatie Naast de brainprint is er ook het bouwen aan gemeenschappen en netwerken. Roularta Media Group creëert hiermee een omgeving
van sociale inclusie.
ES1 brainprint en com
munity building
opportuniteit korte , midden en
lange termijn
Aangezien dit een positief aspect betreft gaan we er graag van uit dat dit positief
effect nog heel lang zal blijven duren.
eigen operatie Het opbouwen van netwerken en gemeenschappen kan een belangrijke financiële impact hebben omdat het kan leiden tot extra
omzet (nieuwe klanten door mond-tot-mondreclame, klanten die overstappen naar andere RMG-merken, betere voorwaarden van
leveranciers, enz.)
ES2 digitale innovatie
en IT betrouwbaarheid
risico korte , midden en
lange termijn
Digitale innovatie is een begrip dat op vandaag heel actueel is en dat op middellange
termijn zeker ook een belangrijke impact zal hebben. We weten op vandaag niet wat
dit op lange termijn zal geven en daarom ook hier het voorzichtigheidsprincipe.
eigen operatie Digitale media vormt een belangrijke afzetmarkt voor RMG. Gebrek aan digitale innovatie kan leiden tot inkomstenverlies omdat het
een belangrijk middel is om nieuwe lezers/kijkers aan te trekken.
ES2 digitale innovatie
en IT betrouwbaarheid
risico korte , midden en
lange termijn
Digitale innovatie is een begrip dat op vandaag heel actueel is en dat op middellange
termijn zeker ook een belangrijke impact zal hebben. We weten op vandaag niet wat
dit op lange termijn zal geven en daarom ook hier het voorzichtigheidsprincipe.
eigen operatie Grotere verstoringen van IT-systemen kunnen leiden tot inkomstenverlies in verband met reclame-inkomsten en verlies van vertrou
wen bij klanten.

dit op lange termijn zal geven en daarom ook hier het voorzichtigheidsprincipe. eigen operatie Grotere verstoringen van IT-systemen kunnen leiden tot inkomstenverlies in verband met reclame-inkomsten en verlies van vertrouwen bij klanten.

MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS

4.3.3.4. MDR-P: POLICIES MET BETREKKING TOT DE MATERIËLE TOPICS

Aspect Subaspect Policies Waardeketen
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Klimaatplan eigen operatie / waardeketen
E1 Klimaatverandering Energie Energieverklaring iso 50001 eigen operatie
E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging Emissiebeleid / duurzaam aankoopcharter eigen operatie / waardeketen
E2 Verontreiniging Watervervuiling Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E2 Verontreiniging Verontreiniging van bodem Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E2 Verontreiniging Gevaarlijke chemicaliën Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E3 Water en marine
hulpbronnen
Watergebruik en marine bronnen Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E4 Biodiversiteit en
ecosystemen
Biodiversiteit en ecosystemen Duurzaam aankoopcharter waardeketen
E5 Materiaalgebruik en
circulaire economie
Afval 3R: Reduce, Reuse & Recycle/ duurzaam
aankoopcharter
eigen operatie / waardeketen
S1 Eigen personeel Diversiteit Vertrouwenpersonen eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Klokkenluidersprocedure eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Beleid Happie principes eigen operatie
S1 Eigen personeel Aantrekken en behouden van werknemers Beleid Happie principes eigen operatie
S2 Werknemers in de
waardeketen
Gezondheid en veiligheid Duurzaam aankoopcharter waardeketen

S4 Eindgebruikers

S4 Eindgebruikers & Consumenten

Aspect Subaspect Policies Waardeketen
S3 Getroffen
gemeenschappen
ES1 brainprint en community building Roularta Cares Charter eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Toegang tot kwaliteitvolle informatie Ethische code van journalistiek eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Privacy Privacy policy eigen operatie / downstream
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Privacy Informatieveiligheidsbeleid eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Verantwoorde content en onafhankelijke
journalistiek
Ethische code van journalistiek eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Verantwoorde content en onafhankelijke
journalistiek
Factcheck policy eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
ES2 digitale innovatie en IT betrouwbaarheid Secure Development Lifecycle policy eigen operatie
S4 Eindgebruikers
& Consumenten
Verantwoorde marketingpraktijken Richtlijnen JEP downstream

4.3.3.5. MDR-T: OVERZICHT TARGETS EN KPI'S (ZIE HOOFDSTUK 2) 4.3.3.6. LINK TUSSEN MATERIËLE ASPECTEN EN METRICS

Aspect Subaspect Metrics Waardeketen
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Broeikasgas uitstoot in absolute waarde ton CO2
-emissies + intensiteitswaarde
eigen operatie /
waardeketen
E1 Klimaatverandering Energie Totale elektriciteitsverbruik in MWh eigen operatie
E1 Klimaatverandering Energie Totaal gasverbruik in MWh eigen operatie
E1 Klimaatverandering Energie Energie intensiteitsratio (gas+elek/omzet) eigen operatie
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie CO2
-emissie nieuwe wagens
eigen operatie
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Verhouding aantal voertuigen met elektrische aandrijving vs voertuigen
met verbrandingsmotor
eigen operatie
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie Onderverdeling emissies wagenpark emissies verbruikte diesel,
emissies verbruikte benzine, emissies EV
eigen operatie
E1 Klimaatverandering Klimaatmitigatie EUR investeringen die broeikasgassen naar beneden doet dalen eigen operatie
E1 Klimaatverandering Energie Investering aantal zonnepanelen eigen operatie
E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging De totale emissie tov inktverbruik eigen operatie
E2 Verontreiniging Luchtverontreiniging % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen
E2 Verontreiniging Watervervuiling % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen
E2 Verontreiniging Gevaarlijke chemicaliën/
Verontreiniging van bodem
% leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen
E3 Water en marine
hulpbronnen
Watergebruik en marine
bronnen
% leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen
E4 Biodiversiteit en
ecosystemen
Biodiversiteit en
ecosystemen
% leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen
E5 Materiaalgebruik en
circulaire economie
Afval Certificaten PEFC of FSC voor papier eigen titels eigen operatie

E5 Materiaalgebruik

Aspect Subaspect Metrics Waardeketen
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval Certificaten Blue Angel voor inkt eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval % van papier aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval % van inkt aangekocht bij leveranciers die SBTi certified zijn eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval Ton afval rechtstreeks & niet-rechtstreeks gerelateerd aan productieprocess
alsook % op totaliteit
eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval Ton gevaarlijk & niet gevaarlijk afval alsook % op totaliteit eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval Ton & % recycle eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval % gerecycleerd papier eigen operatie
E5 Materiaalgebruik
en circulaire economie
Afval % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter ondertekende waardeketen
S1 Eigen personeel Diversiteit Gender leden RvB eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal fun@work sessies eigen operatie
S1 Eigen personeel Aantrekken en behouden
van werknemers
Tevredenheidsscore over onboarding in BE eigen operatie
S1 Eigen personeel Aantrekken en behouden
van werknemers
Aantal uren opleiding eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit / Aantrekken en
behouden van werknemers
Aantal personeelsleden in dienst na aanwerving van 1,2 en 3 jaar eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit / Aantrekken en
behouden van werknemers
Tevredenheidscore medewerkerstevredenheidsenquete eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per gender eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per land eigen operatie
Aspect Subaspect Metrics Waardeketen
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden naar contractduur eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Personeelsverloop eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Genderverdeling op niveau van hoger management eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal personeelsleden per leeftijdsgroep eigen operatie
S1 Eigen personeel Diversiteit Aantal psychosociale interventies eigen operatie
S2 Werknemers in de
waardeketen
Gezondheid en veiligheid % leveranciers die het duurzaam aankoopcharter
ondertekende
waardeketen
S4 Consumenten
& Eindgebruikers
Privacy Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand eigen operatie /
downstream
S4 Consumenten
& Eindgebruikers
Toegang tot kwaliteitsvolle informatie /
Onafhankelijke journalistiek & verantwoorde content
Aantal gepubliceerde factchecks eigen operatie
S4 Consumenten
& Eindgebruikers
Toegang tot kwaliteitsvolle informatie /
Onafhankelijke journalistiek & verantwoorde content
Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand eigen operatie
S4 Consumenten
& Eindgebruikers
Verantwoorde marketingpraktijken Aantal niet-opgeloste klachten ouder dan 2 maand downstream
S3 Getroffen
gemeenschappen
ES1 brainprint en community building "Aantal duurzame artikels
Aantal activaties tot duurzaamheid"
eigen operatie

4.3.4. IMPACT, RISICO EN KANSENMANAGEMENT

4.3.4.1. IRO-1: BESCHRIJVING VAN DE ANALYSEREN

PROCESSEN OM MATERIËLE IMPACTEN, RISICO'S EN KANSEN IN KAART TE BRENGEN EN TE

In 2023 werd beslist om een dubbele materialiteitsanalyse uit te voeren met het oog op het identificeren en het catalogeren van de materiële

impacten, de risico's en de kansen.

Een gedetailleerde beschrijving van dit proces is te vinden in hoofdstuk 4.2.

diverse invalshoeken gehanteerd:

  • Voor deze dubbele materialiteitsanalyse werden
  • Daarnaast werd ook rekening gehouden met de risico's die de voorbije jaren uit de risicoanalyses van Roularta Media Group kwamen
  • In de eerste plaats werd gebruikt gemaakt van de lijst van alle ESG-aspecten die staan opgelijst in Appendix A van ESRS 1
  • Een belangrijk perspectief volgt uit het SDG-traject (met meer specifiek de vier focus-SDG's, zie ook hoofdstuk 1) dat de voorbije jaren werd opgezet en evolueerde tot een belangrijke graadmeter van de duurzaamheidsinspanningen van Roularta Media Group

Op basis van deze invalshoeken, en na intensieve besprekingen met interne experten en externe stakeholders, werden aspecten geïdentificeerd die als materieel kunnen worden beschouwd. De materialiteit zelf werd overigens bepaald via een scoremodel, om individuele willekeur te vermijden.

Voor zowel de impactmaterialiteit als de financiële materialiteit werden drempels bepaald om te garanderen dat de juiste aandacht naar de juiste aspecten zou gaan.

Significante wijzigingen werden op een continue basis opgevolgd en geëvalueerd om te bepalen of deze een materiële impact hadden op de analyse van, of op reeds geanalyseerde, impacts, risico's en kansen. Dit proces garandeerde dat nieuwe risico's, opportuniteiten en/ of impacten tijdig worden geïdentificeerd en geïntegreerd in het bestaande kader, zodat de analyse steeds up-to-date en relevant blijft.

We verwijzen naar GOV-4 Due diligenceverklaring voor meer informatie rond het due diligence proces.

4.4. EU TAXONOMIE

In het Klimaatakkoord van Parijs afgesloten in 2015 beloofden 200 landen gezamenlijk te streven naar de beëindiging van de opwarming van de aarde.

De Europese Unie (EU) zet zich als doel om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn.

Om deze doelstelling te realiseren, introduceerde de EU in maart 2018 het actieplan voor financiering van duurzame groei als onderdeel van de Europese 'Green Deal' voor vergroening van de Europese economie. Een cruciale stap bij het verwezenlijken van deze doelen is de invoering van een uniform classificatiesysteem voor duurzame economische activiteiten, hierna 'EUtaxonomie' genoemd.

De EU-taxonomie 2020/852 beoordeelt de duurzaamheid van economische activiteiten op basis van objectieve criteria. Deze criteria werden in een raadplegingsproces door technische deskundigen vastgesteld. Daarbij is overeenstemming bereikt over zes milieudoelstellingen:

  • mitigatie van klimaatverandering;
  • aanpassing aan de klimaatverandering;
  • duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen;
  • overgang naar een circulaire economie;
  • voorkoming en bestrijding van verontreiniging;
  • bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen.

Om als duurzaam te worden beschouwd, moet een economische activiteit een significante bijdrage leveren aan deze klimaat/milieudoelstellingen en mag zij geen ernstige afbreuk doen (GEAD) aan andere doelstellingen. Bovendien moet aan een aantal minimumgaranties worden voldaan.

Artikel 8, lid 2, van Verordening 2020/852 verplicht ondernemingen informatie te rapporteren over het aandeel van hun omzet, kapitaaluitgaven en operationele uitgaven ('kritische prestatieindicatoren' – KPI's) van hun activiteiten die verband houden met activa of processen die verband houden met ecologisch duurzame economische activiteiten. Net zoals in voorgaande jaren, heeft Roularta in

2024 in lijn met de EU-taxonomieregelgeving (meer bepaald de Gedelegeerde Verordening Klimaat 2021/2139, de Verordening van 27 juni 2023 [2023/2485] tot wijziging van de Gedelegeerde

IM

WE CREATE MEDIA WITHPACT

CSRD VERSLAG 2024

Verordening Klimaat en Gedelegeerde Verordening Milieu 2023/2486) haar activiteiten onder de loep genomen en op basis van een screening van de NACE-codes geoordeeld dat slechts een beperkt deel van haar activiteiten en meer bepaald de exploitatie van haar businesszender Kanaal Z/Canal Z geïdentificeerd kan worden als een activiteit die in aanmerking komt voor de omzet KPI binnen de taxonomie en meer bepaald als een economische activiteit die substantieel kan bijdragen aan de adaptatie aan klimaatverandering (= de tweede milieudoelstelling).

Kanaal Z/Canal Z levert als unieke businesszender in Vlaanderen, Wallonië en Brussel aan zijn kijkers een aanbod van gespecialiseerd en gevarieerd nieuws over business, economie en geld. Deze activiteit met NACE-code 60 wordt onder Bijlage II, punt 8.3 opgenomen in de Gedelegeerde Verordening 2021/2139 van de commissie van 4 juni 2021.

Voor het jaar 2024 worden in lijn met de verslaggeving over voorgaande boekjaren volgende prestatie-indicatoren inzake omzet, kapitaaluitgaven (capex) en operationele uitgaven (opex) gerapporteerd. De voor taxonomie in aanmerking komende omzet is gelieerd aan de exploitatie van de businesszender Kanaal Z/Canal Z.

De gedelegeerde taxonomieverordening van juli 2021 (Annex I 1.1.2) vermeldt drie categorieën van capex- en opex-uitgaven voor de rapportering van voor de taxonomie in aanmerking komende/afgestemde uitgaven:

(a) uitgaven met betrekking tot activiteiten die rechtstreeks bijdragen aan het genereren van omzet;

  • (b) het maakt deel uit van een plan om de op de taxonomie afgestemde economische activiteiten uit te breiden of om voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten af te stemmen op de taxonomie ('capex-plan');
  • (c) het houdt verband met de output van op de taxonomie afgestemde economische activiteiten en met individuele maatregelen waarmee de doelactiviteiten koolstofarm kunnen worden of die tot reducties van broeikasgasemissies kunnen leiden.

In 2023 werden er geen specifieke noemenswaardige capex/opex-uitgaven geïdentificeerd voor onze in aanmerking komende activiteit ( Programmerings- en omroepactiviteiten – categorie a), noch heeft de Groep op vandaag formele capex-plannen (categorie b).

Binnen Roularta werden er in 2023 enkel voor taxonomie in aanmerking komende capex- en opex-uitgaven geïdentificeerd volgens categorie c, dewelke als volgt opgelijst kunnen worden:

• aankoop van elektrische wagens (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 6.5 vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen); • uitgaven verricht in het kader van energieefficiëntie (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.3 Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte uitrusting);

• installatie van elektrische oplaadstations voor elektrische wagens (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.4 Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden aan gebouwen));

• aankoop en installatie van zonnepanelen (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën op het gebied van hernieuwbare energie).

Deze investeringen (in capex en opex) dragen alle bij aan de EUtaxonomiedoelstelling inzake klimaatbescherming.

De activiteiten van Kanaal Z/Canal Z beantwoorden op vandaag nog niet (volledig) aan de technische screeningscriteria opgelegd in de Gedelegeerde Verordening. Hierdoor komen per eind 2024 de activiteiten van Kanaal Z/ Canal Z weliswaar voor taxonomie in aanmerking, maar zijn zij op vandaag nog niet op taxonomie afgestemd. In het kader van de CSRDrichtlijn, wordt er door de Groep een stappenplan uitgewerkt om in de toekomst te gaan beantwoorden aan de technische screeningscriteria.

Net zoals in 2023 hebben wij voor 2024 geen specifieke noemenswaardige capex/ opexuitgaven geïdentificeerd voor onze in aanmerking komende activiteit (Programmerings- en omroepactiviteiten – categorie a), noch heeft de Groep op vandaag formele capexplannen (categorie b).

We hebben voor 2024 enkel voor taxonomie in aanmerking komende capex- en opex-uitgaven geïdentificeerd volgens categorie c, dewelke als volgt opgelijst kunnen worden: • aankoop van elektrische wagens (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 6.5 vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen); • uitgaven verricht in het kader van energie-efficiëntie (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.3 Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte uitrusting); • installatie van elektrische oplaadstations voor elektrische wagens (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.4 Installatie, onderhoud en reparatie van oplaadstations voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen verbonden aan gebouwen)). • vergoeding betaald voor de huur van zonnepanelen, die geïnstalleerd werden op de daken van de gebouwen gelegen te Roese-

lare en Brussel (economische activiteit opgenomen onder Annex I van de Klimaat Gedelegeerde Verordening onder 7.6 Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën op het gebied van hernieuwbare energie). De daling van de KPI van de voor taxonomie in aanmerking komende capex in 2024 is gevolg van de investering in 2023 in de aankoop van nieuwe state-of-theart eco-efficiënte droogovens voor de drie Manroland-magazinepersen die in 2024 niet herhaald werd.

We hebben geen formele bevestiging i.v.m. de mogelijke taxonomieafstemming van deze output van onze leveranciers, noch van de individuele maatregelen. We kunnen dus niet besluiten dat capex- en opex-uitgaven op taxonomie afgestemd zijn. Deze uitgaven worden dan ook in de annexes vermelde tabellen* (opgesteld volgens Bijlage II van de Gedelegeerde Verordening 2021/2178 – templates voor KPI's niet-financiële ondernemingen) opgenomen als uitgaven als zijnde 'in aanmerking komend, maar niet duurzaam'.

Roularta zal in de loop van 2025 de nodige acties ondernemen om ook voor de capexen opex-uitgaven waar mogelijk te zorgen voor de nodige taxonomieafstemming.

Roularta zal de verdere ontwikkelingen inzake de Europese wetgeving inzake taxonomie verder strikt blijven monitoren en evalueren.

KPI OMZET TOTALE OMZET IN K EURO 2024 2023 320.307 323.526

2024: 0% I 2023: 0% Op taxonomie afgestemde omzet

2024: 1,5% I 2023: 1,5% Voor taxonomie in aanmerking komende omzet

2024: 98,5% I 2023: 98,5% Niet voor taxonomie in aanmerking komende omzet

KPI CAPEX TOTALE CAPEX IN K EURO 2024 2023

19.166 22.811

2024: 0% I 2023: 0% Op taxonomie afgestemde capex

2024: 25,6% I 2023: 27,9% Voor taxonomie in aanmerking komende capex

2024: 74,4% I 2023: 72,1% Niet voor taxonomie in aanmerking komende capex

KPI OPEX TOTALE OPEX IN K EURO

2024 2023

6.872 9.256

2024: 0% I 2023: 0% Op taxonomie afgestemde opex

2024: 0,9% I 2023: 0,8% Voor taxonomie in aanmerking komende opex

2024: 99,1% I 2023: 99,2% Niet voor taxonomie in aanmerking komende opex

*Raadpleeg de bijlage achteraan voor de bijbehorende tabellen en definities van de KPI's.

Een CSRD-rapport is klassiek opgebouwd volgens de bouwstenen E = Environmental, S = Social en G = Governance. Een structuur die ook Roularta Media Group volgt, al geven we meteen mee dat vooral E en S zullen opvallen.

Niet omdat er geen aandacht is voor Governance, wel omdat dit niet materieel werd beschouwd in de dubbele materialiteitsoefening.

ESG

5. E = ENVIRONMENTAL

5.1 TOELICHTING EN RAPPORTERING M.B.T. MILIEU E1 – KLIMAAT-VERANDERING

In dit hoofdstuk komen voornamelijk de diverse klimaatgerelateerde aspecten aan bod. Aangezien deze aspecten in de ogen van het publiek het nauwst aansluiten bij de term 'duurzaamheid', verbaast het niet dat ze in wat volgt veel aandacht krijgen.

5.1.1. GOV-3: INTEGRATIE VAN DUURZAAMHEIDSPRESTATIES IN BELONINGSREGELINGEN

In 2024 werden geen klimaatoverwegingen meegenomen in de verloning van de leidinggevenden of bestuurders, noch in de vaste vergoeding, noch in de variabele vergoeding.

Voor 2025 wordt in de afspraken met het top management met betrekking tot het variabel deel van de verloning een bijdrage tot het bereiken van de duurzaamheidstargets opgenomen. (zie ook hoofdstuk 4.3.2.3)

5.1.2. E1-1: TRANSITIEPLAN VOOR KLIMAATMITIGATIE

Roularta Media Group is een engagement aangegaan in het kader van het Akkoord van Parijs en het streven om de opwarming van de aarde in te perken. Reeds in 2021 sprak ze haar ambities uit wat betreft CO 2 -uitstoot: klimaatneutraal voor scope 1- en scope 2-emissies tegen 2040 en voor scope 3-emissies tegen 2050.

Om die ambities om te zetten in SMART-doelstellingen startte Roularta Media Group met het meten van haar CO 2 -voetafdruk. Daarvoor werd in eerste instantie een samenwerking met ClimateCalc opgezet, omdat al snel duidelijk was dat de impact van de drukkerij-activiteiten in de breedste zin van het woord (upstream en downstream) een belangrijk deel zou uitmaken van die oefening. Bovendien was (en is) ClimateCalc dé referentie op vlak van CO 2 -berekeningen binnen de drukkerijsector.

In tweede instantie was er nood aan een tool om de geconsolideerde uitstoot te bepalen. Tapio bleek het best te beantwoorden aan de noden.

Op basis van de berekeningen van ClimateCalc en Tapio en rekening houdend met de uitgevoerde en geplande acties om de CO 2 -uitstoot te verminderen, werd een transitieplan opgesteld dat Roularta Media Group effectief in staat moet stellen om haar klimaatambities te realiseren. Dit plan werd besproken met en binnen het Sustainability Committee (Susco) en werd tevens goedgekeurd. Meer details omtrent de concrete doelstellingen zijn te vinden in hoofd stuk 5.1.7.

Ook werd beslist om in 2025 te onderzoeken of het opportuun is om in dit verhaal het SBTi-traject op te starten.

Onderstaande decarbonisatiehefbomen werden geïdentificeerd:

5.1.2.1. SCOPES 1 EN 2 5.1.2.1.1. DRUKKERIJ-ACTIVITEITEN

Een belangrijke scope 1-activiteit binnen de drukkerij-omgeving is het 'heatset'-drukken. Daarbij worden de drukwerken gedroogd in met gas gevoede ovens. In 2023 en 2024 werden de ovens van de vier magazinedrukpersen vervangen door nieuwe, zuinigere Contiweb-ovens, wat een belangrijk effect heeft op het volume aan gasverbruik, zonder dit evenwel volledig te elimineren.

De verwachting was dat de impact van deze investering ten volle zou beginnen renderen in 2024 met een aanzienlijke vermindering van het gasverbruik. (zie ook verder bij de bespreking van de scope 1 resultaten onder hoofdstuk 5.1.9.1.1)

Op dit ogenblik is er nog geen zicht op een bruikbaar alternatief voor het gasverbruik, al biedt de piste van waterstofgas mogelijk wel perspectieven. Qua broeikasgasuitstoot is dit een interessante piste (gezien het restproduct water is), maar de vraagstukken rond de aanlevering en de prijszetting zullen in de toekomst uitmaken of dit effectief een haalbaar alternatief is.

5.1.2.1.2. BUREELRUIMTE

Het verminderen van bureelruimte heeft een rechtstreekse impact op het gasverbruik. De verwarming wordt zoveel mogelijk ingevuld met de warmte die vrijkomt tijdens het droogproces van de magazinepersen, maar moet in bepaalde omstandigheden worden aangevuld met extra gasverwarming.

5.1.2.1.3. RENOVATIE

In 2024 ging Roularta Media Group verder met de renovatie van de gebouwen, inclusief isolatie en ledverlichting. Ook die ingrepen hadden een rechtstreeks effect op het gas- en elektriciteitsverbruik.

5.1.2.1.4. GROENE ELEKTRICITEIT

Tot op heden maakt Roularta Media Group geen gebruik van groene elektriciteit. Energie-efficiëntie is daarom het eerste focuspunt in het energieplan, met het type energie op plaats twee.

De PV-installatie waarover Roularta Media Group vandaag beschikt (228 KWp in BMC en 220 KWp in Roeselare) is goed voor slechts een fractie van het totale energieverbruik. Echter werd in 2024 een vergunning bekomen voor een uitbreiding met 2.000 KWp in Roeselare. Deze investering staat voorlopig on hold in afwachting van een nieuw VEKA (Vlaams Energie- en klimaatagenschap) advies.

5.1.2.1.5. ELEKTRIFICATIE VAN HET WAGENPARK

De elektrificatie van het wagenpark resulteert in een toename aan scope 3-emissies, maar daartegenover wordt een aanzienlijk positieve impact op de scope 1-emissies verwacht.(zie ook verder bij de bespreking van de scope 1 resultaten onder hoofdstuk 5.1.9.1.1)

5.1.2.1.6. ENERGIE-EFFICIËNTIE

In 2019 haalde Roularta Media Group het ISO 50001-certificaat voor haar inspanningen inzake energie-efficiëntie. Dit certificaat werd tot op heden elk jaar opnieuw verlengd omdat het bedrijf keer op keer voldeed aan de steeds hogere eisen.

5.1.2.2. SCOPE 3 5.1.2.2.1. PAPIERLEVERANCIERS

De belangrijkste bron van upstream scope 3-uitstoot is terug te vinden bij de trouwe en milieubewuste papierleveranciers. In 2024 is papier nog steeds goed voor bijna 40% van de totale CO 2 -uitstoot van Roularta Media Group. Het goede nieuws is dat het overgrote deel van het verbruikte papier afkomstig is van leveranciers die onderworpen zijn aan de CSRD en bovendien SBTi-gecertificeerd zijn. De garanties dat deze partijen een gefundeerd plan hebben om klimaatneutraal te worden tegen 2050, zijn kortom aanwezig. Hun inspanningen zijn bovendien voelbaar (o.a. via een verbeterende EF).

IM WE CREATE MEDIA WITHPACT

5.1.2.2.2. MACHINEPARK

Een tweede hefboom is het machinepark. Het moderniseren van het machinepark (nieuwe drukpersen en ovens) heeft een positieve impact op scopes 1 en 2 maar ook een tijdelijke negatieve impact op scope 3. Het bouwen van deze machines ging immers gepaard met een uitstoot van broeikasgassen, voornamelijk CO2.

5.1.2.2.3. TRANSPORT

Een derde niet onbelangrijke hefboom is het transport van enerzijds de aangevoerde grondstoffen naar de Roularta Media Group-sites en anderzijds de afgewerkte producten naar de klanten.

5.1.2.2.4. WOON-WERKVERKEER

Het woon-werkverkeer van de eigen medewerkers is een vierde punt in scope 3.

5.1.3. SBM-3:

MATERIËLE IMPACTEN, RISICO'S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING DAARVAN MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL

De impact van Roularta Media Group op het klimaat werd als materieel en negatief beoordeeld, voor de korte, de middellange en de lange termijn en over alle scopes heen. Dat is te wijten aan het gebruik van energie.

Verder in dit rapport wordt daar uitvoerig en gedetailleerd op ingegaan. Het volstaat op dit punt om te melden dat de analyse de volgende belangrijke categorieën opleverde:

• Scope 1: stationaire verbranding (of de verbranding van gas) voor de droogovens van de drukkerij (bijna 75%) en voor de verwarming van de gebouwen

  • Scope 2: het verbruik van elektriciteit, waarvan meer dan 60% voor de drukkerij en de rest voor de burelen, de voertuigen, …
  • Scope 3: het gros van de totale uitstoot van broeikasgassen, en dan vooral upstream, en meer bepaald bij de papierleveranciers (de productie en het transport van het papier zijn goed voor meer dan 50% van het totaal en voor bijna 60% van de totale scope 3 uitstoot).

Het GHG Protocol verdeelt de scope 3-emissies in upstream en downstream en classificeert ze volgens vijftien categorieën. Niet elke categorie is relevant voor Roularta Media Group, maar het is zinvol om hier toch de belangrijkste mee te geven:

  • o 3.1 aankoop van goederen en diensten (upstream): aankoop van papier, inkt, bureelbenodigdheden, marketinggoederen en diensten, ...
  • o 3.2 kapitaalgoederen (upstream): aankoop van de machines, …
  • o 3.3 brandstoffen (niet in scope 1 en scope 2)
  • o 3.4 transport en distributie (upstream): transport van papier voor drukkerij, …
  • o 3.5 (productie)afval
  • o 3.6 personenvervoer: zakenreizen, professionele verplaatsingen, …
  • o 3.7 woon-werkverkeer: de uit-

stoot van broeikasgassen ten gevolge van verplaatsingen van medewerkers van en naar het werk

  • o 3.8 geleasede activa (upstream)
  • o 3.9 transport en distributie (downstream)
  • o 3.10 verwerken of bewerken van verkochte producten
  • o 3.11 gebruik van verkochte producten
  • o 3.12 end of life van verkochte producten
  • o 3.13 geleasede activa (downstream)
  • o 3.14 franchisehouders
  • o 3.15 investeringen

5.1.3.1. RISICO'S

Op basis van een eerste evaluatie werden een aantal klimaatgerelateerde risico's geïdentificeerd die mogelijk een materiële impact zouden kunnen hebben op Roularta Media Group. De belangrijkste risico's waren/zijn:

  • Extreme weercondities (bv. langdurig aanhoudende hitte en droogte of overvloedige regen) die kunnen leiden tot disrupties in de aanlevering, de productie en/of het transport van goederen (voornamelijk grondstoffen) maar tevens negatieve gevolgen inhouden voor mens en materiaal (inclusief gebouwen)
  • Het niet halen van de klimaattransitiedoelstellingen, met als resultaat een negatieve impact op het imago van het bedrijf en eventueel financiële gevolgen in de vorm van extra taksen, bijkomende investeringen, hogere intresten op kapitaal door negatieve rating van banken, ...

In de DMA-oefening werd bij het luik 'financiele impact' in belangrijke mate naar dit aspect gekeken omdat elk negatief effect ook een rechtstreeks financieel gevolg heeft of kan hebben. Dat uit zich in meerdere vormen, van potentieel omzetverlies tot extra, onvoorziene en buitensporige kosten of investeringen.

Zoals gemeld in hoofdstuk 4.1.2 heeft Roularta Media Group tot op heden nog geen concrete veerkracht- en scenario analyse uitgevoerd of laten uitvoeren maar dit is wel voorzien in 2025. Dit neemt overigens niet weg dat klimaatontwikkelingen en de potentiële bijhorende risico's voortdurend en nauwlettend worden opgevolgd.

5.1.4. ESRS 2 IRO-1: BESCHRIJVING VAN DE PROCESSEN OM MATERIËLE KLIMAATIMPACTEN, -RISICO'S EN -KANSEN IN KAART TE BRENGEN EN TE ANALYSEREN

Aansluitend op de initiële DMA (zie hoofdstuk 4.2) werd volgend proces gevolgd voor de

detectie van de materiële IRO's:

  1. Analyse van de broeikasgas-voetafdruk van Roularta Media Group in haar geheel en van de drukkerij-activiteiten in detail 2. Screening van de scope 3-emissiecatego-

  2. rieën volgens het GHG-protocol
  3. beschouwd
  4. Inventaris van de scope 1-, scope 2- en scope 3-emissies die als materieel worden

  5. Verzamelen van informatie, zowel upstream als downstream en via veelvuldige contacten met leveranciers en klanten, om zo in kaart te brengen welke mogelijke klimaatrisico's en impacten zij zien en welke antwoorden mogelijk zijn

  6. Een continu proces van opvolging van veranderende wetgeving en regelgeving, zowel via interne kanalen als via gespecialiseerde externe bedrijven die Roularta Media Group hierbij ondersteunen (bv. Antea)

Een overzicht van de meest relevante IRO's die geleid hebben tot de identificatie van de materiële aspecten kan geconsulteerd worden onder hoofdstuk 4.3.3.3.

5.1.5. E1-2: BELEID TEN AANZIEN VAN KLIMAATMITIGATIE

Roularta Media Group erkent haar verantwoordelijkheid in de strijd tegen de klimaatverandering en focust daarbij op enerzijds haar 'footprint' maar anderzijds ook op haar 'brainprint' (hoofdstuk 6.2). Dat impliceert dat de inspanningen die Roularta Media Group wil leveren ten aanzien van de klimaatmitigatie zich niet enkel richten naar concrete operationele acties maar dat tegelijk er ook wordt gestreefd naar het stimuleren van een grotere bewustwording zowel bij de interne medewerkers als bij het brede publiek en meer specifiek bij de klanten.

Deze erkenning van de verantwoordelijkheid blijkt reeds uit de missie van Roularta Media Group waarbij het aspect 'duurzame meerwaarde' een centrale rol speelt in de bedrijfsvoering:

Als multimediabedrijf creëert en verspreidt Roularta Media Group kwaliteitsvolle, onafhankelijke en relevante content voor het brede publiek en voor specifieke doelgroepen. Daaraan koppelt zij geavanceerde marketing en reclameplatformen voor haar partners. Roularta Media Group wil een duurzame meerwaarde scheppen voor al haar stakeholders en voor de hele samenleving.

Dit wordt nog versterkt binnen de organisatie door de 'waarden' van Roularta Media Group waarbij de derde waarde expliciet verwijst naar duurzaamheid:

Streef naar duurzame waarde, vernieuwing en groei.

Voegen we daar nog aan toe dat Roularta Media Group expliciet gekozen heeft voor SDG 13 (Neem dringend actie om klimaatverandering en haar impact te bestrijden) als één van de 4 duurzaamheidspeerpunten.

Dit klimaatbeleid uit zich, onder andere, in de ambitie om CO2 -neutraal te zijn voor scope 1 en 2 tegen 2040 en voor scope 3 tegen 2050 waar een aantal concrete doelstellingen en targets tegenover staan.

Dit beleid uit zich daarnaast ook in diverse initiatieven met betrekking tot duurzaamheid waaronder het energiebeheer en CO2 -beperking, duurzame productie, monitoring van afval en emissies, bewustwording en opvolging, welzijn en diversiteit, enz…

Met dit beleid wil Roularta Media Group belangrijke stappen zetten naar een betere toekomst. Daarbij wordt voortdurend gezocht naar innovatie, oplossingen en verbeteringen intern maar tegelijk ook samen met partners naar creatieve antwoorden op de duurzame uitdagingen die nog voor ons liggen.

Om dit beleid in goede banen te leiden werd in 2021 reeds het Sustainability Committee (Susco) opgericht onder leiding van de CEO. Initieel werd dit comité opgericht om de praktische uitwerking van de ambities en de doelstellingen te vertalen naar targets en kpi's en om deze ook te implementeren en op te volgen. Het was snel duidelijk dat het Susco een structureel onderdeel werd van het beleid. Het Susco komt op vandaag nog steeds om de twee maanden samen en bestaat uit elf medewerkers uit verschillende afdelingen en geledingen. Gezien de diversiteit van de topics, inclusief de entiteitspecifieke items zoals de brainprint, is het logisch dat in het Susco onder andere de directeur HR, de directeur van de drukkerij en de uitgever van alle Belgische magazine merken zetelen naast de COO en de CFO en naast medewerkers uit de regie, marketing en corporate communication.

Binnen het klimaatbeleid is sinds jaar en dag bijzondere aandacht voor het efficiënt gebruik en verbruik van energie en is er bijgevolg ook een specifieke energiebeleidsnota conform de ISO 50001-specificaties. De eindverantwoordelijkheid voor deze nota ligt bij de CEO en de voorzitter van de Raad van Bestuur die de nota ondertekenen voor publicatie. Ook voor de ISO 50001 is er een afzonderlijk comité met vijf leden onder voorzitterschap van de directeur van de drukkerij die periodiek samenkomen om te overleggen omtrent doelstellingen, targets, opvolging, rapportering en communicatie. Hoewel deze ISO 50001 energiebeleidsnota zich in de eerste plaats richt op energie-efficiëntie en niet op klimaatmitigatie, moet gezegd worden dat het aspect energie-efficiëntie meestal ook leidt tot klimaatgunstige initiatieven. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de geplaatste Contiweb-droogovens. Deze droogovens zorgen namelijk niet alleen voor een sterke verbetering van de efficiëntie door een sterke vermindering van het gasverbruik, maar hebben met dat verlaagd volume gas tegelijk een positieve impact op de scope 1-emissies.

De communicatie met de stakeholders intern gebeurt via verschillende platformen zoals het personeelsmagazine "Happie" waar periodiek gerapporteerd wordt over diverse aspecten van de duurzaamheidsinspanningen én via de Roularta Media Group "catch up" sessies onder de vorm van webinars die geregeld plaatsvinden over diverse onderwerpen waar de medewerkers ook vragen kunnen stellen. Om iedereen de gelegenheid te geven ook achteraf nog een catch up sessie te volgen of te herbekijken zijn deze ook allemaal beschikbaar via het internet.

De communicatie met de stakeholders extern gebeurt voornamelijk via persmededelingen en artikels maar ook via persoonlijke contacten en bedrijfsbezoeken.

Roularta Media Group zet reeds verschillende jaren in op CO2 -vermindering. Tot 2024 ontbrak evenwel een uitgeschreven transitieplan. Dat werd in 2024 volledig uitgewerkt.

Daarnaast vraagt Roularta Media Group aan haar leveranciers om het duurzaam aankoopcharter te ondertekenen en wordt bij de aankoopprocedure rekening gehouden met de inspanningen die de leveranciers leveren om de ecologische voetafdruk te verlagen. Dit sluit tevens aan bij de keuze om in te zetten op SDG 12, waarbij Roularta Media Group dus ook haar verwachtingen jegens leveranciers concretiseert.

Ook is er sinds 2021 het engagement om in te zetten op een vermindering van de CO2 -uitstoot tegen 2040 voor scope 1 en scope 2 en tegen 2050 voor scope 3. De reden voor deze opdeling tussen 2040 en 2050 schuilt in het feit dat de scope 3-uitstoot zich volledig buiten de operationele activiteiten van het bedrijf bevindt (enkel upstream en downstream).

Tot slot is er de ambitie van Roularta Media Group om te onderzoeken in welke mate het opportuun is om het SBTi-traject in 2025 op te starten.

5.1.6. E1-3: MAATREGELEN EN MIDDELEN WAT BETREFT BELEID TEN AANZIEN VAN KLIMAATVERANDERING

Om de finale ambities te realiseren, heeft Roularta Media Group een aantal maatregelen voorzien.

1. Transitieplan

In 2024 werd er een klimaat- of transitieplan opgesteld, het resultaat van overleg met en binnen het Sustainable Committee (Susco). Dit transitieplan, dat vorig jaar werd goedgekeurd, vormt de leidraad voor de klimaatinspanningen die nodig zijn om de langetermijndoelstellingen te behalen.

Om de finale ambities te realiseren, heeft Roularta Media Group een aantal maatregelen voorzien.

Om praktische redenen wordt er gewerkt met termijndoelstellingen van telkens vijf jaar en zijn de inspanningen nu vooral gericht op 2030. Met de vele ontwikkelingen in deze snel veranderende wereld in het achterhoofd, zal Roularta Media Group dit plan jaarlijks herevalueren en waar nodig bijsturen.

2. Scope 1-uitstoot

De voorbije jaren werden reeds inspanningen geleverd om de uitstoot door gasverbranding van de droogovens met meer dan 40% te reduceren. De investering in de nieuwe droogovens alleen is goed voor een verbetering van meer dan 25%. Hoewel het voor 'heatset'-drukkerijen om een sectorgebonden uitdaging gaat, blijft het echter de ambitie om deze uitstoot volledig te neutraliseren. Een klimaatvriendelijk alternatief vinden en toepassen lijkt daarbij het aangewezen pad. Daarom worden de technologische evoluties, waaronder de verdere ontwikkeling en het gebruik van waterstofgas, nauwlettend gevolgd.

3. Scope 2-uitstoot

Hierbij gaat het om de uitstoot als gevolg van de aangekochte elektriciteit. Op dat vlak kan een grote stap worden gezet via een belangrijke uitbreiding van het zonnepanelenpark, van 448 KWp naar 2.448 KWp binnen een periode van twee jaar. Die extra 2.000 KWp zou moeten leiden tot een verhoging van het aandeel van de PV-installatie in het elektriciteitsverbruik landen tot ongeveer 11% à 12%.

Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat er ook effectief een aanpassing komt aan de wetgeving omtrent de verplichting tot het plaatsen van zonnepanelen waarbij het niet langer verplicht zou zijn om de zonnepanelen op het dak te plaatsen. Hoewel de Vlaamse regering deze (en andere) versoepelingen reeds heeft aangekondigd, moeten de wijzigingen nog officieel worden opgenomen. In de komende maanden wordt verwacht dat de Vlaamse minister van Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd, deze intenties zal vertalen in een ontwerpbesluit om dit door te kunnen voeren in het Energiebesluit. Pas daarna zal de Vlaamse Regering dit definitief kunnen goedkeuren en kan er gekeken worden naar de praktische uitvoering van de installatie.

Daarnaast wordt ook verder gekeken naar het vergroenen van de aangeleverde elektriciteit, via de ontwikkelingen bij de energieleveranciers maar ook door nog over de mogelijkheid te beschikken om ten gepaste tijde volledig over te schakelen op groene stroom.

4. Scope 3-uitstoot

In scope 3 speelt vooral de uitstoot van de leveranciers, met in de eerste plaats die van de drukkerij. Daarnaast zijn nog een aantal specifieke scope 3-categorieën van tel, zoals woon-werkverkeer en downstream-transport.

Voor de leveranciers van papier en inkt werden geen extra maatregelen voorzien naast het ondertekenen van het duurzaam aankoopcharter. Niet alle grote papier- en inktleveranciers hebben dat ondertekend, maar deze bedrijven zijn natuurlijk allemaal CSRD-plichtig én SBTi-gecertificeerd. Dat is en blijft de beste garantie om de scope 3-doelstellingen na te streven.

IM WE CREATE MEDIA WITHPACT

IM

WE CREATE MEDIA WITHPACT

5. Het transitieplan in de organisatie

Het potentieel succes van het transitieplan is in grote mate afhankelijk van de haalbaarheid van de doelstellingen. Het is daarom belangrijk dat binnen de organisatie over alle activiteiten heen de klimaatdoelstellingen een belangrijke plaats in nemen. Niet alleen wordt het aspect duurzaamheid expliciet meegenomen in de missie van Roularta Media Group of verwijst één van de vijf waarden van het bedrijf naar duurzaamheid maar het onderwerp 'klimaat' wordt op alle mogelijke manieren kenbaar en zichtbaar gemaakt van in de 'happie' (het bedrijfsrestaurant) tot in de drukkerij. Weliswaar onder de noemer 'SDG 13: klimaatactie'. Met webinars, artikels in het personeelsmagazine, met posters en affiches, met intensieve communicatie zet Roularta Media Group alles op alles om al haar medewerkers te sensibiliseren en te enthousiasmeren voor minder CO2 -uitstoot.

6. Veerkracht en scenario analyse

Zoals reeds gemeld voorziet Roularta Media Group in 2025 een veerkracht- en scenario analyse oefening met het oog op het in kaart brengen van potentiële bijkomende risico's en hoe deze uitdagingen aan te pakken. Een niet onbelangrijke 'waarde' die Roularta Media Group hanteert is: "Beschouw elke uitdaging als een opportuniteit". Dit impliceert dat het bedrijf er van uitgaat dat elke uitdaging ook opportuniteiten biedt en daarom ook deze oefening ten gronde wil doen.

In de eerste plaats zal moeten opgelijst worden waar binnen de organisatie de risico gevoelige 'gebieden' zich bevinden.

  • Infrastructuur (drukkerij / IT )

  • Producten en diensten (print / digitaal / audiovisueel)

  • Klanten en consumenten (verwachtingspatronen)
  • Regelgeving

Elk van deze 'gebieden' moet vervolgens afgetoetst worden tegen fysieke risico's zoals bijvoorbeeld:

  • Sterk veranderende weersomstandigheden met potentieel nefaste gevolgen (hittegolven, stormen, overstromingen die kunnen leiden tot…)
  • Grondstoffen en energie voorzieningen (beschikbaarheid, transport)

Maar ook tegen andere risico's zoals bijvoorbeeld veranderingen in de markt, gedrag van de klanten, evoluties bij leveranciers, …

En dan moeten voor elke 'combinatie' scenario's van gradaties opgesteld worden zodat er een matrix ontstaat die Roularta Media Group in staat moet stellen na te gaan welke maatregelen in welke situatie kunnen genomen worden teneinde de veerkracht te verhogen.

Dit zal opnieuw in samenspraak moeten gebeuren met interne en externe stakeholders.

Het eindresultaat is idealiter een stappenplan met mogelijks bijkomende KPI's en targets en nieuwe ideeën maar wellicht ook met een aantal openstaande 'risico's' waar geen pasklaar (en haalbaar) antwoord voor is.

Tot op heden is Roularta Media Group er altijd in geslaagd om voldoende veerkrachtig te zijn en werden reeds heel veel scenario's overwonnen. Denk maar aan Covid-19 en alle bijhorende uitdagingen maar deze klimaat veerkracht en scenario analyse zal zeker een belangrijke toegevoegde waarde bieden voor het succesvol behalen van de klimaatdoelstellingen.

7. SBTi

Zoals reeds aangegeven zal Roularta Media Group in 2025 onderzoeken of het SBTi-certificeringstraject een interessante piste kan zijn. Roularta Media Group staat erop in deze een goed gedocumenteerde en vastberaden keuze te maken.

Naast deze specifieke acties heeft Roularta Media Group nog een aantal andere maatregelen getroffen met het oog op klimaatmitigatie. Deze focussen in de eerste plaats op de operationele continuïteit van de business. Dat gebeurt vanuit een IT-standpunt, omdat veel operationele processen afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van IT-systemen. In dat licht moeten een reeks preventieve en correctieve maatregelen de impact van extreme klimaatschommelingen (bv. hittegolven of overvloedige regenval) op de systemen voorkomen en beperken. Het gaat dan om maatregelen als koeling, ontdubbeling, cloudoplossingen en pompen onder de verhoogde vloeren. Verder kan ook de mogelijkheid om een groot aantal medewerkers te laten thuiswerken, in eerste instantie ingegeven door de ambitie om voldoende aandacht te besteden aan ieders werkomstandigheden, bijdragen aan het waarborgen van de continuïteit in de context van een

klimaatramp.

Tot slot zijn er de decarbonisatiehefbomen (zie ook hoofdstuk 5.1.2), die heel specifiek gericht zijn op het aspect van decarbonisatie, die de nood aan klimaatadaptatie uiteraard kan inper-

ken.

5.1.6.1. CONCRETE MAATREGELEN

De belangrijkste concrete maatregelen die in dit verband werden getroffen in 2024, zijn de vol-

gende:

• Ingebruikname van de nieuwe droogovens om het gasverbruik te verminderen (scope 1). De totale CAPEX-investeringswaarde bedroeg 4.651 k euro, waarvan het grootste gedeelte in 2023 werd geïnvesteerd (Toelichting 15 in de jaarrekening - Machines). In 2024 is er nog 376 k euro geïnvesteerd voor de nieuwe droogovens en 84 k euro voor de

• Maatregelen in de gebouwen om gas- en elektriciteitsverbruik te verminderen (scope 1 en scope 2): efficiëntere verlichting en isolering (CAPEX-investeringswaarde van 378 k euro) en het afsluiten van niet-noodzakelijke ruimtes mogelijk dankzij een doorgedreven

  • warmtewisselaars flexwerk
  • 2.692 k euro

• Verdere elektrificatie van het wagenpark (reeds meer dan 50% van alle bedrijfsvoertuigen is volledige EV) voor een bedrag van

  • Optimale energie-efficiëntie die de ISO 50001-certificering bestendigt
  • Inzetten op papier en inkt van leveranciers die SBTi-gecertificeerd zijn om de scope 3-uitstoot te verminderen
  • De leveranciers aanmanen om het duurzaam aankoopcharter te ondertekenen
  • Bijzondere aandacht voor alles wat transport aanbelangt, inclusief verplaatsingen van freelancers
  • Minder plastic verpakking en meer paper wrap, een materiaal afkomstig uit een hernieuwbare bron en met een veel lagere milieubelasting qua afval. De totale CAPEX-investeringswaarde van paper wrap installatie bedraagt 1100 k euro over 2024 (Toelichting 15 in de jaarrekening - Machines)

De bedragen van de voor 2025 geplande investeringen zijn goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Roularta Media Group kan bijgevolg garanderen dat er geen budgettaire problemen in het verschiet liggen.

De belangrijkste CAPEX bedragen situeren zich (op basis van de info beschikbaar in december 2024) op het vlak van verdere elektrificatie van het wagenpark en bijkomende zonnepanelen (gebudgetteerd op 1.207 k euro) OPEX bedragen zijn niet van toepassing.

Er zijn evenmin significante CAPEX noch significante OPEX voor de onder de EU taxonomie in achtneembare activiteiten (met name Kanaal Z)

5.1.6.2. CARBON CREDITS OF EMISSIERECHTEN?

En wat met carbon credits of emissierechten? Roularta Media Group kiest er vandaag bewust voor om geen carbon credits te kopen op de spotmarkt. In 2024 opteerde het bedrijf voor een groen verduurzaamheidsproject in Senegal, met een bijdrage aan Ligna Verde. Dat is een internationale NGO, opgericht in 2008 en gecertifieerd door de Verenigde Naties onder de noemer van UNCCD of het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming. Ligna Verde heeft als doel zoveel mogelijk woestijnvorming tegen te gaan in Afrikaanse landen door bomen aan te planten. Zo verbetert de organisatie de toekomst van de lokale volkeren. Tegelijk zorgen de bomen voor een gezondere biodiversiteit, een betere landbouw en extra opname van CO2.

Aangezien de nieuwe bomen de eerste jaren geen CO2 zullen stockeren, neemt Roularta Media Group ze nog niet mee in de berekening van de 'compensatie'.

Dit betekent geenszins dat Roularta Media Group zich geen rekenschap geeft van het feit dat het bereiken van een 0-emissie in de praktijk niet mogelijk is omwille van de locked-in broeikasgasemissies. Elke investering in nieuwe en duurzamere machines, gebouwen en materialen

CSRD VERSLAG 224 2024

zorgt er immers voor dat de nieuwe aankoop moet leiden naar een verbetering van de CO2 -uitstoot maar tegelijk is het voorwerp van de aankoop zelf tot stand gekomen met een CO2 -uitstoot. Wanneer Roularta Media Group investeert in nieuwere en duurzamere droogovens bvb dan zullen die droogovens zelf ook geleid hebben tot CO2 -emissies die we niet kunnen negeren. Om die reden is de duur van de operationele levensduur van belangrijke activa een significant element in de overweging voor de evaluatie van de locked-in broeikasgassen.

Op basis van de meest significante emissies onderscheiden we op vandaag vooral de drukpersen en afwerkingsmachines van de drukkerij (gezien hun lange levensduur) en het wagenpark omwille van de omvang van het aantal wagens. Deze 3 vormen de belangrijkste activa voor de 'schatting' van de scope 1 en scope 2 locked-in broeikasgassen.

Dit blijft evenwel een schatting en geen berekening. Deze schatting gebeurt op basis van de vastgestelde evoluties van de voorbije 4 jaar (2021 – 2024) en de vooruitzichten voor de komende 5 jaar (2025-2029). Er zijn op heden geen belangrijke wijzigingen gepland in de scope 1 en scope 2 activa behalve een verdere vergroening van het wagenpark.

Daarnaast wordt ook een inschatting gemaakt voor de scope 3-emissies voor direct gebruik van de verkochte producten. Ook hier wordt uitgegaan van de voorbije evolutie en de prognose voor de toekomst. En ook hier zijn er op heden geen belangrijke wijzigingen gepland.

De locked-in emissies voor scope 1 en scope 2 worden, zoals reeds gesteld in grote mate bepaald door enerzijds het gasverbruik - waar tot op heden geen volwaardig alternatief voor bestaat - en anderzijds het elektriciteitsverbruik – waar wel nog opportuniteiten zijn naar meer groene stroom.

De verwachting is dan ook dat vooral in de periode 2030 – 2040 zal worden gekeken naar bijkomende of alternatieve maatregelen om de ambitie van 2040 te kunnen realiseren.

Volledigheidshalve vermelden we hier ook dat Roularta Media Group vooralsnog geen gebruik maakt van de methode van de internal carbon pricing. Deze methode bestaat erin dat het bedrijf de kost van de eigen CO2 -uitstoot in kaart zou brengen. Consultatie van gespecialiseerde literatuur leert dat er nogal wat verschillen en bijhorende onduidelijkheid is omtrent de bepaling van de internal carbon price. Het zou enerzijds handig zijn indien er algemene geldende internal carbon pricings zouden worden vastgelegd per sector/activiteit maar anderzijds dient het gegeven ook een concrete toegevoegde waarde te hebben. Roularta Media Group kiest er tot op heden voor om vanuit de eigen context na te gaan op welke plaatsen en op welke manier de grootste toegevoegde waarde schuilt op het vlak van duurzame ontwikkeling. Op die manier wil Roularta Media Group vermijden dat een investering of actie louter en alleen zou gebaseerd zijn op een internal carbon pricing en onvoldoende rekening zou houden met andere aspecten van duurzame ontwikkeling.

5.1.7. E1-4: DOELEN INZAKE KLIMAATMITIGATIE

Om de klimaatmitigatie effectief om te zetten in resultaten heeft Roularta Media Group naast het klimaattransitieplan ook een aantal doelen en subdoelen geformuleerd.

5.1.7.1. DOELEN

De hoofddoelen werden reeds in 2021 uitgetekend onder de vorm van 'ambities' voor de lange termijn en werden intussen verfijnd met tussendoelen voor 2030. De langetermijnambities luiden als volgt:

  • Roularta Media Group wil CO2 -neutraal zijn tegen 2040 voor scope 1 en scope 2
  • Roularta Media Group wil CO2 -neutraal zijn tegen 2050 voor scope 3

Zoals eerder aangehaald, focust Roularta Media Group op de korte termijn op 2030, en dat met de volgende verfijnde tussendoelen:

  • Roularta Media Group wil de scope 1- en scope 2-uitstoot tegen 2030 verminderen met 40% t.o.v. basisjaar 2021
  • Roularta Media Group wil de scope 3-uitstoot tegen 2030 verminderen met minstens 50% t.o.v. basisjaar 2021

2021 is het basisjaar omdat dit tegelijk het eerste jaar was waarin Roularta Media Group de CO2 -uitstoot in kaart bracht volgens het Green House Gas protocol en met behulp van gespecialiseerde software (ClimateCalc en Tapio).

De lange termijn ambities werden initieel afgesproken tijdens een 2-daagse duurzaamheidsworkshop op 10 en 11 september 2021 door het voltallige management team van Roularta Media Group. Heel snel daarna werd het Susco opgericht en werd voor elk van de SDG's een werkgroep opgericht, bijgevolg dus ook een werkgroep die de targets moest vastleggen voor SDG 13 die verwijst naar klimaat en dus ook naar CO2 -vermindering.

Heel snel (tegen eind september 2021) werden een beperkt aantal mogelijke werkgebieden naar voor geschoven:

  • Opvolging energiegebruik
  • Opvolging mobiliteit
  • Opvolging footprint
  • Betere organisatie van transport
  • Targets vertrekkend vanaf de jaren

nulmeting voor de komende

Toen werden ook reeds de eerste aanzetten voor 'targets' geformuleerd zoals bijvoorbeeld minstens 50% van het wagenpark elektrisch tegen 2030.

Op basis daarvan werd in de daaropvolgende maanden en jaren door het Susco verder gewerkt, initieel enkel vertrekkende van de 4 SDG's en de basistargets maar met de komst van de CSRD dus ook vertrekkende van de dubbele materialiteit analyse en de aspecten die dienen verbeterd, opgevolgd en gerapporteerd te worden.

Het is nog steeds het huidig Susco dat de targets vastlegt en opvolgt maar op basis van bevraging en feedback van alle betrokken interne stakeholders. Zo is 'wagenparkbeheer' geen lid van het Susco maar wel een betrokken stakeholder als het gaat over vergroening van het wagenpark. Het proces om de targets te bepalen is dan ook

om te evalueren waar Roularta Media Group zich bevindt op een bepaald ogenblik (de 'actuele' toestand) en dan na te gaan op basis van beschikbare informatie, kennis en expertise wat de mogelijkheden zijn naar de toekomst toe.

Voor de scope 3 is het belangrijk dat er een contact is met die leveranciers die verantwoordelijk zijn voor een materieel aandeel in de scope 3 uitstoot. Periodiek contact zorgt ervoor dat er voeling is met hun richting. Dit wordt vergemakkelijkt door het feit dat de belangrijkste scope 3 'bronnen' ook belangrijke leveranciers zijn.

Op basis van al deze info wordt dan binnen het Susco beslist of targets aanvaardbaar zijn of niet, hoe ze moeten worden geformuleerd, enz…

Het is dan ook niet ondenkbaar dat targets tussentijds een wijziging in de formulering krijgen. Bijvoorbeeld: initieel werd er gesproken over 'elektrificatie' van het wagenpark maar vanaf 2025 spreken we over CO2 arm maken van het wagenpark omdat we steeds meer signalen opvangen dat er, naast elektrificatie, wellicht binnen afzienbare tijd misschien andere oplossingen zullen beschikbaar zijn zoals 'waterstofgas motoren'. Wat niet weg neemt dat we in de rest van dit verslag nog steeds de term 'elektrificatie' gebruiken wanneer het ook specifiek over elektrificatie gaat.

5.1.7.2. SUBDOELEN

Een aantal onderliggende doelen moeten helpen om de hoofddoelen te bereiken. Zo is er bijvoorbeeld het streven om tegen 2030 het eigen wagenpark 95% CO2 -arm te maken. Er wordt bewust gemikt op 95% en niet op 100% om de doelstelling ambitieus maar tegelijk ook realistisch te houden.

De inspanningen gericht op scope 1 situeren zich vandaag vooral in het wagenpark. Daarnaast blijft Roularta Media Group uitkijken naar een alternatief voor het gasverbruik (zie eerder).

De inspanningen gericht op scope 2 bestaan enerzijds uit maatregelen die bijdragen aan het continue streven naar energie-efficiëntie (bv. ledverlichting, automatische schakelaars, thuiswerk, flexburelen) en anderzijds uit maatregelen tot vergroening van de gebruikte elektriciteit (bv. bijkomende zonnepanelen) en de mogelijkheid om over te schakelen op 100% groene energie. In de komende jaren zullen zeker nieuwe opportuniteiten naar boven komen die zullen helpen om de vermindering van scope 1- en scope 2-uitstoot te realiseren.

Voor scope 3 ligt de focus vooral op de categorieën met de grootste impact, zoals de aankoop van goederen en diensten (3.1.), de aankoop van machines (3.2.) en upstream transport en distributie (3.4.). Andere prioriteiten zijn de verplaatsingen van freelancers (3.7.), downstream transport en distributie (3.9.) en de end-of-life van de producten (3.12.).

Bij het bepalen van de target voor scope 3 werd ook voor 2025 geen onderscheid gemaakt tussen de upstream en de downstream categorieën. Dat heeft 2 redenen: ten eerste blijkt dat het overgrote deel van de scope 3 uitstoot voornamelijk toe te wijzen is aan de upstream kant (zie ook tabel onder 5.1.9. E1-6: Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies) en ten tweede omdat er op heden (nog) onvoldoende concrete en uniforme data en informatie beschikbaar is met betrekking tot de impact van de digitalisering op de scope 3 downstream categorie 11 (gebruik van de verkochte goederen). Zoals hieronder ook aangehaald kan en wil Roularta Media Group zich dan ook niet vastpinnen op een verdeling binnen de scope 3 target voor de 2030 target. (zie ook hieronder 5.1.7.3. Digitalisering)

Het Susco evalueert ook jaarlijks het klimaattransitieplan en mocht blijken dat vooropgestelde tussendoelen versneld worden behaald dan zal het Susco nieuwe tussendoelen vooropstellen.

5.1.7.3. DIGITALISERING

Roularta Media Group beseft dat het fenomeen digitalisering in de toekomst een niet onbelangrijke emissieverschuiving kan teweegbrengen binnen de waardeketen. Daarom is het belangrijk om ieder jaar opnieuw te kijken naar de snel veranderende omgeving en de marktevolutie. Waar in een printgeoriënteerde markt voornamelijk een scope 3-emissie plaatsvindt aan upstream-zijde (bij papier- en inktleveranciers), zal een eerder digitaal georiënteerde markt een verschuiving zien naar de downstream-kant (bij de gebruiker/lezer/surfer).

Niettemin biedt elk scenario bijhorende risico's en opportuniteiten. Vandaar dat Roularta Media Group het voorzichtigheidsprincipe toepast en zich niet wil vastpinnen op lange termijn acties. Ze opteert voor een pragmatische en tegelijk flexibele aanpak die moet toelaten in te spelen op evoluties die de mediasector (verder) beïnvloeden. Daar wordt dan ook transparant over gecommuniceerd.

De details van de inspanningen in scope 3 komen verderop in het document aan bod. Nu al belangrijk zijn de volgende punten:

• De vooropgestelde daling van scope 1 is voornamelijk het gevolg van efficiënt gasverbruik en het verder onderzoeken van de markt om na te gaan in welke mate het gasverbruik nog verder kan dalen. Ook de verdere 'verduurzaming' van het wagenpark wordt hier meegenomen. De verwachting is bovendien dat het gasverbruik nog verder zal dalen, zijn het in mindere mate omwille van het effect van de droogovens die nu 100% in gebruik zijn dan wel als gevolg van efficiënter gebruik van de machines en ook van de verdere vergroening van het wagenpark. (zie ook hoofdstuk 5.1.9.1.1 met grafieken en cijfers met betrekking tot huidige

• De vooropgestelde daling van scope 2 tegen 2030 houdt (nog) geen rekening met een eventuele volledige

  • situatie vergroening wagenpark)
  • overstap naar groene elektriciteit
  • wordt opgevolgd

• De daling van scope 3 heeft op dit ogenblik een aanzienlijke voorsprong op het streefdoel, maar gezien de afhankelijkheid van een beperkt aantal, weliswaar belangrijke, leveranciers speelt ook hier het voorzichtigheidsprincipe waarbij de evolutie nauwlettend jaar-na-jaar • Deze cijfers zijn louter een weerspiegeling van de meting van de CO2 -emissie op basis van de ingevoerde data en houden in geen enkel geval rekening met de evolutie van die data zelf. Zo gaat een gehalveerde emissiebron (bv. de helft minder papier) meteen gepaard met een gedaalde emissie, maar vertelt die zonder referentiekader niets over de geleverde inspanningen. Dat kader komt in de tabellen die volgen tot uiting in de vorm van een 'intensiteitswaarde'

5.1.8. E1-5: ENERGIEVERBRUIK EN ENERGIEMIX

In het kader van de ISO 50001-certificering onderscheidt Roularta Media Group twee belangrijke energiestromen binnen het energiemanagementsysteem, met name gas en elektriciteit.

5.1.8.1. ENERGIEVERBRUIK

Het spreekt voor zich dat het overgrote deel van het energieverbruik zich situeert op de site in Roeselare, en meer specifiek in de drukkerij.

De energieverbruiken worden geregistreerd door middel van wekelijkse deelmetingen, wat al gebeurt sinds 2006. Deze energieverbruiken worden binnen ISO 50001 toegewezen aan vijftien verschillende processen, om zo een maximale opvolging te garanderen.

Voor elk van deze processen wordt bovendien een Energie Prestatie Indicator (EPI) geformuleerd die het referentieverbruik, het efficiënt verbruik, bepaalt. De werkelijke verbruiken worden getoetst aan deze referentie-EPI om na te gaan of en waarom het verbruik hoger of lager ligt dan verwacht.

Net als bij elk productieproces zijn er uiteraard heel wat factoren die een impact hebben op het verbruik, dat niet altijd lineair verloopt en in die zin vergelijkbaar is met het elektriciteitsverbruik thuis. Zo is het algemeen geweten dat een halvering van het aantal bewoners niet per se leidt tot een halvering van het elektriciteitsof gasverbruik.

Een aantal invloedfactoren op het verbruik van elektriciteit en gas in de drukkerij zijn bijvoorbeeld:

  • de baanbreedte van het papier
  • de papiersoort
  • de inktdikte (voor het drogen)
  • het aantal opstarten (of de oplage van een drukwerk)
  • de buitentemperatuur
  • onderhoudsperiodes
  • bezetting van de persen

Afgezien van de site Roeselare valt Roularta Media Group niet onder ISO 50001. De CSRD-scope blijft evenwel van tel. Voor de kantoren in België maar buiten Roeselare en de kantoren in Nederland wordt het verbruik van gas en elektriciteit gecontroleerd aan de hand van de facturen. Voor Duitsland wordt een extrapolering gedaan op basis van het verbruik in de Nederlandse kantoren en het aantal FTE's.

5.1.7.4. BEKNOPT OVERZICHT DOELSTELLINGEN SCOPE 1, 2 EN 3 TEGEN 2030 In tabelvorm:

Kort overzicht doelstellingen 2030 tov basisjaar 2021 en realiteit 2024
2021 2024 target 2030
scope 1+2 (t CO2
eq)
8273,84 5521,604 4700
scope 3( t CO2
eq)
80956,19 40205,259 35000
Totaal 89230,03 45726,863 39700

In grafiekvorm:

eq)

* Scope 2-emissies berekend op basis van de locatiegebaseerde methode.

CSRD VERSLAG 228 2024

5.1.8.2. ENERGIEMIX

De energiemix van Roularta Media Group is eigenlijk vrij eenvoudig: vooral aardgas en grijze elektriciteit en een klein volume aan eigen opgewekte energie via de installaties van zonnepanelen.

De netwerk elektriciteit in België wordt volledig geleverd door Luminus. Het gaat om grijze stroom die bestaat uit elektriciteit van gascentrales (49.17%) en elektriciteit van kerncentrales (50.83%).

Hoe ziet dan de energiemix er iets meer in detail uit?

OVERZICHT VAN HET ENERGIEVERBRUIK

Energieverbruik & energiemix 2023 2024
1 Brandstofverbruik uit kolen en kolenproducten (MWh) 0,00 0,00
2 Brandstofverbruik uit ruwe olie en petroleumproducten (MWh) 5.259,76 3.691,00
3 Brandstofverbruik uit aardgas (MWh) 13.586,78 9.916,42
4 Brandstofverbruik uit andere fossiele bronnen (MWh) 0,00 0,00
5 Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte stoom en koeling uit fossiele bronnen (MWh) 7.545,74 6.762,15
6 Totaal verbruik energie uit fossiele bronnen (MWh) (berekend als de som van lijnen 1 t/m 5) 20.369,57
Aandeel energie uit fossiele bronnen in totaal energieverbruik (%) 73,1%
7 Verbruik uit nucleaire bronnen (MWh) 7.800,49 6.990,44
Aandeel energie uit nucleaire bronnen in totaal energieverbruik (%) 25,1%
8 Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen met inbegrip van biomassa (biogas, waterstof uit hernieuw
-
bare bronnen, enz) (MWh)
0,00 0,00
9 Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen
(MWh)
0,00 25,00
10 Verbruik van zelfopgewekte hernieuwbare energie uit andere bronnen dan brandstof (non-fuel) (MWh) 541,21 476,57
11 Totaal verbruik hernieuwbare energie (MWh) (berekend als de som van lijnen 8 t/m 10) 501,57
Aandeel hernieuwbare bronnen in totale energieverbruik (%) 1,8%
Totaal energieverbruik (MWh) (berekend als de som van lijnen 6, 7 en 11) 27.861,58

We voegen hier volledigheidshalve aan toe dat Roularta Media Group geen hernieuwbare energie opwekt die wordt verkocht.

Omdat de drukkerij-activiteit voor de CSRD als een sector met grote klimaat impact wordt beschouwd geven we hier nog volgende informatie mee:

Totaal energieverbruik van de drukkerij-activiteiten (MWh

2023 2024
) 21.148,05 16.729,49

Energie intensiteit grote klimaat impact activiteiten volgens omzet (MWh drukkerij/omzet drukkerij*)

291,09 264,33

*voor details met betrekking tot de omzet van de drukkerij-activiteiten verwijzen we naar toelichting 3 – gesegmenteerde informatie.

We zien dus dat de energie intensiteit waarbij het volume aan verbruikte energie wordt afgezet tegen de omzet voor de drukkerij-activiteit gedaald (of verbeterd) is met 9,19%.

5.1.9. E1-6: BRUTO SCOPE 1-, 2-, 3-EMISSIES EN TOTALE BROEIKASGASEMISSIES

Voor de berekening van de broeikasgasemissies maakt Roularta Media Group gebruik van twee tools, ClimateCalc en Tapio:

ClimateCalc, een specifieke tool voor de drukkerijwereld.

ClimateCalc is een berekeningstool gespecialiseerd in het verschaffen van informatie over de volledige footprint van print- en verpakkingsproducten. ClimateCalc volgt daarvoor diverse internationale standaarden en richtlijnen, zoals onder meer het 'Greenhouse Gas Protocol'.

Als nichetool is ClimateCalc in staat om de meest accurate emissiefactoren (EF's) te gebruiken en zo de meeste accurate informatie te verschaffen. Zo berekent ClimateCalc de precieze EF voor het papier op basis van leverancier, type, hoeveelheid, fabriek, enz.. of neemt ze integraal de EF van de leverancier zelf over zoals bijvoorbeeld voor de inkten van Sun Chemical.

Roularta Printing is een gecertificeerd gebruiker van ClimateCalc. Dat houdt in dat Roularta Media Group gemachtigd is om ClimateCalc te gebruiken om klanten te informeren over de eigen footprint op basis van de verschafte informatie. ClimateCalc auditeert bovendien jaarlijks het gebruik van de tool en de data die Roularta Media Group aanwendt.

Tapio, een algemene Belgische tool .

Tapio neemt veel data van ClimateCalc over, maar verwerkt daarnaast alle andere informatie met betrekking tot Roularta Media Group. Op die manier komt de tool tot een totaaloverzicht van de footprint van de organisatie. Alle CO 2 -cijfers in dit duurzaamheidsrapport zijn afkomstig uit deze tool.

Ook Tapio volgt het 'Greenhouse Gas Protocol' als raamwerk voor het in kaart brengen, berekenen en beheren van de broeikasgas emissies.

Tapio gebruikt verschillende databases voor wat betreft de EF's (emissiefactoren) waaronder ADEME, CO 2emissiefactoren, AWAC en UK Defra maar maakt daarnaast ook gebruik van 'specifieke' EF's zoals de emissiefactor van de MIVB of de SNCF maar ook de specifieke emissiefactoren van ClimateCalc voor papier en inkt. Op die manier kunnen we stellen dat de CO 2 -uitstoot niet enkel berekend wordt op basis van eerder 'algemene' emissiefactoren maar dat waar mogelijk ook rekening wordt gehouden met heel gerichte en accurate emissiefactoren. Dit met als doel om de CO 2 -uitstoot zo correct mogelijk te kunnen berekenen.

Aangezien de drukkerij-activiteit een belangrijke impact heeft op de totaliteit en we bovendien gebruiken maken van een specifieke tool en specifieke emissiefactoren kunnen we besluiten dat de berekeningen van de emissies voor 50,50% gebaseerd zijn op primaire data.

Voor scope 1 en 2 zijn de berekeningen voor België (drukkerij-activiteiten en burelen) en Nederland (burelen) in hoofdzaak gebaseerd op de reële data. De aannames beperken zich voor deze sites tot het gasverbruik van het kantoor in Sint-Denijs-Westrem en het partiële energieverbruik van het kantoor in Brugge. Voor de veel kleinere Duitse burelen werd geen specifieke data opgevraagd en werd zowel voor scope 1 als voor scope 2 steeds gewerkt met aanname op basis van FTE ten opzichte van de burelen Nederland.

Voor scope 3 zijn berekeningen voor België (drukkerij-activiteiten en burelen) en Nederland (burelen) eveneens in hoofdzaak gebaseerd op de reële data. De aannames beperken zich voor deze sites tot categorie 3.6 'zakelijke reizen' voor Nederland waarbij een extrapolatie wordt gemaakt van de data van de Belgische burelen op basis van de FTE ratio. Ook bij categorie 3.7 'woon-werkverkeer' wordt een aanname gemaakt voor de burelen 'België' waarbij wordt uitgegaan van 2 dagen thuiswerk voor de medewerkers die full time werken en 1 dag thuiswerk voor de medewerkers die 4/5 werken. Daarnaast werd ook voor scope 3 voor de Duitse burelen niet gewerkt met specifieke data maar met een aanname op basis van FTE ten opzichte van de burelen Nederland.

Voor die categorieën waar geen andere data van de leveranciers voorhanden was of geen andere data toepasbaar was, werd de 'uitgave' methode toegepast. 22% van de totale scope 3 CO 2 -uitstoot werd op die manier berekend.

OVERZICHT VAN DE BRUTO BROEIKASGASEMISSIES

Scope 1 broeikasgasemissies

Scope 2 broeikasgasemissies

Scope 3 broeikasgasemissies

Overzicht van de totale broeikasgasemissies uitgesplitst volgens scope 2021 2023 2024 % vorig jaar aandeel in
totaal 2024
target 2030
Scope 1 broeikasgasemissies
Bruto scope 1-emissies (ton CO
-eq)
2
5244,3 4155,7 2947,7 -29% 6,45% 2400
Percentage scope1-emissies van gereglementeerd
emissiehandelssystemen (%)
0,0 0,0 0,0
Scope 2 broeikasgasemissies
Bruto locatiegebaseerde scope 2-emissies (ton CO
-eq)
2
3029,6 2940,8 2573,9 -12% 5,63% 2300
Bruto marktgebaseerde scope 2-emissies (ton CO
-eq)
2
2128,5
Scope 1 + Scope 2 emissies (locatiegebaseerd) (ton CO2
-eq)
8273,8 7096,5 5521,6 -22% 12,08% 4700
Scope 3 broeikasgasemissies
Totaal bruto indirecte (scope3) emissies (ton CO
-eq)
2
80956,2 51296,0 40205,3 -22% 87,92% 35000
1 Aankoop goederen en diensten 62024,0 35591,3 26434,0 -26% 57,81%
2 Kapitaalgoederen 4591,2 4796,6 2222,8 -54% 4,86%
3 Brandstoffen en energie gerelateerde activiteiten (niet inbegrepen in scope 1 of scope 2) 1538,8 1298,8 941,1 -28% 2,06%
4 Transport en distributie upstream 7774,0 5399,0 6143,0 14% 13,43%
5 Verwerking productieafval 405,1 379,3 735,8 94% 1,61%
6 Zakelijke reizen 5,7 36,1 44,2 22% 0,10%
7 Woon-werkverkeer 790,9 730,5 757,6 4% 1,66%
8 Upstream geleasede activa 388,2 430,2 462,4 7% 1,01%
9 Transport en distributie downstream 1352,5 991,2 889,3 -10% 1,94%
10 Bewerken van verkochte producten
11 Gebruik van verkochte producten 457,7 470,2 543,3 16% 1,19%
12 Einde leven van verkochte producten 1628,2 1172,6 1031,7 -12% 2,26%
13 Downstream geleasede activa
14 Franchisehouders
15 Investeringen
Totale broeikasgasemissies (locatiegebaseerd)(ton CO
-eq)
2
89230,0 58392,5 45726,9 -22% 100,00% 39700
Totale broeikasgasemissies (marktgebaseerd)(ton CO
-eq)
2
45281,4

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

Merk op dat de scope van deze berekening dezelfde is als de scope van de targets.

Verder volgt een bespreking van de evolutie van de opgenomen scopes en categorieën.

De scope 2-verbruiken voor België zijn zowel locatie-gebaseerd als markt-gebaseerd op basis van het gegeven dat er met één gekende leverancier wordt gewerkt. De EF voor het netwerk stroomverbruik volgens de markt-gebaseerde methode is bijgevolg gebaseerd op de informatie van die leverancier. Voor Nederland en Duitsland is de scope-2 berekening enkel locatie-gebaseerd.

Tabel met locatie-gebaseerde intensiteitsratio's:

Broeikasgasintensiteit volgens omzet* (locatiegebaseerd)
2023 2024 % verbetering
Scope 1 12,84 9,20 28,36%
Scope 2 9,09 8,04 11,60%
Scope 3 158,55 125,52 20,83%
totaal 180,49 142,76 20,90%

*voor details met betrekking tot de omzet verwijzen we naar toelichting 4 – omzet.

De intensiteitswaarde is een belangrijke parameter voor de evaluatie van de geleverde inspanningen.

De intensiteitswaarde geeft een beeld van de mate waarin de intensiteit van de emissies evolueert. De regel is dat de intensiteitswaarde elk jaar moet dalen, omdat er niet enkel gekeken wordt naar de totale uitstoot maar naar de totale uitstoot afgezet tegen de omzet van de activiteit. Een daling in absolute waarde geeft dus op zich niet altijd een correct beeld van de geleverde inspanningen, integendeel…

Dat enkel gekeken wordt naar de omzet, kan een onderwerp van discussie zijn. Omzet kan tenslotte sterk beïnvloed worden door externe factoren, los van de CO 2-uitstoot. Desalniettemin is het vandaag de enige sleutel die de CSRD naar voor schuift.

5.1.9.1. ANALYSE VAN DE VERSCHILLENDE SCOPES 5.1.9.1.1. SCOPE 1-UITSTOOT

Nieuwe droogovens

In 2023 en 2024 investeerde Roularta Media Group 4.651 k euro in nieuwe droogovens van Contiweb. Deze droogovens hebben een ingebouwde naverbrander die mee zorgt voor een gasverbruik dat 25% lager ligt dan bij de vervangen, conventionele droogovens.

Aangezien deze nieuwe droogovens pas in de loop van 2023 (en begin 2024) operationeel werden, valt het rendement ervan (minder gas- en ook wat minder elektriciteitsverbruik) maar sinds 2024 integraal waar te nemen.

En dat heeft meteen een positieve impact op het Scope 1 uitstoot, niet alleen voor de drukkerij maar voor de ganse groep.

De scope 1-uitstoot daalde van 5.244,25 ton CO 2 eq. in basisjaar 2021 naar 2.947,70 ton CO 2 eq. in 2024, een daling met bijna 45% die mede te danken is aan het resultaat van 2 belangrijke acties: de investering in nieuwe droogovens voor het drukpro ces en de vergroening (elektrificatie) van het wagenpark.

Bij de investering van de droogovens werd berekend dat deze binnen de drukkerij- activiteiten zouden leiden tot een vermindering van het gasverbruik met 25% en bijgevolg ook een daling van de CO2 -uitstoot met 14%.

Waar in 2023 slechts een gedeeltelijke impact van de investeringen werd gezien, kwam dit in 2024 overduidelijk naar voor: het gasverbruik binnen de drukkerij daalde tov van 2023 met niet minder dan 19% (rekening houdend met het activiteitsvolume) Voor wat betreft de vergroening van het wagenpark verwijzen we naar de 2 onderstaande grafieken.

De eerste grafiek geeft een overzicht van de evolutie van de CO 2 -uitstoot van de nieuwe wagens in België 2024. De vaststelling dat er in 2024 nog altijd een, weliswaar heel lage, emissie gerapporteerd wordt is het gevolg van het feit dat er in 2024 nog één laattijdige levering was van één voertuig met benzine. Alle andere nieuwe wagens in België in 2024 waren 100% elektrische voertuigen.

De tweede grafiek geeft een verdeling van het volledig wagenpark (meer dan 450 wagens en niet enkel België) volgens type wagen op het einde

van 2024.

verdeling wagenpark 'Group' eind 2024 volgens brandstof

De versnelde inzet op de vergroening van het wagenpark waarbij in eerste instantie werd gemikt op een vermindering van de emissies van het wagenpark met 50% tegen 2030 is meer dan 'op schema' aangezien de scope 1-emissies van de 'mobiele verbranding' reeds met om en bij de 40% gedaald zijn tov 2021.

De emissies van het wagenpark daalden in 2023 tov 2021 met 4,6% maar in 2024 bedroeg de daling tov 2021 reeds 25,65%. De verwachting is dat deze tendens zich in de komende jaren verder zal zetten omwille van enerzijds het feit dat de meeste elektrische wagens in de loop van 2024 werden ingezet en dus nog niet over een volledig jaar hebben gerendeerd en anderzijds het feit dat ook in 2025 de investeringen in het wagenpark verder worden gezet (zie hoofdstuk 5.1.6.1)

5.1.9.1.2. SCOPE 2-UITSTOOT

De scope 2-uitstoot daalde eveneens in 2024 tov 2021 van 3.029,59 ton CO2 eq. naar 2.573,91 ton CO2 eq. Deze daling is bijlange niet zo spectaculair als deze van de scope 1 maar in vergelijking met het totaalvolume aan CO2 -emissies blijft de scope 2-uitstoot al bij al beperkt. Bovendien gaat slechts één item schuil achter deze uitstoot, namelijk het verbruik van elektriciteit. Aangezien er vóór 2020 al heel wat ingrijpende elektriciteitsbesparende maatregelen werden getroffen en de ISO 50001-norm volledig focust op een efficiënt energieverbruik, verbaast het niet dat het bij een geringe uitstootdaling blijft.

Ook wanneer we 2024 vergelijken met 2023 is er nog een daling waar te nemen maar binnen de scope 2 stellen we vast dat er dalingen zijn in het verbruik van het algemeen gebruik van elektriciteit zowel in de productie-omgeving als in de kantoren. Dit is vooral het gevolg van de inspanningen die geleverd werden in het kader van de ISO 50001 certificering. Het centraal uitgangspunt van het ISO 50001 certificaat is immers om de energieperformantie elk jaar naar een hoger niveau te tillen.

Maar we zien tegelijk een niet onbelangrijke stijging van het elektriciteitsverbruik bij het wagenpark. Niet onlogisch wanneer we weten uit de scope 1 bespreking dat er grote investeringen gedaan werden in de elektrificatie van het wagenpark.

Aangezien het de bedoeling is om ook in de toekomst de scope 2-emissies verder te doen dalen, ook met een toename aan elektrische voertuigen, worden ook extra inspanningen voorzien zoals het bijplaatsen van 2.000 KWp aan zonnepanelen (zie ook hoofdstuk 5.1.6.1). Die plannen werden goedgekeurd en zullen normaliter in de komende jaren worden gerealiseerd. Intussen werken de leveranciers op hun beurt aan vergroening, en houdt Roularta Media Group een vrijwillige overstap naar groene elektriciteit achter de hand.

Merk op dat de scope 2-uitstoot voor de vestiging in Duitsland niet berekend werd op reële verbruiken maar op de FTE-ratio van de kantoormedewerkers in België.

5.1.9.1.3. SCOPE 3-UITSTOOT

De scope 3-uitstoot is veruit de meest belangrijke vorm van uitstoot. En bovendien is de uitstootdaling hier ook nog iets beter dan voor de scope 1: van 80.956 ton CO2 eq. in 2021 naar 40.205 ton CO2 eq. in 2024, een verbetering van meer dan 50%. Het grootste aandeel van deze emissies valt te situeren bij de upstream-leveranciers.

De scope 3-uitstoot wordt in grote mate bepaald door de waardeketen en meer specifiek de leveranciers.

Hieronder bespreken we meer in detail de 15 categorieën van de scope 3 emissies. We kunnen deze grosso modo opdelen in volgende groepen:

  • De categorieën met betrekking tot de eigen activiteiten of waar het bedrijf toch een rol in kan spelen zijn 3.6 en 3.7.
  • De categorieën met betrekking tot de upstream activiteiten (die ook het zwaarst doorwegen in het geheel van de scope 3 emissies) zijn: 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5 en 3.8
  • De categorieën met betrekking tot de downstream activiteiten zijn de overige categorieën: 3.9, 3.10, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14 en 3.15.

5.1.9.1.4. 3.1-UITSTOOT: AANKOOP GOEDEREN EN DIENSTEN

De belangrijkste categorie met het grootste aandeel is de 3.1-uitstoot. Deze categorie is verantwoordelijk voor meer dan 65% van de totale scope 3-uitstoot. Deze categorie is ook in grote mate gebaseerd op de informatie van Climate-Calc, een tool die alle data over papier, inkt en aluminium drukplaten omvat. Ook wordt voor dit onderdeel gebruikgemaakt van de specifieke emissiefactoren (EF's) die voortvloeien uit de bijzondere inspanningen van de leveranciers. Voorbeelden daarvan zijn de EF's voor papier (afhankelijk van de leverancier en de fabriek) en inkt.

We noteren voor 2024 een belangrijke daling van deze categorie. Dat is het gevolg van enerzijds het activiteitsvolume van de drukkerij maar ook, en vooral, van de inspanningen die de papierleveranciers jaar-na-jaar leveren om hun CO2 -uitstoot te verminderen in combinatie met de keuze van de fabriek die het papier levert.

Binnen de scope 3 is 'papier' immers verantwoordelijk voor bijna 45% van de emissies.

Bovendien noteren we dat alle papierleveranciers van 2024 CSRD-plichtig zijn, en dat de vijf grootste leveranciers ook SBTi-gecertificeerd zijn. En bijna 68% van de scope 3.1-emissie is exclusief toe te wijzen aan het papier.

5.1.9.1.5. 3.2-UITSTOOT: KAPITAALGOEDEREN

De uitstoot in categorie 3.2 is het gevolg van investeringen waarvan de meeste met het oog op het verlagen van de CO2 -uitstoot. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe elektrische bedrijfswagens, maar ook en vooral aan de investering van 4.651 k euro in de nieuwe droogovens.

Waar de 3.2-emissies van 2023 licht hoger lagen dan die van 2021 zien we in 2024 een toch wel spectaculaire daling.

Deze daling is quasi integraal toe te schrijven aan de daling van de emissiefactor voor de machines en, weliswaar in veel mindere mate, de daling van de emissiefactor

voor IT materiaal.

Tapio gebruikt een afschrijvingsmethode op levensduur voor de investeringen en de uitstoot. De uitstoot wordt in de tijd verspreid, wat Roularta Media Group meteen toelaat om de verschillende jaren met elkaar te vergelijken. Deze methode wordt reeds gebruikt sinds 2021 en laat toe om een consistente evaluatie van de evoluties te maken over de jaren heen. Om echter volledig in lijn te liggen met het Greenhouse Gas Protocol zal de aanpak wijzigen vanaf 2025.

We noteren dat, behalve voor het wagenpark, waarvoor de exacte informatie werd gebruikt, de uitstoot van de kapitaalgoederen in Duitsland gebaseerd is op de ratio van de kantoormedewerkers in België.

5.1.9.1.6. 3.3-UITSTOOT: BRANDSTOFFEN EN ENERGIE GERELATEERDE ACTIVITEITEN

Scope 3.3-emissies komen voort uit het verbruik van brandstoffen die niet in scope 1 en scope 2 werd opgenomen, ofwel de uitstoot die gepaard gaat met het fabriceren en het transporteren van brandstoffen (upstream). Voor de berekening van deze emissies gebruikt Tapio voornamelijk de ADEME-emissiefactoren. Waar de daling tussen 2021 en 2023 nog relatief beperkt was, toont 2024 een belangrijkere daling die samenhangt met de daling in scope 1.

De daling van scope 3.3-emissies heeft immers in de eerste plaats te maken met het dalend verbruik van diesel en benzine, en in de tweede plaats met de (dankzij renovatie- en isolatie-inspanningen) meer efficiënte verwarmingsinstallaties en ten slotte ook met het meer efficiënt gebruik van de gebouwen op zich.

5.1.9.1.7. 3.4-UITSTOOT: TRANSPORT EN DISTRIBUTIE UPSTREAM

Het upstream transport wordt eveneens volledig door ClimateCalc berekend en dat op basis van het volume aangeleverde grondstoffen. Ook hier is papier de belangrijkste factor. De cijfers evolueerden tot vorig jaar in de goede richting maar voor 2024 zien we plots een niet onbelangrijke stijging. De uitstoot stijgt van 5.399 ton CO2 eq. in 2023 naar 6.143 ton CO2 eq. in 2024. De twee belangrijkste redenen voor deze stijging (met bijna 14%) zijn:

  • Een correctie door Ecoinvest in de EF voor het transport op basis van nieuwe en geüpdate informatie waarbij Ecoinvest verwijst naar het feit dat er werd rekening gehouden met bijkomende aspecten zoals methaan affakkelen en diffuse emissies van de brandstof.
  • Een verhoging van het aantal kilometers omdat het papier van andere fabrieken afkomstig is (ook al betreft het dezelfde 'leverancier').

IM

WE CREATE MEDIA WITHPACT Vooral die laatste reden 'verhoging van het aantal kilometers' is een niet onbelangrijk gegeven want het feit dat het papier afkomstig is van andere fabrieken heeft er mee toe geleid dat de emissies voor het papier zelf (zie hiervoor voor de bespreking van scope 3.1) in belangrijke mate gedaald is.

5.1.9.1.8. 3.5-UITSTOOT: VERWERKING PRODUCTIEAFVAL

Scope 3.5 is een categorie die vooral betrekking heeft op de drukkerij activiteiten. In tegenstelling tot het volume aan afval (zie hoofdstuk 5.3.5) waarbij het accent vooral ligt bij het volume aan papierafval, zien wij bij de CO 2 -uitstoot toch een niet-onbelangrijke impact van de verwerking van de andere afvalstoffen binnen de drukkerij-activiteit maar evenzeer van de burelen. We stellen vast dat het volume 'papier' een aandeel van meer dan 99% vertegenwoordigt van het 'vast afval' maar bij de totale emissies (van zowel vast afval als afvalwater) heeft het papier slechts een aandeel van 37,3 %. Dit is niet verwonderlijk wanneer in overweging wordt genomen dat het recycleren en opnieuw in productie brengen van het papier veel minder emissies tot gevolg heeft dan bijvoorbeeld het recycleren en verwerken van plastic afval, gemengd huishoudelijk afval, hout en metaal of gevaarlijke producten zoals solventen. We kunnen besluiten dat het volume afval in grote mate wordt bepaald door papier en water maar dat de emissies van afval in belangrijke mate ook toe te schrijven zijn aan bijvoorbeeld verpakkingsmateriaal.

5.1.9.1.8. 3.6-UITSTOOT: ZAKELIJKE REIZEN

Hoewel het hier om amper 0.11% gaat van het totaal van de scope3-emissies stellen we in 2024 toch een stijging vast in vergelijking met 2023 van 22,25%. De reden hiervoor is dat er enerzijds in de voorbije jaren extra inspanningen werden geleverd om de zakelijke reizen te identificeren en te registreren en anderzijds omwille van een paar specifieke reizen in het kader van klantenrelaties, product placement en redactionele inhoud. Voorts is de aanwezigheid op een beurs of congres soms toch wel aangewezen omwille van inhoudelijke of commerciële redenen.

5.1.9.1.10. 3.7-UITSTOOT: WOON-WERKVERKEER

Scope 3.7 is op zich een interessante categorie. In theorie behoort deze categorie eveneens tot het upstream-kanaal, maar de specifieke aard ervan vraagt om een afzonderlijke behandeling. Om deze uitstoot naar waarde te schatten, is het belangrijk om enerzijds rekening te houden met het aantal werknemers en anderzijds met de geleverde inspanningen.

We stellen immers vast dat er een kleine verhoging is van de uitstoot van 2024 ten opzichte van 2023 (met 3,71%) maar deze is integraal toe te wijzen aan het feit dat de informatie met betrekking tot woon-werkverkeer in 2024 meer gedetailleerd werd verwerkt dan in 2023.

5.1.9.1.12 3.8-UITSTOOT: UPSTREAM GELEASEDE ACTIVA

Bij de upstream geleasede activa zien we jaar-na-jaar een gestage toename. Op zich is dat niet verwonderlijk en een belangrijk deel van de locked-in emissies zullen zich ook daar situeren. Het zijn hier vooral de 'geleasede elektrische auto's' die verantwoordelijk zijn voor de jaarlijkse groei. In 2024 werd die groei deels opgevangen door de sterke verbetering van de EF voor de machines (zie ook hiervoor bij de categorie kapitaalgoederen). We verwachten dan ook dat dit ook nog volgend jaar zal stijgen als gevolg van de nog uit te voeren investeringen.

5.1.9.1.11 3.9-UITSTOOT: TRANSPORT EN DISTRIBUTIE DOWNSTREAM

Downstreamtransport bestaat uit enerzijds vervoeren van de (print)producten en anderzijds het transport van pakjes naar de klanten. De daling is hier enerzijds het gevolg van het activiteitsvolume voor wat betreft het papier maar ook de inspanningen van de transporteurs spelen hierbij een rol. Zo is Bpost die de magazines levert aan de abonnees en die ook een groot aantal pakjes uitlevert SBTi-gecertificeerd en hebben ze zich de laatste jaren ingezet op vlak van elektrificatie van voertuigen.

5.1.9.1.13 3.10-UITSTOOT: BEWERKEN VAN VERKOCHTE PRODUCTEN

Deze categorie is niet relevant voor Roularta Media Group.

5.1.9.1.14 3.11-UITSTOOT: GEBRUIK VAN VERKOCHTE PRODUCTEN

Zoals reeds besproken in hoofdstuk 5.1.7.3 'Digitalisering' kunnen we niet ontkennen dat een verdere digitalisering resulteert in een hoger volume aan pageviews. We denken hierbij vooral aan het stijgend succes van de 'Mijn Magazines' formule.

Deze 'elektronische' consultatie leidt eveneens tot een stijging in de CO 2 -uitstoot.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de CO 2 -uitstoot van 2024 gestegen is met 15,53% tov 2023. Ook hier heeft een verbetering van de emissie factor de stijging enigszins getemperd.

5.1.9.1.15. 3.12-UITSTOOT: EINDE 'LEVEN' PRODUCTEN OF DIENSTEN

Hier gaat het over de CO 2 -uitstoot van de eindfase van een product, met opnieuw vooral papier. Zoals bij de meeste scope 3-categorieën vertrekt de berekening bij de volgende assumptie of formule: aangekocht volume papier - verlies papier bij productie = papierafzet in de markt (eigen magazines + extern drukwerk). Door dan aan te nemen dat 90% van het papier gerecycleerd wordt, verschijnt de slotsom.

5.1.9.1.16. 3.13-UITSTOOT: DOWNSTREAM GELEASEDE ACTIVA

Deze categorie is niet relevant voor Roularta

Media Group.

5.1.9.1.17. 3.14-UITSTOOT: FRANCHISEHOUDERS

Deze categorie is niet relevant voor Roularta

Media Group.

5.1.9.1.15. 3.15-UITSTOOT: INVESTERINGEN

Deze categorie wordt niet meegenomen in de rapportering wegens niet materieel.

Theoretisch zouden de emissies van Mediafin als volgt moeten gerapporteerd worden:

  • De scope 1 & 2 emissies van Mediafin procentueel bij de scope 1 & 2 emissies van Roularta Media Group maar aangezien de omzet van Mediafin slechts voor ongeveer 1% van de totale Roularta Media Group meetelt, wordt dit als niet materieel beschouwd.
  • In dat geval zou het aandeel emissies (scope 1 & 2) moeten gerapporteerd worden onder scope 3 categorie 15.

Er mag echter redelijkerwijs verwacht worden dat de verhouding scope1 & 2 emissies versus scope 3 emissies voor Mediafin in dezelfde lijn zullen liggen van de verhouding van de scope 1 & 2 emissies van Roularta Media Group namelijk 12% tov 88%. Dat impliceert dat 50% van de scope 1 & 2 emissies van Mediafin evenmin materieel zal zijn binnen de scope 3 van Roularta Media Group. En bijgevolg worden binnen de scope 3 categorie 15 geen emissies van Mediafin gerapporteerd.

IM

W E CREATE

MEDIA WITHPACT

5.2 TOELICHTING EN RAPPORTERING M.B.T. E2 LUCHTVERONTREINIGING

Dit hoofdstuk behandelt het onderwerp luchtverontreiniging, en dan specifiek luchtemissies en hoe Roularta Media Group daarmee omgaat.

5.2.1. E2 IRO-1

Tijdens de DMA-oefening werden de risico's van Roularta Media Group geëvalueerd in functie van duurzaamheid. Op basis van de scoring werd het gebruik van solventen in het drukproces (meer concreet: in de drukinkten) als een materieel risico ingeschat. Bij het drogen van de inkt komen solventen vrij die, indien ze niet correct worden verwerkt, een risico kunnen vormen voor de omgeving. Precies daarom is het topic luchtvervuiling voor Roularta Media Group materieel, ook al heeft het enkel en alleen betrekking op het gebruik van solventen in de drukkerij. Wel is het enkel van toepassing in het luik van het productieproces en niet voor andere processen, afdelingen of diensten.

Als gevolg hiervan is de directeur van de drukkerij ook ineens verantwoordelijk voor het beleid inzake luchtverontreiniging.

5.2.1.1. DRUKPROCES

Roularta Media Group beschikt over een offset-rotatiedrukkerij met heatset-rotatiepersen die onder andere magazines, brochures, commercieel drukwerk en kranten drukken. Tijdens het drukken gaat het papier door vier drukunits (met evenveel kleuren, namelijk zwart, blauw of cyaan, rood

of magenta en geel) en aluminium drukplaten. De materialen in dat proces zijn heatset-inkt en water.

Onmiddellijk na het bedrukken van het papier wordt de inkt gedroogd in droogovens die werken op aardgas. Bij dat droogproces op hoge temperatuur komen vluchtige organische stoffen (VOS) vrij, vooral minerale oliën uit de inkten maar ook andere stoffen afkomstig uit de additieven en de wasmiddelen die eigen zijn aan dit drukprocédé.

Om de schadelijke uitstoot van deze vrijkomende dampen aan te pakken, worden deze dampen 'naverbrand'. Tot enkele jaren terug gebeurde dat in een centrale naverbrandingsinstallatie, die zo louter gezuiverde afvalgassen kon emitteren via één schoorsteen. In november 2020 werd echter een nieuwe pers met een geïntegreerde naverbrander, die de vrijgekomen dampen in de machine zelf naverbrandt, in gebruik genomen. De voordelen zijn legio: door de solventhoudende dampen als brandstof te gebruiken, is er minder gas nodig, en de solventen hoeven niet langer afgevoerd te worden naar een centrale naverbrander die bovendien met reeds afgekoelde dampen aan de slag moest. Wel telt elke oven nu een schoorsteen.

Naast de geleide uitstoot (de uitstoot die bv. via een schoorsteen naar buiten wordt geleid) is er ook sprake van diffuse uitstoot, uitstoot door verdamping in de ruimte. (toelichting m.b.t. de berekening van de diffuse emissies staat onder 5.2.2.2)

Roularta Media Group berekende dat 40% van de diffuse uitstoot mee verbrand wordt door middel van de luchtaanzuiging van de droogovens.

Het resultaat is een significante daling van het gasverbruik én een vermindering van de CO van dat gasverbruik. Een cruciale voorwaarde daarbij is dat de luchtemissie van de nieuwe pers de vorige luchtemissie niet mocht overvleugelen, maar dat bleek allerminst het geval. Daarom werd beslist om de droogovens van de drie andere persen eveneens te vervangen door exemplaren met een geïntegreerde naverbrander. Dit gebeurde in de loop van 2023, met ingebruiknames op de volgende momenten:

2 -uitstoot • Pers 1 op 1 augustus 2023

• Pers 3 op 9 december 2023

  • Pers 2 op 19 december 2023
  • Gezien de data van ingebruikname is het niet abnormaal dat de positieve

impact op het gasverbruik pas volledig duidelijk werd in 2024.

5.2.2. E2-1: BELEID TEN AANZIEN VAN VERONTREINIGING

Het uitwerken van het emissiebeleid binnen de productie- en kantooromgeving van Roularta Media Group is zo pragmatisch mogelijk aangepakt om wettelijke conformiteit te garanderen en tevens een duurzame impact te realiseren. In eerste instantie vond een grondige inventarisatie en analyse van de mogelijke emissiebronnen plaats, in overleg met interne en externe betrokkenen.

Bovendien is er op regelmatige basis een overleg met het overkoepelend wijkcomité van de vier betrokken wijken. In principe gebeurt dit jaarlijks of volgens noodzaak. Tijdens een wijkoverleg is ook de stad Roeselare vertegenwoordigd.

Daarnaast is er ook tussentijds overleg wanneer nodig met de contactpersonen.

Emissies kunnen tijdens het overleg ook aan bod komen maar vormden tot op heden nooit een probleem.

5.2.2.1. WETGEVING

Industriële bedrijven moeten voldoen aan regionale en nationale milieuwetgeving én aan internationale afspraken zoals de EU-richtlijnen voor luchtkwaliteit. De implementatie van een goed beleid vergt dan ook preventieve maatregelen om emissies aan de bron te minimaliseren.

Voegen we hieraan toe dat die normering zelf ook steeds strenger wordt.

5.2.2.2. MONITORING EN RAPPORTAGE

Daarnaast moet het beleid worden ondersteund door een monitoring- en rapportagesysteem. Regelmatige metingen van emissies maken opvolging mogelijk, zodat kan worden bijgestuurd waar nodig. Door deze cijfers te communiceren, kiest Roularta Media Group voor een transparant en geloofwaardig beleid. Op gebied van luchtemissies zijn er enerzijds de geregelde metingen en analyses op de geleide emissiepunten en anderzijds een onderbouwde berekening van de diffuse emissie. Beide zaken staan uitvoerig omschreven in de solventenboekhouding.

Deze berekening van de diffuse emissie is gebaseerd op de resultaten van een studie, uitgevoerd door het VITO i.s.m. Sitmae Consultancy, in opdracht van Aminal, Afdeling Algemeen Milieubeleid: 'Solventrichtlijn en de Grafische sector'. In deze studie wordt o.a. een opzet van een solventboekhouding voor de sector van de heatsetrotatie voorgesteld. Deze is onder meer gebaseerd op 'sectorkengetallen' om verdamping e.d. in te schatten. Deze kengetallen worden geacht representatief te zijn voor de sector.

Volgens de wettelijke bepalingen vanuit Vlarem zijn de geleide emissiemetingen voor de naverbranders jaarlijks tenzij het resultaat hoger ligt dan 50% van de norm want dan moet het halfjaarlijks.

De relevante diffuse emissies zijn de niet afgevangen emissies van vochtwateradditieven en van de reinigingsmiddelen. De hoeveelheden worden berekend aan de hand van de gebruikte hoeveelheden vochtwateradditieven en reinigingsmiddelen. Daarvan wordt berekend hoeveel solvent aanwezig is en hoeveel van deze aanwezige solvent wordt afgevoerd als afval. Van de hoeveelheid die overblijft wordt berekend hoeveel er werd afgevoerd naar de naverbranding (op basis van ventilatie luchtgroepen enerzijds en afzuig aan de machine anderzijds). Wat overblijft – en dus niet eindigt als afval of terechtkomt in de naverbrander – is de diffuse uitstoot.

Merk op dat de metingen in de eerste plaats dienen als leidraad voor mogelijke aanpassingen en verbeteringen.

Stel dat er zich een technisch probleem voordoet dat zou kunnen leiden tot verhoogde emissies dan treden andere maatregelen in actie. Stel dat een naverbranderinstallatie zou uitvallen, dan valt de betrokken pers ook uit. Op vandaag is dat voor de magazinepersen één op één (elke pers heeft een onafhankelijke oven) maar tot vóór de ovenswitch vielen de 3 persen uit bij een probleem met de grote naverbrander. Het beleid en de aanpak voor dergelijke incidenten is altijd en nog steeds klaar en duidelijk dat er geen on-naverbrande uitstoot mag zijn. De goede verstandhouding met de buren en de zorg voor het milieu zijn daarvoor veel te belangrijk.

Deze technische ingreep waarbij de persen automatisch uitvallen draagt er uiteraard toe bij dat er geen incidenten meer zijn waarbij mogelijks on-naverbrande lucht naar buiten zou kunnen ontsnappen.

5.2.2.3. BEWUSTWORDING

Maar ook bewustwording speelt een belangrijke rol. Training van personeel en gerichte informatiecampagnes vergroten het inzicht in de voordelen van emissiereductie en de praktische stappen die nodig zijn om die te realiseren, wat ook het interne draagvlak voor het beleid versterkt.

5.2.2.4. DUURZAAMHEIDSDOELEN

Tot slot is het essentieel om het emissiebeleid te integreren in de bredere duurzaamheidsdoe len. Eén van de Sustainable Development Goals (SDG's) die Roularta Media Group sinds een aantal jaren nastreeft en monitort, is SDG 13 (klimaatactie). Het bedrijf kiest hierbij resoluut voor een duurzamer energie- en grondstof fenbeleid en streeft zo naar een significant kleinere ecologische voetafdruk, in het bijzonder CO 2 -neutraliteit in 2040 voor scope 1 en scope 2.

5.2.2.5. INTEGRALE AANPAK

Een doordacht emissiebeleid binnen een industriële omgeving vereist een integrale aanpak, waarbij technische oplossingen, regelgeving en sociale betrokkenheid hand in hand gaan. Door continu te evalueren en bij te sturen, blijft het beleid effectief en toekomstbestendig.

een aantal aangiftes en rapporteringen:

  • Inzake wettelijke conformiteit verwijzen we naar
  • IMJV (integraal milieujaarverslag, jaarlijks in te sturen naar de bevoegde Vlaamse overheid): voor de site Roeselare zijn er rubrieken rond emissiewaarden (voor lucht en water), afvalstoffengegevens, de water-
  • Opstellen van een solventenboekhouding (jaarlijks, t.b.v. Vlaamse overheid)
  • In het jaarverslag van de milieucoördinator worden alle zaken samengebracht en samengevat. Dit verplicht document wordt jaarlijks doorgenomen in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) tijdens de
  • balans en het energieverbruik

overlegmeeting van april.

5.2.3. E2-2: MAATREGELEN EN MIDDELEN WAT BETREFT VERONTREINIGING

Zoals reeds aangehaald vergt de implementatie van een goed beleid preventieve maatregelen om emissies aan de bron te minimaliseren. Een niet onbelangrijke maatregel is een efficiënter gebruik van grondstoffen. In het kader van luchtemissies spreken we dan vooral over een efficiënt gebruik van de heatset-inkt. Zo kan je je bijvoorbeeld afvragen of het drukken van 'zwart' het gevolg is van een mengeling van de vier kleuren of enkel van het gebruik van 'zwarte' inkt.

Naast een efficiënt gebruik van de grondstoffen zijn er ook de noodzakelijke beheersmaatregelen zoals filters en rookgasreiniging. Door te investeren in nieuwe technologieën, kan de emissie vaak ook structureel verminderen en zo zorgen voor een positief effect op het milieu én kostenbesparingen opleveren op lange termijn. Een voorbeeld hiervan is de stelselmatige vernieuwing van de naverbranders door betere installaties.

5.2.4. E2-3: DOELEN WAT BETREFT VERONTREINIGING

Qua concrete doelstellingen op vlak van emissies vertrekt Roularta Media Group bij het gegeven dat de materiële risico's zich situeren binnen het drukkerijgebeuren en bij de vele wettelijke normen. De onderneming heeft haar doelstellingen rond emissies dan ook geformuleerd in functie van de emissies zelf en niet gericht op de stoffen die kunnen leiden tot die emissies. Deze doelen zijn jaarlijks terugkerende doelen en zijn bijge volg niet gericht op het bereiken van een target tegen een bepaalde tijd. Roularta Media Group vertrekt van het gegeven dat elk jaar opnieuw dient gestreefd te worden naar het best moge lijke resultaat op het vlak van emissies. Er is bijgevolg ook geen bijzonder actieplan geba seerd op het bereiken van een termijndoel in de toekomst. Het actieplan is gericht op de actu ele dagdagelijkse opvolging van de emissies.

Daarbij wordt voortdurend gekeken welke potentieel betere technische oplossingen voorhanden zijn of welke duurzamere alter natieven kunnen worden gerealiseerd. Een mooi voorbeeld hiervan is het elimineren van isopropylalcohol (IPA). In het vochtwater bevinden zich meestal stoffen die de opper vlaktespanning beïnvloeden, zoals IPA en andere additieven. Deze vochtadditieven zor gen ervoor dat de flinterdunne waterfilm in het vochtwerk en op de drukplaat intact blijft, ondanks de hoge omwentelingssnelheid en druk. In het jaar 2021 (nadat er in de context van de COVID-19-pandemie heel veel vraag was naar IPA) slaagde Roularta Media Group erin het gebruik van IPA als vochtwateradditief volledig uit te schakelen. Omdat er ondertus sen ook een nog betere en fijnere afstelling op de machines mogelijk is, was het niet nodig om ter vervanging een ander product te gebruiken.

Roularta Media Group kijkt in dit verband naar zowel de Europese als de Belgische en vooral Vlaamse wetgeving en baseert haar doelstellingen op het inktverbruik. Het inktverbruik is tenslotte de basis voor alle andere vluchtige organische stoffen (VOS), zoals vochtwateradditieven en reinigingsmiddelen. In deze is het niet onbelangrijk om op te merken dat niet alle solventen 'verdampen' en sommige solventen, die gewoon worden afgevoerd en nabehandeld (zie ook hoofdstuk E5), dus niet worden meegenomen in deze doelstelling.

Het is vooral Vlarem II (en sinds 9 december 2024 Vlarem III) dat aan de basis ligt van een aantal meetverplichtingen. Het zijn deze metingen die worden getoetst aan de wettelijke emissiegrenswaarden.

5.2.4.1. EMISSIEGRENSWAARDEN

De emissiegrenswaarde die Roularta Media Group tot op heden als doelstelling vooropstelt, is de verhouding tussen de totale emissiegrenswaarde en het inktverbruik uitgedrukt in een percentage. Niet enkel de geleide of de diffuse emissie wordt in rekening genomen maar de totale emissie en dat ten opzichte van het inktverbruik. Ongeacht of het inktverbruik zelf stijgt of daalt, moet altijd aan de emissiegrenswaarde worden voldaan.

Deze verhouding mocht tot 8 december 2024 niet hoger liggen dan 10%. Sinds 9 december 2024 is 4% het plafond, een spectaculaire normverstrenging met in één klap meer dan 60%. Toch heeft Roularta Media Group als doel minstens 50% beter te doen dan de norm, ofwel 5% vóór 9 december en amper 2% sindsdien.

Om het resultaat te berekenen worden de geleide emissies en de diffuse emissies opgeteld en dat resultaat wordt dan gedeeld door het totale inktverbruik.

We stellen vast dat het resultaat voor 2024 gelijk is aan 1,05%. Dat is nog steeds ruim onder de ondertussen geldende Vlarem III norm van 4% en we behalen ook de doelstelling om het minstens 50% beter te doen dan de norm.

Merk op dat het resultaat van 2023 eveneens 1.05% bedroeg. We kunnen daaruit afleiden dat dit een zeer accurate indicator/ doelstelling is want ze kijkt niet naar de absolute cijfers maar naar de verhouding tussen 2 relevante parameters. Met name enerzijds de emissies en anderzijds het inktverbruik.

5.2.5. E2-4: VERONTREINIGING VAN LUCHT, WATER EN BODEM

De metingen gebeuren door de interne dienst en worden bezorgd aan een extern bedrijf dat instaat voor het opstellen van de rapporteringen.

De metingen bestaan voornamelijk uit het bijhouden van de gebruikte volumes van producten. Deze worden jaar na jaar bijgehouden.

De belangrijkste productgroepen die worden bijgehouden zijn:

  • Inkten
  • Reinigingsmiddelen
  • Vochtwateradditieven

Het aandeel van de reinigingsmiddelen bedraagt zo'n 10% van dat van de inkten, de vochtwateradditieven landen verhoudingsgewijs op 2,5%.

Zoals reeds aangehaald, verdampt niet alles. Waar dat bij inkten en vochtwateradditieven wel het geval is, verdampt slechts een derde van reinigingsmiddelen. De overige twee derde bestaat uit vervuild solvent dat wordt opgehaald of vermengd zit met andere afvalstoffen, zoals poetsdoeken, die eveneens worden opgehaald voor verdere verwerking.

Enkel vluchtige substanties (geleid of diffuus) vallen onder de noemer 'luchtemissie'. Opgevangen solvent niet. Hetzelfde geldt voor andere producten die een solventrest bevatten (bv. poetsdoeken). Omdat er voor deze stoffen en producten evenmin sprake is van een afzonderlijke berekening, komen ze niet aan bod in de solventboekhouding.

Water- en bodemverontreiniging zijn niet relevant voor Roularta Media Group en dus geen punt van discussie in dit rapport.

5.3. TOELICHTING EN RAPPORTERING M.B.T. E5 MATERIAALGEBRUIK, EEN CIRCULAIRE ECONOMIE

EN AFVALSTROMEN

In dit hoofdstuk worden het materiaalgebruik, de circulaire economie en in het bijzonder de afval-

stromen besproken.

5.3.1. E2 IRO-1

Tijdens de DMA-oefening werden de risico's van Roularta Media Group geëvalueerd in functie van duurzaamheid. Op basis van de scoring werd het gegeven afval in het drukproces en meer specifiek papierafval als een materieel gegeven beschouwd.

Op zich is dat niet verwonderlijk, aangezien bij het drukproces van magazines, hoe efficiënt dat ook verloopt, steeds een volume aan papier verloren gaat en rechtstreeks in de papierafvalstroom

terechtkomt.

5.3.1.1. BRONNEN VAN PAPIERAFVAL

De volgende bronnen van papierafval zijn van tel: • Het verlies van papier bij het voorbereiden van de papierbobijn aan de drukpers

De papierrollen worden bij de fabrikant ingepakt in een verstevigde beschermende verpakking. De medewerker die de papierrollen voorbereidt (de 'bobineur'), heeft een speciaal mes waarmee de verpakking verwijdert kan worden zonder te veel van het echte drukpapier te beschadigen. Desondanks gaat er altijd een klein aandeel papier verloren.

• Drukinschiet of opstartverlies bij het opstarten van de drukopdracht

Bij elke nieuwe drukopdracht moet de drukpers opnieuw op kleur komen, waardoor de eerste exemplaren nooit van voldoende hoge kwaliteit zijn. Het komt er in deze fase op aan om zo snel mogelijk de optimale kwaliteit te bereiken. Snelheid is werkelijk cruciaal omdat de drukpers zelf ook steeds sneller gaat draaien.

• Snijafval bij de afwerking

Bij het afwerken van een magazine worden de katernen verzameld in één magazine, dat dan nog langs drie zijden netjes 'gesneden' wordt. Snijafval is het gevolg en eveneens een belangrijke oorzaak van papierverlies.

Het verlies door drukinschiet en snijafval wordt bepaald door een aantal parameters, waaronder:

  • De keuze van het papierformaat en de technische mogelijkheden van de drukpers
  • De grootte van de oplage (het aantal exemplaren)
  • De kwaliteit van het papier (kwaliteitsvol papier = minder papierbreuk = minder heropstart = minder papierverlies)
  • Het gebruik van technologie, zoals het inline kleurmeetsysteem dat de kleur op de pers automatisch meet en er meteen gedrukt kan worden
  • Onvoldoende bobijnrest

Uitzonderlijk gaat er ook papier verloren op het einde van het drukproces, wanneer wordt vastgesteld dat de rest die nog op de bobijn overblijft niet opnieuw ingezet kan worden.

Meestal wordt de bobijn opnieuw gestockeerd in het papiermagazijn en later hergebruikt. Bij heel specifieke papiersoorten die op vraag van een klant werden ingezet, blijft de bobijn toch nog een tijd in stock, vooraleer deze te verkopen (in het slechtste geval als papierafval).

5.3.1.2. DRIE GROEPEN AFVAL

Papier is echter niet de enige vorm van afval. Dit hoofdstuk behandelt het totale volume aan afval, dat uiteenvalt in drie groepen:

  • Het afval dat rechtstreeks het gevolg is van het drukproces (bv. papier, inktafval, ontwikkelvloeistof, oplosmiddelen, verpakkingen, ... )
  • Het afval dat niet rechtstreeks het gevolg is van het drukproces en waarvan de hoeveelheid dus niet automatisch samenhangt met het volume drukwerk of drukorders (bv. ijzerafval van de oude droogovens, hout, batterijen, kabels, …)
  • Het afval van de burelen, inclusief het 'eenmalig afval' ten gevolge van bijvoorbeeld een verhuis van een kantoor of een afdeling of een vernietiging van documenten na hun wettelijke bewaartermijn. (bv. papier, gemengd stedelijk afval of voedingsafval en verpakkingsmateriaal.)

CSRD VERSLAG 244 2024

IM

WE CREATE MEDIA WITHPACT

Roularta Media Group stelt alles in het werk om het volume aan afval zoveel mogelijk te beperken. Zo zijn overal in de drukkerij bordjes zichtbaar met daarop het opschrift: papier is een kostbare grondstof. Bij afvalbeheer is het tenslotte cruciaal dat medewerkers dagelijks herinnerd worden aan de doelstellingen van het bedrijf.

5.3.2. E5-1: BELEID TEN AANZIEN VAN MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE ECONOMIE

Roularta Media Group hanteert het 3R-uitgangspunt: Reduce (verminderen), Reuse (hergebruiken) en Recycle (recycleren). Een beleid dat al vele jaren duidelijk tot uiting komt binnen verschillende geledingen van het bedrijf. Niet alleen in de drukkerij is dat beleid belangrijk maar ook in de kantooromgeving wordt dit beleid uitgerold. Zo is het aantal kantoorprinters gedaald, zijn de plastic bekers vervangen door stenen koffiekoppen, kennen de verwarming en koeling een optimale afstelling, kwamen er ledlampen in de plaats van gloeilampen, enz.

Omdat het afvalbeleid in dit opzicht ook veel breder is dan enkel de drukkerij ligt de eindverantwoordelijkheid hiervoor bij het Susco waardoor er voldoende aandacht is voor alle interne stakeholders.

5.3.3. E5-2: BELEID EN MIDDELEN INZAKE MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE ECONOMIE

Op vlak van materiaalgebruik en de circulaire economie is het credo wellicht: geen beleid zonder middelen. Niet voor niets kopte de persmededeling van 17 september 2024:

"Roularta Printing investeert dit najaar in een extra energie-efficiënte installatie om magazines in duurzame papieren wikkels te verpakken. Met deze investering anticipeert de drukkerij van Roularta Media Group op de uitfasering van plastic verpakking en verstevigt ze haar positie als innovatieve, duurzame drukpartner voor binnen- en buitenlandse mediatitels."

Daarmee werd verwezen naar een gespecialiseerd systeem voor het verpakken van magazines in papieren wikkels met een aanschaffingswaarde van 1,5 miljoen euro (Toelichting 15 in de jaarrekening– Machines).

Een bijzonder traject heeft te maken met de aluminium drukplaten. Roularta Media Group koopt deze drukplaten niet aan maar betaalt de leverancier voor het gebruik ervan. Op die manier voert het bedrijf ze niet af als afval en is het de leverancier die bij een levering ook de oude platen terug meeneemt voor recyclage. De fabricage van de platen valt wel onder E1 in scope 3, omdat Roularta Media Group dezelfde platen niet hergebruikt maar er nieuwe ontvangt.

Ook de warmterecuperatie bij de droogovens van de magazinepersen is een voorbeeld van circulariteit waarbij zowel reduce (minder gas) als reuse (hergebruik warmte) aan bod komen. Om de warmte niet zomaar verloren te laten gaan, wordt ze ingezet voor het verwarmen van de burelen in Roeselare. De warmtewisselaars die nodig zijn om dat mogelijk te maken, werden geïnstalleerd bij het plaatsen van de nieuwe droogovens met geïntegreerde naverbranders.

Het product met de grootste impact in het kader van "recycle", blijft echter het papier zelf. Al het papier dat Roularta Media Group gebruikt voor de eigen titels is FSC- en/of PEFC-gecertificeerd en bovendien 100% recycleerbaar.

En dan is er ook het bannen van plastic en het verduurzamen van de verpakking door het gebruik van paper wrap, wat een besparing oplevert van 30 kilometer plastic folie per 100.000 exemplaren. Hierbij beseft Roularta Media Group wel dat de medaille ook een keerzijde heeft en dat het produceren van het papier voor dit type verpakking in bepaalde omstandigheden meer CO2 -uitstoot veroorzaakt. Tegelijk is Roularta Media Group ervan overtuigd dat het precies in het kader van E5 absoluut noodzakelijk is om zoveel mogelijk plastic te vermijden. Het is dus zaak om een evenwicht te vinden tussen enerzijds de CO2 -uitstoot voor de productie van de verpakking en anderzijds de milieu-impact op vlak van afval en downstream-vervuiling.

Waar Roularta Media Group al in 2022 en 2023 de eerste stappen ondernam wat de vervanging van plastic betreft, zette deze trend zich in 2024 door met titels als Libelle en Trends. Intussen zijn ook een aantal belangrijke nationale en internationale klanten, zoals The Economist, overgestapt op de papieren vari-

ant.

Een laatste maar daarom niet minder belangrijk item is natuurlijk geheel van genomen maatregelen van de voorbije jaren in het kader van het optimaliseren van de afvalverzameling, -stockage en -ophaling. In dat licht stelde Roularta Media Group een overzicht op van alle afvalstromen, recipiënten, afhaalplaatsen en vereist intern transport, om zo een afval- en actieplan voor de organisatie van een efficiënt afvalpark te bekomen. Dit alles heeft de voorbije jaren geleid tot:

• Afvaleilanden in de productieomgeving, met onder meer vaste plaatsen voor houders en signalisatieborden met duidelijke

  • kleurencodes
  • PMD- en papierverzamelpunten, ook in de kantooromgeving
  • afvalstromen
  • geschikte rolcontainers
  • Extra containers in het afvalpark
  • bidons, …)
  • Een ruime, veilige wisselplaats voor containers en een geluidsberm die de lawaaihinder inperkt
  • portband
  • Andere recipiënttypes voor specifieke
  • Een perscontainer met kipinrichting en
    -
  • Een overdekte opstelling voor KGA en andere kleiner afval (bv. lampen, lege
  • Automatisatie afvoer van de inschiet van drukpersen via een ondergrondse trans-

5.3.4. E5-3: DOELEN WAT BETREFT MATERIAALGEBRUIK EN CIRCULAIRE ECONOMIE

De doelstellingen inzake materiaalgebruik en de circulaire economie focussen enerzijds op de wetgeving en anderzijds op de aard en het gebruik van de grondstoffen.

Wat betreft het voldoen aan de geldende wetgeving gaat het om de wettelijke voorschriften rond het gebruik, maar ook om de regels met betrekking tot de rapportering over dat gebruik en het bijhorende afvalbeheer.

De voornaamste wetgeving omtrent afval zit vervat in het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema).

In vb. artikel 4.3.2. staan de 29 afvalstromen vermeld die bedrijfsmatig selectief moeten ingezameld worden.

Maar daarnaast zijn er ook een aantal verplichte aangiftes zoals:

  • IMJV (integraal milieujaarverslag), jaarlijks tegen 15 maart in te dienen bij de bevoegde Vlaamse overheid
  • Aangifte van de afvalwaterparameters (debiet en vuillast) in functie van de jaarlijkse heffing, in te dienen bij VMM
  • Aangifte van verpakkingsafval van de secundaire en tertiaire verpakkingen bij IVcie (via Val-I-Pac): - Preventieplan Verpakking t.b.v. IVcie, via sectorfederatie Febelgra. 3-jarenplan met jaarlijkse evaluatie door Febelgra/

Fedustria.

  • Bijhouden van afvalstoffenregister met de gegevens van alle afvalophalers en -verwerkers
  • Bijhouden van register van periodiek onderhoud of vereiste EDTC-controles op basis van milieuvoorschriften (bv. tweejaarlijkse controle op de kathodische bescherming van ondergrondse afvaltanks)
  • Al deze verplichtingen vormen een eerste drijfveer om gericht een aantal zaken bij te houden of uit te voeren wat afvalstoffen betreft.
  • Wat betreft de doelstellingen rond de aard en het gebruik van de grondstoffen werden een aantal specifieke targets bepaald (zie ook hoofdstuk 2):
  • Al het papier voor eigen activiteiten moet PEFC- of FSC-gecertificeerd zijn
  • Al de inkt moet Blue Angel-gecertificeerd zijn
  • Minstens 80% van het papier moet worden aangekocht bij leveranciers die SBTi-gecertificeerd zijn
  • Minstens 50% van de inkt moet worden aangekocht bij leveranciers die SBTi-gecertificeerd zijn

De resultaten van bovenstaande doelstellingen zijn te vinden onder hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024".

Op het vlak van recycleerbaarheid werden tot op heden geen concrete targets bepaald maar uit de cijfers die in het hoofdstuk hierna worden besproken blijkt dat meer

dan 95% van de materiaaluitstromen gerecycleerd wordt.

Bovendien noteren we dat het 'gevaarlijk' afval beperkt is tot minder dan 1% van het totaal.

Wanneer we vergelijken met de voorgaande jaren dan is dat eigenlijk een constante.

Tot slot ligt de focus qua afvalbeheer minder op niet-gevaarlijke materialen, omdat die gepaard gaan met niet-gevaarlijk afval maar vooral op gevaarlijk afval en de mogelijke impact daarvan op het milieu. Het is ook niet verwonderlijk dat binnen de scope 3.5. 'uitstoot als gevolg van de verwerking productieafval' het grootste aandeel in emissies niet afkomstig is van papier maar wel van de andere soorten afval.(zie hoofdstuk 5.1.9.1.8)

5.3.5. E5-5: MATERIAALUITSTROMEN

Hiernaast de tabel met het overzicht afval uit eigen operaties uitgedrukt in ton.

Voor de berekening van de hoeveelheid werd gebruik gemaakt van de concrete data van de ophalingen door de diverse leveranciers met uitzondering van het kantoor Sint-Denijs-Westrem (Kortrijksesteenweg 104) waarbij gebruik werd gemaakt van een proportionele berekening vertrekkend van het volume afval van de kantoren van BMC (Raketstraat 40, Haren) en met uitzondering van het afval voor de Duitse burelen waar geen specifiek data werd gebruikt maar werd gewerkt met een aanname op basis van FTE ten opzichte van Roularta Media Nederland (om geen vertekend beeld te krijgen ten gevolge van de drukkerij-activiteiten)

6. S = SOCIAL

6.1. TOELICHTING EN RAP-PORTERING M.B.T. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: S1 - EIGEN PERSONEEL

In dit hoofdstuk komen de sociale aspecten van het ESG-model aan bod. Dat luik kent vier onderdelen:

  • S1: het eigen personeel
  • S2: het personeel in de waardeketen (voornamelijk de leveranciers)
  • S3: de maatschappij in het algemeen (vooral groepen, culturen en gemeenschappen)
  • S4: consumenten en eindgebruikers, een groep die bij Roularta Media Group uiteenvalt in B2B-klanten (opdrachtgevers, adverteerders, …) en B2C-klanten (lezers, surfers, kijkers, luisteraars, …)

De DMA situeerde de aandachtspunten voor Roularta Media Groep vooral onder de onderdelen S1 en S4, met een bijkomend entiteitspecifiek item voor S3.

6.1.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN, RISICO'S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL

Uit de dubbele materialiteitsanalyse bleek dat de thema's 'diversiteit' en 'het aantrekken en behouden van werknemers' materieel zijn voor het volledige personeelsbestand van Roularta Media Group, en dus niet louter voor bepaalde (minderheids)groepen of specifieke activiteiten binnen de organisatie.

Het vaste personeelsbestand van Roularta Media Group telt per 31 december 2024 1268 mensen over België en Nederland. Daarnaast doet Roularta Media Group een beroep op freelancejournalisten, -grafici en -fotografen voor het aanleveren van kwalitatieve content in België en Nederland.

6.1.1.1. IMPACT TRANSITIEPLANNEN

De verwachting op heden is dat de transitieplannen gericht op het verminderen van negatieve milieueffecten, het vergroenen van activiteiten en het realiseren van klimaatneutraliteit (E1) geen materiële gevolgen zullen hebben voor het eigen personeel.

6.1.1.2. INCLUSIEF PERSONEELSBELEID

Roularta Media Group hanteert een inclusief personeelsbeleid met als doel talentvolle medewerkers1 aan te trekken en aan boord te houden. De onderneming is ervan overtuigd dat een representatief personeelsbestand haar het beste wapent tegen de uitdagingen van een zeer competitieve mediawereld. Tegelijk krijgt het principe van diversiteit op zich veel aandacht, waarbij het tevens streeft naar een efficiënte samenwerking in een context van persoonlijke verschillen. Die basisfilosofie speelt niet alleen een rol bij de instroom van nieuwe medewerkers, maar ook bij de verdere doorstroom, groei en ontwikkeling van de huidige personeelsleden. Roularta Media Group weet dat een divers en inclusief personeelsbeleid leidt tot meer motivatie, betere performantie en duurzame vooruitgang.

Wanneer we de materiaaluitstroom van Roularta Media Group een beetje meer in detail bekijken volgens de drie groepen afval die we beschreven in hoofdstuk 5.3.1.2 hierboven en de cijfers van de tabel 'vertalen' naar die drie

groepen dan kunnen we de volumes als volgt opdelen:

➜Uitstroom rechtstreeks gelieerd aan drukkerij-productie volume: meer

➜ Uitstroom drukkerij-activiteit maar onafhankelijk van productie: iets

  • dan 94%
  • meer dan 2%
  • ➜ Uitstroom burelen: minder dan 5%

Wanneer we kijken naar het soort afval, dan vallen eigenlijk maar twee cijfers op: ➜ In de eerste plaats papier dat goed is voor meer dan 95% van het niet-gevaarlijk en recycleerbaar afval. Voor de oorzaak van dit grote volume aan papierafval: zie hoofd-

  • stuk 5.3.1.1 hierboven.
  • ➜ En in de tweede plaats het 'gevaarlijk

afval' dat slechts 0,73% vertegenwoordigt van het totaal afvalvolume.

We kunnen bijgevolg besluiten dat Roularta Media Group, omwille van de aard van haar drukkerij-activiteiten een niet onbelangrijke hoeveelheid 'afval' genereert maar bij nader inzien bestaat dit hoofdzakelijk uit papier (zie ook hiervoor hoofdstuk 5.3.1.1 'bronnen van papierafval') en bovendien wordt meer dan 95% van dat afval gerecycleerd.

OVERZICHT UIT EIGEN OPERATIES HOEVEELHEDEN IN TON

Gevaarlijk afval toegeleid naar verwijdering 59,56
voor verbranding 13,97
voor stort 0,00
voor andere behandeling 45,58
Gevaarlijk afval dat werd omgeleid van verwijdering 7,04
voor voorbereiding hergebruik 0,22
voor recycling 6,82
voor andere nuttige toepassing(en) 0,00
Niet-gevaarlijk afval toegeleid naar verwijdering 364,58
voor verbranding 100,17
voor stort 1,58
voor andere behandeling 262,83
Niet-gevaarlijk afval dat werd omgeleid van verwijdering 8630,94
voor voorbereiding hergebruik 3,48
voor recycling 8627,46
voor andere nuttige toepassing(en) 0,00
Totale hoeveelheid niet-gerecycleerd afval 427,84
Percentage niet-gerecycleerd afval 4,72
Totale hoeveelheid gerecycleerd afval 8634,28
Totale hoeveelheid gevaarlijk afval 66,60
Totale hoeveelheid radioactief afval 0,00
Totale hoeveelheid niet-gevaarlijk afval 8995,52
Algemeen totaal 9062,12

CSRD VERSLAG 248 2024 In het kader van de huidige 'war for talent' is het essentieel dat Roularta Media Group zich onderscheidt als een aantrekkelijke werkgever. Het aantrekken en behouden van talentvolle werknemers is cruciaal voor het mediabedrijf en dat om verschillende redenen.

Allereerst zorgt een sterk en getalenteerd team voor de creatie van hoogwaardige journalistieke producten en mediaproducten, wat de concurrentiepositie versterkt en groei en innovatie mogelijk maakt. Talentvolle medewerkers brengen nieuwe ideeën en perspectieven aan die essentieel zijn om de strategische wendbaarheid en capaciteit om in te spelen op veranderende marktomstandigheden en technologische ontwikkelingen te garanderen.

Daarnaast draagt een hoge retentiegraad bij tot een stabiele en productieve werkomgeving. Het terugdringen van personeelsverloop helpt om de kosten van werving en training van nieuwe medewerkers te minimaliseren. Dit stelt Roularta Media Group in staat om meer te investeren in de ontwikkeling en het welzijn van de huidige medewerkers, wat hun betrokkenheid en tevredenheid verder vergroot. Een betrokken en tevreden team leidt tot een hogere productiviteit, betere samenwerking en uiteindelijk betere resultaten voor het bedrijf.

Het aantrekken en behouden van talentvolle werknemers is dus niet alleen een operationele noodzaak, maar ook een strategische prioriteit die bijdraagt aan de groei, innovatie en duurzaamheid van het mediabedrijf. Het biedt Roularta Media Group de kans om haar doelen te bereiken en haar missie te vervullen, terwijl ze een positieve impact heeft op haar medewerkers en de bredere gemeenschap.

6.1.2. S1-1: BELEID TEN AANZIEN VAN EIGEN PERSONEEL

Roularta Media Group hecht veel belang aan het waarborgen van de rechten en het welzijn van haar medewerkers. Ze erkent de fundamentele mensenrechten zoals vastgelegd in de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP's), in de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) inzake fundamentele principes en rechten op het werk, en in de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen.

6.1.2.1. BASISAFSPRAKEN

Deze principes vormen de basis van het beleid en de bedrijfsvoering van Roularta Media Group. De basisafspraken zijn opgenomen in het arbeidsreglement, alsook voor België in een globaal preventieplan en voor Nederland in een risico-inventarisatie. Een belangrijk onderdeel zijn de beleidslijnen met betrekking tot de klokkenluidersprocedure, conform de Europese richtlijn 2019/1937 en aangevuld met het beleid rond vertrouwenspersonen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van dit beleid ligt bij het executive management committee bestaande uit de CEO, de COO, de voorzitter, de directeur Human resources en de CFO. Dit beleid geldt voor alle medewerkers 2.

6.1.2.2. KLOKKENLUIDERSPROCEDURE EN VERTROUWENSPERSONEN

Bij Roularta Media Group wordt de klokkenluidersprocedure en het systeem met vertrouwenspersonen, die vaste medewerkers van de organisatie zijn, gezien als cruciale instrumenten voor het waarborgen van een veilige en respectvolle werkomgeving waarin medewerkers zich gesteund voelen om problemen of misstanden te mel den.

Zo onderstreept Roularta Media Group haar toewijding aan het respecteren en het beschermen van de mensenrechten van al haar medewerkers en haar streven naar een inclusieve en rechtvaardige werkcultuur. Deze aanpak draagt dan ook direct bij aan de essentiële pijlers van het mensenrechtenbeleid:

6.1.2.2.1. EERBIEDIGING VAN MENSENRECHTEN EN ARBEIDSRECHTEN

De klokkenluidersprocedure biedt medewerkers een vertrouwelijk en toegankelijk kanaal om zorgen te uiten over mogelijke schendingen van mensen- of arbeidsrechten. Vertrouwenspersonen spelen hierbij een sleutelrol door te luisteren, te ondersteunen en passende vervolgstappen te coördineren, wat zorgt voor een directe bescherming en handhaving van de rechten van alle medewerkers.

6.1.2.2.2. BETROKKENHEID VAN MEDEWERKERS

Door vertrouwenspersonen uit het eigen personeelsbestand aan te stellen, versterkt Roularta Media Group de verbinding met haar medewerkers. Deze vertrouwenspersonen fungeren als laagdrempelige contactpunten die een brug slaan tussen het personeel en het management. Dit bevordert de dialoog en geeft medewerkers een actieve stem in het verbeteren van arbeidsomstandig-

heden en mensenrechtenpraktijken.

6.1.2.2.3. HERSTELMAATREGELEN VOOR MENSENRECHTENIMPACT

De combinatie van een goed functionerende klokkenluidersprocedure en de inzet van vertrouwenspersonen maakt het mogelijk om snel te reageren op mogelijke schendingen van mensenrechten binnen de organisatie. Door gerichte acties te ondernemen en herstelprocessen te faciliteren, waarborgt Roularta Media Group dat eventuele negatieve impact op medewerkers tijdig wordt aangepakt en waar nodig hersteld.

6.1.2.3. DISCRIMINATIEBELEID

Naast het klokkenluidersbeleid beschikt Roularta Media Group over een specifiek beleid om discriminatie (met inbegrip van intimidatie) uit te bannen en gelijke kansen te stimuleren. Het HR-departement is verantwoordelijk voor de ondertekening van het 'duurzaamheid Happie engagement' door elke werknemer. Hierbij verklaart de werknemer om mee te bouwen aan een betere wereld voor morgen, onder het motto 'One Team, One Family, One Planet'. De werknemer erkent zich te gedragen volgens de HAPPIE-principes, waarbij elke letter staat voor een uniek aspect van de bedrijfscultuur. De letter A bestrijdt discriminatie in de breedste zin van het woord: ras en etnische afkomst, huidskleur, gender, seksuele geaardheid, genderidentiteit, beperking, leeftijd, religie, politieke overtuiging, nationale afkomst of sociale afkomst, of andere vormen van discriminatie die onder Uniewet- en -regelgeving en nationale wetgeving vallen.

6.1.2.4. AANTREKKELIJKE WERKGEVER

Roularta Media Group profileert zich als een aantrekkelijke werkgever via een breed scala aan initiatieven: Roularta Media Group Ambassadeurs, een zorgvuldig uitgewerkt onboarding-proces, Fun@Work-activiteiten, Roularta Media Group Academies en de HAPPIE-principes gericht op zinvolle bijdragen, respect, vertrouwen, initiatief en innovatie. Door deze elementen centraal te stellen in zijn personeelsbeleid, slaagt het bedrijf erin niet alleen toptalent aan te trekken, maar ook een werkomgeving te creëren waarin medewerkers zich thuis voelen en optimaal kunnen groeien binnen de organisatie. Dit engagement zag zich vertaald in een mooie erkenning: in 2024 werd Roularta Media Group door Randstad Research uitgeroepen tot meest aantrekkelijke werkgever van West-Vlaanderen en behaalde het de 8ste plaats in Vlaanderen.

Belangrijk om weten is dat er vandaag geen sluitende uniformiteit is tussen de procedures en beleidslijnen in België en in Nederland. De voornaamste oorzaak schuilt in de aanwezige

Onder medewerkers worden verstaan: personen met een arbeidscontract, stagiairs, uitzendkrachten en freelancers.

IM W E CREATE MEDIA WITHPACT

cultuurverschillen (en uiteraard in de wettelijke verschillen en in het feit dat een aantal beleidslijnen ook de goedkeuring van de ondernemingsraad vergen, geen evidentie in het licht van die cultuurverschillen). Het is dus perfect mogelijk dat de afspraken omtrent thuiswerk in België fundamenteel verschillen van de afspraken rond hybride werken in Nederland. Hoe dan ook bestaan zowel in België als in de Nederland de nodige procedures om te waarborgen dat het welzijn van het eigen personeel centraal staat.

6.1.2.5. INTRANET

De procedures en beleidslijnen worden via de intranetpagina en in verschillende talen beschikbaar gesteld aan de medewerkers. Ook worden ze op de hoogte gebracht van deze beleidslijnen door middel van diverse trainings- en communicatie-initiatieven.

6.1.3. S1-2: PROCESSEN OM MET EIGEN PERSONEEL EN WERKNEMERSVERTEGENWOORDIGERS TE OVERLEGGEN OVER IMPACTEN

De open en transparante bedrijfscultuur van Roularta Media Group bevordert een sterke betrokkenheid van haar medewerkers. Daarbij is plaats voor zowel informele als formele communicatie, met in het informele luik frequente één-op-ééngesprekken tussen managers en medewerkers, teamvergaderingen en andere overlegmomenten. Op formeel vlak verzamelt het HR-departement op gestructureerde wijze feedback, via de jaarlijkse medewerkerstevredenheidsenquête, een specifieke enquête over het onboarding-proces en een suggestiebox waarin medewerkers vrijuit uiteenlopende onderwerpen kunnen aankaarten. Deze mix van open communicatie en regelmatige feedback stelt Roularta Media Group in staat om voortdurend in te spelen op de behoeften en ideeën van haar medewerkers en de werkomgeving te optimaliseren. De verantwoordelijkheid voor deze overlegvormen berust bij de directeur Human resources.

Elke derde donderdag van de maand voorziet Roularta Media Group een Catch-Up. In deze webinar krijgt de medewerker een stand van zaken over lopende projecten en kan de medewerker hier ook vragen over stellen.

De processen omtrent loopbaanontwikkeling bevorderen check-ins tussen managers en medewerkers. Er worden jaarlijks reflectiegesprekken georganiseerd, met daarin aandacht voor de groei, prestaties en toekomst van de medewerkers. Tot slot overlegt Roularta Media Group maandelijks met de ondernemingsraden.

6.1.4. S1-3: PROCESSEN VOOR HERSTEL VAN NEGATIEVE IMPACTEN EN KANALEN VOOR EIGEN PERSONEEL OM ZORGEN KENBAAR TE MAKEN

Roularta Media Group zet zich in voor waardig werk, zoals beschreven in SDG 8, en creëert een veilige werkomgeving waarin medewerkers zich gehoord en gesteund voelen. Medewerkers kunnen eventuele zorgen anoniem melden via de klokkenluidersprocedure, waarbij interne vertrouwenspersonen (die zijn gebonden door confidentialiteit) een belangrijke rol spelen om de drempel tot melden te verlagen. De interne vertrouwenspersonen bekleden geen managementfunctie, wat bijdraagt aan de toegankelijkheid voor medewerkers.

6.1.4.1. WAT IS KLOKKENLUIDEN?

De definitie van klokkenluiden luidt als volgt: "Het bekendmaken door huidige of voormalige medewerkers van illegale, immorele of niet-legitieme praktijken in een werkgerelateerde context die onder de controle vallen van hun werkgever of opdrachtgever."

6.1.4.2. ONDERSTEUNING VOOR KLOKKENLUIDERS

Roularta Media Group erkent de waarde van klokkenluiders. Hun meldingen stellen het bedrijf in staat om wangedrag actief op te sporen, te onderzoeken en maatregelen te nemen om dergelijke praktijken in de toekomst te voorkomen. Zonder deze meldingen zou dergelijk gedrag mogelijk onopgemerkt blijven.

6.1.4.3. MELDKANALEN

Het bedrijf moedigt medewerkers aan om wangedrag in eerste instantie te melden via de gebruikelijke hiërarchische kanalen, zoals hun directe leidinggevende of opdrachtgever. Als dit geen optie is, kunnen medewerkers terecht bij interne vertrouwenspersonen of de preventieadviseur psychosociaal welzijn (PAPS).

Ook meldingen via externe kanalen zijn mogelijk.

6.1.4.4. BESCHERMING VAN VERTROUWELIJKHEID

De identiteit van de klokkenluider en van de in de melding via een intern kanaal vernoemde betrokken (derde) partijen zal te allen tijde worden beschermd en vertrouwelijk worden gehouden.

6.1.4.5. RAPPORTERING EN OPVOLGING

De interne meldkanalen rapporteren minimaal eenmaal per jaar geanonimiseerd aan de preventiedienst. Deze rapportages omvatten een overzicht van de ontvangen meldingen, het onderzoek ervan en de genomen acties, zonder de identiteit van de betrokkenen prijs te geven. Alle meldingen, zowel formeel als informeel, worden opgenomen in het jaarverslag van de preventiedienst, inclusief de daaropvolgende acties. De meldingen in Nederland, afkomstig van een externe vertrouwenspersoon, worden jaarlijks geanonimiseerd opgenomen in de rapportage aan de organisatie.

Dit beleid is geïntegreerd in het arbeidsreglement. Door ondertekening van het reglement verklaren de werknemers van Roularta Media Group op de hoogte te zijn van deze richtlijnen.

6.1.5. S1-4: ACTEREN OP MATERIËLE IMPACTEN OP EIGEN PERSONEEL, EN BENADERINGEN OM WAT EIGEN PERSONEEL BETREFT MATERIËLE RISICO'S TE BEHEERSEN EN MATERIËLE KANSEN TE BENUTTEN, EN DE EFFECTIVITEIT VAN DIE MAATREGELEN

6.1.5.1. DIVERSITEIT Roularta Media Group zet zich actief in voor een inclusieve en diverse werkomgeving, waar alle medewerkers gelijke kansen krijgen om te groeien en te excelleren. Een inspirerend voorbeeld hiervan is Sidney Taverne, die met trots het motto 'Girl Power bij Roularta Printing' belichaamt. Op amper 19-jarige leeftijd maakt ze al deel uit van het vaste team aan de Lithoman 72. Studeren deed Sidney aan het VTI in Brugge, waarna ze afzwaaide in de richting Print Media. Haar verhaal illustreert het potentieel en de ambitie die Roularta Media Group graag ondersteunt: een jonge talentvolle vrouw die schittert aan de Roeselaarse drukpers.

Om diversiteit en inclusie verder te bevorderen, organiseert Roularta Media Group regelmatig fun@ work-evenementen. Een voorbeeld is 'Een avondje met #Straffemadammen', een evenement op Internationale Vrouwendag gericht op vrouwen binnen de organisatie. Met dit soort acties blijft Roularta Media Group niet alleen streven naar een diverse werkvloer, maar ook naar een cultuur waarin iedereen zich gewaardeerd en betrokken voelt.

De inspanningen worden meetbaar gemaakt via concrete doelstellingen, zoals het organiseren van een minimum aantal fun@work-sessies (zie ook hoofdstuk S1-5).

Met het oog op 2025 engageert Roularta Media Group zich om de reeds geboekte vooruitgang verder te versterken. Het bedrijf blijft zich actief richten op het bevorderen van een diverse en inclusieve werkomgeving, waarin iedereen gelijke kansen krijgt om bij te dragen en te groeien.

6.1.5.2. AANTREKKEN EN BEHOUDEN VAN WERKNEMERS

De organisatie volgt een uitdagend innovatietraject (zie ook onderwerp Digitale innovatie) en wil haar positie als marktleider in het magazinelandschap blijven verzekeren. Daarom wordt sterk ingezet op digitalisering, innovatie en nieuwe verdienmodellen. Het aantrekken van nieuw talent en het stimuleren van medewerkers om zich verder te ontwikkelen in een aangename, familiale omgeving met aandacht voor welzijn, continue opleiding en respect voor elkaars eigenheid, zijn daarbij prioritair.

Om nieuw talent te vinden, lanceerde Roularta Media group in 2024 de employer branding-campagne 'Ready to create media with impact? Press to switch!', met de focus op jonge, digitale profielen die houden van een uitdaging. Hun – voornamelijk digitale – skills zijn broodnodig om samen met de IT-, data- en marketingteams te bouwen aan het medialandschap van morgen.

Een doordachte en goed uitgewerkte aanwervingsprocedure is cruciaal voor het aantrekken van talent. Klemtonen daarin zijn rekening houden met de volledige candidate journey, de betrokkenheid van de desbetreffende business unit en een professionele aanpak. Het onboarding-proces wordt jaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd op basis van een tevredenheidsenquête. De tevredenheidsscore hiervan wordt gemonitord als een specifieke doelstelling (S1-5).

In 2024 werd een nieuw opleidingsinitiatief geïntroduceerd, waarbij elke bediende recht heeft op drie dagen training. Dat biedt meer kansen voor persoonlijke en professionele groei en geeft medewerkers de kans hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Het aantal uren training geldt daarbij als een nauwkeurig op te volgen doelstelling. Aansluitend is ook het Erasmus-traject een uniek initiatief dat bijdraagt tot individuele groei en ontwikkeling. Hierbij krijgen de medewerkers de kans om een dagje mee te draaien op een andere afdeling.

Roularta Media Group investeert op continue basis in nieuwe faciliteiten voor haar medewerkers. Zo werd in oktober 2024 de nieuwe bar Jos in BMC officieel geopend. Dit is een multifunctioneel restaurant waar zowel eigen medewerkers als bezoekers van 's morgens tot 's avonds welkom zijn. Ingericht met een sanitair blok, een magazinedisplay, hoge tafels, ronde tafels en terrastafels, een projectiescherm, microgolfovens, een koffiebar en waterdispenser, is het de plek bij uitstek om te connecteren. In samenwerking met Food&I kunnen de medewerkers er bovendien rekenen op een eigen chef, die elke dag een dagschotel op tafel tovert.

Om de impact van al deze acties te meten, wordt het aantal aanwervingen en de uitstroom jaarlijks geregistreerd en geanalyseerd.

Met het oog op de toekomst blijft de organisatie investeren in het ontwikkelen van de talenten en vaardigheden van haar medewerkers, zodat zij zich kunnen ontplooien en optimaal bijdragen aan het succes van de organisatie.

6.1.6. S1-5: DOELEN WAT BETREFT HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE NEGATIEVE IMPACTEN, HET BEVORDEREN VAN POSITIEVE IMPACTEN EN HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE RISICO'S EN KANSEN

Jaarlijks stelt het Sustainability Committee (Susco) concrete doelen vast om Roularta Media Group verder te laten groeien als duurzaam bedrijf. Dit comité bestaat uit elf gemotiveerde medewerkers, waaronder managers, leden van het Executive Management Committee, freelancers en personen met een arbeidscontract. Hierdoor wordt een diverse groep binnen het bedrijf vertegenwoordigd. Niet het volledige personeelsbestand is direct betrokken bij het formuleren van de targets. Het comité komt om de twee maanden samen. Tijdens deze bijeenkomsten worden duurzaamheidstargets geformuleerd, geëvalueerd en bijgesteld, afhankelijk van de prestaties van het bedrijf. Waar nodig worden verbeteringen voorgesteld om de duurzame ambities van de organisatie te versterken.

targets vastgesteld:

6.1.6.1. DIVERSITEIT

  • Voor 2024 zijn de volgende duurzaamheids-
  • Over de hele organisatie vinden jaarlijks minstens vijftien verschillende fun@work-sessies

plaats.

De fun@work-initiatieven ondersteunen een werkomgeving waarin samenwerking, diversiteit en inclusie centraal staan. De sessies zijn gericht op het versterken van de teamgeest en het welzijn van medewerkers, wat bijdraagt aan een positieve werkervaring en een sfeer van onderlinge ondersteuning en motivatie.

Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024" voor de resultaten.

6.1.6.2. AANTREKKEN EN BEHOUDEN VAN WERKNEMERS

• Nieuwe medewerkers in België geven het onboarding-proces een tevredenheids-

score van 90%3

Een positief onboarding-proces zorgt ervoor dat nieuwe medewerkers zich welkom en onderdeel van het team voelen, ongeacht hun achtergrond. Dat sluit enerzijds aan bij het streven van Roularta Media Group om een inclusieve werkplek te creëren, waar diversiteit wordt gevierd en discriminatie en pestgedrag actief worden bestreden, en anderzijds bij het streven naar werknemersretentie.

Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024" voor de resultaten.

Vanaf 2025 zal deze target worden uitgebreid naar Nederland.

• Per vaste werknemer in België bedraagt de opleidingsduur over een periode van drie jaar gemiddeld 18 uur.

Door in de professionele ontwikkeling van medewerkers te investeren, toont Roularta Media Group haar ambitie om ieders vaardigheden en kennis voortdurend te verbeteren. Zo gaat de werktevredenheid erop vooruit en worden medewerkers gemotiveerd om langer aan boord te blijven. Groeikansen gaan dan ook hand in hand met positieve werkervaringen en creëren een gevoel van waardering en steun.

Tegelijk is dit beleid een krachtig argument bij het aantrekken van nieuw talent, van mensen die op zoek zijn naar een werkgever die hun groei en loopbaanontwikkeling serieus neemt.

Zie hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024" voor de resultaten. 2022 geldt daarin als basisjaar. Vanaf 2025 zal de target worden uitgebreid naar Nederland.

6.1.6.3. OVERKOEPELENDE TARGETS

• Eén jaar na aanwerving is 90% van de vaste werknemers nog in dienst, twee jaar na aanwerving 80% en drie jaar na aanwerving 75%.

Deze doelstelling sluit naadloos aan bij het streven naar het behouden van werknemers.

Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024" voor de resultaten.

• De minimumscore van de jaarlijkse medewerkerstevredenheidsenquête bedraagt 75%.

Deze minimumdoelstelling is gebaseerd op de gemiddelde werknemerstevredenheidsscore in België (volgens onderzoek van SECUREX). Door deze maatstaf te hanteren, kan de organisatie objectief vaststellen of ze op het juiste niveau presteert.

De medewerkerstevredenheidsenquête wordt verstuurd naar alle medewerkers binnen Roularta Media Group. De vragenlijst, met ook specifieke vragen over de HAPPIE-principes, biedt waardevolle inzichten over hoe medewerkers hun werkomgeving ervaren en helpt bij het meten van de impact van het beleid en de initiatieven op vlak van diversiteit en inclusie.

De koppeling van de enquête met de HAPPIE-principes zorgt ervoor dat de resultaten direct aansluiten bij de kernwaarden van de organisatie en het beleid. Zo is het een waardevol instrument om de effectiviteit van genomen acties te evalueren en waar nodig verbeteringen door te voeren.

Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven. Zie hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024" voor de resultaten. 73% heeft de enquête ingevuld.

6.1.7. S1-6: KENMERKEN VAN DE WERKNEMERS VAN DE ONDERNEMING

6.1.7.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES

Tenzij anders vermeld, worden alle gegevens in dit verslag gerapporteerd in functie van het aantal personeelsleden (= headcount) per 31 december 2024. De data hebben uitsluitend betrekking op werknemers met een arbeidsovereenkomst bij Roularta Media Group (zie ook hoofdstuk 4.3.1.2.4 van de algemene toelichtingen). Activiteiten die in 2024 zijn afgestoten, worden niet meegenomen in de rapportage.

De verdeling van werknemers per land of regio is gebaseerd op de juridische entiteiten die hen tewerkstellen. Het gender van een werknemer komt voort uit de zelf en via de identiteitskaart verstrekte informatie. De noemer van de berekening van het personeelsverloop is het totale personeelsbestand op 31 december 2024.

Bij de rapportage van werknemerskenmerken zijn geen schattingen toegepast.

Vergelijkende cijfers worden niet gerapporteerd, aangezien 2024 het eerste jaar is waarin Roularta Media Group rapporteert onder de CSRD-richtlijnen.

6.1.7.2. WERKNEMERSKENMERKEN

Aantal personeelsleden volgens gender

Gender Aantal personeelsleden
Man 648
Vrouw 620
Overig * 0
Niet gerapporteerd 0
Werknemers (totaal) 1268

*Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf

Aantal personeelsleden per land

Land Aantal personeelsleden
België 1014
Nederland 254

Aantal personeelsleden volgens contractduur

Vrouw Man Overig * Niet gerapporteerd Totaal
Contract van onbepaalde duur (aantal personeelsleden)
589 629 0 0 1218
Contract van bepaalde duur (aantal personeelsleden)
31 19 0 0 50

*Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf

Personeelsverloop

2024
Personeelsleden die het bedrijf hebben verlaten 147
(exclusief afgestoten activiteiten)
% totaal personeelsverloop
12%

In de geconsolideerde jaarrekening is het aantal FTE's te vinden. Omdat de afgestoten activiteiten daar wel deel uitmaken van de berekening en een FTE hoe dan ook niet hetzelfde is als een personeelslid (= headcount), is dat aantal niet één op één vergelijkbaar met de hierboven vermelde cijfers.

6.1.8. S1-9: DIVERSITEITSMAATSTAVEN 6.1.8.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES

Tenzij anders vermeld, worden alle gegevens in dit verslag gerapporteerd in functie van het aantal personeelsleden (= headcount) per 31 december 2024. De data hebben uitsluitend betrekking op werknemers met een arbeidsovereenkomst bij Roularta Media Group (zie ook hoofdstuk 4.3.1.2.4 van de algemene toelichtingen). Activiteiten die in 2024 zijn afgestoten, worden niet meegenomen in de rapportage. Het gender van een werknemer komt voort uit de zelf en via de identiteitskaart verstrekte informatie.

Het 'hoger management' omvat alle leden van het managementteam, dat één niveau lager opereert dan het Executive Management Committee (zie hoofdstuk S1-1 voor de leden van het Executive Management Committee). In deze cijfers zijn zowel medewerkers met een arbeidsovereenkomst als zelfstandigen opgenomen.

Vergelijkende cijfers worden niet gerapporteerd, aangezien 2024 het eerste jaar is waarin Roularta Media Group rapporteert onder de CSRD-richtlijnen.

Genderverdeling op niveau van hoger management

Gender Aantal
medewerkers
hoger manage
ment in aantal
Aantal
medewerkers
hoger manage
ment in %
Man 10 77%
Vrouw 3 23%
Overig * 0 0%
Niet gerapporteerd 0 0%
Medewerkers (totaal) 13 100%

*Gender zoals opgegeven door de werknemers zelf

Aantal personeelsleden per leeftijdsgroep

Leeftijd Aantal personeelsleden
< 30 jaar 96
30-50 jaar 578
> 50 jaar 594
Werknemers (totaal) 1268

6.1.9. S1-17: INCIDENTEN, KLACHTEN EN ERNSTIGE IMPACTEN OP HET GEBIED VAN MENSENRECHTEN

6.1.9.1. METHODOLOGIE EN ASSUMPTIES

De data worden gerapporteerd over de periode van 1 januari tot en met 31 december. Afgestoten activiteiten maken geen deel uit van de rapportage.

Om de anonimiteit te garanderen, worden geen gegevens bijgehouden over de soorten interventies. Daardoor is het niet mogelijk om een opdeling te maken tussen interventies gelinkt aan discriminatie en andere interventies.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen formele en informele interventies. Een formele interventie houdt in dat er een externe vertrouwenspersoon, preventieadviseur psychosociaal welzijn (PAPS) of een andere externe expert wordt ingeschakeld om de melding aan te pakken. Bij een informele interventie wordt de melding intern opgelost, zonder de tussenkomst van een externe specialist. In dit geval beoordeelt de interne vertrouwenspersoon dat het niet noodzakkelijk is om externe hulp in te schakelen. Voor Nederland is er geen informatie beschikbaar over informele interventies, enkel over formele interventies.

2024
Informele interventies 7
Formele interventies 1
Totale interventies 8

Er waren in 2024 geen schadevergoedingen noch geldboetes naar aanleiding van een melding. Tegelijk kan geconcludeerd worden dat er geen incidenten waren die te maken hadden met mensenrechten of het niet naleven van de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP's), de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie inzake fundamentele principes en rechten op het werk of de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen.

6.2. TOELICHTING EN RAPPORTERING M.B.T SOCIALE AANGELEGENHEDEN: S3- GETROFFEN GEMEENSCHAPPEN

Uit de dubbele materialiteitsanalyse (DMA) bleek dat de binnen de ESRS voorziene thema's rond het sociale luik 'getroffen gemeenschappen' niet relevant zijn voor Roularta Media Group. Op basis van de IRO's kwam voor het luik S3 echter wel een relevant entiteitspecifiek aspect boven water, dat volgens de CSRD-regelgeving als bijkomende informatie moet worden gerapporteerd.

6.2.1. AANVULLENDE ENTITEITSPECIFIEKE INFORMATIE: BRAINPRINT EN COMMUNITY BUILDING

Naast de materiële topics binnen de scope van de ESRS-standaarden werden naar aanleiding van de materialiteitsanalyse en de risicoanalyse nog twee specifieke onderwerpen als materieel gescoord: brainprint & community building en digitale innovatie & IT-betrouwbaarheid. Uitermate belangrijke topics, die dan ook nauw samenhangen met de kern van het bedrijf.

'Brainprint & community building' past inhoudelijk het best onder 'S3 getroffen gemeenschappen'. De naam van dat luik is, gezien de negatieve connotatie van het woord 'getroffen', een ongelukkige vertaling van 'affected communities'. Omdat de

DMA hierbij wees op een entiteitspecifiek aspect met een positieve impact op klanten en de maatschappij, is de noemer 'betrokken gemeenschappen' meer op zijn plaats. De gemeenschap actiever betrekken bij diverse elementen van duurzaamheid om op die manier ook aan community building te doen, is tenslotte de essentie van de beoogde brainprint.

6.2.2. IRO

Bijzonder is dat 'Brainprint & community building' zowel scoort op impact als op risico en opportuniteit.

6.2.2.1. IMPACT

Het gaat hierbij om de mate waarin Roularta Media Group op vlak van duur zaamheid een maatschappelijke impact realiseert.

Een brainprint is voor alle duidelijkheid niet hetzelfde als het verschaffen van toegang tot kwaliteitsinformatie aan de eindgebruiker. Het betreft eerder een afgeleide van footprint en gaat dus over het leveren van een bijdrage aan verduurzaming door anderen erover te informeren. Eerder dan te focussen op de eigen operationele activiteiten en hoe die de duurzaamheidsambities kracht bijzetten, ligt de nadruk op het actief promoten van duurzaamheid. In dat kader nemen mediabedrijven een unieke positie in, een rol waarmee Roularta Media Group echt het verschil wil maken.

6.2.2.2. RISICO

Een voornaam onderdeel van een DMA-oefening is de evaluatie van de (financiële) impact van de buitenwereld op Roularta Media Group. Daarbij kwam snel aan het licht dat de financiële impact van de lezers een grote invloed heeft op zowel de uitgaven als de inhoudelijke output van het bedrijf.

Inhoudelijk is het belangrijk dat Roularta Media Group haar onafhankelijkheid niet opgeeft in communicatie over bepaalde duurzaamheidsinitiatieven. Het is niet de bedoeling dat het bedrijf als een klankbord van ideologisch geïnspireerde partijen en groeperingen fungeert. De evenwichtsoefening moet telkens gemaakt worden om uit te komen bij communicatie die een bevordering van het algemeen belang beoogt.

6.2.2.3. OPPORTUNITEIT

In lijn met haar kernwaarden staat Roularta Media Group erop elke uitdaging als een opportuniteit aan te grijpen. Aangezien duurzaamheid een van dé uitdagingen bij uitstek is, geldt de brainprint als een unieke opportuniteit om het verschil te maken. Klanten proberen te betrekken in het streven naar een betere wereld, is dus zowel een risico als een kans.

6.2.3 BELEID

Gezien haar unieke positie als mediabedrijf besloot Roularta Media Group de brainprint in 2021 expliciet naar voren te schuiven als een van de belangrijkste speerpunten van haar duurzaamheidsbeleid. "Roularta Media Group bouwt mee aan slimmere en bewustere generaties via betrouwbare, relevante informatie en doelgerichte activiteiten die duurzaam gedrag stimuleren."

Naast dat motto is er het Roularta Media Group Charter, dat de brainprint en het engagement van het bedrijf en al zijn medewerkers hierin concretiseert naast topics als duurzame productie en klimaatneutraliteit. De verantwoordelijkheid voor de implementatie en opvolging van dit beleid berust bij het Sustainability Committee (Susco).

Roularta Media Group was een van de eerste mediabedrijven die dit begrip lanceerde als krijtlijn van het duurzaamheidsverhaal. Het is bemoedigend om te zien dat andere media intussen ook op deze kar zijn gesprongen, zoals blijkt uit een artikel van We Media ('Media voor een betere wereld: de stappen in 2023').

6.2.4 ACTIES

Bij duurzaamheid denken we spontaan aan het milieu en ook uitgevers besteden hier heel wat aandacht aan. In navolging van het 'Brainprint'-initiatief van Roularta Media Group duiken ook in andere landen initiatieven op waarbij uitgevers hun lezers willen aanmoedigen duurzamer te handelen. Het Zwitserse Blick gaat hier allicht het verst in. Zij lanceerden Improve, een online platform met enkel nieuws over duurzaamheid. National Geographic promoot net als heel wat andere titels een duurzame levensstijl, meer bepaald bij hun jongste lezers, die van National Geographic Little Kids.

CSRD VERSLAG

Verder werd Roularta Media Group hier op 6 juni 2024 voor gelauwerd met een AMMA-award in de categorie Media Sustainability. De jury prees daarbij haar voortrekkersrol op vlak van duurzame innovatie en de inzet om partners en mediaconsumenten te sensibiliseren en te activeren rond duurzaamheid via initiatieven als Maai Mei Niet, Brooddoosnodig en de Trends Impact Awards.

Die sensibilisering stopt overigens niet bij de lezers. Ook adverteerders worden betrokken via seminaries en nieuwe formules die hen toegevoegde waarde bieden. Denk maar aan de papierwikkels, die nieuwe advertentiemogelijkheden met zich meebrengen.

In samenwerking met AP Hogeschool organiseert Roularta Media Group voorts jaarlijks de Masterclasses Sustainable Communication, gericht op allerlei organisaties en professionals en met het oog op de gezamenlijke ambitie om aan duurzaamheidssensibilisering en -activatie te doen via een brainprint. Roularta Media Group kan hiervoor rekenen op een bereik van 3,8 miljoen mediaconsumenten (bron: CIM 2023).

De beoogde brainprint gaat hand in hand met community building. Hoewel het daarbij eerder om het deelnemen dan om de uitkomst draait, is het resultaat vaak een veel grotere impact. Dat komt omdat onder het motto 'vele kleintjes maken een groot' een gevoel van samenhorigheid ontstaat rond een gezamenlijk doel.

6.2.4. DOELSTELLINGEN EN TARGETS

De doelstelling is meebouwen aan een betere wereld van morgen. Daarbij leeft het engagement om volgens het DNA van elke titel een wezenlijke bijdrage te leveren via de publicaties en de lezer zo te inspireren om mee een stapje richting een meer duurzame toekomst te zetten.

De targets zijn:

  • Elk jaar over alle titels heen minstens 2.000 artikels publiceren die een aspect van duurzaamheid belichten. Zie hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024" voor de resultaten
  • Elk jaar minsten 200.000 lezers aanzetten om deel te nemen aan een actie binnen een ESG-topic (bv. Maai Mei Niet). Zie hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024" voor de resultaten.

6.3. TOELICHTING EN RAPPORTER-ING M.B.T. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: S4- KLANTEN EN EIN-DGEBRUIKERS

6.3.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN, RISICO'S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL

Consumenten en eindgebruikers zijn de personen die gebruikmaken van de producten of de diensten van Roularta Media Group. Deze ruime doelgroep valt uiteen in B2B-klanten (zoals opdrachtgevers en adverteerders) en B2C-klanten (zoals lezers, surfers, kijkers en luisteraars).

6.3.1.1. KWALITATIEVE EN VERANTWOORDE CONTENT

Roularta Media Group streeft ernaar kwalitatieve informatie te delen die alle stakeholders in staat stelt om op basis van betrouwbare gegevens weloverwogen beslissingen te nemen. Het doel is een positieve impact hebben op zowel de stakeholders als de samenleving.

Het verspreiden van verantwoorde content door middel van onafhankelijke journalistiek is essentieel. Onafhankelijke, vrije en pluralistische media spelen een cruciale rol in het verstrekken van betrouwbaar nieuws. Ze bevorderen een robuust openbaar debat en creëren mee goed geïnformeerde burgers. Met objectieve berichtgeving draagt Roularta Media Group bij aan de educatie en de betrokkenheid van het publiek bij maatschappelijke en politieke vraagstukken.

Roularta Media Group reflecteert voortdurend over de gevolgen van haar contentcreatie en -distributie om de rechten en de belangen van mediagebruikers, klanten en derden te beschermen. Ze vermijdt het verspreiden van schadelijke content die kwetsbare groepen, zoals minderjarigen of minderheden, zou kunnen schaden.

6.3.1.2. PRIVACY

Als mediabedrijf beschikt Roularta Media Group over een grote hoeveelheid informatie van medewerkers, B2B-klanten en lezers. Deze data worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behandeld. De privacy van de betrokkenen is een belangrijk goed.

Vertrouwen is een essentiële pijler in de relatie tussen Roularta Media Group en haar consumenten of eindgebruikers. Een ondermijning van dit vertrouwen, bijvoorbeeld door een datalek of schending van journalistieke principes, kan dan ook leiden tot aanzienlijke reputatieschade. Zelfs de perceptie van een integriteitsschending kan er al voor zorgen dat mensen afhaken, met directe gevolgen voor de omzet en de marktpositie van het bedrijf. In een sector waar geloofwaardigheid en betrouwbaarheid cruciaal zijn, is het waarborgen van deze waarden niet alleen een verantwoordelijkheid, maar ook een strategische noodzaak.

6.3.2. S4-1: BELEID TEN AANZIEN VAN CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS

6.3.2.1. PRIVACY

Roularta Media Group bevordert een cultuur waarin de privacyrechten van individuen centraal staan. In lijn met de General Data Protection Regulation (GDPR) respecteert ze deze rechten door zorgvuldig om te gaan met de persoonsgegevens die haar worden toevertrouwd. Hiervoor heeft Roularta Media Group beleidslijnen en procedures ontwikkeld, waaronder een uitgebreid privacybeleid waarin ook het surf- en cookiebeleid is opgenomen.

Het beleid dekt de verwerking van persoonsgegevens van allerlei groepen betrokkenen, zoals klanten, bezoekers van websites, gebruikers van digitale toepassingen, deelnemers aan evenementen en acties, en leveranciers. De belangrijkste doelstellingen zijn de bescherming van persoonsgegevens en het waarborgen van de rechten op inzage, correctie en verwijdering.

In 2024 kwam er een herzien privacybeleid voor het personeel. Dat schept duidelijkheid rond het zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens binnen de eigen organisatie. De Data Protection Officer (DPO) is verantwoordelijk voor de naleving en de implementatie van deze beleidslijnen.

Daarnaast werd ook het informatieveiligheidsbeleid herbekeken. Dat beschrijft de organisatorische en technische maatregelen die Roularta Media Group treft om persoonsgegevens optimaal te beschermen. Naast het naleven van privacyregels richt het beleid zich op het beveiligen van waardevolle gegevens tegen onbedoelde openbaarmaking, diefstal of verlies. Die klemtonen dragen tegelijk bij aan de continuïteit van de bedrijfsprocessen en stelt Roularta Media Group in staat om te allen tijde een betrouwbare en veilige dienstverlening te voorzien. Het IT-departement is verantwoordelijk voor de naleving en de implementatie van het informatieveiligheidsbeleid. In 2025 komt er een volledig nieuw informatieveiligheidsbeleid, afgestemd op de normen van ISO 27001.

Roularta Media Group staat erop de privacy en de fundamentele rechten van consumenten en eindgebruikers in elke stap van de dienstverlening te waarborgen. Het beleid is ontworpen om risico's te identificeren en te beperken en waar nodig herstellende maatregelen te voorzien. In de loop van 2024 waren er geen gevallen van een niet-naleving van de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP's), de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie inzake fundamentele principes en rechten op het werk of de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen die consumenten en/of eindgebruikers betreffen. In 2024 kreeg Roularta Media Group slechts één vraag vanuit de Eerstelijnsdienst van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA), waarop prompt en uitvoerig geantwoord werd. Het ging om een informatieve vraag gelinkt aan een klacht tegen een ander bedrijf.

6.3.2.2. KWALITATIEVE INHOUD EN JOURNALISTIEKE INTEGRITEIT

Het leveren van kwalitatief hoogwaardige en accurate inhoud staat centraal in de missie van Roularta Media Group. Met een sterke focus op contentverantwoordelijkheid en onafhankelijke journalistiek bouwt Roularta Media Group verder aan haar reputatie van betrouwbare informatiebron.

Cruciaal daarin zijn de ethische richtlijnen van de Raad voor de Journalistiek. Die zijn opgenomen in de Code van de Raad voor de Journalistiek en waarborgen contentverantwoordelijkheid en onafhankelijke journalistiek.

  • Contentverantwoordelijkheid verwijst naar de verplichting om ervoor te zorgen dat de publicaties (print, online, uitzendingen) nauwkeurig, eerlijk en ethisch zijn en geen schade veroorzaken.
  • Onafhankelijke journalistiek is journalistiek die vrij is van (ongepaste) invloed of controle door externe partijen, inclusief overheden, bedrijven, politieke partijen of andere machtige entiteiten.

Deze richtlijnen worden door de hele organisatie gedragen, wat haar journalistieke integriteit versterkt. De hoofdredacteurs binnen de organisatie zien daar ook nauwgezet op toe. Dit blijkt ook uit het feit dat er in 2024 geen gegronde klachten binnenkwamen via de Raad voor de Journalistiek of de Conseil Déontologique.

6.3.2.2.1. DE WERKING VAN DE RAAD VOOR DE JOURNALISTIEK EN DE CONSEIL DÉONTOLOGIQUE

De Raad voor de Journalistiek behandelt klachten tegen de Vlaamse/Nederlandse media. Met de Conseil Déontologique bestaat er ook een Waalse tegenhanger.

Een klacht moet verband houden met een inbreuk door een journalist of media tegen de code van het orgaan. Na ontvangst brengt de secretaris-generaal van het orgaan het medium in kwestie en de betrokken journalist(en) op de hoogte van de klacht. Daarna start een schriftelijke procedure waarbij de verweerder en de klager hun standpunten uiteenzetten.

Na de schriftelijke procedure volgt een hoorzitting voor een door het orgaan samengestelde commissie. Die beslist op basis van de uiteengezette schriftelijke argumentatie en de hoorzitting of er effectief sprake is van een inbreuk. De commissie bereidt een ontwerpbeslissing voor, die daarna aan de volledige Raad voor de Journalistiek wordt voorgelegd. De beslissing of het al dan niet om een gegronde klacht ging, wordt uitvoerig gemotiveerd en daarna op de website van de Raad voor de Journalistiek gepubliceerd. Het medium in kwestie krijgt de vraag om een samenwerking van de beslissing te publiceren.

Vaak zijn klachten niet gegrond. De motivering kan onder meer betrekking hebben op onderstaande zaken.

  • Vrijheid van meningsuiting: een geuitte mening in een journalistiek format dat geen feitenverslag is
  • Relevantie voor het publiek: privacygevoelige berichtgeving met evenwel een groot maatschappelijk belang
  • Feiten die al publiek waren
  • Correct en transparant bronnengebruik

6.3.2.2.2. EEN ANTWOORD OP MIS- EN DESINFORMATIE

In een tijdsgewricht waarin mis- en desinformatie wijdverspreid zijn, biedt Roularta Media Group een concreet antwoord via de factcheck-rubriek van Knack. Deze wekelijkse rubriek werkt volgens de Code of Principles van het International Fact-Checking Network (IFCN). Sinds februari 2024 is Knack ook een erkend lid van het European Fact-Checking Standards Network (EFCSN). Dat opereert onafhankelijk van IFCN, maar onderhoudt wel nauwe contacten met dat netwerk en vertegenwoordigt factcheckers daarnaast in gesprekken met Europese overheden en technologiebedrijven over beleid tegen desinformatie. De Europese normen van EFCSN zijn zelfs nóg scherper dan die van IFCN. Zo blijft Knack, en bij uitbreiding Roularta Media Group, een pionier in het leveren van betrouwbare informatie en het bestrijden van desinformatie, zowel in België als daarbuiten. De hoofredacteur van Knack is verantwoordelijk voor de naleving en de implementatie van deze beleidslijnen.

6.3.3. S4-2: PROCESSEN OM MET CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS TE OVERLEGGEN OVER IMPACTEN

6.3.3.1. PRIVACY

Roularta Media Group hanteert een transparante aanpak om eindgebruikers te informeren over haar privacybeleid. Dit gebeurt via diverse kanalen, waaronder de verwerkingsovereenkomsten en privacyverklaringen op de websites.

In het privacybeleid komt helder aan bod welke persoonlijke gegevens worden verzameld, gebruikt en eventueel gedeeld. Daarnaast voorziet Roularta Media Group duidelijke informatie over de rechten van eindgebruikers en de keuzes die ze hebben met betrekking tot het delen van hun gegevens.

De privacyverklaringen van Roularta Media Group zijn niet alleen bedoeld om duidelijkheid te verschaffen, maar ook om eindgebruikers de kans te geven vragen te stellen en hun privacyrechten uit te oefenen. Een link naar het privacybeleid is te vinden op elke webpagina en in de apps.

Via de My Account-omgeving van Mijn Magazines kunnen eindgebruikers hun privacyvoorkeuren beheren. Voor specifieke verzoeken, zoals inzage, correctie, verwijdering of bezwaar, is een aanvraag per e-mail nodig. Roularta Media Group heeft een Data Protection Officer (DPO) aangesteld die verantwoordelijk is voor de behandeling van dergelijke aanvragen. Elke aanvraag wordt binnen de dertig dagen beantwoord.

6.3.3.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE INFORMATIE

Naast transparantie rond privacy garandeert Roularta Media Group een ruime toegang tot informatie en kennis. Via haar website en sociale mediakanalen blijft de organisatie ook actief en toegankelijk voor een breed publiek. Het beheer en de coördinatie van deze communicatiekanalen vallen hoofdzakelijk onder de verantwoordelijkheid van de afdeling corporate communication.

De Roularta Media Group Academy-webinars zijn niet enkel gericht op het eigen personeel, maar ook beschikbaar voor externe stakeholders. Daarmee breidt de organisatie haar kennisdeling verder uit. Ook worden regelmatig persberichten gepubliceerd.

Om feedback te verzamelen, zijn diverse kanalen ingericht, zoals een FAQ-sectie, chatbots, e-mail en telefonische ondersteuning. Voor het eigen personeel zijn er bovendien aanvullende mechanismen om feedback te geven en te ontvangen. Die worden uitvoerig toegelicht in hoofdstuk S1 van dit verslag.

Roularta Media Group zet haar transparante aanpak ook door in haar factchecking-processen. Hoewel factcheckers streven naar nauwkeurigheid, kunnen ook zij fouten maken. Knack hanteert in dat licht het principe dat fouten ruiterlijk worden erkend en zo snel mogelijk en transparant worden gecorrigeerd.

Klachten, complimenten, opmerkingen en vragen kunnen per e-mail worden meegedeeld. De auteur van de factcheck leest en behandelt elk bericht in overleg met de deelen hoofdredactie. Indien nodig wordt contact opgenomen met de inzender.

6.3.4. S4-3: PROCESSEN VOOR HERSTEL VAN NEGATIEVE IMPACTEN EN KANALEN VOOR CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS OM ZORGEN KENBAAR TE MAKEN

6.3.4.1. PRIVACY

Roularta Media Group treft passende technische en organisatorische maatregelen om privacygerelateerde risico's effectief te beheren en te minimaliseren. Die hebben onder andere betrekking op het beveiligen van persoonsgegevens en het vermijden van datalekken.

Door jaarlijkse risicoanalyses uit te voeren voor de gehele organisatie en maandelijkse rond bekende kwetsbaarheden, worden risico's geïdentificeerd, geëvalueerd en geprioriteerd. De effectiviteit van de getroffen maatregelen wordt continu gemonitord.

Organisatierisico's zijn te vinden in een dynamisch, regelmatig bijgewerkt document. Bekende kwetsbaarheden worden automatisch geregistreerd en bijgewerkt in het cloudbeveiligingsdashboard.

6.3.4.1.1. INCIDENTBEHEER EN HERSTEL

Wanneer vermoedens ontstaan van inhoudelijke incidenten die de vertrouwelijkheid of de integriteit van persoonsgegevens kunnen schaden, stelt de IT-afdeling een dossier op om de daadwerkelijke feiten te onderzoeken. Tijdens dit onderzoek kunnen meteen tijdelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen om verdere onregelmatigheden te voorkomen.

Afhankelijk van de aard en de oorzaak van een incident wordt de verantwoordelijke voor personeelsbeleid, klanten en leveranciers of lezers geïnformeerd. Die kan indien nodig een vervolgprocedure opstarten met verdere stappen en/ of tuchtmaatregelen, waarbij de eindgebruikers worden geïnformeerd conform de wettelijke, reglementaire en contractuele vereisten.

Om bedrijfsprocessen en gegevens optimaal te beschermen, heeft Roularta Media Group een herstel- en continuïteitsplan ontwikkeld voor alle centraal beheerde, kritieke toepassingen en data. Dit plan waarborgt de bedrijfscontinuïteit bij incidenten en zorgt ervoor dat de impact minimaal is. Met deze integrale aanpak streeft de groep naar een veilige en betrouwbare omgeving voor zowel gegevensbeheer als bedrijfsvoering.

De onderneming beoordeelt of consumenten en eindgebruikers voldoende bekend zijn met en vertrouwen hebben in de beschikbare structuren en processen om hun zorgen of behoeften kenbaar te maken en oplossingen te verkrijgen. Aangezien er via deze kanalen daadwerkelijk aanvragen en meldingen binnenlopen (en doorlopend beantwoord worden), lijkt dat absoluut het geval. Verder wijzen cookiebanners en dergelijke de eindgebruiker regelmatig op privacygerelateerde kwesties en is aanvullende informatie vlot toegankelijk via de bedrijfswebsite.

Hoewel de onderneming geen formeel beleid heeft voor de bescherming tegen represailles bij het gebruik van de meldingskanalen, wordt bij privacygerelateerde meldingen strikt toegezien op anonimiteit en vertrouwelijkheid. Bovendien ligt het behandelen van deze meldingen in handen van ervaren medewerkers die zijn aangeduid om zorgvuldig en discreet om te springen met dit soort kwesties. Er is kortom sprake van een veilige omgeving waarin mensen hun zorgen kunnen delen zonder angst voor nadelige consequenties.

6.3.4.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE INFORMATIE

Binnen Roularta Media Group bestaan er diverse procedures om meldingen van eindgebruikers op te volgen. Een concreet voorbeeld is te vinden in de rubriek Factcheck, waar specifieke richtlijnen zijn opgesteld voor het verwerken van correcties.

Wanneer aangevoerde argumenten of nieuwe informatie de aanpassing van een eerder gepubliceerde factcheck vereisen, wordt de tekst online bijgewerkt. Bij grote fouten gebeurt dat op een zichtbare wijze, met een toelichting onderaan het artikel die uitlegt wat er mis is gegaan en waarom de correctie noodzakelijk is. Als de factcheck ook in een papieren magazine verschenen is, wordt een rechtzetting gepubliceerd in de daarvoor bestemde rubriek in het eerstvolgende nummer. Bovendien kent de website van Knack een overzicht van substantieel gecorrigeerde factchecks.

In de periode van mei 2022 tot november 2023 werden drie factchecks substantieel aangepast. Sinds november 2023 staat de teller op nul.

6.3.5. S4-4: ACTEREN OP MATERIËLE IMPACTEN OP CONSUMENTEN EN/OF EINDGEBRUIKERS EN BENADERINGEN OM MET BETREKKING TOT CONSUMENTEN EN EINDGEBRUIKERS MATERIËLE RISICO'S TE BEHEERSEN EN MATERIËLE KANSEN TE BENUTTEN, EN DE EFFECTIVITEIT VAN DIE MAATREGELEN

6.3.5.1. PRIVACY

In 2024 richtte Roularta Media Group een Privacy Board op, een belangrijke stap om de naleving van privacyregels te kunnen waarborgen, risico's effectiever te beheersen en herstelprocessen te faciliteren. De Privacy Board speelt een centrale rol in het evalueren en het opvolgen van het privacybeleid binnen de organisatie, fungeert als een beslissingsorgaan en initieert verdere initiatieven en acties ter ondersteuning van de privacydoelstellingen. De Board rapporteert hierover aan het auditcomité.

De Privacy Board komt minstens drie keer per jaar samen, en vaker indien nodig, bijvoorbeeld bij gemelde privacy-incidenten of -risico's. Hij is samengesteld uit vertegenwoordigers met specifieke rollen en verantwoordelijkheden:

  • en rapportage aan de CEO
  • escalatie en expertise
  • CISO-team: beveiliging en expertise
  • Chief Operational Officer (COO): coördinatie
  • Data Protection Officer (DPO): monitoring,
  • Business Representatives: evaluatie en implementatie van beleid
  • Legal: juridische toetsing en advies

Daarnaast geeft de externe Data Protection Officer aangesteld voor Roularta Media Group België en Nederland tweewekelijks zijn bedenkingen door. Dat alle beleidslijnen met betrekking tot GDPR en privacy in 2024 geharmoniseerd en gecentraliseerd werden, heeft zowel de consistentie als de toegankelijkheid van deze informatie aanzienlijk verbeterd.

In 2024 werd eveneens een nieuwe 'Mail-, internet- en social media policy' ontwikkeld. Deze richtlijnen bevorderen een veilige en efficiënte omgang met digitale communicatieplatformen.

Voor 2025 leeft de ambitie om een externe consultant in te schakelen om een informatiebeveiligingsbeleid uit te tekenen volgens de normen van ISO 27001.

Om het bewustzijn van haar medewerkers rond privacy te bevorderen, wil Roularta Media Group ook blijven investeren in trainings- en bewustmakingsprogramma's. Om op dat vlak gestructureerd en meetbaar te werken, wordt voor 2025 gezocht naar een e-learningtool. Deze initiatieven

CSRD VERSLAG

onderstrepen de toewijding van de organisatie om een sterk privacybeheer en een veilige gegevensomgeving te garanderen.

6.3.5.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE INFORMATIE

Factchecking speelt een belangrijke rol in het corrigeren van onjuist weergegeven feiten en het faciliteren van herstel in situaties waar sprake is van niet-kwaliteitsvolle informatie. Door informatie te verifiëren, kunnen misverstanden en valse beweringen worden rechtgezet, wat essentieel is voor het herstellen van vertrouwen en het waarborgen van de waarheid. Als onjuiste informatie een substantiële invloed heeft gehad, staat factchecking er bovendien voor in de negatieve gevolgen van verkeerde informatie tot een minimum te beperken.

De wijze waarop het factcheckonderzoek is uitgevoerd, wordt helder weergegeven in de factcheck, zodat lezers het gehele proces kunnen volgen en begrijpen hoe en waarom de conclusie is getrokken. Deze transparantie waarborgt de effectiviteit van de factcheck, aangezien lezers de mogelijkheid hebben om hun eigen bevindingen te verifiëren of verder onderzoek te doen. Op deze manier kan de lezer zelf beoordelen of de conclusie correct is, en wordt de betrouwbaarheid van de informatie versterkt door de optie voor feedback en herbeoordeling.

Het aantal gepubliceerde factchecks wordt maandelijks gemonitord door het toegewijde Factcheck-team van Knack. In 2022 werden 285 factchecks gepubliceerd, in 2023 waren het er 272 en in 2024 landde de teller op 280 stuks.

6.3.6. S4-5: DOELEN WAT BETREFT HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE NEGATIEVE IMPACTEN, HET BEVORDEREN VAN POSITIEVE IMPACTEN EN HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE RISICO'S EN KANSEN

6.3.6.1. PRIVACY

In november 2024 realiseerde Roularta Media Group met succes de oprichting van een Privacy Board, een belangrijke mijlpaal met het oog op de strategische doelstellingen rond privacybeheer. Gezien het prille karakter van dit initiatief liggen er nog geen specifieke targets vast. Wel biedt de Privacy Board een solide basis om toekomstgerichte doelen te formuleren.

In 2025 wordt het objectief gelanceerd om alle gegronde privacygerelateerde klachten binnen de twee maanden te laten behandelen door de Privacy Board. Die zal zich ook richten op het monitoren, identificeren en definiëren van opportuniteiten om de privacyprocessen en het privacybeleid te verbeteren. Deze aanpak versterkt de organisatie en ondersteunt een continue optimalisatie.

6.3.6.2. TOEGANG TOT KWALITEITSVOLLE INFORMATIE

6.3.6.2.1 FACTCHECKS

Het publiceren van factchecks draagt bij

aan de missie van Roularta Media Group om kwaliteitsvolle, onafhankelijke en relevante content te publiceren en is daarom een goede indicator van het streven naar journalistieke integriteit en betrouwbaarheid. Sinds 2024 ligt het minimumaantal gepubliceerde factchecks vast in een target (zie ook hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024" voor de resultaten). De target van 250 factchecks is vastgesteld op basis van historische data en representatieve prestaties uit voorgaande jaren. Bij het vaststellen van de target zijn de eindgebruikers of consumenten niet betrokken. Deze doelstelling wordt jaarlijks geëvalueerd en zal over de jaren heen dezelfde blijven.

Factchecks spelen een cruciale rol in het bestrijden van desinformatie en het versterken van het vertrouwen van het publiek in de content van Roularta Media Group. Ze onderstrepen het engagement van de organisatie om waarheidsgetrouwe informatie te leveren en complexe onderwerpen op een transparante manier te belichten.

Door een concrete doelstelling te koppelen aan het aantal gepubliceerde factchecks, wordt niet alleen de zichtbaarheid van dit werk vergroot, maar ook consistent bijgedragen aan het waarborgen van de inhoudelijke kwaliteit van publicaties. Bovendien vormt de target een stimulans om onjuiste of misleidende informatie proactief te signaleren, wat de positie van Roularta Media Group als betrouwbare bron voor nieuws en informatie alleen maar verder versterkt.

6.3.6.2.2 ONAFHANKELIJKE JOURNALISTIEK

In 2024 werd het objectief gelanceerd dat alle gegronde klachten van de Raad van Journalistiek/Conseil Déontologique zullen worden voorzien van de nodige publiciteit zoals voorzien door de respectievelijke codes. Bij het vaststellen van de target zijn de eindgebruikers of consumenten niet betrokken.

6.3.7. AANVULLENDE ENTITEITSPECIFIEKE

INFORMATIE: DIGITALE INNOVATIE EN IT-BETROUWBAARHEID

Naast de materiële topics binnen de scope van de ESRS-standaarden werden naar aanleiding van de materialiteitsanalyse en de risicoanalyse nog twee specifieke onderwerpen als materieel gescoord: brainprint & community building en digitale innovatie & IT-betrouwbaarheid. Uitermate belangrijke topics, die dan ook nauw samenhangen met de kern van het

bedrijf.

In lijn met de CSRD-richtlijnen worden deze topics toegevoegd aan de bestaande lijst ESG-onderwerpen. 'Digitale innovatie en IT-betrouwbaarheid' past inhoudelijk het best onder 'S4 consumenten en eindgebruikers'.

6.3.7.1. SBM-3: MATERIËLE IMPACTEN, RISICO'S EN KANSEN EN DE WISSELWERKING MET STRATEGIE EN BUSINESSMODEL

Roularta Media Group is ervan overtuigd dat digitale innovatie cruciaal is in een steeds sneller veranderende, moderne en digitale samenleving. Tegelijk erkent het bedrijf het blijvende belang van de traditionele printmedia, die nog steeds een waardevolle en substantiële rol spelen binnen de activiteiten van Roularta Media Group. Waar de focus in het verleden voornamelijk op print lag, heeft Roularta Media Group een duidelijke strategie ontwikkeld die beide pijlers – digitaal en print – integreert in een complementair beleid.

6.3.7.1.1. DIGITALE INNOVATIE ALS MOTOR VAN VOORUITGANG

Om succesvol te blijven in het digitale tijdperk, is het aan Roularta Media Group om zich flexibel, innovatief en proactief aan te passen aan technologische ontwikkelingen en veranderende publieksvoorkeuren. Digitale innovatie is een essentiële motor om relevant te blijven en nieuwe kansen te benutten.

Digitalisering blijft aanzienlijke veranderingen teweegbrengen in de voorkeuren van klanten en hun interesse in producten. Daarom blijft Roularta Media Group investeren in het ontwikkelen van nieuwe toepassingen, diensten en platformen die aansluiten bij deze evoluerende behoeften. Uitblijvende innovatie brengt dan ook het risico met zich mee dat concurrenten terrein winnen, wat kan resulteren in een afnemende klantenbasis en een negatieve impact op de financiële resultaten.

Of het nu gaat om de ontwikkeling van digitale platformen, het gebruik van geavanceerde data-analysetools of het creëren van nieuwe vormen van content via nieuwe technologieën, Roularta Media Group plaatst digitale innovatie centraal in haar strategie. Intern mikt het bedrijf ermee op een hogere productiviteit, meer efficiëntie en een versterkte en robuuste bedrijfsvoering.

6.3.7.1.2. DE UITDAGINGEN VAN EEN DIGITALE WERELD

De verschuiving naar een meer digitale focus brengt ook nieuwe risico's met zich mee. IT-onderbrekingen kunnen verregaande gevolgen hebben, van operationele verstoringen en financiële verliezen tot aanzienlijke reputatieschade. Het spreekt vanzelf dat het beheren en het beveiligen van de systemen die al de digitale processen en informatiestromen ondersteunen, een topprioriteit is.

6.3.7.2 BELEID DIGITALE INNOVATIE EN IT-BETROUWBAARHEID

6.3.7.2.1. DIGITALE INNOVATIE

Digitale innovatie is een breed begrip en manifesteert zich op verschillende niveaus van de organisatie. Zo wordt er gewerkt aan een multimediale strategie waarin de Mijn Magazines-app een centrale rol speelt. Deze aanpak is niet alleen gericht op de buitenwereld, maar vormt tegelijk de basis van het interne beleid. Hij wordt breed omarmd binnen de organisatie en verder versterkt via gerichte communicatie. Het integreren van een multimediale strategie in alle lagen van de organisatie zorgt voor een consistente en efficiënte manier van werken, bijvoorbeeld door de installatie van multimediale redacties.

CSRD VERSLAG 266 2024

Digitale innovatie komt tevens tot uiting in de nieuwe digitale oplossingen waar de medewerkers van Roularta Media Group gebruik van maken. Aan de hand van technologie gaat zowel de productiviteit als de veiligheid van de medewerkers erop vooruit.

6.3.7.2.2. IT-BETROUWBAARHEID

Het ontwikkelen van de websites en de applicaties van Roularta Media Group gebeurt intern maar ook door externe partijen. Daarbij is het streven een verschuiving naar externe partners, die meer flexibel met schaalvergroting om kunnen en bovendien steeds op de hoogte zijn van de laatste nieuwe technologieën.

Het uitbouwen van deze websites en apps verloopt in functie van de relevante internationale veiligheidsstandaarden, die ook intern neergeschreven staan.

6.3.7.3. PROCESSEN VOOR HERSTEL VAN NEGATIEVE IMPACTEN

6.3.7.3.1. DIGITALE INNOVATIE

Via interne communicatiekanalen zoals webinars, mailings en het Happie Magazine deelt Roularta Media Group haar visie op digitalisering met alle medewerkers. Het bedrijf onderstreept zo het belang van gezamenlijke inspanningen om de multimediale strategie succesvol te realiseren. Bovendien worden teams actief gestimuleerd om bij te dragen aan de verdere digitalisering van producten en diensten, waarbij innovatie en samenwerking centraal staan.

6.3.7.3.2. IT-BETROUWBAARHEID

Al de websites en applicaties staan geregistreerd op een platform dat ethische hackers toelaat om kwetsbaarheden op te sporen. Op die manier merkt Roularta Media Group nieuwe kwetsbaarheden zeer snel op en blijft de beveiliging van haar websites continu op hoog niveau.

Firewalls zorgen er dan weer voor dat aanvallen automatisch gedetecteerd en geblokkeerd worden. Aanvullend is specifieke DDOS-beveiliging (Distributed Denial Of Service) actief.

6.3.7.4. AGEREN OP DE MATERIËLE IMPACTEN VAN DIGITALE INNOVATIE EN IT-BETROUWBAARHEID

Roularta Media Group streeft ernaar haar lezers een uitstekende digitale ervaring te bieden. In 2024 lag de focus op de verdere ontwikkeling van de digitale Mijn Magazines-app, waarmee gebruikers eenvoudig toegang krijgen tot een uitgebreid portfolio van dertig magazines. De app bevat exclusieve content, zoals video's en podcasts, en stelt gebruikers in staat een persoonlijke leesfeed te creëren. In april 2024 werd op basis van samenwerking over de landsgrenzen heen een nieuwe versie gelanceerd, met een volledig vernieuwde lay-out en tal van verbeteringen qua gebruikservaring (UX). Denk bijvoorbeeld aan geoptimaliseerde flipbooks, dynamische brandfeeds en de mogelijkheid om artikels direct op te slaan. De klantervaring gaat erop vooruit, en tegelijk kent de digitale omzet een duurzame groei.

Ook intern werden grote stappen gezet met het oog op een multimediale werkwijze, waaronder de oprichting van multimediale redacties op basis van de nieuwe software WoodWing. De voordelen van deze ambitieuze en gezamenlijk gerealiseerde transformatie zijn legio: centralisatie van content, integratie van print en digitaal, meer flexibiliteit in workflows, …

Enkele voorbeelden van de vele inspanningen

doorheen de organisatie:

• Sassy Soeki deed in oktober 2024 haar intrede bij Flair, waar ze als beginnende content creator een internship kreeg op de

Wat zo speciaal is aan Sassy? Ze is een virtuele influencer. Sassy is computergegeneerd en tot leven gebracht met 3D-modellering, animatie en AI. Je kan haar volgen via haar persoonlijke kanalen op TikTok en Instagram (@

  • online redactie van het blad sassy_soeki).
  • niveau

• Continue monitoring van websites en applicaties via scoring van het beveiligings-

Afhankelijk van de scoring worden de beveiligingsniveaus bijgesteld.

• Employer branding-campagne om nieuwe digitale profielen aan te werven (zie ook

hoofdstuk S1)

Andere innovaties die reeds hoog op de agenda stonden en waarin verder geïnvesteerd zal worden, zijn de volgende: het geautomatiseerd uitgeven naar verschillende digitale kanalen en het doeltreffend inzetten van AI ter ondersteuning van het publishing-proces en van een efficiënt editoriaal proces voor nieuwsbrieven, campagnes en mailings.

6.3.7.5. DOELEN WAT BETREFT HET BEHEERSEN VAN MATERIËLE NEGATIEVE IMPACTEN, HET BEVOR-DEREN VAN POSITIEVE IMPACTEN EN HET BEHEERSEN VAN MATERI-ELE RISICO'S EN KANSEN

Voor 2025 blijft de multimediale aanpak een van de focuspunten. De volgende fase van het WoodWing- of publishing 2.0-project richt zich op de uitrol van de advertentieopmaak, gevolgd door de krantenredacties in Roeselare. Dat gaat gepaard met nieuwe functionaliteiten, zoals het beheer van meerdere edities bij kranten en de integratie van verschillende advertentieboekingssystemen.

Nog een doelstelling in 2025 is de harmonisatie en de uniformisering tussen België en Nederland. Er zal worden ingezet op het stimuleren van kennisdeling en samenwerking over de redacties heen. Digitale opleidingsprogramma's moeten eventuele kennisnoden op vlak van data wegnemen.

7. WAARDEKETEN

Uit de DMA-oefening (zie ook hoofdstuk DMA) bleek dat heel wat topics niet enkel materieel zijn voor de eigen organisatie, maar ook voor externe bedrijven die tot de waardeketen van Roularta Media Group behoren. Het gaat daarbij veeleer om de upstreamkant van het verhaal (dat wat voorafgaat aan de eigen operaties) en minder om downstream-activiteiten (dat wat na de eigen operaties komt).

De CSRD-regels leggen vast dat Roularta Media Group ook over de waardeketen moet rapporteren. Volgende aspecten blijken relevant:

  • klimaatmitigatie (upstream: vooral papier en machines; downstream: transport)
  • energie (vooral voor papier aan upstreamkant)
  • marine- en watergebruik (voor aanmaak pulp bij papierfabrieken)
  • watervervuiling (na watergebruik voor papierproductie in papierfabrieken)
  • grondstoffen (hout voor papier)
  • luchtvervuiling (voornamelijk in de transportsector)
  • afval (uit toeleveringssectoren en downstream aan het einde van de levenscyclus van consumptiegoederen)
  • gevaarlijke chemicaliën (productie papier en inkt)
  • biodiversiteit en ecosystemen (papier als belangrijkste inkoopproduct)
  • gezondheid en veiligheid van werknemers (in productieomgeving papier- en inktfabrikanten)

  • privacy (downstream : vooral distributeurs en agentschappen)
  • verantwoorde marketingpraktijken (van klanten/adverteerders aan downstreamkant, waar Roularta Media Group geen inhoudelijke controle over heeft)

Voor deze resultaten uit de DMA stelt de CSRD:

Bij het in kaart brengen en beoordelen van de impacten, risico's en kansen binnen de waardeketen van de onderneming om de materialiteit ervan te bepalen, kijkt de onderneming vooral naar sectoren waar deze impacten, risico's en kansen zich, gelet op de aard van de activiteiten, zakelijke relaties, geografische dimensies of andere betrokken factoren, naar verwachting zullen voordoen.

De vaakst voorkomende sectoren uit de opsomming zijn:

    1. de papierfabrikanten
    1. de inktfabrikanten
    1. de machinebouwers
    1. de transporteurs
    1. de adverteerders (downstream)

De waardeketen werd reeds integraal meegenomen in de E1-rapportering. Ze maakt tenslotte per definitie deel uit van de oefening omdat Roularta Media Group ook moet berichten over de scope 3-uitstoot, die zich grotendeels upstream situeert. Toch kan het geen kwaad om nogmaals te benadrukken dat de belangrijkste leveranciers en transportpartners SBTi-gecertificeerd zijn en Roularta Media Group de toekomst dus met een gerust gemoed tegemoet gaat.

Wat de overige impacten betreft, zullen ook de grotere partijen de komende jaren aan de CSRD richtlijnen moeten voldoen. Aangezien CSRD voor elke betrokkene een nieuw gegeven is en de ene organisatie er al wat verder in staat dan de andere, is er de periode van drie jaar om gefundeerde informatie te delen omtrent de waardeketen. Hoe dan ook is Roularta Media Group niet verplicht om informatie te publiceren over elke individuele speler per betrokken sector. Niettemin worden in wat volgt een aantal voorbeelden meegegeven die inzicht bieden in de potentiële impacten, risico's en opportuniteiten.

7.4.1. WATERGEBRUIK EN WATERVERVUILING

Papierleveranciers zijn zich zeer bewust van hun afhankelijkheid van water en werken heel wat innovatieve acties uit om hun kostbare hulpgrondstof te beschermen.

Eén van de grotere papierleveranciers van Roularta Media Group streeft de doelstelling na om zijn volume aan afvalwater tegen 2030 met 30% te verminderen (t.o.v. 2008). Een andere papierfabrikant heeft dan weer een vooruitstrevende waterzuiveringsinstallatie op zijn site in Lanaken, die veel beter scoort dan wat de huidige wetgeving vereist.

Voorts gaat ook de belangrijkste inktleverancier geen uitdaging uit de weg wat watergebruik betreft. Deze speler focust met name op een inperking van het waterverbruik.

7.4.2. HOUT

In Europa komen er op dit moment meer bomen bij dan er gekapt worden. Een goede zaak, want bomen en bossen zijn om tal van redenen cruciaal. Ze nemen CO2 op en zijn belangrijk voor de biodiversiteit, de ecosystemen én de gezondheid van alle burgers. De ambitie van de Europese Unie: tegen 2030 drie miljard extra bomen planten.

Toch vertelt dat niet het volledige verhaal. In 2023 werd in Bolivia, Brazilië en Congo een enorme hoeveelheid regenwoud gekapt, goed voor de oppervlakte van Zwitserland. En ook bij ons staat de berichtgeving over de meer dan één miljoen aangeplante bomen gewoon naast die over het voetbalveld aan bos dat elke dag verdwijnt. Het probleem: terwijl de aangeplante bossen bestaan uit jonge, kleine boompjes, worden de oude bossen, met grote bomen die tot honderd keer meer CO2 opnemen, gekapt.

Rest de vraag: hoe zit dat nu met de papierleveranciers van Roularta Media Group?

Eerst en vooral is het belangrijk om te weten dat tropisch hardhout niet geschikt is voor de papierindustrie. De meest gebruikte houtsoort voor papier is de fijnspar (vurenhout), een soort die weinig andere doeleinden kent en bijvoorbeeld niet verwerkt wordt in meubels. Het gaat om een lichte houtsoort, die vooral in de Scandinavische landen voorkomt. Ze kan eenvoudig heraangeplant worden en groeit zeer snel.

Een tweede, nog belangrijkere factor is recyclage. In Europa wordt ongeveer 70% van het papier gerecycleerd, in Nederland zelfs 87%.

7.4.3. LUCHTVERVUILING

De luchtvervuiling in de waardeketen staat vooral op het conto van de transportsector. De grootste transportpartner van Roularta Media Group, beperkt de luchtvervuiling actief tot een absoluut minimum. Dat doet het enerzijds door het aantal pakjesautomaten uit te breiden en anderzijds door sterk in te zetten op Ecozones. Die hebben drie kenmerken: • Alle pakjes emissievrij leveren

Binnen Ecozones verlopen alle verplaatsingen met emissievrije voertuigen, zoals elektrische wagens en (cargo)fietsen.

• Een dicht netwerk van Afhaalpunten en

Pakjesautomaten

Ecozones hebben een grote concentratie aan Afhaalpunten en Pakjesautomaten. In de stadscentra van grote steden kan elke consument binnen een straal van 400 m terecht in een Afhaalpunt of bij een Pakjesautomaat. In kleinere steden en gemeenten bedraagt de maximale afstand 1,2 km van de woonplaats.

• Meer slagkracht voor lokale handelaars Door bestellingen klaar te zetten in Pakjesautomaten in de buurt, kunnen klanten hun aankopen ook buiten de openingsuren afhalen.

7.4.4. AFVAL

Uit de DMA-analyse blijkt het afval in de waardeketen op te delen in twee groepen:

• Afval van toeleveranciers (vooral uit de productiesector)

De grootste leverancier in de productiesector, de papierleverancier, heeft het doel om tegen 2030 geen afval meer te verwerken dat wordt gestort of verbrand zonder energieterugwinning. De resultaten van 2023 wijzen op 87% teruggewonnen of gerecycleerd afval.

Het duurzaamheidsrapport van de grootste inktleverancier beschrijft een nieuw target: een daling van de afvalintensiteit met 10% tegen 2030 (t.o.v. 2019). Momenteel ligt de afvalintensiteit nog op een licht hoger peil.

• Afval van de eindconsument (de lezer)

Hier zijn uiteraard geen externe publicaties rond beschikbaar. Roularta Media Group probeert echter via andere kanalen een positieve impact te genereren op de afvalverwerking. Zo werd gedurende 2024 geïnvesteerd in een nieuwe machine om papierwikkels (en dus niet langer plastic) aan te brengen als verpakking (zie ook E5). Ook zijn er natuurlijk de doelstellingen rond de brainprint en de wil om de consument alert te maken voor het begrip duurzaamheid, inclusief aspecten als duurzame afvalverwerking.

7.4.5. GEVAARLIJKE CHEMICALIËN

De verordening inzake de registratie en de beoordeling van en de autorisatie en de beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) is de belangrijkste EU-wet gericht op het beschermen van de menselijke gezondheid en het milieu tegen de risico's die chemische stoffen met zich mee kunnen brengen. REACH bepaalt dat chemische stoffen die bij een bedrijf voorkomen in een volume van meer dan één ton per jaar, moeten worden geregistreerd bij ECHA. In dit proces moeten bedrijven de risico's identificeren die verbonden zijn aan de stoffen die ze verwerken en aangeven hoe ze deze beheren. Deze verplichting geldt voor zowel stoffen als mengsels.

De grotere papierleveranciers van Roularta Media Group hebben een REACH-verklaring gepubliceerd, waarin staat dat het beantwoordt aan alle REACH- en UK REACH-voorschriften. Ook haar inktleverancier voldoet aan de vereisten van REACH en publiceert regelmatig nieuwsbriefupdates rond de toepasselijke wetgeving en regels. Deze spelers minimaliseren het gebruik van gevaarlijke chemicaliën, vervangen componenten door alternatieven met een hoger bio-hernieuwbaar koolstofgehalte en zorgen ervoor dat nationale en wereldwijde chemische inventarissen worden nageleefd.

7.4.6. BIODIVERSITEIT EN ECOSYSTEMEN

Het materiële risico in verband met biodiversiteit en ecosystemen schuilt in eerste instantie in ontbossing. Een risico dat Roularta Media Group beperkt door voor eigen publicaties uitsluitend FSC- of PEFC-gecertificeerd papier in te kopen.

De belangrijkste papierleverancier van Roularta Media Group sprak in 2018 de duidelijke doelstelling uit om een netto-positieve impact op de biodiversiteit (NPI) te bereiken. In dat opzicht vinden op continue basis acties plaats, zoals de bescherming van alle waardevolle habitats in de eigen bossen en het registreren van nieuwe diersoorten in de bosgebieden. Het bedrijf meet en controleert vooruitgang aan de hand van een aantal geselecteerde biodiversiteitsindicatoren. Die brengen veranderingen in de bosstructuur aan het licht en wijzen uit dat de acties een positief effect hebben.

7.4.7. GEZONDHEID EN VEILIGHEID BIJ DE WERKNEMERS IN DE WAARDEKETEN

Gezondheid en veiligheid zijn materieel voor de productiesectoren waarmee Roularta Media Group samenwerkt, met die van papier en inkt als voornaamste.

Een van de belangrijkste papierleveranciers van Roularta Media Group geeft aan dat er duidelijke beleidslijnen zijn opgesteld om de veiligheid en gezondheid van de werknemers te vrijwaren. Het bedrijf moedigt iedereen aan om afwijkingen, positieve veiligheidsobservaties en bijna-ongevallen te rapporteren. Daarnaast voert het ook systematische gevarenidentificaties en risicobeoordelingen uit, om zo inzicht te krijgen in de mogelijke risico's. De resultaten daarvan worden in een online veiligheidstool gedeeld, met als doel toekomstige incidenten te helpen voorkomen. Nieuwe werknemers en aannemers krijgen een algemene veiligheidsinstructie en gedetailleerde veiligheidstraining in functie van de specifieke risico's op hun werkplek. Verder geldt er de duidelijke doelstelling van nul fatale of ernstige ongevallen. Het aantal registreerbare verwondingen wordt jaarlijks gepubliceerd. Het geringe aantal incidenten bewijst dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers centraal staan.

De veiligheid en gezondheid van medewerkers staat eveneens hoog op de agenda van de inktleverancier van Roularta Media Group. Zo heeft deze partij in 2024 een nieuwe veiligheidsdoelstelling ontwikkeld: het aantal te registreren incidenten met vijf procent verlagen ten opzichte van het gemiddelde van de voorgaande drie jaar. De introductie van een intern milieu, -gezondheids- en veiligheidsmanagementsysteem maakt het opstellen van een beleid en procedures om de wet na te leven mogelijk. Het bedrijf deelt ook incidenten en geleerde lessen en biedt best practices rond belangrijke taken of activiteiten. De incident rate is de afgelopen jaren gezakt onder één, wat betekent dat de inspanningen renderen.

De transportleverancier tot slot vermeldt op de corporate website dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de eerste plaats staat. De daling van de incident rate met 44% zet die ambitie kracht bij.

7.4.8. PRIVACY IN DE WAARDEKETEN

Privacy is van groot belang voor de downstream sectoren waarmee Roularta Media Group samenwerkt, vooral voor de distributeurs en agentschappen. De belangrijkste distributeurs en agentschappen van de organisatie beschikken allemaal over een privacybeleid dat openbaar wordt gedeeld op hun corporate websites.

7.4.9. VERANTWOORDE MARKETINGPRAKTIJKEN

Marketingpraktijken worden beoordeeld aan de hand van de richtlijnen van de reclame-ethiek, gebaseerd op de relevante wetgeving en ondersteund door de Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) of de Reclame Code Commissie. De JEP is een onafhankelijk zelfregulerend orgaan van de Belgische reclamesector dat streeft naar eerlijke, waarheidsgetrouwe en maatschappelijk verantwoorde reclame. Dit orgaan ontvangt klachten over reclame-uitingen en beoordeelt deze via een onafhankelijk samengestelde jury en op basis van wetgeving en zelfregulerende codes. De Reclame Code Commissie (RCC) is het Nederlandse equivalent hiervan.

Binnen Roularta Media Group worden advertenties van adverteerders onder de loep genomen door de backoffice om mogelijk onverantwoorde marketingpraktijken te identificeren. Bij twijfel of een advertentie voldoet aan de richtlijnen van de reclame-ethiek, wordt advies ingewonnen bij de Legal-verantwoordelijke van de groep. In 2024 ontving Roularta Media Group geen klachten van de JEP/RCC.

7.4.10. BELEIDSLIJNEN, PROCESSEN EN ACTIES DIE DE ORGANISATIE HEEFT OPGEZET T.O.V. HAAR WAARDEKETEN (UPSTREAM)

Roularta Media Group verzoekt leveranciers om haar duurzaam aankoopcharter te ondertekenen. Dit charter is gebaseerd op de principes van de Verenigde Naties, de 17 Sustainable Development Goals (SDG's). Het charter benadrukt de verwachtingen van Roularta Media Group ten opzichte van haar leveranciers:

king tot de geleverde goederen en

wetten en normen, zowel bij proter voorkoming van fraude en kin-

  • Kwaliteit en service met betrekdiensten
  • Naleving van alle toepasselijke ductie als bij installatiewerken
  • Interne afspraken en procedures derarbeid
  • Respect voor de eigen werknegime, diversiteit en leeftijd
  • Respect voor de planeet door in te gaan
  • Veiligheid en opleiding voor de duurzaamheid

mers (en indien van toepassing ook voor die van leveranciers) qua verloning, gezondheid, werkrezetten op een duurzame productie en door maatregelen te treffen om de klimaatopwarming tegen te

werknemers, met bijzondere aandacht voor alle aspecten van • De opmaak en jaarlijkse opvolging van een doelstellinggedreven duurzaamheidsplan

In de loop van 2024 werkte de aankoopdienst verder aan het laten ondertekenen van het aankoopcharter door zoveel mogelijk leveranciers. De ondertekende charters worden per leverancier bewaard, en daarnaast wordt het aantal ondertekende charters bijgehouden en afgezet ten opzichte van de omzet van Roularta Media Group. Dit dient als hulpmiddel om de effectiviteit van het initiatief te monitoren. In 2024 heeft 51,28% van de leveranciers het aankoopcharter reeds ondertekend. Verder werden er geen meldingen van niet-naleving van de afspraken gerapporteerd aan Roularta Media Group.

Naast het controleren van de online publicaties op de corporate websites en het laten ondertekenen van het duurzaam aankoopcharter, heeft het CSRD-team het afgelopen jaar gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de belangrijkste leveranciers. Deze gesprekken leverden waardevolle inzichten op over de materiële risico's die relevant zijn voor deze ondernemingen. Ook bleek dat de leveranciers van Roularta Media Group actief trachten deze risico's te beheersen door middel van beleidslijnen, risicomanagement, procesmonitoring en het stellen van doelen.

7.4.11. TARGETS DIE ROULARTA MEDIA GROUP OPZET T.O.V. HAAR WAARDEKETEN (UPSTREAM)

De afgelopen jaren heeft Roularta Media Group tal van initiatieven ondernomen om duurzame consumptie- en productiepatronen te waarborgen. In lijn met deze ambitie zijn diverse doelstellingen vastgelegd, waaronder het gebruik van gecertificeerd papier, duurzame inkt en een minimumpercentage aan ondertekende duurzaamheidscharters.

Een overzicht van de huidige doelstellingen en de behaalde resultaten is te vinden in hoofdstuk 3 "Resultaten targets en KPI's 2024".

ANNEX I TOPICS / SUBTOPICS / SUBSUB-TOPICS

BESLUIT Tot zover dit eerste duurzaamheidsverslag in het kader van de CSRD-regelgeving en de ESRS-standaarden en op basis van de EFRAG-datapunten.

Hoewel het omwille van de vele vereisten een vrij uitgebreid verslag is geworden, is het niet volledig. Tegelijk zullen in de komende jaren een aantal infaseringsclausules niet meer aan de orde zijn. Zo is er de specifieke positie van de freelancer in het ondernemingslandschap en dan vooral in de media. Het is maar de vraag wanneer een freelancer effectief structureel deel uitmaakt van een groep mensen die op een georganiseerde manier de bedrijfsdoelstellingen nastreven. Heeft dat te maken met de aard, duurtijd of regelmaat van de uitgeoefende taak of met de aanwezigheid op de werkvloer? Een uitdaging van de komende periode. Net als die andere infaseringsclausule, rond de link tussen de duurzaamheidsaspecten en de financiële aspecten die eraan verbonden zijn.

Voorts is het belangrijk om met het oog op de toekomst enkele opvolgingspunten te formuleren. Dan gaat het met name om het opvolgen van de vooropgestelde targets, zoals die van het klimaattransitieplan, maar ook om verschuivingen binnen de bedrijfsactiviteiten. Zo moet de toekomst uitwijzen hoe de digitale impact op de CO2 -uitstoot zal evolueren.

De allicht grootste uitdaging – niet op vlak van duurzaamheid maar qua rapportering – is tot slot de waardeketen. De infaseringsperiode van drie jaar neemt immers niet weg dat het inwinnen van informatie bij alle betrokken partijen (upstream en downstream) een nieuw gegeven uitmaakt. In dat licht valt vandaag op dat die opdracht het grootste struikelblok vormt binnen het SBTi-traject, en de voornaamste reden van het afhaken van bedrijven wat scope 3 betreft. Gelukkig situeren de meeste grote leveranciers zich in het aan de CSRD-richtlijnen onderworpen Europa en zijn de grootste scope 3-bedrijven reeds SBTi-gecertificeerd.

Intussen bouwt Roularta Media Group gestaag verder aan een duurzame toekomst voor haar klanten en haar medewerkers, onder het motto 'One Team, One Family, One Planet'.

THEMATISCHE
ERS
Duurzaamheidsthema's behandeld in thematische ESRS
Thematisch Sub-thematisch Sub-sub-thematisch
ESRS E1 Klimaat
verandering
• Klimaatadaptatie
• Klimaatmitigatie
• Energie
ESRS E2 Verontreiniging • Luchtverontreiniging
• Waterverontreiniging
• Bodemverontreiniging
• Verontreiniging levende
organismen en voedselbronnen
• Zorgwekkende stoffen
• Zeer zorgwekkende stoffen
• Microplastics
ESRS E3 Water en
mariene
hulpbronnen
• Water
• Mariene hulpbronnen
• Waterverbruik
• Wateronttrekking
• Waterlozing
• Waterlozing in oceanen
• Ontginning en gebruik
mariene hulpbronnen
ESRS E4 Biodiversiteit en
ecosystemen
• Directe drukfactoren
biodiversiteitsverlies
• Klimaatverandering
• Verandering in gebruik land,
zoet water en zee
• Directe exploitatie
• Invasieve exoten
• Verontreiniging
• Overig
• Impact op toestand soorten Voorbeelden:
• Populatiegrootte soort
• Mondiaal risico uitsterven soort
• Impact op omvang en toestand
ecosystemen
• Voorbeelden:
• Landdegradatie
• Verwoestijning
• Bodemafdekking
• Impacts op en afhankelijkheden
van ecosysteemdiensten
ESRS E5 Circulaire
economie
• Materiaalinstromen,
incl. materiaalgebruik
• Materiaaluitstromen m.b.t.
producten en diensten
• Afval(stoffen)

THEMATISCHE
ERS
Duurzaamheidsthema's behandeld in thematische ESRS
Thematisch Sub-thematisch Sub-sub-thematisch
ESRS S1 Eigen personeel • Arbeidsvoorwaarden • Baanzekerheid
• Werktijden
• Leefbaar loon
• Sociale dialoog
• Vrijheid van vereniging, het bestaan van ondernemingsraden, en de
informatie-, consultatie- en participatierechten van werknemers
• Collectieve onderhandelingen, incl. caodekkingsgraad werknemers
• Werk-privébalans
• Veiligheid en gezondheid
• Gelijke behandeling en gelijke kansen voor
• Gendergelijkheid en gelijke beloning bij gelijkwaardig werk
iedereen
• Opleiding en ontwikkeling vaardigheden
• Werkgelegenheid voor en inclusie van mensen met een beperking
• Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer
• Diversiteit
• Andere arbeidsrechten • Kinderarbeid
• Gedwongen arbeid
• Adequate huisvesting
• Privacy
ESRS S2 Werknemers
in de
• Arbeidsvoorwaarden • Baanzekerheid
• Werktijden
waardeketen • Leefbaar loon
• Sociale dialoog
• Vrijheid van vereniging, incl. bestaan ondernemingsraden
• Collectieve onderhandelingen
• Werk-privébalans
• Veiligheid en gezondheid
• Gelijke behandeling en gelijke kansen voor
iedereen
• Gendergelijkheid en gelijke beloning bij gelijkwaardig werk
• Opleiding en ontwikkeling vaardigheden
• Werkgelegenheid voor en inclusie van mensen met een beperking
• Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer
• Diversiteit
• Andere arbeidsrechten
• Kinderarbeid
• Gedwongen arbeid
• Adequate huisvesting
• Privacy

ANNEX II REFERENTIE TABEL

SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina
Algemene
toelichtingen
Algemene
BP-1
toelichtingen (ESRS 2)
Algemene grondslag voor het opstellen
van de duurzaamheidsverklaring
p. 194
BP-2 Specifieke omstandigheden p. 194
GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en
toezichthoudende organen
p. 196
GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaam
heidsthema's door bestuurs-, leidinggevende wen
toezichthoudende organen van de onderneming
p. 196
GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties
in beloningsregelingen
p. 197
GOV-4 Due diligenceverklaring p. 197
GOV-5 Risicobeheersing en interne controles p. 198
SBM-1 Strategie, businessmodel en waardeketen p. 198
SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders p. 199
SBM-3 Materiële risico's, impacten en opportuniteiten (IRO's) p. 201
IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacten,
risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren
p. 213
IRO-2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de
duurzaamheidsverklaring van de onderneming
P. 278
MDR-P Policies met betrekking tot de materiële topics p. 208
MDR-T Overzicht targets en KPI's p. 210
Klimaatgerelateer
de toelichtingen
Klimaatverandering
(ESRS E1)
GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in
beloningsregelingen
p. 218
E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie p. 218
SBM-3 Materiële impacten, risico's en kansen en de wissel
werking daarvan met strategie en businessmodel
p. 220
IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële
klimaatimpacten, -risico's en -kansen in kaart
te brengen en te analyseren
p. 221
E1-2 Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie p. 221
E1-3 Maatregelen en middelen wat betreft beleid
ten aanzien van klimaatverandering
p. 222
E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie p. 226
E1-5 Energieverbruik en energiemix p. 229
E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale
broeikasgasemissies
p. 231

Klimaatgerelateerde toelichtingen

SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina
Klimaatgerelateerde
toelichtingen
Verontreiniging (ESRS E2)
IRO-1
Beschrijving van de processen om materiële impacten,
risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren
E2-1 Beleid ten aanzien van verontreiniging p. 241
E2-2 Maatregelen en middelen wat betreft verontreiniging p. 243
E2-3 Doelen wat betreft verontreiniging p. 243
E2-4 Verontreiniging van lucht, water en bodem p. 244
Water en mariene hulpbronnen
(ESRS E3)
Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie.
Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen
p. 270
Biodiversiteit en ecosystemen
(ESRS E4)
Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie.
Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen
p. 271
Materiaalgebruik en circulaire
economie (ESRS E5)
IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacten, risico's en kansen
in kaart te brengen en te analyseren
p. 245
E5-1 Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie p. 246
E5-2 Beleid en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie p. 246
E5-3 Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie p. 247
E5-5 Materiaaluitstromen p. 248
Sociaalgerelateerde
toelichtingen
Eigen personeel (ESRS S1) SBM-3 Materiële impacten, risico's en kansen en de wisselwerking met strategie
en businessmodel
p. 249
S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel p. 250
S1-2 Processen om met eigen personeel en werknemersvertegenwoordigers
te overleggen over impacten
p. 252
S1-3 Processen voor herstel van negatieve impacten en kanalen voor eigen
personeel om zorgen kenbaar te maken
p. 252
S1-4 Acteren op materiële impacten op eigen personeel, en benaderingen om
wat eigen personeel betreft materiële risico's te beheersen en materiële
kansen te benutten, en de effectiviteit van die maatregelen
p. 253
S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacten,
het bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële
risico's en kansen
p. 254
S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming p. 256
S1-9 Diversiteitsmaatstaven p. 257
S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacten op het gebied van
mensenrechten
p. 257
Werknemers in de waardeketen
(ESRS S2)
Niet materieel voor Roularta Media Group in eigen operatie.
Toelichting in het hoofdstuk van de waardeketen
p. 272

Sociaalgerelateerde toelichtingen

SECTIE ESRS Standaard Rapportage-eisen Pagina
Sociaalgerelateerde
toelichtingen
Getroffen Gemeenschappen
(ESRS S3)
Niet materieel. Aanvullende entiteitspecifieke informatie is te
vinden onder deze standaard: Brainprint en community building
Consumenten en Eindgebruikers
(ESRS S4)
SBM-3 Materiële impacten, risico's en kansen en de wisselwerking met strategie
en businessmodel
p. 260
S4-1 Beleid ten aanzien van consumenten en eindgebruikers p. 261
S4-2 Processen om met consumenten en eindgebruikers te overleggen over
impacten
p. 263
S4-3 Processen voor herstel van negatieve impacten en kanalen voor
consumenten en eindgebruikers om zorgen kenbaar te maken
p. 264
S4-4 Acteren op materiële impacten op consumenten en/of eindgebruikers
en benaderingen om met betrekking tot consumenten en eindgebruikers
materiële risico's te beheersen en materiële kansen te benutten, en de
effectiviteit van die maatregelen
p. 265
S4-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacten, het
bevorderen van positieve impacten en het beheersen van materiële risico's
en kansen
p. 266
Aanvullende entiteitspecifieke informatie: digitale innovatie en
IT-betrouwbaarheid
p. 267
Bestuurgerelateerde
toelichtingen
Zakelijk gedrag (ESRS G1) Niet materieel.
ANNEX III RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verorde
ning
Referentie
EU
Klimaat
wet
Pagina
ESRS 2 GOV-1 Genderdiversi
teit raad van bestuur
alinea 21(d) x x p. 112
ESRS 2 GOV-1 Percentage
onafhankelijke bestuurders
alinea 21(e) x p. 104
LIJST VAN ESRS 2 GOV-4 Due-diligence
verklaring
alinea 30 x p. 197
DATAPUNTEN IN
DWARSDOOR
ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid
bij activiteiten m.b.t. activitei
ten fossiele brandstoffen
alinea 30 x x Niet van
toepassing
SNIJDENDE EN
THEMATISCHE
ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid
bij activiteiten m.b.t. chemi
sche productie
alinea 40
(d) ii
x x x Niet van
toepassing
STANDAARDEN DIE ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid
bij activiteiten m.b.t. contro
versiële wapens
alinea 40
(d) iii
x x Niet van
toepassing
VOORTKOMEN UIT
ANDERE EU
ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid
bij activiteiten m.b.t. teelt en
productie tabak
alinea 40
(d) iv
x Niet van
toepassing
WETGEVING ESRS E1-1 Transitieplan om
tegen 2050 klimaatneutraliteit te
bereiken
alinea 14 x p. 218
ESRS E1-1 Ondernemingen uitge
sloten van op Overeenkomst van
Parijs afgestemde benchmarks
alinea 16 (g) x x p.218
ESRS E1-4 Doelen BKG
emissiereductie
alinea 34 x x x p. 226

In de onderstaande tabel zijn alle datapunten opgenomen die voortvloeien uit andere EU-wetgeving zoals vermeld in bijlage B van ESRS 2, waarbij is aangegeven waar de datapunten in het verslag te vinden zijn en welke datapunten als 'niet materieel' zijn beoordeeld.

RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verordening
Referentie
EU
Klimaat
wet
Pagina
ESRS E1-5 Totale energieverbruik uit hernieuwbare
bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen sectoren
met grote klimaatimpact)
alinea 38 x p. 229
ESRS E1-5 Energieverbruik en energiemix alinea 37 x p. 229
ESRS E1-5 Energie-intensiteit
activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact
alinea 40-43 x p. 229
ESRS E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-
emissies en totale BKG-emissies
alinea 44 x x x p. 231
ESRS E1-6 Intensiteit bruto-BKG- emissies alinea 53-55 x x x p. 231
ESRS E1-7 BKG-verwijderingen en carbon credits alinea 56 x Niet van toepassing voor RMG
ESRS E1-9 Blootstelling benchmarkportefeuille aan
fysieke klimaatrisico's
alinea 66 x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E1-9 Uitsplitsing geldbedragen in acuut en
chronisch fysiek risico
alinea 66 (a) x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E1-9 Locatie significante activa die materieel
fysiek risico lopen
alinea 66 (c) x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E1-9 Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva
naar energie- efficiëntieklasse
alinea 67 (c) x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E1-9 Mate blootstelling portefeuille aan
klimaatkansen
alinea 69 x Ingefaseerd – Niet in verslag
ESRS E2-4 Hoeveelheid emissies naar lucht, water en
bodem van elke verontreinigende stof in bijlage II bij
E- PRTR- verordening (Europees register uitstoot
en overbrenging verontreinigende stoffen)
alinea 28 x p. 244
ESRS E3-1 Water en mariene
hulpbronnen
alinea 9 x Niet materieel
ESRS E3-1 Specifiek beleid alinea 13 x Niet materieel
ESRS E3-1 Duurzame oceanen
en zeeën
alinea 14 x Niet materieel
RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verordening
Referentie
EU
Klimaat
wet
Pagina
ESRS E3-4 Totale hoeveelheid
gerecycled en hergebruikt water
alinea 29 x Niet materieel
ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled
en hergebruikt water
alinea 16 (a)i x Niet materieel
ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 6 (b) x Niet materieel
ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 16 (c) x Niet materieel
ESRS 2 – IRO-1 – E4 alinea 24 (b) x Niet materieel
ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer
bodem / duurzame landbouw
alinea 4 (c) x Niet materieel
ESRS E4-2 Praktijken of beleid duurzaam beheer
oceanen / zee
alinea 24 (d) x Niet materieel
ESRS E4-2 Beleid tegen ontbossing alinea 37 (d) x Niet materieel
ESRS E5-5 Niet-gerecycled afval alinea 39 x p. 248
ESRS E5-5 Gevaarlijk afval en radioactief afval alinea 14 (f) x Niet materieel/
niet van toepassing
ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten gedwongen
arbeid
alinea 14 (g) x p. 248
ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten
kinderarbeid
alinea 20 x Niet materieel
ESRS S1-1 Toezeggingen op gebied van
mensenrechtenbeleid
alinea 20 x p. 250
ESRS S1-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan
de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van
Internationale Arbeidsorganisatie
alinea 21 x p. 250
ESRS S1-1 Procedures en maatregelen
ter voorkoming van mensenhandel
alinea 22 x p. 250

ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled en hergebruikt water ESRS E3-4 Totale hoeveelheid gerecycled en hergebruikt water bodem / duurzame landbouw oceanen / zee arbeid ESRS 2 – SBM3 – S1 Risico incidenten kinderarbeid ESRS S1-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid Internationale Arbeidsorganisatie ESRS S1-1 Procedures en maatregelen ter voorkoming van mensenhandel

RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verordening
Referentie
EU
Klimaat
wet
Pagina
ESRS S1-1 Beleid of beheersystem ter
voorkoming van arbeidsongevallen
alinea 23 x p. 250
ESRS S1-3 Klachtenregelingen alinea 32 (c) x p. 252
ESRS S1-14 Aantal sterfgevallen en aantal
en aandeel arbeidsongevallen
alinea 88 (b) en (c) x x Niet materieel
ESRS S1-14 Aantal verzuimdagen als gevolg
van letsel, ongevallen, dodelijke ongevallen of
ziekte
alinea 88 (e) x Niet materieel
ESRS S1-16 Niet-gecorrigeerde loonkloof
man-vrouw
alinea 97 (a) x x Niet materieel
ESRS S1-16 Ratio buitensporige beloning CEO alinea 97 (b) x Niet materieel
ESRS S1-17 Gevallen van discriminatie alinea 103 (a) x p. 257
ESRS S1-17 Niet-nakoming UNGP's on Busi
ness and Human Rights en OESO-richtlijnen
alinea 104 (a) x x p. 257
ESR S2 – SBM3 – S2 Aanzienlijk risico kinder
arbeid of gedwongen arbeid in waardeketen
alinea 11 (b) x Niet materieel
ESRS S2-1 Toezeggingen op gebied van
Mensenrechtenbeleid
alinea 17 x Niet materieel
ESRS S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers
in waardeketen
alinea 18 x Niet materieel
ESRS S2-1 Niet-nakoming UNGP's on Business
and Human Rights en OESO-richtlijnen
alinea 19 x x Niet materieel
ESRS S2-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan
de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van
Internationale Arbeidsorganisatie
alinea 19 x Niet materieel
ESRS S2-4 Mensenrechten- problemen
en - incidenten m.b.t. upstream- en
downstream- waardeketen
alinea 36 x Niet materieel

en eindgebruikers

RAPPORTAGE-EIS Datapunt SFDR
referentie
Pijler 3
referentie
Referentie
benchmark
verordening
Referentie
EU
Klimaat
wet
Pagina
ESRS S3-1 Toezeggingen op gebied van
mensenrechten- beleid
alinea 16 x Niet materieel
ESRS S3-1 Niet-nakoming UNGP's on
Business and Human Rights, ILO-beginselen en/of
OESO-richtlijnen
alinea 17 x x Niet materieel
ESRS S3-4 Mensenrechtenproblemen
en -incidenten
alinea 36 x Niet materieel
ESRS S4-1 Beleid ten aanzien van consumenten
en eindgebruikers
alinea 16 x p. 261
ESRS S4-1 Niet-nakoming UNGP's on Business and
Human Rights en OESO-richtlijnen
alinea 17 x x p. 261
ESRS S4-4 Mensenrechten- problemen
en -incidenten
alinea 35 x Niet van toepassing
ESRS G1-1 VN-Verdrag tegen corruptie alinea 10 (b) x Niet materieel
ESRS G1-1 Bescherming klokkenluiders alinea 10 (d) x Niet materieel
ESRS G1-4 Geldboeten voor overtredingen
wetgeving tegen corruptie en omkoping
alinea 24 (a) x x Niet materieel
ESRS G1-4 Normen bestrijding corruptie alinea 24 (b) x Niet materieel

ESRS S4-4 Mensenrechten- problemen en -incidenten

ESRS G1-4 Normen bestrijding corruptie en omkoping

Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm')(h)
Economic Activities (1) Code
(a)(2)
CapEx (3) Proportion
of CapEx,
year N (4)
Climate
Change
Mitigation (5)
Climate
Change
Adaptation (6)
Water (7) Pollution (8) Circular
Economy (9)
Biodiversity
(10)
Climate
Change
mitigation
(11)
Climate
Change
Adaptation
(12)
Water (13) Pollution
(14)
Circular
Economy
(15)
Biodiversity
(16)
Minimum
Safe
guards
(17)
Proportion
of Taxonomy
aligned (A.1) or
eligible (A.2.)
CapEx, year
N-1 (18)
Category
enabling
activity
(19)
Category
transitional
activity (20)
Text Currency % Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N % E T
A. Taxonomy-eligible activities
A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned)
ACTIVITY 1 0,0 0% %
ACTIVITY 1 (d) % %
ACTIVITY 2 % %
CapEx of environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned)
(A.1)
% % % % % % % %
Of which Enabling % % % % % % % % E
Of which Transitional % % % T
A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable activities
(not Taxonomy-aligned activities) (g)
EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f)
CapEx of Taxonomy-eligible but not environmentally sustainable
activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2)
% % % % % % % %
Manufacture of low-carbon technologies for transportation 6.5 2,7 14%
Installation, maintenance, and repair of energy-efficient equipment 7.3 2,1 11%
Installation, maintenance, and repair of electric vehicle charging
staions in buildings (and parkings lots attached to buildings)
7.4 0,1 1%
A. CapEx of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 4,9 26% % % % % % %
B. Taxonomy-non-eligible activities
CapEx of Taxonomy non-eligible activities 14,3 74%
TOTAL 19,2 100%

ANNEX IV CAPEX

(a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.:

  • Climate Change Mitigation: CCM
  • Climate Change Adaptation: CCA
  • Water and Marine Resources: WTR
  • Circular Economy: CE
  • Pollution Prevention and Control: PPC
  • Biodiversity and ecosystems: BIO

For example, the Activity "Afforestation" would have the Code: CCM 1.1

Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated. For example, if the operator reports that the activity "Construction of new buildings" makes a substantial contribution to climate change mitigation and circular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1.

The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template.

(b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective

  • N No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
  • N/EL not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective

(c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs, where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to multiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings. This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation (EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below

(d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible.

(e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives.

(f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective

(g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template.

(h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes.

Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm')(h)
Economic Activities (1) Code
(a)(2)
OpEx (3) Proportion
of OpEx,
year N (4)
Climate
Change
Mitigation (5)
Climate
Change
Adaptation (6)
Water (7) Pollution (8) Circular
Economy (9)
Biodiversity
(10)
Climate
Change
mitigation
(11)
Climate
Change
Adaptation
(12)
Water (13) Pollution
(14)
Circular
Economy
(15)
Biodiversity
(16)
Minimum
Safe
guards
(17)
Proportion
of Taxonomy
aligned (A.1) or
eligible (A.2.)
OpEx, year N-1
(18)
Category
enabling
activity
(19)
Category
transitional
activity (20)
Text Currency % Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N % E T
A. Taxonomy-eligible activities
A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned)
ACTIVITY 1 0,0 0% %
ACTIVITY 1 (d) % %
ACTIVITY 2 % %
OpEx of environmentally sustainable activities (Taxonomy-alig
ned) (A.1)
% % % % % % % %
Of which Enabling % % % % % % % % E
Of which Transitional % % % T
A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable acti
vities (not Taxonomy-aligned activities) (g)
EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f)
OpEx of Taxonomy-eligible but not environmentally sustainable
activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2)
% % % % % % % %
Installation, maintenance, and repair of renewable energy
technologies
7.6 0,1 0,9%
A. OpEx of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 0,1 0,9% % % % % % %
B. Taxonomy-non-eligible activities
OpEx of Taxonomy non-eligible activities 6,8 99,1%
TOTAL 6,9 100%

ANNEX V OPEX

(a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.:

  • Climate Change Mitigation: CCM
  • Climate Change Adaptation: CCA
  • Water and Marine Resources: WTR
  • Circular Economy: CE
  • Pollution Prevention and Control: PPC
  • Biodiversity and ecosystems: BIO

For example, the Activity "Afforestation" would have the Code: CCM 1.1

Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated. For example, if the operator reports that the activity "Construction of new buildings" makes a substantial contribution to climate change mitigation and circular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1.

The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template.

(b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective

  • N No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
  • N/EL not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective

(c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs, where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to multiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings. This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation (EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below

(d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible.

(e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives.

(f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective

(g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template.

(h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes.

ANNEX VI TURNOVER

Financial year N 2024 Substantial Contribution Criteria DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm')(h)
Economic Activities (1) Code
(a)(2) Turnover (3)
Proportion
of Turnover,
year N (4)
Climate
Change
Mitigation (5)
Climate
Change
Adaptation (6)
Water (7) Pollution (8) Circular
Economy (9)
Biodiversity
(10)
Climate
Change
mitigation
(11)
Climate
Change
Adaptation
(12)
Water (13) Pollution (14) Circular
Economy
(15)
Biodiversity
(16)
Minimum
Safe
guards
(17)
Proportion
of Taxonomy
aligned (A.1) or
eligible (A.2.)
turnover, year
N-1 (18)
Category
enabling
activity
(19)
Category
transitional
activity (20)
Text Currency % Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y; N; N/EL (b)
(c)
Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N Y/N % E T
A. Taxonomy-eligible activities
A.1 Environmentally sustainable activities (Taxonomy-aligned)
ACTIVITY 1 0,0 0% %
ACTIVITY 1 (d) % %
ACTIVITY 2 % %
Turnover of environmentally sustainable activities (Taxono
my-aligned) (A.1)
% % % % % % % %
Of which Enabling % % % % % % % % E
Of which Transitional % % % T
A.2 Taxonomy-Eligible but not environmentally sustainable acti
vities (not Taxonomy-aligned activities) (g)
EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f) EL; N/EL (f)
Turnover of Taxonomy-eligible but not environmentally sustaina
ble activities (not taxonomy-aligned activities) (A.2)
% % % % % % %
Programming & broadcasting activities 8.3
4,7
1% % % % % % % %
A. Turnover of Taxonomy eligible activities (A1+A2) 4,7 1% % % % % % %
B. Taxonomy-non-eligible activities
Turnover of Taxonomy non-eligible activities 315,6 99%
TOTAL 320,3 100%

(a) The Code constitutes the abbreviation of the relevant objective to which the economic activity is eligible to make a substantial contribution, as well as the Section number of the activity in the relevant Annex covering the objective, i.e.:

  • Climate Change Mitigation: CCM
  • Climate Change Adaptation: CCA
  • Water and Marine Resources: WTR
  • Circular Economy: CE
  • Pollution Prevention and Control: PPC
  • Biodiversity and ecosystems: BIO

For example, the Activity "Afforestation" would have the Code: CCM 1.1

Where activities are eligible to make a substantial contribution to more than one objective, the codes for all objectives should be indicated. For example, if the operator reports that the activity "Construction of new buildings" makes a substantial contribution to climate change mitigation and circular economy, the code would be: CCM 7.1. / CE 3.1.

The same codes should be used in Sections A.1. and A.2 of this template.

(b) Y - Yes, Taxonomy-eligible and Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective

  • N No, Taxonomy-eligible but not Taxonomy-aligned activity with the relevant environmental objective
  • N/EL not eligible, Taxonomy non-eligible activity for the relevant environmental objective

(c) Where an economic activity contributes substantially to multiple environmental objectives, non-financial undertakings shall indicate, in bold, the most relevant environmental objective for the purpose of computing the KPIs of financial undertakings while avoiding double counting. In their respective KPIs, where the use of proceeds from the financing is not known, financial undertakings shall compute the financing of economic activities contributing to multiple environmental objectives under the most relevant environmental objective that is reported in bold in this template by non-financial undertakings. An environmental objective may only be reported in bold once in one row to avoid double counting of economic activities in the KPIs of financial undertakings. This shall not apply to the computation of Taxonomy-alignment of economic activities for financial products defined in point (12) of Article 2 of regulation (EU) 2019/2088. Non-financial undertakings shall also report the extent of eligibility and alignment per environmental objective, that includes alignment with each of environmental objectives for activities contributing substantially to several objectives, by using the template below

(d) The same activity may align with only one or more environmental objectives for which it is eligible.

(e) The same activity may be eligible and not aligned with the relevant environmental objectives.

(f) EL - Taxonomy eligible activity for the relevant objective N/EL - Taxonomy non-eligible activity for the relevant objective

(g) Activities shall be reported in Section A.2 of this template only if they are not aligning to any environmental objective for which they are eligible. Activities that align to at least one environmental objective shall be reported in Section A.1 of this template.

(h) For an activity to be reported in Section A.1 all DNSH criteria and minimum safeguards shall be met. For activities listed under A2, columns (5) to (17) may be filled in on a voluntary basis by non-financial undertakings. Non-financial undertakings may indicate the substantial contribution and DNSH criteria that they meet or do not meet in Section A.2 by using: (a) for substantial contribution - Y/N and N/EL codes instead of EL and N/EL and (b) for DNSH - Y/N codes.

Row Nuclear energy related activities
1. The undertaking carries out, funds or has exposures to research, deve
lopment, demonstration and deployment of innovative electricity genera
tion facilities that produce energy from nuclear processes with minimal
waste from the fuel cycle.
NO
2. The undertaking carries out, funds or has exposures to construction
and safe operation of new nuclear installations to produce electricity or
process heat, including for the purposes of district heating or industrial
processes such as hydrogen production, as well as their safety upgrades,
using best available technologies.
NO
3. The undertaking carries out, funds or has exposures to safe operation
of existing nuclear installations that produce electricity or process heat,
including for the purposes of district heating or industrial processes
such as hydrogen production from nuclear energy, as well as their safety
upgrades.
NO
Fossil gas related activities
4. The undertaking carries out, funds or has exposures to construction
or operation of electricity generation facilities that produce electricity
using fossil gaseous fuels.
NO
5. The undertaking carries out, funds or has exposures to construction, re
furbishment, and operation of combined heat/cool and power generation
facilities using fossil gaseous fuels.
NO
6. The undertaking carries out, funds or has exposures to construction,
refurbishment and operation of heat generation facilities that produce
heat/cool using fossil gaseous fuels.
NO

Voor de berekening van de KPI's inzake omzet, capex en opex werden voor zowel de rapportering over 2023 als 2024 volgende definities gehanteerd. De taxonomie data is gebaseerd op IFRS.

KPI 'omzet': het aandeel van de economische activiteiten die voor taxonomie in aanmerking komen in onze totale omzet is berekend als het deel van de omzet gegenereerd door economische activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen (teller) gedeeld door de geconsolideerde omzet (noemer). De noemer sluit aan met de omzet die in onze geconsolideerde jaarrekening werd gerapporteerd (Toelichting geconsolideerd jaarverslag 4).

Kapitaaluitgaven (capex) KPI: het aandeel van de kapitaaluitgaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met voor taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten is berekend als het deel van de kapitaaluitgaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met voor de taxonomie in aanmerking komende economische activiteiten (teller) gedeeld door de toevoegingen aan materiële en immateriële activa, met inbegrip van de toevoegingen die voortvloeien uit bedrijfscombinaties, zoals gerapporteerd in de geconsolideerde jaarrekening (Toelichtingen geconsolideerd jaarverslag 14 en 15).

Operationele uitgaven (opex) KPI: het aandeel van de operationele uitgaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met de voor taxonomie in aanmerking komende activiteiten is berekend als het deel van de operationele uitgaven dat betrekking heeft op activa of processen die verband houden met de voor taxonomie in aanmerking komende activiteiten gedeeld door de geconsolideerde operationele uitgaven als volgt gedefinieerd: de som van niet-gekapitaliseerde kosten voor onderzoek & ontwikkeling, leaseovereenkomsten (voor zover ze niet in de kapitaaluitgaven werden opgenomen), en voor onderhoud en reparatie en andere directe kosten die verband houden met het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa.

DEFINITIES KPI'S

ANNEX VII

NUCLEAR AND FOSSIL GAS RELATED ACTIVITIES

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS

DUURZAAMHEIDS-INFORMATIE

EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises Pauline van Pottelsberghelaan 12 B - 9051 Gent Tel: +32 (0) 9 242 51 11 ey.com

N]jkdY_nYf][geeakkYjake]l]]f Z]h]jcl]eYl]nYfr]c]j]a\gn]j \]\_][gfkgda\]]j\]\mmjrYYe]a\kaf^gjeYla]nYfJgmdYjlYE]\aY?jgmh

Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders,

In het kader van de wettelijke assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group (de "Vennootschap" of "de

Groep"), leggen wij u ons verslag over deze opdracht voor.

Wij werden benoemd door de algemene vergadering van 21 mei 2024, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan van Roularta Media Group voor het uitvoeren van een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid over de geconsolideerde duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap, opgenomen in het Sustainability Statement van het jaarverslag 2024 (hierna de "duurzaamheidsinformatie").

Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening afgesloten op 31 December 2026. Wij hebben onze assuranceopdracht over de duurzaamheidsinformatie van Roularta Media Group uitgevoerd gedurende één boekjaar.

*;gf[dmka]e]l]]fZ]h]jcl]eYl]nYf r]c]j`]a*

Wij hebben een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap uitgevoerd.

Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen assuranceinformatie is niets onder onze aandacht gekomen dat ons ertoe aanzet van mening te zijn dat de duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap, in alle van materieel belang zijnde opzichten:

  • niet is opgesteld in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:6/3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met inbegrip van de overeenstemming met de toepasbare Europese standaarden voor duurzaamheidsinformatie (de European Sustainability Reporting Standards ("ESRS's"));
  • niet in overeenstemming is met het door de Vennootschap uitgevoerde proces ("het Proces") om de op grond van de ESRS's openbaar gemaakte
  • duurzaamheidsinformatie vast te stellen, zoals uiteengezet in de sectie "CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)"
  • de vereisten niet naleeft van artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (de "Taxonomieverordening") betreffende de openbaarmaking van de informatie opgenomen in de sectie "EU Taxonomie" binnen de milieu-informatie van het Sustainabiity Statement;

:Ykaknggj][gf[dmka]

Wij hebben onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid uitgevoerd overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien), Assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie ("ISAE 3000 (Herzien)"), zoals in België van toepassing.

Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaard zijn uitvoeriger beschreven in de sectie van ons verslag "Verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie".

Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée. RPR Brussel – RPM Bruxelles – T.V.A. - B.T.W. BE 0446.334.711 – IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d'une société

A member firm of Ernst & Young Global Limited

*N]jkdY_nYf];geeakkYjake]l]]f Z]h]jcl]eYl]nYfr]c]j`]a*

gn]j ]_][gfkgda]]j]\mmjrYYe`]a\kaf^gjeYla]

nYfJgmdYjlYE]\aY?jgmhnggj`]lZg]cbYYjY^_]kdgl]fgh+)][]eZ]j*(*, n]jngd_!

Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de assuranceopdracht van de duurzaamheidsinformatie in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de

onafhankelijkheid.

Wij passen de internationale standaard voor kwaliteitsmanagement 1 ("ISQM 1") toe, die vereist dat het kantoor een kwaliteitsmanagementsysteem opzet, implementeert en in werking stelt, inclusief beleidslijnen of procedures met betrekking tot de naleving van ethische vereisten,

professionele normen en toepasselijke wettelijke en regelgevende vereisten.

We hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assuranceinformatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.

*Gn]ja_]YYf_]d]_]f`]a*

De reikwijdte van onze werkzaamheden is beperkt tot de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid over de duurzaamheidsinformatie van de Vennootschap met betrekking tot de huidige rapporteringsperiode. Onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid strekt zich niet uit tot informatie met betrekking tot de vergelijkende cijfers.

N]jYfloggj]dabc]\]fnYf]l Z]klmmjkgj_YYf Z]lj]^^]f]]lghkl]dd]f nYf\]\mmjrYYe]a\kaf^gjeYla]

Het bestuursorgaan van de Vennootschap is verantwoordelijk voor het opzetten en implementeren van een Proces en voor het toelichten van dit Proces in de sectie "CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)" van de duurzaamheidsinformatie.

Deze verantwoordelijkheid omvat:

• het begrijpen van de context waarin de activiteiten en zakelijke betrekkingen van de Vennootschap plaatsvinden en het ontwikkelen van inzicht in haar betrokken belanghebbenden;

  • het identificeren van de feitelijke en potentiële effecten (zowel negatieve als positieve) in verband met duurzaamheidskwesties, alsook van risico's en opportuniteiten die de financiële positie, de financiële prestaties, de kasstromen, de toegang tot financiering of de kapitaalkosten van de Vennootschap op korte, middellange of lange termijn beïnvloeden of waarvan redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat zij hierop een invloed zullen hebben;
  • het beoordelen van de materialiteit van de vastgestelde effecten, risico's en opportuniteiten in verband met duurzaamheidskwesties door passende drempelwaarden te selecteren en toe te passen; en
  • het maken van veronderstellingen en schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Het bestuursorgaan van de Vennootschap is ook verantwoordelijk voor het opstellen van de duurzaamheidsinformatie, die de door het Proces vastgestelde informatie bevat,

  • in overeenstemming met de vereisten bedoeld in artikel 3:6/3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met inbegrip van de toepasbare ESRS's; en
  • met naleving van de vereisten in artikel 8 van Verordening (EU) 2020/852 (de "Taxonomieverordening") betreffende de openbaarmaking van informatie opgenomen in de sectie "EU Taxonomie" binnen de milieu-informatie van het Sustainabiity Statement.

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS MET EEN BEPERKTE MATE VAN ZEKERHEID OVER DE GECONSOLIDEERDE DUURZAAMHEIDSINFORMATIE VAN ROULARTA MEDIA GROUP

CSRD VERSLAG 300 2024

N]jkdY_nYf];geeakkYjake]l]]f Z]h]jcl]eYl]nYfr]c]j]a\ gn]j \]\_][gfkgda\]]j\]\mmjrYYe]a\kaf^gjeYla] nYfJgmdYjlYE]\aY?jgmhnggj`]lZg]cbYYjY^_]kdgl]fgh+)][]eZ]j*(*, n]jngd_!

  • het interviewen van management en betrokken medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het consolideren en het uitvoeren van interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie; en
  • wanneer dit passend wordt geacht, het bekomen van onderbouwende documentatie voor de betreffende verslaggevingsprocessen
  • Geëvalueerd of de informatie zoals vastgesteld door het Proces is opgenomen in de duurzaamheidsinformatie;
  • Geëvalueerd of de structuur en het opstellen van de duurzaamheidsinformatie overeenstemt met de ESRS's;
  • Om inlichtingen verzocht bij relevant personeel en cijferanalyses uitgevoerd op geselecteerde informatie in de duurzaamheidsinformatie;
  • Gegevensgerichte assurancewerkzaamheden uitgevoerd op basis van een steekproef op geselecteerde informatie in de duurzaamheidsinformatie;
  • Assuranceinformatie verkregen over de methoden voor het ontwikkelen van schattingen en toekomstgerichte informatie; geëvalueerd zoals beschreven in de sectie "verantwoordelijkheden van de commissaris betreffende de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie";
  • Inzicht verworven in het proces voor het vaststellen van economische activiteiten die voor de taxonomie in aanmerking komen en op de taxonomie afgestemd zijn en de overeenkomstige toelichtingen in de duurzaamheidsinformatie;
  • Andere werkzaamheden uitgevoerd met betrekking tot de EU-taxonomie toelichtingen;

• De input voor de omzet, de kapitaaluitgaven, en de operationele uitgaven afgestemd met de onderliggende financiële informatie van de Vennootschap.

*N]je]d\af_]fZ]lj]^^]f]] gfY^Yfc]dabc]a*

Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten die onverenigbaar zijn met de assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid verricht, en ons bedrijfsrevisorenkantoor is in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.

Gent, 4 april 2025

EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris vertegenwoordigd door

Lieve Cornelis* Partner * Handelend in naam van een BV

25LC0061

Digitally signed by Lieve Cornelis (Signature) DN: cn=Lieve Cornelis (Signature), c=BE Date: 2025.04.04 11:52:44 +02'00' Lieve Cornelis (Signature)

*N]jkdY_nYf];geeakkYjake]l]]f Z]h]jcl]eYl]nYfr]c]j`]a*

gn]j ]_][gfkgda]]j]\mmjrYYe`]a\kaf^gjeYla]

nYfJgmdYjlYE]\aY?jgmhnggj`]lZg]cbYYjY^_]kdgl]fgh+)][]eZ]j*(*, n]jngd_!

• Het opzetten en uitvoeren van werkzaamheden om te evalueren of het Proces in overeenstemming is met de beschrijving van het Proces door de Vennootschap, zoals toegelicht in de sectie "CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)".

Onze overige verantwoordelijkheden ten aanzien van de duurzaamheidsinformatie omvatten:

  • Het verwerven van inzicht in de beheersingsomgeving van de Vennootschap, en in de relevante processen en informatiesystemen voor het opstellen van de duurzaamheidsinformatie, maar zonder de opzet van de specifieke controleactiviteiten te beoordelen, onderbouwende informatie over hun implementatie te verkrijgen of de effectieve werking van de opgezette interne beheersingsmaatregelen te toetsen;
  • Het identificeren van de gebieden waar van materieel belang zijnde afwijkingen waarschijnlijk zullen optreden in de duurzaamheidsinformatie, of deze nu het gevolg zijn van fraude of van fouten; en
  • Het opzetten en uitvoeren van werkzaamheden die inspelen op gebieden waar afwijkingen van materieel belang in de duurzaamheidsinformatie zich waarschijnlijk zullen voordoen. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing.

KYe]fnYllaf_nYf]mal_]ng]j] o]jcrYYe`]]f

Een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid omvat het uitvoeren van werkzaamheden om assuranceinformatie te verkrijgen over de duurzaamheidsinformatie.

De werkzaamheden die bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid zijn uitgevoerd, zijn verschillend in aard en timing en geringer van omvang dan voor opdrachten tot het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Daardoor ligt het niveau van zekerheid dat is verkregen bij een opdracht met een beperkte mate van zekerheid aanzienlijk lager dan wanneer een opdracht met een redelijke mate van zekerheid is uitgevoerd.

De aard, timing en omvang van geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van professionele oordeelsvorming, waaronder de vaststelling van gebieden waar afwijkingen van materieel belang in de duurzaamheidsinformatie, als gevolg van fraude of van fouten, zich waarschijnlijk zullen voordoen.

Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid, met betrekking tot het Proces, hebben wij

  • Inzicht verworven in het Proces door:
  • het verzoeken om inlichtingen teneinde inzicht te verwerven in de bronnen van informatie gebruikt door het management (bijv. betrokkenheid van belanghebbenden, bedrijfsplannen en strategiedocumenten), alsook het beoordelen van de interne documentatie van de Vennootschap van haar Proces; en
  • Geëvalueerd of de assuranceinformatie verkregen uit onze werkzaamheden over het door de Vennootschap geïmplementeerde Proces in overeenstemming was met de beschrijving van het Proces zoals uiteengezet in de sectie "CSRD en Double Materiality Assessment (DMA)".

Bij het uitvoeren van onze assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid, met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie, hebben wij:

• Inzicht verworven in de verslaggevingsprocessen van de Vennootschap die relevant zijn voor het opstellen van haar duurzaamheidsinformatie door:

N]jkdY_nYf];geeakkYjake]l]]f Z]h]jcl]eYl]nYfr]c]j]a\ gn]j \]\_][gfkgda\]]j\]\mmjrYYe]a\kaf^gjeYla] nYfJgmdYjlYE]\aY?jgmhnggj`]lZg]cbYYjY^_]kdgl]fgh+)][]eZ]j*(*, n]jngd_!

Deze verantwoordelijkheid omvat:

  • het opzetten, implementeren en in stand houden van dergelijke interne beheersingsmaatregelen die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van duurzaamheidsinformatie die geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat; en
  • het kiezen en toepassen van geschikte methoden voor duurzaamheidsverslaggeving, en het maken van veronderstellingen en schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het toezicht op het duurzaamheidsverslaggevingsproces van de Vennootschap.

Af]j]fl]Z]h]jcaf\_]fZab]lghkl]dd]f nYf]\mmjrYYe`]a\kaf^gjeYla]

Bij het rapporteren van toekomstgerichte informatie in overeenstemming met de ESRS's, wordt van het bestuursorgaan van de Vennootschap vereist dat het de toekomstgerichte informatie opstelt op basis van toegelichte veronderstellingen over gebeurtenissen die zich in de toekomst kunnen voordoen en mogelijke toekomstige maatregelen van de Vennootschap. De werkelijke uitkomsten zullen naar alle waarschijnlijkheid afwijken van de veronderstellingen, aangezien de veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet zullen voordoen zoals verwacht en de afwijking daarvan van materieel belang kan zijn.

N]jYfloggj]dabc]\]fnYf\] [geeakkYjak Z]lj]^^]f\]\] YkkmjYf[]gh\jY[le]l]]fZ]h]jcl] eYl]nYf r]c]j]a\e]lZ]lj]ccaf\_lgl \]\mmjrYYe]a\kaf^gjeYla]

Het is onze verantwoordelijkheid om de assuranceopdracht te plannen en uit te voeren met het oog op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid over de vraag of de duurzaamheidsinformatie geen afwijkingen van materieel belang,

als gevolg van fraude of van fouten, bevat, en het uitbrengen van een assuranceverslag met een beperkte mate van zekerheid waarin onze conclusie is opgenomen. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de beslissingen genomen door gebruikers op basis van de duurzaamheidsinformatie, beïnvloeden.

Als deel van een assuranceopdracht met een beperkte mate van zekerheid overeenkomstig ISAE 3000 (Herzien), zoals in België van toepassing, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de opdracht. De uitgevoerde werkzaamheden in een opdracht met het oog op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid, waarvoor wij verwijzen naar de sectie "Samenvatting van de uitgevoerde werkzaamheden" zijn minder uitgebreid dan in het geval van een opdracht met het oog op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. We brengen dan ook geen oordeel met een redelijke mate van zekerheid tot uitdrukking als deel van deze opdracht.

Aangezien de toekomstgerichte informatie in de duurzaamheidsinformatie en de veronderstellingen waarop deze is gebaseerd, betrekking hebben op de toekomst, kunnen deze worden beïnvloed door gebeurtenissen die zich mogelijks voordoen en/of door mogelijke acties van de Vennootschap. De werkelijke uitkomsten zullen naar alle waarschijnlijkheid afwijken van de veronderstellingen, aangezien de veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet zullen voordoen zoals verwacht en de afwijking daarvan van materieel belang kan zijn. Onze conclusie biedt daarom geen garantie dat de gerapporteerde werkelijke uitkomsten zullen overeenkomen met diegenen opgenomen in de toekomstgerichte informatie in de duurzaamheidsinformatie.

Onze verantwoordelijkheden ten aanzien van de duurzaamheidsinformatie, met betrekking tot het Proces, omvatten:

• Het verwerven van inzicht in het Proces, maar niet met het oog op het verstrekken van een conclusie over de effectiviteit van het Proces, met inbegrip van de uitkomst van het Proces; en;

CSRD VERSLAG 302 2024

VESTIGINGEN

BELGIË EN NEDERLAND ACTIEVE LANDEN

HOOFDZETEL ROULARTA MEDIA GROUP Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare

BRUSSELS MEDIA CENTRE Redactie en Reclameregie, Raketstraat 50, 1130 Brussel

MEDIAFIN (UITGEVER DE TIJD/L'ECHO) Tour & Taxis, Havenlaan 86C bus 309, 1000 Brussel

ROULARTA MEDIA NEDERLAND BV

Vestiging Amsterdam: Spaklerweg 53, 1114 AE Amsterdam Vestiging Hoog-Keppel: Jonker Emilweg 9, 6997 CB Hoog-Keppel

Jaarvergadering 2024 I dinsdag 20 mei 2025 Halfjaarresultaten 2025 I vrijdag 22 augustus 2025 Jaarresultaten 2025 I vrijdag 13 maart 2026 Jaarvergadering 2025 I dinsdag 19 mei 2026

INVESTOR RELATIONS

Rik De Nolf

Telefoon I +32 51 26 61 11 E-mail I [email protected] Website I www.roularta.be

NV Roularta Media Group, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare, BTW BE 0434.278.896, RPR Gent, afdeling Kortrijk

JAARVERSLAG 304 2024

roularta.be | roularta.nl

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.